text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 19 september 2023 Portefeuille Woningbouw Portefeuillehouder: Reinier van Dantzig Behandeld door Grond en Ontwikkeling ([email protected]) Onderwerp Halfjaarrapportage Woningbouw 2023 en Doorbouwakkoord Amsterdam Geachte leden van de gemeenteraad, De woningbouwproductie kent een flinke tegenwind en dat zien we terug in de Halfjaarrapportage Woningbouw 2023. Er zijn slechts 2.355 woningen in aanbouw genomen en de planvoorraad voor de 2° helft van 2023 is met 4.304 woningen beperkt. Hoewel er nog steeds wordt ingeschreven op tenders en er ook nog steeds overeenkomsten wor- den gesloten voor nieuwe transformatieprojecten, is er tevens vertraging in alle fasen van planont- wikkeling. Dit heeft te maken met zorgen over de afzet, minder animo bij kopers en beleggers, da- lende marktwaarden, hoge bouwkosten en problemen bij de financiering. De businesscase van de ontwikkelende partijen staat sterk onder druk omdat de rente en de stich- tingskosten stijgen en de opbrengsten dalen of gelimiteerd worden. Ontwikkelaars doen een gro- ter beroep op de gemeente tot uitstel van termijnen en tot herziening van afspraken. Projecten worden op die manier in de lucht gehouden en nog slechts in beperkte mate stopgezet. We staan voor een lastig en complex vraagstuk. Eén simpele, generieke en haalbare oplossing is niet beschikbaar, terwijl de opgave groot is en doorbouwen van onverminderd groot belang. De marktontwikkelingen zelf zijn voor de gemeente echter nauwelijks te beïnvloeden (rente, bouwkostenstijging, aanbestedingsmarkt, verkoopopbrengsten). Het gat dat ontstaat in de busi- nesscase kan en wil de gemeente niet vullen. Het gaat de financiële draagkracht van de gemeente te boven en het is ook niet de taak van de gemeente om het ondernemersrisico van de ontwikke- lende partijen over te nemen. Een dip in de productie is in tijden van recessie niet te voorkomen. Rijk en marktpartijen hebben beide medio 2023 aangegeven dat de woningbouwproductie landelijk mogelijk kan halveren. We hebben in 2023 dus te maken met een terugval na een jarenlange hoge woningbouwproductie. In de periode 2014 tot 2023 zijn ruim 63.000 woningen in aanbouw genomen. Het is van groot be- lang om de dip in de productie te beperken (in duur en diepte). Amsterdam blijft samen met marktpartijen en woningcorporaties inzetten op een zo hoog mogelijke woningbouwproductie, door het nemen van additionele maatregelen en maatwerk in de projecten. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 2 van7 1. Wat doen we al De gemeente is in goed overleg met marktpartijen, corporaties en hun koepels (NEPROM, IVBN, AFWC , Bouwend Nederland en Vastgoed Belang) om de marktsituatie te duiden, oplossingen te bedenken en perspectief te bieden. Er is sprake van constructief overleg, met begrip voor elkaars positie, belangen en beperkingen. De gemeente benut deze gesprekken om te zien welke stimuleringsmaatregelen zinvol zijn om de bouwproductie te bevorderen. Tijdelijke marktmaatregelen Als uitvloeisel van het overleg met de koepels is in de eerste helft van 2022 besloten tot twee tijde- lijke maatregelen: e _detransformatie-impuls, om de transformatie naar betaalbare woningen aan te jagen en e _de ambitiebonus, om extra inspanningen op gebied van betaalbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit bij inschrijvingen op tenders te stimuleren. In de loop van 2022 verslechterde de marktsituatie door de stijging van de rente en de bouwkosten en de dalende marktwaarden en dat vroeg om extra maatregelen. Aan het eind van 2022 lag er een gemeentelijk pakket, dat meer ruimte geeft aan marktpartijen: e _ bereidheid tot uitstel van contractuele termijnen; e _ verlenging van de transformatie-impuls tot 1 februari 2024; e _ matiging van de indexering van de grondprijzen (5% in plaats van CPl-indexcijfer), voor de overeenkomsten die zijn afgesloten vanaf 1 januari 2020 (waarvan het erfpachtrecht nog niet was ingegaan) én voor overeenkomsten die voor 1 janvari 2024 worden gesloten. Planoptimalisatie in de projecten In de gebiedsontwikkeling wordt met alle ontwikkelende partijen gesproken over de voortgang en over eventuele belemmeringen. Om te komen tot een uitvoerbaar plan wordt soms ingezet op planoptimalisatie (kosten en opbrengsten). Dit is maatwerk. In de kern gaat het bij planoptimalisatie om voorstellen tot omzetting van het programma en/of voorstellen tot bijstelling van de kwalitatieve ambities en het ontwerp. Denk aan onderwerpen als: de mix van functies, het woningbouwprogramma, het pakket energie en milieu, inpandig par- keren, vulling en kwaliteit van de plint en ontwerpoplossingen en materiaalgebruik. De planopti- malisatie kan daarmee raken aan de doelstellingen voor een complete, duurzame, betaalbare en inclusieve stad. Het loslaten van ambities om projecten op de korte termijn haalbaar te maken kan pijn doen en er spelen dus dilemma's. Het gemeentelijk streven is het op peil houden van de woningbouwproductie zonder dat kwalita- tieve grenzen worden onderschreden. Voor het College van B&W blijft ,0-40-20 gelden als uit- gangspunt voor het woningbouwprogramma en een goede mix in woninggrootte is eveneens van belang. Het is bij planoptimalisatie bovendien zaak dat het alternatieve plan een aanvaardbare kwaliteit heeft. De gemeente werkt niet mee aan slechte plannen. Marktpartijen worden uitgedaagd om een zo goed mogelijk plan te maken binnen de budgettaire mogelijkheden. Niet elke planoptimalisatie is overigens op korte termijn door te voeren. Een forse planherziening kan zo een jaar vergen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 3 van 7 In de afgelopen maanden is in de gebiedsontwikkeling meegewerkt aan verschillende vormen van planherziening/optimalisatie. Ter illustratie: e _Woningbouwprogramma op NDSM blok B7 (omzetting van vrije sectorwoningen naar eeuwig- durende middeldure huur); e _ Woningbouwprogramma cluster 7 Arenapoort Oost (omzetting van een deel van de sociale en middeldure huur naar vrijesectorwoningen); e _ Woningbouwprogramma Elzenhagen Zuid NZ3 (omzetting van vrijesectorwoningen naar soci- ale huur en van middeldure huur naar eeuwigdurende middeldure huur); e _Planoptimalisatie in project Elements in Amstelkwartier 2° fase (o.a. wijziging energiesys- teem en positionering WKO); e _ Planoptimalisatie in blok 5az in Sluisbuurt Zeeburgereiland (o.a. vereenvoudiging configuratie gebouw en gevelmateriaal, versoberen daktuin). Impuls Gewoon Goed Vanuit het Woningbouwplan 2022-2028 zijn bovendien acties in gang gezet om te komen tot ver- snelling en vereenvoudiging van processen in de gebiedsontwikkeling. Dit moet leiden tot een structurele verbetering van werkwijzen in nieuwe plannen en projecten. Inzet is de haalbaarheid van woningbouwprojecten te vergroten, zonder door een kwalitatieve on- dergrens te zakken die voor een goede en complete stad vereist is. Dit vraagt om: e _ Vergroten van financieel bewustzijn in stedenbouwkundige plannen en kaders, zowel qua kostenbeperking als opbrengstoptimalisatie e _ Meer ruimte scheppen voor optimalisaties en alternatieven in de bouwplanuitwerking e _ Experimenteren met standaardisatie en modulair bouwen bij (flex)woonprojecten Minder ambitie en standaardisatie is daarbij geen doel op zich. Voorop staat dat de kwaliteit in de plannen uitvoerbaar moet zijn. Dit moet worden vertaald in werkbare stedenbouwkundige plan- nen, bouwenveloppen, tendercriteria etc. Het vraagt om rekenen en tekenen in een vroeg sta- dium, meer ruimte voor modulair bouwen en het minder stapelen van kwaliteitsambities. Het kos- tenbewustzijn moet omhoog. Daarbij benutten we de kennis en ervaring van marktpartijen. De voortgang en resultaten worden meegenomen in de voortgangsrapportages aan de raad. Vereenvoudiging stedelijk kader voor particuliere transformatie Het kader geeft aan wanneer in een transformatieproject kan worden afgeweken van het pro- grammatisch uitgangspunt 40-40-20 en is van toepassing op individuele particuliere transforma- tieprojecten. Het geldt dus niet voor projecten in Transformatiegebieden, waarvoor de gemeente op gebiedsniveau het programmatisch kader vaststelt. Het voorstel voor een Nieuw Stedelijk Kader particuliere transformaties is vlak voor het zomerre- ces van 2023 ter consultatie naar de stadsdelen gestuurd. Eén van de voorstellen is om, met het oog op verhogen van de haalbaarheid van transformaties, de ondergrens voor toepassing van de “40-40-20” op te trekken. Bovendien zijn de criteria om af te mogen wijken vereenvoudigd. Het vereenvoudigde stedelijk kader voor particuliere transformaties wordt dit najaar 2023 ter be- sluitvorming aan het college voorgelegd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 4 van 7 2. Watgaan we nog meer doen Maatregelen grondprijsbeleid Rond de zomer is nader overleg gevoerd met marktpartijen en hun koepels over mogelijke aanvul- lende maatregelen. Marktpartijen hebben te maken met dalende opbrengsten, stijgende rente, toegenomen bouwkosten en met in het verleden gemaakte grondprijsafspraken die hier niet altijd meer goed op aansluiten. Bovendien is de animo van kopers en beleggers afgenomen met een ri- sico voor de afzet. Dit werkt negatief vit op de businesscase. De gemeente werkt met een systeem van genormeerde residvele grondprijzen. Ontwikkelingen in opbrengsten en stichtingskosten hebben dus effect op de hoogte van grondprijzen. De markt wordt nauwlettend gevolgd om ervoor te zorgen dat grondprijzen marktconform zijn op het mo- ment dat een overeenkomst wordt gesloten. Vervolgens wordt de grondprijs, in de tijd tussen het aangaan van een overeenkomst en het afgeven van de erfpachtaanbieding, geïndexeerd met de CPI index. Eind 2022 is deze gematigd tot maximaal 5% per jaar, vanwege een aanhoudend hoge inflatie. Ondanks deze matiging kent de daadwerkelijke ontwikkeling van de grondwaarde en an- dere ontwikkeling dan de CPI. Dit kan ertoe leiden dat de uiteindelijk (geïndexeerde) grondprijs op moment van erfpachtuitgifte niet meer aansluit bij wat op dat moment markconform is. Nu de op- brengsten onder druk staan, en de stichtingskosten zijn gestegen, laten de actuele gemeentelijke grondprijzen immers een daling zien. We ervaren daardoor dat het voor marktpartijen ingewikkel- der is geworden om reeds afgesloten overeenkomsten uit te voeren, vanwege de verslechterde omstandigheden. De gemeente heeft baat bij het op peil houden van de productie om de woningnood te lenigen, maar ook om te kunnen blijven investeren in de stad. Dat overeenkomsten worden uitgevoerd is daarvoor noodzakelijk. De mogelijkheden om financiële steun te verlenen aan projecten wordt echter beperkt om de volgende redenen: -_Middelen: er is beperkte ruimte in het Vereveningsfonds; -___ Rolverdeling: marktpartijen zijn als ondernemende partij mede risicodrager; -__ Europese en landelijke regelgeving: het geven van staatssteun is verboden. -_Competities: grondprijzen liggen vast in tendervoorwaarden. Binnen deze randvoorwaarden onderzoekt het college welke incidentele en structurele maatrege- len mogelijk zijn om projecten op korte en lange termijn door te laten gaan. Hierbij heeft het college drie concrete maatregelen op het oog, waarvan de eerste een tijdelijke maatregel betreft. 1. Verkennen tijdelijke maatregel herijking grondprijzen in transformatieprojecten Het college verkent een tijdelijke maatregel om bij transformatieprojecten de overeengekomen grondprijzen te herijken vlak voor het moment van erfpachtwijziging. Hierdoor zullen de genor- meerd residuvele grondprijzen bij transformatieprojecten, waarvoor reeds overeenkomsten geslo- ten zijn, weer actueel en marktconform zijn. Afhankelijk van bestemming, locatie en ingangsda- tum van de overeenkomst zal dit lagere grondprijzen betekenen (let op: dit zal niet altijd het geval zijn). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 5 van7 Tot op heden heeft de gemeente dit nooit gedaan, omdat de gemeente altijd het uitgangspunt heeft gehanteerd dat niet teruggekomen wordt op gemaakte afspraken. In goede tijden heeft dit veel partijen de nodige financiële ruimte geboden, maar inmiddels zet dit transformatieprojecten juist onder druk. 2. Verkennen van een alternatieve index voor overeengekomen grondprijzen Het college verkent hoe het systeem kan worden aangepast, opdat grondprijzen niet alleen actu- eel en marktconform zijn op moment van het aangaan van een afspraak, maar ook op moment van erfpachtuitgifte. Onderzocht wordt of er een goed alternatief is voor de CPI-index. Een index die beter aansluit op de ontwikkelingen, nadat de grondprijzen zijn afgesproken. Het is een lastige zoektocht. Er is immers geen bestaande grondprijsindex bekend en de grondprijs is een resultante van opbrengst- en stichtingskostenontwikkeling. De vastgoedmarkt bestaat bo- vendien vit verschillende deelmarkten (kantoren, wonen, winkels, etc.). Het primaire doel is om met een objectieve en betrouwbare alternatieve index te komen, waarbij de overeengekomen grondprijs omlaag gaat in tijden van een neergaande markt en omhoog gaat als de marktontwikkelingen beter worden. 3. Onderzoek naar juiste moment voor afgeven grondprijzen in transformatieprojecten Bij transformatieprojecten worden op verzoek van de markt vroeg in het proces door de gemeente definitieve grondprijzen afgegeven, omdat het ontwikkelaars zekerheid geeft en in staat stelt om de haalbaarheid van de business case goed door te rekenen. Het vroegtijdig verstrekken van defi- nitieve grondprijzen kan echter vit de pas lopen met daarop volgende marktontwikkelingen. Dit pakt nu ongunstig vit gegeven de stijgende kosten en lagere opbrengsten. Dit kan de vaak toch al ingewikkelde business case dusdanig onder druk zetten dat het project niet tot uitvoering komt. De gemeente wil er mede op verzoek van marktpartijen voor zorgen dat bij het bepalen van de de- finitieve grondprijs, rekening wordt gehouden met meer actuele vastgoedwaarden en bouwkos- ten. Onderzocht wordt of het mogelijk is om later in het proces, dus dicht op het moment van het tekenen van de afsprakenbrief of, bij het ontbreken van een afsprakenbrief, de erfpachtovereen- komst, definitieve grondprijzen af te geven. Om marktpartijen gedurende de initiatief- en onder- zoeksfase wel enig houvast te geven, wordt bovendien onderzocht of de gemeente indicatieve grondprijzen kan geven voor verschillende functies en gebieden. In overleg met marktpartijen zal bekeken worden of deze mogelijke maatregelen een verbetering zijn. Alle maatregelen worden beschouwd op effectiviteit en uitvoerbaarheid, waarbij de inzet is deze, indien mogelijk en wenselijk, voor bestuurlijke besluitvorming mee te nemen in het Grondprijsbeleid 2024. De maatregelen gaan dan in per 1 -1-2024. Benutten van startbouwimpuls rijk De gemeente kan bij het helpen vlottrekken van projecten gebruik maken van de startbouwimpuls (SBI) van het rijk. De startbouwimpuls is bedoeld voor bouwprojecten die nu dreigen te worden uitgesteld of te worden stopgezet door de slechtere economische omstandigheden. De minister heeft in zijn brief d.d. 29 augustus 2023 de criteria aangegeven voor toekenning van de SBI. Deze criteria betreffen onder meer de zekerheid start bouw 2024/2025, het aandeel be- taalbare woningen (minimaal 50%) en het betreft permanente woningbouw. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 6 van 7 Op basis van de criteria wordt bezien welke projecten zinvol en kansrijk zijn om bij het rijk in te die- nen. De aanvraag wordt samen met de betreffende marktpartij voorbereid. De deadline om aan- vragen in te dienen is 13 oktober a.s 3. Totslot De halfjaarcijfers woningbouw zijn lager dan we de afgelopen jaren gewend zijn. De terugval komt echter niet als verrassing. Om de dip in de productie zo klein mogelijk te houden, werken we sa- men met marktpartijen en corporaties aan het haalbaar maken van projecten door planoptimalisa- tie. Daarbij willen we gebruik maken van de startbouw-impuls van het rijk. Tegelijkertijd gaan we als gemeente door met het in gang zetten van structurele verbeteringen om processen te versnel- len en te vereenvoudigen onder de noemer “Gewoon Goed” en verkennen we nadere maatregelen ten aanzien van het grondprijsbeleid. Doorbouwakkoord Amsterdam De gemeente voert reeds lang intensief overleg met ontwikkelende partijen. Alle betrokkenen hebben baat bij het op peil houden van de bouwproductie. De marktsituatie wordt gezamenlijk geanalyseerd en mogelijke maatregelen worden gezamenlijk besproken en beoordeeld. Elke partij heeft in het ontwikkelingsproces zijn eigen rol te vervullen, deels vanuit verschillende perspectieven en belangen. De Amsterdamse aanpak en de aanvullende maatregelen worden ondersteund door de betrokken koepels NEPROM, IVBN, AFWC, Bouwend Nederland en Vastgoed Belang. In een te ondertekenen Doorbouwakkoord zal de gezamenlijke inzet worden vitgedrukt. Indien er zekerheid is over het landelijk huurbeleid zal de gemeente haar specifieke inzet voor mid- deldure huurwoningen heroverwegen. We blijven bovendien ruimte geven aan initiatieven die te- gen lage kosten extra plancapaciteit en productie opleveren (bijvoorbeeld optoppen). We staan als gemeente voor een complexe en lastige opgave. De ambities zijn hoog, maar de om- standigheden vereisen soms om een stapje terug te doen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief 19 september 2023 Pagina 7 van7 Het college zet zich in voor het op peil houden van de bouwproductie, voor “gewoon goed” zonder hierbij door een kwalitatieve ondergrens te zakken. Met als uiteindelijk doel een complete, duur- zame, betaalbare en gezellige stad. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlage 1. Doorbouwakkoord Amsterdam Bijlage 2. Halfjaarrapportage Woningbouwplan 2022-2028; stand van zaken 1 juli 2023 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
7
train
X Gemeente Amsterdam X _ Actualiteit voor Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering Jaar 2018 Datum indiening 20 juni 2018 Datum behandeling 4 juli 2018 Onderwerp Commissieactualiteit van de leden Simons (BIJ1), Karaman (GroenLinks) en De Heer (PvdA) inzake flexwerk bij Contactcenter Amsterdam. Aan de commissie Inleiding De afgelopen tijd hebben de medewerkers van het Contactcenter Amsterdam (CCA), het callcenter van de gemeente Amsterdam, een petitie opgesteld. Een ruime meerderheid van de ongeveer 280 medewerkers ondersteunt deze petitie. Zij vragen dat het aantal flexwerkers bij het CCA wordt teruggebracht van 60% naar 15%, de gemeentelijke norm. Ook vragen zij dat uitzendkrachten die langer in dienst zijn dan 1 jaar een vast contract krijgen aangeboden. Op maandag 11 juni is deze petitie aangeboden aan de stedelijke directeur dienstverlening en informatie. Diens reactie neemt de zorgen van de medewerkers van het CCA niet weg. De huidige situatie is slecht voor de werknemers van de gemeente Amsterdam en slecht voor de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente. Hoe gaat de gemeente aan de vraag van haar medewerkers om haar eigen beleid uit te voeren gestalte geven? Hoe gaat het college recht doen aan de zin uit het collegeakkoord: “Goed werkgeverschap staat voor de gemeente voorop.” Reden spoedeisendheid Gezien de onzekere situatie waar de medewerkers van het CCA in verkeren en de hoeveelheid aflopende contracten is een snelle oplossing nodig. Dat terwijl de contracten van ervaren medewerkers niet worden verlengd diezelfde medewerkers wordt gevraagd hun familie en vrienden te benaderen te solliciteren bij het CCA, omdat het de vraag deze zomer niet aankan is niet alleen schrijnend, maar illustreert dit des te meer. De leden van de commissie, S. Simons M.D. Karaman C. De Heer 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Commissieactualiteit 2
Actualiteit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 131 Publicatiedatum 24 februari 2017 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 15 februari 2017 Behandeld op woensdag 15 februari 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Roosma en Ünver inzake de uitbreiding van de Pc-regeling voor minimaleerlingen in het primair onderwijs. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitbreiding van de Pc-regeling voor minimaleerlingen in het primair onderwijs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 120). Overwegende dat: — erin 2017 102 miljoen euro beschikbaar is voor armoedebeleid, waarvan 78 miljoen euro structurele middelen en 24 miljoen euro meerjarig incidentele middelen zijn; — het van groot belang is dat deze middelen op een afgewogen en beargumenteerde wijze worden ingevuld en op een effectieve wijze worden besteed, in het belang van de doelgroep, de Amsterdamse minima. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. inzichtelijk te maken welke onderdelen van armoedebeleid na 2018 structureel gefinancierd blijven en welke onderdelen van het beleid in 2019 aflopen vanwege incidentele financiering; 2. daarbij beargumenteerd aan te geven waarom bepaalde onderdelen van het beleid structureel verankerd worden en andere onderdelen niet; 3. naast het rekenkameronderzoek als college zelf een analyse te maken hoe de verschillende onderdelen van het armoedebeleid bijdragen aan de beoogde doelstellingen van dit beleid (anders dan het verhogen van het bereik) en daarbij verschillende doelgroepen te specificeren; 4. normen op te stellen voor de verhouding tussen uitvoeringslasten en effectief armoedebudget en de onderdelen van het armoedebeleid daaraan te toetsen. De leden van de gemeenteraad F. Roosma E. Unver 1
Motie
1
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1180 Datum indiening 1 september 2020 Datum akkoord 22 oktober 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake mogelijke verdwijning van De Drie Hoven Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Het voormalige ouderentehuis De Drie Hoven in Nieuw-West biedt momenteel onderdak aan ongeveer 70 studenten en daarnaast aan veel jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Toen de ouderen nog in het wooncomplex samenwoonden met de studenten werden er veel activiteiten samen ondernomen. Dit vrijwilligerswerk is na de verhuizing van de ouderen doorgegaan met allerlei activiteiten en hand- en spandiensten in de buurt. Elke student doet zo'n 10 uur vrijwilligerswerk in de maand in de buurt en daarmee zorgen zij voor sociale cohesie in de wijk. Hun vrijwilligerswerk wordt dan ook goed ontvangen door de buurt. De fractie van de ChristenUnie vindt de inzet van deze studenten bijzonder en wil hun werk graag steunen om de positieve invloed op de sociale cohesie in de wijk. Het lijkt erop dat de studenten en jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt het wooncomplex aan het einde van dit jaar moeten verlaten. De fractie van de ChristenUnie zou het jammer vinden dat het positieve vrijwilligerswerk dat deze studenten in de wijk doen daarmee zou stoppen. Met dit project worden veel problemen die zich nu in Amsterdam afspelen bestreden: woningnood onder studenten, hoge studieschulden door de hoge huurprijzen, maar ook eenzaamheid onder ouderen. De fractie van de ChristenUnie zou het dan ook ten zeerste betreuren wanneer dit geen doorgang kan vinden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met de huidige situatie van De Drie Hoven en de bewoners en het vele vrijwilligerswerk dat zij in de wijk doen? Antwoord: Het college is bekend met de huidige situatie van De Drie Hoven en de bewoners en het vrijwilligerswerk dat de studenten in de wijk doen. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng Leo Gemeenteblad R Datum 22 oktober 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 1 september 2020 2. Is het college op de hoogte van de plannen van Woonzorg om de grond van het complex de Drie Hoven te verkopen? Is de gemeente een belanghebbende in deze verkoop? Antwoord: Het college heeft van Woonzorg vernomen dat het pand niet verkocht gaat worden. Het pand wordt verbouwd naar zelfstandige woningen voor ouderen met een levendige plint met voorzieningen voor de nieuwe bewoners van De Drie Hoven als ook voor bewoners in de buurt. 3. Is het college bereid om met Woonzorg in gesprek te gaan over eventuele verlenging van bewoning van het complex door de studenten en jongeren? Zo ja, kan het college de raad informeren over de uitkomst hiervan? Antwoord: Het college heeft van Woonzorg vernomen dat de studenten en de cliënten van Cordaan er tijdelijk wonen tot het pand gerenoveerd gaat worden. In 2019 is de zorgaanbieder uit het pand vertrokken omdat men dit pand niet langer geschikt vond voor het leveren van zware zorg. Het pand werd bewoond door ouderen die er waren gaan wonen voor verpleeg- en verzorging. Zij werden genoodzaakt te verhuizen en zijn in 2019 naar andere voor hen geschikte woonplekken vertrokken. In afwachting van de nieuwe plannen zijn er in het leeggekomen pand toen studenten gehuisvest. De studenten met antikraak overeenkomst zijn op de hoogte dat het een tijdelijk contract is. Woonzorg heeft bij stadsdeel Nieuw-West een concept omgevingsvergunning ingediend. Het college ziet geen reden Woonzorg te verzoeken de plannen aan te passen. Woonzorg is een corporatie die woningen bouwt en verhuurt aan senioren. Er is veel behoefte aan zelfstandige woningen voor ouderen, ook in deze buurt. 4. Deelt het college de zorg van de fractie dat wanneer de grond verkocht wordt en de huidige vorm van bewoning geen doorgang vindt er vitaal vrijwilligerswerk in de wijk zal verdwijnen? Antwoord: Het stadsdeel geeft aan dat er in de buurt voldoende vrijwilligerswerk is en overblijft als de huidige vorm van bewoning wordt beëindigd. Het vrijwilligerswerk dat door de studenten wordt uitgevoerd, vindt enkel ín en rondom het gebouw plaats. Buurtbewoners organiseren laagdrempelige buurtinitiatieven zoals het planten van bloembollen. Ook is er in de buurt een kerk (de Ark) actief en deze betrekt buurtbewoners bij de activiteiten. Verder heeft het Huis van de Wijk (het Anker) buurtwerkers die buurtbewoners ondersteunen om activiteiten te organiseren in de buurt. De grond wordt niet verkocht, zoals onder vraag twee al is aangegeven. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
VN2021-002575 X Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Wonen ‘ Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp di Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Zorg (35) Vluchtelingen en Ongedocumenteerden (14,) Agendapunt 17 Datum besluit College van B&W, 26 januari 2021 Onderwerp Raadsbrief verdeling woningen Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsbrief inzake de verdeling in 2021 van woningen voor het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet, lid 1: ‘Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur’. Bestuurlijke achtergrond Op 13 maart 2019 heeft de Raad het Programmaplan 2019-2022 Huisvesting Kwetsbare Groepen vastgesteld. In de Samenwerkingsafspraken tussen de gemeente, Amsterdamse corporaties en Netwerk Huurderorganisaties Amsterdam is afgesproken dat jaarlijks 1800 woningen toegewezen worden aan de doelgroepen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. De commissie WB is met de brief van 31 maart 2020 op de hoogte gesteld van de toenemende vraag van woningen voor kwetsbare groepen en de noodzaak een eerste aanpassing door te voeren in de criteria voor sociaal medische urgentie. Op 30 juni 2020 is de commissie verder geinformeerd over de toenemende vraag naar woningen voor kwetsbare groepen, de gewijzigde verdeling van de 1800 woningen in 2020 en de onderzoeken naar alternatieve oplossingen voor de kwetsbare woningzoekenden. De commissie WB is op 28 oktober 2020 toegezegd om in janvari 2021 geïnformeerd te worden over de verdeling van de woningen in het jaar 2021 over de 3 hoofdcategorieën van programma: - wonen zonder begeleiding (met name sociaalfmedische urgentie) - wonen met begeleiding (Uitstroom MO/BW) -statushouders. Reden bespreking N.v.t. (ter kennisgeving) Gegenereerd: vl.6 1 VN2021-002575 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Wonen % Amsterdam ‚ _ ‚ Oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 maart 2021 Ter kennisneming Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt Welke stukken treft v aan? AD2021-008858 Commissie WB Voordracht (pdf) AD2021-008881 Raadsbrief Verdeling 2021 PHKG-19 ja 2021.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Hugo Bakkum, [email protected] Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
test
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam 15 december 2015 X Oost Jaar 2015 Registratienummer Z-15-22515 / INT-15-06774 Onderwerp: Evaluatie subsidieregeling Tegemoetkoming in de kosten van sportverenigingvergunningen Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 10 november 2015 overwegende dat: -_in de motie (nr. 250) aangenomen in de vergadering van de stadsdeelraad Oost op 8 mei 2012 is bepaald, dat de in die motie bedoelde subsidieregeling na een jaar geëvalueerd wordt; -_de subsidieregeling per 2 april 2014 in werking is getreden en per 1 november 2014 geheel is doorgevoerd; -_in art. 8lid 2 van de subsidieregeling is bepaald, dat de regeling vervalt op 1 januari 2016; -__de Bestuurscommissie daarom een uitspraak dient te doen over het wel of niet willen voortzetten van de subsidieregeling; -_het college van B&W een nieuw stedelijk afwegingskader parkeerregeling bij sport- voorzieningen ontwikkelt, dat volgens planning in het eerste kwartaal 2016 in de gemeenteraadscommissie wordt besproken; -_dat aan de bestuurscommissies een actieve uitvraag zal worden gedaan om het parkeren bij sportvoorzieningen te analyseren en mogelijke knelpunten in te dienen; gelet op: -__de Algemene Subsidieverordening Amsterdam; -__de Verordening op de bestuurscommissies, en in het bijzonder de daarbij behorende Takenlijst (met name de onderdelen o,9g.2 en 19.6) en het daarbij behorende Bevoegdhedenregister (met name de onderdelen W.3. en W.4.); besluit: 1. Aan het gemeentebestuur te verzoeken de subsidieregeling nog te mogen voortzetten totdat het nieuwe stedelijke kader over de parkeerregeling bij sportvoorzieningen is vastgesteld. 2. Het Dagelijks Bestuur te belasten met de uitvoering van dit besluit. 3. Inde reactie op de aangekondigde uitvraag aan de bestuurscommissies een nader standpunt te bepalen over de gewenste faciliteiten voor de sportverenigingen binnen het vast te stellen stedelijke kader, met inbegrip van de kosten van sportvereniging- vergunningen. 4. De evaluatie overigens voor kennisgeving aan te nemen. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter xZOO1FB1668F * 1 Afschrift: afd. Beheer openbare ruimte (Heel) afd. Sport en Accommodaties 2
Besluit
2
train
X Gemeente Gemeenteraad RAAD % Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 24 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid J.F. Bloemberg-lssa inzake bescheming meervleermuis Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Investeringsnota IJdoornschoollocatie Constaterende dat: — de schoorsteen van de IJdoornschool op dit moment als (kraam)verblijf van een kolonie meervleermuizen dient; — de meervleermuis een beschermde diersoort is; — erin het plan van aanpak is geopperd “om een vrouwelijk individu van de kolonie van de meervleermuis van de IJdoornschoollocatie handmatig te verplaatsen naar de voorziening(en) en daar enige tijd ‘vast te houden” omdat “[dje roep van de meervleermuis vanuit de voorziening […] de andere vleermuizen [kan] motiveren om ook de voorziening te betrekken;” — _op de schoorsteen van de IJdoornschool bovendien de steenbreekvaren is aangetroffen; — de steenbreekvaren onder de huidige gedragscode Flora- en faunawet van de Gemeente Amsterdam valt, alsmede onder aanvullend beleid dat de gemeente aan het voorbereiden is voor een aantal niet (meer) beschermde muurplanten.* Overwegende dat: — _ het belangrijk is om kwetsbare flora en fauna te beschermen; — er reeds maatregelen getroffen zijn om de meervleermuis te lokken naar een nieuwe verblijfplaats (vleermuistoren), maar dit tot op heden nog niet gelukt is; — erin de huidige plannen slechts een gewenningsperiode voor de meervleermuis van één jaar is opgenomen; — uit stukken echter blijkt dat meervleermuizen een “extreem lange gewenningstijd van soms wel 3 jaar” hebben;* — de QuickScan ook adviseert om “een deel van de schoorsteen met steenbreekvarens (indien mogelijk) te realiseren in een nieuwe constructie;” — _erinde QuickScan 11 kansen worden gesignaleerd voor de ontwikkeling van natuur en biodiversiteit op deze plek; — _erbezwaaris aangetekend tegen de aangevraagde ontheffing voor de Milieuwet en deze procedure nog loopt. * Notitie (raadsinformatie.nl) p.6. ? 210707 Activiteitenplan IJdoornschoollocatie.pdf p.23. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de schoorsteen van de IJdoornschool te respecteren als een belangrijke thuishaven van (deels beschermde) flora en fauna en deze niet te slopen; — het natuurlijke gedrag en de extreem lange gewenningstijd van de meervleermuis te respecteren in dit proces; — geen gebruik te maken van de gijzeling van vrouwelijke meervleermuizen; — gevolg te geven aan de aanbevelingen van de QuickScan met betrekking tot de ontwikkeling van natuur en biodiversiteit op deze plek. Indiener J.F. Bloemberg-Issa
Motie
2
discard
We geven elkaar ruimte 2 Inhoud Inleiding …………….unssunnnenervennennenenennenenee enen sensnnnnenensenversenennnnenenreneennnnnnnenenverrvennnnnnsnenrensenvennnenenreere dj Maatregelen internationaal … nnen nennen eenennnnenveneenevenveneneneenvenvenseenvenvenvenvenvennvenveenvenveneenvenvenveenveneenede Leeswijzer …….nnnnnnnnrenserennnerennenenneerensenensenenseerennnnvenvenenvenenneerensereensenennseenserennsennnneneneerenserennnnenseenensereenverenvere ned Organisatie & uitvoering … …… ss sssnsssnnenreneneersenenneneneeneeneenennneneenvsnresennnnaneneeneenvenennnnsnenvensenrenennn. Ó Bestuurlijke besluitvorming … nonnen nen eneenenenenveneenenenvennen eneen venvenseenvenvennvenvenvennvenveeneenveneenvenvenneenvenenn Ó Juridisch kader unne en enneerrnenneerenenservenreneeenenaeerenenenervennservenrsnerreenneervennneervennnservenssnervennseerennnnenne J Adaptieve aanpak … ennen eneen enneenneenneerneeennvensenenenenevenvenenenenveenverenvennvennvennvenseernevenevennneevvervveenven G Pragmatisme in de uitvoering … nnen eneen envenvenevenvenneenseenveneeneeenvenvennvenvenvenseeeneeneenvenveenvenvenseenveneen G Monitoring … anneer enne nennereeenenenneerensenensenenseerenservensenenvenenseerensenennsenennnseenserenseennneeenneerenserennnvenseerenerrenverenseren G Uitgangspunten … nnn susnsonnenenen vern eesnnnnnenenseenensenennnnenvenensennnnnnenenreenensensnnnnenvenrenvevvnnnnsnenreneer AL Ruimte voor voetgangers …… ….….………nnssunonserrsenererrennerssernnenerrseeneervenerenseernvnneervsnnenrvenenvervnvennneerrnn 13 Maatregelen, meer ruimte voor voetgangers… nnn ereen eneenvennvenvenvenvenevenennvenveenvenvenneenvenvenneervenne 13 Trottoirs vrijmaken van objecten … nnee ven envenvenenenvenvenseeenensenennenvenvenevenvenvensvenvenvennvenveenvenvenveeneenene 15 Eenrichtingsverkeer voor voetgangers ….. nonnen nennen envene renee envenvenseenenenenvenvenvennvenveenvenvenvvenvenvenseenver 16 Fietspad wordt trottoir … eenen neenneerneeeneeeneereneeenerenseerveeenenenenenverenvennvennvenneenseeenveenevenverenvernn 17 Alternatief gebruik parkeerplaatsen … nnen enne nnnnenneneennvenvenvenneerneeneenenenneneennnenveneennvenvensenneenseenveneenneeneeneee 1Ô Voetganger op rijbaan, ‘shared space! … nonnen envenveneeenenneenenenvenvenneenvenvensvenvenvensvenveeneneeenveenvenene 19 Voetganger op rijbaan, straat afsluiten voor gemotoriseerd verkeer … unne eneen ennsensennenneenenenveneeneneneenene. 20 Voetgangersgebied, straat ook afsluiten voor fietsverkeer … unne oneneenveneeneennenenseenenveneeenenveneenveneneen 21 Aanpassing programma verkeerslichten (VRIJ … nun onveneneneeenenneenenenveneenenenveneeeenenvennensveneeenvenveneenvenee 22 Uitschakelen verkeerslichten (VRI) … unne annen enenseerenensnereenensnerensnnnnsensnanneenensnneensneneensnsnnseernenseensnenseren 23 Ruimte voor rijdende auto anders inzetten … nuno veneeeneeneennnenvenveneeneenvennvenveenvenvenvenveneeenvenvern Zl Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen … nun naneennenenneenenveneenvenveneenv enen eenenvenvenveneenvenvenennvenenvenene 25 Ruimte voor fietsers … nn onnnenr en enreenenrnenenennnenensenennenenenseenverennenrnnnenvvnnen enne nnnnenr en verenneers 27 Maatregelen, meer ruimte voor fietsers nennen eenn enenneenene eenen venvenennvenenvenvenveneeneneveneenvens 27 Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken … … nennen nennen veneenvenvenenenenenseevenvenvenvenveneenvenreneenen ee 2) Fietsers op de rijbaan … nennen envenneneeneeeneeneeneeenvenenenvenvenevenveenvenveneeenvenvenneenvennennvenveeneenveneeenveneeenvenvenn. 30 Aanpassing programma verkeerslichten (VRIJ … nnen ennen venennenenveneennvenee enen eevnenenvenvenenenvenvenseenveenne 31 Tijdelijk uitzetten verkeerslichten (VRIJ … nnen ennen enneeeneneenenenvenenenvenveneenvenvenvennvenveenvenveneenvenenen 32 Vergroten opstelruimte … ennen eneen neeneerneeeneeeneeeennveneeenveneneneneeenveenveennenenvennvenseerneeenevenveerveeeverenenr 33 Gedragsregels fietsers op smalle fietspaden … nanne vennen venvenvenveneenvenreneenenvenvenvenvenvenvenennvenrenenene 3 Ruimte voor OV-reizigers … ss ssunsnnnnnorreeeenersenennnneneerensennnenenrensnenensennnnnneneeneenvevvnnensnenrenenn 36 Maatregelen, meer ruimte voor de reizigers van het openbaar vervoer … nennen enne ennvenneenneenseeenereneeene 36 Inrichten wachtgebied buiten ‘dedicated’ halteomgeving; trottoirs … nennen eneeneenenenvenvenneeneeenn 30 Inrichten wachtgebied buiten ‘dedicated’ halteomgeving; fietspaden, rijbanen, parkeerplaatsen … … 39 Ruimte voor autoverkeer … unne ereneeneneeeneeenenenen enen enerenerenennnneennse nnen enen enen nnennvernvrennerenen BÀ Maatregelen, ruimte voor autoverkeer … nennen ennen en veneenneenvenveneeenenenvenveneenvenvennvenveenvenvenveen bl Autonetwerk … annen eeens enen enneenennereenenenneenenneeenenenennenenneenenneerensenenneerennenennenenneenenseenennerenenenseeeenneeeenee ennn 3 Circulatiemaatregelen voor auto's … annae enen neerneeene rene venseeenevenverenenevenenenenveenveenevennvennvensvensevene verveend Alternatieve parkeergelegenheid … neen envenvenneeenensenenvenveneenneenvenvenvenvenvennveevenvenvenve evene B 3 Ruimte op en rond het water … uns eernsnenrenerveensenensenrnnenrenenrvnnenvenerevennenenneeeenve ennen venveervenenen Á7 Maatregelen, voldoende ruimte op en rond het water … nnee eeen enenenenenevennvennvenseerenveneeeneeenveeev veen A7 Sector overstijgend reguleren … nnen eenen envenveneeenvenneenseenvenvenenenvenvennvenvenvenneeenveneenveneenvenvenneenver Ö Zorgdragen voor veilige passagiersvaart … nanne eeneeneeneenneenvenvenvenvenseenseenvenvenenenvenvennvenvenveenenen ereen} Aanpassingen rond de veren … unne ennenennnnenvenvenenenvenereneeeneeneenenenveneennnenvenvensvensenvensvenveenvenveneenvenene. DO Voortgang van transport en bouwlogistiek … unne en eenenn en enveneenneeeneeneeneenenenvenvenenenvenvenverenenvene DÛ Faciliteren van veilige pleziervaart … … nnen ennen eneeneenenenvenenenvenvensee ene envenvenevenvenveneenvenvennvenveeveenvenveenvene DD Ruimte voor recreanten … usus senssenneessvensenseersvenerrvsneneereenenseennnenerrvsneneervenenensvenrvenervvennneervnene Dh Maatregelen, meer ruimte voor recreanten …… nnee eene rene eenvenenenenenenverenvenevennvennvenseenseeene renner bl Beter benutten recreatieruimte … nnen anneer ennnenenenennvenenneerennerennsenennnneennerenenenneenenneenennenennneenneeeenereeneeeennene DE Fietsverbod parken en pleinen … nennen venrenneenneerseeene eene vensevennveneeenveneneneneneneeenseenverenvennvenneenneeene vereren DÓ Heropenen sportparken ®… nonnen even ennvenneeneerne eene eeneeernnvene eene eerveeeneeeneeenveenverenvennvennvensevenevenevenveervveenn 57 Anders gebruik van verkeersruimte@ … neen eeneenvenenenvenveneeenenseenenenvenvennnenvenvensvenvenvenseenveenvenvenveeneenene. DO Activeren ongebruikte ruimte … annae erenneernereneeenveeeneeenevennnvenenenenenseenevennvennvenneereneeneeenevenvvervveeveenenr 5 Ruimte voor economische activiteiten … nsu senssnunerrersneneerrseeneervenenenssernseneeersveneerveneneern ennn O1 Maatregelen, meer ruimte voor economische activiteiten … nennen enveneenneene ene eeneennee O1 Faciliteren wachtrijen … nennen enne envennenneenveenveneenneenvenenenvenvennvenveeneenvenneenvenvenneenvenvennvenveeneenenenvenven 2 Markten in de anderhalvemetereconomie … nnen unnnenennenrennerennseneneenennerennenennnnneneenennerennenenneeneneneenenenenn O3 Ruimte voor terrassen ….…..nnnnnnnnnneenreneee rene nenrenrenrennnnnneneeereereenennnenneenvenvenennnneneendeneenennneneeevenvenennnneneenveneneennn nn Od, Openbare zitgelegenheid faciliteren, o.a. voortake-out/to gO nnn ennen enen nenvenveneen vereren evene O5 Meer ruimte voor mobiele verkoop … annae nane enne eene vene venseeeneveneereneneneneneneneeenseenevennvennvvenvenneernevenerenn 66 Flankerende maatregelen … …………… ….….nssnunssnnsrnseernensenennnneneenensensnnnnnerenennensenennnnenreneenvevvenvenenrrner O8 Monitoring met Crowd Management Systeem Amsterdam … nennen enen eneennenvenseeneeneenevenvenvenneenre 08 Monitoring intensiteit autoverkeer … nonnen enveneenneeneene renee en venen envenvenvenvenvenvennvenveenvenveenvenvenvenneenven 08 Alternatieven voor autoparkeren … … nnn oenerne eene eenveeevenenevenvenenerenenenveenevenevennvennvensevennvenevenveervveevenen ee O8 Toezicht & handhaving … … nnn nnen en eenenn enen venvenenenereneneeenenneenenenvenvenneenerenenvenvenvennvenveenvenvenvvennenene OG Communicatie … annen enne envenenerenennneeenennnneenennnennvennnneenennnnevenenannereenennnneenenneveenenneveenenneveenennnmeerenveeenennenn OG Ke Sr an NRE CEE A 1e se - 1 PE Á EER ur, en ARE EFD L B Ae | He heer ern ek | dent 0 ARE re e Je MES Le RE li fr) ki AT Jl rk Ê 1 PE EN ok == en —= — man En fe 63 eel kf we | Ean dn al at mike Hf Eh. Eat h Inleiding Op dit moment (7 mei 2020) geldt vanuit de Rijksoverheid het volgende advies: ‘Voor iedereen in Nederland geldt: blijf zoveel mogelijk thuis.” en ‘Houd 1,5 meter afstand (2 armlengtes) van anderen’. Naar verwachting wordt in de komende tijd de eerste regel versoepeld, maar blijft de 2° regel voor langere tijd gehandhaafd. Om te zorgen dat de stad weer langzaam op gang kan komen, terwijl we toch voldoende afstand tot elkaar houden, moeten we nieuwe keuzes maken in het gebruik van de openbare ruimte. Dit betekent dat in eerste instantie vooral het verplaatsen (utilitair) en het bewegen (recreatief) in de openbare ruimte zullen toenemen en dat voldoende ruimte voor dit gebruik prioriteit heeft. De meer sociale kant van het in de openbare ruimte zijn (elkaar ontmoeten, samen sporten, terrasbezoek, evenementen) is tijdelijk beperkt, maar zal na loop van tijd ook weer gaan toenemen. Ook recreatie en ontspanning faciliteren we. Zodat de stad weer tot bloei kan komen, binnen de ruimte die de landelijke richtlijnen en afspraken vit de veiligheidsregio bieden. Deze menukaart biedt inzicht in de maatregelen die we als gemeente kunnen nemen op het moment dat de samenleving weer op gang komt, en ‘blijf thuis’ voor steeds minder mensen de norm wordt. De eerste stap is op 22 april aangekondigd, met de heropening van de bassischolen per 11 mei en op 6 mei zijn verdere stappen aangekondigd. Daar waar de ruimte nu nog volstaat, omdat de straten zeer rustig zijn, zal het op termijn zeer waarschijnlijk gaan knellen. Op basis van deze menukaart kan Amsterdam knelpunten voorkomen en ruimte te bieden aan verplaatsen, recreëren en economische activiteit, op anderhalve meter afstand. Het beleid van de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio zijn viteraard altijd leidend. Maatregelen internationaal Steden over de hele wereld hebben recent maatregelen genomen of aangekondigd, zoals het afsluiten van straten en het invoeren van lagere maximumsnelheden om meer ruimte en veiligheid te bieden aan voetgangers en fietsers. Dit versterkt het idee dat Amsterdam snel moet volgen met vergelijkbare maatregelen. Hierbij moeten we echter niet vergeten dat Amsterdam ook vóór deze crisis, meer dan menig andere wereldstad, al een hoog aandeel voetgangers en vooral fietsers heeft. En dat de openbare ruimte hier veelal op is ingericht met (eigen) ruimte voor fietsers en voetgangers. We leren dus van de internationale voorbeelden, maar kijken daarbij wel specifiek naar wat er in Amsterdam nodig is. Leeswijzer Na het hoofdstuk over de ‘Organisatie & uitvoering’ en de algemene ‘Uitgangspunten’ volgen de hoofdstukken waarin de mogelijke maatregelen inclusief randvoorwaarden beschreven staan. Maatregelen om meer ruimte te maken voor de voetganger, voor de fiets, op en rond het water, voor economische activiteiten, etc. Het laatste hoofdstuk besteedt aandacht aan de ‘flankerende maatregelen’ die daarbij nodig zijn, zoals communicatie, handhaving en toezicht. __ CT n Ee A En Oee en Ee jk N Oe ee ON WE TT Ln _ u : a TR RE ORGANISATIE & UITVOERING 6 Organisatie & uitvoering Bestuurlijke besluitvorming Deze menukaart bevat kansen om samen met Amsterdammers en ondernemers meer ruimte te maken en elkaar de ruimte te geven. De menukaart beschrijft ruim dertig maatregelen om de ruimte in Amsterdam tijdelijk anders te gebruiken. De menukaart is op 8 mei 2020 vastgesteld door het college van B&W. Daarmee vormt de menukaart het kader voor de uitvoering van maatregelen met betrekking tot het herverdelen of anders gebruiken van de openbare ruimte ten bate van de ‘anderhalvemetersamenleving’. Conform de takenlijst van de Verordening op het lokaal bestuur hebben de Dagelijks Besturen (DB's) van de stadsdelen de taak tot het inrichten van de openbare ruimte, groen en parken (exclusief het Amsterdamse Bos) binnen stedelijke beleidskaders. Deze werkwijze geldt ook voor deze menukaart: de DB's zijn bevoegd tot het nemen van lokale maatregelen, zo lang aan de randvoorwaarden en vitvoeringscriteria vit de menukaart en daaruit volgende kaders voldaan wordt. De menukaart is dus de basis voor de verdere uitwerking en uitvoering. Daarbij maken we wel een onderscheid tussen maatregelen die uitsluitend stedelijk doorgevoerd kunnen worden, op basis van collegebesluiten, en maatregelen die lokaal genomen kunnen worden, binnen de gestelde kaders na besluit van de DB's. Voor elke maatregel is dit aangegeven. Eventuele dilemma's op lokaal niveau worden geagendeerd in het Bestuurlijk Team Fysieke Kwetsbaarheid. Hierbij geldt, in afwijking van de Verordening op het lokaal bestuur, dat het DB niet besluit over maatregelen op het plusnet fiets, hoofdnet auto en hoofdnet OV. Deze taak is door het college teruggenomen voor netwerkingrepen gerelateerd aan de ‘anderhalvemetersamenleving’, voor zo lang het ‘anderhalvemetercriterium’ in de openbare ruimte geldt vanuit de Rijksoverheid dan wel de Veiligheidsregio, in lijn met artikel 15° van de Verordening op het lokaal bestuur. Deze keuze is gemaakt vanuit het belang om stedelijk regie te houden op de robuustheid van het netwerk en daarmee de bereikbaarheid van de stad te garanderen. Ook besluit het DB niet over ingrepen op plusnet OV en plusnet auto. Dit is in lijn met de reguliere werkwijze conform de Verordening op het lokaal bestuur. Finaal advies Ee zj na Ambtelijk advies LET Afstemming ne college Uitvoering " vanuit diverse EE eg Tl Taat D= Ne van B&W directies (o.a. V&OR, SW, R&D, EZ, GGD, OOV, THOR, etc.) 8 8 Finaal advies PNT TN Indien nodig: ne adh fi fi Ky Afstemming via SENA EG i i i HERDE besluitvormings- g ttl. dU] Uitvoering ad lere maatregel BTT Fysieke Dz kwetsbaarheid * Artikel 15 van de Verordening op het lokaal bestuur luidt: ‘Indien daar naar het oordeel van het college of de burgemeester aanleiding toe is, neemt het college of de burgemeester de gedelegeerde taken en bevoegdheden terug, ieder voor zover het de door hen overgedragen taken en bevoegdheden betreft.” 7 Juridisch kader Op het moment van schrijven (B mei 2020) zijn in een noodverordening diverse regels opgenomen om de verdere verspreiding van het Covid-19 virus te voorkomen. Deze noodverordening is vastgesteld door de voorzitter van de Veiligheidsregio, op grond van artikel 39 van de Wet op de veiligheidsregio’s. Voor alle maatregelen die Amsterdam neemt in de openbare ruimte geldt uiteraard ook dat deze niet strijdig mogen zijn met de noodverordening. Voor het treffen van een aantal van de maatregelen die in deze menukaart genoemd worden, is een op een wettelijke grondslag gebaseerde bevoegdheid nodig. Een noodverordening (of deze nu van de voorzitter van de Veiligheidsregio is of van de burgemeester) kan zo'n wettelijke grondslag vormen. Met een noodverordening kan van bestaande regels worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer dat nodig is ter beperking van gevaar in geval van een (dreigende) ramp. Echter, naar het instrument van de noodverordening moet alleen worden teruggegrepen indien de reguliere bevoegdheden geen vitkomst bieden. Op basis van het subsidiariteitsbeginsel moet eerst worden onderzocht of er geen reguliere bevoegdheden zijn, die kunnen worden ingezet en waarmee hetzelfde (of een vergelijkbaar) resultaat kan worden bereikt. Voor de op de menukaart opgenomen maatregelen zijn reguliere bevoegdheden beschikbaar. Voorts zal het instrument van de noodverordening op termijn (deels) verdwijnen, nu het Rijk heeft aangekondigd met een Kaderwet te komen. Ook dat pleit er voor om zo veel mogelijk via de reguliere bevoegdheden te werken. In een aantal gevallen is het inzetten daarvan erg tijdrovend of arbeidsintensief. De reguliere bevoegdheden die betrekking hebben op de maatregelen in deze menukaart, komen hoofdzakelijk voort uit de Wegenverkeerswet (en aanverwante landelijke regelgeving) en de Algemene Plaatselijke Verordening. Verkeersmaatregelen Op basis van de Wegenverkeerswet (WVW) geldt dat voor maatregelen zoals het verlagen van de maximum snelheid of het uitsluiten van bepaalde weggebruikers op een wegvak in principe een verkeersbesluit nodig is. De maatregelen waarvoor een verkeersbesluit nodig is, kunnen in bepaalde gevallen ook zonder besluit worden getroffen met behulp van een zogenaamde tijdelijke verkeersmaatregel (TVM). Dit is geregeld in artikel 34 e.v. van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Een tijdelijke verkeersmaatregel in plaats van een verkeersbesluit is in een aantal gevallen mogelijk, onder meer vanwege een ‘andere dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’. Het besmettingsgevaar in relatie tot corona en de noodzaak tot het (tijdelijk) houden van anderhalve meter afstand tot andere weggebruikers kunnen wellicht aangemerkt worden als zo’n ‘dringende omstandigheid van voorbijgaande aard’. Bij de uitvoering van maatregelen uit deze menukaart zal steeds bekeken welke juridische basis hieraan ten grondslag kan worden gelegd. Met het Rijk wordt in overleg getreden of de Kaderwet die thans in voorbereiding is, daar ook een rol bij kan spelen. Besluiten en maatregelen op het water kunnen worden genomen op basis van de Verordening op het Binnenwater (VOB) en het Binnenvaart Politie Regelement (BPR). Overigens moet hierbij opgemerkt worden dat zowel het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen als het voorbereiden en uitvoeren van verkeersbesluiten arbeidsintensief kan zijn. De beschikbaarheid van voldoende ambtelijke capaciteit is hierbij dus een randvoorwaarde. 8 Wijzigingen ten aanzien van objecten in de openbare ruimte In deze menukaart staan diverse maatregelen die raken aan het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van objecten in de openbare ruimte om anders gebruik van die ruimte mogelijk te maken. In de Algemene Plaatselijke Verordening is in artikel 4.3 (kort gezegd) een verbod opgenomen om voorwerpen op de weg te plaatsen. Op dit verbod zijn verschillende uitzonderingen: e _Vooreen aantal categorieën voorwerpen is een uitzondering in de APV opgenomen, waarvan wellicht de meest in het oog springende het plaatsen van (brom)fietsen betreft; e Een aantal categorieën voorwerpen zijn door het college aangewezen als voorwerpen waarvoor het verbod niet geldt (op basis van een in artikel 4.5 van de APV opgenomen bevoegdheid); e _Erkaneen vergunning door het college worden verleend om een object te plaatsen. Voor het maken van reclame met behulp van bijvoorbeeld een bord dat op of aan de wet is geplaatst, geldt eveneens een verbod (artikel 4.11 APV). Van dat verbod kan het college ontheffing verlenen. Op basis van artikel 4.27 APV kan het college gebieden aanwijzen waar het parkeren van fietsen uitsluitend is toegestaan op daarvoor aangewezen plekken. Met behulp van zo'n aanwijzingsbesluit kan het parkeren van fietsen op ongewenste plekken worden tegengegaan. Ten aanzien van categorieën objecten die door het college zijn aangewezen waarvoor het verbod niet geldt, kan het college een nieuw besluit nemen op basis waarvan de eerdere aanwijzing (tijdelijk) wordt ingetrokken of de voorwaarden waaronder ze geplaatst mogen worden, worden aangescherpt. Dat laatste is op basis van de Verordening op het lokaal bestuur een aan de DB's gedelegeerde bevoegdheid. Ten aanzien van vergunde objecten is de vraag op welke wijze kan worden verhinderd dat iemand gebruik kan maken van zijn vergunning, als de ruimte voor het plaatsen van deze objecten tijdelijk niet beschikbaar is, vanwege de noodzaak dat weggebruikers anderhalve meter afstand tot elkaar houden. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden denkbaar die bij de verdere uitwerking van deze maatregelen nader onderzocht zullen worden op toepasbaarheid in concrete gevallen. Het college kan zich — voor zover dergelijke voorschriften zijn opgenomen - mogelijk beroepen op voorschriften uit de vergunning op basis waarvan het college kan bepalen dat in bepaalde gevallen tijdelijk geen of alleen een aangepast gebruik kan worden gemaakt van de vergunning. Daarnaast zou ook het aanpassen van beleid door het college uitkomst kunnen bieden, indien de vergunning een bepaling bevat op basis waarvan de vergunninghouder zich steeds moet houden aan het op dat moment geldende beleid. Tot slot kan het college op grond van artikel 1.7 APV de vergunning wijzigen of intrekken. Dat zal een voor bezwaar en beroep vatbare beslissing vergen. Aanpassingen in het ruimtegebruik door terrassen Voor terrassen geldt in principe dat het exploiteren daarvan verboden is zonder vergunning (artikel 3.17 APV). Dit is een vergunning voor de exploitatie van een horecabedrijf en deze kan door de burgemeester worden verleend (artikel 3.8 APV). Voor terrassen geldt op hoofdlijnen hetzelfde als hierboven voor objecten is vermeld waar het de mogelijkheden betreft om de vergunninghouder te verhinderen gebruik te maken van zijn vergunning. Voor het tijdelijk vergroten van een terras zou dus, normaal gesproken, een wijziging van een bestaande vergunning moeten plaatsvinden of een nieuwe vergunning moeten worden verleend. Echter, dat neemt veel tijd in beslag en is zeer arbeidsintensief. Indien deze maatregel [e3] tot uitvoering gebracht wordt, wordt gekeken of minder zware constructies mogelijk zijn, die ruimte bieden om snel te besluiten en te handelen. 9 Adaptieve aanpak Op dit moment is nog niet te voorspellen hoe de voorschriften vanuit de Rijksoverheid en de Veiligheidsregio zich de komende weken en maanden gaan ontwikkelen. Maar, we verwachten dat de beperkingen langzaam worden afgebouwd waarmee het leven op straat ook langzaam weer hervat wordt. De maatregelen uit deze menukaart zijn middelen om dat te faciliteren. Omdat de situatie continu verandert, zullen ook de maatregelen in de openbare ruimte steeds veranderen. We volgen een adaptieve strategie en doen wat op dat moment nodig is. Dat betekent dat we niet in één keer een maatregelenpakket vaststellen, maar steeds nieuwe besluiten nemen als de omstandigheden daarom vragen. We werken stapsgewijs en pakken eerst de punten aan waar de ruimte het meest knelt. Dat kan ook betekenen dat maatregelen die eerder genomen zijn, weer worden teruggedraaid, omdat de situatie daarom vraagt. Deze menukaart is daarbij ons kader. Ook dit kader kan veranderen op basis van de maatschappelijke veranderingen. Daarom is deze menukaart een levend document, dat in de komende weken en maanden mogelijk nog diverse keren door het college wordt aangepast. Pragmatisme in de uitvoering De maatregelen in deze menukaart hebben betrekking op alle facetten van de gemeente: beleid, communicatie, handhaving en ook fysieke aanpassingen buiten op straat. Per maatregel kijken we welke organisatieonderdelen betrokken moeten worden: we doen het samen. De lijnen zijn kort en waar nodig zoeken we naar pragmatische oplossingen die afwijken van de ‘normale’ werkwijze. Dat moet ook: soms zal zeer snel handelen noodzakelijk zijn om conflicten buiten op straat te voorkomen. We zijn ons er van bewust dat de capaciteit in de uitvoering, het toezicht en handhaving beperkt zijn. We zullen dus prioriteiten moeten stellen en keuzes moeten maken. Monitoring Om te beoordelen welke maatregelen nodig zijn en of de maatregelen wat later nog steeds nodigfwenselijk zijn, is monitoring cruciaal. Dat begint met ogen en oren op straat: onze gebiedsmakelaars, de medewerkers van de reiniging, medewerkers van handhaving en toezicht, de jongerencoaches, de politie en andere beroepsgroepen die buiten alles in goede banen leiden, geven continu signalen door over mogelijke knelpunten. Daarnaast onderzoeken we of meer structurele monitoring van drukte en verkeersbewegingen in deze periode noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de bredere inzet van het Crowd Management Systeem Amsterdam, waar al een begin mee gemaakt is. Zie het hoofdstuk Flankerende Maatregelen. UITGANGSPUNTEN 11 Uitgangspunten De volgende vitgangspunten vormen de basis voor de maatregelen die in deze menukaart zijn opgenomen. |. De verkeersveiligheid, volksgezondheid en toegankelijkheid van de stad zijn de basis Dat betekent dat het op een verkeersveilige manier voldoende afstand bieden voor fietsers en voetgangers voorop staat. En dat de noodzakelijke mobiliteit bij het verdelen van de schaarse ruimte prioriteit krijgt boven andere functies, zoals economische activiteit. Ten aanzien van de prioritering van modaliteiten houden we dus ook in deze tijd vast aan de rangorde zoals die onder andere in de Agenda Amsterdam Autoluw (2020) is vastgesteld: 1. Voetganger 2. Fiets 3. OV 4. Auto (rijdend) 5. Auto (geparkeerd) De voetganger is ook nu de basis van het mobiliteitssysteem. We lopen naar de supermarkt en naar school, we lopen door het park, en straks lopen we weer naar het terras. En ook een OV-reiziger, automobilist of fietser is uiteindelijk op het eerste/laatste deel van zijn reis voetganger. Als er keuzes gemaakt moeten worden, betekent dit bijvoorbeeld dat we ruimte voor fiets en OV verkiezen boven de snelheid/betrouwbaarheid van het OV. En we onderkennen ook dat de auto in deze tijden zeer aantrekkelijk is, maar de veiligheid van de één mag niet ten koste gaan van de veiligheid en de ruimte voor de ander. Als er keuzes gemaakt moeten worden betekent dit dat primair automobiliteit voor vitale beroepen en functies (logistiek, doelgroepenvervoer, taxi) gefaciliteerd wordt. Bijvoorbeeld met beperkte toegang of het toewijzen van parkeerplaatsen voor specifieke doelgroepen. Voor Amsterdammers betekent dat mogelijk dat ze tijdelijk op grotere afstand tot de woning moeten parkeren. IL. Eerst maken we ruimte voor het verplaatsen, daarna voor het verblijven ledereen moet veilig naar de supermarkt kunnen, naar een baan in een vitale functie, naar school of een frisse neus kunnen halen. Deze bewegingen faciliteren we door er fysiek ruimte voor te maken. Als we moeten kiezen, gaat verplaatsen (brede trottoirs) boven verblijven (bankjes). Het verblijven in de openbare ruimte is voorlopig ook nog enigszins beperkt: nog niet uitgebreid picknicken met de hele familie, maar natuurlijk wel een frisse neus halen en even van de zon genieten. We delen met elkaar de ruimte en het groen. II. Faciliteren gaat vóór reguleren We faciliteren in eerste instantie alle voetgangers en recreanten. Reguleren van drukte is ook een mogelijkheid, maar is zeker in straten zeer ingrijpend, complex en arbeidsintensief. Crowdmanagement komt in straten pas in beeld als de ruimte fysiek niet toereikend is en méér ruimte maken niet meer mogelijk is. Bij parken of pleinen ligt dit anders. Daar kan continu monitoren nodig zijn om in te grijpen wanneer nodig. IV. Niet herinrichten, wel herverdelen We bereiden snelle, tijdelijke/omkeerbare en relatief eenvoudige maatregelen voor. Dus geen volledige herinrichting. Daarbij geldt dat we met markeringen, borden en andere communicatie-uitingen zo terughoudend mogelijk zijn. We doen niet méér dan strikt noodzakelijk is en zijn zeer terughoudend met kleurgebruik. De openbare ruimte moet verkeersveilig, vanzelfsprekend, leesbaar en overzichtelijk blijven. Oplossingsvolgorde: a) beter benutten bestaande ruimte (verwijderen objecten, 1-richting) b) gebruiken aangrenzende ruimte (bv. parkeerplaatsen) c) mengen verkeersmodaliteiten, zo lang de intensiteit dat toelaat (monitoring noodzakelijk) d) afsluiten voor autoverkeer e) afsluiten voor fietsverkeer (zeer terughoudend mee zijn) RUIMTE VOOR VOETGANGERS 13 Ruimte voor voetgangers Voetgangers zijn de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, zeker in tijden waarin afstand houden essentieel is. En de meest kwetsbare mensen in onze samenleving, zoals ouderen, verplaatsen zich overwegend te voet. Ook de automobilist die naar zijn auto loopt, de OV-reiziger die onderweg is naar de tram en de fietser die zijn fiets uit het rek pakt, zijn op enig moment voetganger. Veilige ruimte voor de voetganger heeft daarom de hoogste prioriteit. Bij ‘gewoon’ 2-richtingsverkeer voor voetgangers is minimaal 60-gocm + 150cm + 60-gocm => 30ocm nodig. \dealiter over de gehele lengte. Maar, bij beperkte drukte kan mogelijk ook volstaan worden met incidentele verbredingen zodat voetgangers elkaar op die plekken op voldoende afstand kunnen passeren Cpasseervakken’). Bij het eventueel invoeren van eenrichtingsverkeer voor voetgangers op trottoirs is in principe minimaal één meter vrije doorloopruimte nodig (ruimte voor één voetganger of rolstoelgebruiker, zonder mogelijkheid tot passeren). Maar let op: als de looproute langs andere mensen gaat, zoals langs terrassen of wachtrijen op de stoep, is óók bij eenrichtingsverkeer voor voetgangers minimaal 2 meter vrije doorloop nodig, zodat men afstand tot de ander kan houden. Maatregelen, meer ruimte voor voetgangers Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om voetgangers meer ruimte te geven. In de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op erftoegangswegen (ETW) met een gemengd profiel en een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’. Gescheiden Gemengd Kruispunten Stedelijk Lokaal orgel profiel College D=) (GOW, 50 (ETW, 30 of Und of Und km/uur) km/uur) v1 _ Trottoirs vrijmaken van objecten vl Nl l va _ Eenrichtingsverkeer voor voetgangers vl l v3 _ Fietspad wordt trottoir vl Nl v4 _ Anders gebruik parkeerplaatsen vl Nl v5 _ Voetganger op rijbaan, ‘shared space! X Nl v6 Voetganger op rijbaan, straat afsluiten v N l le voor gemotoriseerd verkeer Voetgangersgebied, straat ook afsluiten Nl l * V1___voor fietsverkeer X N v8 _ Aanpassing programma VRI Nl v1o Anders inzetten ruimte rijdend autoverkeer vl l X Park fietsen buiten = n 9 voorzieningen *) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. 14 Alle maatregelen zijn nader uitgewerkt op de volgende maatregelenbladen. In algemene zin gelden bij uitvoering de volgende aandachtspunten: e Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven. e Gemeentelijke diensten moeten de openbare ruimte kunnen beheren en onderhouden, inclusief reiniging en afvalinzameling. e Bereikbaarheid voor mindervaliden moet geborgd blijven. Bijvoorbeeld beschikbaarheid van gehandicaptenparkeerplaatsen en bereikbaarheid daarvan per auto. Maar ook oversteekbaarheid bij eenrichtingsverkeer voetgangers, overbruggen van hoogteverschillen, etc. e Bevoorrading moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden. e _Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten. e De parkeerdruk zal oplopen als parkeerruimte voor andere doeleinden nodig is. Moeilijk kunnen parkeren met de auto zal leiden tot onvrede, zeker zo lang het OV nog beperkt gebruikt kan worden. Daarom van belang om te zoeken naar alternatieve parkeerruimte (bijv. bewoners tijdelijk gratis op P+R) e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn (in principe zonder schade aan verharding e.d.) e _Continve monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat worden. WE RG ETE O/ Niel : KL A Ee -# ES ' Rh Zat Rn, EE We SJ 5 e Ae je oh 4} df ban KR jd Ee î le ey | Ah ZR Ó B nak / if 0 ie 4 / hdi 2 et ij Í EN | f Ph ss A „ee ES en” 2 (Re 5 me SR Es PD Pr Pd be te. Sh Ee PE hu PP OS A en (EE AA an Ee ek TEA Ee hi dl) kl jk F EN REP Á BE € ad | ST Ce A Sede Sn O1 3 . en 2e Eh EN He tf EEN Ri ae Te e 1 e \ _ hf kp lloeken de d Hir Ln ï za | S Re Ee nel Ds tbl Ee | E RE mj > — mr E Un ia = GE 4 n & an 2 pr Ear NI es | Ì n | (4 de 5 N een SR a a en mn a N VAE en DS SER EL A me) El Ci ED een en) : pe Nak Yr 5e | dane ed 15 Trottoirs vrijmaken van objecten (sl Zp a (1 A ha B Kh an Te Kok nl AR IN |l 0 er OM Mer MNM KEER Te AN en eraan ASHEADBDE Rete LI el Ors BIj | DE EN AH AEBNBEL SRD |I (smd AN DE £ EE Cee eN A Kors Wo EE : Ie Ei B) id IE SM Ei) (A Ie ON Fe NN ie Ad DN Ed WAM ia 1) Sm // | LK) Maatregel Randvoorwaarden Trottoirs worden zoveel mogelijk vrij gemaakt van e Intensieve communicatie (zowel in de media als objecten of objecten worden verplaatst, zodat er lokaal op straat) zoveel mogelijk effectieve loopruimte beschikbaaris. [e Intensieve handhaving Met name bij drukke stadsstraten en knelpunten e Juridische borging m.b.t. bestaande heeft dit prioriteit. vergunningen voor objecten Complexiteit maatregel : middel Combinatiemogelijkheden Effectiviteit maatregel : hoog e Aangrenzende ruimte vrijmaken (zoals parkeerplaatsen). Zie maatregelen [va] en [vao]. Toepassingsgebied e _Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen [vaa] e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) Positieve aspecten e _ Kruispunten e Duidelijke maatregel: trottoir is en blijft trottoir e Relatief eenvoudig en snel uitvoerbaar, ook op Uitvoering grote schaal (stedelijk) e Tijdelijk verbod reclameborden van ondernemers of aanpassen van de plaatsingsvoorschriften Negatieve aspecten e Tijdelijk verbod op plantenbakken e Mogelijk tijdelijk inperking economische e Tijdelijk verbod of verkleinen winkeluitstalling activiteiten e Tijdelijk verbod of verkleinen terrassen e Verplaatsen druk op openbare ruimte e Tijdelijk verwijderen of verplaatsen e Verplaatsen / verwijderen van straatmeubilair is straatmeubilair (fietsenrekken, afvalbakken, zeer arbeidsintensief en kent hoge bankjes) uitvoeringskosten. e Bij gemengde profielen (3okm/u) kan het omdraaien van fietsenrekken een goede Aandachtspunten oplossing zijn om de loopzone op het trottoir vrij |e _Afvalinzamelvoorzieningen (containers & te houden van fietsparkeerders. prullenbakken) moeten beschikbaar en bereikbaar blijven voor inzameldiensten. e Met name binnen de ring is al een groot tekort aan fietsparkeerplekken (geschat op 180.000 plekken te weinig). Bij het weghalen van fietsenrekken op trottoirs gaat de voorkeur dus vit naar verplaatsen naar andere locaties, zoals parkeervakken. 16 Eenrichtingsverkeer voor voetgangers : mt Eat EREN CW/ P DNLe FWN RE mn UE ie OPM Ne OA EDA TH Mk] Sl Led. okeee | …l ih KA A Nu Vi (| ff A er | | Bled, NN à nl Le BH He ml LET INS |. We EEE | > : AR 19) N d “ik | Combinatie markering voetgangers en fietsverbod [v7] Maatregel Randvoorwaarden Om ‘conflicten’ tussen elkaar tegemoetkomende e Communicatie voetgangers te voorkomen, wordt e _Oversteekbaarheid (naar andere looprichting) eenrichtingsverkeer ingevoerd voor voetgangers. moet mogelijk en veilig zijn. Bij voorkeur regelmatig een oversteek met voldoende zicht Complexiteit maatregel : laag faciliteren, bijv. door opheffen parkeerplaatsen Effectiviteit maatregel : middel e Daaruit volgt dat de maatregel eigenlijk alleen toepasbaar is bij relatief smalle, overzichtelijke Toepassingsgebied straten die goed oversteekbaar zijn e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) e Voetgangersgebieden Combinatiemogelijkheden e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va] Uitvoering e _ Alternatief gebruik parkeerplaatsen [va] e Aangeven met pijlen op het trottoir/wegdek in wegenverf in de kleur wit, met beperkte Positieve aspecten levensduur (geen tape/thermoplast) e Beschikbare loopruimte wordt effectief benut e Optioneel bebording toevoegen e _1richting aan weerszijden van de straat, rechts Negatieve aspecten lopen e Mogelijk meer oversteken e _Invoetgangersgebieden ook asmarkering e Mogelijk omlopen mogelijk zodat een strook per richting ontstaat e _ Looprichting is niet handhaafbaar, succes hangt e Voor oversteken naar andere looprichting dus af van vrijwillige naleving van de regel mogelijk voetgangersoversteekplaatsen toevoegen Aandachtspunten e In principe niet toepassen op 50 km/uur wegen met gescheiden profiel, vanwege de beperkte oversteekbaarheid 17 Fietspad wordt trottoir (il Ze lj ‘à B (1 ee Ip eb kk an CTME kaki an TTAË \ Bik 5 Aid ie \ | é „A AAF ' en ‚nn Ii 1 0 > Ke Hen | Ti El Ke AN il ii ml B AN EE md End lk eN Wer rd ak KEERN en oere NN Seri hs: EERE SEN On AO HBUDBES SD EN tt MIN Fre Ei BAABEDEA AB |l hade | Vr EN 4 ei ess | ON he LL — / Á ol rde B Ne (a ide EE A ___e B bi, AT A ne A NE, k ' EL Sinn Te Maatregel Randvoorwaarden Door fietsers op de rijbaan voor autoverkeertelaten [e Bij menging van fiets met auto: 30 km/uur rijden kan het fietspad tijdelijk worden opgeheven. De |e _ Intensiteit autoverkeer moet beperkt blijven ruimte komt dan beschikbaar voor voetgangers of e Goede monitoring nodig voor bepalen moment objecten van het trottoir. van terugdraaien Complexiteit maatregel : hoog Combinatiemogelijkheden Effectiviteit maatregel : hoog e _ Trottoirs vrijmaken van objecten [va] e Anders gebruik parkeerplaatsen [va] Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2] e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e _ Kruispunten Daar waar al overgangen van fietspad naar rijbaan en vice versa aanwezig zijn vanwege bromfiets/snorfiets Uitvoering naar de rijbaan, kunnen die gebruikt worden. e Optie 1: fiets naar de rijbaan, mengen auto en fiets op de rijbaan Positieve aspecten © Optie 2: straat afsluiten voor auto's, alleen e Levertrelatief veel vrije ruimte op voor fietsers op de rijbaan voetgangers e Optie 3: bij 2x2 rijstroken, 1rijstrook voor fietsers |e Geeftookfietser mogelijk meer ruimte dan op (rechter rijstrook wordt fietsstrook) het fietspad (zie [f2]) e Optie 4: bij vrijliggende trambaan, auto naar de trambaan, alleen fietsers op de rijbaan Negatieve aspecten e Kan niet in profielen waarbij auto en tram e Verkeerslichten moeten aangepast worden aan gemengd zijn (fiets gemengd met tram is niet situatie met fietsers bij het autoverkeer. Zorgt gewenst) mogelijk voor langere wachttijden bij de kruispunten Met name de aansluiting op kruispunten met e _Hoogteverschil tussen trottoir en fietspad is niet verkeerslichten (VRI) moet per situatie bekeken en ideaal vanuit het oogpunt van toegankelijkheid. uitgewerkt worden. Fietsers kunnen mogelijk net voor Echter slechtzienden kunnen op het huidige het kruispunt weer naar het fietspad worden geleid. trottoir blijven lopen Of, de VRI-regeling moet worden aangepast aan de situatie met fietsers op de rijbaan en voetgangers ook op het fietspad. 18 Alternatief gebruik parkeerplaatsen d el Hij An 8 Ee le AA E al 1 5 Hinne ke ak Mn sl En WE EN) OS eN ene Kek w Dn zd # Maatregel Randvoorwaarden Door parkeerplaatsen voor auto’s en/of fietsen e Alternatieve parkeergelegenheid beschikbaar tijdelijk anders te gebruiken ontstaat ruimte om o Bij auto’s eventueel op grotere afstand andere objecten van het trottoir te verplaatsen. Of o Bij fietsen relatief dichtbij huidige plek ruimte voor wachtrijen, om elkaar te passeren of om over te steken. Combinatiemogelijkheden * _Trottoirs vrijmaken van objecten [va] Complexiteit maatregel : middel tot hoog e _Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen [vaa] Effectiviteit maatregel : middel tot hoog Positieve aspecten Toepassingsgebied e Biedt (substantieel) ruimte voor voetgangers e _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e _ Kan lokaal helpen om knelpunten op te lossen e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) Negatieve aspecten Uitvoering e Mogelijk verhoogde parkeerdruk/ zoekverkeer. e Parkeerplaats weghalen (afzetten, afkruisen, Flankerende maatregelen kunnen nodig zijn om aanpassen bebording) parkeerdruk te verlagen, bijvoorbeeld: e Kan met hieren daar een parkeerplek (waar o Ruimte zoeken voor bewoners in nodig) of met een hele rij waardoor ruimte voor garages. voetgangers substantieel wordt vergroot. Met o Bewoners stimuleren te parkeren op P+R name in straten met gemengd profiel is dit als de auto niet gebruikt wordt. effectief, omdat de parkeerstrook direct naast het | e Mogelijk hoogteverschillen i.r.t. toegankelijkheid trottoir ligt e Bij gemengde profielen (3okm/u) kan het omdraaien van fietsenrekken een goede oplossing zijn om de loopzone op het trottoir vrij te houden van fietsparkeerders 19 Voetganger op rijbaan, ‘shared space’ VOETGANGER [vs] à Si: mmm 3 4 Ki zl Oh Kdf Z a El A NE | Mafe Haes en | A PDA :, A EL El, RE NE bn Eer Ë ARE vearesssnn | om ut NI RER 5 î | en ; ar | E Ka 5 B mn Maatregel Randvoorwaarden Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, |© Communicatie waarbij auto- en fietsverkeer toegestaan blijft. Er e _ Alleen bij woon-/buurtstraten ontstaat een zogenaamde ‘shared space’. e Lage snelheid auto-en fietsverkeer e _Zeerlage auto-intensiteiten Complexiteit maatregel : middel e Overig verkeer attenderen op voetgangers op Effectiviteit maatregel : hoog rijbaan e Overgangen tussen gebieden waar wel op de Toepassingsgebied rijbaan gelopen kan worden en gebieden waar * __ Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) niet op de rijbaan gelopen kan worden duidelijk markeren / aangeven Uitvoering e Ter plekken communiceren dat voetgangers ook Combinatiemogelijkheden de rijbaan gebruiken, d.m.v: e Weg afsluiten voor autoverkeer/OV [v6] o bebording e Weg afsluiten voor fietsverkeer [v7] o __straatprints met witte wegenverf (optioneel) Positieve aspecten e _Bijte hoge auto- of fietsintensiteit voor mengen, [& Meer ruimte voor voetgangers zie blad [v6] & [7] e _Op trottoirs blijft ruimte voor andere functies (fietsenrekken, terrassen, etc.) Negatieve aspecten e _Kwetsbare verkeersdeelnemers voelen zich mogelijk niet veilig op rijbaan, moeten trottoir blijven gebruiken. e Doorstroming auto en fiets mogelijk beperkt. 20 Voetganger op rijbaan, straat afsluiten voor VOETGANGER [v6] gemotoriseerd verkeer 2 Ì ee Ee wk HUE eN 10 Î Ei AE B ee Em AE ne Mm s \ sE Ee ee ee le EN Ee zl se ENE an EE aje 5 en ee \ Dl ie KD rif if Se Ti |E en CE EEN ME Er a en Cm is = mn Cl P men 1-25 NE Maatregel Randvoorwaarden Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, e Communicatie vooraf richting omgeving. waarbij auto- en/of OV-verkeer wordt verboden. e Niet toepasbaar op hoofd/plusnet auto Fietsverkeer wel toegestaan. e Bereikbaarheid nood- en hulpdiensten moet gegarandeerd worden Complexiteit maatregel : middel-hoog e Bereikbaarheid logistiek, doelgroepenvervoer, Effectiviteit maatregel : middel-hoog en taxi moet gegarandeerd worden. e Bereikbaarheid vitale functies moet Toepassingsgebied gegarandeerd worden (artsen, onderwijs, etc.). * _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e Woningen en voorzieningen voor e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) mindervaliden moeten bereikbaar blijven (bijv. gehandicaptenparkeerplaatsen) Uitvoering e Plaatsen fysieke afzettingen, zoals: Combinatiemogelijkheden o opklapbare paaltjes e Anders gebruik parkeerplaatsen [v4] o hekken/barriers e Plaatsen bebording Positieve aspecten e Eventveel met venstertijden, alleen op drukke e Verkeersveiligheid voor fiets en voetganger momenten e Meer ruimte voor fiets en voetganger « _Navigatie-apps laten aanpassen e _ (Economische) functies op trottoirs kunnen e Ontheffingen nodig voor gemeentelijke voertuigen behouden blijve. (afvalinzameling, reiniging, etc.) Negatieve aspecten e Bereikbaarheid auto{OV neemt af e Omleidingen leiden tot meer verkeer elders (onveiligheid, overlast) e Eventuele parkeerplekken in de straat worden onbereikbaar. Hogere parkeerdruk elders 21 Voetgangersgebied, straat ook afsluiten voor VOETGANGER [v7] fietsverkeer ER OO _ EETL : ES EEN k 4 NJ Ì nm 1 ht BR ij 5 2 4 | rn’ ij IN Í 0 ie á Ed ij bn dee EFRA NEER Ae | . NS Kik ry ee ben Aaa MEEST fE bama ee AN ann at Te ee Il DE) a SET CNE EEn af A nn 4 Maatregel Randvoorwaarden Voetgangers ook toestaan om op de rijbaan te lopen, e Communicatie waarbij auto-, OV- en fietsverkeer wordt verboden. e Niet toepasbaar op hoofd/plusnet auto e Indien toegepast op plusnet fiets is een Complexiteit maatregel : middel-hoog volwaardige omleidingsroute noodzakelijk Effectiviteit maatregel : middel-hoog e Bereikbaarheid nood- en hulpdiensten garanderen Toepassingsgebied e Bereikbaarheid logistiek, doelgroepenvervoer, * __ Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) en taxi moet gegarandeerd worden. e Bereikbaarheid vitale functies garanderen Uitvoering e Woningen en voorzieningen voor Plaatsen fysieke afzettingen, zoals: mindervaliden moeten bereikbaar blijven o_ fietssluizen e _ Voorkomen fietsparkeeroverlast aan de randen o_hekken/barriers van afgesloten straat. Fietsparkeerplekken e Plaatsen bebording intact houden (fiets aan de hand) of tijdelijke e Op veelgebruikte fietsroutes: aangeven omleiding alternatieven aan de rand aanbieden met bebording en wegmarkering (Rembrandtplein-methode) e _Eventveel met venstertijden, alleen op drukke momenten. Bijvoorbeeld bij openen/sluiten scholen Combinatiemogelijkheden e _Navigatie-apps laten aanpassen e Opheffen parkeerplaatsen [va] e Ontheffingen nodig voor gemeentelijke voertuigen (afvalinzameling, reiniging, etc.) Positieve aspecten e Verkeersveiligheid voetganger e Meer ruimte voetganger Negatieve aspecten e Bereikbaarheid auto/OV/fiets neemt af e Omleidingen leiden tot meer verkeer elders (onveiligheid, overlast) e _Eventvele parkeerplekken in de straat worden onbereikbaar. Zorgt voor hogere parkeerdruk elders 22 Aanpassing programma verkeerslichten (VRI) VOETGANGER [v8] 003 1 1 7 On DT, TI | | B ju EA MB 1 3 PEEN 0,0 09 1] LL | DU 1 Om 00: A2 1 L__ Ln Maatregel Uitvoering #1 Meer groen (vastgroentijd en koppeltijd verhogen, e Opnieuw instellen VRI's meerdere realisaties per cyclus, verlengtijd en hiaattijd e Relatief snel als regeling niet opnieuw geladen verhogen) moet worden #2 Minder rood (cyclische aanvraag, verlengtijd auto e _ Drukknoppen halen we niet weg. Dit is een verlagen, verlagen hiaattijd auto, afkapgarantie hoger, complexe ingreep met relatief weinig resultaat. prioriteit OV uit, rijtijden OV verhogen, parameter max | e _ Opstelruimte: eventueel met stippen wachtplek wachttijd aanpassen). aangeven e Waar oversteken met kanalisatiestrepen zijn Optie: starre of eenvoudige VA verkeersregelingen aangegeven, is deze maatregel waarschijnlijk (vaste groentijden, geen prioriteit OV) om niet geschikt, eventueel zebra toevoegen afhankelijkheid van detectie te vermijden en verschil ontruimingstijden in op te nemen. (i.v.m. Randvoorwaarden uitvoerbaarheid) e Maatregel #1 is generiek omdat verwacht mag worden dat de oversteektijd langer is vanwege Complexiteit maatregel: hoog het houden van afstand #1 en #2 zijn voor de meeste verkeersregelingen e Maatregel #2 is locatieafhankelijk, alleen bij softwarematig uit te voeren, niet complex maar wel ‘drukke’ oversteken met weinig opstelruimte, arbeidsintensief. Per kruispunt kan de exacte invulling bijvoorbeeld omdat het fietspad nog in gebruik maatregel variëren (parameter instelling), alleen is en voetgangers op smalle heuvel staan. uitvoeren door experts verkeerslichten (VRI). Combinatiemogelijkheden Effectiviteit maatregel: middel (voor voetganger) e Met verkeerslichtmaatregel fiets [f3], langere Kruispunten vormen de wachtruimtes binnen de groentijden voor voetganger komt gunstig uit openbare ruimte. In de praktijk is de wachttijd voor langere groentijd parallelle fietsrichting dynamisch vanwege verkeersbeeld. Hoge wachttijden zorgen er voor dat voetgangers geclusterd worden. Positieve aspecten Wachttijden beperken (#2) verkleint dit probleem. e _ Hoe korter de wachttijd, hoe minder mensen op Groentijd verhogen (#1) is noodzakelijk om geen een locatie wachten ' dubbele stops te veroorzaken, maar kan … . . e Aantrekkelijk voor langzaam verkeer contraproductief werken bij een druk kruispunt. . . Negatieve aspecten eeen e Wachttijd OV en auto wordt hoger. Kans op kruispuntblokkade nabijgelegen kruispunten (waardoor voetganger en fiets worden gehinderd). e Langere groentijd betekent ook langere roodtijd voor andere richtingen (dus ook voor fiets/voetganger). Met meerdere realisaties is dit effect minder groot. 23 Uitschakelen verkeerslichten (VRIJ VOETGANGER [vo] á ETR IEN Se u er WT ZINE > B) 7 à k bud) Se NE LRE E, À zp ‚ : a ibn A Rae U zin mt AUS Tt 1 | re me. MATE Nn MA BIJ Tae } ik on DE ij ij ANA 5 hi Ds] 7 RET P haa d pom (TR eee let Ma CES! ij nnn On a E u Je has pn De B fs Ad ik ii ok ne ir [ B p fi DE hi br em gE Ea 5 a fl A VN Ai n Oe Se da ve Ee 3 Î B me ET /\ SR en Ù 3 pr PF Od EF AN Se en an In CNE : pr 4 d - k ee Maatregel Randvoorwaarden Uitschakelen van verkeerslicht (VRI) e Niet regelen moet passen binnen de geldende randvoorwaarden voor verkeerslichten- Complexiteit maatregel: regelingen (met name t.a.v. veiligheid en Garanderen van snelheidsremmende voorzieningen en doorstroming) zichtbaarheid van voorrangsregels (zebra niet altijd e _Garanderen verkeersveiligheid, situatie moet duidelijk / logisch) ook ongeregeld duidelijk zijn e Voldoende doorstroming overig verkeer Effectiviteit maatregel: (voorkomen blokkades/terugslag ) Als VRI uit staan beschikt de voetganger over het © _ Geloofwaardigheid van situatie algemeen over zebra's in Amsterdam (in tegenstelling tot andere gemeenten). Idealiter heeft de voetganger Combinatiemogelijkheden altijd voorrang en functioneert de oversteek als een e _ Uitzetten geldt voor al het verkeer, dus samen normale (4 tot 6m brede) straat. met [fu] e Met 30 km/uur Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2] e Kruispunten Positieve aspecten Uitvoering e Geen wachtlocaties nodig (theoretisch) * Wat verkeersregeling betreft eenvoudig. e Qua VRI eenvoudig uit te voeren als het wordt Snelheidsremmende maatregelen kunnen gecombineerd met 30 km/uur maatregel. omvangrijk zijn e Mogelijk alleen op bepaalde tijdstippen Negatieve aspecten e Bij meerdere rijstroken afhankelijk van situatie e _ Wachttijd overig verkeer kan oplopen enkele rijstroken afzetten i.v.m. kans op aangezien kruispunten vaak bij alle richtingen zogenoemde afdekongevallen zebra's hebben e Waar oversteken met kanalisatiestrepen zijn e _ Wachtend autoverkeer kan in de weg staan aangegeven deze eventueel aangeven met zebra's voor fiets, daar waar voetgangers een zebra hebben en de fiets geen voorrang heeft 24 Ruimte voor rijdende auto anders inzetten VOETGANGER [v1o] NIN 5 VIANEN ; N N N N hs i N k: N N fi 5 Jm N HIER LA 5 A A) S Nn LP CI ES Nt N _ dl 7 BE | Ee £\ ha Dn Air A es TPN AN || ON HIE | hie 20m pa zi | INE Ei Ninaber NIN ee HN J Î | et ALE | | ; EEN Disse IALITE | \ INE | rolf TE A ERIN rn len) OE Nn ELP ee EN DN, f Se Nt ú HT md Cl eN e=, Maatregel Randvoorwaarden Zo lang de auto-intensiteiten lager zijn dan normaal kan |e _Verkeersveiligheid dient geborgd te zijn ruimte voor rijdend autoverkeer tijdelijk worden ingezet voor andere doeleinden, zoals fietsers, autoparkeren of Combinatiemogelijkheden fietsparkeren. Bijvoorbeeld door rijstroken om te onder andere: vormen naar parkeerstroken of voorsorteervakken in te e Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken [fa] korten en de ruimte te gebruiken voor fietsparkeren. e Fietsers op rijbaan [f2] Ook kan een van de twee rijrichtingen worden afgezet e _Circulatiemaatregelen voor de auto [az] (zie circulatiemaatregelen voor de auto [a2]) of kunnen rijbanen mogelijk tijdelijk iets smaller worden. Positieve aspecten e De vrijgekomen ruimte kan ten goede komen Deze maatregel is opgenomen onder ruimte voor aan diverse andere functies voetgangers, maar de vrijkomende ruimte kan ook voor | & Door ruimte voor autoverkeer anders in te diverse andere doelen worden gebruikt. zetten kan bijvoorbeeld ruimte op trottoirs vrijgemaakt worden voor voetgangers Complexiteit maatregel : hoog Effectiviteit maatregel : midden Negatieve aspecten ‚ ‚ e Naarmate de auto-intensiteiten weer Toepassingsgebied toenemen (opening vp) moeten maatregelen e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) mogelijk teruggedraaid worden om * Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) doorstroming autoverkeer uit verkeersveiligheidsoogpunt te faciliteren terwijl Uitvoering de ruimte ook nog gewenst is voor andere e Aanpassen belijning met tijdelijke wegmarkering functies (geel). e Plaatsen bebording. e Plaatsen barriers als veilige afscheiding tussen rijden autoverkeer en andere functies (fietsparkeren, verblijfsfuncties, etc.). e Mogelijk is aanpassing VRI noodzakelijk 25 Parkeerverbod fietsen buiten voorzieningen VOETGANGER [vaa] Ue u . EE De X 1 Lr ad 8 Ê Ed Ee KS Ì : Î _ PE nk Ô ERTL D 2 (24 NARE MS | OE os Ne he “In de rekken 4 pr En vakken eh & / on Ee pn ï a e Max.14 dagen Pk a KL le Pe _ — er 1 A Mi ì g - El Nn u É Ee nn, p pe NR , En Dn Maatregel Randvoorwaarden Fietsen die buiten de rekken of vakken geparkeerd e Intensieve handhaving staan, kunnen het trottoir versperren. In drukke e Er moeten voldoende fietsparkeercapaciteit in stadsstraten kan dat extra knelpunten opleveren als rekken en vakken aanwezig in de omgeving. men anderhalve meter afstand tot elkaar moet Tijdelijk faciliteren van extra rekken en vakken is houden. Het (tijdelijk) verbieden van fietsparkeren op misschien nodig. trottoirs of tegen gevels zorgt voor meer obstakelvrije ruimte voor de voetganger. Delen van de Rode Loper | Combinatiemogelijkheden kennen structureel dit regime al. e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va] e Alternatief gebruik parkeerplaatsen [va] Complexiteit maatregel : midden Effectiviteit maatregel : midden Positieve aspecten e Meer veilige ruimte voor de voetganger Toepassingsgebied e _Stadsstraten Negatieve aspecten e Mogelijk minder fietsparkeercapaciteit Uitvoering e Zeer intensieve handhaving nodig e Bestuurlijke besluitvorming op grond van APV art. 4.27 lid 3: “Het college kan in het belang van de veiligheid en ter voorkoming van hinder een gebied aanwijzen waarin fietsen of bromfietsen uitsluitend in een daarvoor bestemde voorziening mogen worden geparkeerd.” Deze bevoegdheid is gemandateerd aan de DB's van de stadsdelen. e Plaatsen borden e _ Aanbrengen straatprints (witte wegenverf) RUIMTE VOOR FIETSERS 27 Ruimte voor fietsers Op de fiets ben je niet beschermd tegen virusdeeltjes die zich in druppels verspreiden. Daarom is het voor fietsers en voetgangers belangrijk dat fietsers voldoende afstand houden tot elkaar en tot voetgangers, minimaal 1,5 meter. Maar door de snelheid van fietsers liefst meer. Om dat optimaal te faciliteren is op drukke fietsroutes meer ruimte nodig. Bij eenrichtingsverkeer voor fietsers (groot deel huidige fietspaden en stroken) is de huidige breedte van fietspaden in principe voldoende. Maar, dan mag men niet inhalen, wat in de praktijk lastig te voorkomen is. Tevens zorgt dit mogelijk juist voor groepsvorming doordat langzamere fietsers snellere fietsers achter zich houden. De tweerichtingsfietspaden zijn over het algemeen 3,5 m of breder. Hierbij kunnen tegemoetkomende fietsers elkaar op 1,5 m passeren, zolang ze alleen rijden (dus niet met 2 naast elkaar). Bij kruisingen met verkeerslichten en bij geopende bruggen verzamelen fietsers zich en is het in de praktijk lastig om afstand te houden. Meer ruimte geven aan fietsers zou wenselijk kunnen zijn om ruimte te bieden om elkaar in te halen (kiezen eigen snelheid). Om inhalen mogelijk te maken, is echter een breedte van drie meter nodig. Verbreding van 1,80 naar bijvoorbeeld 2,50 maakt inhalen makkelijker, maar dan met hooguit 1 meter tussenruimte, wat in feite onvoldoende blijft. Maatregelen, meer ruimte voor fietsers Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om fietsers meer ruimte te geven. In de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op erftoegangswegen (ETW) met een gemengd profiel en een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’. Maatregelen Gescheiden profiel Gemengd profiel Kruispunten Stedelijk Lokaal (GOW, 50 km/uur) (ETW, 30 College DB km/uur) Lef (OT Lef (OT Verbeteren ruimte/veiligheid l vl fi veilig vl X % fietsstroken f2 Fietsers op de rijbaan l f3 Aanpassing programma VRI vl fs Vergroten opstelruimte vl Gedragsregels fietsers smalle l vl f6 oe vl X vl * fietspaden *) m.u.v plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. 28 Al deze maatregelen zijn nader uitgewerkt op de volgende maatregelbladen. Daarbij gelden in algemene zin de volgende aandachtspunten: e _ Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven. e Gemeentelijke diensten moeten de openbare ruimte kunnen beheren en onderhouden, inclusief reiniging en afvalinzameling. e _ Bereikbaarheid voor logistieke sector moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden. e Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten. e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn (in principe zonder schade aan verharding e.d.) e _Continve monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat worden. 29 Verbeteren ruimte/veiligheid fietsstroken EN (SN EEL Uni NRE Eer 2 | ECN NG, Ile N Ì hl WE eht ed je mis zj K Een kessel jee | É NN’ = De gl om R TE Pi ris s Bee rn ge es IW, En | Io mA SE il IÁ Pi ke ee Re Ee FE 8 5 da ee 7 kr E prm) aM vR ke c 5 ns Hs am el a iS ng E ak Or pn ee Ben. LAS es Gn se A- En ee Re \K EE Maatregel Randvoorwaarden Bij fietsstroken naast een rijbaan is voldoende ruimte om | e Duidelijke bebording/ communicatie via de rijstrook voor het autoverkeer in te halen. Indiende |e _Afdwingen lage snelheid autoverkeer fietser vanwege het anderhalvemetercriterium tijdelijk veelvuldig de rijbaan gebruikt, kan het verlagen van de Combinatiemogelijkheden snelheid naar 30 km/uur bijdragen aan de . - verkeersveiligheid. In aanvulling daarop kan bebording automobilisten attenderen op fietsers op de rijbaan of Positieve aspecten kan de fietsstrook mogelijk tijdelijk verbreed worden met |e Verbetering van de verkeersveiligheid voor markering. fietsers bij afwaarderen van de snelheid naar 30 km/uur Complexiteit maatregel : midden e Meer ruimte voor fietsers om elkaar te Effectiviteit maatregel : midden passeren Toepassingsgebied Negatieve aspecten * _ Gescheiden profiel (profiel met fietsstroken) e Beperkt de doorstroming van het autoverkeer. Uitvoering e _Opstraten met fietsstroken zijn in principe geen maatregelen nodig om 1,5 meter afstand te houden, maar vanuit veiligheid en comfort kan het toch wenselijk zijn e Bij veelvuldig gebruik naastgelegen rijbaan door fietsers: o Snelheid verlagen naar 30 km/uur o Autoverkeer attenderen op fiets ook op rijbaan. o Eventueel fietsstrook verbreden tot 3 meter met tijdelijke, gele markeringslijn zodat inhalen mogelijk wordt óp de fietsstrook. 30 Fietsers op de rijbaan ZV Ed ok ZW Ea 5 i N | an ó d 5 d el iT N 8 ak el rh ee Ml Od , Ì nnn Il Hi O 2 ae | | LI Eh dek 4 d MIE EE mi KT Ed ak Ean Ik Mers Vall | Ii u | EHEER RE rien (Ee PBEFUEEEEeE SEN On Ee ei DS EN ON leak Ten py Sm 7 (2 \ Maatregel Randvoorwaarden Bij fietspaden is er geen eenvoudige mogelijkheid deze |e Bij menging van fiets met auto: 30 km/uur te verbreden. Door fietsers (ook) op derijbaantelaten [e Intensiteit autoverkeer beperkt rijden ontstaat er meer ruimte voor fietsers en e Goede monitoring nodig voor bepalen moment voetgangers. van terugdraaien. Complexiteit maatregel : hoog Combinatiemogelijkheden Effectiviteit maatregel : hoog e Voetgangers op fietspad [v3] Toepassingsgebied Daar waar al overgangen van fietspad naar rijbaan en e _ Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) v.v. aanwezig zijn vanwege bromfiets/snorfiets naar e Kruispunten de rijbaan, kunnen die gebruikt worden Uitvoering Positieve aspecten e Optie o: Verplicht fietspad onverplicht maken e Meer ruimte voor fietsers zodat snelle fietsers de rijbaan mogen gebruiken en | e _ Mogelijk ook meer ruimte voor voetgangers [v3] kwetsbare fietsers het fietspad. e Optie 1: fiets naar de rijbaan, mengen autoenfiets | Negatieve aspecten op de rijbaan. e Fietsen moeten gemengd met autoverkeer e Optie 2: straat afsluiten voor auto's, alleen fietsers rijden, voor kwetsbare fietsers kan dat gezien op de rijbaan. worden als nadeel e Optie 3: bij 2x2 rijstroken, 1 rijstrook voor fietsers e Verkeerslichten moeten aangepast worden aan (rechter rijstrook wordt fietsstrook). situatie met fietsers bij het autoverkeer. Zorgt e Optie 4: bij vrijliggende trambaan, auto naar de mogelijk voor langere wachttijden bij de trambaan, alleen fietsers op de rijbaan. kruispunten e Kan niet in profielen waarbij auto en tram gemengd zijn (fiets gemengd met tram is niet gewenst). Met name de aansluiting op kruispunten met verkeerslichten (VRI) moet per situatie bekeken en uitgewerkt worden. Fietsers kunnen mogelijk net voor het kruispunt weer naar het fietspad worden geleid. Of, de VRI-regeling moet worden aangepast aan de situatie met fietsers op de rijbaan en voetgangers ook op het fietspad. 31 Aanpassing programma verkeerslichten (VRI) FIETSERS [f3] 003 1 1 7 nn TE 005 1 Ln | B ju EA MB 1 3 PEEN 0,0 09 1] LL | U 1 2 Ob 02 O1 L__ Ln Maatregel Randvoorwaarden #1 Meer groen (vastgroentijd en koppeltijd verhogen, e Uitgangspunt = bestaande fietspaden meerdere realisaties per cyclus, verlengtijd en hiaattijd structuur. Bij fiets (deels) op de rijbaan wordt verhogen) de maatregel veel ingewikkelder #2 Minder rood (cyclische aanvraag, verlengtijd auto (ontruimingstijden, detectie, conflicten verlagen, verlagen hiaattijd auto, afkapgarantie hoger, aanpassen). prioriteit OV uit, rijtijden OV verhogen, parameter max e Maatregel #1 is generiek omdat verwacht mag wachttijd aanpassen). worden dat de oversteektijd langer is vanwege het houden van afstand. Optie: starre of eenvoudige VA-verkeersregelingen (vaste | e Maatregel #2 is overwegend generiek groentijden, geen prioriteit OV) om afhankelijkheid van vanwege de beperkte opstelruimte bij detectie te vermijden en verschil ontruimingstijden in op fietspaden. Bij fiets op rijbaan minder van te nemen. (i.v.m. vitvoerbaarheid) belang omdat de opstelruimte groter is. Complexiteit maatregel Combinatiemogelijkheden #ien #2 zijn voor de meeste verkeersregelingen e Met verkeerslichtmaatregel voetganger softwarematig uit te voeren, niet complex wel [v8] arbeidsintensief. Per kruispunt kan de exacte invulling maatregel variëren (parameter instelling), alleen Positieve aspecten uitvoeren door experts VRI. e _ Hoe korter de wachttijd, hoe minder mensen op een locatie wachten Effectiviteit maatregel e _ Fietsers vervolgen hun weg niet geclusterd, Kruispunten vormen de wachtruimtes binnen de maar gespreid openbare ruimte. In de praktijk is de wachttijd dynamisch. Hoge wachttijden zorgen er voor dat fietsers Negatieve aspecten geclusterd worden. Wachttijden beperken (#2) verkleint |, Wachttijd OV en auto wordt hoger. Kans op dit probleem. Groentijd verhogen (#1) is noodzakelijk om kruispuntblokkade nabijgelegen kruispunten geen dubbele stops te veroorzaken, maar kan (waardoor voetganger en fiets worden contraproductief werken bij een druk kruispunt gehinderd).Dit aspect speelt in sterkere mate bij fietser op rijbaan. Toepassingsgebied e Langere groentijd betekent ook langere e _ Kruispunten roodtijd voor andere richtingen (dus ook voor fiets/voetganger) Uitvoering e _ Opnieuw instellen VRI’s. Aandachtspunten e Relatief snel als regeling niet opnieuw geladen moet | Voor langzaam verkeer is ‘vaker groen’ worden (meerdere korte realisaties) effectiever dan ® _Drukknoppen halen we niet weg. Dit is een complexe ‘langer groen’. Bijkomend voordeel: gaat niet ingreep met relatief weinig resultaat ten koste van kruisende richtingen. Nadeel: e _Opstelruimte: eventueel met stippen wachtplek kost veel autocapaciteit voor de kruising. aangeven 32 Tijdelijk uitzetten verkeerslichten (VRI) genen n | A Lj = | EN 5 | - fi ee bt Al aj SAP eres Bs TTT A dE ed f Trend Ee AR, sE! (sa) NDE HE Ede j D pn Dal ke gm ee 0 1% | 5 e Pe [ en nd A \ TA e SN / hk Sf IE Ee VTS ENEN SRE \ My ENDS B Maatregel Randvoorwaarden Uitschakelen van de verkeerslichten (VRI) op kruisingen. |© _Nietregelen moet passen binnen de geldende randvoorwaarden voor verkeerslichten Complexiteit maatregel regelingen (met name t.a.v. veiligheid en Garanderen van snelheidsremmende voorzieningen en doorstroming) zichtbaarheid van voorrangsregels (zebra niet altijd e _Garanderen verkeersveiligheid, situatie moet duidelijk / logisch) ook ongeregeld duidelijk zijn e Voldoende doorstroming overig verkeer Effectiviteit maatregel (voorkomen blokkades/terugslag } Als VRI uit staan zal de fietser die in de voorrang zit door | Geloofwaardigheid van situatie kunnen fietsen. Fietsers die voorrang moeten verlenen, staan stil bij de haaientanden waardoor daar nog steeds Combinatiemogelijkheden opstelruimte nodig is. De wachttijd zal per kruispunt e _ Uitzetten geldt voor al het verkeer, verschillen dus samen met [vo] e Met 30 km/uur Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2] * __ Kruispunten met relatief weinig verkeer e _NB: Mogelijk ook interessant om te kijken naar ‚ ‚ brugopeningstijden ter voorkoming Uitvoering groepsvorming bij brugopening. e Wat verkeersregeling betreft eenvoudig. Snelheidsremmende maatregelen kunnen Positieve aspecten omvangrijk zijn e In verleden positief resultaat mee gehaald op + _ Mogelijk alleen op bepaalde tijdstippen Alexanderplein en Muntplein, wachttijden voor e Bij meerdere rijstroken afhankelijk van situatie fietsers zijn hier verminderd enkele rijstroken afzetten i.v.m. kans op afdekongevallen Negatieve aspecten e _Kanop gelijkwaardig drukke kruispunten averechts werken (voorrangsstroom wacht niet, kruisende stroom hoopt op) e Wachttijd overig verkeer kan oplopen aangezien kruispunten vaak bij alle richtingen zebra's hebben e Wachtend autoverkeer kan in de weg staan voor fiets in geval dat voetganger zebra heeft en fiets geen voorrang 33 Vergroten opstelruimte en nes Á n el El NN ers RENEE IETS OU UA? ri ELR ETS NIEUW IES INE EE 3 L DAK Li rr p hmh of PA ran Ì tn \ 1E pl bi e IJ id NM e SA |E Er id fj /) . | À OTR Lel STER k é en 7 rs Je B } TD veer ij AAAAAE Maatregel Randvoorwaarden Opstelruimte bij verkeerslicht vergroten. Normaliter e Alleen relatief kleine aanpassingen heeft een fietser 2,25m° ruimte nodig. In nieuwe situatie is minimaal het dubbele nodig om voldoende afstand te Combinatiemogelijkheden houden tot anderen. De huidige opstelruimtes bij e Met VRI maatregel (minder wachttijd) [v8] kruispunten voldoen vaak al niet onder normale en [f3] omstandigheden. Ruimte kan soms gevonden worden bij |e _Metfiets naar rijbaan [f2] bestaande heuvels, waarbij het al snel om wat grotere infrastructurele aanpassingen gaat. Mogelijk kan met Positieve aspecten markering (stippen) het afstand houden bij het opstellen | _ Vakken die flink vergroot zijn, verkorten in een worden gecommuniceerd/verduidelijkt. normale situatie de rij en zorgen er voor dat fietsers sneller aan de overzijde zijn. Nu Complexiteit maatregel: midden-hoog kunnen de vakken meer ruimte bieden om NB: Ruimte vinden binnen het bestaande ontwerp is ruim op te stellen. lastig, bij vitvoeringsperiode is er bovendien minder ruimte beschikbaar. Bij fiets op rijbaan komt er meer Negatieve aspecten ruimte beschikbaar. e Ruimte vinden is lastig, bij afrijden kan alsnog een clustereffect ontstaan. Meer ruimte is vaak Effectiviteit maatregel: laag-midden ook een breder vak, als het fietspad aan de NB: Haalbaarheid bij bestaande fietspaden is op de korte overzijde smal is, moet het wel mogelijk zijn termijn niet groot. Wellicht een paar locaties. Bij om verantwoord “in te voegen’. toepassing fiets op rijbaan is er snel meer ruimte, maaris | Tijdens de uitvoeringsperiode is er (nog) de impact op de regeling groter. minder ruimte beschikbaar, werkzaamheden moeten dus niet tijdens spitsmomenten Toepassingsgebied uitgevoerd worden. e Kruispunten Uitvoering e Markering aanbrengen (stippen, verspringend à la Formule 1 start) op plekken waar voldoende ruimte is. e Weghalen van bestaande verkeerseilanden ten bate van opstelruimte. Gaat vaak om wat grotere infrastructurele maatregelen. Vergt gedetailleerd ontwerp en afstemming. Ingrijpende werkzaamheden nu niet gewenst e _Inditkaderis deze maatregel daarom alleen relevant indien met eenvoudige middelen (gele lijnen wegenverf op wegdek / witte stipmarkeringen) snel realiseerbaar. 34 Gedragsregels fietsers op smalle fietspaden FIETSERS [f6] Maatregel Uitvoering Op fietspaden is het grootste gezondheidsrisico voor |e Plaatsen borden ‘niet inhalen’ fietsers de overdracht van het virus wanneer men e Plaatsen borden ‘afstand houden’ dicht bij elkaar fietst of stilstaat. Op smalle fietspaden |e Plaatsen straatmarkeringen (gele wegenverf voor (< 2,50 m) zou een ‘inhaalverbod’ aangegeven kunnen lijnen en markeringen, wit voor worden om fietsers erop te attenderen dat inhalen communicatieboodschappen) gezondheidsrisico's kent. Op andere locaties, zoals bij |e Bredere campagne gericht op kruispunten kan het attenderen op afstand houden gedragsbeïnvloeding (geef elkaar de ruimte) goed zijn. Deze maatregelen lijken alleen effectief in combinatie met een brede communicatiecampagne Randvoorwaarden gericht op gedragsbeïnvloeding. e Brede communicatiecampagne gericht op gedragsverandering noodzakelijk Ten slotte is het denkbaar om sommige (smalle) tweerichtingfietspaden om te vormen naar Combinatiemogelijkheden eenrichtingfietspaden. Dit is echter complex, omdat e nvt er voor de fietsers in tegenrichting een goed alternatief moet zijn, en omdat VRI's aangepast Positieve aspecten moeten worden. Denkbaar: Geldersekade, Theophile |, Toepasbaar op fietspaden en kruispunten waar de Bockstraat. Combinatie met fietsers op de rijbaan andere fysieke maatregelen om ruimte voor de fiets te maken niet haalbaar zijn Complexiteit maatregel ‘laag e Geen aanpassingen van de inrichting nodig Effectiviteit maatregel : middel , , Negatieve aspecten Toepassingsgebied e Mogelijk groepsvorming fietsers achter langzame e Gescheiden profielen (fietspaden) fietsers. * Kruispunten e _Inhaalverbod is niet handhaafbaar, succes hangt dus af van naleving regel. e Niet inhalen met name lastig voor bijvoorbeeld snelle (e-bike) fietser en bezorgers. 35 36 Ruimte voor OV-reizigers In de afgelopen jaren is het openbaar vervoer explosief gegroeid. Op vele trajecten zijn frequentieverhogingen doorgevoerd en zijn grote stappen gezet naar een kwalitatief hoogwaardig OV-aanbod. Het openbaar vervoer vervoert grote groepen mensen op een ruimte-efficiënte wijze. Voor veel Amsterdammers en mensen buiten Amsterdam, maakte openbaar vervoer onderdeel vit van de dagelijkse routine. Het openbaar vervoer verhoudt zich slecht tot de 1,5 meter richtlijn. Zonder tegenmaatregelen, daalt de capaciteit in het openbaar vervoer tot 10-20% van de reguliere capaciteit. Ook stations en haltes zijn niet ingericht op de 1,5 meter samenleving. Op dit moment wordt gewerkt aan (afronding van) landelijke protocollen voor de herstart van het openbaar vervoer. Vervoerregio Amsterdam en GVB zijn hierbij betrokken als concessieverlener en concessiehouder aangesloten. In de landelijke protocollen wordt ingegaan op mogelijke inrichtingsmaatregelen voor voertuigen, stations en haltes. Naar verwachting wordt het protocol voor het openbaar vervoer in mei 2020 definitief gemaakt. De gemeente Amsterdam heeft als beheerder van de bus- en tramhaltes hierin een directe rol. Op metrostations is de gemeente Amsterdam wel de eigenaar, maar is het dagelijks beheer gemandateerd richting GVB. Maatregelen in de voertuigen vallen binnen de verantwoordelijkheid van de vervoerder. Maatregelen, meer ruimte voor de reizigers van het openbaar vervoer GVB zet in op verschillende communicatiemaatregelen richting de reiziger om zo goed mogelijk de beschikbare capaciteit te benutten. Hierbij is het zeer behulpzaam als er vanuit het Rijk een duidelijke boodschap komt over een doelgroepenbenadering, bijvoorbeeld dat het openbaar vervoer in de spits alleen gebruikt kan worden door personeel van vitale sectoren. Tevens wordt in overleg met het Rijk overlegd gevoerd over het op verantwoorde wijze afschalen van de 21,5 meter richtlijn voor het openbaar vervoer. In het verlengde van de aanpak ín de voertuigen, zet GVB ook niet in op fysieke maatregelen op tram- en bushaltes. Hiervoor ontbreekt op het merendeel van de tram- en bushaltes de ruimte om dit goed en hanteerbaar in te richten. De maatregelen zoals voorgesteld in het algemene OV-protocol laten zich niet 1 op 1 vertalen naar haltes in de stedelijke omgeving van Amsterdam. In overleg met GVB is vastgesteld dat maatregelen in de openbare ruimte om wachtruime voor de wachtende OV-reizigers wél van toegevoegde waarde zijn. Hiermee wordt het haltegebied tijdelijk in omvang verruimd om wachtende reizigers voldoende afstand tot elkaar te laten houden. De onderstaande maatregelen geven hier invulling aan. Gescheiden Gemengd Stedelijk Lokaal profiel profiel College DB (GOW, 50 (ETW, 30 oft Ujjd oft Ujjd km/uur) it) (M109) OV1 . . * halteomgeving; op trottoirs Inrichten wachtgebied buiten dedicated vl vl parkeerplaatsen %) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. In dit geval kan het DB wél besluiten over aanpassingen van haltes op hoofd- en plusnet OV, maar niet als dat impact heeft op het functioneren van plusnet fiets, plusnet auto of hoofdnet auto. Bijvoorbeeld omdat rijstroken of fietspaden afgesloten moeten worden. 37 Bij de maatregelen gelden in algemene zin de volgende aandachtspunten: e Doorstroming van openbaar vervoer en betrouwbaarheid van de dienstregeling blijft een belangrijk uitgangspunt voor Amsterdam. Ondanks de beperkingen van het openbaar vervoer op de korte termijn, zetten we in op het zo veilig en betrouwbaar mogelijk vervoeren van zoveel mogelijk mensen met het openbaar vervoer. Indien doorstroming en betrouwbaarheid in het geding komen, kunnen hiervoor maatregelen getroffen worden zoals elders in de menukaart opgenomen (beïnvloeden verkeerscirculatie overig verkeer en inregelen VRI's). Halteren zal met de 1,5-meter maatregelen langer duren, voorkomen moet worden dat er onnodig veel andere vertragingen optreden door filevorming waar OV geen vrije baan heeft. e De Amsterdamse OV-haltes zijn nog lang niet overal optimaal toegankelijk. Bij het tijdelijk herverdeling van de openbare ruimte is het wenselijk om de toegankelijkheid van haltes waar mogelijk te verbeteren, en op zijn minst niet te verslechteren. Gelet moet worden op zaken die in de richtlijnen voor toegankelijke haltes zijn opgenomen. Te denken valt aan voldoende diepte van de halte, obstakelvrije ruimte, hoogte van de halte, op- en afritjes in het trottoir. e Reizigers hebben vooral behoefte aan duidelijkheid: wat mag wel en wat mag niet? Er moeten nieuwe gewoontes ontstaan bij de reizigers. Daarom is het uitgangspunt dat we zoveel mogelijk werken met heldere, uniforme regels: consequent zijn. Herkenbare uniforme situaties verlagen voor reizigers namelijk de drempel om zich aan de gewenste regels te houden. Daarbij is een extra uitdaging dat er verschillende vervoerders en beheerders zijn die over OV communiceren. Br O4 De 11E ra at ee Ee aa TERI: eu Re a 5 nn je 1 rn LEON 0 SON oe EE SU Ie ST Viva Nl Did ER Sn SR is Me ID ien Ir Re Sen AES : NN Se rn Dn me MSN Ben | Ln ER nt Wi on Us mn Se AE dik btn HD Se L | SE en Ld || (lk | Ë Ammi US Na EEN, bj RE fl ij ee ib a JM Wd EE ide sn Ee mi Der Ten, Ie LS Vene e kij An a 21 nn en KEE, re mg q, EE OO inl RR ___— eee a Ee ee 5 2E == = en — | me el en 38 Inrichten wachtgebied buiten ‘dedicated’ halteomgeving; OPENBAAR VERVOER [ova] trottoirs Maatregel Randvoorwaarden Ondanks de lagere capaciteit van het OV, zijn veel e Voldoende ruimte op het trottoir in relatie tot binnenstedelijke haltes niet voldoende ruim opgezet andere functionaliteiten op het trottoir om wachtende reizigers conform de 21,5 meter richtlijnen op te stellen. In voorkomende gevallen Combinatiemogelijkheden wordt een deel van de naastgelegen openbare ruimte |e _Trottoirs vrijmaken van objecten [va] hiervoor ingezet. e _Eénrichtingsverkeer voor voetgangers [v2] e Fietspad wordt trottoir [v3] Aangezien de extra ruimte ingezet wordt voor stilstaande mensen, verhoudt dit zich niet tot Positieve aspecten verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt e _ Eenvoudig in te richten tegen lage kosten daarom met visuele middelen afgebakend van de rest van het trottoirfopenbare ruimte Negatieve aspecten e Grote druk op schaarse ruimte op trottoir Complexiteit maatregel : middel e Locatie outillage niet meer in overeenstemming Effectiviteit maatregel : hoog met wachtgebied reizigers ‚ ‚ e Locatie reizigersinformatie is niet meer in Toepassingsgebied overeenstemming met wachtgebied reizigers. * _Trottoirs e Eenvoudig te negeren door gebruikers e Voetgangersgebieden Aandachtspunten Uitvoering e Met name bij de gecombineerde haltes en bij de * Plaatsen van markeringen (wegenverf, wit) om drukste locaties, is aanvullende inzet van vakken voor wachtende reizigers te markeren servicepersoneel gewenst * _Plaatsen bebording/communicatie vitingen e Toegankelijkheid voor mensen met een fysieke beperking dient zo goed mogelijk geborgd te worden, ook in tijdelijke situaties 39 Inrichten wachtgebied buiten 1 1 r 1 = dedicated halteomgeving; OPENBAAR VERVOER [ov2] fietspaden, rijbanen, parkeerplaatsen Maatregel Randvoorwaarden Ondanks de lagere capaciteit van het OV, zijn veel e Voldoende ruimte op het trottoir in relatie tot binnenstedelijke haltes niet voldoende ruim opgezet andere functies op het trottoir, om anderhalve om wachtende reizigers conform de 1,5 meter meter afstand tot elkaar te kunnen houden. richtlijnen op te stellen. In voorkomende gevallen wordt een deel van de huidige naastgelegen Combinatiemogelijkheden parkeerplaatsen, fietspaden en/of rijbanen voor e Maatregelen die fietsers of autoverkeer omleiden autoverkeer ingezet. [V3, V6, V7] e Maatregelen die voorzien in het anders gebruik Deze maatregel is alleen mogelijk in combinatie met van ruimte voor geparkeerde auto’s [va] maatregelen die fietsers of autoverkeer omleiden [V3, | e Maatregelen die voorzien in het anders gebruik V6, V7] of voorzien in het anders gebruik van ruimte van ruimte voor rijdende auto's [V10] voor geparkeerde auto’s [va] of rijdende auto’s [V1o] Positieve aspecten Aangezien de extra ruimte ingezet wordt voor e _ Eenvoudig in te richten tegen lage kosten stilstaande mensen, verhoudt dit zich niet tot verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt Negatieve aspecten daarom met visuele middelen afgebakend van derest |& Grote druk op vrijgekomen ruimte van het trottoir/openbare ruimte e _ Zolang wachtruimte noodzakelijk is voor OV, zijn de onderliggende maatregelen ook noodzakelijk / Complexiteit maatregel : hoog onomkeerbaar Effectiviteit maatregel : hoog e Locatie outillage niet meer in overeenstemming met wachtgebied reizigers Toepassingsgebied e Locatie reizigersinformatie is niet meer in * __ Gescheiden profielen (GOW, 50 km/uur) overeenstemming met wachtgebied reizigers * __ Gemengde profielen (ETW, 30 km/uur), maar e Eenvoudig te negeren door gebruikers alleen m.b.t. parkeerplaatsen Aandachtspunten Uitvoering . e Verkeersveiligheid dient geborgd te zijn. Indien er *_Aanbrengen markeringen om wachtruimte aan te rijbanen gesitueerd zijn tussen de wachtplek en de geven (wit, wegenverf) halte dient een veilige oversteekmogelijkheid e Plaatsen fysieke afzettingen om rijdend verkeer gefaciliteerd te zijn. en wachtende reizigers te scheiden (bijvoorbeeld |< Met name bij de gecombineerde haltes en bij de barriers) drukste locaties, is aanvullende inzet van e Plaatsen bebording/communicatie uitingen servicepersoneel gewenst. e Toegankelijkheid voor mensen met een fysieke beperking dient zo goed mogelijk geborgd te worden, ook in tijdelijke situaties. RUIMTE VOOR AUTOVERKEER 41 Ruimte voor autoverkeer Maatregelen om meer ruimte te geven aan bijvoorbeeld voetgangers en fietsers, zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken, gaan mogelijk ten koste van de beschikbare ruimte voor het autonetwerk en het parkeren. Om te voorkomen dat de stad vastloopt kunnen maatregelen nodig zijn om de bereikbaarheid en doorstroming, in ieder geval op cruciale corridors, te behouden. Dit voor bijvoorbeeld nood- en hulpdiensten, OV, taxi's, doelgroepenvervoer en logistieke functies. Maatregelen, ruimte voor autoverkeer Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om ruimte voor noodzakelijk autoverkeer te waarborgen. In de tabel is aangegeven waar de maatregelen toepasbaar zijn: op gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een gescheiden profiel en een snelheid van 5o km/uur, op erftoegangswegen (ETW) met een gemengd profiel en een snelheid van 30 km/uur of op kruispunten. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’. Gescheiden Gemengd Kruispunten Stedelijk Lokaal profiel profiel College DB (GOW, 50 (ETW, 30 of Und of Und aard) km/uur) meen VON a2 _Circulatiemaatregelen voor auto's v Nl Nl a3 Alternatieve parkeergelegenheid v Nl %*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. Alle maatregelen zijn nader vitgewerkt op de volgende maatregelenbladen. In algemene zin gelden bij vitvoering de volgende aandachtspunten: e Verkeersveiligheid moet geborgd blijven, met name bij het mengen van modaliteiten. Verder moeten maatregelen gebeuren binnen de randvoorwaarden voor (veilige) kruispuntafwikkeling en tunnelwetgeving. e Bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten moet geborgd blijven. e Bereikbaarheid en veiligheid ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen moeten geborgd blijven. e Bereikbaarheid voor mindervaliden moet geborgd blijven (bijv. beschikbaarheid van gehandicaptenparkeerplaatsen en bereikbaarheid daarvan per auto, maar ook oversteekbaarheid bij éénrichtingsverkeer voetgangers, overbruggen van hoogteverschillen, etc). e Bereikbaarheid voor logistieke sector moet geborgd blijven, met inachtneming van venstertijden en laad- en losplekken). Met name omdat ruimte hiervoor onder druk zou kunnen komen te staan, terwijl door anders inrichten van wegen de impact van tijdelijk stil staan groter zou kunnen worden. e Maatregelen moeten relatief eenvoudig omkeerbaar zijn en/of ze kunnen gebruikt worden voor inzichten voor toekomstige beleidskeuzes. e Continue monitoring van effectiviteit en impact is essentieel. Met name als het straks weer drukker gaat worden op de weg. 42 e De parkeerdruk zal oplopen als parkeerruimte voor andere doeleinden nodig is. Moeilijk kunnen parkeren met de auto zal tot onvrede leiden, zeker zo lang het OV nog beperkt gebruikt kan worden. Daarom is het van belang om te zoeken naar alternatieve parkeerruimte (bijv. bewoners tijdelijk gratis op P+R). Verder is het de verwachting dat door de druk op het huidige OV er mogelijk een extra soort van OV komt (werknemersvervoer) dat tot tijdelijke P&R locaties kan leiden en ook op tijdelijke stopplekken/bushaltes op de weg. De impact moet worden meegewogen in de maatregelen. © Indien een parkeerplaats voor een ‘klassieke deelauto' (vaste standplaats) tijdelijk opgeheven moet worden of onbereikbaar wordt door tijdelijke maatregelen, moet een oplossing worden gevonden. Bijvoorbeeld door deze te verplaatsen in overleg met de aanbieder. 43 elen ed 0, ht A ek re Ae EE me EEn RS ES Maatregel Uitvoering Het tijdelijk herzien van de belangrijke autoroutes. e Vitale corridors benoemen Ook zou het kunnen dat er tijdelijke nieuwe vitale e Doorstroming en bereikbaarheid van deze routes nodig zijn. Deze routes hebben als doel om de routes in kaart brengen met een verwachting bereikbaarheid van de stad te garanderen en het voor de komende tijd verkeer op de meest geschikte wegen te e _ Als andere corridors benoemd worden, moeten concentreren. Op routes die buiten deze belangrijke nieuwe prioriteiten meegegeven worden aan routes vallen kan eerder aan maatregelen voor een verkeersmanagement tijdelijke herverdeling van de openbare ruimte gedacht worden. Deze maatregel heeft dus Randvoorwaarden nadrukkelijke fysieke samenhang met de wens voor [| e Extra aandacht voor bereikbaarheid vitale andere maatregelen. functies, zoals routes hulpdiensten, zorg, ziekenhuizen Complexiteit maatregel: midden-hoog e Capaciteit parkeergarages en P+R's moet Effectiviteit maatregel: midden-hoog optimaal benut worden en daarmee toegangswegen op orde Toepassingsgebied e _ Monitoring doorstroming en bereikbaarheid e Gescheiden profiel (GOW, 5o km/uur) e _ Verkeersveiligheid e Gemengd profiel (ETW, 30 km/uur) e _ Kruispunten Combinatiemogelijkheden In de binnenstad is enerzijds, over het algemeen, de | & Ruimte maken voor andere functies beschikbare ruimte het schaarst, en anderzijds blijkt | « Circulatiemaatregelen [a2] hier de afgelopen weken relatief gezien de grootste | Alternatief parkeren [a3] afname in auto-intensiteiten (Bron: Paasupdate: mobiliteitsgedrag tijdens coronacrisis. Data-analyse | positieve aspecten over stad Amsterdam). e _ Noodzakelijk als basis voor andere maatregelen door ruimte te creëren e Stad blijft bereikbaar Negatieve aspecten e Kanten koste gaan van een logische opbouw van het autonetwerk, de doorstroming en betrouwbaarheid/robuustheid van het netwerk 4h Circulatiemaatregelen voor auto's | B | k f ie Maatregel Randvoorwaarden Circulatiewijzigingen in autonetwerk (knips, e Goed verkeerscirculatieplan éénrichtingsverkeer). Om ruimte te maken voor e Bereikbaarheid nood-en hulpdiensten, OV, andere functies en toch de bereikbaarheid te logistiek, doelgroepenvervoer, en taxi moet garanderen. gegarandeerd worden e _Inzichtin impactop OV en laad- en losplekken Complexiteit maatregel : hoog voor logistiek, doelgroepenvervoer en Effectiviteit maatregel : midden taxivervoer Toepassingsgebied Combinatiemogelijkheden e ETW, 30 km/uur e Ruimte maken voor andere functies. ® GOW, so/km/h e _Autonetwerken [aa] e Kruispunten Positieve aspecten Uitvoering e Kan snel ruimte opleveren voor voetgangers op e Plaatsen borden die plekken waar dat het meest nodig is e Fysieke barrières plaatsen e Veiligheid en ruimte voetgangers en fietsers * Zorgen dat het in navigatie-apps wordt meegenomen Negatieve aspecten e Aanpassen kruispunten en verkeerslichten e Grotere circulatie-ingrepen kunnen complex zijn fysiek en in regeling e _Impactop OV en logistieke laad — en losplekken 45 Alternatieve parkeergelegenheid AUTO [a3] Ee A nm eN \ ps Dan Dn N Pal Ee Maatregel Uitvoering Vanuit maatregelen zoals beschreven bij ruimte e _P(+R)locaties zoeken/aanwijzen voor voetgangers en fietsers zal mogelijkeen claim | @ _ Doorstroming en bereikbaarheid van de routes in gelegd worden op straatparkeren. Dat betekent kaart brengen met een verwachting voor de dat er slimmer omgegaan moet worden met komende tijd parkeergarages, publiek en privaat. Daarnaast zal e _ Uitzoeken waar in de stad slim gestopt kan er meer parkeergelegenheid op afstand (aan de worden voor vervoer passagiers, rekening rand van de stad) gebruikt (gerealiseerd) moeten houdend met impact op doorstroming worden. Dit betreft zowel parkeren voor bewoners, zakelijk (werknemers) als bezoekers. Randvoorwaarden e Capaciteit bestaande parkeergarages en P+R's Vanuit autonetwerken betekent dit dat: moet optimaal benut worden -__er nagedacht moet worden over het goed e _Verkeersveilig bereikbaar houden van de parkeerlocaties; -__ er wellicht extra belangrijke routes ontstaan Combinatiemogelijkheden vanuit deze parkeerlocaties of naar deze e Ruimte maken voor andere functies parkeerlocaties; e _Autonetwerken [aa] …_er mogelijk (tijdelijke) stopplekken op/naastde |, circulatiemaatregelen voor autoverkeer [aa] weg moeten worden gerealiseerd, naast de beschikbare bushaltes, voor het faciliteren van Positieve aspecten extra vervoer van en naar de parkeerlocaties. e Noodzakelijk als basis voor andere maatregelen door ruimte te creëren ten koste van Complexiteit maatregel : hoog straatparkeren Effectiviteit maatregel : hoog e _ Stad blijft bereikbaar Toepassingsgebied Negatieve aspecten *__ ETW, 30 km/uur, Kan ten koste gaan van een logische opbouw van het * _ GOW, so km/uur, autonetwerk, de doorstroming en betrouwbaarheid Parkeren {robuustheid van het netwerk SNES OP EN ROND HET WATER 47 Ruimte op en rond het water Ook het water is openbare ruimte. Ruimte die we gebruiken om mensen en goederen te vervoeren, maar ook om te recreëren. Ook hier moeten we elkaar de ruimte geven. Zo lang het niet te druk wordt op het water is het goed mogelijk dat vaartuigen doorgaans niet binnen 1,5 meter van elkaar komen. Opstoppingen moeten uiteraard voorkomen worden. Afstand houden rondom het water vraagt ook aandacht. Het op- en afstappen van passagiers moet veilig gebeuren, maar neemt daarmee wellicht meer tijd en ruimte in beslag dan we gewend zijn. Ook bij de sluizen moeten we opletten, want bij een volle sluis is het moeilijk om de benodigde afstand te borgen tussen de vaartuigen. Maatregelen, voldoende ruimte op en rond het water Op de volgende pagina's worden maatregelen omschreven die bijdragen aan de veiligheid op en rond het water, met inachtneming van het anderhalvemetercriterium. Alle maatregelen zijn toepasbaar op al het binnenwater in Amsterdam. È à N Ts: ZN \ Ls Er } ki Ir Ee NX amtamanaterteree _ Doorvaartprofielen e A4 1 e k kin Ke) ij NA Re si / 5 h 4 p Pi, x Gemeente Amsterdam SDN Kn RR, ds Een EE A heid, EC EN CN EEN | In INN L nd at CN ET EN CN ECS e= 5 al IE 4 Da lef ej e jeee| LIE SV ae Nan NL De jeje eee) Ni AE geen eeen il Eten je Nn: es EE a ree Anes M ren Er rd Seed L Hà sate Lee # ik En | - DE ä ij \ iN d el et ek ir nel a h Ab) : 5, ik We En En HET U SS ee emd ef S i V d /) KE ae Ee Ji rik a Î as h _ s } E = ei Î { 3 ke ! # tl ll fs Tg mn Pr Ë 5 tet Ae ke or Fr k Ee Í » ; t DE zj w „ gm he, BUITEN 1 EREN , B LET AE (Ni Si B hd) E Ee ee Ni SZ et Ne ze ij Er 4 fe al Raf t ee obs en: î Ee —el - / din # 5 ee 2 Oe AS zi \ eel | sr Am e pe LN dt ARN 5 L ae E ik d Vk mr RG A B \ pe : 7 E 5 en ij ariel 4 a \ el ï Fi SA 7 LS en ae Jd zi 7 SAS NORD pn ne A TND Dn Lr 1 KE EE in Edel NK APA md NA | Ee mn RL BEN rs Er AET p; Etn Ml sl SN Obee hema, laas { EN koel bean 48 Ed za jet. se, el Bray beck man f‚ SE GE rf IN en en Eren A aen Maatregel Randvoorwaarden Amsterdam kent veel water, maar op sommige e _ Juridische borging via verkeersbesluiten. plekken is de doorvaartruimte smal. Bijvoorbeeld in| e _ Meetgegevens van de ‘digitale gracht’ en sluizen en in krappe bochten waar grotere handhaving van de vignetplicht noodzakelijk, om vaartuigen moeten manoeuvreren. Daar kunnen te monitoren waar problemen ontstaan knelpunten ontstaan ten aanzien van de e Versneld toevoegen van meer sensoren anderhalvemeterregel. Goede doorstroming en e Routes dienen rekening te houden met voldoende ruimte voor het vaarverkeer zijn afvaartpunten essentieel om dat te voorkomen. Er zijn een aantal | e Aanpassingen rondom sluizen vragen om oplossingsrichtingen mogelijk, namelijk: voldoende gekwalificeerd personeel om ter ° _ Het werken met tijdvakken voor plaatse te bedienen én voorzieningen ter plaatsen passagiersvaart en pleziervaart (de burgwachtershuisjes zijn verkocht). e Vaste routes voorschrijven e Aanpassing bij sluizen Positieve aspecten e _Nachtvaarverbod - - e Het (tijdelijk) verbieden van specifieke e Pleziervaart in (het centrum van) Amsterdam kan typen vaartuigen, zoals bijvoorbeeld weer worden toegestaan waterfietsen e Werken met tijdvakken is eenduidig en overzichtelijk voor iedereen Uitvoering e Werken met vaste routes biedt mogelijkheid voor ® Tijdvakken: bijvoorbeeld passagiersvaart tot ca. het scheiden van de gebruikersgroepen in ruimte 14:00 uur en daarna pleziervaart tot ca. 22:00 en voorkomt onderlinge conflicten uur. Transport over water zal 's avonds, indien |® Aanpassingen m.b.t. sluizen verhelpen de noodzakelijk 's nachts en in de vroege ochtend belangrijkste bottlenecks in het netwerk van plaatsvinden Amsterdamse vaarwegen e Routes: vaste routes voorschrijven voor e Nachtelijk vaarverbod voorkomt dat men gaat passagiersvaart en pleziervaart om varen op het moment dat handhaving ontbreekt. verkeersstromen te scheiden. Bijvoorbeeld met eenrichtingsverkeer, om opstoppingen te Negatieve aspecten voorkomen en knelpunten te vermijden. « Maatregelen zijn ingrijpend en beperken de ® _ Sluizen: lokaal bedienen of stewards inzetten vrijheid om gebruik te maken van het water om voldoende afstand te behouden. e Nachtelijk vaarverbod voor allesbehalve Aandachtspunten transport en hulpdiensten 22:00 — 10:00 uur, e _Voorschrijven routes vraagt om een eerlijke omdat handhaving op deze tijdstippen beperkt verdeling van de attracties tussen beroepsmatig mogelijk is. toerisme en de individuele recreant e_ Vaarverbod: verbod op verhuur en gebruik van . Verbod op waterfietsen treft de verhuurders van waterfietsen is wenselijk vanwege de slechte waterfietsen, terwijl andere rederij-activiteiten manoeuvreerbaarheid waardoor 1,5 m regel wel (met aanpassingen) weer doorgang kunnen onder druk komt te staan. vinden. 49 Maatregel Randvoorwaarden Binnen de mogelijkheden van een e Uitwerken van maatregelen in nadere regels, vast anderhalvemetereconomie zal de passagiersvaart te stellen door het college van B&W. niet op haar volume van voor de coronacrisis Ondernemers dienen in de eigen bedrijfsvoering kunnen opereren. Naar verwachting zal in 2020, op vaartuigen en op de wal de 1,5 meter afstand maar ook nog in 2021 het toeristisch aanbod lager tussen passagiers te borgen. zijn zodat hier een hanteerbare situatie kan ontstaan waarbij bedrijfsvoering mogelijk is. Positieve aspecten Oplossingen daarvoor zijn te verdelen in drie e Veilige afstand (1,5 meter) tussen passagiers kan componenten: het op- en afstappen, de passagiers geborgd worden. aan boord en het volume van de rondvaart. e Ruimte voor de sector om de bedrijfsvoering voort te zetten. Mogelijke maatregelen zijn: e Uitsluitend vooraf gekochte kaartjes voor een | Negatieve aspecten specifiek tijdstip toe te staan e Het anderhalvemetercriterium beperkt het aantal e _Verplichten vooraf te boeken en het tijdelijk passagiers dat aan boord kan. De inschatting is uitbreiden van enkele geschikte vaste dat dit ondanks de beperkingen rendabel kan zijn afvaartlocaties Voor de grotere vaartuigen. Bij kleinere e Aanpassen van de logistiek bij in- en vaartuigen hangt dit sterk af van het vaartuig uitstappen, zoals het scheiden van in- en uitstaplocaties Aandachtspunten e Beperken aantal passagiers aan boord e Het tijdelijk uitbreiden van vaste afvaartlocaties e Invoeren van tijdslots voor de rondvaart dient in overleg met de omgeving plaats te vinden e Mogelijk is er in de uitwerking van nadere regels Uitvoering verschil te maken is tussen open en gesloten e _Reguleren van de (maximale) bezetting van vaartuigen, met het oog op de risico’s ten aanzien vaartuigen, om 1,5 meter afstand aan van de verspreiding van het virus boord te garanderen e Aanpassingen in de bedrijfsvoering, waaronder het voorzien in online kaartverkoop en het aanpassen van logistiek bij het in- en uitstappen, zodat men voldoende afstand kan houden e Aanpassingen in de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld tijdelijk enkele geschikte openbare locaties aan te wijzen als vaste afvaartlocaties. Dit vraagt tevens toewijzing en inrichting van openbare ruimte als opstelruimte voor passagiers 5o Aanpassingen rond de veren en ER 5 ek | le | k ek ] BÀ: Hil | te ee Î el lat nr mr 7 en de N Dek en ek RN 2 5 ir medi > 5 NN Ke À en sE je Ee VE ai ni Á tE eit k Ge j md EE a L & BE p En En À rs vee NS EE : % oe Maatregel Randvoorwaarden De reguliere aanlandingen bieden niet voldoende ruimte e Voldoende ruimte op de aanlanding en de om wachtende passagiers conform de 1,5 meter richtlijnen aangrenzende openbare ruimte om de op te laten stellen. Om dit wel mogelijk te maken, kan een groepen te scheiden deel van de naastgelegen openbare ruimte als wachtruimte |e Contracteren uitbreiding instapbegeleiding worden ingezet. Dit vraagt om aanpassingen in de e Voldoende capaciteit voor handhaving openbare ruimte. Positieve aspecten Complexiteit maatregel : middel e Veiligheid rondom de veren wordt geborgd. Effectiviteit maatregel : middel e Eenvoudig inte richten tegen relatief lage kosten. Toepassingsgebied e _ Aanlandingen en aangrenzend openbaar gebied Negatieve aspecten e Locatie outillage niet meer overeenkomstig Uitvoering wachtgebied passagiers Realiseren van extra wachtruimte e Maatregelen zijn eenvoudig te negeren door e Plaatsen fysieke afzettingen: wachtruimte is uitsluitend gebruikers, veel capaciteit nodig voor bedoeld voor stilstaande mensen. Dit verhoudt zich begeleiding, toezicht en handhaving (met niet tot verplaatsende mensen. De ‘wachtruimte’ wordt hoge kosten) daarom met visuele en fysieke middelen afgebakend © _ Grote druk op schaarse ruimte bij CS van de rest van de openbare ruimte * _Erdient eenrichtingsverkeer ingesteld te worden op de | Aandachtspunten aanlandingen, zodat in- en uitstappers elkaar niet ® _ Het kan nodig zijn om ook de wijdere onnodig passeren omgeving van de aanlandingen anders in te e Inzet van instapbegeleiding en handhaving is richten, voorsorterend op scheiding noodzakelijk om alles in goede banen te leiden reizigersstromen bij de aanlandingen. e Plaatsen bebording/communicatie uitingen ® _ Standaard oplossing is niet mogelijk, de plannen worden voor alle aanlandingen langs het IJ verder uitgewerkt 51 Voortgang van transport en bouwlogistiek WATER [wa] UEC OTS SAN Ls; B ON IN F SE & SNN \ ES SN \ iN SE DSN d EN Í NN L Di on SN % Í h RS RN \ Nn Ì Be | es | Ee I rn | RE N \ | RE SEE \ l EEE al em. Wal ì En k : Nn or Eem en Lain Ee: | Ì p a 7” er : nk: El d | ren ek U 5 TN 5 rn hm mi je ndi K eea Ì Er. ad \ We. her f she et | ie E L lt de has CUE ma: Onde ee Ni Zh oenen: Voor goederenvervoer, afval en bouwlogistiek zijn er naast algemene gedragsregels in principe geen extra maatregelen noodzakelijk. Het betreft het leveren en ophalen van zaken met een vaartuig. Deze vaartuigen kennen normaal een bemanning van een schipper en doorgaans 1 of 2 bemanningsleden die door de omvang van het vaartuig voldoende afstand kunnen houden. Op de wal dient er met een zichtbare strook te worden aangegeven dat er op de aangegeven locatie iets kan worden neerzet, opgehaald of aangemeerd kan worden. Mogelijk is het tijdelijk anders gebruik van parkeerplaatsen [v4] nodig om voldoende ruimte te bieden voor laden en lossen op de kades. Werken vanaf een ponton of bouwschip, bijvoorbeeld met drijvende kraan, is in essentie niet anders als een reguliere bouwplaats en daar dienen dezelfde maatregelen te worden genomen. 52 Faciliteren van veilige pleziervaart En en s Ne ETRA DIE Kl le Otten ct A Pe EE LER nn ER EE eN En Maatregel Randvoorwaarden De grootste uitdagingen met betrekking tot de e Inzet van de ‘digitale gracht’ pleziervaart zijn het volume en de relatief kleine e Juridische borging via verkeersbesluiten en vaartuigen. collegebesluiten (max. aantal inzittenden is een orde maatregel) Er zijn twee oplossingsrichtingen om de pleziervaart | © Handhaven van een strikte verplichting tot het mogelijk te maken, met inachtneming van het beschikken over een vignet anderhalvemetercriterium: e Handhaving op dagkaarten |. Het volume beperken IL, Het aantal personen per vaartuig beperken. Positieve aspecten e Pleziervaart in (het centrum van) Amsterdam Beiden zijn noodzakelijk in combinatie met elkaar. kan weer worden toegestaan e Dit isop afstand eenvoudig te controleren en Uitvoering voorkomt onnodig aanhouden en debat of een e _Om het volume te beperken kan gewerkt groep personen wel of niet een huishouden is worden met dagkaarten e Een vast aantal dagkaarten kan middels het | Negatieve aspecten BHG vignet uitgegeven worden e De vrijheid om in Amsterdam te varen wordt e Het beperken van het aantal passagiers kan beperkt het beste ingestoken worden door te kiezen voor een vast maximum aantal passagiers Aandachtspunten per type vaartuig e Omgang met de vaartuigen die al in het gebied e Meteen collegebesluit kan het maximum afgemeerd zijn, maar dit is controleerbaar aantal passagiers per type vaartuig e Veilig opstappen en onderling afstand houden in voorgeschreven worden jachthavens vraagt om aanpassingen in de jachthaven. Dit is in essentie iets dat per jachthaven door de ondernemer geregeld dient te worden _Op sommige locaties meren vaartuigen naast elkaar af, hier zou een verbod op afgegeven kunnen worden voor openbaar water voor zover dit nu wel toegestaan zou zijn (beperkt aantal locaties). Op privé locaties zal de eigenaar hier zorg voor moeten dragen RUIMTE VOOR RECREANTEN 54 Ruimte voor recreanten Zodra de utilitaire ruimte voor fietsers en voetgangers geboden is, kunnen we ruimte bieden aan recreatieve functies. Dat is van belang om de stad leefbaar te houden, zeker als het anderhalvemetercriterium nog maandenlang ‘het nieuwe normaal’ wordt; ook gedurende de zomervakantie waarbij veel Amsterdammers in de stad zullen blijven. Bij het faciliteren van recreatie gaan we vooralsnog vit van het stimuleren en faciliteren van actieve en individuele recreatie (wandelen, hardlopen, fietsen), niet van langdurig verblijf (picknicken, barbecueën, samenkomen). Voor al deze opties geldt dat ze actief het naar buiten gaan aanmoedigen. Communicatie, toezicht en handhaving om samenscholingen te voorkomen zijn belangrijke aandachtspunten. Op de volgende bladen zijn de maatregelen nader vitgewerkt. Maatregelen, meer ruimte voor recreanten Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om recreatieve functies meer ruimte te geven. In de tabel zie je waar de maatregelen toepasbaar zijn in straten, op pleinen, in stadsparken, in buurtgroen of in semi openbare ruimte (sportparken, parkeerterreinen voor evenementen, etc.). Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’. Maatregelen SLIK TT SIE: le in ie ISLA Stedelijk Lokaal er ASN groen openbare College DB aas besluit besluit Beter benutten \ \ \ vl l rL . . recreatieruimte Fietsers verbieden op pleinen \ \ \ l le ra en parken Heropenen van sportparken vl nnn \ Anders gebruik van X vl ve r 4 verkeersruimte r5 Activeren ongebruikte ruimte vl %*) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. Bij al deze maatregelen is het aandachtspunt dat het faciliteren van recreatie op gespannen voet staat met het voorkomen van samenscholingen en drukte. Intensieve communicatie, toezicht en handhaving zijn randvoorwaarden om recreatie mogelijk te maken. 55 Beter benutten recreatieruimte EN PRE vel RES. Bi ra WIEN EK ane det nl ri) KONE} el Ef en el Ee CN 8 E eN Eer Ee 5 dl Maatregel Randvoorwaarden Amsterdam kent een diversiteit aan groen en e Toezicht & monitoring, om onacceptabele drukte recreatieruimte: vanaf de Gaaserperplas tot aan de te voorkomen Tuinen van West. En van het Museumplein tot de buurtpleintjes. Niet al deze plekken zijn even bekend | Combinatiemogelijkheden of geliefd. Daardoor zien we nu de drukte insommige |e Activeren ongebruikte ruimte [r5] stadsparken en langs kades toenemen, terwijl er elders nog volop ruimte is voor een wandeling, een Positieve aspecten fietstocht of om even in de zon te zitten. Het spreiden | e Meer ruimte voor Amsterdammers van de recreatiedruk over älle recreatieve ruimte inde | e Spreiden van de druk stad zorgt dat iedereen voldoende ruimte heeft. Negatieve aspecten Complexiteit maatregel laag e Drukte neemt toe op plekken waar het nu nog Effectiviteit maatregel : middel niet druk is, meer handhaving nodig Toepassingsgebied Aandachtspunten e _Recreatiegebieden die nu niet intensief gebruikt | Druk op het groen neemt toe in gebieden die worden, waaronder: normaal een lage gebruiksdruk kennen. Risico op o _Scheggen schade, intensiever beheer is mogelijk nodig o__Onderbenut buurtgroen e Meer risico op verontreiniging, mogelijk o_‘Rafelranden’, bijvoorbeeld de groene intensievere schoonmaak / legen afvalbakken zomen langs bedrijventerreinen. nodig Uitvoering e Online campagne om ‘onontdekte openbare ruime! onder de aandacht te brengen e Recreatieve routes uitstippelen, bijvoorbeeld digitaal te downloaden, door gebieden waar de druk nog niet te hoog is e Plaatsen bebording / grondmarkeringen op zeer drukke plekken, om alternatieven in de buurt aan te geven 56 Fietsverbod parken en pleinen EA " SDE ef / 3 Dh is ne he ABE A E a be 5 3 & | E Á à gn eN ek EA ne | (\ | En Ds É : za N° ar 2 8 | er fran Maatregel Randvoorwaarden Nu het aantal mogelijkheden voor recreatie beperkt is | © Handhaving en mensen dicht bij huis blijven, worden de parkenen |e _Indientoegepast op parken/pleinen die onderdeel pleinen intensiever gebruikt om te sporten, te spelen uitmaken van het plusnet fiets is een volwaardige en een frisse neus te halen. Daarbij kunnen er omleidingsroute noodzakelijk conflicten ontstaan tussen fietsers en voetgangers, zeker nu anderhalve meter afstand onderling Combinatiemogelijkheden bewaard moet worden. Het (gedeeltelijk) afsluiten e Nvt. van parken en pleinen voor fietsers kan meer veilige ruimte bieden voor recreatie. Positieve aspecten e Meer ruimte voor recreanten Complexiteit maatregel laag e Minder risico op conflicten/ergernissen Effectiviteit maatregel : middel e Verbetering van de verkeersveiligheid voor voetgangers/joggers/hondenuitlaters/etc. Toepassingsgebied e Parken waar nu gefietst mag worden Negatieve aspecten __Plantsoenen waar nu gefietst mag worden e Fietsers worden gedwongen om te rijden * Pleinen waar nu gefietst mag worden e _Maatregelis lastig handhaafbaar Uitvoering e _ Plaatsen bebording e Plaatsen fysieke afzettingen, zoals: o hekken/barriers o _fietssluizen e _Hetis ook mogelijk om alleen delen van parken af te sluiten voor fietsers. Bijvoorbeeld wél fietsen op de doorgaande hoofdroute, niet fietsen op de zijpaden e _Eventveel met venstertijden, alleen op drukke momenten 57 Heropenen sportparken* *Dit geldt voor buitensport. De sporthallen en de Randvoorwaarden (overdekte)zwembaden blijven in elk geval tot 20 mei e Duidelij ke afspraken over het gebruik van gesloten. verenigingsleden, in plek en tijdstip e _ Prioritering: wie heeft de eerste rechten van Maatregel gebruik De landelijke richtlijnen bieden vanaf 29 april ruimte e _ Voldoende toezicht en handhaving voor het sporten van jeugd op sportparken, onder e Maatregelen altijd uitvoeren in samenspraak met voorwaarden: de bonden en verenigingen e _Alleentrainingen. Geen wedstrijden, toernooien of competities Combinatiemogelijkheden e__t/m 12 jaar geen social-distance beperkingen e _ Zwembadterreinen (nu gesloten), speelweides en onderling de Jaap Edenbaan zijn bruikbaar voor extra sport- 12 t/m 18 jaar met inachtneming van 1,5 meter en beweegactiviteiten. Deze zijn afsluit- en afstand reguleerbaar, en kunnen specifieke doelgroepen e _Regieligt bij de gemeente dienen Complexiteit maatregel : middel Positieve aspecten Effectiviteit maatregel : hoog e Meer ruimte omte sporten, met inachtneming van 1,5 meter ruimte Toepassingsgebied: e Jeugd aan het sporten en bewegen brengen * _Buitensportlocaties e In stand houden sportinfrastructuur e Verlicht de druk op ouders, ook in kwetsbare Uitvoering wijken e _ Aansluiten op landelijke richtlijnen en afspraken vanuit de Veiligheidsregio. Negatieve aspecten * _ Sportparken gereguleerd ter beschikking stellen | & Risico op samenscholing. voor de vaste gebruikers e _ Drukte op piekmomenten e Daarnaast waar mogelijk onderdak bieden aan binnensportverenigingen in de buitenlucht op Aandachtspunten overige beschikbare tijden e _ Planning van het gebruik sportterreinen ® _Jongeren- en sportbuurtwerk laten ondersteunen | communicatie naar vaste en niet-vaste bij sportactiviteiten waar nodig gebruikers over spelregels : e Kwaliteit van begeleiders e Extra ondersteuning waar nodig e Beperking parkeervoorziening voor auto’s, om toestroom en ophoping van mensen te voorkomen e Bestaande kinderopvang op sportparken e De (meeste) grasvelden zijn momenteel in onderhoud en niet beschikbaar voor sport 58 Anders gebruik van verkeersruimte SEE | u Aen AEN) eN NT 8 en DE 1 Dn. 5 zn Edd a. WE à Maatregel Randvoorwaarden Verkeersruimte kan tijdelijk omgevormd worden tot e Bij voorkeur komt het initiatief/verzoek vanuit de verblijfsruimte, zodat bewoners voor hun deur in de bewoners zelf, méér dan de helft van de zon kunnen zitten, kunnen buitenspelen, etc. huishoudens in de straat moet akkoord zijn Opties zijn bijvoorbeeld: e Juridische borging via Verkeersbesluit of TVM e _Parklets: groen of verblijfsruimte creëren op parkeerplaatsen Combinatiemogelijkheden e Speelstraten: straten tijdelijk (bijv. tussen 12:00 e Activiteiten Sportstimulering i.s.m. buurtwerk en 15:00) afsluiten voor rijdend verkeer zodat er e Kunst & culturele programmering voor kinderen buiten gespeeld kan worden (zie ook Activeren ongebruikte ruimte) e _Schoolzones e Leefstraten (meerdere weken een straat autovrij | Positieve aspecten maken) e Draagt bij aan de beschikbare buitenruimte voor e _ Autovrije zondag recreatie e Biedt kinderen die niet op (zomer)vakantie Complexiteit maatregel : hoog kunnen, een prettige speelruimte Effectiviteit maatregel : hoog Negatieve aspecten Toepassingsgebied e _Parkeerdruk loopt op in omliggende straten e _Kinderrijke straten e _Anderestraten krijgen juist meer verkeer e Straten met weinig buitenruimte (parken/pleintjes) in de buurt Aandachtspunten e _ Straten met veel kleine woningen, zondereigen | ® Straat moet bereikbaar blijven voor nood- en buitenruimte hulpdiensten e Bewoners die beperkt mobiel zijn moeten hun Uitvoering huis en (gehandicapten)parkeerplaats per auto e Plaatsen bebording kunnen bereiken e Plaatsen afzettingen (hekken, opklapbare e _Bevoorradingsroutes supermarkten, paaltjes) zorgverleners aan huis, winkels/bedrijven en e Plaatsen objecten, zoals zitjes of plantenbakken. pakketbezorgers en zorgverleners aan huis * __ Gebruik van tappijt (kunstrgras) om de straat de |, weerstand van bewoners of bedrijven in de straat uitstraling te geven van een verblijfsgebied i.v.m. bijv. geluidsoverlast e Voor het organiseren van ‘leefstraten’ kan aangesloten worden op de werkwijze uit de ‘Handreiking Leefstraten’ 59 Activeren ongebruikte ruimte Ee OK on BE Ennn en Se ee ee at Ne | en EE ee 7 Pel 5 en ann en ee Ì ar Pe) tr Ey, 5 df Maatregel Randvoorwaarden Om meer ruimte te maken voor recreanten kan e Toestemming van eigenaar/beheerder terrein ongebruikte ruimte geactiveerd worden. De eerste e Juridische borging verantwoordelijkheden en stap is vaak het aantrekkelijker inrichten van die aansprakelijkheid ruimte, bijvoorbeeld met zitelementen of bakken met | e Handhaving en toezicht bomen en groen. e Bij (tijdelijke) inrichting specifieke aandacht voor het voorkomen van groepsvorming: wel Daarnaast kan deze ruimte ook actiever individuele zitelementen, geen bankjes geprogrammeerd worden. Bijvoorbeeld door culturele activiteiten te faciliteren voor kinderen en Combinatiemogelijkheden volwassenen. Door tijdelijke tentoonstellingen te ® _ Heropenen sportparken [r2], door deze ook organiseren in de openbare ruimte. Of door sportieve beschikbaar te stellen voor andere vormen van activiteiten aan te bieden. recreatie indien dit programmatisch mogelijk is. e Uitbreiden mobiele verkoop [e4]. Complexiteit maatregel : hoog e _ Activiteiten sportstimulering en buurtwerk, ook Effectiviteit maatregel : middel op sport- en speelplekken in de openbare ruimte. ‚ ‚ e _Sportverenigingen die normaal gebruik maken Toepassingsgebied van binnenaccomodaties faciliteren in de * Braakliggende bouwkavels openbare ruimte. Denk aan judo voor jonge e Parkeerterreinen voor evenementen kinderen. e _Schoolpleinen van gesloten onderwijsinstellingen (of buiten schooltijd) Positieve aspecten + Daken e Meer ruimte voor culturele activiteiten en expressie van kinderen en jongeren Uitvoering e _ Sociale verbinding e _ Afspraken maken met eigenaren van ongebruikte kavels over openstelling Negatieve aspecten e Tijdelijk aanpassen van de inrichting. Denk aan: Risico op samenscholing o Speelfsporttoestellen plaatsen o Zitelementen plaatsen Aandachtspunten o_Foodtrucks toestaan e _ Afstemming met culturele organisaties en * _ Programmering i.s.m. culturele/sportieve kunstprofessionals over randvoorwaarden voor organisaties en professionals. gebruik van deze plekken. 60 61 Ruimte voor economische activiteiten De openbare ruimte heeft ook een belangrijke rol in het economisch klimaat van de stad. Ondernemers ontplooien er activiteiten, Amsterdammers en bezoekers maken gebruik van de voorzieningen die er zijn. Sommige economische activiteiten in de openbare ruimte zullen voorlopig niet of slechts beperkt kunnen plaatsvinden (festivals, evenementen, sportwedstrijden). Andere functies zullen meer (openbare) ruimte nodig hebben om doorgang te blijven vinden, bijvoorbeeld de horeca of de culturele sector. Daar willen we zo veel mogelijk ruimte voor bieden, zonder dat dat ten kosten gaat van de veiligheid, de bereikbaarheid van de stad en de vrije ruimte voor ontspanning en recreatie. De gemeente en ondernemers kunnen gezamenlijk maatregelen treffen om dit te faciliteren en in goede banen te leiden. Slimme combinaties met maatregelen uit andere delen van deze menukaart (fiets, voetganger, recreatie) maken dit mogelijk. Maatregelen, meer ruimte voor economische activiteiten Onderstaande tabel bevat de maatregelen die genomen kunnen worden om economische activiteiten de ruimte te geven. In de tabel zie je waar de maatregelen toepasbaar zijn in straten, op pleinen, in stadsparken of in buurtgroen. Ook is aangegeven of een maatregel stedelijk kan worden ingezet, op basis van een collegebesluit, of lokaal op basis van een besluit van het DB. Zie voor toelichting hoofdstuk ‘Organisatie & uitvoering’. Maatregelen SLIK TT Stadsparken _Buurtgroen Stedelijk Lokaal College DB besluit besluit e12 Faciliteren wachtrijen l l Markten in de 1,5 meter vl v vl vl l e2 economie Meer ruimte voor ES terrassen Openbare zitgelegenheid X ve e4, faciliteren voor take-out / X l l vl to go Meer ruimte voor mobiele l EEE verkoop *) m.u.v. plusnet fiets, plusnet OV, hoofdnet OV, plusnet auto en hoofdnet auto. Tar De PS ES II > U: EN No Na Ne ES rn RAN ft il } | IJ | i NT 5 1 sa > Ë SE NT EE Mn EN — AE ns ger Ear a ak Br AD b Hee ZN gn Bl, EN ie 4 8 ie Pr Mr TS ee ee Hek NAAN LANE en 62 Faciliteren wachtrijen JOE Pp d ed Te TE Nl | | |} | IE 8 EN Á, ee A od Maatregel Randvoorwaarden Het anderhalvemetercriterium maakt dat rijen e Rijen worden gemarkeerd met wachtstippen, ontstaan bij ondernemers, die soms de trottoirs op 1,5 meter afstand van elkaar. blokkeren. Het beter faciliteren van wachtrijen is e _Wachtstippen worden strak langs de gevel nodig om ondernemingen bereikbaar en functioneel aangebracht met witte, tijdelijke krijt-/wegenverf te houden en tegelijkertijd veilige ruimte voor de of straatstickers. Markeringen met bijvoorbeeld voetganger te garanderen. tape zijn niet toegestaan. e _ Minimaal 2 meter obstakelvrije voetgangers- Complexiteit maatregel : laag ruimte moet overblijven langs de wachtrij. Effectiviteit maatregel : hoog e _Rijvorming alleen direct langs de gevel van het eigen pand, of langs andere gevels met Toepassingsgebied toestemming van gebruiker van het pand. e Alle Amsterdamse straten, met prioriteit voor e _ Wachtrijen van verschillende ondernemers stadsstraten en andere winkelstraten mogen niet aaneengesloten zijn. Tussen begin- en eind van de rijen moet minimaal 3 meter Uitvoering lengte zitten. Zo blijven er ‘passeerhavens’ vrij. e _ Ruimte voor de rij wordt gemarkeerd met stippen | e Geen rijvorming over de weg/rijbaan of over een op 1,5 m afstand onderling, geen vakken of lijnen. fietspad heen. e De gemeente kan rijvorming actief faciliteren bij | e Uitingen van bedrijfs- of merknamen bij vitale functies (supermarkten, apotheken, etc.) op grondmarkeringen zijn niet toegestaan. aanvraag van ondernemers, als daar knelpunten ontstaan. Bijvoorbeeld door objecten op het Combinatiemogelijkheden trottoir te verplaatsen en/of parkeervakken e _ Anders gebruik parkeerplaatsen [v4] tijdelijk op te heffen en in te zetten als e Voetgangers op rijbaan [vs] wachtruimte zodat doorgaande voetgangers niet |< Fietsers op de rijbaan [f2] worden gehinderd. e Bij de overige functies (afhaalhoreca, ijswinkels, Positieve aspecten kledingwinkels, etc.) faciliteert de gemeente de e __ Voorzieningen blijven bereikbaar rijvorming in principe niet. Rijvorming op straatis | , Opstoppingen worden voorkomen alleen toegestaan als voldoende voetgangersruimte overblijft. Negatieve aspecten e Uitrol van deze afspraken verloopt in e Rijen nemen voetgangersruimte in. samenspraak met ondernemers en BlZ'en. Ondernemers krijgen de tijd om huidige Aandachtspunten markeringen aan te passen waar nodig. e _OpETW's (30 km/uur) met relatief weinig verkeer * _ Markeringen worden met witte, tijdelijke krijt- en veel voorzieningen kan op het trottoir ruimte Jwegenverf of straatstickers aangebracht. gemaakt worden voor wachtrijen door de rijbaan Markeringen met bijvoorbeeld tape zijn niet ook beschikbaar te stellen voor voetgangers [vs]. toegestaan. 63 Markten in de anderhalvemetereconomie a eren RL Te el hort mn enen AN Feat da Pci Ë a ed E E Maatregel Randvoorwaarden Markten zijn een belangrijk onderdeel van de stedelijke |e Maatregelen moeten telkens bijgesteld worden economie en van het stedelijk leven. Die willen we zo op basis van de meest actuele noodverordening goed mogelijk faciliteren, óók als we afstand tot elkaar en de daarbij behorende regels voor markten. moeten houden. Dat betekent dat we moeten voorkomen dat op de algemene warenmarkten door de | Combinatiemogelijkheden drukte groepsvorming ontstaat. Dit wordt des te e Nvt. belangrijker als op termijn ook weer non-food producten mogen worden verkocht. Dat kan het Positieve aspecten wenselijk maken om het marktterrein te vergroten, of e Meer economische activiteit. om een marktterrein op meer dagen van de week te e _ Gerichter voorzieningenaanbod voor gebruiken. Daardoor kunnen zowel de bezoekers als de Amsterdammers. marktondernemers beter worden gespreid. Zo nodig kan eenrichtingsverkeer voor bezoekers worden Negatieve aspecten ingesteld. e _ Diversiteit en branchering kunnen leiden tot verlies van goede ondernemers. Complexiteit maatregel : middel e Gewoonten (bijv. routering naar favoriete Effectiviteit maatregel :n.t.b verkopers) vallen weg. Toepassingsgebied Aandachtspunten e Huidige marktterreinen, met waar nodig vergroting | & Communicatie met marktondernemers (inbreng daarvan kunnen leveren, maar ook besluiten en aanwijzingen opvolgen). Uitvoering e Behoefte bewoners is leidend voor keuze van _ Opstellen profiel per markt per dag, met op branches, ook al heeft dat consequenties voor meerdaagse markten indeling per weekdag. ondernemers die al lang op de markt staan. * Aanpassen inrichting markten, mede in relatie tot | « Versterken organisatiegraad marktondernemers directe omgeving (looproutes, winkeluitstallingen, ten behoeve van overleg en draagvlak. terrassen, etc.) e Markten indelen op diversiteit door middel van branchering/maximalisering, aansluitend bij gebied e Verdeling publiekstrekkers over gehele marktterrein e _ Uitrol van het digitaal indelen van markten 64 Fol EG hd De 2 jr er } ‘a it un AT SA e= ed N A À | # 3 ae TR Ve EE mid Af Ee ms Maatregel Randvoorwaarden Wanneer de horeca weer (gedeeltelijk) open gaat, zal {| e Heropening horeca (incl. terrassen) vanuit de de behoefte aan terrassen bij ondernemers en Rijksoverheid Amsterdammers groot zijn. De ‘reguliere! plaatsing e Vaststellen ‘tijdelijke terrasregels’ door het van terrassen neemt echter schaarse college van B&W als stedelijk kader voetgangersruimte in, waardoor het nodig kan zijn e De 'anderhalvemeterregel’ moet ook langs terrassen tijdelijk te verplaatsen of te verkleinen (zie terrassen geborgd worden. Voetgangers moeten maatregel [va]). Met creatieve oplossingen kan soms 1,5m afstand houden tot tegenliggers/fietsers én toch nog ruimte geboden worden aan terrassen. Ook tot terraszitters. Dit betekent in de praktijk dat het vergroten van bestaande terrassen op locaties minimaal 3m doorloop langs een terras nodig is met veel ruimte, zoals pleinen, kan ondernemers e Juridische borging (zie hoofdstuk ‘Organisatie & helpen. Zo kan een deel van reguliere capaciteit Uitvoering’) perrouden vijven, met inachtneming van de 2,5m e _Horecasector moet zorgen dat de geldende afstand op het terras. De randvoorwaarden hiertoe i dienen nader vitgewerkt te worden in ‘tijdelijke voorschriften G,5 meter) nageleefd worden terrasregels’. Combinatiemogelijkheden Ruimte voor terrassen kan gemaakt worden door Complexiteit maatregel : hoog maatregelen te combineren, bijvoorbeeld: Effectiviteit maatregel -n.t.b. e __ Anders gebruik parkeerplaatsen [va] ‚ ‚ e Voetgangers op rijbaan [vs] Toepassingsgebied e Fietsers op de rijbaan [f2] e _Op pleinen: huidige terrassen tijdelijk vitbreiden. e Langs kades: (gesplitste) terrassen toestaan aan Positieve aspecten de waterzijde, onderzoeken mogelijkheden voor e Meer ruimte voor economische ontwikkeling. terrassen op pontons. e Meer ruimte voor Amsterdammers om op het e _Op parkeervakken: terras op parkeervak. terras te zitten. e _Instraten: bijv. voetgangers naar rijbaan (evt. afsluiten voor auto/fiets), terras op trottoirs. Negatieve aspecten e _Parkeerdruk loopt op bij anders gebruik Uitvoering parkeerplaatsen. e Vaststellen van ‘tijdelijke terrasregels’ door het * Mogelijke conflicten met andere functies die om college van B&W als stedelijk kader, waarin ook ruimte vragen (voetganger, fietsparkeren, etc.). de omgang met parasols en heaters geadresseerd . Ongelijkheid tussen ondernemers (beschikbare wordt. fysieke ruimte bepaalt of terrassen vergroot e _Horecaondernemers in staat stellen verzoeken kunnen worden). tot uitbreiding in te dienen, binnen de regels. e _ Risico op overlast voor omwonenden. e Beoordelen van alle verzoeken, op basis van ‘tijdelijke terrasregels’ en lokale aspecten als Aandachtspunten leefbaarheid en (verkeers)veiligheid. e Looptijd van de tijdelijke regels moet helder e _ Fysieke aanpassingen indien nodig: bijvoorbeeld begrensd zijn (met einddatum én onder tijdelijke terrassen op verkeersruimte afzetten voorbehoud van toenemende drukte). met barriers. Niet: zo lang de anderhalvemeterregel geldt’ o.i.d. 65 Openbare zitgelegenheid faciliteren, o.a. ECONOMIE fes] voor take-out / to go bh PEA ner Ek kî (a al Brat ae IE, Bied EE EE „id 2 EE mn Ee ba En NE Á en eu » Dann a AZ Pte an ik 8 En jen ES NN 77 hek Te NAK A PD a A Ae id . Maatregel Randvoorwaarden Veel horeca biedt nu afhaalmogelijkeden aan. e Voldoende reinigingscapaciteit. Maaltijden, koffie en snacks om mee te nemen en/of | e _ Handhaving en toezicht en/of inzet gastheren direct op te eten. Het faciliteren van meer openbare zitgelegenheid maakt dit aantrekkelijker voor Combinatiemogelijkheden consumenten en biedt ruimte voor ontspanning. Het e Activeren ongebruikte ruimte [r5] gaat hierbij nadrukkelijk niet om terrassen. Ook zonder consumptie kan men hier plaatsnemen. Positieve aspecten e Meer ruimte voor Amsterdammers om te Deze maatregel biedt ook kansen om buiten meer ontspannen ruimte te maken bij voorzieningen die normaal ® _ Gebruik horecavoorzieningen wordt gesproken geen terras hebben. Zoals bij culturele gestimuleerd, goed voor ondernemersklimaat instellingen waar activiteiten of kunstuitingen deels naar de buitenruimte verplaatst kunnen worden, Negatieve aspecten gecombineerd met zitgelegenheid. Zo vergrotenwe | & Risico op samenscholing de ruimte voor Amsterdammers om buitente zitten, | & Risico op vervuiling openbare ruimte te ontspannen en te genieten van het mooie weer. Aandachtspunten Complexiteit maatregel : laag e _ Solitaire zitelementen om groepsvorming te Effectiviteit maatregel : middel voorkomen, dus geen picknicktafels. , , e Reiniging: eten op straat leidt tot afval. Toepassingsgebied Maatregelen om dit te mitigeren: e _Plantsoenen, parken, pleinen en kades o Rooster reiniging aanpassen (mits capaciteit beschikbaar) Uitvoering o Extra afvalcontainers plaatsen * Plaatsen zitelementen. o Ondernemers laten bijdragen aan e Plaatsen afvalbakken/containers. reiniging en legen afvalbakken. * _Eventveel vrijspelen ruimte door e De druk op het groen neemt toe, waardoor het objecten/parkeren te verwijderen. groen harder slijt. Mogelijk is intensiever beheer e Locaties opnemen in het rooster van de reiniging van bijvoorbeeld gazons noodzakelijk. (vaker/intensievere reiniging nodig). e Eventueel programmeren van de ruimte met culturele activiteiten of kunstuitingen, in de omgeving van musea, theaters, etc. 66 Meer ruimte voor mobiele verkoop ECONOMIE [es] Ei u 7 TENEN AE in ie, ì MS 8 hd 5 eN Was | Ae À S : el Ed ; el a h reg je 7 EL lan } | er wa An) Me: te deM Vl ae ï Maatregel Positieve aspecten Sinds de invoering van de beperkende maatregelen e Meer economische activiteit hebben (horeca)ondernemers zich creatief getoond. e Groter voorzieningenaanbod voor Restaurants die normaal gasten binnen ontvangen, Amsterdammers gaan over op bezorgen of afhalen. Als de horeca langer beperkt open blijft, kunnen mobiele Combinatiemogelijkheden verkooppunten (foodtrucks, ijsbakfietsen, mobiele e _ Activeren ongebruikte ruimte [rs] bars) hierin ook een rol vervullen, omdat daarmee e _ Openbare zitgelegenheid faciliteren [eu] voorzieningen aangeboden kunnen worden op plekken waar juist open ruimte beschikbaar is Negatieve aspecten (parken, pleinen, plantsoenen, parkeerterreinen, e _ Risico op samenscholing etc.). Anderzijds willen we ook voorkomen dat e Risico op verdrukking van andere recreatieve dergelijk functies tot groepsvorming en functies (sporten, spelen, etc.) onbeheersbare drukte leiden. e _ Risico op vervuiling openbare ruimte (zwerfafval) Complexiteit maatregel : middel Aandachtspunten Effectiviteit maatregel :n.t.b. e _Erzit géén plafond’ aan het aantal ventvergunningen. We kunnen ze dus nu al op Toepassingsgebied aanvraag uitgeven. Deze kunnen gebruikt worden Parken buiten Centrum, Vondelpark en Museumplein. Pleinen e _Venters mogen maximaal 15 minuten op een plek * _Plantsoenen staan om te verkopen. Het kan noodzakelijk zijn * _Geactiveerde openbare ruimte [r5] om meer ventverboden in te stellen, op plekken waar de ruimte te krap is en/of de drukte te groot. Uitvoering e Geen branchegenoten vlak bij elkaar laten e Opstellen stedelijke nadere regels ‘tijdelijke venten, afstand tussen venters onderling staanplaatsen’, vast te stellen door het college. reguleren. _ Aanwijzen van meer (tijdelijke) staanplaatsen e _ Staanplaatsvergunningen zijn momenteel voor mobiele verkoop. persoonsgebonden. Hiervan kan worden e _ Uitgeven meer (tijdelijke) ventvergunning. afgeweken, dan is vergunning op naam van een (horeca)bedrijf tijdelijk mogelijk. Randvoorwaarden e Voorde vergunningprocedure moeten nadere e Verdere vitwerking noodzakelijk in stedelijke regels worden vastgesteld, door DB's of college. nadere regels ‘tijdelijke staanplaatsen’, vast te Te denken valt aan een korte inschrijfperiode van stellen door het college. een week en dan toekennen middels loting. e Inde nadere vitwerking kunnen eisen gesteld Combinatiemogelijkheden worden m.b.t. gezondheid van het assortiment. e Te combineren met faciliteren extra openbare © _ Het aanwijzen van de staanplaatsen -binnen zitgelegenheid [e3] stedelijke kaders- kan door DB's. e In nadere regels / vergunningsvoorwaarden aandacht besteden aan het vormen van rijen en aan het inzamelen van afval. 67 68 Flankerende maatregelen De maatregelen vit deze menukaart kunnen alleen in de praktijk gebracht worden als een aantal randvoorwaarden geborgd zijn. In dit hoofdstuk benoemen we deze randvoorwaarden, die gedeeltelijk ook via andere lijnen geborgd en uitgevoerd worden. Monitoring met Crowd Management Systeem Amsterdam Monitoring van de drukte is een belangrijke randvoorwaarde om de gezondheid te borgen. Daarbij kan het Crowd Management Systeem Amsterdam ingezet worden. CMSA is een bestaand systeem, waarmee inmiddels al veel ervaring is opgedaan. CMSA wordt nu al toegepast op de Wallen, op het Centraal Station en tijdens grote evenementen zoals Sail. Ten behoeve van crowdmanagement tijdens de Corona-crisis biedt het CMSA de volgende twee functionaliteiten: A. Ineen afgesloten gebied zoals een park: telsysteem, in- en vitgangen die bijhouden hoeveel mensen zich op die locatie bevinden; B. In winkelstraat: een sensor die binnen een gebied van 5o tot 100m® meter meet hoeveel mensen per m° aanwezig zijn en (op termijn) social-distancing herkent. In samenwerking met verschillende partners zoals Politie, V&OR, Handhaving, Brandweer, stadsdelen, Regio en OOV kan bekeken worden welke locaties (drukke plekken) geschikt zijn voor toepassen van het systeem. Voorgesteld wordt om het systeem allereerst in te zetten in het Vondelpark vanwege de daar al aanwezige crowdmanagementmaatregelen. Bij succes kan het systeem ook op andere locaties worden ingezet. A: ER On RRC TRD We Te | ea keldehiel lp MAN rs: 4 r 4 _—_ n ER EE EE KAEONEE Sl Eh ll Dn TT j ME EN ni = en DE dee en Monitoring intensiteit autoverkeer Bij profielaanpassingen en wijzigingen aan verkeerslichten is het nodig om de hoeveelheid autoverkeer te monitoren. Wat nu mogelijk is, door de fors afgenomen hoeveelheid autoverkeer is mogelijk bij een toenemende hoeveelheid autoverkeer niet meer mogelijk (onveilig, doorstromingsproblemen, etc.). Hierdoor moeten maatregelen mogelijk worden teruggedraaid of aangepast. Alternatieven voor autoparkeren Een aantal voorgestelde maatregelen leidt tot afname van het aantal beschikbare autoparkeerplaatsen. Om dit mogelijk te maken in gebieden waar de parkeerdruk al hoog is, moeten we meer alternatieven voor autoparkeren organiseren. Bijvoorbeeld het verplaatsen van bewonersauto’s naar P+R's. 69 Toezicht & handhaving Toezicht en handhaving zijn noodzakelijk bij veel van deze matregelen, zowel richting verkeersgedrag als richting ondernemers (economische activiteit) en recreanten (voorkomen groepsvorming). Voor alle maatregelen wordt voorafgaand aan besluit tot uitvoering afgestemd of het — kijkend naar de actuele omstandigheden- voldoende handhaafbaar is en of de capaciteit daarvoor beschikbaar is. Daarbij zal er in samenwerking met de relevante partijen naar innovatieve en creatieve oplossingen gezocht worden. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van techniek, gastheren of hosts en ook samenwerkingen met partijen buiten de gemeente. Communicatie Heldere communicatie over afspraken en communicatie uitingen gericht op gedragsverandering zijn noodzakelijk om het pakket aan maatregelen succesvol door te voeren. Hiervoor moet per maatregel en mogelijk ook voor het voorgestelde totaalpakket een communicatieplan worden opgesteld, in aansluiting op de reeds uitgevoerde communicatiemaatregelen in de openbare ruimte. Communicatie uitingen in de openbare ruimte (borden, straatprints, etc.) worden altijd afgestemd met een communicatie-expert, voordat ze worden toegepast. L s e re ’ es ee | E | | | 5 | . re ee HOUD MTI 5 rien ; „ el ze 2 SBEPERKOWERBLUFSDUUR hete Ee EE EA "& prakbane — er | IN Eerde PN hd ; á UN ELKAAR DE hu Pl) hijr à me nt on: Re 4 se 9 eN _ di RARON Rel Heu atfstancl re of , î d / E_4 Sew u id p nl. " p e a es HN D 8 hd Pd ed a Id KE id he 4 He 4 Colofon 8 mei 2020 Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte Samengesteld door An-Jes Oudshoorn Dirk lede Terpstra Contactpersoon Evelien van der Molen Foto's & beeldmateriaal Fotobank Gemeente Amsterdam Verkeer & Openbare Ruimte
Onderzoeksrapport
70
train
Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017 — 2018 Werken aan een mooie toekomst mr om ' ee f q _ on al mf : a & Ne | SS Ae he, i r pn . k Dn 5 7 | ij je \ | í Ed 8 PE Lan TN JLBn Rr 8 M RvE Werk Programma Aanpak Jeugdwerkloosheid 31 januari 2017 Foto omslag: Celine Brouwer Samenvatting Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015-2018 De ambitie van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid is om van 2015 tot en met 2018 minimaal 21.000 individuele jongeren richting werk of scholing te begeleiden, 5.250 per jaar. Van januari 2015 tot en met december 2016 zijn al 12.584 jongeren naar werk of school bemiddeld. Ook in 2017 en 2018 begeleidt de Aanpak Jeugdwerkloosheid kwetsbare jongeren naar een goede toekomst. De aanpak legt daarbij de komende twee jaar meer de nadruk op het begeleiden van de kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd naar activering, participatie en zorg. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 In het Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 is nader uitgewerkt met welke activiteiten de doelstellingen van het Aanvalsplan eind 2018 moeten worden bereikt. Dit gebeurt langs vijf programmalijnen: 1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding: verder investeren in dienstverlening en vakmanschap van de jongerenpunten, uitwerken van de aansluiting van de jongerenpunten op jeugdhulp en zorg, vergoeden van leerstages, inzetten van trajecten voor jongeren, aanpakken no-show, inzetten op jonge statushouders en aandacht voor onzichtbare meiden; 2. Kansen op de arbeidsmarkt: hanteren van een actieve werkgeversbenadering, tegengaan van arbeidsdiscriminatie en het begeleiden van jongeren naar een betaalde bijbaan; 3. Onderwijs: verder uitwerken van de aansluiting tussen jongerenpunten, leerplicht en RMC, het verbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van de Opleidingshuizen; 4. Coalities: voortzetten van de samenwerking met de stadsdelen en stimuleren en subsidiëren van initiatieven uit de stad; 5. Goede voorbeeld als werkgever: verstevigen van het gemeentelijk stagebureau en monitoren van de aantallen jonge arbeidsbeperkten die aan de slag gaan bij de gemeente. Verstevigen werkwijze Jongerenpunten voor Werk en Opleiding De gemeentelijke dienstverlening is door een outreachende, integrale werkwijze te ontwikkelen vanuit zeven jongerenpunten voor Werk en Opleiding de afgelopen periode blijvend veranderd. In 2017 besteedt de Aanpak Jeugdwerkloosheid specifiek aandacht aan de volgende speerpunten om de werkwijze van het Jongerenpunt zorgvuldig door en uit te ontwikkelen: o het verder versterken van het vakmanschap van de jongerenadviseurs van de Jongerenpunten door middel van opleiding en training; o versterking van de samenwerking tussen het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding en de jeugdhulpverlening en de zorgstructuur in de wijk omdat de ervaring van de afgelopen twee jaar is dat veel kwetsbare jongeren naast begeleiding naar werk en/of opleiding ook jeugdhulp nodig hebben; o het meer dan voorheen begeleiden van de kwetsbare jongeren, voor wie werk of opleiding (nog) geen optie is, naar participatie en/of zorg; o de nu nog bestaande hobbels in het werkproces verder slechten, zoals de soms belemmerende werking van de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en het stringenter aanpakken van ‘no show’. Extra aandacht voor de meest kwetsbare jongeren Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) heeft de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam per 1 januari 2016 in kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar de jongeren tussen de 15 en 27 jaar zonder werk en zonder opleiding. Ook heeft OIS nader onderzoek gedaan naar de groep jongeren die in de periode 1 januari 2016 tot en met 1 oktober 2016 in Amsterdam een bijstandsuitkering had. Op basis van deze analyses besteedt de Aanpak Jeugdwerkloosheid in 2017 specifieke aandacht aan de meest kwetsbare jongeren: jongeren die langer dan 2 jaar een bijstandsuitkering hebben, jongeren van 23 tot 27 jaar, jongeren van niet-westerse herkomst, jonge statushouders en meisjes (met name de onzichtbare meisjes). Daarnaast wordt via de stadsdelen ingezet op initiatieven voor zeer kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd. Samenwerken met partners De partnerschappen met de stadsdelen, werkgevers, het onderwijs en de jongeren zelf zijn de afgelopen twee jaar stevig neergezet. In 2017 wordt vanzelfsprekend opnieuw samengewerkt met onze partners om de jeugdwerkloosheid verder terug te dringen: o _jobhunters en intercedenten: de intensieve samenwerking die ontwikkeld is tussen de jongerenadviseurs van de jongerenpunten, de jobhunters (van WSP en W&R) en intercedenten uit het uitzendwezen zetten we in 2017 onverminderd voort omdat dit geleid heeft tot een succesvolle manier van aanbodgericht matchen; o werkgevers: in 2017 versterken we de werkgeversbenadering van de aanpak door extra aandacht te besteden aan het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie; o onderwijs, leerplicht en RMC: de samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-agenda borgt de gemeente vanaf 2017 in de lijn van het onderwijsbeleid. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid wordt in 2017 weer geïnvesteerd in de leerwerkcoaches van de twee Amsterdamse ROC's. Daarnaast zetten de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de afdeling Onderwijs en Leerplicht gezamenlijk in op versterking van de samenwerking tussen het Jongerenpunt en (schoolgebonden) leerplicht; o stadsdelen: de stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de Aanpak Jeugdwerkloosheid. In 2017 is opnieuw een budget beschikbaar gesteld dat wordt ingezet voor de stadsdeelprojecten die in de afgelopen periode succesvol zijn gebleken. Daarnaast is er ruimte gecreëerd voor initiatieven voor zeer kwetsbare jongeren die zijn aangewezen op participatie en vooralsnog niet kunnen worden begeleid naar werk of opleiding; o _stadsinitiatieven: tot slot stimuleren we vanuit het programma ook in 2017 opnieuw initiatieven in de stad. Eind 2016 kregen partners de gelegenheid om projecten voor te dragen voor financiering die de aanpak kunnen versterken, met als resultaat dat er acht initiatieven zijn gehonoreerd. Borgen in de lijnorganisatie In 2018 ligt de nadruk op het borgen van de werkwijze van het Jongerenpunt en van de samenwerkingsrelaties zodat beiden volledig onderdeel worden van de reguliere werkwijze. De inzet van het programma wordt in 2018 dan ook afgebouwd stapsgewijs afgebouwd en volledig overgedragen aan de lijn. Financiën Voor de dekking van de kosten is er op grond van het in oktober 2014 vastgestelde Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid beschikbaar: -__ € 3 miljoen structureel beschikbaar per jaar; -__ € 8 miljoen incidenteel beschikbaar voor 2017, gespreid in te zetten in 2017 en 2018. Daarmee is er voor 2017 en 2018 in totaal € 14 miljoen beschikbaar. De kosten voor het uitvoeren van de bovengenoemde activiteiten worden gedekt uit het beschikbare budget van € 14 miljoen. Inhoud Inleiding ……annsnnnnnnnrverennnnnnnenenvenvennnnnnnnnenenennnnnnnennserennnnnnnnnnnrneerenenvnnnnnnnnnsenensnnnnnnnennsvenvnnnnnnnvnnrvervnnnnnnnnnnvvernnn Programmalijn 1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding. ansnnssnnreeennnnnnnenrreersnnennnnenrevensnnnnnneenrveerrnnnnn 6 1.1 Dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten … nuno venseenneenenseenneenenveenseereneenseen eneen eneen Ó 1.2 Aansluiting Jongerenpunt en jeugdhulp en zorg ….….. nennen eneneneenenneenneenenveenneen eneen enen enveeneeen eneen eneen Ó 1.3 Vergoedingen leerstages… nu nneneensennenneerennenseerenenensenrvenveenseenenveenneenenveenneenenseenneensnveenneenenveennennnnr Ö 1.4 Trajecten voor jongeren … nn nnsseneneneenesserenneerenenneseenenensvennneveensnnnseeneseenenneveevenverreneveereneeveenseernennnenn Ô 1.5 Aanpakken no-show …..….....nusnnsenneeeesnnenseerennenseerenenenseerenenveneeenenveenseenenveenneensnerenenenveenneenenveenneennnveersnennnnn Ô 1.6 Statushouders … nanne overneeeennnenneeeenneensereennnveneveendnenseeerenvenseerendseesenendvenneerendnenneerenvnenenveervnenneeenen 1Ô 1.7 Onzichtbare meiden … nnen onenseeeennnenseerenneenseeeenenvenseerennvenseerendnenseerenenveneerendnenneerenvnensereenvnereneenen 1Ô Programmalijn 2. Kansen op de arbeidsmarkt … naan oenen oneennenneerenennnnnnnennrversnnnnnnnenrererrsnnnnnneerrrern 12 2.1 Werkgeversbenadering … … un nnnenensennenneerenevenseeeensvenseervensenseenenvnenteerenvenseenennvenseerenvnenveerenvnensenrenne 1 2.2 Tegengaan van arbeidsdiscriminatie… … nn nnneneennennense ver eenveneeerenvenseerensenseerensnenseerenvnenserenenenneneenne 1 2.3 Bijbanenproject… nnn nee oeenneeenneennneeenneennseeennn verveend nennen endvenneereneeesenenveenteerenveenneerenveeneneenn eenen 1 Programmalijn 3. Onderwijs … ……nnsnnnnsnnnevonnnnnnennrreeennnnnnnennrreenenensnnnnnnennserensnnnnnnnennevensnnnnnnnenrrvervnnnnnnnverreeee 1D 3.1 Aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC oneness eenvenseerenvenseerenseeeserenvnenseerenene 1D 3.2 Onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt … eneen oeenenneerennseneerenneerseenenvenseerensnenseerenvnenenverrne 16 3.3 Ontwikkeling van de Opleidingshuizen … nnn onvennevereenneneeerennenseerennvenneerenvvenseerennnenseerenvnereenerne 16 Programmalijn 4. Coalities. …nnnnnnnn ennn ennen neren ennnnnnnnnnnreeveneennnnnnnennnvensnnnnnnnennrvenvnnnnnnnenrvvervnnnnnnnenrvenrrnnn 1Ö 4,1 Samenwerken met de stadsdelen … nnee er enverenneenseeeenvenvenveennvenseeeennnensereennensnveennensereerene 18 4,2 Stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad … … nennen eeenneenneeeenenenneverenenseeeennenseeerrenn LO Programmalijn 5. Goede voorbeeld geven als werkgever …………..…...sunssnnnnnnnrrenennnnnnnennrversnnnnnnnenrreeernnnnnnnnerrvens Ô2 5.1 Gemeentelijk stagebureau …… nanne ensen ennenseeeennvensereneenevenvenensenteenenvenneeneneeenvenenveenseerenvnennenrnnnnn ZÀ 5.2 Met een arbeidsbeperking aan de slag bij de gemeente Amsterdam … unne onnenenneenenenseerennnenserrenenn 23 Organisatie … ……………......svvvvvovvennervererrververrervenvenvenvenveervveevvervnvrvevenssnsnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn 2 6.1 Communicatie … nsv even sn erenensneneneeneneneveeeeneerenneenenvennereenenneenenenneenenveveensnvnerennvvnenenven nnen eneen ÒÁ 6.2 Compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring … nnee onneeenerenevenseerenvenseerennnenennennnn 2D 6.3 Financiën … neer ennsenseenereensennereneeseenennevenvenereenenssenennevvensnnnnseenenesenenneveensnnnrnenenveerenveevsnenenveenenvnnrnnneren 20 Bijlage 1. Uitvoering toezeggingen … ns unnnnnnnsnnrneeennnnnnnenenneenenensnnnnnnnnnserensnnnnnnnennevenvnnnnnnnennnvenvvnnnnnnnnnrvenn ÔÀ Inleiding Terugblik Aanpak Jeugdwerkloosheid 2015-2016 Met de Aanpak Jeugdwerkloosheid hebben we aan het begin van deze collegeperiode afgesproken om samen met onze partners in 2015 tot en met 2018 minimaal 21.000 individuele jongeren richting werk of scholing te begeleiden, 5.250 jongeren per jaar. De gemeentelijke dienstverlening is door een outreachende, integrale werkwijze te ontwikkelen vanuit zeven jongerenpunten de afgelopen periode blijvend veranderd. De partnerschappen met de stadsdelen, werkgevers, het onderwijs en de jongeren zelf zijn stevig neergezet. Hierdoor kunnen we Amsterdamse jongeren een betere kans op de arbeidsmarkt geven. In de afgelopen twee jaar hebben we goede resultaten gehaald met de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Dankzij de inzet van het Jongerenpunt, de stadsdelen, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen zijn van 1 januari 2015 tot en met december 2016 in totaal 12.584 jongeren naar werk of school begeleid. Daarmee hebben we al ruim 60% van de doelstelling voor de hele programmaperiode (2015 - 2018) behaald. Analyse doelgroep Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) heeft de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam per 1 januari 2016 in kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar de jongeren tussen de 15 en 27 jaar zonder werk en zonder opleiding. De uitkomsten van deze analyse zijn in figuur 1 weergegeven. Deze figuur laat zien dat van de in totaal 20.058 jongeren op 1 januari 2016 14% niet aan het werk waren en geen opleiding volgden. Van deze jongeren zonder werk en opleiding: e is meer dan de helft van deze jongeren tussen de 23 en 27 jaar; e heeft bijna twee derde geen startkwalificatie; e heeft ruim een kwart een uitkering (bijstandsuitkering, WW of Wajong). Van deze jongeren met een uitkering is meer dan de helft van niet-westerse afkomst; e ishet aandeel meisjes en vrouwen dat geen startkwalificatie en ook geen uitkering heeft groter dan het aandeel jongens en mannen zonder startkwalificatie en zonder uitkering. Jongeren niet aan het werk en niet in opleiding & jeugdwerkloosheid Het aantal jongeren dat niet aan het werk is en geen opleiding volgt, is niet het zelfde als het aantal jongeren dat volgens de officiële definitie werkloos is. Op 1 januari 2016 waren in Amsterdam 20.058 jongeren van de in totaal 143.268 Amsterdamse jongeren niet aan het werk en niet in opleiding. Dit komt neer op 14% van het aantal jongeren. Bij de officiële definitie van jeugdwerkloosheid wordt gekeken naar het aantal werkloze jongeren in verhouding tot de beroepsbevolking: e werkloze jongeren: alle jongeren die niet werken en actief op zoek zijn naar een baan van minimaal 1 uur per week; e beroepsbevolking: alle jongeren tussen de 15 en 27 jaar die minimaal 1 uur per week werken of willen werken. In 2015 waren in Amsterdam gemiddeld 9.200 jongeren werkloos. Dit komt neer op 9,3% van de beroepsbevolking. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 1 Figuur 1. In Amsterdam zijn 20.058 jongeren niet aan het werk en niet in opleiding | a == (15 Um 26 jaar) me nn B De = j _ an ka NE | En Ì % ‘ E Ì GO } ste rig Niet aan dn ee j | het werk en L_niet in opleiding kh RA 20050) (4.303 / 21,5%) 15-17 jaar Westerse herkomst ë (7.927 / 39,5%) wanen s as anar asas anar anasasarananasanane: 23-26 i Niet-westerse herkomst Hiittinnitetnitekriniei ed riedd 4:70 Were Pens En Opleiding Vrouwen EERE (10.338 / 51,5%) Zonder startkwalificatie (sk) Mone ntiimniii (12.945 / 64,5%) AORTA HERA Zonder sk zonder } { Met startkwalificatie (sk) (6.519/32,5%) _ (5,060 / 25,2%) a Zonder sk Zonder sk & geen uitkering L (6.426 / 32%) (4310 / 21,5%) C werk | ae: DS TR NT en (. \ Ean O5 D_ , LL Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 2 Figuur 2. Jongeren met een bijstandsuitkering (2.601) (15 t/m 26 jaar) as Niet aan het werk | en niet in opleiding (20.05B) a J Met uitkering (5.328) Len LEF) Ea Lk 1 JANUARI Bijstandsuitkerin 2015 J 9 Perks 2016 blok 4 (2.601) HEETTE EE EE OLE ELLEKO ETET TTL ETD Bijstandspopulatie: PD PE Een Jonge statushouders @&& Á neemt toe: LK N Hi * Aantal jongeren | Í in de bijstand is E \ toegenomen met 254 Mute en 835 \ Á DA hi e Aantal jonge status- A ri as houders is Ee La 5 5 id 7 3 | 01 2.855 | Ee À 5 EET Er zere Bn 5 td Uitkeringsduur: IN sereh LH Els elaks at ld eaalale) e 58% van de jongerer heeft 1 jaar of korter 2 een uitkering Jonge statushouders 3 , ® 1/1/2016 1/10/2016 2.855) Pr 1.32 E 1.659 E ni m 5 Ei Meer jongeren à U de-indeling: B&S / meteen groteafstand ° [5 / tot de arbeidsmarkt: \ ut | *hetaantaljongeren intrede | | 2 is met 248 toegenomen | \ | \ CAE ha IN Te afer and / 1/1/2016 he ese ld / Aelen afgenomen d AE: # EI er FO f tt ù 639 E statushouders E aaa i 377 R6 Mai ze forens} NE: | Onbekend 1 CE Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 3 OIS heeft ook nader onderzoek gedaan naar de groep jongeren die in de periode 1 januari 2016 tot en met 1 oktober 2016 in Amsterdam een bijstandsuitkering had. Daarbij is met name gekeken naar de uitkeringsduur, de trede waarin de jongeren zijn ingedeeld door WPI en naar de groep jonge statushouders. Uit deze analyse komt het volgende beeld naar voren zoals weergeven in figuur 2. Deze figuur laat zien dat het aantal jongeren met een bijstandsuitkering sinds 1 januari met 10% is toegenomen en dat de bijstandsduur korter wordt. Dit wordt veroorzaakt door de instroom van jonge statushouders. Daarnaast is het aantal jongeren met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt toegenomen. Op grond van deze analyses van de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam kiest de Aanpak Jeugdwerkloosheid er voor de komende twee jaar expliciet aandacht te besteden aan: e jongeren met een bijstandsuitkering, en met name de ruim 500 jongeren die op 1 oktober 2016 al langer dan 2 jaar een bijstandsuitkering hadden; e jongeren van 23 tot 27 jaar; e jongeren van niet-westerse herkomst (zie paragraaf 2.2) e jonge statushouders (zie paragraaf 1.6); e en meisjes, met name de onzichtbare meisjes (zie paragraaf 1.8). Doelstellingen 2017 en 2018 Ook in 2017 en 2018 wil de Aanpak Jeugdwerkloosheid kwetsbare jongeren begeleiden naar een goede toekomst. In aanvulling op het jaarlijks begeleiden van 5.250 jongeren naar school of werk legt de aanpak de komende twee jaar meer de nadruk op het begeleiden van de kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd naar activering, participatie en zorg. 2017: continuering van succesfactoren en speerpunten De ambitie van de Aanpak Jeugdwerkloosheid blijft ongewijzigd: jaarlijks 5.250 jongeren naar school of werk te begeleiden. Daarbij besteden we in 2017 specifiek aandacht aan de volgende speerpunten om de werkwijze van de Jongerenpunten zorgvuldig door en uit te ontwikkelen: e versterking van de samenwerking tussen het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding en de jeugdhulpverlening en de zorgstructuur in de wijk omdat de ervaring van de afgelopen twee jaar is dat veel kwetsbare jongeren naast begeleiding naar werk en/of opleiding ook jeugdhulp nodig hebben; e het meer dan voorheen begeleiden van de kwetsbare jongeren, voor wie werk of opleiding (nog) geen optie is, naar participatie en/of zorg; e het verder versterken van het vakmanschap van de jongerenadviseurs van het Jongerenpunt door middel van opleiding en training; e de nu nog bestaande hobbels in het werkproces verder slechten, zoals de soms belemmerende werking van de VOG en het stringenter aanpakken van ‘no show’; e specifieke aandacht voor zeer kwetsbare jongeren, onzichtbare meiden en jonge statushouders. In 2017 werken we vanzelfsprekend opnieuw samen met onze partners om de jeugdwerkloosheid verder terug te dringen: e jobhunters en intercedenten: de intensieve samenwerking die ontwikkeld is tussen de jongerenadviseurs van het Jongerenpunt, de jobhunters (van WSP en W&R) en intercedenten uit het uitzendwezen zetten we in 2017 onverminderd voort omdat dit geleid heeft tot een succesvolle manier van aanbodgericht matchen. Deze gerichte benadering van werkgevers, die vertrekt vanuit de mogelijkheden van de individuele jongere, is de werkgeversbenadering die de Aanpak Jeugdwerkloosheid voorstaat; e werkgevers: in 2017 versterken we de werkgeversbenadering van de aanpak door extra aandacht te besteden aan het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie. De werkloosheid onder jongeren van niet-westerse herkomst in Amsterdam daalt weliswaar, maar blijft relatief hoog; e onderwijs, leerplicht en RMC: de samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-agenda borgt de gemeente vanaf 2017 in de lijn van het onderwijsbeleid. Deze agenda zet in op sterk middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam. Eén van de ambities is om de aansluiting tussen het mbo en de arbeidsmarkt te verbeteren. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid wordt in 2017 weer geïnvesteerd in de Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 4 leerwerkcoaches van de twee Amsterdamse ROC's. Daarnaast zetten de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de afdeling Onderwijs en leerplicht gezamenlijk in op versterking van de samenwerking tussen de Jongerenpunten en (schoolgebonden) leerplicht om als onderdeel van de RMC-taak! jongeren goed (terug) te begeleiden naar school of werk; e stadsdelen: de stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Om deze rol te faciliteren is binnen het programma voor 2017 opnieuw een budget beschikbaar gesteld dat wordt ingezet voor de stadsdeelprojecten die in de afgelopen periode succesvol zijn gebleken. Daarnaast is er ruimte gecreëerd voor initiatieven voor zeer kwetsbare jongeren die zijn aangewezen op participatie en vooralsnog niet kunnen worden begeleid naar werk of opleiding; e stadsinitiatieven: tot slot stimuleren we vanuit het programma ook in 2017 opnieuw initiatieven in de stad. In 2016 kregen partners de gelegenheid om projecten voor te dragen voor financiering die de aanpak kunnen versterken, met als resultaat dat er acht initiatieven zijn gehonoreerd. Deze projecten van de stadsdelen en initiatieven in de stad worden in hoofdstuk 4 van dit plan verder inhoudelijk toegelicht. 2018: borgen in de lijn en afbouw programma In 2018 ligt de nadruk op het borgen van de werkwijze van het Jongerenpunt en van de samenwerkingsrelaties zodat beiden volledig onderdeel worden van onze reguliere werkwijze. De inzet van het programma wordt in 2018 dan ook afgebouwd stapsgewijs afgebouwd en volledig overgedragen aan de lijn. Î RMC-wetgeving (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) verplicht de gemeenten jongeren zonder startkwalificatie te volgen tot ze 23 jaar zijn met als uiteindelijke doel dat de jongere een opleiding en/of werkplek vindt. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 5 Programmalijn 1. Jongerenpunt voor Werk en Opleiding Doel continueren en borgen werkwijze en instrumentarium Jongerenpunt Hoe 1. dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten 2. aansluiting Jongerenpunt op jeugdhulp en zorg 3. vergoedingen leerstages 4, trajecten voor jongeren 5. aanpakken no-show 6. statushouders 7. onzichtbare meiden 1.1 Dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunten Vanuit de zeven jongerenpunten voor Werk en Opleiding is de gemeentelijke dienstverlening de afgelopen periode blijvend veranderd. Deze intensieve, integrale en outreachende dienstverlening wordt gecontinueerd. Daarnaast investeert de Aanpak Jeugdwerkloosheid ook in 2017 in het doorontwikkelen en verder versterken van het vakmanschap van de Jongerenpunten door training en opleiding (intervisie, coaching, thematische training). Deze investering richt zich op nieuwe medewerkers, bestaande medewerkers (jongerenadviseurs) en op het management. Voor de medewerkers worden drie leerlijnen gehanteerd: e faciliteren van zelfstandig leren op de werkplek (o.a. casuïstiekbespreking, efficiënter caseloadmanagement, persoonlijk ontwikkelplan); e ondersteuning bij reflectie en feedback (o.a. intervisie, coaching on the job door collega-experts); e training en bijeenkomsten: o.a. training van technieken, vaardigheden en inhoudelijke bijeenkomsten over dienstverlening specifieke groepen kwetsbare jongeren. Doel van deze investering is dat de jongeren, en vooral de meest kwetsbare, nog effectiever worden begeleid. Uiteindelijk doel is een sluitende aanpak voor alle kwetsbare jongeren, een duurzamere uitstroom uit de bijstand en het goed borgen van deze dienstverlening. Planning EE EET ETA ETE Vakmanschap: |e opleidingsplan Jongerenpunt uitvoering opleidingsplan | e eindevaluatie training en 2017-2018 opgesteld (met e aangepast opleiding leerinterventies) opleidingsplan e alle jongerenadviseurs hebben Jongerenpunt 2018 een persoonlijk ontwikkelplan Kosten 2017 en 2018 2017: e dienstverlening en extra capaciteit Jongerenpunt: € 1.845.651; e bijdrage van de Aanpak Jeugdwerkloosheid aan de investeringen in het versterken van het vakmanschap van de Jongerenpunt: € 100.000. 2018: e dienstverlening en extra capaciteit Jongerenpunt: € 1.600.000. 1.2 Aansluiting Jongerenpunt en jeugdhulp en zorg Het Jongerenpunt voor Werk en Opleiding werken samen met diverse professionals uit de jeugdhulpverlening en zorg. De reden daarvoor is dat veel kwetsbare jongeren in Amsterdam naast begeleiding naar werk of opleiding ook jeugdhulp en zorg nodig hebben om goed en zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren en participeren. Doel van de Aanpak Jeugdwerkloosheid is deze samenwerking de komende periode te intensiveren en op Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 6 onderdelen uit te breiden. Speerpunten daarbij zijn: e voorzetten van de Intensieve Preventieve Aanpak 23+ in samenwerking met Stichting Streetcornerwork (IPA 23+). Deze aanpak richt zich op praktische hulpverlening aan jongeren van 23 tot 27 jaar die te kampen hebben met problematiek op meerdere leefgebieden (meervoudige problematiek). In de eerste helft van 2016 liep deze aanpak in de stadsdelen Centrum, Oost en West. Omdat de aanpak in een stedelijke behoefte voorziet is de afzonderlijke aanpak van de drie stadsdelen de tweede helft van 2016 in een stedelijke aanpak overgegaan. Ook in 2017 zetten we deze stedelijke aanpak voort; e samenwerking met de MBO-jeugdteams (onderdeel van het OKT) die binnen de mbo-instellingen werken. In deze multidisciplinaire teams zijn samengesteld uit jeugdadviseurs, jeugdpsychologen en jeugdartsen. Zij verrichten hun werkzaamheden op de mbo-locatie. De teams bieden hulp aan mbo-studenten met vragen op meerdere gebieden zoals school- en ziekteverzuim, depressiviteit, gedragsproblematiek, gezinsproblematiek, huisvesting, gezondheid, financiën en dreigende schooluitval. Waar nodig verwijzen ze hen (na diagnosticering) richting meer specialistische vormen van hulpverlening en zorg. De Jongerenpunten gaan de samenwerking met deze teams in 2017 prioriteit geven, met name om: -_ jongeren die zijn uitgevallen maar terug kunnen naar het mbo, beter en zorgvuldig terug te leiden naar school; -_ jongeren die niet langer mbo-onderwijs kunnen volgen gezamenlijk goed op te vangen zodat jeugdhulpverlening goed samengaat met begeleiding van deze jongeren door de Jongerenpunten (deze jongeren komen in de caseload van de Jongerenpunten). Door goede samenwerking kan de kans op terugkeer naar het mbo, een andere opleiding begeleiding naar werk worden vergroot; - jongeren die geen mbo-opleiding volgen maar wel baat hebben bij het zorg- en hulpverleningsaanbod dat deze teams te bieden hebben om de stap richting opleiding en/of werk te kunnen gaan maken. Op dit moment is de expertise en hulpverlening van de MBO Jeugdteams niet beschikbaar voor jongeren van 18 jaar en ouder die niet (meer) aan een mbo-opleiding verbonden zijn. Om een intensievere samenwerking tussen Jongerenpunt en MBO Jeugdteam te bewerkstelligen, start begin 2017 een pilot in Zuid. De samenwerkingspartners van deze pilot zijn het MBO Jeugdteam (onderdeel OKT), mbo-locaties in Zuid, leerplicht, het Jongerenpunt en W&R. De pilot vormt de opmaat voor het structureel verbinden van het aanbod van jeugdhulp en -zorg en de werkwijze van het Jongerenpunt met als doel een sluitende aanpak voor kwetsbare jongeren vanuit de domeinen van jeugd en onderwijs te realiseren. e samenwerking Meedoen Werkt. Meedoen Werkt is het programma van de gemeente Amsterdam dat zich richt op het ondersteunen van kwetsbare jongeren die geen betaald werk verrichten bij het vinden van een zinvolle dagbesteding, die waar mogelijk kan uitgroeien naar (begeleid) werk. Als werk of opleiding niet mogelijk is, draagt zinvolle dagbesteding bij aan verhoging van de gezondheidsbeleving, ontlast mantelzorgers en versterkt de sociale cohesie. Dagbesteding voorkomt escalaties en bovenmatig zorggebruik. Tussen de Jongerenpunten en dit programma zijn verbindingen gelegd en goede ervaringen opgedaan. De onderlinge afspraken dienen op basis van de ervaringen tot nu toe stadsbreed te worden geëxpliciteerd en aangescherpt. e samenwerking wijkzorgnetwerken. De samenwerking tussen het Jongerenpunt en de wijkzorgnetwerken kan beter. Planning JE kwartaal2017 | 3 kwartaol2017 ___|4kwortaol2017 (PA 23+ continuering stedelijke aanpak evaluatie stedelijke afspraken over MBO-jeugdteam uitwerking plan voor pilot in Zuid tussentijdse evaluatie en borging (2018) NE etn Thonet Meedoen Werkt evaluatie, expliciteren en aanscher- [{ uitvoeren aangescherpte Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 7 Wijkzorgnetwerk © in kaart brengen verbeter- evaluatie, bijstelling, punten in samenwerking afspraken over met het wijkzorgnetwerk continuering en borging e start uitvoering (2018) verbeterpunten Beoogde resultaten Beoogde resultaten van de hiervoor genoemde samenwerkingsvormen met jeugdhulp zijn kwalitatief van aard. In de deelplannen voor IPA 23+, het pilotplan MBO-jeugdteams en Meedoen Werkt wordt in het eerste kwartaal van 2017 waar mogelijk aangegeven wat het beoogde bereik is in aantallen kwetsbare jongeren. Kosten 2017 e inzet van 1 projectleider (1 fte) voor het versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt en de jeugdhulp en zorg in combinatie met het versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt op de schoolgebonden leerplicht (zie paragraaf 3.1 hierna): € 120.000; e aanpak lPA 23+: € 300.000; e voorde pilot samenwerking Jongerenpunt en MBO-jeugdteam hebben de samenwerkingspartners afgesproken deze pilot binnen de eigen begrotingen uit te voeren. 1.3 Vergoedingen leerstages Doel is eenduidige afspraken vergoedingen te verstrekken aan jongeren zonder uitkering of studiebeurs die deelnemen aan interne of externe leerwerkstages. Bij leerstages verrichten jongeren in een groep, onder leiding van een werkmeester additionele werkzaamheden (intern). Als ze deze werkzaamheden verrichten bij een bedrijf of instelling noemen zijn het externe leerstages. De jongeren doen op deze manier werkervaring en werknemers- vaardigheden op. De leerwerkstages worden onder andere aangeboden door W&R (WPI) en organisaties als Academie van de Stad en Stagestraat. Doelstelling is om in 2017 100 leerstages te vergoeden die door deze organisaties en trajecten worden gerealiseerd (40 in de eerste helft van 2017; 60 in de tweede helft). Vanaf 2017 geeft de Aanpak Jeugdwerkloosheid elke jongere die geen uitkering, studiebeurs of andere inkomsten heeft en deelneemt aan een leerstage een stagevergoeding van netto € 150 per maand die door de gemeente wordt betaald. Voorwaarden om voor een vergoeding in aanmerking te komen zijn: e de jongere wordt aangemeld door een jongerenadviseur; e leerstage duurt maximaal een half jaar; e de jongere is beschikbaar voor minimaal 24 tot maximaal 32 uur per week. Aan de stage en de stagevergoeding zijn voorafgaand concrete stage doelen verbonden die door de uitvoerder van de leerstage geëvalueerd worden en inzichtelijk zijn voor de jongerenadviseur van het Jongerenpunt bij wie de jongere in caseload is. Het Jongerenpunt Zuid draagt zorg voor de administratieve afhandeling van de vergoedingen van de leerstages. Een projectgroep verkent nu waar de financiële afhandeling wordt belegd. Planning e eerste kwartaal: inrichten adequate financiële afhandeling; e begin derde kwartaal: beknopte tussenevaluatie; e november: evaluatie en borging in staande organisatie. Kosten 2017 Fiscaal gezien zijn er twee varianten: e de vrijwilligersvergoeding van € 150,- per maand. Deze variant is fiscaal onbelast; Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 8 e een stageovereenkomst. Fiscaal gezien is dit een fictief dienstverband waarover premies volksverzekeringen betaald dienen te worden. De bruto kosten per jongeren zijn in dat geval € 200,- per maand. De kosten in 2017 zijn: 100 leerstages x 6 maanden x € 200 = € 120.000. 1.4 Trajecten voor jongeren Voor de Aanpak Jeugdwerkloosheid zijn bij de start van het programma in 2015 specifieke trajecten en instrumenten voor jongeren ontwikkeld en ingezet. Een deel van deze trajecten loopt in 2017 door, over de grenzen van het eerste uitvoeringsplan Jeugdwerkloosheid (2015-2016) en de jaargrenzen heen. Daarnaast zet de aanpak trajecten en instrumenten die succesvol zijn gebleken in 2017 voort. Dit leidt tot de volgende trajecten voor 2017: e trajecten van WPI: de Ajax Challenge, Jong & Baas, coachingsproject, extra inzet voor jongeren met een trafblad, de outreachende bemiddeling en de groepsgewijze werkervaringsplekken van W&R; e overig: Good Training. Kosten 2017 en 2018 ee sen Teo | Keseno eu WPI e Ajax Challenge 323.500 323.500 e Jong & Baas 195.100 e Coachingsproject 151.550 e Extra inzet jongeren met een strafblad 114.788 e Outreachende bemiddeling 205.000 e Groepsgewijze werkervaringsplekken W&R 227.000 overge |= _Goodtranng EW CC EN NE 1.5 Aanpakken no-show De ervaring van de Aanpak Jeugdwerkloosheid is dat er nog teveel sprake is van no-shows: een deel van de jongeren verschijnt niet op een met hen gemaakte afspraak. Dit betreft zowel afspraken met de jongerenadviseurs, als afspraken in het kader van machtingsevents, bij een potentiele werkgever of uitvoerder van een traject. In 2017 gaan we deze no-shows verminderen en voorkomen: e een deel van de no-shows ontstaat omdat de informatie over de gemaakte afspraak de jongere niet goed bereikt. Jongeren ontvangen of lezen brieven bijvoorbeeld niet. Daarom geldt ook hier dat de jongerenadviseurs in 2017 sterker inzetten op een proactieve en outreachende benadering: voorafgaand aan een afspraak wordt telefonisch, via WhatsApp of social media gericht contact met hen gezocht; e een deel van de no-shows komt niet door communicatiemisverstanden maar doordat sommige jongeren zich niet aan de gemaakte afspraken houden. Jongerenadviseurs gaan de jongeren hier stringenter en consequenter op aanspreken, met als doel gedragsverandering te bewerkstellen. Het ultiem middel dat wordt ingezet voor jongeren met een uitkering is het opleggen van een sanctie (korting of opschorting uitkering). Planning ___\Ekwartadl2017 | 4 kwortadl207 | stringentere aanpak © start uitvoering borging (2018) Beoogde resultaten In het plan van aanpak dat het eerste kwartaal 2017 wordt uitgewerkt nemen we ook op hoe we het bereik en het effect van preventieve en de stringentere aanpak gaan monitoren. Op basis van de monitoring benoemen we Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 9 doelstellingen voor de tweede helft 2017 en voor 2018. Kosten Aan deze aanscherping van de werkwijze van de jongerenadviseurs zijn geen kosten verbonden. 1.6 Statushouders Amsterdam heeft voor de begeleiding van aan Amsterdam gekoppelde statushouders begin 2016 een nieuwe en intensieve aanpak ontwikkeld. Kenmerken van deze aanpak zijn dat deze statushouders al eerder in het proces intensief en op maat worden begeleid naar werk en opleiding, en als dat niet mogelijk is naar participatie en/of zorg. Bovendien wordt in deze aanpak begeleiding naar werk, opleiding of participatie parallel aan Alle statushouders die Amsterdam nieuw instromen worden vanaf juli 2016 (ongeacht hun leeftijd) opgevangen door Entree Amsterdam dat inmiddels bestaat uit twee dedicated teams van klantmanagers die statushouders gedurende een aantal maanden intensief begeleiden met een caseload van 1 op 50. Na verloop van een aantal maanden dragen deze dedicated teams de klanten die ze in deze periode nog niet hebben kunnen laten uitstromen over aan de staande organisatie. Dit betekent dat de jonge statushouders die door Entree Amsterdam nog niet naar werk en/of opleiding zijn geleid overgedragen worden aan het Jongerenpunt: e het Jongerenpunt zetten gespecialiseerde jongerenadviseurs in die de jonge statushouders in caseload nemen en hen verder begeleiden op werk naar werk, opleiding of participatie. Deze jongerenadviseurs worden voor deze taak specifiek getraind; e deze jongerenadviseurs volgen daarnaast ook de voortgang van het inburgeringstraject van deze statushouders. Planning e januari 2017: Entree Amsterdam draagt de eerste (in 2016) nieuw ingestroomde jonge statushouders aan het Jongerenpunt over; Start training voor jongerenadviseur die binnen het Jongerenpunt worden ingezet voor jonge statusouders; e continu: monitoren voortgang trajecten naar werk, opleiding of participatie en van het inburgeringtraject. Beoogde resultaten e kwalitatief: warme en sluitende overdracht van jonge statushouders aan het Jongerenpunt door Entree Amsterdam; e kwantitatief: de instroom van jonge, nieuwe statushouders in Amsterdam is afhankelijk van landelijke beleid, van het plaatsingsbeleid van COA en van de beschikbaarheid van woningen. Daarom kan de aanpak Jeugdwerkloosheid geen kwantitatieve doelstellingen voor deze groep jongeren formuleren. Kosten e de kosten van de gespecialiseerde jongerenadviseurs voor statushouders maken onderdeel uit va de kosten zoals hiervoor weergegeven in paragraaf 1.1; e de kosten van de 2 jobhunters die specifiek worden ingezet voor statushouders maken onderdeel uit van de kosten zoals hierna opgenomen in paragraaf 2.1. 1.7 Onzichtbare meiden We weten dat er in Amsterdam een groep meiden bestaat die niet zichtbaar zijn omdat zij niet werken, niet studeren en deels buiten het zicht van leerplicht vallen omdat zij ouder zijn dan 23 jaar en zelf de stap naar het Jongerenpunt (nog) niet zetten. Uit de analyse van de groep kwetsbare jongeren in Amsterdam die we in de inleiding van dit uitvoeringplan hebben weergegeven blijkt dat op 1 januari 2016 10.338 meisjes en vrouwen tussen de 15 en 27 jaar geen werk en geen opleiding hadden. Van deze groep had bovendien 76% (7.370) ook geen uitkering. In West en Nieuw-West starten we begin 2017 een pilot om deze groep meiden beter en Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 10 vollediger in beeld te krijgen en hen te motiveren om deel te nemen aan een traject richting werk, scholing of eventueel participatie. Planning __________Jtwortool207 {3 kwartaol2017 4 kwortaol2017 pilots West/ | e nadere analyse data in samenwerking | evaluatie en uitwerking voorstel Nieuw-West met OIS aanscherping borging in reguliere e eind jan 2017 expertmeeting werkwijze Jongerenpunt e pilotplan uitgewerkt (als uit onderzoek en besluitvorming (2018: blijkt dat niet alle meiden in beeld zijn) borging) e bespreking uitkomsten en pilotplan in bestuurlijk overleg met stadsdelen e start uitvoering Beoogde resultaten De beoogde resultaten van de pilot worden vastgesteld in het eerste kwartaal van 2017. Kosten De kosten van de pilot maken onderdeel uit van de kosten zoals hierna opgenomen in paragraaf 4.1. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 11 Programmalijn 2. Kansen op de arbeidsmarkt Doel vergroten van kansen van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt Hoe 1. werkgeversbenadering 2. tegengaan van arbeidsdiscriminatie 3. bijbanenproject 2.1 Werkgeversbenadering De aanpak Jeugdwerkloosheid heeft een sinds de start van het programma een resultaatverantwoordelijke ambassadeur. Deze ambassadeur werkt nauw samen met de koepelorganisaties en WSP. Inzet is om met branches en bedrijven afspraken te maken over concrete plaatsingsmogelijkheden voor kwetsbare jongeren. Daarnaast heeft elk jongerenpunt in 2016 een nauwe samenwerking met de jobhunters en jobcoaches (WSP en WE&R) en met intercedenten (van Randstad) tot stand gebracht. Kern van deze samenwerking is: e het aanbodsgerichte matchen waarbij een vacature en werkgever wordt gezocht die past bij de competenties en mogelijkheden van de jongere; e het ontzorgen van werkgevers onder andere met jobcoaches die jongeren op de werkplek tijdelijk inwerken en begeleiden; e benutten van de expertise en het netwerk van de intercedenten; e korte lijnen omdat de jobhunters, jobcoaches en intercendenten hun werk deels op dezelfde locatie uitvoeren als de jongerenadviseurs en daarmee onderdeel uitmaken van het ‘uitgebreide’ team van het Jongerenpunt. Gelet op de goede resultaten zet de Aanpak Jeugdwerkloosheid deze werkgeversbenadering in 2017 voort. Planning 2017 : het contract met Randstad voor de inzet van intercedenten loopt 1 april 2017 af. Voorafgaand wordt deze capaciteit en expertise opnieuw ingekocht; 2018 : evaluatie en borgingsafspraken. Beoogde resultaten Resultaat van deze werkgeversbenadering dient te zijn dat alle jongeren die tot de caseload van het Jongerenpunt behoren en klaar zijn om aan het werk te gaan, duurzaam geplaatst worden op banen die bij hun profiel passen. Kosten 2017 en 2018 2017: De kosten van de werkgeveraanpak zijn in totaal € 1.644.00 waarvan: e 12 fte aan jobhunters (incl. 2 fte voor statushouders): € 1.057.317 e Intercedenten: € 450.000 e Ambassadeur: € 144.000 e Nieuwe arrangementen voor bedrijven en werkgevers: € 50.000 2018: e Jobhunters: € 850.000 2.2 Tegengaan van arbeidsdiscriminatie Uit OIS-onderzoek blijkt dat de werkloosheid onder jongeren van niet-westerse herkomst in Amsterdam in 2015 weliswaar is gedaald (van 18% naar 13%) maar nog steeds significant hoger is dan het gemiddelde in Amsterdam (9,3%). Uit analyse van het uitkeringsbestand van Amsterdamse jongeren tussen de 15 en 27 jaar (peildatum 1 Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 12 januari 2016) blijkt bovendien dat 80% van alle jongeren die een uitkering ontvangen van niet-westerse herkomst is. De groep jongeren van niet-westerse herkomst verdient extra aandacht en daarom intensiveren we voor hen de succesvolle werkwijze van de Aanpak Jeugdwerkloosheid. In de afgelopen twee jaar is in het Jongerenpunt voor werk en opleiding ervaring opgedaan met een vernieuwde werkwijze waarin integraal en outreachend werken centraal staan. Op die manier kan jongeren een beter passend aanbod worden geboden. Daarnaast: e blijkt uit diverse onderzoeken dat het voor de groep jongeren van niet-westerse herkomst belangrijk is voldoende werkervaring op te doen tijdens de opleiding, e en dat ‘gelijkwaardige’ ontmoeting tussen werkgevers en deze jongeren van groot belang is. De Aanpak Jeugdwerkloosheid zet hier al op in en gaat dit voor deze groep intensiveren. Vier medewerkers krijgen de specifieke taak hier gericht mee aan de slag te gaan en daarbij intensief samen te werken. De extra inzet bestaat uit: e een jongerenadviseur, om de jongeren uit de doelgroep te vinden in samenwerking met lokale partners; e een WSP-adviseur, werving vacatures en realiseren plaatsingen; e een jobhunter, werving vacatures en realiseren plaatsingen; e eneen jobcoach, om de kandidaten aan het werk te houden (zij zullen zelf geen plaatsingen realiseren). Deze medewerkers hebben bewezen ervaring met jongeren van niet-westerse herkomst en (her)kennen de valkuilen en problemen waar deze jongeren mee te maken hebben. Ook beschikken zij over goede contacten met jongerenwerkers en netwerkpartners in de wijk. Van belang hierbij is dat de professional de jongere blijft volgen, ook als hij snel afhaakt, en blijft investeren en geloven in de jongere tot een succesvolle match is ontstaan. 7 De 4 medewerkers richten zich op: Jongeren van niet-westerse herkomst, met en zonder e het vinden en toeleiden van de jongeren uit uitkering. de doelgroep naar werk, Wat de jongeren van niet-westerse herkomst met een e het vinden van de juiste vacatures bij het uitkering betreft, richt de intensivering zich in eerste bedrijfsleven. instantie op de jongeren in trede 3 en 4. Het WSP benadert bedrijven voor vacatures voor deze doelgroep. Zij zal hierbij gebruik maken van de contacten en afspraken met bedrijven die eerder dit jaar gemaakt zijn. Dit betreft: e de opbrengst van het (landelijk) Werkakkoord met 110 partners; e de lijst met bedrijven met hoofdkantoren in Amsterdam met meer dan 30 werknemers die in het voorjaar zijn gebeld met de vraag hoe zij omgaan met diversiteit in hun bedrijf; e enhet ‘Convenant Amsterdam werkt voor iedereen’ waarin Amsterdamse bedrijven hebben afgesproken dat ze de economische zelfstandigheid van vluchtelingen willen bevorderen. Deze vacatures vormen het aanbod waarmee de extra medewerkers aan de slag kunnen. Planning 2017 inde periode januari — juni 2017 start een pilot in twee stadsdelen. Aan het einde van de pilot bepalen we op basis van evaluatie van de resultaten en ervaringen of de aanpak in de tweede helft van 2017 wordt uitgebreid naar alle stadsdelen; 2018 borging van de ervaringen en succesfactoren in de reguliere werkwijze van het Jongerenpunt. Beoogde resultaten In de pilotperiode van zes maanden begeleiden de vier professionals samen in totaal 50 jongeren van niet- westerse herkomst extra naar werk: e de jobhunter begeleidt op jaarbasis 50 kandidaten naar een betaalde baan. In de eerste maand van de pilot is de jobhunter voornamelijk bezig met het vullen van de caseload en het maken van afspraken met werkgevers. Streven is dat de jobhunter in de pilotperiode 25 jongeren bemiddelt; Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 13 e ook de WSP-adviseur zal de eerste maand van de pilotperiode nog niet direct bemiddelingen kunnen realiseren. Streven is dat de WSP-adviseur ook 25 kandidaten in de pilotperiode bemiddelt; Deze pilot betreft een extra inzet, een kop bovenop het reguliere. Dit betekent realisatie van 50 plaatsingen naar werk bovenop: e alle bemiddelingen naar werk of opleiding van jongeren van niet-westerse herkomst die door de andere jongerenadviseurs en jobhunters in het Jongerenpunt gerealiseerd worden; e de bemiddelingen naar werk of opleiding van deze jongeren die door de samenwerkingspartners (de stadsdelen en stedelijke initiatieven, zie hoofdstuk 4 van dit plan) gerealiseerd worden. Het totaal aantal jongeren van niet-westerse herkomst dat in de pilotperiode naar werk wordt bemiddeld zal dan ook hoger liggen dan 50. Kosten 2017 De kosten bedragen in 2017 € 475. 000: e eerste helft van 2017 € 160.000: -_kosten jongerenadviseur en jobcoach (2 fte à € 80. 000 x % jaar) -_kosten jobhunter en WSP-adviseur (2 fte à € 80. 000 x % jaar) e tweede helft 2017 stadsbrede uitvoering: € 315.000 2.3 Bijbanenproject De Aanpak Jeugdwerkloosheid investeert in 2017 specifiek in het laten opdoen van positieve (werk)ervaringen door jongeren die nog op school zitten. Onder jongeren van Marokkaanse herkomst is het percentage onderwijsvolgende werklozen namelijk opvallend hoog (17%) in vergelijking met alle niet-westerse jongeren (12%) en de autochtone jongeren (7%). Met extra aandacht aan bijbanen van het uitgangspunt “goed jong geleerd, is later beter gedaan” willen we voorkomen dat jongeren na het afronden van hun opleiding werkloos worden. We vragen commitment van de grotere werkgevers om ons te helpen deze jongeren extra te begeleiden. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten: e de jongeren doen vaker een succeservaring op, e ende bedrijven investeren in duurzame arbeidsrelaties. Planning Start voorjaar 2017. Beoogd resultaat 100 jongeren van niet-westerse herkomst hebben succesvol een traject van coaching naar een bijbaan doorlopen waarbij bij minimaal 80 jongeren dit traject leidt tot een betaalde bijbaan. Kosten 2017 e werving, training en begeleiding van 100 jongeren naar een betaalde bijbaan: € 50.000 Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 14 Programmalijn 3. Onderwijs Doel versterken en bestendigen samenwerking met het onderwijs Hoe 1. aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC 2. onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt 3. ontwikkeling van de Opleidingshuizen 3.1 Aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC De afdeling Onderwijs en Leerplicht is in Amsterdam verantwoordelijk voor beleid en uitvoering van de RMC- wetgeving (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) en voor het beleid en de aanpak van voortijdig school verlaten (VSV). Het Jongerenpunt en de afdeling Onderwijs en leerplicht hebben in het kader van RMC en VSVde volgende afspraken vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst: e alle nieuwe VSV'ers (uitvallers in huidig schooljaar) zonder opleidingswens en/of een bindend studieadvies worden actief overgedragen vanuit Leerplicht aan het Jongerenpunt, hierbij wordt indien nodig ook informatie vanuit het ZAT of het MBO-Jeugdteam overgedragen om een doorgaande ondersteuning of begeleiden te waarborgen; e hetJongerenpunt pakt deze VSVers allemaal actief op en neemt ze in begeleiding richting werk en/of scholing. De werkwijze hiervoor is vastgelegd in het document “Overdracht werkvloer. Jongerendossiers van Leerplicht en Jongerenpunten”; e inzet van het Jongerenpunt voor de zogenaamde ‘oude’ voortijdig schoolverlaters (in voorgaande schooljaren uitgevallen) is deze jongeren in beeld te hebben en degenen die inmiddels aan het werk zijn te ondersteunen, begeleiden en motiveren om alsnog een startkwalificatie te halen. Jongeren die nog geen werk hebben naar duurzaam werk en/of naar school terug begeleiden. Recent is de doelgroep van RMC en VSV door wijzigingen in de wetgeving verbreed: jongeren in een kwetsbare positie® maken daar nu ook expliciet onderdeel van uit: e alle jongeren met een niveau-1-diploma afkomstig uit het Praktijkonderwijs (Pro) en het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) worden door het Jongerenpunt actief begeleid naar duurzame arbeid. (in 2016 waren dat 256 jongeren) e Alle jongeren die al dan niet met diploma uitstromen uit het vmbo-b zonder scholingswensen, worden door team Leerplicht actief overgedragen aan het Jongerenpunt (in 2016 waren dat 192 jongeren). NB. Alle jongeren die uitstromen uit het PrO en het VSO worden al door het Jongerenpunt en W&R (WPI) opgepakt. Planning e deresultaten worden gevolgd en opgenomen de maandelijkse jeugdmonitor; e rond 1 juli en 1 december 2017: evaluatie van de samenwerking. 2__Jongere die al dan niet met een getuigschrift of een diploma doorstroomt naar de entreeopleiding (= mbo), basisberoepsopleiding (= mbo-2) of uitstroomt uit het onderwijs en afkomstig is uit: 1. het voortgezet speciaal onderwijs; 2. het praktijkonderwijs; 3. de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; 4. het leerwerktraject van het vmbo; 5. de entreeopleiding; 6. jongere die niet vanuit één van hiervoor genoemde onderwijssoorten instroomt in een entreeopleiding. Bron: Regeling regionale aanpak VSV 2017 Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 15 Kosten 2017 Zoals aangegeven in paragraaf 1.2. wordt binnen het Jongerenpunt een projectleider (1 fte) ingezet voor het versterken van de aansluiting van het Jongerenpunt op de jeugdhulp en op de schoolgebonden leerplicht. 3.2 Onderwijs sluit aan op de arbeidsmarkt De samenwerking met het onderwijs via de Amsterdamse MBO-Agenda loopt ook in 2017 en 2018 door. Binnen de aanpak van deze agenda werken de Amsterdamse mbo-instellingen en de gemeente nauw met elkaar samen wat vraagstukken als de kwaliteit van het onderwijs, succesvolle schoolloopbanen voor jongeren en de aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt betreft. De gemeente blijft de mbo-instellingen ook in de tweede helft van deze collegeperiode ondersteunen door te investeren in drie subsidieregelingen: e individuele leraren (Lerarenbeurs); e pedagogische-didactische vernieuwing van onderwijsteams (Scholenbeurs); e inhoudelijke onderwerpen en projecten die bijdragen aan de ambities van de MBO-Agenda, bijvoorbeeld de strategische samenwerking van onderwijsteams met het bedrijfsleven (Projectplannen). Ten behoeve van het voorkomen van jeugdwerkloosheid investeert de Aanpak Jeugdwerkloosheid in 2017, net als in 2016, in leerwerkcoaches die studenten van de Entreeopleidingen en opleidingen op MBO niveau 2 begeleiden bij het vinden van een stage-, leerwerkplek of arbeidsplaats. Zij coachen de jongere ook om te zorgen dat de toeleiding naar de arbeidsmarkt goed verloopt. De twee betrokken mbo-instellingen, ROC van Amsterdam en ROC TOP, zijn positief over de inzet en de effecten van deze leerwerkcoaches. Planning 2017 :continuering inzet van 7 fte aan leerwerkcoaches bij beide ROC's; 2018 : evaluatie en bespreking van de borging van de werkwijze van de leerwerkcoaches. Kosten 2017 en 2018 2017: e leerwerkcoaches: € 208.333; 2018: e leerwerkcoachesin 2018: € 291.667. 3.3 Ontwikkeling van de Opleidingshuizen In 2015 is gestart met het Actieplan Innovatief Vakmanschap (AlV). De focus is het versterken van de arbeidsmarktpositie van jongeren met een middelbare beroepsopleiding, door de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven te stimuleren. Centraal staat de ontwikkeling van de Opleidingshuizen, een samenwerkingsverband waarbij werkgevers en beroepsonderwijs met elkaar afspraken maken over de benodigde vaardigheden en competenties van gediplomeerden voor de (toekomstige) vraag van de arbeidsmarkt. Zij maken met elkaar afspraken hoe dat te realiseren, bijvoorbeeld in curricula van de opleidingen of leerwerkstages en de inzet van vakteams van werkmeesters en docenten Met de Opleidingshuizen willen we de aansluiting tussen de snel veranderende vraag van de arbeidsmarkt en het beroepsonderwijs optimaliseren, opdat meer jongeren kiezen voor kansrijke sectoren en tegelijkertijd werkgevers meer passend opgeleid personeel vinden. De activiteiten in de opleidingshuizen zijn altijd gericht op duurzame inzetbaarheid. Dat betekent scholing, certificering en diplomering met als eindpunt betaald werk. Ontwikkeling en uitvoering van de Opleidingshuizen vindt plaats binnen het Actieplan Innovatief Vakmanschap. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 16 Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 17 Programmalijn 4. Coalities Doel versterken en bestendigen van coalities Hoe 1. samenwerken met de stadsdelen 2. stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad De Aanpak Jeugdwerkloosheid werkt samen met stadsdelen en met partners in de stad aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. 4.1 Samenwerken met de stadsdelen De stadsdelen hebben en houden een actieve rol bij de aanpak jeugdwerkloosheid. Om hen ook in 2017 de mogelijkheid te bieden eigen accenten en projecten te kiezen is voor 2017 door de aanpak opnieuw een budget beschikbaar gesteld. Bij het toekennen van de beschikbare middelen aan de ingediende stadsdeelprojecten: e is zorgvuldig gekeken naar eerdere resultaten omdat het voor een belangrijk deel om voortzetting van eerder gestarte initiatieven ging. Initiatieven die de eerder afgesproken resultaten behalen worden opnieuw gefinancierd. Initiatieven waarvan de resultaten eerder (flink) achterbleven niet; e zijn dezelfde beoordelingscriteria gehanteerd als bij de vorige ronde: -_het bereiken van jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zoals jongeren met een niet- westerse achtergrond, jonge statushouders, arbeidsgehandicapten, onzichtbare meiden; -__hetleggen van een directe verbinding tussen lokale ondernemers en jongeren en het realiseren van een een-op-een match; -__ peer-to-peer werkwijze: jongeren inzetten om jongeren te begeleiden; - lokale initiatieven (colour locale). Naast het toeleiden naar werk en opleiding is er binnen de stadsdeelinitiatieven in 2017 nadrukkelijk meer aandacht en ruimte voor het activeren en begeleiden naar participatie van de meest kwetsbare jongeren voor wie werk en opleiding (nog) niet is weggelegd. Voor de 250.000 euro die voor deze trajecten in onderstaande begroting gereserveerd kunnen de stadsdelen voorstellen indienen, uiterlijk voor 1 april 2017. De volgende initiatieven worden in 2017 gerealiseerd: Noord Oost Wes zuid Mm Zuidoost A CE Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 18 4.2 Stimuleren en subsidiëren initiatieven uit de stad De Aanpak Jeugdwerkloosheid werkt samen met partners die de aanpak versterken door de inzet van hun lokale netwerk (bijvoorbeeld van werkgevers) en hun bekendheid in de wijk. De initiatieven van deze partners zijn deels gericht op het bereiken van kwetsbare jongeren die voor de officiële instanties moeilijk bereikbaar zijn. Deze initiatieven kunnen deze jongeren beter bereiken omdat ze laagdrempelig zijn, ze minder gebonden zijn aan een 9-tot-B-aanpak en vaak kiezen voor een andere vorm van begeleiden zoals de peer-to-peer aanpak waarbij studenten één op één met de jongeren aan de slag gaan. Het programma bood ook in 2016 partners in de stad de mogelijkheid om projecten voor te dragen voor financiering. In totaal zijn er 31 aanvragen ingediend waarvan de onderstaande acht projecten zijn gehonoreerd. Ruim twintig aanvragen waren onvoldoende onderbouwd of vielen buiten de regeling en zijn afgewezen. 1. Strong Girls Traineeship (Elance Academy) Het project bestaat uit een traineeship waarmee meiden met de juiste tools de arbeidsmarkt kunnen betreden. De meiden worden gecoacht door een professional uit het bedrijfsleven (PowerVrouw). Tijdens het traject spreken de coach en de jonge vrouw minimaal drie keer af en houden ondertussen contact via mail en WhatsApp. Daarnaast volgen de meiden de training ‘Rock Your Mountains’. Hier komen onderwerpen aan bod als: sollicitatievaardigheden, pitchen, personal branding en het ontdekken van eigen kwaliteiten. Vrouwen van 18 tot en met 27 jaar (met en zonder Minimaal 15 vrouwen begeleid naar een werkplek uitkering) die ondersteuning nodig hebben om met een contract van minimaal zes maanden of naar toegang te krijgen tot en/of te participeren op de inschrijving bij een erkende opleiding. arbeidsmarkt. De vrouwen leren hun kwaliteiten ontdekken en vergroten hun professionele netwerk. 2. Netwerkpro/Vrouwen aan de Amstel (A Real Community) A Real Community is een organisatie die het opbouwen van (buurt)platforms en communities, waar projecten uit voortkom, initieert en ondersteunt. In dit project krijgen jonge vrouwen tijdens een trainingsperiode van drie maanden 8 trainingssessies aangeboden en bezoeken zij een bedrijf en drie externe professionele netwerkbijeenkomsten. Ze sluiten de training af met een persoonlijke pitch. De deelneemsters worden daarnaast individueel begeleid door een vrouwelijke mentor uit het Vrouwen-aan-de-Amstelnetwerk (een professioneel netwerk van ruim 200 vrouwen). Na afronding van de trainingsperiode volgt een nazorgperiode van eveneens drie maanden. Vrouwen van 18 t/m 27 jaar en in het bijzonder: 60 jonge vrouwen begeleid waarvan 45 naar e meteen niet-westerse herkomst (50%) financiële onafhankelijkheid via betaald werk e meteen opleiding op tenminste mbo-niveau (50%) 3. Jongeren naar Werk in Amsterdam (Innovium) Innovium hanteert een sterk outreachende 24/7 benadering. Het multiculturele projectteam bezoekt jongeren waarbij: e in kaart gebracht wordt gebracht wat de mogelijkheden van de jongeren zijn op het gebied van opleiding, competenties, werkervaring en talenkennis; e bekeken wordt welke specifieke ondersteuning per jongere nodig is. Innovium werkt met een digitale portal en e-learning modules waarmee kandidaten individueel of groepsgewijs geschoold worden. Door middel van filmpjes en interactieve vragen worden jongeren op een boeiende en activerende wijze geactiveerd om aan het werk of terug naar school te gaan. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 19 Jongeren van 18-27 jaar die worden bereikt op straat, | 60 jongeren naar werk en school begeleid via de moskee en het netwerk van Innovium (waar de gemeente Amsterdam zelf deel van uitmaakt) 4. _HEMA-project (Selmani Work Solutions) Selmani Work Solutions bemiddelt moeilijk te plaatsen jongeren naar allerlei functies (fulltime banen en bijbanen) in de detailhandel en daarbuiten. In dit project wordt samengewerkt met 15 HEMA-filialen in Amsterdam. Het project start met een werkervaringsperiode van 4 tot 6 weken waarbij jongeren getraind worden (bijv. in het maken van afspraken, omgaan met werkgevers). Als de jongeren deze periode succesvol afronden, stromen zij door naar een ‘echte! baan met een betaald dienstverband. De helft van de deelnemende jongeren is jonge statushouder Jongeren van 16-27 jaar (met of zonder 41 jongeren van de doelgroep ondersteund bij het startkwalificatie) die intensieve begeleiding nodig zich kwalificeren voor een betaalde baan bij de HEMA hebben om te (re)integreren op de arbeidsmarkt. of elders De helft van de deelnemende jongeren is statushouder 5. De Kandidatenmarkt (Stichting het Kandidatennetwerk) De Kandidatenmarkt is een dynamische sociale organisatie die jonge werkzoekenden naar werk, werkervaringsplekken, stageplekken of een opleiding begeleidt. Door middel van doelgerichte interventies worden belemmerende problemen (zoals schulden of het ontbreken van een startkwalificatie) aangepakt. Daarnaast worden sollicitatie-, presentatie- en netwerktrainingen aangeboden. Met behulp van coaches, trainers en vrijwilligers vormt het Kandidatennetwerk een betrokken community waarop de jongeren altijd kunnen terugvallen. Amsterdamse werkzoekende (laag en hoogopgeleid) | 90 jongeren zijn begeleid naar school en/of werk van 18 t/m 27 jaar die niet zelfstandig de arbeidsmarkt kunnen betreden 6. Paint Your Future (Stichting Paint Your Future) Paint Your Future begeleidt jongeren die uit het schoolsysteem zijn gevallen en buiten de arbeidsmarkt terecht zijn gekomen; ook diegenen die niet in beeld zijn bij instanties (spook- en zwerfjongeren). Zij vinden de jongeren op straat en zijn 24/7 bereikbaar. Jongeren worden uitgenodigd creatief aan de slag te gaan door deel te nemen aan workshops. Door eigen reflecties op de gemaakte creatieve producten bouwen de jongeren zelfvertrouwen op. Vervolgens worden deze jongeren toegeleid naar school, of aan het werk of geholpen als zelfstandig ondernemer. Jongeren van 17 -27 jaar waaronder: 100 jongeren e Wajongers e toegeleid naar een betaalde baan voor de duur e criminele jongeren uit de Top-600 van Amsterdam van minimaal een half jaar (50%) e ongediplomeerde schoolverlaters e begeleid richting de inschrijving voor een e en ook enkele hoogopgeleide jongeren erkende opleiding (50%) Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 20 7. Samenbinding (Stichting Samenbinding) De kerntaak van Stichting Samenbinding is het toeleiden van jongeren naar betaald werk. Daarnaast wil zij jongeren die niet leerplichtig zijn terug leiden naar de opleiding die ze niet hebben afgemaakt, dan wel toeleiden naar een passende opleiding op minimaal MBO 2-niveau. Na een intakegesprek wordt de jongeren begeleid door een coach. Gezamenlijk stellen ze een leer- en activiteitendossier op met daarin een gedeelde ambitie en tijdsplanning. De ontwikkeling van elke jongeren wordt besproken in een multidisciplinair overleg. Ouders worden zoveel als mogelijk betrokken, individueel en ook in groepssessies. Jongeren van 18- 27 jaar: 80 jongeren toegeleid naar een opleiding of betaald e zonder startkwalificatie, opleiding of betaald werk | werk e meteen baan waarbij het gemiddeld aantal uren per week minder is dan 24 en/of de contractduur korter is dan 6 maanden 8. JobAcademy (Stichting Streetpro} JobAcademy is een intensief ‘bootcampprogramma’ waarbij jongeren zonder startkwalificatie worden begeleid naar een passende baan. Dit programma leert jonge werklozen werknemers-, communicatie- en sociale vaardigheden aan. Daarbij wordt het opdoen van succes- en leerervaringen op werkgebied en persoonlijk vlak benadrukt. Ook kunnen de deelnemers ondersteuning krijgen op het gebied van taal en rekenen. Volgens JobAcademy is de kans op uitval van jongeren door deze aanpak laag, waar alle partijen bij gebaat zijn. JobAcademy biedt deelnemende jongeren de kans om binnen twee weken na het programma aan het werk te gaan. Jongeren tussen de 17 en 27 jaar die: Minimaal 72 jongeren/jonge statushouders (terug) e niet naar school gaan begeleid naar werk voor een contract van minimaal 6 e geen startkwalificatie hebben maanden voor minimaal 24 uur per week e en/of een WW-uitkering ontvangen Planning De initiatieven worden uitgevoerd tussen 1 januari en 31 december 2017. Beoogde resultaten De deelnemende jongeren worden toegeleid naar betaald werk voor een periode van minstens 6 maanden of schrijven zich in voor een wettelijk erkende opleiding. De acht initiatieven samen begeleiden 503 jongeren naar school of werk. Kosten 2017 De gemeente heeft in totaal € 922.295 toegekend aan deze acht initiatieven als bijdrage aan de uitvoeringskosten. De uitvoerende partijen hebben de verplichting voor 50% van hun kosten cofinanciering te regelen met een maximum van € 50.000 per project. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 21 Programmalijn 5. Goede voorbeeld geven als werkgever Doel de gemeente laat als werkgever zien dat kwetsbare jongeren stage kunnen lopen en kunnen werken Hoe 1. gemeentelijk stagebureau 2. met een arbeidsbeperking aan de slag 5,1 Gemeentelijk stagebureau Het stedelijk Stagebureau is een investering van de gemeente in het arbeids- en toekomstperspectief van Amsterdamse jongeren. Dit centrale bureau adviseert en ondersteunt gemeenteonderdelen adviseert bij de realisatie van: - meer, kwalitatief betere en meer diverse stages - een adequaat werving- en selectieproces en betere registratie - een introductieprogramma en stageparcoursen in goede afstemming met scholen - het opleiden van begeleiders en eenduidige communicatie A Ambitie is dat de gemeente1.800 stageplaatsen Het stagebureau biedt stages voor (in eerste instantie realiseert in 2017. Doel is: Amsterdamse) leerlingen en studenten van vmbo, havo, -_ verbeteren van het arbeids- en vwo, mbo, hbo en wo. Deze groep is uitgebreid met: toekomstperspectief van de Amsterdamse -_ jongeren die hun opleiding al hebben afgerond; jongeren; -_ jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt; -__een evenwichtiger personeelsopbouw van de -__ (zeer) moeilijk lerende kinderen van de vier gemeente en de mogelijkheid talent te scouten; praktijkscholen in Amsterdam in samenwerking met - het goede werkgeversimago nu en in de toekomst het programma arbeidsgehandicapten aan het werk. behouden en versterken onder jongeren. Planning 2017 Middels een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (mkba) het rendement van het Stagebureau (en de verschillende toekomstscenario’s) zichtbaar maken. Werkwijze en resultaten verfijnen en verstevigen. Relatie(s) onderwijs versterken en uitbreiden. Mogelijkheden nieuwe inhoudelijke en financiële partner(s) onderzoeken ten behoeve van structurele inbedding in de gemeentelijke organisatie na 2018. Het toetsen en waarborgen van de kwaliteit van meewerk en onderzoeksstages voor de student en de organisatie. Het ontwikkelen van beroepsoriëntatie trajecten voor het voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. 2018 Stagebureau positioneren als permanent aanspreekpunt (binnen een ‘marktplaats’) voor jongeren in de stad en collega’s binnen de gemeente. Relatie onderwijs verder versterken door onder andere deelname in adviesraden en opleidingscommissies, het geven van gastcolleges, trainingen en het afsluiten van convenanten. Het stimuleren, monitoren en rapporteren van instroom en doorstroom van stagiairs in de organisatie en het faciliteren van mogelijkheden door middel van talentpools, alumnibijeenkomsten en structureel contact met de strategische P&O afdeling over doorstroommogelijkheden. Beoogde resultaten Het gemeentelijke Stagebureau bestaat vanaf 2017 in totaal uit ruim 10 fte aan medewerkers, waarvan 4 fte wordt ingezet ten behoeve van de aanpak Jeugdwerkloosheid. In onderstaande tabel is het totaal aantal stages opgenomen dat het Stagebureau jaarlijks wil realiseren, waarbij het Stagebureau binnen de aanpak Jeugdwerkloosheid de nadruk legt op de realisatie van: e _vmbo- en mbo-stages; e stages voor (zeer) moeilijk lerende jongeren en/of jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt; e snuffelstages voor het voortgezet onderwijs. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 22 ul 2018} toteal| stages voor mbo | _____550| 600} __ 1450 |_stage als werkervaringsplaats | 30| 30} 60| NB: bovenstaande zijn zowel onbetaald (1-2 weken) als betaalde (5-9 maanden durende) stageplaatsen waarbij e de vmbo, havo en vwo stages onbetaald zijn en in het kader van loopbaanoriëntatie e de mbo, hbo en wo zijn de betaalde stages vanuit de opleiding gericht op de beroepspraktijk. Binnen de ambitie wil het Stagebureau zich extra inzetten op de betaalde mbo en hbo stages zodat er elk jaar structureel voldoende stages zijn gericht op de beroepspraktijk voor deze doelgroep. Kosten 2017 en 2018 2017: De kosten van de inzet van het Stagebureau voor de aanpak zijn in 2017 in € 379.000. Deze kosten betreffen: e de inzet van 2 fte beleidsmedewerkers B en 2 fte beleidsmedewerker C; e organisatie- en communicatiekosten (waaronder onderzoekskosten). 2018: e De kosten van de inzet van het Stagebureau voor de aanpak zijn in 2017 in € 354.000. 5,2 Met een arbeidsbeperking aan de slag bij de gemeente Amsterdam Ambitie van de gemeente is om vanaf 2014 jaarlijks 42 mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen’ en daarmee in 2023 in totaal 412 extra banen te hebben gerealiseerd. Daarmee geeft de gemeente uitvoering aan het Sociaal Akkoord en geeft ze invulling aan inclusief werkgeverschap. Het realiseren van extra arbeidsplaatsen voor deze doelgroep is een integraal onderdeel van het personeelsbeleid van de gemeente. Afspraak is dat een derde van de 42 mensen die op deze manier jaarlijks in dienst komen bij de gemeente uit jongeren moet bestaan. Het betreft dus minimaal 14 jongeren per jaar. Tot en met 2016 is deze doelstelling ruimschoots gerealiseerd. Doel en planning Ook in 2017 en 2018 blijft de gemeente zich hiervoor inzetten. Dit betekent dat de gemeente in deze periode jaarlijks 42 jongeren in dienst neemt en aan het werk helpt. Vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid zullen ook deze plaatsingen gemonitord worden en opgenomen worden in de maandelijkse Monitor Jeugdwerkloosheid. Kosten Er zijn geen kosten die ten laste van het programma komen. *_ B&W besluit 10 december 2013: ‘Gemeente Amsterdam als voorbeeld om meer mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 23 Organisatie Doel door middel van een compacte programmaorganisatie zorg dragen voor coördinatie, uitvoering en borging van de Aanpak Jeugdwerkloosheid Hoe 1. communicatie 2. compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring 3. financiën 6.1 Communicatie Om de doelstellingen van dit uitvoeringsplan te realiseren is een heldere en eenduidige communicatie naar en met interne en externe doelgroepen en stakeholders van belang: e extern: de kwetsbare jongeren en hun directe omgeving, intermediairs, het onderwijs en het bedrijfsleven (werkgevers, sectoren), de jeugdhulpverlening, de politiek, de pers en (informele) ambassadeurs; e intern: verschillende beleids- en uitvoerende afdelingen binnen de RvE’s en de stadsdelen. Communicatie zet in op het informeren en activeren via campagnes, events, persoonlijke communicatie (Jongerenpunt), goede informatievoorziening (vooral online) en marketingcommunicatie over de voor-zieningen en initiatieven voor jongeren. Beoogde doelen en kaders van de communicatie in het kader van de Aanpak Jeugdwerkloosheid zijn in ieder geval: e het verder uitbouwen van de positionering van het Jongerenpunt; e de inzet van communicatiemiddelen, zoveel mogelijk op basis van ‘bewezen effect’: op de plekken waar jongeren daadwerkelijk zijn (in de praktijk betekent dat meer inzet op online middelen, zoals social media en minder op fysieke middelen, zoals folders); e ondersteuning van de peer-to-peer-aanpak met communicatiemiddelen; e aanhaken bij en input leveren voor de landelijke campagne van het ministerie van Veiligheid en Justitie met betrekking tot de VOG-aanvraag (zie toelichting hierna); e expliciteren en uitdragen van resultaten, succes- en faalfactoren, lessen en inzichten zowel intern als extern (o.a. media). Aanhaken en input landelijke campagne ministerie Veiligheid en Justitie over de VOG De indruk bestaat dat de VOG soms onnodig belemmerend werkt voor jongeren die een baan of stage zoeken omdat een deel van de jongeren en hun hulpverleners ten onterechte het idee heeft dat de arbeidsmarkt en het onderwijs nauwelijks kansen bieden aan jongeren met een strafblad. Jongeren die er van uit gaan dat dat ze geen VOG zullen krijgen dienen daarom geen VOG-aanvraag in. In 2016 is een ambtswoningoverleg gehouden over de VOG in relatie tot de aanpak jeugdwerkloosheid. Naar aanleiding hiervan is besloten dat de gemeente Amsterdam aanhaakt bij en input levert voor de landelijke campagne van het ministerie van Veiligheid en Justitie die gericht is op het wegnemen van spookverhalen en misverstanden met betrekking tot de VOG-aanvraag bij jongeren en het vergroten van de kennis over kansen en bewaren bij (jeugd)professionals. De planning voor 2017 is: e 1° kwartaal: uitwerking campagne door ministerie van Veiligheid en Justitie en duidelijkheid over de vertaling van de landelijke campagne naar Amsterdam; e 2 en 3° kwartaal: verspreiding van de op Amsterdam toegespitste communicatie uitingen; e 4° kwartaal: evaluatie van de effecten van de (landelijke) campagne. Kosten 2017 en 2018 2017: De kosten voor communicatie zijn € 145.688. Het programma investeert incidenteel € 10.000 in de aansluiting van Amsterdam op de landelijke VOC-campagne. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 24 2018: De kosten voor communicatie zijn € 25.000. 6.2 Compacte programmaorganisatie, onderzoek en monitoring De uitvoering van de Aanpak Jeugdwerkloosheid vergt ook in 2017 een compacte programmaorganisatie die in 2018 stapsgewijs wordt afgebouwd en bestaat uit: e de programmamanager; e managementassistentie en programmasecretariaat, e tijdelijke en flexibele programmaondersteuning o.a. voor het coördineren van initiatieven in de stad (accounthouderschap), tijdelijke extra financiële capaciteit. De programmaorganisatie draagt zorg voor de maandelijkse Monitor Jeugdwerkloosheid waarin per programmaonderdeel de resultaten worden gepresenteerd en afgezet tegen de beoogde resultaten. Jaarlijks brengt OIS een factsheet uit met een analyse van de jeugdwerkloosheid in Amsterdam en een bijbehorende achtergrondrapportage. Hierin wordt onder ander het Amsterdamse jeugdwerkloosheidscijfer uitgesplitst naar herkomstgroep en stadsdeel en vergeleken binnen de G4. De factsheet over 2016 verschijnt naar verwachting in mei 2017, de factsheet over 2017 een jaar later. Kosten 2017 en 2018 2017: De totale kosten zijn € 859.861 waarvan: e kosten onderzoek en Monitor Jeugdwerkloosheid: € 100.000; e kosten programmaorganisatie: € 759.861. 2018: De totale kosten zijn € 375.000. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 25 6.3 Financiën Kosten 2017 2018 Programmalijn 1 (3.727.589) (1.923.500) 1.1 dienstverlening en vakmanschap Jongerenpunt 1.945.651 1.600.000 1.2 aansluiting Jongerenpunt jeugdhulp en zorg 420.000 - 1.3 vergoeding leerstages 120.000 - 14 trajecten voor jongeren 1.241.938 323.500 1.5 aanpakken no-show B = 1.6 statushouders (zie 1.1) - - 1.7 onzichtbare meiden (zie 4.1) - - Programmalijn 2 (2.226.317) (850.000) 2.1 werkgeversbenadering 1.701.317 850.000 2.2 tegengaan arbeidsdiscriminatie 475.000 - 2.3 bijbanenproject 50.000 a Programmalijn 3 (208.333) (291.667) 3.1 aansluiting tussen Jongerenpunt, leerplicht en RMC (zie 1.2) - - 3.2 leerwerkcoaches 208.333 291.667 Programmalijn 4 (2.034.045) (0) 4.1. samenwerken met de stadsdelen 1.111.750 - 4.2 stimuleren initiatieven uit de stad 922.295 Programmalijn 5 (379.000) (354.000) 5.1 gemeentelijk stagebureau 379.000 354.000 5.2 met een arbeidsbeperking aan de slag B B Organisatie (1.005.549) (400.000) 6.1 communicatie 145.688 25.000 6.2 programmaorganisatie, onderzoek en monitoring 859.861 375.000 Overig (600.000) (0) Aanpak Ouderenwerkloosheid* 600.000 - Totaal 10.180.833 3.819.167 “Terwijl de jeugdwerkloosheid daalt, profiteren ouderen nog veel minder van de aantrekkende economie en de toegenomen kansen op de arbeidsmarkt. Daarom wordt vanuit het programmabudget van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid € 600.000 herbestemd ten behoeve van het terugdringen van de werkloosheid onder ouderen. De commissie Werk en Economie wordt in het voorjaar 2017 geïnformeerd over de aanpak ouderenwerkloosheid. Dekking Voor de dekking van de kosten is er op grond van het in oktober 2014 vastgestelde Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid beschikbaar: -__ € 3 miljoen structureel beschikbaar per jaar; -__ € 8 miljoen incidenteel beschikbaar voor 2017, gespreid in te zetten in 2017 en 2018. Daarmee is er voor 2017 en 2018 in totaal € 14 miljoen beschikbaar. Bovenstaande kosten worden gedekt uit het beschikbare budget van € 14 miljoen. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 26 Bijlage 1. Uitvoering toezeggingen Het college heeft ten aanzien van de Aanpak Jeugdwerkloosheid een aantal toezeggingen gedaan. Hieronder staat aangegeven hoe de toezeggingen in 2017 en 2018 binnen de aanpak uitgevoerd worden. 1 Toezegging cie WE 12/10 aan Kwint (SP) (TA2016-001386) - in het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid de leden informeren over de achterblijvende cijfers voor jongeren met een niet westerse achtergrond. De Aanpak Jeugdwerkloosheid informeert de cie WE op 11 januari 2017 over deze cijfers. Paragraaf 2.2 van dit uitvoeringsplan geeft aan hoe vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid de arbeidsdiscriminatie wordt bestreden. 2 Informeren cie WE over gehonoreerde projecten in het kader van de subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid — paragraaf 4.2 van dit uitvoeringsplan geeft weer welke 8 projecten eind 2016 gehonoreerd zijn in het kader van de subsidieregeling Aanpak Jeugdwerkloosheid en in 2017 (met een uitloop begin 2018) worden uitgevoerd. Uitvoeringsplan Aanpak Jeugdwerkloosheid 2017-2018 27
Onderzoeksrapport
32
val
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 januari 2022 Portefeuille(s) Sport Portefeuillehouder(s): Simone Kukenheim Behandeld door [email protected] Onderwerp Afdoening motie 603.21 van de leden Poot en Van Dantzig van de VVD resp. D66 Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 8 juli 2021 heeft uw raad bij de behandeling van het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte de motie (603.21) van raadslid (Poot en Van Dantzig) van resp. VVD en D66 aangenomen waarin het college gevraagd wordt om innovatieve methoden te gebruiken voor het inrichten van de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld het gebruik van Active Design, het plaatsen van oplaadschommels of de inzet van licht en geluid. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Het college werkt op allerlei manieren aan het verankeren van sporten en bewegen in ruimtelijke plannen. Het Strategisch Plan Sporten en Spelen in de Openbare Ruimte (SP SSOR) is hierbij een instrument, net als de Amsterdamse Gezondheidslogica. Uitgangspunten bij gebiedsontwikkeling zijn onder andere de principes ‘sport is om de hoek! en ‘de stad is een speeltuin” Active design is een van de methoden die door ontwerpers gebruikt wordt om de openbare ruimte uitdagend en uitnodigend in te richten voor sport en spel. Het stimuleren van innovatie is opgenomen in het afwegingskader voor investeringen, onderdeel van het SP SSOR. De afgelopen jaren zijn op verschillende plekken in de stad interactieve sport- en speeltoestellen geplaatst die met gebruik van licht en geluid mensen prikkelen tot bewegen. Voorbeelden hiervan zijn: - De interactieve Voetbalmuur bij Veld 14 op Sportpark Voorland-Middenmeer; trap de bat in het oplichtende vak en dan wordt met licht en geluid een voltreffer gemarkeerd; - Op Natuurspeeltuin Jeugdland in Oost staat de Yalp Sona, een interactieve boog en bijbehorende ondergrond. Onder de boog kunnen kinderen en hun ouders spellen kiezen en samen spelen en dansen, op basis van aanwijzingen met licht en geluid; - De Muziekschommels die bij het Muziekgebouw aan het IJ staan maken muziek als men erop schommelt; - Op het Javaplein staat Memo; een interactieve paal en bijbehorende ondergrond, heel populair bij de buurtkinderen, waarmee spellen naar keuze kunnen worden gespeeld, met een educatief karakter. Geluid is hier het sturende element. Kinderen worden bv. met rekensommen, taalvragen etc. vitgedaagd zich zo snel mogelijk naar de juiste hoek van de ondergrond te bewegen; Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 januari 2022 Pagina 2 van 2 - Op het Jan Maijeplein in West staat een muziekpaal die aangezwengeld wordt met beweging. Als het pedaal bediend wordt klinkt muziek. Daarnaast is het meest in het oog springende voorbeeld van innovatie en vernieuwing de Urban Sports Zone op het Zeeburgereiland; een innovatief urban sports park voor sporters en spelers van alle leeftijden, mét en zonder wieltjes. En het grootste van Nederland. De overweging of een innovatieve toepassing geschikt is voor een specifieke plek is sterk afhankelijk van de locatie en de omgeving. Naast innovatie wegen ook de wensen en behoeftes uit de buurt, aansluiting bij de bestaande openbare ruimte en de input van gebiedsgerichte professionals (o.a. buurtgerichte sportstimulering, ontwerpers, gebiedsmakelaars) mee. Een andere belangrijke factor, zeker in de context van de bezuinigingen, zijn de vaak hogere beheerkosten en gevoeligheid voor vandalisme van interactieve sport- en speelaanleidingen, die gebruik maken van licht en geluid. Voor het te actualiseren Strategisch Huisvestingsplan Sport en Spelen (verwacht 2022) zal wederom nadrukkelijk worden gekeken naar het toepassen van innovatieve methoden bij het inrichten van de openbare ruimte voor sport en spel. Zowel in ontwerpmethoden als bij de keuze voor toestellen. Innovatie is niet alleen fysiek maar ook programmatisch; in de manier waarop gesport en gespeeld wordt. Hier werken onder andere aan met de uitvoering van de Agenda Urban Sports, door nieuwe (urban) sportvormen te stimuleren en een plek te geven in de stad, en deze voorzieningen vorm te geven samen met de urban communities en buurtbewoners. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim Wethouder Sport Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 08-07-2023 Portefeuille(s) Verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door V&OR [email protected] Onderwerp Dagelijkse vpdate nood- en hulpdiensten i.r.t. de pilot Weesperstraat Geachte leden van de gemeenteraad, Tijdens de raadsvergadering van 28 juni 2023 heb ik toegezegd v gedurende het restant van de pilot Weesperstraat dagelijks te informeren over signalen en incidenten met betrekking tot de doorgang en de aanrijtijden van nood- en hulpdiensten bij de slagbomen. De signalen en incidenten die de nood- en hulpdiensten aan ons doorgeven zijn één op één overgenomen in deze rapportage en hebben betrekking op de volgende locaties: de slagbomen op de vier kniplocaties bij de Weesperstraat, Anne Frankstraat, Hoogte Kadijk en Kattenburgergracht. Voor de volledigheid informeer ik v ook over de meldingen die wij hebben ontvangen met betrekking tot de omrijroutes: e _S100 Oost (Piet Heinkade). © _S114 (Piet Heintunnel). e 5116 (Kattenburgerstraat, Prins Hendrikkade, IJtunnel en Nieuwe Leeuwarderweg). Ambulance: Het volgende signaal over vrijdag 7 juli is vandaag gemeld. | Datum | Tijd | Waar | Omschrijving signaal: Oplossing 7-7-23 | 10:00 | Nabij | Ambulance aanrijdend onder urgentie Aa (zwaailicht en sirene) knip { heeft vertraging opgelopen in het gebied rondom de knip (precieze locatie niet bekend). Het overige verkeer had door de afsluiting geen mogelijkheden om voor de ambulance ruimte te maken. Automobilisten gingen capriolen uithalen om de ambulance er toch door te laten zoals op de stoep rijden en op het fietspad. Brandweer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over vrijdag 7 juli. Algemeen beeld: Geen opmerkingen over de dienst van 07072023. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2 Datum | Tijd | Waar | Omschrijving: Oplossing Politie: en meldkamer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over vrijdag 7 juli. Algemeen beeld: Er zijn op vrijdag 7 juli geen meldingen van incidenten binnengekomen bij politie ihkv de pilot Weesperstraat. Datum | Tijd | Waar | Omschrijving: Oplossing Verificaties Bovenstaande reacties zijn telefonisch geverifieerd bij de directie van de brandweer en de ambulance. Een nadere duiding van het signaal van de ambulance is vanwege het weekend (en afwezigheid van medewerkers) niet mogelijk gebleken. Ik zal hier maandag bij v op terug komen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, (1e { Â AS \ _YLESN. Melanie van der Horst Wethouder verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 mei 2022 Portefeuille(s) Economische Zaken Portefeuillehouder(s): Egbert de Vries Behandeld door Economische Zaken en Cultuur, j.straatmeijer Onderwerp Ondernemerspeiling 2021 Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij bied ik v de Ondernemerspeiling 2021 aan. Deze peiling brengt het oordeel van ondernemers over het lokale ondernemingsklimaat en hun bedrijfsomgeving in kaart. Tevens gaat de peiling in op de gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers en het economisch beleid. Bovendien worden per meting wisselende vragen over een actueel thema voorgelegd. In 2021 gaat dat over de effecten van de coronacrisis. Op basis van deze informatie hoopt Amsterdam (meer) inzicht te krijgen in de tevredenheid en behoeften van ondernemers. De ondernemerspeiling wordt iedere twee jaar uitgevoerd door Onderzoek en Statistiek (O&S) en maakt deel vit van landelijk onderzoek van VNG Realisatie. Bij het onderzoek werden voor het eerst ook ondernemers uit Weesp betrokken, dit vooruitlopend op de bestuurlijke fusie. Amsterdam telt in 2021 ruim 130 duizend bedrijfsvestigingen en Weesp bijna twee duizend. Daarvan hebben ruim 3.500 ondernemers de bij de ondernemerspeiling behorende vragenlijst ingevuld.* De ondervraagde ondernemers zijn werkzaam in de diverse sectoren en de ondernemingen variëren in grootte. Ondernemingsklimaat en gemeentelijke dienstverlening voor ondernemers voldoende De waardering voor het algehele ondernemingsklimaat is in Amsterdam verbeterd van een 6,1 in 2019 naar een 6,5 in 2021. In Weesp geven ondernemers een vergelijkbaar gemiddeld rapportcijfer, namelijk een 6,4. Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid en kwaliteit van de openbare ruimte behoren voor ondernemers tot de zwaarstwegende aspecten bij het beoordelen van het ondernemingsklimaat. De algehele dienstverlening in Amsterdam wordt met een rapportcijfer van een 6,7 in 2021 eveneens beter beoordeeld dan in 2019 (toen een 6,4). In vergelijking met voorgaande peilingen waren de Amsterdamse ondernemers in 2021 meer tevreden over de aspecten communicatie en voorlichting vanuit de gemeente en de digitale dienstverlening. In Weesp ligt het gemiddelde cijfer voor de algehele dienstverlening lager: een 5,8. Weesper ondernemers beoordelen alle vitgevraagde aspecten over de gemeentelijke dienstverlening lager * Ondernemers zijn hiertoe per e-mail, per brief en telefonisch benaderd. Tevens zijn respondenten via diverse (sociale) mediakanalen (zoals websites, nieuwsbrieven en linkedin) opgeroepen om deel te nemen aan de ondernemerspeiling. Tot slot zijn ondernemers via diverse ondernemersverenigingen benaderd. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 mei 2022 Pagina 2 van 3 dan Amsterdamse ondernemers. Vooral het vinden van de juiste weg/personen bij een vraag en de afhandeling van een aanvraag/dienst is volgens Weesper ondernemers voor verbetering vatbaar. Het door de gemeente betrekken van en samenwerken met ondernemers op verschillende gebieden (w.o. bij de totstandkoming en uitvoering van beleid, projectplannen, en gebieds- /buurtplannen) wordt door zowel Amsterdamse als Weesper ondernemers als onvoldoende beoordeeld. Met het nieuwe participatiebeleid wordt ingezet om op dit gebied verbeteringen te realiseren (zie verderop). De staat van de openbare ruimte en veiligheid in de bedrijfsomgeving krijgt nog steeds een voldoende, maar is wel achteruitgegaan. Uit gebiedsanalyses van O&S blijkt dat er in de openbare ruimte meer overlast is als gevolg van vervuiling. De meest voorkomende verbeterpunten die ondernemers aandragen hebben betrekking op het onderhoud van de openbare ruimte, parkeermogelijkheden, vergroten van de veiligheid en het tegengaan van overlast en criminaliteit. De onderstaande tabel bevat een selectie van resultaten. Een overzicht met beoordelingen over alle gemeten aspecten van het ondernemingsklimaat is als bijlage bij deze brief opgenomen. Gemiddelde rapportcijfers ondernemingsklimaat, gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsomgeving Ondernemingsklimaat 2019 2021 2021 ondernemingsklimaat 6,1 6,5 6,4 dienstverlening — algeheel 6,4 6,7 5,8 communicatie en voorlichting vanuit de gemeente 6,0 6,6 5,8 betrekken van ondernemers bij de totstandkoming van beleid - 5,1 4,5 staat openbare ruimte bedrijfsomgeving 7,0 6,3 5,8 veiligheid bedrijfsomgeving 7,2 6,5 6,3 Gevolgen coronacrisis voor ondernemers en gewenste inzet gemeente De ondernemerspeiling wijst vit dat ongeveer de helft van de ondernemers als gevolg van de coronacrisis te maken heeft gehad met minder klanten en omzet. Daarentegen had een klein deel van de ondervraagde ondernemers juist meer klanten of omzet, of er was sprake van een toename in met name de online — en/of fysieke verkoop. Voor minder dan een op de zes ondernemers had de coronacrisis een negatieve impact op het aantal werkzame personen in het bedrijf. Ondernemers benoemen ook andere effecten van de coronacrisis op de bedrijfsvoering. Het gaat dan bijvoorbeeld om gewijzigde openingstijden of een ander productaanbod, minder fysiek contact met klanten, meer thuiswerken, en verminderde noodzaak om kantoorruimte te huren. Over het toekomstig aantal klanten, opdrachten, de omzet of het aantal werkzame personen in het bedrijf zijn de meningen verdeeld: sommige ondernemers verwachten een blijvende achteruitgang of enig herstel, en anderen verwachten vooruitgang. Zowel Amsterdamse als Weesper ondernemers zien graag dat de gemeente zich de komende periode meer inzet op het gebied van de betaalbaarheid en beschikbaarheid van bedrijfsruimtes, Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 11 mei 2022 Pagina 3 van 3 op cultureel gebied, duurzaam ondernemen, communicatie, financiële ondersteuning, lastenverlichting en/of aandacht voor zzp'ers. Minder inzet ziet men onder andere graag op het gebied van belastingen, bureaucratie, coronaregels en handhaving. Het college zet zich de komende periode in om verbeteringen te realiseren op de uitgevraagde aspecten over het ondernemingsklimaat die minder goed worden beoordeeld. Bij een volgende ondernemerspeiling - wanneer de integratie van Weesp binnen het bestuurlijk stelsel van Amsterdam is voltooid - kan in ieder geval worden bezien of de beoordeling van Weesper ondernemers over de gemeentelijke dienstverlening meer in lijn is met die van ondernemers in andere Amsterdamse stadsdelen. Om de betrokkenheid en samenwerking met ondernemers en bewoners beter te regelen, heeft de gemeente eind 2021 het beleidskader participatie vastgesteld. Dit beleid vormt een nieuw vertrekpunt om samen met ondernemers te blijven leren en werken aan betere participatie. Hieraan is recent ook de MKB toets toegevoegd. Met deze toets wordt een panel van mkb-ondernemers de mogelijkheid gegeven om in een vroege fase met de gemeente mee te denken over de vormgeving van beleid en nieuwe regels. Voor een nadere toelichting hierop zie www.amsterdam.nl/participatie. De volgende peiling dient uit te wijzen of het nieuwe participatiebeleid zich vertaalt in een verbeterd oordeel over het door de gemeente betrekken van ondernemers en het zoeken van samenwerking. Een gedetailleerde uitwerking van de onderzoeksresultaten treft u in het bijgevoegde rapport ‘Ondernemerspeiling 2021’ aan. De uitkomsten worden tevens verzameld op de landelijke site www.waarstaatjegemeente.nl. Hier is ook een vergelijking met andere gemeenten te vinden. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Egbert J. de Vries Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Economische Zaken en Lucht-en Zeehaven Bijlagen 1. Ondernemerspeiling 2021 2. Overzicht gemiddelde rapportcijfers over verschillende aspecten van de dienstverlening van de gemeente Amsterdam (2015-2021) en Weesp (2021) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 165 Publicatiedatum 20 maart 2015 Ingekomen onder AR Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 maart 2015 Status Aangehouden in de raadsvergadering op 11 februari 2015 en verworpen op 11 maart 2015 Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Agenda Duurzaamheid (streefwaarden opwek duurzame energie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 50); Overwegende dat: — het percentage duurzame energie, opgewekt in Amsterdam, in 2020 7,9% bedraagt; — het percentage duurzame energie, opgewekt in Nederland, in 2020 14% bedraagt; — Amsterdam een van de meest duurzame steden wil worden, Besluit: — op pagina 9 de zin, luidende: “Ten aanzien van de productie duurzame energie luidt de ambitie om per inwoner 20 procent meer op te wekken ten opzicht van 2013, te vervangen door: ‘Ten aanzien van de productie duurzame energie luidt de ambitie om per inwoner 130 procent meer op te wekken ten opzicht van 2013’; — op pagina 59 in de tabel ‘Wekken we in de stad meer duurzame energie op?’, bij de indicator ‘Jaarlijkse duurzame energie productie per inwoner”: e de streefwaarde 106 bij 2016 te vervangen door: 120; e de streefwaarde 113 bij 2018 te vervangen door: 185; e de streefwaarde 120 bij 2020 te vervangen door: 230. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 608 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024 Onderwerp Geef woonbootbewoners zekerheid Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over begroting 2024 Constaterende dat -_Woonboot bewoners zich vogelvrij voelen omdat de gemeente zomaar de precario enorm kan verhogen of de ligplaats kan opzeggen Overwegende dat -_Het belangrijk is dat woonboot bewoners woon- en kostenzekerheid hebben, vergelijk- baar met eigenaren van een huis Verzoekt het college van burgemeester en wethouders e Te onderzoeken hoe woonbooteigenaren lange termijn zekerheid van hun plek kunnen krijgen, bijvoorbeeld door eeuwigdurende huur e De laatste gedragslijn van indexatie te versterken door het als een doelstelling te formule- ren om meer zekerheid bieden over de kosten van de ligplaats, te benadrukken dat preca- rio voor woonboten een woonlast is. Indiener(s), R.B. Havelaar
Motie
1
discard
€ Gemeente Amsterdam Centrum Pvblicaties Stadsdeelbestuur 2014 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten > 4 16 december 2014 - 4 Besluit over Programmaplan 2015 Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, besluitvormende AB-vergadering 16 december 2014, bij agendapunt 4 De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: Het Programmaplan 2015 van bestuurscommissie Centrum vast te stellen. Suze Duinkerke secretaris Boudewijn Oranje voorzitter Verschenen op 17 december 2014
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 296 Datum indiening 15 november 2017 Datum akkoord 13 maart 2018 Publicatiedatum 14 maart 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boldewijn en Mbarki inzake de veiligheidssituatie rondom winkelcentrum De Kameleon. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Uit gesprekken met winkeliersvereniging ‘De Kameleon’ in Zuidoost blijkt dat de winkeliers zich ernstig zorgen maken over de verkeersveiligheid en de veiligheidssituatie in en om het winkelcentrum. Zij geven aan dat de bestuurscommissie Zuidoost meerdere schouwen heeft gehouden. Deze schouwen hebben geresulteerd in de volgende actiepunten: — het plaatsen van zebrapaden; — inrichten van een blauwe zone en laad- en losplekken; — verbetering van de verlichting; — een studie naar de mogelijkheid om eenrichtingsverkeer mogelijk te maken. Deze actiepunten zijn echter, tot teleurstelling van de winkeliers niet opgevolgd. Naast de klachten van de winkeliersvereniging zijn er ook zorgen bij bewoners over de veiligheid van hun kinderen in de openbare ruimte. Verschillende bewoners geven aan dat hun kind beroofd en/of geïntimideerd is door een zogenaamde “postcodegang”. Dat is een groep jongeren die andere jongeren intimideert en als groep de naam draagt van een postcode. Het winkelcentrum De Kameleon valt even als winkelcentrum Ganzenpoort onder het regiem van een risicogebied. Desondanks geven winkeliers en bewoners te kennen dat de veiligheid in het gebied te wensen overlaat. De fractie van de PvdA vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en vindt dat het college hiertegen moet optreden. Gezien het vorenstaande hebben de leden Boldewijn en Mbarki, beiden namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. /s hetcollege op de hoogte van bovenstaande? Antwoord: De waarnemend burgemeester is 12 januari jl. tijdens een kennismakingsbezoek aan stadsdeel Zuidoost in de buurt op bezoek geweest. Hij heeft gesproken met de voorzitter van de winkeliersvereniging van Winkelcentrum De Kameleon die 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jos Gemeenteblad Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017 hem informeerde dat De Kameleon actief bezig is met een Keurmerk Veilig Ondernemen-traject (KVO) en dat het winkelcentrum net de tweede veiligheidsster heeft ontvangen. De veiligheidssituatie is in dat gesprek niet in negatieve zin aan de orde geweest. 2. Ís hetcollege op de hoogte van het feit dat er meerdere schouwen hebben plaatsgevonden? Antwoord: Ja het college is hiervan op de hoogte. 3. /s bij het college bekend dat er in de afgelopen maand diverse gewelddadige overvallen zijn gepleegd op winkels ín het winkelcentrum de Kameleon? Zo ja, hoe vaak en welke maatregelen zijn daartegen getroffen? Antwoord: Ja, in 2017 hebben er in totaal vijf overvallen plaatsgevonden op ondernemingen die gevestigd zijn in De Kameleon, waarvan de laatste vier in een tijdsbestek van enkele weken. De overvallen vonden plaats op: 24-05-2017 19-09-2017 20-09-2017 02-10-2017 06-10-2017 De politie heeft met name in de (voor)avond extra personeel ingezet rondom het winkelcentrum. Er is inmiddels een persoon aangehouden die wordt verdacht van een van de overvallen. Na de overvallen zijn er nazorg gesprekken gevoerd door de wijkagent van het gebied. De getroffen ondernemers zijn na de incidenten uitgenodigd om op 24 oktober 2017 een KVO-overleg bij te wonen dat speciaal over de veiligheid van het winkelcentrum ging om gezamenlijk mogelijke maatregelen te bespreken. Helaas heeft slechts één van de getroffen ondernemingen gehoor gegeven aan de uitnodiging. Tijdens dit overleg is besproken welke praktische maatregelen de ondernemers zouden kunnen treffen (bijv. stickers van winkelruiten verwijderen zodat de binnenkant van de winkel van buiten zichtbaar is of het anders opstellen van kassa's) en is hen nogmaals een veiligheids-/overvalpreventietraining aangeboden. Ook is er op 2 november 2017 een lichtschouw georganiseerd om het lichtniveau rondom het winkelcentrum te beoordelen. Na dit overleg zijn de volgende maatregelen getroffen: Hetstadsdeel heeft op 2 november 2017 een lichtschouw georganiseerd, omdat het winkelcentrum 's avonds als onveiliger werd ervaren vanwege donkere plekken/hoekjes rondom het winkelcentrum. Het lichtniveau van de verlichting in de openbare ruimte en van de gevelverlichting is meegenomen. Hieruit kwam naar voren dat de verlichting aan de gevel van de voorzijde van het gebouw (winkelcentrum) op veel plekken niet werkt. Verder is er structureel minder gevelverlichting aan de voorgevel dan aan de achtergevel. De voorzitter van het KVO heeft hierover contact opgenomen met de eigenaar van het winkelcentrum en er is een tweede schouw gelopen op 14 novennber 2017. Afgesproken is dat de eigenaar alle gevelverlichting die niet werkt 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jos Gemeenteblad R Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017 vervangt en aan de voorzijde enkele gevellampen bijplaatst. De eigenaar heeft de verlichting in de garage aangepast. De ledverlichting bij de entree van de passage is inmiddels geplaatst. Aan de gevelverlichting op de schuine vlakken wordt gewerkt en de verwachting is dat dit voor eind maart is gerealiseerd. Er was verder sprake van storingen in verschillende lichtmasten in de openbare ruimte rondom het winkelcentrum. Deze storingen zijn aangemeld en inmiddels verholpen. Voor de Kruitberghof en Karspeldreef heeft er een lichtberekening door het Ingenieursbureau plaatsgevonden om te controleren of de openbare verlichting aan de actuele richtlijnen voldoet. Complicatie hierbij zijn de bomen in relatie tot de lichtmasten. De uitslag van de meting aan de Karspeldreef (winkelstraat voorzijde winkelcentrum) is dat de verlichting voldoet aan de norm. In het advies staat wel dat er nog bekeken kan worden of de bomen opgesnoeid kunnen worden. Aan de Kruitberghof, bij het parkeerterrein aan de achterzijde van het winkelcentrum, zijn er bij de groenstrook geen lichtmasten en dat wordt als donker ervaren. Het advies van V&OR is om er 10 lichtmasten te laten plaatsen. De uitslag van de meting is op 25 januari ontvangen. De te nemen maatregelen zijn in voorbereiding. , Hetstadsdeel regelt de groepstraining Veiligheid (modules overvallen, winkeldiefstal en agressie) van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), waarvoor alle ondernemers zich mogen opgeven. De gebiedsmakelaar en de voorzitter van het KVO zijn persoonlijk bij de ondernemers langs geweest om de deelname aan de veiligheidstraining te bespreken en te bevorderen. Vanwege het grote aantal deelnemers zijn deze trainingen in twee sessies gegeven op 30 januari en 06 februari jl. e De eigenaar van het winkelcentrum heeft tijdelijk een extra beveiliger ingezet en heeft het aantal camera's in het winkelcentrum uitgebreid. Verder worden er in het winkelcentrum borden met de huisregels geplaatst. e De Straatcoaches van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) zijn na de incidenten ook ingezet rondom het winkelcentrum om de overlast van jeugd en jeugdgroepen tegen te gaan. In het kader van het Donkere Dagen Offensief is hier in oktober nog een koppel aan toegevoegd. De SAOA vult het gat op tussen de politie en jongerenwerk en grijpt snel en doeltreffend in tot tevredenheid van de ondernemers. e Voorde Albert Heijn wordt er overlast ervaren door mannen die rond de ambulante verkoper van worst hangen en van jongeren die hangen voor de snackbar die zich naast de Albert Heijn bevindt. Handhaving is ingezet om de overlast tegen te gaan. De ambulante verkoper is regelmatig door hen aangesproken over het voldoen aan de voorwaarden van zijn ventvergunning, waardoor hij zich dient te verplaatsen en zij hebben hem beboet. Er is recent ook een handhavingstraject opgestart gericht op de ventvergunning. e Mede door de aanwezigheid van het nabijgelegen Leger des Heils en de Domus ervaart het winkelcentrum regelmatig overlast van daklozen, verslaafden en/of verwarde personen. Deze overlast gaat echter zelden 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Jos Gemeenteblad R Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017 gepaard met geweld, maar uit zich voornamelijk in bedelarij. Als offensief tegen deze (notoire) overlastgevers is vanaf september maandelijks de aanpak Zorgstraat ingezet, een integrale samenwerking tussen de politie en gemeentelijke en particuliere zorgpartners, in winkelcentrum Amsterdamse Poort, Ganzenpoort en in De Kameleon. 4. Is het bij het college bekend dat kinderen op straat worden geïntimideerd en beroofd van hun eigendommen? Zo ja, hoeveel van deze incidenten zijn er bekend en welke maatregelen zijn er getroffen om dit in de toekomst te voorkomen? Antwoord: De politie heeft in heel 2017 binnen het Stadsdeel Zuidoost 168 aangiften geregistreerd van chantage/afpersing/beroving/diefstal/mishandeling, waarbij het slachtoffer minderjarig was. Van deze 168 aangiften zijn er 4 delicten gepleegd bij winkelcentrum Kameleon. Hieruit blijkt dat het geen specifiek probleem is dat alleen speelt bij de Kameleon, maar dat hiervan sprake is in geheel Zuidoost. Het beeld van het Openbaar Ministerie, gemeente en politie is dat de aangiftebereidheid onder de kinderen en hun ouders laag is. Ook lijkt er sprake te zijn van wisselend dader- en slachtofferschap. Het komt voor dat een minderjarige van een mobiele telefoon o.i.d. is beroofd en vervolgens zelf weer een telefoon terug steelt van een andere minderjarige. Vanuit het ACVZ (Actiecentrum Veiligheid en Zorg) wordt onderzocht of bestaande programma's, zoals de Treiteraanpak, mogelijkheden bieden om afpersing en intimidatie terug te dringen en (jeugdige) daders aan te pakken. De straatcoaches worden dagelijks ingezet bij De Kameleon en in andere gebieden van het stadsdeel in samenwerking met de politie. 5. Kan het college bevestigen dat er sprake is van zogenaamde “postcodegangs” die andere jongeren intimideren en bedreigen? Zo ja, kan het college dit nader toelichten? Welke interventies zijn al gedaan tegen dit soort criminele jeugdgroepen? Antwoord: Jongeren gebruiken soms postcodes om status aan te ontlenen, bv in een rap. In Zuidoost zijn meerdere overlastgevende jeugdgroepen actief, waarop een groepsaanpak is ingezet. Hierin wordt integraal samengewerkt met politie, justitie, hulpverlening en het AcVZ op de individuele jongeren, op de groep — of eigenlijk op het netwerk, en op de omgeving. De interventies die ingezet worden op de individuele jongeren zijn een combinatie van straf en zorg. Naast deze interventies wordt op straat de SAOA en ambulant jongerenwerk ingezet in samenwerking met de politie. Toelichting door vragenstellers: De winkeliers geven aan dat de huidige verlichting in de openbare ruimte onvoldoende is en niet bijdraagt aan een positief gevoel van veiligheid. Zelf mogen zij geen maatregelen treffen in de openbare ruimte dus verwachten zij dat de overheid dat voor haar rekening neemt. Naast de verbetering van de verlichting zijn ook de eerder genoemde actiepunten blijven liggen. 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng Jos Gemeenteblad Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017 6. Kan het college per punt aangeven om welke reden het niet is opgepakt en wat de huidige status is? Antwoord: De actiepunten die gedurende vorige (veiligheids-)schouwen zijn ingebracht zijn opgevolgd voor zover dit zaken betroffen die binnen korte termijn / relatief snel konden worden opgelost. Sommige vraagstukken hebben echter een oplossing waar een meerjarige planning mee gemoeid is. Onderstaand treft u de stand van zaken van de actiepunten aan. Actiepunt 1: zebrapad Er zijn in december 2017 vier zebrapaden rondom winkelcentrum De Kameleon geplaatst. Actiepunt 2: blauwe zone en laad- en losplaatsen In Zuidoost is het gebruikelijk dat het parkeren rondom een winkelcentrum met een parkeerschijfzone (blauwe zone) is geregeld. In een blauwe zone worden door de parkeerduurbeperking op drukke tijden langparkeerders geweerd en de kort parkerende bezoekers van een winkelcentrum in de gelegenheid gesteld om gratis te parkeren. De Kameleon maakt deel uit van een gebied waar onderzoeken plaatsvinden voor parkeermaatregelen. Dit onderzoek duurt nog in elk geval tot eind 2018. In de Parkeeragenda worden voor acht gebieden adviezen gegeven aan het college om parkeermaatregelen in te voeren. Daarna volgen nog twee jaar voor besluitvorming, inspraak en het voorbereiden van een betaald parkeren regime (als dat het advies wordt). Zuidoost gaat onderzoeken of een eerdere invoering van een blauwe zone bij De Kameleon tot de mogelijkheden behoort. De mogelijkheid is afhankelijk van de ernst en oorzaak van de parkeerproblematiek, beschikbaarheid van de financiële middelen en het draagvlak onder betrokkenen voor de maatregel. Er zijn twee laad-en losplekken beschikbaar en dat is voldoende voor het aantal winkels dat gevestigd is in winkelcentrum De Kameleon. Actiepunt 3: verbeteren verlichting Zie het antwoord op vraag 3. Actiepunt 4: eenrichtingsverkeer De verkeerssituatie rondom het winkelcentrum is onderzocht en het advies is om de huidige situatie te behouden. Eenrichtingsverkeer leidt tot teveel opstoppingen. 7. Ils hetcollege voornemens de winkeliers te informeren over de status van de actiepunten en het moment dat deze actiepunten uitgevoerd worden? Antwoord: Er is regelmatig contact tussen het stadsdeel en de leden van het KVO over de voortgang van de actiepunten. De ondernemers zijn tijdens het KVO-overleg van 28 november 2017 op de hoogte gebracht van de stand van zaken. Tijdens ieder KVO-overleg wordt een update gegeven. Het KVO-overleg vindt een keer per drie maanden plaats. Het laatste KVO-overleg was op 20 februari j.l. 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Jos Gemeenteblad ummer seal: Datum 14 maart 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 november 2017 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 6
Schriftelijke Vraag
6
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 707 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen op 2 juli 2015 Ingekomen onder 497” Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Kaya en mevrouw Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2015 (gebruik middelen voor mantelzorg ook echt alleen voor mantelzorg). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — de gemeente volgens de Wmo 2015 naast de cliënt óók aandacht moet hebben voor wat de mantelzorger nodig heeft aan ondersteuning om die rol te kunnen vervullen; — in het coalitieakkoord hiervoor extra middelen zijn vrijgemaakt voor ondersteuning van mantelzorgers; — het college besloten heeft, in 2015 een bedrag van 3 miljoen euro over te hevelen van mantelzorgondersteuning naar dagbesteding om knelpunten op te lossen bij de inkoop; — uitde bijlage van de brief van het college van 29 juni 2015 (overzicht Wmo-budget 2016/2017) blijkt dat het college de eerder ingeboekte 2 miljoen van coalitiemiddelen dagbesteding niet ingeboekt heeft en tevens nog een pm-post heeft opgenomen voor inkomsten uit eigen bijdrage; Overwegende dat: — dagbesteding inderdaad gezien kan worden als ontlasting voor mantelzorgers doordat het bijvoorbeeld gaat om extra dagbesteding of doordat het gekoppeld is aan lotgenotencontact voor mantelzorgers; — de raad de middelen voor ondersteuning van mantelzorgers zoveel als mogelijk voor dat doel wil inzetten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. 2 miljoen euro van de intensiveringen dagbesteding uit het coalitieakkoord vanaf 2016 in te blijven zetten voor zorg; 2. een realistische schatting te maken van de opbrengsten uit eigen bijdragen; 3. bij de begroting 2016 middelen onder 1 en 2 in te zetten voor mantelzorg/ informele zorg. 1 De leden van de gemeenteraad, M. Kaya P.J.M. Duijndam 2
Motie
2
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 28 juni 2023 Ingekomen onder nummer 406 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Bakker en Heinhuis inzake een duurzame toekomst voor grondstoffen en warme woningen Onderwerp Een duurzame toekomst voor grondstoffen en warme woningen Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over het viten van wensen en bedenkingen inzake de beoogde verkoop van het 100% belang in AEB Holding N.V (VN2023-013980) Constaterende dat: -_ het overgrote deel van het huishoudelijk afval van Amsterdam wordt verbrand; -__ een deel van de Amsterdamse huishoudens afhankelijk is van warmte afkomstig van de verbranding van afval en dat de contracten voor deze warmtelevering lopen tot 2047. Overwegende dat: -_afval niets minder is dan afgedankte grondstoffen die zoveel mogelijk teruggewonnen zouden moeten worden voor een circulaire toekomst; -_de wens om op termijn te stoppen met verbranden van afval vraagt om een integrale visie en toekomstplan hoe Amsterdamse huishoudens onafhankelijk kunnen worden van warmte vit verbranding van afval. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__eenstrategie ‘Warme woningen zonder afvalverbranding’ op te stellen met als doel om tot een warmtevoorziening voor woningen te komen waarbij afvalverbranding geen rol speelt en in deze strategie expliciet de mogelijkheden vit te werken om dit uiterlijk 2047 te realiseren; -__de conceptstrategie in het derde kwartaal van 2024 aan de raad te doen toekomen. Indieners, A.L. Bakker L.E. Heinhuis
Motie
1
discard
Bezoekadres > < Gemeente Hin Amste rd am 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 2x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 16-10-2018 Ons kenmerk Behandeld door Bram Huisman. [email protected] 0613151206 Bijlage Motie 689 inzake voorjaarsnota 2017 (Scholen en sportaccommodaties). Onderwerp Reactie op motie 689 van raadsleden D.T. Boomsma (CDA), A.R. Hammelburg (D66), T.W. Dijk (VVD), O. Kayar (PvdA), S.R.H. Blom (GroenLinks) getiteld combineren van scholen en sportaccommodaties. Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 20 juli 2017 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 15 de volgende motie aangenomen. Met de motie 689 van raadsleden D.T. Boomsma (CDA), A.R. Hammelburg (D66), T.W. Dijk (VVD), O. Kayar (PvdA), S.R.H. Blom (GroenLinks) | wordt het college gevraagd wordt om: 1. Inde sportnorm en bij nieuwbouw of toekomstige investeringen van sportvelden en accommodaties rekening te houden met de nabijheid van scholen; | 2. Dat voor nieuw te bouwen scholen gekeken wordt naar locaties in de buurt van sportvelden en accommodaties; 3. Nieuwe gymzalen multifunctioneel te maken en toegankelijk van buitenaf. Het College onderschrijft het belang om bij nieuwbouw en investeringen in sportvoorzieningen onderwijs en sport zoveel en waar mogelijk te combineren. Sport en onderwijs zijn natuurlijke partners bij de bouw van sportvoorzieningen. Door samen te bouwen is het ruimtegebruik geoptimaliseerd en worden accommodaties overdag en 's avonds intensief gebruikt. De Sportvisie 2025, vastgesteld in oktober 2016, zet in op de uitbreiding van binnensportfaciliteiten en kleinschalige multifunctionele buitensport gekoppeld aan scholen en wijkvoorzieningen. Bij de ontwikkeling van Zeeburgereiland gebeurt dit al. Daarnaast wordt op dit moment geïnvesteerd in het toegankelijk maken van bestaande gymzalen verspreid over de stad, zodat deze ook na schooltijd gebruikt kunnen worden. De realisatie van nieuwe sporthallen is zo veel mogelijk gekoppeld aan de realisatie van nieuwe VO-scholen en ook bij nieuwbouw van PO-scholen is rekening gehouden met de mogelijkheid Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 16-10-2018 Kenmerk Pagina 2 van 2 zowel overdag als in de avond gebruik te maken van de gymzalen. Sport bouwt sporthallen vrijwel altijd in samenwerking met onderwijs en VO-scholen. Verder werken sport en onderwijs nauw samen bij de advisering op de woningbouwprojecten en gebiedsuitwerkingen, waar aan gewerkt wordt in het kader van Koers 2025 en Ruimte voor de Stad. Inzet daarbij is om in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming combinaties van sport en onderwijs op te nemen in de plannen. Het college beschouwt motie 2017-689 (TA 2017-000987) hiermee als uitgevoerd en daarmee afgehandeld. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam A / Wil Rutten burgemeester |_ waarnemend gemeentesecretaris | |
Motie
2
discard
VN2023-019712 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn vurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 8 Datum besluit College 11 juli 2023 Onderwerp Kennisnemen van de aanpassing van het financieringsinstrument Lening binnen het Duurzaamheidsfonds De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief, opgenomen in bijlage 4, die het besluit van het college om de volgende aanpassingen aan de doorlopende leenfaciliteit vanuit het Duurzaamheidsfonds voor de verstrekking van leningen, ook financieringsinstrument Lening genoemd, toelicht: a. de naam van het financieringsinstrument ‘Lening’ wordt gewijzigd naar ‘Duurzaamheidslening’; b. verenigingen van eigenaren, die zijn opgericht conform titel 9 boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, worden uitgesloten; c. de hoogte van het maximale leenbedrag wordt verlaagd van € 500.000 naar € 200.000; d. de fondsbeheerder wordt gemandateerd om twee maal per jaar het gehanteerde rentepercentage voor de te verstrekking Duurzaamheidsleningen te bepalen en deze hanteert daarbij als vitgangspunt het rentepercentage dat het Nationaal Warmtefonds in rekening brengt voor haar geldleningen, zolang dat percentage hoger is dan het percentage van 1% dat volgt vit de voorwaarden van het Duurzaamheidsfonds. Wettelijke grondslag Artikel 169, eerste en tweede lid, Gemeentewet 1.Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Op 25 november 2015 heeft de raad besloten tot het instellen van een nieuw Duurzaamheidsfonds (Instemmen met het voorstel voor de inrichting van een Duurzaamheidsfonds, BD2015-007633/ ZD2015-003909). Het Duurzaamheidsfonds verstrekt financiering aan bewonersgroepen, ondernemers en maatschappelijke instellingen voor duurzaamheidsinvesteringen. Het college is bevoegd om binnen het door de raad vastgestelde fondskader uitvoering te geven aan het Duurzaamheidsfonds en stelt de voorwaarden vast waaronder leningen worden verstrekt. Het college beslist over de inrichting van de instrumenten van het fonds (zolang deze vallen binnen het fondskader). De gemeenteraad besluit over aanpassing van het fondskader. Door ontwikkelingen op de markt en de oprichting en steeds verder vorderende inrichting van het Nationaal Warmtefonds, is het landschap voor lening verstrekking voor Duurzaamheid gerelateerde activiteiten aanzienlijk gewijzigd. Door deze uitbreiding van mogelijkheden de laatste jaren is eind 2022 besloten te stoppen met het aanbieden van de Amsterdamse Energielening voor particulieren Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-019712 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai voedsel R zij DC Duurzaamheid % einiging, voedser En Dierenwerzijn Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023 Ter bespreking en ter kennisneming en VvE's. Door het veranderende aanbod van andere aanbieders van leningen is het nodig om een aantal voorwaarden voor een duurzaamheidslening van het Duurzaamheidsfonds aan te passen. Met het leningsinstrument Duurzaamheidsfonds verstrekt de gemeente laagdrempelige leningen aan Amsterdamse duurzaamheidsprojecten. Groepen bewoners, maatschappelijke instellingen (scholen, cultuur, sport, etc.) en ondernemingen kunnen geld lenen. Het fonds is bedoeld om projecten mogelijk te maken die anders niet door zouden gaan. De voordelige financiering is bedoeld om tot een sluitende businesscase voor duurzame projecten te komen. Uit het fonds zijn tot nu toe bijna 150 leningen toegekend met een totaalbedrag van ongeveer € 18 miljoen. Voor het grootste deel betreft het zonne-energieprojecten, maar er zijn ook leningen vitgekeerd voor andere energiemaatregelingen zoals isolatie. Tot nu toe is er met (mede)financiering van het Duurzaamheidsfonds voor bijna 16 Megawatt piek aan zonne- energiesystemen gerealiseerd. De vigerende voorwaarden van het Duurzaamheidsfonds staan op www.amsterdam.nl{duurzaamheidsfonds. Met het besluit van het college veranderen een aantal voorwaarden voor het verstrekken van leningen. Er zijn geen aanpassingen met betrekking tot de procedure van aanvraag tot uitbetaling van een lening en het beheer van leningen. Reden bespreking O.v.v. het lid Nijssen (VVD). De door de raad vastgestelde voorwaarden van het Duurzaamheidsfonds vereisen dat deze wijzigingen ter kennisname en bespreking aan de daartoe meest geschikte commissie aangeboden worden. Inhoudelijk is er voor het lid Nijssen verder geen bijzondere reden tot bespreking. Uitkomsten extern advies Er is afgezien van inspraak, omdat er regelmatig contact is met belanghebbenden en andere betrokkenen vanuit de reeds lopende Duurzaamheidslening en het is daarom voldoende aannemelijk dat het college daardoor alle relevante belangen bij zijn afweging heeft kunnen betrekken. Het betreft bovendien een wijziging van ondergeschikte betekenis. In de voorbereiding van dit besluit is afgestemd met de volgende directie en de afstemming kan als volgt worden samengevat: Directie Middelen en Control afdeling Treasury Akkoord Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.7 2 VN2023-019712 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 28 september 2023 Ter bespreking en ter kennisneming n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-066785 1. Raadsinformatiebrief aanpassingen duurzaamheidsfonds.pdf (pdf) AD2023-066786 Commissie DC (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Erik Theissing, bestuurszaken.rd@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 3
Voordracht
3
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen Datum 23 november 2021 Portefeuille(s) Bouwen en Wonen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door Directie Grond en Ontwikkeling i.s.m. Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Toezegging vit de commissievergadering van 27 oktober 2021 Geachte leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen, In vw vergadering van 27 oktober 2021 heb ik naar aanleiding van een vraag van raadslid Havelaar van het CDA, toegezegd dat de deadline voor afdoening van motie 1338’ over Monitoring oplevering middeldure woningen naar 2 februari 2022 kan. In de motie is gevraagd om een rapportage in het eerste kwartaal 2022. Een deel van de gevraagde informatie over de middeldure huurwoningen die uiterlijk september 2021 zijn opgeleverd, is nog niet beschikbaar. Daarom is een enquête gepland onder de bewoners van die woningen en die kon pas starten in oktober 2021. Deze kent een strakke planning zodat het toch mogelijk wordt om in het eerste kwartaal van 2022 hierover te rapporteren. Echter het blijkt niet mogelijk om op 1 februari 2022 de rapportage gereed te hebben. Wel zal ik het proces enigszins bespoedigen door u direct na vaststelling door B&W (planning medio februari 2022) via de dagmail te voorzien van de rapportage. Vooruitlopend op de rapportage geef ik u mee dat er slechts twee complexen zijn opgeleverd vóór oktober 2021. Van deze twee complexen wordt een analyse gemaakt. Daarmee zal deze rapportage nog geen representatief beeld kunnen geven van middeldure huurwoningen volgens het Actieplan Meer Middeldure Huur. Hiervoor zal een voorstel worden gedaan bij afdoening van de motie medio februari 2022. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen
Motie
1
discard
X Gemeente Gemeente Amsterdam % Amsterdam Bestuurscommissie Oost AB Besluit van het algemeen bestuur van % Oost 13 september 2016 Jaar 2016 Registratienummer Z-16-28546 / INT-16-09605 Onderwerp: Groot onderhoud Betondorp — DO fase 2 en 3 Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 21 juni 2016, overwegende dat: -__ het voorlopig ontwerp (VO) groot onderhoud Betondorp fase 1 is opgesteld conform de startnotitie, en conform de op 3 december 2012 gekozen variant; - inhet DO voor fase 1 suggesties van bewoners, gedaan tijdens de informatieavond van 14 oktober 2013, zijn meegenomen; -__ het definitief ontwerp (DO) groot onderhoud Betondorp fase 1 op 3 maart 2015 door het DB is vastgesteld; -__ het DO groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 is opgesteld op basis van dezelfde uitgangspunten als het DO groot onderhoud Betondorp fase 1; -__ het definitief ontwerp (DO) groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 conform HIOR en Puccini op 28 juni 2016 door het DB is vastgesteld; -__een aantal straten in fase 2 en 3 niet breed genoeg is om conform het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) en Puccini in te richten en een profielwijziging noodzakelijk is; -_het groot onderhoud kansen biedt om een aantal pleinen in fase 2 en 3 duurzaam in te richten; - voorde Brink, de Kouterstraat, de Weidestraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, de Akkerstraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, het plein aan de Sikkelstraat, het plein aan de Graanstraat, het plein aan de Oogststraat, de pleintjes aan de Akker- en Weidestraat en de pleintjes aan de Land- en Tuinbouwstraat een inspraaktraject doorlopen is; -__de VO's voor de straten en pleinen fase 2 en 3 waarvoor een inspraaktraject is doorlopen zijn opgesteld met inachtneming van suggesties die door direct omwonenden zijn gedaan tijdens de informatieavonden; -___destraten en pleinen fase 2 en 3 waarvoor een inspraaktraject is doorlopen, als grijze vlekken in het DO groot onderhoud Betondorp fase 2 en 3 conform HIOR en Puccini zijn opgenomen; -_in het ontwerptraject van fase 2 en 3 gebleken is dat een wijziging van de inrichting van de Zaaiersweg ter hoogte van de Rozenburglaan positieve gevolgen heeft voor de verkeersdoorstroming; -__ het voorlopig ontwerp (VO) van de Zaaiersweg ter hoogte van de Rozenburglaan op 28 juni 2016 door het DB is vrijgegeven voor inspraak -__er dekking voor het project van € 7.937.934,- wordt gevonden binnen de begroting van stadsdeel Oost en de totale projectkosten passen binnen de aangegeven dekkingsbronnen. Bij de begroting van 2017 wordt nog € 2.000.000,- aangevraagd. gelet op dat de inrichting van Betondorp wordt uitgevoerd met verbeterpunten conform het HIOR, waardoor de beheerkosten afnemen, | EISEN | 1 besluit: 1) het Definitief Ontwerp voor de Brink, de Kouterstraat, de Weidestraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, de Akkerstraat ten noorden van de Tuinbouwstraat, het plein aan de Sikkelstraat, het plein aan de Graanstraat, het plein aan de Oogststraat, de pleintjes aan de Akker- en Weidestraat en de pleintjes aan de Land- en Tuinbouwstraat vast te stellen. Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Afschrift: 2
Besluit
2
train
Regelink Ecologie & Landschap \ In het kader van de Wet natuurbescherming Tee. ke ii maden e á : kei zak EEE : ze ie en ne me te ee en EE B nn aes en re za SCORE es : dn en en ee emi Ft d Het kl EE eg en A wet en der EE iN en a AN Fr ee \ Ren de te pn ng red À3 an VE enbe GR EE ee Sr den rt VEA Ad oe En ON JN sen ggamereret eN ne E f TE DE A en Nd rm deere ED tn 3 2e ME ende ee Be ee Ee dea eed redde en eee pa” ER gen jr nd Ten Tek ze af vR ke 5 PO Ee \ ie LR nd a ap DE Re ] et ae ie a pe hnnntai Renk: ee dE RS ze Ee Ge jn 5 en eet Re Ene EE rs), Er 5 Dre en A Ren, she Ber EN GE TEAR EE EE NR ek NEEN NL u ie NN et ee dl DR eN ee NRA SPL ee Ged eh SA ol TAR hb ee: Or ne HT NT eg 5 ES Sd gen ig 0 PE EE Te ATS ue ee en en a Re DE An et NM s td ene AET 0 0 AV Re a VE Mk ITE Rd AE Ko ee BTN VE E ET nl VN Ee OE LE li RAN re ERA ed eet rent en Ee ge NE ent or dm ge DADEN at Re wi Er EN Be a Re „ AW ER 7 RIE Ee TER U En EN ZO Ee A LN ee ESS B KR A EI ì EN Ne NA Ee EN AE An 3 DE EN En RE ROM ON } 5 8 > s BOR ee EE Hd EE Le | ME ERE. nERBets Le Anld hi Wie 5 Ei EE NN Pe En EE SE te Aes Le EEE ER ee AE AN ne SAE Ge DN rn RE Ee CE. in UND een WE HN 48 oen Re Ee) NN ZE re SEO SALE RAe Dn eea ie ze B Pe En Ee EE A NN BENE Led Ee EE EN NA AE AS ve EN ee Se ST en Ne OE In opdracht van: Tauw Capelle aan de IJssel Colofon Tekst, foto's en samenstelling M. Wiltink In opdracht van Tauw Capelle aan den IJssel Naam opdrachtgever H. van Kooten Rapportnummer RA18362-01 Status rapport Definitief Datum oplevering rapport 28 februari 2019 Aantal pagina's 33 Collegiale toets A. van Leeuwen Mirthe Wiltink, 2019. Soortgericht onderzoek Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam, Amsterdam. wi t jee van reren In het kader van de Wet natuurbescherming. Rapport RA18362-01, Regelink Ecologie & Landschap, Wageningen. EC) Ecologie & Landschap Regelink Ecologie & Landschap Gerrit Zegelaarstraat 1 6709 TA, Wageningen 085-7737676 [email protected] www.regelink.net Lid Netwerk Groene Bureaus Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 2 nn Zn Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doel 5 1.3 Leeswijzer 5 2. Werkwijze en inspanning 7 2.1 Kleine marterachtigen 8 2.2 Ringslang 8 2.3 Rugstreeppad 9 24 Waterspitsmuis 9 2.5 Vleermuizen 10 2.6 Volledigheid inventarisatie 11 3. Omschrijving plangebied 12 4. Resultaten 14 41 Kleine marterachtigen 14 4.2 Ringslang 14 4.3 Rugstreeppad 14 44 Waterspitsmuis 14 4.5 Vleermuizen 14 9. Ingreep 16 6. Toetsing aan de Wet natuurbescherming 17 6.1 Effectbepaling 17 6.2 Toetsing Wet natuurbescherming 17 7. Conclusies en aanbevelingen 19 71 Conclusies 19 7.2 Aanbevelingen 20 8. Bronnen 21 8.1 Literatuur 21 8.2 Websites 21 Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 3 nn Zn Bijlage 1. Foto-impressie plangebied 23 Bijlage 2. Waarnemingskaarten 25 Bijlage 3. Wet-en regelgeving 27 8.3 Wet natuurbescherming 27 8.4 Natuurnetwerk Nederland 30 8.5 Wet dieren 30 Bijlage 4. Samplingsprotocol eDNA 31 Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 4 nn 1. Inleiding 1.1 Aanleiding SADC is voornemens om in het plangebied in de Lutkemeerpolder in Amsterdam, grenzend aan de Etnastraat en de Lutkemeerweg,Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam 2 te ontwikkelen. Volgens nationale- en internationale regelgeving is het verplicht om voordat de ingreep plaatsvindt onderzoek te doen naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Uit een ecologische potentie-inschatting van Adviesbureau E.C.0. Logisch (Den Hartogh, 2018) blijkt dat in het plangebied mogelijk de volgende soortgroepen aanwezig kunnen zijn: e Kleine marterachtigen; e _Ringslang; e _Rugstreeppad; e _Waterspitsmuis; e Vleermuizen; e Roofvogels. Alle bovengenoemde soorten zijn beschermd middels de Wet natuurbescherming. Daarom heeft Regelink Ecologie & Landschap in opdracht van Tauw bv in het plangebied soortgericht onderzoek uitgevoerd. 1.2 Doel Met behulp van dit onderzoek worden de volgende vragen beantwoord: e Komen kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad, waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels voor in het plangebied? e Welke soorten kleine marterachtigen en vleermuizen komen voor in het plangebied? e Welke functies heeft het plangebied voor kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad, waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels indien deze in het plangebied aanwezig zijn? e Leidt de ingreep tot overtreding van de verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming? 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden werkwijze en inspanning beschreven, hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het plangebied. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het soortgericht onderzoek gepresenteerd. De ingreep wordt in hoofdstuk 5 omschreven. Vervolgens zijn de mogelijke effecten van de ingreep gerelateerd aan de aanwezige soorten en getoetst aan de Wet natuurbescherming (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 volgen de conclusies en aanbevelingen. Tenslotte is een korte literatuurlijst opgenomen (hoofdstuk 8). Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 5 nn Bij het opstellen van deze rapportage is uitgegaan van de definities zoals aanwezig op de website van Regelink Ecologie & Landschap! 1 http://www.regelink.net/kenniscentrum/definities-vleermuizenonderzoek/ Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 6 nn 2. Werkwijze en inspanning In het voorjaar en de zomer van 2019 werd het in plangebied in de Lutkemeerpolder soortgericht onderzoek uitgevoerd naar kleine marterachtigen, ringslang, rugstreeppad, waterspitsmuis, vleermuizen en roofvogels. De toegepaste onderzoekmethoden worden in dit hoofdstuk nader toegelicht. Tijdens alle bezoeken waren de weersomstandigheden geschikt voor het inventariseren van de desbetreffende soortgroepen (Tabel 1). Tabel 1. Datum en tijdstip van en weersomstandigheden tijdens de inventarisaties. Datum Tijdstip Onderzochte functies Naam Weersomstandigheden medewerker 31-05- 21:30 - Rugstreeppad ronde 1 en W. Grootendorst 20 °C, onbewolkt, droog, 3 Bít 2018 01:00 Vleermuizen ronde 1 & M. Wiltink 20-06- 12:00 — Plaatsen cameravallen M. Wiltink 23 0C, onbewolkt, droog, 2 Bft 2018 15:00 marters; plaatsen tapijttegels reptielen 24-06- 13:00 — Nemen watersamples voor M. Wiltink 20 °C, onbewolkt, droog, 2 Bft 2018 15:30 waterspitsmuis 27-06- 8:00- Ringslang ronde 1 M. Wiltink 19 °C, licht bewolkt, droog, 2 2018 11:00 Bít 29-06- 23:00 — Rugstreeppad ronde 2 M. Wiltink 17 °C, onbewolkt, droog, 3 Bft 2018 01:00 20-07- 7:30 — Ringslang ronde 2; ophalen M. Wiltink 20 °C, onbewolkt, droog, 2 Bft 2018 9:30 cameravallen marters 03-08- 21:30 — Rugstreeppad ronde 3 en W. Grootendorst 27 °C, onbewolkt, droog, 3 Bft 2018 00:00 vleermuizen ronde 2 & M. Wiltink 06-08- 06:30 — Ringslang ronde 3 M. Wiltink 17°C, licht bewolkt, droog, 2 2018 08:30 Bft 28-08- 07:00 — Ringslang ronde 4 M. Wiltink 15.6 °C, licht bewolkt, droog, 2018 09:00 2 Bft 13-09- 07:30 — Ringslang ronde 5 M. Wiltink 11 °C, onbewolkt, droog, 1 Bft 2018 09:30 Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 7 nn 2.1 Kleine marterachtigen Voor het onderzoek naar de kleine marterachtigen zoals wezel, hermelijn en bunzing is gebruik gemaakt van de handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland. Er is bij het onderzoek gebruik gemaakt van de leidraad die de handreiking geeft. In het plangebied zijn vier wildcamera’s van het merk Bushnell (type trophycam en trophycam HD) geplaatst op locaties met kansrijke landschapselementen (Figuur 1). De camera’s zijn op 20 juni 2018 in het veld geplaatst en op 20 juli 2018 weer opgehaald. Bij de cameravallen is wat lokstof in een thee-ei geplaatst. Als lokmiddel zijn sardientjes en pindakaas gebruikt. 2.2 Ringslang Het onderzoek naar ringslang is uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het Netwerk Groene Bureaus. Dit protocol schrijft voor dat er in de periode van april tot en met september 4 veldbezoeken uitgevoerd moeten worden waarbij de spreiding tussen het eerste en het laatste onderzoek tenminste een maand is. De onderzoeken moeten uitgevoerd worden bij zonnig weer wanneer de temperatuur nog laag is (15°C) of op een warme dag na een koude periode. Gedurende de veldbezoeken worden structuurovergangen nagelopen en worden reptielplaten gecontroleerd. De temperatuur was bij aanvang van de veldwerkrondes 3, 4 en 5 onder de 15 °C. De temperatuur bij aanvang van bezoek 1 en 2 was 17 °C. Op 20 juni zijn in het veld 35 donkere tapijttegels in het veld geplaatst die dienen als reptielplaten (Figuur 1). Begin augustus hebben er maaiwerkzaamheden plaatsgevonden in de groenstrook langs de Etnastraat. Bij deze werkzaamheden zijn 9 reptielplaten langs de zuidelijke helft van de sloot bij de Etnastraat verloren gegaan. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 8 nn LEGENDA ® Locaties wildcameras A ® Locaties reptielenmatten a | Plangebieden , de cameravallen die in het veld geplaatst zijn. Pannen: Tee2 Regelink Figuur 1. Locaties van de reptielplaten en cameravallen in het plangebied. 2.3 Rugstreeppad Het onderzoek naar rugstreeppad is uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het Netwerk Groene Bureaus. Dit protocol schrijft voor dat in de periode van half april tot en met mei en de periode van half juni tot begin augustus drie bezoeken uitgevoerd moeten worden. De bezoeken moeten ’s nachts plaatsvinden vanaf een uur na zonsondergang op relatief warme broeierige nachten, bij voorkeur na een regenbui. Minimaal een van de bezoeken moet plaatsvinden in de periode van half april tot en met mei. Bij de bezoeken wordt gelet op de kooractiviteit van de rugstreeppad. 2.4 Waterspitsmuis De aanwezigheid van waterspitsmuis is onderzocht aan de hand van eDNA analyse. In het veld zijn over twee verschillende transecten watersamples en bodemsamples genomen (Figuur 2). De bemonsteringsprotocollen zijn opgenomen in Bijlage 4. De protocollen die gebruikt zijn in het lab en de resultaten zijn beschreven in de rapportage van Datura (van Bochove, 2018). Vervolgens zijn de samples in het lab getest op de aanwezigheid van waterspitsmuis. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 9 nn LEGENDA mmm Bemonsteringslocaties A mn | Plangebieden D waterspitsmuis. De watersamples zijn in de watergang genomen en de bodemsamples zijn langs de oever grensend aan de watergang genomen. Prjeanunmer. tech Regelink Figuur 2. De bemonsteringslocaties voor de samples voor waterspitsmuis. Bij de twee locaties zijn zowel bodem- als watersamples genomen. 2.5 Vleermuizen Tijdens de veldbezoeken werd op grond van geluid en zicht geïnventariseerd. Met behulp van een heterodyne batdetector met opname- en vertragingsfunctie (type: Petterson D240x) werd de echolocatie die vleermuizen uitzenden hoorbaar gemaakt voor mensen. Wanneer de soort op grond van frequentie, klank en ritme niet met zekerheid kon worden bepaald, werd een opname gemaakt met een extern opnameapparaat (type: Roland Edirol RO9H). Met behulp van het computerprogramma Batsound werden de opnamen nader geanalyseerd. Hierbij werden de criteria zoals beschreven door Arjan Boonman (www.batecho.eu) toegepast. Voor sociale geluiden van vleermuizen werd gebruik gemaakt van Middleton, 2014 en Pfalzer, 2002. Door daarnaast zoveel mogelijk visueel waar te nemen werd de determinatie geverifieerd en werd het gedrag (en daarmee vaak de functie van het gebied) vastgesteld. Alleen de functie voor foerageergebied moet in het plangebied onderzocht worden. Om deze functie te onderzoeken is gebruik gemaakt van het Vleermuisprotocol 2017. Het vleermuisprotocol schrijft voor dat er twee bezoeken van twee uur uitgevoerd moeten worden in de periode van 15 april tot oktober. Een van deze bezoeken moet plaatsvinden tijdens de kraamperiode. Tussen het eerste en het tweede bezoek moeten acht weken zitten. De inventarisaties werden lopend uitgevoerd. Het plangebied en het omliggende gebied werden meerdere keren doorkruist. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 10 nn 2.6 Roofvogels Tijdens de veldbezoeken voor de bovengenoemde soorten is gelet op de aanwezigheid van roofvogels. Hierbij werd gelet op nesten van roofvogels en de aanwezigheid van roofvogels. 2.7 Volledigheid inventarisatie De inventarisatie voor de aanwezigheid van kleine marterachtigen is uitgevoerd volgens de leidraad van de handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland. De inventarisaties voor ringslang en rugstreeppad zijn uitgevoerd volgens de soorteninventarisatie-protocollen van het Netwerk Groene Bureaus. Het uitvoeren van inventarisaties voor waterspitsmuis met behulp van eDNA is een door RVO geaccepteerde methode om de soort aan te tonen. De inventarisatie voor het foerageergebied voor vleermuizen is uitgevoerd volgens het Vleermuisprotocol 2017 zoals vastgesteld door Gegevensautoriteit Natuur. De inventarisaties zijn een steekproef gebaseerd op momentopnames. Hierdoor is niet uitgesloten dat soorten en functies die niet waargenomen werden op een ander tijdstip wel aanwezig zijn. Dit is acceptabel omdat de Wet natuurbescherming een initiatiefnemer vraagt te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Met de gekozen methode en inspanning is voldoende invulling gegeven aan artikel 1.11 (zorgplicht) van de Wet natuurbescherming. Wat betreft het onderhavige onderzoek heeft de initiatiefnemer gedaan wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 11 nn 3. Omschrijving plangebied Het plangebied is gelegen in de Lutkemeerpolder in Amsterdam (provincie Noord-Holland). In Figuur 3 is de begrenzing van het plangebied met rood aangegeven. Het plangebied betreft voornamelijk akkerland waarop kleinschalige biologische landbouw plaatsvindt. In het gebied zijn verschillende smalle en dichtbegroeide watergangen aanwezig. Aan de zuid- en westzijde van het plangebied zijn twee bredere watergangen aanwezig. Deze watergangen hebben een steile oever, deze oevers zijn voorzien van begroeiingen met riet. Het deel van het plangebied ten zuiden van de Etnastraat is een ruig stuk land met gras en kruidachtige begroeiingen. Na de maaiwerkzaamheden die in de Lutkemeerpolder plaatsvonden was het droog grasland. In totaal heeft het plangebied een oppervlakte van bijna 15 hectare. In het noorden wordt het plangebied begrensd door andere landbouwpercelen. Ten oosten van het plangebied is bebouwing aanwezig waaronder enkele woonhuizen en schuren. Ten zuiden en westen van plangebied ligt het natuurgebied Lutkemeer. Het deel van het plangebied ten zuiden van de Etnastraat en de groenstrook met wandelpad ten noorden van de Etnastraat liggen in het Natuur Netwerk Nederland (NNN). f | “ f W # Ï Â i ver NNS = J SE JT JN NE « el, _N 4 IJ nn nn dj Î nn En En De Figuur 3. Ligging van het plangebied, met de begrenzing in rood aangegeven. © Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2019. Binnen het plangebied zijn de volgende ecotopen aanwezig (zie ook de foto's van het plangebied in Bijlage 1): e Droog, agrarisch grasland; e Droog, extensief beheerd grasland; e Smalle, ondiepe sloten (<2 meter breed, < 1 meter diep); Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 12 nn e Brede, ondiepe sloten (>2 meter breed, < 1 meter diep); e Dunne wilgen (Salix ssp.) (diameter borsthoogte < 25 cm); Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 13 nn 4. Resultaten 4.1 Kleine marterachtigen Gedurende het onderzoek zijn geen kleine marterachtigen vastgelegd door de wildcamera's. De wildcamera's waren geplaatst op kansrijke plekken met structuurovergangen en er is lokmiddel gebruikt, toch zijn er geen kleine marterachtigen waargenomen. Hiermee kan redelijkerwijs worden gesteld dat kleine marterachtigen niet in het plangebied aanwezig zijn. 4.2 Ringslang Gedurende de onderzoeken zijn geen ringslangen waargenomen in het plangebied. De reptielplaten zijn geplaatst langs de structuurovergangen aan de oevers van de sloten. Ook zijn er bij de ecologische boerderij de Boterbloem reptielplaten geplaatst in de buurt van potentiele broedplaatsen van de ringslang. Er werden geen zonnende vrouwtjes bij potentiële ei-afzetplaatsen waargenomen en ook op andere locaties is de ringslang niet aangetroffen. Hiermee kan redelijkerwijs worden gesteld dat de ringslang niet in het plangebied aanwezig is. 4.3 Rugstreeppad Gedurende het onderzoek is rugstreeppad waargenomen in het plangebied. Tijdens het eerste veldbezoek op 31 mei 2018 is rugstreeppad waargenomen in de poel van de ecologische boerderij en de overliggende sloot. De oevers van de poel waren zanderig en niet begroeid met planten, deze poel is geschikt als voortplantingswater voor de rugstreeppad. Op 29 juni 2018, tijdens het tweede veldbezoek is rugstreeppad waargenomen bij een watergang nabij het plangebied. De waarnemingskaart van rugstreeppad is opgenomen in Bijlage 2. 4.4 Waterspitsmuis Uit de analyse van Datura kwam naar voren dat een lage concentratie eDNA van de waterspitmuis in een van de samples aanwezig was (Bochove, 2018). Met dit resultaat is de aanwezigheid van waterspitsmuis aangetoond. 4.5 Vleermuizen Gedurende het onderzoek werden binnen het plangebied drie soorten vleermuizen aangetroffen: e Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), e _Laatvlieger (Eptesius serotinus), e Rosse vleermuis (Nyctalus noctula). Hieronder worden per soort de waarnemingen en functies weergegeven. Waarnemingskaarten zijn opgenomen in Bijlage 2. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 14 nn 4.5.1 Waarnemingen per soort Gewone dwergvleermuis Tijdens de inventarisaties werden verspreid over het plangebied negen keer gewone dwergvleermuizen foeragerend waargenomen. De meeste waarnemingen werden gedaan boven en langs het water aan de Etnastraat. Daarnaast foerageert de gewone dwergvleermuis in de beschutting van bomen; een dier is in het plangebied foeragerend waargenomen rond de beplanting van de ecologische boerderij. Laatvlieger Tijdens de inventarisaties werd twaalf keer een laatvlieger waargenomen. De meeste waarnemingen werden gedaan buiten het plangebied rond het water ten noordwesten van het plangebied. Er werden ook foeragerende laatvliegers in het plangebied aangetroffen. Het gaat hierbij om twee dieren. Rosse vleermuis Tijdens de inventarisaties werd drie keer een rosse vleermuis waargenomen boven het plangebied. Er foerageren maximaal twee dieren in het plangebied. 4.5.2 Waarnemingen per functie Foerageergebied Binnen het plangebied zijn verschillende foeragerende vleermuizen waargenomen. In het plangebied hebben twee laatvliegers en twee rosse vleermuizen hun foerageergebied. Ook heeft een gewone dwergvleermuis een foerageergebied rond de beplanting van de ecologische boerderij en doorkruist daardoor ook foeragerend het plangebied. Op grond van het beperkte aantal foeragerende dieren in relatie tot de grote oppervlakte van het plangebied en de in ruime mate aanwezige alternatieve foerageermogelijkheden in de directe omgeving kan gesteld worden dat het plangebied geen essentieel foerageergebied voor vleermuizen is. Vliegroutes De aanwezige lijnvormige elementen zijn niet in het plangebied aanwezig. Essentiële vliegroutes zijn dan ook niet aanwezig in het plangebied. Vaste rust- en/of verblijfplaats In het plangebied is geen bebouwing aanwezig. Ook zijn bomen met holtes niet aangetroffen. Hiermee is de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen redelijkerwijs uitgesloten. 4.6 Roofvogels In het plangebied is tijdens het veldbezoek op 28 augustus een torenvalk (Falco tinnunculus) waargenomen. Het dier vloog over het plangebied. Ook zijn verschillende keren buizerds (Buteo buteo) zittend op een struikje in het plangebied waargenomen. Het plangebied is onderdeel van het foerageergebied van de buizerd. Ook is er in het noordwesten, in de bosschages buiten het plangebied een ransuil (Asio otus) gehoord tijdens de veldbezoeken voor rugstreeppad. Nesten van roofvogels zijn niet in het plangebied aangetroffen. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 15 nn Zn 5. Ingreep De initiatiefnemer is voornemens om in plangebied in de Lutkemeerpolder in Amsterdam het bedrijventerrein Businesspark Osdorp te realiseren. Ingrepen die daartoe in het plangebied moeten plaatsvinden bestaan voornamelijk uit: e _Dempen van enkele watergangen; e Aanleg nieuwe watergangen; e Grondverzet; e _ Aanleggen infrastructuur; e Realiseren bebouwing; e _ Aanleg natuurvriendelijke oevers; e Aanleg groen. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 16 nn 6. Toetsing aan de Wet natuurbescherming 6.1 Effectbepaling Rugstreeppad In het plangebied is leefgebied van de rugstreeppad aanwezig. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein kan dit leefgebied verloren gaan. Waterspitsmuis In het plangebied is de aanwezigheid van waterspitsmuis vastgesteld. De waterspitmuis komt voor in wateren met een behoorlijk ontwikkelde watervegetatie en een ruig begroeide oever. In de lente en zomer was dit type habitat in het plangebied aanwezig. Na de maai- en baggerwerkzaamheden in het najaar is dit type habitat niet meer aanwezig in het plangebied. In de nabije omgeving in de Lutkemeerpolder is meer geschikt leefgebied aanwezig. Toch moet er gesteld worden dat de watergang langs de Etnastraat en het wandelpad tot het leefgebied van de waterspitsmuis behoort. Overige soorten De ingreep heeft geen effect op verblijfplaatsen, essentiële vliegroutes en essentieel foerageergebied van vleermuizen, op het leefgebied van ringslang, op de verblijfplaatsen van kleine marterachtigen of het foerageergebied van roofvogels. Het plangebied wordt gebruikt als foerageergebied door gewone dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. Echter, door de aanwezigheid van voldoende andere locaties is het plangebied geen essentieel foerageergebied. Ook voor roofvogels is voldoende geschikt alternatief foerageergebied beschikbaar. Met de uitgevoerde onderzoeken is de aanwezigheid van vleermuizen, ringslang, kleine marterachtigen en roofvogels in het plangebied redelijkerwijs uitgesloten. Een overtreding van de Wet natuurbescherming is voor vleermuizen, ringslang, kleine marterachtigen en roofvogels dan ook niet aan de orde. 6.2 Toetsing Wet natuurbescherming 6.2.1 Rugstreeppad Lokale gunstige staat van instandhouding De rugstreeppad komt in het westen van Nederland plaatselijk zeer algemeen voor. De afgelopen jaren is de rugstreeppad populatie met ongeveer 40% afgenomen. In de gemeente Amsterdam zijn de laatste decennia de kernpopulaties afgenomen en wordt de soort als bedreigd beschouwd. De bedreiging ontstaat door toegenomen predatie, versnippering van leefgebied, verdwijnen van voortplantingswateren en het verdwijnen van dynamiek in het leefgebied. Met de ingreep verdwijnt het landbouwgebied in de Lutkemeerpolder, hier wordt een bedrijventerrein gerealiseerd. Het gevaar bestaat dat tijdens de ingreep de rugstreeppad zich in het plangebied vestigt omdat er als gevolg van het grondverzet vergraafbaar zand aanwezig komt dat geschikt leefgebied van de rugstreeppad vormt. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 17 nn Door maatregelen te treffen kan het bedrijventerrein geschikt leefgebied voor de rugstreeppad blijven en blijft de staat van instandhouding gunstig. Verbodsbepalingen Door de realisatie van het bedrijventerrein Businesspark Osdorp en de bijbehorende werkzaamheden verdwijnt voortplantingswater van de rugstreeppad. Daarnaast bestaat de kans dat het leefgebied van de rugstreeppad versnipperd raakt of dat de rugstreeppad zich tijdens de werkzaamheden op het bouwterrein vestigt. Deze negatieve effecten leiden tot een overtreding van Artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming, te weten: Artikel 3.5, lid 1: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen rugstreeppadden worden gedood. Artikel 3.5, lid 2: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen rugstreeppadden worden verstoord. Artikel 3.5, lid 4: als gevolg van de voorgenomen ingreep verdwijnt leefgebied en voortplantingswater van de rugstreeppad. 6.2.2 Waterspitsmuis Lokale gunstige staat van instandhouding In grote delen van Nederland is de populatie van waterspitsmuis achteruit gegaan. Alleen in sommige laagveengebieden zijn de populaties stabiel door de verbetering van de waterkwaliteit. In de gemeente Amsterdam is de waterspitsmuis zeldzaam. Er zijn weinig vangsten bekend. Wel blijkt uit braakbalonderzoek dat de soort altijd in de omgeving van Amsterdam aanwezig is. In het natuurgebied de Lutkemeerpolder is geschikt leefgebied aanwezig voor de waterspitsmuis. De watergangen in het plangebied waren in de lente en het begin van de zomer geschikt voor waterspitmuis, toen een rijke oevervegetatie en waterplanten aanwezig waren. Na de maai- en baggerwerkzaamheden is het gebied ongeschikt geworden voor de waterspitsmuis. Toch behoort de watergang tot het functionele leefgebied van de waterspitsmuis, wat als gevolg van de ingreep kan verdwijnen. Door maatregelen te treffen kan het bedrijventerrein geschikt leefgebied voor de waterspitsmuis blijven en blijft de staat van instandhouding gunstig. Verbodsbepalingen Door de realisatie van het bedrijventerrein Businesspark Osdorp en de bijbehorende werkzaamheden verdwijnt geschikt leefgebied van de waterspitsmuis. Deze negatieve effecten leiden tot een overtreding van Artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming, te weten: Artikel 3.5, lid 1: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen waterspitsmuizen worden gedood. Artikel 3.5, lid 2: als gevolg van de voorgenomen ingreep kunnen waterspitsmuizen worden verstoord. Artikel 3.5, lid 4: als gevolg van de voorgenomen ingreep verdwijnt leefgebied van de waterspitsmuis. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 18 nn 7. Conclusies en aanbevelingen 7.1 Conclusies Algemeen e Omdat het onderzoek naar kleine marterachtigen heeft plaatsgevonden volgens de richtlijnen uit de handreiking kleine marterachtigen van de provincie Noord-Holland kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is geïnventariseerd. e Omdat de onderzoeken naar ringslang en rugstreeppad hebben plaatsgevonden volgens de soorteninventarisatie protocollen van Netwerk Groene Bureaus kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is geïnventariseerd. e Omdat het onderzoek naar waterspitsmuis heeft plaatsgevonden aan de hand van eDNA, wat een door RVO geaccepteerde methode is kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is geïnventariseerd. e Omdat het onderzoek naar vleermuizen heeft plaatsgevonden volgens het Vleermuisprotocol 2017 kan gesteld worden dat het plangebied afdoende is geïnventariseerd. e Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is een ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig. Resultaten e Kleine marterachtigen zijn niet binnen het plangebied aangetroffen, de aanwezigheid is daarmee redelijkerwijs uitgesloten. e _Ringslang is niet binnen het plangebied aangetroffen, de aanwezigheid is daarmee redelijkerwijs uitgesloten. e _Rugstreeppadden zijn binnen het plangebied waargenomen. De poel van de ecologische boerderij kan dienen als voortplantingswater. e _Waterspitsmuis is binnen het plangebied aangetroffen. e _Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aanwezig binnen het plangebied. Vliegroutes zijn niet aangetroffen. e Het plangebied fungeert als foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis. Het betreft geen essentieel foerageergebied op basis van de aanwezigheid van andere locaties nabij het plangebied die ook kunnen dienen als foerageergebied. e _Nestlocaties van roofvogels zijn niet aangetroffen in het plangebied. e Het plangebied kan dienen als foerageergebied voor roofvogels. Echter in de nabije omgeving rondom het plangebied is voldoende geschikt foerageergebied aanwezig. Effecten e De ingreep heeft geen effect op kleine marterachtigen, ringslang, vleermuizen en roofvogels. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 19 nn e De grotere watergangen binnen het plangebied behoren tot functioneel leefgebied van de waterspitsmuis. Als gevolg van de werkzaamheden kan dit leefgebied verloren gaan. e De ingreep kan leiden tot een negatief effect op de rugstreeppad. Mogelijk verdwijnt als gevolg van de ingreep voorplantingswater en leefgebied waardoor versnippering van het leefgebied van de rugstreeppad kan ontstaan. Daarnaast bestaat de kans dat de rugstreeppad zich vestigt op de bouwlocatie. Toetsing e Met het uitvoeren van de werkzaamheden worden lid 1, 2 en 4 van artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming overtreden. 7.2 Aanbevelingen e Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet een mitigatieplan voor waterspitsmuis en rugstreeppad opgesteld worden waarmee overtreding van de Wet natuurbescherming zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 20 nn 8. Bronnen 8.1 Literatuur Barataut, M., 2015. Acoustic Ecology of European Bats. Species Identification, Study of their Habitats and Foraging Behaviour. Biotope, Mèze. Muséum national d'Histoire naturelle, Paris [Inventaires et biodiversité series]. Broekhuizen, S., K. Spoelstra, J.B.M. Thissen, K.J. Canters, J.C. Buys, 2016. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Zeist. Den Hartogh, 2018. Quickscan Businesspark Amsterdam Osdorp 2e fase. Adviesbureau E.C.O.Logisch, Projectcode SABR1701. Dietz, C., O. von Helversen & D. Nill, 2011. Vleermuizen. Alle soorten van Europa en Noord-West Afrika. Tirion Natuur. Middleton, N., A. Froud & K. French (2014). Social Calls of the Bats of Britain and Ireland. Pelagic Publishing, Exeter. Ministerie van EL&I, 2010. Buiten aan het Werk. Houd tijdig rekening met beschermde planten en dieren! Brochure. [http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2010/03/01/buiten-aan-het- werk-houd-tijdig-rekening-met-beschermde-dieren-en-planten.html! (28-2-2019)]. Netwerk Groene Bureaus, werkgroep ‘Standaarden en protocollen’ (2017) Soortinventarisatieprotocollen in het kader van de Wet natuurbescherming, versie juli 2017. www.netwerkgroenebureaus.nl Pfalzer, G., 2002.Inter- und intraspezifische Variabilitât der Soziallaute. Fachbereich Biologie der Universität Kaiserslautern. RUD NHN, 2017. Handreiking kleine marters. Sachteleben, J. & O. von Helversen, 2006. Songflight behaviour and mating system of the pipistrelle bat (pipistrellus pipistrellus) in an urban habitat. In: Acta Chiropterologica 8(2): 391-401. BIJ12, 2017. Kennisdocument Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Versie 1.0. BIJ12, Utrecht. BIJ12, 2017. Kennisdocument Rugstreeppad Epidalea calamita. Versie 1.0. BIJ12, Utrecht. van Bochove, K. (2018). eDNA onderzoek naar waterspitsmuis. Rapport RA2018053, Datura, Huissen. Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging, 2017. Vleermuisprotocol 2017, maart 2017. [http://www.netwerkgroenebureaus.nl/werken-aan-kwaliteit/vleermuisprotocol. (28-2-2019). 8.2 Websites www.bijl2.nl/onderwerpen/natuur-en- www.batecho.eu landschap/kennisdocumenten-soorten- www.telmee.nl ontheffingen-wet-natuurbescherming/ Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 21 nn www.vleermuis.net http://wetten.overheid.nl/BWBRO037552/2017- - 03-01 www.waarneming.nl . https://noord-holland-extern.tercera- www.zoogdieratlas.nl . ro.nl/MapViewer/ www.zoogdiervereniging.nl Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 22 nn P Bijlage 1. Foto-impressie plangebied i Ô { Í NEL in a „tel, oink Re Ô Ee en A Ae bd ea / kati eredbe ei 2 : a Ren NOD b 5 Weven 0E ke AE A te LE gn 5 pe del Bek” Ee Oe ARE a KS A Gn. he a 3 ES heee OE Ed EER Ee : ed En ENEN EN VS RL de ahee eN de B f ANDES: CEA Ee ee AN a EN vake IE EME een even , a ee en RAe OE Re, RN a, neen EN Os GERO AE ee RE U AN WANT kee in NE OO st Bek. dere eg ENE en Er RN MMA EN Re ON Te Pe We EE EN ALDEN U EEN a EE Ee EE Eee E Re Hslid Ne BRR eN 5 be ENDE ik EN 4 VA lener at za ae Ke ri if ae LE a EDER EN A dt A eee Ee en dr EN B NN MR NEE En SIEN EN Ede ENE le, 1 ee 5. en Our N andes Ak INS EN Ade ke NEE RARE eN Eh pe een PS Ee Ln ei XC SO 0D BAS LA gn Ee Ve nd RDS A md EEE ANA E 1 in se 5 ze esl bile | RN AD a Ed F3 4 í ed ee pnt et pe KN} vin Je ee, EA en EN DAAN oet Br END An ee gi rem ka ne Sr tn EEE SN) AC, NED A a dan. albe ne en EN (Er Figuur 4. Poel van de ecologische boerderij de Boterbloem waar rugstreeppad is aangetroffen. TT SE u n SE Sea 5 / OEE Ee mn zl Md lin a ost aan ge ai ee ade ee abt en . } Ek is EL en le À Dr EE He he ER ke 4 MARR ï fr (AAE HK ee nd Ea ee ik en D ae nd en pes ’ eg di # wl in Í A A ten ; : 5 Figuur 5. Agrarisch land binnen het plangebied. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 23 P 5 r Dn Ee f a új Á 7 z 5 7 } 4 En à hs We Er, 4 2 5 N + be E F3 T 5 ae, 1 Figuur 6. Watergang parallel aan de Etnastraat voor de maaiwerkzaamheden. ze En n Bal en mn, EEE: Te ERD ennn: Bas ú Eat ng 5 ne ee Me AR ze GEE ee RE De A EN Ee ee Ae. dr Eee nn ene EE A ME GR ig. Ee ee ee AE A Ee dE EE APE rr 7 La Ee Gn WAN AN ú ed $ EE WEE ke Mn ï ae Eg Re eef TE EN d OET Ee jd Ati RN ANN es ) Wale een san ete ri de, bal is GA, Pe Sen gs 8 A P, la A 5 DE He jk Ee li É d (ok tald Jen Dn ge DEDEN EE CO ER RENS, Ne Figuur 7. Watergang parallel aan de Etnastraat na de maai- en baggerwerkzaamheden. Soortgericht onderzoek | Businesspark Osdorp 2e Fase, Amsterdam | RA18362-01 24 LEGENDA \ CJ Piangebieden N Waarnemingen Gewone dwergvleermuis ® Foeragerend m Laatvlieger nl B Foeragerend Rosse vleermuis ; a @® Foeragerend i en © Dn o ® ® Waarnemingen van vleermuizen in en rondom het plangebied. De symbolen voor foeragerende dieren betreffen waarnemingen van waargenomen gedrag door de betreffende soorten en zijn niet indicatief voor het aantal 5 . dieren. a rachtgever. T: eenen 18362 Datum: 05.09.2018 Ge 3 Regelink Ecologie & Landschap Nie ü EE 120 180 240 m 6 Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 25 TO LEGENDA EC) Piangebieden A ® Waarneming Rugstreeppadden @ Waarnemingen van rugstreeppadden in en rondom het plangebied. Opdrachtgever: Tauw Projectnummer. 18362 Datum: 17.09.2018 GS Regelink Ecologie & Landschap \ ü 20 180 270 360 m / Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 26 TO Bijlage 3. Wet- en regelgeving 8.3 Wet natuurbescherming 8.3.1 Algemeen Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet is de Nederlandse implementatie van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, aangevuld met nationale bepalingen. De Wet natuurbescherming vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. De Wet natuurbescherming kent drie pijlers, namelijk: e bescherming van Natura 2000-gebieden, e bescherming van soorten, e bescherming van houtopstanden. Daarnaast is er een belangrijke plaats ingeruimd voor de zorgplicht (artikel 1.11). Vanuit deze zorgplicht moeten handelingen achterwege blijven waarvan men kan vermoeden zij nadelige gevolgen kunnen hebben voor beschermde gebieden of soorten. In dit hoofdstuk volgt een eenvoudige weergave van de essentie van de Wet natuurbescherming, voor zover deze betrekking heeft op ruimtelijke ontwikkelingen en festiviteiten. Verbodsartikelen worden voor de leesbaarheid vereenvoudigd weergegeven. Raadpleeg voor de exacte formulering de wetstekst (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-34.html). 8.3.2 Bescherming Natura 2000-gebieden Vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn hebben de lidstaten de verplichting om speciale beschermingszones aan te wijzen. Deze speciale beschermingszones heten Natura 2000-gebieden. Elk Natura 2000-gebied heeft instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van: e leefgebieden voor vogelsoorten, voor zover nodig voor de uitvoering van de Vogelrichtlijn, en/of e natuurlijke habitats en de habitats van soorten, voor zover nodig voor de uitvoering van de Habitatrichtlijn. Verboden (volgens artikel 2.7, lid 2) is elke activiteit (in de wet: project of handeling) zowel binnen als buiten een Natura 2000-gebied die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen: e de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kan verslechteren of, e een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. De activiteit kan alleen doorgang vinden als Gedeputeerde Staten van de provincie waarin de activiteit plaatsvindt een vergunning verlenen. Voor diverse werkzaamheden in nationaal belang (zoals werkzaamheden rond de hoofdspoorwegen) is de minister van Economische Zaken bevoegd gezag. 8.3.3 Bescherming van soorten De Wet natuurbescherming kent drie beschermingsregimes: Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 27 nn e _beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn, e _beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn, e _beschermingsregime andere soorten. Beschermingsregime soorten Vogelrichtlijn Onder het beschermingsregime Vogelrichtlijn vallen alle van nature in Nederland in het wild levende vogels. Op basis van artikel 3.1 is het verboden om: 1. opzettelijk vogels te doden of te vangen; 2. opzettelijk vogelnesten, -rustplaatsen en -eieren te vernielen of te beschadigen of vogelnesten weg te nemen; 3. eieren van vogels te rapen en deze onder zich te hebben; 4. opzettelijk vogels te storen. Het verbod om vogels opzettelijk te storen geldt niet wanneer dit niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de betreffende soort. Bij werkzaamheden in het broedseizoen kan het verlaten van nesten als gevolg van verstoring leiden tot het indirect doden van dieren of het aantasten van de functionaliteit van nesten en dus tot een overtreding van artikel 3.1, lid 1 en 2. De vogelsoorten die jaar op jaar gebruik maken van hetzelfde nest zijn verdeeld over vier categorieën waarvan de nesten een jaarronde bescherming genieten. Ook is er een vijfde categorie van vogels waarvan een inventarisatie van de nesten gewenst kan zijn (zie Bijlage 3). Beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn Onder het beschermingsregime Habitatrichtlijn vallen alle dieren uit: e _de Habitatrichtlijn, bijlage IV, onderdeel a, e het Verdrag van Bern, bijlage Il, e het Verdrag van Bonn, bijlage |, en alle planten uit: e de Habitatrichtlijn, bijlage IV, onderdeel b, e het Verdrag van Bern, bijlage |. Volgens artikel 3.5 is het verboden om, voor zover het soorten betreft uit bovenstaande bijlagen: 1. opzettelijk dieren te doden of te vangen; 2. opzettelijk dieren te verstoren; 3. opzettelijk eieren van dieren te vernielen of te rapen; 4. voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen; 5. opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 28 nn In de genoemde bijlagen van de verdragen van Bern en Bonn staan ook diverse vogelsoorten genoemd. Dit betekent dat voor deze soorten het (ver)storen ook verboden is wanneer dit geen effect heeft op de instandhouding van de betreffende soort. Beschermingsregime andere soorten Onder het ‘beschermingsregime andere soorten’ vallen een aantal soorten waarvoor er geen Europese verplichting ligt tot bescherming. Nederland geeft zo uitvoering aan de algemene verplichting van het Biodiversiteitsverdrag om de staat van instandhouding van dier- en plantensoorten te beschermen. Volgens artikel 3.10. is het verboden om, voor zover het soorten uit deze lijst betreft: 1. opzettelijk dieren te doden of te vangen; 2. voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren te beschadigen of te vernielen; 3. opzettelijk planten in hun natuurlijke verspreidingsgebied te plukken, te verzamelen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen. Onder dit beschermingsregime vallen ook een groot aantal zeer algemene zoogdieren en amfibieën. Een groot deel van deze algemene soorten zijn door de provincies en het ministerie van EZ voor ruimtelijke ontwikkelingen vrijgesteld van de Wet natuurbescherming. Ontheffing en vrijstellingen Ontheffingen worden verleend door de Minister van Economische zaken of Gedeputeerde Staten, en geven een initiatiefnemer de mogelijkheid om onder voorwaarden de wet te overtreden. Vrijstellingen worden gegeven door de Minister van Economische zaken of Provinciale Staten en beschrijven handelingen en situaties waarin de wet niet van toepassing is. Ontheffing voor het overtreden van de verbodsbepalingen of het verkrijgen van een vrijstelling kan alleen wanneer er: e geen andere bevredigende oplossing bestaat; e geen negatief effect is op de staat van instandhouding van de soort; e ener voldaan is aan de in de wet genoemde belangen (artikel 3.3, lid 4b, artikel 3.8, lid 5b en artikel 3.10, lid 2). Voor het beschermingsregime overige soorten is het voldoende als er voldaan wordt aan een in de wet genoemd belang. 8.3.4 Bescherming van houtopstanden Een houtopstand beslaat een oppervlakte van 10 are of meer, of bestaat uit een rijbeplanting van meer dan twintig bomen, gerekend over het totaal aantal rijen. Volgens artikel 4.2 vallen buiten de bescherming houtopstanden: e houtopstanden binnen door de gemeenteraad vastgestelde grenzen van de bebouwde kom houtopstanden; e houtopstanden op erven of in tuinen en fruitbomen en windschermen om boomgaarden; Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 29 nn e naaldbomen bedoeld als kerstbomen en niet ouder dan twintig jaar en kweekgoed; e uit populieren of wilgen bestaande wegbeplantingen, beplantingen langs waterwegen en eenrijige beplantingen langs landbouwgronden; e het dunnen van een houtopstand; e uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa en die: o ten minste eens per tien jaar worden geoogst; o bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantingseenheid bestaande uit een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorsneden door onbeplante stroken breder dan twee meter; o zijn aangelegd na 1 januari 2013. Volgens artikel 4.2 is het verboden een houtopstand geheel of gedeeltelijk te vellen zonder daar melding van te doen bij Gedeputeerde Staten. Dit geldt niet voor het periodiek vellen van griend- of hakhout. Binnen drie jaar moet het gevelde deel weer zijn herplant. Vrijstellingen gelden er wanneer het vellen gebeurt middels een goedgekeurde gedragscode of de werkzaamheden voortvloeien uit instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden of nodig zijn voor aanleg en het onderhoud van brandgangen op natuurterreinen. 8.4 Natuurnetwerk Nederland Het Natuurnetwerk Nederland (NNN; voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS)) bestaat uit planologisch beschermde gebieden die zijn aangewezen om ecologische verbindingen te realiseren tussen belangrijke natuurgebieden. Deze natuurgebieden en de verbindingen daartussen vormen samen een ecologisch netwerk. De wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN mogen niet door een ingreep worden aangetast. Alle (mogelijke) effecten van een voorgenomen ingreep moeten daarop dan ook worden getoetst. De provincie waarbinnen het plangebied valt geeft invulling aan het NNN en is daartoe het bevoegd gezag. Voor meer informatie over het NNN en het toetsingskader zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur-en-biodiversiteit/natuurnetwerk-nederland. 8.5 Wet dieren De Wet natuurbescherming kent geen verbod op het verwonden van dieren. Dit is namelijk al verboden in de Wet dieren. Volgens artikel 2.1 van de Wet dieren, eerste lid, is het namelijk verboden om: e zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. De Wet dieren kent een ontheffingsmogelijkheid, maar alleen als het belang van het welzijn van dieren zich er niet tegen verzet. Een ontheffing is niet nodig wanneer vaststaat dat het mogelijk verwonden van dieren een ‘redelijk doel’ dient, of ‘noodzakelijk’ is. In deze rapportage wordt niet getoetst aan de Wet dieren. Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 30 nn Bijlage 4. Samplingsprotocol eDNA ‚‚ Datura Datura Molecular Solutions BV pp eDNA filter samplingprotocol Let op: sampling kat pas in het veld open maken ivm. contammatierisico! De sample kit beval: » 1 paar handschoenen 1 blauwe bemonsteringschep e 1 steriele Whiri-Pak bag » J Zml busjes met conserverende buffer … 1 wegwermpincet Locatie van bemonstering * Submonsters worden genomen langs een traject van 50-100 meter, Verzamelen van subsamples 1 Trek een zet handschoenen aan (denk aan contaminatie!) È. Open de Whirl-Pak bag. 3. Verzamel 26 suhsamples met behulp van de blauwe bemonsteringsschep. Mix het water voorzichtig door de schep heen en weer te bewegen. Zorg ervoor dat de bodem niet verstoord wordt De bodem bevat mogelijk historisch DNA. Vul de schep tet de rand en leeg deze in de Whirl-Pak bag. A. Slust de Whirl-Pak bag en schudt om de subsamples te vermengen. 5. Haal de filterhauder uit de verpakking en draai dese op de fas. 6. Sluit de fiterhouder aan op de pomp. 1. Giet het water uit de Whirl-pak bag voorzichtig op het fier. 8. Zet de pomp aan. Bij plassen, sloten en boezemwateren kan tot maximaal 1 iter water gefiltreerd worden. Dit duurt ongeveer Ì minuten. Bij troebel water kan fier echter al eerder verstopt raken. Het 5 dus niet erg als het niet lukt om 1 liter water te filteren. Giet het water daarom stukje bij beetje op het filter en fütreer altijd het gehele toegevoegde volume. Noteer aub de hoeveelheid water die gefilterd kon worden. 9 Zet de pomp uit. Comserveer de vamples 10. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen. 11, Als het water gefilterd &, gebruik dan de plastic pincet om het liter voorzichtig in de buisjes met: tonmerverende vloeistol te duwen. (Bij lage temperaturen zal er precipitatie (neerslag) te vinden zijn in de buffer Door dere even in de hand op te warmen wordt de buffer weer vloeibaar) Het a belangrijk om te voorkomen dat er vloeistof gemorst wordt! Verdeel het Alter ceer de twee buisjes. Het filter moet daarbij doorgescheurd worden. Het is dus niet erg aks het fäter in meerdere stukjes In de buisjes overgebracht wordt Zorg dat het filter geheel onder de buffer staat zodat het eONA niet kan afbreken. Door slechts één gootje van de pancet te gebruiken kan het filter eervoudig naar beneden gedrukt worden. 1À, Sla de busjes en het opdagdoosje. Probeer het doosje zoveel mogelijk horkontaal te bewaren zodat er altijd een laagje buffer boven het filter blijft staan. 13, Bewaar de tample: bij kamertemperatuur 14. Stuur de sampbes zo 1poedig mogelijk op naar Datura met een volledig ingevuld 1ample formulier (uitgeprint of digitaal). Langdurig bewaren van het sample kan leiden tot degradatie van het DMA De opvangfles, pamp en het opslagbakje met busjes met filters ontvangen wij graag terug. De overge materialen mogen weggegooid worden. NA: plastic scheiden is beter voor het milieu Soortgericht onderzoek | SGO BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 31 nn $ Datura Datura Molecular Solutions BV Vee enie eDNA filter samplingprotocol Let op: sampling kit pas in het veld open maken Lm. contamtinatierisico! De sample kit bevat « Ì paar handschoenen … 1 blauwe bemonsteringsschep „1 steriele Whirl-Pak bag „2 ml buisjes met conserverende hufter … 1wegwerppincet Locatie van bemonstering … Submonsters worden genomen langs een traject van 50-100 meter; Verzamelen van subsamples 1 Trek een set handschoenen aan (denk aan contaminatie!) 2. Open de Whir-Pak bag Ä. Verramel 26 subsamples met behulp van de blauwe bemonsteringsschep. Mix het water voorzichtig daar de schep heen en weer te bewegen. Zorg ervoor dat de bodem niet verstoord wordt De bodem bevat mogelijk historisch DNA. Vul de schep tot de rand en leeg deze in de Whirl-Pak bag. A Sluit de Whirl-Pak bag en schuit om de subsamples te vermengen. 5. Haal de fBterhouder uit de verpakking en draai deze op de fles 6. Sluit de fikerhouder aan op de pomp. 1. Giet het water uit de Whirl-pak bag voorzichtig op het fler. 8. Zetde pomp aan. Bij plassen, sloten en boezemwateren kan tot maximaal 1 ter water gefiltreerd worden. Dit duurt ongeveer 2 minuten. Bij troebel water kan filter echter al eerder verstopt raken Het & dus reet erg als het nét lukt om 1 liter water te (teren. Giet het water daarom stukje bij beetje op het filter en Mtreer altijd het gehele toegevoegde volume. Noteer aub de hoeveelheid water die gefilterd kon worden. 9. Zetde pomp uit Canserveer de samples 1D. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen. 11, Als het water gefilterd &, gebruik dan de plastic pincet om het filter voorzichtig in de buisjes met conzerverende vlocitol te duwen, (Bij lage temperaturen zal er precipitatie [neerslag] te vinden zijn in de buffer. Daar deze even in de hand op te warmen wordt de buffer weer vloeibaar.) Het is belangrijk om te voorkomen dat er voritof gemont wordt! Verdeel het filter over de tee buisjes. Het filter moet daarbij doorgescheurd worden. Het is dus niet erg aks het Alter in meerdere stukjes in de buisjes overgebracht wordt. Zorg dat het filter geheel onder de buffer staat zodat het eDMA niet kan afbreken. Door slechts één pootje van de pincet te gebruiken kan het filter servoudig naar beneden gedrukt worden. 1. Sla de busjes in het opsdagdoosje. Probeer het doosje zoveel mogelijk horizontaal te bewaren zodat er altijd een laagje buffer boven het filter blijft staan. 13. Bewaar de samples bij kamertemperstuur. 1, Stuur de samples zo spoedig mogelijk op naar Datura met gen volledig ingevuld sample formulier (uitgeprint af digitaal}. Langdurig bewaren van het sample kan leiden tot degradatie van het DMA De opvangfles, pomp en het opslagbakje met buisjes met filters ontwangen wij graag terug. De overige materialen magen weegegooid worden. NE: plastic scheiden # beter voor het milieu Soortgericht onderzoek | SGO _BusinessparkOsdorp 2eFase | RA18362-01 32 nn x 7 = ‚S Datura Datura Molecular Solutions BV ca eDNA bodembemonstering - waterspitsmuis Let op: sampling kit pas in het veld open maken i‚v.m. contaminatierisico! De sample kit bevat: * 2 paar handschoenen e 1pot met 250 ml MilliQ-water * 3 50ml buizen met conserverende buffer Verzamelen van samples 1. Trek een set handschoenen aan (denk aan contaminatie!). 2. Het verzamelen van bodem/strooisel materiaal kan het meest eenvoudig met de hand gedaan worden (de handschoenen zijn immers steriel). 3. Waterspitsmuizen foerageren vaak langs de oever. Door gericht bodemmateriaal te verzamelen op flauw aflopende oevers (daar waar waterspitsmuis graag foerageert) kan de kans vergroot worden om waterspitsmuis te detecteren. A. _Schraap met de hand materiaal van de bovenste centimeter van de oever. Dat kan strooisel, bodem of sediment zijn, op de grens van water en land. Het is niet erg als hiermee mossen of delen van planten meekomen. 5. Het bodemmateriaal kan verzameld worden langs een traject van 50-100 meter. 6. Verzamel bodem/strooiselmateriaal in de liter pot. Hou “200 ml vrij zodat het sample goed geschud en vermengd kan worden. 7. Schud de pot 1 minuut stevig door elkaar zodat het eDNA homogeen verdeeld wordt. Canserveer de samples B. Trek het tweede paar schone handschoenen aan om contaminatie te voorkomen. 9. Giet 25 ml van het sample vanuit de liter pot over in elk van de schone 50 mL buizen met alcohol. Elke locatie levert dus een sample dat bestaat uit 3 buizen. 10. Bewaar de samples in de koelkast. 11. Stuur de samples binnen een week op naar Datura (zie eDNA sample formulier). Voor langetermijnopslag kunnen samples het beste in een -80 °C vriezer bewaard worden. Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met Datura. Datura Molecular Solutions BV www.datura.nl [email protected] 0031-(0)629455328 Soortgericht onderzoek | SGO_BusinessparkOsdorp_2eFase | RA18362-01 33 nn
Onderzoeksrapport
33
test
Stadsdeelcommissie - in pleno Agenda Datum 08-06-2021 Aanvang 19:30 Locatie Virtueel Algemeen 1 Opening en vaststelling agenda 2 Mededelingen 3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 11 mei 2021 4 Mededelingen van de ingekomen stukken 5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen Inhoudelijk Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal speelt in de gebieden 6 Knowledge Mile Park A Ongevraagd advies over terrassenplan KMP B Ongevraagd advies over maatregelen autoverkeer C Ongevraagd advies over inrichting als lokale verbindingsweg met max. 2 rijbanen D Proces samenwerking andere stadsdelen 10/5: o.v.v. het lid Meijer 7 Handhaving havengeld binnen/buitenwater IJburg 8 Voorontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 7, Kop van Cruquius (vervallen) 07/6: In overleg met de agendacommissie is dit agendapunt verplaatst naar de vergadering van de gebiedscommissie IB, OHG van 22 juni a.s. 9 Voorlopig ontwerp herinrichting Spaklerweg en de bijbehorende uitgangspunten Algemeen 10 Nieuws uit de gebieden Doel: kort met de stadsdeelcommissie delen wat er, buiten wat geagendeerd staat op deze vergadering, zoal speelt in de gebieden 11 Rondvraag en sluiting Ingekomen stukken 1 Bericht met bijlage van redactie Het Perspectief over huis-aan-huiskrant Het Perspectief voor een blije buurt Voorgesteld wordt, dit bericht met bijlage voor kennisgeving aan te nemen. Insprekerslijst De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering. Verslag Informatie Locatie en opnamen Dit overleg met de stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats. Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Inspreken en daarvoor aanmelden Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk. Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur voor de vergadering via het online aanmeldformulier: hitps://www.amsterdam.nl/@338353/inspreken-commissievergaderingen/
Agenda
3
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder 432 accent nummer Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting Onderwerp Behoud sociale huurwoning in eigendom van particulieren Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Overwegende dat: -_ Particuliere eigenaren woningen verhuren in het sociale segment; -__ Deze woningen een substantieel deel van de sociale huurvoorraad vormen; -_ Veel van deze woningen door vitponden uit het sociale segment verdwijnen; -_De AAV op dit moment geen mensen en middelen toekent aan het behoud van sociale woningen van particuliere eigenaren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders uit de middelen die beschikbaar zijn voor de vitvoering van de Aanpak Volkshuisvesting, voldoende middelen te reserveren voor 2024 en 2025 om maatregelen te treffen die gericht zijn op het behouden van sociale huurwoningen in eigendom van particulieren en het verbeteren van de kwaliteit van deze woningen. Indiener, D.T. Boomsma
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 16 juni 2021 Ingekomen onder nummer 484 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Kili en Veldhuyzen inzake lage vaccinatiegraad onder burgers met een migratieachtergrond (tegenoffensief starten met misinformatie) Onderwerp Tegenoffensief starten tegen misinformatie Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Verhoging vaccinatiegraad voor COVID-19 Constaterende dat: — mensen die zich niet willen laten vaccineren op meerdere manieren worden beïnvloed door misinformatie, via sociale media zoals WhatsApp, email, facebook, instagram, etc; — _ voornoemde misinformatie vaak binnenkomt via iemand waarmee men een vertrouwensband heeft daarom voor waar wordt aangenomen; Overwegende dat: — misinformatie eerst ontkracht moet zijn alvorens men openstaat voor de juiste informatie. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Een tegenoffensief te starten die de misinformatie effectief ontmaskert en ontkracht en deze mee te nemen in haar algemene vaccinatiebeleid. Indiener A. Kris J.A. Veldhuyzen
Motie
1
discard
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid SL TÀ = Ter Advisering aan de deelraad TB = Ter Bespreking TK = Ter Kennisgeving TV = Ter Vaststelling Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad Soort |reden uitstel en ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen Cie Rapportage jongerenschuldhulpverlening 2012 EdV 27-aug-13 TB SL nvt Onderwerp is geagendeerd door de fracties PvdA, CDA en VVD op 4 juni jl. 127 [Deelraad |[Marktbeleid 2013-definitief: staanplaatsenbeleid 2013 SK B-mrt-13 | 27-aug-13 TA SL 25-sep-13 TV Inspraak t/m 15 mrt. RUD besluitoverdracht bevoegdheden Zuid en Zuidas. Onduidelijk welke invloed dit heeft op de bevoegdheid te beslisssen over de staanplaatsen. 120 [Cie Jan van der Heijdenhuis: beheer en SK 8-jan-13 27-aug-13 TK SL nvt Reden vertraging: tgv exploitatieovereenkomst + voortgangsbrief mutaties in het pand moet samenwerking worden vastgesteld en de exploitatie financieel moet verder worden doorgerekend. _ | ge kwartaal LL _ | ___|oktober A 1 Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuill Data Uitgestelde Soort Cie Data Raad | Soort [reden uitstel en ehouder Commissie, datum behandel behandelijopmerkingen 140 |Cie Resultaten Ambitiegesprekken schoolbesturen in kader van |SK 4-jun-13 1-okt-13 TK SL nvt n _ JA2 / Tussenevaluatie JA2 Zuid reden: ambitiegesprekken zijn nagenoeg afgerond. DMO maakt totaal analyse. Deze is in juni klaar. EN Sn OE evaluatie 161 |Cie Toename jeugdwerkeloosheid/evaluaties EdV 3e kw. 2013 |4e kw. 2013 TK SL nvt Reden vertraging: geen stages/doorontwikkeling jeugdschuldhulpverlening nieuwe beleids ontwikkelingen. In juli evaluaties stages en in aug. tussenevaluatie jeugd werkt in Zuid. A 2
Agenda
2
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 20 september 2023 Ingekomen onder nummer 540 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid IJmker inzake MKBA voor aantrekken internationale bedrijven Onderwerp MKBA voor aantrekken internationale bedrijven Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de inspanningen en de resultaten van de activiteiten van Amsterdam inbusiness in 2022 Overwegende dat: -_ Het actief aantrekken van bedrijven die zich hier willen vestigen niet los kan worden ge- zien van de woningmarkt en de arbeidsmarkt -_Er momenteel geen tekort in Amsterdam is aan werkgelegenheid, maar wel aan woon- ruimte en kantoorruimte -_Amsterdam inbusiness bezig is met het ontwikkelen en implementeren van een nieuwe werkwijze Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Binnen de nieuwe werkwijze van Amsterdam inbusiness gebruik te maken van maatschappelijke kosten-baten analyses (MKBA) om daarmee niet alleen de toegevoegde waarde maar ook moge- lijke kosten in kaart te brengen van het aantrekken van nieuwe internationale bedrijven in de stad Indiener(s), E.C. IJmker
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 82 Ingekomen onder Al Ingekomen op woensdag 22 januari 2020 Behandeld op donderdag 23 januari 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake de Agenda Autoluw (onderzoek algehele 30 km/u- zone binnen de ring A10 (Noord uitgezonderd) als alternatief voor ‘knips’) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Agenda Autoluw ‘Amsterdam maakt ruimte’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 31). Constaterende dat: — het college de ambitie heeft om de stad autoluw te maken; — een autoluwe stad meer leefbaarheid, rust en schone lucht moet creëren voor alle Amsterdammers; — het College voornemens is 'knips' in te zetten om de stad autoluw te maken; — 'Knips' doorgaans leiden tot waterbed-effecten en dus problemen verplaatsen naar andere buurten. Overwegende dat: — het creëren van waterbed-effecten onwenselijk is omdat de rust en schone lucht van de één niet ten koste mogen gaan van de rust en schone lucht van de ander; — het wenselijk is op alle plekken in de stad extra leefbaarheid, rust en schone lucht te realiseren; — een verlaging van de maximum snelheid naar 30 km/u een afschrikwekkende werking heeft op automobilisten; — een 30 km/u-zone zonder knips op zichzelf geen waterbed-effecten zal veroorzaken binnen de ring; — een 30 km/u-zone binnen de ring automobilisten zal stimuleren gebruik te maken van de Ring A10; — een de Zona de Traffico Limitato niet perse leidt tot minder doorgaand sluipverkeer omdat de Zona de Traffico Limitato in het huidige voorstel niet voor hoofdwegen geldt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken of een algehele 30 km/u-zone binnen de ring A10 (Amsterdam- Noord uitgesloten) kan leiden tot minder doorgaand sluipverkeer zonder dat er, zoals bij knips, waterbed-effecten worden gecreëerd. 1 Het lid van de gemeenteraad K.M. Kreuger 2
Motie
2
discard
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 mei 2021 Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening Portefevillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Afdoening moties 183_21, 187 21, 188 _21,189 21, 190 21, 198 21, 199_21, 200 21, 201 21, 202 21, 224 21 Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 31-02-2021 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 23 (Kennisnemen en bespreken van het collegebesluit over de ontwerp- Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en het bijbehorend ontwerp-Omgevingseffectrapport. Nr. VN2021-000815) de een aantal moties aangenomen die betrekking hebben op de Omgevingsvisie. Deze moties zijn meegenomen bij de verwerking van de zienswijzen op de ontwerp- omgevingsvisie en de Nota van Beantwoording Zienswijzen. De door vw raad vastgestelde moties sluiten aan op ingebrachte zienswijzen van burgers, instellingen, overheden, bedrijven en andere belanghebbenden. De meeste moties en zienswijzen hebben betrekking op de vijf strategische keuzes en zijn overwegend ondersteunend van toon. Uit de moties en zienswijzen blijkt dat deze strategische keuzes en de daaraan gekoppelde waarden breed gesteund worden. De moties en veel zienswijzen bevatten ook kritische vragen, zorgen of ongenoegen. Dat is begrijpelijk, omdat de omgevingsvisie ruimte biedt aan groei en de grote transities van de stad. De leefomgeving van Amsterdam staat onder druk en verandert, net als in andere steden. Dat geeft ongemak, onzekerheden en ook botsende ruimteclaims. De omgevingsvisie kan de veranderingen en de spanningen niet wegnemen, maar biedt wel een richtinggevend kader om alles in goede banente leiden en er samen mee aan de slag te gaan. De oorzaak van veel ongemak ligt in het punt dat de som van alle doelen en ambities simpelweg niet past, met conflicterende ruimteclaims als gevolg: we willen de landschappen groen en rustig houden, maar sporters, recreanten en evenementen ook ruimte bieden. We willen de stad niet te vol maken, maar iedereen wel een woning bieden. We moeten de beperkte ruimte in de stad met meer mensen zien te delen. Keuzes worden de komende jaren scherper, we moeten eerlijk zijn in wat er niet (meer) kan. Uit veel zienswijzen blijkt dat mensen bezorgd zijn daarbij iets kwijt te raken. We hopen dat we die zorgen goed adresseren in de Nota van Beantwoording Zienswijzen. Samenvattend heeft het proces waarmee we samen met de stad deze omgevingsvisie hebben opgesteld, geleid tot breed begrip voor de uitdagingen waar we voor staan én tot draagvlak voor Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 2 van 5 de strategische keuzes over de manier waarop we die uitdagingen gaan oppakken. De aanpassingen n.a.v. de zienswijzen en moties hebben de omgevingsvisie verrijkt en evenwichtiger gemaakt. Daarnaast bieden de zienswijzen en moties ook waardevolle input voor het vervolg. Hieronder is per motie toegelicht hoe het college uitvoering geeft aan de betreffende motie. 183_21 Motie Kilig (Denk) waarin het college gevraagd wordt In de Omgevingsvisie over Amsterdam 2050 voldoende rekening te houden met de vraag naar begraafplaatsen voor onbepaalde tijd en dit als onderdeel op te nemen in de Omgevingsvisie over Amsterdam 2050. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt in de paragraaf Volkstuinen, begraafplaatsen, crematoria’ de intentie uitgesproken om voldoende rekening te houden met de vraag naar grafrust voor onbepaalde tijd. 187_21 Motie Ernsting (GroenLinks) en de Jager (D66) waarin het college gevraagd wordt burgerberaden inclusief en transparant op te zetten, zodat elke Amsterdammer die er voor wordt ingeloot er ook ten volle aan mee kan doen, onder andere door deze raden actief te begeleiden en toegang te geven tot ambtelijke ondersteuning. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt in het hoofdstuk 21.'Agenda Open Stadmaken’ het belang van burgerberaden benoemt en daarbij aangegeven dat deze inclusief en transparant worden opgezet. 188_21 Motie Ernsting (GroenLinks), De Jager (D66) en Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt bij verdichting van suburbane gebieden in te zetten op meer een verschuiving van mobiliteit naar fiets en (fijnmazig) OV en te streven naar meer functiemenging om zo een grotere spreiding en nabijheid van voorzieningen te stimuleren. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt in verschillende hoofdstukken ingezet op de verschuiving in de mobiliteit naar fiets en OV en naar het meer functiemenging met een spreiding en nabijheid van voorzieningen. Zo wordt in het hoofdstuk 3 ‘Amsterdam naar 2050’ het belang van nabijheid en verdichting van de stad in relatie tot de mobiliteitstransitie benoemd. In de paragraaf ‘Mobiliteit en ruimte! is de ambitie om te ontwikkelen op basis van nabijheid verder uitgewerkt. In de strategische keuzes voor een ‘Meerkernige ontwikkeling’, ‘Groeien binnen grenzen’ en ‘Duurzaam en gezond bewegen! is dit gedachtegoed verder vitgewerkt. En in hoofdstuk 7 ‘Ruimtelijk programmatisch kader’ is deze visie verder ruimtelijk vitgewerkt in een samenhangend fiets en openbaar vervoernetwerk met daaraan gekoppelde gemengde verstedelijking. In hoofdstuk 19 ‘Hoe we aan de stad werken’ is de ambitie benoemt om stevig te sturen op de samenhang tussen tijdige investeringen in openbaarvervoer en fietsverbindingen en grote ontwikkelingen. 189_21 Motie Ernsting (GroenLinks) en Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt de inrichtingsprincipes voor een autoluwe stad voor wat betreft de openbare ruimte verder extra te vergroenen met zowel structuurgroen als snippergroen, zodat iedereen in een groene omgeving kan wonen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 3 van 5 Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie zijn in het hoofdstuk ‘Vijf strategische keuzes! bij Rigoureus vergroenen’ meer voorbeelden gegeven van hoe vergroening op een innovatieve manier mogelijk is. In de paragraaf ‘Openbare ruimte’ zijn inrichtingsprincipes voor groen benoemd. Daarbij wordt, verwezen naar het Puccini Handboek Groen. 190_21 Motie De Jager (D66) en Naoum Néhme (VVD) waarin het college gevraagd wordt in de Omgevingsvisie te laten zien welke ruimte voor bedrijvigheid nodig is in de stad en in de regio en hoe regionale samenwerking/sturing helderheid gaat scheppen voor bedrijven. EN 202_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt in de Omgevingsvisie expliciet aandacht te geven aan behoud en stimulering van werkgelegenheid in de maakindustrie en productieve bedrijven in Amsterdam en regio. Daarbij aan te geven hoe dat vorm krijgt de komende jaren, onder andere in transformatielocaties. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt in het hoofdstuk 3./Amsterdam naar 2050’ de opgaven wat betreft werkgelegenheid in de maakindustrie en de productieve bedrijvigheid benoemd. In hoofdstuk 4.'Vijf strategische keuzes! is bij Meerkernige ontwikkeling’ is meer gelegd nadruk gelegd op het ontwikkelen van nieuwe gemengde kenniskwartieren en stationskwartieren. Bij ‘Groeien binnen grenzen’ wordt benoemt dat we ruimte voor stadverzorgende en productieve bedrijvigheid in de stad willen behouden. In hoofdstuk 5. ‘Metropoolregio’ is de inzet voor een meer evenwichtige ontwikkeling van de regio toegelicht en hoe daar op regionaal aan gewerkt wordt. Zo worden er per deelregio in de MRA kwalitatieve economische profielen opgesteld die helpen om de vestiging van bedrijven te laten aansluiten bij de eigen kracht en identiteit van de verschillende delen, en bij het complementair zijn aan elkaar. De kaart ‘Economische structuur’ geeft inzicht in de verschillende economische milieus in de stad en de daaraan gekoppelde opgaven. In de paragraaf ‘economie! is het ruimte bieden aan productie economie in de stad nadrukkelijker als ambitie benoemd. Daarbij wordt het deels nieuwe instrumentarium toegelicht, dat vitwerking geeft aan de Bedrijvenstrategie en er op gericht is om de ruimtevraag in stad en regio in goede banen te leiden. 198_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt het beheer van de bestaande stad en de ontwikkeling van de leefbaarheid een centralere rol te geven in de omgevingsvisie. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt veel aandacht besteed aan het beheer van de bestaand stad en aan de leefbaarheid. Zo wordt in Ha ‘Amsterdam in de wereld’ aandacht besteed aan de leefbaarheid die op sommige punten onder druk is komen te staan. Ook worden de opgaven ten aanzien van beheer en leefbaarheid van de bestaande stad benoemd in het hoofdstuk 3./Amsterdam naar 2050’. In hoofdstuk 4 worden de beheer en leefbaarheidsopgaven gekoppeld aan verschillende strategische keuzes Verdichten binnen grenzen’, ‘Rigoureus vergroenen’ en ‘Samen stadmaken’. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 4 van 5 199_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt te verkennen welke afspraken er mogelijk zijn om tot woningbouw programmeringsafspraken en betaalbaarheid te komen binnen de MRA. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In MRA-verband maakt het college zich in het portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen sterk voor het opschroeven van de woningbouwproductie en voor een groter aandeel van sociale- en middenhuur woningen. Ook in de Verstedelijkingsstrategie, waar Rijk en regio samen aan werken, is het een belangrijk onderwerp. Twee belangrijke onderdelen van het verstedelijkingsconcept zijn de polycentrische ontwikkeling van de regio, waarmee wordt bedoeld dat de verschillende kernen in de regio een hoog voorzieningenniveau verkrijgen en hun economisch potentieel maximaal benutten, en het tegengaan van ruimtelijke segregatie. Dit laatste is alleen mogelijk als elke gemeente bouwt voor lage en middeninkomens en de woningen in de bestaande voorraad ook betaalbaar blijven. Over dit laatste punt hebben we afspraken gemaakt met het Rijk in de Woondeal 200_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt een uitvoeringsstrategie en investeringsplan te ontwikkelen bij deze omgevingsvisie. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: De omgevingsvisie biedt een fasering op hoofdlijnen. Daarin geeft de gemeente per fase van tien jaar aan welke grote gebiedsontwikkelingen voorzien worden en welke investeringen in groen en infrastructuur daarbij horen. Verder gaat het college van B&W aan de slag met het opstellen van een uitvoeringsagenda die voor het einde van 2021 gereed moet zijn. Dit voornemen is ook opgenomen in de raadsvoordracht voor de vaststelling van de Omgevingsvisie. De Uitvoeringsagenda bevat voorstellen voor een optimale doorwerking van de Omgevingsvisie als kader voor beleid en projecten in de fysieke leefomgeving, via instrumentarium als een integraal stedelijk programma; integrale gebiedsprogramma'’s en de ontwikkeling van een Monitoringsplan voor de omgevingsvisie. Het integraal stedelijk programma ondersteunt integrale afwegingen op stedelijk niveau vanuit ruimtelijk, financieel en programmatisch perspectief en richt zich op de samenhang en fasering van investeringen en ruimtelijk-programmatische ontwikkeling. Daarnaast moet de vitvoeringsagenda zicht bieden op een concretisering en prioritering van de in de omgevingsvisie benoemde uitwerkingsopgaven en inzicht bieden in de financiële consequenties van de uitvoeringsagenda. 201_21 Motie Biemond (PvdA) waarin het college gevraagd wordt in de realisatie van de stedelijke bouwopgave een volgordelijkheid aan te brengen en te starten met realisatie van de bouwopgave waar het OV de verdichting kan dragen. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie is het principe van volgtijdelijkheid in het starten met realisatie van de bouwopgave gekoppeld aan de draagkracht van de OV- en fietsbereikbaarheid, benoemt in het hoofdstuk g. De indicatieve fasering op hoofdlijnen is daar ook op gebaseerd. Daarin is per fase van tien jaar aangegeven welke welke grote gebiedsontwikkelingen voorzien worden en welke Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 5 van 5 investeringen in groen en infrastructuur daarbij horen. In een nog op te stellen vitvoeringsagenda zal worden vitwerkt wat er nodig is om te sturen op deze volgtijdelijkheid in de praktijk. 224_21 Motie Boomsma (CDA) waarin het college gevraagd wordt om in de Omgevingsvisie als prominente doelstelling te verwerken om de schoonheid van de stad en omgeving te koesteren, beschermen, versterken en vergroten. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: In de omgevingsvisie wordt in een inleidende tekst ‘De schoonheid van Amsterdam’ de traditie van het streven naar schoonheid en kwaliteit als overkoepelende ambitie stevig neergezet. Het college beschouwt de moties hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, > re ij | OD Alu Cen - Ne en Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
5
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 683 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen op 1 juli 2015 Ingekomen onder P Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag verworpen Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw De Heer inzake de Voorjaarsnota 2015 (geen bezuiniging op Duinrakkers in 2016). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — De voorgenomen bezuinigingen op subsidies niet onderbouwd zijn aan de hand van het toetsingskader Subsidies; — De organisaties worden geconfronteerd met grote kortingen in 2016 zonder argumentatie en met grote gevolgen voor hun voortbestaan en/of effectief handelen; — De Raad en de maatschappelijke organisaties eerst inzicht moeten krijgen in de afwegingen van het college voordat zij eventueel kan instemmen met de bezuiniging op subsidies; — Door het ontbreken van een afwegingskader het onbehoorlijk bestuur is om de subsidies al in 2016 te korten. Besluit: 1. Uit de Voorjaarsnota 2015 op pagina 72, paragraaf 9.4 Bestuursopdracht subsidies de tekst: ‘De lijst is als bijlage bijgevoegd bij deze voorjaarsnota en bevat het bedrag en de fasering van de voorgenomen subsidievermindering. Deze lijst telt op tot € 25 miljoen in 2018. Bestuurscommissies zullen voor € 7,5 miljoen aan nieuwe subsidiekortingen doorvoeren. Met het schrappen van € 25 miljoen subsidies is de oorspronkelijke ingeboekte €30 miljoen grotendeels gehaald.” Te wijzigen in: ‘Een mogelijke lijst is als bijlage bijgevoegd bij deze voorjaarsnota en bevat het bedrag en de fasering van de voorgenomen subsidievermindering. Om een gedegen afweging te maken zal het college bij de begroting 2016 een definitieve lijst presenteren, waar een afgewogen oordeel op basis van het toetsingskader subsidies heeft plaatsgevonden. In 2016 zal niet bezuinigd worden op de subsidies van organisaties” 1 2. Uit de voorjaarsnota 2015 op pagina 167, Bijlage 5 Subsidies te schrappen: Subsidie |2016x&1 €33.840 3. Op pagina 79, onder 12.2 Begrotingswijziging Voorjaarsnota 2015, toe te voegen: ‘Als financiële dekking voor het afzien van de voorgestelde bezuiniging op de subsidies, heeft de raad besloten de, in de begroting 2015 aangekondigde, lastenverlichtingen op ondernemers deels terug te draaien (€ 6,42 miljoen. 4. Alle relevante passages en tabellen conform te wijzigen. Het lid van de gemeenteraad, A.C. de Heer 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 730 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen onder AV Ingekomen op donderdag 2 juli 2015 Behandeld op donderdag 2 juli 2015 Status aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake het Plan van scholen basisonderwijs 2016-2019 (faciliteer en ondersteun verdere groei en ontwikkeling van de vrije school in Noord). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Plan van scholen basisonderwijs 2016-2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 614); Overwegende dat: — ereen vrije school in Noord is gekomen onder het bestuur van Stichting openbaar onderwijs Noord (SOON); — er voor deze school een aanvraag is gedaan om opgenomen te worden in het Plan van scholen basisonderwijs 2016-2019 en deze aanvraag op basis van landelijke regelgeving is afgewezen; — er wel grote belangstelling voor deze school is en het dus wenselijk is dat de verdere groei en ontwikkeling van deze school door de gemeente wordt gefaciliteerd en ondersteund; — de wethouder heeft aangegeven in gesprek te gaan met de schoolbesturen over uitbreiding van vrije school onderwijs gezien de grote belangstelling daarvoor. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de schoolbesturen erop te blijven aandringen de verdere groei en (zelfstandige) ontwikkeling van de vrije school in Noord actief te ondersteunen en te faciliteren. Het lid van de gemeenteraad M.D. Shahsavari-Jansen 1
Motie
1
discard
Gemeente Bezoekadres Plein '40 '45 1 Amste rdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 2x Nieuwwest.amsterdam ‚nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 25 maart 2015 Decos nummer Onderwerp Lijnennetvisie 2018 Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 24 maart 2015 Besluit Stedelijk wethouder P. Litjens (Verkeer en Vervoer) per brief te informeren over het standpunt van stadsdeel Nieuw-West op de concept-Lijnennetvisie 2018 de heer H. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
train
VN2023-027169 Gemeenteraad Bestuurs- en x Gemeente RAAD managementadviserir Amsterdam Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Portefeuille Algemene Zaken Agendapunt af Datum besluit g januari 2024, college van B&W Onderwerp Instemmen met de benoeming leden Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Zuidoost, bestuursperiode 2022 - 2026 De gemeenteraad van Amsterdam besluit 1. Kennis te nemen van het adviezen van de bestuurscommissie stadsdeel Oost en de bestuurscommissie stadsdeel Zuidoost over de voorgedragen kandidaten tot leden van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Zuidoost; 2. Te benoemen voor de bestuursperiode 2022-2026 de volgende personen, Zeeger Ernsting, als lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Simion Blom, als lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Zuidoost. Wettelijke grondslag * Gemeentewet, artikel 83; de gemeenteraad, het college of de burgemeester kan bestuurscommissies instellen. * Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022, hoofdstuk 2, artikel 2; samenstelling en benoeming dagelijks bestuur stadsdelen. Bestuurlijke achtergrond Met ingang van 16 maart 2022 is het bestuurlijk stelsel gewijzigd. De stadsdeelcommissie krijgt een grotere stem in het lokale bestuur en de stadsdeelbesturen krijgen meer mogelijkheden om het lokale geluid vit de buurten te versterken. Het college heeft middels een adviesaanvraag een advies gevraagd aan de stadsdeelcommissie stadsdeel Oost over de voorgedragen kandidaat. Onderbouwing besluit Ad 1. Kennis te nemen van het adviezen van de bestuurscommissie stadsdeel Oost en de bestuurscommissie stadsdeel Zuidoost over de voorgedragen kandidaten tot leden van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en stadsdeel Zuidoost. Het college heeft de stadsdeelcommissies stadsdeel Oost en stadsdeel Zuidoost gevraagd een hoorzitting te organiseren waar de voorgedragen kandidaten aanwezig zijn en gehoord worden. Aan het einde van de hoorzittingen wordt gestemd over de adviesaanvraag. Dit gaat individueel en anoniem per kandidaat. De adviezen worden aan de gemeenteraad gestuurd. Het is de gemeenteraad die leden van het dagelijks bestuur benoemt. Ad. 2 Te benoemen voor de bestuursperiode 2022-2026 de volgende personen, Zeeger Ernsting, als lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Oost en Simion Blom, als lid van het Dagelijks Bestuur, stadsdeel Zuidoost. Op basis van het tweede en derde lid van artikel 2 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 te benoemen van de Zeeger Ernsting tot lid dagelijks bestuur, stadsdeel Gegenereerd: vl.13 1 VN2023-027169 % Gemeente Gemeenteraad Bestuurs- en % Amsterdam RAAD managementadviserir2€ Voordracht voor de raadsvergadering van 24 januari 2024 Oost, per 26 januari 2024, en Simion Blom tot lid dagelijks bestuur, stadsdeel Zuidoost, per 26 janvari 2024, onder voorbehoud van het overleggen van de VOG. J gg Tijdens de raadsvergadering liggen de volgende documenten per persoon ter inzage: Een curriculum vitae van de voorgedragen persoon (deze zal ook openbaar gemaakt worden, dus geen contactgegevens); « Een afschrift vit de basisadministratie waaruit blijkt dat betreffende persoon woonachtig is in Amsterdam; e Kopie geldig paspoort of identiteitskaart van de voorgedragen persoon; * Een overzicht van publieke functies en financiële belangen met de gemeente Amsterdam van de voorgedragen persoon. Financiële onderbouwing Overige toelichting nvt. Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding n.v.t. Welke stukken treft v aan [AD2024-0009:3 | Adviesaanvraag kandidaat DB-lid stadsdeel Zuidoost.docx (msw22) Adviesaanvraagformulier SDC Oost. pdf (pdf) CV kandidaat zonder adres kandidaat Oost.pdf (pdf) [AD2024-000922 | CV kandidaat zonder adres kandidaat Zuidoost. pdf (pdf) AD2023-096256 Gemeenteraad Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Bestuur- en Managementadvisering, Adriëtte Sneep, [email protected], 06-824,93495. Gegenereerd: vl.13 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 56 Publicatiedatum 27 januari 2016 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 20 januari 2016 Behandeld op woensdag 20 januari 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden voor winkels’ (afwegingskader voor een pilot). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden voor winkels’ van de leden Paternotte en Ruigrok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 14). — Overwegende dat: — met het initiatiefvoorstel ‘Flexibele openingstijden voor winkels’ de openingstijden voor winkeliers worden losgelaten; — ondernemers en het college aangeven dat hier risico's aan verbonden zijn; — het college aangeeft na een jaar de pilot te willen evalueren en de evaluatie te zien als een go-/no-go-moment; — hetcollege onvoldoende duidelijk maakt op basis waarvan een dergelijk besluit wordt genomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: voor de aanvang van de pilot een afwegingskader aan de raad te doen toekomen op basis waarvan het continueren van de pilot na een jaar wordt beoordeeld. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
