text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 19 september 2023
Portefeuille Woningbouw
Portefeuillehouder: Reinier van Dantzig
Behandeld door Grond en Ontwikkeling ([email protected])
Onderwerp Halfjaarrapportage Woningbouw 2023 en Doorbouwakkoord Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
De woningbouwproductie kent een flinke tegenwind en dat zien we terug in de Halfjaarrapportage
Woningbouw 2023. Er zijn slechts 2.355 woningen in aanbouw genomen en de planvoorraad voor
de 2° helft van 2023 is met 4.304 woningen beperkt.
Hoewel er nog steeds wordt ingeschreven op tenders en er ook nog steeds overeenkomsten wor-
den gesloten voor nieuwe transformatieprojecten, is er tevens vertraging in alle fasen van planont-
wikkeling. Dit heeft te maken met zorgen over de afzet, minder animo bij kopers en beleggers, da-
lende marktwaarden, hoge bouwkosten en problemen bij de financiering.
De businesscase van de ontwikkelende partijen staat sterk onder druk omdat de rente en de stich-
tingskosten stijgen en de opbrengsten dalen of gelimiteerd worden. Ontwikkelaars doen een gro-
ter beroep op de gemeente tot uitstel van termijnen en tot herziening van afspraken. Projecten
worden op die manier in de lucht gehouden en nog slechts in beperkte mate stopgezet.
We staan voor een lastig en complex vraagstuk. Eén simpele, generieke en haalbare oplossing is
niet beschikbaar, terwijl de opgave groot is en doorbouwen van onverminderd groot belang.
De marktontwikkelingen zelf zijn voor de gemeente echter nauwelijks te beïnvloeden (rente,
bouwkostenstijging, aanbestedingsmarkt, verkoopopbrengsten). Het gat dat ontstaat in de busi-
nesscase kan en wil de gemeente niet vullen. Het gaat de financiële draagkracht van de gemeente
te boven en het is ook niet de taak van de gemeente om het ondernemersrisico van de ontwikke-
lende partijen over te nemen.
Een dip in de productie is in tijden van recessie niet te voorkomen. Rijk en marktpartijen hebben
beide medio 2023 aangegeven dat de woningbouwproductie landelijk mogelijk kan halveren.
We hebben in 2023 dus te maken met een terugval na een jarenlange hoge woningbouwproductie.
In de periode 2014 tot 2023 zijn ruim 63.000 woningen in aanbouw genomen. Het is van groot be-
lang om de dip in de productie te beperken (in duur en diepte). Amsterdam blijft samen met
marktpartijen en woningcorporaties inzetten op een zo hoog mogelijke woningbouwproductie,
door het nemen van additionele maatregelen en maatwerk in de projecten.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 2 van7
1. Wat doen we al
De gemeente is in goed overleg met marktpartijen, corporaties en hun koepels (NEPROM, IVBN,
AFWC , Bouwend Nederland en Vastgoed Belang) om de marktsituatie te duiden, oplossingen te
bedenken en perspectief te bieden. Er is sprake van constructief overleg, met begrip voor elkaars
positie, belangen en beperkingen.
De gemeente benut deze gesprekken om te zien welke stimuleringsmaatregelen zinvol zijn om de
bouwproductie te bevorderen.
Tijdelijke marktmaatregelen
Als uitvloeisel van het overleg met de koepels is in de eerste helft van 2022 besloten tot twee tijde-
lijke maatregelen:
e _detransformatie-impuls, om de transformatie naar betaalbare woningen aan te jagen en
e _de ambitiebonus, om extra inspanningen op gebied van betaalbaarheid, duurzaamheid en
ruimtelijke kwaliteit bij inschrijvingen op tenders te stimuleren.
In de loop van 2022 verslechterde de marktsituatie door de stijging van de rente en de bouwkosten
en de dalende marktwaarden en dat vroeg om extra maatregelen. Aan het eind van 2022 lag er
een gemeentelijk pakket, dat meer ruimte geeft aan marktpartijen:
e _ bereidheid tot uitstel van contractuele termijnen;
e _ verlenging van de transformatie-impuls tot 1 februari 2024;
e _ matiging van de indexering van de grondprijzen (5% in plaats van CPl-indexcijfer), voor de
overeenkomsten die zijn afgesloten vanaf 1 januari 2020 (waarvan het erfpachtrecht nog niet
was ingegaan) én voor overeenkomsten die voor 1 janvari 2024 worden gesloten.
Planoptimalisatie in de projecten
In de gebiedsontwikkeling wordt met alle ontwikkelende partijen gesproken over de voortgang en
over eventuele belemmeringen. Om te komen tot een uitvoerbaar plan wordt soms ingezet op
planoptimalisatie (kosten en opbrengsten). Dit is maatwerk.
In de kern gaat het bij planoptimalisatie om voorstellen tot omzetting van het programma en/of
voorstellen tot bijstelling van de kwalitatieve ambities en het ontwerp. Denk aan onderwerpen
als: de mix van functies, het woningbouwprogramma, het pakket energie en milieu, inpandig par-
keren, vulling en kwaliteit van de plint en ontwerpoplossingen en materiaalgebruik. De planopti-
malisatie kan daarmee raken aan de doelstellingen voor een complete, duurzame, betaalbare en
inclusieve stad. Het loslaten van ambities om projecten op de korte termijn haalbaar te maken kan
pijn doen en er spelen dus dilemma's.
Het gemeentelijk streven is het op peil houden van de woningbouwproductie zonder dat kwalita-
tieve grenzen worden onderschreden. Voor het College van B&W blijft ,0-40-20 gelden als uit-
gangspunt voor het woningbouwprogramma en een goede mix in woninggrootte is eveneens van
belang. Het is bij planoptimalisatie bovendien zaak dat het alternatieve plan een aanvaardbare
kwaliteit heeft. De gemeente werkt niet mee aan slechte plannen.
Marktpartijen worden uitgedaagd om een zo goed mogelijk plan te maken binnen de budgettaire
mogelijkheden. Niet elke planoptimalisatie is overigens op korte termijn door te voeren. Een forse
planherziening kan zo een jaar vergen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 3 van 7
In de afgelopen maanden is in de gebiedsontwikkeling meegewerkt aan verschillende vormen van
planherziening/optimalisatie.
Ter illustratie:
e _Woningbouwprogramma op NDSM blok B7 (omzetting van vrije sectorwoningen naar eeuwig-
durende middeldure huur);
e _ Woningbouwprogramma cluster 7 Arenapoort Oost (omzetting van een deel van de sociale en
middeldure huur naar vrijesectorwoningen);
e _ Woningbouwprogramma Elzenhagen Zuid NZ3 (omzetting van vrijesectorwoningen naar soci-
ale huur en van middeldure huur naar eeuwigdurende middeldure huur);
e _Planoptimalisatie in project Elements in Amstelkwartier 2° fase (o.a. wijziging energiesys-
teem en positionering WKO);
e _ Planoptimalisatie in blok 5az in Sluisbuurt Zeeburgereiland (o.a. vereenvoudiging configuratie
gebouw en gevelmateriaal, versoberen daktuin).
Impuls Gewoon Goed
Vanuit het Woningbouwplan 2022-2028 zijn bovendien acties in gang gezet om te komen tot ver-
snelling en vereenvoudiging van processen in de gebiedsontwikkeling. Dit moet leiden tot een
structurele verbetering van werkwijzen in nieuwe plannen en projecten.
Inzet is de haalbaarheid van woningbouwprojecten te vergroten, zonder door een kwalitatieve on-
dergrens te zakken die voor een goede en complete stad vereist is. Dit vraagt om:
e _ Vergroten van financieel bewustzijn in stedenbouwkundige plannen en kaders, zowel qua
kostenbeperking als opbrengstoptimalisatie
e _ Meer ruimte scheppen voor optimalisaties en alternatieven in de bouwplanuitwerking
e _ Experimenteren met standaardisatie en modulair bouwen bij (flex)woonprojecten
Minder ambitie en standaardisatie is daarbij geen doel op zich. Voorop staat dat de kwaliteit in de
plannen uitvoerbaar moet zijn. Dit moet worden vertaald in werkbare stedenbouwkundige plan-
nen, bouwenveloppen, tendercriteria etc. Het vraagt om rekenen en tekenen in een vroeg sta-
dium, meer ruimte voor modulair bouwen en het minder stapelen van kwaliteitsambities. Het kos-
tenbewustzijn moet omhoog. Daarbij benutten we de kennis en ervaring van marktpartijen.
De voortgang en resultaten worden meegenomen in de voortgangsrapportages aan de raad.
Vereenvoudiging stedelijk kader voor particuliere transformatie
Het kader geeft aan wanneer in een transformatieproject kan worden afgeweken van het pro-
grammatisch uitgangspunt 40-40-20 en is van toepassing op individuele particuliere transforma-
tieprojecten. Het geldt dus niet voor projecten in Transformatiegebieden, waarvoor de gemeente
op gebiedsniveau het programmatisch kader vaststelt.
Het voorstel voor een Nieuw Stedelijk Kader particuliere transformaties is vlak voor het zomerre-
ces van 2023 ter consultatie naar de stadsdelen gestuurd.
Eén van de voorstellen is om, met het oog op verhogen van de haalbaarheid van transformaties,
de ondergrens voor toepassing van de “40-40-20” op te trekken. Bovendien zijn de criteria om af
te mogen wijken vereenvoudigd.
Het vereenvoudigde stedelijk kader voor particuliere transformaties wordt dit najaar 2023 ter be-
sluitvorming aan het college voorgelegd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 4 van 7
2. Watgaan we nog meer doen
Maatregelen grondprijsbeleid
Rond de zomer is nader overleg gevoerd met marktpartijen en hun koepels over mogelijke aanvul-
lende maatregelen. Marktpartijen hebben te maken met dalende opbrengsten, stijgende rente,
toegenomen bouwkosten en met in het verleden gemaakte grondprijsafspraken die hier niet altijd
meer goed op aansluiten. Bovendien is de animo van kopers en beleggers afgenomen met een ri-
sico voor de afzet. Dit werkt negatief vit op de businesscase.
De gemeente werkt met een systeem van genormeerde residvele grondprijzen. Ontwikkelingen in
opbrengsten en stichtingskosten hebben dus effect op de hoogte van grondprijzen. De markt
wordt nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat grondprijzen marktconform zijn op het mo-
ment dat een overeenkomst wordt gesloten. Vervolgens wordt de grondprijs, in de tijd tussen het
aangaan van een overeenkomst en het afgeven van de erfpachtaanbieding, geïndexeerd met de
CPI index. Eind 2022 is deze gematigd tot maximaal 5% per jaar, vanwege een aanhoudend hoge
inflatie. Ondanks deze matiging kent de daadwerkelijke ontwikkeling van de grondwaarde en an-
dere ontwikkeling dan de CPI. Dit kan ertoe leiden dat de uiteindelijk (geïndexeerde) grondprijs op
moment van erfpachtuitgifte niet meer aansluit bij wat op dat moment markconform is. Nu de op-
brengsten onder druk staan, en de stichtingskosten zijn gestegen, laten de actuele gemeentelijke
grondprijzen immers een daling zien. We ervaren daardoor dat het voor marktpartijen ingewikkel-
der is geworden om reeds afgesloten overeenkomsten uit te voeren, vanwege de verslechterde
omstandigheden.
De gemeente heeft baat bij het op peil houden van de productie om de woningnood te lenigen,
maar ook om te kunnen blijven investeren in de stad. Dat overeenkomsten worden uitgevoerd is
daarvoor noodzakelijk. De mogelijkheden om financiële steun te verlenen aan projecten wordt
echter beperkt om de volgende redenen:
-_Middelen: er is beperkte ruimte in het Vereveningsfonds;
-___ Rolverdeling: marktpartijen zijn als ondernemende partij mede risicodrager;
-__ Europese en landelijke regelgeving: het geven van staatssteun is verboden.
-_Competities: grondprijzen liggen vast in tendervoorwaarden.
Binnen deze randvoorwaarden onderzoekt het college welke incidentele en structurele maatrege-
len mogelijk zijn om projecten op korte en lange termijn door te laten gaan.
Hierbij heeft het college drie concrete maatregelen op het oog, waarvan de eerste een tijdelijke
maatregel betreft.
1. Verkennen tijdelijke maatregel herijking grondprijzen in transformatieprojecten
Het college verkent een tijdelijke maatregel om bij transformatieprojecten de overeengekomen
grondprijzen te herijken vlak voor het moment van erfpachtwijziging. Hierdoor zullen de genor-
meerd residuvele grondprijzen bij transformatieprojecten, waarvoor reeds overeenkomsten geslo-
ten zijn, weer actueel en marktconform zijn. Afhankelijk van bestemming, locatie en ingangsda-
tum van de overeenkomst zal dit lagere grondprijzen betekenen (let op: dit zal niet altijd het geval
zijn).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 5 van7
Tot op heden heeft de gemeente dit nooit gedaan, omdat de gemeente altijd het uitgangspunt
heeft gehanteerd dat niet teruggekomen wordt op gemaakte afspraken. In goede tijden heeft dit
veel partijen de nodige financiële ruimte geboden, maar inmiddels zet dit transformatieprojecten
juist onder druk.
2. Verkennen van een alternatieve index voor overeengekomen grondprijzen
Het college verkent hoe het systeem kan worden aangepast, opdat grondprijzen niet alleen actu-
eel en marktconform zijn op moment van het aangaan van een afspraak, maar ook op moment
van erfpachtuitgifte. Onderzocht wordt of er een goed alternatief is voor de CPI-index.
Een index die beter aansluit op de ontwikkelingen, nadat de grondprijzen zijn afgesproken.
Het is een lastige zoektocht. Er is immers geen bestaande grondprijsindex bekend en de grondprijs
is een resultante van opbrengst- en stichtingskostenontwikkeling. De vastgoedmarkt bestaat bo-
vendien vit verschillende deelmarkten (kantoren, wonen, winkels, etc.).
Het primaire doel is om met een objectieve en betrouwbare alternatieve index te komen, waarbij
de overeengekomen grondprijs omlaag gaat in tijden van een neergaande markt en omhoog gaat
als de marktontwikkelingen beter worden.
3. Onderzoek naar juiste moment voor afgeven grondprijzen in transformatieprojecten
Bij transformatieprojecten worden op verzoek van de markt vroeg in het proces door de gemeente
definitieve grondprijzen afgegeven, omdat het ontwikkelaars zekerheid geeft en in staat stelt om
de haalbaarheid van de business case goed door te rekenen. Het vroegtijdig verstrekken van defi-
nitieve grondprijzen kan echter vit de pas lopen met daarop volgende marktontwikkelingen. Dit
pakt nu ongunstig vit gegeven de stijgende kosten en lagere opbrengsten. Dit kan de vaak toch al
ingewikkelde business case dusdanig onder druk zetten dat het project niet tot uitvoering komt.
De gemeente wil er mede op verzoek van marktpartijen voor zorgen dat bij het bepalen van de de-
finitieve grondprijs, rekening wordt gehouden met meer actuele vastgoedwaarden en bouwkos-
ten. Onderzocht wordt of het mogelijk is om later in het proces, dus dicht op het moment van het
tekenen van de afsprakenbrief of, bij het ontbreken van een afsprakenbrief, de erfpachtovereen-
komst, definitieve grondprijzen af te geven. Om marktpartijen gedurende de initiatief- en onder-
zoeksfase wel enig houvast te geven, wordt bovendien onderzocht of de gemeente indicatieve
grondprijzen kan geven voor verschillende functies en gebieden.
In overleg met marktpartijen zal bekeken worden of deze mogelijke maatregelen een verbetering
zijn. Alle maatregelen worden beschouwd op effectiviteit en uitvoerbaarheid, waarbij de inzet is
deze, indien mogelijk en wenselijk, voor bestuurlijke besluitvorming mee te nemen in het
Grondprijsbeleid 2024. De maatregelen gaan dan in per 1 -1-2024.
Benutten van startbouwimpuls rijk
De gemeente kan bij het helpen vlottrekken van projecten gebruik maken van de startbouwimpuls
(SBI) van het rijk. De startbouwimpuls is bedoeld voor bouwprojecten die nu dreigen te worden
uitgesteld of te worden stopgezet door de slechtere economische omstandigheden.
De minister heeft in zijn brief d.d. 29 augustus 2023 de criteria aangegeven voor toekenning van
de SBI. Deze criteria betreffen onder meer de zekerheid start bouw 2024/2025, het aandeel be-
taalbare woningen (minimaal 50%) en het betreft permanente woningbouw.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 6 van 7
Op basis van de criteria wordt bezien welke projecten zinvol en kansrijk zijn om bij het rijk in te die-
nen. De aanvraag wordt samen met de betreffende marktpartij voorbereid. De deadline om aan-
vragen in te dienen is 13 oktober a.s
3. Totslot
De halfjaarcijfers woningbouw zijn lager dan we de afgelopen jaren gewend zijn. De terugval komt
echter niet als verrassing. Om de dip in de productie zo klein mogelijk te houden, werken we sa-
men met marktpartijen en corporaties aan het haalbaar maken van projecten door planoptimalisa-
tie. Daarbij willen we gebruik maken van de startbouw-impuls van het rijk. Tegelijkertijd gaan we
als gemeente door met het in gang zetten van structurele verbeteringen om processen te versnel-
len en te vereenvoudigen onder de noemer “Gewoon Goed” en verkennen we nadere maatregelen
ten aanzien van het grondprijsbeleid.
Doorbouwakkoord Amsterdam
De gemeente voert reeds lang intensief overleg met ontwikkelende partijen. Alle betrokkenen
hebben baat bij het op peil houden van de bouwproductie.
De marktsituatie wordt gezamenlijk geanalyseerd en mogelijke maatregelen worden gezamenlijk
besproken en beoordeeld. Elke partij heeft in het ontwikkelingsproces zijn eigen rol te vervullen,
deels vanuit verschillende perspectieven en belangen.
De Amsterdamse aanpak en de aanvullende maatregelen worden ondersteund door de betrokken
koepels NEPROM, IVBN, AFWC, Bouwend Nederland en Vastgoed Belang. In een te ondertekenen
Doorbouwakkoord zal de gezamenlijke inzet worden vitgedrukt.
Indien er zekerheid is over het landelijk huurbeleid zal de gemeente haar specifieke inzet voor mid-
deldure huurwoningen heroverwegen. We blijven bovendien ruimte geven aan initiatieven die te-
gen lage kosten extra plancapaciteit en productie opleveren (bijvoorbeeld optoppen).
We staan als gemeente voor een complexe en lastige opgave. De ambities zijn hoog, maar de om-
standigheden vereisen soms om een stapje terug te doen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023
Pagina 7 van7
Het college zet zich in voor het op peil houden van de bouwproductie, voor “gewoon goed” zonder
hierbij door een kwalitatieve ondergrens te zakken. Met als uiteindelijk doel een complete, duur-
zame, betaalbare en gezellige stad.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlage 1. Doorbouwakkoord Amsterdam
Bijlage 2. Halfjaarrapportage Woningbouwplan 2022-2028; stand van zaken 1 juli 2023
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
X Gemeente Amsterdam
X _ Actualiteit voor Raadscommissie voor Kunst en
Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid, Democratisering,
Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad,
Dienstverlening, Personeel en Organisatie,
Coördinatie bedrijfsvoering
Jaar 2018
Datum indiening 20 juni 2018
Datum behandeling 4 juli 2018
Onderwerp
Commissieactualiteit van de leden Simons (BIJ1), Karaman (GroenLinks) en De Heer
(PvdA) inzake flexwerk bij Contactcenter Amsterdam.
Aan de commissie
Inleiding
De afgelopen tijd hebben de medewerkers van het Contactcenter Amsterdam (CCA),
het callcenter van de gemeente Amsterdam, een petitie opgesteld. Een ruime
meerderheid van de ongeveer 280 medewerkers ondersteunt deze petitie. Zij vragen
dat het aantal flexwerkers bij het CCA wordt teruggebracht van 60% naar 15%, de
gemeentelijke norm. Ook vragen zij dat uitzendkrachten die langer in dienst zijn dan 1
jaar een vast contract krijgen aangeboden. Op maandag 11 juni is deze petitie
aangeboden aan de stedelijke directeur dienstverlening en informatie. Diens reactie
neemt de zorgen van de medewerkers van het CCA niet weg. De huidige situatie is
slecht voor de werknemers van de gemeente Amsterdam en slecht voor de kwaliteit
van de dienstverlening van de gemeente. Hoe gaat de gemeente aan de vraag van
haar medewerkers om haar eigen beleid uit te voeren gestalte geven? Hoe gaat het
college recht doen aan de zin uit het collegeakkoord: “Goed werkgeverschap staat
voor de gemeente voorop.”
Reden spoedeisendheid
Gezien de onzekere situatie waar de medewerkers van het CCA in verkeren en de
hoeveelheid aflopende contracten is een snelle oplossing nodig. Dat terwijl de
contracten van ervaren medewerkers niet worden verlengd diezelfde medewerkers
wordt gevraagd hun familie en vrienden te benaderen te solliciteren bij het CCA,
omdat het de vraag deze zomer niet aankan is niet alleen schrijnend, maar illustreert
dit des te meer.
De leden van de commissie,
S. Simons
M.D. Karaman
C. De Heer
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Commissieactualiteit
2
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 131
Publicatiedatum 24 februari 2017
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 15 februari 2017
Behandeld op woensdag 15 februari 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Roosma en Ünver inzake de uitbreiding van de Pc-regeling voor
minimaleerlingen in het primair onderwijs.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitbreiding van de Pc-regeling voor minimaleerlingen in
het primair onderwijs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120).
Overwegende dat:
— erin 2017 102 miljoen euro beschikbaar is voor armoedebeleid, waarvan 78
miljoen euro structurele middelen en 24 miljoen euro meerjarig incidentele
middelen zijn;
— het van groot belang is dat deze middelen op een afgewogen en
beargumenteerde wijze worden ingevuld en op een effectieve wijze worden
besteed, in het belang van de doelgroep, de Amsterdamse minima.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. inzichtelijk te maken welke onderdelen van armoedebeleid na 2018 structureel
gefinancierd blijven en welke onderdelen van het beleid in 2019 aflopen vanwege
incidentele financiering;
2. daarbij beargumenteerd aan te geven waarom bepaalde onderdelen van
het beleid structureel verankerd worden en andere onderdelen niet;
3. naast het rekenkameronderzoek als college zelf een analyse te maken hoe de
verschillende onderdelen van het armoedebeleid bijdragen aan de beoogde
doelstellingen van dit beleid (anders dan het verhogen van het bereik) en daarbij
verschillende doelgroepen te specificeren;
4. normen op te stellen voor de verhouding tussen uitvoeringslasten en effectief
armoedebudget en de onderdelen van het armoedebeleid daaraan te toetsen.
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
E. Unver
1
| Motie | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1180
Datum indiening 1 september 2020
Datum akkoord 22 oktober 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake mogelijke verdwijning van
De Drie Hoven
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het voormalige ouderentehuis De Drie Hoven in Nieuw-West biedt momenteel
onderdak aan ongeveer 70 studenten en daarnaast aan veel jongeren met een
afstand tot de arbeidsmarkt. Toen de ouderen nog in het wooncomplex
samenwoonden met de studenten werden er veel activiteiten samen ondernomen. Dit
vrijwilligerswerk is na de verhuizing van de ouderen doorgegaan met allerlei
activiteiten en hand- en spandiensten in de buurt. Elke student doet zo'n 10 uur
vrijwilligerswerk in de maand in de buurt en daarmee zorgen zij voor sociale cohesie
in de wijk. Hun vrijwilligerswerk wordt dan ook goed ontvangen door de buurt.
De fractie van de ChristenUnie vindt de inzet van deze studenten bijzonder en wil hun
werk graag steunen om de positieve invloed op de sociale cohesie in de wijk. Het lijkt
erop dat de studenten en jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt het
wooncomplex aan het einde van dit jaar moeten verlaten. De fractie van de
ChristenUnie zou het jammer vinden dat het positieve vrijwilligerswerk dat deze
studenten in de wijk doen daarmee zou stoppen. Met dit project worden veel
problemen die zich nu in Amsterdam afspelen bestreden: woningnood onder
studenten, hoge studieschulden door de hoge huurprijzen, maar ook eenzaamheid
onder ouderen. De fractie van de ChristenUnie zou het dan ook ten zeerste betreuren
wanneer dit geen doorgang kan vinden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met de huidige situatie van De Drie Hoven en de bewoners
en het vele vrijwilligerswerk dat zij in de wijk doen?
Antwoord:
Het college is bekend met de huidige situatie van De Drie Hoven en de bewoners
en het vrijwilligerswerk dat de studenten in de wijk doen.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng Leo Gemeenteblad R
Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020
2. Is het college op de hoogte van de plannen van Woonzorg om de grond van het
complex de Drie Hoven te verkopen? Is de gemeente een belanghebbende in
deze verkoop?
Antwoord:
Het college heeft van Woonzorg vernomen dat het pand niet verkocht gaat
worden. Het pand wordt verbouwd naar zelfstandige woningen voor ouderen met
een levendige plint met voorzieningen voor de nieuwe bewoners van De Drie
Hoven als ook voor bewoners in de buurt.
3. Is het college bereid om met Woonzorg in gesprek te gaan over eventuele
verlenging van bewoning van het complex door de studenten en jongeren? Zo ja,
kan het college de raad informeren over de uitkomst hiervan?
Antwoord:
Het college heeft van Woonzorg vernomen dat de studenten en de cliënten van
Cordaan er tijdelijk wonen tot het pand gerenoveerd gaat worden.
In 2019 is de zorgaanbieder uit het pand vertrokken omdat men dit pand niet
langer geschikt vond voor het leveren van zware zorg. Het pand werd bewoond
door ouderen die er waren gaan wonen voor verpleeg- en verzorging. Zij werden
genoodzaakt te verhuizen en zijn in 2019 naar andere voor hen geschikte
woonplekken vertrokken. In afwachting van de nieuwe plannen zijn er in het
leeggekomen pand toen studenten gehuisvest. De studenten met antikraak
overeenkomst zijn op de hoogte dat het een tijdelijk contract is.
Woonzorg heeft bij stadsdeel Nieuw-West een concept omgevingsvergunning
ingediend. Het college ziet geen reden Woonzorg te verzoeken de plannen aan te
passen. Woonzorg is een corporatie die woningen bouwt en verhuurt aan
senioren. Er is veel behoefte aan zelfstandige woningen voor ouderen, ook in
deze buurt.
4. Deelt het college de zorg van de fractie dat wanneer de grond verkocht wordt en
de huidige vorm van bewoning geen doorgang vindt er vitaal vrijwilligerswerk in
de wijk zal verdwijnen?
Antwoord:
Het stadsdeel geeft aan dat er in de buurt voldoende vrijwilligerswerk is en
overblijft als de huidige vorm van bewoning wordt beëindigd. Het vrijwilligerswerk
dat door de studenten wordt uitgevoerd, vindt enkel ín en rondom het gebouw
plaats. Buurtbewoners organiseren laagdrempelige buurtinitiatieven zoals het
planten van bloembollen. Ook is er in de buurt een kerk (de Ark) actief en deze
betrekt buurtbewoners bij de activiteiten. Verder heeft het Huis van de Wijk (het
Anker) buurtwerkers die buurtbewoners ondersteunen om activiteiten te
organiseren in de buurt. De grond wordt niet verkocht, zoals onder vraag twee al
is aangegeven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
VN2021-002575 X Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
Wonen ‘
Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp di
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Zorg (35)
Vluchtelingen en Ongedocumenteerden (14,)
Agendapunt 17
Datum besluit College van B&W, 26 januari 2021
Onderwerp
Raadsbrief verdeling woningen Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief inzake de verdeling in 2021 van woningen voor het Programma
Huisvesting Kwetsbare Groepen.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet, lid 1:
‘Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur’.
Bestuurlijke achtergrond
Op 13 maart 2019 heeft de Raad het Programmaplan 2019-2022 Huisvesting Kwetsbare Groepen
vastgesteld. In de Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente, Amsterdamse corporaties en
Netwerk Huurderorganisaties Amsterdam is afgesproken dat jaarlijks 1800 woningen toegewezen
worden aan de doelgroepen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen.
De commissie WB is met de brief van 31 maart 2020 op de hoogte gesteld van de toenemende vraag
van woningen voor kwetsbare groepen en de noodzaak een eerste aanpassing door te voeren in
de criteria voor sociaal medische urgentie. Op 30 juni 2020 is de commissie verder geinformeerd
over de toenemende vraag naar woningen voor kwetsbare groepen, de gewijzigde verdeling van
de 1800 woningen in 2020 en de onderzoeken naar alternatieve oplossingen voor de kwetsbare
woningzoekenden.
De commissie WB is op 28 oktober 2020 toegezegd om in janvari 2021 geïnformeerd te worden over
de verdeling van de woningen in het jaar 2021 over de 3 hoofdcategorieën van programma:
- wonen zonder begeleiding (met name sociaalfmedische urgentie)
- wonen met begeleiding (Uitstroom MO/BW)
-statushouders.
Reden bespreking
N.v.t. (ter kennisgeving)
Gegenereerd: vl.6 1
VN2021-002575 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021
Ter kennisneming
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt
Welke stukken treft v aan?
AD2021-008858 Commissie WB Voordracht (pdf)
AD2021-008881 Raadsbrief Verdeling 2021 PHKG-19 ja 2021.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Hugo Bakkum, [email protected]
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | test |
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam 15 december 2015
X Oost
Jaar 2015
Registratienummer Z-15-22515 / INT-15-06774
Onderwerp: Evaluatie subsidieregeling Tegemoetkoming in de kosten van sportverenigingvergunningen
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 10 november 2015
overwegende dat:
-_in de motie (nr. 250) aangenomen in de vergadering van de stadsdeelraad Oost op 8 mei
2012 is bepaald, dat de in die motie bedoelde subsidieregeling na een jaar geëvalueerd
wordt;
-_de subsidieregeling per 2 april 2014 in werking is getreden en per 1 november 2014 geheel
is doorgevoerd;
-_in art. 8lid 2 van de subsidieregeling is bepaald, dat de regeling vervalt op 1 januari 2016;
-__de Bestuurscommissie daarom een uitspraak dient te doen over het wel of niet willen
voortzetten van de subsidieregeling;
-_het college van B&W een nieuw stedelijk afwegingskader parkeerregeling bij sport-
voorzieningen ontwikkelt, dat volgens planning in het eerste kwartaal 2016 in de
gemeenteraadscommissie wordt besproken;
-_dat aan de bestuurscommissies een actieve uitvraag zal worden gedaan om het parkeren
bij sportvoorzieningen te analyseren en mogelijke knelpunten in te dienen;
gelet op:
-__de Algemene Subsidieverordening Amsterdam;
-__de Verordening op de bestuurscommissies, en in het bijzonder de daarbij behorende
Takenlijst (met name de onderdelen o,9g.2 en 19.6) en het daarbij behorende
Bevoegdhedenregister (met name de onderdelen W.3. en W.4.);
besluit:
1. Aan het gemeentebestuur te verzoeken de subsidieregeling nog te mogen voortzetten
totdat het nieuwe stedelijke kader over de parkeerregeling bij sportvoorzieningen is
vastgesteld.
2. Het Dagelijks Bestuur te belasten met de uitvoering van dit besluit.
3. Inde reactie op de aangekondigde uitvraag aan de bestuurscommissies een nader
standpunt te bepalen over de gewenste faciliteiten voor de sportverenigingen binnen het
vast te stellen stedelijke kader, met inbegrip van de kosten van sportvereniging-
vergunningen.
4. De evaluatie overigens voor kennisgeving aan te nemen.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
xZOO1FB1668F * 1
Afschrift: afd. Beheer openbare ruimte (Heel)
afd. Sport en Accommodaties
2
| Besluit | 2 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 24
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid J.F. Bloemberg-lssa inzake bescheming meervleermuis
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Investeringsnota IJdoornschoollocatie
Constaterende dat:
— de schoorsteen van de IJdoornschool op dit moment als (kraam)verblijf van een
kolonie meervleermuizen dient;
— de meervleermuis een beschermde diersoort is;
— erin het plan van aanpak is geopperd “om een vrouwelijk individu van de kolonie
van de meervleermuis van de IJdoornschoollocatie handmatig te verplaatsen
naar de voorziening(en) en daar enige tijd ‘vast te houden” omdat “[dje roep van
de meervleermuis vanuit de voorziening […] de andere vleermuizen [kan]
motiveren om ook de voorziening te betrekken;”
— _op de schoorsteen van de IJdoornschool bovendien de steenbreekvaren is
aangetroffen;
— de steenbreekvaren onder de huidige gedragscode Flora- en faunawet van de
Gemeente Amsterdam valt, alsmede onder aanvullend beleid dat de gemeente
aan het voorbereiden is voor een aantal niet (meer) beschermde muurplanten.*
Overwegende dat:
— _ het belangrijk is om kwetsbare flora en fauna te beschermen;
— er reeds maatregelen getroffen zijn om de meervleermuis te lokken naar een
nieuwe verblijfplaats (vleermuistoren), maar dit tot op heden nog niet gelukt is;
— erin de huidige plannen slechts een gewenningsperiode voor de meervleermuis
van één jaar is opgenomen;
— uit stukken echter blijkt dat meervleermuizen een “extreem lange
gewenningstijd van soms wel 3 jaar” hebben;*
— de QuickScan ook adviseert om “een deel van de schoorsteen met
steenbreekvarens (indien mogelijk) te realiseren in een nieuwe constructie;”
— _erinde QuickScan 11 kansen worden gesignaleerd voor de ontwikkeling van
natuur en biodiversiteit op deze plek;
— _erbezwaaris aangetekend tegen de aangevraagde ontheffing voor de Milieuwet
en deze procedure nog loopt.
* Notitie (raadsinformatie.nl) p.6.
? 210707 Activiteitenplan IJdoornschoollocatie.pdf p.23.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de schoorsteen van de IJdoornschool te respecteren als een belangrijke
thuishaven van (deels beschermde) flora en fauna en deze niet te slopen;
— het natuurlijke gedrag en de extreem lange gewenningstijd van de
meervleermuis te respecteren in dit proces;
— geen gebruik te maken van de gijzeling van vrouwelijke meervleermuizen;
— gevolg te geven aan de aanbevelingen van de QuickScan met betrekking tot de
ontwikkeling van natuur en biodiversiteit op deze plek.
Indiener
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 2 | discard |
We geven elkaar
ruimte
2
Inhoud
Inleiding …………….unssunnnenervennennenenennenenee enen sensnnnnenensenversenennnnenenreneennnnnnnenenverrvennnnnnsnenrensenvennnenenreere dj
Maatregelen internationaal … nnen nennen eenennnnenveneenevenveneneneenvenvenseenvenvenvenvenvennvenveenvenveneenvenvenveenveneenede
Leeswijzer …….nnnnnnnnrenserennnerennenenneerensenensenenseerennnnvenvenenvenenneerensereensenennseenserennsennnneneneerenserennnnenseenensereenverenvere ned
Organisatie & uitvoering … …… ss sssnsssnnenreneneersenenneneneeneeneenennneneenvsnresennnnaneneeneenvenennnnsnenvensenrenennn. Ó
Bestuurlijke besluitvorming … nonnen nen eneenenenenveneenenenvennen eneen venvenseenvenvennvenvenvennvenveeneenveneenvenvenneenvenenn Ó
Juridisch kader unne en enneerrnenneerenenservenreneeenenaeerenenenervennservenrsnerreenneervennneervennnservenssnervennseerennnnenne J
Adaptieve aanpak … ennen eneen enneenneenneerneeennvensenenenenevenvenenenenveenverenvennvennvennvenseernevenevennneevvervveenven G
Pragmatisme in de uitvoering … nnen eneen envenvenevenvenneenseenveneeneeenvenvennvenvenvenseeeneeneenvenveenvenvenseenveneen G
Monitoring … anneer enne nennereeenenenneerensenensenenseerenservensenenvenenseerensenennsenennnseenserenseennneeenneerenserennnvenseerenerrenverenseren G
Uitgangspunten … nnn susnsonnenenen vern eesnnnnnenenseenensenennnnenvenensennnnnnenenreenensensnnnnenvenrenvevvnnnnsnenreneer AL
Ruimte voor voetgangers …… ….….………nnssunonserrsenererrennerssernnenerrseeneervenerenseernvnneervsnnenrvenenvervnvennneerrnn 13
Maatregelen, meer ruimte voor voetgangers… nnn ereen eneenvennvenvenvenvenevenennvenveenvenvenneenvenvenneervenne 13
Trottoirs vrijmaken van objecten … nnee ven envenvenenenvenvenseeenensenennenvenvenevenvenvensvenvenvennvenveenvenvenveeneenene 15
Eenrichtingsverkeer voor voetgangers ….. nonnen nennen envene renee envenvenseenenenenvenvenvennvenveenvenvenvvenvenvenseenver 16
Fietspad wordt trottoir … eenen neenneerneeeneeeneereneeenerenseerveeenenenenenverenvennvennvenneenseeenveenevenverenvernn 17
Alternatief gebruik parkeerplaatsen … nnen enne nnnnenneneennvenvenvenneerneeneenenenneneennnenveneennvenvensenneenseenveneenneeneeneee 1Ô
Voetganger op rijbaan, ‘shared space! … nonnen envenveneeenenneenenenvenvenneenvenvensvenvenvensvenveeneneeenveenvenene 19
Voetganger op rijbaan, straat afsluiten voor gemotoriseerd verkeer … unne eneen ennsensennenneenenenveneeneneneenene. 20
Voetgangersgebied, straat ook afsluiten voor fietsverkeer … unne oneneenveneeneennenenseenenveneeenenveneenveneneen 21
Aanpassing programma verkeerslichten (VRIJ … nun onveneneneeenenneenenenveneenenenveneeeenenvennensveneeenvenveneenvenee 22
Uitschakelen verkeerslichten (VRI) … unne annen enenseerenensnereenensnerensnnnnsensnanneenensnneensneneensnsnnseernenseensnenseren 23
Ruimte voor rijdende auto anders inzetten … nuno veneeeneeneennnenvenveneeneenvennvenveenvenvenvenveneeenvenvern Zl
Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen … nun naneennenenneenenveneenvenveneenv enen eenenvenvenveneenvenvenennvenenvenene 25
Ruimte voor fietsers … nn onnnenr en enreenenrnenenennnenensenennenenenseenverennenrnnnenvvnnen enne nnnnenr en verenneers 27
Maatregelen, meer ruimte voor fietsers nennen eenn enenneenene eenen venvenennvenenvenvenveneeneneveneenvens 27
Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken … … nennen nennen veneenvenvenenenenenseevenvenvenvenveneenvenreneenen ee 2)
Fietsers op de rijbaan … nennen envenneneeneeeneeneeneeenvenenenvenvenevenveenvenveneeenvenvenneenvennennvenveeneenveneeenveneeenvenvenn. 30
Aanpassing programma verkeerslichten (VRIJ … nnen ennen venennenenveneennvenee enen eevnenenvenvenenenvenvenseenveenne 31
Tijdelijk uitzetten verkeerslichten (VRIJ … nnen ennen enneeeneneenenenvenenenvenveneenvenvenvennvenveenvenveneenvenenen 32
Vergroten opstelruimte … ennen eneen neeneerneeeneeeneeeennveneeenveneneneneeenveenveennenenvennvenseerneeenevenveerveeeverenenr 33
Gedragsregels fietsers op smalle fietspaden … nanne vennen venvenvenveneenvenreneenenvenvenvenvenvenvenennvenrenenene 3
Ruimte voor OV-reizigers … ss ssunsnnnnnorreeeenersenennnneneerensennnenenrensnenensennnnnneneeneenvevvnnensnenrenenn 36
Maatregelen, meer ruimte voor de reizigers van het openbaar vervoer … nennen enne ennvenneenneenseeenereneeene 36
Inrichten wachtgebied buiten ‘dedicated’ halteomgeving; trottoirs … nennen eneeneenenenvenvenneeneeenn 30
Inrichten wachtgebied buiten ‘dedicated’ halteomgeving; fietspaden, rijbanen, parkeerplaatsen … … 39
Ruimte voor autoverkeer … unne ereneeneneeeneeenenenen enen enerenerenennnneennse nnen enen enen nnennvernvrennerenen BÀ
Maatregelen, ruimte voor autoverkeer … nennen ennen en veneenneenvenveneeenenenvenveneenvenvennvenveenvenvenveen bl
Autonetwerk … annen eeens enen enneenennereenenenneenenneeenenenennenenneenenneerensenenneerennenennenenneenenseenennerenenenseeeenneeeenee ennn 3
Circulatiemaatregelen voor auto's … annae enen neerneeene rene venseeenevenverenenevenenenenveenveenevennvennvensvensevene verveend
Alternatieve parkeergelegenheid … neen envenvenneeenensenenvenveneenneenvenvenvenvenvennveevenvenvenve evene B
3
Ruimte op en rond het water … uns eernsnenrenerveensenensenrnnenrenenrvnnenvenerevennenenneeeenve ennen venveervenenen Á7
Maatregelen, voldoende ruimte op en rond het water … nnee eeen enenenenenevennvennvenseerenveneeeneeenveeev veen A7
Sector overstijgend reguleren … nnen eenen envenveneeenvenneenseenvenvenenenvenvennvenvenvenneeenveneenveneenvenvenneenver Ö
Zorgdragen voor veilige passagiersvaart … nanne eeneeneeneenneenvenvenvenvenseenseenvenvenenenvenvennvenvenveenenen ereen}
Aanpassingen rond de veren … unne ennenennnnenvenvenenenvenereneeeneeneenenenveneennnenvenvensvensenvensvenveenvenveneenvenene. DO
Voortgang van transport en bouwlogistiek … unne en eenenn en enveneenneeeneeneeneenenenvenvenenenvenvenverenenvene DÛ
Faciliteren van veilige pleziervaart … … nnen ennen eneeneenenenvenenenvenvensee ene envenvenevenvenveneenvenvennvenveeveenvenveenvene DD
Ruimte voor recreanten … usus senssenneessvensenseersvenerrvsneneereenenseennnenerrvsneneervenenensvenrvenervvennneervnene Dh
Maatregelen, meer ruimte voor recreanten …… nnee eene rene eenvenenenenenenverenvenevennvennvenseenseeene renner bl
Beter benutten recreatieruimte … nnen anneer ennnenenenennvenenneerennerennsenennnneennerenenenneenenneenennenennneenneeeenereeneeeennene DE
Fietsverbod parken en pleinen … nennen venrenneenneerseeene eene vensevennveneeenveneneneneneneeenseenverenvennvenneenneeene vereren DÓ
Heropenen sportparken ®… nonnen even ennvenneeneerne eene eeneeernnvene eene eerveeeneeeneeenveenverenvennvennvensevenevenevenveervveenn 57
Anders gebruik van verkeersruimte@ … neen eeneenvenenenvenveneeenenseenenenvenvennnenvenvensvenvenvenseenveenvenvenveeneenene. DO
Activeren ongebruikte ruimte … annae erenneernereneeenveeeneeenevennnvenenenenenseenevennvennvenneereneeneeenevenvvervveeveenenr 5
Ruimte voor economische activiteiten … nsu senssnunerrersneneerrseeneervenenenssernseneeersveneerveneneern ennn O1
Maatregelen, meer ruimte voor economische activiteiten … nennen enveneenneene ene eeneennee O1
Faciliteren wachtrijen … nennen enne envennenneenveenveneenneenvenenenvenvennvenveeneenvenneenvenvenneenvenvennvenveeneenenenvenven 2
Markten in de anderhalvemetereconomie … nnen unnnenennenrennerennseneneenennerennenennnnneneenennerennenenneeneneneenenenenn O3
Ruimte voor terrassen ….…..nnnnnnnnnneenreneee rene nenrenrenrennnnnneneeereereenennnenneenvenvenennnneneendeneenennneneeevenvenennnneneenveneneennn nn Od,
Openbare zitgelegenheid faciliteren, o.a. voortake-out/to gO nnn ennen enen nenvenveneen vereren evene O5
Meer ruimte voor mobiele verkoop … annae nane enne eene vene venseeeneveneereneneneneneneneeenseenevennvennvvenvenneernevenerenn 66
Flankerende maatregelen … …………… ….….nssnunssnnsrnseernensenennnneneenensensnnnnnerenennensenennnnenreneenvevvenvenenrrner O8
Monitoring met Crowd Management Systeem Amsterdam … nennen enen eneennenvenseeneeneenevenvenvenneenre 08
Monitoring intensiteit autoverkeer … nonnen enveneenneeneene renee en venen envenvenvenvenvenvennvenveenvenveenvenvenvenneenven 08
Alternatieven voor autoparkeren … … nnn oenerne eene eenveeevenenevenvenenerenenenveenevenevennvennvensevennvenevenveervveevenen ee O8
Toezicht & handhaving … … nnn nnen en eenenn enen venvenenenereneneeenenneenenenvenvenneenerenenvenvenvennvenveenvenvenvvennenene OG
Communicatie … annen enne envenenerenennneeenennnneenennnennvennnneenennnnevenenannereenennnneenenneveenenneveenenneveenennnmeerenveeenennenn OG
Ke Sr an
NRE CEE A 1e se - 1 PE
Á EER ur, en ARE EFD L B Ae |
He heer ern ek
| dent 0 ARE re
e Je MES Le RE li fr) ki AT Jl rk Ê 1 PE EN ok
== en —= — man En fe 63 eel kf we | Ean dn al at mike Hf Eh. Eat
h
Inleiding
Op dit moment (7 mei 2020) geldt vanuit de Rijksoverheid het volgende advies: ‘Voor iedereen in Nederland
geldt: blijf zoveel mogelijk thuis.” en ‘Houd 1,5 meter afstand (2 armlengtes) van anderen’. Naar verwachting
wordt in de komende tijd de eerste regel versoepeld, maar blijft de 2° regel voor langere tijd gehandhaafd. Om
te zorgen dat de stad weer langzaam op gang kan komen, terwijl we toch voldoende afstand tot elkaar houden,
moeten we nieuwe keuzes maken in het gebruik van de openbare ruimte.
Dit betekent dat in eerste instantie vooral het verplaatsen (utilitair) en het bewegen (recreatief) in de openbare
ruimte zullen toenemen en dat voldoende ruimte voor dit gebruik prioriteit heeft. De meer sociale kant van het
in de openbare ruimte zijn (elkaar ontmoeten, samen sporten, terrasbezoek, evenementen) is tijdelijk beperkt,
maar zal na loop van tijd ook weer gaan toenemen. Ook recreatie en ontspanning faciliteren we. Zodat de stad
weer tot bloei kan komen, binnen de ruimte die de landelijke richtlijnen en afspraken vit de veiligheidsregio
bieden.
Deze menukaart biedt inzicht in de maatregelen die we als gemeente kunnen nemen op het moment dat de
samenleving weer op gang komt, en ‘blijf thuis’ voor steeds minder mensen de norm wordt. De eerste stap is op
22 april aangekondigd, met de heropening van de bassischolen per 11 mei en op 6 mei zijn verdere stappen
aangekondigd. Daar waar de ruimte nu nog volstaat, omdat de straten zeer rustig zijn, zal het op termijn zeer
waarschijnlijk gaan knellen. Op basis van deze menukaart kan Amsterdam knelpunten voorkomen en ruimte te
bieden aan verplaatsen, recreëren en economische activiteit, op anderhalve meter afstand. Het beleid van de
Rijksoverheid en de Veiligheidsregio zijn viteraard altijd leidend.
Maatregelen internationaal
Steden over de hele wereld hebben recent maatregelen genomen of aangekondigd, zoals het afsluiten van
straten en het invoeren van lagere maximumsnelheden om meer ruimte en veiligheid te bieden aan
voetgangers en fietsers. Dit versterkt het idee dat Amsterdam snel moet volgen met vergelijkbare maatregelen.
Hierbij moeten we echter niet vergeten dat Amsterdam ook vóór deze crisis, meer dan menig andere
wereldstad, al een hoog aandeel voetgangers en vooral fietsers heeft. En dat de openbare ruimte hier veelal op
is ingericht met (eigen) ruimte voor fietsers en voetgangers. We leren dus van de internationale voorbeelden,
maar kijken daarbij wel specifiek naar wat er in Amsterdam nodig is.
Leeswijzer
Na het hoofdstuk over de ‘Organisatie & uitvoering’ en de algemene ‘Uitgangspunten’ volgen de hoofdstukken
waarin de mogelijke maatregelen inclusief randvoorwaarden beschreven staan. Maatregelen om meer ruimte
te maken voor de voetganger, voor de fiets, op en rond het water, voor economische activiteiten, etc. Het
laatste hoofdstuk besteedt aandacht aan de ‘flankerende maatregelen’ die daarbij nodig zijn, zoals
communicatie, handhaving en toezicht.
__ CT n Ee A En Oee en Ee jk N Oe
ee ON WE TT Ln
_ u : a TR RE
ORGANISATIE &
UITVOERING
6
Organisatie & uitvoering
Bestuurlijke besluitvorming
Deze menukaart bevat kansen om samen met Amsterdammers en ondernemers meer ruimte te maken en
elkaar de ruimte te geven. De menukaart beschrijft ruim dertig maatregelen om de ruimte in Amsterdam
tijdelijk anders te gebruiken. De menukaart is op 8 mei 2020 vastgesteld door het college van B&W. Daarmee
vormt de menukaart het kader voor de uitvoering van maatregelen met betrekking tot het herverdelen of
anders gebruiken van de openbare ruimte ten bate van de ‘anderhalvemetersamenleving’.
Conform de takenlijst van de Verordening op het lokaal bestuur hebben de Dagelijks Besturen (DB's) van de
stadsdelen de taak tot het inrichten van de openbare ruimte, groen en parken (exclusief het Amsterdamse Bos)
binnen stedelijke beleidskaders. Deze werkwijze geldt ook voor deze menukaart: de DB's zijn bevoegd tot het
nemen van lokale maatregelen, zo lang aan de randvoorwaarden en vitvoeringscriteria vit de menukaart en
daaruit volgende kaders voldaan wordt. De menukaart is dus de basis voor de verdere uitwerking en uitvoering.
Daarbij maken we wel een onderscheid tussen maatregelen die uitsluitend stedelijk doorgevoerd kunnen
worden, op basis van collegebesluiten, en maatregelen die lokaal genomen kunnen worden, binnen de gestelde
kaders na besluit van de DB's. Voor elke maatregel is dit aangegeven. Eventuele dilemma's op lokaal niveau
worden geagendeerd in het Bestuurlijk Team Fysieke Kwetsbaarheid.
Hierbij geldt, in afwijking van de Verordening op het lokaal bestuur, dat het DB niet besluit over maatregelen op
het plusnet fiets, hoofdnet auto en hoofdnet OV. Deze taak is door het college teruggenomen voor
netwerkingrepen gerelateerd aan de ‘anderhalvemetersamenleving’, voor zo lang het
‘anderhalvemetercriterium’ in de openbare ruimte geldt vanuit de Rijksoverheid dan wel de Veiligheidsregio, in
lijn met artikel 15° van de Verordening op het lokaal bestuur. Deze keuze is gemaakt vanuit het belang om
stedelijk regie te houden op de robuustheid van het netwerk en daarmee de bereikbaarheid van de stad te
garanderen. Ook besluit het DB niet over ingrepen op plusnet OV en plusnet auto. Dit is in lijn met de reguliere
werkwijze conform de Verordening op het lokaal bestuur.
Finaal advies
Ee zj
na Ambtelijk advies LET Afstemming ne college Uitvoering
" vanuit diverse EE eg Tl Taat D= Ne van B&W
directies
(o.a. V&OR, SW,
R&D, EZ, GGD,
OOV, THOR,
etc.)
8 8 Finaal advies
PNT TN Indien nodig: ne
adh fi fi Ky Afstemming via SENA EG i i i
HERDE besluitvormings- g ttl. dU] Uitvoering
ad lere maatregel BTT Fysieke Dz
kwetsbaarheid
* Artikel 15 van de Verordening op het lokaal bestuur luidt: ‘Indien daar naar het oordeel van het college of de burgemeester aanleiding toe is,
neemt het college of de burgemeester de gedelegeerde taken en bevoegdheden terug, ieder voor zover het de door hen overgedragen taken en
bevoegdheden betreft.”
7
Juridisch kader
Op het moment van schrijven (B mei 2020) zijn in een noodverordening diverse regels opgenomen om de
verdere verspreiding van het Covid-19 virus te voorkomen. Deze noodverordening is vastgesteld door de
voorzitter van de Veiligheidsregio, op grond van artikel 39 van de Wet op de veiligheidsregio’s. Voor alle
maatregelen die Amsterdam neemt in de openbare ruimte geldt uiteraard ook dat deze niet strijdig mogen zijn
met de noodverordening.
Voor het treffen van een aantal van de maatregelen die in deze menukaart genoemd worden, is een op een
wettelijke grondslag gebaseerde bevoegdheid nodig. Een noodverordening (of deze nu van de voorzitter van de
Veiligheidsregio is of van de burgemeester) kan zo'n wettelijke grondslag vormen. Met een noodverordening
kan van bestaande regels worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer dat nodig is ter beperking van gevaar in
geval van een (dreigende) ramp.
Echter, naar het instrument van de noodverordening moet alleen worden teruggegrepen indien de reguliere
bevoegdheden geen vitkomst bieden. Op basis van het subsidiariteitsbeginsel moet eerst worden onderzocht
of er geen reguliere bevoegdheden zijn, die kunnen worden ingezet en waarmee hetzelfde (of een
vergelijkbaar) resultaat kan worden bereikt. Voor de op de menukaart opgenomen maatregelen zijn reguliere
bevoegdheden beschikbaar. Voorts zal het instrument van de noodverordening op termijn (deels) verdwijnen,
nu het Rijk heeft aangekondigd met een Kaderwet te komen. Ook dat pleit er voor om zo veel mogelijk via de
reguliere bevoegdheden te werken. In een aantal gevallen is het inzetten daarvan erg tijdrovend of
arbeidsintensief.
De reguliere bevoegdheden die betrekking hebben op de maatregelen in deze menukaart, komen hoofdzakelijk
voort uit de Wegenverkeerswet (en aanverwante landelijke regelgeving) en de Algemene Plaatselijke
Verordening.
Verkeersmaatregelen
Op basis van de Wegenverkeerswet (WVW) geldt dat voor maatregelen zoals het verlagen van de maximum
snelheid of het uitsluiten van bepaalde weggebruikers op een wegvak in principe een verkeersbesluit nodig is.
De maatregelen waarvoor een verkeersbesluit nodig is, kunnen in bepaalde gevallen ook zonder besluit worden
getroffen met behulp van een zogenaamde tijdelijke verkeersmaatregel (TVM). Dit is geregeld in artikel 34 e.v.
van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Een tijdelijke verkeersmaatregel in plaats van een verkeersbesluit is in een aantal gevallen mogelijk, onder meer
vanwege een ‘andere dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’. Het besmettingsgevaar in relatie tot
corona en de noodzaak tot het (tijdelijk) houden van anderhalve meter afstand tot andere weggebruikers
kunnen wellicht aangemerkt worden als zo’n ‘dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’. Bij de
uitvoering van maatregelen uit deze menukaart zal steeds bekeken welke juridische basis hieraan ten grondslag
kan worden gelegd. Met het Rijk wordt in overleg getreden of de Kaderwet die thans in voorbereiding is, daar
ook een rol bij kan spelen. Besluiten en maatregelen op het water kunnen worden genomen op basis van de
Verordening op het Binnenwater (VOB) en het Binnenvaart Politie Regelement (BPR).
Overigens moet hierbij opgemerkt worden dat zowel het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen als het
voorbereiden en uitvoeren van verkeersbesluiten arbeidsintensief kan zijn. De beschikbaarheid van voldoende
ambtelijke capaciteit is hierbij dus een randvoorwaarde.
8
Wijzigingen ten aanzien van objecten in de openbare ruimte
In deze menukaart staan diverse maatregelen die raken aan het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van
objecten in de openbare ruimte om anders gebruik van die ruimte mogelijk te maken. In de Algemene
Plaatselijke Verordening is in artikel 4.3 (kort gezegd) een verbod opgenomen om voorwerpen op de weg te
plaatsen. Op dit verbod zijn verschillende uitzonderingen:
e _Vooreen aantal categorieën voorwerpen is een uitzondering in de APV opgenomen, waarvan wellicht de
meest in het oog springende het plaatsen van (brom)fietsen betreft;
e Een aantal categorieën voorwerpen zijn door het college aangewezen als voorwerpen waarvoor het verbod
niet geldt (op basis van een in artikel 4.5 van de APV opgenomen bevoegdheid);
e _Erkaneen vergunning door het college worden verleend om een object te plaatsen.
Voor het maken van reclame met behulp van bijvoorbeeld een bord dat op of aan de wet is geplaatst, geldt
eveneens een verbod (artikel 4.11 APV). Van dat verbod kan het college ontheffing verlenen.
Op basis van artikel 4.27 APV kan het college gebieden aanwijzen waar het parkeren van fietsen uitsluitend is
toegestaan op daarvoor aangewezen plekken. Met behulp van zo'n aanwijzingsbesluit kan het parkeren van
fietsen op ongewenste plekken worden tegengegaan.
Ten aanzien van categorieën objecten die door het college zijn aangewezen waarvoor het verbod niet geldt, kan
het college een nieuw besluit nemen op basis waarvan de eerdere aanwijzing (tijdelijk) wordt ingetrokken of de
voorwaarden waaronder ze geplaatst mogen worden, worden aangescherpt. Dat laatste is op basis van de
Verordening op het lokaal bestuur een aan de DB's gedelegeerde bevoegdheid.
Ten aanzien van vergunde objecten is de vraag op welke wijze kan worden verhinderd dat iemand gebruik kan
maken van zijn vergunning, als de ruimte voor het plaatsen van deze objecten tijdelijk niet beschikbaar is,
vanwege de noodzaak dat weggebruikers anderhalve meter afstand tot elkaar houden.
Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden denkbaar die bij de verdere uitwerking van deze maatregelen nader
onderzocht zullen worden op toepasbaarheid in concrete gevallen.
Het college kan zich — voor zover dergelijke voorschriften zijn opgenomen - mogelijk beroepen op voorschriften
uit de vergunning op basis waarvan het college kan bepalen dat in bepaalde gevallen tijdelijk geen of alleen een
aangepast gebruik kan worden gemaakt van de vergunning. Daarnaast zou ook het aanpassen van beleid door
het college uitkomst kunnen bieden, indien de vergunning een bepaling bevat op basis waarvan de
vergunninghouder zich steeds moet houden aan het op dat moment geldende beleid. Tot slot kan het college
op grond van artikel 1.7 APV de vergunning wijzigen of intrekken. Dat zal een voor bezwaar en beroep vatbare
beslissing vergen.
Aanpassingen in het ruimtegebruik door terrassen
Voor terrassen geldt in principe dat het exploiteren daarvan verboden is zonder vergunning (artikel 3.17 APV).
Dit is een vergunning voor de exploitatie van een horecabedrijf en deze kan door de burgemeester worden
verleend (artikel 3.8 APV). Voor terrassen geldt op hoofdlijnen hetzelfde als hierboven voor objecten is vermeld
waar het de mogelijkheden betreft om de vergunninghouder te verhinderen gebruik te maken van zijn
vergunning.
Voor het tijdelijk vergroten van een terras zou dus, normaal gesproken, een wijziging van een bestaande
vergunning moeten plaatsvinden of een nieuwe vergunning moeten worden verleend. Echter, dat neemt veel
tijd in beslag en is zeer arbeidsintensief. Indien deze maatregel [e3] tot uitvoering gebracht wordt, wordt
gekeken of minder zware constructies mogelijk zijn, die ruimte bieden om snel te besluiten en te handelen.
9
Adaptieve aanpak
Op dit moment is nog niet te voorspellen hoe de voorschriften vanuit de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio
zich de komende weken en maanden gaan ontwikkelen. Maar, we verwachten dat de beperkingen langzaam
worden afgebouwd waarmee het leven op straat ook langzaam weer hervat wordt. De maatregelen uit deze
menukaart zijn middelen om dat te faciliteren.
Omdat de situatie continu verandert, zullen ook de maatregelen in de openbare ruimte steeds veranderen. We
volgen een adaptieve strategie en doen wat op dat moment nodig is. Dat betekent dat we niet in één keer een
maatregelenpakket vaststellen, maar steeds nieuwe besluiten nemen als de omstandigheden daarom vragen.
We werken stapsgewijs en pakken eerst de punten aan waar de ruimte het meest knelt. Dat kan ook betekenen
dat maatregelen die eerder genomen zijn, weer worden teruggedraaid, omdat de situatie daarom vraagt. Deze
menukaart is daarbij ons kader.
Ook dit kader kan veranderen op basis van de maatschappelijke veranderingen. Daarom is deze menukaart een
levend document, dat in de komende weken en maanden mogelijk nog diverse keren door het college wordt
aangepast.
Pragmatisme in de uitvoering
De maatregelen in deze menukaart hebben betrekking op alle facetten van de gemeente: beleid,
communicatie, handhaving en ook fysieke aanpassingen buiten op straat. Per maatregel kijken we welke
organisatieonderdelen betrokken moeten worden: we doen het samen. De lijnen zijn kort en waar nodig zoeken
we naar pragmatische oplossingen die afwijken van de ‘normale’ werkwijze. Dat moet ook: soms zal zeer snel
handelen noodzakelijk zijn om conflicten buiten op straat te voorkomen. We zijn ons er van bewust dat de
capaciteit in de uitvoering, het toezicht en handhaving beperkt zijn. We zullen dus prioriteiten moeten stellen
en keuzes moeten maken.
Monitoring
Om te beoordelen welke maatregelen nodig zijn en of de maatregelen wat later nog steeds nodigfwenselijk
zijn, is monitoring cruciaal. Dat begint met ogen en oren op straat: onze gebiedsmakelaars, de medewerkers
van de reiniging, medewerkers van handhaving en toezicht, de jongerencoaches, de politie en andere
beroepsgroepen die buiten alles in goede banen leiden, geven continu signalen door over mogelijke
knelpunten.
Daarnaast onderzoeken we of meer structurele monitoring van drukte en verkeersbewegingen in deze periode
noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de bredere inzet van het Crowd Management Systeem Amsterdam,
waar al een begin mee gemaakt is. Zie het hoofdstuk Flankerende Maatregelen.
UITGANGSPUNTEN
11
Uitgangspunten
De volgende vitgangspunten vormen de basis voor de maatregelen die in deze menukaart zijn opgenomen.
|. De verkeersveiligheid, volksgezondheid en toegankelijkheid van de stad zijn de basis
Dat betekent dat het op een verkeersveilige manier voldoende afstand bieden voor fietsers en voetgangers
voorop staat. En dat de noodzakelijke mobiliteit bij het verdelen van de schaarse ruimte prioriteit krijgt boven
andere functies, zoals economische activiteit. Ten aanzien van de prioritering van modaliteiten houden we dus
ook in deze tijd vast aan de rangorde zoals die onder andere in de Agenda Amsterdam Autoluw (2020) is
vastgesteld:
1. Voetganger
2. Fiets
3. OV
4. Auto (rijdend)
5. Auto (geparkeerd)
De voetganger is ook nu de basis van het mobiliteitssysteem. We lopen naar de supermarkt en naar school, we
lopen door het park, en straks lopen we weer naar het terras. En ook een OV-reiziger, automobilist of fietser is
uiteindelijk op het eerste/laatste deel van zijn reis voetganger. Als er keuzes gemaakt moeten worden, betekent
dit bijvoorbeeld dat we ruimte voor fiets en OV verkiezen boven de snelheid/betrouwbaarheid van het OV. En
we onderkennen ook dat de auto in deze tijden zeer aantrekkelijk is, maar de veiligheid van de één mag niet ten
koste gaan van de veiligheid en de ruimte voor de ander. Als er keuzes gemaakt moeten worden betekent dit
dat primair automobiliteit voor vitale beroepen en functies (logistiek, doelgroepenvervoer, taxi) gefaciliteerd
wordt. Bijvoorbeeld met beperkte toegang of het toewijzen van parkeerplaatsen voor specifieke doelgroepen.
Voor Amsterdammers betekent dat mogelijk dat ze tijdelijk op grotere afstand tot de woning moeten parkeren.
IL. Eerst maken we ruimte voor het verplaatsen, daarna voor het verblijven
ledereen moet veilig naar de supermarkt kunnen, naar een baan in een vitale functie, naar school of een frisse
neus kunnen halen. Deze bewegingen faciliteren we door er fysiek ruimte voor te maken. Als we moeten
kiezen, gaat verplaatsen (brede trottoirs) boven verblijven (bankjes). Het verblijven in de openbare ruimte is
voorlopig ook nog enigszins beperkt: nog niet uitgebreid picknicken met de hele familie, maar natuurlijk wel
een frisse neus halen en even van de zon genieten. We delen met elkaar de ruimte en het groen.
II. Faciliteren gaat vóór reguleren
We faciliteren in eerste instantie alle voetgangers en recreanten. Reguleren van drukte is ook een mogelijkheid,
maar is zeker in straten zeer ingrijpend, complex en arbeidsintensief. Crowdmanagement komt in straten pas in
beeld als de ruimte fysiek niet toereikend is en méér ruimte maken niet meer mogelijk is. Bij parken of pleinen
ligt dit anders. Daar kan continu monitoren nodig zijn om in te grijpen wanneer nodig.
IV. Niet herinrichten, wel herverdelen
We bereiden snelle, tijdelijke/omkeerbare en relatief eenvoudige maatregelen voor. Dus geen volledige
herinrichting. Daarbij geldt dat we met markeringen, borden en andere communicatie-uitingen zo
terughoudend mogelijk zijn. We doen niet méér dan strikt noodzakelijk is en zijn zeer terughoudend met
kleurgebruik. De openbare ruimte moet verkeersveilig, vanzelfsprekend, leesbaar en overzichtelijk blijven.
Oplossingsvolgorde:
a) beter benutten bestaande ruimte (verwijderen objecten, 1-richting)
b) gebruiken aangrenzende ruimte (bv. parkeerplaatsen)
c) mengen verkeersmodaliteiten, zo lang de intensiteit dat toelaat (monitoring noodzakelijk)
d) afsluiten voor autoverkeer
e) afsluiten voor fietsverkeer (zeer terughoudend mee zijn)
RUIMTE VOOR
VOETGANGERS
13
Ruimte voor voetgangers
Voetgangers zijn de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, zeker in tijden waarin afstand houden essentieel is.
En de meest kwetsbare mensen in onze samenleving, zoals ouderen, verplaatsen zich overwegend te voet. Ook
de automobilist die naar zijn auto loopt, de OV-reiziger die onderweg is naar de tram en de fietser die zijn fiets
uit het rek pakt, zijn op enig moment voetganger. Veilige ruimte voor de voetganger heeft daarom de hoogste
prioriteit.
Bij ‘gewoon’ 2-richtingsverkeer voor voetgangers is minimaal 60-gocm + 150cm + 60-gocm => 30ocm nodig.
\dealiter over de gehele lengte. Maar, bij beperkte drukte kan mogelijk ook volstaan worden met incidentele
verbredingen zodat voetgangers elkaar op die plekken op voldoende afstand kunnen passeren
Cpasseervakken’). Bij het eventueel invoeren van eenrichtingsverkeer voor voetgangers op trottoirs is in
principe minimaal één meter vrije doorloopruimte nodig (ruimte voor één voetganger of rolstoelgebruiker,
zonder mogelijkheid tot passeren). Maar let op: als de looproute langs andere mensen gaat, zoals langs
terrassen of wachtrijen op de stoep, is óók bij eenrichtingsverkeer voor voetgangers minimaal 2 meter vrije
doorloop nodig, zodat men afstand tot de ander kan houden.
Maatregelen, meer ruimte voor voetgangers
Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om voetgangers meer ruimte te
geven. In de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op gebiedsontsluitingswegen (GOW)
met een gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op erftoegangswegen (ETW) met een gemengd
profiel en een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan
worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor
toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’.
Gescheiden Gemengd Kruispunten Stedelijk Lokaal
orgel profiel College D=)
(GOW, 50 (ETW, 30 of Und of Und
km/uur) km/uur)
v1 _ Trottoirs vrijmaken van objecten vl Nl l
va _ Eenrichtingsverkeer voor voetgangers vl l
v3 _ Fietspad wordt trottoir vl Nl
v4 _ Anders gebruik parkeerplaatsen vl Nl
v5 _ Voetganger op rijbaan, ‘shared space! X Nl
v6 Voetganger op rijbaan, straat afsluiten v N l le
voor gemotoriseerd verkeer
Voetgangersgebied, straat ook afsluiten Nl l
*
V1___voor fietsverkeer X N
v8 _ Aanpassing programma VRI Nl
v1o Anders inzetten ruimte rijdend autoverkeer vl l X
Park fietsen buiten
= n 9
voorzieningen
*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto.
14
Alle maatregelen zijn nader uitgewerkt op de volgende maatregelenbladen. In algemene zin gelden bij
uitvoering de volgende aandachtspunten:
e Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven.
e Gemeentelijke diensten moeten de openbare ruimte kunnen beheren en onderhouden, inclusief reiniging
en afvalinzameling.
e Bereikbaarheid voor mindervaliden moet geborgd blijven. Bijvoorbeeld beschikbaarheid van
gehandicaptenparkeerplaatsen en bereikbaarheid daarvan per auto. Maar ook oversteekbaarheid bij
eenrichtingsverkeer voetgangers, overbruggen van hoogteverschillen, etc.
e Bevoorrading moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden.
e _Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten.
e De parkeerdruk zal oplopen als parkeerruimte voor andere doeleinden nodig is. Moeilijk kunnen parkeren
met de auto zal leiden tot onvrede, zeker zo lang het OV nog beperkt gebruikt kan worden. Daarom van
belang om te zoeken naar alternatieve parkeerruimte (bijv. bewoners tijdelijk gratis op P+R)
e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn (in principe zonder schade aan verharding e.d.)
e _Continve monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat
worden.
WE RG ETE O/
Niel : KL A Ee -# ES
' Rh Zat Rn, EE We SJ 5
e Ae je oh 4} df ban KR jd Ee î le ey |
Ah ZR
Ó B nak / if 0 ie 4 /
hdi 2 et ij Í EN | f Ph ss A
„ee ES en” 2 (Re 5 me SR Es PD Pr Pd
be te. Sh Ee PE hu PP OS A
en (EE AA
an Ee ek TEA Ee hi dl) kl jk F EN REP Á BE €
ad | ST Ce A Sede Sn O1 3 .
en 2e Eh EN He tf EEN Ri ae Te e 1 e \ _
hf kp lloeken de d Hir Ln ï za | S Re Ee
nel Ds tbl Ee |
E RE mj > — mr E Un ia = GE 4 n &
an 2 pr Ear NI es | Ì
n | (4 de 5 N
een SR a a
en mn a N VAE
en DS SER EL
A me) El Ci
ED een en) : pe Nak Yr 5e | dane ed
15
Trottoirs vrijmaken van objecten
(sl Zp a (1 A ha B
Kh an Te Kok nl
AR IN |l 0
er OM Mer MNM
KEER Te AN en eraan
ASHEADBDE Rete LI el Ors BIj | DE EN AH AEBNBEL SRD |I (smd AN DE £
EE Cee eN A Kors Wo EE : Ie Ei
B) id IE SM Ei) (A Ie
ON Fe NN ie Ad DN Ed WAM ia
1) Sm // | LK)
Maatregel Randvoorwaarden
Trottoirs worden zoveel mogelijk vrij gemaakt van e Intensieve communicatie (zowel in de media als
objecten of objecten worden verplaatst, zodat er lokaal op straat)
zoveel mogelijk effectieve loopruimte beschikbaaris. [e Intensieve handhaving
Met name bij drukke stadsstraten en knelpunten e Juridische borging m.b.t. bestaande
heeft dit prioriteit. vergunningen voor objecten
Complexiteit maatregel : middel Combinatiemogelijkheden
Effectiviteit maatregel : hoog e Aangrenzende ruimte vrijmaken (zoals
parkeerplaatsen). Zie maatregelen [va] en [vao].
Toepassingsgebied e _Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen [vaa]
e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur)
e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) Positieve aspecten
e _ Kruispunten e Duidelijke maatregel: trottoir is en blijft trottoir
e Relatief eenvoudig en snel uitvoerbaar, ook op
Uitvoering grote schaal (stedelijk)
e Tijdelijk verbod reclameborden van ondernemers
of aanpassen van de plaatsingsvoorschriften Negatieve aspecten
e Tijdelijk verbod op plantenbakken e Mogelijk tijdelijk inperking economische
e Tijdelijk verbod of verkleinen winkeluitstalling activiteiten
e Tijdelijk verbod of verkleinen terrassen e Verplaatsen druk op openbare ruimte
e Tijdelijk verwijderen of verplaatsen e Verplaatsen / verwijderen van straatmeubilair is
straatmeubilair (fietsenrekken, afvalbakken, zeer arbeidsintensief en kent hoge
bankjes) uitvoeringskosten.
e Bij gemengde profielen (3okm/u) kan het
omdraaien van fietsenrekken een goede Aandachtspunten
oplossing zijn om de loopzone op het trottoir vrij |e _Afvalinzamelvoorzieningen (containers &
te houden van fietsparkeerders. prullenbakken) moeten beschikbaar en
bereikbaar blijven voor inzameldiensten.
e Met name binnen de ring is al een groot tekort
aan fietsparkeerplekken (geschat op 180.000
plekken te weinig). Bij het weghalen van
fietsenrekken op trottoirs gaat de voorkeur dus
vit naar verplaatsen naar andere locaties, zoals
parkeervakken.
16
Eenrichtingsverkeer voor voetgangers
: mt Eat EREN CW/ P DNLe FWN RE
mn UE ie OPM Ne OA EDA
TH Mk] Sl Led. okeee | …l ih KA A Nu Vi (|
ff A er
| | Bled, NN à nl Le BH He ml LET INS |. We EEE |
> : AR 19) N
d “ik |
Combinatie markering voetgangers en fietsverbod [v7]
Maatregel Randvoorwaarden
Om ‘conflicten’ tussen elkaar tegemoetkomende e Communicatie
voetgangers te voorkomen, wordt e _Oversteekbaarheid (naar andere looprichting)
eenrichtingsverkeer ingevoerd voor voetgangers. moet mogelijk en veilig zijn. Bij voorkeur
regelmatig een oversteek met voldoende zicht
Complexiteit maatregel : laag faciliteren, bijv. door opheffen parkeerplaatsen
Effectiviteit maatregel : middel e Daaruit volgt dat de maatregel eigenlijk alleen
toepasbaar is bij relatief smalle, overzichtelijke
Toepassingsgebied straten die goed oversteekbaar zijn
e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur)
e Voetgangersgebieden Combinatiemogelijkheden
e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va]
Uitvoering e _ Alternatief gebruik parkeerplaatsen [va]
e Aangeven met pijlen op het trottoir/wegdek in
wegenverf in de kleur wit, met beperkte Positieve aspecten
levensduur (geen tape/thermoplast) e Beschikbare loopruimte wordt effectief benut
e Optioneel bebording toevoegen
e _1richting aan weerszijden van de straat, rechts Negatieve aspecten
lopen e Mogelijk meer oversteken
e _Invoetgangersgebieden ook asmarkering e Mogelijk omlopen
mogelijk zodat een strook per richting ontstaat e _ Looprichting is niet handhaafbaar, succes hangt
e Voor oversteken naar andere looprichting dus af van vrijwillige naleving van de regel
mogelijk voetgangersoversteekplaatsen
toevoegen Aandachtspunten
e In principe niet toepassen op 50 km/uur wegen
met gescheiden profiel, vanwege de beperkte
oversteekbaarheid
17
Fietspad wordt trottoir
(il Ze lj ‘à B (1 ee Ip eb
kk an CTME kaki an TTAË
\ Bik 5 Aid ie \ | é „A AAF
' en ‚nn Ii 1 0 > Ke Hen | Ti
El Ke AN il ii ml B AN EE md
End lk eN Wer rd ak
KEERN en oere NN Seri hs: EERE SEN On
AO HBUDBES SD EN tt MIN Fre Ei BAABEDEA AB |l hade | Vr EN
4 ei ess | ON he LL — / Á ol rde B Ne (a ide
EE A ___e B bi, AT A ne A NE, k ' EL
Sinn Te
Maatregel Randvoorwaarden
Door fietsers op de rijbaan voor autoverkeertelaten [e Bij menging van fiets met auto: 30 km/uur
rijden kan het fietspad tijdelijk worden opgeheven. De |e _ Intensiteit autoverkeer moet beperkt blijven
ruimte komt dan beschikbaar voor voetgangers of e Goede monitoring nodig voor bepalen moment
objecten van het trottoir. van terugdraaien
Complexiteit maatregel : hoog Combinatiemogelijkheden
Effectiviteit maatregel : hoog e _ Trottoirs vrijmaken van objecten [va]
e Anders gebruik parkeerplaatsen [va]
Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2]
e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur)
e _ Kruispunten Daar waar al overgangen van fietspad naar rijbaan en
vice versa aanwezig zijn vanwege bromfiets/snorfiets
Uitvoering naar de rijbaan, kunnen die gebruikt worden.
e Optie 1: fiets naar de rijbaan, mengen auto en
fiets op de rijbaan Positieve aspecten
© Optie 2: straat afsluiten voor auto's, alleen e Levertrelatief veel vrije ruimte op voor
fietsers op de rijbaan voetgangers
e Optie 3: bij 2x2 rijstroken, 1rijstrook voor fietsers |e Geeftookfietser mogelijk meer ruimte dan op
(rechter rijstrook wordt fietsstrook) het fietspad (zie [f2])
e Optie 4: bij vrijliggende trambaan, auto naar de
trambaan, alleen fietsers op de rijbaan Negatieve aspecten
e Kan niet in profielen waarbij auto en tram e Verkeerslichten moeten aangepast worden aan
gemengd zijn (fiets gemengd met tram is niet situatie met fietsers bij het autoverkeer. Zorgt
gewenst) mogelijk voor langere wachttijden bij de
kruispunten
Met name de aansluiting op kruispunten met e _Hoogteverschil tussen trottoir en fietspad is niet
verkeerslichten (VRI) moet per situatie bekeken en ideaal vanuit het oogpunt van toegankelijkheid.
uitgewerkt worden. Fietsers kunnen mogelijk net voor Echter slechtzienden kunnen op het huidige
het kruispunt weer naar het fietspad worden geleid. trottoir blijven lopen
Of, de VRI-regeling moet worden aangepast aan de
situatie met fietsers op de rijbaan en voetgangers ook
op het fietspad.
18
Alternatief gebruik parkeerplaatsen
d el Hij An 8 Ee le AA E al 1
5 Hinne ke ak Mn sl
En WE EN) OS
eN ene Kek w Dn
zd #
Maatregel Randvoorwaarden
Door parkeerplaatsen voor auto’s en/of fietsen e Alternatieve parkeergelegenheid beschikbaar
tijdelijk anders te gebruiken ontstaat ruimte om o Bij auto’s eventueel op grotere afstand
andere objecten van het trottoir te verplaatsen. Of o Bij fietsen relatief dichtbij huidige plek
ruimte voor wachtrijen, om elkaar te passeren of om
over te steken. Combinatiemogelijkheden
* _Trottoirs vrijmaken van objecten [va]
Complexiteit maatregel : middel tot hoog e _Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen [vaa]
Effectiviteit maatregel : middel tot hoog
Positieve aspecten
Toepassingsgebied e Biedt (substantieel) ruimte voor voetgangers
e _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e _ Kan lokaal helpen om knelpunten op te lossen
e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur)
Negatieve aspecten
Uitvoering e Mogelijk verhoogde parkeerdruk/ zoekverkeer.
e Parkeerplaats weghalen (afzetten, afkruisen, Flankerende maatregelen kunnen nodig zijn om
aanpassen bebording) parkeerdruk te verlagen, bijvoorbeeld:
e Kan met hieren daar een parkeerplek (waar o Ruimte zoeken voor bewoners in
nodig) of met een hele rij waardoor ruimte voor garages.
voetgangers substantieel wordt vergroot. Met o Bewoners stimuleren te parkeren op P+R
name in straten met gemengd profiel is dit als de auto niet gebruikt wordt.
effectief, omdat de parkeerstrook direct naast het | e Mogelijk hoogteverschillen i.r.t. toegankelijkheid
trottoir ligt
e Bij gemengde profielen (3okm/u) kan het
omdraaien van fietsenrekken een goede
oplossing zijn om de loopzone op het trottoir vrij
te houden van fietsparkeerders
19
Voetganger op rijbaan, ‘shared space’ VOETGANGER [vs]
à Si: mmm 3 4 Ki
zl Oh Kdf Z a El A
NE | Mafe Haes en | A
PDA :, A EL El, RE NE bn Eer Ë ARE
vearesssnn | om ut NI RER 5 î |
en ; ar |
E Ka 5 B mn
Maatregel Randvoorwaarden
Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, |© Communicatie
waarbij auto- en fietsverkeer toegestaan blijft. Er e _ Alleen bij woon-/buurtstraten
ontstaat een zogenaamde ‘shared space’. e Lage snelheid auto-en fietsverkeer
e _Zeerlage auto-intensiteiten
Complexiteit maatregel : middel e Overig verkeer attenderen op voetgangers op
Effectiviteit maatregel : hoog rijbaan
e Overgangen tussen gebieden waar wel op de
Toepassingsgebied rijbaan gelopen kan worden en gebieden waar
* __ Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) niet op de rijbaan gelopen kan worden duidelijk
markeren / aangeven
Uitvoering
e Ter plekken communiceren dat voetgangers ook Combinatiemogelijkheden
de rijbaan gebruiken, d.m.v: e Weg afsluiten voor autoverkeer/OV [v6]
o bebording e Weg afsluiten voor fietsverkeer [v7]
o __straatprints met witte wegenverf
(optioneel) Positieve aspecten
e _Bijte hoge auto- of fietsintensiteit voor mengen, [& Meer ruimte voor voetgangers
zie blad [v6] & [7] e _Op trottoirs blijft ruimte voor andere functies
(fietsenrekken, terrassen, etc.)
Negatieve aspecten
e _Kwetsbare verkeersdeelnemers voelen zich
mogelijk niet veilig op rijbaan, moeten trottoir
blijven gebruiken.
e Doorstroming auto en fiets mogelijk beperkt.
20
Voetganger op rijbaan, straat afsluiten voor VOETGANGER [v6]
gemotoriseerd verkeer
2 Ì ee Ee wk HUE eN 10 Î
Ei AE B ee Em AE ne Mm s \
sE Ee ee ee le EN Ee
zl se ENE an EE aje 5 en ee \
Dl ie KD rif if Se Ti
|E en CE EEN ME Er
a en Cm
is = mn Cl P men 1-25 NE
Maatregel Randvoorwaarden
Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, e Communicatie vooraf richting omgeving.
waarbij auto- en/of OV-verkeer wordt verboden. e Niet toepasbaar op hoofd/plusnet auto
Fietsverkeer wel toegestaan. e Bereikbaarheid nood- en hulpdiensten moet
gegarandeerd worden
Complexiteit maatregel : middel-hoog e Bereikbaarheid logistiek, doelgroepenvervoer,
Effectiviteit maatregel : middel-hoog en taxi moet gegarandeerd worden.
e Bereikbaarheid vitale functies moet
Toepassingsgebied gegarandeerd worden (artsen, onderwijs, etc.).
* _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e Woningen en voorzieningen voor
e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) mindervaliden moeten bereikbaar blijven
(bijv. gehandicaptenparkeerplaatsen)
Uitvoering
e Plaatsen fysieke afzettingen, zoals: Combinatiemogelijkheden
o opklapbare paaltjes e Anders gebruik parkeerplaatsen [v4]
o hekken/barriers
e Plaatsen bebording Positieve aspecten
e Eventveel met venstertijden, alleen op drukke e Verkeersveiligheid voor fiets en voetganger
momenten e Meer ruimte voor fiets en voetganger
« _Navigatie-apps laten aanpassen e _ (Economische) functies op trottoirs kunnen
e Ontheffingen nodig voor gemeentelijke voertuigen behouden blijve.
(afvalinzameling, reiniging, etc.)
Negatieve aspecten
e Bereikbaarheid auto{OV neemt af
e Omleidingen leiden tot meer verkeer elders
(onveiligheid, overlast)
e Eventuele parkeerplekken in de straat worden
onbereikbaar. Hogere parkeerdruk elders
21
Voetgangersgebied, straat ook afsluiten voor VOETGANGER [v7]
fietsverkeer
ER OO _ EETL : ES EEN k 4 NJ
Ì nm 1 ht BR ij 5 2 4 | rn’ ij IN Í 0 ie á
Ed ij bn dee EFRA NEER Ae | . NS Kik ry ee
ben Aaa MEEST fE
bama ee AN ann
at Te ee Il DE) a
SET CNE EEn af A
nn 4
Maatregel Randvoorwaarden
Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, e Communicatie
waarbij auto-, OV- en fietsverkeer wordt verboden. e Niet toepasbaar op hoofd/plusnet auto
e Indien toegepast op plusnet fiets is een
Complexiteit maatregel : middel-hoog volwaardige omleidingsroute noodzakelijk
Effectiviteit maatregel : middel-hoog e Bereikbaarheid nood- en hulpdiensten
garanderen
Toepassingsgebied e Bereikbaarheid logistiek, doelgroepenvervoer,
* __ Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) en taxi moet gegarandeerd worden.
e Bereikbaarheid vitale functies garanderen
Uitvoering e Woningen en voorzieningen voor
Plaatsen fysieke afzettingen, zoals: mindervaliden moeten bereikbaar blijven
o_ fietssluizen e _ Voorkomen fietsparkeeroverlast aan de randen
o_hekken/barriers van afgesloten straat. Fietsparkeerplekken
e Plaatsen bebording intact houden (fiets aan de hand) of tijdelijke
e Op veelgebruikte fietsroutes: aangeven omleiding alternatieven aan de rand aanbieden
met bebording en wegmarkering (Rembrandtplein-methode)
e _Eventveel met venstertijden, alleen op drukke
momenten. Bijvoorbeeld bij openen/sluiten scholen Combinatiemogelijkheden
e _Navigatie-apps laten aanpassen e Opheffen parkeerplaatsen [va]
e Ontheffingen nodig voor gemeentelijke voertuigen
(afvalinzameling, reiniging, etc.) Positieve aspecten
e Verkeersveiligheid voetganger
e Meer ruimte voetganger
Negatieve aspecten
e Bereikbaarheid auto/OV/fiets neemt af
e Omleidingen leiden tot meer verkeer elders
(onveiligheid, overlast)
e _Eventvele parkeerplekken in de straat worden
onbereikbaar. Zorgt voor hogere parkeerdruk
elders
22
Aanpassing programma verkeerslichten (VRI) VOETGANGER [v8]
003 1 1 7 On DT,
TI | |
B ju EA
MB 1 3 PEEN 0,0
09 1] LL |
DU 1 Om 00:
A2 1 L__ Ln
Maatregel Uitvoering
#1 Meer groen (vastgroentijd en koppeltijd verhogen, e Opnieuw instellen VRI's
meerdere realisaties per cyclus, verlengtijd en hiaattijd e Relatief snel als regeling niet opnieuw geladen
verhogen) moet worden
#2 Minder rood (cyclische aanvraag, verlengtijd auto e _ Drukknoppen halen we niet weg. Dit is een
verlagen, verlagen hiaattijd auto, afkapgarantie hoger, complexe ingreep met relatief weinig resultaat.
prioriteit OV uit, rijtijden OV verhogen, parameter max | e _ Opstelruimte: eventueel met stippen wachtplek
wachttijd aanpassen). aangeven
e Waar oversteken met kanalisatiestrepen zijn
Optie: starre of eenvoudige VA verkeersregelingen aangegeven, is deze maatregel waarschijnlijk
(vaste groentijden, geen prioriteit OV) om niet geschikt, eventueel zebra toevoegen
afhankelijkheid van detectie te vermijden en verschil
ontruimingstijden in op te nemen. (i.v.m. Randvoorwaarden
uitvoerbaarheid) e Maatregel #1 is generiek omdat verwacht mag
worden dat de oversteektijd langer is vanwege
Complexiteit maatregel: hoog het houden van afstand
#1 en #2 zijn voor de meeste verkeersregelingen e Maatregel #2 is locatieafhankelijk, alleen bij
softwarematig uit te voeren, niet complex maar wel ‘drukke’ oversteken met weinig opstelruimte,
arbeidsintensief. Per kruispunt kan de exacte invulling bijvoorbeeld omdat het fietspad nog in gebruik
maatregel variëren (parameter instelling), alleen is en voetgangers op smalle heuvel staan.
uitvoeren door experts verkeerslichten (VRI).
Combinatiemogelijkheden
Effectiviteit maatregel: middel (voor voetganger) e Met verkeerslichtmaatregel fiets [f3], langere
Kruispunten vormen de wachtruimtes binnen de groentijden voor voetganger komt gunstig uit
openbare ruimte. In de praktijk is de wachttijd voor langere groentijd parallelle fietsrichting
dynamisch vanwege verkeersbeeld. Hoge wachttijden
zorgen er voor dat voetgangers geclusterd worden. Positieve aspecten
Wachttijden beperken (#2) verkleint dit probleem. e _ Hoe korter de wachttijd, hoe minder mensen op
Groentijd verhogen (#1) is noodzakelijk om geen een locatie wachten '
dubbele stops te veroorzaken, maar kan …
. . e Aantrekkelijk voor langzaam verkeer
contraproductief werken bij een druk kruispunt.
. . Negatieve aspecten
eeen e Wachttijd OV en auto wordt hoger. Kans op
kruispuntblokkade nabijgelegen kruispunten
(waardoor voetganger en fiets worden
gehinderd).
e Langere groentijd betekent ook langere
roodtijd voor andere richtingen (dus ook voor
fiets/voetganger). Met meerdere realisaties is
dit effect minder groot.
23
Uitschakelen verkeerslichten (VRIJ VOETGANGER [vo]
á ETR IEN Se u er WT ZINE
> B) 7 à k bud) Se NE LRE E, À zp ‚
: a ibn A Rae U zin mt AUS Tt 1 |
re me. MATE Nn MA BIJ Tae
} ik on DE ij ij ANA 5
hi Ds] 7 RET
P haa d pom (TR eee let Ma CES! ij
nnn On a E u Je has pn De B fs Ad ik ii ok
ne ir [ B p fi DE hi br em gE
Ea 5 a fl A VN Ai n Oe Se da ve
Ee 3 Î B me ET /\ SR en Ù
3 pr PF Od EF AN Se en an In CNE :
pr 4 d - k ee
Maatregel Randvoorwaarden
Uitschakelen van verkeerslicht (VRI) e Niet regelen moet passen binnen de geldende
randvoorwaarden voor verkeerslichten-
Complexiteit maatregel: regelingen (met name t.a.v. veiligheid en
Garanderen van snelheidsremmende voorzieningen en doorstroming)
zichtbaarheid van voorrangsregels (zebra niet altijd e _Garanderen verkeersveiligheid, situatie moet
duidelijk / logisch) ook ongeregeld duidelijk zijn
e Voldoende doorstroming overig verkeer
Effectiviteit maatregel: (voorkomen blokkades/terugslag )
Als VRI uit staan beschikt de voetganger over het © _ Geloofwaardigheid van situatie
algemeen over zebra's in Amsterdam (in tegenstelling
tot andere gemeenten). Idealiter heeft de voetganger Combinatiemogelijkheden
altijd voorrang en functioneert de oversteek als een e _ Uitzetten geldt voor al het verkeer, dus samen
normale (4 tot 6m brede) straat. met [fu]
e Met 30 km/uur
Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2]
e Kruispunten
Positieve aspecten
Uitvoering e Geen wachtlocaties nodig (theoretisch)
* Wat verkeersregeling betreft eenvoudig. e Qua VRI eenvoudig uit te voeren als het wordt
Snelheidsremmende maatregelen kunnen gecombineerd met 30 km/uur maatregel.
omvangrijk zijn
e Mogelijk alleen op bepaalde tijdstippen Negatieve aspecten
e Bij meerdere rijstroken afhankelijk van situatie e _ Wachttijd overig verkeer kan oplopen
enkele rijstroken afzetten i.v.m. kans op aangezien kruispunten vaak bij alle richtingen
zogenoemde afdekongevallen zebra's hebben
e Waar oversteken met kanalisatiestrepen zijn e _ Wachtend autoverkeer kan in de weg staan
aangegeven deze eventueel aangeven met zebra's voor fiets, daar waar voetgangers een zebra
hebben en de fiets geen voorrang heeft
24
Ruimte voor rijdende auto anders inzetten VOETGANGER [v1o]
NIN 5 VIANEN ;
N N N N hs i N k: N N fi 5
Jm N HIER LA 5 A A)
S Nn LP CI ES Nt N _ dl 7
BE | Ee £\ ha Dn Air A
es TPN AN || ON
HIE | hie 20m pa zi | INE Ei Ninaber NIN ee HN
J Î | et ALE | | ; EEN Disse IALITE | \
INE | rolf TE A ERIN rn len) OE Nn
ELP ee EN DN, f Se Nt ú
HT md Cl eN e=,
Maatregel Randvoorwaarden
Zo lang de auto-intensiteiten lager zijn dan normaal kan |e _Verkeersveiligheid dient geborgd te zijn
ruimte voor rijdend autoverkeer tijdelijk worden ingezet
voor andere doeleinden, zoals fietsers, autoparkeren of Combinatiemogelijkheden
fietsparkeren. Bijvoorbeeld door rijstroken om te onder andere:
vormen naar parkeerstroken of voorsorteervakken in te e Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken [fa]
korten en de ruimte te gebruiken voor fietsparkeren. e Fietsers op rijbaan [f2]
Ook kan een van de twee rijrichtingen worden afgezet e _Circulatiemaatregelen voor de auto [az]
(zie circulatiemaatregelen voor de auto [a2]) of kunnen
rijbanen mogelijk tijdelijk iets smaller worden. Positieve aspecten
e De vrijgekomen ruimte kan ten goede komen
Deze maatregel is opgenomen onder ruimte voor aan diverse andere functies
voetgangers, maar de vrijkomende ruimte kan ook voor | & Door ruimte voor autoverkeer anders in te
diverse andere doelen worden gebruikt. zetten kan bijvoorbeeld ruimte op trottoirs
vrijgemaakt worden voor voetgangers
Complexiteit maatregel : hoog
Effectiviteit maatregel : midden Negatieve aspecten
‚ ‚ e Naarmate de auto-intensiteiten weer
Toepassingsgebied toenemen (opening vp) moeten maatregelen
e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) mogelijk teruggedraaid worden om
* Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) doorstroming autoverkeer uit
verkeersveiligheidsoogpunt te faciliteren terwijl
Uitvoering de ruimte ook nog gewenst is voor andere
e Aanpassen belijning met tijdelijke wegmarkering functies
(geel).
e Plaatsen bebording.
e Plaatsen barriers als veilige afscheiding tussen rijden
autoverkeer en andere functies (fietsparkeren,
verblijfsfuncties, etc.).
e Mogelijk is aanpassing VRI noodzakelijk
25
Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen VOETGANGER [vaa]
Ue u . EE De X 1 Lr ad 8
Ê Ed Ee KS Ì
: Î _ PE nk Ô
ERTL D 2 (24 NARE
MS | OE os Ne
he “In de rekken 4 pr
En vakken eh & / on Ee pn ï a
e Max.14 dagen Pk a KL le
Pe _ — er 1 A Mi ì
g - El Nn u É Ee nn,
p pe NR , En Dn
Maatregel Randvoorwaarden
Fietsen die buiten de rekken of vakken geparkeerd e Intensieve handhaving
staan, kunnen het trottoir versperren. In drukke e Er moeten voldoende fietsparkeercapaciteit in
stadsstraten kan dat extra knelpunten opleveren als rekken en vakken aanwezig in de omgeving.
men anderhalve meter afstand tot elkaar moet Tijdelijk faciliteren van extra rekken en vakken is
houden. Het (tijdelijk) verbieden van fietsparkeren op misschien nodig.
trottoirs of tegen gevels zorgt voor meer obstakelvrije
ruimte voor de voetganger. Delen van de Rode Loper | Combinatiemogelijkheden
kennen structureel dit regime al. e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va]
e Alternatief gebruik parkeerplaatsen [va]
Complexiteit maatregel : midden
Effectiviteit maatregel : midden Positieve aspecten
e Meer veilige ruimte voor de voetganger
Toepassingsgebied
e _Stadsstraten Negatieve aspecten
e Mogelijk minder fietsparkeercapaciteit
Uitvoering e Zeer intensieve handhaving nodig
e Bestuurlijke besluitvorming op grond van APV
art. 4.27 lid 3: “Het college kan in het belang van de
veiligheid en ter voorkoming van hinder een gebied
aanwijzen waarin fietsen of bromfietsen uitsluitend
in een daarvoor bestemde voorziening
mogen worden geparkeerd.” Deze bevoegdheid is
gemandateerd aan de DB's van de stadsdelen.
e Plaatsen borden
e _ Aanbrengen straatprints (witte wegenverf)
RUIMTE VOOR
FIETSERS
27
Ruimte voor fietsers
Op de fiets ben je niet beschermd tegen virusdeeltjes die zich in druppels verspreiden. Daarom is het voor
fietsers en voetgangers belangrijk dat fietsers voldoende afstand houden tot elkaar en tot voetgangers,
minimaal 1,5 meter. Maar door de snelheid van fietsers liefst meer. Om dat optimaal te faciliteren is op drukke
fietsroutes meer ruimte nodig.
Bij eenrichtingsverkeer voor fietsers (groot deel huidige fietspaden en stroken) is de huidige breedte van
fietspaden in principe voldoende. Maar, dan mag men niet inhalen, wat in de praktijk lastig te voorkomen is.
Tevens zorgt dit mogelijk juist voor groepsvorming doordat langzamere fietsers snellere fietsers achter zich
houden.
De tweerichtingsfietspaden zijn over het algemeen 3,5 m of breder. Hierbij kunnen tegemoetkomende fietsers
elkaar op 1,5 m passeren, zolang ze alleen rijden (dus niet met 2 naast elkaar).
Bij kruisingen met verkeerslichten en bij geopende bruggen verzamelen fietsers zich en is het in de praktijk
lastig om afstand te houden.
Meer ruimte geven aan fietsers zou wenselijk kunnen zijn om ruimte te bieden om elkaar in te halen (kiezen
eigen snelheid). Om inhalen mogelijk te maken, is echter een breedte van drie meter nodig. Verbreding van
1,80 naar bijvoorbeeld 2,50 maakt inhalen makkelijker, maar dan met hooguit 1 meter tussenruimte, wat in
feite onvoldoende blijft.
Maatregelen, meer ruimte voor fietsers
Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om fietsers meer ruimte te geven. In
de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een
gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op erftoegangswegen (ETW) met een gemengd profiel en
een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden
ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting
hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’.
Maatregelen Gescheiden profiel Gemengd profiel Kruispunten Stedelijk Lokaal
(GOW, 50 km/uur) (ETW, 30 College DB
km/uur) Lef (OT Lef (OT
Verbeteren ruimte/veiligheid l vl
fi veilig vl X %
fietsstroken
f2 Fietsers op de rijbaan l
f3 Aanpassing programma VRI vl
fs Vergroten opstelruimte vl
Gedragsregels fietsers smalle l vl
f6 oe vl X vl *
fietspaden
*) m.u.v plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto.
28
Al deze maatregelen zijn nader uitgewerkt op de volgende maatregelbladen.
Daarbij gelden in algemene zin de volgende aandachtspunten:
e _ Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven.
e Gemeentelijke diensten moeten de openbare ruimte kunnen beheren en onderhouden, inclusief reiniging
en afvalinzameling.
e _ Bereikbaarheid voor logistieke sector moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden.
e Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten.
e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn (in principe zonder schade aan verharding e.d.)
e _Continve monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat
worden.
29
Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken
EN (SN EEL Uni NRE Eer 2
| ECN NG, Ile N Ì hl WE eht ed je
mis zj K Een kessel jee | É NN’ = De gl om R TE Pi ris s Bee rn
ge es IW, En | Io mA SE il IÁ Pi ke ee Re Ee FE 8 5
da ee 7 kr E prm) aM vR ke c 5 ns Hs am el a iS
ng E ak Or pn ee
Ben. LAS es Gn
se A- En ee Re \K EE
Maatregel Randvoorwaarden
Bij fietsstroken naast een rijbaan is voldoende ruimte om | e Duidelijke bebording/ communicatie
via de rijstrook voor het autoverkeer in te halen. Indiende |e _Afdwingen lage snelheid autoverkeer
fietser vanwege het anderhalvemetercriterium tijdelijk
veelvuldig de rijbaan gebruikt, kan het verlagen van de Combinatiemogelijkheden
snelheid naar 30 km/uur bijdragen aan de . -
verkeersveiligheid. In aanvulling daarop kan bebording
automobilisten attenderen op fietsers op de rijbaan of Positieve aspecten
kan de fietsstrook mogelijk tijdelijk verbreed worden met |e Verbetering van de verkeersveiligheid voor
markering. fietsers bij afwaarderen van de snelheid naar
30 km/uur
Complexiteit maatregel : midden e Meer ruimte voor fietsers om elkaar te
Effectiviteit maatregel : midden passeren
Toepassingsgebied Negatieve aspecten
* _ Gescheiden profiel (profiel met fietsstroken) e Beperkt de doorstroming van het autoverkeer.
Uitvoering
e _Opstraten met fietsstroken zijn in principe geen
maatregelen nodig om 1,5 meter afstand te houden,
maar vanuit veiligheid en comfort kan het toch
wenselijk zijn
e Bij veelvuldig gebruik naastgelegen rijbaan door
fietsers:
o Snelheid verlagen naar 30 km/uur
o Autoverkeer attenderen op fiets ook op
rijbaan.
o Eventueel fietsstrook verbreden tot 3 meter
met tijdelijke, gele markeringslijn zodat
inhalen mogelijk wordt óp de fietsstrook.
30
Fietsers op de rijbaan
ZV Ed ok ZW Ea
5 i N | an ó d 5 d el iT N 8
ak el rh ee Ml Od
, Ì nnn Il Hi O 2 ae | | LI
Eh dek 4 d MIE EE mi
KT Ed ak Ean Ik Mers Vall | Ii u |
EHEER RE rien (Ee PBEFUEEEEeE SEN On
Ee ei DS EN ON leak Ten
py Sm 7 (2 \
Maatregel Randvoorwaarden
Bij fietspaden is er geen eenvoudige mogelijkheid deze |e Bij menging van fiets met auto: 30 km/uur
te verbreden. Door fietsers (ook) op derijbaantelaten [e Intensiteit autoverkeer beperkt
rijden ontstaat er meer ruimte voor fietsers en e Goede monitoring nodig voor bepalen moment
voetgangers. van terugdraaien.
Complexiteit maatregel : hoog Combinatiemogelijkheden
Effectiviteit maatregel : hoog e Voetgangers op fietspad [v3]
Toepassingsgebied Daar waar al overgangen van fietspad naar rijbaan en
e _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) v.v. aanwezig zijn vanwege bromfiets/snorfiets naar
e Kruispunten de rijbaan, kunnen die gebruikt worden
Uitvoering Positieve aspecten
e Optie o: Verplicht fietspad onverplicht maken e Meer ruimte voor fietsers
zodat snelle fietsers de rijbaan mogen gebruiken en | e _ Mogelijk ook meer ruimte voor voetgangers [v3]
kwetsbare fietsers het fietspad.
e Optie 1: fiets naar de rijbaan, mengen autoenfiets | Negatieve aspecten
op de rijbaan. e Fietsen moeten gemengd met autoverkeer
e Optie 2: straat afsluiten voor auto's, alleen fietsers rijden, voor kwetsbare fietsers kan dat gezien
op de rijbaan. worden als nadeel
e Optie 3: bij 2x2 rijstroken, 1 rijstrook voor fietsers e Verkeerslichten moeten aangepast worden aan
(rechter rijstrook wordt fietsstrook). situatie met fietsers bij het autoverkeer. Zorgt
e Optie 4: bij vrijliggende trambaan, auto naar de mogelijk voor langere wachttijden bij de
trambaan, alleen fietsers op de rijbaan. kruispunten
e Kan niet in profielen waarbij auto en tram gemengd
zijn (fiets gemengd met tram is niet gewenst).
Met name de aansluiting op kruispunten met
verkeerslichten (VRI) moet per situatie bekeken en
uitgewerkt worden. Fietsers kunnen mogelijk net voor
het kruispunt weer naar het fietspad worden geleid. Of,
de VRI-regeling moet worden aangepast aan de situatie
met fietsers op de rijbaan en voetgangers ook op het
fietspad.
31
Aanpassing programma verkeerslichten (VRI) FIETSERS [f3]
003 1 1 7 nn TE
005 1 Ln |
B ju EA
MB 1 3 PEEN 0,0
09 1] LL |
U 1 2 Ob
02 O1 L__ Ln
Maatregel Randvoorwaarden
#1 Meer groen (vastgroentijd en koppeltijd verhogen, e Uitgangspunt = bestaande fietspaden
meerdere realisaties per cyclus, verlengtijd en hiaattijd structuur. Bij fiets (deels) op de rijbaan wordt
verhogen) de maatregel veel ingewikkelder
#2 Minder rood (cyclische aanvraag, verlengtijd auto (ontruimingstijden, detectie, conflicten
verlagen, verlagen hiaattijd auto, afkapgarantie hoger, aanpassen).
prioriteit OV uit, rijtijden OV verhogen, parameter max e Maatregel #1 is generiek omdat verwacht mag
wachttijd aanpassen). worden dat de oversteektijd langer is vanwege
het houden van afstand.
Optie: starre of eenvoudige VA-verkeersregelingen (vaste | e Maatregel #2 is overwegend generiek
groentijden, geen prioriteit OV) om afhankelijkheid van vanwege de beperkte opstelruimte bij
detectie te vermijden en verschil ontruimingstijden in op fietspaden. Bij fiets op rijbaan minder van
te nemen. (i.v.m. vitvoerbaarheid) belang omdat de opstelruimte groter is.
Complexiteit maatregel Combinatiemogelijkheden
#ien #2 zijn voor de meeste verkeersregelingen e Met verkeerslichtmaatregel voetganger
softwarematig uit te voeren, niet complex wel [v8]
arbeidsintensief. Per kruispunt kan de exacte invulling
maatregel variëren (parameter instelling), alleen Positieve aspecten
uitvoeren door experts VRI. e _ Hoe korter de wachttijd, hoe minder mensen
op een locatie wachten
Effectiviteit maatregel e _ Fietsers vervolgen hun weg niet geclusterd,
Kruispunten vormen de wachtruimtes binnen de maar gespreid
openbare ruimte. In de praktijk is de wachttijd
dynamisch. Hoge wachttijden zorgen er voor dat fietsers Negatieve aspecten
geclusterd worden. Wachttijden beperken (#2) verkleint |, Wachttijd OV en auto wordt hoger. Kans op
dit probleem. Groentijd verhogen (#1) is noodzakelijk om kruispuntblokkade nabijgelegen kruispunten
geen dubbele stops te veroorzaken, maar kan (waardoor voetganger en fiets worden
contraproductief werken bij een druk kruispunt gehinderd).Dit aspect speelt in sterkere mate
bij fietser op rijbaan.
Toepassingsgebied e Langere groentijd betekent ook langere
e _ Kruispunten roodtijd voor andere richtingen (dus ook voor
fiets/voetganger)
Uitvoering
e _ Opnieuw instellen VRI’s. Aandachtspunten
e Relatief snel als regeling niet opnieuw geladen moet | Voor langzaam verkeer is ‘vaker groen’
worden (meerdere korte realisaties) effectiever dan
® _Drukknoppen halen we niet weg. Dit is een complexe ‘langer groen’. Bijkomend voordeel: gaat niet
ingreep met relatief weinig resultaat ten koste van kruisende richtingen. Nadeel:
e _Opstelruimte: eventueel met stippen wachtplek kost veel autocapaciteit voor de kruising.
aangeven
32
Tijdelijk uitzetten verkeerslichten (VRI)
genen n | A
Lj = | EN 5 | - fi ee bt
Al aj SAP eres Bs
TTT A dE ed f Trend Ee AR, sE!
(sa) NDE HE Ede j D pn Dal ke gm ee 0 1%
| 5 e Pe [ en nd A \ TA e SN /
hk Sf IE Ee VTS ENEN SRE \ My ENDS B
Maatregel Randvoorwaarden
Uitschakelen van de verkeerslichten (VRI) op kruisingen. |© _Nietregelen moet passen binnen de geldende
randvoorwaarden voor verkeerslichten
Complexiteit maatregel regelingen (met name t.a.v. veiligheid en
Garanderen van snelheidsremmende voorzieningen en doorstroming)
zichtbaarheid van voorrangsregels (zebra niet altijd e _Garanderen verkeersveiligheid, situatie moet
duidelijk / logisch) ook ongeregeld duidelijk zijn
e Voldoende doorstroming overig verkeer
Effectiviteit maatregel (voorkomen blokkades/terugslag }
Als VRI uit staan zal de fietser die in de voorrang zit door | Geloofwaardigheid van situatie
kunnen fietsen. Fietsers die voorrang moeten verlenen,
staan stil bij de haaientanden waardoor daar nog steeds Combinatiemogelijkheden
opstelruimte nodig is. De wachttijd zal per kruispunt e _ Uitzetten geldt voor al het verkeer,
verschillen dus samen met [vo]
e Met 30 km/uur
Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2]
* __ Kruispunten met relatief weinig verkeer e _NB: Mogelijk ook interessant om te kijken naar
‚ ‚ brugopeningstijden ter voorkoming
Uitvoering groepsvorming bij brugopening.
e Wat verkeersregeling betreft eenvoudig.
Snelheidsremmende maatregelen kunnen Positieve aspecten
omvangrijk zijn e In verleden positief resultaat mee gehaald op
+ _ Mogelijk alleen op bepaalde tijdstippen Alexanderplein en Muntplein, wachttijden voor
e Bij meerdere rijstroken afhankelijk van situatie fietsers zijn hier verminderd
enkele rijstroken afzetten i.v.m. kans op
afdekongevallen Negatieve aspecten
e _Kanop gelijkwaardig drukke kruispunten
averechts werken (voorrangsstroom wacht
niet, kruisende stroom hoopt op)
e Wachttijd overig verkeer kan oplopen
aangezien kruispunten vaak bij alle richtingen
zebra's hebben
e Wachtend autoverkeer kan in de weg staan
voor fiets in geval dat voetganger zebra heeft
en fiets geen voorrang
33
Vergroten opstelruimte
en nes Á n el El NN ers RENEE IETS OU UA? ri ELR ETS NIEUW IES
INE EE
3 L DAK Li rr p hmh of
PA ran Ì tn \ 1E pl bi e IJ
id NM e SA |E Er id fj /) . | À
OTR
Lel STER k é en 7 rs
Je B } TD veer ij AAAAAE
Maatregel Randvoorwaarden
Opstelruimte bij verkeerslicht vergroten. Normaliter e Alleen relatief kleine aanpassingen
heeft een fietser 2,25m° ruimte nodig. In nieuwe situatie
is minimaal het dubbele nodig om voldoende afstand te Combinatiemogelijkheden
houden tot anderen. De huidige opstelruimtes bij e Met VRI maatregel (minder wachttijd) [v8]
kruispunten voldoen vaak al niet onder normale en [f3]
omstandigheden. Ruimte kan soms gevonden worden bij |e _Metfiets naar rijbaan [f2]
bestaande heuvels, waarbij het al snel om wat grotere
infrastructurele aanpassingen gaat. Mogelijk kan met Positieve aspecten
markering (stippen) het afstand houden bij het opstellen | _ Vakken die flink vergroot zijn, verkorten in een
worden gecommuniceerd/verduidelijkt. normale situatie de rij en zorgen er voor dat
fietsers sneller aan de overzijde zijn. Nu
Complexiteit maatregel: midden-hoog kunnen de vakken meer ruimte bieden om
NB: Ruimte vinden binnen het bestaande ontwerp is ruim op te stellen.
lastig, bij vitvoeringsperiode is er bovendien minder
ruimte beschikbaar. Bij fiets op rijbaan komt er meer Negatieve aspecten
ruimte beschikbaar. e Ruimte vinden is lastig, bij afrijden kan alsnog
een clustereffect ontstaan. Meer ruimte is vaak
Effectiviteit maatregel: laag-midden ook een breder vak, als het fietspad aan de
NB: Haalbaarheid bij bestaande fietspaden is op de korte overzijde smal is, moet het wel mogelijk zijn
termijn niet groot. Wellicht een paar locaties. Bij om verantwoord “in te voegen’.
toepassing fiets op rijbaan is er snel meer ruimte, maaris | Tijdens de uitvoeringsperiode is er (nog)
de impact op de regeling groter. minder ruimte beschikbaar, werkzaamheden
moeten dus niet tijdens spitsmomenten
Toepassingsgebied uitgevoerd worden.
e Kruispunten
Uitvoering
e Markering aanbrengen (stippen, verspringend à la
Formule 1 start) op plekken waar voldoende ruimte
is.
e Weghalen van bestaande verkeerseilanden ten bate
van opstelruimte. Gaat vaak om wat grotere
infrastructurele maatregelen. Vergt gedetailleerd
ontwerp en afstemming. Ingrijpende
werkzaamheden nu niet gewenst
e _Inditkaderis deze maatregel daarom alleen relevant
indien met eenvoudige middelen (gele lijnen
wegenverf op wegdek / witte stipmarkeringen) snel
realiseerbaar.
34
Gedragsregels fietsers op smalle fietspaden FIETSERS [f6]
Maatregel Uitvoering
Op fietspaden is het grootste gezondheidsrisico voor |e Plaatsen borden ‘niet inhalen’
fietsers de overdracht van het virus wanneer men e Plaatsen borden ‘afstand houden’
dicht bij elkaar fietst of stilstaat. Op smalle fietspaden |e Plaatsen straatmarkeringen (gele wegenverf voor
(< 2,50 m) zou een ‘inhaalverbod’ aangegeven kunnen lijnen en markeringen, wit voor
worden om fietsers erop te attenderen dat inhalen communicatieboodschappen)
gezondheidsrisico's kent. Op andere locaties, zoals bij |e Bredere campagne gericht op
kruispunten kan het attenderen op afstand houden gedragsbeïnvloeding (geef elkaar de ruimte)
goed zijn. Deze maatregelen lijken alleen effectief in
combinatie met een brede communicatiecampagne Randvoorwaarden
gericht op gedragsbeïnvloeding. e Brede communicatiecampagne gericht op
gedragsverandering noodzakelijk
Ten slotte is het denkbaar om sommige (smalle)
tweerichtingfietspaden om te vormen naar Combinatiemogelijkheden
eenrichtingfietspaden. Dit is echter complex, omdat e nvt
er voor de fietsers in tegenrichting een goed
alternatief moet zijn, en omdat VRI's aangepast Positieve aspecten
moeten worden. Denkbaar: Geldersekade, Theophile |, Toepasbaar op fietspaden en kruispunten waar
de Bockstraat. Combinatie met fietsers op de rijbaan andere fysieke maatregelen om ruimte voor de
fiets te maken niet haalbaar zijn
Complexiteit maatregel ‘laag e Geen aanpassingen van de inrichting nodig
Effectiviteit maatregel : middel
, , Negatieve aspecten
Toepassingsgebied e Mogelijk groepsvorming fietsers achter langzame
e Gescheiden profielen (fietspaden) fietsers.
* Kruispunten e _Inhaalverbod is niet handhaafbaar, succes hangt
dus af van naleving regel.
e Niet inhalen met name lastig voor bijvoorbeeld
snelle (e-bike) fietser en bezorgers.
35
36
Ruimte voor OV-reizigers
In de afgelopen jaren is het openbaar vervoer explosief gegroeid. Op vele trajecten zijn frequentieverhogingen
doorgevoerd en zijn grote stappen gezet naar een kwalitatief hoogwaardig OV-aanbod. Het openbaar vervoer
vervoert grote groepen mensen op een ruimte-efficiënte wijze. Voor veel Amsterdammers en mensen buiten
Amsterdam, maakte openbaar vervoer onderdeel vit van de dagelijkse routine.
Het openbaar vervoer verhoudt zich slecht tot de 1,5 meter richtlijn. Zonder tegenmaatregelen, daalt de
capaciteit in het openbaar vervoer tot 10-20% van de reguliere capaciteit. Ook stations en haltes zijn niet
ingericht op de 1,5 meter samenleving. Op dit moment wordt gewerkt aan (afronding van) landelijke
protocollen voor de herstart van het openbaar vervoer. Vervoerregio Amsterdam en GVB zijn hierbij betrokken
als concessieverlener en concessiehouder aangesloten.
In de landelijke protocollen wordt ingegaan op mogelijke inrichtingsmaatregelen voor voertuigen, stations en
haltes. Naar verwachting wordt het protocol voor het openbaar vervoer in mei 2020 definitief gemaakt. De
gemeente Amsterdam heeft als beheerder van de bus- en tramhaltes hierin een directe rol. Op metrostations is
de gemeente Amsterdam wel de eigenaar, maar is het dagelijks beheer gemandateerd richting GVB.
Maatregelen in de voertuigen vallen binnen de verantwoordelijkheid van de vervoerder.
Maatregelen, meer ruimte voor de reizigers van het openbaar vervoer
GVB zet in op verschillende communicatiemaatregelen richting de reiziger om zo goed mogelijk de beschikbare
capaciteit te benutten. Hierbij is het zeer behulpzaam als er vanuit het Rijk een duidelijke boodschap komt over
een doelgroepenbenadering, bijvoorbeeld dat het openbaar vervoer in de spits alleen gebruikt kan worden door
personeel van vitale sectoren. Tevens wordt in overleg met het Rijk overlegd gevoerd over het op verantwoorde
wijze afschalen van de 21,5 meter richtlijn voor het openbaar vervoer.
In het verlengde van de aanpak ín de voertuigen, zet GVB ook niet in op fysieke maatregelen op tram- en
bushaltes. Hiervoor ontbreekt op het merendeel van de tram- en bushaltes de ruimte om dit goed en
hanteerbaar in te richten. De maatregelen zoals voorgesteld in het algemene OV-protocol laten zich niet 1 op 1
vertalen naar haltes in de stedelijke omgeving van Amsterdam.
In overleg met GVB is vastgesteld dat maatregelen in de openbare ruimte om wachtruime voor de wachtende
OV-reizigers wél van toegevoegde waarde zijn. Hiermee wordt het haltegebied tijdelijk in omvang verruimd om
wachtende reizigers voldoende afstand tot elkaar te laten houden. De onderstaande maatregelen geven hier
invulling aan.
Gescheiden Gemengd Stedelijk Lokaal
profiel profiel College DB
(GOW, 50 (ETW, 30 oft Ujjd oft Ujjd
km/uur) it) (M109)
OV1 . . *
halteomgeving; op trottoirs
Inrichten wachtgebied buiten dedicated vl vl
parkeerplaatsen
%) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. In dit geval kan het DB wél besluiten
over aanpassingen van haltes op hoofd- en plusnet OV, maar niet als dat impact heeft op het functioneren van
plusnet fiets, plusnet auto of hoofdnet auto. Bijvoorbeeld omdat rijstroken of fietspaden afgesloten moeten worden.
37
Bij de maatregelen gelden in algemene zin de volgende aandachtspunten:
e Doorstroming van openbaar vervoer en betrouwbaarheid van de dienstregeling blijft een belangrijk
uitgangspunt voor Amsterdam. Ondanks de beperkingen van het openbaar vervoer op de korte
termijn, zetten we in op het zo veilig en betrouwbaar mogelijk vervoeren van zoveel mogelijk mensen
met het openbaar vervoer. Indien doorstroming en betrouwbaarheid in het geding komen, kunnen
hiervoor maatregelen getroffen worden zoals elders in de menukaart opgenomen (beïnvloeden
verkeerscirculatie overig verkeer en inregelen VRI's). Halteren zal met de 1,5-meter maatregelen langer
duren, voorkomen moet worden dat er onnodig veel andere vertragingen optreden door filevorming
waar OV geen vrije baan heeft.
e De Amsterdamse OV-haltes zijn nog lang niet overal optimaal toegankelijk. Bij het tijdelijk
herverdeling van de openbare ruimte is het wenselijk om de toegankelijkheid van haltes waar mogelijk
te verbeteren, en op zijn minst niet te verslechteren. Gelet moet worden op zaken die in de richtlijnen
voor toegankelijke haltes zijn opgenomen. Te denken valt aan voldoende diepte van de halte,
obstakelvrije ruimte, hoogte van de halte, op- en afritjes in het trottoir.
e Reizigers hebben vooral behoefte aan duidelijkheid: wat mag wel en wat mag niet? Er moeten nieuwe
gewoontes ontstaan bij de reizigers. Daarom is het uitgangspunt dat we zoveel mogelijk werken met
heldere, uniforme regels: consequent zijn. Herkenbare uniforme situaties verlagen voor reizigers
namelijk de drempel om zich aan de gewenste regels te houden. Daarbij is een extra uitdaging dat er
verschillende vervoerders en beheerders zijn die over OV communiceren.
Br O4 De 11E
ra at ee Ee aa TERI:
eu Re a 5 nn je 1
rn LEON 0 SON
oe EE SU Ie ST Viva Nl Did
ER Sn SR is Me ID
ien Ir Re Sen AES : NN
Se rn Dn me MSN Ben | Ln
ER nt Wi on Us mn Se AE dik btn HD Se
L | SE en Ld || (lk | Ë Ammi US Na EEN, bj RE fl ij ee ib
a JM Wd EE ide sn Ee
mi Der Ten, Ie LS Vene e kij An a 21
nn en KEE, re mg q,
EE OO inl
RR ___— eee
a Ee ee 5 2E == = en
— |
me el
en
38
Inrichten wachtgebied buiten
‘dedicated’ halteomgeving; OPENBAAR VERVOER [ova]
trottoirs
Maatregel Randvoorwaarden
Ondanks de lagere capaciteit van het OV, zijn veel e Voldoende ruimte op het trottoir in relatie tot
binnenstedelijke haltes niet voldoende ruim opgezet andere functionaliteiten op het trottoir
om wachtende reizigers conform de 21,5 meter
richtlijnen op te stellen. In voorkomende gevallen Combinatiemogelijkheden
wordt een deel van de naastgelegen openbare ruimte |e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va]
hiervoor ingezet. e _Eénrichtingsverkeer voor voetgangers [v2]
e Fietspad wordt trottoir [v3]
Aangezien de extra ruimte ingezet wordt voor
stilstaande mensen, verhoudt dit zich niet tot Positieve aspecten
verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt e _ Eenvoudig in te richten tegen lage kosten
daarom met visuele middelen afgebakend van de rest
van het trottoirfopenbare ruimte Negatieve aspecten
e Grote druk op schaarse ruimte op trottoir
Complexiteit maatregel : middel e Locatie outillage niet meer in overeenstemming
Effectiviteit maatregel : hoog met wachtgebied reizigers
‚ ‚ e Locatie reizigersinformatie is niet meer in
Toepassingsgebied overeenstemming met wachtgebied reizigers.
* _Trottoirs e Eenvoudig te negeren door gebruikers
e Voetgangersgebieden
Aandachtspunten
Uitvoering e Met name bij de gecombineerde haltes en bij de
* Plaatsen van markeringen (wegenverf, wit) om drukste locaties, is aanvullende inzet van
vakken voor wachtende reizigers te markeren servicepersoneel gewenst
* _Plaatsen bebording/communicatie vitingen e Toegankelijkheid voor mensen met een fysieke
beperking dient zo goed mogelijk geborgd te
worden, ook in tijdelijke situaties
39
Inrichten wachtgebied buiten
1 1 r 1 =
dedicated halteomgeving; OPENBAAR VERVOER [ov2]
fietspaden, rijbanen,
parkeerplaatsen
Maatregel Randvoorwaarden
Ondanks de lagere capaciteit van het OV, zijn veel e Voldoende ruimte op het trottoir in relatie tot
binnenstedelijke haltes niet voldoende ruim opgezet andere functies op het trottoir, om anderhalve
om wachtende reizigers conform de 1,5 meter meter afstand tot elkaar te kunnen houden.
richtlijnen op te stellen. In voorkomende gevallen
wordt een deel van de huidige naastgelegen Combinatiemogelijkheden
parkeerplaatsen, fietspaden en/of rijbanen voor e Maatregelen die fietsers of autoverkeer omleiden
autoverkeer ingezet. [V3, V6, V7]
e Maatregelen die voorzien in het anders gebruik
Deze maatregel is alleen mogelijk in combinatie met van ruimte voor geparkeerde auto’s [va]
maatregelen die fietsers of autoverkeer omleiden [V3, | e Maatregelen die voorzien in het anders gebruik
V6, V7] of voorzien in het anders gebruik van ruimte van ruimte voor rijdende auto's [V10]
voor geparkeerde auto’s [va] of rijdende auto’s [V1o]
Positieve aspecten
Aangezien de extra ruimte ingezet wordt voor e _ Eenvoudig in te richten tegen lage kosten
stilstaande mensen, verhoudt dit zich niet tot
verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt Negatieve aspecten
daarom met visuele middelen afgebakend van derest |& Grote druk op vrijgekomen ruimte
van het trottoir/openbare ruimte e _ Zolang wachtruimte noodzakelijk is voor OV, zijn
de onderliggende maatregelen ook noodzakelijk /
Complexiteit maatregel : hoog onomkeerbaar
Effectiviteit maatregel : hoog e Locatie outillage niet meer in overeenstemming
met wachtgebied reizigers
Toepassingsgebied e Locatie reizigersinformatie is niet meer in
* __ Gescheiden profielen (GOW, 50 km/uur) overeenstemming met wachtgebied reizigers
* __ Gemengde profielen (ETW, 30 km/uur), maar e Eenvoudig te negeren door gebruikers
alleen m.b.t. parkeerplaatsen
Aandachtspunten
Uitvoering . e Verkeersveiligheid dient geborgd te zijn. Indien er
*_Aanbrengen markeringen om wachtruimte aan te rijbanen gesitueerd zijn tussen de wachtplek en de
geven (wit, wegenverf) halte dient een veilige oversteekmogelijkheid
e Plaatsen fysieke afzettingen om rijdend verkeer gefaciliteerd te zijn.
en wachtende reizigers te scheiden (bijvoorbeeld |< Met name bij de gecombineerde haltes en bij de
barriers) drukste locaties, is aanvullende inzet van
e Plaatsen bebording/communicatie uitingen servicepersoneel gewenst.
e Toegankelijkheid voor mensen met een fysieke
beperking dient zo goed mogelijk geborgd te
worden, ook in tijdelijke situaties.
RUIMTE VOOR
AUTOVERKEER
41
Ruimte voor autoverkeer
Maatregelen om meer ruimte te geven aan bijvoorbeeld voetgangers en fietsers, zoals beschreven in de
voorgaande hoofdstukken, gaan mogelijk ten koste van de beschikbare ruimte voor het autonetwerk en het
parkeren. Om te voorkomen dat de stad vastloopt kunnen maatregelen nodig zijn om de bereikbaarheid en
doorstroming, in ieder geval op cruciale corridors, te behouden. Dit voor bijvoorbeeld nood- en hulpdiensten,
OV, taxi's, doelgroepenvervoer en logistieke functies.
Maatregelen, ruimte voor autoverkeer
Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om ruimte voor noodzakelijk
autoverkeer te waarborgen. In de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op
gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op
erftoegangswegen (ETW) met een gemengd profiel en een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is
aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis
van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’.
Gescheiden Gemengd Kruispunten Stedelijk Lokaal
profiel profiel College DB
(GOW, 50 (ETW, 30 of Und of Und
aard) km/uur)
meen VON
a2 _Circulatiemaatregelen voor auto's v Nl Nl
a3 Alternatieve parkeergelegenheid v Nl
%*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto.
Alle maatregelen zijn nader vitgewerkt op de volgende maatregelenbladen.
In algemene zin gelden bij vitvoering de volgende aandachtspunten:
e Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten. Verder moeten
maatregelen gebeuren binnen de randvoorwaarden voor (veilige) kruispuntafwikkeling en
tunnelwetgeving.
e Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven.
e Bereikbaarheid en veiligheid ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen moeten geborgd blijven.
e Bereikbaarheid voor mindervaliden moet geborgd blijven (bijv. beschikbaarheid van
gehandicaptenparkeerplaatsen en bereikbaarheid daarvan per auto, maar ook oversteekbaarheid bij
éénrichtingsverkeer voetgangers, overbruggen van hoogteverschillen, etc).
e Bereikbaarheid voor logistieke sector moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden en laad-
en losplekken). Met name omdat ruimte hiervoor onder druk zou kunnen komen te staan, terwijl door
anders inrichten van wegen de impact van tijdelijk stil staan groter zou kunnen worden.
e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn en/of ze kunnen gebruikt worden voor inzichten
voor toekomstige beleidskeuzes.
e Continue monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat
worden op de weg.
42
e De parkeerdruk zal oplopen als parkeerruimte voor andere doeleinden nodig is. Moeilijk kunnen parkeren
met de auto zal tot onvrede leiden, zeker zo lang het OV nog beperkt gebruikt kan worden. Daarom is het
van belang om te zoeken naar alternatieve parkeerruimte (bijv. bewoners tijdelijk gratis op P+R). Verder is
het de verwachting dat door de druk op het huidige OV er mogelijk een extra soort van OV komt
(werknemersvervoer) dat tot tijdelijke P&R locaties kan leiden en ook op tijdelijke stopplekken/bushaltes op
de weg. De impact moet worden meegewogen in de maatregelen.
© Indien een parkeerplaats voor een ‘klassieke deelauto' (vaste standplaats) tijdelijk opgeheven moet worden
of onbereikbaar wordt door tijdelijke maatregelen, moet een oplossing worden gevonden. Bijvoorbeeld
door deze te verplaatsen in overleg met de aanbieder.
43
elen ed 0,
ht
A ek
re Ae
EE me
EEn RS
ES
Maatregel Uitvoering
Het tijdelijk herzien van de belangrijke autoroutes. e Vitale corridors benoemen
Ook zou het kunnen dat er tijdelijke nieuwe vitale e Doorstroming en bereikbaarheid van deze
routes nodig zijn. Deze routes hebben als doel om de routes in kaart brengen met een verwachting
bereikbaarheid van de stad te garanderen en het voor de komende tijd
verkeer op de meest geschikte wegen te e _ Als andere corridors benoemd worden, moeten
concentreren. Op routes die buiten deze belangrijke nieuwe prioriteiten meegegeven worden aan
routes vallen kan eerder aan maatregelen voor een verkeersmanagement
tijdelijke herverdeling van de openbare ruimte
gedacht worden. Deze maatregel heeft dus Randvoorwaarden
nadrukkelijke fysieke samenhang met de wens voor [| e Extra aandacht voor bereikbaarheid vitale
andere maatregelen. functies, zoals routes hulpdiensten, zorg,
ziekenhuizen
Complexiteit maatregel: midden-hoog e Capaciteit parkeergarages en P+R's moet
Effectiviteit maatregel: midden-hoog optimaal benut worden en daarmee
toegangswegen op orde
Toepassingsgebied e _ Monitoring doorstroming en bereikbaarheid
e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e _ Verkeersveiligheid
e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur)
e _ Kruispunten Combinatiemogelijkheden
In de binnenstad is enerzijds, over het algemeen, de | & Ruimte maken voor andere functies
beschikbare ruimte het schaarst, en anderzijds blijkt | « Circulatiemaatregelen [a2]
hier de afgelopen weken relatief gezien de grootste | Alternatief parkeren [a3]
afname in auto-intensiteiten (Bron: Paasupdate:
mobiliteitsgedrag tijdens coronacrisis. Data-analyse | positieve aspecten
over stad Amsterdam). e _ Noodzakelijk als basis voor andere
maatregelen door ruimte te creëren
e Stad blijft bereikbaar
Negatieve aspecten
e Kanten koste gaan van een logische opbouw
van het autonetwerk, de doorstroming en
betrouwbaarheid/robuustheid van het netwerk
4h
Circulatiemaatregelen voor auto's
| B
| k f
ie
Maatregel Randvoorwaarden
Circulatiewijzigingen in autonetwerk (knips, e Goed verkeerscirculatieplan
éénrichtingsverkeer). Om ruimte te maken voor e Bereikbaarheid nood-en hulpdiensten, OV,
andere functies en toch de bereikbaarheid te logistiek, doelgroepenvervoer, en taxi moet
garanderen. gegarandeerd worden
e _Inzichtin impactop OV en laad- en losplekken
Complexiteit maatregel : hoog voor logistiek, doelgroepenvervoer en
Effectiviteit maatregel : midden taxivervoer
Toepassingsgebied Combinatiemogelijkheden
e ETW, 30 km/uur e Ruimte maken voor andere functies.
® GOW, so/km/h e _Autonetwerken [aa]
e Kruispunten
Positieve aspecten
Uitvoering e Kan snel ruimte opleveren voor voetgangers op
e Plaatsen borden die plekken waar dat het meest nodig is
e Fysieke barrières plaatsen e Veiligheid en ruimte voetgangers en fietsers
* Zorgen dat het in navigatie-apps wordt
meegenomen Negatieve aspecten
e Aanpassen kruispunten en verkeerslichten e Grotere circulatie-ingrepen kunnen complex zijn
fysiek en in regeling e _Impactop OV en logistieke laad — en losplekken
45
Alternatieve parkeergelegenheid AUTO [a3]
Ee A
nm eN \ ps Dan
Dn N Pal Ee
Maatregel Uitvoering
Vanuit maatregelen zoals beschreven bij ruimte e _P(+R)locaties zoeken/aanwijzen
voor voetgangers en fietsers zal mogelijkeen claim | @ _ Doorstroming en bereikbaarheid van de routes in
gelegd worden op straatparkeren. Dat betekent kaart brengen met een verwachting voor de
dat er slimmer omgegaan moet worden met komende tijd
parkeergarages, publiek en privaat. Daarnaast zal e _ Uitzoeken waar in de stad slim gestopt kan
er meer parkeergelegenheid op afstand (aan de worden voor vervoer passagiers, rekening
rand van de stad) gebruikt (gerealiseerd) moeten houdend met impact op doorstroming
worden. Dit betreft zowel parkeren voor bewoners,
zakelijk (werknemers) als bezoekers. Randvoorwaarden
e Capaciteit bestaande parkeergarages en P+R's
Vanuit autonetwerken betekent dit dat: moet optimaal benut worden
-__er nagedacht moet worden over het goed e _Verkeersveilig
bereikbaar houden van de parkeerlocaties;
-__ er wellicht extra belangrijke routes ontstaan Combinatiemogelijkheden
vanuit deze parkeerlocaties of naar deze e Ruimte maken voor andere functies
parkeerlocaties; e _Autonetwerken [aa]
…_er mogelijk (tijdelijke) stopplekken op/naastde |, circulatiemaatregelen voor autoverkeer [aa]
weg moeten worden gerealiseerd, naast de
beschikbare bushaltes, voor het faciliteren van Positieve aspecten
extra vervoer van en naar de parkeerlocaties. e Noodzakelijk als basis voor andere maatregelen
door ruimte te creëren ten koste van
Complexiteit maatregel : hoog straatparkeren
Effectiviteit maatregel : hoog e _ Stad blijft bereikbaar
Toepassingsgebied Negatieve aspecten
*__ ETW, 30 km/uur, Kan ten koste gaan van een logische opbouw van het
* _ GOW, so km/uur, autonetwerk, de doorstroming en betrouwbaarheid
Parkeren {robuustheid van het netwerk
SNES
OP EN ROND
HET WATER
47
Ruimte op en rond het water
Ook het water is openbare ruimte. Ruimte die we gebruiken om mensen en goederen te vervoeren, maar ook
om te recreëren. Ook hier moeten we elkaar de ruimte geven. Zo lang het niet te druk wordt op het water is het
goed mogelijk dat vaartuigen doorgaans niet binnen 1,5 meter van elkaar komen. Opstoppingen moeten
uiteraard voorkomen worden. Afstand houden rondom het water vraagt ook aandacht. Het op- en afstappen
van passagiers moet veilig gebeuren, maar neemt daarmee wellicht meer tijd en ruimte in beslag dan we
gewend zijn. Ook bij de sluizen moeten we opletten, want bij een volle sluis is het moeilijk om de benodigde
afstand te borgen tussen de vaartuigen.
Maatregelen, voldoende ruimte op en rond het water
Op de volgende pagina's worden maatregelen omschreven die bijdragen aan de veiligheid op en rond het
water, met inachtneming van het anderhalvemetercriterium. Alle maatregelen zijn toepasbaar op al het
binnenwater in Amsterdam.
È à N Ts: ZN \ Ls Er } ki Ir Ee NX amtamanaterteree _ Doorvaartprofielen
e A4 1 e k kin Ke) ij NA Re si / 5 h 4 p Pi, x Gemeente Amsterdam
SDN Kn RR, ds Een EE
A heid, EC EN CN EEN
| In INN L nd at CN ET EN CN ECS
e= 5 al IE 4 Da lef ej e jeee|
LIE SV ae Nan NL De jeje eee)
Ni AE geen eeen il Eten je
Nn: es EE a ree Anes M ren
Er rd Seed L Hà sate Lee
# ik En | - DE ä ij \ iN d el et ek
ir nel a h Ab) : 5, ik We En En HET U SS ee
emd ef S i V d /) KE ae Ee Ji rik a
Î as h _ s } E = ei Î { 3 ke
! # tl ll fs Tg mn
Pr Ë 5 tet Ae ke or
Fr k Ee Í » ; t DE zj w „ gm he, BUITEN 1
EREN , B LET AE (Ni Si
B hd) E Ee ee Ni SZ et Ne
ze ij Er 4 fe al Raf t ee obs en:
î Ee —el - / din # 5 ee 2 Oe AS
zi \ eel | sr Am e pe LN dt ARN 5
L ae E ik d Vk mr RG A
B \ pe : 7 E 5 en
ij ariel 4 a \ el ï Fi SA 7 LS en
ae Jd zi 7 SAS NORD
pn ne A TND Dn Lr
1 KE EE in Edel NK APA md NA |
Ee mn RL BEN rs Er AET p; Etn Ml
sl SN Obee hema, laas { EN koel bean
48
Ed za jet. se, el Bray
beck man f‚ SE GE rf IN
en en Eren A aen
Maatregel Randvoorwaarden
Amsterdam kent veel water, maar op sommige e _ Juridische borging via verkeersbesluiten.
plekken is de doorvaartruimte smal. Bijvoorbeeld in| e _ Meetgegevens van de ‘digitale gracht’ en
sluizen en in krappe bochten waar grotere handhaving van de vignetplicht noodzakelijk, om
vaartuigen moeten manoeuvreren. Daar kunnen te monitoren waar problemen ontstaan
knelpunten ontstaan ten aanzien van de e Versneld toevoegen van meer sensoren
anderhalvemeterregel. Goede doorstroming en e Routes dienen rekening te houden met
voldoende ruimte voor het vaarverkeer zijn afvaartpunten
essentieel om dat te voorkomen. Er zijn een aantal | e Aanpassingen rondom sluizen vragen om
oplossingsrichtingen mogelijk, namelijk: voldoende gekwalificeerd personeel om ter
° _ Het werken met tijdvakken voor plaatse te bedienen én voorzieningen ter plaatsen
passagiersvaart en pleziervaart (de burgwachtershuisjes zijn verkocht).
e Vaste routes voorschrijven
e Aanpassing bij sluizen Positieve aspecten
e _Nachtvaarverbod - -
e Het (tijdelijk) verbieden van specifieke e Pleziervaart in (het centrum van) Amsterdam kan
typen vaartuigen, zoals bijvoorbeeld weer worden toegestaan
waterfietsen e Werken met tijdvakken is eenduidig en
overzichtelijk voor iedereen
Uitvoering e Werken met vaste routes biedt mogelijkheid voor
® Tijdvakken: bijvoorbeeld passagiersvaart tot ca. het scheiden van de gebruikersgroepen in ruimte
14:00 uur en daarna pleziervaart tot ca. 22:00 en voorkomt onderlinge conflicten
uur. Transport over water zal 's avonds, indien |® Aanpassingen m.b.t. sluizen verhelpen de
noodzakelijk 's nachts en in de vroege ochtend belangrijkste bottlenecks in het netwerk van
plaatsvinden Amsterdamse vaarwegen
e Routes: vaste routes voorschrijven voor e Nachtelijk vaarverbod voorkomt dat men gaat
passagiersvaart en pleziervaart om varen op het moment dat handhaving ontbreekt.
verkeersstromen te scheiden. Bijvoorbeeld met
eenrichtingsverkeer, om opstoppingen te Negatieve aspecten
voorkomen en knelpunten te vermijden. « Maatregelen zijn ingrijpend en beperken de
® _ Sluizen: lokaal bedienen of stewards inzetten vrijheid om gebruik te maken van het water
om voldoende afstand te behouden.
e Nachtelijk vaarverbod voor allesbehalve Aandachtspunten
transport en hulpdiensten 22:00 — 10:00 uur, e _Voorschrijven routes vraagt om een eerlijke
omdat handhaving op deze tijdstippen beperkt verdeling van de attracties tussen beroepsmatig
mogelijk is. toerisme en de individuele recreant
e_ Vaarverbod: verbod op verhuur en gebruik van . Verbod op waterfietsen treft de verhuurders van
waterfietsen is wenselijk vanwege de slechte waterfietsen, terwijl andere rederij-activiteiten
manoeuvreerbaarheid waardoor 1,5 m regel wel (met aanpassingen) weer doorgang kunnen
onder druk komt te staan. vinden.
49
Maatregel Randvoorwaarden
Binnen de mogelijkheden van een e Uitwerken van maatregelen in nadere regels, vast
anderhalvemetereconomie zal de passagiersvaart te stellen door het college van B&W.
niet op haar volume van voor de coronacrisis Ondernemers dienen in de eigen bedrijfsvoering
kunnen opereren. Naar verwachting zal in 2020, op vaartuigen en op de wal de 1,5 meter afstand
maar ook nog in 2021 het toeristisch aanbod lager tussen passagiers te borgen.
zijn zodat hier een hanteerbare situatie kan
ontstaan waarbij bedrijfsvoering mogelijk is. Positieve aspecten
Oplossingen daarvoor zijn te verdelen in drie e Veilige afstand (1,5 meter) tussen passagiers kan
componenten: het op- en afstappen, de passagiers geborgd worden.
aan boord en het volume van de rondvaart. e Ruimte voor de sector om de bedrijfsvoering
voort te zetten.
Mogelijke maatregelen zijn:
e Uitsluitend vooraf gekochte kaartjes voor een | Negatieve aspecten
specifiek tijdstip toe te staan e Het anderhalvemetercriterium beperkt het aantal
e _Verplichten vooraf te boeken en het tijdelijk passagiers dat aan boord kan. De inschatting is
uitbreiden van enkele geschikte vaste dat dit ondanks de beperkingen rendabel kan zijn
afvaartlocaties Voor de grotere vaartuigen. Bij kleinere
e Aanpassen van de logistiek bij in- en vaartuigen hangt dit sterk af van het vaartuig
uitstappen, zoals het scheiden van in- en
uitstaplocaties Aandachtspunten
e Beperken aantal passagiers aan boord e Het tijdelijk uitbreiden van vaste afvaartlocaties
e Invoeren van tijdslots voor de rondvaart dient in overleg met de omgeving plaats te vinden
e Mogelijk is er in de uitwerking van nadere regels
Uitvoering verschil te maken is tussen open en gesloten
e _Reguleren van de (maximale) bezetting van vaartuigen, met het oog op de risico’s ten aanzien
vaartuigen, om 1,5 meter afstand aan van de verspreiding van het virus
boord te garanderen
e Aanpassingen in de bedrijfsvoering,
waaronder het voorzien in online
kaartverkoop en het aanpassen van
logistiek bij het in- en uitstappen, zodat
men voldoende afstand kan houden
e Aanpassingen in de openbare ruimte, zoals
bijvoorbeeld tijdelijk enkele geschikte
openbare locaties aan te wijzen als vaste
afvaartlocaties. Dit vraagt tevens
toewijzing en inrichting van openbare
ruimte als opstelruimte voor passagiers
5o
Aanpassingen rond de veren
en ER 5 ek | le
| k ek ]
BÀ: Hil | te ee
Î el lat nr mr 7 en de N Dek
en ek RN 2 5 ir
medi > 5 NN Ke À
en sE je Ee
VE ai ni Á tE eit k Ge j
md EE a L & BE p En En À rs vee
NS EE : % oe
Maatregel Randvoorwaarden
De reguliere aanlandingen bieden niet voldoende ruimte e Voldoende ruimte op de aanlanding en de
om wachtende passagiers conform de 1,5 meter richtlijnen aangrenzende openbare ruimte om de
op te laten stellen. Om dit wel mogelijk te maken, kan een groepen te scheiden
deel van de naastgelegen openbare ruimte als wachtruimte |e Contracteren uitbreiding instapbegeleiding
worden ingezet. Dit vraagt om aanpassingen in de e Voldoende capaciteit voor handhaving
openbare ruimte.
Positieve aspecten
Complexiteit maatregel : middel e Veiligheid rondom de veren wordt geborgd.
Effectiviteit maatregel : middel e Eenvoudig inte richten tegen relatief lage
kosten.
Toepassingsgebied
e _ Aanlandingen en aangrenzend openbaar gebied Negatieve aspecten
e Locatie outillage niet meer overeenkomstig
Uitvoering wachtgebied passagiers
Realiseren van extra wachtruimte e Maatregelen zijn eenvoudig te negeren door
e Plaatsen fysieke afzettingen: wachtruimte is uitsluitend gebruikers, veel capaciteit nodig voor
bedoeld voor stilstaande mensen. Dit verhoudt zich begeleiding, toezicht en handhaving (met
niet tot verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt hoge kosten)
daarom met visuele en fysieke middelen afgebakend © _ Grote druk op schaarse ruimte bij CS
van de rest van de openbare ruimte
* _Erdient eenrichtingsverkeer ingesteld te worden op de | Aandachtspunten
aanlandingen, zodat in- en uitstappers elkaar niet ® _ Het kan nodig zijn om ook de wijdere
onnodig passeren omgeving van de aanlandingen anders in te
e Inzet van instapbegeleiding en handhaving is richten, voorsorterend op scheiding
noodzakelijk om alles in goede banen te leiden reizigersstromen bij de aanlandingen.
e Plaatsen bebording/communicatie uitingen
® _ Standaard oplossing is niet mogelijk, de plannen
worden voor alle aanlandingen langs het IJ verder
uitgewerkt
51
Voortgang van transport en bouwlogistiek WATER [wa]
UEC
OTS SAN
Ls; B ON IN F
SE & SNN \
ES SN \ iN
SE DSN d EN Í NN
L Di on SN % Í h
RS RN \ Nn Ì
Be |
es |
Ee I rn
| RE N \ | RE
SEE \ l EEE al em.
Wal ì
En k :
Nn or Eem en Lain Ee:
| Ì p a 7” er : nk: El d | ren ek U 5 TN 5
rn hm mi je ndi
K eea Ì Er. ad \ We. her f she et | ie E L
lt de has CUE ma: Onde
ee Ni Zh oenen:
Voor goederenvervoer, afval en bouwlogistiek zijn er naast algemene gedragsregels in principe geen extra
maatregelen noodzakelijk. Het betreft het leveren en ophalen van zaken met een vaartuig. Deze vaartuigen
kennen normaal een bemanning van een schipper en doorgaans 1 of 2 bemanningsleden die door de omvang
van het vaartuig voldoende afstand kunnen houden.
Op de wal dient er met een zichtbare strook te worden aangegeven dat er op de aangegeven locatie iets kan
worden neerzet, opgehaald of aangemeerd kan worden. Mogelijk is het tijdelijk anders gebruik van
parkeerplaatsen [v4] nodig om voldoende ruimte te bieden voor laden en lossen op de kades.
Werken vanaf een ponton of bouwschip, bijvoorbeeld met drijvende kraan, is in essentie niet anders als een
reguliere bouwplaats en daar dienen dezelfde maatregelen te worden genomen.
52
Faciliteren van veilige pleziervaart
En
en
s Ne ETRA DIE
Kl le Otten ct A Pe EE LER
nn ER EE eN En
Maatregel Randvoorwaarden
De grootste uitdagingen met betrekking tot de e Inzet van de ‘digitale gracht’
pleziervaart zijn het volume en de relatief kleine e Juridische borging via verkeersbesluiten en
vaartuigen. collegebesluiten (max. aantal inzittenden is een
orde maatregel)
Er zijn twee oplossingsrichtingen om de pleziervaart | © Handhaven van een strikte verplichting tot het
mogelijk te maken, met inachtneming van het beschikken over een vignet
anderhalvemetercriterium: e Handhaving op dagkaarten
|. Het volume beperken
IL, Het aantal personen per vaartuig beperken. Positieve aspecten
e Pleziervaart in (het centrum van) Amsterdam
Beiden zijn noodzakelijk in combinatie met elkaar. kan weer worden toegestaan
e Dit isop afstand eenvoudig te controleren en
Uitvoering voorkomt onnodig aanhouden en debat of een
e _Om het volume te beperken kan gewerkt groep personen wel of niet een huishouden is
worden met dagkaarten
e Een vast aantal dagkaarten kan middels het | Negatieve aspecten
BHG vignet uitgegeven worden e De vrijheid om in Amsterdam te varen wordt
e Het beperken van het aantal passagiers kan beperkt
het beste ingestoken worden door te kiezen
voor een vast maximum aantal passagiers Aandachtspunten
per type vaartuig e Omgang met de vaartuigen die al in het gebied
e Meteen collegebesluit kan het maximum afgemeerd zijn, maar dit is controleerbaar
aantal passagiers per type vaartuig e Veilig opstappen en onderling afstand houden in
voorgeschreven worden jachthavens vraagt om aanpassingen in de
jachthaven. Dit is in essentie iets dat per
jachthaven door de ondernemer geregeld dient
te worden
_Op sommige locaties meren vaartuigen naast
elkaar af, hier zou een verbod op afgegeven
kunnen worden voor openbaar water voor zover
dit nu wel toegestaan zou zijn (beperkt aantal
locaties). Op privé locaties zal de eigenaar hier
zorg voor moeten dragen
RUIMTE VOOR
RECREANTEN
54
Ruimte voor recreanten
Zodra de utilitaire ruimte voor fietsers en voetgangers geboden is, kunnen we ruimte bieden aan recreatieve
functies. Dat is van belang om de stad leefbaar te houden, zeker als het anderhalvemetercriterium nog
maandenlang ‘het nieuwe normaal’ wordt; ook gedurende de zomervakantie waarbij veel Amsterdammers in
de stad zullen blijven.
Bij het faciliteren van recreatie gaan we vooralsnog vit van het stimuleren en faciliteren van actieve en
individuele recreatie (wandelen, hardlopen, fietsen), niet van langdurig verblijf (picknicken, barbecueën,
samenkomen).
Voor al deze opties geldt dat ze actief het naar buiten gaan aanmoedigen. Communicatie, toezicht en
handhaving om samenscholingen te voorkomen zijn belangrijke aandachtspunten. Op de volgende bladen zijn
de maatregelen nader vitgewerkt.
Maatregelen, meer ruimte voor recreanten
Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om recreatieve functies meer ruimte
te geven. In de tabel zie je waar de maatregelen toepasbaar zijn in straten, op pleinen, in stadsparken, in
buurtgroen of in semi openbare ruimte (sportparken, parkeerterreinen voor evenementen, etc.). Ook is
aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis
van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’.
Maatregelen SLIK TT SIE: le in ie ISLA Stedelijk Lokaal
er ASN groen openbare College DB
aas besluit besluit
Beter benutten \ \ \ vl l
rL . .
recreatieruimte
Fietsers verbieden op pleinen \ \ \ l le
ra
en parken
Heropenen van sportparken vl
nnn \
Anders gebruik van X vl ve
r
4 verkeersruimte
r5 Activeren ongebruikte ruimte vl
%*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto.
Bij al deze maatregelen is het aandachtspunt dat het faciliteren van recreatie op gespannen voet staat met het
voorkomen van samenscholingen en drukte. Intensieve communicatie, toezicht en handhaving zijn
randvoorwaarden om recreatie mogelijk te maken.
55
Beter benutten recreatieruimte
EN PRE vel RES. Bi ra WIEN
EK ane det nl ri) KONE} el
Ef en el Ee
CN 8 E eN Eer
Ee 5 dl
Maatregel Randvoorwaarden
Amsterdam kent een diversiteit aan groen en e Toezicht & monitoring, om onacceptabele drukte
recreatieruimte: vanaf de Gaaserperplas tot aan de te voorkomen
Tuinen van West. En van het Museumplein tot de
buurtpleintjes. Niet al deze plekken zijn even bekend | Combinatiemogelijkheden
of geliefd. Daardoor zien we nu de drukte insommige |e Activeren ongebruikte ruimte [r5]
stadsparken en langs kades toenemen, terwijl er
elders nog volop ruimte is voor een wandeling, een Positieve aspecten
fietstocht of om even in de zon te zitten. Het spreiden | e Meer ruimte voor Amsterdammers
van de recreatiedruk over älle recreatieve ruimte inde | e Spreiden van de druk
stad zorgt dat iedereen voldoende ruimte heeft.
Negatieve aspecten
Complexiteit maatregel laag e Drukte neemt toe op plekken waar het nu nog
Effectiviteit maatregel : middel niet druk is, meer handhaving nodig
Toepassingsgebied Aandachtspunten
e _Recreatiegebieden die nu niet intensief gebruikt | Druk op het groen neemt toe in gebieden die
worden, waaronder: normaal een lage gebruiksdruk kennen. Risico op
o _Scheggen schade, intensiever beheer is mogelijk nodig
o__Onderbenut buurtgroen e Meer risico op verontreiniging, mogelijk
o_‘Rafelranden’, bijvoorbeeld de groene intensievere schoonmaak / legen afvalbakken
zomen langs bedrijventerreinen. nodig
Uitvoering
e Online campagne om ‘onontdekte openbare
ruime! onder de aandacht te brengen
e Recreatieve routes uitstippelen, bijvoorbeeld
digitaal te downloaden, door gebieden waar de
druk nog niet te hoog is
e Plaatsen bebording / grondmarkeringen op zeer
drukke plekken, om alternatieven in de buurt aan
te geven
56
Fietsverbod parken en pleinen
EA " SDE
ef / 3 Dh
is ne he ABE A
E a be 5 3 & | E Á à gn eN
ek EA ne |
(\ | En Ds É : za N° ar 2
8 | er fran
Maatregel Randvoorwaarden
Nu het aantal mogelijkheden voor recreatie beperkt is | © Handhaving
en mensen dicht bij huis blijven, worden de parkenen |e _Indientoegepast op parken/pleinen die onderdeel
pleinen intensiever gebruikt om te sporten, te spelen uitmaken van het plusnet fiets is een volwaardige
en een frisse neus te halen. Daarbij kunnen er omleidingsroute noodzakelijk
conflicten ontstaan tussen fietsers en voetgangers,
zeker nu anderhalve meter afstand onderling Combinatiemogelijkheden
bewaard moet worden. Het (gedeeltelijk) afsluiten e Nvt.
van parken en pleinen voor fietsers kan meer veilige
ruimte bieden voor recreatie. Positieve aspecten
e Meer ruimte voor recreanten
Complexiteit maatregel laag e Minder risico op conflicten/ergernissen
Effectiviteit maatregel : middel e Verbetering van de verkeersveiligheid voor
voetgangers/joggers/hondenuitlaters/etc.
Toepassingsgebied
e Parken waar nu gefietst mag worden Negatieve aspecten
__Plantsoenen waar nu gefietst mag worden e Fietsers worden gedwongen om te rijden
* Pleinen waar nu gefietst mag worden e _Maatregelis lastig handhaafbaar
Uitvoering
e _ Plaatsen bebording
e Plaatsen fysieke afzettingen, zoals:
o hekken/barriers
o _fietssluizen
e _Hetis ook mogelijk om alleen delen van parken af
te sluiten voor fietsers. Bijvoorbeeld wél fietsen
op de doorgaande hoofdroute, niet fietsen op de
zijpaden
e _Eventveel met venstertijden, alleen op drukke
momenten
57
Heropenen sportparken*
*Dit geldt voor buitensport. De sporthallen en de Randvoorwaarden
(overdekte)zwembaden blijven in elk geval tot 20 mei e Duidelij ke afspraken over het gebruik van
gesloten. verenigingsleden, in plek en tijdstip
e _ Prioritering: wie heeft de eerste rechten van
Maatregel gebruik
De landelijke richtlijnen bieden vanaf 29 april ruimte e _ Voldoende toezicht en handhaving
voor het sporten van jeugd op sportparken, onder e Maatregelen altijd uitvoeren in samenspraak met
voorwaarden: de bonden en verenigingen
e _Alleentrainingen. Geen wedstrijden, toernooien
of competities Combinatiemogelijkheden
e__t/m 12 jaar geen social-distance beperkingen e _ Zwembadterreinen (nu gesloten), speelweides en
onderling de Jaap Edenbaan zijn bruikbaar voor extra sport-
12 t/m 18 jaar met inachtneming van 1,5 meter en beweegactiviteiten. Deze zijn afsluit- en
afstand reguleerbaar, en kunnen specifieke doelgroepen
e _Regieligt bij de gemeente dienen
Complexiteit maatregel : middel Positieve aspecten
Effectiviteit maatregel : hoog e Meer ruimte omte sporten, met inachtneming
van 1,5 meter ruimte
Toepassingsgebied: e Jeugd aan het sporten en bewegen brengen
* _Buitensportlocaties e In stand houden sportinfrastructuur
e Verlicht de druk op ouders, ook in kwetsbare
Uitvoering wijken
e _ Aansluiten op landelijke richtlijnen en afspraken
vanuit de Veiligheidsregio. Negatieve aspecten
* _ Sportparken gereguleerd ter beschikking stellen | & Risico op samenscholing.
voor de vaste gebruikers e _ Drukte op piekmomenten
e Daarnaast waar mogelijk onderdak bieden aan
binnensportverenigingen in de buitenlucht op Aandachtspunten
overige beschikbare tijden e _ Planning van het gebruik sportterreinen
® _Jongeren- en sportbuurtwerk laten ondersteunen | communicatie naar vaste en niet-vaste
bij sportactiviteiten waar nodig gebruikers over spelregels
: e Kwaliteit van begeleiders
e Extra ondersteuning waar nodig
e Beperking parkeervoorziening voor auto’s, om
toestroom en ophoping van mensen te
voorkomen
e Bestaande kinderopvang op sportparken
e De (meeste) grasvelden zijn momenteel in
onderhoud en niet beschikbaar voor sport
58
Anders gebruik van verkeersruimte
SEE | u Aen
AEN) eN
NT
8 en DE 1 Dn. 5 zn Edd
a. WE à
Maatregel Randvoorwaarden
Verkeersruimte kan tijdelijk omgevormd worden tot e Bij voorkeur komt het initiatief/verzoek vanuit de
verblijfsruimte, zodat bewoners voor hun deur in de bewoners zelf, méér dan de helft van de
zon kunnen zitten, kunnen buitenspelen, etc. huishoudens in de straat moet akkoord zijn
Opties zijn bijvoorbeeld: e Juridische borging via Verkeersbesluit of TVM
e _Parklets: groen of verblijfsruimte creëren op
parkeerplaatsen Combinatiemogelijkheden
e Speelstraten: straten tijdelijk (bijv. tussen 12:00 e Activiteiten Sportstimulering i.s.m. buurtwerk
en 15:00) afsluiten voor rijdend verkeer zodat er e Kunst & culturele programmering voor kinderen
buiten gespeeld kan worden (zie ook Activeren ongebruikte ruimte)
e _Schoolzones
e Leefstraten (meerdere weken een straat autovrij | Positieve aspecten
maken) e Draagt bij aan de beschikbare buitenruimte voor
e _ Autovrije zondag recreatie
e Biedt kinderen die niet op (zomer)vakantie
Complexiteit maatregel : hoog kunnen, een prettige speelruimte
Effectiviteit maatregel : hoog
Negatieve aspecten
Toepassingsgebied e _Parkeerdruk loopt op in omliggende straten
e _Kinderrijke straten e _Anderestraten krijgen juist meer verkeer
e Straten met weinig buitenruimte
(parken/pleintjes) in de buurt Aandachtspunten
e _ Straten met veel kleine woningen, zondereigen | ® Straat moet bereikbaar blijven voor nood- en
buitenruimte hulpdiensten
e Bewoners die beperkt mobiel zijn moeten hun
Uitvoering huis en (gehandicapten)parkeerplaats per auto
e Plaatsen bebording kunnen bereiken
e Plaatsen afzettingen (hekken, opklapbare e _Bevoorradingsroutes supermarkten,
paaltjes) zorgverleners aan huis, winkels/bedrijven en
e Plaatsen objecten, zoals zitjes of plantenbakken. pakketbezorgers en zorgverleners aan huis
* __ Gebruik van tappijt (kunstrgras) om de straat de |, weerstand van bewoners of bedrijven in de straat
uitstraling te geven van een verblijfsgebied i.v.m. bijv. geluidsoverlast
e Voor het organiseren van ‘leefstraten’ kan
aangesloten worden op de werkwijze uit de
‘Handreiking Leefstraten’
59
Activeren ongebruikte ruimte
Ee OK on
BE Ennn en Se
ee ee at Ne |
en EE ee 7 Pel 5 en ann en ee Ì ar Pe) tr Ey, 5 df
Maatregel Randvoorwaarden
Om meer ruimte te maken voor recreanten kan e Toestemming van eigenaar/beheerder terrein
ongebruikte ruimte geactiveerd worden. De eerste e Juridische borging verantwoordelijkheden en
stap is vaak het aantrekkelijker inrichten van die aansprakelijkheid
ruimte, bijvoorbeeld met zitelementen of bakken met | e Handhaving en toezicht
bomen en groen. e Bij (tijdelijke) inrichting specifieke aandacht voor
het voorkomen van groepsvorming: wel
Daarnaast kan deze ruimte ook actiever individuele zitelementen, geen bankjes
geprogrammeerd worden. Bijvoorbeeld door
culturele activiteiten te faciliteren voor kinderen en Combinatiemogelijkheden
volwassenen. Door tijdelijke tentoonstellingen te ® _ Heropenen sportparken [r2], door deze ook
organiseren in de openbare ruimte. Of door sportieve beschikbaar te stellen voor andere vormen van
activiteiten aan te bieden. recreatie indien dit programmatisch mogelijk is.
e Uitbreiden mobiele verkoop [e4].
Complexiteit maatregel : hoog e _ Activiteiten sportstimulering en buurtwerk, ook
Effectiviteit maatregel : middel op sport- en speelplekken in de openbare ruimte.
‚ ‚ e _Sportverenigingen die normaal gebruik maken
Toepassingsgebied van binnenaccomodaties faciliteren in de
* Braakliggende bouwkavels openbare ruimte. Denk aan judo voor jonge
e Parkeerterreinen voor evenementen kinderen.
e _Schoolpleinen van gesloten
onderwijsinstellingen (of buiten schooltijd) Positieve aspecten
+ Daken e Meer ruimte voor culturele activiteiten en
expressie van kinderen en jongeren
Uitvoering e _ Sociale verbinding
e _ Afspraken maken met eigenaren van ongebruikte
kavels over openstelling Negatieve aspecten
e Tijdelijk aanpassen van de inrichting. Denk aan: Risico op samenscholing
o Speelfsporttoestellen plaatsen
o Zitelementen plaatsen Aandachtspunten
o_Foodtrucks toestaan e _ Afstemming met culturele organisaties en
* _ Programmering i.s.m. culturele/sportieve kunstprofessionals over randvoorwaarden voor
organisaties en professionals. gebruik van deze plekken.
60
61
Ruimte voor economische activiteiten
De openbare ruimte heeft ook een belangrijke rol in het economisch klimaat van de stad. Ondernemers
ontplooien er activiteiten, Amsterdammers en bezoekers maken gebruik van de voorzieningen die er zijn.
Sommige economische activiteiten in de openbare ruimte zullen voorlopig niet of slechts beperkt kunnen
plaatsvinden (festivals, evenementen, sportwedstrijden). Andere functies zullen meer (openbare) ruimte nodig
hebben om doorgang te blijven vinden, bijvoorbeeld de horeca of de culturele sector. Daar willen we zo veel
mogelijk ruimte voor bieden, zonder dat dat ten kosten gaat van de veiligheid, de bereikbaarheid van de stad en
de vrije ruimte voor ontspanning en recreatie.
De gemeente en ondernemers kunnen gezamenlijk maatregelen treffen om dit te faciliteren en in goede banen
te leiden. Slimme combinaties met maatregelen uit andere delen van deze menukaart (fiets, voetganger,
recreatie) maken dit mogelijk.
Maatregelen, meer ruimte voor economische activiteiten
Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om economische activiteiten de
ruimte te geven. In de tabel zie je waar de maatregelen toepasbaar zijn in straten, op pleinen, in stadsparken of
in buurtgroen. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een
collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie &
uitvoering’.
Maatregelen SLIK TT Stadsparken _Buurtgroen Stedelijk Lokaal
College DB
besluit besluit
e12 Faciliteren wachtrijen l l
Markten in de 1,5 meter vl v vl vl l
e2
economie
Meer ruimte voor
ES
terrassen
Openbare zitgelegenheid X ve
e4, faciliteren voor take-out / X l l vl
to go
Meer ruimte voor mobiele l
EEE
verkoop
*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto.
Tar De PS ES II > U: EN No Na
Ne ES rn RAN ft il } | IJ | i NT 5 1 sa >
Ë SE NT EE Mn
EN — AE ns ger Ear a ak
Br AD b Hee ZN gn Bl, EN ie 4 8 ie Pr
Mr TS ee ee
Hek NAAN LANE en
62
Faciliteren wachtrijen
JOE Pp d
ed Te TE
Nl | | |} | IE 8 EN
Á, ee
A
od
Maatregel Randvoorwaarden
Het anderhalvemetercriterium maakt dat rijen e Rijen worden gemarkeerd met wachtstippen,
ontstaan bij ondernemers, die soms de trottoirs op 1,5 meter afstand van elkaar.
blokkeren. Het beter faciliteren van wachtrijen is e _Wachtstippen worden strak langs de gevel
nodig om ondernemingen bereikbaar en functioneel aangebracht met witte, tijdelijke krijt-/wegenverf
te houden en tegelijkertijd veilige ruimte voor de of straatstickers. Markeringen met bijvoorbeeld
voetganger te garanderen. tape zijn niet toegestaan.
e _ Minimaal 2 meter obstakelvrije voetgangers-
Complexiteit maatregel : laag ruimte moet overblijven langs de wachtrij.
Effectiviteit maatregel : hoog e _Rijvorming alleen direct langs de gevel van het
eigen pand, of langs andere gevels met
Toepassingsgebied toestemming van gebruiker van het pand.
e Alle Amsterdamse straten, met prioriteit voor e _ Wachtrijen van verschillende ondernemers
stadsstraten en andere winkelstraten mogen niet aaneengesloten zijn. Tussen begin-
en eind van de rijen moet minimaal 3 meter
Uitvoering lengte zitten. Zo blijven er ‘passeerhavens’ vrij.
e _ Ruimte voor de rij wordt gemarkeerd met stippen | e Geen rijvorming over de weg/rijbaan of over een
op 1,5 m afstand onderling, geen vakken of lijnen. fietspad heen.
e De gemeente kan rijvorming actief faciliteren bij | e Uitingen van bedrijfs- of merknamen bij
vitale functies (supermarkten, apotheken, etc.) op grondmarkeringen zijn niet toegestaan.
aanvraag van ondernemers, als daar knelpunten
ontstaan. Bijvoorbeeld door objecten op het Combinatiemogelijkheden
trottoir te verplaatsen en/of parkeervakken e _ Anders gebruik parkeerplaatsen [v4]
tijdelijk op te heffen en in te zetten als e Voetgangers op rijbaan [vs]
wachtruimte zodat doorgaande voetgangers niet |< Fietsers op de rijbaan [f2]
worden gehinderd.
e Bij de overige functies (afhaalhoreca, ijswinkels, Positieve aspecten
kledingwinkels, etc.) faciliteert de gemeente de e __ Voorzieningen blijven bereikbaar
rijvorming in principe niet. Rijvorming op straatis | , Opstoppingen worden voorkomen
alleen toegestaan als voldoende
voetgangersruimte overblijft. Negatieve aspecten
e Uitrol van deze afspraken verloopt in e Rijen nemen voetgangersruimte in.
samenspraak met ondernemers en BlZ'en.
Ondernemers krijgen de tijd om huidige Aandachtspunten
markeringen aan te passen waar nodig. e _OpETW's (30 km/uur) met relatief weinig verkeer
* _ Markeringen worden met witte, tijdelijke krijt- en veel voorzieningen kan op het trottoir ruimte
Jwegenverf of straatstickers aangebracht. gemaakt worden voor wachtrijen door de rijbaan
Markeringen met bijvoorbeeld tape zijn niet ook beschikbaar te stellen voor voetgangers [vs].
toegestaan.
63
Markten in de anderhalvemetereconomie
a eren RL Te el hort
mn enen AN Feat da
Pci Ë a ed E E
Maatregel Randvoorwaarden
Markten zijn een belangrijk onderdeel van de stedelijke |e Maatregelen moeten telkens bijgesteld worden
economie en van het stedelijk leven. Die willen we zo op basis van de meest actuele noodverordening
goed mogelijk faciliteren, óók als we afstand tot elkaar en de daarbij behorende regels voor markten.
moeten houden. Dat betekent dat we moeten
voorkomen dat op de algemene warenmarkten door de | Combinatiemogelijkheden
drukte groepsvorming ontstaat. Dit wordt des te e Nvt.
belangrijker als op termijn ook weer non-food
producten mogen worden verkocht. Dat kan het Positieve aspecten
wenselijk maken om het marktterrein te vergroten, of e Meer economische activiteit.
om een marktterrein op meer dagen van de week te e _ Gerichter voorzieningenaanbod voor
gebruiken. Daardoor kunnen zowel de bezoekers als de Amsterdammers.
marktondernemers beter worden gespreid. Zo nodig
kan eenrichtingsverkeer voor bezoekers worden Negatieve aspecten
ingesteld. e _ Diversiteit en branchering kunnen leiden tot
verlies van goede ondernemers.
Complexiteit maatregel : middel e Gewoonten (bijv. routering naar favoriete
Effectiviteit maatregel :n.t.b verkopers) vallen weg.
Toepassingsgebied Aandachtspunten
e Huidige marktterreinen, met waar nodig vergroting | & Communicatie met marktondernemers (inbreng
daarvan kunnen leveren, maar ook besluiten en
aanwijzingen opvolgen).
Uitvoering e Behoefte bewoners is leidend voor keuze van
_ Opstellen profiel per markt per dag, met op branches, ook al heeft dat consequenties voor
meerdaagse markten indeling per weekdag. ondernemers die al lang op de markt staan.
* Aanpassen inrichting markten, mede in relatie tot | « Versterken organisatiegraad marktondernemers
directe omgeving (looproutes, winkeluitstallingen, ten behoeve van overleg en draagvlak.
terrassen, etc.)
e Markten indelen op diversiteit door middel van
branchering/maximalisering, aansluitend bij gebied
e Verdeling publiekstrekkers over gehele
marktterrein
e _ Uitrol van het digitaal indelen van markten
64
Fol EG hd
De 2 jr er } ‘a
it un AT SA e= ed N
A À | # 3 ae TR
Ve EE mid
Af Ee ms
Maatregel Randvoorwaarden
Wanneer de horeca weer (gedeeltelijk) open gaat, zal {| e Heropening horeca (incl. terrassen) vanuit de
de behoefte aan terrassen bij ondernemers en Rijksoverheid
Amsterdammers groot zijn. De ‘reguliere! plaatsing e Vaststellen ‘tijdelijke terrasregels’ door het
van terrassen neemt echter schaarse college van B&W als stedelijk kader
voetgangersruimte in, waardoor het nodig kan zijn e De 'anderhalvemeterregel’ moet ook langs
terrassen tijdelijk te verplaatsen of te verkleinen (zie terrassen geborgd worden. Voetgangers moeten
maatregel [va]). Met creatieve oplossingen kan soms 1,5m afstand houden tot tegenliggers/fietsers én
toch nog ruimte geboden worden aan terrassen. Ook tot terraszitters. Dit betekent in de praktijk dat
het vergroten van bestaande terrassen op locaties minimaal 3m doorloop langs een terras nodig is
met veel ruimte, zoals pleinen, kan ondernemers e Juridische borging (zie hoofdstuk ‘Organisatie &
helpen. Zo kan een deel van reguliere capaciteit Uitvoering’)
perrouden vijven, met inachtneming van de 2,5m e _Horecasector moet zorgen dat de geldende
afstand op het terras. De randvoorwaarden hiertoe i
dienen nader vitgewerkt te worden in ‘tijdelijke voorschriften G,5 meter) nageleefd worden
terrasregels’. Combinatiemogelijkheden
Ruimte voor terrassen kan gemaakt worden door
Complexiteit maatregel : hoog maatregelen te combineren, bijvoorbeeld:
Effectiviteit maatregel -n.t.b. e __ Anders gebruik parkeerplaatsen [va]
‚ ‚ e Voetgangers op rijbaan [vs]
Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2]
e _Op pleinen: huidige terrassen tijdelijk vitbreiden.
e Langs kades: (gesplitste) terrassen toestaan aan Positieve aspecten
de waterzijde, onderzoeken mogelijkheden voor e Meer ruimte voor economische ontwikkeling.
terrassen op pontons. e Meer ruimte voor Amsterdammers om op het
e _Op parkeervakken: terras op parkeervak. terras te zitten.
e _Instraten: bijv. voetgangers naar rijbaan (evt.
afsluiten voor auto/fiets), terras op trottoirs. Negatieve aspecten
e _Parkeerdruk loopt op bij anders gebruik
Uitvoering parkeerplaatsen.
e Vaststellen van ‘tijdelijke terrasregels’ door het * Mogelijke conflicten met andere functies die om
college van B&W als stedelijk kader, waarin ook ruimte vragen (voetganger, fietsparkeren, etc.).
de omgang met parasols en heaters geadresseerd . Ongelijkheid tussen ondernemers (beschikbare
wordt. fysieke ruimte bepaalt of terrassen vergroot
e _Horecaondernemers in staat stellen verzoeken kunnen worden).
tot uitbreiding in te dienen, binnen de regels. e _ Risico op overlast voor omwonenden.
e Beoordelen van alle verzoeken, op basis van
‘tijdelijke terrasregels’ en lokale aspecten als Aandachtspunten
leefbaarheid en (verkeers)veiligheid. e Looptijd van de tijdelijke regels moet helder
e _ Fysieke aanpassingen indien nodig: bijvoorbeeld begrensd zijn (met einddatum én onder
tijdelijke terrassen op verkeersruimte afzetten voorbehoud van toenemende drukte).
met barriers. Niet: zo lang de anderhalvemeterregel geldt’ o.i.d.
65
Openbare zitgelegenheid faciliteren, o.a. ECONOMIE fes]
voor take-out / to go
bh PEA ner Ek
kî (a al Brat ae IE, Bied
EE EE „id 2 EE mn Ee ba
En NE Á
en eu »
Dann a AZ Pte an ik 8
En jen ES NN 77 hek
Te NAK A PD
a A Ae id .
Maatregel Randvoorwaarden
Veel horeca biedt nu afhaalmogelijkeden aan. e Voldoende reinigingscapaciteit.
Maaltijden, koffie en snacks om mee te nemen en/of | e _ Handhaving en toezicht en/of inzet gastheren
direct op te eten. Het faciliteren van meer openbare
zitgelegenheid maakt dit aantrekkelijker voor Combinatiemogelijkheden
consumenten en biedt ruimte voor ontspanning. Het e Activeren ongebruikte ruimte [r5]
gaat hierbij nadrukkelijk niet om terrassen. Ook
zonder consumptie kan men hier plaatsnemen. Positieve aspecten
e Meer ruimte voor Amsterdammers om te
Deze maatregel biedt ook kansen om buiten meer ontspannen
ruimte te maken bij voorzieningen die normaal ® _ Gebruik horecavoorzieningen wordt
gesproken geen terras hebben. Zoals bij culturele gestimuleerd, goed voor ondernemersklimaat
instellingen waar activiteiten of kunstuitingen deels
naar de buitenruimte verplaatst kunnen worden, Negatieve aspecten
gecombineerd met zitgelegenheid. Zo vergrotenwe | & Risico op samenscholing
de ruimte voor Amsterdammers om buitente zitten, | & Risico op vervuiling openbare ruimte
te ontspannen en te genieten van het mooie weer.
Aandachtspunten
Complexiteit maatregel : laag e _ Solitaire zitelementen om groepsvorming te
Effectiviteit maatregel : middel voorkomen, dus geen picknicktafels.
, , e Reiniging: eten op straat leidt tot afval.
Toepassingsgebied Maatregelen om dit te mitigeren:
e _Plantsoenen, parken, pleinen en kades o Rooster reiniging aanpassen
(mits capaciteit beschikbaar)
Uitvoering o Extra afvalcontainers plaatsen
* Plaatsen zitelementen. o Ondernemers laten bijdragen aan
e Plaatsen afvalbakken/containers. reiniging en legen afvalbakken.
* _Eventveel vrijspelen ruimte door e De druk op het groen neemt toe, waardoor het
objecten/parkeren te verwijderen. groen harder slijt. Mogelijk is intensiever beheer
e Locaties opnemen in het rooster van de reiniging van bijvoorbeeld gazons noodzakelijk.
(vaker/intensievere reiniging nodig).
e Eventueel programmeren van de ruimte met
culturele activiteiten of kunstuitingen, in de
omgeving van musea, theaters, etc.
66
Meer ruimte voor mobiele verkoop ECONOMIE [es]
Ei u 7 TENEN AE
in ie, ì MS 8 hd 5 eN Was | Ae À S : el
Ed ; el a h reg je 7 EL lan } |
er wa An) Me:
te deM
Vl ae ï
Maatregel Positieve aspecten
Sinds de invoering van de beperkende maatregelen e Meer economische activiteit
hebben (horeca)ondernemers zich creatief getoond. e Groter voorzieningenaanbod voor
Restaurants die normaal gasten binnen ontvangen, Amsterdammers
gaan over op bezorgen of afhalen. Als de horeca
langer beperkt open blijft, kunnen mobiele Combinatiemogelijkheden
verkooppunten (foodtrucks, ijsbakfietsen, mobiele e _ Activeren ongebruikte ruimte [rs]
bars) hierin ook een rol vervullen, omdat daarmee e _ Openbare zitgelegenheid faciliteren [eu]
voorzieningen aangeboden kunnen worden op
plekken waar juist open ruimte beschikbaar is Negatieve aspecten
(parken, pleinen, plantsoenen, parkeerterreinen, e _ Risico op samenscholing
etc.). Anderzijds willen we ook voorkomen dat e Risico op verdrukking van andere recreatieve
dergelijk functies tot groepsvorming en functies (sporten, spelen, etc.)
onbeheersbare drukte leiden. e _ Risico op vervuiling openbare ruimte (zwerfafval)
Complexiteit maatregel : middel Aandachtspunten
Effectiviteit maatregel :n.t.b. e _Erzit géén plafond’ aan het aantal
ventvergunningen. We kunnen ze dus nu al op
Toepassingsgebied aanvraag uitgeven. Deze kunnen gebruikt worden
Parken buiten Centrum, Vondelpark en Museumplein.
Pleinen e _Venters mogen maximaal 15 minuten op een plek
* _Plantsoenen staan om te verkopen. Het kan noodzakelijk zijn
* _Geactiveerde openbare ruimte [r5] om meer ventverboden in te stellen, op plekken
waar de ruimte te krap is en/of de drukte te groot.
Uitvoering e Geen branchegenoten vlak bij elkaar laten
e Opstellen stedelijke nadere regels ‘tijdelijke venten, afstand tussen venters onderling
staanplaatsen’, vast te stellen door het college. reguleren.
_ Aanwijzen van meer (tijdelijke) staanplaatsen e _ Staanplaatsvergunningen zijn momenteel
voor mobiele verkoop. persoonsgebonden. Hiervan kan worden
e _ Uitgeven meer (tijdelijke) ventvergunning. afgeweken, dan is vergunning op naam van een
(horeca)bedrijf tijdelijk mogelijk.
Randvoorwaarden e Voorde vergunningprocedure moeten nadere
e Verdere vitwerking noodzakelijk in stedelijke regels worden vastgesteld, door DB's of college.
nadere regels ‘tijdelijke staanplaatsen’, vast te Te denken valt aan een korte inschrijfperiode van
stellen door het college. een week en dan toekennen middels loting.
e Inde nadere vitwerking kunnen eisen gesteld
Combinatiemogelijkheden worden m.b.t. gezondheid van het assortiment.
e Te combineren met faciliteren extra openbare © _ Het aanwijzen van de staanplaatsen -binnen
zitgelegenheid [e3] stedelijke kaders- kan door DB's.
e In nadere regels / vergunningsvoorwaarden
aandacht besteden aan het vormen van rijen en
aan het inzamelen van afval.
67
68
Flankerende maatregelen
De maatregelen vit deze menukaart kunnen alleen in de praktijk gebracht worden als een aantal
randvoorwaarden geborgd zijn. In dit hoofdstuk benoemen we deze randvoorwaarden, die gedeeltelijk ook via
andere lijnen geborgd en uitgevoerd worden.
Monitoring met Crowd Management Systeem Amsterdam
Monitoring van de drukte is een belangrijke randvoorwaarde om de gezondheid te borgen. Daarbij kan het
Crowd Management Systeem Amsterdam ingezet worden. CMSA is een bestaand systeem, waarmee inmiddels
al veel ervaring is opgedaan. CMSA wordt nu al toegepast op de Wallen, op het Centraal Station en tijdens
grote evenementen zoals Sail.
Ten behoeve van crowdmanagement tijdens de Corona-crisis biedt het CMSA de volgende twee
functionaliteiten:
A. Ineen afgesloten gebied zoals een park: telsysteem, in- en vitgangen die bijhouden hoeveel mensen
zich op die locatie bevinden;
B. In winkelstraat: een sensor die binnen een gebied van 5o tot 100m® meter meet hoeveel mensen per m°
aanwezig zijn en (op termijn) social-distancing herkent.
In samenwerking met verschillende partners zoals Politie, V&OR, Handhaving, Brandweer, stadsdelen, Regio en
OOV kan bekeken worden welke locaties (drukke plekken) geschikt zijn voor toepassen van het systeem.
Voorgesteld wordt om het systeem allereerst in te zetten in het Vondelpark vanwege de daar al aanwezige
crowdmanagementmaatregelen. Bij succes kan het systeem ook op andere locaties worden ingezet.
A: ER
On RRC TRD
We Te | ea keldehiel lp MAN rs: 4 r 4 _—_ n ER
EE EE KAEONEE Sl Eh ll Dn TT j
ME EN ni = en
DE dee en
Monitoring intensiteit autoverkeer
Bij profielaanpassingen en wijzigingen aan verkeerslichten is het nodig om de hoeveelheid autoverkeer te
monitoren. Wat nu mogelijk is, door de fors afgenomen hoeveelheid autoverkeer is mogelijk bij een
toenemende hoeveelheid autoverkeer niet meer mogelijk (onveilig, doorstromingsproblemen, etc.). Hierdoor
moeten maatregelen mogelijk worden teruggedraaid of aangepast.
Alternatieven voor autoparkeren
Een aantal voorgestelde maatregelen leidt tot afname van het aantal beschikbare autoparkeerplaatsen. Om dit
mogelijk te maken in gebieden waar de parkeerdruk al hoog is, moeten we meer alternatieven voor
autoparkeren organiseren. Bijvoorbeeld het verplaatsen van bewonersauto’s naar P+R's.
69
Toezicht & handhaving
Toezicht en handhaving zijn noodzakelijk bij veel van deze matregelen, zowel richting verkeersgedrag als
richting ondernemers (economische activiteit) en recreanten (voorkomen groepsvorming). Voor alle
maatregelen wordt voorafgaand aan besluit tot uitvoering afgestemd of het — kijkend naar de actuele
omstandigheden- voldoende handhaafbaar is en of de capaciteit daarvoor beschikbaar is. Daarbij zal er in
samenwerking met de relevante partijen naar innovatieve en creatieve oplossingen gezocht worden.
Voorbeelden hiervan zijn de inzet van techniek, gastheren of hosts en ook samenwerkingen met partijen buiten
de gemeente.
Communicatie
Heldere communicatie over afspraken en communicatie uitingen gericht op gedragsverandering zijn
noodzakelijk om het pakket aan maatregelen succesvol door te voeren. Hiervoor moet per maatregel en
mogelijk ook voor het voorgestelde totaalpakket een communicatieplan worden opgesteld, in aansluiting op de
reeds uitgevoerde communicatiemaatregelen in de openbare ruimte. Communicatie uitingen in de openbare
ruimte (borden, straatprints, etc.) worden altijd afgestemd met een communicatie-expert, voordat ze worden
toegepast.
L s e re ’ es
ee | E | | | 5 |
. re ee HOUD MTI 5 rien
; „ el ze
2 SBEPERKOWERBLUFSDUUR hete
Ee EE EA "& prakbane —
er | IN Eerde PN hd
; á UN ELKAAR DE hu Pl)
hijr à me nt
on: Re 4 se
9 eN _ di RARON Rel Heu atfstancl
re of , î d / E_4 Sew u id
p nl. " p
e a es HN D 8 hd Pd ed a
Id KE id he
4 He
4
Colofon
8 mei 2020
Gemeente Amsterdam
Verkeer en Openbare Ruimte
Samengesteld door
An-Jes Oudshoorn
Dirk lede Terpstra
Contactpersoon
Evelien van der Molen
Foto's & beeldmateriaal
Fotobank Gemeente Amsterdam
Verkeer & Openbare Ruimte
| Onderzoeksrapport | 70 | train |
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017 — 2018
Werken aan een mooie toekomst
mr om ' ee f q _ on
al mf : a & Ne
| SS Ae he,
i r pn . k Dn 5 7 | ij
je \ | í Ed 8 PE
Lan TN JLBn
Rr 8
M
RvE Werk
Programma Aanpak Jeugdwerkloosheid
31 januari 2017
Foto omslag: Celine Brouwer
Samenvatting
Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015-2018
De ambitie van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid is om van 2015 tot en met 2018 minimaal 21.000 individuele
jongeren richting werk of scholing te begeleiden, 5.250 per jaar. Van januari 2015 tot en met december 2016 zijn
al 12.584 jongeren naar werk of school bemiddeld. Ook in 2017 en 2018 begeleidt de Aanpak Jeugdwerkloosheid
kwetsbare jongeren naar een goede toekomst. De aanpak legt daarbij de komende twee jaar meer de nadruk op
het begeleiden van de kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd naar activering,
participatie en zorg.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018
In het Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 is nader uitgewerkt met welke activiteiten de
doelstellingen van het Aanvalsplan eind 2018 moeten worden bereikt. Dit gebeurt langs vijf programmalijnen:
1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding: verder investeren in dienstverlening en vakmanschap van de
jongerenpunten, uitwerken van de aansluiting van de jongerenpunten op jeugdhulp en zorg, vergoeden van
leerstages, inzetten van trajecten voor jongeren, aanpakken no-show, inzetten op jonge statushouders en
aandacht voor onzichtbare meiden;
2. Kansen op de arbeidsmarkt: hanteren van een actieve werkgeversbenadering, tegengaan van
arbeidsdiscriminatie en het begeleiden van jongeren naar een betaalde bijbaan;
3. Onderwijs: verder uitwerken van de aansluiting tussen jongerenpunten, leerplicht en RMC, het verbeteren
van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van de Opleidingshuizen;
4. Coalities: voortzetten van de samenwerking met de stadsdelen en stimuleren en subsidiëren van initiatieven
uit de stad;
5. Goede voorbeeld als werkgever: verstevigen van het gemeentelijk stagebureau en monitoren van de
aantallen jonge arbeidsbeperkten die aan de slag gaan bij de gemeente.
Verstevigen werkwijze Jongerenpunten voor Werk en Opleiding
De gemeentelijke dienstverlening is door een outreachende, integrale werkwijze te ontwikkelen vanuit zeven
jongerenpunten voor Werk en Opleiding de afgelopen periode blijvend veranderd. In 2017 besteedt de Aanpak
Jeugdwerkloosheid specifiek aandacht aan de volgende speerpunten om de werkwijze van het Jongerenpunt
zorgvuldig door en uit te ontwikkelen:
o het verder versterken van het vakmanschap van de jongerenadviseurs van de Jongerenpunten door middel
van opleiding en training;
o versterking van de samenwerking tussen het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding en de jeugdhulpverlening
en de zorgstructuur in de wijk omdat de ervaring van de afgelopen twee jaar is dat veel kwetsbare jongeren
naast begeleiding naar werk en/of opleiding ook jeugdhulp nodig hebben;
o het meer dan voorheen begeleiden van de kwetsbare jongeren, voor wie werk of opleiding (nog) geen optie
is, naar participatie en/of zorg;
o de nu nog bestaande hobbels in het werkproces verder slechten, zoals de soms belemmerende werking van
de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en het stringenter aanpakken van ‘no show’.
Extra aandacht voor de meest kwetsbare jongeren
Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) heeft de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam per 1 januari 2016 in
kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar de jongeren tussen de 15 en 27 jaar zonder werk en zonder opleiding.
Ook heeft OIS nader onderzoek gedaan naar de groep jongeren die in de periode 1 januari 2016 tot en met 1
oktober 2016 in Amsterdam een bijstandsuitkering had. Op basis van deze analyses besteedt de Aanpak
Jeugdwerkloosheid in 2017 specifieke aandacht aan de meest kwetsbare jongeren: jongeren die langer dan 2 jaar
een bijstandsuitkering hebben, jongeren van 23 tot 27 jaar, jongeren van niet-westerse herkomst, jonge
statushouders en meisjes (met name de onzichtbare meisjes). Daarnaast wordt via de stadsdelen ingezet op
initiatieven voor zeer kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd.
Samenwerken met partners
De partnerschappen met de stadsdelen, werkgevers, het onderwijs en de jongeren zelf zijn de afgelopen twee
jaar stevig neergezet. In 2017 wordt vanzelfsprekend opnieuw samengewerkt met onze partners om de
jeugdwerkloosheid verder terug te dringen:
o _jobhunters en intercedenten: de intensieve samenwerking die ontwikkeld is tussen de jongerenadviseurs van
de jongerenpunten, de jobhunters (van WSP en W&R) en intercedenten uit het uitzendwezen zetten we in
2017 onverminderd voort omdat dit geleid heeft tot een succesvolle manier van aanbodgericht matchen;
o werkgevers: in 2017 versterken we de werkgeversbenadering van de aanpak door extra aandacht te
besteden aan het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie;
o onderwijs, leerplicht en RMC: de samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-agenda borgt
de gemeente vanaf 2017 in de lijn van het onderwijsbeleid. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid wordt in
2017 weer geïnvesteerd in de leerwerkcoaches van de twee Amsterdamse ROC's. Daarnaast zetten de
Aanpak Jeugdwerkloosheid en de afdeling Onderwijs en Leerplicht gezamenlijk in op versterking van de
samenwerking tussen het Jongerenpunt en (schoolgebonden) leerplicht;
o stadsdelen: de stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de Aanpak Jeugdwerkloosheid. In 2017 is
opnieuw een budget beschikbaar gesteld dat wordt ingezet voor de stadsdeelprojecten die in de afgelopen
periode succesvol zijn gebleken. Daarnaast is er ruimte gecreëerd voor initiatieven voor zeer kwetsbare
jongeren die zijn aangewezen op participatie en vooralsnog niet kunnen worden begeleid naar werk of
opleiding;
o _stadsinitiatieven: tot slot stimuleren we vanuit het programma ook in 2017 opnieuw initiatieven in de stad.
Eind 2016 kregen partners de gelegenheid om projecten voor te dragen voor financiering die de aanpak
kunnen versterken, met als resultaat dat er acht initiatieven zijn gehonoreerd.
Borgen in de lijnorganisatie
In 2018 ligt de nadruk op het borgen van de werkwijze van het Jongerenpunt en van de samenwerkingsrelaties
zodat beiden volledig onderdeel worden van de reguliere werkwijze. De inzet van het programma wordt in 2018
dan ook afgebouwd stapsgewijs afgebouwd en volledig overgedragen aan de lijn.
Financiën
Voor de dekking van de kosten is er op grond van het in oktober 2014 vastgestelde Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid beschikbaar:
-__ € 3 miljoen structureel beschikbaar per jaar;
-__ € 8 miljoen incidenteel beschikbaar voor 2017, gespreid in te zetten in 2017 en 2018.
Daarmee is er voor 2017 en 2018 in totaal € 14 miljoen beschikbaar. De kosten voor het uitvoeren van de
bovengenoemde activiteiten worden gedekt uit het beschikbare budget van € 14 miljoen.
Inhoud
Inleiding ……annsnnnnnnnrverennnnnnnenenvenvennnnnnnnnenenennnnnnnennserennnnnnnnnnnrneerenenvnnnnnnnnnsenensnnnnnnnennsvenvnnnnnnnvnnrvervnnnnnnnnnnvvernnn
Programmalijn 1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding. ansnnssnnreeennnnnnnenrreersnnennnnenrevensnnnnnneenrveerrnnnnn 6
1.1 Dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten … nuno venseenneenenseenneenenveenseereneenseen eneen eneen Ó
1.2 Aansluiting Jongerenpunt en jeugdhulp en zorg ….….. nennen eneneneenenneenneenenveenneen eneen enen enveeneeen eneen eneen Ó
1.3 Vergoedingen leerstages… nu nneneensennenneerennenseerenenensenrvenveenseenenveenneenenveenneenenseenneensnveenneenenveennennnnr Ö
1.4 Trajecten voor jongeren … nn nnsseneneneenesserenneerenenneseenenensvennneveensnnnseeneseenenneveevenverreneveereneeveenseernennnenn Ô
1.5 Aanpakken no-show …..….....nusnnsenneeeesnnenseerennenseerenenenseerenenveneeenenveenseenenveenneensnerenenenveenneenenveenneennnveersnennnnn Ô
1.6 Statushouders … nanne overneeeennnenneeeenneensereennnveneveendnenseeerenvenseerendseesenendvenneerendnenneerenvnenenveervnenneeenen 1Ô
1.7 Onzichtbare meiden … nnen onenseeeennnenseerenneenseeeenenvenseerennvenseerendnenseerenenveneerendnenneerenvnensereenvnereneenen 1Ô
Programmalijn 2. Kansen op de arbeidsmarkt … naan oenen oneennenneerenennnnnnnennrversnnnnnnnenrererrsnnnnnneerrrern 12
2.1 Werkgeversbenadering … … un nnnenensennenneerenevenseeeensvenseervensenseenenvnenteerenvenseenennvenseerenvnenveerenvnensenrenne 1
2.2 Tegengaan van arbeidsdiscriminatie… … nn nnneneennennense ver eenveneeerenvenseerensenseerensnenseerenvnenserenenenneneenne 1
2.3 Bijbanenproject… nnn nee oeenneeenneennneeenneennseeennn verveend nennen endvenneereneeesenenveenteerenveenneerenveeneneenn eenen 1
Programmalijn 3. Onderwijs … ……nnsnnnnsnnnevonnnnnnennrreeennnnnnnennrreenenensnnnnnnennserensnnnnnnnennevensnnnnnnnenrrvervnnnnnnnverreeee 1D
3.1 Aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC oneness eenvenseerenvenseerenseeeserenvnenseerenene 1D
3.2 Onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt … eneen oeenenneerennseneerenneerseenenvenseerensnenseerenvnenenverrne 16
3.3 Ontwikkeling van de Opleidingshuizen … nnn onvennevereenneneeerennenseerennvenneerenvvenseerennnenseerenvnereenerne 16
Programmalijn 4. Coalities. …nnnnnnnn ennn ennen neren ennnnnnnnnnnreeveneennnnnnnennnvensnnnnnnnennrvenvnnnnnnnenrvvervnnnnnnnenrvenrrnnn 1Ö
4,1 Samenwerken met de stadsdelen … nnee er enverenneenseeeenvenvenveennvenseeeennnensereennensnveennensereerene 18
4,2 Stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad … … nennen eeenneenneeeenenenneverenenseeeennenseeerrenn LO
Programmalijn 5. Goede voorbeeld geven als werkgever …………..…...sunssnnnnnnnrrenennnnnnnennrversnnnnnnnenrreeernnnnnnnnerrvens Ô2
5.1 Gemeentelijk stagebureau …… nanne ensen ennenseeeennvensereneenevenvenensenteenenvenneeneneeenvenenveenseerenvnennenrnnnnn ZÀ
5.2 Met een arbeidsbeperking aan de slag bij de gemeente Amsterdam … unne onnenenneenenenseerennnenserrenenn 23
Organisatie … ……………......svvvvvovvennervererrververrervenvenvenvenveervveevvervnvrvevenssnsnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn 2
6.1 Communicatie … nsv even sn erenensneneneeneneneveeeeneerenneenenvennereenenneenenenneenenveveensnvnerennvvnenenven nnen eneen ÒÁ
6.2 Compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring … nnee onneeenerenevenseerenvenseerennnenennennnn 2D
6.3 Financiën … neer ennsenseenereensennereneeseenennevenvenereenenssenennevvensnnnnseenenesenenneveensnnnrnenenveerenveevsnenenveenenvnnrnnneren 20
Bijlage 1. Uitvoering toezeggingen … ns unnnnnnnsnnrneeennnnnnnenenneenenensnnnnnnnnnserensnnnnnnnennevenvnnnnnnnennnvenvvnnnnnnnnnrvenn ÔÀ
Inleiding
Terugblik Aanpak Jeugdwerkloosheid 2015-2016
Met de Aanpak Jeugdwerkloosheid hebben we aan het begin van deze collegeperiode afgesproken om samen
met onze partners in 2015 tot en met 2018 minimaal 21.000 individuele jongeren richting werk of scholing te
begeleiden, 5.250 jongeren per jaar. De gemeentelijke dienstverlening is door een outreachende, integrale
werkwijze te ontwikkelen vanuit zeven jongerenpunten de afgelopen periode blijvend veranderd. De
partnerschappen met de stadsdelen, werkgevers, het onderwijs en de jongeren zelf zijn stevig neergezet.
Hierdoor kunnen we Amsterdamse jongeren een betere kans op de arbeidsmarkt geven.
In de afgelopen twee jaar hebben we goede resultaten gehaald met de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Dankzij de
inzet van het Jongerenpunt, de stadsdelen, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en
onderwijsinstellingen zijn van 1 januari 2015 tot en met december 2016 in totaal 12.584 jongeren naar werk of
school begeleid. Daarmee hebben we al ruim 60% van de doelstelling voor de hele programmaperiode (2015 -
2018) behaald.
Analyse doelgroep
Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) heeft de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam per 1 januari 2016 in
kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar de jongeren tussen de 15 en 27 jaar zonder werk en zonder opleiding. De
uitkomsten van deze analyse zijn in figuur 1 weergegeven. Deze figuur laat zien dat van de in totaal 20.058
jongeren op 1 januari 2016 14% niet aan het werk waren en geen opleiding volgden. Van deze jongeren zonder
werk en opleiding:
e is meer dan de helft van deze jongeren tussen de 23 en 27 jaar;
e heeft bijna twee derde geen startkwalificatie;
e heeft ruim een kwart een uitkering (bijstandsuitkering, WW of Wajong). Van deze jongeren met een uitkering
is meer dan de helft van niet-westerse afkomst;
e ishet aandeel meisjes en vrouwen dat geen startkwalificatie en ook geen uitkering heeft groter dan het
aandeel jongens en mannen zonder startkwalificatie en zonder uitkering.
Jongeren niet aan het werk en niet in opleiding & jeugdwerkloosheid
Het aantal jongeren dat niet aan het werk is en geen opleiding volgt, is niet het zelfde als het aantal jongeren
dat volgens de officiële definitie werkloos is.
Op 1 januari 2016 waren in Amsterdam 20.058 jongeren van de in totaal 143.268 Amsterdamse jongeren niet
aan het werk en niet in opleiding. Dit komt neer op 14% van het aantal jongeren.
Bij de officiële definitie van jeugdwerkloosheid wordt gekeken naar het aantal werkloze jongeren in verhouding
tot de beroepsbevolking:
e werkloze jongeren: alle jongeren die niet werken en actief op zoek zijn naar een baan van minimaal 1 uur
per week;
e beroepsbevolking: alle jongeren tussen de 15 en 27 jaar die minimaal 1 uur per week werken of willen
werken.
In 2015 waren in Amsterdam gemiddeld 9.200 jongeren werkloos. Dit komt neer op 9,3% van de
beroepsbevolking.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 1
Figuur 1.
In Amsterdam zijn 20.058 jongeren niet aan het werk en niet in opleiding |
a == (15 Um 26 jaar) me
nn B De =
j _ an ka
NE |
En Ì % ‘ E
Ì GO } ste rig
Niet aan dn ee j
| het werk en
L_niet in opleiding
kh RA 20050)
(4.303 / 21,5%)
15-17 jaar Westerse herkomst ë
(7.927 / 39,5%)
wanen s as anar asas anar anasasarananasanane: 23-26 i Niet-westerse herkomst
Hiittinnitetnitekriniei ed riedd 4:70 Were Pens
En
Opleiding Vrouwen EERE
(10.338 / 51,5%)
Zonder startkwalificatie (sk) Mone ntiimniii
(12.945 / 64,5%)
AORTA HERA Zonder sk zonder
} { Met startkwalificatie (sk) (6.519/32,5%) _ (5,060 / 25,2%)
a Zonder sk Zonder sk & geen uitkering
L (6.426 / 32%) (4310 / 21,5%)
C werk |
ae: DS TR NT
en (. \
Ean O5 D_ , LL
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 2
Figuur 2.
Jongeren met een bijstandsuitkering (2.601) (15 t/m 26 jaar) as
Niet aan het werk
| en niet in opleiding
(20.05B)
a J Met uitkering
(5.328)
Len LEF) Ea Lk 1 JANUARI
Bijstandsuitkerin
2015 J 9 Perks 2016 blok 4
(2.601)
HEETTE EE EE
OLE ELLEKO ETET TTL ETD
Bijstandspopulatie: PD
PE Een
Jonge statushouders @&& Á neemt toe:
LK N Hi * Aantal jongeren
| Í in de bijstand is
E \ toegenomen met 254 Mute
en 835 \ Á DA
hi e Aantal jonge status- A
ri as houders is Ee La 5 5
id 7 3
| 01 2.855 | Ee À 5
EET Er zere Bn
5 td Uitkeringsduur: IN sereh
LH Els elaks at ld eaalale) e 58% van de jongerer
heeft 1 jaar of korter 2
een uitkering
Jonge statushouders 3 ,
® 1/1/2016 1/10/2016
2.855)
Pr 1.32 E 1.659
E
ni m 5 Ei Meer jongeren à
U de-indeling: B&S / meteen groteafstand ° [5
/ tot de arbeidsmarkt: \
ut | *hetaantaljongeren intrede |
| 2 is met 248 toegenomen |
\ |
\ CAE ha IN Te afer and /
1/1/2016 he ese ld / Aelen
afgenomen d
AE: #
EI er FO f
tt ù
639 E statushouders E
aaa i 377 R6 Mai
ze
forens} NE: | Onbekend 1 CE
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 3
OIS heeft ook nader onderzoek gedaan naar de groep jongeren die in de periode 1 januari 2016 tot en met 1
oktober 2016 in Amsterdam een bijstandsuitkering had. Daarbij is met name gekeken naar de uitkeringsduur, de
trede waarin de jongeren zijn ingedeeld door WPI en naar de groep jonge statushouders. Uit deze analyse komt
het volgende beeld naar voren zoals weergeven in figuur 2. Deze figuur laat zien dat het aantal jongeren met een
bijstandsuitkering sinds 1 januari met 10% is toegenomen en dat de bijstandsduur korter wordt. Dit wordt
veroorzaakt door de instroom van jonge statushouders. Daarnaast is het aantal jongeren met een relatief grote
afstand tot de arbeidsmarkt toegenomen.
Op grond van deze analyses van de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam kiest de Aanpak Jeugdwerkloosheid
er voor de komende twee jaar expliciet aandacht te besteden aan:
e jongeren met een bijstandsuitkering, en met name de ruim 500 jongeren die op 1 oktober 2016 al langer dan
2 jaar een bijstandsuitkering hadden;
e jongeren van 23 tot 27 jaar;
e jongeren van niet-westerse herkomst (zie paragraaf 2.2)
e jonge statushouders (zie paragraaf 1.6);
e en meisjes, met name de onzichtbare meisjes (zie paragraaf 1.8).
Doelstellingen 2017 en 2018
Ook in 2017 en 2018 wil de Aanpak Jeugdwerkloosheid kwetsbare jongeren begeleiden naar een goede
toekomst. In aanvulling op het jaarlijks begeleiden van 5.250 jongeren naar school of werk legt de aanpak de
komende twee jaar meer de nadruk op het begeleiden van de kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding
(nog) niet is weggelegd naar activering, participatie en zorg.
2017: continuering van succesfactoren en speerpunten
De ambitie van de Aanpak Jeugdwerkloosheid blijft ongewijzigd: jaarlijks 5.250 jongeren naar school of werk te
begeleiden. Daarbij besteden we in 2017 specifiek aandacht aan de volgende speerpunten om de werkwijze van
de Jongerenpunten zorgvuldig door en uit te ontwikkelen:
e versterking van de samenwerking tussen het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding en de jeugdhulpverlening
en de zorgstructuur in de wijk omdat de ervaring van de afgelopen twee jaar is dat veel kwetsbare jongeren
naast begeleiding naar werk en/of opleiding ook jeugdhulp nodig hebben;
e het meer dan voorheen begeleiden van de kwetsbare jongeren, voor wie werk of opleiding (nog) geen optie
is, naar participatie en/of zorg;
e het verder versterken van het vakmanschap van de jongerenadviseurs van het Jongerenpunt door middel van
opleiding en training;
e de nu nog bestaande hobbels in het werkproces verder slechten, zoals de soms belemmerende werking van
de VOG en het stringenter aanpakken van ‘no show’;
e specifieke aandacht voor zeer kwetsbare jongeren, onzichtbare meiden en jonge statushouders.
In 2017 werken we vanzelfsprekend opnieuw samen met onze partners om de jeugdwerkloosheid verder terug te
dringen:
e jobhunters en intercedenten: de intensieve samenwerking die ontwikkeld is tussen de jongerenadviseurs van
het Jongerenpunt, de jobhunters (van WSP en W&R) en intercedenten uit het uitzendwezen zetten we in
2017 onverminderd voort omdat dit geleid heeft tot een succesvolle manier van aanbodgericht matchen.
Deze gerichte benadering van werkgevers, die vertrekt vanuit de mogelijkheden van de individuele jongere, is
de werkgeversbenadering die de Aanpak Jeugdwerkloosheid voorstaat;
e werkgevers: in 2017 versterken we de werkgeversbenadering van de aanpak door extra aandacht te besteden
aan het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. De werkloosheid onder jongeren van niet-westerse
herkomst in Amsterdam daalt weliswaar, maar blijft relatief hoog;
e onderwijs, leerplicht en RMC: de samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-agenda borgt
de gemeente vanaf 2017 in de lijn van het onderwijsbeleid. Deze agenda zet in op sterk middelbaar
beroepsonderwijs in Amsterdam. Eén van de ambities is om de aansluiting tussen het mbo en de
arbeidsmarkt te verbeteren. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid wordt in 2017 weer geïnvesteerd in de
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 4
leerwerkcoaches van de twee Amsterdamse ROC's. Daarnaast zetten de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de
afdeling Onderwijs en leerplicht gezamenlijk in op versterking van de samenwerking tussen de
Jongerenpunten en (schoolgebonden) leerplicht om als onderdeel van de RMC-taak! jongeren goed (terug) te
begeleiden naar school of werk;
e stadsdelen: de stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Om deze rol
te faciliteren is binnen het programma voor 2017 opnieuw een budget beschikbaar gesteld dat wordt ingezet
voor de stadsdeelprojecten die in de afgelopen periode succesvol zijn gebleken. Daarnaast is er ruimte
gecreëerd voor initiatieven voor zeer kwetsbare jongeren die zijn aangewezen op participatie en vooralsnog
niet kunnen worden begeleid naar werk of opleiding;
e stadsinitiatieven: tot slot stimuleren we vanuit het programma ook in 2017 opnieuw initiatieven in de stad. In
2016 kregen partners de gelegenheid om projecten voor te dragen voor financiering die de aanpak kunnen
versterken, met als resultaat dat er acht initiatieven zijn gehonoreerd. Deze projecten van de stadsdelen en
initiatieven in de stad worden in hoofdstuk 4 van dit plan verder inhoudelijk toegelicht.
2018: borgen in de lijn en afbouw programma
In 2018 ligt de nadruk op het borgen van de werkwijze van het Jongerenpunt en van de samenwerkingsrelaties
zodat beiden volledig onderdeel worden van onze reguliere werkwijze. De inzet van het programma wordt in
2018 dan ook afgebouwd stapsgewijs afgebouwd en volledig overgedragen aan de lijn.
Î RMC-wetgeving (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) verplicht de gemeenten jongeren zonder startkwalificatie
te volgen tot ze 23 jaar zijn met als uiteindelijke doel dat de jongere een opleiding en/of werkplek vindt.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 5
Programmalijn 1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding
Doel continueren en borgen werkwijze en instrumentarium Jongerenpunt
Hoe 1. dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten
2. aansluiting Jongerenpunt op jeugdhulp en zorg
3. vergoedingen leerstages
4, trajecten voor jongeren
5. aanpakken no-show
6. statushouders
7. onzichtbare meiden
1.1 Dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten
Vanuit de zeven jongerenpunten voor Werk en Opleiding is de gemeentelijke dienstverlening de afgelopen
periode blijvend veranderd. Deze intensieve, integrale en outreachende dienstverlening wordt gecontinueerd.
Daarnaast investeert de Aanpak Jeugdwerkloosheid ook in 2017 in het doorontwikkelen en verder versterken van
het vakmanschap van de Jongerenpunten door training en opleiding (intervisie, coaching, thematische training).
Deze investering richt zich op nieuwe medewerkers, bestaande medewerkers (jongerenadviseurs) en op het
management. Voor de medewerkers worden drie leerlijnen gehanteerd:
e faciliteren van zelfstandig leren op de werkplek (o.a. casuïstiekbespreking, efficiënter caseloadmanagement,
persoonlijk ontwikkelplan);
e ondersteuning bij reflectie en feedback (o.a. intervisie, coaching on the job door collega-experts);
e training en bijeenkomsten: o.a. training van technieken, vaardigheden en inhoudelijke bijeenkomsten over
dienstverlening specifieke groepen kwetsbare jongeren.
Doel van deze investering is dat de jongeren, en vooral de meest kwetsbare, nog effectiever worden begeleid.
Uiteindelijk doel is een sluitende aanpak voor alle kwetsbare jongeren, een duurzamere uitstroom uit de bijstand
en het goed borgen van deze dienstverlening.
Planning
EE EET ETA ETE
Vakmanschap: |e opleidingsplan Jongerenpunt uitvoering opleidingsplan | e eindevaluatie
training en 2017-2018 opgesteld (met e aangepast
opleiding leerinterventies) opleidingsplan
e alle jongerenadviseurs hebben Jongerenpunt 2018
een persoonlijk ontwikkelplan
Kosten 2017 en 2018
2017:
e dienstverlening en extra capaciteit Jongerenpunt: € 1.845.651;
e bijdrage van de Aanpak Jeugdwerkloosheid aan de investeringen in het versterken van het vakmanschap van
de Jongerenpunt: € 100.000.
2018:
e dienstverlening en extra capaciteit Jongerenpunt: € 1.600.000.
1.2 Aansluiting Jongerenpunt en jeugdhulp en zorg
Het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding werken samen met diverse professionals uit de jeugdhulpverlening en
zorg. De reden daarvoor is dat veel kwetsbare jongeren in Amsterdam naast begeleiding naar werk of opleiding
ook jeugdhulp en zorg nodig hebben om goed en zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren en participeren.
Doel van de Aanpak Jeugdwerkloosheid is deze samenwerking de komende periode te intensiveren en op
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 6
onderdelen uit te breiden. Speerpunten daarbij zijn:
e voorzetten van de Intensieve Preventieve Aanpak 23+ in samenwerking met Stichting Streetcornerwork
(IPA 23+). Deze aanpak richt zich op praktische hulpverlening aan jongeren van 23 tot 27 jaar die te kampen
hebben met problematiek op meerdere leefgebieden (meervoudige problematiek). In de eerste helft van
2016 liep deze aanpak in de stadsdelen Centrum, Oost en West. Omdat de aanpak in een stedelijke behoefte
voorziet is de afzonderlijke aanpak van de drie stadsdelen de tweede helft van 2016 in een stedelijke aanpak
overgegaan. Ook in 2017 zetten we deze stedelijke aanpak voort;
e samenwerking met de MBO-jeugdteams (onderdeel van het OKT) die binnen de mbo-instellingen werken. In
deze multidisciplinaire teams zijn samengesteld uit jeugdadviseurs, jeugdpsychologen en jeugdartsen. Zij
verrichten hun werkzaamheden op de mbo-locatie. De teams bieden hulp aan mbo-studenten met vragen op
meerdere gebieden zoals school- en ziekteverzuim, depressiviteit, gedragsproblematiek, gezinsproblematiek,
huisvesting, gezondheid, financiën en dreigende schooluitval. Waar nodig verwijzen ze hen (na
diagnosticering) richting meer specialistische vormen van hulpverlening en zorg. De Jongerenpunten gaan de
samenwerking met deze teams in 2017 prioriteit geven, met name om:
-_ jongeren die zijn uitgevallen maar terug kunnen naar het mbo, beter en zorgvuldig terug te leiden naar
school;
-_ jongeren die niet langer mbo-onderwijs kunnen volgen gezamenlijk goed op te vangen zodat
jeugdhulpverlening goed samengaat met begeleiding van deze jongeren door de Jongerenpunten (deze
jongeren komen in de caseload van de Jongerenpunten). Door goede samenwerking kan de kans op
terugkeer naar het mbo, een andere opleiding begeleiding naar werk worden vergroot;
- jongeren die geen mbo-opleiding volgen maar wel baat hebben bij het zorg- en hulpverleningsaanbod dat
deze teams te bieden hebben om de stap richting opleiding en/of werk te kunnen gaan maken. Op dit
moment is de expertise en hulpverlening van de MBO Jeugdteams niet beschikbaar voor jongeren van 18
jaar en ouder die niet (meer) aan een mbo-opleiding verbonden zijn.
Om een intensievere samenwerking tussen Jongerenpunt en MBO Jeugdteam te bewerkstelligen, start begin
2017 een pilot in Zuid. De samenwerkingspartners van deze pilot zijn het MBO Jeugdteam (onderdeel OKT),
mbo-locaties in Zuid, leerplicht, het Jongerenpunt en W&R. De pilot vormt de opmaat voor het structureel
verbinden van het aanbod van jeugdhulp en -zorg en de werkwijze van het Jongerenpunt met als doel een
sluitende aanpak voor kwetsbare jongeren vanuit de domeinen van jeugd en onderwijs te realiseren.
e samenwerking Meedoen Werkt. Meedoen Werkt is het programma van de gemeente Amsterdam dat zich
richt op het ondersteunen van kwetsbare jongeren die geen betaald werk verrichten bij het vinden van een
zinvolle dagbesteding, die waar mogelijk kan uitgroeien naar (begeleid) werk. Als werk of opleiding niet
mogelijk is, draagt zinvolle dagbesteding bij aan verhoging van de gezondheidsbeleving, ontlast mantelzorgers
en versterkt de sociale cohesie. Dagbesteding voorkomt escalaties en bovenmatig zorggebruik. Tussen de
Jongerenpunten en dit programma zijn verbindingen gelegd en goede ervaringen opgedaan. De onderlinge
afspraken dienen op basis van de ervaringen tot nu toe stadsbreed te worden geëxpliciteerd en aangescherpt.
e samenwerking wijkzorgnetwerken. De samenwerking tussen het Jongerenpunt en de wijkzorgnetwerken kan
beter.
Planning
JE kwartaal2017 | 3 kwartaol2017 ___|4kwortaol2017
(PA 23+ continuering stedelijke aanpak evaluatie stedelijke afspraken over
MBO-jeugdteam uitwerking plan voor pilot in Zuid tussentijdse evaluatie en borging (2018)
NE etn Thonet
Meedoen Werkt evaluatie, expliciteren en aanscher- [{ uitvoeren aangescherpte
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 7
Wijkzorgnetwerk © in kaart brengen verbeter- evaluatie, bijstelling,
punten in samenwerking afspraken over
met het wijkzorgnetwerk continuering en borging
e start uitvoering (2018)
verbeterpunten
Beoogde resultaten
Beoogde resultaten van de hiervoor genoemde samenwerkingsvormen met jeugdhulp zijn kwalitatief van aard. In
de deelplannen voor IPA 23+, het pilotplan MBO-jeugdteams en Meedoen Werkt wordt in het eerste kwartaal
van 2017 waar mogelijk aangegeven wat het beoogde bereik is in aantallen kwetsbare jongeren.
Kosten 2017
e inzet van 1 projectleider (1 fte) voor het versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt en de jeugdhulp
en zorg in combinatie met het versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt op de schoolgebonden
leerplicht (zie paragraaf 3.1 hierna): € 120.000;
e aanpak lPA 23+: € 300.000;
e voorde pilot samenwerking Jongerenpunt en MBO-jeugdteam hebben de samenwerkingspartners
afgesproken deze pilot binnen de eigen begrotingen uit te voeren.
1.3 Vergoedingen leerstages
Doel is eenduidige afspraken vergoedingen te verstrekken aan jongeren zonder uitkering of studiebeurs die
deelnemen aan interne of externe leerwerkstages. Bij leerstages verrichten jongeren in een groep, onder leiding
van een werkmeester additionele werkzaamheden (intern). Als ze deze werkzaamheden verrichten bij een bedrijf
of instelling noemen zijn het externe leerstages. De jongeren doen op deze manier werkervaring en werknemers-
vaardigheden op. De leerwerkstages worden onder andere aangeboden door W&R (WPI) en organisaties als
Academie van de Stad en Stagestraat. Doelstelling is om in 2017 100 leerstages te vergoeden die door deze
organisaties en trajecten worden gerealiseerd (40 in de eerste helft van 2017; 60 in de tweede helft).
Vanaf 2017 geeft de Aanpak Jeugdwerkloosheid elke jongere die geen uitkering, studiebeurs of andere inkomsten
heeft en deelneemt aan een leerstage een stagevergoeding van netto € 150 per maand die door de gemeente
wordt betaald. Voorwaarden om voor een vergoeding in aanmerking te komen zijn:
e de jongere wordt aangemeld door een jongerenadviseur;
e leerstage duurt maximaal een half jaar;
e de jongere is beschikbaar voor minimaal 24 tot maximaal 32 uur per week.
Aan de stage en de stagevergoeding zijn voorafgaand concrete stage doelen verbonden die door de uitvoerder
van de leerstage geëvalueerd worden en inzichtelijk zijn voor de jongerenadviseur van het Jongerenpunt bij wie
de jongere in caseload is.
Het Jongerenpunt Zuid draagt zorg voor de administratieve afhandeling van de vergoedingen van de leerstages.
Een projectgroep verkent nu waar de financiële afhandeling wordt belegd.
Planning
e eerste kwartaal: inrichten adequate financiële afhandeling;
e begin derde kwartaal: beknopte tussenevaluatie;
e november: evaluatie en borging in staande organisatie.
Kosten 2017
Fiscaal gezien zijn er twee varianten:
e de vrijwilligersvergoeding van € 150,- per maand. Deze variant is fiscaal onbelast;
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 8
e een stageovereenkomst. Fiscaal gezien is dit een fictief dienstverband waarover premies volksverzekeringen
betaald dienen te worden. De bruto kosten per jongeren zijn in dat geval € 200,- per maand.
De kosten in 2017 zijn: 100 leerstages x 6 maanden x € 200 = € 120.000.
1.4 Trajecten voor jongeren
Voor de Aanpak Jeugdwerkloosheid zijn bij de start van het programma in 2015 specifieke trajecten en
instrumenten voor jongeren ontwikkeld en ingezet. Een deel van deze trajecten loopt in 2017 door, over de
grenzen van het eerste uitvoeringsplan Jeugdwerkloosheid (2015-2016) en de jaargrenzen heen. Daarnaast zet de
aanpak trajecten en instrumenten die succesvol zijn gebleken in 2017 voort. Dit leidt tot de volgende trajecten
voor 2017:
e trajecten van WPI: de Ajax Challenge, Jong & Baas, coachingsproject, extra inzet voor jongeren met een
trafblad, de outreachende bemiddeling en de groepsgewijze werkervaringsplekken van W&R;
e overig: Good Training.
Kosten 2017 en 2018
ee sen Teo | Keseno eu
WPI e Ajax Challenge 323.500 323.500
e Jong & Baas 195.100
e Coachingsproject 151.550
e Extra inzet jongeren met een strafblad 114.788
e Outreachende bemiddeling 205.000
e Groepsgewijze werkervaringsplekken W&R 227.000
overge |= _Goodtranng EW
CC EN NE
1.5 Aanpakken no-show
De ervaring van de Aanpak Jeugdwerkloosheid is dat er nog teveel sprake is van no-shows: een deel van de
jongeren verschijnt niet op een met hen gemaakte afspraak. Dit betreft zowel afspraken met de
jongerenadviseurs, als afspraken in het kader van machtingsevents, bij een potentiele werkgever of uitvoerder
van een traject. In 2017 gaan we deze no-shows verminderen en voorkomen:
e een deel van de no-shows ontstaat omdat de informatie over de gemaakte afspraak de jongere niet goed
bereikt. Jongeren ontvangen of lezen brieven bijvoorbeeld niet. Daarom geldt ook hier dat de
jongerenadviseurs in 2017 sterker inzetten op een proactieve en outreachende benadering: voorafgaand aan
een afspraak wordt telefonisch, via WhatsApp of social media gericht contact met hen gezocht;
e een deel van de no-shows komt niet door communicatiemisverstanden maar doordat sommige jongeren zich
niet aan de gemaakte afspraken houden. Jongerenadviseurs gaan de jongeren hier stringenter en
consequenter op aanspreken, met als doel gedragsverandering te bewerkstellen. Het ultiem middel dat wordt
ingezet voor jongeren met een uitkering is het opleggen van een sanctie (korting of opschorting uitkering).
Planning
___\Ekwartadl2017 | 4 kwortadl207 |
stringentere aanpak © start uitvoering borging (2018)
Beoogde resultaten
In het plan van aanpak dat het eerste kwartaal 2017 wordt uitgewerkt nemen we ook op hoe we het bereik en
het effect van preventieve en de stringentere aanpak gaan monitoren. Op basis van de monitoring benoemen we
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 9
doelstellingen voor de tweede helft 2017 en voor 2018.
Kosten
Aan deze aanscherping van de werkwijze van de jongerenadviseurs zijn geen kosten verbonden.
1.6 Statushouders
Amsterdam heeft voor de begeleiding van aan Amsterdam gekoppelde statushouders begin 2016 een nieuwe en
intensieve aanpak ontwikkeld. Kenmerken van deze aanpak zijn dat deze statushouders al eerder in het proces
intensief en op maat worden begeleid naar werk en opleiding, en als dat niet mogelijk is naar participatie en/of
zorg. Bovendien wordt in deze aanpak begeleiding naar werk, opleiding of participatie parallel aan
Alle statushouders die Amsterdam nieuw instromen worden vanaf juli 2016 (ongeacht hun leeftijd) opgevangen
door Entree Amsterdam dat inmiddels bestaat uit twee dedicated teams van klantmanagers die statushouders
gedurende een aantal maanden intensief begeleiden met een caseload van 1 op 50. Na verloop van een aantal
maanden dragen deze dedicated teams de klanten die ze in deze periode nog niet hebben kunnen laten
uitstromen over aan de staande organisatie. Dit betekent dat de jonge statushouders die door Entree Amsterdam
nog niet naar werk en/of opleiding zijn geleid overgedragen worden aan het Jongerenpunt:
e het Jongerenpunt zetten gespecialiseerde jongerenadviseurs in die de jonge statushouders in caseload nemen
en hen verder begeleiden op werk naar werk, opleiding of participatie. Deze jongerenadviseurs worden voor
deze taak specifiek getraind;
e deze jongerenadviseurs volgen daarnaast ook de voortgang van het inburgeringstraject van deze
statushouders.
Planning
e januari 2017: Entree Amsterdam draagt de eerste (in 2016) nieuw ingestroomde jonge statushouders aan het
Jongerenpunt over; Start training voor jongerenadviseur die binnen het Jongerenpunt worden ingezet voor
jonge statusouders;
e continu: monitoren voortgang trajecten naar werk, opleiding of participatie en van het inburgeringtraject.
Beoogde resultaten
e kwalitatief: warme en sluitende overdracht van jonge statushouders aan het Jongerenpunt door Entree
Amsterdam;
e kwantitatief: de instroom van jonge, nieuwe statushouders in Amsterdam is afhankelijk van landelijke beleid,
van het plaatsingsbeleid van COA en van de beschikbaarheid van woningen. Daarom kan de aanpak
Jeugdwerkloosheid geen kwantitatieve doelstellingen voor deze groep jongeren formuleren.
Kosten
e de kosten van de gespecialiseerde jongerenadviseurs voor statushouders maken onderdeel uit va de kosten
zoals hiervoor weergegeven in paragraaf 1.1;
e de kosten van de 2 jobhunters die specifiek worden ingezet voor statushouders maken onderdeel uit van de
kosten zoals hierna opgenomen in paragraaf 2.1.
1.7 Onzichtbare meiden
We weten dat er in Amsterdam een groep meiden bestaat die niet zichtbaar zijn omdat zij niet werken, niet
studeren en deels buiten het zicht van leerplicht vallen omdat zij ouder zijn dan 23 jaar en zelf de stap naar het
Jongerenpunt (nog) niet zetten. Uit de analyse van de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam die we in de
inleiding van dit uitvoeringplan hebben weergegeven blijkt dat op 1 januari 2016 10.338 meisjes en vrouwen
tussen de 15 en 27 jaar geen werk en geen opleiding hadden. Van deze groep had bovendien 76% (7.370) ook
geen uitkering. In West en Nieuw-West starten we begin 2017 een pilot om deze groep meiden beter en
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 10
vollediger in beeld te krijgen en hen te motiveren om deel te nemen aan een traject richting werk, scholing of
eventueel participatie.
Planning
__________Jtwortool207 {3 kwartaol2017 4 kwortaol2017
pilots West/ | e nadere analyse data in samenwerking | evaluatie en uitwerking voorstel
Nieuw-West met OIS aanscherping borging in reguliere
e eind jan 2017 expertmeeting werkwijze Jongerenpunt
e pilotplan uitgewerkt (als uit onderzoek en besluitvorming (2018:
blijkt dat niet alle meiden in beeld zijn) borging)
e bespreking uitkomsten en pilotplan in
bestuurlijk overleg met stadsdelen
e start uitvoering
Beoogde resultaten
De beoogde resultaten van de pilot worden vastgesteld in het eerste kwartaal van 2017.
Kosten
De kosten van de pilot maken onderdeel uit van de kosten zoals hierna opgenomen in
paragraaf 4.1.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 11
Programmalijn 2. Kansen op de arbeidsmarkt
Doel vergroten van kansen van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt
Hoe 1. werkgeversbenadering
2. tegengaan van arbeidsdiscriminatie
3. bijbanenproject
2.1 Werkgeversbenadering
De aanpak Jeugdwerkloosheid heeft een sinds de start van het programma een resultaatverantwoordelijke
ambassadeur. Deze ambassadeur werkt nauw samen met de koepelorganisaties en WSP. Inzet is om met
branches en bedrijven afspraken te maken over concrete plaatsingsmogelijkheden voor kwetsbare jongeren.
Daarnaast heeft elk jongerenpunt in 2016 een nauwe samenwerking met de jobhunters en jobcoaches (WSP en
WE&R) en met intercedenten (van Randstad) tot stand gebracht. Kern van deze samenwerking is:
e het aanbodsgerichte matchen waarbij een vacature en werkgever wordt gezocht die past bij de competenties
en mogelijkheden van de jongere;
e het ontzorgen van werkgevers onder andere met jobcoaches die jongeren op de werkplek tijdelijk inwerken
en begeleiden;
e benutten van de expertise en het netwerk van de intercedenten;
e korte lijnen omdat de jobhunters, jobcoaches en intercendenten hun werk deels op dezelfde locatie uitvoeren
als de jongerenadviseurs en daarmee onderdeel uitmaken van het ‘uitgebreide’ team van het Jongerenpunt.
Gelet op de goede resultaten zet de Aanpak Jeugdwerkloosheid deze werkgeversbenadering in 2017 voort.
Planning
2017 : het contract met Randstad voor de inzet van intercedenten loopt 1 april 2017 af. Voorafgaand wordt
deze capaciteit en expertise opnieuw ingekocht;
2018 : evaluatie en borgingsafspraken.
Beoogde resultaten
Resultaat van deze werkgeversbenadering dient te zijn dat alle jongeren die tot de caseload van het
Jongerenpunt behoren en klaar zijn om aan het werk te gaan, duurzaam geplaatst worden op banen die bij hun
profiel passen.
Kosten 2017 en 2018
2017:
De kosten van de werkgeveraanpak zijn in totaal € 1.644.00 waarvan:
e 12 fte aan jobhunters (incl. 2 fte voor statushouders): € 1.057.317
e Intercedenten: € 450.000
e Ambassadeur: € 144.000
e Nieuwe arrangementen voor bedrijven en werkgevers: € 50.000
2018:
e Jobhunters: € 850.000
2.2 Tegengaan van arbeidsdiscriminatie
Uit OIS-onderzoek blijkt dat de werkloosheid onder jongeren van niet-westerse herkomst in Amsterdam in 2015
weliswaar is gedaald (van 18% naar 13%) maar nog steeds significant hoger is dan het gemiddelde in Amsterdam
(9,3%). Uit analyse van het uitkeringsbestand van Amsterdamse jongeren tussen de 15 en 27 jaar (peildatum 1
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 12
januari 2016) blijkt bovendien dat 80% van alle jongeren die een uitkering ontvangen van niet-westerse herkomst
is.
De groep jongeren van niet-westerse herkomst verdient extra aandacht en daarom intensiveren we voor hen de
succesvolle werkwijze van de Aanpak Jeugdwerkloosheid. In de afgelopen twee jaar is in het Jongerenpunt voor
werk en opleiding ervaring opgedaan met een vernieuwde werkwijze waarin integraal en outreachend werken
centraal staan. Op die manier kan jongeren een beter passend aanbod worden geboden. Daarnaast:
e blijkt uit diverse onderzoeken dat het voor de groep jongeren van niet-westerse herkomst belangrijk is
voldoende werkervaring op te doen tijdens de opleiding,
e en dat ‘gelijkwaardige’ ontmoeting tussen werkgevers en deze jongeren van groot belang is.
De Aanpak Jeugdwerkloosheid zet hier al op in en gaat dit voor deze groep intensiveren. Vier medewerkers
krijgen de specifieke taak hier gericht mee aan de slag te gaan en daarbij intensief samen te werken. De extra
inzet bestaat uit:
e een jongerenadviseur, om de jongeren uit de doelgroep te vinden in samenwerking met lokale partners;
e een WSP-adviseur, werving vacatures en realiseren plaatsingen;
e een jobhunter, werving vacatures en realiseren plaatsingen;
e eneen jobcoach, om de kandidaten aan het werk te houden (zij zullen zelf geen plaatsingen realiseren).
Deze medewerkers hebben bewezen ervaring met jongeren van niet-westerse herkomst en (her)kennen de
valkuilen en problemen waar deze jongeren mee te maken hebben. Ook beschikken zij over goede contacten met
jongerenwerkers en netwerkpartners in de wijk. Van belang hierbij is dat de professional de jongere blijft volgen,
ook als hij snel afhaakt, en blijft investeren en geloven in de jongere tot een succesvolle match is ontstaan.
7
De 4 medewerkers richten zich op: Jongeren van niet-westerse herkomst, met en zonder
e het vinden en toeleiden van de jongeren uit uitkering.
de doelgroep naar werk, Wat de jongeren van niet-westerse herkomst met een
e het vinden van de juiste vacatures bij het uitkering betreft, richt de intensivering zich in eerste
bedrijfsleven. instantie op de jongeren in trede 3 en 4.