E ee ne Er a mom tenen en EE en = - hensen en en EE ne e ge n as e d _ Ln Ee 5 EEE in ns Es annen enn Es, en en eten 7 5 7 en in en nen ze ee . B er Ee: Ee Er Nn ES nn Tr 5 5 nn ed EE ee en 5 TE KT n ES E zE n 5 Ze 7 ed Ten ER Ee 5 es Te De zer | ee en En 7 —_— en, n nnn nr: aats = — | Fe EE RE ze 5 EE in nn zen E Es en == AA en Ge zr en ns 5 DE = A) gg nn Te EE ER Een tm en ne en tE eN LEE WEES en el en 5 Á EE LEE EZ On Ve _ nn eZ za EPE EE Ke a DW NG Ae eN En ‘ — Î Ee Ee e en ee mn ee en mn ennn e Ed 5 5 EE za, Ee Sen , E £ kn ess glen En Re Di Ef en nn - En nd $ Me Dn: ne Nn B En =n, me EER 3 EE tn en Ee ee ze Rn EE en E DE ne = dn en Ed 5 WE el — TE = nen en — ne ee Sn had 5 1 RESETTEN EE ee à ged 7 ë md ER ef Kam Een, En Ee BK nn : en E eel en en et EE nk 3 En EES ee 5 d TEE a Ee te KE mr = en: En ER er EN ‘A nn en eeen EE ne - _ __ e = A Ee EE Lr a nn En Ei En nn EE. : re en za ne tk nie En ere SE DE : ë el à ee EL En == en Ee penn en me ni ns ER EEn EEE 3 Te Ze Ee En Ze EEN ien Ee De: En EK OH Î ZE zn É en: as Ee 5 Ee A EN ed == RE ET an AE En nn RE En rd Ee ee eem OO : 7 = PES en - hens Nn a ntm te and enn mn omne enn Fn De = = pe === mn ee EF nn 7 Deman ennen En ae gm en a eer Inhoud Inleiding 3 Samenvatting 4 Infographic 5 Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam Amsterdam 6 Jeugdgezondheidszorg Opvoed- en opgroeiondersteuning OKT Aanvullend preventief aanbod (FPAJ) Jeugdhulp OKT Specialistische jeugdhulp 11 Specialistische jeugdhulp op het Speciaal Onderwijs Toegang tot individuele jeugdhulpvoorzieningen Individuele jeugdhulpvoorzieingen, zorg in natuara Invididvele jeugdhulpvoorzieningen, persoonsgebonden budget Coördinatie en regie op gezinnen 16 Samen DOEN (Preventieve) jeugdbescherming en —reclassering OMPG-+-aanpak{/Doorbraakteam Bijlage 1 Wachttijden regionale specialistische jeugdhulp 20 Inleiding Achtergrond rapportage Het stimuleren van eigen Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet verantwoordelijkheid en de eigen kracht per 1 januari 2015 is de gemeente van jeugdigen en gezinnen is een rode verantwoordelijk voor het preventieve draad die door het hele jeugdstelsel heen jeugdbeleid, de specialistische jeugdhulp en loopt. de jeugdbescherming en jeugdreclassering. De halfjaarrapportage is een ingekorte In de bestuursrapportages jeugdstelsel versie van de jaarrapportage. Dit betekent Amsterdam rapporteert het college dat er in deze rapportage niet wordt ingaan tweemaal per jaar over de voortgang in het op het cliëntperspectief, een jeugdstelsel aan de gemeenteraad. gebiedsanalyse, een G4 vergelijking en de financiën (deze laatste wordt in de Voor u ligt de rapportage over de 1° helft najaarsnota gepresenteerd en toegelicht). 2020, waarin we uitvoeringscijfers presenteren over het afgelopen halfjaar. Hierbij maken we (waar mogelijk) de Samenvatting en Infographic vergelijking met het eerste halfjaar van 2018 en 2019. Zo ontstaat een beeld van Op de volgende pagina leest u de mogelijke trends. samenvatting van deze rapportage, met daarin de belangrijkste bevindingen en conclusies. In de daaropvolgende pagina is Opzet rapportage de Infographic “Jeugdstelsel Amsterdam in cijfers” weergegeven. Hierop staan de In deze rapportage behandelen we de belangrijkste cijfers over de uitvoering en uitvoering in het Amsterdamse jeugdstelsel prestaties van het Amsterdamse aan de hand van de volgende driedeling: jeugdstelsel visueel samengevat. 1 Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam (OKT) NB Definitieve cijfers over het eerste 2. Specialistische jeugdhulp halfjaar 2020 worden meegenomen in de 3. Coördinatie en regie op gezinnen jaarcijfers 2020 en verschijnen in de _ jaarrapportage 2020 (deze jaarrapportage Naast het gezamenlijke doel van het wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd). gezond en veilig opgroeien van jeugdigen, heeft elk onderdeel zijn eigen opgave. Met preventie en laagdrempelige jeugdhulp Bijlage vanuit het OKT in de wijk proberen we kleine problemen klein te houden. Met In de bijlage wordt gerapporteerd over het snelle en gerichte inzet van specialistische aantal jeugdigen met regionale jeugdhulp waar nodig, streven we naar specialistische jeugdhulp (per segment) en effectievere en efficiëntere hulp. Daar waar de wachttijden (per jeugdhulpaanbieder). de regie binnen het gezin ontbreekt of zwak is zetten we in op snelle signalering en extra ondersteuning, over de domeinen heen. Het eerste halfjaar van 2020 heeft voor een De grootste opgave van de komende tijd is belangrijk deel in het teken gestaan van de om de cliëntenstops en de soms lange bijzondere situatie die door de corona- wachttijden niet ten koste te laten gaan van maatregelen werd veroorzaakt. De kinderen die niet kunnen wachten. Hiervoor verschillende onderdelen van het blijft de speciale route van kracht. jeugdstelsel hebben zonder uitzondering te De groei van de specialistische jeugdhulp maken gekregen met een nieuwe en vlakt in de eerste helft van 2020 af t.o.v. uitzonderlijk situatie. Op het moment van voorgaande jaren. De oorzaak daarvoor is brit . tweeledig: het instellen van de schrijven van deze rapportage is het nog te normbudgetten en de coronacrisis. vroeg om de gevolgen van deze maatregelen in alle facetten goed te duiden. Preventie en jeugdhulp Ouder- en Coördinatie en regie Kindteam Het aantal gezinnen dat Samen DOEN . . . ondersteunt daalde afgelopen jaren, maar Het bereik van het preventieve aanbod is de daling zette in de eerste helft van 2020 nog steeds groot, in vergelijking met de ietd Dei . bleef andere onderdelen in het jeugdstelsel niet coor. ve Instroom van gezinnen Dee ’ ongeveer gelijk en de uitstroom daalde, De jeugdgezondheidzorg (JGZ) heeft in de maar minder dan afgelopen jaren. Door de eerste helft van 2020 bijna alle o- en 3- coronacrisis was het voor de professionals jarigen in Amsterdam bereikt. Het aantal van Samen DOEN moeilijker om casussen af digitale chats (onderdeel van zorg op maat), te sluiten. is sterk gestegen, onder andere als gevolg van de coronamaatregelen. Bij de gecertificeerde instellingen is een Bij de opvoed- en opgroeiondersteuning gang te brb onderzoe wordt nog of (O&O) is het bereik — zowel vanuit het OKT aar een verband Is met e ‚ als vanuit het aanvullend preventief aanbod coronamaatregelen waarbij ouders minder — in de eerste helft van 2020 vanwege de zelf hulp lijken te zoeken en er dus minder coronamaatregelen echter (sterk) gedaald. gezinnen bij de Gl worden aangemeld. Ook de instroom bij jeugdhulp geboden . door het OKT is gedaald. Het OKT heeft in De OMPG+ aanpak maakt nu onderdeel uit deze periode relatief veel kinderen zelf van het in ontwikkeling zijnde geholpen (90%) en relatief weinig kinderen doorbraakteam. Alle complexe en/of doorverwezen naar specialistische vastgelopen problematiek wordt nu door jeugdhulp. het nieuwe doorbraakteam opgepakt. Als gevolg hiervan zijn in de cijfers over het eerste halfjaar van 2020 ook huishoudens Specialistische jeugdhulp zonder minderjarige kinderen opgenomen. Om de beheersbaarheid van de kosten van de specialistische jeugdhulp verder te verbeteren is in 2020 het normbudget ingevoerd voor de jeugdhulpaanbieders die actief zijn in het aanbieden van hoog specialistische jeugdhulp. ® ee f Coördinatie Á Ü ij r en regie op gezinnen Á | _— Ì Eid J Ö jeugdhulp Eerste helft 2018 2019 _ mmm Á Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam G Ke jeugdigen (0-18 jarigen) MEENKEK 147.572 gezinnen 114.321 115.875 Coördinatie en regie op gezinnen Preventief Maatregel 2513 2.236 de dr 1.930 1762 © 2 © 252 289 48% 52% (Preventieve) jeugdbescherming 50% Samen DOEN en -reclassering Doorbraakteam/(O)MPG+* (uniek aantal gezinnen) (é-maands gemiddelde, aantal gezinnen) (uniek aantal huishoudens) Specialistische jeugdhulp 29% Pars MALE ELE X 202 2% PASO KEE a Pe dn Jeugdigen met wachttijd > 10 weken (eugdigen met ZIN; peildatum 30/06/2020) 38% MAA KCH ad ek alia Î AN et 16% Gecertificeerde instellingen 7% A MEE er 9.815 10.301 vb: 1.835 640 533 EEN 5 4% Veilig Thuis Specialistische jeugdhulp Individuele jeugdhulpvoorzieningen: Individuele jeugdhulp- Speciaal Onderwijs** 5% OA Ks Ke ZIN regionaal, IBO, LTA voorzieningen PGB (jeugdigen 184) (leugdigen 0-18) {uniek aantal jeugdigen 0-18+) mmm mm mm Toegangsroute naar de specialistische jeugdhulp (ZIN en PGB, nieuwe instroom) un Preventie en jeugdhulp Ouder- en Kindteam 1.747 2.365 2.306 Begeleiding n 8.826 @ ee 2 u 2.725 | A D- pn 9.691 10.463 8.587 Informatie zn en advies Ed 98,8% 99,3% 9.732 85,5% 90,0% Bereikpercentage Opvoed- en opgroeiondersteuning % Zelf doen jeugdgezondheidszorg Uiwoarhng door hat Ouder, an Kindteam on aanbleders Haugdigen die ee Re SEF Ouder- en Kindt ete zadel VE Lan peilde 5 eelde been: tend ahnet S } Jeugdhulp Ouder- en Kindteam 8 hed) Beet uniek aantal jeugdigen 0 -18+) * De cijfers over 2020 zijn niet 1 op 1 vvergelijkbaar met 2018/2019, omdat er in de cijfers vanaf 2020 ook casussen zitten van huishoudens zonder minderjarige kinderen. ** De cijfers hebben betrekking op hele schooljaren (2018/2019 en 2019/2020) Preventie en je vent! jeugdhulp OKT Een belangrijk doel van het Amsterdamse jeugdstelsel is het voorkomen van problemen en vroegtijdige inzet van ondersteuning en hulp, om zo (zwaardere) vormen van jeugdhulp te voorkomen. Verwoord in één van de vier transformatiedoelen: “Kleine problemen blijven klein”. Een centrale rol is hierin weggelegd voor de Ouder- en Kindteams (OKT) met jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, ouder- en kindadviseurs en jeugdpsychologen. De teams zijn met jeugdgezondheidszorg, informatie en advies, opvoed- en opgroeiondersteuning en jeugdhulp actief in de 22 me me gebieden, op alle scholen en bij huisartspraktijken. Naast het OKT wordt er vanuit de basisvoorzieningen jeugd (stadsdelen) en het aanvullend preventief aanbod (ook wel Flexibel Preventief Aanbod Jeugd genoemd) stevig ingezet op de preventie voor jeugdigen, ouders en gezinnen. Algemeen beeld Opgave Het bereik van het preventieve aanbod is groot in Binnen het preventie-veld is het creëren van vergelijking met de andere onderdelen in het jeugdstelsel. samenhang tussen de verschillende programma's in de Met preventief aanbod worden tenminste 22.500 gebieden en op de scholen van groot belang. Goede deelnemers bereikt en daarnaast heeft de samenwerking tussen alle partners (vanuit de sociale jeugdgezondheidszorg ruim 145.000 contactmomenten basis, het OKT (waaronder de JGZ) de scholen en het gehad.* Dit is passend bij het wijkgerichte en aanvullend aanbod) en het creëren van samenhang laagdrempelige karakter, en positief gezien de binnen het preventieve aanbod, versterkt de transformatieopgave. effectiviteit van de preventie. Preventie wordt breed De jeugdgezondheidszorg bereikte in de eerste helft van ingezet, maar met een focus op de meest kwetsbare 2020 bijna alle o-jarigen. Het totaal aantal groepen jeugdigen en hun ouders, contactmomenten van de jeugdgezondheidszorg De opgave voor het OKT is om gericht meer in te zetten (consulten en digitale chats) daalde, wat vooral te wijten is in de gebieden waar relatief veel kinderen en jongeren aan minder consulten. Het aantal chats nam juist sterk toe. in een kwetsbare positie wonen. In afstemming met het Gezien de coronamaatregelen is dat begrijpelijk. OKT en de stadsdelen wordt hiertoe ook het aanvullend Bij de opvoed- en opgroeiondersteuning (O&O) is het O&O aanbod ingezet. De resultaten zijn hb al zichtbaar; bereik, zowel vanuit het OKT als vanuit het aanvullend er worden In deze gebieden verhoudingsgewijs meer : : jeugdigen doorverwezen naar specialistische hulp, er preventief aanbod, in de eerste helft van 2020 (sterk) . ; gedaald, grotendeels vanwege de coronamaat-regelen. wordt relatief meer jeugdhulp geboden vanuit het OKT en er wordt meer aanvullend preventief O&O aanbod Het aantal jeugdigen dat jeugdhulp vanuit het OKT heeft uitgevoerd in deze gebieden. ontvangen is opnieuw gedaald. Dat is een trend die al langer zichtbaar al, al kan deze mogelijk ook worden . . toegeschreven aan de coronamaatregelen. Bereik JGZ, O&O aanbod* en preventieve jeugdhulp OKT Het deel van de jeugdigen met jeugdhulp dat geheel 18.000 120% 0&0 (OKT) binnen het OKT is ondersteund, is begin 2020 toegenomen 16.000 99,3% naar 90%. Dit betekent dat ‘slechts’ 10% van de jeugdigen veovoecomgeeveese 100% rn O&O naast OKT-hulp ook (duurdere) specialistische jeugdhulp 24-000 mn (aanvullend ontvangt. 12.000 90,0% 80% aanbod) ER Jeugdhulp *Er zijn een aantal kanttekeningen te maken bij de cijfers over 10.000 60% OKT preventie. Zo zijn bij dit type aanbod - vooral bij het aanbod opvoed- en 8.000 opgroeiondersteuning - vaak geen unieke aantallen deelnemers vevese JGZ o-jarigen bekend. Verder is de monitoring nog in ontwikkeling en worden de 6.000 40% preventieve activiteiten — zoals informatie en advies - van het OKT (met 4.000 uitzondering van trainingen/themabijeenkomsten) niet geregistreerd 20% mmm % Zelf doen (buiten het jaarlijkse dagboekjesonderzoek om). Bij het aanvullende 2000 8 O&O aanbod worden informatie en advies wel meegerekend. o 0% 1H2018 1H2019 1H 2020 —% bereik 0-18 * Geen unieke aantallen Jarigen (Amsterdam) De jeugdgezondheidszorg is een onderdeel van het Ouder- en Jeugd- Kindteam Amsterdam en wordt geboden vanuit de GGD Amsterdam " (voor kinderen van -9 maanden tot q ezo n d h e | d SZO rq 23 jaar) en de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (voor kinderen van — 9 maanden tot t jaar). Het basispakket jeugdgezondheidszorg wordt aan elk gezin en iedere jeugdige aangeboden, waarbij in de nieuwe ooo els LILA NKO ee ISES Ke Koo Meer zorg op maat zorg op maat voor gezinnen met ‚ ‚ _ RT enn De jeugdgezondheidzorg (JGZ) heeft in de eerste helft van 2020 bijna alle o- en 3-jarigen in Amsterdam bereikt. Het bereik onder o-jarigen lag op 99,3% (t.o.v. Ola AA ETNA er ALAS 98,8 % in dezelfde periode vorig jaar). Het bereik onder 3-jarigen is van 95% in Add de eerste helft van 2019 gedaald naar 92,9% en ligt daarmee onder de Kindteam vrijwel alle jeugdigen in streefnorm van 95%. de leeftijd van o tot 18 jaar. _ Jeugdigen kunnen op deze manier De dalende trend in deze leeftijdscategorie is al langer zichtbaar en komt goed worden gevolgd als het gaat doordat de JGZ de opdracht heeft om steeds meer zorg op maat te leveren. LARA ELK Ada ea KASA Dat betekent minder reguliere face-to-face-contactmomenten, meer WE Sn esdek outreachend werken en meer afstemming met ouders over contactmomenten. ls Sinds 2018 biedt het basispakket hiervoor ook meer ruimte voor jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen. Deze ontwikkeling is positief en hangt samen met Opvallend ontwikkelingen in het bredere jeugdstelsel en de focus op de meest kwetsbare jeugdigen en gezinnen. a A TTE TTA er EET ‚ jeugdgezondheidszorg is nog Het totaal aantal contactmomenten (consulten en chats) dat de JGZ in de eerste steeds hoog. helft van 2020 met jeugdigen en hun ouders had, is met 5,9% gedaald naar 145.058. Daarentegen heeft de JGZ veel extra corona-ondersteuning geleverd. DE NE van heidens MN ad De daling in contactmomenten wordt vooral veroorzaakt door minder fysieke Fela aak: aA GS EKO consulten. Het aantal digitale chats nam juist toe met 37,2% toe. Gezien de maar voor de 3-jarigen niet on en 7 (92,9%). coronamaatregelen is dit ook begrijpelijk. Daarnaast stijgt het aantal digitale é chats al jaren en past het in de trend van meer zorg op maat. Het aantal Deze daling in het bereik wordt contactmomenten dat de JGZ had met jeugdigen en hun ouders in de veroorzaakt doordat er meer zorg leeftijdscategorieën o-4 en 4-12 daalde licht. Het aantal contactmomenten met op maat wordt geleverd voor die jeugdigen in de leeftijd 12-18 en op het speciaal onderwijs steeg daarentegen. gezinnen waar meer problemen spelen. Dit zien we in de cijfers, in Momenteel ontwikkelt de JGZ nieuwe indicatoren waarmee het bereik van het bijvoorbeeld de stijging van het basispakket en zorg op maat beter gemonitord kunnen worden. Op deze aantal digitale chats, terug. manier kan de verschuiving van standaardconsulten naar zorg op maat cijfermatig beter inzichtelijk worden. Aantal consulten Aortale chats zorg op maat) Bereik jeugdigen onder zorg bij JGZ 160.000 100% 2 98% 140.000 a ia 96% mn 95,0% o-jarigen 120.900 Digitale chats (zorg op 94% nn 100.000 maat) 92% — 3-jarigen 80.000 m Consulten standaard 20% en zorg op maat 88% 60.000 86% Norm o- en 3- 40.000 84% jarigen 82% 20.000 80% o 1H 2018 1H 2019 1H 2020 1H 2018 1H 2019 1H 2020 Jeugdigen of ouders of die extra ea ondersteuning kunnen gebruiken, O&O Ouder- en kunnen terecht bij het aanbod e opvoed- en opgroeiondersteuning . d (O&O) van de Ouder- en Kindteams Ki n tea Ì Ì | (OKT). Het OKT geeft diverse trainingen. Deze trainingen gaan bijvoorbeeld in op zelfvertrouwen en identiteit voor kinderen en op sociale vaardigheden voor jongeren. Voor ouders zijn er ook diverse Iskes Daling bereik O&O door coronamaatregelen de verschillende cursussen Positief opvoeden Triple P. Er zijn in de eerste helft van 2020 747 jeugdigen en ouders bereikt met trainingen (421) en themabijeenkomsten (326).* Dit is 54% lager dan het bereik Ook worden themabijeenkomsten : gen (421) J : 326) 54 ag r , ne in de eerste helft van 2019 (1.620). Dit komt door de coronamaatregelen. Neenee ananda Afhankelijk van de ontwikkelingen kunnen misschien de trainingen voor het opvoed-en : . kinderen tot 12 jaar weer in groepsverband worden gegeven. Voor de opgroeiondersteuningsaanbod. ae : : . oudercomponent van deze trainingen is maatwerk vereist. Een ander aanbod, in meer digitale vormen, zal ook in de tweede helft van 2020 verder ingezet en doorontwikkeld worden. In 2019 was er juist een sterkte stijging te zien in het aantal deelnemers aan trainingen en bijeenkomsten. Dit was ook in lijn met de opdracht aan het OKT om meer te investeren in haar preventieve aanbod. Opvallend Door inzet van Opvoed- en Opgroeiondersteuning (O&O) worden kinderen en ZEE TEn ouders op een laagdrempelige en relatief goedkope manier ondersteund. Op , k , deze manier wordt bovendien getracht de inzet van (specialistische) jeugdhulp 54% minder jeugdigen en ouders , he te voorkomen. bereikt met trainingen/thema- bijeenkomsten en Ouders/verzorgers zijn nog steeds grootste groep deelnemers aan trainingen en informatie/advies door de bijeenkomsten, daarna volgen kinderen in de basisschoolleeftijd en jongeren op coronamaatregelen. het voortgezet onderwijs. Deze verdeling is vergelijkbaar met voorgaande jaren. De grootste groep deelnemers zijn ouders (66%), gevolgd door kinderen in de basisschoolleeftijd (27%) en jongeren op het voortgezet onderwijs (6%). * Dit is geen uniek aantal deelnemers. Bij dit type aanbod worden geen bijzondere persoonsgegevens gemonitord. Een deelnemer kan vaker voorkomen in de registraties als die heeft deelgenomen aan meer dan één activiteit. Ditzelfde geldt ook voor het aanvullend preventief aanbod (zie vlg. pagina). Aantal jeugdigen, ouders en gezinnen met Deelnemers naar doelgroep opvoed- en opgroeiondersteuning 1.800 1.600 1.400 B Kinderen 4-12 jaar 1.200 B Trainingen/cursussen 1.000 = Jongeren 12-18jaar 800 = Info/advies = Ouders/verzorgers 600 400 200 0 1H2018 aH2019 1H2020 Jeugdigen, ouders of gezinnen met ea verhoogde risico’s of beginnende O&O add NVU | lend problemen die extra ondersteuning e nodig hebben kunnen terecht bij het C aanvullend preventief aanbod aan preve ntief T opvoed- en opgroeiondersteuning. Dit aanbod bestaat uit informatie en aan bod advies, trainingen en cursussen en begeleiding en richt zich op zes thema’s: ouderschap en gezin, psychosociaal functioneren, risicojongeren, seksuele Binnen 6 thema’s is aanvullend preventief aanbod uitgevoerd in afstemming weerbaarheid, passende met het preventieve veld (OKT, jongerenwerk, jeugd en veiligheid partners, kinderdagopvang en scholen, kinderopvang etc). In de eerste helft van 2020 zijn hierbij 12.910 familiegroepsplan. kinderen, jongeren en ouders/ gezinnen bereikt. In de eerste helft 2019 was het Het aanbod is een aanvulling op het totaal bereik 14.933. We zien een daling van 14% die volledig te verklaren is door ere EN de Corona maatregelen vanaf maart, die maakten dat in eerste instantie al het basisvoorzieningen ievad. live’ contact werd ontmoedigd en groepsaanbod in de periode van maart tot gen jeug g # aan de zomer nauwelijks tot niet mogelijk was. Groepsaanbod in de vorm van Ook is er aanbod voor vrijwilligers trainingen en cursussen, informatie/voorlichtingsbijeenkomsten of en professionals gericht op groepsbegeleiding is met 30% gedaald ten opzichte van de eerste helft van deskundigheidsbevordering. 2019 en is daarmee de belangrijkste factor voor daling van het totaal bereik. Veel groepsaanbod wordt op de scholen van het PO en VO aangeboden. Eris extra inzet geweest op kwetsbare gezinnen tijdens de coronamaatregelen; ouders (uit o.a. de volwassen ggz) werden gecoached toen hun kinderen de hele dag thuis waren. Vanaf de coronamaatregelen hebben alle aanbieders met al AAS hun bestaande cliënten zorgvuldig contact onderhouden. Ouders werden De inzet van preventief groeps- gevraagd welke ondersteuning zij en hun kind/gezin nodig hadden. Waar aanbod op scholen en in de wijk mogelijk en gewenst werd het bestaande aanbod aangepast aangeboden; ONTNEMEN bijvoorbeeld van groepsaanbod naar individueel aanbod; van fysiek naar (deels) RENE digitaal of in kleinere groepen. Inventief hebben aanbieders gezocht naar een gedaald. Een deel van de cliënten vertaling van hun fysieke aanbod naar online aanbod. Men ontdekte de heeft alternatief aanbod gekre- meerwaarde van online aanbod. Sommigen konden zelfs hun bereik hierdoor gen. Niet alle cliënten wilden dit, vergroten. zij konden hier geen tijd en ruimte Voor de meeste interventies is echter wel gebleken dat fysieke ontmoeting voor vinden in de thuissituatie. noodzakelijk blijft om goede resultaten te bereiken. Alternatief aanbod kon niet PPR altijd opgevoerd worden in de monitor wat grotendeels de verklaring is voor de flexibel en creatief ingezet om totale daling van het bereik. jeugd en ouders in de coronatijd Er is aanzienlijk meer deskundigheidsbevordering vitgevoerd voor professionals zo goed als mogelijk van dienst te in vergelijking met de eerste helft van 2019. Deze was nu volledig digitaal. zijn. Deskundigheidsbevordering Thema’s waren seksuele weerbaarheid, inzet eigen netwerk en ggz- en voor professionals is aanzienlijk verslavingsproblematiek bij ouders. De stijging is te verklaren door een andere toegenomen. vorm van registratie en door het feit dat meer professionals tijd hadden voor digitale scholing. Aantal jeugdigen, ouders en gezinnen met Deelnemers ingedeeld naar individueel en opvoed- en opgroeiondersteuning (excl. groepsaanbod (excl. deskundigheidsbevordering) deskundigheidsbevordering) 16.000 16.000 14.000 14.000 2.365 12.000 1747 2.306 Begeleiding 2000 10.000 10-000 B Individueel aanbod 8.000 B Trainingen/ 8.000 Been 6.000 cursussen 6.000 Groepsaanbod 5.838 4.000 me Infof/advies 4.000 2.000 2.000 0 0 1H 2018 1H 2019 1H 2020 1H 2019 1H 2020 Het Ouder- en Kindteam voert naast ® ® jeugdgezondheidszorg, informatie Jeugd hu | p Ouder- mn mn en advies en opvoed- en opgroeiondersteuning, ook " (laagdrempelige) jeugdhulp uit. en Ki ndtea Mm Deze jeugdhulp wordt via één van de 24 teams (22 gebiedsteams, 1 team voor het voortgezet onderwijs en 1 team voor het middelbaar Ä | beroepsonderwijs) aangeboden en wordt uitgevoerd door een ouder- en kindadviseur en/of een jeugdpsycholoog. Lagere instroom, maar hoog en stijgend percentage zelf doen Waar nodig wordt tijdig de In de eerste helft van 2020 hebben 8.826 kinderen, jongeren en ouders ondersteuning vanuit de aanpak jeugdhulp vanuit het Ouder- en Kindteam (OKT) ontvangen. Hiervan zijn er Samen DOEN, (hoog)specialistische 7.023 tussen 0-18 jaar oud én woonachtig in Amsterdam (79,6% van het totaal). dede In dezelfde periode vorig jaar lag het bereik op 9.310. Dit betekent - in navolging eeb SAN van eerdere jaren - een daling ten opzichte van het voorgaande jaar, in dit geval ee AeRAesleen van 5% ten opzichte van de eerste helft van 2019. Deze dalende trend is al langer zichtbaar en de rol van de coronamaatregelen is hierbij dus lastig aan te geven. In de eerste helft van 2020 werd voor 2.333 cliënten (nieuwe cliënten en heropende dossiers) een jeugdhulptraject opgestart. De instroom is met 26% afgenomen t.o.v. de eerste helft van 2019. Dit komt vrijwel geheel doordat er NET ENT minder nieuwe cliënten zijn ingestroomd vanwege de coronamaatregelen. EEN EN Het deel jeugdigen dat geheel binnen het OKT is ondersteund, zonder PRE EEE ODE verwijzing naar de specialistische jeugdhulp, lag in de eerste helft van 2018 en TONEEL 2019 net boven de 85%.” In 2020 steeg dit percentage naar 90%. De streefnorm DEE van 80% wordt dus ruim gehaald. In principe is dit ook de opdracht aan het OKT, maar het hoge percentage in de eerste helft van 2020, heeft ook te maken EEL met de coronacrisis en de cliëntenstops bij specialistische jeugdhulpaanbieders. vergelijking met vorig jaar. Daardoor konden kinderen soms niet doorverwezen worden. Het overgrote deel van deze 8.826 jeugdigen is tussen de 4-12 jaar oud (45%). Daarna volgen jongeren in de leeftijd 12-17 jaar * Het OKT hanteert per 2019 een andere (meer accurate) definitie voor ‘zelf doen’. Belangrijkste (30%) en 18+ jongeren (16%). Dit is aanpassing is dat wordt gekeken naar wat er in de rapportageperiode heeft plaatsgevonden aan vergelijkbaar met vorig jaar. zelf doen versus inzet specialistische jeugdhulp, en niet wordt teruggekeken naar wat hierop in voorgaande jaren bij de betreffende jeugdigen is ingezet. Door de jaren heen stijgt het percentage jeugdigen dat door het OKT gzelf wordt geholpen. Aantal jeugdigen met jeugdhulp Ouder- en Jeugdhulp naar leeftijd (2H 2020) Kindteam en bereik % Amsterdamse 0-18 jarigen , 10,0% Totaal aantal 40.000 j 273 230 ong F 90% unieke cliënten 2,153 1.782 8,0% B otot 4 jaar 8.000 2803 | 5,0% Jeugdigen 18+ of 6,0% woonachtig B 4 tot 12 jaar 6.000 ' buiten An teen 5,0% Amsterdam m2 tot 18 jaar 0% mmm Jeugdigen 0-18 4-000 3,0% jaar en 18+ ' woonachtig in 2.000 2,0% Amsterdam m Onbekend 1,0% vroren % bereik onder Amsterdamse o- ° 0,0% 18 jarigen 1H2018 1H2019 1H2020 Specialistische je pecialistische jeugdhulp Wanneer meer intensieve of specialistische ondersteuning of behandeling nodig is dan het Ouder- en Kindteam, Samen DOEN of het aanvullende $ preventief aanbod kan bieden, wordt specialistische jeugdhulp ingezet. Met uitzondering van het SJSO (zie volgende pagina) is de specialistische jeugdhulp niet vrij toegankelijk (we spreken dan van individuele jeugdhulpvoorzieningen). De toegang kan via verschillende routes verlopen, zoals het OKT, Samen DOEN, huisartsen, medisch specialisten en gecertificeerde instellingen. Sa \ Meestal worden individuele jeugdhulpvoorzieningen geboden door en gecontracteerde jeugdhulpaanbieders (we spreken dan van zorg in natura). Een kleine groep ouders kiest voor een persoonsgebonden budget, waarmee zij zelf de inzet van specialistische jeugdhulp regelen. Algemeen beeld Opgave De meeste jeugdigen ontvangen jeugdhulp in natura De grootste opgave van de komende tijd is om de van regionaal gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. In cliëntenstops en de soms lange wachttijden niet ten vergelijking met de 1° helft 2019 is het aantal jeugdigen koste te laten gaan van kinderen die niet kunnen dat deze hulp ontvangt toegenomen met 5%. wachten. Hiervoor blijft de speciale route van kracht. Vanwege het instellen van budgetplafonds om zo De nieuwe contractering 2021 — 2026 van de binnen het jeugdbudget te blijven heeft een aantal specialistische jeugdhulp is in volle gang waarbij de aanbieders een cliëntenstop ingesteld. Voor jeugdigen doorontwikkeling van het stelsel in transformatie en voor wie wachten op hulp onaanvaardbaar is wordt via beheersbaarheid van de kosten centraal staat. Het een speciale route hulp gefinancierd en ingezet. opbouwen van partnerschap en een nieuwe manier van Door de coronamaatregelenis een lichte daling (-9%) bekostiging en sturing op het stelsel is daarom focus in Os de tweede helft van 2020. te zien in het totaal aantal kinderen met een intensief ondersteuningstraject binnen de Specialistische Jeugdhulp op het Speciaal Onderwijs. Ondanks de schoolsluiting vanwege de coronacrisis, geven schoolbesturen aan dat zij beter zicht hebben gehad op leerlingen in een kwetsbare positie doordat het SJSO onderdeel vitmaakt van het zorgteam van de Berei . . ereik specialistische jeugdhulp (aantal school en veel van deze kinderen al in beeld waren bij ievadigen) de SJSO-medewerkers. Jevgerg . . 14.000 Het aantal pgb-cliënten lag in de eerste helft van 2020 lager. Net als in voorgaande jaren, daalde het aantal _ jeugdigen met een pgb in de eerste helft van 2020. Er 12000 Landelijk aanbod maakten in deze periode 497 jeugdigen gebruik van een pgb, ten opzichte van 533 in dezelfde periode vorig 10.000 Individuele jaar. betalingsovereenkom 8.000 sten Regionale inkoop 6.000 4.000 PGB 2000 Hm msJsO ä iehelft zehelft zehelft 2018 2019 2020 Leerlingen op het speciaal onderwijs hebben naast speciale onderwijs- . . . ondersteuning, vaak ook S | t h specialistische jeugdhulp nodig. PECla IS ISC e Om deze jeugdhulp eenvoudig, o 1 school, te en en J e U q d h U | p O p h et gemeente vanaf 2018 een belangrijk . deel van deze jeugdhulp als S | algemene voorziening op de pEeClaa locaties voor Speciaal Onderwijs .. (inclusief speciaal basisonderwijs en O n d e rW IJ S praktijkonderwijs) georganiseerd. Er is voor deze hulp dus geen formeel Cijfers bereik SJSO toegangsbesluit nodig. nn Gedurende schooljaar 2019/2020 hebben 1670 leerlingen een intensief ee Kd ke aloe hs ondersteuningstraject gehad op een van de locaties in het Speciaal Onderwijs. ek en hi In vergelijking met schooljaar 2018/2019 is het totaal aantal leerlingen wat death ae bereikt is met de aanpak 5JSO gedaald met 9 procent. Deze daling is het gevolg hulpverleners op de locaties hebben van de Coronacrisis: scholen waren lange tijd gesloten en leerlingen die in zorg pverteners op f on: Sen RET waren werden intensiever begeleid inde thuissituatie als gevolg van Corona. De linker grafiek laat zien dat de instroom van leerlingen in zorg vanaf april 2020 Met ingang van schooljaar 2021- terugloopt. Ook is het aantal plaatsingen op het Speciaal Onderwijs vanaf die A ER AK maand verminderd, wat van invloed is geweest op het bereik van SJSO. NB. A de Kortdurende interventies en consult- en adviesgesprekken hoeven instellingen niet te rapporteren om de administratieve lasten te beperken. AS Tegelijkertijd laat het aantal kinderen in SJSO-zorg dat woonachtig is buiten Door de coronamaatregelen is er Amsterdam een kleine groei zien (2018/2019: 347 kinderen; 2019/2020: 370 een lichte daling (-9%)te zien in kinderen). Dit voorjaar hebben de regio gemeenten en de gemeente het totaal aantal kinderen met een Amsterdam/Diemen besloten om te stoppen met de voorfinanciering vanuit de intensief ondersteuningstraject. gemeente Amsterdam per 1 janvari 2021. Dit moment valt samen met de " invoering van de nieuwe inkoop SJH, waar het SJSO vanaf augustus 21 Soames so eld Emese onderdeel van vitmaakt De regio blijft luiten bij d bied het RNN g jft aans uiten bij de aanbieders van he TEENS SJSO om zo de integratie zorg/onderwijs te behouden maar geven zelf een na NEN enn beschikking (SPIC) af voor deze leerlingen. Hiermee komt er een einde aan een een kwetsbare positie doordat het ingewikkelde afrekening met de regio voor de inzet per kind, wat gebruikt heeft SJSO onderdeel vitmaakt van het gemaakt van het 5JSO. AKG Ke ee Ade Cijfers gebruik regionale jeugdhulp op het SO deze kinderen al in beeld waren bij LRT NET TEN De gemiddelde SPIC-prijs laat na een forse daling gedurende schooljaar j 2018/2019 een lichte stijging zien in de eerste helft van 2020. Waar in eerdere wdd dh akk 7 maanden fluctuaties te zien zijn in het aantal kinderen met ZIN, stabiliseert het hank orndnakkeke aantal kinderen in zorg vanaf de eerste maanden van 2020. Dit is mogelijk toe te manier aandacht besteed aan gt jn . ROME schrijven aan het effect wat de coronacrisis heeft gehad op de uitstroomcijfers, MEETER Ook is het aantal kinderen op het Speciaal Onderwijs licht gegroeid. 1600 Totaal aantal SJSO-leerlingen in zorg per maand 1.800 Gebruik regionale jeugdhulp op het SO €25.000 1400 1.600 1200 1.400 EEL D- €20.000 1000 1.200 di 800 1.000 €15.000 600 | 800 €10.000 400 600 200 | | 400 €5.000 o UND! VUE „ 200 slelslalzlagjs els gesielsjesielsels) © eo aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul 2018 2019 2020 mmm Totaal aantal JSO leerlingen in zorg mmm Leerlingen met ZIN 2018-2019 === Leerlingen met ZIN 2019-2020 waarvan gestart met zorg mmm Gem. kosten traject 2018-2019 Gem. kosten traject 2019-2020 Niet alle jeugdhulpvoorzieningen ED zijn vrij toegankelijk. De toegang tot Toega ng Gn de ‘individuele jeugdhulpvoor- zieningen’ loopt via de lokale teams " . ED (Ouder-en vang Samen tot de individuele GN DOEN), de medische verwijzers (huisartsen en medisch je d h | specialisten), of de gecertificeerde J e U q U p 7 instellingen. = = In bijzondere gevallen verloopt de Voo rZ I e n l n q e n toegang via Veilig Thuis (alleen bij crisis) of de basisscholen (bij (vermoeden van) ernstige enkelvoudige dyslexie). Het aandeel verwijzingen van het OKT naar specialistische jeugdhulp is opnieuw gedaald van 27% in de eerste helft van 2019 naar 21% in de eerste doken hari delhi rek helft van 2020. Dit is conform de opdracht aan het OKT en heeft een nauwe Ca hts relatie met het hogere percentage jeugdigen dat door het OKT zelf wordt College met in achtneming van de Verordening en nadere regels Zorg geholpen. voor de Jeugd Amsterdam. Medische En . . . PME TTT Het aantal verwijzingen vanuit de Gecertificeerde Instellingen (GI) is na een HENNEN RETE Ne: stijging van 2019 t.o.v. 2018 in het eerste halfjaar van 2020 gedaald, zowel in aangewezen als wettelijke aantal als in percentage. 16% van de verwijzingen kwam in de het eerste helft VEN IATEN van 2020 van de Gl, wat overeenkomt met goo hulptrajecten voor kinderen. De afname is in lijn met de afname van het aantal gezinnen bij de Gl. AT Het aantal verwijzingen door huisartsen is in de eerste helft van 2020 gestegen ten opzichte van de eerste helft van 2019. in de maanden april en LEE U IKL AOL OR LLS mei was er een daling te zien vanwege de coronamaatregelen. De totaal aantal verwijzingen daalde verwijzingen betroffen vooral segment B, de lichtere vormen van jeugdhulp. in de eerste helft van 2020 naar 21% (in vergelijking met 27% in de Het aandeel in afgegeven beschikkingen voor de dyslexiezorg is percentueel nbaaakheldhdne E ie afgenomen t.o.v. de eerste helft 2019. Het aantal afgegeven beschikkingen celanels deu ElELasjar is echter nagenoeg gelijk gebleven. Door het sluiten van de basisscholen Sudden Lv.m. de coronamaatregelen kon in april, mei en juni vaak geen extra Het aandeel verwijzingen van ondersteuning worden geboden aan leerlingen met een sterk vermoeden Samen DOEN was in de eerste van dyslexie, wat de dossieropbouw en doorverwijzing belemmerde. Een ACEA PACA tijdelijke aanpassing van de toegangsvoorwaarden in het landelijk ela KL: ede ke Dyslexieprotocol in juni heeft dit knelpunt ondervangen waardoor er in zijn EAI LIS geheel gezien een gangbaar aantal beschikkingen is afgegeven. 1e helft 2020, naar aantal jeugdigen Aantal verwezen jeugdigen (naar afgiftedatum) 15 Arts 400 2 — Gecertificeerde ee Kindteams 300 instelling ph 7 250 mmm OKT (incl Ied 150 —_— Overig 100 FÜlSarts en 50 == Samen DOEN Alen o OO specialist & HP ®C School Ka ‚ Ka st S Ka Voor de uitvoering van de . individuele jeugdhulpvoorzien- Ind vid vele ingen zorg in natura heeft de gemeente Amsterdam een groot " aantal jeugdhulpaanbieders jeugd hu | p- gecontracteerd. . . Het gaat om 36 instellingen die VOO rzIeningen (hoog)specialistische jeugdhulp (segment B en C) bieden en een " en aantal kleinere instellingen, ZO rQ l n n atu ra groepspraktijken en ZZP-ers die specialistische jeugdhulp (segment eten Om de beheersbaarheid van de kosten van de specialistische jeugdhulp verder IJ te verbeteren is in 2020 het normbudget ingevoerd voor de In anas bant Mid in jeugdhulpaanbieders die actief zijn in segment C. Behoudens uitzonderlijke Ede A A ke itvaties mag de aanbieder in 2020 niet meer jeugdhulp bieden dan vooraf is die vitgevoerd wordt door niet 2! 9 en: : Jeng Pp ET overeengekomen. Dit leidt ertoe dat in de eerste helft van 2020 een aantal ENNE aanbieders een cliëntenstop hebben ingevoerd. Op 1 juli 2020 hadden 13 van de betalingsovereenkomsten = IBO) en 33 aanbieders een stop op instroom van nieuwe cliënten. Het perspectief is dat ETA Etn IRT in de tweede helft van 2020 dit aantal gaat toenemen. Het aantal jeugdigen in kader van de landelijke zorg stijgt t.o.v. de eerste helft van 2019 met ongeveer 5%. Deze stijging komt raamcontracten (afgesloten door de in z'n geheel voor rekening van het B segment (16%) waarvoor geen VNG). normbudget is ingevoerd. Omdat er geen sprake is van groei in het C segment lijkt het normbudget voor dit segment effectief te zijn. Naast deze toename zien we ook een toename van het aantal jeugdigen met een toewijzing voor niet TN ingekocht aanbod (via een individuele betalingsovereenkomst, een IBO). Dit betreft met name verblijf vanuit straf- of civielrechtelijk kader, verlengde Vanaf 2020 zijn er normbudgetten jeugdhulp en crisissituaties. De in gecontracteerde partijen hebben hiervoor ingevoerd voor de specialistische onvoldoende aanbod. jeugdhulp in segment C. Eris geen IGE Naked lake Tijdens de Coronacrisis hebben aanbieders snel en creatief de jeugdhulp De groei van de specialistische maximaal voortgezet. Zij verdienen hiervoor een groot compliment. Het aantal jeugdhulp van 5 % doet zich voor in verwijzingen door huisartsen is tijdelijk wat afgenomen. Aanbieders hebben het B segment. deze periode gebruikt om zorg te gaan leveren aan jeugdigen die wachten op hulp, wat een tijdelijk positief effect heeft. Door het instellen van budgetplafonds zullen jeugdigen soms op jeugdhulp moeten wachten. Voor die TEER asl situaties waarin dat tot onverantwoorde risico's leidt wordt altijd hulp geboden. verwijzingen voor niet ingekocht Vele gelijktijdige ontwikkelingen hebben een positieve of negatieve uitwerking aanbod. op de wachttijden voor jeugdigen. Dit betreft onder andere het ingestelde budgetplafond, de Coronacrisis, de sluiting van een locatie voor zeer complexe jeugdhulp in Hoenderloo en de inhoudelijke ontwikkeling naar wijkgericht werken. Hierdoor geven de wachttijdcijfers geen eenduidig beeld, al lijkt er netto sprake te zijn van een toename van wachttijd. Bereik specialistische jeugdhulp ZIN (aantal jeugdigen) Aantal jeugdigen in zorg naar segment 11.000 230 6% 10.500 197 233 Landelijk aanbod 10.000 187 177 Individuele 9.500 181 betalingsovereenkomsten = Regionale inkoop 9.000 8.500 zehelft2018 zehelft2o19g zehelft 2020 mSegmentB Segment C Segment D Sommige ouders kiezen ervoor om 5 ce de inzet van specialistische Ind vid vele jeugdhulp middels een persoonsgebonden budget (Pgb) te d h | financieren. Jeug U p- De toekenning van een Pgb loopt . . altijd via de Ouder- en Kindteams VOO rzIeningen Amsterdam (OKT). De uitbetaling van Pgb- P G B zorgverleners loopt via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit laatste Rake Ke ee Trend daling aantal cliënten houdt aan Net als in voorgaande jaren, daalde het aantal jeugdigen met een pgb in de eerste helft van 2020. Er maakten in deze periode 497 jeugdigen gebruik van een pgb, ten opzichte van 533 in dezelfde periode vorig jaar. Dit is een daling van 7%. Het grootste deel van de pgb's betreft net als voorgaande jaren de informele zorg: begeleiding geboden door het sociale netwerk (zoals ouders en familie). In sommige gevallen (41%) wordt naast een PGB ook zorg in natura geboden. Dit is ten opzichte van 2019 in 2020 stabiel gebleven. Het gaat bijvoorbeeld om gevallen waar naast professionele behandeling, er ondersteuning richting de jeugdige plaatsvindt vanuit het netwerk. In de eerste helft van 2020 zijn 213 nieuwe pgb'’s afgegeven door het OKT. Dit is minder dan de 243 in dezelfde periode vorig jaar. Het OKT verwees in de eerste elle helft van 2020 minder naar specialistische jeugdhulp. De daling bij ZIN is groter Trend van dalend aantal cliënten dan bij PGB. Voor PGB's is het OKT de enige instantie die deze toekent. AA hd Vanwege de gemeentelijke focus op kwetsbaarheid en gebiedsgericht werken, 41% van de jeugdigen met een is voor Pgb gekeken naar de verdeling van Pgb’s tussen de 22 Amsterdamse pgb, maakt daarnaast ook gebruik gebieden. van ZIN. In de eerste helft van het jaar 2020 maakte gemiddeld 0,34 procent van alle 0-17 Gebieden waar relatief veel jarigen gebruik van een Pgb. Als vervolgens wordt ingezoomd op de jeugdigen gebruik maken van een verschillende gebieden, dan komen de volgende gebieden naar voren als pgb zijn Osdorp, gebieden met relatief veel Pgb's: IJburg/Zeeburgereiland, 1. Osdorp (0,51 procent) Slotervaart en Indische 2. IJburg/Zeeburgereiland (0,49) buurt/Oostelijk Havengebied. 3. Slotervaart (0,48 procent) 4. Indische buurt/ Oostelijk Havengebied (0,47) Gebieden met relatief weinig Pgb's zijn Oud-Zuid (o,18) en Oud-Noord (0,22). De cijfers laten zien dat in gebied Osdorp (0,51%) drie keer zoveel gebruik van pgb’s wordt gemaakt als in gebied Oud-Zuid (0,17%). 800 Jeugdigen in Amsterdam met een Pgb Meeste en minste gebruik van PGB per gebied 700 640 osn >, 5 6 IJburg, Zeeburgere land LN 20 533 Slotervaart 497 500 Indische Buurt, OH-gebied DÚN 7 400 300 200 Oud-Oost EN 5,23% 100 Oud-Noord EN 22% Oud-Zuid MN o,/ú ° 1e helft 2018 1e helft 2019 1e helft 2020 0,0% 0,2% 0,4% 0,6% C nn d u t u u u Ouders zijn er verantwoordelijk voor dat hun kinderen opgroeien in een veilige en stimulerende thuissituatie. Zij zijn in regie, ook als jeugdhulp nodig is. Sommige gezinnen hebben extra ondersteuning nodig om de hulp te coördineren en regie te houden (of terug te krijgen). Deze ondersteuning wordt geboden door Samen DOEN en de gecertificeerde instellingen voor (preventieve) jeugdbescherming en —reclassering. Bij geëscaleerde problematiek en gestagneerde zorg rond (overlastgevende) multiprobleemgezinnen kan het doorbraakteam (in oprichting) worden ingezet. Algemeen beeld Opgave De 18 Samen DOEN-teams richten zich op huishoudens De ontwikkelde Samen Doen aanpak zal onderdeel met complexe problematiek op meerdere levensgebieden gaan vitmaken van de nieuwe buurtteams. De en bieden hen extra ondersteuning om de zorg te ontwikkelde expertise van de Samen DOEN teams coördineren en regie te houden (of terug te krijgen). voor de ondersteuning van gezinnen is voor de nieuwe 84% van alle huishoudens die in het afgelopen half jaar buurtteams belangrijk. zijn ondersteund door Samen DOEN betrof een Door kennis van de Gl en specialistische huishouden met kinderen (gezin). Dit is vergelijkbaar met jeugdhulpaanbieders te verbinden met de lokale teams dezelfde periode vorig jaar. De grootste groep gezinnen is de verwachting dat beter en sneller kan worden die samen DOEN ondersteunt komt vit Zuid-Oost (24%). vastgesteld welke jeugdhulp moet worden ingezet. Per 1 januari 2021 wordt Samen DOEN ingevlochten in het OKT en de nieuw op te richten Buurtteams. 70% van de medewerkers van Samen DOEN zal instromen in het OKT. De gecertificeerde instellingen (GI) hebben zich in het afgelopen halfjaar moeten aanpassen aan de lockdown situatie om hun werk te kunnen blijven vervullen. Zij Huishoudens met inzet vanuit Samen DOEN, hebben dat goed en gezamenlijk met de andere Gl (JBIJR) en doorbraakteam/OMPG(+) veiligheidspartijen opgepakt. Het aantal cliënten nam in het eerste halfjaar wat af, door minder instroom. De OMPG+ aanpak maakt inmiddels onderdeel vit van het 5000 EN doorbraakteam. Hier is een stijging te zien bij de uitvoering van het procesmanagement en de 289 consultaanvragen, deels voortkomend uit casuïstiek van 4000 re huishoudens zonder minderjarige kinderen (deze zitten in m Doorbraakteam / 2018/2019 niet in de cijfers opgenomen omdat dit niet de on (O)MPG+ doelgroep betreft van het OMPG-+ team). 2236 3000 ZE) m Jeugdbescherming en -reclassering 2000 hi Ela EE m Samen DOEN Hhzk 1000 hd 1762 oi Em Samen DOEN Hhmk (gezinnen) 0 1H2018 1H2019 1H2020 Sommige huishoudens hebbente maken met complexe problematiek S da Mm e n D O E N op meerdere levensgebieden en hebben daardoor extra ondersteuning nodig om de zorg te coördineren en regie te houden (of terug te krijgen). Deze ondersteuning wordt geboden door de 18 Samen DOEN-teams. De teams bieden zorgcoördinatie en IN ondersteunen huishoudens — zonder én met kinderen (gezinnen). Stabilisering van het aantal gezinnen dat wordt ondersteund door Samen In deze Bestuursrapportage DOEN jeugdstelsel Amsterdam ET TENTEN ARMEE Samen DOEN heeft in de eerste helft van 2020 2.072 huishoudens ondersteund. doelgroep gezinnen (huishoudens 1.743 van deze huishoudens had kinderen (84%). Het aantal gezinnen dat Pd ee Samen DOEN ondersteunt daalde afgelopen jaren, maar die daling zette in de eerste helft van 2020 niet door. De instroom van gezinnen (401) bleef ongeveer gelijk en de uitstroom (362) daalde, maar minder dan afgelopen jaren. Door de coronacrisis was het voor de professionals van Samen DOEN moeilijker om casussen af te sluiten. De grootste groep (24% van het totaal) van de gezinnen die ondersteund werden door Samen DOEN woont in Zuid-Oost. Dit is een lichte daling tov de eerste helft van 2019. De gemiddelde duur van de ondersteuning aan gezinnen was 22,4 maanden ebde (gemeten bij de uitgestroomde huishoudens in 15 helft 2020) . Dit is langer dan Het aantal gezinnen dat Samen de ondersteuning in de eerste helft van 2019 gemiddeld duurde (19,7 maanden). DOEN ondersteunt daalde Dit komt omdat Samen DOEN in 2019 proactief stuurde op het afsluiten van afgelopen jaren, maar stabiliseert casussen. Maar vanwege de coronacrisis kozen professionals er in de eerste in de eerste helft van 2020. helft van 2020 voor om casussen minder snel af te sluiten. In 84% van alle huishoudens die in De aanmeldingen van gezinnen voor Samen DOEN kwamen in de eerste helft Aere ETAT van 2020 van dezelfde organisaties als in voorgaande jaren, met name van ondersteund door Samen DOEN Gecertificeerde Instellingen (26%), Veilig Thuis (29%) en het Ouder- en ging het om een gezin. Kindteam Amsterdam (11%). De grootste groep gezinnen die Per 1 januari 2021 wordt Samen DOEN ingevlochten in het OKT en de nieuw op samen DOEN ondersteunt komt te richten Buurtteams. Op deze manier ontstaat een eenvoudiger stelsel. Alle uit Zuid-Oost (24%). Amsterdammers (met zowel enkelvoudige als meervoudige problematiek) kunnen vanaf dat moment terecht bij het BT of OKT. 70% Van de medewerkers van Samen DOEN zal instromen in het OKT en 30% in de Buurtteams. Vanaf 31 december 2020 houdt Samen DOEN op te bestaan. Bereik, in- en uitstroom (alle huishoudens) oo Bereik van gezinnen in de 7 stadsdelen 2.500 5,0% Huishoudens Lo 41 zonder kinderen 400 2.000 oe 5 4,0% Gezinnen 350 30306 2898 1.930 ’ 3 300 „2246 ud? 7 1.762 1.743 250 500 30% mmm | Stroom 200 IJ | 16557 150 1.000 2,0% 100 754 17% mmm Uitstroom 50 Ï | 3529 15e eee 175% o E En 500 hd 1,0% S Ë Ca we of È £ ® eeseee % Amsterdamse £ “ N S® & & : C © 4 os o 0,0% gezinnen met N 1H2018 z1H2019 1h2020 samen DOEN H1iH2019 Maih2020 De gecertificeerde instellingen voeren de rechterlijke maatregelen J e U q d be SC h e r= uit in het kader van het jeugdbeschermingsrecht " " (vastgelegd in het Burgerlijk m I ng en jeugd- Wetboek) en het Jeugdstrafrecht . (vastgelegd in het Wetboek | A reclassering En De gemeente is op grond van de Jeugdwet verantwoordelijk voor (de \ financiering van) de gecertificeerde 5 instellingen. Amsterdam heeft, in RETIE ERVEN Tat erniet Naast corona heeft het eerste halfjaar in het teken gestaan van een Rea tete EN NL eten bovenregionaal verbeterplan dat is opgesteld n.a.v. de inspectierapporten van n november 20919; oplossingen voor personeelsproblematiek (incl. agressie), AR leje Reel tekort aan specialistische jeugdhulp en keteninnovatie kreeg daarin veel bieden in Amsterdam ook aandacht preventieve jeugdbescherming. In dat geval voeren zij regie in een Twee van de innovaties die daarin zijn op genomen worden hieronder kort gezin zonder dat er een rechterlijke toegelicht. maatregel is. Dit gebeurt met Blijvend Veilig is de pilot in Amsterdam-Amstelland waarin wordt toegewerkt instemming van het gezin, dus in naar een effectieve Jeugdbescherming. Er is het afgelopen halfjaar hard vrijwillig kader. gewerkt aan casuïstiek en reflectie op de gebruikte methodieken. In mei kon een contourennota worden opgeleverd die belangrijke input is voor landelijke scenario’s. Sindsdien wordt een aantal onderdelen nu uitgetest, zoals bijvoorbeeld het zo veel mogelijk inpassen van de onderzoekstaak die de Raad voor de Kinderbescherming nu uitvoert in de nieuwe ontwikkelde geïntegreerde werkwijze. Gaandeweg ontstaat vanuit de deelnemende organisaties één team ade van specialisten op het terrein van veiligheid. In december volgt landelijke De preventieve jeugdbescherming besluitvorming; de ervaringen van Amsterdam-Amstelland spelen daarin een laat een sterke daling zien. pregnante rol. Inmiddels wordt de ontwikkelde werkwijze nu ook in 2 Onderzocht wordt nog of daar een stadsdelen uitgetest, ook in samenwerking met de wijkteams. Ingegeven door verband is met de praktijkervaring en nieuwe inzichten is ook beweging naar voren ingezet. Lokale coronamaatregelen waarbij teams en de gecertificeerde instellingen (die jeugdbescherming en -reclassering ouders minder zelf hulp lijken te bieden) oefenen samen in hoeverre lokale teams gezinnen kunnen bedienen zoeken en er dus minder gezinnen waarin onveiligheid speelt met ondersteuning en medewerking van de bij de Gl worden aangemeld. Het is veiligheidspartijen en wanneer daadwerkelijk overgedragen moet worden de vraag wat de komende periode overgedragen aan de Gl. elden Aes lsh Dit geeft voor de gezinnen meer continuiteit. Bovendien worden de AMIGA GAS a: mogelijkheden van OKT en buurtteam (bestaanszekerheden) en de GI khen Adele (veiligheid) optimaal ingezet. De Gl spelen een rol in de doorontwikkeling van te liggen, vanwege de toename het stelsel. van stressoren zoals schulden. Verdeling vrijwillig (preventief) versus gedwongen kader (aantal gezinnen, 6 maandsgemiddelde) 3.000 2.513 2.500 2.236 2.000 1.773 6 maandsgemiddelde 1.500 = Voogdijmaatregelen m Jeugdreclasseringsmaatregelen 1.000 B Ondertoezichtstellingen 500 . . m Preventieve jeugdbescherming 0 1H 2018 1H 2019 1h 2020 Het doorbraakteam richt zich op geëscaleerde problematiek en O M P G +/ gestagneerde zorg rond gezinnen en huishoudens zonder kinderen of met meerderjarige kinderen. De Doo rb rad ktea m aanpak is erop gefocust om stagnaties weg te nemen en de hulp opnieuw op gang te brengen. Het stedelijk opererende team werkt volgens de maatwerkmethode en levert consulatie voor professionals en procesmanagement voor OLE Ke APEL OMPG+ aanpak gaat samenwerken in het doorbraakteam regelt het de toegang voor intermediaire verhuur voor Het team dat de OMPG-+ aanpak uitvoert werkt sinds januari 2020 volledig in gezinnen die op geen enkele andere het in oprichting zijnde doorbraakteam. Met de verantwoordelijkheid voor de manier aan een passende woning gedecentraliseerde wetgeving (participatiewet, Wmo, Jeugdwet en eerder al komen en waarbij dit een schuldhulpverlening en de maatschappelijke opvang) heeft de gemeente de stagnerende factor voor de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden in handen gekregen om de zorg en MEN NNT EN dienstverlening voor Amsterdammers zo in samenhang te organiseren dat deze effectiever is voor Amsterdammers en de (zorg)kosten (op termijn) kunnen Vanuit de gestagneerde en verminderen. geëscaleerde problematiek Tena Te En TET Een goedwerkend (de-esca)leer mechanisme voor de meest complexe of signalen over de werking van het vastgelopen casuïstiek in het sociaal domein, inclusief wonen en in verbinding TTT Zerg met veiligheid, is belangrijk voor in het ontwikkelen van deze richting en het bereiken van bovenstaande ambitie. el AA Doordat het de OMPG+ aanpak nu werkt in het doorbraakteam zijn de cijfers ENEN EUN VTT EN ITA e van het doorbraakteam niet vergelijkbaar met die van de OMPG-+ aanpak van toegenomen in de eerste helft van de eerste helft 2019 (en eerder). Alle complexe en/of vastgelopen problematiek 2020. wordt nu door het nieuwe doorbraakteam opgepakt. Dit laat vooral een stijging j j zien bij de uitvoering van procesmanagement (+38%) en consultvragen (+47%). REAR aes Het totaal aantal casussen is in vergelijking met de eerste helft van 2019 met el EER Glad S A ele 39% gestegen. De thema’s ‘wonen’ en ‘meedenken over inzet van de meest seek kl ed passende hulp’ waren de onderwerpen die in consultvragen het meest aan bod domein naar 2 instroomkanaal. kwamen. De verklaring voor de toename van consultvragen is te herleiden naar Opvallend daarbij is de stijging van het feit dat zes verschillende instroomkanalen nu via het ene instroomkanaal het aantal consulten, dat kan een van het doorbraakteam gaan. Positief aan deze stijging kan zijn dat het positieve ontwikkeling zijn: het doorbraakteam eerder wordt geconsulteerd om escalaties en stagnatieste doorbraakteam wordt eerder voorkomen. keel: adel Ae ae eelekLe Bij de casussen waarbij procesmanagement werd ingezet werd het vaakst Alb gevraagd om het ‘uitzoeken en het inzetten van de best passende hulp’ te realiseren. Deze stijging is opnieuw opvallend, net als vorig jaar. De meeste aanmeldingen voor procesmanagement komen via de gecertificeerde instellingen, gemeentelijke diensten en Samen DOEN binnen. 50 Aantal huishoudens met inzet consultatie en procesmanagement Inde ze helft 2020 is er door het doorbraakteam voor 402 Totaal aantal unieke 400 huishoudens (met en zonder (minderjarige) kinderen) consult en gezinnen/huishoudens procesmanagement geboden. De cijfers zijn niet 1 op 1 vergelijkbaar 350 met 2019 en 2018, omdat de cijfers in deze periode betrekking hebben Procesmanagement OMPG 300 op enkel huishoudens met minderjarige kinderen. 402 250 mmm Procesmanagement MPG 289 200 mmm Procesmanagement 150 252 er bewonersovereenkomst MPG 100 5 149 mmm Consultvragen __N__ 50 8 Ee en 38 Er mmm Aanvragen woonurgentie 1H2018 1H2019 1H2020 VV nn nn Bijlage : Wachttijden A In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten is er vanaf 2019 voor gekozen om wachttijden niet langer apart uit te vragen, maar deze te monitoren op basis van het landelijke berichtenverkeer dat door alle aanbieders gebruikt wordt. Wachttijd is hierbij gedefinieerd als het aantal dagen tussen de ingangsdatum toewijzing (= datum aanmelding cliënt) en de startdatum zorg. In 2020 zijn cliëntenstop ingevoerd bij enkele aanbieders, dit heeft ook consequenties gehad voor de wachttijdregistratie. Segment B: specialistische jeugdhulp buiten 10 weken nn RMJ 27/8/19 RMJ 21/1/20 RMJ 30/6/20 15 5 5 3 1 o 3 ° o n 15 10 10 8 5 x 1 o 3 o 5 1 o 17 137 92 nn u. Bijlage: Wachttijden (vervolg) X Segment C: hoogspecialistische jeugdhulp buiten 10 weken nn RMJ 27/8/2019 RMJ 21/1/2020 RMJ 30/6/20 136 93 220
Onderzoeksrapport
21
train
Ker zak i ie wit de il | Se RA ED af OEE Pe 6 k FRA OE: Teen & Ek El Ag ma ER enn Tikes he mede kt rr ee Sf 5 Di RS EE eh tf gen em Ei | ô _% E/ LS emd Ti A FP ER: 3% rÁ B a en, mm EN / Kn En En oi Sn « í ' Kd Ke | en, in \ n . es GK d | Pa. \ P Pad 8 € } Ì 8 if l p in an à En CE Delft Committed to the Environment Raming Amsterdam Klimaatneutraal Effect van beleid op CO7-uitstoot (update 2022) Dit rapport is geschreven door: Sjoerd van der Niet, Nanda Naber, Frans Rooijers Delft, CE Delft, februari 2022 Publicatienummer: 22.200341.029 Gemeenten / Beleid / Beleidsmaatregelen / Kooldioxide / Reductie / Effecten / Gebouwde omgeving / Verkeer / Vervoer / Havens / Industrie Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Alle openbare publicaties van CE Delft zijn verkrijgbaar via www.ce.nl Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Sjoerd van der Niet (CE Delft) © copyright, CE Delft, Delft CE Delft Committed to the Environment CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving. Wij zijn toon- aangevend op het gebied van energie, transport en grondstoffen. Met onze kennis van techniek, beleid en economie helpen we overheden, ngo’s en bedrijven structurele veranderingen te realiseren. Al meer dan 40 jaar werken betrokken en kundige medewerkers bij CE Delft om dit waar te maken. 1 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Samenvatting 3 1 Inleiding 4 1.1 Vraagstelling 4 1.2 Methode 4 1.3 Leeswijzer 4 2 CO‚-uitstoot 2019 5 3 Gebouwde Omgeving 6 3.1 Beleid en ontwikkelingen 6 3.2 Uitkomsten 7 4 Mobiliteit 9 4.1 Beleid en ontwikkelingen 9 4,2 Uitkomsten 10 5 Haven en Industrie 11 5.1 Beleid en ontwikkelingen 11 5.2 Uitkomsten 12 6 Elektriciteit 13 6.1 Beleid en ontwikkelingen 13 6.2 Uitkomsten 14 7 Conclusie en discussie 15 7.1 Hoeveel reductie is geraamd voor de gemeente Amsterdam? 15 7.2 Wat zijn de kritische succesfactoren? 16 7.3 Welke ontwikkelingen zijn er verder te verwachten? 17 Literatuur 19 2 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Samenvatting Update raming Amsterdam Klimaatneutraal Voor u ligt een bijgestelde raming van de CO‚-emissies van Amsterdam ín 2030. Dit rapport is een actualisatie van de eerdere ramingen opgesteld in de afgelopen twee jaar. Het College heeft in 2018 afgesproken om in 2030 55% CO‚-reductie te realiseren ten opzichte van 1990. De vraag die we hier beantwoorden ís: in hoeverre zal de doelstelling worden gerealiseerd met reeds vastgesteld en voorgenomen beleid? In 2019 was de uitstoot 16% hoger dan in 1990 De raming voor 2030 is opgesteld op basis van de meest recente cijfers, uit 2019. De uitstoot van Amsterdam ín 2019 bedroeg 4.436 kton, wat 16% hoger ís dan in 1990. De geraamde reductie voor 2030 is 42% (12-58%) ten opzichte van 1990 Figuur 1 - Uitstoot in 1990 en 2019 en geraamde uitstoot in 2025 en 2030 (kton COz-eq.) 5.000 +16% +8% 4.000 2% -10% -12% 3.000 -42% 2.000 -58% 1990 2019 2025 2030 mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit mess Haven en Industrie mm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-55%) (Q- De raming voor 2030 komt uit op 2.200 kton aan emissies, oftewel 42% reductie ten opzichte van 1990, met een bandbreedte van 12 tot 58% reductie. In de raming is een schatting gemaakt van de effecten van autonome ontwikkelingen, vastgesteld en voor- genomen gemeentelijk beleid, en groei van de stad. De doelstelling van 55% reductie lijkt niet geheel te worden gehaald, tenzij alle ontwikkelingen gunstig uitpakken, alle voor- genomen beleid zo snel mogelijk vastgesteld wordt en de gemeente de instrumenten krijgt en effectief weet in te zetten voor succesvolle uitvoering. Dit wordt elk jaar meer urgent. De resultaten van de raming zijn gunstiger dan vorig jaar (nu 2.200 kton, toen 2.400 kton). Dit komt met name door een gunstigere emissiefactor voor elektriciteit in 2030 en het feit dat de emissies in 2019 al lager waren dan eerder ingeschat (toen 4.780 kton geschat, 4,436 kton werkelijk). 3 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q 1 Inleiding 1.1 _ Vraagstelling Het College heeft afgesproken om ín 2030 55% CO‚-reductie te realiseren (Gemeenteraad Amsterdam, 2018). Het gaat dan om emissies gekoppeld aan energiegebruik op Amsterdams grondgebied, en 1990 is het ijkjaar. In april 2020 is de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam. In deze Routekaart zijn de resultaten opgenomen van een raming van de CO‚-uitstoot in 2030. Er staat ook beschreven dat de gemeente voortaan eens per jaar een dergelijke doorrekening laat uitvoeren, wat is bekrachtigd door een motie van de gemeenteraad. Daarin ís ook gevraagd om een jaarlijkse doorrekening van 2025. Dit onderzoek geeft invulling aan de vraag om een jaarlijkse update. De centrale vraag is in hoeverre de reductiedoelstelling gerealiseerd zal worden in 2030. Daarbij is ook een raming voor 2025 opgenomen. 1.2 Methode De gehanteerde methode is gelijk aan vorige keren (CE Delft, 2020, CE Delft, 2021). De focus heeft gelegen op het actualiseren van de informatie waarmee de raming vorig jaar was opgesteld. Dit betekent dat Dienst OIS de uitstoot over 2019 heeft vastgesteld, CE Delft de invloed van autonome ontwikkelingen hierop heeft toegepast met de Klimaat- en Energieverkenning (hierna: KEV) (PBL, 2021a) als voornaamste bron, en heeft een inschatting gemaakt van de impact van gemeentelijk beleid. Het coalitieakkoord Rutte IV (VVD et al., 2021) is op punten aanleiding geweest voor aanvullingen. Gemeentelijk beleid opgenomen in de raming is geüpdatet aan de hand van een vragenlijst opgesteld door CE Delft en beantwoord door de gemeente. De raming is opgebouwd uit vier transitiepaden: Gebouwde Omgeving, Mobiliteit, Haven en Industrie, en Elektriciteit. Voor de raming maken we een realistische inschatting van het effect van vastgesteld en voorgenomen beleid. Daarnaast ís een bandbreedte berekend, door enerzijds uit te gaan van enkel vastgesteld beleid zonder voorgenomen beleid, en anderzijds van het maximale effect van zowel vastgesteld als voorgenomen beleid. Tot slot, we hanteren de eindgebruikersmethode. Dat wil zeggen dat we de uitstoot van elektri- citeits- en warmteproductie toerekenen aan de eindgebruikers met de algemene emissie- factoren voor het betreffende net. Bij elektriciteit is dat de landelijke emissiefactor zoals gerapporteerd in de KEV (PBL, 2021a). Het effect van lokale opwek is daarmee niet direct ín de uitstootcijfers terug te zien. 1.3 Leeswijzer In Hoofdstuk 2 bespreken we het vertrekpunt oftewel de emissies in 2019. In de Hoofd- stukken 3 tot en met 6 bespreken we achtereenvolgens de transitiepaden Gebouwde Omgeving, Mobiliteit, Haven en Industrie, en Elektriciteit. Het laatste bevat ook het elektriciteitsverbruik in de eerste drie andere sectoren. In Hoofdstuk 7 is het totaal weergegeven en bespreken we kritische succesfactoren. 4 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A © 2 COz-uitstoot 2019 Hoe staat het nu met de uitstoot? De meest recente emissiecijfers beslaan het jaar 2019, Uitstoot in 2019 nog 16% boven het niveau van 1990 In 2019 bedroegen de emissies 4.436 kton CO,-eq.' naar opgave van gemeente Amsterdam, Dienst OIS. In Tabel 1 zijn de emissies per transitiepad en per portefeuille weergegeven. Doelstelling is een COy-reductie van 55% in 2030 ten opzichte van 1990, en uiteindelijk klimaatneutraliteit. De uitstoot in 1990 ís geschat op 3.810 kton CO,-eq.; 55% reductie komt dus neer op de doelstelling om de uitstoot terug te brengen tot 1.710 kton in 2030. In 2019 was de uitstoot 16% hoger dan in 1990. Er ligt dus nog een grote opgave voor. De uitstoot was in 2019 wel circa 500 kton lager dan in 2018. Dit is een sterkere reductie dan verwacht, toen 4.780 kton was geschat voor 2019 (CE Delft, 2021), en betekent een gunstiger vertrekpunt voor de nieuwe raming voor 2030. De twee belangrijkste oorzaken voor de daling tussen 2018 en 2019 zijn de lagere emissiefactor voor elektriciteit (250 kton reductie) en het feit dat het AEB niet het gehele jaar vol heeft kunnen draaien (160 kton reductie). Andere oorzaken zijn gelegen in lagere uitstoot in de gebouwde omgeving en mobiliteit? Tabel 1 - Uitstoot subtotalen (kton COz-eq.) Categorie | 4990| _ 2019 Per transitiepad Per portefeuille 1_ Behalve koolstofdioxide zijn er ook andere broeikasgassen, met name methaan (CH4), lachgas (N20) en fluor- houdende verbindingen (HFK, PFK, SF). Hun bijdrage aan de opwarming van de aarde wordt uitgedrukt in CO2- equivalenten. 2 Voor broeikasgasemissies van wegverkeer binnen de bebouwde kom is nu gebruikgemaakt van een vervoermodel van TNO in plaats van de Emissieregistratie. 5 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 3 Gebouwde Omgeving Het transitiepad Gebouwde Omgeving behelst woningen, commerciële dienstverlening en publieke dienstverlening. We gaan hier in op het aardgasverbruik en warmtenetten. Elektriciteitsverbruik is opgenomen onder transitiepad Elektriciteit in Hoofdstuk 6. 3.1 Beleid en ontwikkelingen Transitievisie Warmte De Transitievisie Warmte geeft richting aan de overgang naar een aardgasvrij Amsterdam ín 2040 (Gemeente Amsterdam & Over Morgen, 2020). De bijdragen van de Warmtemotor, de Renovatiemotor en de Eigen-assetsmotor maken hier onderdeel van uit. De Transitievisie Warmte is ongewijzigd, zij het dat de doelstellingen zijn opgeschoven van de periode 2030- 2035 naar 2031-2036. Het aantal aardgasvrije woningen en andere gebouwen voorzien voor 2030 is daarom naar beneden bijgesteld: van 113.000 naar 102.000. Prestatieafspraken woningcorporaties Met woningcorporaties zijn de prestatieafspraken voor 2023 aangescherpt van 8% COj-reductie naar 9%. We corrigeren net als vorig jaar voor overlap met de Transitievisie Warmte. Autonome besparingen Particuliere woningeigenaren pakken hun woningen aan, bijvoorbeeld met extra isolatie of nieuwe beglazing. Dit zien we terug in de energielabels. Uit data over 2015 tot en met 2020 (Rijksoverheid, lopend-b) in combinatie met de correlatie tussen labels en verbruik (Boeschoten, 2018)leiden we een jaarlijkse besparing van 1,1% af (vorig jaar 1,2%). Een afnemend aantal graaddagen (KNMI, 2014). Een afnemend aantal graaddagen (KNMI, 2014, PBL, 2021a) zorgt voor een verdere reductie van de warmtevraag van circa 0,3% per jaar. Dit ís vrijwel gelijk aan vorig jaar, maar er is een bandbreedte omheen toegevoegd. Verduurzaming van de warmtenetten Het warmtenet wordt gevoed door het AEB en de Diemercentrale. Aan beide zijden zal verduurzaming plaatsvinden: bij het AEB gaat het om CO‚-afvang (zie Hoofdstuk 5), bij de Diemercentrale om inzet van biomassa en/of een e-boiler. Inzet van de Bio-energiecentrale (BEC) bij het AEB en restwarmtegebruik van datacenters zijn vooralsnog niet opgenomen ín de berekening. De gemiddelde emissiefactor van het warmtenet was 27 kg/GJ in 2019 (Vattenfall, 2020), tegen 30 kg/GJ in 2018. De emissiefactor voor 2030 komt eveneens lager uit, op 21 kg/GJ tegen 24 kg/GJ in de raming van vorig jaar. 6 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Groengas Bijmenging van groengas in het gasnet brengt de emissiefactor van alle gasverbruik omlaag. In navolging van de KEV 2021 gaan we uit van 1,3% in 2030. De emissiefactor zou daarmee dalen van 56,6 kg/GJ in 2019 naar 55,9 kg/GJ in 2030 (vorig jaar was gerekend met 56,4 kg/GJ in 2030). In de bandbreedte is rekening gehouden met de doelstellingen uit het coalitieakkoord Rutte IV over 20% bijmenging van groengas in de gebouwde omgeving (VVD et al., 2021). Dat zou de emissiefactor kunnen terugbrengen tot circa 48 ka/GJ in 2030, hoewel het wachten is op uitwerking van dit kabinetsplan om hier meer duidelijkheid over te krijgen. Minimaal label C voor kantoren Kantoren groter dan 100 m? dienen per 2023 minimaal energielabel C te hebben. Het effect hiervan is geschat op 8,1% reductie ten opzichte van 2019 (vorig jaar 8,8% ten opzichte van 2018, er zijn dus al enige stappen gezet in de energielabels). Voor 2030 zal de labeleis mogelijk worden verhoogd naar label A, wat ís opgenomen in de bandbreedte, gelijk aan de raming van vorig jaar. Ziekenhuizen Met het Amsterdam UMC lopen gesprekken over verduurzaming, maar concrete plannen waren voor deze doorrekening nog niet beschikbaar. We hebben daarom de Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed (TNO, 2019) aangehouden, net als vorig jaar. Groei van de stad De groei van het aantal woningen ís geüpdatet met de laatste cijfers van Dienst OIS (Gemeente Amsterdam, lopend): 441.500 in 2019, 472.500 în 2025 en 495.000 in 2030. Daarnaast ís een correctie doorgevoerd in de berekening van de warmtevraag van nieuw- bouw, waardoor de warmtevraag omhoog ís bijgesteld. Voor sloop en nieuwbouw van kantoren zijn geen wijzigingen aangenomen. 3.2 Uitkomsten Daling van emissies 21% (12-40%) in 2030 ten opzichte van 2019 De emissies van Gebouwde Omgeving bedroegen 1.208 kton in 2019. Voor 2030 ís 950 kton geraamd, met een bandbreedte van 730 tot 1.060 kton. In Tabel 2 zijn de resultaten weergegeven. De raming is licht positiever dan de raming van vorig jaar (970 kton). De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen (van 1.208 kton naar 1.050), deels uit gemeentelijk beleid (naar 930), waarna groei van de stad de uitstoot weer doet toenemen (naar 960 kton). Kabinetsbeleid voor bijmenging van groengas kan een belangrijke ontwikkeling vormen om de uitstoot van gebouwen die niet aardgasvrij zijn voor 2030 te reduceren. 7 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Tabel 2 - COz-uitstoot Gebouwde Omgeving (kton COz-eq. per jaar)* 2019 | 2025 | ______2030 | dienstverlening dienstverlening * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, — geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar. 8 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 4 Mobiliteit Mobiliteit behelst alle verkeer, inclusief mobiele werktuigen en goederenvervoer over weg en het spoor, maar exclusief binnenvaart. Binnenvaart komt aan bod in Hoofdstuk 5 Haven en Industrie. Voor het wegverkeer zijn zowel gemeentelijke, provinciale als rijkswegen meegenomen en het gaat om CO‚-uitstoot van het verbruik van fossiele brandstoffen (tank- to-wheel). De emissies van brandstof productie (well-to-tank) vallen buiten de scope. Het elektriciteitsverbruik van elektrische voertuigen ís opgenomen onder Hoofdstuk 6. 4.1 Beleid en ontwikkelingen Actieplan Schone Lucht Het Actieplan Schone Lucht (Gemeente Amsterdam, 2019a) voorziet stapsgewijze invoering en uitbreiding van uitstootvrije zones voor diverse voertuigtypen. De invoering per moda- liteit is ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar, behalve de veren. Deze zijn geüpdatet aan de hand van Nota Veren (Gemeente Amsterdam, 2020b): er zal uitbreiding en ten minste gedeeltelijke elektrificatie van de vloot plaatsvinden. Er is nog geen uitsluitsel over het mandaat van de gemeente om uitstootvrije zones voor personenvervoer in te stellen. Autoluwbeleid De Agenda Amsterdam Autoluw is ongewijzigd (Gemeente Amsterdam, 2019b). Net als vorig jaar hebben we aangenomen dat autoluwbeleid tegenwicht vormt voor de groei van de mobiliteitsvraag wat betreft personenauto’s en motoren. Autonome ontwikkelingen Er zijn diverse autonome ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit, met name zuiniger voertuigen en de opkomst van elektrisch rijden, mede onder invloed van Rijks- en Europees beleid. Op verkeer dat niet of nog niet geraakt wordt door milieuzones in de gemeente, met name doorgaand verkeer op de snelwegen, zijn enkel deze trends van toepassing. De berekening is analoog aan vorig jaar, de trends zijn geüpdatet met de KEV 2021 (PBL, 2021a). Groei van de stad Groei van de stad werkt door in de voertuigkilometers, We hanteren ditmaal de uitkomsten van het vervoersmodel van de gemeente Amsterdam in een beleidsarm scenario: 4% groei in 2025 en 8% in 2030 ten opzichte van 2019. Net als vorig jaar ís vervolgens aangenomen dat autoluwbeleid deze groei zal ondervangen voor personenvervoer. Voor stadslogistiek ís wel groei aangenomen. 9 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 4.2 Uitkomsten Daling van emissies 77% (43-80%) in 2030 ten opzichte van 2019 De emissies van Mobiliteit bedroegen 825 kton in 2019. Voor 2030 is 190 kton geraamd, met een bandbreedte van 160 tot 470 kton. De raming is licht positiever dan de raming van vorig jaar (210 kton), met name doordat de emissies in 2019 al lager liggen dan in 2018. De reductie voorzien tussen 2019 en 2030 komt deels voort uit autonome ontwikkelingen (van 825 naar 670 kton) en voor het overgrote deel uit de emissievrije zones (naar 180 kton), met een tot slot enige toename door groei van de stad (naar 190 kton). Tabel 3 - COz-uitstoot Mobiliteit (kton COz-eq. per jaar) * 2018 | 205 | ______2030 | excl. snelwegen snelwegen werktuigen | Brandstofverbruikrailverkeer | 0 | > oo oo | > 0 oo | * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, — geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar. 10 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 5 Haven en Industrie Haven en Industrie behelzen de uitstoot van aardgasverbruik in industrie en bouwnijverheid, van warmteverbruik in de industrie, van brandstoffen ín binnenvaart en visserij, de uitstoot van de AEB, en uitstoot van overige broeikasgassen ín de industrie. 5.1 Beleid en ontwikkelingen COz-afvang bij het AEB Beleid en ambitie voor verduurzaming van het AEB zijn ongewijzigd, en ook de raming is per saldo vrijwel gelijk aan vorig jaar. Dit is ondanks een aantal grote ontwikkelingen: het AEB gaat worden overgenomen door AVR en project Athos ís gestopt (CO‚-afvang en -opslag in lege gasvelden in de Noordzee samen met Tata Steel). CO,-afvang vormt niettemin de belangrijkste verduurzamingsoptie voor het AEB. Uit subsidieaanvragen blijkt de inzet op 440 kton CO‚-afvang (vorig jaar gingen we uit van 450 kton) en er wordt ingezet op CCS en niet op CCU (gelijk aan vorig jaar). Tot slot, het AEB heeft in 2019 stilgelegen en noteerde daardoor een lagere uitstoot. Dit was tijdelijk, maar de uitstoot zal niet geheel op het niveau van 2018 terugkomen, onder meer onder invloed van de CO;-heffing. We gaan ervan uit dat, bij realisatie van CO-afvang, de hoeveelheid afval die verbrand wordt wel terug naar het niveau van 2018 gaat. ETS, COz-heffing en afspraken met industrie De industrie is opgedeeld in ETS-bedrijven en overig. Hierop zijn de respectievelijke trends uit de KEV 2021 toegepast. * Daarmee zijn autonome ontwikkelingen ingegeven door Europees (ETS) en Rijksbeleid (o.a. CO‚-heffing) verdisconteerd. De uitkomsten zijn vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. In de bandbreedte hebben we gegevens over individuele ETS- bedrijven opgenomen die de uitkomst zijn van gesprekken tussen de gemeente en deze bedrijven. De hardheid hiervan hebben we niet kunnen beoordelen, daarom hebben we gekozen om deze gegevens enkel în de bandbreedte op te nemen. Die is daarmee gunstiger dan vorig jaar. Binnenvaart en visserij Voor de uitstoot van binnenvaart en visserij volgen we de projecties uit de KEV 2021 aangaande bunkerbrandstoffen. Groei van de stad Er zijn geen verdere ontwikkelingen aangenomen ten aanzien van de uitstoot als gevolg van groei van de stad. 3 we corrigeren voor COz-opslag vanuit het Rotterdamse havengebied (Porthos). Dit heeft een significant aandeel in de emissiereductie van de Nederlandse industrie, maar is niet van toepassing voor Amsterdam. 11 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 5.2 Uitkomsten Daling van emissies 49% (tot 58%) in 2030 ten opzichte van 2019 De emissies van Haven en Industrie bedroegen 716 kton in 2019. Voor 2030 is 370 kton geraamd, met een bandbreedte van 310 tot 740 kton. De raming ís licht ongunstiger dan de raming van vorig jaar (350 kton). De belangrijkste factor vormt de eventuele CO,-afvang bij het AEB. Het ís zeer wel mogelijk dat de emissies van Haven en Industrie eerst toenemen tot 2025, en in het meest ongunstige geval blijven de emissies hoger dan het niveau van 2019 (+3%). Dit komt doordat het AEB in 2019 deels stil heeft gelegen; in dat opzicht is 2019 geen goede maatstaf. Tabel 4 - COz-uitstoot Haven en industrie (kton COz-eq. Per jaar) * 2018 | 205 | ______2030 | | Aardgasverbruik bouwnijverheid |___9 | > 40 en | 9 710 | binnenvaart * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, — geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar. 12 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 6 Elektriciteit De elektriciteitsvraag komt van de gebouwde omgeving (woningen en dienstensector), datacenters, mobiliteit, bouwnijverheid en industrie. Om de CO‚-uitstoot te berekenen die daarmee gepaard gaat, is de emissiefactor voor elektriciteit van het landelijke net aangehouden. 6.1 Beleid en ontwikkelingen Hernieuwbare elektriciteitsproductie De hoeveelheid zonnepanelen in de stad groeit explosief en wordt door onder meer de Zonnemotor gestimuleerd. In 2010 was 2,5 MW aan zon-pv geïnstalleerd, ín 2015 18 MW, in 2019 90 MW en ín 2020 126 MW (Rijksoverheid, lopend-a). In het kader van de RES kijkt de gemeente naar locaties voor eventuele nieuwe windmolens. Vanuit Amsterdam wordt daarmee bijgedragen aan het verduurzamen van de Nederlandse elektriciteitsproductie. Elektrificatie De transitie van de gebouwde omgeving, vormgegeven in de Transitievisie Warmte, bete- kent dat meer gebouwen verwarmd zullen worden via warmtenetten of via elektriciteit (met warmtepompen). Net zo zal de transitie van mobiliteit, aangejaagd door Actieplan Schone Lucht, betekenen dat meer voertuigen elektrisch zullen rijden. De klimaattransitie brengt zo een verschuiving van de energievraag naar elektriciteit met zich mee. De bereke- ningen van CE Delft aan elektrificatie in deze twee sectoren zijn ongewijzigd. Ook verduur- zaming van de industrie betekent deels elektrificatie. Hier ís de trend geüpdatet aan de hand van de KEV 2021 (PBL, 2021a). Datacenters Het vestigingsbeleid van de gemeente Amsterdam (2020a) vormt de basis voor de aange- nomen groei van datacenters en is ongewijzigd. Mogelijk ís er sprake van temporisatie en zal de groei over een langere periode plaatsvinden. Hiernaar wordt momenteel onderzoek gedaan, en ín afwachting daarvan is nu dezelfde groei aangenomen als in de raming van vorig jaar. Verduurzaming van elektriciteit De emissiefactor van elektriciteit van het net zal afnemen. In KEV 2021 (PBL, 2021a) is berekend dat de emissiefactor door onder meer het Klimaatakkoord zal dalen tot 0,21 ka/kWh in 2025 en 0,09 kag/kWh in 2030. Vorig jaar waren de prognoses respectievelijk 0,23 en 0,12 kg/kWh. Deze bijstelling heeft een positieve impact op de raming van de CO‚-emissies van Amsterdam. 13 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Besparing We hanteren dezelfde besparingspercentages als vorig jaar: 1,0% per jaar met een band- breedte van 0,9 tot 1,1% (PBL, 2019), toegepast op woningen, diensten en bouwnijverheid. Groei van de stad De verwachte groei van de stad is geüpdatet met nieuwe cijfers van Dienst OIS. Er is een correctie doorgevoerd bij warmtepompen ín nieuwbouw, waardoor de elektriciteitsvraag daarvan omhoog is bijgesteld. Verder zijn geen wijzigingen opgenomen. 6.2 Uitkomsten Daling van emissies 59% (35-75%) in 2030 ten opzichte van 2019 De emissies van transitiepad Elektriciteit bedroegen 1.368 kton in 2019. Voor 2030 is 700 kton geraamd, met een bandbreedte van 430 tot 1.100 kton. De raming is gunstiger dan die van vorig jaar (870 kton), wat komt door de bijstelling van de emissiefactor. De belang- rijkste factor in de voorziene daling tussen 2019 en 2030 is dan ook de schonere elektri- citeitsproductie in 2030 (van 1.368 naar 420 kton). Beleid van de stad zorgt voor een grotere elektriciteitsvraag ter vervanging van aardgas en brandstoffen (emissies naar 480 kton). Groei van de stad, met name datacenters, zorgt voor verdere toename van de elektriciteitsvraag en bijbehorende uitstoot (naar 700 kton). Tabel 5 - COz-uitstoot Elektriciteit (kton COz-eq. per jaar) * 2018 | 205 | ______2030 | Mobiliteit || > 60 s0s0 | | 80 600 | * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, — geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar 14 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A 7 Conclusie en discussie 7.1 Hoeveel reductie is geraamd voor de gemeente Amsterdam? De geraamde reductie voor 2030 is 42% (12-58%) ten opzichte van 1990 Ten opzichte van de uitstoot in 1990 komt de raming uit op 42% reductie in 2030, met in de bandbreedte 12 tot 58% reductie. De doelstelling van 55% lijkt dus niet geheel te worden gehaald, tenzij alle voorgenomen beleid wordt ingevoerd en volledig succesvol ten uit- voering wordt gebracht. Daarvoor zou met name de Transitievisie Warmte geheel moeten slagen, net als uitstootvrije mobiliteit en CO,-afvang met CCS bij het AEB, Daarnaast zou de emissiefactor voor elektriciteit gunstig moeten uitvallen. Hoe ziet de transitie eruit van nu tot 2030? Samengevat is er bij gebouwde omgeving een verschuiving van aardgas naar warmte en elektriciteit; bij mobiliteit van fossiele brand- stoffen naar elektriciteit; er is CCS bij het AEB en reductie bij de industrie met name door CO‚-beprijzing; en bij elektriciteit is er stijging van de vraag maar daalt de emissiefactor sterk. Elektrificatie van verwarming en mobiliteit heeft een positief effect op de COj-reductie. Dit komt allereerst door efficiëntiewinst (warmtepompen hebben een hogere COP dan ketels, elektromotoren zijn efficiënter dan verbrandingsmotoren) en vervolgens door de lage emissiefactor voor elektriciteit in 2030. Figuur 2 - COz-uitstoot totaal in 1990, 2019, 2025 en 2030 (kton COz-eq. per jaar) 5.000 +16% +8% 4.000 2% 10% -12% 3.000 -42% 2.000 -53% L EEE 5 1990 2019 2025 2030 mmm 1990 mmm Gebouwde omgeving Mobiliteit mess Haven en Industrie mm Elektriciteit mmm Doel 2030 (-55%) (Q- 15 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q Nieuwe raming is gunstiger dan vorig jaar Vorig jaar kwam de raming voor 2030 uit op 38% (7-55%) reductie ten opzichte van 1990. De nieuwe raming is dus gunstiger. Dit ís grotendeels toe te schrijven aan de lagere emissiefactor voor elektriciteit voorzien in de KEV. Een tweede oorzaak is gelegen in het vertrekpunt voor deze raming: de uitstoot was in 2019 lager dan eerder geschat. Tabel 6 - COz-uitstoot totaal (kton COz-eqg. per jaar) * | 2019 | 205 | ____2030 | Per transitiepad____—— || [Per portefeuille || luchtkwaliteit * Bandbreedte in ; Î hogere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, } lagere uitstoot geraamd nu dan vorig jaar, — geraamde uitstoot gelijk aan vorig jaar 7.2 Wat zijn de kritische succesfactoren? De emissies waren 4.436 kton in 2019. Volgens de raming dalen de emissies door autonome ontwikkelingen tot 2030 naar circa 2.950 kton. Gemeentelijke maatregelen zorgen voor een extra daling tot 1.970 kton, zij het dat door groei van de stad de emissies toch niet zo ver dalen, maar uitkomen op 2.200 kton. Wat zijn nu de meest bepalende factoren hierin? De belangrijkste factor is de emissiefactor van elektriciteit. Ter illustratie: zouden we in deze raming voor 2030 de emissiefactor op de waarde van 2019 zetten (0,37 kg/kWh ín plaats van 0,09 ka/kWh) en de rest van de raming gelijk houden, dan zou de CO‚-uitstoot uitkomen op 4.200 kton ín plaats van 2.200 kton. Aan de ontwikkeling van de emissiefactor kan de stad Amsterdam slechts in beperkte mate een bijdrage leveren met hernieuwbare opwek, de ontwikkeling ligt grotendeels buiten directe invloed. Door de verschuiving van energiegebruik van gas en fossiele brandstoffen naar elektriciteit, wordt de emissiefactor echter extra van belang. De CO)-afvang bij de AEB is ook een grote factor. Die is nu op 440 kton geraamd, geheel ten gevolge van CCS. Indien een deel bestemd zou worden voor CCU, dan mag dit deel niet ín mindering worden gebracht van de uitstoot van de stad (het zou tellen als ‘verlengde 16 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A schoorsteen’). Ook de ontwikkeling van het volume van afvalverbranding vormt een onzekerheid. De uitstootvrije zones voor mobiliteit hebben in potentie een zeer positief effect op de emissies (circa 400 kton reductie), maar kritisch ís hier of de gemeente mandaat krijgt om deze volledig in te voeren. Invoering vergt een tijdpad van meerdere jaren, en nu we weer een jaar dichter bij 2030 zijn en er inmiddels een nieuw kabinet ís aangetreden, ís het urgent om progressie te boeken op dit dossier. De Transitievisie Warmte kan, bij maximaal succes in de uitvoering, tot bijna 400 kton CO‚- reductie leiden in 2030 ten opzichte van 2019. De transitie van de gebouwde omgeving is echter complex, kan stuiten op weerstand en vraagstukken over onder meer energie- armoede en de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Eventuele bijmenging van groengas in het gasnet kan helpen ook de emissies van huishoudens die nog niet aardgasvrij zijn te verminderen (circa 100 kton). Dit voornemen uit het coalitieakkoord wacht op uitwerking door het kabinet. Datacenters zijn eveneens een kritische factor. De mogelijke groeipaden en de onzekerheid in de emissiefactor van elektriciteit, geven samen een grote spreiding in de uitstoot (300 kton). Tot slot wijzen we op het elektriciteitsnet. Netbeheerder Liander heeft congestie gemeld, en aanvragen voor nieuwe of grotere aansluitingen kunnen vaak niet meer worden gehono- reerd. Aangezien verduurzaming deels neerkomt op elektrificatie ís uitbreiding van het net een kritische voorwaarde. Liander werkt aan netuitbreidingen en vooralsnog is de inschat- ting dat die de verwachte groei kunnen gaan faciliteren (Gemeente Amsterdam & Liander, 2021). De vraag is of het tijdig kan plaatsvinden, opdat verduurzaming niet hoeft te wachten. Het kan ook leiden tot temporisatie van de groei van datacenters. 7.3 Welke ontwikkelingen zijn er verder te verwachten? De EU heeft in de zomer van 2021 het Fit for 55-pakket aangekondigd. Dit ís nog niet in de KEV 2021 verwerkt. Ook is nog niet bepaald wat de implicaties zijn voor de sectoren buiten ETS in Nederland (PBL, 2021b). Het coalitieakkoord Rutte IV geeft al wel invulling aan extra maatregelen om ten minste 55% reductie te realiseren. Deze zijn hier deels opgenomen in de bandbreedte, met name het bijmengen van groengas. Deels is het beoogde beleid ondersteunend aan beleid en trends die in Amsterdam al zijn ingezet, met name bij de gebouwde omgeving. Deels zal het effect hebben buiten Amsterdam, met name het maatwerk voor de twaalf grootste uit- stoters van Nederland. En deels ís het wachten op uitwerking van de maatregelen en fondsen. Een belangrijke ontwikkeling is daarnaast dat de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmte- transitie in voorbereiding is, die gemeenten aanwijsbevoegdheid geeft voor aardgasvrije wijken. Gemeenten kunnen besluiten dat een wijk van het gasnet af gaat, met een aan- kondigingstermijn van acht jaar. Daarmee krijgen gemeenten de bevoegdheid om waar nodig de transitie van de gebouwde omgeving af te dwingen. Gezien de termijn zal het effect pas merkbaar zijn na 2030, en valt het dus buiten de scope van deze raming. 17 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Tot slot ís door het mini-burgerberaad en door de gemeente gewerkt aan extra beleid, naar aanleiding van de conclusie uit de voorgaande raming dat de doelstelling van 55% reductie in 2030 niet gehaald lijkt te worden. Deze maatregelen vormden op moment van analyse (februari 2022) nog geen voorgenomen beleid en houden dus extra potentie in ten opzichte van de hier gepresenteerde raming, voor verdere reductie van de Amsterdamse broeikasgasemissies. 18 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A Literatuur Boeschoten, 2018. Potentiële energiebesparing na isolatiemaatregelen (niet openbaar). Liander. CE Delft, 2020. Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal. Delft, CE Delft. CE Delft, 2021. Monitor Amsterdam Klimaatneutraal: Effect van voorgenomen beleid op CO2-uitstoot - Update 2021. Delft, CE Delft. Gemeente Amsterdam, 2019a. Actieplan Schone lucht: Uitstootvrij Amsterdam. Amsterdam, Gemeente Amsterdam. Gemeente Amsterdam, 2019b. Amsterdam maakt ruimte: Agenda Amsterdam Autoluw. Amsterdam, Gemeente Amsterdam. Gemeente Amsterdam. 2020a. Amsterdam Duurzaam Digitaal: Vestigingsbeleid datacenters gemeente Amsterdam 2020-2030 [Online]. Available: https:/ /openresearch.amsterdam/nl/page/62735/vestigingsbeleid-datacenters- gemeente-amsterdam-2020-%E2%80%93-2030 [Accessed 2021]. Gemeente Amsterdam, 2020b. Update Nota Veren 2021. Amsterdam, Gemeente Amsterdam, Programma Veren, Verkeer en Openbar Ruimte. Gemeente Amsterdam. lopend. Dataset Basisbestand Gebieden Amsterdam (BBGA) [Online]. Available: https: //onderzoek.amsterdam.nl/dataset/basisbestand- gebieden-amsterdam-bbga [Accessed 2022]. Gemeente Amsterdam & Liander. 2021. Themastudie Elektriciteitsinfrastructuur [Online]. Gemeente Amsterdam. Available: https: //openresearch.amsterdam/nl/page/46981 /themastudie- elektriciteitsinfrastructuur [Accessed 2021]. Gemeente Amsterdam & Over Morgen, 2020. Transitievisie Warmte Amsterdam. Gemeente Amsterdam. KNMI, 2014, KNMI'14: klimaatscenario's voor Nederland. PBL, 2019. Klimaat- en energieverkenning (KEV) 2019 Den Haag, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL, 2021a. Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2021. Den Haag, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL, 2021b. Nederland Fit for 552: Mogelijke gevolgen van het voorgestelde EU- klimaatbeleid. Den Haag, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Porthos. 2021. Porthos CO2 Transport & Storage: Project [Online]. Utrecht: Porthos Development C.V. Available: www. porthosco?.nl/en/project/ [Accessed]. Rijksoverheid. lopend-a. Klimaatmonitor: Vermogen geregistreerde zonnepanelen Amsterdam [Online]. Available: https://klimaatmonitor.databank.nl/ Jive?workspace_guid=a93be3ad-19e9-4ec7- 9756-66398b07597d [Accessed 2021]. Rijksoverheid. lopend-b. Klimaatmonitor: Woningen met geldig energielabel - Amsterdam [Online]. Available: https://klimaatmonitor.databank.nl/ Jive?workspace_guid=0917cC5e8-491C-4377- 9cf0-Abad572dfb69 [Accessed 2021]. 19 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A TNO, 2019. Routekaart verduurzaming van het zorgvastgoed - ziekenhuizen. TNO Innovation for Life. Vattenfall. 2020. Stadswarmte-etiket 2019 [Online]. Available: Www. vattenfall. nl/media/_Ovattenfall/producten/stadsverwarming/vattenfall- warmte-etiket-2019.pdf [Accessed]. VVD, D66, CDA & ChristenUnie, 2021. Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Den Haag, Ministerie van Algemene Zaken. 20 210404 - Raming Amsterdam Klimaatneutraal - Februari 2022 (Q A
Onderzoeksrapport
21
val
VN2021-019365 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Clusterstaf ren e x Gemeente M LW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Water Agendapunt 1/7 Datum besluit College van B&W 1 juni 2021 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie 551.20 van het lid N.T. Bakker (SP) inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid) Dem WOEBVEST kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college met betrekking tot de afhndeling van motie 551.20 van het lid N.T. Bakker (SP) inzake de Nota Varen Deel 2 (historisch botenbeleid) met als belangrijkste punten: * Voor Varend Erfgoed pleziervaart zal de mogelijkheid komen om een ontheffing op de verduurzamingseis aan te vragen, geldig tot 2030. e De voorwaarde om voor de ontheffing in aanmerking te komen is dat het vaartuig geregistreerd staat in het register van de Federatie Varend Erfgoed Nederland(FVEN) en dat het vaartuig beschikt over een Binnenhavengeldvignet. e Voor vaartuigen van buiten Amsterdam, die varen met een doorvaartvignet, zal een vrijstelling komen op de verduurzamingseis bij bepaalde evenementen. * Voorde Binnenhavengelden is het vitgangspunt dat iedere gebruiker dient bij te dragen aan het gebruik van het Amsterdamse binnenwater en dat de kosten vooreen vaartuig Varend Erfgoed pleziervaart niet hoger zijn dan voor een niet historisch vaartuig van dezelfde afmetingen. Op grond hiervan zal geen uitzondering wordengemaakt voor Varend Erfgoed pleziervaart. Wettelijke grondslag Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 20 mei 2020 heeft de raad bij de bespreking van Nota Varen Deel 2 motie 551.20 aangenomen van raadslid N.T. bakker (SP) inzake Historisch botenbeleid, waarin het college wordt gevraagd om: e Zich actief te bemoeien met regelgeving die nadelig vit kan pakken voor het behoud van al het mobiele, en met name het varende en drijvende, erfgoed en oplossingen te zoeken in de sfeer van uitzonderingen en ontheffingen. Reden bespreking O.v.v. het lid Bakker (SP). Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.8 1 VN2021-019365 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water Clusterstaf rene % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van og september 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Met de FVEN is overleg geweest over mogelijke alternatieven voor de verduurzamingseis. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, motie 551.20. Welke stukken treft v aan? AD2021-071618 551 20 motie Bakker historisch botenbeleid. pdf (pdf) AD2021-071620 Commissie MLW (a) Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief afdoening Motie 551.20 inzake historisch AD2021-071619 ‚ botenbeleid.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Programma Varen, Emerentia Meijburg, w.meijburg@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-17-37424 [ INT-17-12865 Afdeling Gebiedsteams Onderwerp Ontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) Portefeuille Ruimtelijke ordening DB lid Thijs Reuten Gebied Oostelijk Havengebied Datum DB 5 december 2017 Datum AB voorbereidend 19 december 2017 Datum AB besluitvormend 16 januari 2018 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Eva Bosman 06 14,21 7808 [email protected] | | | I | | I | | | | | | Pagina1 van6 *ZO0OO0OS5ES8S 55588 Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: 1. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf), met plan ID NL.IMRO.0363.M1703BPSTD-OWo1; 2. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Cruquius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf); 3. het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) en het ontwerpbesluit hogere waarden voor te leggen aan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost; 4. het algemeen bestuur voor te stellen om de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4, (Cruguiuswerf) en het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen. Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. inte stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf), met plan ID NL.IMRO.0363.M1703BPSTD-OWo1; 2. inte stemmen met het ontwerpbesluit hogere waarden Cruguius Deelgebied 4; 3. de wethouder Ruimtelijke Ordening te adviseren het ontwerpbestemmingsplan Cruguius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) en het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen. 4. indien op het ontwerpbestemmingsplan geen zienswijzen worden ontvangen, bij de vaststelling van het bestemmingsplan af te zien van advies. Ondertekening burgemeester en wethouders, namens hen, het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van6 Bevoegdheid Bij B&W-besluit van 4 november 2014 is besloten de verantwoordelijk wethouder te machtigen inzake het vrijgeven van ontwerpbestemmingsplannen inclusief samenhangende ontwerpbesluiten voor terinzagelegging. In dit besluit zijn enkele situaties uitgezonderd van voornoemde machtiging (artikel 3). Deze situaties zijn beoordeeld en in casu niet aan de orde alsmede is er geen aanleiding om u te adviseren geen gebruikte maken van voornoemde machtiging. De werkwijze, zoals beschreven in het ‘Procesvoorstel bestemmingsplannen stadsdeel Oost’ als ‘de reguliere weg’ wordt gevolgd. Bestuurlijke achtergrond Op 17 januari heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost (AB-Oost) het 'initiatiefdocument Cruguiuswerf’ vastgesteld. Daarmee heeft AB-Oost de uitgangspunten vastgesteld voor de voorgenomen ontwikkeling. Het initiatiefdocument is als bijlage toegevoegd aan het bestemmingsplan. De gewenste herontwikkeling voorziet in woningbouw en is niet passend binnen de geldende bestemmingsplannen ‘Cruguius' en ‘Eerste herziening Cruguius’. De ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt met voorliggend bestemmingsplan. Het voorontwerpbestemmingsplan is op 28 juli 2017 door het DB vrijgegeven voor wettelijk vooroverleg. Gedurende deze termijn zijn twee reacties van vooroverlegpartners ontvangen van Rijkswaterstaat en de Provincie Noord-Holland. Deze reacties hebben geleid tot enkele aanpassingen aan de toelichting daarnaast zijn enkele ambtshalve wijzigingen verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Op basis van dit aangepaste voorstel is nu het ontwerpbestemmingsplan voor deze transformatie gereed voor vrijgave voor ter inzage legging. Onderbouwing besluit Beoogd effect Door in te stemmen met het ontwerpbestemmingplan Cruquius Deelgebied 4 (Cruguiuswerf) en met de vrijgave hiervan, wordt de wettelijke procedure van dit bestemmingsplan gestart. Argumenten 1. De uitgangspunten van het initiatiefdocument zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. 2. Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van de kavel aan Cruquiusweg 114-120 en Nieuwevaartweg 5 mogelijk. Met het ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf) wordt een ruimtelijke initiatief van 305 woningen en 2.530 m2 bedrijvigheid mogelijk gemaakt. Het betreft de locatie Cruguiuswerf aan de Cruguiusweg 114-120 en Nieuwevaartweg 5. Cruquius deelgebied 4 is een uitwerking van de ambitie, de spelregels en spelregelkaart Cruguiusweg e.o. vastgesteld op 19 janvari 2012, het Initiatiefdocument vastgesteld op 17 januari 2017 en de Structuurvisie. Het voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met de stedelijke kaders opgesteld en vormt geen strijd met provinciaal - dan wel rijksbeleid. Pagina 3 van 6 Programma In de toelichting van het bestemmingsplan en de samenwerkingsovereenkomst zijn afspraken vastgelegd over de betaalbaarheid van de woningen, waarbij het uitgangspunt is dat het totaal aantal vierkante meters (4.516 m?) aan kleine (betaalbare) koopwoningen, Friendswoningen en middensegment huurwoningen niet mag afnemen. Deze ontwikkellocatie ligt in een projectgebied in uitvoering met een lopende grondexploitatie. De afspraken met betrekking tot 40-40-20 zijn derhalve niet van toepassing. woningen Koopwoningen Markthuurwoningen huurwoningen De bedrijvigheid die wordt mogelijk gemaakt bestaat uit: creatieve bedrijvigheid, bedrijven die gecombineerd kunnen worden met wonen volgens de functiemengingslijst, dienstverlening, ondergeschikte detailhandel en horeca categorie 1 (max. „00 m?). Stedenbouw Het Cruguiusgebied ontwikkelt kavelgewijs, waarbij iedere kavel zijn eigen identiteit krijgt. Er is nader gezocht naar samenhang in het stedenbouwkundige ontwerp qua detaillering van bijvoorbeeld balkons aan de Cruguiusweg en de kade. Hierbij zijn in het bestemmingsplan nadere regels opgenomen over het gewenste eindbeeld van het gehele gebied. Er wordt ingezet op een kwalitatief, hoogwaardige binnenterrein met ruime balkons en speelse groene ruimte waarin privaat en privé in elkaar overgaan. De kade wordt openbaar en ingericht als boulevard. Ontwerpbesluit hogere waarden De ontwikkeling vindt plaats op een gezoneerd industrieterrein. Met dit bestemmingsplan wordt voor het plangebied het industrieterrein gedezoneerd. Dit betekent dat het plangebied geen deel meer vitmaakt van het industrieterrein. De geluidszone die om een industrieterrein ligt, komt nu over het plangebied te liggen. Hiervoor worden hogere waarden vastgesteld. De geluidszone wordt als gevolg van deze ontwikkeling niet aangepast, dit zal op een later moment plaatsvinden. De Cruquiusweg is vooralsnog een 5okm/u weg, ook hiervoor moeten hogere waarden worden vastgesteld. In het bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt hiervan af te wijken op het moment dat de weg een 30 km/u weg wordt. Het ontwerpbestemmingsplan en ontwerpbesluit hogere waarden is in de adviescommissie TAVGA (Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluid Amsterdam) besproken, de opmerkingen zijn in het bestemmingsplan verwerkt. TAVGA is akkoord. Wanneer er geen zienswijzen zijn, is nogmaals adviseren niet noodzakelijk Pagina 4 van 6 Dit bestemmingsplan is opgesteld conform het principe besluit van het AB van 17 januari 2017. Het ontwerpbestemmingplan wordt door de wethouder RO (namens het college van B&W) ter inzage gelegd voor een periode van zes weken waarbinnen een ieder een zienswijze kan indienen. Indien er geen zienswijzen zijn, zal het niet nogmaals worden voorgelegd aan het AB. Dit om onnodige vertraging in de vaststelling van het bestemmingsplan te voorkomen. Kanttekeningen N.v.t. Risico's / Neveneffecten Ondanks dat de buurt is geconsulteerd over het plan, kan het bestemmingplan leiden tot zienswijzen. Uitkomsten ingewonnen adviezen Financiën n.v.t. Communicatie n.v.t. Overige Afdeling Verkeer en Openbare Ruimte TAVGA akoestisch onderzoek en besluit hogere waarden: akkoord. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? nee Indien ja, dekking aanwezig? n.v.t. Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting Voorlichting en communicatie Publicatie vindt plaats op de gebruikelijke, wettelijke bepaalde wijze in de Staatscourant, op de bekendmakingen site van Amsterdam en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan wordt er bewonersavond georganiseerd. Uitkomsten inspraak Het voorontwerpbestemmingplan is voor vooroverleg voorgelegd aan de diverse overlegpartners, de opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Voorafgaand aan de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan is op 6 april 2016 een consultatieavond georganiseerd voor de buurt. Voor deze avond zijn bedrijven en betrokkenen van het Cruguiuswerkgebied vitgenodigd. Initiatiefnemers hebben gekozen om de omgeving te betrekken in het voortraject, met als doel de omgeving vroeg te informeren en om informatie op te halen bij de omgeving. De buurtconsultatie heeft geleid tot het voorliggende bestemmingsplan. Pagina 5 van 6 Geheimhouding N.v.t. Einde geheimhouding Stukken Meegestuurd Ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf): e Toelichting e Regels e Verbeelding e Bijlagen Ter inzage gelegd Ontwerpbestemmingsplan Cruguius deelgebied 4 (Cruguiuswerf) Ontwerpbesluit hogere waarden Cruquius deelgebied 4 (Cruguiuswerf) Parafen Manager Portefeuillehouder Justus Vermeulen Thijs Reuten Besluit dagelijks bestuur Conform. Pagina 6 van 6
Besluit
6
train
AGENDA (concept) Raadscommissie SOCIALE ZAKEN Datum: Dinsdag 7 januari 2014 Aanvang: 20.00 uur Zaal: Raadzaal Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel Nr. [Onderwerp _____________________\Nadereinfo Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 3 december 2013 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen 6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s Blok B Bespreking beleidsonderwerpen Nr. |Onderwerp ________________________\Nadereinfo |Regnr. Programma onderwijshuisvesting 2013 6175 Blok C Algemeen ‚Nr. [Onderwerp 8. [Rondvraag 9. {Sting Belanghebbenden die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924 of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
Agenda
1
train
Onderwerp: FW: BDA2016/3488 Raadsadres GEE inz huurbeleid Van: GD Verzonden: vrijdag 6 mei 2016 05:32 Aan: Info gemeenteraad Onderwerp: Formulier raadsadres x Gemeente x® Amsterdam Amsterdam.nl Formulier raadsadres Naam ed E-mail Adres CD Postcode am Plaats Amsterdam Telefoon ED Uw bericht Geachte raadsleden, Deze brief schrijf ik omdat ik nogal bezorgd ben over het huurbeleid. Mijn familie is al vanaf het jaar 1600 woonachtig in Amsterdam. Nu anno 2016 word ik door de nieuwe Amsterdammers verjaagd. Mijn vrouw en ik hebben een gewone baan en hebben een modaal inkomen. Daar heb ik toch geen kwaad mee gedaan? Maar toch wel. Ik hoor er niet bij. Wij zijn scheef woners. Wij hebben niet genoeg geld om een huis in Amsterdam te kopen en ook niet voor een huis in de vrij sector. Nu wordt mijn huur steeds verhoogt. Nadat ik 1 een brief aan de woningbouw corporatie "eigenhaard" had gestuurd, werd mij letterlijk gezegd dat mijn kale huur naar de Eu 900,- gaat. Elke jaar word mijn huur iets verhoogd totdat ik op dat bedrag zit. Ik ben hierdoor vreselijk geschrokken. Daarna kwam de boosheid. Wij werken hard voor ons geld maar mogen er niets aan overhouden. Ik moet mijn stad uit omdat mensen van buiten met een grotere beurs meer voor de woningen in Amsterdam kunnen neer tellen. Nu zitten er meer oneerlijkheden aan deze scheef-woners maatregel. - De huurders betalen eenzijdige belasting voor de woningnood. Van de inkomsten op de huurverhoging worden in de buitenwijken sociale huur woningen gebouwd. Kopers krijgen hypotheekrente aftrek en een lage rente. Kopers hebben een woning met zekere waarde . Huurders hebben niets . De woning is niet van hen, worden niet beschermd tegen speculatie op de woning markt. Kunnen niet investeren zoals in zonnepanelen of het onderhuren etc. Ook is het niet eerlijk dat de belasting dienst enkel gegevens van huurders vrijgeeft aan verhuurders. Woning eigenaren hebben commerciële belangen. Stel je nu eens voor dat je bij de bakker komt die op de hoogte is van jou inkomen en bepaalt dat je alleen maar broden van E4,- mag kopen. Nu hebben we net de onze vrijheid gevierd maar dit soort situaties kom je alleen tegen in communistische dictaturen. Maar nu over mij zelf . Ik weet me geen raad. Ik wil niet verhuizen omdat: - mijn schoonouders en moeder in mijn buurt wonen die al erg oud zijn . - Mijn zoon in de buurt op school zit. - Wij ons werk in de stad hebben. - Wij emotioneel aan onze omgeving gebonden zijn. Ik kan in Amsterdams niet kopen omdat ik daar te weinig voor verdien. bezuinigen zodat ik dehuur kan opvangen. - Ik heb geen auto -Ik heb een telefoon abonnement van 8,- - Ik heb blok verwarming maar verwarm mijn huis elektrisch. dat bespaart mij wel wat geld. Ik heb aandelen in een wind molen . Maar verder kan ik niets besparen. Het enige wat ik kan doen is stoppen met werken om in mijn huis te kunnen blijven wonen. U kunt wel begrijpen dat deze maatregel een hoop onrust brengt. Ik heb mij voorgenomen om op te staan voor mijn rechten als huurder. Sinds de coöperaties corporaties zijn geworden is er een hoop veranderd. Scheef woners zijn niet de enige huurders die in de knel zitten. Dat zijn ook de flex woners. Er worden zo vrouwen met kinderen op straat gezet. Ik voorspel dat als het beleid t.a.v. de bescherming huurders niet veranderd dit heel veel onrust in Amsterdam zal geven. Ik zelf doe veel in de buurt. Ik zit bij de bewonerscommissie, Houd mijn trap en buurt netjes. Onderhoud een gevel tuin met mijn Marokkaanse buurkinderen. En ben voor vele een verbindende factor . Ik krijg hier steeds minder zin in. Mijn juppen buren doen de trap nooit. En ik word gezien als een huurder die hier niet thuis hoort . Ik zat laatst te kijken naar woningen. In Utrecht stond een huis te koop van een halve ton. Dat zou ik kunnen opbrengen en mijn oude dagen daar te slijten. Maar wat moet je als Amsterdammer in een buitenwijk van Utrecht. Waarom moet ik weg? Wat heb ik verkeert gedaan? 2 waarom zijn de meeste politieke partijen voor dit beleid? Ik weet dat dit een landelijk beleid is en dat de gemeente hier niets aan kan doen. Maar vooral de stad Amsterdam krijgt hier wel het meest me te maken omdat nergens de huisprijzen zo snel stijgen als hier. Ik wil hiermee de situatie duidelijk maken en een signaal afgeven. Ik hoop natuurlijk wel dat er iets aangedaan kan worden. 3
Raadsadres
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 237 Datum indiening 9 januari 2019 Datum akkoord 28 februari 2019 Publicatiedatum 1 maart 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid De Jong inzake het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Per 1 januari 2019 geldt het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019. De nieuwe tarieven zijn vastgesteld door de directie Sport en Bos op basis van de Wet Markt en Overheid, Sportvisie Amsterdam 2025 en de Agenda Zwembaden 2025 voor de zwembaden in gemeentelijk beheer: het Noorderparkbad, Zuiderbad, Brediusbad, Flevobarkbad en De Mirandabad. Uitgangspunt bij het vaststellen van nieuwe tarieven was uniformering van de tarieven en verhoging van de kostendekkendheid. De nieuwe tarieven betekenen in verschillende gemeentelijke zwembaden een forse verhoging. Zo is er in sommige gevallen sprake van meer dan een verdubbeling voor een losse entreekaart of een abonnement. Tegelijkertijd zijn ook de nieuwe tarieven niet uniform voor alle zwembaden in gemeentelijk beheer. De nieuwe tarieven hebben bij verschillende Amsterdammers tot verbazing geleid. Gezien het vorenstaande heeft het lid De Jong, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat de vaststelling van de tarieven voor zwembaden belegd is bij de directeur Sport en Bos”? Antwoord: Dit klopt. De directeur Sport en Bos is op grond van het Bevoegdhedenbesluit (bijlage 1 onder B eerste lid onder b) gemandateerd/gevolmachtigd om namens het College te besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen. 2. Heeft het college voorzien dat het nieuwe tarievenbeleid voor zwembaden zou leiden tot een dusdanige stijging, waarbij sommige entreeprijzen en abonnementsvormen meer dan twee keer zo duur zijn geworden”? Antwoord: 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nmmer ar 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019 De entree prijzen die verdubbeld zijn waren zo laag dat dit niet langer houdbaar was. Het gaat dan om het jeugdtarief in het Brediusbad dat met €1,80 extreem laag was. Jeugd uit gezinnen met zeer lage inkomens kan via stadspas één keer per week voor € 1,-- zwemmen. Dat is zelfs nog goedkoper dan voorheen. Daarnaast is voor het dalurenkaartje in het Flevoparkbad de stijging groot. (van € 1,65 naar €3,60) 3. Heeft het college overwogen om de tarieven gefaseerd te laten verhogen? Antwoord: Deze overweging is gemaakt maar hiervoor is niet gekozen omdat de tariefverhoging voor de meeste producten/doelgroepen te gering is voor een gefaseerde invoering. Bovendien zijn er voor mensen met een laag inkomen, voor wie de tarieven te hoog zijn, kortingsregelingen zoals de Stadspas met groene stip en het Jeugdfonds Sport. 4. Hoe ziet de berekening van kostendekkendheid en benodigde tarieven eruit? Kan het college naast de uitleg zoals verwoord in het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019 (p. 5) ook de berekening laten zien hoe door de invoering van de nieuwe tarieven kan het totale dekkingspercentage van de vijf zwembaden met een kleine 6% stijgt naar ruim 64%? Antwoord: Zoals opgenomen in de uitleg van het Tarievenbesluit zijn we uitgegaan van de kosten van 2016 voor alle vijf de zwembaden voor het jaar 2019. De prognose van de opbrengsten voor 2019 is gebaseerd op de opbrengsten van 2016. Deze zijn vermeerderd met de voorgestelde tariefsverhogingen. Op basis daarvan is de inschatting dat de meeropbrengsten ongeveer € 447.600 bedragen voor de vijf zwembaden. De dekkingspercentages in onderstaande tabel berekend. Dit is een dekkingspercentage exclusief kapitaallasten. S&B (5 zwembaden) 2016 Indicatie 2019 Opbrengsten € 4.252.354 € 4.700.000 Kosten (exclusief £ 7.285.515 £ 7.285.515 kapitaallasten) 5. Waarom zijn de prijzen niet uniform voor alle vijf zwembaden in gemeentelijk beheer, maar is bijvoorbeeld de entreeprijs voor zwemmen (los kaartje zonder korting) bij het De Mirandabad € 5,15 en bij de andere vier baden die in exploitatie/beheer bij de directie Sport en Bos zijn € 4,60? Antwoord: Eén van de uitgangspunten voor het nieuwe tarievenbesluit is om hetzelfde tarief te hanteren voor exact hetzelfde product. Dit geldt voor een los kaartje in vier van de vijf zwembaden. Het vijfde zwembad dat een hoger tarief vraagt is het De Mirandabad, omdat het 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng daz Gemeenteblad Datum 4 maart 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019 subtropische golfslagbad veel meer biedt voor een los kaartje dan de overige vier zwembaden. 6. Waarom staan in het Tarievenbesluit Amsterdamse Gemeentelijke Zwembaden 2019, dat betrekking heeft op alle zwembaden in eigendom van de gemeente Amsterdam of in erfpacht, alleen de tarieven voor de zwembaden waar de directie Sport en Bos de exploitatie of het beheer doet? Antwoord: Omdat over de tarieven in de vijf zwembaden in extern beheer eerst overleg gevoerd met worden met de externe beheerorganisaties Sportfondsen Nederland, Optiesport en SpACGe. Deze organisaties gaan over hun eigen bedrijfsvoering en overeenstemming over het voeren van nieuwe gelijke tarieven kost veel tijd voor interne afstemming en externe afstemming en communicatie met bezoekers. De verwachting is dat hierover in 2019 met alle partijen overeenstemming wordt bereikt. De externe beheerorganisaties hebben wel laten weten zich volledig te kunnen vinden in de uitgangspunten van het tarievenbesluit. 7. In het Tarievenbesluit 2019 staat dat een jaar later implementatie plaatsvindt voor de vijf extern geëxploiteerde zwembaden, zodat vanaf 1 januari 2020 alle gemeentelijke zwembaden gelijke basistarieven hanteren (p. 9). Wat zijn de huidige tarieven bij de zwembaden waar de exploitatie door een andere partij wordt gedaan (Sportfondsenbad Oost, Sportplaza Mercator, Sloterparkbad, Bijlmersportcentrum, Marnixbad)”? Antwoord: Voor een los kaartje recreatiezwemmen worden de volgende tarieven gehanteerd: Sportfondsenbad Oost - € 5,10 Sportplaza Mercator € 5,90 Sloterparkbad - € 5,05 Bijlmersportcentrum - € 4,60 Marnixbad - € 5,10 Voor de overige tarieven verwijs ik naar de websites op internet. 8. Waarom is de implementatie van nieuwe tarieven daar dat een jaar later? Worden de tarieven dan uniform, of is dat nog afhankelijk van prijsafspraken? Antwoord: Zie antwoord vraag 6. Het doel is om afspraken te maken over de volgende uitgangspunten: - Voor verenigings- en maatschappelijk wenselijke programma's wordt een gelijk verenigingstarief gerekend. - Indien sprake is van dezelfde producten worden zoveel mogelijk gelijke tarieven aangehouden waardoor het in de toekomst mogelijk is om - naar voorbeeld van de museumkaart of Cinevillepas - een Amsterdamse Zwempas in te voeren. Deze zwempas is een abonnement, waarmee je in elk gemeentelijk zwembad in Amsterdam recreatief kunt zwemmen. Zodra prijsafspraken met de externe beheerorganisaties zij gemaakt kan worden gestart met de invoering van de Amsterdamse Zwempas. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nmmer ar 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019 9. Welk tarief gaat dan gelden in de extern geëxploiteerde zwembaden; het lagere tarief zoals in het Noorderparkbad, Zuiderbad, Brediusbad, Flevobarkbad, of het hogere tarief zoals in De Mirandabad? Antwoord: Uitgangspunt is een gelijk tarief voor hetzelfde product. Het aanbod van het De Mirandabad biedt met het subtropische golfslagbad een uniek product ten opzichte van de overige negen zwembaden. Om deze reden wordt als uitgangspunt het lagere tarief vanj het Noorderparkbad en het Zuiderbad gehanteerd. 10. Op welke wijze zijn Amsterdammers geïnformeerd over de nieuwe tarieven”? Antwoord: Eind november/ begin december zijn alle huidige gebruikers geïnformeerd over de nieuwe tarieven. Daarnaast is het bekend gemaakt op de gemeentelijke website — afdeling zwembaden. 11. Is het college bereid te monitoren wat de gevolgen zijn van de tariefstijgingen voor de bezoekersaantallen aan de gemeentelijke zwembaden, voor zowel verenigingszwemmen als individueel zwemmen? (a) En bent u bereid inzichtelijk te maken wat de gevolgen zijn voor de toegankelijkheid van de Amsterdamse zwemverenigingen? (b.) Antwoord: a. Ditis te leveren als rapportage per kwartaal. b. De tariefsverhoging voor verenigingen is ten opzichte van de oude tarieven (2017) gering (max. € 90,--/jaar per uur). Bij gebruik door 40 leden per trainingsuur, betekent dat een contributieverhoging van nog geen € 3,-- /jaar/lid. 12. Zo ja, kan het college elk half jaar een rapportage over het zwembadbezoek en verenigingszwemmen aan de raad doen toekomen? Antwoord: Dat is mogelijk. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 694 Datum akkoord college van b&w van 14 juni 2016 Publicatiedatum 14 juni 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 4 mei 2016 inzake de waanzinnige beloningen bij woningcorporatie Ymere. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Recentelijk heeft woningcorporatie Ymere haar jaarverslag gepubliceerd. Daarin staat zoals altijd ook vermeld wat de directie van de woningcorporatie verdient. Zo blijkt dat de heer Bosveld met 288.000 euro per jaar nog steeds fors boven de Wet Normering Topinkomens (WNT) verdient ondanks dat het stadsbestuur zich hier al negatief over heeft uitgelaten.’ Ook valt te lezen dat de andere directeur de hoogst mogelijke beloning van 230.000 euro per jaar ontvangt. Dit hoge bedrag is mogelijk gemaakt omdat na politiek geruzie in Den Haag over de zorgverzekeringswet ook een wet over de normering van topinkomens bij zorginstellingen en corporatiedirecteuren vertraging opliep.” Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge op 4 mei 2016, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat vindt het college ervan dat de directie van Ymere gebruikmaakt van de landelijke uitzondering voor de salarissen van directeuren van corporaties om hun salaris te matigen volgens de nieuwe WNT? Vindt het college dit gepast? Is het college het met de fractie van de SP eens dat het goed zou zijn als de salarissen zo snel mogelijk onder de nieuwe wnt moeten worden gebracht? Antwoord: Het college vindt het niet wenselijk dat corporatiebestuurders een salaris hebben boven de zogenaamde Wet Normering Topinkomens (WNT) voor topfunctionarissen in de publieke- en semipublieke sector noch dat er vertrekpremies worden uitgekeerd die niet conform de Wet Normering Topinkomens zijn. Het college is van mening dat het zittende corporatiebestuurders met een hoger inkomen dan de nieuwe norm, zou sieren om hun salaris te matigen op de nieuwe norm die nu geldt in de semipublieke sector. 1 Onder meer in antwoord op schriftelijke vragen van de SP in 2015 http://zoeken.amsterdam.raadsinformatie.nl/cgi- bin/showdoc.cgi/action=view/id=271471/De heer Flentge SP over de doorbetalingen en ontsl agvergoedingen bij Ymere.pdf http://www volkskrant.nl/economie/plasterk-stemt-in-met-uitstel-wet-topinkomens-a3826658/ 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing lou Gemeenteblad Datum 14 juni 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 4 mei 2016 Toelichting door vragensteller: Eind 2014 nam de heer De Jong afscheid bij Ymere als directeur. Zo is op internet nog een afscheidsspeech over hem terug te lezen, gedateerd op december 2014. Toch staat in het jaarverslag van Ymere dat hij nog een jaar lang door betaald is voor in totaal 228.000 omdat hij in dienst zou zijn geweest als ‘directeur maatschappelijke projecten’. 2. Wat vindt het college ervan dat iemand na zijn afscheidsreceptie nog een jaar lang wordt doorbetaald? 3. Kan het college bevestigen dat de heer De Jong als ‘directeur maatschappelijke projecten’ daadwerkelijk werk heeft verricht voor de huurders van Ymere? Zo ja, was een salaris van 228.000 euro daarvoor passend? Zo nee, welke conclusies verbindt het college daaraan? Antwoord vragen 2 en 3: Bij Ymere is nagegaan hoe de bezoldiging tot stand is gekomen en welke werkzaamheden zijn verricht. Ymere geeft hierover aan dat de heer De Jong in 2015 geen onderdeel meer uitmaakte van de statutaire directie, maar tot 31-12- 2015 in dienst van Ymere was als Directeur Maatschappelijke Projecten. De voortzetting van zijn werkzaamheden was volgens Ymere omwille van zijn specifieke deskundigheid efficiënter dan deze over te dragen. Het college heeft kennisgenomen van de hoogte van honorering en constateert dat zij niet in de positie is om wijzigingen aan te brengen in de gerapporteerde situatie. Toelichting door vragensteller: Uit het jaarverslag blijkt dat Ymere in 2015 afscheid nam van een directeur projectontwikkeling, en daarbij een ontslagpremie betaalde van 495.00 euro. 4. Wat vindt het college ervan dat een medewerker van een woningcorporatie, die als doel heeft betaalbare huisvesting te organiseren voor mensen met een laag- of middeninkomen, een half miljoen euro meekrijgt als ontslagpremie? Mag dit volgens de WNT? Zo ja, wat zegt dat volgens u over de WNT? Zo nee, kan het bedrag worden teruggevorderd? Antwoord: Bij Ymere is nagegaan hoe de uitkering wegens beëindiging dienstverband tot stand is gekomen. Ymere geeft hierover aan dat in verband met een doorgevoerde reorganisatie in de jaren 2013-2015 de arbeidsplek van betreffende functionaris is vervallen. Aan de functionaris is een vergoeding voor beëindiging van het dienstverband uitgekeerd op basis van een met de vakbonden overeengekomen sociaal plan. De lengte van het dienstverband heeft, mede, de hoogte van de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband bepaald. De WNT is niet van toepassing omdat de desbetreffende functionaris geen topfunctionaris was in de zin van de WNT. Zie verder het antwoord op vraag 1. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng lou Gemeenteblad ummer = su . Datum 14 juni 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 4 mei 2016 5. Is het college bereid, opnieuw, bij Ymere duidelijk te maken dat het onwenselijk is dat (voormalig) directeuren bij Ymere enorme bedragen verdienen, terwijl de sociale woningvoorraad in Amsterdam onder druk staat, terwijl er veel huurders zijn die met moeite de hoge huren kunnen betalen, en terwijl er nog steeds veel huurders zijn die wonen in een huis waar sprake is van achterstallig onderhoud? Antwoord: Het college heeft contact opgenomen met Ymere en uitleg gevraagd. De uitleg van Ymere vormt de basis van de beantwoording van de onder 2,3 en 4 gestelde vragen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad DS Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 752 Publicatiedatum 1 juli 2016 Ingekomen onder AS Ingekomen op woensdag 22 juni 2016 Behandeld op woensdag 22 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Duijndam, Poot, Glaubitz, Groen, De Heer, Shahsavari-Jansen en Van Soest inzake de verdeling van de exploitatievergunningen voor de passagiersvaart 2020-2030 in het segment Bemand Groot (rondvaart) (voorwaarden voor ingebruikname van vergunningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de verdeling van de exploitatievergunningen voor de passagiersvaart 2020-2030 in het segment Bemand Groot (rondvaart) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 684). Overwegende dat: — het van belang is dat toegekende vergunningen daadwerkelijk in gebruik genomen worden. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: een bindende verplichting in het uitgifteregelement op te nemen voor het in gebruik nemen van de vergunningen(en) conform de ingediende aanvraag of aanvragen en aan te geven welke sancties verbonden zijn aan het niet in gebruik nemen van de vergunning. De leden van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam M.C.G. Poot B. Glaubitz R.J. Groen A.C. de Heer M.D. Shahsavari-Jansen W. van Soest 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 891 Publicatiedatum 11 oktober 2013 Ingekomen op 10 oktober 2013 Ingekomen in raadscommissie WPA Te behandelen op 6/7 november 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014 (voorkom verdringing op de arbeidsmarkt). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2014; Overwegende dat: — in sommige gevallen uitkeringsgerechtigden baat kunnen hebben bij het opdoen van werkervaring; — deze werkervaring voor uitkeringsgerechtigden nooit ten koste mag gaan van reguliere banen en geen nieuwe werkloosheid mag creëren; — de wet (artikel 10a van de WWB) kaders biedt voor de inzet van participatieplaatsen; — _er moet sprake zijn van een additionele functie: een speciaal gecreëerde functie of een al bestaande functie die een bijstandsgerechtigde alleen met speciale begeleiding kan verrichten, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: ervoor te zorgen dat het activeren van arbeidsparticipatie via werken met behoud van uitkering nooit tot verdringing van gewone arbeid mag leiden. Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 877 Datum akkoord 18 juli 2017 Publicatiedatum 19 juli 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 16 juni 2017 inzake ecologisch groenbeheer. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: In de Agenda Groen geeft de gemeente aan 50% van het openbare groen ecologisch en insectvriendelijk te beheren. Want, zo stelt de Agenda Groen: Een rijke en divers samengestelde insectenstand zorgt voor een grote diversiteit aan grotere dieren en is dus bepalend voor de biodiversiteit. De inrichting en het (maai-)beheer van openbaar groen moet gericht zijn op het vergroten van de insectenstand. Het college geeft in antwoorden op technische vragen van de Partij voor de Dieren aan dat het volledig ecologisch beheren van het groen in de stad niet mogelijk is zonder het ontwerp of behorende functies te veranderen. Alles binnen de Ecologische Structuur Amsterdam wordt al wel 100% ecologisch beheerd. De Partij voor de Dieren is benieuwd op welke manier er ook zoveel mogelijk groen buiten de ecologische structuur 100% ecologisch en insectvriendelijk beheerd kan worden. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college een overzicht opstellen waarbij er specifiek per locatie wordt aangegeven waarom er niet volledig ecologisch beheerd kan worden? Antwoord: Op dit moment wordt er gewerkt aan het maken van een overzicht van de openbare groengebieden buiten de Amsterdamse Ecologische Structuur (AES) die geschikt zijn om ecologisch/ insectvriendelijk te gaan beheren. Mochten er (delen van deze) gebieden niet geschikt zijn om insectvriendelijk te beheren dan zal dit worden aangegeven met de reden. Een reden kan bijvoorbeeld zijn verkeersveiligheid. Dit overzicht wordt aan u toegestuurd in het 1° kwartaal van 2018. 1 https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/agenda-groen/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Áo ui 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 juni 2017 Toelichting door vragensteller: De Partij voor de Dieren heeft signalen ontvangen dat begin februari 2017 bladeren rondom bomen werden weggehaald samen met al het opkomende andere gewas. Begin februari 2017 zijn verschillende diersoorten nog in winterslaap en is het bovendien lastig voor vrij levende dieren om voldoende voedsel te vinden. 2. Kan het college een overzicht geven van plekken in de openbare ruimte, anders dan grasvelden, waar bladeren gedurende de winterslaapperiode worden verwijderd met vermelding van de redenen hiervan? Antwoord: Op dit ogenblik bestaat er geen stadsbreed overzicht van redenen en locaties (anders dan grasvelden) waar blad wordt geruimd gedurende de winterperiode. Wij zullen deze informatie ophalen bij de stadsdelen. Dit overzicht wordt aan u toegestuurd in het 4° kwartaal van 2017. Bij het ophalen van de informatie zal benadrukt worden dat het laten liggen van blad op geschikte locaties van grote betekenis is voor de biodiversiteit in de stad en onderdeel is van het uitvoeren van de Agenda Groen. 3. Worden ecologen betrokken bij de opdrachten om bladeren te verwijderen en de implicaties hiervan? Antwoord: Bij het ophalen van de informatie voor het beantwoorden van vraag 2 zal ook duidelijk worden welke expertise er betrokken wordt. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
XX Gemeente Amsterdam Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : donderdag 19 december 2019 Aanvang : 19.00 UUr Locatie : Vergaderzaal stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150 Voorzitter : Wim van der Kamp Secretaris : Pilar Torres Barrera Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. (concept) Besluitenlijst overlegvergadering SDC 28 november 2019 19.10 4. Ingekomen stukken 19.15 5. Bewoners aan het woord 19.20 Bespreekpunten 6. Adviezen gevraagd a. Agenda Taxi 2020 — 2025 (vaststellen) 19.30 b. Toekomstscenario's markten 2026 (bespreken) 19.50 c. _Planvoorstel Gaasperplas (bespreken) 20.20 7. Verslag bijeenkomst input locatieprofielen evenementen (bespreken) 20.40 8. Rondvraag en sluiting 21.00 Ter kennisname: Toezeggingenlijst SDC december 2019
Agenda
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 720 Publicatiedatum 18 september 2013 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 11 september 2013 Behandeld op woensdag 11 september 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Bestuurs- en uitvoerings- overeenkomst Gemeente Amsterdam - Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol- Amsterdam-Almere (natuurcompensatie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot verklaren in de gelegenheid te zijn gesteld wensen en bedenkingen te uiten inzake de Bestuurs- en Uitvoeringsovereenkomst Gemeente Amsterdam - Rijkswaterstaat wegverbreding Schiphol-Amsterdam-Almere en tot instemmen met de onttrekking van maximaal € 1,5 miljoen in de meerjarenraming van de Algemene Reserve van het Vereveningsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr. 639); Overwegende dat: — een deel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ter hoogte van het Amsterdamse Bos vernietigd wordt; — er geen concrete afspraken zijn gemaakt omtrent compensatie van de EHS; — de motivatie voor de omrekenfactor voor financiële compensatie van de EHS zoals genoemd in de uitvoeringsovereenkomst ontbreekt; — de toegepaste omrekenfactor voor de verloren EHS-natuurwaarden niet strookt met het Provinciale EHS-compensatiebeleid als genoemd in de ‘Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie’; — het voorstel de compensatiegelden te storten in het Amsterdamse Bomenfonds niet garandeert dat de gelden worden ingezet voor de kwantitatieve/kwalitatieve verbetering van de EHS; — het voorstel de compensatiegelden te storten in het Amsterdamse Bomenfonds niet strookt met het Provinciale EHS-compensatiebeleid; — er uit de stukken niet blijkt dat er rekening is gehouden met het wettelijk kader van de Flora- en faunawet; — een eventuele compensatie in het kader van de Flora- en faunawet onderdeel moet zijn van de betreffende overeenkomst; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 720 Moti Datum 18 september 2013 Ie — de Partij voor de Dieren het belang van de EHS op zowel gemeentelijk als landelijk niveau, zoals dat ook door het Rijk erkend is, onderschrijft en dat de bescherming van de EHS moet worden gewaarborgd om verarming van de EHS te voorkomen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — nader onderzoek te verrichten naar de manier waarop de natuurcompensatie in de uitvoeringsovereenkomst tot stand is gekomen en welke onderdelen al dan niet ontbreken, waarbij in het bijzonder wordt gelet op het compensatieplan voor de EHS en het kader van de Flora- en faunawet; — de uitkomst van dit onderzoek terug te koppelen naar de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
2x Camaanta Na Se INNS Sol LSe Amsterdam D West Datum Dinsdag 24 september 2019 1945-2300 Locatie Grote zaal, Stadsdeelkantoor, Bos en Lommerplein 250. Telefoonnummer Bestuursondersteuning 020 253 0050 E-mail [email protected] Internet www.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is voorgedragen. 19.45 - 20.00 Opening, agenda vaststellen, mededelingen 20.00 - 20.30 Bewoners aan het woord -_ Meneer van der Linden Onderwerp: vergunning voor de sportschool VosGym in de Van Slingelandstraat -_ Mevrouw Gorter Onderwerp: de huidige situatie van de Speelgoedbank in de Kolenkitbuurt 20.30 - 21.00 DB: Uitvoeringsprogramma Wabo 2019-2020 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (MH) 21.00 - 21.45 DB: Focus opgave gebiedsplannen 2020, en hoe te participeren? 21.45 - 22.15 DB: Milieuzone voor personenvervoer (|B) 22.15-22.45 DB: Veiligheidsplan 2019 - 2022, Stadsdeel West (FU) 22.45 - 22.55 DB: Adviesaanvraag voorontwerp bestemmingsplan Food Center Amsterdam FCA (MH) 22.55 - 23.00 Rondvraag Afsluiting
Agenda
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1468 Publicatiedatum 27 september 2019 Ingekomen onder G Ingekomen op donderdag 19 september 2019 Behandeld op donderdag 19 september 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden A.L. Bakker, Naoum Néhmé, Boomsma, Kreuger en Van Soest inzake het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci (participatie opnieuw) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1407). Constaterende dat omwonenden onvoldoende mogelijkheden hebben gehad om te participeren in de besluitvorming tot het bestemmingsplan Woontoren Fibonacci, Constaterende dat omwonden de indruk hebben dat in het participatietraject de gemeente geen gesprekspartner is geweest, maar louter de projectontwikkelaar:; Constaterende dat er ingrijpende wijzigingen in de plannen zijn toegepast buiten de inspraak om. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het participatietraject voor de ontwikkeling van de Woontoren Fibonacci opnieuw te doorlopen. De leden van de gemeenteraad A.L. Bakker H. Naoum Néhmé D.T. Boomsma K.M. Kreuger W. van Soest 1
Motie
1
val
X Gemeente & Amsterdam Hart-Advies KO Patric Hartwig (V-Bedrijfsvoering AE ___ oumegrozee E: hartadvies201/@gmail.com O9 Geer Stuk va AQ zy Beh. Ambt: Aan Gemeenteraad Amsterdam Se he ‘Amsterdam, 22 oktober 2018 Postbus 202 "5e 100OAE Amsterdam etn \in zake BVT-teams Nieuw West, antwoord op schriftelijke vragen nr 742 dd 13.09.2018 Voor de raadsgriffie : (Het was niet mogelijk, bij het internetformulier voor een raadsadres alle bijlagen upteladen, daarom stuur ik deze per post. En ik betoon, dat ik niet anoniem in de lijst van de raadsadressen wil, maar met mijn volle naam en het bedrijfsnaam als mogelijk. De bijlagen 2,3,4 en 5 graag kabinet, want het staan in de rapportages autokentekens en in de mail van politie namen en interne contactgegevens Raadsadres Geachte burgemeester, beste Femke, en geachte gemeenteraad | Mijn naam is Patric Hartwig, en jullie kennen mij als voorzitter van de Daklozenvakbond. Maar verder ben ik ook een betrokken burger van het stadsdeel Nieuw West, heb een adviesbedrijf (Hart — advies — in de moment ingehuurd van G&O voor ontruiming buitenhekkers ADM), en als 2. beheerder van het Natuurgebied “De Lange Bretten" (vrijwillig voor Landschap Noord Holland) heb ik zelf vaker met het BVT-team samengewerkt. Ik ken de mensen, ik ken Implacement, en ik ken voor allen nog heel veel burgers, die niet blij zijn over de gang van zaken ib. veiligheid in Nieuw West en over het stopzetten van het buurtveiligheidsteam (verder BVT | genoemd) Marianne had (heel erg bedankt voor ) aan de 11 juli schriftelijke vragen gesteld inzake BVT. De antwoorden worden in de dagmail van 13 september verzonden, ik | heb het destijds over het hoofd gezien, daarom de laat reactie. Het schijnt niet goed te gaan met de antwoorden op schriftelijke vragen i.b. de BVT in Nieuw West. 3 maanden terug worden vragen beantwoord over de veiligheid op het Sierplein, daarin word aangegeven dat een BVT team daar loopt. Daar is echter nooit sprake van geweest, er heeft daar nog nooit een BVT gelopen! Ik heb de kans genomen om in de commissie Algemene Zaken in te spreken. En nu, bij deze antwoorden Nr 742 op de vragen van Marianne klopt ook alleen maar | | seh ' de helft. En Implacerment word zo beschreven als wen zij hun werk niet adequaat en professioneel doen… heel grote onzin wat in de tweede deel van de antwoord op | vraag 2 staat: | De BVT's in Nieuw-West zijn in 2015 stopgezet. Kort sarnengevat betrof het hier een intensieve samenwerking tussen politie, woningcorporaties, toezichthouders van Implacement en stadsdeel (handhaving en veiligheid) om de leefbaarheid en veiligheid in een aantal gebieden te verbeteren. De samenwerking leverde onvoldoende zichtbaar resultaat op. ….…( …) . Implacement verrichte hand- en spandiensten voor politie en handhaving. Jongeren werden bijvoorbeeld ingezet als verkeersregelaar of moesten bewoners aanspreken op (overlastgevend) gedrag. Met name dat laatste bleek lastig. | neen Daarom is het contract met Implacement per 30 juni 2018 stopgezet. Betreffende het antwoord van het college op vraag 2. werken zelfstandig en dienen aangestuurd te worden en ingezet op de actuele ontwikkelingen op het gebeid van | veiligheid en leefbaarheid. In deze dus door de veiligheidscoördinator. Dit ging altijd | goed met de veiligheidscoördinator n …__… echter nadat deze naar | OOV is gegaan heeft “dit overgenomen, Naast reguliere werkzaamheden werden ze ook vaak op verzoek van de veiligheidscoördinator of teammanager handhaving Nieuw-west ” ingezet met een speciaal opdracht (bijv Delflandplein) of bijvoorbeeld ten ondersteuning van | Landschap Noord Holland in de Lange Bretten, om dakloze en tenten helpen te | ontruimen. Verder hebben zij ook elke jaar de dodenherdenking in Nieuw West | beveiligd. ik weet niet op men deze werk hand hand-en spandienst kan noemen… | Men kan de werk van de BVT niet als “hand en spandiensten van handhaving” | interpreteren … de BVT’sDe studenten van de ROC Schagen hebben wel overlastplegers aangesproken, maar nooit zonder en opleider in de buurt , Maar op opleider of studenten, zij hebben ook alles signaleert en meegenomen, wat een gevaarlijk situatie of een verwaarlozing van de buurt opleverde, als bijvoorbeeld omgereden verkeersborden, losse stoeptegels, fietsenwrakken, vals geplaatst huis-of grofvuil etc. Dat allemaal per MORA-melding voor directe oplossing, bij gevaarlijk situaties ook direct aan de politie of de veiligheidscoordinatoor. | En aan de eind van elke week is een rapportage (zie als bijlage drie | voorbeelden ) na het stadsdeel (Veiligheidscoordinatoor (tot 2015, 7 „daarna Sj, de politie en de gebiedsmanager gestuurd. (ik wil vragen de bijlagen van deze mail als kabinet te verklaren wegens privacygevoeligheid) Ik vraag mij nu wel af hoe komt het college erbij dat het ontbrak an adequate terugkoppeling na het stadsdeel???2? Misschien had het stadsdeel niet goed kennis genom-3-en van de berichten? ? En begin 2018 hoorde ik vanuit afdeling Handhaving dat zij moeten stoppen | -3- | ’ | fietswrakken door te geven met MORA want ze komen het niet meer | qua werkdruk … … | Gaan wij verder met vraag 5 Er is in 2015 uitgebreid gecommuniceerd over de opheffing van het BVT met bewoners, ondernemers en samenwerkingspartners. Blijkbaar is de inzet van jongeren door Implacement ín de volksmond BVT blijven heten Bij antwoord op vraag 2 word geschreven contract Implacement is per 30 juni 2018 | stopgezet. En hier is BVT al in 2015 opgeheven. Dat mag zijn, maar feit is dat gedurende drie jaar regelmatig en groep met gelen jassen met de opschrift Toezicht stadsdeel Nieuw West" door de buurt is gelopen, het zelfde als ook voor 2015, de formeel opheffing is derhalve dus nooit gecommuniceerd in 2015, omdat er | geen sprake is geweest van opheffing, dus totaal onmogelijk. Voor de ondernemers | en burgers was in 2015 geen reden van opheffing, zag men de mensen toch elke | dag … Maar wel per 30 juni 2018. Dat leidde tot massaal protest, onder andere door de voorzitter van de winkeliersverenging Bs de Vlughtlaan de hee | En in de volksmond is het team gewoon BVT blijven heten. | Vraag 6 | | In de laatst zin is aangegeven ‘Na het stopzetten van de BVT's in Nieuw West | bleven de cijfers van de veiligheidsindex doorgaan in een dalende (positief) lijn" | Daarmee is dus 2015 bedoeld. en zeker bleven de cijfers goed,, want het | stopzetten gebeurde op papier en niet daadwerkelijk. de BVT liep ja elke dag op | straat… duidelijk zichtbaar en aanspreekbaar voor ondernemers en burgers. want | zij liepen te voet. en niet als handhaving of politie langsrijdend in een auto of op de fiets Ik ben benieuwd op de veiligheisindex van de 2 helft 2018... ik denk die kijkt een beetje anders uit want nu loopt niemand meer. Handhaving word in de klein straatjes of pleinen ook zo goed als niet meer gezien… en een los stoeptegel blijft nu zolang niet gemeld, tot per toeval een mens over valt en ook nog weet wat een | MORA-melding is en het den ook meld.… misschien vallen wel 5 mensen over de zelfde tegel, tot hij gemeld word…. Grofvuil die fout aangeboden is of illegaal ergens gedumpt is onder een viaduct ete blijft ook lang liggen nu met allen gevolgen van dien…overlast, van ratten en andere ongedierte en extra stortingen van grofvuil. Ten slotte… sinds de hed, “is vertrokken | _als Veiligheidscoordinator en deze taak is overgenomen door de hee As er helemaal geen aansturing en of terugkoppeling meer geweest vanuit het stadsdeel. Met ee is buiten ij een goede initiatiefnemer voor nieuwe en handige uitvoeringspraktijken ook een betrokken en ervaringsdeskundig ambtenaar vertrokken. „de Ik zou het zeer op prijs stellen om nogmaals te overwegen om het BVT nieuw leven in te blazen. Tevens zou ik u willen verzoeken met de heer > van Implacement in gesprek te gaan en tevens bovenstaande te verifiëren bij de heer Johan Mandemaker of zijn toenmalige leiding gevende de heer „zijnde directeur bij de gemeente Amsterdam. Tot slot wil ik u aangeven dat van het huidige personeelsbestand dat momenteel werkzaam is als handhaver bij handhaving en toezicht zeker driekwart afkomstig is uit de opleiding van het ROC in Schagen en de stage in de Buurt Veiligheidsteams, kortom er is dus wel degelijk kwaliteit geleverd, | waardoor deze mensen nu een arbeidsovereenkomst hebben bij de gemeente Amsterdam. kortom ook qua kosten voor werving en selectie besparing heeft | Implacement een zeer belangrijke bijdrage geleverd middels de BVT's. Het werd en | word gezien als een kweekvijver voor nieuwe en goede handhavers. | Ik stuur deze mail ook als raadsadres in voor de volgend gemeenteraad, maar ik | vind het toch wel netjes als Marianne als vraagsteller en Eric als fractievoorzitter dat | even voor de raad weten. Ik heb de antwoorden ook direct doorgestuurd na de directeur van Implacement | Remy Veldhuis, zijn reactie is bijgevoegd als bijlage 1. Bijlagen 2,3,4 zijn de rapporten van het BVT-team in Nieuw West, en bijlage 5 mail van politie na BVT en ik vraag hierbij nog een keer deze niet openbaar te maken uit privacyredenen. Bijlage 1_reactie directeur Implacement | Bijlage 2 „3 en 4 rapportages (vertrouwelijk) | Bijlage 5 mail van buurtreggisseur (bureau NVVN August Allebeeplein) na BVT | Bijlage 6 ter herinnering antwoorden nr 743 dd 13.09.2018 Bedankfe5ór uw dacht . _ \ riet arke dos” 4
Raadsadres
4
test
< wert LN oe) ® o* „Nen o ver” “ ee | €) oe” a net He var, werd gave vee ws e de \ ortnenne weer ga % p Me ar Tjd \Ô EN 5 E iN ee fe zi pr f, b ien Ô | \ Ed ke ( A 0) nn mk en De AP PE Nek ils 6 me nn as Id Va E ged Pmienerer ee ze all î wies rie KE en _ Ti EN EF __g mmnteamaene AS Wer A Mà nn} Ci € Nl fj RS EE D pe en Zed Û AR Ep ne : dee Se Es ie, EE A SE fn ke, in. met rs ka he ER EEEN en en NE ii È \ = ineen ï df eN: ee Kn er AAE E bee a 3 DE Keypoint Consultancy bv Vestiging Enschede Institutenweg 32 7521 PK Enschede Tel. 053 482 57 00 Fax 053 482 5/7 29 Vestiging Utrecht Ganzenmarkt 6 3512 GD Utrecht Tel. 030 82 O1 168 www.keypoint.eu [email protected] Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Titel rapport: Tussentijdse evaluatie van het Meerjarenplan Verkeersveiligheid Amsterdam 2016-2021 Versie: 1.0 Status: Definitief (echter nog exclusief kostenindicatie scenario’s) Projectleider: Ronnie Poorterman Datum: Oktober 2020 Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Keypoint Consultancy bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. NR e“e® © 3 e € ©”, 8 =® @ SS AS Inhoudsopgave 1 Evaluatie MJPV Amsterdam … … naren enen enenensenenenenenenenen ennen ne venenenverseevevervenenenenen ennen Ô 1.1 Aanleiding .…… eneen eneen enenenenenenenenenen vereren enen enenenenen venne ne venenenen versen Ô 1.2 Doel van dit onderzoek … … ns enenenenensenenenenenenenen venen ne nenenenenveneeerenenenenen nennen 3 1.3 Aanpak en leeswijzer … neren eens eeneneer eneen enenenenen venen ne veneneneneneneereren 3 2 Vooronderzoek … neee enenenenenenenenen venen ve nene venen venene vene nenenenvevevevevenen eneen  2.1 Doelen MJPV, in perspectief …… ………unnnennenenenenen eenen ennen vene nenenen eneen eneen  2.2 Trends in verkeersveiligheid … …… … nennen nenevenen enne nenenenenenenenenee nevens ennen een D 2.3 Krachtenveld .… neren eneen enenenen evene venenenen eneen ne venen eneen eneen 1 3 Tussentijdse evaluatie MJPV 2016-2021 …..…...nenen eenen eneen nenenenen eneen eenen eneen 12 3.1 Evaluatie per maatregel ……… nnen enenenensenenenenenenenen venen nenenenenen verevenen eneen 12 3.2 Evaluatie per pijler …… nnen enen eenen nenenenen ennen venen vennen eeeeveveren eneen ennen 1À 3.3 Conclusies en aanbevelingen … … ener eneen eener eenen ennen vennen neee neen LO 4 __Handelingsperspectief ter aanscherping van het MJPV … nnee 2Ì 4.1 Proces en organisatie … …….….….nsenvendensenenen verversen venvevenen verver enenvenvevenen verevenen ennn DZ 4,2 Maatregelen en pijlers … … nennen eneen enenenenenenenen verevenen nennen venseevevevenenenenen ennen ÂD 4,3 Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam nennen eener en enenenenenenen eneen nennen 34 4,4 Conclusies en aanbevelingen … nnen eneen eneen eenen eenen eneen nennen 4 Bijlage 1: evaluatie per maatregel (factsheets) … … nuno enenenenen ennen 43 Bijlage 2: trendscan …...….nnnenenenenenee ener enenen ennen ennen vereren vnenenenenen venen venenen enen ÂÁ Bijlage 3: inspiratie strategie … … nnee eenen venen enen venen evene ne nennen ÂD Bijlage 4: indicatie omvang/reductie aantal slachtoffers ……… … … snee eenen eneen enen 46 Bijlage 5: overzicht risicogedragingen verkeer … uses enen enen ennenenenen eneen nennen eneen  7 e°% eee @ ® ” @ het hAl 2 1 Evaluatie MJPV Amsterdam 1.1 Aanleiding Het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV) van Gemeente Amsterdam loopt van 2016-2021. Het bevat maatregelen waarmee de gemeente 25% minder verkeersdoden en ernstig gewonden in 2020 (ten opzichte van peiljaar 2010) beoogt. Maar de wereld staat niet stil en er zijn meerdere redenen om nu aan de slag te gaan met een tussentijdse evaluatie en aanscherping van het gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid, te weten: e Momenteel zijn we enkele jaren onderweg met het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016- 2021 en collegeperiode 2018-2022: dit is een geschikt moment om een tussentijdse evaluatie en aanscherping te maken van het huidige MJPV, om eveneens de kans te benutten om nog tijdens de huidige collegeperiode bij te kunnen sturen indien wenselijk. , Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (hierna: SPV 2030): Het SPV 2030 stelt nieuwe kaders voor regionaal en lokaal verkeersveiligheidsbeleid en heeft als hoofdambitie 0 verkeersdoden in 2050 in heel Nederland. In dit plan zijn onder meer afspraken gemaakt om risico-gestuurd te gaan werken, regionale en lokale uitvoeringsagenda’s op te stellen en een financieringsstrategie te ontwikkelen. Met deze tussentijdse evaluatie onderzoekt de gemeente in hoeverre het MJPV al aansluit op de kaders van het SPV. e Regionale verkeersveiligheidsanalyse SPV: in het Startakkoord SPV is afgesproken dat regionale overheden, met ondersteuning van een procesbegeleidingsteam en een expertiseteam, tot gedegen analyses komen van de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s. Op basis hiervan stellen regionale overheden uitvoeringsagenda’s op. De Vervoerregio Amsterdam trekt dit voor de gehele regio Amsterdam en heeft recent een brede verkeersveiligheidsanalyse uitgevoerd, waarmee de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s in de regio inzichtelijk zijn gemaakt. , Reorganisatie en programma infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen: eind 2018 is de gemeente grootschalig gereorganiseerd. Voorheen voerden stadsdeelorganisaties als wegbeheerder zelfstandig projecten en infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen uit, veelal op verzoek van Amsterdammers. Sinds de reorganisatie is de directie Verkeer en Openbare Ruimte (hierna: V&OR) regisseur en initiator van alle projecten in de stad inclusief infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen. Dit zorgt voor veranderingen in de organisatie en uitvoering op vlak van verkeersveiligheid, wat effect kan hebben op (de uitvoering van) het MJPV. Evaluatie en aanbesteding verkeerseducatie Amsterdam: de gemeente Amsterdam heeft verkeerseducatie uitbesteed aan Verkeersplein Amsterdam. In 2020 besteedt de gemeente dit opnieuw aan (aanbesteding is inmiddels gepubliceerd). Ter voorbereiding daarop is een evaluatiestudie uitgevoerd. » ee“ e® eo“ ee“ € © se € e @® E Ö Ne ker € ee e 26 3 1.2 Doel van dit onderzoek Deze evaluatie heeft een tweeledig doel: * Terugkijken op de periode tussen de vaststelling van het MJPV en nu. Hoe is de uitvoering van het MJPV verlopen en wat heeft het opgeleverd? e Vooruitkijken op de resterende looptijd van het MJPV (2020-2021). Wat zijn aanbevelingen voor het handelingsperspectief (met scenario’s) ter aanscherping van de uitvoering van het huidige MJPV? 1.3 Aanpak en leeswijzer De rapportage van het onderzoek bestaat uit drie onderdelen: Hoofdstuk 2: Vooronderzoek Dit hoofdstuk beschrijft kaders en context: * Doelen: verkeersveiligheidsdoelen / ambities die zijn opgenomen in het MJPV, in relatie tot de ambities uit andere beleidsdocumenten van Amsterdam en het landelijke Strategisch Plan Verkeersveiligheid e Trends in verkeersveiligheid: overzicht van de ontwikkeling van de verkeersveiligheid in de afgelopen jaren, binnen en buiten Amsterdam. * _Krachtenveld: hoe werken Amsterdam en haar stakeholders samen aan verkeersveiligheid Hoofdstuk 3: Terugkijken (tussentijdse evaluatie) Evaluatie per maatregel en per pijler. Welke inzet is gepleegd, hoe is hierin samengewerkt met partners, welke effecten heeft het opgeleverd, welke witte vlekken zijn er (welke nieuwe trends verdienen meer aandacht)? e Evaluatie op basis van literatuur en effectstudies e In aanvulling op literatuuronderzoek: circa 15 gesprekken met stakeholders binnen en buiten de gemeente (projectleiders van individuele maatregelen, programmatrekkers van andere programma’s en agenda's, samenwerkingspartners). e _trendonderzoek: wat komt op ons af, hoe ontwikkelt de mobiliteit zich (doelgroepen, modaliteiten, …) en wat zal de impact op de verkeersveiligheid zijn? De resultaten zijn opgenomen in een factsheet per maatregel. Daarnaast is een beschouwing gegeven op de drie maatregelpijlers (infrastructuur, gedrag/educatie, handhaving). Hoofdstuk 4: Vooruitkijken (advies handelingsperspectief) Advies voor de inzet gedurende de resterende looptijd van het huidige MJPV, e _trendonderzoek: welke kansen zijn er om in te spelen op verkeersveiligheidsrisico’s van de belangrijkste / nieuwe risicodoelgroepen? e Welke mix van maatregelen op het gebied van infrastructuur, gedrag/educatie en handhaving sluit hier goed op aan? e Wat betekent dit voor de organisatie en financiering? 1 @ ns OD PP AS 4 2 Vooronderzoek 2.1 Doelen MJPV, in perspectief Deze paragraaf beschrijft kort de doelen zoals die in het huidige MJPV zijn gesteld en welke nieuwe inzichten zijn ontstaan na vaststelling van het huidige MJPV. 2.1.1 Relatie met het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 Het huidige MJPV Amsterdam (met peiljaar 2010) is vastgesteld in 2016. Landelijk gold toen het vorige Strategisch Plan Verkeersveiligheid (het SPV 2008-2020) als belangrijkste beleidskader. Het huidige MJPV is dan ook hoofdzakelijk op de uitgangspunten van dat plan gebaseerd. De belangrijkste ambitie van zowel het MJPV als het SPV2008-2020 is het behalen van 25% minder ernstig gewonden en doden in 2020. Gemeente Amsterdam voegt met het MJPV daar een extra ambitie aan toe, door (per jaar) maximaal 90 ernstig verkeersgewonden per 100.000 inwoners toe te staan. De doelgroepen waarop de maatregelen van het MJPV zich richten zijn grotendeels gelijk aan die in het SPV2008-2020. Wel zijn hier lokale accenten in aangebracht, door bijvoorbeeld toeristen expliciet als doelgroep op te nemen en motorrijders juist niet. Zowel het SPV2008-2020 als het MJPV hanteren de dimensies infrastructuur, gedrag en voertuigkwaliteit waarbinnen maatregelen uitgevoerd dienen te worden. Maatregelen kunnen zowel proactief als reactief zijn. 2.1.2 Coalitieakkoord “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” In 2018 heeft het college van Gemeente Amsterdam het coalitieakkoord “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” vastgesteld, Hoewel dit akkoord niet expliciet over verkeersveiligheid gaat, zijn wel enkele specifieke maatregelen genoemd (de introductie van het programma Amsterdam Autoluw, het verlagen van de snelheid naar 30 km/uur en specifieke maatregelen rondom schoolomgevingen). Er zijn geen expliciete wijzigingen aangebracht in de ambities of doelen van de gemeente op het gebied van verkeersveiligheid. 2.1.3 Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 Eind 2018 is het nieuwe Strategisch Plan Verkeersveiligheid (het SPV2030) geïntroduceerd. Dat plan is van de grond af opnieuw opgesteld en bevat hernieuwde doelen en ambities ten aanzien van verkeersveiligheid in Nederland. De ambitie van het SPV2030 is om tot 0 verkeersdoden in 2050 te komen. Centraal staat een meer risico-gestuurde aanpak; een proactieve aanpak om ongevallen op voorhand te voorkomen. Beleid en maatregelen worden hier bepaald door risico’s en locaties waar de inrichting of de aanwezigheid van doelgroepen of modaliteiten aanleiding geven tot verhoogde risico’s. Het SPV2030 biedt daarmee aanleiding om de ambities, doelen en verkeersveiligheidsaanpak aan te scherpen. ev e® « ex ee Ae @ AR pe ha | zn 5 “Het wordt nu zaak om door te pakken en de komende jaren met effectieve maatregelen het verkeerssysteem veiliger in te richten en zo het aantal verkeersslachtoffers te verlagen. Daarbij is specifiek aandacht nodig voor de volgende groepen slachtoffers: fietsers, scootmobielrijders, 80-plussers, en slachtoffers op 30km/uur-wegen. Daarnaast bevelen we aan de handhaving verder te intensiveren om onder andere het alcoholgebruik en het gebruik van mobiele telefoons in het verkeer terug te dringen.” — SWOV, monitor verkeersveiligheid 2019 2.2 Trends in verkeersveiligheid 2.2.1 Verkeersveiligheid in Nederland Er is in Nederland een toename van verkeersdoden sinds 2018 (vooral op 30- en 60- wegen). Mogelijke oorzaken hiervan zijn (SWOV R-2019-22B): * Toename aantal kilometers afgelegd door motorvoertuigen e Vergrijzing van verkeersdeelnemers Minder ervaren bestuurders * Toename gebruik mobiele telefoons en andere apparatuur e Minder handhaving e Verhoging snelheidslimiet naar 130 km/uur op autosnelwegen (resultaten begin 2020) * Toename gebruik verdovende middelen Overlijdensrisico 120 3 100 E 2 É 80 WO & 5 60 Ô 5 5 40 ——— a 5 B 20 í —_—___————_—_ A 0 1996-1999 2000-2003 2004-2007 2008-2012 2013-2017 _ B Voetganger BFiets wm Brom-/snorfiets Motor m Auto © a® © © ee ke “ MAR @ PN e go Di | E EC 6 Wegvak 2009 2018 Rijk ® e 62) se) 1 Rijk 8 e ® Go)Galze) Provincie e @® @ én) Go) ® Provincie @ à Ca) @ ® Gemeente r Beke) (io) Gemeente BG © (zz) Overige © @) @ Overige ® e Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 90 100 120 130 ? (km/uur) Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 S0 100 120 130 ? (km/uur) Kruising 2009 2018 Rijk 2 re ® o r Rijk a » @ » Provincie 2 @ 2 aa) . Provincie @ 8 » Go) » Gemeente On & Ge) Gemeente bs @ ® @ Overige * ® Overige » er Snelheidslimiet 15 20 50 60 70 80 90 100 120 130 ? (km/uur) Snelheidslimiet 15 30 50 60 70 80 90 100 120 130 ?(km/uur) SWOV: verkeersdoden in Nederland 2.2.2 Verkeersveiligheid in Amsterdam, ongevallenregistratie Er zijn diverse bronnen m.b.t. de data van verkeersongevallen in Amsterdam. In de Monitor Verkeersveiligheid 2019 van gemeente Amsterdam is op basis van beschikbare bronnen een overzicht gemaakt van het aantal ernstige verkeersgewonden en absoluut aantal verkeersdoden in Amsterdam. 1527 1435 Î 1240 1370 4210 1140 1420 1.260 1.307 1.146 BEN Pedelijke slachtoffers 950 1070 1.060 > > Ei BEB Ernstig gewonden (inclusief dodelijke slachtoffers) Bron SWOV | Ernstig gewonden 25 13 LP u 19 15 15 KE iN 7 Dr 7 PT (inclusief dodelijke slachtoffers) Bron Monitor Handhaving Politie” 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Monitor Verkeersveiligheid Amsterdam 2019 *Vanwege het ontbreken van recente ambulancedata, zijn er vanaf 2017 geen SWOV-cijfers meer over het aantal ernstige verkeersgewonden. Daarom gebruiken we nu de cijfers uit Monitor Handhaving Politie. We zien een licht afnemend aantal verkeersongevallen met letsel. Het aantal ongevallen met dodelijke afloop is licht stijgend (verschillen jaar op jaar zijn klein). € e er N Get e® eee … ® = ® @ an ) a® > 7 Tijd Uit onderstaande afbeeldingen blijkt dat de meeste ongevallen plaatsvinden van dinsdag tot en met zaterdag. De meeste ongevallen vinden in de middagspits van 15.00 — 19.00 uur plaats. Ook is te zien dat er in de weekendnachten meer ongevallen plaatsvinden dan op de andere dagen. In deze afbeeldingen zijn alle aanrijdingen van 2017 t/m 2019 meegenomen, met uitzondering van de ongevallen op de rijkswegen.[bron: VIA]. 120 305 100 300 50 295 60 290 40 285 | 20 | 280 0 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 00 O1 02 03 04 OS O6 O7 O8 O9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 18 1 16 16 14 14 12 12 10 10 8 8 6 6 4 4 2 2 ° rr EEEN oo O1 02 03 04 05 O6 O7 08 09 10 MM 12 13 14 15 16 17 18 19 20 M 22 23 Vrijdag Zaterdag 16 EN 12 10 8 6 4 2 0 00 01 02 03 04 05 06 O7 OB 09 10 1 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Zondag oee e 8 Modaliteit Uit onderstaande schema blijkt dat de automobilist het meest betrokken is bij een ongeval. De meeste slachtoffers vielen onder de fietsers en bromfietsers. [bron: VIA] 14000 12000 10000 2000 Waarden m Som van Partijen 6000 - Som van Gewonden selectie m Som van Doden selectie 4000 2000 | 5 | | …_ MM _ u En | _ En u e E ST ze 8 ze + 2 & & Ë e e 2 FR 2 S Ri © Ri sé & Pi & & e P In onderstaande afbeelding zijn de verschillende slachtoffers per vervoerwijze aangegeven. Duidelijk is te zien dat er in 2019 minder snorfietsers gewond zijn geraakt. Het aantal fietsslachtoffers is licht gestegen. [bron: VIA] EN ereen lonschriing) Y m Bestelauto 0 EN one: nn m Fiets 0 ee m Personenauto 0 O0 m voetganger 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% S0% 100% Op basis van de cijfers uit VIA-stat in de periode 2017 t/m 18-12-2019 zijn de meest onveilige wegvakken binnen de politie-eenheid Amsterdam geselecteerd. Hierbij zijn de rijkswegen buiten beschouwing gelaten. Bij deze wegvakken is vervolgens gekeken naar de locaties en de problematiek van de ongevallen waarna vervolgens een Top 10 (projectwegen) is samengesteld. Voor deze projectwegen is een analyse gemaakt van ongevallen en gereden snelheid per dag en per uur. Dit is input voor de handhavingsinzet: op welke dag van de week en op welke uren van de dag is handhaving gewenst, gericht op welke doelgroepen. Î oves ee 9 Leeftijd Onderstaande figuren (afkomstig uit de risicoanalyse in opdracht van de Vervoerregio) geven het aantal inwoners versus het aantal verkeersslachtoffers naar leeftijdscategorie, en de verandering van het aantal inwoners naar leeftijdscategorie, We zien in de eerste figuur dat de risico’s het grootst zijn bij jongeren en ouderen (dit zijn de delen in de grafiek waar het aantal verkeersslachtoffers dichtbij of boven de lijn van het aantal inwoners ligt, dus relatief veel slachtoffers ten opzichte van het aantal inwoners in die leeftijdscategorie). In de tweede figuur zien we voor de jaren 2030, 2040 en 2050 het aandeel jongeren en vooral het aandeel ouderen toenemen. De risicogroepen jongeren en ouderen worden de komende jaren dus nog belangrijker. Aantal inwoners vs aantal geregistreerde verkeersslachtoffers naar leeftijd (deelregio Amsterdam) 25.000 250 20.000 200 15.000 150 10.000 | | 100 HIN Wi ” 0 amhali I Ka attatetannes Inleen 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 15 80 85 90 95 100 ER Aantal geregistreerde verkeersgewonden (2010-2016) mmm Aantal inwoners 01-01-2019 Prognose verandering aantal inwoners t.o.v 2020 60% 50% 40% 30% 20% o ll II nn 10% 0-20 20-65 65+ 0-20 20-65 65+ 0-20 20-65 65+ = 0 Amsterdam Noord Zuid m2030 m2040 m2050 a 0e a 26 a 10 2.3 Krachtenveld Het krachtenveld rondom verkeersveiligheidsbeleid is de afgelopen jaren in beweging. Deze paragraaf beschrijft de ontwikkelingen en de consequenties voor het verkeersveiligheidsbeleid. 2.3.1 Reorganisatie en programma infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen Onder de noemer ‘Slagvaardig Werken in de Openbare Ruimte'(SWOR) is de gemeente Amsterdam eind 2018 grootschalig gereorganiseerd. Insteek was een besparing en meer slagvaardig werken. Deze insteek is vertaald naar een meer centrale regie, en dus minder autonomie voor (beleidsbepaling door) de stadsdeelorganisaties. Dit uit zich als volgt: e Voorheen voerden stadsdeelorganisaties als wegbeheerder zelfstandig projecten en infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen uit, veelal op verzoek van Amsterdammers. Sinds de reorganisatie maken stadsdeelorganisaties geen eigen beleid meer, en ze hebben geen eigen begroting meer. Ze zijn nu gemandateerd opdrachtgever, in plaats van gedelegeerd opdrachtgever. Ze agenderen opgaven en wensen, en sturen bij op de uitvoering van beleid. * Erzijn centrale directies voor beleid (Verkeer en Openbare Ruimte, V&OR) en uitvoering (Stadswerken) geïntroduceerd. VROR is regisseur en initiator van alle projecten in de stad inclusief infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen. stadsdeelorganisaties adviseren o.a. aan V&OR. e De pijler ‘infrastructurele maatregelen’ is hierbij tijdelijk op de achtergrond geraakt. De realisatie van de infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (zoals drempels, bandenversmallingen, schoolzones, voetgangersoversteekplaatsen en laad-en- losvoorzieningen / kiss-and-ride zones) is niet overgegaan naar V&OR waardoor in sommige ambtelijke stadsdeelorganisaties verkeersveiligheidsprogramma’s werden gerealiseerd terwijl zij geen juridisch wegbeheerder waren en werden in andere stadsdeelorganisaties weinig tot geen infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen. Op dit moment worden ze via het programma infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM) opgepakt door V&OR (budget circa € 1,75 miljoen per jaar), met de intentie dat dit vanaf 2021 wordt overgenomen door Stadswerken. De exacte invulling (verantwoordelijkheden, financiering) krijgt nu vorm. 2.3.2 Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 In dit plan zijn onder meer afspraken gemaakt om meer risico-gestuurd te gaan werken, regionale en lokale uitvoeringsagenda’s op te stellen en een financieringsstrategie te ontwikkelen. Van belang voor de uitvoering van het MJPV is: Risico-gestuurd werken In opdracht van de Vervoerregio Amsterdam is een risicoanalyse uitgevoerd. Hierin is onderzocht welke impact de introductie van het SPV2030 heeft op het verkeersveiligheidsbeleid in de regio en dus ook in Amsterdam. Specifieke bevindingen voor Amsterdam waren: e Risico's vanuit het oogpunt van infrastructuur ” 1 e“ o® eee“ eee“ eee ete ee e 26 11 o Meeste ernstige verkeersgewonden onder fietsers op gemeentelijke 50 km/uur wegen: wegvakken en 4-taks kruispunten. Minder op 3-taks en rotondes. o _ Automobilisten op rijkswegen grote risico’s o Gemeentelijke 50 km/uur wegen hebben een hoger risico dan 30 km/uur wegen. e Risico's vanuit het oogpunt van doelgroepen o meeste ernstige verkeersgewonden onder fietsers van 65 jaar en ouder o fietsers in andere leeftijdsgroepen scoren hoog o Relatief gezien: bromfietsers van middelbare schoolleeftijd en ook van 18 t/m 24 jaar grote risico’s o Verkeersdeelnemers onder de 12 jaar komen pas onderaan de toprisico’s voor, evenals de automobilisten (die dan de jongere automobilisten betreffen). e Risico's vanuit oogpunt gedrag (Algemeen voor alle regio’s en komt overeen met risico’s SPV) o Snelheid o Rijden onder invloed van alcohol/drugs o Afleiding o Fietsers: fietsverlichting en roodlichtnegatie Regionale en lokale uitvoeringsagenda’s In het Startakkoord SPV is afgesproken dat regionale overheden, met ondersteuning van een procesbegeleidingsteam en een expertiseteam, tot gedegen analyses komen van de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s. Op basis hiervan stellen regionale overheden uitvoeringsagenda’s op. De Vervoerregio Amsterdam trekt dit voor de gehele regio Amsterdam en heeft recent een brede verkeersveiligheidsanalyse uitgevoerd, waarmee de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s in de regio inzichtelijk zijn gemaakt. Amsterdam was een van de deelgebieden in dit onderzoek. Vervolgactie is om een uitvoeringsagenda voor Amsterdam op te stellen (door Amsterdam, in afstemming met de Vervoerregio). Financieringsstrategie Het Rijk stelt tot 2030 in totaal 500 miljoen euro beschikbaar voor een investeringsimpuls in het verkeersveiliger maken van wegen en fietspaden. Het geld wordt in verschillende tranches ingezet. In de eerste tranche, voor 2020 en 2021, is in totaal 100 miljoen euro beschikbaar. Dit budget dient als cofinanciering voor 50% van de kosten voor maatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Van dit budget is ongeveer 90% bestemd voor infrastructurele maatregelen, en ongeveer 10% voor gedragsmaatregelen. De rijkssubsidie betreft alleen uitvoeringskosten (net als de VRA-bijdrage op infrastructurele maatregelen). Voorbereidingskosten zijn ongeveer een derde tot de helft, en hier zit geen subsidie op. Zie ook paragraaf 0 (Organisatie van de) financiering. € r | ee e ete et eet oe Jer he PD a© 12 3 Tussentijdse evaluatie MJPV 2016-2021 Het MJPV bestaat uit een pakket van circa 30 (sub)maatregelen, onderverdeeld in 3 programmapijlers: Infrastructuur, Gedrag/Educatie en Handhaving. De maatregelen en de pijlers worden geëvalueerd op werkwijze, inzet en effect. 3.1 Evaluatie per maatregel Het MJPV bestaat uit verschillende type maatregelen, die een weergave geven van waar in 2016 aan gewerkt werd of waar potentiële winst werd gezien. Deze categoriseren we als volgt: , Doorlopende activiteiten: dit zijn (veelal meerjarige) activiteiten, zoals educatie, handhaving, het plaatsen van digitale informatieborden, het schouwen van schoolomgevingen en de ongevallenanalyses van de Werkgroep Black Spots. Ook het toepassen van (bestaande) richtlijnen valt hieronder. Denk hierbij aan het inrichten van de wegen volgens de uitgangspunten van Duurzaam Veilig en het hanteren van ongevalsprotocollen. e Onderzoeken: gemeente Amsterdam doet veel onderzoek naar mogelijke verkeersveiligheidsmaatregelen. Het gaat enerzijds om onderzoeken naar aanleiding van trends, en anderzijds om onderzoeken naar aanleiding van acute (politieke) urgentie. Voorbeelden zijn onderzoeken naar obstakels op en langs fietspaden, fiets-fiets en fiets- voetgangersongevallen bij VRI's, afwatering van fietspaden, ongevallen met trams en vrachtvoertuigen. , Concrete maatregelen: dit zijn concrete maatregelen die zijn opgenomen in het MJPV, of maatregelen die volgen uit de onderzoeken die als maatregel zijn opgenomen in het MJPV. Denk aan het veiliger inrichten van schoolomgevingen naar aanleiding van de schouwen, en concrete maatregelen zoals de snelheidsverlaging van 50 naar 30 km/uur en de maatregel om snorfietsers te verplaatsen naar de rijbaan. De resultaten van de evaluatie per maatregel zijn opgenomen in een factsheet per maatregel. Deze factsheets zijn opgenomen in bijlage 1. Uit de evaluatie komt het volgende beeld naar voren: Effectiviteit: doelstelling en doelbereik Het meten van de effectiviteit een verkeersveiligheidsmaatregel is gecompliceerd. Langjarige trends tonen aan of de verkeersveiligheid verbetert of niet, maar de directe koppeling aan een maatregel (maatregel X leidt tot Y minder verkeersslachtoffers) is nauwelijks te maken. Dit komt voornamelijk omdat andere, vaak niet aanwijsbare variabelen ook invloed hebben. De maatregelen in het MJPV hebben dan ook niet een dergelijke doelstelling meegekregen. De wel geformuleerde doelstellingen zijn gerelateerd aan de inzet (het uitvoeren van een onderzoek, het uitvoeren een x-aantal handhavingsacties/uren, het aanpakken van een x-aantal blackspots). De effectmeting is dan ook op hetzelfde niveau: zijn deze doelen behaald? Doelbereik: voortgang van de uitvoering Van alle maatregelen in het MJPV categoriseren we 12 als doorlopende activiteiten. Daarnaast zijn er 19 onderzoeken en maatregelen met een concrete begin- en einddatum. Van deze 19 zijn er 10 volledig uitgevoerd, 5 gedeeltelijk en 4 (nog) niet. Zoomen we in op de 4 maatregelen die (nog) niet 1 zijn uitgevoerd, dan zien we: N | € } eo € © s € A bh © 26 13 * voor 2 maatregelen is een gewijzigde scope is bepaald (de maatregel is anders ingevuld dan bij het opstellen van het MJPV is voorzien). Dit betrof de maatregelen 16 (onderzoek linksaf rechtdoor) en19 (ONderweg OFFline voor voetgangers). * voor 1 maatregel ontbrak data om de maatregel uit te werken. Dit betrof maatregel 22 (onderzoek aandeel toeristen bij ongevallen). , 1 maatregel heeft geen opvolging gekregen. Dit betrof maatregel 23 (onderzoek effect goederenvervoer op doorstroming en verkeersveiligheid). Zijn de maatregelen uitgevoerd? m Ja 12 _ = Gedeeltelijk À m Nee 45 Doorlopend Voortgang: oorspronkelijke invulling en voortschrijdend inzicht Het MJPV heeft een looptijd van vijf jaar. In zo’n periode kunnen nieuwe inzichten ontstaan. Dat zien we terug in de nadere invulling van de maatregelen Er wordt op een adaptieve wijze gewerkt, waarbij wordt afgewogen wat er leeft in de samenleving en welke ontwikkelingen er zijn qua (kwetsbare) doelgroepen. Dit bepaalt de nadere selectie / invulling van maatregelen binnen de scope van het MJPV. Voorbeelden zijn het vervangen van een onderzoek naar wachttijdindicatoren bij VRI's door het nu lopende onderzoek roodlichtnegatie (en daarnaast een pilotonderzoek van de WBA naar LED- lijnen), en het opzetten van de campagne ‘Spaakbeknelling 2018’ om de veiligheid van kinderen achterop de fiets te verbeteren. Deze adaptieve aanpak heeft als voordeel dat goed aangesloten wordt bij de (ervaren) problematiek. Het heeft wel als consequentie, dat de doelstellingen van het MJPV (in termen van de uit te voeren maatregelen) niet altijd leidend zijn. Maatregelen worden dus vervangen door andere, indien dat bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Voortgang: uitvoering infrastructurele maatregelen onder druk Gemeente Amsterdam voert als onderdeel van het MJPV veel verkeersveiligheidsonderzoeken, -scans en -schouwen uit. Hieruit volgen adviezen tot uitvoering van kansrijke infrastructurele maatregelen. Het blijkt echter dat die maatregelen lang niet altijd uitgevoerd kunnen worden. Uit de evaluatie blijkt dat hier verschillende oorzaken voor zijn: Het beschikbare budget voor verkeersveiligheid is beperkt, in verhouding tot hoeveelheid zinvol geachte maatregelen. Er is dus onvoldoende budget om alle voorgestelde q € . | ee eee e e% eee. @ @ PD a© 14 maatregelen direct uit te voeren. Ook de beschikbare tijd (tijdvakken voor uitvoering van maatregelen) is een beperkende factor. e Besluitvorming vindt vaak plaats over individuele maatregelen, ook als die maatregelen klein zijn. Hierbij vallen kleinere maatregelen soms buiten de boot, ten faveure van grotere maatregelen. We zien dit terug bij kleine infrastructurele maatregelen die zijn aangevraagd door bewoners, die zijn geadviseerd vanuit blackspot analyses, en die zijn geadviseerd vanuit de schouw van schoolomgevingen. , De reorganisatie, waarbij besluitvorming is gecentraliseerd (stadsdeelorganisaties zijn nu gemandateerd in plaats van gedelegeerd opdrachtgever), heeft geleid tot onduidelijkheid over wie aan de lat staat voor besluitvorming over en realisatie van kleine infrastructurele maatregelen. Voortgang: samenwerking met andere programma’s / agenda's Het MJPV staat als programma niet op zichzelf. Er zijn meerdere programma’s die een relatie hebben met verkeersveiligheid. Ook al hebben die programma’s het thema verkeersveiligheid niet in hun doelstelling staan, ze hebben wel invloed op verkeersveiligheid. Het meest concrete voorbeeld is de relatie met de agenda Autoluw, die zich bezighoudt met de doorontwikkeling van de maatregel 5030 km/uur. Ook andere programma’s hebben invloed op de verkeersveiligheid, omdat ze effect hebben op de vervoerwijzekeuze van de Amsterdammer (meerjarenplan fiets, agenda taxi, uitvoeringsagenda stedelijke logistiek). Uit de uitvoeringsagenda stedelijke logistiek: “Verkeersveiligheid is bij alle maatregelen een randvoorwaarde. Veel van de uitvoeringsmaatregelen dragen actief bij aan de verkeersveiligheid van verkeersdeelnemers. Met het terugdringen van het aantal kilometers en het foutief en langdurig stilstaan dragen de maatregelen bij aan de verkeersveiligheid.” Afstemming tussen de verschillende programma’s gebeurt veelal ad-hoc. De lijntjes zijn kort. Uit de gevoerde gesprekken in het kader van deze opdracht ontstaat echter wel het beeld, dat programma’s explicieter kunnen samenwerken op basis van gezamenlijke verkeersveiligheidsdoelstellingen (integrale afweging: wie is voor wat verantwoordelijk, en hoe kun je elkaar helpen). 3.2 Evaluatie per pijler Op basis van de evaluatie per maatregel zijn samenvattende conclusies te trekken over de drie programmapijlers. 3.2.1 Infrastructuur De pijler infrastructuur beslaat een belangrijk deel van de verkeersveiligheidsbegroting (circa € 2,5 miljoen per jaar). Binnen deze pijler worden diverse onderzoeken uitgevoerd (circa 10% van de pijler infrastructuur). Ook worden maatregelen op straat gerealiseerd (circa 90% van de pijler infrastructuur), met dien verstande dat niet alles wat vanuit onderzoeken (en meldingen) geadviseerd wordt, ook direct uitgevoerd kan worden. Hiertoe ontbreekt budget. Voor de uitvoering van projecten ontvangt de gemeente Amsterdam een dekking vanuit de 1 Vervoerregio. Over het totaal aan projecten binnen deze pijler is die dekking circa 10%. De overige NR e% eo e® 15 90% komt uit de gemeentelijke middelen. De dekking op onderzoeken is hoger dan de dekking op realisaties. Het vinden van aanvullende financieringsbronnen voor de realisatie van maatregelen op straat zou de effectiviteit van het verkeersveiligheidsprogramma vergroten. Voor een slagvaardige uitvoering is daarbij gewenst dat niet over iedere kleine maatregel afzonderlijk besluitvorming moet plaatsvinden. In paragraaf 0 is dit verder uitgewerkt. Een groot deel van de infrastructuur maatregelen in het MJPV is gericht op de grootste risicogroepen (jongeren, ouderen, fietsers). Denk aan het verwijderen of beter zichtbaar maken van obstakels op fietspaden, onderzoek naar kantmarkering langs vrijliggende fietspaden, onderzoek veilige trottoirbanden, onderzoek gebruik fietspaatjes van buigzaam materiaal, onderzoek naar veilige schoolomgevingen. Nu deze onderzoeken zijn uitgevoerd, zou de inzet de komende jaren moeten liggen op de uitvoering op straat. De afgelopen jaren is meermaals onderzoek gedaan naar voorrangssituaties tussen fietsers en voetgangers op kruispunten. Dit levert eigenlijk geen nieuwe inzichten op. Bovendien is het op kruispunten vaak zo druk, dat juist ook verkeersgedrag (hoe gaan we onderling met elkaar om) in grote mate de verkeersveiligheid bepaalt. Verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan is een zeer positieve risico-gestuurde maatregel gebleken. Er is meer ruimte op het fietspad ontstaan, er zijn minder conflicten tussen fietsers en snorfietsers. Tegelijkertijd is het aantal snorfietsers afgenomen. Maatregelen gericht op de logistiek (inzet van 360 graden camera’s ter voorkoming van dodehoekongevallen met vrachtwagens, inrichten spiegelafstelplaatsen, onderzoek effecten goederenvervoer op verkeersveiligheid) zijn vooralsnog beperkt in aantal en ook beperkt effectief gebleken. De logistiek maakt een sterke ontwikkeling door, met een forse toename van het aantal bestelbusjes en Licht Electrische VrachtVoertuigen (LEVV's). De huidige scope van verkeersveiligheid in relatie tot logistiek dient daarom herzien te worden. 3.2.2 Pijler: gedraa/educatie Binnen het MJPV nemen projecten op het gebied van gedrag en educatie een belangrijke plek in (circa € 1,5 miljoen per jaar). Voor de uitvoering van veel projecten ontvangt de gemeente Amsterdam een dekking vanuit de Vervoerregio. Over het totaal aan projecten binnen deze pijler is die dekking circa 50%. De overige 50% komt uit de gemeentelijke middelen. Deze pijler richt zich op meedoen aan landelijke campagnes (zoals alcohol en fietsverlichting) en programma’s (doortrappen), en op lokale initiatieven (zoals de campagnes Superbelangrijk en Spaakbeknelling). Nb. Superbelangrijk, was een eenmalige actie, in afwachting van de invulling van een Rijkscampagne. Dat is MONO geworden, waarbij ervoor gekozen heeft om de voetganger hierin niet mee te nemen. Dit is nog steeds het landelijke standpunt. Een campagne zoals Superbelangrijk, gericht op fietsers én voetgangers, blijft dus (als dit zou worden doorgezet) een lokaal initiatief. De lokale initiatieven zijn goed gericht op belangrijke risicogroepen (jongeren, fietsers en voetgangers). Naast deze al opgezette lokale initiatieven zien we ruimte voor meer maatwerk op specifiek Amsterdamse risicogroepen, zoals (fietsvaardigheid van) toeristen en expats. Deze groepen worden op basis van ervaringen/gevoel aangeduid als risicogroep, al is de registratie van ongevallencijfers er niet op ingericht om dit cijfermatig te onderbouwen. Belangrijk voor alle campagne- / educatieprojecten is per doelgroep af te wegen welk doelgedrag wordt beoogd. Dit werkt richtinggevend voor de invulling van het project. Zo kan een effectieve aanpak per doelgroep 1 gerealiseerd worden. % E } eo eee ese „eee 20“ e® ee 8 @” p a®© 16 3.2.3 Pijler: handhaving De financiering van maatregelen/inzet binnen de pijler handhaving komt volledig uit de gemeentelijke middelen. Er is geen bijdrage vanuit bijvoorbeeld de Vervoerregio. Gemeente Amsterdam voert handhavingsacties uit conform het jaarlijks handhavingsplan. De beschikbare handhavingscapaciteit wordt hiermee zo gericht mogelijk ingezet, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de grootste (gemeten) gedragsrisico’s (snelheid/alcohol/drugs), die volgen uit de verkeersveiligheidsanalyses. Met het opkomen van nieuwe risicogroepen constateren we een aanvullende, meer risico-gestuurde handhavingsbehoefte. Bijvoorbeeld waar het gaat om handhaving op het rijgedrag van taxichauffeurs, en handhaving op het parkeren van Licht Electrische VrachtVoertuigen (LEVV's). Met de huidige politiecapaciteit en aanpak is het helaas niet goed mogelijk om ook hier volledig aandacht aan te besteden. De politie kan niet op alle plekken tegelijk zijn. Meer ogen en oren op straat is wenselijk, echter is aanvullende inzet van BOA's geen structurele oplossing. De sleutel ligt bij participatie van bewoners, bezoekers en ondernemers van Amsterdam (eigen gedrag, en signaleringsfunctie). 3.3 Conclusies en aanbevelingen Deze paragraaf bevat een integrale samenvattende beschouwing op de evaluatieresultaten. Ingegaan wordt op de strategie, de inzet op de maatregelen, witte vlekken in de huidige aanpak en de programma-aanpak en sturingswijze. Gezamenlijk geeft dit invulling aan de vragen ‘Doet u (gemeente Amsterdam) de goede dingen?’ en ‘doet u de dingen goed?’ 3.3.1 Strategie Hoge ambitie, maar nog een lange weg te gaan De belangrijkste ambitie van zowel het MJPV als het SPV2008-2020 is het behalen van 25% minder ernstig gewonden en doden in 2020. Gemeente Amsterdam voegt met het MJPV daar een extra ambitie aan toe, door (per jaar) maximaal 90 ernstig verkeersgewonden per 100.000 inwoners toe te staan. De ambitie van het SPV2030 is hoger, namelijk om tot 0 verkeersdoden in 2050 te komen. Centraal staat een meer risico-gestuurde aanpak; een proactieve aanpak om ongevallen op voorhand te voorkomen. Waar de ambities hoog liggen, laten de verkeersveiligheidscijfers een ander beeld zien. Van de beoogde sterke verbetering van de verkeersveiligheid is helaas geen sprake. De ontwikkeling van het aantal ongevallen onvoldoende dalend. De afgelopen jaren is er landelijk juist een toenemende trend van ernstig gewonden (Amsterdam kent geen geregistreerde toename in ernstig verkeersgewonden in de afgelopen jaren, al zijn deze getallen niet zuiver aangezien de politieregistratie niet optimaal is en veel fiets-fiets conflicten of eenzijdige ongevallen niet geregistreerd worden; en voor Amsterdam geldt tevens dat het grootste aantal ernstig verkeersgewonden fiets betreft). 3 » ee® eee“ eee“ eee ete ee e 26 17 Inzet binnen de drie pijlers De maatregelen van het MJPV zijn verdeeld over drie pijlers. Onderstaande tabel geeft per pijler aan hoe de realisatie aansluit bij de doelen uit het MJPV en welke aanbevelingen er zijn: | Condusies __[Aanbevelingen | Infrastructuur + Maatregelen voor een groot deel gericht op Focus leggen op de uitvoering van adviezen uit de grootste risicogroepen (jongeren, ouderen, de onderzoeken, met name t.b.v. de fietser en fietsers). voetganger. + Verplaatsen van de snorfiets naar de rijbaan is een zeer positieve risico-gestuurde T.b.v. conflicten fietser/voetganger op maatregel gebleken kruispuntniveau meer inzetten op gedrag (hoe gaan we met elkaar om) dan op infrastructuur. = Uitvoering maatregelen blijft nog achter bij de adviezen uit de onderzoeken Dat heeft T.b.v. logistiek: focus op innovatieve vooral te maken met de keuze dat realisatie infrastructurele maatregelen (denk aan opgenomen wordt in beleid, dit duurt bij infra intelligente toegang o.b.v. gebundelde ongeveer 25 jaar voor alles is aangepakt. Eris | stromen) en handhaving (snelheid, parkeren). geen geld in het programma voor de realisatie | Dat intelligente toegang kansrijk kan zijn, blijkt van maatregelen geregeld, ook niet voor uit de onlangs ingevoerde maatregel voor kleinschalige maatregelen. taxi's op de wallen = Onderzoeken naar voorrangssituaties tussen fietsers en voetgangers op kruispunten leveren | 90% van de SPV investeringsimpuls is gericht geen nieuwe inzichten meer op. op infrastructurele maatregelen. Om hier = Maatregelen gericht op de logistiek zijn maximaal gebruik van te kunnen maken, is vooralsnog beperkt in aantal en ook beperkt een passende aanpak voor besluitvorming over effectief gebleken. infra-maatregelen nodig: maatregelbundels in plaats van losse kleinschalige maatregelen (zie ook paragraaf 0). Gedrag/educatie + combinatie van landelijke campagnes, en Meer inzicht krijgen in de risico’s van de lokale campagnes gericht op specifieke risicogroepen toeristen en expats. Amsterdamse risicogroepen. Meer inzetten op campagnes voor grote / = Er is meer ruimte voor maatwerk in opkomende risicogroepen (jongeren, ouderen, benadering van risicogroepen dan nu wordt taxi's, toeristen, expats) benut. Maatwerk per doelgroep en bepalen van beoogd doelgedrag Handhaving + beschikbare handhavingscapaciteit van Aanvullende instrumenten om in te zetten zijn gemeentelijke BOA's en politie wordt zo gericht | nodig, ter ontlasting van / ter aanvulling op de mogelijk ingezet. Aandacht gaat uit naar de huidige politie-inzet. De sleutel ligt bij ho 1 ( } eo eee @ € E @S® ® @® € 18 grootste (gemeten) gedragsrisico’s participatie van bewoners, bezoekers en (snelheid/alcohol/drugs), die volgen uit de ondernemers van Amsterdam (eigen gedrag, verkeersveiligheidsanalyses. en signaleringsfunctie): wisdom of the crowds. = Onvoldoende capaciteit om aanvullende, meer risico-gestuurde handhavingsbehoefte gericht op nieuwe risicogroepen, op te pakken. 3.3.2 Witte vlekken in de huidige aanpak Onder witte vlekken verstaan we trends waar het programma nog niet op inspeelt. Hiertoe is een trendscan uitgevoerd (zie bijlage 2 voor de totale trendscan en toelichting op de gehanteerde begrippen). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de witte vlekken / trends (gekoppeld aan zeven behoeftes / waardes van de mens: FUEL, PLEASURE, IDENTITY, CONNECTION, CREATIVITY, AWARENSS en SOULFUL), de mogelijke risico’s voor de verkeersveiligheid en de mogelijke richting voor maatregelen. De verdere uitwerking van maatregelen en pijlers is opgenomen in hoofdstuk 3.3.3. Trend Risico verkeersveiligheid Richting voor maatregel Foodism Toename van bezorgscooters en -fietsen, waarvan de | Gedragscampagne (FUEL) bestuurders wellicht meer bezig zijn met snelheid en ‘onbezorgd’ hun telefoon dan met de verkeersituatie. Handhaving Ander type verkeersdeelnemer in het wegbeeld. Robotisering Digitalisering maakt het mogelijk om bijvoorbeeld Signaalfunctie via (FUEL) & meer thuis te werken. Dit kan leiden tot minder mobiele telefoon Always on verkeersbewegingen, wat gunstig kan doorwerken in (CONNECTION) | de verkeersveiligheid. Echter, digitalisering en dan Vergunningverlening specifiek de mobiele telefoon zorgt ervoor dat we nieuwe voertuigtypen altijd ‘aan’ staan en daardoor in de bubbel van onze telefoon leven. Hierdoor hebben we minder oog voor Rijles (e-bike) het verkeer om ons heen. Beperking snelheid e- bike / speed-pedelec Variatie van snelheden en soorten op basis van geofence verkeersdeelnemers: voertuigen met rijtaak (geografisch of o.b.v. ondersteunende functies, elektrisch fietsen en andere | drukte) elektrische voertuigen, zoals e-step, e-board Handhaving Instant De bereidheid om te wachten neemt af: risico voor de | Signaalfunctie via Gratification verkeersveiligheid i.v.m. roodlichtnegatie, geen mobiele telefoon (FUEL) voorrang verlenen, geduld en omgang met de ander. (Talking Traffic) a € 5 é } eo eee ese « e® e“ € oe oee e® p # A de En Emme 19 Trend Risico verkeersveiligheid Richting voor maatregel Ander bestelgedrag van taxi's (taxi app): Belonen goed gedrag taxichauffeurs zijn meer met hun telefoon bezig en (o.b.v. reviews van minder met het verkeer. Taxi's kunnen gaan ‘zwerven’ | klanten / mystery door de stad en stoppen waar dit ongewenst is. shoppers) Online bestellen: gebruik van fietsroutes in plaats van | Onderzoek autoroutes door Licht Electrische VrachtVoertuigen stadsdistributie per (LEVV's), parkeren op de stoep, voertuigen met fiets (onderdeel van minder veiligheidsvoorzieningen. meerjarenplan fiets). Evt. maatregelen voor vergunningverlening LEVV's / handhaving Populisme, Tolerantie tussen groepen en mensen onderling Gedragscampagne Tribalism neemt af: risico op asociaal verkeersgedrag zoals over | ‘enjoy Amsterdam’ (IDENTITY) & de stoep fietsen, te hard rijden en geen ruimte geven | (voor fietsers als Selfism aan andere weggebruikers. onderdeel van de (CONNECTION) campagne ‘het nieuwe fietsen’) Healthify Toename buitensporters (hardlopen, bootcamp, Signaalfunctie via (AWARENESS) | freerunning), waardoor meer gevarieerde groepen mobiele telefoon verkeersdeelnemers. Mogelijk een risico omdat ze meer gefocust zijn op hun sportbubbel dan het Sportroutes inrichten verkeer. o.b.v. input sporters Expatisering & | Expats en toeristen die de verkeersregels niet goed Fietsles op Bikepark Overtoerisme kennen en wél de fiets pakken, maar niet de (bijvoorbeeld in een (IAMSTERDAM) | fietservaring hebben. Voor deze doelgroepen is de Amsterdams park of telefoon hét hulpmiddel om je weg te vinden in op de Zuid-as) Amsterdam: risico is de telefoonbubbel. 3.3.3 Programma-aanpak en sturingswijze Samenhang MJPV en overige programma’s De verkeersveiligheidsopgave is opgenomen in het programma MJPV en daarmee helder belegd. Andere programma’s hebben geen expliciete verkeersveiligheidsopgave (in de zin van een te behalen reductie in aantallen ongevallen / slachtoffers). Wel hebben de lijn en andere programma’s afgeleide verkeersveiligheidsdoelstellingen. Bijvoorbeeld bij stedelijk beheer zijn Duurzaam Veilig en de Leidraad CVC leidend bij de onderhoudsopgaven (met onze werkwijze en onze maatregelen dragen we ook bij aan de verkeersveiligheid). Dit leidt ertoe, dat andere programma’s niet expliciet gestimuleerd worden om actief mee te denken over kansen voor verkeersveiligheid. Er lijkt dan ook winst te behalen in de afstemming tussen de programma’s, door verkeersveiligheid niet als afgeleid doel, maar als expliciet onderdeel in alle programma’s op te nemen en te concretiseren. ke 1 6 É } ee eee eee 0% e® ©“ © « ee e® EE à pe ha | Dik 20 Wat daarbij kan helpen, is om voor verkeersveiligheid een aantal KPI's te formuleren, en vervolgens per programma uit te werken welke bijdrage dat programma levert op deze KPI's. Het SPV2030 hanteert vaak de term SPI (Safety Performance Indicator). Deze worden gemeten om de verkeersveiligheid (van een stuk infrastructuur of van een maatregel) te bepalen. Zie ook paragraaf 4.3.4 over risico-indicatoren. Besluitvorming Bij de analyse per pijler (paragraaf 3.2) kwam naar voren dat infrastructurele maatregelen voor 90% uit gemeentelijke middelen worden gefinancierd. Op het gebied van verkeersveiligheid zijn cofinancieringsbronnen beschikbaar, vanuit de Vervoerregio Amsterdam en vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, beschikbaar vanaf medio 2020). Uit de gevoerde interviews bleek dat cofinanciering weliswaar wordt aangewend, echter nog niet voor het volledige potentieel. Een oorzaak is dat cofinanciering nu vaak op maatregelniveau wordt aangevraagd, in plaats van op het niveau van bundels van maatregelen. Budgetten komen hierdoor via afzonderlijke besluitvorming tot stand, zodat relatief veel werk nodig is voor kleine subsidies, Het verhogen van cofinanciering is een kans, die interessant is voor bijvoorbeeld Stadswerken of andere programma’s bij V&OR. Dit heeft veel potentie, als je kijkt naar de mogelijkheden die er zijn voor het binnenhalen van Verkeersveiligheid financiering van het Rijk en de Vervoerregio Amsterdam. € | ee a eee, e% ete ete oeh e @ % ® % ( > AV 21 4 Handelingsperspectief ter aanscherping van het MJPV Met het MJPV zijn de afgelopen jaren veel goede resultaten behaald. Het gros van de maatregelen uit het MJPV is uitgevoerd/afgerond, of het betreft doorlopende maatregelen zoals jaarlijkse campagnes. Kanttekening is dat meerdere maatregelen zijn geformuleerd als ‘het uitvoeren van een onderzoek’, Wanneer zo’n onderzoek is uitgevoerd, zijn daarmee nog niet de aanbevelingen / maatregelen die voortkomen uit dat onderzoek ook uitgevoerd. Daarbij komt, dat de verkeersveiligheid blijvend onder druk staat, in Nederland en ook in Amsterdam. Recentelijk is het SPV2030 geïntroduceerd. De extra nadruk op de risico-gestuurde aanpak in het SPV2030 heeft (landelijk) nog niet geleid tot een grote verbetering van de verkeersveiligheid, In het Bestuurlijk Overleg verkeersveiligheid SPV2030 van december 2019 is in dat kader dan ook het volgende vastgesteld (citaat uit het landelijke overleg): e Partijen wisten allemaal bij het ondertekenen van het SPV2030 dat het geen gemakkelijke opgave zou worden. En dat nieuwe inzet zich niet altijd vertaalt in een direct resultaat. De integrale en risico-gestuurde aanpak moet verder worden uitgewerkt, maar er zijn nu extra maatregelen nodig. Waar voorgaande jaren nog sprake was van een stagnatie in de daling van het aantal verkeersdoden, blijkt uit recente cijfers dat dit zich nu ombuigt tot een stijgende trend. Daarnaast zijn de risico’s uit de eerste inventarisaties van een dusdanige grootte dat, als er geen extra maatregelen worden genomen, een verder stijgende trend wordt ingezet. De partijen kunnen en willen dit niet accepteren. * Partijen spreken samen de intentie uit om op korte termijn gezamenlijk een extra impuls te geven aan de aanpak van de prioritaire risico’s en de meest verkeersonveilige locaties op het onderliggend wegennet. e Partijen onderschrijven - op grond van de eerste risico-inventarisaties - dat met name kwetsbare verkeersdeelnemers, (fiets)infrastructuur, afleiding en snelheid op het onderliggend wegennet de prioritaire risico’s zijn. Dit hoofdstuk beschrijft wat deze opgave betekent voor het handelingsperspectief voor gemeente Amsterdam. De beschrijving is opgedeeld in drie onderdelen: 1. Proces en organisatie (strategie, organisatie); 2. Maatregelen en pijlers (handelingsperspectief per maatregel en programmapijler); 3. Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam (hoe kan dit eruit zien?) € » | ee € © © evo e ee e 26 22 4.1 Proces en organisatie 4.1.1 Strategie Steden in binnen- en buitenland hanteren verschillende strategieën om de verkeersveiligheid te verbeteren. Bijlage 3 geeft een overzicht van steden die op het gebied van verkeersveiligheid goed scoren en een duidelijke strategie hanteren. Deze kunnen dienen als inspiratie voor Amsterdam. Gekeken is welke elementen uit de strategieën van deze steden passend zijn voor Amsterdam. Met die elementen is hieronder een risico-gestuurde strategie voor Amsterdam geformuleerd. Voorbeeldsteden zetten vaak in op een lage maximumsnelheid en op ruimte geven aan lopen en fietsen (het STOMP principe). Voor risico-gestuurde prioritering/locatiebepaling van maatregelen en handhaving wordt slim gebruik gemaakt van technologie en wisdom of the crowds. Deze twee strategieën adviseren wij ook aan de gemeente Amsterdam: “STOMP, 24/7” en “Wisdom of the crowds, data-gedreven”. Ì @ 8 U « KM STOMP, 24/7 STOMP is een afkorting, die staat voor Stappen (lopen), Trappen (fietsen), OV, MaaS (deelmobiliteit), Privéauto. STOMP geeft een prioritering aan (stappen heeft de hoogste prioriteit, privéauto heeft de laagste prioriteit). Het geeft prioriteit aan lopen en fietsen, en zet het minst in op het gebruik van de privéauto. Hiermee wordt ingezet op ruimte, gezondheid, en veiligheid (lage snelheden, minder auto’s als botspartner). Kwetsbare verkeersdeelnemers krijgen hierdoor ruimere mogelijkheden om veilig aan het verkeer deel te nemen. Deze strategie is in lijn met: , het Bestuurlijk Overleg SPV2030 van december 2019 (o.a. gericht op de benodigde aandacht voor de risicogroep fietsers, en (fietsende) jongeren en ouderen, en snelheid) Amsterdamse ambities ten aanzien van Autoluw en fiets. De huidige agenda Autoluw en het Meerjarenprogramma Fiets dragen bij aan deze strategie. 24/7 betekent dat deze prioritering geldt op elke dag van de week, en op ieder moment van de dag. In de praktijk heeft dit in onze beleving vooral implicaties voor het openbaar vervoer in Amsterdam. Op dit moment rijden bussen, trams en metro buiten de spits en in de nachtelijke uren minder vaak of helemaal niet. Met name in avonden en nachten betekent dit, dat andere modaliteiten gekozen worden, zoals de auto (taxi, deelauto, privéauto). Deze geven een hoger veiligheidsrisico. Er is dus winst te behalen door het vergroten van het OV aanbod op de rustige momenten van de dag/nacht. De vraag is of dit realistisch is. Het is in ieder geval een veel bredere afweging, die buiten de scope 1 van het programma valt. N ete oee 23 u Wisdom of the Crowd q Ken tee ou ee ore …_y ete top O1 top ONS: MNI PA pa i 2 SMN CMT ‘ g k Á Á ‘ Á i ‘ Á eek Wisdom of the crowds, data-gedreven Wisdom of the Crowds betekent, dat gebruik gemaakt wordt van het geluid van de inwoners, bezoekers en ondernemers in Amsterdam. De inzet van slimme technologie en data spelen hierbij een belangrijke rol. Wisdom of the crowds kan ingezet worden voor de prioritering/locatiebepaling van maatregelen. Locaties die vaak als onveilig worden beleefd, kunnen door burgers worden gemeld en vervolgens met voorrang worden onderzocht. Ook kan hier gericht handhaving door politie of BOA's worden ingezet (bijvoorbeeld bij meldingen over snelheidsovertredingen). Nb. het is niet de bedoeling dat het meest wordt geacteerd daar waar het hardst wordt geschreeuwd. Maak het doen van meldingen dus makkelijk en inzichtelijk voor iedereen, bijvoorbeeld via een online meldingenkaart. Pas de werkwijze uniform toe in alle stadsdelen (1 systeem voor de hele stad). Wisdom of the crowds kan ook zorgen voor ‘zelfsturing’ en daarmee ook een vorm van handhaving zijn. In aanvulling op de wettelijke handhaving door politie en BOA's, kunnen gebruikers van mobiliteitsdiensten bijvoorbeeld reviews geven over de kwaliteit van de dienst (denk aan de kwaliteit / veiligheid van een huurfiets, het rijgedrag van een taxichauffeur). Dergelijke reviews worden nu ook al gegeven. De uitdaging is om te kijken hoe je daar gebruik van kunt maken in het verkeersveiligheidsbeleid. Meldingen / reviews van burgers zijn al een vorm van data. Een meer geautomatiseerde vorm van data-gedreven werken is ook denkbaar. Op routes die veel gebruikt worden door voetgangers en fietsers kunnen bijvoorbeeld als eerste knelpunten worden weggenomen (denk aan prioriteit geven op kruispunten, verbreden van fietspaden} en kunnen ontbrekende schakels worden gerealiseerd. Er zijn ook minder vrijblijvende vormen van data-gedreven werken denkbaar: bijvoorbeeld een taxivergunning afhankelijk stellen van het getoonde rijgedrag (zoals datalogging overtreding maximumsnelheid, rij- en rusttijden). Deze strategie is in lijn met: * de toenemende technologische mogelijkheden en data-gedreven werken; e de wenst om de burger als direct belanghebbende nauw te betrekken; e de behoefte aan aanvullende handhavingsinzet, bovenop de beschikbare politie-inzet. € . | ee eet e® e% eet ee eee 8 ® PP AS 24 4.1.2 Organisatie Zoals genoemd in paragraaf 2.3.1, is de gemeente eind 2018 grootschalig ambtelijk en bestuurlijk gereorganiseerd. Deze reorganisatie heeft onder andere invloed op de besluitvorming rondom infrastructurele projecten. De infrastructurele maatregelen zijn hierbij tijdelijk op de achtergrond geraakt. Op hoofdlijnen stelt het organisatieplan dat V&OR (het programma IVM) verantwoordelijk is voor de programmering en het programma verkeersveiligheid en dat de stadsdeelorganisaties kunnen agenderen en kunnen bijsturen op de realisatie (adviserende rol ten aanzien van uit te voeren maatregelen, ontwerp en prioritering). Het organisatieplan gaat alleen over de IVM. Momenteel loopt er afstemming tussen V&OR en Stadswerken over o.a. de afhandeling van SIA en wat een kleine functionele wijziging is. De uitkomsten daarvan worden overgenomen in het organisatieplan. Er is veel energie gestopt in het uitdenken en beschrijven van heldere werkprocessen. Definitiekwesties kunnen daarbij nog wel voor onduidelijkheid zorgen. Wij adviseren daarom de volgende doorvertaling van de opgestelde werkprocessen: e Stel heldere definities op voor een infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregel (IVM) en een kleine functionele wijziging (KFW)!. Dat is noodzakelijk voor een eenduidige omschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van V&OR, stadsdeelorganisaties en Stadswerken. Bijvoorbeeld: o Infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM) zijn maatregelen die moeten (> 25m2, >25 strekkende meter, > 3 dagen) worden voorgelegd of waarvan het gewenst (werk-met-werk, check op ondergrondse kabels & leidingen, benodigd coördinatienummer voor de WIOR) is dat deze worden voorgelegd aan het coördinatiestelsel en waarvoor een BLVC plan gewenst is. o Kleine functionele wijzigingen (KFW) zijn maatregelen die te klein én losstaand zijn om aan de definitie van IVM te voldoen. , Hanteer een voorbeeldencatalogus, die met foto’s van praktijksituaties duidelijk maakt wat een IVM is en wat een KFW is. o IVM: bijvoorbeeld het plaatsen van drempels en bandenversmallingen op het hoofdnet. o _KFW: bijvoorbeeld het plaatsen van borden en wegmarkeringen e Stel een gezamenlijke infra-database op met IVM en KFW, ten behoeve van de prioritering en programmering deze maatregelen. Nb. We stellen voor om deze database nog breder op te zetten, zie paragraaf 4.3.1). Leid alle inputkanalen van meldingen/knelpunten (o.a. vanuit programma’s, de stadsdeelmanagers, de SIA meldingen) hier naartoe. VROR coördineert de binnenkomende verzoeken, neemt ze correct op in de database, labelt ze als IVM of KFW. Vervolgens worden ze conform werkwijze IVM of KFW verder opgepakt door de verantwoordelijke organisatieonderdelen. Pakketten met gebundelde gelijksoortige maatregelen kunnen op deze wijze ook in één keer opgevoerd worden voor cofinanciering. Nb. Deze aanbeveling is in lijn met de gedachte van meer slagvaardig werken, meer regiefunctie (SWOR). 1 Deze actie is al gestart vóór dit onderzoek. % N é } eo eee“ eee ete ee e 26 25 4.2 Maatregelen en pijlers In deze paragraaf geven we advies over de maatregelen en pijlers. Het betreft aanscherpingen en aanvullingen op de maatregelen uit het huidige MJPV, aanbevelingen voor de drie pijlers en een voorstel voor mogelijke investeringsscenario’s. 4.2.1 Maatregelen Per maatregel geven we in deze paragraaf aan welke aanscherpingen en aanvullingen we zien voor verbetering van de verkeersveiligheid. Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen la Onderzoeken toepasbaarheid kantmarkering Opnemen in ontwerpnormen. Uitrol is geen lg migende haten. Vprgemmacsce mantel ib | Onderzoeken welke trottoirband het meest Opnemen in ontwerpnormen. Uitrol is geen [ai veer hees ónvorgangers | oregammacete mantegd. le | Onderzoeken van het gebruik van Alle paaltjes die niet nodig zijn worden in fietspaaltjes van buigzaam materiaal. 2020 en 2021 verwijderd, paaltjes die noodzakelijk zijn worden voorzien van de juiste inleidende markeringen, verlichting en zichtbaarheid. Betrek hierin ook de toepassing van buigzame paaltjes. 2 Aanbrengen schampstroken op locaties met Opnemen in ontwerpnormen (is gedaan). parkeerhavens langs de drukste fietsroutes: Uitrol is geen programmatische maatregel. ontwikkelen van de beste manier om de schampstrook vorm te geven (breedtes, hoogte, materialen, kleuren) bij beperkte ruimte. 3 Onderzoeken van de mogelijkheid om Kruispuntontwerp in ontwerprichtlijn ongevallen te voorkomen die worden opnemen, waarbij afrijdende fietsstroom veroorzaakt door onveilige voorrangssituaties | voorrang heeft (ter voorkoming van fiets- tussen fietsers op kruisingen. fiets conflict op geregelde kruispunten), naar het voorbeeld van Amstelveenseweg- Vondelpark. Fiets-fiets conflictpunt wordt daarmee te zien als ‘kruispunt’. 4a Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van Opzetten monitoringprogramma om bereik fietsers: meedoen met de campagnekalender | en effect van gedragscampagnes te kunnen van het Rijk. meten. Indicatoren kunnen bijvoorbeeld 4b | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van zijn: aantal verkochte fietslampjes, bereik fietsers: meedoen met de Rijkscampagne ‘Val | van een campagne via social media, aantal op, fiets verlicht’, fietslampjes aanbieden bij geconstateerde overtredingen. Fietspuntstallingen, bijdragen aan handhavingsacties, controle op verlichting en afstelling van de fiets bij graveeracties. 1 | € } eo e ete eeste, ee © e® © € IA bh ) a® 26 Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen Ac | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van Nieuwe campagnes richten op opkomende fietsers: aanvullende campagnes bij risico’s/groepen zoals: Amsterdamse prioriteiten zonder landelijke snelheidsoverschrijding in 30-km zones campagne, zoals ‘Veilig achterop’. 4d | Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van In plaats van onderzoek fietsers: onderzoeken van de effecten van wachttijdindicatoren, of LED lichtlijnen: wachttijdindicatoren bij verkeerslichten op onderzoek roodlichtnegatie en bijvoorbeeld het wachtgedrag van fietsers én voetgangers. | toepassen mogelijkheden Talking Traffic (informatie over tijd-tot-groen bij iVRI's). 5 Streven het onderhoudsniveau van wegen te | Geen programmatische maatregel, verhogen naar ‘Verzorgd’, zoals omschreven verwijderen uit MJPV in het coalitieakkoord. Onderzoeken hoe we de afwatering van Meldingen in registratiesysteem van fietspaden kunnen verbeteren (in het kader Waternet koppelen aan infra-database van Amsterdam Rainproof, samen met IVM/KFW > frequente meldlocaties snel Waternet). aanpakken. 7 Verplaatsen van snorfietsers met helm naar Verdere uitbreiding zou buiten de ring A10 de rijbaan, in de zone binnen de ring A10 zijn. Dat is niet aan te bevelen want: exclusief stadsdeel noord. minder drukte op het fietspad (dus minder Maatregel is al uitgebreid naar stadsdeel noodzaak), meer stroomwegen Amsterdam noord en daarmee het hele gebied binnen de | Zuid (hogere snelheden), minder helder ring A10 (enkele specifieke wegen afgebakend gebied (dus meer uitgezonderd). onduidelijkheid richting weggebruiker), hoge kosten. Handhaven op snor- en bromfietsoverlast, Continueren/intensiveren. Weeg af of conform het jaarlijks Stedelijk deelscooters als aparte doelgroep moeten Handhavingsprogramma. worden onderscheiden (is daar informatie van beschikbaar?) Verder uitwerken en optimaliseren van Overgedragen naar beheer. camerahandhaving zoals die plaatsvindt bij de passage van het Rijksmuseum en wordt onderzocht bij de Cuyperspassage (als de eindevaluatie daartoe aanleiding geeft). 10 Blijven inrichten van de wegen in Amsterdam | Geen programmatische maatregel, volgens de landelijk vastgestelde principes verwijderen uit MJPV van Duurzaam Veilig (transformatie meenemen in lopende projecten). 11 | Tijdelijk plaatsen interactieve digitale Continueren. informatieborden om automobilisten op hun Aanvullend: inzet tijdelijke snelheids- snelheid te wijzen, overleg met de politie en camera’s op locaties waar snelheid te hoog het Openbaar Ministerie over de ligt. = mn | E } eo eee ese „eee 20e“ 0 ON 8 @” p a®© 27 Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen mogelijkheden voor automatische Vang 12 | Terugbrengen maximumsnelheid van wegen In zo kort mogelijke doorlooptijd uitvoeren in het centrum van 50 km/uur naar 30 (t.b.v. eenduidigheid richting km/uur, waar mogelijk. weggebruikers). * Aanvullend: gedragscampagne met beloningselement (zoals: juiste snelheid = geld sparen voor de buurt). * Aanvullend: ISA pilot om weggebruikers te helpen om niet harder dan 30 km/uur te rijden. ISA is een Intelligente Snelheids Assistent. De auto kan hierbij niet harder rijden dan de geldende maximumsnelheid (dit is een dwingende variant), of de auto ondersteunt de bestuurder, bijvoorbeeld met een geluidsignaal of een zwaarder gaspedaal wanneer de maximumsnelheid wordt overschreden. * Aanvullend: handhaving via bijvoorbeeld mobiele flitscamera's. 13 | Veiliger maken van oversteekplaatsen voor Meer een ontwerpnorm-kwestie, dan een fietsers en voetgangers over de 50-km programmatische MJPV-maatregel. Geen wegen. focus op leggen. Alleen richten op wegen die na invoering 50230 een maximumsnelheid 50 houden. 15a | Uitvoeren schouw van basis- en middelbare Focus op uitvoeren adviezen uit de reeds scholen waar dat nodig is, maar nog niet is uitgevoerde schouwen, voordat nieuwe gedaan. schouwen worden uitgevoerd. 15b | Uitvoeren maatregelen in infrastructuur en/of | Scherper definiëren in afzonderlijke motiveren verkeersveilig gedrag in maatregelen. Bijvoorbeeld: uitvoeren pilot schoolomgeving (zoals lopend of te fiets naar | schoolstraten bij 3 scholen per jaar. school). 16 | Onderzoeken waar het mogelijk is om links Rapportage relaxte routes geeft een groot afslaan en rechtdoor te gaan eenvoudiger te aantal mogelijke verbeteringen aan de maken op kruispunten met verkeerslichten, infra, om relaxt fietsten te bevorderen. De bijvoorbeeld door het aanleggen van grote verbetersuggesties op de relaxte routes zijn opstelvakken (zogenaamde ‘Opgeblazen nog niet uitgevoerd. Er is een top 10 lijst Fietsopstelstroken, OFOS). met punten waarvoor verbetervoorbeelden Nb. Scope van het onderzoek is gewijzigd. zijn gemaakt: uitvoeren Geen OFOS onderzoek gedaan, wel ingezet verbetersuggesties. op Doortrappen en onderzoek relaxte routes. 3 » É } eo e ete eee ete A bh © 26 28 Nr Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen 17 | Verbeteren solitaire overgangen op Continueren conform uitgewerkte aanpak onverharde trambanen, bijvoorbeeld met (o.a. schouw tramlijn 19). Daarbij behulp van waarschuwingslichten en geluiden | Rotterdamse lantaarn als voorbeeld (de zogeheten Tram Waarschuwingsinstallatie | betrekken: compacte lantaarn (mogelijk (TW). toe te passen op smallere steunpunten) met vrij zacht geluid (tegen geluidoverlast). 18 | Onderzoeken hoe we de oversteekplaatsen Gecombineerd met maatregel 3. Verder over fietspaden (zebrapaden) veiliger kunnen | geen onderzoek doen naar infra- maken voor voetgangers en fietsers. maatregelen zebrapaden. 19 | Inzetten (samen met Vervoerregio Continueren campagne ‘Superbelangrijk’ Amsterdam) om de Rijkscampagne afleiding om (jonge) voetgangers en fietsers te in het verkeer ONderweg ben ik OFFline, (zie | bewegen hun smartphone niet te gebruiken maatregel 4A) uit te breiden tot voetgangers. | in het verkeer. 20 | Onderzoeken van het aandeel van toeristen Opstarten campagne gericht op toeristen. dat betrokken is bij ongevallen. Bijvoorbeeld educatieve film over verkeersregels tonen in vliegtuig, fietsles geven op te realiseren Bikepark (bijvoorbeeld in een Amsterdams park of op de Zuid-as). 21 | Blijven aanbieden van flyer over ‘veilig Continueren als onderdeel van bredere fietsen in Amsterdam’ aan campagne (zie advies maatregel 20). fietsverhuurbedrijven 22a | Voorkomen dode hoek ongevallen bij Opschalen met de meest positief vrachtauto’s: vervolgen van de pilot met 360 | beoordeelde systemen, want maatregel graden camera’s bij vrachtwagens van de heeft potentie. Pilot toonde minder gemeente. schademeldingen en overwegend positieve reacties. 22b | Voorkomen dode hoek ongevallen bij Geen extra spiegelafstelplaatsen realiseren. vrachtauto’s: in overleg met de branche Wel inzetten op 360 graden camera’s (zie onderzoeken welke faciliteiten nodig zijn om maatregel 22a). En bij vervanging eigen dodehoek ongevallen te voorkomen, zoals wagenpark kiezen voor voertuigen met spiegelafstelplaatsen. spiegelcamera’s in plaats van reguliere spiegels en dodehoeksignalering. 23 | Onderzoeken (binnen de Agenda Stedelijke Analyseren ongevallenstatistieken op Logistiek) effecten van goederenvervoer op betrokkenheid van verschillende typen doorstroming (obstakelvorming) en vrachtvoertuigen. Dit geeft input voor verkeersveiligheid. Daarbij ook het proces innovatieve infrastructurele maatregelen van afvalinzameling betrekken. (zoals intelligente toegang o.b.v. gebundelde stromen) en handhaving (snelheid, parkeren) in het volgende MJPV. 24 | Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken Continueren (het aantal is variabel, zie A 5 mn, | é } ee eee ese « e® e“ € oe oee e® p # A de En Emme 29 NLs Maatregel Aanscherpingen en aanvullingen 25 Doorgaan met het toepassen van Continueren ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige seinen [U 4,2.2 Programmapijlers Op basis van de witte vlekken in de huidige aanpak (paragraaf 3.3.2) en het advies over individuele maatregelen (paragraaf 4.2.1}, komen we tot een advies voor de inzet in de komende jaren. De volgende overwegingen zijn daarbij van belang: e De verkeersveiligheid is de afgelopen jaren onvoldoende verbeterd. Dit pleit voor een verhoging van de inspanningen, en dus een verhoging van het verkeersveiligheidsbudget, om meer maatregelen uit te kunnen voeren, en daarmee een groter effect te behalen. , De gemeente Amsterdam heeft echter, zoals vele gemeenten op dit moment, te maken met een begrotingstekort. Er zal daarom extra kritisch gekeken (moeten) worden naar de effectiviteit van de uitgaven. Bijlage 4 geeft een inschatting van het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden dat per maatregel op landelijk niveau voorkomen kan worden. Er is veel winst te behalen op het gebied van fietsers, jongeren, snelheid (verlagen maximumsnelheid, en handhaving) en alcohol/drugs (handhaving). e Het benutten van aanvullende financieringsbronnen is belangrijker dan ooit. De investeringsimpuls van het Rijk is van groot belang. Het Rijk stelt vanuit het SPV2030 geld beschikbaar voor verkeersveiligheid en stelt als voorwaarde dat partijen dit bedrag verdubbelen. Bij het selecteren van kansrijke maatregelen is het van belang om rekening te houden met de verdeling van het budget dat binnen het SPV2030 beschikbaar wordt gesteld voor infrastructuurmaatregelen (90%) en gedrags- en handhavingsmaatregelen (10%). De budgetten voor infrastructuurmaatregelen vanuit het SPV2030 betreffen de cofinanciering van alleen de uitvoeringskosten. De budgetten voor gedrags- en handhavingsmaatregelen vanuit het SPV2030 zullen vooral worden ingezet op innovatieve acties. Hoe omvangrijk het pakket aan verkeersveiligheidsmaatregelen kan zijn, is naast een inhoudelijke keuze ook een politieke keuze. We stellen twee mogelijke investeringsscenario’s voor, te weten een sobere / budget neutrale aanpak (investeringsscenario 1) en een verhoogd programmabudget (investeringsscenario 2). Voordat we deze scenario’s beschrijven, doen we eerst een aantal algemene aanbevelingen per pijler. é ) eo € © a € € e @® % Ö Ne ker € ee e 26 30 Algemene aanbevelingen ten aanzien van de pijlers Infrastructuur, gedrag en handhaving hebben elk hun specifieke kenmerken, maar zijn niet zomaar los van elkaar te zien. Ze beïnvloeden elkaar in belangrijke mate. Het is dan ook belangrijk de kruisverbanden in de gaten te houden. In algemene zin adviseren we ten aanzien van de pijlers infrastructuur, gedrag en handhaving: Infrastructuur Gedrag Handhaving Zet vooral in op het Uit een verkenning van Gemeente | Handhaving is bijzonder inrichten van de weg op Amsterdam (zie bijlage 5} naar | effectief om gedrag te basis van de Duurzaam belangrijke beïnvloeden, mits het Veilig principes (basis op | verkeersveiligheidsrisico’s voor 5 | gepaard gaat met orde). Van belang is dat risicothema'’s blijken | flankerende maatregelen. de weginrichting kennisoverdracht overeenstemt met het (educatie/campagnes) en | De inzet op handhaving en snelheidsregime. Dit is handhaving het meest effectief | controles staat echter onder nog altijd een om gedrag te beïnvloeden. | druk (capaciteit/prioriteit aandachtspunt. Verlaag Daarbij dient vooral gestuurd te | binnen de politie). Voor ook waar mogelijk de worden op het stellen van een | handhaving ligt de maximumsnelheid van 50 | sociale norm en het bieden van | voornaamste opgave in het naar 30 km/uur. En handelingsperspectief. faciliteren van voldoende verwerk de laatste menskracht om actief inzichten in de Voor alle thema’s geldt dat een | controles op de risico- ontwerpnormen: combinatie van kennisoverdracht | gedragsthema'’s uit te kantmarkering, / campagnes en handhaving het | voeren. En om met overrijdbare meest effectief lijkt. Let daarbij | innovaties handhaving trottoirbanden, fiets-fiets | op het aanbieden van meertalige | slimmer in te richten: meer conflictpunt op VRI- informatie. Zo worden ook | risico-gestuurd kruispunten en nieuwe toeristen (vooral risicogroep voor | (bijvoorbeeld op basis van Amsterdamse inrichting thema’s Afleiding en Alcohol-/ | meldingen / wisdom of the 50 km/uur en 30 km/uur | drugsgebruik) aangesproken. crowds) en meer wegen. geautomatiseerd Voor alle interventies geldt dat (bijvoorbeeld met de inzet Verkeerd gebruik van de | het belangrijk is om deze gericht | van tijdelijke infrastructuur hangt in te zetten. Bekijk per doelgroep | snelheidscamera’s). samen met effectieve wat hen bijgebracht moet handhaving. Een worden, wat het doelgedrag is en | Het zoeken van aansluiting weginrichting die past bij | waarom ze dat gedrag (nog) niet | bij lopende de geldende regels en uitvoeren. Bepaal op basis educatieprojecten en snelheidsregime vergroot | daarvan welke interventies nodig | campagnes kan de de effectiviteit en zijn. En bepaal vooraf hoe het effectiviteit van handhaving geloofwaardigheid van effect van de campagne gemeten | vergroten, zodat de handhaving. wordt. kosteneffectiviteit stijgt. 1 € r | eo eet e® eee. 0. Jer he PD a© 31 Investeringsscenario 1: een sobere / budget neutrale aanpak We zien dit scenario als een minimumvariant. Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn: , Maatregelen gericht op de grootste risico’s Maatregelen met impact op meerdere risico’s / profijtelijk voor meerdere doelgroepen , Maatregelen met mogelijkheden voor significante cofinanciering (SPV2030) Maatregelen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden / quick wins De voorgestelde maatregelen staan in onderstaande tabel. We hanteren daarbij een indeling met op de ene as de drie pijlers en op de andere as de geprioriteerde modaliteiten conform het in paragraaf 4,1.1 geïntroduceerde STOMP principe. Infrastructuur Gedrag Handhaving 5) Toepassen mogelijkheden Uitvoeren pilot schoolstraten | Handhaving (politie/BOA) Talking Traffic (informatie bij X aantal scholen per jaar | parkeren Licht Electrische over tijd-tot-groen bij VrachtVoertuigen (LEVV's) IVRI's). Continueren campagne op de stoep ‘Superbelangrijk’ om (jonge) voetgangers en fietsers te bewegen hun smartphone niet te gebruiken in het verkeer. Dit in aanvulling op de landelijke MONO campagne. Nb. Voor voetgangers is smartphone gebruik in het verkeer niet strafbaar. De campagne heeft dan ook meer het karakter van ‘wenselijk gedrag, beter voor jezelf en anderen’. In Correct inleiden of Jongeren: continueren Jongeren: handhaving op verwijderen van paaltjes op Amsterdamse campagne afleiding / fietsverlichting / het fietspad ‘Veilig achterop’. roodlichtnegatie. (paaltjesinventarisatie combineren met fietsroutes Ouderen: continueren Handhaven op snor- en en risico-gestuurd campagne doortrappen, bromfietsoverlast (fietsintensiteit) paaltjes inclusief rijles e-bike (continueren/intensiveren). verwijderen of vervangen (snelheid en evenwicht) door buigzame paaltjes). Toepassen mogelijkheden Talking Traffic (informatie over tijd-tot-groen bij 1 IVRI's). A ee” ee eet e® e% ete e ans ® - © ® 3 e 6 an 8 ® PP AS 32 Infrastructuur Gedrag Handhaving Uitvoeren top 10 verbetersuggesties uit rapportage relaxte routes. Meldingen in registratiesysteem van Waternet koppelen aan infra-database IVM/KFW > frequente meldlocaties snel aanpakken. O Verbeteren solitaire overgangen op onverharde trambanen, conform uitgewerkte aanpak. B P Zo snel mogelijk Automobilisten: nieuwe Tijdelijk plaatsen interactieve terugbrengen campagne ‘Veilig 30’ gericht | digitale maximumsnelheid van 50 op snelheidsoverschrijding snelheidsinformatieborden. km/uur naar 30 km/uur, op 30km/uur wegen. waar mogelijk (met Eventueel met geloofwaardige beloningselement (zoals: weginrichting). juiste snelheid = geld sparen voor de buurt). Meten, melden, monitoren -__ Analyseren ongevallenstatistieken op betrokkenheid van verschillende typen vrachtvoertuigen: geeft input voor volgend MJPV -__ Opzetten monitoringprogramma om bereik en effect van gedragscampagnes te kunnen meten. Gedrag -__ Campagne ‘enjoy Amsterdam’ (ivm populisme/tribalism/Selfism): geniet, ontspan, geef elkaar de ruimte. Voertuigtechnologie vrachtwagens: - Bij vervanging eigen wagenpark kiezen voor voertuigen met spiegelcamera’s in plaats van reguliere spiegels en dodehoeksignalering. Ongevallen, blackspots -__ Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van minimaal 15 blackspots per jaar. 2 -__ Doorgaan met het toepassen van ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige 4 ongevallen. je = 1 ee” ee eee er kk ee ones e eee aë a® En a U > AT 33 Investeringsscenario 2: een verhoogd programmabudget Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn: e De maatregelen uit scenario 1, aangevuld met: Maatregelen die eerst nog onderzoek vragen; e Innovatieve maatregelen, nog in ontwikkeling zijnde en/of nieuwe wetgeving vereisend. Er zijn veel innovatieve maatregelen denkbaar. Amsterdam wil koploper zijn (in Nederland of zelfs in Europa) op het gebied van verkeersveiligheidsinnovatie. De maatregelen, aanvullend op scenario 1, staan in de volgende tabel: Infrastructuur Gedrag Handhaving S Sportroutes inrichten o.b.v. input sporters. + Melding via smartphone bij gevaarlijke kruispunten (pilot). T Aanleg Bikepark Logistiek: nieuwe campagne | Onderzoek of deelscooters (bijvoorbeeld in een ‘onbezorgd’ gericht op als aparte doelgroep moeten Amsterdams park of op de rijgedrag bezorgscooters en worden onderscheiden in de Zuid-as), tbv fietsles aan -fietsen handhaving op snor- en expats en toeristen. bromfietsoverlast. Beperking snelheid e-bike / speed-pedelec op basis van Bezorgscooters en - geofence (geografisch of bezorgfietsen: handhaving o.b.v. drukte). rijgedrag (mede op basis van klantreviews). Vergunningverlening voertuigtypen Licht Electrische VrachtVoertuigen (LEVV's) O Vergroten OV aanbod in de nacht (ligt buiten de scope van het programma). IK Intelligente toegang taxi's Taxi: handhaving rijgedrag (nu op de wallen) uitbreiden (mede op basis van naar een groter gedeelte van klantreviews). de binnenstad (mits OV aanbod vergroot wordt). P ISA pilot om weggebruikers Overleg met de politie en het te helpen om niet harder dan | Openbaar Ministerie over de 30 km/uur te rijden. mogelijkheden voor automatische handhaving: 1 inzet van tijdelijke snelheids- A ee” eo eet e® e%e%e% ete ans ® - © ® 3 e 6 an 8 ® PP AS 34 Infrastructuur Gedrag Handhaving camera’s in aanvulling op informatiedisplays. Meten, melden, monitoren - Meldpunt: maak meldingen door bewoners makkelijk en inzichtelijk (online kaart?). Inclusief toewijzing en afhandeling binnen gemeente, en terugkoppeling aan melder. Voertuigtechnologie vrachtwagens: -__ Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto’s: opschalen pilot met 360 graden camera’s bij vrachtwagens van de gemeente met de meest positief beoordeelde systemen. Gedrag: - Expats en toeristen: educatieve film over verkeersregels tonen in vliegtuig, fietsles geven op te realiseren Bikepark (bijvoorbeeld in een Amsterdams park of op de Zuid-as). Ongevallen, blackspots 2 -__ Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van minimaal 20 (i.p.v. 15) blackspots () . er jaar. 5 per J 4.3 Uitvoeringsprogramma SPV Amsterdam 4,3.1 Tooling NSI light Samen met de SWOV en ANWB heeft gemeente Amsterdam Network de Safety Index (NSI) ontwikkeld voor 5Okm/uur-wegen in Amsterdam. De keuze voor 5Okm/uur-wegen is gemaakt omdat in steden op deze wegen de meeste ernstige verkeersongevallen plaatsvinden. De belangrijkste uitkomst is een (NSI-)formule waarin infrastructuurkenmerken en verkeersintensiteiten als variabelen zijn opgenomen. Al deze variabelen leveren een bijdrage aan de samenhang met verkeersongevallen. Aan de hand van deze variabelen en hun weegfactoren kunnen NSI-scores worden berekend die aanwijzingen geven voor verschillen in de mate van verkeersveiligheid van straten. Toepassing van NSI bleek in de praktijk minder geslaagd. NSI is vrij wetenschappelijk opgezet (veel aandacht voor de onderzoeks-/de beleidskant). De project-/programmakant heeft (te) weinig aandacht gekregen. Procesmatig is NSI niet goed ‘overgedragen’ naar de praktijk. En inhoudelijk had de tool als nadeel, dat hij arbeidsintensief was om te voeden, en alsnog niet het gewenste resultaat opleverde. Weliswaar zijn met NSI alle 50-wegen doorgelicht, maar dit heeft een grote inspanning (tijd, financiën) gevraagd en leverde voor Amsterdam niet het gewenste inzicht in de verkeersveiligheidsrisico’s op die wegen. Het belang van Amsterdam, om een goede en praktische 1 tool te hebben voor risico-gestuurd werken, werd met NSI niet behaald. N | ete oee 35 Dit heeft geleid tot het initiatief om (regionaal) een NSI Light op te stellen. Dit moet een instrument voor praktische toepassing worden. De ontwikkeling van NSI-light wordt getrokken door de Vervoerregio. De gemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer fungeren als pilot gemeente. De pilots zijn tot stand gekomen met hulp van Amsterdam, met de intentie om de light variant ook in Amsterdam te gaan doen. Vanuit de Amsterdamse maatregelenlijst geredeneerd zou het goed zijn als NSI-light toegepast kan worden bij de volgende maatregelen (afhankelijk van uit de uiteindelijke mogelijkheden van NSI- light): e _Locatiebepaling tijdelijke interactieve digitale snelheidsinformatieborden op 50 km/uur wegen; * _Locatiebepaling tijdelijke snelheidscamera’s op 50 km/uur wegen; Selectie van wegen die geschikt zijn voor de maatregel 50230 km/uur. Of inrichtingsadvies voor de nieuwe 30 km/uur wegen; , Verbreding van fietspaden langs 50 km/uur wegen (breedte van fietspaden, in combinatie met gebruik ervan); * _Aanscherping verbetersuggesties uit rapportage relaxte routes. Totaaloverzicht meldingen / knelpunten Amsterdam vindt bewonersparticipatie belangrijk en wil hier ten behoeve van verkeersveiligheidsbeleid optimaal gebruik van maken. Om optimaal gebruik te kunnen maken van input van burgers, is een goede centrale registratie, afhandeling en monitoring van die meldingen noodzakelijk. In de huidige situatie is hier ten dele in voorzien, vooral waar het meldingen over de infrastructuur betreft. e Amsterdammers kunnen een melding doen via SIA (Signalen Informatievoorziening Amsterdam). Meldingen over verkeersonveilige situaties worden via de klachtencoördinatie doorgezet aan de programmasecretaris mobiliteit in het betreffende stadsdeel. De programmasecretaris mobiliteit? beoordeelt, al dan niet samen met een verkeerskundige, of er maatregelen nodig zijn op het gebied van infrastructuur / wegontwerp. Grofweg een derde tot de helft van de klachten gaan over gedrag (bijvoorbeeld fietsen of auto’s over de stoep) waar vanuit een verkeersontwerp-oogpunt niet zoveel gedaan kan worden. Die meldingen gaan terug naar de klachtencoördinator, die het dan doorzet bij Handhaving. Als infrastructurele maatregelen nodig zijn, en nog niet ergens worden opgepakt, komt de locatie op een inventarisatielijst terecht. Deze inventarisatielijst is dan input voor de lijst locaties voor de Infrastructurele Verkeersveiligheidsmaatregelen (IVM). e Naast meldingen van Amsterdammers komen er ook meldingen / knelpunten voort uit bijvoorbeeld verkeersveiligheidsonderzoeken, verzoeken vanuit programma’s en meldingen van stadsdeelmanagers / gebiedsmakelaars. 2 Dit beschrijft de werkwijze in stadsdeel Nieuw-West. Andere stadsdeelorganisaties 1 hebben waarschijnlijk een soortgelijk proces. % | ee“ e® eo“ ee“ € © se ee e 26 36 Een totaaloverzicht van meldingen / knelpunten uit al deze bronnen is er niet. Dit maakt het lastig om een afgewogen beeld te krijgen van de knelpunten en de daarop gewenste inzet van V&OR, Stadswerken, politie en BOA's. Geadviseerd wordt om dit totaaloverzicht wel te maken. Dit kan door bijvoorbeeld een (GIS) tool te ontwikkelen (Meldingen Amsterdamse Verkeersveiligheid)}, waarin de meldingen uit de verschillende inputkanalen op een geüniformeerde wijze worden opgenomen. V&OR kan de binnenkomende verzoeken coördineren, opnemen in de database, en labelen als infrastructurele melding (ten behoeve van een IVM of KFW maatregel), of een gedragsmelding. Hierin zit dus ook de kans {aanbeveling om het proces van IVM en het MJPV meer samen te voegen. Vervolgens worden de verzoeken verder opgepakt door de verantwoordelijke organisatieonderdelen. Pakketten met gebundelde gelijksoortige infra-maatregelen kunnen op deze wijze in één keer opgevoerd worden voor cofinanciering. Gedragsknelpunten die breder spelen, kunnen een plek krijgen in een nieuwe campagne of educatieprogramma. Handhaving kan gerichter ingezet worden op het type meldingen en op de locaties die het meeste aandacht vragen. Ook initiatieven vanuit andere programma’s kunnen hierin opgenomen worden. Denk aan het toevoegen van een kaartlaag met de resultaten uit de actie ‘Meer groen, minder wachten’ uit het Meerjarenplan fiets, waarbij Amsterdammers de kans krijgen om aan te geven welke verkeerslichten beter kunnen worden afgesteld, uitgeschakeld of zelfs verwijderd. Een betere afstelling van de verkeerslichten leidt tot minder roodlichtnegatie en daarmee een betere verkeersveiligheid. 4.3.2 Risico-gestuurde aanpak WBA De Werkgroep Black Spots Amsterdam (WBA) pakt sinds 2000 locaties aan waar relatief meer ongevallen plaatsvinden (blackspots). Blackspots zijn volgens de oorspronkelijk definitie kruispunten met in totaal 6 of meer letsel- of dodelijke ongevallen in drie jaar tijd. Het aantal blackspots in Amsterdam daalt (tussen 1999 en 2001 waren er 167 blackspots, tussen 2007 en 2009 waren dat er 66). De afname komt deels door verminderde registratie, en deels door aanpak van de black spots. De definitie van een blackspot is inmiddels (tijdelijk) aangepast in verband met de teruggelopen registratiegraad. Een blackspot is daarmee geworden: een kruispunt met in totaal 3 of meer letsel- of dodelijke ongevallen in drie jaar tijd. Zonder de aanpassing van de definitie zouden er veel minder blackspots zijn (in 2020 staan 9 blackspots met 6 of meer ongevallen op de lijst). Met de aangepaste definitie zijn er meer blackspots (ter illustratie: in 2019 zijn 29 blackspots onderzocht en 8 uitgevoerd, en wordt daarmee voldaan aan de bestuurlijke toezegging in het MJPV om 15 gevaarlijke locaties te onderzoeken en/ of uit te voeren per jaar). De gestage afname van het aantal blackspots illustreert dat er ruimte is voor een andere, bredere invulling van de WBA. In lijn met het SPV2030 kan de WBA meer preventief en risico-gestuurd adviseren over nieuwe verkeersveiligheidsmaatregelen, naast het uitvoeren van blackspot analyses. Dat hoeft zich niet te beperken tot een advies bij infrastructurele maatregelen. Ook adviezen over het aanpakken van risicovol gedrag en zinvolle handhavingsacties, kunnen gegeven worden door de WBA. De WBA krijgt hiermee meer de vorm van een intern praktijkgericht expertisecentrum verkeersveiligheid. Voorgesteld wordt om maandelijks een werksessie te plannen met V&OR en WBA, waarin de 1 meldingen uit de MAV worden behandeld (afwegen, actiehouder toewijzen). De maandelijkse % E } eo e ete ese „ee IN hy © ® ON 8 @” p a®© 37 frequentie is gelijk aan die van de gebiedstafels in de stadsdelen, zodat input/output maandelijks uitgewisseld kan worden tussen stadsdeelorganisaties en VROR. 4,3.3 (Organisatie van de) financiering Verkeersveiligheidsmaatregelen, en de raakvlakken met andere programma’s In paragraaf 3.1 werd al aangegeven, dat het MJPV als programma uiteraard niet op zichzelf staat. Er zijn meerdere programma’s die een relatie hebben met verkeersveiligheid. Ook al hebben die programma’s het thema verkeersveiligheid niet in hun doelstelling staan, ze hebben wel invloed op verkeersveiligheid. Vele maatregelen uit het MJPV (onderstaande tabel, linker kolom) staan ook ten dienste van andere programma’s. We zien de sterkste link met het meerjarenplan fiets. En de intelligente toegang voor taxi's draagt bij aan verkeersveiligheid. MJPV maatregel draagt Agenda/plan/programma Agenda/plan/programma bij aan ander draag bij aan MJPV maatregel agenda/plan/programma 12,3,4,6,7,13,16 | Meerjarenplan fiets | ZR eerden 22 [Wweerngsagend stedelijke logistiek |________— | eee [re meellgente toegeng _ Ieder programma werkt vooral aan het behalen van de eigen programmadoelstellingen, zonder expliciet mee te wegen wat het effect voor een ander programma kan zijn (integrale afweging: wie is voor wat verantwoordelijk, en hoe kun je elkaar helpen). Vanuit de programmasturing is dat een logische insteek. Vanuit de raakvlakken zouden echter meer gedeelde afspraken gemaakt kunnen worden. Vooral met het meerjarenplan fiets, maar ook wel met Autoluw, Logistiek en Taxi. Het maken van gedeelde afspraken is gerechtvaardigd voor posten ten aanzien van onderzoek (bijvoorbeeld onderzoek naar maatregelen voor comfortabeler en veiliger fietsen) en aanpassing van infrastructuur (bijvoorbeeld snorfiets naar de rijbaan, intelligente toegang voor logistiek en taxi). Organisatie van de financiering Bij het maken van gedeelde afspraken tussen programma’s moet een keuze gemaakt worden onder welk programma een maatregel ondergebracht wordt. Argumenten kunnen zijn: cofinanciering, verwevenheid met andere maatregelen/projecten, eigenaarschap, etc. Voor een volgend MJPV zien we mogelijkheden om hier (bewustere) keuzes in te maken. Drie voorbeelden van mogelijke keuzes: e Voor verkeersveiligheid zijn cofinancieringsmogelijkheden vanuit de Vervoerregio en het Rijk, met name voor infrastructurele maatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Maatregelen voor de fietsinfrastructuur passen hier goed (provincie Noord-Holland heeft een subsidieregeling voor verbetering van ht regionale fietsnetwerk, opengesteld voor gemeenten buiten de Vervoerregio). Maatregelen met betrekking tot voertuigen en voertuigtechnologie voor logistiek (zoals de 360 graden camera’s en spiegelafstelplaatsen) passen inhoudelijk goed in de 1 uitvoeringsagenda stedelijke logistiek, terwijl ze in het MJPV meer op zichzelf staan. Door N | } eo eee € e @e © ©” e e - e C nn € e® e® © ® 38 de maatregelen onder te brengen bij logistiek, krijgt de doelstelling van verkeersveiligheid ook daar meer lading. Vanuit de agenda taxi is intelligente toegang voor taxi's in delen van Amsterdam ingesteld. Het eigenaarschap lag hier bij de agenda taxi, maar de maatregel heeft als het goed is ook een positief effect op de verkeersveiligheid. Bovendien is denkbaar dat een vergelijkbare maatregel ook zinvol is voor andere doelgroepen, zoals zware vrachtwagens. Hier is zelfs denkbaar dat een heel andere opgave, zoals ‘kades en bruggen’ vanuit een bovenliggend belang een coördinerende rol vervult. Bovenstaande genoemde cofinancieringsbronnen zijn ongetwijfeld niet de enige. Voorgesteld wordt daarom om bij een nieuw MJPV allereerst een complete scan van externe financieringsbronnen uit te voeren. Neem de uitkomst daarvan mee in de keuze waar een maatregel wordt ondergebracht (follow the money). Andere argumenten (aansluiting op andere maatregelen, eigenaarschap} komen daarna aan de orde. Uiteindelijk is de keuze waar een maatregel wordt ondergebracht niet gelijk aan de keuze wie bij het uitvoeren van de maatregel betrokken is. Uitvoering kan een gezamenlijke opgave vanuit meerdere programmalijnen zijn, gecoördineerd van een centraal kernteam van programmatrekkers. Gebundelde maatregelen t.b.v. besluitvorming en cofinanciering Een manier om aanspraak te maken op grotere delen financieringsbronnen is een meer programmatische aanpak te hanteren en (kleine) maatregelen in een aanvraag te bundelen. Op deze wijze wordt in één keer budget aangevraagd, zodat de uitvoering van maatregelen vervolgens sneller van start kan gaan. Op het gebied van verkeersveiligheid is het SPV2030 de komende jaren het standaardwerk waarop verkeersveiligheidsprojecten, -onderzoeken en -budgetten zijn en worden gebaseerd. De genoemde investeringsimpuls (500 Miljoen euro over 10 jaar vanuit I&W) is hier een belangrijk voorbeeld van. Het SPV2030 beschouwen we daarmee als de gemeenschappelijke taal die overheden hanteren wanneer het over verkeersveiligheid gaat. Om als gemeente het goede voorbeeld te geven en de aansluiting met andere overheden (landelijk, regionaal en gemeentelijk) te waarborgen, bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling, uitvoering en beleidsvorming, lijkt het verstandig dezelfde terminologie aan te houden. Het SPV2030 werkt hiervoor negen beleidsthema’s uit, op basis van de grootste verkeersveiligheidsrisico’s. Deze beleidsthema’s zijn: 1) Veilige infrastructuur, 2) Heterogeniteit in het verkeer, 3) Technologische ontwikkelingen, 4) Kwetsbare verkeersdeelnemers, 5) Onervaren verkeersdeelnemers, 6) Rijden onder invloed, 7) Snelheid in het verkeer, 8) Afleiding in het verkeer en 9) Verkeersovertreders. Voor ieder beleidsthema is in het SPV2030 een toekomstbeeld geschetst, met een uitgewerkte richting voor beleid, Voor het MJPV is het advies de programma-aanpak te relateren aan de genoemde beleidsthema’s. Door diverse (kleinere) maatregelen te bundelen en onder te brengen bij een of meerdere beleidsthema’s, bestaat de mogelijkheid financiering aan te vragen op basis van thema. Zo ontstaan grotere financieringsaanvragen per keer en wordt de slagkracht bij bijvoorbeeld de Vervoerregio en het Ministerie van I&W vergroot. Balans onderzoek - realisatie 1 É } ee e ete eee ete A bh © 26 39 Wanneer een onderzoek wordt uitgevoerd, schept dat verwachtingen bij stakeholders ten aanzien van de opvolging van de adviezen uit die onderzoeken. Wat zoveel mogelijk geborgd moet worden, is dat onderzoek uitgevoerd wordt wanneer ook zicht is op middelen om de uit die onderzoeken komende adviezen uit te voeren. Dit lukt in de huidige praktijk helaas niet altijd. Als voorbeeld noemen we de schouw van schoolomgevingen. Er is op veel scholen een schouw uitgevoerd, en daaruit zijn concrete voorstellen voor verbetering gekomen. De uitvoering van die maatregelen is vervolgens (tijdelijk)* achtergebleven. Daarmee stel je scholen teleur. Het complexe is, dat de middelen voor uitvoering van maatregelen niet altijd belegd zijn bij het programma, maar elders in de organisatie. In het voorbeeld van de schouw van scholen lag de uitvoering van de adviezen bij de stadsdeelorganisaties. Door een reorganisatie is hier achterstand in ontstaan. Uitvoering van de adviezen is nu ondergebracht bij IVM waardoor er weer sturing op de uitvoering mogelijk is. Geadviseerd wordt om het uitvoeren van onderzoek en het uitvoeren van maatregelen (organisatorisch) verder op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door IVM samen te voegen met VV. 4.3.4 Monitoring (risico-indicatoren) De monitoring van de verkeersveiligheid in de gemeente kan in principe op twee manieren geschieden. Aan de ene kant kan er, op het niveau van het MJPV, worden gekeken naar specifieke programma-indicatoren waaraan vanuit het meerjarenprogramma wordt gewerkt. Daarnaast kan worden gekeken naar de (ontwikkeling van) risico-indicatoren. Met behulp van het inzichtelijk krijgen van deze risico-indicatoren kan (toekomstig) verkeersveiligheidsbeleid worden ontwikkeld en/of aangepast. Aangezien beide net een andere insteek hebben, zijn ook de indicatoren (grotendeels) verschillend. Voor beide zijn hieronder aanbevelingen gedaan. 3 Uitvoering van achtergebleven maatregelen is al gestart vóór dit onderzoek. % 8 ee eet e® e% eet ee eee 8 ® PD a© 40 Voor de monitoring van (de resterende looptijd van) het MJPV, met als doel inzicht te verkrijgen in de realisatie van de doelstellingen, stellen we voor de volgende programma-indicatoren te hanteren: * Aantal (slachtoffer) ongevallen in de gemeente (op basis van politieregistratie en ambulance data); e Aantal uitgevoerde infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen; * Aantal ingezette displays/betrokken omwonenden; e _Aantal/aandeel snorfietsers; * Aandeel van de geselecteerde 50 km/uur wegen dat is omgebouwd naar 30 km/wegen. Om de ontwikkeling van de verkeersveiligheidsrisico’s in beeld te krijgen, stellen we voor om de volgende risico-indicatoren te monitoren: e Gebruik smartphone in de auto/op de fiets; _Roodlichtnegatie; * Aandeel weggebruikers dat (tijdens controles) te hard rijdt; e Ontwikkeling omvang doelgroepen, met name: o _E-bike gebruik ouderen; o _Brom- en snorfietsende jongeren; o Logistiek / pakketbezorging (daarbinnen ook beginnend bestuurders); o _ Maaltijdbezorging. , Gebruik verdovende middelen (alcohol, drugs) door weggebruikers. 4.4 Conclusies en aanbevelingen De extra nadruk op de risico-gestuurde aanpak in het SPV2030 heeft nog niet geleid tot een grote verbetering van de verkeersveiligheid. Dat geldt ook voor Amsterdam. er zijn nu extra maatregelen nodig. Tegelijkertijd staat de gemeentebegroting, en daarmee mogelijk ook de financiering van verkeersveiligheid, onder druk. Het is zaak om slim en gericht in te plegen. We adviseren een strategie die bestaat uit twee componenten: “STOMP, 24/7” en “Wisdom of the crowds, data-gedreven”. STOMP geeft prioriteit aan lopen en fietsen, en zet het minst in op het gebruik van de privéauto. 24/7 betekent dat deze prioritering geldt op elke dag van de week, en op ieder moment van de dag. Wisdom of the Crowds betekent, dat gebruik gemaakt wordt van het geluid van de inwoners, bezoekers en ondernemers in Amsterdam. De inzet van slimme technologie en data spelen hierbij een belangrijke rol. Voor een sobere / budget-neutrale aanpak en een verhoogd programmabudget zijn twee mogelijke investeringsscenario’s opgesteld. Scenario 1 (sober / budget-neutraal) zien we als een minimumvariant. Kenmerken van maatregelen in dit scenario zijn: Maatregelen gericht op de grootste risico’s Maatregelen met impact op meerdere risico’s / profijtelijk voor meerdere doelgroepen Maatregelen met mogelijkheden voor significante cofinanciering (SPV2030) Maatregelen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden / quick wins NR 1 ee” eo ee ese e® Se e® e® e® € 0 © © 41 Scenario 2 gaat uit van aanvullende maatregelen, die eerst nog onderzoek vragen, innovatief (en nog niet uitontwikkeld) zijn, kostbaar zijn, en/of nieuwe wetgeving vereisen. Wanneer een meldingssysteem wordt ingericht (bijvoorbeeld in de vorm van een GIS tool / interactieve kaart), kan een totaaloverzicht verkregen worden van meldingen van burgers, meldingen / knelpunten uit verkeersveiligheidsonderzoeken, verzoeken vanuit programma’s en meldingen van stadsdeelmanagers / gebiedsmakelaars. Hiermee kunnen maatregelen worden afgewogen, toegekend aan actiehouders, en kan stadsbreed, uniform, een lokale uitvoeringsagenda gevuld worden. Ook kan het de basis bieden voor de aanvraag van cofinanciering voor (bundels van) maatregelen. Door te bundelen wordt in één keer budget aangevraagd, zodat de uitvoering van maatregelen vervolgens sneller van start kan gaan. En handhaving kan gerichter ingezet worden op het type meldingen en op de locaties die het meeste aandacht vragen Voorgesteld wordt om maandelijks overleg te plannen met V&OR en WBA, waarin de verzamelde meldingen worden behandeld (afwegen, actiehouder toewijzen). De maandelijkse frequentie is gelijk aan die van de gebiedstafels in de stadsdelen, zodat input/output maandelijks uitgewisseld kan worden tussen stadsdeelorganisaties en V&OR. De rol van de WBA wordt hierin meer dan nu die van een intern praktijkgericht expertisecentrum verkeersveiligheid. Vanuit de raakvlakken tussen programma’s zouden meer gedeelde afspraken gemaakt kunnen worden. Vooral met het meerjarenplan fiets, maar ook wel met Autoluw, Logistiek en Taxi. Het maken van gedeelde afspraken tussen programma’s is gerechtvaardigd voor posten ten aanzien van onderzoek (bijvoorbeeld onderzoek naar maatregelen voor comfortabeler en veiliger fietsen) en aanpassing van infrastructuur (bijvoorbeeld snorfiets naar de rijbaan, intelligente toegang voor logistiek en taxi). Voor zover bekend zijn die afspraken er nu niet. Proces en organisatie (strategie, organisatie); Om als gemeente het goede voorbeeld te geven en de aansluiting met andere overheden (landelijk, regionaal en gemeentelijk) te waarborgen, bijvoorbeeld voor kennisuitwisseling, uitvoering en beleidsvorming, doen we de aanbeveling om dezelfde terminologie aan te houden. Het SPV2030 werkt hiervoor negen beleidsthema’s uit, op basis van de grootste verkeersveiligheidsrisico’s. De Vervoerregio trekt de ontwikkeling van een NSI Light. Dit moet een instrument voor praktische toepassing worden. De gemeenten Zaanstad en Haarlemmermeer fungeren als pilot gemeente. Geadviseerd wordt om NSI-light na de pilotfase in Zaanstad en Haarlemmermeer, bij gebleken meerwaarde, ook in Amsterdam in te zetten. Voor de monitoring van (de resterende looptijd van) het MJPV, met als doel inzicht te verkrijgen in de realisatie van de doelstellingen, stellen we voor de volgende programma-indicatoren te hanteren: e _ Aantal (slachtoffer) ongevallen in de gemeente; * Aantal uitgevoerde infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen; * Aantal ingezette displays/betrokken omwonenden; e _Aantal/aandeel snorfietsers; 1 * Aandeel van de geselecteerde 50 km/uur wegen dat is omgebouwd naar 30 km/wegen. NR € } ee eee“ eee ete ee e 26 42 Om de ontwikkeling van de verkeersveiligheidsrisico’s in beeld te krijgen, stellen we voor om de volgende risico-indicatoren te monitoren: * Aandeel weggebruikers dat (tijdens controles) te hard rijdt; e Ontwikkeling omvang doelgroepen, met name: o E-bike gebruik ouderen; o _Brom- en snorfietsende jongeren; o Logistiek / pakketbezorging _Roodlichtnegatie; e Gebruik smartphone in de auto/op de fiets; , Gebruik verdovende middelen (alcohol, drugs) door weggebruikers. í dd e%ese° e ese 43 Bijlage 1: evaluatie per maatregel (factsheets) 1 e% ee ee%e®, eee vet Onderzoeken toepasbaarheid kantmarkering langs vrijliggende fietspaden. Preventief -Reactief > > Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen 5 Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Onderzoek in hoeverre kantmarkering helpt om botsingen met de T trottoirbanden te voorkomen, en in hoeverre de ruimte op het fietspad hierdoor beter wordt benut. Nader onderzoek loopt. Ja Combinatie met maatregel 1B, Combi met 1B Effectiviteit: Effectief met stabiel vooruitzicht. Potentie op basis van wetenschappelijk onderzoek. Geen nader effect onderzocht. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 Onderzoeken welke trottoirband het meest veilig is voor fietsers én voetgangers. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen el Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Onderzoek naar veilige trottoirbanden. Er wordt in ieder geval gekeken T naar schuine, haakse en gelijkvloerse trottoirbanden. Ja Combinatie met maatregel 1A, - Combi met 1A Effectiviteit: Effectief met stabiel vooruitzicht. Potentie op basis van wetenschappelijk onderzoek. Geen nader effect onderzocht. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 Onderzoeken van het gebruik van fietspaaltjes van buigzaam materiaal. Preventief Reactief en) 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: Fietsersbond el Doel: Voorkomen van enkelzijdige fietsongevallen. Uitvoerende partij: VOR in hd Dem : = Beschrijving: Uitgevoerd: Lan % Daarbij kijken we naar bestaande locaties met dit type paaltjes en doen Nee T we een praktijkproef. In overleg met de wegbeheerders zal hiervoor de Gedeeltelijk locatie worden bepaald. Ja Activiteiten: Inventarisatie van alle paaltjes heeft plaatsgevonden. RE 1 m a à Verder is een toename aan paaltjes in de stad geconstateerd. De paaltjes op en . . fietsroutes in de stad zijn geïnventariseerd, verwerkt op een gis-kaart, Effectiviteit: Nog niet effectief, wel geprioriteerd. Beleid is geen paaltje tenzij. Alle paaltjes die niet nodig zijn voor veel potentie. Spaans onderzoek heeft andere redenen worden in 2020 en 2021 verwijderd, paaltjes die noodzakelijk zijn _ uitgewezen dat flexibele palen tot om andere redenen worden voorzien van de juiste inleidende markeringen, minder (hoofd) letsel leiden verlichting en zichtbaarheid. oe: Nog geen specifiek effect gemeten. Nb. Het verwijderen van paaltjes is ook gebeurd in het kader van het vorige Mogelijk wel als er meer paaltjes MJPV, maar sindsdien is het aantal paaltjes toch weer toegenomen. verdwijnen. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam et @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (2) Aanbrengen schampstroken op locaties met parkeerhavens langs de drukste fietsroutes: ontwikkelen van de beste manier om de schampstrook vorm te geven (breedtes, hoogte, materialen, kleuren) bij beperkte ruimte. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen el Doel: Ruimte creëren om fouten te corrigeren: Schampstroken. Uitvoerende partij: Wegbeheerder W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E We starten met het ontwikkelen van de beste manier om de T schampstrook vorm te geven, waarbij we rekening houden met de beperkte ruimte die in Amsterdam beschikbaar is. Daarbij kijken we in ieder geval naar verschillen in breedtes, hoogte, materialen en kleuren. Doorlopend Activiteiten: Opgenomen in beleidsstukken Leidraad CVC fiets, Puccini handboek Rood en Afwegingskader Fietsstraten. Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (2) Onderzoeken van de mogelijkheid om ongevallen te voorkomen die worden veroorzaakt door onveilige voorrangssituaties tussen fietsers op kruisingen. Preventief -Reactief > > Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen 5 Doel: Voorkomen van botsingen tussen fietsers op kruisingen. Uitvoerende partij: VOR W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Daarbij kijken we in ieder geval naar het opnemen van de fietspaden in de T verkeerslichtenregeling, het vergroten van de opstelruimte en het Gedeeltelijk omdraaien van de voorrangsregeling. Activiteiten: Combi met 18 Maatregel is gecombineerd met maatregel 18: Onderzoeken hoe we de oversteekplaatsen over fietspaden (zebrapaden) veiliger kunnen maken voor voetgangers en fietsers. Onderzoek loopt nog, rapportage wordt eind 2020 voorzien. Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten. VOP vóór kruispunt verwijderen leidt tot minder conflicten. Het vergroten van opstelruimten lijkt te leiden tot minder fietsers die opstellen achter de stopstreep. Het is onduidelijk of dit ook de verkeersveiligheid vergroot. Geen effect op roodlichtnegatie (Bron: Haskoning) < fee Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (a) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: meedoen met de campagnekalender van het Rijk. EN Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving. IE | e)) Beschrijving: Uitgevoerd: E Doorlopend programma, bestaand uit: a 1) Blijven meedoen met de campagnekalender van het Rijk (afleiding). 2) Samenwerken met het Rijk aan het gebruik van de fietsmodus app 3) Aandacht besteden, binnen de campagnekalender, aan snelheid op Doorlopend 30/50 km wegen, BOB/alcohol en fietsverlichting. Meedoen met standaardmiddelen, maar soms ook eigen (specifieke) Effectiviteit: Effectief met stabiel communicatie en middelen. Op dit moment lopen: Fiets verlicht, MONO vooruitzicht (afleiding), BOB (alcohol), snelheid, roodlicht, De scholen zijn weer begonnen, Doortrappen (ouderen op de fiets). ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (4e) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: meedoen met de Rijkscampagne ‘Val op, fiets verlicht’, fietslampjes aanbieden bij Fietspuntstallingen, bijdragen aan handhavingsacties, controle op verlichting en afstelling van de fiets bij graveeracties. EN Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving. 5 - o Beschrijving: Uitgevoerd: E Doorlopend programma, bestaand uit: a 1) Blijven meedoen met de Rijkscampagne ‘Val op, fiets verlicht’. 2) Blijven aanbieden fietslampjes tegen een schappelijke prijs in de gemeentelijke Fietspuntstallingen Doorlopend 3) Bijdragen aan gedragsacties van andere partijen, zoals handhavingsacties van de politie 4) Aanbieden controle op fietsverlichting en afstelling van de fiets, bij Rn E| il d enkele graveeracties. Effectiviteit: Effectief met stabiel vooruitzicht Activiteiten: Zie maatregel 4A, os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (4e) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: aanvullende campagnes bij Amsterdamse prioriteiten zonder landelijke campagne, zoals ‘Veilig achterop’. ER Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: Superbelangrijk, A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen GVB, Vervoersregio Amsterdam ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving. Uitvoerende partij: VOR 5 - o Beschrijving: Uitgevoerd: E Voortzetten van de campagne ‘Veilig achterop’. a Activiteiten: 1) Erwordt ingespeeld op nieuwe (kwetsbare) doelgroepen. Bijvoorbeeld ouderen en fietsexoten, maar beperkt. Doorlopend 2) Campagneplan 'Superbelangrijk’, om (onge) fietsers te bewegen hun smartphone niet te gebruiken in het verkeer 3) Online campagne ‘Spaakbeknelling 2018’, om de veiligheid van Rn E| il id kinderen achterop de fiets te stimuleren Effectiviteit: Effectief met extra potentie. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (4) Aanmoedigen verkeersveilig gedrag van fietsers: onderzoeken van de effecten van wachttijdindicatoren bij verkeerslichten op het wachtgedrag van fietsers en voetgangers. EN Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen A Doel: Gedragsverbetering van fietsers: eigen Uitvoerende partij: VOR ed verantwoordelijkheid, campagnes en handhaving. IE | e)) Beschrijving: Uitgevoerd: E Verminderen roodlichtnegatie rr Gedeeltelijk Activiteiten: Onderzoek naar wachtijdvoorspellers is afgerond, met wisselende C_}) uitkomsten. Blijkt meer een comfortmaatregel dan een verkeersveiligheid maatregel. Uitvoering is overgedragen aan het programma fiets. Aangezien wachttijdvoorspellers geen oplossing bleek te zijn, is een IJ il id d hernieuwd onderzoek gestart (loopt nog) naar roodlichtnegatie. Daarnaast loopt een experiment van de WBA naar toepassing van een Effectiviteit: Niet effectief. Wisselende LED lijn. Dit wordt gemonitord en kan gezien worden als een pilot binnen _ Uitkomsten wachttijdvoorspellers. deze maatregel. De LED lijn geeft alleen rood, geen groen (bij groenfase Ook LED lijn wordt niet gezien als staat de LED uit). Verwachting van de VRI deskundige t.a.v. het oplossing voor roodlichtnegatie. verkeersveiligheidseffect: geen duidelijke meerwaarde, kans op mentale overbelasting, kans op tegenstrijdige info met het reguliere licht. Niet de oplossing voor roodlichtnegatie. ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (5) Streven het onderhoudsniveau van wegen te verhogen naar ‘Verzorgd’, zoals omschreven in het coalitieakkoord. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: geen el Doel: Fietspaden goed onderhouden, veilige assets Uitvoerende partij: Wegbeheerder W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Beleidsmaatregel. De besluitvorming over het onderhouden van de T fietspaden op een verzorgd onderhoudsniveau is onderdeel van 1 Amsterdam Schoon en Heel’. Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten. Sen Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (6) Onderzoeken hoe we de afwatering van fietspaden kunnen verbeteren (in het kader van Amsterdam Rainproof, samen met Waternet). Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Fietsers Samenwerkingspartners: beheer van el Doel: Fietspaden goed onderhouden, veilige assets V&OR, Waternet en de stadsreiniging RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder E = Beschrijving: Uitgevoerd: E Schone kolken is vooral een proces met Waternet en stadsreiniging, niet T een infra maatregel. Waternet had geen registratiesysteem (is er nu wel), waardoor meldingen niet goed gelogd/opgevolgd konden worden Ja Afgerond en overgedragen aan beheer van V&OR. Effectiviteit: Effectief met extra potentie. Op basis van recent geïntroduceerd registratiesysteem kan overlast gericht worden aangepakt ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (7) Verplaatsen van snorfietsers met helm naar de rijbaan, in de zone binnen de ring A10 exclusief stadsdeel noord. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: Zoektocht loopt el Doel: Snorfiets naar de rijbaan met helm Uitvoerende partij: VOR W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Hiervoor wordt in beeld gebracht welke (juridische) eisen daarvoor zullen T gelden, welke infrastructurele ingrepen en communicatie nodig zijn en hoe handhaving vorm kan worden gegeven. Ja Activiteiten: C_}) 1) Uitgebreide campagne (op straat, direct mailing, socials) 2) Actieve handhaving HEZE 9) Or, 1-, 9, 3, 4-metingen uitgevoerd Effectiviteit: Effectief met extra potentie. Forse daling geregistreerde ongevallen en conflicten. Afname aantal snorfietsen en verplaatsingen met snorfietsen. Oordeel van snorfietsers wisselend, automobilisten neutraal/negatief, fietsers positief. ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (8) Handhaven op snor- en bromfietsoverlast, conform het jaarlijks Stedelijk Handhavingsprogramma. Preventief -Reactief = Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: THOR en politie 5 Doel: Beperken risicogedrag: handhaving Uitvoerende partij: VOR EE Ke, Lan HE Beschrijving: Uitgevoerd: E Project SNOR a 1) Gedurende het jaar diverse handhavingsacties organiseren. Er wordt daarbij informatie gestuurd gewerkt door op die plaatsen en tijdstippen aanwezig te zijn waar de problemen het grootst zijn en waardoor de pakkans kan worden vergroot. Doorlopend 2) Op basis van doelgroepenanalyse inzetten op effectieve handhavingsinterventies 3) Optreden tegen heterdaadsituaties. Rn E| an Activiteiten: Effectiviteit: Effectief met stabiel 35 controles, 480 inzeturen vooruitzicht. Minder snorfietsen, meer deelscooters. Algemeen: meer drukte Inzet vanuit het programma is 1 fte: aanjager binnen het programma, die op het fietspad en op de rijbaan, dus een verbinding maakt tussen de BOA's en de politie, en gezamenlijke potentieel meer overlast rollerbankcontoles organiseert. Inzet BOA’s en politie drukt niet op het programma. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (5) Verder uitwerken en optimaliseren van camerahandhaving zoals die plaatsvindt bij de passage van het Rijksmuseum en wordt onderzocht bij de Cuyperspassage (als de eindevaluatie daartoe aanleiding geeft). Preventief -Reactief = Doelgroep: Snor- en bromfietsers Samenwerkingspartners: geen 5 Doel: Beperken risicogedrag: handhaving Uitvoerende partij: VOR EE Ke, Lan HE Beschrijving: Uitgevoerd: E Eindevaluatie huidige camerahandhaving, en verder En uitwerken/optimaliseren. Ja Activiteiten: Overgedragen Geëvalueerd en overgedragen aan afdeling beheer. Effectiviteit: Effectief met stabiel vooruitzicht. Geen echte evaluatie uitgevoerd. Wel is ervoor gekozen om de camera’s te continueren. Camera’s overgedragen aan afdeling beheer (beide locaties). ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (zo) Blijven inrichten van de wegen in Amsterdam volgens de landelijk vastgestelde principes van Duurzaam Veilig (transformatie meenemen in lopende projecten). Preventief -Reactief | En) Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: geen 5 Doel: Duurzaam veilige inrichting van 50 km wegen. Uitvoerende partij: Wegbeheerder in lar) uz . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Dat kan bijvoorbeeld door eisen te stellen aan drempels en wegbreedte. T Knelpunten die met de Network Safety Index in beeld worden gebracht zullen we - waar mogelijk - wegnemen. Vanuit de principes van 1 stad 1 opgave wordt deze transformatie meegenomen in lopende projecten, waarbij 30 km wegen in beeld zijn, maar vooral wordt gekeken naar 50 km-wegen. Doorlopend Effectiviteit: Effectief met stabiel vooruitzicht. Duurzaam veilig is landelijk geaccepteerde norm voor verkeersveilige inrichting. ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 un} Tijdelijk plaatsen interactieve digitale informatieborden om automobilisten op hun snelheid te wijzen, overleg met de politie en het Openbaar Ministerie over de mogelijkheden voor (automatische) handhaving. Preventief -Reactief = Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Politie 5 Doel: Aanpak snelheidsovertredingen op 50 km-wegen. Uitvoerende partij: VOR EE Ke, Lan HE Beschrijving: Uitgevoerd: E Digitale snelheidsdisplays inzetten op locaties waar En snelheidsovertredingen worden waargenomen. Activiteiten: Doorlopend Totaal snelheidscontrole 2019: * 572 controles, 3671 inzeturen * Wegkantradars 2019: 24 wegkantradars, gedurende gemiddeld 1,8 weken Effectiviteit: Effectief met extra * Smileys 2019: 13 smileys, voor gemiddeld 11,7 weken potentie. Er vindt geen meting van (duurzame) effecten plaats. Doel is * Smileys 2020: 19, voor gemiddeld 6,4 week met name om bewoners te betrekken * _Wegkantradars 2020: 10, gedurende gemiddeld 1,4 week. en de borden zo veel mogelijk in te zetten. Inzet politie komt uit het verkeerspolitieteam. Inzet smileys en radars komt uit het programma. ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (12) Terugbrengen maximumsnelheid van wegen in het centrum van 50 km/uur naar 30 km/uur, waar mogelijk. Preventief -Reactief > En) Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Geen 5 Doel: Fiets- en voetgangervriendelijke inrichting van 50 Uitvoerende partij: Wegbeheerder Er km-wegen. lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E 1) _Locatiebepaling a 2) Herinrichting 3) Onderzoek vormgeving drempels Doorlopend Activiteiten: Doorlopend. Scope is meermaals gewijzigd. Eerst vanuit verkeersveiligheid focus op bepaalde wegen. Daarna vanuit coalitieakkoord breder getrokken (als onderdeel programma “Autoluw") Effectiviteit: Nog niet effectief. wel en uiteindelijk, naar aanleiding van raadsbesluit, verbreed naar hele … NO6 Iet Lo gemeente (30 is de norm, alleen afwijken met goede reden). veel potentie. Snelheidsverlaging is zeer effectieve maatregel t.b.v. Door scopewijzigingen nu in onderzoek. In 2020 voorstel scenario's aan verkeersveiligheid. Reconstructie van wethouder en vanaf 2021 uitvoering. wegennet kan starten op locaties waar benodigde inframaatregelen kleinschalig zijn. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 13) Veiliger maken van oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers over de 50-km wegen. Preventief -Reactief 5 5 Doelgroep: Automobilisten (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Geen el Doel: Fiets- en voetgangervriendelijke inrichting van 50 Uitvoerende partij: VOR ie km-wegen. u uz : = Beschrijving: Uitgevoerd: ik % Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met oversteken in Dn etappes, goed herkenbare conflictvlakken, logisch en uniform ontwerp, a : de afmetingen van hulomiddelen en goed leesbare en waarneembare informatie. Doorlopend Activiteiten: Vooralsnog alleen gericht op solitaire oversteekplaatsen voor voetgangers. Niet voor fietsers, Nu alleen nog oriënterend hoe het onderzoek moet worden opgezet. Effectiviteit: Onduidelijk/niet te meten. Achtergrondinformatie: regels voor de inrichting zijn vastgelegd in een leidraad van de CVC. Uitvoering vraagt geen verdere actie vanuit het programma. Het betreft een taak voor de wegbeheerder, Wel ís vanuit de WBA de vraag gekomen om te onderzoeken of het noodzakelijk is om hier opnieuw naar te kijken, vanwege de diversiteit in VOPs over 50km wegen die kan leiden tot onduidelijkheid voor automobilisten. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam et @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 Ge) Verkeerseducatie via het Verkeersplein Amsterdam. Preventief Reactief Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: … Doel: Verkeerseducatie voor kinderen en jongeren van Uitvoerende partij: … 0 tot 18 en het borgen van ouderbetrokkenheid. Beschrijving: Uitgevoerd: Verkeerseducatie via het Verkeersplein Amsterdam wordt via een afzonderlijk traject geëvalueerd. Doorlopend Effectiviteit: Onderzocht in afzonderlijk traject EP 5 Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (15) Uitvoeren schouw van basis- en middelbare scholen waar dat nodig is, maar nog niet is gedaan. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: Geen el Doel: Veiligere schoolomgevingen. Uitvoerende partij: VOR W lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Prioriteit geven aan scholen langs 50km-wegen. En Activiteiten: Ja Veel aandacht besteed aan het verkeersveiliger maken van de C_}) schoolomgevingen. Met een schouw en een enquête zijn de belangrijkste knelpunten in kaart gebracht. Waar mogelijk zijn aanpassingen voorgesteld. Uitvoering van de adviezen lag bij de stadsdelen en is nu ondergebracht bij IVM. Effectiviteit: Nog niet effectief, wel veel potentie. Het schouwen zelf heeft geen effect. Maatregelen in potentie wel, echter (nog) weinig uitgevoerd op straat. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 ® Uitvoeren maatregelen in infrastructuur en/of motiveren verkeersveilig gedrag in schoolomgeving (zoals lopend of te fiets naar school). Preventief -Reactief > En) Doelgroep: Kinderen en jonge bestuurders Samenwerkingspartners: F10 (landelijk 5 Doel: Veiligere schoolomgevingen. programma Schoolstraten), Fietsersbond (M&E) RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder je E Beschrijving: Uitgevoerd: E Mogelijke maatregelen: kleinschalige maatregelen zoals het aanbrengen T van verkeersdrempels, het aanpassen van markering, het maken van parkeerplaatsen, het (ver)plaatsen van fietsenrekken of het aanbrengen van de markering ‘School’ met bijbehorende bebording. In overleg met de betreffende school zullen we bekijken of en hoe ouders kunnen worden aangespoord om hun kind met de fiets of lopend naar school te Doorlopend brengen. Activiteiten: 1) Organisatie eerste “week van het Verkeer” op 15 basisscholen (maart 2018). : Effectiviteit: Effectief met extra 2) Pilot schoolstraten, opgezet Q1 2020, nog niet uitgevoerd. Voor de potentie. Uit evaluatie “Week van het pilots zijn 3 scholen in beeld, waarvan 1 (2 vestigingen) in Q3 2020 Verkeer 2018” kwamen veel positieve gestart is. reacties op de scholen. De week komt 3) Fietshelden 2018, basisschoolleerlingen betrokken bij fietsen, junior terug in 2019 voor zowel middelbare fietsburgemeester verkozen als basisscholen. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 16 ) Onderzoeken waar het mogelijk is om links afslaan en rechtdoor te gaan eenvoudiger te maken op kruispunten met verkeerslichten, bijvoorbeeld door het aanleggen van grote opstelvakken (zogenaamde Opgeblazen Fietsopstelstroken, OFOS). Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Ouderen Samenwerkingspartners: Geen el Doel: Ouderen op de fiets: aanpassen weginrichting. Uitvoerende partij: Wegbeheerder W lar) Dm . E Beschrijving: Uitgevoerd: E Scope van het onderzoek is gewijzigd. Geen OFOS onderzoek gedaan, T wel ‘Doortrappen’ en onderzoek Relaxte Routes. Activiteiten: ee: Scopewijziging Amsterdam was één van de pilotgemeenten om Doortrappen in te voeren. In 2018 en 2019 zijn hier activiteiten voor uitgevoerd en in 2019 is er een landelijke aftrap geweest. Uitrol in de gehele stad wordt gefaseerd uitgevoerd in 2020. Extra potentie vanwege opschaling en toenemende omvang doelgroep. Aanvullend i derzoeksproject Relaxte Routes uitgevoerd Fifectiviteit: anvullend is een onderzoeksprojectRelaxte Routes uitgevoerd, om DD „effectief inzichtelijk te maken of er relaxte routes zijn te vinden een drukke stad \moorrappen effectief met extra als Amsterdam. De doelgroep oudere fietsers is hier actief bij betrokken. 5 R ’ R iet effectief Resultaat: een groot aantal mogelijke verbeteringen aan de infra, om elaxte Routes: nog niet effectief, relaxt fietsen te bevorderen. Punten die beter kunnen en moeten, wel veel potentie. hebben te maken met vergevingsgezindheid van fietsinfra. Daarbij gaat het om randen, banden, paaltjes en leesbaarheid van de routes. De verbetersuggesties op de relaxte routes zijn nog niet uitgevoerd. ot Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 7) Verbeteren solitaire overgangen op onverharde trambanen, bijvoorbeeld met behulp van waarschuwingslichten en geluiden (de zogeheten Tram Waarschuwingsinstallatie (TWi)). Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Openbaar vervoer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: initieel geen. 5 Doel: Aanpak infrastructuur op het OV-netwerk. Vervolg samen met GVB, VRA. RT Uitvoerende partij: Wegbeheerder je E Beschrijving: Uitgevoerd: E In 2016 worden op een aantal locaties in Nieuw-West de overgangen T over onverharde trambanen verkeersveiliger gemaakt. Op basis hiervan wordt bepaald in welke vorm de verkeersveiligheid van solitaire overgangen kan worden verbeterd. Bij deze maatregel sluiten we aan op Ja de lopende investeringsprogramma’s openbaar vervoer, waarbij verkeersveiligheid bij ingrepen randvoorwaardelijk is. C_}) Activiteiten: TWI: Bajonet gerealiseerd zodat je beter zicht hebt. Onderzoek toonde positief effect. Vervolgens geadviseerd op meer locaties. Ook voor tramlijn 17 is een schouw gedaan (o.a. Tussen Meer, Effectiviteit: Effectief met extra Kinkerstraat) in 2018-2019. In 2020 wordt dit gedaan voor tramlijn 19. potentie Aanvullend hierop worden nu in samenwerking met het GVB, VRA verkeersveiligheid schouwen georganiseerd. Dit is een doorontwikkeling op aanleg en onderzoek van de solitaire overgangen. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (18) Onderzoeken hoe we de oversteekplaatsen over fietspaden (zebrapaden) veiliger kunnen maken voor voetgangers en fietsers. Preventief -Reactief > 5 Doelgroep: Voetgangers (met een beperking) Samenwerkingspartners: Geen el Doel: Veiliger maken oversteekplaatsen Uitvoerende partij: VOR RT (zebrapaden) over fietspaden. E = Beschrijving: Uitgevoerd: E Verdiepend onderzoek naar de verkeersveiligheid en doorstroming voor T fietsers en voetgangers voor in ieder geval 4 situaties: Gedeeltelijk 1) _Zebraf’s) over fietspad, bij met verkeerslichten geregelde kruispunten (huidige situatie); 2) Zebrafl’s) over fietspad verwijderen bij grote fietsstromen, bij met verkeerslichten geregelde kruispunten; 3) Zebraf(’s) over fietspad opnemen in de verkeerslichtenregeling. Rn E| il id d 4) Fietsstroken in plaats van fietspaden ter hoogte van met verkeerslichten geregelde kruispunten. Effectiviteit: Combi met 3 Eventuele conflicten tussen fietsers en overstekende voetgangers met een beperking worden ook meegenomen. Activiteiten: Onderzoek loopt nog, rapportage wordt eind 2020 voorzien. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (19) Inzetten (samen met Vervoerregio Amsterdam) om de Rijkscampagne afleiding in het verkeer ONderweg ben ik OFFline, (zie maatregel 4A) uit te breiden tot voetgangers. ER Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Voetgangers (met een beperking) Samenwerkingspartners: Geen A Doel: Voorkomen risicogedrag: campagnes Uitvoerende partij: VOR 5 Le 5 - 5 Activiteiten: Uitgevoerd: En ike: 5 Nee % Geen uitbreiding van de Rijkscampagne. a Wel een eigen campagne ‘Superbelangrijk’ uitgevoerd, om (jonge) fietsers en voetgangers te bewegen hun smartphone niet te gebruiken in het verkeer. Deze is overgegaan in de landelijke MONO campagne, maar die heeft Scopewijziging geen expliciete aandacht voor de voetganger. Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 2 Onderzoeken van het aandeel van toeristen dat betrokken is bij ongevallen. ER Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Toeristen Samenwerkingspartners: Geen A Doel: Inzicht krijgen in betrokkenheid van toeristen Uitvoerende partij: VOR ed bij ongevallen, zowel te fiets als te voet. IE | e)) Activiteiten: Uitgevoerd: E Niet uitgevoerd. Er worden geen specifieke gegevens geregistreerd van Nee Er toeristen en ongevallen. Wel wordt ingezet op informeren (maatregel 21: Blijven aanbieden van flyer over ‘veilig fietsen in Amsterdam’ aan fietsverhuurbedrijven). Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten. os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (21) Blijven aanbieden van flyer over ‘veilig fietsen in Amsterdam’ aan fietsverhuurbedrijven. ER Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Toeristen Samenwerkingspartners: Geen A Doel: Inzicht krijgen in betrokkenheid van toeristen Uitvoerende partij: VOR ed bij ongevallen, zowel te fiets als te voet. 5 - 5 Activiteiten: Uitgevoerd: E Weinig actief mee bezig. Er is wel een video gemaakt, Er “The Bike Instructor's guide to cycling in Amsterdam”, die viral ging. Ja Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten. Weinig zicht op doelgroep. Wel interessant als data te vergaren zijn. Sen Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (221) Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto's: vervolgen van de pilot met 360 graden camera's bij vrachtwagens van de gemeente. ER Preventief Reactief lee) (S) 5 Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst A Doel: Omgaan met beperkt zicht vanuit de Uitvoerende partij: VOR je) vrachtwagen Le ES - o Beschrijving: Uitgevoerd: E Met deze innovatieve camera’s zijn chauffeurs in staat om Er weggebruikers aan alle kanten van hun voertuig in de gaten te houden. Ja Activiteiten: CO) Drie verschillende systemen getest op 15 vuilniswagens. De ervaringen van chauffeurs waren wisselend (maar wel overwegend positief; ook veel gewenning nodig en niet elk systeem werkte even goed/prettig). Het is niet in de nieuwe aanbesteding meegenomen. Effectiviteit: Nog niet effectief, wel veel potentie. Resultaten onderzoek waren niet statistisch significant, maar hieruit bleken minder schademeldingen en overwegend positieve reacties, os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (228) Voorkomen dode hoek ongevallen bij vrachtauto's: in overleg met de branche onderzoeken welke faciliteiten nodig zijn om dodehoek ongevallen te voorkomen, zoals spiegelafstelplaatsen. Preventief -Reactief | 5 Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst kn) Doel: Omgaan met beperkt zicht vanuit de Uitvoerende partij: VOR Er vrachtwagen lar) uz . E Activiteiten: Uitgevoerd: E Er zijn drie plekken ingericht waar spiegels beter afgesteld konden En worden. [nl Ja Effectiviteit: Niet effectief. Er werd weinig gebruik gemaakt van de spiegelafstelplaatsen os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (23 ) Onderzoeken (binnen de Agenda Stedelijke Logistiek) effecten van goederenvervoer op doorstroming (obstakelvorming) en verkeersveiligheid. Daarbij ook het proces van afvalinzameling betrekken. ie) Preventief -Reactief En pe Doelgroep: Vrachtverkeer (als tegenpartij) Samenwerkingspartners: Vuilophaaldienst p= Doel: Verbeteren bevoorradingsaanpak Amsterdam Uitvoerende partij: VOR u mm Activiteiten: Uitgevoerd: Geen analyse effecten goederenvervoer op verkeersveiligheid gemaakt. Nee e)) Wel projecten met vuilophaaldienst. Zie maatregel 22A en 22B. Ook zijn a aanrijroutes van vuilniswagens aangepast op schooltijden (uitgevoerd en 5 overgedragen). 5 nd Effectiviteit: onduidelijk/niet te meten. KS) > Le W lae dE E je Ln & a PR en Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 2 Onderzoeken en indien mogelijk aanpakken van ongeveer 15 blackspots per jaar. - Preventief Reactief > En) Doelgroep: Blackspots Samenwerkingspartners: Stadsdelen, 5 Doel: Aanpak gevaarlijke kruispunten (blackspots) Programma inframaatregelen Er Uitvoerende partij: VOR lar) Dm . = Beschrijving: Uitgevoerd: E Blackspotmaatregelen zijn relatief kleine fysieke ingrepen in de T infrastructuur, zoals de aanpassing van de markering, bebording, vakindeling (linksaf-/rechtsafvakken), steunpunten, kleur van asfalt en verkeerslichten. Doorlopend Activiteiten: leder jaar wordt een werklijst opgesteld met minimaal 15 blackspots. De WBA pakt deze op en doet onderzoek of maatregelen mogelijk zijn. Hiervoor wordt dan een ontwerp gemaakt, en voorgelegd aan de cvc. Korte en middellange termijn maatregelen worden uitgevoerd. Lange Effectiviteit: Effectief met stabiel termijn maatregelen zoals het ombouwen van een kruising in een vooruitzicht. Door de aanpak van Black rotonde worden uitgevoerd als een herinrichting of reconstructie plaats Spots daalt het aantal (ernstige) vindt. Ter illustratie, uit de jaarlijkse monitor verkeersveiligheid: ongevallen. * 2018: 25 blackspots onderzocht, 11 uitgevoerd * 2019: 29 blackspots onderzocht, 8 uitgevoerd pe Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam An 0e ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 (25 ) Doorgaan met het toepassen van ongevalsprotocollen na dodelijke en ernstige ongevallen. ji Preventief Reactief En pe Doelgroep: Protocol Samenwerkingspartners: Politie, centrale p= Doel: Maatregelen na dodelijke en ernstige verkeerscommissie, Burgemeester u ongevallen: ongevalsprotocollen Uitvoerende partij: VOR Beschrijving: Uitgevoerd: De Werkgroep Blackspots beoordeelt conform deze protocollen alle locaties waar dodelijke ongevallen hebben plaatsgevonden en een deel jk van de locaties waar ernstige ongevallen hebben plaatsgevonden. Als uit 5 dat onderzoek blijkt dat er mogelijkheden voor verbetering in de kj infrastructuur bestaan, worden in opdracht van de werkgroep hed maatregelen uitgevoerd. Ter illustratie, uit de jaarlijkse monitor Doorlopend verkeersveiligheid: * 2018: 15 protocol locaties onderzocht, 17 uitgevoerd * 2019: 29 protocol locaties onderzocht, 18 uitgevoerd Len nd Effectiviteit: Effectief met stabiel KS) vooruitzicht. Het protocol wordt met 2 name ingezet voor de afhandeling van W ernstige ongevalllen. Er is geen direct Ken effect op de verkeersveiligheid. = Desondanks is het goed om de wi protocollen te blijven hanteren & ol PR en Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Dn ee, Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 we 2 44 Bijlage 2: trendscan 1 ee eee eo ese eee o® eee vet Ph Exploring e Beautiful dq Futures = _ 7 y _ . ai RS) va en Ne ee Od 4 NE Ee } pe pn Te ee ee El md B mk tc een RISICO'S & KANSEN VERKEERSVEILIGHEID GEMEENTE AMSTERDAM Juli 2020 Voorwoord Deze trendscan is uitgevoerd ter verbreding van de verkeerveiligheidsevaluatie voor de gemeente Amsterdam “Evaluatie en aanscherping Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016-2021” door Keypoint Consultancy. Door naar maatschappelijke trends te kijken, is het mogelijk om naar verfrissende mogelijkheden en oplossingen te kijken die aansluiten bij wat er op dit moment bij de mensen leeft. Dit biedt verrassende ideeën buiten het standaard denkpatroon, die impact hebben op de leefwereld van Amsterdammers. Deze trendscan biedt een overzicht van maatschappelijke trends die in meer en mindere mate relevant zijn voor de mobiliteit en verkeersveiligheid. Op basis hiervan zijn twee scans beschreven. Één de impact van trends op de verkeersveiligheid die een mogelijke risicofactor in zich hebben, en twee maatregelen vanuit de actuele trends voor de aanpak van de verkeersonveiligheid. Judith Everaars Exploring Beautiful Futures 1 Megatrends en consumententrends Megatrends zijn grote mondiale krachten die bedrijven, economieën, samenlevingen, cultuur en ons persoonlijke leven beïnvloeden. Ze zijn generatie-overschrijdend, hebben een tijdshorizon van tenminste 10-15 jaar (kan ook zomaar 50 jaar duren) en hebben een brede reikwijdte. We hebben weinig controle over megatrends en hoewel een megatrend een verwachte ontwikkeling heeft, zal deze niet altijd lineair verlopen. De megatrends staan ook niet op zich, ze staan in verbinding met elkaar. Het analyseren van megatrends helpt ons de complexiteit van onze wereld te begrijpen. In figuur 1 zijn de veertien megatrends opgenomen zoals gedefinieerd door het Copenhagen Institute for Futures Studies. Megatrends vormen de drivers (factoren die verandering veroorzaken) voor consumententrends. Technological Development Demographic Development The application of knowledge or science to commerce or Measurable changes in demograpiy covering distributior industrial processes. Both the innovation and diffusion of and u umar popel dre uwtarisatir technologie: + Ara ageing, ethnicity & religion and family composition Knomtedge Sociey Ee increasingly educated populations and growing 7 a subseqvent Deh d a global economic value of knowbedge where skills scale information, and data constitute primary Ee B Globalisation Acceleration & Complexity 7 & De eN Shortening business lifespan, innovation, and govern ments of tenen da product hfe-cycles with ene GLOBAL MEGATRENDS Polarisation 7 Megatrends are major pathways of Sustainability Growing gap between extremes, such as top EN development, global in scope. and have a 7) Meeting the needs of the present without and bottom market segments, at the expense lifetime of at least 10-15 years. compromising the ability of future of the middle and lower segment generations to meet their own needs. While megatrends are expected trajectories, do Individualisation ee se Focus on Health creasing desire for personalized products an „we Global movement towards mproving nbs er de SD beten ve eenn interests of any particular user. all aspects of public, private, and professional lives Immaterialisation 5 Ei Commercialisation Changes in our perceptions and our a ee Areas in society and the pub sector that values that includes a greater focus on hemm red eres a en value over volume Ee Fn ee Network Society te Democratisation A society and operating environment where 8 zaet rite En RA nn pede de ND MAO ON et h: ee en decentralisation. empowerment and nn Een De beschreven megatrends zijn de drivers of aanjagers die zorgen dat mensen hun ‘normaal’ aanpassen. De ene keer met de stroom mee (individualisering zorgt voor de consumententrend personalisering) of tegen de stroom in (klimaatverandering zorgt voor consumententrend goed doen voor natuur/klimaat). Voor het overzichtelijk maken van deze consumententrends, gebruik ik het human-centered trendmodel. Dit trendmodel is opgebouwd op basis van zeven behoeftes/waardes van de mens: FUEL, PLEASURE, IDENTITY, CONNECTION, CREATIVITY, AWARENSS en SOULFUL. De mens zoekt van nature naar balans, dus bij een impact van een megatrend of plotselinge gebeurtenis zullen we opnieuw zoeken naar balans. Die balans zoeken kan op verschillende manieren en zal mede afhangen van de huidige status quo en waar de mensen impact ervaren. Een voorbeeld: de corona- epidemie geeft mensen een angstig gevoel voor de dood: als ik of mijn dierbaren maar niet sterven. De emotie overlevingsangst zit in de laag van FUEL — waardoor we behoefte hebben deze weer in balans te brengen. De verandering van actie is dat we activiteiten inzetten om weer vertrouwen te voelen, grip te hervinden. Waar heb je grip op als je thuis zit? Je huis en eten. Er was dan ook een enorme groei zichtbaar in het thuis koken, eten kopen bij de boer in de buurt en het huis opknappen en fijn maken. In onderstaand overzicht zijn belangrijke trends weergegeven die nu zichtbaar zijn. Deze trends worden dus gevoed door één of een combinatie van meerdere megatrends. De lijst is niet uitputtend, getracht is wel een zo compleet mogelijk beeld weer te geven. Deze lijst van actuele consumententrends is samengesteld op basis van kennis van verschillende trendexperts* (vandaar de verschillende Nederlandse en Engelse namen voor de trends). Tevens is de input meegenomen van 1 Trendsactive, Trendhunter, Foodinspiration, Trendwatching, Peter Joosten, Christine Boland e.a. 2 gehouden interviews met de experts binnen Amsterdam zelf. In het overzicht zijn de trends met een mogelijke negatieve impact op de verkeersveiligheid in blauw gearceerd. Deze zijn onder de tabel nader uitgewerkt. FUEL Foodism -human fn Gen Youthfullness à On. DO» Dataisme Evelie de behoef en Ee Robotisering uel is de behoefte aan p basiszekerheid voor de mens, het Control fundament. Denk aan eten en geld. Instant Gratification Het gaat om efficiëntie en gemak. Local PLEASURE Visual Overload Experience Economy e mr Smart & Playful, mes P nn —————————————— Sen J E-sports la) Brand Avatars Multisensation Gamification € ) El eR RAR 0e Simplicity Gaming culture GenZ en Ed GenX 4 Ontspullen Pleasure is de behoefte aan sensaties, Huidhonger prikkelen van de zintuigen (of juist ET niet, het ervaren van plezier en spel. _Lwxeappeal IDENTITY Authenticity Populisme ö mn Me Genderneutraliteit = — ‚Sy ie Tribalism OH, a Female Force “ pn Personalisering Male Power Eco-shame Identity is de behoefte van het weten Perfectie van het wie je bent en je plek in de ‚ en maatschappij en wat de identiteit In _IMPENrEte _____________ ee Si de huidige tijdgeest bepaalt. Single life CONNECTION idd Instant Entrepeneurship KES eene eK 2 idni Selfism ed Social woman hdd Co-creation —— Fluidity EERENS O0 Ks à : KE ETET Co-living Connection is de behoefte aan sociaal ma pr Always on contact, het gaat om empathie naar HA î de ander en welke vormen van I lang lonen / Gig connectie we maken met elkaar. ECONOMY 3 CREATIVITY Protest Fake news De Sá on Handmade & ambacht EN NN Live content Pa P Creativity is behoefte om onszelf uit te 2 F\ 7 s spreken, om te creëren en te maken. le A % AWARENESS De Purposeful Actions WE - Subscription & \ ECT 4 b el recommendations Pe Cm 5 Economy EA hs ken Nostalgia Ge Naturality Awareness is onze behoefte om de se Pe waarheid te zien, bewust te zijn van ne _Healthify onze leefwereld en goed te doen. Re-think Transparancy SOULFUL Ee de Transcedence Eje EN Spiritual Economy Soulful is onze behoefte aan wijsheid B Ve en spiritualiteit. ES Specifiek Amsterdam Naast bovengenoemde sociale trends, kent Amsterdam als stad ook specifiek haar trends. IAMSTERDAM m Expatisering _ Overtoerisme / Disneyfication As 5 h Veryupping ii, le En Groeiende kloof arm/rijk tn „Bterdam Amsterdam als eigen identiteit jud a A Mogelijke risico’s voor de verkeersveiligheid Foodism (FUEL) Op dit moment zijn we veel met ons eten bezig. Eten is voor de mens een basisbehoefte (naast natuurlijk drinken) en sterk gelinkt aan ons gevoel van zekerheid en veiligheid. Megatrends als complexiteit en technologie zorgen dat we in een onzekere en steeds meer virtuele wereld leven. Dit resulteert er in dat we veel aandacht besteden aan eten om zo het gevoel van leven in real life (IRL) weer te voelen. Markttrends zoals stijging van online bestellingen, meer buiten de deur eten (voor corona) — ook steeds meer voor het ontbijtmoment — zal resulteren in meer vervoersbewegingen in de stad. Toename van bezorgscooters en —fietsen, waarvan de bestuurders wellicht meer bezig zijn met snelheid en hun telefoon dan met de verkeersituatie. Tevens zorgt dit voor weer een ander type verkeersdeelnemer in het wegbeeld, wat kan zorgen voor onveiligheid. Robotisering (FUEL) & Always on (CONNECTION) In het kader van de wens voor meer efficiëntie van onze basisprocessen zetten we steeds meer robots in. Megatrends als technologie, complexiteit, economische groei en democratisering zorgen zijn grote drives voor deze trend. De meeste bekende ‘robot’ is wel de mobiele telefoon. De telefoon zorgt ervoor dat we altijd ‘aan’ staan en daardoor in de bubbel van onze telefoon leven. Hierdoor hebben we minder oog voor het verkeer om ons heen. Daarnaast kan je ook denken aan een robot zoals die kan worden ingezet voor het bezorgen van eten , maar ook aan bots (slimme chat apps) en natuurlijk aan de robotisering van de auto richting zelfrijdende voertuigen en de trend van elektrisch fietsen en andere elektrische voertuigen, zoals e-step, e-board. De variatie van snelheden en verschillende soorten verkeersdeelnemers zijn mogelijk een risico voor de verkeersveiligheid. Instant Gratification (FUEL) We verwachten instant voldoening, altijd en overal. Zeker onder de jongere generaties (millennials en Genz) leeft dit sterk. Deze basisbehoefte staat sterk onder invloed van de megatrends van globalisering en technologie — en dan met name internet en de waarde van de smartphone — waardoor alles in de hele wereld binnen handbereik is. De bereidheid om te wachten is daarmee lager en is mogelijk een risico voor de verkeersveiligheid in verband met zaken als roodlichtnegatie, geen voorrang verlenen, geduld en omgang met de ander. Daarnaast zorgt instant gratification voor een ander bestelgedrag van taxi's. Voorheen liep je naar een plek in de stad voor een taxi, nu activeer je de taxi app en komt de taxi naar jou toe. Dit zorgt ervoor dat taxichauffeurs meer met hun telefoon bezig zijn en minder met het verkeer. Ook is het een risico dat taxi's gaan ‘zwerven! door de stad en stoppen waar dit ongewenst is. Ten derde zorgt deze trend ook voor de enorme groei van online bestellen van goederen (zie ook Foodism), dit zorgt voor andere transportbewegingen. Hierin is de markttrend zichtbaar dat er depots ontstaan aan de randen van de stad en met kleinere bezorgvoertuigen de goederen worden weggebracht en opgehaald (LEVV & stadsvrachtwagentjes zoals Picnic). Risico's voor de verkeersveiligheid schuilen in het gebruik van fietsroutes in plaats van autoroutes, waardoor problemen ontstaan bij eenrichtingswegen, omdat deze LEVV's te groot zijn. Andere risico’s kunnen zijn het parkeren op de stoep en minder veiligheidsvoorzieningen aan het voertuig zelf. Populisme, Tribalism (IDENTITY) & Selfism (CONNECTION) Het vormen van identiteit is in deze tijd, zeker voor de jongere generaties, belangrijk. Door megatrends als individualisering en democratisering staat veel in het teken van zelfontwikkeling. Daarnaast zorgen megatrends als kennismaatschappij en complexiteit voor hoge verwachting en druk. Bij populisme zien we dat groepen zich tegen elkaar gaan afzetten, niet alleen in de politiek, maar juist ook op andere vlakken, zoals vegans die zich afzetten tegen mensen die ongezond snacken. Daarnaast zien we dat mensen nieuwe tribes vormen (waar dit voorheen geloof was, is dit nu eerder gegroepeerd rondom interesses). Samen met de trend van Selfism, waarin we vooral voor onszelf gaan (ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken), zorgt dit ervoor dat de tolerantie tussen groepen en mensen onderling afneemt. Aangezien in Amsterdam als stedelijk gebied er vele mensen en 5 (sub)culturen zijn, is er mogelijk meer intolerantie. Dat kan ook z'n weerslag in het verkeer hebben. Risico's op meer onveiligheid door meer asociaal verkeersgedrag zoals te hard rijden en geen ruimte geven aan andere weggebruikers. Healthify (AWARENESS) Voor millennials en GenZ is wellness en fysieke en mentale gezondheid een bewustwordingsproces om goed voor zichzelf te zorgen in de hectiek in de huidige wereld (complexiteit, kennismaatschappij, technologie etc.). Denk aan sporten — veelal buiten — belang van goed slapen (slaap apps), schoonheid, sportkleding en mindfulness. In de steden met jonger publiek zie je dan ook steeds meer buitensporters, van hardlopen, bootcamp tot freerunning (ook onder invloed van de experience trend). Dit zorgt voor meer gevarieerde groepen verkeersdeelnemers. Mogelijk een risico omdat ze meer gefocust zijn op hun sportbubbel dan het verkeer. Expatisering & Overtoerisme (AMSTERDAM) De groei van de bevolking in Amsterdam komt voor een groot deel door de aantrekkende kracht van Amsterdam voor expats. De meeste expats komen uit India, gevolgd door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Daarnaast blijft Amsterdam als hoofdstad een enorme toeristische trekpleister, in 2019 trok de stad zo’n 9 miljoen toeristen. Deze trends worden mede ingang gezet door de megatrends als globalisering, economische groei en individualisering. Het risico voor de verkeersveiligheid is dat deze expats en toeristen de verkeersregels niet goed kennen en wél de fiets pakken, maar niet de fietservaring hebben. Daarnaast is ook voor deze doelgroepen de telefoon hét hulpmiddel om je weg te vinden in Amsterdam. Risico voor de verkeersveiligheid is ook hier de telefoonbubbel. 6 Kansen voor verkeersveiligheid De consumententrends bieden naast risico’s ook kansen voor de verkeersveiligheid. Juist door de genoemde risico’s/problemen te matchen met een consumententrend, ontstaan er mogelijk nieuwe ideeën voor de aanpak ervan. In de onderstaande tabel zijn de risico’s voor verkeersveiligheid opgenomen zoals deze uit de trendscan naar voren zijn gekomen. In de tweede tabel staan enkele specifieke verkeersissues opgenomen die uit de interviews naar voren kwamen. Groei verscheidenheid aan | Re-think: LEVV’s ook spullen mee terug laten nemen vervoersmiddelen (fietsers, | (ook pakketjes van anderen). Optimaliseren vracht. PA scooters, biro, LEVV, Control: regels opstellen plek op de weg, snelheid, LOGICA E FoopLOGICA bakfiets, pedelec, etc.)en | grootte, veiligheidsbeeld/spiegel. Ë snelheden. Overleg met deze bedrijven: met google maps de Issue verwacht door groei auto- i.p.v. fietsroutes gebruiken, plek op de weg in aantal en variatie van (eenrichtingsverkeer). bezorgvoertuigen (wat is Dataïsme: aflevermoment exact inplannen en hun plek, snelheid, veilig communiceren, zodat wachttijd voertuig (op weg of rijden). voet-/fietspad) minimaal is. Intolerantie in het verkeer | Co-creatie: jaarlijks terugkerend project/wedstrijd | Ee B ka ï en asociaal met middelbare scholen rond thema intolerantie. Ie A NL GR verkeersgedrag: geen Beste idee wint, met budget voor uitvoering. U 4 ele mk voorrang verlenen, geen Gamification: rollenspel waarin verkeersconfrontaties h ruimte geven, te hard worden opgezocht (goede begeleider nodig !). KCA De k rijden. PP A Telefoonbubbel — mensen Dataïsme, Multisensations, Instant & Personalisering: sE DE zijn verdiept in hun tril/piep/stem op horloge/telefoon bij gevaarlijke E, ei telefoon en zijn daardoor kruispunten (app). î rs afgeleid. Spiritual Economy, Authenticity & Local: campagne wees in het nu: hoor, ruik, proef, voel Amsterdam, p ‘geniet van je stad”. x Ongeduld om te wachten: Robotisering & Control: anti stress app voor Eene u © door rood lopen, fietsen of | Amsterdam, bijvoorbeeld Al-assistent om op tijd te Herd En Me rijden. vertrekken. HE AES en Multisensations & Authenticity: campagne “geniet vermi IN Slinge te ” af “Emi REU Wte dn van Amsterdam terwijl je wacht” of “5min extra voor Nr erde, Mo » ERE le Amsterdam”. Re 0 e) Der Healthify: VRI-wachttijdtips: een verzameling van he 7 ludieke tips op stickers voor de VRI-palen : “adem 5x ee rustig in en uit”, “ga 10x op je tenen staan”, etc. (ook te combineren met leuke tips van directe omgeving. 7 Specifieke groepen Sporters: sportersbubbel — | Dataïsme & Cntrol: in sportsapp alerts/trilling. mensen zijn afgeleid, Personalisering & dataïsme: routeplanner voor ; EE gebruiken de straat als hardlopers die obstakelvrij/veilig zijn. 5 EE sportterrein. Dataïsme & recommendations: sporters zelf hun favo d routes laten delen en gevaarlijke punten aangeven ' Playful: op plekken met veel sporters op ludieke wijze die locatie markeren als waarschuwing voor overig verkeer. Toerist: onbekwaam in Experience: bikesafetytour (icm food, musea, fietsgebruik en is afgeleid architectuur etc). N door telefoongebruik. Experience & play: Bikepark Schiphol. Gamifacation: online verkeersgame ism vluchtmaatschappijen, hotels, hostels etc. k Control: de fietsfilm die reeds aanwezig is verplicht ek aan toeristen laten zien voordat ze een fiets huren, Ri | u ism fietsverhuurbedrijven. att Expat: onbekwaam in Foodism & Experience: foodtour op de fiets (met A fietsgebruik en is afgeleid uitleg fietsen). Aen rs door telefoongebruik. Foodism: expatrestaurants/-cafés toiletreclame met k „4 Re | verkeersregels A'dam, elke week een andere regel. Ë E _% id : Control: de grote internationale bedrijven Ee eed kr aanspreken op verantwoordelijkheid: verkeersles Í 5 Pêx) 4 e aanbieden. Ook bijvoorbeeld via expatorganisatie ee Nid" À EE (verhuur vastgoed). > ln h : Gamification: online verkeersgame voor expats Authenticity: bike as a dutchy (skills parcours). Youthfullnes: stay safe on your bike (workshop). Bestel taxi's (uber, maar Control & Dataïsme: taxichauffeurs kleur geven rood- ook anderen): afgeleid oranje-groen, hoe beter ze zich aan de verkeersregels W- Ee door telefoonbubbel, houden hoe groener, dat zichtbaar is voor de klant. fi asociaal rijgedrag, Recommendations: reviews aan chauffeurs kunnen _& 9 ik ongeduld. geven op basis van 5 sterren, ook zichtbaar online. di nn Personalisatie: klant kan filteren op kwaliteiten zoals ij | hierboven beschreven. d E d el Male Power: ranking van beste (veilige) chauffeur -> ma 4 bonus per week/maand/jaar. 8 Drie aanvullende verkeersissues (uit de gesprekken die gevoerd zijn met de gemeente) Fietsers en Dataïsme: app alert bij gevaarlijk kruispunt (op basis i et! Fiete-fetscondiet voetgangers op van locatie telefoon/smartwatch. ' zel EN kruispunten: Playfull: in een speciale themaweek de verschillende Ì IN Nel conflict fiets-fiets en fiets- | gevaarlijke kruispunten een kleur geven (bijv. door el voetganger op VRI- ballonnen aan alle VRI-palen te bevestigen) + WH kruispunten. Geen hostesses. AE 4 levensbedreigende risico’s, | Visual Overload & robotisering: Argumented Reality mel eeen. maar (bijna}aanrijdingen hek plaatsen voor voetgangers bij aan komen rijden nne komen wel steeds meer fietser. voor. Control: handhaving (i.c.m. campagne) op dit onderwerp. Verkeersregelaars inzetten op issue punten. Doelgroep voetganger: Dataïsme & Local: app voor voetgangers om fouten u N " trottoirs zijn smal en zijn te melden m.b.t. stoep bezetten, i.s.m. handhaving. = Pd P een soort parkeerstroken Instant Gratification: handhaving op humorvolle wijze Sj a : 4 Te, voor fietsen. Amsterdam labelen van foutieve voertuigen op voetpad. ig A nd | ed z zet in op lopen, maar de Playful & protest & live content: Stoepkrijt uitdelen hdd va J À 2 voetganger vindt maar aan bewoners/betrokkenen bij probleemgebieden en nd 1 Mt % - moeizaam zijn weg. De een tekening maken -> plaatsen op speciaal de ES birò mag al niet meer op Instagramkanaal (#lwalkAmsterdam). ER de stoep parkeren. Jonge Simplicity: overdaad aan indrukken bij school verkeersdeelnemers: minimaliseren. campagnes nu gericht Naturality: meer groen brengt meer rust schoolomgeving (ook voor | Gamification & Experience: schoolverkeerspel (kan eS d ouders en scholen), ook digitaal). spaken, telefoon. Co-creatie: kinderen zelf een verkeerscampagne voor Sn hun school laten ontwikkelen (per klas ander thema / VERKEER. andere plek rondom de school) Live content: webcam voor ouders, voor spreiding. Purposeful: elke ouder 1 bijdrage leveren om het veiliger te maken voor hun kind. Beelden ter inspiratie op de volgende pagina. 9 RE AES E ne _ BE md onl 4 Ee iden CT ae % kh 48 ei Ef ak k, gern En El he 2 7 ee) 4 | ì et nn Ld pe J ws A zi … A A ee P: de, } - be k al Ed, NS IE 7 ek hi ri 5 . e 5 RE sd h & e Ss GEE à VW 4 we Eee MR Oe SEE Bn L en IS eN A, . AE. ° 4 RES Aer ke bp À zi id, Kd } Pe | Pe a WO #ViraiKindness | Ee Kie ik Expat & Executive Personal Assistance by Audrey Mezas Nn tl 0 ú U rt i BIKE Ess TT q Fn in Amsterdam 3 : , - : É ER - ansonntonnnaas TEN STEPS TOnosoansaornsn,. E er EEN | ___ MINDFULNESS 5 A: Sl care ‘MEDITATION ne mn ed en B ZE en ne L ï EE ä en enten RE zt EN EEE het ER ES mn p E ER k Á en WA EN EEE } ri ke mei, E: ik: Le ON | Ea 5 Banger É | : E RS vardeege D G / | ee dl EER een (TA EET nn Ede 5 Ai EE EE Er En Ee el End e Ee EE REDT TBC vÀ ® mr, RE RAA EN, - ns L ZL ol be el AN ES : Q gn t 7 N - mm 5 Ke ba OP le GE e p 5 il ZEE (0) En ne ze eem ' B Te ee Ee ERE REA Ù tE mar: hor ef, ee 2 en Kd Ee Hd el IN MERE | N ” 0 Dn nn er ted ze A ús ide eN EE A ke A Ni, EK ee ej : ed e= nn Vo 2 ie An he Ee ms Ae its hpt nn MP Ee gek Ve EEN El 4 Painted Intersections | City of … Painted Intersections | City of … À » Ee ij fortlauderdale.gov fortlauderdale.gov RS D= E AN D B wa pr de s acc Ee ee GN hi zul É, as en ee et E a s hr en A km U hS ij mm / s A 4 TE TR À / ES en Sr, Ee sn re : î en ee RR | en bn n U How to fix a dangerous inters… nen me Cecilia Lueza. .. 2016-St Pet. _curbed.com stpeteartsalliance.org 10 45 Bijlage 3: inspiratie strategie 1 Nik ese eo sehe®. ee%et eo eee vet Helsinki (Finland) Beschrijving: ER m On : PR 1073 : cr) 1087 Helsinki zet al decennia met name in op vermindering van a Sar he A € maximumsnelheid. Maatregelen om dit te garanderen: RO | ne EE En AR OER CA Te * Drempels en kruispuntplateaus Rs rd nan id & PR 8 re k: - hr ij) rn pe, Ke d ari e * _Zebrapaden, verhoogd en met vluchtheuvels CA Es Gaf EA Pr wl ‚ RTG oe | RW DE * _Waarschuwingslichten bij zebrapaden wanneer een voetganger oversteekt Ee 41992 > 2004 * _Rotondes ne É a he Sj 2 ln Pe Er er LT * Versmalde wegen, bochten ri Cy Zl en > z © 5, il a AN Ia e E a od _ gE ï zi d Mt 5 * _Straatmarkeringen en snelheidsdisplays Zg PN ei Ea-lk € eh 7 ne * Verkeerslichten, m.n. bij snelheden > 40 km/uur Ee, 5 pe a | RP 7 Se) * _Snelheidscontroles B 30 km/h ‘ , == 40 km/h * _“Woonerf” (voetganger heeft prioriteit), snelheid=20 mm 50 km/h km/uur, B 260 km /h Input voor strategie: * Verlagen maximumsnelheid os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A @ Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2 Oslo (Noorwegen) Beschrijving: eenn * Auto onaantrekkelijker maken - het duurt eenvoudigweg 4 5, en. langer om van de ene kant naar de andere kant van de Ä ed Sn stad te komen. ï > : * En het kost bovendien meer geld dan voorheen. Tol ging , 70% omhoog in 2017, dit zorgde voor 6% minder s À autoverkeer. en Wp, Á * Hogere autoparkeertarieven — 50% in de binnenstad en nn gi 20% hoger daarbuiten . Kn Gi * Snelheid verlaagd tot 30 km/uur En En td * Autovrije zones rond scholen eet HJERTESONE TRYGGERE SKOLEVEI Input voor strategie: * Auto minder aantrekkelijk maken (capaciteit, kosten). * Verlagen maximumsnelheid Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2 Karlsruhe (Duitsland) TEE e * © Beschrijving: 9 ve : ee 5 3 8 Pi Ë ke Niet alleen de fiets, maar ook de fietser als sensor ‚ * Meten snelheid en comfort. Welke keuzes maakt de KA em fietser en op basis waarvan? des Tis B ne re ee * Fietser (nog) volwaardiger meenemen in beleid, o.a. in ze en Ed verkeersmodellen , eens ä ij - Kraftaufwand (Steigung, Beschleunigung,… ) - Komfort (Erschütterungen, Klima, …) U “ee er rj er & . Die Forschungsergebnisse sollen die Gestaltung Input voor strategie: mmm Mala eE baldo Aden deter La LL _ — * Ruimte voor de fietser nn ka * Wisdom of the Crowds Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 Diverse wegbeheerders (Nederland) Beschrijving: aa be 4 ar En d * Verrijdbare flitspaal, risico-gestuurd op verschillende ee r B u locaties te plaatsen Ema ee * Toegepast in o.a. Limburg/Groningen, vervolgens IE er B Brabant, vervolgens Rotterdam en Den Haag ee Oe à en *_ Afstemming met OM nodig. | d é s Ed - Kan De vendere Asper) hier achtéy mij in EE en —— Ene tf EL dieeris. 7 d TME Cr rn and Ed X L k E, B yv zu VE a Input voor strategie: Ô Bm NE * _ Slimme handhaving dd Mr OE ON * Wisdom of the Crowds voor locatiebepaling os Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam A ev) Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 A 2 Vision Zero Twee uitgangspunten * Mensen maken fouten. Infrastructuur moet zo zijn ingericht dat fouten niet leiden tot zware ongelukken. * Een multidisciplinaire aanpak: engineers, beleidsmakers, gezondheidsexperts werken samen. TRADITIONAL APPROACH VISION ZERO Traffic deaths are INEVITABLE Traffic deaths are PREVENTABLE PERFECT human behavior Integrate HUMAN FAILING in approach Prevent COLLISIONS Vs Prevent FATAL AND SEVERE CRASHES INDIVIDUAL responsibility SYSTEMS approach Saving lives is EXPENSIVE Saving lives is NOT EXPENSIVE Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Evaluatie Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2016 - 2021 46 Bijlage 4: indicatie omvang/reductie aantal slachtoffers In onderstaande tabel is een inschatting gegeven van het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden dat per maatregel op landelijk niveau voorkomen kan worden (SWOV, 2018). Veilige infrastructuur Veilig inrichten 30km/uur-zones <10 100-300 Veilig inrichten 6Okm/uur-zones <10 < 100 Veilige bermen langs autosnelwegen <10 < 100 Veilige fietsinfrastructuur 25-35 5.900 — 6.600 Technologische ontwikkeling AEB (in combinatie met FCW <10 — 90 < 100 — 3.500 Kwetsbare verkeersdeelnemers Slachtoffers met kwetsbare vervoerswijzen 330 — 405 26.700 — 29.800 Slachtoffers in kwetsbare leeftijdsgroepen 260 — 310 13.200 — 14.600 Veilig inrichten 30km/uur-zones <10 100 — 300 ledereen fietshelm op 80 — 100 3.800 — 4.500 ledere snorfietser helm op <10 500 Onervaren verkeersdeelnemers Uitbreiding begeleid rijden <10 200 Feedbacksysteem <10 200 — 300 Rijden onder invloed EE Slachtoffers door zware alcoholovertreders (auto 30 - 70 Snelheid in het verkeer Verdubbeling snelheidshandhaving 70-85 1.900 — 2.100 Progressieve boete (incl. overtredingen op kenteken 20 — 30 500 — 700 Afleiding Ee Slachtoffers door vermoeidheid onder automobilisten 40-70 1.100 — 1.800 Overtreders Slachtoffers door snelheidsovertredingen 95-10 2.700 — 2.900 Slachtoffers door alcoholovertredingen 45 — 105 Slachtoffers door roodlichtnegatie Minimaal 15 — 20 Progressieve boete (incl. overtredingen op kenteken 20-30 500 - 700 ® es e% ee“ e_e® ©” eee 0 ee etos ee a ® …®@ » @ a GW AS Bijlage 5: overzicht risicogedragingen verkeer Jlag : g ging Verkenning van Gemeente Amsterdam naar belangrijke verkeersveiligheidsrisico’s voor 5 risicothema’s: Alcohol en drugs gebruik, Afleiding, Fietsverlichting, Roodlichtnegatie en Snelheid. ALCOHOL/DRUGS GEBRUIK Gedrag hterventietools Voorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico riet bewust illegaliteit drugs in het verkeer Sociale norm stellen alcoholidrugs gebruik verkeeifG GD Amsterdam lesprogrammas > samenwerken TeamAlert Ki Ki ld sociale norm dat ‘met beetje teveel alcohol op' het wel kan Handelin gsperspectief bieden na uitgaan Rij Tripvrij campagne TeamAlert > Handhaving (combineren met voorlichting) … hi id |geen goed alternatief handelingsperspectief na uitgaan onder invloed van drugs |[{Ervaren) pakkans verhogen Drive like gran's in the car - Schotland > Eigen campagne (elementen drive like gran's in the car gebruiken) … > … vohwassenen Risicoperceptie verhogen Gedrag hterventietools Vaorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico sociale norm voor onder invloed zijn op de fiets is er niet (echt) |sociale norm creeren onder invloed zijn op de fiets GGD Amsterdam lesprogramma's r sarnerwerking TeamAlert kad kad * pakkans voor fietsers onder invloed zeer laag (Ervaren) pakkans verhogen Handhaving hid hild * AFLEIDING denken dat dit ‘makkelijk kan’ : lage risicoperceptie Rlslcoperceptle verhogen Lied ‘smoorverliefd’ Snelle 7 [samenwerking TeamAlert/ANWB/Fietsmodus/TommyBov/ VvN hid had - Weerstand tegen wetswijziging Bewustwording noodzaak wetswijziging/gevaar moblel gebruik op fietfTeamAlert voorlichting Go Mono 2 FIETSVERLICHTING [Tea mAlert voorlichting Show Yourself 2 Pictogrammen/teksten op straat (nudges) met doe je licht aan > 7 had Pictogrammenteksten op straat geverfd (doe je licht aan) an ROODLICHTNEGATIE Gedrag hterventietools Voorbeelden Hfectiviteit Mogelijkheden Gomplexiteit Effectiviteit Prioriteit /risico Weerstand tegen (te lange) rode licht [Weerstand rode licht wegnemen [TeamAlert & SOAB 'Stop voor rood’ campagne 2 SNELHEID (andere autamabilisten am hen heen rijden aak te hard: sociale narm [objecten plaatsen in perifere omgeving 2 ze mn
Onderzoeksrapport
97
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 453 Publicatiedatum 12 juni 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D. Shahsavari- Jansen van 10 april 2013 inzake het bericht dat ‘metropoortjesvandalisten' vrijuit gaan omdat toezichthouders daarvoor geen boetes meer mogen uitschrijven. EUT Aan de gemeenteraad inleiding van vragenstelster. Vandaag meldde De Telegraaf in het artikel “Vandalen Vrijuit’ dat toezichthouders van het Team Openbaar Vervoer vandalen, die de metropoortjes met grof geweld openrammen, niet meer mogen beboeten. Daartoe zou het Openbaar Ministerie (OM) hebben besloten, omdat bij het openduwen van de tourniquets geen sprake zou zijn van vernieling, maar van zwartrijden. Deze beslissing, zo meldt De Telegraaf, zet de toezichthouders echter buitenspel, omdat ze zwartrijden niet aan kunnen tonen zonder uitleesappparatuur voor chipkaarten. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 10 april 2013, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Klopt het dat gemeentelijke toezichthouders van het OV-team mensen die de tourniquets van de metro openforceren niet meer kunnen beboeten, en dat dit het gevolg is van een beslissing van het OM? Snapt het college welk probleem het OM daarmee hoopt op te lossen? Klopt het dat de toezichthouders daardoor geen bevoegdheid of mogelijkheid meer hebben, om op te treden tegen deze vandalen? Graag een toelichting. Antwoord: Het klopt gedeeltelijk dat het VOV team (Veiligheidsteam Openbaar Vervoer) niet meer kan verbaliseren bij de metropoortjes als gevolg van een beslissing van het college van procureurs-generaal. Het college van B&W benadrukt dat het VOV team nog steeds de mogelijkheid heeft om op te treden tegen vandalen. Onderstaande toelichting maakt dit duidelijk. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing ea Gemeenteblad Datum 12 juni 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 10 april 2013 Eind 2012 is er een knelpunt in de handhavingpraktijk van het VOV geconstateerd. Een probleem doet zich voor bij het verbaliseren van reizigers die door de toegangspoortjes in de metro meelopen met andere reizigers. Het GVB schrijft in deze gevallen een proces-verbaal op basis van artikel 70 Wet Personenvervoer 2000 (WP 2000)(zwartrijden). De handhavers van het VOV gebruiken niet artikel 70 WP 2000, maar artikel 72 WP 2000 (verstoring rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang). Dit artikel wordt gehanteerd door het VOV omdat de bestuurlijke opdracht van het VOV is om een bijdrage te leveren aan de openbare orde in het openbaar vervoer. Indien er wordt geschreven voor zwartrijden — artikel 70 - ontstaat er een vordering aan de vervoerder (het zogenaamde Verhoogd Tarief) en heeft de reiziger, om strafvervolging te voorkomen, het recht direct of binnen een vastgestelde termijn de vordering aan de vervoerder te voldoen. Het Verhoogd Tarief is door de Minister vastgesteld op € 35 (artikel 48 Besluit Personenvervoer). Indien de reiziger dit niet betaalt, wordt alsnog een boete van € 90 opgelegd. Wordt een reiziger geverbaliseerd door een handhaver van het VOV door toepassing van artikel 72, dan wordt direct een boete van £ 90 opgelegd. In zaken die door geverbaliseerden aanhangig zijn gemaakt bij de kantonrechter is gebleken dat de kantonrechter het meelopen door de poortjes per definitie ziet als zwartrijden. Geverbaliseerden op artikel 72 worden door de kantonrechter veroordeeld tot betaling van € 35 en tot betaling van de verschuldigde ritprijs (fictief bepaald op € 5). De kwestie is door het lokale Parket voorgelegd aan het landelijke Parket (team Verkeer). Het landelijk Parket is met de kantonrechter van mening dat er altijd sprake is van zwartrijden (artikel 70 WP 2000). Het maakt daarbij niet uit of er sprake is van meelopen, of de poortjes worden opengetrapt of opengeduwd. Alleen als er bij het meelopen sprake is van fysiek geweld bij of tegen de poortjes, kan vervolging plaatsvinden op basis van artikel 72 WP 2000. Is er schade dan dient altijd gebruik te worden gemaakt van artikel 424 Strafrecht (baldadigheid) of artikel 350 Strafrecht (vernieling). Het College van procureurs-generaal heeft aan de lokale Parketten een brief verstuurd met deze beleidslijn. De handhavers van het VOV zijn gebonden aan de beleidslijn van het Landelijk Parket en kunnen daarom het meelopen door de poortjes alleen nog op grond van artikel 72 WP 2000 verbaliseren indien er sprake is van fysiek geweld bij of tegen de poortjes. De aangepaste beleidslijn heeft tot gevolg dat het VOV niet meer actief kan optreden tegen elk gedrag bij de toegangspoortjes. Het VOV team schreef en schrijft geen processen-verbaal uit op grond van artikel 70 WP 2000. Dit heeft enerzijds te maken met de opdracht die het college aan het VOV heeft verstrekt: het handhaven van de openbare orde in en rond het openbaar vervoer door preventief en methodisch toezicht. Onder die opdracht valt niet het tegengaan van zwartrijden; dat behoort tot de bedrijfsvoering van de vervoerder. GVB heeft daarnaast ook aangegeven het schrijven op grond van artikel 70 WP 2000 te zien als een verantwoordelijkheid van de vervoerder. Die moet een zo groot mogelijke opbrengst uit de kaartverkoop genereren. Onderbouwing van de zienswijze van het GVB is te vinden in het besluit Personenvervoer. In artikel 48 van dat besluit wordt alleen gesproken over de vervoerder. Medewerkers van het VOV — bestaande uit Stadstoezicht en politie — maken geen onderdeel uit van een vervoerdersorganisatie. Er is ook een praktisch bezwaar tegen het schrijven van processen-verbaal op grond van artikel 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 12 un 2013 Schriftelijke vragen, woensdag 10 april 2013 70 WP 2000 door het VOV. Volgens de regels van het GVB geldt dat een reiziger die zwart rijdt, drie keer per jaar recht heeft op coulance als hij in het bezit is van een jaar- of maandabonnement. Er wordt dan wel een proces-verbaal uitgeschreven. De reiziger kan achteraf (bij het GVB) een verzoek tot coulance indienen. Indien de handhavers van het VOV het zwartrijden zouden gaan verbaliseren, leidt het aanbieden van de uitgestelde betaling tot veel administratieve problemen. De handhavers van het VOV beschikken vanzelfsprekend ook niet over apparatuur waarmee een OV chipkaart kan worden uitgelezen. Kaartcontrole behoort expliciet niet tot de werkzaamheden van het VOV. 2. Is het college het met de CDA-fractie eens, dat dit een bijzonder onwenselijke situatie is, omdat het de positie van de toezichthouders ondermijnt, en een vrijbrief biedt voor de vandalen? Antwoord: Het college is het met de CDA fractie eens dat hiermee een onwenselijke situatie is ontstaan. Opsporingsambtenaren moeten, met het oog op hun taken en werkzaamheden, kunnen beschikken over adequate bevoegdheden. Het college is echter van mening dat er geen sprake is van een vrijbrief voor vandalen, omdat het VOV team wel kan verbaliseren indien er sprake is van fysiek geweld bij of tegen de poortjes en in geval van schade artikel 350 Strafrecht kan gebruiken. 3. Is het college bereid om in gesprek te treden met het OM om deze beslissing terug te draaien, zodat toezichthouders weer boetes kunnen uitdelen? Antwoord: De situatie waarbij de bevoegdheden van de opsporingsambtenaren van het VOV zijn beperkt, is voor het college aanleiding geweest om de dienst Stadstoezicht te vragen om in overleg met betrokken partijen naar een definitieve oplossing te zoeken. Er zijn op dit moment besprekingen met alle betrokken partijen om te komen tot een oplossing in de uitvoeringspraktijk. Dit zal uiteindelijk moeten leiden tot een aantal scenario's, dat ter bespreking aan de driehoek wordt voorgelegd. 4. Welke eventuele andere mogelijkheden ziet het college om, indien het OM volhardt in de opvatting dat het openforceren van metropoortjes niet als vandalisme te kwalificeren is, toezichthouders op andere gronden een bevoegdheid te geven om op te treden tegen de metropoortjesvandalisten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Vervoerregio Amsterdam ZZ BELEIDSKADERS / \ Á __ DE AMBITIES H ri AAN», 7 \ . ELLEN eG ed Ce and _> De Vervoerregio Amsterdam streeft naar schonere en niee PC graden opwarming SE Z 22 stillere mobiliteit voor reizigers en inwoners. / TE n \ 5 t Klimaatakkoord Nederland x \ \ ese. . _ _ POEPEN ie 2050 k-------- peen Es TTT CO‚-neutraal mobiliteitssysteem — 2050: -2680 kton CO, RAG HON 2030 BR ren, -e-- CO,-neutraal ov-systeem --------- 2030: -880 kton CO, Á 7 eneen sense nnee nnee es ens / koe eo oee ee eee eso ee eee se Beleidskader Mobiliteit De) >, Mee eee eee ee eee eee 7 £ 4 eee eere eee eee Vervoerregio Amsterdam / / Le 2030: CO ‚neutraal ov-systeem / / Totaal benodigde COz-reductie in 2050: 2680 kton PTI VTT d 7 =3X de jaarlijkse uitstoot van heel Zaanstad, of 1 miljoen retourvluchten Amsterdam-Sydney 2 £ = DO „Ane Nef hd CETTE EEE) € EEE EEE TA \ …% / 1 Î Stann © \ Î sss Productie ee” / > DE AANPAK FOCUST OP ss schone energie we / / it |__ VIER ONDERDELEN: ” Well-to-Tank we Zkt 1 | / io í i ï Ral dd í | 1 Schonere energie …—______ BBned Ld! ! ! / Lt I 1 ! / / | Ü ! 0 Ì . 7 / Ì ! | EX ! Gebruik / / Ö ! A a p= | schone energie Z / / | | Arn u ne = gens „D | Tank-to-Wheel Dad / ! ! 1 . el En, « - / 1 ! | 2 Schonere voertuigen _______ oe Nn EEE / Ô | 1} I / / I I / I ' , / I 1 Nd / 1 1 ! Schone -@, Klimaat- / / ! \ 1 . . productie adaptatie „7 Î | | 3 Schonere infrastructuur en productie FA) / 1 i u / i 1 1 1 | / | Ì EN / I | CO,-prestatieladder Âk 4e Circulariteit / as ! | - 1 | ed 4 Duurzaam Inkopen en Opdrachtgeverschap oenen eee | i i Ln | September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 1 Vervoerregio Amsterdam e CO2-reductie, hoe doen we dat? ’ e OT SCHONERE ENERGIE Po A 2 SCHONERE VOERTUIGEN ’ dgn heteen 1 __________________3 SCHONERE INFRASTRUCTUUR EN PRODUCTIE Ü Ï . | | ey | ij 1 u 4 DUURZAAM INKOPEN EN OPDRACHTGEVERSCHAP ' Ü meeer eeeeeeeeeeeereeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeenn 1 => H ‚ Î # Ni ! 1 Ü 1 f ik Ü 1 1 fi mm 1 ip df zee MN ___ benee eee med, 4 7! —- i E ! gp IJ Li ï 1 eg Î k Û Neenee N ie Î 1 ÜÌ Lj { 1 1 ï en _ _ san 7 KA { Î dh Milieukosten Le circulariteit le CO‚-prestatie / | ! I I 1 indicator ladder NN HR ! 1 ! ij 1 ‘ 9 Ô DN t | | de «te | ' Ü pen pg 4, MN ) # Hi | i Zero Emissie fi pe \ e 4 Kh | 1 1 p 1 Bus 4 2 { ij ! 8 Ontwikkelingen d> Verduurzamen re, Verduurzamen ren Klimaat- Ö ! ! É ’ volgen materiaalgebruik projecten adaptatie „fh ! Ed | jy 1 —_—_— g £ | 1 1 Ô ! | | | mn S | | 1 1 1 ! „b 1 ! | û ke Sd s Ó i I pT / I ! > Elektrisch en Regionale & Transport es Verduurzamen > Milieu- / ! | | vervoer aanpak & logistiek wagenparken zones / „ | 1 Á 1 Ü \ earn { \ \ , 4 ' î Ad | ‚Q- LA Ge | | „W LLN | | û Kd D Eel Is SOS Ls ! En: ! | dh Schone energie Le Ontwikkelingen qh Energievraag dh Energieaanbod ! ! REN in contracten volgen onderzoeken scherp krijgen ! ! N Nrs en September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 2 Vervoerregio Amsterdam Schonere energie 1 SCHONERE ENERGIE HOE DOEN WE DAT? WELL-TO-WHEEL: HOEVEEL ENERGIE IS NODIG? PO N „se“ ! ! we” ee Ns 2030 | of Q get wet ! | ge SE A …% . ee NE se” 2 en me oN Ne et & Sese se or * ° | CO‚-neutraal ov-systeem Ce ik. ee | | 8 ie En | Nodig: AN „eeesseseee. 1 1 d> vree nen, | t 400 G 113 GS 2 of 60 itoedeeeeeeeeee eeee en | GWh / jaar duizend huishoudens km2 zon-PV windmolens í escceccessvcescvecesvesee 1 1 eee eee | ! eeens * = potentiële aandeel van ! ! schonere energie in de totaal 2050 i benodigde COz-reductie ! / ! { A „ ! CO,-neutraal mobiliteitssysteem in 2050 zeeen” \ | „2600 Gô 762 Â zel zool Ï { Î + e _= _ f Î SCHONE ENERGIE ALS VOORWAARDE i GWh / jaar duizend huishoudens km2 zon-PV o windmolens i OPNEMEN IN CONTRACTEN Bijv. eisen ov-concessies B ven” ONTWIKKELINGEN ONDERZOEKEN OF DE ENERGIE- SAMENWERKEN OM ENERGIE- = 0 > NAUWLETTEND VOLGEN VRAAG LAGER /SLIMMER KAN 2 AANBOD SCHERP TE KRIJGEN , g “ Bijv. rol van waterstof in energietransitie, nieuwe Bijv. slim laden, aansluiting delen, Bijv. provincie Noord-Holland, RES, ElaadNL batterijtechnologie smart grid September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 3 Vervoerregio Amsterdam e Schonere voertuigen Mtd Schiphol en 10 ZE-bussen tussen A'dam en Edam 2021: 111 ZE-bussen 2 SCHONERE VOERTUIGEN Amstelland-Meerlanden HOE DOEN WE DAT? en 31 in A'dam 2023: Start concessie Zaanstreek-Waterland Ne 240 bussen en verdere 8 ve N ger ee instroom Amsterdam se vo RM „\e PN 2023 ET et KE et tee (o N\ „NÒ o <L °e sk 1e et $o (Ss IN g AN ee > ve ne? Ö N NN f Naar 100% qh de À uitstootvrij | de de BOON Nn UT ta Ts | | | BO N …e…ecessececsesecsesecsesessececececesesess 4, « = potentiële aandeel van Eys] ee 7 schonere voertuigen in de totaal SE benodigde COz-reductie Dr ee en ee mn De as _ am Dn as gn ESES ZERO EMISSIE BUS a 7 a pe EN De MRA-Elektrisch Naar 100% 5 7 uitstootvrij / ETET T a (TND 1 hd J VERDUURZAMEN mn SS WAGENPARKEN STIMULEREN ELEKTRISCH VERVOER Eb 4 ie Sé ee er en Gemeenten en Cofinanciering B bedrijven laadinfrastructuur “ De NS or, PV Uitwerken f REGIONALE AANPAK Te 7 Ne ‚2 Regionaal Mobiliteits- EE NA \ 8 zhe TRANSPORT & LOGISTIEK D uitstootvri 2 \ programma @ MOBILITEIT en transport FÁ ‘ Ere AEH emm° ir 2 SSeeeteoeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeesecbeeeessr oe fi Green Deal ZES “San s 4 U: (stadslogistiek) \ AN / ‚ MILLIEUZONES 1 % Ni / N & N / ze 5 Dd - / “ee September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 4 Vervoerregio Amsterdam Sch Iinfrastruct ducti 3 SCHONERE INFRASTRUCTUUR EN PRODUCTIE HOE DOEN WE DAT? Aandeel CO,-uitstoot infrastructuur in 2018 NE JN jo e Q e „ot Ee ed oe ENE er ee AS eN LS NR Sit < 2 ‘ IN 2de ‚S 5 e „ BH * = potentiële aandeel van schonere VERDUURZAMEN infrastructuur en productie in de MATERIAALGEBRUIK totaal benodigde COz-reductie n . Bijv. modulair ontwerp VERDUURZAMEN PROJECTEN _— DD ennen Bijv. elektrische machine ad nn op de bouwplaats < NEE Eren ED . en s ANB en. e® SJ N / IJ / 1 N J N Ü ennen # Pe \ ih mann sr sr ü \ heal, En pr pe De Ü EN N nnn 4 =S se \ S 0 ls en . Ees y KLIMAATADAPTATIE ONTWIKKELINGEN Bijv. hittebestendige tramrails, NAUWLETTEND VOLGEN waterreservoir in infra verwerken, Bijv. wat doen andere partijen al? extra groen toevoegen Provincies, Rijkswaterstaat September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 5 Vervoerregio Amsterdam D inl drachts h 4 DUURZAAM INKOPEN EN OPDRACHTGEVERSCHAP HOE DOEN WE DAT? POWER OF < PROCUREMENT xo & BNN . „ad ze < se jaarlijks wordt 400 miljoen euro eN et at o S verdeeld over: NN Nt Gr | EE, eee eee ee eee eee Lj Ü 1 …escesecesesceecsesesecccsceser ij U ij OO ‚ ‚ ‚ ij ' ij *= potentiële aandeel van duurzaam Ô Û ij inkopen en opdrachtgeverschap in de MILIEUKOSTENINDICATOR fj û 1 totaal benodigde COz-reductie see : ij | Bijv. in aanbesteding Ö IJ ij f ij K md if 4 4 pee if ij ij Ö Ü Ö en willen doorgroeien EES ees LAA) # ‚ d : : pp Dn, Ô Ô naar hier (niveau 5) ess A ers. A pn yy À % y en Ee P p We bevinden Pd LL en ons hier (niveau 3) b D pe ff ene N / U H Subsidies voor Subsidies Organisatiekosten en activiteiten É \N mobiliteits- en voor op het gebied van onderzoek, N Ni infraprojecten ov-consessies studie en samenwerking SV en Jl SF a De A ei Es _N . CO‚-PRESTATIELADDER CIRCULARITEIT Bijv. verlagen CO, footprint van eigen Bijv. MRA intentieverklaring organisatie en ketenpartners 2022: 10%, 2025: 50%, 2050: 100% September 2021 | Factsheet Schoon & Duurzaam | Vervoerregio Amsterdam 6
Factsheet
6
test
VN2022-023477 G De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare emeente ' ' Clusterstaf Ruimte x Ruimte en Groen, Water M OW en Economie N Amsterdam Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32) Agendapunt 11 Datum besluit 12-07-2022 in college Onderwerp Ter kennisname: brieven over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving en de MIRT brief voorjaar 2022 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de Kamerbrief over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving en de MIRT-brief voorjaar 2022 zoals deze op 23 juni jl. naar de Kamer zijn gestuurd. Wettelijke grondslag Artikel 169, eerste lid, van de Gemeentewet. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Bestuurlijke achtergrond Op 20 juni jl. vond het BO Leefomgeving plaats waarin afspraken gemaakt zijn over de fasering van de verstedelijkingsstrategie en mogelijk de investeringsstrategie en de omgevingsvisie voor geheel landsdeel Noordwest Nederland. Voor de metropoolregio zaten wethouders van Dantzig en Ruigrok (als vertegenwoordiger VRA) aan tafel samen met de gedeputeerden Loggen en Olthoff (vanuit respectievelijk de MRA platforms ruimte en economie). De voorbereiding is in samenwerking met de MRA partners gedaan. In november 2022 tijdens een volgend BO MIRT zullen de gesprekken met het Rijk worden voortgezet en verdere afspraken worden gemaakt Reden bespreking Ter kennisname n.a.v. dagmail Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Ook ter kennisname in commissie RO Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-023477 % Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Clusterstaf Ruimte € Amsterdam ‚ . Ruimte en Groen, Water en Economie % Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022 Ter kennisneming N.v.t. Welke stukken treft v aan? Bijlage 1. Kamerbrief over de uitkomsten van de Bestuurlijke Overleggen AD2022-071599 ‚ Leefomgeving.pdf (pdf) AD2022-071600 Bijlage 2. MIRT brief voorjaar 2022. pdf (pdf) AD2022-071602 Commissie MOW Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) V&OR, Sanneke Bolderheij, sanneke. bolderheij@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
val
Concept versie, mei 2020 Missie: Kwetsbare Amsterdammers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig en veilig te leven en te participeren in de samenleving. Visual voorpagina: Design Firm voor de gemeente Amsterdam. De afbeelding op de voorzijde laat zien dat de Wmo producten niet op zich staan, maar in lijn zijn met overig aanbod in de zorg, ondersteuning, welzijn en medische zorg. Ze zijn voor de Amsterdammer op een heldere manier toegankelijk en beschikbaar. Inhoudsopgave Inleiding 4 Samenvatting 5 1. Wmo-voorzieningen 6 Ambulante ondersteuning 7 Dagbesteding 8 Huiselijk geweld, Veilig thuis en kindermishandeling g Hulp bij het huishouden 11 Informele zorg: mantelzorg, vrijwillige inzet en eenzaamheid 12 Logeeropvang 14 Maatschappelijk werk en cliëntondersteuning 15 Maatschappelijke opvang en beschermd wonen 16 Vervoersvoorzieningen 18 Woonvoorzieningen 19 Aanvullend openbaar vervoer 20 Aanpak personen met verward gedrag 21 2. Toegang 22 Indicatieadviesbureau Amsterdam 23 Wmo Accent 24 Wijkzorg 25 3. Cliëntervaringen 26 4. Gebiedscijfers 28 Gebiedscijfers in kaart 29 Gebiedscijfers 30 Bijlage 1: Totaaloverzicht gebruik Wmo-voorzieningen 31 Bijlage 2: Totaaloverzicht klachten, bezwaar en beroep 32 Vanaf 1 januari 2015 voorziet de gemeente Voor de onderwerpen die zowel door de Amsterdam met de inwerkingtreding van de afdelingen Zorg als Jeugd worden Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 uitgevoerd, is de volgende keuze gemaakt. in ambulante ondersteuning, dagbesteding, Veilig thuis is opgenomen in de logeeropvang, beschermd wonen en doven- bestuursrapportage van Zorg, en tolkzorg. Deze voorzieningen vormen SamenDOEN in de rapportage van Jeugd. samen met het aanbod dat al voor Het doel van de Wmo is kwetsbare 1 janvari 2015 bestond, waaronder oe Amsterdammers helpen om zo lang woonvoorzieningen, vervoers- ot N mogelijk zelfstandig en veilig te leven en te voorzieningen, rolstoelen, hulp bij het sn : ; : participeren in de samenleving. De centrale huishouden en opvang, het Amsterdams ; . stad, stadsdelen, maatschappelijke partners Zorgstelsel. Hiertoe behoren ook de sociale en de Amsterdammers dragen allen bij aan basis, mantelzorgondersteuning en en het bereiken van dit doel. Deze rapportage cliëntondersteuning. In de bestuurs- ; ; s bevat de evaluatie van de afdeling Zorg. rapportages maatschappelijke ondersteuning Amsterdam rapporteert het college eenmaal per jaar over de ontwikkelingen binnen het Amsterdams zorgstelsel voor volwassenen. Voor uligt de rapportage over heel 2019. In deze rapportage staan de uitvoerings- cijfers opgenomen over heel 2019 inclusief een toelichting. Waar mogelijk is een vergelijking opgenomen met de jaren 2018 en 2017 om een beeld te kunnen geven van mogelijke trends. Leeswijzer Deze rapportage bevat informatie over het Amsterdamse Wmo-beleid in 2019 aan de hand van de volgende vierdeling: 1. Wmo-voorzieningen 2. Toegang 3. Cliëntervaringen 4. Gebiedscijfers Er zijn 2 bijlagen, een totaaloverzicht van het gebruik Wmo-voorzieningen en een overzicht van het aantal klachten, bezwaren en beroepen. Uitvoering Wmo 2015 De gemeente Amsterdam voorziet binnen het kader van de Wmo 2015 onder meer in ambulante ondersteuning, dagbesteding, logeeropvang, opvang, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en hulp bij het huishouden. De gemeente is verantwoordelijk voor het brede terrein van de zelfredzaamheid en participatie. Zij zoekt daarbij zorgvuldig naar de balans tussen de verantwoordelijkheid van inwoners zelf en de verantwoordelijkheid van de gemeente om hen daarbij te ondersteunen. Het doel van de gemeente Amsterdam met de uitvoering van de Wmo is het bieden van hulp en ondersteuning aan Amsterdammers die dat nodig hebben. Uitgangspunt hierbij is dat het beter is om problemen te voorkomen of vroegtijdig te signaleren dan af te wachten totdat problemen zo groot zijn dat alleen specialistische vormen van hulp en ondersteuning nog compensatie bieden. Dit heeft ook vanuit de individuele Amsterdammer gezien de voorkeur. Verder is het van belang om het Amsterdamse stelsel van ondersteuning betaalbaarte houden. Samenvatting In 2019 nam de vraag naar diverse Wmo-voorzieningen toe. Het aantal gebruikers van Aanvullend Openbaar Vervoer steeg met 7,6% en het aantal woningaanpassingen met ruim 14%. Er was een toenemende vraag naar cliëntondersteuning en maatschappelijke dienstverlening. Het gebruik van ambulante ondersteuning, hulp bij het huishouden en logeeropvang groeide in 2019 eveneens. Meer cliënten meldden zich voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen en tegelijkertijd was het aantal beschikbare woningen voor de doelgroep lager. Het aantal meldingen bij Veilig Thuis steeg met 18%. Het indicatieadviesbureau kende een toenemend aantal aanvragen van 4,5%. Het aantal Amsterdammers dat een hulpmiddel voor vervoer heeft is licht gestegen. De verhuiskostenvergoeding is nagenoeg gelijk gebleven en er was een afnemende vraag naar dagbesteding. De groeiende vraag leidde tot langere wachttijden en/of wachtlijsten bij Veilig Thuis, maatschappelijk werk, ambulante ondersteuning, cliëntondersteuning en de opvang. Bij hulp bij het huishouden hebben niet alle aanbieders binnen de normtijd cliënten kunnen opnemen. Ook bij het indicatieadviesbureau werd de norm van 80% niet behaald. Ondanks de toenemende druk op de Wmo-voorzieningen laten cliëntervaringsonderzoeken, uitgevoerd bij hulp bij het huishouden en Aanvullend Openbaar Vervoer, een positief beeld zien. Het aantal ingediende klachten is fors gedaald, met name bij hulpmiddelen wonen en vervoer, Aanvullend Openbaar Vervoer en hulp bij het huishouden. De afname geldt niet voor de maatschappelijke opvang, waar het aantal procedures in bezwaar en beroep aanzienlijk steeg. Vooruitblik Om de dienstverlening in de wijk herkenbaarder en dichterbij de Amsterdammer te organiseren wordt het sociale stelsel in de Amsterdamse buurten en wijken vereenvoudigd. Vanaf 2021 komen er ‘Buurtteams Amsterdam’ die zorg en ondersteuning in de buurt in samenhang organiseren en financieren; eenvoudig en herkenbaar. Deze teams zijn de ‘voor de hand liggende plek’ waar iedereen met een vraag over wonen, welzijn, inkomen, schulden en veiligheid terecht kan. De buurtteams werken nauw samen met de Ouder- en Kindteams (OKT). De dienstverlening en ondersteuning die Buurtteams Amsterdam biedt is een algemene voorziening; laagdrempelig en voor iedereen toegankelijk. Indien meer nodig is dan de buurtteams zelf kunnen bieden, dan hebben zij een belangrijke rol in het toegangsproces voor maatwerkvoorziening. Naast de voorbereidingen op de buurtteams worden er in 2020 veel Wmo maatwerkvoorzieningen opnieuw ingekocht. Bij deze aanbestedingen wordt nadrukkelijk gestreefd naar ondersteuningsvormen dicht bij de cliënt. Ondersteuning die zoveel mogelijk aansluit bij het dagelijks leven en die de eigen kracht en zelfregie versterkt. Dat wil zeggen van aanvullende gespecialiseerde ondersteuning, naar buurtteams, naar sociale basis. Bij de selectie wordt gekeken naar hoe de aanbieder de werkwijze inricht voor een zorgvuldige door- en uitstroom van cliënten naar lichtere vormen van zorg dicht bij de beleving én de woon- en leefomgeving van de Amsterdammer en zijn sociale netwerk. Tevens wordt gezocht naar een beheersbaar systeem voor zowel de groeiende vraag als het oplopend tekort. 1. Wmo-voorzieningen [6 ank Ambulante Ambulante ondersteuning (AO) wordt individueel of in d . groepsverband geboden en is on ersteun I ng ® 8 gericht op het verhogen van de kwaliteit van leven en op Gils) persoonlijke ontplooiing van de Eh A individuele Amsterdammer, waarbij zelf- en samenredzaamheiden de maatschappelijke participatie wordt bevorderd, gestabiliseerd, of ondersteuning wordt geboden bij : : : achteruitgang. Groei gebruik ambulante ondersteuning zet door Veel voorkomend is circa 2-3 uur AO Het aantal Amsterdammers dat gebruik maakt van ambulante ondersteuning is, per week (aan huis) van enkele net als in 2018, gegroeid. In 2019 groeide het aantal ZIN-cliënten met 5,5% naar maanden tot langdurig. 9.026 en het aantal Pgb's met 6,7% naar 1.544. Mogelijke verklaringen voor de E stijgende instroom zijn een betere bekendheid van het product binnen de Wmo, Ms Eel Kela OA La) en verwijzing vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet ee heER SAAI SCE (Zvw) waardoor meer cliënten onder de Wmo vallen. De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de toegang tot ambulante * De berekening van de wachttijden is niet ondersteuning en dagbesteding. Dit heeft aanbevelingen opgeleverd over ON b de wij REI : : sent van Be binnen de wikzorg- Erwordt onder andere de registratie en de kwaliteit, zoals het noteren van de is dan dr Ec NTRA Nd ondersteuningsvraag van de cliënt in diens eigen woorden. De aanbevelingen hohe worden meegenomen in de inkoop AO voor de periode 2021-2027. Opvallend Tussen Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en Zorg heeft afstemming Pp plaatsgevonden over de relatie tussen AO en de toeleiding naar werk. Aantal Amsterdammers dat Aanspraak op de participatiewet vanwege de aanvraag op Wmo-middelen komt ambulante ondersteuning gebruikt voort vit het goede samenwerkingsperspectief tussen Zorg en Werk. Daarmee blijft groeien. worden cliënten binnen het sociaal domein in een zo vroeg mogelijk stadium in j en het best passende begeleidingstraject geplaatst. In de inkoop 2021-2027 TAS eest ede! worden verbetervoorstellen meegenomen. Pgb-aanvragen van meer dan 8 vur AES In 2028 is, in samenwerking met adviesbureau KPMG, aanbieders en het Indicatieadviesbureau Amsterdam, een nieuwe werkwijze ontwikkeld voor een betere omvangbepaling en onderbouwing van het Pgb van AO. De kern van de werkwijze is het methodisch in kaart brengen van de zorgbehoefte per leefgebied en dit vervolgens te koppelen aan tijdseenheden. In 2019 is deze werkwijze geïmplementeerd in het ondersteuningsplan van de cliënt. Als gevolg van een taakstelling in de Voorjaarsnota 2019 worden pgb aanvragen met een omvang van meer dan 8 vur per week gemotiveerd onderbouwd. In overleg met het Centrum Indicatiestelling Zorg wordt bekeken of de cliënt beter passende begeleiding kan krijgen vanuit de Wlz. De conclusie van het overleg wordt door de indicatiesteller opgenomen in het advies. Aantal cliënten ambulante ondersteuning per leveringsvorm Wachttijd tussen aanmelding en start levering® 12.000 100% 10.000 aoe 50% buiten norm PGB VE EE (211 weken) 5.000 B ZIN binnen norm 40% m [<11 weken) 20% 0 0% 2018 2018 2018 2013 santen Dagbestedin Dagbesteding (DB) is voor Q g Amsterdammers die vanwege een beperking of specifieke omstandigheid onvoldoende zelfredzaam zijn op het gebied van zinvolle daginvulling, sociale _) ® contacten en maatschappelijke deelname. DB kent 4 resultaten: 1. Inloop: laagdrempelige inloop A voor een zinvolle daginvulling 2. Meedoen: ondersteuning bij de . . . . A li Dagbesteding in ontwikkeling elke Het aantal deelnemers dagbesteding (DB) in natura is in 2029 licht afgenomen SAGER ALL Sak Cl met 4,5%. Het deel inloopdagbesteding is wel toegenomen. Dit is de meest A Lie Ale Nelke laagdrempelige vorm van dagbesteding, zonder indicatie, zonder registratie en AA LLN Kell met een vaste lumpsumfinanciering. Het aantal deelnemers DB met een Pgb is ondersteuning bij ontwikkelen gestegen met 16,2%, van 185 naar 215. arbeidsmatige vaardigheden. En ISA EN eet Vervoer naar dagbesteding is onderdeel van de voorziening dagbesteding. ETT Aanbieders vroegen aandacht voor de kosten ervan omdat de vergoeding en vanuit de gemeente de kosten niet volledig dekt. Dit is al langer een knelpunt. In * De berekening van de wachttijden is niet : : : . TEN 2020 wordt binnen het programma sociaal vervoer de inzet van informeel KAR ed alan san las vervoer en sociale firma's verder verkend. onderzocht hoe deze registratie in de toekomst hidde De samenwerking tussen WPI en Zorg is in 2019 geïntensiveerd. Er zijn op stads- Opvallend deelniveau netwerkbijeenkomsten en kennissessies gehouden voor sociaal ondernemers, Wmo-professionals en klantmanagers WPI, met als doel de Aantal deelnemers dagbesteding aansluiting en samenwerking te bevorderen tussen domeinen Zorg en Werk. Dit TLR MEL RStEn)Leforen zorgt ervoor dat professionals breder kijken naar passende werkplekken. Vervoer naar dagbesteding blijft De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de toegang tot AO en DB en een financieel knelpunt. aanbevelingen gedaan over o.a. functiescheiding en meer registratie. De aanbevelingen zijn meegenomen in de inkoop DB. De GGD heeft (preventieve) onderzoeken gedaan bij diverse DB-locaties. De resultaten waren grotendeels positief. Kern is dat dagbesteding op een professionele manier wordt vormgegeven en uitgevoerd, maar dat het onderscheid tussen DB op stedelijk niveau en DB in de sociale basis nog niet duidelijke genoeg is. Er is een inventarisatie gemaakt van het gebruik en de spreiding van vastgoed- locaties voor DB in het kader van de Wmo, welzijn en de Wlz. Dit resulteerde in een basis om afwegingen te kunnen maken in de vestiging of bouw van sociale locaties gericht op het ontmoeten en het bieden van activiteit. De uitkomsten zijn gerapporteerd aan het gemeentelijke programma Groei van de stad Tot slot is er in 2019 besloten dat het Amsterdamse Huis voor Veteranen een dagbestedingslocatie wordt. Deze dagbesteding is bestemd voor alle geüniformeerde dienstverleners. Aantal cliënten dagbesteding per leveringsvorm Wachttijd tussen aanmelding en start levering * 8.000 100% 80% 5.000 50% buiten norm 4.000 PGB ERN ER (211 weken) B ZIN binnen narrm 40% m lsll weken) 2.000 20% 0 026 2018 2018 2018 2010 Algemeen u | nn k Id Elke gemeente dient op grond van H U ISE IJ gewe de Wet maatschappelijke = ondersteuning 2015 een advies- en en ki nder- meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, beter bekend n n onder de naam Veilig Thuis, te mishandeling =J= hebben. Veilig Thuis heeft de taak advies te geven bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling en ASL la EELS AR kel Il Druk op Veilig Thuis en de keten toegenomen en door te geleiden naar On hulpverlening. Op 1 januari 2019 veranderde de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarbij is het een professionele norm geworden om melding te doen bij Veilig Thuis In Amsterdam is de uitvoering van (VT) als er vermoedens zijn van acute en structurele onveiligheid. Door de Veilig Thuis belegd bij de GGD beroepsgroepen voor wie het toepassen van de meldcode verplicht is, zijn daarvoor Amsterdam, die dit doet voor de zes in 2018 zelf afwegingskaders ontwikkeld om te helpen bepalen wanneer dat het gemeenten van de regio geval is. Dit zijn de mensen die werken in de gezondheidszorg, het onderwijs, de Amsterdam-Amstelland kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie. Door de voorbereidingen op de verbeterde Meldcode was al in de tweede helft van 2018 een groei te zien van het aantal meldingen bij Veilig Thuis. Deze groei heeft zich in 2019 doorgezet. Het aantal meldingen is in 2019 met 18% gestegen ten opzichte van 2018. De meldingen zijn nog steeds vooral afkomstig van de politie, maar in toenemende mate ook van andere professionals en (in lichte mate) burgers. Het aantal adviezen is door een andere wijze van registreren door Veilig Thuis niet Opvallend vergelijkbaar met andere jaren. Tegelijk met de verbeterde Meldcode is de Pre NAE eeN werkwijze van Veilig Thuis uitgebreid, met de komst van een nieuw landelijk NE En Handelingsprotocol. Hierin is de veiligheidsbeoordeling (voorheen triage) uitgebreid. De direct betrokkenen worden nu altijd gesproken. Na deze beoordeling Politie belangrijkste melder, maar wordt het gezin ofwel (weer) overgedragen, of wel er volgt de dienst Voorwaarden meldingen door professionals en en Vervolg of Onderzoek. De combinatie van meer meldingen en een meer burgers nemen langzaam toe. uitgebreide werkwijze heeft binnen VT geleid tot oplopende doorlooptijden. Daarom is besloten dat VT opnieuw kan doorgroeien, van 115 naar 130 fte in 2020. De druk op de beschermingspartners Veilig Thuis, De toenemende druk op Veilig Thuis vereist extra middelen. Eind 2019 hebben de gecertificeerde instellingen, wethouders van de Gá4 besloten om een lobby te starten richting het Rijk waarin VERL en Inn Te EET Rotel wordt verzocht om reparatie van de nijpende financiële situatie van Veilig Thuis, Kinderbescherming en BlijfGroep maar ook om aandacht te vragen voor (de druk op) de gehele beschermingsketen. ee, Deze keten bestaat vit de partijen die na tussenkomst van Veilig Thuis de regie op veiligheid overnemen, zoals Jeugdbescherming, de Raad voor de Kinderbescherming en de OKTs. In 2019 werd bijna 40% van alle gezinnen door- of terugverwezen naar een gecertificeerde instelling of een lokaal team (OKT of SamenDOEN). Ook bij deze organisaties nam daardoor in 2019 de instroom toe, terwijl Jeugdbescherming en Raad voor de Kinderbescherming kampten met wachtlijsten en personeelstekorten. De OKTs zagen hierdoor een toename van gezinnen met relatief zware (veiligheids-)problemen. Veilig Thuis - meldingen 15.000 Tijdigheid veiligheidsbeoordeling en onderzoek in 2018 en 2019 100% 10.000 nnen 50% OO 5.000 0 û%5 2018 2014 Q1'18 q2'18 a3'18 q4 18 al La q2'1a a3'18 CA '1a m Meldingen ® Onderzoek binnen 10 weken veiligheidsbeoordeling binnen 5 werkdagen Algemeen H u | nn k Id De wet maatschappelijke U ISe IJ gewe ondersteuning en de Jeugdwet = stellen de gemeente n ki n d - verantwoordelijk voor de e e (preventieve) aanpak van huiselijk n n geweld en kindermishandeling en Ì Ì | | S h d n d e | I n q 5 2 T het organiseren van specialistische jeugd)hulp en opvang. De gemeente houdt toezicht op het invoeren en naleven van de verplichte Meldcode huiselijk Naar aanleiding van de veelheid in doorverwijzingen werd de overdracht vanuit VT geweld en kindermishandeling door van één centraal punt verspreid over de stadsdelen, waardoor kon worden ingezet beroepskrachten binnen de Wmo, op een betere voorbereiding en meer intensief overleg bij overdracht. nak ik an tei De druk op de vrouwenopvang (Blijf Groep) nam in 2019 op een andere manier toe: ar nad akan le de verblijfsduur bij begeleid wonen liep op van 26 naar 35 weken, door de ke GLE Ae ids ee toenemende moeite om voor cliënten vervolghuisvesting te helpen realiseren. Als db Beo A gevolg daarvan liepen de doorstroomtijden ook op in de noodopvang (van 3 naar 7 Uelsen dagen) en de crisisopvang (van 6 naar 7 weken). a El el huiselijk ASIO Bij de voorbereiding op de Buurtteams Amsterdam is al in 2019 ingezet op de kindermishandeling wordt competentie van deze teams inzake huiselijk geweld en de vorm waarin zij en de uitgevoerd voor de regio OKTs in de buurt zullen gaan samenwerken met beschermingspartners. De ogen Amsterdam-Amstelland. zijn in dit verband gericht op de pilot Blijvend Veilig, waarin de beschermingspartners experimenteren met een integrale samenwerking in een team. In 2020 wordt de nieuwe werkwijze vastgesteld en vitgebreid naar Opvallend waarschijnlijk 3 à 4 gebieden, passend bij de ontwikkeling van de Buurtteams. Aantal meldingen bij Centrum Met 230 acute slachtoffers die zich in 2019 binnen 7 dagen bij het Centrum Seksueel Seksueel Geweld met ongeveer 21% Geweld (CSG) meldden en in een casemanagementtraject instroomden, was er een Te toename van 21% ten opzichte van 2018. De stijging was nog groter bij meldingen en j met incidenten langer dan 7 dagen geleden: 36%. Slachtoffers weten het CSG dus ISES eld TARS LSL steeds beter te vinden. In 2019 werden 256 tijdelijk huisverboden (THV) opgelegd de pilot Blijvend Veilig. aan plegers van huiselijk geweld, na in totaal 288 risicotaxaties. Hiervan werden 168 huisverboden verlengd van 10 naar 28 dagen. In 26 gevallen werd het THV tijdens de looptijd weer ingetrokken. Met de Blijf Groep werd eind 2018 afgesproken om de indeling in korte, middellange en lange ambulante trajecten te laten vervallen, waardoor het aanbod meer flexibel kan worden ingezet en de administratielast verminderd. Het aantal ingekochte trajecten hulp na huiselijk geweld daalde hierdoor van 980 in 2018 naar 533 in 2019. In totaal werden 535 trajecten ingezet. Het preventiewerk huiselijk geweld is in 2019 in de stadsdelen onverminderd voortgezet. In 2019 is het team preventiewerkers vanuit de centrale stad geleidelijk weer in de stadsdelen ondergebracht. Dit proces wordt in 2020 afgerond. Aantal tijdelijk huisverboden Centrum Seksueel Geweld 400 300 300 200 200 100 100 0 0 2018 2018 2018 2019 B geen minderjarige kinderen betrokken minderjarige kinderen betrokken Mm Casemanagement isin Hulp bij het Hulp bij het huishouden (Hbh} is het P J geheel of gedeeltelijk overnemen h " h d van huishoudelijke activiteiten bij UIS OU en Amsterdammers die deze niet of 6 niet meer zelf kunnen (regelen). De gemeente Amsterdam onderscheidt vijf te bereiken resultaten: 1. Eenschoonen leefbaar huis 2. Beschikken over schone was Vraag overtreft aanbod ied ee Ae Ade ed Na een lichte daling in 2018 is het aantal cliënten Hbh in 2019 weer PRET etn Kel eije fn toegenomen. Het aantal Pgb cliënten bleef vrijwel gelijk, maar het aantal ZIN Î j cliënten nam toe met 3,7%. Ondanks dat het ZIN aanbod is gestegen, overtrof La Re: AR eee sG de vraag het aanbod. Het aanbod ZIN is gestegen, maar de vraag nog meer. In 2019 waren er voor de uitvoering Niet alle aanbieders bleken binnen de normtijd van 21 dagen nieuwe klanten te van Hbh 18 gecontracteerde kunnen opnemen. Met name in het najaar was de druk hoog, het meest in de aanbieders. Voor de uitvoering van stadsdelen Zuid en Centrum. De gemeente heeft aanbieders gefaciliteerd in het Hbh OGGZ en bijzondere onderling doorverwijzen. schoonmaakzijner2 Er zijn een aantal oorzaken voor de toegenomen druk, zoals vergrijzing, en eee kes skelet personeelstekorten. Daardoor is het steeds moeilijker voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. Daarnaast is er instroom van nieuwe klanten, die vooral wordt veroorzaakt door de invoering van het abonnementstarief (eigen bijdrage Opvallend in de kosten van de ondersteuning), waardoor het ook voor Amsterdammers j " met een hoger inkomen aantrekkelijk is geworden Hbh via de Wmo te regelen. Door invoering van het abonnementstarief groeit de vraag Omdat in 2019 de cao's fors verhoogd zijn, heeft de gemeente meer dan de naar hulp bij het huishouden. reguliere indexatie toegekend. Ì Om iets te doen aan de personeelstekorten is in 2019 in samenwerking met de oled ele eek kee aanbieders een campagne voorbereid, gericht op imago, werving en behoud klanttevredenheid gelijk gebleven. van Hbh-personeel. De campagne zal voorjaar 2020 worden gelanceerd. In 2029 is het, in afwachting van wettelijke verankering van resultaatgericht werken, mogelijk gemaakt dat Amsterdammers op verzoek een beschikking voor Hbh in vren kunnen krijgen. Hiervan hebben 28 cliënten gebruik gemaakt. De inzet en communicatie rond vakantieperiodes is in 2019 opnieuw goed verlopen volgens de werkwijze die in 2018 ontwikkeld is. Uit het jaarlijkse cliëntwaarderingsonderzoek blijkt de waardering gelijk te zijn gebleven: de gemaakte afspraken tussen cliënt en aanbieder krijgen net als vorig jaar een cijfer 7.5 van cliënten, de hulp een 8.0 en het kantoor van de aanbieder een 7.0. Gebruik hulp bij het huishouden 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2018 2019 B Heh regulier ZIN Hbh regulier Pcb MO Hbh bijz. doelgroep ZIN bah Informele zor Informele zorg is zorg verleend door q O O niet-professionals. Het betreft onder andere zelfhulpgroepen, mantelzorg zelfzorg, mantelzorg (hulp vit DE HETE n naaste omgeving van vrienden en/of VrIjWI | | IQ e Inzet familieleden) en vrijwilligers. In 2019 is aan 27 organisaties subsidie verleend voor mantelzorg en vrijwillige inzet. RE mantelzorgers Amsterdammers zetten zich in voor elkaar die zorgen voor iemand met Vanuit de subsidieregeling ondersteuning mantelzorg en vrijwillige inzet is in Sel AR ele tl 2019 aan 27 organisaties subsidie verstrekt om te zorgen dat vrijwilligers creêren van randvoorwaarden zodat voldoende worden gefaciliteerd en mantelzorgers voldoende worden Ree lll disks ondersteund in Amsterdam. Daarnaast zijn er verschillende waarderings- en NAE A Loe SG bewustwordingsactiviteiten georganiseerd. Zo zijn er op de Dag van de SLC ELLES Vrijwilliger, activiteiten georganiseerd om vrijwilligers in het zonnetje te zetten. De Vrijwilligers Centrale Amsterdam organiseerde een groot feest in de Beurs van Berlage, met muziek en cabaret, voor ruim 1.000 aanwezigen. Tijdens de Dag van de Mantelzorg zijn in alle stadsdelen activiteiten uitgevoerd Opvallend om mantelzorgers te waarderen. Ook zijn er aan 12.000 mantelzorgers cadeaubonnen verstrekt als blijk van waardering. In 2018 waren dit er 10.700. Met de ‘Dag van de Mantelzorg’ en Als gevolg van een besparingsbesluit bij de Voorjaarsnota 2019 wordt het PEI NG LAKS GR AOL ela mantelzorgcompliment gestopt per 2021. In samenwerking met LIANA ERAAN ISL: belangenorganisaties wordt verkend hoe mantelzorgers ook vanaf 2021 op een AAL Eea lake RENT elle fe Tale passende manier kunnen worden gewaardeerd. Het aantal mantelzorgers en AR NELKI het aantal overbelaste mantelzorgers wordt eens in de vier jaar gemeten. Eris geïnvesteerd in trainingen en Verschillende gesubsidieerde Amsterdamse organisaties hebben in 2019 hulp ingezet op deskundigheids- en ondersteuning geboden aan mantelzorgers die iemand verzorgen met bevordering van vrijwilligers. complexe problematiek, zoals mensen met dementie, afasie of hersenletsel. Via een publiekscampagne is extra Naast directe ondersteuning van mantelzorgers waren er activiteiten gericht op emndecebeetsed zen keteenbed deskundigheidbevordering van professionals die mantelzorgers ondersteunen. VEN sene en EN In 2019 is extra aandacht besteed aan het bereiken van en ondersteunings- het bereiken van jonge aanbod aan jonge mantelzorgers, mantelzorgers van mensen met dementie en BET de ondersteuning van ouders met mantelzorgtaken. Zo is er een stadsbrede campagne geweest om bewustwording bij jonge mantelzorgers te vergroten en KT Dal Oe AGL Lake Ae) het ondersteuningsaanbod onder de aandacht te brengen. medisch-sociaal domein versterkt. . In 2019 is er ingezet op deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, door intervisie of het leren omgaan met cliënten met ziektebeelden zoals dementie. Er zijn diverse trainingen, bijeenkomsten en masterclasses voor vrijwilligers in informele organisaties georganiseerd. Ook is geïnvesteerd in de werving van vrijwilligers maar ook in het binden en boeien van vrijwilligers, buddy's, maatjes. In 2019 is de verbinding tussen het medisch en sociaal domein verder versterkt. Sinds 2019 mogen naast de huisartsen ook wijkverpleegkundigen en andere 9% mantelzorgers in Amsterdam eerstelijns hulpverleners doorverwijzen naar Welzijn op Recept. Via Welzijn op Recept zijn er ruim 1.250 kwetsbare Amsterdammers duurzaam gekoppeld aan 10% 0% o% een welzijnsactiviteit in de buurt, zoals een wandelclub of vrijwilligerswerk. 9 9 26 Amsterdammers (18+) dat vrijwilligerswerk doet in/via een organisatie 3% mmm %ú 100% mantelzorgers 6% 4% 50% mi % daarvan 2% overbelast 18% 17% EE 39% 0% 2012 2016 2 2016 2018 alde Informele zorg Het aanpakken van eenzaamheid is eternal ol PAST NET Leet Ag: Te Aaa AVE TA E CD CD het leven van Amsterdammers. eenzaamheid De GGD adviseert over en monitort de eenzaamheid in de stad. Terugdringen eenzaamheid In 2019 was de inzet van de gemeente Amsterdam gericht op het borgen van de aanpak eenzaamheid in de sociale basis van de stadsdelen, daarmee anticiperend op het opgaan van het thema eenzaamheid in de sociale basis per januari 2020. Het Regieteam Aanpak Eenzaamheid is april 2019 gestopt, waarna herschikking van taken tussen stadsdelen en centrale stad plaatsvond. Om stadsdelen te ondersteunen bij het bestrijden van eenzaamheid, zijn er o.a. twee nieuwe instrumenten ontwikkeld. De eerste is de online tool ‘Wegwijs in de aanpak van eenzaamheid’, ontwikkeld door Movisie in samenwerking met de GGD. De tool biedt overzicht van mogelijkheden om eenzaamheid lokaal aan te pakken en is bedoeld voor professionals in zorg en welzijn, beleidsadviseurs en bestuurders. De tweede is de checklist ‘Wat werkt in de sociale basis’. Dit is een set van kwaliteitscriteria voor het beoordelen van subsidieaanvragen in de Opvallend sociale basis, waaronder eisen die bijdragen aan de preventie van eenzaamheid. Ontwikkeling van de nieuwe online Er is geïnvesteerd in het doorontwikkelen en implementeren van trainingen, tool ‘Wegwijs in de aanpak van voorlichtingen en presentaties over eenzaamheid. Eris periodiek overleg met eenzaamheid’. de stadsdelen om kennisuitwisseling in de gebieden te faciliteren en " j ‚ j kennisdeling tussen praktijk en beleid mogelijk te maken. In samenwerking met Checklist ontmihdsele Ald de Vrijwilligersacademie zijn er 16 trainingen gegeven aan (zorg)professionals eden om eenzaamheid beter te signaleren en bespreekbaar te maken. Idee Twee beloftevolle eenzaamheidsexperimenten zijn ondersteund en aangemeld Le eee A ASL voor de landelijke Database Effectieve sociale interventies: ‘Mijn Amsterdam’ ed eee van Stadstrainers en ‘In je Uppie’ van Stichting MOAI/Up!. De laatste is een lee kleed ee interventie bestaande uit themagesprekken met ouderen, hun familie en interventies. betrokken professionals over schurende thema's als rouw, verlies en afscheid. Beide experimenten zijn beschreven door Movisie en zullen worden opgenomen in de databank. Er waren in 2019 diverse allianties actief zoals de Kennisalliantie eenzaamheid in Nieuw-West, met daarin o.a. de Vrije Universiteit (VU), Hogeschool van Amsterdam (HvA) en enkele aanbieders. Ernstige eenzaamheid onder Amsterdammers van 19 jaar of ouder naar stadsdeel, 2016 (%) Westpoort NN ad EE mm Ê ll Ven L 25% | T wet) | pe 10% Centrum ä De TL] t/m210% Zuidoost ME 12%t/mi5% 16% EN 16% en meer L_] buiten beschouwing Algemeen Logeeropvang = Bij logeeropvang (LO) gaat de O Amsterdammer logeren bij een professionele aanbieder van logeeropvang, bijvoorbeeld in een instelling of een logeerhuis. Bij reguliere logeeropvang logeert 8 ì een thuiswonende cliënt tijdelijk en elders om zijn mantelzorger te ontlasten. Daarnaast is er de time- out logeeropvang voor cliënten met eier gol ol ingen de Al Te IS Toename mogelijkheden logeeropvang respijt nodig hebben. Bij de reguliere Wmo-voorziening logeeropvang logeert een thuiswonende Melk db hold cliënt tijdelijk elders, zodat de mantelzorger wordt ontlast (respijtzorg). Het logeeropvang zijn er 8 gebruik ervan was de afgelopen jaren beperkt, met 47 cliënten in 2018, maar is dele (eEelel ke ES in 2019 bijna verdubbeld naar 86 cliënten. Het beperkte gebruik komt o.a. door achterblijvend aanbod. Dit is een landelijk probleem. Het bieden van LO binnen de Wmo is voor aanbieders weinig aantrekkelijk in verhouding tot kortdurend verblijf vanuit andere wettelijke kaders (Wlz, Zvw).Ook is er onvoldoende aandacht voor en bekendheid over LO. Dit bleek vit onderzoek in 2019 door de G4, het ministerie van VWS en de landelijke aanjager respijtzorg. Ook Amsterdamse aanbieders kwamen met deze signalen. De resultaten zijn meegenomen in de voorbereiding voor de inkoop van LO voor 2021-2027, bijv. in het voornemen de tarieven te verhogen. ee Een van de Amsterdamse aanbieders heeft in 2019 een nieuwe, goedlopende Gebruik van logeeropvang ter locatie voor respijtzorg geopend. Hierdoor is meer capaciteit beschikbaar ontlasting van de mantelzorger gekomen, wat de groei van 47 naar 86 cliënten verklaart. Een andere aanbieder (respijtzorg) neemt toe. bereidt zich voor op een nieuw respijthuis per juni 2020. De verwachting is dan j ook dat het gebruik in 2020 verder toeneemt. Gebruik van logeeropvang onder eenen nr fen ent In 2017 is gestart met een pilot time-out logeeropvang voor cliënten die zelf kwetsbaarheid (time-out) blijft tijdelijk respijt behoeven (alleen ZIN). Het gaat vooral om mensen met een nagenoeg gelijk. psychische kwetsbaarheid waarbij logeeropvang een verslechtering of escalatie van hun situatie kan voorkomen en zij langer zelfstandig thuis kunnen wonen. In het kader van Thuis in de Wijk (de uitstroom uit 24-uurs opvang MO/BW) wordt dit gezien als een preventieve maatregel ter voorkoming van terugval naar de (duurdere) 24-uurs opvang. Daarom wordt time-out logeren vanaf 2021 opgenomen binnen (de inkoop) MO/BW. Door de groei van met name logeeropvang als respijtzorg was er sprake van een overschrijding van het budget. Ook voor 2020 worden er tekorten verwacht. Daarom wordt er gekeken naar mogelijke beheersmaatregelen. Aantal cliënten logeeropvang per leveringsvorm 250 200 150 PGB 100 B ZIN 50 ü 2018 2018 sah Maatschappelijk Cliëntondersteuning is p p J onafhankelijke ondersteuning om me de cliënt te helpen met het we rk en cl ent- OD a aanvragen van de juiste zorg en 5 ondersteuning en wordt binnen d t je Wijkzorg geboden door instellingen on ers eun l ng voor maatschappelijke dienstverlening, MEE Amstel & Zaan en cliëntorganisaties. De afdeling Zorg subsidieert 8 instellingen voor maatschappelijke Stijging cliënten zet door dienstverlening voor het leveren van cliëntondersteuning, kortdurende De stijging van het aantal trajecten en Vinger aan de polscontacten heeft trajecten op uiteenlopende doorgezet. In het bijzonder in stadsdeel Noord, daar zijn Amsterdammers die levensgebieden met advies en veel gebruik maken van losse adviesgesprekken toegeleid naar een traject, om ETET a OR Take ter ia TENS de zelfredzaamheid te vergroten. Elke elen De groei van trajecten leidt soms tot langere wachttijden dan wenselijk. Bij MEE POET AN ANA EN ontstaan wachttijden makkelijker doordat de teams op wijkniveau zijn Zaan en 4 cliëntenorganisaties georganiseerd en daardoor relatief klein zijn. In de tweede helft van 2019 waren gesubsidieerd voor het leveren van de wachttijden langer doordat de doorstroom, naar bijvoorbeeld AO, cliëntondersteuning. stagneerde door wachttijden bij Wmo-aanbieders. In stadsdelen Zuidoosten Nieuw-West zijn tijdelijk langere wachttijden geweest door personeelstekorten. In 2019 zijn de budgetten voor informatie en adviesgesprekken vanuit Zorg, Opvallend Armoedebestrijding en soms ook het stadsdeel samengevoegd. Dit omdat veel Pp Amsterdammers vragen op meerdere gebieden hebben. Met het De stijgende vraag naar gecombineerde budget krijgen instellingen meer ruimte om laagdrempelige EELT TeV te inloopspreekuren te organiseren, waar ook vrijwilligers voor ingezet kunnen doorgezet. worden. Hierdoor zijn de aantallen informatie- en advies gesprekken - 55.000 in j 2019 - onvergelijkbaar met eerdere jaren. Gecombineerde budgetten voor Meten STe NT Bij Cliëntenbelang is het aantal unieke cliënten ongeveer terug naar het niveau j van 2017 (679). 2018 kende een piek, vooral vanwege de herindicaties Hbh. Het Le SA CA aantal nieuwe cliënten is in 2019 wel toegenomen. De Daklozenvakbond heeft cliëntondersteuning licht door personele problemen geen jaarcijfers, maar de cijfers over het 4° kwartaal Le LE geven geen indicatie voor grote verandering. Bureau Straatjurist laat een duidelijke stijging zien. Door extra subsidie is haar bekendheid vergroot en zijn er meer mensen bereikt. Bij MDHG (belangenvereniging drugsgebruikers) zijn iets minder mensen ondersteund, maar wel in intensievere trajecten. Uit het jaarlijks verplichte landelijke cliëntervaringsonderzoek blijkt dat de bekendheid van cliëntondersteuning in Amsterdam is gedaald van 27% naar 25%. De bekendheid ligt landelijk op 32%. Er is daarom in 2019 een campagne voorbereid om de bekendheid te vergroten. Deze wordt in 2020 gelanceerd. Gebruik maatschappelijke dienstverlening en MEE (binnen wijkzorg) Gebruik cliëntondersteuning (niet binnen Wijkzorg) 20.000 3.000 15.000 10.000 13.073 1.000 5.000 Ka RE) 0 o 2018 2019 2018 2018 Mm Traject Vinger aan de pols MB Etraatjurist Cliëntenbelang MM Daklozenvakband EEEN osn Maatschappelijke In maatschappelijke opvang (MO) pp J en beschermd wonen (BW) wordt de opvang van kwetsbare mensen, O pva n q & die om verschillende redenen niet volledig zelfstandig kunnen wonen, b h d verzorgd. esc eri Ì ì © MO/BW heeft als ambitie mensen ® een passend thuis te bieden waar ze wonen „=1- ï gegeven hun perspectief het beste tot participatie komen. Nn Meer druk op maatwerkvoorzieningen MO/BW eel hete edes Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in 2019 nieuwe cijfers kee ke gepubliceerd waaruit bleek dat het aantal daklozen in Nederland is gestegen. AAE LS RGL De stijging doet zich in het bijzonder in grote steden voor. In Amsterdam is dit dee AeehL0S E JLl ook merkbaar, het gaat daarbij vaak om economisch daklozen. Maar er en verstandelijke beperking. ontstond ook extra druk op maatwerkvoorzieningen voor MO/BW met als is Gl ALLA gevolg langere wachtlijsten en wachttijden. De grotere druk kwam onder meer Ae Ae aerden be door de afbouw van bedden in de GGZ, waardoor cliënten eerder overgedragen el 05 COCA GLA worden naar gemeentelijke ondersteuningsketens. 2021 samengevoegd in 1 keten voor opvang en begeleiding. Een andere oorzaak voor de lange wachttijden is dat mensen die in aanmerking komen voor een zelfstandige woning met begeleiding, via Housing First of vanuit een 24-uursvoorziening, langer moeten wachten door de beperkte beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Het aantal woningen dat Opvallend beschikbaar kwam voor de doelgroep MO/BW was in 2019 aanmerkelijk lager n dan in 2018 (387 ten opzichte van 556 in 2018). Dat komt o.a. doordat er meer ER ele a een woningen naar statushouders en mensen met sociaal-medische urgentie hsl Elan gingen. Ten slotte werd in 2019 zichtbaar dat het financieel kader ontoereikend Meer ondersteuning voor was om aan de structureel hoge vraag naar ambulante begeleidingstrajecten economisch daklozen. voor Housing First te voldoen. Kortom: de vraag steeg en het aantal mensen dat j geplaatst kon worden op een maatwerkvoorziening daalde. Nieuwe afspraken met zorgaanbieders over Housing First. De precieze wachttijd van cliënten is voor 2019 moeilijk met vorige jaren te vergelijken, omdat er afgelopen jaar op meerdere momenten in het proces wachttijden zijn ontstaan. Als de wachttijd op dezelfde manier berekend wordt als eerdere jaren - op 1 punt in het proces, namelijk als de cliënt een beschikking heeft ontvangen - is er een stijging van ongeveer 6 tot 15 maanden. Eind 2019 stonden er 2.103 cliënten op de officiële wachtlijst, eind 2018 waren dit er 1.580. In werkelijkheid bestaan er nu op meerdere momenten in het proces wachttijden: zo is er een lange wachttijd voor de intake waar bepaald wordt of iemand in aanmerking komt voor MO/BW. Hierdoor is de gemiddelde wachttijd van aanmelding tot plaatsing in 2019 opgelopen tot meer dan 2 jaar. Deze wachttijd verschilt per product en doelgroep binnen MO/BW. Capaciteit 5.000 4.000 LE Li 2.000 eh D el 0 2018 2019 B Individueel wonen MM 24-uurs opvang Graepswaonen oan Maatschappelijke Er zijn 14 aanbieders die de opvang pp J uitvoeren en er worden jaarlijks tussen ca. 5.000 nnen langdurig O0 pva n q & ondersteund. Maatschappelijke opvang en beschermd beschermd wonen kent ook ® tijdelijke opvang. Dit zijn korte ® Rn nn op nn naar wonen -2= ï passende zorg in of buiten Amsterdam, of ter overbrugging On voor het vinden van een eigen plek. Om de doelstellingen van het Koersbesluit - inzetten op Housing First -inlijnte EMT REN Ee neer enntn brengen met de hogere vraag, zijn in de zomer van 2019 nieuwe afspraken MAT reen eo gemaakt met zorgaanbieders. Onderdeel van deze afspraken was een extra passantenpension en de financiële investering van het college in begeleidingstrajecten, in combinatie crisisopvang gezinnen. met afbouw van plaatsen 24-uursopvang. Daarnaast heeft het college een Taskforce ingericht, om in gezamenlijkheid met zorgaanbieders MO/BW en andere stakeholders doorbraken te forceren en knelpunten aan te pakken. Hierin is onder meer besloten om ook economisch daklozen (dakloze Amsterdammers zonder intensieve zorgvraag) intensiever te ondersteunen. Zo is het besluit genomen om het delen van woningen te stimuleren door vaker een uitzondering te maken op de kostendelersnorm, als dit helpt om dakloosheid te verminderen. Tegelijkertijd is ook geconstateerd dat de knelpunten van MO/BW oplossingen vereisen op nationaal niveau. De G4 hebben in 2019 dan ook gezamenlijk bij het Opvallend Rijk opgeroepen tot een nationaal plan van aanpak om de stijgende vraag naar Ì MO/BW te kunnen hanteren. Dit heeft geleid tot de aankondiging dat het Oproep van G4 voor nationaal plan ministerie van VWS - op basis van input van gemeenten - in het voorjaar van venete engen 2020 een nationale aanpak zal presenteren om dakloosheid terug te brengen. akloosheid. n De stijgende vraag naar opvang in 2019 liet zich ook gelden in de voorzieningen Stijgende vraag naar kortdurende voor kortdurende opvang. Zowel bij winteropvang, nachtopvang als kde noodopvang gezinnen zijn naar aanleiding hiervan stappen genomen om voor De pilot voor zelfredzame daklozen alle doelgroepen een passend aanbod te ontwikkelen en tegelijk de druk op de Re TOTeA ET MP4 opvang te verminderen. Dit betekent dat mensen zonder perspectief op een geworden. woning in Amsterdam nog slechts tijdelijk worden opgevangen, en geholpen worden bij het vinden van een woonoplossing elders. Zo ontstaat meer ruimte om kwetsbare daklozen de zorg te bieden die ze nodig hebben. In de nachtopvang - de eerste opvang voor kwetsbare daklozen - zijn verblijfstermijnen ingesteld om de doorstroom te verbeteren. Voor de noodopvang gezinnen (waarvan de bezetting in 2019 steeg van 190 naar 260 gezinnen) is besloten om remigrantengezinnen niet meer op te vangen en de verblijfstermijn van maximaal 6 maanden strenger te handhaven. In de winteropvang krijgen mensen nu voorlopig toegang, en wordt op basis van de zorgvraag en het perspectief het verblijf zo nodig verlengd. In het najaar van 2019 heeft het college besloten de nachtopvang per 1 april 2020 uitte breiden met 104 bedden op de Transformatorweg. De opvang is ingericht op het bieden van zorg en ondersteuning aan daklozen met een zware zorgvraag. In totaal zijn er dan 298 nachtopvangplekken. In 2018 is de pilot voor economische daklozen gestart. Die hield in dat burgers die zich melden bij het daklozenloket en niet thuishoren binnen MO, een intake krijgen bij het Huis van de Wijk waar zij vandaan komen. Hier worden zij toegeleid naar aanbod passend bij hun ondersteuningsvraag. In 2019 is deze pilot reguliere werkwijze geworden en geïntensiveerd. Zo is er meer gerichte ondersteuning beschikbaar om deze groep te ondersteunen, onder meer in de Huizen van de Wijk. Maar er is ook besloten om in 2020 een pilot te starten om 200 woningen beschikbaar stellen waar economisch daklozen een jaar kunnen verblijven. Zo krijgen zij de gelegenheid op adem te komen en een bestaan op te bouwen. he Vervoers - Vervoersvoorzieningen zijn onder 5 meer scootmobielen, handbewogen n n en elektrische rolstoelen, VOO rzien I ngen driewielfietsen, gesloten buitenwagens en auto’s. Daarnaast worden financiële tegemoetkomingen verstrekt. Er zijn 4 leveranciers Ó Ö gecontracteerd. Voor de levering van gesloten : ann NE Lichte stijging aantal Amsterdammers met ERE Ter aA AC Te hulpmiddel voor vervoer gecontracteerd. De aanpassingen aan auto's worden door 2 Het aantal Amsterdammers dat een hulpmiddel voor vervoer heeft is in het leveranciers uitgevoerd. afgelopen jaar licht gestegen: van 11.258 in 2018 naar 11.374 in 2019. Dit komt door meerdere factoren, waaronder de vergrijzing, het abonnementstarief en het feit dat mensen langer zelfstandig thuis wonen. Het aantal Amsterdammers met een financiële tegemoetkoming voor vervoer of een taxivergoeding is juist licht gedaald: van 855 in 2018 naar 791 in 2019. Die daling is een trend die al enige jaren zichtbaar is en komt doordat het aantal nieuwe toekenningen voor deze vergoedingen laag is door de verbeteringen in het AOV. Amsterdammers krijgen bij elke nieuwe levering van een hulpmiddel een overzicht van de belangrijkste afspraken met de leveranciers. Bij aflevering Opvallend wordt door de leverancier een instructie gegeven over het gebruik en als dit nodig is worden extra gewenningslessen aangeboden. Jaarlijks worden aan 100 Lichte stijging aantal à 150 Amsterdammers gewenningslessen gegeven. VE SGL LEL BAL ed Bij een van de leveranciers is, vanwege het ernstig achterblijven van de hhaha dienstverlening die contractueel is afgesproken, een verbetertraject in gang Verbetertraject en cliëntenstop bij gezet. Daarnaast is er een cliëntenstop ingevoerd. RK ALG LAS In 2019 is door het ministerie van VWS, in samenwerking met de VNG en vele Landelijke Taskforce opgericht om andere partijen, een Taskforce ingericht om de knelpunten in de dienstverlening knelpunten rondom hulpmiddelen bij hulpmiddelen landelijk te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan levertijden en op te lossen. reparatietijden. In de loop van 2020 zullen een aantal actiepunten worden uitgewerkt, waaronder een normenkader voor hulpmiddelen. De gemeente Amsterdam zal handelen in de geest van dat normenkader. Aantal cliënten per vervoersvoorziening 15.000 235 217 Vergoeding 10.000 B voor taxi en ralstoeltaxi Vergoeding waor vervoerskosten 5.000 n Hulpmiddelen waor werwoer 0 2018 2019 Algemeen Woon- Woonvoorzieningen zijn woonrvimteaanpassingen, m n ® hulpmiddelen zoals een VOO rzIeningen douchestoel of tillift, en enkele financiële tegemoetkomingen, zoals verhuiskosten. Voorbeelden van woonruimteaanpassingen zijn aanpassingen aan badkamers, toiletten en keukens, trapliften en oplaadpunten voor scootmobielen. Meer woonruimteaanpassingen ed Edel AREA Het aantal Amsterdammers met een woonvoorziening is in 2019 gegroeid. Bij AAS ebs ARTE: woonruimteaanpassingen bedroeg die groei 14,5%: van 1.549 cliënten in 2018 aannemers gecontracteerd. Voor naar 1.773 in 2019. De stijging komt o.a. door verruiming van het beleid in 2018. het plaatsen van trapliften zijn 2 Toen is het bedrag van het primaat voor verhuizen verhoogd naar € 10.000. VALLEN SAIS GR Add Vanaf € 10.000 heeft verhuizen voorrang boven woonruimteaanpassingen. Rl AAA Aerle Daardoor zijn meer woonruimteaanpassingen mogelijk gemaakt. Ook het lak rd er ALES toekennen van meerdere trapliften voor een woning is in meer situaties SISD mogelijk, mits praktisch en technisch haalbaar. De stijging komt daarnaast ook door de invoering van het abonnementstarief waardoor ook Amsterdammers met een hoger inkomen vaker een beroep doen op de Wmo. Sinds oktober 2019 werkt de gemeente met een vernieuwd dataregistratie- systeem voor woonruimteaanpassingen. Hierdoor is er meer inzicht in de Opvallend soorten aanpassingen die aangevraagd en toegekend worden. Per 1 oktober Î 2019 zijn er voor een jaar contracten afgesloten. In 2020 wordt er opnieuw else LS AR aanbesteed voor woonruimteaanpassingen. Door krapte bij de aannemers en Woonunits peksin Sm sel). het personeelstekort in de bouw zijn de tarieven gestegen in 2019. al IRe eden eni lalsleke Soms is aanpassen niet mogelijk en kan men in aanmerking komen voor een Kee laa kedeee tegemoetkoming in de kosten van verhuizen naar een (meer) geschikte woning. KG AAA Alte klaon el In 2019 hebben 433 Amsterdammers met een verhuisindicatie een geschikte elan woning gevonden. Zij kregen de financiële tegemoetkoming voor verhuizen uitbetaald. In 2017 waren dit er 343 en in 2018 432. De stijging t.o.v. 2017 is met name het gevolg van de voorrang die Amsterdammers met een financiële tegemoetkoming voor verhuizen in WoningNet krijgen voor sociale huurwoningen, als zij vanwege medische redenen een gelijkvloerse woning of woning met max. 16 traptreden nodig hebben. Gezien de grote vraag naar rolstoelwoningen en de lange wachttijd is er met Wonen en de corporaties een pilot gedaan om huurwoningen te verbouwen tot woningen die voldoende geschikt zijn als rolstoelwoning. Er zijn 5 woningen met succes verbouwd. Er wordt met de corporaties gekeken naar aanpassingen in het woonbeleid om te zorgen voor meer doorstoom naar rolstoelwoningen. Aantal cliënten woonruimte aanpassingen per leveringsvorm Gebruik verhuiskostenvergoeding 2.500 500 2.000 1.500 400 Em ZIN 1.000 PGB 200 500 ü 0 2018 2019 2018 2018 sake Aanvullend Het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) kent twee vervoerders en b vier vervoersproducten: O pe n d d r * Beschermd vervoer * _Deurtot deur Samenreizend Ve rvoer vervoer DIT fee [TUT ad (EER cage u Ö EE aL ET LLL ere go orla Zok IVER Zele Gebruik AOV toegenomen beperking en een aantal (specialistische) doelgroepen, zoals Het aantal pashouders in het AOV is toegenomen van 47.376 in 2018 naar 50.631 ER Te LENS in 2019, een stijging van bijna 7%. Niet alle pashouders maken daadwerkelijk en/of lichamelijke beperking, die gebruik van het AOV. Bijvoorbeeld door verhuizing of doordat de pas vit niet zelfstandig met het reguliere voorzorg is aangevraagd. Het aantal gebruikers is toegenomen van 28.501 in openbaar vervoer kunnen reizen. 2018 naar 30.658 in 2019, een stijging van 7,6%. Ook het aantal ritten en het mn aantal verreden kilometers is toegenomen ten opzichte van 2018. Onder andere Het AOV is niet bedoeld voor de toenemende vergrijzing, het feit dat mensen langer thuis blijven wonen, de kathaai REAL Le laagdrempeligheid, de fijnmazigheid en de kwaliteit van de voorziening liggen eek Reede el las ten grondslag aan de toename van het AOV. De kwaliteit van de voorziening ziekenhuis. Daar zijn andere wordt als goed ervaren. Dit wordt gestaafd door klanttevredenheidsonderzoek. Ellie AAS Een voorbeeld van de hoge kwaliteit is de deur-tot-deur service. Het AOV is een openeinderegeling, dus de gemeente vergoedt de vervoerders o.b.v. het aantal Opvallend verreden kilometers. Na enkele moeizame jaren ging het in 2019 beter bij een van de vervoerders. De ae a We An boetes die in 2018 waren opgelegd vanwege achterblijvende prestaties zijn LRE Ls eene LE ingezet ter verbetering van de dienstverlening, en met resultaat. De De afspraken over elektrisch rijden punctualiteitsprestatie was in 2019 elke maand conform of boven de norm van ee Ma Ade Tk e het gemeentelijk Programma van Eisen (PvE). Die norm ligt op 93% op tijd. Ook bij het callcenter van de betreffende vervoerder wordt beter gepresteerd. De andere vervoerder is stabiel en heeft net als in 2018 de prestaties op gebied van punctualiteit en telefonische bereikbaarheid vitgevoerd volgens de PvE-normen Beide vervoerders hebben in 2019 niet de afspraken waargemaakt om het merendeel van alle verreden kilometers elektrisch te rijden. Een van de problemen is dat er nog geen elektrische rolstoelbussen op de markt zijn. In opdracht van de gemeente heeft een onafhankelijk onderzoeksbureau in het eerste en vierde kwartaal van 2019 een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd bij het AOV. Daarbij is dezelfde methodiek gehanteerd als in voorgaande jaren. Uit het onderzoek van het vierde kwartaal van 2019 blijkt dat de vervoerders voldoen aan de gestelde norm in het PVE voor klanttevredenheid. Tot slot is in 2019 gewerkt aan een Toekomstvisie Sociaal Vervoer die alle vormen van gemeentelijk contractvervoer omvat, waaronder het AOV. Bij de inkoop van het sociaal vervoer in 2022 wordt gezocht naar mogelijkheden om dit efficiënter te organiseren. Aantal pashouders en gebruikers AOV Klanttevredenheid AOV (gemeten in Q4) 50.000 10,0 8,0 50.000 5,0 B Beschermd vervoer 40.000 Pashouders Deur tot deur plus EB Gebruikers 40 B DtD samenreizend Kamer tot kamer 20.000 2,0 0 0,0 — 2018 2019 2018 2010 Algemeen il | Aanpak personen De doelgroep van de regionale aanpak verward gedrag bestaat uit mensen die de grip op hun leven met ve rWa rd (dreigen te) verliezen en daardoor zichzelf of anderen schade kunnen d berokkenen, bijv. als gevolg van q eara q | LJ) verslaving of dementie. De { ) Amsterdamse politie houdt een registratie bij van mensen die zij als verward beschouwen. Dit aantal stijgt ieder jaar met zo’n 10-15%. . . Ng Resultaten sluitende regionale aanpak REE nd: te EEN Lee laf ee In 2017 zijn door het regionale aanjaagteam* prioriteiten geformuleerd voor het over de aanpak, met beschrijving realiseren van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag. van goede voorbeelden. De m Erzijn twee werkwijzen ontwikkeld die samen een nieuwe persoonsgerichte kennisgroep gaat door in 2020. aanpak vormen voor verwarde mensen met een hoog risico op gevaarlijk stetreoionale aanjaagteam bestaat ui directeuren gedrag. Doel is veiligheidsrisico's terug te dringen door tijdige signalering, OPN TE samenwerking tussen zorg- en veiligheidspartijen en regie op trajecten. eea LG Al lied es m Eris passend vervoer gerealiseerd voor mensen in crisis die geen strafbaar Politie, Hoofdofficier Justitie, GGZ Arkin namens . . PONNE EE feit hebben gepleegd. Passend betekent humaan en deskundig, door nde ds zorgprofessionals in plaats van door politie. Ambulance Amsterdam heeft deze taak eerst bij wijze van experiment ondergebracht bij enkele De wethouder Zorg is bestuurlijk psycholances. Daarna is de taak ondergebracht bij alle medium care verantwoordelijk. ambulances. Deze rukken uit bij acute hulpvragen. Passend vervoer is 24/7 vur geregeld. Opvallend m Vanaf 1janvari 2020 is er in Amsterdam 1 advies- en meldpunt dat 24/7 j beschikbaar is voor meldingen voor en door mensen met onbegrepen sk ses gedrag en voor meldingen in het kader van de Wet Verplichte GGZ. verwarde mensen met een hoog m Er iseen monitor ontwikkeld over de acute crisisketen waarmee partijen de GE trends en knelpunten in de keten kunnen herkennen en bijsturen. 24/7 passend vervoer gerealiseerd. m Handelingsverlegenheid bij professionals en burgers is aangepakt door het j breder beschikbaar stellen van de crisiskaart. De crisiskaart is een document dens Kie Ee ele hdekl dat de cliënt en diens hulpverlener samen opstellen en waarin staat hoe te andalingsvenegentei. handelen wanneer de cliënt verward is en zijn/haar wil niet kan uiten. Ook zijn er tientallen groepscursussen aangeboden aan professionals over hoe om te gaan met mensen die in crisis zijn, Mental Health First Aid cursussen. m De betrokken partijen zijn in 2019 gestart met het gezamenlijk ontwikkelen van een communicatieplan gericht op het verminderen van stigma, en het schetsen van een realistisch beeld van mensen met onbegrepen gedrag. De communicatie zal handvatten bieden aan burgers en professionals hoe te handelen wanneer men onbegrepen gedrag tegenkomt. De cijfers laten zien dat het aantal consulten door de afdeling Vangnet en Advies afneemt. Dit komt doordat de politie rechtstreeks naar de GGZ verwijst in plaats van, zoals vroeger, éérst naar de GGD. Dit is efficiënter en dus een gewenste ontwikkeling. De cijfers laten ook zien dat het aantal meldingen over verwarde personen toeneemt, maar het aantal consulten in de acute psychiatrie niet. Dit komt doordat de meldingen over allerlei vormen van onbegrepen gedrag kunnen gaan, ook als iemand bijvoorbeeld onder invloed is. Aantal meldingen verwarde personen 10.000 I B Pelitie Ambulance Amsterdam 5.000 n Vangnet (aantal meldingen 2A-uursdienst) Spoedeisende psychiatrie Amsterdam (SPA) , m in 2018 2018 2. Toegang [22 dek Indicatie - Het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) voert in opdracht d " b Ü van de gemeente het d vies UreauU ©; indicatieonderzoek uit dat nodig is ® As om een besluit te kunnen nemen A t d over het al dan niet toewijzen van [ Ì \S er al Ì ì een Wmo voorziening.* Voor de Amsterdammers met een Pgb voert het IAB het klanthouderschap uit. Dat wil Ae ERA SIS EIA Aantal aanvragen voor indicatieadvies geëvalueerd of een Pgb voortgezet inderd h of gewijzigd moet worden. onverminaer oog *Het IAB doet onderzoek en geeft advies over In 2019 steeg het totaal aantal aanvragen bij het IAB met 4,5%: van 16.739 naar EA CLAAS AA AeASAA LALAL lAERlANZNAS 17.498. Het gemiddelde bedroeg 1.458 aanvragen per maand, met pieken in openbaarvervoer, ambulante ondersteuning, , . rt il juli ktober. De stiiai het tal AEN TE januari, maart, april, juli en oktober. De stijging van het aantal aanvragen voor logeeropvang (alleen de Pgb aanvragen), woonruimteaanpassingen en vervoersvoorzieningen, die we zagen in 2018, Wanden Gn zette in 2019 door. De verklaring is nog steeds dat Amsterdammers langer thuis voorzieningen douche/toilet, r . . a: . VP a wonen, met de benodigde aanpassingen. Het aantal herindicaties na bezwaar scootmobielen, overig vervoer, nam af met 4%. Veronderstelling is dat dit samenhangt met de afronding van KAAL a deel sla het traject herindicatie Hulp bij huishouden (2018). De bezwaren die uit dit traject voortkwamen zijn inmiddels allemaal behandeld. De doorlooptijden laten nog altijd te wensen over. De 80% norm - waarbij de e) lend doorlooptijd in 80% van de gevallen moet voldoen aan een norm van 3 weken - pvaien nn : ee in 210 … is niet gehaald. Begin 2019 is in 80% van de gevallen een doorlooptijd gehaald Toename van het aantal aanvragen van 4 weken. Aan het einde van 2019 was 99% binnen 4 weken afgehandeld. elekt Ke el Se LAS LLL Sinds april 2019 voert het IAB in opdracht van de gemeente actiever dan EIA voorheen het regievoerderschap uit voor de cliënten ‘pgb only’ (dat wil zeggen: De doorlooptijden van het IAB voor Amsterdammers die geen gebruik maken van ZIN). Actief regie- voldoen niet aan de met hen houderschap houdt in dat er minimaal een keer per jaar een evaluatie wordt afgesproken norm. gedaan en dat de Amsterdammer bij wijzigingen in zijn/haar situatie een 5 En duidelijk aanspreekpunt heeft. Het feit dat deze rol nu zo duidelijk bij het IAB is ni ne Teens jn ekke belegd, schept duidelijkheid voor de Amsterdammer. Wel is daardoor de he ni gE oon ds éé N workload van het IAB toegenomen, waardoor de wachttijden hoog waren in f Pntadinbas ahlank É 2019. Dit heeft voor veel onrust gezorgd bij de partijen die afhankelijk zijn van hand nn vavo zjn ane het indicatieadvies. Denk aan de verwijzers vanuit Wijkzorg, pgb aanbieders, de WEE OT NEEM gemeente en bovenal bij de cliënt zelf. Daar waar bestaande indicaties niet tijdig geëvalveerd en verlengd konden worden, heeft de gemeente met behulp van ambtelijke verlengingen gezorgd voor continuering van de zorg. In 2020 wordt de indicatiestelling opnieuw aanbesteed. Het aantal aanvragen in Amsterdam zal onverminderd zijn; dit vraagt om blijvende procesverbeteringen en goede werkafspraken met de gegunde partij. Doorlooptijd indicatieverzoeken - % afhandeling binnen 3 weken 809% 50% 40% 20% oz LE jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt now dec 2018 20183 akk Wmo Accent Er zijn Amsterdammers die { vanwege de complexiteit van de situatie of van benodigde ® ON voorzieningen een vitgebreider onderzoek nodig hebben dan in de reguliere indicatieproceduvre wordt geboden. Ook zijn er Amsterdammers die vanwege complexe gedrags- en/of meervoudige psychosociale problematiek niet in staat zijn om . …: . volledig zelfstandig de benodigde Intensieve begeleiding en productadviezen Wmo EEA eld IG Bij Wmo Accent is een casemanager het centrale aanspreekpunt voor de cliënt doorlopen en de Es en de betrokken organisaties. De casemanager kent de Wmo procedures en onderdelen van hulpverlening goed begeleidt de cliënt bij de aanvraag van voorzieningen. Uitgangspunt is dat de REE IAR LLC cliënt hierbij zelf doet wat hij of zij kan. Daarnaast zijn er productadviseurs die VZ VTA EN AET TT N8 op basis van onderzoek in complexe situaties advies uitbrengen over de meest begeleid, dit heet Wmo Accent. geschikte Wmo voorziening. Er is 1 organisatie gecontracteerd De doelgroep van Wmo Accent bestaat uit cliënten met progressieve VNA MT aandoeningen zoals MS, ALS, kinderen met een beperking, cliënten met complexe aanvragen. Daarnaast wordt begeleiding geboden aan cliënten met complex gedrag en/of een verstoorde relatie met organisatie(s) die betrokken zijn met de uitvoering van de Wmo. Voor deze complexe en/of spoedeisende casussen heeft de gemeente Amsterdam een vergaand mandaat verstrekt aan Opvallend de organisatie die de dienstverlening Wmo Accent uitvoert. De gemeente gaat ervan uit dat cliënt, professional en aanbieder in gezamenlijk overleg kunnen ALG kelk ne bepalen wat nodig is en dit ook regelen. Accent zoals Amsterdam dit aanbiedt is landelijk een voorbeeld In 2019 heeft Wmo Accent 396 casemanagementtrajecten en 494 hoe met complexe situaties om te productadviezen geleverd. Dit zijn in vergelijking met 2018 meer trajecten en gaan. minder productadviezen. Reden voor de daling van productadviezen is onder andere dat er minder aanmeldingen werden gedaan voor kinderen. Daarnaast kent Wmo Accent een spoedprocedure voor het versneld leveren van voorzieningen aan Amsterdammers met snel progressieve ziekten. In deze situaties is het van belang dat de levering van Wmo voorzieningen snel gebeurt. Het contract voor Wmo Accent is opnieuw aanbesteed en tot en met 2027 gegund. De gegunde partij is dezelfde organisatie als die deze dienstverlening al deed. Gebruik Wmo Accent 1.000 n Els) 500 Û nn TO 2018 2013 Productadvies B Casemanagement teak Wijkzor Wijkzorg is een netwerk waarin het J q aanbod van vele betrokken zorg-, : welzijns- en informele organisaties : dicht bij en rondom de @ ® Amsterdammer samenkomt. Het doel van Wijkzorg is het realiseren van samenhangende zorg en ondersteuning op maat. To Als gevolg van een rechterlijke uitspraak over de status van het ondersteuningsplan in december Belangrij ke lessen Wij kzorg 2018, heeft de gemeente de On NAI aM INL edele In 2019 onderzocht de gemeente op welke manier zij Amsterdammers goed kan BENT: erder eere EA el ETL bevragen over hun beleving van Wijkzorg. Dit onderzoek vond plaats door ERVE Nate one Rot Tote setae teln middel van focusgesprekken en een digitale vragenlijst met behulp van de meer, maar puur ondersteunend. applicatie Ervaringwijzer. Hierdoor is beter beeld ontstaan van de mogelijkheden en de kosten bij het ophalen van cliëntbelevingen. Het digitaal bevragen van Amsterdammers blijkt potentie te hebben, maar altijd in combinatie met andere vormen van onderzoek. De resultaten worden meegenomen in de voorbereidingen van de Buurtteams Amsterdam. Sinds juni 2019 stuurt de gemeente beschikkingsbrieven aan elke cliënt bij wie een ondersteuningsplan (OP) is opgesteld. Dit naar aanleiding van jurisprudentie. In totaal zijn er ruim 15.000 beschikkingen verstuurd. Om administratieve lasten te beperken is dit proces in hoge mate geautomatiseerd Tk De regievoerder vervult een belangrijke rol binnen Wijkzorg. Hij of zij overziet Doorlopend aandacht voor de situatie van de cliënt en onderhoudt waar nodig contact met andere verbeteringen in de uitvoering. zorgverleners. Uit focusgesprekken met professionals bleek dat niet alle n afspraken over regievoering helder waren voor betrokkenen. In 2019 is daarom SLO Ls edel aks scherper omschreven wat regievoering inhoudt. Ook is voor alle betrokkenen Meede lk aks beter zichtbaar gemaakt wie de regievoerder is en is er een aparte rol gekomen ln van administrateur. Dit staat nu duidelijk in de systemen en het OP. ht Ae lledelk De zeven allianties Wijkzorg hebben in een gemeenschappelijke evaluatie van Wijkzorg belangrijke aanbevelingen gedaan voor een soepele start van de toekomstige buurtteams, die o.a. in de plaats van Wijkzorg komen. De aanbevelingen zijn overgenomen in het uitvoeringsbesluit en luidden o.a: * Borg gelijkwaardige samenwerking tussen formele en informele partijen. * Geef buurtteams een expliciete rol in netwerksamenwerking op buurtniveau, stadsdeelniveau en stedelijk niveau. * Een verzoek tot co-creatie: geef bestaande uitvoerende organisaties een rol bij het beschrijven van de opdracht aan de buurtteams. Aantal cliënten wijkzorg 30.000 20.000 10.000 0 2018 2019 3. Cliëntervaringen | 26 aka Cliëntervaringen De Wmo verplicht gemeenten Qq jaarlijks een cliënt- ervaringsonderzoek (CEO) uit te 3 voeren. Het onderzoek bestaat standaard uit negen stellingen en één vraag. Elke gemeente kan daarnaast zelf extra vragen toevoegen. Amsterdam heeft een extra vraag toegevoegd over de mate waarin mantelzorgers worden betrokken Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek 2018 bij de ondersteuning. In april-mei 2019 is het verplichte landelijke cliëntervaringsonderzoek (CEO) uitgevoerd over 2018. Steekproefsgewijs zijn er, op een populatie van 69.408, 8.7oo cliënten aangeschreven, waarvan er 2.300 hebben meegedaan. De respons bedroeg daarmee 23%, dat is lager dan het voorgaande jaar. Toen was de respons 26%. Deze respons is echter wel voldoende voor een representatief resultaat. Per voorziening waren de verschillen in respons groot, variërend van 31% bij Hbh tot 16% bij AO. Onderstaande grafiek betreft de ervaringen met de aangeboden Wmo ondersteuning en toont het gemiddelde van alle deelonderzoeken samen. Er is gekozen om dezelfde vier grafieken te tonen als VWS op de gemeentelijke monitor sociaal domein. Het onderzoek over 2018 laat een stabiel beeld zien ten opzichte van het onderzoek over 2017, met maximaal 1 á 2 procent verschil in positieve of Opvallend negatieve zin. Het valt op dat de bekendheid onder cliënten om te weten waar j ” ze terecht kunnen voor hulp gelijk is gebleven (69%), maar dat de bekendheid Aleh ee Aede eeN om gebruik te kunnen maken van onafhankelijke cliëntondersteuning met 2% is antwoordt positief op de stellingen. afgenomen. 66% van de cliënten gaf aan dat de mantelzorger (heel) goed werd Het onderzoek laat over het betrokken bij de ondersteuning. Verder zijn cliënten in toenemende mate van algemeen een vergelijkbaar beeld mening dat er gezamenlijk met de medewerker naar een oplossing is gezocht. zien ten opzichte van het vorige Dat percentage lag in 2016 op 68% en is elk jaar toegenomen, tot 74% in 2018. ak Via open velden konden cliënten extra toelichting geven over de ontvangen Cliënten ervaren in toenemende hulp en ondersteuning. Positief was men over de voorzieningen, de service, de mate gezamenlijkheid in het aandacht en de kwaliteit van de hulpverlening. Negatiever was men over lange zoeken naar oplossingen. wachttijden, bureaucratie, bejegening en personeelswisselingen. Het onderzoek laat abstracte trends zien, maar biedt onvoldoende informatie op gemeentelijk niveau, en geen verklaringen voor de (kleine) verschillen t.o.v. de vorige meting. In 2019 heeft Amsterdam daarom pilots gedraaid met de webapplicatie Ervaringwijzer, die meer ruimte biedt voor eigen vragen. Over de ervaringen hiermee bij Wijkzorg wordt teruggeblikt in het desbetreffende hoofdstuk. Over de ervaringen met de applicatie zelf is een evaluatie gedaan die op dit moment wordt meegenomen in een bredere oriëntatie en inventarisatie. Cliëntervaringen 2019:percentage dat het eens is met de stelling 100 100 71 SO 78 so ss 75 74 74 es 57 1177 on 77 50 50 0 En _ | 0 — — | Samen naar oplossingen gezocht Met de ondersteuning kan ik beter de dingen doen die ik wil 100 _ 100 50 me 73 75 75 50 78 BO mm 78 za za 75 18 50 50 0 — — | 0 — = Ondersteuning past bij mijn hulpvraag Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning goed HAC Mm AOV = DB Hbh Hulpmiddelen WRA M Amsterdam 4. Gebiedscijfers |28 ©) Gebiedscijfers in kaart En. Naord West B 8,5% hen erdee Redd kek} a nn „Westerpark Oud Moord leed le Bos & zn EEL Ri el kn “ LS 6,9% ) iN À se ó er | re et ID df baile Fo _ De Baarsjes We 4,0% Ì EE zh Nd fas PA a Ë za IJburg & Tl tee ki en, Zeeburgereiland ' pr Re h (Oud) Zuid De Fig P OO 8 ie, p | 3,43 Rivieren- bar hi De Akers 7 p NieuwSloten kÌ DJ En sn 4,236 Buit anvalde, t° nen ig de D 5,8% HD Á if zn Kd ded 3,0- 4,0% A 0-5, 0% LEE Lain il Centrum MM 50-6,0% ME BEE Ed nm 6,0-7,0% ied EN zo 20% EM 2e-5,0% \ In bovenstaande afbeelding staat per gebied aangegeven hoeveel procent van de inwoners (die 18 jaar of ouder zijn) gebruik maakt van een of meerdere Wijkzorgvoorzieningen en/of hulpmiddelen voor wonen en vervoer (alleen ZIN). Hoe donkerder de kleur, hoe hoger het percentage. De nadere specificatie van het gebruik per gebied staat in de tabel op de volgende pagina. In Oud Noord is het gebruik van voorzieningen het grootst, daarna volgen Noord West, Osdorp, Gaasperdam Driemond en Noord Oost. Het gebruik is het laagst in Zuid, Centrum West en Centrum Oost. ebiedscijfers mn Gebiedscijf EER EED EED ERO EED Hbh PALAU gielen ge Bereik ZIM Gebied Fl mjs) eel) Ea jef KK KK Populatie18+ Wijkzorg & WV E 5 " E " 5 > ij 5 Op deze pagina zijn de gebiedsgerichte cijfers opgenomen van de Wijkzorgvoorzieningen en de hulpmiddelen wonen en vervoer (alleen Zorg in Natura). Het betreft de volgende voorzieningen: = Ambulante ondersteuning (AO) = Dagbesteding (DB) = Hulp bij het huishouden (Hbh) - speciale doelgroepen = Fietsen, rolstoelen en scootmobielen, gesloten buitenwagens, auto’s en de roerende woonvoorzieningen voor douche/toilet en tillen (WV) In de tabel wordt het gebruik van de Wijkzorgvoorzieningen en de hulpmiddelen voor wonen en vervoer afgezet tegen de populatie (18 jaar of ouder) van het gebied. De cijfers van logeeropvang worden niet getoond omdat daarvan de aantallen te laag zijn. Bijlage 1 Totaaloverzicht gebruik Wmo-voorzieningen ZIN Pgb TOTAAL ZIN Pgb TOTAAL Dienstverlening Maatschappelijke dienstverlening’ cliërtondersteuning 12.168 nvt 12.168 15.729 nvt 15.729 Maatschappelijk werk/ infaenadvies 28.773 nvt 28.773 55.000* nvt 55.000 Ambularte ondersteuning 8.554 1,46 10.000 5,026 1544 10.570 Hulp bij het huishouden 13.655 2.239 15.894 14.158 2244 16.402 Hulp bij het huishouden Bijzondere doelgroepen 1171 nvt 1171 1.129 nvt 1.129 Dagbesteding 5.602 185 5.787 5.349 215 5.564 Maatschappelijke opvang 2.743 nvt 2.743 2.896 nvt 2896 Beschermd wonen 2943 364 3.307 2,739 303 3.132 Hulp na huiselijk geweld 580 nvt 580 535 nvt 535 Opvang na huiselijk geweld 265 nvt 265 275 nvt 275 Logeeropvang 179 20 199 196 22 218 Aanvullendaopenbaar vervoer 28.501 nvt 28.501 30.658 nvt 30.658 Producten Hulpmiddelen voor vervoer 11.149 109 11.258 11.219 155 11.374 Hulpmiddelen voorwonen 873 3 876 1.023 0 1023 Woorruimteaanpassingen 1.544 5 1.549 1.751 16 173 Financiële vergoedingen Regelingtegemoetkoming meerkosten nvt nvt 14.400 nut nvt 15.030 Verhuiskostenvergoeding vt nvt 432 nvt nvt 433 Financiële tegemoetkoming vervoerskosten nvt nvt 620 nvt nvt 574 Taxi- en rolstoeltaxivergoedingen nvt nvt 235 nvt nvt 217 * In 2019 zijn de budgetten voor informatie en adviesgesprekken vanuit Zorg, Armoedebestrijding en soms ook het stadsdeel samengevoegd. Dit omdat veel Amsterdammers vragen op meerdere gebieden hebben. Hierdoor zijn de aantallen informatie- en advies gesprekken - 55.000 in 2019 - onvergelijkbaar met eerdere jaren. Bijlage 2 Totaaloverzicht klachten, bezwaar en beroep Het aantal klachten, bezwaren en beroepen is in 2019 afgenomen. Van het aantal afgehandelde zaken was circa 24% van de bezwaren gegrond, circa 16% van de bezwaren werd ingetrokken, circa 13% was niet-ontvankelijk en circa 47% was ongegrond. eenen Maatschappelijke dienstverlening a o o o o o Ambulante ondersteuning 13 14 144 140 18 23 Hulp bij het huishouden 342 300 295 118 42 26 Dagbesteding h 2 9 11 1 2 Maatschappelijke opvang 5 7 69 129 11 65 Landelijke vreerndelingenvoorziening a o 128 72 147 64 Beschermd wanen a a 40 21 17 1 Hulp na huiselijk geweld a o o o 22 0 Opvang na huiselijk geweld a o o 1 o 0 Logeeropvang a 0 o o o 0 Aanvullend openbaar vervoer 507 446 50 65 h a Hulpmiddelen wonen en vervoer 324 260 183 166 23 29 Woonruimteaanpassingen 66 63 154 149 8 16 Financiële vergoedingen a a 170 171 17 14 Divers 284 272 7 8 b & Tabel: Klachten, bezwaren en beroepen ingediend bij de gemeente in 2019 Ambulante ondersteuning Het aantal beroepszaken over AO is gestegen. Dit heeft ermee te maken dat er voor AO beleidsmatig invulling is gegeven aan twee uitspraken van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam uit 2018. Uit deze uitspraken blijkt dat de gemeente op basis van de individuele omstandigheden van de cliënt moet onderzoeken welke activiteiten onder AO vallen, en in hoeverre daarin kan worden voorzien met gebruikelijke hulp. In beide uitspraken is bepaald dat er op de gemeente een grote onderzoeks- en motiveringsplicht rust. Hulp bij het huishouden Bij Hbh is het aantal bezwaren en beroepen behoorlijk afgenomen. Dit hangt samen met de ontwikkeling van nieuw beleid in 2017. In december 2018 hebben zowel de rechtbank als de Centrale Raad van Beroep belangrijke uitspraken gedaan over de toetsing van dit beleid. Uit die uitspraken blijkt dat de maatstaf waarop het beleid van de gemeente is gebaseerd, als objectief en deugdelijk kan worden beschouwd. De bezwaar- en beroepsprocedures in 2019 hadden vooral betrekking op de vertaling van de maatstaf van HHM naar de concrete omvang van de indicatie en niet zozeer op de principiële vraag of het beleid van de gemeente al dan niet in strijd is met de Wmo. Concluderend kunnen we zeggen dat het nieuwe beleid bekend is. Men weet wat men kan verwachten en gaat daarom ook minder in bezwaar. Ook levert de langere duur van de indicaties minder bezwaren op. Verder is ook het aantal klachten gedaald, vooral als gevolg van de aandacht die aanbieders hebben besteed aan omgang met (communiceren over) personeelstekorten tijdens de vakantieperiodes Maatschappelijk opvang In 2019 is de gemeente voorrang gaan geven aan de opvang van gezinnen met binding aan de regio Amsterdam boven de opvang van gezinnen die zonder een concreet perspectief zijn geremigreerd naar Nederland. De Centrale Raad van Beroep oordeelde in november 2019 in twee zaken van de gemeente Rotterdam (die een vrijwel identiek beleid voert) dat een dergelijke handelwijze van de gemeente niet in strijd is met de Wmo, en dat de Wmo er niet is om de woningnood op te lossen. De beleidswijziging heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal procedures in bezwaar en beroep over maatschappelijke opvang. Daarnaast speelt de woningnood, waardoor er minder sociale huurwoningen beschikbaar kwamen voor de MOBW doelgroep, ook een rol in de stijging van het aantal bezwaren en beroepen. Landelijke vreemdelingenvoorziening (LVV) Zowel in bezwaar als in beroep is het aantal procedures over LVV flink afgenomen. Dat heeft te maken met twee grote veranderingen op het gebied van opvang voor ongedocumenteerden. Op 2 juli 2019 is een nieuw uitvoeringsplan in werking getreden. Dit is een aanscherping van het beleid doordat een aantal categorieën ongedocumenteerden wordt uitgesloten van opvang. Daarnaast is op diezelfde datum een pilot ten behoeve van de LVV gestart. In aanloop naar deze veranderingen zijn er minder bezwaar- en beroepschriften ingediend. Woonrvimteaanpassingen Sinds januari 2018 is de kostengrens waarboven het primaat van verhuizen wordt toegepast, verhoogd naar € 10.000, zodat meer woningaanpassingen mogelijk zijn. Dit heeft aanvankelijk geleid tot een daling van het aantal procedures over deze voorziening. De cijfers over 2019 laten weer een stijging zien. Deze is deels te verklaren doordat er meer procedures worden gevoerd door cliënten die, ondanks een indicatie voor verhuizing naar een gelijkvloerse of rolstoelgeschikte woning, een dergelijke woning niet kunnen vinden vanwege het geringere aanbod daarvan op de woningmarkt. Divers De meeste klachten divers gaan over partijen die betrokken zijn bij de Wmo-uitvoering zoals de backoffice Zorg en het IAB. Komend jaar zal worden onderzocht in welke werkprocessen de categorie divers wordt ingeboekt en zullen er maatregelen worden genomen op het gebied van registratie en werkafspraken om het aantal klachten in deze categorie omlaag te brengen.