Het WSP benadert bedrijven voor vacatures voor deze doelgroep. Zij zal hierbij gebruik maken van de contacten
en afspraken met bedrijven die eerder dit jaar gemaakt zijn. Dit betreft:
e de opbrengst van het (landelijk) Werkakkoord met 110 partners;
e de lijst met bedrijven met hoofdkantoren in Amsterdam met meer dan 30 werknemers die in het voorjaar zijn
gebeld met de vraag hoe zij omgaan met diversiteit in hun bedrijf;
e enhet ‘Convenant Amsterdam werkt voor iedereen’ waarin Amsterdamse bedrijven hebben afgesproken dat
ze de economische zelfstandigheid van vluchtelingen willen bevorderen.
Deze vacatures vormen het aanbod waarmee de extra medewerkers aan de slag kunnen.
Planning
2017 inde periode januari — juni 2017 start een pilot in twee stadsdelen. Aan het einde van de pilot bepalen we
op basis van evaluatie van de resultaten en ervaringen of de aanpak in de tweede helft van 2017 wordt
uitgebreid naar alle stadsdelen;
2018 borging van de ervaringen en succesfactoren in de reguliere werkwijze van het Jongerenpunt.
Beoogde resultaten
In de pilotperiode van zes maanden begeleiden de vier professionals samen in totaal 50 jongeren van niet-
westerse herkomst extra naar werk:
e de jobhunter begeleidt op jaarbasis 50 kandidaten naar een betaalde baan. In de eerste maand van de pilot is
de jobhunter voornamelijk bezig met het vullen van de caseload en het maken van afspraken met werkgevers.
Streven is dat de jobhunter in de pilotperiode 25 jongeren bemiddelt;
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 13
e ook de WSP-adviseur zal de eerste maand van de pilotperiode nog niet direct bemiddelingen kunnen
realiseren. Streven is dat de WSP-adviseur ook 25 kandidaten in de pilotperiode bemiddelt;
Deze pilot betreft een extra inzet, een kop bovenop het reguliere. Dit betekent realisatie van 50 plaatsingen naar
werk bovenop:
e alle bemiddelingen naar werk of opleiding van jongeren van niet-westerse herkomst die door de andere
jongerenadviseurs en jobhunters in het Jongerenpunt gerealiseerd worden;
e de bemiddelingen naar werk of opleiding van deze jongeren die door de samenwerkingspartners (de
stadsdelen en stedelijke initiatieven, zie hoofdstuk 4 van dit plan) gerealiseerd worden.
Het totaal aantal jongeren van niet-westerse herkomst dat in de pilotperiode naar werk wordt bemiddeld zal dan
ook hoger liggen dan 50.
Kosten 2017
De kosten bedragen in 2017 € 475. 000:
e eerste helft van 2017 € 160.000:
-_kosten jongerenadviseur en jobcoach (2 fte à € 80. 000 x % jaar)
-_kosten jobhunter en WSP-adviseur (2 fte à € 80. 000 x % jaar)
e tweede helft 2017 stadsbrede uitvoering: € 315.000
2.3 Bijbanenproject
De Aanpak Jeugdwerkloosheid investeert in 2017 specifiek in het laten opdoen van positieve (werk)ervaringen
door jongeren die nog op school zitten. Onder jongeren van Marokkaanse herkomst is het percentage
onderwijsvolgende werklozen namelijk opvallend hoog (17%) in vergelijking met alle niet-westerse jongeren
(12%) en de autochtone jongeren (7%). Met extra aandacht aan bijbanen van het uitgangspunt “goed jong
geleerd, is later beter gedaan” willen we voorkomen dat jongeren na het afronden van hun opleiding werkloos
worden. We vragen commitment van de grotere werkgevers om ons te helpen deze jongeren extra te
begeleiden. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten:
e de jongeren doen vaker een succeservaring op,
e ende bedrijven investeren in duurzame arbeidsrelaties.
Planning
Start voorjaar 2017.
Beoogd resultaat
100 jongeren van niet-westerse herkomst hebben succesvol een traject van coaching naar een bijbaan doorlopen
waarbij bij minimaal 80 jongeren dit traject leidt tot een betaalde bijbaan.
Kosten 2017
e werving, training en begeleiding van 100 jongeren naar een betaalde bijbaan: € 50.000
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 14
Programmalijn 3. Onderwijs
Doel versterken en bestendigen samenwerking met het onderwijs
Hoe 1. aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC
2. onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt
3. ontwikkeling van de Opleidingshuizen
3.1 Aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC
De afdeling Onderwijs en Leerplicht is in Amsterdam verantwoordelijk voor beleid en uitvoering van de RMC-
wetgeving (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) en voor het beleid en de aanpak van voortijdig school
verlaten (VSV). Het Jongerenpunt en de afdeling Onderwijs en leerplicht hebben in het kader van RMC en VSVde
volgende afspraken vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst:
e alle nieuwe VSV'ers (uitvallers in huidig schooljaar) zonder opleidingswens en/of een bindend studieadvies
worden actief overgedragen vanuit Leerplicht aan het Jongerenpunt, hierbij wordt indien nodig ook
informatie vanuit het ZAT of het MBO-Jeugdteam overgedragen om een doorgaande ondersteuning of
begeleiden te waarborgen;
e hetJongerenpunt pakt deze VSVers allemaal actief op en neemt ze in begeleiding richting werk en/of
scholing. De werkwijze hiervoor is vastgelegd in het document “Overdracht werkvloer. Jongerendossiers van
Leerplicht en Jongerenpunten”;
e inzet van het Jongerenpunt voor de zogenaamde ‘oude’ voortijdig schoolverlaters (in voorgaande schooljaren
uitgevallen) is deze jongeren in beeld te hebben en degenen die inmiddels aan het werk zijn te ondersteunen,
begeleiden en motiveren om alsnog een startkwalificatie te halen. Jongeren die nog geen werk hebben naar
duurzaam werk en/of naar school terug begeleiden.
Recent is de doelgroep van RMC en VSV door wijzigingen in de wetgeving verbreed: jongeren in een kwetsbare
positie® maken daar nu ook expliciet onderdeel van uit:
e alle jongeren met een niveau-1-diploma afkomstig uit het Praktijkonderwijs (Pro) en het Voortgezet Speciaal
Onderwijs (VSO) worden door het Jongerenpunt actief begeleid naar duurzame arbeid. (in 2016 waren dat
256 jongeren)
e Alle jongeren die al dan niet met diploma uitstromen uit het vmbo-b zonder scholingswensen, worden door
team Leerplicht actief overgedragen aan het Jongerenpunt (in 2016 waren dat 192 jongeren).
NB. Alle jongeren die uitstromen uit het PrO en het VSO worden al door het Jongerenpunt en W&R (WPI)
opgepakt.
Planning
e deresultaten worden gevolgd en opgenomen de maandelijkse jeugdmonitor;
e rond 1 juli en 1 december 2017: evaluatie van de samenwerking.
2__Jongere die al dan niet met een getuigschrift of een diploma doorstroomt naar de entreeopleiding (= mbo),
basisberoepsopleiding (= mbo-2) of uitstroomt uit het onderwijs en afkomstig is uit:
1. het voortgezet speciaal onderwijs;
2. het praktijkonderwijs;
3. de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo;
4. het leerwerktraject van het vmbo;
5. de entreeopleiding;
6. jongere die niet vanuit één van hiervoor genoemde onderwijssoorten instroomt in een entreeopleiding.
Bron: Regeling regionale aanpak VSV 2017
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 15
Kosten 2017
Zoals aangegeven in paragraaf 1.2. wordt binnen het Jongerenpunt een projectleider (1 fte) ingezet voor het
versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt op de jeugdhulp en op de schoolgebonden leerplicht.
3.2 Onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt
De samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-Agenda loopt ook in 2017 en 2018 door. Binnen
de aanpak van deze agenda werken de Amsterdamse mbo-instellingen en de gemeente nauw met elkaar samen
wat vraagstukken als de kwaliteit van het onderwijs, succesvolle schoolloopbanen voor jongeren en de
aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt betreft. De gemeente blijft de mbo-instellingen ook in de tweede
helft van deze collegeperiode ondersteunen door te investeren in drie subsidieregelingen:
e individuele leraren (Lerarenbeurs);
e pedagogische-didactische vernieuwing van onderwijsteams (Scholenbeurs);
e inhoudelijke onderwerpen en projecten die bijdragen aan de ambities van de MBO-Agenda, bijvoorbeeld de
strategische samenwerking van onderwijsteams met het bedrijfsleven (Projectplannen).
Ten behoeve van het voorkomen van jeugdwerkloosheid investeert de Aanpak Jeugdwerkloosheid in 2017, net
als in 2016, in leerwerkcoaches die studenten van de Entreeopleidingen en opleidingen op MBO niveau 2
begeleiden bij het vinden van een stage-, leerwerkplek of arbeidsplaats. Zij coachen de jongere ook om te zorgen
dat de toeleiding naar de arbeidsmarkt goed verloopt. De twee betrokken mbo-instellingen, ROC van Amsterdam
en ROC TOP, zijn positief over de inzet en de effecten van deze leerwerkcoaches.
Planning
2017 :continuering inzet van 7 fte aan leerwerkcoaches bij beide ROC's;
2018 : evaluatie en bespreking van de borging van de werkwijze van de leerwerkcoaches.
Kosten 2017 en 2018
2017:
e leerwerkcoaches: € 208.333;
2018:
e leerwerkcoachesin 2018: € 291.667.
3.3 Ontwikkeling van de Opleidingshuizen
In 2015 is gestart met het Actieplan Innovatief Vakmanschap (AlV). De focus is het versterken van de
arbeidsmarktpositie van jongeren met een middelbare beroepsopleiding, door de samenwerking tussen het
beroepsonderwijs en het bedrijfsleven te stimuleren. Centraal staat de ontwikkeling van de Opleidingshuizen,
een samenwerkingsverband waarbij werkgevers en beroepsonderwijs met elkaar afspraken maken over de
benodigde vaardigheden en competenties van gediplomeerden voor de (toekomstige) vraag van de
arbeidsmarkt. Zij maken met elkaar afspraken hoe dat te realiseren, bijvoorbeeld in curricula van de opleidingen
of leerwerkstages en de inzet van vakteams van werkmeesters en docenten Met de Opleidingshuizen willen we
de aansluiting tussen de snel veranderende vraag van de arbeidsmarkt en het beroepsonderwijs optimaliseren,
opdat meer jongeren kiezen voor kansrijke sectoren en tegelijkertijd werkgevers meer passend opgeleid
personeel vinden. De activiteiten in de opleidingshuizen zijn altijd gericht op duurzame inzetbaarheid. Dat
betekent scholing, certificering en diplomering met als eindpunt betaald werk. Ontwikkeling en uitvoering van de
Opleidingshuizen vindt plaats binnen het Actieplan Innovatief Vakmanschap.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 16
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 17
Programmalijn 4. Coalities
Doel versterken en bestendigen van coalities
Hoe 1. samenwerken met de stadsdelen
2. stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad
De Aanpak Jeugdwerkloosheid werkt samen met stadsdelen en met partners in de stad aan het terugdringen van
de jeugdwerkloosheid.
4.1 Samenwerken met de stadsdelen
De stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de aanpak jeugdwerkloosheid. Om hen ook in 2017 de
mogelijkheid te bieden eigen accenten en projecten te kiezen is voor 2017 door de aanpak opnieuw een budget
beschikbaar gesteld. Bij het toekennen van de beschikbare middelen aan de ingediende stadsdeelprojecten:
e is zorgvuldig gekeken naar eerdere resultaten omdat het voor een belangrijk deel om voortzetting van eerder
gestarte initiatieven ging. Initiatieven die de eerder afgesproken resultaten behalen worden opnieuw
gefinancierd. Initiatieven waarvan de resultaten eerder (flink) achterbleven niet;
e zijn dezelfde beoordelingscriteria gehanteerd als bij de vorige ronde:
-_het bereiken van jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zoals jongeren met een niet-
westerse achtergrond, jonge statushouders, arbeidsgehandicapten, onzichtbare meiden;
-__hetleggen van een directe verbinding tussen lokale ondernemers en jongeren en het realiseren van een
een-op-een match;
-__ peer-to-peer werkwijze: jongeren inzetten om jongeren te begeleiden;
- lokale initiatieven (colour locale).
Naast het toeleiden naar werk en opleiding is er binnen de stadsdeelinitiatieven in 2017 nadrukkelijk meer
aandacht en ruimte voor het activeren en begeleiden naar participatie van de meest kwetsbare jongeren voor
wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd. Voor de 250.000 euro die voor deze trajecten in onderstaande
begroting gereserveerd kunnen de stadsdelen voorstellen indienen, uiterlijk voor 1 april 2017.
De volgende initiatieven worden in 2017 gerealiseerd:
Noord
Oost
Wes
zuid
Mm
Zuidoost
A
CE
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 18
4.2 Stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad
De Aanpak Jeugdwerkloosheid werkt samen met partners die de aanpak versterken door de inzet van hun lokale
netwerk (bijvoorbeeld van werkgevers) en hun bekendheid in de wijk. De initiatieven van deze partners zijn deels
gericht op het bereiken van kwetsbare jongeren die voor de officiële instanties moeilijk bereikbaar zijn. Deze
initiatieven kunnen deze jongeren beter bereiken omdat ze laagdrempelig zijn, ze minder gebonden zijn aan een
9-tot-B-aanpak en vaak kiezen voor een andere vorm van begeleiden zoals de peer-to-peer aanpak waarbij
studenten één op één met de jongeren aan de slag gaan.
Het programma bood ook in 2016 partners in de stad de mogelijkheid om projecten voor te dragen voor
financiering. In totaal zijn er 31 aanvragen ingediend waarvan de onderstaande acht projecten zijn gehonoreerd.
Ruim twintig aanvragen waren onvoldoende onderbouwd of vielen buiten de regeling en zijn afgewezen.
1. Strong Girls Traineeship (Elance Academy)
Het project bestaat uit een traineeship waarmee meiden met de juiste tools de arbeidsmarkt kunnen betreden.
De meiden worden gecoacht door een professional uit het bedrijfsleven (PowerVrouw). Tijdens het traject
spreken de coach en de jonge vrouw minimaal drie keer af en houden ondertussen contact via mail en
WhatsApp. Daarnaast volgen de meiden de training ‘Rock Your Mountains’. Hier komen onderwerpen aan bod
als: sollicitatievaardigheden, pitchen, personal branding en het ontdekken van eigen kwaliteiten.
Vrouwen van 18 tot en met 27 jaar (met en zonder Minimaal 15 vrouwen begeleid naar een werkplek
uitkering) die ondersteuning nodig hebben om met een contract van minimaal zes maanden of naar
toegang te krijgen tot en/of te participeren op de inschrijving bij een erkende opleiding.
arbeidsmarkt. De vrouwen leren hun kwaliteiten ontdekken en
vergroten hun professionele netwerk.
2. Netwerkpro/Vrouwen aan de Amstel (A Real Community)
A Real Community is een organisatie die het opbouwen van (buurt)platforms en communities, waar projecten uit
voortkom, initieert en ondersteunt. In dit project krijgen jonge vrouwen tijdens een trainingsperiode van drie
maanden 8 trainingssessies aangeboden en bezoeken zij een bedrijf en drie externe professionele
netwerkbijeenkomsten. Ze sluiten de training af met een persoonlijke pitch. De deelneemsters worden daarnaast
individueel begeleid door een vrouwelijke mentor uit het Vrouwen-aan-de-Amstelnetwerk (een professioneel
netwerk van ruim 200 vrouwen). Na afronding van de trainingsperiode volgt een nazorgperiode van eveneens
drie maanden.
Vrouwen van 18 t/m 27 jaar en in het bijzonder: 60 jonge vrouwen begeleid waarvan 45 naar
e meteen niet-westerse herkomst (50%) financiële onafhankelijkheid via betaald werk
e meteen opleiding op tenminste mbo-niveau
(50%)
3. Jongeren naar Werk in Amsterdam (Innovium)
Innovium hanteert een sterk outreachende 24/7 benadering. Het multiculturele projectteam bezoekt jongeren
waarbij:
e in kaart gebracht wordt gebracht wat de mogelijkheden van de jongeren zijn op het gebied van opleiding,
competenties, werkervaring en talenkennis;
e bekeken wordt welke specifieke ondersteuning per jongere nodig is.
Innovium werkt met een digitale portal en e-learning modules waarmee kandidaten individueel of groepsgewijs
geschoold worden. Door middel van filmpjes en interactieve vragen worden jongeren op een boeiende en
activerende wijze geactiveerd om aan het werk of terug naar school te gaan.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 19
Jongeren van 18-27 jaar die worden bereikt op straat, | 60 jongeren naar werk en school begeleid
via de moskee en het netwerk van Innovium (waar de
gemeente Amsterdam zelf deel van uitmaakt)
4. _HEMA-project (Selmani Work Solutions)
Selmani Work Solutions bemiddelt moeilijk te plaatsen jongeren naar allerlei functies (fulltime banen en
bijbanen) in de detailhandel en daarbuiten. In dit project wordt samengewerkt met 15 HEMA-filialen in
Amsterdam. Het project start met een werkervaringsperiode van 4 tot 6 weken waarbij jongeren getraind
worden (bijv. in het maken van afspraken, omgaan met werkgevers). Als de jongeren deze periode succesvol
afronden, stromen zij door naar een ‘echte! baan met een betaald dienstverband. De helft van de deelnemende
jongeren is jonge statushouder
Jongeren van 16-27 jaar (met of zonder 41 jongeren van de doelgroep ondersteund bij het
startkwalificatie) die intensieve begeleiding nodig zich kwalificeren voor een betaalde baan bij de HEMA
hebben om te (re)integreren op de arbeidsmarkt. of elders
De helft van de deelnemende jongeren is
statushouder
5. De Kandidatenmarkt (Stichting het Kandidatennetwerk)
De Kandidatenmarkt is een dynamische sociale organisatie die jonge werkzoekenden naar werk,
werkervaringsplekken, stageplekken of een opleiding begeleidt. Door middel van doelgerichte interventies
worden belemmerende problemen (zoals schulden of het ontbreken van een startkwalificatie) aangepakt.
Daarnaast worden sollicitatie-, presentatie- en netwerktrainingen aangeboden. Met behulp van coaches, trainers
en vrijwilligers vormt het Kandidatennetwerk een betrokken community waarop de jongeren altijd kunnen
terugvallen.
Amsterdamse werkzoekende (laag en hoogopgeleid) | 90 jongeren zijn begeleid naar school en/of werk
van 18 t/m 27 jaar die niet zelfstandig de
arbeidsmarkt kunnen betreden
6. Paint Your Future (Stichting Paint Your Future)
Paint Your Future begeleidt jongeren die uit het schoolsysteem zijn gevallen en buiten de arbeidsmarkt terecht
zijn gekomen; ook diegenen die niet in beeld zijn bij instanties (spook- en zwerfjongeren). Zij vinden de jongeren
op straat en zijn 24/7 bereikbaar. Jongeren worden uitgenodigd creatief aan de slag te gaan door deel te nemen
aan workshops. Door eigen reflecties op de gemaakte creatieve producten bouwen de jongeren zelfvertrouwen
op. Vervolgens worden deze jongeren toegeleid naar school, of aan het werk of geholpen als zelfstandig
ondernemer.
Jongeren van 17 -27 jaar waaronder: 100 jongeren
e Wajongers e toegeleid naar een betaalde baan voor de duur
e criminele jongeren uit de Top-600 van Amsterdam van minimaal een half jaar (50%)
e ongediplomeerde schoolverlaters e begeleid richting de inschrijving voor een
e en ook enkele hoogopgeleide jongeren erkende opleiding (50%)
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 20
7. Samenbinding (Stichting Samenbinding)
De kerntaak van Stichting Samenbinding is het toeleiden van jongeren naar betaald werk. Daarnaast wil zij
jongeren die niet leerplichtig zijn terug leiden naar de opleiding die ze niet hebben afgemaakt, dan wel toeleiden
naar een passende opleiding op minimaal MBO 2-niveau. Na een intakegesprek wordt de jongeren begeleid door
een coach. Gezamenlijk stellen ze een leer- en activiteitendossier op met daarin een gedeelde ambitie en
tijdsplanning. De ontwikkeling van elke jongeren wordt besproken in een multidisciplinair overleg. Ouders
worden zoveel als mogelijk betrokken, individueel en ook in groepssessies.
Jongeren van 18- 27 jaar: 80 jongeren toegeleid naar een opleiding of betaald
e zonder startkwalificatie, opleiding of betaald werk | werk
e meteen baan waarbij het gemiddeld aantal uren
per week minder is dan 24 en/of de contractduur
korter is dan 6 maanden
8. JobAcademy (Stichting Streetpro}
JobAcademy is een intensief ‘bootcampprogramma’ waarbij jongeren zonder startkwalificatie worden begeleid
naar een passende baan. Dit programma leert jonge werklozen werknemers-, communicatie- en sociale
vaardigheden aan. Daarbij wordt het opdoen van succes- en leerervaringen op werkgebied en persoonlijk vlak
benadrukt. Ook kunnen de deelnemers ondersteuning krijgen op het gebied van taal en rekenen. Volgens
JobAcademy is de kans op uitval van jongeren door deze aanpak laag, waar alle partijen bij gebaat zijn.
JobAcademy biedt deelnemende jongeren de kans om binnen twee weken na het programma aan het werk te
gaan.
Jongeren tussen de 17 en 27 jaar die: Minimaal 72 jongeren/jonge statushouders (terug)
e niet naar school gaan begeleid naar werk voor een contract van minimaal 6
e geen startkwalificatie hebben maanden voor minimaal 24 uur per week
e en/of een WW-uitkering ontvangen
Planning
De initiatieven worden uitgevoerd tussen 1 januari en 31 december 2017.
Beoogde resultaten
De deelnemende jongeren worden toegeleid naar betaald werk voor een periode van minstens 6 maanden of
schrijven zich in voor een wettelijk erkende opleiding. De acht initiatieven samen begeleiden 503 jongeren naar
school of werk.
Kosten 2017
De gemeente heeft in totaal € 922.295 toegekend aan deze acht initiatieven als bijdrage aan de
uitvoeringskosten. De uitvoerende partijen hebben de verplichting voor 50% van hun kosten cofinanciering te
regelen met een maximum van € 50.000 per project.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 21
Programmalijn 5. Goede voorbeeld geven als werkgever
Doel de gemeente laat als werkgever zien dat kwetsbare jongeren stage kunnen lopen en kunnen werken
Hoe 1. gemeentelijk stagebureau
2. met een arbeidsbeperking aan de slag
5,1 Gemeentelijk stagebureau
Het stedelijk Stagebureau is een investering van de gemeente in het arbeids- en toekomstperspectief van
Amsterdamse jongeren. Dit centrale bureau adviseert en ondersteunt gemeenteonderdelen adviseert bij de
realisatie van:
- meer, kwalitatief betere en meer diverse stages
- een adequaat werving- en selectieproces en betere registratie
- een introductieprogramma en stageparcoursen in goede afstemming met scholen
- het opleiden van begeleiders en eenduidige communicatie
A
Ambitie is dat de gemeente1.800 stageplaatsen Het stagebureau biedt stages voor (in eerste instantie
realiseert in 2017. Doel is: Amsterdamse) leerlingen en studenten van vmbo, havo,
-_ verbeteren van het arbeids- en vwo, mbo, hbo en wo. Deze groep is uitgebreid met:
toekomstperspectief van de Amsterdamse -_ jongeren die hun opleiding al hebben afgerond;
jongeren; -_ jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt;
-__een evenwichtiger personeelsopbouw van de -__ (zeer) moeilijk lerende kinderen van de vier
gemeente en de mogelijkheid talent te scouten; praktijkscholen in Amsterdam in samenwerking met
- het goede werkgeversimago nu en in de toekomst het programma arbeidsgehandicapten aan het werk.
behouden en versterken onder jongeren.
Planning
2017 Middels een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (mkba) het rendement van het Stagebureau (en de
verschillende toekomstscenario’s) zichtbaar maken. Werkwijze en resultaten verfijnen en verstevigen.
Relatie(s) onderwijs versterken en uitbreiden. Mogelijkheden nieuwe inhoudelijke en financiële partner(s)
onderzoeken ten behoeve van structurele inbedding in de gemeentelijke organisatie na 2018. Het toetsen
en waarborgen van de kwaliteit van meewerk en onderzoeksstages voor de student en de organisatie. Het
ontwikkelen van beroepsoriëntatie trajecten voor het voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs.
2018 Stagebureau positioneren als permanent aanspreekpunt (binnen een ‘marktplaats’) voor jongeren in de
stad en collega’s binnen de gemeente. Relatie onderwijs verder versterken door onder andere deelname
in adviesraden en opleidingscommissies, het geven van gastcolleges, trainingen en het afsluiten van
convenanten. Het stimuleren, monitoren en rapporteren van instroom en doorstroom van stagiairs in de
organisatie en het faciliteren van mogelijkheden door middel van talentpools, alumnibijeenkomsten en
structureel contact met de strategische P&O afdeling over doorstroommogelijkheden.
Beoogde resultaten
Het gemeentelijke Stagebureau bestaat vanaf 2017 in totaal uit ruim 10 fte aan medewerkers, waarvan 4 fte
wordt ingezet ten behoeve van de aanpak Jeugdwerkloosheid. In onderstaande tabel is het totaal aantal stages
opgenomen dat het Stagebureau jaarlijks wil realiseren, waarbij het Stagebureau binnen de aanpak
Jeugdwerkloosheid de nadruk legt op de realisatie van:
e _vmbo- en mbo-stages;
e stages voor (zeer) moeilijk lerende jongeren en/of jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt;
e snuffelstages voor het voortgezet onderwijs.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 22
ul 2018} toteal|
stages voor mbo | _____550| 600} __ 1450
|_stage als werkervaringsplaats | 30| 30} 60|
NB: bovenstaande zijn zowel onbetaald (1-2 weken) als betaalde (5-9 maanden durende) stageplaatsen waarbij
e de vmbo, havo en vwo stages onbetaald zijn en in het kader van loopbaanoriëntatie
e de mbo, hbo en wo zijn de betaalde stages vanuit de opleiding gericht op de beroepspraktijk. Binnen de
ambitie wil het Stagebureau zich extra inzetten op de betaalde mbo en hbo stages zodat er elk jaar
structureel voldoende stages zijn gericht op de beroepspraktijk voor deze doelgroep.
Kosten 2017 en 2018
2017:
De kosten van de inzet van het Stagebureau voor de aanpak zijn in 2017 in € 379.000. Deze kosten betreffen:
e de inzet van 2 fte beleidsmedewerkers B en 2 fte beleidsmedewerker C;
e organisatie- en communicatiekosten (waaronder onderzoekskosten).
2018:
e De kosten van de inzet van het Stagebureau voor de aanpak zijn in 2017 in € 354.000.
5,2 Met een arbeidsbeperking aan de slag bij de gemeente Amsterdam
Ambitie van de gemeente is om vanaf 2014 jaarlijks 42 mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen’ en
daarmee in 2023 in totaal 412 extra banen te hebben gerealiseerd. Daarmee geeft de gemeente uitvoering aan
het Sociaal Akkoord en geeft ze invulling aan inclusief werkgeverschap. Het realiseren van extra arbeidsplaatsen
voor deze doelgroep is een integraal onderdeel van het personeelsbeleid van de gemeente. Afspraak is dat een
derde van de 42 mensen die op deze manier jaarlijks in dienst komen bij de gemeente uit jongeren moet bestaan.
Het betreft dus minimaal 14 jongeren per jaar. Tot en met 2016 is deze doelstelling ruimschoots gerealiseerd.
Doel en planning
Ook in 2017 en 2018 blijft de gemeente zich hiervoor inzetten. Dit betekent dat de gemeente in deze periode
jaarlijks 42 jongeren in dienst neemt en aan het werk helpt. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid zullen ook deze
plaatsingen gemonitord worden en opgenomen worden in de maandelijkse Monitor Jeugdwerkloosheid.
Kosten
Er zijn geen kosten die ten laste van het programma komen.
*_ B&W besluit 10 december 2013: ‘Gemeente Amsterdam als voorbeeld om meer mensen met een arbeidsbeperking aan
werk te helpen.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 23
Organisatie
Doel door middel van een compacte programmaorganisatie zorg dragen voor coördinatie, uitvoering en
borging van de Aanpak Jeugdwerkloosheid
Hoe 1. communicatie
2. compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring
3. financiën
6.1 Communicatie
Om de doelstellingen van dit uitvoeringsplan te realiseren is een heldere en eenduidige communicatie naar en
met interne en externe doelgroepen en stakeholders van belang:
e extern: de kwetsbare jongeren en hun directe omgeving, intermediairs, het onderwijs en het bedrijfsleven
(werkgevers, sectoren), de jeugdhulpverlening, de politiek, de pers en (informele) ambassadeurs;
e intern: verschillende beleids- en uitvoerende afdelingen binnen de RvE’s en de stadsdelen.
Communicatie zet in op het informeren en activeren via campagnes, events, persoonlijke communicatie
(Jongerenpunt), goede informatievoorziening (vooral online) en marketingcommunicatie over de voor-zieningen
en initiatieven voor jongeren. Beoogde doelen en kaders van de communicatie in het kader van de Aanpak
Jeugdwerkloosheid zijn in ieder geval:
e het verder uitbouwen van de positionering van het Jongerenpunt;
e de inzet van communicatiemiddelen, zoveel mogelijk op basis van ‘bewezen effect’: op de plekken waar
jongeren daadwerkelijk zijn (in de praktijk betekent dat meer inzet op online middelen, zoals social media en
minder op fysieke middelen, zoals folders);
e ondersteuning van de peer-to-peer-aanpak met communicatiemiddelen;
e aanhaken bij en input leveren voor de landelijke campagne van het ministerie van Veiligheid en Justitie met
betrekking tot de VOG-aanvraag (zie toelichting hierna);
e expliciteren en uitdragen van resultaten, succes- en faalfactoren, lessen en inzichten zowel intern als extern
(o.a. media).
Aanhaken en input landelijke campagne ministerie Veiligheid en Justitie over de VOG
De indruk bestaat dat de VOG soms onnodig belemmerend werkt voor jongeren die een baan of stage zoeken
omdat een deel van de jongeren en hun hulpverleners ten onterechte het idee heeft
dat de arbeidsmarkt en het onderwijs nauwelijks kansen bieden aan jongeren met een strafblad. Jongeren die er
van uit gaan dat dat ze geen VOG zullen krijgen dienen daarom geen VOG-aanvraag in.
In 2016 is een ambtswoningoverleg gehouden over de VOG in relatie tot de aanpak jeugdwerkloosheid. Naar
aanleiding hiervan is besloten dat de gemeente Amsterdam aanhaakt bij en input levert voor de landelijke
campagne van het ministerie van Veiligheid en Justitie die gericht is op het wegnemen van spookverhalen en
misverstanden met betrekking tot de VOG-aanvraag bij jongeren en het vergroten van de kennis over kansen en
bewaren bij (jeugd)professionals.
De planning voor 2017 is:
e 1° kwartaal: uitwerking campagne door ministerie van Veiligheid en Justitie en duidelijkheid over de vertaling
van de landelijke campagne naar Amsterdam;
e 2 en 3° kwartaal: verspreiding van de op Amsterdam toegespitste communicatie uitingen;
e 4° kwartaal: evaluatie van de effecten van de (landelijke) campagne.
Kosten 2017 en 2018
2017:
De kosten voor communicatie zijn € 145.688. Het programma investeert incidenteel € 10.000 in de aansluiting
van Amsterdam op de landelijke VOC-campagne.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 24
2018:
De kosten voor communicatie zijn € 25.000.
6.2 Compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring
De uitvoering van de Aanpak Jeugdwerkloosheid vergt ook in 2017 een compacte programmaorganisatie die in
2018 stapsgewijs wordt afgebouwd en bestaat uit:
e de programmamanager;
e managementassistentie en programmasecretariaat,
e tijdelijke en flexibele programmaondersteuning o.a. voor het coördineren van initiatieven in de stad
(accounthouderschap), tijdelijke extra financiële capaciteit.
De programmaorganisatie draagt zorg voor de maandelijkse Monitor Jeugdwerkloosheid waarin per
programmaonderdeel de resultaten worden gepresenteerd en afgezet tegen de beoogde resultaten.
Jaarlijks brengt OIS een factsheet uit met een analyse van de jeugdwerkloosheid in Amsterdam en een
bijbehorende achtergrondrapportage. Hierin wordt onder ander het Amsterdamse jeugdwerkloosheidscijfer
uitgesplitst naar herkomstgroep en stadsdeel en vergeleken binnen de G4. De factsheet over 2016 verschijnt naar
verwachting in mei 2017, de factsheet over 2017 een jaar later.
Kosten 2017 en 2018
2017:
De totale kosten zijn € 859.861 waarvan:
e kosten onderzoek en Monitor Jeugdwerkloosheid: € 100.000;
e kosten programmaorganisatie: € 759.861.
2018:
De totale kosten zijn € 375.000.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 25
6.3 Financiën
Kosten
2017 2018
Programmalijn 1 (3.727.589) (1.923.500)
1.1 dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunt 1.945.651 1.600.000
1.2 aansluiting Jongerenpunt jeugdhulp en zorg 420.000 -
1.3 vergoeding leerstages 120.000 -
14 trajecten voor jongeren 1.241.938 323.500
1.5 aanpakken no-show B =
1.6 statushouders (zie 1.1) - -
1.7 onzichtbare meiden (zie 4.1) - -
Programmalijn 2 (2.226.317) (850.000)
2.1 werkgeversbenadering 1.701.317 850.000
2.2 tegengaan arbeidsdiscriminatie 475.000 -
2.3 bijbanenproject 50.000 a
Programmalijn 3 (208.333) (291.667)
3.1 aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC (zie 1.2) - -
3.2 leerwerkcoaches 208.333 291.667
Programmalijn 4 (2.034.045) (0)
4.1. samenwerken met de stadsdelen 1.111.750 -
4.2 stimuleren initiatieven uit de stad 922.295
Programmalijn 5 (379.000) (354.000)
5.1 gemeentelijk stagebureau 379.000 354.000
5.2 met een arbeidsbeperking aan de slag B B
Organisatie (1.005.549) (400.000)
6.1 communicatie 145.688 25.000
6.2 programmaorganisatie, onderzoek en monitoring 859.861 375.000
Overig (600.000) (0)
Aanpak Ouderenwerkloosheid* 600.000 -
Totaal 10.180.833 3.819.167
“Terwijl de jeugdwerkloosheid daalt, profiteren ouderen nog veel minder van de aantrekkende economie en de
toegenomen kansen op de arbeidsmarkt. Daarom wordt vanuit het programmabudget van het Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid € 600.000 herbestemd ten behoeve van het terugdringen van de werkloosheid onder
ouderen. De commissie Werk en Economie wordt in het voorjaar 2017 geïnformeerd over de aanpak
ouderenwerkloosheid.
Dekking
Voor de dekking van de kosten is er op grond van het in oktober 2014 vastgestelde Aanvalsplan
Jeugdwerkloosheid beschikbaar:
-__ € 3 miljoen structureel beschikbaar per jaar;
-__ € 8 miljoen incidenteel beschikbaar voor 2017, gespreid in te zetten in 2017 en 2018.
Daarmee is er voor 2017 en 2018 in totaal € 14 miljoen beschikbaar. Bovenstaande kosten worden gedekt uit het
beschikbare budget van € 14 miljoen.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 26
Bijlage 1. Uitvoering toezeggingen
Het college heeft ten aanzien van de Aanpak Jeugdwerkloosheid een aantal toezeggingen gedaan. Hieronder
staat aangegeven hoe de toezeggingen in 2017 en 2018 binnen de aanpak uitgevoerd worden.
1 Toezegging cie WE 12/10 aan Kwint (SP) (TA2016-001386) - in het kader van de bestrijding van de
jeugdwerkloosheid de leden informeren over de achterblijvende cijfers voor jongeren met een niet westerse
achtergrond. De Aanpak Jeugdwerkloosheid informeert de cie WE op 11 januari 2017 over deze cijfers.
Paragraaf 2.2 van dit uitvoeringsplan geeft aan hoe vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid de
arbeidsdiscriminatie wordt bestreden.
2 Informeren cie WE over gehonoreerde projecten in het kader van de subsidieregeling Aanpak
Jeugdwerkloosheid — paragraaf 4.2 van dit uitvoeringsplan geeft weer welke 8 projecten eind 2016
gehonoreerd zijn in het kader van de subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid en in 2017 (met een
uitloop begin 2018) worden uitgevoerd.
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 27
| Onderzoeksrapport | 32 | val |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 januari 2022
Portefeuille(s) Sport
Portefeuillehouder(s): Simone Kukenheim
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 603.21 van de leden Poot en Van Dantzig van de VVD resp.
D66
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft uw raad bij de behandeling van het
Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte de motie (603.21) van raadslid (Poot en
Van Dantzig) van resp. VVD en D66 aangenomen waarin het college gevraagd wordt om
innovatieve methoden te gebruiken voor het inrichten van de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld
het gebruik van Active Design, het plaatsen van oplaadschommels of de inzet van licht en geluid.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Het college werkt op allerlei manieren aan het verankeren van sporten en bewegen in ruimtelijke
plannen. Het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte (SP SSOR) is hierbij een
instrument, net als de Amsterdamse Gezondheidslogica. Uitgangspunten bij gebiedsontwikkeling
zijn onder andere de principes ‘sport is om de hoek! en ‘de stad is een speeltuin” Active design is
een van de methoden die door ontwerpers gebruikt wordt om de openbare ruimte uitdagend en
uitnodigend in te richten voor sport en spel. Het stimuleren van innovatie is opgenomen in het
afwegingskader voor investeringen, onderdeel van het SP SSOR.
De afgelopen jaren zijn op verschillende plekken in de stad interactieve sport- en speeltoestellen
geplaatst die met gebruik van licht en geluid mensen prikkelen tot bewegen.
Voorbeelden hiervan zijn:
- De interactieve Voetbalmuur bij Veld 14 op Sportpark Voorland-Middenmeer; trap de bat in het
oplichtende vak en dan wordt met licht en geluid een voltreffer gemarkeerd;
- Op Natuurspeeltuin Jeugdland in Oost staat de Yalp Sona, een interactieve boog en bijbehorende
ondergrond. Onder de boog kunnen kinderen en hun ouders spellen kiezen en samen spelen en
dansen, op basis van aanwijzingen met licht en geluid;
- De Muziekschommels die bij het Muziekgebouw aan het IJ staan maken muziek als men erop
schommelt;
- Op het Javaplein staat Memo; een interactieve paal en bijbehorende ondergrond, heel populair bij de
buurtkinderen, waarmee spellen naar keuze kunnen worden gespeeld, met een educatief karakter.
Geluid is hier het sturende element. Kinderen worden bv. met rekensommen, taalvragen etc.
vitgedaagd zich zo snel mogelijk naar de juiste hoek van de ondergrond te bewegen;
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022
Pagina 2 van 2
- Op het Jan Maijeplein in West staat een muziekpaal die aangezwengeld wordt met beweging. Als
het pedaal bediend wordt klinkt muziek.
Daarnaast is het meest in het oog springende voorbeeld van innovatie en vernieuwing de Urban
Sports Zone op het Zeeburgereiland; een innovatief urban sports park voor sporters en spelers van
alle leeftijden, mét en zonder wieltjes. En het grootste van Nederland.
De overweging of een innovatieve toepassing geschikt is voor een specifieke plek is sterk
afhankelijk van de locatie en de omgeving. Naast innovatie wegen ook de wensen en behoeftes uit
de buurt, aansluiting bij de bestaande openbare ruimte en de input van gebiedsgerichte
professionals (o.a. buurtgerichte sportstimulering, ontwerpers, gebiedsmakelaars) mee. Een
andere belangrijke factor, zeker in de context van de bezuinigingen, zijn de vaak hogere
beheerkosten en gevoeligheid voor vandalisme van interactieve sport- en speelaanleidingen, die
gebruik maken van licht en geluid.
Voor het te actualiseren Strategisch Huisvestingsplan Sport en Spelen (verwacht 2022) zal
wederom nadrukkelijk worden gekeken naar het toepassen van innovatieve methoden bij het
inrichten van de openbare ruimte voor sport en spel. Zowel in ontwerpmethoden als bij de keuze
voor toestellen. Innovatie is niet alleen fysiek maar ook programmatisch; in de manier waarop
gesport en gespeeld wordt. Hier werken onder andere aan met de uitvoering van de Agenda Urban
Sports, door nieuwe (urban) sportvormen te stimuleren en een plek te geven in de stad, en deze
voorzieningen vorm te geven samen met de urban communities en buurtbewoners.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Sport
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 08-07-2023
Portefeuille(s) Verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door V&OR [email protected]
Onderwerp Dagelijkse vpdate nood- en hulpdiensten i.r.t. de pilot Weesperstraat
Geachte leden van de gemeenteraad,
Tijdens de raadsvergadering van 28 juni 2023 heb ik toegezegd v gedurende het restant van de
pilot Weesperstraat dagelijks te informeren over signalen en incidenten met betrekking tot de
doorgang en de aanrijtijden van nood- en hulpdiensten bij de slagbomen. De signalen en
incidenten die de nood- en hulpdiensten aan ons doorgeven zijn één op één overgenomen in deze
rapportage en hebben betrekking op de volgende locaties: de slagbomen op de vier kniplocaties
bij de Weesperstraat, Anne Frankstraat, Hoogte Kadijk en Kattenburgergracht.
Voor de volledigheid informeer ik v ook over de meldingen die wij hebben ontvangen met
betrekking tot de omrijroutes:
e _S100 Oost (Piet Heinkade).
© _S114 (Piet Heintunnel).
e 5116 (Kattenburgerstraat, Prins Hendrikkade, IJtunnel en Nieuwe Leeuwarderweg).
Ambulance: Het volgende signaal over vrijdag 7 juli is vandaag gemeld.
| Datum | Tijd | Waar | Omschrijving signaal: Oplossing
7-7-23 | 10:00 | Nabij | Ambulance aanrijdend onder urgentie Aa (zwaailicht en sirene)
knip { heeft vertraging opgelopen in het gebied rondom de knip
(precieze locatie niet bekend). Het overige verkeer had door
de afsluiting geen mogelijkheden om voor de
ambulance ruimte te maken. Automobilisten gingen capriolen
uithalen om de ambulance er toch door te laten zoals op de
stoep rijden en op het fietspad.
Brandweer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over vrijdag 7 juli.
Algemeen beeld:
Geen opmerkingen over de dienst van 07072023.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2
Datum | Tijd | Waar | Omschrijving: Oplossing
Politie: en meldkamer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over vrijdag 7 juli.
Algemeen beeld: Er zijn op vrijdag 7 juli geen meldingen van incidenten binnengekomen bij politie
ihkv de pilot Weesperstraat.
Datum | Tijd | Waar | Omschrijving: Oplossing
Verificaties
Bovenstaande reacties zijn telefonisch geverifieerd bij de directie van de brandweer en de
ambulance. Een nadere duiding van het signaal van de ambulance is vanwege het weekend (en
afwezigheid van medewerkers) niet mogelijk gebleken. Ik zal hier maandag bij v op terug komen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(1e { Â AS \
_YLESN.
Melanie van der Horst
Wethouder verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 mei 2022
Portefeuille(s) Economische Zaken
Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries
Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, j.straatmeijer
Onderwerp Ondernemerspeiling 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
Hierbij bied ik v de Ondernemerspeiling 2021 aan. Deze peiling brengt het oordeel van
ondernemers over het lokale ondernemingsklimaat en hun bedrijfsomgeving in kaart. Tevens gaat
de peiling in op de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers en het economisch beleid.
Bovendien worden per meting wisselende vragen over een actueel thema voorgelegd. In 2021 gaat
dat over de effecten van de coronacrisis. Op basis van deze informatie hoopt Amsterdam (meer)
inzicht te krijgen in de tevredenheid en behoeften van ondernemers.
De ondernemerspeiling wordt iedere twee jaar uitgevoerd door Onderzoek en Statistiek (O&S) en
maakt deel vit van landelijk onderzoek van VNG Realisatie. Bij het onderzoek werden voor het
eerst ook ondernemers uit Weesp betrokken, dit vooruitlopend op de bestuurlijke fusie.
Amsterdam telt in 2021 ruim 130 duizend bedrijfsvestigingen en Weesp bijna twee duizend.
Daarvan hebben ruim 3.500 ondernemers de bij de ondernemerspeiling behorende vragenlijst
ingevuld.* De ondervraagde ondernemers zijn werkzaam in de diverse sectoren en de
ondernemingen variëren in grootte.
Ondernemingsklimaat en gemeentelijke dienstverlening voor ondernemers voldoende
De waardering voor het algehele ondernemingsklimaat is in Amsterdam verbeterd van een 6,1 in
2019 naar een 6,5 in 2021. In Weesp geven ondernemers een vergelijkbaar gemiddeld
rapportcijfer, namelijk een 6,4. Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid en kwaliteit van de
openbare ruimte behoren voor ondernemers tot de zwaarstwegende aspecten bij het beoordelen
van het ondernemingsklimaat.
De algehele dienstverlening in Amsterdam wordt met een rapportcijfer van een 6,7 in 2021
eveneens beter beoordeeld dan in 2019 (toen een 6,4). In vergelijking met voorgaande peilingen
waren de Amsterdamse ondernemers in 2021 meer tevreden over de aspecten communicatie en
voorlichting vanuit de gemeente en de digitale dienstverlening.
In Weesp ligt het gemiddelde cijfer voor de algehele dienstverlening lager: een 5,8. Weesper
ondernemers beoordelen alle vitgevraagde aspecten over de gemeentelijke dienstverlening lager
* Ondernemers zijn hiertoe per e-mail, per brief en telefonisch benaderd. Tevens zijn respondenten via diverse
(sociale) mediakanalen (zoals websites, nieuwsbrieven en linkedin) opgeroepen om deel te nemen aan de
ondernemerspeiling. Tot slot zijn ondernemers via diverse ondernemersverenigingen benaderd.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 mei 2022
Pagina 2 van 3
dan Amsterdamse ondernemers. Vooral het vinden van de juiste weg/personen bij een vraag en de
afhandeling van een aanvraag/dienst is volgens Weesper ondernemers voor verbetering vatbaar.
Het door de gemeente betrekken van en samenwerken met ondernemers op verschillende
gebieden (w.o. bij de totstandkoming en uitvoering van beleid, projectplannen, en gebieds-
/buurtplannen) wordt door zowel Amsterdamse als Weesper ondernemers als onvoldoende
beoordeeld. Met het nieuwe participatiebeleid wordt ingezet om op dit gebied verbeteringen te
realiseren (zie verderop).
De staat van de openbare ruimte en veiligheid in de bedrijfsomgeving krijgt nog steeds een
voldoende, maar is wel achteruitgegaan. Uit gebiedsanalyses van O&S blijkt dat er in de openbare
ruimte meer overlast is als gevolg van vervuiling. De meest voorkomende verbeterpunten die
ondernemers aandragen hebben betrekking op het onderhoud van de openbare ruimte,
parkeermogelijkheden, vergroten van de veiligheid en het tegengaan van overlast en criminaliteit.
De onderstaande tabel bevat een selectie van resultaten. Een overzicht met beoordelingen over
alle gemeten aspecten van het ondernemingsklimaat is als bijlage bij deze brief opgenomen.
Gemiddelde rapportcijfers ondernemingsklimaat, gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsomgeving
Ondernemingsklimaat
2019 2021 2021
ondernemingsklimaat 6,1 6,5 6,4
dienstverlening — algeheel 6,4 6,7 5,8
communicatie en voorlichting vanuit de gemeente 6,0 6,6 5,8
betrekken van ondernemers bij de totstandkoming van beleid - 5,1 4,5
staat openbare ruimte bedrijfsomgeving 7,0 6,3 5,8
veiligheid bedrijfsomgeving 7,2 6,5 6,3
Gevolgen coronacrisis voor ondernemers en gewenste inzet gemeente
De ondernemerspeiling wijst vit dat ongeveer de helft van de ondernemers als gevolg van de
coronacrisis te maken heeft gehad met minder klanten en omzet. Daarentegen had een klein deel
van de ondervraagde ondernemers juist meer klanten of omzet, of er was sprake van een toename
in met name de online — en/of fysieke verkoop. Voor minder dan een op de zes ondernemers had
de coronacrisis een negatieve impact op het aantal werkzame personen in het bedrijf.
Ondernemers benoemen ook andere effecten van de coronacrisis op de bedrijfsvoering. Het gaat
dan bijvoorbeeld om gewijzigde openingstijden of een ander productaanbod, minder fysiek
contact met klanten, meer thuiswerken, en verminderde noodzaak om kantoorruimte te huren.
Over het toekomstig aantal klanten, opdrachten, de omzet of het aantal werkzame personen in
het bedrijf zijn de meningen verdeeld: sommige ondernemers verwachten een blijvende
achteruitgang of enig herstel, en anderen verwachten vooruitgang.
Zowel Amsterdamse als Weesper ondernemers zien graag dat de gemeente zich de komende
periode meer inzet op het gebied van de betaalbaarheid en beschikbaarheid van bedrijfsruimtes,
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 mei 2022
Pagina 3 van 3
op cultureel gebied, duurzaam ondernemen, communicatie, financiële ondersteuning,
lastenverlichting en/of aandacht voor zzp'ers. Minder inzet ziet men onder andere graag op het
gebied van belastingen, bureaucratie, coronaregels en handhaving.
Het college zet zich de komende periode in om verbeteringen te realiseren op de uitgevraagde
aspecten over het ondernemingsklimaat die minder goed worden beoordeeld. Bij een volgende
ondernemerspeiling - wanneer de integratie van Weesp binnen het bestuurlijk stelsel van
Amsterdam is voltooid - kan in ieder geval worden bezien of de beoordeling van Weesper
ondernemers over de gemeentelijke dienstverlening meer in lijn is met die van ondernemers in
andere Amsterdamse stadsdelen. Om de betrokkenheid en samenwerking met ondernemers en
bewoners beter te regelen, heeft de gemeente eind 2021 het beleidskader participatie vastgesteld.
Dit beleid vormt een nieuw vertrekpunt om samen met ondernemers te blijven leren en werken
aan betere participatie. Hieraan is recent ook de MKB toets toegevoegd. Met deze toets wordt een
panel van mkb-ondernemers de mogelijkheid gegeven om in een vroege fase met de gemeente
mee te denken over de vormgeving van beleid en nieuwe regels. Voor een nadere toelichting
hierop zie www.amsterdam.nl/participatie. De volgende peiling dient uit te wijzen of het nieuwe
participatiebeleid zich vertaalt in een verbeterd oordeel over het door de gemeente betrekken van
ondernemers en het zoeken van samenwerking.
Een gedetailleerde uitwerking van de onderzoeksresultaten treft u in het bijgevoegde rapport
‘Ondernemerspeiling 2021’ aan. De uitkomsten worden tevens verzameld op de landelijke site
www.waarstaatjegemeente.nl. Hier is ook een vergelijking met andere gemeenten te vinden.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Economische Zaken en Lucht-en
Zeehaven
Bijlagen
1. Ondernemerspeiling 2021
2. Overzicht gemiddelde rapportcijfers over verschillende aspecten van de dienstverlening van
de gemeente Amsterdam (2015-2021) en Weesp (2021)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 165
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder AR
Ingekomen op 11 februari 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangehouden in de raadsvergadering op 11 februari 2015 en verworpen op 11 maart 2015
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Agenda
Duurzaamheid (streefwaarden opwek duurzame energie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 50);
Overwegende dat:
— het percentage duurzame energie, opgewekt in Amsterdam, in 2020 7,9%
bedraagt;
— het percentage duurzame energie, opgewekt in Nederland, in 2020 14% bedraagt;
— Amsterdam een van de meest duurzame steden wil worden,
Besluit:
— op pagina 9 de zin, luidende: “Ten aanzien van de productie duurzame energie
luidt de ambitie om per inwoner 20 procent meer op te wekken ten opzicht van
2013, te vervangen door:
‘Ten aanzien van de productie duurzame energie luidt de ambitie om per inwoner
130 procent meer op te wekken ten opzicht van 2013’;
— op pagina 59 in de tabel ‘Wekken we in de stad meer duurzame energie op?’,
bij de indicator ‘Jaarlijkse duurzame energie productie per inwoner”:
e de streefwaarde 106 bij 2016 te vervangen door: 120;
e de streefwaarde 113 bij 2018 te vervangen door: 185;
e de streefwaarde 120 bij 2020 te vervangen door: 230.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 608
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024
Onderwerp
Geef woonbootbewoners zekerheid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over begroting 2024
Constaterende dat
-_Woonboot bewoners zich vogelvrij voelen omdat de gemeente zomaar de precario enorm
kan verhogen of de ligplaats kan opzeggen
Overwegende dat
-_Het belangrijk is dat woonboot bewoners woon- en kostenzekerheid hebben, vergelijk-
baar met eigenaren van een huis
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e Te onderzoeken hoe woonbooteigenaren lange termijn zekerheid van hun plek kunnen
krijgen, bijvoorbeeld door eeuwigdurende huur
e De laatste gedragslijn van indexatie te versterken door het als een doelstelling te formule-
ren om meer zekerheid bieden over de kosten van de ligplaats, te benadrukken dat preca-
rio voor woonboten een woonlast is.
Indiener(s),
R.B. Havelaar
| Motie | 1 | discard |
€ Gemeente
Amsterdam
Centrum Pvblicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum
Besluiten
> 4 16 december 2014 - 4
Besluit over Programmaplan 2015
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, besluitvormende AB-vergadering 16
december 2014, bij agendapunt 4
De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Het Programmaplan 2015 van bestuurscommissie Centrum vast te stellen.
Suze Duinkerke
secretaris
Boudewijn Oranje
voorzitter
Verschenen op 17 december 2014
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 296
Datum indiening 15 november 2017
Datum akkoord 13 maart 2018
Publicatiedatum 14 maart 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boldewijn en Mbarki inzake
de veiligheidssituatie rondom winkelcentrum De Kameleon.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Uit gesprekken met winkeliersvereniging ‘De Kameleon’ in Zuidoost blijkt dat de
winkeliers zich ernstig zorgen maken over de verkeersveiligheid en de
veiligheidssituatie in en om het winkelcentrum. Zij geven aan dat de
bestuurscommissie Zuidoost meerdere schouwen heeft gehouden.
Deze schouwen hebben geresulteerd in de volgende actiepunten:
— het plaatsen van zebrapaden;
— inrichten van een blauwe zone en laad- en losplekken;
— verbetering van de verlichting;
— een studie naar de mogelijkheid om eenrichtingsverkeer mogelijk te maken.
Deze actiepunten zijn echter, tot teleurstelling van de winkeliers niet opgevolgd.
Naast de klachten van de winkeliersvereniging zijn er ook zorgen bij bewoners over
de veiligheid van hun kinderen in de openbare ruimte. Verschillende bewoners geven
aan dat hun kind beroofd en/of geïntimideerd is door een zogenaamde
“postcodegang”. Dat is een groep jongeren die andere jongeren intimideert en als
groep de naam draagt van een postcode.
Het winkelcentrum De Kameleon valt even als winkelcentrum Ganzenpoort onder het
regiem van een risicogebied. Desondanks geven winkeliers en bewoners te kennen
dat de veiligheid in het gebied te wensen overlaat. De fractie van de PvdA vindt dit
een zorgelijke ontwikkeling en vindt dat het college hiertegen moet optreden.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Boldewijn en Mbarki, beiden namens
de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. /s hetcollege op de hoogte van bovenstaande?
Antwoord:
De waarnemend burgemeester is 12 januari jl. tijdens een kennismakingsbezoek
aan stadsdeel Zuidoost in de buurt op bezoek geweest. Hij heeft gesproken met
de voorzitter van de winkeliersvereniging van Winkelcentrum De Kameleon die
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017
hem informeerde dat De Kameleon actief bezig is met een Keurmerk Veilig
Ondernemen-traject (KVO) en dat het winkelcentrum net de tweede
veiligheidsster heeft ontvangen. De veiligheidssituatie is in dat gesprek niet in
negatieve zin aan de orde geweest.
2. Ís hetcollege op de hoogte van het feit dat er meerdere schouwen hebben
plaatsgevonden?
Antwoord:
Ja het college is hiervan op de hoogte.
3. /s bij het college bekend dat er in de afgelopen maand diverse gewelddadige
overvallen zijn gepleegd op winkels ín het winkelcentrum de Kameleon? Zo ja,
hoe vaak en welke maatregelen zijn daartegen getroffen?
Antwoord:
Ja, in 2017 hebben er in totaal vijf overvallen plaatsgevonden op ondernemingen
die gevestigd zijn in De Kameleon, waarvan de laatste vier in een tijdsbestek van
enkele weken. De overvallen vonden plaats op:
24-05-2017
19-09-2017
20-09-2017
02-10-2017
06-10-2017
De politie heeft met name in de (voor)avond extra personeel ingezet rondom het
winkelcentrum. Er is inmiddels een persoon aangehouden die wordt verdacht van
een van de overvallen.
Na de overvallen zijn er nazorg gesprekken gevoerd door de wijkagent van het
gebied.
De getroffen ondernemers zijn na de incidenten uitgenodigd om op 24 oktober
2017 een KVO-overleg bij te wonen dat speciaal over de veiligheid van het
winkelcentrum ging om gezamenlijk mogelijke maatregelen te bespreken. Helaas
heeft slechts één van de getroffen ondernemingen gehoor gegeven aan de
uitnodiging. Tijdens dit overleg is besproken welke praktische maatregelen de
ondernemers zouden kunnen treffen (bijv. stickers van winkelruiten verwijderen
zodat de binnenkant van de winkel van buiten zichtbaar is of het anders opstellen
van kassa's) en is hen nogmaals een veiligheids-/overvalpreventietraining
aangeboden. Ook is er op 2 november 2017 een lichtschouw georganiseerd om
het lichtniveau rondom het winkelcentrum te beoordelen.
Na dit overleg zijn de volgende maatregelen getroffen:
Hetstadsdeel heeft op 2 november 2017 een lichtschouw georganiseerd,
omdat het winkelcentrum 's avonds als onveiliger werd ervaren vanwege
donkere plekken/hoekjes rondom het winkelcentrum. Het lichtniveau van de
verlichting in de openbare ruimte en van de gevelverlichting is meegenomen.
Hieruit kwam naar voren dat de verlichting aan de gevel van de voorzijde van
het gebouw (winkelcentrum) op veel plekken niet werkt. Verder is er
structureel minder gevelverlichting aan de voorgevel dan aan de achtergevel.
De voorzitter van het KVO heeft hierover contact opgenomen met de eigenaar
van het winkelcentrum en er is een tweede schouw gelopen op 14 novennber
2017. Afgesproken is dat de eigenaar alle gevelverlichting die niet werkt
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017
vervangt en aan de voorzijde enkele gevellampen bijplaatst. De eigenaar
heeft de verlichting in de garage aangepast. De ledverlichting bij de entree
van de passage is inmiddels geplaatst. Aan de gevelverlichting op de schuine
vlakken wordt gewerkt en de verwachting is dat dit voor eind maart is
gerealiseerd.
Er was verder sprake van storingen in verschillende lichtmasten in de
openbare ruimte rondom het winkelcentrum. Deze storingen zijn aangemeld
en inmiddels verholpen.
Voor de Kruitberghof en Karspeldreef heeft er een lichtberekening door het
Ingenieursbureau plaatsgevonden om te controleren of de openbare
verlichting aan de actuele richtlijnen voldoet. Complicatie hierbij zijn de bomen
in relatie tot de lichtmasten. De uitslag van de meting aan de Karspeldreef
(winkelstraat voorzijde winkelcentrum) is dat de verlichting voldoet aan de
norm. In het advies staat wel dat er nog bekeken kan worden of de bomen
opgesnoeid kunnen worden. Aan de Kruitberghof, bij het parkeerterrein aan
de achterzijde van het winkelcentrum, zijn er bij de groenstrook geen
lichtmasten en dat wordt als donker ervaren. Het advies van V&OR is om er
10 lichtmasten te laten plaatsen. De uitslag van de meting is op 25 januari
ontvangen. De te nemen maatregelen zijn in voorbereiding.
, Hetstadsdeel regelt de groepstraining Veiligheid (modules overvallen,
winkeldiefstal en agressie) van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid (CCV), waarvoor alle ondernemers zich mogen opgeven.
De gebiedsmakelaar en de voorzitter van het KVO zijn persoonlijk bij de
ondernemers langs geweest om de deelname aan de veiligheidstraining te
bespreken en te bevorderen. Vanwege het grote aantal deelnemers zijn deze
trainingen in twee sessies gegeven op 30 januari en 06 februari jl.
e De eigenaar van het winkelcentrum heeft tijdelijk een extra beveiliger ingezet
en heeft het aantal camera's in het winkelcentrum uitgebreid. Verder worden
er in het winkelcentrum borden met de huisregels geplaatst.
e De Straatcoaches van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) zijn
na de incidenten ook ingezet rondom het winkelcentrum om de overlast van
jeugd en jeugdgroepen tegen te gaan. In het kader van het Donkere Dagen
Offensief is hier in oktober nog een koppel aan toegevoegd. De SAOA vult het
gat op tussen de politie en jongerenwerk en grijpt snel en doeltreffend in tot
tevredenheid van de ondernemers.
e Voorde Albert Heijn wordt er overlast ervaren door mannen die rond de
ambulante verkoper van worst hangen en van jongeren die hangen voor de
snackbar die zich naast de Albert Heijn bevindt. Handhaving is ingezet om de
overlast tegen te gaan. De ambulante verkoper is regelmatig door hen
aangesproken over het voldoen aan de voorwaarden van zijn ventvergunning,
waardoor hij zich dient te verplaatsen en zij hebben hem beboet. Er is recent
ook een handhavingstraject opgestart gericht op de ventvergunning.
e Mede door de aanwezigheid van het nabijgelegen Leger des Heils en de
Domus ervaart het winkelcentrum regelmatig overlast van daklozen,
verslaafden en/of verwarde personen. Deze overlast gaat echter zelden
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017
gepaard met geweld, maar uit zich voornamelijk in bedelarij. Als offensief
tegen deze (notoire) overlastgevers is vanaf september maandelijks de
aanpak Zorgstraat ingezet, een integrale samenwerking tussen de politie en
gemeentelijke en particuliere zorgpartners, in winkelcentrum Amsterdamse
Poort, Ganzenpoort en in De Kameleon.
4. Is het bij het college bekend dat kinderen op straat worden geïntimideerd en
beroofd van hun eigendommen? Zo ja, hoeveel van deze incidenten zijn er
bekend en welke maatregelen zijn er getroffen om dit in de toekomst te
voorkomen?
Antwoord:
De politie heeft in heel 2017 binnen het Stadsdeel Zuidoost 168 aangiften
geregistreerd van chantage/afpersing/beroving/diefstal/mishandeling, waarbij het
slachtoffer minderjarig was. Van deze 168 aangiften zijn er 4 delicten gepleegd bij
winkelcentrum Kameleon. Hieruit blijkt dat het geen specifiek probleem is dat alleen
speelt bij de Kameleon, maar dat hiervan sprake is in geheel Zuidoost. Het beeld van
het Openbaar Ministerie, gemeente en politie is dat de aangiftebereidheid onder de
kinderen en hun ouders laag is. Ook lijkt er sprake te zijn van wisselend dader- en
slachtofferschap. Het komt voor dat een minderjarige van een mobiele telefoon o.i.d.
is beroofd en vervolgens zelf weer een telefoon terug steelt van een andere
minderjarige. Vanuit het ACVZ (Actiecentrum Veiligheid en Zorg) wordt onderzocht of
bestaande programma's, zoals de Treiteraanpak, mogelijkheden bieden om afpersing
en intimidatie terug te dringen en (jeugdige) daders aan te pakken. De straatcoaches
worden dagelijks ingezet bij De Kameleon en in andere gebieden van het stadsdeel in
samenwerking met de politie.
5. Kan het college bevestigen dat er sprake is van zogenaamde “postcodegangs”
die andere jongeren intimideren en bedreigen? Zo ja, kan het college dit nader
toelichten? Welke interventies zijn al gedaan tegen dit soort criminele
jeugdgroepen?
Antwoord:
Jongeren gebruiken soms postcodes om status aan te ontlenen, bv in een rap. In
Zuidoost zijn meerdere overlastgevende jeugdgroepen actief, waarop een
groepsaanpak is ingezet. Hierin wordt integraal samengewerkt met politie, justitie,
hulpverlening en het AcVZ op de individuele jongeren, op de groep — of eigenlijk op
het netwerk, en op de omgeving. De interventies die ingezet worden op de individuele
jongeren zijn een combinatie van straf en zorg. Naast deze interventies wordt op
straat de SAOA en ambulant jongerenwerk ingezet in samenwerking met de politie.
Toelichting door vragenstellers:
De winkeliers geven aan dat de huidige verlichting in de openbare ruimte
onvoldoende is en niet bijdraagt aan een positief gevoel van veiligheid. Zelf mogen zij
geen maatregelen treffen in de openbare ruimte dus verwachten zij dat de overheid
dat voor haar rekening neemt. Naast de verbetering van de verlichting zijn ook de
eerder genoemde actiepunten blijven liggen.
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017
6. Kan het college per punt aangeven om welke reden het niet is opgepakt en wat
de huidige status is?
Antwoord:
De actiepunten die gedurende vorige (veiligheids-)schouwen zijn ingebracht zijn
opgevolgd voor zover dit zaken betroffen die binnen korte termijn / relatief snel
konden worden opgelost. Sommige vraagstukken hebben echter een oplossing
waar een meerjarige planning mee gemoeid is. Onderstaand treft u de stand van
zaken van de actiepunten aan.
Actiepunt 1: zebrapad
Er zijn in december 2017 vier zebrapaden rondom winkelcentrum De Kameleon
geplaatst.
Actiepunt 2: blauwe zone en laad- en losplaatsen
In Zuidoost is het gebruikelijk dat het parkeren rondom een winkelcentrum met
een parkeerschijfzone (blauwe zone) is geregeld. In een blauwe zone worden
door de parkeerduurbeperking op drukke tijden langparkeerders geweerd en de
kort parkerende bezoekers van een winkelcentrum in de gelegenheid gesteld om
gratis te parkeren.
De Kameleon maakt deel uit van een gebied waar onderzoeken plaatsvinden voor
parkeermaatregelen. Dit onderzoek duurt nog in elk geval tot eind 2018. In de
Parkeeragenda worden voor acht gebieden adviezen gegeven aan het college om
parkeermaatregelen in te voeren. Daarna volgen nog twee jaar voor
besluitvorming, inspraak en het voorbereiden van een betaald parkeren regime
(als dat het advies wordt). Zuidoost gaat onderzoeken of een eerdere invoering
van een blauwe zone bij De Kameleon tot de mogelijkheden behoort. De
mogelijkheid is afhankelijk van de ernst en oorzaak van de parkeerproblematiek,
beschikbaarheid van de financiële middelen en het draagvlak onder betrokkenen
voor de maatregel.
Er zijn twee laad-en losplekken beschikbaar en dat is voldoende voor het aantal
winkels dat gevestigd is in winkelcentrum De Kameleon.
Actiepunt 3: verbeteren verlichting Zie het antwoord op vraag 3.
Actiepunt 4: eenrichtingsverkeer
De verkeerssituatie rondom het winkelcentrum is onderzocht en het advies is om
de huidige situatie te behouden. Eenrichtingsverkeer leidt tot teveel opstoppingen.
7. Ils hetcollege voornemens de winkeliers te informeren over de status van de
actiepunten en het moment dat deze actiepunten uitgevoerd worden?
Antwoord:
Er is regelmatig contact tussen het stadsdeel en de leden van het KVO over de
voortgang van de actiepunten. De ondernemers zijn tijdens het KVO-overleg van
28 november 2017 op de hoogte gebracht van de stand van zaken. Tijdens ieder
KVO-overleg wordt een update gegeven. Het KVO-overleg vindt een keer per drie
maanden plaats. Het laatste KVO-overleg was op 20 februari j.l.
5
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
ummer seal:
Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 707
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen op 2 juli 2015
Ingekomen onder 497”
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Kaya en mevrouw Duijndam inzake
de Voorjaarsnota 2015 (gebruik middelen voor mantelzorg ook echt alleen voor
mantelzorg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Constaterende dat:
— de gemeente volgens de Wmo 2015 naast de cliënt óók aandacht moet hebben
voor wat de mantelzorger nodig heeft aan ondersteuning om die rol te kunnen
vervullen;
— in het coalitieakkoord hiervoor extra middelen zijn vrijgemaakt voor ondersteuning
van mantelzorgers;
— het college besloten heeft, in 2015 een bedrag van 3 miljoen euro over te hevelen
van mantelzorgondersteuning naar dagbesteding om knelpunten op te lossen bij
de inkoop;
— uitde bijlage van de brief van het college van 29 juni 2015 (overzicht Wmo-budget
2016/2017) blijkt dat het college de eerder ingeboekte 2 miljoen van
coalitiemiddelen dagbesteding niet ingeboekt heeft en tevens nog een pm-post
heeft opgenomen voor inkomsten uit eigen bijdrage;
Overwegende dat:
— dagbesteding inderdaad gezien kan worden als ontlasting voor mantelzorgers
doordat het bijvoorbeeld gaat om extra dagbesteding of doordat het gekoppeld is
aan lotgenotencontact voor mantelzorgers;
— de raad de middelen voor ondersteuning van mantelzorgers zoveel als mogelijk
voor dat doel wil inzetten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. 2 miljoen euro van de intensiveringen dagbesteding uit het coalitieakkoord vanaf
2016 in te blijven zetten voor zorg;
2. een realistische schatting te maken van de opbrengsten uit eigen bijdragen;
3. bij de begroting 2016 middelen onder 1 en 2 in te zetten voor mantelzorg/
informele zorg.
1
De leden van de gemeenteraad,
M. Kaya
P.J.M. Duijndam
2
| Motie | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 28 juni 2023
Ingekomen onder nummer 406
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Bakker en Heinhuis inzake een duurzame toekomst
voor grondstoffen en warme woningen
Onderwerp
Een duurzame toekomst voor grondstoffen en warme woningen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het viten van wensen en bedenkingen inzake de beoogde verkoop van
het 100% belang in AEB Holding N.V (VN2023-013980)
Constaterende dat:
-_ het overgrote deel van het huishoudelijk afval van Amsterdam wordt verbrand;
-__ een deel van de Amsterdamse huishoudens afhankelijk is van warmte afkomstig van de
verbranding van afval en dat de contracten voor deze warmtelevering lopen tot 2047.
Overwegende dat:
-_afval niets minder is dan afgedankte grondstoffen die zoveel mogelijk teruggewonnen
zouden moeten worden voor een circulaire toekomst;
-_de wens om op termijn te stoppen met verbranden van afval vraagt om een integrale visie
en toekomstplan hoe Amsterdamse huishoudens onafhankelijk kunnen worden van
warmte vit verbranding van afval.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__eenstrategie ‘Warme woningen zonder afvalverbranding’ op te stellen met als doel om
tot een warmtevoorziening voor woningen te komen waarbij afvalverbranding geen rol
speelt en in deze strategie expliciet de mogelijkheden vit te werken om dit uiterlijk 2047 te
realiseren;
-__de conceptstrategie in het derde kwartaal van 2024 aan de raad te doen toekomen.
Indieners,
A.L. Bakker
L.E. Heinhuis
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
> < Gemeente Hin
Amste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16-10-2018
Ons kenmerk
Behandeld door Bram Huisman. [email protected] 0613151206
Bijlage Motie 689 inzake voorjaarsnota 2017 (Scholen en sportaccommodaties).
Onderwerp Reactie op motie 689 van raadsleden D.T. Boomsma (CDA), A.R. Hammelburg (D66),
T.W. Dijk (VVD), O. Kayar (PvdA), S.R.H. Blom (GroenLinks) getiteld combineren van
scholen en sportaccommodaties.
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 20 juli 2017 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 15 de volgende motie aangenomen. Met de motie 689 van raadsleden D.T. Boomsma
(CDA), A.R. Hammelburg (D66), T.W. Dijk (VVD), O. Kayar (PvdA), S.R.H. Blom (GroenLinks) |
wordt het college gevraagd wordt om:
1. Inde sportnorm en bij nieuwbouw of toekomstige investeringen van sportvelden en
accommodaties rekening te houden met de nabijheid van scholen; |
2. Dat voor nieuw te bouwen scholen gekeken wordt naar locaties in de buurt van
sportvelden en accommodaties;
3. Nieuwe gymzalen multifunctioneel te maken en toegankelijk van buitenaf.
Het College onderschrijft het belang om bij nieuwbouw en investeringen in sportvoorzieningen
onderwijs en sport zoveel en waar mogelijk te combineren. Sport en onderwijs zijn natuurlijke
partners bij de bouw van sportvoorzieningen. Door samen te bouwen is het ruimtegebruik
geoptimaliseerd en worden accommodaties overdag en 's avonds intensief gebruikt.
De Sportvisie 2025, vastgesteld in oktober 2016, zet in op de uitbreiding van
binnensportfaciliteiten en kleinschalige multifunctionele buitensport gekoppeld aan scholen en
wijkvoorzieningen. Bij de ontwikkeling van Zeeburgereiland gebeurt dit al. Daarnaast wordt op dit
moment geïnvesteerd in het toegankelijk maken van bestaande gymzalen verspreid over de stad,
zodat deze ook na schooltijd gebruikt kunnen worden.
De realisatie van nieuwe sporthallen is zo veel mogelijk gekoppeld aan de realisatie van nieuwe
VO-scholen en ook bij nieuwbouw van PO-scholen is rekening gehouden met de mogelijkheid
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 16-10-2018
Kenmerk
Pagina 2 van 2
zowel overdag als in de avond gebruik te maken van de gymzalen. Sport bouwt sporthallen vrijwel
altijd in samenwerking met onderwijs en VO-scholen.
Verder werken sport en onderwijs nauw samen bij de advisering op de woningbouwprojecten en
gebiedsuitwerkingen, waar aan gewerkt wordt in het kader van Koers 2025 en Ruimte voor de
Stad. Inzet daarbij is om in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming combinaties van
sport en onderwijs op te nemen in de plannen.
Het college beschouwt motie 2017-689 (TA 2017-000987) hiermee als uitgevoerd en daarmee
afgehandeld.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
A / Wil Rutten
burgemeester |_ waarnemend gemeentesecretaris
|
|
| Motie | 2 | discard |
VN2023-019712 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 8
Datum besluit College 11 juli 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de aanpassing van het financieringsinstrument Lening binnen het
Duurzaamheidsfonds
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, opgenomen in bijlage 4, die het besluit van het college
om de volgende aanpassingen aan de doorlopende leenfaciliteit vanuit het Duurzaamheidsfonds
voor de verstrekking van leningen, ook financieringsinstrument Lening genoemd, toelicht:
a. de naam van het financieringsinstrument ‘Lening’ wordt gewijzigd naar ‘Duurzaamheidslening’;
b. verenigingen van eigenaren, die zijn opgericht conform titel 9 boek 5 van het Burgerlijk Wetboek,
worden uitgesloten;
c. de hoogte van het maximale leenbedrag wordt verlaagd van € 500.000 naar € 200.000;
d. de fondsbeheerder wordt gemandateerd om twee maal per jaar het gehanteerde
rentepercentage voor de te verstrekking Duurzaamheidsleningen te bepalen en deze hanteert
daarbij als vitgangspunt het rentepercentage dat het Nationaal Warmtefonds in rekening brengt
voor haar geldleningen, zolang dat percentage hoger is dan het percentage van 1% dat volgt vit de
voorwaarden van het Duurzaamheidsfonds.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet
1.Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op 25 november 2015 heeft de raad besloten tot het instellen van een nieuw Duurzaamheidsfonds
(Instemmen met het voorstel voor de inrichting van een Duurzaamheidsfonds, BD2015-007633/
ZD2015-003909). Het Duurzaamheidsfonds verstrekt financiering aan bewonersgroepen,
ondernemers en maatschappelijke instellingen voor duurzaamheidsinvesteringen. Het college
is bevoegd om binnen het door de raad vastgestelde fondskader uitvoering te geven aan het
Duurzaamheidsfonds en stelt de voorwaarden vast waaronder leningen worden verstrekt. Het
college beslist over de inrichting van de instrumenten van het fonds (zolang deze vallen binnen het
fondskader). De gemeenteraad besluit over aanpassing van het fondskader.
Door ontwikkelingen op de markt en de oprichting en steeds verder vorderende inrichting van het
Nationaal Warmtefonds, is het landschap voor lening verstrekking voor Duurzaamheid gerelateerde
activiteiten aanzienlijk gewijzigd. Door deze uitbreiding van mogelijkheden de laatste jaren is eind
2022 besloten te stoppen met het aanbieden van de Amsterdamse Energielening voor particulieren
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-019712 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai voedsel R zij DC
Duurzaamheid % einiging, voedser En Dierenwerzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
en VvE's. Door het veranderende aanbod van andere aanbieders van leningen is het nodig om een
aantal voorwaarden voor een duurzaamheidslening van het Duurzaamheidsfonds aan te passen.
Met het leningsinstrument Duurzaamheidsfonds verstrekt de gemeente laagdrempelige leningen
aan Amsterdamse duurzaamheidsprojecten. Groepen bewoners, maatschappelijke instellingen
(scholen, cultuur, sport, etc.) en ondernemingen kunnen geld lenen. Het fonds is bedoeld om
projecten mogelijk te maken die anders niet door zouden gaan. De voordelige financiering is
bedoeld om tot een sluitende businesscase voor duurzame projecten te komen.
Uit het fonds zijn tot nu toe bijna 150 leningen toegekend met een totaalbedrag van ongeveer
€ 18 miljoen. Voor het grootste deel betreft het zonne-energieprojecten, maar er zijn ook
leningen vitgekeerd voor andere energiemaatregelingen zoals isolatie. Tot nu toe is er met
(mede)financiering van het Duurzaamheidsfonds voor bijna 16 Megawatt piek aan zonne-
energiesystemen gerealiseerd. De vigerende voorwaarden van het Duurzaamheidsfonds staan op
www.amsterdam.nl{duurzaamheidsfonds.
Met het besluit van het college veranderen een aantal voorwaarden voor het verstrekken van
leningen. Er zijn geen aanpassingen met betrekking tot de procedure van aanvraag tot uitbetaling
van een lening en het beheer van leningen.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Nijssen (VVD). De door de raad vastgestelde voorwaarden van het
Duurzaamheidsfonds vereisen dat deze wijzigingen ter kennisname en bespreking aan de daartoe
meest geschikte commissie aangeboden worden. Inhoudelijk is er voor het lid Nijssen verder geen
bijzondere reden tot bespreking.
Uitkomsten extern advies
Er is afgezien van inspraak, omdat er regelmatig contact is met belanghebbenden en andere
betrokkenen vanuit de reeds lopende Duurzaamheidslening en het is daarom voldoende
aannemelijk dat het college daardoor alle relevante belangen bij zijn afweging heeft kunnen
betrekken. Het betreft bovendien een wijziging van ondergeschikte betekenis.
In de voorbereiding van dit besluit is afgestemd met de volgende directie en de afstemming kan als
volgt worden samengevat:
Directie Middelen en Control afdeling Treasury
Akkoord
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.7 2
VN2023-019712 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-066785 1. Raadsinformatiebrief aanpassingen duurzaamheidsfonds.pdf (pdf)
AD2023-066786 Commissie DC (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Erik Theissing, bestuurszaken.rd@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 3
| Voordracht | 3 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen
Datum 23 november 2021
Portefeuille(s) Bouwen en Wonen
Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer
Behandeld door Directie Grond en Ontwikkeling i.s.m. Directie Wonen,
[email protected]
Onderwerp Toezegging vit de commissievergadering van 27 oktober 2021
Geachte leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen,
In vw vergadering van 27 oktober 2021 heb ik naar aanleiding van een vraag van raadslid Havelaar
van het CDA, toegezegd dat de deadline voor afdoening van motie 1338’ over Monitoring
oplevering middeldure woningen naar 2 februari 2022 kan.
In de motie is gevraagd om een rapportage in het eerste kwartaal 2022. Een deel van de
gevraagde informatie over de middeldure huurwoningen die uiterlijk september 2021 zijn
opgeleverd, is nog niet beschikbaar. Daarom is een enquête gepland onder de bewoners van die
woningen en die kon pas starten in oktober 2021. Deze kent een strakke planning zodat het toch
mogelijk wordt om in het eerste kwartaal van 2022 hierover te rapporteren. Echter het blijkt niet
mogelijk om op 1 februari 2022 de rapportage gereed te hebben. Wel zal ik het proces enigszins
bespoedigen door u direct na vaststelling door B&W (planning medio februari 2022) via de dagmail
te voorzien van de rapportage.
Vooruitlopend op de rapportage geef ik u mee dat er slechts twee complexen zijn opgeleverd vóór
oktober 2021. Van deze twee complexen wordt een analyse gemaakt. Daarmee zal deze
rapportage nog geen representatief beeld kunnen geven van middeldure huurwoningen volgens
het Actieplan Meer Middeldure Huur. Hiervoor zal een voorstel worden gedaan bij afdoening van
de motie medio februari 2022.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Jakob Wedemeijer
Wethouder Bouwen en Wonen
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Gemeente Amsterdam
% Amsterdam Bestuurscommissie Oost AB
Besluit van het algemeen bestuur van
% Oost 13 september 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-16-28546 / INT-16-09605
Onderwerp: Groot onderhoud Betondorp — DO fase 2 en 3
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 juni 2016,
overwegende dat:
-__ het voorlopig ontwerp (VO) groot onderhoud Betondorp fase 1 is opgesteld conform
de startnotitie, en conform de op 3 december 2012 gekozen variant;
- inhet DO voor fase 1 suggesties van bewoners, gedaan tijdens de informatieavond
van 14 oktober 2013, zijn meegenomen;
-__ het definitief ontwerp (DO) groot onderhoud Betondorp fase 1 op 3 maart 2015 door
het DB is vastgesteld;
-__ het DO groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 is opgesteld op basis van dezelfde
uitgangspunten als het DO groot onderhoud Betondorp fase 1;
-__ het definitief ontwerp (DO) groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 conform HIOR en
Puccini op 28 juni 2016 door het DB is vastgesteld;
-__een aantal straten in fase 2 en 3 niet breed genoeg is om conform het
Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) en Puccini in te richten en een
profielwijziging noodzakelijk is;
-_het groot onderhoud kansen biedt om een aantal pleinen in fase 2 en 3 duurzaam in
te richten;
- voorde Brink, de Kouterstraat, de Weidestraat ten noorden van de Tuinbouwstraat,
de Akkerstraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, het plein aan de Sikkelstraat, het
plein aan de Graanstraat, het plein aan de Oogststraat, de pleintjes aan de Akker- en
Weidestraat en de pleintjes aan de Land- en Tuinbouwstraat een inspraaktraject
doorlopen is;
-__de VO's voor de straten en pleinen fase 2 en 3 waarvoor een inspraaktraject is
doorlopen zijn opgesteld met inachtneming van suggesties die door direct
omwonenden zijn gedaan tijdens de informatieavonden;
-___destraten en pleinen fase 2 en 3 waarvoor een inspraaktraject is doorlopen, als grijze
vlekken in het DO groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 conform HIOR en Puccini
zijn opgenomen;
-_in het ontwerptraject van fase 2 en 3 gebleken is dat een wijziging van de inrichting
van de Zaaiersweg ter hoogte van de Rozenburglaan positieve gevolgen heeft voor
de verkeersdoorstroming;
-__ het voorlopig ontwerp (VO) van de Zaaiersweg ter hoogte van de Rozenburglaan op
28 juni 2016 door het DB is vrijgegeven voor inspraak
-__er dekking voor het project van € 7.937.934,- wordt gevonden binnen de begroting
van stadsdeel Oost en de totale projectkosten passen binnen de aangegeven
dekkingsbronnen. Bij de begroting van 2017 wordt nog € 2.000.000,- aangevraagd.
gelet op dat de inrichting van Betondorp wordt uitgevoerd met verbeterpunten conform het
HIOR, waardoor de beheerkosten afnemen,
| EISEN | 1
besluit:
1) het Definitief Ontwerp voor de Brink, de Kouterstraat, de Weidestraat ten noorden
van de Tuinbouwstraat, de Akkerstraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, het plein
aan de Sikkelstraat, het plein aan de Graanstraat, het plein aan de Oogststraat, de
pleintjes aan de Akker- en Weidestraat en de pleintjes aan de Land- en
Tuinbouwstraat vast te stellen.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
2
| Besluit | 2 | train |
Regelink
Ecologie & Landschap
\
In het kader van de Wet natuurbescherming
Tee.
ke ii maden e á : kei zak EEE :
ze ie en ne me te ee en EE
B nn aes en
re za SCORE es : dn en en ee emi Ft d Het kl
EE eg en A wet
en der EE
iN en a AN Fr ee \
Ren de te pn ng red À3 an VE enbe
GR EE ee Sr den rt VEA Ad oe
En ON JN sen ggamereret eN ne E f TE DE A
en Nd rm deere ED
tn 3 2e ME ende ee
Be ee Ee dea eed redde
en eee pa” ER
gen jr nd Ten Tek ze af vR ke
5 PO Ee
\ ie LR nd a ap DE
Re ] et ae ie a
pe hnnntai Renk: ee dE RS ze Ee Ge
jn 5 en eet Re Ene EE rs), Er
5 Dre en A Ren, she Ber
EN GE TEAR
EE EE NR ek
NEEN NL u ie
NN et ee
dl DR eN ee NRA SPL ee Ged eh SA ol TAR hb
ee: Or ne HT NT eg
5 ES Sd gen ig 0 PE EE Te ATS
ue ee en en a Re DE An et NM
s td ene AET 0 0 AV Re a VE
Mk ITE Rd AE Ko ee
BTN VE E ET nl VN Ee OE LE
li RAN re ERA ed eet rent en Ee ge NE
ent or dm ge DADEN at
Re wi Er EN Be a Re „ AW
ER
7 RIE Ee TER U
En EN ZO Ee A LN ee ESS B KR A
EI ì EN Ne NA Ee EN AE
An 3 DE EN En RE ROM ON
} 5 8 > s BOR ee EE Hd EE Le | ME ERE. nERBets Le Anld hi
Wie 5 Ei EE NN Pe En EE SE te Aes Le
EEE ER ee AE
AN ne SAE Ge DN rn RE Ee CE. in UND een
WE HN 48 oen Re Ee) NN ZE re SEO
SALE RAe Dn eea ie ze B Pe En Ee EE A NN BENE Led
Ee EE EN NA AE AS ve EN ee Se ST en Ne OE
In opdracht van: Tauw Capelle aan de IJssel
Colofon
Tekst, foto's en samenstelling M. Wiltink
In opdracht van Tauw Capelle aan den IJssel
Naam opdrachtgever H. van Kooten
Rapportnummer RA18362-01
Status rapport Definitief
Datum oplevering rapport 28 februari 2019
Aantal pagina's 33
Collegiale toets A. van Leeuwen
Mirthe Wiltink, 2019. Soortgericht onderzoek
Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam, Amsterdam.
wi t
jee van reren In het kader van de Wet natuurbescherming. Rapport
RA18362-01, Regelink Ecologie & Landschap,
Wageningen.
EC) Ecologie & Landschap
Regelink Ecologie & Landschap
Gerrit Zegelaarstraat 1
6709 TA, Wageningen
085-7737676
[email protected]
www.regelink.net
Lid Netwerk Groene Bureaus
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 2
nn
Zn
Inhoudsopgave
1. Inleiding 5
1.1 Aanleiding 5
1.2 Doel 5
1.3 Leeswijzer 5
2. Werkwijze en inspanning 7
2.1 Kleine marterachtigen 8
2.2 Ringslang 8
2.3 Rugstreeppad 9
24 Waterspitsmuis 9
2.5 Vleermuizen 10
2.6 Volledigheid inventarisatie 11
3. Omschrijving plangebied 12
4. Resultaten 14
41 Kleine marterachtigen 14
4.2 Ringslang 14
4.3 Rugstreeppad 14
44 Waterspitsmuis 14
4.5 Vleermuizen 14
9. Ingreep 16
6. Toetsing aan de Wet natuurbescherming 17
6.1 Effectbepaling 17
6.2 Toetsing Wet natuurbescherming 17
7. Conclusies en aanbevelingen 19
71 Conclusies 19
7.2 Aanbevelingen 20
8. Bronnen 21
8.1 Literatuur 21
8.2 Websites 21
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 3
nn
Zn
Bijlage 1. Foto-impressie plangebied 23
Bijlage 2. Waarnemingskaarten 25
Bijlage 3. Wet-en regelgeving 27
8.3 Wet natuurbescherming 27
8.4 Natuurnetwerk Nederland 30
8.5 Wet dieren 30
Bijlage 4. Samplingsprotocol eDNA 31
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 4
nn
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
SADC is voornemens om in het plangebied in de Lutkemeerpolder in Amsterdam, grenzend aan de
Etnastraat en de Lutkemeerweg,Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam 2 te ontwikkelen. Volgens
nationale- en internationale regelgeving is het verplicht om voordat de ingreep plaatsvindt onderzoek te
doen naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna.
Uit een ecologische potentie-inschatting van Adviesbureau E.C.0. Logisch (Den Hartogh, 2018) blijkt dat in
het plangebied mogelijk de volgende soortgroepen aanwezig kunnen zijn:
e Kleine marterachtigen;
e _Ringslang;
e _Rugstreeppad;
e _Waterspitsmuis;
e Vleermuizen;
e Roofvogels.
Alle bovengenoemde soorten zijn beschermd middels de Wet natuurbescherming. Daarom heeft Regelink
Ecologie & Landschap in opdracht van Tauw bv in het plangebied soortgericht onderzoek uitgevoerd.
1.2 Doel
Met behulp van dit onderzoek worden de volgende vragen beantwoord:
e Komen kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad, waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels
voor in het plangebied?
e Welke soorten kleine marterachtigen en vleermuizen komen voor in het plangebied?
e Welke functies heeft het plangebied voor kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad,
waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels indien deze in het plangebied aanwezig zijn?
e Leidt de ingreep tot overtreding van de verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming?
1.3 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden werkwijze en inspanning beschreven, hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het
plangebied. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het soortgericht onderzoek gepresenteerd. De ingreep
wordt in hoofdstuk 5 omschreven. Vervolgens zijn de mogelijke effecten van de ingreep gerelateerd aan de
aanwezige soorten en getoetst aan de Wet natuurbescherming (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 volgen de
conclusies en aanbevelingen. Tenslotte is een korte literatuurlijst opgenomen (hoofdstuk 8).
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 5
nn
Bij het opstellen van deze rapportage is uitgegaan van de definities zoals aanwezig op de website van
Regelink Ecologie & Landschap!
1 http://www.regelink.net/kenniscentrum/definities-vleermuizenonderzoek/
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 6
nn
2. Werkwijze en inspanning
In het voorjaar en de zomer van 2019 werd het in plangebied in de Lutkemeerpolder soortgericht onderzoek
uitgevoerd naar kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad, waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels.
De toegepaste onderzoekmethoden worden in dit hoofdstuk nader toegelicht.
Tijdens alle bezoeken waren de weersomstandigheden geschikt voor het inventariseren van de
desbetreffende soortgroepen (Tabel 1).
Tabel 1. Datum en tijdstip van en weersomstandigheden tijdens de inventarisaties.
Datum Tijdstip Onderzochte functies Naam Weersomstandigheden
medewerker
31-05- 21:30 - Rugstreeppad ronde 1 en W. Grootendorst 20 °C, onbewolkt, droog, 3 Bít
2018 01:00 Vleermuizen ronde 1 & M. Wiltink
20-06- 12:00 — Plaatsen cameravallen M. Wiltink 23 0C, onbewolkt, droog, 2 Bft
2018 15:00 marters; plaatsen tapijttegels
reptielen
24-06- 13:00 — Nemen watersamples voor M. Wiltink 20 °C, onbewolkt, droog, 2 Bft
2018 15:30 waterspitsmuis
27-06- 8:00- Ringslang ronde 1 M. Wiltink 19 °C, licht bewolkt, droog, 2
2018 11:00 Bít
29-06- 23:00 — Rugstreeppad ronde 2 M. Wiltink 17 °C, onbewolkt, droog, 3 Bft
2018 01:00
20-07- 7:30 — Ringslang ronde 2; ophalen M. Wiltink 20 °C, onbewolkt, droog, 2 Bft
2018 9:30 cameravallen marters
03-08- 21:30 — Rugstreeppad ronde 3 en W. Grootendorst 27 °C, onbewolkt, droog, 3 Bft
2018 00:00 vleermuizen ronde 2 & M. Wiltink
06-08- 06:30 — Ringslang ronde 3 M. Wiltink 17°C, licht bewolkt, droog, 2
2018 08:30 Bft
28-08- 07:00 — Ringslang ronde 4 M. Wiltink 15.6 °C, licht bewolkt, droog,
2018 09:00 2 Bft
13-09- 07:30 — Ringslang ronde 5 M. Wiltink 11 °C, onbewolkt, droog, 1 Bft
2018 09:30
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 7
nn
2.1 Kleine marterachtigen
Voor het onderzoek naar de kleine marterachtigen zoals wezel, hermelijn en bunzing is gebruik gemaakt
van de handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland. Er is bij het onderzoek gebruik
gemaakt van de leidraad die de handreiking geeft.
In het plangebied zijn vier wildcamera’s van het merk Bushnell (type trophycam en trophycam HD)
geplaatst op locaties met kansrijke landschapselementen (Figuur 1). De camera’s zijn op 20 juni 2018 in het
veld geplaatst en op 20 juli 2018 weer opgehaald. Bij de cameravallen is wat lokstof in een thee-ei
geplaatst. Als lokmiddel zijn sardientjes en pindakaas gebruikt.
2.2 Ringslang
Het onderzoek naar ringslang is uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het Netwerk
Groene Bureaus. Dit protocol schrijft voor dat er in de periode van april tot en met september 4
veldbezoeken uitgevoerd moeten worden waarbij de spreiding tussen het eerste en het laatste onderzoek
tenminste een maand is. De onderzoeken moeten uitgevoerd worden bij zonnig weer wanneer de
temperatuur nog laag is (15°C) of op een warme dag na een koude periode. Gedurende de veldbezoeken
worden structuurovergangen nagelopen en worden reptielplaten gecontroleerd. De temperatuur was bij
aanvang van de veldwerkrondes 3, 4 en 5 onder de 15 °C. De temperatuur bij aanvang van bezoek 1 en 2
was 17 °C.
Op 20 juni zijn in het veld 35 donkere tapijttegels in het veld geplaatst die dienen als reptielplaten (Figuur
1). Begin augustus hebben er maaiwerkzaamheden plaatsgevonden in de groenstrook langs de Etnastraat.
Bij deze werkzaamheden zijn 9 reptielplaten langs de zuidelijke helft van de sloot bij de Etnastraat verloren
gegaan.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 8
nn
LEGENDA
® Locaties wildcameras A
® Locaties reptielenmatten
a | Plangebieden
,
de cameravallen die in het veld
geplaatst zijn.
Pannen: Tee2
Regelink
Figuur 1. Locaties van de reptielplaten en cameravallen in het plangebied.
2.3 Rugstreeppad
Het onderzoek naar rugstreeppad is uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het
Netwerk Groene Bureaus. Dit protocol schrijft voor dat in de periode van half april tot en met mei en de
periode van half juni tot begin augustus drie bezoeken uitgevoerd moeten worden. De bezoeken moeten ’s
nachts plaatsvinden vanaf een uur na zonsondergang op relatief warme broeierige nachten, bij voorkeur na
een regenbui. Minimaal een van de bezoeken moet plaatsvinden in de periode van half april tot en met mei.
Bij de bezoeken wordt gelet op de kooractiviteit van de rugstreeppad.
2.4 Waterspitsmuis
De aanwezigheid van waterspitsmuis is onderzocht aan de hand van eDNA analyse. In het veld zijn over
twee verschillende transecten watersamples en bodemsamples genomen (Figuur 2). De
bemonsteringsprotocollen zijn opgenomen in Bijlage 4. De protocollen die gebruikt zijn in het lab en de
resultaten zijn beschreven in de rapportage van Datura (van Bochove, 2018).
Vervolgens zijn de samples in het lab getest op de aanwezigheid van waterspitsmuis.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 9
nn
LEGENDA
mmm Bemonsteringslocaties A
mn | Plangebieden
D
waterspitsmuis. De watersamples zijn
in de watergang genomen en de
bodemsamples zijn langs de oever
grensend aan de watergang
genomen.
Prjeanunmer. tech
Regelink
Figuur 2. De bemonsteringslocaties voor de samples voor waterspitsmuis. Bij de twee locaties zijn zowel bodem-
als watersamples genomen.
2.5 Vleermuizen
Tijdens de veldbezoeken werd op grond van geluid en zicht geïnventariseerd. Met behulp van een
heterodyne batdetector met opname- en vertragingsfunctie (type: Petterson D240x) werd de echolocatie die
vleermuizen uitzenden hoorbaar gemaakt voor mensen.
Wanneer de soort op grond van frequentie, klank en ritme niet met zekerheid kon worden bepaald, werd
een opname gemaakt met een extern opnameapparaat (type: Roland Edirol RO9H). Met behulp van het
computerprogramma Batsound werden de opnamen nader geanalyseerd. Hierbij werden de criteria zoals
beschreven door Arjan Boonman (www.batecho.eu) toegepast. Voor sociale geluiden van vleermuizen
werd gebruik gemaakt van Middleton, 2014 en Pfalzer, 2002. Door daarnaast zoveel mogelijk visueel waar
te nemen werd de determinatie geverifieerd en werd het gedrag (en daarmee vaak de functie van het
gebied) vastgesteld.
Alleen de functie voor foerageergebied moet in het plangebied onderzocht worden. Om deze functie te
onderzoeken is gebruik gemaakt van het Vleermuisprotocol 2017. Het vleermuisprotocol schrijft voor dat er
twee bezoeken van twee uur uitgevoerd moeten worden in de periode van 15 april tot oktober. Een van
deze bezoeken moet plaatsvinden tijdens de kraamperiode. Tussen het eerste en het tweede bezoek
moeten acht weken zitten.
De inventarisaties werden lopend uitgevoerd. Het plangebied en het omliggende gebied werden meerdere
keren doorkruist.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 10
nn
2.6 Roofvogels
Tijdens de veldbezoeken voor de bovengenoemde soorten is gelet op de aanwezigheid van roofvogels.
Hierbij werd gelet op nesten van roofvogels en de aanwezigheid van roofvogels.
2.7 Volledigheid inventarisatie
De inventarisatie voor de aanwezigheid van kleine marterachtigen is uitgevoerd volgens de leidraad van de
handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland. De inventarisaties voor ringslang en
rugstreeppad zijn uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het Netwerk Groene
Bureaus. Het uitvoeren van inventarisaties voor waterspitsmuis met behulp van eDNA is een door RVO
geaccepteerde methode om de soort aan te tonen. De inventarisatie voor het foerageergebied voor
vleermuizen is uitgevoerd volgens het Vleermuisprotocol 2017 zoals vastgesteld door Gegevensautoriteit
Natuur.
De inventarisaties zijn een steekproef gebaseerd op momentopnames. Hierdoor is niet uitgesloten dat
soorten en functies die niet waargenomen werden op een ander tijdstip wel aanwezig zijn. Dit is acceptabel
omdat de Wet natuurbescherming een initiatiefnemer vraagt te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht
kan worden.
Met de gekozen methode en inspanning is voldoende invulling gegeven aan artikel 1.11 (zorgplicht) van de
Wet natuurbescherming. Wat betreft het onderhavige onderzoek heeft de initiatiefnemer gedaan wat
redelijkerwijs van hem verwacht kan worden.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 11
nn
3. Omschrijving plangebied
Het plangebied is gelegen in de Lutkemeerpolder in Amsterdam (provincie Noord-Holland). In Figuur 3 is de
begrenzing van het plangebied met rood aangegeven. Het plangebied betreft voornamelijk akkerland
waarop kleinschalige biologische landbouw plaatsvindt. In het gebied zijn verschillende smalle en
dichtbegroeide watergangen aanwezig. Aan de zuid- en westzijde van het plangebied zijn twee bredere
watergangen aanwezig. Deze watergangen hebben een steile oever, deze oevers zijn voorzien van
begroeiingen met riet. Het deel van het plangebied ten zuiden van de Etnastraat is een ruig stuk land met
gras en kruidachtige begroeiingen. Na de maaiwerkzaamheden die in de Lutkemeerpolder plaatsvonden
was het droog grasland. In totaal heeft het plangebied een oppervlakte van bijna 15 hectare.
In het noorden wordt het plangebied begrensd door andere landbouwpercelen. Ten oosten van het
plangebied is bebouwing aanwezig waaronder enkele woonhuizen en schuren. Ten zuiden en westen van
plangebied ligt het natuurgebied Lutkemeer.
Het deel van het plangebied ten zuiden van de Etnastraat en de groenstrook met wandelpad ten noorden
van de Etnastraat liggen in het Natuur Netwerk Nederland (NNN).
f | “
f W #
Ï Â
i
ver NNS
= J SE
JT JN
NE « el, _N 4
IJ nn nn dj
Î nn
En En De
Figuur 3. Ligging van het plangebied, met de begrenzing in rood aangegeven. © Dienst voor het kadaster en de
openbare registers, Apeldoorn, 2019.
Binnen het plangebied zijn de volgende ecotopen aanwezig (zie ook de foto's
van het plangebied in Bijlage 1):
e Droog, agrarisch grasland;
e Droog, extensief beheerd grasland;
e Smalle, ondiepe sloten (<2 meter breed, < 1 meter diep);
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 12
nn
e Brede, ondiepe sloten (>2 meter breed, < 1 meter diep);
e Dunne wilgen (Salix ssp.) (diameter borsthoogte < 25 cm);
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 13
nn
4. Resultaten
4.1 Kleine marterachtigen
Gedurende het onderzoek zijn geen kleine marterachtigen vastgelegd door de wildcamera's. De
wildcamera's waren geplaatst op kansrijke plekken met structuurovergangen en er is lokmiddel gebruikt,
toch zijn er geen kleine marterachtigen waargenomen. Hiermee kan redelijkerwijs worden gesteld dat kleine
marterachtigen niet in het plangebied aanwezig zijn.
4.2 Ringslang
Gedurende de onderzoeken zijn geen ringslangen waargenomen in het plangebied. De reptielplaten zijn
geplaatst langs de structuurovergangen aan de oevers van de sloten. Ook zijn er bij de ecologische
boerderij de Boterbloem reptielplaten geplaatst in de buurt van potentiele broedplaatsen van de ringslang.
Er werden geen zonnende vrouwtjes bij potentiële ei-afzetplaatsen waargenomen en ook op andere
locaties is de ringslang niet aangetroffen. Hiermee kan redelijkerwijs worden gesteld dat de ringslang niet in
het plangebied aanwezig is.
4.3 Rugstreeppad
Gedurende het onderzoek is rugstreeppad waargenomen in het plangebied. Tijdens het eerste veldbezoek
op 31 mei 2018 is rugstreeppad waargenomen in de poel van de ecologische boerderij en de overliggende
sloot. De oevers van de poel waren zanderig en niet begroeid met planten, deze poel is geschikt als
voortplantingswater voor de rugstreeppad. Op 29 juni 2018, tijdens het tweede veldbezoek is rugstreeppad
waargenomen bij een watergang nabij het plangebied.
De waarnemingskaart van rugstreeppad is opgenomen in Bijlage 2.
4.4 Waterspitsmuis
Uit de analyse van Datura kwam naar voren dat een lage concentratie eDNA van de waterspitmuis in een
van de samples aanwezig was (Bochove, 2018). Met dit resultaat is de aanwezigheid van waterspitsmuis
aangetoond.
4.5 Vleermuizen
Gedurende het onderzoek werden binnen het plangebied drie soorten vleermuizen aangetroffen:
e Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus),
e _Laatvlieger (Eptesius serotinus),
e Rosse vleermuis (Nyctalus noctula).
Hieronder worden per soort de waarnemingen en functies weergegeven. Waarnemingskaarten zijn
opgenomen in Bijlage 2.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 14
nn
4.5.1 Waarnemingen per soort
Gewone dwergvleermuis
Tijdens de inventarisaties werden verspreid over het plangebied negen keer gewone dwergvleermuizen
foeragerend waargenomen. De meeste waarnemingen werden gedaan boven en langs het water aan de
Etnastraat. Daarnaast foerageert de gewone dwergvleermuis in de beschutting van bomen; een dier is in
het plangebied foeragerend waargenomen rond de beplanting van de ecologische boerderij.
Laatvlieger
Tijdens de inventarisaties werd twaalf keer een laatvlieger waargenomen. De meeste waarnemingen
werden gedaan buiten het plangebied rond het water ten noordwesten van het plangebied. Er werden ook
foeragerende laatvliegers in het plangebied aangetroffen. Het gaat hierbij om twee dieren.
Rosse vleermuis
Tijdens de inventarisaties werd drie keer een rosse vleermuis waargenomen boven het plangebied. Er
foerageren maximaal twee dieren in het plangebied.
4.5.2 Waarnemingen per functie
Foerageergebied
Binnen het plangebied zijn verschillende foeragerende vleermuizen waargenomen. In het plangebied
hebben twee laatvliegers en twee rosse vleermuizen hun foerageergebied. Ook heeft een gewone
dwergvleermuis een foerageergebied rond de beplanting van de ecologische boerderij en doorkruist
daardoor ook foeragerend het plangebied.
Op grond van het beperkte aantal foeragerende dieren in relatie tot de grote oppervlakte van het
plangebied en de in ruime mate aanwezige alternatieve foerageermogelijkheden in de directe omgeving
kan gesteld worden dat het plangebied geen essentieel foerageergebied voor vleermuizen is.
Vliegroutes
De aanwezige lijnvormige elementen zijn niet in het plangebied aanwezig. Essentiële vliegroutes zijn dan
ook niet aanwezig in het plangebied.
Vaste rust- en/of verblijfplaats
In het plangebied is geen bebouwing aanwezig. Ook zijn bomen met holtes niet aangetroffen. Hiermee is de
aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen redelijkerwijs uitgesloten.
4.6 Roofvogels
In het plangebied is tijdens het veldbezoek op 28 augustus een torenvalk (Falco tinnunculus)
waargenomen. Het dier vloog over het plangebied. Ook zijn verschillende keren buizerds (Buteo buteo)
zittend op een struikje in het plangebied waargenomen. Het plangebied is onderdeel van het
foerageergebied van de buizerd.
Ook is er in het noordwesten, in de bosschages buiten het plangebied een ransuil (Asio otus) gehoord
tijdens de veldbezoeken voor rugstreeppad.
Nesten van roofvogels zijn niet in het plangebied aangetroffen.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 15
nn
Zn
5. Ingreep
De initiatiefnemer is voornemens om in plangebied in de Lutkemeerpolder in Amsterdam het
bedrijventerrein Businesspark Osdorp te realiseren. Ingrepen die daartoe in het plangebied moeten
plaatsvinden bestaan voornamelijk uit:
e _Dempen van enkele watergangen;
e Aanleg nieuwe watergangen;
e Grondverzet;
e _ Aanleggen infrastructuur;
e Realiseren bebouwing;
e _ Aanleg natuurvriendelijke oevers;
e Aanleg groen.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 16
nn
6. Toetsing aan de Wet natuurbescherming
6.1 Effectbepaling
Rugstreeppad
In het plangebied is leefgebied van de rugstreeppad aanwezig. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein
kan dit leefgebied verloren gaan.
Waterspitsmuis
In het plangebied is de aanwezigheid van waterspitsmuis vastgesteld.
De waterspitmuis komt voor in wateren met een behoorlijk ontwikkelde watervegetatie en een ruig
begroeide oever. In de lente en zomer was dit type habitat in het plangebied aanwezig. Na de maai- en
baggerwerkzaamheden in het najaar is dit type habitat niet meer aanwezig in het plangebied. In de nabije
omgeving in de Lutkemeerpolder is meer geschikt leefgebied aanwezig.
Toch moet er gesteld worden dat de watergang langs de Etnastraat en het wandelpad tot het leefgebied
van de waterspitsmuis behoort.
Overige soorten
De ingreep heeft geen effect op verblijfplaatsen, essentiële vliegroutes en essentieel foerageergebied van
vleermuizen, op het leefgebied van ringslang, op de verblijfplaatsen van kleine marterachtigen of het
foerageergebied van roofvogels. Het plangebied wordt gebruikt als foerageergebied door gewone
dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. Echter, door de aanwezigheid van voldoende andere
locaties is het plangebied geen essentieel foerageergebied. Ook voor roofvogels is voldoende geschikt
alternatief foerageergebied beschikbaar. Met de uitgevoerde onderzoeken is de aanwezigheid van
vleermuizen, ringslang, kleine marterachtigen en roofvogels in het plangebied redelijkerwijs uitgesloten.
Een overtreding van de Wet natuurbescherming is voor vleermuizen, ringslang, kleine marterachtigen en
roofvogels dan ook niet aan de orde.
6.2 Toetsing Wet natuurbescherming
6.2.1 Rugstreeppad
Lokale gunstige staat van instandhouding
De rugstreeppad komt in het westen van Nederland plaatselijk zeer algemeen voor. De afgelopen jaren is
de rugstreeppad populatie met ongeveer 40% afgenomen. In de gemeente Amsterdam zijn de laatste
decennia de kernpopulaties afgenomen en wordt de soort als bedreigd beschouwd. De bedreiging ontstaat
door toegenomen predatie, versnippering van leefgebied, verdwijnen van voortplantingswateren en het
verdwijnen van dynamiek in het leefgebied.
Met de ingreep verdwijnt het landbouwgebied in de Lutkemeerpolder, hier wordt een bedrijventerrein
gerealiseerd. Het gevaar bestaat dat tijdens de ingreep de rugstreeppad zich in het plangebied vestigt
omdat er als gevolg van het grondverzet vergraafbaar zand aanwezig komt dat geschikt leefgebied van de
rugstreeppad vormt.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 17
nn
Door maatregelen te treffen kan het bedrijventerrein geschikt leefgebied voor de rugstreeppad blijven en
blijft de staat van instandhouding gunstig.
Verbodsbepalingen
Door de realisatie van het bedrijventerrein Businesspark Osdorp en de bijbehorende werkzaamheden
verdwijnt voortplantingswater van de rugstreeppad. Daarnaast bestaat de kans dat het leefgebied van de
rugstreeppad versnipperd raakt of dat de rugstreeppad zich tijdens de werkzaamheden op het bouwterrein
vestigt. Deze negatieve effecten leiden tot een overtreding van Artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming,
te weten:
Artikel 3.5, lid 1: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen rugstreeppadden worden gedood.
Artikel 3.5, lid 2: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen rugstreeppadden worden verstoord.
Artikel 3.5, lid 4: als gevolg van de voorgenomen ingreep verdwijnt leefgebied en voortplantingswater van
de rugstreeppad.
6.2.2 Waterspitsmuis
Lokale gunstige staat van instandhouding
In grote delen van Nederland is de populatie van waterspitsmuis achteruit gegaan. Alleen in sommige
laagveengebieden zijn de populaties stabiel door de verbetering van de waterkwaliteit. In de gemeente
Amsterdam is de waterspitsmuis zeldzaam. Er zijn weinig vangsten bekend. Wel blijkt uit
braakbalonderzoek dat de soort altijd in de omgeving van Amsterdam aanwezig is.
In het natuurgebied de Lutkemeerpolder is geschikt leefgebied aanwezig voor de waterspitsmuis. De
watergangen in het plangebied waren in de lente en het begin van de zomer geschikt voor waterspitmuis,
toen een rijke oevervegetatie en waterplanten aanwezig waren. Na de maai- en baggerwerkzaamheden is
het gebied ongeschikt geworden voor de waterspitsmuis. Toch behoort de watergang tot het functionele
leefgebied van de waterspitsmuis, wat als gevolg van de ingreep kan verdwijnen.
Door maatregelen te treffen kan het bedrijventerrein geschikt leefgebied voor de waterspitsmuis blijven en
blijft de staat van instandhouding gunstig.
Verbodsbepalingen
Door de realisatie van het bedrijventerrein Businesspark Osdorp en de bijbehorende werkzaamheden
verdwijnt geschikt leefgebied van de waterspitsmuis. Deze negatieve effecten leiden tot een overtreding
van Artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming, te weten:
Artikel 3.5, lid 1: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen waterspitsmuizen worden gedood.
Artikel 3.5, lid 2: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen waterspitsmuizen worden verstoord.
Artikel 3.5, lid 4: als gevolg van de voorgenomen ingreep verdwijnt leefgebied van de waterspitsmuis.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 18
nn
7. Conclusies en aanbevelingen
7.1 Conclusies
Algemeen
e Omdat het onderzoek naar kleine marterachtigen heeft plaatsgevonden volgens de richtlijnen uit de
handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland kan gesteld worden dat het
plangebied afdoende is geïnventariseerd.
e Omdat de onderzoeken naar ringslang en rugstreeppad hebben plaatsgevonden volgens de
soorteninventarisatie protocollen van Netwerk Groene Bureaus kan gesteld worden dat het
plangebied afdoende is geïnventariseerd.
e Omdat het onderzoek naar waterspitsmuis heeft plaatsgevonden aan de hand van eDNA, wat een
door RVO geaccepteerde methode is kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is
geïnventariseerd.
e Omdat het onderzoek naar vleermuizen heeft plaatsgevonden volgens het Vleermuisprotocol 2017
kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is geïnventariseerd.
e Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is een ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig.
Resultaten
e Kleine marterachtigen zijn niet binnen het plangebied aangetroffen, de aanwezigheid is daarmee
redelijkerwijs uitgesloten.
e _Ringslang is niet binnen het plangebied aangetroffen, de aanwezigheid is daarmee redelijkerwijs
uitgesloten.
e _Rugstreeppadden zijn binnen het plangebied waargenomen. De poel van de ecologische boerderij
kan dienen als voortplantingswater.
e _Waterspitsmuis is binnen het plangebied aangetroffen.
e _Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aanwezig binnen het plangebied. Vliegroutes zijn niet
aangetroffen.
e Het plangebied fungeert als foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, laatvlieger en rosse
vleermuis. Het betreft geen essentieel foerageergebied op basis van de aanwezigheid van andere
locaties nabij het plangebied die ook kunnen dienen als foerageergebied.
e _Nestlocaties van roofvogels zijn niet aangetroffen in het plangebied.
e Het plangebied kan dienen als foerageergebied voor roofvogels. Echter in de nabije omgeving
rondom het plangebied is voldoende geschikt foerageergebied aanwezig.
Effecten
e De ingreep heeft geen effect op kleine marterachtigen, ringslang, vleermuizen en roofvogels.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 19
nn
e De grotere watergangen binnen het plangebied behoren tot functioneel leefgebied van de
waterspitsmuis. Als gevolg van de werkzaamheden kan dit leefgebied verloren gaan.
e De ingreep kan leiden tot een negatief effect op de rugstreeppad. Mogelijk verdwijnt als gevolg van
de ingreep voorplantingswater en leefgebied waardoor versnippering van het leefgebied van de
rugstreeppad kan ontstaan. Daarnaast bestaat de kans dat de rugstreeppad zich vestigt op de
bouwlocatie.
Toetsing
e Met het uitvoeren van de werkzaamheden worden lid 1, 2 en 4 van artikel 3.5 van de Wet
natuurbescherming overtreden.
7.2 Aanbevelingen
e Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet een mitigatieplan voor waterspitsmuis en
rugstreeppad opgesteld worden waarmee overtreding van de Wet natuurbescherming zoveel
mogelijk voorkomen kan worden.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 20
nn
8. Bronnen
8.1 Literatuur
Barataut, M., 2015. Acoustic Ecology of European Bats. Species Identification, Study of their Habitats and
Foraging Behaviour. Biotope, Mèze. Muséum national d'Histoire naturelle, Paris [Inventaires et biodiversité
series].
Broekhuizen, S., K. Spoelstra, J.B.M. Thissen, K.J. Canters, J.C. Buys, 2016. Atlas van de Nederlandse
zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Zeist.
Den Hartogh, 2018. Quickscan Businesspark Amsterdam Osdorp 2e fase. Adviesbureau E.C.O.Logisch,
Projectcode SABR1701.
Dietz, C., O. von Helversen & D. Nill, 2011. Vleermuizen. Alle soorten van Europa en Noord-West Afrika.
Tirion Natuur.
Middleton, N., A. Froud & K. French (2014). Social Calls of the Bats of Britain and Ireland. Pelagic
Publishing, Exeter.
Ministerie van EL&I, 2010. Buiten aan het Werk. Houd tijdig rekening met beschermde planten en dieren!
Brochure. [http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2010/03/01/buiten-aan-het-
werk-houd-tijdig-rekening-met-beschermde-dieren-en-planten.html! (28-2-2019)].
Netwerk Groene Bureaus, werkgroep ‘Standaarden en protocollen’ (2017) Soortinventarisatieprotocollen in
het kader van de Wet natuurbescherming, versie juli 2017. www.netwerkgroenebureaus.nl
Pfalzer, G., 2002.Inter- und intraspezifische Variabilitât der Soziallaute. Fachbereich Biologie der Universität
Kaiserslautern.
RUD NHN, 2017. Handreiking kleine marters.
Sachteleben, J. & O. von Helversen, 2006. Songflight behaviour and mating system of the pipistrelle bat
(pipistrellus pipistrellus) in an urban habitat. In: Acta Chiropterologica 8(2): 391-401.
BIJ12, 2017. Kennisdocument Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Versie 1.0. BIJ12, Utrecht.
BIJ12, 2017. Kennisdocument Rugstreeppad Epidalea calamita. Versie 1.0. BIJ12, Utrecht.
van Bochove, K. (2018). eDNA onderzoek naar waterspitsmuis. Rapport RA2018053, Datura, Huissen.
Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging, 2017. Vleermuisprotocol 2017, maart
2017. [http://www.netwerkgroenebureaus.nl/werken-aan-kwaliteit/vleermuisprotocol. (28-2-2019).
8.2 Websites
www.bijl2.nl/onderwerpen/natuur-en- www.batecho.eu
landschap/kennisdocumenten-soorten-
www.telmee.nl
ontheffingen-wet-natuurbescherming/
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 21
nn
www.vleermuis.net http://wetten.overheid.nl/BWBRO037552/2017-
- 03-01
www.waarneming.nl
. https://noord-holland-extern.tercera-
www.zoogdieratlas.nl .
ro.nl/MapViewer/
www.zoogdiervereniging.nl
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 22
nn
P
Bijlage 1. Foto-impressie plangebied
i Ô { Í NEL in a „tel, oink
Re Ô Ee en
A Ae bd
ea / kati eredbe
ei 2 : a Ren NOD b 5 Weven 0E
ke AE A te LE gn 5 pe del
Bek” Ee Oe ARE a KS A
Gn. he a 3 ES heee OE
Ed EER
Ee : ed En ENEN EN VS RL de ahee eN
de B f ANDES: CEA Ee ee AN a EN
vake IE EME een even
, a ee en RAe OE Re, RN a, neen EN Os GERO AE ee
RE U AN WANT kee
in NE OO st Bek. dere eg ENE en Er
RN MMA EN Re ON Te Pe
We EE EN ALDEN U EEN a EE Ee EE
Eee E Re Hslid Ne BRR eN 5 be ENDE ik EN 4 VA lener at za ae Ke ri if ae LE a
EDER EN A dt A eee Ee en dr
EN B NN MR NEE En SIEN EN
Ede ENE le,
1 ee 5. en Our N andes Ak INS EN Ade ke NEE RARE eN Eh pe een PS Ee Ln ei
XC SO 0D BAS LA gn Ee Ve nd RDS A md EEE ANA E 1 in se
5 ze esl bile | RN AD a Ed F3 4 í ed ee pnt et pe KN} vin Je ee,
EA en EN DAAN oet Br END An ee gi rem ka
ne Sr tn EEE SN) AC, NED A a dan. albe ne en EN (Er
Figuur 4. Poel van de ecologische boerderij de Boterbloem waar rugstreeppad is aangetroffen.
TT
SE u n SE Sea 5 /
OEE
Ee mn zl
Md lin a ost aan ge ai
ee ade ee
abt en . } Ek is
EL en le À
Dr EE He he ER ke 4 MARR ï
fr (AAE HK ee nd Ea ee ik en D ae nd en pes ’ eg
di # wl in Í A A ten ; : 5
Figuur 5. Agrarisch land binnen het plangebied.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 23
P
5 r Dn Ee f a új Á
7 z 5 7 } 4 En à hs We Er, 4 2 5
N + be E F3 T 5 ae, 1
Figuur 6. Watergang parallel aan de Etnastraat voor de maaiwerkzaamheden.
ze En n Bal en mn, EEE: Te ERD ennn: Bas ú Eat ng 5
ne ee
Me AR ze
GEE ee RE
De A EN Ee
ee Ae. dr Eee nn
ene EE
A
ME GR ig. Ee ee ee
AE A Ee dE
EE APE rr 7 La Ee Gn WAN AN ú
ed $ EE WEE ke Mn ï ae Eg Re eef TE EN d OET
Ee jd Ati RN ANN es ) Wale een
san ete ri de, bal is GA, Pe Sen gs 8 A P, la A 5 DE He jk Ee li É d (ok tald
Jen Dn ge DEDEN EE CO ER RENS, Ne
Figuur 7. Watergang parallel aan de Etnastraat na de maai- en baggerwerkzaamheden.
Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 24
LEGENDA \
CJ Piangebieden N
Waarnemingen
Gewone dwergvleermuis
® Foeragerend m
Laatvlieger nl
B Foeragerend
Rosse vleermuis ; a
@® Foeragerend i
en
©
Dn o
®
®
Waarnemingen van vleermuizen in en
rondom het plangebied. De symbolen
voor foeragerende dieren betreffen
waarnemingen van waargenomen
gedrag door de betreffende soorten en
zijn niet indicatief voor het aantal 5 .
dieren.
a
rachtgever. T:
eenen 18362
Datum: 05.09.2018
Ge 3 Regelink
Ecologie & Landschap Nie
ü EE 120 180 240 m 6
Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 25
TO
LEGENDA
EC) Piangebieden A
® Waarneming Rugstreeppadden
@
Waarnemingen van rugstreeppadden
in en rondom het plangebied.
Opdrachtgever: Tauw
Projectnummer. 18362
Datum: 17.09.2018
GS Regelink
Ecologie & Landschap \
ü 20 180 270 360 m /
Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 26
TO
Bijlage 3. Wet- en regelgeving
8.3 Wet natuurbescherming
8.3.1 Algemeen
Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet is de Nederlandse
implementatie van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, aangevuld met nationale bepalingen. De
Wet natuurbescherming vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.
De Wet natuurbescherming kent drie pijlers, namelijk:
e bescherming van Natura 2000-gebieden,
e bescherming van soorten,
e bescherming van houtopstanden.
Daarnaast is er een belangrijke plaats ingeruimd voor de zorgplicht (artikel 1.11). Vanuit deze zorgplicht
moeten handelingen achterwege blijven waarvan men kan vermoeden zij nadelige gevolgen kunnen
hebben voor beschermde gebieden of soorten.
In dit hoofdstuk volgt een eenvoudige weergave van de essentie van de Wet natuurbescherming, voor
zover deze betrekking heeft op ruimtelijke ontwikkelingen en festiviteiten. Verbodsartikelen worden voor de
leesbaarheid vereenvoudigd weergegeven. Raadpleeg voor de exacte formulering de wetstekst
(https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-34.html).
8.3.2 Bescherming Natura 2000-gebieden
Vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn hebben de lidstaten de verplichting om speciale
beschermingszones aan te wijzen. Deze speciale beschermingszones heten Natura 2000-gebieden. Elk
Natura 2000-gebied heeft instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van:
e leefgebieden voor vogelsoorten, voor zover nodig voor de uitvoering van de Vogelrichtlijn, en/of
e natuurlijke habitats en de habitats van soorten, voor zover nodig voor de uitvoering van de
Habitatrichtlijn.
Verboden (volgens artikel 2.7, lid 2) is elke activiteit (in de wet: project of handeling) zowel binnen als buiten
een Natura 2000-gebied die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen:
e de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kan verslechteren
of,
e een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen.
De activiteit kan alleen doorgang vinden als Gedeputeerde Staten van de provincie waarin de activiteit
plaatsvindt een vergunning verlenen. Voor diverse werkzaamheden in nationaal belang (zoals
werkzaamheden rond de hoofdspoorwegen) is de minister van Economische Zaken bevoegd gezag.
8.3.3 Bescherming van soorten
De Wet natuurbescherming kent drie beschermingsregimes:
Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 27
nn
e _beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn,
e _beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn,
e _beschermingsregime andere soorten.
Beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn
Onder het beschermingsregime Vogelrichtlijn vallen alle van nature in Nederland in het wild levende vogels.
Op basis van artikel 3.1 is het verboden om:
1. opzettelijk vogels te doden of te vangen;
2. opzettelijk vogelnesten, -rustplaatsen en -eieren te vernielen of te beschadigen of vogelnesten weg
te nemen;
3. eieren van vogels te rapen en deze onder zich te hebben;
4. opzettelijk vogels te storen.
Het verbod om vogels opzettelijk te storen geldt niet wanneer dit niet van wezenlijke invloed is op de staat
van instandhouding van de betreffende soort. Bij werkzaamheden in het broedseizoen kan het verlaten van
nesten als gevolg van verstoring leiden tot het indirect doden van dieren of het aantasten van de
functionaliteit van nesten en dus tot een overtreding van artikel 3.1, lid 1 en 2.
De vogelsoorten die jaar op jaar gebruik maken van hetzelfde nest zijn verdeeld over vier categorieën
waarvan de nesten een jaarronde bescherming genieten. Ook is er een vijfde categorie van vogels waarvan
een inventarisatie van de nesten gewenst kan zijn (zie Bijlage 3).
Beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn
Onder het beschermingsregime Habitatrichtlijn vallen alle dieren uit:
e _de Habitatrichtlijn, bijlage IV, onderdeel a,
e het Verdrag van Bern, bijlage Il,
e het Verdrag van Bonn, bijlage |,
en alle planten uit:
e de Habitatrichtlijn, bijlage IV, onderdeel b,
e het Verdrag van Bern, bijlage |.
Volgens artikel 3.5 is het verboden om, voor zover het soorten betreft uit bovenstaande bijlagen:
1. opzettelijk dieren te doden of te vangen;
2. opzettelijk dieren te verstoren;
3. opzettelijk eieren van dieren te vernielen of te rapen;
4. voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen;
5. opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken, te verzamelen, af te snijden,
te ontwortelen of te vernielen.
Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 28
nn
In de genoemde bijlagen van de verdragen van Bern en Bonn staan ook diverse vogelsoorten genoemd. Dit
betekent dat voor deze soorten het (ver)storen ook verboden is wanneer dit geen effect heeft op de
instandhouding van de betreffende soort.
Beschermingsregime andere soorten
Onder het ‘beschermingsregime andere soorten’ vallen een aantal soorten waarvoor er geen Europese
verplichting ligt tot bescherming. Nederland geeft zo uitvoering aan de algemene verplichting van het
Biodiversiteitsverdrag om de staat van instandhouding van dier- en plantensoorten te beschermen.
Volgens artikel 3.10. is het verboden om, voor zover het soorten uit deze lijst betreft:
1. opzettelijk dieren te doden of te vangen;
2. voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen;
3. opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken, te verzamelen, af te snijden,
te ontwortelen of te vernielen.
Onder dit beschermingsregime vallen ook een groot aantal zeer algemene zoogdieren en amfibieën. Een
groot deel van deze algemene soorten zijn door de provincies en het ministerie van EZ voor ruimtelijke
ontwikkelingen vrijgesteld van de Wet natuurbescherming.
Ontheffing en vrijstellingen
Ontheffingen worden verleend door de Minister van Economische zaken of Gedeputeerde Staten, en geven
een initiatiefnemer de mogelijkheid om onder voorwaarden de wet te overtreden. Vrijstellingen worden
gegeven door de Minister van Economische zaken of Provinciale Staten en beschrijven handelingen en
situaties waarin de wet niet van toepassing is.
Ontheffing voor het overtreden van de verbodsbepalingen of het verkrijgen van een vrijstelling kan alleen
wanneer er:
e geen andere bevredigende oplossing bestaat;
e geen negatief effect is op de staat van instandhouding van de soort;
e ener voldaan is aan de in de wet genoemde belangen (artikel 3.3, lid 4b, artikel 3.8, lid 5b en
artikel 3.10, lid 2).
Voor het beschermingsregime overige soorten is het voldoende als er voldaan wordt aan een in de wet
genoemd belang.
8.3.4 Bescherming van houtopstanden
Een houtopstand beslaat een oppervlakte van 10 are of meer, of bestaat uit een rijbeplanting van meer dan
twintig bomen, gerekend over het totaal aantal rijen.
Volgens artikel 4.2 vallen buiten de bescherming houtopstanden:
e houtopstanden binnen door de gemeenteraad vastgestelde grenzen van de bebouwde kom
houtopstanden;
e houtopstanden op erven of in tuinen en fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 29
nn
e naaldbomen bedoeld als kerstbomen en niet ouder dan twintig jaar en kweekgoed;
e uit populieren of wilgen bestaande wegbeplantingen, beplantingen langs waterwegen en eenrijige
beplantingen langs landbouwgronden;
e het dunnen van een houtopstand;
e uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die zijn bedoeld voor de productie
van houtige biomassa en die:
o ten minste eens per tien jaar worden geoogst;
o bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantingseenheid bestaande uit
een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorsneden door onbeplante stroken breder
dan twee meter;
o zijn aangelegd na 1 januari 2013.
Volgens artikel 4.2 is het verboden een houtopstand geheel of gedeeltelijk te vellen zonder daar melding
van te doen bij Gedeputeerde Staten. Dit geldt niet voor het periodiek vellen van griend- of hakhout. Binnen
drie jaar moet het gevelde deel weer zijn herplant.
Vrijstellingen gelden er wanneer het vellen gebeurt middels een goedgekeurde gedragscode of de
werkzaamheden voortvloeien uit instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden of nodig zijn
voor aanleg en het onderhoud van brandgangen op natuurterreinen.
8.4 Natuurnetwerk Nederland
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN; voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) bestaat uit planologisch
beschermde gebieden die zijn aangewezen om ecologische verbindingen te realiseren tussen belangrijke
natuurgebieden. Deze natuurgebieden en de verbindingen daartussen vormen samen een ecologisch
netwerk. De wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN mogen niet door een ingreep worden
aangetast. Alle (mogelijke) effecten van een voorgenomen ingreep moeten daarop dan ook worden
getoetst. De provincie waarbinnen het plangebied valt geeft invulling aan het NNN en is daartoe het
bevoegd gezag. Voor meer informatie over het NNN en het toetsingskader zie
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit/natuurnetwerk-nederland.
8.5 Wet dieren
De Wet natuurbescherming kent geen verbod op het verwonden van dieren. Dit is namelijk al verboden in
de Wet dieren. Volgens artikel 2.1 van de Wet dieren, eerste lid, is het namelijk verboden om:
e zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar
is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te
benadelen.
De Wet dieren kent een ontheffingsmogelijkheid, maar alleen als het belang van het welzijn van dieren zich
er niet tegen verzet. Een ontheffing is niet nodig wanneer vaststaat dat het mogelijk verwonden van dieren
een ‘redelijk doel’ dient, of ‘noodzakelijk’ is. In deze rapportage wordt niet getoetst aan de Wet dieren.
Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 30
nn
Bijlage 4. Samplingsprotocol eDNA
‚‚ Datura
Datura Molecular Solutions BV pp
eDNA filter samplingprotocol
Let op: sampling kat pas in het veld open maken ivm. contammatierisico!
De sample kit beval:
» 1 paar handschoenen
1 blauwe bemonsteringschep
e 1 steriele Whiri-Pak bag
» J Zml busjes met conserverende buffer
… 1 wegwermpincet
Locatie van bemonstering
* Submonsters worden genomen langs een traject van 50-100 meter,
Verzamelen van subsamples
1 Trek een zet handschoenen aan (denk aan contaminatie!)
È. Open de Whirl-Pak bag.
3. Verzamel 26 suhsamples met behulp van de blauwe bemonsteringsschep. Mix het water voorzichtig door de
schep heen en weer te bewegen. Zorg ervoor dat de bodem niet verstoord wordt De bodem bevat mogelijk
historisch DNA. Vul de schep tet de rand en leeg deze in de Whirl-Pak bag.
A. Slust de Whirl-Pak bag en schudt om de subsamples te vermengen.
5. Haal de filterhauder uit de verpakking en draai dese op de fas.
6. Sluit de fiterhouder aan op de pomp.
1. Giet het water uit de Whirl-pak bag voorzichtig op het fier.
8. Zet de pomp aan. Bij plassen, sloten en boezemwateren kan tot maximaal 1 iter water gefiltreerd worden. Dit
duurt ongeveer Ì minuten. Bij troebel water kan fier echter al eerder verstopt raken. Het 5 dus niet erg als
het niet lukt om 1 liter water te filteren. Giet het water daarom stukje bij beetje op het filter en fütreer altijd
het gehele toegevoegde volume. Noteer aub de hoeveelheid water die gefilterd kon worden.
9 Zet de pomp uit.
Comserveer de vamples
10. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen.
11, Als het water gefilterd &, gebruik dan de plastic pincet om het liter voorzichtig in de buisjes met:
tonmerverende vloeistol te duwen. (Bij lage temperaturen zal er precipitatie (neerslag) te vinden zijn in de
buffer Door dere even in de hand op te warmen wordt de buffer weer vloeibaar) Het a belangrijk om te
voorkomen dat er vloeistof gemorst wordt! Verdeel het Alter ceer de twee buisjes. Het filter moet daarbij
doorgescheurd worden. Het is dus niet erg aks het fäter in meerdere stukjes In de buisjes overgebracht wordt
Zorg dat het filter geheel onder de buffer staat zodat het eONA niet kan afbreken. Door slechts één gootje
van de pancet te gebruiken kan het filter eervoudig naar beneden gedrukt worden.
1À, Sla de busjes en het opdagdoosje. Probeer het doosje zoveel mogelijk horkontaal te bewaren zodat er altijd
een laagje buffer boven het filter blijft staan.
13, Bewaar de tample: bij kamertemperatuur
14. Stuur de sampbes zo 1poedig mogelijk op naar Datura met een volledig ingevuld 1ample formulier (uitgeprint
of digitaal). Langdurig bewaren van het sample kan leiden tot degradatie van het DMA
De opvangfles, pamp en het opslagbakje met busjes met filters ontvangen wij graag terug. De overge materialen
mogen weggegooid worden.
NA: plastic scheiden is beter voor het milieu
Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 31
nn
$ Datura
Datura Molecular Solutions BV Vee enie
eDNA filter samplingprotocol
Let op: sampling kit pas in het veld open maken Lm. contamtinatierisico!
De sample kit bevat
« Ì paar handschoenen
… 1 blauwe bemonsteringsschep
„1 steriele Whirl-Pak bag
„2 ml buisjes met conserverende hufter
… 1wegwerppincet
Locatie van bemonstering
… Submonsters worden genomen langs een traject van 50-100 meter;
Verzamelen van subsamples
1 Trek een set handschoenen aan (denk aan contaminatie!)
2. Open de Whir-Pak bag
Ä. Verramel 26 subsamples met behulp van de blauwe bemonsteringsschep. Mix het water voorzichtig daar de
schep heen en weer te bewegen. Zorg ervoor dat de bodem niet verstoord wordt De bodem bevat mogelijk
historisch DNA. Vul de schep tot de rand en leeg deze in de Whirl-Pak bag.
A Sluit de Whirl-Pak bag en schuit om de subsamples te vermengen.
5. Haal de fBterhouder uit de verpakking en draai deze op de fles
6. Sluit de fikerhouder aan op de pomp.
1. Giet het water uit de Whirl-pak bag voorzichtig op het fler.
8. Zetde pomp aan. Bij plassen, sloten en boezemwateren kan tot maximaal 1 ter water gefiltreerd worden. Dit
duurt ongeveer 2 minuten. Bij troebel water kan filter echter al eerder verstopt raken Het & dus reet erg als
het nét lukt om 1 liter water te (teren. Giet het water daarom stukje bij beetje op het filter en Mtreer altijd
het gehele toegevoegde volume. Noteer aub de hoeveelheid water die gefilterd kon worden.
9. Zetde pomp uit
Canserveer de samples
1D. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen.
11, Als het water gefilterd &, gebruik dan de plastic pincet om het filter voorzichtig in de buisjes met
conzerverende vlocitol te duwen, (Bij lage temperaturen zal er precipitatie [neerslag] te vinden zijn in de
buffer. Daar deze even in de hand op te warmen wordt de buffer weer vloeibaar.) Het is belangrijk om te
voorkomen dat er voritof gemont wordt! Verdeel het filter over de tee buisjes. Het filter moet daarbij
doorgescheurd worden. Het is dus niet erg aks het Alter in meerdere stukjes in de buisjes overgebracht wordt.
Zorg dat het filter geheel onder de buffer staat zodat het eDMA niet kan afbreken. Door slechts één pootje
van de pincet te gebruiken kan het filter servoudig naar beneden gedrukt worden.
1. Sla de busjes in het opsdagdoosje. Probeer het doosje zoveel mogelijk horizontaal te bewaren zodat er altijd
een laagje buffer boven het filter blijft staan.
13. Bewaar de samples bij kamertemperstuur.
1, Stuur de samples zo spoedig mogelijk op naar Datura met gen volledig ingevuld sample formulier (uitgeprint
af digitaal}. Langdurig bewaren van het sample kan leiden tot degradatie van het DMA
De opvangfles, pomp en het opslagbakje met buisjes met filters ontwangen wij graag terug. De overige materialen
magen weegegooid worden.
NE: plastic scheiden # beter voor het milieu
Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 32
nn
x 7
=
‚S Datura
Datura Molecular Solutions BV ca
eDNA bodembemonstering - waterspitsmuis
Let op: sampling kit pas in het veld open maken i‚v.m. contaminatierisico!
De sample kit bevat:
* 2 paar handschoenen
e 1pot met 250 ml MilliQ-water
* 3 50ml buizen met conserverende buffer
Verzamelen van samples
1. Trek een set handschoenen aan (denk aan contaminatie!).
2. Het verzamelen van bodem/strooisel materiaal kan het meest eenvoudig met de hand gedaan
worden (de handschoenen zijn immers steriel).
3. Waterspitsmuizen foerageren vaak langs de oever. Door gericht bodemmateriaal te verzamelen
op flauw aflopende oevers (daar waar waterspitsmuis graag foerageert) kan de kans vergroot
worden om waterspitsmuis te detecteren.
A. _Schraap met de hand materiaal van de bovenste centimeter van de oever. Dat kan strooisel,
bodem of sediment zijn, op de grens van water en land. Het is niet erg als hiermee mossen of
delen van planten meekomen.
5. Het bodemmateriaal kan verzameld worden langs een traject van 50-100 meter.
6. Verzamel bodem/strooiselmateriaal in de liter pot. Hou “200 ml vrij zodat het sample goed
geschud en vermengd kan worden.
7. Schud de pot 1 minuut stevig door elkaar zodat het eDNA homogeen verdeeld wordt.
Canserveer de samples
B. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen.
9. Giet 25 ml van het sample vanuit de liter pot over in elk van de schone 50 mL buizen met alcohol.
Elke locatie levert dus een sample dat bestaat uit 3 buizen.
10. Bewaar de samples in de koelkast.
11. Stuur de samples binnen een week op naar Datura (zie eDNA sample formulier). Voor
langetermijnopslag kunnen samples het beste in een -80 °C vriezer bewaard worden.
Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met Datura.
Datura Molecular Solutions BV
www.datura.nl
[email protected]
0031-(0)629455328
Soortgericht onderzoek | SGO_BusinessparkOsdorp_2eFase | RA18362-01 33
nn
| Onderzoeksrapport | 33 | test |
Stadsdeelcommissie - in pleno
Agenda
Datum 08-06-2021
Aanvang 19:30
Locatie Virtueel
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 11 mei 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal
speelt in de gebieden
6 Knowledge Mile Park
A Ongevraagd advies over terrassenplan KMP
B Ongevraagd advies over maatregelen autoverkeer
C Ongevraagd advies over inrichting als lokale verbindingsweg met max. 2 rijbanen
D Proces samenwerking andere stadsdelen
10/5: o.v.v. het lid Meijer
7 Handhaving havengeld binnen/buitenwater IJburg
8 Voorontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 7, Kop van Cruquius (vervallen)
07/6: In overleg met de agendacommissie is dit agendapunt verplaatst naar de vergadering van de
gebiedscommissie IB, OHG van 22 juni a.s.
9 Voorlopig ontwerp herinrichting Spaklerweg en de bijbehorende uitgangspunten
Algemeen
10 Nieuws uit de gebieden
Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal
speelt in de gebieden
11 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
1 Bericht met bijlage van redactie Het Perspectief over huis-aan-huiskrant Het Perspectief voor een blije buurt
Voorgesteld wordt, dit bericht met bijlage voor kennisgeving aan te nemen.
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats. Van
deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is live te volgen en achteraf terug
te bekijken via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur voor de vergadering via het online
aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
| Agenda | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023
Ingekomen onder 432 accent
nummer
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting
Onderwerp
Behoud sociale huurwoning in eigendom van particulieren
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting.
Overwegende dat:
-_ Particuliere eigenaren woningen verhuren in het sociale segment;
-__ Deze woningen een substantieel deel van de sociale huurvoorraad vormen;
-_ Veel van deze woningen door vitponden uit het sociale segment verdwijnen;
-_De AAV op dit moment geen mensen en middelen toekent aan het behoud van sociale
woningen van particuliere eigenaren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
uit de middelen die beschikbaar zijn voor de vitvoering van de Aanpak Volkshuisvesting,
voldoende middelen te reserveren voor 2024 en 2025 om maatregelen te treffen die gericht zijn op
het behouden van sociale huurwoningen in eigendom van particulieren en het verbeteren van de
kwaliteit van deze woningen.
Indiener,
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 484
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Kili en Veldhuyzen inzake lage vaccinatiegraad onder
burgers met een migratieachtergrond (tegenoffensief starten met
misinformatie)
Onderwerp
Tegenoffensief starten tegen misinformatie
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Verhoging vaccinatiegraad voor COVID-19
Constaterende dat:
— mensen die zich niet willen laten vaccineren op meerdere manieren worden beïnvloed door
misinformatie, via sociale media zoals WhatsApp, email, facebook, instagram, etc;
— _ voornoemde misinformatie vaak binnenkomt via iemand waarmee men een vertrouwensband
heeft daarom voor waar wordt aangenomen;
Overwegende dat:
— misinformatie eerst ontkracht moet zijn alvorens men openstaat voor de juiste informatie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Een tegenoffensief te starten die de misinformatie effectief ontmaskert en ontkracht en deze mee
te nemen in haar algemene vaccinatiebeleid.
Indiener
A. Kris
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid SL TÀ = Ter Advisering aan de deelraad
TB = Ter Bespreking
TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Soort |reden uitstel en
ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen
Cie Rapportage jongerenschuldhulpverlening 2012 EdV 27-aug-13 TB SL nvt Onderwerp is geagendeerd
door de fracties PvdA, CDA
en VVD op 4 juni jl.
127 [Deelraad |[Marktbeleid 2013-definitief: staanplaatsenbeleid 2013 SK B-mrt-13 | 27-aug-13 TA SL 25-sep-13 TV Inspraak t/m 15 mrt. RUD
besluitoverdracht
bevoegdheden Zuid en
Zuidas. Onduidelijk welke
invloed dit heeft op de
bevoegdheid te beslisssen
over de staanplaatsen.
120 [Cie Jan van der Heijdenhuis: beheer en SK 8-jan-13 27-aug-13 TK SL nvt Reden vertraging: tgv
exploitatieovereenkomst + voortgangsbrief mutaties in het pand moet
samenwerking worden
vastgesteld en de exploitatie
financieel moet verder worden
doorgerekend.
_ | ge kwartaal LL
_ | ___|oktober A
1
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en
ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen
140 |Cie Resultaten Ambitiegesprekken schoolbesturen in kader van |SK 4-jun-13 1-okt-13 TK SL nvt n _
JA2 / Tussenevaluatie JA2 Zuid reden: ambitiegesprekken zijn
nagenoeg afgerond. DMO
maakt totaal analyse. Deze is
in juni klaar.
EN Sn OE
evaluatie
161 |Cie Toename jeugdwerkeloosheid/evaluaties EdV 3e kw. 2013 |4e kw. 2013 TK SL nvt Reden vertraging: geen
stages/doorontwikkeling jeugdschuldhulpverlening nieuwe beleids
ontwikkelingen. In juli
evaluaties stages en in aug.
tussenevaluatie jeugd werkt in
Zuid.
A
2
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 20 september 2023
Ingekomen onder nummer 540
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake MKBA voor aantrekken internationale
bedrijven
Onderwerp
MKBA voor aantrekken internationale bedrijven
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de inspanningen en de resultaten van de activiteiten van Amsterdam
inbusiness in 2022
Overwegende dat:
-_ Het actief aantrekken van bedrijven die zich hier willen vestigen niet los kan worden ge-
zien van de woningmarkt en de arbeidsmarkt
-_Er momenteel geen tekort in Amsterdam is aan werkgelegenheid, maar wel aan woon-
ruimte en kantoorruimte
-_Amsterdam inbusiness bezig is met het ontwikkelen en implementeren van een nieuwe
werkwijze
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Binnen de nieuwe werkwijze van Amsterdam inbusiness gebruik te maken van maatschappelijke
kosten-baten analyses (MKBA) om daarmee niet alleen de toegevoegde waarde maar ook moge-
lijke kosten in kaart te brengen van het aantrekken van nieuwe internationale bedrijven in de stad
Indiener(s),
E.C. IJmker
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 82
Ingekomen onder Al
Ingekomen op woensdag 22 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake de Agenda Autoluw (onderzoek algehele 30 km/u-
zone binnen de ring A10 (Noord uitgezonderd) als alternatief voor ‘knips’)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 31).
Constaterende dat:
— het college de ambitie heeft om de stad autoluw te maken;
— een autoluwe stad meer leefbaarheid, rust en schone lucht moet creëren voor alle
Amsterdammers;
— het College voornemens is 'knips' in te zetten om de stad autoluw te maken;
— 'Knips' doorgaans leiden tot waterbed-effecten en dus problemen verplaatsen
naar andere buurten.
Overwegende dat:
— het creëren van waterbed-effecten onwenselijk is omdat de rust en schone lucht
van de één niet ten koste mogen gaan van de rust en schone lucht van de ander;
— het wenselijk is op alle plekken in de stad extra leefbaarheid, rust en schone lucht
te realiseren;
— een verlaging van de maximum snelheid naar 30 km/u een afschrikwekkende
werking heeft op automobilisten;
— een 30 km/u-zone zonder knips op zichzelf geen waterbed-effecten zal
veroorzaken binnen de ring;
— een 30 km/u-zone binnen de ring automobilisten zal stimuleren gebruik te maken
van de Ring A10;
— een de Zona de Traffico Limitato niet perse leidt tot minder doorgaand
sluipverkeer omdat de Zona de Traffico Limitato in het huidige voorstel niet voor
hoofdwegen geldt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of een algehele 30 km/u-zone binnen de ring A10 (Amsterdam-
Noord uitgesloten) kan leiden tot minder doorgaand sluipverkeer zonder dat er, zoals
bij knips, waterbed-effecten worden gecreëerd.
1
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
2
| Motie | 2 | discard |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 mei 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefevillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Afdoening moties 183_21, 187 21, 188 _21,189 21, 190 21, 198 21, 199_21,
200 21, 201 21, 202 21, 224 21
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 31-02-2021 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 23 (Kennisnemen en bespreken van het collegebesluit over de ontwerp-
Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en het bijbehorend ontwerp-Omgevingseffectrapport. Nr.
VN2021-000815) de een aantal moties aangenomen die betrekking hebben op de Omgevingsvisie.
Deze moties zijn meegenomen bij de verwerking van de zienswijzen op de ontwerp-
omgevingsvisie en de Nota van Beantwoording Zienswijzen.
De door vw raad vastgestelde moties sluiten aan op ingebrachte zienswijzen van burgers,
instellingen, overheden, bedrijven en andere belanghebbenden. De meeste moties en zienswijzen
hebben betrekking op de vijf strategische keuzes en zijn overwegend ondersteunend van toon. Uit
de moties en zienswijzen blijkt dat deze strategische keuzes en de daaraan gekoppelde waarden
breed gesteund worden.
De moties en veel zienswijzen bevatten ook kritische vragen, zorgen of ongenoegen. Dat is
begrijpelijk, omdat de omgevingsvisie ruimte biedt aan groei en de grote transities van de stad. De
leefomgeving van Amsterdam staat onder druk en verandert, net als in andere steden. Dat geeft
ongemak, onzekerheden en ook botsende ruimteclaims. De omgevingsvisie kan de veranderingen
en de spanningen niet wegnemen, maar biedt wel een richtinggevend kader om alles in goede
banente leiden en er samen mee aan de slag te gaan.
De oorzaak van veel ongemak ligt in het punt dat de som van alle doelen en ambities simpelweg
niet past, met conflicterende ruimteclaims als gevolg: we willen de landschappen groen en rustig
houden, maar sporters, recreanten en evenementen ook ruimte bieden. We willen de stad niet te
vol maken, maar iedereen wel een woning bieden. We moeten de beperkte ruimte in de stad met
meer mensen zien te delen. Keuzes worden de komende jaren scherper, we moeten eerlijk zijn in
wat er niet (meer) kan. Uit veel zienswijzen blijkt dat mensen bezorgd zijn daarbij iets kwijt te
raken. We hopen dat we die zorgen goed adresseren in de Nota van Beantwoording Zienswijzen.
Samenvattend heeft het proces waarmee we samen met de stad deze omgevingsvisie hebben
opgesteld, geleid tot breed begrip voor de uitdagingen waar we voor staan én tot draagvlak voor
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 2 van 5
de strategische keuzes over de manier waarop we die uitdagingen gaan oppakken. De
aanpassingen n.a.v. de zienswijzen en moties hebben de omgevingsvisie verrijkt en evenwichtiger
gemaakt. Daarnaast bieden de zienswijzen en moties ook waardevolle input voor het vervolg.
Hieronder is per motie toegelicht hoe het college uitvoering geeft aan de betreffende motie.
183_21 Motie Kilig (Denk) waarin het college gevraagd wordt In de Omgevingsvisie over
Amsterdam 2050 voldoende rekening te houden met de vraag naar begraafplaatsen voor
onbepaalde tijd en dit als onderdeel op te nemen in de Omgevingsvisie over Amsterdam 2050.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt in de paragraaf Volkstuinen, begraafplaatsen, crematoria’ de intentie
uitgesproken om voldoende rekening te houden met de vraag naar grafrust voor onbepaalde tijd.
187_21 Motie Ernsting (GroenLinks) en de Jager (D66) waarin het college gevraagd wordt
burgerberaden inclusief en transparant op te zetten, zodat elke Amsterdammer die er voor
wordt ingeloot er ook ten volle aan mee kan doen, onder andere door deze raden actief te
begeleiden en toegang te geven tot ambtelijke ondersteuning.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt in het hoofdstuk 21.'Agenda Open Stadmaken’ het belang van
burgerberaden benoemt en daarbij aangegeven dat deze inclusief en transparant worden
opgezet.
188_21 Motie Ernsting (GroenLinks), De Jager (D66) en Biemond (PvdA) waarin het college
gevraagd wordt bij verdichting van suburbane gebieden in te zetten op meer een verschuiving
van mobiliteit naar fiets en (fijnmazig) OV en te streven naar meer functiemenging om zo een
grotere spreiding en nabijheid van voorzieningen te stimuleren.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt in verschillende hoofdstukken ingezet op de verschuiving in de
mobiliteit naar fiets en OV en naar het meer functiemenging met een spreiding en nabijheid van
voorzieningen. Zo wordt in het hoofdstuk 3 ‘Amsterdam naar 2050’ het belang van nabijheid en
verdichting van de stad in relatie tot de mobiliteitstransitie benoemd. In de paragraaf ‘Mobiliteit
en ruimte! is de ambitie om te ontwikkelen op basis van nabijheid verder uitgewerkt. In de
strategische keuzes voor een ‘Meerkernige ontwikkeling’, ‘Groeien binnen grenzen’ en ‘Duurzaam
en gezond bewegen! is dit gedachtegoed verder vitgewerkt. En in hoofdstuk 7 ‘Ruimtelijk
programmatisch kader’ is deze visie verder ruimtelijk vitgewerkt in een samenhangend fiets en
openbaar vervoernetwerk met daaraan gekoppelde gemengde verstedelijking. In hoofdstuk 19
‘Hoe we aan de stad werken’ is de ambitie benoemt om stevig te sturen op de samenhang tussen
tijdige investeringen in openbaarvervoer en fietsverbindingen en grote ontwikkelingen.
189_21 Motie Ernsting (GroenLinks) en Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt de
inrichtingsprincipes voor een autoluwe stad voor wat betreft de openbare ruimte verder extra
te vergroenen met zowel structuurgroen als snippergroen, zodat iedereen in een groene
omgeving kan wonen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 3 van 5
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie zijn in het hoofdstuk ‘Vijf strategische keuzes! bij Rigoureus vergroenen’
meer voorbeelden gegeven van hoe vergroening op een innovatieve manier mogelijk is. In de
paragraaf ‘Openbare ruimte’ zijn inrichtingsprincipes voor groen benoemd. Daarbij wordt,
verwezen naar het Puccini Handboek Groen.
190_21 Motie De Jager (D66) en Naoum Néhme (VVD) waarin het college gevraagd wordt in
de Omgevingsvisie te laten zien welke ruimte voor bedrijvigheid nodig is in de stad en in de
regio en hoe regionale samenwerking/sturing helderheid gaat scheppen voor bedrijven.
EN
202_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt in de Omgevingsvisie
expliciet aandacht te geven aan behoud en stimulering van werkgelegenheid in de
maakindustrie en productieve bedrijven in Amsterdam en regio. Daarbij aan te geven hoe dat
vorm krijgt de komende jaren, onder andere in transformatielocaties.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt in het hoofdstuk 3./Amsterdam naar 2050’ de opgaven wat betreft
werkgelegenheid in de maakindustrie en de productieve bedrijvigheid benoemd. In hoofdstuk
4.'Vijf strategische keuzes! is bij Meerkernige ontwikkeling’ is meer gelegd nadruk gelegd op het
ontwikkelen van nieuwe gemengde kenniskwartieren en stationskwartieren. Bij ‘Groeien binnen
grenzen’ wordt benoemt dat we ruimte voor stadverzorgende en productieve bedrijvigheid in de
stad willen behouden. In hoofdstuk 5. ‘Metropoolregio’ is de inzet voor een meer evenwichtige
ontwikkeling van de regio toegelicht en hoe daar op regionaal aan gewerkt wordt. Zo worden er
per deelregio in de MRA kwalitatieve economische profielen opgesteld die helpen om de vestiging
van bedrijven te laten aansluiten bij de eigen kracht en identiteit van de verschillende delen, en bij
het complementair zijn aan elkaar. De kaart ‘Economische structuur’ geeft inzicht in de
verschillende economische milieus in de stad en de daaraan gekoppelde opgaven. In de paragraaf
‘economie! is het ruimte bieden aan productie economie in de stad nadrukkelijker als ambitie
benoemd. Daarbij wordt het deels nieuwe instrumentarium toegelicht, dat vitwerking geeft aan
de Bedrijvenstrategie en er op gericht is om de ruimtevraag in stad en regio in goede banen te
leiden.
198_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt het beheer van de
bestaande stad en de ontwikkeling van de leefbaarheid een centralere rol te geven in de
omgevingsvisie.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt veel aandacht besteed aan het beheer van de bestaand stad en aan de
leefbaarheid. Zo wordt in Ha ‘Amsterdam in de wereld’ aandacht besteed aan de leefbaarheid die
op sommige punten onder druk is komen te staan. Ook worden de opgaven ten aanzien van
beheer en leefbaarheid van de bestaande stad benoemd in het hoofdstuk 3./Amsterdam naar
2050’. In hoofdstuk 4 worden de beheer en leefbaarheidsopgaven gekoppeld aan verschillende
strategische keuzes Verdichten binnen grenzen’, ‘Rigoureus vergroenen’ en ‘Samen stadmaken’.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 4 van 5
199_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt te verkennen welke
afspraken er mogelijk zijn om tot woningbouw programmeringsafspraken en betaalbaarheid
te komen binnen de MRA.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In MRA-verband maakt het college zich in het portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen sterk
voor het opschroeven van de woningbouwproductie en voor een groter aandeel van sociale- en
middenhuur woningen. Ook in de Verstedelijkingsstrategie, waar Rijk en regio samen aan werken,
is het een belangrijk onderwerp. Twee belangrijke onderdelen van het verstedelijkingsconcept zijn
de polycentrische ontwikkeling van de regio, waarmee wordt bedoeld dat de verschillende kernen
in de regio een hoog voorzieningenniveau verkrijgen en hun economisch potentieel maximaal
benutten, en het tegengaan van ruimtelijke segregatie. Dit laatste is alleen mogelijk als elke
gemeente bouwt voor lage en middeninkomens en de woningen in de bestaande voorraad ook
betaalbaar blijven. Over dit laatste punt hebben we afspraken gemaakt met het Rijk in de
Woondeal
200_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt een uitvoeringsstrategie en
investeringsplan te ontwikkelen bij deze omgevingsvisie.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
De omgevingsvisie biedt een fasering op hoofdlijnen. Daarin geeft de gemeente per fase van tien
jaar aan welke grote gebiedsontwikkelingen voorzien worden en welke investeringen in groen en
infrastructuur daarbij horen. Verder gaat het college van B&W aan de slag met het opstellen van
een uitvoeringsagenda die voor het einde van 2021 gereed moet zijn. Dit voornemen is ook
opgenomen in de raadsvoordracht voor de vaststelling van de Omgevingsvisie. De
Uitvoeringsagenda bevat voorstellen voor een optimale doorwerking van de Omgevingsvisie als
kader voor beleid en projecten in de fysieke leefomgeving, via instrumentarium als een integraal
stedelijk programma; integrale gebiedsprogramma'’s en de ontwikkeling van een Monitoringsplan
voor de omgevingsvisie. Het integraal stedelijk programma ondersteunt integrale afwegingen op
stedelijk niveau vanuit ruimtelijk, financieel en programmatisch perspectief en richt zich op de
samenhang en fasering van investeringen en ruimtelijk-programmatische ontwikkeling. Daarnaast
moet de vitvoeringsagenda zicht bieden op een concretisering en prioritering van de in de
omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven en inzicht bieden in de financiële consequenties
van de uitvoeringsagenda.
201_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt in de realisatie van de
stedelijke bouwopgave een volgordelijkheid aan te brengen en te starten met realisatie van de
bouwopgave waar het OV de verdichting kan dragen.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie is het principe van volgtijdelijkheid in het starten met realisatie van de
bouwopgave gekoppeld aan de draagkracht van de OV- en fietsbereikbaarheid, benoemt in het
hoofdstuk g. De indicatieve fasering op hoofdlijnen is daar ook op gebaseerd. Daarin is per fase
van tien jaar aangegeven welke welke grote gebiedsontwikkelingen voorzien worden en welke
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021
Pagina 5 van 5
investeringen in groen en infrastructuur daarbij horen. In een nog op te stellen vitvoeringsagenda
zal worden vitwerkt wat er nodig is om te sturen op deze volgtijdelijkheid in de praktijk.
224_21 Motie Boomsma (CDA) waarin het college gevraagd wordt om in de Omgevingsvisie
als prominente doelstelling te verwerken om de schoonheid van de stad en omgeving te
koesteren, beschermen, versterken en vergroten.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
In de omgevingsvisie wordt in een inleidende tekst ‘De schoonheid van Amsterdam’ de traditie van
het streven naar schoonheid en kwaliteit als overkoepelende ambitie stevig neergezet.
Het college beschouwt de moties hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
> re ij |
OD Alu Cen
- Ne en
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 5 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 683
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen op 1 juli 2015
Ingekomen onder P
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag verworpen
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw De Heer inzake de Voorjaarsnota 2015
(geen bezuiniging op Duinrakkers in 2016).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— De voorgenomen bezuinigingen op subsidies niet onderbouwd zijn aan de hand
van het toetsingskader Subsidies;
— De organisaties worden geconfronteerd met grote kortingen in 2016 zonder
argumentatie en met grote gevolgen voor hun voortbestaan en/of effectief
handelen;
— De Raad en de maatschappelijke organisaties eerst inzicht moeten krijgen in de
afwegingen van het college voordat zij eventueel kan instemmen met de
bezuiniging op subsidies;
— Door het ontbreken van een afwegingskader het onbehoorlijk bestuur is om de
subsidies al in 2016 te korten.
Besluit:
1. Uit de Voorjaarsnota 2015 op pagina 72, paragraaf 9.4 Bestuursopdracht
subsidies de tekst:
‘De lijst is als bijlage bijgevoegd bij deze voorjaarsnota en bevat het bedrag en de
fasering van de voorgenomen subsidievermindering. Deze lijst telt op tot € 25
miljoen in 2018. Bestuurscommissies zullen voor € 7,5 miljoen aan nieuwe
subsidiekortingen doorvoeren. Met het schrappen van € 25 miljoen subsidies is
de oorspronkelijke ingeboekte €30 miljoen grotendeels gehaald.”
Te wijzigen in:
‘Een mogelijke lijst is als bijlage bijgevoegd bij deze voorjaarsnota en bevat het
bedrag en de fasering van de voorgenomen subsidievermindering. Om een
gedegen afweging te maken zal het college bij de begroting 2016 een definitieve
lijst presenteren, waar een afgewogen oordeel op basis van het toetsingskader
subsidies heeft plaatsgevonden. In 2016 zal niet bezuinigd worden op de
subsidies van organisaties”
1
2. Uit de voorjaarsnota 2015 op pagina 167, Bijlage 5 Subsidies te schrappen:
Subsidie |2016x&1
€33.840
3. Op pagina 79, onder 12.2 Begrotingswijziging Voorjaarsnota 2015, toe te
voegen:
‘Als financiële dekking voor het afzien van de voorgestelde bezuiniging op de
subsidies, heeft de raad besloten de, in de begroting 2015 aangekondigde,
lastenverlichtingen op ondernemers deels terug te draaien (€ 6,42 miljoen.
4. Alle relevante passages en tabellen conform te wijzigen.
Het lid van de gemeenteraad,
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 730
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder AV
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het Plan van scholen
basisonderwijs 2016-2019 (faciliteer en ondersteun verdere groei en ontwikkeling van
de vrije school in Noord).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Plan van scholen basisonderwijs 2016-2019
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 614);
Overwegende dat:
— ereen vrije school in Noord is gekomen onder het bestuur van Stichting openbaar
onderwijs Noord (SOON);
— er voor deze school een aanvraag is gedaan om opgenomen te worden in het
Plan van scholen basisonderwijs 2016-2019 en deze aanvraag op basis van
landelijke regelgeving is afgewezen;
— er wel grote belangstelling voor deze school is en het dus wenselijk is dat de
verdere groei en ontwikkeling van deze school door de gemeente wordt
gefaciliteerd en ondersteund;
— de wethouder heeft aangegeven in gesprek te gaan met de schoolbesturen over
uitbreiding van vrije school onderwijs gezien de grote belangstelling daarvoor.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de schoolbesturen erop te blijven aandringen de verdere groei en (zelfstandige)
ontwikkeling van de vrije school in Noord actief te ondersteunen en te faciliteren.
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40 '45 1
Amste rdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam
‚nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 25 maart 2015
Decos nummer
Onderwerp Lijnennetvisie 2018
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 24 maart 2015
Besluit
Stedelijk wethouder P. Litjens (Verkeer en Vervoer) per brief te informeren over
het standpunt van stadsdeel Nieuw-West op de concept-Lijnennetvisie 2018
de heer H. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
VN2023-027169 Gemeenteraad
Bestuurs- en x Gemeente RAAD
managementadviserir Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt af
Datum besluit g januari 2024, college van B&W
Onderwerp
Instemmen met de benoeming leden Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Zuidoost,
bestuursperiode 2022 - 2026
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Kennis te nemen van het adviezen van de bestuurscommissie stadsdeel Oost en de
bestuurscommissie stadsdeel Zuidoost over de voorgedragen kandidaten tot leden van het Dagelijks
Bestuur, stadsdeel Oost en Zuidoost;
2. Te benoemen voor de bestuursperiode 2022-2026 de volgende personen, Zeeger Ernsting, als
lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Simion Blom, als lid van het Dagelijks Bestuur,
stadsdeel Zuidoost.
Wettelijke grondslag
* Gemeentewet, artikel 83; de gemeenteraad, het college of de burgemeester kan
bestuurscommissies instellen.
* Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022, hoofdstuk 2, artikel 2; samenstelling en
benoeming dagelijks bestuur stadsdelen.
Bestuurlijke achtergrond
Met ingang van 16 maart 2022 is het bestuurlijk stelsel gewijzigd. De stadsdeelcommissie krijgt een
grotere stem in het lokale bestuur en de stadsdeelbesturen krijgen meer mogelijkheden om het
lokale geluid vit de buurten te versterken.
Het college heeft middels een adviesaanvraag een advies gevraagd aan de stadsdeelcommissie
stadsdeel Oost over de voorgedragen kandidaat.
Onderbouwing besluit
Ad 1. Kennis te nemen van het adviezen van de bestuurscommissie stadsdeel Oost en de
bestuurscommissie stadsdeel Zuidoost over de voorgedragen kandidaten tot leden van het
Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en stadsdeel Zuidoost.
Het college heeft de stadsdeelcommissies stadsdeel Oost en stadsdeel Zuidoost gevraagd een
hoorzitting te organiseren waar de voorgedragen kandidaten aanwezig zijn en gehoord worden.
Aan het einde van de hoorzittingen wordt gestemd over de adviesaanvraag. Dit gaat individueel
en anoniem per kandidaat. De adviezen worden aan de gemeenteraad gestuurd. Het is de
gemeenteraad die leden van het dagelijks bestuur benoemt.
Ad. 2 Te benoemen voor de bestuursperiode 2022-2026 de volgende personen, Zeeger Ernsting,
als lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Simion Blom, als lid van het Dagelijks
Bestuur, stadsdeel Zuidoost.
Op basis van het tweede en derde lid van artikel 2 van de verordening stadsdelen en stadsgebied
Amsterdam 2022 te benoemen van de Zeeger Ernsting tot lid dagelijks bestuur, stadsdeel
Gegenereerd: vl.13 1
VN2023-027169 % Gemeente Gemeenteraad
Bestuurs- en % Amsterdam RAAD
managementadviserir2€
Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024
Oost, per 26 januari 2024, en Simion Blom tot lid dagelijks bestuur, stadsdeel Zuidoost, per 26
janvari 2024, onder voorbehoud van het overleggen van de VOG.
J gg
Tijdens de raadsvergadering liggen de volgende documenten per persoon ter inzage:
Een curriculum vitae van de voorgedragen persoon (deze zal ook openbaar gemaakt worden, dus
geen contactgegevens);
« Een afschrift vit de basisadministratie waaruit blijkt dat betreffende persoon woonachtig is in
Amsterdam;
e Kopie geldig paspoort of identiteitskaart van de voorgedragen persoon;
* Een overzicht van publieke functies en financiële belangen met de gemeente Amsterdam van de
voorgedragen persoon.
Financiële onderbouwing
Overige toelichting
nvt.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
n.v.t.
Welke stukken treft v aan
[AD2024-0009:3 | Adviesaanvraag kandidaat DB-lid stadsdeel Zuidoost.docx (msw22)
Adviesaanvraagformulier SDC Oost. pdf (pdf)
CV kandidaat zonder adres kandidaat Oost.pdf (pdf)
[AD2024-000922 | CV kandidaat zonder adres kandidaat Zuidoost. pdf (pdf)
AD2023-096256 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Bestuur- en Managementadvisering, Adriëtte Sneep, [email protected], 06-824,93495.
Gegenereerd: vl.13 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 56
Publicatiedatum 27 januari 2016
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 20 januari 2016
Behandeld op woensdag 20 januari 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Groot Wassink inzake het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden
voor winkels’ (afwegingskader voor een pilot).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden voor winkels’
van de leden Paternotte en Ruigrok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 14).
— Overwegende dat:
— met het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden voor winkels’ de openingstijden
voor winkeliers worden losgelaten;
— ondernemers en het college aangeven dat hier risico's aan verbonden zijn;
— het college aangeeft na een jaar de pilot te willen evalueren en de evaluatie te
zien als een go-/no-go-moment;
— hetcollege onvoldoende duidelijk maakt op basis waarvan een dergelijk besluit
wordt genomen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
voor de aanvang van de pilot een afwegingskader aan de raad te doen toekomen
op basis waarvan het continueren van de pilot na een jaar wordt beoordeeld.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
E ee ne Er a mom
tenen en EE en = - hensen
en en EE ne e ge n as e d _ Ln Ee
5 EEE in ns
Es annen enn Es, en en eten
7 5 7 en in en
nen ze ee . B er Ee: Ee Er
Nn ES nn Tr
5 5 nn ed
EE ee en
5 TE KT n ES
E zE n 5 Ze 7 ed Ten ER
Ee 5 es Te De zer | ee
en En 7 —_— en, n nnn nr: aats = — |
Fe EE RE ze 5 EE in nn zen E
Es en == AA en Ge zr
en ns 5 DE = A) gg nn Te EE
ER Een tm en ne
en tE eN LEE WEES
en el en 5 Á EE LEE EZ
On Ve _ nn eZ za EPE EE Ke a
DW NG Ae eN En
‘ — Î Ee Ee e en ee
mn ee en mn ennn
e Ed 5 5 EE za, Ee
Sen , E £ kn ess glen En Re
Di Ef en nn - En nd $
Me Dn: ne Nn B
En =n, me EER 3 EE
tn en Ee ee ze Rn
EE en E DE ne = dn en Ed 5 WE el
— TE = nen en — ne ee Sn
had 5 1 RESETTEN EE ee à
ged 7 ë md ER ef Kam Een, En Ee BK
nn : en E eel
en en et EE nk 3 En
EES ee 5 d TEE a Ee te KE mr = en: En
ER er EN
‘A nn en eeen EE ne - _ __ e = A Ee
EE Lr a nn En Ei En nn
EE. : re en za ne tk nie En ere
SE DE : ë el à ee EL En
== en Ee penn en me
ni ns ER EEn EEE
3 Te Ze Ee En Ze EEN
ien
Ee De: En EK OH
Î ZE zn É en: as Ee
5 Ee A EN ed ==
RE ET an AE En nn RE
En rd Ee
ee eem OO
: 7 = PES
en -
hens Nn a ntm te and enn mn omne enn
Fn De = = pe === mn ee
EF nn 7 Deman ennen En ae gm en a eer
Inhoud
Inleiding 3
Samenvatting 4
Infographic 5
Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam Amsterdam 6
Jeugdgezondheidszorg
Opvoed- en opgroeiondersteuning OKT
Aanvullend preventief aanbod (FPAJ)
Jeugdhulp OKT
Specialistische jeugdhulp 11
Specialistische jeugdhulp op het Speciaal Onderwijs
Toegang tot individuele jeugdhulpvoorzieningen
Individuele jeugdhulpvoorzieingen, zorg in natuara
Invididvele jeugdhulpvoorzieningen, persoonsgebonden budget
Coördinatie en regie op gezinnen 16
Samen DOEN
(Preventieve) jeugdbescherming en —reclassering
OMPG-+-aanpak{/Doorbraakteam
Bijlage 1 Wachttijden regionale specialistische jeugdhulp 20
Inleiding
Achtergrond rapportage Het stimuleren van eigen
Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet verantwoordelijkheid en de eigen kracht
per 1 januari 2015 is de gemeente van jeugdigen en gezinnen is een rode
verantwoordelijk voor het preventieve draad die door het hele jeugdstelsel heen
jeugdbeleid, de specialistische jeugdhulp en loopt.
de jeugdbescherming en jeugdreclassering. De halfjaarrapportage is een ingekorte
In de bestuursrapportages jeugdstelsel versie van de jaarrapportage. Dit betekent
Amsterdam rapporteert het college dat er in deze rapportage niet wordt ingaan
tweemaal per jaar over de voortgang in het op het cliëntperspectief, een
jeugdstelsel aan de gemeenteraad. gebiedsanalyse, een G4 vergelijking en de
financiën (deze laatste wordt in de
Voor u ligt de rapportage over de 1° helft najaarsnota gepresenteerd en toegelicht).
2020, waarin we uitvoeringscijfers
presenteren over het afgelopen halfjaar.
Hierbij maken we (waar mogelijk) de Samenvatting en Infographic
vergelijking met het eerste halfjaar van
2018 en 2019. Zo ontstaat een beeld van Op de volgende pagina leest u de
mogelijke trends. samenvatting van deze rapportage, met
daarin de belangrijkste bevindingen en
conclusies. In de daaropvolgende pagina is
Opzet rapportage de Infographic “Jeugdstelsel Amsterdam in
cijfers” weergegeven. Hierop staan de
In deze rapportage behandelen we de belangrijkste cijfers over de uitvoering en
uitvoering in het Amsterdamse jeugdstelsel prestaties van het Amsterdamse
aan de hand van de volgende driedeling: jeugdstelsel visueel samengevat.
1 Preventie en jeugdhulp Ouder- en
Kindteam (OKT)
NB Definitieve cijfers over het eerste
2. Specialistische jeugdhulp halfjaar 2020 worden meegenomen in de
3. Coördinatie en regie op gezinnen jaarcijfers 2020 en verschijnen in de
_ jaarrapportage 2020 (deze jaarrapportage
Naast het gezamenlijke doel van het wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd).
gezond en veilig opgroeien van jeugdigen,
heeft elk onderdeel zijn eigen opgave. Met
preventie en laagdrempelige jeugdhulp Bijlage
vanuit het OKT in de wijk proberen we
kleine problemen klein te houden. Met In de bijlage wordt gerapporteerd over het
snelle en gerichte inzet van specialistische aantal jeugdigen met regionale
jeugdhulp waar nodig, streven we naar specialistische jeugdhulp (per segment) en
effectievere en efficiëntere hulp. Daar waar de wachttijden (per jeugdhulpaanbieder).
de regie binnen het gezin ontbreekt of zwak
is zetten we in op snelle signalering en extra
ondersteuning, over de domeinen heen.
Het eerste halfjaar van 2020 heeft voor een De grootste opgave van de komende tijd is
belangrijk deel in het teken gestaan van de om de cliëntenstops en de soms lange
bijzondere situatie die door de corona- wachttijden niet ten koste te laten gaan van
maatregelen werd veroorzaakt. De kinderen die niet kunnen wachten. Hiervoor
verschillende onderdelen van het blijft de speciale route van kracht.
jeugdstelsel hebben zonder uitzondering te De groei van de specialistische jeugdhulp
maken gekregen met een nieuwe en vlakt in de eerste helft van 2020 af t.o.v.
uitzonderlijk situatie. Op het moment van voorgaande jaren. De oorzaak daarvoor is
brit . tweeledig: het instellen van de
schrijven van deze rapportage is het nog te normbudgetten en de coronacrisis.
vroeg om de gevolgen van deze
maatregelen in alle facetten goed te duiden.
Preventie en jeugdhulp Ouder- en Coördinatie en regie
Kindteam Het aantal gezinnen dat Samen DOEN
. . . ondersteunt daalde afgelopen jaren, maar
Het bereik van het preventieve aanbod is de daling zette in de eerste helft van 2020
nog steeds groot, in vergelijking met de ietd Dei . bleef
andere onderdelen in het jeugdstelsel niet coor. ve Instroom van gezinnen Dee
’ ongeveer gelijk en de uitstroom daalde,
De jeugdgezondheidzorg (JGZ) heeft in de maar minder dan afgelopen jaren. Door de
eerste helft van 2020 bijna alle o- en 3- coronacrisis was het voor de professionals
jarigen in Amsterdam bereikt. Het aantal van Samen DOEN moeilijker om casussen af
digitale chats (onderdeel van zorg op maat), te sluiten.
is sterk gestegen, onder andere als gevolg
van de coronamaatregelen. Bij de gecertificeerde instellingen is een
Bij de opvoed- en opgroeiondersteuning gang te brb onderzoe wordt nog of
(O&O) is het bereik — zowel vanuit het OKT aar een verband Is met e ‚
als vanuit het aanvullend preventief aanbod coronamaatregelen waarbij ouders minder
— in de eerste helft van 2020 vanwege de zelf hulp lijken te zoeken en er dus minder
coronamaatregelen echter (sterk) gedaald. gezinnen bij de Gl worden aangemeld.
Ook de instroom bij jeugdhulp geboden .
door het OKT is gedaald. Het OKT heeft in De OMPG+ aanpak maakt nu onderdeel uit
deze periode relatief veel kinderen zelf van het in ontwikkeling zijnde
geholpen (90%) en relatief weinig kinderen doorbraakteam. Alle complexe en/of
doorverwezen naar specialistische vastgelopen problematiek wordt nu door
jeugdhulp. het nieuwe doorbraakteam opgepakt. Als
gevolg hiervan zijn in de cijfers over het
eerste halfjaar van 2020 ook huishoudens
Specialistische jeugdhulp zonder minderjarige kinderen opgenomen.
Om de beheersbaarheid van de kosten van
de specialistische jeugdhulp verder te
verbeteren is in 2020 het normbudget
ingevoerd voor de jeugdhulpaanbieders die
actief zijn in het aanbieden van hoog
specialistische jeugdhulp.
® ee f
Coördinatie Á Ü ij r
en regie
op gezinnen Á
| _—
Ì Eid J
Ö jeugdhulp
Eerste helft 2018 2019
_ mmm
Á
Preventie en jeugdhulp
Ouder- en Kindteam
G Ke jeugdigen (0-18 jarigen) MEENKEK 147.572
gezinnen 114.321 115.875
Coördinatie en regie op gezinnen
Preventief Maatregel
2513 2.236 de dr
1.930 1762 © 2 © 252 289
48% 52%
(Preventieve) jeugdbescherming 50%
Samen DOEN en -reclassering Doorbraakteam/(O)MPG+*
(uniek aantal gezinnen) (é-maands gemiddelde, aantal gezinnen) (uniek aantal huishoudens)
Specialistische jeugdhulp
29% Pars MALE ELE X 202
2% PASO KEE a Pe dn
Jeugdigen met wachttijd > 10 weken
(eugdigen met ZIN; peildatum 30/06/2020)
38% MAA KCH ad ek alia Î
AN et 16% Gecertificeerde instellingen
7% A MEE er
9.815 10.301 vb:
1.835 640 533
EEN 5 4% Veilig Thuis
Specialistische jeugdhulp Individuele jeugdhulpvoorzieningen: Individuele jeugdhulp-
Speciaal Onderwijs** 5% OA Ks Ke ZIN regionaal, IBO, LTA voorzieningen PGB
(jeugdigen 184) (leugdigen 0-18) {uniek aantal jeugdigen 0-18+)
mmm mm mm Toegangsroute naar de specialistische jeugdhulp (ZIN en PGB, nieuwe instroom) un
Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam
1.747 2.365 2.306
Begeleiding
n 8.826
@ ee 2
u 2.725 |
A D- pn
9.691 10.463 8.587
Informatie
zn en advies Ed
98,8% 99,3% 9.732 85,5% 90,0%
Bereikpercentage Opvoed- en opgroeiondersteuning % Zelf doen
jeugdgezondheidszorg Uiwoarhng door hat Ouder, an Kindteam on aanbleders Haugdigen die ee Re SEF
Ouder- en Kindt ete zadel VE Lan peilde
5 eelde been: tend ahnet S } Jeugdhulp Ouder- en Kindteam 8 hed) Beet
uniek aantal jeugdigen 0 -18+)
* De cijfers over 2020 zijn niet 1 op 1 vvergelijkbaar met 2018/2019, omdat er in de cijfers vanaf 2020 ook casussen zitten van huishoudens zonder minderjarige kinderen.
** De cijfers hebben betrekking op hele schooljaren (2018/2019 en 2019/2020)
Preventie en je
vent! jeugdhulp OKT
Een belangrijk doel van het Amsterdamse jeugdstelsel is het voorkomen
van problemen en vroegtijdige inzet van ondersteuning en hulp, om zo
(zwaardere) vormen van jeugdhulp te voorkomen. Verwoord in één van de
vier transformatiedoelen: “Kleine problemen blijven klein”.
Een centrale rol is hierin weggelegd voor de Ouder- en Kindteams (OKT)
met jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, ouder- en kindadviseurs en
jeugdpsychologen. De teams zijn met jeugdgezondheidszorg, informatie
en advies, opvoed- en opgroeiondersteuning en jeugdhulp actief in de 22 me me
gebieden, op alle scholen en bij huisartspraktijken.
Naast het OKT wordt er vanuit de basisvoorzieningen jeugd (stadsdelen)
en het aanvullend preventief aanbod (ook wel Flexibel Preventief Aanbod
Jeugd genoemd) stevig ingezet op de preventie voor jeugdigen, ouders en
gezinnen.
Algemeen beeld Opgave
Het bereik van het preventieve aanbod is groot in Binnen het preventie-veld is het creëren van
vergelijking met de andere onderdelen in het jeugdstelsel. samenhang tussen de verschillende programma's in de
Met preventief aanbod worden tenminste 22.500 gebieden en op de scholen van groot belang. Goede
deelnemers bereikt en daarnaast heeft de samenwerking tussen alle partners (vanuit de sociale
jeugdgezondheidszorg ruim 145.000 contactmomenten basis, het OKT (waaronder de JGZ) de scholen en het
gehad.* Dit is passend bij het wijkgerichte en aanvullend aanbod) en het creëren van samenhang
laagdrempelige karakter, en positief gezien de binnen het preventieve aanbod, versterkt de
transformatieopgave. effectiviteit van de preventie. Preventie wordt breed
De jeugdgezondheidszorg bereikte in de eerste helft van ingezet, maar met een focus op de meest kwetsbare
2020 bijna alle o-jarigen. Het totaal aantal groepen jeugdigen en hun ouders,
contactmomenten van de jeugdgezondheidszorg De opgave voor het OKT is om gericht meer in te zetten
(consulten en digitale chats) daalde, wat vooral te wijten is in de gebieden waar relatief veel kinderen en jongeren
aan minder consulten. Het aantal chats nam juist sterk toe. in een kwetsbare positie wonen. In afstemming met het
Gezien de coronamaatregelen is dat begrijpelijk. OKT en de stadsdelen wordt hiertoe ook het aanvullend
Bij de opvoed- en opgroeiondersteuning (O&O) is het O&O aanbod ingezet. De resultaten zijn hb al zichtbaar;
bereik, zowel vanuit het OKT als vanuit het aanvullend er worden In deze gebieden verhoudingsgewijs meer
: : jeugdigen doorverwezen naar specialistische hulp, er
preventief aanbod, in de eerste helft van 2020 (sterk) . ;
gedaald, grotendeels vanwege de coronamaat-regelen. wordt relatief meer jeugdhulp geboden vanuit het OKT
en er wordt meer aanvullend preventief O&O aanbod
Het aantal jeugdigen dat jeugdhulp vanuit het OKT heeft uitgevoerd in deze gebieden.
ontvangen is opnieuw gedaald. Dat is een trend die al
langer zichtbaar al, al kan deze mogelijk ook worden . .
toegeschreven aan de coronamaatregelen. Bereik JGZ, O&O aanbod* en preventieve
jeugdhulp OKT
Het deel van de jeugdigen met jeugdhulp dat geheel 18.000 120% 0&0 (OKT)
binnen het OKT is ondersteund, is begin 2020 toegenomen 16.000 99,3%
naar 90%. Dit betekent dat ‘slechts’ 10% van de jeugdigen veovoecomgeeveese 100% rn O&O
naast OKT-hulp ook (duurdere) specialistische jeugdhulp 24-000 mn (aanvullend
ontvangt. 12.000 90,0% 80% aanbod)
ER Jeugdhulp
*Er zijn een aantal kanttekeningen te maken bij de cijfers over 10.000 60% OKT
preventie. Zo zijn bij dit type aanbod - vooral bij het aanbod opvoed- en 8.000
opgroeiondersteuning - vaak geen unieke aantallen deelnemers vevese JGZ o-jarigen
bekend. Verder is de monitoring nog in ontwikkeling en worden de 6.000 40%
preventieve activiteiten — zoals informatie en advies - van het OKT (met 4.000
uitzondering van trainingen/themabijeenkomsten) niet geregistreerd 20% mmm % Zelf doen
(buiten het jaarlijkse dagboekjesonderzoek om). Bij het aanvullende 2000 8
O&O aanbod worden informatie en advies wel meegerekend. o 0%
1H2018 1H2019 1H 2020 —% bereik 0-18
* Geen unieke aantallen Jarigen
(Amsterdam)
De jeugdgezondheidszorg is een
onderdeel van het Ouder- en Jeugd-
Kindteam Amsterdam en wordt
geboden vanuit de GGD Amsterdam "
(voor kinderen van -9 maanden tot q ezo n d h e | d SZO rq
23 jaar) en de Stichting
Amsterdamse Gezondheidscentra
(voor kinderen van — 9 maanden tot
t jaar). Het basispakket
jeugdgezondheidszorg wordt aan
elk gezin en iedere jeugdige
aangeboden, waarbij in de nieuwe
ooo els LILA NKO ee ISES Ke Koo Meer zorg op maat
zorg op maat voor gezinnen met ‚ ‚ _
RT enn De jeugdgezondheidzorg (JGZ) heeft in de eerste helft van 2020 bijna alle o- en
3-jarigen in Amsterdam bereikt. Het bereik onder o-jarigen lag op 99,3% (t.o.v.
Ola AA ETNA er ALAS 98,8 % in dezelfde periode vorig jaar). Het bereik onder 3-jarigen is van 95% in
Add de eerste helft van 2019 gedaald naar 92,9% en ligt daarmee onder de
Kindteam vrijwel alle jeugdigen in streefnorm van 95%.
de leeftijd van o tot 18 jaar. _
Jeugdigen kunnen op deze manier De dalende trend in deze leeftijdscategorie is al langer zichtbaar en komt
goed worden gevolgd als het gaat doordat de JGZ de opdracht heeft om steeds meer zorg op maat te leveren.
LARA ELK Ada ea KASA Dat betekent minder reguliere face-to-face-contactmomenten, meer
WE Sn esdek outreachend werken en meer afstemming met ouders over contactmomenten.
ls Sinds 2018 biedt het basispakket hiervoor ook meer ruimte voor jeugdartsen en
jeugdverpleegkundigen. Deze ontwikkeling is positief en hangt samen met
Opvallend ontwikkelingen in het bredere jeugdstelsel en de focus op de meest kwetsbare
jeugdigen en gezinnen.
a A TTE TTA er EET ‚
jeugdgezondheidszorg is nog Het totaal aantal contactmomenten (consulten en chats) dat de JGZ in de eerste
steeds hoog. helft van 2020 met jeugdigen en hun ouders had, is met 5,9% gedaald naar
145.058. Daarentegen heeft de JGZ veel extra corona-ondersteuning geleverd.
DE NE van heidens MN ad De daling in contactmomenten wordt vooral veroorzaakt door minder fysieke
Fela aak: aA GS EKO consulten. Het aantal digitale chats nam juist toe met 37,2% toe. Gezien de
maar voor de 3-jarigen niet on en 7
(92,9%). coronamaatregelen is dit ook begrijpelijk. Daarnaast stijgt het aantal digitale
é chats al jaren en past het in de trend van meer zorg op maat. Het aantal
Deze daling in het bereik wordt contactmomenten dat de JGZ had met jeugdigen en hun ouders in de
veroorzaakt doordat er meer zorg leeftijdscategorieën o-4 en 4-12 daalde licht. Het aantal contactmomenten met
op maat wordt geleverd voor die jeugdigen in de leeftijd 12-18 en op het speciaal onderwijs steeg daarentegen.
gezinnen waar meer problemen
spelen. Dit zien we in de cijfers, in Momenteel ontwikkelt de JGZ nieuwe indicatoren waarmee het bereik van het
bijvoorbeeld de stijging van het basispakket en zorg op maat beter gemonitord kunnen worden. Op deze
aantal digitale chats, terug. manier kan de verschuiving van standaardconsulten naar zorg op maat
cijfermatig beter inzichtelijk worden.
Aantal consulten Aortale chats zorg op maat) Bereik jeugdigen onder zorg bij JGZ
160.000 100% 2
98%
140.000 a ia
96% mn 95,0% o-jarigen
120.900 Digitale chats (zorg op 94% nn
100.000 maat) 92% — 3-jarigen
80.000 m Consulten standaard 20%
en zorg op maat 88%
60.000 86% Norm o-
en 3-
40.000 84% jarigen
82%
20.000 80%
o 1H 2018 1H 2019 1H 2020
1H 2018 1H 2019 1H 2020
Jeugdigen of ouders of die extra ea
ondersteuning kunnen gebruiken, O&O Ouder- en
kunnen terecht bij het aanbod e
opvoed- en opgroeiondersteuning . d
(O&O) van de Ouder- en Kindteams Ki n tea Ì Ì |
(OKT).
Het OKT geeft diverse trainingen.
Deze trainingen gaan bijvoorbeeld
in op zelfvertrouwen en identiteit
voor kinderen en op sociale
vaardigheden voor jongeren. Voor
ouders zijn er ook diverse
Iskes Daling bereik O&O door coronamaatregelen
de verschillende cursussen Positief
opvoeden Triple P. Er zijn in de eerste helft van 2020 747 jeugdigen en ouders bereikt met
trainingen (421) en themabijeenkomsten (326).* Dit is 54% lager dan het bereik
Ook worden themabijeenkomsten : gen (421) J : 326) 54 ag
r , ne in de eerste helft van 2019 (1.620). Dit komt door de coronamaatregelen.
Neenee ananda Afhankelijk van de ontwikkelingen kunnen misschien de trainingen voor
het opvoed-en : .
kinderen tot 12 jaar weer in groepsverband worden gegeven. Voor de
opgroeiondersteuningsaanbod. ae : : .
oudercomponent van deze trainingen is maatwerk vereist. Een ander aanbod, in
meer digitale vormen, zal ook in de tweede helft van 2020 verder ingezet en
doorontwikkeld worden.
In 2019 was er juist een sterkte stijging te zien in het aantal deelnemers aan
trainingen en bijeenkomsten. Dit was ook in lijn met de opdracht aan het OKT
om meer te investeren in haar preventieve aanbod.
Opvallend Door inzet van Opvoed- en Opgroeiondersteuning (O&O) worden kinderen en
ZEE TEn ouders op een laagdrempelige en relatief goedkope manier ondersteund. Op
, k , deze manier wordt bovendien getracht de inzet van (specialistische) jeugdhulp
54% minder jeugdigen en ouders
, he te voorkomen.
bereikt met trainingen/thema-
bijeenkomsten en Ouders/verzorgers zijn nog steeds grootste groep deelnemers aan trainingen en
informatie/advies door de bijeenkomsten, daarna volgen kinderen in de basisschoolleeftijd en jongeren op
coronamaatregelen. het voortgezet onderwijs. Deze verdeling is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
De grootste groep deelnemers zijn
ouders (66%), gevolgd door
kinderen in de basisschoolleeftijd
(27%) en jongeren op het
voortgezet onderwijs (6%).
* Dit is geen uniek aantal deelnemers. Bij dit type aanbod worden geen bijzondere
persoonsgegevens gemonitord. Een deelnemer kan vaker voorkomen in de registraties als die
heeft deelgenomen aan meer dan één activiteit. Ditzelfde geldt ook voor het aanvullend
preventief aanbod (zie vlg. pagina).
Aantal jeugdigen, ouders en gezinnen met Deelnemers naar doelgroep
opvoed- en opgroeiondersteuning
1.800
1.600
1.400
B Kinderen 4-12 jaar
1.200 B Trainingen/cursussen
1.000 = Jongeren 12-18jaar
800 = Info/advies = Ouders/verzorgers
600
400
200
0
1H2018 aH2019 1H2020
Jeugdigen, ouders of gezinnen met ea
verhoogde risico’s of beginnende O&O add NVU | lend
problemen die extra ondersteuning e
nodig hebben kunnen terecht bij het C
aanvullend preventief aanbod aan preve ntief T
opvoed- en opgroeiondersteuning.
Dit aanbod bestaat uit informatie en aan bod
advies, trainingen en cursussen en
begeleiding en richt zich op zes
thema’s: ouderschap en gezin,
psychosociaal functioneren,
risicojongeren, seksuele Binnen 6 thema’s is aanvullend preventief aanbod uitgevoerd in afstemming
weerbaarheid, passende met het preventieve veld (OKT, jongerenwerk, jeugd en veiligheid partners,
kinderdagopvang en scholen, kinderopvang etc). In de eerste helft van 2020 zijn hierbij 12.910
familiegroepsplan. kinderen, jongeren en ouders/ gezinnen bereikt. In de eerste helft 2019 was het
Het aanbod is een aanvulling op het totaal bereik 14.933. We zien een daling van 14% die volledig te verklaren is door
ere EN de Corona maatregelen vanaf maart, die maakten dat in eerste instantie al het
basisvoorzieningen ievad. live’ contact werd ontmoedigd en groepsaanbod in de periode van maart tot
gen jeug g #
aan de zomer nauwelijks tot niet mogelijk was. Groepsaanbod in de vorm van
Ook is er aanbod voor vrijwilligers trainingen en cursussen, informatie/voorlichtingsbijeenkomsten of
en professionals gericht op groepsbegeleiding is met 30% gedaald ten opzichte van de eerste helft van
deskundigheidsbevordering. 2019 en is daarmee de belangrijkste factor voor daling van het totaal bereik.
Veel groepsaanbod wordt op de scholen van het PO en VO aangeboden.
Eris extra inzet geweest op kwetsbare gezinnen tijdens de coronamaatregelen;
ouders (uit o.a. de volwassen ggz) werden gecoached toen hun kinderen de hele
dag thuis waren. Vanaf de coronamaatregelen hebben alle aanbieders met al
AAS hun bestaande cliënten zorgvuldig contact onderhouden. Ouders werden
De inzet van preventief groeps- gevraagd welke ondersteuning zij en hun kind/gezin nodig hadden. Waar
aanbod op scholen en in de wijk mogelijk en gewenst werd het bestaande aanbod aangepast aangeboden;
ONTNEMEN bijvoorbeeld van groepsaanbod naar individueel aanbod; van fysiek naar (deels)
RENE digitaal of in kleinere groepen. Inventief hebben aanbieders gezocht naar een
gedaald. Een deel van de cliënten vertaling van hun fysieke aanbod naar online aanbod. Men ontdekte de
heeft alternatief aanbod gekre- meerwaarde van online aanbod. Sommigen konden zelfs hun bereik hierdoor
gen. Niet alle cliënten wilden dit, vergroten.
zij konden hier geen tijd en ruimte Voor de meeste interventies is echter wel gebleken dat fysieke ontmoeting
voor vinden in de thuissituatie. noodzakelijk blijft om goede resultaten te bereiken. Alternatief aanbod kon niet
PPR altijd opgevoerd worden in de monitor wat grotendeels de verklaring is voor de
flexibel en creatief ingezet om totale daling van het bereik.
jeugd en ouders in de coronatijd Er is aanzienlijk meer deskundigheidsbevordering vitgevoerd voor professionals
zo goed als mogelijk van dienst te in vergelijking met de eerste helft van 2019. Deze was nu volledig digitaal.
zijn. Deskundigheidsbevordering Thema’s waren seksuele weerbaarheid, inzet eigen netwerk en ggz- en
voor professionals is aanzienlijk verslavingsproblematiek bij ouders. De stijging is te verklaren door een andere
toegenomen. vorm van registratie en door het feit dat meer professionals tijd hadden voor
digitale scholing.
Aantal jeugdigen, ouders en gezinnen met Deelnemers ingedeeld naar individueel en
opvoed- en opgroeiondersteuning (excl. groepsaanbod (excl. deskundigheidsbevordering)
deskundigheidsbevordering)
16.000 16.000
14.000
14.000 2.365
12.000 1747 2.306 Begeleiding 2000
10.000 10-000 B Individueel aanbod
8.000 B Trainingen/ 8.000 Been
6.000 cursussen 6.000 Groepsaanbod
5.838
4.000 me Infof/advies 4.000
2.000 2.000
0 0
1H 2018 1H 2019 1H 2020 1H 2019 1H 2020
Het Ouder- en Kindteam voert naast ® ®
jeugdgezondheidszorg, informatie Jeugd hu | p Ouder- mn mn
en advies en opvoed- en
opgroeiondersteuning, ook "
(laagdrempelige) jeugdhulp uit. en Ki ndtea Mm
Deze jeugdhulp wordt via één van
de 24 teams (22 gebiedsteams, 1
team voor het voortgezet onderwijs
en 1 team voor het middelbaar Ä |
beroepsonderwijs) aangeboden en
wordt uitgevoerd door een ouder-
en kindadviseur en/of een
jeugdpsycholoog. Lagere instroom, maar hoog en stijgend percentage zelf doen
Waar nodig wordt tijdig de In de eerste helft van 2020 hebben 8.826 kinderen, jongeren en ouders
ondersteuning vanuit de aanpak jeugdhulp vanuit het Ouder- en Kindteam (OKT) ontvangen. Hiervan zijn er
Samen DOEN, (hoog)specialistische 7.023 tussen 0-18 jaar oud én woonachtig in Amsterdam (79,6% van het totaal).
dede In dezelfde periode vorig jaar lag het bereik op 9.310. Dit betekent - in navolging
eeb SAN van eerdere jaren - een daling ten opzichte van het voorgaande jaar, in dit geval
ee AeRAesleen van 5% ten opzichte van de eerste helft van 2019. Deze dalende trend is al
langer zichtbaar en de rol van de coronamaatregelen is hierbij dus lastig aan te
geven.
In de eerste helft van 2020 werd voor 2.333 cliënten (nieuwe cliënten en
heropende dossiers) een jeugdhulptraject opgestart. De instroom is met 26%
afgenomen t.o.v. de eerste helft van 2019. Dit komt vrijwel geheel doordat er
NET ENT minder nieuwe cliënten zijn ingestroomd vanwege de coronamaatregelen.
EEN EN Het deel jeugdigen dat geheel binnen het OKT is ondersteund, zonder
PRE EEE ODE verwijzing naar de specialistische jeugdhulp, lag in de eerste helft van 2018 en
TONEEL 2019 net boven de 85%.” In 2020 steeg dit percentage naar 90%. De streefnorm
DEE van 80% wordt dus ruim gehaald. In principe is dit ook de opdracht aan het
OKT, maar het hoge percentage in de eerste helft van 2020, heeft ook te maken
EEL met de coronacrisis en de cliëntenstops bij specialistische jeugdhulpaanbieders.
vergelijking met vorig jaar. Daardoor konden kinderen soms niet doorverwezen worden.
Het overgrote deel van deze 8.826
jeugdigen is tussen de 4-12 jaar
oud (45%). Daarna volgen
jongeren in de leeftijd 12-17 jaar * Het OKT hanteert per 2019 een andere (meer accurate) definitie voor ‘zelf doen’. Belangrijkste
(30%) en 18+ jongeren (16%). Dit is aanpassing is dat wordt gekeken naar wat er in de rapportageperiode heeft plaatsgevonden aan
vergelijkbaar met vorig jaar. zelf doen versus inzet specialistische jeugdhulp, en niet wordt teruggekeken naar wat hierop in
voorgaande jaren bij de betreffende jeugdigen is ingezet.
Door de jaren heen stijgt het
percentage jeugdigen dat door het
OKT gzelf wordt geholpen.
Aantal jeugdigen met jeugdhulp Ouder- en Jeugdhulp naar leeftijd (2H 2020)
Kindteam en bereik % Amsterdamse 0-18 jarigen
, 10,0% Totaal aantal
40.000 j 273 230 ong F 90% unieke cliënten
2,153 1.782 8,0% B otot 4 jaar
8.000 2803 | 5,0% Jeugdigen 18+ of
6,0% woonachtig B 4 tot 12 jaar
6.000 ' buiten
An teen 5,0% Amsterdam m2 tot 18 jaar
0% mmm Jeugdigen 0-18
4-000 3,0% jaar en 18+
' woonachtig in
2.000 2,0% Amsterdam m Onbekend
1,0% vroren % bereik onder
Amsterdamse o-
° 0,0% 18 jarigen
1H2018 1H2019 1H2020
Specialistische je
pecialistische jeugdhulp
Wanneer meer intensieve of specialistische ondersteuning of behandeling
nodig is dan het Ouder- en Kindteam, Samen DOEN of het aanvullende $
preventief aanbod kan bieden, wordt specialistische jeugdhulp ingezet.
Met uitzondering van het SJSO (zie volgende pagina) is de specialistische
jeugdhulp niet vrij toegankelijk (we spreken dan van individuele
jeugdhulpvoorzieningen). De toegang kan via verschillende routes
verlopen, zoals het OKT, Samen DOEN, huisartsen, medisch specialisten
en gecertificeerde instellingen. Sa
\
Meestal worden individuele jeugdhulpvoorzieningen geboden door en
gecontracteerde jeugdhulpaanbieders (we spreken dan van zorg in
natura). Een kleine groep ouders kiest voor een persoonsgebonden
budget, waarmee zij zelf de inzet van specialistische jeugdhulp regelen.
Algemeen beeld Opgave
De meeste jeugdigen ontvangen jeugdhulp in natura De grootste opgave van de komende tijd is om de
van regionaal gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. In cliëntenstops en de soms lange wachttijden niet ten
vergelijking met de 1° helft 2019 is het aantal jeugdigen koste te laten gaan van kinderen die niet kunnen
dat deze hulp ontvangt toegenomen met 5%. wachten. Hiervoor blijft de speciale route van kracht.
Vanwege het instellen van budgetplafonds om zo De nieuwe contractering 2021 — 2026 van de
binnen het jeugdbudget te blijven heeft een aantal specialistische jeugdhulp is in volle gang waarbij de
aanbieders een cliëntenstop ingesteld. Voor jeugdigen doorontwikkeling van het stelsel in transformatie en
voor wie wachten op hulp onaanvaardbaar is wordt via beheersbaarheid van de kosten centraal staat. Het
een speciale route hulp gefinancierd en ingezet. opbouwen van partnerschap en een nieuwe manier van
Door de coronamaatregelenis een lichte daling (-9%) bekostiging en sturing op het stelsel is daarom focus in
Os de tweede helft van 2020.
te zien in het totaal aantal kinderen met een intensief
ondersteuningstraject binnen de Specialistische
Jeugdhulp op het Speciaal Onderwijs.
Ondanks de schoolsluiting vanwege de coronacrisis,
geven schoolbesturen aan dat zij beter zicht hebben
gehad op leerlingen in een kwetsbare positie doordat
het SJSO onderdeel vitmaakt van het zorgteam van de Berei
. . ereik specialistische jeugdhulp (aantal
school en veel van deze kinderen al in beeld waren bij ievadigen)
de SJSO-medewerkers. Jevgerg
. . 14.000
Het aantal pgb-cliënten lag in de eerste helft van 2020
lager. Net als in voorgaande jaren, daalde het aantal _
jeugdigen met een pgb in de eerste helft van 2020. Er 12000 Landelijk aanbod
maakten in deze periode 497 jeugdigen gebruik van
een pgb, ten opzichte van 533 in dezelfde periode vorig 10.000 Individuele
jaar. betalingsovereenkom
8.000 sten
Regionale inkoop
6.000
4.000 PGB
2000 Hm msJsO
ä
iehelft zehelft zehelft
2018 2019 2020
Leerlingen op het speciaal onderwijs
hebben naast speciale onderwijs- . . .
ondersteuning, vaak ook S | t h
specialistische jeugdhulp nodig. PECla IS ISC e
Om deze jeugdhulp eenvoudig, o 1
school, te en en J e U q d h U | p O p h et
gemeente vanaf 2018 een belangrijk .
deel van deze jeugdhulp als S |
algemene voorziening op de pEeClaa
locaties voor Speciaal Onderwijs ..
(inclusief speciaal basisonderwijs en O n d e rW IJ S
praktijkonderwijs) georganiseerd. Er
is voor deze hulp dus geen formeel Cijfers bereik SJSO
toegangsbesluit nodig.
nn Gedurende schooljaar 2019/2020 hebben 1670 leerlingen een intensief
ee Kd ke aloe hs ondersteuningstraject gehad op een van de locaties in het Speciaal Onderwijs.
ek en hi In vergelijking met schooljaar 2018/2019 is het totaal aantal leerlingen wat
death ae bereikt is met de aanpak 5JSO gedaald met 9 procent. Deze daling is het gevolg
hulpverleners op de locaties hebben van de Coronacrisis: scholen waren lange tijd gesloten en leerlingen die in zorg
pverteners op f on: Sen
RET waren werden intensiever begeleid inde thuissituatie als gevolg van Corona. De
linker grafiek laat zien dat de instroom van leerlingen in zorg vanaf april 2020
Met ingang van schooljaar 2021- terugloopt. Ook is het aantal plaatsingen op het Speciaal Onderwijs vanaf die
A ER AK maand verminderd, wat van invloed is geweest op het bereik van SJSO. NB.
A de Kortdurende interventies en consult- en adviesgesprekken hoeven instellingen
niet te rapporteren om de administratieve lasten te beperken.
AS Tegelijkertijd laat het aantal kinderen in SJSO-zorg dat woonachtig is buiten
Door de coronamaatregelen is er Amsterdam een kleine groei zien (2018/2019: 347 kinderen; 2019/2020: 370
een lichte daling (-9%)te zien in kinderen). Dit voorjaar hebben de regio gemeenten en de gemeente
het totaal aantal kinderen met een Amsterdam/Diemen besloten om te stoppen met de voorfinanciering vanuit de
intensief ondersteuningstraject. gemeente Amsterdam per 1 janvari 2021. Dit moment valt samen met de
" invoering van de nieuwe inkoop SJH, waar het SJSO vanaf augustus 21
Soames so eld Emese onderdeel van vitmaakt De regio blijft luiten bij d bied het
RNN g jft aans uiten bij de aanbieders van he
TEENS SJSO om zo de integratie zorg/onderwijs te behouden maar geven zelf een
na NEN enn beschikking (SPIC) af voor deze leerlingen. Hiermee komt er een einde aan een
een kwetsbare positie doordat het ingewikkelde afrekening met de regio voor de inzet per kind, wat gebruikt heeft
SJSO onderdeel vitmaakt van het gemaakt van het 5JSO.
AKG Ke ee Ade Cijfers gebruik regionale jeugdhulp op het SO
deze kinderen al in beeld waren bij
LRT NET TEN De gemiddelde SPIC-prijs laat na een forse daling gedurende schooljaar
j 2018/2019 een lichte stijging zien in de eerste helft van 2020. Waar in eerdere
wdd dh akk 7 maanden fluctuaties te zien zijn in het aantal kinderen met ZIN, stabiliseert het
hank orndnakkeke aantal kinderen in zorg vanaf de eerste maanden van 2020. Dit is mogelijk toe te
manier aandacht besteed aan gt jn .
ROME schrijven aan het effect wat de coronacrisis heeft gehad op de uitstroomcijfers,
MEETER Ook is het aantal kinderen op het Speciaal Onderwijs licht gegroeid.
1600 Totaal aantal SJSO-leerlingen in zorg per maand 1.800 Gebruik regionale jeugdhulp op het SO €25.000
1400 1.600
1200 1.400 EEL D- €20.000
1000 1.200 di
800 1.000 €15.000
600 | 800 €10.000
400 600
200 | | 400 €5.000
o UND! VUE „ 200
slelslalzlagjs els gesielsjesielsels) © eo
aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul
2018 2019 2020
mmm Totaal aantal JSO leerlingen in zorg mmm Leerlingen met ZIN 2018-2019 === Leerlingen met ZIN 2019-2020
waarvan gestart met zorg mmm Gem. kosten traject 2018-2019 Gem. kosten traject 2019-2020
Niet alle jeugdhulpvoorzieningen ED
zijn vrij toegankelijk. De toegang tot Toega ng Gn
de ‘individuele jeugdhulpvoor-
zieningen’ loopt via de lokale teams " . ED
(Ouder-en vang Samen tot de individuele GN
DOEN), de medische verwijzers
(huisartsen en medisch je d h |
specialisten), of de gecertificeerde J e U q U p 7
instellingen. = =
In bijzondere gevallen verloopt de Voo rZ I e n l n q e n
toegang via Veilig Thuis (alleen bij
crisis) of de basisscholen (bij
(vermoeden van) ernstige
enkelvoudige dyslexie). Het aandeel verwijzingen van het OKT naar specialistische jeugdhulp is
opnieuw gedaald van 27% in de eerste helft van 2019 naar 21% in de eerste
doken hari delhi rek helft van 2020. Dit is conform de opdracht aan het OKT en heeft een nauwe
Ca hts relatie met het hogere percentage jeugdigen dat door het OKT zelf wordt
College met in achtneming van de
Verordening en nadere regels Zorg geholpen.
voor de Jeugd Amsterdam. Medische En . . .
PME TTT Het aantal verwijzingen vanuit de Gecertificeerde Instellingen (GI) is na een
HENNEN RETE Ne: stijging van 2019 t.o.v. 2018 in het eerste halfjaar van 2020 gedaald, zowel in
aangewezen als wettelijke aantal als in percentage. 16% van de verwijzingen kwam in de het eerste helft
VEN IATEN van 2020 van de Gl, wat overeenkomt met goo hulptrajecten voor kinderen.
De afname is in lijn met de afname van het aantal gezinnen bij de Gl.
AT Het aantal verwijzingen door huisartsen is in de eerste helft van 2020
gestegen ten opzichte van de eerste helft van 2019. in de maanden april en
LEE U IKL AOL OR LLS mei was er een daling te zien vanwege de coronamaatregelen. De
totaal aantal verwijzingen daalde verwijzingen betroffen vooral segment B, de lichtere vormen van jeugdhulp.
in de eerste helft van 2020 naar
21% (in vergelijking met 27% in de Het aandeel in afgegeven beschikkingen voor de dyslexiezorg is percentueel
nbaaakheldhdne E ie afgenomen t.o.v. de eerste helft 2019. Het aantal afgegeven beschikkingen
celanels deu ElELasjar is echter nagenoeg gelijk gebleven. Door het sluiten van de basisscholen
Sudden Lv.m. de coronamaatregelen kon in april, mei en juni vaak geen extra
Het aandeel verwijzingen van ondersteuning worden geboden aan leerlingen met een sterk vermoeden
Samen DOEN was in de eerste van dyslexie, wat de dossieropbouw en doorverwijzing belemmerde. Een
ACEA PACA tijdelijke aanpassing van de toegangsvoorwaarden in het landelijk
ela KL: ede ke Dyslexieprotocol in juni heeft dit knelpunt ondervangen waardoor er in zijn
EAI LIS geheel gezien een gangbaar aantal beschikkingen is afgegeven.
1e helft 2020, naar aantal jeugdigen Aantal verwezen jeugdigen (naar afgiftedatum)
15 Arts
400
2 — Gecertificeerde
ee Kindteams 300 instelling
ph
7 250 mmm OKT (incl
Ied 150 —_— Overig
100
FÜlSarts en 50 == Samen DOEN
Alen o OO
specialist & HP ®C School
Ka ‚ Ka st S Ka
Voor de uitvoering van de .
individuele jeugdhulpvoorzien- Ind vid vele
ingen zorg in natura heeft de
gemeente Amsterdam een groot "
aantal jeugdhulpaanbieders jeugd hu | p-
gecontracteerd. . .
Het gaat om 36 instellingen die VOO rzIeningen
(hoog)specialistische jeugdhulp
(segment B en C) bieden en een "
en aantal kleinere instellingen, ZO rQ l n n atu ra
groepspraktijken en ZZP-ers die
specialistische jeugdhulp (segment
eten Om de beheersbaarheid van de kosten van de specialistische jeugdhulp verder
IJ te verbeteren is in 2020 het normbudget ingevoerd voor de
In anas bant Mid in jeugdhulpaanbieders die actief zijn in segment C. Behoudens uitzonderlijke
Ede A A ke itvaties mag de aanbieder in 2020 niet meer jeugdhulp bieden dan vooraf is
die vitgevoerd wordt door niet 2! 9 en: : Jeng Pp
ET overeengekomen. Dit leidt ertoe dat in de eerste helft van 2020 een aantal
ENNE aanbieders een cliëntenstop hebben ingevoerd. Op 1 juli 2020 hadden 13 van de
betalingsovereenkomsten = IBO) en 33 aanbieders een stop op instroom van nieuwe cliënten. Het perspectief is dat
ETA Etn IRT in de tweede helft van 2020 dit aantal gaat toenemen. Het aantal jeugdigen in
kader van de landelijke zorg stijgt t.o.v. de eerste helft van 2019 met ongeveer 5%. Deze stijging komt
raamcontracten (afgesloten door de in z'n geheel voor rekening van het B segment (16%) waarvoor geen
VNG). normbudget is ingevoerd. Omdat er geen sprake is van groei in het C segment
lijkt het normbudget voor dit segment effectief te zijn. Naast deze toename
zien we ook een toename van het aantal jeugdigen met een toewijzing voor niet
TN ingekocht aanbod (via een individuele betalingsovereenkomst, een IBO). Dit
betreft met name verblijf vanuit straf- of civielrechtelijk kader, verlengde
Vanaf 2020 zijn er normbudgetten jeugdhulp en crisissituaties. De in gecontracteerde partijen hebben hiervoor
ingevoerd voor de specialistische onvoldoende aanbod.
jeugdhulp in segment C. Eris geen
IGE Naked lake Tijdens de Coronacrisis hebben aanbieders snel en creatief de jeugdhulp
De groei van de specialistische maximaal voortgezet. Zij verdienen hiervoor een groot compliment. Het aantal
jeugdhulp van 5 % doet zich voor in verwijzingen door huisartsen is tijdelijk wat afgenomen. Aanbieders hebben
het B segment. deze periode gebruikt om zorg te gaan leveren aan jeugdigen die wachten op
hulp, wat een tijdelijk positief effect heeft. Door het instellen van
budgetplafonds zullen jeugdigen soms op jeugdhulp moeten wachten. Voor die
TEER asl situaties waarin dat tot onverantwoorde risico's leidt wordt altijd hulp geboden.
verwijzingen voor niet ingekocht Vele gelijktijdige ontwikkelingen hebben een positieve of negatieve uitwerking
aanbod. op de wachttijden voor jeugdigen. Dit betreft onder andere het ingestelde
budgetplafond, de Coronacrisis, de sluiting van een locatie voor zeer complexe
jeugdhulp in Hoenderloo en de inhoudelijke ontwikkeling naar wijkgericht
werken. Hierdoor geven de wachttijdcijfers geen eenduidig beeld, al lijkt er
netto sprake te zijn van een toename van wachttijd.
Bereik specialistische jeugdhulp ZIN (aantal jeugdigen) Aantal jeugdigen in zorg naar segment
11.000
230 6%
10.500 197
233 Landelijk aanbod
10.000 187
177 Individuele
9.500 181 betalingsovereenkomsten
= Regionale inkoop
9.000
8.500
zehelft2018 zehelft2o19g zehelft 2020 mSegmentB Segment C Segment D
Sommige ouders kiezen ervoor om 5 ce
de inzet van specialistische Ind vid vele
jeugdhulp middels een
persoonsgebonden budget (Pgb) te d h |
financieren. Jeug U p-
De toekenning van een Pgb loopt . .
altijd via de Ouder- en Kindteams VOO rzIeningen
Amsterdam (OKT).
De uitbetaling van Pgb- P G B
zorgverleners loopt via de Sociale
Verzekeringsbank (SVB). Dit laatste
Rake Ke ee Trend daling aantal cliënten houdt aan
Net als in voorgaande jaren, daalde het aantal jeugdigen met een pgb in de
eerste helft van 2020. Er maakten in deze periode 497 jeugdigen gebruik van
een pgb, ten opzichte van 533 in dezelfde periode vorig jaar. Dit is een daling
van 7%. Het grootste deel van de pgb's betreft net als voorgaande jaren de
informele zorg: begeleiding geboden door het sociale netwerk (zoals ouders en
familie).
In sommige gevallen (41%) wordt naast een PGB ook zorg in natura geboden.
Dit is ten opzichte van 2019 in 2020 stabiel gebleven. Het gaat bijvoorbeeld om
gevallen waar naast professionele behandeling, er ondersteuning richting de
jeugdige plaatsvindt vanuit het netwerk.
In de eerste helft van 2020 zijn 213 nieuwe pgb'’s afgegeven door het OKT. Dit is
minder dan de 243 in dezelfde periode vorig jaar. Het OKT verwees in de eerste
elle helft van 2020 minder naar specialistische jeugdhulp. De daling bij ZIN is groter
Trend van dalend aantal cliënten dan bij PGB. Voor PGB's is het OKT de enige instantie die deze toekent.
AA hd Vanwege de gemeentelijke focus op kwetsbaarheid en gebiedsgericht werken,
41% van de jeugdigen met een is voor Pgb gekeken naar de verdeling van Pgb’s tussen de 22 Amsterdamse
pgb, maakt daarnaast ook gebruik gebieden.
van ZIN. In de eerste helft van het jaar 2020 maakte gemiddeld 0,34 procent van alle 0-17
Gebieden waar relatief veel jarigen gebruik van een Pgb. Als vervolgens wordt ingezoomd op de
jeugdigen gebruik maken van een verschillende gebieden, dan komen de volgende gebieden naar voren als
pgb zijn Osdorp, gebieden met relatief veel Pgb's:
IJburg/Zeeburgereiland, 1. Osdorp (0,51 procent)
Slotervaart en Indische 2. IJburg/Zeeburgereiland (0,49)
buurt/Oostelijk Havengebied. 3. Slotervaart (0,48 procent)
4. Indische buurt/ Oostelijk Havengebied (0,47)
Gebieden met relatief weinig Pgb's zijn Oud-Zuid (o,18) en Oud-Noord (0,22).
De cijfers laten zien dat in gebied Osdorp (0,51%) drie keer zoveel gebruik van
pgb’s wordt gemaakt als in gebied Oud-Zuid (0,17%).
800 Jeugdigen in Amsterdam met een Pgb Meeste en minste gebruik van PGB per gebied
700 640 osn >, 5
6 IJburg, Zeeburgere land LN
20 533 Slotervaart
497
500 Indische Buurt, OH-gebied DÚN 7
400
300
200
Oud-Oost EN 5,23%
100 Oud-Noord EN 22%
Oud-Zuid MN o,/ú
° 1e helft 2018 1e helft 2019 1e helft 2020 0,0% 0,2% 0,4% 0,6%
C nn d u t u u u
Ouders zijn er verantwoordelijk voor dat hun kinderen opgroeien in een
veilige en stimulerende thuissituatie. Zij zijn in regie, ook als jeugdhulp
nodig is.
Sommige gezinnen hebben extra ondersteuning nodig om de hulp te
coördineren en regie te houden (of terug te krijgen). Deze ondersteuning
wordt geboden door Samen DOEN en de gecertificeerde instellingen voor
(preventieve) jeugdbescherming en —reclassering.
Bij geëscaleerde problematiek en gestagneerde zorg rond
(overlastgevende) multiprobleemgezinnen kan het doorbraakteam (in
oprichting) worden ingezet.
Algemeen beeld Opgave
De 18 Samen DOEN-teams richten zich op huishoudens De ontwikkelde Samen Doen aanpak zal onderdeel
met complexe problematiek op meerdere levensgebieden gaan vitmaken van de nieuwe buurtteams. De
en bieden hen extra ondersteuning om de zorg te ontwikkelde expertise van de Samen DOEN teams
coördineren en regie te houden (of terug te krijgen). voor de ondersteuning van gezinnen is voor de nieuwe
84% van alle huishoudens die in het afgelopen half jaar buurtteams belangrijk.
zijn ondersteund door Samen DOEN betrof een Door kennis van de Gl en specialistische
huishouden met kinderen (gezin). Dit is vergelijkbaar met jeugdhulpaanbieders te verbinden met de lokale teams
dezelfde periode vorig jaar. De grootste groep gezinnen is de verwachting dat beter en sneller kan worden
die samen DOEN ondersteunt komt vit Zuid-Oost (24%). vastgesteld welke jeugdhulp moet worden ingezet.
Per 1 januari 2021 wordt Samen DOEN ingevlochten in het
OKT en de nieuw op te richten Buurtteams. 70% van de
medewerkers van Samen DOEN zal instromen in het OKT.
De gecertificeerde instellingen (GI) hebben zich in het
afgelopen halfjaar moeten aanpassen aan de lockdown
situatie om hun werk te kunnen blijven vervullen. Zij Huishoudens met inzet vanuit Samen DOEN,
hebben dat goed en gezamenlijk met de andere Gl (JBIJR) en doorbraakteam/OMPG(+)
veiligheidspartijen opgepakt. Het aantal cliënten nam in
het eerste halfjaar wat af, door minder instroom.
De OMPG+ aanpak maakt inmiddels onderdeel vit van het 5000 EN
doorbraakteam. Hier is een stijging te zien bij de
uitvoering van het procesmanagement en de 289
consultaanvragen, deels voortkomend uit casuïstiek van 4000 re
huishoudens zonder minderjarige kinderen (deze zitten in m Doorbraakteam /
2018/2019 niet in de cijfers opgenomen omdat dit niet de on (O)MPG+
doelgroep betreft van het OMPG-+ team). 2236
3000 ZE)
m Jeugdbescherming
en -reclassering
2000 hi
Ela EE m Samen DOEN Hhzk
1000 hd 1762 oi Em Samen DOEN Hhmk
(gezinnen)
0
1H2018 1H2019 1H2020
Sommige huishoudens hebbente
maken met complexe problematiek S da Mm e n D O E N
op meerdere levensgebieden en
hebben daardoor extra
ondersteuning nodig om de zorg te
coördineren en regie te houden (of
terug te krijgen). Deze
ondersteuning wordt geboden door
de 18 Samen DOEN-teams.
De teams bieden zorgcoördinatie en IN
ondersteunen huishoudens — zonder
én met kinderen (gezinnen).
Stabilisering van het aantal gezinnen dat wordt ondersteund door Samen
In deze Bestuursrapportage DOEN
jeugdstelsel Amsterdam
ET TENTEN ARMEE Samen DOEN heeft in de eerste helft van 2020 2.072 huishoudens ondersteund.
doelgroep gezinnen (huishoudens 1.743 van deze huishoudens had kinderen (84%). Het aantal gezinnen dat
Pd ee Samen DOEN ondersteunt daalde afgelopen jaren, maar die daling zette in de
eerste helft van 2020 niet door. De instroom van gezinnen (401) bleef ongeveer
gelijk en de uitstroom (362) daalde, maar minder dan afgelopen jaren. Door de
coronacrisis was het voor de professionals van Samen DOEN moeilijker om
casussen af te sluiten.
De grootste groep (24% van het totaal) van de gezinnen die ondersteund
werden door Samen DOEN woont in Zuid-Oost. Dit is een lichte daling tov de
eerste helft van 2019.
De gemiddelde duur van de ondersteuning aan gezinnen was 22,4 maanden
ebde (gemeten bij de uitgestroomde huishoudens in 15 helft 2020) . Dit is langer dan
Het aantal gezinnen dat Samen de ondersteuning in de eerste helft van 2019 gemiddeld duurde (19,7 maanden).
DOEN ondersteunt daalde Dit komt omdat Samen DOEN in 2019 proactief stuurde op het afsluiten van
afgelopen jaren, maar stabiliseert casussen. Maar vanwege de coronacrisis kozen professionals er in de eerste
in de eerste helft van 2020. helft van 2020 voor om casussen minder snel af te sluiten.
In 84% van alle huishoudens die in De aanmeldingen van gezinnen voor Samen DOEN kwamen in de eerste helft
Aere ETAT van 2020 van dezelfde organisaties als in voorgaande jaren, met name van
ondersteund door Samen DOEN Gecertificeerde Instellingen (26%), Veilig Thuis (29%) en het Ouder- en
ging het om een gezin. Kindteam Amsterdam (11%).
De grootste groep gezinnen die Per 1 januari 2021 wordt Samen DOEN ingevlochten in het OKT en de nieuw op
samen DOEN ondersteunt komt te richten Buurtteams. Op deze manier ontstaat een eenvoudiger stelsel. Alle
uit Zuid-Oost (24%). Amsterdammers (met zowel enkelvoudige als meervoudige problematiek)
kunnen vanaf dat moment terecht bij het BT of OKT. 70% Van de medewerkers
van Samen DOEN zal instromen in het OKT en 30% in de Buurtteams. Vanaf 31
december 2020 houdt Samen DOEN op te bestaan.
Bereik, in- en uitstroom (alle huishoudens) oo Bereik van gezinnen in de 7 stadsdelen
2.500 5,0% Huishoudens Lo 41
zonder kinderen
400
2.000 oe 5 4,0% Gezinnen 350 30306 2898
1.930 ’ 3 300 „2246 ud? 7
1.762 1.743 250
500 30% mmm | Stroom 200 IJ | 16557
150
1.000 2,0% 100 754
17% mmm Uitstroom 50 Ï | 3529
15e eee 175% o E En
500 hd 1,0% S Ë Ca we of È £ ®
eeseee % Amsterdamse £ “ N S® & &
: C © 4 os
o 0,0% gezinnen met N
1H2018 z1H2019 1h2020 samen DOEN H1iH2019 Maih2020
De gecertificeerde instellingen
voeren de rechterlijke maatregelen J e U q d be SC h e r=
uit in het kader van het
jeugdbeschermingsrecht " "
(vastgelegd in het Burgerlijk m I ng en jeugd-
Wetboek) en het Jeugdstrafrecht .
(vastgelegd in het Wetboek |
A reclassering En
De gemeente is op grond van de
Jeugdwet verantwoordelijk voor (de \
financiering van) de gecertificeerde 5
instellingen. Amsterdam heeft, in
RETIE ERVEN Tat erniet Naast corona heeft het eerste halfjaar in het teken gestaan van een
Rea tete EN NL eten bovenregionaal verbeterplan dat is opgesteld n.a.v. de inspectierapporten van
n november 20919; oplossingen voor personeelsproblematiek (incl. agressie),
AR leje Reel tekort aan specialistische jeugdhulp en keteninnovatie kreeg daarin veel
bieden in Amsterdam ook aandacht
preventieve jeugdbescherming. In
dat geval voeren zij regie in een Twee van de innovaties die daarin zijn op genomen worden hieronder kort
gezin zonder dat er een rechterlijke toegelicht.
maatregel is. Dit gebeurt met Blijvend Veilig is de pilot in Amsterdam-Amstelland waarin wordt toegewerkt
instemming van het gezin, dus in naar een effectieve Jeugdbescherming. Er is het afgelopen halfjaar hard
vrijwillig kader. gewerkt aan casuïstiek en reflectie op de gebruikte methodieken. In mei kon
een contourennota worden opgeleverd die belangrijke input is voor landelijke
scenario’s. Sindsdien wordt een aantal onderdelen nu uitgetest, zoals
bijvoorbeeld het zo veel mogelijk inpassen van de onderzoekstaak die de Raad
voor de Kinderbescherming nu uitvoert in de nieuwe ontwikkelde geïntegreerde
werkwijze. Gaandeweg ontstaat vanuit de deelnemende organisaties één team
ade van specialisten op het terrein van veiligheid. In december volgt landelijke
De preventieve jeugdbescherming besluitvorming; de ervaringen van Amsterdam-Amstelland spelen daarin een
laat een sterke daling zien. pregnante rol. Inmiddels wordt de ontwikkelde werkwijze nu ook in 2
Onderzocht wordt nog of daar een stadsdelen uitgetest, ook in samenwerking met de wijkteams. Ingegeven door
verband is met de praktijkervaring en nieuwe inzichten is ook beweging naar voren ingezet. Lokale
coronamaatregelen waarbij teams en de gecertificeerde instellingen (die jeugdbescherming en -reclassering
ouders minder zelf hulp lijken te bieden) oefenen samen in hoeverre lokale teams gezinnen kunnen bedienen
zoeken en er dus minder gezinnen waarin onveiligheid speelt met ondersteuning en medewerking van de
bij de Gl worden aangemeld. Het is veiligheidspartijen en wanneer daadwerkelijk overgedragen moet worden
de vraag wat de komende periode overgedragen aan de Gl.
elden Aes lsh Dit geeft voor de gezinnen meer continuiteit. Bovendien worden de
AMIGA GAS a: mogelijkheden van OKT en buurtteam (bestaanszekerheden) en de GI
khen Adele (veiligheid) optimaal ingezet. De Gl spelen een rol in de doorontwikkeling van
te liggen, vanwege de toename het stelsel.
van stressoren zoals schulden.
Verdeling vrijwillig (preventief) versus gedwongen kader (aantal gezinnen, 6 maandsgemiddelde)
3.000
2.513
2.500 2.236
2.000 1.773 6 maandsgemiddelde
1.500 = Voogdijmaatregelen
m Jeugdreclasseringsmaatregelen
1.000
B Ondertoezichtstellingen
500 . .
m Preventieve jeugdbescherming
0
1H 2018 1H 2019 1h 2020
Het doorbraakteam richt zich op
geëscaleerde problematiek en O M P G +/
gestagneerde zorg rond gezinnen
en huishoudens zonder kinderen of
met meerderjarige kinderen. De Doo rb rad ktea m
aanpak is erop gefocust om
stagnaties weg te nemen en de hulp
opnieuw op gang te brengen. Het
stedelijk opererende team werkt
volgens de maatwerkmethode en
levert consulatie voor professionals
en procesmanagement voor
OLE Ke APEL OMPG+ aanpak gaat samenwerken in het doorbraakteam
regelt het de toegang voor
intermediaire verhuur voor Het team dat de OMPG-+ aanpak uitvoert werkt sinds januari 2020 volledig in
gezinnen die op geen enkele andere het in oprichting zijnde doorbraakteam. Met de verantwoordelijkheid voor de
manier aan een passende woning gedecentraliseerde wetgeving (participatiewet, Wmo, Jeugdwet en eerder al
komen en waarbij dit een schuldhulpverlening en de maatschappelijke opvang) heeft de gemeente de
stagnerende factor voor de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden in handen gekregen om de zorg en
MEN NNT EN dienstverlening voor Amsterdammers zo in samenhang te organiseren dat deze
effectiever is voor Amsterdammers en de (zorg)kosten (op termijn) kunnen
Vanuit de gestagneerde en verminderen.
geëscaleerde problematiek
Tena Te En TET Een goedwerkend (de-esca)leer mechanisme voor de meest complexe of
signalen over de werking van het vastgelopen casuïstiek in het sociaal domein, inclusief wonen en in verbinding
TTT Zerg met veiligheid, is belangrijk voor in het ontwikkelen van deze richting en het
bereiken van bovenstaande ambitie.
el AA Doordat het de OMPG+ aanpak nu werkt in het doorbraakteam zijn de cijfers
ENEN EUN VTT EN ITA e van het doorbraakteam niet vergelijkbaar met die van de OMPG-+ aanpak van
toegenomen in de eerste helft van de eerste helft 2019 (en eerder). Alle complexe en/of vastgelopen problematiek
2020. wordt nu door het nieuwe doorbraakteam opgepakt. Dit laat vooral een stijging
j j zien bij de uitvoering van procesmanagement (+38%) en consultvragen (+47%).
REAR aes Het totaal aantal casussen is in vergelijking met de eerste helft van 2019 met
el EER Glad S A ele 39% gestegen. De thema’s ‘wonen’ en ‘meedenken over inzet van de meest
seek kl ed passende hulp’ waren de onderwerpen die in consultvragen het meest aan bod
domein naar 2 instroomkanaal. kwamen. De verklaring voor de toename van consultvragen is te herleiden naar
Opvallend daarbij is de stijging van het feit dat zes verschillende instroomkanalen nu via het ene instroomkanaal
het aantal consulten, dat kan een van het doorbraakteam gaan. Positief aan deze stijging kan zijn dat het
positieve ontwikkeling zijn: het doorbraakteam eerder wordt geconsulteerd om escalaties en stagnatieste
doorbraakteam wordt eerder voorkomen.
keel: adel Ae ae eelekLe Bij de casussen waarbij procesmanagement werd ingezet werd het vaakst
Alb gevraagd om het ‘uitzoeken en het inzetten van de best passende hulp’ te
realiseren. Deze stijging is opnieuw opvallend, net als vorig jaar.
De meeste aanmeldingen voor procesmanagement komen via de
gecertificeerde instellingen, gemeentelijke diensten en Samen DOEN binnen.