Onderzoeksrapport
33
train
N Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad X Motie x Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1364 accent Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020 “Onderwerp Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum Néhmé, Bloemberg-Issa, en Kilig inzake de Begroting 2021 (Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden). “Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Constaterende dat: — De ontwikkeling van transformatiegebieden trajecten van een lange adem zijn; — Realisatie van tijdig en voldoende groen en een hoogwaardige openbare ruimte in transformatiegebieden stapsgewijs en organisch vorm krijgen; — Erlessen getrokken zijn uit het participatietraject bij ontwikkeling van bijv. de Klaprozenbuurt en K-midden, waarbij bewoners bijdragen aan een hoge kwaliteit en inrichting van de buurt middels zelfrealisatie. — Erin de Klaprozenbuurt met een alternatief gebiedsontwerp veel meer aandacht kwam voor groen door bijv. binnentuinen bij de openbare ruimte te trekken. — Het rapport Evaluatie Participatie K-midden (HvA) oproept om als overheid ruimte te laten voor bijstelling van plannen na toetsing door de buurt. Bewoners professionele hulp te bieden bij het maken van een alternatief, waarmee het vertrouwen tussen partijen wordt versterkt. — _Huidige- en toekomstige bewoners gebaat zijn bij actieve en structurele betrokkenheid en zeggenschap inzake de inrichting en beheer van het groen en de openbare ruimte op het niveau van de buurt. — Op dit moment de inspraak vooral is gericht op een specifiek moment conform de Wet ruimtelijke ordening en die inspraak zich dan richt op het hele transformatiegebied; — De transformatiegebieden ieder hun eigen dynamiek en inrichting kennen. Overwegende dat: — De betrokkenheid en rol van Amsterdammers bij het ontwikkelen van een groene en goede openbare ruimte in transformatiegebieden bijdraagt aan: betrokkenheid en sociale cohesie in de buurt, een grotere tevredenheid over de rol van de overheid en een hogere kwaliteit van de openbare ruimte en groen; — Voldoende groen bijdraagt aan klimaatadaptieve buurten en buurten van een hogere waarde creëert; 1 — Amsterdammers vaak goede ideeën hebben en samen met ambtenaren, bouwers en ontwikkelaars kunnen komen tot een optimale inrichting; — Uit het proefschrift van de heer M. Stapper (Do contacts have politics?) ‘blijkt dat buurtbewoners nog lang niet altijd daadwerkelijk invloed hebben op gebiedsontwikkeling, waaronder de organisatie van het participatieproces aan bewoners over te laten en de resultaten in een overeenkomst op te nemen; — Het zoveel mogelijk inrichten van groen en openbare ruimte vroeg in de realisatiefase van een project, bij kan dragen aan het vergroten van de leefbaarheid tijdens de transformatie; — Betrokkenheid en zeggenschap soms beter op kleinere schaal (van een aantal blokken bijvoorbeeld) kan worden geregeld dan op de schaal van het hele transformatiegebied; — Dit niet hoeft te leiden tot hogere beheerskosten. “Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en nieuwe bewoners en ondernemers) structureel te betrekken en zeggenschap te geven bij het ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en groen, op buurtniveau en de resultaten schriftelijk vast te leggen; 2. te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage. “De leden van de gemeenteraad H.J.T. Biemond N.A. van Renssen D. Timman N.T. Bakker H. Naoum Néhmé J.F. Bloemberg-lssa A. Kilig t https://dare.uva.nl/search?identifier=041C93d2-8e01-4ac7-9799-08c626daaa50 2
Motie
2
discard
VELG Tue SCAN OP GENDERSTEREOTYPERING van het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam Inhoudsopgave Inleiding … nnee nere eereneerenenensnenenseeeenerenneeeenverenneeeenenensneeeneneeeendvensdeeenseceenerendenenseeeenenveenvnennnvernveeen À Genderstereotypering … nerve enenne nere nverseerenveereneerenvenenseeerensevenvenenseeeenvereennense eere envernenenvnensennenenn Methode … … nennen eeneereneeennnenenseerenteerennensveeenseeeennenennnenenennvenerennnensn eeen seveenerennneerseeeenveeen 3 1. Het gescande re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam … … ee. D Beschrijving van het beleid. nennen neen enersveeenseeeennenensnenvendeeennereenenensneeenseveennveernnenseeeenveeen D Probleemanalyse … … unsere eeenseernn enen seerentereenenensveereereveenvennvenenseeeennerenneevenveenseveenverenvenenveeeenveenn À Beleidsdoelen … … unseren neennernn enen seerenseeeeneneneeneeenneeeennensnenenseeeeneerenevensneeenseveenderennenenseeeveneeen Ö Maatregelen … nennen eneen eveneens enen seerentervenneeenverenneeeenenennenenseeeenneenenenensneeenveveenverenvenenenverveeen Ó 2. Cijfers en onderzoeken over gender en re-integratie/participatie … nnen eneen eneen 11 Werkloosheid en niet-werkzoekenden in Amsterdam … nennen eeeneenenv eneen eeenvereenenernveer renee 1Ì Bijstandsuitkering en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) … … nennen eeen venneeneeeneerseerneeenen 12 Re-integratie … nnn neen neenenneerse eene veenennnenverenevenenennenrve veen vnenenneervervverveneenvervenevevnenvevnvevenevvenene LD Beschikbare data op gemeenteniveau … nnen eerreneeenenensenenneerenvereeneneeeneernveeeenverenvenerveernenn Ù 3. Genderstereotypering in het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam … 18 Probleemanalyse … … unsere eeenseeren enen seerentereenenensveereereveennennvenenseeeennerennneveveenveveenverenvenerveeeenenn LÔ Beleidsdoelen … … unseren neen enenseerenseereneneneeneeenneneenenennenenseeeenveerenenensneeenseveenverenvenerveeevenen LÔ Pakket van maatregelen … nennen neen eeenneeeentenenveneneneeeeneveervenenseeeennereenenenseeenenvvenvenernvnerenn 2Û (Gender)stereotypen in de uitvoering … nennen vene veneeeneensverseeenveenvenenvernveenveenveenveennneen 23 4. Conclusies en aanbevelingen … … … unseren ners erensverennenens eeen ennvenverennenenseeenseeeenverennveerveevnenn  Conclusies … nn anerneneenen eenen enseerenenennenenseerenseerenerenvenenseeevenevendenenenvenvereenenensn vern vecernvevenvnervneenn À Aanbevelingen … … nnee eerenereenenennv enen seerenenennnenenseerenterennenenseeeenseeeeneeerdenenseeernveneenveernveernennnn ÂO Bronnen …....nnnerveenenneeneereenvnenennenve neer vnensnensereneenvnennennve vene vneenenseensevenenvenennennve veer vnenenvvenververvneneennenn 3Û Addendum … nennen eereneereneeernerenseeeenverenneernneeveneneeneenneneennereenvversveevnseeeenverenvnenseevnnnvernvnernveee 3 A. Samenstelling bestand naar gender (1-1-2020) … … nnen eener eerseerneeene vens venveenvenneenvneneee 3Á B. Duurzame uitstroom naar betaald werk (boven bijstandsniveau) … unne unneerenen enen eereenn 3J 1 Inleiding Voor u ligt de scan op genderstereotypering bij het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam. Deze scan is door Atria uitgevoerd in het kader van het strategisch partnerschap Werk.en.de Toekomst. Dit partnerschap zet zich in voor het doorbreken van genderstereotypering in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en het verbeteren van de mogelijkheden om werk, zorg en leren met elkaar te combineren. De genderscan heeft als doel te achterhalen of het re-integratie- en participatiebeleid ongewenste effecten heeft of kan hebben als gevolg van onbewuste genderstereotypering. Genderstereotypering Een stereotype is een verzameling overtuigingen over de eigenschappen en karakteristieke kenmerken van een groep mensen, zonder dat die per se voor de hele groep gelden. Het zijn vereenvoudigingen of overdrijvingen van de werkelijkheid. Genderstereotypen zijn stereotypen gericht op wat men als mannelijk en vrouwelijk ziet. Zij zijn zowel beschrijvend als voorschrijvend. Enerzijds beschrijven genderstereotypen hoe we denken dat mannen en vrouwen zich gedragen. Anderzijds schrijven genderstereotypen voor hoe mannen en vrouwen zich zouden moeten gedragen: ze vormen maatschappelijke normen over wat mannen en vrouwen ‘horen te doen’. Genderstereotypen hebben ook invloed op de zelfervaring van mensen: hoe ze zichzelf begrijpen, welke rol ze zichzelf toedichten, wat ze van zichzelf verwachten en wat ze denken te kunnen. Kortom: mensen internaliseren stereotypen. Zodoende hebben stereotypen niet alleen invloed op de verwachtingen die mensen van elkaar hebben, maar ook op wat mensen zelf willen of denken te kunnen. Genderstereotypen hebben daarom vaak tot gevolg dat ze de kansen en mogelijkheden en daarmee de keuzevrijheid van mensen kunnen belemmeren. Genderstereotypen worden cultureel bepaald en ons met de paplepel ingegoten. Ze zijn vervolgens op alle niveaus van de samenleving aanwezig en staan aan de basis van genderongelijkheid. Bovendien worden ze versterkt wanneer ze samenvallen met andere vormen van ongelijkheid, op basis van bijvoorbeeld etniciteit, sociaaleconomische klasse, seksuele oriëntatie of leeftijd. Een intersectionele aanpak, met aandacht voor elkaar versterkende ongelijkheden, is daarom onontbeerlijk voor effectief beleid. Om te bereiken dat mensen zich maximaal kunnen ontplooien is het essentieel dat genderstereotypen in beleid niet worden bevestigd of versterkt en dat individuen die niet aan genderstereotypen voldoen, ondersteund worden in hun counter-stereotiepe keuzes. Door bij de formulering en de uitvoering van beleid kritisch te kijken naar de onderliggende aannames van het beleid en de effecten van het beleid op de gendergelijkheid, wordt (onbedoelde) ongelijkheid tegengegaan en het maatschappelijk potentieel beter benut. 2 Omdat genderstereotypen vaak onbewust aanwezig zijn, is bewustwording van genderstereotiepe aannames en denkbeelden de eerste stap naar het doorbreken van genderstereotypering, alvorens deze met concrete actie te kunnen tegengaan. Voor beleidsmakers is het dus ook van belang dat zij zich bewust zijn van genderstereotypen die bij henzelf en in de samenleving bestaan, op het terrein waarop zij beleid formuleren. Het is echter belangrijk om niet alleen te kijken naar de beleidsformulering, maar ook naar de uitvoering ervan. Het is niet alleen van belang om te analyseren of de aannames die ten grondslag liggen aan het beleid stereotiep zijn, maar ook of beleid door eventuele stereotiepe invulling ongewenste effecten kan hebben. In dat geval zijn de aannames die gedaan worden genderneutraal, maar worden vervolgens bij de uitvoering van het beleid genderstereotiep ingevuld. Methode De vragen die in deze genderscan op genderstereotypering aan bod komen zijn: Is er sprake van onderliggende genderstereotiepe aannames in de gescande beleidsstukken? Zijn er maatregelen en processen die tot genderstereotiepe uitvoering (kunnen) leiden? Hoe kunnen deze leiden tot ongewenste of onvoorziene effecten van het beleid? Voor deze scan zijn de volgende beleidsdocumenten geanalyseerd: e Koersbesluit Re-integratie, Definitief vastgesteld door de Gemeenteraad op 2 juni 2016 Leidraad Participatie: meedoen in Amsterdam, Brief aan de Amsterdamse gemeenteraad, 17 januari 2017 e Meerwerk, meer banen, Brief aan de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs, 11 december 2018 e Meer kans op werk, Brief aan de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs, 16 mei 2019 e Moderne overheid: Instrumentenwaaier, versie 0.93 (09-04-2020) Er is in overleg met de gemeente besloten om naast bovenstaande beleidsdocumenten geen verdere beleidsregels en verordeningen mee te nemen in deze scan, aangezien dit voor de omvang en het doel van deze scan te ver zou voeren. Daarnaast heeft de gemeente Amsterdam op verzoek achtergrondinformatie en data geleverd die inzicht konden verschaffen in de man/vrouw-verhoudingen* van inwoners en bijstandsgerechtigden in Amsterdam. De analyse van bovenstaande documenten is aangevuld met een aantal interviews waarin verder is ingegaan op de uitvoering van het beleid, de beschikbare data en dataverzameling 1 In de gebruikte data wordt enkel een binair onderscheid tussen mannen en vrouwen gemaakt. 3 van de gemeente Amsterdam en de samenstelling van de Instrumentenwaaier. Deze interviews zijn gehouden met: e Een waarnemend hoofd van de afdeling Intake e Twee klantmanagers Werk en Re-integratie e Een projectadviseur Werk en Re-integratie e Een teammanager Team Inzicht en Advies/Projectmanager Werk en Re-integratie e Een Job Coach e Een klantmanager Activering e Een medewerker werkzaam op het gebied van data binnen de directies WPI (Werk, Participatie en Inkomen) e Een medewerker van de afdeling OIS (Onderzoek, Informatie en Statistiek) Op basis van onze bevindingen trekken we een aantal conclusies en geven we aanbevelingen om genderstereotypering tegen te gaan bij beleidsformulering en uitvoering. Hierbij worden concrete suggesties gedaan met betrekking tot dataverzameling, aanbod van instrumenten en training van ambtenaren. 4 1. Het gescande re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam In dit hoofdstuk wordt het huidige re-integratie en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam beschreven en worden de probleemanalyse, beleidsdoelen en maatregelen van het beleid vanuit een genderperspectief uiteengezet. Beschrijving van het beleid Het re-integratiebeleid van de gemeente Amsterdam is gebaseerd op het door de vorige gemeenteraad op 2 juni 2016 vastgestelde Koersbesluit Re-integratie. Hierin wordt vastgesteld dat door de rigoureuze korting van het Rijk op het budget voor re-integratie, de rijksbijdrage onvoldoende is om de kosten van de gemeente te dekken. Tegelijkertijd constateert de gemeente dat niet alle Amsterdammers meedoen op een manier die past bij hun talenten en mogelijkheden. De gemeente zet met het Koersbesluit daarom niet alleen in op het terugdringen van de kosten voor de bijstand, maar vooral op maximaal maatschappelijk resultaat op de lange termijn: het maatschappelijk belang dat iedere Amsterdammer mee kan doen naar eigen vermogen. Er wordt gekozen om hiervoor verder te kijken dan de uitgaven voor de bijstand, maar naar de totale maatschappelijke kosten en baten. Dit betekent dat als een Amsterdammer door middel van een traject mee kan doen maar niet uitstroomt naar een betaalde baan, dit toch in het voordeel van de gemeenschap kan zijn. Het traject komt dan weliswaar ten koste van de bijstandsbegroting, maar er worden bijvoorbeeld minder zorgkosten gemaakt. De baten vallen dan toe aan een ander deel van de gemeentelijke begroting. Bovendien accepteert de gemeente in sommige gevallen dat zij kosten zal maken die niet terug zullen worden verdiend. Dit betekent ook dat niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) gebruik mogen maken van ondersteuning door de gemeente bij re-integratie en participatie, zodat zij ook mee kunnen doen op een manier die past bij hun talenten en mogelijkheden. Hoewel de inzet in principe Is gericht op het hoogste maatschappelijke resultaat op de lange termijn, heeft de gemeente een aantal criteria en doelgroepen met voorrang op de korte termijn vastgesteld: Criteria: e Een overbrugbare afstand tot werk e Motivatie e Risico op escalatie/cumulatie van problemen e Leeftijd (resterend arbeidzame leven) e Aantal reeds doorlopen trajecten 5 Doelgroepen waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat: e Werkzoekenden die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen e Alleenstaande ouders met kinderen die jonger zijn dan 18 jaar e Jongeren onder de 27 jaar e Amsterdammers met een vluchtelingenstatus In de brief Meer werk, meer banen van 11 december 2018, vindt een accentverschuiving plaats op het beleid uit het Koersbesluit. Op basis van de aanname dat het hebben van betaald werk leidt tot meer (economische) zelfstandigheid en zelfontplooiing, wordt het beleid meer gericht op het toeleiden naar werk, waarbij ook inzet van werkgevers wordt gevraagd. In deze brief wordt tevens geconstateerd dat 50-plussers, jongeren met een migratieachtergrond, mensen met een arbeidsbeperking en mensen die al langer niet aan het werk zijn, niet van de krappe arbeidsmarkt profiteren. Specifiek voor deze groepen worden in de brief aanvullende maatregelen aangekondigd. In de brief Meer kans op werk van 16 mei 2019, wordt de lijn uit Meer werk, meer banen verder voortgezet en de aangekondigde aanvullende maatregelen uit de brief Meer werk, meer banen verder uitgewerkt. In de Leidraad Participatie: meedoen in Amsterdam wordt het koersbesluit als basis genomen en ingezet op het maximaal maatschappelijk resultaat op lange termijn: als mensen (nog) geen perspectief op betaald werk hebben, kunnen zij op een andere manier participeren binnen de stad. Er wordt hier vastgesteld dat ongeveer twee derde van de mensen met een uitkering die niet meteen aan het werk kunnen, het niet lukt om op eigen kracht mee te doen in de stad. De gemeente biedt ondersteuning aan deze groep mensen op basis van hun zelfredzaamheid en afstand tot de arbeidsmarkt. Gezien de toename van mensen met een beperking met een bijstandsuitkering zal hiervoor extra aandacht komen. Verder is onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal voor een groot deel van de bijstandsgerechtigden zonder perspectief op werk een belemmering om mee te doen in de maatschappij. Daarom is het aanbod bij het ondersteunen van het leren van de taal van belang. Om de participatie van mensen zonder uitzicht op werk te vergroten, zal de gemeente een vriendelijke benadering kiezen en wil zij iedere persoon als individu zien en maatwerk bieden. Voor het uitvoeren van het re-integratie en participatiebeleid heeft de gemeente een “instrumentenwaaier” tot haar beschikking. In de waaier is een compleet overzicht van alle instrumenten opgenomen waar klanten eventueel gebruik van kunnen maken. In de uitvoering legt de gemeente veel nadruk op het goed in kaart brengen van het klantbeeld zodat iedere klant op de beste manier ondersteund kan worden. Door maatwerk worden klanten op de best mogelijke manier begeleid in een passend re-integratie of participatietraject. Omdat het soms nodig is om daarvoor af te wijken van regels, krijgen 6 uitvoerders ruimte om dit te doen op basis van professionele kennis. Daartoe is de expertise van uitvoerders van belang en wordt hierop geïnvesteerd door training en een gedragscode. Probleemanalyse Met het participatie- en re-integratiebeleid wil de gemeente Amsterdam bereiken dat mensen naar vermogen meedoen aan de maatschappij. Zij adresseert hiermee twee problemen: e hetfinancieel tekort op het budget beschikbaar voor bijstand, re-integratie en participatie; e niet alle Amsterdammers doen mee op een manier die past bij hun talenten en mogelijkheden. Omdat de uitgaven op het budget met name naar beneden gebracht kunnen worden door mensen naar betaalde arbeid uit te laten stromen, is een uitgebreide analyse gemaakt van de arbeidsmarkt. Daarin wordt gekeken naar waar de kansen en mogelijkheden liggen en welke groepen moeite hebben om toe te treden. De aanname onder het beleid is dat betaalde arbeid in principe het hoogste doel is, zowel vanuit financieel als maatschappelijk perspectief. Door uitstroom naar betaalde arbeid zullen de kosten voor de gemeente afnemen, maar betaalde arbeid is ook de beste manier voor mensen om zich te ontplooien, financieel onafhankelijk te zijn en hun leven vorm te geven. Tegelijkertijd wordt erkend dat niet iedereen zal kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt, maar dat door investeringen van de gemeente mensen in ieder geval kunnen meedoen, en op termijn grotendeels aan het werk kunnen komen. De afstand tot de arbeidsmarkt van individuele Amsterdammers wordt hiermee het leidende principe voor de ondersteuning door de gemeente. De analyse van de arbeidsmarkt leidt ertoe dat er gedifferentieerd wordt gekeken naar kenmerken die de afstand tot de arbeidsmarkt mede bepalen: leeftijd, migratieachtergrond, opleidingsniveau, arbeidsbeperking en duur van werkloosheid. Het valt daarbij op dat er niet gekeken wordt naar gender, naar hoe gender inhaakt op de eerdergenoemde kenmerken, en naar de genderverdeling binnen de voorgenoemde doelgroepen waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat. Er wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat mannen en vrouwen misschien verschillende problemen ervaren bij het betreden van de arbeidsmarkt of dat mannen of vrouwen in bepaalde groepen oververtegenwoordigd kunnen zijn. In de probleemanalyse maakt de gemeente gebruik van onderzoeken naar welke ondersteuning het effectiefste is en wat de werkzame elementen zijn in de ondersteuning van klanten naar werk en/of participatie. In deze onderzoeken wordt gender nauwelijks meegenomen als factor, en de gemeente lijkt daarmee dus ook aan te nemen dat de werkzame elementen hetzelfde zullen zijn voor mannen en vrouwen. De belangrijkste conclusie vanuit de onderzoeken is dat intrinsieke motivatie van de uitkeringsgerechtigde 7 van groot belang is. De gemeente zet hier dan ook op in door zo goed mogelijk te willen aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigde en door maatwerk te leveren in de uitvoering. De gemeente stelt vast dat naast haar eigen rol in ondersteuning van uitkeringsgerechtigden, werkgevers ook een rol hebben in het verbeteren van de uitstroom naar betaalde arbeid. In het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente wordt daarom samenwerking met bedrijven gezocht. Beleidsdoelen De financiële beleidsdoelen heeft de gemeente zeer concreet geformuleerd: Voor 2020 is dat een afname van het aantal bijstandsgerechtigden, voor 2021 wil zij de landelijke trend van de bestandsdaling volgen, en in 2022 wil zij het beter doen dan het landelijk gemiddelde. Als uiteindelijk doel stelt de stad een maximum van niet meer dan 30.000 bijstandsgerechtigden. De beleidsdoelen op maatschappelijk niveau zijn een stuk minder concreet geformuleerd. Het uiteindelijke doel is dat iedere Amsterdammer meedoet naar eigen vermogen, en dat het grootste maatschappelijke resultaat op de lange termijn wordt behaald. Er zijn daarbij op basis van politieke keuzes vier specifieke doelgroepen benoemd voor ondersteuning door de gemeente, evenals vijf criteria voor ondersteuning met betrekking tot de afstand tot de arbeidsmarkt en motivatie van de uitkeringsgerechtigde. Vanuit de geanalyseerde beleidsdocumenten wordt niet duidelijk waarom de vier specifieke doelgroepen zijn gekozen waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat. Voor de groep “jongeren onder 27 jaar” wordt wel uitgebreid toegelicht dat het voor de gemeente niet acceptabel is dat juist deze groep aan de kant blijft staan. Voor de groepen “mensen met een arbeidsbeperking” en “Amsterdammers met een vluchtelingenstatus” wordt summier toegelicht dat deze beide groepen extra aandacht behoeven om in eerste instantie mee te doen en uiteindelijk door te stromen naar betaalde arbeid. Voor de groep “alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar” wordt in geen van de nota’s expliciet toegelicht waarom deze groep extra ondersteuning behoeft. Er wordt dus op verschillende kenmerken gedifferentieerd, maar er wordt net als bij de probleemanalyse niet benoemd of deze gekozen groepen meer uit mannen of vrouwen bestaan. Dit is echter wel nodig om te bepalen of er verschillende aandacht voor mannen en vrouwen nodig is of dat er voor hen verschillende beleidsdoelen gesteld moeten worden. In de beleidsdocumenten is in de loop van de tijd een verschuiving waarneembaar van “meedoen” naar “betaalde arbeid”, wat in de nota Meer kans op werk leidt tot bovengenoemde doelstelling wat betreft het aantal uitkeringsgerechtigden in het Amsterdamse bestand. 8 Maatregelen De maatregelen voor de uitvoering van het beleid zijn veelal gestoeld op beschikbare informatie uit eerder onderzoek en ervaringen met pilots. Zij richten zich op drie partijen: de (toekomstige) uitkeringsgerechtigde, de gemeenteambtenaren en de werkgevers. De meeste maatregelen zijn op de uitkeringsgerechtigde gericht. (Toekomstige) Uitkeringsgerechtigde Met betrekking tot de (toekomstige) uitkeringsgerechtigde wordt als eerste uitgangspunt genomen dat voorkomen van instroom in de bijstand de eerste winst is. Hiervoor zijn maatregelen ontwikkeld die zich richten op het ondersteunen van potentiële uitkeringsgerechtigden naar betaalde arbeid nog voor zij recht hebben op een bijstandsuitkering (zoals mensen aan het einde van hun WW-uitkering). Omdat op basis van onderzoek is gebleken dat voor een uitkeringsgerechtigde intrinsieke motivatie de beste drijfveer is voor deelname aan een re-integratie of participatietraject, is deze dan ook het uitgangspunt van de gemeente. De maatregelen om uitkeringsgerechtigden te ondersteunen bij re-integratie of participatie bestaan uit een grote hoeveelheid instrumenten die ingezet kunnen worden. De klantmanagers hebben de beschikking over een “instrumentenwaaier” waarmee ze per uitkeringsgerechtigde kunnen kiezen welk instrument zij willen inzetten. Deze Instrumentenwaaier is ingedeeld in een aantal categorieën: Werk (met daarin voorschakeltraject en workshops), ondernemers, participatie, financieel, opleiding en taal, instrumenten klantbeeld, zorg, en jongeren. In totaal betreft het 111 instrumenten. Van deze instrumenten is een aantal gericht op een specifieke groep. Het gaat om instrumenten gericht op jongeren (7 instrumenten), ouderen (3 instrumenten), vrouwen (2 instrumenten), mensen met een arbeidsbeperking (13 instrumenten) en statushouders (7 instrumenten). Ondanks dat de gemeente vier specifieke doelgroepen heeft gedefinieerd waarbij billijkheid boven doelmatigheid gaat, lijkt er voor de doelgroep “alleenstaande ouders met kinderen onder 18 jaar” slechts één specifiek instrument te zijn ontwikkeld. Uit het interview met de Teammanager Team Inzicht en Advies/Projectmanager Werk en Re-integratie, kwam naar voren dat de samenstelling van de Instrumentenwaaier tot op heden gebeurde op basis van suggesties van de klantmanagers. Na toetsing door een leidinggevende en een pilot werd het instrument (bij succes) opgenomen in het aanbod van de Instrumentenwaaier. Eind 2020 zal dit proces worden veranderd en de bewezen effectiviteit van instrumenten meer bepalend worden voor opname in het aanbod van de gemeente. De klantmanager heeft de vrijheid om (samen met de cliënt) te bepalen welk instrument wordt ingezet. Uit interviews met klantmanagers blijkt dat bij uitkeringsgerechtigden die een kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben, de vraag van de arbeidsmarkt leidend is bij de keuze voor instrumenten. Bij degenen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt, wordt geprobeerd zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun interesses en mogelijkheden. Als een uitkeringsgerechtigde niet of onvoldoende meewerkt aan re-integratie of participatie heeft de gemeente de mogelijkheid om de uitkering (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk stop te zetten. Ook wordt fraude niet getolereerd, en kan leiden tot stopzetting van de uitkering. 9 Gemeenteambtenaren Met betrekking tot de gemeenteambtenaren wordt erop ingezet dat zij dienstverlening op maat leveren om zo groot mogelijke activering/uitstroom te bereiken, hierbij wordt uitgegaan van de expertise van de ambtenaar en zijn er maatregelen ontwikkeld om deze verder te verbeteren, zoals een omgangscode, het verlagen van de caseload en het uitrollen van het programma Kwaliteit Werk en Re-integratie. Werkgevers Met betrekking tot werkgevers richten de maatregelen zich erop dat zij ook moeten bijdragen/inzet moeten plegen om mensen aan het werk te krijgen. Hiertoe zijn maatregelen ontwikkeld rond om jobcarving, het stimuleren van sociale firma’s en toepassen van social return, en campagnes voor imagoverbetering van werkzoekenden en specifiek 50-plussers.” In zijn algemeenheid zijn veel maatregelen gericht op de uiteindelijke uitstroom naar werk, waarbij indien nodig eerst gewerkt wordt aan het wegnemen van belemmeringen (zoals schulden- of verslavingsproblematiek) en het participeren in de samenleving. Het criterium “afstand tot de arbeidsmarkt” wordt hierdoor leidend bij het inzetten van de maatregelen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar mannen en vrouwen, of hoe die over het bestand van uitkeringsgerechtigden zijn verdeeld. Er zijn enkele instrumenten specifiek voor vrouwen beschikbaar, maar gezien de wijze waarop de Instrumentenwaaier tot op heden tot stand is gekomen, lijkt dit meer voort te komen vanuit de ervaring van klantmanagers dat hieraan behoefte is, dan dat dit vanuit een genderanalyse van het cliëntenbestand voortkomt. 2? Het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie is geen onderdeel van deze genderscan en dus niet meegenomen in de beschrijving van het beleid. Het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie richt zich onder andere op het voorkomen en bestrijden van arbeidsdiscriminatie bij werkgevers die partner zijn van de gemeente Amsterdam, zoals de bedrijven waar Amsterdam mee samenwerkt voor re-integratie en participatie. 10 2. Cijfers en onderzoeken over gender en re-integratie/participatie Om inzicht te krijgen of het beleid anders kan uitwerken voor mannen en vrouwen is het belangrijk om te weten wat hun daadwerkelijke positie is op het gebied van re-integratie en participatie. In dit hoofdstuk is informatie verzameld over gender en andere relevante sociale dimensies. Het gaat daarbij onder meer om gegevens op landelijk en gemeentelijk niveau en onderzoeken naar gender en re-integratie/participatie. Werkloosheid en niet-werkzoekenden in Amsterdam Met betrekking tot werkloosheid* valt op dat er in Amsterdam geen structureel verschil is op basis van gender alleen. Mannen waren in 2018 weliswaar iets vaker werkloos dan vrouwen (5,2% versus 4,3%), maar dat is in de vijf jaar ervoor niet altijd en structureel zo geweest.” Wanneer wordt gekeken naar de intersecties tussen gender en migratieachtergrond, leeftijd en opleidingsniveau, zijn sommige groepen wel oververtegenwoordigd. Onder niet- werkzoekenden zijn vrouwen oververtegenwoordigd, met name vrouwen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond en vrouwen zonder migratieachtergrond met een laag opleidingsniveau. Migratieachtergrond Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (6-7%) zijn vaker werkloos dan mensen zonder migratieachtergrond (4%) of met een westerse migratieachtergrond (4%). Dit geldt het sterkste voor mannen met een Surinaamse, Antilliaanse, of Marokkaanse migratieachtergrond (9%) en vrouwen met een Turkse migratieachtergrond (8%).® Leeftijd Zowel voor mannen als vrouwen geldt dat werkloosheid relatief het meeste voorkomt onder de beroepsbevolking tot 25 jaar en vanaf 55 jaar (7-8% versus 4% onder mensen van middelbare leeftijd). Dit geldt voor zowel jongere als oudere mannen (8-9%) iets sterker dan voor jongere of oudere vrouwen (6-8%).’ Relatief hoge werkloosheid onder jongeren en ouderen geldt voor alle opleidingsniveaus, behalve voor middelbaar opgeleiden onder de 25. 3 In dit rapport wordt de terminologie omtrent migratieachtergrond en opleidingsniveau aangehouden, zoals die in de bronnen wordt gehanteerd. Dit voorkomt dat data en cijfers verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden bij ongelijke definities. 4 Er is sprake van werkloosheid, wanneer iemand geen betaald werk heeft maar daar wel naar op zoek en voor beschikbaar is (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020a). Mensen die geen betaald werk hebben en daar ook niet naar op zoek zijn, vallen hier dus niet onder. > OIS Amsterdam, 2019, p. 168. 6 OIS Amsterdam, 2019, p. 161. 7 OIS Amsterdam, 2019, p. 162. 8 OIS Amsterdam, 2019, p. 164. 11 Opleidingsniveau Werkloosheid komt het meeste voor onder mensen met een laag opleidingsniveau (10%) en het minste onder mensen met een hoog opleidingsniveau (3%). Alleen voor hoogopgeleiden is een duidelijk verschil zichtbaar tussen mensen met niet-westerse en mensen zonder migratieachtergrond (5% versus 2%).° Er is geen duidelijk verschil naar opleidingsniveau tussen mannen en vrouwen.!® In de Metropoolregio Amsterdam zijn vrouwen en mensen zonder migratieachtergrond gemiddeld hoger opgeleid dan mannen en mensen met migratieachtergrond.** Niet-werkzoekenden 33% van de vrouwen en 25% van de mannen heeft geen betaald werk en zoekt ook niet naar werk. Zij worden niet als “werkloos” in de statistieken opgenomen, maar worden gezien als “niet-beroepsbevolking”. Dit betreft vooral vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond (m.n. met een Marokkaanse of Turkse achtergrond) en mensen met een laag opleidingsniveau (in sterkere mate voor vrouwen zonder migratieachtergrond).*? Redenen om niet te werken Landelijk gezien zijn oorzaken om niet te werken met name gezondheid en beperking, zorg voor gezin en huishouden, leeftijd (jongeren zonder startkwalificatie, of mensen richting pensioenleeftijd), en statushouder zijn.* Onder de niet-werkende bevolking van 15 tot 64 jaar, die geen opleiding volgt, verschilt de verdeling van deze oorzaken tussen mannen en vrouwen!“ Zo geeft 23% van de vrouwen in deze groep de zorg voor huishouden en gezin als reden om niet te kunnen of willen werken tegenover 2% van de mannen. Opvallend is dat daarentegen 69% van de mannen in deze groep gezondheid aanvoert als reden om niet te werken, tegenover 49% van de vrouwen. Ook geldt dat leeftijd vaker als reden om niet te kunnen of willen werken wordt genoemd door mannen (14%) dan door vrouwen (12%). Bijstandsuitkering en niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) Onder bijstandsgerechtigden in Amsterdam zijn er geen structurele verschillen in aantallen tussen mannen en vrouwen. Zo waren begin 2019 iets meer vrouwen in Amsterdam bijstandsgerechtigd dan mannen (ca. 51% versus 49%).*° Landelijk gezien is dit verschil eind 2018 een stuk groter (ca. 57% versus 43%). Dit geldt echter niet voor niet- 9 OIS Amsterdam, 2019, p. 163. 10 OIS Amsterdam, 2019, p. 166. “Rud et al, 2018, p. 28. 12 OIS Amsterdam, 2018, p. 39. B Stavenuiter et al., 2020. 4 Portegijs & van den Brakel, 2018, p. 36. 5 OIS Amsterdam, 2019, p. 171. 16 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 5. 12 uitkeringsgerechtigden!’, waarbij er landelijk nauwelijks verschil is tussen mannen en vrouwen. Wel zijn transgender personen sterk oververtegenwoordigd in de bijstand. Ook zijn mensen met een niet-westerse migratieachtergrond sterk oververtegenwoordigd in de bijstand, en zijn dat iets meer vrouwen dan mannen. Onder mensen zonder migratieachtergrond zijn mannen iets oververtegenwoordigd. Daarnaast zijn onder mensen van middelbare leeftijd vrouwen oververtegenwoordigd, onder jongeren en ouderen zijn mannen dat. Onder mbo’ers die vanuit hun opleiding de arbeidsmarkt opkomen, zijn vrouwen sterk oververtegenwoordigd in de bijstand. Ook zijn alleenstaande moeders oververtegenwoordigd ten opzichte van alleenstaande vaders. Cijfers over de kortdurende en langdurige bijstand laten zien dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand. Migratieachtergrond Van de Amsterdamse beroepsbevolking van 15-65 jaar ontvangt 3,2% van degenen met een westerse migratieachtergrond en 3,5% van hen zonder migratieachtergrond een uitkering tegenover 11-16% van degenen met een niet-westerse migratieachtergrond. Hiervan ontvangen mensen met een Marokkaanse achtergrond relatief het vaakst bijstand (15,6%) en degenen met een Turkse achtergrond relatief het minst vaak (11,2%).!® Dit heeft tot gevolg dat van degenen die bijstand ontvangen in Amsterdam 80% een migratieachtergrond heeft. Van degenen zonder migratieachtergrond ontvangen mannen vaker bijstand dan vrouwen (1,2 keer zo vaak), terwijl dit bij degenen met een migratieachtergrond (westers en niet- westers) vaker vrouwen zijn (respectievelijk 1,2 en 1,1 keer zo vaak).°® Landelijk gezien is het verschil naar migratieachtergrond sterk zichtbaar onder zowel vrouwen als mannen. Zo ontvangt 3% van de vrouwen met een Nederlandse achtergrond bijstand, versus 17% van de vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond.°! Leeftijd Opvallend is dat in Amsterdam in de leeftijdscategorieën onder 25 jaar en 55-64 jaar meer mannen bijstand ontvangen dan vrouwen (respectievelijk 1,5 en 1,1 keer zo vaak), terwijl onder 25-55-jarigen meer vrouwen bijstand ontvangen (1,2 keer zo vaak). Dit geldt met name voor vrouwen tussen de 35-44 jaar (1,3 keer zo vaak als mannen van die leeftijd).° 7 Werklozen zijn zowel mensen die een bijstandsuitkering ontvangen als mensen die daar geen recht (meer) op hebben. Mensen in die laatste groep noemen we “nuggers” (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020b). In tegenstelling tot niet-werkzoekenden zijn nuggers dus wel werkzoekend. B OIS Amsterdam, 2019, p. 174. 19 OIS Amsterdam, 2019, p. 172. 20 OIS Amsterdam, 2019, p. 172. 21 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 6. 22 OIS Amsterdam, 2019, p. 171. 13 Opleidingsniveau In Amsterdam is van degenen die bijstand ontvangen 57% laag opgeleid en betreft dit iets vaker vrouwen dan mannen (1,1 keer zo vaak). Onder hoog opgeleiden is dat precies andersom, hoewel het daar om aanzienlijk minder mensen gaat in absolute aantallen? In de Metropoolregio Amsterdam stromen vrouwen met een mbo-achtergrond (mbo-2, mbo-3 en mbo-4) na hun opleiding ongeveer 1,5 tot 3,2 keer vaker de bijstand in dan mannen met een mbo-achtergrond.?* In studiejaar 2018-2019 volgen vrouwelijke mbo'ers (mbo-1 t/m mbo-4) binnen de Gemeente Amsterdam vooral opleidingen op het gebied van 1) zorg en welzijn, 2) recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening, en 3) dienstverlening. Ten opzichte van mannen waren zij het sterkst in de meerderheid binnen zorg en welzijn en onderwijs (waarbij het absolute aantal studenten laag is). Vrouwen waren sterk in de minderheid binnen opleidingen voor techniek, industrie en bouwkunde. Transgender personen Transgender personen verkeren in een kwetsbare sociaaleconomische positie. Landelijk gezien is 38% van de transgender personen afhankelijk van een uitkering. Van de transgender personen die wel werk hebben, heeft 48% een inkomen in de laagste inkomensgroep, terwijl 68% middelbaar tot hoog is opgeleid? Een andere bron” geeft aan dat landelijk gezien transgender personen in 53% van de gevallen een laag inkomen hebben, tegenover 30% van de algemene Nederlandse bevolking. Op landelijk niveau ontvangt 11% van hen een bijstandsuitkering (14% van de transgender vrouwen, 6% van de transgender mannen). Onder de Nederlandse bevolking in het algemeen is dat 4%. Het is aannemelijk dat deze landelijke trend ook in Amsterdam van toepassing is en transgender personen naar verhouding vaak een beroep doen op de bijstand, aangezien het grootste deel van de transgender personen uit deze landelijke cijfers in zeer stedelijke gebieden woont.’ Gezinssituatie Alleenstaanden zijn in Amsterdam sterk oververtegenwoordigd in de bijstand ten opzichte van mensen met een partner. Zo is 89% van de uitkeringsgerechtigden alleenstaand (73% zonder kinderen, 16% met minderjarige kinderen); slechts 11% heeft een partner.” Landelijke cijfers? laten zien dat binnen de groep alleenstaande ouders in de bijstand vrouwen zijn oververtegenwoordigd. Zo is landelijk gezien 79% van de alleenstaande ouders die geen bijstand ontvangt vrouw, maar in de kortdurende en langdurige bijstand is respectievelijk 93% en 94% van de alleenstaande ouders vrouw. Binnen de groep alleenstaanden zonder kinderen in de bijstand ligt dat landelijk gezien anders: daar zijn mannen met 58% iets 23 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. 4 Rud et al., 2018, p. 63-64. OIS Amsterdam, 2019, p. 211. 2 Boss, 2018, p. 10. 27 Kuyper, 2017, p. 26. 28 Kuyper, 2017, p. 24. 29 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. 30 Doove et al, 2018a. 14 oververtegenwoordigd ten opzichte van vrouwen, wat praktisch overeenkomt met het aandeel mannen onder alleenstaanden zonder kinderen die geen bijstand ontvangen (57%). Langdurige bijstand Er zitten aanzienlijk meer mensen in de langdurige bijstand (2 jaar of langer in de bijstand) dan in de kortdurende bijstand. Landelijk gezien ontving eind 2019 van alle mensen met een bijstandsuitkering 73% langdurige bijstand, en zijn er binnen de groep langdurig bijstandsgerechtigden weinig percentuele verschillen naar geslacht of migratieachtergrond.°* Eind 2016 was landelijk gezien 59% van degenen in de langdurige bijstand vrouw.°? In Amsterdam valt echter op dat wanneer we kijken naar mensen die meer dan 10 jaar bijstand ontvangen, 57% vrouw en 43% man is. Bij bijstandsduur tot maximaal 5 jaar is dit precies andersom, 57% man vs. 43% vrouw.” Dit lijkt te worden verklaard door het feit dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand: In Amsterdam was van degenen die naar werk uitstroomden in de periode 2016-2018, 59% man en 41% vrouw.** Binnen Amsterdam valt op dat Amsterdammers met een laag opleidingsniveau zo’n 6 keer zo vaak langdurige bijstand ontvangen als middelbaar en hoger opgeleiden.*° Ook ontvangen binnen de groep bijstandsgerechtigden in Amsterdam paren (zonder en met kinderen) en alleenstaande ouders relatief vaker langdurige bijstand dan alleenstaanden zonder kinderen. Echter, in absolute aantallen zijn alleenstaanden zonder kinderen oververtegenwoordigd in zowel de kortdurende als de langdurige bijstand.°® Daarnaast valt op dat landelijk gezien alleenstaande 45-plussers oververtegenwoordigd zijn in de langdurige bijstand: deze leeftijdsgroep bevat 68% van de alleenstaanden zonder kinderen in de langdurige bijstand, tegenover 40% van alle alleenstaanden zonder kinderen die geen bijstand ontvangen.’ Niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) Onder nuggers is landelijk gezien over de jaren heen geen duidelijk genderverschil. Wel zijn mensen met een migratieachtergrond oververtegenwoordigd binnen deze groep. Re-integratie Landelijk gezien vertrekken mannen 1,6 keer zo vaak uit de bijstand vanwege werk als vrouwen.” Voor Amsterdam ligt deze verhouding net iets lager (mannen vertrekken 1,5 keer zo vaak uit de bijstand als vrouwen), waarbij van degenen die uit de bijstand vertrekken vanwege betaald werk 60% mannen zijn en 40% vrouwen. Bij paren in de bijstand gaat het 31 Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020c. 32 Doove et al., 2018b, p. 16. 3 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. 34 OIS Amsterdam, 2020. 5 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. 36 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. 37 Doove et al., 2018a. 38 Van Echtelt et al, 2019, p. 181. 39 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 7. 15 wel om 1,6 keer zoveel mannen: 62% is man, 38% is vrouw.*® Uit landelijk onderzoek blijkt dat dit te maken kan hebben met verschillen in aanbod van re-integratievoorzieningen, het hebben van een netwerk, het ervaren van belemmeringen (o.a. werktijden, reistijd, zorgtaken) en het ervaren van druk uit de omgeving om te gaan werken. Uitstroom naar werk vanuit langdurige bijstand is daarnaast het minst succesvol bij degenen met zowel een laag opleidingsniveau als met weinig werkervaring en/of werkend tegen een laag loon over de jaren heen Re-integratievoorzieningen Mannen hebben landelijk gezien meer contact met klantmanagers en krijgen vaker re- integratievoorzieningen aangeboden. De re-integratie voorzieningen die worden aangeboden verschillen ook: mannen krijgen vaker verschillende soorten loonkostensubsidie, werkplekken en jobcoaches aangeboden; vrouwen krijgen vaker vrijwilligerswerk, scholing, coaching naar werk of participatie en overige sociale activering aangeboden.“ Het aanbod van verschillende typen re-integratievoorzieningen hangt in ieder geval samen met het hebben van een arbeidsbeperking: zoals eerdergenoemd werken mannen vaker dan vrouwen niet vanwege arbeidsongeschiktheid. Maar mogelijk hangt het verschil in aanbod ook samen met onderliggende stereotypering. Netwerk Het hebben en inzetten van het eigen netwerk bij re-integratie kan nuttig zijn, maar ook belemmerend werken.“ Contact met mensen die in verbinding staan met de arbeidsmarkt kan de kans op werk vergroten. Het eigen netwerk kan echter ook belemmeringen opwerpen voor vrouwen, wanneer traditionele rolopvattingen daarbinnen een grote rol spelen. Statushouders hebben vaak een klein netwerk, hetgeen het voor hen moeilijker maakt om dit effectief in te zetten bij hun re-integratie. Interventies kunnen helpen hun netwerk te vergroten of hun netwerkvaardigheden te versterken. Belemmeringen Onregelmatige werktijden en reistijd kunnen een obstakel vormen bij het vinden en aannemen van werk.** Vrouwen werken vaker dicht bij huis dan mannen. Dit geldt ook voor mensen zonder migratieachtergrond ten opzichte van mensen met migratieachtergrond. Mensen tussen 27-44 jaar en hoger opgeleiden werken relatief vaak verder van huis (in een andere regio dan waar ze wonen).* Belemmeringen naar werk voor nuggers zijn vaak verouderde werk-/opleidingservaring en een mismatch tussen wensen en mogelijkheden. 40 Ongepubliceerde cijfers, aangeleverd door de Gemeente Amsterdam ten behoeve van dit onderzoek. “1 Doove et al, 2018b. 42 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2019, p. 6-7. “3 Stavenuiter et al., 2020. 4 Deyl et al., 2017. 45 Rud et al., 2018, p. 78. 4 Van Echtelt et al., 2019, p. 179. 16 Motivatie Het hebben van kinderen zorgt er vooral bij vrouwen (zowel met partner als alleenstaand) voor dat zij minder actief zoeken naar werk.#” Hierdoor stromen ze minder vaak duurzaam uit naar werk. Goede kinderopvangfaciliteiten kunnen helpen om dit te doorbreken. Mannen ervaren meer druk van hun omgeving om te werken dan vrouwen. Het is aannemelijk dat de kostwinnersnorm hierbij een rol speelt. Beschikbare data op gemeenteniveau Gedurende deze scan hebben wij geprobeerd cijfers voor de gemeente Amsterdam te achterhalen die genderverschillen en/of genderstereotypering in de uitvoering bloot kunnen leggen. Dit bleek echter vrij lastig. De gemeente heeft wel vastgesteld dat er in totaal ongeveer evenveel mannen als vrouwen afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering, maar het blijkt niet eenvoudig te zijn om op metaniveau gegevens over intersecties te genereren: hoe is de verdeling van mannen en vrouwen over de gekozen doelgroepen en selectiecriteria. Een andere beperkende factor is dat bijstandsuitkeringen worden toegewezen op huishoudniveau, en in geval van twee partners vindt registratie vaak plaats op naam van de man. Als een van beide partners werk vindt, stroom het huishouden als geheel uit, ongeacht of het degene is op wie de uitkering geregistreerd staat. De formele uitstroomreden ‘uitstroom naar werk’ wordt toegekend aan het huishouden en gekoppeld aan de hoofdaanvrager, de partner blijft staan als partner en kent geen eigen uitstroomreden. Bij hernieuwde instroom in de bijstand, vind registratie plaats op naam van de origineel geregistreerde. Met betrekking tot re-integratie- en participatietrajecten vindt wel dataverzameling op individueel niveau plaats, en wordt sinds één jaar ook de reden waarom een klant het proces verlaat bijgehouden. Dit kan ook ‘inkomen partner’ zijn. Het is echter erg arbeidsintensief om deze gegevens te vergelijken met de gegevens over toekenning van bijstandsuitkering en zo te achterhalen wie van beide partners uitstroomt naar werk. Verder is de dataverzameling op individueel niveau in het verleden niet gestructureerd en volgens dezelfde uniforme kenmerken gebeurd. Hoewel hierin op dit moment grote slagen worden gemaakt, maakt dit het lastig om op dit moment bruikbare informatie over o.a. uitstroom, opleidingsachtergrond, arbeidsverleden, etc. te achterhalen. 47 Deyl et al., 2016. “ Deyl et al, 2017. 17 3. Genderstereotypering in het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam In dit hoofdstuk wordt, aan de hand van de gegeven cijfers en onderzoeken, een analyse gemaakt van (mogelijke) onbewuste genderstereotypering en ongewenste gevolgen hiervan in het beschreven beleid en de uitvoering ervan. Probleemanalyse In de probleemanalyse wordt door de gemeente Amsterdam met name gekeken naar de arbeidsmarkt. Wat voor kansen liggen er voor degenen met een bijstandsuitkering, zodat zij uit kunnen stromen naar betaalde arbeid? Dientengevolge wordt geanalyseerd welke kenmerken bepalend kunnen zijn bij het betreden van de arbeidsmarkt. Er wordt hierbij gedifferentieerd naar de kenmerken leeftijd, migratieachtergrond, opleidingsniveau, arbeidsbeperking en duur van werkloosheid. Het valt daarbij op dat er niet gekeken wordt naar gender en hoe de genderverdeling met betrekking tot de eerdergenoemde kenmerken is. Er wordt geen rekening gehouden met dat mannen en vrouwen misschien verschillende problemen ervaren bij het betreden van de arbeidsmarkt en dat mannen of vrouwen in bepaalde groepen oververtegenwoordigd kunnen zijn. Daarnaast analyseert de gemeente ook welke instrumenten en werkzame elementen effectief zijn om uitstroom naar werk of participatie te bevorderen. Ook hierbij wordt niet geanalyseerd of dit verschillend is voor mannen en vrouwen. De conclusie dat intrinsieke motivatie de belangrijkste factor is, gaat voorbij aan het gegeven dat vrouwen met kinderen als gevolg van genderstereotypering minder intrinsiek gemotiveerd kunnen zijn dan mannen In de probleemanalyse lijken dus weliswaar geen genderstereotypen te worden gehanteerd of versterkt, maar bestaande genderverschillen en -verhoudingen worden evenmin meegenomen. De genderneutraliteit van de probleemanalyse laat daarmee dus onverlet dat bestaande genderstereotypen hun vrije loop kunnen gaan. Beleidsdoelen In de beleidsdoelen worden vier groepen specifiek benoemd waarop specifiek wordt ingezet: mensen met een arbeidsbeperking, alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar, jongeren onder de 27 jaar, Amsterdammers met een vluchtelingenstatus. Deze vier doelgroepen sluiten aan bij de oorzaken die een rol spelen bij het niet betaald werken van mensen, te weten: gezondheid en beperking, zorg voor gezin en huishouden, leeftijd (jongeren zonder startkwalificatie, of mensen richting pensioenleeftijd), en statushouder zijn. 18 Er wordt dus op verschillende kenmerken gedifferentieerd, met name omdat deze van belang zijn voor toegang tot de arbeidsmarkt. Mensen met een lager opleidingsniveau of een migratieachtergrond hebben een grotere kans op werkloosheid en vormen de grootste groepen in het bestand van uitkeringsontvangers. Het is niet bekend hoe zij zijn verdeeld over de gedefinieerde groepen. Net als in de probleemanalyse wordt niet gekeken naar genderverschillen. Er wordt niet benoemd of bepaalde groepen meer uit mannen of vrouwen bestaan, en of daarvoor verschillende aandacht nodig is. Daarmee wordt dus aangenomen dat deze verschillen niet van belang zijn. Beleidsdoelen worden niet per gender uitgesplitst. Toch geeft de analyse in het vorige hoofdstuk aanleiding om deze opsplitsing wel te maken. Zo blijkt dat degenen die bijstand ontvangen grotendeels alleenstaanden (met en zonder kinderen) en laagopgeleiden zijn. Dat dit grotendeels alleenstaanden zijn, wordt veroorzaakt doordat bijstand op huishoudniveau wordt toegekend. Alleen als het huishouden als geheel beneden de bijstandsnorm komt, wordt een uitkering toegekend. Hierdoor hebben werklozen met een partner die genoeg verdient om als huishouden boven de bijstandsnorm uit te komen, geen recht op uitkering. Zij zijn daarmee nugger of niet-werkende, afhankelijk van of zij werkzoekend zijn. Omdat vrouwen in de groep niet-werkenden zijn oververtegenwoordigd, kan dit erop duiden dat vrouwen wiens partner uitstroomt naar betaald werk, eerder geneigd zijn te stoppen met het zoeken naar een betaalde baan dan mannen. Ook al ontvangen in Amsterdam ongeveer evenveel vrouwen als mannen bijstand, er blijken in hoofdstuk 2 wel degelijk verschillen te zijn tussen vrouwen en mannen in de bijstand. Zo zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de leeftijdsgroep 25-55 jaar, komen vrouwelijke mbo’ers vaker in de bijstand terecht dan mannelijke mbo’ers, zijn bijna alle alleenstaanden met kinderen vrouw, en zijn vrouwen oververtegenwoordigd zijn in de groep die meer dan 10 jaar bijstand ontvangt. Vrouwen geven vaker dan mannen aan niet te werken vanwege zorgtaken voor huishouden en gezin. Dit zien we terug bij de bijstandsgerechtigden in Amsterdam, waarbij de groep alleenstaanden met kinderen bijna geheel uit vrouwen bestaat. Hieruit kan worden afgeleid dat voor hen de zorg voor gezin/huishouden een beperkende factor is bij het zoeken naar werk. Deze vrouwen bevinden zich ook vaak in de leeftijdsgroep 25-55 jaar, een groep waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Zij lopen daardoor het risico om langdurig afhankelijk van de bijstand te blijven, aangezien zij juist in de periode waarin zij hun carrière zouden moeten ontwikkelen (tussen de 25-55 jaar) zorg dragen voor gezin en huishouden. Hierdoor wordt de afstand tot de arbeidsmarkt vergroot, waardoor het moeilijker wordt om later naar betaald werk uit te stromen, hetgeen zou kunnen verklaren waarom vrouwen ook zijn oververtegenwoordigd in de groep die meer dan 10 jaar bijstand ontvangt. Mannen zijn in Amsterdam oververtegenwoordigd in de leeftijdscategorieën onder 25 jaar en boven 55 jaar oud, in de groep die korter dan 5 jaar bijstand ontvangt en in de groep 19 alleenstaanden zonder kinderen. Zij doen dus vaker aan het begin en aan het einde van hun carrière beroep op ondersteuning en hebben als alleenstaande bijna nooit de zorg voor kinderen. Voor mannen is het leeftijdscriterium hiermee een belangrijker reden om niet te werken, zoals ook al bleek uit de landelijke cijfers. Van degenen met een migratieachtergrond ontvangen meer vrouwen bijstand dan mannen, bij degenen zonder migratieachtergrond zijn dit meer mannen. Aangezien mensen met een migratieachtergrond een grotere kans op werkloosheid hebben dan mensen zonder migratieachtergrond, zijn de vrouwen met een migratieachtergrond hierbij dus een extra kwetsbare groep. Maatregelen Genderstereotypering kan bij de beleidsmaatregelen op twee verschillende niveaus plaats vinden: in de maatregelen zelf, en in de uitvoering van de maatregelen. De maatregelen kunnen specifiek (gender)stereotype-doorbrekende maatregelen omvatten, maar zij kunnen ook onbedoeld bepaalde stereotypen bevestigen. Bij de uitvoering van maatregelen kunnen stereotiepe ideeën van uitvoerende ambtenaren, uitkeringsgerechtigden en werkgevers onbewust een rol spelen. Pakket van maatregelen Over het algemeen toont het pakket van maatregelen bewustzijn van de verschillende uitgangsposities waarin mensen zich bevinden met betrekking tot de arbeidsmarkt. Hierbij gaat het met name om laagopgeleiden, jongeren, ouderen, mensen met een migratieachtergrond, statushouders, mensen in de langdurige bijstand, en mensen met een arbeidsbeperking, en alleenstaande ouders met jonge kinderen. Opvallend genoeg wordt, op een enkele keer na (bijv. een instrument voor jonge moeders), gender niet meegenomen. Door de behoefte van de arbeidsmarkt centraal te stellen, ontstaat een focus op het “arbeidsfit” maken van de cliënt. Het doorbreken van stereotiepe denkbeelden is hierbij geen inzet. Dit kan twee kanten op werken. Aan de ene kant kan het ertoe leiden dat bestaande stereotypen worden bevestigd doordat aan mannen geen stereotype “yvrouwentrajecten” worden aangeboden en aan vrouwen geen stereotype “mannentrajecten”, of dat er bij mannen met kinderen meer druk gelegd wordt op het vinden van werk dan op vrouwen met kinderen. Aan de andere kant kan het stereotype van werkende mannen en zorgende vrouwen doorbroken worden door van iedere bijstandsgerechtigde te achterhalen hoe die toe kan stromen tot de arbeidsmarkt. Ook de regel dat na 6 maanden “alle arbeid passend is”, zou ertoe kunnen leiden dat mannen en vrouwen vaker in zogenaamde counter-stereotiepe*® werkvelden terechtkomen. Over de 49 Als iemand in een counter-stereotiepe werkveld actief is, werkt een man in een beroep dat als “vrouwelijk” wordt gezien (zoals verpleger) of een vrouw in een beroep dat als “mannelijk” wordt gezien (zoals havenarbeider) 20 vraag of dit daadwerkelijk het geval is, zijn echter geen gegevens bij de gemeente beschikbaar. Beschikbare instrumenten De Instrumentenwaaier heeft een breed scala aan beschikbare instrumenten, die gericht zijn op het wegnemen van belemmeringen om aan de arbeidsmarkt deel te nemen. Als gekeken wordt naar factoren die spelen bij het niet deelnemen aan de arbeidsmarkt, zijn er voor drie van de vier redenen (te weten: arbeidsbeperking, leeftijd en statushouder zijn) specifieke instrumenten ontwikkeld. Voor de reden “zorg voor gezin/huishouden” zijn er echter nauwelijks instrumenten beschikbaar. Er is slechts één instrument beschikbaar voor jonge moeders, en dit richt zich vooral op participatie en niet zozeer op toeleiding tot werk. Bovendien is bij een aantal participatie- en re-integratie instrumenten een voorwaarde dat kinderopvang geregeld is. De gemeente Amsterdam biedt ondersteuning bij het verkrijgen van formele kinderopvang doordat zij een convenant heeft met een aantal kinderopvangorganisaties die hun diensten met korting aanbieden. Ook geeft de gemeente financiële ondersteuning in de eigen bijdrage aan opvangkosten voor alleenstaande ouders. Toch kan deze eis een beperking zijn voor alleenstaande ouders omdat voor sommige instrumenten geen beroep gedaan kan worden op de Wet Kinderopvang?®. Zij hebben dan geen recht op vergoeding van 90% van de kosten van kinderopvang door het rijk, hetgeen betekent dat zij in de praktijk geen gebruik van het instrument kunnen maken (omdat zij anders in een schuldensituatie terecht zouden kunnen komen). Dit betreft met name vrouwen, aangezien vooral zij de groep alleenstaanden met minderjarige kinderen vormen. Voor degenen die zorgen staan hiermee minder opties open voor gebruik van instrumenten, en zijn er weinig specifieke instrumenten om hen te ondersteunen. Ook andere voorwaarden voor de inzet van instrumenten uit de waaier kunnen leiden tot ander gebruik door mannen en vrouwen. Zo is voor sommige trajecten vereist dat men eigen vervoer heeft. Mannen hebben vaker beschikking over eigen vervoer dan vrouwen. Ook in gezinnen waarbij de auto wordt gedeeld, blijkt deze vaker door mannen dan door vrouwen te worden gebruikt.” Een andere voorwaarde is dat men op onregelmatige werktijden beschikbaar is. Het werken op onregelmatige tijden is lastig voor alleenstaande ouders, hetgeen bijna altijd vrouwen zijn. Door de focus op de wensen van de arbeidsmarkt, valt op dat in de instrumenten die beschikbaar zijn voor re-integratie en participatie, veel van de leerstages en 50 Uit het interview met de klantmanager activering bleek dat de voornaamste eis voor de Wet kinderopvang is werk, studeren (alleen specifieke opleidingen), inburgeren of een traject naar werk volgen via de gemeente. Een uitkeringsgerechtigde zal dus een aantoonbaar traject naar werk moeten volgen voordat er een beroep kan worden gedaan op de Wet Kinderopvang. Een aantal specifieke trajecten in de waaier voldoen niet aan de formele kwalificatie van de belastingdienst voor de Wet kinderopvang, zoals sollicitatietraining maar ook gesprekken met jobhunters/coaches, taaltrajecten (buiten verplichte inburgering), dagbestedingen, vrijwilligerswerk. S1 EIGE, 2019, p. 100. 21 voorschakeltrajecten gericht zijn op mbo-niveau en dan met name op sectoren waar meer mannen/jongens zijn opgeleid dan vrouwen. Het betreft hierbij stereotiep “mannelijke” beroepen. Hoewel dit voortkomt uit de vraag van de arbeidsmarkt, blijkt uit hoofdstuk 2 dat vrouwen/meiden op mbo-2 tot mbo-4 niveau een groter risico hebben om in de bijstand te komen. Zij kozen met name voor opleidingen in zorg en welzijn; recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening; en dienstverlening. Op dit moment biedt de gemeente nog nauwelijks voorschakeltrajecten of leerstages in deze vakgebieden aan. Hoewel de vraag vanuit de arbeidsmarkt naar dit soort werknemers misschien minder expliciet gesteld wordt, kan het voor de gemeente toch lonen om hier actiever op in te zetten om te voorkomen dat deze groep langer afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Een grotere diversiteit in leerstages en voorschakeltrajecten kan ervoor zorgen dat een bredere groep van uitkeringsgerechtigden bediend wordt (aangezien ook jongens/mannen dit soort opleidingen volgen). In het kader van deze scan hebben wij geprobeerd informatie te achterhalen, over inzet van instrumenten en mogelijke belemmeringen die ervaren worden bij de inzet hiervan. Deze blijkt echter niet op een zodanige manier verzameld te worden of toegankelijk te zijn dat deze analyses makkelijk gemaakt kunnen worden. Het valt in deze genderscan daarom niet te achterhalen of instrumenten tegemoetkomen aan de behoeften van mannen en vrouwen en of vrouwen en mannen in gelijke mate in aanmerking komen voor ondersteuning door de gemeente in de vorm van inzet van instrumenten. Stereotype doorbrekende maatregelen De gemeente heeft een aantal maatregelen die daadwerkelijk inzetten op het doorbreken van (gender)stereotypering. Amsterdam wil het stereotype van één werkende (vaak de man) en één zorgende partner (vaak de vrouw) doorbreken en stimuleert het streven van vrouwen naar economische zelfstandigheid. Een klantmanager gaf aan dat de gemeente daarom vrouwen ondersteunt die een mbo-2 opleiding willen volgen maar geen “financiële toestemming” krijgen van hun man. Daarnaast staan de instrumenten voor re-integratie ook open voor nuggers, hetgeen de participatie van alle Amsterdammers verhoogt Bovendien draagt de gemeente hiermee naar niet-werkenden en niet-werkzoekenden uit dat zij het kostwinnersmodel graag wil doorbreken. De klantmanager deelde dat de gemeente zich tot doel heeft gesteld ieder jaar 400 gesprekken te voeren en 200 nuggers uit te laten stromen naar betaald werk. Deze doelstelling haalt de gemeente ieder jaar. Er wordt ook expliciet ingezet op het doorbreken van stereotiepe denkbeelden en aannames voor wat betreft arbeidsgeschiktheid van werkgevers. Hen wordt gevraagd om zich open te stellen voor kandidaten die niet perfect in het functieprofiel passen. De jobcoach gaf aan dat de gemeente werkgevers aanspreekt die discrimineren op leeftijd, achtergrond of gender. Ook biedt de gemeente Amsterdam specifiek aanbod aan ter ondersteuning van cliënten die transgender zijn. Dit zijn relatief vaak statushouders. Transgender cliënten worden in eerste instantie gekoppeld aan klantmanagers, die hiervoor enkele jaren geleden een training hebben gehad. Zij kunnen vervolgens extra aanbod inzetten, dat sinds een pilot van enkele 22 jaren geleden ieder jaar opnieuw wordt ingekocht bij een externe organisatie met expertise en ervaringsdeskundigheid op het gebied van transgender personen en werk. In de praktijk blijkt dit aanbod vooral nodig te zijn wanneer er sprake is van transgender cliënten met multiproblematiek of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ook wordt het vooral ingezet voor transgender cliënten die bezig zijn met hun transitie. Wanneer deze cliënten vervolgens arbeidsfit zijn, worden zij in de praktijk zonder bijzondere ondersteuning toegeleid naar werk, Wel ontvangen sommige cliënten nog ondersteuning van een jobcoach wanneer ze werk hebben gevonden, om terugval in de bijstand te voorkomen. In het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie heeft de gemeente een waaier aan interventies geformuleerd om arbeidsdiscriminatie te voorkomen en te bestrijden. In dit programma wordt ook aandacht besteed aan het doorbreken van stereotypering en vooroordelen in de brede zin. Denk hierbij aan discriminatie op leeftijd, etnische of migratieachtergrond, seksuele voorkeur, genderidentiteit en geslacht. Omdat dit programma geen onderdeel is van deze genderscan zijn deze interventies niet in dit rapport meegenomen. (Gender)stereotypen in de uitvoering De uitvoering van het beleid kan genderstereotiep plaatsvinden, door (onbewuste) biases bij de uitvoerend ambtenaar, de uitkeringsgerechtigde of de werkgever. Uitvoerende ambtenaren Als een cliënt een aanvraag indient voor een bijstandsuitkering doet een inkomensconsulent een eerste check of de aanvrager recht heeft op een bijstandsuitkering. Als het recht op bijstand is vastgesteld wordt het dossier doorgegeven aan de afdeling Intake, aan een “intaker”. Deze neemt (telefonisch) contact op met de aanvrager voor een kennismakingsgesprek. Daarin wordt kort ingegaan op wat de klant kan verwachten van de gemeente en een afspraak gemaakt voor een intakegesprek. In het intakegesprek door de intaker wordt achterhaald wat de afstand tot de arbeidsmarkt is van de aanvrager. Hiervoor wordt gekeken naar “wat kan je” en “wat wil je”. Om vast te stellen wat iemand kan, wordt er gekeken naar opleiding, werkervaring, hoe lang iemand niet meer aan het werk is, etc. Om vast te stellen wat een klant wil, wordt hen van tevoren gevraagd om een toekomstplan te maken. Dit plan wordt als basis genomen om te kijken hoe de wensen van de klant bereikt kunnen worden. Wat is het uiteindelijke doel, en welke tussenstappen zijn hiervoor nodig? Een van de geïnterviewden geeft aan dat de werkwijze met toekomstplannen goed helpt om de motivatie van mensen te achterhalen, en tot gevolg heeft dat klanten zich serieus genomen voelen. Bovendien voelen zij zich eigenaar van het plan: het is hun plan, en niet dat van de gemeente. Daardoor zijn zij ook veel gemotiveerder om ermee aan de slag te gaan. Deze medewerker geeft verder aan dat in het kader van de toekomstplannen ook weleens suggesties voor beroepsmogelijkheden worden gedaan door de intaker. De kans bestaat dat hierbij minder snel stereotype doorbrekende voorstellen worden gedaan dan stereotypebevestigende. 23 De informatie die in het intakegesprek wordt verzameld wordt in het computersysteem ingevoerd, dit betreft leeftijd, opleiding, werkervaring, zelfredzaamheid, gezondheid, etc. Ook kan een cv worden toegevoegd. Als de intaker klaar is, genereert het systeem een samenvatting en een suggestie voor het vervolgtraject (re-integratie of participatie). De indeling van klanten in tredes is door de gemeente losgelaten, maar het computersysteem geeft dit nog wel automatisch aan, omdat dit nu eenmaal is ingebouwd. De intaker heeft echter de uiteindelijke verantwoordelijkheid en kan dit “overrulen”. Uit één van de interviews blijkt dat de gemeente begin 2019 haar ambitie voor uitstroom naar werk naar boven heeft bijgesteld. De criteria voor het aanpassen van een re-integratietraject zijn hiervoor aangepast, maar niet meer doorgevoerd in het computersysteem. De beoordeling van de intaker is daardoor leidend geworden. In deze procedure zijn er een aantal momenten waarop onbewuste stereotypering een rol kan spelen. Zo blijkt de werkervaring van mannen door werkgevers soms hoger te worden ingeschat dan werkervaring van vrouwen”? Mogelijk is hier ook sprake van bij de intake binnen participatie- en re-integratiebeleid, waardoor de werkpotentie van mannen als hoger wordt beoordeeld dan die van vrouwen. Ook kunnen, zoals een geïnterviewde al aangeeft, intakers stereotype-bevestigende voorstellen doen voor wat betreft de toekomstplannen van de klant. Echter, als de klant aangeeft een counter-stereotype toekomstdroom te hebben, zal de intaker de klant hierin ondersteunen. Omdat de focus bij de maatregelen gericht is op toestroom naar werk, bestaat het gevaar dat bij huishoudens waarbij beide partners afhankelijk zijn van de bijstand, de aandacht vooral uitgaat naar degene met de beste kans op uitstroom naar betaalde arbeid. Als deze persoon voldoende verdient, zijn tenslotte beide partners niet meer afhankelijk van een bijstandsuitkering. De partner zonder betaalde arbeid wordt daarbij nugger. Gezien het feit dat in Amsterdam bij paren 1,6 keer zoveel mannen vanwege werk uit de bijstand vertrekken als vrouwen, bestaat de kans dat het stereotype van “de werkende man en de zorgende vrouw” hier onbewust een rol in speelt. Daardoor bestaat de kans dat re- integratiemaatregelen met name voor de man worden ingezet en participatiemaatregelen voor de vrouw. De suggestie die door het computersysteem wordt gedaan voor de indeling van klanten, kan helpen om genderstereotypering te voorkomen. Klanten worden dan allemaal via dezelfde criteria beoordeeld, en onbewuste stereotypen kunnen dan geen rol spelen. Dit veronderstelt echter wel dat de gegevens die in het systeem worden ingevoerd neutraal zijn. Dit zal voor een aantal criteria zeker zo zijn (bijvoorbeeld opleidingsniveau), maar andere criteria zijn toch subjectiever en meer een inschatting van de intaker (bijvoorbeeld de mate van motivatie van een klant). Stereotypering is dan niet volledig uit te sluiten. Bovendien zouden criteria en eventuele algoritmes genderstereotiepe aannames kunnen bevatten, en daarmee juist kunnen leiden tot het institutionaliseren van genderstereotypen. * Van Beek & Pouwels, 2017, p. 5. 24 Op basis van de indeling van de intaker wordt het dossier vervolgens overgedragen aan de collega’s die een re-integratie- of participatietraject starten. De klantmanager bepaalt vervolgens samen met de cliënt welk instrument ingezet wordt. Klantmanagers hebben hierbij een grote vrijheid, waardoor met name op dit moment stereotypering plaats kan vinden. Klantmanagers maken gebruik van eerdere ervaringen bij het voorstellen van instrumenten aan cliënten, en vergeten daarbij misschien aan niet-traditionele oplossingen te denken. Het zou kunnen zijn dat klantmanagers bepaalde instrumenten niet aanbieden omdat zij ervan uitgaan dat een man/vrouw hier toch geen interesse in heeft. Anderzijds kan het ook zo zijn dat een klantmanager juist inzet op counter-stereotiepe keuzes omdat dat hetgeen is dat de arbeidsmarkt vraagt. Omdat niet consequent wordt bijgehouden wie vaker welk traject volgt, en het niet gemakkelijk is om deze informatie op meta-niveau uit het systeem te genereren, is het op dit moment niet mogelijk om vast te stellen of biases van intakers en klantmanagers daadwerkelijk een rol spelen bij de inzet van instrumenten. In het contact met de klantmanager kunnen ook grote verschillen optreden. Een aantal van hen geeft aan dat ze weinig tijd hebben om klanten te zien vanwege een grote werklast, anderen geven aan dat de klant leidend is in de vorm en mate van contact. Heeft een klant meer behoefte aan contact dan wordt daarop ingegaan, waarbij er wel een minimum standaard wordt gezet. Omdat zoals eerdergenoemd blijkt dat mannen gemiddeld meer contactmomenten hebben dan vrouwen, zou het interessant zijn om te achterhalen of dit ook zo is bij de gemeente Amsterdam, en wat daarvan de redenen zijn. Krijgen bepaalde groepen van mannen of vrouwen intensievere trajecten aangeboden, of zijn hiervoor andere oorzaken aan te wijzen? Helaas zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om in deze scan na te gaan of dat in de Amsterdamse praktijk daadwerkelijk zo is. Het is dus de vraag of uitvoerders onderscheid maken naar gender en of zij genderstereotypen bevestigen. Op basis van de gehouden interviews lijkt er niet veel aandacht te zijn voor cultuur- en gendersensitief werken door klantmanagers. Zo wordt bijvoorbeeld geen training gegeven om bewust te worden van stereotypen, vooroordelen en verschillende uitgangsposities van klanten, waardoor de kans bestaat dat bestaande rollen in de uitvoering bevestigd worden. Uitkeringsgerechtigde De geïnterviewde ambtenaren die contact hebben met cliënten geven aan dat veel cliënten genderstereotiepe opvattingen blijken te hebben, waardoor zij niet open staan voor stereotype-doorbrekende beroepen. Zo zien klantmanagers vrouwen die het moederschap hoger stellen dan werken, waardoor zij minder actief naar werk zoeken dan mannen en minder gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan. In enkele gevallen komt het bij oudere mensen met een migratieachtergrond nog voor dat vrouwen eerst toestemming van hun man willen hebben voordat zij aan een traject beginnen. Omdat de motivatie van de klant van groot belang is bij het inzetten van een instrument, kunnen deze opvattingen bijdragen aan genderstereotiepe keuzes. Klantmanagers geven aan dat het inderdaad zo is dat relatief 25 weinig vrouwen een stereotiep “mannelijke” vooropleiding of stage, zoals heftruckchauffeur, volgen. Het traject voor opleiding tot schoonheidsspecialiste werd weer nauwelijks door mannen gevolgd. Door echter in te zetten op de motivatie van de klant, worden degenen die counter- stereotiepe keuzes willen maken, hierin ondersteund door de gemeente. Hierdoor wordt het voor de klant makkelijker om deze keuze te maken en door te zetten, en een counter- stereotiepe beroepskeuze te maken. De inzet op persoonlijke motivatie kan hierbij dus twee kanten op werken: stereotype bevestigend of stereotype doorbrekend, Werkgevers Op de arbeidsmarkt vindt ook (gender)stereotypering en discriminatie door werkgevers plaats. Uit de probleemanalyse van de gemeente blijkt dat werkgevers vaak een beeld hebben van waar de werknemer aan moet voldoen, en vooroordelen hebben met betrekking tot leeftijd, migratieachtergrond en arbeidsbeperking. Zo heeft de jobcoach ervaren dat werkgevers soms eisen stellen met betrekking tot leeftijd, geslacht, Nederlandse taalbeheersing en dat het soms moeilijk is om jonge alleenstaande moeders naar werk te bemiddelen. Ook in het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie wordt erkend dat werkgevers soms onbewuste vooroordelen hebben die leiden tot (gender)stereotypering en discriminatie. 26 4. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de conclusies uit voorgaande hoofdstukken samengevat en een aantal concrete aanbevelingen gegeven om genderstereotypering in het beleid en de uitvoering daarvan tegen te gaan. Conclusies In zowel de probleemanalyse, de beleidsdoelen als de maatregelen valt op dat er niet of nauwelijks naar gender wordt gekeken. Met andere woorden, het beleid is - met uitzondering van enkele maatregelen gericht op nuggers, werkgevers en het vergroten van de financiële onafhankelijkheid van vrouwen - grotendeels genderneutraal. Toch blijkt uit onderzoek dat gender wel degelijk een rol speelt op het terrein van werk en participatie. Ten eerste beïnvloeden (onbewuste aanwezige) genderstereotypen de keuzes die mensen willen of kunnen maken, doordat genderstereotypen tot maatschappelijke normen leiden over wat mannen en vrouwen ‘horen te doen’. Ten tweede blijkt dat er verschillen zijn in het aandeel mannen en vrouwen dat niet-werkzoekend, werkloos is of bijstand ontvangt. Deze verschillen haken in op andere kenmerken, zoals migratieachtergrond, opleidingsniveau, leeftijd en huishouden. Ten derde toont onderzoek een landelijke trend aan waarbij mannen en vrouwen verschillen als het gaat om onder andere de motivatie en belemmeringen die zij ervaren bij hun re-integratie. Doordat het beleid grotendeels genderneutraal is geformuleerd, lijken er geen genderstereotypen te worden gehanteerd of versterkt. Het betekent echter ook dat genderstereotypen niet actief worden bestreden en dat bestaande genderstereotypen onverlet hun vrije loop kunnen gaan. Dit heeft voor de probleemanalyse, de beleidsdoelen en de maatregelen verschillende gevolgen. In de probleemanalyse wordt daardoor geen rekening gehouden met het feit dat mannen en vrouwen verschillende mogelijkheden en beperkingen kunnen ervaren om mee te kunnen doen op een manier die past bij hun talenten en mogelijkheden, en dat deze kunnen worden beïnvloed door genderstereotypen. Als het gaat om de beleidsdoelen, heeft de genderneutrale benadering tot gevolg dat de verschillende uitgangsposities van mannen en vrouwen die van invloed is op de afstand tot de arbeidsmarkt niet wordt gezien. Dit aspect lijkt niet te worden betrokken bij het vaststellen van de doelgroepen die voorrang krijgen. Toch blijkt dat vrouwen met een migratieachtergrond een relatief grote kans hebben om in de bijstand terecht te komen. 27 Dat bijstand wordt toegekend op huishoudniveau, heeft twee gevolgen voor paren in de bijstand. Allereerst wordt de uitkering op naam van één van beide partners geregistreerd, waardoor het stereotype van de man als kostwinner ertoe kan leiden dat registratie vaker op naam van de man gebeurt. Ten tweede kan het doel van verlagen van de kosten van de bijstandsbegroting ertoe leiden dat er een focus ontstaat op het re-integreren van degene die de minste afstand tot de arbeidsmarkt heeft, met als gevolg dat er voor de andere partner minder ambitieus wordt ingezet. Vanuit heersende stereotypen zou dit ertoe kunnen leiden dat met name aan mannen re-integratietrajecten en aan de vrouwelijke partner participatietrajecten worden aangeboden, een mechanisme dat (onbewust) versterkt zou kunnen worden door registratie van de uitkering op naam van de man. Bovendien leidt de registratie op huishoudniveau ertoe dat primaire rapportage ook op huishoudniveau gebeurt, hetgeen analyses op individueel niveau, o.a. op het gebied van uitstroom uit de bijstand, bemoeilijkt. Het kruisen met de gegevens op individueel niveau uit andere bestanden blijkt namelijk erg arbeidsintensief. Bij de maatregelen heeft genderneutraal beleid zowel gevolgen voor het pakket van maatregelen, als voor de uitvoering van beleid. Zo valt op dat een relatief groot deel van de aangeboden leerstages en voorschakeltrajecten uit de Instrumentenwaaier is gericht op stereotiep mannelijke beroepen. Verder is een aantal van de aangeboden instrumenten niet toegankelijk voor uitkeringsgerechtigden zonder eigen vervoer of met zorgtaken. Ondanks dat de gemeente Amsterdam ondersteuning biedt in gevallen waar de Wet Kinderopvang van toepassing is, voldoen niet alle instrumenten aan de vereisten van de Belastingdienst en moet kinderopvang informeel worden geregeld. Daarnaast worden er relatief weinig instrumenten aangeboden die het makkelijker maken om zorg en betaalde arbeid te combineren. Dit betekent dat de instrumenten niet goed aansluiten bij de behoeften van alleenstaande ouders. Voor wat betreft de uitvoering van het beleid, ligt de focus op het “arbeidsfit? maken van de cliënt waarbij de motivatie van de cliënt centraal staat en maatwerk de inzet is. Dit kan zowel leiden tot het bevestigen als het doorbreken van genderstereotypen. Het zoeken naar mogelijkheden voor iedere cliënt om op de arbeidsmarkt in te stromen en het feit dat na 6 maanden “alle arbeid passend” is kan leiden tot het doorbreken van stereotypen. Als de uitkeringsgerechtigde counter-stereotype keuzes maakt om tot de arbeidsmarkt toe te treden, zullen die door de gemeente worden ondersteund. Tegelijkertijd bestaat de kans dat stereotypen die bij uitvoerende ambtenaren en uitkeringsgerechtigden aanwezig zijn, ertoe leiden dat bepaalde opties niet worden overwogen. In dat geval krijgen stereotypen de vrije loop. De genderstereotypen van (potentiële) werkgevers beïnvloeden de mogelijkheden van klanten om uit te stromen. De gemeente Amsterdam zet weliswaar in op het tegengaan van discriminatie door werkgevers en het zich openstellen voor werknemers die niet perfect in 28 het profiel passen, maar doet dit nauwelijks op het gebied van gender. Zo wordt in het Werkplan Aanpak Arbeidsdiscriminatie algemeen ingezet op het voorkomen en bestrijden van discriminatie door werkgevers, maar zijn er geen specifieke maatregelen tegen discriminatie op basis van gender. Of de genderstereotypen die de vrije loop krijgen met dit genderneutale beleid daadwerkelijke effecten hebben, valt op basis van de beschikbare data van de gemeente Amsterdam niet eenduidig vast te stellen. Aanbevelingen Om ongewenste effecten van onbewuste genderstereotypering in (de uitvoering van) het participatie- en re-integratiebeleid van de gemeente Amsterdam tegen te gaan, doen wij de volgende aanbevelingen. e Verzamelen analyseer data met betrekking tot gender consequent en systematisch, en pas indien nodig beleid en/of uitvoering aan: o Zorg dat de achtergrondkenmerken van cliënten niet alleen in hun persoonlijke dossier staan, maar dat deze ook op statistisch niveau beschikbaar, bruikbaar en gemakkelijk opvraagbaar zijn. o Gebruik deze gegevens om actief en op intersectionele wijze te monitoren of bepaalde groepen structureel oververtegenwoordigd zijn in het klantbestand, of ondervertegenwoordigd zijn bij de uitstroom (naar werk). Let hierbij onder andere ook op de genderverhoudingen bij a) de groepen die voorrang krijgen, b) de inzet van participatie- en re-integratietrajecten, alsook welke instrumenten worden ingezet c) het aantal contacturen met klantmanagers, en d) uitstroom en reden van uitstroom. o Splits data die op huishoudniveau worden verzameld met betrekking tot aanvraag en uitstroom uit naar individueel niveau, zodat het bij paren gemakkelijker wordt om vast te stellen welke partner uitstroomt naar werk en welke partner hierdoor uitstroomt als nugger. e Gebruik de verzamelde data bij de aanpassing van bestaand, of formulering van nieuw beleid: o Hou in de probleemanalyse rekening met de verschillende uitgangspositie van mannen en vrouwen, vanuit een intersectioneel perspectief. Breng specifieke belemmeringen voor diverse groepen van vrouwen en mannen in kaart. Analyseer of bepaalde groepen oververtegenwoordigd zijn. o Bepaal of er beleidsdoelen voor specifieke groepen van mannen of vrouwen moeten worden gesteld. Neem mee of bepaalde groepen oververtegenwoordigd zijn en specifieke aandacht behoeven. 29 e Omdat de intakers, klantmanagers, en andere uitvoerders van het beleid op basis van hun expertise veel verantwoordelijkheid en vrijheid hebben in de uitvoering van hun vak, is het belangrijk om hen de middelen in handen te geven om dit zo goed mogelijk te doen. Train daarom ambtenaren in gender- en cultuursensitief werken: o Maak ambtenaren bewust van hun valkuilen met betrekking tot genderstereotypering om te voorkomen dat zij mogelijk genderstereotiep handelen. Het zal hen in staat stellen genderstereotypen aan de kant van de cliënt te herkennen en weg te nemen en ertoe leiden dat zij beter doorvragen naar specifieke beperkingen die een cliënt ondervindt. o Verduurzaam het aanbod ter ondersteuning van transgender cliënten door ook in de toekomst nieuwe klantmanagers hierop te trainen. e Zorg voor een divers aanbod aan instrumenten, zodat deze tegemoetkomen aan de behoeften van alle verschillende uitkeringsgerechtigden: o Voorkom dat o.a. leerstages en voorschakeltrajecten met name zijn gericht op stereotiep mannelijke of stereotiep vrouwelijke beroepen. Omdat deze voortrajecten met name ontwikkeld worden naar de behoefte van de arbeidsmarkt, zou de gemeente kunnen overwegen de insteek om te draaien: uitgaan van de opleiding van uitkeringsgerechtigden en kijken of hier een vraag voor ontwikkeld kan worden. De gemeente doet dit al voor mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt, maar zou dit uit kunnen breiden voor bepaalde beroepsgroepen. o Op dit moment zijn er nauwelijks maatregelen en instrumenten die de belemmeringen in het combineren van huishouden/zorg wegnemen, hetgeen waarschijnlijk vaker vrouwen treft. Het zou goed zijn als de gemeente dit aanbod verder uitbreidt. o Neem instrumenten ter ondersteuning van transgender cliënten duurzaam op in de Instrumentenwaaier. e Bied bij de instrumenten die niet in aanmerking komen voor kinderopvangvergoeding van het rijk, (bijna) gratis kinderopvangfaciliteiten aan, om cliënten in staat te stellen hun participatie of re-integratietraject te combineren met de zorg voor kinderen. 30 Bronnen Boss, E. (2018). Ondersteuning van LHBTI-inwoners binnen het sociaal domein. Utrecht: Movisie. Geraadpleegd van https://www.movisie.nl/publicatie/ondersteuning-Ihbti- inwoners-binnen-sociaal-domein Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020a). Begrippen: Werkloos. Geraadpleegd van https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/begrippen?tab=witid=werkloos Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020b). Begrippen: Niet-uitkeringsgerechtigde (in het kader van de Participatiewet). Geraadpleegd van https://www.cbs.nl/nl-nl/onze- diensten/methoden/begrippen?tab=ntid=niet-uitkeringsgerechtigde--in-het-kader-van-de- participatiewet-— Centraal Bureau voor de Statistiek. (2020c). StatLine datasets via thema: Arbeid en sociale zekerheid. Den Haag/Heerlen. Geraadpleegd van https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/navigatieScherm/thema?themaNr=50750 De Blank, M., & Holla, S. (2020). Factsheet: Genderstereotypering in werk, zorg en onderwijs. Amsterdam: Atria. Geraadpleegd van https://hdl.handle.net/11653/book116218 De Graaf-Zijl, M., Josten, E., Boeters, S., Eggink, E., Bolhaar, J., Ooms, |, den Ouden, A, & Woittiez, |. (2015). De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025. Den Haag: CPB & SCP. Geraadpleegd van https://www.cpb.nl/publicatie/de-onderkant-van-de-arbeidsmarkt-in- 2025 Deyl, C., Ruitenberg, J., Stouten, J., & Zuurbier, H. (2016). Mannen en vrouwen in de sociale zekerheid. Den Haag: Inspectie SZW. Geraadpleegd van https://www.inspectieszw.nl/publicaties/rapporten/2016/12/15/mannen-en-vrouwen-in- de-sociale-zekerheid Deyl, C., Ruitenberg, J., Stouten, J., & Zuurbier, H. (2017, 10 januari). Vrouwen stromen minder vaak uit naar werk. Sociale Vraagstukken. Geraadpleegd van https://www.socialevraagstukken.nl/vrouwen-stromen-minder-vaak-uit-naar-werk/ Doove, S., Dill, A, Joosten, M., & Rouw, B. (2018a). Langdurig in de bijstand [tabellenset]. Den Haag: CBS. Geraadpleegd van https://www.chbs.nl/nl-nl/maatwerk/2018/36/langdurig- in-de-bijstand Doove, S., Dill, A., Joosten, M., & Rouw, B. (2018b). Uitstroom uit de langdurige bijstand. Den Haag: CBS. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/uitstroom-uit-de- langdurige-bijstand-cbs 31 EIGE. (2019). Gender Equality Index 2019. Work-life balance. Luxemburg: Publications Office of the European Union. Geraadpleegd van https://eige.europa.eu/publications/gender- equality-index-2019-report Kuyper, L. (2017). Transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP. Geraadpleegd van https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2017/05/09/transgender-personen-in-nederland Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (2019). Factsheet verschillen arbeidsmarkt, uitkeringen en re-integratie mannen en vrouwen. Den Haag: Rijksoverheid. https://www.kennisplatformwerkeninkomen.nl/documenten/rapporten/2020/02/14/fact- sheet-man-vrouw-verschillen-arbeidsmarkt-uitkeringen-en-re-integratie OIS Amsterdam. (2018). Monitor Vrouwenemancipatie 2017. Gemeente Amsterdam. Geraadpleegd van https://data.amsterdam.nl/artikelen/artikel/monitor- vrouwenemancipatie-2017-de-positie-van-amsterdamse-vrouwen/8d9a2d47-8f70-421a- abef-d6abe7bae2ee/ OIS Amsterdam. (2019). Amsterdam in cijfers, Jaarboek 2019. Gemeente Amsterdam. Geraadpleegd van https://data.amsterdam.nl/publicaties/publicatie/amsterdam-in-cijfers- 2019/b27fc8e9-2c05-40ae-8fce-5738016a5be3/ OIS Amsterdam (2020, te verschijnen). Uitstroom uit de bijstand 2016-2018. Gemeente Amsterdam. Portegijs, W., & van den Brakel, M. (2018). Emancipatiemonitor 2018. Den Haag: CBS & SCP. Geraadpleegd van https://www.chbs.nl/nl-nl/publicatie/2018/50/emancipatiemonitor-2018 Rud, |., Nesseler, C., Groot, W., & Maassen van den Brink, H. (2018). Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor 2017. Metropoolregio Amsterdam. Geraadpleegd van https://www.amsterdameconomicboard.com/app/uploads/2018/09/Onderwijs-en- Arbeidsmarktmonitor2017.pdf Sol, C. C. A. M., Glebbeek, A. C., Edzes, A. J. E., Busschers, l., de Bok, H. I., Engelsman, J. S., & Nysten, C. E. R. (2011). ‘Fit or Unfit': Naar expliciete re-integratie theorieën. Universiteit van Amsterdam. Geraadpleegd van http://www. verbeteronderzoek.nl/uploaded files/publications/RVO5-web-1.pdf Stavenuiter, M., Kahmann, M., Kok. E., van Mourik, K., Out, M., & de Gruijter, M. (2020). Re- integratie van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut & Movisie. Geraadpleegd van https://www.verwey-jonker.nl/publicaties/2020/re- integratie-van-vrouwen-met-een-afstand-tot-de-arbeidsmarkt 32 Van Beek, A., & Pouwels, B. (2017). Gelijke beloning verzekerd? Gelijke beloning van mannen en vrouwen bij verzekeringsorganisaties. Utrecht: College voor de Rechten van de Mens. Geraadpleegd van https://mensenrechten.nl/nl/publicatie/5b46fce2748c2212a54517ed Van Echtelt, P., Sadiraj, K., Hoff, S., Muns, S., Karpinska, K., Das, D., & Versantvoort, M. (2019). Eindevaluatie van de Participatiewet. Den Haag: SCP. Geraadpleegd van https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2019/11/19/eindevaluatie-van-de- participatiewet 33 ADDENDUM Door de vragen die tijdens het uitvoeren van deze genderscan naar voren kwamen, is door OIS aanvullend onderzoek gedaan naar de samenstelling van het bijstandsbestand van de gemeente Amsterdam. Deze informatie is daardoor niet meegenomen in de analyse van de huidige genderscan. Het betreft informatie over de samenstelling van het bijstandsbestand naar gender en informatie over de uitstroom uit de uitkering naar betaald werk, naar gender. Hieronder een overzicht van de cijfers. A. Samenstelling bestand naar gender (1-1-2020) Tabel 1: Niet-uitkeringsgerechtigden (NUG) naar gender | Aantal | _ % | Man | 58 | 36 | Vrouw | 101 | 64 | Het is belangrijk vast te stellen dat dit alleen de Nuggers zijn die in het bijstandsbestand van de gemeente zijn opgenomen omdat zij een re-integratie- of participatie-traject volgen, en niet alle Nuggers in de gemeente Amsterdam. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat de gender-verhouding van alle Nuggers in de gemeente is, en of dit correleert met de gender-verhouding van Nuggers in het bijstandsbestand. Tabel 2: Samenstelling van het bijstandsbestand naar gender en huishoudsamenstelling Samenstelling Paar zonder Paar met Eenoudergezin Alleenstaand Overig Tehuisbewoner Totaal* huishouden kinderen kinderen | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man _| 1370 3735 1108 12810 | 63 | 148 | 66 | 766 | 70 | 19937 | 49 | 1044 3751 8325 7611 21132 2414 7486 9433 20421 1092 41069 * Het betreft het totaal aantal individueel rechthebbende uitkeringsgerechtigden. Bij een huishouden kan het dus gaan om een hoofdaanvrager, rechthebbende partner en rechthebbend kind. Opvallend is dat de eenoudergezinnen voornamelijk uit vrouwen bestaan en de alleenstaanden voor bijna twee derde uit mannen. 34 Tabel 3: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en positie in het huishouden Hoofd van Overig Huishoudtype Totaal huishouden onbekend | Aantal | % Aantal} _% | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man __| 17073 1055 | 71 | 897 | 69 | 40 | 62 | 19977 | 49 | 16667 | 49 | 3647 | 80 | 426 | 29 | 402 | 31 | 25 | 38 | 21157 33730 4559 1481 1299 41134 * Dit zijn volwassen kinderen die bijstandsgerechtigd zijn en als thuiswonend kind in een huishouden staan aangemerkt. Het hoge aantal mannelijke kinderen is opvallend, het is interessant om verder te onderzoeken hoe dit wordt veroorzaakt. Het hoge aantal vrouwelijke partners bevestigt de vaststelling dat in geval van uitkeringen bij paren, de man vaak de hoofdaanvrager is. Tabel 4: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en migratieachtergrond Herkomst Niet-westers allochtoon Westers allochtoon Autochtoon Onbekend Aantal | __ % | __ Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man | 13941 1627 4369 | 54 | 40 | 62 | 19977 | 49 | 15571 1859 3702 | 46 | 25 | 38 | 21157 29512 3486 8071 41134 Zoals in de genderscan aangegeven blijkt dat bij autochtone Nederlanders meer mannen een bijstandsuitkering ontvangen en dat dit bij allochtone Nederlanders dit iets vaker vrouwen zijn. Tabel 5: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en type migratieachtergrond Herkomst ___| Onbekend geen migratieachtergrond | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | ____ Aantad | % | Aantal | % | Man ___| 40 | 62 | 12467 | 46 | 3177 4273 19977 | 49 | 14414 3107 | 49 | 3611 46 _| 21157 26901 6234 7884 41134 In de genderscan is het onderscheid naar eerste of tweede generatie migranten niet meegenomen, maar hier zijn ook enige verschillen tussen de generaties waarneembaar. 35 Tabel 6: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en leeftijdscategorie Leeftijdscategorie 1824 | 2534 | 3544 | 4554 | 5564 | 65+ | Onbekend [Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man __| ot | 58 | 3017 | 49 | 3720 5480 6172 | 52 | 668 | 53 | 9 | 64 | 19977 | 49 3116 4982 6074 5742 | 48 | 582 | 47 | 5 | 36 | 21157 1567 6133 8702 11554 11914 1250 41134 Zoals de scan aangeeft zijn vrouwen oververtegenwoordigd in de leeftijd van 35-54 jaar, en mannen in de leeftijd onder de 25 en boven de 55 jaar. Tabel 7: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en opleidingsniveau Hoogst genoten opleiding Middelbaar Onbekend | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man ____________| 11087 4955 2015 1920 _49 | 19977 | 49 | 12399 4975 1816 1967 21157 23486 9930 3831 3887 41134 Vrouwen zijn iets oververtegenwoordigd in de groep met een lage opleiding en mannen in de groep met een hoge opleiding, hetgeen verklaard zou kunnen worden doordat met name oudere vrouwen lager zijn opgeleid dan mannen. Het zou interessant zijn deze aanname te checken. Tabel 8: Samenstelling bijstandsbestand naar gender en perspectief op werk Trede* |___On 4DÚÛÚj|ÓÓ5jÛTÚ| Totaal | __| Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal} % | Aantal | % | Man __ | 1229 5646 8706 2538 1059 19977 | 49 | 1227 5506 | 49 | 11316 1993 | 44 | 625 | 37 | 490 | 38 | 21157 2456 11152 20022 4531 1684 1289 41134 * Hoe lager de trede, hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt. Bij een hoge trede kan de klant richting werk worden begeleid. Het hoge percentage vrouwen dat ingedeeld is in trede 2, is in lijn met de bevinding dat vrouwen minder snel uitstromen uit de bijstand en dat zij vaker langdurig gebruik maken van de bijstand. 36 B. Duurzame uitstroom naar betaald werk (boven bijstandsniveau) Deze gegevens over de gemeente Amsterdam zijn afkomstig van het CBS en gaan over de periode 2016-2018. CBS-data worden uit verschillende bestanden gegenereerd en geven daardoor een situatie weer van circa 6 maanden geleden. Omdat duurzame uitstroom geldt vanaf 6 maanden, betekent dat deze cijfers refereren naar degenen die circa een jaar geleden zijn uitgestroomd. Door de uitstroomgegevens te vergelijken met de samenstelling van het gehele bestand van uitkeringsgerechtigden, kan een analyse worden gemaakt van welke groepen mannen en vrouwen achterblijven in uitstroom. Tabel 9a: Uitstroom naar betaald werk naar gender en type huishouden | Samenstelling huishouden |_ Instituut | Alleenstaande | Paar zonder kinderen | Paar met kinderen | Eenoudergezin | Overig | Totaal | | Aantal] % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal| % | Aantal} % | Man ________| 530 | 82 | 4580 | 71 | 1000 | 62 | 1800 | 63 | 1040 | 29 | 170 | 59 | 9110 | 59 | Tabel 9b: idem maar anders gepercenteerd | Samenstelling huishouden |_ Instituut | Alleenstaande | Paar zonder kinderen | Paar met kinderen | Eenoudergezin | Overig | Totaal | | Aantal] % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal| % | Aantal} % | Man | 530 | | 4580 | | 1000 | | 1800 | | 1040 | | 170 | | 9110 } 59 | Vrouw______________| 120 | | 1920 | | 610 | | 1060 | | 2500 | | 70 | | 6280 | 41 | Totaal_______| 650 | 4 | 6490 | 42 | 1610 | 10 | 2860 | 19 | 3540 | 23 | 240 | 2 | 15390 | 100| Tabel 10: Uitstroom naar betaald werk naar gender en migratieachtergrond a Antillen en westerse Westerse Aruba landen landen _|Aantal| % [Aantal % |Aantal| % |Aantal| % |Aantal| % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |Aantal} % | Man __| 340 | 76 | 2050 | 57 | 1220 | 63 | 570 | 61} 1480 | 50 | 310 | 53 | 1730 | 70 | 740 | 50 | 9440 | 60 | Vrouw | 120 | 27 | 1550 | 43 | 710 | 37} 370 | 39 | 1470 | 50 | 270 | 47 | 1160 | 30 | 750 | 50 | 6400 | 40 | Totaal | 450 |100| 3600 | 100} 1930 | 100} 940 |100) 2950 |100) 580 | 100 | 3890 | 100 | 1490 | 100 | 15850 | 100 | 37 Tabel 11: Uitstroom naar betaald werk naar gender en leeftijd |leeftijdscategorie | 1826 | 2731 | 3239 | 4049 | 5059 | 6066 | Totaal | | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Man ____| 1840 | 60 | 1720 | 58 | 2040 | 58 | 2020 | 60 | 1490 | 62 | 330 | 63 | 9440 | 60 | Vrouw _____| 1240 | 40 | 1240 | 42 | 1450 | 41 | 1370 | 40 | 900 | 38 | 190 | 37 | 6400 | 40 | Tabel 12: Uitstroom naar betaald werk naar gender en opleidingsniveau | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | __% | Aantal | % | Man ____________} 4380 | 67 | 3060 | 53 | 1600 | 54 | 400 | 63 | 9440 | 60 | Vrouw} 2120 | 33 | 2670 | 47 | 1390 | 46 | 230 | 37 | 6400 | 40 | 38 Werk.en.de Toekomst Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding Werk.en.de Toekomst zet zich in voor het doorbreken van genderstereotypering in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en het verbeteren van de mogelijkheden om werk, zorg en leren met elkaar te combineren. Werk.en.de Toekomst is een samenwerking van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Emancipator, de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) en VHTO, Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek en wordt gesteund door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Onderzoeksrapport
40
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 32 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ernsting inzake Fietsroute Nieuwmarkt: Touringcars weren Onderwerp Fietsroute Nieuwmarkt: Touringcars weren Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de fietsroute Nieuwmarkt Overwegende dat e De afslaande touringcars op de Jodenbreestraat naar de Nieuwe Uilenburgerstraat voor onveiligheid zorgen voor fietsers en voetgangers e Volgens de agenda touringcar vanaf 2022 touringcars niet meer welkom zijn inde Joden- breestraat Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Vaart te zetten achter de uitvoering van de agenda touringcar en de fietsroute zoveel mogelijk touringcarvrij te maken. Indiener Z.D. Ernsting
Motie
1
discard
2 gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 1 maart 2022 Portefeuille(s) Wonen Portefeuillehouder(s): _ J. Wedemeijer Behandeld door Directie Wonen, [email protected] Onderwerp Afdoening motie 816 van het lid Kili (DENK) inzake een lobby om huurders meer rechten te geven om achterstallig onderhoud in de woning in de praktijk beter af te dwingen Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 2 december 2022 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 34 (Expertmeeting over kwaliteit huurwoningen in Amsterdam) motie 816 van het lid Kilig (DENK) inzake een lobby om huurders meer rechten te geven om achterstallig onderhoud in de praktijk beter af te dwingen aangenomen. In de motie wordt het college gevraagd: Een lobby te starten richting het Rijk om huurders meer rechten te geven om achterstallig onderhoud in de woning in de praktijk beter af te dwingen. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: Te vaak komen slechte huurwoningen voor in Amsterdam. Er is sprake van loden leidingen, schimmel, slechte installaties, tocht en hoge stookkosten. Huurders zijn soms onvoldoende op de hoogte van wat zijn of haar rechten zijn of durven niet altijd naar de Huurcommissie te stappen. De huurder die wel naar de Huurcommissie stapt, krijgt te maken met lange doorlooptijden. De Huurcommissie kampt volgens de nationale ombudsman met slechte bereikbaarheid, lange wachttijden en er is sprake van matige communicatie*. Tevens is de Huurcommissie alleen toegankelijk voor huurders in de sociale sector. Verder krijgt alleen de huurder van een slechte woning die de gehele procedure (van soms jaren) doorloopt, een huurverlaging toegekend. Dit is echter geen waarborg dat het achterstallig onderhoud wordt verholpen. Voor sommige huurders is de opgelegde huurverlaging reden om zich neer te leggen bij de slechte, vaak ongezonde woning en geen verdere stappen te ondernemen. Daarbij vraagt een vervolgstap naar de rechter onzekerheid, tijd, kosten en juridische kennis, die in veel gevallen ontbreekt. Met als gevolg dat * Bron: https:/www.nationaleombudsman.nl{nieuws{2021/huurcommissie-kampt-nog-steeds-met- slechte-bereikbaarheid-lange-wachttijden-en-matige Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022 Pagina 2 van 3 een huurder blijft zitten met het achterstallig onderhoud zoals bijvoorbeeld ziekmakende schimmel. Een individuele huurder met klachten over zijn of haar woning stapt daarom niet altijd naar de Huurcommissie. De motie is er op gericht de positie van de huurder te versterken om achterstallig onderhoud in de woning af te kunnen dwingen. Daartoe zijn samen met stichting WOON verbeteringen uitgewerkt die de gang naar de Huurcommissie vereenvoudigen en de positie van huurders versterkt. Ter bevordering van goed verhuurderschap en het tegengaan van discriminatie en intimidatie op de woningmarkt is er een nieuwe wet in de maak: de Wet goed verhuurderschap. Het wetsvoorstel is nog in voorontwerp en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is onder andere met de gemeente Amsterdam hierover en andere aspecten van goed verhuurderschap, in gesprek. De gemeente Amsterdam zal in deze gesprekken het Rijk oproepen om de gang naar de Huurcommissie te vereenvoudigen en de positie van alle huurders te versterken door onder meer: 1. De drempel voor een huurder om naar de huurcommissie te stappen te verlagen. Door het vereenvoudigen en versnellen van de start van de procedure en de bewijslast in sommige situaties om te keren. 2. Onderhoudsgebreken voorrang te geven bij de Huurcommissie. Het is belangrijk voor de gezondheid van de bewoner dat een woning goed onderhouden is en dat daarom deze verzoeken als eerst opgepakt worden. 3. Huurders meer rechten te geven door meer gebreken, zoals enkel glas en niet goed functionerende verwarmingsapparaten, op te nemen in het gebrekenboek. 4. Bescherming te bieden aan alle huurders en de Huurcommissie ook voor huurders in de vrije sector toegankelijk te maken. Mede omdat de groep van niet-professionele verhuurders (bijv. ex-eigenaar-bewoners die vertrekken en hun achterblijvende woning gaan verhuren) toe lijkt te nemen. 5. Het verbeteren van de positie van huurders met tijdelijke huurcontracten. Huurders met tijdelijke huurcontracten durven onderhoudsgebreken vaak niet aan te kaarten. 6. Een waarborging dat achterstallig onderhoud ook na uitspraak van de Huurcommissie wordt opgelost. Het college beschouwt hiermee motie 816 als afgehandeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 1 maart 2022 Pagina 3 van 3 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
D TTET Amsterdam % a ische k Ijfers Amsterd Ll Ll > Gn juli en augustus 2020 Hoe staat de Amsterdamse economie er nu voor? 1 Boven Wend In deze factsheet kijken we naar de ontwikkeling van een vaste set A Ed indicatoren die de economische situatie in Amsterdam vanuit verschillende FP invalshoeken weergeven. Omdat sommige cijfers met vertraging Í beschikbaar komen, zoeken we ook naar de alternatieve indicatoren die een actueel beeld geven per dag of per week. Conjunctuurklok Amsterdam, augustus 2020 >> aen 5 E ea In het tweede kwartaal van 2020 kromp de Amsterdamse economie met tussen m & de 12 en 14 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019. Deze nieuwe cijfers van het CBS laten zien dat de economie van Amsterdam harder is geraakt door de coronacrisis dan de landelijke economie die in dezelfde periode k o met 9,3 procent kromp. Veel van de bedrijfstakken die het hardst zijn geraakt ni door de coronacrisis zijn goed vertegenwoordigd in Amsterdam, onder andere Ld cultuur, reisbemiddeling en horeca. pen Verschillende indicatoren en de conjunctuurklok laten vanaf het begin van 2020 zien dat het economische " eel beeld in Amsterdam elke maand verslechtert. In juli en augustus presteren acht van de negen indicatoren A, herelovermachtingen onder hun langjarige trend. De situatie is verder verslechterd, als het gaat om ww-uitkeringen, passagiers gp mma en vracht op Schiphol en hotelovernachtingen. Daarnaast laten de recente cijfers van de wereldhandel, de s verkochte woningen havenoverslag en de woningmarkt de transitie van deze indicatoren van het oranje naar het rode kwadrant al zien. Dit betekent omslag van hoog- naar laagconjunctuur. 8 hevenoverslag Vertrouwen Consumentenvertrouwen De vertrouwensindicatoren laten in juli-augustus een 8 saldo gemengd beeld zien. Het ondernemersvertrouwen is bekend tot en met juli en laat een verbetering zien ten ER EN =nn gen opzichte van juni. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid is positiever geworden. ie Het consumentenvertrouwen is eerst verbeterd in juli, waarna verslechterd in augustus. Consumenten zijn 16 pessimistischer geworden over de Nederlandse economie en hun eigen economische situatie. De ie, stemming consumenten over . . Ss economie verslechterd in augustus verwachtingen van de toekomstige werkloosheid zijn _E . -32 toegenomen. De Amsterdamse beurs laat ruim twee jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug maanden een zijwaartse trend zien. Het aantal 2019 2020 stijgende en dalende fondsen blijft nagenoeg gelijk. Bron: CBS AEX per week in 2020 Producentenvertrouwen 750 15 saldo MeT AAlnanuaannen H afwachtende | 250 periode op de beurs 15 ondernemers minder negatief over economie in juli o -30 12 3 4 5 67 8 9 1011121314151617 1819 2021222324252627 28293031 333435 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul jan feb mrt apr mei jun jul aug 2019 2020 Bron: beurs.nl Bron: CBS Amsterdamse economie Schiphol: passagiers en vracht De impact van het coronavirus op de luchtvaart is te Passagiers op Schiphol zien in de forse daling van het aantal vluchten, 8 _miljoenen passagiers en vracht op Schiphol. In juli van 2020 is het passagiersvolume met 80 procent en het vrachtvolume met 7 procent gedaald ten opzichte van 6 N één jaar eerder. 6,7 miljoen 1,3 miljoen De versoepeling van reisbeperkingen en de start van . passagiers passagiers het vakantieseizoen hebben ertoe geleid dat het aantal passagiers in juli met name binnen Europa begon te stijgen. Gedurende de vakantiemaand juli is 2 het dagelijkse aantal passagiers verdubbeld van 28.000 op 1 juli tot 58.500 op 31 juli. Eind augustus verwacht Schiphol circa 65.000-80.000 passagiers per En ke novd eb dag. In hoeverre dit herstel zich doorzet is afhankelijk : : in : « in | zoo wrat meid JN ang S&P ON NOVEEE Jen MADE MED JD van hoe het coronavirus zich ontwikkelt. Bron: Schiphol Passagiers op Schiphol Vracht op Schiphol procent verschil ten opzichte van een jaar eerder procent verschil ten opzichte van een jaar eerder OT Mm TEENE Û -25 75 Ì Ì Û I Ï 80% minder "50 passagiers 26 7% minder vracht 75 dan in 2019 -22,5 (ton) dan in 2019 „100 Nm 730 jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul 2019 2020 2019 2020 Bron: Schiphol Bron: Schiphol Havenoverslag Havenoverslag 20 procent verschil ten opzichte van een jaar eerder De overslag in de Amsterdamse haven is in de eerste zes maanden van 2020 met 12 procent gedaald ten zo opzichte van dezelfde periode in 2019. De daling in En mn het eerste kwartaal bedroeg 14 procent en in het o tweede kwartaal 10 procent. De volumedaling is ok ot In mn der andere het gevolg van de vraaguitval naar de „10 10% minder overslag (ton) Keo 9 g . gu dan in 2019 transportbrandstoffen (benzine, kerosine, e.d.) …. -20 tijdens de lockdown. Daarnaast daalde het volume ew skw zkw war ew skw steenkool in 2020. 2019 2020 Bron: PTA Bezoekerseconomie De versoepeling van de maatregelen en Een andere graadmeter van de bezoekerstoename is reisbeperkingen heeft positief effect op de toename de stijging van het aantal passanten in de Kalverstraat van het aantal bezoekers in Amsterdam. In juli en vooral in de maand juli. Om de drukte te beheersen augustus is meer dan 80 procent van de en de virusverspreiding tegen te gaan voert de Amsterdamse hotels open en ontvangt gasten. De gemeente vanaf juli aanvullende maatregelen in op gemiddelde kamerbezetting van de open hotels is verschillende locaties, waaronder de Kalverstraat. In verdubbeld van 26 procent begin juli tot boven de 50 de eerste weken van augustus bedraagt het procent begin augustus. Deze bezetting ligt nog bezoekersvolume in de Kalverstraat circa so procent onder het niveau van juli-augustus 2019 (go procent). van het niveau in 2019. Dit is minder dan in de maand juli (7o procent). Kamerbezetting en beschikbaarheid hotels Passanten in de Kalverstraat 100 100 percentage passanten ten opzichte van dezelfde week een jaar eerder meer dan 80% van ———— 75 de hotels is open 75 wekelijks passantenvolume TEA en ontvangt in augustus gedaald 50 gasten 50 bezetting 25 open hotels 25 I [ Ï | | ven 50% ‚_ bovenso nnn 1 3 5 7 9 Al 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 Q 10 1112 13 14 1516 17 18 19 20 21 22 2324 25 26 2728 29 30 31 32 33 jan feb mrt apr mei jun jul aug feb mrt apr mei juni jul aug Bron: VisitorData in opdracht van amsterdam&partners Bron: Crowd Monitoring Systeem Amsterdam Bedrijvigheid in Amsterdam Aantal faillissementen in 2020 per week Begin 2020 telde Amsterdam circa 132.000 " bedrijfsvestigingen met hierin 581.000 werkzame personen. In 2019 zijn er 13.000 nieuwe bedrijven gestart en 118 ondernemingen failliet gegaan. Het aantal faillissementen tot en met week 33 van 2020 1 bedraagt 191. Dit is een stijging ten opzichte van 2019, die voorlopig beperkt lijkt te blijven mede dankzij de financiële steunpakketten van de overheid. Het hoogste aantal faillissementen was in 2013 (327). ° De gevolgen van de coronacrisis voor het bedrijfsleven in Amsterdam worden duidelijker na verloop van tijd. | l IJ | l Een faillissementsprocedure kan na aanvraag 2 á 3 o 1 maanden duren. 1 3 5 7 9 U 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 jan feb mrt apr mei jun jul aug Bron: OIS # faillissementen.nl Werkloosheid De gevolgen van de coronacrisis zijn vooral in het Het aantal WW-uitkeringen geeft een indicatie van het tweede en in het begin van het derde kwartaal goed aantal werknemers die buiten hun schuld hun baan zichtbaar door de snel stijgende werkloosheid. Het zijn kwijtgeraakt. Het aantal bijstandsuitkeringen is aantal WW-uitkeringen in Amsterdam is in april met 37 een andere indicator die de procent, in mei met 46 procent, in juni met 54 procent werkloosheidsontwikkelingen aangeeft. In juli 2020 is en in juli met 61 procent toegenomen ten opzichte van het aantal bijstandsuitkeringen met 1,7% toegenomen dezelfde maand in 2019. tot 40.387. Dit aantal ligt op het niveau van eind 2018. Aantal WW-uitkeringen 22.010 Aantal bijstandsuitkeringen 21.000 42.000 21.798 40.387 18.000 40.500 39.729 40.246 15.000 13.705 39.000 12.000 37-500 jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul jan mrt mei _ jul sep nov jan mrt _ mei _ jul 2019 2020 2019 2020 Bron: UWV Bron: WPI Tozo Zelfstandige ondernemers die door de coronacrisis , nt : Aanvragen Tozo per week financieel in de problemen komen, kunnen gebruik . Tozo 1: maart-mei … … . . peildatum 24 augustus 2020 maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling Das 41.337 aanvragen zelfstandig ondernemers, Tozo. Deze uitkering voor 40.000 levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal ee minimum. Deze regeling gold in eerste instantie voor Tozo 2: juni-september de maanden maart, april en mei, ‘Tozo 1’. Voorde 30.000 20.504, BENNEN maanden juni, juli, augustus en september geldt een Ì iets aangepaste regeling ‘Tozo 2’. Ongeveer 94.000 20.000 Amsterdammers werken als zzp'er, waarvan een deel mogelijk in aanmerking komt voor Tozo. Gemeente 40.000 Amsterdam heeft in totaal 41.337 aanvragen voor Tozo 1 ontvangen en aan 37.340 Unieke aanvragers één of . o meerdere voorschotten toegekend (peildatum 24 1314 1516 17 18 1920 21 22 2324 25 26 27 28 20 30 31 3233 34 augustus 2020). Daarnaast hebben 20.504 unieke mrt __ apr mei jun jul aug klanten een aanvraag gedaan voor Tozo 2. Bron: WPI Toelichting en meer informatie… Colofon data.amsterdam.nl{dossierfeconomie Economische Zaken [Oger 205: ON Lakken at- LOER in SN Lil data.amsterdam.nl
Factsheet
3
test
> < Gemeente % Amsterdam Ontwikkelstrategie ArenAPoort 2030 Het stadshart van 1Zuidoost es | & SS De Ed iN ie RS 5 “n WU et Ek nz £ — oe B kN me Ee eg ee ge” he { ps En es e SN Ns Pe Se s ze ne s N Ee $ | pe Ed ü Ge Ky à Nr et © S PO Concept Ne Inhoud 1 Samenvatting 3 Inleiding 13 2 Waarom een Ontwikkelstrategie? 18 2.1 De geschiedenis van ArenAPoort 19 2.2 Ruimte voor groei 20 2.3 Gebied met uitdagingen 21 3 Wat is er nodig om ArenAPoort verder te ontwikkelen? 22 3.1 Compleet en verbonden 23 3.2 Een centrum voor iedereen 33 3.3 Goed bereikbaar 42 34 Levendige openbare ruimte 50 3.5 Duurzaam en toekomstbestendig 61 4 Wat gebeurt er per deelgebied? 68 4.1 ArenAPoort West 69 4.2 Amsterdamse Poort 74 4.3 Cumulus Park 80 4,4 Station Amsterdam Bijlmer ArenA 83 5 Uitvoering 85 5.1 Waar gaat op korte termijn gebouwd worden? 86 5.2 Welke ontwikkelingen zitten nog meer in de pijplijn? 86 5.3 Overlast zo veel mogelijk beperken 87 6 Samenwerking en participatie 93 6.1 Samenwerking 95 62 Participatie 96 6.3 Communicatie 101 Bijlage 1 Terugkoppeling participatie startnotitie ontwikkelstrategie ArenAPoort 102 Bijlage 2 _Adviesrapport ArenAPoort WMS 116 Bijlage 3 _Mobiliteitskaarten (betreft indicatieve kaarten) 117 Bronvermelding 119 Colofon 120 Contact 121 Samenvatting Ontwikkelstrategie ArenAPoort Waarom een ontwikkelstrategie ArenAPoort? ArenAPoort is enorm in beweging en ook de komende jaren staat er veel te gebeuren. Het streven is om 5.700 woningen in het gebied te bouwen, met de voorzieningen die daarbij horen. Om deze en vele andere ontwikkelingen in goede banen te leiden, hebben we als gemeente deze ontwikkelstrategie opgesteld. De ontwikkel- strategie geeft inzicht in de gemeentelijke visie op ArenAPoort en beschrijft de bouw- en andere projecten die daar tot 2030 worden uitgevoerd. Daarnaast is de ontwikkelstrategie het kader waarbinnen alle ontwikkelingen moeten passen. De gemeente heeft de ontwikkel- strategie opgesteld, maar zich daarbij ook gebaseerd op de inbreng van bewoners, bedrijven en andere gebruikers van ArenAPoort. Omdat de ontwikkelstrategie gepaard gaat met investeringen in ArenAPoort, en dan vooral in de openbare ruimte, is het investe- ringsbesluit ArenAPoort 2030 onderdeel van deze ontwikkelstrategie. Strategie en investeringsbesluit worden samen ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Samen werken aan ArenAPoort De ontwikkeling van ArenAPoort is een samenwerking tussen grondeigenaren, ontwikkelende partijen, bedrijven, maatschappelijke organisaties, bewoners van ArenAPoort en Zuidoost, en de gemeente. De meeste bouwprojecten worden geïnitieerd en uitgevoerd door marktpartijen. De gemeente gaat over de projecten in de openbare ruimte en we waken over de kwaliteit van de gebiedsontwikkeling, zodat een goed woonmilieu, voldoende maatschappelijke voorzie- ningen en een goede bereikbaarheid kunnen worden gerealiseerd. In 2019 heeft een participatietraject plaatsgevonden waarbij met bewoners van ArenAPoort contact is geweest over wensen, ideeën en mogelijkheden in ArenAPoort. Met bewoners bedoelen we hier alle deelnemers die bij een participatieproces kunnen worden betrokken: inwoners, ondernemers, bezoekers, maatschappelijke instellingen en andere belanghebbenden. De ontwikkelstrategie bevat een weergave van dat partici- patietraject en van hoe we tot nu toe hebben samengewerkt met bewoners. De ontwikkelstrategie beschrijft ook welke keuzes we maken, wat er op korte en lange termijn staat te gebeuren, welke verantwoordelijkheid de gemeente heeft, en waar of wanneer andere partijen aan zet zijn. 4 Ruimte bieden aan groei ArenAPoort bestaat uit vier deelgebieden: ArenAPoort West, Amsterdamse Poort, Cumulus Park en Station Amsterdam Bijlmer ArenA. ArenAPoort functioneert nu nog vooral als een centrum voor Zuidoost. In de nieuwe Omgevingsvisie 2050 omarmt de Gemeente Amsterdam een meerkernige benadering van de stad. Om de binnen- stad van Amsterdam te ontzien is het belangrijk dat de secundaire centra in Amsterdam zich verder ontwikkelen. In ArenAPoort is één van de gebieden waar nadrukkelijk wordt ingezet op groei. Zo worden er woningen gebouwd, waardoor ArenAPoort een bijdrage levert aan de ambitie om tot 2050 tenminste 150.000 woningen toe bouwen. Ook het voorzieningenniveau wordt uitgebreid. Ee Em oe í IN el em 5 ME DE, | I | ed A hg pn Vor NE ee mn | EN / hw 1d 0 nf | BES Ee df Í [ Í [ a Eke EE ee f B \ D pe Sal We Oe er a NS ZEN A ee DI Ee eid ee" _ er mr gi EU an 2 Í Í Í 1 en KE ke tm Ee si ler [EP En “ pk En î pn | w a ri T | L | | | 1 1 Kr Ee le. | & si LE mmm ä \ j k ns ä ij pe | En = u IE en pmen EE FE [ | IE lek EN en | m Bel gern 8 MON OE ER a PL Dn Eh oe ARN A EN vi jj | EN KH } il B | rj Se  5 ij E AN Mn En Lj NE IN Me BR CE ENE! EL bite EN arl he PETE eN. 5 Ï el es er T Ee IEEE | hd: prrervggeeere O4 EEN LRE WELLUST AAM AT. at ed le, Na ij À La Mee Et PE Te Mean pet BNRE RN Old Senn INN ERLE BE 14 RS IH | Ì RE enne | | í K- | e | ne: pn Ecu nn. an E k Vp pn verd Hs Ds alle SR | al} Pe drin ns Pis, il nr 1 Van AS k meen en a H n 5 kt a NE WENEN Se s 3 } FA er 1 E. & lt : U en es he a aa d / p En 5 # N Veel potentie, maar nog niet op orde ArenAPoort is een uniek deel van de stad, dat aan weerszijden van station Amsterdam Bijlmer ArenA ligt. Aan de westzijde van het spoor herbergt het gebied het grootste uitgaanscentrum van Nederland, (internationale) kantoren en grootschalige detailhandel. Aan de oostzijde van het spoor ligt Amsterdamse Poort, met zijn vele winkels en voorzieningen als de bibliotheek, de multiculturele waren- markt op het Anton de Komplein, de Shopperhal en de woningen bovenop het winkelcentrum. Die ligging aan beide kanten van het spoor plus de combinatie van grote publiekstrekkers als AFAS Live, Ziggo Dome, de Johan Cruijff ArenA en Villa ArenA aan de ene kant, en winkelcentrum Amsterdamse Poort aan de andere kant, is nergens anders in Nederland te vinden. ArenAPoort is daarmee een belangrijke economische motor van Amsterdam en de regio. De covid-19-pandemie laat echter ook daar haar sporen na. Vóór de pandemie bezochten jaarlijks miljoenen mensen uit de hele wereld het centrum van Zuidoost. Dit is als gevolg van de pandemie in korte tijd veranderd, waarbij vooral de evenementenbranche is getroffen. Het is nog onduidelijk wat de precieze gevolgen zijn voor de branche in dit gebied. Samen met deze bedrijfstak en andere belanghebbenden staan we voor de moeilijke opgave om door deze tijd heen te komen en de effecten van de pandemie zo veel mogelijk te beperken. 6 Er ligt nog een andere belangrijke opgave voor ArenAPoort: het gebied moet één geheel worden, want nu beleven mensen het gebied nog niet als zodanig. Bezoekers van de grote evenementen aan de westkant weten vaak niet dat er een winkelcentrum en woon- gebied aan de oostzijde van het spoor ligt. Omgekeerd worden bezoekers van Amsterdamse Poort zelden verleid om het dagje winkelen uit te breiden met een bezoek aan Decathlon of Villa ArenA aan de westkant van het spoor. Ook de openbare ruimte moet aangepakt worden. De straten en pleinen zijn nu nog veelal stenig en functioneel ingericht en nodigen niet uit tot verblijven. Pleinen zijn tijdens piekmomenten heel druk, maar daarbuiten vaak erg rustig. Om meer kwaliteit en ruimte te bieden aan de huidige en toekomstige bewoners, werkenden en bezoekers, willen we de openbare ruimte herinrichten en daarmee tot een plek maken waar het aangenaam toeven is. Wat gaat er veranderen? Wat is er nodig om van ArenAPoort een volwaardig en aantrekkelijk centrum te maken? Dat zetten we op een rijtje aan de hand van vijf thema's: 1. Compleet en verbonden We willen ArenAPoort ontwikkelen tot een centrum waar mensen graag voor een langere tijd willen wonen en werken en zich verbonden voelen met ‘hun! plek. Daarom richten we ons in de eerste plaats op het toevoegen van woningen en zorgen we voor een goed leefklimaat. Ook met nieuwe gebouwen kunnen we de samenhang verbeteren tussen de deelgebieden binnen ArenAPoort en de verbinding met de woon- en werkgebieden eromheen. Verder willen we vooral de oost- en de westkant van het spoor sterker met elkaar verbinden. We streven naar een verhouding van 30% wonen, 30% werken en 40% voor andere functies zoals winkelen en sporten. Verdichting (binnen al bebouwd gebied meer woningen, kantoren en andere voor- zieningen aanbrengen) vindt plaats door transformatie, sloop-nieuw- bouw en nieuwbouw. Voor circa 3.700 nieuwe woningen zijn concrete plannen. Daarnaast is er ruimte om nog eens 2.000 woningen te bouwen. ArenAPoort blijft wel nadrukkelijk een werkgebied. Ongeveer 100.000 m? kantoorruimte verdwijnt ten behoeve van woningen, maar daar komt circa 250.000 m? kantoorruimte voor terug. Ook in ArenAPoort zien we dat kantoorgebouwen en bijbehorende voorzieningen steeds vaker door meerdere huurders worden gedeeld. Niet alleen meer woningen, kantoren en functies als winkelen en vrijetijdsbesteding gaan voor meer levendigheid in ArenAPoort zorgen, ook de inrichting van plinten speelt daarin een rol. Plinten (het onderste deel van een gebouw ofwel de begane grond met soms de eerste verdieping) zijn bepalend voor de uitstraling van een straat of gebied. Een plint met een bakker, een groentezaak, een sportschool en een restaurant geeft ‘reuring’, in tegenstelling tot een blinde gevel. 7 Een groot deel van ArenAPoort is aangewezen als hoog- bouwstimuleringsgebied. Er mag tot maximaal 145 meter worden gebouwd. Niet alle gebouwen krijgen deze hoogte en hoogbouw mag niet ten koste gaan van de openbare ruimte en het verblijfs- klimaat op straat. 2. Een centrum voor iedereen ArenAPoort wordt een centrum voor iedereen: voor huidige en nieuwe bewoners, maar ook voor ondernemers, forensen, studenten en bezoekers. Deelgebied Amsterdamse Poort zou in combinatie met de Johan Cruijff Boulevard kunnen uitgroeien tot een centrum met regionale aantrekkingskracht, maar op de eerste plaats moet het winkelcentrum goed functioneren voor de bewoners uit Zuidoost. Samen met de eigenaar van het winkelcentrum werken we hard aan het verbeteren van het winkelgebied. Daarnaast zien we graag dat er meer goede restaurants, lunchrooms en cafés komen. Ook zijn er andere ontspanningsmogelijkheden voor de huidige bewoners nodig, denk aan een buurthuis of (klein) poppodium. Uiteraard komen er basisvoorzieningen als zorg en onderwijs, maar ook meer groen en speelplaatsen en, naast concepten voor het nieuwe werken, komt er ruimte voor start-ups voor (lokale) ondernemers. Bij het ontwik- kelen van dit alles zorgen we ervoor dat de bijzondere identiteit van ArenAPoort bewaard blijft. 3. Goed bereikbaar ArenAPoort behoudt haar uitstekende bereikbaarheid. Het verkeer gaat vooral schone, betaalbare en gezonde vervoersmiddelen omvatten. We gaan investeren in betere faciliteiten voor voetgangers en fietsers, zoals wandelroutes en langeafstandsfietspaden tussen ArenAPoort en de rest van de stad. Er komen meer fietsenstallingen en deel/huurconcepten voor auto en fiets. Woon-, werk- en winkel- gebieden worden zo veel mogelijk autoluw en we zetten in op één parkeersysteem. De capaciteit van het zo belangrijke openbaar- vervoersknooppunt in Zuidoost, station Amsterdam Bijlmer ArenA, zal met de komst van meer bewoners en gebruikers groter moeten worden; we onderzoeken de mogelijkheden daarvoor. Ook gaan we het logistieke verkeer voor de winkels, kantoren en evenementen efficiënter organiseren zodat het goed kan samengaan met de komst van nieuwe woningen. 4. Levendige openbare ruimte ArenAPoort heeft straks levendige en sfeervolle pleinen en straten, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en prettig kunnen zitten, spelen of sporten. Meer ruimte voor voetgangers ontstaat door (groene) ruimtes tussen kantoren en onderwijsinstellingen openbaar toegankelijk te maken. Voor voldoende groen is het woekeren met de ruimte in het gebied; oplossingen zijn gevelbeplanting en tuinen op daken van gebouwen. Ook in woongebieden leggen we dak- en binnentuinen aan. Er komt een nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA. Het ‘kralensnoer’ van pleinen, van het Anton de Komplein tot en met de Passage, ook Lifeline genoemd, krijgt een herkenbare inrichting en verlichting van hoge kwaliteit. Ook komen er (meer) winkels, en ruimte voor sport, cultuur en andere evenementen. 8 5. Duurzaam en toekomstbestendig Energie moet in ArenAPoort zo veel mogelijk duurzaam zijn, denk aan stads- en aardwarmte. Ontwerp, aanleg, gebruik en beheer van gebouwen en openbare ruimte moeten bijdragen aan het doel van energieneutrale netwerken in 2030. We richten ons vooral op duurzaam vervoer met elektrische deelconcepten voor auto, fiets of scooter, op het verminderen van hittestress door de aanleg van zo veel mogelijk groen en op een betere benutting van afval. We zoeken samenwerking met koplopers, zoals de Johan Cruijff ArenA, die een smart grid (systeem voor uitwisseling van duurzame energie tussen gebouwen) en een biovergister aanlegt; de laatste zet het afval van restaurants, evenementen en het stadsdeelkantoor om in energie. Willen we onze ambities kunnen waarmaken, dan is samenwerking met bewoners en bedrijven een vereiste. Wat gebeurt er per deelgebied? Per deelgebied leggen we een ander accent: ArenAPoort West Evenementen, ontspanning en werk blijven vooropstaan in dit belangrijke zakencentrum. Uitgangspunt is dat de verdichting niet ten koste mag gaan van de bereikbaarheid van bedrijven en voorzie- ningen. De vele evenementen en bezoekers leggen veel beslag op de openbare ruimte, en dat vraagt om een slim ontwerp daarvan. Een greep uit de bouwplannen: de eerste woningen in ArenAPoort West (ca. 300) worden waarschijnlijk in 2021 naast de kantoortoren op de Dreefkavel gebouwd. Op de bouwkavel naast AFAS Live komt het Eleven Square (UID), dat bestaat uit woningen (ca. 950), kantoren, horeca en ontspanning, een hotel en een theater. Aanvang bouw waarschijnlijk 2022. De woningen in het Eleven Square (UID) en het Stationskwartier zijn voor bewoners die minder snel last hebben van de drukte rond evenementen. Verder willen we ruimte bieden aan veilige en aantrekkelijke routes voor voetgangers, fietsers en langzaam verkeer, maar er ook op toezien dat bedrijven goed bereikbaar blijven. Amsterdamse Poort Het winkelgebied van Amsterdamse Poort dankt zijn bijzondere karakter aan de veelkleurigheid van lokaal ondernemerschap. Tel daar de multiculturele markt (3 x per week) op het Anton de Komplein bij op, en het is logisch dat de gemeenteraad het winkelcentrum heeft aangewezen als locatie die kan uitgroeien tot een centrum met regionale aantrekkingskracht. Winkeleigenaar CBRE is bereid om (met andere belanghebbenden) te investeren in het gebied. Door een complete make-over wordt de overdekte Shopperhal een publiekstrekker en het mengen van wonen, werken en winkelen moet het winkelcentrumgebied verder verlevendigen. Een groot project is de transformatie van het Zandkasteel waarin naast de Amsterdam International Community School (AICS), ca. 300 ruime stadsapparte- menten, horeca en werkruimtes komen. Nog twee transformatie- projecten, het Framebuilding en Flierbosdreef 2-12, gaan in 2020 van start, met een gevarieerd aanbod van sociale huur, middensegment en vrijesectorwoningen. 9 Cumulus Park De gemeente, ING, de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het ROCVA — MBO College Amsterdam Zuidoost (ROC) werken samen aan een plan om de wisselwerking tussen leren en werken te versterken. Daarvoor komen er werk- en leerplekken, onder andere voor start-ups en scale-ups. Ruimte daarvoor bieden het duurzame nieuwe kantoor van ING en straks ook het gerenoveerde Financial Plaza. De Bijlmerdreef wordt heringericht tot groene en duurzame stadsstraat. Op deze locatie komt ook de Business Campus van de HvA. Door dit alles kan het Cumulus Park verder uitgroeien tot een plek van talentontwikkeling en innovatie. Station Amsterdam Bijlmer ArenA Als openbaarvervoersknooppunt groeit station Amsterdam Bijlmer ArenA mee met de ontwikkelingen in ArenAPoort en overig Zuidoost. Straks moet het station berekend zijn op een toenemend aantal reizigers. De gemeente kijkt naar de inrichting van de openbare ruimte rond het station, naar het maken van ruimte voor voetgangers, fietsers en naar andere voor- en natransportopties zoals Kiss & Ride. Andere partijen gaan over uitbreidingen binnen het stationsgebouw, op het spoor en van de dienstregeling. Woningen, kantoren en winkels moeten straks goed verbonden zijn met het station, via aantrekkelijke en veilige fietspaden en wandelroutes. Rond het Hoekenrodeplein kan hoogbouw komen. In de plinten van gebouwen zien we graag winkels, horeca en inpandige fietsen- stallingen. Ook komt er meer groen, betere bewegwijzering en moet vanaf het station het winkelcentrum Amsterdamse Poort beter zichtbaar zijn. Uitvoering De komende jaren verwachten we veel bouwactiviteiten in ArenAPoort, waarbij het zwaartepunt ligt tussen 2021 en 2025. We houden als gemeente regie op de uitvoering en zorgen ervoor dat het gebied bereikbaar blijft. Toch zal de uitvoering impact hebben op de mensen, de bedrijven en andere instellingen in het gebied. Daarom vindt het werk plaats in fases en worden bij bouwprojecten tijdstip en uitvoering zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Het streven is dat de straten en pleinen zo veel mogelijk in dezelfde periode worden heringericht. Alleen als dat écht niet moge- lijk is, kiezen we voor een tijdelijke inrichting. Uiteraard zorgen we ervoor dat in de tussentijd het gebied toegankelijk en zo aantrekkelijk mogelijk blijft. Het leeuwendeel van de herinrichting van de openbare ruimte wordt uitgevoerd tussen 2025 en 2030. 10 De gemeente werkt in ArenAPoort samen met andere betrokkenen. Daarnaast zijn er platforms actief die ondernemers, bewoners en eigenaren verenigen. Als gemeente willen we verder inzetten op een goede en gestructureerde samenwerking, een wens die ook uit de participatie naar voren kwam. Er lopen verschillende trajecten waarin de samenwerking tussen gemeente, bedrijven en bewoners is geprofessionaliseerd, onder andere rond de thema's schoon, heel en veilig, en bereikbaarheid. De participatie, ofwel het betrekken van mensen in het gebied bij alle ontwikkelingen, wordt voortgezet. De gemeente communi- ceert via de website en een informatiecentrum, ook is persoonlijk contact mogelijk via een regelmatig te houden spreekuur in Metro- polis. We willen mensen helder en eenduidig informeren over alle werkzaamheden en ontwikkelingen. SESAME ‚ ee er ESS EIN SS a Yum | sl en pl el iers \ ee nn en Í en zn HN IN ed et En E Á B ES Nt 0 se U Nn , Me Se ar en en Al Eee ne | n penn el El ì nn mbh ne FE f nd nn nt gl megen 5 Ee Ì = Em ee lr Ere Ln F ed e a: Ï EL en ee = TTT Od Ì en / ain md th 9 m | : IL Í : ef ä zi ES lin Bi Tt EE onl k ed | EE, _M IE En Bi NN P 4 OENE A NS NN E | LIS ek » à / IN ne EN A Í B | ss Ke \ = Lc E dA nt | ed : Ed DR ME EP NEN Zn SN ek Ä af IRS ht Zas 7 a, Ne Ee = Pr |U ad Npe” Ba en eh ER } RO 4 me Vn CS A me OE AEEA EE 4 ij Een Nn OO ee ZP SER IEN Î Ee ge" zl Bi 5e en EE LN! et Ee he ern b sl PME eee) et en ih kN …— ze nen ee) ne 55 en AD NK dn Den Ken \ ne B Os iid EEA re Oe: B EMR TEE 4 | EER ve ee ENE zal Ee WE A ei RR : ee 1 mr el en Deane ZE 5 1 p me ie ds Ef : RE et El RE nn TE De Bel BN min ee er nan ze zo Be ter de EA ee eg Ee: TEE nr een E iN ee. À ke ee In id EN ee we tie mt Bt et he Te eb kn ee Ei ie à me r VE EIN er L - Ve d ] oe Ds J l é Ee R rcr tent ei Ee helene et a Een hehe kl rl he ee LE : É Tm EE we ee TTE Mer ft ed zet ‚ ke a in are e= e PE 4 oe rt a par EF: == aken Eje zee Ti is : Pr 4 Binn en dl er e à EN ag - Eer Ed Et f 4 k Te 8 ren É a, De p - mi MN Ee tee d Pen ee - 5 ze : in en = à da B Naber WA ei, det 4 En TTN rn En En oden me en Eme gee Tr k enk => zin mn a 7 =d re : DE E eend £ L eN Nek ae eN ) Ne pe Pe af | ee Ee ; A De TR ee : el Ef 6 dl = Ee : = nn uk Mien. k DA k= 5 == ri me En ee - = eta: . en ke raggen Ee PF ee | | En oe = er _ 8 he eden N ra + etn ij ek ee: es kf ed ee en ai = 5 Nien en jn me ee . } 5 a Te ï ee ed er Pe EN NE htt ien ee Eed = En ad TE gn! en Ne sl e Ee Ee ie: ‚ : ae en GU gE ad Sa hin NO Or Ee hid ee | d LR " - Te BEN ze nn E kek / | Jr : 3 \ - en KE _ ee he Er e ' En Ke : en es ne) EE a zl Ean El tt re de il Dn ann en nn NN et HO EE EEn K nn _ En ik a 3 : en Bs er Cri ak ‚« + pe la ei - —% eld rm n pe ms Sr Ee = =E ee ei eer En pn ei ä et . TN bd E Ee ee TT À IE En GESEEEEn af pr Wer Ee need Er ee ads En ee er a Sn MEET chkad- r WP ee EE en gn En en ik Eg: ee ne 7 ec aken hal i ze F Eg sf En el se eel PR: È E a PF Ni, le en te en nr. B ns rn Lm ; Ki knn ee ed ’ nT AIT En. 1 ed en od ne Ape ie en ef En ireen Nt - en ed Ee enten, Ea SS Pe a pn 7 “Aa ue - Ee Fi - 5 RS Ae | il AO Ent el gr 4e NT nn ree en ee: Pin nn en Pe Mt enn en se gn on Ee al BE nn A > Ss - er Weg Ee ns i en pe A ers 4 E ie, en, ol & EN Nd ee . Nee 7 ke in PE re \ rt. SN Ea En 7 PN Eee #- re „A ch De: A en peen ar ie DET Ee n 4 " Hin zn h je ed Ee jn h pe _d k 1 Pall Pi TN Ee fr” Pe Men ws Es l ee 2 & le 4 En : tn et | En ed ro Talk BE EE jp a fn hi ze 8 n 4 r Ed n Zn K a AN 5 ee = en Re) En EN en en Kn } di En ep Erst | Ea mn B RN ps ee en : dd Me p F PE ee sin r eem! aL 7 a 4 0 d p ee 7 FJ t ú Kl 1 ee 4 de =| Te É E ‚ NS af di u Se | An . ee En jr er k. DN. A si EN Ve Aen ee : e he BEE kn en. ss - es en Ee | i ne 1 : r Í Ke Vr n ht en | Ln rele TE i £ e a die el Re, EE 2 4 5 , > Ps Ki Dl : B ee ee Ln ie B eee : pr ie n | Te = gi ij dl E E KE nn eN Ne Ek pre =| ed ais Ee E % ee _ 12 Inleiding Ontwikkelstrategie ArenAPoort Inleiding Voor u ligt de ontwikkelstrategie ArenApoort 2030. Dit document biedt een overzicht van de (bouw)werkzaamheden die in dit gebied al worden uitgevoerd en nog gaan plaatsvinden. Dat zijn er vele, want ArenAPoort is sterk in beweging. Zo heeft eind 2019 ING het nieuwe ING-kantoor aan Frankemaheerd plus een horeca- paviljoen in gebruik genomen, en vanaf de Johan Cruijff Boulevard is de net vernieuwde Oliphanttoren te zien. Er gaat nog meer gebouwd worden in ArenAPoort: de komende jaren komen er ca. 5.700 woningen. Ook de gebieden rondom ArenAPoort ontwikkelen zich snel. In Amstel Ill worden tot 2040 circa 15.000 woningen gebouwd en in De Nieuwe Kern, ten noorden van ArenAPoort, komen er 4.500 nieuwe huizen bij. Ook in de aangrenzende ontwikkelbuurten vindt vernieuwing en verdichting (binnen al bebouwd gebied meer woningen, kantoren en andere voorzieningen aanbrengen) plaats. ArenAPoort zelf bestaat uit vier deelgebieden: ArenAPoort West, Amsterdamse Poort, Cumulus Park en Station Amsterdam Bijlmer ArenA. Aan de oostkant van het spoor, dat dwars door ArenAPoort loopt, heeft de gemeente geen grond. Aan de westkant heeft de gemeente nog wel enkele uitgeefbare kavels. De meeste projecten waar de gemeente momenteel aan werkt zijn geïnitieerd door markt- partijen; de gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte en de bereikbaarheid van het gebied. Daar- naast ziet de gemeente erop toe dat de kwaliteit van de leefomge- ving goed blijft. Verder houdt de gemeente overzicht op de plannen, waarbij niet alleen wordt gelet op het ‘stapelen van stenen’, maar ook of de ‘zachte! of sociale kant van gebiedsontwikkeling - met oog voor het welzijn van mensen - wel aan bod komt. De gemeente gaat daarom actief samenwerken met maatschappelijke instellingen, zowel binnen als buiten de gemeente, die nodig zijn voor het goed functioneren van dit vernieuwde stuk stad. Waarom een ontwikkelstrategie? Om al deze ontwikkelingen in goede banen te leiden, hebben we deze ontwikkelstrategie opgesteld: een samenhangende visie op de toekomst van ArenAPoort waarin duidelijk wordt wat de afspraken, de maatregelen en de regels zijn en wie verantwoordelijkheid draagt voor wat. 14 Samen met u De ontwikkelingen in ArenAPoort zijn niet alleen een zaak van de gemeente. Ze gaan alle betrokkenen aan, reden waarom er in 2019 een participatieproces heeft plaatsgevonden waarbij we contact hebben gehad met een groot aantal bewoners, bedrijven, bezoekers en andere betrokkenen. Dit hebben we gedaan aan de hand van de startnotitie Ontwikkelstrategie ArenAPoort, het vertrekpunt van deze ontwikkelstrategie. Maar ook in de jaren daarvoor hebben meerdere partijen aan plannen gewerkt die nu of in de nabije toekomst worden uitgevoerd. De wereldwijde uitbraak van het covid-19-virus heeft uiteraard ook ArenAPoort geraakt. Kwamen er vóór de pandemie miljoenen bezoekers naar het gebied, inmiddels hebben de beschermings- maatregelen de evenementenbranche, een dominante bedrijfstak in ArenAPoort, lamgelegd. Wat de gevolgen hiervan zijn voor de evene- mentenondernemers, maar ook voor andere belanghebbenden in het gebied, is nog onduidelijk. In deze ontwikkelstrategie kunt u per onderwerp teruglezen wat tijdens de participatie naar voren is gebracht (zie aparte kadertjes) en wat we met deze inbreng doen. In Bijlage 1 vindt u het overzicht van alle inbreng. Daarmee stopt het participatieproces niet, want u heeft nn ons laten weten betrokken te willen blijven bij de ontwikkelingen: van Weergave het inbrengen van ideeën tot volledige betrokkenheid bij het verder totstandkoming van ontwikkelen van ArenAPoort. Verderop in deze ontwikkelstrategie de Ontwikkelstrategie staat hoe we deze samenwerking willen voortzetten. ArenApoort 2030 Ambitiedocument ArenAPoort 2017 | (1) Stedenbouwkundige visies en masterplannen marktpartijen 1 EE Convenanten en intentieovereenkomsten tussen de gemeente NU en grondeigenaren Es Beleidsdocumenten en onderzoeken gemeente Amsterdam Ed Gebiedsplan stadsdeel Zuidoost KL A Structuurvisie Amsterdam 2040 Straatinterviews ’ (uni 2019) Á | JL Werkconferentie ArenAPoort 7 et (juni 2019) NG EN e Website / Stadskrant / sociale media / a RR JL nieuwsbrief / radio Pe Zi p ns EN SN EEP IL GEERD SES SL NAS ERDER E dh) EES tg DS 5 PS 0 NEA DRIE | , | Le NN ON Se ACS 4E DS PE EIL SA OS 4 Ambitiedocument iL SES £ ArenAPoort (2017) RS vs ArenAPoort labdagen (juli 2019) Ondernemersbijeenkomst (juni 2019) 15 Wie doet wat? Marktpartijen initiëren de meeste bouwprojecten en voeren ze uit. De gemeente gaat over de projecten in de openbare ruimte en staat voor de bereikbaarheid en de komst van voldoende maatschappelijke voorzieningen. De ontwikkelstrategie is het kader waaraan alle ontwikkelingen moeten voldoen, en beschrijft wie verantwoordelijk is voor wat. Hoe verder? De ontwikkelstrategie gaat gepaard met investeringen door de gemeente. Daarom herzien we ook de, lopende, grondexploitaties voor ArenAPoort Oost en West. De gemeenteraad stelt de ontwikkelstrategie en de herziene grondexploitaties vast. In deze ontwikkelstrategie geven we invulling aan de ambities van het gemeentebestuur, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, en een nieuw geluid’ (Coalitieakkoord Amsterdam 2018). Verder maakt deze ontwikkelstrategie gebruik van het gebiedsplan Bijlmer-West, dat door het stadsdeel Zuidoost is vastgesteld. De vaststelling van de ontwikkelstrategie is een belangrijke mijlpaal voor ArenAPoort, maar zeker niet het eindpunt. De ontwikkelstrategie is niet dichtgetimmerd met regels. De volgende stap is het verder uitwerken van de ambities en de gekozen richting. De volgende documenten geven meer concrete sturing aan de verdere ontwikkeling van het gebied: n Masterplan Openbare Ruimte: voor zowel de boven- als de ondergrond n Ruimtelijk Kwaliteitskader: overkoepelend voor heel ArenAPoort mn Programmastrategie voorzieningen: inclusief een strategie voor de plinten. Om het gebied goed bereikbaar te houden en waar nodig de bereik- baarheid te verbeteren, stelt de gemeente ook een mobiliteitsprogramma voor de hele Zuidoostflank op. De Zuidoostflank is het gebied dat zich EN globaal uitstrekt van de Gaasperzoom tot het Amstelstation. Dit Mobiliteits- en programma Zuidoostflank is in 2021 klaar en wordt ter besluitvorming voorge- U elstrate ie legd aan de gemeenteraad van Amsterdam en van Ouder-Amstel, en aan het van startnotitie or dagelijks bestuur van de Vervoerregio. De afspraken en maatregelen op het behandeling in de gebied van verkeer en infrastructuur staan ook in deze ontwikkelstrategie. gemeenteraad. 2 8 8 3 Ee ES 2 8 8 88 6 B ES Fes 88 B ee 8 Sv Ezo HEB SE SE 225 Eén shdadbde be ger | Î ei 2019 2020 2021 2022 2 5 = 16 . a Leeswijzer 0 ie] D De ontwikkelstrategie beschrijft wat we voor ogen hebben voor B ArenAPoort 2030. Eerst per thema, daarna per deelgebied: wat willen 9 we, waarom en hoe gaan we dit bereiken? Ook kunt u lezen wat blijft 3 en wat verandert op de korte en lange termijn. De thema's zijn: Z n Compleet en verbonden rij n Een centrum voor iedereen 3 n Goed bereikbaar 8 n Levendige openbare ruimte _ n Duurzaam en toekomstbestendig. 8 mm) > Na de inleiding belicht hoofdstuk 2 de positie van een uniek 3 en economisch belangrijk gebied als ArenAPoort. Hoofdstuk 3 gaat | à in op de maatregelen die nodig zijn om van ArenAPoort een Overzichtskaart 3 aantrekkelijk stedelijk centrum te maken. ArenAPoort omvat vier ArenAPoort © deelgebieden. Wat de strategie per deelgebied inhoudt, staat in ArenAPoort bestaat hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 gaan we in op de uitvoering van alle uit vier deelgebieden: plannen en wat dat voor u betekent. Hoofdstuk 6 gaat over hoe we ArenAPoort West, … . . . … Amsterdamse Poort, tijdens de uitvoering met u willen samenwerken en hoe we u blijven … . . Cumulus Park en betrekken bij alle ontwikkelingen. Station Amsterdam Bijlmer ArenA. Pe Na EN i Pe a pe a N NS P ; el ie _ # Pri a he d Nn # Pri De ARENAPOORS WEST D Pra wonen /yerkeribntspannen Ds 0 al Ë - bn A Pr Arena A rt Me EUN Ll AE Eb eer Sid PNL An Ek. : a ME, ee > UD 4 en == en Pa NN _ AMSTERONMSE POORT r a Celal Nd hade Seelsdaid 2 Nan ontspannen | de á se : gn 17 Waarom een Ontwikkelstrategie”? p KEIN ArenAPoort heeft alles in zich om uit te groeien tot een levendige stadswijk waar het goed wonen, werken en uitgaan is. Dit hoofdstuk beschrijft de geschiedenis van het gebied, en belicht de mogelijkheden én uitdagingen om van ArenAPoort een aantrekkelijk en goed functione- rend stedelijk centrum te maken. 2.1 De geschiedenis van ArenAPoort De geschiedenis van ArenAPoort begint in 1986 met de bouw van het hoofdkantoor van de NMB-bank, in de volksmond Zandkasteel genoemd, en met de realisering van het regionale winkelcentrum Amsterdamse Poort. Het waren voorlopers op het gebied van werken en winkelen. Zo'n tien jaar later zetten de bouw van de Johan Cruijff ArenA en de aanleg van de Johan Cruijff Boulevard de trend op het vlak van grootschalige entertainmentvoorzieningen. Hier verrees het eerste moderne overdekte stadion voor voetbal en evenementen, en langs de Boulevard kwamen de eerste megabioscoop, de eerste Mediamarkt, Decathlon van Nederland en een van de eerste groot- schalige woonwarenhuizen, Villa ArenA. Ook vestigden AFAS Live en Ziggo Dome zich hier als de eerste grootschalige concertzalen voor popmuziek in Nederland. ArenAPoort herbergt daarmee het grootste uitgaanscentrum van Nederland. Begin 2020 heeft ING haar nieuwe hoofdkantoor aan de Bijlmer- dreef geopend. Het complex maakt uit van het Cumulus Park, het innovatiedistrict Zuidoost waar wordt gewerkt, geleerd en gewoond. Dit alles heeft geleid tot het ontstaan van een gebied met de grootste toegevoegde waarde voor de economie van Neder- land, volgens onderzoek van weekblad Elsevier. Behalve voorloper is ArenAPoort in economisch opzicht ook nog eens koploper. Ë Ie x brent B Ligging van ArenAPoort Et ei Bl tn binnen de Metropoolregio w 4 Ear Ì ee Amsterdam (MRA). ‚T 5 k En In de Structuurvisie en d À Amsterdam 2040 (2011) is [ (A10 en vastgesteld dat ArenAPoort î 1 rad - samen met de Zuidas en : „ Ad n E Jen Schiphol - onderdeel is van de ne Er En Zuidflank van Amsterdam. ï Zuidas TE De, De Zuidflank onderscheid zich | Dj be ArenApoort Be door uitstekende bereikbaar- | CEN “heid en uitstekende verbin- | ie dingen met de rest van de et di Schiphol dh Randstad. Ge Den Haag Utrecht, : Katterdarn : 19 Inmiddels is het gebied het kloppend hart van Amsterdam Zuid- oost. Van bewoners uit Zuidoost tot mensen van heinde en verre uit binnen- en buitenland: jaarlijks bezoeken miljoenen de uitgaans- gelegenheden in ArenAPoort, dat bovendien kan bogen op een uitstekende bereikbaarheid - ook iets waarvan de vele bezoekers profiteren. Anno 2020 telt ArenAPoort circa 1.400 bewoners, en er werken ongeveer 24.000 mensen in het gebied. 2.2 Ruimte voor groei Amsterdam groeit hard. Jaarlijks komen er in de stad circa 11.000 inwoners, 10.000 banen en 5.000 woningen bij. De gemeente maakt ruimte voor deze groei door te verdichten en bebouwd gebied om te vormen tot gemengde stadswijken. Daar horen dus ook centra bij waar bewoners terechtkunnen voor werk, boodschappen, zorgen ontspanning. Deze centra moeten de druk op de binnenstadverlichten en tegelijkertijd ruimte bieden aan groei. In Zuidoost is nog veel ruimte voor nieuwbouw. Daarom is het één van de gebieden in Amsterdam waar in de Omgevingsvisie 2050 wordt ingezet op groei. Concrete gebieden voor woningbouw zijn De Nieuwe Kern en Amstel Ill. ArenAPoort heeft een centrale plaats tussen deze grootschalige ontwikkelingen. Voor circa 60.000 nieuwe bewoners is ArenAPoort straks de meest nabije plek om boodschappen te doen, uit eten te gaan, te winkelen en te ontspannen. Op 17 december 2019 stemde het College van burgemeester en wethouders in met de notitie Ontwikkelperspectief Stadsdeelcentra. In deze notitie heeft de gemeente de stadsdeelcentra van de Amster- damse groeigebieden bekeken op hun huidige functioneren en hun toekomstperspectief. Conclusie uit de notitie: Amsterdamse Poort heeft, in combinatie met de grootschalige vrijetijdsvoorzieningen aan de Johan Cruijff Boulevard, met afstand de beste uitgangspositie om uit te groeien tot een volwaardig stedelijk centrum met regionale aantrekkingskracht. Dit is ook te danken aan de combinatie van de eerder genoemde uitstekende bereikbaarheid en de grote publieks- trekkers. De culturele uniciteit van ArenAPoort plus de couleur locale van de Bijlmer maken dat ArenAPoort zich niet alleen als woon- maar ook als winkelgebied wezenlijk onderscheidt van stads- en winkel- centra met een vergelijkbaar verzorgingsgebied. Waar de binnenstad het moet hebben van de historie, en de Zuidas in het zakelijke tot de top van Europa behoort, heeft ArenAPoort juist een gemêleerd aanbod voor een brede doelgroep: van jong tot oud, van arm tot rijk en voor alle culturen een centrum met een eigen identiteit, dat met zijn tijd mee kan gaan en waar ruimte is voor experiment, educatie en nieuwe concepten op het gebied van leisure (vrijetijdsbesteding), winkelen en vervoer. 20 Maar ArenAPoort wordt nog niet beleefd als één samen- hangend stedelijk centrum. Dit is ook meerdere malen uit de partici- patie gebleken. In ArenAPoort is het een komen en gaan van kantoor- personeel, studenten, winkelend publiek en evenementenbezoekers, maar afgezien van de bewoners in Amsterdamse Poort en in Cumulus Park, blijft niemand er langere tijd. ArenAPoort is overdag levendig, soms zelfs erg druk, maar 's avonds en ’s nachts erg stil. Bewoners uit Zuidoost zeggen zelden in ArenAPoort West en Cumulus Park te komen, want daar is weinig voor hen te doen, ook hebben deze gebieden, vinden zij, nauwelijks sfeer. Wel waarderen bewoners Amsterdamse Poort. Een groot deel van de bewoners van Zuidoost komt minstens eens per week naar het winkelcentrum, bijvoorbeeld voor een bezoek aan de markt, om te winkelen, uit te gaan of om familie en vrienden te ontmoeten. Amsterdamse Poort kampt echter met criminaliteit, afval op straat en in de portieken, en geluidsoverlast. Dat is niet alleen heel vervelend voor de huidige bewoners en bezoekers, daardoor kan Amsterdamse Poort ook een nieuw publiek niet op een aantrekkelijke manier welkom heten. De huidige bewoners hebben ook te maken met sociaal-economische problemen als een laag opleidingsniveau en een laag inkomen. Ook kampen mensen met eenzaamheid en psychische problemen. Ng ER ME OV rig ge neee | An f £ Se P Pr AN z Eeen EN ä If ä | Pa ‚# == à PEN € Ì DE Ie | ole El SSR Ti Ve 5 mn |E he $ A EO Od 5 5 IMA == Sf i/ B rie en Lln” IE Î jn me me Pld àl re ik rr 5 | | a | se pe zijd 8 5 = LIE RR den Nn AN dl kn hd Ll: KO | # it EA A eee Ni kaki ‚ EN aen ES 7 rs de SIT NI | NEN em TIE A IES …. NT WPR Kl | F mf mie ; Hij er 7 Se | d ' il | 1 ESE IK | dà D E x EIL Li Al E - 5 Fn \ Ee fl | AO 1 | if mj En io , Kl bj Ei \ ha Ed bete Ì De’ Je | mm | am [ee #5 Ad | EERE | ven ed meen emd …& RK % hel hn | NS KI eiken 3 ij Ar EA 4 ar ill: pg | en | mn S Ni, = en EN B kh ER ET ION | Ei el | | Àl EN RE B 0 Bs EN Tr RENS pr = N WO NP En BNA nen ie. ANO en OO nl 5 Wat is er nodig om ArenAPoort verder te ontwikkelen? Wat is er nodig om van ArenAPoort een stedelijk centrum te maken waar mensen graag wonen, werken en/of op bezoek komen? Het antwoord op die vraag hebben we op een rijtje gezet aan de hand van vijf thema's: Compleet en verbonden Een centrum voor iedereen Goed bereikbaar Levendige openbare ruimte Duurzaam en toekomstbestendig. Alle functies die in een volwaardig stadscentrum thuishoren, bijvoorbeeld wonen, werken of ontspannen, zijn aanwezig in ArenAPoort, alleen niet in de juiste verhouding. ArenAPoort heeft te weinig bewoners, vergeleken met een gemiddeld stadscentrum; dat heeft een verhouding van 1 bewoner op 2 tot 4 werkplekken. In ArenAPoort is de verhouding globaal: 1 bewoner op 24 werkplekken. Daarnaast is er te weinig samenhang tussen de vier deelgebieden, ook ervaren bewoners ArenAPoort niet als een volwaardig onderdeel van Zuidoost. Compleet en verbonden Duurzaam en la Kee no! toekomstbestendig voor iedereen Levendige Goed openbare ruimte bereikbaar nn Hoofdthema'’s van de Ontwikkelstrategie ArenAPoort. 24 Om ArenAPoort te kunnen omvormen tot een centrum waar mensen graag voor langere tijd willen verblijven, maken we door verdichting en hoogbouw ruimte voor meer woningen, kantoren en andere voorzieningen zoals winkels, sportvelden of gezondheids- centra, waar veel behoefte aan is in Zuidoost. Naar schatting is er in ArenAPoort ruimte voor 5.700 woningen. Ook kan er ca. 250.000 m? aan nieuwe kantoorruimte worden gerea- liseerd. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat er meer vrijetijds- en maatschappelijke voorzieningen komen speciaal voor de bewoners van ArenAPoort en Zuidoost. Ook streven we naar verbetering van winkels en horeca. Om voor al deze functies ruimte te kunnen maken gaan we verdichten. Concreet doen we dat door de laatste vrije kavels in het gebied efficiënt te benutten, door bestaande gebouwen te vergroten en ondergrondse parkeergarages aan te leggen zodat daar bovenop kan worden gebouwd. Ook verdichten we door sloop-nieuwbouw, waarbij een groter nieuw gebouw in de plaats komt van het kleinere, oude gebouw. Om al deze doelen te bereiken is samenwerking met grondeigenaren essentieel. De meeste betrokkenen in het gebied willen investeren in ArenAPoort. Daarnaast zijn enkele bouwkavels in het bezit van de gemeente. Daar kunnen we direct mee aan de slag. UIT DE PARTICIPATIE Betaalbare woningen de identiteit van het gebied. Mensen voor jongeren, gezinnen vrezen dat er te veel aandacht uitgaat pn naar vernieuwen en dat de huidige SD CKS bewoners straks geen woning in ArenAPoort kunnen betalen. Tijdens de participatie werd duidelijk “Onze wens voor ArenAPoort is dat dat mensen achter het idee om te het zijn multiculturele aanblik behoudt verdichten en te mengen staan. Ook is en geen yuppenbuurt wordt, waar de er veel draagvlak voor woningbouw. mensen die hier zijn opgegroeid niks Gebruikers en bewoners zeggen dat meer kunnen betalen.” er vooral behoefte is aan betaalbare woningen voor jongeren, gezinnen Ook kwam naar voren dat de kwaliteit van en ouderen. de huidige woningen te wensen overlaat. De huidige bewoners en gebruikers willen Aandachtspunten zijn het combineren van _ ook profiteren van alle investeringen die wonen met evenementen (geluidsover- er in het gebied gedaan zullen worden. last, afval, drukte en bereikbaarheid), het “Rekening blijven houden met de huidige behoud van groen en het behoud van bewoners en niet alleen de focus op het vernieuwen.” —_ G eis ES - En ea de % Er ee se me Sl : SE 2 - 3 8 we Le be, ie € EES in ES EN A 5 Ë en Ì pe eers ks pe rs 5 eN | A tn 5 PE Er s Bk E 5 s ke Ns, SA ed ME NeR " i & a SE he Een 1 he” 4 “ ek pn Sl De =S < Í % ed e FP Hoog bouw in ArenAPoort Impressie: zo ziet ArenAPoort er ArenAPoort West en het stationsgebied zijn in de Structuurvisie mogelijk uit in Amsterdam 2040 uit 2011 al aangewezen als hoogbouwstimulerings- ' gebied. Gezien de grote opgave waar Amsterdam voor staat is het niet verrassend dat de ambities ten aanzien van hoogbouw ook de Omgevingsvisie 2050 groot zijn. Er mag binnen ArenAPoort gebouwd worden tot maximaal 145 m (NAP). Niet alle gebouwen krijgen deze hoogte; variatie aan bouwhoogtes heeft de voorkeur. Daarnaast mag nieuwbouw niet ten koste gaan van bestaande openbare ruimte en het verblijfsklimaat op de pleinen. Dat wil zeggen dat de nieuwbouw weinig windhinder geeft en dat er voldoende zon op de pleinen blijft. Verder van het station af worden de bouwhoogtes lager, tot maximaal 55 m in Amsterdamse Poort. De gemeente toetst of een initiatief aan de gewenste bouwhoogtes voldoet. In het nader te verschijnen Ruimtelijk Kwaliteitskader lichten we voorwaarden voor de bouw- hoogte uitvoeriger toe. Woningen voor iedereen Deze ontwikkelstrategie legt het accent op het toevoegen van woningen en de bijbehorende instroom van nieuwe bewoners. Bewoners zorgen buiten de winkelopeningstijden en de piek- momenten van de evenementen voor de hoognodige levendigheid in het gebied. Voor circa 3.700 woningen zijn concrete plannen: zowel voor de oost- als de westzijde van ArenAPoort. Daarnaast zien we ruimte voor 2.000 extra woningen. Met de omliggende gebieden Amstel Ill en Nieuwe Kern inbegrepen worden er tot 2040 circa 25.000 woningen gebouwd. Dit maakt ArenAPoort en de gebieden eromheen tot volwaardige stadswijken: groot genoeg om aan alle soorten huishoudens plek te bieden, ongeacht inkomen, gezins- samenstelling, leeftijd en achtergrond. 26 Wij sturen daarom actief aan op verschillende financierings- categorieën, door het gemeentelijke beleid van 40-40-20 ook in ArenAPoort toe te passen. Dit houdt in: = 40% sociale huurwoningen n 40% woningen in het middeldure segment = 20% woningen in het hogere segment. Mocht het gemeentelijke beleid voor deze verdeling veranderen, dan volgen we vanzelfsprekend de stedelijke lijn. Zuidoost heeft veel sociale huurwoningen. Er wonen veel kwetsbare huishoudens en de doorstroming is er uitzonderlijk hoog. Ook Amsterdamse Poort is een kwetsbaar gebied. Het aantal dure woningen is in Zuidoost met 2% erg laag. Daarentegen is het aandeel kleinere woningen, voor onder andere jongeren en studenten, in en rondom ArenAPoort veel hoger dan gemiddeld. Verder wonen er naar schatting 1.130 gezinnen in een te krappe woning. We richten ons actief op het ontwikkelen van grotere woningen en zetten ons in voor woningen waar bewoners voor langere tijd kunnen en willen blijven wonen. Waar mogelijk krijgen bewoners uit Zuidoost die toe zijn aan een volgende stap in hun wooncarrière voorrang bij het toewijzen van woonruimte. We zetten ons concreet in voor: n Ruime één- of tweekamerappartementen en woningen met drie of meer kamers n Meer koopwoningen, met name in de middeldure koop (tot € 310.000, prijspeil 2020) n Meer sociale huurwoningen, onder andere in de Dreeftoren, Cluster 4 van het Urban Interactive District Eleven Square (UID) en in het oude belastingkantoor aan de Flierbosdreef. Bewoners uit Zuidoost hebben een voorrangspositie en n Huurwoningen in het hogere segment, onder andere in Deze kaart toont het Zandkasteel (circa 285) en Eleven Square (UID). de reikwijdte van de bebouwing per deelgebied. gE EE 7 ii : mera en == «EL en | 4 VER Ke. PS Re bi ‚n | LJ FP) Ed iam Mn En ' 5 Ì k Lam: mn i: eam mem wrr í x î l Vm 41 | n E ál mn bn Pr 4 | le Ey TAI Î Paargjreert m hd prend enn m- Seenteechaene Poort nm Carrudurs Park pe Orieniatepant Bezaande bebenning Hir Her zie CO mgeaart vebijk kema 27 Nieuwe kantoren, flexibele werkplekken Amsterdam heeft te weinig kantoorruimte. Ook voldoet een deel ervan niet meer aan de eisen van deze tijd. Zo bevinden veel kantoren zich nog in klassieke monofunctionele werkgebieden met louter kantoren. Dat traditionele kantorenpark is voor veel bedrijven een schrikbeeld geworden. Bovendien is voor hen de nabijheid van goed openbaar vervoer een steeds belangrijker vestigingsvoor- waarde. ArenAPoort is en blijft evenwel één van de belangrijkste kantoorlocaties van Amsterdam. Het Amsterdamse Kantorenplan (2019) richt zich op meer nieuwe kantoorruimte rondom belangrijke ov-knooppunten. Er is in ArenAPoort dan ook nadrukkelijk ruimte voor groei, ook in dit opzicht. Er wordt circa 100.000 m? onttrokken aan de voorraad ten behoeve van woningen, maar hier komt tot 2030 circa 250.000 m? voor terug. Bij technologie-, media- en telecombedrijven - groeimarkten in Amsterdam - is een sterke trend waarneembaar waarbij kantoor- ruimtes worden gedeeld. Scale- en startups zoeken elkaars nabijheid op en delen vaak een receptie, vergaderruimte en co-workingspaces. Ook internationale ondernemingen experimenteren met nieuwe manieren van werken en co-creatie. Het vernieuwde ING-kantoor is hier een mooi voorbeeld van. Passend bij de nieuwe vorm van werken groeit het aantal flexconcepten onverminderd door. We willen dergelijke initiatieven de ruimte geven binnen ArenAPoort. Naast de klassieke single-te- nn nanthoofdkantoren verrijzen er meer multi-tenantkantoorgebouwen. Impressie: Zo Met meerdere toegangen en entrees kunnen die laatstgenoemde het zien de plinten straatbeeld verlevendigen. Een voorbeeld hiervan is het Zandkasteel, er in ArenAPoort . . . straks mogelijk waarin naast woningen ook 4.000 m? aan kantoor wordt gerealiseerd. uit in ArenAPoort West. Na == eN 2e TN NN N NN SUN eN ANN JS TL D [ Er | | fi mn IA Uh tuf TL Sel UIT Ue ETT re eerd ee [ann 3 ai IE Tj fi Ah U ere | LI LL E Lj Lt : Li) Ee À 5 dà es EU : Wa N TI — fl HA ï À ij / EE BRE En H \ / 28 Er is in heel Zuidoost behoefte aan flexibele werkplekken. We zoeken hier ruimte voor, zodat de ruimschoots aanwezige ondernemersspirit van Zuidoost gemakkelijker dan nu een plek kan vinden in ArenAPoort. Het project Laanderpoort in het Cumulus Park is hier een mooi voorbeeld van. Het flexibele kantoorconcept Het Nieuwe Kantoor vormt een flink onderdeel van het kantoor- programma. Freelancers en zzp'ers kunnen in deze opzet tegen een betaalbaar tarief een werkplek huren voor een dagdeel of voor een hele maand. Zij kunnen dan ook gebruikmaken van de gemeen- schappelijke kantoorvoorzieningen zoals het bedrijfsrestaurant, de vergaderruimtes en de receptie. BC mc F- B en PE 4E. la < ik „“ lak Ds me tn Dre Je, „' : mt NM. 4 EE! El mute BRG ealinn no Huidige situatie | Ô Toekomst B Wonen B Ontspannen B Commercieel B Maatschappelijk B Werken Levendige plinten nn Een succesfactor bij het aangenamer maken van het leef- In ArenAPoort klimaat is ook de juiste inrichting van de plinten. Met de plint ontstaat een van een gebouw worden de onderste (één of twee) bouwlagen nieuwe verhou- bedoeld, het deel van het gebouw dat vanaf de straat goed ding tussen werken, wonen zichtbaar is voor langslopend publiek. en ontspannen. Goede plinten zorgen voor: Deze functies m Levendigheid (denk aan een restaurant, een groentezaak, zijn straks meer een tandarts, een kledingwinkel, waar mensen in en gemengd door uit lopen) het hele centrum. n Een gevoel van veiligheid (‘ogen op straat’) n Sfeer (plinten geven kleur aan gebouwen en openbare ruimte). We zoeken zo veel mogelijk naar dit soort kleinschalige bedrijvigheid in de plinten die het aanzicht van de aangrenzende pleinen en straten aantrekkelijk maken. Ook entrees van woningen en kantoren kunnen voor levendigheid zorgen; hoe meer deuren langs de straat, hoe levendiger het straatbeeld. Andere ruimtes die in de plinten van gebouwen zouden kunnen voorkomen, zoals laad- en losruimtes, ruimtes voor techniek, fietsenstallingen, entrees tot parkeergarages, beperken we, of onttrekken we zo veel mogelijk aan het zicht. De gemeente toetst plannen van ontwikkelaars op de kwaliteit van de plinten. 29 In Amsterdamse Poort behouden we het oorspronkelijke concept van de Bijlmer, waarbij het autoverkeer is beperkt tot de dreven en waardoor er op straatniveau een levendige plint kan ontstaan. Wonen in een evenementengebied Zoals gezegd komen er zowel aan de oost- als westkant van het spoor nieuwe woningen. In ArenAPoort West vinden normaal gesproken veel grootschalige evenementen plaats. Wonen in een gebied met veel evenementen kan aantrekkelijk zijn, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Voorafgaand aan en na afloop van een concert of ander evenement is er veel verkeer in en rondom ArenAPoort West. Zeker als er meerdere evenementen tegelijkertijd plaatsvinden, komen er heel veel mensen en voertuigen in beweging en kunnen woningen daardoor minder goed bereikbaar zijn. Daarnaast is er het hele jaar door sprake van laad- en losverkeer, vooral 's avonds en ‘s nachts. Ook geluidsoverlast is een factor. Om (geluids)overlast op straat te verminderen komt er naast Eleven Square (UID) een laad- en losdock waar laden en lossen op een andere manier wordt georganiseerd dan nu. Daarnaast zijn ontwikke- laars verplicht om het geluidsniveau in de woningen onder de wettelijke norm te houden. Maar in een evenementencentrum als ArenAPoort West zal het nooit echt rustig zijn. De gemeente informeert toekom- stige bewoners daarom van tevoren uitgebreid over de plussen en minnen van het wonen in dit evenementengebied. Ook ontwikkelaars hebben een verantwoordelijkheid op dit vlak: ook zij moeten bewoners duidelijk voorlichten over voor- en nadelen van het wonen in ArenAPoort West. 30 Ee á Ruimtelijke Ì NA structuurkaart : \ Ì ArenAPoort 2030. De Nieuwe Kern 8 A f 7 ì el Deze kaart toont \ Î : ! Ë ' de belangrijkste k \ et E ik ontwikkelingen b ì EL AA in ArenAPoort. k 8 A % A e if 5 L 1 À Ee ij 5 À eN A kt je NN u E Kar 5 Tik ‚M | : enn WRS Ke 5 MA I E en " E : Ì fe ! GN % 5 (ej :N | _ Meannenenneendpean sb veddentennennennmnnenndensenennen Ì | P A ij | | MEE im | ONW: a 7 re | f railerparkeren A | tees en Pie! a Pan en k eme |Ì PS IQ 1 0 1 | | Ee he insial IE PF “ mam Li! 0 ij F F ik el Í Pand haulbvarn In SL S 5 p hp enne ese reede eef as, ij | mm Mi là ! Ns i eso ononnasenwerenstantenenennsentrdeng. nstelscheg k EE Ë 8 i 8 zc N En ' Î 1 si I k en b ARR nennen ee Oedse Een kent entenns Rentes EEEN TEE | En - En zi if : id a | f | Ed k Wi | | Amstel III '_t Flangrens _ Water — Bestaand fietspad CS Gemengdgebiedmetwonen MW Lifeline Bestaande bebouwing buiten plangebied _[ ] Talud treinspoor zeaneen _ Mileuw fietspad WE Gemengd gebied zonder wonen mn Indicatie verblijfsplek dl 4 |I 1 Á Ii / ii / i Ii EN : | Ï Venserpolder EH EI etrohalte randvliet IKE int EL EN | Kadl LN 3 helf | | i EN | _f ELI BEL RL HH ij 1 | DE TT EEE nn I It ie Á Hin led m | Me Bijlmerdreef nr: == Ie en teln p es | ‚ EUA lere ne gd Dd |, attelde, Lal en : < Pes ed Iij ad = FP \ An / m a In | ij DP AET Jee GG | | | Ll PEET ==! BR Ln ' Ee HN | | | | H-Buurt , lk N | | | Keane Mandela pe A EL d EN IN Ì e | | | | gn ä | Í dk [EH I | | | | [ hk Green Hoofdweg auto PE _Farkachtige vergroening WA Beplantingprofiel DS Staat In ArenAPoort lopen lokale cultuur en internatio- naal karakter door elkaar. Amsterdamse Poort - met de markt en de Shopperhal, waar je producten kunt kopen die alleen daar verkrijg- baar zijn - trekt mensen uit heel Zuidoost en daarbuiten. Zorgvoorzie- ningen zoals een huisarts en een consultatiebureau liggen op loopaf- stand, ook is er een bibliotheek en een buurtcentrum. Verder trekken de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het ROCvA - MBO College Zuidoost (ROC) studenten uit Amsterdam en omgeving, en binnenkort opent de Internationale School in het iconi- sche Zandkasteel de deuren. Maar net als in de rest van Nederland hebben winkels in Amsterdamse Poort en Villa ArenA te maken met toegenomen concurrentie van webwinkels en met leegstand. Ook heeft het gebied een slecht imago; mensen voelen zich niet overal veilig, en er is over- last door criminaliteit en afval. Daar komt nog bij dat de uitgaansge- legenheden en horeca in ArenAPoort West zich voornamelijk richten op grote groepen mensen uit alle windstreken, waardoor er weinig binding is met bewoners uit Zuidoost. Ook het contrast tussen arm en rijk is in dit betrekkelijk kleine gebied soms schrijnend groot, en zijn de maatschappelijke voorzieningen bij lange na nog niet op een niveau dat past bij de beoogde groei van het aantal inwoners. In ArenAPoort werkt het spoor als een barrière. Bezoekers van de grote evenementen aan de westkant weten vaak niet dat er een winkelcentrum aan de oostkant van het spoor ligt. Omgekeerd worden bezoekers van Amsterdamse Poort nog te weinig verleid om een dagje winkelen uit te breiden met een bezoek aan Decathlon of de Villa ArenA aan de westkant van het spoor. OENE CANIN Jongeren willen heel kinderen, gezinnen en ouderen, uitgaans- graag Ne 4=Yh) hihihi goede lll sportvoorzieningen en winkels voor de dagelijkse boodschappen en mode. Tijdens de participatie werd duidelijk dat Mensen vinden dat Amsterdamse Poort bewoners en ondernemers ArenAPoort verbeterd moet worden naar het voor- zien als een plek voor iedereen: voor beeld van winkelcentrum Amstelveen. bewoners en bezoekers, voor jong en oud. ArenAPoort zou een extra publiekstrekker, Er is een sterke wens om beide kanten van _ zoals een museum of iets bijzonders het spoor beter met elkaar te verbinden, in de openbare ruimte, heel goed kunnen bijvoorbeeld door in ArenAPoort West gebruiken. plekken te creëren voor heel Zuidoost. “ledereen komt bij elkaar, jong en oud, Het verbeteren van de toegankelijkheid bewoners, werkers en studenten.” tot banen, onderwijs en functies is veel besproken tijdens de participatie. “Creëer Plekken die gewaardeerd worden, zijn a city that never sleeps! Jongeren in deze de Shopperhal en de markt. Mensen omgeving willen ook heel graag werken, missen terrasjes, speel- en zitruimte voor benut die kans.” Co 0 * ®e Pe ! I I | Ï I ! I | ! ! Í ! ! LI | OE | Î | | In ij mn | mn Wat gaat er veranderen? nn Deze voor- We willen de verbinding tussen oost en west versterken en zieningen komen beide deelgebieden meer gebruik laten maken van elkaars aantrek- er op termijn bij kende werking. In ArenAPoort West zorgen we voor voorzieningen Aen oort de op wat kleinere schaal, waardoor mensen meer verspreid over de voorzieningen is hele dag het gebied kunnen bezoeken. Voor de oostzijde voegen we nog niet bekend. horeca en cultuur toe. Dit zijn functies die ook ‘s avonds voor leven- digheid in het gebied zorgen. Daarnaast onderzoeken we de moge- lijkheid om er wat grotere publiekstrekkers onder te brengen, zoals een theater of een filmhuis. ArenAPoort biedt ruimte aan ondernemers, forensen, studenten, (nieuwe) bewoners, evenementenbezoekers en winke- lend publiek. Het is een centrum voor iedereen, of je nu expat bent of geboren in Zuidoost, of je nu jong of oud, welvarend of kwets- baar bent. Uitgangspunt bij het upgraden van ArenAPoort is dat we samen met partners binnen de gemeente en met het bedrijfsleven ervoor zorgen dat de huidige bewoners als eersten profiteren van de gebiedsontwikkeling. We willen de identiteit en energie van het gebied behouden en toevoegen wat bewoners en gebruikers nu nog te veel missen in ArenAPoort: ruimte voor ontplooiing, onderwijs, sport en cultuur. Winkelen Winkels in ArenAPoort zijn vooral gevestigd langs het voet- gangersgebied op de Johan Cruijff Boulevard, het Hoekenrodeplein, de Bijlmerpleinen en het Anton de Komplein. Dit wordt ook wel de Lifeline genoemd. De combinatie Amsterdamse Poort, en het gebied rondom de Johan Cruijff ArenA (Johan Cruijff Boulevard, Villa ArenA), maakt dat het gebied zeer geschikt is voor doorontwikkeling dankzij: n De uitstekende bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de auto of de fiets n Grootschalige winkels en grote publiekstrekkende evenementen met (boven)regionaal bereik = De ruimte voor uitbreidingsmogelijkheden. 34 Oost Samen met betrokkenen wordt al hard gewerkt aan de opwaarde- ring van Amsterdamse Poort. Het gebied is nu nog naar binnen gericht en niet zichtbaar vanaf de dreef, het is er lastig oriënteren en er zijn veel unheimische plekken. We willen meer variatie in het winkelaanbod krijgen, zodat ook toekomstige bewoners met mogelijk andere wensen en behoeften er kunnen worden bediend. De Shopperhal en de markt op het Anton de Komplein worden aangepast naar de wensen en eisen van deze tijd. De Shopperhal in Cluster 7 wordt volledig vernieuwd en wordt meer verbonden met het aangrenzende Klein Bijlmerplein. De markt op het Anton de Komplein krijgt de komende jaren tijdelijk een andere opstelling, zodat hier tijdens de bouwwerkzaamheden aan Cluster 7 ruimte komt voor tijdelijke winkelvoorzieningen. West Aan de westzijde bevinden zich de XL-winkels zoals Mediamarkt en Decathlon maar ook Villa ArenA. Voorheen was Villa Arena als PDV- locatie (perifere detailhandelsvestiging) bestempeld, waardoor de winkel- ruimtes strikt voorbehouden was aan de verkoop van grote producten, zoals meubels. Inmiddels is ook de verkoop van kleine goederen toege- staan, zolang het oppervlak per eenheid voldoende groot is. Dit verruimt de mogelijkheden om leegstand in Villa ArenA de baas te blijven. Wat detailhandel betreft blijft de focus in de westkant op grotere winkelvolumes. Winkels als de Mediamarkt en Decathlon zijn belangrijke trekkers voor het gebied en deze GDV's (grootschalige detailhandels- vestiging) blijven dit ook in de toekomst. Het winkelaanbod aan de oost- kant is van een kleinere korrel en een meer menselijke maat. Gezamenlijk bieden ArenAPoort Oost en West een behoorlijk compleet winkelaanbod. In de praktijk blijkt echter dat het winkelend publiek de afstand tussen oost en west als groot ervaart. Een goede programmatische begeleiding tussen Hoekenrodeplein aan de oostzijde en Villa ArenA aan de westzijde is onmisbaar voor het functioneel samenbrengen van beide zijden. Deze programmatische begeleiding wordt niet alleen in de hoek van detailhandel gezocht. In een compleet winkelcentrum wordt de rol van aanvullend programma, zoals horeca, leisure, kunst en cultuur, steeds belangrijker. Programmatisch is het van belang dat er voldoende step- ping stones zijn om de bezoeker te verleiden de sprong van station naar bijvoorbeeld Villa ArenA te laten maken. Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor de plinten, zowel ontwerptechnisch als programmatisch. Willen we de oost- en westkant van het spoor beter met elkaar kunnen verbinden, dan is het zaak om zorgvuldig te kijken naar de rol die het stationsgebied kan vervullen. Het station kan als verbindingsschakel hierin een belangrijke rol vervullen. Hiervoor is samenwerking met spoor- en stationspartijen een vereiste. 35 d | riete Mie enenjes al gg Ne h D Mn ENE TE e Nt AR | | Ee 3 . 0 et em ie, Ee Re a Es Ol Î ik d 3 EA \ eaf Ô | 3 dt | VE it, D ä | EE dn E Ì ie, BRE . \ A 2 Ns em a | \: + EN RA: : 5 ze jk | mn: Zn L 5 ee EN elan S B Ee Pe MD: | el pee IJ Ë : U Or ‚Eet ezall mnl | di o 7 Ei SENS IE : _… en en i 5 S | gek wen | Im Kralen Ee En A En.| | | en | ! N CL EE i | e ET - > 1 | . | Bld En pe 8 en DN Pú zi 7 ne En E: pt [Een mce dee winne: d _I ESE Na ed Er Ea x : Schiphat | EES ee 1 ” | Í Nd de en ch EST | I | 2 | a bs el 8 Ee p ets Ne JI | | mal pe : eN ER Ik 4 SCH ART ô | Sn zn Erde U NN, É oi  : EN L } 1/7 a E a Wet ES En À Gs j Wi Ee ns je EE Des fer Sd DR Wterbmtaard PES Watersehinden BEE Woringbauw — hetpued B Metrotaita (A taeirstatiae EN eiken arte eenn Sper CO Carirumgetted Horeca, cultuur en andere vrijetijdsbesteding nn ArenAPoort is In vergelijking met andere middelgrote Europese stadscentra zijn niet het enige er weinig horecazaken in ArenAPoort. Er is met name een gebrek aan de rn betere cafés en restaurants. Het aanbod aan de Johan Cruijff Boulevard aoe Maer . . . wel het grootste. is met name gericht op een snelle hap en op het bedienen van zo veel Op deze kaart mogelijk mensen in zo weinig mogelijk tijd. Het aanbod aan de oostelijke is te zien hoe de kant leunt ook sterk op fastfood, maar hier gaat het om kleinere zaken die ArenAPoort is zich onderscheiden met gerechten uit de internationale keuken en de vele verbonden met verschillende culturen. Een kwalitatief hoogstaand aanbod van horeca is andere centra in . Zuidoost. onmisbaar voor de toekomst van ArenAPoort. Wat vrijetijdsbesteding betreft heeft ArenAPoort veel te bieden, maar zoals eerder genoemd is het huidige aanbod vooral gericht op grote evenementen en grote aantallen bezoekers. We zetten ons nadrukkelijk in voor ontspanning die is bedoeld voor de bewoners van Zuidoost. De arcadehal in station Amsterdam Bijlmer ArenA is een goed voorbeeld. Daarnaast valt ook te denken aan andere, meer kleinschalige leisure-voor- zieningen, zoals een filmhuis, een bowlingbaan, theater of een popzaal. Een aantal belangrijke betrokkenen uit Amsterdamse Poort onder- schrijft de noodzaak om cultuur een groter onderdeel van het winkel- gebied te laten worden. Deze partijen doen op eigen initiatief hun uiterste best om zowel in het Zandkasteel als in Cluster 8 een substantieel cultureel programma te huisvesten. 36 Maatschappelijke voorzieningen Een stad of stedelijk centrum is pas compleet als voldaan is aan de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen als groen, (medische) zorg, scholen en speelplaatsen. Voor een aantal maatschappelijke voorzieningen heeft de gemeente een huisvestingsverplichting. Anders gezegd: de gemeente moet deze voorzieningen aanbieden. Het gaat om basisvoorzieningen (dat zijn in de regel toegankelijke plekken in de buurt waar bewoners o.a. kunnen samenkomen voor cursussen, samen koken, en contact kunnen hebben met wijkteams) en om voor- zieningen voor jeugd, welzijnswerk, onderwijs en zorg. De gemeente wordt in principe eigenaar of huurder van de locatie voor een langere periode. Om ervoor te zorgen dat er voldoende maatschappelijke voorzieningen in een stad zijn, is de Amsterdamse Referentienorm Maatschappelijke Voorzieningen opgesteld. Bij het toevoegen van een kleine 6.000 woningen aan het gebied behoren de volgende maat- schappelijke voorzieningen: n 1 buurtkamer n 1 behandel-woonlocatie n 1 kunst & cultuurcluster (wijkkunstvoorziening) n 3 alles-in-een-scholen n 1 tijdelijke alles-in-een-school n 4 gymzalen/sporthal ten behoeve van de Internationale School / AICS = 1 apotheek = 1 buurtteamlocatie n 1 dagbestedingslocatie n 1 gezondheidscentrum n 1 kleinschalige praktijkruimte eerstelijnszorg. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat deze voorzie- ningen gerealiseerd worden. Met name voor de voorzieningen die veel ruimte behoeven en bouwkundig niet eenvoudig zijn in te passen, zoals alles-in-één-scholen, is dat een flinke puzzel. Aan de locatie voor een basisschool worden scherpe eisen gesteld, waardoor veel potentiële locaties afvallen vanwege geluids- en fijnstofhinder of door de nabijheid van gevaarlijk transport per spoor. Binnen ArenAPoort is er één locatie die vooralsnog aan de eisen voldoet: Kavel 12 in het Dreefkwartier. Een tweede locatie is gevonden in de H-buurt. Deze locatie valt net buiten ArenAPoort, maar is door het oprekken van de grondexploitatiegrens financieel wel bij het plangebied getrokken. Voor de op termijn noodzakelijke derde school is nog geen concrete locatie gevonden. De aangrenzende gebieden zoals De Nieuwe Kern of Bijlmer Centrum bieden ArenAPoort hierin geen soelaas. Het ontbreken van een derde locatie vormt een risico voor ontwikkel- plannen van ArenAPoort omdat een derde school een voorwaarde is voor het ontwikkelen van het totale woonprogramma. Mogelijk ligt de gedeeltelijke oplossing op Kavel 12, waar waarschijnlijk voldoende ruimte is voor het bouwen van een grotere alles-in-één-school: ander- half keer het normale formaat. 37 Naast de bovengenoemde maatschappelijke voorzieningen waar de gemeente een huisvestingsverplichting heeft, zijn er ook voorzieningen waaroor de verplichting niet geldt, maar die voor het functioneren van een stad wel heel belangrijk zijn. Het gaat vaak om activiteiten die min of meer exploitabel zijn en dus in zekere zin bedrijfsmatig, bijvoorbeeld praktijkruimtes voor huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten, een kinderdagverblijf en voor- of naschoolse opvang. Ook voorzieningen voor kunst en cultuur, zoals dans- en muziekscholen, broedplaatsen, repetitie- en expositieruimten, vallen onder deze categorie. Wij vinden het belang- rijk dat ook deze voorzieningen een plek krijgen binnen ArenAPoort. Om dit te borgen zijn goede afspraken met ontwikkelende partijen nodig. De gemeente heeft hier een verbindende, en in sommige gevallen een financierende rol. Concreet werken we aan: n Het tijdig realiseren van de maatschappelijke voorzieningen conform de referentienorm in alle plannen en initiatieven n Het vinden van de beste locatie voor grotere voorzieningen, zoals voldoende basisscholen en een winteropvang n Een extra cultureel centrum in Amsterdamse Poort. Hiervoor zoeken we de samenwerking met maatschappelijke en culturele instellingen Kunst en cultuur Ook in nieuwe woonwijken, zoals ArenAPoort, moeten kunst en cultuur beschikbaar zijn. Investeren in lokale activiteiten versterkt de hele culturele infrastructuur in de stad en zorgt voor een betere balans. Het gaat om kunst-en-cultuur-initiatieven voor bewoners, om kleine podia die een nieuwe generatie makers en jonge talenten ruimte bieden, om locaties waar geëxperimenteerd kan worden en om kunst in de openbare ruimte. Kunst en cultuur zijn belangrijke aanjagers bij de ontwikkelingen in ArenAPoort, dragen bij aan de identiteit van het gebied, brengen vita- liteit in de buurt en vergroten de aantrekkingskracht voor bezoekers en bedrijven. Kunst en cultuur kunnen een bijdrage leveren aan verbonden- heid tussen verschillende bewonersgroepen aan weerszijden van het spoor. De verbinding van ArenAPoort met de rest van Zuidoost kan alleen slagen als identiteit en geschiedenis van Zuidoost er in worden verankerd. Lokale kunstenaars en kunstinstellingen moeten een permanente plek krijgen in de infrastructuur. Plaatsing van buitenkunst wordt ingezet als rode loper van een cultuurroute. Georganiseerde sport Volgens een stedelijke richtlijn moet iedere Amsterdammer binnen 20 minuten fietsen toegang hebben tot een mogelijkheid voor georga- niseerde sport, zoals een sportpark, sporthal, zwembad en voor andere buitensporten zoals tennis, voetbal of hockey. De directie Ruimte en Duurzaamheid verkent in samenwerking met de directie Sport en Bos alle kansrijke locaties voor sport in Zuidoost. Gezien de bouwopgave van ArenAPoort moet er 12.000 m? aan georganiseerde sport bij komen. De mogelijkheden om dit binnen de grenzen van het gebied op te lossen zijn beperkt. 38 Wat is er nu Wat krijgt Wat komt er op korte Wat kan er op lange aanwezig? een andere termijn bij? (Hier zijn termijn nog meer bij Kitten teN4 concrete afspraken komen? Ke LR TELLE TLD) Woningen 524 sociale N.v.t. Voor circa 3.700 Er is nog ruimte voor huurwoningen woningen zijn concrete zo'n 2.000 woningen. in Amsterdamse afspraken gemaakt. De gemeente stuurt Poort en 170 Met name sociale actief op verschillende studentenwoningen in huurwoningen en woninggroottes Cumulus Park koopappartementen en op koop- en huurappartementen Kantoren Er zijn veel kantoren. Er wordt ruim Er komt circa 80.000 m? _ In ArenAPoort is er ruimte Vooral banken, 100.000 m? aan kantoren bij voor circa 180.000 m? aan verzekeraars en van de huidige extra kantoren bedrijven die zich kantoren richten op uitgaan en omgevormd evenementen tot hoofdzakelijk woningen Winkels Aanwezig Nvt. Er is marktruimte Uitbreiding op langere zijn: Overwegend voor 8.000 m? niet- termijn is onzeker en wordt XL-winkels in dagelijkse detailhandel op een nader moment West, winkels en er zijn bescheiden onderzocht voor dagelijkse groeimogelijkheden boodschappen voor dagelijkse (supermarkten etc) detailhandel en winkels voor niet- dagelijkse aankopen (mode etc) in Oost Horeca Aanwezig zijn: N.vt. Er is marktruimte voor Op langere termijn is er overwegend fast- 7.000 m2 extra horeca. mogelijk meer ruimte voor service horeca, Hierbij wordt ingezet horeca. Het draagvlak gericht op snelle op meer kwalitatief hiervoor wordt op een doorloop. En er is hoogwaardige horeca, later moment onderzocht een aantal grotere vooral geconcentreerd en is mede afhankelijk van hotels, zowel in oost rondom de Lifeline. de groei van het aantal als west, gericht In het Eleven Square inwoners in het gebied op verschillende komt een extra hotel doelgroepen Cultuur en Grootschalige Nvt. Er komt entertainment, Een toegankelijk ontspanning ontspanning: Johan theater en gaming in popcentrum voor dans en Cruijff ArenA, ArenAPoort West (circa muziek in combinatie met Ziggo Dome en AFAS 20.000 m2) oefenruimtes. Live, En (urban) sport- en Pathé Bioscoop speelplekken verspreid over ArenAPoort Onderwijs ROC, HvA Nvt. Internationale school in _ Twee basisscholen. Eén het Zandkasteel in ArenApoort en één in Bijlmer Centrum Maatschappelijk Bibliotheek, Nvt. Buurthuis, Imagine IC, kinderopvang zorg Gezondheids-centrum nn Tabel 3.1 In dit overzicht staat welke functies in ArenAPoort aanwezig zijn en welke er op de korte en op de lange termijn bij komen. 39 In de openbare ruimte biedt alleen het nieuwe park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA gelegenheid om een aanleiding tot sport te huisvesten. Of hier ook georganiseerd gesport kan worden wordt duidelijk als het ontwerp voor het park in een volgend stadium is. Binnen de kavelgrenzen zijn er meer mogelijkheden. Zo landt sport op enkele lager gelegen daken van te ontwikkelen gebouwen. Eleven Square, voorheen het Eleven Square (UID), biedt hier kansen toe. Het voorstel is om hier circa 500 m2 sport op het dak te situeren. Ook op het dak van de alles-in-één-school in de H-Buurt Noord, dat binnen de GREX- grenzen van ArenAPoort valt, zijn sportzalen beoogd. Verder stimuleert de gemeente waar dat mogelijk is de komst van sport binnen de gebouwen. Sport maakt bijvoorbeeld een verplicht onder- deel uit van het programma van het vernieuwde Laanderpoort. Hier komt minimaal 1.100 m2 aan indoorsport. Dit past conceptueel goed bij het beoogde kantoorprogramma op deze kavel. Verder vergt het inpassen van sport enige creativiteit en out-of-the-box thinking. De zone langs het Solar-complex biedt mogelijk kansen voor een kleinschalig sportprogramma. Ook wordt met een schuin oog gekeken naar het dak van Villa ArenA: een plek waar in potentie duizenden vierkante meters sport kunnen worden toegevoegd. Om uiteindelijk aan de norm te voldoen wordt de sportopgave op het niveau van het stadsdeel bekeken. Op korte afstand van ArenAPoort zijn ruimschoots voldoende locaties voor georganiseerde sport voorhanden. Zo zijn het Nelson Mandelapark en de noordkop van Bijlmerweide serieuze opties, en wordt in Amstel Ill gewerkt aan sport in het Hondsrugpark, op het dak van de IKEA en op de flanken van de Gaasperdammertunnel. Zuidoost lijkt over voldoende geschikte locaties te beschikken om aan de sportnorm te kunnen voldoen. Door de vele ruimte- claims is het overigens geen sinecure om deze kansrijke locaties ook daadwerkelijk in te richten voor sport. 5 | oe G ze n Ln en ee B Ee war | Sporttoevoeging Eli tens |oazans Îvnen, | __ Zuidoost (uit ls Tau | omg cort Cerita) fact Giikapseder [zacee a Ma: | norm 2020). 40 Sport en spelen De Amsterdamse referentienormen voor maatschappelijke voorzieningen gelden ook voor sport en spelen in de openbare ruimte. In aansluiting op het stedelijk beleid van De Bewegende Stad wordt bewegen een belangrijk uitgangspunt bij het ontwerpen van de open- bare ruimte en gebouwen. Naast de speciaal voor sport en spelen ontworpen plekken, zoals speeltuinen, sporthallen en -velden, kunnen activiteiten ook goed plaatsvinden op informele plekken in de open- bare ruimte. Denk daarbij aan wandel- en fietsroutes, speciale plekken in een park, bootcampterreinen, extra brede stoepen, een autoluwe buurt en trap- en speelveldjes. Op het Anton de Komplein wordt ingespeeld op de vraag naar informele sport. Middels slim ruimtege- bruik worden functies gecombineerd. Zo landt er op een fietsenstalling in het Cumulus Park een basketbal court op het dak. Werk en ontplooiing Voor bewoners, die vaak een laag inkomen hebben, is het niet altijd makkelijk een goede opleiding en baan te krijgen, terwijl er in ArenAPoort toch veel werkplekken en scholen zijn. Als gemeente willen we de kans op werk en ontplooiing vergroten. Dit doen we samen met de onderwijsinstellingen en bedrijven die geworteld zijn in Zuidoost. Dit gaan we doen: n Ruimte bieden aan start-ups en scale-ups, ook voor en door lokale ondernemers. Dit kan bijvoorbeeld in Cumulus Park n Goede relaties stimuleren tussen bedrijven en onderwijsinstel- lingen zoals de Johan Cruijff Academy n Ruimte bieden aan bedrijven die werkgelegenheid en stage- plekken regelen voor bewoners in Zuidoost n Meehelpen bij het uitvoeren van het 1.000 banenplan (huidige bewoners profiteren van toenemende bedrijvigheid) n Pilots opzetten in Amsterdamse Poort met beginnende (lokale) ondernemers. Placemaking voor een aantrekkelijke openbare ruimte De komende jaren ontwikkelen we de hierboven beschreven voorzieningen. Maar we willen ook op korte termijn verschil maken. Hiervoor zetten we placemaking in. Placemaking is: ingrepen doen om de openbare of publieke ruimte snel zo aantrekkelijk en leefbaar mogelijk te houden of te maken. In het geval van ArenAPoort bete- kent placemaking het organiseren van activiteiten voor meer verbin- ding binnen ArenAPoort, het leefbaar houden van het gebied tijdens werk in uitvoering, en het koesteren van de identiteit en het steviger neerzetten van de naam ArenAPoort. Dit doen we met tijdelijke en permanente initiatieven: bijvoorbeeld een stadstuin, speelplaats, of een openluchtbioscoop, een jeu-de-bouleveldje, een openlucht- concert, of invulling van leegstaande panden. De vestiging van New Metropolis Zuidoost in een voormalig winkelpand in Amsterdamse Poort is een mooi voorbeeld van placemaking. Het initiëren en uitvoeren van initiatieven doen we samen met bewoners, onder- nemers en gebruikers. 