50 Aantal huishoudens met inzet consultatie en procesmanagement
Inde ze helft 2020 is er door het doorbraakteam voor 402 Totaal aantal unieke
400 huishoudens (met en zonder (minderjarige) kinderen) consult en gezinnen/huishoudens
procesmanagement geboden. De cijfers zijn niet 1 op 1 vergelijkbaar
350 met 2019 en 2018, omdat de cijfers in deze periode betrekking hebben Procesmanagement OMPG
300 op enkel huishoudens met minderjarige kinderen. 402
250 mmm Procesmanagement MPG
289
200 mmm Procesmanagement
150 252 er bewonersovereenkomst MPG
100 5 149 mmm Consultvragen
__N__
50
8 Ee en 38 Er mmm Aanvragen woonurgentie
1H2018 1H2019 1H2020
VV
nn nn
Bijlage : Wachttijden A
In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten is er vanaf 2019 voor gekozen om
wachttijden niet langer apart uit te vragen, maar deze te monitoren op basis van het landelijke
berichtenverkeer dat door alle aanbieders gebruikt wordt. Wachttijd is hierbij gedefinieerd als het
aantal dagen tussen de ingangsdatum toewijzing (= datum aanmelding cliënt) en de startdatum zorg.
In 2020 zijn cliëntenstop ingevoerd bij enkele aanbieders, dit heeft ook consequenties gehad voor de
wachttijdregistratie.
Segment B: specialistische jeugdhulp
buiten 10 weken
nn RMJ 27/8/19 RMJ 21/1/20 RMJ 30/6/20
15 5 5
3 1 o
3 ° o
n 15 10
10 8 5
x 1
o 3 o
5 1 o
17 137 92
nn u.
Bijlage: Wachttijden (vervolg) X
Segment C: hoogspecialistische jeugdhulp
buiten 10 weken
nn RMJ 27/8/2019 RMJ 21/1/2020 RMJ 30/6/20
136 93 220
| Onderzoeksrapport | 21 | train |
Ker zak i ie wit de il |
Se RA ED af OEE Pe 6 k
FRA OE: Teen & Ek
El Ag ma ER enn Tikes he mede kt rr ee Sf 5
Di RS EE
eh tf
gen em
Ei | ô
_% E/ LS emd Ti
A
FP ER: 3% rÁ B a en,
mm EN /
Kn En En
oi Sn
« í ' Kd Ke
| en, in \ n
. es GK d | Pa. \ P Pad
8 € } Ì
8 if l
p in an
à En
CE Delft
Committed to the Environment
Raming Amsterdam Klimaatneutraal
Effect van beleid op CO7-uitstoot (update 2022)
Dit rapport is geschreven door:
Sjoerd van der Niet, Nanda Naber, Frans Rooijers
Delft, CE Delft, februari 2022
Publicatienummer: 22.200341.029
Gemeenten / Beleid / Beleidsmaatregelen / Kooldioxide / Reductie / Effecten / Gebouwde omgeving / Verkeer /
Vervoer / Havens / Industrie
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Alle openbare publicaties van CE Delft zijn verkrijgbaar via www.ce.nl
Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Sjoerd van der Niet (CE Delft)
© copyright, CE Delft, Delft
CE Delft
Committed to the Environment
CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving. Wij zijn toon-
aangevend op het gebied van energie, transport en grondstoffen. Met onze kennis van techniek, beleid en
economie helpen we overheden, ngo’s en bedrijven structurele veranderingen te realiseren. Al meer dan
40 jaar werken betrokken en kundige medewerkers bij CE Delft om dit waar te maken.
1 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Samenvatting 3
1 Inleiding 4
1.1 Vraagstelling 4
1.2 Methode 4
1.3 Leeswijzer 4
2 CO‚-uitstoot 2019 5
3 Gebouwde Omgeving 6
3.1 Beleid en ontwikkelingen 6
3.2 Uitkomsten 7
4 Mobiliteit 9
4.1 Beleid en ontwikkelingen 9
4,2 Uitkomsten 10
5 Haven en Industrie 11
5.1 Beleid en ontwikkelingen 11
5.2 Uitkomsten 12
6 Elektriciteit 13
6.1 Beleid en ontwikkelingen 13
6.2 Uitkomsten 14
7 Conclusie en discussie 15
7.1 Hoeveel reductie is geraamd voor de gemeente Amsterdam? 15
7.2 Wat zijn de kritische succesfactoren? 16
7.3 Welke ontwikkelingen zijn er verder te verwachten? 17
Literatuur 19
2 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Samenvatting
Update raming Amsterdam Klimaatneutraal
Voor u ligt een bijgestelde raming van de CO‚-emissies van Amsterdam ín 2030.
Dit rapport is een actualisatie van de eerdere ramingen opgesteld in de afgelopen twee
jaar. Het College heeft in 2018 afgesproken om in 2030 55% CO‚-reductie te realiseren ten
opzichte van 1990. De vraag die we hier beantwoorden ís: in hoeverre zal de doelstelling
worden gerealiseerd met reeds vastgesteld en voorgenomen beleid?
In 2019 was de uitstoot 16% hoger dan in 1990
De raming voor 2030 is opgesteld op basis van de meest recente cijfers, uit 2019.
De uitstoot van Amsterdam ín 2019 bedroeg 4.436 kton, wat 16% hoger ís dan in 1990.
De geraamde reductie voor 2030 is 42% (12-58%) ten opzichte van 1990
Figuur 1 - Uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot in 2025 en 2030 (kton COz-eq.)
5.000
+16%
+8%
4.000 2%
-10% -12%
3.000
-42%
2.000 -58%
1990 2019 2025 2030
mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit
mess Haven en Industrie mm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-55%) (Q-
De raming voor 2030 komt uit op 2.200 kton aan emissies, oftewel 42% reductie ten
opzichte van 1990, met een bandbreedte van 12 tot 58% reductie. In de raming is een
schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen, vastgesteld en voor-
genomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van 55% reductie lijkt
niet geheel te worden gehaald, tenzij alle ontwikkelingen gunstig uitpakken, alle voor-
genomen beleid zo snel mogelijk vastgesteld wordt en de gemeente de instrumenten krijgt
en effectief weet in te zetten voor succesvolle uitvoering. Dit wordt elk jaar meer urgent.
De resultaten van de raming zijn gunstiger dan vorig jaar (nu 2.200 kton, toen 2.400 kton).
Dit komt met name door een gunstigere emissiefactor voor elektriciteit in 2030 en het feit
dat de emissies in 2019 al lager waren dan eerder ingeschat (toen 4.780 kton geschat,
4,436 kton werkelijk).
3 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q
1 Inleiding
1.1 _ Vraagstelling
Het College heeft afgesproken om ín 2030 55% CO‚-reductie te realiseren (Gemeenteraad
Amsterdam, 2018). Het gaat dan om emissies gekoppeld aan energiegebruik op Amsterdams
grondgebied, en 1990 is het ijkjaar.
In april 2020 is de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 vastgesteld door de
gemeenteraad van Amsterdam. In deze Routekaart zijn de resultaten opgenomen van een
raming van de CO‚-uitstoot in 2030. Er staat ook beschreven dat de gemeente voortaan eens
per jaar een dergelijke doorrekening laat uitvoeren, wat is bekrachtigd door een motie van
de gemeenteraad. Daarin ís ook gevraagd om een jaarlijkse doorrekening van 2025.
Dit onderzoek geeft invulling aan de vraag om een jaarlijkse update. De centrale vraag is in
hoeverre de reductiedoelstelling gerealiseerd zal worden in 2030. Daarbij is ook een raming
voor 2025 opgenomen.
1.2 Methode
De gehanteerde methode is gelijk aan vorige keren (CE Delft, 2020, CE Delft, 2021).
De focus heeft gelegen op het actualiseren van de informatie waarmee de raming vorig jaar
was opgesteld. Dit betekent dat Dienst OIS de uitstoot over 2019 heeft vastgesteld, CE Delft
de invloed van autonome ontwikkelingen hierop heeft toegepast met de Klimaat- en
Energieverkenning (hierna: KEV) (PBL, 2021a) als voornaamste bron, en heeft een
inschatting gemaakt van de impact van gemeentelijk beleid. Het coalitieakkoord Rutte IV
(VVD et al., 2021) is op punten aanleiding geweest voor aanvullingen. Gemeentelijk beleid
opgenomen in de raming is geüpdatet aan de hand van een vragenlijst opgesteld door CE
Delft en beantwoord door de gemeente.
De raming is opgebouwd uit vier transitiepaden: Gebouwde Omgeving, Mobiliteit, Haven en
Industrie, en Elektriciteit. Voor de raming maken we een realistische inschatting van het
effect van vastgesteld en voorgenomen beleid. Daarnaast ís een bandbreedte berekend,
door enerzijds uit te gaan van enkel vastgesteld beleid zonder voorgenomen beleid, en
anderzijds van het maximale effect van zowel vastgesteld als voorgenomen beleid. Tot slot,
we hanteren de eindgebruikersmethode. Dat wil zeggen dat we de uitstoot van elektri-
citeits- en warmteproductie toerekenen aan de eindgebruikers met de algemene emissie-
factoren voor het betreffende net. Bij elektriciteit is dat de landelijke emissiefactor zoals
gerapporteerd in de KEV (PBL, 2021a). Het effect van lokale opwek is daarmee niet direct ín
de uitstootcijfers terug te zien.
1.3 Leeswijzer
In Hoofdstuk 2 bespreken we het vertrekpunt oftewel de emissies in 2019. In de Hoofd-
stukken 3 tot en met 6 bespreken we achtereenvolgens de transitiepaden Gebouwde
Omgeving, Mobiliteit, Haven en Industrie, en Elektriciteit. Het laatste bevat ook het
elektriciteitsverbruik in de eerste drie andere sectoren. In Hoofdstuk 7 is het totaal
weergegeven en bespreken we kritische succesfactoren.
4 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
©
2 COz-uitstoot 2019
Hoe staat het nu met de uitstoot? De meest recente emissiecijfers beslaan het jaar 2019,
Uitstoot in 2019 nog 16% boven het niveau van 1990
In 2019 bedroegen de emissies 4.436 kton CO,-eq.' naar opgave van gemeente Amsterdam,
Dienst OIS. In Tabel 1 zijn de emissies per transitiepad en per portefeuille weergegeven.
Doelstelling is een COy-reductie van 55% in 2030 ten opzichte van 1990, en uiteindelijk
klimaatneutraliteit. De uitstoot in 1990 ís geschat op 3.810 kton CO,-eq.; 55% reductie komt
dus neer op de doelstelling om de uitstoot terug te brengen tot 1.710 kton in 2030.
In 2019 was de uitstoot 16% hoger dan in 1990. Er ligt dus nog een grote opgave voor.
De uitstoot was in 2019 wel circa 500 kton lager dan in 2018. Dit is een sterkere reductie
dan verwacht, toen 4.780 kton was geschat voor 2019 (CE Delft, 2021), en betekent een
gunstiger vertrekpunt voor de nieuwe raming voor 2030. De twee belangrijkste oorzaken
voor de daling tussen 2018 en 2019 zijn de lagere emissiefactor voor elektriciteit (250 kton
reductie) en het feit dat het AEB niet het gehele jaar vol heeft kunnen draaien (160 kton
reductie). Andere oorzaken zijn gelegen in lagere uitstoot in de gebouwde omgeving en
mobiliteit?
Tabel 1 - Uitstoot subtotalen (kton COz-eq.)
Categorie | 4990| _ 2019
Per transitiepad
Per portefeuille
1_ Behalve koolstofdioxide zijn er ook andere broeikasgassen, met name methaan (CH4), lachgas (N20) en fluor-
houdende verbindingen (HFK, PFK, SF). Hun bijdrage aan de opwarming van de aarde wordt uitgedrukt in CO2-
equivalenten.
2 Voor broeikasgasemissies van wegverkeer binnen de bebouwde kom is nu gebruikgemaakt van een vervoermodel
van TNO in plaats van de Emissieregistratie.
5 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
3 Gebouwde Omgeving
Het transitiepad Gebouwde Omgeving behelst woningen, commerciële dienstverlening en
publieke dienstverlening. We gaan hier in op het aardgasverbruik en warmtenetten.
Elektriciteitsverbruik is opgenomen onder transitiepad Elektriciteit in Hoofdstuk 6.
3.1 Beleid en ontwikkelingen
Transitievisie Warmte
De Transitievisie Warmte geeft richting aan de overgang naar een aardgasvrij Amsterdam ín
2040 (Gemeente Amsterdam & Over Morgen, 2020). De bijdragen van de Warmtemotor, de
Renovatiemotor en de Eigen-assetsmotor maken hier onderdeel van uit. De Transitievisie
Warmte is ongewijzigd, zij het dat de doelstellingen zijn opgeschoven van de periode 2030-
2035 naar 2031-2036. Het aantal aardgasvrije woningen en andere gebouwen voorzien voor
2030 is daarom naar beneden bijgesteld: van 113.000 naar 102.000.
Prestatieafspraken woningcorporaties
Met woningcorporaties zijn de prestatieafspraken voor 2023 aangescherpt van 8%
COj-reductie naar 9%. We corrigeren net als vorig jaar voor overlap met de Transitievisie
Warmte.
Autonome besparingen
Particuliere woningeigenaren pakken hun woningen aan, bijvoorbeeld met extra isolatie of
nieuwe beglazing. Dit zien we terug in de energielabels. Uit data over 2015 tot en met 2020
(Rijksoverheid, lopend-b) in combinatie met de correlatie tussen labels en verbruik
(Boeschoten, 2018)leiden we een jaarlijkse besparing van 1,1% af (vorig jaar 1,2%). Een
afnemend aantal graaddagen (KNMI, 2014). Een afnemend aantal graaddagen (KNMI, 2014,
PBL, 2021a) zorgt voor een verdere reductie van de warmtevraag van circa 0,3% per jaar.
Dit ís vrijwel gelijk aan vorig jaar, maar er is een bandbreedte omheen toegevoegd.
Verduurzaming van de warmtenetten
Het warmtenet wordt gevoed door het AEB en de Diemercentrale. Aan beide zijden zal
verduurzaming plaatsvinden: bij het AEB gaat het om CO‚-afvang (zie Hoofdstuk 5), bij de
Diemercentrale om inzet van biomassa en/of een e-boiler. Inzet van de Bio-energiecentrale
(BEC) bij het AEB en restwarmtegebruik van datacenters zijn vooralsnog niet opgenomen ín
de berekening. De gemiddelde emissiefactor van het warmtenet was 27 kg/GJ in 2019
(Vattenfall, 2020), tegen 30 kg/GJ in 2018. De emissiefactor voor 2030 komt eveneens lager
uit, op 21 kg/GJ tegen 24 kg/GJ in de raming van vorig jaar.
6 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Groengas
Bijmenging van groengas in het gasnet brengt de emissiefactor van alle gasverbruik omlaag.
In navolging van de KEV 2021 gaan we uit van 1,3% in 2030. De emissiefactor zou daarmee
dalen van 56,6 kg/GJ in 2019 naar 55,9 kg/GJ in 2030 (vorig jaar was gerekend met
56,4 kg/GJ in 2030). In de bandbreedte is rekening gehouden met de doelstellingen uit het
coalitieakkoord Rutte IV over 20% bijmenging van groengas in de gebouwde omgeving (VVD
et al., 2021). Dat zou de emissiefactor kunnen terugbrengen tot circa 48 ka/GJ in 2030,
hoewel het wachten is op uitwerking van dit kabinetsplan om hier meer duidelijkheid over
te krijgen.
Minimaal label C voor kantoren
Kantoren groter dan 100 m? dienen per 2023 minimaal energielabel C te hebben. Het effect
hiervan is geschat op 8,1% reductie ten opzichte van 2019 (vorig jaar 8,8% ten opzichte van
2018, er zijn dus al enige stappen gezet in de energielabels). Voor 2030 zal de labeleis
mogelijk worden verhoogd naar label A, wat ís opgenomen in de bandbreedte, gelijk aan de
raming van vorig jaar.
Ziekenhuizen
Met het Amsterdam UMC lopen gesprekken over verduurzaming, maar concrete plannen
waren voor deze doorrekening nog niet beschikbaar. We hebben daarom de Routekaart
verduurzaming van het zorgvastgoed (TNO, 2019) aangehouden, net als vorig jaar.
Groei van de stad
De groei van het aantal woningen ís geüpdatet met de laatste cijfers van Dienst OIS
(Gemeente Amsterdam, lopend): 441.500 in 2019, 472.500 în 2025 en 495.000 in 2030.
Daarnaast ís een correctie doorgevoerd in de berekening van de warmtevraag van nieuw-
bouw, waardoor de warmtevraag omhoog ís bijgesteld. Voor sloop en nieuwbouw van
kantoren zijn geen wijzigingen aangenomen.
3.2 Uitkomsten
Daling van emissies 21% (12-40%) in 2030 ten opzichte van 2019
De emissies van Gebouwde Omgeving bedroegen 1.208 kton in 2019. Voor 2030 ís 950 kton
geraamd, met een bandbreedte van 730 tot 1.060 kton. In Tabel 2 zijn de resultaten
weergegeven.
De raming is licht positiever dan de raming van vorig jaar (970 kton). De reductie voorzien
tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen (van 1.208 kton naar
1.050), deels uit gemeentelijk beleid (naar 930), waarna groei van de stad de uitstoot weer
doet toenemen (naar 960 kton). Kabinetsbeleid voor bijmenging van groengas kan een
belangrijke ontwikkeling vormen om de uitstoot van gebouwen die niet aardgasvrij zijn voor
2030 te reduceren.
7 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Tabel 2 - COz-uitstoot Gebouwde Omgeving (kton COz-eq. per jaar)*
2019 | 2025 | ______2030 |
dienstverlening
dienstverlening
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar,
— geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar.
8 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
4 Mobiliteit
Mobiliteit behelst alle verkeer, inclusief mobiele werktuigen en goederenvervoer over weg
en het spoor, maar exclusief binnenvaart. Binnenvaart komt aan bod in Hoofdstuk 5 Haven
en Industrie. Voor het wegverkeer zijn zowel gemeentelijke, provinciale als rijkswegen
meegenomen en het gaat om CO‚-uitstoot van het verbruik van fossiele brandstoffen (tank-
to-wheel). De emissies van brandstof productie (well-to-tank) vallen buiten de scope.
Het elektriciteitsverbruik van elektrische voertuigen ís opgenomen onder Hoofdstuk 6.
4.1 Beleid en ontwikkelingen
Actieplan Schone Lucht
Het Actieplan Schone Lucht (Gemeente Amsterdam, 2019a) voorziet stapsgewijze invoering
en uitbreiding van uitstootvrije zones voor diverse voertuigtypen. De invoering per moda-
liteit is ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar, behalve de veren. Deze zijn geüpdatet aan
de hand van Nota Veren (Gemeente Amsterdam, 2020b): er zal uitbreiding en ten minste
gedeeltelijke elektrificatie van de vloot plaatsvinden. Er is nog geen uitsluitsel over het
mandaat van de gemeente om uitstootvrije zones voor personenvervoer in te stellen.
Autoluwbeleid
De Agenda Amsterdam Autoluw is ongewijzigd (Gemeente Amsterdam, 2019b). Net als vorig
jaar hebben we aangenomen dat autoluwbeleid tegenwicht vormt voor de groei van de
mobiliteitsvraag wat betreft personenauto’s en motoren.
Autonome ontwikkelingen
Er zijn diverse autonome ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit, met name zuiniger
voertuigen en de opkomst van elektrisch rijden, mede onder invloed van Rijks- en Europees
beleid. Op verkeer dat niet of nog niet geraakt wordt door milieuzones in de gemeente,
met name doorgaand verkeer op de snelwegen, zijn enkel deze trends van toepassing.
De berekening is analoog aan vorig jaar, de trends zijn geüpdatet met de KEV 2021 (PBL,
2021a).
Groei van de stad
Groei van de stad werkt door in de voertuigkilometers, We hanteren ditmaal de uitkomsten
van het vervoersmodel van de gemeente Amsterdam in een beleidsarm scenario: 4% groei in
2025 en 8% in 2030 ten opzichte van 2019. Net als vorig jaar ís vervolgens aangenomen dat
autoluwbeleid deze groei zal ondervangen voor personenvervoer. Voor stadslogistiek ís wel
groei aangenomen.
9 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
4.2 Uitkomsten
Daling van emissies 77% (43-80%) in 2030 ten opzichte van 2019
De emissies van Mobiliteit bedroegen 825 kton in 2019. Voor 2030 is 190 kton geraamd, met
een bandbreedte van 160 tot 470 kton. De raming is licht positiever dan de raming van vorig
jaar (210 kton), met name doordat de emissies in 2019 al lager liggen dan in 2018.
De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen
(van 825 naar 670 kton) en voor het overgrote deel uit de emissievrije zones (naar 180
kton), met een tot slot enige toename door groei van de stad (naar 190 kton).
Tabel 3 - COz-uitstoot Mobiliteit (kton COz-eq. per jaar) *
2018 | 205 | ______2030 |
excl. snelwegen
snelwegen
werktuigen
| Brandstofverbruikrailverkeer | 0 | > oo oo | > 0 oo |
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar,
— geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar.
10 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
5 Haven en Industrie
Haven en Industrie behelzen de uitstoot van aardgasverbruik in industrie en bouwnijverheid,
van warmteverbruik in de industrie, van brandstoffen ín binnenvaart en visserij, de uitstoot
van de AEB, en uitstoot van overige broeikasgassen ín de industrie.
5.1 Beleid en ontwikkelingen
COz-afvang bij het AEB
Beleid en ambitie voor verduurzaming van het AEB zijn ongewijzigd, en ook de raming is per
saldo vrijwel gelijk aan vorig jaar. Dit is ondanks een aantal grote ontwikkelingen: het AEB
gaat worden overgenomen door AVR en project Athos ís gestopt (CO‚-afvang en -opslag in
lege gasvelden in de Noordzee samen met Tata Steel). CO,-afvang vormt niettemin de
belangrijkste verduurzamingsoptie voor het AEB. Uit subsidieaanvragen blijkt de inzet op
440 kton CO‚-afvang (vorig jaar gingen we uit van 450 kton) en er wordt ingezet op CCS en
niet op CCU (gelijk aan vorig jaar). Tot slot, het AEB heeft in 2019 stilgelegen en noteerde
daardoor een lagere uitstoot. Dit was tijdelijk, maar de uitstoot zal niet geheel op het
niveau van 2018 terugkomen, onder meer onder invloed van de CO;-heffing. We gaan ervan
uit dat, bij realisatie van CO-afvang, de hoeveelheid afval die verbrand wordt wel terug
naar het niveau van 2018 gaat.
ETS, COz-heffing en afspraken met industrie
De industrie is opgedeeld in ETS-bedrijven en overig. Hierop zijn de respectievelijke
trends uit de KEV 2021 toegepast. * Daarmee zijn autonome ontwikkelingen ingegeven door
Europees (ETS) en Rijksbeleid (o.a. CO‚-heffing) verdisconteerd. De uitkomsten zijn vrijwel
gelijk aan die van vorig jaar. In de bandbreedte hebben we gegevens over individuele ETS-
bedrijven opgenomen die de uitkomst zijn van gesprekken tussen de gemeente en deze
bedrijven. De hardheid hiervan hebben we niet kunnen beoordelen, daarom hebben we
gekozen om deze gegevens enkel în de bandbreedte op te nemen. Die is daarmee gunstiger
dan vorig jaar.
Binnenvaart en visserij
Voor de uitstoot van binnenvaart en visserij volgen we de projecties uit de KEV 2021
aangaande bunkerbrandstoffen.
Groei van de stad
Er zijn geen verdere ontwikkelingen aangenomen ten aanzien van de uitstoot als gevolg van
groei van de stad.
3 we corrigeren voor COz-opslag vanuit het Rotterdamse havengebied (Porthos). Dit heeft een significant aandeel
in de emissiereductie van de Nederlandse industrie, maar is niet van toepassing voor Amsterdam.
11 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
5.2 Uitkomsten
Daling van emissies 49% (tot 58%) in 2030 ten opzichte van 2019
De emissies van Haven en Industrie bedroegen 716 kton in 2019. Voor 2030 is 370 kton
geraamd, met een bandbreedte van 310 tot 740 kton. De raming ís licht ongunstiger dan de
raming van vorig jaar (350 kton). De belangrijkste factor vormt de eventuele CO,-afvang bij
het AEB. Het ís zeer wel mogelijk dat de emissies van Haven en Industrie eerst toenemen
tot 2025, en in het meest ongunstige geval blijven de emissies hoger dan het niveau van
2019 (+3%). Dit komt doordat het AEB in 2019 deels stil heeft gelegen; in dat opzicht is 2019
geen goede maatstaf.
Tabel 4 - COz-uitstoot Haven en industrie (kton COz-eq. Per jaar) *
2018 | 205 | ______2030 |
| Aardgasverbruik bouwnijverheid |___9 | > 40 en | 9 710 |
binnenvaart
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar,
— geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar.
12 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
6 Elektriciteit
De elektriciteitsvraag komt van de gebouwde omgeving (woningen en dienstensector),
datacenters, mobiliteit, bouwnijverheid en industrie. Om de CO‚-uitstoot te berekenen
die daarmee gepaard gaat, is de emissiefactor voor elektriciteit van het landelijke net
aangehouden.
6.1 Beleid en ontwikkelingen
Hernieuwbare elektriciteitsproductie
De hoeveelheid zonnepanelen in de stad groeit explosief en wordt door onder meer de
Zonnemotor gestimuleerd. In 2010 was 2,5 MW aan zon-pv geïnstalleerd, ín 2015 18 MW,
in 2019 90 MW en ín 2020 126 MW (Rijksoverheid, lopend-a). In het kader van de RES kijkt
de gemeente naar locaties voor eventuele nieuwe windmolens. Vanuit Amsterdam wordt
daarmee bijgedragen aan het verduurzamen van de Nederlandse elektriciteitsproductie.
Elektrificatie
De transitie van de gebouwde omgeving, vormgegeven in de Transitievisie Warmte, bete-
kent dat meer gebouwen verwarmd zullen worden via warmtenetten of via elektriciteit
(met warmtepompen). Net zo zal de transitie van mobiliteit, aangejaagd door Actieplan
Schone Lucht, betekenen dat meer voertuigen elektrisch zullen rijden. De klimaattransitie
brengt zo een verschuiving van de energievraag naar elektriciteit met zich mee. De bereke-
ningen van CE Delft aan elektrificatie in deze twee sectoren zijn ongewijzigd. Ook verduur-
zaming van de industrie betekent deels elektrificatie. Hier ís de trend geüpdatet aan de
hand van de KEV 2021 (PBL, 2021a).
Datacenters
Het vestigingsbeleid van de gemeente Amsterdam (2020a) vormt de basis voor de aange-
nomen groei van datacenters en is ongewijzigd. Mogelijk ís er sprake van temporisatie en
zal de groei over een langere periode plaatsvinden. Hiernaar wordt momenteel onderzoek
gedaan, en ín afwachting daarvan is nu dezelfde groei aangenomen als in de raming van
vorig jaar.
Verduurzaming van elektriciteit
De emissiefactor van elektriciteit van het net zal afnemen. In KEV 2021 (PBL, 2021a) is
berekend dat de emissiefactor door onder meer het Klimaatakkoord zal dalen tot 0,21
ka/kWh in 2025 en 0,09 kag/kWh in 2030. Vorig jaar waren de prognoses respectievelijk
0,23 en 0,12 kg/kWh. Deze bijstelling heeft een positieve impact op de raming van de
CO‚-emissies van Amsterdam.
13 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Besparing
We hanteren dezelfde besparingspercentages als vorig jaar: 1,0% per jaar met een band-
breedte van 0,9 tot 1,1% (PBL, 2019), toegepast op woningen, diensten en bouwnijverheid.
Groei van de stad
De verwachte groei van de stad is geüpdatet met nieuwe cijfers van Dienst OIS. Er is een
correctie doorgevoerd bij warmtepompen ín nieuwbouw, waardoor de elektriciteitsvraag
daarvan omhoog is bijgesteld. Verder zijn geen wijzigingen opgenomen.
6.2 Uitkomsten
Daling van emissies 59% (35-75%) in 2030 ten opzichte van 2019
De emissies van transitiepad Elektriciteit bedroegen 1.368 kton in 2019. Voor 2030 is
700 kton geraamd, met een bandbreedte van 430 tot 1.100 kton. De raming is gunstiger dan
die van vorig jaar (870 kton), wat komt door de bijstelling van de emissiefactor. De belang-
rijkste factor in de voorziene daling tussen 2019 en 2030 is dan ook de schonere elektri-
citeitsproductie in 2030 (van 1.368 naar 420 kton). Beleid van de stad zorgt voor een
grotere elektriciteitsvraag ter vervanging van aardgas en brandstoffen (emissies naar
480 kton). Groei van de stad, met name datacenters, zorgt voor verdere toename van de
elektriciteitsvraag en bijbehorende uitstoot (naar 700 kton).
Tabel 5 - COz-uitstoot Elektriciteit (kton COz-eq. per jaar) *
2018 | 205 | ______2030 |
Mobiliteit || > 60 s0s0 | | 80 600 |
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar,
— geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar
14 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
7 Conclusie en discussie
7.1 Hoeveel reductie is geraamd voor de gemeente Amsterdam?
De geraamde reductie voor 2030 is 42% (12-58%) ten opzichte van 1990
Ten opzichte van de uitstoot in 1990 komt de raming uit op 42% reductie in 2030, met in de
bandbreedte 12 tot 58% reductie. De doelstelling van 55% lijkt dus niet geheel te worden
gehaald, tenzij alle voorgenomen beleid wordt ingevoerd en volledig succesvol ten uit-
voering wordt gebracht. Daarvoor zou met name de Transitievisie Warmte geheel moeten
slagen, net als uitstootvrije mobiliteit en CO,-afvang met CCS bij het AEB, Daarnaast zou de
emissiefactor voor elektriciteit gunstig moeten uitvallen.
Hoe ziet de transitie eruit van nu tot 2030? Samengevat is er bij gebouwde omgeving een
verschuiving van aardgas naar warmte en elektriciteit; bij mobiliteit van fossiele brand-
stoffen naar elektriciteit; er is CCS bij het AEB en reductie bij de industrie met name door
CO‚-beprijzing; en bij elektriciteit is er stijging van de vraag maar daalt de emissiefactor
sterk. Elektrificatie van verwarming en mobiliteit heeft een positief effect op de
COj-reductie. Dit komt allereerst door efficiëntiewinst (warmtepompen hebben een hogere
COP dan ketels, elektromotoren zijn efficiënter dan verbrandingsmotoren) en vervolgens
door de lage emissiefactor voor elektriciteit in 2030.
Figuur 2 - COz-uitstoot totaal in 1990, 2019, 2025 en 2030 (kton COz-eq. per jaar)
5.000
+16%
+8%
4.000 2%
10% -12%
3.000
-42%
2.000 -53%
L EEE 5
1990 2019 2025 2030
mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit
mess Haven en Industrie mm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-55%) (Q-
15 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q
Nieuwe raming is gunstiger dan vorig jaar
Vorig jaar kwam de raming voor 2030 uit op 38% (7-55%) reductie ten opzichte van 1990.
De nieuwe raming is dus gunstiger. Dit ís grotendeels toe te schrijven aan de lagere
emissiefactor voor elektriciteit voorzien in de KEV. Een tweede oorzaak is gelegen in het
vertrekpunt voor deze raming: de uitstoot was in 2019 lager dan eerder geschat.
Tabel 6 - COz-uitstoot totaal (kton COz-eqg. per jaar) *
| 2019 | 205 | ____2030 |
Per transitiepad____—— ||
[Per portefeuille ||
luchtkwaliteit
* Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar,
— geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar
7.2 Wat zijn de kritische succesfactoren?
De emissies waren 4.436 kton in 2019. Volgens de raming dalen de emissies door autonome
ontwikkelingen tot 2030 naar circa 2.950 kton. Gemeentelijke maatregelen zorgen voor een
extra daling tot 1.970 kton, zij het dat door groei van de stad de emissies toch niet zo ver
dalen, maar uitkomen op 2.200 kton. Wat zijn nu de meest bepalende factoren hierin?
De belangrijkste factor is de emissiefactor van elektriciteit. Ter illustratie: zouden we in
deze raming voor 2030 de emissiefactor op de waarde van 2019 zetten (0,37 kg/kWh ín
plaats van 0,09 ka/kWh) en de rest van de raming gelijk houden, dan zou de CO‚-uitstoot
uitkomen op 4.200 kton ín plaats van 2.200 kton. Aan de ontwikkeling van de emissiefactor
kan de stad Amsterdam slechts in beperkte mate een bijdrage leveren met hernieuwbare
opwek, de ontwikkeling ligt grotendeels buiten directe invloed. Door de verschuiving van
energiegebruik van gas en fossiele brandstoffen naar elektriciteit, wordt de emissiefactor
echter extra van belang.
De CO)-afvang bij de AEB is ook een grote factor. Die is nu op 440 kton geraamd, geheel ten
gevolge van CCS. Indien een deel bestemd zou worden voor CCU, dan mag dit deel niet ín
mindering worden gebracht van de uitstoot van de stad (het zou tellen als ‘verlengde
16 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
schoorsteen’). Ook de ontwikkeling van het volume van afvalverbranding vormt een
onzekerheid.
De uitstootvrije zones voor mobiliteit hebben in potentie een zeer positief effect op de
emissies (circa 400 kton reductie), maar kritisch ís hier of de gemeente mandaat krijgt om
deze volledig in te voeren. Invoering vergt een tijdpad van meerdere jaren, en nu we weer
een jaar dichter bij 2030 zijn en er inmiddels een nieuw kabinet ís aangetreden, ís het
urgent om progressie te boeken op dit dossier.
De Transitievisie Warmte kan, bij maximaal succes in de uitvoering, tot bijna 400 kton CO‚-
reductie leiden in 2030 ten opzichte van 2019. De transitie van de gebouwde omgeving is
echter complex, kan stuiten op weerstand en vraagstukken over onder meer energie-
armoede en de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Eventuele bijmenging van groengas in
het gasnet kan helpen ook de emissies van huishoudens die nog niet aardgasvrij zijn te
verminderen (circa 100 kton). Dit voornemen uit het coalitieakkoord wacht op uitwerking
door het kabinet.
Datacenters zijn eveneens een kritische factor. De mogelijke groeipaden en de onzekerheid
in de emissiefactor van elektriciteit, geven samen een grote spreiding in de uitstoot
(300 kton).
Tot slot wijzen we op het elektriciteitsnet. Netbeheerder Liander heeft congestie gemeld,
en aanvragen voor nieuwe of grotere aansluitingen kunnen vaak niet meer worden gehono-
reerd. Aangezien verduurzaming deels neerkomt op elektrificatie ís uitbreiding van het net
een kritische voorwaarde. Liander werkt aan netuitbreidingen en vooralsnog is de inschat-
ting dat die de verwachte groei kunnen gaan faciliteren (Gemeente Amsterdam & Liander,
2021). De vraag is of het tijdig kan plaatsvinden, opdat verduurzaming niet hoeft te
wachten. Het kan ook leiden tot temporisatie van de groei van datacenters.
7.3 Welke ontwikkelingen zijn er verder te verwachten?
De EU heeft in de zomer van 2021 het Fit for 55-pakket aangekondigd. Dit ís nog niet in de
KEV 2021 verwerkt. Ook is nog niet bepaald wat de implicaties zijn voor de sectoren buiten
ETS in Nederland (PBL, 2021b).
Het coalitieakkoord Rutte IV geeft al wel invulling aan extra maatregelen om ten minste
55% reductie te realiseren. Deze zijn hier deels opgenomen in de bandbreedte, met name
het bijmengen van groengas. Deels is het beoogde beleid ondersteunend aan beleid en
trends die in Amsterdam al zijn ingezet, met name bij de gebouwde omgeving. Deels zal het
effect hebben buiten Amsterdam, met name het maatwerk voor de twaalf grootste uit-
stoters van Nederland. En deels ís het wachten op uitwerking van de maatregelen en
fondsen.
Een belangrijke ontwikkeling is daarnaast dat de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmte-
transitie in voorbereiding is, die gemeenten aanwijsbevoegdheid geeft voor aardgasvrije
wijken. Gemeenten kunnen besluiten dat een wijk van het gasnet af gaat, met een aan-
kondigingstermijn van acht jaar. Daarmee krijgen gemeenten de bevoegdheid om waar
nodig de transitie van de gebouwde omgeving af te dwingen. Gezien de termijn zal het
effect pas merkbaar zijn na 2030, en valt het dus buiten de scope van deze raming.
17 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Tot slot ís door het mini-burgerberaad en door de gemeente gewerkt aan extra beleid, naar
aanleiding van de conclusie uit de voorgaande raming dat de doelstelling van 55% reductie
in 2030 niet gehaald lijkt te worden. Deze maatregelen vormden op moment van analyse
(februari 2022) nog geen voorgenomen beleid en houden dus extra potentie in ten opzichte
van de hier gepresenteerde raming, voor verdere reductie van de Amsterdamse
broeikasgasemissies.
18 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Literatuur
Boeschoten, 2018. Potentiële energiebesparing na isolatiemaatregelen (niet openbaar).
Liander.
CE Delft, 2020. Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal. Delft, CE Delft.
CE Delft, 2021. Monitor Amsterdam Klimaatneutraal: Effect van voorgenomen beleid op
CO2-uitstoot - Update 2021. Delft, CE Delft.
Gemeente Amsterdam, 2019a. Actieplan Schone lucht: Uitstootvrij Amsterdam.
Amsterdam, Gemeente Amsterdam.
Gemeente Amsterdam, 2019b. Amsterdam maakt ruimte: Agenda Amsterdam Autoluw.
Amsterdam, Gemeente Amsterdam.
Gemeente Amsterdam. 2020a. Amsterdam Duurzaam Digitaal: Vestigingsbeleid
datacenters gemeente Amsterdam 2020-2030 [Online]. Available:
https:/ /openresearch.amsterdam/nl/page/62735/vestigingsbeleid-datacenters-
gemeente-amsterdam-2020-%E2%80%93-2030 [Accessed 2021].
Gemeente Amsterdam, 2020b. Update Nota Veren 2021. Amsterdam, Gemeente
Amsterdam, Programma Veren, Verkeer en Openbar Ruimte.
Gemeente Amsterdam. lopend. Dataset Basisbestand Gebieden Amsterdam (BBGA)
[Online]. Available: https: //onderzoek.amsterdam.nl/dataset/basisbestand-
gebieden-amsterdam-bbga [Accessed 2022].
Gemeente Amsterdam & Liander. 2021. Themastudie Elektriciteitsinfrastructuur [Online].
Gemeente Amsterdam. Available:
https: //openresearch.amsterdam/nl/page/46981 /themastudie-
elektriciteitsinfrastructuur [Accessed 2021].
Gemeente Amsterdam & Over Morgen, 2020. Transitievisie Warmte Amsterdam. Gemeente
Amsterdam.
KNMI, 2014, KNMI'14: klimaatscenario's voor Nederland.
PBL, 2019. Klimaat- en energieverkenning (KEV) 2019 Den Haag, Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL).
PBL, 2021a. Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2021. Den Haag, Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL).
PBL, 2021b. Nederland Fit for 552: Mogelijke gevolgen van het voorgestelde EU-
klimaatbeleid. Den Haag, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Porthos. 2021. Porthos CO2 Transport & Storage: Project [Online]. Utrecht: Porthos
Development C.V. Available: www. porthosco?.nl/en/project/ [Accessed].
Rijksoverheid. lopend-a. Klimaatmonitor: Vermogen geregistreerde zonnepanelen
Amsterdam [Online]. Available:
https://klimaatmonitor.databank.nl/ Jive?workspace_guid=a93be3ad-19e9-4ec7-
9756-66398b07597d [Accessed 2021].
Rijksoverheid. lopend-b. Klimaatmonitor: Woningen met geldig energielabel - Amsterdam
[Online]. Available:
https://klimaatmonitor.databank.nl/ Jive?workspace_guid=0917cC5e8-491C-4377-
9cf0-Abad572dfb69 [Accessed 2021].
19 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
TNO, 2019. Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed - ziekenhuizen. TNO Innovation
for Life.
Vattenfall. 2020. Stadswarmte-etiket 2019 [Online]. Available:
Www. vattenfall. nl/media/_Ovattenfall/producten/stadsverwarming/vattenfall-
warmte-etiket-2019.pdf [Accessed].
VVD, D66, CDA & ChristenUnie, 2021. Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken
naar de toekomst’. Den Haag, Ministerie van Algemene Zaken.
20 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
| Onderzoeksrapport | 21 | val |
VN2021-019365 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Clusterstaf ren e x Gemeente M LW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Water
Agendapunt 1/7
Datum besluit College van B&W 1 juni 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 551.20 van het lid N.T. Bakker (SP) inzake de Nota Varen Deel
2 (historisch botenbeleid)
Dem WOEBVEST
kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college met betrekking tot de afhndeling van
motie 551.20 van het lid N.T. Bakker (SP) inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid) met
als belangrijkste punten:
* Voor Varend Erfgoed pleziervaart zal de mogelijkheid komen om een ontheffing op de
verduurzamingseis aan te vragen, geldig tot 2030.
e De voorwaarde om voor de ontheffing in aanmerking te komen is dat het vaartuig
geregistreerd staat in het register van de Federatie Varend Erfgoed Nederland(FVEN) en dat
het vaartuig beschikt over een Binnenhavengeldvignet.
e Voor vaartuigen van buiten Amsterdam, die varen met een doorvaartvignet, zal een
vrijstelling komen op de verduurzamingseis bij bepaalde evenementen.
* Voorde Binnenhavengelden is het vitgangspunt dat iedere gebruiker dient bij te dragen
aan het gebruik van het Amsterdamse binnenwater en dat de kosten vooreen vaartuig
Varend Erfgoed pleziervaart niet hoger zijn dan voor een niet historisch vaartuig van dezelfde
afmetingen. Op grond hiervan zal geen uitzondering wordengemaakt voor Varend Erfgoed
pleziervaart.
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 20 mei 2020 heeft de raad bij de bespreking van Nota Varen Deel 2 motie 551.20 aangenomen
van raadslid N.T. bakker (SP) inzake Historisch botenbeleid, waarin het college wordt gevraagd om:
e Zich actief te bemoeien met regelgeving die nadelig vit kan pakken voor het behoud van al
het mobiele, en met name het varende en drijvende, erfgoed en oplossingen te zoeken in de
sfeer van uitzonderingen en ontheffingen.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Bakker (SP).
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-019365 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Clusterstaf rene % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Met de FVEN is overleg geweest over mogelijke alternatieven voor de verduurzamingseis.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, motie 551.20.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-071618 551 20 motie Bakker historisch botenbeleid. pdf (pdf)
AD2021-071620 Commissie MLW (a) Voordracht (pdf)
Raadsinformatiebrief afdoening Motie 551.20 inzake historisch
AD2021-071619 ‚
botenbeleid.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Programma Varen, Emerentia Meijburg, w.meijburg@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-17-37424 [ INT-17-12865
Afdeling Gebiedsteams
Onderwerp
Ontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf)
Portefeuille Ruimtelijke ordening
DB lid Thijs Reuten
Gebied Oostelijk Havengebied
Datum DB 5 december 2017
Datum AB voorbereidend 19 december 2017
Datum AB besluitvormend 16 januari 2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Eva Bosman
06 14,21 7808
[email protected]
| | | I | | I | | | | | | Pagina1 van6
*ZO0OO0OS5ES8S 55588
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4
(Cruguiuswerf), met plan ID NL.IMRO.0363.M1703BPSTD-OWo1;
2. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Cruquius Deelgebied 4
(Cruguiuswerf);
3. het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) en het
ontwerpbesluit hogere waarden voor te leggen aan het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie van stadsdeel Oost;
4. het algemeen bestuur voor te stellen om de wethouder Ruimtelijke Ordening te
adviseren het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4, (Cruguiuswerf) en
het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4
(Cruguiuswerf), met plan ID NL.IMRO.0363.M1703BPSTD-OWo1;
2. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Cruguius Deelgebied 4;
3. de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbestemmingsplan
Cruguius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) en het ontwerpbesluit hogere waarden ter
inzage te leggen.
4. indien op het ontwerpbestemmingsplan geen zienswijzen worden ontvangen, bij
de vaststelling van het bestemmingsplan af te zien van advies.
Ondertekening
burgemeester en wethouders,
namens hen,
het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van6
Bevoegdheid
Bij B&W-besluit van 4 november 2014 is besloten de verantwoordelijk wethouder te
machtigen inzake het vrijgeven van ontwerpbestemmingsplannen inclusief
samenhangende ontwerpbesluiten voor terinzagelegging. In dit besluit zijn enkele situaties
uitgezonderd van voornoemde machtiging (artikel 3). Deze situaties zijn beoordeeld en in
casu niet aan de orde alsmede is er geen aanleiding om u te adviseren geen gebruikte
maken van voornoemde machtiging.
De werkwijze, zoals beschreven in het ‘Procesvoorstel bestemmingsplannen stadsdeel
Oost’ als ‘de reguliere weg’ wordt gevolgd.
Bestuurlijke achtergrond
Op 17 januari heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost
(AB-Oost) het 'initiatiefdocument Cruguiuswerf’ vastgesteld. Daarmee heeft AB-Oost de
uitgangspunten vastgesteld voor de voorgenomen ontwikkeling. Het initiatiefdocument is
als bijlage toegevoegd aan het bestemmingsplan.
De gewenste herontwikkeling voorziet in woningbouw en is niet passend binnen de
geldende bestemmingsplannen ‘Cruguius' en ‘Eerste herziening Cruguius’. De ontwikkeling
wordt mogelijk gemaakt met voorliggend bestemmingsplan.
Het voorontwerpbestemmingsplan is op 28 juli 2017 door het DB vrijgegeven voor wettelijk
vooroverleg. Gedurende deze termijn zijn twee reacties van vooroverlegpartners
ontvangen van Rijkswaterstaat en de Provincie Noord-Holland. Deze reacties hebben geleid
tot enkele aanpassingen aan de toelichting daarnaast zijn enkele ambtshalve wijzigingen
verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Op basis van dit aangepaste voorstel is nu het
ontwerpbestemmingsplan voor deze transformatie gereed voor vrijgave voor ter inzage
legging.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
Door in te stemmen met het ontwerpbestemmingplan Cruquius Deelgebied 4
(Cruguiuswerf) en met de vrijgave hiervan, wordt de wettelijke procedure van dit
bestemmingsplan gestart.
Argumenten
1. De uitgangspunten van het initiatiefdocument zijn verwerkt in het
ontwerpbestemmingsplan.
2. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van de kavel aan Cruquiusweg
114-120 en Nieuwevaartweg 5 mogelijk.
Met het ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf) wordt een
ruimtelijke initiatief van 305 woningen en 2.530 m2 bedrijvigheid mogelijk gemaakt. Het
betreft de locatie Cruguiuswerf aan de Cruguiusweg 114-120 en Nieuwevaartweg 5.
Cruquius deelgebied 4 is een uitwerking van de ambitie, de spelregels en spelregelkaart
Cruguiusweg e.o. vastgesteld op 19 janvari 2012, het Initiatiefdocument vastgesteld op 17
januari 2017 en de Structuurvisie.
Het voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met de stedelijke kaders
opgesteld en vormt geen strijd met provinciaal - dan wel rijksbeleid.
Pagina 3 van 6
Programma
In de toelichting van het bestemmingsplan en de samenwerkingsovereenkomst zijn
afspraken vastgelegd over de betaalbaarheid van de woningen, waarbij het uitgangspunt is
dat het totaal aantal vierkante meters (4.516 m?) aan kleine (betaalbare) koopwoningen,
Friendswoningen en middensegment huurwoningen niet mag afnemen. Deze
ontwikkellocatie ligt in een projectgebied in uitvoering met een lopende grondexploitatie.
De afspraken met betrekking tot 40-40-20 zijn derhalve niet van toepassing.
woningen
Koopwoningen
Markthuurwoningen
huurwoningen
De bedrijvigheid die wordt mogelijk gemaakt bestaat uit: creatieve bedrijvigheid, bedrijven
die gecombineerd kunnen worden met wonen volgens de functiemengingslijst,
dienstverlening, ondergeschikte detailhandel en horeca categorie 1 (max. „00 m?).
Stedenbouw
Het Cruguiusgebied ontwikkelt kavelgewijs, waarbij iedere kavel zijn eigen identiteit krijgt.
Er is nader gezocht naar samenhang in het stedenbouwkundige ontwerp qua detaillering
van bijvoorbeeld balkons aan de Cruguiusweg en de kade. Hierbij zijn in het
bestemmingsplan nadere regels opgenomen over het gewenste eindbeeld van het gehele
gebied. Er wordt ingezet op een kwalitatief, hoogwaardige binnenterrein met ruime
balkons en speelse groene ruimte waarin privaat en privé in elkaar overgaan. De kade
wordt openbaar en ingericht als boulevard.
Ontwerpbesluit hogere waarden
De ontwikkeling vindt plaats op een gezoneerd industrieterrein. Met dit bestemmingsplan
wordt voor het plangebied het industrieterrein gedezoneerd. Dit betekent dat het
plangebied geen deel meer vitmaakt van het industrieterrein. De geluidszone die om een
industrieterrein ligt, komt nu over het plangebied te liggen. Hiervoor worden hogere
waarden vastgesteld. De geluidszone wordt als gevolg van deze ontwikkeling niet
aangepast, dit zal op een later moment plaatsvinden.
De Cruquiusweg is vooralsnog een 5okm/u weg, ook hiervoor moeten hogere waarden
worden vastgesteld. In het bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt hiervan af te wijken
op het moment dat de weg een 30 km/u weg wordt.
Het ontwerpbestemmingsplan en ontwerpbesluit hogere waarden is in de adviescommissie
TAVGA (Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluid Amsterdam) besproken, de opmerkingen
zijn in het bestemmingsplan verwerkt. TAVGA is akkoord.
Wanneer er geen zienswijzen zijn, is nogmaals adviseren niet noodzakelijk
Pagina 4 van 6
Dit bestemmingsplan is opgesteld conform het principe besluit van het AB van 17 januari
2017. Het ontwerpbestemmingplan wordt door de wethouder RO (namens het college van
B&W) ter inzage gelegd voor een periode van zes weken waarbinnen een ieder een
zienswijze kan indienen. Indien er geen zienswijzen zijn, zal het niet nogmaals worden
voorgelegd aan het AB. Dit om onnodige vertraging in de vaststelling van het
bestemmingsplan te voorkomen.
Kanttekeningen
N.v.t.
Risico's / Neveneffecten
Ondanks dat de buurt is geconsulteerd over het plan, kan het bestemmingplan leiden tot
zienswijzen.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige Afdeling Verkeer en Openbare Ruimte
TAVGA akoestisch onderzoek en besluit hogere waarden: akkoord.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? nee
Indien ja, dekking aanwezig? n.v.t.
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting
Voorlichting en communicatie
Publicatie vindt plaats op de gebruikelijke, wettelijke bepaalde wijze in de Staatscourant, op
de bekendmakingen site van Amsterdam en op www.ruimtelijkeplannen.nl.
Tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan wordt er bewonersavond
georganiseerd.
Uitkomsten inspraak
Het voorontwerpbestemmingplan is voor vooroverleg voorgelegd aan de diverse
overlegpartners, de opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Voorafgaand aan de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan is op 6 april 2016
een consultatieavond georganiseerd voor de buurt. Voor deze avond zijn bedrijven en
betrokkenen van het Cruguiuswerkgebied vitgenodigd. Initiatiefnemers hebben gekozen
om de omgeving te betrekken in het voortraject, met als doel de omgeving vroeg te
informeren en om informatie op te halen bij de omgeving. De buurtconsultatie heeft geleid
tot het voorliggende bestemmingsplan.
Pagina 5 van 6
Geheimhouding
N.v.t.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd Ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf):
e Toelichting
e Regels
e Verbeelding
e Bijlagen
Ter inzage gelegd Ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf)
Ontwerpbesluit hogere waarden Cruquius deelgebied 4 (Cruguiuswerf)
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Justus Vermeulen Thijs Reuten
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 6 van 6
| Besluit | 6 | train |
AGENDA (concept)
Raadscommissie SOCIALE ZAKEN
Datum: Dinsdag 7 januari 2014
Aanvang: 20.00 uur
Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. [Onderwerp _____________________\Nadereinfo
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 3 december 2013 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. |Onderwerp ________________________\Nadereinfo |Regnr.
Programma onderwijshuisvesting 2013 6175
Blok C Algemeen
‚Nr. [Onderwerp
8. [Rondvraag
9. {Sting
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering
zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en
commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen.
www.noord.amsterdam.nl/deelraad
| Agenda | 1 | train |
Onderwerp: FW: BDA2016/3488 Raadsadres GEE inz huurbeleid
Van: GD
Verzonden: vrijdag 6 mei 2016 05:32
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Formulier raadsadres
x Gemeente
x® Amsterdam
Amsterdam.nl
Formulier raadsadres
Naam
ed
E-mail
Adres
CD
Postcode
am
Plaats
Amsterdam
Telefoon
ED
Uw bericht
Geachte raadsleden,
Deze brief schrijf ik omdat ik nogal bezorgd ben over het huurbeleid.
Mijn familie is al vanaf het jaar 1600 woonachtig in Amsterdam.
Nu anno 2016 word ik door de nieuwe Amsterdammers verjaagd.
Mijn vrouw en ik hebben een gewone baan en hebben een modaal inkomen.
Daar heb ik toch geen kwaad mee gedaan?
Maar toch wel. Ik hoor er niet bij. Wij zijn scheef woners.
Wij hebben niet genoeg geld om een huis in Amsterdam te kopen en ook niet
voor een huis in de vrij sector. Nu wordt mijn huur steeds verhoogt. Nadat ik
1
een brief aan de woningbouw corporatie "eigenhaard" had gestuurd, werd mij
letterlijk gezegd dat mijn kale huur naar de Eu 900,- gaat. Elke jaar word mijn
huur iets verhoogd totdat ik op dat bedrag zit.
Ik ben hierdoor vreselijk geschrokken.
Daarna kwam de boosheid. Wij werken hard voor ons geld maar mogen er niets
aan overhouden. Ik moet mijn stad uit omdat mensen van buiten met een
grotere beurs meer voor de woningen in Amsterdam kunnen neer tellen.
Nu zitten er meer oneerlijkheden aan deze scheef-woners maatregel.
- De huurders betalen eenzijdige belasting voor de woningnood. Van de
inkomsten op de huurverhoging worden in de buitenwijken sociale huur
woningen gebouwd. Kopers krijgen hypotheekrente aftrek en een lage rente.
Kopers hebben een woning met zekere waarde . Huurders hebben niets . De
woning is niet van hen, worden niet beschermd tegen speculatie op de woning
markt. Kunnen niet investeren zoals in zonnepanelen of het onderhuren etc.
Ook is het niet eerlijk dat de belasting dienst enkel gegevens van huurders
vrijgeeft aan verhuurders.
Woning eigenaren hebben commerciële belangen.
Stel je nu eens voor dat je bij de bakker komt die op de hoogte is van jou
inkomen en bepaalt dat je alleen maar broden van E4,- mag kopen.
Nu hebben we net de onze vrijheid gevierd maar dit
soort situaties kom je alleen tegen in communistische dictaturen.
Maar nu over mij zelf . Ik weet me geen raad.
Ik wil niet verhuizen omdat:
- mijn schoonouders en moeder in mijn buurt wonen die al erg oud zijn .
- Mijn zoon in de buurt op school zit.
- Wij ons werk in de stad hebben.
- Wij emotioneel aan onze omgeving gebonden zijn.
Ik kan in Amsterdams niet kopen omdat ik daar te weinig voor verdien.
bezuinigen zodat ik dehuur kan opvangen.
- Ik heb geen auto
-Ik heb een telefoon abonnement van 8,-
- Ik heb blok verwarming maar verwarm mijn huis elektrisch. dat bespaart mij
wel wat geld.
Ik heb aandelen in een wind molen .
Maar verder kan ik niets besparen.
Het enige wat ik kan doen is stoppen met werken om in mijn huis te kunnen
blijven wonen.
U kunt wel begrijpen dat deze maatregel een hoop onrust brengt.
Ik heb mij voorgenomen om op te staan voor mijn rechten als huurder. Sinds
de coöperaties corporaties zijn geworden is er een hoop veranderd.
Scheef woners zijn niet de enige huurders die in de knel zitten. Dat zijn ook de
flex woners. Er worden zo vrouwen met kinderen op straat gezet. Ik voorspel
dat als het beleid t.a.v. de bescherming huurders niet veranderd dit heel veel
onrust in Amsterdam zal geven.
Ik zelf doe veel in de buurt. Ik zit bij de bewonerscommissie, Houd mijn trap en
buurt netjes. Onderhoud een gevel tuin met mijn Marokkaanse buurkinderen.
En ben voor vele een verbindende factor . Ik krijg hier steeds minder zin in.
Mijn juppen buren doen de trap nooit. En ik word gezien als een huurder die
hier niet thuis hoort . Ik zat laatst te kijken naar woningen. In Utrecht stond
een huis te koop van een halve ton. Dat zou ik kunnen opbrengen en mijn oude
dagen daar te slijten. Maar wat moet je als Amsterdammer in een buitenwijk
van Utrecht.
Waarom moet ik weg? Wat heb ik verkeert gedaan?
2
waarom zijn de meeste politieke partijen voor dit beleid?
Ik weet dat dit een landelijk beleid is en dat de gemeente hier niets aan kan
doen.
Maar vooral de stad Amsterdam krijgt hier wel het meest me te maken omdat
nergens de huisprijzen zo snel stijgen als hier. Ik wil hiermee de situatie
duidelijk maken en een signaal afgeven.
Ik hoop natuurlijk wel dat er iets aangedaan kan worden.
3
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 237
Datum indiening 9 januari 2019
Datum akkoord 28 februari 2019
Publicatiedatum 1 maart 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Jong inzake het Tarievenbesluit
Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Per 1 januari 2019 geldt het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke
Zwembaden 2019. De nieuwe tarieven zijn vastgesteld door de directie Sport en Bos
op basis van de Wet Markt en Overheid, Sportvisie Amsterdam 2025 en de Agenda
Zwembaden 2025 voor de zwembaden in gemeentelijk beheer: het Noorderparkbad,
Zuiderbad, Brediusbad, Flevobarkbad en De Mirandabad. Uitgangspunt bij het
vaststellen van nieuwe tarieven was uniformering van de tarieven en verhoging van
de kostendekkendheid.
De nieuwe tarieven betekenen in verschillende gemeentelijke zwembaden een forse
verhoging. Zo is er in sommige gevallen sprake van meer dan een verdubbeling voor
een losse entreekaart of een abonnement. Tegelijkertijd zijn ook de nieuwe tarieven
niet uniform voor alle zwembaden in gemeentelijk beheer. De nieuwe tarieven hebben
bij verschillende Amsterdammers tot verbazing geleid.
Gezien het vorenstaande heeft het lid De Jong, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Klopt het dat de vaststelling van de tarieven voor zwembaden belegd is bij de
directeur Sport en Bos”?
Antwoord:
Dit klopt. De directeur Sport en Bos is op grond van het Bevoegdhedenbesluit
(bijlage 1 onder B eerste lid onder b) gemandateerd/gevolmachtigd om namens
het College te besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke
rechtshandelingen.
2. Heeft het college voorzien dat het nieuwe tarievenbeleid voor zwembaden zou
leiden tot een dusdanige stijging, waarbij sommige entreeprijzen en
abonnementsvormen meer dan twee keer zo duur zijn geworden”?
Antwoord:
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer ar 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019
De entree prijzen die verdubbeld zijn waren zo laag dat dit niet langer houdbaar
was. Het gaat dan om het jeugdtarief in het Brediusbad dat met €1,80 extreem
laag was. Jeugd uit gezinnen met zeer lage inkomens kan via stadspas één keer
per week voor € 1,-- zwemmen. Dat is zelfs nog goedkoper dan voorheen.
Daarnaast is voor het dalurenkaartje in het Flevoparkbad de stijging groot. (van €
1,65 naar €3,60)
3. Heeft het college overwogen om de tarieven gefaseerd te laten verhogen?
Antwoord:
Deze overweging is gemaakt maar hiervoor is niet gekozen omdat de
tariefverhoging voor de meeste producten/doelgroepen te gering is voor een
gefaseerde invoering. Bovendien zijn er voor mensen met een laag inkomen,
voor wie de tarieven te hoog zijn, kortingsregelingen zoals de Stadspas met
groene stip en het Jeugdfonds Sport.
4. Hoe ziet de berekening van kostendekkendheid en benodigde tarieven eruit?
Kan het college naast de uitleg zoals verwoord in het Tarievenbesluit
Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019 (p. 5) ook de berekening laten
zien hoe door de invoering van de nieuwe tarieven kan het totale
dekkingspercentage van de vijf zwembaden met een kleine 6% stijgt naar ruim
64%?
Antwoord:
Zoals opgenomen in de uitleg van het Tarievenbesluit zijn we uitgegaan van de
kosten van 2016 voor alle vijf de zwembaden voor het jaar 2019. De prognose
van de opbrengsten voor 2019 is gebaseerd op de opbrengsten van 2016. Deze
zijn vermeerderd met de voorgestelde tariefsverhogingen. Op basis daarvan is de
inschatting dat de meeropbrengsten ongeveer € 447.600 bedragen voor de vijf
zwembaden. De dekkingspercentages in onderstaande tabel berekend. Dit is een
dekkingspercentage exclusief kapitaallasten.
S&B (5 zwembaden) 2016 Indicatie 2019
Opbrengsten € 4.252.354 € 4.700.000
Kosten (exclusief £ 7.285.515 £ 7.285.515
kapitaallasten)
5. Waarom zijn de prijzen niet uniform voor alle vijf zwembaden in gemeentelijk
beheer, maar is bijvoorbeeld de entreeprijs voor zwemmen (los kaartje zonder
korting) bij het De Mirandabad € 5,15 en bij de andere vier baden die in
exploitatie/beheer bij de directie Sport en Bos zijn € 4,60?
Antwoord:
Eén van de uitgangspunten voor het nieuwe tarievenbesluit is om hetzelfde tarief
te hanteren voor exact hetzelfde product. Dit geldt voor een los kaartje in vier van
de vijf zwembaden.
Het vijfde zwembad dat een hoger tarief vraagt is het De Mirandabad, omdat het
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng daz Gemeenteblad
Datum 4 maart 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019
subtropische golfslagbad veel meer biedt voor een los kaartje dan de overige vier
zwembaden.
6. Waarom staan in het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden
2019, dat betrekking heeft op alle zwembaden in eigendom van de gemeente
Amsterdam of in erfpacht, alleen de tarieven voor de zwembaden waar de directie
Sport en Bos de exploitatie of het beheer doet?
Antwoord:
Omdat over de tarieven in de vijf zwembaden in extern beheer eerst overleg
gevoerd met worden met de externe beheerorganisaties Sportfondsen Nederland,
Optiesport en SpACGe. Deze organisaties gaan over hun eigen bedrijfsvoering en
overeenstemming over het voeren van nieuwe gelijke tarieven kost veel tijd voor
interne afstemming en externe afstemming en communicatie met bezoekers. De
verwachting is dat hierover in 2019 met alle partijen overeenstemming wordt
bereikt. De externe beheerorganisaties hebben wel laten weten zich volledig te
kunnen vinden in de uitgangspunten van het tarievenbesluit.
7. In het Tarievenbesluit 2019 staat dat een jaar later implementatie plaatsvindt voor
de vijf extern geëxploiteerde zwembaden, zodat vanaf 1 januari 2020 alle
gemeentelijke zwembaden gelijke basistarieven hanteren (p. 9). Wat zijn de
huidige tarieven bij de zwembaden waar de exploitatie door een andere partij
wordt gedaan (Sportfondsenbad Oost, Sportplaza Mercator, Sloterparkbad,
Bijlmersportcentrum, Marnixbad)”?
Antwoord:
Voor een los kaartje recreatiezwemmen worden de volgende tarieven
gehanteerd:
Sportfondsenbad Oost - € 5,10
Sportplaza Mercator € 5,90
Sloterparkbad - € 5,05
Bijlmersportcentrum - € 4,60
Marnixbad - € 5,10
Voor de overige tarieven verwijs ik naar de websites op internet.
8. Waarom is de implementatie van nieuwe tarieven daar dat een jaar later?
Worden de tarieven dan uniform, of is dat nog afhankelijk van prijsafspraken?
Antwoord:
Zie antwoord vraag 6.
Het doel is om afspraken te maken over de volgende uitgangspunten:
- Voor verenigings- en maatschappelijk wenselijke programma's wordt een gelijk
verenigingstarief gerekend.
- Indien sprake is van dezelfde producten worden zoveel mogelijk gelijke tarieven
aangehouden waardoor het in de toekomst mogelijk is om - naar voorbeeld van
de museumkaart of Cinevillepas - een Amsterdamse Zwempas in te voeren. Deze
zwempas is een abonnement, waarmee je in elk gemeentelijk zwembad in
Amsterdam recreatief kunt zwemmen. Zodra prijsafspraken met de externe
beheerorganisaties zij gemaakt kan worden gestart met de invoering van de
Amsterdamse Zwempas.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nmmer ar 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019
9. Welk tarief gaat dan gelden in de extern geëxploiteerde zwembaden; het lagere
tarief zoals in het Noorderparkbad, Zuiderbad, Brediusbad, Flevobarkbad, of
het hogere tarief zoals in De Mirandabad?
Antwoord:
Uitgangspunt is een gelijk tarief voor hetzelfde product. Het aanbod van het De
Mirandabad biedt met het subtropische golfslagbad een uniek product ten
opzichte van de overige negen zwembaden. Om deze reden wordt als
uitgangspunt het lagere tarief vanj het Noorderparkbad en het Zuiderbad
gehanteerd.
10. Op welke wijze zijn Amsterdammers geïnformeerd over de nieuwe tarieven”?
Antwoord:
Eind november/ begin december zijn alle huidige gebruikers geïnformeerd over
de nieuwe tarieven. Daarnaast is het bekend gemaakt op de gemeentelijke
website — afdeling zwembaden.
11. Is het college bereid te monitoren wat de gevolgen zijn van de tariefstijgingen
voor de bezoekersaantallen aan de gemeentelijke zwembaden, voor zowel
verenigingszwemmen als individueel zwemmen? (a) En bent u bereid inzichtelijk
te maken wat de gevolgen zijn voor de toegankelijkheid van de Amsterdamse
zwemverenigingen? (b.)
Antwoord:
a. Ditis te leveren als rapportage per kwartaal.
b. De tariefsverhoging voor verenigingen is ten opzichte van de oude
tarieven (2017) gering (max. € 90,--/jaar per uur). Bij gebruik door 40
leden per trainingsuur, betekent dat een contributieverhoging van nog
geen € 3,-- /jaar/lid.
12. Zo ja, kan het college elk half jaar een rapportage over het zwembadbezoek en
verenigingszwemmen aan de raad doen toekomen?
Antwoord:
Dat is mogelijk.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 694
Datum akkoord college van b&w van 14 juni 2016
Publicatiedatum 14 juni 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 4 mei 2016 inzake de
waanzinnige beloningen bij woningcorporatie Ymere.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Recentelijk heeft woningcorporatie Ymere haar jaarverslag gepubliceerd. Daarin staat
zoals altijd ook vermeld wat de directie van de woningcorporatie verdient. Zo blijkt dat
de heer Bosveld met 288.000 euro per jaar nog steeds fors boven de Wet Normering
Topinkomens (WNT) verdient ondanks dat het stadsbestuur zich hier al negatief over
heeft uitgelaten.’ Ook valt te lezen dat de andere directeur de hoogst mogelijke
beloning van 230.000 euro per jaar ontvangt. Dit hoge bedrag is mogelijk gemaakt
omdat na politiek geruzie in Den Haag over de zorgverzekeringswet ook een wet over
de normering van topinkomens bij zorginstellingen en corporatiedirecteuren
vertraging opliep.”
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge op 4 mei 2016, namens de fractie van
de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Wat vindt het college ervan dat de directie van Ymere gebruikmaakt van de
landelijke uitzondering voor de salarissen van directeuren van corporaties om hun
salaris te matigen volgens de nieuwe WNT? Vindt het college dit gepast? Is het
college het met de fractie van de SP eens dat het goed zou zijn als de salarissen
zo snel mogelijk onder de nieuwe wnt moeten worden gebracht?
Antwoord:
Het college vindt het niet wenselijk dat corporatiebestuurders een salaris hebben
boven de zogenaamde Wet Normering Topinkomens (WNT) voor
topfunctionarissen in de publieke- en semipublieke sector noch dat er
vertrekpremies worden uitgekeerd die niet conform de Wet Normering
Topinkomens zijn. Het college is van mening dat het zittende
corporatiebestuurders met een hoger inkomen dan de nieuwe norm, zou sieren
om hun salaris te matigen op de nieuwe norm die nu geldt in de semipublieke
sector.
1 Onder meer in antwoord op schriftelijke vragen van de SP in 2015
http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi-
bin/showdoc.cgi/action=view/id=271471/De heer Flentge SP over de doorbetalingen en ontsl
agvergoedingen bij Ymere.pdf
http://www volkskrant.nl/economie/plasterk-stemt-in-met-uitstel-wet-topinkomens-a3826658/
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing lou Gemeenteblad
Datum 14 juni 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 4 mei 2016
Toelichting door vragensteller:
Eind 2014 nam de heer De Jong afscheid bij Ymere als directeur. Zo is op internet
nog een afscheidsspeech over hem terug te lezen, gedateerd op december 2014.
Toch staat in het jaarverslag van Ymere dat hij nog een jaar lang door betaald is voor
in totaal 228.000 omdat hij in dienst zou zijn geweest als ‘directeur maatschappelijke
projecten’.
2. Wat vindt het college ervan dat iemand na zijn afscheidsreceptie nog een jaar
lang wordt doorbetaald?
3. Kan het college bevestigen dat de heer De Jong als ‘directeur maatschappelijke
projecten’ daadwerkelijk werk heeft verricht voor de huurders van Ymere? Zo ja,
was een salaris van 228.000 euro daarvoor passend? Zo nee, welke conclusies
verbindt het college daaraan?
Antwoord vragen 2 en 3:
Bij Ymere is nagegaan hoe de bezoldiging tot stand is gekomen en welke
werkzaamheden zijn verricht. Ymere geeft hierover aan dat de heer De Jong in
2015 geen onderdeel meer uitmaakte van de statutaire directie, maar tot 31-12-
2015 in dienst van Ymere was als Directeur Maatschappelijke Projecten. De
voortzetting van zijn werkzaamheden was volgens Ymere omwille van zijn
specifieke deskundigheid efficiënter dan deze over te dragen.
Het college heeft kennisgenomen van de hoogte van honorering en constateert
dat zij niet in de positie is om wijzigingen aan te brengen in de gerapporteerde
situatie.
Toelichting door vragensteller:
Uit het jaarverslag blijkt dat Ymere in 2015 afscheid nam van een directeur
projectontwikkeling, en daarbij een ontslagpremie betaalde van 495.00 euro.
4. Wat vindt het college ervan dat een medewerker van een woningcorporatie, die
als doel heeft betaalbare huisvesting te organiseren voor mensen met een laag-
of middeninkomen, een half miljoen euro meekrijgt als ontslagpremie? Mag dit
volgens de WNT? Zo ja, wat zegt dat volgens u over de WNT? Zo nee, kan het
bedrag worden teruggevorderd?
Antwoord:
Bij Ymere is nagegaan hoe de uitkering wegens beëindiging dienstverband tot
stand is gekomen. Ymere geeft hierover aan dat in verband met een
doorgevoerde reorganisatie in de jaren 2013-2015 de arbeidsplek van betreffende
functionaris is vervallen. Aan de functionaris is een vergoeding voor beëindiging
van het dienstverband uitgekeerd op basis van een met de vakbonden
overeengekomen sociaal plan. De lengte van het dienstverband heeft, mede, de
hoogte van de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband bepaald. De
WNT is niet van toepassing omdat de desbetreffende functionaris geen
topfunctionaris was in de zin van de WNT. Zie verder het antwoord op vraag 1.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng lou Gemeenteblad
ummer = su .
Datum 14 juni 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 4 mei 2016
5. Is het college bereid, opnieuw, bij Ymere duidelijk te maken dat het onwenselijk is
dat (voormalig) directeuren bij Ymere enorme bedragen verdienen, terwijl de
sociale woningvoorraad in Amsterdam onder druk staat, terwijl er veel huurders
zijn die met moeite de hoge huren kunnen betalen, en terwijl er nog steeds veel
huurders zijn die wonen in een huis waar sprake is van achterstallig onderhoud?
Antwoord:
Het college heeft contact opgenomen met Ymere en uitleg gevraagd. De uitleg
van Ymere vormt de basis van de beantwoording van de onder 2,3 en 4 gestelde
vragen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
DS Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 752
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AS
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Duijndam, Poot, Glaubitz, Groen, De Heer, Shahsavari-Jansen
en Van Soest inzake de verdeling van de exploitatievergunningen voor
de passagiersvaart 2020-2030 in het segment Bemand Groot (rondvaart)
(voorwaarden voor ingebruikname van vergunningen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de verdeling van de exploitatievergunningen voor
de passagiersvaart 2020-2030 in het segment Bemand Groot (rondvaart)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 684).
Overwegende dat:
— het van belang is dat toegekende vergunningen daadwerkelijk in gebruik
genomen worden.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
een bindende verplichting in het uitgifteregelement op te nemen voor het in gebruik
nemen van de vergunningen(en) conform de ingediende aanvraag of aanvragen en
aan te geven welke sancties verbonden zijn aan het niet in gebruik nemen van
de vergunning.
De leden van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
M.C.G. Poot
B. Glaubitz
R.J. Groen
A.C. de Heer
M.D. Shahsavari-Jansen
W. van Soest
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 891
Publicatiedatum 11 oktober 2013
Ingekomen op 10 oktober 2013
Ingekomen in raadscommissie WPA
Te behandelen op 6/7 november 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014
(voorkom verdringing op de arbeidsmarkt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— in sommige gevallen uitkeringsgerechtigden baat kunnen hebben bij het opdoen
van werkervaring;
— deze werkervaring voor uitkeringsgerechtigden nooit ten koste mag gaan van
reguliere banen en geen nieuwe werkloosheid mag creëren;
— de wet (artikel 10a van de WWB) kaders biedt voor de inzet van
participatieplaatsen;
— _er moet sprake zijn van een additionele functie: een speciaal gecreëerde functie
of een al bestaande functie die een bijstandsgerechtigde alleen met speciale
begeleiding kan verrichten,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
ervoor te zorgen dat het activeren van arbeidsparticipatie via werken met behoud van
uitkering nooit tot verdringing van gewone arbeid mag leiden.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 877
Datum akkoord 18 juli 2017
Publicatiedatum 19 juli 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 16 juni 2017 inzake
ecologisch groenbeheer.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de Agenda Groen geeft de gemeente aan 50% van het openbare groen ecologisch
en insectvriendelijk te beheren. Want, zo stelt de Agenda Groen: Een rijke en divers
samengestelde insectenstand zorgt voor een grote diversiteit aan grotere dieren en is
dus bepalend voor de biodiversiteit. De inrichting en het (maai-)beheer van openbaar
groen moet gericht zijn op het vergroten van de insectenstand.
Het college geeft in antwoorden op technische vragen van de Partij voor de Dieren
aan dat het volledig ecologisch beheren van het groen in de stad niet mogelijk is
zonder het ontwerp of behorende functies te veranderen. Alles binnen de Ecologische
Structuur Amsterdam wordt al wel 100% ecologisch beheerd. De Partij voor de Dieren
is benieuwd op welke manier er ook zoveel mogelijk groen buiten de ecologische
structuur 100% ecologisch en insectvriendelijk beheerd kan worden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Kan het college een overzicht opstellen waarbij er specifiek per locatie wordt
aangegeven waarom er niet volledig ecologisch beheerd kan worden?
Antwoord:
Op dit moment wordt er gewerkt aan het maken van een overzicht van de
openbare groengebieden buiten de Amsterdamse Ecologische Structuur (AES)
die geschikt zijn om ecologisch/ insectvriendelijk te gaan beheren. Mochten er
(delen van deze) gebieden niet geschikt zijn om insectvriendelijk te beheren dan
zal dit worden aangegeven met de reden. Een reden kan bijvoorbeeld zijn
verkeersveiligheid. Dit overzicht wordt aan u toegestuurd in het 1° kwartaal van
2018.
1 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/agenda-groen/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Áo ui 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 juni 2017
Toelichting door vragensteller:
De Partij voor de Dieren heeft signalen ontvangen dat begin februari 2017 bladeren
rondom bomen werden weggehaald samen met al het opkomende andere gewas.
Begin februari 2017 zijn verschillende diersoorten nog in winterslaap en is het
bovendien lastig voor vrij levende dieren om voldoende voedsel te vinden.
2. Kan het college een overzicht geven van plekken in de openbare ruimte, anders
dan grasvelden, waar bladeren gedurende de winterslaapperiode worden
verwijderd met vermelding van de redenen hiervan?
Antwoord:
Op dit ogenblik bestaat er geen stadsbreed overzicht van redenen en locaties
(anders dan grasvelden) waar blad wordt geruimd gedurende de winterperiode.
Wij zullen deze informatie ophalen bij de stadsdelen. Dit overzicht wordt aan u
toegestuurd in het 4° kwartaal van 2017. Bij het ophalen van de informatie zal
benadrukt worden dat het laten liggen van blad op geschikte locaties van grote
betekenis is voor de biodiversiteit in de stad en onderdeel is van het uitvoeren van
de Agenda Groen.
3. Worden ecologen betrokken bij de opdrachten om bladeren te verwijderen en
de implicaties hiervan?
Antwoord:
Bij het ophalen van de informatie voor het beantwoorden van vraag 2 zal ook
duidelijk worden welke expertise er betrokken wordt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
XX Gemeente
Amsterdam
Zuidoost
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Datum : donderdag 19 december 2019
Aanvang : 19.00 UUr
Locatie : Vergaderzaal stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150
Voorzitter : Wim van der Kamp
Secretaris : Pilar Torres Barrera
Agenda
1. Opening en vaststellen agenda 19.00
2. Mededelingen 19.05
3. (concept) Besluitenlijst overlegvergadering SDC 28 november 2019 19.10
4. Ingekomen stukken 19.15
5. Bewoners aan het woord 19.20
Bespreekpunten
6. Adviezen
gevraagd
a. Agenda Taxi 2020 — 2025 (vaststellen) 19.30
b. Toekomstscenario's markten 2026 (bespreken) 19.50
c. _Planvoorstel Gaasperplas (bespreken) 20.20
7. Verslag bijeenkomst input locatieprofielen evenementen (bespreken) 20.40
8. Rondvraag en sluiting 21.00
Ter kennisname:
Toezeggingenlijst SDC december 2019
| Agenda | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 720
Publicatiedatum 18 september 2013
Ingekomen onder H
Ingekomen op woensdag 11 september 2013
Behandeld op woensdag 11 september 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Bestuurs- en uitvoerings-
overeenkomst Gemeente Amsterdam - Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol-
Amsterdam-Almere (natuurcompensatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 2 juli 2013 tot verklaren in de gelegenheid te zijn gesteld wensen en
bedenkingen te uiten inzake de Bestuurs- en Uitvoeringsovereenkomst Gemeente
Amsterdam - Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere en tot
instemmen met de onttrekking van maximaal € 1,5 miljoen in de meerjarenraming van
de Algemene Reserve van het Vereveningsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr. 639);
Overwegende dat:
— een deel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ter hoogte van het
Amsterdamse Bos vernietigd wordt;
— er geen concrete afspraken zijn gemaakt omtrent compensatie van de EHS;
— de motivatie voor de omrekenfactor voor financiële compensatie van de EHS
zoals genoemd in de uitvoeringsovereenkomst ontbreekt;
— de toegepaste omrekenfactor voor de verloren EHS-natuurwaarden niet strookt
met het Provinciale EHS-compensatiebeleid als genoemd in de ‘Provinciale
Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’;
— het voorstel de compensatiegelden te storten in het Amsterdamse Bomenfonds
niet garandeert dat de gelden worden ingezet voor de kwantitatieve/kwalitatieve
verbetering van de EHS;
— het voorstel de compensatiegelden te storten in het Amsterdamse Bomenfonds
niet strookt met het Provinciale EHS-compensatiebeleid;
— er uit de stukken niet blijkt dat er rekening is gehouden met het wettelijk kader
van de Flora- en faunawet;
— een eventuele compensatie in het kader van de Flora- en faunawet onderdeel
moet zijn van de betreffende overeenkomst;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 720 Moti
Datum 18 september 2013 Ie
— de Partij voor de Dieren het belang van de EHS op zowel gemeentelijk als
landelijk niveau, zoals dat ook door het Rijk erkend is, onderschrijft en dat de
bescherming van de EHS moet worden gewaarborgd om verarming van de EHS
te voorkomen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— nader onderzoek te verrichten naar de manier waarop de natuurcompensatie
in de uitvoeringsovereenkomst tot stand is gekomen en welke onderdelen al
dan niet ontbreken, waarbij in het bijzonder wordt gelet op het
compensatieplan voor de EHS en het kader van de Flora- en faunawet;
— de uitkomst van dit onderzoek terug te koppelen naar de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
2x Camaanta
Na Se INNS Sol LSe
Amsterdam
D West
Datum Dinsdag 24 september 2019 1945-2300
Locatie Grote zaal, Stadsdeelkantoor, Bos en Lommerplein 250.
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 020 253 0050
E-mail [email protected]
Internet www.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen.
19.45 - 20.00 Opening, agenda vaststellen, mededelingen
20.00 - 20.30 Bewoners aan het woord
-_ Meneer van der Linden
Onderwerp: vergunning voor de sportschool VosGym in de Van
Slingelandstraat
-_ Mevrouw Gorter
Onderwerp: de huidige situatie van de Speelgoedbank in de
Kolenkitbuurt
20.30 - 21.00 DB: Uitvoeringsprogramma Wabo 2019-2020
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
(MH)
21.00 - 21.45 DB: Focus opgave gebiedsplannen 2020, en hoe te
participeren?
21.45 - 22.15 DB: Milieuzone voor personenvervoer (|B)
22.15-22.45 DB: Veiligheidsplan 2019 - 2022, Stadsdeel West
(FU)
22.45 - 22.55 DB: Adviesaanvraag voorontwerp bestemmingsplan
Food Center
Amsterdam FCA (MH)
22.55 - 23.00 Rondvraag
Afsluiting
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1468
Publicatiedatum 27 september 2019
Ingekomen onder G
Ingekomen op donderdag 19 september 2019
Behandeld op donderdag 19 september 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden A.L. Bakker, Naoum Néhmé, Boomsma, Kreuger en Van Soest
inzake het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci (participatie opnieuw)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1407).
Constaterende dat omwonenden onvoldoende mogelijkheden hebben gehad om te
participeren in de besluitvorming tot het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci,
Constaterende dat omwonden de indruk hebben dat in het participatietraject de
gemeente geen gesprekspartner is geweest, maar louter de projectontwikkelaar:;
Constaterende dat er ingrijpende wijzigingen in de plannen zijn toegepast buiten de
inspraak om.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het participatietraject voor de ontwikkeling van de Woontoren Fibonacci opnieuw te
doorlopen.
De leden van de gemeenteraad
A.L. Bakker
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
W. van Soest
1
| Motie | 1 | val |
X Gemeente
& Amsterdam
Hart-Advies KO
Patric Hartwig (V-Bedrijfsvoering
AE ___ oumegrozee
E: hartadvies201/@gmail.com O9 Geer
Stuk va AQ zy
Beh. Ambt:
Aan
Gemeenteraad Amsterdam Se he ‘Amsterdam, 22 oktober 2018
Postbus 202 "5e
100OAE Amsterdam etn
\in zake BVT-teams Nieuw West, antwoord op schriftelijke vragen nr 742 dd
13.09.2018
Voor de raadsgriffie :
(Het was niet mogelijk, bij het internetformulier voor een raadsadres alle bijlagen
upteladen, daarom stuur ik deze per post. En ik betoon, dat ik niet anoniem in de lijst
van de raadsadressen wil, maar met mijn volle naam en het bedrijfsnaam als
mogelijk. De bijlagen 2,3,4 en 5 graag kabinet, want het staan in de rapportages
autokentekens en in de mail van politie namen en interne contactgegevens
Raadsadres
Geachte burgemeester, beste Femke, en geachte gemeenteraad |
Mijn naam is Patric Hartwig, en jullie kennen mij als voorzitter van de
Daklozenvakbond. Maar verder ben ik ook een betrokken burger van het stadsdeel
Nieuw West, heb een adviesbedrijf (Hart — advies — in de moment ingehuurd van
G&O voor ontruiming buitenhekkers ADM), en als 2. beheerder van het Natuurgebied
“De Lange Bretten" (vrijwillig voor Landschap Noord Holland) heb ik zelf vaker met
het BVT-team samengewerkt. Ik ken de mensen, ik ken Implacement, en ik ken voor
allen nog heel veel burgers, die niet blij zijn over de gang van zaken ib. veiligheid in
Nieuw West en over het stopzetten van het buurtveiligheidsteam (verder BVT |
genoemd)
Marianne had (heel erg bedankt voor ) aan de 11 juli schriftelijke vragen gesteld
inzake BVT. De antwoorden worden in de dagmail van 13 september verzonden, ik |
heb het destijds over het hoofd gezien, daarom de laat reactie.
Het schijnt niet goed te gaan met de antwoorden op schriftelijke vragen i.b. de BVT in
Nieuw West. 3 maanden terug worden vragen beantwoord over de veiligheid op het
Sierplein, daarin word aangegeven dat een BVT team daar loopt. Daar is echter
nooit sprake van geweest, er heeft daar nog nooit een BVT gelopen! Ik heb de kans
genomen om in de commissie Algemene Zaken in te spreken.
En nu, bij deze antwoorden Nr 742 op de vragen van Marianne klopt ook alleen maar
|
|
seh '
de helft. En Implacerment word zo beschreven als wen zij hun werk niet adequaat en
professioneel doen… heel grote onzin wat in de tweede deel van de antwoord op |
vraag 2 staat: |
De BVT's in Nieuw-West zijn in 2015 stopgezet. Kort sarnengevat betrof het hier een
intensieve samenwerking tussen politie, woningcorporaties, toezichthouders van
Implacement en stadsdeel (handhaving en veiligheid) om de leefbaarheid en
veiligheid in een aantal gebieden te verbeteren. De samenwerking leverde
onvoldoende zichtbaar resultaat op. ….…( …) . Implacement verrichte hand- en
spandiensten voor politie en handhaving. Jongeren werden bijvoorbeeld ingezet als
verkeersregelaar of moesten bewoners aanspreken op (overlastgevend) gedrag. Met
name dat laatste bleek lastig. |
neen Daarom is het
contract met Implacement per 30 juni 2018 stopgezet.
Betreffende het antwoord van het college op vraag 2. werken zelfstandig en dienen
aangestuurd te worden en ingezet op de actuele ontwikkelingen op het gebeid van |
veiligheid en leefbaarheid. In deze dus door de veiligheidscoördinator. Dit ging altijd |
goed met de veiligheidscoördinator n …__… echter nadat deze naar |
OOV is gegaan heeft “dit overgenomen, Naast reguliere
werkzaamheden werden ze ook vaak op verzoek van de veiligheidscoördinator of
teammanager handhaving Nieuw-west ” ingezet met
een speciaal opdracht (bijv Delflandplein) of bijvoorbeeld ten ondersteuning van |
Landschap Noord Holland in de Lange Bretten, om dakloze en tenten helpen te |
ontruimen. Verder hebben zij ook elke jaar de dodenherdenking in Nieuw West |
beveiligd. ik weet niet op men deze werk hand hand-en spandienst kan noemen… |
Men kan de werk van de BVT niet als “hand en spandiensten van handhaving” |
interpreteren … de BVT’sDe studenten van de ROC Schagen hebben wel
overlastplegers aangesproken, maar nooit zonder en opleider in de buurt , Maar op
opleider of studenten, zij hebben ook alles signaleert en meegenomen, wat een
gevaarlijk situatie of een verwaarlozing van de buurt opleverde, als bijvoorbeeld
omgereden verkeersborden, losse stoeptegels, fietsenwrakken, vals geplaatst huis-of
grofvuil etc. Dat allemaal per MORA-melding voor directe oplossing, bij gevaarlijk
situaties ook direct aan de politie of de veiligheidscoordinatoor. |
En aan de eind van elke week is een rapportage (zie als bijlage drie |
voorbeelden ) na het stadsdeel (Veiligheidscoordinatoor (tot 2015,
7 „daarna Sj, de politie en de gebiedsmanager
gestuurd. (ik wil vragen de bijlagen van deze mail als kabinet te verklaren wegens
privacygevoeligheid)
Ik vraag mij nu wel af hoe komt het college erbij dat het ontbrak an adequate
terugkoppeling na het stadsdeel???2? Misschien had het stadsdeel niet goed kennis
genom-3-en van de berichten? ?
En begin 2018 hoorde ik vanuit afdeling Handhaving dat zij moeten stoppen
|
-3- |
’ |
fietswrakken door te geven met MORA want ze komen het niet meer |
qua werkdruk … … |
Gaan wij verder met vraag 5
Er is in 2015 uitgebreid gecommuniceerd over de opheffing van het BVT met
bewoners, ondernemers en samenwerkingspartners. Blijkbaar is de inzet van
jongeren door Implacement ín de volksmond BVT blijven heten
Bij antwoord op vraag 2 word geschreven contract Implacement is per 30 juni 2018 |
stopgezet. En hier is BVT al in 2015 opgeheven. Dat mag zijn, maar feit is
dat gedurende drie jaar regelmatig en groep met gelen jassen met de opschrift
Toezicht stadsdeel Nieuw West" door de buurt is gelopen, het zelfde als ook voor
2015, de formeel opheffing is derhalve dus nooit gecommuniceerd in 2015, omdat er |
geen sprake is geweest van opheffing, dus totaal onmogelijk. Voor de ondernemers |
en burgers was in 2015 geen reden van opheffing, zag men de mensen toch elke |
dag … Maar wel per 30 juni 2018. Dat leidde tot massaal protest, onder andere door
de voorzitter van de winkeliersverenging Bs de Vlughtlaan de hee |
En in de volksmond is het team gewoon BVT blijven heten. |
Vraag 6 |
|
In de laatst zin is aangegeven ‘Na het stopzetten van de BVT's in Nieuw West |
bleven de cijfers van de veiligheidsindex doorgaan in een dalende (positief) lijn" |
Daarmee is dus 2015 bedoeld. en zeker bleven de cijfers goed,, want het |
stopzetten gebeurde op papier en niet daadwerkelijk. de BVT liep ja elke dag op |
straat… duidelijk zichtbaar en aanspreekbaar voor ondernemers en burgers. want |
zij liepen te voet. en niet als handhaving of politie langsrijdend in een auto of op de
fiets Ik ben benieuwd op de veiligheisindex van de 2 helft 2018... ik denk die kijkt
een beetje anders uit want nu loopt niemand meer. Handhaving word in de klein
straatjes of pleinen ook zo goed als niet meer gezien… en een los stoeptegel blijft nu
zolang niet gemeld, tot per toeval een mens over valt en ook nog weet wat een |
MORA-melding is en het den ook meld.… misschien vallen wel 5 mensen over de
zelfde tegel, tot hij gemeld word…. Grofvuil die fout aangeboden is of illegaal ergens
gedumpt is onder een viaduct ete blijft ook lang liggen nu met allen gevolgen van
dien…overlast, van ratten en andere ongedierte en extra stortingen van grofvuil.
Ten slotte… sinds de hed, “is vertrokken |
_als Veiligheidscoordinator en deze taak is overgenomen door de hee
As er helemaal geen aansturing en of
terugkoppeling meer geweest vanuit het stadsdeel. Met ee is buiten ij
een goede initiatiefnemer voor nieuwe en handige uitvoeringspraktijken ook een
betrokken en ervaringsdeskundig ambtenaar vertrokken.
„de
Ik zou het zeer op prijs stellen om nogmaals te overwegen om het BVT nieuw leven
in te blazen. Tevens zou ik u willen verzoeken met de heer > van Implacement
in gesprek te gaan en tevens bovenstaande te verifiëren bij de heer Johan
Mandemaker of zijn toenmalige leiding gevende de heer „zijnde
directeur bij de gemeente Amsterdam. Tot slot wil ik u aangeven dat van het huidige
personeelsbestand dat momenteel werkzaam is als handhaver bij handhaving en
toezicht zeker driekwart afkomstig is uit de opleiding van het ROC in Schagen en de
stage in de Buurt Veiligheidsteams, kortom er is dus wel degelijk kwaliteit geleverd, |
waardoor deze mensen nu een arbeidsovereenkomst hebben bij de gemeente
Amsterdam. kortom ook qua kosten voor werving en selectie besparing heeft |
Implacement een zeer belangrijke bijdrage geleverd middels de BVT's. Het werd en |
word gezien als een kweekvijver voor nieuwe en goede handhavers. |
Ik stuur deze mail ook als raadsadres in voor de volgend gemeenteraad, maar ik |
vind het toch wel netjes als Marianne als vraagsteller en Eric als fractievoorzitter dat |
even voor de raad weten.
Ik heb de antwoorden ook direct doorgestuurd na de directeur van Implacement |
Remy Veldhuis, zijn reactie is bijgevoegd als bijlage 1.
Bijlagen 2,3,4 zijn de rapporten van het BVT-team in Nieuw West, en bijlage 5
mail van politie na BVT en ik vraag hierbij nog een keer deze niet openbaar te
maken uit privacyredenen.
Bijlage 1_reactie directeur Implacement |
Bijlage 2 „3 en 4 rapportages (vertrouwelijk) |
Bijlage 5 mail van buurtreggisseur (bureau NVVN August Allebeeplein) na BVT |
Bijlage 6 ter herinnering antwoorden nr 743 dd 13.09.2018
Bedankfe5ór uw dacht .
_ \
riet arke dos” 4
| Raadsadres | 4 | test |
< wert
LN oe)
®
o* „Nen o ver”
“ ee | €) oe”
a
net
He var, werd
gave vee
ws e de
\
ortnenne
weer ga %
p
Me ar Tjd
\Ô EN 5 E iN ee fe zi pr f, b ien Ô |
\ Ed ke ( A 0) nn mk en
De AP PE Nek ils 6
me nn as Id Va E
ged Pmienerer ee ze all î wies rie KE en _ Ti EN
EF __g mmnteamaene AS Wer A Mà nn}
Ci € Nl fj RS
EE D pe en Zed Û AR Ep
ne : dee Se Es ie, EE A
SE fn ke, in. met rs ka
he ER EEEN en en NE ii È \
= ineen ï df eN: ee Kn er
AAE E bee a 3 DE
Keypoint Consultancy bv
Vestiging Enschede
Institutenweg 32
7521 PK Enschede
Tel. 053 482 57 00
Fax 053 482 5/7 29
Vestiging Utrecht
Ganzenmarkt 6
3512 GD Utrecht
Tel. 030 82 O1 168
www.keypoint.eu
[email protected]
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Titel rapport: Tussentijdse evaluatie van het Meerjarenplan Verkeersveiligheid
Amsterdam 2016-2021
Versie: 1.0
Status: Definitief (echter nog exclusief kostenindicatie scenario’s)
Projectleider: Ronnie Poorterman
Datum: Oktober 2020
Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Keypoint Consultancy bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt
voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. NR
e“e® © 3 e € ©”,
8 =® @ SS AS
Inhoudsopgave
1 Evaluatie MJPV Amsterdam … … naren enen enenensenenenenenenenen ennen ne venenenverseevevervenenenenen ennen Ô
1.1 Aanleiding .…… eneen eneen enenenenenenenenenen vereren enen enenenenen venne ne venenenen versen Ô
1.2 Doel van dit onderzoek … … ns enenenenensenenenenenenenen venen ne nenenenenveneeerenenenenen nennen 3
1.3 Aanpak en leeswijzer … neren eens eeneneer eneen enenenenen venen ne veneneneneneneereren 3
2 Vooronderzoek … neee enenenenenenenenen venen ve nene venen venene vene nenenenvevevevevenen eneen Â
2.1 Doelen MJPV, in perspectief …… ………unnnennenenenenen eenen ennen vene nenenen eneen eneen Â
2.2 Trends in verkeersveiligheid … …… … nennen nenevenen enne nenenenenenenenenee nevens ennen een D
2.3 Krachtenveld .… neren eneen enenenen evene venenenen eneen ne venen eneen eneen 1
3 Tussentijdse evaluatie MJPV 2016-2021 …..…...nenen eenen eneen nenenenen eneen eenen eneen 12
3.1 Evaluatie per maatregel ……… nnen enenenensenenenenenenenen venen nenenenenen verevenen eneen 12
3.2 Evaluatie per pijler …… nnen enen eenen nenenenen ennen venen vennen eeeeveveren eneen ennen 1À
3.3 Conclusies en aanbevelingen … … ener eneen eener eenen ennen vennen neee neen LO
4 __Handelingsperspectief ter aanscherping van het MJPV … nnee 2Ì
4.1 Proces en organisatie … …….….….nsenvendensenenen verversen venvevenen verver enenvenvevenen verevenen ennn DZ
4,2 Maatregelen en pijlers … … nennen eneen enenenenenenenen verevenen nennen venseevevevenenenenen ennen ÂD
4,3 Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam nennen eener en enenenenenenen eneen nennen 34
4,4 Conclusies en aanbevelingen … nnen eneen eneen eenen eenen eneen nennen 4
Bijlage 1: evaluatie per maatregel (factsheets) … … nuno enenenenen ennen 43
Bijlage 2: trendscan …...….nnnenenenenenee ener enenen ennen ennen vereren vnenenenenen venen venenen enen ÂÁ
Bijlage 3: inspiratie strategie … … nnee eenen venen enen venen evene ne nennen ÂD
Bijlage 4: indicatie omvang/reductie aantal slachtoffers ……… … … snee eenen eneen enen 46
Bijlage 5: overzicht risicogedragingen verkeer … uses enen enen ennenenenen eneen nennen eneen  7
e°%
eee
@ ® ” @ het hAl
2
1 Evaluatie MJPV Amsterdam
1.1 Aanleiding
Het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV) van Gemeente Amsterdam loopt van 2016-2021. Het
bevat maatregelen waarmee de gemeente 25% minder verkeersdoden en ernstig gewonden in 2020
(ten opzichte van peiljaar 2010) beoogt. Maar de wereld staat niet stil en er zijn meerdere redenen
om nu aan de slag te gaan met een tussentijdse evaluatie en aanscherping van het gemeentelijk
verkeersveiligheidsbeleid, te weten:
e Momenteel zijn we enkele jaren onderweg met het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016-
2021 en collegeperiode 2018-2022: dit is een geschikt moment om een tussentijdse
evaluatie en aanscherping te maken van het huidige MJPV, om eveneens de kans te
benutten om nog tijdens de huidige collegeperiode bij te kunnen sturen indien wenselijk.
, Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (hierna: SPV 2030): Het SPV 2030 stelt nieuwe
kaders voor regionaal en lokaal verkeersveiligheidsbeleid en heeft als hoofdambitie 0
verkeersdoden in 2050 in heel Nederland. In dit plan zijn onder meer afspraken gemaakt
om risico-gestuurd te gaan werken, regionale en lokale uitvoeringsagenda’s op te stellen en
een financieringsstrategie te ontwikkelen. Met deze tussentijdse evaluatie onderzoekt de
gemeente in hoeverre het MJPV al aansluit op de kaders van het SPV.
e Regionale verkeersveiligheidsanalyse SPV: in het Startakkoord SPV is afgesproken dat
regionale overheden, met ondersteuning van een procesbegeleidingsteam en een
expertiseteam, tot gedegen analyses komen van de belangrijkste
verkeersveiligheidsrisico’s. Op basis hiervan stellen regionale overheden
uitvoeringsagenda’s op. De Vervoerregio Amsterdam trekt dit voor de gehele regio
Amsterdam en heeft recent een brede verkeersveiligheidsanalyse uitgevoerd, waarmee de
belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s in de regio inzichtelijk zijn gemaakt.
, Reorganisatie en programma infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen: eind 2018 is
de gemeente grootschalig gereorganiseerd. Voorheen voerden stadsdeelorganisaties als
wegbeheerder zelfstandig projecten en infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen uit,
veelal op verzoek van Amsterdammers. Sinds de reorganisatie is de directie Verkeer en
Openbare Ruimte (hierna: V&OR) regisseur en initiator van alle projecten in de stad
inclusief infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen. Dit zorgt voor veranderingen in
de organisatie en uitvoering op vlak van verkeersveiligheid, wat effect kan hebben op (de
uitvoering van) het MJPV.
Evaluatie en aanbesteding verkeerseducatie Amsterdam: de gemeente Amsterdam heeft
verkeerseducatie uitbesteed aan Verkeersplein Amsterdam. In 2020 besteedt de gemeente
dit opnieuw aan (aanbesteding is inmiddels gepubliceerd). Ter voorbereiding daarop is een
evaluatiestudie uitgevoerd.
»
ee“ e®
eo“ ee“
€ © se
€ e @® E Ö Ne ker €
ee e 26
3
1.2 Doel van dit onderzoek
Deze evaluatie heeft een tweeledig doel:
* Terugkijken op de periode tussen de vaststelling van het MJPV en nu. Hoe is de uitvoering van
het MJPV verlopen en wat heeft het opgeleverd?
e Vooruitkijken op de resterende looptijd van het MJPV (2020-2021). Wat zijn aanbevelingen
voor het handelingsperspectief (met scenario’s) ter aanscherping van de uitvoering van het
huidige MJPV?
1.3 Aanpak en leeswijzer
De rapportage van het onderzoek bestaat uit drie onderdelen:
Hoofdstuk 2: Vooronderzoek
Dit hoofdstuk beschrijft kaders en context:
* Doelen: verkeersveiligheidsdoelen / ambities die zijn opgenomen in het MJPV, in relatie tot
de ambities uit andere beleidsdocumenten van Amsterdam en het landelijke Strategisch
Plan Verkeersveiligheid
e Trends in verkeersveiligheid: overzicht van de ontwikkeling van de verkeersveiligheid in de
afgelopen jaren, binnen en buiten Amsterdam.
* _Krachtenveld: hoe werken Amsterdam en haar stakeholders samen aan verkeersveiligheid
Hoofdstuk 3: Terugkijken (tussentijdse evaluatie)
Evaluatie per maatregel en per pijler. Welke inzet is gepleegd, hoe is hierin samengewerkt met
partners, welke effecten heeft het opgeleverd, welke witte vlekken zijn er (welke nieuwe trends
verdienen meer aandacht)?
e Evaluatie op basis van literatuur en effectstudies
e In aanvulling op literatuuronderzoek: circa 15 gesprekken met stakeholders binnen en
buiten de gemeente (projectleiders van individuele maatregelen, programmatrekkers van
andere programma’s en agenda's, samenwerkingspartners).
e _trendonderzoek: wat komt op ons af, hoe ontwikkelt de mobiliteit zich (doelgroepen,
modaliteiten, …) en wat zal de impact op de verkeersveiligheid zijn?
De resultaten zijn opgenomen in een factsheet per maatregel. Daarnaast is een beschouwing
gegeven op de drie maatregelpijlers (infrastructuur, gedrag/educatie, handhaving).
Hoofdstuk 4: Vooruitkijken (advies handelingsperspectief)
Advies voor de inzet gedurende de resterende looptijd van het huidige MJPV,
e _trendonderzoek: welke kansen zijn er om in te spelen op verkeersveiligheidsrisico’s van de
belangrijkste / nieuwe risicodoelgroepen?
e Welke mix van maatregelen op het gebied van infrastructuur, gedrag/educatie en
handhaving sluit hier goed op aan?
e Wat betekent dit voor de organisatie en financiering? 1
@ ns OD PP AS
4
2 Vooronderzoek
2.1 Doelen MJPV, in perspectief
Deze paragraaf beschrijft kort de doelen zoals die in het huidige MJPV zijn gesteld en welke nieuwe
inzichten zijn ontstaan na vaststelling van het huidige MJPV.
2.1.1 Relatie met het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020
Het huidige MJPV Amsterdam (met peiljaar 2010) is vastgesteld in 2016. Landelijk gold toen het
vorige Strategisch Plan Verkeersveiligheid (het SPV 2008-2020) als belangrijkste beleidskader. Het
huidige MJPV is dan ook hoofdzakelijk op de uitgangspunten van dat plan gebaseerd.
De belangrijkste ambitie van zowel het MJPV als het SPV2008-2020 is het behalen van 25% minder
ernstig gewonden en doden in 2020. Gemeente Amsterdam voegt met het MJPV daar een extra
ambitie aan toe, door (per jaar) maximaal 90 ernstig verkeersgewonden per 100.000 inwoners toe
te staan.
De doelgroepen waarop de maatregelen van het MJPV zich richten zijn grotendeels gelijk aan die in
het SPV2008-2020. Wel zijn hier lokale accenten in aangebracht, door bijvoorbeeld toeristen expliciet
als doelgroep op te nemen en motorrijders juist niet. Zowel het SPV2008-2020 als het MJPV hanteren
de dimensies infrastructuur, gedrag en voertuigkwaliteit waarbinnen maatregelen uitgevoerd dienen
te worden. Maatregelen kunnen zowel proactief als reactief zijn.
2.1.2 Coalitieakkoord “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”
In 2018 heeft het college van Gemeente Amsterdam het coalitieakkoord “Een nieuwe lente en een
nieuw geluid” vastgesteld, Hoewel dit akkoord niet expliciet over verkeersveiligheid gaat, zijn wel
enkele specifieke maatregelen genoemd (de introductie van het programma Amsterdam Autoluw,
het verlagen van de snelheid naar 30 km/uur en specifieke maatregelen rondom schoolomgevingen).
Er zijn geen expliciete wijzigingen aangebracht in de ambities of doelen van de gemeente op het
gebied van verkeersveiligheid.
2.1.3 Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030
Eind 2018 is het nieuwe Strategisch Plan Verkeersveiligheid (het SPV2030) geïntroduceerd. Dat plan
is van de grond af opnieuw opgesteld en bevat hernieuwde doelen en ambities ten aanzien van
verkeersveiligheid in Nederland. De ambitie van het SPV2030 is om tot 0 verkeersdoden in 2050 te
komen. Centraal staat een meer risico-gestuurde aanpak; een proactieve aanpak om ongevallen op
voorhand te voorkomen. Beleid en maatregelen worden hier bepaald door risico’s en locaties waar
de inrichting of de aanwezigheid van doelgroepen of modaliteiten aanleiding geven tot verhoogde
risico’s. Het SPV2030 biedt daarmee aanleiding om de ambities, doelen en verkeersveiligheidsaanpak
aan te scherpen.
ev e® « ex ee
Ae @ AR pe ha | zn
5
“Het wordt nu zaak om door te pakken en de komende jaren met effectieve maatregelen
het verkeerssysteem veiliger in te richten en zo het aantal verkeersslachtoffers te verlagen.
Daarbij is specifiek aandacht nodig voor de volgende groepen slachtoffers: fietsers,
scootmobielrijders, 80-plussers, en slachtoffers op 30km/uur-wegen. Daarnaast bevelen we
aan de handhaving verder te intensiveren om onder andere het alcoholgebruik en het
gebruik van mobiele telefoons in het verkeer terug te dringen.” — SWOV, monitor
verkeersveiligheid 2019
2.2 Trends in verkeersveiligheid
2.2.1 Verkeersveiligheid in Nederland
Er is in Nederland een toename van verkeersdoden sinds 2018 (vooral op 30- en 60- wegen).
Mogelijke oorzaken hiervan zijn (SWOV R-2019-22B):
* Toename aantal kilometers afgelegd door motorvoertuigen
e Vergrijzing van verkeersdeelnemers
Minder ervaren bestuurders
* Toename gebruik mobiele telefoons en andere apparatuur
e Minder handhaving
e Verhoging snelheidslimiet naar 130 km/uur op autosnelwegen (resultaten begin 2020)
* Toename gebruik verdovende middelen
Overlijdensrisico
120
3 100
E
2
É 80 WO
&
5 60 Ô
5
5 40 ———
a
5
B 20 í —_—___————_—_
A
0
1996-1999 2000-2003 2004-2007 2008-2012 2013-2017
_ B Voetganger BFiets wm Brom-/snorfiets Motor m Auto
© a® © © ee
ke “ MAR @ PN e go Di | E EC
6
Wegvak
2009 2018
Rijk ® e 62) se) 1 Rijk 8 e ® Go)Galze)
Provincie e @® @ én) Go) ® Provincie @ à Ca) @ ®
Gemeente r Beke) (io) Gemeente BG © (zz)
Overige © @) @ Overige ® e
Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 90 100 120 130 ? (km/uur) Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 S0 100 120 130 ? (km/uur)
Kruising
2009 2018
Rijk 2 re ® o r Rijk a » @ »
Provincie 2 @ 2 aa) . Provincie @ 8 » Go) »
Gemeente On & Ge) Gemeente bs @ ® @
Overige * ® Overige » er
Snelheidslimiet 15 20 50 60 70 80 90 100 120 130 ? (km/uur) Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 90 100 120 130 ?(km/uur)
SWOV: verkeersdoden in Nederland
2.2.2 Verkeersveiligheid in Amsterdam, ongevallenregistratie
Er zijn diverse bronnen m.b.t. de data van verkeersongevallen in Amsterdam. In de Monitor
Verkeersveiligheid 2019 van gemeente Amsterdam is op basis van beschikbare bronnen een
overzicht gemaakt van het aantal ernstige verkeersgewonden en absoluut aantal verkeersdoden in
Amsterdam.
1527 1435 Î
1240 1370 4210 1140 1420 1.260 1.307 1.146 BEN Pedelijke slachtoffers
950 1070 1.060 > > Ei BEB Ernstig gewonden
(inclusief dodelijke slachtoffers)
Bron SWOV
| Ernstig gewonden
25 13 LP u 19 15 15 KE iN 7 Dr 7 PT (inclusief dodelijke slachtoffers)
Bron Monitor Handhaving Politie”
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Monitor Verkeersveiligheid Amsterdam 2019
*Vanwege het ontbreken van recente ambulancedata, zijn er vanaf 2017 geen SWOV-cijfers meer over het aantal
ernstige verkeersgewonden. Daarom gebruiken we nu de cijfers uit Monitor Handhaving Politie.
We zien een licht afnemend aantal verkeersongevallen met letsel. Het aantal ongevallen met
dodelijke afloop is licht stijgend (verschillen jaar op jaar zijn klein).
€ e er N
Get e®
eee
… ® = ® @ an ) a® >
7
Tijd
Uit onderstaande afbeeldingen blijkt dat de meeste ongevallen plaatsvinden van dinsdag tot en
met zaterdag. De meeste ongevallen vinden in de middagspits van 15.00 — 19.00 uur plaats. Ook
is te zien dat er in de weekendnachten meer ongevallen plaatsvinden dan op de andere dagen. In
deze afbeeldingen zijn alle aanrijdingen van 2017 t/m 2019 meegenomen, met uitzondering van de
ongevallen op de rijkswegen.[bron: VIA].
120
305
100
300
50
295
60
290
40
285 | 20 |
280 0
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 00 O1 02 03 04 OS O6 O7 O8 O9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
18 1
16 16
14 14
12 12
10 10
8 8
6 6
4 4
2 2
° rr EEEN oo O1 02 03 04 05 O6 O7 08 09 10 MM 12 13 14 15 16 17 18 19 20 M 22 23
Vrijdag Zaterdag
16
EN
12
10
8
6
4
2
0
00 01 02 03 04 05 06 O7 OB 09 10 1 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Zondag
oee e
8
Modaliteit
Uit onderstaande schema blijkt dat de automobilist het meest betrokken is bij een ongeval. De
meeste slachtoffers vielen onder de fietsers en bromfietsers. [bron: VIA]
14000
12000
10000
2000 Waarden
m Som van Partijen
6000 -
Som van Gewonden selectie
m Som van Doden selectie
4000
2000 |
5 | | …_ MM _ u En | _ En u
e E ST ze 8 ze + 2 & & Ë e
e 2 FR 2 S Ri © Ri sé & Pi &
& e
P
In onderstaande afbeelding zijn de verschillende slachtoffers per vervoerwijze aangegeven. Duidelijk
is te zien dat er in 2019 minder snorfietsers gewond zijn geraakt. Het aantal fietsslachtoffers is licht
gestegen. [bron: VIA]
EN ereen lonschriing) Y
m Bestelauto
0 EN one:
nn
m Fiets
0 ee
m Personenauto
0
O0
m voetganger
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% S0% 100%
Op basis van de cijfers uit VIA-stat in de periode 2017 t/m 18-12-2019 zijn de meest onveilige
wegvakken binnen de politie-eenheid Amsterdam geselecteerd. Hierbij zijn de rijkswegen buiten
beschouwing gelaten. Bij deze wegvakken is vervolgens gekeken naar de locaties en de problematiek
van de ongevallen waarna vervolgens een Top 10 (projectwegen) is samengesteld. Voor deze
projectwegen is een analyse gemaakt van ongevallen en gereden snelheid per dag en per uur. Dit is
input voor de handhavingsinzet: op welke dag van de week en op welke uren van de dag is
handhaving gewenst, gericht op welke doelgroepen. Î
oves ee
9
Leeftijd
Onderstaande figuren (afkomstig uit de risicoanalyse in opdracht van de Vervoerregio) geven het
aantal inwoners versus het aantal verkeersslachtoffers naar leeftijdscategorie, en de verandering
van het aantal inwoners naar leeftijdscategorie, We zien in de eerste figuur dat de risico’s het grootst
zijn bij jongeren en ouderen (dit zijn de delen in de grafiek waar het aantal verkeersslachtoffers
dichtbij of boven de lijn van het aantal inwoners ligt, dus relatief veel slachtoffers ten opzichte van
het aantal inwoners in die leeftijdscategorie). In de tweede figuur zien we voor de jaren 2030, 2040
en 2050 het aandeel jongeren en vooral het aandeel ouderen toenemen. De risicogroepen jongeren
en ouderen worden de komende jaren dus nog belangrijker.
Aantal inwoners vs aantal geregistreerde verkeersslachtoffers naar leeftijd
(deelregio Amsterdam)
25.000 250
20.000 200
15.000 150
10.000 | | 100
HIN Wi ”
0 amhali I Ka attatetannes Inleen 0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 15 80 85 90 95 100
ER Aantal geregistreerde verkeersgewonden (2010-2016) mmm Aantal inwoners 01-01-2019
Prognose verandering aantal inwoners t.o.v 2020
60%
50%
40%
30%
20%
o ll II nn
10% 0-20 20-65 65+ 0-20 20-65 65+ 0-20 20-65 65+
= 0
Amsterdam Noord Zuid
m2030 m2040 m2050
a 0e a 26 a
10
2.3 Krachtenveld
Het krachtenveld rondom verkeersveiligheidsbeleid is de afgelopen jaren in beweging. Deze
paragraaf beschrijft de ontwikkelingen en de consequenties voor het verkeersveiligheidsbeleid.
2.3.1 Reorganisatie en programma infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen
Onder de noemer ‘Slagvaardig Werken in de Openbare Ruimte'(SWOR) is de gemeente Amsterdam
eind 2018 grootschalig gereorganiseerd. Insteek was een besparing en meer slagvaardig werken.
Deze insteek is vertaald naar een meer centrale regie, en dus minder autonomie voor
(beleidsbepaling door) de stadsdeelorganisaties. Dit uit zich als volgt:
e Voorheen voerden stadsdeelorganisaties als wegbeheerder zelfstandig projecten en
infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen uit, veelal op verzoek van Amsterdammers.
Sinds de reorganisatie maken stadsdeelorganisaties geen eigen beleid meer, en ze hebben
geen eigen begroting meer. Ze zijn nu gemandateerd opdrachtgever, in plaats van
gedelegeerd opdrachtgever. Ze agenderen opgaven en wensen, en sturen bij op de
uitvoering van beleid.
* Erzijn centrale directies voor beleid (Verkeer en Openbare Ruimte, V&OR) en uitvoering
(Stadswerken) geïntroduceerd. VROR is regisseur en initiator van alle projecten in de stad
inclusief infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen. stadsdeelorganisaties adviseren
o.a. aan V&OR.
e De pijler ‘infrastructurele maatregelen’ is hierbij tijdelijk op de achtergrond geraakt. De
realisatie van de infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (zoals drempels,
bandenversmallingen, schoolzones, voetgangersoversteekplaatsen en laad-en-
losvoorzieningen / kiss-and-ride zones) is niet overgegaan naar V&OR waardoor in
sommige ambtelijke stadsdeelorganisaties verkeersveiligheidsprogramma’s werden
gerealiseerd terwijl zij geen juridisch wegbeheerder waren en werden in andere
stadsdeelorganisaties weinig tot geen infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen
getroffen. Op dit moment worden ze via het programma infrastructurele
verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM) opgepakt door V&OR (budget circa € 1,75 miljoen
per jaar), met de intentie dat dit vanaf 2021 wordt overgenomen door Stadswerken. De
exacte invulling (verantwoordelijkheden, financiering) krijgt nu vorm.
2.3.2 Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030
In dit plan zijn onder meer afspraken gemaakt om meer risico-gestuurd te gaan werken, regionale
en lokale uitvoeringsagenda’s op te stellen en een financieringsstrategie te ontwikkelen. Van belang
voor de uitvoering van het MJPV is:
Risico-gestuurd werken
In opdracht van de Vervoerregio Amsterdam is een risicoanalyse uitgevoerd. Hierin is onderzocht
welke impact de introductie van het SPV2030 heeft op het verkeersveiligheidsbeleid in de regio en
dus ook in Amsterdam. Specifieke bevindingen voor Amsterdam waren:
e Risico's vanuit het oogpunt van infrastructuur ” 1
e“ o®
eee“
eee“
eee ete
ee e 26
11
o Meeste ernstige verkeersgewonden onder fietsers op gemeentelijke 50 km/uur
wegen: wegvakken en 4-taks kruispunten. Minder op 3-taks en rotondes.
o _ Automobilisten op rijkswegen grote risico’s
o Gemeentelijke 50 km/uur wegen hebben een hoger risico dan 30 km/uur wegen.
e Risico's vanuit het oogpunt van doelgroepen
o meeste ernstige verkeersgewonden onder fietsers van 65 jaar en ouder
o fietsers in andere leeftijdsgroepen scoren hoog
o Relatief gezien: bromfietsers van middelbare schoolleeftijd en ook van 18 t/m 24
jaar grote risico’s
o Verkeersdeelnemers onder de 12 jaar komen pas onderaan de toprisico’s voor,
evenals de automobilisten (die dan de jongere automobilisten betreffen).
e Risico's vanuit oogpunt gedrag (Algemeen voor alle regio’s en komt overeen met risico’s
SPV)
o Snelheid
o Rijden onder invloed van alcohol/drugs
o Afleiding
o Fietsers: fietsverlichting en roodlichtnegatie
Regionale en lokale uitvoeringsagenda’s
In het Startakkoord SPV is afgesproken dat regionale overheden, met ondersteuning van een
procesbegeleidingsteam en een expertiseteam, tot gedegen analyses komen van de belangrijkste
verkeersveiligheidsrisico’s. Op basis hiervan stellen regionale overheden uitvoeringsagenda’s op. De
Vervoerregio Amsterdam trekt dit voor de gehele regio Amsterdam en heeft recent een brede
verkeersveiligheidsanalyse uitgevoerd, waarmee de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s in de
regio inzichtelijk zijn gemaakt. Amsterdam was een van de deelgebieden in dit onderzoek.
Vervolgactie is om een uitvoeringsagenda voor Amsterdam op te stellen (door Amsterdam, in
afstemming met de Vervoerregio).
Financieringsstrategie
Het Rijk stelt tot 2030 in totaal 500 miljoen euro beschikbaar voor een investeringsimpuls in het
verkeersveiliger maken van wegen en fietspaden. Het geld wordt in verschillende tranches ingezet.
In de eerste tranche, voor 2020 en 2021, is in totaal 100 miljoen euro beschikbaar. Dit budget
dient als cofinanciering voor 50% van de kosten voor maatregelen die de verkeersveiligheid
verbeteren. Van dit budget is ongeveer 90% bestemd voor infrastructurele maatregelen, en
ongeveer 10% voor gedragsmaatregelen. De rijkssubsidie betreft alleen uitvoeringskosten (net als
de VRA-bijdrage op infrastructurele maatregelen). Voorbereidingskosten zijn ongeveer een derde
tot de helft, en hier zit geen subsidie op. Zie ook paragraaf 0
(Organisatie van de) financiering.
€ r |
ee
e ete
et eet oe
Jer he PD a©
12
3 Tussentijdse evaluatie MJPV 2016-2021
Het MJPV bestaat uit een pakket van circa 30 (sub)maatregelen, onderverdeeld in 3
programmapijlers: Infrastructuur, Gedrag/Educatie en Handhaving. De maatregelen en de pijlers
worden geëvalueerd op werkwijze, inzet en effect.
3.1 Evaluatie per maatregel
Het MJPV bestaat uit verschillende type maatregelen, die een weergave geven van waar in 2016 aan
gewerkt werd of waar potentiële winst werd gezien. Deze categoriseren we als volgt:
, Doorlopende activiteiten: dit zijn (veelal meerjarige) activiteiten, zoals educatie,
handhaving, het plaatsen van digitale informatieborden, het schouwen van
schoolomgevingen en de ongevallenanalyses van de Werkgroep Black Spots. Ook het
toepassen van (bestaande) richtlijnen valt hieronder. Denk hierbij aan het inrichten van de
wegen volgens de uitgangspunten van Duurzaam Veilig en het hanteren van
ongevalsprotocollen.
e Onderzoeken: gemeente Amsterdam doet veel onderzoek naar mogelijke
verkeersveiligheidsmaatregelen. Het gaat enerzijds om onderzoeken naar aanleiding van
trends, en anderzijds om onderzoeken naar aanleiding van acute (politieke) urgentie.
Voorbeelden zijn onderzoeken naar obstakels op en langs fietspaden, fiets-fiets en fiets-
voetgangersongevallen bij VRI's, afwatering van fietspaden, ongevallen met trams en
vrachtvoertuigen.
, Concrete maatregelen: dit zijn concrete maatregelen die zijn opgenomen in het MJPV, of
maatregelen die volgen uit de onderzoeken die als maatregel zijn opgenomen in het MJPV.
Denk aan het veiliger inrichten van schoolomgevingen naar aanleiding van de schouwen,
en concrete maatregelen zoals de snelheidsverlaging van 50 naar 30 km/uur en de
maatregel om snorfietsers te verplaatsen naar de rijbaan.
De resultaten van de evaluatie per maatregel zijn opgenomen in een factsheet per maatregel. Deze
factsheets zijn opgenomen in bijlage 1. Uit de evaluatie komt het volgende beeld naar voren:
Effectiviteit: doelstelling en doelbereik
Het meten van de effectiviteit een verkeersveiligheidsmaatregel is gecompliceerd. Langjarige trends
tonen aan of de verkeersveiligheid verbetert of niet, maar de directe koppeling aan een maatregel
(maatregel X leidt tot Y minder verkeersslachtoffers) is nauwelijks te maken. Dit komt voornamelijk
omdat andere, vaak niet aanwijsbare variabelen ook invloed hebben. De maatregelen in het MJPV
hebben dan ook niet een dergelijke doelstelling meegekregen. De wel geformuleerde doelstellingen
zijn gerelateerd aan de inzet (het uitvoeren van een onderzoek, het uitvoeren een x-aantal
handhavingsacties/uren, het aanpakken van een x-aantal blackspots). De effectmeting is dan ook op
hetzelfde niveau: zijn deze doelen behaald?
Doelbereik: voortgang van de uitvoering
Van alle maatregelen in het MJPV categoriseren we 12 als doorlopende activiteiten. Daarnaast zijn
er 19 onderzoeken en maatregelen met een concrete begin- en einddatum. Van deze 19 zijn er 10
volledig uitgevoerd, 5 gedeeltelijk en 4 (nog) niet. Zoomen we in op de 4 maatregelen die (nog) niet 1
zijn uitgevoerd, dan zien we: N |
€ }
eo
€ © s €
A bh © 26
13
* voor 2 maatregelen is een gewijzigde scope is bepaald (de maatregel is anders ingevuld
dan bij het opstellen van het MJPV is voorzien). Dit betrof de maatregelen 16 (onderzoek
linksaf rechtdoor) en19 (ONderweg OFFline voor voetgangers).
* voor 1 maatregel ontbrak data om de maatregel uit te werken. Dit betrof maatregel 22
(onderzoek aandeel toeristen bij ongevallen).
, 1 maatregel heeft geen opvolging gekregen. Dit betrof maatregel 23 (onderzoek effect
goederenvervoer op doorstroming en verkeersveiligheid).
Zijn de maatregelen uitgevoerd?
m Ja
12 _
= Gedeeltelijk
À m Nee
45 Doorlopend
Voortgang: oorspronkelijke invulling en voortschrijdend inzicht
Het MJPV heeft een looptijd van vijf jaar. In zo’n periode kunnen nieuwe inzichten ontstaan. Dat zien
we terug in de nadere invulling van de maatregelen Er wordt op een adaptieve wijze gewerkt, waarbij
wordt afgewogen wat er leeft in de samenleving en welke ontwikkelingen er zijn qua (kwetsbare)
doelgroepen. Dit bepaalt de nadere selectie / invulling van maatregelen binnen de scope van het
MJPV. Voorbeelden zijn het vervangen van een onderzoek naar wachttijdindicatoren bij VRI's door
het nu lopende onderzoek roodlichtnegatie (en daarnaast een pilotonderzoek van de WBA naar LED-
lijnen), en het opzetten van de campagne ‘Spaakbeknelling 2018’ om de veiligheid van kinderen
achterop de fiets te verbeteren. Deze adaptieve aanpak heeft als voordeel dat goed aangesloten
wordt bij de (ervaren) problematiek. Het heeft wel als consequentie, dat de doelstellingen van het
MJPV (in termen van de uit te voeren maatregelen) niet altijd leidend zijn. Maatregelen worden dus
vervangen door andere, indien dat bijdraagt aan de verkeersveiligheid.
Voortgang: uitvoering infrastructurele maatregelen onder druk
Gemeente Amsterdam voert als onderdeel van het MJPV veel verkeersveiligheidsonderzoeken, -scans
en -schouwen uit. Hieruit volgen adviezen tot uitvoering van kansrijke infrastructurele maatregelen.
Het blijkt echter dat die maatregelen lang niet altijd uitgevoerd kunnen worden. Uit de evaluatie
blijkt dat hier verschillende oorzaken voor zijn:
Het beschikbare budget voor verkeersveiligheid is beperkt, in verhouding tot hoeveelheid
zinvol geachte maatregelen. Er is dus onvoldoende budget om alle voorgestelde q
€ . |
ee
eee e
e% eee.
@ @ PD a©
14
maatregelen direct uit te voeren. Ook de beschikbare tijd (tijdvakken voor uitvoering van
maatregelen) is een beperkende factor.
e Besluitvorming vindt vaak plaats over individuele maatregelen, ook als die maatregelen
klein zijn. Hierbij vallen kleinere maatregelen soms buiten de boot, ten faveure van grotere
maatregelen. We zien dit terug bij kleine infrastructurele maatregelen die zijn aangevraagd
door bewoners, die zijn geadviseerd vanuit blackspot analyses, en die zijn geadviseerd
vanuit de schouw van schoolomgevingen.
, De reorganisatie, waarbij besluitvorming is gecentraliseerd (stadsdeelorganisaties zijn nu
gemandateerd in plaats van gedelegeerd opdrachtgever), heeft geleid tot onduidelijkheid
over wie aan de lat staat voor besluitvorming over en realisatie van kleine infrastructurele
maatregelen.
Voortgang: samenwerking met andere programma’s / agenda's
Het MJPV staat als programma niet op zichzelf. Er zijn meerdere programma’s die een relatie hebben
met verkeersveiligheid. Ook al hebben die programma’s het thema verkeersveiligheid niet in hun
doelstelling staan, ze hebben wel invloed op verkeersveiligheid. Het meest concrete voorbeeld is de
relatie met de agenda Autoluw, die zich bezighoudt met de doorontwikkeling van de maatregel
5030 km/uur. Ook andere programma’s hebben invloed op de verkeersveiligheid, omdat ze effect
hebben op de vervoerwijzekeuze van de Amsterdammer (meerjarenplan fiets, agenda taxi,
uitvoeringsagenda stedelijke logistiek).
Uit de uitvoeringsagenda stedelijke logistiek: “Verkeersveiligheid is bij alle maatregelen een
randvoorwaarde. Veel van de uitvoeringsmaatregelen dragen actief bij aan de verkeersveiligheid van
verkeersdeelnemers. Met het terugdringen van het aantal kilometers en het foutief en langdurig
stilstaan dragen de maatregelen bij aan de verkeersveiligheid.”
Afstemming tussen de verschillende programma’s gebeurt veelal ad-hoc. De lijntjes zijn kort. Uit de
gevoerde gesprekken in het kader van deze opdracht ontstaat echter wel het beeld, dat programma’s
explicieter kunnen samenwerken op basis van gezamenlijke verkeersveiligheidsdoelstellingen
(integrale afweging: wie is voor wat verantwoordelijk, en hoe kun je elkaar helpen).
3.2 Evaluatie per pijler
Op basis van de evaluatie per maatregel zijn samenvattende conclusies te trekken over de drie
programmapijlers.
3.2.1 Infrastructuur
De pijler infrastructuur beslaat een belangrijk deel van de verkeersveiligheidsbegroting (circa € 2,5
miljoen per jaar). Binnen deze pijler worden diverse onderzoeken uitgevoerd (circa 10% van de
pijler infrastructuur). Ook worden maatregelen op straat gerealiseerd (circa 90% van de pijler
infrastructuur), met dien verstande dat niet alles wat vanuit onderzoeken (en meldingen)
geadviseerd wordt, ook direct uitgevoerd kan worden. Hiertoe ontbreekt budget.
Voor de uitvoering van projecten ontvangt de gemeente Amsterdam een dekking vanuit de 1
Vervoerregio. Over het totaal aan projecten binnen deze pijler is die dekking circa 10%. De overige NR
e% eo e®
15
90% komt uit de gemeentelijke middelen. De dekking op onderzoeken is hoger dan de dekking op
realisaties. Het vinden van aanvullende financieringsbronnen voor de realisatie van maatregelen op
straat zou de effectiviteit van het verkeersveiligheidsprogramma vergroten. Voor een slagvaardige
uitvoering is daarbij gewenst dat niet over iedere kleine maatregel afzonderlijk besluitvorming moet
plaatsvinden. In paragraaf 0 is dit verder uitgewerkt.
Een groot deel van de infrastructuur maatregelen in het MJPV is gericht op de grootste risicogroepen
(jongeren, ouderen, fietsers). Denk aan het verwijderen of beter zichtbaar maken van obstakels op
fietspaden, onderzoek naar kantmarkering langs vrijliggende fietspaden, onderzoek veilige
trottoirbanden, onderzoek gebruik fietspaatjes van buigzaam materiaal, onderzoek naar veilige
schoolomgevingen. Nu deze onderzoeken zijn uitgevoerd, zou de inzet de komende jaren moeten
liggen op de uitvoering op straat.
De afgelopen jaren is meermaals onderzoek gedaan naar voorrangssituaties tussen fietsers en
voetgangers op kruispunten. Dit levert eigenlijk geen nieuwe inzichten op. Bovendien is het op
kruispunten vaak zo druk, dat juist ook verkeersgedrag (hoe gaan we onderling met elkaar om) in
grote mate de verkeersveiligheid bepaalt.
Verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan is een zeer positieve risico-gestuurde maatregel
gebleken. Er is meer ruimte op het fietspad ontstaan, er zijn minder conflicten tussen fietsers en
snorfietsers. Tegelijkertijd is het aantal snorfietsers afgenomen.
Maatregelen gericht op de logistiek (inzet van 360 graden camera’s ter voorkoming van
dodehoekongevallen met vrachtwagens, inrichten spiegelafstelplaatsen, onderzoek effecten
goederenvervoer op verkeersveiligheid) zijn vooralsnog beperkt in aantal en ook beperkt effectief
gebleken. De logistiek maakt een sterke ontwikkeling door, met een forse toename van het aantal
bestelbusjes en Licht Electrische VrachtVoertuigen (LEVV's). De huidige scope van verkeersveiligheid
in relatie tot logistiek dient daarom herzien te worden.
3.2.2 Pijler: gedraa/educatie
Binnen het MJPV nemen projecten op het gebied van gedrag en educatie een belangrijke plek in
(circa € 1,5 miljoen per jaar). Voor de uitvoering van veel projecten ontvangt de gemeente
Amsterdam een dekking vanuit de Vervoerregio. Over het totaal aan projecten binnen deze pijler is
die dekking circa 50%. De overige 50% komt uit de gemeentelijke middelen.
Deze pijler richt zich op meedoen aan landelijke campagnes (zoals alcohol en fietsverlichting) en
programma’s (doortrappen), en op lokale initiatieven (zoals de campagnes Superbelangrijk en
Spaakbeknelling). Nb. Superbelangrijk, was een eenmalige actie, in afwachting van de invulling van
een Rijkscampagne. Dat is MONO geworden, waarbij ervoor gekozen heeft om de voetganger hierin
niet mee te nemen. Dit is nog steeds het landelijke standpunt. Een campagne zoals Superbelangrijk,
gericht op fietsers én voetgangers, blijft dus (als dit zou worden doorgezet) een lokaal initiatief.
De lokale initiatieven zijn goed gericht op belangrijke risicogroepen (jongeren, fietsers en
voetgangers). Naast deze al opgezette lokale initiatieven zien we ruimte voor meer maatwerk op
specifiek Amsterdamse risicogroepen, zoals (fietsvaardigheid van) toeristen en expats. Deze groepen
worden op basis van ervaringen/gevoel aangeduid als risicogroep, al is de registratie van
ongevallencijfers er niet op ingericht om dit cijfermatig te onderbouwen. Belangrijk voor alle
campagne- / educatieprojecten is per doelgroep af te wegen welk doelgedrag wordt beoogd. Dit
werkt richtinggevend voor de invulling van het project. Zo kan een effectieve aanpak per doelgroep 1
gerealiseerd worden. %
E }
eo
eee
ese „eee
20“ e® ee
8 @” p a®©
16
3.2.3 Pijler: handhaving
De financiering van maatregelen/inzet binnen de pijler handhaving komt volledig uit de
gemeentelijke middelen. Er is geen bijdrage vanuit bijvoorbeeld de Vervoerregio. Gemeente
Amsterdam voert handhavingsacties uit conform het jaarlijks handhavingsplan. De beschikbare
handhavingscapaciteit wordt hiermee zo gericht mogelijk ingezet, waarbij de aandacht vooral uitgaat
naar de grootste (gemeten) gedragsrisico’s (snelheid/alcohol/drugs), die volgen uit de
verkeersveiligheidsanalyses.
Met het opkomen van nieuwe risicogroepen constateren we een aanvullende, meer risico-gestuurde
handhavingsbehoefte. Bijvoorbeeld waar het gaat om handhaving op het rijgedrag van
taxichauffeurs, en handhaving op het parkeren van Licht Electrische VrachtVoertuigen (LEVV's). Met
de huidige politiecapaciteit en aanpak is het helaas niet goed mogelijk om ook hier volledig aandacht
aan te besteden. De politie kan niet op alle plekken tegelijk zijn. Meer ogen en oren op straat is
wenselijk, echter is aanvullende inzet van BOA's geen structurele oplossing. De sleutel ligt bij
participatie van bewoners, bezoekers en ondernemers van Amsterdam (eigen gedrag, en
signaleringsfunctie).
3.3 Conclusies en aanbevelingen
Deze paragraaf bevat een integrale samenvattende beschouwing op de evaluatieresultaten.
Ingegaan wordt op de strategie, de inzet op de maatregelen, witte vlekken in de huidige aanpak en
de programma-aanpak en sturingswijze. Gezamenlijk geeft dit invulling aan de vragen ‘Doet u
(gemeente Amsterdam) de goede dingen?’ en ‘doet u de dingen goed?’
3.3.1 Strategie
Hoge ambitie, maar nog een lange weg te gaan
De belangrijkste ambitie van zowel het MJPV als het SPV2008-2020 is het behalen van 25% minder
ernstig gewonden en doden in 2020. Gemeente Amsterdam voegt met het MJPV daar een extra
ambitie aan toe, door (per jaar) maximaal 90 ernstig verkeersgewonden per 100.000 inwoners toe
te staan. De ambitie van het SPV2030 is hoger, namelijk om tot 0 verkeersdoden in 2050 te komen.
Centraal staat een meer risico-gestuurde aanpak; een proactieve aanpak om ongevallen op voorhand
te voorkomen.
Waar de ambities hoog liggen, laten de verkeersveiligheidscijfers een ander beeld zien. Van de
beoogde sterke verbetering van de verkeersveiligheid is helaas geen sprake. De ontwikkeling van
het aantal ongevallen onvoldoende dalend. De afgelopen jaren is er landelijk juist een toenemende
trend van ernstig gewonden (Amsterdam kent geen geregistreerde toename in ernstig
verkeersgewonden in de afgelopen jaren, al zijn deze getallen niet zuiver aangezien de
politieregistratie niet optimaal is en veel fiets-fiets conflicten of eenzijdige ongevallen niet
geregistreerd worden; en voor Amsterdam geldt tevens dat het grootste aantal ernstig
verkeersgewonden fiets betreft). 3
»
ee®
eee“
eee“
eee ete
ee e 26
17
Inzet binnen de drie pijlers
De maatregelen van het MJPV zijn verdeeld over drie pijlers. Onderstaande tabel geeft per pijler aan
hoe de realisatie aansluit bij de doelen uit het MJPV en welke aanbevelingen er zijn:
| Condusies __[Aanbevelingen |
Infrastructuur
+ Maatregelen voor een groot deel gericht op Focus leggen op de uitvoering van adviezen uit
de grootste risicogroepen (jongeren, ouderen, de onderzoeken, met name t.b.v. de fietser en
fietsers). voetganger.
+ Verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan
is een zeer positieve risico-gestuurde T.b.v. conflicten fietser/voetganger op
maatregel gebleken kruispuntniveau meer inzetten op gedrag (hoe
gaan we met elkaar om) dan op infrastructuur.
= Uitvoering maatregelen blijft nog achter bij
de adviezen uit de onderzoeken Dat heeft T.b.v. logistiek: focus op innovatieve
vooral te maken met de keuze dat realisatie infrastructurele maatregelen (denk aan
opgenomen wordt in beleid, dit duurt bij infra intelligente toegang o.b.v. gebundelde
ongeveer 25 jaar voor alles is aangepakt. Eris | stromen) en handhaving (snelheid, parkeren).
geen geld in het programma voor de realisatie | Dat intelligente toegang kansrijk kan zijn, blijkt
van maatregelen geregeld, ook niet voor uit de onlangs ingevoerde maatregel voor
kleinschalige maatregelen. taxi's op de wallen
= Onderzoeken naar voorrangssituaties tussen
fietsers en voetgangers op kruispunten leveren | 90% van de SPV investeringsimpuls is gericht
geen nieuwe inzichten meer op. op infrastructurele maatregelen. Om hier
= Maatregelen gericht op de logistiek zijn maximaal gebruik van te kunnen maken, is
vooralsnog beperkt in aantal en ook beperkt een passende aanpak voor besluitvorming over
effectief gebleken. infra-maatregelen nodig: maatregelbundels in
plaats van losse kleinschalige maatregelen (zie
ook paragraaf 0).
Gedrag/educatie
+ combinatie van landelijke campagnes, en Meer inzicht krijgen in de risico’s van de
lokale campagnes gericht op specifieke risicogroepen toeristen en expats.
Amsterdamse risicogroepen.
Meer inzetten op campagnes voor grote /
= Er is meer ruimte voor maatwerk in opkomende risicogroepen (jongeren, ouderen,
benadering van risicogroepen dan nu wordt taxi's, toeristen, expats)
benut.
Maatwerk per doelgroep en bepalen van
beoogd doelgedrag
Handhaving
+ beschikbare handhavingscapaciteit van Aanvullende instrumenten om in te zetten zijn
gemeentelijke BOA's en politie wordt zo gericht | nodig, ter ontlasting van / ter aanvulling op de
mogelijk ingezet. Aandacht gaat uit naar de huidige politie-inzet. De sleutel ligt bij ho 1
( }
eo
eee
@ € E @S® ® @® €
18
grootste (gemeten) gedragsrisico’s participatie van bewoners, bezoekers en
(snelheid/alcohol/drugs), die volgen uit de ondernemers van Amsterdam (eigen gedrag,
verkeersveiligheidsanalyses. en signaleringsfunctie): wisdom of the crowds.
= Onvoldoende capaciteit om aanvullende,
meer risico-gestuurde handhavingsbehoefte
gericht op nieuwe risicogroepen, op te pakken.
3.3.2 Witte vlekken in de huidige aanpak
Onder witte vlekken verstaan we trends waar het programma nog niet op inspeelt. Hiertoe is een
trendscan uitgevoerd (zie bijlage 2 voor de totale trendscan en toelichting op de gehanteerde
begrippen). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de witte vlekken / trends (gekoppeld aan
zeven behoeftes / waardes van de mens: FUEL, PLEASURE, IDENTITY, CONNECTION, CREATIVITY,
AWARENSS en SOULFUL), de mogelijke risico’s voor de verkeersveiligheid en de mogelijke richting
voor maatregelen. De verdere uitwerking van maatregelen en pijlers is opgenomen in hoofdstuk
3.3.3.
Trend Risico verkeersveiligheid Richting voor
maatregel
Foodism Toename van bezorgscooters en -fietsen, waarvan de | Gedragscampagne
(FUEL) bestuurders wellicht meer bezig zijn met snelheid en ‘onbezorgd’
hun telefoon dan met de verkeersituatie.
Handhaving
Ander type verkeersdeelnemer in het wegbeeld.
Robotisering Digitalisering maakt het mogelijk om bijvoorbeeld Signaalfunctie via
(FUEL) & meer thuis te werken. Dit kan leiden tot minder mobiele telefoon
Always on verkeersbewegingen, wat gunstig kan doorwerken in
(CONNECTION) | de verkeersveiligheid. Echter, digitalisering en dan Vergunningverlening
specifiek de mobiele telefoon zorgt ervoor dat we nieuwe voertuigtypen
altijd ‘aan’ staan en daardoor in de bubbel van onze
telefoon leven. Hierdoor hebben we minder oog voor Rijles (e-bike)
het verkeer om ons heen. Beperking snelheid e-
bike / speed-pedelec
Variatie van snelheden en soorten op basis van geofence
verkeersdeelnemers: voertuigen met rijtaak (geografisch of o.b.v.
ondersteunende functies, elektrisch fietsen en andere | drukte)
elektrische voertuigen, zoals e-step, e-board Handhaving
Instant De bereidheid om te wachten neemt af: risico voor de | Signaalfunctie via
Gratification verkeersveiligheid i.v.m. roodlichtnegatie, geen mobiele telefoon
(FUEL) voorrang verlenen, geduld en omgang met de ander. (Talking Traffic)
a €
5
é }
eo
eee
ese « e® e“ €
oe oee e®
p # A de En Emme
19
Trend Risico verkeersveiligheid Richting voor
maatregel
Ander bestelgedrag van taxi's (taxi app): Belonen goed gedrag
taxichauffeurs zijn meer met hun telefoon bezig en (o.b.v. reviews van
minder met het verkeer. Taxi's kunnen gaan ‘zwerven’ | klanten / mystery
door de stad en stoppen waar dit ongewenst is. shoppers)
Online bestellen: gebruik van fietsroutes in plaats van | Onderzoek
autoroutes door Licht Electrische VrachtVoertuigen stadsdistributie per
(LEVV's), parkeren op de stoep, voertuigen met fiets (onderdeel van
minder veiligheidsvoorzieningen. meerjarenplan fiets).
Evt. maatregelen voor
vergunningverlening
LEVV's / handhaving
Populisme, Tolerantie tussen groepen en mensen onderling Gedragscampagne
Tribalism neemt af: risico op asociaal verkeersgedrag zoals over | ‘enjoy Amsterdam’
(IDENTITY) & de stoep fietsen, te hard rijden en geen ruimte geven | (voor fietsers als
Selfism aan andere weggebruikers. onderdeel van de
(CONNECTION) campagne ‘het nieuwe
fietsen’)
Healthify Toename buitensporters (hardlopen, bootcamp, Signaalfunctie via
(AWARENESS) | freerunning), waardoor meer gevarieerde groepen mobiele telefoon
verkeersdeelnemers. Mogelijk een risico omdat ze
meer gefocust zijn op hun sportbubbel dan het Sportroutes inrichten
verkeer. o.b.v. input sporters
Expatisering & | Expats en toeristen die de verkeersregels niet goed Fietsles op Bikepark
Overtoerisme kennen en wél de fiets pakken, maar niet de (bijvoorbeeld in een
(IAMSTERDAM) | fietservaring hebben. Voor deze doelgroepen is de Amsterdams park of
telefoon hét hulpmiddel om je weg te vinden in op de Zuid-as)
Amsterdam: risico is de telefoonbubbel.
3.3.3 Programma-aanpak en sturingswijze
Samenhang MJPV en overige programma’s
De verkeersveiligheidsopgave is opgenomen in het programma MJPV en daarmee helder belegd.
Andere programma’s hebben geen expliciete verkeersveiligheidsopgave (in de zin van een te behalen
reductie in aantallen ongevallen / slachtoffers). Wel hebben de lijn en andere programma’s afgeleide
verkeersveiligheidsdoelstellingen. Bijvoorbeeld bij stedelijk beheer zijn Duurzaam Veilig en de
Leidraad CVC leidend bij de onderhoudsopgaven (met onze werkwijze en onze maatregelen dragen
we ook bij aan de verkeersveiligheid). Dit leidt ertoe, dat andere programma’s niet expliciet
gestimuleerd worden om actief mee te denken over kansen voor verkeersveiligheid. Er lijkt dan ook
winst te behalen in de afstemming tussen de programma’s, door verkeersveiligheid niet als afgeleid
doel, maar als expliciet onderdeel in alle programma’s op te nemen en te concretiseren. ke 1
6
É }
ee
eee
eee 0% e®
©“ © « ee e®
EE à pe ha | Dik
20
Wat daarbij kan helpen, is om voor verkeersveiligheid een aantal KPI's te formuleren, en vervolgens
per programma uit te werken welke bijdrage dat programma levert op deze KPI's. Het SPV2030
hanteert vaak de term SPI (Safety Performance Indicator). Deze worden gemeten om de
verkeersveiligheid (van een stuk infrastructuur of van een maatregel) te bepalen. Zie ook paragraaf
4.3.4 over risico-indicatoren.
Besluitvorming
Bij de analyse per pijler (paragraaf 3.2) kwam naar voren dat infrastructurele maatregelen voor 90%
uit gemeentelijke middelen worden gefinancierd. Op het gebied van verkeersveiligheid zijn
cofinancieringsbronnen beschikbaar, vanuit de Vervoerregio Amsterdam en vanuit het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat (Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, beschikbaar vanaf medio
2020).
Uit de gevoerde interviews bleek dat cofinanciering weliswaar wordt aangewend, echter nog niet voor
het volledige potentieel. Een oorzaak is dat cofinanciering nu vaak op maatregelniveau wordt
aangevraagd, in plaats van op het niveau van bundels van maatregelen. Budgetten komen hierdoor
via afzonderlijke besluitvorming tot stand, zodat relatief veel werk nodig is voor kleine subsidies,
Het verhogen van cofinanciering is een kans, die interessant is voor bijvoorbeeld Stadswerken of
andere programma’s bij V&OR. Dit heeft veel potentie, als je kijkt naar de mogelijkheden die er zijn
voor het binnenhalen van Verkeersveiligheid financiering van het Rijk en de Vervoerregio
Amsterdam.
€ |
ee
a
eee,
e% ete
ete oeh e
@ % ® % ( > AV
21
4 Handelingsperspectief ter aanscherping van het MJPV
Met het MJPV zijn de afgelopen jaren veel goede resultaten behaald. Het gros van de maatregelen
uit het MJPV is uitgevoerd/afgerond, of het betreft doorlopende maatregelen zoals jaarlijkse
campagnes. Kanttekening is dat meerdere maatregelen zijn geformuleerd als ‘het uitvoeren van een
onderzoek’, Wanneer zo’n onderzoek is uitgevoerd, zijn daarmee nog niet de aanbevelingen /
maatregelen die voortkomen uit dat onderzoek ook uitgevoerd.
Daarbij komt, dat de verkeersveiligheid blijvend onder druk staat, in Nederland en ook in Amsterdam.
Recentelijk is het SPV2030 geïntroduceerd. De extra nadruk op de risico-gestuurde aanpak in het
SPV2030 heeft (landelijk) nog niet geleid tot een grote verbetering van de verkeersveiligheid, In het
Bestuurlijk Overleg verkeersveiligheid SPV2030 van december 2019 is in dat kader dan ook het
volgende vastgesteld (citaat uit het landelijke overleg):
e Partijen wisten allemaal bij het ondertekenen van het SPV2030 dat het geen gemakkelijke
opgave zou worden. En dat nieuwe inzet zich niet altijd vertaalt in een direct resultaat. De
integrale en risico-gestuurde aanpak moet verder worden uitgewerkt, maar er zijn nu
extra maatregelen nodig. Waar voorgaande jaren nog sprake was van een stagnatie in
de daling van het aantal verkeersdoden, blijkt uit recente cijfers dat dit zich nu ombuigt tot
een stijgende trend. Daarnaast zijn de risico’s uit de eerste inventarisaties van een
dusdanige grootte dat, als er geen extra maatregelen worden genomen, een verder
stijgende trend wordt ingezet. De partijen kunnen en willen dit niet accepteren.
* Partijen spreken samen de intentie uit om op korte termijn gezamenlijk een extra impuls te
geven aan de aanpak van de prioritaire risico’s en de meest verkeersonveilige
locaties op het onderliggend wegennet.
e Partijen onderschrijven - op grond van de eerste risico-inventarisaties - dat met name
kwetsbare verkeersdeelnemers, (fiets)infrastructuur, afleiding en snelheid op het
onderliggend wegennet de prioritaire risico’s zijn.
Dit hoofdstuk beschrijft wat deze opgave betekent voor het handelingsperspectief voor gemeente
Amsterdam. De beschrijving is opgedeeld in drie onderdelen:
1. Proces en organisatie (strategie, organisatie);
2. Maatregelen en pijlers (handelingsperspectief per maatregel en programmapijler);
3. Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam (hoe kan dit eruit zien?)
€ » |
ee
€ © ©
evo e
ee e 26
22
4.1 Proces en organisatie
4.1.1 Strategie
Steden in binnen- en buitenland hanteren verschillende strategieën om de verkeersveiligheid te
verbeteren. Bijlage 3 geeft een overzicht van steden die op het gebied van verkeersveiligheid goed
scoren en een duidelijke strategie hanteren. Deze kunnen dienen als inspiratie voor Amsterdam.
Gekeken is welke elementen uit de strategieën van deze steden passend zijn voor Amsterdam. Met
die elementen is hieronder een risico-gestuurde strategie voor Amsterdam geformuleerd.
Voorbeeldsteden zetten vaak in op een lage maximumsnelheid en op ruimte geven aan lopen en
fietsen (het STOMP principe). Voor risico-gestuurde prioritering/locatiebepaling van maatregelen en
handhaving wordt slim gebruik gemaakt van technologie en wisdom of the crowds. Deze twee
strategieën adviseren wij ook aan de gemeente Amsterdam: “STOMP, 24/7” en “Wisdom of the
crowds, data-gedreven”.
Ì @ 8 U «
KM
STOMP, 24/7
STOMP is een afkorting, die staat voor Stappen (lopen), Trappen (fietsen), OV, MaaS (deelmobiliteit),
Privéauto. STOMP geeft een prioritering aan (stappen heeft de hoogste prioriteit, privéauto heeft de
laagste prioriteit). Het geeft prioriteit aan lopen en fietsen, en zet het minst in op het gebruik van de
privéauto. Hiermee wordt ingezet op ruimte, gezondheid, en veiligheid (lage snelheden, minder
auto’s als botspartner). Kwetsbare verkeersdeelnemers krijgen hierdoor ruimere mogelijkheden om
veilig aan het verkeer deel te nemen. Deze strategie is in lijn met:
, het Bestuurlijk Overleg SPV2030 van december 2019 (o.a. gericht op de benodigde
aandacht voor de risicogroep fietsers, en (fietsende) jongeren en ouderen, en snelheid)
Amsterdamse ambities ten aanzien van Autoluw en fiets. De huidige agenda Autoluw en
het Meerjarenprogramma Fiets dragen bij aan deze strategie.
24/7 betekent dat deze prioritering geldt op elke dag van de week, en op ieder moment van de dag.
In de praktijk heeft dit in onze beleving vooral implicaties voor het openbaar vervoer in Amsterdam.
Op dit moment rijden bussen, trams en metro buiten de spits en in de nachtelijke uren minder vaak
of helemaal niet. Met name in avonden en nachten betekent dit, dat andere modaliteiten gekozen
worden, zoals de auto (taxi, deelauto, privéauto). Deze geven een hoger veiligheidsrisico. Er is dus
winst te behalen door het vergroten van het OV aanbod op de rustige momenten van de dag/nacht.
De vraag is of dit realistisch is. Het is in ieder geval een veel bredere afweging, die buiten de scope 1
van het programma valt. N
ete oee
23
u
Wisdom of the Crowd q
Ken tee ou ee ore …_y
ete top O1 top ONS: MNI
PA pa i 2
SMN CMT
‘ g k Á Á ‘ Á i ‘ Á eek
Wisdom of the crowds, data-gedreven
Wisdom of the Crowds betekent, dat gebruik gemaakt wordt van het geluid van de inwoners,
bezoekers en ondernemers in Amsterdam. De inzet van slimme technologie en data spelen hierbij
een belangrijke rol.
Wisdom of the crowds kan ingezet worden voor de prioritering/locatiebepaling van maatregelen.
Locaties die vaak als onveilig worden beleefd, kunnen door burgers worden gemeld en vervolgens
met voorrang worden onderzocht. Ook kan hier gericht handhaving door politie of BOA's worden
ingezet (bijvoorbeeld bij meldingen over snelheidsovertredingen). Nb. het is niet de bedoeling dat
het meest wordt geacteerd daar waar het hardst wordt geschreeuwd. Maak het doen van meldingen
dus makkelijk en inzichtelijk voor iedereen, bijvoorbeeld via een online meldingenkaart. Pas de
werkwijze uniform toe in alle stadsdelen (1 systeem voor de hele stad).
Wisdom of the crowds kan ook zorgen voor ‘zelfsturing’ en daarmee ook een vorm van handhaving
zijn. In aanvulling op de wettelijke handhaving door politie en BOA's, kunnen gebruikers van
mobiliteitsdiensten bijvoorbeeld reviews geven over de kwaliteit van de dienst (denk aan de kwaliteit
/ veiligheid van een huurfiets, het rijgedrag van een taxichauffeur). Dergelijke reviews worden nu
ook al gegeven. De uitdaging is om te kijken hoe je daar gebruik van kunt maken in het
verkeersveiligheidsbeleid.
Meldingen / reviews van burgers zijn al een vorm van data. Een meer geautomatiseerde vorm van
data-gedreven werken is ook denkbaar. Op routes die veel gebruikt worden door voetgangers en
fietsers kunnen bijvoorbeeld als eerste knelpunten worden weggenomen (denk aan prioriteit geven
op kruispunten, verbreden van fietspaden} en kunnen ontbrekende schakels worden gerealiseerd. Er
zijn ook minder vrijblijvende vormen van data-gedreven werken denkbaar: bijvoorbeeld een
taxivergunning afhankelijk stellen van het getoonde rijgedrag (zoals datalogging overtreding
maximumsnelheid, rij- en rusttijden). Deze strategie is in lijn met:
* de toenemende technologische mogelijkheden en data-gedreven werken;
e de wenst om de burger als direct belanghebbende nauw te betrekken;
e de behoefte aan aanvullende handhavingsinzet, bovenop de beschikbare politie-inzet.
€ . |
ee
eet e®
e% eet ee
eee
8 ® PP AS
24
4.1.2 Organisatie
Zoals genoemd in paragraaf 2.3.1, is de gemeente eind 2018 grootschalig ambtelijk en bestuurlijk
gereorganiseerd. Deze reorganisatie heeft onder andere invloed op de besluitvorming rondom
infrastructurele projecten. De infrastructurele maatregelen zijn hierbij tijdelijk op de achtergrond
geraakt. Op hoofdlijnen stelt het organisatieplan dat V&OR (het programma IVM) verantwoordelijk
is voor de programmering en het programma verkeersveiligheid en dat de stadsdeelorganisaties
kunnen agenderen en kunnen bijsturen op de realisatie (adviserende rol ten aanzien van uit te voeren
maatregelen, ontwerp en prioritering).
Het organisatieplan gaat alleen over de IVM. Momenteel loopt er afstemming tussen V&OR en
Stadswerken over o.a. de afhandeling van SIA en wat een kleine functionele wijziging is. De
uitkomsten daarvan worden overgenomen in het organisatieplan.
Er is veel energie gestopt in het uitdenken en beschrijven van heldere werkprocessen.
Definitiekwesties kunnen daarbij nog wel voor onduidelijkheid zorgen. Wij adviseren daarom de
volgende doorvertaling van de opgestelde werkprocessen:
e Stel heldere definities op voor een infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregel (IVM) en
een kleine functionele wijziging (KFW)!. Dat is noodzakelijk voor een eenduidige
omschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van V&OR,
stadsdeelorganisaties en Stadswerken. Bijvoorbeeld:
o Infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM) zijn maatregelen die moeten
(> 25m2, >25 strekkende meter, > 3 dagen) worden voorgelegd of waarvan het
gewenst (werk-met-werk, check op ondergrondse kabels & leidingen, benodigd
coördinatienummer voor de WIOR) is dat deze worden voorgelegd aan het
coördinatiestelsel en waarvoor een BLVC plan gewenst is.
o Kleine functionele wijzigingen (KFW) zijn maatregelen die te klein én losstaand zijn
om aan de definitie van IVM te voldoen.
, Hanteer een voorbeeldencatalogus, die met foto’s van praktijksituaties duidelijk maakt wat
een IVM is en wat een KFW is.
o IVM: bijvoorbeeld het plaatsen van drempels en bandenversmallingen op het
hoofdnet.
o _KFW: bijvoorbeeld het plaatsen van borden en wegmarkeringen
e Stel een gezamenlijke infra-database op met IVM en KFW, ten behoeve van de prioritering
en programmering deze maatregelen. Nb. We stellen voor om deze database nog breder op
te zetten, zie paragraaf 4.3.1).
Leid alle inputkanalen van meldingen/knelpunten (o.a. vanuit programma’s, de
stadsdeelmanagers, de SIA meldingen) hier naartoe. VROR coördineert de binnenkomende
verzoeken, neemt ze correct op in de database, labelt ze als IVM of KFW. Vervolgens
worden ze conform werkwijze IVM of KFW verder opgepakt door de verantwoordelijke
organisatieonderdelen. Pakketten met gebundelde gelijksoortige maatregelen kunnen op
deze wijze ook in één keer opgevoerd worden voor cofinanciering. Nb. Deze aanbeveling is
in lijn met de gedachte van meer slagvaardig werken, meer regiefunctie (SWOR).
1 Deze actie is al gestart vóór dit onderzoek. % N
é }
eo
eee“
eee ete
ee e 26
25
4.2 Maatregelen en pijlers
In deze paragraaf geven we advies over de maatregelen en pijlers. Het betreft aanscherpingen en
aanvullingen op de maatregelen uit het huidige MJPV, aanbevelingen voor de drie pijlers en een
voorstel voor mogelijke investeringsscenario’s.
4.2.1 Maatregelen
Per maatregel geven we in deze paragraaf aan welke aanscherpingen en aanvullingen we zien voor
verbetering van de verkeersveiligheid.
Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen
la Onderzoeken toepasbaarheid kantmarkering Opnemen in ontwerpnormen. Uitrol is geen
lg migende haten. Vprgemmacsce mantel
ib | Onderzoeken welke trottoirband het meest Opnemen in ontwerpnormen. Uitrol is geen
[ai veer hees ónvorgangers | oregammacete mantegd.
le | Onderzoeken van het gebruik van Alle paaltjes die niet nodig zijn worden in
fietspaaltjes van buigzaam materiaal. 2020 en 2021 verwijderd, paaltjes die
noodzakelijk zijn worden voorzien van de
juiste inleidende markeringen, verlichting en
zichtbaarheid. Betrek hierin ook de
toepassing van buigzame paaltjes.
2 Aanbrengen schampstroken op locaties met Opnemen in ontwerpnormen (is gedaan).
parkeerhavens langs de drukste fietsroutes: Uitrol is geen programmatische maatregel.
ontwikkelen van de beste manier om de
schampstrook vorm te geven (breedtes,
hoogte, materialen, kleuren) bij beperkte
ruimte.
3 Onderzoeken van de mogelijkheid om Kruispuntontwerp in ontwerprichtlijn
ongevallen te voorkomen die worden opnemen, waarbij afrijdende fietsstroom
veroorzaakt door onveilige voorrangssituaties | voorrang heeft (ter voorkoming van fiets-
tussen fietsers op kruisingen. fiets conflict op geregelde kruispunten),
naar het voorbeeld van Amstelveenseweg-
Vondelpark. Fiets-fiets conflictpunt wordt
daarmee te zien als ‘kruispunt’.
4a Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van Opzetten monitoringprogramma om bereik
fietsers: meedoen met de campagnekalender | en effect van gedragscampagnes te kunnen
van het Rijk. meten. Indicatoren kunnen bijvoorbeeld
4b | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van zijn: aantal verkochte fietslampjes, bereik
fietsers: meedoen met de Rijkscampagne ‘Val | van een campagne via social media, aantal
op, fiets verlicht’, fietslampjes aanbieden bij geconstateerde overtredingen.
Fietspuntstallingen, bijdragen aan
handhavingsacties, controle op verlichting en
afstelling van de fiets bij graveeracties. 1
|
€ }
eo
e ete
eeste,
ee © e® © €
IA bh ) a®
26
Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen
Ac | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van Nieuwe campagnes richten op opkomende
fietsers: aanvullende campagnes bij risico’s/groepen zoals:
Amsterdamse prioriteiten zonder landelijke snelheidsoverschrijding in 30-km zones
campagne, zoals ‘Veilig achterop’.
4d | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van In plaats van onderzoek
fietsers: onderzoeken van de effecten van wachttijdindicatoren, of LED lichtlijnen:
wachttijdindicatoren bij verkeerslichten op onderzoek roodlichtnegatie en bijvoorbeeld
het wachtgedrag van fietsers én voetgangers. | toepassen mogelijkheden Talking Traffic
(informatie over tijd-tot-groen bij iVRI's).
5 Streven het onderhoudsniveau van wegen te | Geen programmatische maatregel,
verhogen naar ‘Verzorgd’, zoals omschreven verwijderen uit MJPV
in het coalitieakkoord.
Onderzoeken hoe we de afwatering van Meldingen in registratiesysteem van
fietspaden kunnen verbeteren (in het kader Waternet koppelen aan infra-database
van Amsterdam Rainproof, samen met IVM/KFW > frequente meldlocaties snel
Waternet). aanpakken.
7 Verplaatsen van snorfietsers met helm naar Verdere uitbreiding zou buiten de ring A10
de rijbaan, in de zone binnen de ring A10 zijn. Dat is niet aan te bevelen want:
exclusief stadsdeel noord. minder drukte op het fietspad (dus minder
Maatregel is al uitgebreid naar stadsdeel noodzaak), meer stroomwegen Amsterdam
noord en daarmee het hele gebied binnen de | Zuid (hogere snelheden), minder helder
ring A10 (enkele specifieke wegen afgebakend gebied (dus meer
uitgezonderd). onduidelijkheid richting weggebruiker),
hoge kosten.
Handhaven op snor- en bromfietsoverlast, Continueren/intensiveren. Weeg af of
conform het jaarlijks Stedelijk deelscooters als aparte doelgroep moeten
Handhavingsprogramma. worden onderscheiden (is daar informatie
van beschikbaar?)
Verder uitwerken en optimaliseren van Overgedragen naar beheer.
camerahandhaving zoals die plaatsvindt bij
de passage van het Rijksmuseum en wordt
onderzocht bij de Cuyperspassage (als de
eindevaluatie daartoe aanleiding geeft).
10 Blijven inrichten van de wegen in Amsterdam | Geen programmatische maatregel,
volgens de landelijk vastgestelde principes verwijderen uit MJPV
van Duurzaam Veilig (transformatie
meenemen in lopende projecten).
11 | Tijdelijk plaatsen interactieve digitale Continueren.
informatieborden om automobilisten op hun Aanvullend: inzet tijdelijke snelheids-
snelheid te wijzen, overleg met de politie en camera’s op locaties waar snelheid te hoog
het Openbaar Ministerie over de ligt.
=
mn |
E }
eo
eee
ese „eee
20e“ 0 ON
8 @” p a®©
27
Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen
mogelijkheden voor automatische
Vang
12 | Terugbrengen maximumsnelheid van wegen In zo kort mogelijke doorlooptijd uitvoeren
in het centrum van 50 km/uur naar 30 (t.b.v. eenduidigheid richting
km/uur, waar mogelijk. weggebruikers).
* Aanvullend: gedragscampagne met
beloningselement (zoals: juiste snelheid =
geld sparen voor de buurt).
* Aanvullend: ISA pilot om weggebruikers
te helpen om niet harder dan 30 km/uur te
rijden. ISA is een Intelligente Snelheids
Assistent. De auto kan hierbij niet harder
rijden dan de geldende maximumsnelheid
(dit is een dwingende variant), of de auto
ondersteunt de bestuurder, bijvoorbeeld
met een geluidsignaal of een zwaarder
gaspedaal wanneer de maximumsnelheid
wordt overschreden.
* Aanvullend: handhaving via bijvoorbeeld
mobiele flitscamera's.
13 | Veiliger maken van oversteekplaatsen voor Meer een ontwerpnorm-kwestie, dan een
fietsers en voetgangers over de 50-km programmatische MJPV-maatregel. Geen
wegen. focus op leggen. Alleen richten op wegen
die na invoering 50230 een
maximumsnelheid 50 houden.
15a | Uitvoeren schouw van basis- en middelbare Focus op uitvoeren adviezen uit de reeds
scholen waar dat nodig is, maar nog niet is uitgevoerde schouwen, voordat nieuwe
gedaan. schouwen worden uitgevoerd.
15b | Uitvoeren maatregelen in infrastructuur en/of | Scherper definiëren in afzonderlijke
motiveren verkeersveilig gedrag in maatregelen. Bijvoorbeeld: uitvoeren pilot
schoolomgeving (zoals lopend of te fiets naar | schoolstraten bij 3 scholen per jaar.
school).
16 | Onderzoeken waar het mogelijk is om links Rapportage relaxte routes geeft een groot
afslaan en rechtdoor te gaan eenvoudiger te aantal mogelijke verbeteringen aan de
maken op kruispunten met verkeerslichten, infra, om relaxt fietsten te bevorderen. De
bijvoorbeeld door het aanleggen van grote verbetersuggesties op de relaxte routes zijn
opstelvakken (zogenaamde ‘Opgeblazen nog niet uitgevoerd. Er is een top 10 lijst
Fietsopstelstroken, OFOS). met punten waarvoor verbetervoorbeelden
Nb. Scope van het onderzoek is gewijzigd. zijn gemaakt: uitvoeren
Geen OFOS onderzoek gedaan, wel ingezet verbetersuggesties.
op Doortrappen en onderzoek relaxte routes. 3
»
É }
eo
e ete
eee ete
A bh © 26
28
Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen
17 | Verbeteren solitaire overgangen op Continueren conform uitgewerkte aanpak
onverharde trambanen, bijvoorbeeld met (o.a. schouw tramlijn 19). Daarbij
behulp van waarschuwingslichten en geluiden | Rotterdamse lantaarn als voorbeeld
(de zogeheten Tram Waarschuwingsinstallatie | betrekken: compacte lantaarn (mogelijk
(TW). toe te passen op smallere steunpunten)
met vrij zacht geluid (tegen geluidoverlast).
18 | Onderzoeken hoe we de oversteekplaatsen Gecombineerd met maatregel 3. Verder
over fietspaden (zebrapaden) veiliger kunnen | geen onderzoek doen naar infra-
maken voor voetgangers en fietsers. maatregelen zebrapaden.
19 | Inzetten (samen met Vervoerregio Continueren campagne ‘Superbelangrijk’
Amsterdam) om de Rijkscampagne afleiding om (jonge) voetgangers en fietsers te
in het verkeer ONderweg ben ik OFFline, (zie | bewegen hun smartphone niet te gebruiken
maatregel 4A) uit te breiden tot voetgangers. | in het verkeer.
20 | Onderzoeken van het aandeel van toeristen Opstarten campagne gericht op toeristen.
dat betrokken is bij ongevallen. Bijvoorbeeld educatieve film over
verkeersregels tonen in vliegtuig, fietsles
geven op te realiseren Bikepark
(bijvoorbeeld in een Amsterdams park of
op de Zuid-as).
21 | Blijven aanbieden van flyer over ‘veilig Continueren als onderdeel van bredere
fietsen in Amsterdam’ aan campagne (zie advies maatregel 20).
fietsverhuurbedrijven
22a | Voorkomen dode hoek ongevallen bij Opschalen met de meest positief
vrachtauto’s: vervolgen van de pilot met 360 | beoordeelde systemen, want maatregel
graden camera’s bij vrachtwagens van de heeft potentie. Pilot toonde minder
gemeente. schademeldingen en overwegend positieve
reacties.
22b | Voorkomen dode hoek ongevallen bij Geen extra spiegelafstelplaatsen realiseren.
vrachtauto’s: in overleg met de branche Wel inzetten op 360 graden camera’s (zie
onderzoeken welke faciliteiten nodig zijn om maatregel 22a). En bij vervanging eigen
dodehoek ongevallen te voorkomen, zoals wagenpark kiezen voor voertuigen met
spiegelafstelplaatsen. spiegelcamera’s in plaats van reguliere
spiegels en dodehoeksignalering.
23 | Onderzoeken (binnen de Agenda Stedelijke Analyseren ongevallenstatistieken op
Logistiek) effecten van goederenvervoer op betrokkenheid van verschillende typen
doorstroming (obstakelvorming) en vrachtvoertuigen. Dit geeft input voor
verkeersveiligheid. Daarbij ook het proces innovatieve infrastructurele maatregelen
van afvalinzameling betrekken. (zoals intelligente toegang o.b.v.
gebundelde stromen) en handhaving
(snelheid, parkeren) in het volgende MJPV.
24 | Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken Continueren (het aantal is variabel, zie
A
5 mn, |
é }
ee
eee
ese « e® e“ €
oe oee e®
p # A de En Emme
29
NLs Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen
25 Doorgaan met het toepassen van Continueren
ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige
seinen [U
4,2.2 Programmapijlers
Op basis van de witte vlekken in de huidige aanpak (paragraaf 3.3.2) en het advies over individuele
maatregelen (paragraaf 4.2.1}, komen we tot een advies voor de inzet in de komende jaren. De
volgende overwegingen zijn daarbij van belang:
e De verkeersveiligheid is de afgelopen jaren onvoldoende verbeterd. Dit pleit voor een
verhoging van de inspanningen, en dus een verhoging van het verkeersveiligheidsbudget,
om meer maatregelen uit te kunnen voeren, en daarmee een groter effect te behalen.
, De gemeente Amsterdam heeft echter, zoals vele gemeenten op dit moment, te maken
met een begrotingstekort. Er zal daarom extra kritisch gekeken (moeten) worden naar de
effectiviteit van de uitgaven. Bijlage 4 geeft een inschatting van het aantal verkeersdoden
en ernstig verkeersgewonden dat per maatregel op landelijk niveau voorkomen kan
worden. Er is veel winst te behalen op het gebied van fietsers, jongeren, snelheid (verlagen
maximumsnelheid, en handhaving) en alcohol/drugs (handhaving).
e Het benutten van aanvullende financieringsbronnen is belangrijker dan ooit. De
investeringsimpuls van het Rijk is van groot belang. Het Rijk stelt vanuit het SPV2030 geld
beschikbaar voor verkeersveiligheid en stelt als voorwaarde dat partijen dit bedrag
verdubbelen. Bij het selecteren van kansrijke maatregelen is het van belang om rekening
te houden met de verdeling van het budget dat binnen het SPV2030 beschikbaar wordt
gesteld voor infrastructuurmaatregelen (90%) en gedrags- en handhavingsmaatregelen
(10%). De budgetten voor infrastructuurmaatregelen vanuit het SPV2030 betreffen de
cofinanciering van alleen de uitvoeringskosten. De budgetten voor gedrags- en
handhavingsmaatregelen vanuit het SPV2030 zullen vooral worden ingezet op innovatieve
acties.
Hoe omvangrijk het pakket aan verkeersveiligheidsmaatregelen kan zijn, is naast een inhoudelijke
keuze ook een politieke keuze. We stellen twee mogelijke investeringsscenario’s voor, te weten een
sobere / budget neutrale aanpak (investeringsscenario 1) en een verhoogd programmabudget
(investeringsscenario 2). Voordat we deze scenario’s beschrijven, doen we eerst een aantal
algemene aanbevelingen per pijler.
é )
eo
€ © a €
€ e @® % Ö Ne ker €
ee e 26
30
Algemene aanbevelingen ten aanzien van de pijlers
Infrastructuur, gedrag en handhaving hebben elk hun specifieke kenmerken, maar zijn niet zomaar
los van elkaar te zien. Ze beïnvloeden elkaar in belangrijke mate. Het is dan ook belangrijk de
kruisverbanden in de gaten te houden.
In algemene zin adviseren we ten aanzien van de pijlers infrastructuur, gedrag en handhaving:
Infrastructuur Gedrag Handhaving
Zet vooral in op het Uit een verkenning van Gemeente | Handhaving is bijzonder
inrichten van de weg op Amsterdam (zie bijlage 5} naar | effectief om gedrag te
basis van de Duurzaam belangrijke beïnvloeden, mits het
Veilig principes (basis op | verkeersveiligheidsrisico’s voor 5 | gepaard gaat met
orde). Van belang is dat risicothema'’s blijken | flankerende maatregelen.
de weginrichting kennisoverdracht
overeenstemt met het (educatie/campagnes) en | De inzet op handhaving en
snelheidsregime. Dit is handhaving het meest effectief | controles staat echter onder
nog altijd een om gedrag te beïnvloeden. | druk (capaciteit/prioriteit
aandachtspunt. Verlaag Daarbij dient vooral gestuurd te | binnen de politie). Voor
ook waar mogelijk de worden op het stellen van een | handhaving ligt de
maximumsnelheid van 50 | sociale norm en het bieden van | voornaamste opgave in het
naar 30 km/uur. En handelingsperspectief. faciliteren van voldoende
verwerk de laatste menskracht om actief
inzichten in de Voor alle thema’s geldt dat een | controles op de risico-
ontwerpnormen: combinatie van kennisoverdracht | gedragsthema'’s uit te
kantmarkering, / campagnes en handhaving het | voeren. En om met
overrijdbare meest effectief lijkt. Let daarbij | innovaties handhaving
trottoirbanden, fiets-fiets | op het aanbieden van meertalige | slimmer in te richten: meer
conflictpunt op VRI- informatie. Zo worden ook | risico-gestuurd
kruispunten en nieuwe toeristen (vooral risicogroep voor | (bijvoorbeeld op basis van
Amsterdamse inrichting thema’s Afleiding en Alcohol-/ | meldingen / wisdom of the
50 km/uur en 30 km/uur | drugsgebruik) aangesproken. crowds) en meer
wegen. geautomatiseerd
Voor alle interventies geldt dat (bijvoorbeeld met de inzet
Verkeerd gebruik van de | het belangrijk is om deze gericht | van tijdelijke
infrastructuur hangt in te zetten. Bekijk per doelgroep | snelheidscamera’s).
samen met effectieve wat hen bijgebracht moet
handhaving. Een worden, wat het doelgedrag is en | Het zoeken van aansluiting
weginrichting die past bij | waarom ze dat gedrag (nog) niet | bij lopende
de geldende regels en uitvoeren. Bepaal op basis educatieprojecten en
snelheidsregime vergroot | daarvan welke interventies nodig | campagnes kan de
de effectiviteit en zijn. En bepaal vooraf hoe het effectiviteit van handhaving
geloofwaardigheid van effect van de campagne gemeten | vergroten, zodat de
handhaving. wordt. kosteneffectiviteit stijgt. 1
€ r |
eo
eet e®
eee. 0.
Jer he PD a©
31
Investeringsscenario 1: een sobere / budget neutrale aanpak
We zien dit scenario als een minimumvariant. Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn:
, Maatregelen gericht op de grootste risico’s
Maatregelen met impact op meerdere risico’s / profijtelijk voor meerdere doelgroepen
, Maatregelen met mogelijkheden voor significante cofinanciering (SPV2030)
Maatregelen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden / quick wins
De voorgestelde maatregelen staan in onderstaande tabel. We hanteren daarbij een indeling met op
de ene as de drie pijlers en op de andere as de geprioriteerde modaliteiten conform het in paragraaf
4,1.1 geïntroduceerde STOMP principe.
Infrastructuur Gedrag Handhaving
5) Toepassen mogelijkheden Uitvoeren pilot schoolstraten | Handhaving (politie/BOA)
Talking Traffic (informatie bij X aantal scholen per jaar | parkeren Licht Electrische
over tijd-tot-groen bij VrachtVoertuigen (LEVV's)
IVRI's). Continueren campagne op de stoep
‘Superbelangrijk’ om (jonge)
voetgangers en fietsers te
bewegen hun smartphone
niet te gebruiken in het
verkeer. Dit in aanvulling op
de landelijke MONO
campagne. Nb. Voor
voetgangers is smartphone
gebruik in het verkeer niet
strafbaar. De campagne
heeft dan ook meer het
karakter van ‘wenselijk
gedrag, beter voor jezelf en
anderen’.
In Correct inleiden of Jongeren: continueren Jongeren: handhaving op
verwijderen van paaltjes op Amsterdamse campagne afleiding / fietsverlichting /
het fietspad ‘Veilig achterop’. roodlichtnegatie.
(paaltjesinventarisatie
combineren met fietsroutes Ouderen: continueren Handhaven op snor- en
en risico-gestuurd campagne doortrappen, bromfietsoverlast
(fietsintensiteit) paaltjes inclusief rijles e-bike (continueren/intensiveren).
verwijderen of vervangen (snelheid en evenwicht)
door buigzame paaltjes).
Toepassen mogelijkheden
Talking Traffic (informatie
over tijd-tot-groen bij 1
IVRI's). A
ee”
ee
eet e®
e% ete e
ans ® - © ® 3 e 6 an
8 ® PP AS
32
Infrastructuur Gedrag Handhaving
Uitvoeren top 10
verbetersuggesties uit
rapportage relaxte routes.
Meldingen in
registratiesysteem van
Waternet koppelen aan
infra-database IVM/KFW >
frequente meldlocaties snel
aanpakken.
O Verbeteren solitaire
overgangen op onverharde
trambanen, conform
uitgewerkte aanpak.
B
P Zo snel mogelijk Automobilisten: nieuwe Tijdelijk plaatsen interactieve
terugbrengen campagne ‘Veilig 30’ gericht | digitale
maximumsnelheid van 50 op snelheidsoverschrijding snelheidsinformatieborden.
km/uur naar 30 km/uur, op 30km/uur wegen.
waar mogelijk (met Eventueel met
geloofwaardige beloningselement (zoals:
weginrichting). juiste snelheid = geld sparen
voor de buurt).
Meten, melden, monitoren
-__ Analyseren ongevallenstatistieken op betrokkenheid van verschillende typen
vrachtvoertuigen: geeft input voor volgend MJPV
-__ Opzetten monitoringprogramma om bereik en effect van gedragscampagnes te
kunnen meten.
Gedrag
-__ Campagne ‘enjoy Amsterdam’ (ivm populisme/tribalism/Selfism): geniet, ontspan,
geef elkaar de ruimte.
Voertuigtechnologie vrachtwagens:
- Bij vervanging eigen wagenpark kiezen voor voertuigen met spiegelcamera’s in
plaats van reguliere spiegels en dodehoeksignalering.
Ongevallen, blackspots
-__ Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van minimaal 15 blackspots per jaar.
2 -__ Doorgaan met het toepassen van ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige
4 ongevallen.
je = 1
ee”
ee
eee
er kk
ee ones e
eee aë a®
En a U > AT
33
Investeringsscenario 2: een verhoogd programmabudget
Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn:
e De maatregelen uit scenario 1, aangevuld met:
Maatregelen die eerst nog onderzoek vragen;
e Innovatieve maatregelen, nog in ontwikkeling zijnde en/of nieuwe wetgeving vereisend. Er
zijn veel innovatieve maatregelen denkbaar. Amsterdam wil koploper zijn (in Nederland of
zelfs in Europa) op het gebied van verkeersveiligheidsinnovatie.
De maatregelen, aanvullend op scenario 1, staan in de volgende tabel:
Infrastructuur Gedrag Handhaving
S Sportroutes inrichten o.b.v.
input sporters. + Melding via
smartphone bij gevaarlijke
kruispunten (pilot).
T Aanleg Bikepark Logistiek: nieuwe campagne | Onderzoek of deelscooters
(bijvoorbeeld in een ‘onbezorgd’ gericht op als aparte doelgroep moeten
Amsterdams park of op de rijgedrag bezorgscooters en worden onderscheiden in de
Zuid-as), tbv fietsles aan -fietsen handhaving op snor- en
expats en toeristen. bromfietsoverlast.
Beperking snelheid e-bike /
speed-pedelec op basis van Bezorgscooters en -
geofence (geografisch of bezorgfietsen: handhaving
o.b.v. drukte). rijgedrag (mede op basis
van klantreviews).
Vergunningverlening
voertuigtypen Licht
Electrische VrachtVoertuigen
(LEVV's)
O Vergroten OV aanbod in de
nacht (ligt buiten de scope
van het programma).
IK Intelligente toegang taxi's Taxi: handhaving rijgedrag
(nu op de wallen) uitbreiden (mede op basis van
naar een groter gedeelte van klantreviews).
de binnenstad (mits OV
aanbod vergroot wordt).
P ISA pilot om weggebruikers Overleg met de politie en het
te helpen om niet harder dan | Openbaar Ministerie over de
30 km/uur te rijden. mogelijkheden voor
automatische handhaving: 1
inzet van tijdelijke snelheids- A
ee”
eo
eet e®
e%e%e% ete
ans ® - © ® 3 e 6 an
8 ® PP AS
34
Infrastructuur Gedrag Handhaving
camera’s in aanvulling op
informatiedisplays.
Meten, melden, monitoren
- Meldpunt: maak meldingen door bewoners makkelijk en inzichtelijk (online kaart?).
Inclusief toewijzing en afhandeling binnen gemeente, en terugkoppeling aan
melder.
Voertuigtechnologie vrachtwagens:
-__ Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto’s: opschalen pilot met 360 graden
camera’s bij vrachtwagens van de gemeente met de meest positief beoordeelde
systemen.
Gedrag:
- Expats en toeristen: educatieve film over verkeersregels tonen in vliegtuig, fietsles
geven op te realiseren Bikepark (bijvoorbeeld in een Amsterdams park of op de
Zuid-as).
Ongevallen, blackspots
2 -__ Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van minimaal 20 (i.p.v. 15) blackspots
() .
er jaar.
5 per J
4.3 Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam
4,3.1 Tooling
NSI light
Samen met de SWOV en ANWB heeft gemeente Amsterdam Network de Safety Index (NSI)
ontwikkeld voor 5Okm/uur-wegen in Amsterdam. De keuze voor 5Okm/uur-wegen is gemaakt omdat
in steden op deze wegen de meeste ernstige verkeersongevallen plaatsvinden. De belangrijkste
uitkomst is een (NSI-)formule waarin infrastructuurkenmerken en verkeersintensiteiten als
variabelen zijn opgenomen. Al deze variabelen leveren een bijdrage aan de samenhang met
verkeersongevallen. Aan de hand van deze variabelen en hun weegfactoren kunnen NSI-scores
worden berekend die aanwijzingen geven voor verschillen in de mate van verkeersveiligheid van
straten.
Toepassing van NSI bleek in de praktijk minder geslaagd. NSI is vrij wetenschappelijk opgezet (veel
aandacht voor de onderzoeks-/de beleidskant). De project-/programmakant heeft (te) weinig
aandacht gekregen. Procesmatig is NSI niet goed ‘overgedragen’ naar de praktijk. En inhoudelijk had
de tool als nadeel, dat hij arbeidsintensief was om te voeden, en alsnog niet het gewenste resultaat
opleverde. Weliswaar zijn met NSI alle 50-wegen doorgelicht, maar dit heeft een grote inspanning
(tijd, financiën) gevraagd en leverde voor Amsterdam niet het gewenste inzicht in de
verkeersveiligheidsrisico’s op die wegen. Het belang van Amsterdam, om een goede en praktische 1
tool te hebben voor risico-gestuurd werken, werd met NSI niet behaald. N |
ete oee
35
Dit heeft geleid tot het initiatief om (regionaal) een NSI Light op te stellen. Dit moet een instrument
voor praktische toepassing worden. De ontwikkeling van NSI-light wordt getrokken door de
Vervoerregio. De gemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer fungeren als pilot gemeente. De pilots
zijn tot stand gekomen met hulp van Amsterdam, met de intentie om de light variant ook in
Amsterdam te gaan doen.
Vanuit de Amsterdamse maatregelenlijst geredeneerd zou het goed zijn als NSI-light toegepast kan
worden bij de volgende maatregelen (afhankelijk van uit de uiteindelijke mogelijkheden van NSI-
light):
e _Locatiebepaling tijdelijke interactieve digitale snelheidsinformatieborden op 50 km/uur
wegen;
* _Locatiebepaling tijdelijke snelheidscamera’s op 50 km/uur wegen;
Selectie van wegen die geschikt zijn voor de maatregel 50230 km/uur. Of inrichtingsadvies
voor de nieuwe 30 km/uur wegen;
, Verbreding van fietspaden langs 50 km/uur wegen (breedte van fietspaden, in combinatie
met gebruik ervan);
* _Aanscherping verbetersuggesties uit rapportage relaxte routes.
Totaaloverzicht meldingen / knelpunten
Amsterdam vindt bewonersparticipatie belangrijk en wil hier ten behoeve van
verkeersveiligheidsbeleid optimaal gebruik van maken. Om optimaal gebruik te kunnen maken van
input van burgers, is een goede centrale registratie, afhandeling en monitoring van die meldingen
noodzakelijk. In de huidige situatie is hier ten dele in voorzien, vooral waar het meldingen over de
infrastructuur betreft.
e Amsterdammers kunnen een melding doen via SIA (Signalen Informatievoorziening
Amsterdam). Meldingen over verkeersonveilige situaties worden via de klachtencoördinatie
doorgezet aan de programmasecretaris mobiliteit in het betreffende stadsdeel. De
programmasecretaris mobiliteit? beoordeelt, al dan niet samen met een verkeerskundige,
of er maatregelen nodig zijn op het gebied van infrastructuur / wegontwerp. Grofweg een
derde tot de helft van de klachten gaan over gedrag (bijvoorbeeld fietsen of auto’s over de
stoep) waar vanuit een verkeersontwerp-oogpunt niet zoveel gedaan kan worden. Die
meldingen gaan terug naar de klachtencoördinator, die het dan doorzet bij Handhaving. Als
infrastructurele maatregelen nodig zijn, en nog niet ergens worden opgepakt, komt de
locatie op een inventarisatielijst terecht. Deze inventarisatielijst is dan input voor de lijst
locaties voor de Infrastructurele Verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM).
e Naast meldingen van Amsterdammers komen er ook meldingen / knelpunten voort uit
bijvoorbeeld verkeersveiligheidsonderzoeken, verzoeken vanuit programma’s en meldingen
van stadsdeelmanagers / gebiedsmakelaars.
2 Dit beschrijft de werkwijze in stadsdeel Nieuw-West. Andere stadsdeelorganisaties 1
hebben waarschijnlijk een soortgelijk proces. % |
ee“ e®
eo“ ee“
€ © se
ee e 26
36
Een totaaloverzicht van meldingen / knelpunten uit al deze bronnen is er niet. Dit maakt het lastig
om een afgewogen beeld te krijgen van de knelpunten en de daarop gewenste inzet van V&OR,
Stadswerken, politie en BOA's.
Geadviseerd wordt om dit totaaloverzicht wel te maken. Dit kan door bijvoorbeeld een (GIS) tool te
ontwikkelen (Meldingen Amsterdamse Verkeersveiligheid)}, waarin de meldingen uit de verschillende
inputkanalen op een geüniformeerde wijze worden opgenomen. V&OR kan de binnenkomende
verzoeken coördineren, opnemen in de database, en labelen als infrastructurele melding (ten
behoeve van een IVM of KFW maatregel), of een gedragsmelding. Hierin zit dus ook de kans
{aanbeveling om het proces van IVM en het MJPV meer samen te voegen.
Vervolgens worden de verzoeken verder opgepakt door de verantwoordelijke organisatieonderdelen.
Pakketten met gebundelde gelijksoortige infra-maatregelen kunnen op deze wijze in één keer
opgevoerd worden voor cofinanciering. Gedragsknelpunten die breder spelen, kunnen een plek
krijgen in een nieuwe campagne of educatieprogramma. Handhaving kan gerichter ingezet worden
op het type meldingen en op de locaties die het meeste aandacht vragen.
Ook initiatieven vanuit andere programma’s kunnen hierin opgenomen worden. Denk aan het
toevoegen van een kaartlaag met de resultaten uit de actie ‘Meer groen, minder wachten’ uit het
Meerjarenplan fiets, waarbij Amsterdammers de kans krijgen om aan te geven welke verkeerslichten
beter kunnen worden afgesteld, uitgeschakeld of zelfs verwijderd. Een betere afstelling van de
verkeerslichten leidt tot minder roodlichtnegatie en daarmee een betere verkeersveiligheid.
4.3.2 Risico-gestuurde aanpak WBA
De Werkgroep Black Spots Amsterdam (WBA) pakt sinds 2000 locaties aan waar relatief meer
ongevallen plaatsvinden (blackspots). Blackspots zijn volgens de oorspronkelijk definitie kruispunten
met in totaal 6 of meer letsel- of dodelijke ongevallen in drie jaar tijd. Het aantal blackspots in
Amsterdam daalt (tussen 1999 en 2001 waren er 167 blackspots, tussen 2007 en 2009 waren dat
er 66). De afname komt deels door verminderde registratie, en deels door aanpak van de black
spots. De definitie van een blackspot is inmiddels (tijdelijk) aangepast in verband met de
teruggelopen registratiegraad. Een blackspot is daarmee geworden: een kruispunt met in totaal 3 of
meer letsel- of dodelijke ongevallen in drie jaar tijd. Zonder de aanpassing van de definitie zouden
er veel minder blackspots zijn (in 2020 staan 9 blackspots met 6 of meer ongevallen op de lijst). Met
de aangepaste definitie zijn er meer blackspots (ter illustratie: in 2019 zijn 29 blackspots onderzocht
en 8 uitgevoerd, en wordt daarmee voldaan aan de bestuurlijke toezegging in het MJPV om 15
gevaarlijke locaties te onderzoeken en/ of uit te voeren per jaar).
De gestage afname van het aantal blackspots illustreert dat er ruimte is voor een andere, bredere
invulling van de WBA. In lijn met het SPV2030 kan de WBA meer preventief en risico-gestuurd
adviseren over nieuwe verkeersveiligheidsmaatregelen, naast het uitvoeren van blackspot analyses.
Dat hoeft zich niet te beperken tot een advies bij infrastructurele maatregelen. Ook adviezen over
het aanpakken van risicovol gedrag en zinvolle handhavingsacties, kunnen gegeven worden door de
WBA. De WBA krijgt hiermee meer de vorm van een intern praktijkgericht expertisecentrum
verkeersveiligheid.
Voorgesteld wordt om maandelijks een werksessie te plannen met V&OR en WBA, waarin de 1
meldingen uit de MAV worden behandeld (afwegen, actiehouder toewijzen). De maandelijkse %
E }
eo
e ete
ese „ee
IN hy © ® ON
8 @” p a®©
37
frequentie is gelijk aan die van de gebiedstafels in de stadsdelen, zodat input/output maandelijks
uitgewisseld kan worden tussen stadsdeelorganisaties en VROR.
4,3.3 (Organisatie van de) financiering
Verkeersveiligheidsmaatregelen, en de raakvlakken met andere programma’s
In paragraaf 3.1 werd al aangegeven, dat het MJPV als programma uiteraard niet op zichzelf staat.
Er zijn meerdere programma’s die een relatie hebben met verkeersveiligheid. Ook al hebben die
programma’s het thema verkeersveiligheid niet in hun doelstelling staan, ze hebben wel invloed op
verkeersveiligheid. Vele maatregelen uit het MJPV (onderstaande tabel, linker kolom) staan ook ten
dienste van andere programma’s. We zien de sterkste link met het meerjarenplan fiets. En de
intelligente toegang voor taxi's draagt bij aan verkeersveiligheid.
MJPV maatregel draagt Agenda/plan/programma Agenda/plan/programma
bij aan ander draag bij aan MJPV maatregel
agenda/plan/programma
12,3,4,6,7,13,16 | Meerjarenplan fiets |
ZR eerden
22 [Wweerngsagend stedelijke logistiek |________— |
eee [re meellgente toegeng _
Ieder programma werkt vooral aan het behalen van de eigen programmadoelstellingen, zonder
expliciet mee te wegen wat het effect voor een ander programma kan zijn (integrale afweging: wie
is voor wat verantwoordelijk, en hoe kun je elkaar helpen). Vanuit de programmasturing is dat een
logische insteek. Vanuit de raakvlakken zouden echter meer gedeelde afspraken gemaakt kunnen
worden. Vooral met het meerjarenplan fiets, maar ook wel met Autoluw, Logistiek en Taxi.
Het maken van gedeelde afspraken is gerechtvaardigd voor posten ten aanzien van onderzoek
(bijvoorbeeld onderzoek naar maatregelen voor comfortabeler en veiliger fietsen) en aanpassing van
infrastructuur (bijvoorbeeld snorfiets naar de rijbaan, intelligente toegang voor logistiek en taxi).
Organisatie van de financiering
Bij het maken van gedeelde afspraken tussen programma’s moet een keuze gemaakt worden onder
welk programma een maatregel ondergebracht wordt. Argumenten kunnen zijn: cofinanciering,
verwevenheid met andere maatregelen/projecten, eigenaarschap, etc. Voor een volgend MJPV zien
we mogelijkheden om hier (bewustere) keuzes in te maken. Drie voorbeelden van mogelijke keuzes:
e Voor verkeersveiligheid zijn cofinancieringsmogelijkheden vanuit de Vervoerregio en het
Rijk, met name voor infrastructurele maatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren.
Maatregelen voor de fietsinfrastructuur passen hier goed (provincie Noord-Holland heeft
een subsidieregeling voor verbetering van ht regionale fietsnetwerk, opengesteld voor
gemeenten buiten de Vervoerregio).
Maatregelen met betrekking tot voertuigen en voertuigtechnologie voor logistiek (zoals de
360 graden camera’s en spiegelafstelplaatsen) passen inhoudelijk goed in de 1
uitvoeringsagenda stedelijke logistiek, terwijl ze in het MJPV meer op zichzelf staan. Door N |
}
eo
eee
€ e @e © ©”
e e - e C nn €
e® e® © ®
38
de maatregelen onder te brengen bij logistiek, krijgt de doelstelling van verkeersveiligheid
ook daar meer lading.
Vanuit de agenda taxi is intelligente toegang voor taxi's in delen van Amsterdam ingesteld.
Het eigenaarschap lag hier bij de agenda taxi, maar de maatregel heeft als het goed is ook
een positief effect op de verkeersveiligheid. Bovendien is denkbaar dat een vergelijkbare
maatregel ook zinvol is voor andere doelgroepen, zoals zware vrachtwagens. Hier is zelfs
denkbaar dat een heel andere opgave, zoals ‘kades en bruggen’ vanuit een bovenliggend
belang een coördinerende rol vervult.
Bovenstaande genoemde cofinancieringsbronnen zijn ongetwijfeld niet de enige. Voorgesteld wordt
daarom om bij een nieuw MJPV allereerst een complete scan van externe financieringsbronnen uit te
voeren. Neem de uitkomst daarvan mee in de keuze waar een maatregel wordt ondergebracht (follow
the money). Andere argumenten (aansluiting op andere maatregelen, eigenaarschap} komen daarna
aan de orde. Uiteindelijk is de keuze waar een maatregel wordt ondergebracht niet gelijk aan de
keuze wie bij het uitvoeren van de maatregel betrokken is. Uitvoering kan een gezamenlijke opgave
vanuit meerdere programmalijnen zijn, gecoördineerd van een centraal kernteam van
programmatrekkers.
Gebundelde maatregelen t.b.v. besluitvorming en cofinanciering
Een manier om aanspraak te maken op grotere delen financieringsbronnen is een meer
programmatische aanpak te hanteren en (kleine) maatregelen in een aanvraag te bundelen. Op deze
wijze wordt in één keer budget aangevraagd, zodat de uitvoering van maatregelen vervolgens sneller
van start kan gaan.
Op het gebied van verkeersveiligheid is het SPV2030 de komende jaren het standaardwerk waarop
verkeersveiligheidsprojecten, -onderzoeken en -budgetten zijn en worden gebaseerd. De genoemde
investeringsimpuls (500 Miljoen euro over 10 jaar vanuit I&W) is hier een belangrijk voorbeeld van.
Het SPV2030 beschouwen we daarmee als de gemeenschappelijke taal die overheden hanteren
wanneer het over verkeersveiligheid gaat.
Om als gemeente het goede voorbeeld te geven en de aansluiting met andere overheden (landelijk,
regionaal en gemeentelijk) te waarborgen, bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling, uitvoering en
beleidsvorming, lijkt het verstandig dezelfde terminologie aan te houden. Het SPV2030 werkt
hiervoor negen beleidsthema’s uit, op basis van de grootste verkeersveiligheidsrisico’s. Deze
beleidsthema’s zijn: 1) Veilige infrastructuur, 2) Heterogeniteit in het verkeer, 3) Technologische
ontwikkelingen, 4) Kwetsbare verkeersdeelnemers, 5) Onervaren verkeersdeelnemers, 6) Rijden
onder invloed, 7) Snelheid in het verkeer, 8) Afleiding in het verkeer en 9) Verkeersovertreders.
Voor ieder beleidsthema is in het SPV2030 een toekomstbeeld geschetst, met een uitgewerkte
richting voor beleid, Voor het MJPV is het advies de programma-aanpak te relateren aan de
genoemde beleidsthema’s. Door diverse (kleinere) maatregelen te bundelen en onder te brengen bij
een of meerdere beleidsthema’s, bestaat de mogelijkheid financiering aan te vragen op basis van
thema. Zo ontstaan grotere financieringsaanvragen per keer en wordt de slagkracht bij bijvoorbeeld
de Vervoerregio en het Ministerie van I&W vergroot.
Balans onderzoek - realisatie 1
É }
ee
e ete
eee ete
A bh © 26
39
Wanneer een onderzoek wordt uitgevoerd, schept dat verwachtingen bij stakeholders ten aanzien
van de opvolging van de adviezen uit die onderzoeken. Wat zoveel mogelijk geborgd moet worden,
is dat onderzoek uitgevoerd wordt wanneer ook zicht is op middelen om de uit die onderzoeken
komende adviezen uit te voeren. Dit lukt in de huidige praktijk helaas niet altijd. Als voorbeeld
noemen we de schouw van schoolomgevingen. Er is op veel scholen een schouw uitgevoerd, en
daaruit zijn concrete voorstellen voor verbetering gekomen. De uitvoering van die maatregelen is
vervolgens (tijdelijk)* achtergebleven. Daarmee stel je scholen teleur.
Het complexe is, dat de middelen voor uitvoering van maatregelen niet altijd belegd zijn bij het
programma, maar elders in de organisatie. In het voorbeeld van de schouw van scholen lag de
uitvoering van de adviezen bij de stadsdeelorganisaties. Door een reorganisatie is hier achterstand
in ontstaan. Uitvoering van de adviezen is nu ondergebracht bij IVM waardoor er weer sturing op de
uitvoering mogelijk is.
Geadviseerd wordt om het uitvoeren van onderzoek en het uitvoeren van maatregelen
(organisatorisch) verder op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door IVM samen te voegen met VV.
4.3.4 Monitoring (risico-indicatoren)
De monitoring van de verkeersveiligheid in de gemeente kan in principe op twee manieren
geschieden. Aan de ene kant kan er, op het niveau van het MJPV, worden gekeken naar specifieke
programma-indicatoren waaraan vanuit het meerjarenprogramma wordt gewerkt. Daarnaast kan
worden gekeken naar de (ontwikkeling van) risico-indicatoren. Met behulp van het inzichtelijk krijgen
van deze risico-indicatoren kan (toekomstig) verkeersveiligheidsbeleid worden ontwikkeld en/of
aangepast. Aangezien beide net een andere insteek hebben, zijn ook de indicatoren (grotendeels)
verschillend. Voor beide zijn hieronder aanbevelingen gedaan.
3 Uitvoering van achtergebleven maatregelen is al gestart vóór dit onderzoek. % 8
ee
eet e®
e% eet ee
eee
8 ® PD a©
40
Voor de monitoring van (de resterende looptijd van) het MJPV, met als doel inzicht te verkrijgen in
de realisatie van de doelstellingen, stellen we voor de volgende programma-indicatoren te hanteren:
* Aantal (slachtoffer) ongevallen in de gemeente (op basis van politieregistratie en
ambulance data);
e Aantal uitgevoerde infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen;
* Aantal ingezette displays/betrokken omwonenden;
e _Aantal/aandeel snorfietsers;
* Aandeel van de geselecteerde 50 km/uur wegen dat is omgebouwd naar 30 km/wegen.
Om de ontwikkeling van de verkeersveiligheidsrisico’s in beeld te krijgen, stellen we voor om de
volgende risico-indicatoren te monitoren:
e Gebruik smartphone in de auto/op de fiets;
_Roodlichtnegatie;
* Aandeel weggebruikers dat (tijdens controles) te hard rijdt;
e Ontwikkeling omvang doelgroepen, met name:
o _E-bike gebruik ouderen;
o _Brom- en snorfietsende jongeren;
o Logistiek / pakketbezorging (daarbinnen ook beginnend bestuurders);
o _ Maaltijdbezorging.
, Gebruik verdovende middelen (alcohol, drugs) door weggebruikers.
4.4 Conclusies en aanbevelingen
De extra nadruk op de risico-gestuurde aanpak in het SPV2030 heeft nog niet geleid tot een grote
verbetering van de verkeersveiligheid. Dat geldt ook voor Amsterdam. er zijn nu extra maatregelen
nodig. Tegelijkertijd staat de gemeentebegroting, en daarmee mogelijk ook de financiering van
verkeersveiligheid, onder druk. Het is zaak om slim en gericht in te plegen.
We adviseren een strategie die bestaat uit twee componenten: “STOMP, 24/7” en “Wisdom of the
crowds, data-gedreven”. STOMP geeft prioriteit aan lopen en fietsen, en zet het minst in op het
gebruik van de privéauto. 24/7 betekent dat deze prioritering geldt op elke dag van de week, en op
ieder moment van de dag. Wisdom of the Crowds betekent, dat gebruik gemaakt wordt van het
geluid van de inwoners, bezoekers en ondernemers in Amsterdam. De inzet van slimme technologie
en data spelen hierbij een belangrijke rol.
Voor een sobere / budget-neutrale aanpak en een verhoogd programmabudget zijn twee mogelijke
investeringsscenario’s opgesteld. Scenario 1 (sober / budget-neutraal) zien we als een
minimumvariant. Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn:
Maatregelen gericht op de grootste risico’s
Maatregelen met impact op meerdere risico’s / profijtelijk voor meerdere doelgroepen
Maatregelen met mogelijkheden voor significante cofinanciering (SPV2030)
Maatregelen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden / quick wins NR 1
ee”
eo
ee ese
e® Se e® e® e® €
0 © ©
41
Scenario 2 gaat uit van aanvullende maatregelen, die eerst nog onderzoek vragen, innovatief (en
nog niet uitontwikkeld) zijn, kostbaar zijn, en/of nieuwe wetgeving vereisen.
Wanneer een meldingssysteem wordt ingericht (bijvoorbeeld in de vorm van een GIS tool /
interactieve kaart), kan een totaaloverzicht verkregen worden van meldingen van burgers,
meldingen / knelpunten uit verkeersveiligheidsonderzoeken, verzoeken vanuit programma’s en
meldingen van stadsdeelmanagers / gebiedsmakelaars. Hiermee kunnen maatregelen worden
afgewogen, toegekend aan actiehouders, en kan stadsbreed, uniform, een lokale uitvoeringsagenda
gevuld worden. Ook kan het de basis bieden voor de aanvraag van cofinanciering voor (bundels van)
maatregelen. Door te bundelen wordt in één keer budget aangevraagd, zodat de uitvoering van
maatregelen vervolgens sneller van start kan gaan. En handhaving kan gerichter ingezet worden op
het type meldingen en op de locaties die het meeste aandacht vragen
Voorgesteld wordt om maandelijks overleg te plannen met V&OR en WBA, waarin de verzamelde
meldingen worden behandeld (afwegen, actiehouder toewijzen). De maandelijkse frequentie is gelijk
aan die van de gebiedstafels in de stadsdelen, zodat input/output maandelijks uitgewisseld kan
worden tussen stadsdeelorganisaties en V&OR. De rol van de WBA wordt hierin meer dan nu die van
een intern praktijkgericht expertisecentrum verkeersveiligheid.
Vanuit de raakvlakken tussen programma’s zouden meer gedeelde afspraken gemaakt kunnen
worden. Vooral met het meerjarenplan fiets, maar ook wel met Autoluw, Logistiek en Taxi. Het maken
van gedeelde afspraken tussen programma’s is gerechtvaardigd voor posten ten aanzien van
onderzoek (bijvoorbeeld onderzoek naar maatregelen voor comfortabeler en veiliger fietsen) en
aanpassing van infrastructuur (bijvoorbeeld snorfiets naar de rijbaan, intelligente toegang voor
logistiek en taxi). Voor zover bekend zijn die afspraken er nu niet.
Proces en organisatie (strategie, organisatie);
Om als gemeente het goede voorbeeld te geven en de aansluiting met andere overheden (landelijk,
regionaal en gemeentelijk) te waarborgen, bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling, uitvoering en
beleidsvorming, doen we de aanbeveling om dezelfde terminologie aan te houden. Het SPV2030
werkt hiervoor negen beleidsthema’s uit, op basis van de grootste verkeersveiligheidsrisico’s.
De Vervoerregio trekt de ontwikkeling van een NSI Light. Dit moet een instrument voor praktische
toepassing worden. De gemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer fungeren als pilot gemeente.
Geadviseerd wordt om NSI-light na de pilotfase in Zaanstad en Haarlemmermeer, bij gebleken
meerwaarde, ook in Amsterdam in te zetten.
Voor de monitoring van (de resterende looptijd van) het MJPV, met als doel inzicht te verkrijgen in
de realisatie van de doelstellingen, stellen we voor de volgende programma-indicatoren te hanteren:
e _ Aantal (slachtoffer) ongevallen in de gemeente;
* Aantal uitgevoerde infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen;
* Aantal ingezette displays/betrokken omwonenden;
e _Aantal/aandeel snorfietsers; 1
* Aandeel van de geselecteerde 50 km/uur wegen dat is omgebouwd naar 30 km/wegen. NR
€ }
ee
eee“
eee ete
ee e 26
42
Om de ontwikkeling van de verkeersveiligheidsrisico’s in beeld te krijgen, stellen we voor om de
volgende risico-indicatoren te monitoren:
* Aandeel weggebruikers dat (tijdens controles) te hard rijdt;
e Ontwikkeling omvang doelgroepen, met name:
o E-bike gebruik ouderen;
o _Brom- en snorfietsende jongeren;
o Logistiek / pakketbezorging
_Roodlichtnegatie;
e Gebruik smartphone in de auto/op de fiets;
, Gebruik verdovende middelen (alcohol, drugs) door weggebruikers.
í dd
e%ese°
e ese
43
Bijlage 1: evaluatie per maatregel (factsheets)
1
e%
ee
ee%e®,
eee vet
Onderzoeken toepasbaarheid kantmarkering langs vrijliggende fietspaden.
Preventief -Reactief
>
> Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
5 Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Onderzoek in hoeverre kantmarkering helpt om botsingen met de
T trottoirbanden te voorkomen, en in hoeverre de ruimte op het fietspad
hierdoor beter wordt benut. Nader onderzoek loopt.
Ja
Combinatie met maatregel 1B, Combi met 1B
Effectiviteit: Effectief met stabiel
vooruitzicht. Potentie op basis van
wetenschappelijk onderzoek. Geen nader
effect onderzocht.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
Onderzoeken welke trottoirband het meest veilig is voor fietsers én voetgangers.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
el Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Onderzoek naar veilige trottoirbanden. Er wordt in ieder geval gekeken
T naar schuine, haakse en gelijkvloerse trottoirbanden.
Ja
Combinatie met maatregel 1A, -
Combi met 1A
Effectiviteit: Effectief met stabiel
vooruitzicht. Potentie op basis van
wetenschappelijk onderzoek. Geen nader
effect onderzocht.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
Onderzoeken van het gebruik van fietspaaltjes van buigzaam materiaal.
Preventief Reactief
en)
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: Fietsersbond
el Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR
in
hd
Dem :
= Beschrijving: Uitgevoerd:
Lan
% Daarbij kijken we naar bestaande locaties met dit type paaltjes en doen Nee
T we een praktijkproef. In overleg met de wegbeheerders zal hiervoor de Gedeeltelijk
locatie worden bepaald.
Ja
Activiteiten:
Inventarisatie van alle paaltjes heeft plaatsgevonden. RE 1 m a à
Verder is een toename aan paaltjes in de stad geconstateerd. De paaltjes op en . .
fietsroutes in de stad zijn geïnventariseerd, verwerkt op een gis-kaart, Effectiviteit: Nog niet effectief, wel
geprioriteerd. Beleid is geen paaltje tenzij. Alle paaltjes die niet nodig zijn voor veel potentie. Spaans onderzoek heeft
andere redenen worden in 2020 en 2021 verwijderd, paaltjes die noodzakelijk zijn _ uitgewezen dat flexibele palen tot
om andere redenen worden voorzien van de juiste inleidende markeringen, minder (hoofd) letsel leiden
verlichting en zichtbaarheid. oe:
Nog geen specifiek effect gemeten.
Nb. Het verwijderen van paaltjes is ook gebeurd in het kader van het vorige Mogelijk wel als er meer paaltjes
MJPV, maar sindsdien is het aantal paaltjes toch weer toegenomen. verdwijnen.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam et @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(2) Aanbrengen schampstroken op locaties met parkeerhavens langs de drukste
fietsroutes: ontwikkelen van de beste manier om de schampstrook vorm te
geven (breedtes, hoogte, materialen, kleuren) bij beperkte ruimte.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
el Doel: Ruimte creëren om fouten te corrigeren: Schampstroken. Uitvoerende partij: Wegbeheerder
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E We starten met het ontwikkelen van de beste manier om de
T schampstrook vorm te geven, waarbij we rekening houden met de
beperkte ruimte die in Amsterdam beschikbaar is. Daarbij kijken we in
ieder geval naar verschillen in breedtes, hoogte, materialen en kleuren.
Doorlopend
Activiteiten:
Opgenomen in beleidsstukken Leidraad CVC fiets, Puccini handboek
Rood en Afwegingskader Fietsstraten.
Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(2) Onderzoeken van de mogelijkheid om ongevallen te voorkomen die worden
veroorzaakt door onveilige voorrangssituaties tussen fietsers op kruisingen.
Preventief -Reactief
>
> Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
5 Doel: Voorkomen van botsingen tussen fietsers op kruisingen. Uitvoerende partij: VOR
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Daarbij kijken we in ieder geval naar het opnemen van de fietspaden in de
T verkeerslichtenregeling, het vergroten van de opstelruimte en het Gedeeltelijk
omdraaien van de voorrangsregeling.
Activiteiten: Combi met 18
Maatregel is gecombineerd met maatregel 18: Onderzoeken hoe we de
oversteekplaatsen over fietspaden (zebrapaden) veiliger kunnen maken
voor voetgangers en fietsers. Onderzoek loopt nog, rapportage wordt
eind 2020 voorzien.
Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten.
VOP vóór kruispunt verwijderen leidt
tot minder conflicten. Het vergroten
van opstelruimten lijkt te leiden tot
minder fietsers die opstellen achter de
stopstreep. Het is onduidelijk of dit ook
de verkeersveiligheid vergroot. Geen
effect op roodlichtnegatie
(Bron: Haskoning) <
fee
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(a) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: meedoen met de
campagnekalender van het Rijk.
EN Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR
ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving.
IE |
e)) Beschrijving: Uitgevoerd:
E Doorlopend programma, bestaand uit:
a 1) Blijven meedoen met de campagnekalender van het Rijk (afleiding).
2) Samenwerken met het Rijk aan het gebruik van de fietsmodus app
3) Aandacht besteden, binnen de campagnekalender, aan snelheid op Doorlopend
30/50 km wegen, BOB/alcohol en fietsverlichting.
Meedoen met standaardmiddelen, maar soms ook eigen (specifieke) Effectiviteit: Effectief met stabiel
communicatie en middelen. Op dit moment lopen: Fiets verlicht, MONO vooruitzicht
(afleiding), BOB (alcohol), snelheid, roodlicht, De scholen zijn weer
begonnen, Doortrappen (ouderen op de fiets).
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(4e) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: meedoen met de Rijkscampagne
‘Val op, fiets verlicht’, fietslampjes aanbieden bij Fietspuntstallingen, bijdragen aan
handhavingsacties, controle op verlichting en afstelling van de fiets bij graveeracties.
EN Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR
ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving.
5 -
o Beschrijving: Uitgevoerd:
E Doorlopend programma, bestaand uit:
a 1) Blijven meedoen met de Rijkscampagne ‘Val op, fiets verlicht’.
2) Blijven aanbieden fietslampjes tegen een schappelijke prijs in de
gemeentelijke Fietspuntstallingen
Doorlopend
3) Bijdragen aan gedragsacties van andere partijen, zoals
handhavingsacties van de politie
4) Aanbieden controle op fietsverlichting en afstelling van de fiets, bij Rn E| il d
enkele graveeracties.
Effectiviteit: Effectief met stabiel
vooruitzicht
Activiteiten:
Zie maatregel 4A,
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(4e) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: aanvullende campagnes bij
Amsterdamse prioriteiten zonder landelijke campagne, zoals ‘Veilig achterop’.
ER Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: Superbelangrijk,
A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen GVB, Vervoersregio Amsterdam
ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving. Uitvoerende partij: VOR
5 -
o Beschrijving: Uitgevoerd:
E Voortzetten van de campagne ‘Veilig achterop’.
a Activiteiten:
1) Erwordt ingespeeld op nieuwe (kwetsbare) doelgroepen.
Bijvoorbeeld ouderen en fietsexoten, maar beperkt.
Doorlopend
2) Campagneplan 'Superbelangrijk’, om (onge) fietsers te bewegen hun
smartphone niet te gebruiken in het verkeer
3) Online campagne ‘Spaakbeknelling 2018’, om de veiligheid van Rn E| il id
kinderen achterop de fiets te stimuleren
Effectiviteit: Effectief met extra
potentie.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(4) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: onderzoeken van de effecten
van wachttijdindicatoren bij verkeerslichten op het wachtgedrag van fietsers
en voetgangers.
EN Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR
ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving.
IE |
e)) Beschrijving: Uitgevoerd:
E Verminderen roodlichtnegatie
rr Gedeeltelijk
Activiteiten:
Onderzoek naar wachtijdvoorspellers is afgerond, met wisselende C_})
uitkomsten. Blijkt meer een comfortmaatregel dan een verkeersveiligheid
maatregel. Uitvoering is overgedragen aan het programma fiets.
Aangezien wachttijdvoorspellers geen oplossing bleek te zijn, is een IJ il id d
hernieuwd onderzoek gestart (loopt nog) naar roodlichtnegatie.
Daarnaast loopt een experiment van de WBA naar toepassing van een Effectiviteit: Niet effectief. Wisselende
LED lijn. Dit wordt gemonitord en kan gezien worden als een pilot binnen _ Uitkomsten wachttijdvoorspellers.
deze maatregel. De LED lijn geeft alleen rood, geen groen (bij groenfase Ook LED lijn wordt niet gezien als
staat de LED uit). Verwachting van de VRI deskundige t.a.v. het oplossing voor roodlichtnegatie.
verkeersveiligheidseffect: geen duidelijke meerwaarde, kans op mentale
overbelasting, kans op tegenstrijdige info met het reguliere licht. Niet de
oplossing voor roodlichtnegatie.
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(5) Streven het onderhoudsniveau van wegen te verhogen naar ‘Verzorgd’, zoals
omschreven in het coalitieakkoord.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen
el Doel: Fietspaden goed onderhouden, veilige assets Uitvoerende partij: Wegbeheerder
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Beleidsmaatregel. De besluitvorming over het onderhouden van de
T fietspaden op een verzorgd onderhoudsniveau is onderdeel van 1
Amsterdam Schoon en Heel’.
Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten.
Sen
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(6) Onderzoeken hoe we de afwatering van fietspaden kunnen verbeteren (in het
kader van Amsterdam Rainproof, samen met Waternet).
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: beheer van
el Doel: Fietspaden goed onderhouden, veilige assets V&OR, Waternet en de stadsreiniging
RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder
E
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Schone kolken is vooral een proces met Waternet en stadsreiniging, niet
T een infra maatregel. Waternet had geen registratiesysteem (is er nu wel),
waardoor meldingen niet goed gelogd/opgevolgd konden worden
Ja
Afgerond en overgedragen aan beheer van V&OR.
Effectiviteit: Effectief met extra
potentie. Op basis van recent
geïntroduceerd registratiesysteem kan
overlast gericht worden aangepakt
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(7) Verplaatsen van snorfietsers met helm naar de rijbaan, in de zone binnen de
ring A10 exclusief stadsdeel noord.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: Zoektocht loopt
el Doel: Snorfiets naar de rijbaan met helm Uitvoerende partij: VOR
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Hiervoor wordt in beeld gebracht welke (juridische) eisen daarvoor zullen
T gelden, welke infrastructurele ingrepen en communicatie nodig zijn en
hoe handhaving vorm kan worden gegeven.
Ja
Activiteiten: C_})
1) Uitgebreide campagne (op straat, direct mailing, socials)
2) Actieve handhaving HEZE
9) Or, 1-, 9, 3, 4-metingen uitgevoerd Effectiviteit: Effectief met extra
potentie. Forse daling geregistreerde
ongevallen en conflicten. Afname
aantal snorfietsen en verplaatsingen
met snorfietsen. Oordeel van
snorfietsers wisselend, automobilisten
neutraal/negatief, fietsers positief.
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(8) Handhaven op snor- en bromfietsoverlast, conform het jaarlijks Stedelijk
Handhavingsprogramma.
Preventief -Reactief
= Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: THOR en politie
5 Doel: Beperken risicogedrag: handhaving Uitvoerende partij: VOR
EE
Ke,
Lan
HE Beschrijving: Uitgevoerd:
E Project SNOR
a 1) Gedurende het jaar diverse handhavingsacties organiseren. Er wordt
daarbij informatie gestuurd gewerkt door op die plaatsen en
tijdstippen aanwezig te zijn waar de problemen het grootst zijn en
waardoor de pakkans kan worden vergroot.
Doorlopend
2) Op basis van doelgroepenanalyse inzetten op effectieve
handhavingsinterventies
3) Optreden tegen heterdaadsituaties. Rn E| an
Activiteiten: Effectiviteit: Effectief met stabiel
35 controles, 480 inzeturen vooruitzicht. Minder snorfietsen, meer
deelscooters. Algemeen: meer drukte
Inzet vanuit het programma is 1 fte: aanjager binnen het programma, die op het fietspad en op de rijbaan, dus
een verbinding maakt tussen de BOA's en de politie, en gezamenlijke potentieel meer overlast
rollerbankcontoles organiseert. Inzet BOA’s en politie drukt niet op het
programma.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(5) Verder uitwerken en optimaliseren van camerahandhaving zoals die
plaatsvindt bij de passage van het Rijksmuseum en wordt onderzocht bij de
Cuyperspassage (als de eindevaluatie daartoe aanleiding geeft).
Preventief -Reactief
= Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: geen
5 Doel: Beperken risicogedrag: handhaving Uitvoerende partij: VOR
EE
Ke,
Lan
HE Beschrijving: Uitgevoerd:
E Eindevaluatie huidige camerahandhaving, en verder
En uitwerken/optimaliseren.
Ja
Activiteiten:
Overgedragen
Geëvalueerd en overgedragen aan afdeling beheer.
Effectiviteit: Effectief met stabiel
vooruitzicht. Geen echte evaluatie
uitgevoerd. Wel is ervoor gekozen om
de camera’s te continueren. Camera’s
overgedragen aan afdeling beheer
(beide locaties).
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(zo) Blijven inrichten van de wegen in Amsterdam volgens de landelijk vastgestelde
principes van Duurzaam Veilig (transformatie meenemen in lopende projecten).
Preventief -Reactief
|
En) Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: geen
5 Doel: Duurzaam veilige inrichting van 50 km wegen. Uitvoerende partij: Wegbeheerder
in
lar)
uz .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Dat kan bijvoorbeeld door eisen te stellen aan drempels en wegbreedte.
T Knelpunten die met de Network Safety Index in beeld worden gebracht
zullen we - waar mogelijk - wegnemen. Vanuit de principes van 1 stad 1
opgave wordt deze transformatie meegenomen in lopende projecten,
waarbij 30 km wegen in beeld zijn, maar vooral wordt gekeken naar 50
km-wegen. Doorlopend
Effectiviteit: Effectief met stabiel
vooruitzicht. Duurzaam veilig is
landelijk geaccepteerde norm voor
verkeersveilige inrichting.
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
un} Tijdelijk plaatsen interactieve digitale informatieborden om automobilisten op
hun snelheid te wijzen, overleg met de politie en het Openbaar Ministerie over
de mogelijkheden voor (automatische) handhaving.
Preventief -Reactief
= Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Politie
5 Doel: Aanpak snelheidsovertredingen op 50 km-wegen. Uitvoerende partij: VOR
EE
Ke,
Lan
HE Beschrijving: Uitgevoerd:
E Digitale snelheidsdisplays inzetten op locaties waar
En snelheidsovertredingen worden waargenomen.
Activiteiten:
Doorlopend
Totaal snelheidscontrole 2019:
* 572 controles, 3671 inzeturen
* Wegkantradars 2019: 24 wegkantradars, gedurende gemiddeld 1,8
weken Effectiviteit: Effectief met extra
* Smileys 2019: 13 smileys, voor gemiddeld 11,7 weken potentie. Er vindt geen meting van
(duurzame) effecten plaats. Doel is
* Smileys 2020: 19, voor gemiddeld 6,4 week met name om bewoners te betrekken
* _Wegkantradars 2020: 10, gedurende gemiddeld 1,4 week. en de borden zo veel mogelijk in te
zetten.
Inzet politie komt uit het verkeerspolitieteam. Inzet smileys en radars
komt uit het programma.
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(12) Terugbrengen maximumsnelheid van wegen in het centrum van 50 km/uur
naar 30 km/uur, waar mogelijk.
Preventief -Reactief
>
En) Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Geen
5 Doel: Fiets- en voetgangervriendelijke inrichting van 50 Uitvoerende partij: Wegbeheerder
Er km-wegen.
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E 1) _Locatiebepaling
a 2) Herinrichting
3) Onderzoek vormgeving drempels
Doorlopend
Activiteiten:
Doorlopend. Scope is meermaals gewijzigd. Eerst vanuit
verkeersveiligheid focus op bepaalde wegen. Daarna vanuit
coalitieakkoord breder getrokken (als onderdeel programma “Autoluw") Effectiviteit: Nog niet effectief. wel
en uiteindelijk, naar aanleiding van raadsbesluit, verbreed naar hele … NO6 Iet Lo
gemeente (30 is de norm, alleen afwijken met goede reden). veel potentie. Snelheidsverlaging is
zeer effectieve maatregel t.b.v.
Door scopewijzigingen nu in onderzoek. In 2020 voorstel scenario's aan verkeersveiligheid. Reconstructie van
wethouder en vanaf 2021 uitvoering. wegennet kan starten op locaties waar
benodigde inframaatregelen
kleinschalig zijn.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
13) Veiliger maken van oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers over de
50-km wegen.
Preventief -Reactief
5
5 Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Geen
el Doel: Fiets- en voetgangervriendelijke inrichting van 50 Uitvoerende partij: VOR
ie km-wegen.
u
uz :
= Beschrijving: Uitgevoerd:
ik
% Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met oversteken in
Dn etappes, goed herkenbare conflictvlakken, logisch en uniform ontwerp,
a :
de afmetingen van hulomiddelen en goed leesbare en waarneembare
informatie.
Doorlopend
Activiteiten:
Vooralsnog alleen gericht op solitaire oversteekplaatsen voor
voetgangers. Niet voor fietsers, Nu alleen nog oriënterend hoe het
onderzoek moet worden opgezet.
Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten.
Achtergrondinformatie: regels voor de inrichting zijn vastgelegd in een leidraad
van de CVC. Uitvoering vraagt geen verdere actie vanuit het programma. Het
betreft een taak voor de wegbeheerder, Wel ís vanuit de WBA de vraag gekomen
om te onderzoeken of het noodzakelijk is om hier opnieuw naar te kijken,
vanwege de diversiteit in VOPs over 50km wegen die kan leiden tot
onduidelijkheid voor automobilisten.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam et @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
Ge) Verkeerseducatie via het Verkeersplein Amsterdam.
Preventief Reactief
Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: …
Doel: Verkeerseducatie voor kinderen en jongeren van Uitvoerende partij: …
0 tot 18 en het borgen van ouderbetrokkenheid.
Beschrijving: Uitgevoerd:
Verkeerseducatie via het Verkeersplein Amsterdam wordt via een
afzonderlijk traject geëvalueerd.
Doorlopend
Effectiviteit: Onderzocht in
afzonderlijk traject
EP 5
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(15) Uitvoeren schouw van basis- en middelbare scholen waar dat nodig is, maar
nog niet is gedaan.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: Geen
el Doel: Veiligere schoolomgevingen. Uitvoerende partij: VOR
W
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Prioriteit geven aan scholen langs 50km-wegen.
En
Activiteiten: Ja
Veel aandacht besteed aan het verkeersveiliger maken van de C_})
schoolomgevingen. Met een schouw en een enquête zijn de belangrijkste
knelpunten in kaart gebracht. Waar mogelijk zijn aanpassingen
voorgesteld. Uitvoering van de adviezen lag bij de stadsdelen en is nu
ondergebracht bij IVM.
Effectiviteit: Nog niet effectief, wel
veel potentie. Het schouwen zelf heeft
geen effect. Maatregelen in potentie
wel, echter (nog) weinig uitgevoerd op
straat.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
® Uitvoeren maatregelen in infrastructuur en/of motiveren verkeersveilig gedrag
in schoolomgeving (zoals lopend of te fiets naar school).
Preventief -Reactief
>
En) Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: F10 (landelijk
5 Doel: Veiligere schoolomgevingen. programma Schoolstraten), Fietsersbond (M&E)
RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder
je
E Beschrijving: Uitgevoerd:
E Mogelijke maatregelen: kleinschalige maatregelen zoals het aanbrengen
T van verkeersdrempels, het aanpassen van markering, het maken van
parkeerplaatsen, het (ver)plaatsen van fietsenrekken of het aanbrengen
van de markering ‘School’ met bijbehorende bebording. In overleg met
de betreffende school zullen we bekijken of en hoe ouders kunnen
worden aangespoord om hun kind met de fiets of lopend naar school te Doorlopend
brengen.
Activiteiten:
1) Organisatie eerste “week van het Verkeer” op 15 basisscholen
(maart 2018). :
Effectiviteit: Effectief met extra
2) Pilot schoolstraten, opgezet Q1 2020, nog niet uitgevoerd. Voor de potentie. Uit evaluatie “Week van het
pilots zijn 3 scholen in beeld, waarvan 1 (2 vestigingen) in Q3 2020 Verkeer 2018” kwamen veel positieve
gestart is. reacties op de scholen. De week komt
3) Fietshelden 2018, basisschoolleerlingen betrokken bij fietsen, junior terug in 2019 voor zowel middelbare
fietsburgemeester verkozen als basisscholen.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
16 ) Onderzoeken waar het mogelijk is om links afslaan en rechtdoor te gaan eenvoudiger
te maken op kruispunten met verkeerslichten, bijvoorbeeld door het aanleggen van
grote opstelvakken (zogenaamde Opgeblazen Fietsopstelstroken, OFOS).
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Ouderen Samenwerkingspartners: Geen
el Doel: Ouderen op de fiets: aanpassen weginrichting. Uitvoerende partij: Wegbeheerder
W
lar)
Dm .
E Beschrijving: Uitgevoerd:
E Scope van het onderzoek is gewijzigd. Geen OFOS onderzoek gedaan,
T wel ‘Doortrappen’ en onderzoek Relaxte Routes.
Activiteiten: ee:
Scopewijziging
Amsterdam was één van de pilotgemeenten om Doortrappen in te
voeren. In 2018 en 2019 zijn hier activiteiten voor uitgevoerd en in 2019
is er een landelijke aftrap geweest. Uitrol in de gehele stad wordt
gefaseerd uitgevoerd in 2020. Extra potentie vanwege opschaling en
toenemende omvang doelgroep.
Aanvullend i derzoeksproject Relaxte Routes uitgevoerd Fifectiviteit:
anvullend is een onderzoeksprojectRelaxte Routes uitgevoerd, om DD „effectief
inzichtelijk te maken of er relaxte routes zijn te vinden een drukke stad \moorrappen effectief met extra
als Amsterdam. De doelgroep oudere fietsers is hier actief bij betrokken. 5 R ’ R iet effectief
Resultaat: een groot aantal mogelijke verbeteringen aan de infra, om elaxte Routes: nog niet effectief,
relaxt fietsen te bevorderen. Punten die beter kunnen en moeten, wel veel potentie.
hebben te maken met vergevingsgezindheid van fietsinfra. Daarbij gaat
het om randen, banden, paaltjes en leesbaarheid van de routes. De
verbetersuggesties op de relaxte routes zijn nog niet uitgevoerd.
ot
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
7) Verbeteren solitaire overgangen op onverharde trambanen, bijvoorbeeld met
behulp van waarschuwingslichten en geluiden (de zogeheten Tram
Waarschuwingsinstallatie (TWi)).
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Openbaar vervoer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: initieel geen.
5 Doel: Aanpak infrastructuur op het OV-netwerk. Vervolg samen met GVB, VRA.
RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder
je
E Beschrijving: Uitgevoerd:
E In 2016 worden op een aantal locaties in Nieuw-West de overgangen
T over onverharde trambanen verkeersveiliger gemaakt. Op basis hiervan
wordt bepaald in welke vorm de verkeersveiligheid van solitaire
overgangen kan worden verbeterd. Bij deze maatregel sluiten we aan op Ja
de lopende investeringsprogramma’s openbaar vervoer, waarbij
verkeersveiligheid bij ingrepen randvoorwaardelijk is. C_})
Activiteiten:
TWI: Bajonet gerealiseerd zodat je beter zicht hebt. Onderzoek toonde
positief effect. Vervolgens geadviseerd op meer locaties.
Ook voor tramlijn 17 is een schouw gedaan (o.a. Tussen Meer, Effectiviteit: Effectief met extra
Kinkerstraat) in 2018-2019. In 2020 wordt dit gedaan voor tramlijn 19. potentie
Aanvullend hierop worden nu in samenwerking met het GVB, VRA
verkeersveiligheid schouwen georganiseerd. Dit is een doorontwikkeling
op aanleg en onderzoek van de solitaire overgangen.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(18) Onderzoeken hoe we de oversteekplaatsen over fietspaden (zebrapaden)
veiliger kunnen maken voor voetgangers en fietsers.
Preventief -Reactief
>
5 Doelgroep: Voetgangers (met een beperking) Samenwerkingspartners: Geen
el Doel: Veiliger maken oversteekplaatsen Uitvoerende partij: VOR
RT (zebrapaden) over fietspaden.
E
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Verdiepend onderzoek naar de verkeersveiligheid en doorstroming voor
T fietsers en voetgangers voor in ieder geval 4 situaties: Gedeeltelijk
1) _Zebraf’s) over fietspad, bij met verkeerslichten geregelde
kruispunten (huidige situatie);
2) Zebrafl’s) over fietspad verwijderen bij grote fietsstromen, bij met
verkeerslichten geregelde kruispunten;
3) Zebraf(’s) over fietspad opnemen in de verkeerslichtenregeling. Rn E| il id d
4) Fietsstroken in plaats van fietspaden ter hoogte van met
verkeerslichten geregelde kruispunten. Effectiviteit: Combi met 3
Eventuele conflicten tussen fietsers en overstekende voetgangers met
een beperking worden ook meegenomen.
Activiteiten:
Onderzoek loopt nog, rapportage wordt eind 2020 voorzien.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(19) Inzetten (samen met Vervoerregio Amsterdam) om de Rijkscampagne afleiding
in het verkeer ONderweg ben ik OFFline, (zie maatregel 4A) uit te breiden tot
voetgangers.
ER Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Voetgangers (met een beperking) Samenwerkingspartners: Geen
A Doel: Voorkomen risicogedrag: campagnes Uitvoerende partij: VOR
5
Le
5 -
5 Activiteiten: Uitgevoerd:
En ike: 5 Nee
% Geen uitbreiding van de Rijkscampagne.
a Wel een eigen campagne ‘Superbelangrijk’ uitgevoerd, om (jonge)
fietsers en voetgangers te bewegen hun smartphone niet te gebruiken in
het verkeer.
Deze is overgegaan in de landelijke MONO campagne, maar die heeft Scopewijziging
geen expliciete aandacht voor de voetganger.
Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
2 Onderzoeken van het aandeel van toeristen dat betrokken is bij ongevallen.
ER Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Toeristen Samenwerkingspartners: Geen
A Doel: Inzicht krijgen in betrokkenheid van toeristen Uitvoerende partij: VOR
ed bij ongevallen, zowel te fiets als te voet.
IE |
e)) Activiteiten: Uitgevoerd:
E Niet uitgevoerd. Er worden geen specifieke gegevens geregistreerd van Nee
Er toeristen en ongevallen.
Wel wordt ingezet op informeren (maatregel 21: Blijven aanbieden van
flyer over ‘veilig fietsen in Amsterdam’ aan fietsverhuurbedrijven).
Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten.
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(21) Blijven aanbieden van flyer over ‘veilig fietsen in Amsterdam’ aan
fietsverhuurbedrijven.
ER Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Toeristen Samenwerkingspartners: Geen
A Doel: Inzicht krijgen in betrokkenheid van toeristen Uitvoerende partij: VOR
ed bij ongevallen, zowel te fiets als te voet.
5 -
5 Activiteiten: Uitgevoerd:
E Weinig actief mee bezig. Er is wel een video gemaakt,
Er “The Bike Instructor's guide to cycling in Amsterdam”, die viral ging.
Ja
Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten.
Weinig zicht op doelgroep. Wel
interessant als data te vergaren zijn.
Sen
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(221) Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto's: vervolgen van de pilot met
360 graden camera's bij vrachtwagens van de gemeente.
ER Preventief Reactief
lee)
(S)
5 Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst
A Doel: Omgaan met beperkt zicht vanuit de Uitvoerende partij: VOR
je) vrachtwagen
Le
ES -
o Beschrijving: Uitgevoerd:
E Met deze innovatieve camera’s zijn chauffeurs in staat om
Er weggebruikers aan alle kanten van hun voertuig in de gaten te houden.
Ja
Activiteiten: CO)
Drie verschillende systemen getest op 15 vuilniswagens. De ervaringen
van chauffeurs waren wisselend (maar wel overwegend positief; ook veel
gewenning nodig en niet elk systeem werkte even goed/prettig). Het is
niet in de nieuwe aanbesteding meegenomen.
Effectiviteit: Nog niet effectief, wel
veel potentie. Resultaten onderzoek
waren niet statistisch significant, maar
hieruit bleken minder
schademeldingen en overwegend
positieve reacties,
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(228) Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto's: in overleg met de branche
onderzoeken welke faciliteiten nodig zijn om dodehoek ongevallen te
voorkomen, zoals spiegelafstelplaatsen.
Preventief -Reactief
|
5 Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst
kn) Doel: Omgaan met beperkt zicht vanuit de Uitvoerende partij: VOR
Er vrachtwagen
lar)
uz .
E Activiteiten: Uitgevoerd:
E Er zijn drie plekken ingericht waar spiegels beter afgesteld konden
En worden.
[nl
Ja
Effectiviteit: Niet effectief. Er werd
weinig gebruik gemaakt van de
spiegelafstelplaatsen
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(23 ) Onderzoeken (binnen de Agenda Stedelijke Logistiek) effecten van
goederenvervoer op doorstroming (obstakelvorming) en verkeersveiligheid.
Daarbij ook het proces van afvalinzameling betrekken.
ie) Preventief -Reactief
En
pe Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst
p= Doel: Verbeteren bevoorradingsaanpak Amsterdam Uitvoerende partij: VOR
u
mm
Activiteiten: Uitgevoerd:
Geen analyse effecten goederenvervoer op verkeersveiligheid gemaakt. Nee
e)) Wel projecten met vuilophaaldienst. Zie maatregel 22A en 22B. Ook zijn
a aanrijroutes van vuilniswagens aangepast op schooltijden (uitgevoerd en
5 overgedragen).
5
nd Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten.
KS)
>
Le
W
lae
dE
E
je
Ln
&
a PR en
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
2 Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van ongeveer 15 blackspots per jaar.
- Preventief Reactief
>
En) Doelgroep: Blackspots Samenwerkingspartners: Stadsdelen,
5 Doel: Aanpak gevaarlijke kruispunten (blackspots) Programma inframaatregelen
Er Uitvoerende partij: VOR
lar)
Dm .
= Beschrijving: Uitgevoerd:
E Blackspotmaatregelen zijn relatief kleine fysieke ingrepen in de
T infrastructuur, zoals de aanpassing van de markering, bebording,
vakindeling (linksaf-/rechtsafvakken), steunpunten, kleur van asfalt en
verkeerslichten.
Doorlopend
Activiteiten:
leder jaar wordt een werklijst opgesteld met minimaal 15 blackspots. De
WBA pakt deze op en doet onderzoek of maatregelen mogelijk zijn.
Hiervoor wordt dan een ontwerp gemaakt, en voorgelegd aan de cvc.
Korte en middellange termijn maatregelen worden uitgevoerd. Lange Effectiviteit: Effectief met stabiel
termijn maatregelen zoals het ombouwen van een kruising in een vooruitzicht. Door de aanpak van Black
rotonde worden uitgevoerd als een herinrichting of reconstructie plaats Spots daalt het aantal (ernstige)
vindt. Ter illustratie, uit de jaarlijkse monitor verkeersveiligheid: ongevallen.
* 2018: 25 blackspots onderzocht, 11 uitgevoerd
* 2019: 29 blackspots onderzocht, 8 uitgevoerd
pe
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam An 0e ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
(25 ) Doorgaan met het toepassen van ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige
ongevallen.
ji Preventief Reactief
En
pe Doelgroep: Protocol Samenwerkingspartners: Politie, centrale
p= Doel: Maatregelen na dodelijke en ernstige verkeerscommissie, Burgemeester
u ongevallen: ongevalsprotocollen Uitvoerende partij: VOR
Beschrijving: Uitgevoerd:
De Werkgroep Blackspots beoordeelt conform deze protocollen alle
locaties waar dodelijke ongevallen hebben plaatsgevonden en een deel
jk van de locaties waar ernstige ongevallen hebben plaatsgevonden. Als uit
5 dat onderzoek blijkt dat er mogelijkheden voor verbetering in de
kj infrastructuur bestaan, worden in opdracht van de werkgroep
hed maatregelen uitgevoerd. Ter illustratie, uit de jaarlijkse monitor Doorlopend
verkeersveiligheid:
* 2018: 15 protocol locaties onderzocht, 17 uitgevoerd
* 2019: 29 protocol locaties onderzocht, 18 uitgevoerd
Len
nd Effectiviteit: Effectief met stabiel
KS) vooruitzicht. Het protocol wordt met
2 name ingezet voor de afhandeling van
W ernstige ongevalllen. Er is geen direct
Ken effect op de verkeersveiligheid.
= Desondanks is het goed om de
wi protocollen te blijven hanteren
&
ol PR en
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Dn ee,
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2
44
Bijlage 2: trendscan
1
ee
eee
eo ese
eee o®
eee vet
Ph Exploring
e Beautiful
dq Futures
= _ 7 y _ . ai RS) va
en Ne ee Od
4 NE Ee } pe pn
Te ee ee El
md B mk tc een
RISICO'S & KANSEN VERKEERSVEILIGHEID GEMEENTE AMSTERDAM
Juli 2020
Voorwoord
Deze trendscan is uitgevoerd ter verbreding van de verkeerveiligheidsevaluatie voor de gemeente
Amsterdam “Evaluatie en aanscherping Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016-2021” door Keypoint
Consultancy.
Door naar maatschappelijke trends te kijken, is het mogelijk om naar verfrissende mogelijkheden en
oplossingen te kijken die aansluiten bij wat er op dit moment bij de mensen leeft. Dit biedt
verrassende ideeën buiten het standaard denkpatroon, die impact hebben op de leefwereld van
Amsterdammers.
Deze trendscan biedt een overzicht van maatschappelijke trends die in meer en mindere mate
relevant zijn voor de mobiliteit en verkeersveiligheid. Op basis hiervan zijn twee scans beschreven. Één
de impact van trends op de verkeersveiligheid die een mogelijke risicofactor in zich hebben, en twee
maatregelen vanuit de actuele trends voor de aanpak van de verkeersonveiligheid.
Judith Everaars
Exploring Beautiful Futures
1
Megatrends en consumententrends
Megatrends zijn grote mondiale krachten die bedrijven, economieën, samenlevingen, cultuur en ons
persoonlijke leven beïnvloeden. Ze zijn generatie-overschrijdend, hebben een tijdshorizon van
tenminste 10-15 jaar (kan ook zomaar 50 jaar duren) en hebben een brede reikwijdte. We hebben
weinig controle over megatrends en hoewel een megatrend een verwachte ontwikkeling heeft, zal
deze niet altijd lineair verlopen. De megatrends staan ook niet op zich, ze staan in verbinding met
elkaar. Het analyseren van megatrends helpt ons de complexiteit van onze wereld te begrijpen. In
figuur 1 zijn de veertien megatrends opgenomen zoals gedefinieerd door het Copenhagen Institute for
Futures Studies. Megatrends vormen de drivers (factoren die verandering veroorzaken) voor
consumententrends.
Technological Development Demographic Development
The application of knowledge or science to commerce or Measurable changes in demograpiy covering distributior
industrial processes. Both the innovation and diffusion of and u umar popel dre uwtarisatir
technologie: + Ara ageing, ethnicity & religion and family composition
Knomtedge Sociey Ee
increasingly educated populations and growing 7 a subseqvent Deh d a global
economic value of knowbedge where skills scale
information, and data constitute primary
Ee B Globalisation
Acceleration & Complexity 7 & De eN
Shortening business lifespan, innovation, and govern ments of tenen da
product hfe-cycles with ene GLOBAL MEGATRENDS
Polarisation 7 Megatrends are major pathways of Sustainability
Growing gap between extremes, such as top EN development, global in scope. and have a 7) Meeting the needs of the present without
and bottom market segments, at the expense lifetime of at least 10-15 years. compromising the ability of future
of the middle and lower segment generations to meet their own needs.
While megatrends are expected trajectories, do
Individualisation ee se Focus on Health
creasing desire for personalized products an „we Global movement towards mproving
nbs er de SD beten ve eenn
interests of any particular user. all aspects of public, private, and
professional lives
Immaterialisation 5 Ei Commercialisation
Changes in our perceptions and our a ee Areas in society and the pub sector that
values that includes a greater focus on hemm red eres a en
value over volume Ee Fn ee
Network Society te Democratisation
A society and operating environment where 8 zaet rite En RA
nn pede de ND MAO ON
et h: ee en decentralisation. empowerment and nn Een
De beschreven megatrends zijn de drivers of aanjagers die zorgen dat mensen hun ‘normaal’
aanpassen. De ene keer met de stroom mee (individualisering zorgt voor de consumententrend
personalisering) of tegen de stroom in (klimaatverandering zorgt voor consumententrend goed doen
voor natuur/klimaat). Voor het overzichtelijk maken van deze consumententrends, gebruik ik het
human-centered trendmodel. Dit trendmodel is opgebouwd op basis van zeven behoeftes/waardes
van de mens: FUEL, PLEASURE, IDENTITY, CONNECTION, CREATIVITY, AWARENSS en SOULFUL. De
mens zoekt van nature naar balans, dus bij een impact van een megatrend of plotselinge gebeurtenis
zullen we opnieuw zoeken naar balans. Die balans zoeken kan op verschillende manieren en zal mede
afhangen van de huidige status quo en waar de mensen impact ervaren. Een voorbeeld: de corona-
epidemie geeft mensen een angstig gevoel voor de dood: als ik of mijn dierbaren maar niet sterven.
De emotie overlevingsangst zit in de laag van FUEL — waardoor we behoefte hebben deze weer in
balans te brengen. De verandering van actie is dat we activiteiten inzetten om weer vertrouwen te
voelen, grip te hervinden. Waar heb je grip op als je thuis zit? Je huis en eten. Er was dan ook een
enorme groei zichtbaar in het thuis koken, eten kopen bij de boer in de buurt en het huis opknappen
en fijn maken.
In onderstaand overzicht zijn belangrijke trends weergegeven die nu zichtbaar zijn. Deze trends
worden dus gevoed door één of een combinatie van meerdere megatrends. De lijst is niet uitputtend,
getracht is wel een zo compleet mogelijk beeld weer te geven. Deze lijst van actuele
consumententrends is samengesteld op basis van kennis van verschillende trendexperts* (vandaar de
verschillende Nederlandse en Engelse namen voor de trends). Tevens is de input meegenomen van
1 Trendsactive, Trendhunter, Foodinspiration, Trendwatching, Peter Joosten, Christine Boland e.a.
2
gehouden interviews met de experts binnen Amsterdam zelf. In het overzicht zijn de trends met een
mogelijke negatieve impact op de verkeersveiligheid in blauw gearceerd. Deze zijn onder de tabel
nader uitgewerkt.
FUEL Foodism
-human
fn Gen Youthfullness
à On. DO» Dataisme
Evelie de behoef en Ee Robotisering
uel is de behoefte aan p
basiszekerheid voor de mens, het Control
fundament. Denk aan eten en geld. Instant Gratification
Het gaat om efficiëntie en gemak. Local
PLEASURE Visual Overload
Experience Economy
e mr Smart & Playful,
mes P nn ——————————————
Sen J E-sports
la) Brand Avatars
Multisensation
Gamification
€ ) El eR RAR
0e Simplicity
Gaming culture GenZ en
Ed GenX
4 Ontspullen
Pleasure is de behoefte aan sensaties, Huidhonger
prikkelen van de zintuigen (of juist ET
niet, het ervaren van plezier en spel. _Lwxeappeal
IDENTITY Authenticity
Populisme
ö mn Me Genderneutraliteit
= — ‚Sy ie Tribalism
OH, a Female Force
“ pn Personalisering
Male Power
Eco-shame
Identity is de behoefte van het weten Perfectie van het
wie je bent en je plek in de ‚ en
maatschappij en wat de identiteit In _IMPENrEte _____________ ee Si
de huidige tijdgeest bepaalt. Single life
CONNECTION idd Instant Entrepeneurship
KES eene eK 2
idni Selfism
ed Social woman
hdd Co-creation
—— Fluidity
EERENS O0 Ks à :
KE ETET
Co-living
Connection is de behoefte aan sociaal ma pr Always on
contact, het gaat om empathie naar HA î
de ander en welke vormen van I lang lonen / Gig
connectie we maken met elkaar. ECONOMY
3
CREATIVITY Protest
Fake news
De
Sá on Handmade & ambacht
EN NN Live content
Pa
P
Creativity is behoefte om onszelf uit te 2 F\ 7 s
spreken, om te creëren en te maken. le A %
AWARENESS De Purposeful Actions
WE - Subscription &
\ ECT 4 b el recommendations
Pe Cm 5 Economy
EA hs ken Nostalgia
Ge Naturality
Awareness is onze behoefte om de se Pe
waarheid te zien, bewust te zijn van ne _Healthify
onze leefwereld en goed te doen. Re-think
Transparancy
SOULFUL Ee de Transcedence
Eje EN Spiritual Economy
Soulful is onze behoefte aan wijsheid B Ve
en spiritualiteit. ES
Specifiek Amsterdam
Naast bovengenoemde sociale trends, kent Amsterdam als stad ook specifiek haar trends.
IAMSTERDAM m Expatisering
_ Overtoerisme /
Disneyfication
As 5 h Veryupping
ii, le En Groeiende kloof arm/rijk
tn „Bterdam
Amsterdam als eigen identiteit jud a
A
Mogelijke risico’s voor de verkeersveiligheid
Foodism (FUEL)
Op dit moment zijn we veel met ons eten bezig. Eten is voor de mens een basisbehoefte (naast
natuurlijk drinken) en sterk gelinkt aan ons gevoel van zekerheid en veiligheid. Megatrends als
complexiteit en technologie zorgen dat we in een onzekere en steeds meer virtuele wereld leven. Dit
resulteert er in dat we veel aandacht besteden aan eten om zo het gevoel van leven in real life (IRL)
weer te voelen. Markttrends zoals stijging van online bestellingen, meer buiten de deur eten (voor
corona) — ook steeds meer voor het ontbijtmoment — zal resulteren in meer vervoersbewegingen in de
stad. Toename van bezorgscooters en —fietsen, waarvan de bestuurders wellicht meer bezig zijn met
snelheid en hun telefoon dan met de verkeersituatie. Tevens zorgt dit voor weer een ander type
verkeersdeelnemer in het wegbeeld, wat kan zorgen voor onveiligheid.
Robotisering (FUEL) & Always on (CONNECTION)
In het kader van de wens voor meer efficiëntie van onze basisprocessen zetten we steeds meer robots
in. Megatrends als technologie, complexiteit, economische groei en democratisering zorgen zijn grote
drives voor deze trend. De meeste bekende ‘robot’ is wel de mobiele telefoon. De telefoon zorgt
ervoor dat we altijd ‘aan’ staan en daardoor in de bubbel van onze telefoon leven. Hierdoor hebben
we minder oog voor het verkeer om ons heen. Daarnaast kan je ook denken aan een robot zoals die
kan worden ingezet voor het bezorgen van eten , maar ook aan bots (slimme chat apps) en natuurlijk
aan de robotisering van de auto richting zelfrijdende voertuigen en de trend van elektrisch fietsen en
andere elektrische voertuigen, zoals e-step, e-board. De variatie van snelheden en verschillende
soorten verkeersdeelnemers zijn mogelijk een risico voor de verkeersveiligheid.
Instant Gratification (FUEL)
We verwachten instant voldoening, altijd en overal. Zeker onder de jongere generaties (millennials en
Genz) leeft dit sterk. Deze basisbehoefte staat sterk onder invloed van de megatrends van
globalisering en technologie — en dan met name internet en de waarde van de smartphone —
waardoor alles in de hele wereld binnen handbereik is. De bereidheid om te wachten is daarmee lager
en is mogelijk een risico voor de verkeersveiligheid in verband met zaken als roodlichtnegatie, geen
voorrang verlenen, geduld en omgang met de ander. Daarnaast zorgt instant gratification voor een
ander bestelgedrag van taxi's. Voorheen liep je naar een plek in de stad voor een taxi, nu activeer je de
taxi app en komt de taxi naar jou toe. Dit zorgt ervoor dat taxichauffeurs meer met hun telefoon bezig
zijn en minder met het verkeer. Ook is het een risico dat taxi's gaan ‘zwerven! door de stad en stoppen
waar dit ongewenst is. Ten derde zorgt deze trend ook voor de enorme groei van online bestellen van
goederen (zie ook Foodism), dit zorgt voor andere transportbewegingen. Hierin is de markttrend
zichtbaar dat er depots ontstaan aan de randen van de stad en met kleinere bezorgvoertuigen de
goederen worden weggebracht en opgehaald (LEVV & stadsvrachtwagentjes zoals Picnic). Risico's voor
de verkeersveiligheid schuilen in het gebruik van fietsroutes in plaats van autoroutes, waardoor
problemen ontstaan bij eenrichtingswegen, omdat deze LEVV's te groot zijn. Andere risico’s kunnen
zijn het parkeren op de stoep en minder veiligheidsvoorzieningen aan het voertuig zelf.
Populisme, Tribalism (IDENTITY) & Selfism (CONNECTION)
Het vormen van identiteit is in deze tijd, zeker voor de jongere generaties, belangrijk. Door
megatrends als individualisering en democratisering staat veel in het teken van zelfontwikkeling.
Daarnaast zorgen megatrends als kennismaatschappij en complexiteit voor hoge verwachting en druk.
Bij populisme zien we dat groepen zich tegen elkaar gaan afzetten, niet alleen in de politiek, maar juist
ook op andere vlakken, zoals vegans die zich afzetten tegen mensen die ongezond snacken. Daarnaast
zien we dat mensen nieuwe tribes vormen (waar dit voorheen geloof was, is dit nu eerder
gegroepeerd rondom interesses). Samen met de trend van Selfism, waarin we vooral voor onszelf
gaan (ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken), zorgt dit ervoor dat de tolerantie tussen groepen en
mensen onderling afneemt. Aangezien in Amsterdam als stedelijk gebied er vele mensen en
5
(sub)culturen zijn, is er mogelijk meer intolerantie. Dat kan ook z'n weerslag in het verkeer hebben.
Risico's op meer onveiligheid door meer asociaal verkeersgedrag zoals te hard rijden en geen ruimte
geven aan andere weggebruikers.
Healthify (AWARENESS)
Voor millennials en GenZ is wellness en fysieke en mentale gezondheid een bewustwordingsproces
om goed voor zichzelf te zorgen in de hectiek in de huidige wereld (complexiteit, kennismaatschappij,
technologie etc.). Denk aan sporten — veelal buiten — belang van goed slapen (slaap apps),
schoonheid, sportkleding en mindfulness. In de steden met jonger publiek zie je dan ook steeds meer
buitensporters, van hardlopen, bootcamp tot freerunning (ook onder invloed van de experience
trend). Dit zorgt voor meer gevarieerde groepen verkeersdeelnemers. Mogelijk een risico omdat ze
meer gefocust zijn op hun sportbubbel dan het verkeer.
Expatisering & Overtoerisme (AMSTERDAM)
De groei van de bevolking in Amsterdam komt voor een groot deel door de aantrekkende kracht van
Amsterdam voor expats. De meeste expats komen uit India, gevolgd door de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië. Daarnaast blijft Amsterdam als hoofdstad een enorme toeristische trekpleister, in
2019 trok de stad zo’n 9 miljoen toeristen. Deze trends worden mede ingang gezet door de
megatrends als globalisering, economische groei en individualisering. Het risico voor de
verkeersveiligheid is dat deze expats en toeristen de verkeersregels niet goed kennen en wél de fiets
pakken, maar niet de fietservaring hebben. Daarnaast is ook voor deze doelgroepen de telefoon hét
hulpmiddel om je weg te vinden in Amsterdam. Risico voor de verkeersveiligheid is ook hier de
telefoonbubbel.
6
Kansen voor verkeersveiligheid
De consumententrends bieden naast risico’s ook kansen voor de verkeersveiligheid. Juist door de
genoemde risico’s/problemen te matchen met een consumententrend, ontstaan er mogelijk nieuwe
ideeën voor de aanpak ervan.
In de onderstaande tabel zijn de risico’s voor verkeersveiligheid opgenomen zoals deze uit de
trendscan naar voren zijn gekomen. In de tweede tabel staan enkele specifieke verkeersissues
opgenomen die uit de interviews naar voren kwamen.
Groei verscheidenheid aan | Re-think: LEVV’s ook spullen mee terug laten nemen
vervoersmiddelen (fietsers, | (ook pakketjes van anderen). Optimaliseren vracht.
PA scooters, biro, LEVV, Control: regels opstellen plek op de weg, snelheid,
LOGICA E FoopLOGICA bakfiets, pedelec, etc.)en | grootte, veiligheidsbeeld/spiegel.
Ë snelheden. Overleg met deze bedrijven: met google maps de
Issue verwacht door groei auto- i.p.v. fietsroutes gebruiken, plek op de weg
in aantal en variatie van (eenrichtingsverkeer).
bezorgvoertuigen (wat is Dataïsme: aflevermoment exact inplannen en
hun plek, snelheid, veilig communiceren, zodat wachttijd voertuig (op weg of
rijden). voet-/fietspad) minimaal is.
Intolerantie in het verkeer | Co-creatie: jaarlijks terugkerend project/wedstrijd
| Ee B ka ï en asociaal met middelbare scholen rond thema intolerantie.
Ie A NL GR verkeersgedrag: geen Beste idee wint, met budget voor uitvoering.
U 4 ele mk voorrang verlenen, geen Gamification: rollenspel waarin verkeersconfrontaties
h ruimte geven, te hard worden opgezocht (goede begeleider nodig !).
KCA De k rijden.
PP A
Telefoonbubbel — mensen Dataïsme, Multisensations, Instant & Personalisering:
sE DE zijn verdiept in hun tril/piep/stem op horloge/telefoon bij gevaarlijke
E, ei telefoon en zijn daardoor kruispunten (app).
î rs afgeleid. Spiritual Economy, Authenticity & Local: campagne
wees in het nu: hoor, ruik, proef, voel Amsterdam,
p ‘geniet van je stad”.
x
Ongeduld om te wachten: Robotisering & Control: anti stress app voor
Eene u © door rood lopen, fietsen of | Amsterdam, bijvoorbeeld Al-assistent om op tijd te
Herd En Me rijden. vertrekken.
HE AES en Multisensations & Authenticity: campagne “geniet
vermi IN Slinge te ” af “Emi
REU Wte dn van Amsterdam terwijl je wacht” of “5min extra voor
Nr erde, Mo »
ERE le Amsterdam”.
Re 0 e) Der Healthify: VRI-wachttijdtips: een verzameling van
he 7 ludieke tips op stickers voor de VRI-palen : “adem 5x
ee rustig in en uit”, “ga 10x op je tenen staan”, etc. (ook
te combineren met leuke tips van directe omgeving.
7
Specifieke groepen
Sporters: sportersbubbel — | Dataïsme & Cntrol: in sportsapp alerts/trilling.
mensen zijn afgeleid, Personalisering & dataïsme: routeplanner voor
; EE gebruiken de straat als hardlopers die obstakelvrij/veilig zijn.
5 EE sportterrein. Dataïsme & recommendations: sporters zelf hun favo
d routes laten delen en gevaarlijke punten aangeven
' Playful: op plekken met veel sporters op ludieke wijze
die locatie markeren als waarschuwing voor overig
verkeer.
Toerist: onbekwaam in Experience: bikesafetytour (icm food, musea,
fietsgebruik en is afgeleid architectuur etc).
N door telefoongebruik. Experience & play: Bikepark Schiphol.
Gamifacation: online verkeersgame ism
vluchtmaatschappijen, hotels, hostels etc.
k Control: de fietsfilm die reeds aanwezig is verplicht
ek aan toeristen laten zien voordat ze een fiets huren,
Ri | u ism fietsverhuurbedrijven.
att
Expat: onbekwaam in Foodism & Experience: foodtour op de fiets (met
A fietsgebruik en is afgeleid uitleg fietsen).
Aen rs door telefoongebruik. Foodism: expatrestaurants/-cafés toiletreclame met
k „4 Re | verkeersregels A'dam, elke week een andere regel.
Ë E _% id : Control: de grote internationale bedrijven
Ee eed kr aanspreken op verantwoordelijkheid: verkeersles
Í 5 Pêx) 4 e aanbieden. Ook bijvoorbeeld via expatorganisatie
ee Nid" À EE (verhuur vastgoed).
> ln h : Gamification: online verkeersgame voor expats
Authenticity: bike as a dutchy (skills parcours).
Youthfullnes: stay safe on your bike (workshop).
Bestel taxi's (uber, maar Control & Dataïsme: taxichauffeurs kleur geven rood-
ook anderen): afgeleid oranje-groen, hoe beter ze zich aan de verkeersregels
W- Ee door telefoonbubbel, houden hoe groener, dat zichtbaar is voor de klant.
fi asociaal rijgedrag, Recommendations: reviews aan chauffeurs kunnen
_& 9 ik ongeduld. geven op basis van 5 sterren, ook zichtbaar online.
di nn Personalisatie: klant kan filteren op kwaliteiten zoals
ij | hierboven beschreven.
d E d el Male Power: ranking van beste (veilige) chauffeur ->
ma 4 bonus per week/maand/jaar.
8
Drie aanvullende verkeersissues (uit de gesprekken die gevoerd zijn met de gemeente)
Fietsers en Dataïsme: app alert bij gevaarlijk kruispunt (op basis
i et! Fiete-fetscondiet voetgangers op van locatie telefoon/smartwatch.
' zel EN kruispunten: Playfull: in een speciale themaweek de verschillende
Ì IN Nel conflict fiets-fiets en fiets- | gevaarlijke kruispunten een kleur geven (bijv. door
el voetganger op VRI- ballonnen aan alle VRI-palen te bevestigen) +
WH kruispunten. Geen hostesses.
AE 4 levensbedreigende risico’s, | Visual Overload & robotisering: Argumented Reality
mel eeen. maar (bijna}aanrijdingen hek plaatsen voor voetgangers bij aan komen rijden
nne komen wel steeds meer fietser.
voor. Control: handhaving (i.c.m. campagne) op dit
onderwerp. Verkeersregelaars inzetten op issue
punten.
Doelgroep voetganger: Dataïsme & Local: app voor voetgangers om fouten
u N " trottoirs zijn smal en zijn te melden m.b.t. stoep bezetten, i.s.m. handhaving.
= Pd P een soort parkeerstroken Instant Gratification: handhaving op humorvolle wijze
Sj a : 4 Te, voor fietsen. Amsterdam labelen van foutieve voertuigen op voetpad.
ig A nd | ed z zet in op lopen, maar de Playful & protest & live content: Stoepkrijt uitdelen
hdd va J À 2 voetganger vindt maar aan bewoners/betrokkenen bij probleemgebieden en
nd 1 Mt % - moeizaam zijn weg. De een tekening maken -> plaatsen op speciaal
de ES birò mag al niet meer op Instagramkanaal (#lwalkAmsterdam).
ER de stoep parkeren.
Jonge Simplicity: overdaad aan indrukken bij school
verkeersdeelnemers: minimaliseren.
campagnes nu gericht Naturality: meer groen brengt meer rust
schoolomgeving (ook voor | Gamification & Experience: schoolverkeerspel (kan
eS d ouders en scholen), ook digitaal).
spaken, telefoon. Co-creatie: kinderen zelf een verkeerscampagne voor
Sn hun school laten ontwikkelen (per klas ander thema /
VERKEER. andere plek rondom de school)
Live content: webcam voor ouders, voor spreiding.
Purposeful: elke ouder 1 bijdrage leveren om het
veiliger te maken voor hun kind.
Beelden ter inspiratie op de volgende pagina.
9
RE AES E ne _ BE md onl
4 Ee iden CT ae % kh 48 ei Ef
ak k, gern En El he 2 7 ee) 4 | ì et nn
Ld pe J ws A zi … A A
ee P: de, } - be k al Ed,
NS IE 7 ek hi ri 5
. e 5 RE sd h & e Ss
GEE à VW 4 we Eee MR Oe
SEE Bn L en IS eN A, .
AE. ° 4 RES
Aer ke bp
À zi id, Kd } Pe | Pe a
WO
#ViraiKindness | Ee
Kie ik Expat & Executive Personal Assistance by Audrey Mezas
Nn tl 0
ú U rt
i BIKE Ess TT
q Fn in Amsterdam
3 : , - : É ER - ansonntonnnaas TEN STEPS TOnosoansaornsn,.
E er EEN | ___ MINDFULNESS
5 A: Sl care ‘MEDITATION
ne mn ed en B ZE en
ne L ï EE ä
en enten RE zt EN EEE
het ER ES mn p E ER k Á en WA EN EEE
} ri ke mei, E: ik: Le ON | Ea 5 Banger
É | : E RS vardeege D G /
| ee dl EER een (TA EET
nn Ede 5 Ai EE
EE Er En Ee el End e Ee
EE REDT TBC vÀ ® mr,
RE RAA EN, - ns L ZL ol
be el AN ES : Q gn
t 7 N - mm 5 Ke ba OP
le GE e p 5 il ZEE (0) En
ne ze
eem '
B Te ee Ee ERE REA Ù tE mar: hor ef,
ee 2 en Kd Ee Hd el IN MERE | N ” 0 Dn
nn er ted ze A ús
ide eN EE A ke A
Ni, EK ee ej : ed e=
nn Vo 2 ie An he Ee ms
Ae its hpt nn MP Ee
gek Ve EEN El 4 Painted Intersections | City of … Painted Intersections | City of …
À » Ee ij fortlauderdale.gov fortlauderdale.gov
RS D= E
AN D B wa pr de s acc Ee ee
GN hi zul É, as en ee et E a s hr en
A km U hS ij mm /
s A 4 TE TR À / ES
en Sr, Ee sn re :
î en ee RR | en bn n U How to fix a dangerous inters…
nen me Cecilia Lueza. .. 2016-St Pet. _curbed.com
stpeteartsalliance.org
10
45
Bijlage 3: inspiratie strategie
1
Nik
ese
eo sehe®.
ee%et eo
eee vet
Helsinki (Finland)
Beschrijving: ER
m On : PR 1073 : cr) 1087
Helsinki zet al decennia met name in op vermindering van a Sar he A €
maximumsnelheid. Maatregelen om dit te garanderen: RO | ne EE En
AR OER CA Te
* Drempels en kruispuntplateaus Rs rd nan id & PR 8
re k: - hr ij) rn pe, Ke d ari e
* _Zebrapaden, verhoogd en met vluchtheuvels CA Es Gaf EA Pr wl
‚ RTG oe | RW DE
* _Waarschuwingslichten bij zebrapaden wanneer een
voetganger oversteekt Ee 41992 > 2004
* _Rotondes ne É a he Sj 2
ln Pe Er er LT
* Versmalde wegen, bochten ri Cy Zl en > z © 5, il
a AN Ia e E a od _ gE ï zi d Mt 5
* _Straatmarkeringen en snelheidsdisplays Zg PN ei Ea-lk € eh 7 ne
* Verkeerslichten, m.n. bij snelheden > 40 km/uur Ee, 5 pe a | RP 7 Se)
* _Snelheidscontroles B 30 km/h
‘ , == 40 km/h
* _“Woonerf” (voetganger heeft prioriteit), snelheid=20 mm 50 km/h
km/uur, B 260 km /h
Input voor strategie:
* Verlagen maximumsnelheid
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2
Oslo (Noorwegen)
Beschrijving: eenn
* Auto onaantrekkelijker maken - het duurt eenvoudigweg 4 5, en.
langer om van de ene kant naar de andere kant van de Ä ed Sn
stad te komen. ï > :
* En het kost bovendien meer geld dan voorheen. Tol ging ,
70% omhoog in 2017, dit zorgde voor 6% minder s À
autoverkeer. en Wp, Á
* Hogere autoparkeertarieven — 50% in de binnenstad en nn gi
20% hoger daarbuiten . Kn Gi
* Snelheid verlaagd tot 30 km/uur En En td
* Autovrije zones rond scholen eet
HJERTESONE
TRYGGERE SKOLEVEI
Input voor strategie:
* Auto minder aantrekkelijk maken (capaciteit, kosten).
* Verlagen maximumsnelheid
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2
Karlsruhe (Duitsland)
TEE e * ©
Beschrijving: 9 ve : ee
5 3 8 Pi Ë ke
Niet alleen de fiets, maar ook de fietser als sensor ‚
* Meten snelheid en comfort. Welke keuzes maakt de KA em
fietser en op basis waarvan? des Tis B
ne re ee
* Fietser (nog) volwaardiger meenemen in beleid, o.a. in ze en Ed
verkeersmodellen , eens ä ij
- Kraftaufwand (Steigung, Beschleunigung,… )
- Komfort (Erschütterungen, Klima, …)
U “ee
er rj
er
&
. Die Forschungsergebnisse sollen die Gestaltung
Input voor strategie: mmm
Mala eE baldo Aden deter La LL _ —
* Ruimte voor de fietser nn ka
* Wisdom of the Crowds
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021
Diverse wegbeheerders (Nederland)
Beschrijving: aa be 4 ar En d
* Verrijdbare flitspaal, risico-gestuurd op verschillende ee r B u
locaties te plaatsen Ema ee
* Toegepast in o.a. Limburg/Groningen, vervolgens IE er B
Brabant, vervolgens Rotterdam en Den Haag ee Oe à en
*_ Afstemming met OM nodig. | d é s Ed -
Kan De vendere Asper) hier achtéy mij in EE
en —— Ene tf EL dieeris. 7
d TME Cr rn and Ed
X
L k E, B
yv zu VE a
Input voor strategie: Ô Bm NE
* _ Slimme handhaving dd Mr OE ON
* Wisdom of the Crowds voor locatiebepaling
os
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev)
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2
Vision Zero
Twee uitgangspunten
* Mensen maken fouten. Infrastructuur moet zo zijn ingericht dat fouten niet leiden tot zware ongelukken.
* Een multidisciplinaire aanpak: engineers, beleidsmakers, gezondheidsexperts werken samen.
TRADITIONAL APPROACH VISION ZERO
Traffic deaths are INEVITABLE Traffic deaths are PREVENTABLE
PERFECT human behavior Integrate HUMAN FAILING in approach
Prevent COLLISIONS Vs Prevent FATAL AND SEVERE CRASHES
INDIVIDUAL responsibility SYSTEMS approach
Saving lives is EXPENSIVE Saving lives is NOT EXPENSIVE
Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam
Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021
46
Bijlage 4: indicatie omvang/reductie aantal slachtoffers
In onderstaande tabel is een inschatting gegeven van het aantal verkeersdoden en ernstig
verkeersgewonden dat per maatregel op landelijk niveau voorkomen kan worden (SWOV, 2018).
Veilige infrastructuur
Veilig inrichten 30km/uur-zones <10 100-300
Veilig inrichten 6Okm/uur-zones <10 < 100
Veilige bermen langs autosnelwegen <10 < 100
Veilige fietsinfrastructuur 25-35 5.900 — 6.600
Technologische ontwikkeling
AEB (in combinatie met FCW <10 — 90 < 100 — 3.500
Kwetsbare verkeersdeelnemers
Slachtoffers met kwetsbare vervoerswijzen 330 — 405 26.700 — 29.800
Slachtoffers in kwetsbare leeftijdsgroepen 260 — 310 13.200 — 14.600
Veilig inrichten 30km/uur-zones <10 100 — 300
ledereen fietshelm op 80 — 100 3.800 — 4.500
ledere snorfietser helm op <10 500
Onervaren verkeersdeelnemers
Uitbreiding begeleid rijden <10 200
Feedbacksysteem <10 200 — 300
Rijden onder invloed
EE
Slachtoffers door zware alcoholovertreders (auto 30 - 70
Snelheid in het verkeer
Verdubbeling snelheidshandhaving 70-85 1.900 — 2.100
Progressieve boete (incl. overtredingen op kenteken 20 — 30 500 — 700
Afleiding
Ee
Slachtoffers door vermoeidheid onder automobilisten 40-70 1.100 — 1.800
Overtreders
Slachtoffers door snelheidsovertredingen 95-10 2.700 — 2.900
Slachtoffers door alcoholovertredingen 45 — 105
Slachtoffers door roodlichtnegatie Minimaal 15 — 20
Progressieve boete (incl. overtredingen op kenteken 20-30 500 - 700
®
es
e% ee“
e_e® ©”
eee 0
ee etos ee
a ® …®@ » @
a GW AS
Bijlage 5: overzicht risicogedragingen verkeer
Jlag : g ging
Verkenning van Gemeente Amsterdam naar belangrijke verkeersveiligheidsrisico’s voor 5
risicothema’s: Alcohol en drugs gebruik, Afleiding, Fietsverlichting, Roodlichtnegatie en Snelheid.
ALCOHOL/DRUGS GEBRUIK
Gedrag hterventietools Voorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico
riet bewust illegaliteit drugs in het verkeer Sociale norm stellen alcoholidrugs gebruik verkeeifG GD Amsterdam lesprogrammas > samenwerken TeamAlert Ki Ki ld
sociale norm dat ‘met beetje teveel alcohol op' het wel kan Handelin gsperspectief bieden na uitgaan Rij Tripvrij campagne TeamAlert > Handhaving (combineren met voorlichting) … hi id
|geen goed alternatief handelingsperspectief na uitgaan onder invloed van drugs |[{Ervaren) pakkans verhogen Drive like gran's in the car - Schotland > Eigen campagne (elementen drive like gran's in the car gebruiken) … > …
vohwassenen Risicoperceptie verhogen
Gedrag hterventietools Vaorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico
sociale norm voor onder invloed zijn op de fiets is er niet (echt) |sociale norm creeren onder invloed zijn op de fiets GGD Amsterdam lesprogramma's r sarnerwerking TeamAlert kad kad *
pakkans voor fietsers onder invloed zeer laag (Ervaren) pakkans verhogen Handhaving hid hild *
AFLEIDING
denken dat dit ‘makkelijk kan’ : lage risicoperceptie Rlslcoperceptle verhogen Lied ‘smoorverliefd’ Snelle 7 [samenwerking TeamAlert/ANWB/Fietsmodus/TommyBov/ VvN hid had -
Weerstand tegen wetswijziging Bewustwording noodzaak wetswijziging/gevaar moblel gebruik op fietfTeamAlert voorlichting Go Mono 2
FIETSVERLICHTING
[Tea mAlert voorlichting Show Yourself 2 Pictogrammen/teksten op straat (nudges) met doe je licht aan > 7 had
Pictogrammenteksten op straat geverfd (doe je licht aan) an
ROODLICHTNEGATIE
Gedrag hterventietools Voorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico
Weerstand tegen (te lange) rode licht [Weerstand rode licht wegnemen [TeamAlert & SOAB 'Stop voor rood’ campagne 2
SNELHEID
(andere autamabilisten am hen heen rijden aak te hard: sociale narm [objecten plaatsen in perifere omgeving 2 ze mn
| Onderzoeksrapport | 97 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 453
Publicatiedatum 12 juni 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari-
Jansen van 10 april 2013 inzake het bericht dat ‘metropoortjesvandalisten' vrijuit gaan
omdat toezichthouders daarvoor geen boetes meer mogen uitschrijven.
EUT
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
Vandaag meldde De Telegraaf in het artikel “Vandalen Vrijuit’ dat toezichthouders
van het Team Openbaar Vervoer vandalen, die de metropoortjes met grof geweld
openrammen, niet meer mogen beboeten. Daartoe zou het Openbaar Ministerie (OM)
hebben besloten, omdat bij het openduwen van de tourniquets geen sprake zou zijn
van vernieling, maar van zwartrijden. Deze beslissing, zo meldt De Telegraaf, zet de
toezichthouders echter buitenspel, omdat ze zwartrijden niet aan kunnen tonen
zonder uitleesappparatuur voor chipkaarten.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 10 april 2013, namens de fractie
van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Klopt het dat gemeentelijke toezichthouders van het OV-team mensen die de
tourniquets van de metro openforceren niet meer kunnen beboeten, en dat dit het
gevolg is van een beslissing van het OM? Snapt het college welk probleem het
OM daarmee hoopt op te lossen? Klopt het dat de toezichthouders daardoor geen
bevoegdheid of mogelijkheid meer hebben, om op te treden tegen deze
vandalen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het klopt gedeeltelijk dat het VOV team (Veiligheidsteam Openbaar Vervoer) niet
meer kan verbaliseren bij de metropoortjes als gevolg van een beslissing van het
college van procureurs-generaal. Het college van B&W benadrukt dat het VOV
team nog steeds de mogelijkheid heeft om op te treden tegen vandalen.
Onderstaande toelichting maakt dit duidelijk.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing ea Gemeenteblad
Datum 12 juni 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 10 april 2013
Eind 2012 is er een knelpunt in de handhavingpraktijk van het VOV
geconstateerd. Een probleem doet zich voor bij het verbaliseren van reizigers die
door de toegangspoortjes in de metro meelopen met andere reizigers. Het GVB
schrijft in deze gevallen een proces-verbaal op basis van artikel 70 Wet
Personenvervoer 2000 (WP 2000)(zwartrijden). De handhavers van het VOV
gebruiken niet artikel 70 WP 2000, maar artikel 72 WP 2000 (verstoring rust,
veiligheid of een goede bedrijfsgang). Dit artikel wordt gehanteerd door het VOV
omdat de bestuurlijke opdracht van het VOV is om een bijdrage te leveren aan de
openbare orde in het openbaar vervoer. Indien er wordt geschreven voor
zwartrijden — artikel 70 - ontstaat er een vordering aan de vervoerder (het
zogenaamde Verhoogd Tarief) en heeft de reiziger, om strafvervolging te
voorkomen, het recht direct of binnen een vastgestelde termijn de vordering aan
de vervoerder te voldoen. Het Verhoogd Tarief is door de Minister vastgesteld op
€ 35 (artikel 48 Besluit Personenvervoer). Indien de reiziger dit niet betaalt, wordt
alsnog een boete van € 90 opgelegd. Wordt een reiziger geverbaliseerd door een
handhaver van het VOV door toepassing van artikel 72, dan wordt direct een
boete van £ 90 opgelegd. In zaken die door geverbaliseerden aanhangig zijn
gemaakt bij de kantonrechter is gebleken dat de kantonrechter het meelopen door
de poortjes per definitie ziet als zwartrijden. Geverbaliseerden op artikel 72
worden door de kantonrechter veroordeeld tot betaling van € 35 en tot betaling
van de verschuldigde ritprijs (fictief bepaald op € 5).
De kwestie is door het lokale Parket voorgelegd aan het landelijke Parket (team
Verkeer). Het landelijk Parket is met de kantonrechter van mening dat er altijd
sprake is van zwartrijden (artikel 70 WP 2000). Het maakt daarbij niet uit of er
sprake is van meelopen, of de poortjes worden opengetrapt of opengeduwd.
Alleen als er bij het meelopen sprake is van fysiek geweld bij of tegen de poortjes,
kan vervolging plaatsvinden op basis van artikel 72 WP 2000. Is er schade dan
dient altijd gebruik te worden gemaakt van artikel 424 Strafrecht (baldadigheid) of
artikel 350 Strafrecht (vernieling). Het College van procureurs-generaal heeft aan
de lokale Parketten een brief verstuurd met deze beleidslijn.
De handhavers van het VOV zijn gebonden aan de beleidslijn van het Landelijk
Parket en kunnen daarom het meelopen door de poortjes alleen nog op grond
van artikel 72 WP 2000 verbaliseren indien er sprake is van fysiek geweld bij of
tegen de poortjes. De aangepaste beleidslijn heeft tot gevolg dat het VOV niet
meer actief kan optreden tegen elk gedrag bij de toegangspoortjes.
Het VOV team schreef en schrijft geen processen-verbaal uit op grond van artikel
70 WP 2000. Dit heeft enerzijds te maken met de opdracht die het college aan het
VOV heeft verstrekt: het handhaven van de openbare orde in en rond het
openbaar vervoer door preventief en methodisch toezicht. Onder die opdracht valt
niet het tegengaan van zwartrijden; dat behoort tot de bedrijfsvoering van de
vervoerder. GVB heeft daarnaast ook aangegeven het schrijven op grond van
artikel 70 WP 2000 te zien als een verantwoordelijkheid van de vervoerder. Die
moet een zo groot mogelijke opbrengst uit de kaartverkoop genereren.
Onderbouwing van de zienswijze van het GVB is te vinden in het besluit
Personenvervoer. In artikel 48 van dat besluit wordt alleen gesproken over de
vervoerder. Medewerkers van het VOV — bestaande uit Stadstoezicht en politie —
maken geen onderdeel uit van een vervoerdersorganisatie. Er is ook een
praktisch bezwaar tegen het schrijven van processen-verbaal op grond van artikel
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 12 un 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 10 april 2013
70 WP 2000 door het VOV. Volgens de regels van het GVB geldt dat een reiziger
die zwart rijdt, drie keer per jaar recht heeft op coulance als hij in het bezit is van
een jaar- of maandabonnement. Er wordt dan wel een proces-verbaal
uitgeschreven. De reiziger kan achteraf (bij het GVB) een verzoek tot coulance
indienen.
Indien de handhavers van het VOV het zwartrijden zouden gaan verbaliseren,
leidt het aanbieden van de uitgestelde betaling tot veel administratieve
problemen. De handhavers van het VOV beschikken vanzelfsprekend ook niet
over apparatuur waarmee een OV chipkaart kan worden uitgelezen. Kaartcontrole
behoort expliciet niet tot de werkzaamheden van het VOV.
2. Is het college het met de CDA-fractie eens, dat dit een bijzonder onwenselijke
situatie is, omdat het de positie van de toezichthouders ondermijnt, en een
vrijbrief biedt voor de vandalen?
Antwoord:
Het college is het met de CDA fractie eens dat hiermee een onwenselijke situatie
is ontstaan. Opsporingsambtenaren moeten, met het oog op hun taken en
werkzaamheden, kunnen beschikken over adequate bevoegdheden. Het college
is echter van mening dat er geen sprake is van een vrijbrief voor vandalen, omdat
het VOV team wel kan verbaliseren indien er sprake is van fysiek geweld bij of
tegen de poortjes en in geval van schade artikel 350 Strafrecht kan gebruiken.
3. Is het college bereid om in gesprek te treden met het OM om deze beslissing
terug te draaien, zodat toezichthouders weer boetes kunnen uitdelen?
Antwoord:
De situatie waarbij de bevoegdheden van de opsporingsambtenaren van het VOV
zijn beperkt, is voor het college aanleiding geweest om de dienst Stadstoezicht te
vragen om in overleg met betrokken partijen naar een definitieve oplossing te
zoeken. Er zijn op dit moment besprekingen met alle betrokken partijen om te
komen tot een oplossing in de uitvoeringspraktijk. Dit zal uiteindelijk moeten
leiden tot een aantal scenario's, dat ter bespreking aan de driehoek wordt
voorgelegd.
4. Welke eventuele andere mogelijkheden ziet het college om, indien het OM
volhardt in de opvatting dat het openforceren van metropoortjes niet als
vandalisme te kwalificeren is, toezichthouders op andere gronden een
bevoegdheid te geven om op te treden tegen de metropoortjesvandalisten?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Vervoerregio
Amsterdam ZZ
BELEIDSKADERS / \
Á __ DE AMBITIES
H ri AAN», 7 \ .
ELLEN eG ed Ce and _> De Vervoerregio Amsterdam streeft naar schonere en
niee PC graden opwarming SE Z 22 stillere mobiliteit voor reizigers en inwoners.
/ TE
n \
5 t
Klimaatakkoord Nederland x \
\ ese. . _ _
POEPEN ie 2050 k-------- peen Es TTT CO‚-neutraal mobiliteitssysteem — 2050: -2680 kton CO,
RAG HON 2030 BR ren, -e-- CO,-neutraal ov-systeem --------- 2030: -880 kton CO,
Á 7 eneen sense nnee nnee es ens
/ koe eo oee ee eee eso ee eee se
Beleidskader Mobiliteit De) >, Mee eee eee ee eee eee
7 £ 4 eee eere eee eee
Vervoerregio Amsterdam / / Le
2030: CO ‚neutraal ov-systeem / / Totaal benodigde COz-reductie in 2050: 2680 kton
PTI VTT d 7 =3X de jaarlijkse uitstoot van heel Zaanstad, of 1 miljoen retourvluchten Amsterdam-Sydney
2 £ =
DO „Ane
Nef hd
CETTE EEE) € EEE EEE TA
\ …% / 1
Î Stann © \ Î
sss Productie ee” / >
DE AANPAK FOCUST OP ss schone energie we / / it
|__ VIER ONDERDELEN: ” Well-to-Tank we Zkt
1 | / io í
i ï Ral dd í
| 1 Schonere energie …—______ BBned Ld!
! ! / Lt I
1 ! / / | Ü
! 0 Ì . 7 / Ì !
| EX ! Gebruik / / Ö !
A a p= | schone energie Z / / |
| Arn u ne = gens „D | Tank-to-Wheel Dad / ! !
1 . el En, « - / 1 !
| 2 Schonere voertuigen _______ oe Nn EEE / Ô |
1}
I / / I
I / I
' , / I
1 Nd / 1 1
! Schone -@, Klimaat- / / !
\ 1 . . productie adaptatie „7 Î |
| 3 Schonere infrastructuur en productie FA) /
1
i u / i
1 1 1
| / |
Ì EN / I
| CO,-prestatieladder Âk 4e Circulariteit /
as !
| - 1
| ed 4 Duurzaam Inkopen en Opdrachtgeverschap oenen eee |
i i
Ln |
September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 1
Vervoerregio
Amsterdam
e
CO2-reductie, hoe doen we dat?
’ e
OT SCHONERE ENERGIE
Po A 2 SCHONERE VOERTUIGEN
’ dgn heteen
1
__________________3 SCHONERE INFRASTRUCTUUR EN PRODUCTIE
Ü
Ï .
| | ey |
ij
1 u 4 DUURZAAM INKOPEN EN OPDRACHTGEVERSCHAP '
Ü meeer eeeeeeeeeeeereeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeenn 1
=> H
‚ Î # Ni
! 1 Ü 1 f ik
Ü 1 1 fi mm 1 ip
df zee MN ___ benee eee med, 4 7! —-
i E ! gp IJ Li ï
1 eg
Î k Û Neenee N ie Î
1 ÜÌ Lj {
1 1 ï en _ _ san 7 KA {
Î dh Milieukosten Le circulariteit le CO‚-prestatie /
| ! I I 1 indicator ladder NN HR !
1 ! ij 1 ‘ 9 Ô DN t
| | de «te | '
Ü pen pg 4,
MN ) # Hi |
i Zero Emissie fi pe \ e 4 Kh |
1 1 p
1 Bus 4 2 {
ij
! 8 Ontwikkelingen d> Verduurzamen re, Verduurzamen ren Klimaat- Ö !
! É ’ volgen materiaalgebruik projecten adaptatie „fh !
Ed | jy
1 —_—_— g £
| 1 1 Ô !
| | | mn S | |
1 1 1 ! „b 1 !
| û ke Sd s Ó i
I pT / I
! > Elektrisch en Regionale & Transport es Verduurzamen > Milieu- / !
| | vervoer aanpak & logistiek wagenparken zones / „ |
1 Á 1 Ü \ earn {
\ \ , 4 ' î Ad
| ‚Q- LA Ge |
| „W LLN |
| û Kd D Eel Is
SOS Ls
! En: !
| dh Schone energie Le Ontwikkelingen qh Energievraag dh Energieaanbod ! ! REN
in contracten volgen onderzoeken scherp krijgen ! ! N Nrs
en
September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 2
Vervoerregio
Amsterdam
Schonere energie
1 SCHONERE ENERGIE
HOE DOEN WE DAT? WELL-TO-WHEEL: HOEVEEL ENERGIE IS NODIG?
PO
N „se“ ! !
we” ee Ns 2030 |
of Q get wet ! |
ge SE A …%
. ee NE se” 2 en me
oN Ne et & Sese
se or * ° | CO‚-neutraal ov-systeem Ce
ik. ee | |
8 ie En | Nodig: AN
„eeesseseee. 1 1
d> vree nen, | t 400 G 113 GS 2 of 60
itoedeeeeeeeeee eeee en | GWh / jaar duizend huishoudens km2 zon-PV windmolens í
escceccessvcescvecesvesee 1 1
eee eee | !
eeens
* = potentiële aandeel van ! !
schonere energie in de totaal 2050 i
benodigde COz-reductie ! / !
{
A „ !
CO,-neutraal mobiliteitssysteem in 2050 zeeen” \
| „2600 Gô 762 Â zel zool
Ï {
Î + e _= _ f Î
SCHONE ENERGIE ALS VOORWAARDE i GWh / jaar duizend huishoudens km2 zon-PV o windmolens i
OPNEMEN IN CONTRACTEN
Bijv. eisen ov-concessies B
ven” ONTWIKKELINGEN ONDERZOEKEN OF DE ENERGIE- SAMENWERKEN OM ENERGIE-
= 0 > NAUWLETTEND VOLGEN VRAAG LAGER /SLIMMER KAN 2 AANBOD SCHERP TE KRIJGEN
, g “ Bijv. rol van waterstof in energietransitie, nieuwe Bijv. slim laden, aansluiting delen, Bijv. provincie Noord-Holland, RES, ElaadNL
batterijtechnologie smart grid
September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 3
Vervoerregio
Amsterdam
e
Schonere voertuigen Mtd
Schiphol en 10 ZE-bussen
tussen A'dam en Edam
2021: 111 ZE-bussen
2 SCHONERE VOERTUIGEN Amstelland-Meerlanden
HOE DOEN WE DAT? en 31 in A'dam
2023: Start concessie
Zaanstreek-Waterland
Ne 240 bussen en verdere
8 ve N ger ee instroom Amsterdam
se vo RM „\e PN 2023
ET et KE et tee
(o N\ „NÒ o <L °e sk
1e et $o (Ss IN g
AN ee > ve ne? Ö
N NN f Naar 100%
qh de À uitstootvrij
| de de BOON Nn UT ta Ts
| | | BO N
…e…ecessececsesecsesecsesessececececesesess 4,
« = potentiële aandeel van Eys] ee 7
schonere voertuigen in de totaal SE
benodigde COz-reductie Dr ee
en ee
mn De as _ am
Dn as gn ESES
ZERO EMISSIE BUS a 7 a pe
EN De MRA-Elektrisch
Naar 100% 5 7
uitstootvrij /
ETET T a (TND 1 hd
J VERDUURZAMEN mn
SS WAGENPARKEN
STIMULEREN ELEKTRISCH VERVOER Eb 4 ie Sé ee
er en Gemeenten en
Cofinanciering B bedrijven
laadinfrastructuur “ De
NS or, PV Uitwerken f REGIONALE AANPAK
Te 7 Ne ‚2 Regionaal Mobiliteits-
EE NA \ 8
zhe TRANSPORT & LOGISTIEK D uitstootvri 2 \ programma @ MOBILITEIT en
transport FÁ ‘ Ere AEH
emm° ir 2
SSeeeteoeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeesecbeeeessr oe fi
Green Deal ZES “San s 4 U:
(stadslogistiek) \ AN / ‚ MILLIEUZONES
1 % Ni /
N & N /
ze 5
Dd - / “ee September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 4
Vervoerregio
Amsterdam
Sch Iinfrastruct ducti
3 SCHONERE INFRASTRUCTUUR EN PRODUCTIE
HOE DOEN WE DAT?
Aandeel CO,-uitstoot
infrastructuur in 2018
NE
JN
jo e
Q e „ot
Ee ed oe
ENE er ee
AS eN LS NR
Sit < 2 ‘ IN 2de
‚S 5 e „
BH
* = potentiële aandeel van schonere VERDUURZAMEN
infrastructuur en productie in de MATERIAALGEBRUIK
totaal benodigde COz-reductie n .
Bijv. modulair ontwerp
VERDUURZAMEN PROJECTEN _— DD ennen
Bijv. elektrische machine ad nn
op de bouwplaats < NEE Eren ED . en
s ANB en. e® SJ N
/ IJ / 1 N J N
Ü ennen # Pe \
ih mann sr sr ü
\ heal, En pr pe De Ü
EN N nnn 4
=S se \ S 0 ls
en .
Ees y
KLIMAATADAPTATIE ONTWIKKELINGEN
Bijv. hittebestendige tramrails, NAUWLETTEND VOLGEN
waterreservoir in infra verwerken, Bijv. wat doen andere partijen al?
extra groen toevoegen Provincies, Rijkswaterstaat
September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 5
Vervoerregio
Amsterdam
D inl drachts h
4 DUURZAAM INKOPEN EN OPDRACHTGEVERSCHAP
HOE DOEN WE DAT?
POWER OF
< PROCUREMENT
xo &
BNN . „ad
ze < se jaarlijks wordt 400 miljoen euro
eN
et at o S verdeeld over:
NN Nt Gr
| EE,
eee eee ee eee eee Lj Ü 1
…escesecesesceecsesesecccsceser ij U ij
OO ‚ ‚ ‚
ij ' ij
*= potentiële aandeel van duurzaam Ô Û ij
inkopen en opdrachtgeverschap in de MILIEUKOSTENINDICATOR fj û 1
totaal benodigde COz-reductie see : ij |
Bijv. in aanbesteding Ö IJ
ij f ij
K md if 4 4
pee if ij ij
Ö Ü Ö
en willen doorgroeien EES ees LAA) # ‚ d
: : pp Dn, Ô Ô
naar hier (niveau 5) ess A ers. A
pn yy À % y en Ee P p
We bevinden Pd LL en
ons hier (niveau 3) b D pe ff ene N
/ U
H Subsidies voor Subsidies Organisatiekosten en activiteiten É
\N mobiliteits- en voor op het gebied van onderzoek, N
Ni infraprojecten ov-consessies studie en samenwerking SV
en Jl SF
a De A ei
Es _N .
CO‚-PRESTATIELADDER CIRCULARITEIT
Bijv. verlagen CO, footprint van eigen Bijv. MRA intentieverklaring
organisatie en ketenpartners 2022: 10%, 2025: 50%, 2050: 100%
September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 6
| Factsheet | 6 | test |
VN2022-023477 G De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
emeente ' '
Clusterstaf Ruimte x Ruimte en Groen, Water M OW
en Economie N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32)
Agendapunt 11
Datum besluit 12-07-2022 in college
Onderwerp
Ter kennisname: brieven over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving en de
MIRT brief voorjaar 2022
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de Kamerbrief over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen
Leefomgeving en de MIRT-brief voorjaar 2022 zoals deze op 23 juni jl. naar de Kamer zijn gestuurd.
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste lid, van de Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en
elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur.
Bestuurlijke achtergrond
Op 20 juni jl. vond het BO Leefomgeving plaats waarin afspraken gemaakt zijn over de fasering van
de verstedelijkingsstrategie en mogelijk de investeringsstrategie en de omgevingsvisie voor geheel
landsdeel Noordwest Nederland. Voor de metropoolregio zaten wethouders van Dantzig en Ruigrok
(als vertegenwoordiger VRA) aan tafel samen met de gedeputeerden Loggen en Olthoff (vanuit
respectievelijk de MRA platforms ruimte en economie). De voorbereiding is in samenwerking met de
MRA partners gedaan. In november 2022 tijdens een volgend BO MIRT zullen de gesprekken met het
Rijk worden voortgezet en verdere afspraken worden gemaakt
Reden bespreking
Ter kennisname n.a.v. dagmail
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Ook ter kennisname in commissie RO
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-023477 % Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Clusterstaf Ruimte € Amsterdam ‚
. Ruimte en Groen, Water
en Economie %
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022
Ter kennisneming
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1. Kamerbrief over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen
AD2022-071599 ‚
Leefomgeving.pdf (pdf)
AD2022-071600 Bijlage 2. MIRT brief voorjaar 2022. pdf (pdf)
AD2022-071602 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
V&OR, Sanneke Bolderheij, sanneke. bolderheij@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | val |
Concept versie, mei 2020
Missie:
Kwetsbare Amsterdammers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig en veilig te
leven en te participeren in de samenleving.
Visual voorpagina: Design Firm voor de gemeente Amsterdam.
De afbeelding op de voorzijde laat zien dat de Wmo producten niet op zich staan, maar in
lijn zijn met overig aanbod in de zorg, ondersteuning, welzijn en medische zorg. Ze zijn
voor de Amsterdammer op een heldere manier toegankelijk en beschikbaar.
Inhoudsopgave
Inleiding 4
Samenvatting 5
1. Wmo-voorzieningen 6
Ambulante ondersteuning 7
Dagbesteding 8
Huiselijk geweld, Veilig thuis en kindermishandeling g
Hulp bij het huishouden 11
Informele zorg: mantelzorg, vrijwillige inzet en eenzaamheid 12
Logeeropvang 14
Maatschappelijk werk en cliëntondersteuning 15
Maatschappelijke opvang en beschermd wonen 16
Vervoersvoorzieningen 18
Woonvoorzieningen 19
Aanvullend openbaar vervoer 20
Aanpak personen met verward gedrag 21
2. Toegang 22
Indicatieadviesbureau Amsterdam 23
Wmo Accent 24
Wijkzorg 25
3. Cliëntervaringen 26
4. Gebiedscijfers 28
Gebiedscijfers in kaart 29
Gebiedscijfers 30
Bijlage 1: Totaaloverzicht gebruik Wmo-voorzieningen 31
Bijlage 2: Totaaloverzicht klachten, bezwaar en beroep 32
Vanaf 1 januari 2015 voorziet de gemeente Voor de onderwerpen die zowel door de
Amsterdam met de inwerkingtreding van de afdelingen Zorg als Jeugd worden
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 uitgevoerd, is de volgende keuze gemaakt.
in ambulante ondersteuning, dagbesteding, Veilig thuis is opgenomen in de
logeeropvang, beschermd wonen en doven- bestuursrapportage van Zorg, en
tolkzorg. Deze voorzieningen vormen SamenDOEN in de rapportage van Jeugd.
samen met het aanbod dat al voor Het doel van de Wmo is kwetsbare
1 janvari 2015 bestond, waaronder
oe Amsterdammers helpen om zo lang
woonvoorzieningen, vervoers- ot
N mogelijk zelfstandig en veilig te leven en te
voorzieningen, rolstoelen, hulp bij het sn : ;
: participeren in de samenleving. De centrale
huishouden en opvang, het Amsterdams
; . stad, stadsdelen, maatschappelijke partners
Zorgstelsel. Hiertoe behoren ook de sociale
en de Amsterdammers dragen allen bij aan
basis, mantelzorgondersteuning en
en het bereiken van dit doel. Deze rapportage
cliëntondersteuning. In de bestuurs- ; ;
s bevat de evaluatie van de afdeling Zorg.
rapportages maatschappelijke
ondersteuning Amsterdam rapporteert het
college eenmaal per jaar over de
ontwikkelingen binnen het Amsterdams
zorgstelsel voor volwassenen.
Voor uligt de rapportage over heel 2019.
In deze rapportage staan de uitvoerings-
cijfers opgenomen over heel 2019 inclusief
een toelichting. Waar mogelijk is een
vergelijking opgenomen met de jaren 2018
en 2017 om een beeld te kunnen geven van
mogelijke trends.
Leeswijzer
Deze rapportage bevat informatie over het
Amsterdamse Wmo-beleid in 2019 aan de
hand van de volgende vierdeling:
1. Wmo-voorzieningen
2. Toegang
3. Cliëntervaringen
4. Gebiedscijfers
Er zijn 2 bijlagen, een totaaloverzicht van
het gebruik Wmo-voorzieningen en een
overzicht van het aantal klachten, bezwaren
en beroepen.
Uitvoering Wmo 2015
De gemeente Amsterdam voorziet binnen het kader van de Wmo 2015 onder meer in ambulante ondersteuning,
dagbesteding, logeeropvang, opvang, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en hulp bij het huishouden. De
gemeente is verantwoordelijk voor het brede terrein van de zelfredzaamheid en participatie. Zij zoekt daarbij
zorgvuldig naar de balans tussen de verantwoordelijkheid van inwoners zelf en de verantwoordelijkheid van de
gemeente om hen daarbij te ondersteunen.
Het doel van de gemeente Amsterdam met de uitvoering van de Wmo is het bieden van hulp en ondersteuning aan
Amsterdammers die dat nodig hebben. Uitgangspunt hierbij is dat het beter is om problemen te voorkomen of
vroegtijdig te signaleren dan af te wachten totdat problemen zo groot zijn dat alleen specialistische vormen van hulp
en ondersteuning nog compensatie bieden. Dit heeft ook vanuit de individuele Amsterdammer gezien de voorkeur.
Verder is het van belang om het Amsterdamse stelsel van ondersteuning betaalbaarte houden.
Samenvatting
In 2019 nam de vraag naar diverse Wmo-voorzieningen toe. Het aantal gebruikers van Aanvullend Openbaar Vervoer
steeg met 7,6% en het aantal woningaanpassingen met ruim 14%. Er was een toenemende vraag naar
cliëntondersteuning en maatschappelijke dienstverlening. Het gebruik van ambulante ondersteuning, hulp bij het
huishouden en logeeropvang groeide in 2019 eveneens. Meer cliënten meldden zich voor maatschappelijke opvang en
beschermd wonen en tegelijkertijd was het aantal beschikbare woningen voor de doelgroep lager. Het aantal
meldingen bij Veilig Thuis steeg met 18%. Het indicatieadviesbureau kende een toenemend aantal aanvragen van
4,5%. Het aantal Amsterdammers dat een hulpmiddel voor vervoer heeft is licht gestegen. De
verhuiskostenvergoeding is nagenoeg gelijk gebleven en er was een afnemende vraag naar dagbesteding.
De groeiende vraag leidde tot langere wachttijden en/of wachtlijsten bij Veilig Thuis, maatschappelijk werk, ambulante
ondersteuning, cliëntondersteuning en de opvang. Bij hulp bij het huishouden hebben niet alle aanbieders binnen de
normtijd cliënten kunnen opnemen. Ook bij het indicatieadviesbureau werd de norm van 80% niet behaald. Ondanks
de toenemende druk op de Wmo-voorzieningen laten cliëntervaringsonderzoeken, uitgevoerd bij hulp bij het
huishouden en Aanvullend Openbaar Vervoer, een positief beeld zien. Het aantal ingediende klachten is fors gedaald,
met name bij hulpmiddelen wonen en vervoer, Aanvullend Openbaar Vervoer en hulp bij het huishouden. De afname
geldt niet voor de maatschappelijke opvang, waar het aantal procedures in bezwaar en beroep aanzienlijk steeg.
Vooruitblik
Om de dienstverlening in de wijk herkenbaarder en dichterbij de Amsterdammer te organiseren wordt het sociale
stelsel in de Amsterdamse buurten en wijken vereenvoudigd. Vanaf 2021 komen er ‘Buurtteams Amsterdam’ die zorg
en ondersteuning in de buurt in samenhang organiseren en financieren; eenvoudig en herkenbaar. Deze teams zijn de
‘voor de hand liggende plek’ waar iedereen met een vraag over wonen, welzijn, inkomen, schulden en veiligheid
terecht kan. De buurtteams werken nauw samen met de Ouder- en Kindteams (OKT).
De dienstverlening en ondersteuning die Buurtteams Amsterdam biedt is een algemene voorziening; laagdrempelig en
voor iedereen toegankelijk. Indien meer nodig is dan de buurtteams zelf kunnen bieden, dan hebben zij een belangrijke
rol in het toegangsproces voor maatwerkvoorziening.
Naast de voorbereidingen op de buurtteams worden er in 2020 veel Wmo maatwerkvoorzieningen opnieuw ingekocht.
Bij deze aanbestedingen wordt nadrukkelijk gestreefd naar ondersteuningsvormen dicht bij de cliënt. Ondersteuning
die zoveel mogelijk aansluit bij het dagelijks leven en die de eigen kracht en zelfregie versterkt. Dat wil zeggen van
aanvullende gespecialiseerde ondersteuning, naar buurtteams, naar sociale basis. Bij de selectie wordt gekeken naar
hoe de aanbieder de werkwijze inricht voor een zorgvuldige door- en uitstroom van cliënten naar lichtere vormen van
zorg dicht bij de beleving én de woon- en leefomgeving van de Amsterdammer en zijn sociale netwerk. Tevens wordt
gezocht naar een beheersbaar systeem voor zowel de groeiende vraag als het oplopend tekort.
1. Wmo-voorzieningen
[6
ank Ambulante
Ambulante ondersteuning (AO)
wordt individueel of in d .
groepsverband geboden en is on ersteun I ng ® 8
gericht op het verhogen van de
kwaliteit van leven en op Gils)
persoonlijke ontplooiing van de Eh A
individuele Amsterdammer, waarbij
zelf- en samenredzaamheiden de
maatschappelijke participatie wordt
bevorderd, gestabiliseerd, of
ondersteuning wordt geboden bij : : :
achteruitgang. Groei gebruik ambulante ondersteuning zet door
Veel voorkomend is circa 2-3 uur AO Het aantal Amsterdammers dat gebruik maakt van ambulante ondersteuning is,
per week (aan huis) van enkele net als in 2018, gegroeid. In 2019 groeide het aantal ZIN-cliënten met 5,5% naar
maanden tot langdurig. 9.026 en het aantal Pgb's met 6,7% naar 1.544. Mogelijke verklaringen voor de
E stijgende instroom zijn een betere bekendheid van het product binnen de Wmo,
Ms Eel Kela OA La) en verwijzing vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet
ee heER SAAI SCE (Zvw) waardoor meer cliënten onder de Wmo vallen.
De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de toegang tot ambulante
* De berekening van de wachttijden is niet ondersteuning en dagbesteding. Dit heeft aanbevelingen opgeleverd over
ON b de wij REI : : sent
van Be binnen de wikzorg- Erwordt onder andere de registratie en de kwaliteit, zoals het noteren van de
is dan dr Ec NTRA Nd ondersteuningsvraag van de cliënt in diens eigen woorden. De aanbevelingen
hohe worden meegenomen in de inkoop AO voor de periode 2021-2027.
Opvallend Tussen Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en Zorg heeft afstemming
Pp plaatsgevonden over de relatie tussen AO en de toeleiding naar werk.
Aantal Amsterdammers dat Aanspraak op de participatiewet vanwege de aanvraag op Wmo-middelen komt
ambulante ondersteuning gebruikt voort vit het goede samenwerkingsperspectief tussen Zorg en Werk. Daarmee
blijft groeien. worden cliënten binnen het sociaal domein in een zo vroeg mogelijk stadium in
j en het best passende begeleidingstraject geplaatst. In de inkoop 2021-2027
TAS eest ede! worden verbetervoorstellen meegenomen.
Pgb-aanvragen van meer dan 8 vur
AES In 2028 is, in samenwerking met adviesbureau KPMG, aanbieders en het
Indicatieadviesbureau Amsterdam, een nieuwe werkwijze ontwikkeld voor een
betere omvangbepaling en onderbouwing van het Pgb van AO. De kern van de
werkwijze is het methodisch in kaart brengen van de zorgbehoefte per
leefgebied en dit vervolgens te koppelen aan tijdseenheden. In 2019 is deze
werkwijze geïmplementeerd in het ondersteuningsplan van de cliënt.
Als gevolg van een taakstelling in de Voorjaarsnota 2019 worden pgb aanvragen
met een omvang van meer dan 8 vur per week gemotiveerd onderbouwd. In
overleg met het Centrum Indicatiestelling Zorg wordt bekeken of de cliënt beter
passende begeleiding kan krijgen vanuit de Wlz. De conclusie van het overleg
wordt door de indicatiesteller opgenomen in het advies.
Aantal cliënten ambulante ondersteuning per leveringsvorm Wachttijd tussen aanmelding en start levering®
12.000 100%
10.000 aoe
50% buiten norm
PGB VE EE (211 weken)
5.000 B ZIN binnen norm
40% m [<11 weken)
20%
0 0%
2018 2018 2018 2013
santen Dagbestedin
Dagbesteding (DB) is voor Q g
Amsterdammers die vanwege een
beperking of specifieke
omstandigheid onvoldoende
zelfredzaam zijn op het gebied van
zinvolle daginvulling, sociale _) ®
contacten en maatschappelijke
deelname. DB kent 4 resultaten:
1. Inloop: laagdrempelige inloop A
voor een zinvolle daginvulling
2. Meedoen: ondersteuning bij de . . . .
A li Dagbesteding in ontwikkeling
elke Het aantal deelnemers dagbesteding (DB) in natura is in 2029 licht afgenomen
SAGER ALL Sak Cl met 4,5%. Het deel inloopdagbesteding is wel toegenomen. Dit is de meest
A Lie Ale Nelke laagdrempelige vorm van dagbesteding, zonder indicatie, zonder registratie en
AA LLN Kell met een vaste lumpsumfinanciering. Het aantal deelnemers DB met een Pgb is
ondersteuning bij ontwikkelen gestegen met 16,2%, van 185 naar 215.
arbeidsmatige vaardigheden. En
ISA EN eet Vervoer naar dagbesteding is onderdeel van de voorziening dagbesteding.
ETT Aanbieders vroegen aandacht voor de kosten ervan omdat de vergoeding
en vanuit de gemeente de kosten niet volledig dekt. Dit is al langer een knelpunt. In
* De berekening van de wachttijden is niet : : : .
TEN 2020 wordt binnen het programma sociaal vervoer de inzet van informeel
KAR ed alan san las vervoer en sociale firma's verder verkend.
onderzocht hoe deze registratie in de toekomst
hidde De samenwerking tussen WPI en Zorg is in 2019 geïntensiveerd. Er zijn op stads-
Opvallend deelniveau netwerkbijeenkomsten en kennissessies gehouden voor sociaal
ondernemers, Wmo-professionals en klantmanagers WPI, met als doel de
Aantal deelnemers dagbesteding aansluiting en samenwerking te bevorderen tussen domeinen Zorg en Werk. Dit
TLR MEL RStEn)Leforen zorgt ervoor dat professionals breder kijken naar passende werkplekken.
Vervoer naar dagbesteding blijft De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de toegang tot AO en DB en
een financieel knelpunt. aanbevelingen gedaan over o.a. functiescheiding en meer registratie. De
aanbevelingen zijn meegenomen in de inkoop DB. De GGD heeft (preventieve)
onderzoeken gedaan bij diverse DB-locaties. De resultaten waren grotendeels
positief. Kern is dat dagbesteding op een professionele manier wordt
vormgegeven en uitgevoerd, maar dat het onderscheid tussen DB op stedelijk
niveau en DB in de sociale basis nog niet duidelijke genoeg is.
Er is een inventarisatie gemaakt van het gebruik en de spreiding van vastgoed-
locaties voor DB in het kader van de Wmo, welzijn en de Wlz. Dit resulteerde in
een basis om afwegingen te kunnen maken in de vestiging of bouw van sociale
locaties gericht op het ontmoeten en het bieden van activiteit. De uitkomsten
zijn gerapporteerd aan het gemeentelijke programma Groei van de stad
Tot slot is er in 2019 besloten dat het Amsterdamse Huis voor Veteranen een
dagbestedingslocatie wordt. Deze dagbesteding is bestemd voor alle
geüniformeerde dienstverleners.
Aantal cliënten dagbesteding per leveringsvorm Wachttijd tussen aanmelding en start levering *
8.000 100%
80%
5.000
50% buiten norm
4.000 PGB ERN ER (211 weken)
B ZIN binnen narrm
40% m lsll weken)
2.000
20%
0 026
2018 2018 2018 2010
Algemeen u | nn k Id
Elke gemeente dient op grond van H U ISE IJ gewe
de Wet maatschappelijke =
ondersteuning 2015 een advies- en en ki nder-
meldpunt huiselijk geweld en
kindermishandeling, beter bekend n n
onder de naam Veilig Thuis, te mishandeling =J=
hebben.
Veilig Thuis heeft de taak advies te
geven bij (vermoedens van) huiselijk
geweld en kindermishandeling en
ASL la EELS AR kel Il Druk op Veilig Thuis en de keten toegenomen
en door te geleiden naar On
hulpverlening. Op 1 januari 2019 veranderde de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Daarbij is het een professionele norm geworden om melding te doen bij Veilig Thuis
In Amsterdam is de uitvoering van (VT) als er vermoedens zijn van acute en structurele onveiligheid. Door de
Veilig Thuis belegd bij de GGD beroepsgroepen voor wie het toepassen van de meldcode verplicht is, zijn daarvoor
Amsterdam, die dit doet voor de zes in 2018 zelf afwegingskaders ontwikkeld om te helpen bepalen wanneer dat het
gemeenten van de regio geval is. Dit zijn de mensen die werken in de gezondheidszorg, het onderwijs, de
Amsterdam-Amstelland kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie.
Door de voorbereidingen op de verbeterde Meldcode was al in de tweede helft van
2018 een groei te zien van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Deze groei heeft
zich in 2019 doorgezet. Het aantal meldingen is in 2019 met 18% gestegen ten
opzichte van 2018. De meldingen zijn nog steeds vooral afkomstig van de politie,
maar in toenemende mate ook van andere professionals en (in lichte mate) burgers.
Het aantal adviezen is door een andere wijze van registreren door Veilig Thuis niet
Opvallend vergelijkbaar met andere jaren. Tegelijk met de verbeterde Meldcode is de
Pre NAE eeN werkwijze van Veilig Thuis uitgebreid, met de komst van een nieuw landelijk
NE En Handelingsprotocol. Hierin is de veiligheidsbeoordeling (voorheen triage)
uitgebreid. De direct betrokkenen worden nu altijd gesproken. Na deze beoordeling
Politie belangrijkste melder, maar wordt het gezin ofwel (weer) overgedragen, of wel er volgt de dienst Voorwaarden
meldingen door professionals en en Vervolg of Onderzoek. De combinatie van meer meldingen en een meer
burgers nemen langzaam toe. uitgebreide werkwijze heeft binnen VT geleid tot oplopende doorlooptijden.
Daarom is besloten dat VT opnieuw kan doorgroeien, van 115 naar 130 fte in 2020.
De druk op de
beschermingspartners Veilig Thuis, De toenemende druk op Veilig Thuis vereist extra middelen. Eind 2019 hebben de
gecertificeerde instellingen, wethouders van de Gá4 besloten om een lobby te starten richting het Rijk waarin
VERL en Inn Te EET Rotel wordt verzocht om reparatie van de nijpende financiële situatie van Veilig Thuis,
Kinderbescherming en BlijfGroep maar ook om aandacht te vragen voor (de druk op) de gehele beschermingsketen.
ee, Deze keten bestaat vit de partijen die na tussenkomst van Veilig Thuis de regie op
veiligheid overnemen, zoals Jeugdbescherming, de Raad voor de
Kinderbescherming en de OKTs. In 2019 werd bijna 40% van alle gezinnen door- of
terugverwezen naar een gecertificeerde instelling of een lokaal team (OKT of
SamenDOEN). Ook bij deze organisaties nam daardoor in 2019 de instroom toe,
terwijl Jeugdbescherming en Raad voor de Kinderbescherming kampten met
wachtlijsten en personeelstekorten. De OKTs zagen hierdoor een toename van
gezinnen met relatief zware (veiligheids-)problemen.
Veilig Thuis - meldingen
15.000 Tijdigheid veiligheidsbeoordeling en onderzoek in 2018 en 2019
100%
10.000 nnen
50% OO
5.000
0 û%5
2018 2014 Q1'18 q2'18 a3'18 q4 18 al La q2'1a a3'18 CA '1a
m Meldingen ® Onderzoek binnen 10 weken veiligheidsbeoordeling binnen 5 werkdagen
Algemeen H u | nn k Id
De wet maatschappelijke U ISe IJ gewe
ondersteuning en de Jeugdwet =
stellen de gemeente n ki n d -
verantwoordelijk voor de e e
(preventieve) aanpak van huiselijk n n
geweld en kindermishandeling en Ì Ì | | S h d n d e | I n q 5 2 T
het organiseren van specialistische
jeugd)hulp en opvang.
De gemeente houdt toezicht op het
invoeren en naleven van de
verplichte Meldcode huiselijk Naar aanleiding van de veelheid in doorverwijzingen werd de overdracht vanuit VT
geweld en kindermishandeling door van één centraal punt verspreid over de stadsdelen, waardoor kon worden ingezet
beroepskrachten binnen de Wmo, op een betere voorbereiding en meer intensief overleg bij overdracht.
nak ik an tei De druk op de vrouwenopvang (Blijf Groep) nam in 2019 op een andere manier toe:
ar nad akan le de verblijfsduur bij begeleid wonen liep op van 26 naar 35 weken, door de
ke GLE Ae ids ee toenemende moeite om voor cliënten vervolghuisvesting te helpen realiseren. Als
db Beo A gevolg daarvan liepen de doorstroomtijden ook op in de noodopvang (van 3 naar 7
Uelsen dagen) en de crisisopvang (van 6 naar 7 weken).
a El el huiselijk ASIO Bij de voorbereiding op de Buurtteams Amsterdam is al in 2019 ingezet op de
kindermishandeling wordt competentie van deze teams inzake huiselijk geweld en de vorm waarin zij en de
uitgevoerd voor de regio OKTs in de buurt zullen gaan samenwerken met beschermingspartners. De ogen
Amsterdam-Amstelland. zijn in dit verband gericht op de pilot Blijvend Veilig, waarin de
beschermingspartners experimenteren met een integrale samenwerking in een
team. In 2020 wordt de nieuwe werkwijze vastgesteld en vitgebreid naar
Opvallend waarschijnlijk 3 à 4 gebieden, passend bij de ontwikkeling van de Buurtteams.
Aantal meldingen bij Centrum Met 230 acute slachtoffers die zich in 2019 binnen 7 dagen bij het Centrum Seksueel
Seksueel Geweld met ongeveer 21% Geweld (CSG) meldden en in een casemanagementtraject instroomden, was er een
Te toename van 21% ten opzichte van 2018. De stijging was nog groter bij meldingen
en j met incidenten langer dan 7 dagen geleden: 36%. Slachtoffers weten het CSG dus
ISES eld TARS LSL steeds beter te vinden. In 2019 werden 256 tijdelijk huisverboden (THV) opgelegd
de pilot Blijvend Veilig. aan plegers van huiselijk geweld, na in totaal 288 risicotaxaties. Hiervan werden 168
huisverboden verlengd van 10 naar 28 dagen. In 26 gevallen werd het THV tijdens
de looptijd weer ingetrokken.
Met de Blijf Groep werd eind 2018 afgesproken om de indeling in korte,
middellange en lange ambulante trajecten te laten vervallen, waardoor het aanbod
meer flexibel kan worden ingezet en de administratielast verminderd. Het aantal
ingekochte trajecten hulp na huiselijk geweld daalde hierdoor van 980 in 2018 naar
533 in 2019. In totaal werden 535 trajecten ingezet.
Het preventiewerk huiselijk geweld is in 2019 in de stadsdelen onverminderd
voortgezet. In 2019 is het team preventiewerkers vanuit de centrale stad geleidelijk
weer in de stadsdelen ondergebracht. Dit proces wordt in 2020 afgerond.
Aantal tijdelijk huisverboden Centrum Seksueel Geweld
400 300
300
200
200
100
100
0 0
2018 2018 2018 2019
B geen minderjarige kinderen betrokken minderjarige kinderen betrokken Mm Casemanagement
isin Hulp bij het
Hulp bij het huishouden (Hbh} is het P J
geheel of gedeeltelijk overnemen h " h d
van huishoudelijke activiteiten bij UIS OU en
Amsterdammers die deze niet of 6
niet meer zelf kunnen (regelen).
De gemeente Amsterdam
onderscheidt vijf te bereiken
resultaten:
1. Eenschoonen leefbaar huis
2. Beschikken over schone was Vraag overtreft aanbod
ied ee Ae Ade ed Na een lichte daling in 2018 is het aantal cliënten Hbh in 2019 weer
PRET etn Kel eije fn toegenomen. Het aantal Pgb cliënten bleef vrijwel gelijk, maar het aantal ZIN
Î j cliënten nam toe met 3,7%. Ondanks dat het ZIN aanbod is gestegen, overtrof
La Re: AR eee sG de vraag het aanbod. Het aanbod ZIN is gestegen, maar de vraag nog meer.
In 2019 waren er voor de uitvoering Niet alle aanbieders bleken binnen de normtijd van 21 dagen nieuwe klanten te
van Hbh 18 gecontracteerde kunnen opnemen. Met name in het najaar was de druk hoog, het meest in de
aanbieders. Voor de uitvoering van stadsdelen Zuid en Centrum. De gemeente heeft aanbieders gefaciliteerd in het
Hbh OGGZ en bijzondere onderling doorverwijzen.
schoonmaakzijner2 Er zijn een aantal oorzaken voor de toegenomen druk, zoals vergrijzing, en
eee kes skelet personeelstekorten. Daardoor is het steeds moeilijker voldoende gekwalificeerd
personeel te vinden. Daarnaast is er instroom van nieuwe klanten, die vooral
wordt veroorzaakt door de invoering van het abonnementstarief (eigen bijdrage
Opvallend in de kosten van de ondersteuning), waardoor het ook voor Amsterdammers
j " met een hoger inkomen aantrekkelijk is geworden Hbh via de Wmo te regelen.
Door invoering van het
abonnementstarief groeit de vraag Omdat in 2019 de cao's fors verhoogd zijn, heeft de gemeente meer dan de
naar hulp bij het huishouden. reguliere indexatie toegekend.
Ì Om iets te doen aan de personeelstekorten is in 2019 in samenwerking met de
oled ele eek kee aanbieders een campagne voorbereid, gericht op imago, werving en behoud
klanttevredenheid gelijk gebleven. van Hbh-personeel. De campagne zal voorjaar 2020 worden gelanceerd.
In 2029 is het, in afwachting van wettelijke verankering van resultaatgericht
werken, mogelijk gemaakt dat Amsterdammers op verzoek een beschikking
voor Hbh in vren kunnen krijgen. Hiervan hebben 28 cliënten gebruik gemaakt.
De inzet en communicatie rond vakantieperiodes is in 2019 opnieuw goed
verlopen volgens de werkwijze die in 2018 ontwikkeld is.
Uit het jaarlijkse cliëntwaarderingsonderzoek blijkt de waardering gelijk te zijn
gebleven: de gemaakte afspraken tussen cliënt en aanbieder krijgen net als
vorig jaar een cijfer 7.5 van cliënten, de hulp een 8.0 en het kantoor van de
aanbieder een 7.0.
Gebruik hulp bij het huishouden
20.000
15.000
10.000
5.000
0
2018 2019
B Heh regulier ZIN Hbh regulier Pcb MO Hbh bijz. doelgroep ZIN
bah Informele zor
Informele zorg is zorg verleend door q O O
niet-professionals. Het betreft
onder andere zelfhulpgroepen, mantelzorg
zelfzorg, mantelzorg (hulp vit DE HETE n
naaste omgeving van vrienden en/of VrIjWI | | IQ e Inzet
familieleden) en vrijwilligers.
In 2019 is aan 27 organisaties
subsidie verleend voor mantelzorg
en vrijwillige inzet.
RE mantelzorgers Amsterdammers zetten zich in voor elkaar
die zorgen voor iemand met Vanuit de subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en vrijwillige inzet is in
Sel AR ele tl 2019 aan 27 organisaties subsidie verstrekt om te zorgen dat vrijwilligers
creêren van randvoorwaarden zodat voldoende worden gefaciliteerd en mantelzorgers voldoende worden
Ree lll disks ondersteund in Amsterdam. Daarnaast zijn er verschillende waarderings- en
NAE A Loe SG bewustwordingsactiviteiten georganiseerd. Zo zijn er op de Dag van de
SLC ELLES Vrijwilliger, activiteiten georganiseerd om vrijwilligers in het zonnetje te zetten.
De Vrijwilligers Centrale Amsterdam organiseerde een groot feest in de Beurs
van Berlage, met muziek en cabaret, voor ruim 1.000 aanwezigen.
Tijdens de Dag van de Mantelzorg zijn in alle stadsdelen activiteiten uitgevoerd
Opvallend om mantelzorgers te waarderen. Ook zijn er aan 12.000 mantelzorgers
cadeaubonnen verstrekt als blijk van waardering. In 2018 waren dit er 10.700.
Met de ‘Dag van de Mantelzorg’ en Als gevolg van een besparingsbesluit bij de Voorjaarsnota 2019 wordt het
PEI NG LAKS GR AOL ela mantelzorgcompliment gestopt per 2021. In samenwerking met
LIANA ERAAN ISL: belangenorganisaties wordt verkend hoe mantelzorgers ook vanaf 2021 op een
AAL Eea lake RENT elle fe Tale passende manier kunnen worden gewaardeerd. Het aantal mantelzorgers en
AR NELKI het aantal overbelaste mantelzorgers wordt eens in de vier jaar gemeten.
Eris geïnvesteerd in trainingen en Verschillende gesubsidieerde Amsterdamse organisaties hebben in 2019 hulp
ingezet op deskundigheids- en ondersteuning geboden aan mantelzorgers die iemand verzorgen met
bevordering van vrijwilligers. complexe problematiek, zoals mensen met dementie, afasie of hersenletsel.
Via een publiekscampagne is extra Naast directe ondersteuning van mantelzorgers waren er activiteiten gericht op
emndecebeetsed zen keteenbed deskundigheidbevordering van professionals die mantelzorgers ondersteunen.
VEN sene en EN In 2019 is extra aandacht besteed aan het bereiken van en ondersteunings-
het bereiken van jonge aanbod aan jonge mantelzorgers, mantelzorgers van mensen met dementie en
BET de ondersteuning van ouders met mantelzorgtaken. Zo is er een stadsbrede
campagne geweest om bewustwording bij jonge mantelzorgers te vergroten en
KT Dal Oe AGL Lake Ae) het ondersteuningsaanbod onder de aandacht te brengen.
medisch-sociaal domein versterkt. .
In 2019 is er ingezet op deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, door
intervisie of het leren omgaan met cliënten met ziektebeelden zoals dementie.
Er zijn diverse trainingen, bijeenkomsten en masterclasses voor vrijwilligers in
informele organisaties georganiseerd. Ook is geïnvesteerd in de werving van
vrijwilligers maar ook in het binden en boeien van vrijwilligers, buddy's, maatjes.
In 2019 is de verbinding tussen het medisch en sociaal domein verder versterkt.
Sinds 2019 mogen naast de huisartsen ook wijkverpleegkundigen en andere
9% mantelzorgers in Amsterdam eerstelijns hulpverleners doorverwijzen naar Welzijn op Recept. Via Welzijn op
Recept zijn er ruim 1.250 kwetsbare Amsterdammers duurzaam gekoppeld aan
10% 0% o% een welzijnsactiviteit in de buurt, zoals een wandelclub of vrijwilligerswerk.
9 9 26 Amsterdammers (18+) dat vrijwilligerswerk doet in/via een organisatie
3% mmm %ú 100%
mantelzorgers
6%
4% 50%
mi % daarvan
2% overbelast
18% 17% EE 39%
0%
2012 2016 2 2016 2018
alde Informele zorg
Het aanpakken van eenzaamheid is
eternal ol PAST NET Leet Ag: Te Aaa AVE TA E CD CD
het leven van Amsterdammers. eenzaamheid
De GGD adviseert over en monitort
de eenzaamheid in de stad.
Terugdringen eenzaamheid
In 2019 was de inzet van de gemeente Amsterdam gericht op het borgen van de
aanpak eenzaamheid in de sociale basis van de stadsdelen, daarmee
anticiperend op het opgaan van het thema eenzaamheid in de sociale basis per
januari 2020. Het Regieteam Aanpak Eenzaamheid is april 2019 gestopt, waarna
herschikking van taken tussen stadsdelen en centrale stad plaatsvond.
Om stadsdelen te ondersteunen bij het bestrijden van eenzaamheid, zijn er o.a.
twee nieuwe instrumenten ontwikkeld. De eerste is de online tool ‘Wegwijs in
de aanpak van eenzaamheid’, ontwikkeld door Movisie in samenwerking met de
GGD. De tool biedt overzicht van mogelijkheden om eenzaamheid lokaal aan te
pakken en is bedoeld voor professionals in zorg en welzijn, beleidsadviseurs en
bestuurders. De tweede is de checklist ‘Wat werkt in de sociale basis’. Dit is een
set van kwaliteitscriteria voor het beoordelen van subsidieaanvragen in de
Opvallend sociale basis, waaronder eisen die bijdragen aan de preventie van eenzaamheid.
Ontwikkeling van de nieuwe online Er is geïnvesteerd in het doorontwikkelen en implementeren van trainingen,
tool ‘Wegwijs in de aanpak van voorlichtingen en presentaties over eenzaamheid. Eris periodiek overleg met
eenzaamheid’. de stadsdelen om kennisuitwisseling in de gebieden te faciliteren en
" j ‚ j kennisdeling tussen praktijk en beleid mogelijk te maken. In samenwerking met
Checklist ontmihdsele Ald de Vrijwilligersacademie zijn er 16 trainingen gegeven aan (zorg)professionals
eden om eenzaamheid beter te signaleren en bespreekbaar te maken.
Idee Twee beloftevolle eenzaamheidsexperimenten zijn ondersteund en aangemeld
Le eee A ASL voor de landelijke Database Effectieve sociale interventies: ‘Mijn Amsterdam’
ed eee van Stadstrainers en ‘In je Uppie’ van Stichting MOAI/Up!. De laatste is een
lee kleed ee interventie bestaande uit themagesprekken met ouderen, hun familie en
interventies. betrokken professionals over schurende thema's als rouw, verlies en afscheid.
Beide experimenten zijn beschreven door Movisie en zullen worden opgenomen
in de databank.
Er waren in 2019 diverse allianties actief zoals de Kennisalliantie eenzaamheid in
Nieuw-West, met daarin o.a. de Vrije Universiteit (VU), Hogeschool van
Amsterdam (HvA) en enkele aanbieders.
Ernstige eenzaamheid onder Amsterdammers van 19 jaar of ouder naar stadsdeel, 2016 (%)
Westpoort NN ad EE
mm Ê ll Ven L 25% |
T wet) | pe
10% Centrum ä De
TL] t/m210% Zuidoost
ME 12%t/mi5% 16%
EN 16% en meer
L_] buiten beschouwing
Algemeen
Logeeropvang =
Bij logeeropvang (LO) gaat de O
Amsterdammer logeren bij een
professionele aanbieder van
logeeropvang, bijvoorbeeld in een
instelling of een logeerhuis.
Bij reguliere logeeropvang logeert 8 ì
een thuiswonende cliënt tijdelijk en
elders om zijn mantelzorger te
ontlasten. Daarnaast is er de time-
out logeeropvang voor cliënten met
eier gol ol ingen de Al Te IS Toename mogelijkheden logeeropvang
respijt nodig hebben.
Bij de reguliere Wmo-voorziening logeeropvang logeert een thuiswonende
Melk db hold cliënt tijdelijk elders, zodat de mantelzorger wordt ontlast (respijtzorg). Het
logeeropvang zijn er 8 gebruik ervan was de afgelopen jaren beperkt, met 47 cliënten in 2018, maar is
dele (eEelel ke ES in 2019 bijna verdubbeld naar 86 cliënten.
Het beperkte gebruik komt o.a. door achterblijvend aanbod. Dit is een landelijk
probleem. Het bieden van LO binnen de Wmo is voor aanbieders weinig
aantrekkelijk in verhouding tot kortdurend verblijf vanuit andere wettelijke
kaders (Wlz, Zvw).Ook is er onvoldoende aandacht voor en bekendheid over
LO. Dit bleek vit onderzoek in 2019 door de G4, het ministerie van VWS en de
landelijke aanjager respijtzorg. Ook Amsterdamse aanbieders kwamen met
deze signalen. De resultaten zijn meegenomen in de voorbereiding voor de
inkoop van LO voor 2021-2027, bijv. in het voornemen de tarieven te verhogen.
ee Een van de Amsterdamse aanbieders heeft in 2019 een nieuwe, goedlopende
Gebruik van logeeropvang ter locatie voor respijtzorg geopend. Hierdoor is meer capaciteit beschikbaar
ontlasting van de mantelzorger gekomen, wat de groei van 47 naar 86 cliënten verklaart. Een andere aanbieder
(respijtzorg) neemt toe. bereidt zich voor op een nieuw respijthuis per juni 2020. De verwachting is dan
j ook dat het gebruik in 2020 verder toeneemt.
Gebruik van logeeropvang onder
eenen nr fen ent In 2017 is gestart met een pilot time-out logeeropvang voor cliënten die zelf
kwetsbaarheid (time-out) blijft tijdelijk respijt behoeven (alleen ZIN). Het gaat vooral om mensen met een
nagenoeg gelijk. psychische kwetsbaarheid waarbij logeeropvang een verslechtering of escalatie
van hun situatie kan voorkomen en zij langer zelfstandig thuis kunnen wonen. In
het kader van Thuis in de Wijk (de uitstroom uit 24-uurs opvang MO/BW) wordt
dit gezien als een preventieve maatregel ter voorkoming van terugval naar de
(duurdere) 24-uurs opvang. Daarom wordt time-out logeren vanaf 2021
opgenomen binnen (de inkoop) MO/BW.
Door de groei van met name logeeropvang als respijtzorg was er sprake van een
overschrijding van het budget. Ook voor 2020 worden er tekorten verwacht.
Daarom wordt er gekeken naar mogelijke beheersmaatregelen.
Aantal cliënten logeeropvang per leveringsvorm
250
200
150
PGB
100 B ZIN
50
ü
2018 2018
sah Maatschappelijk
Cliëntondersteuning is p p J
onafhankelijke ondersteuning om me
de cliënt te helpen met het we rk en cl ent- OD a
aanvragen van de juiste zorg en 5
ondersteuning en wordt binnen d t je
Wijkzorg geboden door instellingen on ers eun l ng
voor maatschappelijke
dienstverlening, MEE Amstel &
Zaan en cliëntorganisaties.
De afdeling Zorg subsidieert 8
instellingen voor maatschappelijke Stijging cliënten zet door
dienstverlening voor het leveren van
cliëntondersteuning, kortdurende De stijging van het aantal trajecten en Vinger aan de polscontacten heeft
trajecten op uiteenlopende doorgezet. In het bijzonder in stadsdeel Noord, daar zijn Amsterdammers die
levensgebieden met advies en veel gebruik maken van losse adviesgesprekken toegeleid naar een traject, om
ETET a OR Take ter ia TENS de zelfredzaamheid te vergroten.
Elke elen De groei van trajecten leidt soms tot langere wachttijden dan wenselijk. Bij MEE
POET AN ANA EN ontstaan wachttijden makkelijker doordat de teams op wijkniveau zijn
Zaan en 4 cliëntenorganisaties georganiseerd en daardoor relatief klein zijn. In de tweede helft van 2019 waren
gesubsidieerd voor het leveren van de wachttijden langer doordat de doorstroom, naar bijvoorbeeld AO,
cliëntondersteuning. stagneerde door wachttijden bij Wmo-aanbieders. In stadsdelen Zuidoosten
Nieuw-West zijn tijdelijk langere wachttijden geweest door personeelstekorten.
In 2019 zijn de budgetten voor informatie en adviesgesprekken vanuit Zorg,
Opvallend Armoedebestrijding en soms ook het stadsdeel samengevoegd. Dit omdat veel
Pp Amsterdammers vragen op meerdere gebieden hebben. Met het
De stijgende vraag naar gecombineerde budget krijgen instellingen meer ruimte om laagdrempelige
EELT TeV te inloopspreekuren te organiseren, waar ook vrijwilligers voor ingezet kunnen
doorgezet. worden. Hierdoor zijn de aantallen informatie- en advies gesprekken - 55.000 in
j 2019 - onvergelijkbaar met eerdere jaren.
Gecombineerde budgetten voor
Meten STe NT Bij Cliëntenbelang is het aantal unieke cliënten ongeveer terug naar het niveau
j van 2017 (679). 2018 kende een piek, vooral vanwege de herindicaties Hbh. Het
Le SA CA aantal nieuwe cliënten is in 2019 wel toegenomen. De Daklozenvakbond heeft
cliëntondersteuning licht door personele problemen geen jaarcijfers, maar de cijfers over het 4° kwartaal
Le LE geven geen indicatie voor grote verandering. Bureau Straatjurist laat een
duidelijke stijging zien. Door extra subsidie is haar bekendheid vergroot en zijn
er meer mensen bereikt. Bij MDHG (belangenvereniging drugsgebruikers) zijn
iets minder mensen ondersteund, maar wel in intensievere trajecten.
Uit het jaarlijks verplichte landelijke cliëntervaringsonderzoek blijkt dat de
bekendheid van cliëntondersteuning in Amsterdam is gedaald van 27% naar
25%. De bekendheid ligt landelijk op 32%. Er is daarom in 2019 een campagne
voorbereid om de bekendheid te vergroten. Deze wordt in 2020 gelanceerd.
Gebruik maatschappelijke dienstverlening en MEE (binnen wijkzorg) Gebruik cliëntondersteuning (niet binnen Wijkzorg)
20.000 3.000
15.000
10.000
13.073 1.000
5.000 Ka RE)
0 o
2018 2019 2018 2018
Mm Traject Vinger aan de pols MB Etraatjurist Cliëntenbelang MM Daklozenvakband EEEN
osn Maatschappelijke
In maatschappelijke opvang (MO) pp J
en beschermd wonen (BW) wordt
de opvang van kwetsbare mensen, O pva n q &
die om verschillende redenen niet
volledig zelfstandig kunnen wonen, b h d
verzorgd. esc eri Ì ì ©
MO/BW heeft als ambitie mensen ®
een passend thuis te bieden waar ze wonen „=1- ï
gegeven hun perspectief het beste
tot participatie komen.
Nn Meer druk op maatwerkvoorzieningen MO/BW
eel hete edes Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in 2019 nieuwe cijfers
kee ke gepubliceerd waaruit bleek dat het aantal daklozen in Nederland is gestegen.
AAE LS RGL De stijging doet zich in het bijzonder in grote steden voor. In Amsterdam is dit
dee AeehL0S E JLl ook merkbaar, het gaat daarbij vaak om economisch daklozen. Maar er
en verstandelijke beperking. ontstond ook extra druk op maatwerkvoorzieningen voor MO/BW met als
is Gl ALLA gevolg langere wachtlijsten en wachttijden. De grotere druk kwam onder meer
Ae Ae aerden be door de afbouw van bedden in de GGZ, waardoor cliënten eerder overgedragen
el 05 COCA GLA worden naar gemeentelijke ondersteuningsketens.
2021 samengevoegd in 1 keten voor
opvang en begeleiding. Een andere oorzaak voor de lange wachttijden is dat mensen die in aanmerking
komen voor een zelfstandige woning met begeleiding, via Housing First of
vanuit een 24-uursvoorziening, langer moeten wachten door de beperkte
beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Het aantal woningen dat
Opvallend beschikbaar kwam voor de doelgroep MO/BW was in 2019 aanmerkelijk lager
n dan in 2018 (387 ten opzichte van 556 in 2018). Dat komt o.a. doordat er meer
ER ele a een woningen naar statushouders en mensen met sociaal-medische urgentie
hsl Elan gingen. Ten slotte werd in 2019 zichtbaar dat het financieel kader ontoereikend
Meer ondersteuning voor was om aan de structureel hoge vraag naar ambulante begeleidingstrajecten
economisch daklozen. voor Housing First te voldoen. Kortom: de vraag steeg en het aantal mensen dat
j geplaatst kon worden op een maatwerkvoorziening daalde.
Nieuwe afspraken met
zorgaanbieders over Housing First. De precieze wachttijd van cliënten is voor 2019 moeilijk met vorige jaren te
vergelijken, omdat er afgelopen jaar op meerdere momenten in het proces
wachttijden zijn ontstaan. Als de wachttijd op dezelfde manier berekend wordt
als eerdere jaren - op 1 punt in het proces, namelijk als de cliënt een beschikking
heeft ontvangen - is er een stijging van ongeveer 6 tot 15 maanden. Eind 2019
stonden er 2.103 cliënten op de officiële wachtlijst, eind 2018 waren dit er
1.580. In werkelijkheid bestaan er nu op meerdere momenten in het proces
wachttijden: zo is er een lange wachttijd voor de intake waar bepaald wordt of
iemand in aanmerking komt voor MO/BW. Hierdoor is de gemiddelde wachttijd
van aanmelding tot plaatsing in 2019 opgelopen tot meer dan 2 jaar. Deze
wachttijd verschilt per product en doelgroep binnen MO/BW.
Capaciteit
5.000
4.000
LE Li
2.000
eh D el
0
2018 2019
B Individueel wonen MM 24-uurs opvang Graepswaonen
oan Maatschappelijke
Er zijn 14 aanbieders die de opvang pp J
uitvoeren en er worden jaarlijks
tussen ca. 5.000 nnen langdurig O0 pva n q &
ondersteund.
Maatschappelijke opvang en beschermd
beschermd wonen kent ook ®
tijdelijke opvang. Dit zijn korte ®
Rn nn op nn naar wonen -2= ï
passende zorg in of buiten
Amsterdam, of ter overbrugging On
voor het vinden van een eigen plek. Om de doelstellingen van het Koersbesluit - inzetten op Housing First -inlijnte
EMT REN Ee neer enntn brengen met de hogere vraag, zijn in de zomer van 2019 nieuwe afspraken
MAT reen eo gemaakt met zorgaanbieders. Onderdeel van deze afspraken was een extra
passantenpension en de financiële investering van het college in begeleidingstrajecten, in combinatie
crisisopvang gezinnen. met afbouw van plaatsen 24-uursopvang. Daarnaast heeft het college een
Taskforce ingericht, om in gezamenlijkheid met zorgaanbieders MO/BW en
andere stakeholders doorbraken te forceren en knelpunten aan te pakken.
Hierin is onder meer besloten om ook economisch daklozen (dakloze
Amsterdammers zonder intensieve zorgvraag) intensiever te ondersteunen. Zo
is het besluit genomen om het delen van woningen te stimuleren door vaker een
uitzondering te maken op de kostendelersnorm, als dit helpt om dakloosheid te
verminderen.
Tegelijkertijd is ook geconstateerd dat de knelpunten van MO/BW oplossingen
vereisen op nationaal niveau. De G4 hebben in 2019 dan ook gezamenlijk bij het
Opvallend Rijk opgeroepen tot een nationaal plan van aanpak om de stijgende vraag naar
Ì MO/BW te kunnen hanteren. Dit heeft geleid tot de aankondiging dat het
Oproep van G4 voor nationaal plan ministerie van VWS - op basis van input van gemeenten - in het voorjaar van
venete engen 2020 een nationale aanpak zal presenteren om dakloosheid terug te brengen.
akloosheid.
n De stijgende vraag naar opvang in 2019 liet zich ook gelden in de voorzieningen
Stijgende vraag naar kortdurende voor kortdurende opvang. Zowel bij winteropvang, nachtopvang als
kde noodopvang gezinnen zijn naar aanleiding hiervan stappen genomen om voor
De pilot voor zelfredzame daklozen alle doelgroepen een passend aanbod te ontwikkelen en tegelijk de druk op de
Re TOTeA ET MP4 opvang te verminderen. Dit betekent dat mensen zonder perspectief op een
geworden. woning in Amsterdam nog slechts tijdelijk worden opgevangen, en geholpen
worden bij het vinden van een woonoplossing elders. Zo ontstaat meer ruimte
om kwetsbare daklozen de zorg te bieden die ze nodig hebben.
In de nachtopvang - de eerste opvang voor kwetsbare daklozen - zijn
verblijfstermijnen ingesteld om de doorstroom te verbeteren. Voor de
noodopvang gezinnen (waarvan de bezetting in 2019 steeg van 190 naar 260
gezinnen) is besloten om remigrantengezinnen niet meer op te vangen en de
verblijfstermijn van maximaal 6 maanden strenger te handhaven. In de
winteropvang krijgen mensen nu voorlopig toegang, en wordt op basis van de
zorgvraag en het perspectief het verblijf zo nodig verlengd.
In het najaar van 2019 heeft het college besloten de nachtopvang per 1 april
2020 uitte breiden met 104 bedden op de Transformatorweg. De opvang is
ingericht op het bieden van zorg en ondersteuning aan daklozen met een zware
zorgvraag. In totaal zijn er dan 298 nachtopvangplekken.
In 2018 is de pilot voor economische daklozen gestart. Die hield in dat burgers
die zich melden bij het daklozenloket en niet thuishoren binnen MO, een intake
krijgen bij het Huis van de Wijk waar zij vandaan komen. Hier worden zij
toegeleid naar aanbod passend bij hun ondersteuningsvraag. In 2019 is deze
pilot reguliere werkwijze geworden en geïntensiveerd. Zo is er meer gerichte
ondersteuning beschikbaar om deze groep te ondersteunen, onder meer in de
Huizen van de Wijk. Maar er is ook besloten om in 2020 een pilot te starten om
200 woningen beschikbaar stellen waar economisch daklozen een jaar kunnen
verblijven. Zo krijgen zij de gelegenheid op adem te komen en een bestaan op
te bouwen.
he Vervoers
-
Vervoersvoorzieningen zijn onder 5
meer scootmobielen, handbewogen n n
en elektrische rolstoelen, VOO rzien I ngen
driewielfietsen, gesloten
buitenwagens en auto’s. Daarnaast
worden financiële
tegemoetkomingen verstrekt.
Er zijn 4 leveranciers Ó Ö
gecontracteerd.
Voor de levering van gesloten : ann
NE Lichte stijging aantal Amsterdammers met
ERE Ter aA AC Te hulpmiddel voor vervoer
gecontracteerd. De aanpassingen
aan auto's worden door 2 Het aantal Amsterdammers dat een hulpmiddel voor vervoer heeft is in het
leveranciers uitgevoerd. afgelopen jaar licht gestegen: van 11.258 in 2018 naar 11.374 in 2019. Dit komt
door meerdere factoren, waaronder de vergrijzing, het abonnementstarief en
het feit dat mensen langer zelfstandig thuis wonen. Het aantal Amsterdammers
met een financiële tegemoetkoming voor vervoer of een taxivergoeding is juist
licht gedaald: van 855 in 2018 naar 791 in 2019. Die daling is een trend die al
enige jaren zichtbaar is en komt doordat het aantal nieuwe toekenningen voor
deze vergoedingen laag is door de verbeteringen in het AOV.
Amsterdammers krijgen bij elke nieuwe levering van een hulpmiddel een
overzicht van de belangrijkste afspraken met de leveranciers. Bij aflevering
Opvallend wordt door de leverancier een instructie gegeven over het gebruik en als dit
nodig is worden extra gewenningslessen aangeboden. Jaarlijks worden aan 100
Lichte stijging aantal à 150 Amsterdammers gewenningslessen gegeven.
VE SGL LEL BAL ed Bij een van de leveranciers is, vanwege het ernstig achterblijven van de
hhaha dienstverlening die contractueel is afgesproken, een verbetertraject in gang
Verbetertraject en cliëntenstop bij gezet. Daarnaast is er een cliëntenstop ingevoerd.
RK ALG LAS In 2019 is door het ministerie van VWS, in samenwerking met de VNG en vele
Landelijke Taskforce opgericht om andere partijen, een Taskforce ingericht om de knelpunten in de dienstverlening
knelpunten rondom hulpmiddelen bij hulpmiddelen landelijk te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan levertijden en
op te lossen. reparatietijden. In de loop van 2020 zullen een aantal actiepunten worden
uitgewerkt, waaronder een normenkader voor hulpmiddelen. De gemeente
Amsterdam zal handelen in de geest van dat normenkader.
Aantal cliënten per vervoersvoorziening
15.000
235 217
Vergoeding
10.000 B voor taxi en
ralstoeltaxi
Vergoeding
waor
vervoerskosten
5.000
n Hulpmiddelen
waor werwoer
0
2018 2019
Algemeen
Woon-
Woonvoorzieningen zijn
woonrvimteaanpassingen, m n ®
hulpmiddelen zoals een VOO rzIeningen
douchestoel of tillift, en enkele
financiële tegemoetkomingen,
zoals verhuiskosten.
Voorbeelden van
woonruimteaanpassingen zijn
aanpassingen aan badkamers,
toiletten en keukens, trapliften en
oplaadpunten voor scootmobielen. Meer woonruimteaanpassingen
ed Edel AREA Het aantal Amsterdammers met een woonvoorziening is in 2019 gegroeid. Bij
AAS ebs ARTE: woonruimteaanpassingen bedroeg die groei 14,5%: van 1.549 cliënten in 2018
aannemers gecontracteerd. Voor naar 1.773 in 2019. De stijging komt o.a. door verruiming van het beleid in 2018.
het plaatsen van trapliften zijn 2 Toen is het bedrag van het primaat voor verhuizen verhoogd naar € 10.000.
VALLEN SAIS GR Add Vanaf € 10.000 heeft verhuizen voorrang boven woonruimteaanpassingen.
Rl AAA Aerle Daardoor zijn meer woonruimteaanpassingen mogelijk gemaakt. Ook het
lak rd er ALES toekennen van meerdere trapliften voor een woning is in meer situaties
SISD mogelijk, mits praktisch en technisch haalbaar. De stijging komt daarnaast ook
door de invoering van het abonnementstarief waardoor ook Amsterdammers
met een hoger inkomen vaker een beroep doen op de Wmo.
Sinds oktober 2019 werkt de gemeente met een vernieuwd dataregistratie-
systeem voor woonruimteaanpassingen. Hierdoor is er meer inzicht in de
Opvallend soorten aanpassingen die aangevraagd en toegekend worden. Per 1 oktober
Î 2019 zijn er voor een jaar contracten afgesloten. In 2020 wordt er opnieuw
else LS AR aanbesteed voor woonruimteaanpassingen. Door krapte bij de aannemers en
Woonunits peksin Sm sel). het personeelstekort in de bouw zijn de tarieven gestegen in 2019.
al IRe eden eni lalsleke Soms is aanpassen niet mogelijk en kan men in aanmerking komen voor een
Kee laa kedeee tegemoetkoming in de kosten van verhuizen naar een (meer) geschikte woning.
KG AAA Alte klaon el In 2019 hebben 433 Amsterdammers met een verhuisindicatie een geschikte
elan woning gevonden. Zij kregen de financiële tegemoetkoming voor verhuizen
uitbetaald. In 2017 waren dit er 343 en in 2018 432. De stijging t.o.v. 2017 is met
name het gevolg van de voorrang die Amsterdammers met een financiële
tegemoetkoming voor verhuizen in WoningNet krijgen voor sociale
huurwoningen, als zij vanwege medische redenen een gelijkvloerse woning of
woning met max. 16 traptreden nodig hebben.
Gezien de grote vraag naar rolstoelwoningen en de lange wachttijd is er met
Wonen en de corporaties een pilot gedaan om huurwoningen te verbouwen tot
woningen die voldoende geschikt zijn als rolstoelwoning. Er zijn 5 woningen met
succes verbouwd. Er wordt met de corporaties gekeken naar aanpassingen in
het woonbeleid om te zorgen voor meer doorstoom naar rolstoelwoningen.
Aantal cliënten woonruimte aanpassingen per leveringsvorm Gebruik verhuiskostenvergoeding
2.500
500
2.000
1.500 400
Em ZIN
1.000 PGB
200
500
ü 0
2018 2019 2018 2018
sake Aanvullend
Het Aanvullend Openbaar Vervoer
(AOV) kent twee vervoerders en b
vier vervoersproducten: O pe n d d r
* Beschermd vervoer
* _Deurtot deur Samenreizend Ve rvoer
vervoer
DIT fee [TUT ad (EER cage u Ö
EE aL ET LLL
ere go orla Zok IVER Zele Gebruik AOV toegenomen
beperking en een aantal
(specialistische) doelgroepen, zoals Het aantal pashouders in het AOV is toegenomen van 47.376 in 2018 naar 50.631
ER Te LENS in 2019, een stijging van bijna 7%. Niet alle pashouders maken daadwerkelijk
en/of lichamelijke beperking, die gebruik van het AOV. Bijvoorbeeld door verhuizing of doordat de pas vit
niet zelfstandig met het reguliere voorzorg is aangevraagd. Het aantal gebruikers is toegenomen van 28.501 in
openbaar vervoer kunnen reizen. 2018 naar 30.658 in 2019, een stijging van 7,6%. Ook het aantal ritten en het
mn aantal verreden kilometers is toegenomen ten opzichte van 2018. Onder andere
Het AOV is niet bedoeld voor de toenemende vergrijzing, het feit dat mensen langer thuis blijven wonen, de
kathaai REAL Le laagdrempeligheid, de fijnmazigheid en de kwaliteit van de voorziening liggen
eek Reede el las ten grondslag aan de toename van het AOV. De kwaliteit van de voorziening
ziekenhuis. Daar zijn andere wordt als goed ervaren. Dit wordt gestaafd door klanttevredenheidsonderzoek.
Ellie AAS Een voorbeeld van de hoge kwaliteit is de deur-tot-deur service. Het AOV is een
openeinderegeling, dus de gemeente vergoedt de vervoerders o.b.v. het aantal
Opvallend verreden kilometers.
Na enkele moeizame jaren ging het in 2019 beter bij een van de vervoerders. De
ae a We An boetes die in 2018 waren opgelegd vanwege achterblijvende prestaties zijn
LRE Ls eene LE ingezet ter verbetering van de dienstverlening, en met resultaat. De
De afspraken over elektrisch rijden punctualiteitsprestatie was in 2019 elke maand conform of boven de norm van
ee Ma Ade Tk e het gemeentelijk Programma van Eisen (PvE). Die norm ligt op 93% op tijd. Ook
bij het callcenter van de betreffende vervoerder wordt beter gepresteerd. De
andere vervoerder is stabiel en heeft net als in 2018 de prestaties op gebied van
punctualiteit en telefonische bereikbaarheid vitgevoerd volgens de PvE-normen
Beide vervoerders hebben in 2019 niet de afspraken waargemaakt om het
merendeel van alle verreden kilometers elektrisch te rijden. Een van de
problemen is dat er nog geen elektrische rolstoelbussen op de markt zijn.
In opdracht van de gemeente heeft een onafhankelijk onderzoeksbureau in het
eerste en vierde kwartaal van 2019 een klanttevredenheidsonderzoek
uitgevoerd bij het AOV. Daarbij is dezelfde methodiek gehanteerd als in
voorgaande jaren. Uit het onderzoek van het vierde kwartaal van 2019 blijkt dat
de vervoerders voldoen aan de gestelde norm in het PVE voor
klanttevredenheid. Tot slot is in 2019 gewerkt aan een Toekomstvisie Sociaal
Vervoer die alle vormen van gemeentelijk contractvervoer omvat, waaronder
het AOV. Bij de inkoop van het sociaal vervoer in 2022 wordt gezocht naar
mogelijkheden om dit efficiënter te organiseren.
Aantal pashouders en gebruikers AOV Klanttevredenheid AOV (gemeten in Q4)
50.000 10,0
8,0
50.000
5,0 B Beschermd vervoer
40.000 Pashouders Deur tot deur plus
EB Gebruikers 40 B DtD samenreizend
Kamer tot kamer
20.000
2,0
0 0,0 —
2018 2019 2018 2010
Algemeen
il | Aanpak personen
De doelgroep van de regionale
aanpak verward gedrag bestaat uit
mensen die de grip op hun leven met ve rWa rd
(dreigen te) verliezen en daardoor
zichzelf of anderen schade kunnen d
berokkenen, bijv. als gevolg van q eara q | LJ)
verslaving of dementie. De { )
Amsterdamse politie houdt een
registratie bij van mensen die zij als
verward beschouwen. Dit aantal
stijgt ieder jaar met zo’n 10-15%. . .
Ng Resultaten sluitende regionale aanpak
REE nd: te EEN Lee laf ee In 2017 zijn door het regionale aanjaagteam* prioriteiten geformuleerd voor het
over de aanpak, met beschrijving realiseren van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag.
van goede voorbeelden. De m Erzijn twee werkwijzen ontwikkeld die samen een nieuwe persoonsgerichte
kennisgroep gaat door in 2020. aanpak vormen voor verwarde mensen met een hoog risico op gevaarlijk
stetreoionale aanjaagteam bestaat ui directeuren gedrag. Doel is veiligheidsrisico's terug te dringen door tijdige signalering,
OPN TE samenwerking tussen zorg- en veiligheidspartijen en regie op trajecten.
eea LG Al lied es m Eris passend vervoer gerealiseerd voor mensen in crisis die geen strafbaar
Politie, Hoofdofficier Justitie, GGZ Arkin namens . .
PONNE EE feit hebben gepleegd. Passend betekent humaan en deskundig, door
nde ds zorgprofessionals in plaats van door politie. Ambulance Amsterdam heeft
deze taak eerst bij wijze van experiment ondergebracht bij enkele
De wethouder Zorg is bestuurlijk psycholances. Daarna is de taak ondergebracht bij alle medium care
verantwoordelijk. ambulances. Deze rukken uit bij acute hulpvragen. Passend vervoer is 24/7
vur geregeld.
Opvallend m Vanaf 1janvari 2020 is er in Amsterdam 1 advies- en meldpunt dat 24/7
j beschikbaar is voor meldingen voor en door mensen met onbegrepen
sk ses gedrag en voor meldingen in het kader van de Wet Verplichte GGZ.
verwarde mensen met een hoog m Er iseen monitor ontwikkeld over de acute crisisketen waarmee partijen
de GE trends en knelpunten in de keten kunnen herkennen en bijsturen.
24/7 passend vervoer gerealiseerd. m Handelingsverlegenheid bij professionals en burgers is aangepakt door het
j breder beschikbaar stellen van de crisiskaart. De crisiskaart is een document
dens Kie Ee ele hdekl dat de cliënt en diens hulpverlener samen opstellen en waarin staat hoe te
andalingsvenegentei. handelen wanneer de cliënt verward is en zijn/haar wil niet kan uiten. Ook
zijn er tientallen groepscursussen aangeboden aan professionals over hoe
om te gaan met mensen die in crisis zijn, Mental Health First Aid cursussen.
m De betrokken partijen zijn in 2019 gestart met het gezamenlijk ontwikkelen
van een communicatieplan gericht op het verminderen van stigma, en het
schetsen van een realistisch beeld van mensen met onbegrepen gedrag. De
communicatie zal handvatten bieden aan burgers en professionals hoe te
handelen wanneer men onbegrepen gedrag tegenkomt.
De cijfers laten zien dat het aantal consulten door de afdeling Vangnet en
Advies afneemt. Dit komt doordat de politie rechtstreeks naar de GGZ verwijst
in plaats van, zoals vroeger, éérst naar de GGD. Dit is efficiënter en dus een
gewenste ontwikkeling. De cijfers laten ook zien dat het aantal meldingen over
verwarde personen toeneemt, maar het aantal consulten in de acute
psychiatrie niet. Dit komt doordat de meldingen over allerlei vormen van
onbegrepen gedrag kunnen gaan, ook als iemand bijvoorbeeld onder invloed is.
Aantal meldingen verwarde personen
10.000
I B Pelitie
Ambulance Amsterdam
5.000 n Vangnet (aantal meldingen
2A-uursdienst)
Spoedeisende psychiatrie
Amsterdam (SPA)
, m in
2018 2018
2. Toegang
[22
dek Indicatie
-
Het Indicatieadviesbureau
Amsterdam (IAB) voert in opdracht d " b Ü
van de gemeente het d vies UreauU ©;
indicatieonderzoek uit dat nodig is ® As
om een besluit te kunnen nemen A t d
over het al dan niet toewijzen van [ Ì \S er al Ì ì
een Wmo voorziening.*
Voor de Amsterdammers met een
Pgb voert het IAB het
klanthouderschap uit. Dat wil
Ae ERA SIS EIA Aantal aanvragen voor indicatieadvies
geëvalueerd of een Pgb voortgezet inderd h
of gewijzigd moet worden. onverminaer oog
*Het IAB doet onderzoek en geeft advies over In 2019 steeg het totaal aantal aanvragen bij het IAB met 4,5%: van 16.739 naar
EA CLAAS AA AeASAA LALAL lAERlANZNAS 17.498. Het gemiddelde bedroeg 1.458 aanvragen per maand, met pieken in
openbaarvervoer, ambulante ondersteuning, , . rt il juli ktober. De stiiai het tal
AEN TE januari, maart, april, juli en oktober. De stijging van het aantal aanvragen voor
logeeropvang (alleen de Pgb aanvragen), woonruimteaanpassingen en vervoersvoorzieningen, die we zagen in 2018,
Wanden Gn zette in 2019 door. De verklaring is nog steeds dat Amsterdammers langer thuis
voorzieningen douche/toilet, r . . a: .
VP a wonen, met de benodigde aanpassingen. Het aantal herindicaties na bezwaar
scootmobielen, overig vervoer, nam af met 4%. Veronderstelling is dat dit samenhangt met de afronding van
KAAL a deel sla het traject herindicatie Hulp bij huishouden (2018). De bezwaren die uit dit
traject voortkwamen zijn inmiddels allemaal behandeld.
De doorlooptijden laten nog altijd te wensen over. De 80% norm - waarbij de
e) lend doorlooptijd in 80% van de gevallen moet voldoen aan een norm van 3 weken -
pvaien nn : ee in 210 …
is niet gehaald. Begin 2019 is in 80% van de gevallen een doorlooptijd gehaald
Toename van het aantal aanvragen van 4 weken. Aan het einde van 2019 was 99% binnen 4 weken afgehandeld.
elekt Ke el Se LAS LLL Sinds april 2019 voert het IAB in opdracht van de gemeente actiever dan
EIA voorheen het regievoerderschap uit voor de cliënten ‘pgb only’ (dat wil zeggen:
De doorlooptijden van het IAB voor Amsterdammers die geen gebruik maken van ZIN). Actief regie-
voldoen niet aan de met hen houderschap houdt in dat er minimaal een keer per jaar een evaluatie wordt
afgesproken norm. gedaan en dat de Amsterdammer bij wijzigingen in zijn/haar situatie een
5 En duidelijk aanspreekpunt heeft. Het feit dat deze rol nu zo duidelijk bij het IAB is
ni ne Teens jn ekke belegd, schept duidelijkheid voor de Amsterdammer. Wel is daardoor de
he ni gE oon ds éé N workload van het IAB toegenomen, waardoor de wachttijden hoog waren in
f Pntadinbas ahlank É 2019. Dit heeft voor veel onrust gezorgd bij de partijen die afhankelijk zijn van
hand nn vavo zjn ane het indicatieadvies. Denk aan de verwijzers vanuit Wijkzorg, pgb aanbieders, de
WEE OT NEEM gemeente en bovenal bij de cliënt zelf. Daar waar bestaande indicaties niet
tijdig geëvalveerd en verlengd konden worden, heeft de gemeente met behulp
van ambtelijke verlengingen gezorgd voor continuering van de zorg.
In 2020 wordt de indicatiestelling opnieuw aanbesteed. Het aantal aanvragen in
Amsterdam zal onverminderd zijn; dit vraagt om blijvende procesverbeteringen
en goede werkafspraken met de gegunde partij.
Doorlooptijd indicatieverzoeken - % afhandeling binnen 3 weken
809%
50%
40%
20%
oz LE
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt now dec
2018 20183
akk Wmo Accent
Er zijn Amsterdammers die {
vanwege de complexiteit van de
situatie of van benodigde ® ON
voorzieningen een vitgebreider
onderzoek nodig hebben dan in de
reguliere indicatieproceduvre wordt
geboden. Ook zijn er
Amsterdammers die vanwege
complexe gedrags- en/of
meervoudige psychosociale
problematiek niet in staat zijn om . …: .
volledig zelfstandig de benodigde Intensieve begeleiding en productadviezen
Wmo EEA eld IG Bij Wmo Accent is een casemanager het centrale aanspreekpunt voor de cliënt
doorlopen en de Es en de betrokken organisaties. De casemanager kent de Wmo procedures en
onderdelen van hulpverlening goed begeleidt de cliënt bij de aanvraag van voorzieningen. Uitgangspunt is dat de
REE IAR LLC cliënt hierbij zelf doet wat hij of zij kan. Daarnaast zijn er productadviseurs die
VZ VTA EN AET TT N8 op basis van onderzoek in complexe situaties advies uitbrengen over de meest
begeleid, dit heet Wmo Accent. geschikte Wmo voorziening.
Er is 1 organisatie gecontracteerd De doelgroep van Wmo Accent bestaat uit cliënten met progressieve
VNA MT aandoeningen zoals MS, ALS, kinderen met een beperking, cliënten met
complexe aanvragen. Daarnaast wordt begeleiding geboden aan cliënten met
complex gedrag en/of een verstoorde relatie met organisatie(s) die betrokken
zijn met de uitvoering van de Wmo. Voor deze complexe en/of spoedeisende
casussen heeft de gemeente Amsterdam een vergaand mandaat verstrekt aan
Opvallend de organisatie die de dienstverlening Wmo Accent uitvoert. De gemeente gaat
ervan uit dat cliënt, professional en aanbieder in gezamenlijk overleg kunnen
ALG kelk ne bepalen wat nodig is en dit ook regelen.
Accent zoals Amsterdam dit
aanbiedt is landelijk een voorbeeld In 2019 heeft Wmo Accent 396 casemanagementtrajecten en 494
hoe met complexe situaties om te productadviezen geleverd. Dit zijn in vergelijking met 2018 meer trajecten en
gaan. minder productadviezen. Reden voor de daling van productadviezen is onder
andere dat er minder aanmeldingen werden gedaan voor kinderen.
Daarnaast kent Wmo Accent een spoedprocedure voor het versneld leveren van
voorzieningen aan Amsterdammers met snel progressieve ziekten. In deze
situaties is het van belang dat de levering van Wmo voorzieningen snel gebeurt.
Het contract voor Wmo Accent is opnieuw aanbesteed en tot en met 2027
gegund. De gegunde partij is dezelfde organisatie als die deze dienstverlening al
deed.
Gebruik Wmo Accent
1.000
n
Els)
500
Û nn TO
2018 2013
Productadvies B Casemanagement
teak Wijkzor
Wijkzorg is een netwerk waarin het J q
aanbod van vele betrokken zorg-, :
welzijns- en informele organisaties :
dicht bij en rondom de @ ®
Amsterdammer samenkomt. Het
doel van Wijkzorg is het realiseren
van samenhangende zorg en
ondersteuning op maat. To
Als gevolg van een rechterlijke
uitspraak over de status van het
ondersteuningsplan in december Belangrij ke lessen Wij kzorg
2018, heeft de gemeente de On
NAI aM INL edele In 2019 onderzocht de gemeente op welke manier zij Amsterdammers goed kan
BENT: erder eere EA el ETL bevragen over hun beleving van Wijkzorg. Dit onderzoek vond plaats door
ERVE Nate one Rot Tote setae teln middel van focusgesprekken en een digitale vragenlijst met behulp van de
meer, maar puur ondersteunend. applicatie Ervaringwijzer. Hierdoor is beter beeld ontstaan van de
mogelijkheden en de kosten bij het ophalen van cliëntbelevingen. Het digitaal
bevragen van Amsterdammers blijkt potentie te hebben, maar altijd in
combinatie met andere vormen van onderzoek. De resultaten worden
meegenomen in de voorbereidingen van de Buurtteams Amsterdam.
Sinds juni 2019 stuurt de gemeente beschikkingsbrieven aan elke cliënt bij wie
een ondersteuningsplan (OP) is opgesteld. Dit naar aanleiding van
jurisprudentie. In totaal zijn er ruim 15.000 beschikkingen verstuurd. Om
administratieve lasten te beperken is dit proces in hoge mate geautomatiseerd
Tk De regievoerder vervult een belangrijke rol binnen Wijkzorg. Hij of zij overziet
Doorlopend aandacht voor de situatie van de cliënt en onderhoudt waar nodig contact met andere
verbeteringen in de uitvoering. zorgverleners. Uit focusgesprekken met professionals bleek dat niet alle
n afspraken over regievoering helder waren voor betrokkenen. In 2019 is daarom
SLO Ls edel aks scherper omschreven wat regievoering inhoudt. Ook is voor alle betrokkenen
Meede lk aks beter zichtbaar gemaakt wie de regievoerder is en is er een aparte rol gekomen
ln van administrateur. Dit staat nu duidelijk in de systemen en het OP.
ht Ae lledelk De zeven allianties Wijkzorg hebben in een gemeenschappelijke evaluatie van
Wijkzorg belangrijke aanbevelingen gedaan voor een soepele start van de
toekomstige buurtteams, die o.a. in de plaats van Wijkzorg komen. De
aanbevelingen zijn overgenomen in het uitvoeringsbesluit en luidden o.a:
* Borg gelijkwaardige samenwerking tussen formele en informele partijen.
* Geef buurtteams een expliciete rol in netwerksamenwerking op buurtniveau,
stadsdeelniveau en stedelijk niveau.
* Een verzoek tot co-creatie: geef bestaande uitvoerende organisaties een rol
bij het beschrijven van de opdracht aan de buurtteams.
Aantal cliënten wijkzorg
30.000
20.000
10.000
0
2018 2019
3. Cliëntervaringen
| 26
aka Cliëntervaringen
De Wmo verplicht gemeenten Qq
jaarlijks een cliënt-
ervaringsonderzoek (CEO) uit te 3
voeren. Het onderzoek bestaat
standaard uit negen stellingen en
één vraag.
Elke gemeente kan daarnaast zelf
extra vragen toevoegen.
Amsterdam heeft een extra vraag
toegevoegd over de mate waarin
mantelzorgers worden betrokken Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek 2018
bij de ondersteuning.
In april-mei 2019 is het verplichte landelijke cliëntervaringsonderzoek (CEO)
uitgevoerd over 2018. Steekproefsgewijs zijn er, op een populatie van 69.408,
8.7oo cliënten aangeschreven, waarvan er 2.300 hebben meegedaan. De
respons bedroeg daarmee 23%, dat is lager dan het voorgaande jaar. Toen was
de respons 26%. Deze respons is echter wel voldoende voor een representatief
resultaat. Per voorziening waren de verschillen in respons groot, variërend van
31% bij Hbh tot 16% bij AO. Onderstaande grafiek betreft de ervaringen met de
aangeboden Wmo ondersteuning en toont het gemiddelde van alle
deelonderzoeken samen. Er is gekozen om dezelfde vier grafieken te tonen als
VWS op de gemeentelijke monitor sociaal domein.
Het onderzoek over 2018 laat een stabiel beeld zien ten opzichte van het
onderzoek over 2017, met maximaal 1 á 2 procent verschil in positieve of
Opvallend negatieve zin. Het valt op dat de bekendheid onder cliënten om te weten waar
j ” ze terecht kunnen voor hulp gelijk is gebleven (69%), maar dat de bekendheid
Aleh ee Aede eeN om gebruik te kunnen maken van onafhankelijke cliëntondersteuning met 2% is
antwoordt positief op de stellingen. afgenomen. 66% van de cliënten gaf aan dat de mantelzorger (heel) goed werd
Het onderzoek laat over het betrokken bij de ondersteuning. Verder zijn cliënten in toenemende mate van
algemeen een vergelijkbaar beeld mening dat er gezamenlijk met de medewerker naar een oplossing is gezocht.
zien ten opzichte van het vorige Dat percentage lag in 2016 op 68% en is elk jaar toegenomen, tot 74% in 2018.
ak Via open velden konden cliënten extra toelichting geven over de ontvangen
Cliënten ervaren in toenemende hulp en ondersteuning. Positief was men over de voorzieningen, de service, de
mate gezamenlijkheid in het aandacht en de kwaliteit van de hulpverlening. Negatiever was men over lange
zoeken naar oplossingen. wachttijden, bureaucratie, bejegening en personeelswisselingen.
Het onderzoek laat abstracte trends zien, maar biedt onvoldoende informatie
op gemeentelijk niveau, en geen verklaringen voor de (kleine) verschillen t.o.v.
de vorige meting. In 2019 heeft Amsterdam daarom pilots gedraaid met de
webapplicatie Ervaringwijzer, die meer ruimte biedt voor eigen vragen. Over de
ervaringen hiermee bij Wijkzorg wordt teruggeblikt in het desbetreffende
hoofdstuk. Over de ervaringen met de applicatie zelf is een evaluatie gedaan die
op dit moment wordt meegenomen in een bredere oriëntatie en inventarisatie.
Cliëntervaringen 2019:percentage dat het eens is met de stelling
100 100
71 SO 78 so ss 75 74 74 es 57 1177 on 77
50 50
0 En _ | 0 — — |
Samen naar oplossingen gezocht Met de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil
100 _ 100
50 me 73 75 75 50 78 BO mm 78 za za 75 18
50 50
0 — — | 0 — =
Ondersteuning past bij mijn hulpvraag Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning goed
HAC Mm AOV = DB Hbh Hulpmiddelen WRA M Amsterdam
4. Gebiedscijfers
|28
©) Gebiedscijfers in kaart
En. Naord West
B 8,5%
hen erdee Redd
kek}
a nn
„Westerpark Oud Moord
leed le Bos & zn EEL Ri
el kn “ LS
6,9% ) iN
À se ó er
| re et ID df
baile Fo _ De Baarsjes We 4,0% Ì EE zh
Nd fas PA a Ë za IJburg &
Tl tee ki en, Zeeburgereiland
' pr Re h (Oud) Zuid De Fig P OO 8
ie, p | 3,43 Rivieren- bar hi
De Akers 7 p
NieuwSloten kÌ DJ En sn
4,236 Buit anvalde, t° nen ig
de D 5,8% HD Á if
zn Kd ded
3,0- 4,0% A
0-5, 0% LEE Lain il
Centrum
MM 50-6,0% ME BEE Ed
nm 6,0-7,0% ied
EN zo 20%
EM 2e-5,0% \
In bovenstaande afbeelding staat per gebied aangegeven hoeveel procent van de inwoners (die 18 jaar of ouder zijn)
gebruik maakt van een of meerdere Wijkzorgvoorzieningen en/of hulpmiddelen voor wonen en vervoer (alleen ZIN). Hoe
donkerder de kleur, hoe hoger het percentage. De nadere specificatie van het gebruik per gebied staat in de tabel op de
volgende pagina.
In Oud Noord is het gebruik van voorzieningen het grootst, daarna volgen Noord West, Osdorp, Gaasperdam Driemond en
Noord Oost. Het gebruik is het laagst in Zuid, Centrum West en Centrum Oost.
ebiedscijfers
mn Gebiedscijf
EER
EED
EED
ERO
EED
Hbh PALAU gielen ge Bereik ZIM
Gebied Fl mjs) eel) Ea jef KK KK Populatie18+ Wijkzorg & WV
E
5
"
E
"
5
>
ij
5
Op deze pagina zijn de gebiedsgerichte cijfers opgenomen van de Wijkzorgvoorzieningen en de hulpmiddelen wonen en
vervoer (alleen Zorg in Natura). Het betreft de volgende voorzieningen:
= Ambulante ondersteuning (AO)
= Dagbesteding (DB)
= Hulp bij het huishouden (Hbh) - speciale doelgroepen
= Fietsen, rolstoelen en scootmobielen, gesloten buitenwagens, auto’s en de roerende woonvoorzieningen voor
douche/toilet en tillen (WV)
In de tabel wordt het gebruik van de Wijkzorgvoorzieningen en de hulpmiddelen voor wonen en vervoer afgezet tegen
de populatie (18 jaar of ouder) van het gebied. De cijfers van logeeropvang worden niet getoond omdat daarvan de
aantallen te laag zijn.
Bijlage 1
Totaaloverzicht gebruik Wmo-voorzieningen
ZIN Pgb TOTAAL ZIN Pgb TOTAAL
Dienstverlening
Maatschappelijke dienstverlening’ cliërtondersteuning 12.168 nvt 12.168 15.729 nvt 15.729
Maatschappelijk werk/ infaenadvies 28.773 nvt 28.773 55.000* nvt 55.000
Ambularte ondersteuning 8.554 1,46 10.000 5,026 1544 10.570
Hulp bij het huishouden 13.655 2.239 15.894 14.158 2244 16.402
Hulp bij het huishouden Bijzondere doelgroepen 1171 nvt 1171 1.129 nvt 1.129
Dagbesteding 5.602 185 5.787 5.349 215 5.564
Maatschappelijke opvang 2.743 nvt 2.743 2.896 nvt 2896
Beschermd wonen 2943 364 3.307 2,739 303 3.132
Hulp na huiselijk geweld 580 nvt 580 535 nvt 535
Opvang na huiselijk geweld 265 nvt 265 275 nvt 275
Logeeropvang 179 20 199 196 22 218
Aanvullendaopenbaar vervoer 28.501 nvt 28.501 30.658 nvt 30.658
Producten
Hulpmiddelen voor vervoer 11.149 109 11.258 11.219 155 11.374
Hulpmiddelen voorwonen 873 3 876 1.023 0 1023
Woorruimteaanpassingen 1.544 5 1.549 1.751 16 173
Financiële vergoedingen
Regelingtegemoetkoming meerkosten nvt nvt 14.400 nut nvt 15.030
Verhuiskostenvergoeding vt nvt 432 nvt nvt 433
Financiële tegemoetkoming vervoerskosten nvt nvt 620 nvt nvt 574
Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen nvt nvt 235 nvt nvt 217
* In 2019 zijn de budgetten voor informatie en adviesgesprekken vanuit Zorg, Armoedebestrijding en soms ook
het stadsdeel samengevoegd. Dit omdat veel Amsterdammers vragen op meerdere gebieden hebben. Hierdoor
zijn de aantallen informatie- en advies gesprekken - 55.000 in 2019 - onvergelijkbaar met eerdere jaren.
Bijlage 2
Totaaloverzicht klachten, bezwaar en beroep
Het aantal klachten, bezwaren en beroepen is in 2019 afgenomen. Van het aantal afgehandelde zaken was circa 24%
van de bezwaren gegrond, circa 16% van de bezwaren werd ingetrokken, circa 13% was niet-ontvankelijk en circa
47% was ongegrond.
eenen
Maatschappelijke dienstverlening a o o o o o
Ambulante ondersteuning 13 14 144 140 18 23
Hulp bij het huishouden 342 300 295 118 42 26
Dagbesteding h 2 9 11 1 2
Maatschappelijke opvang 5 7 69 129 11 65
Landelijke vreerndelingenvoorziening a o 128 72 147 64
Beschermd wanen a a 40 21 17 1
Hulp na huiselijk geweld a o o o 22 0
Opvang na huiselijk geweld a o o 1 o 0
Logeeropvang a 0 o o o 0
Aanvullend openbaar vervoer 507 446 50 65 h a
Hulpmiddelen wonen en vervoer 324 260 183 166 23 29
Woonruimteaanpassingen 66 63 154 149 8 16
Financiële vergoedingen a a 170 171 17 14
Divers 284 272 7 8 b &
Tabel: Klachten, bezwaren en beroepen ingediend bij de gemeente in 2019
Ambulante ondersteuning
Het aantal beroepszaken over AO is gestegen. Dit heeft ermee te maken dat er voor AO beleidsmatig invulling is
gegeven aan twee uitspraken van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam uit 2018. Uit deze uitspraken
blijkt dat de gemeente op basis van de individuele omstandigheden van de cliënt moet onderzoeken welke activiteiten
onder AO vallen, en in hoeverre daarin kan worden voorzien met gebruikelijke hulp. In beide uitspraken is bepaald dat
er op de gemeente een grote onderzoeks- en motiveringsplicht rust.
Hulp bij het huishouden
Bij Hbh is het aantal bezwaren en beroepen behoorlijk afgenomen. Dit hangt samen met de ontwikkeling van nieuw
beleid in 2017. In december 2018 hebben zowel de rechtbank als de Centrale Raad van Beroep belangrijke uitspraken
gedaan over de toetsing van dit beleid. Uit die uitspraken blijkt dat de maatstaf waarop het beleid van de gemeente is
gebaseerd, als objectief en deugdelijk kan worden beschouwd. De bezwaar- en beroepsprocedures in 2019 hadden
vooral betrekking op de vertaling van de maatstaf van HHM naar de concrete omvang van de indicatie en niet zozeer
op de principiële vraag of het beleid van de gemeente al dan niet in strijd is met de Wmo. Concluderend kunnen we
zeggen dat het nieuwe beleid bekend is. Men weet wat men kan verwachten en gaat daarom ook minder in bezwaar.
Ook levert de langere duur van de indicaties minder bezwaren op. Verder is ook het aantal klachten gedaald, vooral als
gevolg van de aandacht die aanbieders hebben besteed aan omgang met (communiceren over) personeelstekorten
tijdens de vakantieperiodes
Maatschappelijk opvang
In 2019 is de gemeente voorrang gaan geven aan de opvang van gezinnen met binding aan de regio
Amsterdam boven de opvang van gezinnen die zonder een concreet perspectief zijn geremigreerd naar
Nederland. De Centrale Raad van Beroep oordeelde in november 2019 in twee zaken van de gemeente
Rotterdam (die een vrijwel identiek beleid voert) dat een dergelijke handelwijze van de gemeente niet in
strijd is met de Wmo, en dat de Wmo er niet is om de woningnood op te lossen. De beleidswijziging heeft
geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal procedures in bezwaar en beroep over maatschappelijke
opvang. Daarnaast speelt de woningnood, waardoor er minder sociale huurwoningen beschikbaar kwamen
voor de MOBW doelgroep, ook een rol in de stijging van het aantal bezwaren en beroepen.
Landelijke vreemdelingenvoorziening (LVV)
Zowel in bezwaar als in beroep is het aantal procedures over LVV flink afgenomen. Dat heeft te maken met
twee grote veranderingen op het gebied van opvang voor ongedocumenteerden. Op 2 juli 2019 is een nieuw
uitvoeringsplan in werking getreden. Dit is een aanscherping van het beleid doordat een aantal categorieën
ongedocumenteerden wordt uitgesloten van opvang. Daarnaast is op diezelfde datum een pilot ten
behoeve van de LVV gestart. In aanloop naar deze veranderingen zijn er minder bezwaar- en
beroepschriften ingediend.
Woonrvimteaanpassingen
Sinds januari 2018 is de kostengrens waarboven het primaat van verhuizen wordt toegepast, verhoogd naar
€ 10.000, zodat meer woningaanpassingen mogelijk zijn. Dit heeft aanvankelijk geleid tot een daling van
het aantal procedures over deze voorziening. De cijfers over 2019 laten weer een stijging zien. Deze is deels
te verklaren doordat er meer procedures worden gevoerd door cliënten die, ondanks een indicatie voor
verhuizing naar een gelijkvloerse of rolstoelgeschikte woning, een dergelijke woning niet kunnen vinden
vanwege het geringere aanbod daarvan op de woningmarkt.
Divers
De meeste klachten divers gaan over partijen die betrokken zijn bij de Wmo-uitvoering zoals de backoffice
Zorg en het IAB. Komend jaar zal worden onderzocht in welke werkprocessen de categorie divers wordt
ingeboekt en zullen er maatregelen worden genomen op het gebied van registratie en werkafspraken om
het aantal klachten in deze categorie omlaag te brengen.
| Onderzoeksrapport | 33 | train |
N Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
X Motie
x
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1364 accent
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
“Onderwerp
Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum Néhmé,
Bloemberg-Issa, en Kilig inzake de Begroting 2021 (Regie aan de Amsterdammer
in transformatiegebieden).
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— De ontwikkeling van transformatiegebieden trajecten van een lange adem zijn;
— Realisatie van tijdig en voldoende groen en een hoogwaardige openbare ruimte
in transformatiegebieden stapsgewijs en organisch vorm krijgen;
— Erlessen getrokken zijn uit het participatietraject bij ontwikkeling van bijv. de
Klaprozenbuurt en K-midden, waarbij bewoners bijdragen aan een hoge
kwaliteit en inrichting van de buurt middels zelfrealisatie.
— Erin de Klaprozenbuurt met een alternatief gebiedsontwerp veel meer
aandacht kwam voor groen door bijv. binnentuinen bij de openbare ruimte te
trekken.
— Het rapport Evaluatie Participatie K-midden (HvA) oproept om als overheid
ruimte te laten voor bijstelling van plannen na toetsing door de buurt. Bewoners
professionele hulp te bieden bij het maken van een alternatief, waarmee het
vertrouwen tussen partijen wordt versterkt.
— _Huidige- en toekomstige bewoners gebaat zijn bij actieve en structurele
betrokkenheid en zeggenschap inzake de inrichting en beheer van het groen en
de openbare ruimte op het niveau van de buurt.
— Op dit moment de inspraak vooral is gericht op een specifiek moment conform
de Wet ruimtelijke ordening en die inspraak zich dan richt op het hele
transformatiegebied;
— De transformatiegebieden ieder hun eigen dynamiek en inrichting kennen.
Overwegende dat:
— De betrokkenheid en rol van Amsterdammers bij het ontwikkelen van een
groene en goede openbare ruimte in transformatiegebieden bijdraagt aan:
betrokkenheid en sociale cohesie in de buurt, een grotere tevredenheid over de
rol van de overheid en een hogere kwaliteit van de openbare ruimte en groen;
— Voldoende groen bijdraagt aan klimaatadaptieve buurten en buurten van een
hogere waarde creëert;
1
— Amsterdammers vaak goede ideeën hebben en samen met ambtenaren,
bouwers en ontwikkelaars kunnen komen tot een optimale inrichting;
— Uit het proefschrift van de heer M. Stapper (Do contacts have politics?) ‘blijkt
dat buurtbewoners nog lang niet altijd daadwerkelijk invloed hebben op
gebiedsontwikkeling, waaronder de organisatie van het participatieproces aan
bewoners over te laten en de resultaten in een overeenkomst op te nemen;
— Het zoveel mogelijk inrichten van groen en openbare ruimte vroeg in de
realisatiefase van een project, bij kan dragen aan het vergroten van de
leefbaarheid tijdens de transformatie;
— Betrokkenheid en zeggenschap soms beter op kleinere schaal (van een aantal
blokken bijvoorbeeld) kan worden geregeld dan op de schaal van het hele
transformatiegebied;
— Dit niet hoeft te leiden tot hogere beheerskosten.
“Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en nieuwe
bewoners en ondernemers) structureel te betrekken en zeggenschap te geven bij
het ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en groen, op
buurtniveau en de resultaten schriftelijk vast te leggen;
2. te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden
georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage.
“De leden van de gemeenteraad
H.J.T. Biemond
N.A. van Renssen
D. Timman
N.T. Bakker
H. Naoum Néhmé
J.F. Bloemberg-lssa
A. Kilig
t https://dare.uva.nl/search?identifier=041C93d2-8e01-4ac7-9799-08c626daaa50
2
| Motie | 2 | discard |
VELG
Tue
SCAN OP GENDERSTEREOTYPERING
van het re-integratie- en participatiebeleid
van de gemeente Amsterdam
Inhoudsopgave
Inleiding … nnee nere eereneerenenensnenenseeeenerenneeeenverenneeeenenensneeeneneeeendvensdeeenseceenerendenenseeeenenveenvnennnvernveeen À
Genderstereotypering … nerve enenne nere nverseerenveereneerenvenenseeerensevenvenenseeeenvereennense eere envernenenvnensennenenn
Methode … … nennen eeneereneeennnenenseerenteerennensveeenseeeennenennnenenennvenerennnensn eeen seveenerennneerseeeenveeen 3
1. Het gescande re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam … … ee. D
Beschrijving van het beleid. nennen neen enersveeenseeeennenensnenvendeeennereenenensneeenseveennveernnenseeeenveeen D
Probleemanalyse … … unsere eeenseernn enen seerentereenenensveereereveenvennvenenseeeennerenneevenveenseveenverenvenenveeeenveenn À
Beleidsdoelen … … unseren neennernn enen seerenseeeeneneneeneeenneeeennensnenenseeeeneerenevensneeenseveenderennenenseeeveneeen Ö
Maatregelen … nennen eneen eveneens enen seerentervenneeenverenneeeenenennenenseeeenneenenenensneeenveveenverenvenenenverveeen Ó
2. Cijfers en onderzoeken over gender en re-integratie/participatie … nnen eneen eneen 11
Werkloosheid en niet-werkzoekenden in Amsterdam … nennen eeeneenenv eneen eeenvereenenernveer renee 1Ì
Bijstandsuitkering en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) … … nennen eeen venneeneeeneerseerneeenen 12
Re-integratie … nnn neen neenenneerse eene veenennnenverenevenenennenrve veen vnenenneervervverveneenvervenevevnenvevnvevenevvenene LD
Beschikbare data op gemeenteniveau … nnen eerreneeenenensenenneerenvereeneneeeneernveeeenverenvenerveernenn ÙÂ
3. Genderstereotypering in het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam … 18
Probleemanalyse … … unsere eeenseeren enen seerentereenenensveereereveennennvenenseeeennerennneveveenveveenverenvenerveeeenenn LÔ
Beleidsdoelen … … unseren neen enenseerenseereneneneeneeenneneenenennenenseeeenveerenenensneeenseveenverenvenerveeevenen LÔ
Pakket van maatregelen … nennen neen eeenneeeentenenveneneneeeeneveervenenseeeennereenenenseeenenvvenvenernvnerenn 2Û
(Gender)stereotypen in de uitvoering … nennen vene veneeeneensverseeenveenvenenvernveenveenveenveennneen 23
4. Conclusies en aanbevelingen … … … unseren ners erensverennenens eeen ennvenverennenenseeenseeeenverennveerveevnenn Â
Conclusies … nn anerneneenen eenen enseerenenennenenseerenseerenerenvenenseeevenevendenenenvenvereenenensn vern vecernvevenvnervneenn ÀÂ
Aanbevelingen … … nnee eerenereenenennv enen seerenenennnenenseerenterennenenseeeenseeeeneeerdenenseeernveneenveernveernennnn ÂO
Bronnen …....nnnerveenenneeneereenvnenennenve neer vnensnensereneenvnennennve vene vneenenseensevenenvenennennve veer vnenenvvenververvneneennenn 3Û
Addendum … nennen eereneereneeernerenseeeenverenneernneeveneneeneenneneennereenvversveevnseeeenverenvnenseevnnnvernvnernveee 3
A. Samenstelling bestand naar gender (1-1-2020) … … nnen eener eerseerneeene vens venveenvenneenvneneee 3Á
B. Duurzame uitstroom naar betaald werk (boven bijstandsniveau) … unne unneerenen enen eereenn 3J
1
Inleiding
Voor u ligt de scan op genderstereotypering bij het re-integratie- en participatiebeleid van
de gemeente Amsterdam. Deze scan is door Atria uitgevoerd in het kader van het strategisch
partnerschap Werk.en.de Toekomst. Dit partnerschap zet zich in voor het doorbreken van
genderstereotypering in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en het verbeteren van de
mogelijkheden om werk, zorg en leren met elkaar te combineren. De genderscan heeft als
doel te achterhalen of het re-integratie- en participatiebeleid ongewenste effecten heeft of
kan hebben als gevolg van onbewuste genderstereotypering.
Genderstereotypering
Een stereotype is een verzameling overtuigingen over de eigenschappen en karakteristieke
kenmerken van een groep mensen, zonder dat die per se voor de hele groep gelden. Het zijn
vereenvoudigingen of overdrijvingen van de werkelijkheid. Genderstereotypen zijn
stereotypen gericht op wat men als mannelijk en vrouwelijk ziet. Zij zijn zowel beschrijvend
als voorschrijvend. Enerzijds beschrijven genderstereotypen hoe we denken dat mannen en
vrouwen zich gedragen. Anderzijds schrijven genderstereotypen voor hoe mannen en
vrouwen zich zouden moeten gedragen: ze vormen maatschappelijke normen over wat
mannen en vrouwen ‘horen te doen’.
Genderstereotypen hebben ook invloed op de zelfervaring van mensen: hoe ze zichzelf
begrijpen, welke rol ze zichzelf toedichten, wat ze van zichzelf verwachten en wat ze denken
te kunnen. Kortom: mensen internaliseren stereotypen. Zodoende hebben stereotypen niet
alleen invloed op de verwachtingen die mensen van elkaar hebben, maar ook op wat
mensen zelf willen of denken te kunnen. Genderstereotypen hebben daarom vaak tot gevolg
dat ze de kansen en mogelijkheden en daarmee de keuzevrijheid van mensen kunnen
belemmeren.
Genderstereotypen worden cultureel bepaald en ons met de paplepel ingegoten. Ze zijn
vervolgens op alle niveaus van de samenleving aanwezig en staan aan de basis van
genderongelijkheid. Bovendien worden ze versterkt wanneer ze samenvallen met andere
vormen van ongelijkheid, op basis van bijvoorbeeld etniciteit, sociaaleconomische klasse,
seksuele oriëntatie of leeftijd. Een intersectionele aanpak, met aandacht voor elkaar
versterkende ongelijkheden, is daarom onontbeerlijk voor effectief beleid.
Om te bereiken dat mensen zich maximaal kunnen ontplooien is het essentieel dat
genderstereotypen in beleid niet worden bevestigd of versterkt en dat individuen die niet
aan genderstereotypen voldoen, ondersteund worden in hun counter-stereotiepe keuzes.
Door bij de formulering en de uitvoering van beleid kritisch te kijken naar de onderliggende
aannames van het beleid en de effecten van het beleid op de gendergelijkheid, wordt
(onbedoelde) ongelijkheid tegengegaan en het maatschappelijk potentieel beter benut.
2
Omdat genderstereotypen vaak onbewust aanwezig zijn, is bewustwording van
genderstereotiepe aannames en denkbeelden de eerste stap naar het doorbreken van
genderstereotypering, alvorens deze met concrete actie te kunnen tegengaan. Voor
beleidsmakers is het dus ook van belang dat zij zich bewust zijn van genderstereotypen die
bij henzelf en in de samenleving bestaan, op het terrein waarop zij beleid formuleren. Het is
echter belangrijk om niet alleen te kijken naar de beleidsformulering, maar ook naar de
uitvoering ervan. Het is niet alleen van belang om te analyseren of de aannames die ten
grondslag liggen aan het beleid stereotiep zijn, maar ook of beleid door eventuele
stereotiepe invulling ongewenste effecten kan hebben. In dat geval zijn de aannames die
gedaan worden genderneutraal, maar worden vervolgens bij de uitvoering van het beleid
genderstereotiep ingevuld.
Methode
De vragen die in deze genderscan op genderstereotypering aan bod komen zijn: Is er sprake
van onderliggende genderstereotiepe aannames in de gescande beleidsstukken? Zijn er
maatregelen en processen die tot genderstereotiepe uitvoering (kunnen) leiden? Hoe
kunnen deze leiden tot ongewenste of onvoorziene effecten van het beleid?
Voor deze scan zijn de volgende beleidsdocumenten geanalyseerd:
e Koersbesluit Re-integratie, Definitief vastgesteld door de Gemeenteraad op 2 juni 2016
Leidraad Participatie: meedoen in Amsterdam, Brief aan de Amsterdamse gemeenteraad,
17 januari 2017
e Meerwerk, meer banen, Brief aan de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en
Onderwijs, 11 december 2018
e Meer kans op werk, Brief aan de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en
Onderwijs, 16 mei 2019
e Moderne overheid: Instrumentenwaaier, versie 0.93 (09-04-2020)
Er is in overleg met de gemeente besloten om naast bovenstaande beleidsdocumenten geen
verdere beleidsregels en verordeningen mee te nemen in deze scan, aangezien dit voor de
omvang en het doel van deze scan te ver zou voeren.
Daarnaast heeft de gemeente Amsterdam op verzoek achtergrondinformatie en data
geleverd die inzicht konden verschaffen in de man/vrouw-verhoudingen* van inwoners en
bijstandsgerechtigden in Amsterdam.
De analyse van bovenstaande documenten is aangevuld met een aantal interviews waarin
verder is ingegaan op de uitvoering van het beleid, de beschikbare data en dataverzameling
1 In de gebruikte data wordt enkel een binair onderscheid tussen mannen en vrouwen gemaakt.
3
van de gemeente Amsterdam en de samenstelling van de Instrumentenwaaier. Deze
interviews zijn gehouden met:
e Een waarnemend hoofd van de afdeling Intake
e Twee klantmanagers Werk en Re-integratie
e Een projectadviseur Werk en Re-integratie
e Een teammanager Team Inzicht en Advies/Projectmanager Werk en Re-integratie
e Een Job Coach
e Een klantmanager Activering
e Een medewerker werkzaam op het gebied van data binnen de directies WPI (Werk,
Participatie en Inkomen)
e Een medewerker van de afdeling OIS (Onderzoek, Informatie en Statistiek)
Op basis van onze bevindingen trekken we een aantal conclusies en geven we aanbevelingen
om genderstereotypering tegen te gaan bij beleidsformulering en uitvoering. Hierbij worden
concrete suggesties gedaan met betrekking tot dataverzameling, aanbod van instrumenten
en training van ambtenaren.
4
1. Het gescande re-integratie- en participatiebeleid van de
gemeente Amsterdam
In dit hoofdstuk wordt het huidige re-integratie en participatiebeleid van de gemeente
Amsterdam beschreven en worden de probleemanalyse, beleidsdoelen en maatregelen van
het beleid vanuit een genderperspectief uiteengezet.
Beschrijving van het beleid
Het re-integratiebeleid van de gemeente Amsterdam is gebaseerd op het door de vorige
gemeenteraad op 2 juni 2016 vastgestelde Koersbesluit Re-integratie. Hierin wordt
vastgesteld dat door de rigoureuze korting van het Rijk op het budget voor re-integratie, de
rijksbijdrage onvoldoende is om de kosten van de gemeente te dekken. Tegelijkertijd
constateert de gemeente dat niet alle Amsterdammers meedoen op een manier die past bij
hun talenten en mogelijkheden.
De gemeente zet met het Koersbesluit daarom niet alleen in op het terugdringen van de
kosten voor de bijstand, maar vooral op maximaal maatschappelijk resultaat op de lange
termijn: het maatschappelijk belang dat iedere Amsterdammer mee kan doen naar eigen
vermogen. Er wordt gekozen om hiervoor verder te kijken dan de uitgaven voor de bijstand,
maar naar de totale maatschappelijke kosten en baten. Dit betekent dat als een
Amsterdammer door middel van een traject mee kan doen maar niet uitstroomt naar een
betaalde baan, dit toch in het voordeel van de gemeenschap kan zijn. Het traject komt dan
weliswaar ten koste van de bijstandsbegroting, maar er worden bijvoorbeeld minder
zorgkosten gemaakt. De baten vallen dan toe aan een ander deel van de gemeentelijke
begroting. Bovendien accepteert de gemeente in sommige gevallen dat zij kosten zal maken
die niet terug zullen worden verdiend. Dit betekent ook dat niet-uitkeringsgerechtigden
(nuggers) gebruik mogen maken van ondersteuning door de gemeente bij re-integratie en
participatie, zodat zij ook mee kunnen doen op een manier die past bij hun talenten en
mogelijkheden.
Hoewel de inzet in principe Is gericht op het hoogste maatschappelijke resultaat op de lange
termijn, heeft de gemeente een aantal criteria en doelgroepen met voorrang op de korte
termijn vastgesteld:
Criteria:
e Een overbrugbare afstand tot werk
e Motivatie
e Risico op escalatie/cumulatie van problemen
e Leeftijd (resterend arbeidzame leven)
e Aantal reeds doorlopen trajecten
5
Doelgroepen waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat:
e Werkzoekenden die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te
verdienen
e Alleenstaande ouders met kinderen die jonger zijn dan 18 jaar
e Jongeren onder de 27 jaar
e Amsterdammers met een vluchtelingenstatus
In de brief Meer werk, meer banen van 11 december 2018, vindt een accentverschuiving
plaats op het beleid uit het Koersbesluit. Op basis van de aanname dat het hebben van
betaald werk leidt tot meer (economische) zelfstandigheid en zelfontplooiing, wordt het
beleid meer gericht op het toeleiden naar werk, waarbij ook inzet van werkgevers wordt
gevraagd. In deze brief wordt tevens geconstateerd dat 50-plussers, jongeren met een
migratieachtergrond, mensen met een arbeidsbeperking en mensen die al langer niet aan
het werk zijn, niet van de krappe arbeidsmarkt profiteren. Specifiek voor deze groepen
worden in de brief aanvullende maatregelen aangekondigd.
In de brief Meer kans op werk van 16 mei 2019, wordt de lijn uit Meer werk, meer banen
verder voortgezet en de aangekondigde aanvullende maatregelen uit de brief Meer werk,
meer banen verder uitgewerkt.
In de Leidraad Participatie: meedoen in Amsterdam wordt het koersbesluit als basis
genomen en ingezet op het maximaal maatschappelijk resultaat op lange termijn: als
mensen (nog) geen perspectief op betaald werk hebben, kunnen zij op een andere manier
participeren binnen de stad. Er wordt hier vastgesteld dat ongeveer twee derde van de
mensen met een uitkering die niet meteen aan het werk kunnen, het niet lukt om op eigen
kracht mee te doen in de stad. De gemeente biedt ondersteuning aan deze groep mensen op
basis van hun zelfredzaamheid en afstand tot de arbeidsmarkt. Gezien de toename van
mensen met een beperking met een bijstandsuitkering zal hiervoor extra aandacht komen.
Verder is onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal voor een groot deel van de
bijstandsgerechtigden zonder perspectief op werk een belemmering om mee te doen in de
maatschappij. Daarom is het aanbod bij het ondersteunen van het leren van de taal van
belang. Om de participatie van mensen zonder uitzicht op werk te vergroten, zal de
gemeente een vriendelijke benadering kiezen en wil zij iedere persoon als individu zien en
maatwerk bieden.
Voor het uitvoeren van het re-integratie en participatiebeleid heeft de gemeente een
“instrumentenwaaier” tot haar beschikking. In de waaier is een compleet overzicht van alle
instrumenten opgenomen waar klanten eventueel gebruik van kunnen maken.
In de uitvoering legt de gemeente veel nadruk op het goed in kaart brengen van het
klantbeeld zodat iedere klant op de beste manier ondersteund kan worden. Door maatwerk
worden klanten op de best mogelijke manier begeleid in een passend re-integratie of
participatietraject. Omdat het soms nodig is om daarvoor af te wijken van regels, krijgen
6
uitvoerders ruimte om dit te doen op basis van professionele kennis. Daartoe is de expertise
van uitvoerders van belang en wordt hierop geïnvesteerd door training en een gedragscode.
Probleemanalyse
Met het participatie- en re-integratiebeleid wil de gemeente Amsterdam bereiken dat
mensen naar vermogen meedoen aan de maatschappij. Zij adresseert hiermee twee
problemen:
e hetfinancieel tekort op het budget beschikbaar voor bijstand, re-integratie en
participatie;
e niet alle Amsterdammers doen mee op een manier die past bij hun talenten en
mogelijkheden.
Omdat de uitgaven op het budget met name naar beneden gebracht kunnen worden door
mensen naar betaalde arbeid uit te laten stromen, is een uitgebreide analyse gemaakt van
de arbeidsmarkt. Daarin wordt gekeken naar waar de kansen en mogelijkheden liggen en
welke groepen moeite hebben om toe te treden.
De aanname onder het beleid is dat betaalde arbeid in principe het hoogste doel is, zowel
vanuit financieel als maatschappelijk perspectief. Door uitstroom naar betaalde arbeid zullen
de kosten voor de gemeente afnemen, maar betaalde arbeid is ook de beste manier voor
mensen om zich te ontplooien, financieel onafhankelijk te zijn en hun leven vorm te geven.
Tegelijkertijd wordt erkend dat niet iedereen zal kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt,
maar dat door investeringen van de gemeente mensen in ieder geval kunnen meedoen, en
op termijn grotendeels aan het werk kunnen komen.
De afstand tot de arbeidsmarkt van individuele Amsterdammers wordt hiermee het leidende
principe voor de ondersteuning door de gemeente. De analyse van de arbeidsmarkt leidt
ertoe dat er gedifferentieerd wordt gekeken naar kenmerken die de afstand tot de
arbeidsmarkt mede bepalen: leeftijd, migratieachtergrond, opleidingsniveau,
arbeidsbeperking en duur van werkloosheid. Het valt daarbij op dat er niet gekeken wordt
naar gender, naar hoe gender inhaakt op de eerdergenoemde kenmerken, en naar de
genderverdeling binnen de voorgenoemde doelgroepen waarbij billijkheid boven
doelmatigheid gaat. Er wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat mannen en
vrouwen misschien verschillende problemen ervaren bij het betreden van de arbeidsmarkt
of dat mannen of vrouwen in bepaalde groepen oververtegenwoordigd kunnen zijn.
In de probleemanalyse maakt de gemeente gebruik van onderzoeken naar welke
ondersteuning het effectiefste is en wat de werkzame elementen zijn in de ondersteuning
van klanten naar werk en/of participatie. In deze onderzoeken wordt gender nauwelijks
meegenomen als factor, en de gemeente lijkt daarmee dus ook aan te nemen dat de
werkzame elementen hetzelfde zullen zijn voor mannen en vrouwen. De belangrijkste
conclusie vanuit de onderzoeken is dat intrinsieke motivatie van de uitkeringsgerechtigde
7
van groot belang is. De gemeente zet hier dan ook op in door zo goed mogelijk te willen
aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigde en door maatwerk
te leveren in de uitvoering.
De gemeente stelt vast dat naast haar eigen rol in ondersteuning van
uitkeringsgerechtigden, werkgevers ook een rol hebben in het verbeteren van de uitstroom
naar betaalde arbeid. In het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente wordt
daarom samenwerking met bedrijven gezocht.
Beleidsdoelen
De financiële beleidsdoelen heeft de gemeente zeer concreet geformuleerd: Voor 2020 is
dat een afname van het aantal bijstandsgerechtigden, voor 2021 wil zij de landelijke trend
van de bestandsdaling volgen, en in 2022 wil zij het beter doen dan het landelijk gemiddelde.
Als uiteindelijk doel stelt de stad een maximum van niet meer dan 30.000
bijstandsgerechtigden.
De beleidsdoelen op maatschappelijk niveau zijn een stuk minder concreet geformuleerd.
Het uiteindelijke doel is dat iedere Amsterdammer meedoet naar eigen vermogen, en dat
het grootste maatschappelijke resultaat op de lange termijn wordt behaald. Er zijn daarbij op
basis van politieke keuzes vier specifieke doelgroepen benoemd voor ondersteuning door de
gemeente, evenals vijf criteria voor ondersteuning met betrekking tot de afstand tot de
arbeidsmarkt en motivatie van de uitkeringsgerechtigde. Vanuit de geanalyseerde
beleidsdocumenten wordt niet duidelijk waarom de vier specifieke doelgroepen zijn gekozen
waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat. Voor de groep “jongeren onder 27 jaar” wordt
wel uitgebreid toegelicht dat het voor de gemeente niet acceptabel is dat juist deze groep
aan de kant blijft staan. Voor de groepen “mensen met een arbeidsbeperking” en
“Amsterdammers met een vluchtelingenstatus” wordt summier toegelicht dat deze beide
groepen extra aandacht behoeven om in eerste instantie mee te doen en uiteindelijk door te
stromen naar betaalde arbeid. Voor de groep “alleenstaande ouders met kinderen onder de
18 jaar” wordt in geen van de nota’s expliciet toegelicht waarom deze groep extra
ondersteuning behoeft.
Er wordt dus op verschillende kenmerken gedifferentieerd, maar er wordt net als bij de
probleemanalyse niet benoemd of deze gekozen groepen meer uit mannen of vrouwen
bestaan. Dit is echter wel nodig om te bepalen of er verschillende aandacht voor mannen en
vrouwen nodig is of dat er voor hen verschillende beleidsdoelen gesteld moeten worden.
In de beleidsdocumenten is in de loop van de tijd een verschuiving waarneembaar van
“meedoen” naar “betaalde arbeid”, wat in de nota Meer kans op werk leidt tot
bovengenoemde doelstelling wat betreft het aantal uitkeringsgerechtigden in het
Amsterdamse bestand.
8
Maatregelen
De maatregelen voor de uitvoering van het beleid zijn veelal gestoeld op beschikbare
informatie uit eerder onderzoek en ervaringen met pilots. Zij richten zich op drie partijen: de
(toekomstige) uitkeringsgerechtigde, de gemeenteambtenaren en de werkgevers. De
meeste maatregelen zijn op de uitkeringsgerechtigde gericht.
(Toekomstige) Uitkeringsgerechtigde
Met betrekking tot de (toekomstige) uitkeringsgerechtigde wordt als eerste uitgangspunt
genomen dat voorkomen van instroom in de bijstand de eerste winst is. Hiervoor zijn
maatregelen ontwikkeld die zich richten op het ondersteunen van potentiële
uitkeringsgerechtigden naar betaalde arbeid nog voor zij recht hebben op een
bijstandsuitkering (zoals mensen aan het einde van hun WW-uitkering). Omdat op basis van
onderzoek is gebleken dat voor een uitkeringsgerechtigde intrinsieke motivatie de beste
drijfveer is voor deelname aan een re-integratie of participatietraject, is deze dan ook het
uitgangspunt van de gemeente.
De maatregelen om uitkeringsgerechtigden te ondersteunen bij re-integratie of participatie
bestaan uit een grote hoeveelheid instrumenten die ingezet kunnen worden. De
klantmanagers hebben de beschikking over een “instrumentenwaaier” waarmee ze per
uitkeringsgerechtigde kunnen kiezen welk instrument zij willen inzetten. Deze
Instrumentenwaaier is ingedeeld in een aantal categorieën: Werk (met daarin
voorschakeltraject en workshops), ondernemers, participatie, financieel, opleiding en taal,
instrumenten klantbeeld, zorg, en jongeren. In totaal betreft het 111 instrumenten. Van
deze instrumenten is een aantal gericht op een specifieke groep. Het gaat om instrumenten
gericht op jongeren (7 instrumenten), ouderen (3 instrumenten), vrouwen (2 instrumenten),
mensen met een arbeidsbeperking (13 instrumenten) en statushouders (7 instrumenten).
Ondanks dat de gemeente vier specifieke doelgroepen heeft gedefinieerd waarbij billijkheid
boven doelmatigheid gaat, lijkt er voor de doelgroep “alleenstaande ouders met kinderen
onder 18 jaar” slechts één specifiek instrument te zijn ontwikkeld. Uit het interview met de
Teammanager Team Inzicht en Advies/Projectmanager Werk en Re-integratie, kwam naar
voren dat de samenstelling van de Instrumentenwaaier tot op heden gebeurde op basis van
suggesties van de klantmanagers. Na toetsing door een leidinggevende en een pilot werd het
instrument (bij succes) opgenomen in het aanbod van de Instrumentenwaaier. Eind 2020 zal
dit proces worden veranderd en de bewezen effectiviteit van instrumenten meer bepalend
worden voor opname in het aanbod van de gemeente.
De klantmanager heeft de vrijheid om (samen met de cliënt) te bepalen welk instrument
wordt ingezet. Uit interviews met klantmanagers blijkt dat bij uitkeringsgerechtigden die een
kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben, de vraag van de arbeidsmarkt leidend is bij de
keuze voor instrumenten. Bij degenen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt,
wordt geprobeerd zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun interesses en mogelijkheden.
Als een uitkeringsgerechtigde niet of onvoldoende meewerkt aan re-integratie of participatie
heeft de gemeente de mogelijkheid om de uitkering (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk stop te
zetten. Ook wordt fraude niet getolereerd, en kan leiden tot stopzetting van de uitkering.
9
Gemeenteambtenaren
Met betrekking tot de gemeenteambtenaren wordt erop ingezet dat zij dienstverlening op
maat leveren om zo groot mogelijke activering/uitstroom te bereiken, hierbij wordt
uitgegaan van de expertise van de ambtenaar en zijn er maatregelen ontwikkeld om deze
verder te verbeteren, zoals een omgangscode, het verlagen van de caseload en het uitrollen
van het programma Kwaliteit Werk en Re-integratie.
Werkgevers
Met betrekking tot werkgevers richten de maatregelen zich erop dat zij ook moeten
bijdragen/inzet moeten plegen om mensen aan het werk te krijgen. Hiertoe zijn maatregelen
ontwikkeld rond om jobcarving, het stimuleren van sociale firma’s en toepassen van social
return, en campagnes voor imagoverbetering van werkzoekenden en specifiek 50-plussers.”
In zijn algemeenheid zijn veel maatregelen gericht op de uiteindelijke uitstroom naar werk,
waarbij indien nodig eerst gewerkt wordt aan het wegnemen van belemmeringen (zoals
schulden- of verslavingsproblematiek) en het participeren in de samenleving. Het criterium
“afstand tot de arbeidsmarkt” wordt hierdoor leidend bij het inzetten van de maatregelen.
Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar mannen en vrouwen, of hoe die over het
bestand van uitkeringsgerechtigden zijn verdeeld. Er zijn enkele instrumenten specifiek voor
vrouwen beschikbaar, maar gezien de wijze waarop de Instrumentenwaaier tot op heden tot
stand is gekomen, lijkt dit meer voort te komen vanuit de ervaring van klantmanagers dat
hieraan behoefte is, dan dat dit vanuit een genderanalyse van het cliëntenbestand
voortkomt.
2? Het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie is geen onderdeel van deze genderscan en dus niet meegenomen
in de beschrijving van het beleid. Het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie richt zich onder andere op het
voorkomen en bestrijden van arbeidsdiscriminatie bij werkgevers die partner zijn van de gemeente Amsterdam,
zoals de bedrijven waar Amsterdam mee samenwerkt voor re-integratie en participatie.
10
2. Cijfers en onderzoeken over gender en re-integratie/participatie
Om inzicht te krijgen of het beleid anders kan uitwerken voor mannen en vrouwen is het
belangrijk om te weten wat hun daadwerkelijke positie is op het gebied van re-integratie en
participatie. In dit hoofdstuk is informatie verzameld over gender en andere relevante
sociale dimensies. Het gaat daarbij onder meer om gegevens op landelijk en gemeentelijk
niveau en onderzoeken naar gender en re-integratie/participatie.
Werkloosheid en niet-werkzoekenden in Amsterdam
Met betrekking tot werkloosheid* valt op dat er in Amsterdam geen structureel verschil is op
basis van gender alleen. Mannen waren in 2018 weliswaar iets vaker werkloos dan vrouwen
(5,2% versus 4,3%), maar dat is in de vijf jaar ervoor niet altijd en structureel zo geweest.”
Wanneer wordt gekeken naar de intersecties tussen gender en migratieachtergrond, leeftijd
en opleidingsniveau, zijn sommige groepen wel oververtegenwoordigd. Onder niet-
werkzoekenden zijn vrouwen oververtegenwoordigd, met name vrouwen met een Turkse of
Marokkaanse migratieachtergrond en vrouwen zonder migratieachtergrond met een laag
opleidingsniveau.
Migratieachtergrond
Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (6-7%) zijn vaker werkloos dan mensen
zonder migratieachtergrond (4%) of met een westerse migratieachtergrond (4%). Dit geldt
het sterkste voor mannen met een Surinaamse, Antilliaanse, of Marokkaanse
migratieachtergrond (9%) en vrouwen met een Turkse migratieachtergrond (8%).®
Leeftijd
Zowel voor mannen als vrouwen geldt dat werkloosheid relatief het meeste voorkomt onder
de beroepsbevolking tot 25 jaar en vanaf 55 jaar (7-8% versus 4% onder mensen van
middelbare leeftijd). Dit geldt voor zowel jongere als oudere mannen (8-9%) iets sterker dan
voor jongere of oudere vrouwen (6-8%).’ Relatief hoge werkloosheid onder jongeren en
ouderen geldt voor alle opleidingsniveaus, behalve voor middelbaar opgeleiden onder de
25.
3 In dit rapport wordt de terminologie omtrent migratieachtergrond en opleidingsniveau aangehouden, zoals die
in de bronnen wordt gehanteerd. Dit voorkomt dat data en cijfers verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden bij
ongelijke definities.
4 Er is sprake van werkloosheid, wanneer iemand geen betaald werk heeft maar daar wel naar op zoek en voor
beschikbaar is (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020a). Mensen die geen betaald werk hebben en daar ook
niet naar op zoek zijn, vallen hier dus niet onder.
> OIS Amsterdam, 2019, p. 168.
6 OIS Amsterdam, 2019, p. 161.
7 OIS Amsterdam, 2019, p. 162.
8 OIS Amsterdam, 2019, p. 164.
11
Opleidingsniveau
Werkloosheid komt het meeste voor onder mensen met een laag opleidingsniveau (10%) en
het minste onder mensen met een hoog opleidingsniveau (3%). Alleen voor hoogopgeleiden
is een duidelijk verschil zichtbaar tussen mensen met niet-westerse en mensen zonder
migratieachtergrond (5% versus 2%).° Er is geen duidelijk verschil naar opleidingsniveau
tussen mannen en vrouwen.!® In de Metropoolregio Amsterdam zijn vrouwen en mensen
zonder migratieachtergrond gemiddeld hoger opgeleid dan mannen en mensen met
migratieachtergrond.**
Niet-werkzoekenden
33% van de vrouwen en 25% van de mannen heeft geen betaald werk en zoekt ook niet naar
werk. Zij worden niet als “werkloos” in de statistieken opgenomen, maar worden gezien als
“niet-beroepsbevolking”. Dit betreft vooral vrouwen met een niet-westerse
migratieachtergrond (m.n. met een Marokkaanse of Turkse achtergrond) en mensen met
een laag opleidingsniveau (in sterkere mate voor vrouwen zonder migratieachtergrond).*?
Redenen om niet te werken
Landelijk gezien zijn oorzaken om niet te werken met name gezondheid en beperking, zorg
voor gezin en huishouden, leeftijd (jongeren zonder startkwalificatie, of mensen richting
pensioenleeftijd), en statushouder zijn.* Onder de niet-werkende bevolking van 15 tot 64
jaar, die geen opleiding volgt, verschilt de verdeling van deze oorzaken tussen mannen en
vrouwen!“ Zo geeft 23% van de vrouwen in deze groep de zorg voor huishouden en gezin als
reden om niet te kunnen of willen werken tegenover 2% van de mannen. Opvallend is dat
daarentegen 69% van de mannen in deze groep gezondheid aanvoert als reden om niet te
werken, tegenover 49% van de vrouwen. Ook geldt dat leeftijd vaker als reden om niet te
kunnen of willen werken wordt genoemd door mannen (14%) dan door vrouwen (12%).
Bijstandsuitkering en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers)
Onder bijstandsgerechtigden in Amsterdam zijn er geen structurele verschillen in aantallen
tussen mannen en vrouwen. Zo waren begin 2019 iets meer vrouwen in Amsterdam
bijstandsgerechtigd dan mannen (ca. 51% versus 49%).*° Landelijk gezien is dit verschil eind
2018 een stuk groter (ca. 57% versus 43%). Dit geldt echter niet voor niet-
9 OIS Amsterdam, 2019, p. 163.
10 OIS Amsterdam, 2019, p. 166.
“Rud et al, 2018, p. 28.
12 OIS Amsterdam, 2018, p. 39.
B Stavenuiter et al., 2020.
4 Portegijs & van den Brakel, 2018, p. 36.
5 OIS Amsterdam, 2019, p. 171.
16 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 5.
12
uitkeringsgerechtigden!’, waarbij er landelijk nauwelijks verschil is tussen mannen en
vrouwen. Wel zijn transgender personen sterk oververtegenwoordigd in de bijstand. Ook zijn
mensen met een niet-westerse migratieachtergrond sterk oververtegenwoordigd in de
bijstand, en zijn dat iets meer vrouwen dan mannen. Onder mensen zonder
migratieachtergrond zijn mannen iets oververtegenwoordigd. Daarnaast zijn onder mensen
van middelbare leeftijd vrouwen oververtegenwoordigd, onder jongeren en ouderen zijn
mannen dat. Onder mbo’ers die vanuit hun opleiding de arbeidsmarkt opkomen, zijn
vrouwen sterk oververtegenwoordigd in de bijstand. Ook zijn alleenstaande moeders
oververtegenwoordigd ten opzichte van alleenstaande vaders. Cijfers over de kortdurende
en langdurige bijstand laten zien dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand.
Migratieachtergrond
Van de Amsterdamse beroepsbevolking van 15-65 jaar ontvangt 3,2% van degenen met een
westerse migratieachtergrond en 3,5% van hen zonder migratieachtergrond een uitkering
tegenover 11-16% van degenen met een niet-westerse migratieachtergrond. Hiervan
ontvangen mensen met een Marokkaanse achtergrond relatief het vaakst bijstand (15,6%)
en degenen met een Turkse achtergrond relatief het minst vaak (11,2%).!® Dit heeft tot
gevolg dat van degenen die bijstand ontvangen in Amsterdam 80% een migratieachtergrond
heeft.
Van degenen zonder migratieachtergrond ontvangen mannen vaker bijstand dan vrouwen
(1,2 keer zo vaak), terwijl dit bij degenen met een migratieachtergrond (westers en niet-
westers) vaker vrouwen zijn (respectievelijk 1,2 en 1,1 keer zo vaak).°® Landelijk gezien is het
verschil naar migratieachtergrond sterk zichtbaar onder zowel vrouwen als mannen. Zo
ontvangt 3% van de vrouwen met een Nederlandse achtergrond bijstand, versus 17% van de
vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond.°!
Leeftijd
Opvallend is dat in Amsterdam in de leeftijdscategorieën onder 25 jaar en 55-64 jaar meer
mannen bijstand ontvangen dan vrouwen (respectievelijk 1,5 en 1,1 keer zo vaak), terwijl
onder 25-55-jarigen meer vrouwen bijstand ontvangen (1,2 keer zo vaak). Dit geldt met
name voor vrouwen tussen de 35-44 jaar (1,3 keer zo vaak als mannen van die leeftijd).°
7 Werklozen zijn zowel mensen die een bijstandsuitkering ontvangen als mensen die daar geen recht (meer) op
hebben. Mensen in die laatste groep noemen we “nuggers” (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020b). In
tegenstelling tot niet-werkzoekenden zijn nuggers dus wel werkzoekend.
B OIS Amsterdam, 2019, p. 174.
19 OIS Amsterdam, 2019, p. 172.
20 OIS Amsterdam, 2019, p. 172.
21 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 6.
22 OIS Amsterdam, 2019, p. 171.
13
Opleidingsniveau
In Amsterdam is van degenen die bijstand ontvangen 57% laag opgeleid en betreft dit iets
vaker vrouwen dan mannen (1,1 keer zo vaak). Onder hoog opgeleiden is dat precies
andersom, hoewel het daar om aanzienlijk minder mensen gaat in absolute aantallen?
In de Metropoolregio Amsterdam stromen vrouwen met een mbo-achtergrond (mbo-2,
mbo-3 en mbo-4) na hun opleiding ongeveer 1,5 tot 3,2 keer vaker de bijstand in dan
mannen met een mbo-achtergrond.?* In studiejaar 2018-2019 volgen vrouwelijke mbo'ers
(mbo-1 t/m mbo-4) binnen de Gemeente Amsterdam vooral opleidingen op het gebied van
1) zorg en welzijn, 2) recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening, en 3)
dienstverlening. Ten opzichte van mannen waren zij het sterkst in de meerderheid binnen
zorg en welzijn en onderwijs (waarbij het absolute aantal studenten laag is). Vrouwen waren
sterk in de minderheid binnen opleidingen voor techniek, industrie en bouwkunde.
Transgender personen
Transgender personen verkeren in een kwetsbare sociaaleconomische positie. Landelijk
gezien is 38% van de transgender personen afhankelijk van een uitkering. Van de
transgender personen die wel werk hebben, heeft 48% een inkomen in de laagste
inkomensgroep, terwijl 68% middelbaar tot hoog is opgeleid? Een andere bron” geeft aan
dat landelijk gezien transgender personen in 53% van de gevallen een laag inkomen hebben,
tegenover 30% van de algemene Nederlandse bevolking. Op landelijk niveau ontvangt 11%
van hen een bijstandsuitkering (14% van de transgender vrouwen, 6% van de transgender
mannen). Onder de Nederlandse bevolking in het algemeen is dat 4%. Het is aannemelijk dat
deze landelijke trend ook in Amsterdam van toepassing is en transgender personen naar
verhouding vaak een beroep doen op de bijstand, aangezien het grootste deel van de
transgender personen uit deze landelijke cijfers in zeer stedelijke gebieden woont.’
Gezinssituatie
Alleenstaanden zijn in Amsterdam sterk oververtegenwoordigd in de bijstand ten opzichte
van mensen met een partner. Zo is 89% van de uitkeringsgerechtigden alleenstaand (73%
zonder kinderen, 16% met minderjarige kinderen); slechts 11% heeft een partner.”
Landelijke cijfers? laten zien dat binnen de groep alleenstaande ouders in de bijstand
vrouwen zijn oververtegenwoordigd. Zo is landelijk gezien 79% van de alleenstaande ouders die
geen bijstand ontvangt vrouw, maar in de kortdurende en langdurige bijstand is respectievelijk 93%
en 94% van de alleenstaande ouders vrouw. Binnen de groep alleenstaanden zonder kinderen in
de bijstand ligt dat landelijk gezien anders: daar zijn mannen met 58% iets
23 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
4 Rud et al., 2018, p. 63-64.
OIS Amsterdam, 2019, p. 211.
2 Boss, 2018, p. 10.
27 Kuyper, 2017, p. 26.
28 Kuyper, 2017, p. 24.
29 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
30 Doove et al, 2018a.
14
oververtegenwoordigd ten opzichte van vrouwen, wat praktisch overeenkomt met het
aandeel mannen onder alleenstaanden zonder kinderen die geen bijstand ontvangen (57%).
Langdurige bijstand
Er zitten aanzienlijk meer mensen in de langdurige bijstand (2 jaar of langer in de bijstand)
dan in de kortdurende bijstand. Landelijk gezien ontving eind 2019 van alle mensen met een
bijstandsuitkering 73% langdurige bijstand, en zijn er binnen de groep langdurig
bijstandsgerechtigden weinig percentuele verschillen naar geslacht of
migratieachtergrond.°* Eind 2016 was landelijk gezien 59% van degenen in de langdurige
bijstand vrouw.°? In Amsterdam valt echter op dat wanneer we kijken naar mensen die meer
dan 10 jaar bijstand ontvangen, 57% vrouw en 43% man is. Bij bijstandsduur tot maximaal 5
jaar is dit precies andersom, 57% man vs. 43% vrouw.” Dit lijkt te worden verklaard door het
feit dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand: In Amsterdam was van degenen die
naar werk uitstroomden in de periode 2016-2018, 59% man en 41% vrouw.**
Binnen Amsterdam valt op dat Amsterdammers met een laag opleidingsniveau zo’n 6 keer
zo vaak langdurige bijstand ontvangen als middelbaar en hoger opgeleiden.*° Ook ontvangen
binnen de groep bijstandsgerechtigden in Amsterdam paren (zonder en met kinderen) en
alleenstaande ouders relatief vaker langdurige bijstand dan alleenstaanden zonder kinderen.
Echter, in absolute aantallen zijn alleenstaanden zonder kinderen oververtegenwoordigd in
zowel de kortdurende als de langdurige bijstand.°® Daarnaast valt op dat landelijk gezien
alleenstaande 45-plussers oververtegenwoordigd zijn in de langdurige bijstand: deze
leeftijdsgroep bevat 68% van de alleenstaanden zonder kinderen in de langdurige bijstand,
tegenover 40% van alle alleenstaanden zonder kinderen die geen bijstand ontvangen.’
Niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers)
Onder nuggers is landelijk gezien over de jaren heen geen duidelijk genderverschil. Wel zijn
mensen met een migratieachtergrond oververtegenwoordigd binnen deze groep.
Re-integratie
Landelijk gezien vertrekken mannen 1,6 keer zo vaak uit de bijstand vanwege werk als
vrouwen.” Voor Amsterdam ligt deze verhouding net iets lager (mannen vertrekken 1,5 keer
zo vaak uit de bijstand als vrouwen), waarbij van degenen die uit de bijstand vertrekken
vanwege betaald werk 60% mannen zijn en 40% vrouwen. Bij paren in de bijstand gaat het
31 Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020c.
32 Doove et al., 2018b, p. 16.
3 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
34 OIS Amsterdam, 2020.
5 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
36 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
37 Doove et al., 2018a.
38 Van Echtelt et al, 2019, p. 181.
39 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 7.
15
wel om 1,6 keer zoveel mannen: 62% is man, 38% is vrouw.*® Uit landelijk onderzoek blijkt
dat dit te maken kan hebben met verschillen in aanbod van re-integratievoorzieningen, het
hebben van een netwerk, het ervaren van belemmeringen (o.a. werktijden, reistijd,
zorgtaken) en het ervaren van druk uit de omgeving om te gaan werken. Uitstroom naar
werk vanuit langdurige bijstand is daarnaast het minst succesvol bij degenen met zowel een
laag opleidingsniveau als met weinig werkervaring en/of werkend tegen een laag loon over
de jaren heen
Re-integratievoorzieningen
Mannen hebben landelijk gezien meer contact met klantmanagers en krijgen vaker re-
integratievoorzieningen aangeboden. De re-integratie voorzieningen die worden
aangeboden verschillen ook: mannen krijgen vaker verschillende soorten
loonkostensubsidie, werkplekken en jobcoaches aangeboden; vrouwen krijgen vaker
vrijwilligerswerk, scholing, coaching naar werk of participatie en overige sociale activering
aangeboden.“ Het aanbod van verschillende typen re-integratievoorzieningen hangt in ieder
geval samen met het hebben van een arbeidsbeperking: zoals eerdergenoemd werken
mannen vaker dan vrouwen niet vanwege arbeidsongeschiktheid. Maar mogelijk hangt het
verschil in aanbod ook samen met onderliggende stereotypering.
Netwerk
Het hebben en inzetten van het eigen netwerk bij re-integratie kan nuttig zijn, maar ook
belemmerend werken.“ Contact met mensen die in verbinding staan met de arbeidsmarkt
kan de kans op werk vergroten. Het eigen netwerk kan echter ook belemmeringen
opwerpen voor vrouwen, wanneer traditionele rolopvattingen daarbinnen een grote rol
spelen. Statushouders hebben vaak een klein netwerk, hetgeen het voor hen moeilijker
maakt om dit effectief in te zetten bij hun re-integratie. Interventies kunnen helpen hun
netwerk te vergroten of hun netwerkvaardigheden te versterken.
Belemmeringen
Onregelmatige werktijden en reistijd kunnen een obstakel vormen bij het vinden en
aannemen van werk.** Vrouwen werken vaker dicht bij huis dan mannen. Dit geldt ook voor
mensen zonder migratieachtergrond ten opzichte van mensen met migratieachtergrond.
Mensen tussen 27-44 jaar en hoger opgeleiden werken relatief vaak verder van huis (in een
andere regio dan waar ze wonen).* Belemmeringen naar werk voor nuggers zijn vaak
verouderde werk-/opleidingservaring en een mismatch tussen wensen en mogelijkheden.
40 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek.
“1 Doove et al, 2018b.
42 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 6-7.
“3 Stavenuiter et al., 2020.
4 Deyl et al., 2017.
45 Rud et al., 2018, p. 78.
4 Van Echtelt et al., 2019, p. 179.
16
Motivatie
Het hebben van kinderen zorgt er vooral bij vrouwen (zowel met partner als alleenstaand)
voor dat zij minder actief zoeken naar werk.#” Hierdoor stromen ze minder vaak duurzaam
uit naar werk. Goede kinderopvangfaciliteiten kunnen helpen om dit te doorbreken. Mannen
ervaren meer druk van hun omgeving om te werken dan vrouwen. Het is aannemelijk dat
de kostwinnersnorm hierbij een rol speelt.
Beschikbare data op gemeenteniveau
Gedurende deze scan hebben wij geprobeerd cijfers voor de gemeente Amsterdam te
achterhalen die genderverschillen en/of genderstereotypering in de uitvoering bloot kunnen
leggen. Dit bleek echter vrij lastig. De gemeente heeft wel vastgesteld dat er in totaal
ongeveer evenveel mannen als vrouwen afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering, maar het
blijkt niet eenvoudig te zijn om op metaniveau gegevens over intersecties te genereren: hoe
is de verdeling van mannen en vrouwen over de gekozen doelgroepen en selectiecriteria.
Een andere beperkende factor is dat bijstandsuitkeringen worden toegewezen op
huishoudniveau, en in geval van twee partners vindt registratie vaak plaats op naam van de
man. Als een van beide partners werk vindt, stroom het huishouden als geheel uit, ongeacht
of het degene is op wie de uitkering geregistreerd staat. De formele uitstroomreden
‘uitstroom naar werk’ wordt toegekend aan het huishouden en gekoppeld aan de
hoofdaanvrager, de partner blijft staan als partner en kent geen eigen uitstroomreden. Bij
hernieuwde instroom in de bijstand, vind registratie plaats op naam van de origineel
geregistreerde.
Met betrekking tot re-integratie- en participatietrajecten vindt wel dataverzameling op
individueel niveau plaats, en wordt sinds één jaar ook de reden waarom een klant het proces
verlaat bijgehouden. Dit kan ook ‘inkomen partner’ zijn. Het is echter erg arbeidsintensief
om deze gegevens te vergelijken met de gegevens over toekenning van bijstandsuitkering en
zo te achterhalen wie van beide partners uitstroomt naar werk. Verder is de
dataverzameling op individueel niveau in het verleden niet gestructureerd en volgens
dezelfde uniforme kenmerken gebeurd. Hoewel hierin op dit moment grote slagen worden
gemaakt, maakt dit het lastig om op dit moment bruikbare informatie over o.a. uitstroom,
opleidingsachtergrond, arbeidsverleden, etc. te achterhalen.
47 Deyl et al., 2016.
“ Deyl et al, 2017.
17
3. Genderstereotypering in het re-integratie- en participatiebeleid
van de gemeente Amsterdam
In dit hoofdstuk wordt, aan de hand van de gegeven cijfers en onderzoeken, een analyse
gemaakt van (mogelijke) onbewuste genderstereotypering en ongewenste gevolgen hiervan
in het beschreven beleid en de uitvoering ervan.
Probleemanalyse
In de probleemanalyse wordt door de gemeente Amsterdam met name gekeken naar de
arbeidsmarkt. Wat voor kansen liggen er voor degenen met een bijstandsuitkering, zodat zij
uit kunnen stromen naar betaalde arbeid? Dientengevolge wordt geanalyseerd welke
kenmerken bepalend kunnen zijn bij het betreden van de arbeidsmarkt. Er wordt hierbij
gedifferentieerd naar de kenmerken leeftijd, migratieachtergrond, opleidingsniveau,
arbeidsbeperking en duur van werkloosheid. Het valt daarbij op dat er niet gekeken wordt
naar gender en hoe de genderverdeling met betrekking tot de eerdergenoemde kenmerken
is. Er wordt geen rekening gehouden met dat mannen en vrouwen misschien verschillende
problemen ervaren bij het betreden van de arbeidsmarkt en dat mannen of vrouwen in
bepaalde groepen oververtegenwoordigd kunnen zijn.
Daarnaast analyseert de gemeente ook welke instrumenten en werkzame elementen
effectief zijn om uitstroom naar werk of participatie te bevorderen. Ook hierbij wordt niet
geanalyseerd of dit verschillend is voor mannen en vrouwen. De conclusie dat intrinsieke
motivatie de belangrijkste factor is, gaat voorbij aan het gegeven dat vrouwen met kinderen
als gevolg van genderstereotypering minder intrinsiek gemotiveerd kunnen zijn dan mannen
In de probleemanalyse lijken dus weliswaar geen genderstereotypen te worden gehanteerd
of versterkt, maar bestaande genderverschillen en -verhoudingen worden evenmin
meegenomen. De genderneutraliteit van de probleemanalyse laat daarmee dus onverlet dat
bestaande genderstereotypen hun vrije loop kunnen gaan.
Beleidsdoelen
In de beleidsdoelen worden vier groepen specifiek benoemd waarop specifiek wordt ingezet:
mensen met een arbeidsbeperking, alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar,
jongeren onder de 27 jaar, Amsterdammers met een vluchtelingenstatus. Deze vier
doelgroepen sluiten aan bij de oorzaken die een rol spelen bij het niet betaald werken van
mensen, te weten: gezondheid en beperking, zorg voor gezin en huishouden, leeftijd
(jongeren zonder startkwalificatie, of mensen richting pensioenleeftijd), en statushouder
zijn.
18
Er wordt dus op verschillende kenmerken gedifferentieerd, met name omdat deze van
belang zijn voor toegang tot de arbeidsmarkt. Mensen met een lager opleidingsniveau of een
migratieachtergrond hebben een grotere kans op werkloosheid en vormen de grootste
groepen in het bestand van uitkeringsontvangers. Het is niet bekend hoe zij zijn verdeeld
over de gedefinieerde groepen.
Net als in de probleemanalyse wordt niet gekeken naar genderverschillen. Er wordt niet
benoemd of bepaalde groepen meer uit mannen of vrouwen bestaan, en of daarvoor
verschillende aandacht nodig is. Daarmee wordt dus aangenomen dat deze verschillen niet
van belang zijn. Beleidsdoelen worden niet per gender uitgesplitst.
Toch geeft de analyse in het vorige hoofdstuk aanleiding om deze opsplitsing wel te maken.
Zo blijkt dat degenen die bijstand ontvangen grotendeels alleenstaanden (met en zonder
kinderen) en laagopgeleiden zijn. Dat dit grotendeels alleenstaanden zijn, wordt veroorzaakt
doordat bijstand op huishoudniveau wordt toegekend. Alleen als het huishouden als geheel
beneden de bijstandsnorm komt, wordt een uitkering toegekend. Hierdoor hebben
werklozen met een partner die genoeg verdient om als huishouden boven de bijstandsnorm
uit te komen, geen recht op uitkering. Zij zijn daarmee nugger of niet-werkende, afhankelijk
van of zij werkzoekend zijn. Omdat vrouwen in de groep niet-werkenden zijn
oververtegenwoordigd, kan dit erop duiden dat vrouwen wiens partner uitstroomt naar
betaald werk, eerder geneigd zijn te stoppen met het zoeken naar een betaalde baan dan
mannen.
Ook al ontvangen in Amsterdam ongeveer evenveel vrouwen als mannen bijstand, er blijken
in hoofdstuk 2 wel degelijk verschillen te zijn tussen vrouwen en mannen in de bijstand. Zo
zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de leeftijdsgroep 25-55 jaar, komen vrouwelijke
mbo’ers vaker in de bijstand terecht dan mannelijke mbo’ers, zijn bijna alle alleenstaanden
met kinderen vrouw, en zijn vrouwen oververtegenwoordigd zijn in de groep die meer dan
10 jaar bijstand ontvangt.
Vrouwen geven vaker dan mannen aan niet te werken vanwege zorgtaken voor huishouden
en gezin. Dit zien we terug bij de bijstandsgerechtigden in Amsterdam, waarbij de groep
alleenstaanden met kinderen bijna geheel uit vrouwen bestaat. Hieruit kan worden afgeleid
dat voor hen de zorg voor gezin/huishouden een beperkende factor is bij het zoeken naar
werk. Deze vrouwen bevinden zich ook vaak in de leeftijdsgroep 25-55 jaar, een groep waar
vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Zij lopen daardoor het risico om langdurig afhankelijk
van de bijstand te blijven, aangezien zij juist in de periode waarin zij hun carrière zouden
moeten ontwikkelen (tussen de 25-55 jaar) zorg dragen voor gezin en huishouden. Hierdoor
wordt de afstand tot de arbeidsmarkt vergroot, waardoor het moeilijker wordt om later naar
betaald werk uit te stromen, hetgeen zou kunnen verklaren waarom vrouwen ook zijn
oververtegenwoordigd in de groep die meer dan 10 jaar bijstand ontvangt.
Mannen zijn in Amsterdam oververtegenwoordigd in de leeftijdscategorieën onder 25 jaar
en boven 55 jaar oud, in de groep die korter dan 5 jaar bijstand ontvangt en in de groep
19
alleenstaanden zonder kinderen. Zij doen dus vaker aan het begin en aan het einde van hun
carrière beroep op ondersteuning en hebben als alleenstaande bijna nooit de zorg voor
kinderen. Voor mannen is het leeftijdscriterium hiermee een belangrijker reden om niet te
werken, zoals ook al bleek uit de landelijke cijfers.
Van degenen met een migratieachtergrond ontvangen meer vrouwen bijstand dan mannen,
bij degenen zonder migratieachtergrond zijn dit meer mannen. Aangezien mensen met een
migratieachtergrond een grotere kans op werkloosheid hebben dan mensen zonder
migratieachtergrond, zijn de vrouwen met een migratieachtergrond hierbij dus een extra
kwetsbare groep.
Maatregelen
Genderstereotypering kan bij de beleidsmaatregelen op twee verschillende niveaus plaats
vinden: in de maatregelen zelf, en in de uitvoering van de maatregelen. De maatregelen
kunnen specifiek (gender)stereotype-doorbrekende maatregelen omvatten, maar zij kunnen
ook onbedoeld bepaalde stereotypen bevestigen. Bij de uitvoering van maatregelen kunnen
stereotiepe ideeën van uitvoerende ambtenaren, uitkeringsgerechtigden en werkgevers
onbewust een rol spelen.
Pakket van maatregelen
Over het algemeen toont het pakket van maatregelen bewustzijn van de verschillende
uitgangsposities waarin mensen zich bevinden met betrekking tot de arbeidsmarkt. Hierbij
gaat het met name om laagopgeleiden, jongeren, ouderen, mensen met een
migratieachtergrond, statushouders, mensen in de langdurige bijstand, en mensen met een
arbeidsbeperking, en alleenstaande ouders met jonge kinderen. Opvallend genoeg wordt, op
een enkele keer na (bijv. een instrument voor jonge moeders), gender niet meegenomen.
Door de behoefte van de arbeidsmarkt centraal te stellen, ontstaat een focus op het
“arbeidsfit” maken van de cliënt. Het doorbreken van stereotiepe denkbeelden is hierbij
geen inzet. Dit kan twee kanten op werken. Aan de ene kant kan het ertoe leiden dat
bestaande stereotypen worden bevestigd doordat aan mannen geen stereotype
“yvrouwentrajecten” worden aangeboden en aan vrouwen geen stereotype
“mannentrajecten”, of dat er bij mannen met kinderen meer druk gelegd wordt op het
vinden van werk dan op vrouwen met kinderen. Aan de andere kant kan het stereotype van
werkende mannen en zorgende vrouwen doorbroken worden door van iedere
bijstandsgerechtigde te achterhalen hoe die toe kan stromen tot de arbeidsmarkt. Ook de
regel dat na 6 maanden “alle arbeid passend is”, zou ertoe kunnen leiden dat mannen en
vrouwen vaker in zogenaamde counter-stereotiepe*® werkvelden terechtkomen. Over de
49 Als iemand in een counter-stereotiepe werkveld actief is, werkt een man in een beroep dat als “vrouwelijk”
wordt gezien (zoals verpleger) of een vrouw in een beroep dat als “mannelijk” wordt gezien (zoals havenarbeider)
20
vraag of dit daadwerkelijk het geval is, zijn echter geen gegevens bij de gemeente
beschikbaar.
Beschikbare instrumenten
De Instrumentenwaaier heeft een breed scala aan beschikbare instrumenten, die gericht zijn
op het wegnemen van belemmeringen om aan de arbeidsmarkt deel te nemen. Als gekeken
wordt naar factoren die spelen bij het niet deelnemen aan de arbeidsmarkt, zijn er voor drie
van de vier redenen (te weten: arbeidsbeperking, leeftijd en statushouder zijn) specifieke
instrumenten ontwikkeld. Voor de reden “zorg voor gezin/huishouden” zijn er echter
nauwelijks instrumenten beschikbaar. Er is slechts één instrument beschikbaar voor jonge
moeders, en dit richt zich vooral op participatie en niet zozeer op toeleiding tot werk.
Bovendien is bij een aantal participatie- en re-integratie instrumenten een voorwaarde dat
kinderopvang geregeld is. De gemeente Amsterdam biedt ondersteuning bij het verkrijgen
van formele kinderopvang doordat zij een convenant heeft met een aantal
kinderopvangorganisaties die hun diensten met korting aanbieden. Ook geeft de gemeente
financiële ondersteuning in de eigen bijdrage aan opvangkosten voor alleenstaande ouders.
Toch kan deze eis een beperking zijn voor alleenstaande ouders omdat voor sommige
instrumenten geen beroep gedaan kan worden op de Wet Kinderopvang?®. Zij hebben dan
geen recht op vergoeding van 90% van de kosten van kinderopvang door het rijk, hetgeen
betekent dat zij in de praktijk geen gebruik van het instrument kunnen maken (omdat zij
anders in een schuldensituatie terecht zouden kunnen komen). Dit betreft met name
vrouwen, aangezien vooral zij de groep alleenstaanden met minderjarige kinderen vormen.
Voor degenen die zorgen staan hiermee minder opties open voor gebruik van instrumenten,
en zijn er weinig specifieke instrumenten om hen te ondersteunen.
Ook andere voorwaarden voor de inzet van instrumenten uit de waaier kunnen leiden tot
ander gebruik door mannen en vrouwen. Zo is voor sommige trajecten vereist dat men eigen
vervoer heeft. Mannen hebben vaker beschikking over eigen vervoer dan vrouwen. Ook in
gezinnen waarbij de auto wordt gedeeld, blijkt deze vaker door mannen dan door vrouwen
te worden gebruikt.” Een andere voorwaarde is dat men op onregelmatige werktijden
beschikbaar is. Het werken op onregelmatige tijden is lastig voor alleenstaande ouders,
hetgeen bijna altijd vrouwen zijn.
Door de focus op de wensen van de arbeidsmarkt, valt op dat in de instrumenten die
beschikbaar zijn voor re-integratie en participatie, veel van de leerstages en
50 Uit het interview met de klantmanager activering bleek dat de voornaamste eis voor de Wet kinderopvang is
werk, studeren (alleen specifieke opleidingen), inburgeren of een traject naar werk volgen via de gemeente. Een
uitkeringsgerechtigde zal dus een aantoonbaar traject naar werk moeten volgen voordat er een beroep kan
worden gedaan op de Wet Kinderopvang. Een aantal specifieke trajecten in de waaier voldoen niet aan de
formele kwalificatie van de belastingdienst voor de Wet kinderopvang, zoals sollicitatietraining maar ook
gesprekken met jobhunters/coaches, taaltrajecten (buiten verplichte inburgering), dagbestedingen,
vrijwilligerswerk.
S1 EIGE, 2019, p. 100.
21
voorschakeltrajecten gericht zijn op mbo-niveau en dan met name op sectoren waar meer
mannen/jongens zijn opgeleid dan vrouwen. Het betreft hierbij stereotiep “mannelijke”
beroepen. Hoewel dit voortkomt uit de vraag van de arbeidsmarkt, blijkt uit hoofdstuk 2 dat
vrouwen/meiden op mbo-2 tot mbo-4 niveau een groter risico hebben om in de bijstand te
komen. Zij kozen met name voor opleidingen in zorg en welzijn; recht, administratie, handel
en zakelijke dienstverlening; en dienstverlening. Op dit moment biedt de gemeente nog
nauwelijks voorschakeltrajecten of leerstages in deze vakgebieden aan. Hoewel de vraag
vanuit de arbeidsmarkt naar dit soort werknemers misschien minder expliciet gesteld wordt,
kan het voor de gemeente toch lonen om hier actiever op in te zetten om te voorkomen dat
deze groep langer afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Een grotere diversiteit in
leerstages en voorschakeltrajecten kan ervoor zorgen dat een bredere groep van
uitkeringsgerechtigden bediend wordt (aangezien ook jongens/mannen dit soort opleidingen
volgen).
In het kader van deze scan hebben wij geprobeerd informatie te achterhalen, over inzet van
instrumenten en mogelijke belemmeringen die ervaren worden bij de inzet hiervan. Deze
blijkt echter niet op een zodanige manier verzameld te worden of toegankelijk te zijn dat
deze analyses makkelijk gemaakt kunnen worden. Het valt in deze genderscan daarom niet
te achterhalen of instrumenten tegemoetkomen aan de behoeften van mannen en vrouwen
en of vrouwen en mannen in gelijke mate in aanmerking komen voor ondersteuning door de
gemeente in de vorm van inzet van instrumenten.
Stereotype doorbrekende maatregelen
De gemeente heeft een aantal maatregelen die daadwerkelijk inzetten op het doorbreken
van (gender)stereotypering. Amsterdam wil het stereotype van één werkende (vaak de man)
en één zorgende partner (vaak de vrouw) doorbreken en stimuleert het streven van
vrouwen naar economische zelfstandigheid. Een klantmanager gaf aan dat de gemeente
daarom vrouwen ondersteunt die een mbo-2 opleiding willen volgen maar geen “financiële
toestemming” krijgen van hun man. Daarnaast staan de instrumenten voor re-integratie ook
open voor nuggers, hetgeen de participatie van alle Amsterdammers verhoogt Bovendien
draagt de gemeente hiermee naar niet-werkenden en niet-werkzoekenden uit dat zij het
kostwinnersmodel graag wil doorbreken. De klantmanager deelde dat de gemeente zich tot
doel heeft gesteld ieder jaar 400 gesprekken te voeren en 200 nuggers uit te laten stromen
naar betaald werk. Deze doelstelling haalt de gemeente ieder jaar.
Er wordt ook expliciet ingezet op het doorbreken van stereotiepe denkbeelden en aannames
voor wat betreft arbeidsgeschiktheid van werkgevers. Hen wordt gevraagd om zich open te
stellen voor kandidaten die niet perfect in het functieprofiel passen. De jobcoach gaf aan dat
de gemeente werkgevers aanspreekt die discrimineren op leeftijd, achtergrond of gender.
Ook biedt de gemeente Amsterdam specifiek aanbod aan ter ondersteuning van cliënten die
transgender zijn. Dit zijn relatief vaak statushouders. Transgender cliënten worden in eerste
instantie gekoppeld aan klantmanagers, die hiervoor enkele jaren geleden een training
hebben gehad. Zij kunnen vervolgens extra aanbod inzetten, dat sinds een pilot van enkele
22
jaren geleden ieder jaar opnieuw wordt ingekocht bij een externe organisatie met expertise
en ervaringsdeskundigheid op het gebied van transgender personen en werk. In de praktijk
blijkt dit aanbod vooral nodig te zijn wanneer er sprake is van transgender cliënten met
multiproblematiek of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ook wordt het vooral ingezet
voor transgender cliënten die bezig zijn met hun transitie. Wanneer deze cliënten vervolgens
arbeidsfit zijn, worden zij in de praktijk zonder bijzondere ondersteuning toegeleid naar
werk, Wel ontvangen sommige cliënten nog ondersteuning van een jobcoach wanneer ze
werk hebben gevonden, om terugval in de bijstand te voorkomen.
In het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie heeft de gemeente een waaier aan
interventies geformuleerd om arbeidsdiscriminatie te voorkomen en te bestrijden. In dit
programma wordt ook aandacht besteed aan het doorbreken van stereotypering en
vooroordelen in de brede zin. Denk hierbij aan discriminatie op leeftijd, etnische of
migratieachtergrond, seksuele voorkeur, genderidentiteit en geslacht. Omdat dit programma
geen onderdeel is van deze genderscan zijn deze interventies niet in dit rapport
meegenomen.
(Gender)stereotypen in de uitvoering
De uitvoering van het beleid kan genderstereotiep plaatsvinden, door (onbewuste) biases bij
de uitvoerend ambtenaar, de uitkeringsgerechtigde of de werkgever.
Uitvoerende ambtenaren
Als een cliënt een aanvraag indient voor een bijstandsuitkering doet een inkomensconsulent
een eerste check of de aanvrager recht heeft op een bijstandsuitkering. Als het recht op
bijstand is vastgesteld wordt het dossier doorgegeven aan de afdeling Intake, aan een
“intaker”. Deze neemt (telefonisch) contact op met de aanvrager voor een
kennismakingsgesprek. Daarin wordt kort ingegaan op wat de klant kan verwachten van de
gemeente en een afspraak gemaakt voor een intakegesprek.
In het intakegesprek door de intaker wordt achterhaald wat de afstand tot de arbeidsmarkt
is van de aanvrager. Hiervoor wordt gekeken naar “wat kan je” en “wat wil je”. Om vast te
stellen wat iemand kan, wordt er gekeken naar opleiding, werkervaring, hoe lang iemand
niet meer aan het werk is, etc. Om vast te stellen wat een klant wil, wordt hen van tevoren
gevraagd om een toekomstplan te maken. Dit plan wordt als basis genomen om te kijken
hoe de wensen van de klant bereikt kunnen worden. Wat is het uiteindelijke doel, en welke
tussenstappen zijn hiervoor nodig? Een van de geïnterviewden geeft aan dat de werkwijze
met toekomstplannen goed helpt om de motivatie van mensen te achterhalen, en tot gevolg
heeft dat klanten zich serieus genomen voelen. Bovendien voelen zij zich eigenaar van het
plan: het is hun plan, en niet dat van de gemeente. Daardoor zijn zij ook veel gemotiveerder
om ermee aan de slag te gaan. Deze medewerker geeft verder aan dat in het kader van de
toekomstplannen ook weleens suggesties voor beroepsmogelijkheden worden gedaan door
de intaker. De kans bestaat dat hierbij minder snel stereotype doorbrekende voorstellen
worden gedaan dan stereotypebevestigende.
23
De informatie die in het intakegesprek wordt verzameld wordt in het computersysteem
ingevoerd, dit betreft leeftijd, opleiding, werkervaring, zelfredzaamheid, gezondheid, etc.
Ook kan een cv worden toegevoegd. Als de intaker klaar is, genereert het systeem een
samenvatting en een suggestie voor het vervolgtraject (re-integratie of participatie). De
indeling van klanten in tredes is door de gemeente losgelaten, maar het computersysteem
geeft dit nog wel automatisch aan, omdat dit nu eenmaal is ingebouwd. De intaker heeft
echter de uiteindelijke verantwoordelijkheid en kan dit “overrulen”. Uit één van de
interviews blijkt dat de gemeente begin 2019 haar ambitie voor uitstroom naar werk naar
boven heeft bijgesteld. De criteria voor het aanpassen van een re-integratietraject zijn
hiervoor aangepast, maar niet meer doorgevoerd in het computersysteem. De beoordeling
van de intaker is daardoor leidend geworden.
In deze procedure zijn er een aantal momenten waarop onbewuste stereotypering een rol
kan spelen. Zo blijkt de werkervaring van mannen door werkgevers soms hoger te worden
ingeschat dan werkervaring van vrouwen”? Mogelijk is hier ook sprake van bij de intake
binnen participatie- en re-integratiebeleid, waardoor de werkpotentie van mannen als hoger
wordt beoordeeld dan die van vrouwen. Ook kunnen, zoals een geïnterviewde al aangeeft,
intakers stereotype-bevestigende voorstellen doen voor wat betreft de toekomstplannen
van de klant. Echter, als de klant aangeeft een counter-stereotype toekomstdroom te
hebben, zal de intaker de klant hierin ondersteunen.
Omdat de focus bij de maatregelen gericht is op toestroom naar werk, bestaat het gevaar
dat bij huishoudens waarbij beide partners afhankelijk zijn van de bijstand, de aandacht
vooral uitgaat naar degene met de beste kans op uitstroom naar betaalde arbeid. Als deze
persoon voldoende verdient, zijn tenslotte beide partners niet meer afhankelijk van een
bijstandsuitkering. De partner zonder betaalde arbeid wordt daarbij nugger. Gezien het feit
dat in Amsterdam bij paren 1,6 keer zoveel mannen vanwege werk uit de bijstand
vertrekken als vrouwen, bestaat de kans dat het stereotype van “de werkende man en de
zorgende vrouw” hier onbewust een rol in speelt. Daardoor bestaat de kans dat re-
integratiemaatregelen met name voor de man worden ingezet en participatiemaatregelen
voor de vrouw.
De suggestie die door het computersysteem wordt gedaan voor de indeling van klanten, kan
helpen om genderstereotypering te voorkomen. Klanten worden dan allemaal via dezelfde
criteria beoordeeld, en onbewuste stereotypen kunnen dan geen rol spelen. Dit
veronderstelt echter wel dat de gegevens die in het systeem worden ingevoerd neutraal zijn.
Dit zal voor een aantal criteria zeker zo zijn (bijvoorbeeld opleidingsniveau), maar andere
criteria zijn toch subjectiever en meer een inschatting van de intaker (bijvoorbeeld de mate
van motivatie van een klant). Stereotypering is dan niet volledig uit te sluiten. Bovendien
zouden criteria en eventuele algoritmes genderstereotiepe aannames kunnen bevatten, en
daarmee juist kunnen leiden tot het institutionaliseren van genderstereotypen.
* Van Beek & Pouwels, 2017, p. 5.
24
Op basis van de indeling van de intaker wordt het dossier vervolgens overgedragen aan de
collega’s die een re-integratie- of participatietraject starten. De klantmanager bepaalt
vervolgens samen met de cliënt welk instrument ingezet wordt. Klantmanagers hebben
hierbij een grote vrijheid, waardoor met name op dit moment stereotypering plaats kan
vinden. Klantmanagers maken gebruik van eerdere ervaringen bij het voorstellen van
instrumenten aan cliënten, en vergeten daarbij misschien aan niet-traditionele oplossingen
te denken. Het zou kunnen zijn dat klantmanagers bepaalde instrumenten niet aanbieden
omdat zij ervan uitgaan dat een man/vrouw hier toch geen interesse in heeft. Anderzijds kan
het ook zo zijn dat een klantmanager juist inzet op counter-stereotiepe keuzes omdat dat
hetgeen is dat de arbeidsmarkt vraagt.
Omdat niet consequent wordt bijgehouden wie vaker welk traject volgt, en het niet
gemakkelijk is om deze informatie op meta-niveau uit het systeem te genereren, is het op dit
moment niet mogelijk om vast te stellen of biases van intakers en klantmanagers
daadwerkelijk een rol spelen bij de inzet van instrumenten.
In het contact met de klantmanager kunnen ook grote verschillen optreden. Een aantal van
hen geeft aan dat ze weinig tijd hebben om klanten te zien vanwege een grote werklast,
anderen geven aan dat de klant leidend is in de vorm en mate van contact. Heeft een klant
meer behoefte aan contact dan wordt daarop ingegaan, waarbij er wel een minimum
standaard wordt gezet. Omdat zoals eerdergenoemd blijkt dat mannen gemiddeld meer
contactmomenten hebben dan vrouwen, zou het interessant zijn om te achterhalen of dit
ook zo is bij de gemeente Amsterdam, en wat daarvan de redenen zijn. Krijgen bepaalde
groepen van mannen of vrouwen intensievere trajecten aangeboden, of zijn hiervoor andere
oorzaken aan te wijzen? Helaas zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om in deze scan
na te gaan of dat in de Amsterdamse praktijk daadwerkelijk zo is.
Het is dus de vraag of uitvoerders onderscheid maken naar gender en of zij genderstereotypen
bevestigen. Op basis van de gehouden interviews lijkt er niet veel aandacht te zijn voor
cultuur- en gendersensitief werken door klantmanagers. Zo wordt bijvoorbeeld geen training
gegeven om bewust te worden van stereotypen, vooroordelen en verschillende
uitgangsposities van klanten, waardoor de kans bestaat dat bestaande rollen in de uitvoering
bevestigd worden.
Uitkeringsgerechtigde
De geïnterviewde ambtenaren die contact hebben met cliënten geven aan dat veel cliënten
genderstereotiepe opvattingen blijken te hebben, waardoor zij niet open staan voor
stereotype-doorbrekende beroepen. Zo zien klantmanagers vrouwen die het moederschap
hoger stellen dan werken, waardoor zij minder actief naar werk zoeken dan mannen en
minder gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan. In enkele gevallen komt het bij oudere
mensen met een migratieachtergrond nog voor dat vrouwen eerst toestemming van hun
man willen hebben voordat zij aan een traject beginnen. Omdat de motivatie van de klant
van groot belang is bij het inzetten van een instrument, kunnen deze opvattingen bijdragen
aan genderstereotiepe keuzes. Klantmanagers geven aan dat het inderdaad zo is dat relatief
25
weinig vrouwen een stereotiep “mannelijke” vooropleiding of stage, zoals
heftruckchauffeur, volgen. Het traject voor opleiding tot schoonheidsspecialiste werd weer
nauwelijks door mannen gevolgd.
Door echter in te zetten op de motivatie van de klant, worden degenen die counter-
stereotiepe keuzes willen maken, hierin ondersteund door de gemeente. Hierdoor wordt het
voor de klant makkelijker om deze keuze te maken en door te zetten, en een counter-
stereotiepe beroepskeuze te maken. De inzet op persoonlijke motivatie kan hierbij dus twee
kanten op werken: stereotype bevestigend of stereotype doorbrekend,
Werkgevers
Op de arbeidsmarkt vindt ook (gender)stereotypering en discriminatie door werkgevers
plaats. Uit de probleemanalyse van de gemeente blijkt dat werkgevers vaak een beeld
hebben van waar de werknemer aan moet voldoen, en vooroordelen hebben met betrekking
tot leeftijd, migratieachtergrond en arbeidsbeperking. Zo heeft de jobcoach ervaren dat
werkgevers soms eisen stellen met betrekking tot leeftijd, geslacht, Nederlandse
taalbeheersing en dat het soms moeilijk is om jonge alleenstaande moeders naar werk te
bemiddelen. Ook in het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie wordt erkend dat werkgevers
soms onbewuste vooroordelen hebben die leiden tot (gender)stereotypering en
discriminatie.
26
4. Conclusies en aanbevelingen
In dit hoofdstuk worden de conclusies uit voorgaande hoofdstukken samengevat en een
aantal concrete aanbevelingen gegeven om genderstereotypering in het beleid en de
uitvoering daarvan tegen te gaan.
Conclusies
In zowel de probleemanalyse, de beleidsdoelen als de maatregelen valt op dat er niet of
nauwelijks naar gender wordt gekeken. Met andere woorden, het beleid is - met
uitzondering van enkele maatregelen gericht op nuggers, werkgevers en het vergroten van
de financiële onafhankelijkheid van vrouwen - grotendeels genderneutraal. Toch blijkt uit
onderzoek dat gender wel degelijk een rol speelt op het terrein van werk en participatie. Ten
eerste beïnvloeden (onbewuste aanwezige) genderstereotypen de keuzes die mensen willen
of kunnen maken, doordat genderstereotypen tot maatschappelijke normen leiden over wat
mannen en vrouwen ‘horen te doen’. Ten tweede blijkt dat er verschillen zijn in het aandeel
mannen en vrouwen dat niet-werkzoekend, werkloos is of bijstand ontvangt. Deze
verschillen haken in op andere kenmerken, zoals migratieachtergrond, opleidingsniveau,
leeftijd en huishouden. Ten derde toont onderzoek een landelijke trend aan waarbij mannen
en vrouwen verschillen als het gaat om onder andere de motivatie en belemmeringen die zij
ervaren bij hun re-integratie.
Doordat het beleid grotendeels genderneutraal is geformuleerd, lijken er geen
genderstereotypen te worden gehanteerd of versterkt. Het betekent echter ook dat
genderstereotypen niet actief worden bestreden en dat bestaande genderstereotypen
onverlet hun vrije loop kunnen gaan. Dit heeft voor de probleemanalyse, de beleidsdoelen
en de maatregelen verschillende gevolgen.
In de probleemanalyse wordt daardoor geen rekening gehouden met het feit dat mannen en
vrouwen verschillende mogelijkheden en beperkingen kunnen ervaren om mee te kunnen
doen op een manier die past bij hun talenten en mogelijkheden, en dat deze kunnen worden
beïnvloed door genderstereotypen.
Als het gaat om de beleidsdoelen, heeft de genderneutrale benadering tot gevolg dat de
verschillende uitgangsposities van mannen en vrouwen die van invloed is op de afstand tot
de arbeidsmarkt niet wordt gezien. Dit aspect lijkt niet te worden betrokken bij het
vaststellen van de doelgroepen die voorrang krijgen. Toch blijkt dat vrouwen met een
migratieachtergrond een relatief grote kans hebben om in de bijstand terecht te komen.
27
Dat bijstand wordt toegekend op huishoudniveau, heeft twee gevolgen voor paren in de
bijstand. Allereerst wordt de uitkering op naam van één van beide partners geregistreerd,
waardoor het stereotype van de man als kostwinner ertoe kan leiden dat registratie vaker op
naam van de man gebeurt. Ten tweede kan het doel van verlagen van de kosten van de
bijstandsbegroting ertoe leiden dat er een focus ontstaat op het re-integreren van degene
die de minste afstand tot de arbeidsmarkt heeft, met als gevolg dat er voor de andere
partner minder ambitieus wordt ingezet. Vanuit heersende stereotypen zou dit ertoe
kunnen leiden dat met name aan mannen re-integratietrajecten en aan de vrouwelijke
partner participatietrajecten worden aangeboden, een mechanisme dat (onbewust)
versterkt zou kunnen worden door registratie van de uitkering op naam van de man.
Bovendien leidt de registratie op huishoudniveau ertoe dat primaire rapportage ook op
huishoudniveau gebeurt, hetgeen analyses op individueel niveau, o.a. op het gebied van
uitstroom uit de bijstand, bemoeilijkt. Het kruisen met de gegevens op individueel niveau uit
andere bestanden blijkt namelijk erg arbeidsintensief.