41 3.3 Goed bereikbaar Zo is het nu: ArenAPoort is uitstekend verbonden met het centrum van Amsterdam, Schiphol, de Zuidas, Utrecht en Almere. Het gebied heeft een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk voor bus, metro en trein en wordt omringd door snelwegen. Via de Holter- bergweg, Hoogoorddreef en de Bijlmerdreef ben je zo op de A2, A10 of A9. Het voetgangersgebied verbindt wonen, werken en winkelen binnen ArenAPoort met elkaar. Bewoners maken vooral gebruik van het voetgangersnetwerk en het openbaar vervoer. Er loopt een belangrijke noord-zuidfietsroute door het gebied (Abcouderpad). Het overige fietsnetwerk ligt vooral rondom het gebied of langs de grenzen ervan. De bereikbaarheid en logistiek rondom grote evenementen is professioneel georganiseerd door de regieorganisatie evenementenver- keer. Dit is een samenwerking tussen partijen in ArenAPoort, gemeente Amsterdam, gemeente Ouder-Amstel en nood- en hulpdiensten. Bij grote evenementen in de Johan Cruijff ArenA, of wanneer meerdere evenementen tegelijk plaatsvinden, wordt het verkeer gecoördineerd vanuit het Operationeel Mobiliteitscentrum (OMC). De groei van ArenAPoort verhoogt de druk op de bereikbaar- heid van het gebied. Tijdens de spits en evenementen in de Johan Cruijff ArenA raken de wegen vaak vol, vooral op de Holterbergweg en bij de afritten naar de A2 en A9. Ook het station loopt tegen haar capaciteitsgrens aan, niet zozeer op de perrons, maar wel op het busplatform, in de stationshal en op de pleinen eromheen. Het dijklichaam waarover de sporen lopen, is een barrière voor fietsers en voetgangers. Ook zijn de dreven niet overal toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Wat gaat er veranderen? ArenAPoort behoudt zijn uitstekende bereikbaarheid, en dan vooral dankzij schone, betaalbare en gezonde vervoermiddelen. We gaan daarom investeren in betere faciliteiten voor voetgangers en fietsers, zoals lange-afstandsroutes tussen ArenAPoort en de rest van de stad. De verblijfsruimte in het centrum wordt autoluw. We onderzoeken hoe station Amsterdam Bijlmer ArenA, het openbaar vervoersknooppunt in Zuidoost, kan groeien. Het logis- tieke verkeer dat nodig is voor bevoorrading van winkels, kantoren en evenementen gaan we zo organiseren dat dit goed kan samengaan met de komst van nieuwe woningen. 42 Casus: Inrichting ArenABoulevard De inrichting moet niet alleen gezellig en aantrekkelijk zijn, maar bij piek- drukte ook geschikt zijn voor een controleerbare ‘uitstroom’ van grote mensenmassa's. De regieorganisatie kan helpen om in de ontwerpfase mee te denken over de juiste condities. Om dit in goede banen te leiden moet de ArenABoulevard geschikt zijn voor crowdmanagement (het systematisch plannen, organiseren en managen van grote groepen personen); crowdcontrol (het controleren, sturen en beheersen van groepen mensen) en riotcontrol (oproerbeheersing bij onge- regeldheden). Meer ruimte voor openbaar vervoer Minder reizigers met de auto en meer reizigers te voet en per fiets; daar willen we naartoe. Dat lukt alleen als de fiets een aantrek- kelijk alternatief wordt. Binnen ArenAPoort richten we ons op het terugdringen van het gemotoriseerde verkeer op straat. We maken de woon-, werk- en winkelgebieden zo veel mogelijk autoluw. In de autoluwe gebieden staan fietser en voetganger voorop. Op de hoofd- en plusnetten krijgen auto en een goede doorstroming van het verkeer (naast auto’s ook vrachtwagens) de ruimte. Verder willen we een aantal ontbrekende schakels in het fietsnetwerk aanpakken, zowel binnen ArenAPoort als op de lange- afstandsroutes naar bijvoorbeeld de binnenstad. Fietsroutes binnen ArenAPoort zijn onderdeel van deze ontwikkelstrategie. Langeaf- standsroutes worden opgenomen in het Mobiliteitsprogramma Zuidoostflank. Hier gaan we aan werken: n Verbinding tussen Amstel Ill, ArenAPoort, De Nieuwe Kern en het centrum van Amsterdam. In ArenAPoort wordt de Haaksbergweg een fietsstraat, de auto is hier te gast n Onderzoeken of de Hoogoorddreef ten westen van het station een breder fietspad moet krijgen n Een goede verbinding tussen west en oost, bijvoorbeeld via de Johan Cruijff Boulevard n Een duidelijke route voor voetgangers en fietsers van en naar het station ter hoogte van het Hoekenrodeplein n Meer ruimte voor voetgangers op de Bijlmerdreef en de Hoogoorddreef. We onderzoeken of op termijn ook fietspaden op de dreven kunnen komen. Daarbij is het uitgangspunt dat de busbaan op de Hoogoorddreef, tussen Foppingadreef en de Holterbergweg, blijft. Mobiliteitsprogramma Zuidoostflank (Actieplan Schone Lucht). Het terug- dringen en elektrificeren van verkeer Bereikbaarheid bekijken we ook in een maakt immers de lucht schoner, vermin- bredere context. Zo komt er voor de hele dert geluidsoverlast en is beter voor Zuidoostflank een mobiliteitsprogramma. het klimaat. Het Mobiliteitsprogramma Daarin staan maatregelen die bijdragen Zuidoostflank is naar verwachting in 2021 aan een robuust verkeersnetwerk rondom klaar en wordt dan ter besluitvorming onder andere ArenAPoort. Ook kijken voorgelegd aan de gemeenteraad van we naar mogelijkheden om het verkeer Amsterdam, Ouder-Amstel en het dage- schoner en uitstootvrij te maken in 2030 ITEM TENUTA "E Ta Re CHAT Ler= Tage |(o 44 SON TE f ied 1 Î meed = mare - = emmen Ì ED | ej | | i (@) | | Meer fietsers betekent ook voldoende fietsenstallingen. Deze kaart toont Nieuwe fietsenstallingen komen in de gebouwen of onder de grond, waar we ruimte zodat er op de straten en pleinen voldoende ruimte blijft voor voetgangers gaan geven aan . … … ‚ voetgangers, en groen. Grondeigenaren zijn verantwoordelijk voor voldoende fietsenstal- fietsers. auto's lingen in de gebouwen die ze neerzetten. De gemeente ziet daarop toe. en het openbaar We onderzoeken de mogelijkheid voor twee ondergrondse fiets- vervoer. In bijlage parkeergarages nabij het station en langs fietsroutes. Een van de ideeën is 2 vindt u gede- om een aantal inpandige autoparkeerplaatsen in ArenAPoort Oost om te tailleerde kaarten zetten in fietsenstallingen. per soort vervoer. UIT DE PARTICIPATIE Fietsen oké, maar ook huis. Ondernemers wensen een digitaal parkeergelegenheid parkeerverwijssysteem si investeringen in het openbaar vervoer, bijvoorbeeld het door- trekken van een tramlijn uit de binnenstad. Tijdens de participatie kwam naar voren dat bewoners en gebruikers voldoende Ondernemers wijzen ook op de spanning die bushaltes, veilige fietsverbindingen en de gebiedsontwikkeling met zich meebrengt. fietsenstallingen willen. De fiets mag meer Niet alleen vanwege de groei in wonen, zichtbaar worden in het straatbeeld, al werken en recreëren, ook het stijgend aantal moeten de fietsers geen overlast geven voor _ pakket- en maaltijdservices zorgt voor meer wandelaars. “Fietspaden die met elkaar in verkeer. De gemeente wordt gevraagd om verbinding staan, zodat men overal terecht tot een robuust systeem voor mobiliteit en kan met de fiets.” logistiek verkeer te komen voordat er groot- schalig ontwikkeld wordt. “Laat mobiliteit en Bewoners zien ook graag meer en logistiek het beginpunt zijn bij de ontwikke- goedkopere parkeerfaciliteiten dicht bij ling ArenAPoort en niet de sluitpost.” Goed bereikbaar openbaar vervoersknooppunt Station Amsterdam Bijlmer ArenA speelt een belangrijke rol bij het bereikbaar houden van ArenAPoort. Nieuwe kantoren en grote publiekstrekkers komen daarom vooral in de nabijheid van het station. Hierdoor worden grote stromen forensen en bezoekers gestimuleerd dit openbaar vervoersknooppunt te benutten. Rondom het station maken we ruimte voor onder meer fietsenstallingen en deelcon- cepten, zodat de overstap van openbaar vervoer naar andere vormen van vervoer makkelijker en sneller verloopt. In de nabije toekomst moet het station voorbereid worden op de komst van nog meer reizigers, bijvoorbeeld door het vergroten van het busstation, meer opgangen naar de perrons en meer ruimte in de stationshal. Dit vergt grote investeringen waarbij meerdere partijen betrokken zijn: NS, ProRail, het GVB en de Vervoerregio. In 2020 is een onderzoek van start gegaan naar uitbreidingsmogelijkheden rond station Amsterdam Bijlmer ArenA. nn Impressie: Dit gaan we doen om ArenAPoort bereikbaar te Pe an. Í n houden: De Ul P NN NN Sh Si ä N GE as NUDE | EN % Etn te a et Je li sn he AE EE het openbaar vervoer en meer ruimte maken voor laden, lossen en parkeren gemakkelijk overstappen staan centraal voetgangers en fietsers beter organiseren 46 Naar efficiënt logistiek verkeer De logistiek in ArenAPoort is van groot belang voor alle bedrijven in het gebied, maar veroorzaakt ook veel verkeer en daarmee druk op de wegen. We onderzoeken samen met belanghebbenden mogelijkheden om het logistieke verkeer efficiënter te organiseren. Dit is een vraagstuk voor dit gebied maar ook voor de regio Amsterdam, waarbij we ons bewust zijn dat sommige detailhandel afhankelijk is van grote directe leveranties. We willen ons in eerste instantie richten op de logistiek rondom horeca en winkels, en in ArenAPoort West rondom de evenementen. Dit gaan we doen: n Logistieke expeditie wordt zo veel mogelijk geclusterd en bij nieuwe ontwikkelingen altijd inpandig opgelost n We sluiten aan op bestaande initiatieven voor ‘logistieke hubs’. Bijvoorbeeld de Smart Mobility Hub ten noordoosten van de Johan Cruijff ArenA en een hub voor laden en lossen bij Cumulus Park n De bedrijven binnen ArenAPoort moeten goed bereikbaar blijven voor laad- en losverkeer. Daarom richten we ons op gecombineerde laad- en losplekken die door duidelijke routing en bewegwijzering goed te vinden en te bereiken zijn. De routes naar deze locaties worden zo veel mogelijk gescheiden van voetgangers en fietsers, zodat er geen oponthoud of onveilige situaties ontstaan n In ArenAPoort West wordt geïnvesteerd in een goede oplossing voor het logistieke laad- en losverkeer, met name rondom de evenementen. Zo werken we aan een logistiek laadpunt en een nn terrein waar evenemententrailers kunnen parkeren. Artist impression Smart Mobility Bij nadere uitwerking van de plannen blijven we kritisch op Hub gezien vanaf … het sport kijken in de logistieke routes, zowel tijdens de bouwfase als daarna. de richting Johan Cruijff ArenA. Î = en a mi ne EE 5 ne aint En: = _ | ie | een zt SE ES nn EE nn ikk n eeN eN Wm en kt = pl % Û DN j/ 7 : a EN en Ì Î EE, Fi # # f 47 Smart Mobility Hub Om ervoor te zorgen dat evenementen een zero emissie laadhub voor personen- lolo YclaB:ier ec IR la Re ITP 4 aa TMA nt: la Eed en goederenvervoer, autoparkeren, bereikbaar blijven, komt er een Smart Park + Ride, haal- en brengvoorzieningen Mobility Hub (SMH) in De Nieuwe Kern. voor leerlingen, eBuurthub (deelauto's), Het gebouw, voorziet in een multifunctio- _ taxistandplaats, touringcarparkeren en neel mobiliteitsprogramma. een fietsenstalling. In totaal komen er Afhankelijk van de behoefte per evene- 2.400 parkeerplaatsen, die flexibel inzet- ment kan de parkeercapaciteit alternatief baar zijn al naar gelang de mobiliteits- worden ingezet door gebruik te maken behoefte. Dit aantal is voldoende voor het van dynamische parkeersystemen. Er is overgrote deel van de evenementen. 84.000 m? BVO beschikbaar voor: Huur- en deelconcepten Tijdens de participatie is de behoefte aan huur- en deelcon- cepten ofwel het huren of delen van een (elektrische) auto of fiets, duidelijk naar voren gekomen. Investeringen hierin helpen om het aantal voertuigen verder terug te dringen. Er bestaan nog geen huur- en deelconcepten in ArenAPoort. Daarom gaan we er ruimte voor maken in openbare parkeergarages. Ook stimuleren we eigenaren en ondernemers (werkgevers, winkels, evenementen) om bewoners en bezoekers te verleiden om anders te gaan reizen, en hen daarvoor duurzame huur- en deelconcepten aan te bieden. Huur- en deelconcepten moeten CO2-neutraal zijn. Efficiënt parkeren Binnen ArenAPoort gaan we parkeren efficiënter organiseren. Hierdoor kunnen verkeersstromen op het plusnetwerk beter worden beheerst, beperken we het zogeheten ‘zoekverkeer’ en halen we een groot deel van het autoverkeer van straat. Uitgangspunt is dat het autoverkeer niet te veel toeneemt. We onderzoeken de maatregelen en maken deze concreet in een nog op te stellen parkeerstrategie. De hoofdlijnen van de strategie zijn: n Alle nieuwe parkeerplaatsen voor kantoren en voorzieningen worden in principe openbaar toegankelijk, zodat dubbelgebruik mogelijk wordt. Hierdoor kunnen parkeerplaatsen ook tijdens evenementen worden ingezet. In Amsterdamse Poort blijven voldoende openbare parkeerplaatsen aanwezig = Alle parkeergarages in ArenAPoort zijn ondergronds of inpandig. Er vindt op termijn geen parkeren op straat meer plaats n We onderzoeken de mogelijkheden voor één digitaal parkeerverwijssysteem om zoekverkeer te verminderen. 48 24/7 greep houden op verkeer De regieorganisatie evenementenverkeer is een goed georganiseerde samenwerking tussen partijen. Deze samenwerking willen we benutten om ArenAPoort bereikbaar te houden, niet alleen tijdens evenementen, maar gedurende de hele dag. We stellen voor de regieorganisatie en het Operationeel Mobiliteitscentrum (OMC) verder te versterken, bijvoorbeeld door een vast team aan te stellen dat 24/7 het verkeer monitort en stuurt. Hoofdwegen beter benutten Bovenstaande maatregelen ontlasten het verkeer binnen ArenAPoort. Hiermee is nog niet de druk van het verkeersnetwerk daaromheen opgelost. Die druk willen we verminderen door de wegen beter te benutten. Het verlagen van de druk op de op- en afritten van de autosnelwegen A2 en A9 is daar een onderdeel van. Waar nog ruimte is, kunnen de wegen efficiënter worden gebruikt. Keuzes rondom het uitbreiden of juist afwaarderen van hoofdwegen rondom ArenAPoort worden ook in het Mobiliteits- programma Zuidoostflank gemaakt. ET | __ in EN TE ” nd ls Ker zuidoost D, Eze — TE EE Te EE | Bek Lel le puivend gi ern ee en B Ì ENOR SR EE Al RORE B EED ANN ‚l —T- TT. SN | EE me AN EL jm SN. bl A K de En kb | ie, | Se | Vn ze À EES AN mn mee aen ER ee SE NN ttr Rl: BS EE nd El In oe Eren En zE an LI | hm EI |M 1 NN I - EL î E DE : | mn me ee re Va sl i EE mm 49 De openbare ruimte in ArenAPoort omvat onder meer de Johan Cruijff Boulevard, het Hoekenrodeplein, de Bijlmer- pleinen en het Anton de Komplein. Deze pleinen zijn met elkaar verbonden en allemaal onderdeel van het plusnet voor voetgangers. Amsterdamse Poort heeft nog de oorspronkelijke, verhoogde dreven. Gemotoriseerd en langzaam verkeer zijn hier gescheiden. Het voet- gangersgebied is in zijn geheel vrij van auto's (met uitzondering van laad- en losverkeer en het verkeer voor de afvalinzameling) en dus zeer veilig. De bestrating en het meubilair zijn van hoge kwaliteit. Maar de meeste pleinen en straten zijn puur functioneel ingericht en voelen daardoor kaal en ‘stenig’ aan. Er is weinig groen en water in het straatbeeld. Ook is het aantal speel- en ontmoetings- plekken beperkt. In het evenementengebied is de openbare ruimte ingericht op het snel en veilig aan- en afvoeren van grote groepen mensen die met openbaar vervoer of de auto komen. Soms is het extreem druk, dan weer heel rustig. De openbare ruimte in Amster- damse Poort voelt vooral ‘s avonds en ‘s nachts onveilig. De wegen zijn berekend op de auto en niet op fietsers en voetgangers. Daardoor is ArenAPoort niet goed verbonden met de woonwijken van Zuidoost. Kortom, de openbare ruimte nodigt niet uit tot een langer verblijf, en is vooral in ArenAPoort West onvoldoende toegerust voor bewoners. UIT DE PARTICIPATIE Liefst meer groen “Gebruik maken van Anton de Komplein voor en rustplekken evenementen (dansen, muziek)”. Openbare ruimte is het onderwerp dat het Een belangrijk aandachtspunt is veiligheid. meest leeft bij bewoners en gebruikers. Er is Men voelt zich vooral ‘s avonds niet veilig. Meer tijdens de participatie veel over gezegd en er toezicht en handhaving kan daarvoor een oplos- zijn veel ideeën ingebracht. Gebruikers zeggen sing zijn, evenals een overzichtelijker straatbeeld de pleinen in ArenAPoort mooi te vinden. Ze en betere verlichting. Ook een goede voorzie- waarderen vooral de inrichting van het Hoeken- ning voor afval is een belangrijk aandachtspunt. rodeplein. Bij herinrichting van de pleinen en straten zien bewoners en gebruikers graag meer _ Tot slot blijkt uit de participatie dat er behoefte groen, water, ontmoetingsplekken (bankjes en is aan plekken waar bewoners rust kunnen terrassen), speel- en sportvoorzieningen en vinden. Toegankelijke daken, binnentuinen en toiletten in de openbare ruimte: een natuur worden genoemd als mogelijke rust- echt verblijfsgebied. plekken. “Behoefte aan rustplekken, zones en voorzieningen om de drukte te kunnen Mensen hechten veel waarde aan de parken en ontvluchten.” zien graag dat de verdichting van ArenAPoort niet ten koste gaat van het groen. Het straat- Bedrijven vragen om aanpassing van het beeld zou veel levendiger en groener mogen: gevelreclamebeleid, zodat zij LED-schermen bomen, bloembakken, daktuinen en - vooral op kunnen plaatsen - met Times Square in het Anton de Komplein - meer activiteiten. New York als voorbeeld. Wat gaat er veranderen? ArenAPoort heeft straks levendige en sfeervolle pleinen en straten. Plekken waar je anderen kunt ontmoeten en op een prettige manier kunt zitten, spelen of sporten. We gaan alle openbare ruimte op termijn goed herinrichten. Meer ruimte voor voetgangers Vooruitlopend op de komst van meer bewoners, forensen en bezoekers willen we het voetgangersgebied in ArenAPoort vergroten, veiliger maken en meer sfeer geven. Laden en lossen en (fiets) parkeren nemen nu nog ruimte in op straat. Dat gaan we anders orga- niseren. Daarnaast willen we verbindingen maken op de plaatsen waar voetpaden niet op elkaar aansluiten, bijvoorbeeld op de dreven die ArenAPoort verbinden met de rest van Zuidoost. Ruimte creëren we door een combinatie van maatregelen: 1. Bij nieuwe ontwikkelingen worden alle (fiets)parkeerplaatsen plus expeditie inpandig of ondergronds. Laden en lossen weren we zo veel mogelijk uit het voetgangersgebied. In Amster- damse Poort verloopt het laden en lossen vanaf de dreven, en in ArenAPoort West maken we daar aparte routes voor. Om de hoeveelheid laad- en losverkeer in het voetgangersgebied van Amsterdamse Poort te beperken onderzoeken we, als alternatief voor de standaard inzamelmethode door middel van ondergronds containers, de aanleg van een ondergronds afvaltransportsysteem (OAT). Dit maakt het gebied aanzienlijk aangenamer maar vraagt een behoorlijke investering. 2. Het voetgangersgebied wordt groter door privaat gebied, bijvoorbeeld de ruimte tussen kantoren en onderwijsinstel- lingen, openbaar toegankelijk te maken. Hierover maken we afspraken met grondeigenaren. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt particulier terrein meteen zo veel mogelijk openbaar toegankelijk. Dat leidt tot een fijnmazig netwerk van routes. Ook kunnen private partijen op deze manier een bijdrage leveren aan klimaatmaatregelen, zoals meer ruimte voor groen en regenwateropvang 3. Vanwege de beperkte openbare ruimte gaan we functies combineren, bijvoorbeeld groen en sport 4, Op de dreven maken we ruimte voor voetgangers, zodat woningen, kantoren en voorzieningen ook vanaf daar goed bereikbaar zijn. Dit doen we door trottoirs aan te leggen of te verbreden, bijvoorbeeld op de Bijlmerdreef en de Hoogoord- dreef. Waar de ruimte het toelaat, kijken we ook of het aanleggen van fietsstroken en groen mogelijk is 51 Meer groen en zichtbaar water ArenAPoort wordt in de toekomst veel groener dan het nu is. Meer groen draagt niet alleen bij aan een prettiger verblijfsklimaat, maar is ook van groot belang voor de biodiversiteit en klimaatadap- tatie. Door heviger wordende regenbuien wordt een goede, geleide- lijke afvoer van hemelwater steeds belangrijker. Een groene inrichting helpt daarbij. Daarnaast reduceert groen de hittestress. Op hete dagen loopt de temperatuur in steden hoog op en deze hitte blijft door het vele steen en beton lang hangen. Het toevoegen van meer groen heeft positieve gevolgen voor de temperatuur. In een intensief gebruikt stedelijk transformatiegebied als ArenAPoort vraagt het toevoegen van groen enige creativiteit, van zowel de gemeente als van de lokale belanghebbenden. De gemeente is verantwoordelijk voor de (herinrichting van de openbare ruimte, de belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor de inpassing van voldoende groen binnen de grenzen van het kavel. Aan de hand van het beoogde bouwprogramma schrijft de Referentienorm Maat- schappelijke Voorzieningen de groennorm voor. Deze groennorm bestaat uit gebruiksgroen en ecologisch groen. Gebruiksgroen is van recreatieve waarde: er kan bijvoorbeeld op gesport of op gepick- nickt worden. Ecologisch groen heeft vooral een ecologische en/of klimaat-adaptieve functie. Je vindt ecologisch groen bijvoorbeeld op daken van gebouwen. Wat gebruiksgroen betreft wordt de groen- norm volledig binnen de grenzen van ArenAPoort gehaald. De ecolo- gische groennorm wordt met 86% bijna gehaald. —_—_ Groennorm 40.000 m? 40.000 m? 80.000 m? Toevoeging Oe gebruiks en Gepland 40.000 m? 34.500 m? 74.500 m? ecologische groen Relatief 100% 86% 23% ArenAPoort in ee m? en %. Het gebruiksgroen in ArenAPoort concentreert zich op twee specifieke locaties: het Cumulus Park aan de oostkant van ArenAPoort en het nog te realiseren park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA aan de westzijde van het spoor. Er is nog geen ontwerp voor het ArenAPark (dit zal de komende jaren worden gemaakt), maar het is de ambitie van de gemeente om hier een kwalitatief hoogwaardig park te ontwikkelen, waar zowel ontspanning, cultuur als sport een plek zullen krijgen. Om zo veel mogelijk ecologisch groen toe kunnen te voegen is een belangrijke rol weggelegd voor de ruimschoots aanwezige daken. Ontwikkelaars worden gestimuleerd tuinen op deze daken aan te leggen en met name de lager gelegen daken ook toegankelijk te maken voor de bewoners en/of gebruikers van het gebouw. Een mooi voorbeeld hiervan is Cluster 7 in Amsterdamse Poort. De binnentuinen op het dak van de parkeergarage zijn toegankelijk voor de bewoners uit het cluster. De tuinen krijgen een ruime grondlaag, zodat ook bomen en grote heesters kunnen aarden. Het dak op het loading dock van het Eleven Square krijgt naast een publiek toegankelijk sportpro- gramma en de benodigde zonnepanelen ook een groene invulling. 52 Naast de daken stimuleren we ook het aanbrengen van groene gevels. Een groene gevel is niet alleen mooi om naar te kijken, maar is ook belangrijk voor de biodiversiteit in het gebied. Dankzij groene gevels en daken kunnen diverse diersoorten, zoals bijen, vlinders en vogels, makkelijker overleven in de stad. Ook in de openbare ruimte komt meer groen, met bomen en wadi's (een soort van bedding, met gras beplant en in woonwijken bedoeld als wateropvang na hevige regen). Hiermee wordt de openbare ruimte ook aangepast aan klimaatverandering. De grote drukte bovengronds (door autover- keer en bezoekers op straat bij evenementen) én in de ondergrond (vanwege kabels en leidingen) zijn beperkende factoren, maar bij herinrichting wordt ook bekeken hoe de straten en de pleinen toch van voldoende groen kunnen worden voorzien. Net buiten de grenzen van ArenAPoort is ook veel groen te vinden waar toekomstige bewoners gebruik van kunnen maken. Het Nelson Mandelapark, dat grenst aan het gebied, is voor toekomstige bewoners van ArenAPoort hét grote stadspark binnen Zuidoost, op slechts enkele minuten loopafstand. Ten zuiden van de Hoogoord- dreef komt in Amstel Ill een compact hoogwaardig stadspark: het Hondsrugpark. Daarnaast wordt de fietsverbinding naar de cultuurhis- torisch beschermde Amstelscheg verbeterd, zodat toekomstige bewo- ners uit zowel ArenAPoort als Amstel Ill makkelijker hun weg daar naar toe vinden. In de Structuurvisie voor De Nieuwe Kern staat een groot park van bijna Vondelparkachtige afmetingen gepland plus een nieuwe langzaamverkeerverbinding over de A2 naar de Amstelscheg. mn f Impressie: mn /f ArenAPoort == yy wordt groener EE yy geer ”eplante meen aken, postze- T- yy gelparkjes en __ / binnentuinen. — =S =S y == if SE LE IST On LI. ek 5 zn 4 ; en ke - SS (ks ï a ‚ 1: Ee ee nn N ENT 0 pn NN: = e mEt ETS pe dd NT NN S > a 53 ArenAPoort is geen waterrijk gebied. Het water dat er is maken we meer zichtbaar en ook aantrekkelijker voor wandelaars. De water- lopen aan de noordzijde van de Johan Cruijff ArenA, ter hoogte van Cumulus Park, aan de rand van het Nelson Mandelapark en in het stationskwartier betrekken we bij de inrichting van de openbare ruimte. Ook willen we dat water zichtbaar is om mensen bewuster te maken van hoe belangrijk de aanwezigheid van water voor het klimaat is. Waterpartijen fungeren als buffer waar overtollig regenwater naartoe kan stromen en vastgehouden kan worden om vervolgens via het gemaal te worden afgevoerd. Juist in ArenAPoort hebben we te maken met grote dakvlakken van bijvoorbeeld station Amsterdam Bijlmer ArenA en grote verharde oppervlakken zoals de Johan Cruijff ArenA, en is het aanwezige oppervlaktewater cruciaal voor een goed watersysteem. Het oppervlaktewater zal waar mogelijk worden vergroot en beter worden verbonden met omliggende waterpartijen. Natuurinclusief bouwen en biodiversiteit De biodiversiteit in ArenAPoort is op dit moment bijzonder gering, maar er zijn tegelijk wel bijzondere soorten te vinden zoals de slechtvalk (Deutsche Bank) en , iets minder bijzonder, het konijn (spoortalud bij de Johan Cruijff ArenA). De bruine rat vindt er tot verdriet van bewoners en ondernemers een goede biotoop. Doel- soorten (diersoorten waarop natuurbeleid gericht is) in dit gebied zijn de huismus, gierzwaluw, slechtvalk en diverse soorten wilde bijen. Aan de noordwestrand buiten ArenAPoort is de aanwezigheid van de bunzing en de wezel vastgesteld. Door maatregelen aan gebouwen in het kader van natuur inclusief bouwen maken we de bebouwing in ArenAPoort straks meer bio divers. Met ontwikkelaars worden, in de zogenaamde bouw- envelop, afspraken gemaakt over het maken van groene daken en groene gevels. Per project wordt in dialoog tussen ontwikkelaars en gemeente bepaald welke maatregelen het meest kansrijk zijn bij nieuwbouw. Dit heet een duurzaamheidsscan. Het Ruimtelijk Kwali- teitskader voor ArenAPoort gaat daar verder op in. Om zo goed als mogelijk is te voldoen aan de groennorm in de hyperstedelijke context van ArenAPoort, met weinig openbare ruimte, wordt aan ontwikkelaars de eis gesteld dat minimaal 25% van het ecosysteem- groen op de eigen kavel wordt gerealiseerd. De openbare ruimte van ArenAPoort wordt ingrijpend heringericht, klimaatadaptief gemaakt, en verrijkt met groen. De overvolle ondergrond wordt herschikt en zo georganiseerd dat er ruimte ontstaat voor bomen in de straten en op de pleinen. We verbinden het groen van ArenAPoort met zijn omgeving waardoor planten- en diersoorten de kans krijgen te migreren en hun leefgebied uit te breiden. Dit versterkt de biodiversiteit van de openbare ruimte. Bewoners hebben straks via groene straten toegang tot kleine en grote stadsparken in de omgeving en de Amstelsscheg. 54 Er komt een nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA. Dit park vormt samen met het ‘rooftop sport park’ van de SMH in de Nieuwe Kern, en de groene fiets- en wandelroute een doorlopende groene verbinding vanuit ArenAPoort naar het toekom- stige centrale park (formaat Vondelpark) van De Nieuwe Kern. Het park vormt ook een nieuwe ecologische en fietsverbinding met de Amstelscheg. Ook het nu nog stenige Anton de Komplein wordt vergroend, en verbonden met het naastgelegen Nelson Mandelapark. Daarmee zijn de koppen van de Lifeline vergroend en veran- kerd in hun omgeving. De Lifeline zelf wordt ook vergroend en vormt straks een herkenbare groene ruggengraat van oost naar west door ArenAPoort. De Haaksbergweg wordt een straks een belangrijke nieuwe groene langzaamverkeerroute van het AMC naar Amsterdam Centrum, in het verlengde van het te ontwikkelen Hondsrugpark. Groen in de vorm van bijvoorbeeld wadi's, maakt deze route straks aantrekkelijk. De spoorzone is een belangrijke ecologische verbinding. In het talud leven verschillende planten- en diersoorten, er is onder andere een konijnenpopulatie aanwezig ten oosten van de Johan Cruijff Arena. Ter hoogte van het station Bijlmer ArenA ontbreken groene taluds langs het spoor. Dit is een ontbrekende schakel. Een parallelle ecologische verbinding langs en op de Foppingadreef is om verkeerskundige redenen vooralsnog geen optie. De watergangen worden, waar daar ruimte voor is, voorzien van groene oevers. Waar dat vanwege de beperkte ruimte of vanwege evenementen niet past wordt gekeken naar maatwerk (bijvoorbeeld kokosrollen of bundels wilgentenen onder de waterlijn, het stimuleren van muurvegetaties). De hoofdbomenstructuur wordt versterkt door het planten van bomen langs de Hoogoorddreef-westzijde en de Holterbergweg. De Bijlmerdreef krijgt een groen karakter in verbinding met het station. Het trailerparkeerterrein ten behoeve van Ziggo en andere venues in de oksel Stramanweg/Holterbergweg krijgt een groene uitstraling met aandacht voor biodiversiteit. 55 Een kralensnoer van levendige pleinen Er loopt een kralensnoer van pleinen door ArenAPoort, van KCE het Anton de Komplein tot en met de Passage. Het verbindt de Het ArenAPoort gebieden binnen ArenAPoort met elkaar en met de rest van Zuidoost. gebied is niet in Langs deze Lifeline komen de voorzieningen die het meeste balans als je kijkt naar publiek trekken. Denk aan winkels, evenementen, sport, cultuur en levendigheid. Waar muziek. Hier kunnen ook allerlei extra activiteiten op straat worden in oost de Amster- georganiseerd. Zo ontstaat er gedurende de hele dag en avond damse Poort overdag een levendig en dynamisch gebied. Het concentreren van deze voor levendigheid voorzieningen langs de Lifeline zorgt ervoor dat er voldoende rust zorgt, is het aan blijft in de woongebieden aan de rand ervan. de westkant juist Het kralensnoer krijgt een herkenbare inrichting van hoge betrekkelijk rustig. kwaliteit die is toegerust op grote mensenmassa's en intensief De grote gebouwen gebruik. Horeca en cultuur zal zich concentreren langs de Lifeline. en de weidse open- Bewegwijzering zorgt ervoor dat alle voorzieningen vanaf de Lifeline er laa el Etn) goed vindbaar zijn. Ook het verblijfsklimaat is aangenaam: er is weinig menselijke maat. windhinder en er zijn plekken waar mensen in de zon of juist in de SITE ontwikkelde het schaduw kunnen zitten. programma Lifeline, Vanwege de grote groepen mensen en de activiteiten is er dat tot doel heeft minder ruimte voor parkachtig groen, maar wel voor groen in planten- beide gebieden aan bakken, op gevels en daken, zodat de pleinen toch meer sfeer krijgen. elkaar te verbinden, zowel fysiek als wat Van oost naar west gaat de Lifeline er zo uitzien: functies betreft. Zodat van het Anton 1. Het Anton de Komplein is de schakel tussen ArenAPoort, het de Komplein tot Nelson Mandelapark, de H-buurt en Vogeltjeswei. Hier zien voorbij de Johan we een levendig en multifunctioneel plein voor ons met ruimte Cruijff ArenA een voor de markt en op bewoners gerichte activiteiten, ook als de integrale levendige markt er niet is. Met de (nieuwe) bebouwing langs de randen zone ontstaat, die de van het plein, biedt de plint ruimte aan horeca en terrassen. twee nu gescheiden Het plein heeft groen, water, zit- en speelplekken leefwerelden bij elkaar brengt. Het 2. Het kleine Bijlmerplein is het hart van Amsterdamse Poort, programma Lifeline waar mensen samenkomen voor contact, en om te eten en is als input gebruikt te drinken. Het plein wordt omringd door winkels, horeca, voor de ambitie die terrassen en nieuwe werkconcepten de gemeente heeft voor de gebieds- 3. Het grote Bijlmerplein is een plein voor bewoners maar ook ontwikkeling van voor toeristen en zakelijke bezoekers. Het plein leent zich goed ArenAPoort. voor muziek- en sportevenementen en themamarkten. Er is horeca en er zijn zitplekken, terrassen, water en groen, en een speelvoorziening. Die laatstgenoemde is er ook voor bijvoor- beeld de toekomstige leerlingen van de Internationale School in het Zandkasteel 4, Het Hoekenrodeplein is de schakel tussen het station, Amster- damse Poort en het Cumulus Park. Het plein mist nu de mense- lijke maat, is te stenig en is zeker in de koude en natte maanden geen prettige verblijfsplek. Tijdens de ochtend en avondspits is er grote drukte vanwege de forensen die van en naar het station gaan, daarna is het er rustig. Het plein vormt een barrière tussen oost en west, waar de Foppingdreef ook aan bijdraagt. We onderzoeken hoe we fietsers en voetgangers beter naar het station kunnen leiden. Daarnaast kijken we of we de ingang naar 56 de Amsterdamse Poort beter zichtbaar kunnen maken vanaf het Hoekenrodeplein, zodat het Hoekenrodeplen kan uitgroeien tot de oostelijke entree naar de Amsterdamse Poort en bezoekers het gevoel krijgen dat ze een centrumgebied betreden. 5. Het station functioneert als het hart en de entree van ArenAPoort. Het verbindt oost met west en ArenAPoort met de rest van de stad. De openbare ruimte van het station wordt overzichtelijk en sfeervol ingericht en kan tegelijkertijd grote mensenmassa's verwerken 6. De Johan Cruijff Boulevard is een belangrijk plein voor evene- menten en grootschalige detailhandel. Hier is straks altijd wat te doen. We zetten in op een ‘adaptieve’ openbare ruimte. Adaptief houdt in dat we de openbare ruimte op het gebruik kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld op het bij drukte veilig bege- leiden van bezoekers van en naar het station en de evene- menten. Bij rust is de boulevard dan weer een prettige plek om rond te wandelen of een terrasje te pakken. Op de Johan Cruijff Boulevard zien we ook faciliteiten voor urban sports voor ons 7. Met de bouw van het Eleven Square (UID) komen er twee nieuwe pleinen in ArenAPoort West bij. Het plein in het hart van Eleven Square is levendig en dynamisch, wordt omringd door winkels, ontspanningsgelegenheden en horeca en richt zich vooral op bezoekers. Het plein aan de Corridor is rustig en groen en meer op bewoners gericht. 8. Het noordelijke deel van de Lifeline wordt gevormd door de Passage en de Loper. Ze verbinden de Johan Cruijff Boulevard met station Strandvliet en de toekomstige woonwijk De Nieuwe Kern. Hier komen tijdens evenementen ook veel mensen samen. De Passage wordt samen met de Haaksbergweg onderdeel van nn een langeafstandsfietsroute. Ook hier is een adaptieve inrich- Deze kaart laat ting van belang, zodat zowel pleinen als verbindingen goed zien hoe pleinen functioneren zowel bij drukte als bij rust. en straten zijn verbonden. ; 9 ll | FE En nr. 1 de Í 7 T B mai Ï Í an ETAT 7 Ì uur pe a e nii 8 al Pangeran Brard miner BN rn een B Si ER en mmm En WE Pte venpeeteg being tad ein vormden me Oee U soesgangervetmarg Oo Mrt 57 EL RA en Nar Ne Wade Re Ai a KR OE 5 EE no Re ad en Ne Eer de rd Lie Es EME En > dn or ON nn \ Pes te er AE Rr ef rt AEL Lit d: A 9 8 een Oe ANNEN Ps Ee de | WW i ä Hel 8 n en en F m ek f ” NE i | k s k A [a À ” ai SF ! 8 EE, ze | ade | | fn EE 4 a ë IE Pe Bie | B Ne ANR Ee aen boe ede Ee in vaa en 5 Je 4 et [OA nn Voldoende rustplekken Impressie van de Corridor. Als we Uit de participatie kwam naar voren dat bewoners behoefte autoparkeren en hebben aan rustplekken, liefst in het groen. Met de verdichting van deere, ArenAPoort wordt dit nog belangrijker. Zeker gezien het feit dat de seren, ontstaat woningen geen tuin hebben. Bewoners kiezen voor een levendig er meer ruimte gebied, maar moeten dicht bij hun huis voldoende gelegenheid voor voetgangers, hebben om zich terug te kunnen trekken. Om rust te kunnen fietsers en groen. bieden denken we aan het volgende: n Rondom ArenAPoort zijn parken (het Nelson Mandelapark) en groengebieden (de Amstelscheg). In Amstel Il en in De Nieuwe Kern komen nieuwe parken. We zorgen ervoor dat deze goed vindbaar en toegankelijk zijn n Binnentuinen tussen de woonblokken zijn alleen voor bewoners n Daktuinen zijn toegankelijk voor bewoners en gebruikers van kantoren en hotels n Postzegelparkjes langs de rustigere (woon)straten in ArenAPoort. Nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA Het ArenA Park op de Eleven Square-kavel (UID) verdwijnt. Een alternatieve locatie hebben we gevonden ten noorden van de ArenA, daar waar zich nu P-Noord en een voetbalveld bevinden. Het plan is om op deze locatie een park met veel gras, struiken en bomen aan te leggen, waarvan bewoners van onder andere ArenAPoort, De Nieuwe Kern en Venserpolder gebruik kunnen maken. Daarnaast gaat dit gebied een grotere rol spelen bij het begeleiden van bezoe- kersstromen tussen de ArenA, de Smart Mobility Hub (SMH) in De Nieuwe Kern, en metrohalte Strandvliet en station Duivendrecht. Ook daarom verdient dit gebied een opwaardering. We zien deze locatie niet als een plek voor reguliere evenementen, wel voor een inciden- teel evenement, bijvoorbeeld een huldiging van Ajax of een voor- programma bij de Toppers of een interlandwedstrijd. 58 Veiliger verlichting Straten en pleinen moeten goed verlicht zijn, willen mensen zich er veilig kunnen voelen. We besteden aandacht aan de verlichting, ook aan de verlichting onder de viaducten. Tijdens de participatie is er gesproken over de mogelijkheid voor verlichte gevelreclame door een aantal marktpartijen en exploi- tanten. Wij zien lichtreclame - mits op goede en gedoseerde wijze uitgevoerd - als een kans om het uitgaanscentrum meer allure te geven en de levendigheid in het gebied te verbeteren. Onder welke voorwaarden lichtreclame mogelijk is zal worden omschreven in het Beeldkwaliteitsplan. Ke sl | | S et el Zo wordt ats Pie ArenAPoort jl groener: a, „oel groene gevels j ij d en daken PS alm << re 1 Mr id 1 LE LI 1 í | » dl f | AE groene ij Í f il binnentuinen Br Í nb en postzegel- I Í hi . Ae SU parkjes Hir A Bl 2E ed goede routes naar parken in de omgeving a u 59 Herinrichting openbare ruimte, slimme benutting ondergrond We gaan ervan uit dat pleinen en straten in ArenAPoort tot 2030 nog één keer waar nodig definitief worden heringericht. Deze herinrichting gaat grotendeels tegelijk op met bouwprojecten in de directe omgeving van het plein of de straat. We voorzien dat de eerste herinrichting op zijn vroegst in 2021 gaat plaatsvinden. Dan wordt de Bijlmerdreef tussen de Foppingadreef en het spoor herin- gericht. Voor overige pleinen en straten kijken we of we die al meer sfeer kunnen geven met een tijdelijke inrichting. Voor de definitieve herinrichting stellen we in 2020 / 2021 een Masterplan Openbare Ruimte inclusief ondergrond op. In dit masterplan pakken we ook nog enkele andere zaken op, zoals het regenbestendig maken van het gebied, plus een andere inrichting van de ondergrond. We willen de ondergrond, waaronder de ligging van kabels en leidingen, anders organiseren, zodat er bovengronds betere omstandigheden ontstaan voor bijvoorbeeld het planten van bomen. Met de kabel- en leidingbedrijven wordt gezocht naar slimme systemen om de ruimte in de ondergrond zo efficiënt mogelijk te benutten. Beheer en toezicht Overal in ArenAPoort wordt voldaan aan de door de gemeente gestelde beheernormen. Wel zijn er plekken die tussen wal en schip vallen, zoals de loopdekken, binnenterreinen en enkele parkeer- garages. Deze locaties zijn openbaar toegankelijk, maar vallen niet onder het beheer van de openbare ruimte. Bewoners vinden deze plekken doorgaans onveilig en vies. Van belang is om duidelijk onder- scheid te maken tussen openbaar terrein en privéterrein. Voorstel is om binnenterreinen en tuinen alleen voor bewoners toegankelijk te maken. De eigenaren, bewoners en gebruikers zijn in dit geval verantwoordelijk voor het beheer. 60 3.5 Duurzaam en toekomstbestendig 5 5 Zo is het nu: In ArenAPoort zetten lokale koplopers al flink a in op duurzaamheid. Zo is de Johan Cruijff ArenA op het gebied 9 van energie klimaatneutraal en bouwt de organisatie verder aan een 3 duurzaam stadion met een biovergister, voorzieningen voor elektri- Z sche auto’s, deelconcepten en het aanleggen van een zogenaamd a smart grid: een uitwisseling van duurzaam opgewekte energie tussen D verschillende gebouwen en bedrijven. Ook ING heeft met de bouw 8 van het nieuwe hoofdkantoor flink geïnvesteerd in duurzaamheid _ en krijgt daarmee de hoogste certificering op het gebied van duur- ® zaamheid (BREEAM). > 9 Maar ook is er nog altijd veel autoverkeer in ArenAPoort. ä Naast het bewoners-, forensen- en bezoekersverkeer komen er 5 dagelijks meer dan vijftig voertuigen van verschillende diensten 8 het afval van bedrijven en winkels ophalen. Deze versnippering van ophaaldiensten zorgt voor extra verkeersdrukte en overlast. Daarnaast staat ArenAPoort door alle gebouwen en wegen en het weinige groen extra bloot aan weersinvloeden. De warme periodes van de laatste jaren zorgen voor hittestress bij mens en dier, ook doen extreme regenbuien zich vaker voor. De verdichting brengt nog meer uitdagingen met zich mee als het gaat om duurzaamheid. Want meer mensen zorgt voor meer auto’s, meer afval en een grotere energievraag, terwijl de ruimte voor duurzaamheidsmaatregelen kleiner wordt. Een urgent vraagstuk is de energietransitie (de over- gang op duurzame energievoorziening), die overigens in de hele stad speelt. Daarvoor is in ieder geval een forse uitbreiding van het elektriciteitsnet nodig. OENE CANIN Focus op beperkt aantal enkele duurzaamheidsaspecten in plaats duurzaamheidsmaatregelen van op alles tegelijkertijd. Wanneer de gemeente op verschillende duurzaam- heidsgebieden eisen stelt, ontstaat er Bewoners en gebruikers vinden hergebruik willekeur bij eigenaren en bedrijven en van materialen, het isoleren van nieuwe komt er van alles een beetje. en bestaande woningen en het gebruik Flexibel bouwen maakt het voor ontwik- van duurzame materialen belangrijk. Het kelaars makkelijker om in te spelen op de opwekken van duurzame energie en een huidige behoefte én om mee te kunnen goede oplossing voor afval worden ook bewegen met toekomstige ontwikke- genoemd. Eigenaren en ontwikkelaars lingen. Hiervoor zou een flexibel bestem- benadrukken het belang van focus op mingsplan en -contractvorming nodig zijn. 61 Wat gaat er veranderen? Gemeente Amsterdam wil koploper zijn op het gebied van duurzaamheid. Zo streven we naar een vermindering van de CO2-uit- stoot in Amsterdam met 55% in 2030, en 95% in 2050. Vóór 2040 is de stad aardgasvrij en over 10 jaar hebben we alleen nog uitstootvrij vervoer over de weg en over het water. In 2050 is Amsterdam een circulaire stad, alles wat we produceren en consumeren is herbruik- baar. We willen ook een stad zijn die goed omgaat met de effecten van klimaatverandering, zoals wateroverlast, toenemende periodes van droogte en hitte, en verandering van biodiversiteit. We zullen alles in het werk moeten stellen om deze ambities te halen in dit druk bebouwde gebied. Dat doen we door bijvoor- beeld in te zetten op duurzaam vervoer, woningen niet meer aan te sluiten op aardgas en in te zetten op duurzame energiebronnen, zoals warmte uit datacenters, stadswarmte (voor de bestaande woningen) en bodemenergie. Concreet betekent dit dat in 2022 een aanbeste- ding zal worden gehouden voor een laagtemperatuurwarmtenet in ArenAPoort West. Ook wordt er in het kader van de Amsterdamse Donut Economie volop geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met een biovergister in de Johan Cruijff ArenA, die lokaal organisch bedrijfs- afval omzet in energie en compost. Daarnaast maken we afspraken met ontwikkelaars om hun daken in te zetten voor biodiversiteit, waterberging en/of groen. FS NS EE d ES ad p 4 == y s KE ll En Ì a Po iP 7 A En ci en ï P " En ae a = LE B ú Î hs ge PF E Pd a Fr A GS en E PZ k ke eo 7 a | De 4 PA B zE - F a F B De me 5 En __ ed Bd Î en ELS 8 ef O4 Pe Deal si B el Ee Eer EE nn | k ® al al SE _E el En | E wma | ef af ed BREE) jm EBS W pe En a if AH n | a 7 ll 1 cr | Is PP An | ee a al ne | | et g. B | n ak Les B en el ST hakt | A ee rt EL 62 Aan de andere kant zal er, door al deze ontwikkelingen in ArenAPoort en omgeving, een kritieke massa worden bereikt die maakt dat bepaalde investeringen makkelijker kunnen worden terug- verdiend. Deze investeringen willen we doen op punten waar we bovengemiddeld kunnen en willen presteren. We richten ons vooral op een betere benutting van afval, het verminderen van hittestress en duurzame mobiliteit. Zo willen we bijdragen aan een duurzame leefomgeving én een duurzame relatie met de mensen in ArenAPoort. Dat laatste willen we ook bereiken door bijvoorbeeld nieuwe banen te creëren voor bewoners van Zuidoost of door het opleiden van jongeren (denk aan het 1.000 banenplan). Samenwerking met bewoners en het bedrijfs- leven is een absolute vereiste om deze ambities waar te kunnen maken en te bestendigen. Ontwerp, aanleg, gebruik en beheer van gebouwen en open- bare ruimte moeten bijdragen aan een klimaatneutrale stad in 2050. Hierbij sluiten we aan bij de aanpak zoals omschreven in de Route- kaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050. Deze energietransitie kunnen we bereiken door niet meer aan te sluiten op aardgas, in te zetten op zeer goed geïsoleerde, energieneutrale — het liefst energieleve- rende — nieuwbouw, die optimaal profiteert van de zon. Energie moet zo veel mogelijk duurzaam opgewekt zijn. Het uitgangspunt daarbij is energiearmoede te verminderen, zo mogen de aansluitkosten niet stijgen. ledereen moet kunnen profiteren van de energietransitie, ook de midden- en lage inkomens. Dit betekent dat we ervoor zorgen dat de woonlasten niet omhoog gaan. Betere benutting van afval en materialen In de Strategie Amsterdam Circulair 2020 - 2025 staat dat de stad in 2050 volledig circulair is. Dit wil zeggen dat waardevolle mate- rialen en grondstoffen hergebruikt worden en er geen afval geprodu- ceerd wordt. Alles wat we doen in ArenAPoort moet beantwoorden aan de op dat moment geldende hoogste ambities die door het rijk dan wel de gemeente Amsterdam worden gesteld. Dat kan door het beperken van materiaalverbruik en zo veel mogelijk op een duurzame manier gebruik te maken van herbruikbare of hernieuwbare/biobased grondstoffen die geen gezondheids- en milieurisico's opleveren en die niet leiden tot het ontstaan van niet-herbruikbare afvalstoffen. Toekomstbestendig bouwen, waarbij het gebouwcasco functiemen- ging en aanpassing van woningtypologie eenvoudig maakt, hoort daar ook bij. Winkels, bedrijven en evenementen veroorzaken meer afval dan een gemiddelde woonwijk. Als we hiervoor een goed systeem kunnen bedenken, slaan we drie vliegen in één klap: een schonere openbare ruimte, minder druk op het verkeersnetwerk en duurzaam hergebruik van materialen. Zowel bewoners als eigenaren in ArenAPoort willen hier zo snel mogelijk mee aan de slag. 63 Het eerste concrete project is de eerder genoemde biovergister bij de Johan Cruijff ArenA, die afval van restaurants, evenementen en het stadsdeelkantoor omzet in energie. Elektrische wagens halen het afval op. Op termijn zou het project kunnen worden uitgebreid. Daarnaast denken we tijdens de uitvoering van projecten aan een tijdelijke circulaire bouwhub, waar materialen en afval van de bouw samenkomen. Dit scheelt verkeer en vergroot bovendien de mogelijkheid om ongebruikte materialen voor andere projecten in te zetten. Maar het liefst zien we dat de hoeveelheid afval wordt terug- gedrongen en beter gescheiden wordt voor hergebruik. De standaard inzamelmethode voor afval is die door middel van ondergrondse containers, ook in ArenAPoort. We zien echter aanlei- ding om in ArenAPoort alternatieve inzamelsystemen te overwegen. Samen met de evenementenpartijen willen we, daarnaast, aan de slag met het afval dat tijdens evenementen wordt geproduceerd. We onderzoeken samen met het bedrijfsleven en het gemeentelijk afvalbedrijf welke mogelijkheden er zijn voor een gezamenlijk afvalophaal-systeem voor huishoudelijk- en bedrijfsafval. Een eerder genoemd voorbeeld is een ondergronds afvaltransportsysteem (OAT). Voor een alternatief systeem is geen financiële dekking binnen de afvalstoffenheffing. De haalbaarheid is daarom mede afhankelijk van het vinden van het vinden van alternatieve dekkingsbronnen. eN Ek hin in L 5 , en ET: NE, Ek Ke B ei en re a El ck = eN ee 3 hel Ki enn Ei En NS EN SN EN ' ED - BL Banen NE Ri 5 Nn Se EN A ES 3, en k Vredlijdeen ka, Ee tE 4 : en Ei EE NN RRS | KS ne El je = ne NN NR 7 nn 7 es Ein ED 8 El : hek > nn p. ET nt eN Fi Ee pn Ee ET tn _ Ed A De en nn vanen pn en A be en m5 ESES eeen NE ( NON AGT ARETAS Ni ED NITRA ed N SAE NSS ENNE J8 Pe jd DNS me Vn INS -; dl EN EE Ei, LA mn B dn 5 Neen HN gn, ee, DESSE In EE NN: B ln AN, Een m js Be in : Pie e 5) if men Lp mn ns en Ë B RE EP, ze Pe mind LN bra en en | h. Khad 8 | es Pi Pa EE ig Kee ate AA Nyon LON 089 e PS a ze zig S nn En en É ; , 5 ES Eger hd a E en. an ET aar Hr eri El BR Pe ee Gd a 3 5 d pe gn nt en Ee EE > kn. ee Ae mr er KG nd SS an er Zn GA TR er el eN a . Pen DEE 3 a Ml gr PF „ie Edle ke sl EN Se Kr fe en Ts eb “ KV: pes ne es eN Ga AE | Er Me gn Ee me EN en Nr ie ER ge nn: re vas ANN en nn == Ee = EE 5 Ee Er me Ph mn jn B en a mm mn E fe 5 Ak: A mn a 1: oe NN NE Ld Dm er Ns , im VERN N Pe ee 7 B mn nn een em NN . ENT ed ee Î ri SR e 5 en 2 mg Ee Ee ENGS SN Een Ek NEEN ee RN NE NN ere? Biodiversiteit in een duurzaam ecosysteem In ArenAPoort willen we maximaal bijdragen aan het vitaal natuurlijk kapitaal, dat onder andere planten, dieren, lucht, water en bodem omvat. Het gaat om de biodiversiteit en het ecosysteem, passend bij de specifieke eigenschappen van het gebied. We gaan bewust om met de omgeving en geven natuur een volwaardige plaats in het ontwerp van gebouwen en de openbare ruimte door natuurinclusief te bouwen en aan te sluiten bij (bestaande) ecologische structuren. Daarbij spelen duurzame mobiliteit, duurzaam energieverbruik, de gekozen materialen en ook de beleving van het gebied een belangrijke rol. ArenAPoort moet bijdragen aan het welzijn, de gezondheid en de vitaliteit van de gebruikers, en zorgen voor een hoge kwaliteit van buitenruimtes en gebouwen. We streven ernaar dat gebouwen en buitenruimte één geheel vormen waarin elk nieuw gebouw een bijdrage levert aan het totaal, en daktuinen en de groene buitenruimte één ecosysteem vormen. Om de leef kwaliteit in het gebied te behouden worden er voor nieuwbouw en transformatie maatregelen getroffen om bestand te zijn tegen (toekomstige) weersomstandigheden van hitte, droogte, hevige regenval en storm. Door het toevoegen van groen en wateroppervlakken, en het gebruik van materialen met een hoge reflectie en lage warmteaf- gifte, kunnen we hittestress verminderen. Zo zorgen groene daken (zoals daktuinen) en gevels voor koelere gebouwen en geven bomen schaduw op warme dagen. Om zo goed als mogelijk is te voldoen aan de groen- norm wordt aan ontwikkelaars de eis gesteld dat minimaal 25% van het ecosysteemgroen op de eigen kavel wordt gerealiseerd. Dit en de toevoe- ging van groen in de plannen voor de openbare ruimte zorgen ervoor dat de normen voor groen worden gehaald (zie ook Meer groen en zichtbaar water in paragraaf 3.4). Groen op kavels en in de openbare ruimte speelt ook een belang- rijke rol bij het opvangen van extreme regenbuien. Begroeiing houdt immers water vast en vertraagt de afvoer, waardoor riolen minder snel overbelast raken. Bij het ontwerp van nieuwe gebouwen en bij de herin- richting van de openbare ruimte is het verminderen van hittestress, droogtebestendigheid en het rainproof-principe (regenbestendigheid, o.a. conform de Hemelwaterverordening Amsterdam) leidend. Hoe dit in de openbare ruimte vorm krijgt (gebruik materialen, inrichting etc.) wordt verder uitgewerkt in het Masterplan Openbare ruimte. en Hier richten we ons onder andere op: Ee KA | EN y/ 2 B di , Mi Kin \ Eik Pon Tdi \ EEND N Ee betere benutting van afval verminderen van hittestress ruimte voor duurzame mobiliteit 65 Ruimte maken voor duurzame mobiliteit De manier waarop we omgaan met mobiliteit kan de toekomst- waarde van ArenAPoort een flinke boost geven. We zetten zoals gezegd in op het openbaar vervoer en de fiets, ook willen we ruimte maken voor duurzame mobiliteit zoals deelconcepten en uitstootvrije vervoersmid- delen. Dit doen we in samenhang en samenspraak met het Mobiliteits- programma Zuidoostflank. In openbare parkeergarages, dicht bij het station, komen (elektrische) deelconcepten (zie voor een uitgebreide omschrijving 3.3 Goed Bereikbaar). Dit kunnen fietsen, scooters en auto’s zijn. Hiermee hopen we mensen te faciliteren die zelf geen fiets, scooter of auto hebben, maar er toch af en toe een willen gebruiken. Duurzame mobiliteit betekent ook slim omgaan met het bouw- verkeer. Daarom onderzoeken we de mogelijkheid om een centrale, circulaire, bouwhub te realiseren (zie ook Betere benutting van afval en materialen). Daarnaast gaan we met ontwikkelaars in gesprek om de mogelijkheden te onderzoeken om bouwplaatsen duurzaam en waar mogelijk zelfvoorzienend in te richten, waarmee op water en energie wordt ingezet. Geen aggregaten worden ingezet en gebruik wordt gemaakt van ‘schone’ bouwmachines, waarmee wordt aangehaakt op het gemeentelijke actieplan Schone Lucht (2019). Er moet flink gewerkt worden aan faciliteiten die elektrisch rijden mogelijk maken, zoals laadpalen. Hiervoor is een aanzienlijke uitbreiding van het elektriciteitsnet nodig, een taak die urgentie heeft en die wordt opgenomen in het Masterplan Openbare ruimte en Ondergrond . Het vormgeven van de energietransitie doen we ook door het betrekken van de bewoners en gebruikers in ArenAPoort bij de verande- ringen. We stimuleren daarbij de lokale economie maximaal en creëren extra banen. Dit zal zijn vorm moeten krijgen in Zuidoost Living Lab en sluit mooi aan bij het Masterplan Zuidoost (waarin wordt ingezet op het creëren van meer banen in Zuidoost). # Ë 3 LS Ë 5 = id EN ER el 4 Gj { Pi 4 Ee An y Tan AE | e EE P _ pn 5 nt: 4 Af Er is EN EE ene tn Ë gn : eh WE pn ON AN AN nn: ge . ke ik ht nn DEK Dr nt ze tf tn En 66 ArenAPoork Livinglab doorde donut economie ele Wi (Lt HE om itome En \ Ee De 5 a | AN , ' dt Week 5 5 @ energie # © voedsel > | VEN oe Pezond heid 7 @ onderw rt ° CS > NEZ Oras PO menen À Naef” . en (er | O Risa 5 ie © Grondstoffen % Wat gebeurt er per deelgebied? © In dit hoofdstuk staat wat onze ideeën zijn per deelgebied. De deelgebieden zijn ArenAPoort West, Amsterdamse Poort, Cumulus Park en station Amsterdam Bijlmer ArenA. Per gebied beschrijven we de situatie nu, wat binnenkort verandert en wat er op langere termijn gaat gebeuren. 4.1 ArenAPoort West Zo is het nu: Het gebied is ingericht op werken en uitgaan en voornamelijk gericht op forensen en bezoekers. Door de hoogbouw is ArenAPoort al van verre herkenbaar. In economisch opzicht is ArenAPoort West een belangrijk zakencentrum. Er is veel ruimte voor het autoverkeer, met een goed functionerend wegennet, een ruim aanbod aan parkeergarages en veel parkeerplaatsen. Maar woningen zijn er niet, net zomin als kleinere winkels, sport- en spelvoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen en groen. Het is er het grootste deel van de dag rustig en soms, tijdens evenementen, ontzettend druk. We willen het verschil tussen deze dal- en piekmomenten verkleinen. Door bovendien meer groen aan te leggen en ook verder de omgeving te veraangenamen, willen we het gebied aantrekkelijker maken. Ook zetten we in op een meer autoluwe inrichting van de wegen, met daarlangs meer ruimte voor nn groen, fietsers en voetgangers. Overzicht deelgebieden in ArenAPoort. eN Pr ARENAPogGaf West B gi island eigeel) et Se Li ie a > Do MET nl oe MTN ae da Pe ir kh 8 err a a : ar / a AMSTERBÄMSE POOR? Dn ae bek adidnnninit Mskda a e Tj A Ke Li ne PL 69 UIT DE PARTICIPATIE Voor ondernemers is Bebouwing op het kavel naast AFAS Live wordt bereikbaarheid belangrijk door gebruikers betreurd omdat hiermee groen verloren gaat. De Johan Cruijff Boulevard mag groener en levendiger, bijvoorbeeld door terrasjes, Mensen zien graag dat ArenAPoort West een meer horeca, speel- en sportvoorzieningen. volwaardig onderdeel van Zuidoost wordt, bijvoor- beeld door functies toe te voegen die passen bij Vanuit ondernemers zijn de bereikbaarheid van Zuidoost. “Onze wens voor ArenAPoort West is het gebied en het organiseren van logistiek dat zowel bewoners als bezoekers zich welkom verkeer de belangrijkste aandachtspunten. Vooral voelen in ArenAPoort en dat het gebied onderdeel de combinatie van evenementen met wonen geeft wordt van Zuidoost.” extra druk op de bereikbaarheid. De inzet van de gemeente op autoluwe wegen binnen ArenAPoort Het draagvlak voor woningen in ArenAPoort West West zien gebruikers als een bedreiging, omdat is hoog onder bewoners, gebruikers en onder- daardoor minder ruimte overblijft voor het laden nemers. Men ziet graag een gemengd gebied en lossen door (evenementen)bedrijven. voor jongeren, gezinnen en ouderen. Dicht bij de evenementenlocaties wordt gedacht aan bewo- Zowel gebruikers als ondernemers adviseren de ners die minder snel overlast ervaren. “Wonen gemeente om bij de ontwikkeling van het gebied in ArenAPoort West: mix van soorten woningen. vooral aandacht te besteden aan het beperken Lekker door elkaar. Dat hoort bij Zuidoost.” van geluidsoverlast, een goede oplossing voor afval en het beter begeleiden van drukte tijdens evenementen. Naast de kantoortoren op de Dreefkavel wordt naar verwach- ting in 2021 een woontoren ontwikkeld. Dit zullen de eerste woningen in ArenAPoort West zijn (circa 300). Op de Johan Cruijff Boulevard krijgt de FEBO-kiosk een nieuw uiterlijk. Op de bouwkavel naast AFAS Live komt het Eleven Square, bestaande uit woningen (circa 950), kantoren, leisure, horeca, een hotel en een theater. In 2021 beginnen we met het bouwrijp maken van de UID-kavel, aanvang van de bouw is in 2022 voorzien. Op het braakliggende terrein aan de noordwestzijde van de Johan Cruijff ArenA (kavel 15) wordt een nieuw gebouw ontwikkeld met kantoren, horeca en kleinschalige voorzieningen op straatniveau. Kavel 15 wordt in samenhang met het stadion en de bebouwing aan de noordoostzijde (kavel 16) ontwikkeld. De logistiek rond evenementen wordt anders georganiseerd. Zo komt er op de kruising Holterbergweg - Burgemeester Stramanweg een parkeerplaats voor grote trailervrachtwagens. ” | ne ne … &G Na S FS za ik ne ik ie 5 L | ee OS ES J)- Gy VERE Rr IE LET SS Ne , LN : hs ze | pa} ki el me 5 | r Ï Kn De En CO ‚8 sn, S ; | NG , DE AE Be Î _ id LS 5 | Mi A En Ad 7 5 lk et We SR KIK A En Sr RN Het NN zl dl lensen 0 8 ek re Pe 8 EE SEE en en mer il ä f Ee / in N, In il IE £ | | KS zi id f 5 Ki pr e x U de OR ee Ee en Ù WS > L re ; S a) Wal EE ne GO Ra, 5 \ Mi “ee Nan d 1 rd / je ë | se (5 Nn N et re ICF Ke En ze = Erik | ET nn : Bi Es Ï f | ze eenen Fl Impressie vr lg lj WEEER toelomstbel FEANTELDE) Re ei ArenAPoort West ä rn EE beet en (vogelvlucht) + er et mms.) || lll d mi projecten Es he, Ee el Pian „se _ Md u Et B die op korte ee f ie Z ee DE hj il id : | bd | AE} Ì ij , Î termijn worden EER ie Re mA dl VERE uitgevoerd. _ rn 1 / Ì me Hd k << 2 ir hes == en on E \ D TE AEN E N lj PR EN | ee, : En Arid hee | » E " ne , En a | NN bd A er ke en Nt Ht ahah FT NE. ' Nik „ er EN Ee j en Ps 8 je — HE ei E * F : sn ad , / e } ge É el hdd be OCE A Frames | MN ONS 4 BE 5 ze Ô ë- 7 - 71 K Er du L ed Eel Á BN 5 an e pr J X 5 3 ki : or ORE Dn he, es A A 5 il A ED LEN de ok / d E fi kb A eN abs Ns di Id — 4 mr E Ve b Z FP erik | | en BE 5 pat If MAA elk PS neel 4 ggn ER Or ee a f î mms | ek” zaal EAN OE VE an A ES Wee TTE Pec aant Ee EEN | End il E 8 tj , Ì in ls Le al ij = + B 2e PN od ME line ne Ô Ì dip = Fr ik ij / 4 k DA HES EN GRE 4 PE En wark atd NME Gn hrs NE Ki thai Pp a uit pit jg | Pp: ij e vl ij N | = Ì ma on 1 ij mn Die _ Te ) NN a Ë La | En ES EL en Er a NE Î MR! mi p Ji ij Pl ir pn | fh … n BV N h Ledel SD en TT ka ", - LE ee = ij B rn en en r 5 9 al ; ETL an ms U as mil eh SE EET ITT PR EREN EN ar RDE Aah fEN RE ue ere sl Chr ie «1 8 Vi: NE GB TR pe PIAN Reed of 5 Mk f q DAE Ee Nm le ú rc ä ‚ 1 E SE AAE nn Impressie Johan Cruijff Boulevard: de hele dag levendig. 72 Eindsituatie =S Om meer ruimte te maken voor voetgangers, fietsers en groen gaan we parkeren GR en laden en lossen in ArenAPoort West anders E)Y organiseren. De ambitie is 2 dat bestaande en nieuwe 2 parkeergarages waar moge- 5 (5) lijk worden gekoppeld. Voor 5 le 4 laden en lossen en groot 8 vrachtverkeer komen aparte routes. _____ en 8 (P3) Net HOOGDORDDREEF Wat gaan we nog meer doen? Kantoren, uitgaan en evenementen blijven nadrukkelijk aanwezig, maar met de komst van woningen en kleinschalige voor- zieningen wordt ArenAPoort West een volwaardig en completer onderdeel van het centrumgebied ArenAPoort. In het hart van het gebied bij UID en het Stationskwartier zijn woningen voor bewoners die minder snel last hebben van de drukte rondom de evenementen, zoals jongeren en studenten. Ook het Dreefkwartier heeft de potentie om zich tot een evenwichtig woongebied te ontwikkelen. Het ligt wat verder weg van de evenementen en kan verschillende soorten woningen bieden, zoals bijvoorbeeld woningen voor grotere gezinnen. De voorzieningen die hierbij horen, richten zich in de eerste plaats op bewoners en gebruikers van het Dreefkwartier. Denk aan een kleinschalige praktijkruimte voor eerstelijnszorg, zoals een huisarts en fysiotherapeut en sport- en spelvoorzieningen. Een klein formaat supermarkt hoort ook bij de basisvoorzieningen. Horeca is er al, maar komt er ook in ruime mate. In het Dreefkwartier wordt rekening gehouden met de inpassing van een brede basisschool. Deze school is er ook voor kinderen uit gezinnen in andere delen van ArenAPoort en omliggende gebieden. Wonen in een uitgaansgebied is spannend. Wie worden de eerste bewoners en zullen zij zich er voor lange tijd vestigen? Dat zal de tijd moeten uitwijzen. Daarom blijven we in contact met de eerste bewoners met vragen als: voldoet het wonen aan hun verwachting, of moeten we bijsturen? 73 Doordat er in ArenAPoort West kan worden gebouwd tot circa 145 meter hoog (NAP), wordt het gebied nog herkenbaarder als een stedelijk centrum. De stedenbouwkundige structuur voor ArenAPoort West bestaat uit drie clusters van bouwblokken waarbinnen nieuw- bouw en transformatie mogelijk wordt. Langs de Johan Cruijff Boulevard en de straten willen we leven- dige plinten met voorzieningen. Het woonwinkelcentrum Villa ArenA hebben we hier buiten beschouwing gelaten. Toch zijn ook daar mogelijkheden voor de menging van functies en vernieuwing. Met alle ontwikkelingen in het vooruitzicht vragen we veel van de spaarzame openbare ruimte in dit deelgebied. Die openbare ruimte moet beschikbaar blijven voor grote mensenmassa's rondom evenementen (vooral op de Johan Cruijff Boulevard), maar tegelijker- tijd ook gericht zijn op de behoeften en wensen van nieuwe bewoners en gebruikers. Zo ontwikkelen we een nieuw park aan de noordzijde van de Johan Cruijff ArenA, waar voorheen de oefenvelden van Ajax lagen (zie ook 3.4 Levendige openbare ruimte). We verwachten dat jaarlijks grote aantallen voetgangers en fietsers zich door het gebied gaan bewegen. We willen vooral ruimte bieden aan veilige en aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer. Zo zien we graag dat de Haaksbergweg autoluw wordt ingericht en onderdeel wordt van de fietsroute vanaf Amstel Il, via ArenAPoort, De Nieuwe Kern en Amstel Station naar het centrum van Amsterdam. We verbeteren de Corridor om de woon- en werkgebieden te kunnen verbinden met het station. Het uitgangspunt bij de ontwikkeling van ArenAPoort West is dat de huidige (evenementen)bedrijven hun onderneming moeten kunnen voortzetten. We moeten erop letten dat de bedrijven goed bereikbaar blijven en dat tegelijkertijd de routes voor fietsers en voetgangers veilig zijn. 4.2 Amsterdamse Poort Zo is het nu: Amsterdamse Poort is hét winkelcentrum van Zuid- oost. Het winkelgebied wordt gekleurd door lokaal ondernemerschap. Er is een beperkt aantal voorzieningen en de circa 500 sociale huur- woningen bevinden zich boven de winkels. Ze zijn via hoger gelegen loopdekken te bereiken. Drie dagen per week bruist het Anton de Komplein dankzij de markt. Deze multiculturele markt is ruim opgezet, heeft een gevarieerd aanbod van food en non-food en maakt deel uit van de Wereldmarkten Zuid-Oost. Andere pleinen in de Poort zijn levendig, mede dankzij de aanwezige horeca gedurende de winkeltijden. Hier vinden steeds vaker op bewoners gerichte evenementen plaats. 74 Amsterdamse Poort heeft een voor het hele gebied kenmer- kende stedenbouwkundige structuur. Typerend voor Zuidoost zijn ook hier de verkeersstromen gescheiden. In het winkelgebied is de voet- ganger de baas. Het snelverkeer wordt via de hoger gelegen dreven afgewikkeld, met uitzondering van de bevoorrading van de winkels en het ophalen van afval. Het tot monument verklaarde Zandkasteel is het meest markante gebouw in Amsterdamse Poort. Die kenmerkende stedenbouwkundige opzet van de Poort geeft ook problemen. Vanaf het station is het winkelcentrum niet of nauwelijks te zien, waardoor veel reizigers niet weten dat er pal naast het station een winkelcentrum ligt. De looproutes door Amsterdamse Poort zijn niet altijd logisch en het is lastig oriënteren binnen het gebied. De hoger gelegen dreven bieden geen uitkomst, want ze zijn niet ingericht op de fietser of voetganger. Winkels en woningen zijn streng gescheiden. Door het gebrek aan woonentrees en andere voorzieningen (horeca, sport) die ook 's avonds open zijn, ontbreekt er levendigheid na sluitingstijd. Dat zorgt voor een onveilig gevoel. Net als veel andere winkelclusters buiten het centrum kampt ook Amsterdamse Poort met leegstand. Er zijn structurele maatregelen nodig om van Amsterdamse Poort een aangenamer verblijfsgebied te maken. UIT DE PARTICIPATIE Kansen voor kleine “Meer ‘Shopperhalachtige’ dingen: mini- beginnende ondernemers winkeltjes waar kleine startende ondernemers kans krijgen. Dat moet je behouden.” De bewoners van Amsterdamse Poort willen Mensen willen graag meer parkeerplaatsen in zich er thuis blijven voelen. Behoud van de de Poort voor de bewoners. identiteit van het gebied staat voor bewoners Meer evenementen op het Anton de Komplein voorop. De woningen zouden gerenoveerd en meer groen en speelvoorzieningen in het moeten worden: isolatie van de woningen en hele gebied. De daken en binnentuinen kunnen aantrekkelijke, schone en veilige loopdekken. ruimte geven aan groen, rustplekken en horeca voor bewoners. “Binnentuinen waar je je terug Het winkelcentrum zou in kwaliteit kunt trekken in het groen. Met moestuin en vergelijkbaar moeten zijn met het winkel- kleine activiteiten als muziek.” centrum Stadshart Amstelveen, maar dan wel met ruimte voor lokale ondernemers en multiculturele voorzieningen. Wat gaat er op korte termijn gebeuren? Een groot aantal belanghebbenden investeert in het gebied. Een belangrijk project in het gebied is de transformatie van het Zand- kasteel. In plaats van 40.000 m? kantoor biedt het Zandkasteel vanaf 2023 ruimte aan de Amsterdam International Community School (AICS), aan circa 300 ruime stadsappartementen, horeca, kleinschalige kantoor- voorzieningen en openbaar toegankelijke werkruimte, te gebruiken door bewoners en ondernemers. Deze functiemenging kan al op korte termijn zorgen voor verlevendiging van Amsterdamse Poort. Naast het Zandkasteel zijn er nog twee transformatieprojecten die op korte termijn beginnen met de realisatie. De transformatie van zowel het Framebuilding-gebouw als van de Flierbosdreef 2-12 begint eind 2020. Kantoormeters worden woonruimte: er worden circa 230 sociale en middeldure huurwoningen in het Framebuilding en circa 400 sociale en middeldure huurwoningen aan de Flierbosdreef gerealiseerd. Ook wordt binnenkort de eerste fase van Cluster 7 herontwikkeld, waarbij onder andere winkelpuien worden aangepast. Om het gebied helemaal tot zijn recht te laten komen moet er naast het investeren in gebouwen ook worden geïnvesteerd in de openbare ruimte. De Bijlmerdreef wordt daarom heringericht. Nu gebruiken voetgangers de trottoirs nauwelijks, ook is er nauwe- lijks groen. Straks krijgt de Bijlmerdreef veel groen, met aangename verblijfsplekken, en krijgt de voetganger er ruim baan. Wat gaan we nog meer doen? Winkels en bedrijven in Amsterdamse Poort zijn verdeeld in clusters. Het in fases werken aan deze clusters is een flinke puzzel. Bouwwerkzaamheden leiden immers tot overlast, niet alleen voor winkeliers en het winkelend publiek, maar straks ook voor nieuwe bewoners en kantoorgebruikers. De gemeente neemt hierin de regie en weegt de verschillende belangen zorgvuldig tegen elkaar af, om de overlast zo veel mogelijk te beperken. Aan de hand van een faseringstrategie die we met de ontwikkelende partijen opstellen, wordt bepaald in welke volgorde en hoe de projecten kunnen en worden uitgevoerd. Clusters in winkelcentrum Amsterdamse Poort. Dn 3 „ | / | Se ) TD nn 3 zj | [4 rr Of (27 \ ee | mW Ì Kadel #5 — 76 De internationale vastgoedinvesteerder CBRE Global Investors (hierna te noemen CBRE) is vanwege diens omvangrijke winkelporte- feuille een belangrijke speler. Naast CBRE zijn er andere belangheb- benden die willen beginnen met de opwaardering van de clusters. De verschillende partijen onderschrijven de potentie van Amsterdamse Poort en zijn bereid om grootschalig te investeren in het winkelgebied. Net als de gemeente zien de ontwikkelende partijen dat het belangrijk is om Amsterdamse Poort tot een meer multifunctioneel centrum- gebied te ontwikkelen, waar naast winkelen ook meer ruimte voor horeca, vrijetijdsbesteding, maatschappelijke voorzieningen, ruimte voor kunst en cultuur én voor wonen moet komen. Als eigenaar van de winkels hecht CBRE veel waarde aan aantrek- kelijke en goed functionerende plinten. Het ontwerp van de plint bepaalt sterk de beeldvorming van het gebied. Om hier meer grip op te krijgen heeft CBRE een puienplan opgesteld, met daarin een aantal plintprincipes. Zo worden de plinten optisch verhoogd en zo transparant mogelijk vormgegeven, zodat een gebouw maximaal in contact staat met de aangrenzende openbare ruimte. Variatie in het gevelbeeld, in kleur en materiaalgebruik, en het aanbrengen van verschillende dieptes in de plinten zijn andere belangrijke uitgangspunten van het plan. Het puienplan biedt informatie voor de nog op te stellen Programma- strategie, Ruimtelijk Kwaliteitskader en het Plan Openbare Ruimte. Cluster 7 Cluster 7 heeft meerdere eigenaren en wordt in gezamenlijk- heid verbeterd. In fases krijgen de winkelpuien een mooier aanzicht en komen er woningen. Ook wordt er ruimte gecreëerd voor meer horeca en maatschappelijke voorzieningen. Er komen circa 700 woningen, zowel sociale huurwoningen als middeldure huur- en koopwoningen. De loopdekken zijn straks niet langer openbaar toegankelijk en worden als binnentuinen voor de bewoners ingericht. De winkels in Cluster 7 zijn er vooral voor de dagelijkse boodschappen. Vanwege de goede bereikbaarheid met de auto en de ruime parkeermogelijkheden komen er twee grotere supermarkten. De overdekte Shopperhal krijgt een complete make-over en wordt straks één van de grote publiekstrekkers van Amsterdamse Poort. Uit de participatieronde kwam naar voren dat bewoners uit Zuidoost behoefte hebben aan een Shopperhal-achtige opzet met lokale ondernemers en enkele (inter)nationale food- en non-foodondernemers. Bezoekers van de Shopperhal kunnen er straks een terrasje pakken en genieten van al die verscheidenheid aan producten, winkels en horeca. De Shopperhal functioneert straks als het (overdekte) verlengde van het Klein Bijlmerplein. Cluster 8 Cluster 8 ligt centraal in het winkelgebied en vormt het hart van Amsterdamse Poort. CBRE heeft het voornemen om dit cluster rigoureus aan te pakken. Cluster 8 bestaat nu uit twee winkellagen. In de toekomst worden hier maximaal vijf extra lagen aan toegevoegd waar ander programma een plek kan krijgen. Samen met de gemeente onderzoekt CBRE de mogelijkheden voor de precieze invulling daarvan. Zo zouden er boven de winkels wellicht woningen kunnen komen. Ook wordt onderzocht of dit cluster een (gedeeltelijke) culturele invulling kan krijgen. 77 Cluster 2 Cluster 2 heeft net als Cluster 7 meerdere eigenaren. Zij stellen samen een plan op voor de verdichting. Doel is om hier kantoren en woningen te reali- seren, en ook hier de loopdekken af te sluiten en in te richten als binnentuin voor de bewoners en werknemers. Cluster 3 CBRE wil ook hier de puien en de voorkant aanpassen. Cluster 4 Cluster 4 heeft terugwijkende puien en gevels. De winkels ogen hier- door donker en sluiten daardoor niet goed aan op de pleinen. Het plan is om de voorzijde van het cluster een meer prominente plek te geven zodat de inrichting van de winkels veel meer uitnodigt om naar binnen te lopen en een kijkje te nemen. De koppen van het cluster grenzen aan het Groot- en Klein Bijlmerplein. Vanwege de gunstige ligging op de zon is op deze plekken horeca beoogd, inclusief uitnodigende terrassen. Cluster 5 De gevels van Cluster 5 zijn vergelijkbaar met Cluster 7. Ze zijn erg verouderd. CBRE wil ook hier puien en voorkant aanpassen. Daarnaast vindt op de kop van cluster 5 een ontwikkeling plaats met nieuwe commerciële ruimten en woningen naast het Zandkasteel. Cluster 6 De binnenstraat tussen Cluster 6 en 7 vormt de verbinding tussen het Anton de Komplein en het Klein Bijlmerplein en is de entree van het winkel- centrum. Cluster 6 heeft ook meerdere eigenaren. Zoals al genoemd begint de transformatie van Flierbosdreef 2, het voormalige belastingkantoor, naar wonen eind 2020. Daarnaast wordt met de andere eigenaar gekeken naar de uitbrei- dingsmogelijkheden aan het Anton de Komplein, om de rand van het plein op dreef- en pleinniveau te verbeteren. Ook wordt gekeken naar hoe de ingang van het winkelcentrum beter zichtbaar kan worden gemaakt. Pleinen Hoekenrodeplein Het pal naast het station gelegen Hoekenrodeplein is voor de meeste bezoekers de entree van het winkelgebied. Dit plein kan, als een centrale plek van ArenAPoort, oost en west met elkaar verbinden. Zowel de gemeente als de belanghebbenden zijn niet tevreden over hoe het Hoekenrodeplein functioneert. Het plein oogt als een gesloten bastion en het is onduidelijk welke voorzieningen zich in de plint bevinden. Samen met de partijen die gaan over het spoor en alles wat daarmee verband houdt, en de eigenaren van het omliggende vastgoed onderzoekt de gemeente hoe het plein kan worden verbeterd om zo tot een betere entree van Amsterdamse Poort te komen, waarbij verbetering van de programmatische en visuele verbinding met het winkelcentrum uitgangspunt is. Klein en Groot-Bijlmerplein Verderop in Amsterdamse Poort liggen het Groot en het Klein Bijlmer- plein. Beide pleinen hebben een belangrijke functie. Nu zijn de pleinen vooral gericht op winkelend publiek en zijn er verblijf- en zitplekken. In de toekomst komt er horeca op het Groot Bijlmerplein, op het Klein Bijlmerplein is horeca al aanwezig. Dankzij de ligging hebben de twee pleinen veel zon; dat maakt 78 mn EE ek | kJ RE ae EE : ° ke Deel Pe 5 EENES Be ind Ee en Ke Pe | er WE Ad : | k EEE cent E ARAC en n in ep ' | L ad me f dn fB lj, 4 PK nk, ni ed y KR IR VD ME hie ch ho E 5 ee n = in ze en | STR HOE ln, SEN p lk ef A Ee sek ze erg geschikt voor een terras. Het hele Groot Bijlmerplein wordt Impressie zodanig ingericht dat mensen er graag willen komen. Nu is dat alleen Anton de Komplein. het geval voor het Zandkasteel. Als er meer mensen in Amsterdamse Poort komen wonen, wordt het nog belangrijker dat de pleinen prettige plaatsen worden. In het Masterplan Openbare Ruimte krijgen de pleinen daarom veel bomen, plantsoenen en/of plantenbakken. Het Abcouderpad is een belangrijke fietsverbinding door het winkelcentrum en verdient aandacht naast het goed integreren van fietsenstallingen rond deze route. Bij de planning wordt rekening gehouden met verschillende doelgroepen, zodat de pleinen ook buiten de openingstijden van winkels levendig blijven. Tot slot kijken we naar hoe we met verlichting de pleinen aantrekkelijk en veiliger kunnen maken. Anton de Komplein Op het Anton de Komplein vinden allerlei activiteiten plaats. Aangrenzend aan het plein liggen het Parktheater en het Bijlmer Sportcentrum, waarna het Nelson Mandelapark begint. Het plein biedt plek aan de warenmarkt en is regelmatig het toneel van grotere evenementen, zoals de jaarlijkse kermis. Verder ziet het plein er niet erg aantrekkelijk uit. Het Anton de Komplein zou de ‘Huiskamer van Zuidoost’ kunnen worden: een echte ontmoetingsplek die ruimte biedt aan lokale initiatieven. Ook uit de participatie kwam dit beeld naar voren. Op het Anton de Komplein worden enkele tijdelijke functies gehuisvest, zoals het sportveld en een locatie voor winkels uit Amsterdamse Poort. Doel is om het plein levendiger, groener en aantrekkelijker te maken. Het grote oppervlak leent zich goed voor een flexibele inrichting, zodat het plein op meerdere manieren kan worden gebruikt. Zo ontstaat een dynamische plek waar iedereen zich welkom voelt. Winkels en andere maatschappelijke voorzieningen in de plinten kunnen bijdragen aan de upgrade van het plein. 79 4.3 Cumulus Park Zo is het nu: In Cumulus Park - het innovatiedistrict Zuidoost - wordt gewerkt, geleerd en gewoond. ING, de Hogeschool van Amsterdam (HvA), het ROCvA - MBO College Zuidoost (ROC), de gemeente Amsterdam en anderen werken hier samen om talent- ontwikkeling en innovatie op deze plek mogelijk te maken. ING is gehuisvest in vijf kantoren rond de Bijlmerdreef. Er zijn 170 woningen voor internationale studenten van woningcorporatie De Key. Onlangs is het openbare café-restaurant The Traveller geopend, vlak bij het ING-hoofdkantoor. Cumulus Park is nu eenzijdig gericht op gebruikers van kantoren en onderwijsinstellingen. De meeste gebouwen zijn nog te veel naar binnen gericht; er is geen aantrekkelijke openbare ruimte die de gebouwen met elkaar verbindt, en er zijn geen duidelijk aange- geven routes tussen Cumulus Park, station Amsterdam Bijlmer ArenA, Amsterdamse Poort en de woonwiiken eromheen. e Zj Ke « “ Pa 0 be _ à 5 x en NE REN eva RN & 7 Fn El zh he | ns, GEE 4 L en , En GANS NE S ESL SK 3 . Nef 4 Cl OAN 5 tn Bt en | en Impressie van een dn — KH r EE toekomstbeeld Emme hi E | ope ki : iN “ van Cumulus Park rd mma f ks IJ B E (vogelvlucht) + Bain TT Ì Ig 4 L A sie. Ten S projecten die „EL, R hans ad EEH ir ik op korte termijn jn . | l m ve Zn st E in worden II nl li ze uitgevoerd. 4 bt = 6 ree en Ne 80 OENE CANIN Talentontwikkeling de Bijlmerdreef. Het Cumulus Park zou ook ruimte kunnen bieden aan horeca- en sport- Uit de participatie kwam naar voren dat er voorzieningen voor bewoners, jongeren en behoefte is aan wandel- en fietsroutes studenten. Talentontwikkeling is een belangrijk voor bewoners vanuit de Venserpolder naar thema voor bewoners. De scholen en bedrijven ArenAPoort, met goede oversteekplaatsen over _ kunnen daar een rol in spelen. Wat gaat er op korte termijn gebeuren? Het zeer duurzame nieuwe kantoor van ING is al opgeleverd, met eromheen een groene (semi)openbare ruimte. Aan de andere kant van de Bijlmerdreef wordt het gerenoveerde Financial Plaza van ING opgeleverd. In beide panden komt ruimte voor start-ups en scale-ups, en er is veel aandacht voor het verbeteren van de relatie tussen gebouw en openbare ruimte: gebouwen zijn geen zwarte dozen, maar open, transparant, en nodigen uit tot naar binnen kijken. HvA breidt haar business gerelateerde faculteiten op deze locatie uit, zodat hier de Businesscampus van de HvA ontstaat. We gaan de Bijlmerdreef herinrichten tot duurzame stadsstraat. Er komt veel meer ruimte voor de voetganger en de dreef wordt groener met bomen en groenbakken. De Bijlmerdreef sluit direct aan op de groene (semi)openbare ruimte rond het nieuwe kantoor van ING, waardoor het Cumulus Park vanaf de dreef toegankelijk wordt. De nieuwe trappen naar Amsterdamse Poort zorgen voor een betere verbinding met het winkelcentrum. Wat gaan we nog meer doen? De gemeente wil samen met ING, de HvA en het ROC meer ruimte creëren voor (ver)blijven en ontmoeting. Er is daarom aandacht voor het aantrekkelijk maken van de plinten, en voor gebouwen die door hun toegankelijkheid goed in verbinding moeten staan met de openbare ruimte. Ook is er aandacht voor de (semi)openbare ruimte zelf. Zo kan het Cumulus Park uitgroeien tot een plek van samen- werking, talentontwikkeling en innovatie. ING, HvA, ROC en gemeente hebben samen twee plannen voor het Cumulus Park opgesteld: een plan Society (maatschappij) en een plan Fysiek. Deze twee plannen worden verder uitgewerkt. Het plan Society richt zich op vijf pijlers: 1. Stimuleren van (lokaal) ondernemerschap 2. Talenten ontplooien 3. Een open Cumulus Park: iedereen is welkom en doet mee 4, Een groene omgeving met aandacht voor gezondheid 5. Betere bereikbaarheid en veiligheid 6. Internationale allure en aantrekkingskracht. 81 Het plan Fysiek richt zich op: 1. Het plein naast de HvA tot een prettiger verblijfplaats maken 2. Toegankelijke wateroevers, zoals zitplekken langs het water 3. Levendige plinten 4, Het toevoegen van groen en sportvoorzieningen voor gebruikers en bewoners 5. Goede routes tussen Cumulus Park, het station en de woongebieden eromheen. Voor het ING-kantoor Laanderpoort is het plan om het huidige kantoor van 13.000 m? te vervangen door een kantoor van circa 40.000 m?. Naast kantoorruimte is er ook plek voor start-ups, scale-ups, horeca, sport en een aula. De nieuwbouw wordt maximaal 70 m hoog. Daarbij hoort ook het versterken van de verbinding tussen het Cumulus Park en de directe omgeving. Of: hoe profiteren omwonenden en de instellingen op het Cumulus Park optimaal van elkaar? Onderzocht kan worden of het Cumulus Park een verbinding kan leggen met de Campus Diemen Zuid en de Spinoza Campus tussen Darlingstraat en Daalwijkdreef. nn Impressie inrichting plein in Cumulus Park. ENA EN EER ; " n ei! Ee } nj El Ì d Mam ar A 3 E lar Ek TG | EN A dk: Eel Ne zt z ie Er: at Bis En, et Ì 1 ee | |, Hi Ar Le 5 Ne eN ; A í 1 de ee Inns. bi RET dtas Re pT f À z ! | ijf kt ig in re REE Aj É Ee Wil - en 2 here Hi ijk Er die Eed U tn N je E 5 \ 1 É rf KE En ” ste a! \ | n er Ke rf n a el ‚Ls kt , } Kr ij ) sd EE 8 | E H kje Ee Ie Le © OE 5 ak HN ; : B e , | | | ij K ad f |’ | Li | ek We ill Ph rr En EE eed E | oe : 8 8 ' en hande là } Di Kaa Ì wma en A ge 07: , DE EE - mik en Rl _ ze il Rin def à te En 8 To # A [ l ï L À es Maer Ve ; 5 ha ef Ô k af A 82 Station Amsterdam Bijlmer ArenA verwerkt dagelijks 30.000 in- en uitstappende treinreizigers. Het aantal metro- reizigers per dag bedraagt 38.000. Het station groeit in de huidige situatie (dus nog zonder alle nieuwe ontwikkelingen in ArenAPoort) al razendsnel. De NS verwacht rond 2040 tussen de 37.000 en 42.000 dagelijkse treinreizigers (NS stations, NS Jaarverslag, 2018). Het station Amsterdam Bijlmer ArenA is relatief jong (rond 2007 heropend). De mooie en herkenbare architectuur van het gebouw past bij een stedelijk centrum. Het stationsgebied vormt de belang- rijkste entree naar het voetgangersgebied en verbindt Amsterdamse Poort met ArenAPoort West. Het Hoekenrodeplein en de bebouwing eromheen zien we als onderdeel van het stationsgebied. Het plein is de schakel tussen Amsterdamse Poort, het station en de Johan Cruijff Boulevard. Impressie Het is in 2014 volledig vernieuwd. Station Amsterdam Bijlmer ArenA. ks. al Am ode di = En nT Le EE Ed ee ES lr ee ee Ff ee En Û lik ke RA | h Me EL Hf ERIN F Eren ir (Fá ij ODD ams BE ME AE DEE ij we di An = en en : \ in UIT DE PARTICIPATIE Het station mag levendiger, ziet er uitgestorven en grauw uit.” levendiger worden Bewoners en gebruikers zeggen het Hoeken- rodeplein erg mooi te vinden, maar ook te stenig. De routing voor voetgangers en fietsers Het station wordt gezien als de blikvanger van op het plein vindt men onduidelijk. “Bij het Zuidoost. Maar de openbare ruimte eromheen Hoekenrodeplein is het onduidelijk waar je wordt als kaal en verlaten ervaren, terwijl het bent, waar moet je heen?” op het station juist heel druk kan zijn. Het Met name eigenaren en ondernemers in stationsgebied zou een levendige plek moeten Amsterdamse Poort hekelen de onzichtbaar- worden voor ontmoetingen, activiteiten en heid van de winkels vanaf het station en het horeca. “Bushalte van Station Bijlmer Arena kan _Hoekenrodeplein. Het station loopt tegen zijn capaciteitsgrens aan. Op dit moment is dat (nog) niet zozeer het geval qua vervoerscapaciteit, maar vooral wat het gebouw zelf betreft. Tijdens evenementen en in de spits heeft de drukte in de stationshal, bij de poortjes en op de roltrappen, de grens van het toelaatbare bereikt. Ook de perrons van het busstation zijn dan overvol. De drukte ontstaat mede door het beperkte aantal toegangen tot de trein- en metroperrons. Ook het wisselen tussen trein en metro is niet optimaal georganiseerd. Het station functioneert als plek waar veel stromen samen- komen, maar het is nog niet het levendige hart van ArenAPoort. De openbare ruimte rond het station en de onderdoorgangen zijn donker en stenig. Het verwijssysteem met richtingsborden (signing en wayfin- ding) is onvoldoende ingesteld op bezoekers. De route voor fietsers naar het station en naar de fietsenstallingen is onduidelijk, waardoor voetgangers en fietsers elkaar soms hinderen. Er zijn relatief weinig winkels en/of bedrijven in het station. Ook is de sociale veiligheid in sommige (dode) hoeken van het stationsgebouw laag. Wat gaat er op korte termijn gebeuren? Een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkelingen in Zuidoost en ArenAPoort is dat het openbaarvervoersknooppunt snel meegroeit. We benutten het knooppunt nu al beter door nieuwe kantoren en grote publiekstrekkers vooral in de nabijheid van het station te ontwikkelen. Het station moet straks berekend zijn op nóg meer reizigers. Dit vergt grote investeringen door meerdere partijen. Voor de gemeente ligt het accent op de inrichting van de openbare ruimte rondom het station, en het maken van ruimte voor voetgangers, fietsers en andere vormen van voor- en natransport zoals Kiss & Ride. Andere partijen gaan over uitbreidingen binnen het stationsgebouw, op het spoor en de dienstregeling. De gemeente werkt samen met de NS, ProRail en de Vervoerregio aan een onderzoek naar capaciteitsuitbreiding van het station. Wat gaan we nog meer doen? We willen dat het stationsgebied het kloppend hart van ArenAPoort wordt. Woningen, werkplekken en winkels zijn straks goed verbonden met het station, bijvoorbeeld met aantrekkelijke fietspaden en wandelroutes vanuit heel Zuidoost naar het station. Dicht bij het station willen we alvast ruimte maken voor het grotere aantal reizigers. Rondom Hoekenrodeplein kan hoogbouw komen. In de plinten van de gebouwen zien we graag winkels, horeca en bij het station passende voorzieningen zoals inpandige fietsenstallingen. De openbare ruimte rond het station, waaronder het Hoeken- rodeplein, het plein onder het station en het busplatform, wordt op termijn aangepakt. Denk aan meer groen, duidelijke routes en betere bewegwijzering. Ook moet vanaf het station winkelcentrum Amsterdamse Poort beter zichtbaar zijn. 84 Uit | o 5.2 ok) Waar gaat er op korte Welke ontwikkelingen Overlast zo veel termijn gebouwd zitten nog meer in de mogelijk beperken worden? pijplijn? De ontwikkelingen in ArenAPoort volgen elkaar in rap tempo op. In de komende tien jaar wordt er altijd wel ergens gebouwd in het gebied. Dit heeft ongetwijfeld zijn weerslag op bewoners, gebruikers en bezoekers. Werkzaamheden grijpen vaak op elkaar in. Zo vergt de trans- formatie naar, of nieuwbouw van een woontoren ook aanpassing en uitbreiding van de openbare ruimte en ondergrondse infrastructuur (energievoorziening, riool). Ook de energietransitie speelt hierin een belangrijke rol, want een duurzame ontwikkeling van ArenAPoort vraagt om een ander en uitgebreider (ondergronds) energiesysteem. In dit hoofdstuk beschrijven we welke maatregelen we nemen om de overlast voor bewoners, gebruikers en bezoekers zo veel mogelijk te beperken. De projecten waarvoor de gemeente inmiddels een overeen- komst heeft gesloten met een eigenaar of erfpachter, zijn opgenomen in het uitvoeringsplan voor ArenAPoort. 5.1 Waar gaat op korte termijn gebouwd worden? Tussen 2020 en 2025 verwachten we heel wat bouwwerk- zaamheden in Amsterdamse Poort, ArenAPoort Oost en ArenAPoort West. Zo maken we in Amsterdamse Poort in 2021 een begin met de herinrichting van openbare ruimte, waarbij als eerste de Bijlmerdreef aan de beurt is. Het winkelcentrum wordt rigoureus verbouwd, en een aantal kantoorpanden, zoals het Zandkasteel en Flierbosdreef, wordt in 2020 / 2021 getransformeerd naar woningen. Op de Dreefkavel wordt waarschijnlijk in 2021 begonnen met de bouw van 300 woningen. (zie ook de tijdlijn op pagina 81.) In ArenAPoort West gaat het leeuwendeel van de transformaties van start na het EK voetbal 2021. Tussen 11 juni t/m 11 juli worden er vier EK-wedstrijden in de Johan Cruijff Arena gespeeld. Dan moet de omgeving van het stadion er netjes bij liggen. De projecten waarvoor de gemeente al een overeenkomst heeft gesloten met een eigenaar of erfpachter, zijn opgenomen in het uitvoeringsplan voor ArenAPoort. 5.2 Welke ontwikkelingen zitten nog meer in de pijplijn? Alle pleinen en straten van ArenAPoort worden, zoals gezegd, tot 2030 nog één keer definitief heringericht. Deze herinrichting gaat in 2021 van start. Investeringen in de openbare ruimte worden opgenomen in de grondexploitatie van ArenaPoort. Maatschappelijke voorzieningen komen er stapsgewijs. Voor- zieningen die een plek in een van de zoekgebieden in ArenAPoort krijgen, zijn: 86 = Twee basisscholen n Cultuur/Pophal gecombineerd met buurthuis n Kinderopvang = Zorgcentra u Fietsparkeervoorziening in West n Fietsparkeervoorziening in Oost De realisatie van deze voorzieningen vindt plaats op de te herontwikkelen kavels en op de gemeentelijke kavels. Wanneer voorzieningen worden gerealiseerd, hangt mede af van de gekozen locatie en de ontwikkeling aldaar. 5.3 Overlast zo veel mogelijk beperken Al deze ontwikkelingen hebben ongetwijfeld hun weerslag op bewoners, gebruikers en bezoekers. Hinder zal onvermijde- lijk zijn, denk aan geluidsoverlast, transporten, wegopbrekingen of omleidingen. Ook leggen de vele bouwprojecten beslag op de toch al spaarzame openbare ruimte in ArenAPoort, en ook dat heeft gevolgen voor de leefbaarheid en bereikbaarheid. De gemeente wil overlast voor bewoners, gebruikers en bezoekers zo veel mogelijk beperken met maatregelen die de hinder minimaliseren, en ervoor zorgen dat woningen, winkels en kantoren bereikbaar en veilig toegankelijk blijven. Ook moeten mensen goed op de hoogte worden gehouden van alle ontwikkelingen en bouw- werkzaamheden. Op die manier proberen we verrassingen te voor- komen en draagvlak voor alle projecten te houden. Met het oog hierop heeft de gemeente een zogeheten BLVC- kader opgesteld, waarin maatregelen voor Bereikbaarheid, Leefbaar- heid, Veiligheid en Communicatie tijdens de bouw zijn vastgelegd. De aannemer of ontwikkelaar moet een uitvoeringsplan maken dat voldoende beantwoordt aan deze vier eisen. Dat is een voorwaarde voor het krijgen van een WIOR (Werken In de Openbare Ruimte)- vergunning waarmee de werkzaamheden mogen beginnen. Bij het streven naar zo min mogelijk hinder blijven we graag met u in gesprek over hoe we dat het beste kunnen doen. Vooralsnog hebben we verder nog de volgende aanpassingen of maatregelen voor ogen: n Een centrale bouwhub waarin bouwstoffen en afvalstoffen worden verzameld, geconsolideerd en aan- en afgevoerd. Dat legt minder beslag op de ruimte bij de afzonderlijke projecten, ook zorgt dit voor minder werkverkeer. Dit biedt meteen een mooie kans om afvalstoffen circulair in te zetten in het gebied n Een bouwlogistieke ‘control tower'!; informatiedeling en afstemming tussen projecten voor de hele logistieke keten, resulterend in betrouwbare just in time just in place- leveringen, kortere wachttijden voor transport en minder opslag op de bouwplaats n Een zelfvoorzienende en duurzame bouwplaats, waarmee op energie en water wordt bespaard. Geen lawaai en uitstoot van fossiele energievoorzieningen (aggregaten) 87 n Faseren van de uitvoering door bijvoorbeeld bouwprojecten per locatie te koppelen, zodat de overlast op een of enkele plekken is gebundeld n Het gebied rond de bouwplaats aantrekkelijk houden, bijvoorbeeld door het plaatsen van plantenbakken op bouw- hekken, het aanleggen van tijdelijke alternatieve routes voor voetgangers en fietsers maar ook door het organiseren van excursies op de bouwplaats. De winkel blijft open Tijdens de bouwwerkzaamheden en het werken aan de openbare ruimte gaan de dagelijkse bezigheden en de evenementen gewoon door. Het is zaak dat alle betrokkenen zo goed mogelijk kunnen blijven functioneren. De winkel open houden tijdens de uitvoeringsperiode vraagt om creatieve oplossingen en tijdelijke maatregelen, zoals omleidingen, afzettingen en provisorische wegen, voet- en fietspaden. De gemeente houdt regie tijdens de uitvoering Bij de uitvoering van projecten zijn veel partijen betrokken, soms in opdracht van gemeente Amsterdam, vaak ook in opdracht van ontwikkelaars of nutsbedrijven. Het in tijd en ruimte inpassen van de uitvoeringswerkzaamheden vergt daarom een nauwkeurige en vroeg- tijdige afstemming tussen al die afzonderlijke projecten. Daarom houdt de gemeente regie op de uitvoering. In overleg met partijen bepalen we wat de impact redelijkerwijs mag zijn tijdens de werkzaamheden. Op basis daarvan maken we afspraken met elkaar over fasering en moment van uitvoering. Ook leggen we extra maatregelen op aan ontwikkelaars, zodat de impact van de werkzaamheden zo beperkt mogelijk blijft. Soms zullen we moeten kiezen voor een ‘kort en hevig'‘-aanpak. Dan wordt de uitvoering van een project in een zeer korte periode gereali- seerd. Mogelijk wordt er dan 's nachts gewerkt en zijn er meer afsluitingen of andere tijdelijke maatregelen. De hinder is dan wat erger, het voordeel is wel dat de uitvoering vele malen sneller kan worden afgerond. Gebiedsregieteam Voor de uitvoering stellen we een gebiedsregieteam in. Hierin zitten we met partijen die met hun project richting uitvoering gaan. Het gebiedsregieteam heeft altijd een up-to-date overzicht van alle werkzaamheden in het gebied en de bijbehorende impact. 88 Febo Tijdlijn aanvang projecten Flierbosdreef ‚ tussen 2020 en 2030 Zandkasteel woningen (voorlopige planning). Bijlmerdreef Framebuilding Tijdelijke inrichting Dreeftoren Anton de Komplein Zandkasteel Internationale school Bijlmerdreef werk 1 2022: in/uitrit in 2022 Cluster 7 fase 1a kavel 11 square Eleven Kavel 15 Cluster 7 fase 1b Bijlmerdreef werk 2 Laanderpoort 11 Square (UID) Cluster 3, Cluster 4 en de in/uitrit in 2022 Trailerparkeren Laanderpoort Cluster 2 Cluster 7 fase 2 Cluster 8 Hoekenrode Noord ae Cluster 7 fase 3 Atlas ArenaA Ontwikkeling Dreefkwartier (kavel 12) ten Nieuwe gevel Johan Cruijff Arena Zieke) Station Bijlmer Arena (busstation) Op deze kaart staan de Stationskwartier opnemen (Vanz, ASR, . c . projecten waarover de enterpoint kavels) gemeente afspraken heeft gemaakt met de grondeige- naar. Dit zijn de projecten die als eerste gaan worden uitgevoerd (voorlopige planning aanvang bouw). Kavel 15 p Laanderpaort Cumuluspark UIC kavel Cluster B 2023 Î FEBO Trailerpaskeren Gho wader kde Hesireac tari Bijmerdreel wark anas Flierbordreel os | 24 Cluserrfase 3 zor Sn Cluser 7 fase zb er zen Dreeftofen Ee Hermrichting Hoogodrdiree: Chrsed7 fase za 2025 Zandkasteel Frame buildarg Cluser 7 fase 2 Hoekenrode kavel | Internationale schaal Zandkasteel wûningen 89 ee = B = en - EN Bal ge en PS a ns La” L 0 ’ \ 4 En: | DE 5 ed am ran jee ne ' RE Ce se Ne o © 5 a D 8 o 3 2, 2 D_ 5 5 D @ D > D 5 > =U © 9 > (e) u Le) mm È EE n ar En _ end ne ding pmen an - ennn el mm _ r ® voordeel bij ontwerpwijzigingen, iets waar 8 projecten vaak mee te maken krijgen. Q OpenRoads kan in een mum van tijd 3D 3 modellen en simulaties maken die de Z impact van ontwerpkeuzes visueel inzich- a telijk maken. Daardoor zijn ontwerpen 9 voor bijvoorbeeld ambtelijk opdrachtge- 8 vers en bestuurders makkelijker te door- _ gronden. ® > Voor ArenAPoort zit al veel 2D en 3D data 8 uit het datafundament in OpenRoads. Die à data zijn echter verre van compleet en 3 zeker als het gaat om 3D zijn deze vaak & nog niet betrouwbaar of beschikbaar. Met de collega's van CTO, i-team stedelijke ontwikkeling en beheer (Informatievoor- ziening Ruimte en Economie), IB, R&D, V&OR en in- en externe asset owners wordt de komende jaren gewerkt aan het verbeteren en uitbreiden van het datafun- dament en het opleiden van meer ontwer- pers in digitale toolingpakketten zoals OpenRoads. Met deze investering in data en tooling wordt het ontwerpproces efficiënter, integraler en beter. In de uitvoering betaalt dit zich uit. Bovendien komt dezelfde tooling beschikbaar voor alle andere gebieden in de stad. ArenAPoort is daarmee een koploper in de stad bij het werken aan een goede ondergrond als basis voor goede gebiedsontwikkeling, waar de rest van de stad van profiteert! 92 Samenwerking en participatie le a Es Jd In ArenAPoort werkt de gemeente samen met andere 5 betrokkenen. Dat gebeurt op het niveau van ArenAPoort (waar 7 deze ontwikkelstrategie een tussenstap voor is), op het niveau van a heel Zuidoost en op het niveau van afzonderlijke projecten en Q deelgebieden. 3 Zo hebben de partijen in Cumulus Park de handen ineengeslagen Z om het gebied samen te ontwikkelen en verbindingen aan te gaan a met de omgeving. Evenementenbedrijven, winkeliers en de overheid D werken in de Regiegroep Evenementenverkeer samen aan de bereik- 8 baarheid en veiligheid tijdens evenementen in ArenAPoort West. _ ® mm) > = Tt UIT DE PARTICIPATIE 3 © Behoefte aan informatie als over wat er in het centrum te doen is (vast informatiepunt/centrum/bord). Ondernemers Tijdens de participatie kwam naar voren hebben behoefte aan het verder professi- dat bewoners en gebruikers betrokken onaliseren van de samenwerking tussen de willen blijven bij de ontwikkelingen, van het gemeente en partijen, bijvoorbeeld met een inbrengen van ideeën tot volledige betrokken- platform om elkaar daar te kunnen ontmoeten. heid bij het proces. Daarnaast is er behoefte Ook vragen zij om structuur en continuïteit aan informatie over zowel de ontwikkelingen vanuit de gemeente. Daarnaast zijn er verschillende platforms actief die onder- nemers, bewoners en eigenaren verenigen. De ondernemers en bewoners in Amsterdamse Poort worden vertegenwoordigd door respectievelijk Ondernemersvereniging de Poort en de Bewoners- commissie de Poort. Bedrijvenvereniging VAZO behartigt de belangen van bedrijven in heel Zuidoost. Zuidoost Partners maakt zich samen met 25 organisaties sterk voor een beter en mooier Amsterdam Zuidoost. VENZO koppelt voor diverse (maatschappelijke) organisaties vraag en aanbod van vrijwilligers. De platforms hebben elk hun eigen organisatie en communi- catie geregeld. Zo heeft Stichting Partners ArenAPoort (SPA), die zich inzet voor de economische belangen in ArenAPoort, een website voor bezoekers van ArenAPoort: https://www.arenapoort.nl/. Zuidoost Partners bereikt haar doelgroep onder andere via de website: Www.zuidoost.nl Wat nog ontbreekt is een herkenbare plek waar mensen gemak- kelijk informatie kunnen vinden over de gebiedsontwikkelingen. Daar- naast missen bewoners een duidelijke structuur waarin de gemeente samenwerkt met betrokkenen. Hier wordt aan gewerkt en er loopt al een aantal initiatieven met bewoners, zoals een vaste maandelijkse bijeenkomst en het social design traject ‘Samen Meer’. Daarnaast is er de dependance van Pakhuis de Zwijger, die in september 2019 feestelijk is geopend: New Metropolis Zuidoost. Hier kunnen mensen terecht voor programma's, projecten en exposities op het snijvlak van stedelijke ontwikkeling en kunst en cultuur in Zuidoost. 94 Met de uitwerking van deze ontwikkelstrategie willen we inzetten op een goede en gestructureerde samenwerking met alle belanghebbenden. Niet alleen omdat dit een duidelijke wens is vanuit participatie, maar ook omdat we geloven dat het bundelen van krachten bijdraagt aan projecten die waarde hebben voor bewoners én ondernemers. We zoeken daarbij naar een vorm die voor belang- hebbenden zowel inspirerend als ontzorgend werkt en waarin we de positieve energie, de eigen verantwoordelijkheid en ondernemers- kracht kunnen verzilveren. Met het Ambitiedocument ArenAPoort uit 2017 is de samen- werking voor de inrichting van ArenAPoort al begonnen. We borduren hierop voort met een brede groep belanghebbenden: ondernemers, bewoners, gebruikers en de overheid. Tijdens de ontwikkeling van ArenAPoort worden samen- werking en parti- cipatie verder geprofessionali- seerd. A | a el z 2 Dre De Ll Khen re Û r 5 A . Za LE N \ r q ä a j Pi ml EN nn U u Mn ä ie en : a ï ie lik Es En me e ki Kd EE rk PI mr N je kl . kh lk He. de 8 : Ei E ì D, Ee El EARN E ein 4 Ä ks We Te L | _- Zie oen and kn ë £ A nn Egel - d ed WRO # n in. a k, ei) k dd E E EÁ i ei (1 ij AA de ee ze EEN NN Pak HEEREN IE _ Dn er bil EN Er ed r Kn z ka nis Pat Pe ej en ' E nl 7 |: ia { ok tn CA TE Han telil i UE k 5 PRET) Pa | EE al Me Ee al TR Kk ie dae ï BT Fa dn ; Ed ki EE Ai Mes ik E Pri Bed 72 ij Td Er Ee ee Ed ER We UR Elan 5 mn ke  Nn Am B ei Kansen voor samenwerking zien we voor vrijwel alle thema’s die genoemd zijn in de ontwikkelstrategie. Op dit moment lopen er vier projecten: n Schoon, heel en veilig. In deze aanpak, die een samenwerking tussen de gemeente, vastgoedeigenaren en ondernemers behelst, gaan we op zoek naar manieren om ArenAPoort structureel leefbaarder en veiliger te maken. n Bereikbaarheid (mobiliteit). Daarin werken partijen samen aan manieren om ArenAPoort bereikbaar te houden. Zij kijken naar het nog beter beheersen van verkeersstromen en crowd manage- ment, en naar het toepassen van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzame mobiliteit en gedragsverandering. Deze samenwerking borduurt voort op de regiegroep evenementen- verkeer. n ArenAPoort inclusief. Hierin werkt een groot aantal belang- hebbenden - onder wie bewoners - aan ideeën die bijdragen aan talentontwikkeling. Denk aan contact leggen tussen bedrijven en talent uit Zuidoost, werkervaringsplekken en het 1.000 banenplan. De Johan Cruijff ArenA buigt zich hierover en werkt daarin samen met andere belanghebbenden. n Placemaking. We behouden de identiteit van ArenAPoort en zetten het gebied steviger neer. De gemeente levert een (financiële) bijdrage aan initiatieven voor placemaking en heeft een faciliterende rol. Het initiëren en uitvoeren van ingrepen die ArenAPoort een aantrekkelijker aanzien geven, zien we als een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente, bedrijven en organisaties die in ArenAPoort actief zijn. Op termijn kan voor meer thema's de samenwerking worden gezocht, bijvoorbeeld voor duurzame energievoorziening en voor één parkeerverwijssysteem. 6.2 Participatie Ook met het afronden van deze ontwikkelstrategie gaat de participatie door en betrekken we mensen in het gebied bij alle denk- bare onderwerpen. We zullen regelmatig participatiemogelijkheden blijven aanbieden. Tijdens behaalde mijlpalen wordt informatie op maat geboden, bijvoorbeeld door wandelingen door het gebied, een inloopbijeenkomst of webinar te organiseren. Afzonderlijke participatieprojecten In de ontwikkelstrategie staan de onderzoeken en projecten genoemd voor de komende jaren. Tussen 2025 en 2030 wordt de herinrichting van de straten en pleinen in ArenAPoort stap voor stap opgepakt. Voor deze projecten komen te zijner tijd afzonderlijke participatietrajecten. 96 Bij planvorming door projectontwikkelaars heeft de gemeente een toetsende, dienstverlenende en faciliterende rol. De gemeente ziet toe op hoe een ontwikkelaar invulling geeft aan de plannen en de verschillende belangen respecteert. In de dienstverlenende rol verstrekt de gemeente een vergunning voor bijvoorbeeld een herzie- ning bestemmingsplan. Ook wil de gemeente inspraak faciliteren. Zo wil de omgeving (bewoners en ondernemers) geïnformeerd worden over initiatieven en plannen en graag invloed daarop uitoefenen. De projectontwikkelaar initieert nieuwe plannen en doet dat in samenspraak met alle belanghebbende partijen, met als belofte: Samen: projectontwikkelaar is partner die luistert, en bewoners en ondernemers serieus neemt Persoonlijk: communicatie op maat Transparant: open over randvoorwaarden en mogelijkheden. UIT DE PARTICIPATIE WomenMakeSoutheast: verkregen in het participatietraject. Onderstaand “Betrek bewoners als gelijk- zijn de belangrijkste adviezen kort samengevat waardige PE en is aangeven hoe de kn dd of gaat oppakken. Voor het volledige adviesrapport ontwikkelproces EW wordt verwezen naar bijlage 2. zowel met ontwikkelaars als ni lili ekke 1. Geef bewoners een plek aan de ontwerptafel Hoe zouden vrouwen uit Zuidoost de stad inrichten? En dan specifiek het gebied WMS geeft aan dat Zuidoost sterke netwerken ArenAPoort. Om daar een beeld van te krijgen van goed verenigde bewonerscollectieven en is Women Make Southeast (WMS) gevraagd ondernemers heeft. Deze stemmen zouden om voor de thema’s ‘Compleet en verbonden’ volgens WMS een plek aan de ontwerptafel en ‘Een centrum voor iedereen! een advies te behoeven. De gemeente onderschrijft dat bij geven. Welke aspecten hebben volgens de vrou- veel projectontwikkelaars en beleidsmakers, welijke bewoners nog meer aandacht nodig? hoe kundig en professioneel ook, het soms Waar moet verder nog over nagedacht worden aan die intrinsieke gebiedskennis ontbreekt. en hoe moet dat terugkomen in de plannen? De netwerken en organisaties uit Zuidoost bezitten deze kennis bij uitstek wél. Zij WMS is een onafhankelijk collectief van fungeren als cultuurbewaarders van Zuidoost. vrouwen met roots in Amsterdam Zuidoost Het behouden van die uniciteit van Zuidoost die zich willen inzetten voor een rechtvaardig is ontzettend belangrijk voor de toekomst van en sterk stadsdeel en tegen segregatie en het gebied. De gemeente acht het essentieel kansenongelijkheid. WMS is gelieerd aan dat de stem van Zuidoost vroegtijdig gehoord WomenMakeTheCity (WMTC), een collectief wordt bij gebiedsontwikkeling in de breedste dat de gemeente stadsbreed adviseert over zin van het woord. De Ontwikkelstrategie gebiedsontwikkeling. onderschrijft het belang van het betrekken van sterke netwerken en organisaties uit Zuidoost Het advies is een aanvulling op alle input die is bij de ontwikkeling van ArenAPoort. 5 ® Wat doen we concreet? Instroom van nieuwe bewoners kan positief zijn 8 m Programma 1Zuidoost, het Masterplan ZO voor een buurt of stadsdeel, maar het vinden Q en het 1.000 banenplan zijn enkele voor- van de juiste balans en het tempo van de 3 beelden van programma's. veranderingen zijn hierin belangrijk. Als dit niet Z m Inde lntegrale Aanpak Amsterdamse zorgvuldig gebeurt kan dit ten koste gaan van Dn Poort (AAP) werkt de gemeente samen de oorspronkelijke identiteit. 9 met bewoners en partners zoals CBRE, 8 de politie, handhaving en Ymere aan het Wat doen we concreet? _ verbeteren van de leefbaarheid in het m De Ontwikkelstrategie is een document op ® winkel- en woongebied van de Amster- hoofdlijnen. Het precieze woningbouwpro- > damse Poort. De concrete stappen die gramma wordt per project uitgewerkt. 8 genomen worden zijn uitgewerkt in het m _Intentieovereenkomst sluiten met ontwikke- à 21-puntenplan. laars om 25 procent van de huurwoningen 5 m De toetsing van ontwerpen (SO/ VO/ DO) te verhuren aan inwoners van Zuidoost. 8 van initiatieven vanuit marktpartijen en van Op verzoek van de gemeente werken gemeentelijke openbare ruimte-ontwerpen de ontwikkelaars deze ‘regeling’ uit voor (SO/ VO/ DO) wordt gedaan door een bewoners uit Zuidoost. toets-team bestaande uit ambtenaren uit m Met ontwikkelaars worden afspraken diverse disciplines. In de meeste gevallen gemaakt om 25 procent van de huur- is de omgevingsmanager ArenAPoort ook woningen te verhuren aan inwoners van onderdeel van dit team. De omgevingsma- Zuidoost. Om dit te realiseren wordt dit nager beoordeelt in hoeverre de relevante jaar een woonplatform online gezet waarop stakeholders zijn betrokken bij de totstand- zoveel mogelijk nieuw te bouwen huurwo- koming van de ontwerpen. De omgevings- ningen te zien zijn. Hier kunnen mensen manager is ook nauw betrokken bij het hun woonwensen aangeven. Zodra er een programma 1 Zuidoost. woning beschikbaar komt die voldoet aan de wensen, ontvangt de belangstellende een bericht. Op het platform wordt ook 2. Wees eerlijk en transparant over feiten alle informatie gedeeld die betrekking en cijfers heeft op het huren van een woning, zoals mogelijke eisen die worden gesteld, en hoe WMS geeft aan dat openheid en transpa- je in aanmerking komt voor huurtoeslag. rantie over feiten en cijfers belangrijk zijn. De Wanneer het platform wordt uitgebreid gemeente onderkent dit. Transformatie en met koopwoningen wordt uiteraard ook gebiedsontwikkeling zorgen voor instroom informatie toegevoegd over het kopen van nieuwe doelgroepen, daar moet je als van een woning. Daarnaast worden op het gemeente niet geheimzinnig over doen. Private platform doorverwijzingen gemaakt naar ondernemingen investeren fors in het gebied aanbod dat betrekking heeft op het verbe- om daar uiteindelijk ook mee te verdienen. teren van je financiële positie. Met als doel om de kansen te vergroten dat mensen in Er worden woningen gebouwd die voor een aanmerking komen voor de woningen naar deel van de bewoners van Zuidoost financieel hun keus. niet haalbaar zijn. Het grootste deel van de m De 40-40-20 regel wordt toegepast op nieuwbouwwoningen (80%) zijn geen vrije gebiedsniveau voor alle nieuwbouw. sectorwoningen, maar vallen in categorieën middelduur of sociaal. De gemeente probeert in privaatrechtelijke overeenkomsten te borgen dat bewoners uit Zuidoost voorrang krijgen bij de toewijzing van deze woningen. 98 5 ® 3. Maak plaats voor creatief sociale return of investment. Veel bouwbedrijven kiezen a ondernemers ervoor om middels leer-werkplekken Q aan deze eis tegemoet te komen. 3 WMS stipt in haar advies het belang van Daarnaast is ArenAPoort ook een zogenaamd Z voldoende ruimte voor creatief ondernemers living lab voor de Amsterdamse donuteco- Dn aan. Sociale cohesie in een buurt ontstaat als er nomie: een gebied dat iedereen een eerlijke 9 fysieke plekken zijn waar buurtbewoners elkaar sociale basis biedt, binnen veilige ecologische 8 ontmoeten. Er is sprake van maatschappelijke grenzen. Vanuit dit thema liggen er kansen om _ voorzieningen waar de gemeente verantwoor- samen met partners in te zetten op social return. ® delijk is voor de huisvesting, zoals buurtkamers > en jongerencentra. Daarnaast zet de gemeente Wat doen we concreet? 8 in op het beschikbaar maken van ruimtes voor m 1.000 Banenplan à} kunst en cultuur. Bijvoorbeeld door subsidie te m Start opleiding energietransitie met 3 verstrekken voor broedplaatsen. Doordat de ROC in Diemen ie, gemeente steeds minder vastgoed in eigen m SROI bezit heeft, is het daardoor afhankelijker van m Vanuit 1Zuidoost is de opdracht gegeven de welwillendheid en medewerking van markt- aan het project Bouwen aan Zuidoost. Dit partijen. De gemeente merkt dat vastgoed- programma richt zich op het opleiden en eigenaren met een langere binding in het omscholen van jongeren uit Zuidoost zodat gebied steeds vaker bereid zijn om betaalbare zij werkzaam kunnen zijn in de bouw. Met ruimtes aan te bieden, die ook financieel ontwikkelaars worden afspraken gemaakt haalbaar zijn voor startende ondernemers. over stageplekken en/of leerwerktrajecten. m Met het project Bouwen aan Zuidoost Wat doen we concreet? slaan gemeente, bouwbedrijven en onder- m Bij aanbestedingen en tenders voor nieuwe wijsinstellingen de handen in één om een kavels selecteert de gemeente onder gebiedsgericht loopbaantraject te reali- andere op in hoeverre een organisatie seren voor werkzoekenden uit Zuidoost. investeert in maatschappelijke projecten. Daarnaast heeft het project als doel dat In de nog op te stellen Programmastrategie afspraken worden gemaakt met bouwbe- wordt uitgewerkt hoe een goede functiemix drijven, aannemers en ontwikkelaars, actief kan worden bereikt in ArenAPoort. Er zijn in ZO, over het beschikbaar stellen van en worden sociale convenanten afgesloten (structurele) arbeidsplaatsen. Ook wordt met marktpartijen. Convenanten met ABN een communicatiecampagne opgestart om AMRO, CBRE en Cumulus Park (ING, HvA het imago van de bouw te verbeteren. en ROC zijn op dit moment in de maak, waarbij specifieke aandacht is voor het begeleiden van ondernemers uit ZO. 5. Investeer in lokaal ondernemerschap Er moet volgens WMS zo veel mogelijk in 4. Biedt mensen in Zuidoost een baan lokaal ondernemerschap geïnvesteerd worden. in de bouw ArenAPoort moet een gebied worden waar iedereen zich thuis voelt en dat onderdeel van Werkgelegenheid is volgens WMS van groot Zuidoost is. De aanwezigheid van lokale onder- belang. Ook in het Masterplan Zuidoost wordt nemers vormt daarin een belangrijk schakel. ingezet op het creëren van meer banen in Het is belangrijk dat zij een plek krijgen en Zuidoost. De ontwikkeling van ArenAPoort behouden in ArenAPoort. biedt hierbij kansen. Waar de gemeente zelf opdrachtgever is, zoals bij de herinrichting van De gemeente ontwikkelt niet zelfstandig. We de openbare ruimte, maken we daar afspraken zijn daarin sterk afhankelijk van ontwikkelaars. over met leveranciers. Bij alle opdrachten die Wel probeert de gemeente met bestemmings- de gemeente geeft boven de 214.000 euro plannen en in afspraken met ontwikkelaars te geldt een SROI-verplichting, oftewel een social kijken of er een goede balans ontstaat tussen 99 5 ® lokale ondernemers en landelijke ketens. Deze a mix maakt het winkelcentrum juist zo uniek en Q is een belangrijke kracht voor de aantrekkelijk- 3 heid van het gebied. De betrokkenen uit het Z gebied onderschrijven het belang hiervan. Dn 4 Wat doen we concreet? 8 m Placetesting in samenwerking met CBRE _ m Placemaking: betrekken van lokale ® kunstenaars (Bijv. kunstproject Three > Little Birds) 8 m De gemeente zet placetesting en placema- d king in gedurende de transformatie van het 3 gebied. Denk hierbij aan pop-upconcepten o in leegstaande ruimtes (in samenwerking met CBRE) zoals de BijlmerBox pick-up store, kleinschalige events op plekken in de openbare ruimte die in de tijdelijkheid nog niet zijn geactiveerd zoals het Flying Grass Carpet, of het verfraaien van bouwterreinen met kunst (Three Little Birds). Randvoor- waarde hierbij is dat lokale ondernemers en creatievelingen onderdeel uitmaken van deze initiatieven. Hiermee wordt de meer- waarde die zij bieden door het toevoegen van het lokale DNA zichtbaar gemaakt, met als uiteindelijk doel dat initiatieven ook in de definitieve situatie een plek krijgen. 100 6.3 Communicatie Hieronder staat hoe we over ontwikkelingen in ArenAPoort gaan communiceren. Gemeentelijke website biedt informatie Op de projectpagina amsterdam.nl/arenapoort worden belangheb- benden geïnformeerd over projecten die plaatsvinden in ArenAPoort. Bezoe- kers vinden er actuele nieuwsberichten, een projectenoverzicht, informatie per project, een kalender met inspraak-, informatie- of participatiemomenten, fotomateriaal en contactmogelijkheden. Het stadsdeel Zuidoost stuurt weke- lijks een nieuwsbrief per mail over de ontwikkelingen in Amsterdamse Poort en Zuidoost. Geïnteresseerden kunnen zich hiervoor aanmelden op amsterdam.nl (onderaan de pagina). Persoonlijk contact en een vast spreekuur We zorgen ervoor dat persoonlijk contact tussen verschillende partijen mogelijk is. Gebiedsmakelaars en omgevingsmanagers zijn de contactpersonen. De gebiedsmakelaar fungeert als ‘de ogen en oren! van de gemeente en verzamelt de onderwerpen en kwesties die leven onder bewoners. Er komt in Metropolis een spreekuur op regelmatige basis. Eén informatiecentrum Om geïnteresseerden en belanghebbenden zo goed mogelijk te infor- meren over de bouwprojecten in ArenAPoort, wil de gemeente met ontwik- kelaars in het gebied één gezamenlijk informatiecentrum oprichten. Op die locatie is informatie beschikbaar over de gebiedsontwikkeling in ArenAPoort, over de ontwerpen, de werkzaamheden en de uitvoering. Zo staat er onder andere een interactieve informatietafel met daarop een digitale maquette van de ontwikkelingen in het gebied. Ook is er een vast aanspreekpunt om vragen en klachten te beantwoorden. Inloopavonden zijn bedoeld om de direct betrokkenen rechtstreeks te informeren over de concrete plannen van de gemeente en van marktpartijen. De gemeente Amsterdam en de betreffende marktpartij en/of vastgoedeigenaar organiseren deze inloopavonden. Communicatie tijdens het werk in uitvoering Om te voorkomen dat er tijdens de bouwfase een wirwar aan uitingen ontstaat, willen de marktpartijen samen met de gemeente een gezamenlijke communicatiestijl aanhouden. Het doel is om mensen op een eenduidige manier te informeren over werkzaamheden en ontwikkelingen. Overlast en klachten Uiteraard is de gemeente Amsterdam via de reguliere gemeentelijke kanalen bereikbaar voor vragen of klachten. Bewoners kunnen overlast altijd melden via amsterdam.nl/overlast. In het nog op te richten informatiecentrum willen gemeente en ontwikkelaars bij overlast of klachten de inwoners en winkeliers van ArenAPoort een vast aanspreekpunt bieden. Om problemen zo snel mogelijk te kunnen oplossen, staat dit aanspreekpunt in direct contact met de aannemers en de gemeente. 101 Bijlage 1 Terugkoppeling participatie startnotitie Ontwikkelstrategie ArenAPoort In juni en juli 2019 vond participatie plaats aan de hand van de startnotitie Ontwikkelstrategie ArenAPoort. In deze bijlage kunt u de samenvatting lezen van de onderwerpen die tijdens de participatie aan bod zijn gekomen. Wat is er gezegd en wat hebben we ermee gedaan? Per onderwerp is aangegeven of de suggestie is opgenomen in de ontwikkelstrategie. Hiervoor zijn drie antwoorden mogelijk: n Ja: de suggestie is onderdeel van de ontwikkelstrategie n Nee: de suggestie is geen onderdeel van de ontwikkelstrategie omdat het niet mogelijk is, niet past bij de plannen voor ArenAPoort of omdat het in een vervolgstudie wordt meegenomen. n Deels: de suggestie is gedeeltelijk meegenomen We geven aan waarom we de suggestie wel of niet hebben meegenomen en in welk hoofdstuk u er meer over kunt lezen. Compleet en verbonden Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen? Bewoners in Zuidoost willen Deels We willen een gemengd woongebied in 3.1. graag betaalbare woningen voor ArenAPoort. Daarom sturen we - bij de starters, gezinnen en ouderen uit nog 3.000 te bouwen woningen - aan op Zuidoost verschillende financieringscategorieën en woninggroottes: van sociale huur tot duur en van twee- tot meerkamerappartementen. We onderzoeken de mogelijkheid tot een voorrangsregeling voor bewoners uit Zuidoost. Het mengen van functies wordt Nee We geloven juist in het mengen van functies. Dit vaak genoemd als de oplossing maakt ArenAPoort levendiger en veiliger. De voor een levendiger ArenAPoort. huidige overlast wordt onder andere aangepakt Anderen stellen juist voor om met het programma Schoon, Heel en Veilig. winkels en woningen van elkaar te scheiden om daarmee overlast te verminderen. Ja Dit doen we door bij bouwplannen aante sturen 3.1. op levendige plinten. Enkele bewoners geven aan liever Nee We volgen de Omgevingwet 2050. Het laagbouw en eengezinswoningen beleid van de gemeente is erop gericht te zien in ArenAPoort. Anderen hoogbouw te stimuleren rondom openbaar zijn juist enthousiast over vervoersknooppunten zoals station Amsterdam hoogbouw. Bijlmer ArenA. Op dit soort plekken geeft hoogbouw extra stedelijke dynamiek en draagt bij aan een duurzame stad. Bewoners geven aan graag een Deels We sturen aan op meer koopwoningen in 3.1. woning te kunnen kopen ArenAPoort. Adviseurs en woningcorporaties Ja In de 3.000 nog te bouwen woningen stuurt de 3.1. pleiten voor meer middeldure gemeente ook op voldoende middeldure huur- koop- en huurwoningen en koopwoningen. 102 Bewoners en gebruikers geven Nee Er komen kantoren bij in ArenAPoort, maar er 3.1. aan liever minder kantoren in zullen vooral meer woningen worden gebouwd. ArenAPoort te zien. Bewoners willen naast Ja We zien graag dynamiek langs de Lifeline, waar 3.4 levendigheid ook graag rust. de winkels en uitgaansgelegenheden liggen. Zowel in de eigen woning als in Bij de woningen werken we aan rustige plekken de openbare ruimte rondom de waar bewoners zich kunnen terugtrekken, zoals woning. een binnenplein, een daktuin of een klein parkje. Uit de participatie blijkt dat er Ja We willen een gemengd woongebied in 3.1. veel draagvlak is voor nieuwe ArenAPoort. Daarom sturen we - bij de woningen in ArenAPoort. Er nog 3.000 te bouwen woningen - aan op is behoefte aan alle soorten verschillende financieringscategorieën en woningen; voor jongeren, woninggroottes: van sociale huur tot duur gezinnen en ouderen en van twee- tot meerkamerappartementen. We onderzoeken de mogelijkheid tot een voorrangsregeling voor bewoners uit Zuidoost. Bewoners, gebruikers en Ja Dit is één van de hoofddoelen in ArenAPoort. 3.1 ondernemers zien graag een 3.2 betere verbinding tussen 3.4 ArenAPoort oost en west en hebben hiervoor verschillende suggesties. Waaronder aanpassingen in de openbare ruimte, sociale projecten en door het mengen van functies. Muziek en eten worden het meest genoemd. Er zijn zorgen over geluidsoverlast Ja Bewoners worden bewust gemaakt datze ineen 3.1. voor de huidige en nieuwe evenementengebied gaan wonen. Als gemeente bewoners. Met name door geluid gaan we daar goed over communiceren. van evenementen en drukte op Bedrijven en eigenaren moeten zich hoe dan straat. ook aan de wet houden met betrekking tot geluidshinder. Zo worden nieuw te bouwen woningen volgens de normen geïsoleerd. Er is behoefte aan woningen Deels We bouwen in ArenAPoort voor iedereen, voor ouderen waaronder waaronder voor ouderen. levensloopbestendige woningen. “Denk erover na om het oud- Deels _ArenAPoort heeft een eigen identiteit die we Alg. Amsterdamse terug te brengen willen versterken. Het wordt dus geen kopie door middel van de leuke van de binnenstad. Echter de behoefte aan een straatjes, waterwegen, bomen, kleinere schaal is wel iets wat we in de verdere kleine parkjes.” planvorming willen meenemen. “Doe niet of Zuidoost ontwikkeld Ja We zien de plannen voor ArenAPoort niet als Alg. moet worden, het bestaat al.” vernieuwing, maar als groei. Het bestaande is de basis waar we op willen voortbouwen. Men mist, vooral in ArenAPoort Ja Hier sturen we in ArenAPoort op aan in het 3.1. West, kleinschalige functies voor belang van de nieuwe bewoners en voor meer bewoners en gebruikers zoals levendigheid op straat. horeca, winkels en zorg. Maar ook speciale publiekstrekkers. 103 Een centrum voor iedereen Bewoners uiten veelvuldig de Ja We sturen actief aan op de komst van een 3.2 wens voor een buurthuis. buurthuis / cultuurhuis voor bewoners. Bewoners geven aan ook Ja We sturen actief aan op de komst van een 3.2 culturele functies te missen zoals buurthuis / cultuurhuis en een popcentrum met een volksuniversiteit, ruimte oefenruimtes voor bewoners. voor godsdienst, muziekschool, dansschool en het meest genoemd: een theater / open podium met oefenruimte. Voor heel ArenAPoort ziet men Ja We zien graag meer diversiteit in het horeca- 3.2 graag een divers horeca-aanbod, aanbod. In ArenAPoort West en rondom meer kwaliteit en multicultureel. het station komt meer horeca. Er loopt een Waaronder horeca gericht op onderzoek naar het verruimen van horeca in gezinnen. Amsterdamse Poort en Cumulus Park Het gevoel heerst dat nieuwbouw Deels Met de groei van ArenAPoort investeren we 1. en transformatie - zoals in de zowel in het bestaande als in het nieuwe. We 3.1 vernieuwing van de Bijlmer ook is kijken hoe we bestaande problemen kunnen 3.2 gebeurd - de problemen van de oplossen. Dit kan de gemeente niet alleen. 6.1 huidige bewoners niet oplost. We zoeken daarom actief de samenwerking op met bedrijven en sociaal-maatschappelijke instellingen. “Zorg voor meer gastvrijheid rond Ja Gastvrijheid is ook een verantwoordelijkheid 3.1 evenementen.” van de bedrijven zelf. Wat we hierin concreet kunnen doen is goede communicatie en informatievoorziening rondom evenementen. Bewoners en gebruikers uiten Ja We willen het DNA van Zuidoost behouden in 3.2 veelvuldig de zorg dat met de ArenAPoort. We behouden unieke functies zoals groei van ArenAPoort de huidige de markt en de Shopperhal en maken ruimte identiteit verloren gaat. voor nieuwe functies die huidige bewoners en gebruikers belangrijk vinden zoals: een buurthuis, ruimte voor muziek en cultuur en toegankelijke sportvoorzieningen. Bewoners hebben Ja Naast de grote evenementen zien we graag 3.2 verschillende ideeën voor meer uitgaansgelegenheden die toegankelijk uitgaansgelegenheden, zijn voor bewoners. Hiervoor zijn we afhankelijk zoals: kleinschalige popzaal, van commerciële partijen. Als gemeente buitenbioscoop, gamehall, maken we ruimte (stedenbouwkundig en in het poolcafé, karaoke, feestzalen, bestemmingsplan). In 2019 is er een arcadehal open podium, theater, danscafé gekomen in ArenAPoort. Daarnaast willen we en loungebar. actief aansturen op een kleinschalige popzaal in combinatie met oefenruimtes voor lokaal talent. Men ziet graag dat meer ruimte Ja Als gemeente dragen we bij aan 3.2 wordt gemaakt voor lokaal talent talentontplooiing. In de eerste plaats door ruimte 6.1 en talentontplooiing, waaronder te reserveren voor scholen en een open podium. beter onderwijs, leerwerkplekken, Daarnaast werken we samen met ondernemers een open podium, bemiddeling en maatschappelijke organisaties aan de pilot tussen bedrijven en ruimte bieden ArenAPoort inclusief. aan lokale ondernemers. 104 Maak van ArenAPoort ook een Deels _ArenAPoort kan zeker een rol spelen in het 3.2 plek voor toeristen. Door ruimte ontlasten van de binnenstad op het gebied 3.4 te maken voor ‘top leisure! (een van toerisme. Dit doen we door het beter museum, OBA of Bijenkorf) en zichtbaar maken van de identiteit van Zuidoost trekkers in de openbare ruimte en een kwalitatief hoogwaardige openbare (Logo IAMsterdam, groot ruimte. ArenAPoort heeft namelijk al grote monument). publiekstrekkers. Bewoners geven aan het Ja We zien graag meer voorzieningen voor 3.2 volgende te missen in jongeren, gezinnen en ouderen in ArenAPoort. ArenAPoort: toegankelijke Als gemeente hebben we direct invloed op sportvoorzieningen, voorzieningen in de openbare ruimte zoals voorzieningen voor kinderen sport en speeltuinen. Dit nemen we op in (speeltuinen, kidscorner, crèche) het Masterplan Openbare Ruimte. Voor en voorzieningen voor ouderen gebouwde voorzieningen zijn we afhankelijk (verzorgingshuis). van commerciële partijen. Als gemeente maken we ruimte (stedenbouwkundig en in het bestemmingsplan). Bewoners geven aan graag een Nee Er is al een indoorzwembad in het gebied. Het zwembad te zien in ArenAPoort lijkt niet haalbaar een tweede zwembad te realiseren vanuit de gemeente en er zijn ook geen commerciële initiatieven op dit gebied. Voor een buitenzwembad lijkt geen ruimte. 105 Goed bereikbaar Zet in op deelauto's en Ja Dit zijn maatregelen die we op relatief korte 3.3 deelscooters. termijn willen uitvoeren. In de eerste plaats door 3.5 ruimte te maken in openbare parkeergarages. We sturen aan op voldoende ruimte voor deelconcepten in de nieuw te bouwen woningen en kantoren. Kunnen de dreven niet verlaagd Nee Dreven verlagen is in ArenAPoort erg ingrijpend worden? omdat veel ingangen van gebouwen gekoppeld zijn aan de dreef. Daarom is deze maatregel niet opgenomen in de ontwikkelstrategie. Wel zetten we in op voldoende trappen en fietshellingen tussen de dreven en het straatniveau. Het stimuleren van fietsen Ja We nemen verschillende maatregelen om fietsen 3.3 in ArenAPoort wordt breed aantrekkelijker te maken in ArenAPoort. 3.4 gedragen. Ondernemers, gebruikers, bewoners en bestuurders zien graag dat ArenAPoort beter bereikbaar wordt voor fietsers. ldeeën die genoemd worden zijn: meer langeafstandsroutes, goede verlichting en meer fietsenstallingen. Gratis of goedkoop openbaar Nee Hier kan de gemeente niet op aansturen. vervoer wordt door ondernemers Dergelijke afspraken liggen bij de als een oplossing gezien om evenementenpartijen en de vervoersbedrijven. bezoekers meer gebruik te laten maken van het openbaar vervoer. Bijvoorbeeld een gratis treinticket bij je concertticket. Zorg voor meer treinen en Nee De mogelijkheden voor meer treinen en metro's op station Amsterdam metro's kan op termijn worden onderzocht. Bijlmer ArenA en laat deze langer Dit vraagt om medewerking van een groot aantal doorrijden (nachtnet). vervoerbedrijven. De gemeente kijkt in eerste instantie naar betere overstapmogelijkheden tussen trein, metro, bus en fiets. Bewoners hebben behoefte aan Nee Bij de nieuwbouw worden voldoende (openbare) 3.3 voldoende en goedkope(re) parkeerplaatsen opgenomen. Het aantal parkeerplaatsen vlakbij de woning beschikbare parkeerplaatsen kan echter afnemen en zijn bang dat er juist minder wanneer ArenAPoort drukker wordt. Daarom parkeerplaatsen komen. zetten we in op alternatieven: fiets en openbaar vervoer. Zet in op mobiliteitshubs rond Ja We zetten in op een autoluw centrum. Ineerste 3.3 ArenApoort voor laden en lossen instantie richten we ons op gebundelde laad- en en parkeren. losplekken. 106 Zet het Operationeel Ja We onderzoeken de mogelijkheid hiervoor 3.3 Mobiliteitscentrum ook in buiten samen met de betrokken partijen (waaronder evenementen. regieorganisatie evenementenverkeer). Zet in op meer Nee Er zit één extra hotel in de plannen, in overnachtingsmogelijkheden in ArenAPoort west (UID). Verder staat het en rondom ArenAPoort zodat gemeentelijk beleid geen groei van het aantal bezoekers langer in het gebied hotels toe. kunnen blijven. Zorg voor voldoende Deels Het aantal parkeerplaatsen en de parkeerplekken en houdt de parkeertarieven zijn gemeentelijk vastgelegd wat tarieven betaalbaar. betreft de door de gemeente geëxploiteerde parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen rond de Amsterdamse Poort zijn van CBRE, die de tarieven kunnen bepalen. We streven ernaar om het aantal parkeerplaatsen in ArenAPoort niet substantieel te laten groeien. Bewoners en gebruikers geven Deels Dit wordt opgenomen in het Masterplan 3.3 aan dat fietsers nu voor overlast Openbare Ruimte en de planvorming in het 4,4 zorgen op het Hoekenrodeplein stationsgebied. en in de Amsterdamse Poort omdat het niet duidelijk is waar wel en niet gefietst mag worden. Verleid de metroreizigers om Nee Hier wordt naar gekeken in het Mobiliteitsplan stations Strandvliet en Bullewijk te Zuidoost (2020). gebruiken. Een idee dat geopperd is, is het Nee Dit is een ingrijpende investering waar veel doortrekken van tram 19 naar partijen bij betrokken zijn. Wordt op dit moment ArenAPoort niet opgenomen in de ontwikkelstrategie. Enkele bedrijven hebben Ja Dit is een goede suggestie die in de 6.1 behoefte aan een samenwerking van partijen meegenomen kan parkeerverwijssysteem voor worden, omdat hier meerdere eigenaren bij ArenAPoort zodat bezoekers de betrokken zijn. parkeerplaatsen gemakkelijker kunnen vinden. 107 Levendige openbare ruimte Zorg ervoor dat de inrichting van _ Ja 3.4 de ArenA Boulevard aanpasbaar is aan verschillende momenten van de dag en verschillende doelgroepen. Maak van het Anton de Ja We zien voor het Anton de Komplein een 3.4 Komplein de hotspot van belangrijke functie weggelegd voor Zuidoost. De Zuidoost met meer ruimte voor suggestie wordt meegenomen in het Masterplan (kleine) evenementen en lokale Openbare Ruimte. initiatieven. Enkele gebruikers geven aan Ja De Amsterdamse Poort wordt aangepakt zodat 3.4 voldoende beschutting te willen het een prettige en veiligere plek wordt. Het in ArenAPoort, waaronder de weghalen van de droogloop is onderdeel van de droogloop in de Amsterdamse renovatie. De behoefte aan beschutting blijft. In Poort en op de ArenA Boulevard. het Masterplan Openbare ruimte onderzoeken we de mogelijkheden. Bewoners zien graag daktuinen Ja We zetten in op daktuinen (als rustplek voor 3.4 en groene daken in ArenAPoort. bewoners) en groene daken (als maatregel tegen Bijvoorbeeld op de winkels in de het verminderen van hittestress). Amsterdamse Poort. Maak de dreven toegankelijk voor Deels We maken op de Bijlmerdreef en Hoogoorddreef 3.4 voetgangers en fietsers. meer ruimte voor voetgangers. Op termijn zien we graag ook fietsers op de dreven. Dat is een ingrijpende maatregel die ook effect heeft op onder andere (hoogwaardig openbaar vervoer) busroutes. De mogelijkheden hiervoor worden onderzocht in het Mobiliteitsplan Zuidoost (2020). Bewoners en gebruikers zien Deels We zetten in op betere verlichting. Onderdeel 3.4 graag goede verlichting op de van het Masterplan Openbare Ruimte is een pleinen en straten in ArenAPoort. verlichtingsplan. Bewoners en gebruikers geven Ja Levendigheid is een van de hoofddoelen voor 2, aan vooral levendigheid en sfeer ArenAPoort. Dit doen we onder meer door 3.1 te missen in ArenAPoort. vooral woningen en op bewoners gerichte 3.2 voorzieningen toe te voegen. De nieuwe 3.4 gebouwen en herinrichting van de straten en pleinen moeten ook voor meer sfeer en gezelligheid zorgen. Zet in op verblijfskwaliteit Nee Hiervoor is de eigenaar van de woningen 3.4 loopdekken. verantwoordelijk. Enkele bewoners geven aan Deels We zetten in op een goede verbinding tussen 3.4 graag een aantrekkelijke de woningen en de parken rondom ArenAPoort. wandelroute nabij hun woning te De mogelijkheden voor wandelroutes en/of willen. ommetjes worden onderzocht in het Masterplan Openbare Ruimte. 108 Bewoners, gebruikers, bezoekers Ja ArenAPoort wordt groener. We hebben daar 3.4 en ondernemers, een brede verschillende voorstellen voor. groep belanghebbenden willen meer groen in ArenAPoort waaronder postzegelparkjes, groene daken, bomen en bloemen. Sommigen zien graag meer Nee De mogelijkheden hiervoor zijn beperkt door de natuur in ArenAPoort waaronder hoge dichtheid. In de nabijgelegen parken en in speelnatuur voor kinderen en de spoorzone zou speelnatuur kunnen komen. natuurinclusief bouwen. Men ziet graag een park in Ja We onderzoeken de mogelijkheid voor een 3.4 ArenAPoort. nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenÂ. Parkeerplaatsen nemen nu veel Ja We gaan het aantal parkeerplaatsen niet 3.3 ruimte in. Die kunnen worden verminderen maar wel anders organiseren. Dus benut voor andere zaken. meer in de gebouwen of ondergronds. Maak reclame-uitingen zoals Deels Wij zien lichtreclame - mits op goede en 3.4 op Times Square en Piccadilly gedoseerde wijze uitgevoerd - als een kans om circus als herkenbaar icoon op de het uitgaanscentrum meer allure te geven en Boulevard. de levendigheid in het gebied te verbeteren. Hiervoor stellen we een integraal licht- en reclameplan op. We bekijken daarbij goed welke ruimte het gemeentelijk beleid op dit gebied daarvoor biedt. Bewoners willen niet dat er Deels De groei gaat niet ten koste van de openbare 3.4 gebouwd wordt op plekken waar ruimte. De verdichting vindt onder andere plaats nu groen is, zoals in de parken. door vrije kavels te bebouwen, transformatie en sloop-nieuwbouw. De kavel naast AFAS Live is altijd bestemd geweest voor bebouwing. Hiermee gaat er wel 2,5 ha gras verloren in ArenAPoort west. Om voldoende groen in het gebied te behouden, stellen we op meerdere plekken vergroening voor. Waaronder een nieuw park ten noorden van de Johan Cruijff ArenA. Het Nelson Mandelapark is geen onderdeel van de gebiedsontwikkeling ArenAPoort. Bewoners zien ArenAPoort Ja We willen dat ArenAPoort een plek wordt waar 3.2 graag als een plek waar iedereen bewoners, gebruikers en bezoekers lang willen 3.4 samenkomt om elkaar te moeten. blijven. Het stimuleren van ontmoetingen is daar Zowel in de openbare ruimte als een belangrijk onderdeel van. Concreet betekent in gebouwen zoals een buurthuis. dat een aantrekkelijke openbare ruimte met plekken voor sport, spelen en om te zitten. Bewoners en gebruikers zien Ja Overzichtelijke stedenbouw en openbare ruimte 3.4 graag open en overzichtelijke dragen bij aan een veilig en prettig gebied. Hier pleinen met doorkijkjes en zetten we op in. Concrete uitwerking komt in het vergezichten. Ruimtelijk Kwaliteitskader. Speelplekken worden op dit Ja Speelplekken zorgen voor verbinding 3.4 moment gemist in ArenAPoort. en levendigheid. We denken vooral aan Men ziet graag meer plekken speelvoorzieningen in de openbare ruimte, voor gezinnen en kinderen, maar gecombineerd met groen en wellicht met horeca. bijvoorbeeld ook bordspelen. Uitwerking volgt in het Masterplan Openbare Ruimte. 109 Toegankelijke sportvoorzieningen Ja Sport zorgt voor verbinding en levendigheid. 3.4 worden op dit moment gemist in We denken vooral aan urban sportvoorzieningen ArenAPoort. Er zijn verschillende die geïntegreerd kunnen worden in de openbare ideeën genoemd waaronder een ruimte en voor iedereen toegankelijk zijn. sportschool, zwembad, basketbal, Uitwerking volgt in het Masterplan Openbare voetbal, klimsport, hockey en Ruimte. skatepark. In de openbare ruimte en op daken. “De openbare ruimte en Ja Toegankelijkheid voor minder validen is 3.4 voorzieningen zijn voor iedereen onderdeel van het gemeentelijk beleid. We toegankelijk, ook voor minder stellen liften voor om het hoogteverschil tussen validen.” dreef en straatniveau te overbruggen. Bij de herinrichting van de straten en pleinen wordt toegankelijkheid als eis meegenomen. In de enquête zijn openbare Nee We zullen deze wens meegeven aan de 3.4 toiletten genoemd als wens voor verschillende ontwikkelaars. Daarnaast kan door de openbare ruimte. betere bewegwijzering meer aandacht op de huidige sanitaire voorzieningen worden gevestigd. Maak van ArenAPoort een fijne Ja Dit is één van de hoofddoelen in ArenAPoort 13.3 plek om te verblijven. waarbij een belangrijke rol voor de pleinen en straten is weggelegd. Verspreid bezoekers over Nee We willen een andere balans tussen drukte en 3.2 ArenAPoort. Bijvoorbeeld ook in rust. Op de Lifeline richten we ons op bezoekers. 3.4 zijstraten en achterstraten. We zien graag een spreiding van bezoekers over de gehele Lifeline en gedurende de hele dag. Verder weg van de Lifeline willen we juist rustige plekken voor bewoners maken. Bewoners en gebruikers voelen Deels Met de nieuwbouw en herinrichting zorgen 3.4 zich vooral 's avonds en 's we voor overzichtelijke openbare ruimte, 6.1 nachts niet veilig in ArenAPoort. goede verlichting en meer ogen op straat. Ze zien graag meer toezicht Het verbeteren van handhaving en toezicht is en handhaving en minder onderdeel van het programma Schoon, Heel en criminaliteit. Veilig. Er is behoefte aan meer Deels ArenAPoort is geen waterrijk gebied. Grote 3.4 zichtbaar water in het gebied. waterpartijen liggen hier niet voor de hand. Waaronder een fontein en Wel moet er voldoende oppervlaktewater in waterspeelelementen. het gebied aanwezig zijn. Dit water maken we zichtbaar en aantrekkelijk om langs te lopen of te zitten. Daarnaast denken we aan zichtbaar water in relatie tot de klimaatopgave (bewustwording). Uitwerking wordt opgenomen in het Masterplan Openbare Ruimte. Men ziet graag meer en Ja Zitplekken dragen bij aan een beter verblijfs- 3.4 beschutte zitplekken in de klimaat. Hier willen we graag mee aan de slag. openbare ruimte: terrasjes, Zowel in de openbare ruimte als bij horeca. bankjes, een picknickplek. Activeer het bestaande groenen _ Ja Dit voorstel werken we verder uit in het 3.4 verbind de parken. Masterplan Openbare Ruimte. 110 Duurzaam en toekomstbestendig Duurzame elektrische auto's en Nee Beleidskeuzes over subsidie en parkeertarieven scooters zouden toegankelijk worden op het niveau van heel Amsterdam moeten zijn voor iedereen. gemaakt. Bijvoorbeeld door gratis parkeren en/of subsidie op de aanschaf. Huidige bewoners willen Nee Bij de nieuwbouw sturen aan op duurzame profijt hebben van woningen. Renovatie van de huidige woningen is duurzaamheidsmaatregelen, zaak voor de huidige eigenaar. bijvoorbeeld door het isoleren en beter ventileren van de eigen woning. Eigenaren en ontwikkelaars Ja De ontwikkelstrategie zet in op flexibiliteit. pleiten voor flexibel gemeentelijk In een aantal bestemmingsplannen en beleid zoals flexibele erfpachtcontracten wordt dit al uitgewerkt, maar bestemmingen en/of erfpacht. dat blijft maatwerk. Hierdoor kunnen eigenaren de functies in een gebouw gemakkelijker aanpassen en zo meegroeien met ArenAPoort. Ondernemers en eigenaren Ja In de ontwikkelstrategie geven we aan wat 3.5 vragen de gemeente om focus de focus moet zijn voor ArenAPoort: afval, aan te brengen in het aantal verminderen hittestress en duurzame mobiliteit. duurzaamheidsdoelstellingen. Door de vele ambities ontstaat er willekeur bij ondernemers en eigenaren met als risico dat geen enkele ambitie goed uitgevoerd kan worden. Hergebruik van materialen, Ja Omdat verschillende belanghebbenden 3.5 een betere oplossing voor (waaronder de gemeente) dit een urgent thema afval en circulariteit worden vinden, is dit één van de speerpunten op het door bewoners, eigenaren en gebied van duurzaamheid in ArenAPoort. ondernemers als belangrijk thema genoemd in ArenAPoort. Waternet pleit voor een betere Ja Verminderen van hittestress is één van de 3.4 opvang van regenwater en speerpunten op het gebied van duurzaamheid 3.5 vermindering van hittestress in in ArenAPoort. We willen ook grond die nu niet ArenAPoort. Dit kan bijvoorbeeld in eigendom is van de gemeente, benutten voor door ook privaat terrein hiervoor voldoende groen en regenwateropvang. in te zetten. 111 ArenAPoort West Ondernemers en eigenaren - Ja We stellen een set van maatregelen voor omde 3.3 met name in ArenAPoort bereikbaarheid in ArenAPoort te borgen. In de 4.1 West - maken zich zorgen over ontwikkelstrategie worden nog geen voorstellen de bereikbaarheid wanneer gedaan voor wijzigingen in het aantal wegen. ArenAPoort verder groeit. Vooral Of dit nodig is, volgt uit het Mobiliteitsplan de combinatie van woningen in Zuidoost (2020). een evenementengebied geeft mogelijk problemen. Werknemers willen graag diverse _ Ja In ArenAPoort West komt meer horeca voor 41 lunchplekken op de ArenA bewoners en gebruikers. Boulevard en bij de kantoren. Bewoners en gebruikers zien Deels World of Food blijft op huidige plek. In 3.2 graag verschillende food start-ups ArenAPoort West zetten we in op meer horeca of een food court in ArenAPoort rondom het station en in het hart van het West, bijvoorbeeld nabij het evenementengebied bij UID, maar ook in de station. Amsterdamse Poort zien we ruimte voor meer horeca. Eventueel zou een dependance van World of Food een plek kunnen krijgen. “Maak geen fietsstraat van de Deels We willen juist meer en betere fietsroutes vanen 3.3 Haaksbergerweg. De menging naar ArenAPoort. De Haaksbergerweg is er daar van fietsers en auto’s zou onveilig één van. Hoe dit eruit gaat zien, wordt opgepakt zijn en problemen kunnen in het Masterplan Openbare Ruimte opleveren voor de bereikbaarheid van bedrijven.” “Zet in op hipsters, yuppen en Deels We bouwen in ArenAPoort voor iedereen. 3.1 expats om de woningmarkt in We richten ons niet specifiek op deze groepen. ArenAPoort west op gang te Ook in ArenAPoort West zien we graag een brengen.” gemengd aanbod aan woningen, bijvoorbeeld voor gezinnen. 112 Amsterdamse Poort Men ziet graag een diverser Deels Wij streven naar een divers winkelgebied. 3.2 winkelgebied, met meer winkels Naast winkels zien we graag (maatschappelijke) 4,2 (minder leegstand) en kwaliteit. voorzieningen in de Amsterdamse Poort. Het Vooral dagelijkse boodschappen, is aan de eigenaar en de ondernemers om de mode en horeca zijn genoemd. winkels in te vullen. Als gemeente zorgen we voor ruimte in het bestemmingsplan. Daarnaast is de Amsterdamse Poort binnen de gemeente aangewezen als het winkelgebied (na de binnenstad) met de grootste potentie om uit te groeien tot regionaal centrum. Dit verhoogt de kansen op een aantrekkelijk winkelaanbod. Bewoners in de Amsterdamse Ja Dit wordt onder andere door het programma 4.2 Poort zijn ontevreden over hun Schoon, Heel en Veilig aangepakt. Voor de 6.1 huizen: slechte kwaliteit, overlast langere termijn zoeken we samen met de en achterstallig beheer. eigenaar Ymere naar een structurele oplossing voor een beter beheer van de woningen en zwerfafval in de Amsterdamse Poort. Men maakt zich zorgen om Nee De eigenaar van de winkels is verantwoordelijk leegstand in de Amsterdamse voor de hoogte van de huren, uiteraard binnen Poort en ziet graag dat de huren de wetgeving die daarover gaat. We zijn wel in betaalbaar blijven. gesprek met CBRE om zorg te dragen dat er een divers aanbod blijft, bijvoorbeeld door de Shopperhal een prominente plek te geven. Men geeft aan de markt op Ja De markt blijft in ArenAPoort. De zaterdagmarkt 3.2 het Anton de Komplein te voor heel Zuidoost komt ook naar het Anton de 4,2 willen behouden. De markt Komplein. zou wel meer kwaliteit en een gevarieerder aanbod mogen krijgen. De Shopperhal wordt veel Ja De Shopperhal blijft behouden. 3.2 gewaardeerd in Zuidoost. Men 4,2 wil de Shopperhal in ArenAPoort houden. Enkele bewoners en gebruikers Nee De eigenaar is voornemens om het winkelgebied pleiten voor een logische indeling op te knappen. Hierbij wordt ook gekeken naar van het winkelcentrum en een de stedenbouwkundige opzet. De plannen goede entree. hiervoor worden uitgewerkt op basis van de hoofdlijnen die in de ontwikkelstrategie zijn opgenomen. 113 Stationsgebied Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen? Bewoners en gebruikers vinden Ja Opnemen in openbare ruimteplan. 4,4 Hoekenrodeplein overwegend mooi. Aan de andere kant is het te stenig en is het fietspad onduidelijk. Het station wordt gezien alseen Ja We zien het stationsgebied als hart van 4,4 ontmoetingsplek voor muziek, ArenAPoort. Daar hoort ook dynamiek bij. Hoe eten, sport en ontspanning. dit precies ingevuld gaat worden, wordt nog onderzocht. De eigenaar van en de Deels De mogelijkheden hiervoor worden onderzocht 44 ondernemers in de Amsterdamse in het Masterplan Amsterdamse Poort en in het Poort willen meer bezoekers naar stationsgebied. de winkels trekken. Een van de voorstellen hiervoor is om het Hoekenrodeplein onderdeel te maken van het winkelgebied. Uitvoering Wat is er gezegd? Kunnen we hier iets mee doen? Voorstel om tijdens de bouw Nee Dit voorstel wordt meegenomen bij het een depot te maken voor de uitwerken van een uitvoeringsplan. uitwisseling van bouwmaterialen. Ondernemers vragen de Nee Dit voorstel wordt opgenomen in het Masterplan gemeente goed na te denken Openbare Ruimte en het uitvoeringsplan. over de periode tussen nu en het eindplan: zorg ervoor dat ook de tijdelijke invulling goed is. “Voer niet alle plannen in Ja De gemeente houdt de regie over de uitvoering 5 ArenAPoort tegelijkertijd uit.” en zorgt dat de uitvoering van plannen kan plaatsvinden naast de dagelijkse dynamiek in ArenAPoort. 114 Communicatie en participatie Een op de drie jongeren in Ja Wordt opgenomen in het participatie- en 6.2 Zuidoost is jonger dan 24 (IOS, communicatieplan voor ArenAPoort. 2018). De politiek wil meer aandacht voor jongeren bij de ontwikkeling van ArenAPoort. Jongeren geven dit zelf ook aan. Bewoners, gebruikers en Ja Participatie wordt een vast onderdeel bij de 6.2 eigenaren willen graag betrokken planvorming ArenAPoort. Met name bij de worden bij de plannen voor plannen voor de openbare ruimte. ArenAPoort. Van ruimte voor initiatieven tot het volledig meenemen in het proces. Ondernemers en bewoners Ja Met de ontwikkelstrategie geven we Alg. hebben behoefte aan duidelijkheid wat de gemeente wel/niet duidelijkheid vanuit de gemeente. doet. We blijven ook in de toekomst hierover Met name over de projecten communiceren met u. die de gemeente initieert en faciliteert en waar de gemeente wel/geen invloed op heeft. Er is behoefte aan een fysiek Nee De communicatie loopt op dit moment via de 6.2 informatiepunt over alles wat website en nieuwsbrieven van de gemeente. ArenAPoort te bieden heeft Ook gebruiken we New Metropolis als plek voor (voor bezoekers) en alle nieuwe discussie. Andere vormen van communicatie ontwikkelingen (voor alle worden opgenomen in het participatie- en betrokkenen). communicatieplan voor ArenAPoort. Er is behoefte aan een platform Deels Dit zijn we aan het onderzoeken. 6.1 voor huidige en nieuwe ondernemers in ArenAPoort. “Voer enkele ideeën die in de Deels We onderzoeken welke ideeën we op korte 3.2 participatie zijn genoemd op termijn kunnen uitvoeren in het Masterplan 3.4 korte termijn uit. Bijvoorbeeld Openbare Ruimte en in de samenwerking voor 6 ideeën voor de (tijdelijke) placemaking. inrichting van de pleinen en straten.” 115 Bijlage 2 Adviesrapport ArenAPoort WMS TSS eN IT be BORSA ï ep Pr 5 ES ere ee ER Sar SE an B nr pe ee i + p À DET IO Vl LONEN k nd B ef De EN Ee k 2 LG Ei R% Ee Zea iS ee rm Ne REED =N PA & EK S 9 De ADVIESRAPPORT ARENAPOORT jg AMSTERDAM, 22 JANUARI 2021 Namens WMS Adviesraad | WMS kernteam Ria Braaf-Fränkel, Marthe Singelenberg & Dija Kabba En k Ì Ír i U E Zie pdf in bijlage 2 van deze pdf 116 .. oa Bijlage 3 > Mobiliteitskaarten (betreft indicatieve kaarten) ® et O 2 == 2. e \ EN EN K \ Ì if td D_ Ä \ hrs 4 8 u 4 [ Vk AE 1 ei k e Le NE Î ke) \ | EEN dE E \ eam ette / 8 \ Ï Ung == > \ alen EN fi : El D ‘ant denennnnnnnnnscd F WERT | S Ze at Red > i 53 : ‘ DT 7 ; Zlk: Ef no 3 ; m 5 i © Een i 5 LL a - î Te en | ma ha el TERR ie / EO HE df f Sz | ä TAN je jm En ban ed et EDE argens verand wan mn Fretes mmm Opsraarderen beige Faetncaerd Stare pete Cn gage gekeed El Beuraarsde behan) En Taha erngan — Ove ea —=nnt Nien: Keped marnier Tr] Terbang: moakpelded 5 5 Eart if 4 | i es EE là 8 Ì Li 6 f a 5 fe wt ; a Ld Li marmer Ep _—_ Erima zen aten | ! e Te Tere) ann | | mmm | Oa zE nn ge Tdi IE Í | U EI 5 7 r iijn Ke | pr en 5 e) haf de) toman: = anna E en pm mms E el | | idd B: È d Et Plange er Mennens Et gar at on mre, (CE) zoetgetsea- mica HUB DT] Beanderebsming | | Taketrreieupser Tondo mnpmergetieetetje Ee ph Vergeer 117 pe Faial Î 5 “| Eg ! | ht E Dn Ì ge sagans ZnS re TT mn ï : ben: Brahe en er Gelk mnl de EE Dt Ml AAE | \|/ ER ij É a R Korn t Ô PE le Foe RE RE i El : Í jd iE- u Rl en ed e 3 Í ee (woon Ee Ee ode DD 4 B Ef | a: : B; î B eener ere EEn == we ON vee: awel Ct terne Parkeren TN carteerniee Petleersortrieg 3 mukre wering CE Beraad bebesseirg [| tetten Pere: O0 Haststngorgeeg [] temeteruteenversneng Ee vrretnghetemmanerngn m pint di 118 Bronvermelding Naast de gemeentelijke beleidsdocumenten hebben we onderstaande documenten gebruikt: n Bewonerscommissie De Poort Jaarverslag 2017, 2018 = Bureau Stedelijke Planning Programmering commerciële voorzieningen Amsterdam Zuidoost en Ouder-Amstel - 2019 n BVA Verkeersadviezen Evenementenparkeren ArenA-gebied (concept) - 2017 u Advies Woningbouwprogrammering ArenAPoort Directie wonen - 2019 n Waar wordt het grote geld verdiend? Elsevier - 21 juni 2017 n Zuidoost Cumulus Park, ambitiedocument Karres en Brands - 2019 n Convenant bereikbaarheid Zuidoost Gemeente Amsterdam, Gemeente Ouder-Amstel, Amsterdam Zuidoost, Amsterdam ArenA, Ziggo Dome, Heineken Music Hall, Villa ArenA, Korpschef van de politie - 2016 n Samen ontwikkelen we Cumulus Park Zuidoost projectplan - Gemeente Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, ING en ROC van Amsterdam, 2019 n Ambitiedocument society en ambitiedocument fysiek Cumulus Park Zuidoost 2019 - Gemeente Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, ING en ROC van Amsterdam n Amsterdamse Poort Masterplan & Design Handboek 2018 - MVSA (i.s.m. CBRE, 3W real estate en gemeente Amsterdam) n Stedenbouwkundig plan Urban Interactive District Ontwikkelmaatschappij Centrumgebied Zuidoost (OMC) - 2017 n Ambitiedocument Amsterdamse Poort SITE Urban Development - 2016 n Gebiedsplan Amsterdam Zuidoost 2019 Stadsdeel Zuidoost - 2019 n Waterbeheerplan 2016 - 2021 Waterschap Amstel Gooi en Vecht, (2015) 119 Colofon De ontwikkelstrategie ArenAPoort 2030 wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad van Amsterdam. Beeldmateriaal: Foto's pagina 3, 4, 11, 25, 31, 48 (6.2.1. t/m 6.2.3): Auke van der Hoek Foto's pagina 7: Marco van Middelkoop, Aerophoto Schiphol Foto's pagina 48 (6.2.4): Gemeente Amsterdam Foto's pagina 71: Paco Núfiez Kaarten en artist's impressions pagina 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18, 20, 22, 25, 29, 30, 31, 36, 38, 39, 42, 44, 49: Gemeente Amsterdam Tekeningen pagina 26, 32, 34, 37, 41, 43, 51, 55: Storyshapes Eindredactie Annemiek Huijerman Vormgeving Vorm de Stad Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die menen aanspraak te maken op bepaalde rechten, worden vriendelijk verzocht contact met ons op te nemen. Aan de informatie in deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Samenwerking De ontwikkelstrategie is tot stand gekomen door samenwerking tussen verschillende diensten van de gemeente Amsterdam en belanghebbenden uit ArenAPoort. De betrokken diensten van de gemeente zijn: stadsdeel Zuidoost, Grond en Ontwikkeling, Projectmanagementbureau, Ruimte en Duurzaamheid, Ingenieursbureau, Verkeer en Openbare Ruimte, Wonen en Economische Zaken. De samenwerking met betrokkenen vond gedurende het hele traject plaats en wordt voortgezet in vervolgprojecten die uit de ontwikkelstrategie voortkomen. De ontwikkelstrategie heeft extra focus gekregen door het participatietraject in 2019 met bedrijven, bewoners en bezoekers. 120 Contact Gemeente Amsterdam Projectgroep ArenAPoort De Entree 300, 1101 EE Amsterdam [email protected] www.amsterdam.nl/arenapoort Datum: september 2021 121
Onderzoeksrapport
122
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1134 Datum akkoord college van b&w van 25 november 2014 Publicatiedatum 26 november 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw Z. Kwint en de heer M.E. van den Heuvel van 24 september 2014 inzake het voorkomen van belangenverstrengeling bij door de stad Amsterdam gesubsidieerde musea. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstellers. Recent zijn er in de media berichten verschenen waarin ter discussie wordt gesteld in hoeverre leden van een directie, bestuur en/of Raden van Toezicht van van musea en/of (kunst)instellingen onafhankelijk en zonder enig ander belang opereren. Tevens wordt gesteld dat eventuele dubbelfuncties nadelig zijn voor de betrokken organisaties en de samenleving. De fractie van D66 hecht grote waarde aan openheid en transparantie. Zo krijgen burgers, belanghebbende organisaties en journalisten toegang tot informatie om de overheid te kunnen controleren. Integer en transparant handelen, alsmede goed toezicht, waaronder inbegrepen het afleggen van verantwoording over het uitgevoerde beleid, zijn in de visie van de fractie van D66 essentiële voorwaarden voor het goed kunnen functioneren van een openbare instelling en/of organisatie. Elke schijn van belangenverstrengeling bij museumdirectie, bestuurders en/of leden van Raden van Toezicht dient te allen tijden te worden vermeden. Vertegenwoordigers van de overheid, bestuurders, commissarissen en leden van Raden van Toezicht dienen immers zonder deelbelang, onafhankelijk en kritisch te opereren. Directies, besturen en Raden van Toezicht dienen zodanig te zijn samengesteld dat de leden ook ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren. Meer specifiek: bij leden van de directie, bestuur en raad van toezicht van een museum dient specifiek gelet te worden op belangenverstrengeling die voortkomt uit nevenfuncties van het lid in de commerciële kunstbranche, privécollecties, of het in bruikleen geven dan wel (ver)kopen van stukken uit de privécollectie van/aan het museum. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Laa Gemeenteblad Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 De fractie van D66 is van mening dat door de gemeente gefaciliteerde en/of gesubsidieerde musea moeten beschikken over een ‘code of conduct’ die strikt wordt nageleefd. De geldende Governance Code Cultuur (dd 14 oktober 2013) biedt een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. Daarmee laten de verantwoordelijke bestuurders en toezichthouders aan de buitenwereld zien wat de gangbare standaarden zijn voor goed bestuur in de cultuursector. Deze code lijkt echter onvoldoende bovengenoemde bezwaren te beslaan. Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 24 september 2014, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Wat doet de gemeente Amsterdam om te voorkomen dat er bij door Amsterdam gesubsidieerde musea sprake is van (de schijn van) dubbelfuncties en vermenging van belangen? Antwoord: Het college onderschrijft net als de raad het belang van het vermijden van (de schijn van) belangenverstrengeling bij door de gemeente Amsterdam gesubsidieerde instellingen. De berichten in de media en de vragen die D66 daarop aan het college heeft gesteld waren voor het college dan ook een goede aanleiding om de bestaande geldende richtlijnen (codes of conduct) nog eens goed tegen het licht te houden en te beoordelen of deze afdoende zijn ofwel- specifiek voor de door gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea- een aanscherping nodig is. Daarbij is ook gekeken of de huidige wijze waarop afspraken zijn vastgelegd en hierover verantwoording van de musea wordt verlangd afdoende is. Het college verwacht van de gesubsidieerde musea dat zij te allen tijde erop aangesproken kunnen worden wanneer de schijn van belangenverstrengeling bestaat. Uitgangspunt daarbij is dat de musea altijd de door hen gemaakte keuzes kunnen beargumenteren, zowel in hun verantwoording aan de overheid alsook in het maatschappelijk debat. De museale sector heeft te maken met een aantal “codes of conduct”, die zowel landelijk als internationaal worden opgelegd en waar de musea zich heel bewust toe verhouden. Met de beantwoording van de vragen wordt nader toegelicht welke “codes of conduct” in de museale sector van toepassing zijn, welke richtlijnen deze bieden voor het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling en hoe het college hierover informatie krijgt en verantwoording verlangd van de gesubsidieerde musea. Verantwoordingseisen in het kader van de subsidierelatie met gemeente Amsterdam Bij alle door de gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea binnen het Kunstenplan 2013-2016 heeft het college als verplichting in de beschikking subsidieverlening opgenomen dat zij jaarlijks in het bestuursverslag verantwoording afleggen over de samenstelling van de organisatie, directie en het bestuur/ Raad van Toezicht en de toepassing van de Governance Code Cultuur. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Neeing Laa Gemeenteblad R Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 Toepassing van de Governance Code Cultuur was een subsidie-eis bij de aanvraag voor het Kunstenplan 2013-2016. Vermelding van nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht, de directie en de overige medewerkers worden in het bestuursverslag verwacht. In de beschikking subsidieverlening heeft het college tevens als verplichting opgenomen dat er overeenkomstig de geldende Subsidieverordening Amsterdam een meldingsplicht is bij een wijziging van de statuten, de persoon van de bestuurder(s) of het doel van de rechtspersoon; of een ingrijpende wijziging van de werkzaamheden van de rechtspersoon. Daarnaast moeten gelieerde rechtspersonen (zoals stichtingen ten behoeve van fondswerving) altijd worden genoemd, daarvan kan tevens op verzoek informatie over worden opgevraagd. Het college houdt toezicht op het nakomen van bovenstaande genoemde verplichtingen op basis van de jaarlijkse subsidieverantwoording. Wanneer de gesubsidieerde musea hierover onvoldoende inzicht gegeven hebben in het bestuursverslag wordt dit alsnog aan de orde gesteld in het jaarlijkse monitorgesprek met de door gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea, waarvan verslaglegging plaats vindt. Eventuele vragen en twijfel ten aanzien van schijn van belangenverstrengeling zullen aan de orde gesteld worden in het monitorgesprek. Richtlijnen Governance Code Cultuur In de Governance Code Cultuur komen richtlijnen aan bod over de samenstelling en het profiel van het bestuur van de raad van toezicht en criteria waaraan de onafhankelijkheid van de leden van de raad van toezicht of bestuur kan worden getoetst. Tevens zijn hierin richtlijnen opgenomen over vermijden van tegenstrijdige belangen en nevenfuncties en hoe de raad van toezicht en bestuur hun eigen rol kunnen evalueren. In het bestuursverslag bij de jaarlijkse subsidieverantwoording geven de gesubsidieerde musea aan in hoeverre zij de Code Cultural Governance hebben toegepast. Als bijlage is de Governance Code Cultuur toegevoegd. Deze code is voor en van de cultuursector en wordt ondersteund door bestuurders, toezichthouders en brancheorganisaties uit de cultuursector, het Rijk, gemeenten, de VNG, fondsen en door een ‘Comité van Aanbeveling’ die allen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze code. Richtlijnen ANBI Status De door Amsterdam gesubsidieerde musea zijn stichtingen met de ANBI status (Algemeen Nut Beogende Instelling). De Geefwet bevat een aantal maatregelen dat giften aan een door de Belastingdienst als culturele instelling aangemerkte ANBI extra aantrekkelijk maakt. Hierdoor hebben deze instellingen ook te maken met eisen ten aanzien van het bestuur die door de Belastingdienst worden opgelegd. Volgens de ANBI normen mag een (rechts)persoon in de functie van bestuurder en/of beleidsbepaler bijvoorbeeld niet over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Dit heet het ‘beschikkingsmachtseriterium’. Dit criterium verzekert (onder andere) dat de instelling onafhankelijk is van donateurs en begunstigden. De onafhankelijke besluitvorming moet gewaarborgd worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een bestuur van minstens 3 personen met gelijkheid van stemmen. Een uitzondering 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Laa Gemeenteblad Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 hierop is als een stichting en één of meer steunstichtingen over elkaars vermogen beschikken alsof er sprake is van eigen vermogen. De stichtingen hebben vaak hetzelfde bestuur. Als instellingen om deze reden niet aan het beschikkingsmachtscriterium voldoen, kunnen zij echter toch als ANBI aangewezen worden. Collegebevoegdheden bij benoemingen en statuten verzelfstandigde musea Bij de verzelfstandigde musea Stedelijk Museum Amsterdam en Amsterdam Museum heeft het college een rol bij de besluitvorming bij (aanpassing van) de statuten en benoeming van directie, raad van toezicht en/ of bestuursleden, overeenkomstig profielschetsen, die zijn vastgesteld door het College van B&W. In deze profielschetsen staat benoemd dat de Raad van Toezicht bij benoeming van leden zich moet vergewissen van het feit dat dit geen belangenverstrengeling oplevert. De stichtingstatuten van deze musea zijn in overeenstemming gebracht met de Code Cultural Governance. Daarbij zijn onder meer richtlijnen vastgelegd over nevenfuncties voor de directie en de raad van toezicht. Onder meer is opgenomen dat directieleden nevenfuncties met een potentieel tegenstrijdig belang enkel mogen aanvaarden met voorafgaande toestemming van de raad van toezicht. Ook in de oprichtingsstatuten van beide musea is vastgelegd dat een lid van de Raad van Toezicht geen tegenstrijdige belangen met de museumstichting mag hebben. Bij gelieerde stichtingen van de verzelfstandigde musea, bijvoorbeeld ten behoeve van fondswerving, heeft het college inzicht in de statuten of worden deze door het college geaccordeerd. Bij Stichting Stedelijk Museum heeft bijvoorbeeld de gelieerde Stichting Stedelijk Museum Fonds tot doel de fondsenwerving ten behoeve van activiteiten het Stedelijk Museum, de verworven fondsen komen niet enkel ten goede aan collectieaankopen, maar worden ook ingezet voor tentoonstellingen, educatieve en publieksactiviteiten en collectiebeheer. Deze stichting bepaalt geen aankoop- of tentoonstellingsbeleid of activiteiten en programma's, dat doet de directie van het Stedelijk Museum. De statuten van deze gelieerde stichting zijn ook geaccordeerd door het College. In het kader van de jaarlijkse verantwoording over de Kunstenplansubsidie wordt in de jaarrekening en het bestuursverslag door Stichting Stedelijk Museum inzicht gegeven in de fondsen die door deze gelieerde stichting worden geworven en hoe die ten goede komen aan de activiteiten van de Stichting Stedelijk Museum Amsterdam. 2. Is het college bereid om op basis van vorengenoemde overwegingen inzake transparantie, noodzaak tot goed toezicht en vermijding van belangen- verstrengeling, na te gaan hoe dit geregeld is bij musea die subsidie van de gemeente Amsterdam krijgen? En kan het college beoordelen of statuten en reglementen van deze musea voldoende toereikend zijn om belangen- verstrengeling te voorkomen? Antwoord: Eisen Museumregister 4 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Laa Gemeenteblad Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 De Stichting Het Nederlands Museumregister hanteert een aantal kwaliteitseisen om als museum geregistreerd te worden. Alle door gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea zijn opgenomen in dit Museumregister. Om als museum geregistreerd te worden in het Museumregister wordt een kwaliteitssysteem gehanteerd op basis van een jaarlijkse zelfanalyse aan de hand van de Museumnorm. Dit in combinatie met een formele toets eens per vijf jaar door een onafhankelijke auditor of het museum voldoet aan de normen. Door deze opzet speelt kwaliteitszorg doorlopend een rol, in alle beslissingen en processen. De jaarlijkse zelfanalyse is in de eerste plaats een middel voor de musea zelf om informatie te verzamelen over het presteren van de organisatie en de samenhang tussen strategie, processen en prestaties. In de Museumnorm is tevens opgenomen dat een museum aantoonbaar moet waarborgen dat het goed bestuurd wordt, met adequaat toezicht en transparante verantwoording. Registratie in het Museumregister in Nederland vereist daarbij dat door de musea de “Ethische Code voor Musea” wordt nageleefd. Een museum dient te waarborgen dat medewerkers en vrijwilligers vertrouwd zijn met deze Ethische Code voor Musea en de voor hun functie relevante wetgeving op internationaal, nationaal en lokaal niveau. Ethische Code voor Musea (ICOM code) Naast de geldende Governance Code Cultuur (d.d. 14 oktober 2013) die een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties biedt, en waarover het college jaarlijks verantwoording in het bestuursverslag vraagt, bestaat de voor de museale sector specifieke internationaal geldende “code of conduct”: de ICOM (International Council of Museums).Deze ICOM code heet in de Nederlandse vertaling de “Ethische Code voor Musea”. Deze Ethische Code voor Musea is de basis voor de beroepsethiek van de museale sector in Nederland en geldt daarbij dus ook internationaal. De code bevat onder andere richtlijnen voor professioneel gedrag en belangenconflicten, specifiek binnen musea wereldwijd. De code biedt heldere omschrijvingen hoe te handelen ten aanzien van (mogelijke) belangenverstrengeling. Daarmee biedt deze code musea houvast bij ethische kwesties en is het een middel voor zelfregulering. Zowel landelijke (en Amsterdamse) musea als internationale musea hanteren met de Ethische Code voor Musea dezelfde principes en uitgangspunten waar het gaat om beroepsethiek. De Ethische Code voor Musea legt daarmee de minimumnormen vast voor ethische richtlijnen in musea in de hele wereld. leder museum kan deze Ethische Code voor Musea echter nog aanvullen met nadere richtlijnen inzake mogelijke belangenconflicten, bijvoorbeeld ten aanzien van nevenfuncties van directieleden, om te voldoen aan de eigen werkpraktijk. Als bijlage is de Ethische Code voor Musea toegevoegd. Museumvereniging en toetsing op naleving Ethische Code voor Musea De Museumvereniging is een brancheorganisatie voor de musea en gericht op het creëren van een breder draagvlak voor musea, ontwikkeling van de sector, vergroten van samenwerking en een groot en divers publieksbereik. Met diverse ledendiensten werkt de Museumvereniging aan bevordering va de kwaliteit van de branche. Jaarlijks organiseert de brancheorganisatie het Museumcongres. 5 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Laa Gemeenteblad Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 De Museumvereniging wil de publieke belangstelling voor musea vergroten en inkomsten voor musea realiseren, dit doet de vereniging onder meer door de Museumkaart en het jaarlijkse Museumweekend. In Nederland is een systeem gecreëerd waarin naleving van de “Ethische Code voor Musea” binnen musea geborgd is. Het lidmaatschap van de Museumvereniging in Nederland vereist dat door de musea de “Ethische Code voor Musea” wordt nageleefd. Alle door gemeente Amsterdam gesubsidieerde musea zijn lid van de Museumvereniging. Wanneer er aanleiding is om een ethische kwestie nader te onderzoeken wordt de onafhankelijke Ethische Codecommissie geraadpleegd. Deze commissie van experts geeft een advies hoe om te gaan met de betreffende situatie in specifieke gevallen. De Museumvereniging heeft aangegeven altijd zeer nauw en open contact met de Amsterdamse musea te hebben. Naar aanleiding van de punten genoemd in de advertenties in de landelijke pers heeft de Museumvereniging hierover met het Stedelijk Museum gesproken. Naar oordeel van de Museumvereniging heeft het Stedelijk Museum op de betreffende punten een vertaling gemaakt naar de eigen situatie en kan het museum over elk punt beargumenteerd een verklaring geven. Het museum is transparant in hoe het met de betreffende punten uit de advertentie omgaat. Dat toont volgens de Museumvereniging actieve naleving en bewuste uitvoering van de “Ethische Code voor Musea”. De Museumvereniging heeft aangegeven dan ook geen aanleiding te zien om de commissie in deze zaak te raadplegen over de situatie bij de Amsterdamse musea. 3. Is het college bereid, wanneer blijkt dat dit niet of onvoldoende geregeld is, hierover afspraken te maken met de diverse organisaties en/of instellingen met als doel een eenduidige ‘code of conduct’ op te stellen of de bestaande aan te passen, van toepassing te verklaren en op de strikte naleving van deze gedragsregels toe te zien? Antwoord: Uit bovenstaande blijkt dat er met huidige geldende “Governance Code Cultuur en “Ethische Code voor Musea” heldere en uitgebreide richtlijnen zijn ten behoeve van zelfregulering van de Amsterdamse musea bij het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling. Naleving van de Ethische Code voor Musea is daarnaast een vereiste om als museum geregistreerd te kunnen worden in het landelijke museumregister, waaraan alle door Amsterdam gesubsidieerde musea ook voldoen. Het college zou om dit te nadrukkelijk te borgen voor de toekomst binnen de inrichtingseisen voor Kunstenplansubsidie voortaan specifiek op kunnen nemen dat subsidie voor musea binnen het Kunstenplan enkel mogelijk is wanneer het museum geregistreerd is binnen het Museumregister en daarmee aangesloten is bij het ICOM en zich dient te houden aan de ICOM ‘Code of Ethics oftewel de Ethische Code voor Musea. 6 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Laa Gemeenteblad Datum 26 november 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 24 september 2014 Musea zelf hebben vanzelfsprekend ook een eigen bestuursverantwoordelijkheid hun keuzes weloverwogen langs de meetlat van de van toepassing zijnde codes te leggen. Waar het situaties met mogelijke (persoonlijke) belangenconflicten kan opleveren hebben de musea een verantwoordelijkheid om afspraken vast te leggen met hun bestuur. Het college heeft geen aanleiding om te concluderen dat de richtlijnen onvoldoende zijn, temeer daar er toetsingsinstrumenten voorhanden zijn vanuit het Museumregister en de jaarlijkse subsidieverantwoording aan het college. Daarnaast is er in geval van twijfel een landelijke onafhankelijke Ethische Codecommissie die geraadpleegd kan worden. Uit de bevindingen van de Museumvereniging blijkt ook concreet geen aanleiding dat er bij de gesubsidieerde Amsterdamse musea sprake is van belangenverstrengeling. Een aanvullende, specifiek voor de Amsterdamse musea, geldende code of conduct is daarmee overbodig. Het Stedelijk Museum en Amsterdam Museum zijn verzelfstandigd, met als doel dat zij met grotere afstand van de gemeente bedrijfsmatiger kunnen opereren en daarmee efficiënter kunnen werken. Dit is destijds door de raad besloten zodat het Stedelijk Museum haar kunstdoelstelling beter zou kunnen realiseren en de weg naar de top in kon slaan en het voor het Amsterdam Museum mogelijk maakte om flexibeler op te treden en de toenemende concurrentie In de vrijetijdsmarkt het hoofd te bieden. In een tijd waarin van musea steeds meer ondernemerschap gevraagd wordt, is het logisch en ook wenselijk dat zij contacten aangaan met particulieren, galeries, mecenassen en sponsoren en zoeken naar manieren om fondsen te werven die ten goede kunnen komen aan de collectie en andere activiteiten. Daarmee staan ze juist ook stevig met hun voeten in de maatschappij. Ook in de Ethische Code voor Musea staat opgenomen dat “museummedewerkers professionele relaties aangaan met talrijke anderen zowel binnen als buiten het museum dat hen in dienst heeft en er daarmee efficiënte dienstverlening van hen wordt verwacht op hoog professioneel niveau *. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 7
Schriftelijke Vraag
7
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 5 april 2023 Ingekomen onder nummer 171 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden IJmker, Krom, Broersen, Bobeldijk en Khan inzake Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board Onderwerp Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over raadsadres Geen fossiel in de Amsterdam Economic Board Constaterende dat: -_Amsterdam duidelijke ambities heeft om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen om te voldoen aan de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs -_ Amsterdam het Fossil Fuel Non-Proliferation verdrag heeft ondertekend -_ De Amsterdam Economic Board als doel heeft om de welvaart en het welzijn van Amsterdammers te verbeteren -__Amsterdam jaarlijks 1,6 miljoen subsidie verleent aan de Amsterdam Economic Board -__ Shell en Tata Steel lid zijn van de Amsterdam Economic Board -__ Leden van de Board gezamenlijk de strategische koers van de organisatie bepalen Overwegende dat: -__ Shell en Tata Steel twee van de grootste vervuilers zijn en respectievelijk 7 en 6,5 Megaton COz2 per jaar uit te stoten in Nederland -__ Shell en Tata Steel vit winstbejag op alle mogelijke manieren het halen van de doelstellingen van Parijs saboteren -_ Het verdienmodel van deze bedrijven haaks staat op onze duurzame ambities -_Amsterdam niet zou moeten meewerken aan de strategie van Shell en Tata Steel om zichzelf te legitimeren als duurzame bedrijven Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Uitte spreken dat het onwenselijk is dat Shell en Tata Steel lid zijn van de Amsterdam Economic Board -__ Bij de eerst mogelijke gelegenheid dit kenbaar te maken bij de Board en hierover met de andere leden van de Board in gesprek te gaan -_ Hierover terug te koppelen naar de raad Indiener(s), E.C. IJmker J.M. Krom J. Broersen E. Bobeldijk S.Y. Khan
Motie
2
discard
Bezoekadres > 4 Gemeente Jodenbreestraat 25 Amste rda m 1011 NH Amsterdam Postbus 1840 1011 NH Amsterdam Telefoon 14 020 > 4 amsterdam.nl Retouradres: Postbus 1840, 1011 NH Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum Behandeld door Corynne Oude Avenhuis, rve Kunst en Cultuur, c.oude.avenhuis@&amsterdam.nl Onderwerp Reactie motie museumbezoek jongeren (nr. 714) Bijlage Overzicht van toegangsprijzen voor jongeren musea Amsterdam Zeer geachte raadsleden, Met deze brief reageert het college op de motie “Museumbezoek jongeren” van het lid Duijndam, aangenomen op 20 juli 2017 nr. 714. In deze motie vraagt raadslid Duijndam het college in gesprek te gaan met musea om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het museumbezoek voor jongeren tot 18 jaar gratis te maken. Het college deelt de intentie van lid Duijndam om museumbezoek onder jongeren te stimuleren vanuit de overtuiging dat een vroege kennismaking met kunst en cultuur belangrijk is. Via kunst en cultuur leren kinderen en jongeren over de wereld en over zichzelf. Ze ontdekken wat kunst en cultuur voor ze betekent, waar ze zelf graag aan mee willen doen en misschien ook wel waar ze talent voor hebben. Daarom is cultuureducatie een van de belangrijke pijlers van het Kunstenplan 2017-2020. In plaats van individuele instellingen te benaderen is Kunst en Cultuur is in gesprek gegaan met het overlegorgaan van private en publieke musea in Amsterdam (OAM). Het OAM vertegenwoordigd 48 instellingen uit regio Amsterdam. Met het OAM is gesproken over de mogelijkheden van gratis museumbezoek voor jongeren en de kosten die hieraan verbonden zijn. Daarnaast is de huidige tariefstelling van Amsterdamse musea in kaart gebracht en is er een inventarisatie gemaakt van onderzoek naar de mogelijke baten van gratis museumbezoek voor jongeren. Landelijk onderzoek gratis museumbezoek door jongeren In 2009 besloot de Tweede kamer onderzoek te doen naar de mogelijkheid musea gratis toegankelijk te maken voor kinderen t/m 12 jaar. Op verzoek van de toenmalige minister van OCW zijn schattingen gemaakt over het te verwachten effect en de kosten van deze maatregel. Deze schattingen, gebaseerd op theoretische modellen en opgegeven gedrag, kwamen uit op een toename van 100.000 tot 200.000 kinderbezoeken per jaar in Nederland bij geschatte kosten van € 5,4 miljoen per jaar. Navraag bij musea gaf aan dat dit bedrag € 7,8 miljoen was en met de kosten van de registratie erbij rond 9 miljoen moest Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum Pagina 2 van 3 zijn. Op grond van deze schattingen is besloten de toegang tot musea niet gratis te maken voor kinderen. Mogelijkheden voor Amsterdam Kunst en Cultuur heeft in afstemming met het overlegorgaan OAM gekeken welke mogelijkheden er zijn om gratis entree voor jongeren uit te breiden en welke afwegingen musea nu maken bij de prijsstelling voor deze doelgroep. Het OAM geeft aan dat voor een onderzoek naar de mogelijkheden van gratis museumbezoek voor jongeren een inventarisatie nodig is van: e _ De inkomsten die musea in Amsterdam genereren met het bezoek van jongeren aan hun instelling; e _ De mogelijkheden voor musea om zelf financiële dekking te vinden voor deze aanpassing van het prijsbeleid; e _ De omvang van de financieringsvraag die hiermee mogelijk bij de gemeente komt te liggen. Daarnaast wordt op verzoek van het college onderwerp gratis toegang voor jongeren nogmaals aan de orde gesteld in de eerst volgende vergadering. Huidige tariefstelling Amsterdamse musea In Amsterdam is een grote verscheidenheid aan musea te vinden. Grote en kleine musea, musea voor een brede doelgroep en musea die zich vooral richten op kinderen en/of jongeren, particuliere musea en musea die door het rijk of de gemeente worden gesubsidieerd. Zoals lid Duijndam aangeeft in de motie zijn er verschillende musea in Amsterdam waar jongeren t/m 18 jaar gratis of tegen gereduceerd tarief naar binnen kunnen. Kunst en Cultuur heeft de verschillende entreeprijzen die de 48 leden van het OAM hanteren voor jongeren t/m 18 jaar in kaart gebracht (zie bijlage). Op dit moment telt regio Amsterdam acht musea die gratis toegankelijk zijn voor iedereen t/m 18 jaar. Het zijn onder meer het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum. Tien musea zijn gratis toegankelijk voor kinderen t/m 12 jaar en vijfentwintig musea hanteren een gereduceerd tarief voor jongeren t/m 18 jaar. Sinds 1 janvari 2018 is de toegang tot het Amsterdam Museum gratis voor jongeren t/m 17 jaar. Verder bestaan er landelijke en lokale instrumenten om museumbezoek voor jongeren aantrekkelijker te maken: e Jongeren (t/m 18 jaar) met een Stadspas kunnen bij twintig Amsterdamse musea gratis naar binnen. Grote musea zoals FOAM Fotografiemuseum, het Amsterdam Museum, NEMO en het Joods Historisch Museum zijn hierbij aangesloten. Per 1 janvari 2018 is ook het Rijksmuseum gratis toegankelijk voor deze doelgroep. e Met de CJP Cultuurpas krijgen jongeren korting op hun toegangskaartje. Het percentage korting verschilt per museum. Daarnaast bezoeken jongeren regelmatig in schoolverband musea. Uit onderzoek van de Museumvereniging blijkt dat in 2015 76% van alle musea in Nederland klassen ontvangen uit het voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs ligt dit percentage op 94%. Ruim 1,9 miljoen kinderen en jongeren (4 t/m 18 jaar) bezoeken dat jaar in schoolverband een museum. Dit is 35% van het totale bezoek van jongeren (12 t/m 18 jaar) aan musea in 2015. Gemeente Amsterdam Datum Pagina 3 van3 Deze inventarisatie laat zien dat in de huidige situatie verschillende mogelijkheden bestaan voor jongeren om gratis of tegen een gereduceerd tarief een museum in Amsterdam te bezoeken. Het OAM heeft aangegeven dat musea die zich specifiek richten op kinderen en/of jongeren (bijv. NEMO) te veel afhankelijk zijn van entree-inkomsten van deze doelgroep en daarom de toegang niet gratis kunnen maken. Een dergelijke wijziging van het prijsbeleid heeft grote gevolgen voor het verdienmodel van deze musea. Nader onderzoek mogelijke baten gratis museumbezoek voor jongeren Naast gesprekken met het OAM heeft Kunst en Cultuur ook een inventarisatie gemaakt van onderzoeken naar de mogelijke effecten van gratis entree voor jongeren. In opdracht van het ministerie van OCW heeft APE Public Economics onderzoek uitgevoerd naar de effecten van gratis museumbezoek (‘Geen entreeheffing, geen drempels?’, 2006). Uit dit onderzoek blijkt dat gratis toegang voor iedereen (zoals in het Verenigd Koninkrijk) weliswaar een toename van het aantal bezoeken tot gevolg heeft, maar het zorgt niet voor het binnenhalen van gewenste doelgroepen. Het zijn vooral reguliere bezoekers die bij gratis toegang vaker bezoeken afleggen’. Het is dus niet zeker of het gratis maken van musea betekent dat meer jongeren geïnteresseerd raken in musea. Daarnaast beschrijft het onderzoek dat mogelijk opleiding en achtergrond van ouders bepalender zijn voor museumbezoek van jongeren dan de prijs van een toegangskaartje. Conclusie In een groot aantal musea is de toegang voor jongeren tot en met 18 jaar gratis of wordt gereduceerd tarief gerekend. Daarnaast zijn er via de Stadspas en de CJP cultuurpas verschillende mogelijkheden voor jongeren om gratis of tegen een gereduceerd tarief Amsterdamse musea te bezoeken. Uit onderzoek wordt niet duidelijk of gratis museumbezoek het gewenste effect geeft. Er is bredere inzet van beleidsinstrumenten nodig om meer jongeren te bereiken. Het gemeentebestuur zet stevig in op cultuureducatie, zodat kinderen en jongeren hun culturele preferenties en competenties kunnen ontwikkelen. Met deze verkenning geeft het college uitvoering aan de motie “Museumbezoek jongeren” van het lid Duijndam. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mét de meeste hoogachting, | / rd lege van Hu eester en wethoyders van Amsterdanf, | ii (al [4 bin IN t TL C/O Ea A | \ Fn sl hr 4 DA JJ, van Aartsen AHP. ned waarnemend burgemeester, DE: ier “APE baseert deze bevinding op ervaringen in Groot-Brittannië, waar museumbezoek in nationale musea gratis is.