Bij de maatregelen heeft genderneutraal beleid zowel gevolgen voor het pakket van
maatregelen, als voor de uitvoering van beleid. Zo valt op dat een relatief groot deel van de
aangeboden leerstages en voorschakeltrajecten uit de Instrumentenwaaier is gericht op
stereotiep mannelijke beroepen. Verder is een aantal van de aangeboden instrumenten niet
toegankelijk voor uitkeringsgerechtigden zonder eigen vervoer of met zorgtaken. Ondanks
dat de gemeente Amsterdam ondersteuning biedt in gevallen waar de Wet Kinderopvang
van toepassing is, voldoen niet alle instrumenten aan de vereisten van de Belastingdienst en
moet kinderopvang informeel worden geregeld. Daarnaast worden er relatief weinig
instrumenten aangeboden die het makkelijker maken om zorg en betaalde arbeid te
combineren. Dit betekent dat de instrumenten niet goed aansluiten bij de behoeften van
alleenstaande ouders.
Voor wat betreft de uitvoering van het beleid, ligt de focus op het “arbeidsfit? maken van de
cliënt waarbij de motivatie van de cliënt centraal staat en maatwerk de inzet is. Dit kan
zowel leiden tot het bevestigen als het doorbreken van genderstereotypen. Het zoeken naar
mogelijkheden voor iedere cliënt om op de arbeidsmarkt in te stromen en het feit dat na 6
maanden “alle arbeid passend” is kan leiden tot het doorbreken van stereotypen. Als de
uitkeringsgerechtigde counter-stereotype keuzes maakt om tot de arbeidsmarkt toe te
treden, zullen die door de gemeente worden ondersteund. Tegelijkertijd bestaat de kans dat
stereotypen die bij uitvoerende ambtenaren en uitkeringsgerechtigden aanwezig zijn, ertoe
leiden dat bepaalde opties niet worden overwogen. In dat geval krijgen stereotypen de vrije
loop.
De genderstereotypen van (potentiële) werkgevers beïnvloeden de mogelijkheden van
klanten om uit te stromen. De gemeente Amsterdam zet weliswaar in op het tegengaan van
discriminatie door werkgevers en het zich openstellen voor werknemers die niet perfect in
28
het profiel passen, maar doet dit nauwelijks op het gebied van gender. Zo wordt in het
Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie algemeen ingezet op het voorkomen en bestrijden
van discriminatie door werkgevers, maar zijn er geen specifieke maatregelen tegen
discriminatie op basis van gender.
Of de genderstereotypen die de vrije loop krijgen met dit genderneutale beleid
daadwerkelijke effecten hebben, valt op basis van de beschikbare data van de gemeente
Amsterdam niet eenduidig vast te stellen.
Aanbevelingen
Om ongewenste effecten van onbewuste genderstereotypering in (de uitvoering van) het
participatie- en re-integratiebeleid van de gemeente Amsterdam tegen te gaan, doen wij de
volgende aanbevelingen.
e Verzamelen analyseer data met betrekking tot gender consequent en systematisch,
en pas indien nodig beleid en/of uitvoering aan:
o Zorg dat de achtergrondkenmerken van cliënten niet alleen in hun
persoonlijke dossier staan, maar dat deze ook op statistisch niveau
beschikbaar, bruikbaar en gemakkelijk opvraagbaar zijn.
o Gebruik deze gegevens om actief en op intersectionele wijze te monitoren of
bepaalde groepen structureel oververtegenwoordigd zijn in het klantbestand,
of ondervertegenwoordigd zijn bij de uitstroom (naar werk). Let hierbij onder
andere ook op de genderverhoudingen bij a) de groepen die voorrang krijgen,
b) de inzet van participatie- en re-integratietrajecten, alsook welke
instrumenten worden ingezet c) het aantal contacturen met klantmanagers,
en d) uitstroom en reden van uitstroom.
o Splits data die op huishoudniveau worden verzameld met betrekking tot
aanvraag en uitstroom uit naar individueel niveau, zodat het bij paren
gemakkelijker wordt om vast te stellen welke partner uitstroomt naar werk en
welke partner hierdoor uitstroomt als nugger.
e Gebruik de verzamelde data bij de aanpassing van bestaand, of formulering van
nieuw beleid:
o Hou in de probleemanalyse rekening met de verschillende uitgangspositie van
mannen en vrouwen, vanuit een intersectioneel perspectief. Breng specifieke
belemmeringen voor diverse groepen van vrouwen en mannen in kaart.
Analyseer of bepaalde groepen oververtegenwoordigd zijn.
o Bepaal of er beleidsdoelen voor specifieke groepen van mannen of vrouwen
moeten worden gesteld. Neem mee of bepaalde groepen
oververtegenwoordigd zijn en specifieke aandacht behoeven.
29
e Omdat de intakers, klantmanagers, en andere uitvoerders van het beleid op basis van
hun expertise veel verantwoordelijkheid en vrijheid hebben in de uitvoering van hun
vak, is het belangrijk om hen de middelen in handen te geven om dit zo goed
mogelijk te doen. Train daarom ambtenaren in gender- en cultuursensitief werken:
o Maak ambtenaren bewust van hun valkuilen met betrekking tot
genderstereotypering om te voorkomen dat zij mogelijk genderstereotiep
handelen. Het zal hen in staat stellen genderstereotypen aan de kant van de
cliënt te herkennen en weg te nemen en ertoe leiden dat zij beter doorvragen
naar specifieke beperkingen die een cliënt ondervindt.
o Verduurzaam het aanbod ter ondersteuning van transgender cliënten door
ook in de toekomst nieuwe klantmanagers hierop te trainen.
e Zorg voor een divers aanbod aan instrumenten, zodat deze tegemoetkomen aan de
behoeften van alle verschillende uitkeringsgerechtigden:
o Voorkom dat o.a. leerstages en voorschakeltrajecten met name zijn gericht op
stereotiep mannelijke of stereotiep vrouwelijke beroepen. Omdat deze
voortrajecten met name ontwikkeld worden naar de behoefte van de
arbeidsmarkt, zou de gemeente kunnen overwegen de insteek om te draaien:
uitgaan van de opleiding van uitkeringsgerechtigden en kijken of hier een
vraag voor ontwikkeld kan worden. De gemeente doet dit al voor mensen met
grote afstand tot de arbeidsmarkt, maar zou dit uit kunnen breiden voor
bepaalde beroepsgroepen.
o Op dit moment zijn er nauwelijks maatregelen en instrumenten die de
belemmeringen in het combineren van huishouden/zorg wegnemen, hetgeen
waarschijnlijk vaker vrouwen treft. Het zou goed zijn als de gemeente dit
aanbod verder uitbreidt.
o Neem instrumenten ter ondersteuning van transgender cliënten duurzaam op
in de Instrumentenwaaier.
e Bied bij de instrumenten die niet in aanmerking komen voor kinderopvangvergoeding
van het rijk, (bijna) gratis kinderopvangfaciliteiten aan, om cliënten in staat te stellen
hun participatie of re-integratietraject te combineren met de zorg voor kinderen.
30
Bronnen
Boss, E. (2018). Ondersteuning van LHBTI-inwoners binnen het sociaal domein. Utrecht:
Movisie. Geraadpleegd van https://www.movisie.nl/publicatie/ondersteuning-Ihbti-
inwoners-binnen-sociaal-domein
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020a). Begrippen: Werkloos. Geraadpleegd van
https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/begrippen?tab=witid=werkloos
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020b). Begrippen: Niet-uitkeringsgerechtigde (in het
kader van de Participatiewet). Geraadpleegd van https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-
diensten/methoden/begrippen?tab=ntid=niet-uitkeringsgerechtigde--in-het-kader-van-de-
participatiewet-—
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020c). StatLine datasets via thema: Arbeid en sociale
zekerheid. Den Haag/Heerlen. Geraadpleegd van
https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/navigatieScherm/thema?themaNr=50750
De Blank, M., & Holla, S. (2020). Factsheet: Genderstereotypering in werk, zorg en onderwijs.
Amsterdam: Atria. Geraadpleegd van https://hdl.handle.net/11653/book116218
De Graaf-Zijl, M., Josten, E., Boeters, S., Eggink, E., Bolhaar, J., Ooms, |, den Ouden, A, &
Woittiez, |. (2015). De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025. Den Haag: CPB & SCP.
Geraadpleegd van https://www.cpb.nl/publicatie/de-onderkant-van-de-arbeidsmarkt-in-
2025
Deyl, C., Ruitenberg, J., Stouten, J., & Zuurbier, H. (2016). Mannen en vrouwen in de sociale
zekerheid. Den Haag: Inspectie SZW. Geraadpleegd van
https://www.inspectieszw.nl/publicaties/rapporten/2016/12/15/mannen-en-vrouwen-in-
de-sociale-zekerheid
Deyl, C., Ruitenberg, J., Stouten, J., & Zuurbier, H. (2017, 10 januari). Vrouwen stromen
minder vaak uit naar werk. Sociale Vraagstukken. Geraadpleegd van
https://www.socialevraagstukken.nl/vrouwen-stromen-minder-vaak-uit-naar-werk/
Doove, S., Dill, A, Joosten, M., & Rouw, B. (2018a). Langdurig in de bijstand [tabellenset].
Den Haag: CBS. Geraadpleegd van https://www.chbs.nl/nl-nl/maatwerk/2018/36/langdurig-
in-de-bijstand
Doove, S., Dill, A., Joosten, M., & Rouw, B. (2018b). Uitstroom uit de langdurige bijstand. Den
Haag: CBS. Geraadpleegd van
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/uitstroom-uit-de-
langdurige-bijstand-cbs
31
EIGE. (2019). Gender Equality Index 2019. Work-life balance. Luxemburg: Publications Office
of the European Union. Geraadpleegd van https://eige.europa.eu/publications/gender-
equality-index-2019-report
Kuyper, L. (2017). Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP. Geraadpleegd van
https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2017/05/09/transgender-personen-in-nederland
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (2019). Factsheet verschillen
arbeidsmarkt, uitkeringen en re-integratie mannen en vrouwen. Den Haag: Rijksoverheid.
https://www.kennisplatformwerkeninkomen.nl/documenten/rapporten/2020/02/14/fact-
sheet-man-vrouw-verschillen-arbeidsmarkt-uitkeringen-en-re-integratie
OIS Amsterdam. (2018). Monitor Vrouwenemancipatie 2017. Gemeente Amsterdam.
Geraadpleegd van https://data.amsterdam.nl/artikelen/artikel/monitor-
vrouwenemancipatie-2017-de-positie-van-amsterdamse-vrouwen/8d9a2d47-8f70-421a-
abef-d6abe7bae2ee/
OIS Amsterdam. (2019). Amsterdam in cijfers, Jaarboek 2019. Gemeente Amsterdam.
Geraadpleegd van https://data.amsterdam.nl/publicaties/publicatie/amsterdam-in-cijfers-
2019/b27fc8e9-2c05-40ae-8fce-5738016a5be3/
OIS Amsterdam (2020, te verschijnen). Uitstroom uit de bijstand 2016-2018. Gemeente
Amsterdam.
Portegijs, W., & van den Brakel, M. (2018). Emancipatiemonitor 2018. Den Haag: CBS & SCP.
Geraadpleegd van https://www.chbs.nl/nl-nl/publicatie/2018/50/emancipatiemonitor-2018
Rud, |., Nesseler, C., Groot, W., & Maassen van den Brink, H. (2018). Onderwijs- en
Arbeidsmarktmonitor 2017. Metropoolregio Amsterdam. Geraadpleegd van
https://www.amsterdameconomicboard.com/app/uploads/2018/09/Onderwijs-en-
Arbeidsmarktmonitor2017.pdf
Sol, C. C. A. M., Glebbeek, A. C., Edzes, A. J. E., Busschers, l., de Bok, H. I., Engelsman, J. S., &
Nysten, C. E. R. (2011). ‘Fit or Unfit': Naar expliciete re-integratie theorieën. Universiteit van
Amsterdam. Geraadpleegd van
http://www. verbeteronderzoek.nl/uploaded files/publications/RVO5-web-1.pdf
Stavenuiter, M., Kahmann, M., Kok. E., van Mourik, K., Out, M., & de Gruijter, M. (2020). Re-
integratie van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Utrecht: Verwey-Jonker
Instituut & Movisie. Geraadpleegd van https://www.verwey-jonker.nl/publicaties/2020/re-
integratie-van-vrouwen-met-een-afstand-tot-de-arbeidsmarkt
32
Van Beek, A., & Pouwels, B. (2017). Gelijke beloning verzekerd? Gelijke beloning van mannen
en vrouwen bij verzekeringsorganisaties. Utrecht: College voor de Rechten van de Mens.
Geraadpleegd van https://mensenrechten.nl/nl/publicatie/5b46fce2748c2212a54517ed
Van Echtelt, P., Sadiraj, K., Hoff, S., Muns, S., Karpinska, K., Das, D., & Versantvoort, M.
(2019). Eindevaluatie van de Participatiewet. Den Haag: SCP. Geraadpleegd van
https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2019/11/19/eindevaluatie-van-de-
participatiewet
33
ADDENDUM
Door de vragen die tijdens het uitvoeren van deze genderscan naar voren kwamen, is door OIS aanvullend onderzoek gedaan naar de samenstelling van het
bijstandsbestand van de gemeente Amsterdam. Deze informatie is daardoor niet meegenomen in de analyse van de huidige genderscan. Het betreft informatie
over de samenstelling van het bijstandsbestand naar gender en informatie over de uitstroom uit de uitkering naar betaald werk, naar gender. Hieronder een
overzicht van de cijfers.
A. Samenstelling bestand naar gender (1-1-2020)
Tabel 1: Niet-uitkeringsgerechtigden (NUG) naar gender
| Aantal | _ % |
Man | 58 | 36 |
Vrouw | 101 | 64 |
Het is belangrijk vast te stellen dat dit alleen de Nuggers zijn die in het bijstandsbestand van de gemeente zijn opgenomen omdat zij een re-integratie- of
participatie-traject volgen, en niet alle Nuggers in de gemeente Amsterdam. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat de gender-verhouding van alle
Nuggers in de gemeente is, en of dit correleert met de gender-verhouding van Nuggers in het bijstandsbestand.
Tabel 2: Samenstelling van het bijstandsbestand naar gender en huishoudsamenstelling
Samenstelling Paar zonder Paar met Eenoudergezin Alleenstaand Overig Tehuisbewoner Totaal*
huishouden kinderen kinderen
| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man _| 1370 3735 1108 12810 | 63 | 148 | 66 | 766 | 70 | 19937 | 49 |
1044 3751 8325 7611 21132
2414 7486 9433 20421 1092 41069
* Het betreft het totaal aantal individueel rechthebbende uitkeringsgerechtigden. Bij een huishouden kan het dus gaan om een hoofdaanvrager, rechthebbende partner en rechthebbend kind.
Opvallend is dat de eenoudergezinnen voornamelijk uit vrouwen bestaan en de alleenstaanden voor bijna twee derde uit mannen.
34
Tabel 3: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en positie in het huishouden
Hoofd van Overig Huishoudtype Totaal
huishouden onbekend
| Aantal | % Aantal} _% | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man __| 17073 1055 | 71 | 897 | 69 | 40 | 62 | 19977 | 49 |
16667 | 49 | 3647 | 80 | 426 | 29 | 402 | 31 | 25 | 38 | 21157
33730 4559 1481 1299 41134
* Dit zijn volwassen kinderen die bijstandsgerechtigd zijn en als thuiswonend kind in een huishouden staan aangemerkt.
Het hoge aantal mannelijke kinderen is opvallend, het is interessant om verder te onderzoeken hoe dit wordt veroorzaakt. Het hoge aantal vrouwelijke
partners bevestigt de vaststelling dat in geval van uitkeringen bij paren, de man vaak de hoofdaanvrager is.
Tabel 4: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en migratieachtergrond
Herkomst Niet-westers allochtoon Westers allochtoon Autochtoon Onbekend
Aantal | __ % | __ Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man | 13941 1627 4369 | 54 | 40 | 62 | 19977 | 49 |
15571 1859 3702 | 46 | 25 | 38 | 21157
29512 3486 8071 41134
Zoals in de genderscan aangegeven blijkt dat bij autochtone Nederlanders meer mannen een bijstandsuitkering ontvangen en dat dit bij allochtone
Nederlanders dit iets vaker vrouwen zijn.
Tabel 5: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en type migratieachtergrond
Herkomst ___| Onbekend geen migratieachtergrond
| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | ____ Aantad | % | Aantal | % |
Man ___| 40 | 62 | 12467 | 46 | 3177 4273 19977 | 49 |
14414 3107 | 49 | 3611 46 _| 21157
26901 6234 7884 41134
In de genderscan is het onderscheid naar eerste of tweede generatie migranten niet meegenomen, maar hier zijn ook enige verschillen tussen de generaties
waarneembaar.
35
Tabel 6: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en leeftijdscategorie
Leeftijdscategorie 1824 | 2534 | 3544 | 4554 | 5564 | 65+ | Onbekend
[Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man __| ot | 58 | 3017 | 49 | 3720 5480 6172 | 52 | 668 | 53 | 9 | 64 | 19977 | 49
3116 4982 6074 5742 | 48 | 582 | 47 | 5 | 36 | 21157
1567 6133 8702 11554 11914 1250 41134
Zoals de scan aangeeft zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de leeftijd van 35-54 jaar, en mannen in de leeftijd onder de 25 en boven de 55 jaar.
Tabel 7: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en opleidingsniveau
Hoogst genoten opleiding Middelbaar Onbekend
| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man ____________| 11087 4955 2015 1920 _49 | 19977 | 49 |
12399 4975 1816 1967 21157
23486 9930 3831 3887 41134
Vrouwen zijn iets oververtegenwoordigd in de groep met een lage opleiding en mannen in de groep met een hoge opleiding, hetgeen verklaard zou kunnen
worden doordat met name oudere vrouwen lager zijn opgeleid dan mannen. Het zou interessant zijn deze aanname te checken.
Tabel 8: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en perspectief op werk
Trede* |___On 4DÚÛÚj|ÓÓ5jÛTÚ| Totaal |
__| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal} % | Aantal | % |
Man __ | 1229 5646 8706 2538 1059 19977 | 49 |
1227 5506 | 49 | 11316 1993 | 44 | 625 | 37 | 490 | 38 | 21157
2456 11152 20022 4531 1684 1289 41134
* Hoe lager de trede, hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt. Bij een hoge trede kan de klant richting werk worden begeleid.
Het hoge percentage vrouwen dat ingedeeld is in trede 2, is in lijn met de bevinding dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand en dat zij vaker
langdurig gebruik maken van de bijstand.
36
B. Duurzame uitstroom naar betaald werk (boven bijstandsniveau)
Deze gegevens over de gemeente Amsterdam zijn afkomstig van het CBS en gaan over de periode 2016-2018. CBS-data worden uit verschillende bestanden
gegenereerd en geven daardoor een situatie weer van circa 6 maanden geleden. Omdat duurzame uitstroom geldt vanaf 6 maanden, betekent dat deze cijfers
refereren naar degenen die circa een jaar geleden zijn uitgestroomd.
Door de uitstroomgegevens te vergelijken met de samenstelling van het gehele bestand van uitkeringsgerechtigden, kan een analyse worden gemaakt van
welke groepen mannen en vrouwen achterblijven in uitstroom.
Tabel 9a: Uitstroom naar betaald werk naar gender en type huishouden
| Samenstelling huishouden |_ Instituut | Alleenstaande | Paar zonder kinderen | Paar met kinderen | Eenoudergezin | Overig | Totaal |
| Aantal] % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal| % | Aantal} % |
Man ________| 530 | 82 | 4580 | 71 | 1000 | 62 | 1800 | 63 | 1040 | 29 | 170 | 59 | 9110 | 59 |
Tabel 9b: idem maar anders gepercenteerd
| Samenstelling huishouden |_ Instituut | Alleenstaande | Paar zonder kinderen | Paar met kinderen | Eenoudergezin | Overig | Totaal |
| Aantal] % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal| % | Aantal} % |
Man | 530 | | 4580 | | 1000 | | 1800 | | 1040 | | 170 | | 9110 } 59 |
Vrouw______________| 120 | | 1920 | | 610 | | 1060 | | 2500 | | 70 | | 6280 | 41 |
Totaal_______| 650 | 4 | 6490 | 42 | 1610 | 10 | 2860 | 19 | 3540 | 23 | 240 | 2 | 15390 | 100|
Tabel 10: Uitstroom naar betaald werk naar gender en migratieachtergrond
a
Antillen en westerse Westerse
Aruba landen landen
_|Aantal| % [Aantal % |Aantal| % |Aantal| % |Aantal| % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal} % |
Man __| 340 | 76 | 2050 | 57 | 1220 | 63 | 570 | 61} 1480 | 50 | 310 | 53 | 1730 | 70 | 740 | 50 | 9440 | 60 |
Vrouw | 120 | 27 | 1550 | 43 | 710 | 37} 370 | 39 | 1470 | 50 | 270 | 47 | 1160 | 30 | 750 | 50 | 6400 | 40 |
Totaal | 450 |100| 3600 | 100} 1930 | 100} 940 |100) 2950 |100) 580 | 100 | 3890 | 100 | 1490 | 100 | 15850 | 100 |
37
Tabel 11: Uitstroom naar betaald werk naar gender en leeftijd
|leeftijdscategorie | 1826 | 2731 | 3239 | 4049 | 5059 | 6066 | Totaal |
| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Man ____| 1840 | 60 | 1720 | 58 | 2040 | 58 | 2020 | 60 | 1490 | 62 | 330 | 63 | 9440 | 60 |
Vrouw _____| 1240 | 40 | 1240 | 42 | 1450 | 41 | 1370 | 40 | 900 | 38 | 190 | 37 | 6400 | 40 |
Tabel 12: Uitstroom naar betaald werk naar gender en opleidingsniveau
| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | __% | Aantal | % |
Man ____________} 4380 | 67 | 3060 | 53 | 1600 | 54 | 400 | 63 | 9440 | 60 |
Vrouw} 2120 | 33 | 2670 | 47 | 1390 | 46 | 230 | 37 | 6400 | 40 |
38
Werk.en.de Toekomst
Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding
Werk.en.de Toekomst zet zich in voor het doorbreken van genderstereotypering in het
onderwijs en op de arbeidsmarkt en het verbeteren van de mogelijkheden om werk, zorg en
leren met elkaar te combineren.
Werk.en.de Toekomst is een samenwerking van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en
vrouwengeschiedenis, Emancipator, de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) en VHTO,
Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek en wordt gesteund door het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 32
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Ernsting inzake Fietsroute Nieuwmarkt: Touringcars
weren
Onderwerp
Fietsroute Nieuwmarkt: Touringcars weren
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de fietsroute Nieuwmarkt
Overwegende dat
e De afslaande touringcars op de Jodenbreestraat naar de Nieuwe Uilenburgerstraat voor
onveiligheid zorgen voor fietsers en voetgangers
e Volgens de agenda touringcar vanaf 2022 touringcars niet meer welkom zijn inde Joden-
breestraat
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Vaart te zetten achter de uitvoering van de agenda touringcar en de fietsroute zoveel mogelijk
touringcarvrij te maken.
Indiener
Z.D. Ernsting
| Motie | 1 | discard |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 1 maart 2022
Portefeuille(s) Wonen
Portefeuillehouder(s): _ J. Wedemeijer
Behandeld door Directie Wonen, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 816 van het lid Kili (DENK) inzake een lobby om huurders
meer rechten te geven om achterstallig onderhoud in de woning in de praktijk
beter af te dwingen
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 2 december 2022 heeft uw raad bij de behandeling
van agendapunt 34 (Expertmeeting over kwaliteit huurwoningen in Amsterdam) motie 816 van het
lid Kilig (DENK) inzake een lobby om huurders meer rechten te geven om achterstallig onderhoud
in de praktijk beter af te dwingen aangenomen.
In de motie wordt het college gevraagd:
Een lobby te starten richting het Rijk om huurders meer rechten te geven om achterstallig
onderhoud in de woning in de praktijk beter af te dwingen.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Te vaak komen slechte huurwoningen voor in Amsterdam. Er is sprake van loden leidingen,
schimmel, slechte installaties, tocht en hoge stookkosten. Huurders zijn soms onvoldoende op de
hoogte van wat zijn of haar rechten zijn of durven niet altijd naar de Huurcommissie te stappen. De
huurder die wel naar de Huurcommissie stapt, krijgt te maken met lange doorlooptijden. De
Huurcommissie kampt volgens de nationale ombudsman met slechte bereikbaarheid, lange
wachttijden en er is sprake van matige communicatie*. Tevens is de Huurcommissie alleen
toegankelijk voor huurders in de sociale sector. Verder krijgt alleen de huurder van een slechte
woning die de gehele procedure (van soms jaren) doorloopt, een huurverlaging toegekend. Dit is
echter geen waarborg dat het achterstallig onderhoud wordt verholpen. Voor sommige huurders
is de opgelegde huurverlaging reden om zich neer te leggen bij de slechte, vaak ongezonde
woning en geen verdere stappen te ondernemen. Daarbij vraagt een vervolgstap naar de rechter
onzekerheid, tijd, kosten en juridische kennis, die in veel gevallen ontbreekt. Met als gevolg dat
* Bron: https:/www.nationaleombudsman.nl{nieuws{2021/huurcommissie-kampt-nog-steeds-met-
slechte-bereikbaarheid-lange-wachttijden-en-matige
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022
Pagina 2 van 3
een huurder blijft zitten met het achterstallig onderhoud zoals bijvoorbeeld ziekmakende
schimmel.
Een individuele huurder met klachten over zijn of haar woning stapt daarom niet altijd naar de
Huurcommissie. De motie is er op gericht de positie van de huurder te versterken om achterstallig
onderhoud in de woning af te kunnen dwingen. Daartoe zijn samen met stichting WOON
verbeteringen uitgewerkt die de gang naar de Huurcommissie vereenvoudigen en de positie van
huurders versterkt. Ter bevordering van goed verhuurderschap en het tegengaan van discriminatie
en intimidatie op de woningmarkt is er een nieuwe wet in de maak: de Wet goed verhuurderschap.
Het wetsvoorstel is nog in voorontwerp en het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties is onder andere met de gemeente Amsterdam hierover en andere aspecten van
goed verhuurderschap, in gesprek. De gemeente Amsterdam zal in deze gesprekken het Rijk
oproepen om de gang naar de Huurcommissie te vereenvoudigen en de positie van alle huurders
te versterken door onder meer:
1. De drempel voor een huurder om naar de huurcommissie te stappen te verlagen. Door het
vereenvoudigen en versnellen van de start van de procedure en de bewijslast in sommige
situaties om te keren.
2. Onderhoudsgebreken voorrang te geven bij de Huurcommissie. Het is belangrijk voor de
gezondheid van de bewoner dat een woning goed onderhouden is en dat daarom deze
verzoeken als eerst opgepakt worden.
3. Huurders meer rechten te geven door meer gebreken, zoals enkel glas en niet goed
functionerende verwarmingsapparaten, op te nemen in het gebrekenboek.
4. Bescherming te bieden aan alle huurders en de Huurcommissie ook voor huurders in de
vrije sector toegankelijk te maken. Mede omdat de groep van niet-professionele
verhuurders (bijv. ex-eigenaar-bewoners die vertrekken en hun achterblijvende woning
gaan verhuren) toe lijkt te nemen.
5. Het verbeteren van de positie van huurders met tijdelijke huurcontracten. Huurders met
tijdelijke huurcontracten durven onderhoudsgebreken vaak niet aan te kaarten.
6. Een waarborging dat achterstallig onderhoud ook na uitspraak van de Huurcommissie
wordt opgelost.
Het college beschouwt hiermee motie 816 als afgehandeld.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Jakob Wedemeijer
Wethouder Bouwen en Wonen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022
Pagina 3 van 3
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
D TTET
Amsterdam
% a ische k Ijfers Amsterd
Ll Ll
> Gn juli en augustus 2020
Hoe staat de Amsterdamse economie er nu voor?
1 Boven Wend
In deze factsheet kijken we naar de ontwikkeling van een vaste set A Ed
indicatoren die de economische situatie in Amsterdam vanuit verschillende FP
invalshoeken weergeven. Omdat sommige cijfers met vertraging Í
beschikbaar komen, zoeken we ook naar de alternatieve indicatoren die een
actueel beeld geven per dag of per week.
Conjunctuurklok Amsterdam, augustus 2020 >> aen 5 E ea
In het tweede kwartaal van 2020 kromp de Amsterdamse economie met tussen m &
de 12 en 14 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019. Deze nieuwe
cijfers van het CBS laten zien dat de economie van Amsterdam harder is
geraakt door de coronacrisis dan de landelijke economie die in dezelfde periode k o
met 9,3 procent kromp. Veel van de bedrijfstakken die het hardst zijn geraakt ni
door de coronacrisis zijn goed vertegenwoordigd in Amsterdam, onder andere Ld
cultuur, reisbemiddeling en horeca. pen
Verschillende indicatoren en de conjunctuurklok laten vanaf het begin van 2020 zien dat het economische " eel
beeld in Amsterdam elke maand verslechtert. In juli en augustus presteren acht van de negen indicatoren A, herelovermachtingen
onder hun langjarige trend. De situatie is verder verslechterd, als het gaat om ww-uitkeringen, passagiers gp mma
en vracht op Schiphol en hotelovernachtingen. Daarnaast laten de recente cijfers van de wereldhandel, de s verkochte woningen
havenoverslag en de woningmarkt de transitie van deze indicatoren van het oranje naar het rode kwadrant al
zien. Dit betekent omslag van hoog- naar laagconjunctuur. 8 hevenoverslag
Vertrouwen
Consumentenvertrouwen
De vertrouwensindicatoren laten in juli-augustus een 8 saldo
gemengd beeld zien. Het ondernemersvertrouwen is
bekend tot en met juli en laat een verbetering zien ten ER EN =nn gen
opzichte van juni. Vooral het oordeel over de
verwachte bedrijvigheid is positiever geworden. ie
Het consumentenvertrouwen is eerst verbeterd in juli,
waarna verslechterd in augustus. Consumenten zijn 16
pessimistischer geworden over de Nederlandse
economie en hun eigen economische situatie. De ie, stemming consumenten over
. . Ss economie verslechterd in augustus
verwachtingen van de toekomstige werkloosheid zijn _E
. -32
toegenomen. De Amsterdamse beurs laat ruim twee jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug
maanden een zijwaartse trend zien. Het aantal 2019 2020
stijgende en dalende fondsen blijft nagenoeg gelijk. Bron: CBS
AEX per week in 2020 Producentenvertrouwen
750 15 saldo
MeT AAlnanuaannen H
afwachtende |
250 periode op de beurs 15
ondernemers minder negatief
over economie in juli
o -30
12 3 4 5 67 8 9 1011121314151617 1819 2021222324252627 28293031 333435 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul
jan feb mrt apr mei jun jul aug 2019 2020
Bron: beurs.nl Bron: CBS
Amsterdamse economie
Schiphol: passagiers en vracht
De impact van het coronavirus op de luchtvaart is te
Passagiers op Schiphol zien in de forse daling van het aantal vluchten,
8 _miljoenen passagiers en vracht op Schiphol. In juli van 2020 is het
passagiersvolume met 80 procent en het
vrachtvolume met 7 procent gedaald ten opzichte van
6 N één jaar eerder.
6,7 miljoen 1,3 miljoen De versoepeling van reisbeperkingen en de start van
. passagiers passagiers het vakantieseizoen hebben ertoe geleid dat het
aantal passagiers in juli met name binnen Europa
begon te stijgen. Gedurende de vakantiemaand juli is
2 het dagelijkse aantal passagiers verdubbeld van
28.000 op 1 juli tot 58.500 op 31 juli. Eind augustus
verwacht Schiphol circa 65.000-80.000 passagiers per
En ke novd eb dag. In hoeverre dit herstel zich doorzet is afhankelijk
: : in : « in |
zoo wrat meid JN ang S&P ON NOVEEE Jen MADE MED JD van hoe het coronavirus zich ontwikkelt.
Bron: Schiphol
Passagiers op Schiphol Vracht op Schiphol
procent verschil ten opzichte van een jaar eerder procent verschil ten opzichte van een jaar eerder
OT Mm TEENE Û
-25 75 Ì Ì Û I Ï
80% minder
"50 passagiers 26 7% minder vracht
75 dan in 2019 -22,5 (ton) dan in 2019
„100 Nm 730
jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul
2019 2020 2019 2020
Bron: Schiphol Bron: Schiphol
Havenoverslag
Havenoverslag
20 procent verschil ten opzichte van een jaar eerder
De overslag in de Amsterdamse haven is in de eerste
zes maanden van 2020 met 12 procent gedaald ten zo
opzichte van dezelfde periode in 2019. De daling in En mn
het eerste kwartaal bedroeg 14 procent en in het o
tweede kwartaal 10 procent. De volumedaling is ok ot In mn
der andere het gevolg van de vraaguitval naar de „10 10% minder overslag (ton)
Keo 9 g . gu dan in 2019
transportbrandstoffen (benzine, kerosine, e.d.)
…. -20
tijdens de lockdown. Daarnaast daalde het volume ew skw zkw war ew skw
steenkool in 2020. 2019 2020
Bron: PTA
Bezoekerseconomie
De versoepeling van de maatregelen en Een andere graadmeter van de bezoekerstoename is
reisbeperkingen heeft positief effect op de toename de stijging van het aantal passanten in de Kalverstraat
van het aantal bezoekers in Amsterdam. In juli en vooral in de maand juli. Om de drukte te beheersen
augustus is meer dan 80 procent van de en de virusverspreiding tegen te gaan voert de
Amsterdamse hotels open en ontvangt gasten. De gemeente vanaf juli aanvullende maatregelen in op
gemiddelde kamerbezetting van de open hotels is verschillende locaties, waaronder de Kalverstraat. In
verdubbeld van 26 procent begin juli tot boven de 50 de eerste weken van augustus bedraagt het
procent begin augustus. Deze bezetting ligt nog bezoekersvolume in de Kalverstraat circa so procent
onder het niveau van juli-augustus 2019 (go procent). van het niveau in 2019. Dit is minder dan in de maand
juli (7o procent).
Kamerbezetting en beschikbaarheid hotels Passanten in de Kalverstraat
100 100 percentage passanten ten opzichte van dezelfde week een jaar eerder
meer dan 80% van ————
75 de hotels is open 75 wekelijks passantenvolume TEA
en ontvangt in augustus gedaald
50 gasten 50
bezetting
25 open hotels 25 I [ Ï | |
ven 50%
‚_ bovenso nnn
1 3 5 7 9 Al 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 Q 10 1112 13 14 1516 17 18 19 20 21 22 2324 25 26 2728 29 30 31 32 33
jan feb mrt apr mei jun jul aug feb mrt apr mei juni jul aug
Bron: VisitorData in opdracht van amsterdam&partners Bron: Crowd Monitoring Systeem Amsterdam
Bedrijvigheid in Amsterdam
Aantal faillissementen in 2020 per week
Begin 2020 telde Amsterdam circa 132.000 "
bedrijfsvestigingen met hierin 581.000 werkzame
personen. In 2019 zijn er 13.000 nieuwe bedrijven
gestart en 118 ondernemingen failliet gegaan. Het
aantal faillissementen tot en met week 33 van 2020 1
bedraagt 191. Dit is een stijging ten opzichte van 2019,
die voorlopig beperkt lijkt te blijven mede dankzij de
financiële steunpakketten van de overheid.
Het hoogste aantal faillissementen was in 2013 (327). °
De gevolgen van de coronacrisis voor het bedrijfsleven
in Amsterdam worden duidelijker na verloop van tijd. | l IJ | l
Een faillissementsprocedure kan na aanvraag 2 á 3 o 1
maanden duren. 1 3 5 7 9 U 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33
jan feb mrt apr mei jun jul aug
Bron: OIS # faillissementen.nl
Werkloosheid
De gevolgen van de coronacrisis zijn vooral in het Het aantal WW-uitkeringen geeft een indicatie van het
tweede en in het begin van het derde kwartaal goed aantal werknemers die buiten hun schuld hun baan
zichtbaar door de snel stijgende werkloosheid. Het zijn kwijtgeraakt. Het aantal bijstandsuitkeringen is
aantal WW-uitkeringen in Amsterdam is in april met 37 een andere indicator die de
procent, in mei met 46 procent, in juni met 54 procent werkloosheidsontwikkelingen aangeeft. In juli 2020 is
en in juli met 61 procent toegenomen ten opzichte van het aantal bijstandsuitkeringen met 1,7% toegenomen
dezelfde maand in 2019. tot 40.387. Dit aantal ligt op het niveau van eind 2018.
Aantal WW-uitkeringen 22.010 Aantal bijstandsuitkeringen
21.000 42.000
21.798
40.387
18.000 40.500 39.729
40.246
15.000 13.705 39.000
12.000 37-500
jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul jan mrt mei _ jul sep nov jan mrt _ mei _ jul
2019 2020 2019 2020
Bron: UWV Bron: WPI
Tozo
Zelfstandige ondernemers die door de coronacrisis
, nt : Aanvragen Tozo per week
financieel in de problemen komen, kunnen gebruik . Tozo 1: maart-mei
… … . . peildatum 24 augustus 2020
maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling Das 41.337 aanvragen
zelfstandig ondernemers, Tozo. Deze uitkering voor 40.000
levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal ee
minimum. Deze regeling gold in eerste instantie voor Tozo 2: juni-september
de maanden maart, april en mei, ‘Tozo 1’. Voorde 30.000 20.504, BENNEN
maanden juni, juli, augustus en september geldt een Ì
iets aangepaste regeling ‘Tozo 2’. Ongeveer 94.000 20.000
Amsterdammers werken als zzp'er, waarvan een deel
mogelijk in aanmerking komt voor Tozo. Gemeente 40.000
Amsterdam heeft in totaal 41.337 aanvragen voor Tozo
1 ontvangen en aan 37.340 Unieke aanvragers één of
. o
meerdere voorschotten toegekend (peildatum 24 1314 1516 17 18 1920 21 22 2324 25 26 27 28 20 30 31 3233 34
augustus 2020). Daarnaast hebben 20.504 unieke mrt __ apr mei jun jul aug
klanten een aanvraag gedaan voor Tozo 2. Bron: WPI
Toelichting en meer informatie… Colofon
data.amsterdam.nl{dossierfeconomie Economische Zaken [Oger 205: ON Lakken at- LOER in SN Lil
data.amsterdam.nl
| Factsheet | 3 | test |
> < Gemeente
% Amsterdam
Ontwikkelstrategie
ArenAPoort 2030
Het stadshart van 1Zuidoost
es | & SS De
Ed iN ie RS 5
“n WU et Ek nz £ —
oe B kN
me Ee eg ee ge” he {
ps En es e SN Ns Pe Se s
ze ne s N Ee $ |
pe Ed ü Ge Ky à Nr
et © S
PO
Concept Ne
Inhoud
1 Samenvatting 3
Inleiding 13
2 Waarom een Ontwikkelstrategie? 18
2.1 De geschiedenis van ArenAPoort 19
2.2 Ruimte voor groei 20
2.3 Gebied met uitdagingen 21
3 Wat is er nodig om ArenAPoort verder te ontwikkelen? 22
3.1 Compleet en verbonden 23
3.2 Een centrum voor iedereen 33
3.3 Goed bereikbaar 42
34 Levendige openbare ruimte 50
3.5 Duurzaam en toekomstbestendig 61
4 Wat gebeurt er per deelgebied? 68
4.1 ArenAPoort West 69
4.2 Amsterdamse Poort 74
4.3 Cumulus Park 80
4,4 Station Amsterdam Bijlmer ArenA 83
5 Uitvoering 85
5.1 Waar gaat op korte termijn gebouwd worden? 86
5.2 Welke ontwikkelingen zitten nog meer in de pijplijn? 86
5.3 Overlast zo veel mogelijk beperken 87
6 Samenwerking en participatie 93
6.1 Samenwerking 95
62 Participatie 96
6.3 Communicatie 101
Bijlage 1 Terugkoppeling participatie startnotitie
ontwikkelstrategie ArenAPoort 102
Bijlage 2 _Adviesrapport ArenAPoort WMS 116
Bijlage 3 _Mobiliteitskaarten (betreft indicatieve kaarten) 117
Bronvermelding 119
Colofon 120
Contact 121
Samenvatting
Ontwikkelstrategie
ArenAPoort
Waarom een ontwikkelstrategie
ArenAPoort?
ArenAPoort is enorm in beweging en ook de komende jaren
staat er veel te gebeuren. Het streven is om 5.700 woningen in het
gebied te bouwen, met de voorzieningen die daarbij horen. Om deze
en vele andere ontwikkelingen in goede banen te leiden, hebben
we als gemeente deze ontwikkelstrategie opgesteld. De ontwikkel-
strategie geeft inzicht in de gemeentelijke visie op ArenAPoort en
beschrijft de bouw- en andere projecten die daar tot 2030 worden
uitgevoerd. Daarnaast is de ontwikkelstrategie het kader waarbinnen
alle ontwikkelingen moeten passen. De gemeente heeft de ontwikkel-
strategie opgesteld, maar zich daarbij ook gebaseerd op de inbreng
van bewoners, bedrijven en andere gebruikers van ArenAPoort.
Omdat de ontwikkelstrategie gepaard gaat met investeringen
in ArenAPoort, en dan vooral in de openbare ruimte, is het investe-
ringsbesluit ArenAPoort 2030 onderdeel van deze ontwikkelstrategie.
Strategie en investeringsbesluit worden samen ter vaststelling
voorgelegd aan de gemeenteraad.
Samen werken aan ArenAPoort
De ontwikkeling van ArenAPoort is een samenwerking tussen
grondeigenaren, ontwikkelende partijen, bedrijven, maatschappelijke
organisaties, bewoners van ArenAPoort en Zuidoost, en de gemeente.
De meeste bouwprojecten worden geïnitieerd en uitgevoerd door
marktpartijen. De gemeente gaat over de projecten in de openbare
ruimte en we waken over de kwaliteit van de gebiedsontwikkeling,
zodat een goed woonmilieu, voldoende maatschappelijke voorzie-
ningen en een goede bereikbaarheid kunnen worden gerealiseerd.
In 2019 heeft een participatietraject plaatsgevonden waarbij
met bewoners van ArenAPoort contact is geweest over wensen,
ideeën en mogelijkheden in ArenAPoort. Met bewoners bedoelen
we hier alle deelnemers die bij een participatieproces kunnen worden
betrokken: inwoners, ondernemers, bezoekers, maatschappelijke
instellingen en andere belanghebbenden.
De ontwikkelstrategie bevat een weergave van dat partici-
patietraject en van hoe we tot nu toe hebben samengewerkt met
bewoners. De ontwikkelstrategie beschrijft ook welke keuzes we
maken, wat er op korte en lange termijn staat te gebeuren, welke
verantwoordelijkheid de gemeente heeft, en waar of wanneer
andere partijen aan zet zijn.
4
Ruimte bieden aan groei
ArenAPoort bestaat uit vier deelgebieden: ArenAPoort West,
Amsterdamse Poort, Cumulus Park en Station Amsterdam Bijlmer
ArenA. ArenAPoort functioneert nu nog vooral als een centrum voor
Zuidoost. In de nieuwe Omgevingsvisie 2050 omarmt de Gemeente
Amsterdam een meerkernige benadering van de stad. Om de binnen-
stad van Amsterdam te ontzien is het belangrijk dat de secundaire
centra in Amsterdam zich verder ontwikkelen. In ArenAPoort is één
van de gebieden waar nadrukkelijk wordt ingezet op groei. Zo worden
er woningen gebouwd, waardoor ArenAPoort een bijdrage levert aan
de ambitie om tot 2050 tenminste 150.000 woningen toe bouwen.
Ook het voorzieningenniveau wordt uitgebreid.
Ee Em oe í IN
el em 5 ME DE, | I | ed A
hg pn Vor NE ee mn |
EN / hw 1d 0 nf | BES
Ee df Í [ Í [ a Eke EE
ee f B \ D pe Sal
We Oe er a NS
ZEN A ee DI
Ee eid ee" _ er
mr gi EU an 2 Í Í Í 1 en KE ke tm Ee si
ler [EP
En “ pk En î pn | w a ri T | L |
| | 1 1 Kr Ee le. | & si LE mmm
ä \ j k ns ä ij pe | En =
u IE en pmen EE FE [ | IE
lek EN en | m Bel gern
8 MON OE ER a PL Dn Eh oe
ARN A EN vi jj | EN
KH } il B | rj Se  5 ij E AN Mn
En Lj NE IN Me BR CE ENE! EL
bite EN arl he PETE eN.
5
Ï el
es er
T Ee IEEE |
hd: prrervggeeere O4
EEN LRE WELLUST AAM AT. at ed
le, Na ij À La Mee Et PE Te Mean
pet BNRE RN Old Senn
INN ERLE BE 14 RS IH
| Ì RE enne
| | í K- | e |
ne: pn Ecu nn. an E k Vp pn verd
Hs Ds alle SR |
al} Pe drin ns Pis, il nr 1 Van AS k meen en a H n 5 kt a
NE WENEN Se s 3 } FA er 1 E. & lt : U en
es he
a aa d
/ p En 5 # N
Veel potentie, maar nog niet op orde
ArenAPoort is een uniek deel van de stad, dat aan weerszijden
van station Amsterdam Bijlmer ArenA ligt. Aan de westzijde van het
spoor herbergt het gebied het grootste uitgaanscentrum van
Nederland, (internationale) kantoren en grootschalige detailhandel.
Aan de oostzijde van het spoor ligt Amsterdamse Poort, met zijn vele
winkels en voorzieningen als de bibliotheek, de multiculturele waren-
markt op het Anton de Komplein, de Shopperhal en de woningen
bovenop het winkelcentrum.
Die ligging aan beide kanten van het spoor plus de combinatie
van grote publiekstrekkers als AFAS Live, Ziggo Dome, de Johan Cruijff
ArenA en Villa ArenA aan de ene kant, en winkelcentrum Amsterdamse
Poort aan de andere kant, is nergens anders in Nederland te vinden.
ArenAPoort is daarmee een belangrijke economische motor van
Amsterdam en de regio.
De covid-19-pandemie laat echter ook daar haar sporen na.
Vóór de pandemie bezochten jaarlijks miljoenen mensen uit de hele
wereld het centrum van Zuidoost. Dit is als gevolg van de pandemie
in korte tijd veranderd, waarbij vooral de evenementenbranche is
getroffen. Het is nog onduidelijk wat de precieze gevolgen zijn voor
de branche in dit gebied. Samen met deze bedrijfstak en andere
belanghebbenden staan we voor de moeilijke opgave om door deze
tijd heen te komen en de effecten van de pandemie zo veel mogelijk
te beperken.
6
Er ligt nog een andere belangrijke opgave voor ArenAPoort:
het gebied moet één geheel worden, want nu beleven mensen het
gebied nog niet als zodanig. Bezoekers van de grote evenementen
aan de westkant weten vaak niet dat er een winkelcentrum en woon-
gebied aan de oostzijde van het spoor ligt. Omgekeerd worden
bezoekers van Amsterdamse Poort zelden verleid om het dagje
winkelen uit te breiden met een bezoek aan Decathlon of Villa ArenA
aan de westkant van het spoor.
Ook de openbare ruimte moet aangepakt worden. De straten
en pleinen zijn nu nog veelal stenig en functioneel ingericht en
nodigen niet uit tot verblijven. Pleinen zijn tijdens piekmomenten heel
druk, maar daarbuiten vaak erg rustig. Om meer kwaliteit en ruimte
te bieden aan de huidige en toekomstige bewoners, werkenden en
bezoekers, willen we de openbare ruimte herinrichten en daarmee
tot een plek maken waar het aangenaam toeven is.
Wat gaat er veranderen?
Wat is er nodig om van ArenAPoort een volwaardig en
aantrekkelijk centrum te maken? Dat zetten we op een rijtje aan
de hand van vijf thema's:
1. Compleet en verbonden
We willen ArenAPoort ontwikkelen tot een centrum waar
mensen graag voor een langere tijd willen wonen en werken en
zich verbonden voelen met ‘hun! plek. Daarom richten we ons in de
eerste plaats op het toevoegen van woningen en zorgen we voor
een goed leefklimaat. Ook met nieuwe gebouwen kunnen we de
samenhang verbeteren tussen de deelgebieden binnen ArenAPoort
en de verbinding met de woon- en werkgebieden eromheen. Verder
willen we vooral de oost- en de westkant van het spoor sterker met
elkaar verbinden.
We streven naar een verhouding van 30% wonen, 30% werken
en 40% voor andere functies zoals winkelen en sporten. Verdichting
(binnen al bebouwd gebied meer woningen, kantoren en andere voor-
zieningen aanbrengen) vindt plaats door transformatie, sloop-nieuw-
bouw en nieuwbouw.
Voor circa 3.700 nieuwe woningen zijn concrete plannen.
Daarnaast is er ruimte om nog eens 2.000 woningen te bouwen.
ArenAPoort blijft wel nadrukkelijk een werkgebied. Ongeveer 100.000
m? kantoorruimte verdwijnt ten behoeve van woningen, maar daar
komt circa 250.000 m? kantoorruimte voor terug. Ook in ArenAPoort
zien we dat kantoorgebouwen en bijbehorende voorzieningen steeds
vaker door meerdere huurders worden gedeeld.
Niet alleen meer woningen, kantoren en functies als winkelen
en vrijetijdsbesteding gaan voor meer levendigheid in ArenAPoort
zorgen, ook de inrichting van plinten speelt daarin een rol. Plinten (het
onderste deel van een gebouw ofwel de begane grond met soms de
eerste verdieping) zijn bepalend voor de uitstraling van een straat of
gebied. Een plint met een bakker, een groentezaak, een sportschool
en een restaurant geeft ‘reuring’, in tegenstelling tot een blinde gevel.
7
Een groot deel van ArenAPoort is aangewezen als hoog-
bouwstimuleringsgebied. Er mag tot maximaal 145 meter worden
gebouwd. Niet alle gebouwen krijgen deze hoogte en hoogbouw
mag niet ten koste gaan van de openbare ruimte en het verblijfs-
klimaat op straat.
2. Een centrum voor iedereen
ArenAPoort wordt een centrum voor iedereen: voor huidige en
nieuwe bewoners, maar ook voor ondernemers, forensen, studenten
en bezoekers. Deelgebied Amsterdamse Poort zou in combinatie
met de Johan Cruijff Boulevard kunnen uitgroeien tot een centrum
met regionale aantrekkingskracht, maar op de eerste plaats moet het
winkelcentrum goed functioneren voor de bewoners uit Zuidoost.
Samen met de eigenaar van het winkelcentrum werken we hard aan
het verbeteren van het winkelgebied. Daarnaast zien we graag dat
er meer goede restaurants, lunchrooms en cafés komen. Ook zijn er
andere ontspanningsmogelijkheden voor de huidige bewoners nodig,
denk aan een buurthuis of (klein) poppodium. Uiteraard komen er
basisvoorzieningen als zorg en onderwijs, maar ook meer groen en
speelplaatsen en, naast concepten voor het nieuwe werken, komt
er ruimte voor start-ups voor (lokale) ondernemers. Bij het ontwik-
kelen van dit alles zorgen we ervoor dat de bijzondere identiteit van
ArenAPoort bewaard blijft.
3. Goed bereikbaar
ArenAPoort behoudt haar uitstekende bereikbaarheid. Het
verkeer gaat vooral schone, betaalbare en gezonde vervoersmiddelen
omvatten. We gaan investeren in betere faciliteiten voor voetgangers
en fietsers, zoals wandelroutes en langeafstandsfietspaden tussen
ArenAPoort en de rest van de stad. Er komen meer fietsenstallingen
en deel/huurconcepten voor auto en fiets. Woon-, werk- en winkel-
gebieden worden zo veel mogelijk autoluw en we zetten in op één
parkeersysteem. De capaciteit van het zo belangrijke openbaar-
vervoersknooppunt in Zuidoost, station Amsterdam Bijlmer ArenA,
zal met de komst van meer bewoners en gebruikers groter moeten
worden; we onderzoeken de mogelijkheden daarvoor. Ook gaan we
het logistieke verkeer voor de winkels, kantoren en evenementen
efficiënter organiseren zodat het goed kan samengaan met de komst
van nieuwe woningen.
4. Levendige openbare ruimte
ArenAPoort heeft straks levendige en sfeervolle pleinen en
straten, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en prettig kunnen
zitten, spelen of sporten. Meer ruimte voor voetgangers ontstaat door
(groene) ruimtes tussen kantoren en onderwijsinstellingen openbaar
toegankelijk te maken. Voor voldoende groen is het woekeren met
de ruimte in het gebied; oplossingen zijn gevelbeplanting en tuinen
op daken van gebouwen. Ook in woongebieden leggen we dak- en
binnentuinen aan. Er komt een nieuw park ten noorden van de Johan
Cruijff ArenA.
Het ‘kralensnoer’ van pleinen, van het Anton de Komplein tot
en met de Passage, ook Lifeline genoemd, krijgt een herkenbare
inrichting en verlichting van hoge kwaliteit. Ook komen er (meer)
winkels, en ruimte voor sport, cultuur en andere evenementen.
8
5. Duurzaam en toekomstbestendig
Energie moet in ArenAPoort zo veel mogelijk duurzaam zijn,
denk aan stads- en aardwarmte. Ontwerp, aanleg, gebruik en beheer
van gebouwen en openbare ruimte moeten bijdragen aan het doel
van energieneutrale netwerken in 2030. We richten ons vooral op
duurzaam vervoer met elektrische deelconcepten voor auto, fiets of
scooter, op het verminderen van hittestress door de aanleg van zo
veel mogelijk groen en op een betere benutting van afval. We zoeken
samenwerking met koplopers, zoals de Johan Cruijff ArenA, die een
smart grid (systeem voor uitwisseling van duurzame energie tussen
gebouwen) en een biovergister aanlegt; de laatste zet het afval van
restaurants, evenementen en het stadsdeelkantoor om in energie.
Willen we onze ambities kunnen waarmaken, dan is samenwerking
met bewoners en bedrijven een vereiste.
Wat gebeurt er per deelgebied?
Per deelgebied leggen we een ander accent:
ArenAPoort West
Evenementen, ontspanning en werk blijven vooropstaan in dit
belangrijke zakencentrum. Uitgangspunt is dat de verdichting niet
ten koste mag gaan van de bereikbaarheid van bedrijven en voorzie-
ningen. De vele evenementen en bezoekers leggen veel beslag op
de openbare ruimte, en dat vraagt om een slim ontwerp daarvan.
Een greep uit de bouwplannen: de eerste woningen in ArenAPoort
West (ca. 300) worden waarschijnlijk in 2021 naast de kantoortoren
op de Dreefkavel gebouwd. Op de bouwkavel naast AFAS Live komt
het Eleven Square (UID), dat bestaat uit woningen (ca. 950), kantoren,
horeca en ontspanning, een hotel en een theater. Aanvang bouw
waarschijnlijk 2022. De woningen in het Eleven Square (UID) en
het Stationskwartier zijn voor bewoners die minder snel last hebben
van de drukte rond evenementen. Verder willen we ruimte bieden
aan veilige en aantrekkelijke routes voor voetgangers, fietsers en
langzaam verkeer, maar er ook op toezien dat bedrijven goed
bereikbaar blijven.
Amsterdamse Poort
Het winkelgebied van Amsterdamse Poort dankt zijn bijzondere
karakter aan de veelkleurigheid van lokaal ondernemerschap. Tel daar
de multiculturele markt (3 x per week) op het Anton de Komplein
bij op, en het is logisch dat de gemeenteraad het winkelcentrum
heeft aangewezen als locatie die kan uitgroeien tot een centrum
met regionale aantrekkingskracht. Winkeleigenaar CBRE is bereid
om (met andere belanghebbenden) te investeren in het gebied.
Door een complete make-over wordt de overdekte Shopperhal een
publiekstrekker en het mengen van wonen, werken en winkelen moet
het winkelcentrumgebied verder verlevendigen. Een groot project
is de transformatie van het Zandkasteel waarin naast de Amsterdam
International Community School (AICS), ca. 300 ruime stadsapparte-
menten, horeca en werkruimtes komen. Nog twee transformatie-
projecten, het Framebuilding en Flierbosdreef 2-12, gaan in 2020 van
start, met een gevarieerd aanbod van sociale huur, middensegment
en vrijesectorwoningen.
9
Cumulus Park
De gemeente, ING, de Hogeschool van Amsterdam (HvA)
en het ROCVA — MBO College Amsterdam Zuidoost (ROC) werken
samen aan een plan om de wisselwerking tussen leren en werken
te versterken. Daarvoor komen er werk- en leerplekken, onder
andere voor start-ups en scale-ups. Ruimte daarvoor bieden het
duurzame nieuwe kantoor van ING en straks ook het gerenoveerde
Financial Plaza.
De Bijlmerdreef wordt heringericht tot groene en duurzame
stadsstraat. Op deze locatie komt ook de Business Campus van de
HvA. Door dit alles kan het Cumulus Park verder uitgroeien tot een
plek van talentontwikkeling en innovatie.
Station Amsterdam Bijlmer ArenA
Als openbaarvervoersknooppunt groeit station Amsterdam
Bijlmer ArenA mee met de ontwikkelingen in ArenAPoort en overig
Zuidoost. Straks moet het station berekend zijn op een toenemend
aantal reizigers. De gemeente kijkt naar de inrichting van de openbare
ruimte rond het station, naar het maken van ruimte voor voetgangers,
fietsers en naar andere voor- en natransportopties zoals Kiss & Ride.
Andere partijen gaan over uitbreidingen binnen het stationsgebouw,
op het spoor en van de dienstregeling.
Woningen, kantoren en winkels moeten straks goed verbonden
zijn met het station, via aantrekkelijke en veilige fietspaden en
wandelroutes.
Rond het Hoekenrodeplein kan hoogbouw komen. In de plinten
van gebouwen zien we graag winkels, horeca en inpandige fietsen-
stallingen. Ook komt er meer groen, betere bewegwijzering en moet
vanaf het station het winkelcentrum Amsterdamse Poort beter
zichtbaar zijn.
Uitvoering
De komende jaren verwachten we veel bouwactiviteiten
in ArenAPoort, waarbij het zwaartepunt ligt tussen 2021 en 2025.
We houden als gemeente regie op de uitvoering en zorgen ervoor
dat het gebied bereikbaar blijft. Toch zal de uitvoering impact hebben
op de mensen, de bedrijven en andere instellingen in het gebied.
Daarom vindt het werk plaats in fases en worden bij bouwprojecten
tijdstip en uitvoering zo veel mogelijk op elkaar afgestemd.
Het streven is dat de straten en pleinen zo veel mogelijk in
dezelfde periode worden heringericht. Alleen als dat écht niet moge-
lijk is, kiezen we voor een tijdelijke inrichting. Uiteraard zorgen we
ervoor dat in de tussentijd het gebied toegankelijk en zo aantrekkelijk
mogelijk blijft. Het leeuwendeel van de herinrichting van de openbare
ruimte wordt uitgevoerd tussen 2025 en 2030.
10
De gemeente werkt in ArenAPoort samen met andere
betrokkenen. Daarnaast zijn er platforms actief die ondernemers,
bewoners en eigenaren verenigen. Als gemeente willen we verder
inzetten op een goede en gestructureerde samenwerking, een wens
die ook uit de participatie naar voren kwam. Er lopen verschillende
trajecten waarin de samenwerking tussen gemeente, bedrijven en
bewoners is geprofessionaliseerd, onder andere rond de thema's
schoon, heel en veilig, en bereikbaarheid.
De participatie, ofwel het betrekken van mensen in het gebied
bij alle ontwikkelingen, wordt voortgezet. De gemeente communi-
ceert via de website en een informatiecentrum, ook is persoonlijk
contact mogelijk via een regelmatig te houden spreekuur in Metro-
polis. We willen mensen helder en eenduidig informeren over alle
werkzaamheden en ontwikkelingen.
SESAME ‚ ee
er ESS EIN SS
a Yum |
sl en pl el iers \ ee
nn en Í en zn HN IN ed
et En E Á B ES Nt
0 se U Nn , Me Se
ar en en Al Eee
ne | n penn el El
ì nn mbh ne
FE f nd nn nt gl
megen 5
Ee Ì = Em ee lr Ere Ln F
ed e a: Ï EL en ee
= TTT Od
Ì en /
ain md th 9
m | : IL Í : ef ä zi
ES lin Bi Tt EE onl
k ed | EE,
_M IE En Bi NN P
4 OENE A NS NN
E | LIS ek » à / IN ne EN A
Í B | ss Ke \ = Lc E dA
nt | ed : Ed DR
ME EP NEN Zn SN
ek Ä af IRS ht Zas 7 a, Ne
Ee = Pr |U ad Npe” Ba en eh
ER } RO 4 me Vn CS
A me OE AEEA EE 4 ij Een
Nn OO ee ZP SER IEN Î Ee
ge" zl Bi 5e en EE LN! et
Ee he ern b sl PME eee) et en ih kN …— ze nen ee)
ne 55 en AD NK
dn Den Ken \ ne B Os iid EEA
re Oe: B EMR TEE 4 |
EER ve ee ENE zal Ee WE A ei
RR : ee 1 mr el
en Deane ZE 5 1 p me
ie ds Ef : RE et El
RE nn TE De Bel BN
min ee er nan ze zo
Be ter de EA
ee eg Ee: TEE nr een E iN ee. À ke ee
In id EN ee we tie mt Bt et he Te eb kn ee Ei ie à
me r VE EIN er L - Ve d ] oe Ds J l
é Ee R rcr tent ei Ee helene et
a Een hehe kl rl he ee LE : É
Tm EE we ee TTE Mer ft ed zet ‚ ke a in
are e= e PE 4 oe rt a par EF: == aken
Eje zee Ti is : Pr 4 Binn en
dl er e à EN ag - Eer Ed
Et f 4 k Te 8 ren É a, De p
- mi MN Ee tee d Pen ee - 5 ze
: in en = à da B
Naber WA ei, det 4
En TTN rn En En oden me
en Eme gee Tr k enk => zin mn a 7 =d re :
DE E eend £ L eN Nek ae eN ) Ne
pe Pe af | ee Ee ;
A De TR ee : el
Ef 6 dl = Ee : = nn uk Mien. k DA
k= 5 == ri me En ee - = eta: . en ke raggen Ee PF ee | |
En oe = er _ 8 he eden N ra + etn ij
ek ee: es kf ed
ee en ai
= 5 Nien en jn me ee .
} 5 a Te ï ee ed er Pe
EN NE htt ien ee Eed = En
ad TE gn! en Ne sl e Ee Ee ie: ‚ : ae
en GU gE ad
Sa hin NO Or Ee hid
ee | d LR " - Te BEN ze nn E kek /
| Jr : 3 \ - en KE _ ee he Er e
' En Ke : en es ne)
EE a zl Ean El tt re de il Dn ann en nn
NN et HO EE EEn K nn
_ En ik a 3 : en Bs er Cri ak ‚« + pe
la ei - —% eld rm n
pe ms Sr Ee = =E ee ei eer En pn ei ä et .
TN bd E Ee ee TT À IE En GESEEEEn af
pr Wer Ee need Er ee ads
En ee er a Sn MEET chkad- r WP
ee EE en gn En en ik Eg: ee ne 7 ec aken hal i
ze F Eg sf En el se eel PR: È E
a PF Ni, le en te en nr. B
ns rn Lm ; Ki knn ee
ed ’ nT AIT En. 1 ed
en od ne Ape ie en ef En ireen
Nt - en ed Ee enten,
Ea SS Pe a pn 7
“Aa ue - Ee Fi - 5 RS Ae |
il AO Ent el gr 4e NT nn ree
en ee: Pin nn en Pe Mt enn en
se gn on Ee al BE nn A
> Ss - er Weg Ee ns i en pe A ers 4 E
ie, en, ol & EN Nd ee
. Nee 7 ke in PE re \ rt.
SN Ea En 7 PN Eee #- re „A ch De: A
en peen ar ie
DET Ee n 4 " Hin zn h je ed
Ee jn h pe _d k 1 Pall Pi TN Ee fr”
Pe Men ws Es l ee 2 & le 4
En : tn et |
En ed ro Talk BE EE jp a fn
hi ze 8 n 4 r Ed n Zn K a AN 5
ee = en Re) En EN en en Kn }
di En ep Erst |
Ea mn B RN
ps ee en : dd Me
p F PE ee sin r eem! aL 7 a 4
0 d p ee 7 FJ t ú Kl
1 ee 4 de =|
Te É E ‚ NS af di u Se | An
. ee En jr er k.
DN. A si EN Ve Aen ee
: e he BEE kn en. ss -
es en Ee | i
ne 1 : r Í Ke Vr n ht en |
Ln rele TE i £ e a die
el Re, EE 2 4 5 , > Ps Ki Dl
: B ee ee Ln ie
B eee : pr ie n | Te =
gi ij dl E E KE nn
eN Ne Ek
pre =| ed ais Ee
E % ee _
12
Inleiding
Ontwikkelstrategie
ArenAPoort
Inleiding
Voor u ligt de ontwikkelstrategie ArenApoort 2030.
Dit document biedt een overzicht van de (bouw)werkzaamheden die
in dit gebied al worden uitgevoerd en nog gaan plaatsvinden. Dat zijn
er vele, want ArenAPoort is sterk in beweging. Zo heeft eind 2019
ING het nieuwe ING-kantoor aan Frankemaheerd plus een horeca-
paviljoen in gebruik genomen, en vanaf de Johan Cruijff Boulevard
is de net vernieuwde Oliphanttoren te zien.
Er gaat nog meer gebouwd worden in ArenAPoort: de
komende jaren komen er ca. 5.700 woningen. Ook de gebieden
rondom ArenAPoort ontwikkelen zich snel. In Amstel Ill worden tot
2040 circa 15.000 woningen gebouwd en in De Nieuwe Kern, ten
noorden van ArenAPoort, komen er 4.500 nieuwe huizen bij. Ook in
de aangrenzende ontwikkelbuurten vindt vernieuwing en verdichting
(binnen al bebouwd gebied meer woningen, kantoren en andere
voorzieningen aanbrengen) plaats.
ArenAPoort zelf bestaat uit vier deelgebieden: ArenAPoort
West, Amsterdamse Poort, Cumulus Park en Station Amsterdam
Bijlmer ArenA.
Aan de oostkant van het spoor, dat dwars door ArenAPoort
loopt, heeft de gemeente geen grond. Aan de westkant heeft de
gemeente nog wel enkele uitgeefbare kavels. De meeste projecten
waar de gemeente momenteel aan werkt zijn geïnitieerd door markt-
partijen; de gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de inrichting
van de openbare ruimte en de bereikbaarheid van het gebied. Daar-
naast ziet de gemeente erop toe dat de kwaliteit van de leefomge-
ving goed blijft. Verder houdt de gemeente overzicht op de plannen,
waarbij niet alleen wordt gelet op het ‘stapelen van stenen’, maar
ook of de ‘zachte! of sociale kant van gebiedsontwikkeling - met
oog voor het welzijn van mensen - wel aan bod komt. De gemeente
gaat daarom actief samenwerken met maatschappelijke instellingen,
zowel binnen als buiten de gemeente, die nodig zijn voor het goed
functioneren van dit vernieuwde stuk stad.
Waarom een ontwikkelstrategie?
Om al deze ontwikkelingen in goede banen te leiden, hebben
we deze ontwikkelstrategie opgesteld: een samenhangende visie op
de toekomst van ArenAPoort waarin duidelijk wordt wat de afspraken,
de maatregelen en de regels zijn en wie verantwoordelijkheid draagt
voor wat.
14
Samen met u
De ontwikkelingen in ArenAPoort zijn niet alleen een zaak van
de gemeente. Ze gaan alle betrokkenen aan, reden waarom er in
2019 een participatieproces heeft plaatsgevonden waarbij we contact
hebben gehad met een groot aantal bewoners, bedrijven, bezoekers
en andere betrokkenen. Dit hebben we gedaan aan de hand van de
startnotitie Ontwikkelstrategie ArenAPoort, het vertrekpunt van deze
ontwikkelstrategie. Maar ook in de jaren daarvoor hebben meerdere
partijen aan plannen gewerkt die nu of in de nabije toekomst worden
uitgevoerd.
De wereldwijde uitbraak van het covid-19-virus heeft uiteraard
ook ArenAPoort geraakt. Kwamen er vóór de pandemie miljoenen
bezoekers naar het gebied, inmiddels hebben de beschermings-
maatregelen de evenementenbranche, een dominante bedrijfstak in
ArenAPoort, lamgelegd. Wat de gevolgen hiervan zijn voor de evene-
mentenondernemers, maar ook voor andere belanghebbenden in het
gebied, is nog onduidelijk.
In deze ontwikkelstrategie kunt u per onderwerp teruglezen wat
tijdens de participatie naar voren is gebracht (zie aparte kadertjes) en
wat we met deze inbreng doen. In Bijlage 1 vindt u het overzicht van
alle inbreng. Daarmee stopt het participatieproces niet, want u heeft nn
ons laten weten betrokken te willen blijven bij de ontwikkelingen: van Weergave
het inbrengen van ideeën tot volledige betrokkenheid bij het verder totstandkoming van
ontwikkelen van ArenAPoort. Verderop in deze ontwikkelstrategie de Ontwikkelstrategie
staat hoe we deze samenwerking willen voortzetten. ArenApoort 2030
Ambitiedocument ArenAPoort 2017
| (1) Stedenbouwkundige visies en masterplannen marktpartijen
1 EE Convenanten en intentieovereenkomsten tussen de gemeente
NU en grondeigenaren
Es Beleidsdocumenten en onderzoeken gemeente Amsterdam
Ed Gebiedsplan stadsdeel Zuidoost
KL A Structuurvisie Amsterdam 2040
Straatinterviews ’
(uni 2019) Á | JL Werkconferentie ArenAPoort
7 et (juni 2019)
NG EN e Website / Stadskrant / sociale media /
a RR JL nieuwsbrief / radio
Pe Zi p ns EN SN
EEP IL
GEERD SES SL
NAS ERDER
E dh)
EES tg DS 5 PS 0
NEA DRIE |
, |
Le NN ON Se ACS 4E
DS PE
EIL SA
OS 4
Ambitiedocument iL SES £
ArenAPoort (2017) RS vs ArenAPoort labdagen
(juli 2019)
Ondernemersbijeenkomst
(juni 2019)
15
Wie doet wat?
Marktpartijen initiëren de meeste bouwprojecten en voeren ze uit.
De gemeente gaat over de projecten in de openbare ruimte en staat voor de
bereikbaarheid en de komst van voldoende maatschappelijke voorzieningen.
De ontwikkelstrategie is het kader waaraan alle ontwikkelingen moeten
voldoen, en beschrijft wie verantwoordelijk is voor wat.
Hoe verder?
De ontwikkelstrategie gaat gepaard met investeringen door de
gemeente. Daarom herzien we ook de, lopende, grondexploitaties voor
ArenAPoort Oost en West. De gemeenteraad stelt de ontwikkelstrategie en
de herziene grondexploitaties vast.
In deze ontwikkelstrategie geven we invulling aan de ambities van het
gemeentebestuur, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente,
en een nieuw geluid’ (Coalitieakkoord Amsterdam 2018). Verder maakt deze
ontwikkelstrategie gebruik van het gebiedsplan Bijlmer-West, dat door het
stadsdeel Zuidoost is vastgesteld.
De vaststelling van de ontwikkelstrategie is een belangrijke mijlpaal
voor ArenAPoort, maar zeker niet het eindpunt. De ontwikkelstrategie is
niet dichtgetimmerd met regels. De volgende stap is het verder uitwerken
van de ambities en de gekozen richting. De volgende documenten geven
meer concrete sturing aan de verdere ontwikkeling van het gebied:
n Masterplan Openbare Ruimte: voor zowel de boven-
als de ondergrond
n Ruimtelijk Kwaliteitskader: overkoepelend voor heel ArenAPoort
mn Programmastrategie voorzieningen: inclusief een strategie
voor de plinten.
Om het gebied goed bereikbaar te houden en waar nodig de bereik-
baarheid te verbeteren, stelt de gemeente ook een mobiliteitsprogramma
voor de hele Zuidoostflank op. De Zuidoostflank is het gebied dat zich EN
globaal uitstrekt van de Gaasperzoom tot het Amstelstation. Dit Mobiliteits- en
programma Zuidoostflank is in 2021 klaar en wordt ter besluitvorming voorge- U elstrate ie
legd aan de gemeenteraad van Amsterdam en van Ouder-Amstel, en aan het van startnotitie or
dagelijks bestuur van de Vervoerregio. De afspraken en maatregelen op het behandeling in de
gebied van verkeer en infrastructuur staan ook in deze ontwikkelstrategie. gemeenteraad.
2 8 8 3 Ee ES 2 8
8 88 6 B ES Fes 88
B ee 8 Sv Ezo HEB SE
SE 225 Eén shdadbde be ger
| Î ei
2019 2020 2021 2022
2 5
= 16
. a
Leeswijzer 0
ie]
D
De ontwikkelstrategie beschrijft wat we voor ogen hebben voor B
ArenAPoort 2030. Eerst per thema, daarna per deelgebied: wat willen 9
we, waarom en hoe gaan we dit bereiken? Ook kunt u lezen wat blijft 3
en wat verandert op de korte en lange termijn. De thema's zijn: Z
n Compleet en verbonden rij
n Een centrum voor iedereen 3
n Goed bereikbaar 8
n Levendige openbare ruimte _
n Duurzaam en toekomstbestendig. 8
mm)
>
Na de inleiding belicht hoofdstuk 2 de positie van een uniek 3
en economisch belangrijk gebied als ArenAPoort. Hoofdstuk 3 gaat | à
in op de maatregelen die nodig zijn om van ArenAPoort een Overzichtskaart 3
aantrekkelijk stedelijk centrum te maken. ArenAPoort omvat vier ArenAPoort ©
deelgebieden. Wat de strategie per deelgebied inhoudt, staat in ArenAPoort bestaat
hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 gaan we in op de uitvoering van alle uit vier deelgebieden:
plannen en wat dat voor u betekent. Hoofdstuk 6 gaat over hoe we ArenAPoort West,
… . . . … Amsterdamse Poort,
tijdens de uitvoering met u willen samenwerken en hoe we u blijven
… . . Cumulus Park en
betrekken bij alle ontwikkelingen. Station Amsterdam
Bijlmer ArenA.
Pe Na EN i Pe a
pe a N NS P
; el ie _ # Pri
a he d Nn # Pri De
ARENAPOORS WEST D Pra
wonen /yerkeribntspannen Ds 0 al
Ë -
bn
A Pr
Arena A
rt Me EUN
Ll AE Eb eer Sid PNL An
Ek.
: a ME,
ee > UD 4 en ==
en Pa NN _ AMSTERONMSE POORT r
a Celal Nd hade Seelsdaid
2 Nan ontspannen
|
de á se : gn
17
Waarom een
Ontwikkelstrategie”?
p KEIN
ArenAPoort heeft alles in zich om uit te groeien tot een levendige
stadswijk waar het goed wonen, werken en uitgaan is. Dit hoofdstuk
beschrijft de geschiedenis van het gebied, en belicht de mogelijkheden
én uitdagingen om van ArenAPoort een aantrekkelijk en goed functione-
rend stedelijk centrum te maken.
2.1 De geschiedenis van ArenAPoort
De geschiedenis van ArenAPoort begint in 1986 met de bouw
van het hoofdkantoor van de NMB-bank, in de volksmond Zandkasteel
genoemd, en met de realisering van het regionale winkelcentrum
Amsterdamse Poort. Het waren voorlopers op het gebied van werken
en winkelen. Zo'n tien jaar later zetten de bouw van de Johan Cruijff
ArenA en de aanleg van de Johan Cruijff Boulevard de trend op het
vlak van grootschalige entertainmentvoorzieningen. Hier verrees het
eerste moderne overdekte stadion voor voetbal en evenementen,
en langs de Boulevard kwamen de eerste megabioscoop, de eerste
Mediamarkt, Decathlon van Nederland en een van de eerste groot-
schalige woonwarenhuizen, Villa ArenA. Ook vestigden AFAS Live en
Ziggo Dome zich hier als de eerste grootschalige concertzalen voor
popmuziek in Nederland. ArenAPoort herbergt daarmee het grootste
uitgaanscentrum van Nederland.
Begin 2020 heeft ING haar nieuwe hoofdkantoor aan de Bijlmer-
dreef geopend. Het complex maakt uit van het Cumulus Park, het
innovatiedistrict Zuidoost waar wordt gewerkt, geleerd en gewoond.
Dit alles heeft geleid tot het ontstaan van een gebied met
de grootste toegevoegde waarde voor de economie van Neder-
land, volgens onderzoek van weekblad Elsevier. Behalve voorloper is
ArenAPoort in economisch opzicht ook nog eens koploper.
Ë Ie x brent B Ligging van ArenAPoort
Et ei Bl tn binnen de Metropoolregio
w 4 Ear Ì ee Amsterdam (MRA).
‚T 5 k En In de Structuurvisie
en d À Amsterdam 2040 (2011) is
[ (A10 en vastgesteld dat ArenAPoort
î 1 rad - samen met de Zuidas en
: „ Ad n E Jen Schiphol - onderdeel is van de
ne Er En Zuidflank van Amsterdam.
ï Zuidas TE De, De Zuidflank onderscheid zich
| Dj be ArenApoort Be door uitstekende bereikbaar-
| CEN “heid en uitstekende verbin-
| ie dingen met de rest van de
et di Schiphol dh Randstad.
Ge Den Haag Utrecht,
: Katterdarn :
19
Inmiddels is het gebied het kloppend hart van Amsterdam Zuid-
oost. Van bewoners uit Zuidoost tot mensen van heinde en verre uit
binnen- en buitenland: jaarlijks bezoeken miljoenen de uitgaans-
gelegenheden in ArenAPoort, dat bovendien kan bogen op een
uitstekende bereikbaarheid - ook iets waarvan de vele bezoekers
profiteren. Anno 2020 telt ArenAPoort circa 1.400 bewoners, en er
werken ongeveer 24.000 mensen in het gebied.
2.2 Ruimte voor groei
Amsterdam groeit hard. Jaarlijks komen er in de stad circa
11.000 inwoners, 10.000 banen en 5.000 woningen bij. De gemeente
maakt ruimte voor deze groei door te verdichten en bebouwd gebied
om te vormen tot gemengde stadswijken. Daar horen dus ook centra
bij waar bewoners terechtkunnen voor werk, boodschappen, zorgen
ontspanning. Deze centra moeten de druk op de binnenstadverlichten
en tegelijkertijd ruimte bieden aan groei.
In Zuidoost is nog veel ruimte voor nieuwbouw. Daarom is het
één van de gebieden in Amsterdam waar in de Omgevingsvisie 2050
wordt ingezet op groei.
Concrete gebieden voor woningbouw zijn De Nieuwe Kern
en Amstel Ill. ArenAPoort heeft een centrale plaats tussen deze
grootschalige ontwikkelingen. Voor circa 60.000 nieuwe bewoners is
ArenAPoort straks de meest nabije plek om boodschappen te doen,
uit eten te gaan, te winkelen en te ontspannen.
Op 17 december 2019 stemde het College van burgemeester
en wethouders in met de notitie Ontwikkelperspectief Stadsdeelcentra.
In deze notitie heeft de gemeente de stadsdeelcentra van de Amster-
damse groeigebieden bekeken op hun huidige functioneren en hun
toekomstperspectief. Conclusie uit de notitie: Amsterdamse Poort
heeft, in combinatie met de grootschalige vrijetijdsvoorzieningen aan
de Johan Cruijff Boulevard, met afstand de beste uitgangspositie om
uit te groeien tot een volwaardig stedelijk centrum met regionale
aantrekkingskracht. Dit is ook te danken aan de combinatie van de
eerder genoemde uitstekende bereikbaarheid en de grote publieks-
trekkers. De culturele uniciteit van ArenAPoort plus de couleur locale
van de Bijlmer maken dat ArenAPoort zich niet alleen als woon- maar
ook als winkelgebied wezenlijk onderscheidt van stads- en winkel-
centra met een vergelijkbaar verzorgingsgebied. Waar de binnenstad
het moet hebben van de historie, en de Zuidas in het zakelijke tot
de top van Europa behoort, heeft ArenAPoort juist een gemêleerd
aanbod voor een brede doelgroep: van jong tot oud, van arm tot rijk
en voor alle culturen een centrum met een eigen identiteit, dat met
zijn tijd mee kan gaan en waar ruimte is voor experiment, educatie
en nieuwe concepten op het gebied van leisure (vrijetijdsbesteding),
winkelen en vervoer.
20
Maar ArenAPoort wordt nog niet beleefd als één samen-
hangend stedelijk centrum. Dit is ook meerdere malen uit de partici-
patie gebleken. In ArenAPoort is het een komen en gaan van kantoor-
personeel, studenten, winkelend publiek en evenementenbezoekers,
maar afgezien van de bewoners in Amsterdamse Poort en in Cumulus
Park, blijft niemand er langere tijd. ArenAPoort is overdag levendig,
soms zelfs erg druk, maar 's avonds en ’s nachts erg stil. Bewoners
uit Zuidoost zeggen zelden in ArenAPoort West en Cumulus Park
te komen, want daar is weinig voor hen te doen, ook hebben deze
gebieden, vinden zij, nauwelijks sfeer.
Wel waarderen bewoners Amsterdamse Poort. Een groot deel
van de bewoners van Zuidoost komt minstens eens per week naar het
winkelcentrum, bijvoorbeeld voor een bezoek aan de markt, om te
winkelen, uit te gaan of om familie en vrienden te ontmoeten.
Amsterdamse Poort kampt echter met criminaliteit, afval op
straat en in de portieken, en geluidsoverlast. Dat is niet alleen heel
vervelend voor de huidige bewoners en bezoekers, daardoor kan
Amsterdamse Poort ook een nieuw publiek niet op een aantrekkelijke
manier welkom heten. De huidige bewoners hebben ook te maken
met sociaal-economische problemen als een laag opleidingsniveau
en een laag inkomen. Ook kampen mensen met eenzaamheid en
psychische problemen.
Ng ER ME OV rig
ge neee | An f £ Se P
Pr AN z Eeen
EN ä If ä | Pa ‚#
== à PEN
€ Ì DE Ie | ole El
SSR Ti Ve 5
mn |E he $ A EO Od 5 5
IMA == Sf i/ B rie en Lln” IE
Î jn me me Pld àl re ik rr 5 | | a |
se pe zijd 8 5 = LIE RR den Nn AN dl
kn hd Ll: KO | # it EA A eee Ni kaki ‚ EN aen
ES 7 rs de SIT NI | NEN
em TIE A IES …. NT WPR Kl |
F mf mie ; Hij er 7 Se | d ' il |
1 ESE IK | dà D E x EIL
Li Al E - 5 Fn \ Ee fl | AO 1
| if mj En io , Kl bj Ei \ ha Ed bete Ì
De’ Je | mm | am [ee #5 Ad | EERE |
ven ed meen emd …& RK % hel hn |
NS KI eiken 3 ij Ar EA 4 ar ill:
pg | en | mn S Ni, = en EN B kh
ER ET ION |
Ei el | | Àl EN
RE B 0 Bs EN Tr RENS
pr = N WO NP En BNA nen ie. ANO en OO nl 5
Wat is er nodig om
ArenAPoort verder
te ontwikkelen?
Wat is er nodig om van ArenAPoort een stedelijk centrum te
maken waar mensen graag wonen, werken en/of op bezoek komen?
Het antwoord op die vraag hebben we op een rijtje gezet aan de
hand van vijf thema's:
Compleet en verbonden
Een centrum voor iedereen
Goed bereikbaar
Levendige openbare ruimte
Duurzaam en toekomstbestendig.
Alle functies die in een volwaardig stadscentrum
thuishoren, bijvoorbeeld wonen, werken of ontspannen, zijn aanwezig
in ArenAPoort, alleen niet in de juiste verhouding.
ArenAPoort heeft te weinig bewoners, vergeleken met een
gemiddeld stadscentrum; dat heeft een verhouding van 1 bewoner
op 2 tot 4 werkplekken. In ArenAPoort is de verhouding globaal:
1 bewoner op 24 werkplekken. Daarnaast is er te weinig samenhang
tussen de vier deelgebieden, ook ervaren bewoners ArenAPoort
niet als een volwaardig onderdeel van Zuidoost.
Compleet en
verbonden
Duurzaam en la Kee no!
toekomstbestendig voor iedereen
Levendige Goed
openbare ruimte bereikbaar
nn
Hoofdthema'’s van de
Ontwikkelstrategie
ArenAPoort.
24
Om ArenAPoort te kunnen omvormen tot een centrum waar
mensen graag voor langere tijd willen verblijven, maken we door
verdichting en hoogbouw ruimte voor meer woningen, kantoren en
andere voorzieningen zoals winkels, sportvelden of gezondheids-
centra, waar veel behoefte aan is in Zuidoost.
Naar schatting is er in ArenAPoort ruimte voor 5.700 woningen.
Ook kan er ca. 250.000 m? aan nieuwe kantoorruimte worden gerea-
liseerd. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat er meer vrijetijds- en
maatschappelijke voorzieningen komen speciaal voor de bewoners
van ArenAPoort en Zuidoost. Ook streven we naar verbetering van
winkels en horeca.
Om voor al deze functies ruimte te kunnen maken gaan we
verdichten. Concreet doen we dat door de laatste vrije kavels in het
gebied efficiënt te benutten, door bestaande gebouwen te vergroten
en ondergrondse parkeergarages aan te leggen zodat daar bovenop
kan worden gebouwd. Ook verdichten we door sloop-nieuwbouw,
waarbij een groter nieuw gebouw in de plaats komt van het kleinere,
oude gebouw. Om al deze doelen te bereiken is samenwerking met
grondeigenaren essentieel. De meeste betrokkenen in het gebied
willen investeren in ArenAPoort. Daarnaast zijn enkele bouwkavels in
het bezit van de gemeente. Daar kunnen we direct mee aan de slag.
UIT DE PARTICIPATIE
Betaalbare woningen de identiteit van het gebied. Mensen
voor jongeren, gezinnen vrezen dat er te veel aandacht uitgaat
pn naar vernieuwen en dat de huidige
SD CKS bewoners straks geen woning in
ArenAPoort kunnen betalen.
Tijdens de participatie werd duidelijk “Onze wens voor ArenAPoort is dat
dat mensen achter het idee om te het zijn multiculturele aanblik behoudt
verdichten en te mengen staan. Ook is en geen yuppenbuurt wordt, waar de
er veel draagvlak voor woningbouw. mensen die hier zijn opgegroeid niks
Gebruikers en bewoners zeggen dat meer kunnen betalen.”
er vooral behoefte is aan betaalbare
woningen voor jongeren, gezinnen Ook kwam naar voren dat de kwaliteit van
en ouderen. de huidige woningen te wensen overlaat.
De huidige bewoners en gebruikers willen
Aandachtspunten zijn het combineren van _ ook profiteren van alle investeringen die
wonen met evenementen (geluidsover- er in het gebied gedaan zullen worden.
last, afval, drukte en bereikbaarheid), het “Rekening blijven houden met de huidige
behoud van groen en het behoud van bewoners en niet alleen de focus op
het vernieuwen.”
—_ G eis ES - En
ea de % Er
ee se
me Sl : SE 2
- 3 8 we Le be, ie
€ EES in ES
EN A 5 Ë en Ì pe
eers ks pe rs 5
eN | A tn
5 PE Er
s Bk E 5 s ke
Ns, SA ed ME
NeR " i &
a SE he Een 1
he” 4 “ ek
pn Sl De
=S < Í % ed
e FP
Hoog bouw in ArenAPoort Impressie: zo ziet
ArenAPoort er
ArenAPoort West en het stationsgebied zijn in de Structuurvisie mogelijk uit in
Amsterdam 2040 uit 2011 al aangewezen als hoogbouwstimulerings- '
gebied. Gezien de grote opgave waar Amsterdam voor staat is het
niet verrassend dat de ambities ten aanzien van hoogbouw ook de
Omgevingsvisie 2050 groot zijn. Er mag binnen ArenAPoort gebouwd
worden tot maximaal 145 m (NAP). Niet alle gebouwen krijgen deze
hoogte; variatie aan bouwhoogtes heeft de voorkeur. Daarnaast mag
nieuwbouw niet ten koste gaan van bestaande openbare ruimte en
het verblijfsklimaat op de pleinen. Dat wil zeggen dat de nieuwbouw
weinig windhinder geeft en dat er voldoende zon op de pleinen blijft.
Verder van het station af worden de bouwhoogtes lager, tot maximaal
55 m in Amsterdamse Poort. De gemeente toetst of een initiatief aan
de gewenste bouwhoogtes voldoet. In het nader te verschijnen
Ruimtelijk Kwaliteitskader lichten we voorwaarden voor de bouw-
hoogte uitvoeriger toe.
Woningen voor iedereen
Deze ontwikkelstrategie legt het accent op het toevoegen
van woningen en de bijbehorende instroom van nieuwe bewoners.
Bewoners zorgen buiten de winkelopeningstijden en de piek-
momenten van de evenementen voor de hoognodige levendigheid
in het gebied. Voor circa 3.700 woningen zijn concrete plannen:
zowel voor de oost- als de westzijde van ArenAPoort. Daarnaast zien
we ruimte voor 2.000 extra woningen. Met de omliggende gebieden
Amstel Ill en Nieuwe Kern inbegrepen worden er tot 2040 circa
25.000 woningen gebouwd. Dit maakt ArenAPoort en de gebieden
eromheen tot volwaardige stadswijken: groot genoeg om aan alle
soorten huishoudens plek te bieden, ongeacht inkomen, gezins-
samenstelling, leeftijd en achtergrond.
26
Wij sturen daarom actief aan op verschillende financierings-
categorieën, door het gemeentelijke beleid van 40-40-20 ook in
ArenAPoort toe te passen. Dit houdt in:
= 40% sociale huurwoningen
n 40% woningen in het middeldure segment
= 20% woningen in het hogere segment.
Mocht het gemeentelijke beleid voor deze verdeling
veranderen, dan volgen we vanzelfsprekend de stedelijke lijn.
Zuidoost heeft veel sociale huurwoningen. Er wonen veel
kwetsbare huishoudens en de doorstroming is er uitzonderlijk hoog.
Ook Amsterdamse Poort is een kwetsbaar gebied. Het aantal dure
woningen is in Zuidoost met 2% erg laag. Daarentegen is het aandeel
kleinere woningen, voor onder andere jongeren en studenten,
in en rondom ArenAPoort veel hoger dan gemiddeld. Verder
wonen er naar schatting 1.130 gezinnen in een te krappe woning.
We richten ons actief op het ontwikkelen van grotere woningen
en zetten ons in voor woningen waar bewoners voor langere tijd
kunnen en willen blijven wonen. Waar mogelijk krijgen bewoners
uit Zuidoost die toe zijn aan een volgende stap in hun wooncarrière
voorrang bij het toewijzen van woonruimte.
We zetten ons concreet in voor:
n Ruime één- of tweekamerappartementen en woningen met
drie of meer kamers
n Meer koopwoningen, met name in de middeldure koop
(tot € 310.000, prijspeil 2020)
n Meer sociale huurwoningen, onder andere in de Dreeftoren,
Cluster 4 van het Urban Interactive District Eleven Square (UID)
en in het oude belastingkantoor aan de Flierbosdreef.
Bewoners uit Zuidoost hebben een voorrangspositie en
n Huurwoningen in het hogere segment, onder andere in Deze kaart toont
het Zandkasteel (circa 285) en Eleven Square (UID). de reikwijdte van
de bebouwing
per deelgebied.
gE EE 7 ii :
mera
en == «EL
en | 4 VER
Ke. PS Re bi
‚n | LJ FP) Ed iam Mn En
' 5 Ì k Lam: mn i: eam
mem wrr
í x î l Vm 41
| n E ál mn bn Pr 4
| le Ey TAI
Î Paargjreert m hd prend enn m- Seenteechaene Poort nm Carrudurs Park pe Orieniatepant
Bezaande bebenning Hir Her zie CO mgeaart vebijk kema
27
Nieuwe kantoren, flexibele werkplekken
Amsterdam heeft te weinig kantoorruimte. Ook voldoet een
deel ervan niet meer aan de eisen van deze tijd. Zo bevinden veel
kantoren zich nog in klassieke monofunctionele werkgebieden met
louter kantoren. Dat traditionele kantorenpark is voor veel bedrijven
een schrikbeeld geworden. Bovendien is voor hen de nabijheid van
goed openbaar vervoer een steeds belangrijker vestigingsvoor-
waarde.
ArenAPoort is en blijft evenwel één van de belangrijkste
kantoorlocaties van Amsterdam. Het Amsterdamse Kantorenplan
(2019) richt zich op meer nieuwe kantoorruimte rondom belangrijke
ov-knooppunten. Er is in ArenAPoort dan ook nadrukkelijk ruimte voor
groei, ook in dit opzicht. Er wordt circa 100.000 m? onttrokken aan de
voorraad ten behoeve van woningen, maar hier komt tot 2030 circa
250.000 m? voor terug.
Bij technologie-, media- en telecombedrijven - groeimarkten
in Amsterdam - is een sterke trend waarneembaar waarbij kantoor-
ruimtes worden gedeeld. Scale- en startups zoeken elkaars nabijheid
op en delen vaak een receptie, vergaderruimte en co-workingspaces.
Ook internationale ondernemingen experimenteren met nieuwe
manieren van werken en co-creatie. Het vernieuwde ING-kantoor is
hier een mooi voorbeeld van.
Passend bij de nieuwe vorm van werken groeit het aantal
flexconcepten onverminderd door. We willen dergelijke initiatieven
de ruimte geven binnen ArenAPoort. Naast de klassieke single-te- nn
nanthoofdkantoren verrijzen er meer multi-tenantkantoorgebouwen. Impressie: Zo
Met meerdere toegangen en entrees kunnen die laatstgenoemde het zien de plinten
straatbeeld verlevendigen. Een voorbeeld hiervan is het Zandkasteel, er in ArenAPoort
. . . straks mogelijk
waarin naast woningen ook 4.000 m? aan kantoor wordt gerealiseerd. uit in ArenAPoort
West.
Na == eN
2e TN
NN
N NN SUN
eN ANN
JS
TL D [
Er
| | fi
mn IA Uh tuf TL
Sel UIT Ue ETT
re eerd ee [ann
3 ai IE Tj fi Ah U
ere | LI LL E Lj Lt :
Li) Ee À 5 dà es EU : Wa
N TI — fl HA ï À ij / EE BRE
En H
\ /
28
Er is in heel Zuidoost behoefte aan flexibele werkplekken.
We zoeken hier ruimte voor, zodat de ruimschoots aanwezige
ondernemersspirit van Zuidoost gemakkelijker dan nu een plek
kan vinden in ArenAPoort. Het project Laanderpoort in het Cumulus
Park is hier een mooi voorbeeld van. Het flexibele kantoorconcept
Het Nieuwe Kantoor vormt een flink onderdeel van het kantoor-
programma. Freelancers en zzp'ers kunnen in deze opzet tegen
een betaalbaar tarief een werkplek huren voor een dagdeel of voor
een hele maand. Zij kunnen dan ook gebruikmaken van de gemeen-
schappelijke kantoorvoorzieningen zoals het bedrijfsrestaurant,
de vergaderruimtes en de receptie.
BC mc
F- B en PE 4E.
la < ik „“ lak Ds me
tn Dre
Je, „' : mt NM. 4 EE! El
mute BRG ealinn no
Huidige situatie | Ô Toekomst
B Wonen B Ontspannen B Commercieel B Maatschappelijk B Werken
Levendige plinten
nn
Een succesfactor bij het aangenamer maken van het leef- In ArenAPoort
klimaat is ook de juiste inrichting van de plinten. Met de plint ontstaat een
van een gebouw worden de onderste (één of twee) bouwlagen nieuwe verhou-
bedoeld, het deel van het gebouw dat vanaf de straat goed ding tussen
werken, wonen
zichtbaar is voor langslopend publiek. en ontspannen.
Goede plinten zorgen voor: Deze functies
m Levendigheid (denk aan een restaurant, een groentezaak, zijn straks meer
een tandarts, een kledingwinkel, waar mensen in en gemengd door
uit lopen) het hele centrum.
n Een gevoel van veiligheid (‘ogen op straat’)
n Sfeer (plinten geven kleur aan gebouwen en
openbare ruimte).
We zoeken zo veel mogelijk naar dit soort kleinschalige
bedrijvigheid in de plinten die het aanzicht van de aangrenzende
pleinen en straten aantrekkelijk maken. Ook entrees van woningen
en kantoren kunnen voor levendigheid zorgen; hoe meer deuren
langs de straat, hoe levendiger het straatbeeld. Andere ruimtes
die in de plinten van gebouwen zouden kunnen voorkomen,
zoals laad- en losruimtes, ruimtes voor techniek, fietsenstallingen,
entrees tot parkeergarages, beperken we, of onttrekken we zo
veel mogelijk aan het zicht. De gemeente toetst plannen van
ontwikkelaars op de kwaliteit van de plinten.
29
In Amsterdamse Poort behouden we het oorspronkelijke
concept van de Bijlmer, waarbij het autoverkeer is beperkt tot de
dreven en waardoor er op straatniveau een levendige plint kan
ontstaan.
Wonen in een evenementengebied
Zoals gezegd komen er zowel aan de oost- als westkant van
het spoor nieuwe woningen. In ArenAPoort West vinden normaal
gesproken veel grootschalige evenementen plaats. Wonen in een
gebied met veel evenementen kan aantrekkelijk zijn, maar brengt
ook uitdagingen met zich mee. Voorafgaand aan en na afloop van
een concert of ander evenement is er veel verkeer in en rondom
ArenAPoort West. Zeker als er meerdere evenementen tegelijkertijd
plaatsvinden, komen er heel veel mensen en voertuigen in beweging
en kunnen woningen daardoor minder goed bereikbaar zijn.
Daarnaast is er het hele jaar door sprake van laad- en losverkeer,
vooral 's avonds en ‘s nachts. Ook geluidsoverlast is een factor.
Om (geluids)overlast op straat te verminderen komt er naast
Eleven Square (UID) een laad- en losdock waar laden en lossen op een
andere manier wordt georganiseerd dan nu. Daarnaast zijn ontwikke-
laars verplicht om het geluidsniveau in de woningen onder de wettelijke
norm te houden. Maar in een evenementencentrum als ArenAPoort
West zal het nooit echt rustig zijn. De gemeente informeert toekom-
stige bewoners daarom van tevoren uitgebreid over de plussen en
minnen van het wonen in dit evenementengebied. Ook ontwikkelaars
hebben een verantwoordelijkheid op dit vlak: ook zij moeten
bewoners duidelijk voorlichten over voor- en nadelen van het
wonen in ArenAPoort West.
30
Ee á
Ruimtelijke Ì NA
structuurkaart : \ Ì
ArenAPoort 2030. De Nieuwe Kern 8 A f
7 ì el
Deze kaart toont \ Î : ! Ë '
de belangrijkste k \ et E ik
ontwikkelingen b ì EL AA
in ArenAPoort. k 8 A
% A
e if 5 L 1 À
Ee ij 5
À eN A
kt je NN u
E Kar
5 Tik ‚M
| : enn WRS
Ke 5 MA
I E en "
E : Ì
fe ! GN
% 5 (ej
:N |
_ Meannenenneendpean sb veddentennennennmnnenndensenennen Ì
| P A ij
|
|
MEE im | ONW:
a 7 re |
f railerparkeren A |
tees en
Pie! a Pan en k
eme |Ì PS IQ
1 0 1 | | Ee he insial
IE PF “ mam Li!
0 ij F F ik el Í Pand haulbvarn In
SL S 5
p hp enne ese reede eef as, ij
| mm Mi là
! Ns
i eso ononnasenwerenstantenenennsentrdeng.
nstelscheg k EE Ë
8 i 8 zc
N En
' Î 1 si
I k en
b ARR nennen ee Oedse Een kent entenns Rentes EEEN TEE
| En -
En zi
if :
id a
| f |
Ed k
Wi |
|
Amstel III
'_t Flangrens _ Water — Bestaand fietspad CS Gemengdgebiedmetwonen MW Lifeline
Bestaande bebouwing buiten plangebied _[ ] Talud treinspoor zeaneen _ Mileuw fietspad WE Gemengd gebied zonder wonen mn Indicatie verblijfsplek
dl 4
|I 1 Á
Ii /
ii /
i
Ii
EN
: | Ï Venserpolder
EH
EI
etrohalte
randvliet
IKE
int
EL
EN |
Kadl
LN 3
helf | | i
EN | _f
ELI
BEL
RL
HH
ij 1 |
DE TT
EEE
nn
I It ie Á Hin
led m |
Me Bijlmerdreef nr: == Ie en
teln p es | ‚
EUA lere ne gd Dd |,
attelde, Lal en : < Pes ed Iij
ad = FP \
An / m
a In | ij DP
AET Jee GG |
| | Ll PEET ==! BR
Ln ' Ee HN
| | | | H-Buurt , lk N
| | | Keane Mandela pe A
EL d EN
IN Ì e
| | | | gn ä
| Í dk
[EH
I |
| | |
[
hk Green Hoofdweg auto PE _Farkachtige vergroening
WA Beplantingprofiel DS Staat
In ArenAPoort lopen lokale cultuur en internatio-
naal karakter door elkaar. Amsterdamse Poort - met de markt en de
Shopperhal, waar je producten kunt kopen die alleen daar verkrijg-
baar zijn - trekt mensen uit heel Zuidoost en daarbuiten. Zorgvoorzie-
ningen zoals een huisarts en een consultatiebureau liggen op loopaf-
stand, ook is er een bibliotheek en een buurtcentrum.
Verder trekken de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het
ROCvA - MBO College Zuidoost (ROC) studenten uit Amsterdam en
omgeving, en binnenkort opent de Internationale School in het iconi-
sche Zandkasteel de deuren.
Maar net als in de rest van Nederland hebben winkels in
Amsterdamse Poort en Villa ArenA te maken met toegenomen
concurrentie van webwinkels en met leegstand. Ook heeft het gebied
een slecht imago; mensen voelen zich niet overal veilig, en er is over-
last door criminaliteit en afval. Daar komt nog bij dat de uitgaansge-
legenheden en horeca in ArenAPoort West zich voornamelijk richten
op grote groepen mensen uit alle windstreken, waardoor er weinig
binding is met bewoners uit Zuidoost. Ook het contrast tussen arm
en rijk is in dit betrekkelijk kleine gebied soms schrijnend groot, en
zijn de maatschappelijke voorzieningen bij lange na nog niet op een
niveau dat past bij de beoogde groei van het aantal inwoners.
In ArenAPoort werkt het spoor als een barrière. Bezoekers
van de grote evenementen aan de westkant weten vaak niet dat er
een winkelcentrum aan de oostkant van het spoor ligt. Omgekeerd
worden bezoekers van Amsterdamse Poort nog te weinig verleid om
een dagje winkelen uit te breiden met een bezoek aan Decathlon of
de Villa ArenA aan de westkant van het spoor.
OENE CANIN
Jongeren willen heel kinderen, gezinnen en ouderen, uitgaans-
graag Ne 4=Yh) hihihi goede lll
sportvoorzieningen en winkels voor de
dagelijkse boodschappen en mode.
Tijdens de participatie werd duidelijk dat Mensen vinden dat Amsterdamse Poort
bewoners en ondernemers ArenAPoort verbeterd moet worden naar het voor-
zien als een plek voor iedereen: voor beeld van winkelcentrum Amstelveen.
bewoners en bezoekers, voor jong en oud. ArenAPoort zou een extra publiekstrekker,
Er is een sterke wens om beide kanten van _ zoals een museum of iets bijzonders
het spoor beter met elkaar te verbinden, in de openbare ruimte, heel goed kunnen
bijvoorbeeld door in ArenAPoort West gebruiken.
plekken te creëren voor heel Zuidoost.
“ledereen komt bij elkaar, jong en oud, Het verbeteren van de toegankelijkheid
bewoners, werkers en studenten.” tot banen, onderwijs en functies is veel
besproken tijdens de participatie. “Creëer
Plekken die gewaardeerd worden, zijn a city that never sleeps! Jongeren in deze
de Shopperhal en de markt. Mensen omgeving willen ook heel graag werken,
missen terrasjes, speel- en zitruimte voor benut die kans.”
Co
0 * ®e Pe
! I I | Ï I ! I
| ! ! Í ! !
LI | OE
| Î | |
In ij mn | mn
Wat gaat er veranderen? nn
Deze voor-
We willen de verbinding tussen oost en west versterken en zieningen komen
beide deelgebieden meer gebruik laten maken van elkaars aantrek- er op termijn bij
kende werking. In ArenAPoort West zorgen we voor voorzieningen Aen oort de
op wat kleinere schaal, waardoor mensen meer verspreid over de voorzieningen is
hele dag het gebied kunnen bezoeken. Voor de oostzijde voegen we nog niet bekend.
horeca en cultuur toe. Dit zijn functies die ook ‘s avonds voor leven-
digheid in het gebied zorgen. Daarnaast onderzoeken we de moge-
lijkheid om er wat grotere publiekstrekkers onder te brengen, zoals
een theater of een filmhuis.
ArenAPoort biedt ruimte aan ondernemers, forensen,
studenten, (nieuwe) bewoners, evenementenbezoekers en winke-
lend publiek. Het is een centrum voor iedereen, of je nu expat bent
of geboren in Zuidoost, of je nu jong of oud, welvarend of kwets-
baar bent. Uitgangspunt bij het upgraden van ArenAPoort is dat we
samen met partners binnen de gemeente en met het bedrijfsleven
ervoor zorgen dat de huidige bewoners als eersten profiteren van
de gebiedsontwikkeling. We willen de identiteit en energie van het
gebied behouden en toevoegen wat bewoners en gebruikers nu nog
te veel missen in ArenAPoort: ruimte voor ontplooiing, onderwijs,
sport en cultuur.
Winkelen
Winkels in ArenAPoort zijn vooral gevestigd langs het voet-
gangersgebied op de Johan Cruijff Boulevard, het Hoekenrodeplein,
de Bijlmerpleinen en het Anton de Komplein. Dit wordt ook wel de
Lifeline genoemd. De combinatie Amsterdamse Poort, en het gebied
rondom de Johan Cruijff ArenA (Johan Cruijff Boulevard, Villa ArenA),
maakt dat het gebied zeer geschikt is voor doorontwikkeling dankzij:
n De uitstekende bereikbaarheid met het openbaar vervoer,
de auto of de fiets
n Grootschalige winkels en grote publiekstrekkende evenementen
met (boven)regionaal bereik
= De ruimte voor uitbreidingsmogelijkheden.
34
Oost
Samen met betrokkenen wordt al hard gewerkt aan de opwaarde-
ring van Amsterdamse Poort. Het gebied is nu nog naar binnen gericht
en niet zichtbaar vanaf de dreef, het is er lastig oriënteren en er zijn
veel unheimische plekken. We willen meer variatie in het winkelaanbod
krijgen, zodat ook toekomstige bewoners met mogelijk andere wensen
en behoeften er kunnen worden bediend.
De Shopperhal en de markt op het Anton de Komplein worden
aangepast naar de wensen en eisen van deze tijd. De Shopperhal in
Cluster 7 wordt volledig vernieuwd en wordt meer verbonden met het
aangrenzende Klein Bijlmerplein. De markt op het Anton de Komplein
krijgt de komende jaren tijdelijk een andere opstelling, zodat hier tijdens
de bouwwerkzaamheden aan Cluster 7 ruimte komt voor tijdelijke
winkelvoorzieningen.
West
Aan de westzijde bevinden zich de XL-winkels zoals Mediamarkt
en Decathlon maar ook Villa ArenA. Voorheen was Villa Arena als PDV-
locatie (perifere detailhandelsvestiging) bestempeld, waardoor de winkel-
ruimtes strikt voorbehouden was aan de verkoop van grote producten,
zoals meubels. Inmiddels is ook de verkoop van kleine goederen toege-
staan, zolang het oppervlak per eenheid voldoende groot is. Dit verruimt
de mogelijkheden om leegstand in Villa ArenA de baas te blijven.
Wat detailhandel betreft blijft de focus in de westkant op grotere
winkelvolumes. Winkels als de Mediamarkt en Decathlon zijn belangrijke
trekkers voor het gebied en deze GDV's (grootschalige detailhandels-
vestiging) blijven dit ook in de toekomst. Het winkelaanbod aan de oost-
kant is van een kleinere korrel en een meer menselijke maat. Gezamenlijk
bieden ArenAPoort Oost en West een behoorlijk compleet winkelaanbod.
In de praktijk blijkt echter dat het winkelend publiek de afstand tussen
oost en west als groot ervaart. Een goede programmatische begeleiding
tussen Hoekenrodeplein aan de oostzijde en Villa ArenA aan de westzijde
is onmisbaar voor het functioneel samenbrengen van beide zijden.
Deze programmatische begeleiding wordt niet alleen in de hoek
van detailhandel gezocht. In een compleet winkelcentrum wordt de rol
van aanvullend programma, zoals horeca, leisure, kunst en cultuur, steeds
belangrijker. Programmatisch is het van belang dat er voldoende step-
ping stones zijn om de bezoeker te verleiden de sprong van station naar
bijvoorbeeld Villa ArenA te laten maken. Hier is ook een belangrijke rol
weggelegd voor de plinten, zowel ontwerptechnisch als programmatisch.
Willen we de oost- en westkant van het spoor beter met elkaar
kunnen verbinden, dan is het zaak om zorgvuldig te kijken naar de rol die
het stationsgebied kan vervullen. Het station kan als verbindingsschakel
hierin een belangrijke rol vervullen. Hiervoor is samenwerking met spoor-
en stationspartijen een vereiste.
35
d | riete Mie enenjes al gg Ne h D
Mn ENE TE e Nt
AR | | Ee 3 . 0
et em ie, Ee Re a Es
Ol Î ik d 3 EA \ eaf Ô | 3
dt | VE it, D
ä | EE dn E Ì ie, BRE . \ A 2
Ns em a | \:
+ EN RA:
: 5
ze jk | mn: Zn L 5
ee EN elan S
B Ee Pe MD:
| el pee IJ Ë : U
Or ‚Eet ezall mnl | di o
7 Ei SENS IE : _… en en i 5 S
| gek wen | Im Kralen Ee
En A En.| | | en
| ! N CL EE i | e ET - >
1 | . | Bld En pe 8 en
DN Pú zi 7 ne En E: pt [Een mce dee winne: d
_I ESE Na ed
Er Ea x :
Schiphat | EES ee 1 ” |
Í Nd de en ch EST
| I | 2 | a bs el 8 Ee p ets
Ne JI | | mal pe : eN
ER Ik 4 SCH ART ô | Sn
zn Erde U
NN, É oi  :
EN L }
1/7 a E a
Wet ES En À Gs j
Wi Ee ns
je EE Des fer Sd
DR Wterbmtaard PES Watersehinden BEE Woringbauw — hetpued B Metrotaita (A taeirstatiae EN eiken arte eenn Sper CO Carirumgetted
Horeca, cultuur en andere vrijetijdsbesteding nn
ArenAPoort is
In vergelijking met andere middelgrote Europese stadscentra zijn niet het enige
er weinig horecazaken in ArenAPoort. Er is met name een gebrek aan de rn
betere cafés en restaurants. Het aanbod aan de Johan Cruijff Boulevard aoe Maer
. . . wel het grootste.
is met name gericht op een snelle hap en op het bedienen van zo veel Op deze kaart
mogelijk mensen in zo weinig mogelijk tijd. Het aanbod aan de oostelijke is te zien hoe de
kant leunt ook sterk op fastfood, maar hier gaat het om kleinere zaken die ArenAPoort is
zich onderscheiden met gerechten uit de internationale keuken en de vele verbonden met
verschillende culturen. Een kwalitatief hoogstaand aanbod van horeca is andere centra in
. Zuidoost.
onmisbaar voor de toekomst van ArenAPoort.
Wat vrijetijdsbesteding betreft heeft ArenAPoort veel te bieden,
maar zoals eerder genoemd is het huidige aanbod vooral gericht op grote
evenementen en grote aantallen bezoekers. We zetten ons nadrukkelijk
in voor ontspanning die is bedoeld voor de bewoners van Zuidoost. De
arcadehal in station Amsterdam Bijlmer ArenA is een goed voorbeeld.
Daarnaast valt ook te denken aan andere, meer kleinschalige leisure-voor-
zieningen, zoals een filmhuis, een bowlingbaan, theater of een popzaal.
Een aantal belangrijke betrokkenen uit Amsterdamse Poort onder-
schrijft de noodzaak om cultuur een groter onderdeel van het winkel-
gebied te laten worden. Deze partijen doen op eigen initiatief hun uiterste
best om zowel in het Zandkasteel als in Cluster 8 een substantieel cultureel
programma te huisvesten.
36
Maatschappelijke voorzieningen
Een stad of stedelijk centrum is pas compleet als voldaan is aan
de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen als groen, (medische)
zorg, scholen en speelplaatsen. Voor een aantal maatschappelijke
voorzieningen heeft de gemeente een huisvestingsverplichting. Anders
gezegd: de gemeente moet deze voorzieningen aanbieden. Het gaat
om basisvoorzieningen (dat zijn in de regel toegankelijke plekken in
de buurt waar bewoners o.a. kunnen samenkomen voor cursussen,
samen koken, en contact kunnen hebben met wijkteams) en om voor-
zieningen voor jeugd, welzijnswerk, onderwijs en zorg. De gemeente
wordt in principe eigenaar of huurder van de locatie voor een langere
periode.
Om ervoor te zorgen dat er voldoende maatschappelijke
voorzieningen in een stad zijn, is de Amsterdamse Referentienorm
Maatschappelijke Voorzieningen opgesteld. Bij het toevoegen van een
kleine 6.000 woningen aan het gebied behoren de volgende maat-
schappelijke voorzieningen:
n 1 buurtkamer
n 1 behandel-woonlocatie
n 1 kunst & cultuurcluster (wijkkunstvoorziening)
n 3 alles-in-een-scholen
n 1 tijdelijke alles-in-een-school
n 4 gymzalen/sporthal ten behoeve van de Internationale
School / AICS
= 1 apotheek
= 1 buurtteamlocatie
n 1 dagbestedingslocatie
n 1 gezondheidscentrum
n 1 kleinschalige praktijkruimte eerstelijnszorg.
De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat deze voorzie-
ningen gerealiseerd worden. Met name voor de voorzieningen die
veel ruimte behoeven en bouwkundig niet eenvoudig zijn in te passen,
zoals alles-in-één-scholen, is dat een flinke puzzel. Aan de locatie
voor een basisschool worden scherpe eisen gesteld, waardoor veel
potentiële locaties afvallen vanwege geluids- en fijnstofhinder of door
de nabijheid van gevaarlijk transport per spoor. Binnen ArenAPoort
is er één locatie die vooralsnog aan de eisen voldoet: Kavel 12 in het
Dreefkwartier. Een tweede locatie is gevonden in de H-buurt. Deze
locatie valt net buiten ArenAPoort, maar is door het oprekken van de
grondexploitatiegrens financieel wel bij het plangebied getrokken.
Voor de op termijn noodzakelijke derde school is nog geen concrete
locatie gevonden. De aangrenzende gebieden zoals De Nieuwe
Kern of Bijlmer Centrum bieden ArenAPoort hierin geen soelaas. Het
ontbreken van een derde locatie vormt een risico voor ontwikkel-
plannen van ArenAPoort omdat een derde school een voorwaarde is
voor het ontwikkelen van het totale woonprogramma. Mogelijk ligt
de gedeeltelijke oplossing op Kavel 12, waar waarschijnlijk voldoende
ruimte is voor het bouwen van een grotere alles-in-één-school: ander-
half keer het normale formaat.
37
Naast de bovengenoemde maatschappelijke voorzieningen waar
de gemeente een huisvestingsverplichting heeft, zijn er ook voorzieningen
waaroor de verplichting niet geldt, maar die voor het functioneren van
een stad wel heel belangrijk zijn. Het gaat vaak om activiteiten die min
of meer exploitabel zijn en dus in zekere zin bedrijfsmatig, bijvoorbeeld
praktijkruimtes voor huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten, een
kinderdagverblijf en voor- of naschoolse opvang. Ook voorzieningen voor
kunst en cultuur, zoals dans- en muziekscholen, broedplaatsen, repetitie-
en expositieruimten, vallen onder deze categorie. Wij vinden het belang-
rijk dat ook deze voorzieningen een plek krijgen binnen ArenAPoort. Om
dit te borgen zijn goede afspraken met ontwikkelende partijen nodig.
De gemeente heeft hier een verbindende, en in sommige gevallen een
financierende rol.
Concreet werken we aan:
n Het tijdig realiseren van de maatschappelijke voorzieningen
conform de referentienorm in alle plannen en initiatieven
n Het vinden van de beste locatie voor grotere voorzieningen,
zoals voldoende basisscholen en een winteropvang
n Een extra cultureel centrum in Amsterdamse Poort. Hiervoor
zoeken we de samenwerking met maatschappelijke en
culturele instellingen
Kunst en cultuur
Ook in nieuwe woonwijken, zoals ArenAPoort, moeten kunst en
cultuur beschikbaar zijn. Investeren in lokale activiteiten versterkt de hele
culturele infrastructuur in de stad en zorgt voor een betere balans. Het
gaat om kunst-en-cultuur-initiatieven voor bewoners, om kleine podia die
een nieuwe generatie makers en jonge talenten ruimte bieden, om locaties
waar geëxperimenteerd kan worden en om kunst in de openbare ruimte.
Kunst en cultuur zijn belangrijke aanjagers bij de ontwikkelingen in
ArenAPoort, dragen bij aan de identiteit van het gebied, brengen vita-
liteit in de buurt en vergroten de aantrekkingskracht voor bezoekers en
bedrijven. Kunst en cultuur kunnen een bijdrage leveren aan verbonden-
heid tussen verschillende bewonersgroepen aan weerszijden van het spoor.
De verbinding van ArenAPoort met de rest van Zuidoost kan alleen
slagen als identiteit en geschiedenis van Zuidoost er in worden verankerd.
Lokale kunstenaars en kunstinstellingen moeten een permanente plek
krijgen in de infrastructuur. Plaatsing van buitenkunst wordt ingezet als
rode loper van een cultuurroute.
Georganiseerde sport
Volgens een stedelijke richtlijn moet iedere Amsterdammer binnen
20 minuten fietsen toegang hebben tot een mogelijkheid voor georga-
niseerde sport, zoals een sportpark, sporthal, zwembad en voor andere
buitensporten zoals tennis, voetbal of hockey. De directie Ruimte en
Duurzaamheid verkent in samenwerking met de directie Sport en Bos
alle kansrijke locaties voor sport in Zuidoost. Gezien de bouwopgave
van ArenAPoort moet er 12.000 m? aan georganiseerde sport bij komen.
De mogelijkheden om dit binnen de grenzen van het gebied op te lossen
zijn beperkt.
38
Wat is er nu Wat krijgt Wat komt er op korte Wat kan er op lange
aanwezig? een andere termijn bij? (Hier zijn termijn nog meer bij
Kitten teN4 concrete afspraken komen?
Ke LR TELLE TLD)
Woningen 524 sociale N.v.t. Voor circa 3.700 Er is nog ruimte voor
huurwoningen woningen zijn concrete zo'n 2.000 woningen.
in Amsterdamse afspraken gemaakt. De gemeente stuurt
Poort en 170 Met name sociale actief op verschillende
studentenwoningen in huurwoningen en woninggroottes
Cumulus Park koopappartementen en op koop- en
huurappartementen
Kantoren Er zijn veel kantoren. Er wordt ruim Er komt circa 80.000 m? _ In ArenAPoort is er ruimte
Vooral banken, 100.000 m? aan kantoren bij voor circa 180.000 m? aan
verzekeraars en van de huidige extra kantoren
bedrijven die zich kantoren
richten op uitgaan en omgevormd
evenementen tot
hoofdzakelijk
woningen
Winkels Aanwezig Nvt. Er is marktruimte Uitbreiding op langere
zijn: Overwegend voor 8.000 m? niet- termijn is onzeker en wordt
XL-winkels in dagelijkse detailhandel op een nader moment
West, winkels en er zijn bescheiden onderzocht
voor dagelijkse groeimogelijkheden
boodschappen voor dagelijkse
(supermarkten etc) detailhandel
en winkels voor niet-
dagelijkse aankopen
(mode etc) in Oost
Horeca Aanwezig zijn: N.vt. Er is marktruimte voor Op langere termijn is er
overwegend fast- 7.000 m2 extra horeca. mogelijk meer ruimte voor
service horeca, Hierbij wordt ingezet horeca. Het draagvlak
gericht op snelle op meer kwalitatief hiervoor wordt op een
doorloop. En er is hoogwaardige horeca, later moment onderzocht
een aantal grotere vooral geconcentreerd en is mede afhankelijk van
hotels, zowel in oost rondom de Lifeline. de groei van het aantal
als west, gericht In het Eleven Square inwoners in het gebied
op verschillende komt een extra hotel
doelgroepen
Cultuur en Grootschalige Nvt. Er komt entertainment, Een toegankelijk
ontspanning ontspanning: Johan theater en gaming in popcentrum voor dans en
Cruijff ArenA, ArenAPoort West (circa muziek in combinatie met
Ziggo Dome en AFAS 20.000 m2) oefenruimtes.
Live, En (urban) sport- en
Pathé Bioscoop speelplekken verspreid
over ArenAPoort
Onderwijs ROC, HvA Nvt. Internationale school in _ Twee basisscholen. Eén
het Zandkasteel in ArenApoort en één in
Bijlmer Centrum
Maatschappelijk Bibliotheek, Nvt. Buurthuis,
Imagine IC, kinderopvang zorg
Gezondheids-centrum
nn
Tabel 3.1 In dit overzicht staat welke functies in ArenAPoort aanwezig zijn en welke er op de korte en op de lange termijn bij komen.
39
In de openbare ruimte biedt alleen het nieuwe park ten noorden
van de Johan Cruijff ArenA gelegenheid om een aanleiding tot sport te
huisvesten. Of hier ook georganiseerd gesport kan worden wordt duidelijk
als het ontwerp voor het park in een volgend stadium is.
Binnen de kavelgrenzen zijn er meer mogelijkheden. Zo landt sport
op enkele lager gelegen daken van te ontwikkelen gebouwen. Eleven
Square, voorheen het Eleven Square (UID), biedt hier kansen toe. Het
voorstel is om hier circa 500 m2 sport op het dak te situeren. Ook op het
dak van de alles-in-één-school in de H-Buurt Noord, dat binnen de GREX-
grenzen van ArenAPoort valt, zijn sportzalen beoogd.
Verder stimuleert de gemeente waar dat mogelijk is de komst van
sport binnen de gebouwen. Sport maakt bijvoorbeeld een verplicht onder-
deel uit van het programma van het vernieuwde Laanderpoort. Hier komt
minimaal 1.100 m2 aan indoorsport. Dit past conceptueel goed bij het
beoogde kantoorprogramma op deze kavel.
Verder vergt het inpassen van sport enige creativiteit en
out-of-the-box thinking. De zone langs het Solar-complex biedt mogelijk
kansen voor een kleinschalig sportprogramma. Ook wordt met een schuin
oog gekeken naar het dak van Villa ArenA: een plek waar in potentie
duizenden vierkante meters sport kunnen worden toegevoegd.
Om uiteindelijk aan de norm te voldoen wordt de sportopgave op
het niveau van het stadsdeel bekeken. Op korte afstand van ArenAPoort
zijn ruimschoots voldoende locaties voor georganiseerde sport
voorhanden. Zo zijn het Nelson Mandelapark en de noordkop van
Bijlmerweide serieuze opties, en wordt in Amstel Ill gewerkt aan sport
in het Hondsrugpark, op het dak van de IKEA en op de flanken van de
Gaasperdammertunnel. Zuidoost lijkt over voldoende geschikte locaties te
beschikken om aan de sportnorm te kunnen voldoen. Door de vele ruimte-
claims is het overigens geen sinecure om deze kansrijke locaties
ook daadwerkelijk in te richten voor sport.
5 | oe G ze n Ln en ee B Ee war | Sporttoevoeging
Eli tens |oazans Îvnen, | __ Zuidoost (uit
ls Tau | omg cort Cerita) fact Giikapseder [zacee a Ma: | norm 2020).
40
Sport en spelen
De Amsterdamse referentienormen voor maatschappelijke
voorzieningen gelden ook voor sport en spelen in de openbare ruimte.
In aansluiting op het stedelijk beleid van De Bewegende Stad wordt
bewegen een belangrijk uitgangspunt bij het ontwerpen van de open-
bare ruimte en gebouwen. Naast de speciaal voor sport en spelen
ontworpen plekken, zoals speeltuinen, sporthallen en -velden, kunnen
activiteiten ook goed plaatsvinden op informele plekken in de open-
bare ruimte. Denk daarbij aan wandel- en fietsroutes, speciale plekken
in een park, bootcampterreinen, extra brede stoepen, een autoluwe
buurt en trap- en speelveldjes. Op het Anton de Komplein wordt
ingespeeld op de vraag naar informele sport. Middels slim ruimtege-
bruik worden functies gecombineerd. Zo landt er op een fietsenstalling
in het Cumulus Park een basketbal court op het dak.
Werk en ontplooiing
Voor bewoners, die vaak een laag inkomen hebben, is het niet
altijd makkelijk een goede opleiding en baan te krijgen, terwijl er in
ArenAPoort toch veel werkplekken en scholen zijn. Als gemeente
willen we de kans op werk en ontplooiing vergroten. Dit doen we
samen met de onderwijsinstellingen en bedrijven die geworteld zijn
in Zuidoost.
Dit gaan we doen:
n Ruimte bieden aan start-ups en scale-ups, ook voor en door
lokale ondernemers. Dit kan bijvoorbeeld in Cumulus Park
n Goede relaties stimuleren tussen bedrijven en onderwijsinstel-
lingen zoals de Johan Cruijff Academy
n Ruimte bieden aan bedrijven die werkgelegenheid en stage-
plekken regelen voor bewoners in Zuidoost
n Meehelpen bij het uitvoeren van het 1.000 banenplan (huidige
bewoners profiteren van toenemende bedrijvigheid)
n Pilots opzetten in Amsterdamse Poort met beginnende (lokale)
ondernemers.
Placemaking voor een aantrekkelijke openbare ruimte
De komende jaren ontwikkelen we de hierboven beschreven
voorzieningen. Maar we willen ook op korte termijn verschil maken.
Hiervoor zetten we placemaking in. Placemaking is: ingrepen doen
om de openbare of publieke ruimte snel zo aantrekkelijk en leefbaar
mogelijk te houden of te maken. In het geval van ArenAPoort bete-
kent placemaking het organiseren van activiteiten voor meer verbin-
ding binnen ArenAPoort, het leefbaar houden van het gebied tijdens
werk in uitvoering, en het koesteren van de identiteit en het steviger
neerzetten van de naam ArenAPoort. Dit doen we met tijdelijke en
permanente initiatieven: bijvoorbeeld een stadstuin, speelplaats,
of een openluchtbioscoop, een jeu-de-bouleveldje, een openlucht-
concert, of invulling van leegstaande panden. De vestiging van New
Metropolis Zuidoost in een voormalig winkelpand in Amsterdamse
Poort is een mooi voorbeeld van placemaking. Het initiëren en
uitvoeren van initiatieven doen we samen met bewoners, onder-
nemers en gebruikers.
41
3.3 Goed bereikbaar
Zo is het nu: ArenAPoort is uitstekend verbonden met het
centrum van Amsterdam, Schiphol, de Zuidas, Utrecht en Almere.
Het gebied heeft een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk voor
bus, metro en trein en wordt omringd door snelwegen. Via de Holter-
bergweg, Hoogoorddreef en de Bijlmerdreef ben je zo op de A2, A10
of A9. Het voetgangersgebied verbindt wonen, werken en winkelen
binnen ArenAPoort met elkaar. Bewoners maken vooral gebruik van het
voetgangersnetwerk en het openbaar vervoer. Er loopt een belangrijke
noord-zuidfietsroute door het gebied (Abcouderpad). Het overige
fietsnetwerk ligt vooral rondom het gebied of langs de grenzen ervan.
De bereikbaarheid en logistiek rondom grote evenementen is
professioneel georganiseerd door de regieorganisatie evenementenver-
keer. Dit is een samenwerking tussen partijen in ArenAPoort, gemeente
Amsterdam, gemeente Ouder-Amstel en nood- en hulpdiensten. Bij
grote evenementen in de Johan Cruijff ArenA, of wanneer meerdere
evenementen tegelijk plaatsvinden, wordt het verkeer gecoördineerd
vanuit het Operationeel Mobiliteitscentrum (OMC).
De groei van ArenAPoort verhoogt de druk op de bereikbaar-
heid van het gebied. Tijdens de spits en evenementen in de Johan
Cruijff ArenA raken de wegen vaak vol, vooral op de Holterbergweg
en bij de afritten naar de A2 en A9.
Ook het station loopt tegen haar capaciteitsgrens aan, niet
zozeer op de perrons, maar wel op het busplatform, in de stationshal
en op de pleinen eromheen.
Het dijklichaam waarover de sporen lopen, is een barrière voor
fietsers en voetgangers. Ook zijn de dreven niet overal toegankelijk
voor fietsers en voetgangers.
Wat gaat er veranderen?
ArenAPoort behoudt zijn uitstekende bereikbaarheid, en dan
vooral dankzij schone, betaalbare en gezonde vervoermiddelen.
We gaan daarom investeren in betere faciliteiten voor voetgangers en
fietsers, zoals lange-afstandsroutes tussen ArenAPoort en de rest van
de stad. De verblijfsruimte in het centrum wordt autoluw.
We onderzoeken hoe station Amsterdam Bijlmer ArenA, het
openbaar vervoersknooppunt in Zuidoost, kan groeien. Het logis-
tieke verkeer dat nodig is voor bevoorrading van winkels, kantoren en
evenementen gaan we zo organiseren dat dit goed kan samengaan
met de komst van nieuwe woningen.
42
Casus: Inrichting ArenABoulevard
De inrichting moet niet alleen gezellig en aantrekkelijk zijn, maar bij piek-
drukte ook geschikt zijn voor een controleerbare ‘uitstroom’ van grote
mensenmassa's. De regieorganisatie kan helpen om in de ontwerpfase mee
te denken over de juiste condities.
Om dit in goede banen te leiden moet de ArenABoulevard geschikt zijn
voor crowdmanagement (het systematisch plannen, organiseren en managen
van grote groepen personen); crowdcontrol (het controleren, sturen en
beheersen van groepen mensen) en riotcontrol (oproerbeheersing bij onge-
regeldheden).
Meer ruimte voor openbaar vervoer
Minder reizigers met de auto en meer reizigers te voet en per
fiets; daar willen we naartoe. Dat lukt alleen als de fiets een aantrek-
kelijk alternatief wordt. Binnen ArenAPoort richten we ons op het
terugdringen van het gemotoriseerde verkeer op straat. We maken
de woon-, werk- en winkelgebieden zo veel mogelijk autoluw. In de
autoluwe gebieden staan fietser en voetganger voorop. Op de hoofd-
en plusnetten krijgen auto en een goede doorstroming van het verkeer
(naast auto’s ook vrachtwagens) de ruimte.
Verder willen we een aantal ontbrekende schakels in het
fietsnetwerk aanpakken, zowel binnen ArenAPoort als op de lange-
afstandsroutes naar bijvoorbeeld de binnenstad. Fietsroutes binnen
ArenAPoort zijn onderdeel van deze ontwikkelstrategie. Langeaf-
standsroutes worden opgenomen in het Mobiliteitsprogramma
Zuidoostflank.
Hier gaan we aan werken:
n Verbinding tussen Amstel Ill, ArenAPoort, De Nieuwe Kern
en het centrum van Amsterdam. In ArenAPoort wordt de
Haaksbergweg een fietsstraat, de auto is hier te gast
n Onderzoeken of de Hoogoorddreef ten westen van het station
een breder fietspad moet krijgen
n Een goede verbinding tussen west en oost, bijvoorbeeld via
de Johan Cruijff Boulevard
n Een duidelijke route voor voetgangers en fietsers van en naar
het station ter hoogte van het Hoekenrodeplein
n Meer ruimte voor voetgangers op de Bijlmerdreef en de
Hoogoorddreef. We onderzoeken of op termijn ook fietspaden
op de dreven kunnen komen. Daarbij is het uitgangspunt dat
de busbaan op de Hoogoorddreef, tussen Foppingadreef en
de Holterbergweg, blijft.
Mobiliteitsprogramma Zuidoostflank (Actieplan Schone Lucht). Het terug-
dringen en elektrificeren van verkeer
Bereikbaarheid bekijken we ook in een maakt immers de lucht schoner, vermin-
bredere context. Zo komt er voor de hele dert geluidsoverlast en is beter voor
Zuidoostflank een mobiliteitsprogramma. het klimaat. Het Mobiliteitsprogramma
Daarin staan maatregelen die bijdragen Zuidoostflank is naar verwachting in 2021
aan een robuust verkeersnetwerk rondom klaar en wordt dan ter besluitvorming
onder andere ArenAPoort. Ook kijken voorgelegd aan de gemeenteraad van
we naar mogelijkheden om het verkeer Amsterdam, Ouder-Amstel en het dage-
schoner en uitstootvrij te maken in 2030 ITEM TENUTA "E Ta Re CHAT Ler= Tage |(o
44
SON TE f
ied
1 Î meed = mare - = emmen Ì ED
| ej | |
i (@) | |
Meer fietsers betekent ook voldoende fietsenstallingen. Deze kaart toont
Nieuwe fietsenstallingen komen in de gebouwen of onder de grond, waar we ruimte
zodat er op de straten en pleinen voldoende ruimte blijft voor voetgangers gaan geven aan
. … … ‚ voetgangers,
en groen. Grondeigenaren zijn verantwoordelijk voor voldoende fietsenstal- fietsers. auto's
lingen in de gebouwen die ze neerzetten. De gemeente ziet daarop toe. en het openbaar
We onderzoeken de mogelijkheid voor twee ondergrondse fiets- vervoer. In bijlage
parkeergarages nabij het station en langs fietsroutes. Een van de ideeën is 2 vindt u gede-
om een aantal inpandige autoparkeerplaatsen in ArenAPoort Oost om te tailleerde kaarten
zetten in fietsenstallingen. per soort vervoer.
UIT DE PARTICIPATIE
Fietsen oké, maar ook huis. Ondernemers wensen een digitaal
parkeergelegenheid parkeerverwijssysteem si investeringen in
het openbaar vervoer, bijvoorbeeld het door-
trekken van een tramlijn uit de binnenstad.
Tijdens de participatie kwam naar voren
dat bewoners en gebruikers voldoende Ondernemers wijzen ook op de spanning die
bushaltes, veilige fietsverbindingen en de gebiedsontwikkeling met zich meebrengt.
fietsenstallingen willen. De fiets mag meer Niet alleen vanwege de groei in wonen,
zichtbaar worden in het straatbeeld, al werken en recreëren, ook het stijgend aantal
moeten de fietsers geen overlast geven voor _ pakket- en maaltijdservices zorgt voor meer
wandelaars. “Fietspaden die met elkaar in verkeer. De gemeente wordt gevraagd om
verbinding staan, zodat men overal terecht tot een robuust systeem voor mobiliteit en
kan met de fiets.” logistiek verkeer te komen voordat er groot-
schalig ontwikkeld wordt. “Laat mobiliteit en
Bewoners zien ook graag meer en logistiek het beginpunt zijn bij de ontwikke-
goedkopere parkeerfaciliteiten dicht bij ling ArenAPoort en niet de sluitpost.”
Goed bereikbaar openbaar vervoersknooppunt
Station Amsterdam Bijlmer ArenA speelt een belangrijke rol bij
het bereikbaar houden van ArenAPoort. Nieuwe kantoren en grote
publiekstrekkers komen daarom vooral in de nabijheid van het station.
Hierdoor worden grote stromen forensen en bezoekers gestimuleerd
dit openbaar vervoersknooppunt te benutten. Rondom het station
maken we ruimte voor onder meer fietsenstallingen en deelcon-
cepten, zodat de overstap van openbaar vervoer naar andere vormen
van vervoer makkelijker en sneller verloopt.
In de nabije toekomst moet het station voorbereid worden op
de komst van nog meer reizigers, bijvoorbeeld door het vergroten van
het busstation, meer opgangen naar de perrons en meer ruimte in de
stationshal. Dit vergt grote investeringen waarbij meerdere partijen
betrokken zijn: NS, ProRail, het GVB en de Vervoerregio. In 2020 is
een onderzoek van start gegaan naar uitbreidingsmogelijkheden
rond station Amsterdam Bijlmer ArenA.
nn
Impressie: Dit
gaan we doen
om ArenAPoort
bereikbaar te
Pe an. Í n houden:
De Ul P
NN NN Sh Si ä N
GE as NUDE | EN % Etn te
a et Je li sn he
AE EE
het openbaar vervoer en meer ruimte maken voor laden, lossen en parkeren
gemakkelijk overstappen staan centraal voetgangers en fietsers beter organiseren
46
Naar efficiënt logistiek verkeer
De logistiek in ArenAPoort is van groot belang voor alle
bedrijven in het gebied, maar veroorzaakt ook veel verkeer en daarmee
druk op de wegen. We onderzoeken samen met belanghebbenden
mogelijkheden om het logistieke verkeer efficiënter te organiseren.
Dit is een vraagstuk voor dit gebied maar ook voor de regio
Amsterdam, waarbij we ons bewust zijn dat sommige detailhandel
afhankelijk is van grote directe leveranties. We willen ons in eerste
instantie richten op de logistiek rondom horeca en winkels, en in
ArenAPoort West rondom de evenementen. Dit gaan we doen:
n Logistieke expeditie wordt zo veel mogelijk geclusterd en
bij nieuwe ontwikkelingen altijd inpandig opgelost
n We sluiten aan op bestaande initiatieven voor ‘logistieke hubs’.
Bijvoorbeeld de Smart Mobility Hub ten noordoosten van de
Johan Cruijff ArenA en een hub voor laden en lossen bij
Cumulus Park
n De bedrijven binnen ArenAPoort moeten goed bereikbaar
blijven voor laad- en losverkeer. Daarom richten we ons op
gecombineerde laad- en losplekken die door duidelijke routing
en bewegwijzering goed te vinden en te bereiken zijn. De
routes naar deze locaties worden zo veel mogelijk gescheiden
van voetgangers en fietsers, zodat er geen oponthoud of
onveilige situaties ontstaan
n In ArenAPoort West wordt geïnvesteerd in een goede oplossing
voor het logistieke laad- en losverkeer, met name rondom de
evenementen. Zo werken we aan een logistiek laadpunt en een nn
terrein waar evenemententrailers kunnen parkeren. Artist impression
Smart Mobility
Bij nadere uitwerking van de plannen blijven we kritisch op Hub gezien vanaf
… het sport kijken in
de logistieke routes, zowel tijdens de bouwfase als daarna. de richting Johan
Cruijff ArenA.
Î = en
a mi ne EE
5 ne aint En: = _
| ie | een zt SE ES nn EE
nn ikk n eeN eN Wm
en kt = pl % Û DN j/ 7
: a EN en Ì Î EE, Fi
# # f
47
Smart Mobility Hub
Om ervoor te zorgen dat evenementen een zero emissie laadhub voor personen-
lolo YclaB:ier ec IR la Re ITP 4 aa TMA nt: la Eed en goederenvervoer, autoparkeren,
bereikbaar blijven, komt er een Smart Park + Ride, haal- en brengvoorzieningen
Mobility Hub (SMH) in De Nieuwe Kern. voor leerlingen, eBuurthub (deelauto's),
Het gebouw, voorziet in een multifunctio- _ taxistandplaats, touringcarparkeren en
neel mobiliteitsprogramma. een fietsenstalling. In totaal komen er
Afhankelijk van de behoefte per evene- 2.400 parkeerplaatsen, die flexibel inzet-
ment kan de parkeercapaciteit alternatief baar zijn al naar gelang de mobiliteits-
worden ingezet door gebruik te maken behoefte. Dit aantal is voldoende voor het
van dynamische parkeersystemen. Er is overgrote deel van de evenementen.
84.000 m? BVO beschikbaar voor:
Huur- en deelconcepten
Tijdens de participatie is de behoefte aan huur- en deelcon-
cepten ofwel het huren of delen van een (elektrische) auto of fiets,
duidelijk naar voren gekomen. Investeringen hierin helpen om het
aantal voertuigen verder terug te dringen.
Er bestaan nog geen huur- en deelconcepten in ArenAPoort.
Daarom gaan we er ruimte voor maken in openbare parkeergarages.
Ook stimuleren we eigenaren en ondernemers (werkgevers, winkels,
evenementen) om bewoners en bezoekers te verleiden om anders te
gaan reizen, en hen daarvoor duurzame huur- en deelconcepten aan
te bieden. Huur- en deelconcepten moeten CO2-neutraal zijn.
Efficiënt parkeren
Binnen ArenAPoort gaan we parkeren efficiënter organiseren.
Hierdoor kunnen verkeersstromen op het plusnetwerk beter worden
beheerst, beperken we het zogeheten ‘zoekverkeer’ en halen we een
groot deel van het autoverkeer van straat. Uitgangspunt is dat het
autoverkeer niet te veel toeneemt. We onderzoeken de maatregelen
en maken deze concreet in een nog op te stellen parkeerstrategie.
De hoofdlijnen van de strategie zijn:
n Alle nieuwe parkeerplaatsen voor kantoren en voorzieningen
worden in principe openbaar toegankelijk, zodat dubbelgebruik
mogelijk wordt. Hierdoor kunnen parkeerplaatsen ook tijdens
evenementen worden ingezet. In Amsterdamse Poort blijven
voldoende openbare parkeerplaatsen aanwezig
= Alle parkeergarages in ArenAPoort zijn ondergronds of inpandig.
Er vindt op termijn geen parkeren op straat meer plaats
n We onderzoeken de mogelijkheden voor één digitaal
parkeerverwijssysteem om zoekverkeer te verminderen.
48
24/7 greep houden op verkeer
De regieorganisatie evenementenverkeer is een goed
georganiseerde samenwerking tussen partijen. Deze samenwerking
willen we benutten om ArenAPoort bereikbaar te houden, niet alleen
tijdens evenementen, maar gedurende de hele dag. We stellen voor
de regieorganisatie en het Operationeel Mobiliteitscentrum (OMC)
verder te versterken, bijvoorbeeld door een vast team aan te stellen
dat 24/7 het verkeer monitort en stuurt.
Hoofdwegen beter benutten
Bovenstaande maatregelen ontlasten het verkeer binnen
ArenAPoort. Hiermee is nog niet de druk van het verkeersnetwerk
daaromheen opgelost. Die druk willen we verminderen door de
wegen beter te benutten. Het verlagen van de druk op de op- en
afritten van de autosnelwegen A2 en A9 is daar een onderdeel van.
Waar nog ruimte is, kunnen de wegen efficiënter worden
gebruikt. Keuzes rondom het uitbreiden of juist afwaarderen van
hoofdwegen rondom ArenAPoort worden ook in het Mobiliteits-
programma Zuidoostflank gemaakt.
ET | __
in EN TE ”
nd ls Ker zuidoost D,
Eze —
TE EE Te
EE
| Bek Lel le puivend gi
ern ee en
B Ì ENOR
SR EE Al RORE
B EED ANN ‚l
—T- TT. SN |
EE me AN
EL jm SN. bl A K de En kb |
ie, | Se | Vn ze À
EES AN mn
mee aen
ER ee SE
NN ttr Rl:
BS EE nd El In oe Eren En
zE an LI
| hm EI |M 1
NN I - EL î
E DE : | mn me ee re
Va sl i EE mm
49
De openbare ruimte in ArenAPoort omvat onder
meer de Johan Cruijff Boulevard, het Hoekenrodeplein, de Bijlmer-
pleinen en het Anton de Komplein. Deze pleinen zijn met elkaar
verbonden en allemaal onderdeel van het plusnet voor voetgangers.
Amsterdamse Poort heeft nog de oorspronkelijke, verhoogde dreven.
Gemotoriseerd en langzaam verkeer zijn hier gescheiden. Het voet-
gangersgebied is in zijn geheel vrij van auto's (met uitzondering van
laad- en losverkeer en het verkeer voor de afvalinzameling) en dus
zeer veilig. De bestrating en het meubilair zijn van hoge kwaliteit.
Maar de meeste pleinen en straten zijn puur functioneel
ingericht en voelen daardoor kaal en ‘stenig’ aan. Er is weinig groen
en water in het straatbeeld. Ook is het aantal speel- en ontmoetings-
plekken beperkt. In het evenementengebied is de openbare ruimte
ingericht op het snel en veilig aan- en afvoeren van grote groepen
mensen die met openbaar vervoer of de auto komen. Soms is het
extreem druk, dan weer heel rustig. De openbare ruimte in Amster-
damse Poort voelt vooral ‘s avonds en ‘s nachts onveilig.
De wegen zijn berekend op de auto en niet op fietsers en
voetgangers. Daardoor is ArenAPoort niet goed verbonden met
de woonwijken van Zuidoost.
Kortom, de openbare ruimte nodigt niet uit tot een langer
verblijf, en is vooral in ArenAPoort West onvoldoende toegerust
voor bewoners.
UIT DE PARTICIPATIE
Liefst meer groen “Gebruik maken van Anton de Komplein voor
en rustplekken evenementen (dansen, muziek)”.
Openbare ruimte is het onderwerp dat het Een belangrijk aandachtspunt is veiligheid.
meest leeft bij bewoners en gebruikers. Er is Men voelt zich vooral ‘s avonds niet veilig. Meer
tijdens de participatie veel over gezegd en er toezicht en handhaving kan daarvoor een oplos-
zijn veel ideeën ingebracht. Gebruikers zeggen sing zijn, evenals een overzichtelijker straatbeeld
de pleinen in ArenAPoort mooi te vinden. Ze en betere verlichting. Ook een goede voorzie-
waarderen vooral de inrichting van het Hoeken- ning voor afval is een belangrijk aandachtspunt.
rodeplein. Bij herinrichting van de pleinen en
straten zien bewoners en gebruikers graag meer _ Tot slot blijkt uit de participatie dat er behoefte
groen, water, ontmoetingsplekken (bankjes en is aan plekken waar bewoners rust kunnen
terrassen), speel- en sportvoorzieningen en vinden. Toegankelijke daken, binnentuinen en
toiletten in de openbare ruimte: een natuur worden genoemd als mogelijke rust-
echt verblijfsgebied. plekken. “Behoefte aan rustplekken, zones
en voorzieningen om de drukte te kunnen
Mensen hechten veel waarde aan de parken en ontvluchten.”
zien graag dat de verdichting van ArenAPoort
niet ten koste gaat van het groen. Het straat- Bedrijven vragen om aanpassing van het
beeld zou veel levendiger en groener mogen: gevelreclamebeleid, zodat zij LED-schermen
bomen, bloembakken, daktuinen en - vooral op kunnen plaatsen - met Times Square in
het Anton de Komplein - meer activiteiten. New York als voorbeeld.
Wat gaat er veranderen?
ArenAPoort heeft straks levendige en sfeervolle pleinen en
straten. Plekken waar je anderen kunt ontmoeten en op een prettige
manier kunt zitten, spelen of sporten. We gaan alle openbare ruimte
op termijn goed herinrichten.
Meer ruimte voor voetgangers
Vooruitlopend op de komst van meer bewoners, forensen en
bezoekers willen we het voetgangersgebied in ArenAPoort vergroten,
veiliger maken en meer sfeer geven. Laden en lossen en (fiets)
parkeren nemen nu nog ruimte in op straat. Dat gaan we anders orga-
niseren. Daarnaast willen we verbindingen maken op de plaatsen waar
voetpaden niet op elkaar aansluiten, bijvoorbeeld op de dreven die
ArenAPoort verbinden met de rest van Zuidoost.
Ruimte creëren we door een combinatie van maatregelen:
1. Bij nieuwe ontwikkelingen worden alle (fiets)parkeerplaatsen
plus expeditie inpandig of ondergronds. Laden en lossen weren
we zo veel mogelijk uit het voetgangersgebied. In Amster-
damse Poort verloopt het laden en lossen vanaf de dreven, en
in ArenAPoort West maken we daar aparte routes voor. Om
de hoeveelheid laad- en losverkeer in het voetgangersgebied
van Amsterdamse Poort te beperken onderzoeken we, als
alternatief voor de standaard inzamelmethode door middel
van ondergronds containers, de aanleg van een ondergronds
afvaltransportsysteem (OAT). Dit maakt het gebied aanzienlijk
aangenamer maar vraagt een behoorlijke investering.
2. Het voetgangersgebied wordt groter door privaat gebied,
bijvoorbeeld de ruimte tussen kantoren en onderwijsinstel-
lingen, openbaar toegankelijk te maken. Hierover maken we
afspraken met grondeigenaren. Bij nieuwe ontwikkelingen
wordt particulier terrein meteen zo veel mogelijk openbaar
toegankelijk. Dat leidt tot een fijnmazig netwerk van routes.
Ook kunnen private partijen op deze manier een bijdrage
leveren aan klimaatmaatregelen, zoals meer ruimte voor
groen en regenwateropvang
3. Vanwege de beperkte openbare ruimte gaan we functies
combineren, bijvoorbeeld groen en sport
4, Op de dreven maken we ruimte voor voetgangers, zodat
woningen, kantoren en voorzieningen ook vanaf daar goed
bereikbaar zijn. Dit doen we door trottoirs aan te leggen of te
verbreden, bijvoorbeeld op de Bijlmerdreef en de Hoogoord-
dreef. Waar de ruimte het toelaat, kijken we ook of het
aanleggen van fietsstroken en groen mogelijk is
51
Meer groen en zichtbaar water
ArenAPoort wordt in de toekomst veel groener dan het nu is.
Meer groen draagt niet alleen bij aan een prettiger verblijfsklimaat,
maar is ook van groot belang voor de biodiversiteit en klimaatadap-
tatie. Door heviger wordende regenbuien wordt een goede, geleide-
lijke afvoer van hemelwater steeds belangrijker. Een groene inrichting
helpt daarbij. Daarnaast reduceert groen de hittestress. Op hete
dagen loopt de temperatuur in steden hoog op en deze hitte blijft
door het vele steen en beton lang hangen. Het toevoegen van meer
groen heeft positieve gevolgen voor de temperatuur.
In een intensief gebruikt stedelijk transformatiegebied als
ArenAPoort vraagt het toevoegen van groen enige creativiteit,
van zowel de gemeente als van de lokale belanghebbenden. De
gemeente is verantwoordelijk voor de (herinrichting van de openbare
ruimte, de belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor de inpassing
van voldoende groen binnen de grenzen van het kavel. Aan de hand
van het beoogde bouwprogramma schrijft de Referentienorm Maat-
schappelijke Voorzieningen de groennorm voor. Deze groennorm
bestaat uit gebruiksgroen en ecologisch groen. Gebruiksgroen is van
recreatieve waarde: er kan bijvoorbeeld op gesport of op gepick-
nickt worden. Ecologisch groen heeft vooral een ecologische en/of
klimaat-adaptieve functie. Je vindt ecologisch groen bijvoorbeeld op
daken van gebouwen. Wat gebruiksgroen betreft wordt de groen-
norm volledig binnen de grenzen van ArenAPoort gehaald. De ecolo-
gische groennorm wordt met 86% bijna gehaald.
—_—_
Groennorm 40.000 m? 40.000 m? 80.000 m? Toevoeging
Oe gebruiks en
Gepland 40.000 m? 34.500 m? 74.500 m? ecologische groen
Relatief 100% 86% 23% ArenAPoort in
ee m? en %.
Het gebruiksgroen in ArenAPoort concentreert zich op twee
specifieke locaties: het Cumulus Park aan de oostkant van ArenAPoort
en het nog te realiseren park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA
aan de westzijde van het spoor. Er is nog geen ontwerp voor het
ArenAPark (dit zal de komende jaren worden gemaakt), maar het is de
ambitie van de gemeente om hier een kwalitatief hoogwaardig park
te ontwikkelen, waar zowel ontspanning, cultuur als sport een plek
zullen krijgen.
Om zo veel mogelijk ecologisch groen toe kunnen te voegen
is een belangrijke rol weggelegd voor de ruimschoots aanwezige
daken. Ontwikkelaars worden gestimuleerd tuinen op deze daken aan
te leggen en met name de lager gelegen daken ook toegankelijk te
maken voor de bewoners en/of gebruikers van het gebouw. Een mooi
voorbeeld hiervan is Cluster 7 in Amsterdamse Poort. De binnentuinen
op het dak van de parkeergarage zijn toegankelijk voor de bewoners
uit het cluster. De tuinen krijgen een ruime grondlaag, zodat ook
bomen en grote heesters kunnen aarden. Het dak op het loading dock
van het Eleven Square krijgt naast een publiek toegankelijk sportpro-
gramma en de benodigde zonnepanelen ook een groene invulling.
52
Naast de daken stimuleren we ook het aanbrengen van groene
gevels. Een groene gevel is niet alleen mooi om naar te kijken, maar
is ook belangrijk voor de biodiversiteit in het gebied. Dankzij groene
gevels en daken kunnen diverse diersoorten, zoals bijen, vlinders en
vogels, makkelijker overleven in de stad. Ook in de openbare ruimte
komt meer groen, met bomen en wadi's (een soort van bedding,
met gras beplant en in woonwijken bedoeld als wateropvang na
hevige regen). Hiermee wordt de openbare ruimte ook aangepast
aan klimaatverandering. De grote drukte bovengronds (door autover-
keer en bezoekers op straat bij evenementen) én in de ondergrond
(vanwege kabels en leidingen) zijn beperkende factoren, maar bij
herinrichting wordt ook bekeken hoe de straten en de pleinen toch
van voldoende groen kunnen worden voorzien.
Net buiten de grenzen van ArenAPoort is ook veel groen te
vinden waar toekomstige bewoners gebruik van kunnen maken. Het
Nelson Mandelapark, dat grenst aan het gebied, is voor toekomstige
bewoners van ArenAPoort hét grote stadspark binnen Zuidoost, op
slechts enkele minuten loopafstand. Ten zuiden van de Hoogoord-
dreef komt in Amstel Ill een compact hoogwaardig stadspark: het
Hondsrugpark. Daarnaast wordt de fietsverbinding naar de cultuurhis-
torisch beschermde Amstelscheg verbeterd, zodat toekomstige bewo-
ners uit zowel ArenAPoort als Amstel Ill makkelijker hun weg daar
naar toe vinden. In de Structuurvisie voor De Nieuwe Kern staat een
groot park van bijna Vondelparkachtige afmetingen gepland plus een
nieuwe langzaamverkeerverbinding over de A2 naar de Amstelscheg.
mn f Impressie:
mn /f ArenAPoort
== yy wordt groener
EE yy geer ”eplante
meen aken, postze-
T- yy gelparkjes en
__ / binnentuinen.
—
=S
=S y
== if
SE LE
IST
On LI.
ek 5 zn 4
; en ke - SS (ks
ï a ‚ 1: Ee ee
nn N ENT 0 pn NN: = e
mEt ETS pe dd NT
NN S >
a
53
ArenAPoort is geen waterrijk gebied. Het water dat er is maken
we meer zichtbaar en ook aantrekkelijker voor wandelaars. De water-
lopen aan de noordzijde van de Johan Cruijff ArenA, ter hoogte
van Cumulus Park, aan de rand van het Nelson Mandelapark en in
het stationskwartier betrekken we bij de inrichting van de openbare
ruimte. Ook willen we dat water zichtbaar is om mensen bewuster
te maken van hoe belangrijk de aanwezigheid van water voor het
klimaat is.
Waterpartijen fungeren als buffer waar overtollig regenwater
naartoe kan stromen en vastgehouden kan worden om vervolgens via
het gemaal te worden afgevoerd. Juist in ArenAPoort hebben we te
maken met grote dakvlakken van bijvoorbeeld station Amsterdam
Bijlmer ArenA en grote verharde oppervlakken zoals de Johan Cruijff
ArenA, en is het aanwezige oppervlaktewater cruciaal voor een
goed watersysteem. Het oppervlaktewater zal waar mogelijk worden
vergroot en beter worden verbonden met omliggende waterpartijen.
Natuurinclusief bouwen en biodiversiteit
De biodiversiteit in ArenAPoort is op dit moment bijzonder
gering, maar er zijn tegelijk wel bijzondere soorten te vinden zoals
de slechtvalk (Deutsche Bank) en , iets minder bijzonder, het konijn
(spoortalud bij de Johan Cruijff ArenA). De bruine rat vindt er tot
verdriet van bewoners en ondernemers een goede biotoop. Doel-
soorten (diersoorten waarop natuurbeleid gericht is) in dit gebied
zijn de huismus, gierzwaluw, slechtvalk en diverse soorten wilde bijen.
Aan de noordwestrand buiten ArenAPoort is de aanwezigheid van de
bunzing en de wezel vastgesteld.
Door maatregelen aan gebouwen in het kader van natuur
inclusief bouwen maken we de bebouwing in ArenAPoort straks
meer bio divers. Met ontwikkelaars worden, in de zogenaamde bouw-
envelop, afspraken gemaakt over het maken van groene daken en
groene gevels. Per project wordt in dialoog tussen ontwikkelaars
en gemeente bepaald welke maatregelen het meest kansrijk zijn bij
nieuwbouw. Dit heet een duurzaamheidsscan. Het Ruimtelijk Kwali-
teitskader voor ArenAPoort gaat daar verder op in. Om zo goed
als mogelijk is te voldoen aan de groennorm in de hyperstedelijke
context van ArenAPoort, met weinig openbare ruimte, wordt aan
ontwikkelaars de eis gesteld dat minimaal 25% van het ecosysteem-
groen op de eigen kavel wordt gerealiseerd.
De openbare ruimte van ArenAPoort wordt ingrijpend
heringericht, klimaatadaptief gemaakt, en verrijkt met groen. De
overvolle ondergrond wordt herschikt en zo georganiseerd dat er
ruimte ontstaat voor bomen in de straten en op de pleinen.
We verbinden het groen van ArenAPoort met zijn omgeving
waardoor planten- en diersoorten de kans krijgen te migreren en
hun leefgebied uit te breiden. Dit versterkt de biodiversiteit van de
openbare ruimte. Bewoners hebben straks via groene straten toegang
tot kleine en grote stadsparken in de omgeving en de Amstelsscheg.
54
Er komt een nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff
ArenA. Dit park vormt samen met het ‘rooftop sport park’ van de
SMH in de Nieuwe Kern, en de groene fiets- en wandelroute een
doorlopende groene verbinding vanuit ArenAPoort naar het toekom-
stige centrale park (formaat Vondelpark) van De Nieuwe Kern. Het
park vormt ook een nieuwe ecologische en fietsverbinding met de
Amstelscheg. Ook het nu nog stenige Anton de Komplein wordt
vergroend, en verbonden met het naastgelegen Nelson Mandelapark.
Daarmee zijn de koppen van de Lifeline vergroend en veran-
kerd in hun omgeving. De Lifeline zelf wordt ook vergroend en vormt
straks een herkenbare groene ruggengraat van oost naar west door
ArenAPoort.
De Haaksbergweg wordt een straks een belangrijke nieuwe
groene langzaamverkeerroute van het AMC naar Amsterdam
Centrum, in het verlengde van het te ontwikkelen Hondsrugpark.
Groen in de vorm van bijvoorbeeld wadi's, maakt deze route straks
aantrekkelijk.
De spoorzone is een belangrijke ecologische verbinding. In het
talud leven verschillende planten- en diersoorten, er is onder andere
een konijnenpopulatie aanwezig ten oosten van de Johan Cruijff
Arena. Ter hoogte van het station Bijlmer ArenA ontbreken groene
taluds langs het spoor. Dit is een ontbrekende schakel. Een parallelle
ecologische verbinding langs en op de Foppingadreef is om
verkeerskundige redenen vooralsnog geen optie.
De watergangen worden, waar daar ruimte voor is, voorzien van
groene oevers. Waar dat vanwege de beperkte ruimte of vanwege
evenementen niet past wordt gekeken naar maatwerk (bijvoorbeeld
kokosrollen of bundels wilgentenen onder de waterlijn, het stimuleren
van muurvegetaties).
De hoofdbomenstructuur wordt versterkt door het planten van
bomen langs de Hoogoorddreef-westzijde en de Holterbergweg. De
Bijlmerdreef krijgt een groen karakter in verbinding met het station.
Het trailerparkeerterrein ten behoeve van Ziggo en andere venues in
de oksel Stramanweg/Holterbergweg krijgt een groene uitstraling
met aandacht voor biodiversiteit.
55
Een kralensnoer van levendige pleinen
Er loopt een kralensnoer van pleinen door ArenAPoort, van KCE
het Anton de Komplein tot en met de Passage. Het verbindt de Het ArenAPoort
gebieden binnen ArenAPoort met elkaar en met de rest van Zuidoost. gebied is niet in
Langs deze Lifeline komen de voorzieningen die het meeste balans als je kijkt naar
publiek trekken. Denk aan winkels, evenementen, sport, cultuur en levendigheid. Waar
muziek. Hier kunnen ook allerlei extra activiteiten op straat worden in oost de Amster-
georganiseerd. Zo ontstaat er gedurende de hele dag en avond damse Poort overdag
een levendig en dynamisch gebied. Het concentreren van deze voor levendigheid
voorzieningen langs de Lifeline zorgt ervoor dat er voldoende rust zorgt, is het aan
blijft in de woongebieden aan de rand ervan. de westkant juist
Het kralensnoer krijgt een herkenbare inrichting van hoge betrekkelijk rustig.
kwaliteit die is toegerust op grote mensenmassa's en intensief De grote gebouwen
gebruik. Horeca en cultuur zal zich concentreren langs de Lifeline. en de weidse open-
Bewegwijzering zorgt ervoor dat alle voorzieningen vanaf de Lifeline er laa el Etn)
goed vindbaar zijn. Ook het verblijfsklimaat is aangenaam: er is weinig menselijke maat.
windhinder en er zijn plekken waar mensen in de zon of juist in de SITE ontwikkelde het
schaduw kunnen zitten. programma Lifeline,
Vanwege de grote groepen mensen en de activiteiten is er dat tot doel heeft
minder ruimte voor parkachtig groen, maar wel voor groen in planten- beide gebieden aan
bakken, op gevels en daken, zodat de pleinen toch meer sfeer krijgen. elkaar te verbinden,
zowel fysiek als wat
Van oost naar west gaat de Lifeline er zo uitzien: functies betreft.
Zodat van het Anton
1. Het Anton de Komplein is de schakel tussen ArenAPoort, het de Komplein tot
Nelson Mandelapark, de H-buurt en Vogeltjeswei. Hier zien voorbij de Johan
we een levendig en multifunctioneel plein voor ons met ruimte Cruijff ArenA een
voor de markt en op bewoners gerichte activiteiten, ook als de integrale levendige
markt er niet is. Met de (nieuwe) bebouwing langs de randen zone ontstaat, die de
van het plein, biedt de plint ruimte aan horeca en terrassen. twee nu gescheiden
Het plein heeft groen, water, zit- en speelplekken leefwerelden bij
elkaar brengt. Het
2. Het kleine Bijlmerplein is het hart van Amsterdamse Poort, programma Lifeline
waar mensen samenkomen voor contact, en om te eten en is als input gebruikt
te drinken. Het plein wordt omringd door winkels, horeca, voor de ambitie die
terrassen en nieuwe werkconcepten de gemeente heeft
voor de gebieds-
3. Het grote Bijlmerplein is een plein voor bewoners maar ook ontwikkeling van
voor toeristen en zakelijke bezoekers. Het plein leent zich goed ArenAPoort.
voor muziek- en sportevenementen en themamarkten. Er is
horeca en er zijn zitplekken, terrassen, water en groen, en een
speelvoorziening. Die laatstgenoemde is er ook voor bijvoor-
beeld de toekomstige leerlingen van de Internationale School
in het Zandkasteel
4, Het Hoekenrodeplein is de schakel tussen het station, Amster-
damse Poort en het Cumulus Park. Het plein mist nu de mense-
lijke maat, is te stenig en is zeker in de koude en natte maanden
geen prettige verblijfsplek. Tijdens de ochtend en avondspits
is er grote drukte vanwege de forensen die van en naar het
station gaan, daarna is het er rustig. Het plein vormt een barrière
tussen oost en west, waar de Foppingdreef ook aan bijdraagt.
We onderzoeken hoe we fietsers en voetgangers beter naar het
station kunnen leiden. Daarnaast kijken we of we de ingang naar
56
de Amsterdamse Poort beter zichtbaar kunnen maken vanaf het
Hoekenrodeplein, zodat het Hoekenrodeplen kan uitgroeien tot
de oostelijke entree naar de Amsterdamse Poort en bezoekers
het gevoel krijgen dat ze een centrumgebied betreden.
5. Het station functioneert als het hart en de entree van
ArenAPoort. Het verbindt oost met west en ArenAPoort met
de rest van de stad. De openbare ruimte van het station wordt
overzichtelijk en sfeervol ingericht en kan tegelijkertijd grote
mensenmassa's verwerken
6. De Johan Cruijff Boulevard is een belangrijk plein voor evene-
menten en grootschalige detailhandel. Hier is straks altijd wat
te doen. We zetten in op een ‘adaptieve’ openbare ruimte.
Adaptief houdt in dat we de openbare ruimte op het gebruik
kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld op het bij drukte veilig bege-
leiden van bezoekers van en naar het station en de evene-
menten. Bij rust is de boulevard dan weer een prettige plek om
rond te wandelen of een terrasje te pakken. Op de Johan Cruijff
Boulevard zien we ook faciliteiten voor urban sports voor ons
7. Met de bouw van het Eleven Square (UID) komen er twee
nieuwe pleinen in ArenAPoort West bij. Het plein in het hart
van Eleven Square is levendig en dynamisch, wordt omringd
door winkels, ontspanningsgelegenheden en horeca en richt
zich vooral op bezoekers. Het plein aan de Corridor is rustig
en groen en meer op bewoners gericht.
8. Het noordelijke deel van de Lifeline wordt gevormd door de
Passage en de Loper. Ze verbinden de Johan Cruijff Boulevard
met station Strandvliet en de toekomstige woonwijk De Nieuwe
Kern. Hier komen tijdens evenementen ook veel mensen samen.
De Passage wordt samen met de Haaksbergweg onderdeel van nn
een langeafstandsfietsroute. Ook hier is een adaptieve inrich- Deze kaart laat
ting van belang, zodat zowel pleinen als verbindingen goed zien hoe pleinen
functioneren zowel bij drukte als bij rust. en straten zijn
verbonden.
; 9 ll |
FE En nr. 1 de Í 7 T
B mai Ï Í an ETAT 7 Ì uur pe a e nii 8 al
Pangeran Brard miner BN rn een B Si ER en mmm En WE Pte venpeeteg
being tad ein vormden me Oee U soesgangervetmarg Oo Mrt
57
EL RA en Nar Ne Wade Re Ai
a KR OE 5 EE no Re ad en
Ne Eer de rd Lie Es EME En > dn or ON nn
\ Pes te er AE Rr ef rt AEL Lit d: A 9 8
een Oe ANNEN
Ps Ee de | WW
i ä Hel 8 n en en F
m ek f ” NE i | k s k A [a
À ” ai SF ! 8 EE, ze
| ade | | fn EE
4 a ë IE Pe Bie | B Ne ANR
Ee aen boe ede
Ee in vaa en 5 Je 4
et [OA
nn
Voldoende rustplekken Impressie van de
Corridor. Als we
Uit de participatie kwam naar voren dat bewoners behoefte autoparkeren en
hebben aan rustplekken, liefst in het groen. Met de verdichting van deere,
ArenAPoort wordt dit nog belangrijker. Zeker gezien het feit dat de seren, ontstaat
woningen geen tuin hebben. Bewoners kiezen voor een levendig er meer ruimte
gebied, maar moeten dicht bij hun huis voldoende gelegenheid voor voetgangers,
hebben om zich terug te kunnen trekken. Om rust te kunnen fietsers en groen.
bieden denken we aan het volgende:
n Rondom ArenAPoort zijn parken (het Nelson Mandelapark) en
groengebieden (de Amstelscheg). In Amstel Il en in De Nieuwe
Kern komen nieuwe parken. We zorgen ervoor dat deze goed
vindbaar en toegankelijk zijn
n Binnentuinen tussen de woonblokken zijn alleen voor bewoners
n Daktuinen zijn toegankelijk voor bewoners en gebruikers van
kantoren en hotels
n Postzegelparkjes langs de rustigere (woon)straten
in ArenAPoort.
Nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA
Het ArenA Park op de Eleven Square-kavel (UID) verdwijnt.
Een alternatieve locatie hebben we gevonden ten noorden van de
ArenA, daar waar zich nu P-Noord en een voetbalveld bevinden. Het
plan is om op deze locatie een park met veel gras, struiken en bomen
aan te leggen, waarvan bewoners van onder andere ArenAPoort,
De Nieuwe Kern en Venserpolder gebruik kunnen maken. Daarnaast
gaat dit gebied een grotere rol spelen bij het begeleiden van bezoe-
kersstromen tussen de ArenA, de Smart Mobility Hub (SMH) in De
Nieuwe Kern, en metrohalte Strandvliet en station Duivendrecht. Ook
daarom verdient dit gebied een opwaardering. We zien deze locatie
niet als een plek voor reguliere evenementen, wel voor een inciden-
teel evenement, bijvoorbeeld een huldiging van Ajax of een voor-
programma bij de Toppers of een interlandwedstrijd.
58
Veiliger verlichting
Straten en pleinen moeten goed verlicht zijn, willen mensen
zich er veilig kunnen voelen. We besteden aandacht aan de
verlichting, ook aan de verlichting onder de viaducten.
Tijdens de participatie is er gesproken over de mogelijkheid
voor verlichte gevelreclame door een aantal marktpartijen en exploi-
tanten. Wij zien lichtreclame - mits op goede en gedoseerde wijze
uitgevoerd - als een kans om het uitgaanscentrum meer allure te
geven en de levendigheid in het gebied te verbeteren. Onder welke
voorwaarden lichtreclame mogelijk is zal worden omschreven in
het Beeldkwaliteitsplan.
Ke sl | |
S et el Zo wordt
ats Pie ArenAPoort
jl groener:
a, „oel groene gevels
j ij d en daken
PS alm <<
re 1 Mr id
1 LE LI
1 í |
» dl f | AE groene
ij Í f il binnentuinen
Br Í nb en postzegel-
I Í hi .
Ae SU parkjes
Hir A Bl
2E
ed
goede routes
naar parken in
de omgeving
a u
59
Herinrichting openbare ruimte,
slimme benutting ondergrond
We gaan ervan uit dat pleinen en straten in ArenAPoort tot
2030 nog één keer waar nodig definitief worden heringericht. Deze
herinrichting gaat grotendeels tegelijk op met bouwprojecten in
de directe omgeving van het plein of de straat. We voorzien dat de
eerste herinrichting op zijn vroegst in 2021 gaat plaatsvinden. Dan
wordt de Bijlmerdreef tussen de Foppingadreef en het spoor herin-
gericht. Voor overige pleinen en straten kijken we of we die al meer
sfeer kunnen geven met een tijdelijke inrichting. Voor de definitieve
herinrichting stellen we in 2020 / 2021 een Masterplan Openbare
Ruimte inclusief ondergrond op.
In dit masterplan pakken we ook nog enkele andere zaken op,
zoals het regenbestendig maken van het gebied, plus een andere
inrichting van de ondergrond. We willen de ondergrond, waaronder
de ligging van kabels en leidingen, anders organiseren, zodat er
bovengronds betere omstandigheden ontstaan voor bijvoorbeeld het
planten van bomen. Met de kabel- en leidingbedrijven wordt gezocht
naar slimme systemen om de ruimte in de ondergrond zo efficiënt
mogelijk te benutten.
Beheer en toezicht
Overal in ArenAPoort wordt voldaan aan de door de gemeente
gestelde beheernormen. Wel zijn er plekken die tussen wal en schip
vallen, zoals de loopdekken, binnenterreinen en enkele parkeer-
garages. Deze locaties zijn openbaar toegankelijk, maar vallen niet
onder het beheer van de openbare ruimte. Bewoners vinden deze
plekken doorgaans onveilig en vies. Van belang is om duidelijk onder-
scheid te maken tussen openbaar terrein en privéterrein.
Voorstel is om binnenterreinen en tuinen alleen voor bewoners
toegankelijk te maken. De eigenaren, bewoners en gebruikers zijn in
dit geval verantwoordelijk voor het beheer.
60
3.5 Duurzaam en toekomstbestendig 5
5
Zo is het nu: In ArenAPoort zetten lokale koplopers al flink a
in op duurzaamheid. Zo is de Johan Cruijff ArenA op het gebied 9
van energie klimaatneutraal en bouwt de organisatie verder aan een 3
duurzaam stadion met een biovergister, voorzieningen voor elektri- Z
sche auto’s, deelconcepten en het aanleggen van een zogenaamd a
smart grid: een uitwisseling van duurzaam opgewekte energie tussen D
verschillende gebouwen en bedrijven. Ook ING heeft met de bouw 8
van het nieuwe hoofdkantoor flink geïnvesteerd in duurzaamheid _
en krijgt daarmee de hoogste certificering op het gebied van duur- ®
zaamheid (BREEAM). >
9
Maar ook is er nog altijd veel autoverkeer in ArenAPoort. ä
Naast het bewoners-, forensen- en bezoekersverkeer komen er 5
dagelijks meer dan vijftig voertuigen van verschillende diensten 8
het afval van bedrijven en winkels ophalen. Deze versnippering van
ophaaldiensten zorgt voor extra verkeersdrukte en overlast.
Daarnaast staat ArenAPoort door alle gebouwen en wegen
en het weinige groen extra bloot aan weersinvloeden. De warme
periodes van de laatste jaren zorgen voor hittestress bij mens en dier,
ook doen extreme regenbuien zich vaker voor. De verdichting brengt
nog meer uitdagingen met zich mee als het gaat om duurzaamheid.
Want meer mensen zorgt voor meer auto’s, meer afval en een grotere
energievraag, terwijl de ruimte voor duurzaamheidsmaatregelen
kleiner wordt. Een urgent vraagstuk is de energietransitie (de over-
gang op duurzame energievoorziening), die overigens in de hele
stad speelt. Daarvoor is in ieder geval een forse uitbreiding van het
elektriciteitsnet nodig.
OENE CANIN
Focus op beperkt aantal enkele duurzaamheidsaspecten in plaats
duurzaamheidsmaatregelen van op alles tegelijkertijd. Wanneer de
gemeente op verschillende duurzaam-
heidsgebieden eisen stelt, ontstaat er
Bewoners en gebruikers vinden hergebruik willekeur bij eigenaren en bedrijven en
van materialen, het isoleren van nieuwe komt er van alles een beetje.
en bestaande woningen en het gebruik Flexibel bouwen maakt het voor ontwik-
van duurzame materialen belangrijk. Het kelaars makkelijker om in te spelen op de
opwekken van duurzame energie en een huidige behoefte én om mee te kunnen
goede oplossing voor afval worden ook bewegen met toekomstige ontwikke-
genoemd. Eigenaren en ontwikkelaars lingen. Hiervoor zou een flexibel bestem-
benadrukken het belang van focus op mingsplan en -contractvorming nodig zijn.
61
Wat gaat er veranderen?
Gemeente Amsterdam wil koploper zijn op het gebied van
duurzaamheid. Zo streven we naar een vermindering van de CO2-uit-
stoot in Amsterdam met 55% in 2030, en 95% in 2050. Vóór 2040 is
de stad aardgasvrij en over 10 jaar hebben we alleen nog uitstootvrij
vervoer over de weg en over het water. In 2050 is Amsterdam een
circulaire stad, alles wat we produceren en consumeren is herbruik-
baar. We willen ook een stad zijn die goed omgaat met de effecten
van klimaatverandering, zoals wateroverlast, toenemende periodes
van droogte en hitte, en verandering van biodiversiteit.
We zullen alles in het werk moeten stellen om deze ambities
te halen in dit druk bebouwde gebied. Dat doen we door bijvoor-
beeld in te zetten op duurzaam vervoer, woningen niet meer aan te
sluiten op aardgas en in te zetten op duurzame energiebronnen, zoals
warmte uit datacenters, stadswarmte (voor de bestaande woningen)
en bodemenergie. Concreet betekent dit dat in 2022 een aanbeste-
ding zal worden gehouden voor een laagtemperatuurwarmtenet in
ArenAPoort West. Ook wordt er in het kader van de Amsterdamse
Donut Economie volop geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met een
biovergister in de Johan Cruijff ArenA, die lokaal organisch bedrijfs-
afval omzet in energie en compost. Daarnaast maken we afspraken
met ontwikkelaars om hun daken in te zetten voor biodiversiteit,
waterberging en/of groen.
FS NS EE
d ES ad
p 4 ==
y s KE ll En Ì a
Po iP 7 A En
ci en ï P " En ae
a = LE B ú Î hs ge
PF E Pd a Fr A GS en
E PZ k ke
eo 7 a | De
4 PA B
zE - F a F B De me 5 En __ ed
Bd Î en ELS 8 ef
O4 Pe Deal si B
el Ee Eer EE nn | k ®
al al SE _E el En | E wma |
ef af ed BREE) jm EBS W
pe En a if AH n |
a 7 ll 1 cr |
Is PP
An | ee a
al ne | | et
g. B | n ak
Les B en el ST hakt |
A ee rt EL
62
Aan de andere kant zal er, door al deze ontwikkelingen in
ArenAPoort en omgeving, een kritieke massa worden bereikt die
maakt dat bepaalde investeringen makkelijker kunnen worden terug-
verdiend. Deze investeringen willen we doen op punten waar we
bovengemiddeld kunnen en willen presteren. We richten ons vooral
op een betere benutting van afval, het verminderen van hittestress
en duurzame mobiliteit.
Zo willen we bijdragen aan een duurzame leefomgeving én
een duurzame relatie met de mensen in ArenAPoort. Dat laatste willen
we ook bereiken door bijvoorbeeld nieuwe banen te creëren voor
bewoners van Zuidoost of door het opleiden van jongeren (denk aan
het 1.000 banenplan). Samenwerking met bewoners en het bedrijfs-
leven is een absolute vereiste om deze ambities waar te kunnen
maken en te bestendigen.
Ontwerp, aanleg, gebruik en beheer van gebouwen en open-
bare ruimte moeten bijdragen aan een klimaatneutrale stad in 2050.
Hierbij sluiten we aan bij de aanpak zoals omschreven in de Route-
kaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050. Deze energietransitie kunnen
we bereiken door niet meer aan te sluiten op aardgas, in te zetten
op zeer goed geïsoleerde, energieneutrale — het liefst energieleve-
rende — nieuwbouw, die optimaal profiteert van de zon. Energie moet
zo veel mogelijk duurzaam opgewekt zijn. Het uitgangspunt daarbij
is energiearmoede te verminderen, zo mogen de aansluitkosten niet
stijgen. ledereen moet kunnen profiteren van de energietransitie, ook
de midden- en lage inkomens. Dit betekent dat we ervoor zorgen dat
de woonlasten niet omhoog gaan.
Betere benutting van afval en materialen
In de Strategie Amsterdam Circulair 2020 - 2025 staat dat de
stad in 2050 volledig circulair is. Dit wil zeggen dat waardevolle mate-
rialen en grondstoffen hergebruikt worden en er geen afval geprodu-
ceerd wordt. Alles wat we doen in ArenAPoort moet beantwoorden
aan de op dat moment geldende hoogste ambities die door het rijk
dan wel de gemeente Amsterdam worden gesteld. Dat kan door het
beperken van materiaalverbruik en zo veel mogelijk op een duurzame
manier gebruik te maken van herbruikbare of hernieuwbare/biobased
grondstoffen die geen gezondheids- en milieurisico's opleveren en
die niet leiden tot het ontstaan van niet-herbruikbare afvalstoffen.
Toekomstbestendig bouwen, waarbij het gebouwcasco functiemen-
ging en aanpassing van woningtypologie eenvoudig maakt, hoort
daar ook bij.
Winkels, bedrijven en evenementen veroorzaken meer afval dan
een gemiddelde woonwijk. Als we hiervoor een goed systeem kunnen
bedenken, slaan we drie vliegen in één klap: een schonere openbare
ruimte, minder druk op het verkeersnetwerk en duurzaam hergebruik
van materialen. Zowel bewoners als eigenaren in ArenAPoort willen
hier zo snel mogelijk mee aan de slag.
63
Het eerste concrete project is de eerder genoemde biovergister
bij de Johan Cruijff ArenA, die afval van restaurants, evenementen en
het stadsdeelkantoor omzet in energie. Elektrische wagens halen het
afval op. Op termijn zou het project kunnen worden uitgebreid.
Daarnaast denken we tijdens de uitvoering van projecten aan
een tijdelijke circulaire bouwhub, waar materialen en afval van de
bouw samenkomen. Dit scheelt verkeer en vergroot bovendien de
mogelijkheid om ongebruikte materialen voor andere projecten in te
zetten. Maar het liefst zien we dat de hoeveelheid afval wordt terug-
gedrongen en beter gescheiden wordt voor hergebruik.
De standaard inzamelmethode voor afval is die door middel van
ondergrondse containers, ook in ArenAPoort. We zien echter aanlei-
ding om in ArenAPoort alternatieve inzamelsystemen te overwegen.
Samen met de evenementenpartijen willen we, daarnaast, aan de slag
met het afval dat tijdens evenementen wordt geproduceerd.
We onderzoeken samen met het bedrijfsleven en het gemeentelijk
afvalbedrijf welke mogelijkheden er zijn voor een gezamenlijk
afvalophaal-systeem voor huishoudelijk- en bedrijfsafval. Een eerder
genoemd voorbeeld is een ondergronds afvaltransportsysteem (OAT).
Voor een alternatief systeem is geen financiële dekking binnen de
afvalstoffenheffing. De haalbaarheid is daarom mede afhankelijk van
het vinden van het vinden van alternatieve dekkingsbronnen.
eN Ek hin in L 5 , en ET: NE, Ek Ke B ei
en re a El ck = eN ee 3 hel Ki enn
Ei En NS EN SN EN ' ED - BL Banen
NE Ri 5 Nn Se EN A ES 3, en
k Vredlijdeen ka, Ee tE 4 : en Ei EE NN RRS | KS ne El
je = ne NN NR 7 nn 7
es Ein ED 8 El : hek >
nn p. ET nt eN
Fi Ee pn Ee ET tn _ Ed A De en nn vanen pn en A be
en m5 ESES eeen NE
( NON AGT ARETAS Ni
ED NITRA ed N
SAE NSS ENNE J8
Pe jd DNS me Vn INS
-; dl EN EE Ei, LA mn B dn 5 Neen HN gn, ee, DESSE In
EE NN: B ln AN, Een m js Be in
: Pie e 5) if men Lp mn ns en
Ë B RE EP, ze Pe mind LN bra en en | h. Khad 8 |
es Pi Pa EE ig Kee ate AA Nyon LON 089
e PS a ze zig S nn En en É ; , 5 ES
Eger hd a E en. an ET aar Hr eri El BR
Pe ee Gd a 3 5 d pe gn nt en Ee EE > kn. ee
Ae mr er KG nd SS an er Zn GA TR er el
eN a . Pen DEE 3 a Ml gr PF „ie Edle ke sl EN Se Kr
fe en
Ts eb “ KV: pes ne es eN
Ga AE | Er Me
gn
Ee me EN en Nr ie ER ge
nn: re vas ANN en nn == Ee = EE 5 Ee Er me Ph mn jn
B en a mm mn E fe 5 Ak: A mn a 1:
oe NN
NE Ld Dm er Ns ,
im VERN N Pe ee
7 B mn nn een em NN . ENT ed ee
Î ri SR e 5 en 2 mg Ee Ee ENGS SN Een
Ek NEEN ee RN NE NN ere?
Biodiversiteit in een duurzaam ecosysteem
In ArenAPoort willen we maximaal bijdragen aan het vitaal natuurlijk
kapitaal, dat onder andere planten, dieren, lucht, water en bodem omvat.
Het gaat om de biodiversiteit en het ecosysteem, passend bij de specifieke
eigenschappen van het gebied. We gaan bewust om met de omgeving
en geven natuur een volwaardige plaats in het ontwerp van gebouwen en
de openbare ruimte door natuurinclusief te bouwen en aan te sluiten bij
(bestaande) ecologische structuren. Daarbij spelen duurzame mobiliteit,
duurzaam energieverbruik, de gekozen materialen en ook de beleving
van het gebied een belangrijke rol. ArenAPoort moet bijdragen aan het
welzijn, de gezondheid en de vitaliteit van de gebruikers, en zorgen voor
een hoge kwaliteit van buitenruimtes en gebouwen. We streven ernaar dat
gebouwen en buitenruimte één geheel vormen waarin elk nieuw gebouw
een bijdrage levert aan het totaal, en daktuinen en de groene buitenruimte
één ecosysteem vormen.
Om de leef kwaliteit in het gebied te behouden worden er voor
nieuwbouw en transformatie maatregelen getroffen om bestand te zijn
tegen (toekomstige) weersomstandigheden van hitte, droogte, hevige
regenval en storm. Door het toevoegen van groen en wateroppervlakken,
en het gebruik van materialen met een hoge reflectie en lage warmteaf-
gifte, kunnen we hittestress verminderen. Zo zorgen groene daken (zoals
daktuinen) en gevels voor koelere gebouwen en geven bomen schaduw
op warme dagen. Om zo goed als mogelijk is te voldoen aan de groen-
norm wordt aan ontwikkelaars de eis gesteld dat minimaal 25% van het
ecosysteemgroen op de eigen kavel wordt gerealiseerd. Dit en de toevoe-
ging van groen in de plannen voor de openbare ruimte zorgen ervoor dat
de normen voor groen worden gehaald (zie ook Meer groen en zichtbaar
water in paragraaf 3.4).
Groen op kavels en in de openbare ruimte speelt ook een belang-
rijke rol bij het opvangen van extreme regenbuien. Begroeiing houdt
immers water vast en vertraagt de afvoer, waardoor riolen minder snel
overbelast raken. Bij het ontwerp van nieuwe gebouwen en bij de herin-
richting van de openbare ruimte is het verminderen van hittestress,
droogtebestendigheid en het rainproof-principe (regenbestendigheid,
o.a. conform de Hemelwaterverordening Amsterdam) leidend. Hoe dit in
de openbare ruimte vorm krijgt (gebruik materialen, inrichting etc.) wordt
verder uitgewerkt in het Masterplan Openbare ruimte. en
Hier richten
we ons onder
andere op:
Ee KA
| EN y/ 2 B
di , Mi Kin \ Eik
Pon Tdi \ EEND
N Ee
betere benutting van afval verminderen van hittestress ruimte voor duurzame mobiliteit
65
Ruimte maken voor duurzame mobiliteit
De manier waarop we omgaan met mobiliteit kan de toekomst-
waarde van ArenAPoort een flinke boost geven. We zetten zoals gezegd
in op het openbaar vervoer en de fiets, ook willen we ruimte maken voor
duurzame mobiliteit zoals deelconcepten en uitstootvrije vervoersmid-
delen. Dit doen we in samenhang en samenspraak met het Mobiliteits-
programma Zuidoostflank.
In openbare parkeergarages, dicht bij het station, komen
(elektrische) deelconcepten (zie voor een uitgebreide omschrijving 3.3
Goed Bereikbaar). Dit kunnen fietsen, scooters en auto’s zijn. Hiermee
hopen we mensen te faciliteren die zelf geen fiets, scooter of auto
hebben, maar er toch af en toe een willen gebruiken.
Duurzame mobiliteit betekent ook slim omgaan met het bouw-
verkeer. Daarom onderzoeken we de mogelijkheid om een centrale,
circulaire, bouwhub te realiseren (zie ook Betere benutting van afval en
materialen). Daarnaast gaan we met ontwikkelaars in gesprek om de
mogelijkheden te onderzoeken om bouwplaatsen duurzaam en waar
mogelijk zelfvoorzienend in te richten, waarmee op water en energie
wordt ingezet. Geen aggregaten worden ingezet en gebruik wordt
gemaakt van ‘schone’ bouwmachines, waarmee wordt aangehaakt op
het gemeentelijke actieplan Schone Lucht (2019).
Er moet flink gewerkt worden aan faciliteiten die elektrisch rijden
mogelijk maken, zoals laadpalen. Hiervoor is een aanzienlijke uitbreiding
van het elektriciteitsnet nodig, een taak die urgentie heeft en die wordt
opgenomen in het Masterplan Openbare ruimte en Ondergrond .
Het vormgeven van de energietransitie doen we ook door het
betrekken van de bewoners en gebruikers in ArenAPoort bij de verande-
ringen. We stimuleren daarbij de lokale economie maximaal en creëren
extra banen. Dit zal zijn vorm moeten krijgen in Zuidoost Living Lab
en sluit mooi aan bij het Masterplan Zuidoost (waarin wordt ingezet
op het creëren van meer banen in Zuidoost).
# Ë 3 LS Ë 5 = id
EN ER
el 4 Gj
{ Pi 4 Ee An
y Tan AE |
e EE P _
pn 5 nt: 4 Af Er
is
EN
EE ene tn
Ë gn : eh
WE pn
ON AN
AN nn: ge .
ke ik ht nn DEK Dr nt ze
tf tn En
66
ArenAPoork
Livinglab
doorde donut economie
ele Wi (Lt
HE om itome
En \ Ee De 5 a | AN , ' dt
Week 5 5 @ energie # © voedsel >
| VEN oe Pezond heid 7 @ onderw
rt ° CS >
NEZ Oras PO menen À
Naef” . en (er
| O Risa 5 ie © Grondstoffen %
Wat gebeurt er
per deelgebied?
©
In dit hoofdstuk staat wat onze ideeën zijn per deelgebied.
De deelgebieden zijn ArenAPoort West, Amsterdamse Poort, Cumulus
Park en station Amsterdam Bijlmer ArenA. Per gebied beschrijven we
de situatie nu, wat binnenkort verandert en wat er op langere termijn
gaat gebeuren.
4.1 ArenAPoort West
Zo is het nu: Het gebied is ingericht op werken en uitgaan en
voornamelijk gericht op forensen en bezoekers. Door de hoogbouw
is ArenAPoort al van verre herkenbaar. In economisch opzicht is
ArenAPoort West een belangrijk zakencentrum. Er is veel ruimte voor
het autoverkeer, met een goed functionerend wegennet, een ruim
aanbod aan parkeergarages en veel parkeerplaatsen.
Maar woningen zijn er niet, net zomin als kleinere winkels,
sport- en spelvoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen en
groen. Het is er het grootste deel van de dag rustig en soms, tijdens
evenementen, ontzettend druk. We willen het verschil tussen deze
dal- en piekmomenten verkleinen. Door bovendien meer groen aan
te leggen en ook verder de omgeving te veraangenamen, willen we
het gebied aantrekkelijker maken. Ook zetten we in op een meer
autoluwe inrichting van de wegen, met daarlangs meer ruimte voor nn
groen, fietsers en voetgangers. Overzicht
deelgebieden in
ArenAPoort.
eN Pr
ARENAPogGaf West B gi
island eigeel) et Se
Li ie a
>
Do
MET nl
oe MTN
ae da
Pe ir kh 8
err
a a : ar /
a AMSTERBÄMSE POOR?
Dn ae bek adidnnninit Mskda
a e Tj
A Ke
Li ne
PL
69
UIT DE PARTICIPATIE
Voor ondernemers is Bebouwing op het kavel naast AFAS Live wordt
bereikbaarheid belangrijk door gebruikers betreurd omdat hiermee groen
verloren gaat. De Johan Cruijff Boulevard mag
groener en levendiger, bijvoorbeeld door terrasjes,
Mensen zien graag dat ArenAPoort West een meer horeca, speel- en sportvoorzieningen.
volwaardig onderdeel van Zuidoost wordt, bijvoor-
beeld door functies toe te voegen die passen bij Vanuit ondernemers zijn de bereikbaarheid van
Zuidoost. “Onze wens voor ArenAPoort West is het gebied en het organiseren van logistiek
dat zowel bewoners als bezoekers zich welkom verkeer de belangrijkste aandachtspunten. Vooral
voelen in ArenAPoort en dat het gebied onderdeel de combinatie van evenementen met wonen geeft
wordt van Zuidoost.” extra druk op de bereikbaarheid. De inzet van de
gemeente op autoluwe wegen binnen ArenAPoort
Het draagvlak voor woningen in ArenAPoort West West zien gebruikers als een bedreiging, omdat
is hoog onder bewoners, gebruikers en onder- daardoor minder ruimte overblijft voor het laden
nemers. Men ziet graag een gemengd gebied en lossen door (evenementen)bedrijven.
voor jongeren, gezinnen en ouderen. Dicht bij de
evenementenlocaties wordt gedacht aan bewo- Zowel gebruikers als ondernemers adviseren de
ners die minder snel overlast ervaren. “Wonen gemeente om bij de ontwikkeling van het gebied
in ArenAPoort West: mix van soorten woningen. vooral aandacht te besteden aan het beperken
Lekker door elkaar. Dat hoort bij Zuidoost.” van geluidsoverlast, een goede oplossing voor
afval en het beter begeleiden van drukte tijdens
evenementen.
Naast de kantoortoren op de Dreefkavel wordt naar verwach-
ting in 2021 een woontoren ontwikkeld. Dit zullen de eerste woningen
in ArenAPoort West zijn (circa 300). Op de Johan Cruijff Boulevard
krijgt de FEBO-kiosk een nieuw uiterlijk.
Op de bouwkavel naast AFAS Live komt het Eleven Square,
bestaande uit woningen (circa 950), kantoren, leisure, horeca, een
hotel en een theater. In 2021 beginnen we met het bouwrijp maken
van de UID-kavel, aanvang van de bouw is in 2022 voorzien.
Op het braakliggende terrein aan de noordwestzijde van de
Johan Cruijff ArenA (kavel 15) wordt een nieuw gebouw ontwikkeld
met kantoren, horeca en kleinschalige voorzieningen op straatniveau.
Kavel 15 wordt in samenhang met het stadion en de bebouwing aan
de noordoostzijde (kavel 16) ontwikkeld.
De logistiek rond evenementen wordt anders georganiseerd.
Zo komt er op de kruising Holterbergweg - Burgemeester
Stramanweg een parkeerplaats voor grote trailervrachtwagens.
” | ne
ne … &G Na S FS za
ik ne ik ie 5 L | ee OS ES J)- Gy
VERE Rr IE LET SS Ne
, LN : hs ze | pa} ki el me 5 | r Ï Kn De En CO ‚8 sn, S ;
| NG , DE AE Be Î _ id LS 5 | Mi A En Ad 7 5
lk et We SR KIK A En
Sr RN Het NN zl dl lensen 0 8
ek re Pe 8 EE SEE en en mer il ä f
Ee / in N, In il IE £ | | KS zi id f 5 Ki pr e
x U de OR ee Ee en Ù WS >
L re ; S a) Wal EE ne GO Ra, 5
\ Mi “ee Nan d 1 rd
/ je ë | se (5 Nn N et re ICF Ke En ze = Erik |
ET nn
: Bi Es Ï f | ze eenen Fl Impressie
vr lg lj WEEER toelomstbel
FEANTELDE) Re ei ArenAPoort West
ä rn EE beet en (vogelvlucht) +
er et mms.) || lll d mi projecten
Es he, Ee el Pian „se _ Md u Et B die op korte
ee f ie Z ee DE hj il id : | bd | AE} Ì ij , Î termijn worden
EER ie Re mA dl VERE uitgevoerd.
_ rn 1 / Ì
me Hd k
<< 2
ir hes == en on
E \ D TE AEN
E N lj PR EN |
ee, : En Arid hee | » E " ne , En a
| NN bd A er ke en Nt Ht ahah FT NE.
' Nik „ er EN Ee
j en Ps 8 je — HE ei E
* F : sn ad , / e } ge É el hdd
be OCE A Frames |
MN ONS 4 BE 5 ze
Ô ë- 7 -
71
K Er du L ed Eel Á BN 5 an e pr J X 5 3 ki :
or ORE Dn he, es A A 5 il A
ED LEN de ok / d E fi kb
A eN abs Ns
di Id — 4 mr E Ve b Z FP
erik | | en BE 5 pat
If MAA elk PS neel 4
ggn ER Or ee a
f î mms | ek” zaal
EAN OE VE an A
ES Wee TTE
Pec aant Ee EEN |
End il E 8 tj , Ì in ls Le
al ij = + B 2e PN od ME line ne Ô Ì dip = Fr ik ij / 4 k
DA HES EN GRE 4 PE En wark atd
NME Gn hrs NE Ki thai Pp a uit pit jg
| Pp: ij e vl ij N | = Ì ma on 1 ij
mn Die _ Te )
NN
a Ë La | En
ES EL en Er a
NE Î MR! mi p
Ji ij Pl ir pn | fh … n BV N h
Ledel SD en TT
ka ", - LE ee = ij
B rn en en r 5
9 al ; ETL an ms U as mil
eh SE EET ITT PR EREN
EN ar RDE Aah fEN RE ue ere sl Chr ie «1 8 Vi:
NE GB TR pe PIAN Reed of 5 Mk f
q DAE Ee Nm le ú rc
ä ‚ 1 E SE AAE
nn
Impressie Johan
Cruijff Boulevard:
de hele dag
levendig.
72
Eindsituatie
=S Om meer ruimte te maken
voor voetgangers, fietsers
en groen gaan we parkeren
GR en laden en lossen in
ArenAPoort West anders
E)Y organiseren. De ambitie is
2 dat bestaande en nieuwe
2 parkeergarages waar moge-
5 (5) lijk worden gekoppeld. Voor
5 le 4 laden en lossen en groot
8 vrachtverkeer komen aparte
routes.
_____
en
8
(P3)
Net
HOOGDORDDREEF
Wat gaan we nog meer doen?
Kantoren, uitgaan en evenementen blijven nadrukkelijk
aanwezig, maar met de komst van woningen en kleinschalige voor-
zieningen wordt ArenAPoort West een volwaardig en completer
onderdeel van het centrumgebied ArenAPoort. In het hart van het
gebied bij UID en het Stationskwartier zijn woningen voor bewoners
die minder snel last hebben van de drukte rondom de evenementen,
zoals jongeren en studenten. Ook het Dreefkwartier heeft de potentie
om zich tot een evenwichtig woongebied te ontwikkelen. Het ligt
wat verder weg van de evenementen en kan verschillende soorten
woningen bieden, zoals bijvoorbeeld woningen voor
grotere gezinnen.
De voorzieningen die hierbij horen, richten zich in de eerste
plaats op bewoners en gebruikers van het Dreefkwartier. Denk aan
een kleinschalige praktijkruimte voor eerstelijnszorg, zoals een huisarts
en fysiotherapeut en sport- en spelvoorzieningen. Een klein formaat
supermarkt hoort ook bij de basisvoorzieningen. Horeca is er al,
maar komt er ook in ruime mate.
In het Dreefkwartier wordt rekening gehouden met de
inpassing van een brede basisschool. Deze school is er ook voor
kinderen uit gezinnen in andere delen van ArenAPoort en
omliggende gebieden.
Wonen in een uitgaansgebied is spannend. Wie worden de
eerste bewoners en zullen zij zich er voor lange tijd vestigen? Dat zal
de tijd moeten uitwijzen. Daarom blijven we in contact met de eerste
bewoners met vragen als: voldoet het wonen aan hun verwachting,
of moeten we bijsturen?
73
Doordat er in ArenAPoort West kan worden gebouwd tot circa
145 meter hoog (NAP), wordt het gebied nog herkenbaarder als een
stedelijk centrum. De stedenbouwkundige structuur voor ArenAPoort
West bestaat uit drie clusters van bouwblokken waarbinnen nieuw-
bouw en transformatie mogelijk wordt.
Langs de Johan Cruijff Boulevard en de straten willen we leven-
dige plinten met voorzieningen. Het woonwinkelcentrum Villa ArenA
hebben we hier buiten beschouwing gelaten. Toch zijn ook daar
mogelijkheden voor de menging van functies en vernieuwing.
Met alle ontwikkelingen in het vooruitzicht vragen we veel
van de spaarzame openbare ruimte in dit deelgebied. Die openbare
ruimte moet beschikbaar blijven voor grote mensenmassa's rondom
evenementen (vooral op de Johan Cruijff Boulevard), maar tegelijker-
tijd ook gericht zijn op de behoeften en wensen van nieuwe bewoners
en gebruikers. Zo ontwikkelen we een nieuw park aan de noordzijde
van de Johan Cruijff ArenA, waar voorheen de oefenvelden van Ajax
lagen (zie ook 3.4 Levendige openbare ruimte).
We verwachten dat jaarlijks grote aantallen voetgangers en
fietsers zich door het gebied gaan bewegen. We willen vooral ruimte
bieden aan veilige en aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer.
Zo zien we graag dat de Haaksbergweg autoluw wordt ingericht en
onderdeel wordt van de fietsroute vanaf Amstel Il, via ArenAPoort,
De Nieuwe Kern en Amstel Station naar het centrum van Amsterdam.
We verbeteren de Corridor om de woon- en werkgebieden te kunnen
verbinden met het station.
Het uitgangspunt bij de ontwikkeling van ArenAPoort West is
dat de huidige (evenementen)bedrijven hun onderneming moeten
kunnen voortzetten. We moeten erop letten dat de bedrijven goed
bereikbaar blijven en dat tegelijkertijd de routes voor fietsers en
voetgangers veilig zijn.
4.2 Amsterdamse Poort
Zo is het nu: Amsterdamse Poort is hét winkelcentrum van Zuid-
oost. Het winkelgebied wordt gekleurd door lokaal ondernemerschap.
Er is een beperkt aantal voorzieningen en de circa 500 sociale huur-
woningen bevinden zich boven de winkels. Ze zijn via hoger gelegen
loopdekken te bereiken.
Drie dagen per week bruist het Anton de Komplein dankzij
de markt. Deze multiculturele markt is ruim opgezet, heeft een
gevarieerd aanbod van food en non-food en maakt deel uit van de
Wereldmarkten Zuid-Oost. Andere pleinen in de Poort zijn levendig,
mede dankzij de aanwezige horeca gedurende de winkeltijden.
Hier vinden steeds vaker op bewoners gerichte evenementen plaats.
74
Amsterdamse Poort heeft een voor het hele gebied kenmer-
kende stedenbouwkundige structuur. Typerend voor Zuidoost zijn ook
hier de verkeersstromen gescheiden. In het winkelgebied is de voet-
ganger de baas. Het snelverkeer wordt via de hoger gelegen dreven
afgewikkeld, met uitzondering van de bevoorrading van de winkels en
het ophalen van afval. Het tot monument verklaarde Zandkasteel
is het meest markante gebouw in Amsterdamse Poort.
Die kenmerkende stedenbouwkundige opzet van de Poort
geeft ook problemen. Vanaf het station is het winkelcentrum niet of
nauwelijks te zien, waardoor veel reizigers niet weten dat er pal naast
het station een winkelcentrum ligt.
De looproutes door Amsterdamse Poort zijn niet altijd logisch
en het is lastig oriënteren binnen het gebied. De hoger gelegen
dreven bieden geen uitkomst, want ze zijn niet ingericht op de fietser
of voetganger.
Winkels en woningen zijn streng gescheiden. Door het gebrek
aan woonentrees en andere voorzieningen (horeca, sport) die ook 's
avonds open zijn, ontbreekt er levendigheid na sluitingstijd. Dat zorgt
voor een onveilig gevoel. Net als veel andere winkelclusters buiten
het centrum kampt ook Amsterdamse Poort met leegstand.
Er zijn structurele maatregelen nodig om van Amsterdamse Poort
een aangenamer verblijfsgebied te maken.
UIT DE PARTICIPATIE
Kansen voor kleine “Meer ‘Shopperhalachtige’ dingen: mini-
beginnende ondernemers winkeltjes waar kleine startende ondernemers
kans krijgen. Dat moet je behouden.”
De bewoners van Amsterdamse Poort willen Mensen willen graag meer parkeerplaatsen in
zich er thuis blijven voelen. Behoud van de de Poort voor de bewoners.
identiteit van het gebied staat voor bewoners Meer evenementen op het Anton de Komplein
voorop. De woningen zouden gerenoveerd en meer groen en speelvoorzieningen in het
moeten worden: isolatie van de woningen en hele gebied. De daken en binnentuinen kunnen
aantrekkelijke, schone en veilige loopdekken. ruimte geven aan groen, rustplekken en horeca
voor bewoners. “Binnentuinen waar je je terug
Het winkelcentrum zou in kwaliteit kunt trekken in het groen. Met moestuin en
vergelijkbaar moeten zijn met het winkel- kleine activiteiten als muziek.”
centrum Stadshart Amstelveen, maar dan
wel met ruimte voor lokale ondernemers
en multiculturele voorzieningen.
Wat gaat er op korte termijn gebeuren?
Een groot aantal belanghebbenden investeert in het gebied.
Een belangrijk project in het gebied is de transformatie van het Zand-
kasteel. In plaats van 40.000 m? kantoor biedt het Zandkasteel vanaf
2023 ruimte aan de Amsterdam International Community School (AICS),
aan circa 300 ruime stadsappartementen, horeca, kleinschalige kantoor-
voorzieningen en openbaar toegankelijke werkruimte, te gebruiken
door bewoners en ondernemers. Deze functiemenging kan al op korte
termijn zorgen voor verlevendiging van Amsterdamse Poort.
Naast het Zandkasteel zijn er nog twee transformatieprojecten
die op korte termijn beginnen met de realisatie. De transformatie van
zowel het Framebuilding-gebouw als van de Flierbosdreef 2-12 begint
eind 2020. Kantoormeters worden woonruimte: er worden circa 230
sociale en middeldure huurwoningen in het Framebuilding en circa
400 sociale en middeldure huurwoningen aan de Flierbosdreef
gerealiseerd. Ook wordt binnenkort de eerste fase van Cluster 7
herontwikkeld, waarbij onder andere winkelpuien worden aangepast.
Om het gebied helemaal tot zijn recht te laten komen moet
er naast het investeren in gebouwen ook worden geïnvesteerd in
de openbare ruimte. De Bijlmerdreef wordt daarom heringericht.
Nu gebruiken voetgangers de trottoirs nauwelijks, ook is er nauwe-
lijks groen. Straks krijgt de Bijlmerdreef veel groen, met aangename
verblijfsplekken, en krijgt de voetganger er ruim baan.
Wat gaan we nog meer doen?
Winkels en bedrijven in Amsterdamse Poort zijn verdeeld in
clusters. Het in fases werken aan deze clusters is een flinke puzzel.
Bouwwerkzaamheden leiden immers tot overlast, niet alleen voor
winkeliers en het winkelend publiek, maar straks ook voor nieuwe
bewoners en kantoorgebruikers. De gemeente neemt hierin de regie
en weegt de verschillende belangen zorgvuldig tegen elkaar af,
om de overlast zo veel mogelijk te beperken. Aan de hand van een
faseringstrategie die we met de ontwikkelende partijen opstellen,
wordt bepaald in welke volgorde en hoe de projecten kunnen en
worden uitgevoerd. Clusters in
winkelcentrum
Amsterdamse
Poort.
Dn 3 „ |
/ | Se )
TD
nn 3 zj |
[4 rr Of
(27 \ ee |
mW Ì
Kadel #5
—
76
De internationale vastgoedinvesteerder CBRE Global Investors
(hierna te noemen CBRE) is vanwege diens omvangrijke winkelporte-
feuille een belangrijke speler. Naast CBRE zijn er andere belangheb-
benden die willen beginnen met de opwaardering van de clusters.
De verschillende partijen onderschrijven de potentie van Amsterdamse
Poort en zijn bereid om grootschalig te investeren in het winkelgebied.
Net als de gemeente zien de ontwikkelende partijen dat het belangrijk
is om Amsterdamse Poort tot een meer multifunctioneel centrum-
gebied te ontwikkelen, waar naast winkelen ook meer ruimte voor
horeca, vrijetijdsbesteding, maatschappelijke voorzieningen, ruimte
voor kunst en cultuur én voor wonen moet komen.
Als eigenaar van de winkels hecht CBRE veel waarde aan aantrek-
kelijke en goed functionerende plinten. Het ontwerp van de plint
bepaalt sterk de beeldvorming van het gebied. Om hier meer grip op
te krijgen heeft CBRE een puienplan opgesteld, met daarin een aantal
plintprincipes. Zo worden de plinten optisch verhoogd en zo transparant
mogelijk vormgegeven, zodat een gebouw maximaal in contact staat
met de aangrenzende openbare ruimte. Variatie in het gevelbeeld, in
kleur en materiaalgebruik, en het aanbrengen van verschillende dieptes
in de plinten zijn andere belangrijke uitgangspunten van het plan. Het
puienplan biedt informatie voor de nog op te stellen Programma-
strategie, Ruimtelijk Kwaliteitskader en het Plan Openbare Ruimte.
Cluster 7
Cluster 7 heeft meerdere eigenaren en wordt in gezamenlijk-
heid verbeterd. In fases krijgen de winkelpuien een mooier aanzicht en
komen er woningen. Ook wordt er ruimte gecreëerd voor meer horeca
en maatschappelijke voorzieningen. Er komen circa 700 woningen,
zowel sociale huurwoningen als middeldure huur- en koopwoningen.
De loopdekken zijn straks niet langer openbaar toegankelijk en worden
als binnentuinen voor de bewoners ingericht. De winkels in Cluster 7
zijn er vooral voor de dagelijkse boodschappen. Vanwege de goede
bereikbaarheid met de auto en de ruime parkeermogelijkheden komen
er twee grotere supermarkten.
De overdekte Shopperhal krijgt een complete make-over en
wordt straks één van de grote publiekstrekkers van Amsterdamse
Poort. Uit de participatieronde kwam naar voren dat bewoners
uit Zuidoost behoefte hebben aan een Shopperhal-achtige opzet
met lokale ondernemers en enkele (inter)nationale food- en
non-foodondernemers. Bezoekers van de Shopperhal kunnen er
straks een terrasje pakken en genieten van al die verscheidenheid
aan producten, winkels en horeca. De Shopperhal functioneert
straks als het (overdekte) verlengde van het Klein Bijlmerplein.
Cluster 8
Cluster 8 ligt centraal in het winkelgebied en vormt het hart
van Amsterdamse Poort. CBRE heeft het voornemen om dit cluster
rigoureus aan te pakken. Cluster 8 bestaat nu uit twee winkellagen.
In de toekomst worden hier maximaal vijf extra lagen aan toegevoegd
waar ander programma een plek kan krijgen. Samen met de gemeente
onderzoekt CBRE de mogelijkheden voor de precieze invulling
daarvan. Zo zouden er boven de winkels wellicht woningen kunnen
komen. Ook wordt onderzocht of dit cluster een (gedeeltelijke)
culturele invulling kan krijgen.
77
Cluster 2
Cluster 2 heeft net als Cluster 7 meerdere eigenaren. Zij stellen samen
een plan op voor de verdichting. Doel is om hier kantoren en woningen te reali-
seren, en ook hier de loopdekken af te sluiten en in te richten als binnentuin
voor de bewoners en werknemers.
Cluster 3
CBRE wil ook hier de puien en de voorkant aanpassen.
Cluster 4
Cluster 4 heeft terugwijkende puien en gevels. De winkels ogen hier-
door donker en sluiten daardoor niet goed aan op de pleinen. Het plan is om
de voorzijde van het cluster een meer prominente plek te geven zodat de
inrichting van de winkels veel meer uitnodigt om naar binnen te lopen en een
kijkje te nemen. De koppen van het cluster grenzen aan het Groot- en Klein
Bijlmerplein. Vanwege de gunstige ligging op de zon is op deze plekken horeca
beoogd, inclusief uitnodigende terrassen.
Cluster 5
De gevels van Cluster 5 zijn vergelijkbaar met Cluster 7. Ze zijn erg
verouderd. CBRE wil ook hier puien en voorkant aanpassen. Daarnaast vindt op
de kop van cluster 5 een ontwikkeling plaats met nieuwe commerciële ruimten
en woningen naast het Zandkasteel.
Cluster 6
De binnenstraat tussen Cluster 6 en 7 vormt de verbinding tussen het
Anton de Komplein en het Klein Bijlmerplein en is de entree van het winkel-
centrum. Cluster 6 heeft ook meerdere eigenaren. Zoals al genoemd begint de
transformatie van Flierbosdreef 2, het voormalige belastingkantoor, naar wonen
eind 2020. Daarnaast wordt met de andere eigenaar gekeken naar de uitbrei-
dingsmogelijkheden aan het Anton de Komplein, om de rand van het plein op
dreef- en pleinniveau te verbeteren. Ook wordt gekeken naar hoe de ingang
van het winkelcentrum beter zichtbaar kan worden gemaakt.
Pleinen
Hoekenrodeplein
Het pal naast het station gelegen Hoekenrodeplein is voor de meeste
bezoekers de entree van het winkelgebied. Dit plein kan, als een centrale plek
van ArenAPoort, oost en west met elkaar verbinden.
Zowel de gemeente als de belanghebbenden zijn niet tevreden over hoe
het Hoekenrodeplein functioneert. Het plein oogt als een gesloten bastion en
het is onduidelijk welke voorzieningen zich in de plint bevinden.
Samen met de partijen die gaan over het spoor en alles wat daarmee
verband houdt, en de eigenaren van het omliggende vastgoed onderzoekt de
gemeente hoe het plein kan worden verbeterd om zo tot een betere entree
van Amsterdamse Poort te komen, waarbij verbetering van de programmatische
en visuele verbinding met het winkelcentrum uitgangspunt is.
Klein en Groot-Bijlmerplein
Verderop in Amsterdamse Poort liggen het Groot en het Klein Bijlmer-
plein. Beide pleinen hebben een belangrijke functie. Nu zijn de pleinen vooral
gericht op winkelend publiek en zijn er verblijf- en zitplekken. In de toekomst
komt er horeca op het Groot Bijlmerplein, op het Klein Bijlmerplein is horeca al
aanwezig. Dankzij de ligging hebben de twee pleinen veel zon; dat maakt
78
mn EE
ek | kJ RE
ae EE : ° ke
Deel Pe 5
EENES Be ind Ee
en Ke Pe
| er WE Ad : |
k EEE cent E ARAC en n in ep '
| L ad me f dn fB lj, 4 PK nk, ni ed y KR IR
VD ME hie ch
ho E 5 ee n = in ze en |
STR HOE
ln, SEN p lk ef A Ee sek
ze erg geschikt voor een terras. Het hele Groot Bijlmerplein wordt Impressie
zodanig ingericht dat mensen er graag willen komen. Nu is dat alleen Anton de Komplein.
het geval voor het Zandkasteel.
Als er meer mensen in Amsterdamse Poort komen wonen, wordt
het nog belangrijker dat de pleinen prettige plaatsen worden. In het
Masterplan Openbare Ruimte krijgen de pleinen daarom veel bomen,
plantsoenen en/of plantenbakken. Het Abcouderpad is een belangrijke
fietsverbinding door het winkelcentrum en verdient aandacht naast het
goed integreren van fietsenstallingen rond deze route.
Bij de planning wordt rekening gehouden met verschillende
doelgroepen, zodat de pleinen ook buiten de openingstijden van
winkels levendig blijven. Tot slot kijken we naar hoe we met verlichting
de pleinen aantrekkelijk en veiliger kunnen maken.
Anton de Komplein
Op het Anton de Komplein vinden allerlei activiteiten plaats.
Aangrenzend aan het plein liggen het Parktheater en het Bijlmer
Sportcentrum, waarna het Nelson Mandelapark begint. Het plein
biedt plek aan de warenmarkt en is regelmatig het toneel van grotere
evenementen, zoals de jaarlijkse kermis. Verder ziet het plein er niet
erg aantrekkelijk uit.
Het Anton de Komplein zou de ‘Huiskamer van Zuidoost’
kunnen worden: een echte ontmoetingsplek die ruimte biedt aan
lokale initiatieven. Ook uit de participatie kwam dit beeld naar
voren. Op het Anton de Komplein worden enkele tijdelijke functies
gehuisvest, zoals het sportveld en een locatie voor winkels uit
Amsterdamse Poort.
Doel is om het plein levendiger, groener en aantrekkelijker
te maken. Het grote oppervlak leent zich goed voor een flexibele
inrichting, zodat het plein op meerdere manieren kan worden gebruikt.
Zo ontstaat een dynamische plek waar iedereen zich welkom voelt.
Winkels en andere maatschappelijke voorzieningen in de plinten
kunnen bijdragen aan de upgrade van het plein.
79
4.3 Cumulus Park
Zo is het nu: In Cumulus Park - het innovatiedistrict Zuidoost
- wordt gewerkt, geleerd en gewoond. ING, de Hogeschool van
Amsterdam (HvA), het ROCvA - MBO College Zuidoost (ROC), de
gemeente Amsterdam en anderen werken hier samen om talent-
ontwikkeling en innovatie op deze plek mogelijk te maken. ING is
gehuisvest in vijf kantoren rond de Bijlmerdreef. Er zijn 170 woningen
voor internationale studenten van woningcorporatie De Key. Onlangs
is het openbare café-restaurant The Traveller geopend, vlak bij het
ING-hoofdkantoor.
Cumulus Park is nu eenzijdig gericht op gebruikers van kantoren
en onderwijsinstellingen. De meeste gebouwen zijn nog te veel
naar binnen gericht; er is geen aantrekkelijke openbare ruimte die
de gebouwen met elkaar verbindt, en er zijn geen duidelijk aange-
geven routes tussen Cumulus Park, station Amsterdam Bijlmer ArenA,
Amsterdamse Poort en de woonwiiken eromheen.
e Zj Ke
« “ Pa 0 be
_ à 5 x
en NE REN
eva RN & 7
Fn El zh he | ns, GEE 4 L en ,
En GANS NE S ESL
SK 3 .
Nef 4 Cl OAN 5
tn
Bt en | en Impressie van een
dn — KH r EE toekomstbeeld
Emme hi E | ope ki : iN “ van Cumulus Park
rd mma f ks IJ B E (vogelvlucht) +
Bain TT Ì Ig 4 L A sie. Ten S projecten die
„EL, R hans ad EEH ir ik op korte termijn
jn . | l m ve Zn st E in worden
II nl li ze uitgevoerd.
4 bt =
6 ree en Ne
80
OENE CANIN
Talentontwikkeling de Bijlmerdreef. Het Cumulus Park zou ook
ruimte kunnen bieden aan horeca- en sport-
Uit de participatie kwam naar voren dat er voorzieningen voor bewoners, jongeren en
behoefte is aan wandel- en fietsroutes studenten. Talentontwikkeling is een belangrijk
voor bewoners vanuit de Venserpolder naar thema voor bewoners. De scholen en bedrijven
ArenAPoort, met goede oversteekplaatsen over _ kunnen daar een rol in spelen.
Wat gaat er op korte termijn gebeuren?
Het zeer duurzame nieuwe kantoor van ING is al opgeleverd,
met eromheen een groene (semi)openbare ruimte. Aan de andere
kant van de Bijlmerdreef wordt het gerenoveerde Financial Plaza
van ING opgeleverd. In beide panden komt ruimte voor start-ups en
scale-ups, en er is veel aandacht voor het verbeteren van de relatie
tussen gebouw en openbare ruimte: gebouwen zijn geen zwarte
dozen, maar open, transparant, en nodigen uit tot naar binnen kijken.
HvA breidt haar business gerelateerde faculteiten op deze locatie uit,
zodat hier de Businesscampus van de HvA ontstaat.
We gaan de Bijlmerdreef herinrichten tot duurzame stadsstraat.
Er komt veel meer ruimte voor de voetganger en de dreef wordt
groener met bomen en groenbakken. De Bijlmerdreef sluit direct aan
op de groene (semi)openbare ruimte rond het nieuwe kantoor van
ING, waardoor het Cumulus Park vanaf de dreef toegankelijk wordt.
De nieuwe trappen naar Amsterdamse Poort zorgen voor een betere
verbinding met het winkelcentrum.
Wat gaan we nog meer doen?
De gemeente wil samen met ING, de HvA en het ROC meer
ruimte creëren voor (ver)blijven en ontmoeting. Er is daarom aandacht
voor het aantrekkelijk maken van de plinten, en voor gebouwen die
door hun toegankelijkheid goed in verbinding moeten staan met de
openbare ruimte. Ook is er aandacht voor de (semi)openbare ruimte
zelf. Zo kan het Cumulus Park uitgroeien tot een plek van samen-
werking, talentontwikkeling en innovatie.
ING, HvA, ROC en gemeente hebben samen twee plannen
voor het Cumulus Park opgesteld: een plan Society (maatschappij)
en een plan Fysiek. Deze twee plannen worden verder uitgewerkt.
Het plan Society richt zich op vijf pijlers:
1. Stimuleren van (lokaal) ondernemerschap
2. Talenten ontplooien
3. Een open Cumulus Park: iedereen is welkom en doet mee
4, Een groene omgeving met aandacht voor gezondheid
5. Betere bereikbaarheid en veiligheid
6. Internationale allure en aantrekkingskracht.
81
Het plan Fysiek richt zich op:
1. Het plein naast de HvA tot een prettiger verblijfplaats maken
2. Toegankelijke wateroevers, zoals zitplekken langs het water
3. Levendige plinten
4, Het toevoegen van groen en sportvoorzieningen voor
gebruikers en bewoners
5. Goede routes tussen Cumulus Park, het station en de
woongebieden eromheen.
Voor het ING-kantoor Laanderpoort is het plan om het
huidige kantoor van 13.000 m? te vervangen door een kantoor van
circa 40.000 m?. Naast kantoorruimte is er ook plek voor start-ups,
scale-ups, horeca, sport en een aula.
De nieuwbouw wordt maximaal 70 m hoog.
Daarbij hoort ook het versterken van de verbinding tussen
het Cumulus Park en de directe omgeving. Of: hoe profiteren
omwonenden en de instellingen op het Cumulus Park optimaal van
elkaar? Onderzocht kan worden of het Cumulus Park een verbinding
kan leggen met de Campus Diemen Zuid en de Spinoza Campus
tussen Darlingstraat en Daalwijkdreef.
nn
Impressie
inrichting plein in
Cumulus Park.
ENA EN EER ; " n ei! Ee }
nj El Ì d Mam ar A 3 E lar Ek TG |
EN A dk: Eel Ne zt z ie Er: at Bis En, et Ì 1
ee | |, Hi Ar Le 5 Ne eN ; A í 1
de ee Inns. bi RET dtas Re pT f À
z ! | ijf kt ig in re REE Aj É
Ee Wil - en 2 here Hi ijk Er die
Eed U tn N je E 5 \ 1 É rf KE En ” ste a! \ |
n er Ke rf n a el ‚Ls kt
, } Kr ij
) sd EE 8 |
E H kje Ee Ie
Le © OE 5 ak HN
; : B e , | | |
ij K ad f |’ |
Li | ek We
ill
Ph rr En EE eed E |
oe : 8 8 ' en hande là }
Di Kaa Ì wma en A
ge 07: , DE EE - mik en Rl _ ze il Rin
def à te
En 8 To # A [ l ï L À
es Maer Ve ; 5 ha ef Ô k af A
82
Station Amsterdam Bijlmer ArenA verwerkt
dagelijks 30.000 in- en uitstappende treinreizigers. Het aantal metro-
reizigers per dag bedraagt 38.000. Het station groeit in de huidige
situatie (dus nog zonder alle nieuwe ontwikkelingen in ArenAPoort)
al razendsnel. De NS verwacht rond 2040 tussen de 37.000 en 42.000
dagelijkse treinreizigers (NS stations, NS Jaarverslag, 2018).
Het station Amsterdam Bijlmer ArenA is relatief jong (rond 2007
heropend). De mooie en herkenbare architectuur van het gebouw
past bij een stedelijk centrum. Het stationsgebied vormt de belang-
rijkste entree naar het voetgangersgebied en verbindt Amsterdamse
Poort met ArenAPoort West.
Het Hoekenrodeplein en de bebouwing eromheen zien we
als onderdeel van het stationsgebied. Het plein is de schakel tussen
Amsterdamse Poort, het station en de Johan Cruijff Boulevard. Impressie
Het is in 2014 volledig vernieuwd. Station Amsterdam
Bijlmer ArenA.
ks. al
Am ode di =
En nT Le EE
Ed ee
ES lr ee ee Ff ee
En Û lik ke RA | h Me
EL Hf ERIN F Eren ir (Fá ij ODD ams
BE ME AE DEE ij we
di An = en
en : \
in
UIT DE PARTICIPATIE
Het station mag levendiger, ziet er uitgestorven en grauw uit.”
levendiger worden Bewoners en gebruikers zeggen het Hoeken-
rodeplein erg mooi te vinden, maar ook te
stenig. De routing voor voetgangers en fietsers
Het station wordt gezien als de blikvanger van op het plein vindt men onduidelijk. “Bij het
Zuidoost. Maar de openbare ruimte eromheen Hoekenrodeplein is het onduidelijk waar je
wordt als kaal en verlaten ervaren, terwijl het bent, waar moet je heen?”
op het station juist heel druk kan zijn. Het Met name eigenaren en ondernemers in
stationsgebied zou een levendige plek moeten Amsterdamse Poort hekelen de onzichtbaar-
worden voor ontmoetingen, activiteiten en heid van de winkels vanaf het station en het
horeca. “Bushalte van Station Bijlmer Arena kan _Hoekenrodeplein.
Het station loopt tegen zijn capaciteitsgrens aan. Op dit
moment is dat (nog) niet zozeer het geval qua vervoerscapaciteit,
maar vooral wat het gebouw zelf betreft. Tijdens evenementen en
in de spits heeft de drukte in de stationshal, bij de poortjes en op de
roltrappen, de grens van het toelaatbare bereikt. Ook de perrons van
het busstation zijn dan overvol. De drukte ontstaat mede door het
beperkte aantal toegangen tot de trein- en metroperrons. Ook het
wisselen tussen trein en metro is niet optimaal georganiseerd.
Het station functioneert als plek waar veel stromen samen-
komen, maar het is nog niet het levendige hart van ArenAPoort. De
openbare ruimte rond het station en de onderdoorgangen zijn donker
en stenig. Het verwijssysteem met richtingsborden (signing en wayfin-
ding) is onvoldoende ingesteld op bezoekers. De route voor fietsers
naar het station en naar de fietsenstallingen is onduidelijk, waardoor
voetgangers en fietsers elkaar soms hinderen. Er zijn relatief weinig
winkels en/of bedrijven in het station. Ook is de sociale veiligheid in
sommige (dode) hoeken van het stationsgebouw laag.
Wat gaat er op korte termijn gebeuren?
Een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkelingen in
Zuidoost en ArenAPoort is dat het openbaarvervoersknooppunt
snel meegroeit. We benutten het knooppunt nu al beter door nieuwe
kantoren en grote publiekstrekkers vooral in de nabijheid van het
station te ontwikkelen.
Het station moet straks berekend zijn op nóg meer reizigers.
Dit vergt grote investeringen door meerdere partijen. Voor de
gemeente ligt het accent op de inrichting van de openbare ruimte
rondom het station, en het maken van ruimte voor voetgangers,
fietsers en andere vormen van voor- en natransport zoals Kiss & Ride.
Andere partijen gaan over uitbreidingen binnen het stationsgebouw,
op het spoor en de dienstregeling.
De gemeente werkt samen met de NS, ProRail en de
Vervoerregio aan een onderzoek naar capaciteitsuitbreiding van
het station.
Wat gaan we nog meer doen?
We willen dat het stationsgebied het kloppend hart van
ArenAPoort wordt. Woningen, werkplekken en winkels zijn straks
goed verbonden met het station, bijvoorbeeld met aantrekkelijke
fietspaden en wandelroutes vanuit heel Zuidoost naar het station.
Dicht bij het station willen we alvast ruimte maken voor het
grotere aantal reizigers.
Rondom Hoekenrodeplein kan hoogbouw komen. In de plinten
van de gebouwen zien we graag winkels, horeca en bij het station
passende voorzieningen zoals inpandige fietsenstallingen.
De openbare ruimte rond het station, waaronder het Hoeken-
rodeplein, het plein onder het station en het busplatform, wordt op
termijn aangepakt. Denk aan meer groen, duidelijke routes en betere
bewegwijzering. Ook moet vanaf het station winkelcentrum
Amsterdamse Poort beter zichtbaar zijn.
84
Uit |
o 5.2 ok)
Waar gaat er op korte Welke ontwikkelingen Overlast zo veel
termijn gebouwd zitten nog meer in de mogelijk beperken
worden? pijplijn?
De ontwikkelingen in ArenAPoort volgen elkaar in rap tempo
op. In de komende tien jaar wordt er altijd wel ergens gebouwd in het
gebied. Dit heeft ongetwijfeld zijn weerslag op bewoners, gebruikers
en bezoekers.
Werkzaamheden grijpen vaak op elkaar in. Zo vergt de trans-
formatie naar, of nieuwbouw van een woontoren ook aanpassing en
uitbreiding van de openbare ruimte en ondergrondse infrastructuur
(energievoorziening, riool). Ook de energietransitie speelt hierin een
belangrijke rol, want een duurzame ontwikkeling van ArenAPoort
vraagt om een ander en uitgebreider (ondergronds) energiesysteem.
In dit hoofdstuk beschrijven we welke maatregelen we nemen
om de overlast voor bewoners, gebruikers en bezoekers zo veel
mogelijk te beperken.
De projecten waarvoor de gemeente inmiddels een overeen-
komst heeft gesloten met een eigenaar of erfpachter, zijn opgenomen
in het uitvoeringsplan voor ArenAPoort.
5.1 Waar gaat op korte termijn
gebouwd worden?
Tussen 2020 en 2025 verwachten we heel wat bouwwerk-
zaamheden in Amsterdamse Poort, ArenAPoort Oost en ArenAPoort
West. Zo maken we in Amsterdamse Poort in 2021 een begin met de
herinrichting van openbare ruimte, waarbij als eerste de Bijlmerdreef
aan de beurt is. Het winkelcentrum wordt rigoureus verbouwd, en een
aantal kantoorpanden, zoals het Zandkasteel en Flierbosdreef, wordt
in 2020 / 2021 getransformeerd naar woningen.
Op de Dreefkavel wordt waarschijnlijk in 2021 begonnen met
de bouw van 300 woningen. (zie ook de tijdlijn op pagina 81.)
In ArenAPoort West gaat het leeuwendeel van de transformaties
van start na het EK voetbal 2021. Tussen 11 juni t/m 11 juli worden
er vier EK-wedstrijden in de Johan Cruijff Arena gespeeld. Dan moet
de omgeving van het stadion er netjes bij liggen. De projecten
waarvoor de gemeente al een overeenkomst heeft gesloten met
een eigenaar of erfpachter, zijn opgenomen in het uitvoeringsplan
voor ArenAPoort.
5.2 Welke ontwikkelingen zitten
nog meer in de pijplijn?
Alle pleinen en straten van ArenAPoort worden, zoals gezegd,
tot 2030 nog één keer definitief heringericht. Deze herinrichting gaat
in 2021 van start. Investeringen in de openbare ruimte worden
opgenomen in de grondexploitatie van ArenaPoort.
Maatschappelijke voorzieningen komen er stapsgewijs. Voor-
zieningen die een plek in een van de zoekgebieden in ArenAPoort
krijgen, zijn:
86
= Twee basisscholen
n Cultuur/Pophal gecombineerd met buurthuis
n Kinderopvang
= Zorgcentra
u Fietsparkeervoorziening in West
n Fietsparkeervoorziening in Oost
De realisatie van deze voorzieningen vindt plaats op de te
herontwikkelen kavels en op de gemeentelijke kavels. Wanneer
voorzieningen worden gerealiseerd, hangt mede af van de gekozen
locatie en de ontwikkeling aldaar.
5.3 Overlast zo veel mogelijk beperken
Al deze ontwikkelingen hebben ongetwijfeld hun weerslag
op bewoners, gebruikers en bezoekers. Hinder zal onvermijde-
lijk zijn, denk aan geluidsoverlast, transporten, wegopbrekingen
of omleidingen. Ook leggen de vele bouwprojecten beslag op de
toch al spaarzame openbare ruimte in ArenAPoort, en ook dat heeft
gevolgen voor de leefbaarheid en bereikbaarheid.
De gemeente wil overlast voor bewoners, gebruikers en
bezoekers zo veel mogelijk beperken met maatregelen die de hinder
minimaliseren, en ervoor zorgen dat woningen, winkels en kantoren
bereikbaar en veilig toegankelijk blijven. Ook moeten mensen goed
op de hoogte worden gehouden van alle ontwikkelingen en bouw-
werkzaamheden. Op die manier proberen we verrassingen te voor-
komen en draagvlak voor alle projecten te houden.