Motie
4
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1354 Datum indiening 17 augustus 2017 Datum akkoord college van b&w van 31 oktober 2017 Publicatiedatum 3 november 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Bijleveld inzake uitbuiting van daklozen door een fietsverhuurbedrijf. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 17 augustus 2017 meldde de Metro dat een fietsverhuurbedrijf daklozen wil inschakelen om nieuwe klanten binnen te halen.' Daklozen die op straat reclame gaan maken voor het fietsverhuurbedrijf zouden de kosten van de nachtopvang vergoed krijgen, 5 euro per dag. Gezien het vorenstaande heeft het lid Bijleveld, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat vindt het college ervan dat een fietsenverhuurder bij een proef daklozen gebruikt om marketingwerk te verrichten zonder dat daar een fatsoenlijk salaris tegenover staat? Antwoord: Het college is van mening dat daklozen passend beloond moeten worden wanneer zij werken. Zij hebben, net als iedereen, recht op een (in economisch verkeer) gangbaar salaris. Een vergoeding van vijf euro per dag is dit in het geheel niet. Overigens heeft de eigenaar van het fietsverhuurbedrijf bij de gemeente aangegeven dat de berichtgeving in de Metro niet juist is en dat hij dit betreurt. Volgens de eigenaar is het samenwerken met en het inzetten van dak- en thuislozen voor promotiewerkzaamheden slechts een idee. Door de negatieve beeldvorming over het fietsverhuurbedrijf die door de berichtgeving is ontstaan, overweegt hij om niet door te gaan met het plan. Mocht het alsnog tot een test of pilot komen, dan ontvangen deelnemers een passend salaris, aldus de eigenaar van het fietsverhuurbedrijf. 1 https://www.metronieuws.nl/nieuws/amsterdam/2017/08/einde-fietsieuze-cirkel-dankzij- startup-en-daklozen 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 17 augustus 2017 2. Werkt de gemeente via de daklozenopvang of op enige andere manier samen met dit bedrijf en aan deze proef”? Antwoord: Nee, zowel de gemeente als de instellingen voor daklozenopvang werken niet samen met dit bedrijf. 3. Welke handhavingsacties kan dit bedrijf verwachten bij het uitvoeren van deze proef”? Antwoord: Zoals in de beantwoording van vraag 1 is aangegeven is op dit moment geen sprake van uitvoering van het in het bericht in Metro besproken idee, en is dus ook geen sprake van te verwachten handhavingsacties. Zie verder het antwoord op vraag 4. 4. Klopt het dat voor het maken van reclame op straat een ontheffing nodig is en dat er anders een boete kan worden verwacht? Heeft dit bedrijf hier een ontheffing voor aangevraagd? Zo nee, wie wordt daar dan op welke manier op aangesproken? Is het dan zo dat dit bedrijf de daklozen de boete in ontvangst laat nemen? Is het college het met de fractie van de SP eens dat dat geen positieve ervaring is en dat het onwenselijk is om hier deze daklozen aan bloot te stellen? Antwoord: Ja, het is op grond van de APV verboden voor reclamedoeleinden op of aan de weg voorwerpen onder het publiek te verspreiden of te laten verspreiden. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. Ontheffing wordt alleen in uitzonderlijke gevallen gegeven. Er is geen aanvraag om ontheffing gedaan en die zal voor deze situatie ook niet worden verleend. Mocht blijken dat het bedrijf deze plannen toch heeft doorgezet en er daadwerkelijk reclamemateriaal door daklozen wordt verspreid, dan zal het bedrijf daarop worden aangesproken en worden gemaand daar onmiddellijk mee te stoppen. Het college is het eens met mevrouw Bijleveld dat het krijgen van een boete geen positieve ervaring is voor daklozen. Eventuele boetes worden opgelegd aan het bedrijf en niet aan de daklozen. 5. Is het college het met de fractie van de SP eens dat dit plan ook schadelijk kan zijn voor het zorg- en begeleidingstraject van daklozen, aangezien er bij de nachtopvang minder begeleiding en ondersteuning is dan bij de langdurige nachtopvang? Antwoord: De eigenaar van het fietsverhuurbedrijf geeft aan dat de berichtgeving in de media onjuist is en dat zij dak- en thuislozen altijd een passend salaris zouden bieden als die voor het bedrijf taken uitvoeren. Het college ziet in die opzet geen elementen die het zorgtraject van een dak- of thuisloze zouden kunnen schaden. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 17 augustus 2017 6. Is het college het met de fractie van de SP eens dat het smakeloos is dat dit commerciële fietsverhuurbedrijf haar handelswijze brengt als goede daad voor de daklozen, terwijl de manier van werken juist schadelijk kan zijn voor daklozen en neerkomt op uitbuiting? Antwoord: Het college vindt dat er geen sprake is van uitbuiting als het fietsverhuurbedrijf als werkgever daklozen een in economisch verkeer gangbaar salaris biedt voor de werkzaamheden. 7. Is het college vanuit haar zorgtaak voor dak- en thuislozen bereid, het fietsverhuurbedrijf uit het artikel van de Metro aan te spreken op hun publiciteitsstunt en hen op te roepen daklozen fatsoenlijk te betalen voor hun werk? En bij een negatieve reactie daarop op te roepen niet te beginnen met deze onwenselijke proef, om zo te voorkomen dat daklozen straks de dupe zijn? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 613 Publicatiedatum 17 september 2014 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 10 september 1014 Behandeld op woensdag 10 september 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Groot Wassink inzake een bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde vluchtelingen in Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het raadslid de heer Groot Wassink van 8 september 2014 inzake een bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde vluchtelingen in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 610); Overwegende dat: — inde vergadering van de raadscommissie voor Algemene Zaken c.a. van 28 augustus 2014 een meerderheid van de commissieleden zich heeft uitgesproken voor een bed-, bad-, en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde vluchtelingen; — staatssecretaris Teeven heeft aangegeven een dergelijke voorziening niet te zullen blokkeren; — er voor een dergelijke voorziening in de lopende begroting en het programakkoord geen budget is gereserveerd; — vanuit het oogpunt van degelijk financieel beleid het in de rede ligt een bedrag in de nog vast te stellen begroting van 2015 te reserveren, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: in de nog te vast te stellen begroting voor 2015 een structureel bedrag te reserveren voor een dergelijke bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Het lid van de gemeenteraad, B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 61 Publicatiedatum 3 februari 2017 Ingekomen onder E Ingekomen op 25 januari 2017 Behandeld op 25 januari 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Peters, Moorman en Groot Wassink inzake maximale bonussen voor bankiers. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Peters, Moorman en Groot Wassink inzake maximale bonussen voor bankiers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 40). Overwegende dat: — Amsterdam een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven is; — eerdere rapportages van Amsterdam inbusiness (https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/301 3974/1/document) lieten zien dat de prijs/kwaliteitverhouding — waar fiscale wetten en regels onder vallen — niet in de top 3 staat van redenen voor bedrijven om zich in Amsterdam te vestigen; — Nederland in verhouding tot andere Europese landen strengere bonusregels voor bankiers hanteert, maar dat die regels eerder nog strenger dan soepeler zouden moeten worden. Constaterende dat: — wethouder Ollongren in het interview met de Volkskrant op 14 januari 2017 heeft gezegd dat het voor Nederland onverstandig is in Z'n eentje strenger te zijn dan Europa als het gaat om bonusbeleid voor bankiers; — de wethouder ook heeft gezegd dat onderzocht moet worden in hoeverre Nederland last heeft van dit bonusbeleid. Spreekt uit: een versoepeling van het bonusbeleid onwenselijk te vinden. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 61 Motie Datum 3 februari 2017 Roept het college van burgemeester en wethouders op: niet te vragen om onderzoek naar versoepeling van het bonusbeleid en/of de lobby daarvoor te staken. De leden van de gemeenteraad D.W.S. Peters M. Moorman B.R. Groot Wassink 2
Actualiteit
2
train
VN2022-040767 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Snderwij, Jeugd en Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en org % Amsterdam | Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 12 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Raadsinformatiebrief Terugkoppeling Centrale Loting en Matching 2022 en vooruitblik De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Terugkoppeling Centrale Loting en Matching 2022 en vooruitblik en de daarbij behorende bijlagen waarin het college de raad informeert over de Centrale Loting en Matching 2022, de bijbehorende beschrijvende analyse en het tevredenheidsonderzoek. Daarnaast wordt in de brief ingegaan op de toezeggingen aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en TA2022-000571), zoals gedaan in de TAR van 30 juni 2022 en wordt ingegaan op het verzoek van het lid Boomsma, zoals gedaan in de raad van 14 september 2022 (zie ook bijlage 3). Wettelijke grondslag gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 heeft de wethouder toezeggingen gedaan aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en TA2022-000571) Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 14 september 2022 heeft lid Boomsma een verzoek gedaan m.b.t. geplaatste lotnummers Deze worden met bijgevoegde brief afgedaan. Reden bespreking O.v.v. het lid Von Gerhardt (VVD) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.5 1 VN2022-040767 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Toezeggingen aan het lid Rooderkerk (TA2022-000573 en TA2022-000571), zoals gedaan in de TAR van 30 juni 2022 en wordt ingegaan op het verzoek van het lid Boomsma, zoals gedaan in de raad van 14 september 2022 Welke stukken treft v aan? AD2022-112582 Bijlage 1 Beschrijvende analyse L&M 2022.pdf (pdf) AD2022-112583 Bijlage 2 Tevredenheidsonderzoek-loting-en-matching-2022 (4). pdf (pdf) AD2022-112584 Bijlage 3 Geplaatste lotnummers voor optimalisering LenM 22.pdf (pdf) AD2022-112586 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) AD2022-112585 Raadsinformatiebrief Terugkoppeling LenM en vooruitblik. pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, onderwijs: Isabelle Schulz, [email protected], 0618526768 Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 451 Datum indiening 23 oktober 2017 Datum akkoord 17 mei 2018 Publicatiedatum 18 mei 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Blom inzake multiculturele rolmodellen in het schoolmateriaal. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Begin oktober 2017 verscheen er berichtgeving in het AD en Het Parool over een omstreden lesmethode die in Amsterdam is gebruikt en die tot ophef heeft geleid. In de vergadering van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd en Diversiteit van 5 oktober 2017 heeft vragensteller hierover mondelinge vragen gesteld aan de wethouder Onderwijs, mevrouw Kukenheim. Uit de beantwoording blijkt dat college en raad het eens zijn over een aantal bevindingen, zoals: — het bevreemdt dat een dergelijke methode jarenlang is gebruikt zonder dat dat vragen oproept bij leerkrachten, schoolleiding en ouders, maar ook niet bij de gemeente; — over het algemeen weerspiegelt het schoolmateriaal te weinig moderne, pluriforme perspectieven, m.n. in het beeldmateriaal. Het is de hoogste tijd voor veel meer diverse rolmodellen in allerlei lesmethoden. Evenzo goed leidt de beantwoording ook tot een aantal vervolgvragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Blom, namens de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Daar waar de moderne, pluriforme perspectieven in het onderwijscurriculum kunnen worden verbeterd, volgt de vraag over welke perspectieven het dan volgens het college gaat en wat de gemeente daar aan kan doen in dit kader? Antwoord: {n een diverse stad als Amsterdam vindt het college het belangrijk dat het Amsterdamse onderwijs uitgaat van moderne, pluriforme perspectieven in het onderwijscurriculum, waarmee recht wordt gedaan aan een bredere blik op de geschiedenis en huidige inzichten. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1e 2018 Schriftelijke vragen, maandag 23 oktober 2017 Om meer inzicht te krijgen in — het beschikbare materiaal om les te geven over het slavernijverleden, de wijze waarop Amsterdamse scholen hierover lesgeven en de mogelijke hindernissen die worden ervaren en daarnaast het gebruik van lesmateriaal dat uitgaat van vooroordelen of stigma's — wordt hiernaar in opdracht van het college onderzoek verricht. Het onderzoek moet handvaten bieden om hierover het gesprek aan te gaan met ontwikkelaars van lesmateriaal en het Amsterdamse onderwijsveld. 2. De genoemde school in de krantenartikelen verklaart de methode niet in de klas te hebben gebruikt, maar alleen op de website. Uit de publicaties in beide dagbladen blijkt iets anders. Is er inmiddels meer duidelijkheid op dit punt? Antwoord: De gemeente heeft contact gehad met de schoolbestuurder en de schooldirecteur over het lesmateriaal. Zij geven aan dat het pictogram van de website in de klas is gebruikt. De school constateerde daarna dat dit stigmatiserend kan overkomen en heeft besloten dit pictogram niet meer te gebruiken. De ouders zijn met een nieuwsbericht over de verandering geïnformeerd. 3. De wethouder Onderwijs heeft in de raadscommissie aangegeven in overleg te gaan met uitgeverijen van lesmateriaal. Op welke manier gaat dat vorm krijgen en wanneer gaat dat plaatsvinden? Antwoord: {n opdracht van het college wordt onderzoek gedaan naar het lesgeven over het slavernijverleden op Amsterdamse scholen en het gebruik van lesmateriaal dat uitgaat van vooroordelen of stigma's. Het onderzoek moet handvaten bieden om over deze onderwerpen het gesprek aan te gaan met ontwikkelaars van lesmateriaal en het Amsterdamse onderwijsveld. Zie ook het antwoord op vraag 1. De verwachting is dat het onderzoek in het vierde kwartaal 2018 af is. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 820 Ingekomen op 1juli 2020 Behandeld op 2 juli 2020 Status Verworpen “Onderwerp Motie van de leden Kreuger, Martens en Ceder inzake de actualiteit over het herstel van de vrijetijdseconomie (Amsterdam Congresstad #1) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het herstel van de vrijetijdseconomie. Constaterende dat: - door de coronacrisis de internationale bezoekersstroom vrijwel geheel is verdwenen; - de bezoekers goed is voor 70.000 banen en daarmee zo'n 10% van de werkgelegenheid en 5% van de economie in Amsterdam; - bezoekers en toerisme van groot belang economisch belang is voor de gemeente en de stad. Overwegende dat: - de huidige situatie de stad de kans geeft vorm te geven aan de vrijetijdseconomie op de lange termijn en hierin te sturen; - ereen brede wens in de stad leeft overlastgevend toerisme zoveel mogelijk te weren en in de zetten op kwalitatief hoogstaande bezoekers; - congresgangers en zakelijke bezoekers over het algemeen geen overlast veroorzaken; -_ inzetten op het binnenhalen van zakelijke bezoekers en congressen met bijbehorende congresgangers hiertoe bijdraagt; - het actief beleid vergt Amsterdam op de kaart te zetten als aantrekkelijke congresstad. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een actieplan op te stellen om Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart te zetten als congresstad, en daarbij ook actief in te zetten op het aantrekken van onderscheidende congressen. De leden van de gemeenteraad K.M. Kreuger C. Martens D.G.M. Ceder 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Beantwoording Schriftelijke vragen Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 13 september 2021 Portefeuille(s) Sociale Zaken Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door WPI, bestuurszaken. [email protected] Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Mbarki inzake stijgende WW- uitkeringen in regio Amsterdam Nummer 265 Geachte leden van de gemeenteraad, Op 25 januari 2021 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van het lid Mbarki inzake stijgende WW-uitkeringen in de regio Amsterdam. Onderstaand treft v de beantwoording van deze vragen aan. Toelichting door vragensteller: Het afgelopen jaar hebben ongekend veel mensen in de regio Amsterdam hun baan verloren. Het aantal WW-uitkeringen is in 2020 met 50% gestegen (AT5 21 januari 2020). Hiervan zal een groot deel doorstromen naar de bijstand. Dit gaat ook om jongeren. Zij lopen een groot risico om langdurig zonder werk te raken, zoals het ook in de crisis in de periode 2008-2010 lang duurde voordat de werkloosheid onder jongeren weer op het niveau was van voor de crisis. Een deel van de groep die dit jaar is ingestroomd in de WW zal doorstromen naar de bijstand. Hierdoor stroomt een grote groep nieuwe bijstandsgerechtigden in met gevolgen voor de dienstverlening van de gemeente. In de begroting is de keuze gemaakt om dienstverlening te focussen op de groep met de kleinste afstand tot de arbeidsmarkt — inclusief een bezuiniging per 2023 op de groep in de bijstand met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Aan deze keuze kleeft een fors dilemma, omdat het risico ontstaat dat de groep die nu al langer in de bijstand zit uit beeld raakt. In de begroting is dan ook benoemd dat deze groep goed in beeld gehouden moet worden. De fractie van de PvdA volgt deze ontwikkeling nauwgezet en vraagt aandacht voor deze kwetsbare groep. Gezien het vorenstaande heeft het lid Mbarkií, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 2 van8 1. Is het college bekend met het bericht ‘Aantal WW-uitkeringen regio Amsterdam stijgt met 10.000 in jaar tijd’? Antwoord: Het college kent de berichtgeving over het aantal toegenomen WW-uitkeringen. Daarnaast publiceert UWV jaarlijks de belangrijkste arbeidsmarkttrends in Regio in Beeld*. Bovendien publiceert UWV haar arbeidsmarktcijfers op de website van UWV? Het college volgt deze publicaties ten behoeve van haar eigen arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid. Inmiddels is de trend van WW cijfers als gevolg van de versoepelingen van de coronamaatregelen positief veranderd ten opzichte van de situatie in januari (bijna 5.000 minder WW-gerechtigden). In onderstaande tabel wordt de trend van de omvang van het WW-bestand over de afgelopen 12 maanden Juni 2021 Groot Amsterdam 23.715 Ontwikkeling lopende WW-uitkeringen Lopende WW-uitkeringen 20.000 -1.147 T.o.v. Mei 2021 4,6% ° jun jul aug Ze okt nev dee jan feb Pt en apr roei jun Tov. Mei 2021 WW-percentage naar regio -5.102 40% TEL ï T.o.v. Juni 2020 zon BVA jun jul aug B okt mo dee jan feb mrt zoz: apr mei jun U TT eej WEekozen regio » Nederland WW Uitkeringen De cijfers hebben betrekking ap het aantal lopende WW-rechten dat in een betreffende maand door UWV is verstrekt, Het aantal personen aan wie sen WW-uitkering wordt verstrekt, ligt lager dan het aantal WW-uitkeringen, amdat een persoon meerdere WW-rechten kan hebben. WW-percentage: het aantal verstrekte WW-uitkeringen uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking. De omvang van het aantal WW-gerechtigden is nog wel hoger dan het landelijk gemiddelde. * https://www.werk.nl/imagesdxafregio in beeld grootamsterdam tcmg5-425115.pdf 2 https://www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie/regio/groot-amsterdam Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 3 van8 En ook de instroom is sterk afgenomen, zoals in onderstaande tabel is te zien. Het gaat om ongeveer 1.700 minder nieuwe WW gerechtigden ten opzichte van januari 2021. Juni 2021 Groot Amsterdam ej Ontwikkeling instroom WW-uitkeringen Bee a re eed +221 1.000 T.o.v. Mei 2021 3.000 +10,5% NEN ts 2.000 -1.666 Tov, Juni 2020 Loa 41,7% 0 : : : : : 7 jun jul aug sep okt a dee jan feb mrt apr mei jun U 2020 2021 WW Uitkeringen De cijfers hebben betrekking op het aantal lopende WW-rechten dat in een betreffende maand door UWV is verstrekt, Het aantal personen aan wie sen WW-uitkering wordt verstrekt, ligt lager dan het aantal WW-uitkeringen, omdat een persoon meerdere WW-rechten kan hebben. WW-percentage: het aantal verstrekte WW-uitkeringen uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking. 2. Hoetaxeert de gemeente deze ontwikkeling? Antwoord: Vanaf het begin van de coronacrisis werd duidelijk dat de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam harder is geraakt dan andere arbeidsmarktregio's, doordat het aandeel van de beroepsbevolking in onze arbeidsmarktregio werkzaam is in sectoren die het hardst zijn geraakt door de coronacrisis (zoals toerisme, horeca, culturele sector en Schiphol) groter is dan in andere regio's. Dat verklaart de sterke toename van het aantal WW-gerechtigden in onze arbeidsmarktregio. Door de versoepelingen van de coronamaatregelen is de trend echter aan het omdraaien. Er is al sprake van krapte op de arbeidsmarkt? Dit biedt kansen voor veel werkzoekenden in onze arbeidsmarktregio. Echter, deze krapte is nog niet voor alle sectoren van toepassing. Inde ICT, Techniek, Zorg en Logistiek was de krapte ook tijdens de crisis nog aanwezig, maar ondanks de toename van werkloosheid blijft het lastig om kandidaten te vinden die direct aansluiten bij de vraag in deze sectoren Nog een kanttekening: het college houdt er nog steeds rekening mee dat de afloop van het steun- en herstelpakket een impact gaat hebben op de arbeidsmarkt. Veel ondernemers hebben tijdens de crisis flink in moeten teren op hun reserves of hebben alleen dankzij de steunmaatregelen hun 3 https://www.cbs.nl{nl-nl{visvalisaties/dashboard-arbeidsmarkt/spanning-op-de-arbeidsmarkt Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 4 van 8 bedrijf overeind kunnen houden. Hoewel voor veel ondernemers de opdrachten weer toenemen, houden sommige ondernemers toch blijvende schade over aan de afgelopen coronaperiode. En dat heeft mogelijk gevolg voor hun werknemers. Te nemen maatregelen en regionaal werkcentrum 3. Gaat de gemeente haar samenwerking met het UWV in Amsterdam intensiveren en zo ja welke acties worden op korte termijn ondernomen — ook om te voorkomen dat mensen vanuit de WW in de bijstand instromen. Hoe ziet deze intensivering eruit? Antwoord: Het college ervaart de samenwerking met UWV als erg goed. Zo wordt er al jaren gezamenlijk vorm gegeven aan de werkgeversdienstverlening in het Werkgeversservicepunt en voeren Amsterdam en UWV gezamenlijke projecten uit gericht op doelgroepen zoals statushouders, de doelgroep Banenafspraak en jongeren. In mei 2020 zijn UWV en Amsterdam bovendien de pilot max WW gestart. Deze pilot is gericht op WW-gerechtigden in de laatste 3 maanden van hun WW-uitkering, die dreigen door te stromen naar de bijstand. Een gezamenlijk team van UWV, WPI en WSP bood in de laatste 3 maanden van de WW-uitkering intensieve ondersteuning gericht op werk, waarbij instrumenten van zowel de gemeente als UWV ingezet kunnen worden. Hoewel het hoofddoel van de pilot was om doorstroom naar de bijstand te voorkomen, hebben UWV en Amsterdam de pilot ook benut om inzichtelijk te maken wat het betekent om ontschot de re-integratiedienstverlening vorm te geven. Per 1 juni 2021 is de pilot beëindigd en is er een evaluatie opgesteld. Ondanks de start in de coronaperiode is de pilot positief verlopen. Het bundelen van de expertise tussen de adviseurs werk van UWV en de klantmanagers van de gemeente heeft een goed ondersteuningsaanbod opgeleverd. En dat heeft gezorgd voor een uitstroom van werk tijdens de pilot van 33% van de caseload en een doorstroom naar de bijstand van 10%. Het is echter lastig om dit resultaat goed te duiden. De coronacrisis heeft gezorgd voor zo'n enorme toename van het aantal WW-gerechtigden en heeft gezorgd voor een andere samenstelling van de werkloosheidspopulatie, dat het lastig is om een valide controlegroep of -periode vast te stellen om deze resultaten tegenover af te zetten. Toch beschouwen zowel UWV als het college deze resultaten als veelbelovend. Een ander belangrijk resultaat van de pilot is het inzicht in de belemmeringen die spelen bij het inrichten van ontschotte dienstverlening door 2 publieke organisaties. Naast een aantal praktische problemen die beide organisaties zelf kunnen oplossen, zijn het vooral beperkingen in wet- en regelgeving die deze vorm van samenwerking hebben bemoeilijkt. Vooral regels rondom het gebruik en uitwisselen van persoonsgegevens tussen beide organisaties hebben ervoor gezorgd dat het selecteren en bereiken van de doelgroep lastig en inefficiënt was. Daarnaast zorgen deze regels ervoor dat het uitwisselen van klantgegevens en klantenbestanden bemoeilijkt wordt. Dit heeft zowel gevolgen bij de overdracht van WW naar bijstand, maar ook bij de data- en resultaatmeting rondom de pilot. UWV en Amsterdam zijn daarom met het ministerie van SZW in gesprek om ruimte te bepleiten voor een vervolgpilot. Ik zal u hier later nader over informeren. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 5 van8 4. Welke rol kan het sinds juni gestarte regionaal werkcentrum - specifiek gericht op het MKB - hierin spelen? Graag toelichting Antwoord: Het Regionaal Werkcentrum is vooral gericht op het voorkomen van werkloosheid en biedt dus dienstverlening aan werkgevers met overcapaciteit en werknemers die met werkloosheid bedreigd zijn en proberen die te verbinden aan werkgevers met een personeelsvraag. Hierdoor wordt werkloosheid voorkomen. Eris een nauwe samenwerking tussen het Regionaal Werkcentrum en het Werkgeversservicepunt (WSP). Het werkgeversnetwerk van het Regionaal Werkcentrum en haar netwerkpartners wordt ook benut door het WSP. Als het Regionaal Werkcentrum werkgevers treft die ook openstaan voor mensen met een uitkering, worden die doorgeleid naar het WSP. Dit levert dus ook kansen op voor WW-gerechtigden die dreigen door te stromen naar de bijstand. Daarnaast zijn er extra middelen vanuit het steun- en herstelpakket voor extra re- integratieondersteuning en om- en bijscholing gekoppeld aan het Regionaal Werkcentrum. Deze middelen zijn alleen in te zetten voor mensen die met werkloosheid bedreigd worden, de TOZO doelgroep en werkzoekenden die werkloos zijn geworden tijdens de coronacrisis (dus ook WW- of bijstandsgerechtigden). 5. Uit het factsheet regionaal werkcentrum blijkt dat via het regionaal werkcentrum tot 2 december 46 plaatsingen hebben plaatsgevonden. Kan het college toelichten hoe ze reflecteert op dit aantal? Antwoord: In week 33 heeft het Regionaal Werkcentrum 233 plaatsingen behaald. Het college beseft dat dit resultaat geen afspiegeling is van de totale opgave die zich nu voor doet op de arbeidsmarkt (de toename van werkloosheid tijdens de crisis en de krapte op de arbeidsmarkt die nu snel toeneemt). Het regionaal Werkcentrum werd geconfronteerd met een zeer onvoorspelbare arbeidsmarkt, waarin bovendien veel werkgevers en werknemers een afwachtende houding aannamen vanwege de financiële steunmaatregelen en het perspectief van versoepelingen en vaccinaties. Toch ziet het college veel perspectief in de verdere ontwikkeling van het Regionaal Werkcentrum. Naast het aantal plaatsingen wordt er ook druk gewerkt aan het vergroten van de netwerkorganisatie, het vergroten van het bereik bij werkgevers (met speciale aandacht voor het MKB), het ontsluiten van het opleidingsaanbod voor om- en bijscholing en het ontwikkelen van loopbaanpaden richting de tekortsectoren. Daarmee bouwen we aan een toekomst vaste structuur waarmee Amsterdam kan inspelen op de veranderingen in de vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. 6. Hoe beoordeelt het college de huidige maatregelen genomen in de regio Amsterdam — waaronder het regionaal werkcentrum en actieplan Veerkracht - in het licht van de huidige tweede golf, mogelijke derde golf en verlengde lockdown? Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 6 van 8 Antwoord: Het college acht het nog te vroeg om de maatregelen nu al te beoordelen. De arbeidsmarkt was, door de afwisselende periodes van lockdown en versoepelingen, continue in beweging. En ook de steunmaatregelen en het al dan niet verlengen daarvan, hebben impact gehad op de arbeidsmarkt. De werkelijke effecten van de coronacrisis zullen pas zichtbaar worden als de ondersteuningsmaateregelen per 1 oktober 2021 aflopen. Met initiatieven zoals pas merkbaar als. We proberen de gevolgen te dempen of verzachten. Het college wil zich inzetten door middel van initiatieven als het Regionaal Werkcentrum, Meer Kans op Werk Jongeren (MKOWJ) en Veerkracht om de gevolgen van de coronacrisis te dempen. 7. Welke maatregelen zouden aanvullend genomen kunnen worden om te zorgen dat mensen niet onnodig langdurig werkloos raken als gevolg van deze crisis? Antwoord: Het belangrijkste argument om de focus binnen de dienstverlening te leggen op preventie van werkloosheid en op ondersteuning van mensen die binnen een jaar naar werk te begeleiden zijn, was om te voorkomen dat zij de volgende groep langdurig werklozen worden. Met de start van het Regionaal Werkcentrum, Veerkracht, de pilot max WW en Meer Kans op Werk Jongeren heeft het college actie ondernomen om de impact van de coronacrisis te verzachten. Daarnaast hebben de extra middelen van het kabinet voor o.a. om- en bijscholing ervoor gezorgd dat er voldoende mogelijkheden zijn om mensen die werkloos zijn geworden of met werkloosheid bedreigd worden door te bemiddelen naar ander duurzaam werk. De enige kanttekening bij deze financiële middelen is dat het slechts om incidentele middelen gaat. Het college wil de ontwikkelingen die nu zijn ingezet verder vitbouwen en in lijn met de aanbevelingen van de commissie Regulering van Werk* werken aan een publiek-private structuur die, zowel in tijden van laagconjunctuur als nu in tijden van grote krapte op de arbeidsmarkt, snel kan inspelen op de vraag van de arbeidsmarkt. Daarom is het college ook in gesprek met SZW over structurele financiële middelen voor het verstevigen van die publiek-private samenwerking en het ondersteunen van werkgevers, ondernemers, werknemers en werkzoekenden. Focus in dienstverlening 8. Inde begroting wordt gekozen voor een focus in de dienstverlening (zie Begroting 2021, pagina 131). Gevolg hiervan is dat mensen met (zeer) weinig perspectief op werk momenteel minder ondersteuning ontvangen. Acht het college deze keuze gegeven de huidige verlengde lockdown en mogelijke derde golf nog altijd verstandig? Zo ja, waarom? Antwoord: Hoewel iedere Amsterdammer de aandacht verdient om stappen te maken richting werk of participatie, vraagt een crisis om keuzes. De focus werd daarom verlegd naar het voorkomen dat 4 https:/www.rijksoverheid.nl/documenten{rapporten{/2020/01/23{frapport-in-wat-voor-land-willen-wij- werken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 7 van8 er een nieuwe groep langdurig werklozen bij zou komen. Deze keuze heeft inderdaad gevolgen voor de aandacht aan mensen die nu weinig perspectief op werk hebben. Juist de perioden van lockdown rechtvaardigen deze focus, omdat er dan veel nieuwe werklozen bijkomen die snel weer richting werk begeleid moeten worden. Ondanks de toenemende berichten over krapte op de arbeidsmarkt past ook momenteel deze focus nog. Ten eerste omdat er nog veel mensen die in beweging zijn gekomen door de coronacrisis, nog niet op een duurzame arbeidsplek terecht zijn gekomen. Ten tweede omdat het niet uit te sluiten valt dat corona vanaf de herfst weer zorgt voor beperkende maatregelen. En ten derde omdat het de verwachting is dat de afloop van de financiële steunmaatregelen per oktober 2021 een impact gaat hebben op de arbeidsmarkt. Mensen Met de toenemende krapte op de arbeidsmarkt komen er ook weer kansen voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. En ook de mogelijkheden om te participeren nemen weer toe nu de beperkende maatregelen niet meer van kracht zijn. Daarom ontvangen mensen die verder van de arbeidsmarkt afstaan basisdienstverlening, waardoor zij gepaste aandacht krijgen en in beeld blijven voor kansen op werk of activiteiten gericht op participatie. g. Kanhet college uiteenzetten welke inspanningen ze pleegt om de groep mensen die al langer in de bijstand zit goed in beeld te houden (zoals aangegeven in de Begroting 2021)? Antwoord: In 2019 is de aanpak Meer Kans op Werk van start gegaan. In de brief bij de voortgangsrapportage WPI voor de commissie WIO van 2 september 20215, heb ik u geïnformeerd over de voortgang van deze aanpak. Een belangrijk onderdeel van Meer Kans op Werk is om Amsterdammers met een bijstandsuitkering goed in beeld te hebben en houden, zodat WPI op tijd passende ondersteuning kan bieden. Zo is er flink ingezet op het verkrijgen van een goed gevuld en uniform klantbeeld voor alle Amsterdammers die bijstand ontvangen. Hiermee krijgen klantmanagers beter inzicht in wat de achtergrond en mogelijkheden van een klant zijn. Dit vergroot de kans om mensen beter te matchen naar het juiste instrument en ondersteuning en/of richting werk. Om de Amsterdammers die al langere tijd in de bijstand zitten en vaak meerdere belemmeringen tot werk hebben goed in beeld te houden is de cohortaanpak ontwikkeld. Met hen wordt er gekeken of er nieuw perspectief op werk is. Daarvoor is een innovatieve (multidisciplinaire) werkwijze ingezet: medewerkers met verschillende expertise kijken samen naar de mogelijkheden van de Amsterdammer én de arbeidsmarkt, bieden intensieve begeleiding en zetten een breed palet van instrumenten in. Daarnaast heeft de cohortaanpak tot doel om weer een actueel beeld te krijgen van de situatie van de bijstandsgerechtigde, te bezien of het inkomen op orde is, of er onrechtmatigheden zijn, en of er hulp en ondersteuning op andere gebieden (zorg, schulden) nodig is. 5 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/10450646/1/09012f9780294bo8 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 september 2021 Pagina 8 van 8 10. Als werk voor deze groep op korte termijn geen optie is, welke andere vormen van zingeving, vrijwilligerswerk en dagbesteding zou de gemeente dan kunnen bieden? Antwoord: WPI heeft een breed aanbod van trajecten die gericht zijn op de activering van bijstandsgerechtigden voor wie betaald werk (nog) geen optie is. Soms worden er activiteiten gericht op participatie ingezet als eerste stap richting mogelijk werk. Voor sommige bijstandsgerechtigden is de stap richting werk te groot en wordt er op basis van de mogelijkheden en interesses van de klant gekeken hoe zij op andere manieren mee kunnen doen in de stad. Dat kan gaan om werk als vrijwilliger of in de vorm van dagbesteding. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Rutger Groot Wassink Wethouder Sociale Zaken Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Schriftelijke Vraag
8
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 525 Publicatiedatum 31 juli 2015 Ingekomen op 1 juli 2015 Ingekomen onder 436’ Behandeld op 2 juli 2015 Uitslag aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte, de heer Toonk, mevrouw Shahsavari- Jansen en de heer Van Lammeren inzake de Voorjaarsnota 2015 (regelvrije scholen stimuleren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Constaterende dat: — afgelopen jaar het initiatiefvoorstel tweetalig onderwijs unaniem is aangenomen; — de gemeente kraamkamers is gestart voor nieuwe onderwijsinitiatieven; — momenteel enkel excellente scholen kunnen meedoen aan de landelijke pilot regelvrije scholen; — Amsterdam weinig excellente scholen kent en weinig scholen zich hiervoor nomineren; Overwegende dat: — veel nationale en lokale wetgeving innovatie in het onderwijs in de weg zit; — goede scholen gelimiteerd worden door controle op de basiskwaliteit; — de kinderen van Amsterdam gebaat zijn bij goed onderwijs dat hen voorbereid op de toekomstige samenleving en arbeidsmarkt; — econceptscholen hun concept niet volledig kunnen uitwerken door obstakels vanuit wet en regelgeving, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de komst van regelvrije scholen in Amsterdam actief te stimuleren; — hiervoor scholen in verschillende stadsdelen en met een divers leerlingenbestand te enthousiasmeren; — hierover in gesprek te gaan met scholen, ouders en het Ministerie van Onderwijs; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 525 Moti Datum _ 31 juli 2015 otie — als doel op te nemen, ten minste drie Amsterdamse basisscholen te stimuleren om zich aan te melden voor het programma excellente scholen waardoor zij aanmerking komen voor de pilot regelvrije scholen. De leden van de gemeenteraad, J.M. Paternotte W.L. Toonk M.D. Shahsavari-Jansen J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2078 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 18 december 2019 Behandeld op woensdag 18 december 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk en Nanninga inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Actieplan Diversiteit speelt geen rol bij beoordeling subsidies) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2013). Overwegende dat: — het college wil dat alle instellingen die een aanvraag voor subsidie doen een Actieplan Diversiteit opstellen dat als 'instapeis' wordt gebruikt voordat ze in worden beoordeeld op grond van hun ondernemingsplan; — de Hoofdlijnen tevens stellen dat in dat ondernemingsplan kan worden verwezen naar het Actieplan waar ze dan wel op worden beoordeeld hetgeen verwarrend is; — Diversiteit niet goed of legaal te meten, registreren en verwerken is op instellingsniveau en derhalve niet als beoordelingscriterium kan worden gehanteerd; — Veel mensen niet willen worden aangesproken of gecategoriseerd op grond van mogelijke etnische en/of religieuze achtergrond; — _Kunstinstellingen in Amsterdam uit zichzelf al zeer sterk geneigd blijken om aan te sturen op een cultureel divers publiek; — het goed is om te streven naar diversiteit in die zin dat instellingen proberen om een breed publiek te bereiken, en dat het geheel aan kunstsubsidies niet exclusief terecht komen bij een te beperkte groep met een te beperkt bereik, maar kunst verder juist niet gebruikt moet worden om controversiële en maatschappelijke ideologieën van staatswege op te dringen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen van kunstinstellingen de inhoud van het Actieplan Diversiteit geheel buiten beschouwing te laten. — Bij de beoordeling van subsidieaanvragen de etnische of religieuze achtergrond van bestuur en/of werknemers niet als criterium te betrekken; — Het streven naar een diverse kunstensector alleen vorm te geven door te streven naar een breed aanbod van gesubsidieerde instellingen en door instellingen te steunen en stimuleren om nieuwe en brede doelgroepen te bereiken. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 2078 Motie Datum 18 december 2019 De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma D.G.M. de Grave-Verkerk A. Nanninga 2
Motie
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 17 maart 2021 Portefeuille(s) Onderwijs, MBO-Agenda en beroepsonderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman en Simone Kukenheim Behandeld door Directie OJZD [email protected] Onderwerp Jaarverslag Leerplicht 2019-2020 Geachte raadsleden, Met deze brief bieden wij u ter kennisname het Jaarverslag Leerplicht 2019-2020 aan. Het jaarverslag beschrijft de belangrijkste resultaten en ontwikkelingen op het gebied van leerplicht en het verzuim dat scholen melden in dat schooljaar. Door corona is dit jaarverslag anders dan voorgaande jaren. Het virus en alle maatregelen die vervolgens nodig waren vroegen veel van zowel scholen als leerlingen en hun ouders. Wij hebben veel waardering voor de wijze waarop de scholen, zorgpartners en Amsterdamse leerplichtambtenaren in goede samenwerking een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de (online-) schoolgang van leerlingen in deze moeilijke periode. Uiteraard had deze situatie ook gevolgen voor het melden van verzuim. Daarover heeft Leerplicht met scholen aparte afspraken gemaakt. In het vervolg van deze brief beschrijven wij eerst de inzet van Leerplicht in de “corona-periode” vanaf half maart 2020. Vervolgens gaan wij kort in op enkele belangrijke bevindingen uit dit jaarverslag. Inzet Leerplicht in coronatijd De Amsterdamse leerplichtambtenaren zagen vanaf maart 2020 hun werk veranderen. De scholen gingen dicht als gevolg van de eerste lockdown. Leerplicht kon niet handhaven op de gebruikelijke manier; op grond van een motie van de Tweede Kamer was het uitschrijven van een proces-verbaal niet mogelijk. Toch heeft Leerplicht Amsterdam zich vanaf de eerste dag hard gemaakt om het recht op onderwijs te beschermen. De leerplichtambtenaren hebben zich vanaf het begin van de coronacrisis ingezet om ervoor te zorgen dat alle leerlingen in beeld bleven en aan het onderwijs, zowel fysiek als online, konden deelnemen. U bent hier eerder over geïnformeerd in onze brief van 30 april 2020 over het onderwijs en de gevolgen van corona, waarin ook de inzet van Leerplicht en de GGD aan bod kwamen. Leerplichtambtenaren hebben gedurende de gehele periode nauw contact onderhouden met hun scholen en de scholen gestimuleerd verzuim toch bij Leerplicht te melden. Bij een melding van verzuim werd door de leerplichtambtenaar bekeken wat er nodig was om de betreffende leerling het geboden onderwijs te laten volgen. Wanneer er sprake was van angst voor het coronavirus is daar met coulance op gereageerd en is samen met de school en partners, zoals het OKT, het mbo-jeugdteam en de jeugdartsen van de GGD, gezocht naar de Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021 Pagina 2 van 4 best passende oplossing. Als contact — telefonisch of via andere media — met de leerling of ouders niet tot stand kwam ging Leerplicht op ‘deurbezoek’. Dat kwam in plaats van het gebruikelijke huisbezoek. In het jaarverslag kunt u zien dat er in korte tijd ruim 400 deurbezoeken zijn vitgevoerd. Bij een derde van de bezochte adressen was er direct contact. Was er niemand thuis dan liet Leerplicht een bericht achter en bleef contact zoeken, evt. volgde een tweede deurbezoek. De Amsterdamse leerplichtambtenaren hebben samen met scholen en zorgpartners een belangrijke bijdrage geleverd aan de (online-)schoolgang van leerlingen in deze moeilijke periode. Hun inzet was ook van groot belang voor het in beeld krijgen en houden van leerlingen die afhaakten of dreigden af te haken. Leerplicht vervulde tijdens de lockdown een belangrijke rol bij het opsporen van leerlingen als zij vit zicht waren geraakt. Uiteindelijk is het daardoor gelukt vrijwel alle leerlingen in beeld te krijgen. Deze ondersteunende aanpak heeft in de praktijk goed gewerkt, ook de onderwijs- en zorgpartners hebben dat aangegeven. Daarom hanteert Leerplicht deze proactieve werkwijze ook gedurende de lockdown in het huidige schooljaar. Afspraken over melden verzuim Tot 15 maart 2020 meldden scholen verzuim op de gebruikelijk wijze. In de periode vanaf 15 maart tot einde schooljaar waren scholen grotendeels aangewezen op online-onderwijs of op een combinatie van fysiek en online-onderwijs. Dit verschilde voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo. Alle scholen hadden in die periode te maken met afwezigheid van leerlingen vanwege (mogelijke) besmettingen en/of kwetsbare gezinsleden, maar ook met zowel online-verzuim als fysiek verzuim. Met scholen is afgesproken dat zij vanaf maart 2020 alle verzuim, ook het online-verzuim, konden melden, naast verzuim van leerlingen waarover zij zich zorgen maakten. Het gebruikelijke meldingscriterium van 16 vur verzuim in vier weken is daarbij losgelaten. Algemene tendens Het jaarverslag laat zien dat we in schooljaar 2019-2020 te maken hebben met twee typen cijfers, die ongelijksoortig zijn. Daardoor kunnen de cijfers over het gehele schooljaar niet vergeleken worden met eerdere schooljaren. Afgaand op de cijfers tot 15 maart 2020 spreekt daaruit wel dezelfde tendens als andere jaren. Namelijk dat met name het verzuim in het mbo en voorgezet speciaal onderwijs (vso) hoog is en dan vooral onder leerlingen van 18 jaar en ouder. Met het mbo zijn wij in gesprek over het verzuim. Wij ondersteunen het mbo ook bij de aanpak van verzuim. Bij alle opleidingen is er een intensieve samenwerking tussen de leerplichtambtenaren, zorgcoördinatoren van het mbo, het mbo-jeugdteam dat — eventueel specialistische — jeugdhulp kan bieden en het Jongerenpunt. In het kader van het VSV Meerjarenplan 2020-2024 (aanpak voortijdig schoolverlaten) en de MBO-Agenda voeren colleges en opleidingen verschillende projecten vit om verzuim en uitval te voorkomen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021 Pagina 3 van 4 Samen met het mbo kijken we hoe we de resultaten daarvan kunnen borgen, om een zo duurzaam mogelijk effect te bereiken. In de huidige tijd richt het gesprek met het mbo zich vooral op de vraag wat nodig is om studenten nu te betrekken en betrokken te houden bij het (online-)onderwijs. Dit vraagstuk vraagt nu om veel aandacht. Wat kunnen opleidingen doen in de huidige situatie om hun studenten blijvend te motiveren en uitval te voorkomen? Het verzuim in het voortgezet vso vraagt eveneens om een gerichte aanpak. Ook dat vraagt om een nadere analyse en om gesprek met de betreffende schoolbesturen om inzicht te krijgen in wat de achterliggende oorzaken zijn en welke aanpak effectief kan zijn. Dit willen wij de komende periode bespreken met de besturen, met oog voor de gevolgen van corona voor dit onderwijs in de huidige en komende tijd. Wat verder opvalt in dit jaarverslag is dat in de periode maart-juli meer basisscholen dan in andere jaren verzuimmeldingen hebben gedaan bij Leerplicht. Weliswaar betrof dat een ander soort meldingen (nl. over alle leerlingen waarover men zorgen had), maar het laat zien dat leerplichtambtenaren de basisscholen in deze periode goed wisten te bereiken en dat de steun die zij boden scholen heeft gestimuleerd om meldingen toen. Tenslotte valt op dat het aantal geregistreerde thuiszitters is gestegen (van 197 in 2018/2019 naar 214). Aannemelijk is dat hierin nog steeds het effect merkbaar is van eerder en beter signaleren, waar de Amsterdamse thuiszittersaanpak op inzet. Daarnaast wordt ook langdurig ziekteverzuim nu meegerekend. Betere signalering maakt het mogelijk eerder te handelen, door inzet van bijvoorbeeld hulpverlening. De invloed van de corona-periode op dit aantal is moeilijk te bepalen. Voor een klein aantal leerlingen die thuiszaten bleek online-onderwijs juist een verbetering, welke mogelijk maakte dat zij nu wel onderwijs konden volgen. Samen met het Ministerie van OCW, de G4 en onze lokale onderwijspartners bekijken wij op welke wijze online onderwijs in de toekomst kan bijdragen aan het voorkomen en verkorten van thuiszitten. Daarnaast blijkt vit gegevens van de Amsterdamse thuiszittersaanpak dat bij de helft van de thuiszitters het thuiszitten ontstaat vanuit langdurig ziekteverzuim. Scholen hoeven dit type verzuim niet te melden bij Leerplicht. Uit dit gegevens blijkt echter duidelijk dat het belangrijk is ziekteverzuim goed in beeld te hebben en te volgen. Via afspraken met onderwijspartners en onder meer een pilot in het basisonderwijs, gericht op verzuim en thuiszitten, besteden wij hier extra aandacht aan. Wij zullen v aan het eind van dit schooljaar informeren over de voortgang hiervan. Tot slot Met dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over de inzet van Leerplicht en volgen wij de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot verzuim van leerlingen en thuiszitten. De informatie in het jaarverslag benutten wij waar mogelijk bij de uitvoering van ons onderwijs- en jeugdbeleid. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 17 maart 2021 Pagina 4 van 4 Wij hopen u hiermee een goed beeld te hebben gegeven van de inspanningen van Leerplicht in het afgelopen schooljaar. Ook in het huidige schooljaar zijn de coronamaatregelen van invloed op het onderwijs en dus ook op het werk van Leerplicht. Leerplicht zet de proactieve werkwijze uit schooljaar 2019-2020 door en denkt in een vroegtijdig stadium met scholen mee op welke manier de schoolgang zo goed mogelijk gewaarborgd kan worden. Indien nodig wordt maatwerk geboden, waarbij de samenwerking met alle partners in de keten van groot belang blijft. Met vriendelijke groet, gd Marjolein Moorman Simone Kukenheim wethouder Onderwijs wethouder Beroepsonderwijs en Jeugd Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
€ Gemeente Amsterdam Centrum Peblicaties Stadsdeelbestuur 2015 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten > 4 2 juni 2015 -4 Besluit over Aanwijzen Inzamelplaatsen en Inzamelmiddel Warmoesstraat Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2015, Bestuurskalender, AB-vergadering 2 juni 2015, bij agendapunt 4 De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: Het “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009” zo aante vullen dat voor de Warmoesstraat en aanliggende stegen de volgende regels gelden: a. Op de Warmoesstraat, Oude Brugsteeg, Lange Niezel en Gulde Handsteeg worden voor de inzameling bestemde, huishoudelijke dan wel daarmee gelijkgestelde afvalstoffen, overgedragen dan wel ter inzameling aangeboden uitsluitend in door de inzameldienst aan de huishoudens en bedrijven beschikbaar gestelde gekleurde zakken. b. Huishoudens in de Papenbrugsteeg, Paternostersteeg bieden hun huishoudelijke afvalstoffen op de Beursstraat aan, niet op de Warmoesstraat. c. Huishoudens In de Sint Jansstraat, Sint Annenstraat, Weide Kerksteeg, Enge Kerksteeg, Heintje Hoeksteeg, Oudezijds Armsteeg, Wijngaardstraatje bieden hun huishoudelijke afvalstoffen aan op de Oudezijds Voorburgwal of het Oudekerksplein, maar niet op de Warmoesstraat. d. De aanbieding mag uitsluitend tijdens de daarvoor aangewezen dagen en tijden. Dit besluit gaat in op 1 juni 2015 en kan worden aangehaald als “uitvoeringsbesluit Warmoesstraat 2015”. Suze Duinkerke secretaris Boudewijn Oranje voorzitter Verschenen op 3 juni 2015
Besluit
1
train
5 plantage weesperbuurt overleg : bo [email protected] 5 1018 Aan Wethouder Pieter Litjens, Aan de leden van de Bestuurscommissie Centrum, Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam (raadsadres) Amsterdam, maandag 10 juli 2017 Betreft: Tussenstand bij Herinrichting Plantage Middenlaan Op verzoek van het Plantage Weesperbuurt Overleg (PWO) hebben Hellas Schelleman en Erik van Tertholen namens de projectgroep Herinrichting Plantage Middenlaan op het PWO van 12 juni jongstleden de bijgevoegde tussenstand in het proces van herinrichting toegelicht. Directe aanleiding daartoe waren de hobbels op het participatietraject, dat juist beoogde meer draagvlak in de omgeving te creëren voor de nu gekozen integrale aanpak. De eerder voorgestelde aanpak in het kader van het ‘versnellen van tramlijn 9’ is namelijk niet uitgevoerd, ‘omdat het draagvlak bij de omgeving ontbrak en de oplossing door de politiek niet acceptabel werd bevonden’ (p.4). Eenzelfde situatie dreigde en dreigt zich echter nu weer voor te doen bij de nieuwe, nu integrale aanpak. De reden daarvoor is gelegen in het feit dat in alle overgebleven, zogenaamd kansrijke varianten autoverkeer op de Plantage Middenlaan tussen de Plantage Parklaan en de Plantage Kerklaan maar in één richting mogelijk blijft (p.17). Dat volgens de projectgroep onvermijdelijke éénrichtingsverkeer op straat heeft vervolgens ook in het overleg daarover gezorgd voor onwenselijk éénrichtingsverkeer. De Plantage Weesperbuurt Vereniging (PWBV) heeft daar in haar raadsadres nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. De opties die door de bewoners zijn aangedragen om met behoud van tweerichtingsverkeer voor auto’s tot een mogelijke herinrichting van de Plantage Middenlaan te komen, passen volgens de projectgroep niet in (het budget voor) de gestelde opgaven zoals vermeld onder 2.2 in de bovengenoemde tussenstand. Tweerichtingsverkeer zou volgens de bewoners behouden kunnen blijven bij een verbreding dan wel verstrengeling van de tramsporen. In het eerste geval zouden die, zoals nu overigens al het geval is voor de Hollandsche Schouwburg, de vereiste breedte krijgen voor autoverkeer op de trambaan. In het tweede geval zou er niet op maar juist naast de trambaan voldoende ruimte ontstaan voor brede tramhaltes én autoverkeer in beide richtingen. Met name deze laatste optie werd echter als niet passend binnen het budget afgewezen. Er was of is kennelijk een bepaald of beperkt budget beschikbaar voor de gestelde opgaven. Zo paste | ook de optie van een door het GVB gefaciliteerde ‘circletram’ van CS naar Artis en terug via het noodspoor, met een ‘eigen’ Artishalte in de Plantage Kerklaan, niet binnen de opgaven. Jammer, want de huidige Artishalte in de Plantage Middenlaan zou daardoor flink ontlast kunnen worden. De wens van het GVB nu om de haltes te verbreden en eerder om de tram over de Plantage Middenlaan te ‘versnellen’ heeft vergaande gevolgen niet alleen voor de herinrichting van de Plantage Middenlaan, overigens enkel voor het deel dat de Artis Boulevard zou moeten gaan worden, maar ook voor de aangrenzende straten en de buurt. Die gevolgen worden wel genoemd Pagina 1 van 2 maar waren ten tijde van de tussenstand nog niet uitgewerkt of in kaart gebracht. zij betroffen. en betreffen met name de verkeerscirculatie in de Anne Frankstraat, de Plantage Parklaan, de Plantage Kerklaan en de Roetersstraat. Er wordt bovendien wel uitgegaan van het verwijderen van de politiepost op de Plantage Middenlaan, maar de kwaliteit van de openbare ruimte zou volgens de projectgroep pas in een volgend stadium hoeven te worden uitgewerkt, omdat de keuzes voor een bepaalde verkeers- circulatie, profiel en halteconfiguraties volgens haar niet bepalend zijn voor de kwaliteit van de openbare ruimte, mits die keuzes integraal gemaakt zouden worden. Naar de mening van de bewoners horen die keuzes juist bij de integrale aanpak evenals de keuze voor het al dan niet weghalen van de VRI’s op de kruising Plantage Middenlaan - Plantage Kerklaan. Hoewel uit verkeerstellingen bleek, dat de verhouding tussen auto’s en fietsers niet overeenkomt met de richtlijnen voor een fietsstraat, wordt die toch mogelijk geacht bij nog te treffen maar op dit moment niet nader gespecificeerde verkeerscirculatiemaatregelen. Anders dan eerder geconcludeerd zou die fietsstraat dan wel veilig zijn. Opnieuw schort het hier wat de bewoners betreft aan een integrale aanpak, met name nota bene op één van de belangrijkste opgaven, namelijk die van de verkeersveiligheid. Het Plantage Weesperbuurt Overleg onderschrijft kortom de mening van de Plantage Weesperbuurt Vereniging dat er nog geen evenwichtige afweging van opgaven en belangen heeft - plaats gevonden. Anders dan in de tussenstand staat, leidt juist dat tot ongewenste effecten op straat en in het overleg, dat overigens binnen de gestelde opgaven door de projectgroep helder en open wordt gevoerd. Het probleem zit hem echter juist in die opgaven die niet helder zijn. Of misschien, zoals in het raadsadres van de Plantage Weesperbuurt Vereniging wordt gesteld, in het ontbreken van een deugdelijke analyse. Met hoogachting en vriendelijke groeten, Pagina 2 van 2
Raadsadres
2
train
Geachte Raad, Graag vragen wij uw aandacht voor het volgende. Bijgaand ‘Persoonlijk appèl’ (bijlage) hebben wij 21 april jl. naar het Dagelijks Bestuur verzonden met het verzoek tot staken van verdere behandeling van de bouwaanvraag van hotel Toren ter voorkoming van nog meer onnodige procedures. Een persoonlijke reactie van beide bestuurders blijft helaas uit en noopt ons derhalve u te verzoeken om het ontwerpbesluit voor Keizersgracht 164 te agenderen voor de Commissie vergadering Bouwen en Wonen van 15 mei 2012. Het betreffende bouwplan is in de afgelopen 14 jaar meerdere keren onrechtmatig gebleken en door de Deelraad afgewezen wegens strijd met democratisch vastgesteld beleid en vigerende wet- en regelgeving. De Deelraad heeft in oktober 2007 mevrouw Iping ook al duidelijk gemaakt dat het dreigen met claims door aanvrager geen afdoende motivatie is voor het doordrijven van dit ongewijzigde bouwplan. Nieuwe feiten en omstandigheden worden door het DB niet vermeld in het ontwerpbesluit. Het maken van detailtekeningen is voor aanvrager kennelijk teveel gevraagd en wordt door het DB getolereerd, zodat beoordeling van dit ontwerp besluit door deskundigen niet mogelijk is. Het heeft zo weinig zin om voor de 3° maal in 14 jaar te gaan procederen over bouwplannen evident in strijd met vastgesteld beleid, evident in strijd met het bestemmingsplan, zonder deugdelijke motivatie voor vrijstelling/ontheffing, evident onjuiste en onvolledige bouwtekeningen van een aanvrager die consequent weigert zijn bouwtekeningen aan wet- en regelgeving aan te passen. Waarom vrijstelling en ontheffing verlenen voor een bouwplan dat nu al meerdere malen onrechtmatig is gebleken, van een aanvrager die al 2x door de gemeente is aangeschreven (bijlage), naar eigen verklaring met de gemeente al 24 jaar procedeert en nog steeds weigert zijn plannen aan vigerend beleid en wet- en regelgeving aan te passen, terwijl alternatieven volgens deskundigen mogelijk zijn ? Als aanvrager wetten ondermijnt, als willekeur heerst, dan is de weg vrij voor alles. Wij verzoeken de leden van de Deelraad daarom alles in het werk te stellen om zinloze en overbodige procedures te voorkomen. Omwille van het publieke belang en omwille van democratisch vastgesteld beleid verzoeken wij de Deelraad er op toe te zien dat het DB een rechtsgeldig besluit neemt in overeenstemming met democratisch vastgesteld beleid. Zijn de uitbreidingsplannen van de heer E.A. Toren echt zo belangrijk ? Laat hem dan uitbreiden op Keizersgracht 271 t/m 287, daar staat >10.000 m? ongebruikt. Dat lijkt maatschappelijk zinvoller dan het onherstelbaar beschadigen van een Rijksmonument voor slechts 2 hotelkamers. Toeristen in rondvaartboten komen toch om oorspronkelijke monumentale gevelwanden te zien ? Wenst de wethouder ons redelijk verzoek niet te honoreren dan verzoeken wij de deelraad bijgesloten vragen aan de wethouder voor te leggen ter schriftelijke beantwoording, met verwijzing naar het BEZWAAR van CWM van 6 april 2011 (bijlage), door het DB bewust onthouden aan de deelnemers van het mediation-traject en aan de Raad van State ! In afwachting van uw antwoord, Met vriendelijke groet, Vragen aan de Stadsdeelraad Amsterdam Centrum met betrekking tot het handelen van het DB inzake het ontwerpbesluit Keizersgracht 164 (BWT 81-09-0204) 1. Democratisch vastgesteld beleid Volgens de website van het stadsdeel voert het DB het democratisch vastgestelde beleid van de Deelraad uit. Ophoging van orde 1 panden is niet toegestaan. Waarom wordt dat democratisch vastgestelde beleid dan niet op het perceel Keizersgracht 164 toegepast en wat is de reden dat een gemotiveerd verzoek van aanvrager voor ontheffing en vrijstelling van het bestemmingsplan in het dossier ontbreekt ? 2. Aanschrijvingen, consistent beleid ? In 1985 en 1991 is hotel Toren door de gemeente aangeschreven. Aanvrager heeft zich tot op heden niets aangetrokken van deze aanschrijvingen en is gewoon door blijven gaan met het, volgens de gemeentelijke aanschrijving uit 1991 verrichten van strafbare feiten. Wat is de motivatie van het DB om de door haar rechtsvoorganger ingeslagen weg van aanschrijven en handhaven in het ontwerpbesluit te negeren, een opdracht tot handhaven van de Raad van State te negeren en over te gaan tot niet danwel ondeugdelijk gemotiveerde vrijstellingen en ontheffingen ? Wat is de reden dat deze vrijstellingen en ontheffingen bij de gelijksoortige aanvragen van 1997 en 2001 niet zijn verleend en waarom wenst het DB dat nu wel te doen ? 3. Amendement Frankfurther, consistent beleid ? Naar aanleiding van nagenoeg dezelfde aanvraag uit 2001 voor Keizersgracht 164 heeft wethouder Frankfurther (D'66) een amendement ingediend. In de tussentijd is tevens een beschermd stadsgezicht ingesteld en is de grachtengordel UNESCO-werelderfgoed geworden. Wat is de reden en motivatie van de huidige D'66 wethouder om de ingeslagen weg van zijn D'66-voorganger in het ontwerpbesluit te negeren ? Binnen D'66 is toch geen richtingenstrijd gaande ? 4. Openbaarheid van bestuur ? Waarom is het advies van CWM d.d. 6 april 2011 (BEZWAAR) de deelnemers aan het Mediationtraject en zelfs de Raad van State bewust door het DB onthouden ? Waarom heeft het DB een door haar halverwege het mediation traject genomen mandaatbesluit niet formeel gemeld aan de mediator en dus verzwegen ? 5. Monumentenbeleid bij DB bekend ? Uit het verslag van de Raad van State blijkt het DB te hebben gesteld ‘dat uit het advies voldoende duidelijk blijkt dat het PvE het huidige beleid is’, In het door het DB bewust achtergehouden bezwaar van CWM d.d.6 april 2011 staat onder het kopje Beleidskader: Voor monumenten geldt een restauratieve aanpak en het Programma van Eisen kwaliteit Monumenten 2009 (PvEM)'. 1 Uit het achteraf opgevraagde procesverbaal van de rechtszitting blijkt het DB mondeling voor de Raad van State te hebben laten verklaren dat ‘het PvE richtlijnen bevat en geen beleidsregels’ | Waarom verstrekt het DB tegenstrijdige informatie aan de Raad van State over de status van het monumentenbeleid ? Het UNESCO Werelderfgoed beschikt toch wel over een formeel vastgesteld en toetsbaar monumentenbeleid ? 6. Onderzoeksplicht ? Volgens de AWB dient het DB bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Waarom wordt door het DB al 14 jaar lang helemaal niets onderzocht voor het perceel Keizersgracht 164 ? Een waardestelling is niet eens door het DB opgesteld, onderzoek naar de gevolgen voor woon- en leefmilieu heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Belangen van omwonenden worden niet eens vermeld in het ontwerpbesluit ! Hoe kan het DB dan afwegen of vaststellen of de nadelige gevolgen van het ontwerpbesluit niet onevenredig zijn voor derden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen ? 7. Ontvankelijkheidstoets ? Volgens het sectorhoofd wordt een ontvankelijkheidstoets uitgevoerd. Waarom is dat hier dan niet gebeurt en komt de tekst van het ontwerpbesluit nog steeds niet overeen met de bijgeleverde bouwtekeningen ? De ‘deskundigen‘van het stadsdeel zien toch ook wel dat de genoemde vrijstelling van 30 cm niet overeenkomt met de bouwhoogte op de maatstok (14.10 m) en vervolgens ook niet overeenkomt met de in het profiel getekende bouwhoogte (14.90 m)? 8. Noodzakelijke sloop bekend In haar pleitnota bevestigd het DB dat zij op de hoogte is van de noodzakelijke sloop van de monumentale kap op het voorhuis. Waarom is in de afgelopen 14 jaar dan nog nooit een sloopvergunning aangevraagd ? Het DB werkt toch niet mee met een aanvrager die al 2 maal door de gemeente is aangeschreven en nog steeds de wet overtreed ? 9, Alternatieve bouwplannen ! Volgens deskundigen (dr. Vermeer en drs. Schoonenberg ) zijn alternatieve bouwplannen mogelijk. Waarom worden deze niet door het DB onderzocht en waarom wenst aanvrager daar niet aan mee te werken ? 10. Onbevoegde ondertekening monumentenvergunning ! De monumentenvergunning lag, als gebruikelijk in dit dossier, weer eens niet ter visie en bleek tevens door een onbevoegd ambtenaar te zijn ondertekent. Waarom zijn door het DB geen disciplinaire maatregelen genomen tegen betrokken ambtenaren ? 11. Pro forma hoger beroep ? Voor welk algemeen belang heeft de wethouder eigenlijk pro forma hoger beroep aangetekend bij het hoogste rechtscollege inzake BWT 03-09-0140 ? 2 12. Gelijkheidsbeginsel | Hotel Pulitzer wordt toch ook niet door het DB toegestaan om al haar monumentale panden met extra verdiepingen op te hogen ? Mogen wij, bewoners Keizersgracht 162, van het DB dan soms ook een extra verdieping op ons huis aanbrengen vanwege ons ‘economische’ belang ? 13. Pluralis Majestatis ? Het ontwerp besluit is ondertekend door de wethouder. Veelvuldig wordt in het ontwerp besluit in de ‘wij'-vorm geschreven (bijvoorbeeld: dat wij van mening zijn dat het belang van de aanvrager bij de uitvoering van het bouwplan zwaarder weegt dan …; dat wij in dit geval het advies van 15 februari 2012 van de Commissie voor Welstand en Monumenten niet overnemen …; Wij menen dat het niet aangaat om nu de gevraagde bouwvergunning te weigeren. Wij overwegen daarbij niet alleen de lange historie van dit dossier en onze positieve grondhouding daarin, …; Wij achten het onwenselijk dat deze aanscherping van beleid aan hotel Toren wordt tegengeworpen, gelet op de achtergrond van dit dossier …; Echter, in dit concrete geval zijn wij van oordeel dat het belang van hotel Toren bij het realiseren van de extra verdieping dient te prevaleren; De opmerking van de Commissie voor Welstand en Monumenten … leggen wij terzijde omdat deze kapvorm (dwarskap met twee zadeldaken) al lang niet meer op het gebouw aanwezig is.). Wie worden hier met ‘wij’ bedoeld; de leden van de Deelraad, het DB, de behandelend ambtenaren, de adviseurs van hotel Toren, … ? De wethouder hanteert hier toch geen Pluralis Majestatis ? Evenals in het Binnengasthuisdossier werpt zich de vraag op wie in de ogen van de Deelraad het stadsdeel Centrum nu eigenlijk bestuurt: is dat de heer E.A. Toren, de Rechtbank of het DB ? 14. Onrechtmatige hinder ! Waarom verleent het DB ontheffing en vrijstelling voor een bouwplan dat het groot onderhoud aan de zuid-gevel van een ander Rijksmonument, Keizersgracht 162, onmogelijk maakt ? 15. Economisch belang of concurrentievervalsing ? Als het DB in strijd met het beleid individuele en onvoldoende gemotiveerde vrijstellingen en ontheffingen verleend, leidt dat tot concurrentievervalsing, ten nadele van marktpartijen die vergelijkbare commerciële activiteiten verrichten. Ook betekent een eenzijdige bevoordeling, dat de waarde van het vastgoed (de prijs die een koper wil betalen voor het overnemen van het vastgoed) stijgt. De verkopende partij kan op die manier een winst boeken die hem eigenlijk niet toekomt. Op die manier vloeit er publiek vermogen, ten koste van het UNESCO Wereld Erfgoed, naar een individuele hoteleigenaar. En van een DB die goed rentmeesterschap hoog in het vaandel heeft, mag worden verwacht dat ze het publieke vermogen op een verantwoorde manier beheert. Werkt het DB bewust mee aan het economisch belang van een privé-persoon en werkt zij bewust concurrentievervalsing in de hand ten koste van het publiek vermogen (UNESCO Wereld Erfgoed) ? 3 gm lezoakadies 2x Gemeente Amsterdam Amstel 1 Stadsdeel Centrum 1011 PN Amsterdam Postbus 202 2% Sector Bouwen en Wonen 1000 AE Amsterdam Afdeling Vergunning en Handhaving Telefoon 14 020 2x Fax 020 552 4433 A ES C Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam D.C. Duijnhouwer M. Drinkwaard Keizersgracht 162H 1015 CZ AMSTERDAM 1 6 JULI 2012 Datum \ Ons kenmerk Uw kenmerk = Behandeld door mw. mr. L.C. van Elewoud Rechtstreekse nummer 020-552 45 09 Faxnummer 020 - 552 44 91 Bijlage = Onderwerp Raadsadres Geachte heer Duijnhouwer, mevrouw Drinkwaard, Bij brief van 13 mei 2012 stuurde u een raadsadres aan de deelraad van stadsdeel Centrum. In dit raadsadres formuleert u 15 vragen met betrekking tot het handelen van het dagelijks bestuur inzake het ontwerpbesluit Keizersgracht 164 (BWT 81-09-0204). De voorzitter van de deelraad heeft in de vergadering van 29 mei 2012 de beantwoording van uw raadsadres in handen van het dagelijks bestuur gesteld. Een afschrift van het antwoord wordt ter kennisneming aan de Commissie Bouwen en Wonen gestuurd. Hieronder volgt de beantwoording van uw vragen. Vraag 1: Volgens de website van het stadsdeel voert het db het democratisch vastgestelde beleid van de deelraad uit. Ophoging van orde 1 panden is niet toegestaan. Waarom wordt dat democratisch vastgestelde beleid dan niet op het perceel Keizersgracht 164 toegepast en wat is de reden dat een gemotiveerd verzoek van aanvrager voor ontheffing en vrijstelling van het bestemmingsplan in het dossier ontbreekt? Antwoord: De aanvrager van een vergunning hoeft voor een ontheffing of vrijstelling van het bestemmingsplan geen separaat verzoek in te dienen bij het dagelijks bestuur. Als bij de toetsing van een bouwaanvraag blijkt, dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan dan wordt de aanvraag mede beschouwd als een verzoek tot ontheffing van het bestemmingsplan. Dit vloeit rechtstreeks voort uit artikel 46, lid 3 van de Woningwet (oud). Het is juist dat ophoging van orde 1 panden in beginsel niet is toegestaan op grond van Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. nn 10 juli 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 6 het beleid van het stadsdeel. Er kunnen echter altijd redenen zijn om af te wijken van dat beleid. In het (ontwerp)besluit tot vergunningverlening wordt toegelicht wat de redenen zijn om dat in dit geval te doen. Vraag 2: In 1985 en 1991 is hotel Toren door de gemeente aangeschreven. Aanvrager heeft zich tot op heden niks aangetrokken van deze aanschrijvingen en is gewoon door blijven gaan met het, volgens de gemeentelijke aanschrijving uit 1991 verrichten van strafbare feiten. Wat is de motivatie van het db om de door haar rechtsvoorganger ingeslagen weg van aanschrijven en handhaven in het ontwerpbesluit te negeren, een opdracht tot handhaven van de Raad van State te negeren en over te gaan tot niet danwel ondeugdelijk gemotiveerde vrijstellingen en ontheffingen? Wat is de reden dat deze vrijstellingen en ontheffingen bij de gelijksoortige aanvragen van 1997 en 2001 niet zijn verleend en waarom wenst het db dat nu wel te doen? Antwoord: Uw stelling, dat hotel Toren na de aanschrijvingen van 1985 en 1991 door is blijven gaan met het verrichten van strafbare feiten, is niet juist. Op 8 januari 1985 is een bouwvergunning aan hotel Toren verleend voor het verbouwen van het hotel in die zin dat een trappenhuis is gebouwd. Bij die beschikking zit een verklaring dat aan alle brandveiligheidseisen wordt voldaan. Op 22 juli 1992 is door het stadsdeel aan hotel Toren medegedeeld, dat voor de verbouwing van de receptie op de beletage geen bouwvergunning is vereist. Er is geen sprake van dat het dagelijks bestuur niet handhaaft of een opdracht daartoe van de Raad van State negeert. Naar aanleiding van de uitspraak van 18 januari 2012 van de Raad van State is namens hotel Toren op 27 april 2012 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend ter legalisering van zonder vergunning gebouwde delen van het hotel. Om die reden is de handhavingprocedure thans gestaakt. Het is evenmin zo dat het dagelijks bestuur de voorgenomen ontheffingen van het bestemmingsplan niet of ondeugdelijk motiveert. In het (ontwerp)besluit wordt duidelijk aangegeven welke ontheffingen worden verleend en wat de reden daarvoor is. Uw stelling, dat voor de aanvragen uit 1997 en 2011 geen vrijstelling van het bestemmingsplan is verleend, is niet juist. De bouwvergunning uit 1998 heeft in rechte geen stand gehouden en de bouwvergunning uit 2007 (voor een dienstwoning) is na een procedure bij de rechtbank herroepen. Hierna heeft hotel Toren besloten om een nieuwe aanvraag om bouw- en monumentenvergunning in te dienen. Vraag 3: Naar aanleiding van nagenoeg dezelfde aanvraag uit 2001 voor Keizersgracht 164 heeft wethouder Frankfurther (D66) een amendement ingediend. In de tussentijd is tevens een beschermd stadsgezicht ingesteld en is de grachtengordel UNESCO-werelderfgoed geworden. Wat is de reden en motivatie van de huidige D66 wethouder om de ingeslagen weg van zijn D66 voorganger in het ontwerpbesluit te negeren? Binnen D66 is toch geen richtingenstrijd gaande”? Antwoord: U motiveert niet om welk amendement van deelraadslid Frankfurther het gaat. Voor zover u doelt op het amendement uit 2002 van de heer Frankfurther inzake het bestemmingsplan Weesperbuurt, heeft dit geen enkele relatie met en/of relevantie voor het bouwplan van hotel Toren. 2 A nn 10 juli 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 6 Vraag 4: Waarom is het advies van CWM d.d. 6 april 2011 (BEZWAAR) de deelnemers aan het Mediationtraject en zelfs de Raad van State bewust door het db onthouden? Waarom heeft het db een door haar halverwege het mediationtraject genomen mandaatbesluit niet formeel gemeld aan de mediator en dus verzwegen? Antwoord: in de procedure bij de Raad van State zijn namens het dagelijks bestuur de stukken ingediend die voor de procedure relevant waren. Het advies van 6 april 2011 van de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) staat sinds die dag op de website van het CWM en is dus voor iedereen toegankelijk. Het advies is niet achtergehouden door het dagelijks bestuur. Ten aanzien van het mediationtraject is door alle partijen, en dus ook door u, tot geheimhouding besloten. Daarover worden geen mededelingen gedaan. Om misverstanden te voorkomen merkt het dagelijks bestuur op dat het mandaatbesluit wel degelijk formeel gemeld is aan de mediator. Vraag 5: Uit het verslag van de Raad van State blijkt het db te hebben gesteld ‘dat uit het advies voldoende duidelijk blijkt dat het PvE het huidige beleid is’. In het door het db bewust achtergehouden bezwaar van CWM d.d. 6 april 2011 staat onder het kopje Beleidskader: ‘Voor monumenten geldt een restauratieve aanpak en het Programma van Eisen kwaliteit Monumenten 2009 (PvEM)’. Uit het achteraf opgevraagde proces-verbaal van de rechtszitting blijkt het db mondeling voor de Raad van State te hebben laten verklaren dat ‘het PvE richtlijnen bevat en geen beleidsregels’ Waarom verstrekt het db tegenstrijdige informatie aan de Raad van State over de status van het monumentenbeleid? Het UNESCO Werelderfgoed beschikt toch wel over een formeel vastgesteld en toetsbaar monumentenbeleid”? Antwoord: Het PvEM is op de zitting bij de Raad van State aan de orde gekomen in die zin dat de status van dit document (beleid zoals bedoeld in de Awb of niet) is besproken en niet de inhoud. U was zelf ter zitting aanwezig met uw advocaat, de heer A. Noordam. Als u het niet eens bent met het standpunt zoals dat op de zitting namens het dagelijks bestuur is ingenomen, had het op de weg van u of uw gemachtigde gelegen om er ter zitting op in te gaan. Vraag 6: Volgens de Awb dient het db bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren. Waarom wordt door het db al 14 jaar lang helemaal niets onderzocht voor het perceel Keizersgracht 164? Een waardestelling is niet eens door het db opgesteld, onderzoek naar de gevolgen voor woon- en leefmilieu heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Belangen van omwonenden worden niet eens vermeld in het ontwerpbesluit! Hoe kan het db dan afwegen of vaststellen of de nadelige gevolgen van het ontwerpbesluit niet onevenredig zijn voor derden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen? Antwoord: Het dagelijks bestuur heeft, gelet op de historie van dit dossier, een heel goed beeld van 3 nd nen 10 juli 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 4 van 6 het pand en van de belangen van omwonenden. De inspecteur Bouw- en Woningtoezicht komt er met enige regelmaat, de inspecteur vergunningen Bouw is ter plaatse geweest en enkele medewerkers van Bureau Monumenten en Archeologie zijn verschillende keren in en op het pand geweest. Daarnaast is er een onderzoek gedaan naar de waarde van de dwarskap op het voorhuis. De betreffende waardestelling van de heer G. van Tussenbroek kent u. Het dagelijks bestuur heeft het pand dus wel degelijk goed in kaart gebracht. De belangen van omwonenden worden altijd meegewogen in besluiten tot verlening van ontheffing van het bestemmingsplan. De door u ingediende zienswijzen tegen de bouwaanvraag en tegen het ontwerpbesluit worden in een aparte nota van beantwoording besproken. Vraag 7: Volgens het sectorhoofd wordt een ontvankelijkheidstoets uitgevoerd. Waarom is dat hier dan niet gebeurd en komt de tekst van het ontwerpbesluit nog steeds niet overeen met de bijgeleverde bouwtekeningen? De ‘deskundigen’ van het stadsdeel zien toch ook wel dat de genoemde vrijstelling van 30 cm niet overeenkomt met de bouwhoogte op de maatstok (14.10 m) en vervolgens ook niet overeenkomt met de in het profiel getekende bouwhoogte (14.90 m)? Antwoord: Op iedere bouwaanvraag volgt een ontvankelijkheidstoets. Daarbij wordt bekeken of de bouwaanvraag voldoende gegevens en bescheiden bevat om deze te kunnen beoordelen. In dit geval heeft een dergelijke toets ook plaatsgevonden. Uw vraag over de maten op de bouwtekening hoort thuis in de besluitvormingprocedure over het bouwplan van hotel Toren en is daarin meegenomen. Vraag 8: In haar pleitnota bevestigt het db dat zij op de hoogte is van de noodzakelijke sloop van de monumentale kap op het voorhuis. Waarom is in de afgelopen 14 jaar dan nog nooit een sloopvergunning aangevraagd? Het db werkt toch niet mee met een aanvrager die al 2 maal door de gemeente is aangeschreven en nog steeds de wet overtreedt? Antwoord: Op 8 april 2009 is onder nummer BWT 20-09-0213 een aanvraag om een sloopvergunning ingediend ten behoeve van de onderhavige bouwaanvraag. Vraag 9: Volgens deskundigen (dr. Vermeer en drs. Schoonenberg) zijn alternatieve bouwplannen mogelijk. Waarom worden deze niet door het db onderzocht en waarom wenst aanvrager daar niet aan mee te werken. Antwoord: Het is bij het dagelijks bestuur bekend dat dr. Vermeer en drs. Schoonenberg een alternatief voor het bouwplan van hotel Toren hebben uitgewerkt. Het is echter aan hotel Toren om te beslissen of een dergelijk idee wordt overgenomen. Kennelijk heeft hotel Toren in het idee van dr. Vermeer en drs. Schoonenberg geen aanleiding gezien om het bouwplan aan te passen. Het dagelijks bestuur kan en mag alleen toetsen en besluiten op een ingediende vergunningaanvraag. 4 10 juli 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 5 van 6 Vraag 10: De monumentenvergunning lag, als gebruikelijk in dit dossier, weer eens niet ter visie en bleek tevens door een onbevoegd ambtenaar te zijn ondertekend. Waarom zijn door het db geen disciplinaire maatregelen genomen tegen betrokken ambtenaren”? Antwoord: De procedure over de monumentenvergunning staat hier niet ter discussie. Die vergunning is na de uitspraak van 18 januari 2012 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden. Het al dan niet nemen van disciplinaire maatregelen tegen ambtenaren is een zaak die het dagelijks bestuur en de betrokken ambtenaren aangaat. Vraag 11: Voor welk algemeen belang heeft de wethouder eigenlijk pro forma hoger beroep aangetekend bij het hoogste rechtscollege inzake BWT 03-09-0140? Antwoord: Het dagelijks bestuur heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 17 februari 2011 van de rechtbank Amsterdam. Dit heeft geresulteerd in de bij u bekende uitspraak van 18 januari 2012 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als gezegd is de monumentenvergunning onherroepelijk. Met de beantwoording van uw raadsadres wordt niet opnieuw een discussie over die vergunning gestart. Vraag 12: Hotel Pulitzer wordt toch ook niet door het db toegestaan om al haar monumentale panden met extra verdiepingen op te hogen? Mogen wij, bewoners Keizersgracht 162, van het db dan soms ook een extra verdieping op ons huis aanbrengen vanwege ons ‘economische! belang”? Antwoord: Als u wilt dat het dagelijks bestuur een standpunt inneemt over een mogelijke verhoging van het pand Keizersgracht 162, dan dient u daar een omgevingsvergunning voor aan te vragen. Vraag 13: Het ontwerpbesluit is ondertekend door de wethouder. Veelvuldig wordt in het ontwerpbesluit in de ‘wij'-vorm geschreven. Wie wordt hier met ‘wij’ bedoeld; de leden van de deelraad, het db, de behandelend ambtenaren, de adviseurs van hotel Toren … ”? De wethouder hanteert hier toch geen Pluralis Majestatis? Evenals in het Binnengasthuisdossier werpt zich de vraag op wie in de ogen van de deelraad het stadsdeel Centrum nu eigenlijk bestuurt: is dat de heer E.A. Toren, de Rechtbank of het db? Antwoord: Het ontwerpbesluit is een ontwerp van het later te nemen besluit. De bevoegdheid om te besluiten op een bouwaanvraag ligt bij het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur besluit op de bouwaanvraag. Doordat het ontwerpbesluit een voorschot is op het door het bestuur genomen besluit, wordt de ‘wij’ vorm gehanteerd. Vraag 14: Waarom verleent het db ontheffing en vrijstelling voor een bouwplan dat het groot 5 DN nnn 10 juli 2012 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 6 van 6 onderhoud aan de zuidgevel van een ander Rijksmonument, Keizersgracht 162, onmogelijk maakt? Antwoord: Deze vraag is door u, in iets andere vorm, al gesteld in de door u ingediende zienswijzen tegen het ontwerpbesluit. In dat kader is die vraag beantwoord. Vraag 15: Als het db in strijd met het beleid individuele en onvoldoende gemotiveerde vrijstellingen en ontheffingen verleent, leidt dat tot concurrentievervalsing, ten nadele van marktpartijen die vergelijkbare commerciële activiteiten verrichten. Ook betekent een eenzijdige bevoordeling, dat de waarde van het vastgoed (de prijs die een koper wil betalen voor het overnemen van het vastgoed) stijgt. De verkopende partij kan op die manier een winst boeken die hem eigenlijk niet toekomt. Op die manier vloeit er publiek vermogen, ten koste van het UNESCO Wereld Erfgoed, naar een individuele hoteleigenaar. En van een db die goed rentmeesterschap hoog in het vaandel heeft, mag worden verwacht dat ze het publieke vermogen op een verantwoorde manier beheert. Werkt het db bewust mee aan het economisch belang van een privépersoon en werkt zij bewust concurrentievervalsing in de hand ten koste van het publiek vermogen (UNESCO Wereld Erfgoed)? Antwoord: Het dagelijks bestuur toetst een aanvraag om een bouwvergunning en maakt een afweging van belangen. In dit geval wordt aan de belangen van hotel Toren een zodanig zwaar gewicht toegekend dat de gevraagde bouwvergunning is verleend. Er is, anders dan u suggereert, nimmer sprake van een doelredenering bij het nemen van een besluit. Met vriendelijke groeten, Het dagelijks bestuur, A” Oh Eurelings | Jeanine van Pinxteren secretaris voorzitter 6 A
Raadsadres
10
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 13 december 2023 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder(s): Burgemeester Halsema Onderwerp Uitvoeringsplan Preventie met Gezag 2024 en afdoening toezegging uit de commissievergadering van 13 juli 2023 om de raad te informeren over de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid Geachte leden van de gemeenteraad, Amsterdam ontvangt van het Rijk over de periode van 2023 tot en met 2026 in totaal €36.310.585 aan Preventie met Gezag-middelen om jonge aanwas in de drugscriminaliteit tegen te gaan en criminele carriêres te doorbreken. U bent over de toekenning van deze middelen geïnformeerd door een raadsinformatiebrief op 25 april 2023. Ook justitiële partners, zoals politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming en reclasseringsorganisaties ontvangen Preventie met Gezag-middelen van het Rijk. Een deel daarvan wordt door deze organisaties ingezet in Amsterdam. Dit maakt gezamenlijke inspanning van zorg- en veiligheidsorganisaties en de gemeente mogelijk en dat is hard nodig. Met de inzet van de Preventie met Gezag-middelen begint Amsterdam niet op nul. In de stad werken vele organisaties aan het tegengaan van jonge aanwas in de (drugs)criminaliteit. In 2019 startte het programma Weerbaar Amsterdam om de sociale ontwrichting van buurten door drugshandel te verminderen en wijken en jongeren weerbaar te maken tegen de aantrekkingskracht van drugscriminaliteit. In mei 2021 verscheen het rapport Driehoek tegen Drugscriminaliteit, waarin de prioriteiten van de driehoek ten aanzien van de aanpak van drugscriminaliteit staan. Veel van deze lopende inspanningen kunnen worden voortgezet of vitgebreid dankzij de Preventie met Gezag-middelen. Er is nauwe verbinding met het Nationaal Programma Samen Nieuw-West en ZO=Zuidoost. Een groot aantal maatregelen uit Preventie met Gezag is tevens onderdeel van de inzet van deze programma’s. Ook is er raakvlak met de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid van het college van B&W van Amsterdam. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 13 december 2023 Pagina 2 van 2 Bijgevoegd ontvangt u het uitvoeringsplan Preventie met Gezag, waarin de gezamenlijke inspanningen voor 2024 zijn geconcretiseerd. leder jaar wordt een overzicht gegeven van de inzet vanuit Preventie met Gezag voor het komende jaar. De inspanningen worden jaarlijks gemonitord. U ontvangt de eerste monitor van Preventie met Gezag gelijktijdig met de voortgangsmonitor van Driehoek tegen Drugscriminaliteit in de eerste helft van 2024. Afdoening toezegging In vw vergadering van 13 juli 2023 heb ik op een vraag van raadslid Martens (VVD) toegezegd u nader te informeren over de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid. Om de jeugd van Amsterdam nog beter van dienst te zijn willen we meer inzicht krijgen in het volledige aanbod van Amsterdam. Dit resulteert in concrete bestuurlijke voorstellen qua inrichting die tot efficiëntere inzet en meer impact leiden, inclusief het voorstel hoe middelen beter in samenhang kunnen worden ingezet. De Bestuursopdracht wordt uitgewerkt via twee sporen die met elkaar samenhangen. Binnen het eerste spoor brengt adviesbureau Andersson Elfers Felix in kaart hoe het gewenste systeem van Jeugd en Veiligheid eruitziet en welke verbetermogelijkheden er zijn om hiertoe te komen. In de komende maanden wordt er zowel gewerkt aan verbetervoorstellen die op korte termijn worden geïmplementeerd, als aan een advies voor het aanpakken van fundamentelere vraagstukken. Binnen het tweede spoor wordt direct gestart met het creëren van een ‘continuüm’ rond lichte tot zware problematiek van jongeren en jongvolwassenen. Daarbij staan de aansluiting van het aanbod op de problematiek en het organiseren van de samenwerking tussen veiligheid en zorg en het sociaal domein centraal. Deze praktijkgerichte ontwikkeling krijgt vorm in drie werkaanpakken in de stadsdelen Zuidoost, Nieuw-West en Noord. De werkaanpakken leveren ook werkzame elementen op die in andere stadsdelen kunnen worden overgenomen en ze bieden inzichten in lacunes in het aanbod voor de forensische jeugd. De voorstellen en adviezen uit beide sporen worden ter besluitvorming aan het Bestuurlijk Team Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid voorgelegd. Het bestuurlijk team zal de raad in 2024 informeren over de voortgang van de Bestuursopdracht Jeugd en Veiligheid. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, pf mn - / Femke Halsema Burgemeester Bijlage 1. Uitvoeringsplan Preventie met Gezag 2024 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
Gemee nte Bezoekadres d Amstel 1 Amsterdam 1011 PN Amsterdam > < Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad Datum 29 januari 2021 Behandeld door Jolanda Meijering Bijlage(n) Onderwerp Afhandeling motie nr 340.20 van de leden Boomsma en Kilig inzake ICT Buurtteams Geachte leden, Tijdens de behandeling van het Uitvoeringsbesluit Buurtteams en de Inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 van 12 maart 2020, is de motie (nr 340.20) van de leden de heer Boomsma en mevrouw Kilig inzake ICT Buurtteams aangenomen. In de motie wordt het college verzocht om: 1. De Raad uiterlijk begin november 2020 te informeren of er een werkend ICT systeem is waarvoor de gebruikelijke tests op veiligheid hebben plaatsgevonden. 2. De Raad uiterlijk begin november 2020 een overzicht te geven van de systemen die aan het systeem van de Buurtteams gekoppeld worden of zijn Het college vindt het belangrijk om de zorg en ondersteuning aan Amsterdammers in elke wijk met de buurtteams en hun partners in samenhang te organiseren. Eenvoudig, herkenbaar en op maat, en passend bij de persoonlijke situatie van de Amsterdammer. Een goed werkend ICT- systeem is daarbij essentieel ter ondersteuning. In deze motie hebben de leden daar aandacht voor gevraagd. Ik wil de leden dan ook danken dat zij hierin een vinger aan de pols houden. In mijn brief van 5 januari jl (deze is voor kennisname aangeleverd voor de commissie van 28 januari 2021), heb ik voorgesteld deze motie af te handelen in januari 2021. Reden hiervoor was dat de start van de Buurtteams vanwege de Covid1ig pandemie is uitgesteld naar 1 april 2021. Integraal informatie voorziening (IV) systeem voor de Buurtteams De aanbesteding van het nieuwe integrale Informatie Voorziening (IV) systeem voor de Buurtteams was al in de afrondingsfase toen de pandemie uitbrak en het subsidietraject voor de Buurtteams en het aanbestedingstraject voor de aanvullende ondersteuning Wmo werden uitgesteld met drie maanden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2021 Pagina 2 van 3 Het is zoals v weet met nadruk de bedoeling, de beoogde integrale samenwerking binnen buurtteams en met de partners aanvullende ondersteuning Wmo daaromheen, te ondersteunen met solide integrale Informatie Voorziening. Bij het ontwikkelen en implementeren van een dergelijk systeem hebben de gebruikers (de Buurtteamorganisaties en de organisaties die de aanvullende ondersteuning Wmo leveren) een essentiële rol. Stand van zaken Door uitstel van het subsidieverleningstraject Buurtteams en uitstel, vertraging en viteindelijk intrekking van de aanbesteding van de aanvullende ondersteuning Wmo kon in de eerste maanden van de ontwikkeling van het nieuwe IV systeem maar beperkt samengewerkt worden met de eindgebruikers van het systeem. De ontwikkeling van een nieuw informatie systeem dat de professionals integraal ondersteunt in de uitvoering van hun ondersteuningstaken kost daardoor meer tijd dan voorzien. Daarnaast is tijdens de voorbereidings- en ontwikkelfase een aantal complicerende factoren naar voren gekomen a. Naar aanleiding van de in december 2020 verwachte Publicatie ‘Privacy in het Sociaal Domein: het Pettenvraagstuk’ hebben huisadvocaat Pels Rijcken en het juridisch Bureau Sociaal van de gemeente Amsterdam in november 2020 een advies opgesteld. De belangrijkste conclusie is, dat de gemeente bij de ontwikkeling van een integraal IV systeem een groot risico loopt op schending van de AVG, vanwege onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Specifiek gaat het daarbij om het feit dat het nieuwe informatiesysteem (eigendom van gemeente en in beheer bij de gemeente) ook persoonsgegevens verstrekt rond feitelijke hulpverlening van cliënten en dat is onrechtmatig. Op basis hiervan moet het ontwerp van het systeem worden bijgesteld. Overigens moeten de meeste gemeenten hier hun systemen op aanpassen. b. De leverancier, Topicus. heeft veel ervaring met het bouwen van een integraal platform in het sociaal domein voor Jeugdwet en Wmo. In andere gemeenten zijn schuldhulpverlening (SHV) en Vroeg erop af (VEOA) echter niet ondergebracht bij de buurtteams. De integratie van deze, voor de leverancier, nieuwe processen blijkt complexer dan voorzien en vergt daardoor meer tijd en uitwerking. c. De conversie en migratie van de (cliënt)gegevens is door de grote verschillen in de huidige systemen (10) complex en risicovol. Bovenstaande maakt dat het omwille van de zorgcontinuïteit en het voorkomen van overbelasting van de zorgprofessionals, verstandig is de implementatie van het nieuwe IV-systeem uit te stellen en meer tijd te nemen voor een zorgvuldige ontwikkeling in samenspraak met de eindgebruikers. Gezamenlijk besluit Buurtteams en gemeente: Om de zorgcontinuïteit en de betrouwbaarheid van de IV ondersteuning te garanderen zullen daarom vanaf 1 april 2021 professionals van de buurtteams en de aanvullende Wmo nog enige tijd doorwerken met de huidige IV systemen: REGAS en RIS Wijkzorg/Samen DOEN. Om er voor te zorgen dat professionals vanaf 1 april 2021 meteen kunnen werken met de nieuwe werkwijze van Buurtteams Amsterdam zullen in de huidige systemen de hoogst noodzakelijke aanpassingen worden gedaan. Deze oplossing hebben we samen met de Buurtteamorganisaties gekozen en heeft breed draagvlak onder de betrokken professionals . Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 29 januari 2021 Pagina 3 van 3 Gevolgen voor cliënten en zorgprofessionals Bij de keuze voor deze oplossing staat de zorgcontinuïteit voorop. De cliënten zullen hier geen hinder van ondervinden. In tegendeel: omdat er niet direct bij de start migratie van gegevens plaats vindt, wordt het risico verkleind dat cliënten in de overgang naar de Buurtteams tussen wal en schip vallen. Voor de zorgprofessionals betekent deze oplossing dat ze in de complexe overgang naar een nieuwe buurtteamorganisatie en een nieuwe werkwijze niet ook nog voor 1 april met een volledig nieuw systeem moeten leren werken en geconfronteerd worden met de daarbij horende kleine maar vaak tijdrovende kinderziekten. Het is al belastend genoeg om in deze tijd met alle Corona- beperkingen basistrainingen te volgen over de werkwijze en een team op te bouwen. De huidige aanbieders van de Wmo-maatwerkvoorzieningen blijven gewoon werken met het voor hen bekende RIS Wijkzorg systeem. De schuldhulpverleners en sociaal raadslieden blijven werken met het voor hen bekende Regassysteem. Alleen de medewerkers die nieuw in de toegang van de Buurtteams gaan werken, de intakes gaan doen en de ondersteuningsplannen gaan opstellen zullen met meer systemen moeten werken waarvan ze in ieder geval 1 systeem al beheersen. Planning 2021 en verder Tot 1 april 2021 zal de focus van het IV-project binnen het programma Buurtteams liggen op het aanpassen van de huidige ICT-systemen om de start van de buurtteams goed te faciliteren. Direct na 1 april 2021 wordt een nieuwe planning gemaakt voor de verdere ontwikkeling en implementatie van het volledig nieuwe integrale IV-systeem. De planning moet ook aansluiten op de nieuwe aanbesteding voor de aanvullende ondersteuning Wmo. Pas na de definitieve gunning van de nieuwe aanbesteding zullen deze eindgebruikers betrokken kunnen worden bij verdere ‘fine-tuning’ van het IV-systeem. Zodra de nieuwe planning bekend is informeer ik u hierover. Hiermee beschouw ik de motie als afgehandeld met de toezegging dat ik de ontwikkeling en implementatie van het IV-systeem nauwkeurig zal volgen en u op de hoogte houd van de voortgang. gATT Simone Kukenheim Wethouder Zorg Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
train
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Directie Omgevingsmanagement 1000 AE Amsterdam Afdeling Projecten Telefoon 14 020 Fax 020 256 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Bestuur VOLBG De heer T. Kamper, secretaris Binnengasthuisstraat 32 1012 ZD Amsterdam Datum Behandeld door Leo de Vries Rechtstreekse nummer 06 8362 4578 Onderwerp Bewonersoverleg Binnengasthuisterrein Geacht Bestuur, In reactie op uw brief aan de leden van de Raad van het stadsdeel Centrum d.d. 29 januari 2014 het volgende. Uw brief is behandeld in de Raad van 18 februari 2014. Voor de beantwoording stelt de voorzitter voor het raadsadres in handen te stellen van het dagelijks bestuur ter afdoening ná behandeling van het conceptantwoord in de bestuurscommissie. In verband met de verkiezingen en de invoering van het nieuwe bestuurlijk stelsel kan uw brief pas nu afgehandeld worden. U bent hierover al eerder ingelicht. Op 21 januari 2014 spreekt een vertegenwoordiger van de VOLBG in bij de behandeling van de concept-raadsvoordracht voor de coördinatieprocedure van de nieuwe bibliotheek / studiecentrum die de Universiteit van Amsterdam (UvA) op het Binnengasthuisterrein wil realiseren. Op 28 januari besluit de Stadsdeelraad om de coördinatieprocedure te gaan volgen. Op 29 januari zendt de VOLBG bovengenoemd raadsadres naar de stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur. Eenzelfde brief is naar de UvA gestuurd. Op 17 februari is de aanvraag omgevingsvergunning voor de nieuwe bibliotheek annex studiecentrum door de UvA bij het Stadsdeel ingediend. Er zijn twee onderwerpen die aan de orde komen, zowel in de inspraakreactie als in uw brief van 29 januari: e U bent ontevreden over het reguliere Bewonersoverleg met de UvA, het Stadsdeel en andere vertegenwoordigers van de bewoners en stelt dat het geen open overleg is. e In het ontwerp is de plaatsing van de ingang van de fietsenkelder van de UB aan de Vendelstraat. U stelt dat het door de VOLBG aangedragen alternatief, namelijk de in en uitgang aan de Nieuwe Doelenstraat, slechts uiterst vrijblijvend is besproken. Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 4 Bewonersoverleg Zoals u in uw brief aangeeft vindt er sinds augustus 2012 frequent overleg plaats met bewoners en vertegenwoordigers van het Stadsdeel en de UvA over de huidige en toekomstige ontwikkelingen op het Binnengasthuisterrein. De vertegenwoordigers van het Stadsdeel hebben dit overleg tot nu toe als zeer open, zinvol en gelijkwaardig beschouwd. De bewoners krijgen ruimte voor hun input en er wordt serieus naar ze geluisterd. De UvA werkt mee aan een onderzoek van de wetenschapswinkel van de Universiteit van Wageningen (WUR) in opdracht van VOLBG over “Een groen, leefbaar, gastvrij en duurzaam Binnengasthuisterrein en omgeving”. Naar aanleiding van bovengenoemde klachten heeft op 10 februari jl. overleg plaatsgevonden tussen u en een andere vertegenwoordiger van de bewoners, de UvA en het Stadsdeel. In dit gesprek is nader ingegaan op het karakter van het regulier bewonersoverleg en de wederzijdse verwachtingen. Verder is afgesproken dat alle deelnemers van het overleg in het vervolg nog alerter zijn op de wederzijdse belangen en gevoelens en de gesprekken in een sfeer van openheid en vertrouwelijkheid plaatsvinden. Alle deelnemers zagen voldoende basis om het overleg constructief voort te zetten. Ingang fietsenkelder Het is aan de Uv om een ontwerp te maken dat past binnen het bestemmingsplan Postcodegebied 1012 conform de uitgangspunten van het structuurontwerp. Inmiddels hebben de architecten aan de VOLBG toegelicht waarom is gekozen voor deze plek en welke maatregelen worden getroffen om geluidhinder zoveel mogelijk te beperken. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de entree van de fietsenstalling in het kader van veiligheid van de gebruikers van het gebied (fietsers en voetgangers). De fietsentree past binnen het bestemmingsplan 1012. In juni 2014 is de ter inzagelegging van het ontwerp 1° herziening bestemmingsplan 1012 en de ontwerpbeschikking van de omgevingsvergunning gepland. U kunt dan uw zienswijze ten aanzien van beiden kenbaar maken. Overigens is de 1° herziening van het bestemmingsplan 1012 op het onderdeel van de entree van de fietsenstalling, niet afwijkend van het thans vigerende bestemmingsplan 1012. Op initiatief van het Stadsdeel is een werkgroep Openbare Ruimte en Leefbaarheid Binnengasthuisterrein opgericht. Hierin zitten ook bewoners die lid zijn van de VOLBG. Het doel van de werkgroep is het ontwikkelen van een visie op de inrichting en het gebruik van de toekomstige openbare ruimte van het gehele Binnengasthuisterrein na de oplevering van de universiteitsbibliotheek. Ook de verkeersveiligheid nabij de entree van de fietsenstalling voor zowel fietsers als voetgangers en het beperken van de hinder voor de omwonenden, zullen in deze werkgroep aan bod komen. Op 6 mei 2014 is een eerste overleg geweest. Opschorten overleg door VÒLBG In het bewonersoverleg van 15 april jl. wordt door de VOLBG een verklaring uitgereikt waarin de VOÒLBG de deelnemers mededeelt dat zij haar bijdrage aan het bewonersoverleg met de UvA en het Stadsdeel opschort totdat de eisen die zij in de verklaring hebben opgenomen zijn ingewilligd. De vertegenwoordigers van de VOLBG zijn bereid tot opbouwende gesprekken om de schriftelijke verklaring toe te lichten. De UvA en 2 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 4 het Stadsdeel zijn verbaasd over de opschorting, des te meer omdat in het overleg van 10 februari jongstleden door alle partijen is besloten het bewonersoverleg op constructieve wijze voort te zetten. De VOLBG schort het overleg op totdat: 1. Ereen breed gedragen visie is ontwikkeld door de Uv over hoe de toekomstige bibliotheek/studiecentrum en haar bezoekers in het bestaande stedelijke weefsel kunnen worden opgenomen. Antwoord: Het Stadsdeel is van mening dat met het vaststellen van het Bestemmingsplan 1012 en de 1° herziening daarvan aan een goede ruimtelijke ordening wordt voldaan. Een breed gedragen visie achten wij niet meer nodig. 2. Er door de UvA duidelijkheid wordt geboden over de verkeerscirculatie en veiligheid en de parkeersituatie voor vrachtauto’s, personenauto's, scooters, motoren, fietsen en wandelaars op en in de directe omgeving. Antwoord. Er is een werkgroep Openbare Ruimte opgericht die wordt geleid door Stadsdeel Centrum. Op 6 mei 2014 is de eerste bijeenkomst geweest. Op de agenda stond onder andere een onderzoeksvoorstel naar verkeersstromen en de veiligheid voor voetgangers en fietsers. 3. Ereen door de UvA gemaakt voorstel ligt met heldere afspraken over de wijze waarop de UvA en VOLBG in een open en gelijkwaardig gesprek gaan over de bescherming van de toekomstige openbaarheid en de leefbaarheid van het terrein in zijn algemeenheid en over de situering van de in- en uitgang van de fietsenkelder en een avond in- uitgang van de bibliotheek/studiecentrum in het bijzonder. Antwoord. De toekomstige openbaarheid en de leefbaarheid van het terrein worden in de werkgroep besproken en meegenomen in de producten van de werkgroep. De beantwoording van het tweede deel van deze vraag ligt bij de UvA. Ten aanzien van de entree van de fietsenkelder is hierboven reeds gememoreerd dat deze past binnen het bestemmingsplan. 4. Het advies van de Wetenschapswinkel van de Universiteit van Wageningen is afgerond (circa medio juni 2014). Antwoord. Het Stadsdeel ziet het advies met belangstelling tegemoet. 3 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 4 van 4 Het opschorten van het overleg houdt niet in dat de procedures (1° herziening bestemmingsplan / omgevingsvergunning) worden opgeschort. De termijnen hiervoor lopen gewoon door. Wij vertrouwen op een hervatting van de open dialoog en vruchtbare samenwerking met vertegenwoordigers van de VOLBG en spreken onze waardering uit voor de actieve inbreng van alle bewoners in het verdere proces. Met vriendelijke groeten, Namens het dagelijks bestuur, Suze Duinkerke, Boudewijn Oranje, secretaris voorzitter dagelijks bestuur 4
Raadsadres
4
val
Taximonitor 2019 eà» Met de taximonitor worden de gemeenteraad en de Amsterdammer Stijging aantal elektrische taxi's y= periodiek geïnformeerd over de ontwikkelingen in de Amsterdamse Een positieve ontwikkeling is dat het elektrisch rijden onder de Klachten en Klachtenafhandeling z© taximarkt. In deze monitor staan de ontwikkelingen van 2019. Amsterdamse taxichauffeurs ook in 2019 een substantiële groei heeft doorgemaakt. Het verschonen van belangrijke standplaatsen zoals het In 2019 zijn drie duidelijke ontwikkelingen in de Amsterdamse taximarkt te zien: CS en het Leidseplein en het verstrekken van gemeentelijke subsidies Klachten 1. Verdere groei van het aantal zelfstandigen met een lijnbusbaanontheffing. __ bij aanschaf van een elektrische taxi, werpen hun vruchten af. Tot en met Taxi gerelateerde klachten Aantal taxi gerelateerde SIA-meldingen (landelijk en gemeente) 2. Verdere krimp van het aantal TTO-chauffeurs. 2017 werden alleen de elektrische TTO-taxi's in de monitor meegenomen. Wanneer een passagier ontevreden is over een SIA-meldingen van bewoners (Signalen 3. Sterke toename van het aantal elektrische taxi. Vanaf 2018 zijn dat alle volledig elektrische taxi's (dus ook niet bij de gemaakte rit, kan hij of zij een klacht indienen bij het Informatievoorziening Amsterdam) gaan veelal KS TTO aangesloten taxi's). Dit is in lijn met de ambities van de agenda Landelijke Klachtenmeldpunt (www.taxiklacht.nl). over verkeers- en parkeergedrag van chauffeurs, AAG: Lichte daling aantal Rapporten van Bevindingen Taxi 2020-2025. Het meldpunt deelt informatie over de ingekomen ritweigering, de ritprijs en onheuse bejegening a In 2019 is een wijziging in de handhaving op verkeersovertredingen door klachten met de gemeente Amsterdam indien van de klant of mensen op straat. Het aantal dk 26° TTO-taxi's doorgevoerd. Sinds half juli 2019 krijgt een TTO-chauffeur Vervallen onderzoeken de klant daar toestemming voor geeft. Indien SIA-meldingen, waaronder ook meldingen over ad °°° bij overtredingen op de verkeersvoorschriften een zogeheten ‘mulder- Het onderliggende onderzoek bij deze monitor is helaas beperkter de klacht een TTO-chauffeur betreft, handelt de taxi's, is de voorgaande jaren sterk gestegen. ae 7 boete’ in plaats van een Rapport van Bevindingen (RvB). Deze manier van geweest dan voorheen. Er zijn door een fout in de organisatie drie TTO de klacht af. Indien het geen TTO-chauffeur Klachten van taxichauffeurs gaan vaak over ali pen 100 ET) 300 sanctioneren geldt wanneer de betreffende overtreding in het geval van onderzoeken niet uitgevoerd: het panelonderzoek onder regelmatige betreft, dan handelt het meldpunt de klacht af. het gedrag van andere taxichauffeurs en de ‚ een niet-aangesloten chauffeur ook tot een ‘mulder-boete’ leidt. Deze taxigebruikers, het imago onderzoek onder alle Amsterdammers en Daarnaast komen er rechtstreeks klachten binnen concurrentie op de taximarkt. In deze grafiek akk Marteliejen kid koerswijziging is in lijn met de ambitie van een gelijk speelveld voor de het mysteryguestonderzoek door enquêteurs. De uitkomsten van de bij de gemeente Amsterdam, anders dan de hierna wordt geen onderscheid gemaakt naar aard ahd hele straattaxibranche in Amsterdam. inzet van mysteryguests door Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte genoemde SIA-meldingen. Deze worden door het en ernst van de klachten. CM (THOR) zijn wel opgenomen in de taximonitor 2019. taxiteam afgehandeld. PVE) Daarnaast is in mei 2019 de pilot Standplaatsmanagement op de Daardoor zijn 3 tabellen vervallen: In de onderste grafiek is het percentage PER standplaats bij het Centraal Station van start gegaan. Bij deze pilot 1. De waardering van de branche en ritwaardering. Deze was De cijfers in de tabel zijn de optelsom van taxiklachten ten opzichte van het totale aantal TN 250 hoort ook een andere manier van sanctioneren. de afgelopen jaren stabiel. de klachten vanuit het Landelijk meldpunt SlA-meldingen weergegeven. PANDA 521 2. Het gebruik van de standplaats. De trend was een steeds en de gemeente. PIER 500 Deze wijzigingen hebben tot een kleine daling van het totaal aantal RvB's geleid. afnemengebruik van de standplaatsen. Conclusie: Het aantal taxi gerelateerde klachten is PIN 328 3. Ritweigering. Dit is al jaren stabiel. na een daling van 2 jaar weer gestegen. Het aantal ECE KC SIA meldingen ook, maar procentueel is het de afgelopen drie jaar redelijk gelijk gebleven. Het ereantegp ven Wet eemdial lijkt erop dat de meldingsbereidheid toeneemt. tAemelelngen get ecu laid: H H < P 9 Ke LL EN Taxxxivergunningen en . N 2 ET neren, maan 2020 mensterd PVEN Lijnbusbaanontheffingen | © en A TAL 2015 0,09 vin 0,17 2017 Keje 17 TA.P-examens Geslaagde kandidaten Taxi rik 0,24 Als een chauffeur een Amsterdamse Taxxxivergunning of lakse he esese hendel hek eld ee IE EC ae DE Lijnbusbaanontheffing wil aanvragen, moet de chauffeur een PINK 2013 3175 ë ë Taxi Amsterdam Praktijkexamen (T.A.P.) certificaat behaald hebben. 2014 708 2014 3623 Het aantal geslaagde kandidaten voor het T.A.P. is de afgelopen vi ZE; 2015 4161 twee jaar afgenomen. Het slagingspercentage schommelt al jaren rij TN 828 ri 3901 rond de 50%. Het slagingspercentage in 2019 is 43%. 2017 WAK 2017 SEPA © ee 2018 [EEZ VEN 3594 Amsterdamse Taxxxivergunning rij 314 2019 PAF) R Het aantal chauffeurs met een Amsterdamse Taxxxivergunning is in k ka la htt ë ak his hk a Fe nd havi ng door gemee nte Ne 2019 verder gedaald. Lijnbusbaanontheffingen voor Lijnbusbaanontheffing voor bestelmarkt chauffeurs (L.B.O.) zelfstandige chauffeurs . . Het aantal chauffeurs met een zelfstandige lijnbusbaanontheffing is sinds 2013 585 De ee jandhaef de toxverordening met wulderboete d di d 2016 sterk gestegen. Dit zijn de chauffeurs die alleen op de bestelmarkt PT et opma en van een apport van Bevindingen er” juil wor t voor een overtre mg op de RvB's voor TTO chauffeurs werkzaam zijn en geen Amsterdamse Taootvergunning hebben. mar (RvB) bij een overtreding. verkeersvoorschriften, waar mogelijk, met een mulder-boete’ gesanctioneerd. Daarnaast heeft de OE Conclusie: Deze ontwikkelingen ondersteunen het beeld dat de ge oer De TTO is primair verantwoordelijk voor de pilot van Standplaatsmanagement op het CS ook ne bestelmarkt ook in 2019 steeds belangrijker wordt. In 2019 is het PAIN 1560 sanctionering hierop. TTO's leggen op basis van geleid tot minder RvB's. le h4 aantal TTO's gelijk gebleven. 98 «> het eigen maatregelenprotocol een sanctie op. En _ DIE 5 ED WD WE AD Conclusie: Deze wijzigingen dragen bij aan de ENIS Bron: maandrapportage examens, februari 2020, CBR Er wordt onderscheid gemaakt tussen ernstige substantiele daling van het aantal RvB's op de 0 EJ en ED Bron: Taxiteam Amsterdam, maart 2020 (de gouden vijf) en overige overtredingen. gouden 5 en een beperkte daling van het totaal , , De gouden vijf zijn: aantal RvB's in vergelijking met voorgaande jaren. hid 5 Mid EEE ICS geleid tot sanctie ‚ 1. Ritweigering Bron: Taxiteam Amsterdam, maart 2020 NN 2. Hinder omgeving standplaats ® ® ze 3. Niet opvolgen aanwijzing ambtenaar 2017 PE, 4. Niet hanteren van het wettelijke tarief PN 207 mm 5. Overschrijding van het maximum aantal 2019 BETA En taxi's op de standplaats D Ei 400 ua 800 mmm GQ © Id _— 47 MN a Pe 7e Mysteryguestritten Elektrische taxi's id ed B sn Mysteryguests worden vanuit Toezicht en Handhaving Openbare ab RET INT Het aantal elektrische taxi's is in 2019 substantieel toegenomen. In het Aantal elektrische TTO taxi's Ruimte ingezet om te onderzoeken hoe taxichauffeurs hun werk Mysteryguestritten door handhavers m Grote overtredingen laatste kwartaal van 2019 zijn er bijna 1600 unieke elektrische taxi's in peildatum april 2020 doen. In 2019 zijn 227 ritten uitgevoerd door handhavers. Alle Amsterdam geteld. Er zijn subsidies voor de aanschaf van elektrische Mysteryguestritten zijn gestart op plaatsen waar vermoedelijk 2014 voertuigen en ook de uitrol van ‘schone! standplaatsen vordert EE onregelmatigheden plaatsvinden. Op basis van de bevindingen 2015 A gestaag. De standplaats op het CS is de grootse ‘schone’ standplaats Zos van de Mysteryguests is er extra gehandhaafd op deze locaties. 2016 in Amsterdam. rg 414 Deze specifieke inzet van mysteryguests verklaart het verschil in de 207 EE Op Schiphol hebben elektrische taxi's voorrang bij het oppikken EN 943 bevindingen van 2018 en 2019 in vergelijking met voorgaande jaren. van klanten. Dat is belangrijk voor Amsterdam, omdat veel taxiritten a | 1599 van en naar de nationale luchthaven gaan. Er zijn nu ongeveer 1000 Bij 35% van de ritten was sprake van grote overtredingen. 11% was 2019 EN elektrische TTO-taxi’s en op de bestelmarkt rijden er rond de 600. helemaal in orde en bij 54% was sprake van kleine overtredingen. kl ilk dk dk ad a Onder grote overtredingen wordt bijvoorbeeld onnodig omrijden Conclusie: De verdere verduurzaming van de taxibranche toont aan en prijsmanipulatie verstaan, kleine overtredingen zijn zaken als het dat het gemeentelijk beleid haar vruchten afwerpt. niet beschikbaar hebben van een ritbon. Bron: project Uitstootvrije taxi en laadinfra, mei 2019. Conclusie: Het gericht inzetten van mysteryguests op locaties Bron: Taxiteam Amsterdam, april 2020. waar vermoedelijk onregelmatigheden plaatsvinden blijkt effectief. Het geeft echter geen representatief beeld van de kwaliteit van ritten in zijn algemeenheid. Bron: overzicht resultaten Mysteryguestonderzoeken directie Handhaving en Toezicht Openbare Ruimte (THOR), Taxiteam Amsterdam, maart 2020. a
Onderzoeksrapport
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Volgnummer * in te vullen door de raadsgriffie Datum indiening * datum invullen Onderwerp Schriftelijke vragen van het lid N. Yilmaz inzake wederom weigeren van nigaabdraagsters door het GVB Aan het college van burgemeester en wethouders Toelichting: Ik citeer uit het Facebook-bericht*: “Op vrijdag 21 augustus is een Moslima met gezichtsbedekking uit de bus (34 Amsterdam Noord) gezet, omdat volgens de chauffeur, enkel een gezichtsbedekking niet is toegestaan. De Moslima, is uiteindelijk uitgestapt, omdat de chauffeur dreigde met de politie. Nadat ze is uitgestapt, is zij een volgende bus gaan pakken en heeft zij haar reis voort kunnen zetten zonder problemen.” Eerder heeft de fractie van DENK schriftelijke vragen gesteld over een soortgelijke zaak bij de pont. Het betreurt de DENK-fractie dat deze incidenten zich blijven voortdoen en dat het college geen actie onderneemt om dit te voorkomen. Gezien het vorenstaande stelt ondergetekende, namens de fractie van DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen: 1. Heeft het college kennisgenomen van dit incident en kan zij toelichten wat er zich heeft voltrokken? Kan het college daarbij ook toelichten wáárom deze mevrouw is geweigerd? 2. Het zogeheten boerkaverbod zou niet worden gehandhaafd. Welk verklaring heeft het college voor het feit dat nigaabdraagsters nog steeds worden uitgesloten? Wat gaat het college doen om dit in het vervolg te voorkomen? 3. Is het college c.q. het GVB in gesprek geweest met deze mevrouw om haar verhaal aan te horen? Vindt het college dat aan deze mevrouw excuses zou moeten worden aangeboden? Zo nee, waarom niet? 4. Hoe vaak is het sinds de invoering van het boerkaverbod (1 augustus 2019) voorgekomen dat nigaab/boerkadraagsters geweigerd c.q. aangesproken zijn door het GVB of in het stadshuis? Kan eveneens worden gedifferentieerd op basis waarvan de weigering plaats vindt? Indien dit niet bijgehouden wordt, waarom niet? 5. Hoe vaak is de politie ingeroepen bij het weigeren van nigaab/boerkadraagsters en waarom is dat gebeurd? Hoe zijn die gevallen precies afgelopen? 1 https://www.facebook.com/tegenboerkaverbod/photos/a.494453294695194/82580113156 0407/ 1 6. Kan een nigaab/boerkadraagster ook worden geweigerd als zij onder haar gezichtsbedekkende kleding een mondkapje draagt? Waarom? 7. Maakt het verschil om een mondkapje van stof te dragen of gezichtsbedekkende kleding? Waarom wel/niet? En wat is het protocol van het GVB hierop? Het lid van de gemeenteraad, N. Yilmaz 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Raadsnotulen Jaar 2020 Afdeling 2 Vergaderdatum 16 december 2020 Publicatiedatum 13 januari 2021 Avondzitting op woensdag 16 december 2020 Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester Raadsgriffier: mevrouw Houtman Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland) De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.30 uur. 6. Vaststellen van de Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1183) De VOORZITTER: Aan de orde is de Begroting 2021 en deze wordt gevoegd behandeld met de agendapunten 7 tot en met 12. 7. Vaststellen van de Legesverordening 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1567) 8. Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van onroerendezaakbelastingen 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1578) 9. Wijzigen van de Verordening Roerende Ruimtenbelastingen 2007 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1577) 10. Wijzigen van de verordening precariobelasting 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1576) 11. Vaststellen van de Verordening vermakelijkhedenretributie evenementen 2021. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1574) 12. Wijzigen van de Verordening reclamebelasting 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1575) De VOORZITTER: Vanavond beginnen we met de termijn van de zijde van de raad en de stemmingen zullen morgenavond plaatsvinden bij de besluitvormende vergadering zoals u weet. De moties die zijn ingediend bij de Algemene beschouwingen en bij de 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen behandeling van de Begroting van de raadscommissies maken deel uit van de beraadslagingen. 1° Motie van het lid van Dantzig inzake viering 750 jaar Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1251) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de voorbereidingen voort te zetten voor de viering van ter ere van het 750-jarig bestaan van Amsterdam; - __ voor deze gelegenheid topsportevenementen naar Amsterdam te halen; - voor deze gelegenheid de Manifesta Biënnale naar Amsterdam te halen; - voor deze gelegenheid na te streven dat de museale voorziening beschikbaar wordt gesteld voor het slavernijverleden 2° Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Leegstand in tijden van woningnood (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1252) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met eigenaren van leegstaande winkelpanden en hotels te inventariseren waar eventuele knelpunten voor een verdere opvoering van de woningproductie precies liggen en die voor te leggen aan de raad. 3° Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave- Verkerk, Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Financiering buurtmedia (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een regeling op te zetten voor buurtmedia van 140.000 euro, te weten 20.000 euro per stadsdeel en hiervoor criteria te ontwerpen en deze voor te leggen aan de raad; - de dekking voor deze regeling te vinden binnen de middelen van de Uitvoeringsagenda/middelen maatschappelijk initiatief. 4° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__met bewonersorganisaties het idee van het buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te delen; - te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van de nieuwe regeling Maatschappelijk Initiatief en de raad hierover te informeren. 5° Motie van de leden De Jong, Roosma, Hammelburg, Flentge en Mbarki inzake de Begroting 2021, Tegengaan van onnodig hoge inkomenseisen bij vrije sector huurwoningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1255) 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in gesprekken met woningcorporaties en (vertegenwoordiging van) particuliere verhuurders het probleem van onnodig hoge inkomenseisen onder de aandacht te brengen en zo mogelijk afspraken te maken dat zij inkomenseisen hanteren van maximaal bruto drie keer de kale maandhuur:; - te bezien of de maximale inkomenseis een criterium kan worden voor de verhuurvergunning. 6° Motie van de leden Mbarki en Flentge inzake de Begroting 2021, Handhaving buiten de ring (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1259) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de verdeling van de extra middelen voor handhaving de ontwikkelbuurten verhoogde prioriteit te geven; - het overgrote deel van de extra handhavingsmiddelen juist in die delen van de stad te investeren. 7° Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een banenmotor die draait voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de inzet op werkgelegenheid aandacht te hebben voor Amsterdammers die geen startkwalificatie hebben of Verklaring Omtrent Gedrag (VOG); - erop toe te zien dat ook voor deze groep Amsterdammers werkgelegenheid gecreëerd wordt. 8° Motie van de leden Roosma, El Ksaihi en Mbarki inzake de Begroting 2021, In dienst bij Regionaal Werkcentrum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1262) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het kabinet te pleiten voor experimenteerruimte binnen het Regionaal Werkcentrum om verschillende aanbevelingen van de commissie Borstlap uit te voeren; - in elk geval te onderzoeken welke vormen er mogelijk zijn om werknemers in dienst te nemen van het Regionaal Werkcentrum en hen te detacheren en/of collectieve risico's van werkgevers tijdelijk over te nemen zodat mensen makkelijker aan de slag kunnen gaan bij lokale werkgevers. g° Amendement van het lid Poot inzake de Begroting 2021 (Mutaties Tegenbegroting van de fractie van de VVD ‘Met keuzes door de crisis’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1275) Besluit: 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - Onderstaande mutaties, die nader worden toegelicht in de tegenbegroting van de VVD, dienovereenkomstig te wijzigen in de begroting 2021 Gemeente Amsterdam: (bedragen in mijoenen) | | Aantrekken bedrijven |08 |08 |o8 |o8 | | Andere keuze: Buurtbanen & Diverseeconomie |-130 |-30 |-50 |00 | 2. Bouwend uitde crisis j03 |oo |oo |oo | | Stroomlijnen vergunningsproces | vergunningsproces es joo joe pee | 4.Veiligheidalsrandvoorwaarde ______|40 |40 |50 |60 | | 150 extra handhavers | extra handhavers 200 OO | Sociaal dashboardjeugdzorg____________|00 |oo |-20 |30 | | Pilots schotten doorbreken |03 |03 |oo |+10 | | Aanvullend openbaar vervoer | openbaar vervoer tes te te | | Geen reclamebelasting |99 |oo |oo |oo | Incidentele lastenverlichting college __|-10,0 |-10,0 |oo |oo | A | Stoppen met intensivering broedplaatsen ___|47 [+47 |oo |oo | | Stoppen metbuurtbudgetten __ |45 |45 |oo |oo | | Stoppen bestuursopdrachtinclusieendiversiteit |-4,7 _|00 |oo |oo | | Onttrekken klimaatfondsomte investeren __|-490 |-39,0 [00 |00 | | Verkoop gemeentelijkvastgoed _________|-50 |-50 |oo |oo | A 4 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Frictiekosten herinrichting ambtelijke organisatie 40,0 |60,0 |27,5 |450 | Secundaire besparingen ambtelijke organisatie loo |-10,0 |-100 |100 | Inkrimping ambtelijke huisvesting Resultaat 2021 {2022 |2023 |2024 (bedragen in miljoenen) | Begin saldo Toevoegingen | Vereveningsfonds oo |oo |oo [750 Reserve erfpachtgrond 500 |soo |oo |oo | Rentebuffer Onttrekkingen: | Inzet algemene reserve -124,7 Reserve meerjaren intertemporele compensatie (-15,3 Jo |93 |4 | Eindsaldo algemene reserves 288,4 Stedelijk Mobiliteitsfonds 2021 2022 2023 2024 (bedragen in miljoenen) nn Stoppen programma autoluw Onder de grond parkeren Niet schrappen parkeerplaatsen 08 |-08 |08 |08 10 cents zone en coupons voor ondernemers os |o8 log |o8 Extra investeringen in groen & onderhoud loo [30 |50 |4100 Parkeeropbrengsten 2e vergunning, zondag Resultaat 65 [30 |21 lee | 10° Motie van de leden Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake de Begroting 2021, Amsterdam Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__samen met het bedrijfsleven te investeren in het voorstel van MKB Amsterdam Food Capital; - deze investeringen te financieren uit de 12 miljoen die gereserveerd is voor de viering van Amsterdam 750 jaar. 11° Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Inventarisatie ondersteuning hulpinitiatieven in coronatijd (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1278 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - samen met betrokken partijen te inventariseren wat er nodig is aan geld en middelen in de stad om te zorgen dat formele en informele (voedsel}hulpinitiatieven voldoende hulp kunnen blijven bieden; 5 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - deze inventarisatie breed aan te vliegen door ook te kijken naar zaken als fysieke locaties voor voedseluitgiftepunten en benodigdheden als mondkapjes, koelkasten, ondersteuning van transport (busjes) voor informele voedselinitiatieven; - __aan de hand van deze inventarisatie een globaal plan van aanpak te schetsen om formele en informele hulpinitiatieven te ondersteunen en deze te rapporteren aan de raad. 12° Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Slotervaart als noodhospitaal, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1279) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met spoed in overleg te treden met het Regionale Overleg Acute Zorg (ROAZ) en de mogelijkheden om het Slotervaartziekenhuis te gebruiken als noodhospitaal voor coronazorg — bijvoorbeeld door verpleegafdelingen in te richten voor patiënten die niet op de IC liggen — nogmaals te onderzoeken en hierover te rapporteren aan de raad. 13° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, De beste raad is een burgerraad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1280) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de burgerinspraak en burgerparticipatie in Amsterdam vergroot kan worden, bijvoorbeeld met het instellen van een burgerberaad of burgerjury; - de raad over de uitkomsten te informeren. 14° Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Inspraakavond geen wassen neus (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1281) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ervoor te zorgen dat inspraakavonden in een vroeger stadium van de besluitvorming plaatsvinden zodat bewoners ook daadwerkelijk inspraak kunnen uitoefenen op het uiteindelijke besluit. 15° Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe we de middenklasse kunnen behouden in Amsterdam en daarbij mee te nemen in hoeverre gemeentelijk beleid hierbij een rol kan spelen, en bij dit onderzoek nadrukkelijk maar niet exclusief, de volgende gemeentelijke beleidsterreinen te betrekken: — Wonen; — economie en werk; 6 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen — mobiliteit en bereikbaarheid; — gemeentelijke lasten; — energietransitie; - naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek beleidsvoornemens ter behoud van de middenklasse in Amsterdam aan de raad voor te leggen in een Actieplan Middenklasse Amsterdam. 16° Motie van de leden Boomsma, Van Dantzig, Poot, Mbarki, Flentge, Van Soest, Van Lammeren, Kreuger, Ceder, Van Schijndel en Roosma inzake de Begroting 2021, Stadsgesprekken vrijheid van meningsuiting en religie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1290) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ín samenwerking met scholen en andere relevante partners en groepen (waaronder docenten, jongerenwerkers, maatschappelijke organisaties en debatcentra) een serie stadsgesprekken te organiseren over het belang van ondeelbare grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting, en waarom ideologie en religiekritiek- en spot in de vorm van cartoons of op andere manieren, daar onder valt, in het licht van recente ontwikkelingen. 17° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bouwen in het middensegment (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1294) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de eis voor de verdeling van segmenten voor de nieuwbouw aan te passen naar 30% sociale sector, 50% middensegment en 20% duur segment; - de extra grondopbrengsten die dit realiseert deels in te zetten voor een versnelling van de woningverbetering in de sociale sector te beginnen met het zo snel mogelijk vervangen van enkelglas door dubbelglas bij sociale huurwoningen. 18° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303) Besluit: - de bouw van het nieuwe Meervaart theater aan de Sloterplas en de OBA Next uit te stellen; - de vrijgekomen kapitaallasten van het uitstellen van deze projecten te gebruiken om de bezuinigingen op de wijkbibliotheken te voorkomen. 19° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Noodopvang dakloze gezinnen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1304) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 7 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - niet te bezuinigen op de noodopvang voor dakloze gezinnen maar in plaats daarvan op termijn het aantal plekken in de noodopvang te verhogen tot 330 plekken in totaal; - maatregelen te treffen om de doorstroom vanuit de opvang te bevorderen; - in 2021 2,5 miljoen extra beschikbaar te stellen voor de noodopvang van dakloze gezinnen, naast het voorgestelde bedrag in de begroting; - _ vanaf 2022 structureel 5 miljoen extra te bestemmen voor de noodopvang van dakloze gezinnen; - Dit tot aan 2023 te dekken vanuit de algemene reserve en daarna vanuit hogere grondopbrengsten als gevolg van een aanpassing van de eisen voor woningbouw naar een groter middensegment. 20° Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Structurele financiering Masterplan Zuidoost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1305) Besluit: - het participatieproces zorgvuldig te waarborgen en de wijken en de bewoners te betrekken bij de uitvoering van het Masterplan Zuidoost; -__een langdurige financiering van 5 miljoen per jaar voor ten minste tien jaar na 2022 voor het Masterplan Zuidoost te bestemmen; -_ de extra investeringen voor het Masterplan Zuidoost te dekken vanuit de tientallen miljoenen die nu gereserveerd worden voor banenmotoren. 21° Motie van het lid La Rose inzake de Begroting 2021, Toename psychische klachten door coronacrisis bij jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1306) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe vroegsignalering bij jonge Amsterdammers met psychische klachten kan worden ingezet; - de inzet van jongerenwerkers als aanspreekpunt voor vroegsignalering te onderzoeken; - __ hiertoe een plan te ontwikkelen en dit voor te leggen aan de raad. 22° Motie van de leden N.T. Bakker, De Fockert, Veldhuyzen, Taimounti en Heinhuis inzake de Begroting 2021, Vóór 14 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1307) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in navolging van de gemeenten Arnhem, Utrecht, Den Haag, Groningen, Nijmegen en Delft zich uit te spreken voor een verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur; -__door middel van een brief bij de regering aan te dringen op verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur; - binnen VNG-verband in het kader van de onderhandelingen over de cao Gemeenten 2021 en verder zich hard te blijven maken voor een uurloon van minimaal 14 euro per uur. 8 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 23° Motie van de leden N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti inzake de Begroting 2021, Uurloon naar 14 euro per uur voor toekomstige medewerkers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1308) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ toekomstige medewerkers die in dienst komen bij de gemeente Amsterdam waar mogelijk dusdanig in te schalen dat zij minimaal 14 euro per uur verdienen. 24° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Versnelling van vergroening schoolpleinen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1309) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - voor de verschijning van de Voorjaarsnota mogelijkheden te schetsen om de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen te versnellen zodat er de komende twee jaar in plaats van 15 schoolpleinen jaarlijks 30 schoolpleinen kunnen worden aangepakt en de kosten hiervan in kaart te brengen. 25° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen stadspasacties voor het Dolfinarium (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1310) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in de toekomst geen stadspasacties meer voor het Dolfinarium te organiseren. 26° Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Van Mierlobrug’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1311) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een brug te vinden met een duidelijke link naar het leven van Hans van Mierlo en deze de naam Hans van Mierlobrug te geven. 27° Motie van de leden Taimounti en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Voedselparagraaf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de begroting een voedselparagraaf op te nemen waarin: - alle inspanningen van de gemeente ter bevordering van een regionale voedseleconomie, het tegengaan van voedselverspilling en alle vormen van steun aan (in)formele voedselvoorzieningen wordt opgenomen; - daarbij te onderzoeken hoe het (overtollige) aanbod van voedsel uit de regionale voedseleconomie kan worden afgestemd op de vraag naar voedsel van de (informele voedselvoorzieningen; - de raad periodiek te informeren over de voortgang van deze programma’s en initiatieven zolang de coronacrisis voortduurt. 9 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 28° Amendement van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Financiële gift voor vitale vrijwilligers actief bij de (in)formele voedselvoorzieningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313) Besluit: - onze waardering te laten blijken aan actieve vrijwilligers van de formele en informele voedselvoorzieningen in Amsterdam, in de vorm van een financiële gift gelijk aan het bedrag dat is toegekend aan de medewerkers van de handhaving en deze uit dezelfde dekking te financieren. 29° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021,Tweede noodkas voor coronasteun (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1314) Besluit: in de Begroting 2021 op bladzijde 23 de volgende passages op te nemen: — “Om bedrijven, organisaties en instellingen die in nood verkeren door de coronacrisis te kunnen ondersteunen reserveren we een bedrag van 18 miljoen euro voor een nieuwe ‘noodkas’. Ook instellingen die geen subsidie ontvangen van de gemeente kunnen in aanmerking komen voor deze steun”; — “Dit bedrag te onttrekken aan het klimaatfonds en in mindering te brengen op de uit dat fonds begrote uitgaven voor banenmotoren”; — Alle andere relevante passages en tabellen uit de begroting conform het bovenstaande te wijzigen. 30° Amendement van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk, Van Soest en Kreuger inzake de Begroting 2021, Bezuinig niet op bestaande bibliotheken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1315) Besluit: - op pagina 21 van de begroting in tabel 2.24 Vermindering Taken per Programma bij programma 4 de voorgestelde bezuiniging van 1,2 miljoen euro in 2023 en 2024 en 0,3 miljoen euro in 2023 en 2024 te schrappen en in de tekst de volgende zin op te nemen: “De subsidie aan OBA houden we ook in 2023 en 2024 op peil.” - hiervoor dekking te vinden door af te zien van de geplande bouw van OBA- next op de Zuidas en het nieuwe Meervaart theater in de Sloterplas, en de vrijgevallen kapitaallasten van 1,5 miljoen euro daartoe aan te wenden; - alle andere tabellen en teksten van de begroting het bovenstaande laten reflecteren. 31° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun Museum het Schip (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1316) Besluit: 10 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen -__op pagina 90 van de begroting 2021 onder het kopje ‘Welke ontwikkelingen zien we voor 2021” de volgende passages op te nemen: “Om de rijke geschiedenis van de Amsterdamse School-architectuur te kunnen blijven tonen geeft de gemeente de komende vier jaar een aanvullende subsidie van 150.000 euro aan Museum Het Schip. Dit dekken we door jaarlijks dit bedrag te onttrekken aan het vereveningsfonds.” - alle andere tabellen en teksten van de begroting het bovenstaande laten reflecteren. 32° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Sloopvergunning historische panden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1317) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe historische panden van voor 1940 die geen monument zijn beter beschermd kunnen worden door de invoering van een sloopvergunningsstelsel en dat voor te leggen aan de gemeenteraad. 33° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek toezicht op verbouwingen en sloop van monumenten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1318) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe effectief de huidige Bouw- en woningtoezicht per stadsdeel is ten opzichte van de bescherming van erfgoed en hierbij te betrekken: — het opsporen van misstanden bij bouw- en sloopwerkzaamheden; — eventuele capaciteitstekorten; — de samenhang en uniformiteit tussen het toezicht per stadsdeel 34° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen cursussen wit-privilege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen cursussen of trainingen in wit-privilege aan te bieden aan Amsterdamse ambtenaren. 35° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen extra sportvelden in het Diemerpark (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1320) Besluit: -__op pagina 408 de zin ‘Ook investeren we in de verbouwing van het De Mirandabad, sporten en spelen in de openbare ruimte, uitbreiding van sportpark IJburg en de voorbereidingen voor een nieuwe Jaap Eden IJsbaan.’ 11 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen te wijzigen in: ‘Ook investeren we in de verbouwing van het De Mirandabad, sporten en spelen in de openbare ruimte en de voorbereidingen voor een nieuwe Jaap Eden IJsbaan.’ 36° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun voor sportaanbieders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1321) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met de Sportraad in overleg te gaan over deze problematiek; - als bij de subsidieronde van 15 november blijkt dat opnieuw weinig sportaanbieders subsidie hebben aangevraagd, samen met de Sportraad te kijken hoe sportaanbieders die in financiële problemen zijn gekomen door de coronacrisis wel bereikt kunnen worden; - zo nodig de criteria voor subsidie bij te stellen. 37° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Zwemlessen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1322) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - prioriteit te geven aan het opstarten van zwemlessen zodra dit mogelijk is; - de zwembaden te vragen de wachtlijsten te heropenen omdat er anders geen inzicht is in de behoefte; - de wachtlijsten op zo kort mogelijke termijn weg te werken door het starten van extra zwemlessen; - ditte financieren uit de gelden die gereserveerd zijn om het sporten bij 5 t/m 12-jarigen te bevorderen. 38° Motie van de leden Boutkan en Ernsting inzake monitoren van onroerend goed transacties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - beter en anders te gaan monitoren welke OG transacties in bepaalde straten/ gebieden worden gedaan; - hiertoe te overleggen met belangrijke stakeholders in de stad, zoals woningcorporaties, NV Zeedijk, Stadsgoed, het RIEC, BIZ etc; -__een verkenning op hoofdlijnen uit te voeren voor het inrichten van een bureau waar door de gemeente OG-transacties worden vastgelegd en gevolgd, waarbij voldaan wordt aan de juridische verplichtingen rondom privacy en gegevensverzameling; - de resultaten van deze verkenning voor te leggen aan de raad voor de zomer van 2021. 39° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1324) 12 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de bovengenoemde bewustwordingscampagne op sociale media, gericht op ondernemers over foute investeerders, door te ontwikkelen en te herhalen; -__ hierbij bij voorkeur samen met de Amstellandgemeenten op te trekken; - in de campagne nadrukkelijk aandacht te besteden aan de mogelijkheid om misdaad of verdachte situaties anoniem te melden en het plaatsen van dergelijke meldingen eenvoudiger te maken; - de raad te informeren over de resultaten en opbrengsten van de campagne. 40° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1325) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ín kaart te brengen hoeveel extra ambtelijke capaciteit er nodig is om de omvangrijkere bibob-toetsen uit te kunnen voeren en op basis hiervan een voorstel uit te werken en dit aan de raad te besluitvorming voor te leggen. 41° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra handhaving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326) Besluit: - _op bladzijde 45 van de begroting onder ‘3.1.2 Openbare orde en veiligheid’ onder ‘toezicht en handhaving’ toe te voegen: ‘We zorgen voor extra toezicht door de komende jaren nog eens 100 extra handhavers in dienst te nemen.’ -__op bladzijde 49 onder ‘lasten’ toe te voegen: ‘extra handhaving (3 miljoen euro) - dit te dekken door te stoppen met de 24-uursopvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen; - alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. 42° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Reserveer middelen voor het bestrijden van misstanden in de prostitutie en sluiten raambordelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1327) Besluit: -__op bladzijde 47 onder ‘Prostitutie’ de volgende passage toe te voegen aan de eerste bulletpoint na ‘Het Project uitwerking Scenario's Raamprostitutie Wallen/Singelgebied.” 13 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen ‘Om voldoende middelen te hebben voor de uitvoering van dit project reserveren we in 2021, 2022 en 2023 jaarlijks 4 miljoen euro; - ditte dekken door dit bedrag te onttrekken aan het klimaatfonds; - op diezelfde bladzijde onder Prostitutie een bulletpoint toe te voegen met: ‘Het bestrijden van misstanden in de prostitutiesector verdient blijvende aandacht. Om die bestrijding te intensiveren reserveren we 0,5 miljoen euro extra in 2021, 2022 en 2023’; - ditte dekken door dat bedrag in mindering te brengen op de uitgaven aan de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers; - alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. 43° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra middelen voor bestrijding radicalisering (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1328) Besluit: - op bladzijde 45 van de begroting onder ‘Radicalisering’ onder ‘toezicht en handhaving’ toe te voegen: op bladzijde 49 onder ‘lasten’ bij ‘De aanpak Radicalisering (0,9 miljoen euro)’ het bedrag te wijzigen in ‘De aanpak radicalisering (1,6 miljoen euro) - dit te dekken door te stoppen met de 24-uursopvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen; - alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen 44° Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Onderzoek naar de volksgezondheidsaanpak (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de schaarse mankracht in het veiligheidsdomein efficiënter kan worden ingezet ter voorkomen en bestrijden van wapengeweld en -bezit onder jongeren bijvoorbeeld door meer in te zetten op maatregelen die gebaseerd zijn op de volksgezondheidsaanpak, en hierover te rapporteren aan de raad. 45° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Campagne voor een fatsoenlijke samenleving (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1330) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 14 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - ín gesprek te gaan met vertegenwoordigers en belangenbehartigers die een representatieve afspiegeling vormen van de Amsterdamse demografie en samen met hen een campagne op te zetten c.q. voorstellen te bedenken ter bevordering van een fatsoenlijke samenleving en een respectvolle omgang met elkaar. 46° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Veiligheidsinzet Centrum efficiënter organiseren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1331) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken of en hoe de inzet van de verschillende programmaonderdelen in het beleidsdomein Openbare Orde en Veiligheid gericht op stadsdeel Centrum efficiënter georganiseerd kunnen worden waardoor kosten kunnen worden bespaard; -__en de hieruit voortvloeiende besparingen in te zetten voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de ontwikkelbuurten. 47° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Discriminatierechercheurs (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1332) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_ ín overleg met de driehoek en de landelijke politieleiding de mogelijkheden te verkennen om Amsterdam aan te laten sluiten bij de pilot discriminatierechercheurs teneinde te bezien of specialisatie een bijdrage kan leveren aan een effectievere bestrijding van discriminatie en de uitkomsten hiervan te rapporteren aan de raad. 48° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra capaciteit monumenten en archeologie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1333) Besluit: -__op pagina 100 toe te voegen: ‘We investeren in de bescherming van erfgoed in de stad. Daartoe breiden we de capaciteit uit van Monumenten en Archeologie.” - in de tabel ‘Financiële Toelichting’ op diezelfde bladzijde de lasten van 3,2 miljoen euro voor 2021 te wijzigen naar 3,6 miljoen euro en voor 2022 naar 3,6 miljoen euro; - dit te dekken door het in mindering te brengen op het budget dat is gereserveerd voor de bestuursopdracht diversiteit (totaal 4,7 miljoen euro) en alle bijbehorende teksten en bedragen conform te wijzigen. 49° Motie van de leden Boomsma inzake de Begroting 2021, Spreekuur voor burgemeester en wethouders (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 15 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - een voorstel uit te werken voor een periodiek en terugkerend spreekuur voor burgemeester en wethouders, dat breed bekend is bij bewoners en instellingen in de stad, waar alle burgers die wonen of werken in de stad een onderwerp van maatschappelijk belang naar keuze, met uitzondering van onderwerpen waarover een bezwaar- of beroepsprocedure loopt, kunnen voorleggen aan de relevante bestuurder. 50° Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg en Boomsma inzake de Begroting 2021, Versnellen proces bouwvergunningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1335) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een onafhankelijk bureau de opdracht te geven om het proces omtrent het verlenen van bouwvergunningen onder de loep te nemen; - de stadsdelen en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied de opdracht te geven de bevindingen en verbeterpunten van het onafhankelijk bureau te gebruiken om het proces te stroomlijnen, zodat de bouwambities ook in de toekomst gehaald kunnen blijven worden. 51° Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Begroting 2021, Geen strengere BENG-eisen die woningbouw schaden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1336) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - als Amsterdam geen strengere BENG-eisen te hanteren tenzij deze in samenspraak met de branche hebben geleid tot een voorstel die haalbaar, betaalbaar en effectief is zodat de woningbouwproductie hier niet onder leidt. 52° Motie van het lid Boomsma inzake de begroting 2021, Realistisch inzicht in de woningbouw (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1337) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de raad in januari 2021 te informeren over hoeveel sociale huurwoningen en middeldure huurwoningen in 2021, 2022, 2023, 2024 en 2025 in aanbouw genomen zullen moeten worden om de doelen uit het woningbouwplan 2018- 2025 te realiseren en gemiddeld over 2018-2025 uit te komen op 1.670 middelduur en 2.500 sociaal. 53° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitor oplevering middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met ingang van 2021 één keer per jaar een rapportage beschikbaar te stellen, in een vorm waarmee de raad in staat is om een kwalitatieve evaluatie van het actieplan middeldure huur uit kan voeren, omdat wordt ingegaan op: 16 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen — hoeveel van de in aanbouw genomen woningen per jaar zijn reeds opgeleverd; — hoe groot zijn de woningen, uit hoeveel ruimtes bestaan deze; — waar bevinden deze woningen zich; — wat was de opleverstatus (bijvoorbeeld: casco, geheel afgebouwd, etc); — wat is de aanvangshuur van de woning en wat zijn de servicekosten; — welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld VVE-kosten, kosten voor een parkeerplaats, etc; — wat is het aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners inderdaad middeninkomens. 54° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek beïnvloedbare aspecten van financiële positie corporaties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1339) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de volgende aspecten de financiële positie van corporaties beïnvloeden: -__ verhuurdersheffing; - lokale belastingen; -= onnodige leegstand (uitgelopen verbouwing, leegstand bij wissel van bewoners); - __huurachterstanden; - te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente en corporaties zelf hebben om deze positie te verbeteren; - en aante geven wat de (financiële) impact van deze maatregelen kan zijn. 55° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Alles op alles voor middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij nieuwe transformaties ook de volgende verdeling van sociale, middel dure en dure koopwoningen toe te staan: 0%-100%-0% of een andere verdeling waarbij minstens 80 procent van de bouw bestaat uit woningen in het middensegment; - bij nieuwe tenders voor woningbouw 2021 de volgende verdeling als uitgangspunt te hanteren: 0%-100%-0%, of een andere verdeling waarbij minstens 80 procent van de bouw bestaat uit woningen in het middensegment, zolang de bestaande ambities voor middeldure huur en de al opgelopen achterstanden nog niet zijn ingelopen, en alleen van deze verdeling af te wijken na instemming door de raad. 56° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Up to date objectieve benchmark voor schoon en heel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 17 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - een objectieve benchmark uit te (laten) voeren naar het beleid ‘schoon’ en ‘heel’ waarin gekeken wordt naar: - kwaliteit: hoe verhoudt het onderhoudsniveau in Amsterdam zich tot het onderhoudsniveau in andere steden; - budget: hoe verhoudt het budget, bijvoorbeeld per 1.000 inwoners, dat Amsterdam uitgeeft zich tot de uitgaven in andere gemeenten; - governance: hoe verhoudt de manier van KPl-sturing die binnen Amsterdam gehanteerd wordt (o.a. beeldkwaliteit en meldingen) zich tot de sturing die in andere gemeenten gehanteerd wordt; - lange termijn: hoe het lange termijn onderhoudsplan van de gemeente Amsterdam zich verhoudt tot andere gemeenten; -__en dit onderzoek in het eerste halfjaar van 2021 aan de raad te sturen. 57° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Wijkcentra (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1342) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de uitwerking van de buurtbudgetten in de Begroting 2021 de financiering van wijkcentra mee te nemen en er daarbij zorg voor te dragen dat wijkcentrum De Pijp en wijkcentrum d'Oude Stadt voldoende gefinancierd worden om hun werkzaamheden op het huidige niveau voort te zetten. 58° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Behalen referentienorm groen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1343) Besluit: -__op pagina 196 binnen de tabel ‘Activiteit 9.4.1.3. We zorgen voor integrale en duurzame ruimtelijke planontwikkeling’ de volgende tekst: “1. Geen[1] Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen streefwaarde Geen streefwaarde [1] Voor deze activiteit zijn geen indicatoren en streefwaarden opgenomen, omdat deze activiteit lastig te vangen is in één afzonderlijke indicator’ te wijzigen in: ‘Bij elk investeringsbesluit (plaberum) is er ruimte voor groen volgens de referentienormen. -__en onder Begroting 2021 toe te voegen: “100 procent’; -__en onder Prognose 2022-2024 toe te voegen: “100 procent’. 59° Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Zet Zuidoost op de kaart (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1344) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 18 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - voortaan heel Amsterdam-Zuidoost volledig te vermelden op plattegronden in beleidsstukken die van toepassing zijn op dit stadsdeel en op de gemeente Amsterdam als geheel. 60° Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Soest, Van Schijndel, Bloemberg-lssa, Ceder, Kilig en Köhler inzake de Begroting 2021, Pardonregeling voor late erfpachtoverstappers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1345) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een pardonregeling te treffen zodat erfpachters die tussen 7 januari 2020 en 7 maart 2021 overstappen naar eeuwigdurende erfpacht, alsnog gebruik kunnen maken van de korting die gold voor die tijd en waarbij de erfpachtgrondwaarde wordt afgeleid van de WOZ-waarde 2014/2015. 61° Amendement van de leden N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake ‘Food Capital’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1346) Besluit: -__samen met het bedrijfsleven te investeren in het voorstel van MKB Amsterdam ‘Food Capital’; - deze investeringen te financieren uit de 12 miljoen die gereserveerd is voor de viering van Amsterdam 750 jaar. 62° Amendement van het lid Vroege inzake de Begroting 2021, Meer voor de fiets minder voor de auto (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347) Besluit: - de subsidieregeling langparkeren af te bouwen en de middelen die hierdoor vrijvallen in te zetten voor het stimuleren van het aantal fietsbuurtstallingen. 63° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Stimuleer thuiswerken en spits mijden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1348) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een hackaton te organiseren waarin gemeente, brancheorganisaties, werkgevers en werknemers, vervoerbedrijven en _mobiliteitsexperts brainstormen over oplossingen om drukte op het ov-netwerk en wegen zoveel mogelijk te ontlasten en te spreiden, door middel van onder andere het stimuleren van thuiswerken en spits mijden; - zich als doel te stellen een actieprogramma uit te werken op basis van de uitkomsten van deze hackaton. 64° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Korting parkeren emissieloze deelauto’s (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1349) 19 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken om binnen de budgetten die staan voor de Agenda Autodelen en de Agenda Autoluw korting te geven op de tarieven voor uitstootvrije deelauto-parkeervergunningen; - de raad te informeren over de uitkomsten hiervan en op basis van dit onderzoek eventueel een voordracht voor te bereiden die voorziet in korting op de tarieven voor uitstootvrije deelautoparkeervergunningen. 65° Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Meer auto’s onder de grond en meer groen op straat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1350) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een stadsbreed onderzoek te starten waarin alle mogelijke locaties in kaart worden gebracht die zich lenen voor de ontwikkeling van moderne (ondergrondse) parkeergarages voor o.a. emissievrije auto’s en deelauto’s, zowel in de bebouwde omgeving als in nieuw te bouwen buurten; - hierbij ook reeds eerder onderzochte locaties voor garages te betrekken; -__in dit onderzoek uit te gaan van een opheffingsnorm van 1:1, zodat nieuw te bouwen (ondergrondse) parkeergarages resulteren tot meer ruimte op straat voor groen, fietsparkeren en speelvoorzieningen voor kinderen etc. 66° Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021, Corona parkeerdubbeltje (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1351) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ín kaart te brengen welke winkelgebieden zich zouden kunnen lenen voor het instellen van 10-centzones; - te onderzoeken of het uitreiken van parkeerkaarten aan ondernemers winkelend publiek kan aantrekken. 67° Motie van het lid Van Lammeren inzake de begroting 2021 (Geen vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de vertrekkende wethouder Dijksma niet te vervangen en de portefeuilles in de commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water (MLW) binnen het college op te laten vangen. 68° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Nee-tenzij- beleid bij bomenkap (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1353) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 20 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - dat het uitgangspunt van de gemeente wordt om bomen in Amsterdam te behouden; -__ ereen nee-tenzij-beleid komt waarbij in principe alle bomen blijven staan, tenzij het om veiligheidsredenen echt niet anders kan; - _ bij elke boom die gekapt gaat worden te rapporteren waarom dit noodzakelijk is en welke alternatieven overwogen zijn inclusief financiële onderbouwing. 69° Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2021, Lessen uit de Menukaart, anders omgaan met schaarse openbare ruimte (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1354) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de methodiek en ervaringen van de Menukaart te evalueren en met een voorstel te komen welke lessen getrokken en toegepast kunnen worden; - de raad hierover te informeren vóór de zomer van 2021. 70° Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Het EU-Mercosur Verdrag (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1355) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich uitte spreken tegen het EU-Mercosur verdrag en voor het handhaven van de ambities van de Amsterdam Declaration on Deforestation; - door middel van een brief aandringen bij de regering voor het verwerpen van het EU-Mercosur Verdrag en het implementeren van de Amsterdam Declaration on Deforestation. 71° Amendement van het lid Martens inzake de Begroting 2021, Investeer extra in imago stad en binnenhalen congressen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1356) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - jaarlijks 1,5 miljoen euro extra te besteden aan het promoten van de stad als bestemming voor kunst, cultuur, architectuur, goede restaurants en topmusea; - hierbij nadrukkelijk in te zetten op het aantrekken van grote congressen; - tevens jaarlijks 0,8 miljoen euro te investeren in het verbeteren van het vestigingsklimaat en het aantrekken van (medische) bedrijven naar Amsterdam en de regio; - ditte dekken conform de financiële voorstellen uit de tegenbegroting van de Amsterdamse VVD ‘met keuzes door de crisis’, 72° Amendement van het lid Martens en Kreuger inzake de Begroting 2021, Investeer in volwasseneneducatie, juist nu! (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1357) Besluit: - de voorgenomen bezuinigingen op volwasseneducatie te schrappen; - de jaarlijkse bijdrage aan volwasseneducatie te verhogen met 1 miljoen euro; 21 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - deze intensivering te dekken conform de financiële voorstellen uit de tegenbegroting van de Amsterdamse VVD ‘met keuzes door de crisis’. 73° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Onderzoek APV-verbod hoge bedragen contant geld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1358) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de juridische mogelijkheden en de handhaafbaarheid te onderzoeken van een APV-verbod op het op zak hebben van hoge bedragen contant geld; - hierbij te onderzoeken hoe ondernemers en werknemers die beroepsmatig contant geld bij zich moeten hebben kunnen worden uitgezonderd; - met de driehoek een analyse te maken in hoeverre een dergelijk APV-verbod de activiteiten van (drugs)criminelen kan verstoren; - de resultaten van dit onderzoek en deze analyse in Q1 van 2021 te delen. 74° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1359) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de bovengenoemde bewustwordingscampagne op sociale media, gericht op ondernemers over foute investeerders, door te ontwikkelen en te herhalen; -__ hierbij bij voorkeur samen met de Amstellandgemeenten op te trekken; - in de campagne nadrukkelijk aandacht te besteden aan de mogelijkheid om misdaad of verdachte situaties anoniem te melden en het plaatsen dergelijke meldingen eenvoudiger te maken; - de raad te informeren over de resultaten en opbrengsten van de campagne. 75° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Afspraken risicobranches tegen ondermijning (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1360) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__te identificeren welke branches te maken kunnen krijgen of betrokken kunnen zijn bij witwassen, fraude of ondermijning (waar onder: autoverhuurbranche, makelaardij, notariaat, banken, projectontwikkelaars) ; -__per branche convenanten af te sluiten of afspraken te maken waarbij partijen zich committeren aan het signaleren en tegen gaan van witwassen en ondermijning als ook samenwerking hieromtrent aangaan; - de raad hierover te informeren. 76° Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1361) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 22 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - ín kaart te brengen hoeveel extra ambtelijke capaciteit er nodig is om de omvangrijkere bibob-toetsen uit te kunnen voeren en op basis hiervan een voorstel uit te werken en dit aan de raad te besluitvorming voor te leggen. 77° Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van fossiele reclame (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe reclame en marketingevenementen voor fossiele producten kunnen worden teruggedrongen in de publieke ruimte en van websites en instituties die door de gemeente worden (mede)gefinancierd; - daarbij op korte termijn voorrang te geven aan het uitfaseren van reclame voor bedrijven die primair werken in de kolensector en de oliesector en reclame voor vliegvakanties; - als onderdeel daarvan het gesprek aan te gaan met JC Decaux om te bezien of in ieder geval na het verlopen van de huidige contracten reclame voor fossiele producten kan worden verboden, en liefst eerder. 78° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Minimumafstand voetgangersoversteekplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1363) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een minimale, acceptabele afstandsmaat voor voetgangersoversteekplaatsen vast te stellen en deze te hanteren in toekomstig beleid; - over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad. 79° Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1364) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en nieuwe bewoners) structureel te betrekken en zeggenschap te geven bij het ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en groen, op buurtniveau; - te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage. 80° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Maak schone en vuile straten inzichtelijk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1365) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__een online kaart van Amsterdam met de actuele CROW-waarden van alle 481 buurten te ontwikkelen die voor het publiek toegankelijk is. 23 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 81° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen lastenverzwaring voor beter herstel van economie en werkgelegenheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1366) Besluit: - op bladzijde 278 de tekst onder baten bij de achtste bullet de tekst te schrappen en vervangen met: ‘Betaald parkeren in Geuzenveld voeren we alleen in als daarvoor een breed draagvlak bestaat, waarbij we in dat geval tevens een aanvullende bezoekersregeling treffen. Derhalve boeken we mogelijke opbrengsten hiervan nog niet in. We verhogen de kosten voor een tweede parkeervergunning niet.’ - op bladzijde 22 de passages onder paragraaf ‘Lasten’ te schrappen en te vervangen voor de volgende tekst: ‘We vinden het onverstandig om in deze crisis de lasten te verzwaren. We verhogen in 2021 de OZB niet, de afvalstoffenheffing niet, en het reinigingsrecht niet, en voeren in 2021 ook geen reclamebelasting in. Bij de voorjaarsnota 2022 heroverwegen we voorgestelde lastenverzwaringen nogmaals. Voor 2021 dekken we de benodigde 76,7 miljoen euro door te stoppen met de 24-uursopvang uitgeprocedeerde asielzoekers (5,0 miljoen euro), uit de incidentele lastenbesparing College (10,0 miljoen euro), door grotendeels stoppen programma autoluw (10 miljoen euro), door het inperken van ambtelijke huisvesting (5,0 miljoen euro en te bezuinigen op het ambtelijk apparaat (inclusief frictiekosten in 2021 5,0 miljoen euro), de verkoop van commercieel gemeentelijk vastgoed (5,0 miljoen euro ), meer in te zetten op bouw van woningen in midden- en dure segment en een deel van de meeropbrengsten daarvan te onttrekken aan het vereveningsfonds (30,0 miljoen euro), en uit het klimaatfonds in plaats van de banenmotor (7,6 miljoen); - alle andere teksten en tabellen in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. 82° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Corrigeer foutieve verhoging vermakelijkheidsretributie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1367) Besluit: -__op bladzijde 313 van de Begroting 2021 de zin ‘De verhoging van het tarief voor rondvaartboten van 1,50 euro naar 1,75 euro per opstapper brengt 1,4 miljoen euro op’ te schrappen zodat het tarief niet wordt verhoogd; - alle andere tabellen en teksten conform het bovenstaande aan te passen. 24 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 83° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Draai verhoging vermakelijkheidsretributie terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1368) Besluit: - _op bladzijde 313 van de begroting de passage ‘Hogere baten van 3,2 miljoen euro door structurele meeropbrengsten uit de Vermakelijkheidsretributie van 0,8 miljoen euro en 1,0 miljoen euro aan baten voor de invoering van de Vermakelijkheidsretributie voor betaalde evenementen in de openbare ruimte per 2021. De verhoging van het tarief voor rondvaartboten van 1,50 euro naar 1,75 euro per opstapper brengt 1,4 miljoen euro op.” - te schrappen en te vervangen met: - We draaien de verhogingen van de vermakelijkheidsretributie van vorig jaar terug, om deze zwaar getroffen sector tegemoet te komen.” - dit voor 2021 te dekken door het bedrag incidenteel te onttrekken aan het klimaatfonds:; - de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te wijzigen. 84° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Zelforganisatie bewoners ontwikkelbuurten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1369) Besluit: - Jaarlijks 100.000 euro per stadsdeel te reserveren voor sociale, culturele en educatieve activiteiten, projecten en programma’s van bewoners, buurt- en wijkverenigingen, bewonerscommissies en andere (zelf)organisaties van bewoners uit Nieuwwest, Noord en Zuidoost gericht op het versterken van de (zelf)organisatie van bewoners en het ontwikkelen van bottom-up initiatieven en oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en ontwikkelingen in hun buurt of stadsdeel; - deze middelen ook toegankelijk te maken voor organisatiekosten van (zelf)organisaties van bewoners en voor initiatieven die erop zijn gericht om bewoners en (zelf)organisaties in deze stadsdelen van onderop met elkaar te verbinden; - het gereserveerde bedrag op laagdrempelige wijze beschikbaar te maken, bijvoorbeeld via het Bureau Maatschappelijk Initiatief, voor bewoners en (zelf)organisaties uit deze stadsdelen, waarbij Fonds voor Zuidoost en de andere buurtfondsen van Stichting Mensen Maken Amsterdam als voorbeeld of samenwerkingspartner kunnen dienen, maar waarbij het vooral belangrijk is dat er - indien daar behoefte aan is - ondersteuning wordt geboden bij het doen van aanvragen door bewoners en (zelf)organisaties; -__ hiervoor dekking te vinden door de kosten op een voor het college acceptabele manier te verdelen over de extra investeringen in de Regeling Maatschappelijk Initiatief, Ontwikkelbuurten en Veiligheid; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 25 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 85° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Ateliers & broedplaatsen - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1370) Besluit: - de geplande bezuiniging van 1.000.000 euro op Ateliers & Broedplaatsen niet door te voeren en hiervoor dekking te vinden door te korten op de subsidie aan Amsterdam&partners; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 86° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Coronasteun - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1371) Besluit: -__coronasteun ter beschikking te stellen aan (kleinschalige) culturele instellingen (buiten stadsdeel centrum) die niet in het Kunstenplan vallen; - hiervoor een bedrag van 1.000.000 euro te reserveren en dekking te vinden in de 3.000.000 euro die het college ter beschikking stelt aan Carré; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 87° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Fair practice code - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1372) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - _ beleidsmatig vast te leggen dat de gemeentelijke organisatie zich te allen tijde dient te houden aan de Fair Practice Code, ook wanneer er bijvoorbeeld een prijsvraag voor een kunstwerk in de openbare ruimte wordt uitgeschreven door de afdeling Grond & Ontwikkeling. 88° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Investeer in de nacht - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1373) Besluit: - eenmalig een bedrag van 50.000 euro te reserveren voor Stichting N8BM A'DAM ten behoeve van het stimuleren van inclusiviteit in het nachtleven bij de heropbouw van de sector en hiervoor dekking te vinden door te korten op de subsidie aan Amsterdam&partners; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 89° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Meer cultuur, minder multinationals - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1374) Besluit: 26 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - het budget van de nieuwe regeling Ontwikkeling van het AFK jaarlijks aan te vullen met een bedrag van 650.000 euro; - het budget voor projectsubsidies van het AFK voor professionele kunst jaarlijks aan te vullen met een bedrag van 650.000 euro; - hiervoor dekking te vinden door alle activiteiten op het gebied van ‘het bevorderen van de internationale verbondenheid van de Amsterdamse economie’ te staken; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 90° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (Stop verkoop gemeentelijk vastgoed - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1375) Besluit: - de verkoop van gemeentelijk vastgoed waar mogelijk te voorkomen en hiervoor dekking te vinden door de toeristenbelasting te verhogen naar 8 procent, waar het echt niet anders kan gemeentelijk vastgoed bij voorkeur te verkopen aan kunstenaarscollectieven en (zelf)organisaties van bewoners; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 91° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Vrijval culturele middelen - reddingsplan kunst & cultuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1376) Besluit: - inde Begroting 2021 vast te leggen dat middelen voor Kunst en Cultuur ook bij een eventuele vrijval van middelen bestemd blijven voor Kunst en Cultuur, bijvoorbeeld door vrijgekomen middelen in te zetten voor het aanvullen van het budget voor de nieuwe regeling Ontwikkeling en de projectsubsidies voor professionele kunst van het AFK; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 92° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Amsterdams Initiatief huisvesting kwetsbare groepen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1377) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__met woningcorporaties in gesprek te gaan om het verdwijnen van woningen uit de voorraad sociale huur zoveel mogelijk te voorkomen; - geld te lenen om sociale huurwoningen die worden verkocht door woningcorporaties op te kopen met het doel om kwetsbare groepen te huisvesten in deze woningen via een nieuw Amsterdams Initiatief Huisvesting Kwetsbare Groepen dat wordt gekoppeld aan het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen; - de woningen die hiermee worden opgeleverd niet op te tellen bij het aantal woningen dat woningcorporaties opleveren voor het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen, waardoor het Amsterdams Initiatief Huisvesting 27 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Kwetsbare Groepen zorgt voor een stijging in het totaal aantal woningen dat beschikbaar is voor de huisvesting van kwetsbare groepen. 93° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Huisvesting verweesde kinderen en jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1378) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in gesprek te gaan met woningcorporaties over het toepassen van maatwerk om dak- en thuisloosheid onder verweesde kinderen en jongeren te voorkomen; - onderzoek te doen naar de mogelijkheden en effecten van het toevoegen van verweesde kinderen en jongeren die dakloos dreigen te raken aan het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen; - hierover terug te rapporteren naar de raad. 94° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Kostendelersnorm niet toepassen t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1379) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alle gevallen waarin jongeren t/m 27 jaar als medebewoner worden gekwalificeerd als schrijnend te behandelen, en de kostendelersnorm in deze gevallen dus niet toe te passen. 95° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:; - over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad. 96° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Behoud noodopvang gezinnen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1381) Besluit: - de geplande verlaging en de fixering van het aantal plekken in de noodopvang van gezinnen niet door te voeren; - hiervoor dekking te vinden door te korten op de uitbreiding van de handhavingscapaciteit; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 98° Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Permanente noodopvang dak- en thuislozen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1382) Besluit: 28 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - een permanente noodopvang voor dak- en thuislozen te creëren, waarbij het credo ‘In Amsterdam slaapt er niemand op straat’ leidend is; - qua locaties voor de noodopvang voorkeur te geven aan hostels en hotels; - hiervoor dekking te vinden door te korten op de uitbreiding van de handhavingscapaciteit; - bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021. 99° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Red de openbare bibliotheken Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1383) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de huidige vestigingen van de OBA te behouden door het tekort dat nog overblijft nadat de OBA haar eigen reserveringen voor de OBA NEXT heeft gebruikt aan te vullen. 100° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Samenwerking tussen de Openbare bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1384) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich op te stellen als aanjager en facilitator om meer samenwerking te bewerkstelligen tussen de lokale OBA vestigingen en de verscheidene buurtinitiatieven ten behoeve van het maximale behoud van deze voorzieningen in de wijken. 101° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Keti Koti en excuses 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1385) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - extra budget te reserveren voor Keti Koti en gerelateerde activiteiten rondom 1 juli zodat (mocht worden overgegaan tot) het aanbieden van excuses voor het Amsterdamse slavernijverleden, deze groots te organiseren en heel Amsterdam mee te nemen in de eerste grote stap naar verzoening en heling met het koloniale- en slavernijverleden. 102° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Verankeren van structurele probleemanalyses van wapengeweld (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1386) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - onderzoek naar wapengeweld onder jongeren, conform de volksgezondheidsaanpak, systematisch te blijven onderzoeken — óók na publicatie van het criminogene onderzoek aangekondigd in Weerbare Mensen, Weerbare Wijken — om daarmee nauwgezet de structurele en niet-structurele oorzaken van wapengeweld en —bezit onder jongeren in Amsterdam, in 29 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen samenhang met de maatregelen die worden ingezet, te blijven volgen en evalueren; - __en hierover periodiek te rapporteren aan de commissie AZ. 103° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoeken efficiënte inzet van beperkte financiële middelen en mankracht veiligheidsdomein (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1387) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de schaarse financiële middelen en mankracht in het veiligheidsdomein efficiënter kunnen worden ingezet ter voorkomen en bestrijden van wapengeweld en —bezit onder jongeren, bijvoorbeeld door meer in te zetten op maatregelen die gebaseerd zijn op de volksgezondheidsaanpak; =__en hierover te rapporteren aan de raad. 104° _ Motie van het lid Kili inzake de Begroting 2021, Buurtinitiatieven beter inzetten bij mitigatie coronamaatregelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ buurtinitiatieven in te zetten bij de verspreiding, promotie en toelichting van de coronamaatregelen in de buurt en te ondersteunen met bestaande en nieuw op te zetten ‘outreachprogramma’s’ ter bestrijding van de negatieve gevolgen van de coronamaatregelen. 105° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Corona en diens maatregelen apart opnemen in komende begrotingen en nota’s (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1389) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de financiële gevolgen van maatregelen in het kader van het tegengaan van de verspreiding van het coronavirus in een aparte paragraaf op te nemen in de komende begroting en de voorjaars- en najaarsnota’s. 106° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021,Standaard een gentrificatieparagraaf opnemen bij bouw- en renovatieprojecten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1390) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij elk voordracht voor een bouw- of renovatieproject een aparte paragraaf ‘Gentrificatie’ op te nemen die de mate van gentrificatie en de impact op de buurt en/of wijk beschrijft en duidelijk maakt. 107° _ Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, 5 miljoen euro reserveren uit de SMF voor toekomstige tegenvallers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1391) 30 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een bedrag van 25 miljoen euro te reserveren uit de SMF om de hoogstwaarschijnlijke tegenvallende parkeerinkomsten op te vangen en dit bedrag te onttrekken uit niet-noodzakelijke investeringen in het kader van mobiliteit in stadsdeel Centrum 108° Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Uitstel onderzoeken en pilots in het kader van de Agenda Autoluw tot na de coronacrisis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1392) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de pilots en onderzoeken naar verkeersstromen en parkeerdruk in het kader van de Agenda Autoluw uit te stellen tot na de coronacrisis en de vrijgekomen middelen te besteden aan het bevorderen van de verkeersveiligheid. 109° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Toegankelijk maken van de tramhaltes Johan Huizingalaan en Derkinderenstraat topprioriteit maken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1393) Besluit: - de renovatie van de tramhaltes op de Johan Huizingalaan en de Derkinderenstraat een topprioriteit te maken, met als doel: het toegankelijk maken voor alle burgers; - deze dient gedekt te worden uit het SMF of te prioriteren bij de investeringen onder 5.7.3, tabel 7: Ophogen tramhaltes (verbeteren toegankelijkheid). 110° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Niet opnemen doorvoer betaald parkeren Geuzenveld in Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1394) Besluit: - het doorvoeren van de uitbreiding van betaald parkeren in Geuzenveld (3,5 miljoen euro) niet op te nemen in de Begroting 2021, omdat het inspraaktraject nog loopt en de gemeenteraad zich er nog over moet buigen. 111° Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Prioriteren verkeersveiligheidsverbetering Burgemeester Roëllstraat (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1395) Besluit: - het een topprioriteit te maken om de verkeersveiligheid op de Burgemeester Roëllstraat te verbeteren, daarbij rekening te houden met de invloed op de doorstroom, en deze te dekken uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds en op te nemen onder 5.7.7, tabel 11. 31 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER: Gisteren heeft u nog een actualisatie ontvangen van de ingediende gewijzigde en ingetrokken moties en amendementen. 112° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten zwemles (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1399) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - inzichtelijk te maken wat de bottlenecks en kosten zijn om de wachtlijsten voor zwemles zo snel mogelijk weg te werken; - te zoeken naar partners die kunnen helpen bij het wegwerken van de wachtlijsten, waarbij te denken valt aan de Reddingsbrigade; - in de oplossing creatief na te denken over verruimen openingstijden van (buiten)zwembaden, schuiven met tijden voor (top)sport en werken met vrijwilligers; - de gemeenteraad bij de voorjaarsnota 2021 een plan voor te leggen hoe deze achterstanden weg worden gewerkt. 113° Motie van de leden Rooderkerk en Kat inzake de Begroting 2021, De stegen van Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1396) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het herinrichtingen van de stegen nadruk leggen op de restauratie, historische educatie en vergroening van deze gebieden. 114° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Verkoop gemeentelijke kunst (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1397) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een uitgebreide inventarisatie van het gemeentelijke kunstbezit te maken; - de raad over de uitkomsten te informeren zodat bekeken kan worden welke werken we willen behouden en welke afgestoten kunnen worden. 115° Motie van het lid De Fockert inzake de Begroting 2021, Verlies taalvrijwilligers niet uit het oog (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1398) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - in kaart te brengen welke non-formele taalorganisaties zowel centraal als in verschillende stadsdelen werkzaam zijn; - de effecten van deze overheveling van de middelen naar de sociale basis in de stadsdelen op deze non-formele taalorganisaties zorgvuldig te monitoren; -__ hierover binnen de jaarlijkse rapportage over het beleidskader Taaloffensief te rapporteren. 32 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 116° Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Geen vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de vertrekkende wethouder Dijksma niet te vervangen en de portefeuilles in de commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water (MLW) binnen het college op te laten vangen. 117° Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum Néhmé, Bloemberg-lssa, en Kilig inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1364’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij de transformatiegebieden vroegtijdig Amsterdammers (bestaande en nieuwe bewoners en ondernemers) structureel te betrekken en zeggenschap te geven bij het ontwerp en beheer en inrichting van de openbare ruimte en groen, op buurtniveau en de resultaten schriftelijk vast te leggen; - te onderzoeken in hoeverre de betrokkenheid en zeggenschap kan worden georganiseerd middels een right to challenge of een right to manage. 118° Motie van het lid Hammelburg inzake de Begroting 2021, Amsterdammers wijzen op mogelijkheden tijdelijke huurverlaging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1400) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Amsterdamse huurders, horecaondernemers en winkeliers actief te informeren over mogelijkheden tot tijdelijke huurverlaging in geval van inkomensverlies door COVID19, 119° Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021, Bouw ouderenwoningen naar voren halen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1401) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - alles op alles te zetten om gebruik te maken van de 20 miljoen euro budget dat het ministerie van BZK beschikbaar stelt vanuit het budget van de woningbouwimpuls om de geplande bouw van geclusterde ouderenwoningen door corporaties en marktpartijen naar voren te halen. 120° Motie van de leden Groen en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van fossiele reclame (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1362) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe reclame en marketingevenementen voor fossiele producten kunnen worden teruggedrongen in de publieke ruimte; 33 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - daarbij voorrang te geven aan het uitfaseren van reclame voor bedrijven die primair werken in de kolensector en de oliesector en reclame voor vliegvakanties; - als onderdeel daarvan het gesprek aan te gaan met JC Decaux over de gevolgen hiervan voor een eventueel volgend contract en te bezien wat er voor nodig is om het lopende contract hierop aan te passen. Vóór de voorjaarsnota te rapporteren over de eventuele kosten die verbonden zijn aan een dergelijke aanpassing van de contracten. 121° Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten zwemles (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1399’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - inzichtelijk te maken wat de bottlenecks en kosten zijn om de wachtlijsten voor zwemles zo snel mogelijk weg te werken; - te zoeken naar partners die kunnen helpen bij het wegwerken van de wachtlijsten, waarbij te denken valt aan de Reddingsbrigade; - in de oplossing creatief na te denken over verruimen openingstijden van (buiten)zwembaden, schuiven met tijden voor (top)sport en werken met vrijwilligers; - de gemeenteraad bij de voorjaarsnota 2021 een plan voor te leggen hoe deze achterstanden weg worden gewerkt. 122° Amendement van de leden Boomsma, Van Lammeren, Taimounti, Van Soest, Kreuger, Ceder, Veldhuyzen en Van Schijndel inzake de Begroting 2021, Draai verhoging precariobelasting voor woonschepen terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1402) Besluit: -=__op pagina 348 onder ‘Precariobelasting de tekst Vanaf 2020 levert precario gemiddeld 2 miljoen euro meer aan opbrengsten op.’ te schrappen en vervangen door ‘Om de woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen maar bewoners in deze zware tijd tegemoet te komen, draaien we de verhoging van de precariobelasting terug, en verlagen de tarieven naar het niveau van 2019; - dit voor 2021 te dekken door het bedrag incidenteel te onttrekken aan het vereveningsfonds; - de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te wijzigen. 123° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bereken benodigde financiering Masterplan Zuidoost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1403) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 34 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - het participatieproces zorgvuldig te waarborgen en de wijken en de bewoners te betrekken bij de uitvoering van het Masterplan Zuidoost; -__voor het zomerreces van 2021 aan de raad te laten weten hoeveel financiering er in de aankomende twintig jaar nodig zal zijn om het masterplan uit te voeren. 124° _ Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Draai bezuiniging Aanvullend Openbaar Vervoer terug (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1404) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de bezuinigingen op het AOV ongedaan te maken. 125° _ Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Hou bibliotheken in kwetsbare wijken open (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1405) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de (kleine) vestigingen van de bibliotheken open kunnen blijven; - de raad over de uitkomsten te informeren. 126° Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Vrijstelling gemeentelijke belastingen voor minima (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1406) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Amsterdammers met een jaarlijks inkomen tot 15.000 euro kwijtschelding van gemeentelijke belastingen te verlenen. 127° _ Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Laat woonboten niet kapseizen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1407) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - ___woonbootbewoners tegemoet te komen door de verhoging niet door te voeren en deze te dekken met de steun aan Theater Carré van 3 miljoen euro. 128° Amendement van de leden De Jong, Roosma, N.T. Bakker, La Rose, El Ksaihi, Veldhuyzen, Ceder en Kilig inzake 1 miljoen euro reserveren in 2021 en 2022 voor uitbreiding van de winteropvang voor dak- en thuislozen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1408) Besluit: - toe te voegen aan de begroting op pagina 146, in de alinea over de doorontwikkeling winteropvang, na ‘Komende winter (2020-2021) is er naast de doorontwikkeling van de winteropvang ook nog gewoon sprake van de winterkouderegeling.”: 35 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen ‘Daarnaast wordt zowel komende winter als in 2021-2022 winteropvang voor kwetsbare dak- en thuislozen ingericht.’ - toe te voegen aan de begroting op pagina 165 onder de producten onder de Uitgaven voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen van 201,5 miljoen euro: ‘Winteropvang voor kwetsbare dak- en thuislozen gedurende de wintermaanden tot 1 april. Voor 2021 en 2022 wordt elk jaar 1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor uitbreiding van de winteropvang. Dit wordt gedekt met 1.500.000 euro uit het restant van de noodkas corona en 500.000 euro uit de onderbesteding voor subsidie vervanging oude diesels in 2020. - het plafondbedrag van de subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam in artikel 1.3 te verlagen met 500.000 euro. 129° Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker, Veldhuyzen en Ceder inzake het Verzetsmuseum (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1409) Besluit: -__ vanuit programma 4 Kunst, cultuur en erfgoed een eenmalige subsidie van 300.000 euro aan het Verzetsmuseum Amsterdam te verstrekken voor de inrichting van een nieuwe afdeling koloniale overheersing en verzet in het verzetsmuseum Amsterdam; - ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 300.000 euro in mindering te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief; - alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. 130° Amendement van de leden Van Pijpen, Mbarki, Flentge, Boomsma en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Wijkcentra (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1410) Besluit: -__aan wijkcentrum De Pijp in 2021 eenmalig 130.000 euro subsidie beschikbaar te stellen; - aan wijkcentrum D'Oude Stad in 2021 eenmalig 18.000 euro subsidie beschikbaar te stellen; - met deze middelen de wijkcentra de gelegenheid te geven hun activiteiten in 2021 voort te zetten; - daarbij de voorwaarde te stellen dat de wijkcentra zich heroriënteren op hun toekomst en doorontwikkeling van hun rol, activiteiten en financiële basis en daarover met de gemeente in overleg te gaan; - ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 148.000 euro in mindering te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief. 131° Amendement van de leden Bosman, Nadif, Biemond, Flentge en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Geld voor broedplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1411) 36 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Besluit: - Inde Begroting 2021, in programmaonderdeel 4.1 (Kunst en cultuur) 1 miljoen euro aanvullend op te nemen voor broedplaatsen; - het college op te dragen het miljoen in te zetten voor: — behoud van de bestaande broedplaatsen waarvan het voortbestaan is bedreigd door aflopende contracten en/of de coronacrisis; — het maken van nieuwe broedplaatsen om broedplaatsen die niet behouden kunnen worden te compenseren en te blijven werken aan groei van het aantal broedplaatsen. - het college op te dragen: — Grond & Ontwikkeling in samenwerking met Bureau Broedplaatsen een inventarisatie te laten maken van broedplaatsen waarvan het contract nog deze collegeperiode afloopt met het oog op (her}ontwikkeling; — waar mogelijk het contract met minimaal een jaar en bij voorkeur langer te verlengen, om zo bestaande broedplaatsen een adempauze te geven in deze moeilijke tijd; — de resultaten hiervan uiterlijk in het tweede kwartaal 2021 aan de raad mede te delen; - de bedoelde 1 miljoen euro te dekken door: - 0,5 miljoen euro uit het Herstelplan (pagina 22} over te hevelen van Programma 7 Werk, inkomen en participatie naar Programma 4 Kunst, cultuur en erfgoed, voor het jaar 2021. Binnen Programma 7 dit in mindering te brengen op de gereserveerde middelen voor de werkbonus; - 0,5 miljoen euro uit de reserve ‘Wonen boven winkels’ in te zetten; - alle relevante bedragen en tabellen overeenkomstig aan te passen. 132° Motie van de leden Bosman, Biemond, Nadif, N.T. Bakker en Boomsma inzake de Begroting 2021, Amsterdamse Bostheater en Museum Het Schip (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1412) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich in te spannen om een passend bedrag vrij te maken voor Museum Het Schip en het Amsterdamse Bostheater omdat deze instellingen behoren tot de vitale culturele infrastructuur van Amsterdam en gezien de bijzondere cultuurhistorische waarde van deze plekken die alleen tot zijn recht komt met een passende programmering die een breed publiek trekt; -__en daarvoor in het eerste kwartaal 2021 een voorstel voor te leggen aan de raad; - daarbij te kijken naar de mogelijkheid om het budget voor de exploitatie van de nieuwe wijkvoorzieningen zonder de ambitie voor nieuwe voorzieningen in de wijken in gevaar te brengen en aanvullend voor het Amsterdamse Bostheater te kijken naar de mogelijkheid vanuit het Bos en de geplande renovatie. 37 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 133° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Doorstroming OV niet ten koste van voetgangersoversteekplaatsen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1413) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__om het opheffen van haltes en andere pogingen om de doorstroming van het OV te verbeteren niet ten koste te laten gaan van het aantal voetgangersoversteekplaatsen in de stad. 134° Motie van het lid Veldhuyzen, Nadif, Boomsma, Ceder, Biemond, Van Soest, Kilig en Bosman inzake de Begroting 2021, Help kleine Instellingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1414) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - (kleinschalige) instellingen, in het bijzonder instellingen die buiten het stadsdeel centrum zijn gevestigd en/of die geen onderdeel uitmaken van het Kunstenplan, mee te nemen in de uitwerking van het ‘breed herstelplan’ voor de culturele sector. 135° Motie van het lid Veldhuyzen, Naoum Néhmé, Ceder, Van Soest, AL. Bakker, Hammelburg, Boomsma, Mbarki, De Jong, Flentge en Kilig inzake de Begroting 2021, Huisvesting Verweesde Jongeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1415) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__om in gesprek te gaan met verhuurders van woningen over de problematiek rondom het beëindigen van huurcontracten bij overlijden terwijl er sprake is van inwonende (volwassen) kinderen, met als doel te voorkomen dat wees- en verweesde kinderen en jongeren in deze moeilijke situaties op straat terecht komen; - tevens te benadrukken in dit gesprek dat de Amsterdamse gemeenteraad er waarde aan hecht dat verhuurders van woningen maatwerk toepassen bij het inzetten van de coulanceregeling; - hierover terug te rapporteren naar de raad. 136° Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Onderzoek beperkingsmogelijkheden externe inhuur en verbinding maken met de algemene middelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1416) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe op de inhuur van externen, bekostigd met middelen van derden, beter gestuurd kan worden en voorstellen te doen voor een systematiek die er voor zorgt dat besparingen op externe inhuur direct ten gunste van de algemene middelen komen. 38 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 137° _ Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Pilot zero-based analyse voor een directie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1417) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - voor een directie een zero-based analyse uit te voeren om inzicht te geven in wettelijke en bovenwettelijke taken; - de raad in januari te informeren bij welke directie het college deze analyse gaat doen en over de aanpak; - de resultaten te presenteren na de zomer zodat deze betrokken kunnen worden bij de behandeling van de Begroting 2022. 138° Motie van de leden Boomsma, Poot, Rooderkerk en Ceder inzake de Begroting 2021, Red Artis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1418) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__Ín samenspraak met Artis vinger aan de pols te houden ten aanzien van de financiële positie van deze prachtige dierentuin; - bij de voorjaarsnota te overwegen of en op welke wijze noodsteun noodzakelijk is zodat Artis als voorziening niet voor de stad zal verdwijnen; - indien het voortbestaan van Artis op een eerder moment in gevaar komt dit aan de raad te rapporteren. 139° _ Motie van de leden Ceder en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, BBB voor Dublinclaimanten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1419) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een bed-, bad-, broodopvang in te richten voor de periode van april 2021 tot eind 2022 zodat Dublinclaimanten die na de beëindiging van de pilot op straat belanden een humanitaire opvang geboden kan worden; - de kosten voor deze BBB-opvang voor te rekenen aan de raad en voor 2021 en 2022 te dekken uit de Algemene Reserve. 140° Amendement van de leden Biemond, Nadif, Bosman, Flentge Boomsma en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, De bieb blijf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1420) Besluit: - de Begroting 2021 als volgt aan te passen: — op pagina 21 onder programma 4 de rijen met daarin ‘Verlagen subsidie OBA’, (specifiek de kolommen 2023 en 2024) te schrappen; — de bedoelde 3 miljoen euro te dekken uit de vrijvallende exploitatiemiddelen OBA Next voor de jaren 2025 en 2026 en gebruik te maken van de reservering voor de OBA Next binnen de reserve Zuidas om het verschil in tijd te overbruggen; - alle relevante bedragen en tabellen overeenkomstig aan te passen. 39 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 141° _ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 750.000 euro voor informele voedselhulp in de stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421) Besluit: - eenmalig 750.000 euro vrij te maken ter ondersteuning van de informele initiatieven die voedsel verstrekken in de stad; - dit bedrag te dekken uit de subsidieregeling Sloop oude diesels zoals vermeld op de Begroting 2021 in het hoofdstuk Duurzaamheid en Milieubeheer; - dit bedrag in te zetten voor het jaar 2021,maar mocht het nodig zijn, dan dit bedrag te spreiden, zodat het ook in 2022 kan worden ingezet; - relevante teksten en eventuele tabellen in de Begroting 2021 aan te passen aan het bovenstaande. 142° Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Dreigende dakloosheid van inwonende mantelzorgers (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1422) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - er bij de woningcorporaties erop aan te dringen om inwonende mantelzorgers die dakloos dreigen te geraken voorrang te verlenen bij het vinden van een passende woning en tot die tijd niet over te gaan tot uitzetting zodat inwonende mantelzorgers zich geen zorgen hoeven te maken over dakloosheid. 