Met het oog hierop heeft de gemeente een zogeheten BLVC-
kader opgesteld, waarin maatregelen voor Bereikbaarheid, Leefbaar-
heid, Veiligheid en Communicatie tijdens de bouw zijn vastgelegd.
De aannemer of ontwikkelaar moet een uitvoeringsplan maken dat
voldoende beantwoordt aan deze vier eisen. Dat is een voorwaarde
voor het krijgen van een WIOR (Werken In de Openbare Ruimte)-
vergunning waarmee de werkzaamheden mogen beginnen.
Bij het streven naar zo min mogelijk hinder blijven we graag
met u in gesprek over hoe we dat het beste kunnen doen. Vooralsnog
hebben we verder nog de volgende aanpassingen of maatregelen
voor ogen:
n Een centrale bouwhub waarin bouwstoffen en afvalstoffen
worden verzameld, geconsolideerd en aan- en afgevoerd.
Dat legt minder beslag op de ruimte bij de afzonderlijke
projecten, ook zorgt dit voor minder werkverkeer. Dit biedt
meteen een mooie kans om afvalstoffen circulair in te zetten
in het gebied
n Een bouwlogistieke ‘control tower'!; informatiedeling en
afstemming tussen projecten voor de hele logistieke keten,
resulterend in betrouwbare just in time just in place-
leveringen, kortere wachttijden voor transport en minder
opslag op de bouwplaats
n Een zelfvoorzienende en duurzame bouwplaats, waarmee op
energie en water wordt bespaard. Geen lawaai en uitstoot van
fossiele energievoorzieningen (aggregaten)
87
n Faseren van de uitvoering door bijvoorbeeld bouwprojecten
per locatie te koppelen, zodat de overlast op een of enkele
plekken is gebundeld
n Het gebied rond de bouwplaats aantrekkelijk houden,
bijvoorbeeld door het plaatsen van plantenbakken op bouw-
hekken, het aanleggen van tijdelijke alternatieve routes voor
voetgangers en fietsers maar ook door het organiseren van
excursies op de bouwplaats.
De winkel blijft open
Tijdens de bouwwerkzaamheden en het werken aan de
openbare ruimte gaan de dagelijkse bezigheden en de evenementen
gewoon door. Het is zaak dat alle betrokkenen zo goed mogelijk kunnen
blijven functioneren.
De winkel open houden tijdens de uitvoeringsperiode vraagt om
creatieve oplossingen en tijdelijke maatregelen, zoals omleidingen,
afzettingen en provisorische wegen, voet- en fietspaden.
De gemeente houdt regie tijdens de uitvoering
Bij de uitvoering van projecten zijn veel partijen betrokken,
soms in opdracht van gemeente Amsterdam, vaak ook in opdracht van
ontwikkelaars of nutsbedrijven. Het in tijd en ruimte inpassen van de
uitvoeringswerkzaamheden vergt daarom een nauwkeurige en vroeg-
tijdige afstemming tussen al die afzonderlijke projecten.
Daarom houdt de gemeente regie op de uitvoering. In overleg
met partijen bepalen we wat de impact redelijkerwijs mag zijn tijdens de
werkzaamheden. Op basis daarvan maken we afspraken met elkaar over
fasering en moment van uitvoering. Ook leggen we extra maatregelen
op aan ontwikkelaars, zodat de impact van de werkzaamheden zo
beperkt mogelijk blijft.
Soms zullen we moeten kiezen voor een ‘kort en hevig'‘-aanpak.
Dan wordt de uitvoering van een project in een zeer korte periode gereali-
seerd. Mogelijk wordt er dan 's nachts gewerkt en zijn er meer afsluitingen
of andere tijdelijke maatregelen. De hinder is dan wat erger, het voordeel
is wel dat de uitvoering vele malen sneller kan worden afgerond.
Gebiedsregieteam
Voor de uitvoering stellen we een gebiedsregieteam in. Hierin
zitten we met partijen die met hun project richting uitvoering gaan.
Het gebiedsregieteam heeft altijd een up-to-date overzicht van alle
werkzaamheden in het gebied en de bijbehorende impact.
88
Febo Tijdlijn aanvang projecten
Flierbosdreef ‚ tussen 2020 en 2030
Zandkasteel woningen (voorlopige planning).
Bijlmerdreef Framebuilding
Tijdelijke inrichting Dreeftoren
Anton de Komplein Zandkasteel Internationale school
Bijlmerdreef werk 1
2022: in/uitrit in 2022 Cluster 7 fase 1a
kavel 11 square Eleven Kavel 15
Cluster 7 fase 1b
Bijlmerdreef werk 2
Laanderpoort
11 Square (UID)
Cluster 3, Cluster 4
en de in/uitrit in 2022
Trailerparkeren
Laanderpoort
Cluster 2
Cluster 7 fase 2
Cluster 8
Hoekenrode Noord
ae Cluster 7 fase 3
Atlas ArenaA
Ontwikkeling Dreefkwartier (kavel 12)
ten Nieuwe gevel Johan Cruijff Arena
Zieke) Station Bijlmer Arena (busstation) Op deze kaart staan de
Stationskwartier opnemen (Vanz, ASR, .
c . projecten waarover de
enterpoint kavels)
gemeente afspraken heeft
gemaakt met de grondeige-
naar. Dit zijn de projecten
die als eerste gaan worden
uitgevoerd (voorlopige
planning aanvang bouw).
Kavel 15
p Laanderpaort Cumuluspark
UIC kavel Cluster B
2023
Î FEBO
Trailerpaskeren Gho wader kde Hesireac tari Bijmerdreel wark anas Flierbordreel
os | 24 Cluserrfase 3
zor Sn Cluser 7 fase zb
er zen
Dreeftofen Ee Hermrichting Hoogodrdiree:
Chrsed7 fase za
2025 Zandkasteel Frame buildarg Cluser 7 fase 2
Hoekenrode kavel | Internationale schaal
Zandkasteel
wûningen
89
ee = B =
en - EN Bal ge
en PS a ns La” L 0 ’ \
4 En: | DE 5 ed am ran jee
ne ' RE Ce se Ne
o
©
5
a
D
8
o
3
2,
2
D_
5
5
D
@
D
>
D
5
>
=U
©
9
>
(e)
u
Le)
mm
È EE
n
ar
En _
end ne ding pmen an - ennn el mm _ r
®
voordeel bij ontwerpwijzigingen, iets waar 8
projecten vaak mee te maken krijgen. Q
OpenRoads kan in een mum van tijd 3D 3
modellen en simulaties maken die de Z
impact van ontwerpkeuzes visueel inzich- a
telijk maken. Daardoor zijn ontwerpen 9
voor bijvoorbeeld ambtelijk opdrachtge- 8
vers en bestuurders makkelijker te door- _
gronden. ®
>
Voor ArenAPoort zit al veel 2D en 3D data 8
uit het datafundament in OpenRoads. Die à
data zijn echter verre van compleet en 3
zeker als het gaat om 3D zijn deze vaak &
nog niet betrouwbaar of beschikbaar. Met
de collega's van CTO, i-team stedelijke
ontwikkeling en beheer (Informatievoor-
ziening Ruimte en Economie), IB, R&D,
V&OR en in- en externe asset owners
wordt de komende jaren gewerkt aan het
verbeteren en uitbreiden van het datafun-
dament en het opleiden van meer ontwer-
pers in digitale toolingpakketten zoals
OpenRoads.
Met deze investering in data en tooling
wordt het ontwerpproces efficiënter,
integraler en beter. In de uitvoering
betaalt dit zich uit. Bovendien komt
dezelfde tooling beschikbaar voor alle
andere gebieden in de stad. ArenAPoort
is daarmee een koploper in de stad bij het
werken aan een goede ondergrond als
basis voor goede gebiedsontwikkeling,
waar de rest van de stad van profiteert!
92
Samenwerking en
participatie
le a
Es Jd
In ArenAPoort werkt de gemeente samen met andere 5
betrokkenen. Dat gebeurt op het niveau van ArenAPoort (waar 7
deze ontwikkelstrategie een tussenstap voor is), op het niveau van a
heel Zuidoost en op het niveau van afzonderlijke projecten en Q
deelgebieden. 3
Zo hebben de partijen in Cumulus Park de handen ineengeslagen Z
om het gebied samen te ontwikkelen en verbindingen aan te gaan a
met de omgeving. Evenementenbedrijven, winkeliers en de overheid D
werken in de Regiegroep Evenementenverkeer samen aan de bereik- 8
baarheid en veiligheid tijdens evenementen in ArenAPoort West. _
®
mm)
>
=
Tt
UIT DE PARTICIPATIE 3
©
Behoefte aan informatie als over wat er in het centrum te doen is (vast
informatiepunt/centrum/bord). Ondernemers
Tijdens de participatie kwam naar voren hebben behoefte aan het verder professi-
dat bewoners en gebruikers betrokken onaliseren van de samenwerking tussen de
willen blijven bij de ontwikkelingen, van het gemeente en partijen, bijvoorbeeld met een
inbrengen van ideeën tot volledige betrokken- platform om elkaar daar te kunnen ontmoeten.
heid bij het proces. Daarnaast is er behoefte Ook vragen zij om structuur en continuïteit
aan informatie over zowel de ontwikkelingen vanuit de gemeente.
Daarnaast zijn er verschillende platforms actief die onder-
nemers, bewoners en eigenaren verenigen. De ondernemers en
bewoners in Amsterdamse Poort worden vertegenwoordigd door
respectievelijk Ondernemersvereniging de Poort en de Bewoners-
commissie de Poort. Bedrijvenvereniging VAZO behartigt de
belangen van bedrijven in heel Zuidoost. Zuidoost Partners maakt
zich samen met 25 organisaties sterk voor een beter en mooier
Amsterdam Zuidoost. VENZO koppelt voor diverse (maatschappelijke)
organisaties vraag en aanbod van vrijwilligers.
De platforms hebben elk hun eigen organisatie en communi-
catie geregeld. Zo heeft Stichting Partners ArenAPoort (SPA), die zich
inzet voor de economische belangen in ArenAPoort, een website voor
bezoekers van ArenAPoort: https://www.arenapoort.nl/. Zuidoost
Partners bereikt haar doelgroep onder andere via de website:
Www.zuidoost.nl
Wat nog ontbreekt is een herkenbare plek waar mensen gemak-
kelijk informatie kunnen vinden over de gebiedsontwikkelingen. Daar-
naast missen bewoners een duidelijke structuur waarin de gemeente
samenwerkt met betrokkenen. Hier wordt aan gewerkt en er loopt al
een aantal initiatieven met bewoners, zoals een vaste maandelijkse
bijeenkomst en het social design traject ‘Samen Meer’. Daarnaast
is er de dependance van Pakhuis de Zwijger, die in september 2019
feestelijk is geopend: New Metropolis Zuidoost. Hier kunnen mensen
terecht voor programma's, projecten en exposities op het snijvlak van
stedelijke ontwikkeling en kunst en cultuur in Zuidoost.
94
Met de uitwerking van deze ontwikkelstrategie willen we
inzetten op een goede en gestructureerde samenwerking met alle
belanghebbenden. Niet alleen omdat dit een duidelijke wens is
vanuit participatie, maar ook omdat we geloven dat het bundelen van
krachten bijdraagt aan projecten die waarde hebben voor bewoners
én ondernemers. We zoeken daarbij naar een vorm die voor belang-
hebbenden zowel inspirerend als ontzorgend werkt en waarin we de
positieve energie, de eigen verantwoordelijkheid en ondernemers-
kracht kunnen verzilveren.
Met het Ambitiedocument ArenAPoort uit 2017 is de samen-
werking voor de inrichting van ArenAPoort al begonnen. We borduren
hierop voort met een brede groep belanghebbenden: ondernemers,
bewoners, gebruikers en de overheid.
Tijdens de
ontwikkeling
van ArenAPoort
worden samen-
werking en parti-
cipatie verder
geprofessionali-
seerd.
A | a el z
2 Dre
De Ll Khen re Û r 5 A . Za
LE N \ r q ä a j Pi
ml EN nn U u Mn ä ie en :
a ï ie lik Es En me e ki Kd
EE rk PI
mr N je kl . kh lk He. de 8 : Ei
E ì D, Ee El EARN E ein 4 Ä
ks We Te L | _- Zie oen and kn ë
£ A nn Egel -
d ed WRO #
n in. a k, ei) k dd
E E EÁ i ei
(1 ij AA de
ee ze EEN NN Pak HEEREN
IE _ Dn er bil EN Er ed r Kn z ka nis Pat Pe ej
en ' E nl 7 |: ia {
ok tn CA TE Han telil
i UE k 5 PRET) Pa | EE al Me Ee al TR
Kk ie dae ï BT Fa dn ; Ed ki
EE Ai Mes ik E Pri
Bed 72 ij Td Er Ee ee Ed
ER We UR
Elan 5 mn ke  Nn Am B ei
Kansen voor samenwerking zien we voor vrijwel alle thema’s
die genoemd zijn in de ontwikkelstrategie. Op dit moment lopen er
vier projecten:
n Schoon, heel en veilig. In deze aanpak, die een samenwerking
tussen de gemeente, vastgoedeigenaren en ondernemers
behelst, gaan we op zoek naar manieren om ArenAPoort
structureel leefbaarder en veiliger te maken.
n Bereikbaarheid (mobiliteit). Daarin werken partijen samen aan
manieren om ArenAPoort bereikbaar te houden. Zij kijken naar
het nog beter beheersen van verkeersstromen en crowd manage-
ment, en naar het toepassen van nieuwe ontwikkelingen op het
gebied van duurzame mobiliteit en gedragsverandering. Deze
samenwerking borduurt voort op de regiegroep evenementen-
verkeer.
n ArenAPoort inclusief. Hierin werkt een groot aantal belang-
hebbenden - onder wie bewoners - aan ideeën die bijdragen
aan talentontwikkeling. Denk aan contact leggen tussen
bedrijven en talent uit Zuidoost, werkervaringsplekken en het
1.000 banenplan. De Johan Cruijff ArenA buigt zich hierover
en werkt daarin samen met andere belanghebbenden.
n Placemaking. We behouden de identiteit van ArenAPoort
en zetten het gebied steviger neer. De gemeente levert een
(financiële) bijdrage aan initiatieven voor placemaking en heeft
een faciliterende rol. Het initiëren en uitvoeren van ingrepen
die ArenAPoort een aantrekkelijker aanzien geven, zien we als
een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente, bedrijven
en organisaties die in ArenAPoort actief zijn.
Op termijn kan voor meer thema's de samenwerking worden
gezocht, bijvoorbeeld voor duurzame energievoorziening en voor één
parkeerverwijssysteem.
6.2 Participatie
Ook met het afronden van deze ontwikkelstrategie gaat de
participatie door en betrekken we mensen in het gebied bij alle denk-
bare onderwerpen. We zullen regelmatig participatiemogelijkheden
blijven aanbieden. Tijdens behaalde mijlpalen wordt informatie op
maat geboden, bijvoorbeeld door wandelingen door het gebied, een
inloopbijeenkomst of webinar te organiseren.
Afzonderlijke participatieprojecten
In de ontwikkelstrategie staan de onderzoeken en projecten
genoemd voor de komende jaren. Tussen 2025 en 2030 wordt de
herinrichting van de straten en pleinen in ArenAPoort stap voor stap
opgepakt. Voor deze projecten komen te zijner tijd afzonderlijke
participatietrajecten.
96
Bij planvorming door projectontwikkelaars heeft de gemeente
een toetsende, dienstverlenende en faciliterende rol. De gemeente
ziet toe op hoe een ontwikkelaar invulling geeft aan de plannen en
de verschillende belangen respecteert. In de dienstverlenende rol
verstrekt de gemeente een vergunning voor bijvoorbeeld een herzie-
ning bestemmingsplan. Ook wil de gemeente inspraak faciliteren.
Zo wil de omgeving (bewoners en ondernemers) geïnformeerd
worden over initiatieven en plannen en graag invloed daarop
uitoefenen.
De projectontwikkelaar initieert nieuwe plannen en doet dat in
samenspraak met alle belanghebbende partijen, met als belofte:
Samen: projectontwikkelaar is partner die luistert,
en bewoners en ondernemers serieus neemt
Persoonlijk: communicatie op maat
Transparant: open over randvoorwaarden en
mogelijkheden.
UIT DE PARTICIPATIE
WomenMakeSoutheast: verkregen in het participatietraject. Onderstaand
“Betrek bewoners als gelijk- zijn de belangrijkste adviezen kort samengevat
waardige PE en is aangeven hoe de kn dd of
gaat oppakken. Voor het volledige adviesrapport
ontwikkelproces EW wordt verwezen naar bijlage 2.
zowel met ontwikkelaars als
ni
lili ekke 1. Geef bewoners een plek aan
de ontwerptafel
Hoe zouden vrouwen uit Zuidoost de stad
inrichten? En dan specifiek het gebied WMS geeft aan dat Zuidoost sterke netwerken
ArenAPoort. Om daar een beeld van te krijgen van goed verenigde bewonerscollectieven en
is Women Make Southeast (WMS) gevraagd ondernemers heeft. Deze stemmen zouden
om voor de thema’s ‘Compleet en verbonden’ volgens WMS een plek aan de ontwerptafel
en ‘Een centrum voor iedereen! een advies te behoeven. De gemeente onderschrijft dat bij
geven. Welke aspecten hebben volgens de vrou- veel projectontwikkelaars en beleidsmakers,
welijke bewoners nog meer aandacht nodig? hoe kundig en professioneel ook, het soms
Waar moet verder nog over nagedacht worden aan die intrinsieke gebiedskennis ontbreekt.
en hoe moet dat terugkomen in de plannen? De netwerken en organisaties uit Zuidoost
bezitten deze kennis bij uitstek wél. Zij
WMS is een onafhankelijk collectief van fungeren als cultuurbewaarders van Zuidoost.
vrouwen met roots in Amsterdam Zuidoost Het behouden van die uniciteit van Zuidoost
die zich willen inzetten voor een rechtvaardig is ontzettend belangrijk voor de toekomst van
en sterk stadsdeel en tegen segregatie en het gebied. De gemeente acht het essentieel
kansenongelijkheid. WMS is gelieerd aan dat de stem van Zuidoost vroegtijdig gehoord
WomenMakeTheCity (WMTC), een collectief wordt bij gebiedsontwikkeling in de breedste
dat de gemeente stadsbreed adviseert over zin van het woord. De Ontwikkelstrategie
gebiedsontwikkeling. onderschrijft het belang van het betrekken van
sterke netwerken en organisaties uit Zuidoost
Het advies is een aanvulling op alle input die is bij de ontwikkeling van ArenAPoort.
5
®
Wat doen we concreet? Instroom van nieuwe bewoners kan positief zijn 8
m Programma 1Zuidoost, het Masterplan ZO voor een buurt of stadsdeel, maar het vinden Q
en het 1.000 banenplan zijn enkele voor- van de juiste balans en het tempo van de 3
beelden van programma's. veranderingen zijn hierin belangrijk. Als dit niet Z
m Inde lntegrale Aanpak Amsterdamse zorgvuldig gebeurt kan dit ten koste gaan van Dn
Poort (AAP) werkt de gemeente samen de oorspronkelijke identiteit. 9
met bewoners en partners zoals CBRE, 8
de politie, handhaving en Ymere aan het Wat doen we concreet? _
verbeteren van de leefbaarheid in het m De Ontwikkelstrategie is een document op ®
winkel- en woongebied van de Amster- hoofdlijnen. Het precieze woningbouwpro- >
damse Poort. De concrete stappen die gramma wordt per project uitgewerkt. 8
genomen worden zijn uitgewerkt in het m _Intentieovereenkomst sluiten met ontwikke- à
21-puntenplan. laars om 25 procent van de huurwoningen 5
m De toetsing van ontwerpen (SO/ VO/ DO) te verhuren aan inwoners van Zuidoost. 8
van initiatieven vanuit marktpartijen en van Op verzoek van de gemeente werken
gemeentelijke openbare ruimte-ontwerpen de ontwikkelaars deze ‘regeling’ uit voor
(SO/ VO/ DO) wordt gedaan door een bewoners uit Zuidoost.
toets-team bestaande uit ambtenaren uit m Met ontwikkelaars worden afspraken
diverse disciplines. In de meeste gevallen gemaakt om 25 procent van de huur-
is de omgevingsmanager ArenAPoort ook woningen te verhuren aan inwoners van
onderdeel van dit team. De omgevingsma- Zuidoost. Om dit te realiseren wordt dit
nager beoordeelt in hoeverre de relevante jaar een woonplatform online gezet waarop
stakeholders zijn betrokken bij de totstand- zoveel mogelijk nieuw te bouwen huurwo-
koming van de ontwerpen. De omgevings- ningen te zien zijn. Hier kunnen mensen
manager is ook nauw betrokken bij het hun woonwensen aangeven. Zodra er een
programma 1 Zuidoost. woning beschikbaar komt die voldoet aan
de wensen, ontvangt de belangstellende
een bericht. Op het platform wordt ook
2. Wees eerlijk en transparant over feiten alle informatie gedeeld die betrekking
en cijfers heeft op het huren van een woning, zoals
mogelijke eisen die worden gesteld, en hoe
WMS geeft aan dat openheid en transpa- je in aanmerking komt voor huurtoeslag.
rantie over feiten en cijfers belangrijk zijn. De Wanneer het platform wordt uitgebreid
gemeente onderkent dit. Transformatie en met koopwoningen wordt uiteraard ook
gebiedsontwikkeling zorgen voor instroom informatie toegevoegd over het kopen
van nieuwe doelgroepen, daar moet je als van een woning. Daarnaast worden op het
gemeente niet geheimzinnig over doen. Private platform doorverwijzingen gemaakt naar
ondernemingen investeren fors in het gebied aanbod dat betrekking heeft op het verbe-
om daar uiteindelijk ook mee te verdienen. teren van je financiële positie. Met als doel
om de kansen te vergroten dat mensen in
Er worden woningen gebouwd die voor een aanmerking komen voor de woningen naar
deel van de bewoners van Zuidoost financieel hun keus.
niet haalbaar zijn. Het grootste deel van de m De 40-40-20 regel wordt toegepast op
nieuwbouwwoningen (80%) zijn geen vrije gebiedsniveau voor alle nieuwbouw.
sectorwoningen, maar vallen in categorieën
middelduur of sociaal. De gemeente probeert
in privaatrechtelijke overeenkomsten te borgen
dat bewoners uit Zuidoost voorrang krijgen bij
de toewijzing van deze woningen.
98
5
®
3. Maak plaats voor creatief sociale return of investment. Veel bouwbedrijven kiezen a
ondernemers ervoor om middels leer-werkplekken Q
aan deze eis tegemoet te komen. 3
WMS stipt in haar advies het belang van Daarnaast is ArenAPoort ook een zogenaamd Z
voldoende ruimte voor creatief ondernemers living lab voor de Amsterdamse donuteco- Dn
aan. Sociale cohesie in een buurt ontstaat als er nomie: een gebied dat iedereen een eerlijke 9
fysieke plekken zijn waar buurtbewoners elkaar sociale basis biedt, binnen veilige ecologische 8
ontmoeten. Er is sprake van maatschappelijke grenzen. Vanuit dit thema liggen er kansen om _
voorzieningen waar de gemeente verantwoor- samen met partners in te zetten op social return. ®
delijk is voor de huisvesting, zoals buurtkamers >
en jongerencentra. Daarnaast zet de gemeente Wat doen we concreet? 8
in op het beschikbaar maken van ruimtes voor m 1.000 Banenplan à}
kunst en cultuur. Bijvoorbeeld door subsidie te m Start opleiding energietransitie met 3
verstrekken voor broedplaatsen. Doordat de ROC in Diemen ie,
gemeente steeds minder vastgoed in eigen m SROI
bezit heeft, is het daardoor afhankelijker van m Vanuit 1Zuidoost is de opdracht gegeven
de welwillendheid en medewerking van markt- aan het project Bouwen aan Zuidoost. Dit
partijen. De gemeente merkt dat vastgoed- programma richt zich op het opleiden en
eigenaren met een langere binding in het omscholen van jongeren uit Zuidoost zodat
gebied steeds vaker bereid zijn om betaalbare zij werkzaam kunnen zijn in de bouw. Met
ruimtes aan te bieden, die ook financieel ontwikkelaars worden afspraken gemaakt
haalbaar zijn voor startende ondernemers. over stageplekken en/of leerwerktrajecten.
m Met het project Bouwen aan Zuidoost
Wat doen we concreet? slaan gemeente, bouwbedrijven en onder-
m Bij aanbestedingen en tenders voor nieuwe wijsinstellingen de handen in één om een
kavels selecteert de gemeente onder gebiedsgericht loopbaantraject te reali-
andere op in hoeverre een organisatie seren voor werkzoekenden uit Zuidoost.
investeert in maatschappelijke projecten. Daarnaast heeft het project als doel dat
In de nog op te stellen Programmastrategie afspraken worden gemaakt met bouwbe-
wordt uitgewerkt hoe een goede functiemix drijven, aannemers en ontwikkelaars, actief
kan worden bereikt in ArenAPoort. Er zijn in ZO, over het beschikbaar stellen van
en worden sociale convenanten afgesloten (structurele) arbeidsplaatsen. Ook wordt
met marktpartijen. Convenanten met ABN een communicatiecampagne opgestart om
AMRO, CBRE en Cumulus Park (ING, HvA het imago van de bouw te verbeteren.
en ROC zijn op dit moment in de maak,
waarbij specifieke aandacht is voor het
begeleiden van ondernemers uit ZO. 5. Investeer in lokaal ondernemerschap
Er moet volgens WMS zo veel mogelijk in
4. Biedt mensen in Zuidoost een baan lokaal ondernemerschap geïnvesteerd worden.
in de bouw ArenAPoort moet een gebied worden waar
iedereen zich thuis voelt en dat onderdeel van
Werkgelegenheid is volgens WMS van groot Zuidoost is. De aanwezigheid van lokale onder-
belang. Ook in het Masterplan Zuidoost wordt nemers vormt daarin een belangrijk schakel.
ingezet op het creëren van meer banen in Het is belangrijk dat zij een plek krijgen en
Zuidoost. De ontwikkeling van ArenAPoort behouden in ArenAPoort.
biedt hierbij kansen. Waar de gemeente zelf
opdrachtgever is, zoals bij de herinrichting van De gemeente ontwikkelt niet zelfstandig. We
de openbare ruimte, maken we daar afspraken zijn daarin sterk afhankelijk van ontwikkelaars.
over met leveranciers. Bij alle opdrachten die Wel probeert de gemeente met bestemmings-
de gemeente geeft boven de 214.000 euro plannen en in afspraken met ontwikkelaars te
geldt een SROI-verplichting, oftewel een social kijken of er een goede balans ontstaat tussen
99
5
®
lokale ondernemers en landelijke ketens. Deze a
mix maakt het winkelcentrum juist zo uniek en Q
is een belangrijke kracht voor de aantrekkelijk- 3
heid van het gebied. De betrokkenen uit het Z
gebied onderschrijven het belang hiervan. Dn
4
Wat doen we concreet? 8
m Placetesting in samenwerking met CBRE _
m Placemaking: betrekken van lokale ®
kunstenaars (Bijv. kunstproject Three >
Little Birds) 8
m De gemeente zet placetesting en placema- d
king in gedurende de transformatie van het 3
gebied. Denk hierbij aan pop-upconcepten o
in leegstaande ruimtes (in samenwerking
met CBRE) zoals de BijlmerBox pick-up
store, kleinschalige events op plekken in de
openbare ruimte die in de tijdelijkheid nog
niet zijn geactiveerd zoals het Flying Grass
Carpet, of het verfraaien van bouwterreinen
met kunst (Three Little Birds). Randvoor-
waarde hierbij is dat lokale ondernemers
en creatievelingen onderdeel uitmaken van
deze initiatieven. Hiermee wordt de meer-
waarde die zij bieden door het toevoegen
van het lokale DNA zichtbaar gemaakt,
met als uiteindelijk doel dat initiatieven ook
in de definitieve situatie een plek krijgen.
100
6.3 Communicatie
Hieronder staat hoe we over ontwikkelingen in ArenAPoort
gaan communiceren.
Gemeentelijke website biedt informatie
Op de projectpagina amsterdam.nl/arenapoort worden belangheb-
benden geïnformeerd over projecten die plaatsvinden in ArenAPoort. Bezoe-
kers vinden er actuele nieuwsberichten, een projectenoverzicht, informatie
per project, een kalender met inspraak-, informatie- of participatiemomenten,
fotomateriaal en contactmogelijkheden. Het stadsdeel Zuidoost stuurt weke-
lijks een nieuwsbrief per mail over de ontwikkelingen in Amsterdamse Poort
en Zuidoost. Geïnteresseerden kunnen zich hiervoor aanmelden
op amsterdam.nl (onderaan de pagina).
Persoonlijk contact en een vast spreekuur
We zorgen ervoor dat persoonlijk contact tussen verschillende partijen
mogelijk is. Gebiedsmakelaars en omgevingsmanagers zijn de contactpersonen.
De gebiedsmakelaar fungeert als ‘de ogen en oren! van de gemeente en
verzamelt de onderwerpen en kwesties die leven onder bewoners. Er komt
in Metropolis een spreekuur op regelmatige basis.
Eén informatiecentrum
Om geïnteresseerden en belanghebbenden zo goed mogelijk te infor-
meren over de bouwprojecten in ArenAPoort, wil de gemeente met ontwik-
kelaars in het gebied één gezamenlijk informatiecentrum oprichten. Op die
locatie is informatie beschikbaar over de gebiedsontwikkeling in ArenAPoort,
over de ontwerpen, de werkzaamheden en de uitvoering. Zo staat er onder
andere een interactieve informatietafel met daarop een digitale maquette
van de ontwikkelingen in het gebied. Ook is er een vast aanspreekpunt om
vragen en klachten te beantwoorden. Inloopavonden zijn bedoeld om de
direct betrokkenen rechtstreeks te informeren over de concrete plannen van de
gemeente en van marktpartijen. De gemeente Amsterdam en de betreffende
marktpartij en/of vastgoedeigenaar organiseren deze inloopavonden.
Communicatie tijdens het werk in uitvoering
Om te voorkomen dat er tijdens de bouwfase een wirwar aan uitingen
ontstaat, willen de marktpartijen samen met de gemeente een gezamenlijke
communicatiestijl aanhouden. Het doel is om mensen op een eenduidige
manier te informeren over werkzaamheden en ontwikkelingen.
Overlast en klachten
Uiteraard is de gemeente Amsterdam via de reguliere gemeentelijke
kanalen bereikbaar voor vragen of klachten. Bewoners kunnen overlast altijd
melden via amsterdam.nl/overlast. In het nog op te richten informatiecentrum
willen gemeente en ontwikkelaars bij overlast of klachten de inwoners en
winkeliers van ArenAPoort een vast aanspreekpunt bieden. Om problemen
zo snel mogelijk te kunnen oplossen, staat dit aanspreekpunt in direct contact
met de aannemers en de gemeente. 101
Bijlage 1
Terugkoppeling participatie startnotitie
Ontwikkelstrategie ArenAPoort
In juni en juli 2019 vond participatie plaats aan de hand van de startnotitie
Ontwikkelstrategie ArenAPoort. In deze bijlage kunt u de samenvatting lezen van de
onderwerpen die tijdens de participatie aan bod zijn gekomen. Wat is er gezegd en
wat hebben we ermee gedaan?
Per onderwerp is aangegeven of de suggestie is opgenomen in de ontwikkelstrategie.
Hiervoor zijn drie antwoorden mogelijk:
n Ja: de suggestie is onderdeel van de ontwikkelstrategie
n Nee: de suggestie is geen onderdeel van de ontwikkelstrategie omdat het niet
mogelijk is, niet past bij de plannen voor ArenAPoort of omdat het in een
vervolgstudie wordt meegenomen.
n Deels: de suggestie is gedeeltelijk meegenomen
We geven aan waarom we de suggestie wel of niet hebben meegenomen
en in welk hoofdstuk u er meer over kunt lezen.
Compleet en verbonden
Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen?
Bewoners in Zuidoost willen Deels We willen een gemengd woongebied in 3.1.
graag betaalbare woningen voor ArenAPoort. Daarom sturen we - bij de
starters, gezinnen en ouderen uit nog 3.000 te bouwen woningen - aan op
Zuidoost verschillende financieringscategorieën en
woninggroottes: van sociale huur tot duur
en van twee- tot meerkamerappartementen.
We onderzoeken de mogelijkheid tot een
voorrangsregeling voor bewoners uit Zuidoost.
Het mengen van functies wordt Nee We geloven juist in het mengen van functies. Dit
vaak genoemd als de oplossing maakt ArenAPoort levendiger en veiliger. De
voor een levendiger ArenAPoort. huidige overlast wordt onder andere aangepakt
Anderen stellen juist voor om met het programma Schoon, Heel en Veilig.
winkels en woningen van elkaar te
scheiden om daarmee overlast te
verminderen.
Ja Dit doen we door bij bouwplannen aante sturen 3.1.
op levendige plinten.
Enkele bewoners geven aan liever Nee We volgen de Omgevingwet 2050. Het
laagbouw en eengezinswoningen beleid van de gemeente is erop gericht
te zien in ArenAPoort. Anderen hoogbouw te stimuleren rondom openbaar
zijn juist enthousiast over vervoersknooppunten zoals station Amsterdam
hoogbouw. Bijlmer ArenA. Op dit soort plekken geeft
hoogbouw extra stedelijke dynamiek en draagt
bij aan een duurzame stad.
Bewoners geven aan graag een Deels We sturen aan op meer koopwoningen in 3.1.
woning te kunnen kopen ArenAPoort.
Adviseurs en woningcorporaties Ja In de 3.000 nog te bouwen woningen stuurt de 3.1.
pleiten voor meer middeldure gemeente ook op voldoende middeldure huur-
koop- en huurwoningen en koopwoningen.
102
Bewoners en gebruikers geven Nee Er komen kantoren bij in ArenAPoort, maar er 3.1.
aan liever minder kantoren in zullen vooral meer woningen worden gebouwd.
ArenAPoort te zien.
Bewoners willen naast Ja We zien graag dynamiek langs de Lifeline, waar 3.4
levendigheid ook graag rust. de winkels en uitgaansgelegenheden liggen.
Zowel in de eigen woning als in Bij de woningen werken we aan rustige plekken
de openbare ruimte rondom de waar bewoners zich kunnen terugtrekken, zoals
woning. een binnenplein, een daktuin of een klein parkje.
Uit de participatie blijkt dat er Ja We willen een gemengd woongebied in 3.1.
veel draagvlak is voor nieuwe ArenAPoort. Daarom sturen we - bij de
woningen in ArenAPoort. Er nog 3.000 te bouwen woningen - aan op
is behoefte aan alle soorten verschillende financieringscategorieën en
woningen; voor jongeren, woninggroottes: van sociale huur tot duur
gezinnen en ouderen en van twee- tot meerkamerappartementen.
We onderzoeken de mogelijkheid tot een
voorrangsregeling voor bewoners uit Zuidoost.
Bewoners, gebruikers en Ja Dit is één van de hoofddoelen in ArenAPoort. 3.1
ondernemers zien graag een 3.2
betere verbinding tussen 3.4
ArenAPoort oost en west en
hebben hiervoor verschillende
suggesties. Waaronder
aanpassingen in de openbare
ruimte, sociale projecten en
door het mengen van functies.
Muziek en eten worden het meest
genoemd.
Er zijn zorgen over geluidsoverlast Ja Bewoners worden bewust gemaakt datze ineen 3.1.
voor de huidige en nieuwe evenementengebied gaan wonen. Als gemeente
bewoners. Met name door geluid gaan we daar goed over communiceren.
van evenementen en drukte op Bedrijven en eigenaren moeten zich hoe dan
straat. ook aan de wet houden met betrekking tot
geluidshinder. Zo worden nieuw te bouwen
woningen volgens de normen geïsoleerd.
Er is behoefte aan woningen Deels We bouwen in ArenAPoort voor iedereen,
voor ouderen waaronder waaronder voor ouderen.
levensloopbestendige woningen.
“Denk erover na om het oud- Deels _ArenAPoort heeft een eigen identiteit die we Alg.
Amsterdamse terug te brengen willen versterken. Het wordt dus geen kopie
door middel van de leuke van de binnenstad. Echter de behoefte aan een
straatjes, waterwegen, bomen, kleinere schaal is wel iets wat we in de verdere
kleine parkjes.” planvorming willen meenemen.
“Doe niet of Zuidoost ontwikkeld Ja We zien de plannen voor ArenAPoort niet als Alg.
moet worden, het bestaat al.” vernieuwing, maar als groei. Het bestaande is de
basis waar we op willen voortbouwen.
Men mist, vooral in ArenAPoort Ja Hier sturen we in ArenAPoort op aan in het 3.1.
West, kleinschalige functies voor belang van de nieuwe bewoners en voor meer
bewoners en gebruikers zoals levendigheid op straat.
horeca, winkels en zorg. Maar ook
speciale publiekstrekkers.
103
Een centrum voor iedereen
Bewoners uiten veelvuldig de Ja We sturen actief aan op de komst van een 3.2
wens voor een buurthuis. buurthuis / cultuurhuis voor bewoners.
Bewoners geven aan ook Ja We sturen actief aan op de komst van een 3.2
culturele functies te missen zoals buurthuis / cultuurhuis en een popcentrum met
een volksuniversiteit, ruimte oefenruimtes voor bewoners.
voor godsdienst, muziekschool,
dansschool en het meest
genoemd: een theater / open
podium met oefenruimte.
Voor heel ArenAPoort ziet men Ja We zien graag meer diversiteit in het horeca- 3.2
graag een divers horeca-aanbod, aanbod. In ArenAPoort West en rondom
meer kwaliteit en multicultureel. het station komt meer horeca. Er loopt een
Waaronder horeca gericht op onderzoek naar het verruimen van horeca in
gezinnen. Amsterdamse Poort en Cumulus Park
Het gevoel heerst dat nieuwbouw Deels Met de groei van ArenAPoort investeren we 1.
en transformatie - zoals in de zowel in het bestaande als in het nieuwe. We 3.1
vernieuwing van de Bijlmer ook is kijken hoe we bestaande problemen kunnen 3.2
gebeurd - de problemen van de oplossen. Dit kan de gemeente niet alleen. 6.1
huidige bewoners niet oplost. We zoeken daarom actief de samenwerking
op met bedrijven en sociaal-maatschappelijke
instellingen.
“Zorg voor meer gastvrijheid rond Ja Gastvrijheid is ook een verantwoordelijkheid 3.1
evenementen.” van de bedrijven zelf. Wat we hierin concreet
kunnen doen is goede communicatie en
informatievoorziening rondom evenementen.
Bewoners en gebruikers uiten Ja We willen het DNA van Zuidoost behouden in 3.2
veelvuldig de zorg dat met de ArenAPoort. We behouden unieke functies zoals
groei van ArenAPoort de huidige de markt en de Shopperhal en maken ruimte
identiteit verloren gaat. voor nieuwe functies die huidige bewoners en
gebruikers belangrijk vinden zoals: een buurthuis,
ruimte voor muziek en cultuur en toegankelijke
sportvoorzieningen.
Bewoners hebben Ja Naast de grote evenementen zien we graag 3.2
verschillende ideeën voor meer uitgaansgelegenheden die toegankelijk
uitgaansgelegenheden, zijn voor bewoners. Hiervoor zijn we afhankelijk
zoals: kleinschalige popzaal, van commerciële partijen. Als gemeente
buitenbioscoop, gamehall, maken we ruimte (stedenbouwkundig en in het
poolcafé, karaoke, feestzalen, bestemmingsplan). In 2019 is er een arcadehal
open podium, theater, danscafé gekomen in ArenAPoort. Daarnaast willen we
en loungebar. actief aansturen op een kleinschalige popzaal in
combinatie met oefenruimtes voor lokaal talent.
Men ziet graag dat meer ruimte Ja Als gemeente dragen we bij aan 3.2
wordt gemaakt voor lokaal talent talentontplooiing. In de eerste plaats door ruimte 6.1
en talentontplooiing, waaronder te reserveren voor scholen en een open podium.
beter onderwijs, leerwerkplekken, Daarnaast werken we samen met ondernemers
een open podium, bemiddeling en maatschappelijke organisaties aan de pilot
tussen bedrijven en ruimte bieden ArenAPoort inclusief.
aan lokale ondernemers.
104
Maak van ArenAPoort ook een Deels _ArenAPoort kan zeker een rol spelen in het 3.2
plek voor toeristen. Door ruimte ontlasten van de binnenstad op het gebied 3.4
te maken voor ‘top leisure! (een van toerisme. Dit doen we door het beter
museum, OBA of Bijenkorf) en zichtbaar maken van de identiteit van Zuidoost
trekkers in de openbare ruimte en een kwalitatief hoogwaardige openbare
(Logo IAMsterdam, groot ruimte. ArenAPoort heeft namelijk al grote
monument). publiekstrekkers.
Bewoners geven aan het Ja We zien graag meer voorzieningen voor 3.2
volgende te missen in jongeren, gezinnen en ouderen in ArenAPoort.
ArenAPoort: toegankelijke Als gemeente hebben we direct invloed op
sportvoorzieningen, voorzieningen in de openbare ruimte zoals
voorzieningen voor kinderen sport en speeltuinen. Dit nemen we op in
(speeltuinen, kidscorner, crèche) het Masterplan Openbare Ruimte. Voor
en voorzieningen voor ouderen gebouwde voorzieningen zijn we afhankelijk
(verzorgingshuis). van commerciële partijen. Als gemeente
maken we ruimte (stedenbouwkundig en in het
bestemmingsplan).
Bewoners geven aan graag een Nee Er is al een indoorzwembad in het gebied. Het
zwembad te zien in ArenAPoort lijkt niet haalbaar een tweede zwembad te
realiseren vanuit de gemeente en er zijn ook
geen commerciële initiatieven op dit gebied.
Voor een buitenzwembad lijkt geen ruimte.
105
Goed bereikbaar
Zet in op deelauto's en Ja Dit zijn maatregelen die we op relatief korte 3.3
deelscooters. termijn willen uitvoeren. In de eerste plaats door 3.5
ruimte te maken in openbare parkeergarages.
We sturen aan op voldoende ruimte voor
deelconcepten in de nieuw te bouwen woningen
en kantoren.
Kunnen de dreven niet verlaagd Nee Dreven verlagen is in ArenAPoort erg ingrijpend
worden? omdat veel ingangen van gebouwen gekoppeld
zijn aan de dreef. Daarom is deze maatregel niet
opgenomen in de ontwikkelstrategie. Wel zetten
we in op voldoende trappen en fietshellingen
tussen de dreven en het straatniveau.
Het stimuleren van fietsen Ja We nemen verschillende maatregelen om fietsen 3.3
in ArenAPoort wordt breed aantrekkelijker te maken in ArenAPoort. 3.4
gedragen. Ondernemers,
gebruikers, bewoners en
bestuurders zien graag dat
ArenAPoort beter bereikbaar
wordt voor fietsers. ldeeën
die genoemd worden zijn:
meer langeafstandsroutes,
goede verlichting en meer
fietsenstallingen.
Gratis of goedkoop openbaar Nee Hier kan de gemeente niet op aansturen.
vervoer wordt door ondernemers Dergelijke afspraken liggen bij de
als een oplossing gezien om evenementenpartijen en de vervoersbedrijven.
bezoekers meer gebruik te laten
maken van het openbaar vervoer.
Bijvoorbeeld een gratis treinticket
bij je concertticket.
Zorg voor meer treinen en Nee De mogelijkheden voor meer treinen en
metro's op station Amsterdam metro's kan op termijn worden onderzocht.
Bijlmer ArenA en laat deze langer Dit vraagt om medewerking van een groot aantal
doorrijden (nachtnet). vervoerbedrijven. De gemeente kijkt in eerste
instantie naar betere overstapmogelijkheden
tussen trein, metro, bus en fiets.
Bewoners hebben behoefte aan Nee Bij de nieuwbouw worden voldoende (openbare) 3.3
voldoende en goedkope(re) parkeerplaatsen opgenomen. Het aantal
parkeerplaatsen vlakbij de woning beschikbare parkeerplaatsen kan echter afnemen
en zijn bang dat er juist minder wanneer ArenAPoort drukker wordt. Daarom
parkeerplaatsen komen. zetten we in op alternatieven: fiets en openbaar
vervoer.
Zet in op mobiliteitshubs rond Ja We zetten in op een autoluw centrum. Ineerste 3.3
ArenApoort voor laden en lossen instantie richten we ons op gebundelde laad- en
en parkeren. losplekken.
106
Zet het Operationeel Ja We onderzoeken de mogelijkheid hiervoor 3.3
Mobiliteitscentrum ook in buiten samen met de betrokken partijen (waaronder
evenementen. regieorganisatie evenementenverkeer).
Zet in op meer Nee Er zit één extra hotel in de plannen, in
overnachtingsmogelijkheden in ArenAPoort west (UID). Verder staat het
en rondom ArenAPoort zodat gemeentelijk beleid geen groei van het aantal
bezoekers langer in het gebied hotels toe.
kunnen blijven.
Zorg voor voldoende Deels Het aantal parkeerplaatsen en de
parkeerplekken en houdt de parkeertarieven zijn gemeentelijk vastgelegd wat
tarieven betaalbaar. betreft de door de gemeente geëxploiteerde
parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen rond
de Amsterdamse Poort zijn van CBRE, die de
tarieven kunnen bepalen. We streven ernaar om
het aantal parkeerplaatsen in ArenAPoort niet
substantieel te laten groeien.
Bewoners en gebruikers geven Deels Dit wordt opgenomen in het Masterplan 3.3
aan dat fietsers nu voor overlast Openbare Ruimte en de planvorming in het 4,4
zorgen op het Hoekenrodeplein stationsgebied.
en in de Amsterdamse Poort
omdat het niet duidelijk is waar
wel en niet gefietst mag worden.
Verleid de metroreizigers om Nee Hier wordt naar gekeken in het Mobiliteitsplan
stations Strandvliet en Bullewijk te Zuidoost (2020).
gebruiken.
Een idee dat geopperd is, is het Nee Dit is een ingrijpende investering waar veel
doortrekken van tram 19 naar partijen bij betrokken zijn. Wordt op dit moment
ArenAPoort niet opgenomen in de ontwikkelstrategie.
Enkele bedrijven hebben Ja Dit is een goede suggestie die in de 6.1
behoefte aan een samenwerking van partijen meegenomen kan
parkeerverwijssysteem voor worden, omdat hier meerdere eigenaren bij
ArenAPoort zodat bezoekers de betrokken zijn.
parkeerplaatsen gemakkelijker
kunnen vinden.
107
Levendige openbare ruimte
Zorg ervoor dat de inrichting van _ Ja 3.4
de ArenA Boulevard aanpasbaar
is aan verschillende momenten
van de dag en verschillende
doelgroepen.
Maak van het Anton de Ja We zien voor het Anton de Komplein een 3.4
Komplein de hotspot van belangrijke functie weggelegd voor Zuidoost. De
Zuidoost met meer ruimte voor suggestie wordt meegenomen in het Masterplan
(kleine) evenementen en lokale Openbare Ruimte.
initiatieven.
Enkele gebruikers geven aan Ja De Amsterdamse Poort wordt aangepakt zodat 3.4
voldoende beschutting te willen het een prettige en veiligere plek wordt. Het
in ArenAPoort, waaronder de weghalen van de droogloop is onderdeel van de
droogloop in de Amsterdamse renovatie. De behoefte aan beschutting blijft. In
Poort en op de ArenA Boulevard. het Masterplan Openbare ruimte onderzoeken
we de mogelijkheden.
Bewoners zien graag daktuinen Ja We zetten in op daktuinen (als rustplek voor 3.4
en groene daken in ArenAPoort. bewoners) en groene daken (als maatregel tegen
Bijvoorbeeld op de winkels in de het verminderen van hittestress).
Amsterdamse Poort.
Maak de dreven toegankelijk voor Deels We maken op de Bijlmerdreef en Hoogoorddreef 3.4
voetgangers en fietsers. meer ruimte voor voetgangers. Op termijn zien
we graag ook fietsers op de dreven. Dat is een
ingrijpende maatregel die ook effect heeft op
onder andere (hoogwaardig openbaar vervoer)
busroutes. De mogelijkheden hiervoor worden
onderzocht in het Mobiliteitsplan Zuidoost
(2020).
Bewoners en gebruikers zien Deels We zetten in op betere verlichting. Onderdeel 3.4
graag goede verlichting op de van het Masterplan Openbare Ruimte is een
pleinen en straten in ArenAPoort. verlichtingsplan.
Bewoners en gebruikers geven Ja Levendigheid is een van de hoofddoelen voor 2,
aan vooral levendigheid en sfeer ArenAPoort. Dit doen we onder meer door 3.1
te missen in ArenAPoort. vooral woningen en op bewoners gerichte 3.2
voorzieningen toe te voegen. De nieuwe 3.4
gebouwen en herinrichting van de straten
en pleinen moeten ook voor meer sfeer en
gezelligheid zorgen.
Zet in op verblijfskwaliteit Nee Hiervoor is de eigenaar van de woningen 3.4
loopdekken. verantwoordelijk.
Enkele bewoners geven aan Deels We zetten in op een goede verbinding tussen 3.4
graag een aantrekkelijke de woningen en de parken rondom ArenAPoort.
wandelroute nabij hun woning te De mogelijkheden voor wandelroutes en/of
willen. ommetjes worden onderzocht in het Masterplan
Openbare Ruimte.
108
Bewoners, gebruikers, bezoekers Ja ArenAPoort wordt groener. We hebben daar 3.4
en ondernemers, een brede verschillende voorstellen voor.
groep belanghebbenden willen
meer groen in ArenAPoort
waaronder postzegelparkjes,
groene daken, bomen en
bloemen.
Sommigen zien graag meer Nee De mogelijkheden hiervoor zijn beperkt door de
natuur in ArenAPoort waaronder hoge dichtheid. In de nabijgelegen parken en in
speelnatuur voor kinderen en de spoorzone zou speelnatuur kunnen komen.
natuurinclusief bouwen.
Men ziet graag een park in Ja We onderzoeken de mogelijkheid voor een 3.4
ArenAPoort. nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff
ArenÂ.
Parkeerplaatsen nemen nu veel Ja We gaan het aantal parkeerplaatsen niet 3.3
ruimte in. Die kunnen worden verminderen maar wel anders organiseren. Dus
benut voor andere zaken. meer in de gebouwen of ondergronds.
Maak reclame-uitingen zoals Deels Wij zien lichtreclame - mits op goede en 3.4
op Times Square en Piccadilly gedoseerde wijze uitgevoerd - als een kans om
circus als herkenbaar icoon op de het uitgaanscentrum meer allure te geven en
Boulevard. de levendigheid in het gebied te verbeteren.
Hiervoor stellen we een integraal licht- en
reclameplan op. We bekijken daarbij goed welke
ruimte het gemeentelijk beleid op dit gebied
daarvoor biedt.
Bewoners willen niet dat er Deels De groei gaat niet ten koste van de openbare 3.4
gebouwd wordt op plekken waar ruimte. De verdichting vindt onder andere plaats
nu groen is, zoals in de parken. door vrije kavels te bebouwen, transformatie
en sloop-nieuwbouw. De kavel naast AFAS Live
is altijd bestemd geweest voor bebouwing.
Hiermee gaat er wel 2,5 ha gras verloren in
ArenAPoort west. Om voldoende groen in het
gebied te behouden, stellen we op meerdere
plekken vergroening voor. Waaronder een nieuw
park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA.
Het Nelson Mandelapark is geen onderdeel van
de gebiedsontwikkeling ArenAPoort.
Bewoners zien ArenAPoort Ja We willen dat ArenAPoort een plek wordt waar 3.2
graag als een plek waar iedereen bewoners, gebruikers en bezoekers lang willen 3.4
samenkomt om elkaar te moeten. blijven. Het stimuleren van ontmoetingen is daar
Zowel in de openbare ruimte als een belangrijk onderdeel van. Concreet betekent
in gebouwen zoals een buurthuis. dat een aantrekkelijke openbare ruimte met
plekken voor sport, spelen en om te zitten.
Bewoners en gebruikers zien Ja Overzichtelijke stedenbouw en openbare ruimte 3.4
graag open en overzichtelijke dragen bij aan een veilig en prettig gebied. Hier
pleinen met doorkijkjes en zetten we op in. Concrete uitwerking komt in het
vergezichten. Ruimtelijk Kwaliteitskader.
Speelplekken worden op dit Ja Speelplekken zorgen voor verbinding 3.4
moment gemist in ArenAPoort. en levendigheid. We denken vooral aan
Men ziet graag meer plekken speelvoorzieningen in de openbare ruimte,
voor gezinnen en kinderen, maar gecombineerd met groen en wellicht met horeca.
bijvoorbeeld ook bordspelen. Uitwerking volgt in het Masterplan Openbare
Ruimte. 109
Toegankelijke sportvoorzieningen Ja Sport zorgt voor verbinding en levendigheid. 3.4
worden op dit moment gemist in We denken vooral aan urban sportvoorzieningen
ArenAPoort. Er zijn verschillende die geïntegreerd kunnen worden in de openbare
ideeën genoemd waaronder een ruimte en voor iedereen toegankelijk zijn.
sportschool, zwembad, basketbal, Uitwerking volgt in het Masterplan Openbare
voetbal, klimsport, hockey en Ruimte.
skatepark. In de openbare ruimte
en op daken.
“De openbare ruimte en Ja Toegankelijkheid voor minder validen is 3.4
voorzieningen zijn voor iedereen onderdeel van het gemeentelijk beleid. We
toegankelijk, ook voor minder stellen liften voor om het hoogteverschil tussen
validen.” dreef en straatniveau te overbruggen. Bij de
herinrichting van de straten en pleinen wordt
toegankelijkheid als eis meegenomen.
In de enquête zijn openbare Nee We zullen deze wens meegeven aan de 3.4
toiletten genoemd als wens voor verschillende ontwikkelaars. Daarnaast kan door
de openbare ruimte. betere bewegwijzering meer aandacht op de
huidige sanitaire voorzieningen worden gevestigd.
Maak van ArenAPoort een fijne Ja Dit is één van de hoofddoelen in ArenAPoort 13.3
plek om te verblijven. waarbij een belangrijke rol voor de pleinen en
straten is weggelegd.
Verspreid bezoekers over Nee We willen een andere balans tussen drukte en 3.2
ArenAPoort. Bijvoorbeeld ook in rust. Op de Lifeline richten we ons op bezoekers. 3.4
zijstraten en achterstraten. We zien graag een spreiding van bezoekers over
de gehele Lifeline en gedurende de hele dag.
Verder weg van de Lifeline willen we juist rustige
plekken voor bewoners maken.
Bewoners en gebruikers voelen Deels Met de nieuwbouw en herinrichting zorgen 3.4
zich vooral 's avonds en 's we voor overzichtelijke openbare ruimte, 6.1
nachts niet veilig in ArenAPoort. goede verlichting en meer ogen op straat.
Ze zien graag meer toezicht Het verbeteren van handhaving en toezicht is
en handhaving en minder onderdeel van het programma Schoon, Heel en
criminaliteit. Veilig.
Er is behoefte aan meer Deels ArenAPoort is geen waterrijk gebied. Grote 3.4
zichtbaar water in het gebied. waterpartijen liggen hier niet voor de hand.
Waaronder een fontein en Wel moet er voldoende oppervlaktewater in
waterspeelelementen. het gebied aanwezig zijn. Dit water maken we
zichtbaar en aantrekkelijk om langs te lopen of te
zitten. Daarnaast denken we aan zichtbaar water
in relatie tot de klimaatopgave (bewustwording).
Uitwerking wordt opgenomen in het Masterplan
Openbare Ruimte.
Men ziet graag meer en Ja Zitplekken dragen bij aan een beter verblijfs- 3.4
beschutte zitplekken in de klimaat. Hier willen we graag mee aan de slag.
openbare ruimte: terrasjes, Zowel in de openbare ruimte als bij horeca.
bankjes, een picknickplek.
Activeer het bestaande groenen _ Ja Dit voorstel werken we verder uit in het 3.4
verbind de parken. Masterplan Openbare Ruimte.
110
Duurzaam en toekomstbestendig
Duurzame elektrische auto's en Nee Beleidskeuzes over subsidie en parkeertarieven
scooters zouden toegankelijk worden op het niveau van heel Amsterdam
moeten zijn voor iedereen. gemaakt.
Bijvoorbeeld door gratis parkeren
en/of subsidie op de aanschaf.
Huidige bewoners willen Nee Bij de nieuwbouw sturen aan op duurzame
profijt hebben van woningen. Renovatie van de huidige woningen is
duurzaamheidsmaatregelen, zaak voor de huidige eigenaar.
bijvoorbeeld door het isoleren
en beter ventileren van de eigen
woning.
Eigenaren en ontwikkelaars Ja De ontwikkelstrategie zet in op flexibiliteit.
pleiten voor flexibel gemeentelijk In een aantal bestemmingsplannen en
beleid zoals flexibele erfpachtcontracten wordt dit al uitgewerkt, maar
bestemmingen en/of erfpacht. dat blijft maatwerk.
Hierdoor kunnen eigenaren
de functies in een gebouw
gemakkelijker aanpassen en zo
meegroeien met ArenAPoort.
Ondernemers en eigenaren Ja In de ontwikkelstrategie geven we aan wat 3.5
vragen de gemeente om focus de focus moet zijn voor ArenAPoort: afval,
aan te brengen in het aantal verminderen hittestress en duurzame mobiliteit.
duurzaamheidsdoelstellingen.
Door de vele ambities ontstaat
er willekeur bij ondernemers en
eigenaren met als risico dat geen
enkele ambitie goed uitgevoerd
kan worden.
Hergebruik van materialen, Ja Omdat verschillende belanghebbenden 3.5
een betere oplossing voor (waaronder de gemeente) dit een urgent thema
afval en circulariteit worden vinden, is dit één van de speerpunten op het
door bewoners, eigenaren en gebied van duurzaamheid in ArenAPoort.
ondernemers als belangrijk thema
genoemd in ArenAPoort.
Waternet pleit voor een betere Ja Verminderen van hittestress is één van de 3.4
opvang van regenwater en speerpunten op het gebied van duurzaamheid 3.5
vermindering van hittestress in in ArenAPoort. We willen ook grond die nu niet
ArenAPoort. Dit kan bijvoorbeeld in eigendom is van de gemeente, benutten voor
door ook privaat terrein hiervoor voldoende groen en regenwateropvang.
in te zetten.
111
ArenAPoort West
Ondernemers en eigenaren - Ja We stellen een set van maatregelen voor omde 3.3
met name in ArenAPoort bereikbaarheid in ArenAPoort te borgen. In de 4.1
West - maken zich zorgen over ontwikkelstrategie worden nog geen voorstellen
de bereikbaarheid wanneer gedaan voor wijzigingen in het aantal wegen.
ArenAPoort verder groeit. Vooral Of dit nodig is, volgt uit het Mobiliteitsplan
de combinatie van woningen in Zuidoost (2020).
een evenementengebied geeft
mogelijk problemen.
Werknemers willen graag diverse _ Ja In ArenAPoort West komt meer horeca voor 41
lunchplekken op de ArenA bewoners en gebruikers.
Boulevard en bij de kantoren.
Bewoners en gebruikers zien Deels World of Food blijft op huidige plek. In 3.2
graag verschillende food start-ups ArenAPoort West zetten we in op meer horeca
of een food court in ArenAPoort rondom het station en in het hart van het
West, bijvoorbeeld nabij het evenementengebied bij UID, maar ook in de
station. Amsterdamse Poort zien we ruimte voor meer
horeca. Eventueel zou een dependance van
World of Food een plek kunnen krijgen.
“Maak geen fietsstraat van de Deels We willen juist meer en betere fietsroutes vanen 3.3
Haaksbergerweg. De menging naar ArenAPoort. De Haaksbergerweg is er daar
van fietsers en auto’s zou onveilig één van. Hoe dit eruit gaat zien, wordt opgepakt
zijn en problemen kunnen in het Masterplan Openbare Ruimte
opleveren voor de bereikbaarheid
van bedrijven.”
“Zet in op hipsters, yuppen en Deels We bouwen in ArenAPoort voor iedereen. 3.1
expats om de woningmarkt in We richten ons niet specifiek op deze groepen.
ArenAPoort west op gang te Ook in ArenAPoort West zien we graag een
brengen.” gemengd aanbod aan woningen, bijvoorbeeld
voor gezinnen.
112
Amsterdamse Poort
Men ziet graag een diverser Deels Wij streven naar een divers winkelgebied. 3.2
winkelgebied, met meer winkels Naast winkels zien we graag (maatschappelijke) 4,2
(minder leegstand) en kwaliteit. voorzieningen in de Amsterdamse Poort. Het
Vooral dagelijkse boodschappen, is aan de eigenaar en de ondernemers om de
mode en horeca zijn genoemd. winkels in te vullen. Als gemeente zorgen we
voor ruimte in het bestemmingsplan. Daarnaast
is de Amsterdamse Poort binnen de gemeente
aangewezen als het winkelgebied (na de
binnenstad) met de grootste potentie om uit te
groeien tot regionaal centrum. Dit verhoogt de
kansen op een aantrekkelijk winkelaanbod.
Bewoners in de Amsterdamse Ja Dit wordt onder andere door het programma 4.2
Poort zijn ontevreden over hun Schoon, Heel en Veilig aangepakt. Voor de 6.1
huizen: slechte kwaliteit, overlast langere termijn zoeken we samen met de
en achterstallig beheer. eigenaar Ymere naar een structurele oplossing
voor een beter beheer van de woningen en
zwerfafval in de Amsterdamse Poort.
Men maakt zich zorgen om Nee De eigenaar van de winkels is verantwoordelijk
leegstand in de Amsterdamse voor de hoogte van de huren, uiteraard binnen
Poort en ziet graag dat de huren de wetgeving die daarover gaat. We zijn wel in
betaalbaar blijven. gesprek met CBRE om zorg te dragen dat er
een divers aanbod blijft, bijvoorbeeld door de
Shopperhal een prominente plek te geven.
Men geeft aan de markt op Ja De markt blijft in ArenAPoort. De zaterdagmarkt 3.2
het Anton de Komplein te voor heel Zuidoost komt ook naar het Anton de 4,2
willen behouden. De markt Komplein.
zou wel meer kwaliteit en een
gevarieerder aanbod mogen
krijgen.
De Shopperhal wordt veel Ja De Shopperhal blijft behouden. 3.2
gewaardeerd in Zuidoost. Men 4,2
wil de Shopperhal in ArenAPoort
houden.
Enkele bewoners en gebruikers Nee De eigenaar is voornemens om het winkelgebied
pleiten voor een logische indeling op te knappen. Hierbij wordt ook gekeken naar
van het winkelcentrum en een de stedenbouwkundige opzet. De plannen
goede entree. hiervoor worden uitgewerkt op basis van de
hoofdlijnen die in de ontwikkelstrategie zijn
opgenomen.
113
Stationsgebied
Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen?
Bewoners en gebruikers vinden Ja Opnemen in openbare ruimteplan. 4,4
Hoekenrodeplein overwegend
mooi. Aan de andere kant is
het te stenig en is het fietspad
onduidelijk.
Het station wordt gezien alseen Ja We zien het stationsgebied als hart van 4,4
ontmoetingsplek voor muziek, ArenAPoort. Daar hoort ook dynamiek bij. Hoe
eten, sport en ontspanning. dit precies ingevuld gaat worden, wordt nog
onderzocht.
De eigenaar van en de Deels De mogelijkheden hiervoor worden onderzocht 44
ondernemers in de Amsterdamse in het Masterplan Amsterdamse Poort en in het
Poort willen meer bezoekers naar stationsgebied.
de winkels trekken. Een van de
voorstellen hiervoor is om het
Hoekenrodeplein onderdeel te
maken van het winkelgebied.
Uitvoering
Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen?
Voorstel om tijdens de bouw Nee Dit voorstel wordt meegenomen bij het
een depot te maken voor de uitwerken van een uitvoeringsplan.
uitwisseling van bouwmaterialen.
Ondernemers vragen de Nee Dit voorstel wordt opgenomen in het Masterplan
gemeente goed na te denken Openbare Ruimte en het uitvoeringsplan.
over de periode tussen nu en het
eindplan: zorg ervoor dat ook de
tijdelijke invulling goed is.
“Voer niet alle plannen in Ja De gemeente houdt de regie over de uitvoering 5
ArenAPoort tegelijkertijd uit.” en zorgt dat de uitvoering van plannen kan
plaatsvinden naast de dagelijkse dynamiek in
ArenAPoort.
114
Communicatie en participatie
Een op de drie jongeren in Ja Wordt opgenomen in het participatie- en 6.2
Zuidoost is jonger dan 24 (IOS, communicatieplan voor ArenAPoort.
2018). De politiek wil meer
aandacht voor jongeren bij de
ontwikkeling van ArenAPoort.
Jongeren geven dit zelf ook aan.
Bewoners, gebruikers en Ja Participatie wordt een vast onderdeel bij de 6.2
eigenaren willen graag betrokken planvorming ArenAPoort. Met name bij de
worden bij de plannen voor plannen voor de openbare ruimte.
ArenAPoort. Van ruimte voor
initiatieven tot het volledig
meenemen in het proces.
Ondernemers en bewoners Ja Met de ontwikkelstrategie geven we Alg.
hebben behoefte aan duidelijkheid wat de gemeente wel/niet
duidelijkheid vanuit de gemeente. doet. We blijven ook in de toekomst hierover
Met name over de projecten communiceren met u.
die de gemeente initieert en
faciliteert en waar de gemeente
wel/geen invloed op heeft.
Er is behoefte aan een fysiek Nee De communicatie loopt op dit moment via de 6.2
informatiepunt over alles wat website en nieuwsbrieven van de gemeente.
ArenAPoort te bieden heeft Ook gebruiken we New Metropolis als plek voor
(voor bezoekers) en alle nieuwe discussie. Andere vormen van communicatie
ontwikkelingen (voor alle worden opgenomen in het participatie- en
betrokkenen). communicatieplan voor ArenAPoort.
Er is behoefte aan een platform Deels Dit zijn we aan het onderzoeken. 6.1
voor huidige en nieuwe
ondernemers in ArenAPoort.
“Voer enkele ideeën die in de Deels We onderzoeken welke ideeën we op korte 3.2
participatie zijn genoemd op termijn kunnen uitvoeren in het Masterplan 3.4
korte termijn uit. Bijvoorbeeld Openbare Ruimte en in de samenwerking voor 6
ideeën voor de (tijdelijke) placemaking.
inrichting van de pleinen en
straten.”
115
Bijlage 2
Adviesrapport ArenAPoort WMS
TSS eN IT
be BORSA ï ep Pr 5 ES
ere
ee ER Sar SE
an B nr pe ee i + p À
DET IO Vl
LONEN
k nd B ef De
EN Ee k 2 LG Ei
R% Ee Zea iS ee rm Ne
REED
=N PA & EK S 9 De
ADVIESRAPPORT ARENAPOORT jg
AMSTERDAM, 22 JANUARI 2021
Namens WMS Adviesraad |
WMS kernteam Ria Braaf-Fränkel, Marthe Singelenberg & Dija Kabba
En k Ì Ír i
U E
Zie pdf in bijlage 2 van deze pdf
116
.. oa
Bijlage 3 >
Mobiliteitskaarten (betreft indicatieve kaarten) ®
et
O
2
== 2.
e \ EN EN K
\ Ì if td D_
Ä \ hrs 4 8 u
4 [ Vk AE 1 ei
k e Le NE Î ke)
\ | EEN dE E
\ eam ette / 8
\ Ï Ung == >
\ alen EN fi : El D
‘ant denennnnnnnnnscd F WERT | S
Ze at Red >
i 53 : ‘ DT
7 ; Zlk: Ef no
3 ; m 5
i ©
Een i 5
LL a - î Te en
| ma ha
el TERR ie / EO
HE df f
Sz | ä TAN je jm En ban ed et
EDE argens verand wan mn Fretes mmm Opsraarderen beige Faetncaerd Stare pete Cn gage gekeed
El Beuraarsde behan) En Taha erngan — Ove ea —=nnt Nien: Keped marnier Tr] Terbang: moakpelded
5 5 Eart
if
4 | i
es EE
là 8
Ì Li 6
f a 5 fe wt ;
a Ld Li marmer Ep _—_ Erima
zen aten | ! e Te Tere) ann | |
mmm | Oa zE nn ge
Tdi IE Í | U
EI 5 7 r iijn Ke
| pr en
5 e) haf de)
toman: = anna E en pm mms E el
| |
idd
B: È d
Et Plange er Mennens Et gar at on mre, (CE) zoetgetsea- mica HUB
DT] Beanderebsming | | Taketrreieupser Tondo mnpmergetieetetje Ee ph Vergeer
117
pe Faial Î 5
“| Eg
! |
ht E Dn Ì ge sagans
ZnS re TT
mn ï : ben: Brahe
en er Gelk mnl de
EE Dt Ml AAE | \|/
ER ij É a
R Korn t Ô PE le
Foe RE
RE i El : Í jd iE- u
Rl en ed e 3 Í ee
(woon Ee Ee ode DD
4 B Ef |
a: :
B; î
B eener ere
EEn == we ON vee: awel Ct terne Parkeren TN carteerniee Petleersortrieg 3 mukre wering
CE Beraad bebesseirg [| tetten Pere: O0 Haststngorgeeg [] temeteruteenversneng Ee vrretnghetemmanerngn m pint di
118
Bronvermelding
Naast de gemeentelijke beleidsdocumenten hebben we
onderstaande documenten gebruikt:
n Bewonerscommissie De Poort
Jaarverslag 2017, 2018
= Bureau Stedelijke Planning
Programmering commerciële voorzieningen
Amsterdam Zuidoost en Ouder-Amstel - 2019
n BVA Verkeersadviezen
Evenementenparkeren ArenA-gebied (concept) - 2017
u Advies Woningbouwprogrammering ArenAPoort
Directie wonen - 2019
n Waar wordt het grote geld verdiend?
Elsevier - 21 juni 2017
n Zuidoost Cumulus Park, ambitiedocument
Karres en Brands - 2019
n Convenant bereikbaarheid Zuidoost
Gemeente Amsterdam, Gemeente Ouder-Amstel, Amsterdam
Zuidoost, Amsterdam ArenA, Ziggo Dome, Heineken Music
Hall, Villa ArenA,
Korpschef van de politie - 2016
n Samen ontwikkelen we Cumulus Park Zuidoost
projectplan - Gemeente Amsterdam, Hogeschool van
Amsterdam,
ING en ROC van Amsterdam, 2019
n Ambitiedocument society en
ambitiedocument fysiek Cumulus Park Zuidoost
2019 - Gemeente Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam,
ING en ROC van Amsterdam
n Amsterdamse Poort Masterplan & Design Handboek
2018 - MVSA (i.s.m. CBRE, 3W real estate en gemeente
Amsterdam)
n Stedenbouwkundig plan Urban Interactive District
Ontwikkelmaatschappij Centrumgebied Zuidoost (OMC) - 2017
n Ambitiedocument Amsterdamse Poort
SITE Urban Development - 2016
n Gebiedsplan Amsterdam Zuidoost 2019
Stadsdeel Zuidoost - 2019
n Waterbeheerplan 2016 - 2021
Waterschap Amstel Gooi en Vecht, (2015)
119
Colofon
De ontwikkelstrategie ArenAPoort 2030 wordt ter besluitvorming
voorgelegd aan de gemeenteraad van Amsterdam.
Beeldmateriaal:
Foto's pagina 3, 4, 11, 25, 31, 48 (6.2.1. t/m 6.2.3): Auke van der Hoek
Foto's pagina 7: Marco van Middelkoop, Aerophoto Schiphol
Foto's pagina 48 (6.2.4): Gemeente Amsterdam
Foto's pagina 71: Paco Núfiez
Kaarten en artist's impressions pagina 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18, 20,
22, 25, 29, 30, 31, 36, 38, 39, 42, 44, 49: Gemeente Amsterdam
Tekeningen pagina 26, 32, 34, 37, 41, 43, 51, 55: Storyshapes
Eindredactie
Annemiek Huijerman
Vormgeving
Vorm de Stad
Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te
achterhalen. Personen of instanties die menen aanspraak te maken
op bepaalde rechten, worden vriendelijk verzocht contact met ons op
te nemen. Aan de informatie in deze publicatie kunnen geen rechten
worden ontleend.
Samenwerking
De ontwikkelstrategie is tot stand gekomen door samenwerking
tussen verschillende diensten van de gemeente Amsterdam en
belanghebbenden uit ArenAPoort. De betrokken diensten van
de gemeente zijn: stadsdeel Zuidoost, Grond en Ontwikkeling,
Projectmanagementbureau, Ruimte en Duurzaamheid,
Ingenieursbureau, Verkeer en Openbare Ruimte, Wonen en
Economische Zaken.
De samenwerking met betrokkenen vond gedurende het hele
traject plaats en wordt voortgezet in vervolgprojecten die uit de
ontwikkelstrategie voortkomen. De ontwikkelstrategie heeft extra
focus gekregen door het participatietraject in 2019 met bedrijven,
bewoners en bezoekers.
120
Contact
Gemeente Amsterdam
Projectgroep ArenAPoort
De Entree 300,
1101 EE Amsterdam
[email protected]
www.amsterdam.nl/arenapoort
Datum: september 2021
121
| Onderzoeksrapport | 122 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1134
Datum akkoord college van b&w van 25 november 2014
Publicatiedatum 26 november 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw Z. Kwint en de heer
M.E. van den Heuvel van 24 september 2014 inzake het voorkomen van
belangenverstrengeling bij door de stad Amsterdam gesubsidieerde musea.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Recent zijn er in de media berichten verschenen waarin ter discussie wordt gesteld in
hoeverre leden van een directie, bestuur en/of Raden van Toezicht van van musea
en/of (kunst)instellingen onafhankelijk en zonder enig ander belang opereren.
Tevens wordt gesteld dat eventuele dubbelfuncties nadelig zijn voor de betrokken
organisaties en de samenleving.
De fractie van D66 hecht grote waarde aan openheid en transparantie. Zo krijgen
burgers, belanghebbende organisaties en journalisten toegang tot informatie om de
overheid te kunnen controleren. Integer en transparant handelen, alsmede goed
toezicht, waaronder inbegrepen het afleggen van verantwoording over het
uitgevoerde beleid, zijn in de visie van de fractie van D66 essentiële voorwaarden
voor het goed kunnen functioneren van een openbare instelling en/of organisatie.
Elke schijn van belangenverstrengeling bij museumdirectie, bestuurders en/of leden
van Raden van Toezicht dient te allen tijden te worden vermeden.
Vertegenwoordigers van de overheid, bestuurders, commissarissen en leden van
Raden van Toezicht dienen immers zonder deelbelang, onafhankelijk en kritisch te
opereren.
Directies, besturen en Raden van Toezicht dienen zodanig te zijn samengesteld dat
de leden ook ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook,
onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren.
Meer specifiek: bij leden van de directie, bestuur en raad van toezicht van een
museum dient specifiek gelet te worden op belangenverstrengeling die voortkomt uit
nevenfuncties van het lid in de commerciële kunstbranche, privécollecties, of het in
bruikleen geven dan wel (ver)kopen van stukken uit de privécollectie van/aan het
museum.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Laa Gemeenteblad
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
De fractie van D66 is van mening dat door de gemeente gefaciliteerde en/of
gesubsidieerde musea moeten beschikken over een ‘code of conduct’ die strikt wordt
nageleefd. De geldende Governance Code Cultuur (dd 14 oktober 2013) biedt een
normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. Daarmee
laten de verantwoordelijke bestuurders en toezichthouders aan de buitenwereld zien
wat de gangbare standaarden zijn voor goed bestuur in de cultuursector. Deze code
lijkt echter onvoldoende bovengenoemde bezwaren te beslaan.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 24 september 2014, beiden
namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Wat doet de gemeente Amsterdam om te voorkomen dat er bij door Amsterdam
gesubsidieerde musea sprake is van (de schijn van) dubbelfuncties en
vermenging van belangen?
Antwoord:
Het college onderschrijft net als de raad het belang van het vermijden van (de
schijn van) belangenverstrengeling bij door de gemeente Amsterdam
gesubsidieerde instellingen. De berichten in de media en de vragen die D66
daarop aan het college heeft gesteld waren voor het college dan ook een goede
aanleiding om de bestaande geldende richtlijnen (codes of conduct) nog eens
goed tegen het licht te houden en te beoordelen of deze afdoende zijn ofwel-
specifiek voor de door gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea- een
aanscherping nodig is. Daarbij is ook gekeken of de huidige wijze waarop
afspraken zijn vastgelegd en hierover verantwoording van de musea wordt
verlangd afdoende is.
Het college verwacht van de gesubsidieerde musea dat zij te allen tijde erop
aangesproken kunnen worden wanneer de schijn van belangenverstrengeling
bestaat. Uitgangspunt daarbij is dat de musea altijd de door hen gemaakte
keuzes kunnen beargumenteren, zowel in hun verantwoording aan de overheid
alsook in het maatschappelijk debat.
De museale sector heeft te maken met een aantal “codes of conduct”, die zowel
landelijk als internationaal worden opgelegd en waar de musea zich heel bewust
toe verhouden.
Met de beantwoording van de vragen wordt nader toegelicht welke “codes of
conduct” in de museale sector van toepassing zijn, welke richtlijnen deze bieden
voor het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling en hoe het college
hierover informatie krijgt en verantwoording verlangd van de gesubsidieerde
musea.
Verantwoordingseisen in het kader van de subsidierelatie met gemeente
Amsterdam
Bij alle door de gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea binnen het
Kunstenplan 2013-2016 heeft het college als verplichting in de beschikking
subsidieverlening opgenomen dat zij jaarlijks in het bestuursverslag
verantwoording afleggen over de samenstelling van de organisatie, directie en het
bestuur/ Raad van Toezicht en de toepassing van de Governance Code Cultuur.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Neeing Laa Gemeenteblad R
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
Toepassing van de Governance Code Cultuur was een subsidie-eis bij de
aanvraag voor het Kunstenplan 2013-2016.
Vermelding van nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht, de
directie en de overige medewerkers worden in het bestuursverslag verwacht.
In de beschikking subsidieverlening heeft het college tevens als verplichting
opgenomen dat er overeenkomstig de geldende Subsidieverordening Amsterdam
een meldingsplicht is bij een wijziging van de statuten, de persoon van de
bestuurder(s) of het doel van de rechtspersoon; of een ingrijpende wijziging van
de werkzaamheden van de rechtspersoon. Daarnaast moeten gelieerde
rechtspersonen (zoals stichtingen ten behoeve van fondswerving) altijd worden
genoemd, daarvan kan tevens op verzoek informatie over worden opgevraagd.
Het college houdt toezicht op het nakomen van bovenstaande genoemde
verplichtingen op basis van de jaarlijkse subsidieverantwoording.
Wanneer de gesubsidieerde musea hierover onvoldoende inzicht gegeven
hebben in het bestuursverslag wordt dit alsnog aan de orde gesteld in het
jaarlijkse monitorgesprek met de door gemeente Amsterdam gesubsidieerde
musea, waarvan verslaglegging plaats vindt. Eventuele vragen en twijfel ten
aanzien van schijn van belangenverstrengeling zullen aan de orde gesteld
worden in het monitorgesprek.
Richtlijnen Governance Code Cultuur
In de Governance Code Cultuur komen richtlijnen aan bod over de samenstelling
en het profiel van het bestuur van de raad van toezicht en criteria waaraan de
onafhankelijkheid van de leden van de raad van toezicht of bestuur kan worden
getoetst. Tevens zijn hierin richtlijnen opgenomen over vermijden van
tegenstrijdige belangen en nevenfuncties en hoe de raad van toezicht en bestuur
hun eigen rol kunnen evalueren. In het bestuursverslag bij de jaarlijkse
subsidieverantwoording geven de gesubsidieerde musea aan in hoeverre zij de
Code Cultural Governance hebben toegepast.
Als bijlage is de Governance Code Cultuur toegevoegd. Deze code is voor en van
de cultuursector en wordt ondersteund door bestuurders, toezichthouders en
brancheorganisaties uit de cultuursector, het Rijk, gemeenten, de VNG, fondsen
en door een ‘Comité van Aanbeveling’ die allen hebben bijgedragen aan de
totstandkoming van deze code.
Richtlijnen ANBI Status
De door Amsterdam gesubsidieerde musea zijn stichtingen met de ANBI status
(Algemeen Nut Beogende Instelling). De Geefwet bevat een aantal maatregelen
dat giften aan een door de Belastingdienst als culturele instelling aangemerkte
ANBI extra aantrekkelijk maakt. Hierdoor hebben deze instellingen ook te maken
met eisen ten aanzien van het bestuur die door de Belastingdienst worden
opgelegd. Volgens de ANBI normen mag een (rechts)persoon in de functie van
bestuurder en/of beleidsbepaler bijvoorbeeld niet over het vermogen van de
instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Dit heet het
‘beschikkingsmachtseriterium’. Dit criterium verzekert (onder andere) dat de
instelling onafhankelijk is van donateurs en begunstigden. De onafhankelijke
besluitvorming moet gewaarborgd worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een
bestuur van minstens 3 personen met gelijkheid van stemmen. Een uitzondering
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Laa Gemeenteblad
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
hierop is als een stichting en één of meer steunstichtingen over elkaars vermogen
beschikken alsof er sprake is van eigen vermogen. De stichtingen hebben vaak
hetzelfde bestuur. Als instellingen om deze reden niet aan het
beschikkingsmachtscriterium voldoen, kunnen zij echter toch als ANBI
aangewezen worden.
Collegebevoegdheden bij benoemingen en statuten verzelfstandigde musea
Bij de verzelfstandigde musea Stedelijk Museum Amsterdam en Amsterdam
Museum heeft het college een rol bij de besluitvorming bij (aanpassing van) de
statuten en benoeming van directie, raad van toezicht en/ of bestuursleden,
overeenkomstig profielschetsen, die zijn vastgesteld door het College van B&W.
In deze profielschetsen staat benoemd dat de Raad van Toezicht bij benoeming
van leden zich moet vergewissen van het feit dat dit geen belangenverstrengeling
oplevert.
De stichtingstatuten van deze musea zijn in overeenstemming gebracht met de
Code Cultural Governance. Daarbij zijn onder meer richtlijnen vastgelegd over
nevenfuncties voor de directie en de raad van toezicht. Onder meer is
opgenomen dat directieleden nevenfuncties met een potentieel tegenstrijdig
belang enkel mogen aanvaarden met voorafgaande toestemming van de raad
van toezicht.
Ook in de oprichtingsstatuten van beide musea is vastgelegd dat een lid van de
Raad van Toezicht geen tegenstrijdige belangen met de museumstichting mag
hebben.
Bij gelieerde stichtingen van de verzelfstandigde musea, bijvoorbeeld ten
behoeve van fondswerving, heeft het college inzicht in de statuten of worden deze
door het college geaccordeerd.
Bij Stichting Stedelijk Museum heeft bijvoorbeeld de gelieerde Stichting Stedelijk
Museum Fonds tot doel de fondsenwerving ten behoeve van activiteiten het
Stedelijk Museum, de verworven fondsen komen niet enkel ten goede aan
collectieaankopen, maar worden ook ingezet voor tentoonstellingen, educatieve
en publieksactiviteiten en collectiebeheer.
Deze stichting bepaalt geen aankoop- of tentoonstellingsbeleid of activiteiten en
programma's, dat doet de directie van het Stedelijk Museum. De statuten van
deze gelieerde stichting zijn ook geaccordeerd door het College.
In het kader van de jaarlijkse verantwoording over de Kunstenplansubsidie wordt
in de jaarrekening en het bestuursverslag door Stichting Stedelijk Museum inzicht
gegeven in de fondsen die door deze gelieerde stichting worden geworven en hoe
die ten goede komen aan de activiteiten van de Stichting Stedelijk Museum
Amsterdam.
2. Is het college bereid om op basis van vorengenoemde overwegingen inzake
transparantie, noodzaak tot goed toezicht en vermijding van belangen-
verstrengeling, na te gaan hoe dit geregeld is bij musea die subsidie van
de gemeente Amsterdam krijgen? En kan het college beoordelen of statuten en
reglementen van deze musea voldoende toereikend zijn om belangen-
verstrengeling te voorkomen?
Antwoord:
Eisen Museumregister
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Laa Gemeenteblad
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
De Stichting Het Nederlands Museumregister hanteert een aantal kwaliteitseisen
om als museum geregistreerd te worden. Alle door gemeente Amsterdam
gesubsidieerde musea zijn opgenomen in dit Museumregister.
Om als museum geregistreerd te worden in het Museumregister wordt een
kwaliteitssysteem gehanteerd op basis van een jaarlijkse zelfanalyse aan de hand
van de Museumnorm. Dit in combinatie met een formele toets eens per vijf jaar
door een onafhankelijke auditor of het museum voldoet aan de normen. Door
deze opzet speelt kwaliteitszorg doorlopend een rol, in alle beslissingen en
processen. De jaarlijkse zelfanalyse is in de eerste plaats een middel voor de
musea zelf om informatie te verzamelen over het presteren van de organisatie en
de samenhang tussen strategie, processen en prestaties.
In de Museumnorm is tevens opgenomen dat een museum aantoonbaar moet
waarborgen dat het goed bestuurd wordt, met adequaat toezicht en transparante
verantwoording. Registratie in het Museumregister in Nederland vereist daarbij
dat door de musea de “Ethische Code voor Musea” wordt nageleefd. Een
museum dient te waarborgen dat medewerkers en vrijwilligers vertrouwd zijn met
deze Ethische Code voor Musea en de voor hun functie relevante wetgeving op
internationaal, nationaal en lokaal niveau.
Ethische Code voor Musea (ICOM code)
Naast de geldende Governance Code Cultuur (d.d. 14 oktober 2013) die een
normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties biedt, en
waarover het college jaarlijks verantwoording in het bestuursverslag vraagt,
bestaat de voor de museale sector specifieke internationaal geldende “code of
conduct”: de ICOM
(International Council of Museums).Deze ICOM code heet in de Nederlandse
vertaling de “Ethische Code voor Musea”. Deze Ethische Code voor Musea is de
basis voor de beroepsethiek van de museale sector in Nederland en geldt daarbij
dus ook internationaal. De code bevat onder andere richtlijnen voor professioneel
gedrag en belangenconflicten, specifiek binnen musea wereldwijd. De code biedt
heldere omschrijvingen hoe te handelen ten aanzien van (mogelijke)
belangenverstrengeling. Daarmee biedt deze code musea houvast bij ethische
kwesties en is het een middel voor zelfregulering.
Zowel landelijke (en Amsterdamse) musea als internationale musea hanteren met
de Ethische Code voor Musea dezelfde principes en uitgangspunten waar het
gaat om beroepsethiek. De Ethische Code voor Musea legt daarmee de
minimumnormen vast voor ethische richtlijnen in musea in de hele wereld. leder
museum kan deze Ethische Code voor Musea echter nog aanvullen met nadere
richtlijnen inzake mogelijke belangenconflicten, bijvoorbeeld ten aanzien van
nevenfuncties van directieleden, om te voldoen aan de eigen werkpraktijk.
Als bijlage is de Ethische Code voor Musea toegevoegd.
Museumvereniging en toetsing op naleving Ethische Code voor Musea
De Museumvereniging is een brancheorganisatie voor de musea en gericht op
het creëren van een breder draagvlak voor musea, ontwikkeling van de sector,
vergroten van samenwerking en een groot en divers publieksbereik. Met diverse
ledendiensten werkt de Museumvereniging aan bevordering va de kwaliteit van
de branche. Jaarlijks organiseert de brancheorganisatie het Museumcongres.
5
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Laa Gemeenteblad
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
De Museumvereniging wil de publieke belangstelling voor musea vergroten en
inkomsten voor musea realiseren, dit doet de vereniging onder meer door de
Museumkaart en het jaarlijkse Museumweekend.
In Nederland is een systeem gecreëerd waarin naleving van de “Ethische
Code voor Musea” binnen musea geborgd is. Het lidmaatschap van de
Museumvereniging in Nederland vereist dat door de musea de “Ethische Code
voor Musea” wordt nageleefd. Alle door gemeente Amsterdam gesubsidieerde
musea zijn lid van de Museumvereniging.
Wanneer er aanleiding is om een ethische kwestie nader te onderzoeken
wordt de onafhankelijke Ethische Codecommissie geraadpleegd. Deze
commissie van experts geeft een advies hoe om te gaan met de betreffende
situatie in specifieke gevallen.
De Museumvereniging heeft aangegeven altijd zeer nauw en open contact
met de Amsterdamse musea te hebben. Naar aanleiding van de punten
genoemd in de advertenties in de landelijke pers heeft de Museumvereniging
hierover met het Stedelijk Museum gesproken. Naar oordeel van de
Museumvereniging heeft het Stedelijk Museum op de betreffende punten een
vertaling gemaakt naar de eigen situatie en kan het museum over elk punt
beargumenteerd een verklaring geven. Het museum is transparant in hoe het
met de betreffende punten uit de advertentie omgaat. Dat toont volgens de
Museumvereniging actieve naleving en bewuste uitvoering van de “Ethische
Code voor Musea”.
De Museumvereniging heeft aangegeven dan ook geen aanleiding te zien om de
commissie in deze zaak te raadplegen over de situatie bij de Amsterdamse
musea.
3. Is het college bereid, wanneer blijkt dat dit niet of onvoldoende geregeld is,
hierover afspraken te maken met de diverse organisaties en/of instellingen met
als doel een eenduidige ‘code of conduct’ op te stellen of de bestaande aan te
passen, van toepassing te verklaren en op de strikte naleving van deze
gedragsregels toe te zien?
Antwoord:
Uit bovenstaande blijkt dat er met huidige geldende “Governance Code Cultuur
en “Ethische Code voor Musea” heldere en uitgebreide richtlijnen zijn ten
behoeve van zelfregulering van de Amsterdamse musea bij het voorkomen van
de schijn van belangenverstrengeling.
Naleving van de Ethische Code voor Musea is daarnaast een vereiste om als
museum geregistreerd te kunnen worden in het landelijke museumregister,
waaraan alle door Amsterdam gesubsidieerde musea ook voldoen.
Het college zou om dit te nadrukkelijk te borgen voor de toekomst binnen de
inrichtingseisen voor Kunstenplansubsidie voortaan specifiek op kunnen nemen
dat subsidie voor musea binnen het Kunstenplan enkel mogelijk is wanneer het
museum geregistreerd is binnen het Museumregister en daarmee aangesloten is
bij het ICOM en zich dient te houden aan de ICOM ‘Code of Ethics oftewel de
Ethische Code voor Musea.
6
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Laa Gemeenteblad
Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014
Musea zelf hebben vanzelfsprekend ook een eigen bestuursverantwoordelijkheid
hun keuzes weloverwogen langs de meetlat van de van toepassing zijnde codes
te leggen. Waar het situaties met mogelijke (persoonlijke) belangenconflicten kan
opleveren hebben de musea een verantwoordelijkheid om afspraken vast te
leggen met hun bestuur.
Het college heeft geen aanleiding om te concluderen dat de richtlijnen
onvoldoende zijn, temeer daar er toetsingsinstrumenten voorhanden zijn vanuit
het Museumregister en de jaarlijkse subsidieverantwoording aan het college.
Daarnaast is er in geval van twijfel een landelijke onafhankelijke Ethische
Codecommissie die geraadpleegd kan worden.
Uit de bevindingen van de Museumvereniging blijkt ook concreet geen aanleiding
dat er bij de gesubsidieerde Amsterdamse musea sprake is van
belangenverstrengeling.
Een aanvullende, specifiek voor de Amsterdamse musea, geldende code of
conduct is daarmee overbodig. Het Stedelijk Museum en Amsterdam Museum
zijn verzelfstandigd, met als doel dat zij met grotere afstand van de gemeente
bedrijfsmatiger kunnen opereren en daarmee efficiënter kunnen werken. Dit is
destijds door de raad besloten zodat het Stedelijk Museum haar kunstdoelstelling
beter zou kunnen realiseren en de weg naar de top in kon slaan en het voor het
Amsterdam Museum mogelijk maakte om flexibeler op te treden en de
toenemende concurrentie In de vrijetijdsmarkt het hoofd te bieden.
In een tijd waarin van musea steeds meer ondernemerschap gevraagd wordt, is
het logisch en ook wenselijk dat zij contacten aangaan met particulieren, galeries,
mecenassen en sponsoren en zoeken naar manieren om fondsen te werven die
ten goede kunnen komen aan de collectie en andere activiteiten. Daarmee staan
ze juist ook stevig met hun voeten in de maatschappij. Ook in de Ethische Code
voor Musea staat opgenomen dat “museummedewerkers professionele relaties
aangaan met talrijke anderen zowel binnen als buiten het museum dat hen in
dienst heeft en er daarmee efficiënte dienstverlening van hen wordt verwacht op
hoog professioneel niveau *.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
7
| Schriftelijke Vraag | 7 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 5 april 2023
Ingekomen onder nummer 171
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden IJmker, Krom, Broersen, Bobeldijk en Khan inzake
Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board
Onderwerp
Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over raadsadres Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board
Constaterende dat:
-_Amsterdam duidelijke ambities heeft om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te
dringen om te voldoen aan de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs
-_ Amsterdam het Fossil Fuel Non-Proliferation verdrag heeft ondertekend
-_ De Amsterdam Economic Board als doel heeft om de welvaart en het welzijn van
Amsterdammers te verbeteren
-__Amsterdam jaarlijks 1,6 miljoen subsidie verleent aan de Amsterdam Economic Board
-__ Shell en Tata Steel lid zijn van de Amsterdam Economic Board
-__ Leden van de Board gezamenlijk de strategische koers van de organisatie bepalen
Overwegende dat:
-__ Shell en Tata Steel twee van de grootste vervuilers zijn en respectievelijk 7 en 6,5 Megaton
COz2 per jaar uit te stoten in Nederland
-__ Shell en Tata Steel vit winstbejag op alle mogelijke manieren het halen van de
doelstellingen van Parijs saboteren
-_ Het verdienmodel van deze bedrijven haaks staat op onze duurzame ambities
-_Amsterdam niet zou moeten meewerken aan de strategie van Shell en Tata Steel om
zichzelf te legitimeren als duurzame bedrijven
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ Uitte spreken dat het onwenselijk is dat Shell en Tata Steel lid zijn van de Amsterdam
Economic Board
-__ Bij de eerst mogelijke gelegenheid dit kenbaar te maken bij de Board en hierover met de
andere leden van de Board in gesprek te gaan
-_ Hierover terug te koppelen naar de raad
Indiener(s),
E.C. IJmker
J.M. Krom
J. Broersen
E. Bobeldijk
S.Y. Khan
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres
> 4 Gemeente Jodenbreestraat 25
Amste rda m 1011 NH Amsterdam
Postbus 1840
1011 NH Amsterdam
Telefoon 14 020
> 4 amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 1840, 1011 NH Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum
Behandeld door Corynne Oude Avenhuis, rve Kunst en Cultuur, c.oude.avenhuis@&amsterdam.nl
Onderwerp Reactie motie museumbezoek jongeren (nr. 714)
Bijlage Overzicht van toegangsprijzen voor jongeren musea Amsterdam
Zeer geachte raadsleden,
Met deze brief reageert het college op de motie “Museumbezoek jongeren” van het lid Duijndam,
aangenomen op 20 juli 2017 nr. 714. In deze motie vraagt raadslid Duijndam het college in gesprek te
gaan met musea om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het museumbezoek voor
jongeren tot 18 jaar gratis te maken.
Het college deelt de intentie van lid Duijndam om museumbezoek onder jongeren te stimuleren vanuit
de overtuiging dat een vroege kennismaking met kunst en cultuur belangrijk is. Via kunst en cultuur
leren kinderen en jongeren over de wereld en over zichzelf. Ze ontdekken wat kunst en cultuur voor ze
betekent, waar ze zelf graag aan mee willen doen en misschien ook wel waar ze talent voor hebben.
Daarom is cultuureducatie een van de belangrijke pijlers van het Kunstenplan 2017-2020. In plaats van
individuele instellingen te benaderen is Kunst en Cultuur is in gesprek gegaan met het overlegorgaan
van private en publieke musea in Amsterdam (OAM). Het OAM vertegenwoordigd 48 instellingen uit
regio Amsterdam. Met het OAM is gesproken over de mogelijkheden van gratis museumbezoek voor
jongeren en de kosten die hieraan verbonden zijn. Daarnaast is de huidige tariefstelling van
Amsterdamse musea in kaart gebracht en is er een inventarisatie gemaakt van onderzoek naar de
mogelijke baten van gratis museumbezoek voor jongeren.
Landelijk onderzoek gratis museumbezoek door jongeren
In 2009 besloot de Tweede kamer onderzoek te doen naar de mogelijkheid musea gratis toegankelijk te
maken voor kinderen t/m 12 jaar. Op verzoek van de toenmalige minister van OCW zijn schattingen
gemaakt over het te verwachten effect en de kosten van deze maatregel. Deze schattingen, gebaseerd
op theoretische modellen en opgegeven gedrag, kwamen uit op een toename van 100.000 tot 200.000
kinderbezoeken per jaar in Nederland bij geschatte kosten van € 5,4 miljoen per jaar. Navraag bij musea
gaf aan dat dit bedrag € 7,8 miljoen was en met de kosten van de registratie erbij rond 9 miljoen moest
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum
Pagina 2 van 3
zijn. Op grond van deze schattingen is besloten de toegang tot musea niet gratis te maken voor
kinderen.
Mogelijkheden voor Amsterdam
Kunst en Cultuur heeft in afstemming met het overlegorgaan OAM gekeken welke mogelijkheden er
zijn om gratis entree voor jongeren uit te breiden en welke afwegingen musea nu maken bij de
prijsstelling voor deze doelgroep. Het OAM geeft aan dat voor een onderzoek naar de mogelijkheden
van gratis museumbezoek voor jongeren een inventarisatie nodig is van:
e _ De inkomsten die musea in Amsterdam genereren met het bezoek van jongeren aan hun
instelling;
e _ De mogelijkheden voor musea om zelf financiële dekking te vinden voor deze aanpassing van
het prijsbeleid;
e _ De omvang van de financieringsvraag die hiermee mogelijk bij de gemeente komt te liggen.
Daarnaast wordt op verzoek van het college onderwerp gratis toegang voor jongeren nogmaals aan de
orde gesteld in de eerst volgende vergadering.
Huidige tariefstelling Amsterdamse musea
In Amsterdam is een grote verscheidenheid aan musea te vinden. Grote en kleine musea, musea voor
een brede doelgroep en musea die zich vooral richten op kinderen en/of jongeren, particuliere musea
en musea die door het rijk of de gemeente worden gesubsidieerd.
Zoals lid Duijndam aangeeft in de motie zijn er verschillende musea in Amsterdam waar jongeren t/m
18 jaar gratis of tegen gereduceerd tarief naar binnen kunnen. Kunst en Cultuur heeft de verschillende
entreeprijzen die de 48 leden van het OAM hanteren voor jongeren t/m 18 jaar in kaart gebracht (zie
bijlage). Op dit moment telt regio Amsterdam acht musea die gratis toegankelijk zijn voor iedereen t/m
18 jaar. Het zijn onder meer het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum. Tien
musea zijn gratis toegankelijk voor kinderen t/m 12 jaar en vijfentwintig musea hanteren een
gereduceerd tarief voor jongeren t/m 18 jaar. Sinds 1 janvari 2018 is de toegang tot het Amsterdam
Museum gratis voor jongeren t/m 17 jaar.
Verder bestaan er landelijke en lokale instrumenten om museumbezoek voor jongeren aantrekkelijker
te maken:
e Jongeren (t/m 18 jaar) met een Stadspas kunnen bij twintig Amsterdamse musea gratis naar
binnen. Grote musea zoals FOAM Fotografiemuseum, het Amsterdam Museum, NEMO en het
Joods Historisch Museum zijn hierbij aangesloten. Per 1 janvari 2018 is ook het Rijksmuseum
gratis toegankelijk voor deze doelgroep.
e Met de CJP Cultuurpas krijgen jongeren korting op hun toegangskaartje. Het percentage
korting verschilt per museum.
Daarnaast bezoeken jongeren regelmatig in schoolverband musea. Uit onderzoek van de
Museumvereniging blijkt dat in 2015 76% van alle musea in Nederland klassen ontvangen uit het
voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs ligt dit percentage op 94%. Ruim 1,9 miljoen kinderen
en jongeren (4 t/m 18 jaar) bezoeken dat jaar in schoolverband een museum. Dit is 35% van het totale
bezoek van jongeren (12 t/m 18 jaar) aan musea in 2015.
Gemeente Amsterdam Datum
Pagina 3 van3
Deze inventarisatie laat zien dat in de huidige situatie verschillende mogelijkheden bestaan voor
jongeren om gratis of tegen een gereduceerd tarief een museum in Amsterdam te bezoeken.
Het OAM heeft aangegeven dat musea die zich specifiek richten op kinderen en/of jongeren (bijv.
NEMO) te veel afhankelijk zijn van entree-inkomsten van deze doelgroep en daarom de toegang niet
gratis kunnen maken. Een dergelijke wijziging van het prijsbeleid heeft grote gevolgen voor het
verdienmodel van deze musea.
Nader onderzoek mogelijke baten gratis museumbezoek voor jongeren
Naast gesprekken met het OAM heeft Kunst en Cultuur ook een inventarisatie gemaakt van
onderzoeken naar de mogelijke effecten van gratis entree voor jongeren. In opdracht van het ministerie
van OCW heeft APE Public Economics onderzoek uitgevoerd naar de effecten van gratis
museumbezoek (‘Geen entreeheffing, geen drempels?’, 2006). Uit dit onderzoek blijkt dat gratis
toegang voor iedereen (zoals in het Verenigd Koninkrijk) weliswaar een toename van het aantal
bezoeken tot gevolg heeft, maar het zorgt niet voor het binnenhalen van gewenste doelgroepen. Het
zijn vooral reguliere bezoekers die bij gratis toegang vaker bezoeken afleggen’. Het is dus niet zeker of
het gratis maken van musea betekent dat meer jongeren geïnteresseerd raken in musea. Daarnaast
beschrijft het onderzoek dat mogelijk opleiding en achtergrond van ouders bepalender zijn voor
museumbezoek van jongeren dan de prijs van een toegangskaartje.
Conclusie
In een groot aantal musea is de toegang voor jongeren tot en met 18 jaar gratis of wordt gereduceerd
tarief gerekend. Daarnaast zijn er via de Stadspas en de CJP cultuurpas verschillende mogelijkheden
voor jongeren om gratis of tegen een gereduceerd tarief Amsterdamse musea te bezoeken. Uit
onderzoek wordt niet duidelijk of gratis museumbezoek het gewenste effect geeft. Er is bredere inzet
van beleidsinstrumenten nodig om meer jongeren te bereiken. Het gemeentebestuur zet stevig in op
cultuureducatie, zodat kinderen en jongeren hun culturele preferenties en competenties kunnen
ontwikkelen.
Met deze verkenning geeft het college uitvoering aan de motie “Museumbezoek jongeren” van het lid
Duijndam.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Mét de meeste hoogachting,
| /
rd lege van Hu eester en wethoyders van Amsterdanf,
| ii (al
[4 bin IN t
TL C/O Ea A
| \ Fn sl hr 4 DA
JJ, van Aartsen AHP. ned
waarnemend burgemeester, DE: ier
“APE baseert deze bevinding op ervaringen in Groot-Brittannië, waar museumbezoek in nationale
musea gratis is.
| Motie | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1354
Datum indiening 17 augustus 2017
Datum akkoord college van b&w van 31 oktober 2017
Publicatiedatum 3 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bijleveld inzake uitbuiting van daklozen
door een fietsverhuurbedrijf.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 17 augustus 2017 meldde de Metro dat een fietsverhuurbedrijf daklozen wil
inschakelen om nieuwe klanten binnen te halen.' Daklozen die op straat reclame
gaan maken voor het fietsverhuurbedrijf zouden de kosten van de nachtopvang
vergoed krijgen, 5 euro per dag.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Bijleveld, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Wat vindt het college ervan dat een fietsenverhuurder bij een proef daklozen
gebruikt om marketingwerk te verrichten zonder dat daar een fatsoenlijk salaris
tegenover staat?
Antwoord:
Het college is van mening dat daklozen passend beloond moeten worden
wanneer zij werken. Zij hebben, net als iedereen, recht op een (in economisch
verkeer) gangbaar salaris. Een vergoeding van vijf euro per dag is dit in het
geheel niet.
Overigens heeft de eigenaar van het fietsverhuurbedrijf bij de gemeente
aangegeven dat de berichtgeving in de Metro niet juist is en dat hij dit betreurt.
Volgens de eigenaar is het samenwerken met en het inzetten van dak- en
thuislozen voor promotiewerkzaamheden slechts een idee. Door de negatieve
beeldvorming over het fietsverhuurbedrijf die door de berichtgeving is ontstaan,
overweegt hij om niet door te gaan met het plan. Mocht het alsnog tot een test of
pilot komen, dan ontvangen deelnemers een passend salaris, aldus de eigenaar
van het fietsverhuurbedrijf.
1 https://www.metronieuws.nl/nieuws/amsterdam/2017/08/einde-fietsieuze-cirkel-dankzij-
startup-en-daklozen
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 17 augustus 2017
2. Werkt de gemeente via de daklozenopvang of op enige andere manier samen
met dit bedrijf en aan deze proef”?
Antwoord:
Nee, zowel de gemeente als de instellingen voor daklozenopvang werken niet
samen met dit bedrijf.
3. Welke handhavingsacties kan dit bedrijf verwachten bij het uitvoeren van deze
proef”?
Antwoord:
Zoals in de beantwoording van vraag 1 is aangegeven is op dit moment geen
sprake van uitvoering van het in het bericht in Metro besproken idee, en is dus
ook geen sprake van te verwachten handhavingsacties. Zie verder het antwoord
op vraag 4.
4. Klopt het dat voor het maken van reclame op straat een ontheffing nodig is en dat
er anders een boete kan worden verwacht? Heeft dit bedrijf hier een ontheffing
voor aangevraagd? Zo nee, wie wordt daar dan op welke manier op
aangesproken? Is het dan zo dat dit bedrijf de daklozen de boete in ontvangst laat
nemen? Is het college het met de fractie van de SP eens dat dat geen positieve
ervaring is en dat het onwenselijk is om hier deze daklozen aan bloot te stellen?
Antwoord:
Ja, het is op grond van de APV verboden voor reclamedoeleinden op of aan de
weg voorwerpen onder het publiek te verspreiden of te laten verspreiden. Het
college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Ontheffing wordt alleen in
uitzonderlijke gevallen gegeven. Er is geen aanvraag om ontheffing gedaan en
die zal voor deze situatie ook niet worden verleend.
Mocht blijken dat het bedrijf deze plannen toch heeft doorgezet en er
daadwerkelijk reclamemateriaal door daklozen wordt verspreid, dan zal het bedrijf
daarop worden aangesproken en worden gemaand daar onmiddellijk mee te
stoppen. Het college is het eens met mevrouw Bijleveld dat het krijgen van een
boete geen positieve ervaring is voor daklozen. Eventuele boetes worden
opgelegd aan het bedrijf en niet aan de daklozen.
5. Is het college het met de fractie van de SP eens dat dit plan ook schadelijk kan
zijn voor het zorg- en begeleidingstraject van daklozen, aangezien er bij de
nachtopvang minder begeleiding en ondersteuning is dan bij de langdurige
nachtopvang?
Antwoord:
De eigenaar van het fietsverhuurbedrijf geeft aan dat de berichtgeving in de
media onjuist is en dat zij dak- en thuislozen altijd een passend salaris zouden
bieden als die voor het bedrijf taken uitvoeren. Het college ziet in die opzet geen
elementen die het zorgtraject van een dak- of thuisloze zouden kunnen schaden.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 17 augustus 2017
6. Is het college het met de fractie van de SP eens dat het smakeloos is dat dit
commerciële fietsverhuurbedrijf haar handelswijze brengt als goede daad voor de
daklozen, terwijl de manier van werken juist schadelijk kan zijn voor daklozen en
neerkomt op uitbuiting?
Antwoord:
Het college vindt dat er geen sprake is van uitbuiting als het fietsverhuurbedrijf als
werkgever daklozen een in economisch verkeer gangbaar salaris biedt voor de
werkzaamheden.
7. Is het college vanuit haar zorgtaak voor dak- en thuislozen bereid, het
fietsverhuurbedrijf uit het artikel van de Metro aan te spreken op hun
publiciteitsstunt en hen op te roepen daklozen fatsoenlijk te betalen voor hun
werk? En bij een negatieve reactie daarop op te roepen niet te beginnen met
deze onwenselijke proef, om zo te voorkomen dat daklozen straks de dupe zijn?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 613
Publicatiedatum 17 september 2014
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 10 september 1014
Behandeld op woensdag 10 september 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake een bed-, bad- en
broodvoorziening voor uitgeprocedeerde vluchtelingen in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Groot Wassink van
8 september 2014 inzake een bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde
vluchtelingen in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 610);
Overwegende dat:
— inde vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. van
28 augustus 2014 een meerderheid van de commissieleden zich heeft
uitgesproken voor een bed-, bad-, en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde
vluchtelingen;
— staatssecretaris Teeven heeft aangegeven een dergelijke voorziening niet te zullen
blokkeren;
— er voor een dergelijke voorziening in de lopende begroting en het programakkoord
geen budget is gereserveerd;
— vanuit het oogpunt van degelijk financieel beleid het in de rede ligt een bedrag in
de nog vast te stellen begroting van 2015 te reserveren,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
in de nog te vast te stellen begroting voor 2015 een structureel bedrag te reserveren
voor een dergelijke bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde
asielzoekers.
Het lid van de gemeenteraad,
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 61
Publicatiedatum 3 februari 2017
Ingekomen onder E
Ingekomen op 25 januari 2017
Behandeld op 25 januari 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Peters, Moorman en Groot Wassink inzake maximale bonussen
voor bankiers.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Peters, Moorman en Groot
Wassink inzake maximale bonussen voor bankiers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 40).
Overwegende dat:
— Amsterdam een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven is;
— eerdere rapportages van Amsterdam inbusiness
(https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/301 3974/1/document) lieten zien
dat de prijs/kwaliteitverhouding — waar fiscale wetten en regels onder vallen —
niet in de top 3 staat van redenen voor bedrijven om zich in Amsterdam te
vestigen;
— Nederland in verhouding tot andere Europese landen strengere bonusregels voor
bankiers hanteert, maar dat die regels eerder nog strenger dan soepeler zouden
moeten worden.
Constaterende dat:
— wethouder Ollongren in het interview met de Volkskrant op 14 januari 2017 heeft
gezegd dat het voor Nederland onverstandig is in Z'n eentje strenger te zijn dan
Europa als het gaat om bonusbeleid voor bankiers;
— de wethouder ook heeft gezegd dat onderzocht moet worden in hoeverre
Nederland last heeft van dit bonusbeleid.
Spreekt uit:
een versoepeling van het bonusbeleid onwenselijk te vinden.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 61 Motie
Datum 3 februari 2017
Roept het college van burgemeester en wethouders op:
niet te vragen om onderzoek naar versoepeling van het bonusbeleid en/of de lobby
daarvoor te staken.
De leden van de gemeenteraad
D.W.S. Peters
M. Moorman
B.R. Groot Wassink
2
| Actualiteit | 2 | train |
VN2022-040767 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Snderwij, Jeugd en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
org % Amsterdam |
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 12
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief Terugkoppeling Centrale Loting en Matching 2022 en vooruitblik
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Terugkoppeling Centrale Loting en Matching 2022 en
vooruitblik en de daarbij behorende bijlagen waarin het college de raad informeert over de Centrale
Loting en Matching 2022, de bijbehorende beschrijvende analyse en het tevredenheidsonderzoek.
Daarnaast wordt in de brief ingegaan op de toezeggingen aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en
TA2022-000571), zoals gedaan in de TAR van 30 juni 2022 en wordt ingegaan op het verzoek van het
lid Boomsma, zoals gedaan in de raad van 14 september 2022 (zie ook bijlage 3).
Wettelijke grondslag
gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 heeft de wethouder toezeggingen
gedaan aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en TA2022-000571)
Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 14 september 2022 heeft lid Boomsma een
verzoek gedaan m.b.t. geplaatste lotnummers
Deze worden met bijgevoegde brief afgedaan.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Von Gerhardt (VVD)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2022-040767 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Toezeggingen aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en TA2022-000571), zoals gedaan in de TAR
van 30 juni 2022 en wordt ingegaan op het verzoek van het lid Boomsma, zoals gedaan in de raad
van 14 september 2022
Welke stukken treft v aan?
AD2022-112582 Bijlage 1 Beschrijvende analyse L&M 2022.pdf (pdf)
AD2022-112583 Bijlage 2 Tevredenheidsonderzoek-loting-en-matching-2022 (4). pdf (pdf)
AD2022-112584 Bijlage 3 Geplaatste lotnummers voor optimalisering LenM 22.pdf (pdf)
AD2022-112586 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf)
AD2022-112585 Raadsinformatiebrief Terugkoppeling LenM en vooruitblik. pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, onderwijs: Isabelle Schulz, [email protected], 0618526768
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 451
Datum indiening 23 oktober 2017
Datum akkoord 17 mei 2018
Publicatiedatum 18 mei 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Blom inzake multiculturele rolmodellen
in het schoolmateriaal.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Begin oktober 2017 verscheen er berichtgeving in het AD en Het Parool over een
omstreden lesmethode die in Amsterdam is gebruikt en die tot ophef heeft geleid.
In de vergadering van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd en Diversiteit van
5 oktober 2017 heeft vragensteller hierover mondelinge vragen gesteld aan
de wethouder Onderwijs, mevrouw Kukenheim.
Uit de beantwoording blijkt dat college en raad het eens zijn over een aantal
bevindingen, zoals:
— het bevreemdt dat een dergelijke methode jarenlang is gebruikt zonder dat dat
vragen oproept bij leerkrachten, schoolleiding en ouders, maar ook niet bij de
gemeente;
— over het algemeen weerspiegelt het schoolmateriaal te weinig moderne,
pluriforme perspectieven, m.n. in het beeldmateriaal. Het is de hoogste tijd voor
veel meer diverse rolmodellen in allerlei lesmethoden.
Evenzo goed leidt de beantwoording ook tot een aantal vervolgvragen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Blom, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Daar waar de moderne, pluriforme perspectieven in het onderwijscurriculum
kunnen worden verbeterd, volgt de vraag over welke perspectieven het dan
volgens het college gaat en wat de gemeente daar aan kan doen in dit kader?
Antwoord:
{n een diverse stad als Amsterdam vindt het college het belangrijk dat het
Amsterdamse onderwijs uitgaat van moderne, pluriforme perspectieven in het
onderwijscurriculum, waarmee recht wordt gedaan aan een bredere blik op de
geschiedenis en huidige inzichten.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1e 2018 Schriftelijke vragen, maandag 23 oktober 2017
Om meer inzicht te krijgen in — het beschikbare materiaal om les te geven over
het slavernijverleden, de wijze waarop Amsterdamse scholen hierover lesgeven
en de mogelijke hindernissen die worden ervaren en daarnaast het gebruik van
lesmateriaal dat uitgaat van vooroordelen of stigma's — wordt hiernaar in opdracht
van het college onderzoek verricht. Het onderzoek moet handvaten bieden om
hierover het gesprek aan te gaan met ontwikkelaars van lesmateriaal en het
Amsterdamse onderwijsveld.
2. De genoemde school in de krantenartikelen verklaart de methode niet in de klas
te hebben gebruikt, maar alleen op de website. Uit de publicaties in beide
dagbladen blijkt iets anders. Is er inmiddels meer duidelijkheid op dit punt?
Antwoord:
De gemeente heeft contact gehad met de schoolbestuurder en de schooldirecteur
over het lesmateriaal. Zij geven aan dat het pictogram van de website in de klas is
gebruikt. De school constateerde daarna dat dit stigmatiserend kan overkomen en
heeft besloten dit pictogram niet meer te gebruiken. De ouders zijn met een
nieuwsbericht over de verandering geïnformeerd.
3. De wethouder Onderwijs heeft in de raadscommissie aangegeven in overleg te
gaan met uitgeverijen van lesmateriaal. Op welke manier gaat dat vorm krijgen en
wanneer gaat dat plaatsvinden?
Antwoord:
{n opdracht van het college wordt onderzoek gedaan naar het lesgeven over het
slavernijverleden op Amsterdamse scholen en het gebruik van lesmateriaal dat
uitgaat van vooroordelen of stigma's. Het onderzoek moet handvaten bieden om
over deze onderwerpen het gesprek aan te gaan met ontwikkelaars van
lesmateriaal en het Amsterdamse onderwijsveld. Zie ook het antwoord op
vraag 1. De verwachting is dat het onderzoek in het vierde kwartaal 2018 af is.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 820
Ingekomen op 1juli 2020
Behandeld op 2 juli 2020
Status Verworpen
“Onderwerp
Motie van de leden Kreuger, Martens en Ceder inzake de actualiteit over het
herstel van de vrijetijdseconomie (Amsterdam Congresstad #1)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het herstel van de vrijetijdseconomie.
Constaterende dat:
- door de coronacrisis de internationale bezoekersstroom vrijwel geheel is
verdwenen;
- de bezoekers goed is voor 70.000 banen en daarmee zo'n 10% van de
werkgelegenheid en 5% van de economie in Amsterdam;
- bezoekers en toerisme van groot belang economisch belang is voor de
gemeente en de stad.
Overwegende dat:
- de huidige situatie de stad de kans geeft vorm te geven aan de
vrijetijdseconomie op de lange termijn en hierin te sturen;
- ereen brede wens in de stad leeft overlastgevend toerisme zoveel mogelijk te
weren en in de zetten op kwalitatief hoogstaande bezoekers;
- congresgangers en zakelijke bezoekers over het algemeen geen overlast
veroorzaken;
-_ inzetten op het binnenhalen van zakelijke bezoekers en congressen met
bijbehorende congresgangers hiertoe bijdraagt;
- het actief beleid vergt Amsterdam op de kaart te zetten als aantrekkelijke
congresstad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een actieplan op te stellen om Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart
te zetten als congresstad, en daarbij ook actief in te zetten op het aantrekken van
onderscheidende congressen.
De leden van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
C. Martens
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam Beantwoording Schriftelijke vragen
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 september 2021
Portefeuille(s) Sociale Zaken
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door WPI, bestuurszaken. [email protected]
Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Mbarki inzake stijgende WW-
uitkeringen in regio Amsterdam
Nummer 265
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 25 januari 2021 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van het lid Mbarki inzake
stijgende WW-uitkeringen in de regio Amsterdam. Onderstaand treft v de beantwoording van
deze vragen aan.
Toelichting door vragensteller:
Het afgelopen jaar hebben ongekend veel mensen in de regio Amsterdam hun baan verloren. Het
aantal WW-uitkeringen is in 2020 met 50% gestegen (AT5 21 januari 2020). Hiervan zal een groot
deel doorstromen naar de bijstand.
Dit gaat ook om jongeren. Zij lopen een groot risico om langdurig zonder werk te raken, zoals het
ook in de crisis in de periode 2008-2010 lang duurde voordat de werkloosheid onder jongeren weer
op het niveau was van voor de crisis.
Een deel van de groep die dit jaar is ingestroomd in de WW zal doorstromen naar de bijstand.
Hierdoor stroomt een grote groep nieuwe bijstandsgerechtigden in met gevolgen voor de
dienstverlening van de gemeente.
In de begroting is de keuze gemaakt om dienstverlening te focussen op de groep met de kleinste
afstand tot de arbeidsmarkt — inclusief een bezuiniging per 2023 op de groep in de bijstand met
een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Aan deze keuze kleeft een fors dilemma, omdat het
risico ontstaat dat de groep die nu al langer in de bijstand zit uit beeld raakt. In de begroting is dan
ook benoemd dat deze groep goed in beeld gehouden moet worden. De fractie van de PvdA volgt
deze ontwikkeling nauwgezet en vraagt aandacht voor deze kwetsbare groep.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Mbarkií, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 84
van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 2 van8
1. Is het college bekend met het bericht ‘Aantal WW-uitkeringen regio Amsterdam stijgt met
10.000 in jaar tijd’?
Antwoord:
Het college kent de berichtgeving over het aantal toegenomen WW-uitkeringen. Daarnaast
publiceert UWV jaarlijks de belangrijkste arbeidsmarkttrends in Regio in Beeld*. Bovendien
publiceert UWV haar arbeidsmarktcijfers op de website van UWV? Het college volgt deze
publicaties ten behoeve van haar eigen arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid.
Inmiddels is de trend van WW cijfers als gevolg van de versoepelingen van de coronamaatregelen
positief veranderd ten opzichte van de situatie in januari (bijna 5.000 minder WW-gerechtigden).
In onderstaande tabel wordt de trend van de omvang van het WW-bestand over de afgelopen 12
maanden
Juni 2021
Groot Amsterdam
23.715 Ontwikkeling lopende WW-uitkeringen
Lopende WW-uitkeringen
20.000
-1.147
T.o.v. Mei 2021
4,6% ° jun jul aug Ze okt nev dee jan feb Pt en apr roei jun
Tov. Mei 2021
WW-percentage naar regio
-5.102 40% TEL ï
T.o.v. Juni 2020 zon
BVA jun jul aug B okt mo dee jan feb mrt zoz: apr mei jun
U TT eej WEekozen regio » Nederland
WW Uitkeringen
De cijfers hebben betrekking ap het aantal lopende WW-rechten dat in een betreffende maand door UWV is verstrekt, Het aantal personen aan
wie sen WW-uitkering wordt verstrekt, ligt lager dan het aantal WW-uitkeringen, amdat een persoon meerdere WW-rechten kan hebben.
WW-percentage: het aantal verstrekte WW-uitkeringen uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking.
De omvang van het aantal WW-gerechtigden is nog wel hoger dan het landelijk gemiddelde.
* https://www.werk.nl/imagesdxafregio in beeld grootamsterdam tcmg5-425115.pdf
2 https://www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie/regio/groot-amsterdam
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 3 van8
En ook de instroom is sterk afgenomen, zoals in onderstaande tabel is te zien. Het gaat om
ongeveer 1.700 minder nieuwe WW gerechtigden ten opzichte van januari 2021.
Juni 2021
Groot Amsterdam
ej
Ontwikkeling instroom WW-uitkeringen
Bee a re eed
+221 1.000
T.o.v. Mei 2021
3.000
+10,5%
NEN ts
2.000
-1.666
Tov, Juni 2020 Loa
41,7% 0 : : : : :
7 jun jul aug sep okt a dee jan feb mrt apr mei jun
U 2020 2021
WW Uitkeringen
De cijfers hebben betrekking op het aantal lopende WW-rechten dat in een betreffende maand door UWV is verstrekt, Het aantal personen aan
wie sen WW-uitkering wordt verstrekt, ligt lager dan het aantal WW-uitkeringen, omdat een persoon meerdere WW-rechten kan hebben.
WW-percentage: het aantal verstrekte WW-uitkeringen uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking.
2. Hoetaxeert de gemeente deze ontwikkeling?
Antwoord:
Vanaf het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam
harder is geraakt dan andere arbeidsmarktregio's, doordat het aandeel van de beroepsbevolking
in onze arbeidsmarktregio werkzaam is in sectoren die het hardst zijn geraakt door de coronacrisis
(zoals toerisme, horeca, culturele sector en Schiphol) groter is dan in andere regio's. Dat verklaart
de sterke toename van het aantal WW-gerechtigden in onze arbeidsmarktregio.
Door de versoepelingen van de coronamaatregelen is de trend echter aan het omdraaien. Er is al
sprake van krapte op de arbeidsmarkt? Dit biedt kansen voor veel werkzoekenden in onze
arbeidsmarktregio. Echter, deze krapte is nog niet voor alle sectoren van toepassing.
Inde ICT, Techniek, Zorg en Logistiek was de krapte ook tijdens de crisis nog aanwezig, maar
ondanks de toename van werkloosheid blijft het lastig om kandidaten te vinden die direct
aansluiten bij de vraag in deze sectoren
Nog een kanttekening: het college houdt er nog steeds rekening mee dat de afloop van het steun-
en herstelpakket een impact gaat hebben op de arbeidsmarkt. Veel ondernemers hebben tijdens
de crisis flink in moeten teren op hun reserves of hebben alleen dankzij de steunmaatregelen hun
3 https://www.cbs.nl{nl-nl{visvalisaties/dashboard-arbeidsmarkt/spanning-op-de-arbeidsmarkt
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 4 van 8
bedrijf overeind kunnen houden. Hoewel voor veel ondernemers de opdrachten weer toenemen,
houden sommige ondernemers toch blijvende schade over aan de afgelopen coronaperiode. En
dat heeft mogelijk gevolg voor hun werknemers.
Te nemen maatregelen en regionaal werkcentrum
3. Gaat de gemeente haar samenwerking met het UWV in Amsterdam intensiveren en zo ja
welke acties worden op korte termijn ondernomen — ook om te voorkomen dat mensen vanuit
de WW in de bijstand instromen. Hoe ziet deze intensivering eruit?
Antwoord:
Het college ervaart de samenwerking met UWV als erg goed. Zo wordt er al jaren gezamenlijk
vorm gegeven aan de werkgeversdienstverlening in het Werkgeversservicepunt en voeren
Amsterdam en UWV gezamenlijke projecten uit gericht op doelgroepen zoals statushouders, de
doelgroep Banenafspraak en jongeren.
In mei 2020 zijn UWV en Amsterdam bovendien de pilot max WW gestart. Deze pilot is gericht op
WW-gerechtigden in de laatste 3 maanden van hun WW-uitkering, die dreigen door te stromen
naar de bijstand. Een gezamenlijk team van UWV, WPI en WSP bood in de laatste 3 maanden van
de WW-uitkering intensieve ondersteuning gericht op werk, waarbij instrumenten van zowel de
gemeente als UWV ingezet kunnen worden. Hoewel het hoofddoel van de pilot was om
doorstroom naar de bijstand te voorkomen, hebben UWV en Amsterdam de pilot ook benut om
inzichtelijk te maken wat het betekent om ontschot de re-integratiedienstverlening vorm te
geven. Per 1 juni 2021 is de pilot beëindigd en is er een evaluatie opgesteld.
Ondanks de start in de coronaperiode is de pilot positief verlopen. Het bundelen van de expertise
tussen de adviseurs werk van UWV en de klantmanagers van de gemeente heeft een goed
ondersteuningsaanbod opgeleverd. En dat heeft gezorgd voor een uitstroom van werk tijdens de
pilot van 33% van de caseload en een doorstroom naar de bijstand van 10%. Het is echter lastig om
dit resultaat goed te duiden. De coronacrisis heeft gezorgd voor zo'n enorme toename van het
aantal WW-gerechtigden en heeft gezorgd voor een andere samenstelling van de
werkloosheidspopulatie, dat het lastig is om een valide controlegroep of -periode vast te stellen
om deze resultaten tegenover af te zetten. Toch beschouwen zowel UWV als het college deze
resultaten als veelbelovend.
Een ander belangrijk resultaat van de pilot is het inzicht in de belemmeringen die spelen bij het
inrichten van ontschotte dienstverlening door 2 publieke organisaties. Naast een aantal praktische
problemen die beide organisaties zelf kunnen oplossen, zijn het vooral beperkingen in wet- en
regelgeving die deze vorm van samenwerking hebben bemoeilijkt. Vooral regels rondom het
gebruik en uitwisselen van persoonsgegevens tussen beide organisaties hebben ervoor gezorgd
dat het selecteren en bereiken van de doelgroep lastig en inefficiënt was. Daarnaast zorgen deze
regels ervoor dat het uitwisselen van klantgegevens en klantenbestanden bemoeilijkt wordt. Dit
heeft zowel gevolgen bij de overdracht van WW naar bijstand, maar ook bij de data- en
resultaatmeting rondom de pilot.
UWV en Amsterdam zijn daarom met het ministerie van SZW in gesprek om ruimte te bepleiten
voor een vervolgpilot. Ik zal u hier later nader over informeren.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 5 van8
4. Welke rol kan het sinds juni gestarte regionaal werkcentrum - specifiek gericht op het MKB -
hierin spelen? Graag toelichting
Antwoord:
Het Regionaal Werkcentrum is vooral gericht op het voorkomen van werkloosheid en biedt dus
dienstverlening aan werkgevers met overcapaciteit en werknemers die met werkloosheid
bedreigd zijn en proberen die te verbinden aan werkgevers met een personeelsvraag. Hierdoor
wordt werkloosheid voorkomen.
Eris een nauwe samenwerking tussen het Regionaal Werkcentrum en het Werkgeversservicepunt
(WSP). Het werkgeversnetwerk van het Regionaal Werkcentrum en haar netwerkpartners wordt
ook benut door het WSP. Als het Regionaal Werkcentrum werkgevers treft die ook openstaan voor
mensen met een uitkering, worden die doorgeleid naar het WSP. Dit levert dus ook kansen op
voor WW-gerechtigden die dreigen door te stromen naar de bijstand.
Daarnaast zijn er extra middelen vanuit het steun- en herstelpakket voor extra re-
integratieondersteuning en om- en bijscholing gekoppeld aan het Regionaal Werkcentrum. Deze
middelen zijn alleen in te zetten voor mensen die met werkloosheid bedreigd worden, de TOZO
doelgroep en werkzoekenden die werkloos zijn geworden tijdens de coronacrisis (dus ook WW- of
bijstandsgerechtigden).
5. Uit het factsheet regionaal werkcentrum blijkt dat via het regionaal werkcentrum tot 2
december 46 plaatsingen hebben plaatsgevonden. Kan het college toelichten hoe ze
reflecteert op dit aantal?
Antwoord:
In week 33 heeft het Regionaal Werkcentrum 233 plaatsingen behaald. Het college beseft dat dit
resultaat geen afspiegeling is van de totale opgave die zich nu voor doet op de arbeidsmarkt (de
toename van werkloosheid tijdens de crisis en de krapte op de arbeidsmarkt die nu snel
toeneemt). Het regionaal Werkcentrum werd geconfronteerd met een zeer onvoorspelbare
arbeidsmarkt, waarin bovendien veel werkgevers en werknemers een afwachtende houding
aannamen vanwege de financiële steunmaatregelen en het perspectief van versoepelingen en
vaccinaties.
Toch ziet het college veel perspectief in de verdere ontwikkeling van het Regionaal Werkcentrum.
Naast het aantal plaatsingen wordt er ook druk gewerkt aan het vergroten van de
netwerkorganisatie, het vergroten van het bereik bij werkgevers (met speciale aandacht voor het
MKB), het ontsluiten van het opleidingsaanbod voor om- en bijscholing en het ontwikkelen van
loopbaanpaden richting de tekortsectoren. Daarmee bouwen we aan een toekomst vaste
structuur waarmee Amsterdam kan inspelen op de veranderingen in de vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt.
6. Hoe beoordeelt het college de huidige maatregelen genomen in de regio Amsterdam —
waaronder het regionaal werkcentrum en actieplan Veerkracht - in het licht van de huidige
tweede golf, mogelijke derde golf en verlengde lockdown?
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 6 van 8
Antwoord: Het college acht het nog te vroeg om de maatregelen nu al te beoordelen. De
arbeidsmarkt was, door de afwisselende periodes van lockdown en versoepelingen, continue in
beweging. En ook de steunmaatregelen en het al dan niet verlengen daarvan, hebben impact
gehad op de arbeidsmarkt. De werkelijke effecten van de coronacrisis zullen pas zichtbaar worden
als de ondersteuningsmaateregelen per 1 oktober 2021 aflopen. Met initiatieven zoals pas
merkbaar als. We proberen de gevolgen te dempen of verzachten.
Het college wil zich inzetten door middel van initiatieven als het Regionaal Werkcentrum, Meer
Kans op Werk Jongeren (MKOWJ) en Veerkracht om de gevolgen van de coronacrisis te dempen.
7. Welke maatregelen zouden aanvullend genomen kunnen worden om te zorgen dat mensen
niet onnodig langdurig werkloos raken als gevolg van deze crisis?
Antwoord:
Het belangrijkste argument om de focus binnen de dienstverlening te leggen op preventie van
werkloosheid en op ondersteuning van mensen die binnen een jaar naar werk te begeleiden zijn,
was om te voorkomen dat zij de volgende groep langdurig werklozen worden. Met de start van het
Regionaal Werkcentrum, Veerkracht, de pilot max WW en Meer Kans op Werk Jongeren heeft het
college actie ondernomen om de impact van de coronacrisis te verzachten. Daarnaast hebben de
extra middelen van het kabinet voor o.a. om- en bijscholing ervoor gezorgd dat er voldoende
mogelijkheden zijn om mensen die werkloos zijn geworden of met werkloosheid bedreigd worden
door te bemiddelen naar ander duurzaam werk.
De enige kanttekening bij deze financiële middelen is dat het slechts om incidentele middelen
gaat. Het college wil de ontwikkelingen die nu zijn ingezet verder vitbouwen en in lijn met de
aanbevelingen van de commissie Regulering van Werk* werken aan een publiek-private structuur
die, zowel in tijden van laagconjunctuur als nu in tijden van grote krapte op de arbeidsmarkt, snel
kan inspelen op de vraag van de arbeidsmarkt. Daarom is het college ook in gesprek met SZW over
structurele financiële middelen voor het verstevigen van die publiek-private samenwerking en het
ondersteunen van werkgevers, ondernemers, werknemers en werkzoekenden.
Focus in dienstverlening
8. Inde begroting wordt gekozen voor een focus in de dienstverlening (zie Begroting 2021,
pagina 131). Gevolg hiervan is dat mensen met (zeer) weinig perspectief op werk momenteel
minder ondersteuning ontvangen. Acht het college deze keuze gegeven de huidige verlengde
lockdown en mogelijke derde golf nog altijd verstandig? Zo ja, waarom?
Antwoord:
Hoewel iedere Amsterdammer de aandacht verdient om stappen te maken richting werk of
participatie, vraagt een crisis om keuzes. De focus werd daarom verlegd naar het voorkomen dat
4 https:/www.rijksoverheid.nl/documenten{rapporten{/2020/01/23{frapport-in-wat-voor-land-willen-wij-
werken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 7 van8
er een nieuwe groep langdurig werklozen bij zou komen. Deze keuze heeft inderdaad gevolgen
voor de aandacht aan mensen die nu weinig perspectief op werk hebben. Juist de perioden van
lockdown rechtvaardigen deze focus, omdat er dan veel nieuwe werklozen bijkomen die snel weer
richting werk begeleid moeten worden. Ondanks de toenemende berichten over krapte op de
arbeidsmarkt past ook momenteel deze focus nog. Ten eerste omdat er nog veel mensen die in
beweging zijn gekomen door de coronacrisis, nog niet op een duurzame arbeidsplek terecht zijn
gekomen. Ten tweede omdat het niet uit te sluiten valt dat corona vanaf de herfst weer zorgt voor
beperkende maatregelen. En ten derde omdat het de verwachting is dat de afloop van de
financiële steunmaatregelen per oktober 2021 een impact gaat hebben op de arbeidsmarkt.
Mensen Met de toenemende krapte op de arbeidsmarkt komen er ook weer kansen voor mensen
met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. En ook de mogelijkheden om te participeren nemen
weer toe nu de beperkende maatregelen niet meer van kracht zijn. Daarom ontvangen mensen die
verder van de arbeidsmarkt afstaan basisdienstverlening, waardoor zij gepaste aandacht krijgen
en in beeld blijven voor kansen op werk of activiteiten gericht op participatie.
g. Kanhet college uiteenzetten welke inspanningen ze pleegt om de groep mensen die al langer
in de bijstand zit goed in beeld te houden (zoals aangegeven in de Begroting 2021)?
Antwoord:
In 2019 is de aanpak Meer Kans op Werk van start gegaan. In de brief bij de voortgangsrapportage
WPI voor de commissie WIO van 2 september 20215, heb ik u geïnformeerd over de voortgang van
deze aanpak. Een belangrijk onderdeel van Meer Kans op Werk is om Amsterdammers met een
bijstandsuitkering goed in beeld te hebben en houden, zodat WPI op tijd passende ondersteuning
kan bieden. Zo is er flink ingezet op het verkrijgen van een goed gevuld en uniform klantbeeld voor
alle Amsterdammers die bijstand ontvangen. Hiermee krijgen klantmanagers beter inzicht in wat
de achtergrond en mogelijkheden van een klant zijn. Dit vergroot de kans om mensen beter te
matchen naar het juiste instrument en ondersteuning en/of richting werk.
Om de Amsterdammers die al langere tijd in de bijstand zitten en vaak meerdere belemmeringen
tot werk hebben goed in beeld te houden is de cohortaanpak ontwikkeld. Met hen wordt er
gekeken of er nieuw perspectief op werk is. Daarvoor is een innovatieve (multidisciplinaire)
werkwijze ingezet: medewerkers met verschillende expertise kijken samen naar de mogelijkheden
van de Amsterdammer én de arbeidsmarkt, bieden intensieve begeleiding en zetten een breed
palet van instrumenten in. Daarnaast heeft de cohortaanpak tot doel om weer een actueel beeld
te krijgen van de situatie van de bijstandsgerechtigde, te bezien of het inkomen op orde is, of er
onrechtmatigheden zijn, en of er hulp en ondersteuning op andere gebieden (zorg, schulden)
nodig is.
5 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10450646/1/09012f9780294bo8
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021
Pagina 8 van 8
10. Als werk voor deze groep op korte termijn geen optie is, welke andere vormen van zingeving,
vrijwilligerswerk en dagbesteding zou de gemeente dan kunnen bieden?
Antwoord:
WPI heeft een breed aanbod van trajecten die gericht zijn op de activering van
bijstandsgerechtigden voor wie betaald werk (nog) geen optie is. Soms worden er activiteiten
gericht op participatie ingezet als eerste stap richting mogelijk werk. Voor sommige
bijstandsgerechtigden is de stap richting werk te groot en wordt er op basis van de mogelijkheden
en interesses van de klant gekeken hoe zij op andere manieren mee kunnen doen in de stad. Dat
kan gaan om werk als vrijwilliger of in de vorm van dagbesteding.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Sociale Zaken
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Schriftelijke Vraag | 8 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 525
Publicatiedatum 31 juli 2015
Ingekomen op 1 juli 2015
Ingekomen onder 436’
Behandeld op 2 juli 2015
Uitslag aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Toonk, mevrouw Shahsavari-
Jansen en de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015 (regelvrije scholen
stimuleren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Constaterende dat:
— afgelopen jaar het initiatiefvoorstel tweetalig onderwijs unaniem is aangenomen;
— de gemeente kraamkamers is gestart voor nieuwe onderwijsinitiatieven;
— momenteel enkel excellente scholen kunnen meedoen aan de landelijke pilot
regelvrije scholen;
— Amsterdam weinig excellente scholen kent en weinig scholen zich hiervoor
nomineren;
Overwegende dat:
— veel nationale en lokale wetgeving innovatie in het onderwijs in de weg zit;
— goede scholen gelimiteerd worden door controle op de basiskwaliteit;
— de kinderen van Amsterdam gebaat zijn bij goed onderwijs dat hen voorbereid op
de toekomstige samenleving en arbeidsmarkt;
— econceptscholen hun concept niet volledig kunnen uitwerken door obstakels vanuit
wet en regelgeving,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de komst van regelvrije scholen in Amsterdam actief te stimuleren;
— hiervoor scholen in verschillende stadsdelen en met een divers leerlingenbestand
te enthousiasmeren;
— hierover in gesprek te gaan met scholen, ouders en het Ministerie van Onderwijs;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 525 Moti
Datum _ 31 juli 2015 otie
— als doel op te nemen, ten minste drie Amsterdamse basisscholen te stimuleren om
zich aan te melden voor het programma excellente scholen waardoor zij
aanmerking komen voor de pilot regelvrije scholen.
De leden van de gemeenteraad,
J.M. Paternotte
W.L. Toonk
M.D. Shahsavari-Jansen
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2078
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op woensdag 18 december 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk en Nanninga inzake de Hoofdlijnen
Kunst en Cultuur 2021-2024 (Actieplan Diversiteit speelt geen rol bij beoordeling
subsidies)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2013).
Overwegende dat:
— het college wil dat alle instellingen die een aanvraag voor subsidie doen een
Actieplan Diversiteit opstellen dat als 'instapeis' wordt gebruikt voordat ze in
worden beoordeeld op grond van hun ondernemingsplan;
— de Hoofdlijnen tevens stellen dat in dat ondernemingsplan kan worden verwezen
naar het Actieplan waar ze dan wel op worden beoordeeld hetgeen verwarrend is;
— Diversiteit niet goed of legaal te meten, registreren en verwerken is op
instellingsniveau en derhalve niet als beoordelingscriterium kan worden
gehanteerd;
— Veel mensen niet willen worden aangesproken of gecategoriseerd op grond van
mogelijke etnische en/of religieuze achtergrond;
— _Kunstinstellingen in Amsterdam uit zichzelf al zeer sterk geneigd blijken om aan
te sturen op een cultureel divers publiek;
— het goed is om te streven naar diversiteit in die zin dat instellingen proberen om
een breed publiek te bereiken, en dat het geheel aan kunstsubsidies niet exclusief
terecht komen bij een te beperkte groep met een te beperkt bereik, maar kunst
verder juist niet gebruikt moet worden om controversiële en maatschappelijke
ideologieën van staatswege op te dringen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen van kunstinstellingen de inhoud van
het Actieplan Diversiteit geheel buiten beschouwing te laten.
— Bij de beoordeling van subsidieaanvragen de etnische of religieuze achtergrond
van bestuur en/of werknemers niet als criterium te betrekken;
— Het streven naar een diverse kunstensector alleen vorm te geven door te streven
naar een breed aanbod van gesubsidieerde instellingen en door instellingen te
steunen en stimuleren om nieuwe en brede doelgroepen te bereiken.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 2078 Motie
Datum 18 december
2019
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
D.G.M. de Grave-Verkerk
A. Nanninga
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 17 maart 2021
Portefeuille(s) Onderwijs, MBO-Agenda en beroepsonderwijs
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman en Simone Kukenheim
Behandeld door Directie OJZD [email protected]
Onderwerp Jaarverslag Leerplicht 2019-2020
Geachte raadsleden,
Met deze brief bieden wij u ter kennisname het Jaarverslag Leerplicht 2019-2020 aan. Het
jaarverslag beschrijft de belangrijkste resultaten en ontwikkelingen op het gebied van
leerplicht en het verzuim dat scholen melden in dat schooljaar.
Door corona is dit jaarverslag anders dan voorgaande jaren. Het virus en alle maatregelen die
vervolgens nodig waren vroegen veel van zowel scholen als leerlingen en hun ouders. Wij
hebben veel waardering voor de wijze waarop de scholen, zorgpartners en Amsterdamse
leerplichtambtenaren in goede samenwerking een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan
de (online-) schoolgang van leerlingen in deze moeilijke periode. Uiteraard had deze situatie
ook gevolgen voor het melden van verzuim. Daarover heeft Leerplicht met scholen aparte
afspraken gemaakt. In het vervolg van deze brief beschrijven wij eerst de inzet van Leerplicht
in de “corona-periode” vanaf half maart 2020. Vervolgens gaan wij kort in op enkele
belangrijke bevindingen uit dit jaarverslag.
Inzet Leerplicht in coronatijd
De Amsterdamse leerplichtambtenaren zagen vanaf maart 2020 hun werk veranderen. De
scholen gingen dicht als gevolg van de eerste lockdown. Leerplicht kon niet handhaven op de
gebruikelijke manier; op grond van een motie van de Tweede Kamer was het uitschrijven van
een proces-verbaal niet mogelijk. Toch heeft Leerplicht Amsterdam zich vanaf de eerste dag
hard gemaakt om het recht op onderwijs te beschermen. De leerplichtambtenaren hebben
zich vanaf het begin van de coronacrisis ingezet om ervoor te zorgen dat alle leerlingen in
beeld bleven en aan het onderwijs, zowel fysiek als online, konden deelnemen. U bent hier
eerder over geïnformeerd in onze brief van 30 april 2020 over het onderwijs en de gevolgen
van corona, waarin ook de inzet van Leerplicht en de GGD aan bod kwamen.
Leerplichtambtenaren hebben gedurende de gehele periode nauw contact onderhouden met
hun scholen en de scholen gestimuleerd verzuim toch bij Leerplicht te melden. Bij een
melding van verzuim werd door de leerplichtambtenaar bekeken wat er nodig was om de
betreffende leerling het geboden onderwijs te laten volgen. Wanneer er sprake was van angst
voor het coronavirus is daar met coulance op gereageerd en is samen met de school en
partners, zoals het OKT, het mbo-jeugdteam en de jeugdartsen van de GGD, gezocht naar de
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021
Pagina 2 van 4
best passende oplossing. Als contact — telefonisch of via andere media — met de leerling of
ouders niet tot stand kwam ging Leerplicht op ‘deurbezoek’. Dat kwam in plaats van het
gebruikelijke huisbezoek. In het jaarverslag kunt u zien dat er in korte tijd ruim 400
deurbezoeken zijn vitgevoerd. Bij een derde van de bezochte adressen was er direct contact.
Was er niemand thuis dan liet Leerplicht een bericht achter en bleef contact zoeken, evt.
volgde een tweede deurbezoek.
De Amsterdamse leerplichtambtenaren hebben samen met scholen en zorgpartners een
belangrijke bijdrage geleverd aan de (online-)schoolgang van leerlingen in deze moeilijke
periode. Hun inzet was ook van groot belang voor het in beeld krijgen en houden van
leerlingen die afhaakten of dreigden af te haken. Leerplicht vervulde tijdens de lockdown een
belangrijke rol bij het opsporen van leerlingen als zij vit zicht waren geraakt. Uiteindelijk is het
daardoor gelukt vrijwel alle leerlingen in beeld te krijgen.
Deze ondersteunende aanpak heeft in de praktijk goed gewerkt, ook de onderwijs- en
zorgpartners hebben dat aangegeven. Daarom hanteert Leerplicht deze proactieve werkwijze
ook gedurende de lockdown in het huidige schooljaar.
Afspraken over melden verzuim
Tot 15 maart 2020 meldden scholen verzuim op de gebruikelijk wijze. In de periode vanaf
15 maart tot einde schooljaar waren scholen grotendeels aangewezen op online-onderwijs of
op een combinatie van fysiek en online-onderwijs. Dit verschilde voor basisonderwijs,
voortgezet onderwijs en mbo.
Alle scholen hadden in die periode te maken met afwezigheid van leerlingen vanwege
(mogelijke) besmettingen en/of kwetsbare gezinsleden, maar ook met zowel online-verzuim
als fysiek verzuim. Met scholen is afgesproken dat zij vanaf maart 2020 alle verzuim, ook het
online-verzuim, konden melden, naast verzuim van leerlingen waarover zij zich zorgen
maakten. Het gebruikelijke meldingscriterium van 16 vur verzuim in vier weken is daarbij
losgelaten.
Algemene tendens
Het jaarverslag laat zien dat we in schooljaar 2019-2020 te maken hebben met twee typen
cijfers, die ongelijksoortig zijn. Daardoor kunnen de cijfers over het gehele schooljaar niet
vergeleken worden met eerdere schooljaren.
Afgaand op de cijfers tot 15 maart 2020 spreekt daaruit wel dezelfde tendens als andere jaren.
Namelijk dat met name het verzuim in het mbo en voorgezet speciaal onderwijs (vso) hoog is
en dan vooral onder leerlingen van 18 jaar en ouder.
Met het mbo zijn wij in gesprek over het verzuim. Wij ondersteunen het mbo ook bij de
aanpak van verzuim. Bij alle opleidingen is er een intensieve samenwerking tussen de
leerplichtambtenaren, zorgcoördinatoren van het mbo, het mbo-jeugdteam dat — eventueel
specialistische — jeugdhulp kan bieden en het Jongerenpunt. In het kader van het VSV
Meerjarenplan 2020-2024 (aanpak voortijdig schoolverlaten) en de MBO-Agenda voeren
colleges en opleidingen verschillende projecten vit om verzuim en uitval te voorkomen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021
Pagina 3 van 4
Samen met het mbo kijken we hoe we de resultaten daarvan kunnen borgen, om een zo
duurzaam mogelijk effect te bereiken.
In de huidige tijd richt het gesprek met het mbo zich vooral op de vraag wat nodig is om
studenten nu te betrekken en betrokken te houden bij het (online-)onderwijs. Dit vraagstuk
vraagt nu om veel aandacht. Wat kunnen opleidingen doen in de huidige situatie om hun
studenten blijvend te motiveren en uitval te voorkomen?
Het verzuim in het voortgezet vso vraagt eveneens om een gerichte aanpak. Ook dat vraagt
om een nadere analyse en om gesprek met de betreffende schoolbesturen om inzicht te
krijgen in wat de achterliggende oorzaken zijn en welke aanpak effectief kan zijn. Dit willen
wij de komende periode bespreken met de besturen, met oog voor de gevolgen van corona
voor dit onderwijs in de huidige en komende tijd.
Wat verder opvalt in dit jaarverslag is dat in de periode maart-juli meer basisscholen dan in
andere jaren verzuimmeldingen hebben gedaan bij Leerplicht. Weliswaar betrof dat een
ander soort meldingen (nl. over alle leerlingen waarover men zorgen had), maar het laat zien
dat leerplichtambtenaren de basisscholen in deze periode goed wisten te bereiken en dat de
steun die zij boden scholen heeft gestimuleerd om meldingen toen.
Tenslotte valt op dat het aantal geregistreerde thuiszitters is gestegen (van 197 in 2018/2019
naar 214). Aannemelijk is dat hierin nog steeds het effect merkbaar is van eerder en beter
signaleren, waar de Amsterdamse thuiszittersaanpak op inzet. Daarnaast wordt ook langdurig
ziekteverzuim nu meegerekend. Betere signalering maakt het mogelijk eerder te handelen,
door inzet van bijvoorbeeld hulpverlening.
De invloed van de corona-periode op dit aantal is moeilijk te bepalen. Voor een klein aantal
leerlingen die thuiszaten bleek online-onderwijs juist een verbetering, welke mogelijk maakte
dat zij nu wel onderwijs konden volgen. Samen met het Ministerie van OCW, de G4 en onze
lokale onderwijspartners bekijken wij op welke wijze online onderwijs in de toekomst kan
bijdragen aan het voorkomen en verkorten van thuiszitten.
Daarnaast blijkt vit gegevens van de Amsterdamse thuiszittersaanpak dat bij de helft van de
thuiszitters het thuiszitten ontstaat vanuit langdurig ziekteverzuim. Scholen hoeven dit type
verzuim niet te melden bij Leerplicht. Uit dit gegevens blijkt echter duidelijk dat het belangrijk
is ziekteverzuim goed in beeld te hebben en te volgen. Via afspraken met onderwijspartners
en onder meer een pilot in het basisonderwijs, gericht op verzuim en thuiszitten, besteden wij
hier extra aandacht aan. Wij zullen v aan het eind van dit schooljaar informeren over de
voortgang hiervan.
Tot slot
Met dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over de inzet van Leerplicht en volgen wij de
belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot verzuim van leerlingen en thuiszitten. De
informatie in het jaarverslag benutten wij waar mogelijk bij de uitvoering van ons onderwijs-
en jeugdbeleid.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021
Pagina 4 van 4
Wij hopen u hiermee een goed beeld te hebben gegeven van de inspanningen van Leerplicht
in het afgelopen schooljaar. Ook in het huidige schooljaar zijn de coronamaatregelen van
invloed op het onderwijs en dus ook op het werk van Leerplicht. Leerplicht zet de proactieve
werkwijze uit schooljaar 2019-2020 door en denkt in een vroegtijdig stadium met scholen mee
op welke manier de schoolgang zo goed mogelijk gewaarborgd kan worden. Indien nodig
wordt maatwerk geboden, waarbij de samenwerking met alle partners in de keten van groot
belang blijft.
Met vriendelijke groet,
gd
Marjolein Moorman Simone Kukenheim
wethouder Onderwijs wethouder Beroepsonderwijs en Jeugd
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
€ Gemeente
Amsterdam
Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum
Besluiten
> 4 2 juni 2015 -4
Besluit over Aanwijzen Inzamelplaatsen en Inzamelmiddel Warmoesstraat
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, AB-vergadering 2 juni 2015, bij
agendapunt 4
De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Het “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009” zo aante vullen dat voor de Warmoesstraat en
aanliggende stegen de volgende regels gelden:
a. Op de Warmoesstraat, Oude Brugsteeg, Lange Niezel en Gulde Handsteeg worden voor de inzameling
bestemde, huishoudelijke dan wel daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, overgedragen dan wel ter
inzameling aangeboden uitsluitend in door de inzameldienst aan de huishoudens en bedrijven beschikbaar
gestelde gekleurde zakken.
b. Huishoudens in de Papenbrugsteeg, Paternostersteeg bieden hun huishoudelijke afvalstoffen op de
Beursstraat aan, niet op de Warmoesstraat.
c. Huishoudens In de Sint Jansstraat, Sint Annenstraat, Weide Kerksteeg, Enge Kerksteeg, Heintje
Hoeksteeg, Oudezijds Armsteeg, Wijngaardstraatje bieden hun huishoudelijke afvalstoffen aan op de
Oudezijds Voorburgwal of het Oudekerksplein, maar niet op de Warmoesstraat.
d. De aanbieding mag uitsluitend tijdens de daarvoor aangewezen dagen en tijden.
Dit besluit gaat in op 1 juni 2015 en kan worden aangehaald als “uitvoeringsbesluit Warmoesstraat 2015”.
Suze Duinkerke
secretaris
Boudewijn Oranje
voorzitter
Verschenen op 3 juni 2015
| Besluit | 1 | train |
5
plantage weesperbuurt overleg : bo
[email protected] 5 1018
Aan Wethouder Pieter Litjens,
Aan de leden van de Bestuurscommissie Centrum,
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam (raadsadres)
Amsterdam, maandag 10 juli 2017
Betreft: Tussenstand bij Herinrichting Plantage Middenlaan
Op verzoek van het Plantage Weesperbuurt Overleg (PWO) hebben Hellas Schelleman en Erik
van Tertholen namens de projectgroep Herinrichting Plantage Middenlaan op het PWO van 12 juni
jongstleden de bijgevoegde tussenstand in het proces van herinrichting toegelicht. Directe aanleiding
daartoe waren de hobbels op het participatietraject, dat juist beoogde meer draagvlak in de
omgeving te creëren voor de nu gekozen integrale aanpak. De eerder voorgestelde aanpak in het
kader van het ‘versnellen van tramlijn 9’ is namelijk niet uitgevoerd, ‘omdat het draagvlak bij de
omgeving ontbrak en de oplossing door de politiek niet acceptabel werd bevonden’ (p.4).
Eenzelfde situatie dreigde en dreigt zich echter nu weer voor te doen bij de nieuwe, nu
integrale aanpak. De reden daarvoor is gelegen in het feit dat in alle overgebleven, zogenaamd
kansrijke varianten autoverkeer op de Plantage Middenlaan tussen de Plantage Parklaan en de
Plantage Kerklaan maar in één richting mogelijk blijft (p.17). Dat volgens de projectgroep
onvermijdelijke éénrichtingsverkeer op straat heeft vervolgens ook in het overleg daarover gezorgd
voor onwenselijk éénrichtingsverkeer. De Plantage Weesperbuurt Vereniging (PWBV) heeft daar in
haar raadsadres nadrukkelijk aandacht voor gevraagd.
De opties die door de bewoners zijn aangedragen om met behoud van tweerichtingsverkeer
voor auto’s tot een mogelijke herinrichting van de Plantage Middenlaan te komen, passen volgens de
projectgroep niet in (het budget voor) de gestelde opgaven zoals vermeld onder 2.2 in de
bovengenoemde tussenstand. Tweerichtingsverkeer zou volgens de bewoners behouden kunnen
blijven bij een verbreding dan wel verstrengeling van de tramsporen. In het eerste geval zouden die,
zoals nu overigens al het geval is voor de Hollandsche Schouwburg, de vereiste breedte krijgen voor
autoverkeer op de trambaan. In het tweede geval zou er niet op maar juist naast de trambaan
voldoende ruimte ontstaan voor brede tramhaltes én autoverkeer in beide richtingen.
Met name deze laatste optie werd echter als niet passend binnen het budget afgewezen. Er
was of is kennelijk een bepaald of beperkt budget beschikbaar voor de gestelde opgaven. Zo paste |
ook de optie van een door het GVB gefaciliteerde ‘circletram’ van CS naar Artis en terug via het
noodspoor, met een ‘eigen’ Artishalte in de Plantage Kerklaan, niet binnen de opgaven. Jammer,
want de huidige Artishalte in de Plantage Middenlaan zou daardoor flink ontlast kunnen worden.
De wens van het GVB nu om de haltes te verbreden en eerder om de tram over de Plantage
Middenlaan te ‘versnellen’ heeft vergaande gevolgen niet alleen voor de herinrichting van de
Plantage Middenlaan, overigens enkel voor het deel dat de Artis Boulevard zou moeten gaan
worden, maar ook voor de aangrenzende straten en de buurt. Die gevolgen worden wel genoemd
Pagina 1 van 2
maar waren ten tijde van de tussenstand nog niet uitgewerkt of in kaart gebracht. zij betroffen. en
betreffen met name de verkeerscirculatie in de Anne Frankstraat, de Plantage Parklaan, de Plantage
Kerklaan en de Roetersstraat.
Er wordt bovendien wel uitgegaan van het verwijderen van de politiepost op de Plantage
Middenlaan, maar de kwaliteit van de openbare ruimte zou volgens de projectgroep pas in een
volgend stadium hoeven te worden uitgewerkt, omdat de keuzes voor een bepaalde verkeers-
circulatie, profiel en halteconfiguraties volgens haar niet bepalend zijn voor de kwaliteit van de
openbare ruimte, mits die keuzes integraal gemaakt zouden worden. Naar de mening van de
bewoners horen die keuzes juist bij de integrale aanpak evenals de keuze voor het al dan niet
weghalen van de VRI’s op de kruising Plantage Middenlaan - Plantage Kerklaan.
Hoewel uit verkeerstellingen bleek, dat de verhouding tussen auto’s en fietsers niet
overeenkomt met de richtlijnen voor een fietsstraat, wordt die toch mogelijk geacht bij nog te treffen
maar op dit moment niet nader gespecificeerde verkeerscirculatiemaatregelen. Anders dan eerder
geconcludeerd zou die fietsstraat dan wel veilig zijn. Opnieuw schort het hier wat de bewoners
betreft aan een integrale aanpak, met name nota bene op één van de belangrijkste opgaven,
namelijk die van de verkeersveiligheid.
Het Plantage Weesperbuurt Overleg onderschrijft kortom de mening van de Plantage
Weesperbuurt Vereniging dat er nog geen evenwichtige afweging van opgaven en belangen heeft
- plaats gevonden. Anders dan in de tussenstand staat, leidt juist dat tot ongewenste effecten op
straat en in het overleg, dat overigens binnen de gestelde opgaven door de projectgroep helder en
open wordt gevoerd. Het probleem zit hem echter juist in die opgaven die niet helder zijn. Of
misschien, zoals in het raadsadres van de Plantage Weesperbuurt Vereniging wordt gesteld, in het
ontbreken van een deugdelijke analyse.
Met hoogachting en vriendelijke groeten,
Pagina 2 van 2
| Raadsadres | 2 | train |
Geachte Raad,
Graag vragen wij uw aandacht voor het volgende. Bijgaand ‘Persoonlijk appèl’ (bijlage) hebben wij
21 april jl. naar het Dagelijks Bestuur verzonden met het verzoek tot staken van verdere behandeling
van de bouwaanvraag van hotel Toren ter voorkoming van nog meer onnodige procedures. Een
persoonlijke reactie van beide bestuurders blijft helaas uit en noopt ons derhalve u te verzoeken om
het ontwerpbesluit voor Keizersgracht 164 te agenderen voor de Commissie vergadering Bouwen en
Wonen van 15 mei 2012.
Het betreffende bouwplan is in de afgelopen 14 jaar meerdere keren onrechtmatig gebleken en
door de Deelraad afgewezen wegens strijd met democratisch vastgesteld beleid en vigerende wet-
en regelgeving. De Deelraad heeft in oktober 2007 mevrouw Iping ook al duidelijk gemaakt dat het
dreigen met claims door aanvrager geen afdoende motivatie is voor het doordrijven van dit
ongewijzigde bouwplan. Nieuwe feiten en omstandigheden worden door het DB niet vermeld in het
ontwerpbesluit. Het maken van detailtekeningen is voor aanvrager kennelijk teveel gevraagd en
wordt door het DB getolereerd, zodat beoordeling van dit ontwerp besluit door deskundigen niet
mogelijk is.
Het heeft zo weinig zin om voor de 3° maal in 14 jaar te gaan procederen over bouwplannen evident
in strijd met vastgesteld beleid, evident in strijd met het bestemmingsplan, zonder deugdelijke
motivatie voor vrijstelling/ontheffing, evident onjuiste en onvolledige bouwtekeningen van een
aanvrager die consequent weigert zijn bouwtekeningen aan wet- en regelgeving aan te passen.
Waarom vrijstelling en ontheffing verlenen voor een bouwplan dat nu al meerdere malen
onrechtmatig is gebleken, van een aanvrager die al 2x door de gemeente is aangeschreven (bijlage),
naar eigen verklaring met de gemeente al 24 jaar procedeert en nog steeds weigert zijn plannen aan
vigerend beleid en wet- en regelgeving aan te passen, terwijl alternatieven volgens deskundigen
mogelijk zijn ? Als aanvrager wetten ondermijnt, als willekeur heerst, dan is de weg vrij voor alles.
Wij verzoeken de leden van de Deelraad daarom alles in het werk te stellen om zinloze en
overbodige procedures te voorkomen. Omwille van het publieke belang en omwille van
democratisch vastgesteld beleid verzoeken wij de Deelraad er op toe te zien dat het DB een
rechtsgeldig besluit neemt in overeenstemming met democratisch vastgesteld beleid.
Zijn de uitbreidingsplannen van de heer E.A. Toren echt zo belangrijk ? Laat hem dan uitbreiden op
Keizersgracht 271 t/m 287, daar staat >10.000 m? ongebruikt. Dat lijkt maatschappelijk zinvoller dan
het onherstelbaar beschadigen van een Rijksmonument voor slechts 2 hotelkamers. Toeristen in
rondvaartboten komen toch om oorspronkelijke monumentale gevelwanden te zien ?
Wenst de wethouder ons redelijk verzoek niet te honoreren dan verzoeken wij de deelraad
bijgesloten vragen aan de wethouder voor te leggen ter schriftelijke beantwoording, met
verwijzing naar het BEZWAAR van CWM van 6 april 2011 (bijlage), door het DB bewust onthouden
aan de deelnemers van het mediation-traject en aan de Raad van State !
In afwachting van uw antwoord,
Met vriendelijke groet,
Vragen aan de Stadsdeelraad Amsterdam Centrum met betrekking tot
het handelen van het DB inzake het ontwerpbesluit Keizersgracht 164
(BWT 81-09-0204)
1. Democratisch vastgesteld beleid
Volgens de website van het stadsdeel voert het DB het democratisch vastgestelde beleid van
de Deelraad uit. Ophoging van orde 1 panden is niet toegestaan. Waarom wordt dat
democratisch vastgestelde beleid dan niet op het perceel Keizersgracht 164 toegepast en wat
is de reden dat een gemotiveerd verzoek van aanvrager voor ontheffing en vrijstelling van
het bestemmingsplan in het dossier ontbreekt ?
2. Aanschrijvingen, consistent beleid ?
In 1985 en 1991 is hotel Toren door de gemeente aangeschreven. Aanvrager heeft zich tot
op heden niets aangetrokken van deze aanschrijvingen en is gewoon door blijven gaan met
het, volgens de gemeentelijke aanschrijving uit 1991 verrichten van strafbare feiten. Wat is
de motivatie van het DB om de door haar rechtsvoorganger ingeslagen weg van aanschrijven
en handhaven in het ontwerpbesluit te negeren, een opdracht tot handhaven van de Raad
van State te negeren en over te gaan tot niet danwel ondeugdelijk gemotiveerde
vrijstellingen en ontheffingen ? Wat is de reden dat deze vrijstellingen en ontheffingen bij de
gelijksoortige aanvragen van 1997 en 2001 niet zijn verleend en waarom wenst het DB dat nu
wel te doen ?
3. Amendement Frankfurther, consistent beleid ?
Naar aanleiding van nagenoeg dezelfde aanvraag uit 2001 voor Keizersgracht 164 heeft
wethouder Frankfurther (D'66) een amendement ingediend. In de tussentijd is tevens een
beschermd stadsgezicht ingesteld en is de grachtengordel UNESCO-werelderfgoed
geworden. Wat is de reden en motivatie van de huidige D'66 wethouder om de ingeslagen
weg van zijn D'66-voorganger in het ontwerpbesluit te negeren ? Binnen D'66 is toch geen
richtingenstrijd gaande ?
4. Openbaarheid van bestuur ?
Waarom is het advies van CWM d.d. 6 april 2011 (BEZWAAR) de deelnemers aan het
Mediationtraject en zelfs de Raad van State bewust door het DB onthouden ?
Waarom heeft het DB een door haar halverwege het mediation traject genomen
mandaatbesluit niet formeel gemeld aan de mediator en dus verzwegen ?
5. Monumentenbeleid bij DB bekend ?
Uit het verslag van de Raad van State blijkt het DB te hebben gesteld ‘dat uit het advies
voldoende duidelijk blijkt dat het PvE het huidige beleid is’, In het door het DB bewust
achtergehouden bezwaar van CWM d.d.6 april 2011 staat onder het kopje Beleidskader:
Voor monumenten geldt een restauratieve aanpak en het Programma van Eisen kwaliteit
Monumenten 2009 (PvEM)'.
1
Uit het achteraf opgevraagde procesverbaal van de rechtszitting blijkt het DB mondeling voor
de Raad van State te hebben laten verklaren dat ‘het PvE richtlijnen bevat en geen
beleidsregels’ |
Waarom verstrekt het DB tegenstrijdige informatie aan de Raad van State over de status van
het monumentenbeleid ? Het UNESCO Werelderfgoed beschikt toch wel over een formeel
vastgesteld en toetsbaar monumentenbeleid ?
6. Onderzoeksplicht ?
Volgens de AWB dient het DB bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent
de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Waarom wordt door het DB al
14 jaar lang helemaal niets onderzocht voor het perceel Keizersgracht 164 ? Een
waardestelling is niet eens door het DB opgesteld, onderzoek naar de gevolgen voor woon-
en leefmilieu heeft nog steeds niet plaatsgevonden.
Belangen van omwonenden worden niet eens vermeld in het ontwerpbesluit ! Hoe kan het
DB dan afwegen of vaststellen of de nadelige gevolgen van het ontwerpbesluit niet
onevenredig zijn voor derden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen ?
7. Ontvankelijkheidstoets ?
Volgens het sectorhoofd wordt een ontvankelijkheidstoets uitgevoerd. Waarom is dat hier
dan niet gebeurt en komt de tekst van het ontwerpbesluit nog steeds niet overeen met de
bijgeleverde bouwtekeningen ? De ‘deskundigen‘van het stadsdeel zien toch ook wel dat de
genoemde vrijstelling van 30 cm niet overeenkomt met de bouwhoogte op de maatstok
(14.10 m) en vervolgens ook niet overeenkomt met de in het profiel getekende bouwhoogte
(14.90 m)?
8. Noodzakelijke sloop bekend
In haar pleitnota bevestigd het DB dat zij op de hoogte is van de noodzakelijke sloop van de
monumentale kap op het voorhuis. Waarom is in de afgelopen 14 jaar dan nog nooit een
sloopvergunning aangevraagd ? Het DB werkt toch niet mee met een aanvrager die al 2 maal
door de gemeente is aangeschreven en nog steeds de wet overtreed ?
9, Alternatieve bouwplannen !
Volgens deskundigen (dr. Vermeer en drs. Schoonenberg ) zijn alternatieve bouwplannen
mogelijk. Waarom worden deze niet door het DB onderzocht en waarom wenst aanvrager
daar niet aan mee te werken ?
10. Onbevoegde ondertekening monumentenvergunning !
De monumentenvergunning lag, als gebruikelijk in dit dossier, weer eens niet ter visie en
bleek tevens door een onbevoegd ambtenaar te zijn ondertekent. Waarom zijn door het DB
geen disciplinaire maatregelen genomen tegen betrokken ambtenaren ?
11. Pro forma hoger beroep ?
Voor welk algemeen belang heeft de wethouder eigenlijk pro forma hoger beroep
aangetekend bij het hoogste rechtscollege inzake BWT 03-09-0140 ?
2
12. Gelijkheidsbeginsel |
Hotel Pulitzer wordt toch ook niet door het DB toegestaan om al haar monumentale panden
met extra verdiepingen op te hogen ? Mogen wij, bewoners Keizersgracht 162, van het DB
dan soms ook een extra verdieping op ons huis aanbrengen vanwege ons ‘economische’
belang ?
13. Pluralis Majestatis ?
Het ontwerp besluit is ondertekend door de wethouder. Veelvuldig wordt in het ontwerp
besluit in de ‘wij'-vorm geschreven (bijvoorbeeld: dat wij van mening zijn dat het belang van
de aanvrager bij de uitvoering van het bouwplan zwaarder weegt dan …; dat wij in dit geval
het advies van 15 februari 2012 van de Commissie voor Welstand en Monumenten niet
overnemen …; Wij menen dat het niet aangaat om nu de gevraagde bouwvergunning te
weigeren. Wij overwegen daarbij niet alleen de lange historie van dit dossier en onze positieve
grondhouding daarin, …; Wij achten het onwenselijk dat deze aanscherping van beleid aan
hotel Toren wordt tegengeworpen, gelet op de achtergrond van dit dossier …; Echter, in dit
concrete geval zijn wij van oordeel dat het belang van hotel Toren bij het realiseren van de
extra verdieping dient te prevaleren; De opmerking van de Commissie voor Welstand en
Monumenten … leggen wij terzijde omdat deze kapvorm (dwarskap met twee zadeldaken) al
lang niet meer op het gebouw aanwezig is.).
Wie worden hier met ‘wij’ bedoeld; de leden van de Deelraad, het DB, de behandelend
ambtenaren, de adviseurs van hotel Toren, … ? De wethouder hanteert hier toch geen
Pluralis Majestatis ?
Evenals in het Binnengasthuisdossier werpt zich de vraag op wie in de ogen van de Deelraad
het stadsdeel Centrum nu eigenlijk bestuurt: is dat de heer E.A. Toren, de Rechtbank of het
DB ?
14. Onrechtmatige hinder !
Waarom verleent het DB ontheffing en vrijstelling voor een bouwplan dat het groot
onderhoud aan de zuid-gevel van een ander Rijksmonument, Keizersgracht 162, onmogelijk
maakt ?
15. Economisch belang of concurrentievervalsing ?
Als het DB in strijd met het beleid individuele en onvoldoende gemotiveerde vrijstellingen en
ontheffingen verleend, leidt dat tot concurrentievervalsing, ten nadele van marktpartijen die
vergelijkbare commerciële activiteiten verrichten. Ook betekent een eenzijdige
bevoordeling, dat de waarde van het vastgoed (de prijs die een koper wil betalen voor het
overnemen van het vastgoed) stijgt. De verkopende partij kan op die manier een winst
boeken die hem eigenlijk niet toekomt.
Op die manier vloeit er publiek vermogen, ten koste van het UNESCO Wereld Erfgoed, naar
een individuele hoteleigenaar. En van een DB die goed rentmeesterschap hoog in het
vaandel heeft, mag worden verwacht dat ze het publieke vermogen op een verantwoorde
manier beheert.
Werkt het DB bewust mee aan het economisch belang van een privé-persoon en werkt zij
bewust concurrentievervalsing in de hand ten koste van het publiek vermogen (UNESCO
Wereld Erfgoed) ?
3
gm
lezoakadies 2x Gemeente Amsterdam
Amstel 1 Stadsdeel Centrum
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 2% Sector Bouwen en Wonen
1000 AE Amsterdam Afdeling Vergunning en Handhaving
Telefoon 14 020 2x
Fax 020 552 4433
A ES C Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
D.C. Duijnhouwer
M. Drinkwaard
Keizersgracht 162H
1015 CZ AMSTERDAM
1 6 JULI 2012
Datum \
Ons kenmerk
Uw kenmerk =
Behandeld door mw. mr. L.C. van Elewoud
Rechtstreekse nummer 020-552 45 09
Faxnummer 020 - 552 44 91
Bijlage =
Onderwerp Raadsadres
Geachte heer Duijnhouwer, mevrouw Drinkwaard,
Bij brief van 13 mei 2012 stuurde u een raadsadres aan de deelraad van stadsdeel
Centrum. In dit raadsadres formuleert u 15 vragen met betrekking tot het handelen van
het dagelijks bestuur inzake het ontwerpbesluit Keizersgracht 164 (BWT 81-09-0204). De
voorzitter van de deelraad heeft in de vergadering van 29 mei 2012 de beantwoording van
uw raadsadres in handen van het dagelijks bestuur gesteld. Een afschrift van het
antwoord wordt ter kennisneming aan de Commissie Bouwen en Wonen gestuurd.
Hieronder volgt de beantwoording van uw vragen.
Vraag 1:
Volgens de website van het stadsdeel voert het db het democratisch vastgestelde beleid
van de deelraad uit. Ophoging van orde 1 panden is niet toegestaan. Waarom wordt dat
democratisch vastgestelde beleid dan niet op het perceel Keizersgracht 164 toegepast en
wat is de reden dat een gemotiveerd verzoek van aanvrager voor ontheffing en vrijstelling
van het bestemmingsplan in het dossier ontbreekt?
Antwoord:
De aanvrager van een vergunning hoeft voor een ontheffing of vrijstelling van het
bestemmingsplan geen separaat verzoek in te dienen bij het dagelijks bestuur. Als bij de
toetsing van een bouwaanvraag blijkt, dat het bouwplan in strijd is met het
bestemmingsplan dan wordt de aanvraag mede beschouwd als een verzoek tot ontheffing
van het bestemmingsplan. Dit vloeit rechtstreeks voort uit artikel 46, lid 3 van de
Woningwet (oud).
Het is juist dat ophoging van orde 1 panden in beginsel niet is toegestaan op grond van
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
nn
10 juli 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 6
het beleid van het stadsdeel. Er kunnen echter altijd redenen zijn om af te wijken van dat
beleid. In het (ontwerp)besluit tot vergunningverlening wordt toegelicht wat de redenen
zijn om dat in dit geval te doen.
Vraag 2:
In 1985 en 1991 is hotel Toren door de gemeente aangeschreven. Aanvrager heeft zich
tot op heden niks aangetrokken van deze aanschrijvingen en is gewoon door blijven gaan
met het, volgens de gemeentelijke aanschrijving uit 1991 verrichten van strafbare feiten.
Wat is de motivatie van het db om de door haar rechtsvoorganger ingeslagen weg van
aanschrijven en handhaven in het ontwerpbesluit te negeren, een opdracht tot handhaven
van de Raad van State te negeren en over te gaan tot niet danwel ondeugdelijk
gemotiveerde vrijstellingen en ontheffingen? Wat is de reden dat deze vrijstellingen en
ontheffingen bij de gelijksoortige aanvragen van 1997 en 2001 niet zijn verleend en
waarom wenst het db dat nu wel te doen?
Antwoord:
Uw stelling, dat hotel Toren na de aanschrijvingen van 1985 en 1991 door is blijven gaan
met het verrichten van strafbare feiten, is niet juist. Op 8 januari 1985 is een
bouwvergunning aan hotel Toren verleend voor het verbouwen van het hotel in die zin dat
een trappenhuis is gebouwd. Bij die beschikking zit een verklaring dat aan alle
brandveiligheidseisen wordt voldaan. Op 22 juli 1992 is door het stadsdeel aan hotel
Toren medegedeeld, dat voor de verbouwing van de receptie op de beletage geen
bouwvergunning is vereist. Er is geen sprake van dat het dagelijks bestuur niet handhaaft
of een opdracht daartoe van de Raad van State negeert. Naar aanleiding van de uitspraak
van 18 januari 2012 van de Raad van State is namens hotel Toren op 27 april 2012 een
aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend ter legalisering van zonder vergunning
gebouwde delen van het hotel. Om die reden is de handhavingprocedure thans gestaakt.
Het is evenmin zo dat het dagelijks bestuur de voorgenomen ontheffingen van het
bestemmingsplan niet of ondeugdelijk motiveert. In het (ontwerp)besluit wordt duidelijk
aangegeven welke ontheffingen worden verleend en wat de reden daarvoor is.
Uw stelling, dat voor de aanvragen uit 1997 en 2011 geen vrijstelling van het
bestemmingsplan is verleend, is niet juist. De bouwvergunning uit 1998 heeft in rechte
geen stand gehouden en de bouwvergunning uit 2007 (voor een dienstwoning) is na een
procedure bij de rechtbank herroepen. Hierna heeft hotel Toren besloten om een nieuwe
aanvraag om bouw- en monumentenvergunning in te dienen.
Vraag 3:
Naar aanleiding van nagenoeg dezelfde aanvraag uit 2001 voor Keizersgracht 164 heeft
wethouder Frankfurther (D66) een amendement ingediend. In de tussentijd is tevens een
beschermd stadsgezicht ingesteld en is de grachtengordel UNESCO-werelderfgoed
geworden. Wat is de reden en motivatie van de huidige D66 wethouder om de ingeslagen
weg van zijn D66 voorganger in het ontwerpbesluit te negeren? Binnen D66 is toch geen
richtingenstrijd gaande”?
Antwoord:
U motiveert niet om welk amendement van deelraadslid Frankfurther het gaat. Voor zover
u doelt op het amendement uit 2002 van de heer Frankfurther inzake het
bestemmingsplan Weesperbuurt, heeft dit geen enkele relatie met en/of relevantie voor
het bouwplan van hotel Toren.
2
A
nn
10 juli 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 6
Vraag 4:
Waarom is het advies van CWM d.d. 6 april 2011 (BEZWAAR) de deelnemers aan het
Mediationtraject en zelfs de Raad van State bewust door het db onthouden? Waarom
heeft het db een door haar halverwege het mediationtraject genomen mandaatbesluit niet
formeel gemeld aan de mediator en dus verzwegen?
Antwoord:
in de procedure bij de Raad van State zijn namens het dagelijks bestuur de stukken
ingediend die voor de procedure relevant waren. Het advies van 6 april 2011 van de
Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) staat sinds die dag op de website van
het CWM en is dus voor iedereen toegankelijk. Het advies is niet achtergehouden door
het dagelijks bestuur.
Ten aanzien van het mediationtraject is door alle partijen, en dus ook door u, tot
geheimhouding besloten. Daarover worden geen mededelingen gedaan. Om
misverstanden te voorkomen merkt het dagelijks bestuur op dat het mandaatbesluit wel
degelijk formeel gemeld is aan de mediator.
Vraag 5:
Uit het verslag van de Raad van State blijkt het db te hebben gesteld ‘dat uit het advies
voldoende duidelijk blijkt dat het PvE het huidige beleid is’. In het door het db bewust
achtergehouden bezwaar van CWM d.d. 6 april 2011 staat onder het kopje Beleidskader:
‘Voor monumenten geldt een restauratieve aanpak en het Programma van Eisen
kwaliteit Monumenten 2009 (PvEM)’.
Uit het achteraf opgevraagde proces-verbaal van de rechtszitting blijkt het db mondeling
voor de Raad van State te hebben laten verklaren dat ‘het PvE richtlijnen bevat en geen
beleidsregels’ Waarom verstrekt het db tegenstrijdige informatie aan de Raad van State
over de status van het monumentenbeleid? Het UNESCO Werelderfgoed beschikt toch
wel over een formeel vastgesteld en toetsbaar monumentenbeleid”?
Antwoord:
Het PvEM is op de zitting bij de Raad van State aan de orde gekomen in die zin dat de
status van dit document (beleid zoals bedoeld in de Awb of niet) is besproken en niet de
inhoud. U was zelf ter zitting aanwezig met uw advocaat, de heer A. Noordam. Als u het
niet eens bent met het standpunt zoals dat op de zitting namens het dagelijks bestuur is
ingenomen, had het op de weg van u of uw gemachtigde gelegen om er ter zitting op in te
gaan.
Vraag 6:
Volgens de Awb dient het db bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis
omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Waarom wordt door
het db al 14 jaar lang helemaal niets onderzocht voor het perceel Keizersgracht 164? Een
waardestelling is niet eens door het db opgesteld, onderzoek naar de gevolgen voor
woon- en leefmilieu heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Belangen van omwonenden
worden niet eens vermeld in het ontwerpbesluit! Hoe kan het db dan afwegen of
vaststellen of de nadelige gevolgen van het ontwerpbesluit niet onevenredig zijn voor
derden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen?
Antwoord:
Het dagelijks bestuur heeft, gelet op de historie van dit dossier, een heel goed beeld van
3
nd
nen
10 juli 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 6
het pand en van de belangen van omwonenden. De inspecteur Bouw- en Woningtoezicht
komt er met enige regelmaat, de inspecteur vergunningen Bouw is ter plaatse geweest en
enkele medewerkers van Bureau Monumenten en Archeologie zijn verschillende keren in
en op het pand geweest. Daarnaast is er een onderzoek gedaan naar de waarde van de
dwarskap op het voorhuis. De betreffende waardestelling van de heer G. van
Tussenbroek kent u. Het dagelijks bestuur heeft het pand dus wel degelijk goed in kaart
gebracht.
De belangen van omwonenden worden altijd meegewogen in besluiten tot verlening van
ontheffing van het bestemmingsplan. De door u ingediende zienswijzen tegen de
bouwaanvraag en tegen het ontwerpbesluit worden in een aparte nota van beantwoording
besproken.
Vraag 7:
Volgens het sectorhoofd wordt een ontvankelijkheidstoets uitgevoerd. Waarom is dat hier
dan niet gebeurd en komt de tekst van het ontwerpbesluit nog steeds niet overeen met de
bijgeleverde bouwtekeningen? De ‘deskundigen’ van het stadsdeel zien toch ook wel dat
de genoemde vrijstelling van 30 cm niet overeenkomt met de bouwhoogte op de maatstok
(14.10 m) en vervolgens ook niet overeenkomt met de in het profiel getekende
bouwhoogte (14.90 m)?
Antwoord:
Op iedere bouwaanvraag volgt een ontvankelijkheidstoets. Daarbij wordt bekeken of de
bouwaanvraag voldoende gegevens en bescheiden bevat om deze te kunnen beoordelen.
In dit geval heeft een dergelijke toets ook plaatsgevonden.
Uw vraag over de maten op de bouwtekening hoort thuis in de besluitvormingprocedure
over het bouwplan van hotel Toren en is daarin meegenomen.
Vraag 8:
In haar pleitnota bevestigt het db dat zij op de hoogte is van de noodzakelijke sloop van
de monumentale kap op het voorhuis. Waarom is in de afgelopen 14 jaar dan nog nooit
een sloopvergunning aangevraagd? Het db werkt toch niet mee met een aanvrager die al
2 maal door de gemeente is aangeschreven en nog steeds de wet overtreedt?
Antwoord:
Op 8 april 2009 is onder nummer BWT 20-09-0213 een aanvraag om een
sloopvergunning ingediend ten behoeve van de onderhavige bouwaanvraag.
Vraag 9:
Volgens deskundigen (dr. Vermeer en drs. Schoonenberg) zijn alternatieve bouwplannen
mogelijk. Waarom worden deze niet door het db onderzocht en waarom wenst aanvrager
daar niet aan mee te werken.
Antwoord:
Het is bij het dagelijks bestuur bekend dat dr. Vermeer en drs. Schoonenberg een
alternatief voor het bouwplan van hotel Toren hebben uitgewerkt. Het is echter aan hotel
Toren om te beslissen of een dergelijk idee wordt overgenomen. Kennelijk heeft hotel
Toren in het idee van dr. Vermeer en drs. Schoonenberg geen aanleiding gezien om het
bouwplan aan te passen. Het dagelijks bestuur kan en mag alleen toetsen en besluiten op
een ingediende vergunningaanvraag.
4
10 juli 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 5 van 6
Vraag 10:
De monumentenvergunning lag, als gebruikelijk in dit dossier, weer eens niet ter visie en
bleek tevens door een onbevoegd ambtenaar te zijn ondertekend. Waarom zijn door het
db geen disciplinaire maatregelen genomen tegen betrokken ambtenaren”?
Antwoord:
De procedure over de monumentenvergunning staat hier niet ter discussie. Die
vergunning is na de uitspraak van 18 januari 2012 van de Afdeling Bestuursrechtspraak
van de Raad van State onherroepelijk geworden. Het al dan niet nemen van disciplinaire
maatregelen tegen ambtenaren is een zaak die het dagelijks bestuur en de betrokken
ambtenaren aangaat.
Vraag 11:
Voor welk algemeen belang heeft de wethouder eigenlijk pro forma hoger beroep
aangetekend bij het hoogste rechtscollege inzake BWT 03-09-0140?
Antwoord:
Het dagelijks bestuur heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 17 februari
2011 van de rechtbank Amsterdam. Dit heeft geresulteerd in de bij u bekende uitspraak
van 18 januari 2012 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als
gezegd is de monumentenvergunning onherroepelijk. Met de beantwoording van uw
raadsadres wordt niet opnieuw een discussie over die vergunning gestart.
Vraag 12:
Hotel Pulitzer wordt toch ook niet door het db toegestaan om al haar monumentale
panden met extra verdiepingen op te hogen? Mogen wij, bewoners Keizersgracht 162,
van het db dan soms ook een extra verdieping op ons huis aanbrengen vanwege ons
‘economische! belang”?
Antwoord:
Als u wilt dat het dagelijks bestuur een standpunt inneemt over een mogelijke verhoging
van het pand Keizersgracht 162, dan dient u daar een omgevingsvergunning voor aan te
vragen.
Vraag 13:
Het ontwerpbesluit is ondertekend door de wethouder. Veelvuldig wordt in het
ontwerpbesluit in de ‘wij'-vorm geschreven. Wie wordt hier met ‘wij’ bedoeld; de leden van
de deelraad, het db, de behandelend ambtenaren, de adviseurs van hotel Toren … ”? De
wethouder hanteert hier toch geen Pluralis Majestatis? Evenals in het
Binnengasthuisdossier werpt zich de vraag op wie in de ogen van de deelraad het
stadsdeel Centrum nu eigenlijk bestuurt: is dat de heer E.A. Toren, de Rechtbank of het
db?
Antwoord:
Het ontwerpbesluit is een ontwerp van het later te nemen besluit. De bevoegdheid om te
besluiten op een bouwaanvraag ligt bij het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur besluit
op de bouwaanvraag. Doordat het ontwerpbesluit een voorschot is op het door het
bestuur genomen besluit, wordt de ‘wij’ vorm gehanteerd.
Vraag 14:
Waarom verleent het db ontheffing en vrijstelling voor een bouwplan dat het groot
5
DN
nnn
10 juli 2012 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 6 van 6
onderhoud aan de zuidgevel van een ander Rijksmonument, Keizersgracht 162,
onmogelijk maakt?
Antwoord:
Deze vraag is door u, in iets andere vorm, al gesteld in de door u ingediende zienswijzen
tegen het ontwerpbesluit. In dat kader is die vraag beantwoord.
Vraag 15:
Als het db in strijd met het beleid individuele en onvoldoende gemotiveerde vrijstellingen
en ontheffingen verleent, leidt dat tot concurrentievervalsing, ten nadele van marktpartijen
die vergelijkbare commerciële activiteiten verrichten. Ook betekent een eenzijdige
bevoordeling, dat de waarde van het vastgoed (de prijs die een koper wil betalen voor het
overnemen van het vastgoed) stijgt. De verkopende partij kan op die manier een winst
boeken die hem eigenlijk niet toekomt. Op die manier vloeit er publiek vermogen, ten
koste van het UNESCO Wereld Erfgoed, naar een individuele hoteleigenaar. En van een
db die goed rentmeesterschap hoog in het vaandel heeft, mag worden verwacht dat ze
het publieke vermogen op een verantwoorde manier beheert. Werkt het db bewust mee
aan het economisch belang van een privépersoon en werkt zij bewust
concurrentievervalsing in de hand ten koste van het publiek vermogen (UNESCO Wereld
Erfgoed)?
Antwoord:
Het dagelijks bestuur toetst een aanvraag om een bouwvergunning en maakt een
afweging van belangen. In dit geval wordt aan de belangen van hotel Toren een zodanig
zwaar gewicht toegekend dat de gevraagde bouwvergunning is verleend. Er is, anders
dan u suggereert, nimmer sprake van een doelredenering bij het nemen van een besluit.
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur, A”
Oh Eurelings | Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
6
A
| Raadsadres | 10 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 13 december 2023
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Burgemeester Halsema
Onderwerp Uitvoeringsplan Preventie met Gezag 2024 en afdoening toezegging uit de
commissievergadering van 13 juli 2023 om de raad te informeren over de
Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid
Geachte leden van de gemeenteraad,
Amsterdam ontvangt van het Rijk over de periode van 2023 tot en met 2026 in totaal €36.310.585
aan Preventie met Gezag-middelen om jonge aanwas in de drugscriminaliteit tegen te gaan en
criminele carriêres te doorbreken. U bent over de toekenning van deze middelen geïnformeerd
door een raadsinformatiebrief op 25 april 2023.
Ook justitiële partners, zoals politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming en
reclasseringsorganisaties ontvangen Preventie met Gezag-middelen van het Rijk. Een deel
daarvan wordt door deze organisaties ingezet in Amsterdam. Dit maakt gezamenlijke inspanning
van zorg- en veiligheidsorganisaties en de gemeente mogelijk en dat is hard nodig.
Met de inzet van de Preventie met Gezag-middelen begint Amsterdam niet op nul. In de stad
werken vele organisaties aan het tegengaan van jonge aanwas in de (drugs)criminaliteit. In 2019
startte het programma Weerbaar Amsterdam om de sociale ontwrichting van buurten door
drugshandel te verminderen en wijken en jongeren weerbaar te maken tegen de
aantrekkingskracht van drugscriminaliteit. In mei 2021 verscheen het rapport Driehoek tegen
Drugscriminaliteit, waarin de prioriteiten van de driehoek ten aanzien van de aanpak van
drugscriminaliteit staan.
Veel van deze lopende inspanningen kunnen worden voortgezet of vitgebreid dankzij de Preventie
met Gezag-middelen. Er is nauwe verbinding met het Nationaal Programma Samen Nieuw-West
en ZO=Zuidoost. Een groot aantal maatregelen uit Preventie met Gezag is tevens onderdeel van
de inzet van deze programma’s. Ook is er raakvlak met de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid
van het college van B&W van Amsterdam.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2023
Pagina 2 van 2
Bijgevoegd ontvangt u het uitvoeringsplan Preventie met Gezag, waarin de gezamenlijke
inspanningen voor 2024 zijn geconcretiseerd. leder jaar wordt een overzicht gegeven van de inzet
vanuit Preventie met Gezag voor het komende jaar. De inspanningen worden jaarlijks gemonitord.
U ontvangt de eerste monitor van Preventie met Gezag gelijktijdig met de voortgangsmonitor van
Driehoek tegen Drugscriminaliteit in de eerste helft van 2024.
Afdoening toezegging
In vw vergadering van 13 juli 2023 heb ik op een vraag van raadslid Martens (VVD) toegezegd u
nader te informeren over de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid. Om de jeugd van Amsterdam
nog beter van dienst te zijn willen we meer inzicht krijgen in het volledige aanbod van Amsterdam.
Dit resulteert in concrete bestuurlijke voorstellen qua inrichting die tot efficiëntere inzet en meer
impact leiden, inclusief het voorstel hoe middelen beter in samenhang kunnen worden ingezet. De
Bestuursopdracht wordt uitgewerkt via twee sporen die met elkaar samenhangen.
Binnen het eerste spoor brengt adviesbureau Andersson Elfers Felix in kaart hoe het gewenste
systeem van Jeugd en Veiligheid eruitziet en welke verbetermogelijkheden er zijn om hiertoe te
komen. In de komende maanden wordt er zowel gewerkt aan verbetervoorstellen die op korte
termijn worden geïmplementeerd, als aan een advies voor het aanpakken van fundamentelere
vraagstukken.
Binnen het tweede spoor wordt direct gestart met het creëren van een ‘continuüm’ rond lichte tot
zware problematiek van jongeren en jongvolwassenen. Daarbij staan de aansluiting van het
aanbod op de problematiek en het organiseren van de samenwerking tussen veiligheid en zorg en
het sociaal domein centraal. Deze praktijkgerichte ontwikkeling krijgt vorm in drie werkaanpakken
in de stadsdelen Zuidoost, Nieuw-West en Noord. De werkaanpakken leveren ook werkzame
elementen op die in andere stadsdelen kunnen worden overgenomen en ze bieden inzichten in
lacunes in het aanbod voor de forensische jeugd.
De voorstellen en adviezen uit beide sporen worden ter besluitvorming aan het Bestuurlijk Team
Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid voorgelegd. Het bestuurlijk team zal de raad in 2024
informeren over de voortgang van de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
pf mn -
/
Femke Halsema
Burgemeester
Bijlage
1. Uitvoeringsplan Preventie met Gezag 2024
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Gemee nte Bezoekadres
d Amstel 1
Amsterdam 1011 PN Amsterdam
> < Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 29 januari 2021
Behandeld door Jolanda Meijering
Bijlage(n)
Onderwerp Afhandeling motie nr 340.20 van de leden Boomsma en Kilig inzake ICT Buurtteams
Geachte leden,
Tijdens de behandeling van het Uitvoeringsbesluit Buurtteams en de Inkoopstrategie aanvullende
ondersteuning Wmo 2021-2027 van 12 maart 2020, is de motie (nr 340.20) van de leden de heer
Boomsma en mevrouw Kilig inzake ICT Buurtteams aangenomen.
In de motie wordt het college verzocht om:
1. De Raad uiterlijk begin november 2020 te informeren of er een werkend ICT systeem is
waarvoor de gebruikelijke tests op veiligheid hebben plaatsgevonden.
2. De Raad uiterlijk begin november 2020 een overzicht te geven van de systemen die aan het
systeem van de Buurtteams gekoppeld worden of zijn
Het college vindt het belangrijk om de zorg en ondersteuning aan Amsterdammers in elke wijk
met de buurtteams en hun partners in samenhang te organiseren. Eenvoudig, herkenbaar en op
maat, en passend bij de persoonlijke situatie van de Amsterdammer. Een goed werkend ICT-
systeem is daarbij essentieel ter ondersteuning. In deze motie hebben de leden daar aandacht
voor gevraagd. Ik wil de leden dan ook danken dat zij hierin een vinger aan de pols houden.
In mijn brief van 5 januari jl (deze is voor kennisname aangeleverd voor de commissie van 28
januari 2021), heb ik voorgesteld deze motie af te handelen in januari 2021. Reden hiervoor was
dat de start van de Buurtteams vanwege de Covid1ig pandemie is uitgesteld naar 1 april 2021.
Integraal informatie voorziening (IV) systeem voor de Buurtteams
De aanbesteding van het nieuwe integrale Informatie Voorziening (IV) systeem voor de
Buurtteams was al in de afrondingsfase toen de pandemie uitbrak en het subsidietraject voor de
Buurtteams en het aanbestedingstraject voor de aanvullende ondersteuning Wmo werden
uitgesteld met drie maanden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2021
Pagina 2 van 3
Het is zoals v weet met nadruk de bedoeling, de beoogde integrale samenwerking binnen
buurtteams en met de partners aanvullende ondersteuning Wmo daaromheen, te ondersteunen
met solide integrale Informatie Voorziening. Bij het ontwikkelen en implementeren van een
dergelijk systeem hebben de gebruikers (de Buurtteamorganisaties en de organisaties die de
aanvullende ondersteuning Wmo leveren) een essentiële rol.
Stand van zaken
Door uitstel van het subsidieverleningstraject Buurtteams en uitstel, vertraging en viteindelijk
intrekking van de aanbesteding van de aanvullende ondersteuning Wmo kon in de eerste
maanden van de ontwikkeling van het nieuwe IV systeem maar beperkt samengewerkt worden
met de eindgebruikers van het systeem. De ontwikkeling van een nieuw informatie systeem dat
de professionals integraal ondersteunt in de uitvoering van hun ondersteuningstaken kost
daardoor meer tijd dan voorzien.
Daarnaast is tijdens de voorbereidings- en ontwikkelfase een aantal complicerende factoren naar
voren gekomen
a. Naar aanleiding van de in december 2020 verwachte Publicatie ‘Privacy in het Sociaal
Domein: het Pettenvraagstuk’ hebben huisadvocaat Pels Rijcken en het juridisch Bureau
Sociaal van de gemeente Amsterdam in november 2020 een advies opgesteld. De
belangrijkste conclusie is, dat de gemeente bij de ontwikkeling van een integraal IV systeem
een groot risico loopt op schending van de AVG, vanwege onrechtmatige verwerking van
persoonsgegevens. Specifiek gaat het daarbij om het feit dat het nieuwe informatiesysteem
(eigendom van gemeente en in beheer bij de gemeente) ook persoonsgegevens verstrekt
rond feitelijke hulpverlening van cliënten en dat is onrechtmatig. Op basis hiervan moet het
ontwerp van het systeem worden bijgesteld. Overigens moeten de meeste gemeenten hier
hun systemen op aanpassen.
b. De leverancier, Topicus. heeft veel ervaring met het bouwen van een integraal platform in het
sociaal domein voor Jeugdwet en Wmo. In andere gemeenten zijn schuldhulpverlening (SHV)
en Vroeg erop af (VEOA) echter niet ondergebracht bij de buurtteams. De integratie van
deze, voor de leverancier, nieuwe processen blijkt complexer dan voorzien en vergt daardoor
meer tijd en uitwerking.
c. De conversie en migratie van de (cliënt)gegevens is door de grote verschillen in de huidige
systemen (10) complex en risicovol.
Bovenstaande maakt dat het omwille van de zorgcontinuïteit en het voorkomen van overbelasting
van de zorgprofessionals, verstandig is de implementatie van het nieuwe IV-systeem uit te stellen
en meer tijd te nemen voor een zorgvuldige ontwikkeling in samenspraak met de eindgebruikers.
Gezamenlijk besluit Buurtteams en gemeente:
Om de zorgcontinuïteit en de betrouwbaarheid van de IV ondersteuning te garanderen zullen
daarom vanaf 1 april 2021 professionals van de buurtteams en de aanvullende Wmo nog enige tijd
doorwerken met de huidige IV systemen: REGAS en RIS Wijkzorg/Samen DOEN. Om er voor te
zorgen dat professionals vanaf 1 april 2021 meteen kunnen werken met de nieuwe werkwijze van
Buurtteams Amsterdam zullen in de huidige systemen de hoogst noodzakelijke aanpassingen
worden gedaan. Deze oplossing hebben we samen met de Buurtteamorganisaties gekozen en
heeft breed draagvlak onder de betrokken professionals .
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2021
Pagina 3 van 3
Gevolgen voor cliënten en zorgprofessionals
Bij de keuze voor deze oplossing staat de zorgcontinuïteit voorop. De cliënten zullen hier geen
hinder van ondervinden. In tegendeel: omdat er niet direct bij de start migratie van gegevens
plaats vindt, wordt het risico verkleind dat cliënten in de overgang naar de Buurtteams tussen wal
en schip vallen.
Voor de zorgprofessionals betekent deze oplossing dat ze in de complexe overgang naar een
nieuwe buurtteamorganisatie en een nieuwe werkwijze niet ook nog voor 1 april met een volledig
nieuw systeem moeten leren werken en geconfronteerd worden met de daarbij horende kleine
maar vaak tijdrovende kinderziekten. Het is al belastend genoeg om in deze tijd met alle Corona-
beperkingen basistrainingen te volgen over de werkwijze en een team op te bouwen.
De huidige aanbieders van de Wmo-maatwerkvoorzieningen blijven gewoon werken met het voor
hen bekende RIS Wijkzorg systeem. De schuldhulpverleners en sociaal raadslieden blijven werken
met het voor hen bekende Regassysteem. Alleen de medewerkers die nieuw in de toegang van de
Buurtteams gaan werken, de intakes gaan doen en de ondersteuningsplannen gaan opstellen
zullen met meer systemen moeten werken waarvan ze in ieder geval 1 systeem al beheersen.
Planning 2021 en verder
Tot 1 april 2021 zal de focus van het IV-project binnen het programma Buurtteams liggen op het
aanpassen van de huidige ICT-systemen om de start van de buurtteams goed te faciliteren. Direct
na 1 april 2021 wordt een nieuwe planning gemaakt voor de verdere ontwikkeling en
implementatie van het volledig nieuwe integrale IV-systeem. De planning moet ook aansluiten op
de nieuwe aanbesteding voor de aanvullende ondersteuning Wmo. Pas na de definitieve gunning
van de nieuwe aanbesteding zullen deze eindgebruikers betrokken kunnen worden bij verdere
‘fine-tuning’ van het IV-systeem.
Zodra de nieuwe planning bekend is informeer ik u hierover.
Hiermee beschouw ik de motie als afgehandeld met de toezegging dat ik de ontwikkeling en
implementatie van het IV-systeem nauwkeurig zal volgen en u op de hoogte houd van de
voortgang.
gATT
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | train |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement
1000 AE Amsterdam Afdeling Projecten
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Bestuur VOLBG
De heer T. Kamper, secretaris
Binnengasthuisstraat 32
1012 ZD Amsterdam
Datum
Behandeld door Leo de Vries
Rechtstreekse nummer 06 8362 4578
Onderwerp Bewonersoverleg Binnengasthuisterrein
Geacht Bestuur,
In reactie op uw brief aan de leden van de Raad van het stadsdeel Centrum d.d. 29
januari 2014 het volgende.
Uw brief is behandeld in de Raad van 18 februari 2014. Voor de beantwoording stelt de
voorzitter voor het raadsadres in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afdoening
ná behandeling van het conceptantwoord in de bestuurscommissie. In verband met de
verkiezingen en de invoering van het nieuwe bestuurlijk stelsel kan uw brief pas nu
afgehandeld worden. U bent hierover al eerder ingelicht.
Op 21 januari 2014 spreekt een vertegenwoordiger van de VOLBG in bij de behandeling
van de concept-raadsvoordracht voor de coördinatieprocedure van de nieuwe bibliotheek /
studiecentrum die de Universiteit van Amsterdam (UvA) op het Binnengasthuisterrein wil
realiseren. Op 28 januari besluit de Stadsdeelraad om de coördinatieprocedure te gaan
volgen. Op 29 januari zendt de VOLBG bovengenoemd raadsadres naar de
stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur. Eenzelfde brief is naar de UvA gestuurd. Op 17
februari is de aanvraag omgevingsvergunning voor de nieuwe bibliotheek annex
studiecentrum door de UvA bij het Stadsdeel ingediend.
Er zijn twee onderwerpen die aan de orde komen, zowel in de inspraakreactie als in uw
brief van 29 januari:
e U bent ontevreden over het reguliere Bewonersoverleg met de UvA, het
Stadsdeel en andere vertegenwoordigers van de bewoners en stelt dat het geen
open overleg is.
e In het ontwerp is de plaatsing van de ingang van de fietsenkelder van de UB aan
de Vendelstraat. U stelt dat het door de VOLBG aangedragen alternatief, namelijk
de in en uitgang aan de Nieuwe Doelenstraat, slechts uiterst vrijblijvend is
besproken.
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 4
Bewonersoverleg
Zoals u in uw brief aangeeft vindt er sinds augustus 2012 frequent overleg plaats met
bewoners en vertegenwoordigers van het Stadsdeel en de UvA over de huidige en
toekomstige ontwikkelingen op het Binnengasthuisterrein. De vertegenwoordigers van het
Stadsdeel hebben dit overleg tot nu toe als zeer open, zinvol en gelijkwaardig beschouwd.
De bewoners krijgen ruimte voor hun input en er wordt serieus naar ze geluisterd. De UvA
werkt mee aan een onderzoek van de wetenschapswinkel van de Universiteit van
Wageningen (WUR) in opdracht van VOLBG over “Een groen, leefbaar, gastvrij en
duurzaam Binnengasthuisterrein en omgeving”.
Naar aanleiding van bovengenoemde klachten heeft op 10 februari jl. overleg
plaatsgevonden tussen u en een andere vertegenwoordiger van de bewoners, de UvA en
het Stadsdeel. In dit gesprek is nader ingegaan op het karakter van het regulier
bewonersoverleg en de wederzijdse verwachtingen. Verder is afgesproken dat alle
deelnemers van het overleg in het vervolg nog alerter zijn op de wederzijdse belangen en
gevoelens en de gesprekken in een sfeer van openheid en vertrouwelijkheid plaatsvinden.
Alle deelnemers zagen voldoende basis om het overleg constructief voort te zetten.
Ingang fietsenkelder
Het is aan de Uv om een ontwerp te maken dat past binnen het bestemmingsplan
Postcodegebied 1012 conform de uitgangspunten van het structuurontwerp. Inmiddels
hebben de architecten aan de VOLBG toegelicht waarom is gekozen voor deze plek en
welke maatregelen worden getroffen om geluidhinder zoveel mogelijk te beperken. Op dit
moment wordt onderzoek gedaan naar de entree van de fietsenstalling in het kader van
veiligheid van de gebruikers van het gebied (fietsers en voetgangers).
De fietsentree past binnen het bestemmingsplan 1012. In juni 2014 is de ter
inzagelegging van het ontwerp 1° herziening bestemmingsplan 1012 en de
ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning gepland. U kunt dan uw zienswijze ten
aanzien van beiden kenbaar maken. Overigens is de 1° herziening van het
bestemmingsplan 1012 op het onderdeel van de entree van de fietsenstalling, niet
afwijkend van het thans vigerende bestemmingsplan 1012.
Op initiatief van het Stadsdeel is een werkgroep Openbare Ruimte en Leefbaarheid
Binnengasthuisterrein opgericht. Hierin zitten ook bewoners die lid zijn van de VOLBG.
Het doel van de werkgroep is het ontwikkelen van een visie op de inrichting en het
gebruik van de toekomstige openbare ruimte van het gehele Binnengasthuisterrein na de
oplevering van de universiteitsbibliotheek. Ook de verkeersveiligheid nabij de entree van
de fietsenstalling voor zowel fietsers als voetgangers en het beperken van de hinder voor
de omwonenden, zullen in deze werkgroep aan bod komen. Op 6 mei 2014 is een eerste
overleg geweest.
Opschorten overleg door VÒLBG
In het bewonersoverleg van 15 april jl. wordt door de VOLBG een verklaring uitgereikt
waarin de VOÒLBG de deelnemers mededeelt dat zij haar bijdrage aan het
bewonersoverleg met de UvA en het Stadsdeel opschort totdat de eisen die zij in de
verklaring hebben opgenomen zijn ingewilligd. De vertegenwoordigers van de VOLBG zijn
bereid tot opbouwende gesprekken om de schriftelijke verklaring toe te lichten. De UvA en
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 4
het Stadsdeel zijn verbaasd over de opschorting, des te meer omdat in het overleg van 10
februari jongstleden door alle partijen is besloten het bewonersoverleg op constructieve
wijze voort te zetten.
De VOLBG schort het overleg op totdat:
1. Ereen breed gedragen visie is ontwikkeld door de Uv over hoe de toekomstige
bibliotheek/studiecentrum en haar bezoekers in het bestaande stedelijke weefsel
kunnen worden opgenomen.
Antwoord:
Het Stadsdeel is van mening dat met het vaststellen van het Bestemmingsplan 1012
en de 1° herziening daarvan aan een goede ruimtelijke ordening wordt voldaan. Een
breed gedragen visie achten wij niet meer nodig.
2. Er door de UvA duidelijkheid wordt geboden over de verkeerscirculatie en veiligheid
en de parkeersituatie voor vrachtauto’s, personenauto's, scooters, motoren, fietsen en
wandelaars op en in de directe omgeving.
Antwoord.
Er is een werkgroep Openbare Ruimte opgericht die wordt geleid door Stadsdeel
Centrum. Op 6 mei 2014 is de eerste bijeenkomst geweest. Op de agenda stond
onder andere een onderzoeksvoorstel naar verkeersstromen en de veiligheid voor
voetgangers en fietsers.
3. Ereen door de UvA gemaakt voorstel ligt met heldere afspraken over de wijze waarop
de UvA en VOLBG in een open en gelijkwaardig gesprek gaan over de bescherming
van de toekomstige openbaarheid en de leefbaarheid van het terrein in zijn
algemeenheid en over de situering van de in- en uitgang van de fietsenkelder en een
avond in- uitgang van de bibliotheek/studiecentrum in het bijzonder.
Antwoord.
De toekomstige openbaarheid en de leefbaarheid van het terrein worden in de
werkgroep besproken en meegenomen in de producten van de werkgroep. De
beantwoording van het tweede deel van deze vraag ligt bij de UvA. Ten aanzien van
de entree van de fietsenkelder is hierboven reeds gememoreerd dat deze past binnen
het bestemmingsplan.
4. Het advies van de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Wageningen is
afgerond (circa medio juni 2014).
Antwoord.
Het Stadsdeel ziet het advies met belangstelling tegemoet.
3
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 4
Het opschorten van het overleg houdt niet in dat de procedures (1° herziening
bestemmingsplan / omgevingsvergunning) worden opgeschort. De termijnen hiervoor
lopen gewoon door.
Wij vertrouwen op een hervatting van de open dialoog en vruchtbare samenwerking met
vertegenwoordigers van de VOLBG en spreken onze waardering uit voor de actieve
inbreng van alle bewoners in het verdere proces.
Met vriendelijke groeten,
Namens het dagelijks bestuur,
Suze Duinkerke, Boudewijn Oranje,
secretaris voorzitter dagelijks bestuur
4
| Raadsadres | 4 | val |
Taximonitor 2019
eà»
Met de taximonitor worden de gemeenteraad en de Amsterdammer Stijging aantal elektrische taxi's y=
periodiek geïnformeerd over de ontwikkelingen in de Amsterdamse Een positieve ontwikkeling is dat het elektrisch rijden onder de Klachten en Klachtenafhandeling z©
taximarkt. In deze monitor staan de ontwikkelingen van 2019. Amsterdamse taxichauffeurs ook in 2019 een substantiële groei heeft
doorgemaakt. Het verschonen van belangrijke standplaatsen zoals het
In 2019 zijn drie duidelijke ontwikkelingen in de Amsterdamse taximarkt te zien: CS en het Leidseplein en het verstrekken van gemeentelijke subsidies Klachten
1. Verdere groei van het aantal zelfstandigen met een lijnbusbaanontheffing. __ bij aanschaf van een elektrische taxi, werpen hun vruchten af. Tot en met Taxi gerelateerde klachten Aantal taxi gerelateerde SIA-meldingen (landelijk en gemeente)
2. Verdere krimp van het aantal TTO-chauffeurs. 2017 werden alleen de elektrische TTO-taxi's in de monitor meegenomen. Wanneer een passagier ontevreden is over een SIA-meldingen van bewoners (Signalen
3. Sterke toename van het aantal elektrische taxi. Vanaf 2018 zijn dat alle volledig elektrische taxi's (dus ook niet bij de gemaakte rit, kan hij of zij een klacht indienen bij het Informatievoorziening Amsterdam) gaan veelal KS
TTO aangesloten taxi's). Dit is in lijn met de ambities van de agenda Landelijke Klachtenmeldpunt (www.taxiklacht.nl). over verkeers- en parkeergedrag van chauffeurs, AAG:
Lichte daling aantal Rapporten van Bevindingen Taxi 2020-2025. Het meldpunt deelt informatie over de ingekomen ritweigering, de ritprijs en onheuse bejegening a
In 2019 is een wijziging in de handhaving op verkeersovertredingen door klachten met de gemeente Amsterdam indien van de klant of mensen op straat. Het aantal dk 26°
TTO-taxi's doorgevoerd. Sinds half juli 2019 krijgt een TTO-chauffeur Vervallen onderzoeken de klant daar toestemming voor geeft. Indien SIA-meldingen, waaronder ook meldingen over ad °°°
bij overtredingen op de verkeersvoorschriften een zogeheten ‘mulder- Het onderliggende onderzoek bij deze monitor is helaas beperkter de klacht een TTO-chauffeur betreft, handelt de taxi's, is de voorgaande jaren sterk gestegen. ae 7
boete’ in plaats van een Rapport van Bevindingen (RvB). Deze manier van geweest dan voorheen. Er zijn door een fout in de organisatie drie TTO de klacht af. Indien het geen TTO-chauffeur Klachten van taxichauffeurs gaan vaak over ali pen 100 ET) 300
sanctioneren geldt wanneer de betreffende overtreding in het geval van onderzoeken niet uitgevoerd: het panelonderzoek onder regelmatige betreft, dan handelt het meldpunt de klacht af. het gedrag van andere taxichauffeurs en de ‚
een niet-aangesloten chauffeur ook tot een ‘mulder-boete’ leidt. Deze taxigebruikers, het imago onderzoek onder alle Amsterdammers en Daarnaast komen er rechtstreeks klachten binnen concurrentie op de taximarkt. In deze grafiek akk Marteliejen kid
koerswijziging is in lijn met de ambitie van een gelijk speelveld voor de het mysteryguestonderzoek door enquêteurs. De uitkomsten van de bij de gemeente Amsterdam, anders dan de hierna wordt geen onderscheid gemaakt naar aard ahd
hele straattaxibranche in Amsterdam. inzet van mysteryguests door Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte genoemde SIA-meldingen. Deze worden door het en ernst van de klachten. CM
(THOR) zijn wel opgenomen in de taximonitor 2019. taxiteam afgehandeld. PVE)
Daarnaast is in mei 2019 de pilot Standplaatsmanagement op de Daardoor zijn 3 tabellen vervallen: In de onderste grafiek is het percentage PER
standplaats bij het Centraal Station van start gegaan. Bij deze pilot 1. De waardering van de branche en ritwaardering. Deze was De cijfers in de tabel zijn de optelsom van taxiklachten ten opzichte van het totale aantal TN 250
hoort ook een andere manier van sanctioneren. de afgelopen jaren stabiel. de klachten vanuit het Landelijk meldpunt SlA-meldingen weergegeven. PANDA 521
2. Het gebruik van de standplaats. De trend was een steeds en de gemeente. PIER 500
Deze wijzigingen hebben tot een kleine daling van het totaal aantal RvB's geleid. afnemengebruik van de standplaatsen. Conclusie: Het aantal taxi gerelateerde klachten is PIN 328
3. Ritweigering. Dit is al jaren stabiel. na een daling van 2 jaar weer gestegen. Het aantal ECE KC
SIA meldingen ook, maar procentueel is het de
afgelopen drie jaar redelijk gelijk gebleven. Het ereantegp ven Wet eemdial
lijkt erop dat de meldingsbereidheid toeneemt. tAemelelngen get ecu laid:
H H < P 9 Ke LL EN
Taxxxivergunningen en
. N 2 ET neren, maan 2020 mensterd PVEN
Lijnbusbaanontheffingen | © en A TAL
2015 0,09
vin 0,17
2017 Keje 17
TA.P-examens Geslaagde kandidaten Taxi rik 0,24
Als een chauffeur een Amsterdamse Taxxxivergunning of lakse he esese hendel hek eld ee IE EC ae DE
Lijnbusbaanontheffing wil aanvragen, moet de chauffeur een PINK 2013 3175 ë ë
Taxi Amsterdam Praktijkexamen (T.A.P.) certificaat behaald hebben. 2014 708 2014 3623
Het aantal geslaagde kandidaten voor het T.A.P. is de afgelopen vi ZE; 2015 4161
twee jaar afgenomen. Het slagingspercentage schommelt al jaren rij TN 828 ri 3901
rond de 50%. Het slagingspercentage in 2019 is 43%. 2017 WAK 2017 SEPA © ee
2018 [EEZ VEN 3594
Amsterdamse Taxxxivergunning rij 314 2019 PAF) R
Het aantal chauffeurs met een Amsterdamse Taxxxivergunning is in k ka la htt ë ak his hk a Fe nd havi ng door gemee nte Ne
2019 verder gedaald.
Lijnbusbaanontheffingen voor
Lijnbusbaanontheffing voor bestelmarkt chauffeurs (L.B.O.) zelfstandige chauffeurs . .
Het aantal chauffeurs met een zelfstandige lijnbusbaanontheffing is sinds 2013 585 De ee jandhaef de toxverordening met wulderboete d di d
2016 sterk gestegen. Dit zijn de chauffeurs die alleen op de bestelmarkt PT et opma en van een apport van Bevindingen er” juil wor t voor een overtre mg op de RvB's voor TTO chauffeurs
werkzaam zijn en geen Amsterdamse Taootvergunning hebben. mar (RvB) bij een overtreding. verkeersvoorschriften, waar mogelijk, met een
mulder-boete’ gesanctioneerd. Daarnaast heeft de OE
Conclusie: Deze ontwikkelingen ondersteunen het beeld dat de ge oer De TTO is primair verantwoordelijk voor de pilot van Standplaatsmanagement op het CS ook ne
bestelmarkt ook in 2019 steeds belangrijker wordt. In 2019 is het PAIN 1560 sanctionering hierop. TTO's leggen op basis van geleid tot minder RvB's. le h4
aantal TTO's gelijk gebleven. 98 «> het eigen maatregelenprotocol een sanctie op. En _ DIE
5 ED WD WE AD Conclusie: Deze wijzigingen dragen bij aan de ENIS
Bron: maandrapportage examens, februari 2020, CBR Er wordt onderscheid gemaakt tussen ernstige substantiele daling van het aantal RvB's op de 0 EJ en ED
Bron: Taxiteam Amsterdam, maart 2020 (de gouden vijf) en overige overtredingen. gouden 5 en een beperkte daling van het totaal , ,
De gouden vijf zijn: aantal RvB's in vergelijking met voorgaande jaren. hid 5 Mid EEE ICS
geleid tot sanctie
‚ 1. Ritweigering Bron: Taxiteam Amsterdam, maart 2020 NN
2. Hinder omgeving standplaats ® ® ze
3. Niet opvolgen aanwijzing ambtenaar 2017 PE,
4. Niet hanteren van het wettelijke tarief PN 207
mm 5. Overschrijding van het maximum aantal 2019 BETA
En taxi's op de standplaats D Ei 400 ua 800
mmm
GQ © Id _— 47 MN
a Pe 7e
Mysteryguestritten Elektrische taxi's id ed
B sn
Mysteryguests worden vanuit Toezicht en Handhaving Openbare ab RET INT Het aantal elektrische taxi's is in 2019 substantieel toegenomen. In het Aantal elektrische TTO taxi's
Ruimte ingezet om te onderzoeken hoe taxichauffeurs hun werk Mysteryguestritten door handhavers m Grote overtredingen laatste kwartaal van 2019 zijn er bijna 1600 unieke elektrische taxi's in peildatum april 2020
doen. In 2019 zijn 227 ritten uitgevoerd door handhavers. Alle Amsterdam geteld. Er zijn subsidies voor de aanschaf van elektrische
Mysteryguestritten zijn gestart op plaatsen waar vermoedelijk 2014 voertuigen en ook de uitrol van ‘schone! standplaatsen vordert EE
onregelmatigheden plaatsvinden. Op basis van de bevindingen 2015 A gestaag. De standplaats op het CS is de grootse ‘schone’ standplaats Zos
van de Mysteryguests is er extra gehandhaafd op deze locaties. 2016 in Amsterdam. rg 414
Deze specifieke inzet van mysteryguests verklaart het verschil in de 207 EE Op Schiphol hebben elektrische taxi's voorrang bij het oppikken EN 943
bevindingen van 2018 en 2019 in vergelijking met voorgaande jaren. van klanten. Dat is belangrijk voor Amsterdam, omdat veel taxiritten a | 1599
van en naar de nationale luchthaven gaan. Er zijn nu ongeveer 1000
Bij 35% van de ritten was sprake van grote overtredingen. 11% was 2019 EN elektrische TTO-taxi’s en op de bestelmarkt rijden er rond de 600.
helemaal in orde en bij 54% was sprake van kleine overtredingen. kl ilk dk dk ad a
Onder grote overtredingen wordt bijvoorbeeld onnodig omrijden Conclusie: De verdere verduurzaming van de taxibranche toont aan
en prijsmanipulatie verstaan, kleine overtredingen zijn zaken als het dat het gemeentelijk beleid haar vruchten afwerpt.
niet beschikbaar hebben van een ritbon.
Bron: project Uitstootvrije taxi en laadinfra, mei 2019.
Conclusie: Het gericht inzetten van mysteryguests op locaties Bron: Taxiteam Amsterdam, april 2020.
waar vermoedelijk onregelmatigheden plaatsvinden blijkt effectief.
Het geeft echter geen representatief beeld van de kwaliteit van
ritten in zijn algemeenheid.
Bron: overzicht resultaten Mysteryguestonderzoeken directie Handhaving en Toezicht
Openbare Ruimte (THOR), Taxiteam Amsterdam, maart 2020.
a
| Onderzoeksrapport | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Volgnummer * in te vullen door de raadsgriffie
Datum indiening * datum invullen
Onderwerp
Schriftelijke vragen van het lid N. Yilmaz inzake wederom weigeren van
nigaabdraagsters door het GVB
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting:
Ik citeer uit het Facebook-bericht*:
“Op vrijdag 21 augustus is een Moslima met gezichtsbedekking uit de bus (34
Amsterdam Noord) gezet, omdat volgens de chauffeur, enkel een gezichtsbedekking
niet is toegestaan. De Moslima, is uiteindelijk uitgestapt, omdat de chauffeur dreigde
met de politie. Nadat ze is uitgestapt, is zij een volgende bus gaan pakken en heeft zij
haar reis voort kunnen zetten zonder problemen.”
Eerder heeft de fractie van DENK schriftelijke vragen gesteld over een soortgelijke
zaak bij de pont. Het betreurt de DENK-fractie dat deze incidenten zich blijven
voortdoen en dat het college geen actie onderneemt om dit te voorkomen.
Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van DENK, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen:
1. Heeft het college kennisgenomen van dit incident en kan zij toelichten wat er zich
heeft voltrokken? Kan het college daarbij ook toelichten wáárom deze mevrouw is
geweigerd?
2. Het zogeheten boerkaverbod zou niet worden gehandhaafd. Welk verklaring heeft
het college voor het feit dat nigaabdraagsters nog steeds worden uitgesloten?
Wat gaat het college doen om dit in het vervolg te voorkomen?
3. Is het college c.q. het GVB in gesprek geweest met deze mevrouw om haar
verhaal aan te horen? Vindt het college dat aan deze mevrouw excuses zou
moeten worden aangeboden? Zo nee, waarom niet?
4. Hoe vaak is het sinds de invoering van het boerkaverbod (1 augustus 2019)
voorgekomen dat nigaab/boerkadraagsters geweigerd c.q. aangesproken zijn
door het GVB of in het stadshuis? Kan eveneens worden gedifferentieerd op
basis waarvan de weigering plaats vindt? Indien dit niet bijgehouden wordt,
waarom niet?
5. Hoe vaak is de politie ingeroepen bij het weigeren van nigaab/boerkadraagsters
en waarom is dat gebeurd? Hoe zijn die gevallen precies afgelopen?
1
https://www.facebook.com/tegenboerkaverbod/photos/a.494453294695194/82580113156
0407/
1
6. Kan een nigaab/boerkadraagster ook worden geweigerd als zij onder haar
gezichtsbedekkende kleding een mondkapje draagt? Waarom?
7. Maakt het verschil om een mondkapje van stof te dragen of gezichtsbedekkende
kleding? Waarom wel/niet? En wat is het protocol van het GVB hierop?
Het lid van de gemeenteraad,
N. Yilmaz
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2020
Afdeling 2
Vergaderdatum 16 december 2020
Publicatiedatum 13 januari 2021
Avondzitting op woensdag 16 december 2020
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Raadsgriffier: mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur.
6.
Vaststellen van de Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183)
De VOORZITTER: Aan de orde is de Begroting 2021 en deze wordt gevoegd
behandeld met de agendapunten 7 tot en met 12.
7.
Vaststellen van de Legesverordening 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1567)
8.
Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van
onroerendezaakbelastingen 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1578)
9.
Wijzigen van de Verordening Roerende Ruimtenbelastingen 2007 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1577)
10.
Wijzigen van de verordening precariobelasting 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1576)
11.
Vaststellen van de Verordening vermakelijkhedenretributie evenementen 2021.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1574)
12.
Wijzigen van de Verordening reclamebelasting 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1575)
De VOORZITTER: Vanavond beginnen we met de termijn van de zijde van de raad
en de stemmingen zullen morgenavond plaatsvinden bij de besluitvormende vergadering
zoals u weet. De moties die zijn ingediend bij de Algemene beschouwingen en bij de
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
behandeling van de Begroting van de raadscommissies maken deel uit van de
beraadslagingen.
1° Motie van het lid van Dantzig inzake viering 750 jaar Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1251)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de voorbereidingen voort te zetten voor de viering van ter ere van het 750-jarig
bestaan van Amsterdam;
- __ voor deze gelegenheid topsportevenementen naar Amsterdam te halen;
- voor deze gelegenheid de Manifesta Biënnale naar Amsterdam te halen;
- voor deze gelegenheid na te streven dat de museale voorziening beschikbaar
wordt gesteld voor het slavernijverleden
2° Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Leegstand in
tijden van woningnood (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1252)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met eigenaren van leegstaande winkelpanden en hotels te inventariseren waar
eventuele knelpunten voor een verdere opvoering van de woningproductie
precies liggen en die voor te leggen aan de raad.
3° Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-
Verkerk, Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Financiering buurtmedia
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een regeling op te zetten voor buurtmedia van 140.000 euro, te weten 20.000
euro per stadsdeel en hiervoor criteria te ontwerpen en deze voor te leggen
aan de raad;
- de dekking voor deze regeling te vinden binnen de middelen van de
Uitvoeringsagenda/middelen maatschappelijk initiatief.
4° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti en
Boomsma inzake de Begroting 2021, Buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__met bewonersorganisaties het idee van het buurtplatformrecht uit te werken en
de uitkomsten hiervan met de raad te delen;
- te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van
de nieuwe regeling Maatschappelijk Initiatief en de raad hierover te informeren.
5° Motie van de leden De Jong, Roosma, Hammelburg, Flentge en Mbarki
inzake de Begroting 2021, Tegengaan van onnodig hoge inkomenseisen bij vrije sector
huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1255)
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in gesprekken met woningcorporaties en (vertegenwoordiging van) particuliere
verhuurders het probleem van onnodig hoge inkomenseisen onder de
aandacht te brengen en zo mogelijk afspraken te maken dat zij inkomenseisen
hanteren van maximaal bruto drie keer de kale maandhuur:;
- te bezien of de maximale inkomenseis een criterium kan worden voor de
verhuurvergunning.
6° Motie van de leden Mbarki en Flentge inzake de Begroting 2021,
Handhaving buiten de ring (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1259)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij de verdeling van de extra middelen voor handhaving de ontwikkelbuurten
verhoogde prioriteit te geven;
- het overgrote deel van de extra handhavingsmiddelen juist in die delen van de
stad te investeren.
7° Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een
banenmotor die draait voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij de inzet op werkgelegenheid aandacht te hebben voor Amsterdammers die
geen startkwalificatie hebben of Verklaring Omtrent Gedrag (VOG);
- erop toe te zien dat ook voor deze groep Amsterdammers werkgelegenheid
gecreëerd wordt.
8° Motie van de leden Roosma, El Ksaihi en Mbarki inzake de Begroting
2021, In dienst bij Regionaal Werkcentrum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1262)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het kabinet te pleiten voor experimenteerruimte binnen het Regionaal
Werkcentrum om verschillende aanbevelingen van de commissie Borstlap uit
te voeren;
- in elk geval te onderzoeken welke vormen er mogelijk zijn om werknemers in
dienst te nemen van het Regionaal Werkcentrum en hen te detacheren en/of
collectieve risico's van werkgevers tijdelijk over te nemen zodat mensen
makkelijker aan de slag kunnen gaan bij lokale werkgevers.
g° Amendement van het lid Poot inzake de Begroting 2021 (Mutaties
Tegenbegroting van de fractie van de VVD ‘Met keuzes door de crisis’ (Gemeenteblad afd.
1, nr. 1275)
Besluit:
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
- Onderstaande mutaties, die nader worden toegelicht in de tegenbegroting van
de VVD, dienovereenkomstig te wijzigen in de begroting 2021 Gemeente
Amsterdam:
(bedragen in mijoenen) |
| Aantrekken bedrijven |08 |08 |o8 |o8 |
| Andere keuze: Buurtbanen & Diverseeconomie |-130 |-30 |-50 |00 |
2. Bouwend uitde crisis j03 |oo |oo |oo |
| Stroomlijnen vergunningsproces | vergunningsproces es joo joe pee
|
4.Veiligheidalsrandvoorwaarde ______|40 |40 |50 |60 |
| 150 extra handhavers | extra handhavers 200
OO
| Sociaal dashboardjeugdzorg____________|00 |oo |-20 |30 |
| Pilots schotten doorbreken |03 |03 |oo |+10 |
| Aanvullend openbaar vervoer | openbaar vervoer tes te te
|
| Geen reclamebelasting |99 |oo |oo |oo |
Incidentele lastenverlichting college __|-10,0 |-10,0 |oo |oo |
A
| Stoppen met intensivering broedplaatsen ___|47 [+47 |oo |oo |
| Stoppen metbuurtbudgetten __ |45 |45 |oo |oo |
| Stoppen bestuursopdrachtinclusieendiversiteit |-4,7 _|00 |oo |oo |
| Onttrekken klimaatfondsomte investeren __|-490 |-39,0 [00 |00 |
| Verkoop gemeentelijkvastgoed _________|-50 |-50 |oo |oo |
A
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Frictiekosten herinrichting ambtelijke organisatie 40,0 |60,0 |27,5 |450 |
Secundaire besparingen ambtelijke organisatie loo |-10,0 |-100 |100 |
Inkrimping ambtelijke huisvesting
Resultaat
2021 {2022 |2023 |2024
(bedragen in miljoenen) |
Begin saldo
Toevoegingen |
Vereveningsfonds oo |oo |oo [750
Reserve erfpachtgrond 500 |soo |oo |oo |
Rentebuffer
Onttrekkingen: |
Inzet algemene reserve -124,7
Reserve meerjaren intertemporele compensatie (-15,3 Jo |93 |4 |
Eindsaldo algemene reserves 288,4
Stedelijk Mobiliteitsfonds 2021 2022 2023 2024
(bedragen in miljoenen) nn
Stoppen programma autoluw
Onder de grond parkeren
Niet schrappen parkeerplaatsen 08 |-08 |08 |08
10 cents zone en coupons voor ondernemers os |o8 log |o8
Extra investeringen in groen & onderhoud loo [30 |50 |4100
Parkeeropbrengsten 2e vergunning, zondag
Resultaat 65 [30 |21 lee |
10° Motie van de leden Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake de
Begroting 2021, Amsterdam Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__samen met het bedrijfsleven te investeren in het voorstel van MKB Amsterdam
Food Capital;
- deze investeringen te financieren uit de 12 miljoen die gereserveerd is voor de
viering van Amsterdam 750 jaar.
11° Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Inventarisatie
ondersteuning hulpinitiatieven in coronatijd (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1278
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- samen met betrokken partijen te inventariseren wat er nodig is aan geld en
middelen in de stad om te zorgen dat formele en informele
(voedsel}hulpinitiatieven voldoende hulp kunnen blijven bieden;
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- deze inventarisatie breed aan te vliegen door ook te kijken naar zaken als
fysieke locaties voor voedseluitgiftepunten en benodigdheden als mondkapjes,
koelkasten, ondersteuning van transport (busjes) voor informele
voedselinitiatieven;
- __aan de hand van deze inventarisatie een globaal plan van aanpak te schetsen
om formele en informele hulpinitiatieven te ondersteunen en deze te
rapporteren aan de raad.
12° Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Slotervaart als
noodhospitaal, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met spoed in overleg te treden met het Regionale Overleg Acute Zorg (ROAZ)
en de mogelijkheden om het Slotervaartziekenhuis te gebruiken als
noodhospitaal voor coronazorg — bijvoorbeeld door verpleegafdelingen in te
richten voor patiënten die niet op de IC liggen — nogmaals te onderzoeken en
hierover te rapporteren aan de raad.
13° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, De beste raad is
een burgerraad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1280)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de burgerinspraak en burgerparticipatie in Amsterdam
vergroot kan worden, bijvoorbeeld met het instellen van een burgerberaad of
burgerjury;
- de raad over de uitkomsten te informeren.
14° Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Inspraakavond
geen wassen neus (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1281)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ervoor te zorgen dat inspraakavonden in een vroeger stadium van de
besluitvorming plaatsvinden zodat bewoners ook daadwerkelijk inspraak
kunnen uitoefenen op het uiteindelijke besluit.
15° Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de
middenklasse in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe we de middenklasse kunnen behouden in Amsterdam en
daarbij mee te nemen in hoeverre gemeentelijk beleid hierbij een rol kan
spelen, en bij dit onderzoek nadrukkelijk maar niet exclusief, de volgende
gemeentelijke beleidsterreinen te betrekken:
— Wonen;
— economie en werk;
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
— mobiliteit en bereikbaarheid;
— gemeentelijke lasten;
— energietransitie;
- naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek beleidsvoornemens ter
behoud van de middenklasse in Amsterdam aan de raad voor te leggen in een
Actieplan Middenklasse Amsterdam.
16° Motie van de leden Boomsma, Van Dantzig, Poot, Mbarki, Flentge, Van
Soest, Van Lammeren, Kreuger, Ceder, Van Schijndel en Roosma inzake de Begroting
2021, Stadsgesprekken vrijheid van meningsuiting en religie (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1290)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ín samenwerking met scholen en andere relevante partners en groepen
(waaronder docenten, jongerenwerkers, maatschappelijke organisaties en
debatcentra) een serie stadsgesprekken te organiseren over het belang van
ondeelbare grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting, en waarom
ideologie en religiekritiek- en spot in de vorm van cartoons of op andere
manieren, daar onder valt, in het licht van recente ontwikkelingen.
17° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bouwen in het
middensegment (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1294)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de eis voor de verdeling van segmenten voor de nieuwbouw aan te passen
naar 30% sociale sector, 50% middensegment en 20% duur segment;
- de extra grondopbrengsten die dit realiseert deels in te zetten voor een
versnelling van de woningverbetering in de sociale sector te beginnen met het
zo snel mogelijk vervangen van enkelglas door dubbelglas bij sociale
huurwoningen.
18° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen
op de OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303)
Besluit:
- de bouw van het nieuwe Meervaart theater aan de Sloterplas en de OBA Next
uit te stellen;
- de vrijgekomen kapitaallasten van het uitstellen van deze projecten te
gebruiken om de bezuinigingen op de wijkbibliotheken te voorkomen.
19° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Noodopvang
dakloze gezinnen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1304)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- niet te bezuinigen op de noodopvang voor dakloze gezinnen maar in plaats
daarvan op termijn het aantal plekken in de noodopvang te verhogen tot 330
plekken in totaal;
- maatregelen te treffen om de doorstroom vanuit de opvang te bevorderen;
- in 2021 2,5 miljoen extra beschikbaar te stellen voor de noodopvang van
dakloze gezinnen, naast het voorgestelde bedrag in de begroting;
- _ vanaf 2022 structureel 5 miljoen extra te bestemmen voor de noodopvang van
dakloze gezinnen;
- Dit tot aan 2023 te dekken vanuit de algemene reserve en daarna vanuit
hogere grondopbrengsten als gevolg van een aanpassing van de eisen voor
woningbouw naar een groter middensegment.
20° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Structurele
financiering Masterplan Zuidoost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1305)
Besluit:
- het participatieproces zorgvuldig te waarborgen en de wijken en de bewoners
te betrekken bij de uitvoering van het Masterplan Zuidoost;
-__een langdurige financiering van 5 miljoen per jaar voor ten minste tien jaar na
2022 voor het Masterplan Zuidoost te bestemmen;
-_ de extra investeringen voor het Masterplan Zuidoost te dekken vanuit de
tientallen miljoenen die nu gereserveerd worden voor banenmotoren.
21° Motie van het lid La Rose inzake de Begroting 2021, Toename psychische
klachten door coronacrisis bij jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1306)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe vroegsignalering bij jonge Amsterdammers met
psychische klachten kan worden ingezet;
- de inzet van jongerenwerkers als aanspreekpunt voor vroegsignalering te
onderzoeken;
- __ hiertoe een plan te ontwikkelen en dit voor te leggen aan de raad.
22° Motie van de leden N.T. Bakker, De Fockert, Veldhuyzen, Taimounti en
Heinhuis inzake de Begroting 2021, Vóór 14 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1307)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in navolging van de gemeenten Arnhem, Utrecht, Den Haag, Groningen,
Nijmegen en Delft zich uit te spreken voor een verhoging van het minimumloon
naar 14 euro per uur;
-__door middel van een brief bij de regering aan te dringen op verhoging van het
minimumloon naar 14 euro per uur;
- binnen VNG-verband in het kader van de onderhandelingen over de cao
Gemeenten 2021 en verder zich hard te blijven maken voor een uurloon van
minimaal 14 euro per uur.
8
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
23° Motie van de leden N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti inzake de
Begroting 2021, Uurloon naar 14 euro per uur voor toekomstige medewerkers
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1308)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ toekomstige medewerkers die in dienst komen bij de gemeente Amsterdam
waar mogelijk dusdanig in te schalen dat zij minimaal 14 euro per uur
verdienen.
24° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Versnelling
van vergroening schoolpleinen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1309)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- voor de verschijning van de Voorjaarsnota mogelijkheden te schetsen om de
Amsterdamse Impuls Schoolpleinen te versnellen zodat er de komende twee
jaar in plaats van 15 schoolpleinen jaarlijks 30 schoolpleinen kunnen worden
aangepakt en de kosten hiervan in kaart te brengen.
25° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen
stadspasacties voor het Dolfinarium (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1310)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in de toekomst geen stadspasacties meer voor het Dolfinarium te organiseren.
26° Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Van Mierlobrug’
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1311)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een brug te vinden met een duidelijke link naar het leven van Hans van Mierlo
en deze de naam Hans van Mierlobrug te geven.
27° Motie van de leden Taimounti en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021,
Voedselparagraaf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de begroting een voedselparagraaf op te nemen waarin:
- alle inspanningen van de gemeente ter bevordering van een regionale
voedseleconomie, het tegengaan van voedselverspilling en alle vormen van
steun aan (in)formele voedselvoorzieningen wordt opgenomen;
- daarbij te onderzoeken hoe het (overtollige) aanbod van voedsel uit de
regionale voedseleconomie kan worden afgestemd op de vraag naar voedsel
van de (informele voedselvoorzieningen;
- de raad periodiek te informeren over de voortgang van deze programma’s en
initiatieven zolang de coronacrisis voortduurt.
9
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
28° Amendement van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Financiële
gift voor vitale vrijwilligers actief bij de (in)formele voedselvoorzieningen (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1313)
Besluit:
- onze waardering te laten blijken aan actieve vrijwilligers van de formele en
informele voedselvoorzieningen in Amsterdam, in de vorm van een financiële
gift gelijk aan het bedrag dat is toegekend aan de medewerkers van de
handhaving en deze uit dezelfde dekking te financieren.
29° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021,Tweede
noodkas voor coronasteun (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1314)
Besluit:
in de Begroting 2021 op bladzijde 23 de volgende passages op te nemen:
— “Om bedrijven, organisaties en instellingen die in nood verkeren door de
coronacrisis te kunnen ondersteunen reserveren we een bedrag van 18 miljoen
euro voor een nieuwe ‘noodkas’. Ook instellingen die geen subsidie ontvangen
van de gemeente kunnen in aanmerking komen voor deze steun”;
— “Dit bedrag te onttrekken aan het klimaatfonds en in mindering te brengen op
de uit dat fonds begrote uitgaven voor banenmotoren”;
— Alle andere relevante passages en tabellen uit de begroting conform het
bovenstaande te wijzigen.
30° Amendement van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk, Van Soest en
Kreuger inzake de Begroting 2021, Bezuinig niet op bestaande bibliotheken
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1315)
Besluit:
- op pagina 21 van de begroting in tabel 2.24 Vermindering Taken per
Programma bij programma 4 de voorgestelde bezuiniging van 1,2 miljoen euro
in 2023 en 2024 en 0,3 miljoen euro in 2023 en 2024 te schrappen en in de
tekst de volgende zin op te nemen:
“De subsidie aan OBA houden we ook in 2023 en 2024 op peil.”
- hiervoor dekking te vinden door af te zien van de geplande bouw van OBA-
next op de Zuidas en het nieuwe Meervaart theater in de Sloterplas, en de
vrijgevallen kapitaallasten van 1,5 miljoen euro daartoe aan te wenden;
- alle andere tabellen en teksten van de begroting het bovenstaande laten
reflecteren.
31° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun
Museum het Schip (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1316)
Besluit:
10
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
-__op pagina 90 van de begroting 2021 onder het kopje ‘Welke ontwikkelingen
zien we voor 2021” de volgende passages op te nemen:
“Om de rijke geschiedenis van de Amsterdamse School-architectuur te kunnen
blijven tonen geeft de gemeente de komende vier jaar een aanvullende
subsidie van 150.000 euro aan Museum Het Schip. Dit dekken we door jaarlijks
dit bedrag te onttrekken aan het vereveningsfonds.”
- alle andere tabellen en teksten van de begroting het bovenstaande laten
reflecteren.
32° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Sloopvergunning
historische panden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1317)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe historische panden van voor 1940 die geen monument
zijn beter beschermd kunnen worden door de invoering van een
sloopvergunningsstelsel en dat voor te leggen aan de gemeenteraad.
33° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek toezicht
op verbouwingen en sloop van monumenten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1318)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe effectief de huidige Bouw- en woningtoezicht per
stadsdeel is ten opzichte van de bescherming van erfgoed en hierbij te
betrekken:
— het opsporen van misstanden bij bouw- en sloopwerkzaamheden;
— eventuele capaciteitstekorten;
— de samenhang en uniformiteit tussen het toezicht per stadsdeel
34° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen cursussen
wit-privilege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen cursussen of trainingen in wit-privilege aan te bieden aan Amsterdamse
ambtenaren.
35° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen
extra sportvelden in het Diemerpark (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1320)
Besluit:
-__op pagina 408 de zin ‘Ook investeren we in de verbouwing van het De
Mirandabad, sporten en spelen in de openbare ruimte, uitbreiding van
sportpark IJburg en de voorbereidingen voor een nieuwe Jaap Eden IJsbaan.’
11
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
te wijzigen in:
‘Ook investeren we in de verbouwing van het De Mirandabad, sporten en
spelen in de openbare ruimte en de voorbereidingen voor een nieuwe Jaap
Eden IJsbaan.’
36° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun voor
sportaanbieders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1321)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met de Sportraad in overleg te gaan over deze problematiek;
- als bij de subsidieronde van 15 november blijkt dat opnieuw weinig
sportaanbieders subsidie hebben aangevraagd, samen met de Sportraad te
kijken hoe sportaanbieders die in financiële problemen zijn gekomen door de
coronacrisis wel bereikt kunnen worden;
- zo nodig de criteria voor subsidie bij te stellen.
37° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Zwemlessen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1322)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- prioriteit te geven aan het opstarten van zwemlessen zodra dit mogelijk is;
- de zwembaden te vragen de wachtlijsten te heropenen omdat er anders geen
inzicht is in de behoefte;
- de wachtlijsten op zo kort mogelijke termijn weg te werken door het starten van
extra zwemlessen;
- ditte financieren uit de gelden die gereserveerd zijn om het sporten bij 5 t/m
12-jarigen te bevorderen.
38° Motie van de leden Boutkan en Ernsting inzake monitoren van onroerend
goed transacties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- beter en anders te gaan monitoren welke OG transacties in bepaalde straten/
gebieden worden gedaan;
- hiertoe te overleggen met belangrijke stakeholders in de stad, zoals
woningcorporaties, NV Zeedijk, Stadsgoed, het RIEC, BIZ etc;
-__een verkenning op hoofdlijnen uit te voeren voor het inrichten van een bureau
waar door de gemeente OG-transacties worden vastgelegd en gevolgd,
waarbij voldaan wordt aan de juridische verplichtingen rondom privacy en
gegevensverzameling;
- de resultaten van deze verkenning voor te leggen aan de raad voor de zomer
van 2021.
39° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021,
Bewustwordingscampagne ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1324)
12
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bovengenoemde bewustwordingscampagne op sociale media, gericht op
ondernemers over foute investeerders, door te ontwikkelen en te herhalen;
-__ hierbij bij voorkeur samen met de Amstellandgemeenten op te trekken;
- in de campagne nadrukkelijk aandacht te besteden aan de mogelijkheid om
misdaad of verdachte situaties anoniem te melden en het plaatsen van
dergelijke meldingen eenvoudiger te maken;
- de raad te informeren over de resultaten en opbrengsten van de campagne.
40° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ín kaart te brengen hoeveel extra ambtelijke capaciteit er nodig is om de
omvangrijkere bibob-toetsen uit te kunnen voeren en op basis hiervan een
voorstel uit te werken en dit aan de raad te besluitvorming voor te leggen.
41° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra
handhaving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326)
Besluit:
- _op bladzijde 45 van de begroting onder ‘3.1.2 Openbare orde en veiligheid’
onder ‘toezicht en handhaving’ toe te voegen:
‘We zorgen voor extra toezicht door de komende jaren nog eens 100 extra
handhavers in dienst te nemen.’
-__op bladzijde 49 onder ‘lasten’ toe te voegen:
‘extra handhaving (3 miljoen euro)
- dit te dekken door te stoppen met de 24-uursopvang van uitgeprocedeerde
vreemdelingen;
- alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen.
42° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Reserveer
middelen voor het bestrijden van misstanden in de prostitutie en sluiten raambordelen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1327)
Besluit:
-__op bladzijde 47 onder ‘Prostitutie’ de volgende passage toe te voegen aan de
eerste bulletpoint na ‘Het Project uitwerking Scenario's Raamprostitutie
Wallen/Singelgebied.”
13
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
‘Om voldoende middelen te hebben voor de uitvoering van dit project
reserveren we in 2021, 2022 en 2023 jaarlijks 4 miljoen euro;
- ditte dekken door dit bedrag te onttrekken aan het klimaatfonds;
- op diezelfde bladzijde onder Prostitutie een bulletpoint toe te voegen met:
‘Het bestrijden van misstanden in de prostitutiesector verdient blijvende
aandacht. Om die bestrijding te intensiveren reserveren we 0,5 miljoen euro
extra in 2021, 2022 en 2023’;
- ditte dekken door dat bedrag in mindering te brengen op de uitgaven aan de
opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers;
- alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen.
43° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra
middelen voor bestrijding radicalisering (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1328)
Besluit:
- op bladzijde 45 van de begroting onder ‘Radicalisering’ onder ‘toezicht en
handhaving’ toe te voegen:
op bladzijde 49 onder ‘lasten’ bij ‘De aanpak Radicalisering (0,9 miljoen euro)’
het bedrag te wijzigen in
‘De aanpak radicalisering (1,6 miljoen euro)
- dit te dekken door te stoppen met de 24-uursopvang van uitgeprocedeerde
vreemdelingen;
- alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen
44° Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Onderzoek naar de
volksgezondheidsaanpak (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de schaarse mankracht in het veiligheidsdomein
efficiënter kan worden ingezet ter voorkomen en bestrijden van wapengeweld
en -bezit onder jongeren bijvoorbeeld door meer in te zetten op maatregelen
die gebaseerd zijn op de volksgezondheidsaanpak, en hierover te rapporteren
aan de raad.
45° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Campagne voor een
fatsoenlijke samenleving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
14
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- ín gesprek te gaan met vertegenwoordigers en belangenbehartigers die een
representatieve afspiegeling vormen van de Amsterdamse demografie en
samen met hen een campagne op te zetten c.q. voorstellen te bedenken ter
bevordering van een fatsoenlijke samenleving en een respectvolle omgang
met elkaar.
46° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Veiligheidsinzet
Centrum efficiënter organiseren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1331)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken of en hoe de inzet van de verschillende programmaonderdelen
in het beleidsdomein Openbare Orde en Veiligheid gericht op stadsdeel
Centrum efficiënter georganiseerd kunnen worden waardoor kosten kunnen
worden bespaard;
-__en de hieruit voortvloeiende besparingen in te zetten voor het verbeteren van
de leefbaarheid en veiligheid in de ontwikkelbuurten.
47° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021,
Discriminatierechercheurs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1332)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ ín overleg met de driehoek en de landelijke politieleiding de mogelijkheden te
verkennen om Amsterdam aan te laten sluiten bij de pilot
discriminatierechercheurs teneinde te bezien of specialisatie een bijdrage kan
leveren aan een effectievere bestrijding van discriminatie en de uitkomsten
hiervan te rapporteren aan de raad.
48° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra
capaciteit monumenten en archeologie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333)
Besluit:
-__op pagina 100 toe te voegen:
‘We investeren in de bescherming van erfgoed in de stad. Daartoe breiden we
de capaciteit uit van Monumenten en Archeologie.”
- in de tabel ‘Financiële Toelichting’ op diezelfde bladzijde de lasten van 3,2
miljoen euro voor 2021 te wijzigen naar 3,6 miljoen euro en voor 2022 naar 3,6
miljoen euro;
- dit te dekken door het in mindering te brengen op het budget dat is
gereserveerd voor de bestuursopdracht diversiteit (totaal 4,7 miljoen euro) en
alle bijbehorende teksten en bedragen conform te wijzigen.
49° Motie van de leden Boomsma inzake de Begroting 2021, Spreekuur voor
burgemeester en wethouders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
15
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- een voorstel uit te werken voor een periodiek en terugkerend spreekuur voor
burgemeester en wethouders, dat breed bekend is bij bewoners en instellingen
in de stad, waar alle burgers die wonen of werken in de stad een onderwerp
van maatschappelijk belang naar keuze, met uitzondering van onderwerpen
waarover een bezwaar- of beroepsprocedure loopt, kunnen voorleggen aan de
relevante bestuurder.
50° Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg en Boomsma inzake de
Begroting 2021, Versnellen proces bouwvergunningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1335)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een onafhankelijk bureau de opdracht te geven om het proces omtrent het
verlenen van bouwvergunningen onder de loep te nemen;
- de stadsdelen en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de opdracht te
geven de bevindingen en verbeterpunten van het onafhankelijk bureau te
gebruiken om het proces te stroomlijnen, zodat de bouwambities ook in de
toekomst gehaald kunnen blijven worden.
51° Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Begroting 2021, Geen
strengere BENG-eisen die woningbouw schaden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1336)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- als Amsterdam geen strengere BENG-eisen te hanteren tenzij deze in
samenspraak met de branche hebben geleid tot een voorstel die haalbaar,
betaalbaar en effectief is zodat de woningbouwproductie hier niet onder leidt.
52° Motie van het lid Boomsma inzake de begroting 2021, Realistisch inzicht
in de woningbouw (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de raad in januari 2021 te informeren over hoeveel sociale huurwoningen en
middeldure huurwoningen in 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025 in aanbouw
genomen zullen moeten worden om de doelen uit het woningbouwplan 2018-
2025 te realiseren en gemiddeld over 2018-2025 uit te komen op 1.670
middelduur en 2.500 sociaal.
53° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitor oplevering
middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met ingang van 2021 één keer per jaar een rapportage beschikbaar te stellen,
in een vorm waarmee de raad in staat is om een kwalitatieve evaluatie van het
actieplan middeldure huur uit kan voeren, omdat wordt ingegaan op:
16
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
— hoeveel van de in aanbouw genomen woningen per jaar zijn reeds
opgeleverd;
— hoe groot zijn de woningen, uit hoeveel ruimtes bestaan deze;
— waar bevinden deze woningen zich;
— wat was de opleverstatus (bijvoorbeeld: casco, geheel afgebouwd, etc);
— wat is de aanvangshuur van de woning en wat zijn de servicekosten;
— welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld VVE-kosten, kosten
voor een parkeerplaats, etc;
— wat is het aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners
inderdaad middeninkomens.
54° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek
beïnvloedbare aspecten van financiële positie corporaties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1339)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de volgende aspecten de financiële positie van
corporaties beïnvloeden:
-__ verhuurdersheffing;
- lokale belastingen;
-= onnodige leegstand (uitgelopen verbouwing, leegstand bij wissel van
bewoners);
- __huurachterstanden;
- te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente en corporaties zelf hebben
om deze positie te verbeteren;
- en aante geven wat de (financiële) impact van deze maatregelen kan zijn.
55° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Alles op alles voor
middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij nieuwe transformaties ook de volgende verdeling van sociale, middel dure
en dure koopwoningen toe te staan: 0%-100%-0% of een andere verdeling
waarbij minstens 80 procent van de bouw bestaat uit woningen in het
middensegment;
- bij nieuwe tenders voor woningbouw 2021 de volgende verdeling als
uitgangspunt te hanteren: 0%-100%-0%, of een andere verdeling waarbij
minstens 80 procent van de bouw bestaat uit woningen in het middensegment,
zolang de bestaande ambities voor middeldure huur en de al opgelopen
achterstanden nog niet zijn ingelopen, en alleen van deze verdeling af te wijken
na instemming door de raad.
56° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Up to date
objectieve benchmark voor schoon en heel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
17
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- een objectieve benchmark uit te (laten) voeren naar het beleid ‘schoon’ en
‘heel’ waarin gekeken wordt naar:
- kwaliteit: hoe verhoudt het onderhoudsniveau in Amsterdam zich tot het
onderhoudsniveau in andere steden;
- budget: hoe verhoudt het budget, bijvoorbeeld per 1.000 inwoners, dat
Amsterdam uitgeeft zich tot de uitgaven in andere gemeenten;
- governance: hoe verhoudt de manier van KPl-sturing die binnen
Amsterdam gehanteerd wordt (o.a. beeldkwaliteit en meldingen) zich tot
de sturing die in andere gemeenten gehanteerd wordt;
- lange termijn: hoe het lange termijn onderhoudsplan van de gemeente
Amsterdam zich verhoudt tot andere gemeenten;
-__en dit onderzoek in het eerste halfjaar van 2021 aan de raad te sturen.
57° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Wijkcentra
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij de uitwerking van de buurtbudgetten in de Begroting 2021 de financiering
van wijkcentra mee te nemen en er daarbij zorg voor te dragen dat wijkcentrum
De Pijp en wijkcentrum d'Oude Stadt voldoende gefinancierd worden om hun
werkzaamheden op het huidige niveau voort te zetten.
58° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021,
Behalen referentienorm groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1343)
Besluit:
-__op pagina 196 binnen de tabel ‘Activiteit 9.4.1.3. We zorgen voor integrale en
duurzame ruimtelijke planontwikkeling’ de volgende tekst:
“1. Geen[1] Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen
streefwaarde [1] Voor deze activiteit zijn geen indicatoren en streefwaarden
opgenomen, omdat deze activiteit lastig te vangen is in één afzonderlijke
indicator’
te wijzigen in:
‘Bij elk investeringsbesluit (plaberum) is er ruimte voor groen volgens de
referentienormen.
-__en onder Begroting 2021 toe te voegen: “100 procent’;
-__en onder Prognose 2022-2024 toe te voegen: “100 procent’.
59° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Zet Zuidoost
op de kaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1344)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
18
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- voortaan heel Amsterdam-Zuidoost volledig te vermelden op plattegronden in
beleidsstukken die van toepassing zijn op dit stadsdeel en op de gemeente
Amsterdam als geheel.
60° Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Soest, Van Schijndel,
Bloemberg-lssa, Ceder, Kilig en Köhler inzake de Begroting 2021, Pardonregeling voor late
erfpachtoverstappers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1345)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een pardonregeling te treffen zodat erfpachters die tussen 7 januari 2020 en 7
maart 2021 overstappen naar eeuwigdurende erfpacht, alsnog gebruik kunnen
maken van de korting die gold voor die tijd en waarbij de erfpachtgrondwaarde
wordt afgeleid van de WOZ-waarde 2014/2015.
61° Amendement van de leden N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond en Nadif
inzake ‘Food Capital’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346)
Besluit:
-__samen met het bedrijfsleven te investeren in het voorstel van MKB Amsterdam
‘Food Capital’;
- deze investeringen te financieren uit de 12 miljoen die gereserveerd is voor de
viering van Amsterdam 750 jaar.
62° Amendement van het lid Vroege inzake de Begroting 2021, Meer voor de
fiets minder voor de auto (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347)
Besluit:
- de subsidieregeling langparkeren af te bouwen en de middelen die hierdoor
vrijvallen in te zetten voor het stimuleren van het aantal fietsbuurtstallingen.
63° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Stimuleer thuiswerken
en spits mijden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1348)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een hackaton te organiseren waarin gemeente, brancheorganisaties,
werkgevers en werknemers, vervoerbedrijven en _mobiliteitsexperts
brainstormen over oplossingen om drukte op het ov-netwerk en wegen zoveel
mogelijk te ontlasten en te spreiden, door middel van onder andere het
stimuleren van thuiswerken en spits mijden;
- zich als doel te stellen een actieprogramma uit te werken op basis van de
uitkomsten van deze hackaton.
64° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Korting parkeren
emissieloze deelauto’s (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1349)
19
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken om binnen de budgetten die staan voor de Agenda Autodelen
en de Agenda Autoluw korting te geven op de tarieven voor uitstootvrije
deelauto-parkeervergunningen;
- de raad te informeren over de uitkomsten hiervan en op basis van dit
onderzoek eventueel een voordracht voor te bereiden die voorziet in korting
op de tarieven voor uitstootvrije deelautoparkeervergunningen.
65° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Meer auto’s onder de
grond en meer groen op straat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een stadsbreed onderzoek te starten waarin alle mogelijke locaties in kaart
worden gebracht die zich lenen voor de ontwikkeling van moderne
(ondergrondse) parkeergarages voor o.a. emissievrije auto’s en deelauto’s,
zowel in de bebouwde omgeving als in nieuw te bouwen buurten;
- hierbij ook reeds eerder onderzochte locaties voor garages te betrekken;
-__in dit onderzoek uit te gaan van een opheffingsnorm van 1:1, zodat nieuw te
bouwen (ondergrondse) parkeergarages resulteren tot meer ruimte op straat
voor groen, fietsparkeren en speelvoorzieningen voor kinderen etc.
66° Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021, Corona
parkeerdubbeltje (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1351)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ín kaart te brengen welke winkelgebieden zich zouden kunnen lenen voor het
instellen van 10-centzones;
- te onderzoeken of het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers
winkelend publiek kan aantrekken.
67° Motie van het lid Van Lammeren inzake de begroting 2021 (Geen
vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1352)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de vertrekkende wethouder Dijksma niet te vervangen en de portefeuilles in de
commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water (MLW) binnen het college op te
laten vangen.
68° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Nee-tenzij-
beleid bij bomenkap (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1353)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
20
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- dat het uitgangspunt van de gemeente wordt om bomen in Amsterdam te
behouden;
-__ ereen nee-tenzij-beleid komt waarbij in principe alle bomen blijven staan, tenzij
het om veiligheidsredenen echt niet anders kan;
- _ bij elke boom die gekapt gaat worden te rapporteren waarom dit noodzakelijk
is en welke alternatieven overwogen zijn inclusief financiële onderbouwing.
69° Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2021, Lessen uit de
Menukaart, anders omgaan met schaarse openbare ruimte (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1354)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de methodiek en ervaringen van de Menukaart te evalueren en met een
voorstel te komen welke lessen getrokken en toegepast kunnen worden;
- de raad hierover te informeren vóór de zomer van 2021.
70° Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Het EU-Mercosur
Verdrag (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich uitte spreken tegen het EU-Mercosur verdrag en voor het handhaven van
de ambities van de Amsterdam Declaration on Deforestation;
- door middel van een brief aandringen bij de regering voor het verwerpen van
het EU-Mercosur Verdrag en het implementeren van de Amsterdam
Declaration on Deforestation.
71° Amendement van het lid Martens inzake de Begroting 2021, Investeer
extra in imago stad en binnenhalen congressen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1356)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- jaarlijks 1,5 miljoen euro extra te besteden aan het promoten van de stad als
bestemming voor kunst, cultuur, architectuur, goede restaurants en topmusea;
- hierbij nadrukkelijk in te zetten op het aantrekken van grote congressen;
- tevens jaarlijks 0,8 miljoen euro te investeren in het verbeteren van het
vestigingsklimaat en het aantrekken van (medische) bedrijven naar
Amsterdam en de regio;
- ditte dekken conform de financiële voorstellen uit de tegenbegroting van de
Amsterdamse VVD ‘met keuzes door de crisis’,
72° Amendement van het lid Martens en Kreuger inzake de Begroting 2021,
Investeer in volwasseneneducatie, juist nu! (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1357)
Besluit:
- de voorgenomen bezuinigingen op volwasseneducatie te schrappen;
- de jaarlijkse bijdrage aan volwasseneducatie te verhogen met 1 miljoen euro;
21
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
- deze intensivering te dekken conform de financiële voorstellen uit de
tegenbegroting van de Amsterdamse VVD ‘met keuzes door de crisis’.
73° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Onderzoek APV-verbod
hoge bedragen contant geld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1358)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de juridische mogelijkheden en de handhaafbaarheid te onderzoeken van een
APV-verbod op het op zak hebben van hoge bedragen contant geld;
- hierbij te onderzoeken hoe ondernemers en werknemers die beroepsmatig
contant geld bij zich moeten hebben kunnen worden uitgezonderd;
- met de driehoek een analyse te maken in hoeverre een dergelijk APV-verbod
de activiteiten van (drugs)criminelen kan verstoren;
- de resultaten van dit onderzoek en deze analyse in Q1 van 2021 te delen.
74° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021,
Bewustwordingscampagne ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1359)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bovengenoemde bewustwordingscampagne op sociale media, gericht op
ondernemers over foute investeerders, door te ontwikkelen en te herhalen;
-__ hierbij bij voorkeur samen met de Amstellandgemeenten op te trekken;
- in de campagne nadrukkelijk aandacht te besteden aan de mogelijkheid om
misdaad of verdachte situaties anoniem te melden en het plaatsen dergelijke
meldingen eenvoudiger te maken;
- de raad te informeren over de resultaten en opbrengsten van de campagne.
75° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Afspraken risicobranches
tegen ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1360)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__te identificeren welke branches te maken kunnen krijgen of betrokken kunnen
zijn bij witwassen, fraude of ondermijning (waar onder: autoverhuurbranche,
makelaardij, notariaat, banken, projectontwikkelaars) ;
-__per branche convenanten af te sluiten of afspraken te maken waarbij partijen
zich committeren aan het signaleren en tegen gaan van witwassen en
ondermijning als ook samenwerking hieromtrent aangaan;
- de raad hierover te informeren.
76° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1361)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
22
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- ín kaart te brengen hoeveel extra ambtelijke capaciteit er nodig is om de
omvangrijkere bibob-toetsen uit te kunnen voeren en op basis hiervan een
voorstel uit te werken en dit aan de raad te besluitvorming voor te leggen.
77° Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van
fossiele reclame (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe reclame en marketingevenementen voor fossiele
producten kunnen worden teruggedrongen in de publieke ruimte en van
websites en instituties die door de gemeente worden (mede)gefinancierd;
- daarbij op korte termijn voorrang te geven aan het uitfaseren van reclame voor
bedrijven die primair werken in de kolensector en de oliesector en reclame
voor vliegvakanties;
- als onderdeel daarvan het gesprek aan te gaan met JC Decaux om te bezien
of in ieder geval na het verlopen van de huidige contracten reclame voor
fossiele producten kan worden verboden, en liefst eerder.
78° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Minimumafstand
voetgangersoversteekplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1363)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een minimale, acceptabele afstandsmaat voor voetgangersoversteekplaatsen
vast te stellen en deze te hanteren in toekomstig beleid;
- over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad.
79° Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman en N.T. Bakker
inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1364)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en
nieuwe bewoners) structureel te betrekken en zeggenschap te geven bij het
ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en groen, op
buurtniveau;
- te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden
georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage.
80° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Maak schone en
vuile straten inzichtelijk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1365)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een online kaart van Amsterdam met de actuele CROW-waarden van alle 481
buurten te ontwikkelen die voor het publiek toegankelijk is.
23
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
81° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen
lastenverzwaring voor beter herstel van economie en werkgelegenheid (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1366)
Besluit:
- op bladzijde 278 de tekst onder baten bij de achtste bullet de tekst te
schrappen en vervangen met:
‘Betaald parkeren in Geuzenveld voeren we alleen in als daarvoor een breed
draagvlak bestaat, waarbij we in dat geval tevens een aanvullende
bezoekersregeling treffen. Derhalve boeken we mogelijke opbrengsten
hiervan nog niet in. We verhogen de kosten voor een tweede
parkeervergunning niet.’
- op bladzijde 22 de passages onder paragraaf ‘Lasten’ te schrappen en te
vervangen voor de volgende tekst:
‘We vinden het onverstandig om in deze crisis de lasten te verzwaren. We
verhogen in 2021 de OZB niet, de afvalstoffenheffing niet, en het
reinigingsrecht niet, en voeren in 2021 ook geen reclamebelasting in. Bij de
voorjaarsnota 2022 heroverwegen we voorgestelde lastenverzwaringen
nogmaals. Voor 2021 dekken we de benodigde 76,7 miljoen euro door te
stoppen met de 24-uursopvang uitgeprocedeerde asielzoekers (5,0 miljoen
euro), uit de incidentele lastenbesparing College (10,0 miljoen euro), door
grotendeels stoppen programma autoluw (10 miljoen euro), door het inperken
van ambtelijke huisvesting (5,0 miljoen euro en te bezuinigen op het ambtelijk
apparaat (inclusief frictiekosten in 2021 5,0 miljoen euro), de verkoop van
commercieel gemeentelijk vastgoed (5,0 miljoen euro ), meer in te zetten op
bouw van woningen in midden- en dure segment en een deel van de
meeropbrengsten daarvan te onttrekken aan het vereveningsfonds (30,0
miljoen euro), en uit het klimaatfonds in plaats van de banenmotor (7,6
miljoen);
- alle andere teksten en tabellen in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen.
82° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Corrigeer
foutieve verhoging vermakelijkheidsretributie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1367)
Besluit:
-__op bladzijde 313 van de Begroting 2021 de zin ‘De verhoging van het tarief
voor rondvaartboten van 1,50 euro naar 1,75 euro per opstapper brengt 1,4
miljoen euro op’ te schrappen zodat het tarief niet wordt verhoogd;
- alle andere tabellen en teksten conform het bovenstaande aan te passen.
24
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
83° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Draai
verhoging vermakelijkheidsretributie terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1368)
Besluit:
- _op bladzijde 313 van de begroting de passage ‘Hogere baten van 3,2 miljoen
euro door structurele meeropbrengsten uit de Vermakelijkheidsretributie van
0,8 miljoen euro en 1,0 miljoen euro aan baten voor de invoering van de
Vermakelijkheidsretributie voor betaalde evenementen in de openbare ruimte
per 2021. De verhoging van het tarief voor rondvaartboten van 1,50 euro naar
1,75 euro per opstapper brengt 1,4 miljoen euro op.”
- te schrappen en te vervangen met:
- We draaien de verhogingen van de vermakelijkheidsretributie van vorig jaar
terug, om deze zwaar getroffen sector tegemoet te komen.”
- dit voor 2021 te dekken door het bedrag incidenteel te onttrekken aan het
klimaatfonds:;
- de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te
wijzigen.
84° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021,
Zelforganisatie bewoners ontwikkelbuurten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1369)
Besluit:
- Jaarlijks 100.000 euro per stadsdeel te reserveren voor sociale, culturele en
educatieve activiteiten, projecten en programma’s van bewoners, buurt- en
wijkverenigingen, bewonerscommissies en andere (zelf)organisaties van
bewoners uit Nieuwwest, Noord en Zuidoost gericht op het versterken van de
(zelf)organisatie van bewoners en het ontwikkelen van bottom-up initiatieven
en oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en ontwikkelingen in hun
buurt of stadsdeel;
- deze middelen ook toegankelijk te maken voor organisatiekosten van
(zelf)organisaties van bewoners en voor initiatieven die erop zijn gericht om
bewoners en (zelf)organisaties in deze stadsdelen van onderop met elkaar te
verbinden;
- het gereserveerde bedrag op laagdrempelige wijze beschikbaar te maken,
bijvoorbeeld via het Bureau Maatschappelijk Initiatief, voor bewoners en
(zelf)organisaties uit deze stadsdelen, waarbij Fonds voor Zuidoost en de
andere buurtfondsen van Stichting Mensen Maken Amsterdam als voorbeeld
of samenwerkingspartner kunnen dienen, maar waarbij het vooral belangrijk is
dat er - indien daar behoefte aan is - ondersteuning wordt geboden bij het doen
van aanvragen door bewoners en (zelf)organisaties;
-__ hiervoor dekking te vinden door de kosten op een voor het college acceptabele
manier te verdelen over de extra investeringen in de Regeling Maatschappelijk
Initiatief, Ontwikkelbuurten en Veiligheid;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
25
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
85° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Ateliers &
broedplaatsen - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1370)
Besluit:
- de geplande bezuiniging van 1.000.000 euro op Ateliers & Broedplaatsen niet
door te voeren en hiervoor dekking te vinden door te korten op de subsidie aan
Amsterdam&partners;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
86° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021,
Coronasteun - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1371)
Besluit:
-__coronasteun ter beschikking te stellen aan (kleinschalige) culturele instellingen
(buiten stadsdeel centrum) die niet in het Kunstenplan vallen;
- hiervoor een bedrag van 1.000.000 euro te reserveren en dekking te vinden in
de 3.000.000 euro die het college ter beschikking stelt aan Carré;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
87° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Fair practice code
- reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1372)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- _ beleidsmatig vast te leggen dat de gemeentelijke organisatie zich te allen tijde
dient te houden aan de Fair Practice Code, ook wanneer er bijvoorbeeld een
prijsvraag voor een kunstwerk in de openbare ruimte wordt uitgeschreven door
de afdeling Grond & Ontwikkeling.
88° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Investeer
in de nacht - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1373)
Besluit:
- eenmalig een bedrag van 50.000 euro te reserveren voor Stichting N8BM
A'DAM ten behoeve van het stimuleren van inclusiviteit in het nachtleven bij
de heropbouw van de sector en hiervoor dekking te vinden door te korten op
de subsidie aan Amsterdam&partners;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
89° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Meer
cultuur, minder multinationals - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1374)
Besluit:
26
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- het budget van de nieuwe regeling Ontwikkeling van het AFK jaarlijks aan te
vullen met een bedrag van 650.000 euro;
- het budget voor projectsubsidies van het AFK voor professionele kunst jaarlijks
aan te vullen met een bedrag van 650.000 euro;
- hiervoor dekking te vinden door alle activiteiten op het gebied van ‘het
bevorderen van de internationale verbondenheid van de Amsterdamse
economie’ te staken;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
90° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (Stop
verkoop gemeentelijk vastgoed - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1375)
Besluit:
- de verkoop van gemeentelijk vastgoed waar mogelijk te voorkomen en
hiervoor dekking te vinden door de toeristenbelasting te verhogen naar 8
procent, waar het echt niet anders kan gemeentelijk vastgoed bij voorkeur te
verkopen aan kunstenaarscollectieven en (zelf)organisaties van bewoners;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
91° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Vrijval
culturele middelen - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1376)
Besluit:
- inde Begroting 2021 vast te leggen dat middelen voor Kunst en Cultuur ook
bij een eventuele vrijval van middelen bestemd blijven voor Kunst en Cultuur,
bijvoorbeeld door vrijgekomen middelen in te zetten voor het aanvullen van het
budget voor de nieuwe regeling Ontwikkeling en de projectsubsidies voor
professionele kunst van het AFK;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
92° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Amsterdams
Initiatief huisvesting kwetsbare groepen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1377)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__met woningcorporaties in gesprek te gaan om het verdwijnen van woningen uit
de voorraad sociale huur zoveel mogelijk te voorkomen;
- geld te lenen om sociale huurwoningen die worden verkocht door
woningcorporaties op te kopen met het doel om kwetsbare groepen te
huisvesten in deze woningen via een nieuw Amsterdams Initiatief Huisvesting
Kwetsbare Groepen dat wordt gekoppeld aan het Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen;
- de woningen die hiermee worden opgeleverd niet op te tellen bij het aantal
woningen dat woningcorporaties opleveren voor het Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen, waardoor het Amsterdams Initiatief Huisvesting
27
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Kwetsbare Groepen zorgt voor een stijging in het totaal aantal woningen dat
beschikbaar is voor de huisvesting van kwetsbare groepen.
93° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Huisvesting
verweesde kinderen en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1378)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in gesprek te gaan met woningcorporaties over het toepassen van maatwerk
om dak- en thuisloosheid onder verweesde kinderen en jongeren te
voorkomen;
- onderzoek te doen naar de mogelijkheden en effecten van het toevoegen van
verweesde kinderen en jongeren die dakloos dreigen te raken aan het
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen;
- hierover terug te rapporteren naar de raad.
94° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Kostendelersnorm
niet toepassen t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1379)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- alle gevallen waarin jongeren t/m 27 jaar als medebewoner worden
gekwalificeerd als schrijnend te behandelen, en de kostendelersnorm in deze
gevallen dus niet toe te passen.
95° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor
afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de
kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:;
- over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad.
96° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Behoud
noodopvang gezinnen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1381)
Besluit:
- de geplande verlaging en de fixering van het aantal plekken in de noodopvang
van gezinnen niet door te voeren;
- hiervoor dekking te vinden door te korten op de uitbreiding van de
handhavingscapaciteit;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
98° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021,
Permanente noodopvang dak- en thuislozen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1382)
Besluit:
28
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- een permanente noodopvang voor dak- en thuislozen te creëren, waarbij het
credo ‘In Amsterdam slaapt er niemand op straat’ leidend is;
- qua locaties voor de noodopvang voorkeur te geven aan hostels en hotels;
- hiervoor dekking te vinden door te korten op de uitbreiding van de
handhavingscapaciteit;
- bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
99° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Red de openbare
bibliotheken Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1383)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de huidige vestigingen van de OBA te behouden door het tekort dat nog
overblijft nadat de OBA haar eigen reserveringen voor de OBA NEXT heeft
gebruikt aan te vullen.
100° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Samenwerking
tussen de Openbare bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1384)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich op te stellen als aanjager en facilitator om meer samenwerking te
bewerkstelligen tussen de lokale OBA vestigingen en de verscheidene
buurtinitiatieven ten behoeve van het maximale behoud van deze
voorzieningen in de wijken.
101° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Keti Koti en excuses
2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1385)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- extra budget te reserveren voor Keti Koti en gerelateerde activiteiten rondom
1 juli zodat (mocht worden overgegaan tot) het aanbieden van excuses voor
het Amsterdamse slavernijverleden, deze groots te organiseren en heel
Amsterdam mee te nemen in de eerste grote stap naar verzoening en heling
met het koloniale- en slavernijverleden.
102° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Verankeren van
structurele probleemanalyses van wapengeweld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1386)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- onderzoek naar wapengeweld onder jongeren, conform de
volksgezondheidsaanpak, systematisch te blijven onderzoeken — óók na
publicatie van het criminogene onderzoek aangekondigd in Weerbare Mensen,
Weerbare Wijken — om daarmee nauwgezet de structurele en niet-structurele
oorzaken van wapengeweld en —bezit onder jongeren in Amsterdam, in
29
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
samenhang met de maatregelen die worden ingezet, te blijven volgen en
evalueren;
- __en hierover periodiek te rapporteren aan de commissie AZ.
103° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoeken
efficiënte inzet van beperkte financiële middelen en mankracht veiligheidsdomein
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de schaarse financiële middelen en mankracht in het
veiligheidsdomein efficiënter kunnen worden ingezet ter voorkomen en
bestrijden van wapengeweld en —bezit onder jongeren, bijvoorbeeld door meer
in te zetten op maatregelen die gebaseerd zijn op de
volksgezondheidsaanpak;
=__en hierover te rapporteren aan de raad.
104° _ Motie van het lid Kili inzake de Begroting 2021, Buurtinitiatieven beter
inzetten bij mitigatie coronamaatregelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ buurtinitiatieven in te zetten bij de verspreiding, promotie en toelichting van de
coronamaatregelen in de buurt en te ondersteunen met bestaande en nieuw
op te zetten ‘outreachprogramma’s’ ter bestrijding van de negatieve gevolgen
van de coronamaatregelen.
105° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Corona en diens
maatregelen apart opnemen in komende begrotingen en nota’s (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1389)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de financiële gevolgen van maatregelen in het kader van het tegengaan van
de verspreiding van het coronavirus in een aparte paragraaf op te nemen in de
komende begroting en de voorjaars- en najaarsnota’s.
106° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021,Standaard een
gentrificatieparagraaf opnemen bij bouw- en renovatieprojecten (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1390)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij elk voordracht voor een bouw- of renovatieproject een aparte paragraaf
‘Gentrificatie’ op te nemen die de mate van gentrificatie en de impact op de
buurt en/of wijk beschrijft en duidelijk maakt.
107° _ Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, 5 miljoen euro
reserveren uit de SMF voor toekomstige tegenvallers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391)
30
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een bedrag van 25 miljoen euro te reserveren uit de SMF om de
hoogstwaarschijnlijke tegenvallende parkeerinkomsten op te vangen en dit
bedrag te onttrekken uit niet-noodzakelijke investeringen in het kader van
mobiliteit in stadsdeel Centrum
108° Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Uitstel onderzoeken en
pilots in het kader van de Agenda Autoluw tot na de coronacrisis (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1392)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de pilots en onderzoeken naar verkeersstromen en parkeerdruk in het kader
van de Agenda Autoluw uit te stellen tot na de coronacrisis en de vrijgekomen
middelen te besteden aan het bevorderen van de verkeersveiligheid.
109° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Toegankelijk
maken van de tramhaltes Johan Huizingalaan en Derkinderenstraat topprioriteit maken
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1393)
Besluit:
- de renovatie van de tramhaltes op de Johan Huizingalaan en de
Derkinderenstraat een topprioriteit te maken, met als doel: het toegankelijk
maken voor alle burgers;
- deze dient gedekt te worden uit het SMF of te prioriteren bij de investeringen
onder 5.7.3, tabel 7: Ophogen tramhaltes (verbeteren toegankelijkheid).
110° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Niet opnemen
doorvoer betaald parkeren Geuzenveld in Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1394)
Besluit:
- het doorvoeren van de uitbreiding van betaald parkeren in Geuzenveld (3,5
miljoen euro) niet op te nemen in de Begroting 2021, omdat het inspraaktraject
nog loopt en de gemeenteraad zich er nog over moet buigen.
111° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Prioriteren
verkeersveiligheidsverbetering Burgemeester Roëllstraat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1395)
Besluit:
- het een topprioriteit te maken om de verkeersveiligheid op de Burgemeester
Roëllstraat te verbeteren, daarbij rekening te houden met de invloed op de
doorstroom, en deze te dekken uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds en op te
nemen onder 5.7.7, tabel 11.
31
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Gisteren heeft u nog een actualisatie ontvangen van de
ingediende gewijzigde en ingetrokken moties en amendementen.
112° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021,
Wachtlijsten zwemles (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1399)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- inzichtelijk te maken wat de bottlenecks en kosten zijn om de wachtlijsten voor
zwemles zo snel mogelijk weg te werken;
- te zoeken naar partners die kunnen helpen bij het wegwerken van de
wachtlijsten, waarbij te denken valt aan de Reddingsbrigade;
- in de oplossing creatief na te denken over verruimen openingstijden van
(buiten)zwembaden, schuiven met tijden voor (top)sport en werken met
vrijwilligers;
- de gemeenteraad bij de voorjaarsnota 2021 een plan voor te leggen hoe deze
achterstanden weg worden gewerkt.
113° Motie van de leden Rooderkerk en Kat inzake de Begroting 2021, De
stegen van Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1396)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het herinrichtingen van de stegen nadruk leggen op de restauratie,
historische educatie en vergroening van deze gebieden.
114° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Verkoop
gemeentelijke kunst (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1397)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een uitgebreide inventarisatie van het gemeentelijke kunstbezit te maken;
- de raad over de uitkomsten te informeren zodat bekeken kan worden welke
werken we willen behouden en welke afgestoten kunnen worden.
115° Motie van het lid De Fockert inzake de Begroting 2021, Verlies
taalvrijwilligers niet uit het oog (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1398)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in kaart te brengen welke non-formele taalorganisaties zowel centraal als in
verschillende stadsdelen werkzaam zijn;
- de effecten van deze overheveling van de middelen naar de sociale basis in
de stadsdelen op deze non-formele taalorganisaties zorgvuldig te monitoren;
-__ hierover binnen de jaarlijkse rapportage over het beleidskader Taaloffensief te
rapporteren.
32
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
116° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Geen
vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1352’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de vertrekkende wethouder Dijksma niet te vervangen en de portefeuilles in de
commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water (MLW) binnen het college op te
laten vangen.
117° Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum
Néhmé, Bloemberg-lssa, en Kilig inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer
in transformatiegebieden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1364’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en
nieuwe bewoners en ondernemers) structureel te betrekken en zeggenschap
te geven bij het ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en
groen, op buurtniveau en de resultaten schriftelijk vast te leggen;
- te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden
georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage.
118° Motie van het lid Hammelburg inzake de Begroting 2021, Amsterdammers
wijzen op mogelijkheden tijdelijke huurverlaging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1400)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Amsterdamse huurders, horecaondernemers en winkeliers actief te informeren
over mogelijkheden tot tijdelijke huurverlaging in geval van inkomensverlies
door COVID19,
119° Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021,
Bouw ouderenwoningen naar voren halen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1401)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- alles op alles te zetten om gebruik te maken van de 20 miljoen euro budget dat
het ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de
woningbouwimpuls om de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen
door corporaties en marktpartijen naar voren te halen.
120° Motie van de leden Groen en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021,
Amsterdam vrij van fossiele reclame (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe reclame en marketingevenementen voor fossiele
producten kunnen worden teruggedrongen in de publieke ruimte;
33
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- daarbij voorrang te geven aan het uitfaseren van reclame voor bedrijven die
primair werken in de kolensector en de oliesector en reclame voor
vliegvakanties;
- als onderdeel daarvan het gesprek aan te gaan met JC Decaux over de
gevolgen hiervan voor een eventueel volgend contract en te bezien wat er voor
nodig is om het lopende contract hierop aan te passen. Vóór de voorjaarsnota
te rapporteren over de eventuele kosten die verbonden zijn aan een dergelijke
aanpassing van de contracten.
121° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021,
Wachtlijsten zwemles (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1399’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- inzichtelijk te maken wat de bottlenecks en kosten zijn om de wachtlijsten voor
zwemles zo snel mogelijk weg te werken;
- te zoeken naar partners die kunnen helpen bij het wegwerken van de
wachtlijsten, waarbij te denken valt aan de Reddingsbrigade;
- in de oplossing creatief na te denken over verruimen openingstijden van
(buiten)zwembaden, schuiven met tijden voor (top)sport en werken met
vrijwilligers;
- de gemeenteraad bij de voorjaarsnota 2021 een plan voor te leggen hoe deze
achterstanden weg worden gewerkt.
122° Amendement van de leden Boomsma, Van Lammeren, Taimounti, Van
Soest, Kreuger, Ceder, Veldhuyzen en Van Schijndel inzake de Begroting 2021, Draai
verhoging precariobelasting voor woonschepen terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1402)
Besluit:
-=__op pagina 348 onder ‘Precariobelasting de tekst Vanaf 2020 levert precario
gemiddeld 2 miljoen euro meer aan opbrengsten op.’
te schrappen en vervangen door
‘Om de woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen
maar bewoners in deze zware tijd tegemoet te komen, draaien we de
verhoging van de precariobelasting terug, en verlagen de tarieven naar het
niveau van 2019;
- dit voor 2021 te dekken door het bedrag incidenteel te onttrekken aan het
vereveningsfonds;
- de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te
wijzigen.
123° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bereken benodigde
financiering Masterplan Zuidoost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1403)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
34
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- het participatieproces zorgvuldig te waarborgen en de wijken en de bewoners
te betrekken bij de uitvoering van het Masterplan Zuidoost;
-__voor het zomerreces van 2021 aan de raad te laten weten hoeveel financiering
er in de aankomende twintig jaar nodig zal zijn om het masterplan uit te voeren.
124° _ Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Draai bezuiniging
Aanvullend Openbaar Vervoer terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1404)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bezuinigingen op het AOV ongedaan te maken.
125° _ Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Hou bibliotheken in
kwetsbare wijken open (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1405)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de (kleine) vestigingen van de bibliotheken open kunnen
blijven;
- de raad over de uitkomsten te informeren.
126° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Vrijstelling
gemeentelijke belastingen voor minima (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1406)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Amsterdammers met een jaarlijks inkomen tot 15.000 euro kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen te verlenen.
127° _ Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Laat woonboten
niet kapseizen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1407)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- ___woonbootbewoners tegemoet te komen door de verhoging niet door te voeren
en deze te dekken met de steun aan Theater Carré van 3 miljoen euro.
128° Amendement van de leden De Jong, Roosma, N.T. Bakker, La Rose, El
Ksaihi, Veldhuyzen, Ceder en Kilig inzake 1 miljoen euro reserveren in 2021 en 2022 voor
uitbreiding van de winteropvang voor dak- en thuislozen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1408)
Besluit:
- toe te voegen aan de begroting op pagina 146, in de alinea over de
doorontwikkeling winteropvang, na ‘Komende winter (2020-2021) is er naast
de doorontwikkeling van de winteropvang ook nog gewoon sprake van de
winterkouderegeling.”:
35
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
‘Daarnaast wordt zowel komende winter als in 2021-2022 winteropvang voor
kwetsbare dak- en thuislozen ingericht.’
- toe te voegen aan de begroting op pagina 165 onder de producten onder de
Uitgaven voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen van 201,5
miljoen euro:
‘Winteropvang voor kwetsbare dak- en thuislozen gedurende de
wintermaanden tot 1 april. Voor 2021 en 2022 wordt elk jaar 1 miljoen euro
beschikbaar gesteld voor uitbreiding van de winteropvang. Dit wordt gedekt
met 1.500.000 euro uit het restant van de noodkas corona en 500.000 euro uit
de onderbesteding voor subsidie vervanging oude diesels in 2020.
- het plafondbedrag van de subsidieverordening sloop en schoon alternatief
vervoer Amsterdam in artikel 1.3 te verlagen met 500.000 euro.
129° Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker,
Veldhuyzen en Ceder inzake het Verzetsmuseum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1409)
Besluit:
-__ vanuit programma 4 Kunst, cultuur en erfgoed een eenmalige subsidie van
300.000 euro aan het Verzetsmuseum Amsterdam te verstrekken voor de
inrichting van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet in het
verzetsmuseum Amsterdam;
- ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 300.000 euro in mindering
te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief;
- alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen.
130° Amendement van de leden Van Pijpen, Mbarki, Flentge, Boomsma en
Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Wijkcentra (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1410)
Besluit:
-__aan wijkcentrum De Pijp in 2021 eenmalig 130.000 euro subsidie beschikbaar
te stellen;
- aan wijkcentrum D'Oude Stad in 2021 eenmalig 18.000 euro subsidie
beschikbaar te stellen;
- met deze middelen de wijkcentra de gelegenheid te geven hun activiteiten in
2021 voort te zetten;
- daarbij de voorwaarde te stellen dat de wijkcentra zich heroriënteren op hun
toekomst en doorontwikkeling van hun rol, activiteiten en financiële basis en
daarover met de gemeente in overleg te gaan;
- ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 148.000 euro in mindering
te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief.
131° Amendement van de leden Bosman, Nadif, Biemond, Flentge en
Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Geld voor broedplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1411)
36
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Besluit:
- Inde Begroting 2021, in programmaonderdeel 4.1 (Kunst en cultuur) 1 miljoen
euro aanvullend op te nemen voor broedplaatsen;
- het college op te dragen het miljoen in te zetten voor:
— behoud van de bestaande broedplaatsen waarvan het voortbestaan is
bedreigd door aflopende contracten en/of de coronacrisis;
— het maken van nieuwe broedplaatsen om broedplaatsen die niet behouden
kunnen worden te compenseren en te blijven werken aan groei van het
aantal broedplaatsen.
- het college op te dragen:
— Grond & Ontwikkeling in samenwerking met Bureau Broedplaatsen een
inventarisatie te laten maken van broedplaatsen waarvan het contract nog
deze collegeperiode afloopt met het oog op (her}ontwikkeling;
— waar mogelijk het contract met minimaal een jaar en bij voorkeur langer te
verlengen, om zo bestaande broedplaatsen een adempauze te geven in
deze moeilijke tijd;
— de resultaten hiervan uiterlijk in het tweede kwartaal 2021 aan de raad
mede te delen;
- de bedoelde 1 miljoen euro te dekken door:
- 0,5 miljoen euro uit het Herstelplan (pagina 22} over te hevelen van
Programma 7 Werk, inkomen en participatie naar Programma 4 Kunst,
cultuur en erfgoed, voor het jaar 2021. Binnen Programma 7 dit in
mindering te brengen op de gereserveerde middelen voor de werkbonus;
- 0,5 miljoen euro uit de reserve ‘Wonen boven winkels’ in te zetten;
- alle relevante bedragen en tabellen overeenkomstig aan te passen.
132° Motie van de leden Bosman, Biemond, Nadif, N.T. Bakker en Boomsma
inzake de Begroting 2021, Amsterdamse Bostheater en Museum Het Schip
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1412)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich in te spannen om een passend bedrag vrij te maken voor Museum Het
Schip en het Amsterdamse Bostheater omdat deze instellingen behoren tot de
vitale culturele infrastructuur van Amsterdam en gezien de bijzondere
cultuurhistorische waarde van deze plekken die alleen tot zijn recht komt met
een passende programmering die een breed publiek trekt;
-__en daarvoor in het eerste kwartaal 2021 een voorstel voor te leggen aan de
raad;
- daarbij te kijken naar de mogelijkheid om het budget voor de exploitatie van de
nieuwe wijkvoorzieningen zonder de ambitie voor nieuwe voorzieningen in de
wijken in gevaar te brengen en aanvullend voor het Amsterdamse Bostheater
te kijken naar de mogelijkheid vanuit het Bos en de geplande renovatie.
37
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
133° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Doorstroming OV
niet ten koste van voetgangersoversteekplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1413)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__om het opheffen van haltes en andere pogingen om de doorstroming van het
OV te verbeteren niet ten koste te laten gaan van het aantal
voetgangersoversteekplaatsen in de stad.
134° Motie van het lid Veldhuyzen, Nadif, Boomsma, Ceder, Biemond, Van
Soest, Kilig en Bosman inzake de Begroting 2021, Help kleine Instellingen (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1414)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- (kleinschalige) instellingen, in het bijzonder instellingen die buiten het
stadsdeel centrum zijn gevestigd en/of die geen onderdeel uitmaken van het
Kunstenplan, mee te nemen in de uitwerking van het ‘breed herstelplan’ voor
de culturele sector.
135° Motie van het lid Veldhuyzen, Naoum Néhmé, Ceder, Van Soest, AL.
Bakker, Hammelburg, Boomsma, Mbarki, De Jong, Flentge en Kilig inzake de Begroting
2021, Huisvesting Verweesde Jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1415)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__om in gesprek te gaan met verhuurders van woningen over de problematiek
rondom het beëindigen van huurcontracten bij overlijden terwijl er sprake is
van inwonende (volwassen) kinderen, met als doel te voorkomen dat wees- en
verweesde kinderen en jongeren in deze moeilijke situaties op straat terecht
komen;
- tevens te benadrukken in dit gesprek dat de Amsterdamse gemeenteraad er
waarde aan hecht dat verhuurders van woningen maatwerk toepassen bij het
inzetten van de coulanceregeling;
- hierover terug te rapporteren naar de raad.
136° Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021,
Onderzoek beperkingsmogelijkheden externe inhuur en verbinding maken met de
algemene middelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1416)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe op de inhuur van externen, bekostigd met middelen van
derden, beter gestuurd kan worden en voorstellen te doen voor een
systematiek die er voor zorgt dat besparingen op externe inhuur direct ten
gunste van de algemene middelen komen.
38
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
137° _ Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Pilot
zero-based analyse voor een directie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1417)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- voor een directie een zero-based analyse uit te voeren om inzicht te geven in
wettelijke en bovenwettelijke taken;
- de raad in januari te informeren bij welke directie het college deze analyse gaat
doen en over de aanpak;
- de resultaten te presenteren na de zomer zodat deze betrokken kunnen
worden bij de behandeling van de Begroting 2022.
138° Motie van de leden Boomsma, Poot, Rooderkerk en Ceder inzake de
Begroting 2021, Red Artis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1418)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Ín samenspraak met Artis vinger aan de pols te houden ten aanzien van de
financiële positie van deze prachtige dierentuin;
- bij de voorjaarsnota te overwegen of en op welke wijze noodsteun noodzakelijk
is zodat Artis als voorziening niet voor de stad zal verdwijnen;
- indien het voortbestaan van Artis op een eerder moment in gevaar komt dit
aan de raad te rapporteren.
139° _ Motie van de leden Ceder en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, BBB
voor Dublinclaimanten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1419)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een bed-, bad-, broodopvang in te richten voor de periode van april 2021 tot
eind 2022 zodat Dublinclaimanten die na de beëindiging van de pilot op straat
belanden een humanitaire opvang geboden kan worden;
- de kosten voor deze BBB-opvang voor te rekenen aan de raad en voor 2021
en 2022 te dekken uit de Algemene Reserve.
140° Amendement van de leden Biemond, Nadif, Bosman, Flentge Boomsma
en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, De bieb blijf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1420)
Besluit:
- de Begroting 2021 als volgt aan te passen:
— op pagina 21 onder programma 4 de rijen met daarin ‘Verlagen subsidie
OBA’, (specifiek de kolommen 2023 en 2024) te schrappen;
— de bedoelde 3 miljoen euro te dekken uit de vrijvallende
exploitatiemiddelen OBA Next voor de jaren 2025 en 2026 en gebruik te
maken van de reservering voor de OBA Next binnen de reserve Zuidas om
het verschil in tijd te overbruggen;
- alle relevante bedragen en tabellen overeenkomstig aan te passen.
39
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
141° _ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van
Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 750.000 euro voor informele voedselhulp
in de stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421)
Besluit:
- eenmalig 750.000 euro vrij te maken ter ondersteuning van de informele
initiatieven die voedsel verstrekken in de stad;
- dit bedrag te dekken uit de subsidieregeling Sloop oude diesels zoals vermeld
op de Begroting 2021 in het hoofdstuk Duurzaamheid en Milieubeheer;
- dit bedrag in te zetten voor het jaar 2021,maar mocht het nodig zijn, dan dit
bedrag te spreiden, zodat het ook in 2022 kan worden ingezet;
- relevante teksten en eventuele tabellen in de Begroting 2021 aan te passen
aan het bovenstaande.
142° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Dreigende dakloosheid
van inwonende mantelzorgers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1422)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- er bij de woningcorporaties erop aan te dringen om inwonende mantelzorgers
die dakloos dreigen te geraken voorrang te verlenen bij het vinden van een
passende woning en tot die tijd niet over te gaan tot uitzetting zodat inwonende
mantelzorgers zich geen zorgen hoeven te maken over dakloosheid.
143° Motie van het lid Kilie inzake de Begroting 2021, Maak inwonende
mantelzorgers medehoofdbewoner (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1423)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- er bij de woningcorporaties erop aan te dringen om inwonende mantelzorgers
automatisch medehoofdbewoners te maken ofwel als zodanig aan te merken,
zodat bij het overlijden van de verzorgde er in alle rust kan worden gezocht
naar een passende andere woning via bijvoorbeeld ‘Van groot naar beter’
zonder dat er een directe dreiging van dakloosheid ontstaat.
144° _ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Stoppen met gebruik
westerse/niet-westerse migratieachtergrond (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1424)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te stoppen met het gebruik van de categorieën ‘westerse’ en ‘niet-westerse’
migratieachtergrond door bijvoorbeeld gebruik te maken van de alternatieven
die de WRR biedt.
145° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse
streefwaarden kinderarmoede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
40
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- jaarlijkse streefwaarden op te stellen om kinderarmoede tegen te gaan en
tegen 2030 in lijn te brengen met de landelijke doelstelling van 4,6 procent.
146° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Streven naar
minimaal 14 euro per uur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1426)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__omte streven naar een salariëring waarbij op termijn álle medewerkers die in
dienst zijn c.q. komen bij de gemeente Amsterdam minimaal 14 euro per uur
verdienen.
147° _ Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Pleiten bij het rijk voor
een vakantieregeling voor gedupeerden toeslagenaffaire (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1427)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het rijk te pleiten voor een gratis vakantie met zakgeld voor gedupeerden
van de toeslagenaffaire en hierbij op te trekken met alle andere gemeenten
wiens burgers ook hierdoor getroffen zijn.
148° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Inventarisatie
voedselvoorzieningen en -overschotten in Voedselstrategie (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1428)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de jaarlijkse integrale rapportage van de Voedselstrategie uit te breiden naar
een tweejaarlijkse publicatie en deze aan te vullen met een inventarisatie van:
1. de vraag naar voedselhulp bij zowel de formele als informele
voedselvoorzieningen (door dit bijvoorbeeld te meten aan de hand van de
aanmeldlijst);
- __ het aanbod van voedseloverschotten van regionale voedselproducenten en de
vraag naar voedseloverschotten van voedselvoorzieningen;
- de actuele behoefte bij (informele voedselvoorzieningen voor
voedselproducten en indien de (in)formele voedselvoorzieningen dat wensen
ze te koppelen aan regionale voedselproducten met voedseloverschotten.
149° Motie van de leden Taimounti, Heinhuis en Boomsma inzake Begroting
2021, Zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1429)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__om een grootschalige zichtbaarheidscampagne op te zetten om Amsterdamse
gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken, te informeren en speciaal
voor hen een apart fysiek loket en apart telefoonnummer op te zetten.
41
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
150° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en
Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1430)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op
geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of
(kwijtschelding van) belastingen;
- bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente
Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering
deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen.
151° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en
Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1431)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op
geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of
(kwijtschelding van) belastingen;
- bewindvoerders die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente
Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering
deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen.
De VOORZITTER: En een aantal moties is gisteren gewijzigd ingediend.
152° Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-
Verkerk, Boomsma Taimounti en Veldhuyzen inzake financiering buurtmedia
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253°)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een regeling op te zetten voor buurtmedia van 210.000 euro, te weten 30.000
euro per stadsdeel;
-__ hiervoor criteria te ontwerpen en deze voor te leggen aan de Raad;
- de dekking voor deze regeling te vinden binnen de middelen van de
Uitvoeringsagenda Democratisering/middelen maatschappelijk initiatief.
153° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti
en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het
buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te
delen;
- te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van
het nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren;
42
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
-__ hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit
de middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief.
154° Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif,
Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1277)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met de initiatiefnemers MKB Amsterdam en KHN een plan op te stellen om
Amsterdam Food Capital te ontwikkelen, te versterken en als (inter)nationaal
begrip te vestigen;
- dit in nauwe samenwerking te doen met de Metropoolregio Amsterdam;
- samen met MKB en KHN hiertoe op zoek te gaan naar partners en
cofinanciering;
-__en zo nodig hiervoor in 2021 een aanvullende begroting aan de gemeenteraad
voor te leggen.
155° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de
OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303°)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bouw van de OBA Next uit te stellen;
- de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om de bezuinigingen op de
wijkbibliotheken ten minste te temporiseren.
156° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring
oplevering middeldure woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338°)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een inventarisatie uit te voeren naar de tot en met 30 september 2021
opgeleverde middeldure huurwoningen die vallen onder het actieplan
middeldure huurwoningen;
- ín deze inventarisatie voor zo ver dat mogelijk is aan te geven wat de
gerealiseerde woninggrootte, toewijzing aan de beoogde doelgroep en de huur
is;
-__voor zover mogelijk, bijvoorbeeld op basis van een OIS onderzoek op vrijwillige
deelname door bewoners, in deze inventarisatie aan te geven waar de
woningen zich bevinden, wat de opleverstatus was (bijvoorbeeld: casco,
geheel afgebouwd, etc), wat de aanvangshuur van de woning was en wat de
servicekosten zijn, welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld VvE-
kosten, kosten voor een parkeerplaats, etc. er zijn en wat is het
aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners inderdaad
middeninkomens;
- __en deze rapportage in het eerste kwartaal van 2022 aan de raad te sturen.
43
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
157° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles
op alles voor middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich maximaal in te spannen om bij nieuwe transformaties en gronduitgiften in
2021 naast 40-40-20 ook 0-100-0 toe te staan om op deze manier realisatie
van meer middeldure huurwoningen in Amsterdam te stimuleren.
158° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Onderzoek richtlijn
nabijheid veilige oversteekvoorziening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1363’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- onderzoek te doen naar een richtlijn voor de nabijheid van een veilige
oversteekvoorziening;
- over de resultaten van dit onderzoek terug te rapporteren aan de raad.
159° Motie van de leden Boomsma en Van Pijpen inzake de Begroting 2021,
Maak schone en vuile straten inzichtelijk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1365’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- uit te zoeken wat er nodig is om een online toegankelijke publieksversie te
hebben van de actuele CROW-waarden van de 481 Amsterdamse buurten en
de Raad hierover in het eerste kwartaal van 2021 te berichten.
160° Motie van het lid Veldhuyzen en Nadif inzake de Begroting 2021, Fair
practice code (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1372’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in navolging van het advies van het Stadscuratorium opdracht te geven aan de
directie G&O om in samenwerking met K&C in lijn met de Fair practice code
richtlijnen te ontwikkelen om te komen tot een transparant proces van
opdrachtverlening ten aanzien van kunst in de openbare ruimte.
161° Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021,
Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1380’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de
kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:;
- over de uitkomsten hiervan te rapporteren aan de raad.
162° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (red de Openbare
Bibliotheken Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1383°)
44
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de huidige vestigingen van de OBA te behouden door de reserveringen voor
de OBA NEXT aan te wenden om de huidige tekorten te financieren.
163° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (samenwerking
tussen de Openbare Bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1384’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich op te stellen als aanjager en facilitator om meer samenwerking te
bewerkstelligen tussen de lokale OBA vestigingen en de verscheidene
buurtinitiatieven ten behoeve van een betere kruisbestuiving van elkaars
netwerk en voeling in de wijk.
De moties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253, nr. 1254, nr. 1277, 1303, 1338, 1340,
1363, 1365, 1372, 1380, 1383, 1384) ingetrokken zijnde, maken geen deel meer uit van
de beraadslaging.
De VOORZITTER: Gisteren heeft u nog een actualisatie ontvangen van de
ingediende, gewijzigde ingetrokken moties en amendementen.
164° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en
Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1431)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op
geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of
(kwijtschelding van) belastingen;
- bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente
Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering
deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen.
De motie-Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Boomsma
Taimounti en Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253), ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340 ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de
beraadslaging.
De motie-Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif, Taimounti en
Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van
de beraadslaging.
45
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303 ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
165° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti
en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het
buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te
delen;
- te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van
het nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren;
-__ hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit
de middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief.
166° Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif,
Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1277)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- met de initiatiefnemers MKB Amsterdam en KHN een plan op te stellen om
Amsterdam Food Capital te ontwikkelen, te versterken en als (inter)nationaal
begrip te vestigen;
- dit in nauwe samenwerking te doen met de Metropoolregio Amsterdam;
- Samen met MKB en KHN hiertoe op zoek te gaan naar partners en
cofinanciering;
-__en zo nodig hiervoor in 2021 een aanvullende begroting aan de gemeenteraad
voor te leggen.
167° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de
OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303°)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bouw van de OBA Next uit te stellen;
- de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om de bezuinigingen op de
wijkbibliotheken ten minste te temporiseren.
168° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring
oplevering middeldure woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338°)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
46
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
- een inventarisatie uit te voeren naar de tot en met 30 september 2021
opgeleverde middeldure huurwoningen die vallen onder het actieplan
middeldure huurwoningen;
- ín deze inventarisatie voor zo ver dat mogelijk is aan te geven wat de
gerealiseerde woninggrootte, toewijzing aan de beoogde doelgroep en de huur
is;
-__voor zover mogelijk, bijvoorbeeld op basis van een OIS onderzoek op vrijwillige
deelname door bewoners, in deze inventarisatie aan te geven waar de
woningen zich bevinden, wat de opleverstatus was (bijvoorbeeld: casco,
geheel afgebouwd, etc.), wat de aanvangshuur van de woning was en wat zijn
de servicekosten zijn, welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld
VvE-kosten, kosten voor een parkeerplaats, etc. er zijn en wat is het
aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners inderdaad
middeninkomens;
- en deze rapportage in het eerste kwartaal van 2022 aan de Raad te sturen.
169° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles
op alles voor middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- zich maximaal in te spannen om bij nieuwe transformaties en gronduitgiften in
2021 naast 40-40-20 ook 0-100-0 toe te staan om op deze manier realisatie
van meer middel dure huurwoningen in Amsterdam te stimuleren.
170° Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021,
Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1380’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de
kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:;
- over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad.
De VOORZITTER: Daarnaast zijn zojuist nog de volgende moties en
amendementen bij dit agendapunt ingediend.
171° _ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van
Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 7,5 ton voor informele voedselhulp in de
stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421’)
Besluit:
- eenmalig 750.000 euro vrij te maken ter ondersteuning van de informele
initiatieven die voedsel verstrekken in de stad;
- dit bedrag te dekken uit de subsidieregeling Sloop oude diesels zoals vermeld
op de Begroting 2021 in het hoofdstuk Duurzaamheid en Milieubeheer;
47
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
- het plafondbedrag van de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief
vervoer Amsterdam in artikel 1.3 te verlagen met 750.000 euro;
- dit bedrag in te zetten voor het jaar 2021,maar mocht het nodig zijn, dan dit
bedrag te spreiden, zodat het ook in 2022 kan worden ingezet;
- relevante teksten en eventuele tabellen in de Begroting 2021 aan te passen
aan het bovenstaande.
172° Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1432)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ het agendapunt dat behandeld wordt in de vergadering visueel weer te geven
in de online vergaderomgeving c.q. te onderzoeken hoe het zou kunnen.
173° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021,
Versnelling van vergroening schoolpleinen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1433)
Besluit:
- de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen te versnellen zodat er in plaats van
vijftien schoolpleinen jaarlijks dertig schoolpleinen kunnen worden aangepakt;
-__indetabel op pagina 112 ‘Activiteit 5.1.2.2 We zorgen voor voldoende gezonde
schoolgebouwen en we investeren in groene en uitdagende schoolpleinen,
verspreid over de stad’ bij punt 3 ‘Aantal op te leveren groene en uitdagende
schoolpleinen’ onder ‘Begroting 2021’ het aantal van vijftien schoolpleinen te
vervangen door dertig schoolpleinen;
-__op pagina 113 de bullet ‘Programma Gezonde Scholen en Schoolpleinen (2,1
miljoen euro)’ te wijzigen in ‘Programma Gezonde Scholen en Schoolpleinen
(3,1 miljoen euro) (dit is het bedrag inclusief de extra investeringskosten voor
de realisatie van vijftien extra groene schoolpleinen, door het college geraamd
op 1 tot 1,25 miljoen euro per jaar);
- de extra investeringskosten voor de realisatie van vijftien extra groene
schoolpleinen te dekken met een deel van het bedrag dat in 2021 gereserveerd
is voor de financiering van activiteiten rondom de viering van het 750-jarig
bestaan van Amsterdam in 2025:
op pagina 49 de bullet ‘Amsterdam 750 (1,3 miljoen euro)’ te wijzigen in
‘Amsterdam 750 (0,3 miljoen euro)’
op pagina 49 in de tabel ‘reserves’ onder ‘stand na Begroting 2021’ onder
2021 1,3’ te wijzigen in ‘0,3’.
op pagina 49 onder ‘Toelichting De stand van de reserve in 2021 is 1,3
miljoen euro en bestaat uit de reserve Amsterdam 750 voor kosten in
verband met de viering in 2025 van 750 jaar Amsterdam.’ te wijzigen in
“Toelichting De stand van de reserve in 2021 is 0,3 miljoen euro en bestaat
uit de reserve Amsterdam 750 voor kosten in verband met de viering in
2025 van 750 jaar Amsterdam.’
e op pagina 277 de bullet ‘Hogere lasten voor Amsterdam 750 (1,3 miljoen
euro)’ te wijzigen in Hogere lasten voor Amsterdam 750 (0,3 miljoen
euro)’
48
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
174° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Verhoog
tarieven precariobelasting voor woonboten in 2021 niet, (Gemeenteblad afd. 1, nr.1434)
Besluit:
-__op pagina 348 onder ‘Precariobelasting’ de tekst ‘Vanaf 2020 levert precario
gemiddeld 2 miljoen euro meer aan opbrengsten op.’
te schrappen en vervangen door:
‘om de woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen
maar bewoners in deze zware tijd tegemoet te komen, draaien we de
verhoging van de precariobelasting terug, en handhaven we de tarieven van
2020;
- de benodigde 325.000 euro voor 2021 te dekken uit de middelen gereserveerd
voor de Aanpak Nulmeting woonboten en/of middelen gereserveerd voor
handhaving op water;
- de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te
wijzigen.
175° Amendement van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Subsidie aan
de Refugee Company (Gemeenteblad afd. 1, nr.1435)
Besluit:
- vanuit programma 7 Werk, Inkomen en Participatie in 2021 een eenmalige
subsidie van 50.000 euro aan de Refugee Company te verstrekken ter
compensatie van het wegvallen van haar inkomsten door de corona crisis;
- ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 50.000 euro in mindering
te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief;
- alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan
te passen.
176° Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Stalking alarm tegen
femicide (Gemeenteblad afd. 1, nr.1436)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken of een stalkingalarm, zoals dat is getest in Gent, femicide in
Amsterdam kan voorkomen.
Amendement-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De moties en amendementen maken deel uit van de beraadslaging.
Dan de sprekersvolgorde. Die is, zoals bekend, eerst de grootste oppositiefractie
gevolgd door de grootste coalitiefractie tot de kleinste. We beginnen achtereenvolgens met
49
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
de leden Torn, Roosma, Bloemberg-lssa, Van Dantzig, Taimounti en Kilig, Biemond,
Kreuger, Flentge, Boomsma, Van Soest, Ceder, Veldhuyzen, Van Schijndel. Mocht u van
plan zijn moties of amendementen te wijzigen of in te trekken, dan verzoek ik u duidelijk
welke motie of welk amendement het betreft door vermelding van het nummer. Daarbij
meld ik u ook nog even dat we morgen op 13.00 uur een aparte ronde hebben waarin de
laatste wijzigingen bekend kunnen worden gemaakt als het gaat om intrekking of wijziging
van moties en amendementen. Daarna kan het ook niet meer omdat dan de
stemmingslijsten gereed worden gemaakt met het oog op de besluitvormende vergadering
’s avonds.
Goed, dat was een hele mond vol en dan begin ik met de eerste spreker.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn.
De heer TORN: We bespreken vandaag de begroting voor maar liefst de
achttiende keer namelijk de eerste termijn vond plaats in de gemeenteraad een tijd
geleden, daarna is die twee keer besproken in alle acht raadscommissies en vandaag
bespreken we de tweede termijn in de raad. In deze laatste termijn dat we het over de
begroting hebben, zijn er echt nog wel een paar punten waarover we het met elkaar moeten
hebben. Dat begint allereerst met de verhoging van de OZB. Vanochtend stond in De
Telegraaf toch een verontrustend bericht onder de kop Verhoging OZB nekt de
middenstand. Ik wil eigenlijk heel kort dat stukje uit De Telegraaf hier citeren. “Het besluit
van de Amsterdamse coalitiepartijen GroenLinks, D66, PvdA en SP om de OZB-tarieven
met maar liefst 20 procent op te hogen, drijft de toch al zwaar getroffen Amsterdamse
ondernemer tot wanhoop. Terwijl ze momenteel tijdens de zware lockdown proberen te
overleven, moeten ze honderden tot duizenden euro’s meer betalen aan de gemeente.” En
dan citeert De Telegraaf de Amsterdamse voorman van de Koninklijke Horeca Nederland,
Pim Evers, die zegt “Dit is niet het moment om deze lastenverzwaring door te voeren.” Ik
denk dat het belangrijk is in deze laatste vergadering van het jaar waarin we belangrijke
besluiten moeten nemen, hierbij toch even goed stil te staan met elkaar. Ik denk dat de
coalitiepartijen hier op het punt staan een fout te maken en ik zou het fijn vinden als we dit
misschien nog kunnen rechttrekken zo vlak voor kerst.
(Mevrouw ROOSMA: De heer Torn citeert De Telegraaf en ik neem aan
dat hij dat doet omdat hij de woorden van De Telegraaf ook zelf zou willen
uitdragen. Is de heer Torn nu echt van mening dat deze OZB-verhoging
die volgens mij ook een klein beetje overdreven is, want hij heeft het over
duizenden euro's en volgens mij gaat het eerder om tientallen en
misschien honderd euro maximaal, de middenstand in Amsterdam nekt?
Of heeft het eerder te maken met de coronacrisis en de beperking van de
maatregelen en de tekorten en de compensatie vanuit het rijk?)
Nou, ik denk dat het belangrijk is- Wij zouden deze OZB-verhoging liever niet doen.
Het is ook zo dat indertijd dat de plannen voor deze OZB-verhoging bekend werden
gemaakt, van de zijde van de coalitie en meer specifiek van D66 werd gezegd dat het
allemaal wel meeviel en dat het natuurlijk niet leuk was, zo’n verhoging, maar dat we het
maar over het bedrag van 28,50 euro per jaar zouden hebben. Weet je, niet leuk, maar het
is te overzien. Maar dat is dus niet zo. Dat is voor woningeigenaren relatief beperkt, maar
de tarieven voor ondernemers, voor gebruikers en eigenaren van bedrijfspanden, liggen
substantieel hoger wanneer je zowel eigenaar als gebruiker van een pand bent. Dus stel
je hebt een bedrijfspand als ondernemer en je zit daar zelf in, dan is dat tarief zeven keer
zo hoog als het OZB-tarief voor woningeigenaren. Die panden zijn vaak ook nog weer meer
50
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
waard, dus het gaat hier wel degelijk om forse bedragen zoals ook in de krant stond. Je
kunt het zelf ook uitrekenen als je de tarieven gaat loslaten op de bedragen en de Woz-
waarde van de panden. Het gaat echt om honderden en duizenden euro's. Is dat nu de
oorzaak van de problematiek van corona? Nee, dat is natuurlijk het virus. Laten we
daarover heel eerlijk zijn. Dat is ook niet wat ik zeg. Het enige wat ik zeg, is dat dit niet het
juiste moment is om zo’n OZB-verhoging door te voeren en dat is ook wat Koninklijke
Horeca Nederland zegt. Ik zou eigenlijk vandaag willen oproepen die verhoging niet door
te voeren. De VVD heeft daartoe natuurlijk al een concreet voorstel gedaan. Ik denk dat
het goed is en het is ook een uitgestoken hand naar de coalitie om misschien een
vergissing die indertijd is gemaakt- Ik kan me voorstellen dan je het te overzien vindt als je
echt denkt dat het maar om 28,50 euro gaat per jaar, pijnlijk, maar dat is het. Als het om
honderden en duizenden euro’s gaat voor ondernemers, dan wordt het echt een ander
verhaal.
(Mevrouw ROOSMA: De heer Torn overdrijft natuurlijk een klein beetje,
want die heeft ook de brief gezien van wethouder Everhardt gisteren
waarin een buitengewoon genuanceerd verhaal stond over de
daadwerkelijke verhoging en de range van verhogingen. Als hij het heeft
over duizenden euro's, dan gaat het over een pand dat 90 miljoen euro
waard is. Dat is de range waarover we het hebben. Dus vindt de heer Torn
het nu reëel om over dit soort bedragen te praten? Hij weet ook wel volgens
mij dat het een stuk genuanceerder ligt dan wat hij hier nu voorspiegelt.)
Het gaat in ieder geval niet om een paar tientjes. Dus het gaat voor heel veel
ondernemers om honderden euro’s en voor een kleinere groep ver over de duizend. Het
gaat echt niet om een paar tientjes. Ook als we naar de brief kijken die de wethouder
gisteren heeft gestuurd, dan spreekt die ook over honderden euro's. Die kiest ook wel weer
voor bepaalde Woz-waarden met gemiddelden en daarin zitten natuurlijk ook altijd weer
grote groepen die daar weer boven zitten. Dus of het gemiddelde nu de juiste manier is om
het uit te rekenen- Feit is dat in een zware economische crisis de lokale lasten worden
verhoogd en dat vinden wij als VVD geen goed uitgangspunt. We zouden de coalitie
eigenlijk de hand willen reiken om dat alsnog zo vlak voor kerst terug te nemen en daarmee
die extra last die bij de ondernemers te leggen. Dat is in ieder geval de insteek van de VVD.
(Mevrouw ROOSMA: Dan even over die handreiking. Ik ben blij dat de
heer Torn erkent dat het wat genuanceerder is dan hij net schetste en wat
De Telegraaf net schetste. Dat betekent dat de VVD voorstelt dat we dan
maar gaan bezuinigen op sociale voorzieningen. Dat betekent minder geld
voor de daklozenopvang; dat betekent minder geld voor zorg; dat betekent
minder geld voor onderwijs. Dat is volgens mij dan klassiek VVD.
Misschien een kleine lastenverlichting aan de ene kant, maar aan de
andere kant grote bezuinigingen op sociale voorzieningen. Is dat dan waar
de heer Torn voor staat?)
De VVD heeft natuurlijk een duidelijke tegenbegroting neergelegd waarin allerlei
andere keuzes worden gemaakt dan de coalitie doet. Dat is duidelijk. De VVD kiest onder
andere voor een andere mix van de woningbouw, een belangrijk punt. Zo kan ik nog wel
even doorgaan. Een belangrijk punt van de VVD is om in deze tijd absoluut de lasten niet
te verhogen en dat is toch een heel andere zienswijze dan die van de coalitie. Ik had een
beetje gehoopt dat de coalitie dacht, het gaat maar om 28,50 per jaar, maar dat is een
misverstand en dat we dat hier nog zouden kunnen oplossen. Misschien was ik te positief,
een beetje naïef misschien ook. Maar het lijkt nu toch echt bewust beleid te zijn om de
lasten te verhogen en om ook die honderden euro’s en zelfs boven de duizenden euro's
51
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
lastenverhoging voor lief te nemen. Dat vind ik pijnlijk, maar dat is dan de constatering die
we hier met elkaar moeten maken.
(De heer HAMMELBURG: Ook wij als D66 hebben natuurlijk de
tegenbegroting van de VVD met heel veel plezier gelezen en ook gezien
dat de gehele financiële paragraaf in een amendement is gegoten waarin
deels ook nog een ongedekte cheque in zit en waarin keuzes worden
gemaakt die helemaal niet kunnen worden gemaakt. Maar dat laat ik dan
even terzijde. Ik wil toch wel terug naar die OZB-verhoging waarover de
heer Torn het vorige week ook al had in de raadscommissie FEZ. Ook toen
heb ik tegen de heer Torn gezegd, het gaat inderdaad in het geval van de
MKB om een verhoging van tientallen soms honderden euro's maar
daartegenover staat ook een pakket voor ondernemers in coronatijd
waarmee ze er honderden euro's op vooruitgaan. Kan de heer Torn dat nu
eindelijk erkennen?)
Nee, dat kan ik niet erkennen. Wat ik kan erkennen is dat er een kleine
compensatie is voor ondernemers. Dat was in eerste instantie twee keer 10 miljoen euro
en dat blijkt dan 14 miljoen euro te worden voor volgend jaar, maar dat is eigenlijk een
sigaar uit eigen doos. De totale lastenverhogingen zijn veel groter bijvoorbeeld alleen de
OZB-verhoging is in totaal 35 miljoen euro waarvan twee derde neerdaalt bij ondernemers.
Dat is natuurlijk veel meer dan de kleine lastenverlichting die daartegenover staat. Per
saldo zijn de ondernemers veel en veel slechter uit. Dat zijn gewoon de feiten.
(De heer HAMMELBURG: De heer Torn geeft net aan dat dit vooral heel
erg zwaar valt bij het MKB, maar juist voor het MKB zien we dat die er door
de maatregelen op vooruit gaan. Een bedrijf of een bank als de ABN op de
Zuidas gaat veel meer OZB betalen. Dat klopt wel. Maar de bakker, de
slager, het midden- en kleinbedrijf in Amsterdam, dat wij hier zo koesteren
en willen steunen in de coronacrisis, dat gaat er met deze begroting
honderden euro’s en soms zelfs nog meer op vooruit en niet op achteruit}
Dan kan ik toch alleen maar de voorman van de Koninklijke Horeca Nederland
citeren die echt heel duidelijk in de krant zegt en daar zit geen woord Spaans bij “Dit is niet
het moment om deze lastenverzwaring door te voeren. Dus deze mkb-voorman denkt daar
echt heel anders over. Die heeft ook de feiten gewoon aan zijn zijde, want per saldo is die
lastenverhoging er ook. Ik zou het dan toch wel fair vinden als die lastenverhoging wordt
doorgevoerd, dat u zegt, daar staan we dan ook voor en dat er niet wordt gedaan alsof het
allemaal wel meevalt. Het is niet die 28,50 euro waarover de heer Van Dantzig het had.
Het zijn voor ondernemers echt veel forsere bedragen en ik had gehoopt dat we dat
vandaag alsnog hadden kunnen tegenhouden, maar ik merk toch een beetje aan zowel de
bijdrage van mevrouw Roosma als van de heer Hammelburg, dat dat helaas niet zo is. Dat
vind ik echt teleurstellend omdat het echt niet het juiste moment is om een dergelijke
belastingverhoging door te voeren.
(De VOORZITTER: Het spijt me dat ik u enigszins ruw onderbreek, maar
ik vraag u allen en dat vraag ik ook in de richting van de heer Hammelburg,
uw interrupties korter te maken. Ik kan me voorstellen dat het verleidelijk
is iets uitgebreider te spreken, maar het is denk ik voor de kijkers thuis ook
wel prettig als het debat enige snelheid en variatie houdt.)
(De heer HAMMELBURG: Ik wil toch ook opmerken dat de VVD hier een
loopje met de waarheid neemt. Dat weet de heer Torn ook. Het gaat om
per saldo een lastenverlichting in deze coronatijd juist om het midden- en
kleinbedrijf te ondersteunen en de VVD als grote bestuurderspartij in dit
92
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
land en als verantwoordelijke aan de grootste knop zit in Den Haag zou
hierover geen flauw spelletje moeten spelen. De voorzitter van de
Koninklijke Horeca Nederland mag mij bellen om samen nog een keer door
die begroting een te gaan en daar samen naar te kijken. Maar dit verwacht
ik toch niet van de VVD.)
Ik ben echt een beetje verbaasd door de bijdrage van de heer Hammelburg. De
feiten zijn gewoon dat de OZB-verhoging in totaal maar liefst 35 miljoen euro bedraagt en
dat daar slechts een lastencompensatie tegenover staat van 10 miljoen euro. 35 miljoen
euro minus 10 miljoen euro is 25 miljoen euro per saldo lastenverhoging en dan vergeet ik
ook nog even een paar belastingen. Per saldo is het dus nog meer. Dat zijn gewoon de
feiten. Ik denk dat het belangrijk is dat hier te onderstrepen en iedereen kan dat gewoon in
de begroting nalezen.
(De heer BIEMOND: We kennen de VVD natuurlijk als een partij die zodra
het een beetje tegenzit meteen zegt dat er op de overheid moet worden
bezuinigd en dat is ook precies wat er in de tegenbegroting gebeurt. Dus
dat zou eigenlijk niet moeten verrassen. Het verrast me eigenlijk nu wel.
Juist in deze tijd waar we dagelijks zien dat publieke functies de
maatschappij overeind houden en in nota bene het VVD-
verkiezingsprogramma wordt er juist voor gepleit de overheid niet te
verkleinen. Dus ik zou graag willen dat de heer Torn dat dan nog eens
toelicht.)
Uiteindelijk moet de gemeente de begroting rond krijgen. Dat geldt voor iedere
gemeente en ook voor de gemeente Amsterdam. Ik heb eerder al gezegd dat ik het college
en de coalitie in zoverre complimenteer dat er een sluitende begroting is gepresenteerd
hoewel we nog wel wat hebben aan te merken op een aantal aspecten daarvan. Als we
het dan hebben over de bezuiniging op het ambtelijk apparaat, dan hebben we wel heel
duidelijk gezegd dat we investeren in bijvoorbeeld handhavers, 150 erbij, in reinigers, 100
erbij, maar dat we wel voor de rest hebben gezegd het ambtelijk apparaat te hervormen,
toekomstbestendiger te maken en eigenlijk van onderuit opbouwen. En dat is hoe wij erin
zitten. Dat is eigenlijk mijn reactie op de vraag van de heer Biemond.
(De heer BIEMOND: Dat lokt natuurlijk toch weer een reactie uit. Het klinkt
nogal vaag. De concrete vraag aan de heer Torn is welke effecten de VVD
denkt te gaan zien als we inderdaad op deze enorme manier gaan snijden
in het ambtelijk apparaat? Wat kunnen we vervolgens niet meer doen als
gemeente?)
Als de heer Biemond de tegenbegroting goed heeft gelezen en dat heeft hij
ongetwijfeld, want zo ken ik de heer Biemond, dan heeft hij gezien dat wij als VVD zeggen,
je moet eigenlijk eerst gaan kijken wat de taken zijn die je wilt gaan doen en vervolgens ga
je daar vanuit nul de ambtelijke organisatie opbouwen. En dus niet andersom. Dan zijn wij
ervan overtuigd dat daar zeker een bezuiniging te boeken is zoals wij in onze
tegenbegroting hebben genoemd.
Dan wil ik ingaan op het volgende en dat wil ik snel doen want anders ga ik er te
veel spreektijd aan verliezen. Er worden natuurlijk altijd heel veel moties en amendementen
en dergelijke ingediend en die worden dan door het college van een preadvies voorzien.
Een daarvan wil ik er toch wel even uitlichten of eigenlijk twee en dat betreffen de
amendementen nr. 1303 en nr. 1315 over de OBA Next. Daarin wordt kort gezegd
opgeroepen ervoor te zorgen dat de bezuiniging op de bibliotheken niet doorgaat. Als
dekking daarvoor wordt de realisatie van de OBA Next gebruikt. Ik zeg het maar even kort
door de bocht. En vervolgens is het preadvies van het college: nee, dat kan echt niet. OBA
53
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Next moet doorgaan en het college ontraadt om die reden deze amendementen. Niet veel
later krijgt de raad recent een brief van de wethouders Meliani en Everhardt van 14
december waarin juist wordt gezegd, nee, de gelden van die OBA Next kunnen wel worden
gebruikt. Dat kan worden uitgesteld en noem het allemaal maar op. We begrepen van een
aantal leden van de coalitie namelijk de heer Biemond, mevrouw Nadif, mevrouw Bosman
en de heer Flentge dat zij daarover ook een amendement hebben ingediend. Wij zijn nu
toch wel heel benieuwd naar het preadvies op dat amendement omdat we het een beetje
vreemd vinden dat de amendementen nr. 1303 en nr. 1315 negatief gepreadviseerd zijn
en er opeens een brief van het college ligt met een hele andere strekking. Wij begrijpen
dat nog niet helemaal en ik denk dat een verduidelijking hier wel op Z'n plek is.
(Mevrouw ROOSMA: Ik wil vragen of de heer Torn bekend is met het
verschil tussen kapitaallasten en exploitatielasten.…)
Ja, ja, dat ben ik. Ik weet het verschil. Zeker.
(Mevrouw ROOSMA: Dan is mijn vervolgvraag of hij dan ook het verschil
ziet tussen de preadvisering over moties die voorstellen de kapitaallasten
in te zetten enerzijds en het voorstel van het college waarin de investering
voor de OBA Next doorgaat maar waarin wordt voorgesteld de
exploitatielasten te gebruiken.)
Kennelijk is mevrouw Roosma erg goed op de hoogte van de overwegingen van
het college. Ik zie vooral dat in de amendementen nr. 1303 en nr. 1315 die zijn ingediend
door de heer Ceder, de heer Boomsma, mijn fractiegenoot De Grave-Verkerk, mevrouw
Van Soest en de heer Kreuger, dat daar wordt gezegd, die OBA Next zetten we hiervoor
in en dat het college er vervolgens voor kiest om te blijven investeren in deze stad en die
OBA Next moet vooral doorgaan. Dat verhaal is toch gaan schuiven en is aan het
veranderen. Ik ben dan wel heel benieuwd hoe het college daar tegenaan kijkt want ik
begrijp dat niet helemaal. Misschien dat mevrouw Roosma het beter begrijpt. Maar ik zie
dat eerst wordt gezegd dat het niet kan en opeens kan het dan wel. Dat vind ik bijzonder.
(Mevrouw ROOSMA: Ik heb natuurlijk de brief van het college ook goed
gelezen. Het grote verschil is dat de investeringen in de OBA Next gewoon
doorgaan dus dat er nog steeds een investeringskrediet nodig is waarvoor
de kapitaallasten nodig zijn in de begroting. Alleen schuift die investering
een beetje op in de tijd waardoor er exploitatielasten vrijvallen. Dat is
natuurlijk een groot verschil. Ik ken de heer Torn als een goed financieel
woordvoerder en die snapt het verschil volgens mij helemaal prima.)
Als dit de uitleg van mevrouw Roosma is en als dit ook de uitleg van het college
zou zijn, dan had ik het toch wel op prijs gesteld als het college in het preadvies had gezegd
wat mevrouw Roosma nu zegt en als het bijvoorbeeld tegen de indieners van het
amendement had gezegd, pas het een beetje aan want dan kunnen we het doorvoeren.
Maar dat is het niet. Het was echt van nee, nee, nee, dit moet doorgaan. Dat vind ik toch
wat bijzonder. Ik denk dat een verduidelijking van het college hier wel op Z'n plek is.
(De heer BIEMOND: Uiteindelijk is het uitgangspunt in de brief van de
wethouder dat de OBA Next gewoon door gaat. Dat is het grote verschil
met de amendementen en moties die vragen de OBA Next te schrappen.
Daar hoort bij dat de kapitaallasten die werden ingezet, veel te laag zijn
voor het wegnemen van de besparing op de OBA Next. Dus er was geen
match tussen het probleem en de oplossing. Ziet de heer Torn dat nu ook
zo?)
Dan moet ik toch kritisch zijn. Ik pak nu het amendement van de heer Ceder c.s.
nr. 1303 er gewoon bij en daarin staat niet de OBA Next af te stellen maar om die uit te
94
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
stellen. Dus het is precies wat de wethouder nu ook zegt. Dan snap ik dat negatieve
preadvies echt niet. Het is gewoon heel erg vreemd. Het is onbegrijpelijk. Ik ben ook wel
benieuwd wat de heer Ceder er straks zelf van vindt, maar ik vind het heel vreemd en we
gaan hier toch eens even heel goed luisteren naar wat de wethouder te zeggen heeft. Ik
begrijp er helemaal geen snars van.
(De heer BIEMOND: Uiteraard zijn we allemaal geïnteresseerd in de uitleg
van de wethouder maar ik heb die motie nr. 1303 ook voor me en daar
staat gewoon te besluiten de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om
de bezuinigingen op de wijkbibliotheken te voorkomen. Dat was dus bij
lange na niet toereikend. Misschien kan de heer Torn dat er ook nog eens
bij pakken.)
Kijk, het uitgangspunt van de motie is: stel OBA Next uit en vervolgens worden die
kapitaallasten in het preadvies genoemd. In het amendement zelf staat- inderdaad, onder
dat puntje staat kapitaallasten. Daarin heeft u gelijk. Maar waarom het gaat, is dat de heer
Ceder heel duidelijk heeft gezegd dat die OBA Next moest worden uitgesteld en dat het
college daarop heeft gereageerd dat dat niet kon. Als het college normaal gesproken een
preadvies geeft, dan zegt het ook, als we het uitstellen, dan kunnen we het wel doen. Maar
hier heeft het college gezegd, dat willen we niet want het moet doorgaan. Dat vind ik toch
echt heel vreemd en ik vind het ook echt niet goed. Nou ja, ik denk dat er nog wel andere
leden van de raad zijn die hierover ook vragen hebben. Ik vind het een hele vreemde gang
van zaken. Ik vind dat het college hierover duidelijkheid moet geven.
(Mevrouw VAN SOEST: Voor de kijkers thuis is het misschien handig om
te weten dat eerst de hele oppositie hierom heeft gevraagd, om de
bibliotheken open te houden en daarvoor de OBA Next te gebruiken. Dat
is afgewezen. Nu komt de coalitie ermee en nu gaat het wel door. Is dat
hetgeen u bedoelt, mijnheer Torn?)
Ik moet eerlijk zeggen, soms bent u mijn favoriete collega. Ik kan nog veel van u
leren. U kunt dingen soms zo duidelijk zeggen. Daar is geen woord Spaans bij. Dus
eigenlijk had u gewoon als eerste het woord moeten voeren. Dat was misschien wel veel
duidelijker geweest.
Ik ga door want ik moet nog twee punten maken. Dat betreft allereerst de
precariobelasting en de verhoging daarvan voor de woonboten. We hebben daarover de
insprekers gehoord. De VVD heeft vorig jaar voor de toenmalige voordracht gestemd en
daar staan we ook voor, maar we hebben ook de zorgen van de insprekers gehoord, onder
andere de zorg, als ik nu in bezwaar ga, wordt het dan niet nog hoger? En: Kan dit wel?
De wethouder heeft gelukkig die zorg vorige week wel kunnen wegnemen, maar ik kan me
wel voorstellen dat nu het beeld is ontstaan dat dit de verhoging is. Veel insprekers waren
bang dat het volgend jaar weer zou wijzigen. Het zou goed zijn als de wethouder hier wat
geruststellende woorden zou kunnen uitspreken. Dus dat dit in principe de verhoging is en
dat die geruststellende woorden daarmee wel op Z'n plek zijn. Dat is dus een concrete
vraag aan de wethouder en ik hoor graag hoe de wethouder daarover denkt.
Tot slot wilde ik nog wat zeggen over de afvalstoffenheffing maar volgens mij wordt
die afzonderlijk besproken.
(De heer BOOMSMA: Ik heb de heer Torn net heel nadrukkelijk horen
zeggen dat het onverstandig is om de lasten te verzwaren juist in deze tijd
en dan ging het om 20 procent OZB-verhoging. Dan zal hij het toch met
het CDA eens zijn dat het ook onverstandig is om de woonlasten in de
vorm van een precariobelasting met nog veel meer procenten te verhogen.
In de raadscommissie is dat ook al gezegd en kan hij dan ten minste ons
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
amendement steunen om de tarieven volgend jaar niet verder te verhogen
maar ze dan op z'n minst op het niveau van 2020 te laten?)
Ik moet echt even bekijken hoe dat amendement eruit ziet. Ik heb dat niet zo voor
me. Het belangrijkste is dat we vorig jaar dat besluit hebben genomen. Daar staan we als
VVD ook achter. Maar ik denk dat het wel goed is om de zorgen die er zijn bij de
woonbootbewoners, als ze in bezwaar gaan, of we dan het risico lopen als bewoners dat
we nog weer slechter af zijn. We durven eigenlijk niet in bezwaar te gaan want dan worden
de tarieven misschien nog wel hoger. Dat is natuurlijk een punt van zorg dat wel moet
worden weggenomen. Vandaar mijn vraag aan de wethouder om daarover duidelijkheid te
scheppen. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat er een onterechte zorg is op dat punt.
(De heer BOOMSMA: Ik snap gewoon niet zo goed dat de heer Torn een
enorm gloedvol betoog houdt over hoe onverstandig het is om juist nu in
deze tijd de lasten te verzwaren. Dan gaat het om ondernemers. Waarom
zou het dan wel verstandig zijn voor mensen als het gaat om hun eigen
woning?)
Dit ligt toch iets genuanceerder, denk ik. Vorig jaar heeft een groot deel van de
raad waaronder volgens mij ook het CDA voor het uitgangspunt gestemd dat de tarieven,
de precariotarieven specifiek voor woonbootbewoners ten opzichte van 1995 op een
niveau worden gebracht dat meestijgt met de tijd. Dat was niet gebeurd. Het is eigenlijk
een correctie. En die lijn begrijpt de VVD wel en steunt de VVD ook wel. Daar staat wel
tegenover dat de zorgen die er zijn, wel moeten worden weggenomen. Daarover heb ik in
de vorige raadscommissie de wethouder op bevraagd maar ik heb daar nu nog een vraag
bij gesteld.
Ik ga afronden, want ik moet ook op de spreektijd voor mijn fractie letten.
Nogmaals, het is de achttiende keer dat we de begroting bespreken en we gaan er ook
over stemmen. Ik had wel de hoop dat we zaken hadden kunnen doen met de coalitie over
de OZB. Ik vrees dat dat er niet in zit. Nou ja, wie weet, gebeurt er nog een wonder zo vlak
voor kerst. De VVD denkt echter wel dat het niet goed is, dat het nu niet het juiste moment
is om de OZB zodanig te verhogen. We hebben een alternatief, onze tegenbegroting. Het
zal u niet verbazen dat ik eigenlijk iedereen wil oproepen om voor die tegenbegroting te
stemmen en dan vervolgens voor de geamendeerde begroting. Daar zou ik het voor dit
moment bij willen laten.
(De VOORZITTER: Ik zie dat u nog een paar interrupties heeft, maar
voordat ik de leden het woord geef, zou ik u erop willen wijzen dat een
spreker nu 35 minuten in beslag heeft genomen. Daar kan de heer Torn
maar heel bescheiden iets aan doen, want het heeft namelijk ook te maken
met de vele interrupties. Rekent u even met mij mee. Met twaalf sprekers
betekent het dat we ruim zes uur bezig zijn met deze termijn. Nu kan het
zijn dat niet iedereen evenveel interrupties krijgt, maar ik zou u toch willen
vragen om én het aantal interrupties te beperken én als u interrumpeert,
het echt kort te houden en geen betogen. Daarvoor heeft u immers uw
eigen termijn.)
(Mevrouw ROOSMA: Het gaat toch over de begroting, dus ik zou nog een
vraag aan de VVD-fractie willen stellen. Het gaat namelijk over de
Algemene reserve die de VVD inzet in haar tegenbegroting en het viel me
op dat volgend jaar de Algemene reserve in de VVD-begroting bijna op nul
eindigt. Ik vroeg me af hoe de VVD dat uitlegt, want dat is toch geen
financieel prudent beleid.)
56
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Fijn dat mevrouw Roosma die vraag nog stelt, want wat de coalitie natuurlijk doet,
is de erfpachtgelden die nog binnen moeten komen, inzetten terwijl dat geld er nog
helemaal niet is. Dat vinden wij niet verstandig. Wij hebben gezegd, je kunt geld pas
uitgeven als het er is. Wij hebben ook alleen maar geld uitgegeven dat er daadwerkelijk is.
Ik verwacht eerlijk gezegd dat we volgend jaar zullen merken ook in de begroting zoals die
nu vanuit het college voorligt, dat we problemen gaan krijgen met het binnenhalen van die
erfpachtgelden. Meer mensen zullen kiezen voor canonbetaling dan voor afbetaling. De
reserve loopt daardoor leeg en dan zitten we volgend jaar weer in de misère. Dat is een
vrij uitgebreid technisch antwoord op de op zich terechte vraag van mevrouw Roosma. Ik
denk wel dat ik in dit geval de bal een beetje moet terugkaatsen.
(Mevrouw ROOSMA: De heer Torn gaat niet in op de vragen. Alle
bedragen in de toekomst zijn natuurlijk onzeker. Mijn vraag aan de VVD is
dan wel of de heer Torn vindt als die erfpachtgelden binnenkomen, dat ze
dan naar de Algemene reserve moeten. Of vindt hij dat daarmee schuld
moet worden afgelost?)
Een goede vraag. Het geld dat binnen is, hebben wij ook ingezet. Dus het geld
waarvan we zeker zijn, dat zetten we in. Dus het is niet principieel, maar het kan pas als
het geld binnen is. Dat is wel een principieel punt. Daarnaast vinden wij dat je de
grondopbrengsten voor de langere termijn eigenlijk zou moeten verhogen en dat kan door
te kiezen voor een andere samenstelling van de woningbouw zodat de opbrengsten
daarvan hoger worden. De belangrijkste reden is dat we dat goed vinden voor de
woningbouw, maar dat is ook goed voor de gezondheid van de financiën van de stad.
(Mevrouw ROOSMA: Laatste keer. Toch nog wat specifieker. De heer
Torn heeft net gezegd, die erfpachtgelden moeten voor de aflossing van
de schulden worden ingezet. Maar nu uw reserve volgend jaar bijna op nul
eindigt, vindt de heer Torn dan niet dat die middelen naar de Algemene
reserve zouden moeten? Dat zou dan wel prudenter zijn — als ze
binnenkomen?)
Nu ga ik heel technisch worden. Ik zou mevrouw Roosma willen meenemen naar
pagina 24 van onze tegenbegroting. Daar staat heel duidelijk in dat de gelden die echt
binnen zijn gekomen van die erfpacht, dat die worden toegevoegd in de Algemene reserve.
Alleen, wel het geld dat er is en niet het geld dat nog moet binnenkomen. Dat is wel een
vrij groot en belangrijk detail. Nou ja, daarover zouden we eigenlijk nog een hele avond
met elkaar kunnen discussiëren. Daar zit wel een risico in. Volgend jaar zal moeten blijken
of dat risico zich manifesteert. Ik vrees eerlijk gezegd van wel en ik denk dat we in deze
gemeenteraad dan nog een zwaar debat gaan voeren. Daar zou ik het bij willen laten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: We hebben vanmiddag een uitgebreid debat gehad over de
loekdown en wat voor impact dat heeft op de stad. Ik denk dat deze begroting in het teken
staat van de coronacrisis. Ook financieel verkeren we in zwaar weer. Waar het rijk diepe
zakken heeft, hebben wij een beperkt budget en we moeten uiteindelijk een sluitende
begroting indienen, zei de wethouder vanmiddag ook nog. Dat we dat nu doen met deze
begroting, dat vind ik op zich een prestatie en ik vind het ook fijn dat de VVD dat heeft
erkend dat het mooi is dat we nu een sluitende begroting indienen. Dat is immers niet
vanzelfsprekend. In andere gemeenten in Nederland zien we ook dat de tekorten van het
rijk er echt hard in hakken. De tekorten op de zorg zijn nauwelijks meer te dragen. De
bijstellingen in het gemeentefonds gaan eigenlijk al jaren de trap af en het is dan ook zuur
97
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
om te zien dat nu het rijk eindelijk extra geld gaat uitgeven, wij als gemeenten worden
uitgezonderd van de koppeling aan het gemeentefonds. De VNG heeft zich eerder eind
september in felle bewoording al uitgelaten tegen het kabinet en er werd een motie
aangenomen met een overweldigende meerderheid van maar liefst 99 procent op het
VNG-congres om juist structureel aan het kabinet meer geld te vragen. Ik was eigenlijk
benieuwd of de wethouder der Financiën straks zou kunnen aangeven hoe die gesprekken
met het rijk nu verlopen. Het is natuurlijk heel fijn dat we incidenteel worden
gecompenseerd voor de impact van de coronasituatie op onze Amsterdamse begroting,
maar structureel gezien hebben we natuurlijk een groot probleem dat is gerelateerd aan
het gemeentefonds en de tekorten in de zorg. Ik zou graag wethouder Everhardt daarover
horen. Zit die structurele compensatie bij het rijk erin en is de VNG daarvoor nog hard aan
het lobbyen? Mijn collega Ernsting vroeg vanmiddag al naar de impact van de huidige
loekdown op de begroting. Ik denk dat het iets is wat onzeker blijft richting de voorjaarsnota.
Ik zou van de wethouder graag willen horen hoe hij ons de komende tijd kan meenemen
om een vinger aan de pols te houden bij het sturen op die financiën zodat we zo’n sessie
die we nu hebben gehad met een enorme bezuiniging van 250 miljoen euro het liefst
zouden kunnen voorkomen maar in elk geval zouden kunnen zien aankomen mochten we
nog een keer financieel moeten ingrijpen. Ik hoop van harte dat dat niet nodig is. We
hebben in het afgelopen begrotingsakkoord dat de coalitiepartijen met elkaar hebben
gesloten in september Samen sterk uit de crisis natuurlijk een flinke klap gekregen met een
structureel pakket van 250 miljoen euro per jaar met veel pijnlijke keuzes.
(Mevrouw VAN SOEST: Wij hebben bij het vorige college meegemaakt dat
er 250 miljoen euro moest worden bezuinigd en toen is het college
overgegaan tot de verkoop van vastgoed. Nu heb ik aangeboden te kijken
of we niet wat kunst zouden kunnen gaan verkopen om de pijn voor de
burgers een beetje te verzachten. Hoe staat u daar tegenover?)
Ik waardeer het echt dat de Partij van de Ouderen meedenkt in oplossingen om
uiteindelijk de budgettaire ruimte van de gemeente te vergroten. Ik denk wel dat kunst
verkopen niet de meest praktische oplossing is financieel gezien. Het levert uiteindelijk niet
structureel geld op en dat is waaraan we de meeste behoefte hebben.
Dus dat pakket van 250 miljoen euro per jaar, dat doet heel veel pijn. En als het
geen pijn zou doen, als we geen pijnlijke keuzes zouden moeten maken, dan mag je je als
gemeente wel eens achter de oren krabben. Maar we zijn er trots op dat we juist in deze
tijden een pakket hebben kunnen neerleggen waarin we ook investeren in de stad. We
investeren in werkgelegenheid, in duurzaamheid, in herstel, in de sociale veerkracht, ook
in armoedebestrijding. Dat zijn toch dingen die belangrijk zijn om te doen op het moment
dat je financieel moeilijke keuzes moet maken. We verdelen de pijn daarnaast wat ons
betreft op een eerlijke manier. Dat neemt niet weg dat de coalitiepartijen natuurlijk van
mening waren nadat het college de begroting met dit grote pakket had voorgelegd, dat er
nog wat kleine bijstellingen nodig waren. Dit heeft geleid tot een aantal voorstellen vanuit
de coalitiepartijen waarbij we hebben gezocht naar oplossingen om onder andere de vier
buurtbibliotheken open te houden, culturele broedplaatsen overeind te houden en extra
geld uit te trekken voor wijkcentra, bewonersinitiatieven en buurtmedia. Juist in deze zware
tijd vinden wij het belangrijk om die sociale en culturele functies overeind te houden omdat
ze zo erg belangrijk zijn voor het welzijn en het welbevinden van de Amsterdammers. De
bibliotheek is er voor iedereen, voor jong, voor oud, voor arm en voor rijk en die functie van
de bibliotheken verandert. Vroeger was het vooral een plek om te lezen, om je horizon te
verruimen en je wereld te vergroten. Nu is het steeds meer de plek geworden voor
ontmoeting en voor sommigen is het gewoon een tweede thuis, een sociale en warme plek
58
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
in de stad. Amsterdam verkeert in de gelukkige omstandigheid dat we 25 bibliotheken in
deze stad hebben. We moeten ons ook realiseren dat die bezuinigingen van het rijk en het
tekort van het rijk en de coronacrisis die daar bovenop komt, er in veel gemeenten ertoe
leiden dat de laatste of de enige bibliotheek zelfs moet sluiten. In die zin moeten we ons
realiseren dat we het goed hebben. Ik ben toch heel erg blij dat het ons is gelukt om een
oplossing te vinden om die buurtbibliotheken open te houden. Ik wil iedereen en ook de
oppositie die daarin een belangrijke rol heeft gespeeld, bedanken dat het ons met z’n allen
is gelukt om hier tot een oplossing te komen.
(De heer CEDER: Uiteraard is de ChristenUnie en volgens mij de hele raad
blij met het redden van de bibliotheek, dus ook de complimenten aan de
coalitie. Ik vroeg me toch even het volgende af. De exploitatiekosten zijn
volgens mij voor twee jaar vrij gevallen. Zou mevrouw Roosma mij kunnen
aangeven hoeveel geld daarmee is vrijgekomen?)
Volgens mij maar dat weet ik niet helemaal zeker, stond er in de begroting voor die
twee jaren 4 miljoen voor de OBA, voor de exploitatie van de OBA Next. Een deel daarvan
is gebonden aan het gebouw en een deel daarvan is ook gebonden aan de functies. Ik heb
uit de brief van de wethouder begrepen dat het mogelijk is om het geld dat in die eerdere
twee jaar nodig is op die manier in te zetten.
(De heer CEDER: Ik heb inderdaad in de voorjaarsnota van 2019 destijds
gelezen dat de exploitatiekosten 4 miljoen euro per jaar waren. Maar als u
de OBA uitstelt, dan komt er toch 8 miljoen euro vrij als ik het goed uitreken.
En als dat zo is, als we de bibliotheek voor twee jaar redden, dan wordt er
3 miljoen euro voor uitgetrokken. Dus klopt het dat er dan 5 miljoen euro
aan exploitatiekosten overblijft?)
Ik heb het zo begrepen. Ik heb ook met de directeur van de bibliotheek gesproken.
Misschien kan de wethouder daar straks nog iets over zeggen. De OBA Next is niet alleen
gebonden aan een gebouw, maar het gaat ook om de voorzieningen van digitalisering etc.
waarmee ook exploitatielasten gemoeid zijn. Maar misschien kan de wethouder daarover
zo meteen nog wat zeggen. Overigens is het natuurlijk zo als in die jaren dat geld over zou
zijn, je uiteraard ook nog iets moet verzinnen om dat geld naar de toekomst te halen. We
hebben het hier natuurlijk over het vrijvallen van exploitatielasten in 2025 en 2026 die je
naar 2023 en 2024 moet halen. Dus we zijn met Z'n allen ook wel erg in de toekomst aan
het rekenen. Maar goed, als het nodig is, is het nodig.
(De heer CEDER: We gaan inderdaad het antwoord van de wethouder
horen, maar volgens mijn berekening is er nu gewoon door het voorstel als
de raad dat accepteert, 5 miljoen euro vrijgevallen. Bent u het ermee eens
als we daarvoor een goede bestemming vinden en daarvoor heb ik nog
wel een aantal ideeën, om die 5 miljoen euro te besteden in deze
begrotingsperiode? Vind ik dan GroenLinks aan mijn zijde?)
Kijk, als dat zo is, dan hebben we het over geld dat vrijvalt in 2025 en 2026. Je
moet je al afvragen of je per se al dat geld naar de toekomst wil halen en niet alleen voor
de jaren 2023 en 2024 maar voor de jaren 2021 en 2022 waarover de heer Ceder het dan
heeft. Dat lijkt mij niet al te prudent om geld dat over vijf, zes jaar vrijvalt nu al naar volgend
jaar gaan halen. Dus ik ben erg bereid om naar oplossingen te zoeken voor de problemen
die de heer Ceder nog wil aankaarten, maar dit gaat best ver.
Ik vervolg mij betoog. We trekken ook geld uit voor de meest basale voorzieningen
die een mens nodig heeft: voedsel en een dak boven ’t hoofd. Het zou niet nodig moeten
zijn in een rijk land als Nederland en in een rijke stad als Amsterdam dat er veel lokale
voedselinitiatieven worden ontwikkeld. Amsterdammers helpen Amsterdammers die soms
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
niet eens bij de voedselbank terecht kunnen voor hun dagelijkse levensbehoeften als
voedselpakketten en maaltijden. Ik denk dat het heel goed is dat we daar als stad nu iets
extra’s doen en niet in de laatste plaats heeft de coalitie voorgesteld extra geld uit te trekken
voor de opvang van dak- en thuislozen in onze stad. Opvang is uiteindelijk een
noodzakelijke voorwaarde om te kunnen werken aan je toekomst en zonder dak boven je
hoofd is er eigenlijk geen toekomst. GroenLinks wil daarom dat niemand op straat slaapt.
Twee keer 1 miljoen euro moet ons dan ook helpen om ook na de lockdown in de
wintermaanden het aantal plekken in de opvang substantieel uit te breiden en tegelijkertijd
te blijven zoeken naar perspectief. Amsterdam is een sociale stad en we zorgen voor elkaar
ook als we in financieel zwaar weer zitten. In Amsterdam blijven we knokken voor wat
kwetsbaar is en dat doen we vanuit het college, vanuit de gemeenteraad, vanuit de coalitie,
vanuit de oppositie, vanuit de straat en vanuit maatschappelijke organisaties. Ik ben
eigenlijk heel erg blij dat we dat met elkaar samen kunnen doen, want dat is uiteindelijk
waarom het gaat in deze crisis dat we zorgen dat we de juiste beslissingen nemen om de
noden van de Amsterdammers daar waar die het hoogst zijn, op een goede manier te
adresseren. Ik zou iedereen willen oproepen dat te blijven doen met elkaar en elkaar daarin
ook vast te houden. Dat wordt nog een moeilijk jaar in 2021.
(De heer CEDER: Ik ben het helemaal eens met mevrouw Roosma dat er
in principe niemand op straat hoort te slapen en dat Amsterdam ook een
sociale stad moet zijn. In dat kader vraag ik mij af of zij het amendement
van mij en de heer Veldhuyzen dan ook zal steunen voor een bed-bad-
broodvoorziening voor de Dublinclaimanten die waarschijnlijk per 1 april
2021 op straat gaan slapen. Dat is immers wat mevrouw Roosma niet wil.)
We hebben hierover natuurlijk in de raadscommissie Algemene Zaken over
gesproken. De heer Ceder weet ook dat het mij pijn doet dat die opvang van
Dublinclaimanten geen doorgang kan vinden. Wat er wel gebeurt, is dat er extra plekken
bij komen om ongedocumenteerden op te vangen. Met Dublinclaimanten is het zo dat ze
wel naar een voorliggende voorziening kunnen en dat we daar meer moeten kunnen doen
om mensen te begeleiden naar een plek waar ze wel perspectief hebben. En tegelijkertijd
moeten we wel zeggen, als mensen kwetsbaar zijn, dan vangen we ze gewoon op want
dat horen we te doen in een stad als Amsterdam.
(De heer CEDER: U heeft het over de kwetsbare groepen en dat vind ik
ook belangrijk maar ik ben nog even zoekende naar wat dat betekent voor
de niet-kwetsbare Dublinclaimanten. U geeft in uw betoog aan dat
niemand in principe op straat hoeft te slapen. Daarnaast weten u en ik
beiden dat niet iedereen een plek heeft in de reguliere opvang dus dat er
noodgedwongen wel degelijk mensen op straat slapen. Ik kom daarvoor
met een voorstel om dat te regelen en u heeft het alleen maar over de
kwetsbare groepen die zouden moeten worden opgevangen. Bent u het
met mij eens en met de heer Veldhuyzen dat ook voor de niet-kwetsbare
mensen, dat ook voor hen geldt dat ook zij niet op straat hoeven te slapen?
Gaat u daarvoor met mij vandaag een oplossing zoeken?)
We weten natuurlijk dat er voor de Dublinclaimanten hun IOD op een gegeven
moment verloopt en dat ze dan terecht kunnen in de asielprocedure. Dat is wat ons betreft
ook de beste oplossing. Dan kunnen ze een asielaanvraag doen. Als het gaat over groepen
die nog niet aan die UOD zitten, dan zeggen we, kunnen we niet andere vormen zoeken?
Ik weet ook dat de wethouder daarvoor met de staatssecretaris in gesprek is om te kijken
of we kunnen voorkomen dat mensen op straat slapen maar dat we wel kunnen zoeken
naar een manier van opvang die misschien niet binnen het Amsterdamse programma
60
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Ongedocumenteerden past, maar waarbij we wel op een andere plek kunnen zorgen dat
ze zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over hun status. En of dat nu is in bijvoorbeeld
Italië of in Nederland of op een andere manier. Opvang, ja, maar dan wel bij de
asielaanvraag ofwel op een andere manier.
(De heer VELDHUYZEN: Als er niemand in Amsterdam op straat zou
moeten slapen, heb je eigenlijk een soort van humanitaire ondergrens
nodig zoals een permanente noodopvang. Laat ik daarover nu toevallig net
een motie hebben ingediend. Ik vraag me af of GroenLinks die motie dan
misschien zou kunnen steunen omdat je met zo’n permanente
noodopvang er echt voor zorgt dat niemand op straat hoeft te slapen omdat
het amendement dat we nu indienen — wat heel belangrijk is natuurlijk —
eigenlijk niets meer is dan de keuze die vorig jaar is gemaakt om de
winteropvang af te schaffen proberen recht te zetten voor dit jaar.)
Wij hebben natuurlijk gezegd met die 100 plekken die er vorig jaar zijn bijgekomen
dat dat eigenlijk een permanente noodopvang is voor iedereen die anders op straat slaapt.
Dus daar kan iedereen terecht ongeacht status of wat dan ook. Mensen die kwetsbaar zijn,
kunnen daar terecht en worden hopelijk ook begeleid naar een volgende plek. Maar je hebt
ook mensen die in de noodopvang blijven zitten. Idealiter zie ik dat als een traject waar
mensen ook weer kunnen uitstromen. We hebben nu gezien dat er in de winter meer
plekken nodig zijn. Dus dat is wat ons betreft nu eerst de oplossing. Wat mij betreft gaan
we natuurlijk altijd kijken als er later meer plekken nodig zijn. Dan weet u GroenLinks ook
te vinden. We moeten daarvoor dan wel budget vinden. Dan kan ik de heer Veldhuyzen
altijd goed gebruiken om vanuit de straat de druk op te voeren. Maar wat ons betreft lijkt
het nu voldoende om gewoon in de winter die extra plekken te hebben en die honderd
plekken die we al hadden op de Transformatorweg die de heer Veldhuyzen ook kent, om
die in te zetten om mensen op te vangen.
(De heer VELDHUYZEN: Ik zou zeggen, er wordt 11 miljoen euro extra
geïnvesteerd in handhaving. We kunnen ook gewoon die motie van BIJ1
aannemen. Die vraagt niet op een specifiek aantal plekken, maar die
vraagt om die humanitaire ondergrens ‘In Amsterdam slaapt er niemand
op straat’ te realiseren. Dan dek je daar nu alvast mee dat er in ieder geval
niemand op straat hoeft te slapen. Dus als GroenLinks daadwerkelijk de
daad bij het woord zou voegen, dan zou ze die motie eigenlijk moeten
ondersteunen. Graag daarop nog een reactie.)
Ik kijk er natuurlijk naar uit dat in de volgende periode de heer Veldhuyzen en
GroenLinks samen een absolute meerderheid hebben in deze raad. Dan kunnen we al dat
soort zaken met elkaar regelen. Maar de heer Veldhuyzen snapt natuurlijk ook dat we in
een wat complexere situatie zitten en dat er meer vragen vanuit verschillende partijen
spelen. Tot nu toe denk ik dat we goed uit de voeten kunnen met deze plekken en anders
weet de heer Veldhuyzen mij te vinden en dan strijden we samen voor uitbreiding als dat
nodig is.
(De heer KREUGER: Nog even over de OBA Next want die wordt dus
uitgesteld. Daardoor moeten alle mensen uit Zuidoost wel twee jaar
wachten totdat ze de Zuidas kunnen terug claimen. Vindt mevrouw
Roosma dit niet erg?)
Ja, vreselijk. Ja.
(De heer KREUGER: Er wordt nu natuurlijk wel een beetje een grapje van
gemaakt maar het was toch wel een heel zwaar wegend argument indertijd
61
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
dat de Zuidas door Zuidoost moest worden terug geclaimd. Dus was dat
nu echt zo’n zwaarwegend argument zoals dat toen werd gebracht?)
Als de heer Kreuger mij met een grapje vraagt of ik het jammer vind dat de
investeringen in de OBA Next wordt uitgesteld, dat de realisatie van de OBA Next moet
worden uitgesteld, ja, natuurlijk. Ik vind het heel erg jammer dat de investeringen moeten
worden uitgesteld. Dat is absoluut niet iets wat we willen. Ik denk juist dat we hopen juist
in deze tijd te kunnen blijven investeren in de stad, maar het is de realiteit die aan de corona
is gerelateerd.
(De heer KREUGER: Kan mevrouw Roosma überhaupt nog een keer
uitleggen hoe dat werkt, de Zuidas terug claimen? Bij mij is dat een beetje
weggezakt.)
Volgens mij heeft het niet zo veel zin om het debat van vorig jaar over te doen. De
heer Kreuger heeft ook geen interrupties meer, dus dan wordt het allemaal een beetje
flauw. Dus, nee.
(De heer BOOMSMA: Ik wil nog even terug naar het idee om kunst te
verkopen. Mevrouw Roosma zei wel dat dat incidenteel geld was, maar
het Stedelijk Museum heeft bijvoorbeeld meer dan 100.000 werken. Als je
er één van zou verkopen, bijvoorbeeld zo’n hele lelijke en oninteressante
van Roy Lichtenstein, As | Opend Fire, zo’n cartoon, gekocht van
Sandberg voor ik geloof nog geen 40.000 euro en het is nu 50 miljoen euro
waard. Daarmee kan je de kapitaalvernietiging van die hele kunstensector
in Amsterdam grotendeels voorkomen. Dus hoezo is dat geen goed idee?)
Over smaak valt niet te twisten. De heer Boomsma weet ook wel dat het zo
makkelijk niet werkt en dat je ook niet zo maar kunt zeggen, dit is het waard en dat is ook
niet gelijk wat je ervoor krijgt. Dat heeft de vorige coalitie met allerlei deelnemingen
geprobeerd en ook met vastgoed. Die wilde het allemaal verkopen en dat leverde heel
weinig op. Niemand wil het hebben. Dus er moet ook echt iemand zijn die het wil kopen.
Het is een wild idee, maar het is niet iets waarvoor bij ons de handen op elkaar gaan.
(De heer BOOMSMA: Mevrouw Roosma loopt er een beetje voor weg. Het
is gewoon mogelijk om te ontzamelen. Dat gebeurt in veel instellingen, ook
in Amerika en elders. Dat wordt gewoon gedaan en dat kan ook prima. Dit
schilderij is volgens mij verzekerd voor 60 miljoen euro. Stel dat het 40
miljoen opbrengt, dan nog kun je daarmee een enorme kaalslag in onze
kunstensector voorkomen. Ik begrijp dat het een beetje buitenissig is, maar
dit zijn wel kritieke tijden. Dus wil mevrouw Roosma dat dan toch niet
serieus overwegen?)
Ik beloof de heer Boomsma dat ik me er nog eens in ga verdiepen, maar ik denk
dat ik wat minder optimistisch ben over het succes van deze oplossing dan de heer
Boomsma.
(De heer VELDHUYZEN: Ook nog even over kunst en cultuur. Stel je voor,
GroenLinks heeft 1,3 miljoen euro en GroenLinks moet kiezen tussen
investeren in beleid om multinationals naar de stad te lokken of de
budgetten van het AFK te verhogen. Wat kiest GroenLinks?)
Dan moeten we even teruggaan naar ons verkiezingsprogramma met de financiële
paragraaf. Ik kan me herinneren maar ik weet het niet meer 100 procent zeker dat wij
inderdaad hebben voorgesteld om de budgetten voor het hier naartoe halen van grote
bedrijven te korten. Ik zit in een coalitie met drie andere partijen en daar zijn ook nog andere
wensen. Als het een GroenLinkswalhalla was, dan hadden we misschien andere keuzes
gemaakt, maar ik heb te maken met coalitiepartners en misschien is het ook goed om te
62
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
weten dat juist de economische kant niet wordt ontzien in de voorgestelde bezuinigingen
in het Samen sterker uit de crisispakket. Het is een evenwichtig pakket, maar ik heb ook
rekening te houden met mijn coalitiepartners.
(De heer VELDHUYZEN: Dan wil ik D66 feliciteren want dan doet die het
toch best goed in een college met drie linkse partijen om het toch voor
elkaar te krijgen om 1,3 miljoen euro per jaar in te zetten voor het lokken
van multinationals naar deze stad. Ik zou zeggen, D66, jullie zijn de
winnaar van dit college.)
Als de heer Veldhuyzen winnen en verliezen laat afhangen van 1,3 miljoen euro in
een begroting, dan wijs ik hem erop dat het totale budget 6 miljard is. Dan moet hij die
afweging misschien toch wat breder trekken.
(De heer CEDER: Mevrouw Roosma heeft het er nu al een paar keer over
als het aan GroenLinks lag of als het een GroenLinkswalhalla was, dan
zouden de keuzes anders liggen. Op de vraag van de heer Veldhuyzen
over de noodopvang realiseren zei mevrouw Roosma ook dat die er wel
zou kunnen komen als het aan GroenLinks lag, maar dat ze met andere
partijen zit. Dat vind ik toch wel ernstig. Ik vraag me dan af om welke
partijen het dan gaat. Zou u kunnen aangeven wie dan geen noodopvang
wil? ls dat de PvdA, is dat de SP, is dat D66? Wie houdt GroenLinks tegen
om dit plan voor te stellen. Ik wil daarover echt graag duidelijkheid met
naam en toenaam graag.)
Volgens mij heeft de heer Ceder dan niet helemaal goed geluisterd. Ik heb gezegd,
we hebben nu permanente noodopvang van 100 plekken per jaar 365 dagen, 24 uur per
dag. We hebben gezegd dat we in de winter extra plekken nodig hebben en dan gaan we
nog eens kijken. Tegen de tijd dat we zover zijn, dan kunnen we met elkaar opnieuw een
afweging maken. Dan wijs ik er op dat het geld wel ergens vandaan moet komen. Dat wil
helemaal niet zeggen dat mijn coalitievrienden tegen die noodopvang zijn, maar de heer
Ceder weet ook dat het altijd een prioritering is. De heer Torn pleit net voor een
lastenverlichting voor ondernemers, u gaat zo meteen weer pleiten voor extra geld voor
het masterplan Zuidoost. Het moet op een gegeven moment uit de lengte of uit de breedte
komen. Er is een breed palet. Ik denk niet dat mijn coalitievrienden tegen opvang zijn. Maar
de heer Ceder kan het ze straks zelf vragen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zal straks wat moties intrekken en wijzigen, maar
eerst moet me iets anders van het hart. De afgelopen weken heeft het college de
Amsterdammers zich rot laten schrikken. Het college heeft een bezuinigingsopgave maar
de fractie van de Partij voor de Dieren is wel erg verbaasd over de prioriteiten van het
college. Ik noem er nu een. In het oog sprong wel de forse bezuiniging op de OBA waardoor
de bibliotheken in de buurten verdwijnen waar ze het hardst nodig zijn terwijl de luxueuze
OBA Next op de Zuidas overeind blijft. Er is net al veel over gezegd. Waarom koos het
college er bijvoorbeeld voor om het miljoenen kostende feest van Amsterdam 750 jaar
overeind te houden en de bibliotheken, een essentiële buurtvoorziening te grabbel te
gooien? In ronkende persberichten lezen we nu dat de coalitiepartijen de redder zijn van
de bibliotheken. De redder van een zelf gecreëerd probleem. Maar zijn de bibliotheken ook
gered? Helaas niet. De bezuinigingen worden uitgesteld zodat de OBA zich er goed op kan
voorbereiden. Wethouder Moorman gaf gisteren in Het Parool nog aan dat ze zich zorgen
maakt over de leerachterstand die kinderen oplopen nu de scholen door de lockdown
63
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
sluiten. Die zorgen zou het hele college zich moeten maken als het gaat om het sluiten van
bibliotheken in de stad. Bibliotheken in de wijken zijn ontzettend waardevol. Deze
bezuinigingen moeten niet een paar jaar worden uitgesteld, maar de bibliotheken moeten
veilig worden gesteld. Dat is een kerntaak van de gemeente en feestvieren is dat niet. Over
het feestvieren zo meer.
(Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Bloemberg begon met een verhaal waarin
ze zei dat er fors op de bibliotheken wordt bezuinigd. Ik wilde dat een klein
beetje nuanceren. Het gaat om een bezuiniging van 1,5 miljoen euro op
een totaal budget van de bibliotheken van 29 miljoen euro subsidie van
alleen de gemeente Amsterdam wat de coalitie ook nog eens een keer
heeft uitgebreid met 4 miljoen euro. Per saldo geeft deze coalitie juist meer
geld uit aan bibliotheken. Dus ik wilde mevrouw Bloemberg wat nuanceren
in haar woordkeuze.)
Ik kan me daar niet bij aansluiten. Zodra er bibliotheken in wijken moeten sluiten,
dan is dat een veel te grote bezuiniging en daarvan worden veel mensen in de wijken de
dupe.
(Mevrouw ROOSMA: Dat is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Wij
waren natuurlijk ook verbaasd dat de directeur van de bibliotheek zei dat
hij volgend jaar de buurtbibliotheken gaat sluiten omdat de gemeenteraad
over twee jaar een kleine bezuiniging inboekt. Daarvan zijn wij
geschrokken en dat is ook de reden dat er een oplossing is gezocht. Dat
is immers wat niemand wil. Het is nooit zo geweest dat de coalitie heeft
gezegd, we bezuinigen zodat de buurtbibliotheken dicht moeten. Dat was
absoluut niet de bedoeling.)
(De VOORZITTER: Ik wil u vragen en ik zeg het nog maar een keer
opnieuw, interrupties kort te houden. Ook uw betoog, mevrouw Roosma,
nam meer dan een half uur in beslag. We komen echt heel erg in tijdnood.
We hebben een volle agenda en ik neem niet aan dat u op vrijdag wilt
doorvergaderen. Ik breng het nu maar even zoals het is. Wilt u er alstublieft
rekening mee houden? Ik begrijp dat een begroting over alle onderwerpen
gaat, maar beperkt u zich alstublieft allemaal tot de onderwerpen die ook
aan de orde zijn als u interrumpeert en houdt u het kort.)
GroenLinks zegt dat het nooit de bedoeling was geweest dat er bibliotheken in de
wijken zouden moeten sluiten. Dat is zeker net als dat het nooit de bedoeling is geweest
dat alle tuinders zich helemaal rot zijn geschrokken over de huurverhogingen die de
afgelopen weken aan het licht kwamen. Dan wil ik toch tegen GroenLinks zeggen, dat ze
misschien iets meer feeling met de Amsterdammers moeten hebben. Ik had dit wel zien
aankomen. Ik kom regelmatig in bibliotheken. Je hebt de afgelopen jaren al kunnen zien
dat bijvoorbeeld de tijden van bibliotheken waarin service wordt verleend, al werden
ingekort. Dus dit is gewoon iets wat eraan zat te komen. Dan kan GroenLinks wel zeggen
dat het nooit de bedoeling is geweest, maar dit moet echt worden voorkomen aan de
voorkant zodat het helemaal niet kan plaatsvinden.
Ik ga verder. Ik heb een motie ingediend en die wil ik graag intrekken. Dat is motie
nr. 1309 over schoolpleinen. Ik heb daar een verzoek gedaan voor groene schoolpleinen
en eigenlijk heeft het college in zijn preadvies daarop een reactie gegeven. Op basis
daarvan heb ik een amendement gemaakt en dan kom ik weer terug op dat feestvieren
van de gemeente Amsterdam. Daarvoor worden namelijk miljoenen euro’s uitgetrokken. Ik
vind dat we die miljoenen veel beter aan iets anders kunnen besteden. Dus ik zou willen
zeggen, van dat budget halen we 1 miljoen euro af en dat gaan we dan gebruiken voor het
64
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
versneld vergroenen van schoolpleinen. We gaan dan om 2021 niet 15 maar 30
schoolpleinen vergroenen en dat komt ten goede aan de kinderen in Amsterdam. Alle
kinderen hebben gewoon recht op zo’n leuke speelplek die groen en uitdagend is.
Daarnaast is het ook heel goed voor de biodiversiteit en voor het klimaat in Amsterdam.
Verder zag ik ook dat de vorige coalitie wel sneller die schoolpleinen kon vergroenen in de
laatste jaren van die periode. Dus het lijkt mij heel goed als wij hier ook gaan versnellen.
Daarvoor zou ik dan graag dat budget willen gebruiken. Dus daarvoor heb ik een
amendement ingediend.
Dan is er nog een motie die ik zou willen intrekken en dat is motie nr. 1310 over
het dolfinarium. Ik heb gevraagd in de toekomst geen stadspasacties meer te organiseren
voor het dolfinarium dat mensen daar voor een goedkope prijs naartoe kunnen. In het
preadvies zegt het college eigenlijk dat deze actie voor de toekomst niet meer gaat worden
gepland. Ik zie dat eigenlijk als een toezegging en daarmee ben ik heel blij. Ik wil dat dat
niet meer gaat gebeuren. De motie kan ik dus intrekken.
Dan hebben we nog motie nr. 1352’ van de heer Van Lammeren. Die gaat over het
niet vervangen van wethouder Dijksma. Het college geeft in zijn reactie op de motie aan
dat het college het niet gaat redden met een wethouder minder. Dat vinden wij heel
teleurstellend maar wij zouden ook niet willen dat er wethouders bezwijken onder de druk
en dat het ten koste zou gaan van het bestuur en de kwaliteit ervan. Om die reden trekken
wij motie 1352’ in. Daarbij laat ik het voor nu.
De moties-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1309 en 1310) ingetrokken
zijnde, maken geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352’) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg.
De heer HAMMELBURG: Niet de fractievoorzitter maar de woordvoerder
Financiën spreekt bij de begroting. Ik probeer aan uw oproep gestalte te geven door mijn
bijdrage wat kort te houden want ik heb ook oog voor de agenda. En vrijdag is het liefst
een vrije dag voor ons waarop we onze stemlijsten invullen.
Deze begroting is wel heel bijzonder want we hebben sinds de Tweede
Wereldoorlog niet meer zo’n gigantische crisis gekend met zo’n gigantische impact op de
financiën van deze mooie stad. Dat vraagt om een enorme inspanning van het college, een
enorme inspanning van de wethouder der Financiën en ik vind de wijze waarop dit is
uitgevoerd echt de complimenten waard. De manier waarop ons begrotingsakkoord in
september is uitgevoerd verdient echt een dikke pluim ondanks het feit dat er natuurlijk
hele moeilijke keuzes moeten worden gemaakt en dat we in heel zwaar weer verkeren.
Maar complimenten zijn in dit geval wel op Z'n plaats.
Veel is al gezegd maar laat ik toch nog een aantal punten benoemen die voor D66
belangrijk zijn om te delen met de Amsterdammer. We hebben vanuit onze visie zo veel
mogelijk getracht de klappen zo veel mogelijk op te vangen binnen de eigen organisatie.
Natuurlijk kun je altijd bedenken, had het meer gekund of minder, maar duidelijk zichtbaar
ook vanuit de ambtenaren en vanuit de ondersteuning is dat we nu proberen maximaal te
bezuinigen op de organisatie en dat we daarmee keihard aan de slag gaan. Dat wordt een
hele spannende opgave en dat betekent dus ook dat we in onze eigen coalitiemiddelen
moeten snijden. Dat betekent ook dat we wat aan de Amsterdammer vragen bijvoorbeeld
die OZB-verhoging waarover de VVD het had. Daar moet mij dan toch wat van het hart en
65
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
dat zeg ik dan ook richting de VVD. Ja, voor Amsterdamse inwoners gaat die OZB een
paar tientjes omhoog. Dat is niet leuk, maar we willen er ook voor zorgen dat we de
werkgelegenheid behouden. We willen er ook voor zorgen dat we ons plan voor de zes
banenmotoren kunnen uitvoeren zodat de werkgelegenheid door deze crisis gaat stijgen.
We willen dat we investerend door deze crisis komen zodat alle Amsterdammers aan het
werk kunnen blijven, dat ze allemaal hun boodschappen kunnen blijven betalen, hun
hypotheek, hun huur. Dat vraagt om een uitgebalanceerd pakket en niet om ordinaire
oneliners over een paar tientjes of een paar honderd euro en het wel of niet verhogen of
verlagen van de lasten. Laat ik daaraan dan toch nog maar een conclusie verbinden: per
saldo gaan die lasten op de korte termijn omlaag voor het MKB.
(De heer BOOMSMA: De heer Hammelburg heeft het over een paar
tientjes als het gaat om die OZB-verhoging. Maar laat ik dan toch een
vraag stellen over de woonboten. Daar gaat het niet om een paar tientjes,
maar daar gaat het om ruim 1000 euro. Dat is voor veel mensen bijna een
maandsalaris in lastenverzwaring voor zoiets fundamenteels als wonen. Is
de heer Hammelburg nu echt niet bereid om met ons te kijken of we die
pijn niet iets kunnen verzachten?)
De heer Boomsma en ik hebben deze discussie vorige week ook al gevoerd en
ook al aangegeven dat D66 vorig jaar al heeft ingestemd met de precarioverhoging. Deze
is ook niet leuk. Dat geef ik ook gelijk toe. Lastenverzwaringen zijn nooit leuk, maar we zijn
wel op zoek naar een breed pakket aan maatregelen waarmee we Amsterdam drijvend
kunnen houden en ervoor kunnen zorgen dat we alles voor elkaar krijgen in deze stad, dat
we onze kades en muren kunnen verstevigen. Dat vraagt een bijdrage van iedereen, van
walbewoners en van waterbewoners. Wat D66 betreft worden die zo veel mogelijk gelijk
getrokken.
Ik ga richting een afsluiting. Ik wil toch nog zeggen dat het ook D66 ontzettend
verheugt dat we de sluiting van de lokale vestigingen van de bibliotheken hebben kunnen
voorkomen, dat we het Museum Het Schip kunnen redden, dat we hetzelfde doen met het
Bostheater. Met andere woorden, dat we toch nog net als met ons coronapakket eerder de
kunst- en cultuursector overeind kunnen houden in deze stad. Dat is voor D66 echt van
groot belang. Ik laat het hierbij.
(Mevrouw VAN SOEST: Heeft u het boekje van de woonbootbewoners
gelezen? Woonbootbewoners — gewone Amsterdammers?)
Ja.
(Mevrouw VAN SOEST: Heeft u dan ook gelezen dat de wethouder
Financiën ons vorig jaar op het verkeerde been heeft gezet met het
voorstel om de precario te verhogen en dat hij de raadsleden heeft
onthouden van informatie?)
Ja, ik heb vorig jaar als raadslid alle informatie voorhanden gehad om een
weloverwogen besluit over deze precarioverhoging te nemen net als de meerderheid van
deze raad overigens. Ik begrijp dat mevrouw Van Soest als een van de weinigen, samen
met DENK geloof ik, tegen die precarioverhoging heeft gestemd, maar een overgrote
meerderheid heeft hiervoor gestemd op basis van openbare informatie waarin we allemaal
konden kijken. Dus ja, ik heb het boekje gelezen, mevrouw Van Soest. Ik heb dat inderdaad
goed gelezen en ik heb ook met een aantal woonbootbewoners gesproken.
(Mevrouw VAN SOEST: Weet u dan ook dat Amsterdam in 2019 al het
hoogste precariotarief had? Dus u bent ermee akkoord dat de wethouder
ons verkeert informeert, of eigenlijk informatie heeft onthouden? Daarmee
gaat u akkoord?)
66
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Mevrouw Van Soest en ik delen die conclusie niet. Ik moet nog iets rechtzetten.
Mevrouw Van Soest heeft vorig jaar ook ingestemd met de precarioverhoging die zou
ingaan over een periode van twee jaar. Ik heb het hier voor me.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti.
De heer TAIMOUNTI: Toen we begonnen aan de Algemene beschouwingen
waren de coronamaatregelen net verzwaard. Nu gaan we stemmen over de begroting en
we zitten inmiddels in een keiharde lockdown. Voordat ik inhoudelijk inga op de begroting,
wil ik graag mijn steun uitspreken voor iedereen die direct of indirect is geraakt door het
coronavirus en ik wil mijn solidariteit betuigen aan al onze ambtenaren, ondernemers en
arbeiders die het eveneens moeilijk hebben, en ik wil een extra signaal afgeven naar de
zorgsector wat mij betreft. Namens de fractie van DENK wensen wij iedereen heel veel
sterkte toe de komende periode.
Dan moet mij toch van het hart dat de laatste paar dagen mij enorm hebben
verbaasd. Aan het begin van de coronacrisis zeiden alle coalitiepartijen dat het allemaal
anders zou gaan. Het moest allemaal socialer, we moesten elkaar meer gaan opzoeken
en we moesten meer gaan verbinden. Het bezuinigingsakkoord van de coalitie heet dan
ook niet voor niets Samen sterker uit de crisis. Toen kwam het aanvullend akkoord
afgelopen maandag. De coalitiepartijen kwamen met voorstellen die eigenlijk bij alle andere
oppositiepartijen wel een keer voorbij waren gekomen. Zo pleitte BIJ1 voor het open
houden van de daklozenopvang en de broedplaatsen, kwamen ChristenUnie en het CDA,
de VVD, Partij van de Ouderen en DENK met voorstellen om de OBA te redden, of te wel
het aanvullend akkoord bevat voorstellen die al eerder zijn gedaan door oppositiepartijen.
We zijn natuurlijk blij met het akkoord en met name voor het extra geld voor lokale
voedselbanken. Wij dienen samen met de coalitie een amendement in voor 750.000 euro
voor de voedselbanken. Dit is een mooie financiële aanvulling op onze motie van afgelopen
september om de informele voedselvoorziening te ondersteunen. Het extra geld van het
amendement is wat dat betreft broodnodig zeker nu we in die keiharde lockdown zitten. Ik
hoor graag van de wethouder welke uitvoering zij gaat geven aan onze motie.
Er zijn weinig momenten in de raadsperiode om maar liefst dertien fracties te
kunnen verenigen. Maar als er tot nu toe een moment zou zijn waarbij dit mogelijk en
belangrijk was, dan was het met dit aanvullend akkoord tijdens de huidige lockdown.
Jammer genoeg werd er geen enkele oppositiepartij benaderd en moesten we over de
uitvoering van de moties teruglezen in de kranten — kleine uitzonderingen daargelaten. Het
zou allemaal anders gaan na de crisis volgens de linksprogressieve coalitiepartijen. Ik
betreur het te constateren dat de coalitiepartijen in dit geval voor eigen succes gaan en dat
in crisistijd. Mijn collega Khan heeft in de raadscommissie FEZ gewezen op de noodzaak
om ons voor te bereiden op het zwaarste scenario en toen zei de wethouder dat er al een
plan klaar lag. Nu is er een harde lockdown. Mijn vraag is dan logischerwijze: waar is dat
plan? Wat moet er worden aangepast? Of komt dat pas in de voorjaarsnota? Is het dan
ook nog mogelijk dat we nu allerlei plannen bedenken en moties indienen die over twee of
drie maanden eigenlijk niet meer haalbaar zijn? Ik hoor graag de beantwoording van het
college. Wanneer kunnen wij dat backupplan verwachten? En kan dan worden
aangegeven welke gevolgen de huidige loekdown zal hebben? Ook willen wij van het
college horen op welke dossiers en welke onderwerpen het verwacht te gaan bezuinigen.
Ik hoor het graag.
We hebben een groot aantal moties ingediend en deze zijn al besproken in de
raadscommissie. Ik zal er toch een aantal proberen toe te lichten en te bespreken. Ten
67
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
eerste ben ik teleurgesteld in de reactie op onze motie om de tramhaltes aan de Johan
Huizingalaan en de Kinkerstraat toegankelijk te maken. Dan druk ik me echt heel
voorzichtig uit. Uit het preadvies kunnen we concluderen dat het alleen maar een financieel
probleem is. We zien nu dat er geld vrijvalt, dus mijn vraag is waarom het dan niet wordt
opgelost. Er spelen geen technische issues of iets dergelijks. Ik kan dit niet uitleggen aan
de burger die minder valide is, hulpbehoevend is, of aan ouders met een kinderwagen. Zij
moeten een paar kilometer extra lopen in de koude regen omdat het te veel geld kost terwijl
er 130 miljoen euro naar het centrum gaat. Dit maakt het antwoord van het college extra
pijnlijk. We hopen dat de partijen wel voor onze motie willen stemmen om het openbaar
vervoer inclusief te maken voor alle burgers, ook de burgers in Nieuw-West.
Dan over de toeslagenaffaire, ik noem het liever het toeslagenschandaal. De
DENKfractie heeft in de afgelopen tijd veel gesprekken gevoerd met gedupeerden en
daarbij de gehele raad uitgenodigd om aanwezig te zijn. Tijdens die gesprekken hebben
we geconstateerd dat er nog veel meer beter kan qua ondersteuning aan de gedupeerden.
Daarom hebben wij schriftelijke vragen ingediend en we hopen op een snelle
beantwoording. We dienen daartoe twee moties in. De ene gaat over het opzetten van een
zichtbaarheidscampagne om meer gedupeerden te bereiken. Helaas kunnen mensen
vanwege de privacy niet worden gebeld. We horen wel van veel gedupeerden dat ze wel
in contact willen komen met de gemeente maar dat er geen speciaal nummer of loket is.
Daarom verzoeken wij hiertoe samen met de PvdA en het CDA. Verder horen wij
schrijnende verhalen van ouders van wie sommigen tien jaar lang niet één dag er met hun
kinderen tussenuit konden gaan door het toeslagenschandaal. Ze leven al tien jaar in
ongekende stress, in armoede en ze schamen zich dat ze hun eigen kinderen niet eens
nieuwe kleding konden geven laat staan een moment van ontspanning. We hebben
nagedacht over mogelijke oplossingen en daarvoor hebben we ook een motie ingediend.
En als derde een onderwerp dat mijn collega Kilig extra aan het hart gaat en
waarvoor ze zich met passie inzet aangezien ze dit zelf helaas heeft moeten meemaken.
Mantelzorgers. Het kan niet zo zijn dat inwonende mantelzorgers dakloos raken zodra hun
dierbaren voor wie ze jarenlang hebben gezorgd, komen te overlijden. Vaak gaat het om
ouders of oude familieleden. Een dergelijke gebeurtenis is te ingrijpend en emotioneel
waarbij een coulance van zes maanden van de woningbouwcorporatie echt geen hulp is.
In de oververhitte woningmarkt van Amsterdam is het eigenlijk praktisch onmogelijk om
een woning te kunnen vinden. Het vooruitzicht om dakloos te geraken is onder normale
omstandigheden al verschrikkelijk traumatiserend laat staan als je net een dierbare hebt
verloren. Daarom stellen wij voor inwonende mantelzorgers aan te merken als mede-
hoofdbewoner of hen als zodanig te registreren zodra bekend is dat iemand een inwonende
mantelzorger is. Wanneer de verzorgde dan komt te overlijden, hebben de inwonende
mantelzorger en de corporatie veel meer tijd om te zoeken naar een andere woning
bijvoorbeeld in het kader van het project Van groot naar beter. Verder zou ik nog willen dat
het college opnieuw kijkt naar onze motie om 25 miljoen euro te reserveren voor het
verwachte parkeerinkomsteneffect. Uit de laatste verzamelbrief van het college die
vanmiddag is verstuurd blijkt dat er over 2020 een tekort is van rond de 15 miljoen euro
aan parkeerinkomsten. Onze motie stelde toen voor om in ieder geval 25 miljoen euro te
reserveren en die motie werd destijds negatief gepreadviseerd. Ik hoop dat het college
deze motie opnieuw tegen het licht kan houden. Ik denk dat dat wel belangrijk is.
Voordat ik afsluit, wil ik het toch nog even hebben over de verhuftering van onze
maatschappij. Ik vind dat een belangrijk thema. De afgelopen dagen zagen we daarvan
extreme voorbeelden. In Utrecht werd in één nacht zowel een moskee als twee synagogen
beklad met hakenkruisen. In Amsterdam werd gisteren een baksteen gegooid door de
68
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
prachtige Westermoskee. Naar verluidt heeft de dader ook nog eens de nazigroet
uitgebracht. Verschrikkelijk. Hier zien we duidelijk de vermenging van islamhaat en
antisemitisme. De religieuze instellingen van moslims en joden blijven het mikpunt van
racistische agressie. Het is belangrijk dat wij als raad altijd en consequent blijven opstaan
tegen dit geweld. Ik wil dat nogmaals benadrukken. Tevens onderstreept dit de urgentie
van onze motie voor het opzetten van een campagne tegen terreur en voor respectabel
omgaan met elkaar. De burgemeester heeft destijds helaas een negatief preadvies
gegeven maar wellicht kan de burgemeester daarnaar toch anders kijken in het licht van
de recente gebeurtenissen en de campagne alsnog op te zetten. Wat DENK betreft zou
het beleid moeten zijn dat er bij dergelijke verschrikkelijke gebeurtenissen met grote
maatschappelijke gevolgen voor de stad altijd persoonlijk contact wordt opgenomen vanuit
het college of de burgemeester. Is het college het daarmee eens?
Ter afronding wil ik eindigen met een korte reflectie op het afgelopen jaar. 2020
was een uitzonderlijk jaar voor iedereen. We hebben dit met Z'n allen moeten doorstaan
en we kijken hoopvol uit naar 2021. Ik hoop dat er snel een vaccin beschikbaar komt en
niet alleen in Nederland maar zeker ook in de armere delen van de wereld. Premier Rutte
gaf het in zijn toespraak al aan. Gelukkig is er zicht op het einde van deze coronacrisis. De
fractie van DENK schaart zich achter deze boodschap en hoopt dat 2021 het jaar van hoop
en herstel zal zijn. Dat zal inderdaad zijn als we excuses aanbieden voor ons
slavernijverleden en daarom hebben we ook een motie ingediend om Keti Koti groots te
vieren. We hopen dat de rest van de raad het daarmee eens is. Namens onze fractie wens
ik iedereen veel sterkte in deze moeilijke tijd, al onze collega’s in de raad, de coalitie, de
oppositie, het college en onze ambtenaren.
Wij trekken motie nr. 1312 en nr. 1386 in. We hebben gewijzigde moties ingediend;
dat zijn de nr. 1313, 1329 en 1425. De rest blijft zoals het is.
De moties-Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312 en 1386) ingetrokken zijnde,
maken geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
177° _ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Een financiële gift
voor vitale vrijwilligers actief bij de lokale voedselvoorzieningen (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1313’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- onze waardering te laten blijken aan actieve vrijwilligers van de lokale
voedselvoorzieningen in Amsterdam, in de vorm van een cadeaubon waarvan
de hoogte tenminste gelijk is aan het bedrag dat is toegekend aan de
medewerkers van de handhaving en deze uit dezelfde dekking te financieren.
178° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Motie van het lid
Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoek naar volksgezondheidsaanpak
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe de schaarse financiële middelen en mankracht in het
veiligheidsdomein efficiënter kunnen worden ingezet ter voorkomen en
69
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
bestrijden van wapengeweld en —bezit onder jongeren, bijvoorbeeld door meer
in te zetten op maatregelen die gebaseerd zijn op de
volksgezondheidsaanpak, en hierover te rapporteren aan de raad.
179° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse
streefwaarden kinderarmoede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425’ )
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- jaarlijkse streefwaarden op te nemen in de Armoedemonitor om
kinderarmoede tegen te gaan en deze te spiegelen aan de landelijke
doelstellingen om kinderarmoede te verminderen tegen 2030.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Biemond.
De heer BIEMOND: We hebben vanmiddag uitgebreid gesproken over de sombere
tijden waarin we leven en de gemeentefinanciën verkeren in navenant zwaar weer. Dat
betekent dat de Algemene reserve moet worden aangesproken. Het is niet anders. Toch
ligt hier een begroting voor die in balans is, zou ik zeggen, want er wordt niet alleen
bezuinigd maar er wordt ook geïnvesteerd. Dat is knap maar ook nodig want we moeten
de stad en de economie gaande houden. In deze tijd wordt zichtbaar dat we de overheid,
de publieke functies, de publieke middelen hard nodig hebben, dat die onmisbaar zijn. Dus
de gemeente heeft daarin een belangrijke rol. Belangrijk is ook dat de kwetsbare stad in
fysieke zin, dus in de vorm van kades en bruggen gesteund blijft. Ik denk dat we na de
vermanende woorden van voormalig wethouder Dijksma niet anders meer zouden durven.
(De VOORZITTER: Mijnheer Biemond, uw geluid valt weg. Ah, ik hoor u
ook weer.)
(De heer KREUGER: De heer Biemond heeft het over investeringen en
dan heeft hij het waarschijnlijk over de banenmotor, zo’n 78 miljoen euro.
Kan hij uitleggen wat er precies nieuw is aan deze investeringen ten
opzichte van waarin het was gelabeld in het klimaatfonds? Wat is daar
anders aan?)
Ik heb kennisgenomen van het duurzame herstelplan. Dat betreft een plan 2021-
2025 met een aantal banenmotoren en daarin zitten zo is berekend 15.000 arbeidsjaren.
Het is denk ik verstandig dat we nu investeren en zorgen dat we banen blijven behouden.
Dat zou mijn antwoord zijn op die vraag.
(De heer KREUGER: Dat kon ik zelf ook wel lezen, maar wat is er anders
aan dan wat er was gelabeld vanuit het klimaatfonds; wat is er anders?)
Wat er anders is, is dat we het klimaatfonds bekijken vanuit de noodzaak van
werkgelegenheid. Het belang daarvan onderschatten we nu omdat er nog zo veel
staatssteun loopt waardoor nog heel veel bedrijven kunnen doorgaan. Maar zodra die
70
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
staatssteun wordt afgebouwd, zullen we zien dat er heel veel banen komen te vervallen.
Dus het is heel noodzakelijk dat wij vanuit de stad investeren in werk.
(De heer KREUGER: Volgens mij is dat helemaal niet zo. Er wordt niet
specifiek geïnvesteerd in werk. Er wordt een investering gedaan die werk
oplevert, maar dat was toch sowieso al het idee van geld dat in het
klimaatfonds zat, dus dat daarmee een investering wordt gedaan die
vervolgens werkgelegenheid oplevert? Wat is er dan anders?)
Dat is drie keer dezelfde vraag. Ik denk dat het voor ons heel belangrijk is dat we
de plannen, de investeringen die we hebben ten aanzien van de verduurzaming, dat we
die juist koppelen aan banen en dat het voor iedereen zichtbaar is dat het iets oplevert. Dat
levert werkgelegenheid op. Dat is denk ik juist in deze tijd essentieel. Het is ook een
belangrijke pijler van deze begroting.
Ook de extra kwetsbare bewoners moeten zo veel mogelijk worden ontzien. Maar
laten we er geen doekjes om winden. Tegelijkertijd is zichtbaar dat dit ons allemaal raakt.
De impact is enorm en veelzijdig. Toch moeten we proberen publieke voorzieningen zo
veel mogelijk in stand te houden. De burgemeester zei eerder vandaag dat dat een
medeverantwoordelijkheid is van ons allemaal en bij die woorden sluit ik mij graag aan. Of
het nu gaat om voedselhulp of om veiligheid in de stad of om het behoud van culturele
instellingen, we hebben al die publieke voorzieningen hard nodig.
Dat brengt mij meteen bij de discussie over de bibliotheken. Ik ga toch even terug
naar de gemeenteraad van 10 juni 2019. Dat is al weer even geleden. Ik sprak toen al uit
dat de openbare bibliotheek en de sociaaldemocratie een gelukkig huwelijk hebben. De
doelstelling van de openbare bibliotheek, emancipatie door kennisoverdracht, is ons op het
lijf geschreven. Daarnaast juist door de spreiding van buurtbibliotheken over de hele stad
creëren we ontmoetingsplekken in de buurten en die zijn onmisbaar. Dus hoewel we
begrepen dat de pijn over alle portefeuilles werd verdeeld waren we bepaald ongelukkig
met de voorgestelde besparing op de OBA met als gevolg sluiting van buurtbibliotheken.
Ook wij zien dat er vernieuwing nodig is. Het karakter van de OBA verandert. De uitleen
loopt terug maar de bezoekersaantallen stijgen. We vinden het verstandig dat er eerst een
plan komt voor de verandering met mogelijk een herijking van het vestigingsbeleid en dat
dat nu wordt besproken met de OBA. Met voor ons als uitgangspunt en dat geef ik de
wethouder alvast mee, het behoud van de buurtfunctie van de bibliotheek. De wethouder
heeft in haar brief van 14 december 2020 gehoor gegeven aan de oproep in de
raadscommissie om tot een meer integrale benadering te komen en de besparing op de
OBA in de Begroting 2021 te schrappen. Daarvoor hebben wij met een aantal andere
partijen een amendement ingediend en we zijn dus blij dat de buurtbibliotheken kunnen
worden gered. Belangrijk voor de stad, juist belangrijk in deze tijd.
(De heer CEDER: Een vraag aan de heer Biemond. Die onderschrijft het
belang van de bibliotheek. Ik heb nog nooit in de coalitie gezeten, dus
misschien kan hij het mij uitleggen. Als ik hem zo hoor, geeft hij aan dat dit
een zelfstandige afweging is geweest van de wethouder en dat de PvdA
vanaf het begin toen de begroting werd gepresenteerd het er niet mee
eens was. Dat is wat ik uit zijn woorden proef. Klopt dat? Of heeft de PvdA
samen met alle andere partijen in de coalitie gewoon haar
verantwoordelijkheid genomen en dit als voorstel geaccordeerd waardoor
ze later na druk vanuit de politiek en daarbuiten gezegd heeft dat dit toch
geen verstandig plan is. Kan de heer Biemond aangeven hoe dat precies
zit en mij meenemen in dit proces? Ik ben daar oprecht benieuwd naar.)
71
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Ingewikkelde en lange vraag, terwijl het antwoord ook weer niet zo ingewikkeld is.
U heeft gezien dat er deze zomer is gewerkt aan het stuk Samen sterker uit de crisis. Daar
zat een taakvermindering in van 50 miljoen euro p.m. Dus die p.m.-post is toen niet
onderverdeeld in de coalitiegesprekken. Die is vervolgens onderverdeeld over de
portefeuilles zoals dat gaat in het college zo is mij verteld. De uitkomst daarvan is de
begroting zoals die nu voorligt. Dat is het proces geweest waarvan ik begrijp dat dat een
regulier proces is. Vervolgens hebben zich veel mensen gemeld, ook vanuit mijn partij, die
zich ernstig zorgen maakten over het sluiten van die buurtbibliotheken en daartegen zijn
wij toen net als overigens de ChristenUnie in het geweer gekomen.
(De heer CEDER: Dank u wel, want dit is wel goed voor de zuiverheid van
het debat. Ik begrijp goed dat het college een taakstelling had om te
bezuinigen en dat het college of de wethouder dus een keus heeft gemaakt
om te bezuinigen op de bibliotheek en dat de PvdA daarover is
geïnformeerd en niet geconsulteerd en toen de PvdA dat hoorde, dacht
dat dit geen verstandig plan was. En toen heeft u uiteindelijk gezegd dat u
dit moest terugdraaien. Begrijp ik dat goed?)
Ik denk dat het eigenlijk wat makkelijker is. Ik zit net als de heer Ceder in een
gemeenteraad dus ik word geïnformeerd op het moment dat de begroting wordt
gepubliceerd. De begroting is zoals u heeft gezien, een heel ingewikkeld bouwwerk waarin
nog een forse opgave lag voor het college om nog tot een taakvermindering te komen.
Daaraan is op deze manier invulling gegeven. Met name toen zichtbaar werd dat daardoor
buurtbibliotheken zouden worden gesloten, hebben wij ons daartegen uitgesproken met dit
als resultaat. Overigens ook met dank aan andere partijen waaronder oppositiepartijen die
daarin ook heel stelling namen.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoorde de heer Biemond zeggen dat hij
blij is dat de buurtbibliotheken kunnen worden gered. Nu vroeg ik me af of
het niet zo is dat de coalitie zelf dit probleem heeft veroorzaakt en is de
heer Biemond het met mij eens dat het dan wel heel erg gemakkelijk wordt
om allerlei problemen te veroorzaken die vervolgens kunnen worden
gered?)
Ik begrijp de vraag niet zo, eerlijk gezegd. Ik heb geen problemen veroorzaakt. Wel
is het duidelijk dat we met Z'n allen in de problemen zijn en de gemeentefinanciën in het
bijzonder. We zitten in zware tijden waarin moeilijke keuzes moeten worden gemaakt
waardoor alle portefeuilles worden geraakt. Dit heeft daarin zeker een rol gespeeld.
(De heer GEDER: Dank voor de toelichting, mijnheer Biemond. Ik zal de
wethouder bevragen waarom zij dan deze keuze heeft gemaakt als er
binnen de coalitiepartijen niet zo veel draagvlak voor was. U had het erover
dat u zag wat het deed met de stad en ook dat de oppositie het daarmee
niet eens was, maar u las ook alle voorstellen en alle preadviezen. We
hebben het net gehad over de discussie kapitaal- en exploitatielasten,
maar waarom heeft u niet gewoon de telefoon gepakt en gezegd, ik zie dit
nu ook in, laten we samen ten strijde trekken. U heeft uw eigen weg
gekozen. Ik ben benieuwd naar wat daarin de afwegingen waren. U geeft
eigenlijk al terecht aan dat de oppositie dit al lang zag aankomen.)
Met permissie, dan heb ik toch een stukje geschiedenis nodig om dat te pareren.
Wij hebben in 2019 al een brief gevraagd van het college met de bevestiging dat er ook in
buurtbibliotheken zou worden geïnvesteerd. Dat is de brief van 12 juni 2019. Nadat deze
begroting op tafel kwam, hebben wij ons in de raadscommissie KDD van 11 november en
2 december vrij duidelijk uitgesproken over deze bezuinigingen. Ik heb inderdaad
72
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
kennisgenomen van onder andere de motie van de ChristenUnie, maar daarin zat alleen
maar een dekking van de kapitaallasten van een paar ton en dat was onvoldoende.
Vervolgens heb ik in het bijzijn van alle partijen in de raadscommissievergadering aan de
wethouder gevraagd of zij inzage kon geven in een meer integrale aanpak inclusief de OBA
Next met als uitgangspunt dat geen buurtbibliotheken zouden worden gesloten. Daaruit is
de brief van 14 december voortgekomen. Daarop is vervolgens dat amendement
gebaseerd. Dus dat is de duiding van de procedure die is gevolgd. Ik hoop dat dat het een
en ander opheldert.
(De VOORZITTER: Vast en zeker. Ik breng even in herinnering dat
interrupties kort moeten zijn. Een kort statement, een korte vraag, en de
antwoorden evenzeer.)
(De heer TAIMOUNTI: Ik hoor de heer Biemond zeggen dat alle
portefeuilles hiermee worden geraakt. Nu vraag ik me echt af als het gaat
om de Agenda Autoluw en de 130 miljoen euro die naar het centrum gaat
in verband met het verkeer, hoe dat dan wordt geraakt?)
Uiteindelijk gaat het om de samenstelling. Een samenstelling waarbij we proberen
én te investeren in de stad én te bezuinigen op de organisatie én in te leveren op de
coalitieambities. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat daarmee portefeuilles worden geraakt —
waaronder ook Verkeer en Vervoer. Die zullen zeker de dans niet ontspringen.
(De heer TAIMOUNTI: Ik heb de heer Biemond hoog zitten en ik weet dat
hij de begroting goed heeft gelezen, maar misschien kan hij aangeven op
welke wijze het centrum wordt geraakt als het gaat om deze portefeuilles?)
Ik heb eerlijk gezegd nu niet paraat hoe dat per stadsdeel uitpakt. Ik vraag me ook
af aangezien we de begroting vooral uit portefeuilles opbouwen of dat nu inzichtelijk is. Het
is wel een heel terechte vraag juist om te kijken of er ook in de stadsdelen voldoende
evenwicht is. Ik denk dat ons uitgangspunt altijd zou moeten zijn dat ook wat dat betreft de
pijn zo veel mogelijk zou moeten worden verdeeld.
(De heer TAIMOUNTI: Ik zal mijn vraag dan toch even anders stellen. Ik
wil graag weten hoe de heer Biemond reflecteert op het feit dat we in het
centrum alsnog parkeerplekken gaan verwijderen die geld opleveren en
tegelijkertijd de fietspaden gaan verbreden terwijl in de buitenwijken, in
Zuidoost, Noord en Nieuw-West de voedselbanken als paddenstoelen uit
de grond schieten. Hoe kijkt de heer Biemond daarnaar? Vindt hij het in
deze crisistijd nog steeds uit te leggen?)
Ik vind het een heel goed punt en ik denk dat het ook goed illustreert dat je in het
nu moet kijken als het gaat om het gemeentebestuur maar ook op de lange termijn. Dus je
moet de hele tijd kijken naar hoe de stad er nu uitziet en hoe we de stad nu op orde houden
en waar willen we als stad naartoe? Ten aanzien van de Agenda Autoluw denk ik dat die
belangrijk is voor ons gewoon in het kader van de volksgezondheid, in het kader van de
luchtkwaliteit. Ik heb met veel mensen in de stad gesproken, ook daarover. En daarover
maken mensen zich heel erg zorgen en terecht. Dat is denk ik een typisch onderdeel
waarvan wij denken, daaraan moet je echt vasthouden in het belang van alle
Amsterdammers.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik wilde eigenlijk even terug naar de heer
Ceder die vroeg waarom de heer Biemond de telefoon niet had gepakt om
even te overleggen over voorstellen die door de oppositie werden
ingediend over de OBA. Nu vraag ik me af, is dat misschien zo dat de
coalitie niet wil dat de oppositie de problemen die dit college veroorzaakt,
oplost? Zit er misschien achter dat de coalitie dat wil redden?)
73
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Dat is in ieder geval niet hoe ik erin zit. Ik wil ook meteen wel even de hand in eigen
boezem steken. U zult zien dat ook oppositiepartijen het amendement hebben
meegetekend, maar ik ben niet iedereen afgegaan. Dat is een omissie van mijn kant die
door tijdsgebrek is ontstaan. Ik kan mevrouw Bloemberg verzekeren dat ik haar als eerste
boven aan het lijstje zet.
(De heer KREUGER: Even voortbordurend op wat de heer Taimounti net
zei over de stadsdelen en het centrum waar nog steeds heel veel geld
heen gaat. Dit interruptiedebatje hebben we ook al gevoerd met de vorige
woordvoerder bij de begroting. Waar is het misgegaan met de PvdA dat ze
de kwetsbare buurten zo uit het oog is verloren?)
Dit debatje hebben we zelfs vorig jaar al gevoerd en ook toen hebben wij ons ferm
verzet tegen dat frame. Het is zeker niet het geval dat de buurten uit het oog verloren zijn.
Er is zeker gedebatteerd aan de hand van een lijst waaruit onder meer bleek dat een aantal
investeringen dat stond gepland, niet doorging omdat de buurt zelf wilde dat het
getemporiseerd werd of om andere redenen. Ik kan de heer Kreuger verzekeren dat wij
wel degelijk juist die gelijkmatige verdeling van investeringen in de stad zeer goed in de
gaten houden. Ik vind het ook heel prettig om wat dat betreft te verwijzen naar het overzicht
prioriteiten stadsdelen in de begroting waarin dat zelfs pictografisch is weergegeven.
(De heer KREUGER: Dit is echt geklets; dit is écht geklets. De heer
Boutkan heeft hierover zelf gezegd dat het per kwetsbaar stadsdeel een
derde was dat was teruggevorderd en dat is naar het centrum gegaan. En
dan komt de heer Biemond hier nu aan met een verhaal dat het om
vrijwillige afdracht ging en dat dingen nog niet gereed waren. Hoe kan het
dan dat precies in al die stadsdelen er een derde is gekort, precies een
derde? Hoe kan dat?)
Als ik een ding niet wil, is het iets anders zeggen dan de heer Boutkan. Dat is
precies de reden waarom ik dit met hem heb voorbesproken. Dit is precies de insteek van
de PvdA en daarmee zal de heer Kreuger met moeten doen.
Ik wil ook nog iets zeggen over het gemeentelijk financieel beleid. De
meerjarenbegroting die sluitend is, bevat een financieel herstelplan om de Algemene
reserve aan te vullen. Dat is prudent maar dat is ook volstrekt noodzakelijk. Dat plan is
voor een deel afhankelijk van de te verwachten erfpachtbaten en daarop wees de heer
Torn ook al: daarin zit een onzekerheid. Dat wordt overigens ook gewoon bevestigd in de
begroting. Er worden geen doekjes om gewonden. Mijn vraag aan de wethouder is of hij
iets kan zeggen over de laatste stand daarvan en in hoeverre hij comfort heeft bij dit deel
van het herstelplan. Ik zou heel graag willen weten wat zijn laatste gedachten daarover
zijn.
Dan ga ik over tot een aantal wat meer procedurele vragen vooral omdat ik
verwacht dat we bij de voorjaarsnota ook weer lastige afwegingen moeten maken. We
hebben de P&C-cyclus voor 2020 vanwege de corona wat aangepast. Daar waren we
allemaal bij. Mijn vraag aan de wethouder is of we voor 2021 weer de gebruikelijke
volgorde, de gebruikelijke procedure hanteren en ook dus de gebruikelijke termijnen? Ik
denk dat het voor de raad van groot belang is dat wij juist boven op deze P&C-cyclus zitten
in deze tijden.
Dan is er nog een vraag over de informatie die mogelijk komt over de herijking van
het gemeentefonds. Wij zijn zoals iedereen weet, behoorlijk afhankelijk van de rijksgelden.
Ik begreep van de wethouder in de raadscommissie dat er een brief wordt voorbereid die
we in februari zouden krijgen, maar misschien kan de wethouder daarop vooruitlopend toch
al zijn licht laten schijnen over wat de mogelijke uitkomsten daarvan zouden kunnen zijn.
74
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Tot slot heb ik in de brief van de wethouder van 30 oktober 2020 gelezen dat er
een nieuw stelsel van investeringen is aangekondigd. Daardoor begrijp ik dat de raad zicht
krijgt op de beschikbare ruimte van de investeringen en daarmee dus ook zicht krijgt op
schuldontwikkelingen. Mijn vraag is of dat al ingaat, of we daarover al beschikken bij de
aankomende voorjaarsnota want dat lijkt mij een heel bruikbaar instrument.
Ik rond af. Het zijn sombere tijden. Daaraan hebben al veel mensen gerefereerd.
Toch gloort er hoop en de economie van de stad is veerkrachtig. Ik zou zeggen, laten we
met Z'n allen nog even volhouden. Ik denk dat dat gaat lukken.
Voor de administratie moet ik nog zeggen dat motie nr. 1260 een accentmotie
wordt. Motie nr. 1306 en nr. 1323 worden ingetrokken.
De motie-Mbarki en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260) ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-La Rose (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1306) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boutkan en Ernsting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
180° Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een
banenmotor die draait voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ bijde uitwerking van de banenmotoren zich er hard voor te maken dat ook voor
Amsterdammers zonder VOG en/of startkwalificatie werkgelegenheid
gecreëerd wordt.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Een bijzondere begrotingsbespreking om meerdere reden.
We zitten nog altijd midden in de coronacrisis en door de kersverse lockdown worden we
opnieuw pijnlijk daaraan herinnerd. Zoals iedereen zich realiseert, borduurt de huidige
begroting nog door op wat er logischerwijze het afgelopen jaar is gebeurd en dat was
gewoon een ontzettend zwaar, een loodzwaar jaar voor de zorg, voor de mensen die ziek
werden, voor de mensen die te maken hadden met verlies maar ook voor de ondernemers
en andere mensen die hun baan of hun zekerheid dreigen kwijt te raken door deze crisis.
In 2021 zal de stad opnieuw hard worden geraakt en dat geeft heel veel mensen toch een
gevoel van onmacht dat je weet dat je de pijn ergens een klein beetje kunt verzachten door
aan een paar knoppen te draaien maar dat je het echte probleem nu in ieder geval nog niet
kan laten verdwijnen en dat is voor iedereen moeilijk. Dan hebben we natuurlijk nog het
begrotingstekort, het enorme tekort dat nu ook over de komende jaren gaat en dat is voor
de gemeenteorganisatie een enorme test. De heer Taimounti haalde het net ook al aan:
de gemeente gaat nu nog uit van het middenscenario. Er was toen een technische sessie
geweest waarin alle scenario’s waren uitgewerkt. Het lijkt er nu echter op - of we hebben
in ieder geval te maken met een valse start — dat het nog erger wordt dan het
middenscenario. Dus de belangrijkste vraag die ik nu al meteen zou willen stellen, is wat
73
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
er overblijft van deze begroting. Of moeten we meteen in 2021 terug naar de tekentafel?
Ik hoor het heel graag van de wethouder.
Ondanks het vele werk van de ambtenaren en het college dat ze in deze
crisisbegroting hebben gestoken wat wij op zich wel waarderen, gaan we toch tegen
stemmen. Dat heeft er alles mee te maken dat het college op een aantal cruciale vlakken
gewoon doorgaat met hetzelfde slechte en onlogische beleid van de afgelopen twee jaar
waardoor de stad een minder leuke plek wordt om te wonen en te werken. Wij vinden dat
in ieder geval niet de bedoeling maar kennelijk is de meerderheid van deze raad daar toch
voor. Enkele voorbeelden: het opheffen van parkeerplaatsen, de Agenda Autoluw, de
omgang met ondernemers, de Nota Varen, diversiteitswaanzin, prestigeprojecten die soms
worden uitgesteld maar dan toch niet helemaal afgesteld, aardgasvrij, en zo kan ik nog wel
even doorgaan. Het staat er echt allemaal nog steeds in en dat moet er wat ons betreft
gewoon uit. De Onafhankelijke Raadsfractie vindt nog steeds dat we heel anders met de
stad moeten omgaan en dat we juist beleid moeten maken waardoor de stad vrijer wordt
en een prettiger plek voor iedereen en niet alleen voor een aantal mensen binnen de ring
of aan de gracht. Overal lezen we over het verdwijnen van de middengroepen uit de stad
en dat we ons moeten inzetten voor een gemengde stad. Daarom ben ik blij dat het college
toch semi-sympathiek tegenover ons onderzoeksvoorstel staat. Wij willen dat het college
niet alleen bij wonen waarop het zelf wat meer de focus legt, maar in de volle breedte een
groot onderzoek start naar welke factoren de middengroepen in de stad houden, naar de
stad toe trekken of juist de stad uitjagen. Is dat nu die parkeerplek voor de deur, is dat de
vrije schoolkeuze, is dat erfpacht, is dat een betaalbare koopwoning? Het zou alles kunnen
zijn, maar dat moet veel realistischer worden benaderd. Die motie hebben we inmiddels
aangepast dus die is opnieuw ingediend. Ik kom zo nog met het nummer.
Dit college pakt nog wel steeds van die kleine linkse deelgebiedjes die helemaal
dichtgemetseld worden. Maar als je echt een gemengde stad wil, dan kan ik me niet
voorstellen dat de rest van de gemeenteraad tegen dit voorstel van ons gaat stemmen.
Dus wij hopen op brede steun en desnoods moet er wel een extra wethouder worden
aangesteld. Er is nu natuurlijk een plekje vrij. Ik sta er best voor open dat te doen. Wellicht
dat ik dan ook meteen de Nota Varen erbij kan pakken, want dan wordt dat ook meteen
geregeld.
Goed. Afsluitend nog een prangend voorbeeld van echt heel slecht beleid, beleid
dat van de VVD tot aan GroenLinks wordt omarmd in deze stad en dat is de
energietransitie. Ik heb vanmiddag weer eens even dat hele ding open gedaan. Het is zo
verschrikkelijk slecht. Het moet er gewoon uit. Als je iets slecht vindt, dan moet je er wel
iets tegenover zetten. Dat heb ik dan ook gedaan met een isolatiemotie. Ik denk dat het tijd
wordt dat we ons niet helemaal blind staren op aardgasvrij, maar dat we even wat korte en
efficiënte klappen gaan geven op bepaalde zaken waarbij we én CO» besparen én het
wooncomfort vergroten én mensen meer geld over houden. Die motie hebben we
aangepast en die hebben we opnieuw ingediend. Nog dank voor de ambtelijke
ondersteuning die daarbij zit.
(De heer BIEMOND: Ik hoor de heer Kreuger grote woorden spreken over
isolatie. Nu hebben de heer Groen en ik op 30 september 2019 een motie
ingediend waarin we zeiden dat we denken dat bij het uitwerken van de
plannen voor banenmotoren een substantieel budget voor isolatie moet
worden uitgetrokken. Nu heeft Forum voor Democratie, de partij waartoe
de heer Kreuger toen nog behoorde, tegen gestemd. Dus ik vraag me even
af hoe dat zich verhoudt.)
76
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Als het gaat om die banenmotor, dan is dat een heel breed pakket. Dat gaat om
78 miljoen euro waarbij maar een heel klein deel voor isolatie was bestempeld. Sterker
nog, ik heb hierover in de zomer schriftelijke vragen gesteld met de heer Van Lammeren.
Toen wilde het college er niet aan. En dan in een keer een paar maanden later wordt er in
een keer 10 miljoen euro uitgetrokken voor isolatie. Dus eigenlijk is dat iets wat ik nog een
klein stukje heb rechtgebreid in plaats van dat dat nu helemaal op het conto staat van
GroenLinks en de PvdA. Dat is regelrechte onzin.
(De heer BIEMOND: De heer Kreuger ontwijkt wel een beetje de vraag.
Inderdaad, die motie van 30 september 2020 was vrij duidelijk. Waarom
heeft hij daar toen tegen gestemd? Dat zou nu toch helemaal in zijn straatje
passen?)
Ik zou de motie er even bij moeten pakken maar waarschijnlijk gaat het dan uit van
een te hoog energielabel. Dat kan ik mij voorstellen. Het is tot een bepaald niveau rendabel
om te isoleren. Als je te ver doorgaat, dan wordt het niet meer rendabel. Ten minste, dan
dient het een ander doel. Dan gaat het echt om die CO2-besparing. Maar wij kijken daarbij
naar betaalbaarheid en dat is waarschijnlijk dan de reden dat we die motie hebben
weggestemd, mijnheer Biemond.
(De heer BIEMOND: Ik denk inderdaad dat het verstandig is dat de heer
Kreuger die motie er even bij pakt, want wat hij nu zegt, daar klopt
helemaal niets van. Ik geef hem graag de gelegenheid dat een keer te
doen.)
Yes, helemaal goed. Dan ga ik daar even naar kijken. Even zien waar ik was. De
middenklassemotie is aangepast. Dat is motie nr. 1285. De isolatiemotie was nog niet
ingediend. Die ziet er nu voor de eerste keer bij.
Dan rest mij nog dat ik iedereen heel veel moed en wijsheid toewens en dat ik hoop
dat we snel weer een pilsje kunnen drinken met z'n allen.
De motie-Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
181° Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de
middenklasse in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe we de middenklasse kunnen behouden in Amsterdam en
daarbij mee te nemen in hoeverre gemeentelijk beleid hierbij een rol kan
spelen, en bij dit onderzoek nadrukkelijk maar niet exclusief, de volgende
gemeentelijke beleidsterreinen te betrekken:
e wonen;
e economie en werk;
e mobiliteit en bereikbaarheid;
e gemeentelijke lasten;
e energietransitie.
182° Motie van het lid Kreuger inzake Drie vliegen in één klap met (revolverend)
isolatiefonds: Meer wooncomfort in oude stadswijken, lagere woonlasten en minder CO2-
uitstoot (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1437)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
71
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
- met de Amsterdamse woningcorporaties in gesprek te gaan en daarbij
gezamenlijk tot een plan van aanpak te komen wat tot doel heeft:
e het wooncomfort in oude stadswijken, zoals Amsterdam-Noord, te
vergroten;
e de energierekening van huurders blijvend te verlagen;
e de COz-uitstoot (kostenefficiënt) en op korte termijn omlaag te brengen.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: De heer Kreuger had het over wat linkse deelgebieden. Ik
zal er meteen eentje noemen, de rijen bij de lokale voedselbank in de buurt die direct eten
verstrekken worden steeds langer en langer. Een rondgang van de SP langs deze
verschillende initiatieven in de stad leveren schrijnende verhalen op. Vrijwilligers vertellen
over kinderen die ze niet genoeg eten kunnen meegeven of gezinnen die ze naar huis
moeten sturen zonder voedselpakket simpelweg omdat het eten op is en de middelen
ontbreken om een buffer aan voedsel op te bouwen. De honger en armoede nemen toe in
de stad als gevolg van de coronacrisis. Dit kunnen we als raad niet zo maar laten passeren.
Daarom ben ik blij dat ik gesteund door een meerderheid in de raad van coalitie en
oppositie een amendement mag indienen dat 750.000 euro vrij maakt ter ondersteuning
van de voedselinitiatieven. Met dit geld kunnen hulpinitiatieven worden geholpen met de
aanschaf van koelkasten, huren van opslagplekken, het kopen van bruikbare mondkapjes
enz. Het is goed dat we financieel te hulp schieten, want de nood in de stad is zeer hoog.
Dan een ander deelgebied. Een tweede kwetsbare groep zijn de dakloze
Amsterdammers in de opvang. Ook hiervoor springt de raad in de bres. Er komen extra
middelen om extra plekken in de winteropvang te realiseren. Ook dat is heel hard nodig.
Voordat ik overga op de administratie nog een derde deelgebied. Ik wil graag de
aandacht vestigen op de Amsterdammers die het slachtoffer zijn geworden van de
Belastingdienst. De verhalen van Amsterdammers die het slachtoffer zijn geworden in wat
de toeslagenaffaire is gaan heten, zijn schrijnend te noemen. Je kinderen geen
schoolspullen meer kunnen meegeven of iedere maand aan de telefoon hangen met de
woningbouwcorporatie om een huisuitzetting te voorkomen. En dat allemaal met dank aan
de Belastingdienst die je volkomen onterecht als fraudeur bestempelt. Nu dreigt er weer
iets mis te gaan. Veel ouders zitten door toedoen van de Belastingdienst in de
schuldsanering en de 750 euro kerstgift die gedupeerde ouders de komende week krijgen
met dank aan SP-kamerlid Renske Leijten en Pieter Omtzigt dreigt te verdwijnen in de
zakken van schuldeisers en bewindvoerders. Deze signalen horen we uit verschillende
plekken in het land. Daarvoor hebben we een motie en die dient de SP in onder andere
met het CDA. De motie roept het college op het gesprek aan te gaan met bewindvoerders
om ervoor te zorgen dat ook ouders in de schuldsanering 750 euro op hun rekening kunnen
ontvangen. Ook vraagt de motie de gemeente het bedrag niet te verrekenen met
kwijtschelding van belastingen of uitkeringen.
Tot slot de administratie. Alles is reeds verwerkt door de geweldige griffie, maar
voor de liefhebber en meeschrijver is het amendement voor voedselhulp uiteindelijk nr.
1421’ geworden. Het beroemde, nu al beruchte food capital motie is nr. 1277’ geworden.
De toeslagenmotie krijgt nr. 1430. En motie nr. 1308 is ingetrokken.
78
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
De motie-N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1308)
ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de
beraadslaging.
De motie-Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1277) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Bij de Algemene beschouwingen stelde ik al de vraag in
hoeverre de aannames in deze begroting nog kloppen aangezien men bij het gekozen
scenario nog niet eens uitging van een tweede golf. Dus sinds maandag lijkt me dat niet
waarschijnlijker geworden. Ik verwacht eigenlijk dat de gemeente op een tekort afstevent
in de Jaarrekening 2021. Ik zal daar dit keer geen bezwaar tegen maken, want dit is niet
het moment om conservatief te gaan begroten. Je kunt je zelfs afvragen of het überhaupt
wenselijk is om nu te streven naar een sluitende begroting in deze hoogst uitzonderlijke
situatie. Volgens mij is dat eigenlijk niet zo, zeker als je dat alleen kunt bereiken door in
deze crisis allerlei lasten te verzwaren. Het is goed dat er ondanks de crisis toch extra geld
komt voor enkele fundamentele kerntaken van de gemeente, veiligheid en handhaving en
dergelijke, maar het verzwaren van de lasten is precies wat je op zo’n moment niet moet
doen. Dat geldt voor bedrijven want die zijn al zwaar getroffen. Wat dat betreft ben ik het
helemaal eens met de heer Torn. Maar dat geldt minstens zo zeer voor woonlasten
bijvoorbeeld in de vorm van precariobelasting. Wonen is een basisvoorziening. Wonen is
geen luxe, wonen is geen keuze. ledereen moet gewoon ergens wonen. Dus ik snap
gewoon niet hoe het kan dat allerlei partijen dag in dag uit zeggen dat Amsterdam een
betaalbare stad moet blijven, zorgen hebben over lastenverzwaringen maar dan wel zelf
de woonlasten in de vorm van een precariobelasting voor een kleine groep van een paar
duizend Amsterdammers wil gaan verdubbelen. Ik kan dat niet rijmen. En ik kan ook niet
rijmen dat men dan niet verder komt met ‘daarover hebben we het al gehad’ en ‘dat is al
besloten’ en ‘die discussie is al gevoerd.’ We gaan er vrijdag over stemmen. Er wordt al zo
veel aangepast in deze begroting. Zoals is gebleken was de informatievoorziening echt
slecht. Ik heb dat in de raadscommissie aangegeven en daarop kon de wethouder eigenlijk
geen goed antwoord geven. Dus ik wil hem nogmaals vragen hoe hij dat nu ziet. Dit raakt
zo veel mensen echt. En dan is het ook nog coronacrisis. Het lijkt mij dus heel goed dat de
wethouder op Z'n minst toezegt dat er geen verdere verhogingen komen. Mensen voelen
zich vogelvrij omdat er geen bescherming is bij die precario terwijl het wel om woonlasten
gaat. Dus je zou op Z'n minst moeten zeggen, die mogen niet meer stijgen met wat voor
huur zou gelden. Als er dan geen meerderheid zou zijn en ik hoop nog steeds dat die er
wel is, voor het terugdraaien van die verhoging, laten we dan op Z'n minst die 8 euro
aanhouden die voor de huur geldt in de stad of op Z'n allerminst de tarieven voor volgend
jaar niet nog verder verhogen maar die van dit jaar aan te houden. Dat lijkt me echt wel het
allerminste zeker als je de precario voor terrassen wat geen basisbehoefte is zoals wonen,
helemaal schrapt. Dus alsjeblieft, laten we dit doen.
Dan over erfpacht. Ook hier doe ik toch een poging. Beste ambtsgenoten van de
coalitie. Steun het pleidooi van de vrijwel voltallige oppositie voor een pardonregeling voor
de late overstappers. Kijk nu gewoon even wat dit beleid dat hier is gemaakt, doet met
mensen. Ik spreek bijvoorbeeld met Jeroen, een jonge Amsterdammer. Die heeft een paar
jaar geleden een huis gekocht met een Woz-waarde van 286.000 euro. Hij is veel op reis
79
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
voor zijn werk en hij heeft de communicatie over het nieuwe stelsel niet goed gevolgd. In
ieder geval heeft hij de urgentie niet goed begrepen. Hij probeerde wel in te loggen op die
gemeentelijke site, maar die werkte op dat moment niet. Daarna is het er niet meer van
gekomen. Nu blijkt dat het feit dat hij niet is ingelogd, hem 90.000 euro extra kost. 90.000
euro omdat je niet hebt ingelogd en de datum kon aanvinken op de site. Hij kan ook kiezen
voor een jaarlijkse canon en dat kost dan 2300 euro extra per jaar omdat hij die datum
heeft gemist. Extra! Dat is dus meer dan een maandsalaris. Ik kan het niet anders zeggen:
dit is niet iets wat een fatsoenlijke overheid kan en mag doen. Zo zijn er dus 23.000
Amsterdammers die nu gedupeerd zijn. Sommigen zullen er misschien zelf voor kiezen om
niet over te stappen, maar daaraan verandert een pardonregeling niets. Dan kun je toch
niet volstaan met de woorden ‘we hebben het nu eenmaal besloten’ of ‘we hebben het er
in de raadscommissie zo vaak over gehad’ wat de wethouder zei. Er zijn nu eenmaal veel
mensen in deze stad die niet maandelijks raadscommissievergaderingen van Ruimtelijke
Ordening volgen. Dus je hebt een zorgplicht als gemeente. Die communicatie is ook
gewoon ernstig tekortgeschoten. Het CDA heeft indertijd samen met D66 en met de PvdA
en anderen gepleit voor een zo goed mogelijke brief aan erfpachters die de urgentie echt
overdraagt. Maar wat stond er in die communicatie, het kan gunstig zijn om nu over te
stappen. Kan gunstig zijn is niet hetzelfde als het gaat anders 90.000 euro extra kosten.
Dat is gewoon de mensen niet goed informeren. Ik kan me niet voorstellen dat de heer Van
Dantzig of mevrouw De Heer of haar opvolger dat niet met mij eens zijn. Klopt het of heb
ik gelijk? Het hefboomeffect is niet gecommuniceerd. Een korting van 81 procent dat hier
nodig zou zijn om vergelijkbaar te zijn met het oude stelsel is niet gecommuniceerd.
Erfpachters zijn niet gewaarschuwd voor de mogelijke waardedaling van hun woning. In de
communicatie van de gemeente werd gezegd, als u niet overstapt, verandert er voor u
niets. Dat is niet waar want het canonpercentage verandert, de depreciatie verandert, de
BTW-aftrek vervalt. Dus er werd niet alleen onvolledig gecommuniceerd; er werd ook
verkeerd geïnformeerd. Daardoor zijn mensen in slaap gesust. Kortom, er worden soms
fouten gemaakt bij overheden. Dat komt voor. Maar dan moet je als bestuurder de
bereidheid hebben om het te corrigeren als mensen door dit beleid in zware problemen
komen.
Dan wil ik wel een compliment maken voor het feit dat de coalitie een aantal
reddingsoperaties te elfder ure nog in gang heeft gezet voor bibliotheken, Museum Het
Schip, voor het Bostheater en ook de wijkcentra. Dat waren allemaal bezuinigingen
waartegen het CDA en een groot deel van de oppositie heeft gepleit. Ik vind het mooi dat
dat is gelukt. Ik ga nu niet een wedstrijdje doen wie het meest voor bibliotheken is, maar
ten aanzien van de coalitiemotie voor het Bostheater heb ik nog wel een vraag. Het is een
verzoek aan het college om op zoek te gaan, maar een organisatie heeft iets meer
zekerheid nodig om plannen voor volgend jaar te kunnen maken. Misschien kan de
wethouder alvast enige vorm van garantie geven of uitleggen hoe ze dat voor zich ziet. Ik
wil ook nog benadrukken dat ik heel blij verrast ben met de motie van de leden Rooderkerk
en Kat over de stegen van Amsterdam. Daarover heb ik in het verleden ook veel vragen
gesteld en daarvoor heb ik ook aandacht gevraagd. Dus dat is echt top. Het CDA heeft met
een aantal anderen nog een motie ingediend om bij Artis de vinger aan de pols te houden.
Onze dierentuin mag niet het slachtoffer worden van corona.
Dan heb ik nog een gewijzigde motie nr. 1319’ ingediend om geen cursussen wit
privilege te geven aan ambtenaren. In het relevante beleidsdocument staat dat de
gemeente aan de slag gaat met cursussen wit- en interseksueel privilege en dan krijgen
we een brief waarin niet wordt gecommuniceerd dat daarvan geen sprake zal zijn.
Vervolgens zegt de wethouder wel in de raadscommissie dat hij het niet gaat doen. Het is
80
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
allemaal erg onlogisch. Het gaat ook om cursussen privilege in het algemeen. Het is
duidelijk vanuit de ideologie die daarachter zit, dat witprivilege een voorname vorm daarvan
is, Dus het is ook een beetje een woordspelletje om dan te zeggen, dat gaan we niet doen.
Het is hoe dan ook wat het CDA betreft een slechte zaak om een omstreden ideologie als
gemeente te gaan geven in de vorm van cursussen en trainingen aan ambtenaren. Ik dien
daarom een accentmotie in.
Tot slot dank voor het positieve preadvies ten aanzien van onze bijna raadsbrede
motie over de stadsgesprekken over de vrijheid van meningsuiting en religie. Ik vond het
preadvies wel erg mager ondanks dat het positief was. Ik denk dat zo’n bijna raadsbreed
signaal heel goed en belangrijk is. Ik wilde eigenlijk de burgemeester vragen daarop wat
nader in te gaan hoe ze die uitvoering daarvan ziet en hoe die de komende tijd gestalte zal
krijgen.
Dan trek ik nog drie moties en amendementen in: nr. 1326 voor extra handhaving,
nr. 1334 over het spreekuur van de wethouders en nr. 1341 voor een benchmark.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
183° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen
privilegetrainingen voor ambtenaren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319’)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- geen privilegetrainingen aan te bieden aan Amsterdamse ambtenaren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Geen stap meer voor kwetsbaren, dat is de titel van de
column van Michiel Couzy vorige week in Het Parool. Dit komt nu eens niet uit De
Telegraaf. De kwetsbare inwoners hebben meer en meer moeite het hoofd boven water te
houden als gevolg van de stijgende prijzen en de verschraling van de voorzieningen. Dit
geldt voor al voor Amsterdam waar de prijzen harder stijgen dan elders. Buurtwinkels
verdwijnen, openbaar vervoer verschraalt her en der en wijkcentra hebben het moeilijk. Dat
schrijft Couzy en dat is mij uit het hart gegrepen. Je zou denken dat het linkse stadsbestuur
er alles aan doet om het leven van deze kwetsbare Amsterdammers gemakkelijker te
maken en voorzieningen overeind te houden. Maar niets is minder waar. De afgelopen
weken is er een karrevracht aan bezuinigingen, belastingverhogingen en maatregelen over
de Amsterdammers uitgestort die juist de meest kwetsbare stadsgenoten keihard raken.
De zwakste schouders dragen de zwaarste lasten. Er zijn geen heilige huisjes, zei
wethouder Everhardt manmoedig over de bezuinigingen. Dat hebben we geweten. De
81
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
meest kwetsbare huisjes Krijgen namelijk de gepeperde rekening door de brievenbus
gepropt. De wethouder Ruimtelijke Ordening heeft even de volkstuinen in de ijskast gezet,
maar wij willen erop wijzen dat dat misschien wel voor de bühne is. Wij maken ons ernstig
zorgen over al die bezuinigingen die nu over de volkstuinen worden uitgestrooid. Was er
niet juist een PvdA'er, Jette Kleinsma, die als staatssecretaris riep dat ouderen hun
pensioen maar moeten aanvullen met een moestuin? Ook dat pensioen is dus verkwanseld
door de linkse kameraden. De duurste kroppen sla van Amsterdam komen straks uit eigen
moestuin. Alle zorgen die ik van de tuinders heb ontvangen, heb ik gevat in een zwartboek
dat ik de assistent van de wethouder heb aangeboden.
En dan het ouderenvervoer. Ook het aanvullend openbaar vervoer voor ouderen
en mensen met een beperking wordt kapot bezuinigd door dit stadsbestuur. Juist de
kwetsbare groepen die door de komst van de Noord/Zuidlijn het fijnmazige ov-netwerk al
zagen verdwijnen en door de coronacrisis keihard zijn geraakt, zien hun wereld door dit
college nog kleiner worden. De deur uitgaan wordt namelijk onbetaalbaar voor deze
mensen waardoor de eenzaamheid en het sociale isolement alleen nog maar groter wordt.
Draai die bezuinigingen terug op het aanvullend openbaar vervoer.
Dan de ouderenwoningen. Twee jaar nadat mijn initiatiefvoorstel voor kleinschalige
ouderenhuisvesting is aangenomen, is er nog altijd helemaal niets gebeurd. Sterker nog,
woningen die voor ouderen geschikt zouden zijn, worden massaal uit het woningbestand
getrokken en voor veel geld verkocht. Het is schandalig wat er zich in onze stad afspeelt.
Wanneer gaat het college eindelijk eens uitvoering geven aan mijn initiatiefvoorstel? En
hoe gaat het college ervoor zorgen dat er voldoende woningen komen voor de groeiende
groep ouderen?
Nog een schrijnend geval en dat is waarover ik me heel boos maak: de wijze
waarop met mensen wordt omgegaan die op de armoedegrens leven. Ze moeten
bijvoorbeeld rondkomen van een AOW'tje maar ze worden keihard gestraft als ze met
hangen en wurgen wat spaargeld hebben opgebouwd voor hun begrafenis van ongeveer
2.000 tot 3.000 euro. Neem het voorbeeld van de meneer die lange tijd in het ziekenhuis
heeft gelegen. Twee benen afgezet en met zijn minimale inkomen heeft deze meneer
normaal gesproken recht op kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Alleen
omdat hij in die tijd in het ziekenhuis lag, kon hij geen geld uitgeven. Er stonden wat extra
centjes op zijn bankrekening. Weg kwijtschelding. leder jaar moeten deze mensen met hun
billen bloot en alles aanleveren alsof ze de grootste criminelen zijn. Wat mij betreft komt
daaraan definitief een einde. Ik wil voorstellen dat alle Amsterdammers die een inkomen
hebben tot 15.000 euro — een wethouder verdient geloof ik net aan dit bedrag per maand
— automatisch vrijstelling krijgen van de gemeentelijke belastingen. Dat scheelt enorm veel
aan ambtenarengedoe en die kunnen we beter inzetten voor andere doeleinden. Daarvoor
hebben we een motie ingediend.
Dan de afvalstoffenheffing. Die is ook maar liefst dit jaar met 188% en ook vorig
jaar met 18% gestegen, dus inmiddels is het 36% duurder geworden om je vuilnis buiten
te zetten. Maar de kwaliteit ervan omhoog? Nee. Sommige delen van de stad lijken bij tijd
en wijle wel op een vuilnisbelt. Dan heb ik het niet over Amsterdam-Zuid. De grootste
rotzooi ligt namelijk altijd in de zwakste wijken.
De bibliotheken zal ik maar overslaan want daarover maak ik me helemaal kwaad.
Als de oppositie met voorstellen komt, worden die weggewoven. Doet de coalitie het, dan
wordt het goedgekeurd. Ik snap er nog steeds niets van en ik hoop op de verkiezingen.
Dan de precario bij de woonboten. ledereen heeft een boekje aangeboden
gekregen en daar vielen mij de schellen van de ogen. Hoe kan het voorkomen dat de
wethouder en misschien kan de wethouder daarop straks even ingaan, dat hij ons niet juist
82
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
heeft geïnformeerd? Dat is een doodszonde. En dit niet alleen. We hebben het
meegemaakt met De Meervaart waarin we op het laatste moment, een avond van te voren,
een belangrijk stuk onder ogen kregen. Waar is dit college mee bezig, met dit stiekeme
gedoe? Het is voor mensen met een normaal salaris onbetaalbaar geworden om op hun
geliefde boot te wonen. Bezwaar maken heeft geen enkele zin. Die komt namelijk afzender
retour door de Dienst belastingzaken met het argument dat die slechts uitvoert. Hoe kil kun
je het hebben? De woonbootbewoners zijn voor het college een gemakkelijke prooi. Bij
geen enkele andere groep Amsterdammers heeft de gemeente de afgelopen jaren de
huurlasten meer dan verdubbeld. Huurders of eigenaren van woonhuizen genieten een
rechtstreekse bescherming. Woonbootbewoners niet. Dat is lekker makkelijk graaien en
prijsschieten voor dit college. Ook daar hebben wij een zwartboek met de meest
schrijnende verhalen voor u gebundeld en dat is ook richting de assistent van de wethouder
gegaan.
Kunst en cultuur. Dit college geeft 20 miljoen euro meer uit vergeleken met de
Begroting van 2020 aan kunst, cultuur en erfgoed. Dit in een tijd van crisis. Mensen raken
hun baan kwijt, ondernemers leggen het loodje en dit college doet alsof er niets aan de
hand is. Het kan toch niet zo zijn dat de horecaondernemer op de hoek omvalt en het
Koninklijk Theater Carré wordt gecompenseerd voor omzetverlies? Daarnaast wordt het
Kunstenplan zoals vastgesteld in 2019 dus voor de crisis, gewoon uitgevoerd alsof er niets
aan de hand is. Graag een reactie van de wethouder. De gemeente Amsterdam beschikt
over een van de grootste kunstcollecties van Nederland. Niet alleen de Nachtwacht en de
Joodse Bruid van Rembrandt maar ook de bijna volledige collectie van he Amsterdams
gemeentelijke museum zijn eigendom van de gemeente Amsterdam. Daarnaast beschikt
de stad ook nog eens over honderd duizenden archeologische vondsten, tientallen
monumenten en buitenkunst. Bezit van de stad, dus van u en van mij, van ons allemaal.
Diezelfde stad die vorige week keihard bezuinigingen en belastingverhogingen doorvoert
om alle tekorten te dekken. Laten we de stad nu eens gewoon een huishouden noemen.
Stel uw inkomen daalt fors; de spaarrekening is leeg, uw auto is kapot, de wasmachine
begeeft het tot overmaat van ramp. Ondertussen heeft u ook nog een Rembrandt, een
Picasso of een Corneille aan de wand hangen. De meest logische reactie van uw omgeving
zal zijn, dan verkoop je dat kunstwerk toch? De tering naar de nering zetten is mij altijd
geleerd. Dat is precies waarvoor ik wil pleiten. Nu roep ik natuurlijk niet direct op om een
meesterwerk van Rembrandt te verkopen, maar ik wil graag de discussie starten.
Duizenden kostbare kunstwerken liggen namelijk in depots te verstoffen of hangen in
kantoren van hoge ambtenaren en wethouders. Ontoegankelijk voor het publiek dus,
hetzelfde publiek dat wel de eigenaar is van al die werken en tegelijkertijd alle
bezuinigingen en lastenverhogingen om de oren krijgt. Dat is niet uit te leggen aan de
mensen in de stad. Daarom wil ik een uitgebreide inventarisatie van het gemeentelijk
kunstbezit zodat we met elkaar kunnen kiezen welke werken we willen behouden en welke
kunnen worden afgestoten. Met de opbrengst zijn de bezuinigingen dan van tafel en
kunnen de Amsterdammers echt de vruchten plukken van hun kostbare bezit. De meest
kwetsbaren zijn de klos in deze stad. En wat zei de fractievoorzitter van nota bene de
socialistische partij over deze begroting in de krant? Ach, het is een rot verhaal maar ja,
we hebben de meest kwetsbaren ontzien. Wie neemt ons nu eigenlijk in de maling? De
spijker wordt keihard op de kop geslagen door de baas van het Hiltonhotel. Met knip- en
plakwerk van onze wethouder zou ik mijn bedrijf niet redden. Sterker, als ik met zulke
maatregelen kwam, werd ik meteen naar huis gestuurd.
Voorzitter, dank u wel. Ik had het niet beter kunnen zeggen. Tot zover.
83
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Sinds de eerste behandeling van de door het college
voorgestelde begroting is er nogal wat gebeurd en veranderd. Over een heel aantal zaken
dat in deze begroting staat, ontstond al aan het begin van de bekendmaking beroering. En
we zijn inmiddels al een aantal weken verder. Ik zou het nu heel uitgebreid kunnen gaan
hebben over hoe de coalitie geregeld de ChristenUnie maar ook andere oppositiepartijen
star de deur heeft gewezen in met name de eerste termijn van de begrotingsbehandelingen
toen met name de oppositiepartijen de vinger legden op onacceptabele keuzes,
bijvoorbeeld op de bezuinigen op de wijkbibliotheken terwijl het prestigeproject OBA Next
alsnog werd doorgedrukt of hoe weinig er mogelijk bleek toen enkele partijen waaronder
de ChristenUnie wezen op de nood bij dak- en thuislozen. Ik zou ook kunnen benoemen
hoe de afgelopen dagen de plannen toch zijn overgenomen en er een mediaoffensief is
gestart waarbij de coalitiepartijen nu de redders lijken te zijn van de problemen die hun
eigen college zelf heeft veroorzaakt. Maar daarmee is niemand gediend. Ik ben vooral heel
blij dat de scherpste randjes uit het voorstel van hun eigen college worden gehaald. Dan
gaat het uiteindelijk om de inhoud en dan ben ik blij dat het een en ander wordt geregeld.
Daarom mijn complimenten aan de coalitiepartijen die daar niet vies van waren om deze
stap te zetten.
Toch zijn er nog wel enkele andere zaken die ik graag anders zou willen zien en
waarvoor ik alsnog aandacht vraag. Allereerst de noodopvang van gezinnen. Er is heel
veel gewijzigd en er is ook ophef geweest, maar hoe schrijnend is het dat er in de afgelopen
dagen van alles mogelijk lijkt in de begroting maar dat het op dit punt doodstil blijft. De
bezuiniging op de noodopvang voor dakloze gezinnen, dat vind ik pijnlijk en ik vind ook dat
de coalitie hiermee een gigantische en kapitale fout maakt. Ik heb veel partijen iets horen
zeggen over de meest kwetsbaren, maar we laten juist deze mensen letterlijk in de kou
staan. Ik hoop daarom alsnog op steun voor het voorstel nu er met de OBA Next uit de
plannen meer geld lijkt over te blijven. Daar kom ik zo nog op.
Het volgend punt, het masterplan Zuidoost. In het debat met de burgemeester
tijdens de raadscommissie AZ heb ik het gehad over het nut en de noodzaak van een
langdurige investering van twintig jaar. In januari van dit jaar waren partijen nog
overwegend positief, maar de burgemeester waarschuwde toen al dat dit plan alleen kans
van slagen had als de aanpak wordt gedragen door de raad voor een langere periode. Het
masterplan Zuidoost is met veel bombarie aangekondigd, maar het dreigt een zeepbel te
worden. Er is namelijk maar voor twee jaar begroot. De burgemeester gaf tijdens het debat
in de raadscommissie AZ aan dat het niet gebruikelijk is dat er financiële keuzes voor een
langere periode en voor het volgende college worden neergelegd. Dit is uiteraard niet waar.
Ook in deze begroting worden er keuzes gemaakt en worden de bezuinigingen op tal van
vlakken en worden de financiële keuzes ook gewoon in de toekomst bij het volgende
college neergelegd. Het is dus gewoon een politieke keuze. Ik doe alsnog een beroep op
de raad om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Laat dit een masterplan zijn en geen
proefballon. Ik sprak een van de leidinggevenden van een van de welzijnsorganisaties in
Zuidoost vandaag en die gaf aan dat het huidige plan waarin er maar voor twee jaar geld
wordt begroot, funest zou zijn voor het draagvlak. Het beeld komt weer overeen met het
idee dat opnieuw de politiek niet over de brug komt. U moet goed beseffen dat door deze
onzekerheid met een financiering voor twee jaar investeerders ook terughoudend zullen
zijn met langetermijninvesteringen. En zolang de ChristenUnie in deze raad zit, zullen we
er alles aan doen om een goed masterplan neer te zetten. Maar we staan wel aan het
beginpunt van of een goed plan of een politieke zeperd. Ik hoop echt dat we alsnog de
84
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
keuze maken en voor het amendement stemmen dat wij hebben ingediend waarbij we in
ieder geval de opgave voor de komende tien jaar neerzetten om hiervoor geld uit te trekken.
Dan ten aanzien van de wijkbibliotheken. Er is al heel veel gezegd. Het merendeel
van de oppositie heeft de accentmotie ingediend die in de lijn en de richting van de brief
van het college gaat. Maar ik heb toch een aantal vragen aan de wethouder. Ik vraag me
of hoe de wethouder tot dit besluit is gekomen. Heeft de wethouder dit besluit genomen en
dit beleid gemaakt zonder de coalitiepartijen te consulteren? Er lijkt immers nog wat
discussie over te zijn. Als dat niet zo is, dan is dit dus alleen uw beleid en dan heeft u
zelfstandig deze keuze gemaakt op de wijkbibliotheken. Zo nee, dan hoor ik graag van u
of de coalitiepartijen hiervan van te voren wisten en eigenlijk hebben ingestemd. Ik vind het
belangrijk om te weten, dus ik hoor graag hoe dat proces richting de begroting is gegaan.
Daarnaast staat uw beleid nog steeds overeind en de begroting staat nog steeds
tenzij die wordt geamendeerd. Ik vroeg mij ook af wat u gaat doen met de motie van de
oppositie. Gaat de wethouder deze negatief preadviseren waarin hij consequent is en in
lijn met het eerdere standpunt dat er niet bezuinigd mag worden op de OBA Next of gaat
de wethouder de motie positief preadviseren — wat dus een andere lijn zou betekenen dan
het eerder ingeslagen beleid. Ik hoor graag hoe de wethouder daarnaar kijkt en wat dat
betekent voor de eerdere preadviseringen. U heeft immers stevige woorden gebruikt als
het gaat om de noodzaak van de OBA Next en om die reden heeft de wethouder de motie
van de ChristenUnie, maar ook van DENK, van het CDA, ontraden. De wethouder had ook
kunnen zeggen zoals gebruikelijk is, wij adviseren u om deze motie aan te passen omdat
we wel in dezelfde gedachtelijn denken. Dat heeft de wethouder niet gedaan dus ik vraag
me af wat daarvoor de aanleiding is geweest.
Dan nog een financiële vraag. Klopt het dat met het vrijvallen van het geld door het
uitstellen van de OBA Next er nog 5 miljoen euro in de exploitatie is vrij gekomen dat niet
is besteed? Dat hoor ik graag van de wethouder en zo ja, dan wil ik gelijk een motie
indienen waarbij dat geld ten goede kan komen voor het sociale weefsel van de stad. En
klopt het dat ook de kapitaallasten zijn vrijgekomen en dat daarvoor nu nog geen oplossing
is? Dat hoor ik graag.
(De heer BIEMOND: Even voor de duidelijkheid want ik lees die brief van
14 december toch iets anders namelijk dat er 3 miljoen euro naar voren
wordt gehaald, maar dat er voor 2025-2026 de rest gewoon wordt gebruikt
voor de vernieuwing van de OBA en de ontwikkeling van het programma
OBA Next. Dat staat er volgens mij letterlijk in. Mijn vraag is hoe de heer
Ceder dat ziet.)
Volgens mij is de begroting zoals die is en die is tot nu toe nog ongewijzigd. Er
komen nu amendementen en in het amendement lees ik niet wat er in de brief staat. Dus
dat kan niet plaatsvinden zonder dat de raad daartoe opdracht geeft. Dus als de raad
instemt met uw amendement en die 3 miljoen euro wordt uitgegeven, dan betekent het dat
er nog 5 miljoen euro onbestemd is inclusief de kapitaallasten. Of ik hoor graag van de
wethouder hoe dat precies zit maar volgens mij is er nu 5 miljoen euro vrijgekomen en de
kapitaallasten.
(De heer BIEMOND: Ik probeerde nu juist uit te leggen dat uit de brief heel
duidelijk blijkt dat het geld niet onbestemd is. Dat geld is namelijk bestemd
voor de vernieuwing van de OBA en de ontwikkeling van het programma
OBA Next. Zo staat het in de brief. Misschien wil de heer Ceder die brief
nog even goed bekijken.)
Ik hoor wat mijn collega zegt, maar de begroting is de begroting tenzij die wordt
geamendeerd. Ik heb geen amendement voorbij zien komen dat uw lezing ondersteunt.
85
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Daar wil ik het even bij laten. U moet dat amenderen want de begroting is zoals die er nu
ligt. Uw amendement voorziet daarin niet. Maar ik hoor het anders graag van de wethouder.
Ik ga verder over de opvang van de Dublinclaimanten. Die komt ten einde. De
wethouder probeerde het punt in januari te agenderen. We hebben gevraagd dat naar
voren te halen omdat er in deze begroting al rekening moet worden gehouden met de
sociale en humanitaire crisis volgend jaar in april. Overigens heeft de ChristenUnie voor dit
scenario al eerder gewaarschuwd bij het instellen van de 24-uursopvang. Dit hadden we
zien aankomen en daarom willen we dat repareren. We dienen dan ook een voorstel in
voor een sobere bed, bad, broodvoorziening en dat doen we samen met BIJ1. We hopen
op steun van de raad omdat we denken dat daar een gedeelde verantwoordelijkheid ligt
om te voorkomen dat we deze discussie niet pas over een paar maanden gaan voeren als
er al mensen op straat staan. Laten we dat keurig met elkaar regelen.
Tot slot ten aanzien van het erfpachtpardon kan ik kort zijn. Laten we erkennen dat
het niet goed is gegaan ook qua communicatie niet. Laten we de fout in deze raad
herstellen voor de gedupeerden en laat gerechtigheid haar beloop. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen.
De heer VELDHUYZEN: Ik begin even met een korte, algemene boodschap en
daarna loop ik alle amendementen en moties van BIJ1 af. Ik wil eerst het college en alle
ambtenaren bedanken maar ook de coalitie- en de oppositiepartijen en sowieso alle
Amsterdammers die zich hebben uitgesproken de afgelopen tijd. Bedankt voor jullie inzet.
Ik ben altijd kritisch, maar ik zie natuurlijk ook dat iedereen in deze raad en daaromheen
keihard werkt om er het beste van te maken voor deze stad en dat mag ook worden
benadrukt.
Kort over de amendementen waarmee de coalitiepartijen maandagavond kwamen.
Ik ben daar natuurlijk blij mee al moet ik wel zeggen dat ik het niet oké vind dat er nu toch
aan cherry picking wordt gedaan in de culturele sector. Maar goed, deze last minute
veranderingen voor de begroting laten wel zien dat het zin heeft om actie te voeren, dus
Amsterdammers die zich hebben laten horen over bijvoorbeeld de buurtbibliotheken of over
de dak- en thuislozen, ik dank jullie. Maar we moeten ook niet doen alsof alle problemen
hiermee zijn opgelost. De coalitiepartijen hebben tijd gekocht maar de duurzame
oplossingen ontbreken nog. Misschien vinden sommige mensen me nu naïef maar volgens
mij was het nooit de intentie van het college om buurtbibliotheken weg te bezuinigen. Wat
ik echt niet begrijp, is waarom er zo krampachtig wordt vastgehouden aan OBA Next. Ik
denk toch dat we het nog eens flink met elkaar moeten hebben wiens idee dat nu eigenlijk
was en welke hoge piefen achter de schermen dit project er doorheen proberen te drukken,
maar ook welke belangen er daadwerkelijk meespelen. Daarop kom ik op een later moment
nog een keer terug ergens begin volgend jaar.
Dan loop ik de amendementen en moties langs die BIJ1 heeft ingediend, heeft
gewijzigd of heeft ingetrokken. Amendement nr. 1370 over het schrappen van de
bezuinigingen op ateliers en broedplaatsen en dit te bekostigen door de subsidie voor
stadsmarketing trek ik in. In plaats hiervan heb ik het amendement van de coalitiepartijen
hierover meegetekend. Dat amendement is absoluut geen volwaardige of duurzame
oplossing maar het is een stap in de goede richting en dat ondersteun ik graag.
Het amendement nr. 1371 over coronasteun aan kleine instellingen buiten het
centrum ten koste van de investering van 3 miljoen euro voor Carré. In plaats hiervan dien
ik een nieuw amendement in nr. 1414 om kleine instellingen mee te nemen in het
herstelplan voor de culturele sector waaraan het college nu werkt.
86
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
Amendement nr. 1373 over het financieel ondersteunen van stichting
Nachtburgemeester Amsterdam trek ik in omdat ik hierop geen positief preadvies kan
krijgen ook niet na aanpassing van het dictum. Ik denk nog steeds dat de gemeente deze
stichting financieel zou moeten steunen. Maar ik heb al zo veel amendementen en moties.
Ik trek deze in omdat die het toch niet gaat halen.
Amendement nr. 1376 over het behouden van middelen voor cultuur ook bij een
eventuele vrijval van middelen door faillissementen in de culturele sector, daarvoor geldt
eigenlijk hetzelfde verhaal als voor het vorige amendement.
Dan motie nr. 1377 over de huisvesting van kwetsbare groepen door sociale
huurwoningen die woningcorporaties verkopen, op te kopen met geleend geld. Deze motie
trek ik terug. Op advies van het college neem ik dit idee mee in de uitwerking van de
alternatieve financieringscapaciteit corporaties. Het moge duidelijk zijn dat ik hiermee nog
niet klaar ben, want wat mij betreft gaat de gemeente sociale huurwoningen gewoon echt
opkopen met het specifieke doel om huisvesting te realiseren voor kwetsbare
Amsterdammers.
Motie nr. 1378 over het voorkomen van dakloosheid bij verweesde kinderen en
jongeren. In plaats van deze motie dien ik een nieuwe motie in, motie 1415 samen met een
brede coalitie van partijen. In het kader van die motie wil ik de betrokkenen Semra Mesfoen,
Jojanneke van de Bos en iedereen die de motie heeft ondertekend, ook alle betrokken
ambtenaren en de wethouder en zijn personal assistent bedanken. Laat deze motie vooral
een signaal zijn naar woningcorporaties en andere verhuurders van woningen.
Dan volgen nu de amendementen en de moties die ik aanhoud ondanks dat ze
een negatief preadvies hebben gekregen. Dat is amendement nr. 1369 over het faciliteren
van zelforganisaties van bewoners in ontwikkelbuurten. Die heeft een negatief preadvies
gekregen omdat een aantal van de beoogde doelen van het amendement terug zouden
komen in de programma’s Democratisering en Ontwikkelbuurten. Maar dit beleid is nog
niet helemaal uitgewerkt en het is onduidelijk welke punten uit het amendement nu wel
worden meegenomen en welke niet. Daarom houd ik dit amendement aan en ik hoop ook
op steun omdat het echt tijd is om ruimte te maken voor de grass roots.
Amendement nr. 1374 over het verhogen van de budgetten van het AFK ten koste
van het beleid om multinationals aan te trekken. Blijkbaar hecht dit college meer waarde
aan het lokken van multinationals naar de stad dan dat het wil investeren in de culturele
sector. Ik vind dat een schande want al die multinationals en de rijke expats worden
ingevlogen om daar te werken. Die maken de stad alleen maar meer en meer
onbetaalbaar. Dit is volgens mij echt hoe een stad naar de gallemiezen gaat. Dit is hoe
Amsterdam verandert in Londen, een stad voor de rijken. Ik kan werkelijk waar niet
bevatten dat linkse coalitiepartijen hiervan geen breekpunt hebben gemaakt.
Motie nr. 1375 over het stoppen van de verkoop gemeentelijk vastgoed en dit te
bekostigen door de toeristenbelasting te verhogen. Die houd ik ook aan al is het alleen
maar omdat er in het coalitieakkoord staat dat er geen gemeentelijk vastgoed zou worden
verkocht maar ook omdat ik denk dat gemeentelijk vastgoed van belang is om ruimte te
creëren voor zelforganisaties van bewoners, kunstenaarscollectieven etc. Een college dat
gemeentelijk vastgoed verkoopt, zet eigenlijk Amsterdam in de uitverkoop.
Dan motie nr. 1379 die verzoekt in alle gevallen waarin jongeren tot en met 27 jaar
als medebewoners worden gekwalificeerd te behandelen als schrijnend en de
kostendelersnorm dus niet toe te passen. Ondanks dat het college inhoudelijk achter de
boodschap van deze motie staat, geeft het een negatief preadvies omdat het generiek niet
toepassen van de kostendelersnorm wettelijk gezien niet mag. Ik houd deze motie toch
aan want ik denk dat de gevolgen van de kostendelersnorm dusdanig rampzalig zijn dat
87
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
we echt de rand van de wet moeten opzoeken om de schadelijke effecten daarvan te
beperken.
Dan amendement nr. 1381 over het schrappen van de bezuiniging op de
noodopvang voor dakloze gezinnen en dit te bekostigen uit de extra investering van 11
miljoen euro in handhaving. De prognose is dat er in de toekomst juist 200 extra plekken
nodig zijn. Dus nu bezuinigen is letterlijk het tegenovergestelde van wat we zouden moeten
doen. Het college zegt dat noodopvang geen goede plek is. Dat lijkt me vrij logisch want
het heet niet voor niets een noodopvang. Maar laten we eerlijk zijn, slaap je liever in een
noodopvang of slaap je liever op straat? Dit amendement houd ik dan ook aan en ik roep
de linkse partijen op echt kleur te bekennen. Zijn jullie solidair met dakloze gezinnen of
sturen jullie hen de koude in?
Amendement nr. 1382 over het openen van een permanente noodopvang voor
dak- en thuislozen zodat er niemand in onze stad noodgedwongen op straat hoeft te
slapen. Volgens het college zijn hiervoor geen middelen. Dat stond in het preadvies, maar
dat is natuurlijk een leugen. Er is wel gewoon geld; er zijn tientallen miljoenen voor
citymarketing, beleid om multinationals naar de stad te lokken, uitbreiding van de
handhavingscapaciteit, 15 miljoen euro voor de restauratie van een gebouw in de
dierentuin, miljoenen voor topsportevenementen, subsidies voor bedrijven en ga zo maar
door. Maar er is geen geld om ervoor te zorgen dat er niemand noodgedwongen op straat
moet slapen. De waarheid is dat het college simpelweg niet wil betalen voor die
noodopvang. En weet je, dat kan, maar zeg dan gewoon eerlijk dat je ervoor kiest en dat
je er niet voor wilt betalen. Maar kom niet aan met praatjes dat noodopvang geen
perspectief biedt. Perspectief begint juist bij noodopvang. Dat zijn niet mijn woorden maar
die van de MDAG, een zelforganisatie van dak- en thuislozen.
Dan nog de amendementen en moties die ik gewijzigd indien. Motie nr. 1363 over
oversteekvoorzieningen en de toegankelijkheid van de stad voor ouderen en mensen met
een beperking. Ik verzoek het college nu om onderzoek te doen naar een richtlijn omtrent
de nabijheid van veilige oversteekvoorzieningen.
Dan motie nr. 1372 waarin we het college verzoeken dat ook de gemeentelijke
organisatie zelf zich aan de richtlijnen houdt van de fair practice code moet houden. We
dienen die gewijzigd in en ik heb het dictum aangepast op basis van het eerste preadvies.
Dan nog motie nr. 1380 waarin we het college verzoeken te pleiten bij het rijk voor
de volledige afschaffing van de kostendelersnorm in het geval van medebewoners die
jonger zijn dan 28 jaar. Deze motie is volgens het college overbodig omdat het hier al voor
pleit. Ik dien die motie toch in, een gewijzigde versie. Die is inhoudelijk hetzelfde maar die
is nu ook ondertekend door D66-collega El Ksaihi en ik roep de volledige raad op om deze
motie te steunen. Dan kan de wethouder namelijk ook namens de gehele raad lobbyen
richting het rijk. Samen staan we sterker.
Afsluitend ook nog een nieuwe motie over het opheffen van ov-haltes om dat niet
ten koste te laten gaan van het aantal oversteekplaatsen. Daarmee willen we
tegemoetkomen aan de wensen van ouderen en mensen met een beperking die vragen
om de stad zo toegankelijk mogelijk voor hen te houden.
Dat was eigenlijk alles wel. We hebben nog een aantal moties van andere partijen
ondertekend bijvoorbeeld die over buurtplatformrecht, buurtmedia en wijkcentra maar
gezien mijn spreektijd houd ik het hierbij. Ik heb nu lang genoeg gepraat.
Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1370) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
88
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020
Raadsnotulen
Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1371) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1373) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1376) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1377) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1378) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Ik hoop niet dat u van mij verwacht dat ik alle moties en
amendementen die u net heeft opgesomd, herhaal. Ik neem aan dat u overal waar u zei
dat u de motie of het amendement aanhoudt, dat u ze morgenavond in stemming brengt.
Precies.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb geen bijdrage op dit punt.
De VOORZITTER: Dan stel ik vast dat het twee minuten voor half elf is. Ik denk
dat het niet zinvol is nu nog te beginnen aan de termijn van het college, ook niet in verband
met het personeel. Dat betekent dat ik de vergadering schors tot morgenochtend 9.00 uur.
Dan wens ik u een fijne avond.
De vergadering is geschorst.
89
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
INDEX
1183 Vaststellen van de Begroting 2021 …… nnee eneen veneeeeen eeen Î
1251 Motie van het lid van Dantzig inzake viering 750 jaar Amsterdam. …… … 2
1252 Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Leegstand in tijden van
woningnood … nnen eenverreennneeevennvereeeeesersenenver seerde enneeereeenver vennen
1253' Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk,
Boomsma Taimounti en Veldhuyzen inzake financiering buurtmedia … … … … 48
1253 Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk,
Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Financiering buurtmedia … … ……..2
1254’ Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en
Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht … nennen ennen nnee 48, 92
1254 Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti en Boomsma
inzake de Begroting 2021, Buurtplatformrecht … nnee eenen neee en
1255 Motie van de leden De Jong, Roosma, Hammelburg, Flentge en Mbarki inzake de
Begroting 2021, Tegengaan van onnodig hoge inkomenseisen bij vrije sector
huurwoningen …….…..nnnnnenseeenneereeeneerveennereeenneneen vennen eveneens eender rsnenver vennen Ô
1259 Motie van de leden Mbarki en Flentge inzake de Begroting 2021, Handhaving
buiten de ring … … nnee re eeneerveennerenennneenvennee svenn sen eeeereeenever senders Ô
1260 Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een
banenmotor die draait voor iedereen … … nnee eneen eeerneerseenner svenn nennen Ô
1260' Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een
banenmotor die draait voor iedereen … … … nnee serene eener O2
1262 Motie van de leden Roosma, El Ksaihi en Mbarki inzake de Begroting 2021, In
dienst bij Regionaal Werkcentrum … … eere eener eneen eree eener reverse de
1275 Amendement van het lid Poot inzake de Begroting 2021 (Mutaties Tegenbegroting
van de fractie van de VVD ‘Met keuzes door de crisis’ eenen d
1277 Motie van de leden Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake de Begroting
2021, Amsterdam Food Capital … nonnen oononeneenoeeneresennenneereennsene vennen sneven Ô
1277' Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif,
Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital … … … … 48, 52
1278 Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Inventarisatie ondersteuning
hulpinitiatieven in coronatijd… … … … nnee eener seennerseeeeeereeennver vennen Ó
1279 Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Slotervaart als noodhospitaal6
1280 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, De beste raad is een
burgerraad … anneer eennenerenneee re eeererseeneneneeennenenneeveern vennen veenveeeneeneer vennen f.
1281 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Inspraakavond geen
EES EE
1285 Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in
ECE
1285' Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in
Amsterdam … nnen vennnnereeeeneeersnenenenveneneeren eener severe eener eenen eeenverrverneeenen eee ÖÁ
1290 Motie van de leden Boomsma, Van Dantzig, Poot, Mbarki, Flentge, Van Soest,
Van Lammeren, Kreuger, Ceder, Van Schijndel en Roosma inzake de Begroting 2021,
Stadsgesprekken vrijheid van meningsuiting en religie … … nnee f
90
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1294 Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bouwen in het middensegment
1303 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de
1303' Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de OBA 49,
52
1304 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Noodopvang dakloze
A
1305 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Structurele financiering
Masterplan Zuidoost … nnn ooenennererenserrenennennnnr ee ennnenenenveneeen vennen ene Ò
1306 Motie van het lid La Rose inzake de Begroting 2021, Toename psychische
klachten door coronacrisis bij jongeren ……… nnee neenenneeeneer sneer evene Ô
1307 Motie van de leden N.T. Bakker, De Fockert, Veldhuyzen, Taimounti en Heinhuis
inzake de Begroting 2021, Vóór 14 …… eneen reennerseeeeer en venvers eneen Ô
1308 Motie van de leden N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti inzake de Begroting
2021, Uurloon naar 14 euro per uur voor toekomstige medewerkers … … … … … 10
1309 Motie van het lid Bloemberg-\ssa inzake de Begroting 2021, Versnelling van
vergroening schoolpleinen … … … … un nenrsenneneeeseern eener seenneeneeenneeeneveneerveennnre 1Û
1310 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen stadspasacties
voor het Dolfinarium … … oenen ener eervenenene eee renereverveneeeneenvervve reve reee nennen 1
1311 Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Van Mierlobrug’ … …… 10
1312 Motie van de leden Taimounti en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021,
Voedselparagraaf… … … … nn nnnenneeennenensenenenen eener seener veer sneee renners nennen 1
1313 Amendement van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Financiële gift voor
vitale vrijwilligers actief bij de (informele voedselvoorzieningen … … nnn 11
1313’ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Een financiële gift voor
vitale vrijwilligers actief bij de lokale voedselvoorzieningen … nnn /Ô
1314 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021,Tweede noodkas
voor coronasteun … unne veren eenreenvereeeneneneereeeer eener renee eee eere ÎÎ
1315 Amendement van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk, Van Soest en Kreuger
inzake de Begroting 2021, Bezuinig niet op bestaande bibliotheken … … … …… 11
1316 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun Museum het
1317 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Sloopvergunning
historische panden. nnnnnnnereonnnennnennneeerenseerennnnneeen sereen 12
1318 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek toezicht op
verbouwingen en sloop van monumenten … onser sennne vennen eneerveennnnen Î2
1319 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen cursussen wit-
privilege... reeenere serene eereneeeen eener ev eennvenee eener reen veeenvereeene eee 1 Ô
1319' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen privilegetrainingen
voor ambtenaren … … … nanne neeenenerverveneerenenerennereenee seer renee rveeeereneee ree ÖÌ
1320 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen extra
sportvelden in het Diemerpark ……… … a eenneeeeeenserenenneennnereereen vennen 1 Ô
1321 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun voor sportaanbieders
1322 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Zwemlessen … ….……………….13
1323 Motie van de leden Boutkan en Ernsting inzake monitoren van onroerend goed
transactieS……… nennen ennen vennen eenreenererveevenverenveeveever vererven eere Î1À
91
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1324 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne
ondermijning … … unne eenserseeenversvennvereee eener eener svenn eeeee evene eennen 1À
1325 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit … … 14
1326 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra handhaving
1327 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Reserveer
middelen voor het bestrijden van misstanden in de prostitutie en sluiten raambordelen
1328 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra middelen
voor bestrijding radicalisering … … … … nnen oen eeerneeeerseennve neren eeen 1D
1329 Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Onderzoek naar de
volksgezondheidsaanpak … … nonnen eeeeeeeern eener svenn eeee ener renee veennnee 1Ô
1329' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Motie van het lid Taimounti
inzake de Begroting 2021, Onderzoek naar volksgezondheidsaanpak … … … 76
1330 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Campagne voor een
fatsoenlijke samenleving … … … … nnen neee eener senen eeeeeeeeenveeee nennen ÎÔ
1331 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Veiligheidsinzet Centrum
efficiënter organiseren … … nnn nennen eener eeeersnneneene 1Ô
1332 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Discriminatierechercheurs
1333 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra capaciteit
monumenten en archeologi® … … unser senneeneerenerrneeneer vennen nennen eneen | 7
1334 Motie van de leden Boomsma inzake de Begroting 2021, Spreekuur voor
burgemeester en wethouders … u nsenreenneeeeeenneeneoenversveennereeenneenn eener | 7
1335 Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg en Boomsma inzake de
Begroting 2021, Versnellen proces bouwvergunningen … nnee 18
1336 Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Begroting 2021, Geen strengere
BENG-eisen die woningbouw schaden … … nonnen 1Ô
1337 Motie van het lid Boomsma inzake de begroting 2021, Realistisch inzicht in de
woningbouw … …… nnee eener re venversveneevereeeenseevenenenen eeen eeeee eeen vennen 1Ö
1338 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitor oplevering
middenhuur … nn nereeneenervereeveerenner vere enenervenverennveeeeenereevenverenverv eener ÎÌ
1338' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring oplevering
middeldure woningen … … nnee oever reen vereer eener venen ÂO, D2
1339 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek beïnvloedbare
aspecten van financiële positie corporati@S … uee onneeeeenennseneenseen eveneens 1
1340 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Alles op alles voor
middenhuur … ann nereneeneevereeveerener vere eneervenverennveeeeevervenenverenve renner 19
1340' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles op alles
voor middenhuur … … … … en ereneereeeneerrevervenenereeevervenveereere AO, 53
1341 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Up to date objectieve
benchmark voor schoon en heel……… neren ensernenrereee eneen ree 2
1342 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Wijkcentra … … … …… 20
1343 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Behalen
referentienorm groen … nnen nen neneeneener senen snee neee rennende nennen eener 2
1344 Motie van het lid Bloemberg-\ssa inzake de Begroting 2021, Zet Zuidoost op de
|
92
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1345 Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Soest, Van Schijndel,
Bloemberg-lssa, Ceder, Kilig en Köhler inzake de Begroting 2021, Pardonregeling voor
late erfpachtoverstappers … nnee oannenenseoonnereneenenesenennnnensveverveeneeeenseeenen vee ee Î
1346 Amendement van de leden N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake
tere le ROET o} | |
1347 Amendement van het lid Vroege inzake de Begroting 2021, Meer voor de fiets
minder voor de auto … … … anneer venne eeeeee vererven eeen Û
1348 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Stimuleer thuiswerken en spits
mijden … nnee eener eveenenereeneneneeneeeveerseennnene ven eeee rn eeneervenenvers eenden eere
1349 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Korting parkeren emissieloze
deelauto’s … … eenen eener eenreenverenvervenverenveevenvereeverveereneeene eenen
1350 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Meer auto’s onder de grond en
meer groen op straat … nn onnneeenneerseenener vennen eeee rn venner sneerde ennen
1351 Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021, Corona
parkeerdubbeltje … … nnee eeeneee svenn erseeeneer rn vener eneen eneen eneen
1352 Motie van het lid Van Lammeren inzake de begroting 2021 (Geen vervangende
wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma … … … … … neee 2
1352’ Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Geen vervangende
wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma … … ……… neee OT.
1353 Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Nee-tenzij-beleid bij
bomenkap … nnn onneeennnennerven svenn nnne eer enseenennnnneneeen versen vennen DÔ
1354 Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2021, Lessen uit de Menukaart,
anders omgaan met schaarse openbare ruimt@ … nennen eene ZÓ
1355 Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Het EU-Mercosur
Verdrag … nennen seeenereneeser re venversvennneereneeeseerenenee neren eeeeeeveenerr vennen
1356 Amendement van het lid Martens inzake de Begroting 2021, Investeer extra in
imago stad en binnenhalen congressen … …… nnen eenen svenn eneen 4
1357 Amendement van het lid Martens en Kreuger inzake de Begroting 2021, Investeer
in volwasseneneducatie, juist nu! … … nnen neren eener severe eener reen 4
1358 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Onderzoek APV-verbod hoge
bedragen contant geld … …… ener rennen veneeree eere rsenenverse nennen eere 24
1359 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne
ondermijning … … unne eeneerseeenvereveneveneee eener eener sneren eener eeen eene
1360 Motie van het Poot inzake de Begroting 2021, Afspraken risicobranches tegen
ondermijning … … unne eeneerseeenvereveneveneee eener eener sneren eener eeen eene
1361 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit … … 25
1362 Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van fossiele
reclame … nnee neenvereeervenvervevevenverenverener sense reneseeneerenenenenerenvenenverveeen DO
1362' Motie van de leden Groen en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Amsterdam
vrij van fossiele reclame … … … … nanne ener eeneneenen vennen eener venee neee ennen OÖ
1363 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Minimumafstand
voetgangersoversteekplaatsen … nnee enne svenn eene eneen veneerveennene 2
1363' Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Onderzoek richtlijn
nabijheid veilige oversteekvoorziening … ……… nnee eener seenneeeeeeeneen  9
1364 Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman en N.T. Bakker inzake de
Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden … … … 26
1364’ Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum
Néhmeé, Bloemberg-lssa, en Kilig inzake de Begroting 2021, Regie aan de
Amsterdammer in transformatiegebieden.… nnn Of.
93
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1365' Motie van de leden Boomsma en Van Pijpen inzake de Begroting 2021, Maak
schone en vuile straten inzichtelijk … … … … … on eeenoenneeevennnereeeeeee renee veereeee OÛ
1365 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Maak schone en vuile
straten inzichtelijk. … … enne eeennneeeeeneeenseenver eneen ener veenne nee 2
1366 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen
lastenverzwaring voor beter herstel van economie en werkgelegenheid … … … ……….26
1367 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Corrigeer foutieve
verhoging vermakelijkheidsretributie … … … eeens eeeer svenn f
1368 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Draai verhoging
vermakelijkheidsretributie terug … … … … nnee eener eneen eener reve een f
1369 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Zelforganisatie
bewoners ontwikkelbuurten … … … neren eenerenvereenseeeevereereeeereenen erven
1370 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Ateliers &
broedplaatsen - reddingsplan kunst & cultuur … … nnee eneen 29
1371 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Coronasteun -
reddingsplan kunst & cultuur … … neee enerseeeervenrenneee eneen vennen ÊÔ
1372' Motie van het lid Veldhuyzen en Nadif inzake de Begroting 2021, Fair practice
COde nr enereenerververeeneerennerennse ene nvenee nen venvenveeereneneevereeeee verver vene vereer OÛ
1372 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Fair practice code -
reddingsplan kunst & cultuur … … neee enerseeeervenrenneee eneen vennen ÊÔ
1373 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Investeer in de
nacht - reddingsplan kunst & cultuur … … eeens eeeer sneer ZO
1374 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Meer cultuur,
minder multinationals - reddingsplan kunst & cultuur … neen eene SO
1375 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (Stop verkoop
gemeentelijk vastgoed - reddingsplan kunst & cultuur … neee 2
1376 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Vrijval culturele
middelen - reddingsplan kunst & cultuur nnee sereen eenen eenen 3
1377 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Amsterdams Initiatief
huisvesting kwetsbare groepen … nn nneersennenneeeeeren eener s seen eneee rn eeneer eee OÛ
1378 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Huisvesting verweesde
kinderen en jongeren … … nnen sene eenen eeeneee severe OÎ
1379 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Kostendelersnorm niet
toepassen t/m 27 jaar … nnee nennen eenen ÄT
1380' Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk
voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar … … … nnee eneen veneenne DO, 53
1380 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor
afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar … … nennen eere ÖT
1381 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Behoud
noodopvang gezinnen … … nnee eeneee rennen ener rneeneervenenvervenenneeneeenee reren DO
1382 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Permanente
noodopvang dak- en thuislozen … ……… … nennen oever venennersenenneenn eener reren DO
1383' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (red de Openbare
Bibliotheken Amsterdam … … … nnn ervennereeeevennereevenneersevenneeeneeenerver eee OÛ
1383 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Red de openbare
bibliotheken Amsterdam … … … nennen eeneevenverennvenneerseee renner O
1384’ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (samenwerking tussen de
Openbare Bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven … unne O1
94
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1384 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Samenwerking tussen de
Openbare bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven … … … ……nnununnonnnen eener O2
1385 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Keti Koti en excuses 2021
1386 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Verankeren van structurele
probleemanalyses van wapengeweld … nnen oenen eneen eener OÔ
1387 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoeken efficiënte
inzet van beperkte financiële middelen en mankracht veiligheidsdomein… … … …………33
1388 Motie van het lid Kilic inzake de Begroting 2021, Buurtinitiatieven beter inzetten bij
mitigatie coronamaatregelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388) … 34
1389 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Corona en diens maatregelen
apart opnemen in komende begrotingen en nota's … … nnee eneen venne OÁ
1390 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021,Standaard een
gentrificatieparagraaf opnemen bij bouw- en renovatieprojecten … … … … 34
1391 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, 5 miljoen euro
reserveren uit de SMF voor toekomstige tegenvallers … nennen 34
1392 Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Uitstel onderzoeken en pilots
in het kader van de Agenda Autoluw tot na de coronacrisis… en 34
1393 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Toegankelijk maken
van de tramhaltes Johan Huizingalaan en Derkinderenstraat topprioriteit maken … ….35
1394 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Niet opnemen
doorvoer betaald parkeren Geuzenveld in Begroting 2021 … … nennen 3D
1395 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Prioriteren
verkeersveiligheidsverbetering Burgemeester Roëllstraat … … … … nnee 90
1396 Motie van de leden Rooderkerk en Kat inzake de Begroting 2021, De stegen van
Amsterdam … nnee neren eeeeenerenvereeveereeervenvervenvevenevenenvenseerenveere nerven eeen OÓ
1397 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Verkoop gemeentelijke
1398 Motie van het lid De Fockert inzake de Begroting 2021, Verlies taalvrijwilligers niet
uit het oOg …… nanne eener eveneens eener renner es ereneeenen eener eener vennen OÓ
1399 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten
zwemles … nn nennnereeerseneernnnnenvenre een eneeenreeneerenenenenvereeveevenervenereenveneneee renee OÓ
1399' Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten
zwemles … nn nennnerenersneernennenven renee eer eenerenenenenvereeveevener verve reenvenenvee eenen OÖ
1400 Motie van het lid Hammelburg inzake de Begroting 2021, Amsterdammers wijzen
op mogelijkheden tijdelijke huurverlaging … …… … unne ener Of.
1401 Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021, Bouw
ouderenwoningen naar voren halen … nnee eener neenneereeeeneeereenver enn Of.
1402 Amendement van de leden Boomsma, Van Lammeren, Taimounti, Van Soest,
Kreuger, Ceder, Veldhuyzen en Van Schijndel inzake de Begroting 2021, Draai
verhoging precariobelasting voor woonschepen terug … nnee: O6
1403 Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bereken benodigde financiering
Masterplan Zuidoost … nnen oonennennnnerereneeenennnneennen snee eeeereee en venenneneee nn OO
1404 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Draai bezuiniging
Aanvullend Openbaar Vervoer terug … … nnee ener sneernenner sneer OO
1405 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Hou bibliotheken in
kwetsbare wijken open… … nnee eeneerseennnerseeenee rn vener sneer neee OO
1406 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Vrijstelling gemeentelijke
belastingen voor minima … nnee serveer eeneeeerseeeeeeneeeneer severe eeen eneen OO
95
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1407 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Laat woonboten niet
kapseizen … ………..nnnnnnnnennnnnenennnnnerreerensenneneenne ren ensenennnnnneeee vennen nennen vereen
1408 Amendement van de leden De Jong, Roosma, N.T. Bakker, La Rose, El Ksaihi,
Veldhuyzen, Ceder en Kilig inzake 1 miljoen euro reserveren in 2021 en 2022 voor
uitbreiding van de winteropvang voor dak- en thuislozen … … … nnee ÂÔ
1409 Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker, Veldhuyzen en
Ceder inzake het Verzetsmuseum …… nnn nennen eenen neeer veen eernen ÂO
1410 Amendement van de leden Van Pijpen, Mbarki, Flentge, Boomsma en Veldhuyzen
inzake de Begroting 2021, Wijkcentra … ……… neemen rennen A
1411 Amendement van de leden Bosman, Nadif, Biemond, Flentge en Veldhuyzen
inzake de Begroting 2021, Geld voor broedplaatsen … nnn 41
1412 Motie van de leden Bosman, Biemond, Nadif, N.T. Bakker en Boomsma inzake de
Begroting 2021, Amsterdamse Bostheater en Museum Het Schip … 42
1413 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Doorstroming OV niet ten
koste van voetgangersoversteekplaatsen …… nnee nere  2
1414 Motie van het lid Veldhuyzen, Nadif, Boomsma, Ceder, Biemond, Van Soest, Kilic
en Bosman inzake de Begroting 2021, Help kleine Instellingen … … … 42
1415 Motie van het lid Veldhuyzen, Naoum Néhmé, Ceder, Van Soest, A.L. Bakker,
Hammelburg, Boomsma, Mbarki, De Jong, Flentge en Kilig inzake de Begroting 2021,
Huisvesting Verweesde Jongeren … nnee ennen veennereen eneen Ô
1416 Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Onderzoek
beperkingsmogelijkheden externe inhuur en verbinding maken met de algemene
middelen … … nnee eereneeeneeeneeeveeneveneeeenveeern ener venenerveeennen eee Ô
1417 Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Pilot zero-
based analyse voor een directie … nnn ennenneeeeeren eener serene Ô
1418 Motie van de leden Boomsma, Poot, Rooderkerk en Ceder inzake de Begroting
2021, Red Artis …… eener eenereeenreenvereeveevenver eener severe ÂÂ
1419 Motie van de leden Ceder en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, BBB voor
Dublinclaimanten … … … nnee eener en eeneeeveeneneersee eneen venver vennen eenen ÂÂ
1420 Amendement van de leden Biemond, Nadif, Bosman, Flentge Boomsma en
Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, De bieb blijf … nennen 44
1421’ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig
en Taimounti inzake de Begroting 2021, 7,5 ton voor informele voedselhulp in de stad
1421 Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig
en Taimounti inzake de Begroting 2021, 750.000 euro voor informele voedselhulp in de
stad nnn nnneneenennenn eneen snennersenenee rn eeneersennneesenenveee rn eenersennnnenseeneeeen eener eenn
1422 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Dreigende dakloosheid van
inwonende mantelzorgers … nnee reren seeeeeere eener eneen eneen ÂD
1423 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Maak inwonende mantelzorgers
medehoofdbewoner … … nnee enen eener vennen seneereeer sneer sneer nennen ÂD
1424 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Stoppen met gebruik
westerse/niet-westerse migratieachtergrond … … nanne eenen nennen ÂD
1425 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden
kinderarmoede … nnen ennnsereeener ee eeneeeseeneneerreeeneer ee vener venen eneen ÂÔ
1425' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden
kinderarmoede … nnen eneen eenerreeeneeeseeneneervee eneen venver vennen EP
1426 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Streven naar minimaal 14
euro per UU … nnen reren sennnenenen serene nennen eveneens vnnennnnnene ree rene nennen Ó
96
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen
1427 Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Pleiten bij het rijk voor een
vakantieregeling voor gedupeerden toeslagenaffaire… nennen ÂÔ
1428 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Inventarisatie
voedselvoorzieningen en -overschotten in Voedselstrategie …… …… … 46
1429 Motie van de leden Taimounti, Heinhuis en Boomsma inzake Begroting 2021,
Zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken … ….47
1430 Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti
inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire … … ……47
1431 Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti
inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire … …47, 51
1432 Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021... eneen OÁ
1433 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Versnelling
van vergroening schoolpleinen … …… … nnee eener svenn eener revers eren OÁ
1434 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Verhoog tarieven
precariobelasting voor woonboten in 2021 niet … …… unne neren OD
1435 Amendement van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Subsidie aan de
Refugee Company nnen nernennereener senen veeee renners nnee nennen eenen OD
1436 Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Stalking alarm tegen
femicide … … … annen erenereeneenerveneeenennne eenen eere eeee eeen everevervvereve reve rveveeeveenveeneereer re OÔ
1437 Motie van het lid Kreuger inzake Drie vliegen in één klap met (revolverend)
isolatiefonds: Meer wooncomfort in oude stadswijken, lagere woonlasten en minder
COz-uitstoot. ne enreenenenerenenenen veeroo verveners vere eeeeeneeeveenvrene rene reve verve eene re ÖO
1567 Vaststellen van de Legesverordening 2021 … nnee Î
1574 Vaststellen van de Verordening vermakelijkhedenretributie evenementen 2021. …1
1576 Wijzigen van de verordening precariobelasting 2020. nnee Î
1577 Wijzigen van de Verordening Roerende Ruimtenbelastingen 2007 …… 1
1578 Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van
onroerendezaakbelastingen 2007 … … nnee eennee eneen vneeereeenee reen Î
97
| Raadsnotulen | 97 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 87
Datum akkoord college van b&w van 31 januari 2017
Publicatiedatum 1 februari 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 15 december 2016 inzake
de woningproductie in 2016.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 15 december 2016 publiceerde het Stadsbestuur informatie over de woningbouw-
productie van 2016. Opnieuw is de ambitie van 5000 nieuwe woningen gehaald: er
zijn 5705 woningen in aanbouw genomen, naast 782 tijdelijke woningen en 198
onzelfstandige woningen. Tegelijkertijd blijft de woningproductie door corporaties
achter bij de streefaantallen uit de samenwerkingsafspraken. De corporaties zouden
eigenlijk 1200 sociale huurwoningen bouwen, waarvan 800 in het reguliere segment.
Volgens Het Parool zijn er in 2016 629 sociale corporatiewoningen gebouwd, in 2015
639.’
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Wat zijn precies de nieuwbouwcijfers van de corporaties? Welk deel valt onder
de reguliere huurwoningen waarvan er minimaal 800 gebouwd zouden worden,
en welk deel valt in het overige segment?
Antwoord:
De corporaties zijn gestart met de bouw van 1251 sociale huurwoningen. Daarvan
zijn 626 woningen reguliere sociale huurwoningen. Van de 626 reguliere sociale
huurwoningen zijn er 65 voor jongeren en 561 voor andere doelgroepen. De
overige 625 woningen van de 1251 sociale huurwoningen betreffen
studentenhuisvesting.
! http://www. parool.nl/amsterdam/doelstelling-nieuwe-sociale-huurwoningen-weer-niet-
gehaald-a4434701/?utm _source=twitter&utm medium=social&utm campaign=shared%20content&
utm content=free
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Ln Gemeenteblad
Datum 1 februari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 15 december 2016
2. Eerder heeft het college al aangegeven dat corporaties nog voldoende
grondposities tot hun beschikking hebben. Hoe kan het dan dat de nieuwbouw
achterblijft bij de in de samenwerkingsafspraken opgestelde streefcijfers?
Antwoord:
Het klopt dat de corporaties ruim voldoende posities hebben om de afspraak van
1200 sociale huurwoningen het afgelopen jaar en de komende jaren waar te
maken. De corporaties hebben ruim voldoende, namelijk 5369, sociale
huurwoningen op hun investeringslijst voor 2016 tot en met 2019 staan. Van
enkele projecten is de oorzaak van vertraging in 2016 bekend: zienswijze op
bestemmingsplannen en korting op de verhuurdersheffing. Het gaat in totaal om
265 sociale huurwoningen:
— in Buiksloterham waar De Alliantie op twee kavels 70 sociale huurwoningen in
aanbouw wilde nemen, is een zienswijze ingediend tegen de voorgenomen
wijziging van het bestemmingsplan;
— in de volgende projecten is de start bouw uitgesteld tot 2017 omdat dan een
lagere verhuurdersheffing voor de sociale huurwoningen geldt:
= _Suhabuurt in stadsdeel Nieuw-West. Het gaat hier om 74 woningen van
Eigen Haard;
= _Spoorstrook XL in stadsdeel Nieuw-West, Het gaat hier om 32 woningen
van Eigen Haard;
= Houthaven in stadsdeel West. Het gaat hier om 69 woningen van Ymere;
n= Vrij Kade in de Buiksloterham in stadsdeel Noord. Het gaat om
58 woningen, waarvan 20 sociale huurwoningen.
Ook is in stadsdeel Oost is niet gestart met de sloop/ nieuwbouw van Jeruzalem
na bezwaren. Daar wordt sloop nu heroverwogen. Het komt steeds vaker voor dat
voorgenomen sloop/ nieuwbouw wordt heroverwogen, hierdoor worden er minder
sociale huurwoningen in aanbouw genomen dan gepland.
Waarom de overige voorgenomen projecten niet zijn gestart heeft verschillende
oorzaken: soms is te optimistisch gepland, soms betreft het een samenwerking
met een marktpartij waarbij de marktpartij nog niet is gestart, bijvoorbeeld het
Food Center in stadsdeel West.
3. Op welke manier speelt de stijging van de WOZ-waarden en dus van
de verhuurdersheffing een rol in de tegenvallende bouwresultaten van
de corporaties?
Antwoord:
Het college heeft deze vraag voorgelegd aan de Federatie van
Woningcorporaties. Het antwoord was dat de verhuurderheffing als percentage
van de WOZ-waarde ertoe leidt dat corporaties in algemene zin minder
investeringscapaciteit hebben. De nog wel beschikbare capaciteit is ruim
voldoende voor realisatie van het overeengekomen aantal nieuwe sociale
huurwoningen. In die zin speelt de stijging hierbij geen rol. Zonder de heffing of bij
een grondslag die tot een evenwichtiger verdeling over corporaties had geleid,
was de investeringscapaciteit groter geweest, wat uiteindelijk leidt tot meer
sociale huurwoningen, meer betaalbaarheid en meer duurzaamheid.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Ln Gemeenteblad R
Datum 1 februari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 15 december 2016
4. Wat gaat het college eraan doen om corporaties ertoe te krijgen volgend jaar wel
aan hun afspraken te laten voldoen?
Antwoord:
Alle corporaties, op Ymere na, hebben inzicht gegeven in hun
investeringsplannen voor de komende jaren. Voor Ymere komt de nadruk te
liggen op investeren in renovaties en achterstallig onderhoud in plaats van
nieuwbouw. Uit de investeringsplannen blijkt dat de geplande productie van
sociale huurwoningen wederom ruimschoots boven de 1200 ligt. De corporaties
hebben de ambitie om veel meer dan 1200 sociale huurwoningen per jaar te
bouwen (zie het persbericht van 22 december 2016 waarin corporaties aangeven
2400 woningen per jaar te willen bouwen). Dat kan omdat zij meer financiële
armslag hebben dan ze in 2014 voorzagen toen de Samenwerkingsafspraken
werden gemaakt. Met de corporaties wordt besproken hoe zij de slagingskans
van de door henzelf geplande projecten kunnen vergroten en het tempo van
uitvoering op kunnen voeren.
Het college overlegt twee keer per jaar met de corporaties over de productie
zodat eventuele problemen gesignaleerd en opgepakt kunnen worden. Daarnaast
zal het college de productie van corporaties actiever monitoren door maandelijks
in gesprek te gaan met de managers gebiedsontwikkeling en stadsdelen.
Hierdoor kan snel worden gesignaleerd waar vertraging dreigt zodat tijdig naar
oplossingen kan worden gezocht.
5. Over 2016 lopen de corporaties 171 woningen achter bij de afgesproken
productie, als overgangsjaar 2015 ook wordt meegeteld is de achterstand nog
groter. Worden deze aantallen opgeteld bij de bouwopgave voor 2017? Of heeft
niet nakomen van deze afspraken andere consequenties voor de corporaties?
Antwoord:
Het is juist dat de productie van reguliere sociale huurwoning door de corporaties
ook in 2015 achterliep. Overigens is de afspraak in de Samenwerkingsafspraken
dat woningcorporaties gemiddeld 1200 woningen per jaar bouwen waarvan 800
regulier. Het kan en mag per jaar verschillen maar het gemiddelde over vijf jaar
moet wel op tenminste dat aantal uitkomen.
De planvoorraad van de corporaties is — met uitzondering van de vervallen sloop-/
nieuwbouwplannen — nog steeds heel groot en in potentie kunnen de corporaties
dus 1200 sociale huurwoningen en meer dan de afgesproken 1200 sociale
huurwoningen bouwen. De niet gerealiseerde sociale huurwoningen schuiven
door naar het komende jaar en de jaren daarna. De financiën laten een hoge(re)
productie naar eigen zeggen toe (zie ook het antwoord bij vraag 3) en ook
beschikken de corporaties de komende jaren over voldoende posities. Het college
gaat er daarom vanuit dat de corporaties de komende jaren een inhaalslag maken
waardoor ook de afspraak voor een gemiddelde productie van 1.200 woningen
per jaar inclusief de 800 regulier, wordt gehaald.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
VN2022-030523 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Directie Middelen Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
en Control X Amsterdam
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 3
Datum besluit College van B en W 23 september 2022
Onderwerp
De Begroting 2023
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Begroting 2023.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 190, lid 1. Het college biedt jaarlijks aan de raad de begroting van de
gemeente ter vaststelling aan.
Gemeentewet, artikel 191, lid 1. De raad stelt de begroting vast in het jaar voorafgaand aan het jaar
waarop de begroting betrekking heeft.
Gemeentewet, artikel 191, lid 2. Het college zendt de door de raad vastgestelde begroting voor 15
november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient aan gedeputeerde
staten.
Bestuurlijke achtergrond
Op 22 september 2022 is de Begroting 2023 van de gemeente Amsterdam aangeboden. De
Begroting 2023 wordt op 14, 12 en 13 oktober en op 1 november behandeld in de raadscommissies en
op 9 november in de raad.
Om te voldoen aan artikel 191 van de Gemeentewet, waarin is opgenomen dat de vastgestelde
begroting vóór 15 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient
aan gedeputeerde staten moet worden gezonden, wordt een besluit tot vaststelling van de
gemeentelijke begroting voorgelegd. Deze datum is medebepalend voor de beslissing van de
gedeputeerde staten om repressief (en geen preventief) toezicht uit te oefenen.
De Begroting 2023 bevat de voor de raad relevante financiële en beleidsinhoudelijke informatie. De
vast te stellen begroting bestaat uit:
e De bestuurlijke en financiële hoofdlijnen van de Begroting 2023.
e De programmabegroting ingedeeld naar op de gemeente Amsterdam toegesneden
programmaonderdelen met de daaraan verbonden baten en lasten.
* De verplichte paragrafen volgend uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten (BBV).
De Begroting 2023 is één begroting voor de hele gemeente. De bijdrage van de bestuurscommissies
is geïntegreerd in de verschillende programmaonderdelen.
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-030523 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA
Directie Middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ ‚ …
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
en Control %
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 12 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De Begroting 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Motie 726.21. Zie raadsvoordracht.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-088142 Bijlage 1 Begroting 2023.pdf (pdf)
AD2022-088143 Bijlage 2 Doelenboom Begroting 2023.pdf (pdf)
AD2022-088144 Bijlage 3 Bijlage projectenportfolio Begroting 2023.pdf (pdf)
AD2022-088146 Bijlage 4 Wijzigingen Paspoorten Reserves. pdf (pdf)
AD2022-088147 Commissie OZA Voordracht (pdf)
AD2022-088145 Gemeenteraad Voordracht Begroting 2023.pdf (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk,
06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl DMC, Jurjen Bakker, 06-55211381,
[email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
7 Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid _______RW _ TA=TerAarsemngaandedeslaad ed
On Za dede „Bes Ter Bespreking st dd an On En
Een
87 Icie Rapportage Gelderlandplein inzake onderzoeken naar EdV 5-jun-13 | 4-dec-13 TK | RW n.v.t. Reden uitstel besproken in
alternatieven parkeerdek commissie van 6-11-2013: De
centraal stedelijke brief met
informatie over de beschikbare
cijfers wordt in december ter
beschikking gesteld. Ook het
resultaat van de gedane studie
DG
DD
FE nn EI EEE
terreinen en leegstaande kantoren in het stadsdeel
Eee EE EE
1
| Agenda | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 815
Datum indiening 9 mei 2018
Datum akkoord college van b&w van 2 oktober 2018
Publicatiedatum 2 oktober 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake de historische
tramspoorlijn op het Havenstraatterrein.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 14 maart 2018 heeft de raad het bestemmingsplan Havenstraatterrein
vastgesteld. Daarin is bij recht geen bestemming voor de historische tramspoorlijn
opgenomen, maar zijn loods en rails via een wijzigingsbevoegdheid alsnog in te
passen in het vigerende plan.
De fractie van de VVD ziet zoals bekend de historische tramspoorlijn graag behouden
voor Amsterdam. De tramspoorlijn kent immers een belangrijke culturele waarde voor
Amsterdam. Op 7 mei 2018 zijn er door een uitzending van EenVandaag nieuwe
vragen ontstaan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. In hoeverre zijn, naar aanleiding van de uitzending van EenVandaag d.d. 7 mei
2018, EU-subsidies mogelijk inzetbaar om exploitatietekorten van de historische
tramspoorlijn aan te vullen?
Antwoord:
Inzet van Europese subsidies zou een interessante optie kunnen zijn. Het college
ziet het als de verantwoordelijkheid van de tramorganisaties om dergelijke
subsidies aan te vragen. Voor het aanvragen van Europese subsidies kan onder
andere een beroep worden gedaan op Dutch Culture, de organisatie die
Nederlandse culturele organisaties bijstaat op internationaal niveau. We brengen
de tramorganisaties met Dutch Culture in contact.
NB De tramorganisaties zijn: de vereniging Rijdend Electrisch Tram Museum
(RETM), voor het beheer van de collectie historische trams, de Stichting
Electrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA), verantwoordelijk voor de
exploitatie en beheer van de historische spoorlijn, en de Stichting Beheer
Collectie Amsterdams Vervoer Museum (SBCAVM) eigenaar van een groot deel
van de historische tramcollectie.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng bs Gemeenteblad R
Datum 2 oktober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018
2. In hoeverre is de wethouder Cultuur namens het college betrokken (geweest) bij
de toekomstplannen van de historische tramspoorlijn gezien de belangrijke
culturele waarde van de tramlijn voor Amsterdam? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De wethouder Cultuur is als lid van het college betrokken geweest bij de
planvorming van het Havenstraatterrein. Tijdens de planvorming is een
cultuurhistorische verkenning gedaan. De conclusies en aanbevelingen
zijn/worden betrokken bij de verdere planuitwerking. Deze verkenning is
bovendien als bijlage opgenomen bij het vastgestelde bestemmingsplan. Het
college heeft het bestemmingsplan voorgelegd aan de raad. De raad heeft het
bestemmingsplan 14 maart 2018 unaniem vastgesteld.
3. Is de wethouder Cultuur namens het college, vanuit het oogpunt van
cultuurbeleid, bereid om de historische tramspoorlijn als Amsterdams cultureel
erfgoed te ondersteunen met subsidies vanuit het cultuurbudget? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord:
Binnen het Kunst- en Cultuurbeleid bestaat de mogelijkheid voor culturele
instellingen om subsidie aan te vragen in het kader van het Kunstenplan. De
tramorganisaties kunnen bij het eerstvolgende Kunstenplan (2021-2024) een
dergelijke aanvraag indienen, waarna de aanvraag binnen het beleid beoordeeld
zal worden.
4. Is er door de stadsdeelvoorzitter in Zuid ten tijde van de oorspronkelijke
planvoorbereiding gezocht naar aanvullend budget voor de historische
tramspoorlijn, bijvoorbeeld uit EU-subsidies of het cultuurbudget?
Antwoord:
Gezien het belang dat gemeente hecht aan de inpassingsmogelijkheid van
de tramspoorlijn is verkend wat de mogelijkheden tot subsidiëring zijn van
gemeentelijke subsidies en fondsen. In principe zijn deze mogelijkheden er,
maar voordat de afweging gemaakt kan worden of de tramspoorlijn daar voor in
aanmerking komt is een gedegen financieel- en beleidsplan van een
initiatiefnemer nodig. Tot op heden voldoet hetgeen dat door de betrokken
tramorganisaties is aangeleverd hier niet aan (zie onder 7).
5. Kan de wethouder Cultuur namens het college bevestigen, net zoals in uitzending
naar voren is gekomen, dat de gemeente Rotterdam en Den Haag subsidies in
Europa hebben aangevraagd voor het behoud van hun respectievelijke
historische tramspoorlijnen? Zo ja, is het college bereid om contact op te nemen
met deze steden om te informeren hoe ze dat hebben gedaan en hetzelfde
proberen voor ons eigen trammuseum?
Antwoord:
De gemeente Den Haag heeft in het verleden een Europese subsidie
aangevraagd. Deze was bedoeld als (gedeeltelijke) dekking van de investering
die in de remise voor de historische trams (Rijksmonument) moest worden
gepleegd om deze geschikt te maken voor evenementen (aanleg betonnen vloer).
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng bs Gemeenteblad R
Datum 2 oktober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018
De gemeente Rotterdam heeft geen Europese subsidie aangevraagd voor het
behoud van de historische trams.
Er is contact opgenomen met beide gemeentes. De situatie in Rotterdam en
Den Haag is anders dan die in Amsterdam en daardoor lastig vergelijkbaar. Een
belangrijk verschil met Rotterdam en Den Haag is dat daar alleen met historische
trams op het stadsnet wordt gereden. Er is geen aparte tramspoorlijn die alleen
gebruikt wordt door historische trams. De tramspoorlijn naar Bovenkerk behoort
niet tot het stadsnet, is geen onderdeel van het openbaarvervoerssysteem (het is
een toeristisch spoor), en valt onder een andere juridische kader (besluit bijzonder
spoor in plaats van wet lokaalspoor). Er zijn op dit moment geen plannen voor
een trammuseum.
6. Is het mogelijk, net als de trammusea in Den Haag en Rotterdam, dat er andere
commerciële activiteiten worden ontplooid op het terrein en die samen de
business case vormen van het museumterrein? Zijn deze activiteiten ook
opgenomen in de verschillende bij de gemeente ingediende plannen van de
historische tramspoorlijn?
Antwoord:
Ja, dat is mogelijk. Het onlangs vastgestelde bestemmingsplan Havenstraatterrein
staat andere commerciële functies toe. De tramorganisaties zijn uitgenodigd door
de gemeente om de kansen van deze functies te betrekken in het gevraagde
solide beleids- en financieel meerjarenplan. In het ingediende plan (zie onder 7.)
is niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze activiteiten een onderdeel van de
businesscase vormen.
7. Hoe zien de financiële plannen eruit die de gemeente en stadsdeel tot nu hebben
beoordeeld en afgewezen? Welke onderdelen van de financiële plannen waren
onvoldoende?
Antwoord:
De leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening zijn 14 februari 2017 en
11 juli 2017 per brief geïnformeerd over de door de tramorganisaties ingediende
plannen. Beide brieven zijn als bijlage toegevoegd. In de brief van 11 juli 2017 is
de raadscommissie geïnformeerd over de beoordeling van het op 2 mei 2017
door de tramorganisaties geleverde plan: “Samen bouwen aan de ontwikkeling
van een Amsterdams Vervoer Museum (AVM)”. De tramorganisaties hebben bij
het opstellen van de plannen gebruik gemaakt van de door de gemeente
aangeboden ondersteuning. In de brief wordt aangegeven op welke punten de
gemeente het ingediende plan onvoldoende acht. In de kern komt het erop neer
dat de ambitie van de tramorganisaties om een Amsterdams Vervoer Museum op
te richten de scope van de ontwikkeling van het Havenstraatterrein overstijgt. In
het plan wordt niet duidelijk gemaakt hoe deze ambitie zich verhoudt tot het
vinden van een oplossing voor de door de tramorganisaties gevreesde
huisvestings- en exploitatieproblemen die ontstaan bij de beoogde
gebiedsontwikkeling van het Havenstraatterrein.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Sober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018
De afgelopen jaren is er veelvuldig overleg geweest met de betrokken
tramorganisaties. Er hebben onder andere brainstormsessies over de toekomst
van de museumtram plaatsgevonden, en de gemeente heeft het aanbod gedaan
om de partijen te ondersteunen bij hun benodigde professionalisering en het
opstellen van een nieuw business model.
8. In Rotterdam en Den Haag hebben de gemeentelijke vervoerbedrijven een rol
gespeeld in het behoud van hun historische tramspoorlijnen. In hoeverre kan het
GVB een rol spelen bij instandhouding van de historische tramspoorlijn, zoals ook
in de uitzending naar voren kwam? Is de wethouder Cultuur namens het college
bereid, een bemiddelende rol te spelen tussen GVB en tramspoorlijn?
Antwoord:
In Rotterdam en Den Haag rijden Historische trams, in overleg en na toestemming
van de RET respectievelijk de HTM, op het stadstramnet. In Amsterdam stelt
het GVB het stadsnet ook op deze wijze ter beschikking om de historische trams
op het stadstramnet te laten rijden. Tevens huurt het GVB bij sommige
evenementen in de Rai ook historische trams in.
Een bemiddelende rol van de wethouder Cultuur en Monumenten is niet nodig.
Het GVB en de tramorganisaties weten elkaar al goed te vinden. In overleg met
de tramorganisaties doet het GVB inspecties aan de spoorlijn, levert stroom voor
de bovenleiding, schenkt trams die uit de GVB-exploitatie zijn genomen en biedt
incidenteel stallingsruimte voor enkele historische trams in remise Lekstraat.
De afgelopen jaren heeft het GVB de tramorganisaties ook geadviseerd over
aanpassingen in het exploitatiemodel en geadviseerd over een marketing- en
communicatiestrategie teneinde het verdienend vermogen te verbeteren.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Bezoekadres 2%
Pieter Calandlaan 1 Gemeente Amsterdam
Amsterdam 4 Stadsdeel Nieuw-West
oe nsterdam x Agenda Open Raad 22 juni 2011
Telefoon 14 020 „a, _ Locatie: Pieter Calandlaan 1
Fax 020 619 9426 .
www.nieuwwest.amsterdamnl nas
Raadzaal
Open Huis 19.00 — 19.30 uur
|
Deelraadsleden en dagelijks bestuur in gesprek met bewoners |
De aanvangstijden zijn bij benadering. |
Sessie Raadzaal Sessie Restaurant
Tijd: 19.30 — 23.00 uur Tijd: 19.30 — 22.30 uur
Voorzitter: mw. M. Spork Voorzitter: dhr. H. Sahmi
Griffier: mw. N. Smit Griffier: dhr. L. Winnips
min. min.
1. Opening / agendavaststelling 5 12. Opening / 5 |
2. Mededelingen 5 agendavaststelling |
3, Insprekers 15 | 13. Mededelingen 5 |
14. Insprekers 15 |
Informerend |
4. Presentatie Voorontwerp | __30 | Informerend
Bestemmingsplan 15. Milieuprogramma Nieuw- B 45
Lutkemeerpolder West 2011*
16. Onttrekking reserve voor B 30
Meningvormend Speeltuin Zuidwestoever
5. Bestemmingsplan Medisch B 30 Sloterplas*
Centrum Slotervaart ** |
6. Bestemmingsplan B 30 | Meningvormend |
Overtoomseveld** 17. Onttrrekking reserve B 15 |
7. _Initiatiefvoorstel SP inzake B 30 Buurt 5 / Geuzenveld |
P&R ** Zuid-Slotermeer 2011** |
8. Wijziging Programma B 30 | 18. Jaarrekening en B 45
Tussenmeer ter hoogte van jaarverslag 2010 **
Dijkgraafplein ** 19. Vaststellen Lijst B 20
9. Jaarrekening en jaarverslag B 15 Indicatoren**
2009 Stichting Openbaar 20. Sluiting
Basisonderwijs Westelijke |
Tuinsteden** |
10. Begroting 2011 Stichting B 15 |
Openbaar Basisonderwijs |
Westelijke Tuinsteden **
11. Sluiting |
|
|
[
|
|
Pagina 2 van 3 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Raadzaal
Aanvangstijd: 23.00 uur
Voorzitter: dhr. P.l.G. van Grol
Raadsgriffier: mw. K. Bolt |
Besluitvorming (plenair) |
22. Opening / agendavaststelling |
23. Mededelingen
24. Actualiteitenkwartier
25. Ingekomen stukkenlijst |
26. Mondelinge vragen |
27. Vaststellen verslag 25 mei 2011 |
28. Criteria solidariteitsfonds
29. Indien mogelijk: Jaarrekening en jaarverslag 2010
30. Indien mogelijk: Onttrekking reserve Buurt 5 / Geuzenveld Zuid-Slotermeer 2011
31. Indien mogelijk: Bestemmingsplan Medisch Centrum Slotervaart |
32. Indien mogelijk: Bestemmingsplan Overtoomseveld |
33. Indien mogelijk: Vaststellen Lijst indicatoren |
34. Indien mogelijk: Wijziging Programma Tussenmeer ter hoogte van Dijkgraafplein |
35. Indien mogelijk: Jaarrekening en jaarverslag 2009 Stichting Openbaar |
Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden |
36. Indien mogelijk: Begroting 2011 Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke |
Tuinsteden . |
37. Indien mogelijk: Initiatiefvoorstel SP inzake P&R |
38. Sluiting |
Ter kennisname
«Convenant Splitsen en verkoop sociale huurwoning*
= __ Actualisering bestemmingsplannen?* |
" _Klimaatadaptie actieplan Nieuw-West'* |
Schriftelijk af te handelen: |
" __Rondvraag’* |
" Termijnagenda, Actielijst, schriftelijke afhandeling, schriftelijke vragen en |
openstaande raadsadressen'* |
»_ Verslag 25 mei 2011** |
1= Vragen over deze punten kunnen tot dinsdag 12.00 uur voorafgaand aan de
vergadering van woensdag worden ingediend via raad@nieuwwest. amsterdam.nl. Ook
wijzigingen in, en vragen naar aanleiding van het verslag moeten op deze manier
ingediend worden.
*= bijgevoegd, ** = verspreid met een eerder pakket |
B = stuk voor besluitvorming |
Inspreken |
1 Overeen geagendeerd onderwerp kunt u meespreken bij de behandeling van het |
onderwerp in de informerende sessie. |
= Bij elk ander onderwerp dat uw interesse heeft kunt gebruik maken van uw |
inspreekrecht (maximaal vijf minuten) aan het begin van de |
informerende/meningvormende sessie om 19.30 uur in de raadzaal of in het |
restaurant. |
2 |
Pagina 3 van 3 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Meld u voor de vergadering, bij voorkeur vóór 12.00 uur, aan bij de |
griffie via 020 25 36742 of [email protected].
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| Agenda | 4 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 november 2022
Portefeuille(s) Grond & Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Esther Moors, G&O, 0629571399, [email protected]
Onderwerp Heroverweging minimale grootte en onderlinge verdeling koop- en
huurwoningen in middensegment Sluisbuurt, Zeeburgereiland
Geachte leden van de gemeenteraad,
Middels deze brief informeer ik uv over een aantal besluiten over de onderlinge verdeling naar
segment (koop / huur) en minimale woninggrootte binnen het middensegment in de Sluisbuurt,
Zeeburgereiland.
Op 27 september 2017 is het Stedenbouwkundig Plan Sluisbuurt vastgesteld, waarbij is
vastgelegd dat in de Sluisbuurt circa 5.500 woningen worden ontwikkeld, verdeeld over
verschillende segmenten: 40% sociale huur, 35% middensegment en 25% vrije sector. Ook is op 4
oktober 2017 de motie 1126.17 (ruimte voor middeninkomens) aangenomen door de
gemeenteraad aangaande de verhouding koop — huur in het middensegment en de oppervlakte
van de middensegment huurwoningen met als doel dat er ook betaalbare, ruime woningen voor
(jonge) gezinnen zouden worden gerealiseerd. Het College heeft besloten deze motie uit te voeren
met als gevolg dat (1) de 35% middensegment woningen in de Sluisbuurt zijn onderverdeeld in
15% middensegment huur (825 woningen) en 20% middensegment koop (4.100 woningen) en (2)
dat van de huurwoningen in het middensegment tenminste 75% groter moet zijn dan 7o m2.
Vijf jaar na vaststelling van het Stedenbouwkundig Plan is de Sluisbuurt volop in ontwikkeling. Op
enkele kavels wordt gebouwd of zal de bouw op korte termijn starten. De eerste tenders zijn
afgerond en een volgende ronde tenders is in voorbereiding. De effecten van de uitgangspunten
voor verdeling in koop / huur en woninggrootte van de middensegment woningen in de huidige
markt worden zichtbaar:
-__ Voor middensegment koopwoningen (tegenwoordig Sociale Koop genoemd) in de
Sluisbuurt heeft recent een tender plaatsgevonden. Voorafgaand aan de start van de
tender waren er zorgen over de te verwachten woninggrootte. Door de sterk gestegen
marktwaarden en het maximum VON-bedrag waarvoor de woningen mogen worden
verkocht, was de zorg dat de woningen klein zouden worden. Besloten is de tender op de
markt te zetten als pilot. De tender is inmiddels afgerond. Het gegunde plan omvat 58
woningen met een gemiddelde woninggrootte van 31 m2, met een bandbreedte van 1 m?
tussen de grootste en kleinste woning. Door de combinatie van de actuele situatie op de
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 november 2022
Pagina 2 van 3
woningmarkt en gemaximeerde verkoopprijzen leidt sociale koop in de Sluisbuurt tot
kleine woningen en niet tot woningen voor gezinnen.
-_ Algemeen geldt dat een verkenning wordt uitgevoerd naar mogelijke aanpassingen in het
beleid voor Sociale Koop.
-_ Wat de middensegment huurwoningen betreft geldt dat bijna alle woningen kleiner dan
7o m? reeds belegd zijn (in aanbouw of in plannen opgenomen).
-_De ervaringen tot op heden hebben geleerd dat het stedenbouwkundig wenselijk is om in
tenders ontwikkelende partijen enige flexibiliteit te kunnen bieden door een klein
percentage kleinere middensegment huurwoningen toe te staan om goede en efficiënte
plattegronden te kunnen maken (zoals creatieve oplossingen voor lastige hoeken in een
gebouw). Dit heeft als uiteindelijke doel om te komen tot betere plannen.
-_ Eris binnen het vastgestelde programma nog wel voldoende ruimte om middensegment
huurwoningen groter dan 7o m2 te realiseren in de Sluisbuurt. Dit programma biedt de
mogelijkheid om via de prijskant (markt-contrair) grotere woningen te realiseren. In
woningen groter dan 7o m? is het mogelijk driekamerwoningen te realiseren waar ook
(jonge) gezinnen kunnen wonen.
Gelet hierop is besloten om in te stemmen met het ontwikkelen van meer middensegment
huurwoningen kleiner dan 7zo m2 ten koste van het aantal middensegment koopwoningen dat in de
Sluisbuurt mag worden gerealiseerd. Zo kunnen er nu — onder de huidige marktomstandigheden -
aanzienlijk meer ruime en betaalbare woningen ontwikkeld worden die het mogelijk maken voor
jonge gezinnen om zich in de Sluisbuurt te vestigen, dan wanneer een groot deel koopwoningen
zou blijven. Daarnaast wordt meer flexibiliteit geboden voor de ontwerp- en inpassingsopgave in
de Sluisbuurt en blijft het totaal aantal middensegment woningen gelijk.
Gevolg van dit besluit is ook dat op een kavel waar onder andere (5 à 15) eeuwigdurende
middensegment ouderenwoningen worden ontwikkeld, deze kleiner dan 7o m? mogen worden
(maar groter dan 60 m2). Hiermee wordt het mogelijk een (nieuw) label voor ouderen toe te
kennen waarmee kan worden gegarandeerd dat deze woningen specifiek aan ouderen met een
middeninkomen worden toegewezen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 november 2022
Pagina 3 van 3
Er zijn geen precieze aantallen afgesproken over het aantal middensegment huurwoningen kleiner
dan 7o m? dat ten koste van sociale koop kan worden ontwikkeld. Wel is meegegeven dat dit gaat
over maximaal enkele woningen per kavel en dat gemonitord wordt hoeveel woningen er wisselen
van segment en wat de effecten zijn op de algehele ontwikkeling van de Sluisbuurt. Over 4 à 5 jaar
— of eerder indien marktomstandigheden of nieuw beleid hier aanleiding toe geven — wordt het
effect voor de Sluisbuurt geëvalueerd
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
DO N Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
en control % Amsterdam Onderwijs, voro nonr en aoe Voorzieningen,
% ggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 3
Datum besluit 20 mei 2021 Raadsvergadering 16 en 17 juni
Onderwerp
Vaststellen Jaarverslag 2020
De commissie wordt gevraagd
De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht ‘Vaststellen van het
Jaarverslag 2020'.
Wettelijke grondslag
zie raadsvoordracht
Bestuurlijke achtergrond
zie raadsvoordracht
Reden bespreking
zie raadsvoordracht
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
De raadsvoordracht wordt in alle commissies geagendeerd
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: v1.3 1
VN2021-013572 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI
Directie middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ En
en control % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021
Ter advisering aan de raad
AD2021-04,9285 Bijlage 1. Jaarverslag 2020.pdf (pdf)
AD2021-04,9286 Bijlage 2. Jaarverslag 2020 bijlagen. pdf (pdf)
AD2021-04,9287 Bijlage 3. Verlengen looptijd kredieten. pdf (pdf)
AD2021-04,9288 Bijlage 4. Af te sluiten kredieten.pdf (pdf)
AD2021-049289 Bijlage 5. Gebiedsjaarverslagen 2020.pdf (pdf)
AD2021-049291 Commissie WIO Voordracht (pdf)
AD2021-049290 Raadsvoordracht Jaarverslag 2020.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Arjan Langeveld (DMC), arjan. langeveld@&amsterdam.nl, 06-14824996 Agnes Borst (DMC),
[email protected], 06-53519772
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 22 november 2022
Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): Wethouder van der Horst
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, [email protected]
Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Houtveiling
Bijlage Uitvoeringsprotocol route van de stadsboom na kap
Geachte leden van de gemeenteraad,
In september 2021 werd besloten tot oprichting van een houtopslag en veiling van alle bomen die
in de openbare ruimte van Amsterdam gekapt worden. De gemeente hanteert hierbij het
uitgangspunt dat al het gekapte hout, zowel het stamhout als de snippers, binnen de
Amsterdamse regio blijft, oftewel: ‘geen snipper de stad uit’.
In het Amsterdamse Bos is een houtwerf ingericht waar het kaphout wordt afgeleverd en daar
door een keurmeester wordt geselecteerd, gecategoriseerd, geveild en/of na bewerking in delen
wordt verkocht. Op deze manier kan het hout circulair worden hergebruikt door bewoners en
bedrijven binnen de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Het niet geveilde hout wordt daarbij in
toenemende mate gebruikt voor (beheer)projecten in de openbare ruimte van Amsterdam.
Hout dat niet geschikt is om te veilen of te gebruiken in projecten, wordt versnipperd. Een
voorstel wordt voorbereid om het (juridisch) mogelijk te maken om, zonder transport, snippers en
klein resthout direct op de kaplocatie tegen kostprijs te kunnen verkopen aan bewoners en
bedrijven. Wat er daarna uiteindelijk nog overblijft, wordt op dit moment nog verkocht aan de
Biomassacentrale AEB, maar we werken eraan om iedere snipper circulair te kunnen gebruiken.
Hierna volgt de evaluatie van de houtwerf in het Amsterdamse Bos en van de veiling een jaar na
oprichting. Verder wordt inzicht gegeven over de plannen voor doorontwikkeling van de
houtveiling, verkoop en bijbehorende aanloopkosten.
Veiling en verkoop
Er waren vanaf de oprichting drie verkoopmomenten; een proefveiling, een tussentijdse uitgifte
na de stormenreeks, en de eerste officiële veiling op 18 juni 2022. Daarnaast is er hout verkocht
aan zes gemeentelijke projecten, werden snippers gedoneerd voor kleine werkzaamheden van
verenigingen en stichtingen en de allerlaatste resten werden verkocht aan de Biomassacentrale
AEB.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022
Pagina 2 van 5
Er was veel animo voor de eerste houtveiling met 100 verschillende geregistreerde bieders. De
vooraf gemaakte inschatting van wat populair zou zijn als type stamhout was opvallend anders
dan de werkelijke vraag waarbij vooral het gezaagde en deels gedroogde hout onverwacht goed
verkocht. De overgebleven kavels worden in de eigen zagerij van het Amsterdamse Bos verwerkt
tot verkoopbaar hout voor kleinschalige toepassingen.
De opzet en organisatie verliepen naar wens. Ook de afhandeling (afhalen en betaling) is soepel
verlopen.
Verbeterpunten
Voor de komende houtveiling zijn er verbeterpunten aan te brengen:
-_Er komt een catalogus met foto’s en indien mogelijk vermelding van herkomst van de stam
zodat bewoners kunnen zien wat er wordt aangeboden.
-__Op de website zal worden aangegeven om wat voor type hout het gaat en een indicatie van de
kosten voor verzagen.
-__ We overwegen om kleiner hout en meer gezaagd hout aan te bieden zodat het hout
interessanter wordt voor particulieren en kunstenaars. Namelijk, bewoners uitten zich positief
over het aanbod, maar de aangeboden stammen bleken te groot voor gevarieerde toepassing.
Er zullen meer kleinere stammen worden aangeboden bij toekomstige veilingen voor deze
doelgroep.
-_Eris aanscherping nodig in de planning van een optimaal aantal en de juiste periode in het jaar
om de houtveilingen te organiseren.
-_In tijden van overschot (iepziekte of storm) zullen we meer hout zagen en drogen zodat het
hout goed bruikbaar blijft.
-_De communicatie zal beter worden gericht op particulieren en doelgroepen (bijvoorbeeld
meubelmakers actief benaderen)
Wijze van vervolg houtveiling en doorontwikkeling
Omdenken in toepassing van lokaal hout voor gemeentelijke projecten
Door de actieve promotie van gebruiksmogelijkheden van kaphout binnen gemeentelijke
projecten is de vraag hiernaar toegenomen. Het voorbeeld van hergebruik voor stadsboerderij
Nieuw West toont aan dat circulaire toepassing van stedelijk kaphout in nieuwe producten wel
een verandering van denken betekent in de totale groenketen van ontwerper, beheerders en
gebruikers. Ook de werkwijze is anders. Het hout is namelijk van een relatief kortere levensduur
(het heeft niet de kwaliteit van hardhout). Onderzoek is noodzakelijk om het juiste technische
gebruik voor een effectieve toepassing helder te krijgen.
Het omdenken sluit aan bij zowel de bestuursopdracht van het Amsterdamse Bos naar nieuwe
verdienmodellen als naar de duurzame en circulaire ambitie van Amsterdam. Om deze ambities
te kunnen realiseren starten wij met onderzoek naar werkbare mogelijkheden.
Overige aandachtspunten in evaluatie ten opzichte van het oprichtingsplan
In hoeverre hebben de voorgenomen uitvoerings aannames gevolg gekregen?
Maatschappelijk nut is gerealiseerd door actieve communicatie via (social) media. Er zijn inmiddels
bezichtigingen door diverse instanties. Studenten zijn betrokken geweest bij de oprichting. Het
maatschappelijk nut wordt bij de verdere ontwikkeling meegenomen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022
Pagina 3 van 5
Werkplekken voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zijn nog niet gerealiseerd aangezien het
nog de oprichting betrof. Er wordt aandacht besteed aan communicatie hierover en, in
samenwerking met de Werkbrigade, wordt inzet van arbeidsparticipanten mogelijk gemaakt
binnen het beheerteam van het Amsterdamse Bos.
Milieveducatie vanuit de houtwerf Amsterdamse Bos is voorbereid. Er komt een informatiebord
en het onderwerp zal geleidelijk worden betrokken binnen het milieveducatie pakket van het
Amsterdamse Bos.
Aanvoer van stammen was dit jaar niet sluitend aangezien de werkwijze nog niet was
meegenomen in de lopende contracten met aannemers. Dit is inmiddels verbeterd vanwege het
opgestelde en met aannemers gedeelde houtprotocol. De storm en iepziekte zorgden voor een
aanwas van stammen. De verwachting is dat aanvoer en afname sluitend zullen worden.
Inzicht over de aanloopkosten in 2023
Raming versus werkelijk gemaakte kosten
In het collegebesluit van september 2021 is uitgegaan van een negatief exploitatie saldo waarbij
we enkele jaren nodig hebben om dit positief te krijgen. Dit is het gevolg van aanloopkosten en
bekendheid verwerven.
-___De aanloopkosten zijn iets hoger dan was aangenomen, als gevolg van hogere kosten voor
inrichting van het snipperdepot (aanvoer met groter materieel dan verwacht.)
-_De baten zijn lager dan geprognotiseerd aangezien niet alle stammen zijn verkocht en de
veiling een lagere prijs had dan de referentie veiling midden Nederland. Ook de inkomsten
van snippers was lager aangezien een groot deel is geschonken.
Per saldo betekent dit dat € 326.479 (deels 2021 = kosten beheer à € 61.667 en kosten
Amsterdamse Bos in 2022 à € 214.604) in 2022 uit groot onderhoud budget groen wordt gedekt.
Benodigde aanloopkosten
Om de houtwerf volledig geschikt te maken voor de veilingen zijn nog aanloopkosten van circa
€.200.000 nodig. Het gaat om:
-__Een noodzakelijk gebleken weegbrug.
-_ Extra verlichting voor de veiligheid bij levering vroeg en laat in de winter.
-_Een sprinklerinstallatie om het overgebleven hout niet uit te laten drogen en daarmee waarde
te behouden.
-__ Bewakingscamera’'s omdat waardevol hout, gereedschappen en brandstof zijn gestolen.
-_Extra opslag om de grotere hoeveelheden snippers en hout tijdens de pieken te kunnen
opslaan, met een extra baan verharding voor zwaar materieel. Het aanbod blijkt moeilijk te
voorpellen (zowel qua moment als qua hoeveelheid), vooral als gevolg van lepziekte en
stormen.
-__Eris onderzoek gestart om Amsterdams hout binnen eigen gemeentelijke projecten meer en
breder in te kunnen zetten.
Bovenstaande aanloopkosten waren vorig jaar bij de raming nog niet bekend.
Voorstel voor dekking extra aanloopkosten
In het collegebesluit van september 2021 is vitgegaan van een negatief exploitatie saldo waarbij
we enkele jaren nodig hebben om dit positief te krijgen. Nu we de totale aanloopkosten volledig
in beeld hebben is de verwachting dat we alleen nog in 2023 een tekort moeten dekken vanuit het
grootonderhoud budget groen. Overige benodigde extra kosten na 2023 worden door het
Amsterdamse Bos gedekt uit opbrengsten van de houtveiling, te verwachten vanaf 2024.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022
Pagina 4 van 5
Te verwachten exploitatiekosten
De exploitatiekosten bestaan vooral vit operationele kosten. Het gaat om opslag en verwerking
van snippers, uit de operationele kosten voor de houtwerf en de organisatie van de veiling en
snipperverkoop. Ook de jaarlijks begrote kosten voor groot onderhoud en vervanging van de
houtwerf zijn hierin opgenomen.
Te verwachten baten
We verwachten dat de baten de komende jaren stijgen tot een bedrag van: € 400.000 in 2024
vanwege:
-_Toename van het aantal stammen vanwege bekendheid en werkwijze van het houtprotocol
waardoor de stammen naar de werf worden gebracht.
-_Bosgroep Midden Nederland begeleidt ons bij de veiling vanuit hun ervaring. Zij geven aan dat
het meerdere jaren zal kosten om een reguliere plek binnen de houtstromen te krijgen met
hogere opbrengsten.
-_ Toename van gebruik door de eigen gemeente waardoor er een gegarandeerde grote afzet
zal zijn voor een marktconforme prijs (prijsstelling van laatste veiling).
-_ Gezien stamhout en snipper schaarste zullen de verkoopprijzen zeer waarschijnlijk stijgen.
-_Inzet van de zagerij van de houtwerf waardoor de stammen beschikbaar worden voor gebruik
van planken, en gekochte stammen hanteerbaar gemaakt kunnen worden voor kopers.
- De waarde per stam zal stijgen door aanduiding van exacte locatie (waar deze heeft gestaan).
-_Toename van opbrengsten van snippers door een beter georganiseerd verkoopproces (i.p.v.
huidige schenkingen).
-_ Optimaliseren van aantal en moment van houtveilingen en afnames zodat we beter gaan
inspelen op vraag (wensen vanuit kopers) en aanbod (bv door storm).
Bovenstaande te verwachten baten zijn een inschatting en afhankelijk van onzekerheden zoals
marktwerking en omvang van interne afname binnen de gemeente.
Wanneer de te verwachten interne afname een helft lager is dan de geraamde € 80.000 en tevens
de snipperverkoop niet gerealiseerd gaat worden, dan komt het exploitatiesaldo uit op een
negatief bedrag van € 30.000.
Te verwachten exploitatie met het voorstel voor investeringen en bijbehorend dekkingsvoorstel
Hierbij wordt een bedrag van € 60.goo betaald vit het budget groot onderhoud in 2023. Dit komt
bovenop de bijdrage die in 2022 wordt gedaan. Na 2023 komen de baten ten goede aan het
Amsterdamse Bos en worden eventuele benodigde investeringen gedekt binnen houtveiling en
houtverkoop.
Communicatie
Samenwerking met houtverwerkers
In 2022 zijn voorstellen en ontwikkelingen getoetst bij de houtverwerkende bedrijven. Het
vitvoeringsprotocol route van de stadsboom na kap (bijlage) werd met input van de aannemers
opgesteld. Ook voor de komende houtveilingen blijven wij in gesprek met de houtverwerkende
bedrijven om vraag en aanbod verder op elkaar af te stemmen.
Extra tussentijdse veiling
Bedrijven uit de metropool zijn ingelicht over een extra veiling eind 2022. Vooraf werd aan de
bedrijven gevraagd om aan te geven wat voor kavels deze tijdens de veiling zouden willen zien.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022
Pagina 5 van 5
Ook wordt bericht over de geplande veilingen in maart en juni 2023 en over de beschikbaarheid
van snippers d.m.v. een nieuwsbrief en via social media.
Samenvattend
Het eerste jaar van de houtveiling is positief verlopen. Er is voldoende belangstelling en er is
kennis opgedaan over wat wel en wat niet werkt. Hieruit blijkt dat we de juiste weg zijn
ingeslagen en dat er veel kansen zijn voor het stimuleren van een groter (her)gebruik van
Amsterdams hout.
We continveren de in 2021 opgerichte houtveiling en zetten in op een doorontwikkeling van de
onderstaande onderdelen:
1. Verkopen van hout dat is gezaagd door de zagerij op de houtwerf waardoor de stammen
beschikbaar worden voor kleiner gebruik en hanteerbaar gemaakt worden voor kopers
van de veiling.
2. Meer gekapt hout inzetten voor gemeentelijke projecten, gebouwen en straatmeubilair
tegen marktconforme prijzen. Hierdoor wordt het circulair houtgebruik in Amsterdam
zichtbaarder. Dit heeft tevens een positief effect voor de totale opbrengsten.
3. Uitwerken van het voorstel om houtsnippers tegen kostprijs aan te bieden aan
Amsterdamse particulieren, verenigingen, stichtingen en houtverwerkende bedrijven;
een kans om tegels en grind te vervangen door lokale houtsnipperpaden in tuinen. Dit
staat los van de snippers die nu al worden gebruikt voor aanvragen vanuit gemeente voor
speeltuinen, parken, schooltuinen etc.
4. Onderscheid te maken tussen de openbare houtveiling en aanvullende
afnamemomenten voor houtverwerkende bedrijven om de afzet te vergroten en de
pieken in het aanbod van hout beter te kunnen verwerken.
Kortom, vanuit de ervaringen van het eerste jaar worden verbeteringen ingezet om de
kosten/baten positief te krijgen met daarmee een extra budget voor het Amsterdamse Bos, en
alle kansen om Amsterdams hout zo circulair mogelijk te gebruiken binnen de metropoolregio.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Ì e
Melanie van der Horst
Wethouder Openbare Ruimte en Groen
| Brief | 5 | train |
| ES Oi Ken
' en han
E hann
pe EE pn | ri
, EN,
Rapportage _ ie en PB |
Moe en telling el j a
a : |
afsl alt= fs a é Te
* £ R. Ld
edn
B - e
mf eee
bt dt TP |
e
E | ú, ë
| # Fr kt
— ’ » k
Colofon
NOORD-HOLLAND
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave... nannanvensenrenrensenseeneenenseneenteneeneenvenvenveneenvensenseneensenrenneneenseeneenennenneenvenenvenvenvenreneenseereenenn Î
1 _ Inleiding …...anaanennenrensenennennenaennenneenseneenennsvaneneensensensenaensennennensennennennsensnneaneveveennennenensennennennsenenneensens 3
1.1 Faunabeheerplan damherten .unnunnnnaorsneonsenvenensenneensenveaseneeneensensenneensensensenseneeneenseneenvensensensenennennsenenn 3
1.2 Provinciale opdrachten ter voorkoming van onnodig lijden .nsnanvanranenseersenrenennsenvenrenren 3
1.3 Gehanteerde begrippen en definities .nsensanreaorenorenenseons eers eareenrsensenonnsenvenseanrsveorvensenseenseerrerd
1.4 Gegevensbronnen ….nunnsrsanonnsoensonnsense ene anrsvereneersoensernseersaursearsuarenernnoenseenseersanrevenevnvensenserserseerseerreeree de
2 De populatie en het plangebied .nnsnnansenrenrnneeneeneneeneenenaensenensensenrnnensenrenensensenennenensenrsnennene
21 De populatie an aaneenaneneenneenneenenneenrseneenneensennvennennseeneeunseneeuneennenneenneenseeneeneenennneenneanenneenneeneneneensennsenne D
2.2 _ Het plangebied ………......nunannvannveneneneenseeneeeneensennvenneenseeneruneenennernneensennennseeneeenenennnernneensenneenseenseeneensenneenne D
2.3 _ Uitvoering van het beheer …….….........nannsanenanennrveneeeneennenneenneeneeuneeneeneenneensenneenseenteeneeneenseenseeneeneeeneensennvennen Ó
3 Resultaten beheerjaar 2021-2022 …....nanensenrenennenenrenensennennenernnennsenseneensensenseneensensensensenseneenvens Ö
31 Ervaringen uitvoering beheerseizoen 2021-2022, ………..nannennnsnrsnoreneensernsennseenssersserenereneeensenncenseerenernsen Ó
3.2 Resultaten uitvoering beheer. nnn onseunseorsanrenss ens vens eunsenneensennsenseeneenseensennsenneensennveneensennsenseenseenvenerene
3.3 Jaarrond optreden in de bufferzone en nulstandsgebied naren vens enn cen eereeeneenreeneenseen Ô
34 _Tendens afschotcijfers naan enncenseonseenesensenseneensenneenseensenneeuseenseneensenneensenrsenveneeneennernsennsenseerseereenren 1
4 Voorkomen onnodig lijden naannseneuensenrensensensenensensanenenrenennenreverneeseveensenevenseneveersveeveerenn 13
5 De populatieontwikkeling … nennen anrenven vens enn ensensensenrensennenotuneeneensensensensensenseneeneeneeneeneenseneens ÏD
51 De telmethode an aaarvanreeons concen eenseeureeenseenseenseennscenseenseenseennseonseenneennenoennseenssensvenveuveuveenrvenree 1D
5.2 _ Resultaten ananas eunrenorsenrseunseanseanseeunsennseenseenseenseeunseenseenseenseenneeenseseonseenseenseenseenssensvenvvenvverene 16
5.3 __Tendens populatieontwikkeling … nnen cans ears earseneensoonsennsenserereuareverenennsenseenseereeveeverrneerseersenrvense ÚÌ
54 Effect op de wettelijke belangen nennsenscanseareenorenoensoensennsenneanrevarevereneerseenseorseercaneeverrveersenserseense ÎO
6 Aanbevelingen komend beheerseizoen …...nnsnnnnsensenrenennenrenerneenensensenensensenrenensenenneeeneensenvner Ô 1
6.1 Modellering .annnannaaneanvenenanvenseenvennennvenneeneeeneeneeneenneennenneenseeneeeneenseeneentereenvennsenneanseeneeeneenveeneenvernvenn Ô Î
6.2 _Populatiebeheer: de doelstand zo snel mogelijk bereiken. ..nnnnnnnnnennrensenvenrensenneevenreneenen ÈÈ
6.3 Voortzetting beheer bufferzone en buiten leefgebied ..….nnnannnannnenenenenenrsenreeenevenvenseenneeenee 23
7 Conclusies... nennen enensennveneeneenventeneeneenveneeneeneensennennenenseeneenenneenseneeneenvenvenennenneensenennenneenveneeneen
Bijlage Înannenannoenennensensnnenensenennensenennensenennennenenneareneenensnneveensenensensenennensvarveensenensensewennensevennensevearsanensens OO
Valwild en actief beheer)damherten per provincie en beheerzOne.…..….ununsunrsunrsensensennsensensvenseereenenn. 20
Bijlage 2 ….nnnannnanneneenvenvensensensensensenensensensennenensennsenennenneenseneensensensensensensensennenentenennsenvensensensensensenneneensennenne Â
Beheer en valwild per deelgebied en per zone in het beheerjaar 2021-2022 eenen 27
Rapportage beheer en telling damherten EE
Rapportage beheer en telling damherten 2
1 Inleiding
1.1 Faunabeheerplan damherten
Het beheer van de populatie damherten in Noord- en Zuid-Holland is in de afgelopen jaren uitgevoerd volgens het
faunabeheerplan Damherten in het Noord- en Zuid-Hollandse duingebied 2016 — 2020. Inmiddels is een nieuw
beheerplan voor de periode 2021-2026 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van zowel Noord- als Zuid-
Holland en zijn op basis hiervan de benodigde ontheffingen afgegeven. Op grond hiervan is het beheer voortgezet.
Het populatiebeheer is onderdeel van een in het beheerplan beschreven samenhangend pakket aan maatregelen
om de schade aan flora en fauna, het verkeer en landbouwgewassen terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau
en daarbij tegelijkertijd het duurzaam voortbestaan van de populatie te garanderen.
Het doel van het populatiebeheer is om de populatie damherten tijdens de looptijd van het huidige
faunabeheerplan terug te brengen naar 800 tot 1000 getelde damherten, waarvan 600-800 in het leefgebied AWD-
BN en circa 200 in het NPZK. Buiten het leefgebied wordt een nulstand nagestreefd.
Het beheerjaar loopt van 1 april tot en met 31 maart; de periode tussen de jaarlijkse tellingen. Binnen de
leefgebieden wordt het beheer conform de in Noord-Holland afgegeven ontheffing uitgevoerd tussen 1 november
en 31 maart. In Zuid-Holland is 1 september aangehouden als startdatum. In de bufferzones en de
nulstandsgebieden wordt jaarrond opgetreden bij dreigende schade, binnen de leefgebieden wordt
populatiebeheer uitgevoerd tussen 1 november en 31 maart’.
Na afloop van ieder beheerjaar wordt de voortgang van het beheer gerapporteerd en geëvalueerd. Daarbij wordt
gekeken naar resultaten van het uitgevoerde afschot, het aantal door andere oorzaken omgekomen damherten
(het zogenaamde valwild), waaronder het aantal aanrijdingen met damherten, de stand van zaken ten aanzien van
de flora en fauna en de getaxeerde landbouwschade en uiteraard de populatieontwikkeling aan de hand van de
jaarlijkse tellingen. Dit beheerrapport bevat de gedetailleerde gegevens van het beheerseizoen 2021 — 2022. Verder
wordt ingegaan op de trends vanaf de start van het beheerplan in 2016 zowel wat betreft het beheer, het valwild en
de populatieontwikkeling.
1.2 Provinciale opdrachten ter voorkoming van onnodig lijden
Ter voorkoming van onnodig lijden van damherten geldt in Noord- en Zuid-Holland een provinciale opdracht om
zieke en gewonde damherten (en reeën) te doden. We rapporteren hier ook over het in dit kader geschoten dieren.
Deze dieren worden gevat onder de noemer ‘valwild’. Dit wordt in hoofdstuk 4 verder toegelicht.
In Noord-Holland is een opdracht van kracht (Wnb besluit 15, 2019) die het mogelijk maakt om in de gehele
provincie, inclusief de bebouwde kom en terreinen die niet voldoen aan de vereisten van een jachtveld, zieke en
gewonde damherten (Dama dama) en reeën (Capreolus capreolus) te doden ter voorkoming of bestrijding van
onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren.
In Zuid-Holland is een aanwijzing van kracht op grond van de (voormalige) Flora- en faunawet, die
overgangsrechtelijk geldt als ‘opdracht’. Deze aanwijzing maakt het mogelijk om in de gehele provincie gedurende
het gehele jaar zieke en gewonde damherten en damherten die een acuut gevaar vormen voor de
verkeersveiligheid te doden, ook in de bebouwde kom en in velden die niet voldoen aan de jachtveldvereisten
(PZH-2010-17/8900422/ PZH-2011-299830429/ PZH-2011-301880843).
1 In het Zuid-Hollandse deel van het leefgebied is populatiebeheer toegestaan vanaf 1 september.
Rapportage beheer en telling damherten 3
De reikwijdte van beide provinciale opdrachten (voorheen aanwijzingen) is dus verschillend. In Noord-Holland
kunnen alleen zieke en gewonde dieren uit hun lijden worden verlost. Herten die een direct gevaar vormen worden
hier geschoten op basis van de ontheffing ‘buiten leefgebied’. In Zuid-Holland kunnen ook herten die een direct
gevaar vormen geschoten worden onder dit besluit. De noodzaak van het afschot (valwild of uitvoeringbeheer)
wordt altijd geregistreerd. In hoofdstuk 4 rapporteren wordt gerapporteerd over het afschot ter voorkoming van
onnodig lijden of dieren die al waren overleden aan hun verwondingen.
1.3 __Gehanteerde begrippen en definities
Hert - mannelijk damhert van 2 jaar of ouder
Hinde : vrouwelijk damhert van 2 jaar of ouder
Spitser - mannelijk damhert van 1 jaar oud (in 2° levensjaar)
Smaldier : vrouwelijk damhert van 1 jaar oud (in 2° levensjaar)
Kalf - damhert in zijn/haar eerste levensjaar (kalf wordt geboren in mei/juni)
Onbekend damhert niet ingedeeld in een geslachts-levensfase (soms is een van beide wel bekend)
Beheer : onder beheer wordt in dit rapport verstaan: Het planmatig en gecoördineerd beheer van
damherten door middel van afschot ter voorkoming van onevenredige schade aan maatschappelijke
belangen op basis van het faunabeheerplan. Dit wordt ook wel aangeduid als ‘actief beheer’ als
onderscheid van het ‘reactief beheer’ (het uit het lijden verlossen van damherten).
Valwild - alle damherten die door andere redenen dan het planmatig beheer zijn overleden. Daaronder
vallen zowel damherten die zijn gestorven of uit hun lijden zijn verlost als gevolg van een aanrijding, of
andere oorzaken als damherten die dood zijn gevonden en wellicht een natuurlijke dood zijn gestorven.
1.4 _ Gegevensbronnen
Elk geschoten damhert en valwild wordt met precieze aanduiding van de locatie ingevoerd in een provinciale
digitale registratiesystemen. In Noord-Holland is dat het Fauna Registratiesysteem (FRS) of het daaraan gekoppelde
Boa? Registratiesysteem (BRS). In Zuid-Holland is dat DORA.
Damherten die een natuurlijke dood zijn gestorven blijken niet altijd te worden geregistreerd. Wat in deze
rapportage is gerapporteerd als valwild betreffen dus voornamelijk dieren die door een onnatuurlijke oorzaak zijn
gestorven.
Eind maart/begin april vinden elk jaar de tellingen plaats van het aantal damherten. Beheerders en tellers hebben
momenteel nog tot eind april de mogelijkheid hun gegevens in te voeren en te verifiëren. Dat betekent dat
definitieve geverifieerde gegevens voor analyse beschikbaar zijn vanaf begin mei.
Op basis van de in de datasets aangegeven coördinaten zijn via een Geografisch InformatieSysteem (GIS) selecties
gemaakt voor de in het beheerplan onderscheiden deelgebieden.
2 Boa = Buitengewoon opsporingsambtenaar.
Rapportage beheer en telling damherten 4
2 De populatie en het plangebied
2.1 De populatie
De populatie damherten in het plangebied leeft vrijwel geheel in de duingebieden Amsterdamse
Waterleidingduinen (AWD), De Blink en Boswachterij Noordwijk (samen aangeduid als leefgebied AWD-BN) en in
het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (aangeduid als leefgebied NPZK). In totaal omvat het leefgebied ruwweg de
duinen tussen IJmuiden en Noordwijk.
De populatie is in leefgebied NPZK in de jaren ‘50 gestart met enkele uitgezette dieren. Van daaruit zijn dieren
uitgezworven door de regio en in de loop der jaren her en der aangevuld met uit privécollecties losgelaten en/of
ontsnapte dieren. Sinds de jaren 90 is met name in de AWD de populatie snel gaan groeien, doordat daar geen
actief beheer plaatsvond. In het NPZK is in de periode vanaf eind jaren 1980 tot 2009 door actief beheer een
populatie van 200 dieren nagestreefd, waardoor de populatie nooit het niveau heeft bereikt zoals in de AWD.
Tussen 2009 en 2016 heeft ook in het NPZK geen beheer van de populatie plaatsgevonden omdat daarvoor de
benodigde ontheffingen ontbraken. In die jaren is ook deze deelpopulatie flink toegenomen.
Vanaf 2016 wordt in de leefgebieden een vorm van populatiebeheer toegepast om de populatie terug te brengen
naar de streefstand van in totaal 8060-1000 dieren te bepalen volgens de methode van de jaarlijkse tellingen. In het
buiten het als leefgebied aangewezen gebied is het vóórkomen van damherten ongewenst en wordt een
zogenaamde nulstand nagestreefd.
2.2 _ Het plangebied
Het plangebied ligt tussen IJmuiden en Den Haag en ligt in de provincies Noord- en Zuid-Holland, zie Figuur 1. Het
plangebied is opgedeeld in vier deelgebieden (A, B, C en D), die van elkaar zijn gescheiden door bebouwing,
infrastructuur of water. Binnen ieder gebied wordt onderscheid gemaakt in een leefgebied voor damherten met
daarbinnen een bufferzone. Buiten het leefgebied ligt een zogenaamd nulstandgebied.
- Leefgebied: het groen omrande deel van de kaart: het gaat hier om (voornamelijk) duingebied, waarin een
damhertenpopulatie van 800-1000 (getelde) dieren zich kan en mag handhaven. De totale omvang van de
vier leefgebieden is 10.248 ha.
- Bufferzone: dit zijn zones in de randen van de leefgebieden waar damherten frequent het leefgebied
verlaten en daarbij een risico opleveren voor het verkeer, schade op landbouwgronden en/of in de
bebouwde kom komen. Deze zones horen bij het leefgebied, maar er gelden andere beheervoorwaarden.
In een bufferzone kan de beheerder jaarrond gericht ingrijpen om te voorkomen dat herten het leefgebied
verlaten en hierdoor voor schade en overlast zorgen. Het zijn vrijwel alleen mannelijke dieren die dit doen.
-__Nulstandgebied: de zone binnen het plangebied (rode lijn) en buiten het leefgebied (groene lijn). Het gaat
hier om (voornamelijk) agrarisch en bebouwd gebied. In deze zone zijn damherten ongewenst vanwege de
risico's voor het verkeer en schade. Het hele jaar door is ingrijpen toegestaan om de gewenste nulstand te
bereiken.
Binnen gebieden A, B, C en D bevinden zich van noord naar zuid onderstaande leefgebieden:
Leefgebied Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK)
Het leefgebied NPZK bestaat uit het noordelijkste deel van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid en bevat
het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het is een duingebied gelegen tussen IJmuiden en Zandvoort. Het is in
beheer bij Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN), Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de
gemeenten Velsen, Bloemendaal en Zandvoort en een aantal particuliere landgoedeigenaren. Dit leefgebied is circa
3402 ha groot.
Rapportage beheer en telling damherten 5
Leefgebied Amsterdamse Waterleidingduinen-Boswachterij Noordwijk (AWD-BN)
Het leefgebied AWD-BN bestaat uit het zuidelijkste deel van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Het is
een duingebied tussen Zandvoort en Noordwijk aan Zee en bevat de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD), Het
Langeveld, De Blink en Boswachterij Noordwijk. Dit leefgebied ligt voor een deel in Noord-Holland en een deel in
Zuid-Holland. De AWD en het grootste deel van De Blink zijn eigendom van de gemeente Amsterdam en in beheer
bij Waternet. Het Langeveld en een deel van De Blink worden beheerd door het Zuid-Hollands Landschap.
Staatsbosbeheer is de beheerder van Boswachterij Noordwijk en het westelijke deel van De Blink. Alles bij elkaar is
het leefgebied circa 4059 ha groot.
Leefgebied Coepelduynen (CPD)
Het leefgebied CPD bestaat uit het Natura 2000-gebied de Coepelduynen, dat zich bevindt tussen Noordwijk aan
Zee en Katwijk. Het is grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer en het is circa 152 ha groot.
Leefgebied Meijendel en Berkheide (M&B)
Leefgebied M&B bestaat uit het Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide en ligt tussen Katwijk en Den Haag.
Het is in beheer bij Dunea en Staatsbosbeheer en het is circa 2635 ha groot.
2.3 _ Uitvoering van het beheer
Het beheer in de leefgebieden wordt vrijwel geheel uitgevoerd door de eigen boswachters van de
terreinbeherende natuurorganisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, PWN, Waternet) en in een enkel geval
door een daarvoor ‘ingehuurde’ faunabeheerder. Het beheer buiten de in dit plan aangewezen leefgebieden wordt
in de natuurterreinen van het Noord-Hollands Landschap uitgevoerd door de eigen boswachters en daarbuiten
door enkele leden van de Wildbeheereenheden (WBE)Zuid-Kennemerland (Noord-Holland) en Duin- en
Bollenstreek (Zuid-Holland).
Het beheer in het kader van de opdracht ter voorkoming van onnodig lijden (voornamelijk de afhandeling van
wildaanrijdingen) is in Noord-Holland belegd bij de Stichting Wildaanrijdingen Nederland. De praktische uitvoering
wordt verzorgd door een valwildteam van de WBE Zuid-Kennemerland. In Zuid-Holland wordt dit beheer
uitgevoerd door een valwildteam van de WBE Duin- en Bollenstreek.
Rapportage beheer en telling damherten 6
4 en IN i ii N er
N î ® L fe Le ef Va k ' (l
EM RANK VN
zorf= p: ” 7 4 kh al
EA EN
a 3 j afd, or Ee pl u
en d ZO Nees
LE GA
ER TIN
Beed gen hAl Nefss
Fean ENG. ib Ket bel Î As
ee v_ Miles) WP | |
Í te d Pe en DS ne f k
__ „Deegen ed, ps EN lj
en /E Lp S ee AN
‚AS PS NEO
_f k A v DA
SN ECR br LAS
OP SEE TAS WD RS
HON ARK
Pr / 6 W El % 2e destin: k
ptss Jb 5
Coepeldu AA, ERR / re® GE IND
B Je
Ee An WOS
NL El gepied \ _g € > SÂ ae Ed Di Pd Ale
ns kP A BA
iN Ae CAE. Je df ' 5
ì Ce é K Ee fn Ee Jd IN RN
Reen PA rd D Sling ae 2 iN N Ee de e
ABN Tieseree |
éijengl- PGE A D: 6
erlfiide Er DEN letsel Egen a lek Des Mat
fe hi a AED ÔN Ei Bufferzones tt $} eN
Cf Spat 5 Nd 8 B Jl
IFES ZA Den , (_| Deelgebieden Dan De
CS SBAT) |E Eeocucen PP
4 \ hd K Ay ES Bi EN Ì î Es t i 5 PD | "A
| ED: A ERP C_] Leefgebieden Re
ADNR Lr d il ET
DNA ret |I Grens Plangebied |, 5
EE A TR \n
SNS eK DN / ox Na di ELTA 5 si ie ef : le Mijg ei) 5 U 8
Figuur 1: het plangebied uit het beheerplan Damherten met de ligging van de deelgebieden, de leefgebieden en de
bufferzones daarin.
Rapportage beheer en telling damherten 7
3 Resultaten beheerjaar 2021-2022
31 Ervaringen uitvoering beheerseizoen 2021-2022.
Het beheer heeft volgens planning kunnen plaatsvinden. In de periode rond kerst is, zoals gebruikelijk, geen actief
beheer uitgevoerd. Het NPZK is het beheer weer gestart op 3 januari, in de AWD een week later. Naar aanleiding
van de beheerevaluatie in het voorgaande seizoen is de beheercapaciteit en -inspanning in het NPZK fors vergroot.
3.2 Resultaten uitvoering beheer.
In het beheerjaar 2021-2022 zijn in het hele plangebied 3443 damherten geschoten en 98 als valwild omgekomen.
In totaal zijn 285 stuks buiten de aangewezen leefgebieden geschoten of door andere oorzaken overleden.
In tabel 1 staat het aantal geschoten damherten inclusief valwild weergegeven voor de verschillende beheerzones
en per geslachts-leeftijdscategorie. Samen vormen deze aantallen de totale reductie van de populatie. In bijlage '
staan de aantallen uitgesplitst per provincie en in bijlage 2 gesorteerd per deelgebied uitgesplitst naar beheer en
valwild. Veruit de meeste damherten zijn in de leefgebieden geschoten, bovendien bijna allemaal in de
leefgebieden NPZK (deelgebied A) en AWD-BN (deelgebied B). In de leefgebieden Coepelduynen (deelgebied C)
en Meijendel-Berkheide (D) komt geen populatie damherten voor maar, met enige regelmaat worden wel
damherten aangetroffen (en geschoten) in het aangrenzende nulstandsgebied. Afgelopen beheerjaar zijn hier in
totaal 3 damherten geschoten en 2 gestorven als valwild.
Tabel 1: totale reductie populatie als gevolg van het beheer plus valwild in seizoen 2021-22,
Zone{Provincie) _ | Hert | Hinde | Kalf |Onbekend
deelgebied A (NH) _45 | 308 | 237 | 0 | 590
deelgebied B (NH+ZH) 1220 | 1010 | 0 | 2372
Totaal leefgebied 1528 | 1247 | o | 2962
deelgebied A (NH) 49 | ea | 7 | 2 | 122)
deelgebiedB{NH+ZH) | 89 | 6 | 7 | o | 102)
Totaal bufferzone 138 | 70 | 84 | 2 | 294)
deelgebied A (NH) 109 | 3 | 3 | 6 | 121}
deelgebiedB(NH+ZH) | 147 | 4 | 6 | 2 | 159
deelgebied C (ZH) 2 0 jo |} 0 | 2
deelgebied D (ZH) 3 | 0 |} 0} 0 | 3
Totaalbuitenleefgebied | 261 | 7 | 9 | 8 | 285
1605 | 1340 3541
In de leefgebieden, inclusief de daarin gelegen bufferzones, zijn vooral vrouwelijke damherten en hun kalveren
geschoten. Daarmee is niet alleen de populatie verkleind, maar ook de groeisnelheid verlaagd. Het zijn immers de
vrouwelijke dieren die jongen voortbrengen. In de bufferzone van het leefgebied zijn in totaal 294 damherten
geschoten of als valwild aangetroffen. Buiten het leefgebied zijn er 285 damherten geschoten of gestorven als
valwild. Buiten het leefgebied zijn hoofdzakelijk mannelijke damherten aangetroffen.
Rapportage beheer en telling damherten 8
In figuur 2 zijn per zone de geslachts-leeftijdscategorie weergegeven van de geschoten of als valwild aangetroffen
damherten. In het leefgebied (buiten de bufferzones) was 94% van de geschoten dieren een hinde of kalf. Van de
geschoten kalveren was 57% van het mannelijk geslacht. In de bufferzone maakten hinden en kalveren 52% uit van
het totaal. De kalveren in deze zone waren voor 64% van het mannelijk geslacht. De buiten het leefgebied
geschoten dieren zijn bijna allemaal van het mannelijk geslacht. Ook de kalveren waren voor het grootste deel
mannelijk. Het feit dat in de bufferzone en buiten het leefgebied in de meerderheid mannelijke damherten zijn
geschoten vloeit grotendeels voort uit het exploratieve gedrag van de mannelijke dieren. Hinden en hun kalveren
leven meer in de kern van de leefgebieden dan aan de randen. Bovendien verlaten ze de veilige leefgebieden
nauwelijks.
Leefgebied (ex. Buffer) Bufferzone Buiten leefgebied
Kalf
ee Onbekend inde 3% Onbekend
/ lj 2% il °
Figuur 2: procentuele verdeling van de in het kader van actief beheer geschoten damherten en aangetroffen valwild in de
verschillende beheerzones verdeeld over de geslachten en leeftijdsfase.
3.3 Jaarrond optreden in de bufferzone en nulstandsgebied
Om schade aan wettelijke belangen buiten het leefgebied (verkeer en landbouw) te voorkomen, is in de bufferzone
en het nulstandsgebied jaarrond opgetreden. Buiten het leefgebied zijn in het actief beheer in Noord-Holland 73
damherten geschoten en 131 in Zuid-Holland (zie bijlage 1).
Het overgrote deel van de damherten in deze zone is echter geschoten in de beheerperiode zoals die voor de rest
van het leefgebied geldt (l nov-31 mrt). Zie daarvoor Figuur 3. Hierin is het aantal tijdens het actief beheer
geschoten damherten in de bufferzone en buiten het leefgebied uitgezet per maand over het afgelopen
beheerjaar. Te zien is dat er in het voorjaar en zomer maandelijks een relatief gering aantal dieren is geschoten,
maar in de herfst- en winterperiode is dat aantal beduidend hoger. De aantallen beginnen op te lopen in oktober.
De meest voor de hand liggende verklaring is dat dit te maken heeft met het aanbreken van de bronstperiode. Een
deel van de jonge mannelijke dieren vermijden de intensief gebruikte bronstplekken met de sterkste mannelijke
damherten en gaan op zoek naar rustigere gebieden. Na de bronst zijn de meeste mannelijke dieren uitgeput en
moeten ze snel weer op krachten komen voor de winter. De voedselbehoefte is dan groot. De grassen en kruiden
in het duingebied zijn echter in hoeveelheid al afgenomen en bieden bovendien nog maar weinig voedingswaarde.
Bermen, bemeste graslanden, maar ook parken en tuinen vormen dan een aantrekkelijk alternatief. De hinden met
hun kalveren kiezen meer voor de veiligheid van hun bekende leefomgeving in de kern van het leefgebied. In de
loop van de winter zijn de herten weer op krachten gekomen en verkiezen dan weer meer de veilige duingebieden.
Ook het consequent uitgevoerde beheer in de bufferzone en daarbuiten draagt bij aan die afname. In maart lijkt er
weer sprake van een kleine toename van dieren buiten het leefgebied. Het vermoeden is dat dit wordt veroorzaakt
doordat de groei in de tuinen en parken iets eerder op gang komt dan in het duingebied en deze dan aan het eind
van de winter (wederom) een aantrekkelijke voedselbron vormen als in de leefgebieden weinig eetbare biomassa
over Is,
Rapportage beheer en telling damherten 9
70
60
5 50
o
“5 40
ö
o
— 30
5
<t 20
ande |
S © 5 $ 2 RH SE GS @ &
EM Bufferzone Buiten leefgebied
Figuur 3: aantal in het actief beheer geschoten damherten beheerjaar 2021-22 per maand in de bufferzone en buiten het
leefgebied.
In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Figuur 4 zijn de locaties getoond van geschoten damherten buiten de
leefgebieden en in de bufferzones van Noord-Holland. In Figuur 5 is dit weergegeven voor Zuid-Holland. Te zien is
dat in Noord-Holland beheer buiten het leefgebied vooral heeft plaatsgevonden langs de randen van het
leefgebied NPZK. Dit natuurgebied heeft veel landschappelijk geleidelijke overgangen naar de bebouwde
omgeving. Vrijwel overal staan langs de rand van dit gebied weliswaar hekken, maar die zijn bijna nergens hoog
genoeg om damherten tegen te kunnen houden. Bovendien kunnen de herten het gebied in en uit via diverse
toegangspoorten voor bezoekers. De AWD is voor het grootste deel omgeven door een hekwerk dat hoog genoeg
is om te voorkomen dat damherten het gebied verlaten. Alleen aan de westzijde van dit gebied kunnen de herten
het gebied nog verlaten.
In Zuid-Holland (Figuur 5) zijn 3 damherten geschoten buiten het leefgebied in de omgeving van Wassenaar.
Verder heeft vooral afschot moeten plaatsvinden in de bufferzone en direct buiten het leefgebied van Boswachterij
Noordwijk.
Rapportage beheer en telling damherten 10
/, LR IE) Figuur 4: Opgegeven locaties van geschoten
Se id pe ______ damherten in Noord-Holland buiten de leef-
Nrd EEN Á De 8 gebieden (oranje) en in de bufferzones (geel)
A Ads Na ER É Wi dei ’ in het beheerjaar 2021/2022.
Vent AP eN AANE d
A EINDE
È ze is Ws ze ad
En fj 2 4 / AN $
id BET bemeten Et Ie
Ma, Een ë AA
EEE A Beesd
NE B CASSE.
TP en ZU Rs 4
5 6 H A
Eel zi 4 in 5 Ae en
Ben KJ SN ze
Et a eta
| aaf:
Vint #0 Se Vn f KT A CS ee
ek EE DA var A
/ £ rg ) 5 B Bure ò |
PE eh See | e Buiten E 9 h
PA lanes. BE F1 B) Jh
raaf sE 5 Eil ufferzones NS Ke
/ Ld Dpt Hi En ia, reden WAS IN
/ a D Bh Je ) gebieden A S Ds
PS per 6 he En coducten PSE
/ EF fd Oben ON
/ 7 e/ / À Le Plangebied dos Ne 6
/ EE, B Figuur 5: Opgegeven locaties van geschoten
Jij \ XF] _ damherten in Zuid-Holland buiten de leef-
A / ES / _gebieden (oranje) en in de bufferzones (geel)
fp es /<// in hetbeheerjaar 2021/2022.
Par F ll
PAWS
ES zN SS / DE 8 Le
EEL UN
f Noordik oe — Déelgebieg PA
rad Ed 5 186
PA RE PLN A
Pr ek CORR
/ MTS j Be EI ge BR
AN EDT EZ
PES AH Ve Sas En >
pe ed zl B
enh ed
Dr B mA An
BES Tr PN sn rn
VR Ala
/ EN IBAN
VN Ee
S PR DS 6 se A bn ON %
A SA ng
/ ps “Deelgebied 4 N Zi he
FAS 5 ed. bes A _ |tegenda — At
PSL EN AOR A NN lee ° Buffer \
La > Pz Á ds se ©_ Buiten N
A 5 8 ro EEK 5 DJ A > d 4: ie 6 KSA Î
en LD SE VEA Ë Ë
LS A DO r@ ted De 5 Bufferzones
Pi Es ER ler Nd rf eN E Deelgebieden
Ë ND ss Klene LAN MAN > |L Leefgebieden |
AE Ke € ANN VA :
PEEN SET NAT emee |
Rapportage beheer en telling damherten 1
3.4 _Tendens afschotcijfers
In figuur 6 is het afschot per beheerjaar uitgezet. Er zijn in het afgelopen beheerjaar meer damherten geschoten
dan in het vorig beheerjaar. Dit hogere aantal is vooral het gevolg van de verhoogde inspanning, vooral in het
leefgebied NPZK (A), maar ook in leefgebied AWD-BN (B) is meer geschoten dan in het voorgaand beheerjaar. In
beheerjaar 2020-21 was de inspanning in de leefgebieden juist iets lager dan de twee voorgaande beheerjaren. Een
korte periode met vorst en sneeuw, de coronamaatregelen en de extra drukte in het duingebied legden toen
beperkingen op aan de uitvoering.
In de eerste beheerjaren zien we nog hele lage aantallen. In Noord-Holland was de ontheffing voor het
populatiebeheer sinds begin 2016 van kracht, maar als gevolg van nog lopende juridische procedures is het
populatiebeheer pas goed op gang gekomen vanaf 1 november in dat jaar (beheerjaar 2016/17). In Zuid-Holland is
op grond van het aanwijzingsbesluit al eerder gestart met het beheer van zieke en gewonde damherten en
damherten die een acuut gevaar vormen voor de verkeersveiligheid.
Tijdens de beheerperiode 2016/2017 en 2017/2018 was het gerealiseerde afschot binnen het leefgebied iets minder
hoog dan in de latere seizoenen. De weersomstandigheden (bij sneeuw of vorst wordt niet beheerd) en vooral de
noodzakelijke inzet op reactief beheer (veel verzwakte dieren) waren hiervoor bepalend. In 2020/2021 waren de
coronamaatregelen enigszins beperkend voor de uitvoer.
1500
2014/15* _ 2015/16 2016/17 _ 2017/18 2018/19 _ 2019/20 2020/21 2021/22
mieefgebied mleefgeb.—-bufferzone mbuitenleefgeb. monbekend
Figuur 6: aantal geschoten damherten per beheerjaar en per beheerzone.
Rapportage beheer en telling damherten 12
4 Voorkomen onnodig lijden
In het kader van de provinciale opdrachten van zowel Noord- als Zuid-Holland wordt jaarrond opgetreden om
onnodig lijden van damherten (en reeën) te voorkomen (zie 1,2). Damherten die door andere oorzaken dan het
beheer zijn omgekomen, worden ook wel benoemd als ‘valwild’. In de praktijk worden damherten die een
natuurlijke dood zijn gestorven niet of nauwelijks geregistreerd als valwild. Het gaat hier dus vooral over herten die
zijn gestorven door onnatuurlijke oorzaken anders dan het planmatig beheer volgens het beheerplan.
Afgelopen beheerjaar zijn 60 meldingen gedaan van aanrijdingen met een damhert en 36 meldingen van valwild
door andere of onbekende oorzaken.
Het aantal aanrijdingen fluctueert jaarlijks maar ligt in lijn met het aantal uit voorgaande jaren. In het beheerjaar
2020-21 werden minder aanrijdingen gemeld (39 stuks). Boswachters van de terreinbeheerders en leden van het
valwildteam vermoeden sterk dat de avondklok? -die een deel van de tijd van kracht was- heeft bijgedragen aan
het lagere aantal aanrijdingen in dat beheerjaar.
De andere bronnen van valwild zijn in de recentere jaren voor een belangrijk deel loslopende honden die herten
opjagen, maar soms raken herten ook gewond door hekken of andere obstakels. In dit laatste geval is het
voorstelbaar dat dit ook is gebeurd doordat ze werden opgejaagd door loslopende honden. In de eerste jaren was
een deel van het “overig” valwild ook te wijten aan voedselgebrek. Het ene individu leek zich beter aan te kunnen
passen aan de omstandigheden dan het andere.
Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan aanrijdingen is gestorven vertoont een dalende tendens’.
B Noord-Holland
100 B Zuid-Holland
90
80
70
60
50
40
30
20
12
8 8
0
15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 overig 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22
Aanriding
Figuur 7: jaarlijks aantal vermelde doodsoorzaken van niet door actief beheer gestorven damherten opgesplitst per
provincie.
In dit beheerjaar is het meeste valwild aangetroffen in deelgebied A gevolgd door deelgebied B. In figuur 8 zijn de
locaties aangegeven van het aangetroffen valwild uitgesplitst naar doodsoorzaak. Aanrijdingen komen beduidend
3 Van 23 januari 2021 t/m 31 maart gold een avondklok vanaf 21:00 uur en tot 28 april gold de avondklok vanaf 22:00 uur.
4 Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre dit wordt beïnvloed door de gewoonte dood gevonden dieren wel/niet te registreren.
Rapportage beheer en telling damherten 13
vaker voor in deelgebied A (rond het NPZK) dan in deelgebied B (rond leefgebied AWD-BN) en zijn daar ook
verantwoordelijk voor 64% van het valwild, terwijl dat in deelgebied B nog geen kwart van de gevallen betreft. Om
onnodig lijden te voorkomen is binnen de AWD (onderdeel van leefgebied AWD-BN) vooral in de beheerperiode
een aantal gewonde of om andere reden in slechte conditie verkerende damherten geschoten.
SEPT
A
ee je TL E Ps î de r | 6
Jee je N MD er
15 CNY Ne B
Rs NE Ar LE
s ea ORL Meen Ln
e del ST Vg RE | Ld EN t
ie d | eb Á í ee Gen 1 }
e — Be dE a elT SN Dd td
D 2 pe sE on Nn k A 5
eN BNS A
8 ene del \ Ws eas
BET At PENS
Ad) Sp Rs 8 TES
JR DEN BEL Dm
Ve ek AS en ATEN
VP
A sf A DEE TA ed À
bril VAN
RS en } if (5 #5 00 d 4 e ami PAS
B A Bl hd SNE / > 63 Hs df Er
Sef _Á__ Doodsoorzaak Ss 0
ERD _e overig Pl
Cp Ef  SL © Wildaanrijding A of s
Piers SAW Ù a
eN ee # ie C_] Plangebied damhert BO 3
TEUWEN / . Bee
gn Ì EN 5 S 4 gf NE AB
AE Ad
POS PE à ite bo ER) © A A el Kl En eN EN
et Nes Ee 4 RY ie 4 / ES 7, CA 8 Es,
' bz fier 5 OE DE er man ha EW
: y Meik KS DN pe
ii pe PS ge en EN ennn == NE sk
NERI EE OONMA TE Te
SM Ne ee Ü KW) ee
Figuur 8: locaties valwild gesplitst naar doodsoorzaken aanrijding (oranje) en overige oorzaken (groen).
Rapportage beheer en telling damherten 14
5 De populatieontwikkeling
5.1 De telmethode
Om schade aan de wettelijke belangen flora en fauna, verkeersveiligheid en landbouw tot een aanvaardbaar niveau
terug te brengen is het doel van het populatiebeheer de omvang van de populatie damherten te beperken tot een
getelde populatie van 800-1000 damherten, waarvan 600-800 in het leefgebied AWD-BN en circa 200 in leefgebied
NPZK. In de leefgebieden Coepelduynen en Meijendel-Berkheide leeft (nog) geen populatie damherten. Om de
ontwikkeling van de populatie te monitoren wordt jaarlijks de stand van de populatie damherten vastgesteld. De
tellingen zijn deels onderdeel van een reguliere monitoring van de natuurwaarden in de natuurterreinen en het
resultaat is ook toetsend (‘zijn we op de goede weg”) en richtinggevend (‘hoeveel moet er nog worden
geschoten”) voor de jaarlijkse beheeropgave bij het beheer van de populatie damherten in de regio.
De tellingen worden steeds op dezelfde wijze uitgevoerd, waardoor een betrouwbaar beeld van de
populatieontwikkeling ontstaat. Het jaarlijkse getelde aantal moet worden geïnterpreteerd als het op dat moment
met zekerheid minimaal aantal aanwezige damherten. Het werkelijk aantal is groter, maar hoeveel groter is nog niet
goed bekend. Waternet verricht in de Amsterdamse Waterleidingduinen wel onderzoek hiernaar. De resultaten zijn
nog niet helemaal duidelijk.
De tellingen worden gecoördineerd door de Faunabeheereenheden (FBE's) van Noord- en Zuid-Holland en
uitgevoerd door de wildbeheereenheden (WBE's) en de terreinbeheerorganisaties (TBO's). De resultaten van
damhertentelling in 2022 zijn door de FBE-NH geanalyseerd en vervolgens gepresenteerd in deze rapportage.
Drie keer tellen.
De telling wordt uitgevoerd conform het Protocol damherten en reetelling Noord- en Zuid-Holland, dat is te vinden
op de websites van de FBE's Noord- en Zuid-Holland. Hier volstaan we met een korte beschrijving van de methode.
De tellingen worden uitgevoerd aan het einde van de winter (eind maart, begin april). Een telling bestaat uit drie
opeenvolgende telrondes. Er wordt drie keer circa 2,5 uur lang geteld, rond respectievelijk de avond-, ochtend- en
avondschemering. De resultaten worden verwerkt per deelgebied zoals beschreven in hoofdstuk 2. Een deelgebied
bestaat uit een aantal afzonderlijke telsectoren die elk simultaan door een eigen telploeg worden geteld. Van elke
telronde worden de resultaten van de afzonderlijke sectoren opgeteld tot een totaalscore voor de betreffende
telronde. Het hoogste resultaat van de drie telrondes wordt gebruikt als getal voor de minimale aanwezige
populatie en waarmee een nieuw trendgetal wordt bepaald.
Proces
Het tellen gebeurt vanuit een auto. De telploegen bestaan ten minste uit twee tellers, waarvan minimaal één teller
ervaring heeft met herkennen van reeën en damherten. In een aantal telsectoren is tellen vanuit een auto niet
mogelijk, daar wordt lopend of fietsend geteld. In dat geval voldoet één ervaren teller. ledere telploeg telt in een
vastgestelde telsector langs een vastgestelde telroute. De telploegen noteren de waargenomen dieren op de
geleverde telformulieren. Waargenomen damherten worden ingedeeld in categorieën van leeftijdsgroepen en
geslacht (jargon: het ‘aanspreken’), mits goed waar te nemen. Na afloop van de tellingen voeren de
contactpersonen de gegevens in de digitale registratiesystemen van de faunabeheereenheden: FRS
(www.faunaregistratie.nl) in Noord-Holland en Dora (www.fbezh.nl) in Zuid-Holland. De telresultaten zijn verwerkt
volgens het telprotocol.
De telling van 2022
De tellingen vonden plaats op 6 en 7 april. De weersomstandigheden waren relatief slecht met wind en regen,
Tijdens de eerste telronde waren de omstandigheden met lichte regen nog matig te noemen. De 2° en 3° telronden
waren met flinke regen en wind ronduit slecht. Zie Tabel 2 voor de details,
Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre de telresultaten worden beïnvloed door de weersomstandigheden, maar
het is aannemelijk dat bij erg slecht weer een iets kleine percentage van de werkelijke aantallen wordt geteld dan
onder gunstige omstandigheden. De praktijkervaring is dat bij stevige wind en regen de dieren zich wat meer in de
Rapportage beheer en telling damherten 15
luwte van de dekking ophouden en het open veld wat vermijden. Toch zullen ze wel op zoek moeten naar voedsel,
dus helemaal onvindbaar worden ze zeker niet. Door de regen wordt ook het zicht vanuit de auto belemmerd.
Voorgaande jaren waren de telomstandigheden meestal uitstekend. Het is mede door deze wisselende
weersomstandigheden van belang naar de langjarige trend te kijken en de beheeropgave elk jaar bij te stellen aan
de hand van de recente resultaten.
Tabel 2: tijdstippen en weersomstandigheden damhertentelling 2022.
Wind Gem. temp.
Datum Dagdeel Tijdstip richting | Kracht | Bewolking Neerlag Tijdens telling
6 april 2022 avond 18:25 — 21:00 uur ZW 3-4Bft bewolkt lichte regen 9°C
7 april 2022 avond 18:25 — 21:00 uur ZW 5 Bft bewolkt regen 8°C
5.2 Resultaten
Zowel in deelgebied A (NPZK) als B (AWD-BN) leverde de 1° telronde (avondtelling) het hoogste resultaat op. De
cijfers uit die hoogste telronde worden hier gepresenteerd voor de trendgegevens. In de deelgebieden C
(Coepelduynen) en D (Meijendel-Berkeheide) zijn geen damherten waargenomen tijdens de tellingen.
In totaal zijn er 2405 damherten waargenomen. Daarvan is 85% geteld in deelgebied B en dan nog vooral in het
leefgebied daarvan, AWD-BN (zie Tabel 3). De populatie in deelgebied B is bijna 6 maal zo groot als in deelgebied
A. Buiten het leefgebied zijn nog maar weinig damherten waargenomen tijdens de tellingen. Dat wil overigens niet
zeggen dat er geen damherten voorkomen buiten de leefgebieden. Waarnemingen die in de loop van het jaar
worden gedaan bevestigen dat er nog wel degelijk tientallen damherten met enige regelmaat buiten de
leefgebieden zijn te vinden. Meldingen van aanrijdingen met damherten (zie hoofdstuk 4) en de afschotgegevens
in het kader van het nul-standsbeleid bevestigen dit ook.
Tabel 3: Aantal getelde damherten binnen en buiten het leefgebied.
Sala t=in) Buiten Doelstand
Deelgebied Provincie leefgebied | leefgebied | Totaal leefgebied
AN Noord-Holland 307 43 350 200
C Zuid-Holland 0 0 0 niet geformuleerd
LCC NA 2405 | 800-100
Als we meer in detail kijken naar de samenstelling van de populaties in de leefgebieden A (NPZK) en B (AWD-BN)
blijken die (nog altijd) sterkt te verschillen. In Figuur 9 is dit voor beide gebieden weergegeven. Als we de dieren die
qua geslacht en leeftijdsgroep niet zijn ingedeeld buiten beschouwing laten, maken in leefgebied NPZK mannelijke
damherten van Í jaar en ouder (herten en spitsers) 31% uit van de waargenomen dieren, terwijl in deelgebied AWD-
BN die bijna 60% van het aantal waargenomen dieren betreffen. De omgekeerde verdeling geldt uiteraard voor de
hinden en kalveren, die zijn in de ruime meerderheid waargenomen in leefgebied NPZK en in leefgebied AWD-BN
maken ze nog geen derde uit van de waargenomen dieren. Dit verschil ís te verklaren door de verschillende
beheerstrategieën in de beide deelgebieden (zie 5.3). Tellers in deelgebied B stellen met vrij grote zekerheid te
weten dat de groep ‘onbekend’ vooral uit hinden en kalveren bestaat en wellicht een enkele spitser met een klein
ontwikkeld gewei. Dat klinkt aannemelijk, want volwassen mannelijke dieren zijn immers eenvoudig te herkennen
aan hun duidelijk aanwezige gewei. Daarom is de groep ‘onbekend’ naar rato verdeeld over de hinden en kalveren
en wordt het beeld over de samenstelling van de populaties nog duidelijker (Figuur 10). De populatie in leefgebied
NPZK bestaat voor 59% uit hinden en nog eens 18% aan kalveren. De helft van die kalveren zal van het vrouwelijk
Rapportage beheer en telling damherten 16
geslacht zijn. De populatie bestaat dus voor meer dan de helft uit vrouwelijke dieren. In leefgebied AWD-BN
maken vrouwelijke damherten net geen derde uit van de populatie.
Figuur 9: samenstelling van de populaties damherten in leefgebied NPZK (links) en AWD-BN (rechts)
volgens de telling van 2022.
Figuur 10: Samenstelling van de populaties damherten in leefgebied NPZK (links) en AWD-N (rechts.)
na verdeling van de groep niet-aangesproken damherten.
5.3 _Tendens populatieontwikkeling
Zowel in het leefgebied NPZK als leefgebied AWD-BN vertoont de populatie-omvang een significante dalende
tendens (regressie p<0,05). De doelstand is echter nog niet bereikt. In Figuur 11 is de populatietrend voor beide
leefgebieden weergegeven. De resultaten van 2020 en 2021 noopten tot een bijstelling van het beheer in
Rapportage beheer en telling damherten 17
leefgebied NPZK. In het afgelopen beheerseizoen heeft men hier goed uitvoering aan kunnen gegeven (zie 3.2),
waardoor de dalende tendens van voor 2020 weer is voortgezet.
1200 4500
L ® 4000 ca
5 1000 Ener, 5
© en. 3500 ©
Cc ® Ô- ® OQ
& 800 e “reen, 3000 & —
Bo Venne, °…e © 4
8E En tn 2500 ® A
EZ e ee ® © 2000 EZ
5 Se tene, 5 <t
® 400 zt 1500 © =>
Dv © Do
@ 1000 ©
® 200 U
5 500 WP
Ô Ô
2014 2016 2018 2020 2022 2024
® Leefgebied NPZK ® Leefgebied AWD-BN
Figuur 11: tendens aantal getelde damherten in de leefgebieden NPZK en AWD-BN.
Leefgebied NPZK
Beheerders in het NPZK hebben afgelopen jaren veel inspanning gepleegd om de schade en overlast van
damherten die het gebied verlaten of dreigen te verlaten te reduceren. Daarvoor heeft relatief veel beheer
plaatsgevonden in de bufferzone, waar zich voornamelijk de mannelijke damherten ophouden. Het zijn ook deze
dieren die juist frequent het natuurterrein verlaten en zorgen voor schade en gevaarlijke situaties in het verkeer en
aan particuliere eigendommen. Daardoor bleef er onvoldoende capaciteit over voor de reductie van het aantal
hinden. Deze zijn echter bepalend voor de groei van een populatie. De telresultaten van 2020 en 2021 maakten
duidelijk dat een bijstelling van de beheerinzet noodzakelijk was. Daar is in beheerseizoen 2021-22 goed invulling
aan gegeven (zie hoofdstuk 3) waardoor de dalende tendens van de populatie weer is voortgezet.
400
e…………. e °
350 Be.
300 e. en ®
250 hen, e =S
200 en, e
150 e Ve ee
… e Viewer ©,
100 en et © en
50 gene “e
Ô
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
© hert @hinde @kalf
Figuur 12: tendens en geteld aantal herten, hinden en kalveren in leefgebied NPZK.
In Figuur 12 zien we het verloop van het aantal getelde herten, hinden en kalveren in leefgebied NPZK. Het effect
van het bijgestelde beheer is goed te zien. Het aantal hinden laat weer een daling zien. Het afschot van het aantal
herten kreeg iets minder aandacht waardoor hun aantal ten opzichte van vorig jaar niet verder is gedaald. Het
aantal getelde kalveren vertoont een golvend patroon. In 2022 is het aantal flink lager dan in het voorgaande jaar.
Rapportage beheer en telling damherten 18
Door de reductie van het aantal hinden en kalveren is de groeicapaciteit omlaag gebracht, wat van belang is voor
de beheerinzet in de komende jaren.
Leefgebied AWD-BN
In het leefgebied AWD-BN — vooral in de AWD — heeft van meet af aan in het beheer de focus gelegen op de
reductie van het aantal hinden en hun kalveren. Door de enorme omvang van de populatie bij de start van het
beheer was de focus op de vrouwelijke damherten ook de enige reële optie om tot reductie van de populatie te
komen. Bovendien was de omgeving hier voor het grootste deel al beschermd tegen schade en overlast door hoge
hekken om de AWD. De reductie van het aantal vrouwelijke damherten en kalveren zorgt ook voor een reductie in
de groeisnelheid en dit bij elkaar heeft ook hier geleid tot een afname van de populatie. In Figuur 13 is duidelijk de
sterke afname van het aantal hinden terug te zien. Door de reductie van het aantal hinden en kalveren en daarmee
de groeisnelheid van de populatie, kon afgelopen beheerseizoen meer capaciteit worden ingezet om ook het
aantal mannelijke damherten in dit gebied terug te brengen naar de doelstand. Het aantal mannelijke damherten is
daardoor niet verder toegenomen.
3000
2500 ë
kn
2000 Te®
1500 leer
„78 °
1000 geet ee,
ee” *……
ö Gne®
0
2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
® hert @ hinde @ kalf
Figuur 13: tendens en geteld aantal herten, hinden en kalveren in leefgebied AWD_BN.
54 Effect op de wettelijke belangen
flora en fauna
Er wordt in het plangebied veel onderzoek gedaan naar de effecten van damherten op flora, fauna en de
beschermde natuurwaarden. Daarbij wordt onder andere gekeken naar trends van soorten binnen de AWD en hoe
die correleren met toenemende aantallen damherten. In dat kader is afgelopen jaar een rapportage uitgekomen
over wasplaten en graslandpaddenstoelen in de AWD*. Hieruit komt onder andere naar voren dat de
overbegrazing door damherten de effecten van extreme weersomstandigheden verergeren. Er blijken echter ook
aanwijzingen te zijn voor kansen op herstel als de begrazingsdruk afneemt.
Het behulp van subsidie van de Provincie Noord-Holland is een consortium van beheerders Waternet en PWN en
onderzoekers van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica van de Universiteit van Amsterdam,
Stichting Bargerveen en de Vlinderstichting sinds 2019 bezig met het monitoren van flora, fauna en
bodemprocessen in relatie tot de damherten. Dit onderzoek vindt plaats in exclosures en bijbehorende
referentiegebieden. Afgelopen seizoen is de monitoring voortgezet.
$ Jalink, L. 2021. Wasplaatgraslanden in de Amsterdamse Waterleidingduinen — 2. De resultaten van 20 jaar
monitoring met speciale aandacht voor de periode 2010-2020. Myco-consult, Oegstgeest, KNNV Wasplaten-
werkgroep AW-duinen, Haarlem, Waternet, Amsterdam
Rapportage beheer en telling damherten 19
Voor een compleet overzicht van alle publicaties wordt verwezen naar de website van de Amsterdamse
Waterleidingduinen: https://awd.waternet.nl/.
Vooralsnog blijft de conclusie dat de rijkdom aan flora en fauna, met name in de AWD, nog steeds schade
ondervindt door overbegrazing en vertrapping.
* f ki Ten VAREN | | | ve Ee Í E
at Vet Pci g 3 ê
% ì en me alleen pe n en
E Vld Ei A 8 EE kn ö j a E Mae | E F. an ne ed it, Be 55 Eh en 5 3 5 2 Ô Ea od J|
7 B a A D en hd 5 Lite ar ben: Ee a bri ï wo nst De En Ee IE 3 nl E 3
de Ss Lj Kol Aen BE Se des 5 fa 5 a Ns Et 5 er een ij 2 e AE 4e Ee bet je ien 2e 5 5 ka
SE 5 ú 5 Sd pe E EE 4 } ji ie 7 C AE á id, # ke 5 ik: % En 3 4 zE, â 1 j En HE ie Ee EN
EK Ee EEDE EG RE
Ee a : BE Er, hf air Pd s 4 Aad Ls rd nj win Re. re ed is wend. En 4 > | 5 ee
H EDE Ende NL At Re Rn ° Te ne
Figuur 14: de effecten van damherten op de flora en fauna worden onder andere gemeten ín zogenaamde exclosures.
Hierin is in de AWD een effect te zien in het eerste groeiseizoen na plaatsing van het hekwerk. Foto: Mark van Til, Waternet.
Verkeersveiligheid en schade aan landbouwgewassen
Er is nog altijd sprake van schade in het verkeer als gevolg van aanrijdingen met damherten. Het aantal
aanrijdingen met damherten blijkt jaarlijks te schommelen, maar vooralsnog niet te dalen. Uit voorgaande
rapportage bleek al dat de Zeeweg (N200) een van de hotspots is voor wat betreft aanrijdingen. Een werkgroep
van beheerders, gemeente en provincie heeft naar lokale aanvullende maatregelen gekeken en ook enkele
aanpassingen doorgevoerd. Naar aanleiding van het besluit van GS over het faunabeheerplan damherten heeft de
provincie Noord-Holland een onderzoeksopdracht uitgezet bij Wageningen Environmental Research (WENR). Het
onderzoek gaat in op factoren die een rol spelen bij aanrijdingen met herten, welke maatregelen bewezen effectief
zijn om aanrijdingen te voorkomen en of deze in theorie toepasbaar zijn op en om de Zeeweg. De rapportage is in
juni 2022 gepubliceerd op de website van WENR.
Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan een aanrijding (natuurlijke of onnatuurlijke oorzaken) is gestorven
vertoont al enige jaren een dalende tendens. Doordat dieren die een natuurlijk dood zijn gestorven niet
consequent worden geregistreerd, is niet duidelijk in hoeverre dit het gevolg is van de afnemende dichtheid aan
damherten.
Er zijn geen structureel verzamelde gegevens over eventuele schade aan landbouwgewassen. Het is niet helemaal
duidelijk of er inderdaad geen sprake is geweest van schade of dat er geen registratie plaatsvindt omdat er volgens
de beleidsregels van de Provincies Noord- en Zuid-Holland geen tegemoetkoming in geleden schade wordt
uitgekeerd. In Zuid-Holland is wel frequent afschot gepleegd op de aan het leefgebied grenzende
landbouwgronden.
Rapportage beheer en telling damherten 20
6 Aanbevelingen komend beheerseizoen
Hoewel het duidelijk is dat het aantal damherten in het plangebied afneemt, is ook duidelijk dat met ruim 2500
getelde damherten rond 1 april 2022 de streefstand van 800-1000 damherten nog niet is bereikt. De schade aan de
maatschappelijke belangen waarop de ontheffingen zijn gebaseerd is ook nog steeds aanwezig. Het ingezette
beheer zal dus moeten worden voortgezet.
6.1 Modellering
Bekend is dat tijdens een telling niet de complete populatie wordt geteld. De telling levert weliswaar een
betrouwbaar beeld op over de trend, maar niet direct informatie over de werkelijke omvang van de populatie. Het
is nog niet goed bekend welk percentage van de werkelijke populatie wordt waargenomen tijdens de telling. Dat
maakt het inschatten van de benodigde beheerinspanning wat minder eenvoudig en accuraat. Een precieze en
betrouwbare berekening vergt veel kennis over de populatieopbouw, geboortecijfers en overlevingskansen. Hoewel
met elk beheerjaar de kennis over de populatie toeneemt, is deze informatie toch nog niet volledig. Daarom heeft
de FBE Noord-Holland in de 2 voorgaande beheerjaren Wageningen Environmental Research (WENR) gevraagd de
populatie damherten te modelleren, om op basis daarvan advies te kunnen geven over het jaarlijkse afschot dat
nodig is om de streefstand te halen. Via deze modelberekening kon een inschatting worden gegeven over de
beheeropgave voor een periode van enkele jaren. Deze berekening leverde weliswaar een betrouwbare uitkomst,
maar ook verschillende scenario’s voor het geobserveerde percentage damherten tijdens de telling. Het bleef aan
de beheerders om een inschatting te maken van dat getelde percentage.
Nu de doelstanden in zicht komen kan worden volstaan met een relatief eenvoudig model om de benodigde
beheerinspanning voor komend beheerjaar te berekenen. Via de eenvoudige modelberekening kan op basis van
het getelde aantal damherten en het aantal geschoten damherten (inclusief valwild) een verwachting worden
gegeven van de volgende telling. Deze verwachte telling wordt vervolgens vergeleken met de werkelijk
geobserveerde aantallen in die telling. Het verschil tussen de verwachte en werkelijk geobserveerde telling kan
grotendeels worden verklaard door berekening van het percentage dieren dat wordt waargenomen tijdens de
telling.
Het gebruikte model
Het eenvoudige model is gebaseerd op de volgende berekening:
Telling1 * geteld% + reproductie — afschot/valwild = telling? * geteld%.
De reproductie is in dit geval het aantal kalveren dat een hinde weet groot te brengen tot de start van het beheerseizoen op 1
november. Hierover moet een aanname worden gedaan. Uit onderzoek blijkt dat volwassen damherten vrijwel altijd één kalf ter
wereld brengen. Bij 1-jarige hinden (wanneer ze voor het eerst deelnemen aan de voortplanting) is dit percentage iets lager
afhankelijk van de omstandigheden. Het is helaas niet bekend hoe groot het aandeel 1-jarige hinden is in de populatie. Wel
weten we uit eigen onderzoek dat het percentage 1 jarige hinden dat een kalf draagt ook vrij hoog is (ongeveer 50-67% van de
1-jarige hinden). Op grond van deze kennis is aangenomen dat de totale reproductie ongeveer 75% bedraagt. Dat wil zeggen
dat 75% van de hinden daadwerkelijk succesvol een kalf voortbrengt dat nog in leven is op het moment dat de beheerperiode
van start gaat op 1 november. Het is voorstelbaar dat op de top van de populatie dat percentage iets lager lag dan nu, omdat
de omstandigheden gunstiger zijn geworden door de inmiddels lagere aantallen. Uit onderzoek blijkt echter dat deze
verschuiving slechts gering kan zijn. In praktijk varieert namelijk alleen het percentage 1-jarige hinden dat deelneemt aan de
reproductie. In de AWD bleek dat percentage nog altijd hoog te zijn ten tijde van de start van het beheer in 2016-17.
Uit de berekening komt naar voren dat het getelde percentage jaarlijks iets verschilt en ook iets verschillend is voor
herten en hinden. Door nu het model te optimaliseren over de hele periode 2016-2022 voor herten en hinden
apart, wordt een redelijk goed beeld verkregen van het gemiddeld getelde percentage. Op basis van deze uitkomst
kan een indicatie worden gegeven voor de beheeropgave voor het volgende beheerjaar. Dit wordt gedaan voor
zowel het leefgebied NPZK als het leefgebied AWD-BN.
Rapportage beheer en telling damherten 21
Met het toenemen van de dataset en de verschillende modelberekeningen kan een steeds betere of nauwkeurigere
inschatting worden gemaakt over de aantallen en de beheerinzet.
Modeluitkomsten zijn indicatief.
De uitkomsten van de berekening zijn een zo goed mogelijk benadering van de werkelijkheid, maar de
beheeropgave blijft om verschillende redenen indicatief. De werkelijke omvang van de populatie is immers slechts
bij benadering bekend en de leeftijdsopbouw ervan is onbekend. Het met het model berekende getelde
percentage is bovendien een gemiddelde over een lagere periode. Per jaar zal het iets, fluctueren. Dit betekent dat
jaarlijkse bijstelling van het beheer op grond van de nieuwste tellingen altijd nodig blijft. In het model wordt de
benodigde jaarlijkse reductie berekend om de doelstanden te realiseren. Die reductie bestaat voor het grootste
deel uit de bij het beheer geschoten dieren, maar ook valwild en deels nog natuurlijke sterfte dragen daar aan bij
6.2 _Populatiebeheer: de doelstand zo snel mogelijk bereiken.
Vanwege de voortdurende schade aan wettelijke belangen, maar ook vanwege de wens om niet meer dieren te
schieten dan strikt noodzakelijk, is de wens nadrukkelijk om de doelstanden zo snel als mogelijk te behalen. Dit
uiteraard binnen de kaders van capaciteit, zorgvuldigheid en veiligheid.
Leefgebied NPZK
Uit de berekening komt naar voren dat het getelde percentage in het leefgebied NPZK voor hinden gemiddeld 41%
is van de werkelijke populatieomvang en voor herten nog iets lager. Op basis van deze bepalingen en de recente
telresultaten lijkt het mogelijk de doelstand in dit leefgebied te bereiken bij de telling van 2023. Daarvoor dienen
nog ongeveer 670 damherten te worden geschoten, waarvan ongeveer 300 hinden. Deze beheeropgave is
daarmee kleiner dan afgelopen beheerseizoen.
Na het bereiken van de doelstanden kan worden volstaan met een relatief klein jaarlijks afschot van ongeveer 140
stuks om de populatie op de doelstand te houden
Leefgebied AWD-BN
Voor het leefgebied AWD-BN lijkt het getelde percentage van de werkelijke populatie iets hoger te liggen, namelijk
circa 58% voor de hinden. Voor de herten levert de modelberekening voor dit leefgebied geen duidelijk resultaat
op. Een mogelijke verklaring hiervoor lijkt niet helemaal consequent geregistreerde aantal dood gevonden
damherten. De berekening voor de beheeropgave is uitgegaan van eenzelfde geteld percentage herten als hinden.
Het feit dat het getelde percentage voor hinden in dit gebied hoger ligt dan in het NPZK is te verklaren doordat in
de AWD meer paden zijn van waaraf geteld kan worden. Bovendien is hier het overzicht beter doordat er minder
reliëf en begroeiing is dan in het NPZK.
Om de doelstand te bereiken in 2023 zou de beheeropgave nog net iets groter moeten zijn dan de realisatie van
afgelopen beheerjaar. lets wat binnen de beschikbare capaciteit en eisen aan zorgvuldigheid moeilijk te realiseren
lijkt. Er moeten bovendien vooral nog mannelijke damherten worden geschoten wat in het hele proces meer
inspanning vereist van de uitvoerders. De mannelijke damherten zijn immers gemiddeld 2x zo zwaar als een
vrouwelijk damhert. Met een afschot van circa 650 hinden lijkt de doelstand voor de vrouwelijke damherten wel
bereikbaar in 2023, maar afschot van bijna 1600 mannelijke damherten in een seizoen lijkt een te grote opgave. Een
realistische opgave zou daarom betekenen dat de doelstand wordt bereikt in 2024. Het advies is de focus komend
beheerseizoen te verschuiven naar mannelijke damherten, maar wel 600 -700 hinden te schieten. 560 is minimaal
nodig om te voorkomen dat het aantal hinden weer toeneemt.
Na het bereiken van de doelstand kan worden volstaan met een jaarlijks afschot van circa 300 damherten op de
populatie op de doelstand te houden.
Rapportage beheer en telling damherten 22
6.3 Voortzetting beheer bufferzone en buiten leefgebied
Nog altijd blijken damherten de weg uit de leefgebieden goed te vinden. Regelmatig worden ze waargenomen
buiten het leefgebied en dat zorgt helaas ook met enige regelmaat voor aanrijdingen met damherten. Na een
aanvankelijke daling’ is het aantal aanrijdingen in de regio afgelopen beheerjaar weer op gelijk niveau als het jaar
daarvoor. Het aanbod aan mals en voedzaam voedsel in tuinen, parken en bermen is blijkbaar aantrekkelijk genoeg
om risico’s te nemen. De aanbeveling is dan ook om het beheer buiten de leefgebieden onverminderd voort te
zetten. Eerdere ervaringen in de AWD hebben geleerd dat het vaak een vaste groep herten is die steeds het
leefgebied verlaten. Zij hebben geleerd dat het risico opweegt tegen de winst aan mals voedsel. Jonge dieren
sluiten zich geleidelijk bij deze groep ervaren dieren aan. Het effect is dan dat ondanks de beheerinspanning het
aantal dieren dat het leefgebied steeds verlaat nauwelijks afneemt. Gericht beheer kan dan uitkomst bieden.
Daarnaast is voortzetting van onderzoek naar de mogelijkheid voor extra preventieve maatregelen uiteraard van
belang.
ê Het vermoeden is dat de coronamaatregelen in de periode 2020-21, leidend tot een verminderd nachtelijk verkeersaanbod,
daarvoor een belangrijke oorzaak is.
Rapportage beheer en telling damherten 23
7 __ Conclusies
Het beheer
In het beheerjaar 2021-2022 zijn in het hele plangebied 3443 damherten geschoten en 98 stuks omgekomen als
valwild. Daarvan zijn 285 stuks buiten de aangewezen leefgebieden geschoten of door andere oorzaken overleden.
Afgelopen beheerjaar zijn meer damherten geschoten dan vorig beheerjaar. Dit hogere resultaat is vooral het
gevolg van de verhoogde inspanning om toch zo snel mogelijk de doelstanden te bereiken. Vooral in het
leefgebied NPZK (A) is de inspanning fors hoger geweest, maar ook in leefgebied AWD-BN (B) zijn iets meer dieren
geschoten dan vorig beheerjaar.
Veruit de meeste damherten zijn in de leefgebieden geschoten, bovendien bijna allemaal in de leefgebieden NPZK
(deelgebied A) en AWD-BN (deelgebied B). In de leefgebieden Coepelduynen (deelgebied C) en Meijendel-
Berkheide (D) komt geen populatie damherten voor maar, met enige regelmaat worden wel damherten
aangetroffen (en geschoten) in het aangrenzende nulstandsgebied.
In de leefgebieden, inclusief de daarin gelegen bufferzones, zijn vooral vrouwelijke damherten en hun kalveren
geschoten. Daarmee is niet alleen de populatie verkleind, maar ook de groeisnelheid verlaagd. Buiten het
leefgebied zijn in het kader van de beheeropgave voor het nulstandsgebied 204 damherten geschoten. Dit
betreffen hoofdzakelijk mannelijke damherten.
De populatie
In 2022 zijn er tijdens de telling in totaal 2405 damherten waargenomen. Daarvan zijn er 307 geteld in het
leefgebied NPZK en 2022 in het leefgebied AWD-BN. In de leefgebieden Coepelduijnen en Meijendel-Berkheide
zijn geen damherten aangetroffen. Met deze aantallen is duidelijk sprake van een significante afname van de
populatie in de leefgebieden NPZK en AWD-BN en komen de doelstanden in zicht.
Schade door damherten
De monitoring van de effecten van de overbegrazing door damherten is voortgezet. De conclusie is dat de rijkdom
aan flora en fauna met name in de AWD nog steeds verder achteruitgaat en dat van herstel nog geen sprake is. De
De voorlopige resultaten uit het onderzoek in de exclosures wijzen er ook op dat herstel van de vegetatie nog wel
mogelijk als het aantal damherten beduidend lager is.
Er zijn geen structureel verzamelde gegevens over schade aan landbouwgewassen. Zowel in Zuid als Noord-
Holland is wel frequent afschot gepleegd op de aan het leefgebied grenzende landbouwgronden. De damherten
komen er dus nog wel.
Afgelopen beheerjaar zijn 60 meldingen gedaan van aanrijdingen met een damhert en 36 meldingen van valwild
door andere of onbekende oorzaken. Het aantal aanrijdingen fluctueert jaarlijks maar ligt in afgelopen beheerjaar
weer in lijn met het aantal uit voorgaande jaren. Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan aanrijdingen is
gestorven vertoont een dalende tendens.
De beheeropgave voor komend beheerjaar
In het leefgebied NPZK lijkt het mogelijk de doelstand te bereiken in 2023. De beheeropgave hiervoor is kleiner dan
afgelopen beheerjaar is gerealiseerd. In leefgebied AWD-BN is de beheeropgave groter dan in gebied NPZK.
Hoewel het aantal hinden en hun kalveren ook hier niet ver van de doelstand is verwijderd, maakt vooral het grote
aantal mannelijke damherten dat hier nog leeft de beheerinspanning groot. Het lijkt dan ook reëel om te stellen dat
de doelstand hier in 2024 wordt bereikt.
Het beheer buiten de leefgebieden zal onverminderd moeten worden voortgezet. Het aanbod aan mals en
voedzaam voedsel in tuinen, parken en bermen is vooral in de winter blijkbaar voor de damherten aantrekkelijk
genoeg om risico’s te nemen.
Rapportage beheer en telling damherten 24
Naast het actief beheer wordt aanbevolen het onderzoek naar de mogelijkheid voor extra preventieve maatregelen
voort te zetten. Voor de Zeeweg is dat vorig jaar al goed van start gegaan, maar ook in het noorden van het
plangebied is extra aandacht nodig.
Rapportage beheer en telling damherten 25
Bijlage 1
Valwild en actief beheer)damherten per provincie en beheerzone.
Beheer- Noord- Zuid-
2015/16) 2 | 0 | 1}
2016/17 | 58 | 28 | 86
2020/21 | 70 | 84 | 154
2017/18 | 70 | 99 | 169|
2018/19 | 64 | 139 | 203
16/7 || 146
UB | 49
9 ||| 7
2015/16 | 30 | 6 | 36
2018/19 | 89 | u | 100
2019/20} 90 | 15 | 105
2020/21 | 66 | 15 | 81
2021/22) 85 | u | 9%
Rapportage beheer en telling damherten 26
Bijlage 2
Beheer en valwild per deelgebied en per zone in het beheerjaar 2021-2022
Beheerjaar 21-22 Hert Hinde Kalf Onbekend Eindtotaal
Beheer 504 1601 1336 pÀ 3443
|_Deelgebieda |137| 372 |314| | 823|
___Binnen _|42 | 308 |237| | __ 587)
__Bufer __|25| 62 }7| | 163|
Buiten _|70| 2 {a{| | 73
|_DeelgebiedB |364|1229 |1022| 2 | 2617|
___Binnen _|a138|1219 [1009 | 2366)
Buffer |86| 6 |7 | | 99)
__Buiten _|140} 4 |6 | 2 | 152|
_Deelgebiedd |3 | | | | 3
Buen |3| | | | 3
Valwild 82 IJ, IJ, E:) 98
|_Deelgebieda |66| 3 | 3 | 8 | 80
Binnen 3) || | 3
__Buten _|39| 1 |2 | 6 | 48)
|_DeelgebiedB |14| 12 |4 | | 16|
__Binnen Jala {al | 6
__tufter 3) || 3
Buiten |7| {|
Deelgebied | 2 | | | |z|
Buiten |2l | | | 2|
Eindtotaal 586 1605 1340 10 KJ Nn
Rapportage beheer en telling damherten 7
| Onderzoeksrapport | 29 | train |
> < Gemeente Amsterdam
x Stadsdeel West
Griffie
Notulen — concept
Politieke Avond dinsdag 10 december 2013
Onderwerp vergadering Blok Plenair
Raadsleden PvdA: dhr. De Groot, dhr. Van Berkel, dhr. Etten,
mw. Hofmeester, mw. Jansen, dhr. Kayar, dhr. Maes, dhr. Vels
GroenLinks: dhr. Meeder, mw. Can, mw. Caupain,
dhr. Gerrits, mw. Janssen, dhr. Groot Wassink, mw. De Visser
VVD: dhr. Lamme, mw. Bakker, dhr. Blaauw, dhr. Dijk
D66: dhr. Dijksman, mw. Oudendijk, mw. Singh, dhr. Vervoort,
dhr. Van Vuure
SP: dhr. Beukelaar, mw. Choma, dhr. Van Schaik
De Groenen: dhr. Schönberger
Voorzitter Mw. Martowirono
Griffier Mw. Van Geffen
Portefeuillehouder(s) Mw. Kuitenbrouwer (PvdA), dhr. Lambriex (PvdA),
mw. Welschen (GroenLinks), dhr. De Jager (GroenLinks)
Verslag Mw. Steenwinkel (Notuleerservice Nederland)
Pagina 1 van
1. Opening
5
De voorzitter opent het Blok Plenair om 20.35 uur, heet alle aanwezigen van harte
welkom en licht de invulling van de avond toe.
De voorzitter licht de agenda toe:
10 - Debat en vaststelling
Evaluatie Slimmer Reizen in West met moties
Motie vreemd aan de orde van de dag van De Groenen
Besluit Verzending stukken gemeenteraad onder oplegging geheimhouding
Verlenging benoeming mevrouw Van Geffen, griffie
15 Beëdiging van mevrouw Vissia als duoraadslid voor de SP
-_ Tweede termijn Raad
-__ Tweede termijn Dagelijks Bestuur
-__ Indien gewenst: flitsdebatten
-__ Ter vaststelling liggen voor:
20 Amendementen bij Begroting 2014
Programmabegroting 2014
Tarieven 2013 Leges en Precario
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Begrotingswijziging 2014 één stad één opgave
25 Kredietbesluit nieuwbouw Basisschoolgebouw Bos en Lommerschool Kolenkitbuurt
Moties bij Begroting 2014
-__ Afscheid van de heer Vervoort (D66)
Pagina 2 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer Beukelaar (SP) dat de bijdrage in
30 tweede termijn van het Db een vrij algemeen verhaal is dat minder geschikt is om op te
interrumperen. Uiteraard zijn dringende vragen en opmerkingen toegestaan. Het
Presidium heeft zich hierin kunnen vinden.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
35
2. Debat en vaststelling
2.1. Evaluatie Slimmer Reizen in West
40 Motie M13.89 Geen nieuwe verplichting ringparkeren (SP)
Draagt het Db op om:
- Voorde verkiezingen geen nieuwe besluiten te nemen die direct onder het huidige
45 beleid van ringparkeren vallen.
Mevrouw Choma (SP) wil met de motie de ruimte voor het nieuwe bestuur niet beperken.
50 Motie M13.87 Surinamepleingarage (PvdA)
Draagt het Db op:
- De bestaande onderzoeken over de Surinamepleingarage om te zetten in een Nota
55 van Uitgangspunten en deze in het voorjaar van 2014 aan het algemeen bestuur van
de bestuurscommissie Amsterdam West voor te leggen.
De heer Vels (PvdA) verwijst naar de vragen van fracties om geen onderzoeken meer te
60 doen, maar iets te gaan doen. Daar roept de motie toe op.
Motie M13.88 Openbare ruimte als gevolg van ringparkeren (PvdA)
65 Draagt het Db op:
- De participatie over de herinrichting van de openbare ruimte als gevolg van
ringparkeren op het hoogste niveau (meebeslissen) in te steken;
-__ Voor de bepaling in welke straten/pleinen/buurten in de 19°-eeuwse wijken
parkeerplaatsen naar de ring worden verplaatst, de uitstroom van vergunning per
70 buurt leidend te laten zijn.
De heer Vels (PvdA) licht toe dat de uitstroom van vergunningen niet parallel blijkt te
lopen met de ambities en plannen van het stadsdeel voor de openbare ruimte in bepaalde
75 wijken en buurten. De motie laat dat gelijk lopen.
Mevrouw Choma (SP) vraagt wat er gebeurt in buurten waar het stadsdeel plannen heeft,
maar waar de bewoners parkeerplaatsen willen behouden.
De heer Vels (PvdA) wijst erop dat vooral bij de grotere projecten de bewoners mogen
80 meebesluiten. Bij kleinere plannen verwacht hij dat bewoners in ieder geval voor zullen
zijn.
Pagina 3 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
De heer Dijk (VVD) vraagt wat er gebeurt als bewoners alle parkeerplaatsen in hun buurt
willen behouden. Kan dat inhouden dat het beleid Ringparkeren, waar het opheffen van
85 parkeerplaatsen deel van uitmaakt, wordt aangepast?
De heer Vels (PvdA) vindt dit een hypothetische situatie. De volgende portefeuillehouder
moet met de raad in gesprek gaan mocht die situatie zich voordoen.
De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat het beleid helder is en dat de motie over de
uitvoering gaat. Het vrijvallen en bestemmen van ruimte wordt met de motie duidelijk
90 gemaakt en de inspraak van bewoners ook.
De heer Dijk (VVD) constateert dat de bewoners dus wel mogen meebeslissen over wat
er op straat gebeurt, maar dat hun wensen geen consequenties hebben voor het beleid.
De heer Vels (PvdA) benadrukt dat de motie de uitvoering betreft en bewoners binnen
kaders kunnen meebeslissen.
95
De voorzitter gaat over tot stemming.
Evaluatie Slimmer Reizen in West
Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen.
100 Tegen: VVD, D66, SP
Vastgesteld
Motie M13.89 Geen nieuwe verplichting ringparkeren (SP)
Voor: VVD, D66, SP
105 Tegen: PvdA, GroenLinks, De Groenen
Verworpen
Motie M13.87 Surinamepleingarage (PvdA)
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66
110 Tegen: SP, De Groenen
Aangenomen
Motie M13.88 Openbare ruimte als gevolg van ringparkeren (PvdA)
Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen
115 Tegen: VVD, D66
Aangenomen
2.2. Motie vreemd aan de orde van de dag van De Groenen
120 Motie M13.81 Toegankelijk houden van Westerpark voor kleinschalige evenementen
en festivals (De Groenen)
Besluit:
125 -__ Het Db op te dragen bij het toewijzen van festivals in Westerpark en mogelijke
overlast te letten op de aard en grootte van het festival en Westerpark toegankelijk te
houden voor kleinschalige en laagdrempelige festivals en evenementen.
130 De heer Schönberger (De Groenen) licht de aanleiding van de motie toe. De overlast
door de op- en afbouwperiodes voor grote evenementen hebben geleid tot het schrappen
van festivals, maar helaas zijn ook kleinschalige, eendaagse, laagdrempelige
evenementen geschrapt terwijl die niet zoveel invloed hebben op de toegankelijkheid van
het park als de grote festivals met lange op- en afbouwperiodes.
135
De heer Van Schaik (SP) vraagt zich af of de motie wel duidelijk genoeg een oproep aan
het Db doet om te handelen.
De heer Schönberger (De Groenen) wijst op de bedoeling van de motie, maar beaamt
dat de oproep duidelijker kan. Het gaat om een oproep kleine festivals, die binnen en dag
Pagina 4 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
140 op- en afgebouwd zijn, door te laten gaan omdat ze een beperkte invloed hebben op de
toegankelijkheid van het park.
De heer Groot Wassink (GroenLinks) denkt dat de motie overbodig is, want het
stadsdeel probeert al zoveel mogelijk rekening te houden met buurtbewoners en
145 gebruikers van het park. Zowel grote als kleine festivals gaan niet door. Toch zal
GroenLinks voor stemmen.
De heer Schönberger (De Groenen) betreurt dat interessante kleine festivals komen te
vervallen.
150 Mevrouw Hofmeester (PvdA) vraagt een preadvies van het Db over deze op zich
sympathieke motie.
Mevrouw Bakker (VVD) wil de afweging wat betreft evenementen en festivals aan het Db
overlaten. Zij neemt aan dat daarbij een redelijke afweging plaatsvindt.
155
Portefeuillehouder De Jager legt uit dat het gebruik van het park uit balans was geraakt.
In overleg met de buurt en organisatoren van festivals wordt geprobeerd de balans terug
te vinden, ook tussen grote en kleine evenementen. Het beleid wordt uitgevoerd en daar
roept de motie toe op.
160
De heer Schönberger (De Groenen) constateert dat de motie overbodig is en trekt motie
M13.81 in.
2.3. Verlenging benoeming waarnemend griffier mevrouw Van Geffen
165 Vastgesteld
2.4. Besluit Verzending stukken gemeenteraad onder oplegging geheimhouding
Vastgesteld
170 2.5. Beëdiging mevrouw Vissia als duoraadslid voor de SP
De heer Groot Wassink (GroenLinks) geeft namens de commissie van de
geloofsbrieven, verder bestaand uit mevrouw Bakker (VVD) en de heer Etten (PvdA,) aan
dat er geen bezwaar is gevonden tegen de benoeming van mevrouw Vissia als
175 duoraadslid voor de SP. De commissie raadt mevrouw Vissia aan met haar bedrijf geen
zaken te doen met het stadsdeel of partners van het stadsdeel.
De voorzitter dankt de commissie voor haar werk. Zij gaat over tot de beëdiging van
mevrouw Vissia tot duoraadslid voor de SP en feliciteert haar met haar benoeming.
180
3. Tweede termijn Raad
VVD
De heer Lamme (VVD):
185 - De VVD heeft een tegenbegroting opgesteld. In die begroting staan voorstellen die
ongeveer € 10 miljoen aan investeringen inhouden. De belangrijkste onderwerpen zijn
daarbij: veiligheid, bereikbaarheid, schone en hele openbare ruimte, het belonen van
duurzame investeringen en lastenverlichting bijvoorbeeld door het grotendeels
afschaffen van de solidariteitsheffing. Dit alles past binnen de bestaande begroting.
190 De heer Van Berkel (PvdA) merkt op dat stoppen met de solidariteitsheffing betekent dat
een groep mensen geen kwijtschelding meer krijgt en moet gaan betalen. Dat betekent
een lastenverzwaring voor die groep.
De heer Meeder (GroenLinks) vraagt wat volgens de VVD de solidariteitsheffing inhoudt.
De heer Lamme (VVD) antwoordt dat het een Amsterdamse regeling betreft waarmee
195 meer draagkrachtigen meer heffing betalen zodat minima niet hoeven te betalen. De VVD
wil kwijtschelding wel mogelijk houden, maar het geld niet meer bij de betalers van
Pagina 5 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
afvalstoffenheffing weghalen. De VVD vindt dat de middelen voor kwijtschelding moeten
komen uit de algemene middelen.
Mevrouw Choma (SP) constateert dat door het schuiven met middelen in het sociale
200 programma, wat de VVD doet, andere kwetsbare mensen de dupe worden. Zij draaien
dus eigenlijk op voor de tariefsverlaging.
De heer Lamme (VVD) argumenteert dat de algemene middelen via belastingen vooral
opgebracht worden door mensen die meer verdienen.
De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat alle belastingbetalers, dus ook minder
205 verdienende mensen, bijdragen aan de algemene middelen. Hij noemt ter verduidelijking
voor het publiek een aantal specifieke zaken op waar de VVD in schrapt om de
tariefsverlaging te kunnen bekostigen.
De heer Lamme (VVD) nuanceert dat de VVD andere accenten legt binnen het sociale
programma, want er zijn bepaalde zaken die met minder budget toekunnen zoals klushulp
210 en opbouwwerk.
-_ De tegenbegroting is zo samengesteld dat er geen aanspraak wordt gemaakt op de
algemene reserve. De VVD kijkt namelijk niet waar het geld aan wordt uitgegeven,
maar naar waar het geld vandaan komt.
De andere fracties kijken vooral naar waar het geld naartoe moet gaan en maken
215 aanspraak op de algemene reserve.
-__De PvdA financiert het totaal van € 1 miljoen van zijn voorstellen met extra geld uit het
Parkeerfonds, het ISV, de afvalstoffenheffing, de algemene reserve en uit de
meevaller van de centrale stad. Dat laatste doet gelukkig geen pijn, maar verder wordt
alleen het bestaande budget voor eenzame ouderen benut.
220 De heer Van Berkel (PvdA) vraagt of de VVD geen enkel voorstel met dekking uit de
algemene reserve zal steunen.
De heer Lamme (VVD) stelt dat de VVD de algemene reserve op peil wil houden. In
reactie op het voorbeeld van de heer Van Berkel (PvdA) erkent hij dat er een
lovenswaardig voorstel ligt voor de Corantijnschool. De VVD wil dat echter uit middelen uit
225 de onderwijsbegroting halen en niet uit de algemene middelen.
Mevrouw Choma (SP) vraagt of dat standpunt inhoudt dat voorstellen met een in de ogen
van de VVD degelijke dekking gesteund zullen worden.
De heer Lamme (VVD) beaamt dat en vervolgt zijn betoog.
-___D66 is zuinig geweest met haar voorstellen gedekt uit het Parkeerfonds.
230 - GroenLinks heeft tien voorstellen ingediend die € 635.000 kosten, gefinancierd uit de
afvalstoffenheffing, de algemene reserve en de extra middelen die het stadsdeel krijgt.
GroenLinks maakt geen keuzes binnen de begroting en zet alleen extra geld in.
- De SP doet voorstellen voor € 457.000 die voor een deel gefinancierd worden uit de
meevaller, maar ook door te schuiven met middelen. In het zoeken naar een andere
235 prioritering kan de VVD zich vinden.
De heer Meeder (GroenLinks) vraagt of de VVD inderdaad vindt dat de voorstellen die
niet aan de eisen van de VVD voor dekking voldoen tot schulden van het stadsdeel leiden.
De heer Lamme (VVD) ziet de nodige voorstellen waarmee alleen maar meer geld wordt
uitgegeven. Het lijken telkens kleine bedragen, maar opgeteld gaat het om € 2 miljoen en
240 dat gaat ten koste van de financiële situatie van het stadsdeel.
De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat het daarom voorstellen voor eenmalige
uitgaven zijn.
De heer Lamme (VVD) weet dat in voorgaande jaren ook al eenmalig geld is uitgegeven
dat in de volgende jaren opnieuw eenmalig werd toegekend. Dat zal waarschijnlijk met
245 deze eenmalige uitgaven ook gebeuren. Er was een sluitende begroting, maar als alle
voorstellen worden aangenomen, zal de begroting niet meer sluitend zijn en wordt er
ingeteerd op de reserve.
De heer Van Berkel (PvdA) vraagt de heer Lamme zijn opmerking over een niet sluitende
begroting en het op de pof leven terug te nemen. Er is namelijk een sluitende begroting
250 waarin geld over is door heel zorgvuldig begroten. Daarnaast is er sprake van een
meevaller van ruim € 3 miljoen. Er is voldoende risicoreserve.
De heer Lamme (VVD) wijst erop dat de risicoreserve € 420.000 is en dat alle voorstellen
optellen tot meer dan € 2 miljoen. De meevaller van de centrale stad kan nu wel worden
Pagina 6 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
uitgegeven, maar als er geen keuzes in de begroting worden gemaakt, is dat een
255 eenmalige zaak.
De heer Van Berkel (PvdA) nuanceert dat de voorstellen van de PvdA binnen het
budgettaire kader vallen en het extra geld wordt uitgegeven voor goede initiatieven.
Mevrouw Choma (SP) vindt dat voldoende reserve moet worden aangehouden, zeker
omdat alles in de komende jaren alleen maar minder wordt.
260 De heer Lamme (VVD) wil daarom onder de streep van de begroting op nul uit blijven
komen. Geld moet rollen, maar alleen als dat kan.
De voorstellen van De Groenen zijn redelijk bescheiden, maar het voorstel voor het
aanpakken van de luchtkwaliteit is niet met een bedrag ingevuld en kan tonnen tot
miljoenen gaan kosten.
265 De heer Schönberger (De Groenen) wijst erop dat er om maximaal twee keer € 5000
wordt gevraagd.
De heer Meeder (GroenLinks) herinnert de VVD aan recent onderzoek waaruit blijkt dat
fijnstof vele malen schadelijker is voor de gezondheid dan eerder werd aangenomen.
West heeft te maken met mensen die pal naast de A10 wonen en toch gaat de VVD niet
270 instemmen met de motie?
De heer Lamme (VVD) wijst op het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit
en het stadsbrede programma. West moet daarbij aansluiten en niet lokaal nog eens
beleid daaroverheen zetten:
-__In zijn algemeenheid kan de VVD zich vinden in voorstellen met een goede inhoud en
275 een goede dekking. Voorbeelden zijn Behoud boodschappenbus, Kunst in de
openbare ruimte en |-participatie.
De heer Van Berkel (PvdA) krijgt de indruk dat de VVD op de dekking gefixeerd is. Hij
vraagt of ook de inhoud van voorstellen is beoordeeld en verwijst daarbij naar het
negatieve preadvies van het Db op de motie over |-participatie.
280 De heer Lamme (VVD) snapt dat de PvdA het college steunt, maar de VVD vindt ook dat
er een breder palet aan informatie via de website moet worden gedeeld.
- De VVD heeft ook goede voorstellen met een slechte dekking gevonden. Voorbeelden
zijn het BPT — maar daarvan schijnt de dekking inmiddels te zijn veranderd — het
Kindpakket, Meer talent naar werk en Da Costaplein. Dat laatste voorstel zou met de
285 juiste dekking gesteund kunnen worden, want investeren in openbare ruimte is goed
en het plein vraagt al lang om een opknapbeurt.
De heer Van Berkel (PvdA) vraagt wat het doel van het Parkeerfonds anders is dan
besteding aan verbetering van de openbare ruimte.
De heer Lamme (VVD) wijst erop dat het Parkeerfonds wordt gevuld door degenen die
290 parkeren. Het is bedoeld voor het oplossen van parkeerproblemen, zoals parkeerdruk en
wachtlijsten, en voor de bereikbaarheid. Het opknappen van pleinen moet uit de algemene
middelen komen. Op de vraag van de heer Van Berkel (PvdA) of de openbare ruimte
opgeknapt zou kunnen worden zonder gebruik te maken van het Parkeerfonds verwijst hij
naar Nieuw West.
295 De heer Meeder (GroenLinks) vraagt waarom de VVD niet eerder op de moties heeft
gereageerd en nu pas aangeeft welke eisen aan de dekking worden gesteld.
De heer Lamme (VVD) verwijst naar de liberale tegenbegroting waarin voorstellen voor
dekking staan.
Mevrouw Choma (SP) vraagt of het klopt dat als de dekking uit de meevaller komt, de
300 VVD wel met die voorstellen kan instemmen.
De heer Lamme (VVD) staat daar positief tegenover.
Afsluitend noemt hij de zaken die voor de VVD belangrijk zijn en die met de voorstellen
bereikt moeten worden:
-__ Orde op zaken: het budget voor bewonersinitiatieven moet terug naar € 100.000.
305 -__Een schone openbare ruimte: het anti-graffitibudget moet op peil blijven.
-_ Een veilig stadsdeel: extra inzet van BPT's.
- Een bereikbaar stadsdeel: bereikbaarheid Westerpark.
-__Lastenverlaging: solidariteitsheffing afschaffen.
310 PvdA
De heer Van Berkel (PvdA):
Pagina 7 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
- Het stadsdeel heeft haar zaken op orde met een sluitende financiële begroting en
voldoende reserve. Voor het geld dat er nog aan komt, zijn voorstellen opgesteld.
-__De VVD krijgt complimenten, maar het is jammer dat de tegenbegroting zo laat is
315 gekomen. Wel blijkt ook daaruit dat de PvdA en de VVD op een aantal punten van
mening verschillen. Zo wil de VVD kunstenaars niet steunen en de PvdA wil dat wel.
De heer Lamme (VVD) nuanceert dat de VVD wil blijven investeren in kunst, maar dan
ook resultaten van die investering in de openbare ruimte wil terugzien.
De heer Van Berkel (PvdA) wijst op de tekst van het voorstel waaruit blijkt dat de VVD
320 kunstenaars niet wil ondersteunen. Hij vervolgt zijn betoog:
- Op het gebied van veiligheid kunnen de PvdA en de VVD elkaar enigszins vinden,
maar de PvdA wil liever mensen op straat dan camera's. Gelukkig heeft de VVD voor
de inzet van BPT's een goed amendement gemaakt.
- De SP krijgt complimenten voor de samenwerking in de voorstellen rond eenzaamheid
325 en de Boodschappenbus en voor de constructieve houding, vooral op het financiële
vlak, met de expertise van de heer Beukelaar.
- De reactie van lijsttrekker Rietman van D66 op de website en de radio is hard
aangekomen. Zijn kritiek op participatie is namelijk alleen gebaseerd op de bijdrage
van een inspreker in relatie tot een enkel participatietraject. De PvdÂÀ waardeert de
330 inzet van het stadsdeel en van bewoners en wil de huidige cultuur rond
participatietrajecten doorzetten en blijven verbeteren.
De heer Dijksman (D66) vindt deze opmerkingen meer passen in een
verkiezingscampagne dan in een reactie op de inbreng van D66 in de sessies.
De heer Van Berkel (PvdA) benadrukt dat D66 ook in de eerste termijn inging op de
335 bestuurscultuur in het stadsdeel toen D66 sprak over een ondeugdelijke
inspraakprocedure bij het Nicolaas Beetsplantsoen.
De heer Dijksman (D66) wijst erop dat D66 heeft aangegeven dat het belangrijk is naar
bewoners te luisteren, want dat bleek bij het Nicolaas Beetsplantsoen maar weinig te zijn
gebeurd.
340 Mevrouw Choma (SP) vraagt of de PvdA vindt dat de participatie van burgers altijd goed
verloopt.
De heer Van Berkel (PvdA) erkent dat er altijd mogelijkheden zijn voor verbetering. In het
geval van het Nicolaas Beetsplantsoen is veel met bewoners gesproken en is naar ze
geluisterd, Er is ook geluisterd naar bewoners op een andere plek die last zouden hebben
345 van de afsluiting van de straat. Daarna heeft een belangenafweging plaatsgevonden.
Er is al veel geïnvesteerd in de communicatie met bewoners en die cultuur moet blijven
bestaan.
Mevrouw Choma (SP) denkt dat de SP en de PvdA elkaar kunnen vinden in het desnoods
houden van enquêtes onder bewoners zodat duidelijk wordt wat mensen willen.
350 De heer Van Berkel (PvdA) sluit dat niet uit.
- De bijdrage van De Groenen in eerste termijn en de inzet op vergroening krijgt veel
waardering.
-__ GroenLinks is al vier jaar een goede coalitiepartner.
- De Pvd dankt het Db voor het goed afgeleverde werk op verschillende terreinen en
355 voor de sluitende begroting.
- De PvdA heeft de nodige moties en amendementen ingediend, waaronder:
Da Costaplein: Er is goed naar bewoners geluisterd en actie ondernomen.
BPT's werken heel goed als preventieve kant van het veiligheidsbeleid.
De heer Lamme (VVD) merkt op dat de PvdA steun vraagt voor een motie die nagenoeg
360 identiek is aan die van de VVD.
De heer Van Berkel (PvdA) beaamt dat de moties op de inhoud overeenkomen, maar dat
de dekking verschilt. De VVD wil waterhappers schrappen, maar de Pvd wil die
behouden en de middelen vinden in het saldo van de begroting.
- De motie over de Boodschappenbus, samen met de SP heeft een positief preadvies
365 gekregen en dat is een goede zaak.
-__ Kindpakket. De PvdA is blij met de steun voor deze motie.
- Bij de Corantijnschool hebben ouders geld bij elkaar gebracht en met een extra
bijdrage van het stadsdeel kunnen voor de school belangrijke voorzieningen worden
geregeld.
Pagina 8 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
370 Mevrouw Choma (SP) begrijpt de keuze van de PvdA niet. Het stadsdeel kan de
meevaller voor van alles gebruiken, maar kiest ervoor kapitaallasten van fietspaden af te
kopen. Dat zou uit het Parkeerfonds kunnen worden gedaan waardoor meer van de
algemene middelen voor andere zaken overblijft.
De heer Van Berkel (PvdA) vraagt zich af of dat kan. De PvdA heeft van een aantal
375 voorstellen de dekking gewijzigd door in plaats van de algemene middelen het saldo van
de begroting aan te geven. Op de opmerking van de heer Lamme (VVD) antwoordt hij dat
het dus om het overschot op de begroting gaat. Als het saldo genoemd wordt als dekking,
kan het Db voor verdere invulling zorgen. Uiteindelijk gaat wat overblijft toch naar de
algemene reserve.
380 Mevrouw Choma (SP) vraagt of de voorstellen van de PvdA wel allemaal uit dat saldo
kunnen worden bekostigd.
De heer Van Berkel (PvdA) geeft aan dat het totaal van de voorstellen ruim binnen het
saldo blijft.
- De Pvd vraagt om een investering zodat het buurtgericht werken met de participatie
385 en betrokkenheid van bewoners kan worden geborgd en verder kan worden
uitgebouwd. Het buurtgericht werken zoals West dat heeft ontwikkeld, wordt een
belangrijke werkwijze voor de bestuurscommissies.
D66
390 De heer Dijksman (D66) spreekt zijn waardering uit voor:
- De PvdA voor zijn inzet om de veiligheid in de Gulden Winckelbuurt te verbeteren.
- GroenLinks, dat de kleine ondernemers wil stimuleren om op vrijwillige basis te
verduurzamen.
- De SP om zijn inzet om de armoede in het stadsdeel te bestrijden.
395 -__De Groenen voor de oproep om extra maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te
verbeteren.
- De VVD, die elk jaar met een alternatieve begroting komt waar D66 als medeliberaal
een eind in mee kan. Minder regels voor bewoners, ondernemers en een compacte
overheid zijn voor D66 ook belangrijk, maar op andere punten verschillen de fracties
400 van mening zoals het preventief fouilleren, flexibel cameratoezicht en bezuinigingen
op welzijnswerk.
- Het Db, dat een solide begroting heeft afgeleverd. D66 staat voor solide financieel
beleid en dus voor een zo groot mogelijke reserve om de komende klappen voor
bewoners op te vangen en geen geld weg te geven.
405 West heeft echter, anders dan het Db aangaf, op Zuid en Nieuw West na de meeste
auto’s en uit de cijfers blijkt ook weer eens het grote parkeerprobleem. Daar is zeker
geen verbetering in gekomen, ondanks het coalitieakkoord.
De heer Schönberger (De Groenen) vraagt wat D66 voorstelt.
De heer Dijksman (D66) wijst erop dat D66 wil stoppen met geld uit het Parkeerfonds
410 over de balk smijten. Er worden tientallen miljoenen euro's gestoken in het autovrij maken
van tweeënhalf voetbalveldje ruimte in het stadsdeel. Ook de Rekenkamer heeft kritische
geluiden laten horen. Het Db wil verder met Ringparkeren, maar er zijn maar negen
aanmeldingen.
-__ Technisch klopt de begroting, maar D66 heeft grote bezwaren tegen de inhoud en
415 daar zijn drie voorbeelden bij te noemen. 1500 Ringparkeerplaatsen financieren
betekent tientallen miljoenen euro's die in de komende dertig jaar moeten worden
opgebracht zonder dat er een parkeerplek bij komt in West.
De financiering van de verlaging van de afvalstoffenheffing komt uit de algemene
middelen en niet uit een kostenreductie.
420 De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat een verlaging van de afvalstoffenheffing in het
verschiet ligt, Daar wordt op vooruitgelopen want er is geld genoeg.
De heer Dijksman (D66) vraagt zich af of er na alle moties en amendementen nog steeds
zo veel geld over is. D66 wil ook in licht van de verkiezingen spaarzaam omgaan met het
geld.
425 -__ Verder zijn er nog de weinig zeggende effectindicatoren op parkeren en welzijn. Om
die drie redenen zal D66 tegen de begroting stemmen.
Pagina 9 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
De heer Meeder (GroenLinks) vraagt of D66 werkelijk tegen de begroting gaat stemmen
vanwege stedelijk gebruikte indicatoren.
De heer Dijksman (D66) wijst nogmaals op de redenen om tegen te stemmen:
430 effectindicatoren, Ringparkeren en afvalstoffenheffing. Bovendien zal er na alle voorstellen
geen sprake meer zijn van een solide begroting.
De heer Meeder (GroenLinks) constateert dat D66 tegen een begroting van
€250 miljoen gaat stemmen vanwege een post van € 1 miljoen.
De heer Dijksman (D66) denkt dat zijn beschouwing duidelijk genoeg is geweest.
435
GroenLinks
De heer Meeder (GroenLinks):
-__ GroenLinks heeft al aangegeven waar extra aandacht naar moet uitgaan. Dat zijn:
zaken op orde, ondersteuning van bewoners in een kwetsbare positie, een groene
440 openbare ruimte, bewonersparticipatie en duurzaamheid.
-__ Opgroeien in armoede is een kwetsbare situatie. Het stadsdeel moet kinderen
ondersteunen en dat wil de Deelraad mogelijk maken met het Kindpakket.
-__ Voor de jeugd is ook een waardig onderkomen nodig en dat is New Society.
- Werk is de beste manier om uit de armoede te komen en daar zijn voorstellen bij
445 gemaakt.
-__De samenleving moet er een zijn met vertrouwen in creativiteit, kennis, tijd en energie
van medebewoners, want de duurzame netwerksamenleving is belangrijk. Ook daar
zijn moties bij gemaakt.
-_ Vrijwilligers zijn belangrijk. Organisaties, zowel professionele als vrijwillige, moeten
450 daarom beleid opstellen en het stadsdeel moet die organisaties daarbij ondersteunen.
-__ Kijk op West vervulde een goede rol in het delen van cultuur. Volgens het preadvies
past het echter niet in het programma Cultuur. GroenLinks vindt echter dat het dit
programma overstijgt.
De heer Lamme (VVD) vraagt naar aantoonbare resultaten van Kijk op West.
455 De heer Meeder (GroenLinks) erkent dat er geen harde cijfers zijn, maar hij wijst op de
enthousiaste reacties en de hoeveelheid deelnemers. Dat maakt herhaling Zinvol.
-__ Inderdaad is het Westerpark niet optimaal bereikbaar. In Westpoort wordt gewerkt aan
een voorziening voor auto's en daardoor blijf het verbeteren van het openbaar vervoer
over.
460 De heer Lamme (VVD) vindt dat het Westergasfabriekterrein, dat economisch zo veel
betekent voor West, met alle vervoermiddelen goed bereikbaar moet zijn. Dat is ook het
verzoek van de ondernemers.
De heer Meeder (GroenLinks) vindt dat bezoekers ervan uit kunnen gaan dat in een
grote stad niet alles met de auto bereikbaar is. Er moet vooral een heel goede
465 openbaarvervoervoorziening komen en vanaf de rand van het stadsdeel moeten
automobilisten met shuttlebussen het terrein kunnen bereiken.
De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat het Westerpark al goed bereikbaar is met de
auto.
De heer Lamme (VVD) constateert dat de PvdA en GroenLinks het weer eens met elkaar
470 eens zijn over hun eigen wereld. De VVD heeft met ondernemers gesproken en heeft te
horen gekregen dat die voorzieningen niet voldoen. Er moet een gastvrije manier komen
om dit speerpunt in de economische ontwikkeling van het stadsdeel bereikbaar te maken.
De heer Meeder (GroenLinks) vervolgt zijn betoog:
-_ Een groene leefomgeving kost geen geld, maar levert geld op. Investeringen in
475 vergroening van de openbare ruimte moeten ook kunst omvatten.
- Bewoners moeten betrokken worden bij het verbeteren van de openbare ruimte. Het
Da Costaplein en de ouders van de Corantijnschool maken duidelijk wat
enthousiasme teweeg kan brengen.
-__ Het stadsdeel moet mooier en schoner worden. Bewoners willen dat ook, want
480 afvalbakken worden massaal geadopteerd.
-__ Buurtgericht werken is een belangrijke werkwijze die geborgd moet worden.
- Scooters en snorscooters leveren veel fijnstof dat nu direct bij de fietsers terechtkomt.
De scooters moeten dus van het fietspad af en het gebruik van e-scooters moet
Pagina 10 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
gestimuleerd worden. De motie van De Groenen over luchtkwaliteit wordt ook
485 gesteund.
-__ GroenLinks is voor steun voor maatschappelijke zaken, maar moties of
amendementen waarin om steun voor specifieke organisaties gevraagd wordt, zullen
niet gesteund worden. Op de vraag van mevrouw Choma (SP) antwoordt hij dat als de
vraag om financiële steun meer algemeen voor een activiteit geformuleerd wordt, er
490 meer mogelijkheden zijn. Een voorstel komt vaak na een afgewezen subsidie terwijl
de Deelraad niet weet waarom de aanvraag door het stadsdeel is afgewezen.
Mevrouw Choma (SP) wijst erop dat de specifieke posten in de begroting zijn terug te
vinden en uit antwoorden op technische vragen komen. Daar heeft de SP zich bij de
voorstellen op gebaseerd.
495 De heer Meeder (GroenLinks) noemt het voorbeeld van de Voedselbank. De Deelraad
weet niet waarop de aanvraag voor subsidie van de huisvesting is stukgelopen en dus is
het geen goede zaak daar bij de begroting een bijdrage voor te vragen.
Mevrouw Choma (SP) heeft in het geval van de Voedselbank informatie verkregen uit
gesprekken met medewerkers.
500 De heer Lamme (VVD) vraagt waarom GroenLinks zich niet aan zijn eigen regel houdt bij
het voorstel voor een buurtmediafonds, want daarmee wordt eigenlijk de Staatskrant
bedoeld.
De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat in de motie alleen over een buurtmediafonds
wordt gesproken. Bij dat fonds moeten voorwaarden worden opgesteld die gelden voor
505 alle media in West.
- De moties van D66 zullen niet gesteund worden, want die hebben het karakter van
‘roepen vanaf de zijlijn’.
- De tegenbegroting van de VVD wordt zeer gewaardeerd, maar de tijd was te kort om
hem grondig door te nemen. Steun is dus niet aan de orde.
510 -__ GroenLinks wenst de opvolgers van de stadsdeelraad veel succes en veel groene en
sociale wijsheid.
SP
Mevrouw Choma (SP):
515 - De SP heeft moeten constateren dat bij deze laatste begroting zo vlak voor de
verkiezingen de nodige cadeautjes worden weggegeven. Daar verzet de fractie zich
tegen.
- De Pvd is de partij die zegt op te komen voor de zwaksten in de maatschappij, maar
dat blijkt niet uit het voorstel over de afvalstoffenheffing: de allerarmsten profiteren
520 niet, want die betalen geen afvalstoffenheffing.
De heer Van Berkel (PvdA) nuanceert dat de PvdA niet per definitie de partij is voor de
allerarmsten. De Partij van de Arbeid is er voor mensen met een laag- en middeninkomen,
en voor alle mensen met meer inkomen en een sociaal hart. Het stadsdeel moet voor alle
mensen goed beleid voeren. In dat licht past het heel goed om vooruit te lopen op de
525 verlaging van de afvalstoffenheffing in 2015.
Mevrouw Choma (SP) wijst op de uitspraak die de PvdA hanteert, namelijk dat de sterkste
schouders de zwaarste lasten dragen. Een echte lastenverlaging zou zijn het niet
doorvoeren van de 25% tariefsverhoging bij het parkeren.
De heer Van Berkel (PvdA) ziet die verhoging ook als sturingsmiddel in het
530 parkeerbeleid.
Mevrouw Choma (SP) wijst erop dat er bewoners zijn die hun auto simpelweg niet aan de
ring kunnen zetten. Die worden financieel getroffen door de tariefsverhoging.
De heer Van Berkel (PvdA) denkt dat de mate waarin deze mensen financieel getroffen
worden door de tariefsverhoging is te overzien. Bovendien wordt de afvalstoffenheffing
535 verlaagd.
Mevrouw Choma (SP) vindt dat een vreemde uitspraak aangezien de PvdA zelf
constateert dat er zo veel mensen zijn die geholpen moeten worden.
- De SP vraagt zich af of de PvdA wel financieel degelijk beleid voert door voorstellen te
doen voor € 495.000 en daarbij maar € 420.000 verantwoordelijke dekking aan te
540 geven. De zorg van de heer Lamme (VVD) dat de dubbele voorstellen tot
verdubbeling van dat budget leiden, wordt door de SP gedeeld. De SP kan zich
Pagina 11 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
vinden in het bestemmen van het overschot van € 420.000, maar vindt dat met de
reserves en de meevallers zeer terughoudend moet worden omgegaan.
-__ Een banenmarkt is een sympathiek idee, maar de problemen op de arbeidsmarkt zijn
545 te groot voor een lokale aanpak.
- De tegenbegroting van de VVD maakt weer eens duidelijk dat de SP op een aantal
gebieden heel andere keuzes maakt. Een voorbeeld is de esthetische vorming. De SP
vindt dat wel degelijk een taak van de overheid, want niet alle ouders kunnen die
ontwikkeling aan hun kinderen bieden, financieel of anderszins.
550 De heer Lamme (VVD) vindt dat zoiets onderdeel moet zijn van het aanbod van de
scholen zelf. Daar moet dus ook de financiering vandaan komen.
Mevrouw Choma (SP) wijst op de realiteit. Er zijn ouders die nu al niet meer in staat zijn
een financiële bijdrage te betalen voor een activiteit. Alle kinderen moeten hun talenten
optimaal kunnen ontwikkelen en daarvoor zijn goede vakleraren en goede
555 bredeschoolactiviteiten nodig.
-__ Een veilige buurt is belangrijk, maar het gaat ook om hoe dat wordt bereikt. Volgens
de SP zijn camera’s niet de oplossing, maar bewuster burgerschap wel.
- De SP begrijpt de zorgen van D66 over participatietrajecten, maar het uitbreiden van
l-participatie is niet de oplossing. Er moet ingezet blijven worden op het betrekken van
560 alle bewoners bij plannen.
- Op een aantal gebieden hebben GroenLinks en de SP goed samengewerkt. Zo ligt er
een gezamenlijk voorstel voor een buurtmediafonds en voor het Kindpakket.
- Het is altijd een plezier om naar de bijdrage van De Groenen te luisteren De motie
over verbetering van de luchtkwaliteit is ook voor de SP heel belangrijk, want het
565 fijnstof blijkt nog schadelijker dan gedacht.
- De SP kan zich niet in alle keuzes vinden die in de Begroting 2014 worden gemaakt.
De SP vindt bijvoorbeeld dat alles wat uit het Parkeerfonds kan worden gefinancierd
daar ook uit moet worden gehaald zodat er geld binnen de begroting vrijkomt voor
andere zaken.
570
De Groenen
De heer Schönberger (De Groenen):
-__In de afgelopen jaren is veel over de luchtkwaliteit gesproken. Er zijn afspraken
gemaakt om de uitstoot te verminderen, maar er is maar 6 kton vermindering
575 gerealiseerd. Desondanks staat er in de begroting weer een vermindering van
68 kton. Omdat de maatregelen tot nu toe niet hebben gewerkt en de ambitie dus
weer niet gehaald zal worden, heeft De Groenen een motie opgesteld voor extra
maatregelen.
De heer Lamme (VVD) constateert dat de motie het Db aan de gedane toezegging houdt,
580 maar dat de vraag blijft hoe die toezegging gerealiseerd zou moeten worden en wat die
maatregelen mogen kosten. Wat ziet De Groenen als wel werkende maatregelen?
De heer Schönberger (De Groenen) ziet als optimum een autovrije binnenstad,
elektrische fietsen in plaats van scooters, etc.
De heer Lamme (VVD) vraagt of GroenLinks deze ideeën ook steunt.
585 De heer Schönberger (De Groenen) houdt graag het iets minder linkse GroenLinks en
de nog minder linkse PvdA met deze ideeën scherp. Overigens zijn veel ideeën van De
Groenen inmiddels bij andere partijen terug te vinden in het verkiezingsprogramma.
-__De motie over luchtkwaliteit betreft de voortzetting van het huidige beleid en kan dus
uitgevoerd worden. Op die manier kan misschien toch nog de Europese norm gehaald
590 worden, al is die ook niet voldoende hoog voor De Groenen.
-__ Nederlandse taal bij inburgering. Na eerdere subsidies moesten mensen zelf de hoge
kosten van een cursus betalen. In het stadsdeel bestaat een organisatie die met een
klein budget mensen begeleidt, met zeer goede resultaten. Die vrijwilligersorganisatie
moet de ruimte krijgen. Samenwerking met de laagdrempelige bibliotheken is
595 belangrijk, vandaar de vraag om een eventuele extra € 5000.
- Een voor De Groenen belangrijke motie is die voor een buurtmediafonds. In een
dragende samenleving is het belangrijk dat bewoners weten wat er in de buurt leeft.
- Het parkeerbeleid wordt beïnvloed door politieke keuzes op andere gebieden. In het
verleden is gekozen voor een ongedeelde stad, maar inmiddels is dat omgevormd
Pagina 12 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
600 naar een gedeelde stad, want sociale huurwoningen verdwijnen en worden
vrijesectorwoningen. Volgens De Groenen leidt dat tot meer vraag naar
parkeerplaatsen, want meer woningen in de vrije sector trekken meer bewoners met
geld voor een auto. Het gaat dus om de keuze tussen meer geliberaliseerde woningen
of meer parkeerplekken.
605
De voorzitter schorst de vergadering voor de voorbereiding van het Db op zijn tweede
termijn (21.55 uur tot 22.05 uur).
4. Tweede termijn Dagelijks bestuur
610
Portefeuillenouder Kuitenbrouwer:
- Het Db heeft waardering voor de liberale tegenbegroting en leest die met plezier.
Zoals de VVD zelf al aangaf, kan het Db echter geen positief preadvies op dat
amendement uitbrengen.
615 -_ De Deelraad heeft afgesproken zich niet over de hoogte van individuele subsidies uit
te spreken en moet zich aan die afspraak houden.
-__ Uit de ingediende moties en amendementen blijkt dat de fracties veel zorgen hebben
op het gebied van zorg en welzijn. Het Db deelt die zorgen en dat is terug te zien in de
preadviezen.
620 - Het Db is blij met de waardering van de Deelraad voor het BPT en de voorgestelde
steun voor de inzet.
- __ Wat betreft de mate van bewonersondersteuning verschilt de Deelraad onderling van
mening. Dat blijkt onder andere bij de steun aan de buurtmedia en de hotspotaanpak.
- Het is een goede zaak dat het buurtgericht werken steun krijgt van de Deelraad want
625 de opzet is goed, al kan hij op een aantal punten nog beter.
- Op de motie over luchtkwaliteit wordt een positief preadvies uitgebracht.
- De motie over jeugd-preventieteams is ontraden, maar dat behoeft wel uitleg. Er is
discussie over de hoogte van de declaratie van de coördinatiekosten en daar moet het
Db nog verder naar kijken, ook in overleg met stadsdeel Oost. Op de vraag van de
630 heer De Groot (PvdA) of het Db er met de organisatie uit zal komen, kan zij positief
antwoorden.
-___Portefeuillenouder Lambriex is gevraagd een toelichting te geven op de financiële kant
van de dekking van de voorstellen.
635 Portefeuillenouder Lambriex:
-___Het overschot in 2014 bedraagt € 420.000 en neemt in de jaren daarna structureel af.
-__Eris een meevaller van bijna € 4 miljoen en het Db stelt voor daarmee schulden af te
lossen in verband met in het verleden aangelegde fietspaden. Daardoor ontstaat een
structureel voordeel van ongeveer € 500.000 op de begroting.
640 -__ Inde Berap is een overschot van € 4 miljoen gemeld en dat is toegevoegd aan de
begroting. Bij de negenmaandsrapportage bleek daar nog € 5 miljoen bij te komen.
- De voorstellen van de Deelraad betreffen intensiveringen voor een bedrag van
€ 800.000.
- De begroting mag niet negatief vastgesteld worden volgens de financiële afspraken in
645 Amsterdam. En in het kader van één stad één opgave mag niet ingeteerd worden op
de algemene reserve. Met die twee kaders moet het Db rekening houden.
-__Dat houdt in dat £ 420.000 bestemd kan worden zonder van de kaders af te wijken.
De € 3,9 miljoen van de incidentele meevaller kan ingezet worden, maar dan wel
incidenteel.
650 -__ Hij stelt voor dat de Deelraad zijn keuzes in het beleid aangeeft binnen de
aangegeven grenzen en het aan het Db overlaat de technische oplossing voor de
dekking te verzorgen.
5. Flitsdebatten
655
Pagina 13 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
De voorzitter meldt dat samen met de fractievoorzitters is geconstateerd dat er geen
onderwerpen zijn blijven liggen voor flitsdebatten. De vergadering wordt geschorst voor de
voorbereiding van de stemming (22.20 tot 23.15 uur).
660 6. Stemming Begroting 2014
De voorzitter gaat over tot stemming.
Mevrouw Bakker (VVD) geeft aan dat zij als actieve buurtbewoner zich genoodzaakt voelt
665 zich bij een aantal amendementen en moties van stemming te onthouden om niet beticht
te kunnen worden van belangenverstrengeling.
De heer Dijksman (D66) geeft aan zich bij moties en amendementen met betrekking tot
armoedebeleid van stemming te zullen onthouden gezien zijn werk als beleidsmedewerker
670 armoede.
6.1. Stemming over amendementen bij Begroting 2014
Amendement A13.42 Liberale Begroting 2014 (VVD)
675
Besluit:
- De wijzigingsvoorstellen uit de liberale begroting van de VVD (bijlage) in de Begroting
2014 van stadsdeel Amsterdam West te verwerken;
680 -__ Op basis hiervan ook de andere relevante teksten en bedragen in de begroting aan te
passen.
Voor: VVD
685 Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Verworpen
Amendement A13.47 Extra inzet Buurt Praktijk Teams (VVD)
Amendement A13.47 is ingetrokken.
690
Amendement A13.28’ Buurtpraktijkteams (PvdA, VVD)
Draagt het Db op:
695 - Extra middelen ad € 50.000 in te zetten om de veiligheid in de Gulden Winckelbuurt te
verbeteren;
-__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in
de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de
begroting).
700
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66, SP
Tegen: De Groenen
Aangenomen
705
Amendement A13.52’ Jeugdpreventieteams (PvdA)
Amendement A13.52' is ingetrokken.
Amendement A13.35 Oplaadnetwerk elektrische scooters en fietsen (GroenLinks)
710
Besluit:
Pagina 14 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
-__Ín de begroting van 2014 een bedrag van € 15.000 te reserveren voor het plaatsen
van oplaadpunten voor elektrische scooters en fietsers te plaatsen op gebouwen met
715 een publieksfunctie en (voornamelijk) gebouwen ín eigendom van het stadsdeel;
- Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
(begrotingsboek, pagina 13);
- De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
720
Voor: GroenLinks, De Groenen
Tegen: PvdA, VVD, D66, SP
Verworpen
725 Amendement A13.27 is vervallen. De inhoud komt terug in motie M13.90.
Amendement A13.39 Subsidie verduurzaming kleine ondernemingen (GroenLinks)
730 Besluit om:
- In de Begroting 2014 een extra intensivering ‘Duurzame ondernemers’ op te nemen in
programma 4 van € 75.000 voor een subsidieregeling voor de stimulering en
ondersteuning van investeringen van ondernemers in de verduurzaming van winkel-
en werkpanden, die analoog aan de regeling ‘investeren winkelpanden’ ingericht is,
735 dat wil zeggen met de werking van een multiplier;
- Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
(begrotingsboek, pagina 13);
- De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
740
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
Aangenomen
745 Amendement A13.43’ Corantijnschool (PvdA, GroenLinks)
Besluit:
-_ Een bedrag van € 125.000 te reserveren ten behoeve van de cofinanciering van dit
750 ouderinitiatief ten behoeve van behoud van multifunctionele functie van de
Corantijnschool als een van de brede scholen in West;
-__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in
de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de
begroting).
755
Mevrouw Choma (SP) verklaart dat de SP, naar aanleiding van de toezegging van de
portefeuillehouder dat het met de dekking goed komt, voor zal stemmen.
Voor: Allen
760 Tegen: Geen
Unaniem aangenomen
Amendement A13.40 Uitvoering kindpakket (SP, GroenLinks)
765
Besluit:
- € 90.000 te reserveren voor het materieel vullen en ter beschikking stellen van het
Kindpakket;
Pagina 15 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
- Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
770 (begrotingsboek, pagina 13);
- De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming.
775 Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Tegen: 4 leden van D66
Aangenomen
Amendement A13.36’ Projecten Vrij West (PvdA, GroenLinks)
780
Besluit:
-__Ín de campagne Vrij West een financiële investering te doen van € 50.000 ten
behoeve van de projecten op middelbare scholen;
785 -__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in
de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de
begroting).
Draagt het Dagelijks Bestuur op om:
790 -__ de lopende projecten van Vrij West op middelbare scholen voort te zetten en, naar
inzicht, ook op andere scholen in West uit te voeren.
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
795 Tegen: VVD
Aangenomen
Amendement A13.26 Behoud Boodschappenbus (SP, PvdA, GroenLinks)
800
Draagt het Db op:
-__Íngesprek te gaan met de ABC Alliantie om ervoor te zorgen dat de
Boodschappenbus blijft rijden, in ieder geval totdat er een passende oplossing is;
- __ Ervoor zorg te dragen dat deze passende oplossing dezelfde doelen dient als de
805 Boodschappenbus en op instemming kan rekenen van de gebruikers.
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Tegen: D66
810 Aangenomen
Amendement A13.45 Buurtmediafonds (GroenLinks, SP, De Groenen)
815 Besluit:
-__Ín de Begroting 2014 incidenteel een bedrag van € 100.000 te reserveren voor de
ontwikkeling van een buurtmediafonds;
- Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
(begrotingsboek, pagina 13);
820 - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
En draagt het Dagelijks Bestuur op:
-__ Al dan niet in samenwerking met de huidige gesprekspartners inzake buurtmedia en
anderen zo snel mogelijk een dergelijk fonds op te zetten en criteria voor aanvragen te
825 bepalen;
Pagina 16 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
-__ De raad hierover te informeren.
Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming.
830 De heer Vervoort (D66) verklaart tegen te stemmen omdat hij het niet een taak van de
overheid vindt lokale media te steunen. Daarnaast is hij er niet van overtuigd dat het geld
niet voor de Staatskrant is bedoeld: hij heeft daar namelijk andere geluiden over gehoord.
De heer Van Vuure (D66) verklaart voor te stemmen omdat hij zich ernstig zorgen maakt
over de pluriformiteit van de informatievoorziening wat betreft de overheid in Amsterdam
835 West.
Voor: PvdA, GroenLinks, 4 leden van D66, SP, De Groenen
Tegen: 4 leden van de VVD, 1 lid van D66
Aangenomen
840 Amendement A13.32 Behoud subsidies voor SBOW (SP)
Besluit:
- De beide subsidies — een totaal van € 96.000 — eenmalig nog volledig uit te keren en
845 te dekken door de meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen
van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West
2014).
850 Voor: SP, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66
Verworpen
Amendement A13.29 Behoud subsidie Centram voor thuisadministratie (SP)
855
Besluit:
- De € 70.000 subsidie voor thuisadministratie aan Centram voor 2014 eenmalig uit te
keren als incidentele subsidie en hiervoor dekking te vinden in de meevaller van niet
860 voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in
de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West 2014).
Voor: SP, De Groenen
865 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66
Verworpen
Amendement A13.37 Meer talent naar werk (GroenLinks, PvdA)
870
Besluit:
-__Ín de begroting 2014 € 50.000 te reserveren voor een aantal extra te organiseren
Talentenbeurzen;
- Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
875 (begrotingsboek, pagina 13);
- De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP
880 Tegen: D66, De Groenen
Aangenomen
Pagina 17 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
Amendement A13.50’ Voldoende subsidie voor huidige activiteiten stichting
Taalmenu (De Groenen, SP)
885
Besluit:
Het Db te verzoeken om:
1. Een subsidiebedrag van € 22.000 te reserveren zodat de huidige werkzaamheden van
890 stichting Taalmenu doorgang kunnen vinden;
2. Alles in het werk te zetten om een aanvullende subsidie van € 5000 vrij te spelen om
een samenwerking tussen stichting Taalmenu en de OBA mogelijk te maken, en
hiervoor een dekking te vinden ten laste van het ‘saldo algemene middelen begroting
2014’ (pagina 13 begrotingsboek)
895
Voor: SP, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66
Verworpen
900
Amendement A13.30” Behoud subsidie Huisvesting Voedselbank (SP, PvdA,
GroenLinks)
905 Draagt op:
- Om de Voedselbank een incidentele subsidie toe te kennen van € 15.000 voor haar
activiteiten. De dekking hiervoor kan worden gevonden ten laste van het ‘saldo
algemene middelen begroting 2014’ (pagina 13 begrotingsboek).
910
De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming.
Voor: PvdA, GroenLinks, 4 leden van D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
Aangenomen
915
Amendement A13.31 Behoud subsidie Social Tech (SP)
Besluit:
920 - De subsidie van € 12.000 nog eenmaal in 2014 uit te keren en dit te dekken uit de
meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale
stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West 2014).
925 Voor: D66, SP, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD
Verworpen
Amendement A13.38 Kijk op West (GroenLinks)
930
Besluit:
-__Ín programma 8 van de begroting 2014 een incidentele intensivering ‘Kijk op West’ op
te nemen a € 85.000;
935 - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’
(begrotingsboek, pagina 13);
- De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen.
Pagina 18 van 27 Gemeente Amsterdam
Plenai 10desemberzo1s Stadsdeel West
940 Voor: GroenLinks
Tegen: PvdA, VVD, D66, SP, De Groenen
Verworpen
Amendement A13.23' Da Costaplein (PvdA)
945
Besluit:
- De benodigde middelen voor het opknappen van het gehele Da Costaplein ín 2014
beschikbaar te stellen;
950
Draagt het Dagelijks Bestuur op om:
- Hiervoor € 300.000 beschikbaar te stellen uit het Parkeerfonds en de begroting hierop
aan te passen;
-__Samen met bewoners een nieuw ontwerp van het Da Costaplein te maken, waarbij
955 het plan van bewoners als uitgangspunt dient.
Mevrouw Bakker (VVD) verklaart dat de VVD uitermate sympathiek staat tegenover het
luisteren naar bewoners en het efficiënt opknappen van een plein op een dusdanige
960 manier dat iedereen daar tevreden over is. De VVD zou met volle kracht en overtuiging
het voorstel willen steunen, maar dat kan niet omdat het geld moet komen van een plek
waarvan de VVD vindt dat het daar niet vandaan kan komen. Het Parkeerfonds is niet
voor het opknappen van pleinen, want daar zijn andere middelen voor.
De heer Van Vuure (D66) verklaart tegen te zullen stemmen vanwege de dekking uit het
965 Parkeerfonds dat al in 2015 door de ondergrens heen zal gaan. Het is dus niet de juiste
vorm, anders had D66 het voorstel graag gesteund, want de fractie kan zich in de inhoud
vinden.
Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen
Tegen: VVD, D66
970 Aangenomen
Amendement A13.46 Anti graffiti (/VD)
975 Besluit:
- in de Begroting 2014 het budget ten behoeve van anti graffiti (programma 9) te
verhogen met € 85.000;
-___ Dit voorstel wordt gedekt door de intensivering ‘Ruimtelijke Agenda West 2’
(programma 11) te schrappen.
980
Voor: VVD, D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen
Verworpen
985
Amendement A13.49 Het dak op, met dat groen… (D66, De Groenen)
Besluit:
990 -__€ 50.000 uit het Parkeerfonds beschikbaar te stellen voor het uitbreiden van de
subsidieregeling ‘Groene Daken’ teneinde het aantal vierkante meters groen dak op
zijn minst te verdubbelen;
-__ Hiermee zichtbaar uitvoering te geven aan de ambitie tot de top vier van schoonste
stadsdelen van Amsterdam te behoren.
995
Pagina 19 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
Voor: D66, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP
Verworpen
1000
Amendement A13.53 Afvalstoffenheffing en solidariteitsheffing (VVD)
Draagt het Dagelijks Bestuur op:
1005 - _De€ 1 miljoen voor 2014 die uit de Algemene Middelen komt te labelen als
solidariteitsheffing en aan te vullen met € 300.000 uit het Programma 6 Welzijn &
Zorg;
-__€ 1,3 miljoen aan kwijtschelding vanaf 2105 niet te laten betalen door degenen die
afvalstoffenheffing betalen, maar volledig te bekostigen uit Programma 6 Welzijn &
1010 Zorg en de afvalstoffenheffing met hetzelfde bedrag te verlagen;
-__Ín2014 alles in het werk te stellen zodat de kosten en daarmee de tarieven voor
afvalstoffenheffing omlaag gaan.
1015 Voor: VVD
Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Verworpen
Amendement A13.44 Borging adoptanten Hotspots (PvdA, GroenLinks)
1020
Besluit:
-_ Ten behoeve van de borging van adoptanten, in de tabel Intensiveringen op blz. 139
van de Begroting 2014 de volgende regel op te nemen:
(kolom 2014
8. Hotspot aanpak 150
1025
- Hiertoe de Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing te verlagen met € 150.000, en dit als
volgt aan te passen in de Begroting op blz. 276+
1041 Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing 2.410 1.000 1.062 2.347
1030 - Het dagelijks bestuur op te dragen een en ander in de begroting te verwerken.
Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen
Tegen: VVD, D66, SP
1035 Aangenomen
Amendement A13.24’ Extra budget verbouwing New Society (PvdA)
1040 Besluit:
-__Ín de tabel Meerjarenraming ISV, op blz. 227 bij punt Opknappen vastgoed ‘New
Society’, in de kolom raming 2014 het bedrag € 195.000 op te nemen;
-__ Onderaan dezelfde kolom bij de regel Restant ISV-fonds, het bedrag te vervangen
door € 1.649.461 (en waar dit verder voorkomt in de begroting).
1045
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
Aangenomen
1050
Pagina 20 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
Amendement A13.41 Bewonersinitiatieven (VVD)
Besluit:
1055 -_ Het budget voor bewonersinitiatieven, dat deel uitmaakt van het budget voor
buurtgerichte aanpak (blz. 168 ‘Begroting 2014’), te schrappen uit de ‘Begroting 20147;
-__€ 100.000 in te zetten voor initiatieven die betrekking hebben op het verbeteren van
de openbare ruimte, en dit onder te brengen in de ‘Begroting 2014’ onder het
programma ‘Openbare Ruimte en Groen’.
1060
Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming.
Voor: 4 leden van de VVD
Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
1065 Verworpen
Amendement A13.48 Behoud subsidie huurgelden buurtkamer Da Costa (SP)
1070 Besluit:
- Om de subsidie voor Buurtkamer Da Costa in ieder geval nog een jaar door te betalen
en dat te dekken uit de meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van
€ 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19
1075 Begroting West 2014).
Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming.
Voor: SP, De Groenen
1080 Tegen: PvdA, GroenLinks, 4 leden van de VVD, D66
Verworpen
Amendement A13.25’ Verdere ontwikkeling en borging buurtgericht werken in 2014
(PvdA, GroenLinks)
1085
Besluit:
- Het dagelijks bestuur te verzoeken om, aansluitend op de bevindingen en
aanbevelingen van de NSOB, de raad een voorstel te doen hoe deze werkwijze
1090 verder geborgd en doorontwikkeld kan worden in West. Hierbij kan bijvoorbeeld
gedacht worden aan een vervolgtraject met alle betrokken partijen in West, en het
organiseren van een conferentie waarin de werkwijze van West belicht wordt. En
voorts hierbij aandacht te besteden aan het vergroten van diversiteit in de
deelnemende bewonersgroepen;
1095 -__ Hiervoor op blz. 170 van de Begroting de volgende intensivering op te nemen:
5. Verdere ontwikkeling en borging buurtgericht werken en
bewonersparticipatie: € 70.000 incidenteel;
-__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in
de tabel op blz. 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de
1100 begroting).
Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming.
Voor: PvdA, GroenLinks, SP
1105 Tegen: 4 leden van de VVD, D66, De Groenen
Aangenomen
Pagina 21 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
6.2. Vaststellen Begroting 2014
1110 Programmabegroting 2014 Stadsdeel West
Voor: PvdA, GroenLinks
Tegen: VVD, D66, SP, De Groenen
Vastgesteld
1115 Tarieven 2013 voor Leges en Precario
De voorzitter wijst erop dat het besluit niet is gewijzigd, maar de onderliggende tabel wel.
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
Vastgesteld
1120
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en
reinigingsrechten 2013
Mevrouw Oudendijk (D66) verklaart tegen de verordening te zullen stemmen. D66 is
weliswaar voor het verlagen van de afvalstoffenheffing, maar niet op deze manier. Deze
1125 eenmalige verlaging is namelijk niet het gevolg van efficiënter werken, maar wordt betaald
uit de algemene middelen, dus van belastinggeld.
De heer Dijk (VVD) verklaart dat door de bekostiging uit de algemene middelen en dus
niet het voorstel van de VVD aan te nemen het Db de bewoners een sigaar uit eigen doos
geeft. Toch heeft de VVD liever dat dan helemaal geen sigaar en de fractie stemt dus
1130 voor.
Mevrouw Choma (SP) verklaart tegen te zullen stemmen. De SP is voor lastenverlichting,
maar dan wel echte lastenverlichting.
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD
Tegen: D66, SP, De Groenen
1135 Vastgesteld
Begrotingswijziging 2014 één stad één opgave
Vastgesteld
1140 Kredietbesluit nieuwbouw Basisschoolgebouw Bos en Lommerschool
Kolenkitbuurt
Vastgesteld
6.3. Stemming over moties bij Begroting 2014
1145
Motie M13.72 Wachtlijst voor parkeervergunning (D66)
- Besluit de term aanvalplan voor de wachtlijsten te kwalificeren als faalplan;
1150 -__ Besluit dit onderdeel van het parkeerbeleid ingevolge het coalitieakkoord te
kwalificeren als mislukt.
Voor: D66
1155 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Verworpen
Motie M13.71 Is er nou wel of niet een parkeerprobleem in West (D66)
1160
Spreekt uit:
- Dat het college 180 graden gedraaid is ten aanzien van haar eigen opvatting over het
parkeerprobleem en de daarmee samenhangende aanpak uit het coalitieakkoord.
Pagina 22 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
1165
Voor: D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Verworpen
1170 Motie M13.67 Gemeenschapsgeld geparkeerd onder de grond (D66)
Spreekt uit:
- Dat we voor dit bedrag beter de echte problemen kunnen oplossen zoals het
1175 parkeerprobleem en het probleem van de matige luchtkwaliteit.
Voor: D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
1180 Verworpen
Motie M13.59’ Besluitvorming scooterproef Mercatorplein-Dam (GroenLinks)
1185 Draagt het Db op om:
- Nog voor het einde van deze bestuursperiode de raad een plan van uitvoering en
besluitvoordracht te doen toekomen voor de proef op route Mercatorplein-Dam, zodat
hier in 2014 reeds mee gestart kan worden.
1190
Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen
Tegen: VVD, D66, SP
Aangenomen
1195 Motie M13.51 Bereikbaarheid Westerpark (VVD)
Draagt het Db op:
- __ Samen met de centrale stad een bereikbaarheidsplan op te stellen voor het
1200 Westerpark en dit voor 1 maart aan de raad te sturen.
De heer Meeder (GroenLinks) is enthousiast over de verbetering van de bereikbaarheid
met openbaar vervoer en voor voetgangers en fietsers, maar vreest dat er bij de uitvoering
1205 onduidelijkheid zal zijn over welke vervoersmiddelen voorrang moeten hebben.
GroenLinks zal dus tegen stemmen.
De heer Van Berkel (PvdA) biedt bij voorbaat zijn excuses aan de VVD aan, want de
PvdA zal voor stemmen.
Voor: PvdA, VVD, D66, SP, De Groenen
1210 Tegen: GroenLinks
Aangenomen
Motie M13.90 Effectindicatoren verbetering leefbaarheid (D66)
(was amendement A13.27)
1215
Besluit:
-__ Het college een uitspraak te vragen welke indicatoren de voorkeur hebben om de
verbetering van de leefbaarheid aan te tonen en zo nodig met een nieuw voorstel
daartoe te komen.
1220
Pagina 23 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
Voor: D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Verworpen
1225
Motie M13.65 Lokaal stageplaatsen bevorderen (PvdA)
Besluit:
1230 -__ Stageplekken bij lokale winkels te bevorderen en lokale winkels als leerbedrijf aan te
moedigen.
Draagt het Dagelijks bestuur op om:
-__Aan winkelstraatmanagers de opdracht mee te geven stageplekken bij winkels te
1235 regelen en winkels te motiveren om een lokaal leerbedrijf te willen worden.
Voor: PvdA, GroenLinks
Tegen: VVD, D66, SP, De Groenen
1240 Aangenomen
Motie M13.64 Lokale banenbeurs (PvdA)
Motie M13.64 is ingetrokken.
1245 Motie M13.66 Beste brede scholen (D66)
Roept het Db op:
-__Om alle zeilen bij te zetten om de ambitie ‘beste brede scholen’ in ieder geval bij de
1250 pilotscholen te halen;
- Een evaluatie uit te voeren over de omstandigheden en werkwijze die ertoe hebben
geleid dat de ambitie niet door alle scholen is gehaald;
- Daarbij de Deelraad te informeren op hoofdlijnen over de besteding aan tijd en geld
(bijvoorbeeld procentueel) door de organisatie aan de onderwerpen brede school:
1255 Kies een school in de buurt, IHP, Frisse Scholen;
- Een evaluatie en een plan voor de borging van de gehaalde resultaten aan de
centrale stad door te geven.
1260 Voor: D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Verworpen
Motie M13.73 Evaluatie beleid onderwijshuisvesting (D66)
1265
Roept het Db op:
-___De scholen te vragen naar knelpunten in het vastgestelde IHP;
- Deze knelpunten te evalueren ruim voor maart 2014 en de Deelraad hierover te
1270 informeren en het ter bespreking aan de Deelraad voor te leggen;
- De evaluatie van mogelijke knelpunten en het resultaat van besprekingen in de
Deelraad door te geven aan de centrale stad.
1275 Voor: D66, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP
Verworpen
Pagina 24 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
Motie M13.83 Naschoolse activiteiten (SP)
1280
Draagt het Db op om:
- Het probleem van de daling van het aantal aanmeldingen voor naschoolse activiteiten
sinds de invoering van de eigen bijdrage zo snel mogelijk in kaart te brengen en
1285 hierover de Deelraad in maart 2014 te informeren;
- Meteen voorstel te komen om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen met als
uitgangspunt dat geen kind in West de naschoolse activiteiten zou moeten ontberen
omdat de ouders de eigen bijdrage niet kunnen betalen;
- De (eventuele) kosten voor het oplossen van dit probleem te rapporteren aan de
1290 Deelraad en met de raad in conclaaf te gaan over de dekking hiervan.
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
1295 Aangenomen
Motie M13.74 Mantelzorg voor alleenstaande (D66)
1300 Roept het Db op om bij de uitvoering van de taken op het gebied van mantelzorg expliciet
aandacht te besteden aan alleenstaanden en binnen het te besteden Wmo-budget
hieraan een redelijk bedrag van 8% te besteden.
1305 Voor: D66, De Groenen
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP
Verworpen
Motie M13.60’ Onderzoek Vrijwilligersbeleid Amsterdam West (GroenLinks)
1310
Draagt het Db op om:
-_ Te onderzoeken of het mogelijk is om maatschappelijke organisaties in West te
ondersteunen bij het formuleren van hun vrijwilligersbeleid, waarbij vrijwilligers helder
1315 geïnformeerd worden over de te verwachten ondersteuning en facilitering;
-__Hiervoor in gesprek te gaan met DWI en ABC en gebruik te maken van de kennis en
informatie van de Vrijwilligerscentrale Amsterdam.
1320 Voor: PvdA, GroenLinks, SP
Tegen: VVD, D66, De Groenen
Aangenomen
Motie M13.86’ Vervolg Kindpakket (PvdA, GroenLinks, SP)
1325
Draagt het Db op:
-__ Onderzoek te plegen naar de mogelijkheden om meer speelplekken te realiseren ín
Amsterdam West en zo mogelijk een voorstel te doen aan de raad.
1330
De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming.
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
Tegen: 4 leden van D66
1335 Aangenomen
Pagina 25 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
Motie M13.77 Kunst in de openbare ruimte (SP, D66, De Groenen)
1340 Besluit het Db op te dragen:
-_ Een plan van aanpak te maken en uit te voeren om ‘misplaatste’ kunstwerken een
betere plaats te geven dan wel de omgeving zo aan te passen dat er weer van
genoten kan worden;
- Een prijsvraag uit schrijven onder alle bewoners van het stadsdeel West om
1345 ‘onontdekte’ kunstwerken in de openbare ruimte aan te melden.
-__ Te komen tot één lijst met kunstwerken en deze toegankelijk te maken;
-__ Een onderhouds- dan wel herstelplan op te stellen voor de ‘nieuw’ verworven
kunstwerken;
-__ Bovenstaande acties te financieren uit de reserve KIDOR voordat daar nieuw werk
1350 van wordt bekostigd.
De heer Van Berkel (PvdA) verklaart voor te zullen stemmen. De PvdA erkent het werk
voor dit onderwerp van de heer Gosen en vindt dat belangrijk. De PvdA heeft bezwaren
1355 vanwege de uitvoering en de rammelende dekking, maar vindt het signaal goed.
Voor: Allen
Tegen: Geen
Unaniem aangenomen
1360 Motie M13.82 Ateliers (SP)
Besluit het Db op te dragen:
-__ Alvorens de voornoemde voornemens uit te voeren, een notitie ter bespreking naar de
1365 Deelraad te sturen waarin in ieder geval de financiële consequenties, de gevolgen
voor de buurt waarin de kunstenaars nu functioneren en de uitkomsten van het
overleg met de kunstenaars worden besproken.
1370 Voor: GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: PvdA, VVD
Aangenomen
Motie M13.75 Laat jongeren kennismaken met cultuur (D66)
1375
Verzoekt het Db:
- Deze middelen met name uit te geven aan initiatieven die jongeren kennis laten
maken met kunst en cultuur.
1380
Voor: D66, SP
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, De Groenen
Verworpen
1385
Motie M13.76 Historische kabelkasten (D66)
Draagt het Db op:
1390 -__ Aan te sluiten bij het convenant dat stadsdelen Centrum en Zuid met Liander sloten
om gedragsregels voor het behoud van historische kabelkasten vast te leggen.
Pagina 26 van 27 Gemeente Amsterdam
Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West
Voor: D66, SP, De Groenen
1395 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD
Verworpen
Motie M13.80 Extra maatregelen ter verbetering van luchtkwaliteit (De Groenen)
1400
Besluit:
- Het Db op te dragen extra maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren,
zodat er daadwerkelijk een substantiële afname van CO-uitstoot wordt gerealiseerd
en aan de Europese normen van de luchtkwaliteit wordt voldaan.
1405
Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen
Tegen: VVD
Aangenomen
1410
Motie M13.84’ Onderzoek betaalbaarheid huurwoningen (SP)
Draagt het Db op om:
1415 -__ Een voortrekkersrol te nemen bij het laten uitvoeren van een stedelijk onderzoek naar
de financiële gevolgen van de verhoging woonlasten in de komende vier jaren in de
sociale huursector.
1420 De heer Van Berkel (PvdA) verklaart voor te zullen stemmen in de verwachting dat
voorafgaand aan het onderzoek de Deelraad een brief van het Db krijgt. Uit die brief moet
blijken dat het onderzoek niet samenvalt met het stedelijk onderzoek en wat de kosten van
het onderzoek zijn.
De heer Groot Wassink (GroenLinks) verklaart voor te zullen stemmen omdat
1425 GroenLinks zich druk maakt en zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van
huurwoningen.
Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen
Tegen: VVD, D66
Aangenomen
1430
Motie M13.85 Tijdelijke huurwoningen voor Samen Doen (SP)
Draagt het Db op:
1435 -__Om met corporaties afspraken te maken over een nieuw contingent woningen met
tijdelijke verhuur, die beschikbaar zijn voor Samen Doen om voor noodgevallen een
tijdelijke oplossing te kunnen bieden.
1440 De heer Van Berkel (PvdA) verklaart tegen te zullen stemmen, niet omdat het doel niet
onderschreven wordt, maar omdat het al gebeurt.
De heer Lamme (VVD) verklaart voor te zullen stemmen: het gebeurt wel, maar niet
genoeg.
Voor: GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
1445 Tegen: PvdA, D66
Aangenomen
Motie M13.70 Meer bewoners, minder ambtenaren (D66)
Pagina 27 van 27 Gemeente Amsterdam
Convsl Politieke Avond Blok
Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West
1450
Draagt het Db op:
- Om de aanwezigheid van medewerkers van het stadsdeel en andere in dienst zijnde
personen van het stadsdeel bij participatiebijeenkomsten zoveel mogelijk te beperken;
-__Ervoor te zorgen dat er één duidelijk aanspreekpunt is voor bewoners per traject;
1455 - De bespaarde uren direct ten goede te laten komen aan de uitvoering van het project.
Voor: D66
Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen
1460 Verworpen
Motie M13.69 I-participatie (D66)
1465 Draagt het Db op:
- Een voorstel te doen voor het einde van deze raadsperiode om participatie voor
projecten meer online mogelijk te maken;
-__ Informatie over projecten en participatiemogelijkheden en de diverse invalshoeken
een duidelijke plek te geven op de website van het stadsdeel.
1470
Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66
Tegen: SP, De Groenen
Aangenomen
1475
7. Afscheid van de heer Vervoort (D66)
De heer Dijksman (D66) betreurt het vertrek van de heer Vervoort en dankt hem voor de
samenwerking. De heer Vervoort gelooft in de eigen kracht van mensen en een compacte
1480 overheid en die standpunten zijn telkens leidend geweest in discussies en besluitvorming
in de raad en bij voorstellen. De term Kafka kwam in elke fractievergadering naar voren.
Die terugtredende overheid vraagt meer van de mensen zelf en ook de heer Vervoort
zette zich in als vrijwilliger. Binnen D66 was hij bestuurslid, campagneleider bij de
Europese verkiezingen en ook een uitstekend raadslid.
1485
De heer Vervoort (D66) spreekt zijn dank uit voor de fijne samenwerking in de afgelopen
jaren. Het is jammer om vlak voor de finish de Deelraad te verlaten, maar het moment is
goed om een opleiding te gaan doen en te verhuizen. Hij wenst de Deelraad en de
organisatie veel succes in de laatste maanden.
1490
De voorzitter dankt de heer Vervoort namens de Deelraad, de griffie en het Db voor zijn
bijdrage aan de Deelraad en wenst hem alle goeds.
8. Sluiting
1495
De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om
24.00 uur.
Aldus vastgesteld in de Politieke Avond van 28 januari 2014,
1500
G. van Geffen K. Martowirono
Griffier Raadsvoorzitter
| Besluit | 27 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 226
Datum indiening 27 december 2017
Datum akkoord college van b&w van 20 februari 2018
Publicatiedatum 21 februari 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bouchibti en Boomsma inzake
een postercampagne voor vrije partnerkeuze.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
In mei 2017 ging in Rotterdam een campagne van start met als slogan ‘In Nederland
kies je je partner zelf’ met de hashtag #zelfgekozen, om aandacht te vragen voor het
belang van vrije partnerkeuze en zelfbeschikking, en stelling te nemen tegen
huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Onderdeel daarvan was het lanceren van
de website (zelfgekozen.nl), de organisatie van een debat dat plaatsvond in juni, en
een postercampagne. De campagne was opgezet door de organisatie Femmes for
Freedom.
Naar aanleiding van deze Rotterdamse campagne heeft het VVD-raadslid Bouchibti
in de vergadering van de raadscommissie Jeugd en Cultuur op 15 juni 2017 de
wethouder Integratie gevraagd een dergelijke campagne in Amsterdam te houden!
Volgens de informatie waarover Bouchibti toen beschikte was Femmes for Freedom
op dat moment al in gesprek met de wethouder hierover. In reactie hierop heeft de
wethouder toegezegd hierop terug te komen op het moment dat de gesprekken met
Femmes for Freedom verder gevorderd zouden zijn.
Op 21 december 2017 liet een woordvoerder van Femmes for Freedom in het
televisieprogramma De Tafel van Tijs weten dat het niet gelukt is om een
postercampagne in Amsterdam te houden.” De gemeente Amsterdam zou volgens de
woordvoerder van Femmes for Freedom hebben gezegd dat de campagneposters —
waarop zoenende mensen met verschillende achtergronden te zien zijn — ‘te heftig’
zouden zijn. De uitingen op de posters zouden volgens de gemeente
‘onbespreekbaar’ zijn, aldus de woordvoerder.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Bouchibti en Boomsma, respectievelijk
namens de fracties van de VVD en het CDA, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/5546415/1/17-06-15 en 20 definitief verslag cie _JC
? https://portal.eo.nl/programmas/tv/de-tafel-van-tijs/gemist/2017/12/21-sociale-media-vloek-of-zegen/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng a Gemeenteblad R
Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017
1. Zijn erop dit moment plannen voor een campagne rondom het thema vrije
partnerkeuze, bijvoorbeeld vergelijkbaar met of geïnspireerd door de campagne in
Rotterdam? In welk stadium bevinden die plannen zich? Welke andere lopende
projecten zijn nu gaande daaromtrent?
Antwoord:
Vanuit de preventieaanpak huwelijksdwang (portefeuille Zorg) wordt ingezet op
het bespreekbaar maken van dit onderwerp. Een reeks van dialoogbijeenkomsten
heeft bewezen effectief te zijn in het veranderen van normen over
huwelijksdwang. Actieve organisaties met betrekking tot dit onderwerp zijn Vrouw
en Vaart, Nisa for Nisa, Stichting Camillia, Stichting Kezban, en anderen.
De gemeente ondersteunt activiteiten met betrekking tot zel eschikking, specifiek
gericht op de vragen en problemen vanuit de doelgroep. Zo heeft het Servicepunt
Emancipatie (gefinancierd door en werkend onder de coördinatie van de
gemeente Amsterdam) in juni 2017 2 projecten gesubsidieerd die zich richtten op
vrije partnerkeuze/huwelijksdwang. Hieronder was ook een aanvraag van
Femmes for Freedom zelf, die inhield dat zij 8 trainingen aan sleutelfiguren bij
(zelf)organisaties zouden verzorgen over het thema huwelijkse onvrijheid. Op dit
moment zijn er geen plannen voor een campagne zoals de vragenstellers
bedoelen.
2. In hoeverre herkent het college zich in de woordvoering van Femmes for
Freedom over de gesprekken met de gemeente? Klopt het dat de gemeente in de
gesprekken met Femmes for Freedom heeft laten weten dat posters met daarop
zoenende stellen ‘te heftig’ en ‘onbespreekbaar’ zijn, en dat daardoor mogelijk
geen subsidieaanvraag is gedaan? Kan het college uiteenzetten hoe de
gesprekken met Femmes for Freedom over een eventuele postercampagne in
Amsterdam (zijn) verlopen?
Antwoord:
Het college herkent zich niet in de woordvoering van Femmes for Freedom.
Vanuit de ambtelijke organisatie afdeling Diversiteit heeft op 16 juni 2017 een
gesprek plaatsgevonden met mevrouw Musa van Femmes for Freedom om te
verkennen hoe de gemeente en Femmes for Freedom elkaar zouden kunnen
versterken. Tijdens het gesprek heeft mevrouw Musa de mogelijkheid van een
soortgelijke postercampagne als in Rotterdam op tafel gelegd en toegelicht.
Zij gaf daarbij ook aan te betreuren dat het gesprek naar aanleiding van de
postercampagne in Rotterdam teveel ging over “de zoenende moslima's” en te
weinig over de inhoud. In het kader van verwachtingsmanagement zijn methaar
de eventuele risico’s besproken. Woorden als “te heftig” en “onbespreekbaar” zijn
in deze context niet gebezigd. Integendeel, geheel in de traditie van het
constructief meedenken is Femmes for Freedom uitgenodigd een conceptvoorstel
in te dienen passend bij de Amsterdamse context.
Het conceptvoorstel is 4 maanden later op 20 oktober 2017 aan de betrokken
ambtenaar gestuurd ingediend om de haalbaarheid hiervan te bepalen. Hij is niet
via de officiële kanalen van de subsidieregeling aangeboden. Vanwege de
gezamenlijke doelstellingen met betrekking tot zelfbeschikking en tegengaan
huwelijksdwang is vanuit de portefeuilles Diversiteit en Zorg gezamenlijk naar het
voorstel gekeken. Vanwege een te hoge (€ 25.000+ €15.000 onvoorzien) en niet
sluitende begroting heeft de gemeente op 3 november 2017 Femmes for
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Neng a Gemeenteblad
Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017
Freedom geadviseerd met een realistischer voorstel van max. € 10.000 te komen,
dat specifieker is gericht op de doelgroep en eventueel de familieleden. Dit was
volgens Femmes for Freedom niet mogelijk. Uiteindelijk is er op 27 november
2017 afgesproken dat Femmes for Freedom een eigen voorstel voor spiekpennen
(pennen met relevante informatie over huwelijksdwang) zou indienen. Dit voorstel
is vervolgens niet ingediend. Uit de media heeft de gemeente Amsterdam
vervolgens vernomen dat Femmes for Freedom ontevreden was over de
voortgang van het proces.
3. Hoe beoordeelt het college de campagne zoals gevoerd in Rotterdam rondom dit
thema? Wat acht het college sterke punten, en ziet het college ruimte om de
effectiviteit ervan te verbeteren? Zo ja, hoe?
Antwoord:
Bij ons college is geen evaluatie van de campagne Rotterdam bekend.
Femmes for Freedom heeft bij haar conceptvoorstel gemeente ook geen
onderbouwing meegeleverd.
4. Vreest het college dat de posters in Rotterdam kwetsend of confronterend zouden
zijn, en ziet het college dat als een reden om af te zien van een dergelijke
campagne? Graag een toelichting.
Antwoord:
Ons college vindt het van belang om mensen die te maken hebben met
huwelijksdwang weerbaar te maken. Er zijn veel actieve Amsterdamse
organisaties met goede initiatieven op dit gebied die door de gemeente
Amsterdam worden ondersteund. Kwetsend of confronterend is geen basis voor
afwijzing binnen de kaders van subsidieverstrekking. De aanvraag wordt
beoordeeld op haalbaarheid, een reële begroting, aansluiting bij de
overkoepelende gemeentelijke aanpak en draagvlak van initiatieven in de lokale
samenleving.
5. Is de inhoud van de gesprekken met Femmes for Freedom, het verloop ervan en
de inzet om wel of niet aan de slag te gaan met een dergelijke campagne op
enigerlei wijze in het college besproken of aan de orde gekomen?
Antwoord:
Er is in dit verband geen officiële subsidieaanvraag ingediend en dus niet in het
college aan de orde geweest.
6. Is het college het eens met de fracties van de VVD en het CDA dat een stad als
Amsterdam, waar vrijheid, tolerantie en gelijkheid hoog in het vaandel staan, zich
goed leent om een campagne voor vrije partnerkeuze te houden? Zo ja, is het
college bereid om een plan op te stellen voor een dergelijke campagne, om die
nog voor de zomer 2018 te organiseren, en dat voor te leggen aan de
gemeenteraad?
Antwoord:
Vooralsnog ligt er een conceptvoorstel dat financieel en inhoudelijk niet voldoet
aan criteria en waarbij een eventueel definitieve toekenning niet aan de orde is.
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing a Gemeenteblad
ummer seal:
Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Opmerkingen voor publicatie:
_Uiterlijkbekendmaken op: |___C
Gevolgen voor de werking van een n.v.t.
andere regeling:
Externe informatieve bijlage voor de n.v.t.
leesbaarheid:
BESLUIT van de raad van de gemeente Amsterdam houdende regels over
welstand in het project Vreeswijkpad (wijzigingsbesluit Welstandsnota De
Schoonheid van Amsterdam welstandskader project Vreeswijkpad)
De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 januari 2021,
gelet op artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet en artikel 108 jo. artikel 147, tweede lid, van de
Gemeentewet,
gezien het advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost van 27 september 2020,
Artikel |
De Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:
besluit vast te stellen de wijziging van de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam
(welstandskader project Vreeswijkpad) waarbij:
a. Het welstandskader uit de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam voor het project
Vreeswijkpad ter plaatse van de gebiedscontour (rood omlijnd) zoals op de kaart
hieronder is weergegeven wijzigt.
b. dit gebied wordt aangewezen als transformatielocatie als bedoeld in de welstandsnota De
Schoonheid van Amsterdam, waardoor het welstandsniveau voor de duur van de
transformatie wijzigt van gewoon naar bijzonder;
c. ter plaatse van de gebiedscontour preventieve toetsing aan de welstandsnota De
Schoonheid van Amsterdam wordt ingesteld voor veel voorkomende kleine bouwplannen.
Uitsnede kaart “welstandniveaus - december 2019” behorende bij de Welstandsnota De schoonheid
van Amsterdam 2019
‚- Ä Legenda
ak ml Beschermd
; s ee, Bijzonder
\ j ME Gewoon
En Geen preventieve toetsing veel voorkomende kleine bouwplannen
En 6
| Eenvoudig
Ten a | | ) Geen preventieve toetsing
je 3 Vrij
5 an Re zel 225) Binnengebied welstandsvrij
A ma) ‚_L*,*) Transformatie kantoren welstandsvrij
Et Transformatielocatie
\ É [ _—— — Hoofdwegen
NNS + =d Spaar- en metrolijnen bovengronds
Ae ô zi d tr Spoor- en metrolijnen ondergronds
| Gebiedscontour Vreeswijkpad
Toewijzing van gebied Vreeswijkpad als transformatielocatie md
Artikel Il
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Artikel Il
Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam
welstandskader project Vreeswijkpad.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 februari 2021.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
2
| Besluit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 713
Publicatiedatum 28 juli 2017
Ingekomen op 6 juli 2017
Ingekomen in raadscommissie JC
Behandeld op 20 juli 2017
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2017 (spreiding van
cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446).
Constaterende dat:
— Museum Amsterdam Noord, het Van Eesterenmuseum, het Museum Het Schip,
het Bijlmermuseum, de Elektrische Museumtramlijn, het Museum Tot Zover, het
Museum Jan van der Togt, het Amsterdamse Bos en andere culturele hotspots
buiten het centrum van Amsterdam door hun ligging naar verhouding minder
profiteren van de grote aanwas van internationale cultuurbezoekers dan musea in
de centrumgebieden, zoals het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum.
Overwegende dat:
— Musea die wat verder uit het Amsterdamse centrumgebied gelegen zijn van even
grote culturele en artistieke waarde zijn als musea binnen het centrumgebied, en
even interessant voor internationale bezoekers;
— Musea buiten het centrumgebied de spreiding van cultuurtoerisme kunnen
bevorderen als zij meer bezoekers werven;
— Sommige van deze musea wel wat meer bezoekers kunnen gebruiken om het
hoofd boven water te houden;
— Deze musea vaak kleiner zijn en daardoor beperkt budget hebben voor gerichte
marketing en communicatie voor het werven van internationale bezoekers;
— De gemeente Amsterdam sinds 2015, volgens de voortgangsrapportage Balans
in de Stad (januari 2016), voornemens is cultuurtoerisme te spreiden maar daar
vooralsnog slecht in slaagt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het subsidiebudget van Amsterdam Marketing ook te gebruiken voor het promoten
van musea op de minder bekende plekken in de stad.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | discard |
29 oktober 2017
Raadsadres: artikel: Van der Laan voerde geheime campagne tegen radicalisering’
Waarde leden van de Gemeenteraad,
Op de site van de NOS trof ik vandaag een artikel aan met de titel : Van der Laan
voerde geheime campagne tegen radicalisering’
1. Was niemand van de Gemeenteraad op de hoogte van deze actie van Van der Laan?
2. Hoe beoordeelt Uw raad deze handelswijze van uw oud-burgemeester?
Gaarne zie ik uw reactie tegemoet,
Hoogachtend,
mn
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1978
Publicatiedatum 4 december 2019
Ingekomen onder o
Ingekomen op 27 november 2019
Behandeld op 27 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Simons, A.L. Bakker en Kilig inzake de prestatieafspraken voor
de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente
(Stop van verkoop van sociale woningen tot onderzoek)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen
huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1931).
Constaterende dat:
— In het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid” de verkoop van
sociale corporatiewoningen alleen wordt doorgezet bij hoge uitzondering.
— In de nieuwe prestatieafspraken corporaties zoveel sociale huurwoningen als
financieel nodig is om de voor deze groei benodigde investeringen te kunnen
doen mogen verkopen.
— De coalitie zich niet aan de eigen afspraken houdt om de verkoop en liberalisatie
van sociale woningen tegen te gaan.
— Het onderzoek naar alternatieve financiële constructies om minder sociale
huurwoningen te verkopen na de prestatieafspraken is gepland.
— Dit onderzoek al in 2018 gedaan had kunnen worden, om de uitslag mee te
nemen in de onderhandelingen met de corporaties en de huurders.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Eerst een onderzoek te doen naar alternatieve financiële constructies om corporaties
te helpen nieuwe woningen te realiseren voordat corporaties de bestaande voorraad
mogen verkopen.
De leden van de gemeenteraad
S.H. Simons
A.L. Bakker
A. Kilig
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 498
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder AC
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de brief van de wethouder
Werk en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet’ (Startersbeurs).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld:
‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 441);
Overwegende dat:
— _ het bieden van een 'Startersbeurs’, zoals ontwikkeld en geïntroduceerd in de
gemeente Tilburg, waarbij jongeren van de gemeente een tegemoetkoming van
€ 500 per maand krijgen om zes maanden bij een bedrijf aan de slag te gaan om
vaardigheden op te doen, deze jongeren een belangrijke ‘kickstart’ op de
arbeidsmarkt kan geven;
— de jongere als onderdeel van de Startersbeurs voor iedere werkzame maand een
spaartegoed opbouwt van € 100 euro (betaald door de werkgever) dat hij of zij na
afloop aan kan wenden voor een scholing, cursus of certificeringstraject;
— de Startersbeurs werkgevers de mogelijkheid biedt om op een laagdrempelige
manier in contact te komen met potentieel nieuw personeel;
— de Startersbeurs goed aansluit bij de speerpunten van de aanpak
jeugdwerkloosheid;
— _hetrijk € 50 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor het bestrijden van
jeugdwerkloosheid, waardoor € 25 miljoen beschikbaar is om regionale aanpak
een nieuwe impuls te geven;
— de Startersbeurs in een aantal andere gemeenten al is ingevoerd,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 498 Moti
Datum _ 26 juni 2013 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— de mogelijkheid te onderzoeken voor de gemeente om aan de slag kan gaan met
het bieden van een 'Startersbeurs’ voor jongeren, en daarbij inzichtelijk te maken
wat de kosten zouden bedragen, alsmede in hoeverre die bekostigd kunnen
worden binnen de bestaande middelen gereserveerd voor de bestrijding van
jeugdwerkloosheid;
— de Startersbeurs op te nemen in het plan van aanpak dat de gemeente opstelt
om in aanmerking te komen voor extra financiering vanuit het rijk.
Het lid van de gemeenteraad,
M.D. Shahsavari-Jansen
2
| Motie | 2 | train |
Subsets and Splits