143° Motie van het lid Kilie inzake de Begroting 2021, Maak inwonende mantelzorgers medehoofdbewoner (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1423) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - er bij de woningcorporaties erop aan te dringen om inwonende mantelzorgers automatisch medehoofdbewoners te maken ofwel als zodanig aan te merken, zodat bij het overlijden van de verzorgde er in alle rust kan worden gezocht naar een passende andere woning via bijvoorbeeld ‘Van groot naar beter’ zonder dat er een directe dreiging van dakloosheid ontstaat. 144° _ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Stoppen met gebruik westerse/niet-westerse migratieachtergrond (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1424) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te stoppen met het gebruik van de categorieën ‘westerse’ en ‘niet-westerse’ migratieachtergrond door bijvoorbeeld gebruik te maken van de alternatieven die de WRR biedt. 145° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden kinderarmoede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 40 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - jaarlijkse streefwaarden op te stellen om kinderarmoede tegen te gaan en tegen 2030 in lijn te brengen met de landelijke doelstelling van 4,6 procent. 146° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Streven naar minimaal 14 euro per uur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1426) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__omte streven naar een salariëring waarbij op termijn álle medewerkers die in dienst zijn c.q. komen bij de gemeente Amsterdam minimaal 14 euro per uur verdienen. 147° _ Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Pleiten bij het rijk voor een vakantieregeling voor gedupeerden toeslagenaffaire (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1427) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - bij het rijk te pleiten voor een gratis vakantie met zakgeld voor gedupeerden van de toeslagenaffaire en hierbij op te trekken met alle andere gemeenten wiens burgers ook hierdoor getroffen zijn. 148° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Inventarisatie voedselvoorzieningen en -overschotten in Voedselstrategie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1428) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de jaarlijkse integrale rapportage van de Voedselstrategie uit te breiden naar een tweejaarlijkse publicatie en deze aan te vullen met een inventarisatie van: 1. de vraag naar voedselhulp bij zowel de formele als informele voedselvoorzieningen (door dit bijvoorbeeld te meten aan de hand van de aanmeldlijst); - __ het aanbod van voedseloverschotten van regionale voedselproducenten en de vraag naar voedseloverschotten van voedselvoorzieningen; - de actuele behoefte bij (informele voedselvoorzieningen voor voedselproducten en indien de (in)formele voedselvoorzieningen dat wensen ze te koppelen aan regionale voedselproducten met voedseloverschotten. 149° Motie van de leden Taimounti, Heinhuis en Boomsma inzake Begroting 2021, Zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1429) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__om een grootschalige zichtbaarheidscampagne op te zetten om Amsterdamse gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken, te informeren en speciaal voor hen een apart fysiek loket en apart telefoonnummer op te zetten. 41 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 150° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1430) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding van) belastingen; - bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen. 151° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1431) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding van) belastingen; - bewindvoerders die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen. De VOORZITTER: En een aantal moties is gisteren gewijzigd ingediend. 152° Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave- Verkerk, Boomsma Taimounti en Veldhuyzen inzake financiering buurtmedia (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253°) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een regeling op te zetten voor buurtmedia van 210.000 euro, te weten 30.000 euro per stadsdeel; -__ hiervoor criteria te ontwerpen en deze voor te leggen aan de Raad; - de dekking voor deze regeling te vinden binnen de middelen van de Uitvoeringsagenda Democratisering/middelen maatschappelijk initiatief. 153° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te delen; - te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van het nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren; 42 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen -__ hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit de middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief. 154° Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif, Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met de initiatiefnemers MKB Amsterdam en KHN een plan op te stellen om Amsterdam Food Capital te ontwikkelen, te versterken en als (inter)nationaal begrip te vestigen; - dit in nauwe samenwerking te doen met de Metropoolregio Amsterdam; - samen met MKB en KHN hiertoe op zoek te gaan naar partners en cofinanciering; -__en zo nodig hiervoor in 2021 een aanvullende begroting aan de gemeenteraad voor te leggen. 155° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303°) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de bouw van de OBA Next uit te stellen; - de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om de bezuinigingen op de wijkbibliotheken ten minste te temporiseren. 156° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring oplevering middeldure woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338°) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - een inventarisatie uit te voeren naar de tot en met 30 september 2021 opgeleverde middeldure huurwoningen die vallen onder het actieplan middeldure huurwoningen; - ín deze inventarisatie voor zo ver dat mogelijk is aan te geven wat de gerealiseerde woninggrootte, toewijzing aan de beoogde doelgroep en de huur is; -__voor zover mogelijk, bijvoorbeeld op basis van een OIS onderzoek op vrijwillige deelname door bewoners, in deze inventarisatie aan te geven waar de woningen zich bevinden, wat de opleverstatus was (bijvoorbeeld: casco, geheel afgebouwd, etc), wat de aanvangshuur van de woning was en wat de servicekosten zijn, welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld VvE- kosten, kosten voor een parkeerplaats, etc. er zijn en wat is het aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners inderdaad middeninkomens; - __en deze rapportage in het eerste kwartaal van 2022 aan de raad te sturen. 43 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 157° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles op alles voor middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich maximaal in te spannen om bij nieuwe transformaties en gronduitgiften in 2021 naast 40-40-20 ook 0-100-0 toe te staan om op deze manier realisatie van meer middeldure huurwoningen in Amsterdam te stimuleren. 158° Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Onderzoek richtlijn nabijheid veilige oversteekvoorziening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1363’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - onderzoek te doen naar een richtlijn voor de nabijheid van een veilige oversteekvoorziening; - over de resultaten van dit onderzoek terug te rapporteren aan de raad. 159° Motie van de leden Boomsma en Van Pijpen inzake de Begroting 2021, Maak schone en vuile straten inzichtelijk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1365’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - uit te zoeken wat er nodig is om een online toegankelijke publieksversie te hebben van de actuele CROW-waarden van de 481 Amsterdamse buurten en de Raad hierover in het eerste kwartaal van 2021 te berichten. 160° Motie van het lid Veldhuyzen en Nadif inzake de Begroting 2021, Fair practice code (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1372’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__in navolging van het advies van het Stadscuratorium opdracht te geven aan de directie G&O om in samenwerking met K&C in lijn met de Fair practice code richtlijnen te ontwikkelen om te komen tot een transparant proces van opdrachtverlening ten aanzien van kunst in de openbare ruimte. 161° Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:; - over de uitkomsten hiervan te rapporteren aan de raad. 162° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (red de Openbare Bibliotheken Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1383°) 44 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de huidige vestigingen van de OBA te behouden door de reserveringen voor de OBA NEXT aan te wenden om de huidige tekorten te financieren. 163° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (samenwerking tussen de Openbare Bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1384’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich op te stellen als aanjager en facilitator om meer samenwerking te bewerkstelligen tussen de lokale OBA vestigingen en de verscheidene buurtinitiatieven ten behoeve van een betere kruisbestuiving van elkaars netwerk en voeling in de wijk. De moties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253, nr. 1254, nr. 1277, 1303, 1338, 1340, 1363, 1365, 1372, 1380, 1383, 1384) ingetrokken zijnde, maken geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Gisteren heeft u nog een actualisatie ontvangen van de ingediende, gewijzigde ingetrokken moties en amendementen. 164° Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1431) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de 750 euro die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire ontvangen op geen enkele manier te verrekenen met gemeentelijke uitkeringen of (kwijtschelding van) belastingen; - bewindvoerders, die op enigerlei wijze samenwerken met de gemeente Amsterdam erop te wijzen dat ook gedupeerde ouders in de schuldsanering deze 750 euro op hun rekening moeten krijgen. De motie-Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Boomsma Taimounti en Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253), ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340 ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif, Taimounti en Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 45 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303 ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 165° Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met bewonersorganisaties die de oproep hebben gedaan het idee van het buurtplatformrecht uit te werken en de uitkomsten hiervan met de raad te delen; - te onderzoeken of het buurtplatformrecht onderdeel zou kunnen worden van het nieuwe Participatiebeleid en de raad hierover te informeren; -__ hiervoor een bedrag te reserveren van ten hoogste 150.000 euro te dekken uit de middelen voor de regeling maatschappelijk initiatief. 166° Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif, Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - met de initiatiefnemers MKB Amsterdam en KHN een plan op te stellen om Amsterdam Food Capital te ontwikkelen, te versterken en als (inter)nationaal begrip te vestigen; - dit in nauwe samenwerking te doen met de Metropoolregio Amsterdam; - Samen met MKB en KHN hiertoe op zoek te gaan naar partners en cofinanciering; -__en zo nodig hiervoor in 2021 een aanvullende begroting aan de gemeenteraad voor te leggen. 167° Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de OBA (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303°) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - de bouw van de OBA Next uit te stellen; - de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om de bezuinigingen op de wijkbibliotheken ten minste te temporiseren. 168° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring oplevering middeldure woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338°) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 46 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - een inventarisatie uit te voeren naar de tot en met 30 september 2021 opgeleverde middeldure huurwoningen die vallen onder het actieplan middeldure huurwoningen; - ín deze inventarisatie voor zo ver dat mogelijk is aan te geven wat de gerealiseerde woninggrootte, toewijzing aan de beoogde doelgroep en de huur is; -__voor zover mogelijk, bijvoorbeeld op basis van een OIS onderzoek op vrijwillige deelname door bewoners, in deze inventarisatie aan te geven waar de woningen zich bevinden, wat de opleverstatus was (bijvoorbeeld: casco, geheel afgebouwd, etc.), wat de aanvangshuur van de woning was en wat zijn de servicekosten zijn, welke andere (verplichte) kosten zijn er, bijvoorbeeld VvE-kosten, kosten voor een parkeerplaats, etc. er zijn en wat is het aanvangsinkomen van het huishouden: zijn de bewoners inderdaad middeninkomens; - en deze rapportage in het eerste kwartaal van 2022 aan de Raad te sturen. 169° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles op alles voor middenhuur (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1340’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - zich maximaal in te spannen om bij nieuwe transformaties en gronduitgiften in 2021 naast 40-40-20 ook 0-100-0 toe te staan om op deze manier realisatie van meer middel dure huurwoningen in Amsterdam te stimuleren. 170° Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1380’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te pleiten bij het rijk voor een volledige afschaffing van de toepassing van de kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar:; - over de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad. De VOORZITTER: Daarnaast zijn zojuist nog de volgende moties en amendementen bij dit agendapunt ingediend. 171° _ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 7,5 ton voor informele voedselhulp in de stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421’) Besluit: - eenmalig 750.000 euro vrij te maken ter ondersteuning van de informele initiatieven die voedsel verstrekken in de stad; - dit bedrag te dekken uit de subsidieregeling Sloop oude diesels zoals vermeld op de Begroting 2021 in het hoofdstuk Duurzaamheid en Milieubeheer; 47 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - het plafondbedrag van de Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam in artikel 1.3 te verlagen met 750.000 euro; - dit bedrag in te zetten voor het jaar 2021,maar mocht het nodig zijn, dan dit bedrag te spreiden, zodat het ook in 2022 kan worden ingezet; - relevante teksten en eventuele tabellen in de Begroting 2021 aan te passen aan het bovenstaande. 172° Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1432) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ het agendapunt dat behandeld wordt in de vergadering visueel weer te geven in de online vergaderomgeving c.q. te onderzoeken hoe het zou kunnen. 173° Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Versnelling van vergroening schoolpleinen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1433) Besluit: - de Amsterdamse Impuls Schoolpleinen te versnellen zodat er in plaats van vijftien schoolpleinen jaarlijks dertig schoolpleinen kunnen worden aangepakt; -__indetabel op pagina 112 ‘Activiteit 5.1.2.2 We zorgen voor voldoende gezonde schoolgebouwen en we investeren in groene en uitdagende schoolpleinen, verspreid over de stad’ bij punt 3 ‘Aantal op te leveren groene en uitdagende schoolpleinen’ onder ‘Begroting 2021’ het aantal van vijftien schoolpleinen te vervangen door dertig schoolpleinen; -__op pagina 113 de bullet ‘Programma Gezonde Scholen en Schoolpleinen (2,1 miljoen euro)’ te wijzigen in ‘Programma Gezonde Scholen en Schoolpleinen (3,1 miljoen euro) (dit is het bedrag inclusief de extra investeringskosten voor de realisatie van vijftien extra groene schoolpleinen, door het college geraamd op 1 tot 1,25 miljoen euro per jaar); - de extra investeringskosten voor de realisatie van vijftien extra groene schoolpleinen te dekken met een deel van het bedrag dat in 2021 gereserveerd is voor de financiering van activiteiten rondom de viering van het 750-jarig bestaan van Amsterdam in 2025: op pagina 49 de bullet ‘Amsterdam 750 (1,3 miljoen euro)’ te wijzigen in ‘Amsterdam 750 (0,3 miljoen euro)’ op pagina 49 in de tabel ‘reserves’ onder ‘stand na Begroting 2021’ onder 2021 1,3’ te wijzigen in ‘0,3’. op pagina 49 onder ‘Toelichting De stand van de reserve in 2021 is 1,3 miljoen euro en bestaat uit de reserve Amsterdam 750 voor kosten in verband met de viering in 2025 van 750 jaar Amsterdam.’ te wijzigen in “Toelichting De stand van de reserve in 2021 is 0,3 miljoen euro en bestaat uit de reserve Amsterdam 750 voor kosten in verband met de viering in 2025 van 750 jaar Amsterdam.’ e op pagina 277 de bullet ‘Hogere lasten voor Amsterdam 750 (1,3 miljoen euro)’ te wijzigen in Hogere lasten voor Amsterdam 750 (0,3 miljoen euro)’ 48 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 174° Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Verhoog tarieven precariobelasting voor woonboten in 2021 niet, (Gemeenteblad afd. 1, nr.1434) Besluit: -__op pagina 348 onder ‘Precariobelasting’ de tekst ‘Vanaf 2020 levert precario gemiddeld 2 miljoen euro meer aan opbrengsten op.’ te schrappen en vervangen door: ‘om de woonlasten van woonbootbewoners niet onevenredig te verhogen maar bewoners in deze zware tijd tegemoet te komen, draaien we de verhoging van de precariobelasting terug, en handhaven we de tarieven van 2020; - de benodigde 325.000 euro voor 2021 te dekken uit de middelen gereserveerd voor de Aanpak Nulmeting woonboten en/of middelen gereserveerd voor handhaving op water; - de relevante andere passages en teksten conform het bovenstaande te wijzigen. 175° Amendement van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Subsidie aan de Refugee Company (Gemeenteblad afd. 1, nr.1435) Besluit: - vanuit programma 7 Werk, Inkomen en Participatie in 2021 een eenmalige subsidie van 50.000 euro aan de Refugee Company te verstrekken ter compensatie van het wegvallen van haar inkomsten door de corona crisis; - ditte dekken door op pagina 246 in programma 12 50.000 euro in mindering te brengen op de begrootte lasten voor de regeling maatschappelijk initiatief; - alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. 176° Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Stalking alarm tegen femicide (Gemeenteblad afd. 1, nr.1436) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken of een stalkingalarm, zoals dat is getest in Gent, femicide in Amsterdam kan voorkomen. Amendement-Vroege (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1347) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De moties en amendementen maken deel uit van de beraadslaging. Dan de sprekersvolgorde. Die is, zoals bekend, eerst de grootste oppositiefractie gevolgd door de grootste coalitiefractie tot de kleinste. We beginnen achtereenvolgens met 49 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen de leden Torn, Roosma, Bloemberg-lssa, Van Dantzig, Taimounti en Kilig, Biemond, Kreuger, Flentge, Boomsma, Van Soest, Ceder, Veldhuyzen, Van Schijndel. Mocht u van plan zijn moties of amendementen te wijzigen of in te trekken, dan verzoek ik u duidelijk welke motie of welk amendement het betreft door vermelding van het nummer. Daarbij meld ik u ook nog even dat we morgen op 13.00 uur een aparte ronde hebben waarin de laatste wijzigingen bekend kunnen worden gemaakt als het gaat om intrekking of wijziging van moties en amendementen. Daarna kan het ook niet meer omdat dan de stemmingslijsten gereed worden gemaakt met het oog op de besluitvormende vergadering ’s avonds. Goed, dat was een hele mond vol en dan begin ik met de eerste spreker. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn. De heer TORN: We bespreken vandaag de begroting voor maar liefst de achttiende keer namelijk de eerste termijn vond plaats in de gemeenteraad een tijd geleden, daarna is die twee keer besproken in alle acht raadscommissies en vandaag bespreken we de tweede termijn in de raad. In deze laatste termijn dat we het over de begroting hebben, zijn er echt nog wel een paar punten waarover we het met elkaar moeten hebben. Dat begint allereerst met de verhoging van de OZB. Vanochtend stond in De Telegraaf toch een verontrustend bericht onder de kop Verhoging OZB nekt de middenstand. Ik wil eigenlijk heel kort dat stukje uit De Telegraaf hier citeren. “Het besluit van de Amsterdamse coalitiepartijen GroenLinks, D66, PvdA en SP om de OZB-tarieven met maar liefst 20 procent op te hogen, drijft de toch al zwaar getroffen Amsterdamse ondernemer tot wanhoop. Terwijl ze momenteel tijdens de zware lockdown proberen te overleven, moeten ze honderden tot duizenden euro’s meer betalen aan de gemeente.” En dan citeert De Telegraaf de Amsterdamse voorman van de Koninklijke Horeca Nederland, Pim Evers, die zegt “Dit is niet het moment om deze lastenverzwaring door te voeren.” Ik denk dat het belangrijk is in deze laatste vergadering van het jaar waarin we belangrijke besluiten moeten nemen, hierbij toch even goed stil te staan met elkaar. Ik denk dat de coalitiepartijen hier op het punt staan een fout te maken en ik zou het fijn vinden als we dit misschien nog kunnen rechttrekken zo vlak voor kerst. (Mevrouw ROOSMA: De heer Torn citeert De Telegraaf en ik neem aan dat hij dat doet omdat hij de woorden van De Telegraaf ook zelf zou willen uitdragen. Is de heer Torn nu echt van mening dat deze OZB-verhoging die volgens mij ook een klein beetje overdreven is, want hij heeft het over duizenden euro's en volgens mij gaat het eerder om tientallen en misschien honderd euro maximaal, de middenstand in Amsterdam nekt? Of heeft het eerder te maken met de coronacrisis en de beperking van de maatregelen en de tekorten en de compensatie vanuit het rijk?) Nou, ik denk dat het belangrijk is- Wij zouden deze OZB-verhoging liever niet doen. Het is ook zo dat indertijd dat de plannen voor deze OZB-verhoging bekend werden gemaakt, van de zijde van de coalitie en meer specifiek van D66 werd gezegd dat het allemaal wel meeviel en dat het natuurlijk niet leuk was, zo’n verhoging, maar dat we het maar over het bedrag van 28,50 euro per jaar zouden hebben. Weet je, niet leuk, maar het is te overzien. Maar dat is dus niet zo. Dat is voor woningeigenaren relatief beperkt, maar de tarieven voor ondernemers, voor gebruikers en eigenaren van bedrijfspanden, liggen substantieel hoger wanneer je zowel eigenaar als gebruiker van een pand bent. Dus stel je hebt een bedrijfspand als ondernemer en je zit daar zelf in, dan is dat tarief zeven keer zo hoog als het OZB-tarief voor woningeigenaren. Die panden zijn vaak ook nog weer meer 50 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen waard, dus het gaat hier wel degelijk om forse bedragen zoals ook in de krant stond. Je kunt het zelf ook uitrekenen als je de tarieven gaat loslaten op de bedragen en de Woz- waarde van de panden. Het gaat echt om honderden en duizenden euro's. Is dat nu de oorzaak van de problematiek van corona? Nee, dat is natuurlijk het virus. Laten we daarover heel eerlijk zijn. Dat is ook niet wat ik zeg. Het enige wat ik zeg, is dat dit niet het juiste moment is om zo’n OZB-verhoging door te voeren en dat is ook wat Koninklijke Horeca Nederland zegt. Ik zou eigenlijk vandaag willen oproepen die verhoging niet door te voeren. De VVD heeft daartoe natuurlijk al een concreet voorstel gedaan. Ik denk dat het goed is en het is ook een uitgestoken hand naar de coalitie om misschien een vergissing die indertijd is gemaakt- Ik kan me voorstellen dan je het te overzien vindt als je echt denkt dat het maar om 28,50 euro gaat per jaar, pijnlijk, maar dat is het. Als het om honderden en duizenden euro’s gaat voor ondernemers, dan wordt het echt een ander verhaal. (Mevrouw ROOSMA: De heer Torn overdrijft natuurlijk een klein beetje, want die heeft ook de brief gezien van wethouder Everhardt gisteren waarin een buitengewoon genuanceerd verhaal stond over de daadwerkelijke verhoging en de range van verhogingen. Als hij het heeft over duizenden euro's, dan gaat het over een pand dat 90 miljoen euro waard is. Dat is de range waarover we het hebben. Dus vindt de heer Torn het nu reëel om over dit soort bedragen te praten? Hij weet ook wel volgens mij dat het een stuk genuanceerder ligt dan wat hij hier nu voorspiegelt.) Het gaat in ieder geval niet om een paar tientjes. Dus het gaat voor heel veel ondernemers om honderden euro’s en voor een kleinere groep ver over de duizend. Het gaat echt niet om een paar tientjes. Ook als we naar de brief kijken die de wethouder gisteren heeft gestuurd, dan spreekt die ook over honderden euro's. Die kiest ook wel weer voor bepaalde Woz-waarden met gemiddelden en daarin zitten natuurlijk ook altijd weer grote groepen die daar weer boven zitten. Dus of het gemiddelde nu de juiste manier is om het uit te rekenen- Feit is dat in een zware economische crisis de lokale lasten worden verhoogd en dat vinden wij als VVD geen goed uitgangspunt. We zouden de coalitie eigenlijk de hand willen reiken om dat alsnog zo vlak voor kerst terug te nemen en daarmee die extra last die bij de ondernemers te leggen. Dat is in ieder geval de insteek van de VVD. (Mevrouw ROOSMA: Dan even over die handreiking. Ik ben blij dat de heer Torn erkent dat het wat genuanceerder is dan hij net schetste en wat De Telegraaf net schetste. Dat betekent dat de VVD voorstelt dat we dan maar gaan bezuinigen op sociale voorzieningen. Dat betekent minder geld voor de daklozenopvang; dat betekent minder geld voor zorg; dat betekent minder geld voor onderwijs. Dat is volgens mij dan klassiek VVD. Misschien een kleine lastenverlichting aan de ene kant, maar aan de andere kant grote bezuinigingen op sociale voorzieningen. Is dat dan waar de heer Torn voor staat?) De VVD heeft natuurlijk een duidelijke tegenbegroting neergelegd waarin allerlei andere keuzes worden gemaakt dan de coalitie doet. Dat is duidelijk. De VVD kiest onder andere voor een andere mix van de woningbouw, een belangrijk punt. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Een belangrijk punt van de VVD is om in deze tijd absoluut de lasten niet te verhogen en dat is toch een heel andere zienswijze dan die van de coalitie. Ik had een beetje gehoopt dat de coalitie dacht, het gaat maar om 28,50 per jaar, maar dat is een misverstand en dat we dat hier nog zouden kunnen oplossen. Misschien was ik te positief, een beetje naïef misschien ook. Maar het lijkt nu toch echt bewust beleid te zijn om de lasten te verhogen en om ook die honderden euro’s en zelfs boven de duizenden euro's 51 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen lastenverhoging voor lief te nemen. Dat vind ik pijnlijk, maar dat is dan de constatering die we hier met elkaar moeten maken. (De heer HAMMELBURG: Ook wij als D66 hebben natuurlijk de tegenbegroting van de VVD met heel veel plezier gelezen en ook gezien dat de gehele financiële paragraaf in een amendement is gegoten waarin deels ook nog een ongedekte cheque in zit en waarin keuzes worden gemaakt die helemaal niet kunnen worden gemaakt. Maar dat laat ik dan even terzijde. Ik wil toch wel terug naar die OZB-verhoging waarover de heer Torn het vorige week ook al had in de raadscommissie FEZ. Ook toen heb ik tegen de heer Torn gezegd, het gaat inderdaad in het geval van de MKB om een verhoging van tientallen soms honderden euro's maar daartegenover staat ook een pakket voor ondernemers in coronatijd waarmee ze er honderden euro's op vooruitgaan. Kan de heer Torn dat nu eindelijk erkennen?) Nee, dat kan ik niet erkennen. Wat ik kan erkennen is dat er een kleine compensatie is voor ondernemers. Dat was in eerste instantie twee keer 10 miljoen euro en dat blijkt dan 14 miljoen euro te worden voor volgend jaar, maar dat is eigenlijk een sigaar uit eigen doos. De totale lastenverhogingen zijn veel groter bijvoorbeeld alleen de OZB-verhoging is in totaal 35 miljoen euro waarvan twee derde neerdaalt bij ondernemers. Dat is natuurlijk veel meer dan de kleine lastenverlichting die daartegenover staat. Per saldo zijn de ondernemers veel en veel slechter uit. Dat zijn gewoon de feiten. (De heer HAMMELBURG: De heer Torn geeft net aan dat dit vooral heel erg zwaar valt bij het MKB, maar juist voor het MKB zien we dat die er door de maatregelen op vooruit gaan. Een bedrijf of een bank als de ABN op de Zuidas gaat veel meer OZB betalen. Dat klopt wel. Maar de bakker, de slager, het midden- en kleinbedrijf in Amsterdam, dat wij hier zo koesteren en willen steunen in de coronacrisis, dat gaat er met deze begroting honderden euro’s en soms zelfs nog meer op vooruit en niet op achteruit} Dan kan ik toch alleen maar de voorman van de Koninklijke Horeca Nederland citeren die echt heel duidelijk in de krant zegt en daar zit geen woord Spaans bij “Dit is niet het moment om deze lastenverzwaring door te voeren. Dus deze mkb-voorman denkt daar echt heel anders over. Die heeft ook de feiten gewoon aan zijn zijde, want per saldo is die lastenverhoging er ook. Ik zou het dan toch wel fair vinden als die lastenverhoging wordt doorgevoerd, dat u zegt, daar staan we dan ook voor en dat er niet wordt gedaan alsof het allemaal wel meevalt. Het is niet die 28,50 euro waarover de heer Van Dantzig het had. Het zijn voor ondernemers echt veel forsere bedragen en ik had gehoopt dat we dat vandaag alsnog hadden kunnen tegenhouden, maar ik merk toch een beetje aan zowel de bijdrage van mevrouw Roosma als van de heer Hammelburg, dat dat helaas niet zo is. Dat vind ik echt teleurstellend omdat het echt niet het juiste moment is om een dergelijke belastingverhoging door te voeren. (De VOORZITTER: Het spijt me dat ik u enigszins ruw onderbreek, maar ik vraag u allen en dat vraag ik ook in de richting van de heer Hammelburg, uw interrupties korter te maken. Ik kan me voorstellen dat het verleidelijk is iets uitgebreider te spreken, maar het is denk ik voor de kijkers thuis ook wel prettig als het debat enige snelheid en variatie houdt.) (De heer HAMMELBURG: Ik wil toch ook opmerken dat de VVD hier een loopje met de waarheid neemt. Dat weet de heer Torn ook. Het gaat om per saldo een lastenverlichting in deze coronatijd juist om het midden- en kleinbedrijf te ondersteunen en de VVD als grote bestuurderspartij in dit 92 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen land en als verantwoordelijke aan de grootste knop zit in Den Haag zou hierover geen flauw spelletje moeten spelen. De voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland mag mij bellen om samen nog een keer door die begroting een te gaan en daar samen naar te kijken. Maar dit verwacht ik toch niet van de VVD.) Ik ben echt een beetje verbaasd door de bijdrage van de heer Hammelburg. De feiten zijn gewoon dat de OZB-verhoging in totaal maar liefst 35 miljoen euro bedraagt en dat daar slechts een lastencompensatie tegenover staat van 10 miljoen euro. 35 miljoen euro minus 10 miljoen euro is 25 miljoen euro per saldo lastenverhoging en dan vergeet ik ook nog even een paar belastingen. Per saldo is het dus nog meer. Dat zijn gewoon de feiten. Ik denk dat het belangrijk is dat hier te onderstrepen en iedereen kan dat gewoon in de begroting nalezen. (De heer BIEMOND: We kennen de VVD natuurlijk als een partij die zodra het een beetje tegenzit meteen zegt dat er op de overheid moet worden bezuinigd en dat is ook precies wat er in de tegenbegroting gebeurt. Dus dat zou eigenlijk niet moeten verrassen. Het verrast me eigenlijk nu wel. Juist in deze tijd waar we dagelijks zien dat publieke functies de maatschappij overeind houden en in nota bene het VVD- verkiezingsprogramma wordt er juist voor gepleit de overheid niet te verkleinen. Dus ik zou graag willen dat de heer Torn dat dan nog eens toelicht.) Uiteindelijk moet de gemeente de begroting rond krijgen. Dat geldt voor iedere gemeente en ook voor de gemeente Amsterdam. Ik heb eerder al gezegd dat ik het college en de coalitie in zoverre complimenteer dat er een sluitende begroting is gepresenteerd hoewel we nog wel wat hebben aan te merken op een aantal aspecten daarvan. Als we het dan hebben over de bezuiniging op het ambtelijk apparaat, dan hebben we wel heel duidelijk gezegd dat we investeren in bijvoorbeeld handhavers, 150 erbij, in reinigers, 100 erbij, maar dat we wel voor de rest hebben gezegd het ambtelijk apparaat te hervormen, toekomstbestendiger te maken en eigenlijk van onderuit opbouwen. En dat is hoe wij erin zitten. Dat is eigenlijk mijn reactie op de vraag van de heer Biemond. (De heer BIEMOND: Dat lokt natuurlijk toch weer een reactie uit. Het klinkt nogal vaag. De concrete vraag aan de heer Torn is welke effecten de VVD denkt te gaan zien als we inderdaad op deze enorme manier gaan snijden in het ambtelijk apparaat? Wat kunnen we vervolgens niet meer doen als gemeente?) Als de heer Biemond de tegenbegroting goed heeft gelezen en dat heeft hij ongetwijfeld, want zo ken ik de heer Biemond, dan heeft hij gezien dat wij als VVD zeggen, je moet eigenlijk eerst gaan kijken wat de taken zijn die je wilt gaan doen en vervolgens ga je daar vanuit nul de ambtelijke organisatie opbouwen. En dus niet andersom. Dan zijn wij ervan overtuigd dat daar zeker een bezuiniging te boeken is zoals wij in onze tegenbegroting hebben genoemd. Dan wil ik ingaan op het volgende en dat wil ik snel doen want anders ga ik er te veel spreektijd aan verliezen. Er worden natuurlijk altijd heel veel moties en amendementen en dergelijke ingediend en die worden dan door het college van een preadvies voorzien. Een daarvan wil ik er toch wel even uitlichten of eigenlijk twee en dat betreffen de amendementen nr. 1303 en nr. 1315 over de OBA Next. Daarin wordt kort gezegd opgeroepen ervoor te zorgen dat de bezuiniging op de bibliotheken niet doorgaat. Als dekking daarvoor wordt de realisatie van de OBA Next gebruikt. Ik zeg het maar even kort door de bocht. En vervolgens is het preadvies van het college: nee, dat kan echt niet. OBA 53 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Next moet doorgaan en het college ontraadt om die reden deze amendementen. Niet veel later krijgt de raad recent een brief van de wethouders Meliani en Everhardt van 14 december waarin juist wordt gezegd, nee, de gelden van die OBA Next kunnen wel worden gebruikt. Dat kan worden uitgesteld en noem het allemaal maar op. We begrepen van een aantal leden van de coalitie namelijk de heer Biemond, mevrouw Nadif, mevrouw Bosman en de heer Flentge dat zij daarover ook een amendement hebben ingediend. Wij zijn nu toch wel heel benieuwd naar het preadvies op dat amendement omdat we het een beetje vreemd vinden dat de amendementen nr. 1303 en nr. 1315 negatief gepreadviseerd zijn en er opeens een brief van het college ligt met een hele andere strekking. Wij begrijpen dat nog niet helemaal en ik denk dat een verduidelijking hier wel op Z'n plek is. (Mevrouw ROOSMA: Ik wil vragen of de heer Torn bekend is met het verschil tussen kapitaallasten en exploitatielasten.…) Ja, ja, dat ben ik. Ik weet het verschil. Zeker. (Mevrouw ROOSMA: Dan is mijn vervolgvraag of hij dan ook het verschil ziet tussen de preadvisering over moties die voorstellen de kapitaallasten in te zetten enerzijds en het voorstel van het college waarin de investering voor de OBA Next doorgaat maar waarin wordt voorgesteld de exploitatielasten te gebruiken.) Kennelijk is mevrouw Roosma erg goed op de hoogte van de overwegingen van het college. Ik zie vooral dat in de amendementen nr. 1303 en nr. 1315 die zijn ingediend door de heer Ceder, de heer Boomsma, mijn fractiegenoot De Grave-Verkerk, mevrouw Van Soest en de heer Kreuger, dat daar wordt gezegd, die OBA Next zetten we hiervoor in en dat het college er vervolgens voor kiest om te blijven investeren in deze stad en die OBA Next moet vooral doorgaan. Dat verhaal is toch gaan schuiven en is aan het veranderen. Ik ben dan wel heel benieuwd hoe het college daar tegenaan kijkt want ik begrijp dat niet helemaal. Misschien dat mevrouw Roosma het beter begrijpt. Maar ik zie dat eerst wordt gezegd dat het niet kan en opeens kan het dan wel. Dat vind ik bijzonder. (Mevrouw ROOSMA: Ik heb natuurlijk de brief van het college ook goed gelezen. Het grote verschil is dat de investeringen in de OBA Next gewoon doorgaan dus dat er nog steeds een investeringskrediet nodig is waarvoor de kapitaallasten nodig zijn in de begroting. Alleen schuift die investering een beetje op in de tijd waardoor er exploitatielasten vrijvallen. Dat is natuurlijk een groot verschil. Ik ken de heer Torn als een goed financieel woordvoerder en die snapt het verschil volgens mij helemaal prima.) Als dit de uitleg van mevrouw Roosma is en als dit ook de uitleg van het college zou zijn, dan had ik het toch wel op prijs gesteld als het college in het preadvies had gezegd wat mevrouw Roosma nu zegt en als het bijvoorbeeld tegen de indieners van het amendement had gezegd, pas het een beetje aan want dan kunnen we het doorvoeren. Maar dat is het niet. Het was echt van nee, nee, nee, dit moet doorgaan. Dat vind ik toch wat bijzonder. Ik denk dat een verduidelijking van het college hier wel op Z'n plek is. (De heer BIEMOND: Uiteindelijk is het uitgangspunt in de brief van de wethouder dat de OBA Next gewoon door gaat. Dat is het grote verschil met de amendementen en moties die vragen de OBA Next te schrappen. Daar hoort bij dat de kapitaallasten die werden ingezet, veel te laag zijn voor het wegnemen van de besparing op de OBA Next. Dus er was geen match tussen het probleem en de oplossing. Ziet de heer Torn dat nu ook zo?) Dan moet ik toch kritisch zijn. Ik pak nu het amendement van de heer Ceder c.s. nr. 1303 er gewoon bij en daarin staat niet de OBA Next af te stellen maar om die uit te 94 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen stellen. Dus het is precies wat de wethouder nu ook zegt. Dan snap ik dat negatieve preadvies echt niet. Het is gewoon heel erg vreemd. Het is onbegrijpelijk. Ik ben ook wel benieuwd wat de heer Ceder er straks zelf van vindt, maar ik vind het heel vreemd en we gaan hier toch eens even heel goed luisteren naar wat de wethouder te zeggen heeft. Ik begrijp er helemaal geen snars van. (De heer BIEMOND: Uiteraard zijn we allemaal geïnteresseerd in de uitleg van de wethouder maar ik heb die motie nr. 1303 ook voor me en daar staat gewoon te besluiten de vrijgekomen kapitaallasten te gebruiken om de bezuinigingen op de wijkbibliotheken te voorkomen. Dat was dus bij lange na niet toereikend. Misschien kan de heer Torn dat er ook nog eens bij pakken.) Kijk, het uitgangspunt van de motie is: stel OBA Next uit en vervolgens worden die kapitaallasten in het preadvies genoemd. In het amendement zelf staat- inderdaad, onder dat puntje staat kapitaallasten. Daarin heeft u gelijk. Maar waarom het gaat, is dat de heer Ceder heel duidelijk heeft gezegd dat die OBA Next moest worden uitgesteld en dat het college daarop heeft gereageerd dat dat niet kon. Als het college normaal gesproken een preadvies geeft, dan zegt het ook, als we het uitstellen, dan kunnen we het wel doen. Maar hier heeft het college gezegd, dat willen we niet want het moet doorgaan. Dat vind ik toch echt heel vreemd en ik vind het ook echt niet goed. Nou ja, ik denk dat er nog wel andere leden van de raad zijn die hierover ook vragen hebben. Ik vind het een hele vreemde gang van zaken. Ik vind dat het college hierover duidelijkheid moet geven. (Mevrouw VAN SOEST: Voor de kijkers thuis is het misschien handig om te weten dat eerst de hele oppositie hierom heeft gevraagd, om de bibliotheken open te houden en daarvoor de OBA Next te gebruiken. Dat is afgewezen. Nu komt de coalitie ermee en nu gaat het wel door. Is dat hetgeen u bedoelt, mijnheer Torn?) Ik moet eerlijk zeggen, soms bent u mijn favoriete collega. Ik kan nog veel van u leren. U kunt dingen soms zo duidelijk zeggen. Daar is geen woord Spaans bij. Dus eigenlijk had u gewoon als eerste het woord moeten voeren. Dat was misschien wel veel duidelijker geweest. Ik ga door want ik moet nog twee punten maken. Dat betreft allereerst de precariobelasting en de verhoging daarvan voor de woonboten. We hebben daarover de insprekers gehoord. De VVD heeft vorig jaar voor de toenmalige voordracht gestemd en daar staan we ook voor, maar we hebben ook de zorgen van de insprekers gehoord, onder andere de zorg, als ik nu in bezwaar ga, wordt het dan niet nog hoger? En: Kan dit wel? De wethouder heeft gelukkig die zorg vorige week wel kunnen wegnemen, maar ik kan me wel voorstellen dat nu het beeld is ontstaan dat dit de verhoging is. Veel insprekers waren bang dat het volgend jaar weer zou wijzigen. Het zou goed zijn als de wethouder hier wat geruststellende woorden zou kunnen uitspreken. Dus dat dit in principe de verhoging is en dat die geruststellende woorden daarmee wel op Z'n plek zijn. Dat is dus een concrete vraag aan de wethouder en ik hoor graag hoe de wethouder daarover denkt. Tot slot wilde ik nog wat zeggen over de afvalstoffenheffing maar volgens mij wordt die afzonderlijk besproken. (De heer BOOMSMA: Ik heb de heer Torn net heel nadrukkelijk horen zeggen dat het onverstandig is om de lasten te verzwaren juist in deze tijd en dan ging het om 20 procent OZB-verhoging. Dan zal hij het toch met het CDA eens zijn dat het ook onverstandig is om de woonlasten in de vorm van een precariobelasting met nog veel meer procenten te verhogen. In de raadscommissie is dat ook al gezegd en kan hij dan ten minste ons 59 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen amendement steunen om de tarieven volgend jaar niet verder te verhogen maar ze dan op z'n minst op het niveau van 2020 te laten?) Ik moet echt even bekijken hoe dat amendement eruit ziet. Ik heb dat niet zo voor me. Het belangrijkste is dat we vorig jaar dat besluit hebben genomen. Daar staan we als VVD ook achter. Maar ik denk dat het wel goed is om de zorgen die er zijn bij de woonbootbewoners, als ze in bezwaar gaan, of we dan het risico lopen als bewoners dat we nog weer slechter af zijn. We durven eigenlijk niet in bezwaar te gaan want dan worden de tarieven misschien nog wel hoger. Dat is natuurlijk een punt van zorg dat wel moet worden weggenomen. Vandaar mijn vraag aan de wethouder om daarover duidelijkheid te scheppen. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat er een onterechte zorg is op dat punt. (De heer BOOMSMA: Ik snap gewoon niet zo goed dat de heer Torn een enorm gloedvol betoog houdt over hoe onverstandig het is om juist nu in deze tijd de lasten te verzwaren. Dan gaat het om ondernemers. Waarom zou het dan wel verstandig zijn voor mensen als het gaat om hun eigen woning?) Dit ligt toch iets genuanceerder, denk ik. Vorig jaar heeft een groot deel van de raad waaronder volgens mij ook het CDA voor het uitgangspunt gestemd dat de tarieven, de precariotarieven specifiek voor woonbootbewoners ten opzichte van 1995 op een niveau worden gebracht dat meestijgt met de tijd. Dat was niet gebeurd. Het is eigenlijk een correctie. En die lijn begrijpt de VVD wel en steunt de VVD ook wel. Daar staat wel tegenover dat de zorgen die er zijn, wel moeten worden weggenomen. Daarover heb ik in de vorige raadscommissie de wethouder op bevraagd maar ik heb daar nu nog een vraag bij gesteld. Ik ga afronden, want ik moet ook op de spreektijd voor mijn fractie letten. Nogmaals, het is de achttiende keer dat we de begroting bespreken en we gaan er ook over stemmen. Ik had wel de hoop dat we zaken hadden kunnen doen met de coalitie over de OZB. Ik vrees dat dat er niet in zit. Nou ja, wie weet, gebeurt er nog een wonder zo vlak voor kerst. De VVD denkt echter wel dat het niet goed is, dat het nu niet het juiste moment is om de OZB zodanig te verhogen. We hebben een alternatief, onze tegenbegroting. Het zal u niet verbazen dat ik eigenlijk iedereen wil oproepen om voor die tegenbegroting te stemmen en dan vervolgens voor de geamendeerde begroting. Daar zou ik het voor dit moment bij willen laten. (De VOORZITTER: Ik zie dat u nog een paar interrupties heeft, maar voordat ik de leden het woord geef, zou ik u erop willen wijzen dat een spreker nu 35 minuten in beslag heeft genomen. Daar kan de heer Torn maar heel bescheiden iets aan doen, want het heeft namelijk ook te maken met de vele interrupties. Rekent u even met mij mee. Met twaalf sprekers betekent het dat we ruim zes uur bezig zijn met deze termijn. Nu kan het zijn dat niet iedereen evenveel interrupties krijgt, maar ik zou u toch willen vragen om én het aantal interrupties te beperken én als u interrumpeert, het echt kort te houden en geen betogen. Daarvoor heeft u immers uw eigen termijn.) (Mevrouw ROOSMA: Het gaat toch over de begroting, dus ik zou nog een vraag aan de VVD-fractie willen stellen. Het gaat namelijk over de Algemene reserve die de VVD inzet in haar tegenbegroting en het viel me op dat volgend jaar de Algemene reserve in de VVD-begroting bijna op nul eindigt. Ik vroeg me af hoe de VVD dat uitlegt, want dat is toch geen financieel prudent beleid.) 56 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Fijn dat mevrouw Roosma die vraag nog stelt, want wat de coalitie natuurlijk doet, is de erfpachtgelden die nog binnen moeten komen, inzetten terwijl dat geld er nog helemaal niet is. Dat vinden wij niet verstandig. Wij hebben gezegd, je kunt geld pas uitgeven als het er is. Wij hebben ook alleen maar geld uitgegeven dat er daadwerkelijk is. Ik verwacht eerlijk gezegd dat we volgend jaar zullen merken ook in de begroting zoals die nu vanuit het college voorligt, dat we problemen gaan krijgen met het binnenhalen van die erfpachtgelden. Meer mensen zullen kiezen voor canonbetaling dan voor afbetaling. De reserve loopt daardoor leeg en dan zitten we volgend jaar weer in de misère. Dat is een vrij uitgebreid technisch antwoord op de op zich terechte vraag van mevrouw Roosma. Ik denk wel dat ik in dit geval de bal een beetje moet terugkaatsen. (Mevrouw ROOSMA: De heer Torn gaat niet in op de vragen. Alle bedragen in de toekomst zijn natuurlijk onzeker. Mijn vraag aan de VVD is dan wel of de heer Torn vindt als die erfpachtgelden binnenkomen, dat ze dan naar de Algemene reserve moeten. Of vindt hij dat daarmee schuld moet worden afgelost?) Een goede vraag. Het geld dat binnen is, hebben wij ook ingezet. Dus het geld waarvan we zeker zijn, dat zetten we in. Dus het is niet principieel, maar het kan pas als het geld binnen is. Dat is wel een principieel punt. Daarnaast vinden wij dat je de grondopbrengsten voor de langere termijn eigenlijk zou moeten verhogen en dat kan door te kiezen voor een andere samenstelling van de woningbouw zodat de opbrengsten daarvan hoger worden. De belangrijkste reden is dat we dat goed vinden voor de woningbouw, maar dat is ook goed voor de gezondheid van de financiën van de stad. (Mevrouw ROOSMA: Laatste keer. Toch nog wat specifieker. De heer Torn heeft net gezegd, die erfpachtgelden moeten voor de aflossing van de schulden worden ingezet. Maar nu uw reserve volgend jaar bijna op nul eindigt, vindt de heer Torn dan niet dat die middelen naar de Algemene reserve zouden moeten? Dat zou dan wel prudenter zijn — als ze binnenkomen?) Nu ga ik heel technisch worden. Ik zou mevrouw Roosma willen meenemen naar pagina 24 van onze tegenbegroting. Daar staat heel duidelijk in dat de gelden die echt binnen zijn gekomen van die erfpacht, dat die worden toegevoegd in de Algemene reserve. Alleen, wel het geld dat er is en niet het geld dat nog moet binnenkomen. Dat is wel een vrij groot en belangrijk detail. Nou ja, daarover zouden we eigenlijk nog een hele avond met elkaar kunnen discussiëren. Daar zit wel een risico in. Volgend jaar zal moeten blijken of dat risico zich manifesteert. Ik vrees eerlijk gezegd van wel en ik denk dat we in deze gemeenteraad dan nog een zwaar debat gaan voeren. Daar zou ik het bij willen laten. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma. Mevrouw ROOSMA: We hebben vanmiddag een uitgebreid debat gehad over de loekdown en wat voor impact dat heeft op de stad. Ik denk dat deze begroting in het teken staat van de coronacrisis. Ook financieel verkeren we in zwaar weer. Waar het rijk diepe zakken heeft, hebben wij een beperkt budget en we moeten uiteindelijk een sluitende begroting indienen, zei de wethouder vanmiddag ook nog. Dat we dat nu doen met deze begroting, dat vind ik op zich een prestatie en ik vind het ook fijn dat de VVD dat heeft erkend dat het mooi is dat we nu een sluitende begroting indienen. Dat is immers niet vanzelfsprekend. In andere gemeenten in Nederland zien we ook dat de tekorten van het rijk er echt hard in hakken. De tekorten op de zorg zijn nauwelijks meer te dragen. De bijstellingen in het gemeentefonds gaan eigenlijk al jaren de trap af en het is dan ook zuur 97 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen om te zien dat nu het rijk eindelijk extra geld gaat uitgeven, wij als gemeenten worden uitgezonderd van de koppeling aan het gemeentefonds. De VNG heeft zich eerder eind september in felle bewoording al uitgelaten tegen het kabinet en er werd een motie aangenomen met een overweldigende meerderheid van maar liefst 99 procent op het VNG-congres om juist structureel aan het kabinet meer geld te vragen. Ik was eigenlijk benieuwd of de wethouder der Financiën straks zou kunnen aangeven hoe die gesprekken met het rijk nu verlopen. Het is natuurlijk heel fijn dat we incidenteel worden gecompenseerd voor de impact van de coronasituatie op onze Amsterdamse begroting, maar structureel gezien hebben we natuurlijk een groot probleem dat is gerelateerd aan het gemeentefonds en de tekorten in de zorg. Ik zou graag wethouder Everhardt daarover horen. Zit die structurele compensatie bij het rijk erin en is de VNG daarvoor nog hard aan het lobbyen? Mijn collega Ernsting vroeg vanmiddag al naar de impact van de huidige loekdown op de begroting. Ik denk dat het iets is wat onzeker blijft richting de voorjaarsnota. Ik zou van de wethouder graag willen horen hoe hij ons de komende tijd kan meenemen om een vinger aan de pols te houden bij het sturen op die financiën zodat we zo’n sessie die we nu hebben gehad met een enorme bezuiniging van 250 miljoen euro het liefst zouden kunnen voorkomen maar in elk geval zouden kunnen zien aankomen mochten we nog een keer financieel moeten ingrijpen. Ik hoop van harte dat dat niet nodig is. We hebben in het afgelopen begrotingsakkoord dat de coalitiepartijen met elkaar hebben gesloten in september Samen sterk uit de crisis natuurlijk een flinke klap gekregen met een structureel pakket van 250 miljoen euro per jaar met veel pijnlijke keuzes. (Mevrouw VAN SOEST: Wij hebben bij het vorige college meegemaakt dat er 250 miljoen euro moest worden bezuinigd en toen is het college overgegaan tot de verkoop van vastgoed. Nu heb ik aangeboden te kijken of we niet wat kunst zouden kunnen gaan verkopen om de pijn voor de burgers een beetje te verzachten. Hoe staat u daar tegenover?) Ik waardeer het echt dat de Partij van de Ouderen meedenkt in oplossingen om uiteindelijk de budgettaire ruimte van de gemeente te vergroten. Ik denk wel dat kunst verkopen niet de meest praktische oplossing is financieel gezien. Het levert uiteindelijk niet structureel geld op en dat is waaraan we de meeste behoefte hebben. Dus dat pakket van 250 miljoen euro per jaar, dat doet heel veel pijn. En als het geen pijn zou doen, als we geen pijnlijke keuzes zouden moeten maken, dan mag je je als gemeente wel eens achter de oren krabben. Maar we zijn er trots op dat we juist in deze tijden een pakket hebben kunnen neerleggen waarin we ook investeren in de stad. We investeren in werkgelegenheid, in duurzaamheid, in herstel, in de sociale veerkracht, ook in armoedebestrijding. Dat zijn toch dingen die belangrijk zijn om te doen op het moment dat je financieel moeilijke keuzes moet maken. We verdelen de pijn daarnaast wat ons betreft op een eerlijke manier. Dat neemt niet weg dat de coalitiepartijen natuurlijk van mening waren nadat het college de begroting met dit grote pakket had voorgelegd, dat er nog wat kleine bijstellingen nodig waren. Dit heeft geleid tot een aantal voorstellen vanuit de coalitiepartijen waarbij we hebben gezocht naar oplossingen om onder andere de vier buurtbibliotheken open te houden, culturele broedplaatsen overeind te houden en extra geld uit te trekken voor wijkcentra, bewonersinitiatieven en buurtmedia. Juist in deze zware tijd vinden wij het belangrijk om die sociale en culturele functies overeind te houden omdat ze zo erg belangrijk zijn voor het welzijn en het welbevinden van de Amsterdammers. De bibliotheek is er voor iedereen, voor jong, voor oud, voor arm en voor rijk en die functie van de bibliotheken verandert. Vroeger was het vooral een plek om te lezen, om je horizon te verruimen en je wereld te vergroten. Nu is het steeds meer de plek geworden voor ontmoeting en voor sommigen is het gewoon een tweede thuis, een sociale en warme plek 58 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen in de stad. Amsterdam verkeert in de gelukkige omstandigheid dat we 25 bibliotheken in deze stad hebben. We moeten ons ook realiseren dat die bezuinigingen van het rijk en het tekort van het rijk en de coronacrisis die daar bovenop komt, er in veel gemeenten ertoe leiden dat de laatste of de enige bibliotheek zelfs moet sluiten. In die zin moeten we ons realiseren dat we het goed hebben. Ik ben toch heel erg blij dat het ons is gelukt om een oplossing te vinden om die buurtbibliotheken open te houden. Ik wil iedereen en ook de oppositie die daarin een belangrijke rol heeft gespeeld, bedanken dat het ons met z’n allen is gelukt om hier tot een oplossing te komen. (De heer CEDER: Uiteraard is de ChristenUnie en volgens mij de hele raad blij met het redden van de bibliotheek, dus ook de complimenten aan de coalitie. Ik vroeg me toch even het volgende af. De exploitatiekosten zijn volgens mij voor twee jaar vrij gevallen. Zou mevrouw Roosma mij kunnen aangeven hoeveel geld daarmee is vrijgekomen?) Volgens mij maar dat weet ik niet helemaal zeker, stond er in de begroting voor die twee jaren 4 miljoen voor de OBA, voor de exploitatie van de OBA Next. Een deel daarvan is gebonden aan het gebouw en een deel daarvan is ook gebonden aan de functies. Ik heb uit de brief van de wethouder begrepen dat het mogelijk is om het geld dat in die eerdere twee jaar nodig is op die manier in te zetten. (De heer CEDER: Ik heb inderdaad in de voorjaarsnota van 2019 destijds gelezen dat de exploitatiekosten 4 miljoen euro per jaar waren. Maar als u de OBA uitstelt, dan komt er toch 8 miljoen euro vrij als ik het goed uitreken. En als dat zo is, als we de bibliotheek voor twee jaar redden, dan wordt er 3 miljoen euro voor uitgetrokken. Dus klopt het dat er dan 5 miljoen euro aan exploitatiekosten overblijft?) Ik heb het zo begrepen. Ik heb ook met de directeur van de bibliotheek gesproken. Misschien kan de wethouder daar straks nog iets over zeggen. De OBA Next is niet alleen gebonden aan een gebouw, maar het gaat ook om de voorzieningen van digitalisering etc. waarmee ook exploitatielasten gemoeid zijn. Maar misschien kan de wethouder daarover zo meteen nog wat zeggen. Overigens is het natuurlijk zo als in die jaren dat geld over zou zijn, je uiteraard ook nog iets moet verzinnen om dat geld naar de toekomst te halen. We hebben het hier natuurlijk over het vrijvallen van exploitatielasten in 2025 en 2026 die je naar 2023 en 2024 moet halen. Dus we zijn met Z'n allen ook wel erg in de toekomst aan het rekenen. Maar goed, als het nodig is, is het nodig. (De heer CEDER: We gaan inderdaad het antwoord van de wethouder horen, maar volgens mijn berekening is er nu gewoon door het voorstel als de raad dat accepteert, 5 miljoen euro vrijgevallen. Bent u het ermee eens als we daarvoor een goede bestemming vinden en daarvoor heb ik nog wel een aantal ideeën, om die 5 miljoen euro te besteden in deze begrotingsperiode? Vind ik dan GroenLinks aan mijn zijde?) Kijk, als dat zo is, dan hebben we het over geld dat vrijvalt in 2025 en 2026. Je moet je al afvragen of je per se al dat geld naar de toekomst wil halen en niet alleen voor de jaren 2023 en 2024 maar voor de jaren 2021 en 2022 waarover de heer Ceder het dan heeft. Dat lijkt mij niet al te prudent om geld dat over vijf, zes jaar vrijvalt nu al naar volgend jaar gaan halen. Dus ik ben erg bereid om naar oplossingen te zoeken voor de problemen die de heer Ceder nog wil aankaarten, maar dit gaat best ver. Ik vervolg mij betoog. We trekken ook geld uit voor de meest basale voorzieningen die een mens nodig heeft: voedsel en een dak boven ’t hoofd. Het zou niet nodig moeten zijn in een rijk land als Nederland en in een rijke stad als Amsterdam dat er veel lokale voedselinitiatieven worden ontwikkeld. Amsterdammers helpen Amsterdammers die soms 59 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen niet eens bij de voedselbank terecht kunnen voor hun dagelijkse levensbehoeften als voedselpakketten en maaltijden. Ik denk dat het heel goed is dat we daar als stad nu iets extra’s doen en niet in de laatste plaats heeft de coalitie voorgesteld extra geld uit te trekken voor de opvang van dak- en thuislozen in onze stad. Opvang is uiteindelijk een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen werken aan je toekomst en zonder dak boven je hoofd is er eigenlijk geen toekomst. GroenLinks wil daarom dat niemand op straat slaapt. Twee keer 1 miljoen euro moet ons dan ook helpen om ook na de lockdown in de wintermaanden het aantal plekken in de opvang substantieel uit te breiden en tegelijkertijd te blijven zoeken naar perspectief. Amsterdam is een sociale stad en we zorgen voor elkaar ook als we in financieel zwaar weer zitten. In Amsterdam blijven we knokken voor wat kwetsbaar is en dat doen we vanuit het college, vanuit de gemeenteraad, vanuit de coalitie, vanuit de oppositie, vanuit de straat en vanuit maatschappelijke organisaties. Ik ben eigenlijk heel erg blij dat we dat met elkaar samen kunnen doen, want dat is uiteindelijk waarom het gaat in deze crisis dat we zorgen dat we de juiste beslissingen nemen om de noden van de Amsterdammers daar waar die het hoogst zijn, op een goede manier te adresseren. Ik zou iedereen willen oproepen dat te blijven doen met elkaar en elkaar daarin ook vast te houden. Dat wordt nog een moeilijk jaar in 2021. (De heer CEDER: Ik ben het helemaal eens met mevrouw Roosma dat er in principe niemand op straat hoort te slapen en dat Amsterdam ook een sociale stad moet zijn. In dat kader vraag ik mij af of zij het amendement van mij en de heer Veldhuyzen dan ook zal steunen voor een bed-bad- broodvoorziening voor de Dublinclaimanten die waarschijnlijk per 1 april 2021 op straat gaan slapen. Dat is immers wat mevrouw Roosma niet wil.) We hebben hierover natuurlijk in de raadscommissie Algemene Zaken over gesproken. De heer Ceder weet ook dat het mij pijn doet dat die opvang van Dublinclaimanten geen doorgang kan vinden. Wat er wel gebeurt, is dat er extra plekken bij komen om ongedocumenteerden op te vangen. Met Dublinclaimanten is het zo dat ze wel naar een voorliggende voorziening kunnen en dat we daar meer moeten kunnen doen om mensen te begeleiden naar een plek waar ze wel perspectief hebben. En tegelijkertijd moeten we wel zeggen, als mensen kwetsbaar zijn, dan vangen we ze gewoon op want dat horen we te doen in een stad als Amsterdam. (De heer CEDER: U heeft het over de kwetsbare groepen en dat vind ik ook belangrijk maar ik ben nog even zoekende naar wat dat betekent voor de niet-kwetsbare Dublinclaimanten. U geeft in uw betoog aan dat niemand in principe op straat hoeft te slapen. Daarnaast weten u en ik beiden dat niet iedereen een plek heeft in de reguliere opvang dus dat er noodgedwongen wel degelijk mensen op straat slapen. Ik kom daarvoor met een voorstel om dat te regelen en u heeft het alleen maar over de kwetsbare groepen die zouden moeten worden opgevangen. Bent u het met mij eens en met de heer Veldhuyzen dat ook voor de niet-kwetsbare mensen, dat ook voor hen geldt dat ook zij niet op straat hoeven te slapen? Gaat u daarvoor met mij vandaag een oplossing zoeken?) We weten natuurlijk dat er voor de Dublinclaimanten hun IOD op een gegeven moment verloopt en dat ze dan terecht kunnen in de asielprocedure. Dat is wat ons betreft ook de beste oplossing. Dan kunnen ze een asielaanvraag doen. Als het gaat over groepen die nog niet aan die UOD zitten, dan zeggen we, kunnen we niet andere vormen zoeken? Ik weet ook dat de wethouder daarvoor met de staatssecretaris in gesprek is om te kijken of we kunnen voorkomen dat mensen op straat slapen maar dat we wel kunnen zoeken naar een manier van opvang die misschien niet binnen het Amsterdamse programma 60 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Ongedocumenteerden past, maar waarbij we wel op een andere plek kunnen zorgen dat ze zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over hun status. En of dat nu is in bijvoorbeeld Italië of in Nederland of op een andere manier. Opvang, ja, maar dan wel bij de asielaanvraag ofwel op een andere manier. (De heer VELDHUYZEN: Als er niemand in Amsterdam op straat zou moeten slapen, heb je eigenlijk een soort van humanitaire ondergrens nodig zoals een permanente noodopvang. Laat ik daarover nu toevallig net een motie hebben ingediend. Ik vraag me af of GroenLinks die motie dan misschien zou kunnen steunen omdat je met zo’n permanente noodopvang er echt voor zorgt dat niemand op straat hoeft te slapen omdat het amendement dat we nu indienen — wat heel belangrijk is natuurlijk — eigenlijk niets meer is dan de keuze die vorig jaar is gemaakt om de winteropvang af te schaffen proberen recht te zetten voor dit jaar.) Wij hebben natuurlijk gezegd met die 100 plekken die er vorig jaar zijn bijgekomen dat dat eigenlijk een permanente noodopvang is voor iedereen die anders op straat slaapt. Dus daar kan iedereen terecht ongeacht status of wat dan ook. Mensen die kwetsbaar zijn, kunnen daar terecht en worden hopelijk ook begeleid naar een volgende plek. Maar je hebt ook mensen die in de noodopvang blijven zitten. Idealiter zie ik dat als een traject waar mensen ook weer kunnen uitstromen. We hebben nu gezien dat er in de winter meer plekken nodig zijn. Dus dat is wat ons betreft nu eerst de oplossing. Wat mij betreft gaan we natuurlijk altijd kijken als er later meer plekken nodig zijn. Dan weet u GroenLinks ook te vinden. We moeten daarvoor dan wel budget vinden. Dan kan ik de heer Veldhuyzen altijd goed gebruiken om vanuit de straat de druk op te voeren. Maar wat ons betreft lijkt het nu voldoende om gewoon in de winter die extra plekken te hebben en die honderd plekken die we al hadden op de Transformatorweg die de heer Veldhuyzen ook kent, om die in te zetten om mensen op te vangen. (De heer VELDHUYZEN: Ik zou zeggen, er wordt 11 miljoen euro extra geïnvesteerd in handhaving. We kunnen ook gewoon die motie van BIJ1 aannemen. Die vraagt niet op een specifiek aantal plekken, maar die vraagt om die humanitaire ondergrens ‘In Amsterdam slaapt er niemand op straat’ te realiseren. Dan dek je daar nu alvast mee dat er in ieder geval niemand op straat hoeft te slapen. Dus als GroenLinks daadwerkelijk de daad bij het woord zou voegen, dan zou ze die motie eigenlijk moeten ondersteunen. Graag daarop nog een reactie.) Ik kijk er natuurlijk naar uit dat in de volgende periode de heer Veldhuyzen en GroenLinks samen een absolute meerderheid hebben in deze raad. Dan kunnen we al dat soort zaken met elkaar regelen. Maar de heer Veldhuyzen snapt natuurlijk ook dat we in een wat complexere situatie zitten en dat er meer vragen vanuit verschillende partijen spelen. Tot nu toe denk ik dat we goed uit de voeten kunnen met deze plekken en anders weet de heer Veldhuyzen mij te vinden en dan strijden we samen voor uitbreiding als dat nodig is. (De heer KREUGER: Nog even over de OBA Next want die wordt dus uitgesteld. Daardoor moeten alle mensen uit Zuidoost wel twee jaar wachten totdat ze de Zuidas kunnen terug claimen. Vindt mevrouw Roosma dit niet erg?) Ja, vreselijk. Ja. (De heer KREUGER: Er wordt nu natuurlijk wel een beetje een grapje van gemaakt maar het was toch wel een heel zwaar wegend argument indertijd 61 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen dat de Zuidas door Zuidoost moest worden terug geclaimd. Dus was dat nu echt zo’n zwaarwegend argument zoals dat toen werd gebracht?) Als de heer Kreuger mij met een grapje vraagt of ik het jammer vind dat de investeringen in de OBA Next wordt uitgesteld, dat de realisatie van de OBA Next moet worden uitgesteld, ja, natuurlijk. Ik vind het heel erg jammer dat de investeringen moeten worden uitgesteld. Dat is absoluut niet iets wat we willen. Ik denk juist dat we hopen juist in deze tijd te kunnen blijven investeren in de stad, maar het is de realiteit die aan de corona is gerelateerd. (De heer KREUGER: Kan mevrouw Roosma überhaupt nog een keer uitleggen hoe dat werkt, de Zuidas terug claimen? Bij mij is dat een beetje weggezakt.) Volgens mij heeft het niet zo veel zin om het debat van vorig jaar over te doen. De heer Kreuger heeft ook geen interrupties meer, dus dan wordt het allemaal een beetje flauw. Dus, nee. (De heer BOOMSMA: Ik wil nog even terug naar het idee om kunst te verkopen. Mevrouw Roosma zei wel dat dat incidenteel geld was, maar het Stedelijk Museum heeft bijvoorbeeld meer dan 100.000 werken. Als je er één van zou verkopen, bijvoorbeeld zo’n hele lelijke en oninteressante van Roy Lichtenstein, As | Opend Fire, zo’n cartoon, gekocht van Sandberg voor ik geloof nog geen 40.000 euro en het is nu 50 miljoen euro waard. Daarmee kan je de kapitaalvernietiging van die hele kunstensector in Amsterdam grotendeels voorkomen. Dus hoezo is dat geen goed idee?) Over smaak valt niet te twisten. De heer Boomsma weet ook wel dat het zo makkelijk niet werkt en dat je ook niet zo maar kunt zeggen, dit is het waard en dat is ook niet gelijk wat je ervoor krijgt. Dat heeft de vorige coalitie met allerlei deelnemingen geprobeerd en ook met vastgoed. Die wilde het allemaal verkopen en dat leverde heel weinig op. Niemand wil het hebben. Dus er moet ook echt iemand zijn die het wil kopen. Het is een wild idee, maar het is niet iets waarvoor bij ons de handen op elkaar gaan. (De heer BOOMSMA: Mevrouw Roosma loopt er een beetje voor weg. Het is gewoon mogelijk om te ontzamelen. Dat gebeurt in veel instellingen, ook in Amerika en elders. Dat wordt gewoon gedaan en dat kan ook prima. Dit schilderij is volgens mij verzekerd voor 60 miljoen euro. Stel dat het 40 miljoen opbrengt, dan nog kun je daarmee een enorme kaalslag in onze kunstensector voorkomen. Ik begrijp dat het een beetje buitenissig is, maar dit zijn wel kritieke tijden. Dus wil mevrouw Roosma dat dan toch niet serieus overwegen?) Ik beloof de heer Boomsma dat ik me er nog eens in ga verdiepen, maar ik denk dat ik wat minder optimistisch ben over het succes van deze oplossing dan de heer Boomsma. (De heer VELDHUYZEN: Ook nog even over kunst en cultuur. Stel je voor, GroenLinks heeft 1,3 miljoen euro en GroenLinks moet kiezen tussen investeren in beleid om multinationals naar de stad te lokken of de budgetten van het AFK te verhogen. Wat kiest GroenLinks?) Dan moeten we even teruggaan naar ons verkiezingsprogramma met de financiële paragraaf. Ik kan me herinneren maar ik weet het niet meer 100 procent zeker dat wij inderdaad hebben voorgesteld om de budgetten voor het hier naartoe halen van grote bedrijven te korten. Ik zit in een coalitie met drie andere partijen en daar zijn ook nog andere wensen. Als het een GroenLinkswalhalla was, dan hadden we misschien andere keuzes gemaakt, maar ik heb te maken met coalitiepartners en misschien is het ook goed om te 62 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen weten dat juist de economische kant niet wordt ontzien in de voorgestelde bezuinigingen in het Samen sterker uit de crisispakket. Het is een evenwichtig pakket, maar ik heb ook rekening te houden met mijn coalitiepartners. (De heer VELDHUYZEN: Dan wil ik D66 feliciteren want dan doet die het toch best goed in een college met drie linkse partijen om het toch voor elkaar te krijgen om 1,3 miljoen euro per jaar in te zetten voor het lokken van multinationals naar deze stad. Ik zou zeggen, D66, jullie zijn de winnaar van dit college.) Als de heer Veldhuyzen winnen en verliezen laat afhangen van 1,3 miljoen euro in een begroting, dan wijs ik hem erop dat het totale budget 6 miljard is. Dan moet hij die afweging misschien toch wat breder trekken. (De heer CEDER: Mevrouw Roosma heeft het er nu al een paar keer over als het aan GroenLinks lag of als het een GroenLinkswalhalla was, dan zouden de keuzes anders liggen. Op de vraag van de heer Veldhuyzen over de noodopvang realiseren zei mevrouw Roosma ook dat die er wel zou kunnen komen als het aan GroenLinks lag, maar dat ze met andere partijen zit. Dat vind ik toch wel ernstig. Ik vraag me dan af om welke partijen het dan gaat. Zou u kunnen aangeven wie dan geen noodopvang wil? ls dat de PvdA, is dat de SP, is dat D66? Wie houdt GroenLinks tegen om dit plan voor te stellen. Ik wil daarover echt graag duidelijkheid met naam en toenaam graag.) Volgens mij heeft de heer Ceder dan niet helemaal goed geluisterd. Ik heb gezegd, we hebben nu permanente noodopvang van 100 plekken per jaar 365 dagen, 24 uur per dag. We hebben gezegd dat we in de winter extra plekken nodig hebben en dan gaan we nog eens kijken. Tegen de tijd dat we zover zijn, dan kunnen we met elkaar opnieuw een afweging maken. Dan wijs ik er op dat het geld wel ergens vandaan moet komen. Dat wil helemaal niet zeggen dat mijn coalitievrienden tegen die noodopvang zijn, maar de heer Ceder weet ook dat het altijd een prioritering is. De heer Torn pleit net voor een lastenverlichting voor ondernemers, u gaat zo meteen weer pleiten voor extra geld voor het masterplan Zuidoost. Het moet op een gegeven moment uit de lengte of uit de breedte komen. Er is een breed palet. Ik denk niet dat mijn coalitievrienden tegen opvang zijn. Maar de heer Ceder kan het ze straks zelf vragen. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa. Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zal straks wat moties intrekken en wijzigen, maar eerst moet me iets anders van het hart. De afgelopen weken heeft het college de Amsterdammers zich rot laten schrikken. Het college heeft een bezuinigingsopgave maar de fractie van de Partij voor de Dieren is wel erg verbaasd over de prioriteiten van het college. Ik noem er nu een. In het oog sprong wel de forse bezuiniging op de OBA waardoor de bibliotheken in de buurten verdwijnen waar ze het hardst nodig zijn terwijl de luxueuze OBA Next op de Zuidas overeind blijft. Er is net al veel over gezegd. Waarom koos het college er bijvoorbeeld voor om het miljoenen kostende feest van Amsterdam 750 jaar overeind te houden en de bibliotheken, een essentiële buurtvoorziening te grabbel te gooien? In ronkende persberichten lezen we nu dat de coalitiepartijen de redder zijn van de bibliotheken. De redder van een zelf gecreëerd probleem. Maar zijn de bibliotheken ook gered? Helaas niet. De bezuinigingen worden uitgesteld zodat de OBA zich er goed op kan voorbereiden. Wethouder Moorman gaf gisteren in Het Parool nog aan dat ze zich zorgen maakt over de leerachterstand die kinderen oplopen nu de scholen door de lockdown 63 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen sluiten. Die zorgen zou het hele college zich moeten maken als het gaat om het sluiten van bibliotheken in de stad. Bibliotheken in de wijken zijn ontzettend waardevol. Deze bezuinigingen moeten niet een paar jaar worden uitgesteld, maar de bibliotheken moeten veilig worden gesteld. Dat is een kerntaak van de gemeente en feestvieren is dat niet. Over het feestvieren zo meer. (Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Bloemberg begon met een verhaal waarin ze zei dat er fors op de bibliotheken wordt bezuinigd. Ik wilde dat een klein beetje nuanceren. Het gaat om een bezuiniging van 1,5 miljoen euro op een totaal budget van de bibliotheken van 29 miljoen euro subsidie van alleen de gemeente Amsterdam wat de coalitie ook nog eens een keer heeft uitgebreid met 4 miljoen euro. Per saldo geeft deze coalitie juist meer geld uit aan bibliotheken. Dus ik wilde mevrouw Bloemberg wat nuanceren in haar woordkeuze.) Ik kan me daar niet bij aansluiten. Zodra er bibliotheken in wijken moeten sluiten, dan is dat een veel te grote bezuiniging en daarvan worden veel mensen in de wijken de dupe. (Mevrouw ROOSMA: Dat is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. Wij waren natuurlijk ook verbaasd dat de directeur van de bibliotheek zei dat hij volgend jaar de buurtbibliotheken gaat sluiten omdat de gemeenteraad over twee jaar een kleine bezuiniging inboekt. Daarvan zijn wij geschrokken en dat is ook de reden dat er een oplossing is gezocht. Dat is immers wat niemand wil. Het is nooit zo geweest dat de coalitie heeft gezegd, we bezuinigen zodat de buurtbibliotheken dicht moeten. Dat was absoluut niet de bedoeling.) (De VOORZITTER: Ik wil u vragen en ik zeg het nog maar een keer opnieuw, interrupties kort te houden. Ook uw betoog, mevrouw Roosma, nam meer dan een half uur in beslag. We komen echt heel erg in tijdnood. We hebben een volle agenda en ik neem niet aan dat u op vrijdag wilt doorvergaderen. Ik breng het nu maar even zoals het is. Wilt u er alstublieft rekening mee houden? Ik begrijp dat een begroting over alle onderwerpen gaat, maar beperkt u zich alstublieft allemaal tot de onderwerpen die ook aan de orde zijn als u interrumpeert en houdt u het kort.) GroenLinks zegt dat het nooit de bedoeling was geweest dat er bibliotheken in de wijken zouden moeten sluiten. Dat is zeker net als dat het nooit de bedoeling is geweest dat alle tuinders zich helemaal rot zijn geschrokken over de huurverhogingen die de afgelopen weken aan het licht kwamen. Dan wil ik toch tegen GroenLinks zeggen, dat ze misschien iets meer feeling met de Amsterdammers moeten hebben. Ik had dit wel zien aankomen. Ik kom regelmatig in bibliotheken. Je hebt de afgelopen jaren al kunnen zien dat bijvoorbeeld de tijden van bibliotheken waarin service wordt verleend, al werden ingekort. Dus dit is gewoon iets wat eraan zat te komen. Dan kan GroenLinks wel zeggen dat het nooit de bedoeling is geweest, maar dit moet echt worden voorkomen aan de voorkant zodat het helemaal niet kan plaatsvinden. Ik ga verder. Ik heb een motie ingediend en die wil ik graag intrekken. Dat is motie nr. 1309 over schoolpleinen. Ik heb daar een verzoek gedaan voor groene schoolpleinen en eigenlijk heeft het college in zijn preadvies daarop een reactie gegeven. Op basis daarvan heb ik een amendement gemaakt en dan kom ik weer terug op dat feestvieren van de gemeente Amsterdam. Daarvoor worden namelijk miljoenen euro’s uitgetrokken. Ik vind dat we die miljoenen veel beter aan iets anders kunnen besteden. Dus ik zou willen zeggen, van dat budget halen we 1 miljoen euro af en dat gaan we dan gebruiken voor het 64 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen versneld vergroenen van schoolpleinen. We gaan dan om 2021 niet 15 maar 30 schoolpleinen vergroenen en dat komt ten goede aan de kinderen in Amsterdam. Alle kinderen hebben gewoon recht op zo’n leuke speelplek die groen en uitdagend is. Daarnaast is het ook heel goed voor de biodiversiteit en voor het klimaat in Amsterdam. Verder zag ik ook dat de vorige coalitie wel sneller die schoolpleinen kon vergroenen in de laatste jaren van die periode. Dus het lijkt mij heel goed als wij hier ook gaan versnellen. Daarvoor zou ik dan graag dat budget willen gebruiken. Dus daarvoor heb ik een amendement ingediend. Dan is er nog een motie die ik zou willen intrekken en dat is motie nr. 1310 over het dolfinarium. Ik heb gevraagd in de toekomst geen stadspasacties meer te organiseren voor het dolfinarium dat mensen daar voor een goedkope prijs naartoe kunnen. In het preadvies zegt het college eigenlijk dat deze actie voor de toekomst niet meer gaat worden gepland. Ik zie dat eigenlijk als een toezegging en daarmee ben ik heel blij. Ik wil dat dat niet meer gaat gebeuren. De motie kan ik dus intrekken. Dan hebben we nog motie nr. 1352’ van de heer Van Lammeren. Die gaat over het niet vervangen van wethouder Dijksma. Het college geeft in zijn reactie op de motie aan dat het college het niet gaat redden met een wethouder minder. Dat vinden wij heel teleurstellend maar wij zouden ook niet willen dat er wethouders bezwijken onder de druk en dat het ten koste zou gaan van het bestuur en de kwaliteit ervan. Om die reden trekken wij motie 1352’ in. Daarbij laat ik het voor nu. De moties-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1309 en 1310) ingetrokken zijnde, maken geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1352’) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Hammelburg. De heer HAMMELBURG: Niet de fractievoorzitter maar de woordvoerder Financiën spreekt bij de begroting. Ik probeer aan uw oproep gestalte te geven door mijn bijdrage wat kort te houden want ik heb ook oog voor de agenda. En vrijdag is het liefst een vrije dag voor ons waarop we onze stemlijsten invullen. Deze begroting is wel heel bijzonder want we hebben sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer zo’n gigantische crisis gekend met zo’n gigantische impact op de financiën van deze mooie stad. Dat vraagt om een enorme inspanning van het college, een enorme inspanning van de wethouder der Financiën en ik vind de wijze waarop dit is uitgevoerd echt de complimenten waard. De manier waarop ons begrotingsakkoord in september is uitgevoerd verdient echt een dikke pluim ondanks het feit dat er natuurlijk hele moeilijke keuzes moeten worden gemaakt en dat we in heel zwaar weer verkeren. Maar complimenten zijn in dit geval wel op Z'n plaats. Veel is al gezegd maar laat ik toch nog een aantal punten benoemen die voor D66 belangrijk zijn om te delen met de Amsterdammer. We hebben vanuit onze visie zo veel mogelijk getracht de klappen zo veel mogelijk op te vangen binnen de eigen organisatie. Natuurlijk kun je altijd bedenken, had het meer gekund of minder, maar duidelijk zichtbaar ook vanuit de ambtenaren en vanuit de ondersteuning is dat we nu proberen maximaal te bezuinigen op de organisatie en dat we daarmee keihard aan de slag gaan. Dat wordt een hele spannende opgave en dat betekent dus ook dat we in onze eigen coalitiemiddelen moeten snijden. Dat betekent ook dat we wat aan de Amsterdammer vragen bijvoorbeeld die OZB-verhoging waarover de VVD het had. Daar moet mij dan toch wat van het hart en 65 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen dat zeg ik dan ook richting de VVD. Ja, voor Amsterdamse inwoners gaat die OZB een paar tientjes omhoog. Dat is niet leuk, maar we willen er ook voor zorgen dat we de werkgelegenheid behouden. We willen er ook voor zorgen dat we ons plan voor de zes banenmotoren kunnen uitvoeren zodat de werkgelegenheid door deze crisis gaat stijgen. We willen dat we investerend door deze crisis komen zodat alle Amsterdammers aan het werk kunnen blijven, dat ze allemaal hun boodschappen kunnen blijven betalen, hun hypotheek, hun huur. Dat vraagt om een uitgebalanceerd pakket en niet om ordinaire oneliners over een paar tientjes of een paar honderd euro en het wel of niet verhogen of verlagen van de lasten. Laat ik daaraan dan toch nog maar een conclusie verbinden: per saldo gaan die lasten op de korte termijn omlaag voor het MKB. (De heer BOOMSMA: De heer Hammelburg heeft het over een paar tientjes als het gaat om die OZB-verhoging. Maar laat ik dan toch een vraag stellen over de woonboten. Daar gaat het niet om een paar tientjes, maar daar gaat het om ruim 1000 euro. Dat is voor veel mensen bijna een maandsalaris in lastenverzwaring voor zoiets fundamenteels als wonen. Is de heer Hammelburg nu echt niet bereid om met ons te kijken of we die pijn niet iets kunnen verzachten?) De heer Boomsma en ik hebben deze discussie vorige week ook al gevoerd en ook al aangegeven dat D66 vorig jaar al heeft ingestemd met de precarioverhoging. Deze is ook niet leuk. Dat geef ik ook gelijk toe. Lastenverzwaringen zijn nooit leuk, maar we zijn wel op zoek naar een breed pakket aan maatregelen waarmee we Amsterdam drijvend kunnen houden en ervoor kunnen zorgen dat we alles voor elkaar krijgen in deze stad, dat we onze kades en muren kunnen verstevigen. Dat vraagt een bijdrage van iedereen, van walbewoners en van waterbewoners. Wat D66 betreft worden die zo veel mogelijk gelijk getrokken. Ik ga richting een afsluiting. Ik wil toch nog zeggen dat het ook D66 ontzettend verheugt dat we de sluiting van de lokale vestigingen van de bibliotheken hebben kunnen voorkomen, dat we het Museum Het Schip kunnen redden, dat we hetzelfde doen met het Bostheater. Met andere woorden, dat we toch nog net als met ons coronapakket eerder de kunst- en cultuursector overeind kunnen houden in deze stad. Dat is voor D66 echt van groot belang. Ik laat het hierbij. (Mevrouw VAN SOEST: Heeft u het boekje van de woonbootbewoners gelezen? Woonbootbewoners — gewone Amsterdammers?) Ja. (Mevrouw VAN SOEST: Heeft u dan ook gelezen dat de wethouder Financiën ons vorig jaar op het verkeerde been heeft gezet met het voorstel om de precario te verhogen en dat hij de raadsleden heeft onthouden van informatie?) Ja, ik heb vorig jaar als raadslid alle informatie voorhanden gehad om een weloverwogen besluit over deze precarioverhoging te nemen net als de meerderheid van deze raad overigens. Ik begrijp dat mevrouw Van Soest als een van de weinigen, samen met DENK geloof ik, tegen die precarioverhoging heeft gestemd, maar een overgrote meerderheid heeft hiervoor gestemd op basis van openbare informatie waarin we allemaal konden kijken. Dus ja, ik heb het boekje gelezen, mevrouw Van Soest. Ik heb dat inderdaad goed gelezen en ik heb ook met een aantal woonbootbewoners gesproken. (Mevrouw VAN SOEST: Weet u dan ook dat Amsterdam in 2019 al het hoogste precariotarief had? Dus u bent ermee akkoord dat de wethouder ons verkeert informeert, of eigenlijk informatie heeft onthouden? Daarmee gaat u akkoord?) 66 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Mevrouw Van Soest en ik delen die conclusie niet. Ik moet nog iets rechtzetten. Mevrouw Van Soest heeft vorig jaar ook ingestemd met de precarioverhoging die zou ingaan over een periode van twee jaar. Ik heb het hier voor me. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti. De heer TAIMOUNTI: Toen we begonnen aan de Algemene beschouwingen waren de coronamaatregelen net verzwaard. Nu gaan we stemmen over de begroting en we zitten inmiddels in een keiharde lockdown. Voordat ik inhoudelijk inga op de begroting, wil ik graag mijn steun uitspreken voor iedereen die direct of indirect is geraakt door het coronavirus en ik wil mijn solidariteit betuigen aan al onze ambtenaren, ondernemers en arbeiders die het eveneens moeilijk hebben, en ik wil een extra signaal afgeven naar de zorgsector wat mij betreft. Namens de fractie van DENK wensen wij iedereen heel veel sterkte toe de komende periode. Dan moet mij toch van het hart dat de laatste paar dagen mij enorm hebben verbaasd. Aan het begin van de coronacrisis zeiden alle coalitiepartijen dat het allemaal anders zou gaan. Het moest allemaal socialer, we moesten elkaar meer gaan opzoeken en we moesten meer gaan verbinden. Het bezuinigingsakkoord van de coalitie heet dan ook niet voor niets Samen sterker uit de crisis. Toen kwam het aanvullend akkoord afgelopen maandag. De coalitiepartijen kwamen met voorstellen die eigenlijk bij alle andere oppositiepartijen wel een keer voorbij waren gekomen. Zo pleitte BIJ1 voor het open houden van de daklozenopvang en de broedplaatsen, kwamen ChristenUnie en het CDA, de VVD, Partij van de Ouderen en DENK met voorstellen om de OBA te redden, of te wel het aanvullend akkoord bevat voorstellen die al eerder zijn gedaan door oppositiepartijen. We zijn natuurlijk blij met het akkoord en met name voor het extra geld voor lokale voedselbanken. Wij dienen samen met de coalitie een amendement in voor 750.000 euro voor de voedselbanken. Dit is een mooie financiële aanvulling op onze motie van afgelopen september om de informele voedselvoorziening te ondersteunen. Het extra geld van het amendement is wat dat betreft broodnodig zeker nu we in die keiharde lockdown zitten. Ik hoor graag van de wethouder welke uitvoering zij gaat geven aan onze motie. Er zijn weinig momenten in de raadsperiode om maar liefst dertien fracties te kunnen verenigen. Maar als er tot nu toe een moment zou zijn waarbij dit mogelijk en belangrijk was, dan was het met dit aanvullend akkoord tijdens de huidige lockdown. Jammer genoeg werd er geen enkele oppositiepartij benaderd en moesten we over de uitvoering van de moties teruglezen in de kranten — kleine uitzonderingen daargelaten. Het zou allemaal anders gaan na de crisis volgens de linksprogressieve coalitiepartijen. Ik betreur het te constateren dat de coalitiepartijen in dit geval voor eigen succes gaan en dat in crisistijd. Mijn collega Khan heeft in de raadscommissie FEZ gewezen op de noodzaak om ons voor te bereiden op het zwaarste scenario en toen zei de wethouder dat er al een plan klaar lag. Nu is er een harde lockdown. Mijn vraag is dan logischerwijze: waar is dat plan? Wat moet er worden aangepast? Of komt dat pas in de voorjaarsnota? Is het dan ook nog mogelijk dat we nu allerlei plannen bedenken en moties indienen die over twee of drie maanden eigenlijk niet meer haalbaar zijn? Ik hoor graag de beantwoording van het college. Wanneer kunnen wij dat backupplan verwachten? En kan dan worden aangegeven welke gevolgen de huidige loekdown zal hebben? Ook willen wij van het college horen op welke dossiers en welke onderwerpen het verwacht te gaan bezuinigen. Ik hoor het graag. We hebben een groot aantal moties ingediend en deze zijn al besproken in de raadscommissie. Ik zal er toch een aantal proberen toe te lichten en te bespreken. Ten 67 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen eerste ben ik teleurgesteld in de reactie op onze motie om de tramhaltes aan de Johan Huizingalaan en de Kinkerstraat toegankelijk te maken. Dan druk ik me echt heel voorzichtig uit. Uit het preadvies kunnen we concluderen dat het alleen maar een financieel probleem is. We zien nu dat er geld vrijvalt, dus mijn vraag is waarom het dan niet wordt opgelost. Er spelen geen technische issues of iets dergelijks. Ik kan dit niet uitleggen aan de burger die minder valide is, hulpbehoevend is, of aan ouders met een kinderwagen. Zij moeten een paar kilometer extra lopen in de koude regen omdat het te veel geld kost terwijl er 130 miljoen euro naar het centrum gaat. Dit maakt het antwoord van het college extra pijnlijk. We hopen dat de partijen wel voor onze motie willen stemmen om het openbaar vervoer inclusief te maken voor alle burgers, ook de burgers in Nieuw-West. Dan over de toeslagenaffaire, ik noem het liever het toeslagenschandaal. De DENKfractie heeft in de afgelopen tijd veel gesprekken gevoerd met gedupeerden en daarbij de gehele raad uitgenodigd om aanwezig te zijn. Tijdens die gesprekken hebben we geconstateerd dat er nog veel meer beter kan qua ondersteuning aan de gedupeerden. Daarom hebben wij schriftelijke vragen ingediend en we hopen op een snelle beantwoording. We dienen daartoe twee moties in. De ene gaat over het opzetten van een zichtbaarheidscampagne om meer gedupeerden te bereiken. Helaas kunnen mensen vanwege de privacy niet worden gebeld. We horen wel van veel gedupeerden dat ze wel in contact willen komen met de gemeente maar dat er geen speciaal nummer of loket is. Daarom verzoeken wij hiertoe samen met de PvdA en het CDA. Verder horen wij schrijnende verhalen van ouders van wie sommigen tien jaar lang niet één dag er met hun kinderen tussenuit konden gaan door het toeslagenschandaal. Ze leven al tien jaar in ongekende stress, in armoede en ze schamen zich dat ze hun eigen kinderen niet eens nieuwe kleding konden geven laat staan een moment van ontspanning. We hebben nagedacht over mogelijke oplossingen en daarvoor hebben we ook een motie ingediend. En als derde een onderwerp dat mijn collega Kilig extra aan het hart gaat en waarvoor ze zich met passie inzet aangezien ze dit zelf helaas heeft moeten meemaken. Mantelzorgers. Het kan niet zo zijn dat inwonende mantelzorgers dakloos raken zodra hun dierbaren voor wie ze jarenlang hebben gezorgd, komen te overlijden. Vaak gaat het om ouders of oude familieleden. Een dergelijke gebeurtenis is te ingrijpend en emotioneel waarbij een coulance van zes maanden van de woningbouwcorporatie echt geen hulp is. In de oververhitte woningmarkt van Amsterdam is het eigenlijk praktisch onmogelijk om een woning te kunnen vinden. Het vooruitzicht om dakloos te geraken is onder normale omstandigheden al verschrikkelijk traumatiserend laat staan als je net een dierbare hebt verloren. Daarom stellen wij voor inwonende mantelzorgers aan te merken als mede- hoofdbewoner of hen als zodanig te registreren zodra bekend is dat iemand een inwonende mantelzorger is. Wanneer de verzorgde dan komt te overlijden, hebben de inwonende mantelzorger en de corporatie veel meer tijd om te zoeken naar een andere woning bijvoorbeeld in het kader van het project Van groot naar beter. Verder zou ik nog willen dat het college opnieuw kijkt naar onze motie om 25 miljoen euro te reserveren voor het verwachte parkeerinkomsteneffect. Uit de laatste verzamelbrief van het college die vanmiddag is verstuurd blijkt dat er over 2020 een tekort is van rond de 15 miljoen euro aan parkeerinkomsten. Onze motie stelde toen voor om in ieder geval 25 miljoen euro te reserveren en die motie werd destijds negatief gepreadviseerd. Ik hoop dat het college deze motie opnieuw tegen het licht kan houden. Ik denk dat dat wel belangrijk is. Voordat ik afsluit, wil ik het toch nog even hebben over de verhuftering van onze maatschappij. Ik vind dat een belangrijk thema. De afgelopen dagen zagen we daarvan extreme voorbeelden. In Utrecht werd in één nacht zowel een moskee als twee synagogen beklad met hakenkruisen. In Amsterdam werd gisteren een baksteen gegooid door de 68 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen prachtige Westermoskee. Naar verluidt heeft de dader ook nog eens de nazigroet uitgebracht. Verschrikkelijk. Hier zien we duidelijk de vermenging van islamhaat en antisemitisme. De religieuze instellingen van moslims en joden blijven het mikpunt van racistische agressie. Het is belangrijk dat wij als raad altijd en consequent blijven opstaan tegen dit geweld. Ik wil dat nogmaals benadrukken. Tevens onderstreept dit de urgentie van onze motie voor het opzetten van een campagne tegen terreur en voor respectabel omgaan met elkaar. De burgemeester heeft destijds helaas een negatief preadvies gegeven maar wellicht kan de burgemeester daarnaar toch anders kijken in het licht van de recente gebeurtenissen en de campagne alsnog op te zetten. Wat DENK betreft zou het beleid moeten zijn dat er bij dergelijke verschrikkelijke gebeurtenissen met grote maatschappelijke gevolgen voor de stad altijd persoonlijk contact wordt opgenomen vanuit het college of de burgemeester. Is het college het daarmee eens? Ter afronding wil ik eindigen met een korte reflectie op het afgelopen jaar. 2020 was een uitzonderlijk jaar voor iedereen. We hebben dit met Z'n allen moeten doorstaan en we kijken hoopvol uit naar 2021. Ik hoop dat er snel een vaccin beschikbaar komt en niet alleen in Nederland maar zeker ook in de armere delen van de wereld. Premier Rutte gaf het in zijn toespraak al aan. Gelukkig is er zicht op het einde van deze coronacrisis. De fractie van DENK schaart zich achter deze boodschap en hoopt dat 2021 het jaar van hoop en herstel zal zijn. Dat zal inderdaad zijn als we excuses aanbieden voor ons slavernijverleden en daarom hebben we ook een motie ingediend om Keti Koti groots te vieren. We hopen dat de rest van de raad het daarmee eens is. Namens onze fractie wens ik iedereen veel sterkte in deze moeilijke tijd, al onze collega’s in de raad, de coalitie, de oppositie, het college en onze ambtenaren. Wij trekken motie nr. 1312 en nr. 1386 in. We hebben gewijzigde moties ingediend; dat zijn de nr. 1313, 1329 en 1425. De rest blijft zoals het is. De moties-Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312 en 1386) ingetrokken zijnde, maken geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen: 177° _ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Een financiële gift voor vitale vrijwilligers actief bij de lokale voedselvoorzieningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - onze waardering te laten blijken aan actieve vrijwilligers van de lokale voedselvoorzieningen in Amsterdam, in de vorm van een cadeaubon waarvan de hoogte tenminste gelijk is aan het bedrag dat is toegekend aan de medewerkers van de handhaving en deze uit dezelfde dekking te financieren. 178° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoek naar volksgezondheidsaanpak (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1329) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe de schaarse financiële middelen en mankracht in het veiligheidsdomein efficiënter kunnen worden ingezet ter voorkomen en 69 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen bestrijden van wapengeweld en —bezit onder jongeren, bijvoorbeeld door meer in te zetten op maatregelen die gebaseerd zijn op de volksgezondheidsaanpak, en hierover te rapporteren aan de raad. 179° Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden kinderarmoede (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1425’ ) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - jaarlijkse streefwaarden op te nemen in de Armoedemonitor om kinderarmoede tegen te gaan en deze te spiegelen aan de landelijke doelstellingen om kinderarmoede te verminderen tegen 2030. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Biemond. De heer BIEMOND: We hebben vanmiddag uitgebreid gesproken over de sombere tijden waarin we leven en de gemeentefinanciën verkeren in navenant zwaar weer. Dat betekent dat de Algemene reserve moet worden aangesproken. Het is niet anders. Toch ligt hier een begroting voor die in balans is, zou ik zeggen, want er wordt niet alleen bezuinigd maar er wordt ook geïnvesteerd. Dat is knap maar ook nodig want we moeten de stad en de economie gaande houden. In deze tijd wordt zichtbaar dat we de overheid, de publieke functies, de publieke middelen hard nodig hebben, dat die onmisbaar zijn. Dus de gemeente heeft daarin een belangrijke rol. Belangrijk is ook dat de kwetsbare stad in fysieke zin, dus in de vorm van kades en bruggen gesteund blijft. Ik denk dat we na de vermanende woorden van voormalig wethouder Dijksma niet anders meer zouden durven. (De VOORZITTER: Mijnheer Biemond, uw geluid valt weg. Ah, ik hoor u ook weer.) (De heer KREUGER: De heer Biemond heeft het over investeringen en dan heeft hij het waarschijnlijk over de banenmotor, zo’n 78 miljoen euro. Kan hij uitleggen wat er precies nieuw is aan deze investeringen ten opzichte van waarin het was gelabeld in het klimaatfonds? Wat is daar anders aan?) Ik heb kennisgenomen van het duurzame herstelplan. Dat betreft een plan 2021- 2025 met een aantal banenmotoren en daarin zitten zo is berekend 15.000 arbeidsjaren. Het is denk ik verstandig dat we nu investeren en zorgen dat we banen blijven behouden. Dat zou mijn antwoord zijn op die vraag. (De heer KREUGER: Dat kon ik zelf ook wel lezen, maar wat is er anders aan dan wat er was gelabeld vanuit het klimaatfonds; wat is er anders?) Wat er anders is, is dat we het klimaatfonds bekijken vanuit de noodzaak van werkgelegenheid. Het belang daarvan onderschatten we nu omdat er nog zo veel staatssteun loopt waardoor nog heel veel bedrijven kunnen doorgaan. Maar zodra die 70 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen staatssteun wordt afgebouwd, zullen we zien dat er heel veel banen komen te vervallen. Dus het is heel noodzakelijk dat wij vanuit de stad investeren in werk. (De heer KREUGER: Volgens mij is dat helemaal niet zo. Er wordt niet specifiek geïnvesteerd in werk. Er wordt een investering gedaan die werk oplevert, maar dat was toch sowieso al het idee van geld dat in het klimaatfonds zat, dus dat daarmee een investering wordt gedaan die vervolgens werkgelegenheid oplevert? Wat is er dan anders?) Dat is drie keer dezelfde vraag. Ik denk dat het voor ons heel belangrijk is dat we de plannen, de investeringen die we hebben ten aanzien van de verduurzaming, dat we die juist koppelen aan banen en dat het voor iedereen zichtbaar is dat het iets oplevert. Dat levert werkgelegenheid op. Dat is denk ik juist in deze tijd essentieel. Het is ook een belangrijke pijler van deze begroting. Ook de extra kwetsbare bewoners moeten zo veel mogelijk worden ontzien. Maar laten we er geen doekjes om winden. Tegelijkertijd is zichtbaar dat dit ons allemaal raakt. De impact is enorm en veelzijdig. Toch moeten we proberen publieke voorzieningen zo veel mogelijk in stand te houden. De burgemeester zei eerder vandaag dat dat een medeverantwoordelijkheid is van ons allemaal en bij die woorden sluit ik mij graag aan. Of het nu gaat om voedselhulp of om veiligheid in de stad of om het behoud van culturele instellingen, we hebben al die publieke voorzieningen hard nodig. Dat brengt mij meteen bij de discussie over de bibliotheken. Ik ga toch even terug naar de gemeenteraad van 10 juni 2019. Dat is al weer even geleden. Ik sprak toen al uit dat de openbare bibliotheek en de sociaaldemocratie een gelukkig huwelijk hebben. De doelstelling van de openbare bibliotheek, emancipatie door kennisoverdracht, is ons op het lijf geschreven. Daarnaast juist door de spreiding van buurtbibliotheken over de hele stad creëren we ontmoetingsplekken in de buurten en die zijn onmisbaar. Dus hoewel we begrepen dat de pijn over alle portefeuilles werd verdeeld waren we bepaald ongelukkig met de voorgestelde besparing op de OBA met als gevolg sluiting van buurtbibliotheken. Ook wij zien dat er vernieuwing nodig is. Het karakter van de OBA verandert. De uitleen loopt terug maar de bezoekersaantallen stijgen. We vinden het verstandig dat er eerst een plan komt voor de verandering met mogelijk een herijking van het vestigingsbeleid en dat dat nu wordt besproken met de OBA. Met voor ons als uitgangspunt en dat geef ik de wethouder alvast mee, het behoud van de buurtfunctie van de bibliotheek. De wethouder heeft in haar brief van 14 december 2020 gehoor gegeven aan de oproep in de raadscommissie om tot een meer integrale benadering te komen en de besparing op de OBA in de Begroting 2021 te schrappen. Daarvoor hebben wij met een aantal andere partijen een amendement ingediend en we zijn dus blij dat de buurtbibliotheken kunnen worden gered. Belangrijk voor de stad, juist belangrijk in deze tijd. (De heer CEDER: Een vraag aan de heer Biemond. Die onderschrijft het belang van de bibliotheek. Ik heb nog nooit in de coalitie gezeten, dus misschien kan hij het mij uitleggen. Als ik hem zo hoor, geeft hij aan dat dit een zelfstandige afweging is geweest van de wethouder en dat de PvdA vanaf het begin toen de begroting werd gepresenteerd het er niet mee eens was. Dat is wat ik uit zijn woorden proef. Klopt dat? Of heeft de PvdA samen met alle andere partijen in de coalitie gewoon haar verantwoordelijkheid genomen en dit als voorstel geaccordeerd waardoor ze later na druk vanuit de politiek en daarbuiten gezegd heeft dat dit toch geen verstandig plan is. Kan de heer Biemond aangeven hoe dat precies zit en mij meenemen in dit proces? Ik ben daar oprecht benieuwd naar.) 71 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Ingewikkelde en lange vraag, terwijl het antwoord ook weer niet zo ingewikkeld is. U heeft gezien dat er deze zomer is gewerkt aan het stuk Samen sterker uit de crisis. Daar zat een taakvermindering in van 50 miljoen euro p.m. Dus die p.m.-post is toen niet onderverdeeld in de coalitiegesprekken. Die is vervolgens onderverdeeld over de portefeuilles zoals dat gaat in het college zo is mij verteld. De uitkomst daarvan is de begroting zoals die nu voorligt. Dat is het proces geweest waarvan ik begrijp dat dat een regulier proces is. Vervolgens hebben zich veel mensen gemeld, ook vanuit mijn partij, die zich ernstig zorgen maakten over het sluiten van die buurtbibliotheken en daartegen zijn wij toen net als overigens de ChristenUnie in het geweer gekomen. (De heer CEDER: Dank u wel, want dit is wel goed voor de zuiverheid van het debat. Ik begrijp goed dat het college een taakstelling had om te bezuinigen en dat het college of de wethouder dus een keus heeft gemaakt om te bezuinigen op de bibliotheek en dat de PvdA daarover is geïnformeerd en niet geconsulteerd en toen de PvdA dat hoorde, dacht dat dit geen verstandig plan was. En toen heeft u uiteindelijk gezegd dat u dit moest terugdraaien. Begrijp ik dat goed?) Ik denk dat het eigenlijk wat makkelijker is. Ik zit net als de heer Ceder in een gemeenteraad dus ik word geïnformeerd op het moment dat de begroting wordt gepubliceerd. De begroting is zoals u heeft gezien, een heel ingewikkeld bouwwerk waarin nog een forse opgave lag voor het college om nog tot een taakvermindering te komen. Daaraan is op deze manier invulling gegeven. Met name toen zichtbaar werd dat daardoor buurtbibliotheken zouden worden gesloten, hebben wij ons daartegen uitgesproken met dit als resultaat. Overigens ook met dank aan andere partijen waaronder oppositiepartijen die daarin ook heel stelling namen. (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik hoorde de heer Biemond zeggen dat hij blij is dat de buurtbibliotheken kunnen worden gered. Nu vroeg ik me af of het niet zo is dat de coalitie zelf dit probleem heeft veroorzaakt en is de heer Biemond het met mij eens dat het dan wel heel erg gemakkelijk wordt om allerlei problemen te veroorzaken die vervolgens kunnen worden gered?) Ik begrijp de vraag niet zo, eerlijk gezegd. Ik heb geen problemen veroorzaakt. Wel is het duidelijk dat we met Z'n allen in de problemen zijn en de gemeentefinanciën in het bijzonder. We zitten in zware tijden waarin moeilijke keuzes moeten worden gemaakt waardoor alle portefeuilles worden geraakt. Dit heeft daarin zeker een rol gespeeld. (De heer GEDER: Dank voor de toelichting, mijnheer Biemond. Ik zal de wethouder bevragen waarom zij dan deze keuze heeft gemaakt als er binnen de coalitiepartijen niet zo veel draagvlak voor was. U had het erover dat u zag wat het deed met de stad en ook dat de oppositie het daarmee niet eens was, maar u las ook alle voorstellen en alle preadviezen. We hebben het net gehad over de discussie kapitaal- en exploitatielasten, maar waarom heeft u niet gewoon de telefoon gepakt en gezegd, ik zie dit nu ook in, laten we samen ten strijde trekken. U heeft uw eigen weg gekozen. Ik ben benieuwd naar wat daarin de afwegingen waren. U geeft eigenlijk al terecht aan dat de oppositie dit al lang zag aankomen.) Met permissie, dan heb ik toch een stukje geschiedenis nodig om dat te pareren. Wij hebben in 2019 al een brief gevraagd van het college met de bevestiging dat er ook in buurtbibliotheken zou worden geïnvesteerd. Dat is de brief van 12 juni 2019. Nadat deze begroting op tafel kwam, hebben wij ons in de raadscommissie KDD van 11 november en 2 december vrij duidelijk uitgesproken over deze bezuinigingen. Ik heb inderdaad 72 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen kennisgenomen van onder andere de motie van de ChristenUnie, maar daarin zat alleen maar een dekking van de kapitaallasten van een paar ton en dat was onvoldoende. Vervolgens heb ik in het bijzijn van alle partijen in de raadscommissievergadering aan de wethouder gevraagd of zij inzage kon geven in een meer integrale aanpak inclusief de OBA Next met als uitgangspunt dat geen buurtbibliotheken zouden worden gesloten. Daaruit is de brief van 14 december voortgekomen. Daarop is vervolgens dat amendement gebaseerd. Dus dat is de duiding van de procedure die is gevolgd. Ik hoop dat dat het een en ander opheldert. (De VOORZITTER: Vast en zeker. Ik breng even in herinnering dat interrupties kort moeten zijn. Een kort statement, een korte vraag, en de antwoorden evenzeer.) (De heer TAIMOUNTI: Ik hoor de heer Biemond zeggen dat alle portefeuilles hiermee worden geraakt. Nu vraag ik me echt af als het gaat om de Agenda Autoluw en de 130 miljoen euro die naar het centrum gaat in verband met het verkeer, hoe dat dan wordt geraakt?) Uiteindelijk gaat het om de samenstelling. Een samenstelling waarbij we proberen én te investeren in de stad én te bezuinigen op de organisatie én in te leveren op de coalitieambities. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat daarmee portefeuilles worden geraakt — waaronder ook Verkeer en Vervoer. Die zullen zeker de dans niet ontspringen. (De heer TAIMOUNTI: Ik heb de heer Biemond hoog zitten en ik weet dat hij de begroting goed heeft gelezen, maar misschien kan hij aangeven op welke wijze het centrum wordt geraakt als het gaat om deze portefeuilles?) Ik heb eerlijk gezegd nu niet paraat hoe dat per stadsdeel uitpakt. Ik vraag me ook af aangezien we de begroting vooral uit portefeuilles opbouwen of dat nu inzichtelijk is. Het is wel een heel terechte vraag juist om te kijken of er ook in de stadsdelen voldoende evenwicht is. Ik denk dat ons uitgangspunt altijd zou moeten zijn dat ook wat dat betreft de pijn zo veel mogelijk zou moeten worden verdeeld. (De heer TAIMOUNTI: Ik zal mijn vraag dan toch even anders stellen. Ik wil graag weten hoe de heer Biemond reflecteert op het feit dat we in het centrum alsnog parkeerplekken gaan verwijderen die geld opleveren en tegelijkertijd de fietspaden gaan verbreden terwijl in de buitenwijken, in Zuidoost, Noord en Nieuw-West de voedselbanken als paddenstoelen uit de grond schieten. Hoe kijkt de heer Biemond daarnaar? Vindt hij het in deze crisistijd nog steeds uit te leggen?) Ik vind het een heel goed punt en ik denk dat het ook goed illustreert dat je in het nu moet kijken als het gaat om het gemeentebestuur maar ook op de lange termijn. Dus je moet de hele tijd kijken naar hoe de stad er nu uitziet en hoe we de stad nu op orde houden en waar willen we als stad naartoe? Ten aanzien van de Agenda Autoluw denk ik dat die belangrijk is voor ons gewoon in het kader van de volksgezondheid, in het kader van de luchtkwaliteit. Ik heb met veel mensen in de stad gesproken, ook daarover. En daarover maken mensen zich heel erg zorgen en terecht. Dat is denk ik een typisch onderdeel waarvan wij denken, daaraan moet je echt vasthouden in het belang van alle Amsterdammers. (Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik wilde eigenlijk even terug naar de heer Ceder die vroeg waarom de heer Biemond de telefoon niet had gepakt om even te overleggen over voorstellen die door de oppositie werden ingediend over de OBA. Nu vraag ik me af, is dat misschien zo dat de coalitie niet wil dat de oppositie de problemen die dit college veroorzaakt, oplost? Zit er misschien achter dat de coalitie dat wil redden?) 73 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Dat is in ieder geval niet hoe ik erin zit. Ik wil ook meteen wel even de hand in eigen boezem steken. U zult zien dat ook oppositiepartijen het amendement hebben meegetekend, maar ik ben niet iedereen afgegaan. Dat is een omissie van mijn kant die door tijdsgebrek is ontstaan. Ik kan mevrouw Bloemberg verzekeren dat ik haar als eerste boven aan het lijstje zet. (De heer KREUGER: Even voortbordurend op wat de heer Taimounti net zei over de stadsdelen en het centrum waar nog steeds heel veel geld heen gaat. Dit interruptiedebatje hebben we ook al gevoerd met de vorige woordvoerder bij de begroting. Waar is het misgegaan met de PvdA dat ze de kwetsbare buurten zo uit het oog is verloren?) Dit debatje hebben we zelfs vorig jaar al gevoerd en ook toen hebben wij ons ferm verzet tegen dat frame. Het is zeker niet het geval dat de buurten uit het oog verloren zijn. Er is zeker gedebatteerd aan de hand van een lijst waaruit onder meer bleek dat een aantal investeringen dat stond gepland, niet doorging omdat de buurt zelf wilde dat het getemporiseerd werd of om andere redenen. Ik kan de heer Kreuger verzekeren dat wij wel degelijk juist die gelijkmatige verdeling van investeringen in de stad zeer goed in de gaten houden. Ik vind het ook heel prettig om wat dat betreft te verwijzen naar het overzicht prioriteiten stadsdelen in de begroting waarin dat zelfs pictografisch is weergegeven. (De heer KREUGER: Dit is echt geklets; dit is écht geklets. De heer Boutkan heeft hierover zelf gezegd dat het per kwetsbaar stadsdeel een derde was dat was teruggevorderd en dat is naar het centrum gegaan. En dan komt de heer Biemond hier nu aan met een verhaal dat het om vrijwillige afdracht ging en dat dingen nog niet gereed waren. Hoe kan het dan dat precies in al die stadsdelen er een derde is gekort, precies een derde? Hoe kan dat?) Als ik een ding niet wil, is het iets anders zeggen dan de heer Boutkan. Dat is precies de reden waarom ik dit met hem heb voorbesproken. Dit is precies de insteek van de PvdA en daarmee zal de heer Kreuger met moeten doen. Ik wil ook nog iets zeggen over het gemeentelijk financieel beleid. De meerjarenbegroting die sluitend is, bevat een financieel herstelplan om de Algemene reserve aan te vullen. Dat is prudent maar dat is ook volstrekt noodzakelijk. Dat plan is voor een deel afhankelijk van de te verwachten erfpachtbaten en daarop wees de heer Torn ook al: daarin zit een onzekerheid. Dat wordt overigens ook gewoon bevestigd in de begroting. Er worden geen doekjes om gewonden. Mijn vraag aan de wethouder is of hij iets kan zeggen over de laatste stand daarvan en in hoeverre hij comfort heeft bij dit deel van het herstelplan. Ik zou heel graag willen weten wat zijn laatste gedachten daarover zijn. Dan ga ik over tot een aantal wat meer procedurele vragen vooral omdat ik verwacht dat we bij de voorjaarsnota ook weer lastige afwegingen moeten maken. We hebben de P&C-cyclus voor 2020 vanwege de corona wat aangepast. Daar waren we allemaal bij. Mijn vraag aan de wethouder is of we voor 2021 weer de gebruikelijke volgorde, de gebruikelijke procedure hanteren en ook dus de gebruikelijke termijnen? Ik denk dat het voor de raad van groot belang is dat wij juist boven op deze P&C-cyclus zitten in deze tijden. Dan is er nog een vraag over de informatie die mogelijk komt over de herijking van het gemeentefonds. Wij zijn zoals iedereen weet, behoorlijk afhankelijk van de rijksgelden. Ik begreep van de wethouder in de raadscommissie dat er een brief wordt voorbereid die we in februari zouden krijgen, maar misschien kan de wethouder daarop vooruitlopend toch al zijn licht laten schijnen over wat de mogelijke uitkomsten daarvan zouden kunnen zijn. 74 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Tot slot heb ik in de brief van de wethouder van 30 oktober 2020 gelezen dat er een nieuw stelsel van investeringen is aangekondigd. Daardoor begrijp ik dat de raad zicht krijgt op de beschikbare ruimte van de investeringen en daarmee dus ook zicht krijgt op schuldontwikkelingen. Mijn vraag is of dat al ingaat, of we daarover al beschikken bij de aankomende voorjaarsnota want dat lijkt mij een heel bruikbaar instrument. Ik rond af. Het zijn sombere tijden. Daaraan hebben al veel mensen gerefereerd. Toch gloort er hoop en de economie van de stad is veerkrachtig. Ik zou zeggen, laten we met Z'n allen nog even volhouden. Ik denk dat dat gaat lukken. Voor de administratie moet ik nog zeggen dat motie nr. 1260 een accentmotie wordt. Motie nr. 1306 en nr. 1323 worden ingetrokken. De motie-Mbarki en Van Dantzig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-La Rose (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1306) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boutkan en Ernsting (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1323) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 180° Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een banenmotor die draait voor iedereen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1260) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -__ bijde uitwerking van de banenmotoren zich er hard voor te maken dat ook voor Amsterdammers zonder VOG en/of startkwalificatie werkgelegenheid gecreëerd wordt. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger. De heer KREUGER: Een bijzondere begrotingsbespreking om meerdere reden. We zitten nog altijd midden in de coronacrisis en door de kersverse lockdown worden we opnieuw pijnlijk daaraan herinnerd. Zoals iedereen zich realiseert, borduurt de huidige begroting nog door op wat er logischerwijze het afgelopen jaar is gebeurd en dat was gewoon een ontzettend zwaar, een loodzwaar jaar voor de zorg, voor de mensen die ziek werden, voor de mensen die te maken hadden met verlies maar ook voor de ondernemers en andere mensen die hun baan of hun zekerheid dreigen kwijt te raken door deze crisis. In 2021 zal de stad opnieuw hard worden geraakt en dat geeft heel veel mensen toch een gevoel van onmacht dat je weet dat je de pijn ergens een klein beetje kunt verzachten door aan een paar knoppen te draaien maar dat je het echte probleem nu in ieder geval nog niet kan laten verdwijnen en dat is voor iedereen moeilijk. Dan hebben we natuurlijk nog het begrotingstekort, het enorme tekort dat nu ook over de komende jaren gaat en dat is voor de gemeenteorganisatie een enorme test. De heer Taimounti haalde het net ook al aan: de gemeente gaat nu nog uit van het middenscenario. Er was toen een technische sessie geweest waarin alle scenario’s waren uitgewerkt. Het lijkt er nu echter op - of we hebben in ieder geval te maken met een valse start — dat het nog erger wordt dan het middenscenario. Dus de belangrijkste vraag die ik nu al meteen zou willen stellen, is wat 73 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen er overblijft van deze begroting. Of moeten we meteen in 2021 terug naar de tekentafel? Ik hoor het heel graag van de wethouder. Ondanks het vele werk van de ambtenaren en het college dat ze in deze crisisbegroting hebben gestoken wat wij op zich wel waarderen, gaan we toch tegen stemmen. Dat heeft er alles mee te maken dat het college op een aantal cruciale vlakken gewoon doorgaat met hetzelfde slechte en onlogische beleid van de afgelopen twee jaar waardoor de stad een minder leuke plek wordt om te wonen en te werken. Wij vinden dat in ieder geval niet de bedoeling maar kennelijk is de meerderheid van deze raad daar toch voor. Enkele voorbeelden: het opheffen van parkeerplaatsen, de Agenda Autoluw, de omgang met ondernemers, de Nota Varen, diversiteitswaanzin, prestigeprojecten die soms worden uitgesteld maar dan toch niet helemaal afgesteld, aardgasvrij, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het staat er echt allemaal nog steeds in en dat moet er wat ons betreft gewoon uit. De Onafhankelijke Raadsfractie vindt nog steeds dat we heel anders met de stad moeten omgaan en dat we juist beleid moeten maken waardoor de stad vrijer wordt en een prettiger plek voor iedereen en niet alleen voor een aantal mensen binnen de ring of aan de gracht. Overal lezen we over het verdwijnen van de middengroepen uit de stad en dat we ons moeten inzetten voor een gemengde stad. Daarom ben ik blij dat het college toch semi-sympathiek tegenover ons onderzoeksvoorstel staat. Wij willen dat het college niet alleen bij wonen waarop het zelf wat meer de focus legt, maar in de volle breedte een groot onderzoek start naar welke factoren de middengroepen in de stad houden, naar de stad toe trekken of juist de stad uitjagen. Is dat nu die parkeerplek voor de deur, is dat de vrije schoolkeuze, is dat erfpacht, is dat een betaalbare koopwoning? Het zou alles kunnen zijn, maar dat moet veel realistischer worden benaderd. Die motie hebben we inmiddels aangepast dus die is opnieuw ingediend. Ik kom zo nog met het nummer. Dit college pakt nog wel steeds van die kleine linkse deelgebiedjes die helemaal dichtgemetseld worden. Maar als je echt een gemengde stad wil, dan kan ik me niet voorstellen dat de rest van de gemeenteraad tegen dit voorstel van ons gaat stemmen. Dus wij hopen op brede steun en desnoods moet er wel een extra wethouder worden aangesteld. Er is nu natuurlijk een plekje vrij. Ik sta er best voor open dat te doen. Wellicht dat ik dan ook meteen de Nota Varen erbij kan pakken, want dan wordt dat ook meteen geregeld. Goed. Afsluitend nog een prangend voorbeeld van echt heel slecht beleid, beleid dat van de VVD tot aan GroenLinks wordt omarmd in deze stad en dat is de energietransitie. Ik heb vanmiddag weer eens even dat hele ding open gedaan. Het is zo verschrikkelijk slecht. Het moet er gewoon uit. Als je iets slecht vindt, dan moet je er wel iets tegenover zetten. Dat heb ik dan ook gedaan met een isolatiemotie. Ik denk dat het tijd wordt dat we ons niet helemaal blind staren op aardgasvrij, maar dat we even wat korte en efficiënte klappen gaan geven op bepaalde zaken waarbij we én CO» besparen én het wooncomfort vergroten én mensen meer geld over houden. Die motie hebben we aangepast en die hebben we opnieuw ingediend. Nog dank voor de ambtelijke ondersteuning die daarbij zit. (De heer BIEMOND: Ik hoor de heer Kreuger grote woorden spreken over isolatie. Nu hebben de heer Groen en ik op 30 september 2019 een motie ingediend waarin we zeiden dat we denken dat bij het uitwerken van de plannen voor banenmotoren een substantieel budget voor isolatie moet worden uitgetrokken. Nu heeft Forum voor Democratie, de partij waartoe de heer Kreuger toen nog behoorde, tegen gestemd. Dus ik vraag me even af hoe dat zich verhoudt.) 76 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Als het gaat om die banenmotor, dan is dat een heel breed pakket. Dat gaat om 78 miljoen euro waarbij maar een heel klein deel voor isolatie was bestempeld. Sterker nog, ik heb hierover in de zomer schriftelijke vragen gesteld met de heer Van Lammeren. Toen wilde het college er niet aan. En dan in een keer een paar maanden later wordt er in een keer 10 miljoen euro uitgetrokken voor isolatie. Dus eigenlijk is dat iets wat ik nog een klein stukje heb rechtgebreid in plaats van dat dat nu helemaal op het conto staat van GroenLinks en de PvdA. Dat is regelrechte onzin. (De heer BIEMOND: De heer Kreuger ontwijkt wel een beetje de vraag. Inderdaad, die motie van 30 september 2020 was vrij duidelijk. Waarom heeft hij daar toen tegen gestemd? Dat zou nu toch helemaal in zijn straatje passen?) Ik zou de motie er even bij moeten pakken maar waarschijnlijk gaat het dan uit van een te hoog energielabel. Dat kan ik mij voorstellen. Het is tot een bepaald niveau rendabel om te isoleren. Als je te ver doorgaat, dan wordt het niet meer rendabel. Ten minste, dan dient het een ander doel. Dan gaat het echt om die CO2-besparing. Maar wij kijken daarbij naar betaalbaarheid en dat is waarschijnlijk dan de reden dat we die motie hebben weggestemd, mijnheer Biemond. (De heer BIEMOND: Ik denk inderdaad dat het verstandig is dat de heer Kreuger die motie er even bij pakt, want wat hij nu zegt, daar klopt helemaal niets van. Ik geef hem graag de gelegenheid dat een keer te doen.) Yes, helemaal goed. Dan ga ik daar even naar kijken. Even zien waar ik was. De middenklassemotie is aangepast. Dat is motie nr. 1285. De isolatiemotie was nog niet ingediend. Die ziet er nu voor de eerste keer bij. Dan rest mij nog dat ik iedereen heel veel moed en wijsheid toewens en dat ik hoop dat we snel weer een pilsje kunnen drinken met z'n allen. De motie-Kreuger (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 181° Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1285’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - te onderzoeken hoe we de middenklasse kunnen behouden in Amsterdam en daarbij mee te nemen in hoeverre gemeentelijk beleid hierbij een rol kan spelen, en bij dit onderzoek nadrukkelijk maar niet exclusief, de volgende gemeentelijke beleidsterreinen te betrekken: e wonen; e economie en werk; e mobiliteit en bereikbaarheid; e gemeentelijke lasten; e energietransitie. 182° Motie van het lid Kreuger inzake Drie vliegen in één klap met (revolverend) isolatiefonds: Meer wooncomfort in oude stadswijken, lagere woonlasten en minder CO2- uitstoot (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1437) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 71 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen - met de Amsterdamse woningcorporaties in gesprek te gaan en daarbij gezamenlijk tot een plan van aanpak te komen wat tot doel heeft: e het wooncomfort in oude stadswijken, zoals Amsterdam-Noord, te vergroten; e de energierekening van huurders blijvend te verlagen; e de COz-uitstoot (kostenefficiënt) en op korte termijn omlaag te brengen. De moties maken deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker. De heer N.T. BAKKER: De heer Kreuger had het over wat linkse deelgebieden. Ik zal er meteen eentje noemen, de rijen bij de lokale voedselbank in de buurt die direct eten verstrekken worden steeds langer en langer. Een rondgang van de SP langs deze verschillende initiatieven in de stad leveren schrijnende verhalen op. Vrijwilligers vertellen over kinderen die ze niet genoeg eten kunnen meegeven of gezinnen die ze naar huis moeten sturen zonder voedselpakket simpelweg omdat het eten op is en de middelen ontbreken om een buffer aan voedsel op te bouwen. De honger en armoede nemen toe in de stad als gevolg van de coronacrisis. Dit kunnen we als raad niet zo maar laten passeren. Daarom ben ik blij dat ik gesteund door een meerderheid in de raad van coalitie en oppositie een amendement mag indienen dat 750.000 euro vrij maakt ter ondersteuning van de voedselinitiatieven. Met dit geld kunnen hulpinitiatieven worden geholpen met de aanschaf van koelkasten, huren van opslagplekken, het kopen van bruikbare mondkapjes enz. Het is goed dat we financieel te hulp schieten, want de nood in de stad is zeer hoog. Dan een ander deelgebied. Een tweede kwetsbare groep zijn de dakloze Amsterdammers in de opvang. Ook hiervoor springt de raad in de bres. Er komen extra middelen om extra plekken in de winteropvang te realiseren. Ook dat is heel hard nodig. Voordat ik overga op de administratie nog een derde deelgebied. Ik wil graag de aandacht vestigen op de Amsterdammers die het slachtoffer zijn geworden van de Belastingdienst. De verhalen van Amsterdammers die het slachtoffer zijn geworden in wat de toeslagenaffaire is gaan heten, zijn schrijnend te noemen. Je kinderen geen schoolspullen meer kunnen meegeven of iedere maand aan de telefoon hangen met de woningbouwcorporatie om een huisuitzetting te voorkomen. En dat allemaal met dank aan de Belastingdienst die je volkomen onterecht als fraudeur bestempelt. Nu dreigt er weer iets mis te gaan. Veel ouders zitten door toedoen van de Belastingdienst in de schuldsanering en de 750 euro kerstgift die gedupeerde ouders de komende week krijgen met dank aan SP-kamerlid Renske Leijten en Pieter Omtzigt dreigt te verdwijnen in de zakken van schuldeisers en bewindvoerders. Deze signalen horen we uit verschillende plekken in het land. Daarvoor hebben we een motie en die dient de SP in onder andere met het CDA. De motie roept het college op het gesprek aan te gaan met bewindvoerders om ervoor te zorgen dat ook ouders in de schuldsanering 750 euro op hun rekening kunnen ontvangen. Ook vraagt de motie de gemeente het bedrag niet te verrekenen met kwijtschelding van belastingen of uitkeringen. Tot slot de administratie. Alles is reeds verwerkt door de geweldige griffie, maar voor de liefhebber en meeschrijver is het amendement voor voedselhulp uiteindelijk nr. 1421’ geworden. Het beroemde, nu al beruchte food capital motie is nr. 1277’ geworden. De toeslagenmotie krijgt nr. 1430. En motie nr. 1308 is ingetrokken. 78 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen De motie-N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1308) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1421) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1277) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma. De heer BOOMSMA: Bij de Algemene beschouwingen stelde ik al de vraag in hoeverre de aannames in deze begroting nog kloppen aangezien men bij het gekozen scenario nog niet eens uitging van een tweede golf. Dus sinds maandag lijkt me dat niet waarschijnlijker geworden. Ik verwacht eigenlijk dat de gemeente op een tekort afstevent in de Jaarrekening 2021. Ik zal daar dit keer geen bezwaar tegen maken, want dit is niet het moment om conservatief te gaan begroten. Je kunt je zelfs afvragen of het überhaupt wenselijk is om nu te streven naar een sluitende begroting in deze hoogst uitzonderlijke situatie. Volgens mij is dat eigenlijk niet zo, zeker als je dat alleen kunt bereiken door in deze crisis allerlei lasten te verzwaren. Het is goed dat er ondanks de crisis toch extra geld komt voor enkele fundamentele kerntaken van de gemeente, veiligheid en handhaving en dergelijke, maar het verzwaren van de lasten is precies wat je op zo’n moment niet moet doen. Dat geldt voor bedrijven want die zijn al zwaar getroffen. Wat dat betreft ben ik het helemaal eens met de heer Torn. Maar dat geldt minstens zo zeer voor woonlasten bijvoorbeeld in de vorm van precariobelasting. Wonen is een basisvoorziening. Wonen is geen luxe, wonen is geen keuze. ledereen moet gewoon ergens wonen. Dus ik snap gewoon niet hoe het kan dat allerlei partijen dag in dag uit zeggen dat Amsterdam een betaalbare stad moet blijven, zorgen hebben over lastenverzwaringen maar dan wel zelf de woonlasten in de vorm van een precariobelasting voor een kleine groep van een paar duizend Amsterdammers wil gaan verdubbelen. Ik kan dat niet rijmen. En ik kan ook niet rijmen dat men dan niet verder komt met ‘daarover hebben we het al gehad’ en ‘dat is al besloten’ en ‘die discussie is al gevoerd.’ We gaan er vrijdag over stemmen. Er wordt al zo veel aangepast in deze begroting. Zoals is gebleken was de informatievoorziening echt slecht. Ik heb dat in de raadscommissie aangegeven en daarop kon de wethouder eigenlijk geen goed antwoord geven. Dus ik wil hem nogmaals vragen hoe hij dat nu ziet. Dit raakt zo veel mensen echt. En dan is het ook nog coronacrisis. Het lijkt mij dus heel goed dat de wethouder op Z'n minst toezegt dat er geen verdere verhogingen komen. Mensen voelen zich vogelvrij omdat er geen bescherming is bij die precario terwijl het wel om woonlasten gaat. Dus je zou op Z'n minst moeten zeggen, die mogen niet meer stijgen met wat voor huur zou gelden. Als er dan geen meerderheid zou zijn en ik hoop nog steeds dat die er wel is, voor het terugdraaien van die verhoging, laten we dan op Z'n minst die 8 euro aanhouden die voor de huur geldt in de stad of op Z'n allerminst de tarieven voor volgend jaar niet nog verder verhogen maar die van dit jaar aan te houden. Dat lijkt me echt wel het allerminste zeker als je de precario voor terrassen wat geen basisbehoefte is zoals wonen, helemaal schrapt. Dus alsjeblieft, laten we dit doen. Dan over erfpacht. Ook hier doe ik toch een poging. Beste ambtsgenoten van de coalitie. Steun het pleidooi van de vrijwel voltallige oppositie voor een pardonregeling voor de late overstappers. Kijk nu gewoon even wat dit beleid dat hier is gemaakt, doet met mensen. Ik spreek bijvoorbeeld met Jeroen, een jonge Amsterdammer. Die heeft een paar jaar geleden een huis gekocht met een Woz-waarde van 286.000 euro. Hij is veel op reis 79 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen voor zijn werk en hij heeft de communicatie over het nieuwe stelsel niet goed gevolgd. In ieder geval heeft hij de urgentie niet goed begrepen. Hij probeerde wel in te loggen op die gemeentelijke site, maar die werkte op dat moment niet. Daarna is het er niet meer van gekomen. Nu blijkt dat het feit dat hij niet is ingelogd, hem 90.000 euro extra kost. 90.000 euro omdat je niet hebt ingelogd en de datum kon aanvinken op de site. Hij kan ook kiezen voor een jaarlijkse canon en dat kost dan 2300 euro extra per jaar omdat hij die datum heeft gemist. Extra! Dat is dus meer dan een maandsalaris. Ik kan het niet anders zeggen: dit is niet iets wat een fatsoenlijke overheid kan en mag doen. Zo zijn er dus 23.000 Amsterdammers die nu gedupeerd zijn. Sommigen zullen er misschien zelf voor kiezen om niet over te stappen, maar daaraan verandert een pardonregeling niets. Dan kun je toch niet volstaan met de woorden ‘we hebben het nu eenmaal besloten’ of ‘we hebben het er in de raadscommissie zo vaak over gehad’ wat de wethouder zei. Er zijn nu eenmaal veel mensen in deze stad die niet maandelijks raadscommissievergaderingen van Ruimtelijke Ordening volgen. Dus je hebt een zorgplicht als gemeente. Die communicatie is ook gewoon ernstig tekortgeschoten. Het CDA heeft indertijd samen met D66 en met de PvdA en anderen gepleit voor een zo goed mogelijke brief aan erfpachters die de urgentie echt overdraagt. Maar wat stond er in die communicatie, het kan gunstig zijn om nu over te stappen. Kan gunstig zijn is niet hetzelfde als het gaat anders 90.000 euro extra kosten. Dat is gewoon de mensen niet goed informeren. Ik kan me niet voorstellen dat de heer Van Dantzig of mevrouw De Heer of haar opvolger dat niet met mij eens zijn. Klopt het of heb ik gelijk? Het hefboomeffect is niet gecommuniceerd. Een korting van 81 procent dat hier nodig zou zijn om vergelijkbaar te zijn met het oude stelsel is niet gecommuniceerd. Erfpachters zijn niet gewaarschuwd voor de mogelijke waardedaling van hun woning. In de communicatie van de gemeente werd gezegd, als u niet overstapt, verandert er voor u niets. Dat is niet waar want het canonpercentage verandert, de depreciatie verandert, de BTW-aftrek vervalt. Dus er werd niet alleen onvolledig gecommuniceerd; er werd ook verkeerd geïnformeerd. Daardoor zijn mensen in slaap gesust. Kortom, er worden soms fouten gemaakt bij overheden. Dat komt voor. Maar dan moet je als bestuurder de bereidheid hebben om het te corrigeren als mensen door dit beleid in zware problemen komen. Dan wil ik wel een compliment maken voor het feit dat de coalitie een aantal reddingsoperaties te elfder ure nog in gang heeft gezet voor bibliotheken, Museum Het Schip, voor het Bostheater en ook de wijkcentra. Dat waren allemaal bezuinigingen waartegen het CDA en een groot deel van de oppositie heeft gepleit. Ik vind het mooi dat dat is gelukt. Ik ga nu niet een wedstrijdje doen wie het meest voor bibliotheken is, maar ten aanzien van de coalitiemotie voor het Bostheater heb ik nog wel een vraag. Het is een verzoek aan het college om op zoek te gaan, maar een organisatie heeft iets meer zekerheid nodig om plannen voor volgend jaar te kunnen maken. Misschien kan de wethouder alvast enige vorm van garantie geven of uitleggen hoe ze dat voor zich ziet. Ik wil ook nog benadrukken dat ik heel blij verrast ben met de motie van de leden Rooderkerk en Kat over de stegen van Amsterdam. Daarover heb ik in het verleden ook veel vragen gesteld en daarvoor heb ik ook aandacht gevraagd. Dus dat is echt top. Het CDA heeft met een aantal anderen nog een motie ingediend om bij Artis de vinger aan de pols te houden. Onze dierentuin mag niet het slachtoffer worden van corona. Dan heb ik nog een gewijzigde motie nr. 1319’ ingediend om geen cursussen wit privilege te geven aan ambtenaren. In het relevante beleidsdocument staat dat de gemeente aan de slag gaat met cursussen wit- en interseksueel privilege en dan krijgen we een brief waarin niet wordt gecommuniceerd dat daarvan geen sprake zal zijn. Vervolgens zegt de wethouder wel in de raadscommissie dat hij het niet gaat doen. Het is 80 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen allemaal erg onlogisch. Het gaat ook om cursussen privilege in het algemeen. Het is duidelijk vanuit de ideologie die daarachter zit, dat witprivilege een voorname vorm daarvan is, Dus het is ook een beetje een woordspelletje om dan te zeggen, dat gaan we niet doen. Het is hoe dan ook wat het CDA betreft een slechte zaak om een omstreden ideologie als gemeente te gaan geven in de vorm van cursussen en trainingen aan ambtenaren. Ik dien daarom een accentmotie in. Tot slot dank voor het positieve preadvies ten aanzien van onze bijna raadsbrede motie over de stadsgesprekken over de vrijheid van meningsuiting en religie. Ik vond het preadvies wel erg mager ondanks dat het positief was. Ik denk dat zo’n bijna raadsbreed signaal heel goed en belangrijk is. Ik wilde eigenlijk de burgemeester vragen daarop wat nader in te gaan hoe ze die uitvoering daarvan ziet en hoe die de komende tijd gestalte zal krijgen. Dan trek ik nog drie moties en amendementen in: nr. 1326 voor extra handhaving, nr. 1334 over het spreekuur van de wethouders en nr. 1341 voor een benchmark. De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1326) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1334) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1341) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen: 183° Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen privilegetrainingen voor ambtenaren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1319’) Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - geen privilegetrainingen aan te bieden aan Amsterdamse ambtenaren. De motie maakt deel uit van de beraadslaging. De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest. Mevrouw VAN SOEST: Geen stap meer voor kwetsbaren, dat is de titel van de column van Michiel Couzy vorige week in Het Parool. Dit komt nu eens niet uit De Telegraaf. De kwetsbare inwoners hebben meer en meer moeite het hoofd boven water te houden als gevolg van de stijgende prijzen en de verschraling van de voorzieningen. Dit geldt voor al voor Amsterdam waar de prijzen harder stijgen dan elders. Buurtwinkels verdwijnen, openbaar vervoer verschraalt her en der en wijkcentra hebben het moeilijk. Dat schrijft Couzy en dat is mij uit het hart gegrepen. Je zou denken dat het linkse stadsbestuur er alles aan doet om het leven van deze kwetsbare Amsterdammers gemakkelijker te maken en voorzieningen overeind te houden. Maar niets is minder waar. De afgelopen weken is er een karrevracht aan bezuinigingen, belastingverhogingen en maatregelen over de Amsterdammers uitgestort die juist de meest kwetsbare stadsgenoten keihard raken. De zwakste schouders dragen de zwaarste lasten. Er zijn geen heilige huisjes, zei wethouder Everhardt manmoedig over de bezuinigingen. Dat hebben we geweten. De 81 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen meest kwetsbare huisjes Krijgen namelijk de gepeperde rekening door de brievenbus gepropt. De wethouder Ruimtelijke Ordening heeft even de volkstuinen in de ijskast gezet, maar wij willen erop wijzen dat dat misschien wel voor de bühne is. Wij maken ons ernstig zorgen over al die bezuinigingen die nu over de volkstuinen worden uitgestrooid. Was er niet juist een PvdA'er, Jette Kleinsma, die als staatssecretaris riep dat ouderen hun pensioen maar moeten aanvullen met een moestuin? Ook dat pensioen is dus verkwanseld door de linkse kameraden. De duurste kroppen sla van Amsterdam komen straks uit eigen moestuin. Alle zorgen die ik van de tuinders heb ontvangen, heb ik gevat in een zwartboek dat ik de assistent van de wethouder heb aangeboden. En dan het ouderenvervoer. Ook het aanvullend openbaar vervoer voor ouderen en mensen met een beperking wordt kapot bezuinigd door dit stadsbestuur. Juist de kwetsbare groepen die door de komst van de Noord/Zuidlijn het fijnmazige ov-netwerk al zagen verdwijnen en door de coronacrisis keihard zijn geraakt, zien hun wereld door dit college nog kleiner worden. De deur uitgaan wordt namelijk onbetaalbaar voor deze mensen waardoor de eenzaamheid en het sociale isolement alleen nog maar groter wordt. Draai die bezuinigingen terug op het aanvullend openbaar vervoer. Dan de ouderenwoningen. Twee jaar nadat mijn initiatiefvoorstel voor kleinschalige ouderenhuisvesting is aangenomen, is er nog altijd helemaal niets gebeurd. Sterker nog, woningen die voor ouderen geschikt zouden zijn, worden massaal uit het woningbestand getrokken en voor veel geld verkocht. Het is schandalig wat er zich in onze stad afspeelt. Wanneer gaat het college eindelijk eens uitvoering geven aan mijn initiatiefvoorstel? En hoe gaat het college ervoor zorgen dat er voldoende woningen komen voor de groeiende groep ouderen? Nog een schrijnend geval en dat is waarover ik me heel boos maak: de wijze waarop met mensen wordt omgegaan die op de armoedegrens leven. Ze moeten bijvoorbeeld rondkomen van een AOW'tje maar ze worden keihard gestraft als ze met hangen en wurgen wat spaargeld hebben opgebouwd voor hun begrafenis van ongeveer 2.000 tot 3.000 euro. Neem het voorbeeld van de meneer die lange tijd in het ziekenhuis heeft gelegen. Twee benen afgezet en met zijn minimale inkomen heeft deze meneer normaal gesproken recht op kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Alleen omdat hij in die tijd in het ziekenhuis lag, kon hij geen geld uitgeven. Er stonden wat extra centjes op zijn bankrekening. Weg kwijtschelding. leder jaar moeten deze mensen met hun billen bloot en alles aanleveren alsof ze de grootste criminelen zijn. Wat mij betreft komt daaraan definitief een einde. Ik wil voorstellen dat alle Amsterdammers die een inkomen hebben tot 15.000 euro — een wethouder verdient geloof ik net aan dit bedrag per maand — automatisch vrijstelling krijgen van de gemeentelijke belastingen. Dat scheelt enorm veel aan ambtenarengedoe en die kunnen we beter inzetten voor andere doeleinden. Daarvoor hebben we een motie ingediend. Dan de afvalstoffenheffing. Die is ook maar liefst dit jaar met 188% en ook vorig jaar met 18% gestegen, dus inmiddels is het 36% duurder geworden om je vuilnis buiten te zetten. Maar de kwaliteit ervan omhoog? Nee. Sommige delen van de stad lijken bij tijd en wijle wel op een vuilnisbelt. Dan heb ik het niet over Amsterdam-Zuid. De grootste rotzooi ligt namelijk altijd in de zwakste wijken. De bibliotheken zal ik maar overslaan want daarover maak ik me helemaal kwaad. Als de oppositie met voorstellen komt, worden die weggewoven. Doet de coalitie het, dan wordt het goedgekeurd. Ik snap er nog steeds niets van en ik hoop op de verkiezingen. Dan de precario bij de woonboten. ledereen heeft een boekje aangeboden gekregen en daar vielen mij de schellen van de ogen. Hoe kan het voorkomen dat de wethouder en misschien kan de wethouder daarop straks even ingaan, dat hij ons niet juist 82 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen heeft geïnformeerd? Dat is een doodszonde. En dit niet alleen. We hebben het meegemaakt met De Meervaart waarin we op het laatste moment, een avond van te voren, een belangrijk stuk onder ogen kregen. Waar is dit college mee bezig, met dit stiekeme gedoe? Het is voor mensen met een normaal salaris onbetaalbaar geworden om op hun geliefde boot te wonen. Bezwaar maken heeft geen enkele zin. Die komt namelijk afzender retour door de Dienst belastingzaken met het argument dat die slechts uitvoert. Hoe kil kun je het hebben? De woonbootbewoners zijn voor het college een gemakkelijke prooi. Bij geen enkele andere groep Amsterdammers heeft de gemeente de afgelopen jaren de huurlasten meer dan verdubbeld. Huurders of eigenaren van woonhuizen genieten een rechtstreekse bescherming. Woonbootbewoners niet. Dat is lekker makkelijk graaien en prijsschieten voor dit college. Ook daar hebben wij een zwartboek met de meest schrijnende verhalen voor u gebundeld en dat is ook richting de assistent van de wethouder gegaan. Kunst en cultuur. Dit college geeft 20 miljoen euro meer uit vergeleken met de Begroting van 2020 aan kunst, cultuur en erfgoed. Dit in een tijd van crisis. Mensen raken hun baan kwijt, ondernemers leggen het loodje en dit college doet alsof er niets aan de hand is. Het kan toch niet zo zijn dat de horecaondernemer op de hoek omvalt en het Koninklijk Theater Carré wordt gecompenseerd voor omzetverlies? Daarnaast wordt het Kunstenplan zoals vastgesteld in 2019 dus voor de crisis, gewoon uitgevoerd alsof er niets aan de hand is. Graag een reactie van de wethouder. De gemeente Amsterdam beschikt over een van de grootste kunstcollecties van Nederland. Niet alleen de Nachtwacht en de Joodse Bruid van Rembrandt maar ook de bijna volledige collectie van he Amsterdams gemeentelijke museum zijn eigendom van de gemeente Amsterdam. Daarnaast beschikt de stad ook nog eens over honderd duizenden archeologische vondsten, tientallen monumenten en buitenkunst. Bezit van de stad, dus van u en van mij, van ons allemaal. Diezelfde stad die vorige week keihard bezuinigingen en belastingverhogingen doorvoert om alle tekorten te dekken. Laten we de stad nu eens gewoon een huishouden noemen. Stel uw inkomen daalt fors; de spaarrekening is leeg, uw auto is kapot, de wasmachine begeeft het tot overmaat van ramp. Ondertussen heeft u ook nog een Rembrandt, een Picasso of een Corneille aan de wand hangen. De meest logische reactie van uw omgeving zal zijn, dan verkoop je dat kunstwerk toch? De tering naar de nering zetten is mij altijd geleerd. Dat is precies waarvoor ik wil pleiten. Nu roep ik natuurlijk niet direct op om een meesterwerk van Rembrandt te verkopen, maar ik wil graag de discussie starten. Duizenden kostbare kunstwerken liggen namelijk in depots te verstoffen of hangen in kantoren van hoge ambtenaren en wethouders. Ontoegankelijk voor het publiek dus, hetzelfde publiek dat wel de eigenaar is van al die werken en tegelijkertijd alle bezuinigingen en lastenverhogingen om de oren krijgt. Dat is niet uit te leggen aan de mensen in de stad. Daarom wil ik een uitgebreide inventarisatie van het gemeentelijk kunstbezit zodat we met elkaar kunnen kiezen welke werken we willen behouden en welke kunnen worden afgestoten. Met de opbrengst zijn de bezuinigingen dan van tafel en kunnen de Amsterdammers echt de vruchten plukken van hun kostbare bezit. De meest kwetsbaren zijn de klos in deze stad. En wat zei de fractievoorzitter van nota bene de socialistische partij over deze begroting in de krant? Ach, het is een rot verhaal maar ja, we hebben de meest kwetsbaren ontzien. Wie neemt ons nu eigenlijk in de maling? De spijker wordt keihard op de kop geslagen door de baas van het Hiltonhotel. Met knip- en plakwerk van onze wethouder zou ik mijn bedrijf niet redden. Sterker, als ik met zulke maatregelen kwam, werd ik meteen naar huis gestuurd. Voorzitter, dank u wel. Ik had het niet beter kunnen zeggen. Tot zover. 83 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder. De heer CEDER: Sinds de eerste behandeling van de door het college voorgestelde begroting is er nogal wat gebeurd en veranderd. Over een heel aantal zaken dat in deze begroting staat, ontstond al aan het begin van de bekendmaking beroering. En we zijn inmiddels al een aantal weken verder. Ik zou het nu heel uitgebreid kunnen gaan hebben over hoe de coalitie geregeld de ChristenUnie maar ook andere oppositiepartijen star de deur heeft gewezen in met name de eerste termijn van de begrotingsbehandelingen toen met name de oppositiepartijen de vinger legden op onacceptabele keuzes, bijvoorbeeld op de bezuinigen op de wijkbibliotheken terwijl het prestigeproject OBA Next alsnog werd doorgedrukt of hoe weinig er mogelijk bleek toen enkele partijen waaronder de ChristenUnie wezen op de nood bij dak- en thuislozen. Ik zou ook kunnen benoemen hoe de afgelopen dagen de plannen toch zijn overgenomen en er een mediaoffensief is gestart waarbij de coalitiepartijen nu de redders lijken te zijn van de problemen die hun eigen college zelf heeft veroorzaakt. Maar daarmee is niemand gediend. Ik ben vooral heel blij dat de scherpste randjes uit het voorstel van hun eigen college worden gehaald. Dan gaat het uiteindelijk om de inhoud en dan ben ik blij dat het een en ander wordt geregeld. Daarom mijn complimenten aan de coalitiepartijen die daar niet vies van waren om deze stap te zetten. Toch zijn er nog wel enkele andere zaken die ik graag anders zou willen zien en waarvoor ik alsnog aandacht vraag. Allereerst de noodopvang van gezinnen. Er is heel veel gewijzigd en er is ook ophef geweest, maar hoe schrijnend is het dat er in de afgelopen dagen van alles mogelijk lijkt in de begroting maar dat het op dit punt doodstil blijft. De bezuiniging op de noodopvang voor dakloze gezinnen, dat vind ik pijnlijk en ik vind ook dat de coalitie hiermee een gigantische en kapitale fout maakt. Ik heb veel partijen iets horen zeggen over de meest kwetsbaren, maar we laten juist deze mensen letterlijk in de kou staan. Ik hoop daarom alsnog op steun voor het voorstel nu er met de OBA Next uit de plannen meer geld lijkt over te blijven. Daar kom ik zo nog op. Het volgend punt, het masterplan Zuidoost. In het debat met de burgemeester tijdens de raadscommissie AZ heb ik het gehad over het nut en de noodzaak van een langdurige investering van twintig jaar. In januari van dit jaar waren partijen nog overwegend positief, maar de burgemeester waarschuwde toen al dat dit plan alleen kans van slagen had als de aanpak wordt gedragen door de raad voor een langere periode. Het masterplan Zuidoost is met veel bombarie aangekondigd, maar het dreigt een zeepbel te worden. Er is namelijk maar voor twee jaar begroot. De burgemeester gaf tijdens het debat in de raadscommissie AZ aan dat het niet gebruikelijk is dat er financiële keuzes voor een langere periode en voor het volgende college worden neergelegd. Dit is uiteraard niet waar. Ook in deze begroting worden er keuzes gemaakt en worden de bezuinigingen op tal van vlakken en worden de financiële keuzes ook gewoon in de toekomst bij het volgende college neergelegd. Het is dus gewoon een politieke keuze. Ik doe alsnog een beroep op de raad om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Laat dit een masterplan zijn en geen proefballon. Ik sprak een van de leidinggevenden van een van de welzijnsorganisaties in Zuidoost vandaag en die gaf aan dat het huidige plan waarin er maar voor twee jaar geld wordt begroot, funest zou zijn voor het draagvlak. Het beeld komt weer overeen met het idee dat opnieuw de politiek niet over de brug komt. U moet goed beseffen dat door deze onzekerheid met een financiering voor twee jaar investeerders ook terughoudend zullen zijn met langetermijninvesteringen. En zolang de ChristenUnie in deze raad zit, zullen we er alles aan doen om een goed masterplan neer te zetten. Maar we staan wel aan het beginpunt van of een goed plan of een politieke zeperd. Ik hoop echt dat we alsnog de 84 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen keuze maken en voor het amendement stemmen dat wij hebben ingediend waarbij we in ieder geval de opgave voor de komende tien jaar neerzetten om hiervoor geld uit te trekken. Dan ten aanzien van de wijkbibliotheken. Er is al heel veel gezegd. Het merendeel van de oppositie heeft de accentmotie ingediend die in de lijn en de richting van de brief van het college gaat. Maar ik heb toch een aantal vragen aan de wethouder. Ik vraag me of hoe de wethouder tot dit besluit is gekomen. Heeft de wethouder dit besluit genomen en dit beleid gemaakt zonder de coalitiepartijen te consulteren? Er lijkt immers nog wat discussie over te zijn. Als dat niet zo is, dan is dit dus alleen uw beleid en dan heeft u zelfstandig deze keuze gemaakt op de wijkbibliotheken. Zo nee, dan hoor ik graag van u of de coalitiepartijen hiervan van te voren wisten en eigenlijk hebben ingestemd. Ik vind het belangrijk om te weten, dus ik hoor graag hoe dat proces richting de begroting is gegaan. Daarnaast staat uw beleid nog steeds overeind en de begroting staat nog steeds tenzij die wordt geamendeerd. Ik vroeg mij ook af wat u gaat doen met de motie van de oppositie. Gaat de wethouder deze negatief preadviseren waarin hij consequent is en in lijn met het eerdere standpunt dat er niet bezuinigd mag worden op de OBA Next of gaat de wethouder de motie positief preadviseren — wat dus een andere lijn zou betekenen dan het eerder ingeslagen beleid. Ik hoor graag hoe de wethouder daarnaar kijkt en wat dat betekent voor de eerdere preadviseringen. U heeft immers stevige woorden gebruikt als het gaat om de noodzaak van de OBA Next en om die reden heeft de wethouder de motie van de ChristenUnie, maar ook van DENK, van het CDA, ontraden. De wethouder had ook kunnen zeggen zoals gebruikelijk is, wij adviseren u om deze motie aan te passen omdat we wel in dezelfde gedachtelijn denken. Dat heeft de wethouder niet gedaan dus ik vraag me af wat daarvoor de aanleiding is geweest. Dan nog een financiële vraag. Klopt het dat met het vrijvallen van het geld door het uitstellen van de OBA Next er nog 5 miljoen euro in de exploitatie is vrij gekomen dat niet is besteed? Dat hoor ik graag van de wethouder en zo ja, dan wil ik gelijk een motie indienen waarbij dat geld ten goede kan komen voor het sociale weefsel van de stad. En klopt het dat ook de kapitaallasten zijn vrijgekomen en dat daarvoor nu nog geen oplossing is? Dat hoor ik graag. (De heer BIEMOND: Even voor de duidelijkheid want ik lees die brief van 14 december toch iets anders namelijk dat er 3 miljoen euro naar voren wordt gehaald, maar dat er voor 2025-2026 de rest gewoon wordt gebruikt voor de vernieuwing van de OBA en de ontwikkeling van het programma OBA Next. Dat staat er volgens mij letterlijk in. Mijn vraag is hoe de heer Ceder dat ziet.) Volgens mij is de begroting zoals die is en die is tot nu toe nog ongewijzigd. Er komen nu amendementen en in het amendement lees ik niet wat er in de brief staat. Dus dat kan niet plaatsvinden zonder dat de raad daartoe opdracht geeft. Dus als de raad instemt met uw amendement en die 3 miljoen euro wordt uitgegeven, dan betekent het dat er nog 5 miljoen euro onbestemd is inclusief de kapitaallasten. Of ik hoor graag van de wethouder hoe dat precies zit maar volgens mij is er nu 5 miljoen euro vrijgekomen en de kapitaallasten. (De heer BIEMOND: Ik probeerde nu juist uit te leggen dat uit de brief heel duidelijk blijkt dat het geld niet onbestemd is. Dat geld is namelijk bestemd voor de vernieuwing van de OBA en de ontwikkeling van het programma OBA Next. Zo staat het in de brief. Misschien wil de heer Ceder die brief nog even goed bekijken.) Ik hoor wat mijn collega zegt, maar de begroting is de begroting tenzij die wordt geamendeerd. Ik heb geen amendement voorbij zien komen dat uw lezing ondersteunt. 85 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Daar wil ik het even bij laten. U moet dat amenderen want de begroting is zoals die er nu ligt. Uw amendement voorziet daarin niet. Maar ik hoor het anders graag van de wethouder. Ik ga verder over de opvang van de Dublinclaimanten. Die komt ten einde. De wethouder probeerde het punt in januari te agenderen. We hebben gevraagd dat naar voren te halen omdat er in deze begroting al rekening moet worden gehouden met de sociale en humanitaire crisis volgend jaar in april. Overigens heeft de ChristenUnie voor dit scenario al eerder gewaarschuwd bij het instellen van de 24-uursopvang. Dit hadden we zien aankomen en daarom willen we dat repareren. We dienen dan ook een voorstel in voor een sobere bed, bad, broodvoorziening en dat doen we samen met BIJ1. We hopen op steun van de raad omdat we denken dat daar een gedeelde verantwoordelijkheid ligt om te voorkomen dat we deze discussie niet pas over een paar maanden gaan voeren als er al mensen op straat staan. Laten we dat keurig met elkaar regelen. Tot slot ten aanzien van het erfpachtpardon kan ik kort zijn. Laten we erkennen dat het niet goed is gegaan ook qua communicatie niet. Laten we de fout in deze raad herstellen voor de gedupeerden en laat gerechtigheid haar beloop. Tot zover. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Veldhuyzen. De heer VELDHUYZEN: Ik begin even met een korte, algemene boodschap en daarna loop ik alle amendementen en moties van BIJ1 af. Ik wil eerst het college en alle ambtenaren bedanken maar ook de coalitie- en de oppositiepartijen en sowieso alle Amsterdammers die zich hebben uitgesproken de afgelopen tijd. Bedankt voor jullie inzet. Ik ben altijd kritisch, maar ik zie natuurlijk ook dat iedereen in deze raad en daaromheen keihard werkt om er het beste van te maken voor deze stad en dat mag ook worden benadrukt. Kort over de amendementen waarmee de coalitiepartijen maandagavond kwamen. Ik ben daar natuurlijk blij mee al moet ik wel zeggen dat ik het niet oké vind dat er nu toch aan cherry picking wordt gedaan in de culturele sector. Maar goed, deze last minute veranderingen voor de begroting laten wel zien dat het zin heeft om actie te voeren, dus Amsterdammers die zich hebben laten horen over bijvoorbeeld de buurtbibliotheken of over de dak- en thuislozen, ik dank jullie. Maar we moeten ook niet doen alsof alle problemen hiermee zijn opgelost. De coalitiepartijen hebben tijd gekocht maar de duurzame oplossingen ontbreken nog. Misschien vinden sommige mensen me nu naïef maar volgens mij was het nooit de intentie van het college om buurtbibliotheken weg te bezuinigen. Wat ik echt niet begrijp, is waarom er zo krampachtig wordt vastgehouden aan OBA Next. Ik denk toch dat we het nog eens flink met elkaar moeten hebben wiens idee dat nu eigenlijk was en welke hoge piefen achter de schermen dit project er doorheen proberen te drukken, maar ook welke belangen er daadwerkelijk meespelen. Daarop kom ik op een later moment nog een keer terug ergens begin volgend jaar. Dan loop ik de amendementen en moties langs die BIJ1 heeft ingediend, heeft gewijzigd of heeft ingetrokken. Amendement nr. 1370 over het schrappen van de bezuinigingen op ateliers en broedplaatsen en dit te bekostigen door de subsidie voor stadsmarketing trek ik in. In plaats hiervan heb ik het amendement van de coalitiepartijen hierover meegetekend. Dat amendement is absoluut geen volwaardige of duurzame oplossing maar het is een stap in de goede richting en dat ondersteun ik graag. Het amendement nr. 1371 over coronasteun aan kleine instellingen buiten het centrum ten koste van de investering van 3 miljoen euro voor Carré. In plaats hiervan dien ik een nieuw amendement in nr. 1414 om kleine instellingen mee te nemen in het herstelplan voor de culturele sector waaraan het college nu werkt. 86 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Amendement nr. 1373 over het financieel ondersteunen van stichting Nachtburgemeester Amsterdam trek ik in omdat ik hierop geen positief preadvies kan krijgen ook niet na aanpassing van het dictum. Ik denk nog steeds dat de gemeente deze stichting financieel zou moeten steunen. Maar ik heb al zo veel amendementen en moties. Ik trek deze in omdat die het toch niet gaat halen. Amendement nr. 1376 over het behouden van middelen voor cultuur ook bij een eventuele vrijval van middelen door faillissementen in de culturele sector, daarvoor geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als voor het vorige amendement. Dan motie nr. 1377 over de huisvesting van kwetsbare groepen door sociale huurwoningen die woningcorporaties verkopen, op te kopen met geleend geld. Deze motie trek ik terug. Op advies van het college neem ik dit idee mee in de uitwerking van de alternatieve financieringscapaciteit corporaties. Het moge duidelijk zijn dat ik hiermee nog niet klaar ben, want wat mij betreft gaat de gemeente sociale huurwoningen gewoon echt opkopen met het specifieke doel om huisvesting te realiseren voor kwetsbare Amsterdammers. Motie nr. 1378 over het voorkomen van dakloosheid bij verweesde kinderen en jongeren. In plaats van deze motie dien ik een nieuwe motie in, motie 1415 samen met een brede coalitie van partijen. In het kader van die motie wil ik de betrokkenen Semra Mesfoen, Jojanneke van de Bos en iedereen die de motie heeft ondertekend, ook alle betrokken ambtenaren en de wethouder en zijn personal assistent bedanken. Laat deze motie vooral een signaal zijn naar woningcorporaties en andere verhuurders van woningen. Dan volgen nu de amendementen en de moties die ik aanhoud ondanks dat ze een negatief preadvies hebben gekregen. Dat is amendement nr. 1369 over het faciliteren van zelforganisaties van bewoners in ontwikkelbuurten. Die heeft een negatief preadvies gekregen omdat een aantal van de beoogde doelen van het amendement terug zouden komen in de programma’s Democratisering en Ontwikkelbuurten. Maar dit beleid is nog niet helemaal uitgewerkt en het is onduidelijk welke punten uit het amendement nu wel worden meegenomen en welke niet. Daarom houd ik dit amendement aan en ik hoop ook op steun omdat het echt tijd is om ruimte te maken voor de grass roots. Amendement nr. 1374 over het verhogen van de budgetten van het AFK ten koste van het beleid om multinationals aan te trekken. Blijkbaar hecht dit college meer waarde aan het lokken van multinationals naar de stad dan dat het wil investeren in de culturele sector. Ik vind dat een schande want al die multinationals en de rijke expats worden ingevlogen om daar te werken. Die maken de stad alleen maar meer en meer onbetaalbaar. Dit is volgens mij echt hoe een stad naar de gallemiezen gaat. Dit is hoe Amsterdam verandert in Londen, een stad voor de rijken. Ik kan werkelijk waar niet bevatten dat linkse coalitiepartijen hiervan geen breekpunt hebben gemaakt. Motie nr. 1375 over het stoppen van de verkoop gemeentelijk vastgoed en dit te bekostigen door de toeristenbelasting te verhogen. Die houd ik ook aan al is het alleen maar omdat er in het coalitieakkoord staat dat er geen gemeentelijk vastgoed zou worden verkocht maar ook omdat ik denk dat gemeentelijk vastgoed van belang is om ruimte te creëren voor zelforganisaties van bewoners, kunstenaarscollectieven etc. Een college dat gemeentelijk vastgoed verkoopt, zet eigenlijk Amsterdam in de uitverkoop. Dan motie nr. 1379 die verzoekt in alle gevallen waarin jongeren tot en met 27 jaar als medebewoners worden gekwalificeerd te behandelen als schrijnend en de kostendelersnorm dus niet toe te passen. Ondanks dat het college inhoudelijk achter de boodschap van deze motie staat, geeft het een negatief preadvies omdat het generiek niet toepassen van de kostendelersnorm wettelijk gezien niet mag. Ik houd deze motie toch aan want ik denk dat de gevolgen van de kostendelersnorm dusdanig rampzalig zijn dat 87 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen we echt de rand van de wet moeten opzoeken om de schadelijke effecten daarvan te beperken. Dan amendement nr. 1381 over het schrappen van de bezuiniging op de noodopvang voor dakloze gezinnen en dit te bekostigen uit de extra investering van 11 miljoen euro in handhaving. De prognose is dat er in de toekomst juist 200 extra plekken nodig zijn. Dus nu bezuinigen is letterlijk het tegenovergestelde van wat we zouden moeten doen. Het college zegt dat noodopvang geen goede plek is. Dat lijkt me vrij logisch want het heet niet voor niets een noodopvang. Maar laten we eerlijk zijn, slaap je liever in een noodopvang of slaap je liever op straat? Dit amendement houd ik dan ook aan en ik roep de linkse partijen op echt kleur te bekennen. Zijn jullie solidair met dakloze gezinnen of sturen jullie hen de koude in? Amendement nr. 1382 over het openen van een permanente noodopvang voor dak- en thuislozen zodat er niemand in onze stad noodgedwongen op straat hoeft te slapen. Volgens het college zijn hiervoor geen middelen. Dat stond in het preadvies, maar dat is natuurlijk een leugen. Er is wel gewoon geld; er zijn tientallen miljoenen voor citymarketing, beleid om multinationals naar de stad te lokken, uitbreiding van de handhavingscapaciteit, 15 miljoen euro voor de restauratie van een gebouw in de dierentuin, miljoenen voor topsportevenementen, subsidies voor bedrijven en ga zo maar door. Maar er is geen geld om ervoor te zorgen dat er niemand noodgedwongen op straat moet slapen. De waarheid is dat het college simpelweg niet wil betalen voor die noodopvang. En weet je, dat kan, maar zeg dan gewoon eerlijk dat je ervoor kiest en dat je er niet voor wilt betalen. Maar kom niet aan met praatjes dat noodopvang geen perspectief biedt. Perspectief begint juist bij noodopvang. Dat zijn niet mijn woorden maar die van de MDAG, een zelforganisatie van dak- en thuislozen. Dan nog de amendementen en moties die ik gewijzigd indien. Motie nr. 1363 over oversteekvoorzieningen en de toegankelijkheid van de stad voor ouderen en mensen met een beperking. Ik verzoek het college nu om onderzoek te doen naar een richtlijn omtrent de nabijheid van veilige oversteekvoorzieningen. Dan motie nr. 1372 waarin we het college verzoeken dat ook de gemeentelijke organisatie zelf zich aan de richtlijnen houdt van de fair practice code moet houden. We dienen die gewijzigd in en ik heb het dictum aangepast op basis van het eerste preadvies. Dan nog motie nr. 1380 waarin we het college verzoeken te pleiten bij het rijk voor de volledige afschaffing van de kostendelersnorm in het geval van medebewoners die jonger zijn dan 28 jaar. Deze motie is volgens het college overbodig omdat het hier al voor pleit. Ik dien die motie toch in, een gewijzigde versie. Die is inhoudelijk hetzelfde maar die is nu ook ondertekend door D66-collega El Ksaihi en ik roep de volledige raad op om deze motie te steunen. Dan kan de wethouder namelijk ook namens de gehele raad lobbyen richting het rijk. Samen staan we sterker. Afsluitend ook nog een nieuwe motie over het opheffen van ov-haltes om dat niet ten koste te laten gaan van het aantal oversteekplaatsen. Daarmee willen we tegemoetkomen aan de wensen van ouderen en mensen met een beperking die vragen om de stad zo toegankelijk mogelijk voor hen te houden. Dat was eigenlijk alles wel. We hebben nog een aantal moties van andere partijen ondertekend bijvoorbeeld die over buurtplatformrecht, buurtmedia en wijkcentra maar gezien mijn spreektijd houd ik het hierbij. Ik heb nu lang genoeg gepraat. Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1370) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. 88 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1371) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1373) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. Het amendement-Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1376) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1377) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De motie Veldhuyzen (Gemeenteblad afd. 1, nr.1378) ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging. De VOORZITTER: Ik hoop niet dat u van mij verwacht dat ik alle moties en amendementen die u net heeft opgesomd, herhaal. Ik neem aan dat u overal waar u zei dat u de motie of het amendement aanhoudt, dat u ze morgenavond in stemming brengt. Precies. De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel. De heer VAN SCHIJNDEL: Ik heb geen bijdrage op dit punt. De VOORZITTER: Dan stel ik vast dat het twee minuten voor half elf is. Ik denk dat het niet zinvol is nu nog te beginnen aan de termijn van het college, ook niet in verband met het personeel. Dat betekent dat ik de vergadering schors tot morgenochtend 9.00 uur. Dan wens ik u een fijne avond. De vergadering is geschorst. 89 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen INDEX 1183 Vaststellen van de Begroting 2021 …… nnee eneen veneeeeen eeen Î 1251 Motie van het lid van Dantzig inzake viering 750 jaar Amsterdam. …… … 2 1252 Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Leegstand in tijden van woningnood … nnen eenverreennneeevennvereeeeesersenenver seerde enneeereeenver vennen 1253' Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Boomsma Taimounti en Veldhuyzen inzake financiering buurtmedia … … … … 48 1253 Motie van de leden Grooten, Vroege, Biemond, N.T. Bakker, De Grave-Verkerk, Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Financiering buurtmedia … … ……..2 1254’ Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Boomsma, Taimounti en Veldhuyzen inzake buurtplatformrecht … nennen ennen nnee 48, 92 1254 Motie van de leden Grooten, Biemond, N.T. Bakker, Taimounti en Boomsma inzake de Begroting 2021, Buurtplatformrecht … nnee eenen neee en 1255 Motie van de leden De Jong, Roosma, Hammelburg, Flentge en Mbarki inzake de Begroting 2021, Tegengaan van onnodig hoge inkomenseisen bij vrije sector huurwoningen …….…..nnnnnenseeenneereeeneerveennereeenneneen vennen eveneens eender rsnenver vennen Ô 1259 Motie van de leden Mbarki en Flentge inzake de Begroting 2021, Handhaving buiten de ring … … nnee re eeneerveennerenennneenvennee svenn sen eeeereeenever senders Ô 1260 Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een banenmotor die draait voor iedereen … … nnee eneen eeerneerseenner svenn nennen Ô 1260' Motie van de leden Mbarki en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Een banenmotor die draait voor iedereen … … … nnee serene eener O2 1262 Motie van de leden Roosma, El Ksaihi en Mbarki inzake de Begroting 2021, In dienst bij Regionaal Werkcentrum … … eere eener eneen eree eener reverse de 1275 Amendement van het lid Poot inzake de Begroting 2021 (Mutaties Tegenbegroting van de fractie van de VVD ‘Met keuzes door de crisis’ eenen d 1277 Motie van de leden Flentge, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake de Begroting 2021, Amsterdam Food Capital … nonnen oononeneenoeeneresennenneereennsene vennen sneven Ô 1277' Motie van de leden Flentge, N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond, Nadif, Taimounti en Kreuger inzake de Begroting 2021, Food Capital … … … … 48, 52 1278 Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Inventarisatie ondersteuning hulpinitiatieven in coronatijd… … … … nnee eener seennerseeeeeereeennver vennen Ó 1279 Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2021, Slotervaart als noodhospitaal6 1280 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, De beste raad is een burgerraad … anneer eennenerenneee re eeererseeneneneeennenenneeveern vennen veenveeeneeneer vennen f. 1281 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Inspraakavond geen EES EE 1285 Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in ECE 1285' Motie van het lid Kreuger inzake de Begroting 2021, Behoud de middenklasse in Amsterdam … nnen vennnnereeeeneeersnenenenveneneeren eener severe eener eenen eeenverrverneeenen eee ÖÁ 1290 Motie van de leden Boomsma, Van Dantzig, Poot, Mbarki, Flentge, Van Soest, Van Lammeren, Kreuger, Ceder, Van Schijndel en Roosma inzake de Begroting 2021, Stadsgesprekken vrijheid van meningsuiting en religie … … nnee f 90 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 2 Gemeenteraad Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1294 Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bouwen in het middensegment 1303 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de 1303' Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Niet bezuinigen op de OBA 49, 52 1304 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Noodopvang dakloze A 1305 Amendement van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Structurele financiering Masterplan Zuidoost … nnn ooenennererenserrenennennnnr ee ennnenenenveneeen vennen ene Ò 1306 Motie van het lid La Rose inzake de Begroting 2021, Toename psychische klachten door coronacrisis bij jongeren ……… nnee neenenneeeneer sneer evene Ô 1307 Motie van de leden N.T. Bakker, De Fockert, Veldhuyzen, Taimounti en Heinhuis inzake de Begroting 2021, Vóór 14 …… eneen reennerseeeeer en venvers eneen Ô 1308 Motie van de leden N.T. Bakker, Veldhuyzen en Taimounti inzake de Begroting 2021, Uurloon naar 14 euro per uur voor toekomstige medewerkers … … … … … 10 1309 Motie van het lid Bloemberg-\ssa inzake de Begroting 2021, Versnelling van vergroening schoolpleinen … … … … un nenrsenneneeeseern eener seenneeneeenneeeneveneerveennnre 1Û 1310 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen stadspasacties voor het Dolfinarium … … oenen ener eervenenene eee renereverveneeeneenvervve reve reee nennen 1 1311 Motie van het lid Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Van Mierlobrug’ … …… 10 1312 Motie van de leden Taimounti en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Voedselparagraaf… … … … nn nnnenneeennenensenenenen eener seener veer sneee renners nennen 1 1313 Amendement van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Financiële gift voor vitale vrijwilligers actief bij de (informele voedselvoorzieningen … … nnn 11 1313’ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Een financiële gift voor vitale vrijwilligers actief bij de lokale voedselvoorzieningen … nnn /Ô 1314 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021,Tweede noodkas voor coronasteun … unne veren eenreenvereeeneneneereeeer eener renee eee eere ÎÎ 1315 Amendement van de leden Boomsma, De Grave-Verkerk, Van Soest en Kreuger inzake de Begroting 2021, Bezuinig niet op bestaande bibliotheken … … … …… 11 1316 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun Museum het 1317 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Sloopvergunning historische panden. nnnnnnnereonnnennnennneeerenseerennnnneeen sereen 12 1318 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek toezicht op verbouwingen en sloop van monumenten … onser sennne vennen eneerveennnnen Î2 1319 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen cursussen wit- privilege... reeenere serene eereneeeen eener ev eennvenee eener reen veeenvereeene eee 1 Ô 1319' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen privilegetrainingen voor ambtenaren … … … nanne neeenenerverveneerenenerennereenee seer renee rveeeereneee ree ÖÌ 1320 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Geen extra sportvelden in het Diemerpark ……… … a eenneeeeeenserenenneennnereereen vennen 1 Ô 1321 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Steun voor sportaanbieders 1322 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Zwemlessen … ….……………….13 1323 Motie van de leden Boutkan en Ernsting inzake monitoren van onroerend goed transactieS……… nennen ennen vennen eenreenererveevenverenveeveever vererven eere Î1À 91 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1324 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne ondermijning … … unne eenserseeenversvennvereee eener eener svenn eeeee evene eennen 1À 1325 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit … … 14 1326 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra handhaving 1327 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Reserveer middelen voor het bestrijden van misstanden in de prostitutie en sluiten raambordelen 1328 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra middelen voor bestrijding radicalisering … … … … nnen oen eeerneeeerseennve neren eeen 1D 1329 Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Onderzoek naar de volksgezondheidsaanpak … … nonnen eeeeeeeern eener svenn eeee ener renee veennnee 1Ô 1329' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoek naar volksgezondheidsaanpak … … … 76 1330 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Campagne voor een fatsoenlijke samenleving … … … … nnen neee eener senen eeeeeeeeenveeee nennen ÎÔ 1331 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Veiligheidsinzet Centrum efficiënter organiseren … … nnn nennen eener eeeersnneneene 1Ô 1332 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Discriminatierechercheurs 1333 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Extra capaciteit monumenten en archeologi® … … unser senneeneerenerrneeneer vennen nennen eneen | 7 1334 Motie van de leden Boomsma inzake de Begroting 2021, Spreekuur voor burgemeester en wethouders … u nsenreenneeeeeenneeneoenversveennereeenneenn eener | 7 1335 Motie van de leden Naoum Néhmé, Hammelburg en Boomsma inzake de Begroting 2021, Versnellen proces bouwvergunningen … nnee 18 1336 Motie van het lid Naoum Néhmé inzake de Begroting 2021, Geen strengere BENG-eisen die woningbouw schaden … … nonnen 1Ô 1337 Motie van het lid Boomsma inzake de begroting 2021, Realistisch inzicht in de woningbouw … …… nnee eener re venversveneevereeeenseevenenenen eeen eeeee eeen vennen 1Ö 1338 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitor oplevering middenhuur … nn nereeneenervereeveerenner vere enenervenverennveeeeenereevenverenverv eener ÎÌ 1338' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Monitoring oplevering middeldure woningen … … nnee oever reen vereer eener venen ÂO, D2 1339 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Onderzoek beïnvloedbare aspecten van financiële positie corporati@S … uee onneeeeenennseneenseen eveneens 1 1340 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Alles op alles voor middenhuur … ann nereneeneevereeveerener vere eneervenverennveeeeevervenenverenve renner 19 1340' Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Nu dan echt alles op alles voor middenhuur … … … … en ereneereeeneerrevervenenereeevervenveereere AO, 53 1341 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Up to date objectieve benchmark voor schoon en heel……… neren ensernenrereee eneen ree 2 1342 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Wijkcentra … … … …… 20 1343 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Behalen referentienorm groen … nnen nen neneeneener senen snee neee rennende nennen eener 2 1344 Motie van het lid Bloemberg-\ssa inzake de Begroting 2021, Zet Zuidoost op de | 92 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1345 Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Van Soest, Van Schijndel, Bloemberg-lssa, Ceder, Kilig en Köhler inzake de Begroting 2021, Pardonregeling voor late erfpachtoverstappers … nnee oannenenseoonnereneenenesenennnnensveverveeneeeenseeenen vee ee Î 1346 Amendement van de leden N.T. Bakker, Kat, Martens, Biemond en Nadif inzake tere le ROET o} | | 1347 Amendement van het lid Vroege inzake de Begroting 2021, Meer voor de fiets minder voor de auto … … … anneer venne eeeeee vererven eeen Û 1348 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Stimuleer thuiswerken en spits mijden … nnee eener eveenenereeneneneeneeeveerseennnene ven eeee rn eeneervenenvers eenden eere 1349 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Korting parkeren emissieloze deelauto’s … … eenen eener eenreenverenvervenverenveevenvereeverveereneeene eenen 1350 Motie van het lid Marttin inzake de Begroting 2021, Meer auto’s onder de grond en meer groen op straat … nn onnneeenneerseenener vennen eeee rn venner sneerde ennen 1351 Motie van de leden Marttin en Martens inzake de Begroting 2021, Corona parkeerdubbeltje … … nnee eeeneee svenn erseeeneer rn vener eneen eneen eneen 1352 Motie van het lid Van Lammeren inzake de begroting 2021 (Geen vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma … … … … … neee 2 1352’ Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Geen vervangende wethouder voor vertrekkende wethouder Dijksma … … ……… neee OT. 1353 Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2021, Nee-tenzij-beleid bij bomenkap … nnn onneeennnennerven svenn nnne eer enseenennnnneneeen versen vennen DÔ 1354 Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2021, Lessen uit de Menukaart, anders omgaan met schaarse openbare ruimt@ … nennen eene ZÓ 1355 Motie van het lid N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Het EU-Mercosur Verdrag … nennen seeenereneeser re venversvennneereneeeseerenenee neren eeeeeeveenerr vennen 1356 Amendement van het lid Martens inzake de Begroting 2021, Investeer extra in imago stad en binnenhalen congressen … …… nnen eenen svenn eneen 4 1357 Amendement van het lid Martens en Kreuger inzake de Begroting 2021, Investeer in volwasseneneducatie, juist nu! … … nnen neren eener severe eener reen 4 1358 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Onderzoek APV-verbod hoge bedragen contant geld … …… ener rennen veneeree eere rsenenverse nennen eere 24 1359 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Bewustwordingscampagne ondermijning … … unne eeneerseeenvereveneveneee eener eener sneren eener eeen eene 1360 Motie van het Poot inzake de Begroting 2021, Afspraken risicobranches tegen ondermijning … … unne eeneerseeenvereveneveneee eener eener sneren eener eeen eene 1361 Motie van het lid Poot inzake de Begroting 2021, Extra bibob-capaciteit … … 25 1362 Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van fossiele reclame … nnee neenvereeervenvervevevenverenverener sense reneseeneerenenenenerenvenenverveeen DO 1362' Motie van de leden Groen en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Amsterdam vrij van fossiele reclame … … … … nanne ener eeneneenen vennen eener venee neee ennen OÖ 1363 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Minimumafstand voetgangersoversteekplaatsen … nnee enne svenn eene eneen veneerveennene 2 1363' Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Onderzoek richtlijn nabijheid veilige oversteekvoorziening … ……… nnee eener seenneeeeeeeneen  9 1364 Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman en N.T. Bakker inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden … … … 26 1364’ Motie van de leden Biemond, Van Renssen, Timman, N.T. Bakker, Naoum Néhmeé, Bloemberg-lssa, en Kilig inzake de Begroting 2021, Regie aan de Amsterdammer in transformatiegebieden.… nnn Of. 93 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1365' Motie van de leden Boomsma en Van Pijpen inzake de Begroting 2021, Maak schone en vuile straten inzichtelijk … … … … … on eeenoenneeevennnereeeeeee renee veereeee OÛ 1365 Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Maak schone en vuile straten inzichtelijk. … … enne eeennneeeeeneeenseenver eneen ener veenne nee 2 1366 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Geen lastenverzwaring voor beter herstel van economie en werkgelegenheid … … … ……….26 1367 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Corrigeer foutieve verhoging vermakelijkheidsretributie … … … eeens eeeer svenn f 1368 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Draai verhoging vermakelijkheidsretributie terug … … … … nnee eener eneen eener reve een f 1369 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Zelforganisatie bewoners ontwikkelbuurten … … … neren eenerenvereenseeeevereereeeereenen erven 1370 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Ateliers & broedplaatsen - reddingsplan kunst & cultuur … … nnee eneen 29 1371 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Coronasteun - reddingsplan kunst & cultuur … … neee enerseeeervenrenneee eneen vennen ÊÔ 1372' Motie van het lid Veldhuyzen en Nadif inzake de Begroting 2021, Fair practice COde nr enereenerververeeneerennerennse ene nvenee nen venvenveeereneneevereeeee verver vene vereer OÛ 1372 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Fair practice code - reddingsplan kunst & cultuur … … neee enerseeeervenrenneee eneen vennen ÊÔ 1373 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Investeer in de nacht - reddingsplan kunst & cultuur … … eeens eeeer sneer ZO 1374 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Meer cultuur, minder multinationals - reddingsplan kunst & cultuur … neen eene SO 1375 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (Stop verkoop gemeentelijk vastgoed - reddingsplan kunst & cultuur … neee 2 1376 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Vrijval culturele middelen - reddingsplan kunst & cultuur nnee sereen eenen eenen 3 1377 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Amsterdams Initiatief huisvesting kwetsbare groepen … nn nneersennenneeeeeren eener s seen eneee rn eeneer eee OÛ 1378 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Huisvesting verweesde kinderen en jongeren … … nnen sene eenen eeeneee severe OÎ 1379 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Kostendelersnorm niet toepassen t/m 27 jaar … nnee nennen eenen ÄT 1380' Motie van het lid Veldhuyzen en El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar … … … nnee eneen veneenne DO, 53 1380 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Pleiten bij rijk voor afschaffing kostendelersnorm t/m 27 jaar … … nennen eere ÖT 1381 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Behoud noodopvang gezinnen … … nnee eeneee rennen ener rneeneervenenvervenenneeneeenee reren DO 1382 Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Permanente noodopvang dak- en thuislozen … ……… … nennen oever venennersenenneenn eener reren DO 1383' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (red de Openbare Bibliotheken Amsterdam … … … nnn ervennereeeevennereevenneersevenneeeneeenerver eee OÛ 1383 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Red de openbare bibliotheken Amsterdam … … … nennen eeneevenverennvenneerseee renner O 1384’ Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021 (samenwerking tussen de Openbare Bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven … unne O1 94 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1384 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Samenwerking tussen de Openbare bibliotheken Amsterdam en buurtinitiatieven … … … ……nnununnonnnen eener O2 1385 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Keti Koti en excuses 2021 1386 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Verankeren van structurele probleemanalyses van wapengeweld … nnen oenen eneen eener OÔ 1387 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Onderzoeken efficiënte inzet van beperkte financiële middelen en mankracht veiligheidsdomein… … … …………33 1388 Motie van het lid Kilic inzake de Begroting 2021, Buurtinitiatieven beter inzetten bij mitigatie coronamaatregelen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1388) … 34 1389 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Corona en diens maatregelen apart opnemen in komende begrotingen en nota's … … nnee eneen venne OÁ 1390 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021,Standaard een gentrificatieparagraaf opnemen bij bouw- en renovatieprojecten … … … … 34 1391 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, 5 miljoen euro reserveren uit de SMF voor toekomstige tegenvallers … nennen 34 1392 Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Uitstel onderzoeken en pilots in het kader van de Agenda Autoluw tot na de coronacrisis… en 34 1393 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Toegankelijk maken van de tramhaltes Johan Huizingalaan en Derkinderenstraat topprioriteit maken … ….35 1394 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Niet opnemen doorvoer betaald parkeren Geuzenveld in Begroting 2021 … … nennen 3D 1395 Amendement van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021, Prioriteren verkeersveiligheidsverbetering Burgemeester Roëllstraat … … … … nnee 90 1396 Motie van de leden Rooderkerk en Kat inzake de Begroting 2021, De stegen van Amsterdam … nnee neren eeeeenerenvereeveereeervenvervenvevenevenenvenseerenveere nerven eeen OÓ 1397 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Verkoop gemeentelijke 1398 Motie van het lid De Fockert inzake de Begroting 2021, Verlies taalvrijwilligers niet uit het oOg …… nanne eener eveneens eener renner es ereneeenen eener eener vennen OÓ 1399 Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten zwemles … nn nennnereeerseneernnnnenvenre een eneeenreeneerenenenenvereeveevenervenereenveneneee renee OÓ 1399' Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de Begroting 2021, Wachtlijsten zwemles … nn nennnerenersneernennenven renee eer eenerenenenenvereeveevener verve reenvenenvee eenen OÖ 1400 Motie van het lid Hammelburg inzake de Begroting 2021, Amsterdammers wijzen op mogelijkheden tijdelijke huurverlaging … …… … unne ener Of. 1401 Motie van de leden Hammelburg en De Jong inzake de Begroting 2021, Bouw ouderenwoningen naar voren halen … nnee eener neenneereeeeneeereenver enn Of. 1402 Amendement van de leden Boomsma, Van Lammeren, Taimounti, Van Soest, Kreuger, Ceder, Veldhuyzen en Van Schijndel inzake de Begroting 2021, Draai verhoging precariobelasting voor woonschepen terug … nnee: O6 1403 Motie van het lid Ceder inzake de Begroting 2021, Bereken benodigde financiering Masterplan Zuidoost … nnen oonennennnnerereneeenennnneennen snee eeeereee en venenneneee nn OO 1404 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Draai bezuiniging Aanvullend Openbaar Vervoer terug … … nnee ener sneernenner sneer OO 1405 Motie van het lid van Soest inzake de Begroting 2021, Hou bibliotheken in kwetsbare wijken open… … nnee eeneerseennnerseeenee rn vener sneer neee OO 1406 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Vrijstelling gemeentelijke belastingen voor minima … nnee serveer eeneeeerseeeeeeneeeneer severe eeen eneen OO 95 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1407 Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2021, Laat woonboten niet kapseizen … ………..nnnnnnnnennnnnenennnnnerreerensenneneenne ren ensenennnnnneeee vennen nennen vereen 1408 Amendement van de leden De Jong, Roosma, N.T. Bakker, La Rose, El Ksaihi, Veldhuyzen, Ceder en Kilig inzake 1 miljoen euro reserveren in 2021 en 2022 voor uitbreiding van de winteropvang voor dak- en thuislozen … … … nnee ÂÔ 1409 Amendement van de leden Nadif, Bosman, Biemond, N.T. Bakker, Veldhuyzen en Ceder inzake het Verzetsmuseum …… nnn nennen eenen neeer veen eernen ÂO 1410 Amendement van de leden Van Pijpen, Mbarki, Flentge, Boomsma en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Wijkcentra … ……… neemen rennen A 1411 Amendement van de leden Bosman, Nadif, Biemond, Flentge en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Geld voor broedplaatsen … nnn 41 1412 Motie van de leden Bosman, Biemond, Nadif, N.T. Bakker en Boomsma inzake de Begroting 2021, Amsterdamse Bostheater en Museum Het Schip … 42 1413 Motie van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, Doorstroming OV niet ten koste van voetgangersoversteekplaatsen …… nnee nere  2 1414 Motie van het lid Veldhuyzen, Nadif, Boomsma, Ceder, Biemond, Van Soest, Kilic en Bosman inzake de Begroting 2021, Help kleine Instellingen … … … 42 1415 Motie van het lid Veldhuyzen, Naoum Néhmé, Ceder, Van Soest, A.L. Bakker, Hammelburg, Boomsma, Mbarki, De Jong, Flentge en Kilig inzake de Begroting 2021, Huisvesting Verweesde Jongeren … nnee ennen veennereen eneen Ô 1416 Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Onderzoek beperkingsmogelijkheden externe inhuur en verbinding maken met de algemene middelen … … nnee eereneeeneeeneeeveeneveneeeenveeern ener venenerveeennen eee Ô 1417 Motie van de leden Poot en Van Dantzig inzake de Begroting 2021, Pilot zero- based analyse voor een directie … nnn ennenneeeeeren eener serene Ô 1418 Motie van de leden Boomsma, Poot, Rooderkerk en Ceder inzake de Begroting 2021, Red Artis …… eener eenereeenreenvereeveevenver eener severe  1419 Motie van de leden Ceder en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, BBB voor Dublinclaimanten … … … nnee eener en eeneeeveeneneersee eneen venver vennen eenen  1420 Amendement van de leden Biemond, Nadif, Bosman, Flentge Boomsma en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021, De bieb blijf … nennen 44 1421’ Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 7,5 ton voor informele voedselhulp in de stad 1421 Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, 750.000 euro voor informele voedselhulp in de stad nnn nnneneenennenn eneen snennersenenee rn eeneersennneesenenveee rn eenersennnnenseeneeeen eener eenn 1422 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Dreigende dakloosheid van inwonende mantelzorgers … nnee reren seeeeeere eener eneen eneen ÂD 1423 Motie van het lid Kilig inzake de Begroting 2021, Maak inwonende mantelzorgers medehoofdbewoner … … nnee enen eener vennen seneereeer sneer sneer nennen ÂD 1424 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Stoppen met gebruik westerse/niet-westerse migratieachtergrond … … nanne eenen nennen ÂD 1425 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden kinderarmoede … nnen ennnsereeener ee eeneeeseeneneerreeeneer ee vener venen eneen ÂÔ 1425' Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Jaarlijkse streefwaarden kinderarmoede … nnen eneen eenerreeeneeeseeneneervee eneen venver vennen EP 1426 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Streven naar minimaal 14 euro per UU … nnen reren sennnenenen serene nennen eveneens vnnennnnnene ree rene nennen Ó 96 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Afdeling 2 Gemeenteraad R Vergaderdatum 16 dec. 2020 Raadsnotulen 1427 Motie van het lid Taimounti inzake Begroting 2021, Pleiten bij het rijk voor een vakantieregeling voor gedupeerden toeslagenaffaire… nennen ÂÔ 1428 Motie van het lid Taimounti inzake de Begroting 2021, Inventarisatie voedselvoorzieningen en -overschotten in Voedselstrategie …… …… … 46 1429 Motie van de leden Taimounti, Heinhuis en Boomsma inzake Begroting 2021, Zichtbaarheidscampagne om gedupeerden van de toeslagenaffaire te bereiken … ….47 1430 Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire … … ……47 1431 Motie van de leden Flentge, Boomsma, Roosma, Van Dantzig en Taimounti inzake de Begroting 2021, Vergoeding van 750 euro inzake toeslagenaffaire … …47, 51 1432 Motie van het lid Yilmaz inzake de Begroting 2021... eneen OÁ 1433 Amendement van het lid Bloemberg-lssa inzake de Begroting 2021, Versnelling van vergroening schoolpleinen … …… … nnee eener svenn eener revers eren OÁ 1434 Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021, Verhoog tarieven precariobelasting voor woonboten in 2021 niet … …… unne neren OD 1435 Amendement van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Subsidie aan de Refugee Company nnen nernennereener senen veeee renners nnee nennen eenen OD 1436 Motie van het lid El Ksaihi inzake de Begroting 2021, Stalking alarm tegen femicide … … … annen erenereeneenerveneeenennne eenen eere eeee eeen everevervvereve reve rveveeeveenveeneereer re OÔ 1437 Motie van het lid Kreuger inzake Drie vliegen in één klap met (revolverend) isolatiefonds: Meer wooncomfort in oude stadswijken, lagere woonlasten en minder COz-uitstoot. ne enreenenenerenenenen veeroo verveners vere eeeeeneeeveenvrene rene reve verve eene re ÖO 1567 Vaststellen van de Legesverordening 2021 … nnee Î 1574 Vaststellen van de Verordening vermakelijkhedenretributie evenementen 2021. …1 1576 Wijzigen van de verordening precariobelasting 2020. nnee Î 1577 Wijzigen van de Verordening Roerende Ruimtenbelastingen 2007 …… 1 1578 Wijzigen van de Verordening op de heffing en inning van onroerendezaakbelastingen 2007 … … nnee eennee eneen vneeereeenee reen Î 97
Raadsnotulen
97
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 87 Datum akkoord college van b&w van 31 januari 2017 Publicatiedatum 1 februari 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 15 december 2016 inzake de woningproductie in 2016. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 15 december 2016 publiceerde het Stadsbestuur informatie over de woningbouw- productie van 2016. Opnieuw is de ambitie van 5000 nieuwe woningen gehaald: er zijn 5705 woningen in aanbouw genomen, naast 782 tijdelijke woningen en 198 onzelfstandige woningen. Tegelijkertijd blijft de woningproductie door corporaties achter bij de streefaantallen uit de samenwerkingsafspraken. De corporaties zouden eigenlijk 1200 sociale huurwoningen bouwen, waarvan 800 in het reguliere segment. Volgens Het Parool zijn er in 2016 629 sociale corporatiewoningen gebouwd, in 2015 639.’ Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat zijn precies de nieuwbouwcijfers van de corporaties? Welk deel valt onder de reguliere huurwoningen waarvan er minimaal 800 gebouwd zouden worden, en welk deel valt in het overige segment? Antwoord: De corporaties zijn gestart met de bouw van 1251 sociale huurwoningen. Daarvan zijn 626 woningen reguliere sociale huurwoningen. Van de 626 reguliere sociale huurwoningen zijn er 65 voor jongeren en 561 voor andere doelgroepen. De overige 625 woningen van de 1251 sociale huurwoningen betreffen studentenhuisvesting. ! http://www. parool.nl/amsterdam/doelstelling-nieuwe-sociale-huurwoningen-weer-niet- gehaald-a4434701/?utm _source=twitter&utm medium=social&utm campaign=shared%20content& utm content=free 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng Ln Gemeenteblad Datum 1 februari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 15 december 2016 2. Eerder heeft het college al aangegeven dat corporaties nog voldoende grondposities tot hun beschikking hebben. Hoe kan het dan dat de nieuwbouw achterblijft bij de in de samenwerkingsafspraken opgestelde streefcijfers? Antwoord: Het klopt dat de corporaties ruim voldoende posities hebben om de afspraak van 1200 sociale huurwoningen het afgelopen jaar en de komende jaren waar te maken. De corporaties hebben ruim voldoende, namelijk 5369, sociale huurwoningen op hun investeringslijst voor 2016 tot en met 2019 staan. Van enkele projecten is de oorzaak van vertraging in 2016 bekend: zienswijze op bestemmingsplannen en korting op de verhuurdersheffing. Het gaat in totaal om 265 sociale huurwoningen: — in Buiksloterham waar De Alliantie op twee kavels 70 sociale huurwoningen in aanbouw wilde nemen, is een zienswijze ingediend tegen de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan; — in de volgende projecten is de start bouw uitgesteld tot 2017 omdat dan een lagere verhuurdersheffing voor de sociale huurwoningen geldt: = _Suhabuurt in stadsdeel Nieuw-West. Het gaat hier om 74 woningen van Eigen Haard; = _Spoorstrook XL in stadsdeel Nieuw-West, Het gaat hier om 32 woningen van Eigen Haard; = Houthaven in stadsdeel West. Het gaat hier om 69 woningen van Ymere; n= Vrij Kade in de Buiksloterham in stadsdeel Noord. Het gaat om 58 woningen, waarvan 20 sociale huurwoningen. Ook is in stadsdeel Oost is niet gestart met de sloop/ nieuwbouw van Jeruzalem na bezwaren. Daar wordt sloop nu heroverwogen. Het komt steeds vaker voor dat voorgenomen sloop/ nieuwbouw wordt heroverwogen, hierdoor worden er minder sociale huurwoningen in aanbouw genomen dan gepland. Waarom de overige voorgenomen projecten niet zijn gestart heeft verschillende oorzaken: soms is te optimistisch gepland, soms betreft het een samenwerking met een marktpartij waarbij de marktpartij nog niet is gestart, bijvoorbeeld het Food Center in stadsdeel West. 3. Op welke manier speelt de stijging van de WOZ-waarden en dus van de verhuurdersheffing een rol in de tegenvallende bouwresultaten van de corporaties? Antwoord: Het college heeft deze vraag voorgelegd aan de Federatie van Woningcorporaties. Het antwoord was dat de verhuurderheffing als percentage van de WOZ-waarde ertoe leidt dat corporaties in algemene zin minder investeringscapaciteit hebben. De nog wel beschikbare capaciteit is ruim voldoende voor realisatie van het overeengekomen aantal nieuwe sociale huurwoningen. In die zin speelt de stijging hierbij geen rol. Zonder de heffing of bij een grondslag die tot een evenwichtiger verdeling over corporaties had geleid, was de investeringscapaciteit groter geweest, wat uiteindelijk leidt tot meer sociale huurwoningen, meer betaalbaarheid en meer duurzaamheid. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng Ln Gemeenteblad R Datum 1 februari 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 15 december 2016 4. Wat gaat het college eraan doen om corporaties ertoe te krijgen volgend jaar wel aan hun afspraken te laten voldoen? Antwoord: Alle corporaties, op Ymere na, hebben inzicht gegeven in hun investeringsplannen voor de komende jaren. Voor Ymere komt de nadruk te liggen op investeren in renovaties en achterstallig onderhoud in plaats van nieuwbouw. Uit de investeringsplannen blijkt dat de geplande productie van sociale huurwoningen wederom ruimschoots boven de 1200 ligt. De corporaties hebben de ambitie om veel meer dan 1200 sociale huurwoningen per jaar te bouwen (zie het persbericht van 22 december 2016 waarin corporaties aangeven 2400 woningen per jaar te willen bouwen). Dat kan omdat zij meer financiële armslag hebben dan ze in 2014 voorzagen toen de Samenwerkingsafspraken werden gemaakt. Met de corporaties wordt besproken hoe zij de slagingskans van de door henzelf geplande projecten kunnen vergroten en het tempo van uitvoering op kunnen voeren. Het college overlegt twee keer per jaar met de corporaties over de productie zodat eventuele problemen gesignaleerd en opgepakt kunnen worden. Daarnaast zal het college de productie van corporaties actiever monitoren door maandelijks in gesprek te gaan met de managers gebiedsontwikkeling en stadsdelen. Hierdoor kan snel worden gesignaleerd waar vertraging dreigt zodat tijdig naar oplossingen kan worden gezocht. 5. Over 2016 lopen de corporaties 171 woningen achter bij de afgesproken productie, als overgangsjaar 2015 ook wordt meegeteld is de achterstand nog groter. Worden deze aantallen opgeteld bij de bouwopgave voor 2017? Of heeft niet nakomen van deze afspraken andere consequenties voor de corporaties? Antwoord: Het is juist dat de productie van reguliere sociale huurwoning door de corporaties ook in 2015 achterliep. Overigens is de afspraak in de Samenwerkingsafspraken dat woningcorporaties gemiddeld 1200 woningen per jaar bouwen waarvan 800 regulier. Het kan en mag per jaar verschillen maar het gemiddelde over vijf jaar moet wel op tenminste dat aantal uitkomen. De planvoorraad van de corporaties is — met uitzondering van de vervallen sloop-/ nieuwbouwplannen — nog steeds heel groot en in potentie kunnen de corporaties dus 1200 sociale huurwoningen en meer dan de afgesproken 1200 sociale huurwoningen bouwen. De niet gerealiseerde sociale huurwoningen schuiven door naar het komende jaar en de jaren daarna. De financiën laten een hoge(re) productie naar eigen zeggen toe (zie ook het antwoord bij vraag 3) en ook beschikken de corporaties de komende jaren over voldoende posities. Het college gaat er daarom vanuit dat de corporaties de komende jaren een inhaalslag maken waardoor ook de afspraak voor een gemiddelde productie van 1.200 woningen per jaar inclusief de 800 regulier, wordt gehaald. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
VN2022-030523 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Directie Middelen Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en en Control X Amsterdam Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 oktober 2022 Ter advisering aan de raad Portefeuille Financiën Agendapunt 3 Datum besluit College van B en W 23 september 2022 Onderwerp De Begroting 2023 De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Begroting 2023. Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 190, lid 1. Het college biedt jaarlijks aan de raad de begroting van de gemeente ter vaststelling aan. Gemeentewet, artikel 191, lid 1. De raad stelt de begroting vast in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft. Gemeentewet, artikel 191, lid 2. Het college zendt de door de raad vastgestelde begroting voor 15 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient aan gedeputeerde staten. Bestuurlijke achtergrond Op 22 september 2022 is de Begroting 2023 van de gemeente Amsterdam aangeboden. De Begroting 2023 wordt op 14, 12 en 13 oktober en op 1 november behandeld in de raadscommissies en op 9 november in de raad. Om te voldoen aan artikel 191 van de Gemeentewet, waarin is opgenomen dat de vastgestelde begroting vóór 15 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de begroting dient aan gedeputeerde staten moet worden gezonden, wordt een besluit tot vaststelling van de gemeentelijke begroting voorgelegd. Deze datum is medebepalend voor de beslissing van de gedeputeerde staten om repressief (en geen preventief) toezicht uit te oefenen. De Begroting 2023 bevat de voor de raad relevante financiële en beleidsinhoudelijke informatie. De vast te stellen begroting bestaat uit: e De bestuurlijke en financiële hoofdlijnen van de Begroting 2023. e De programmabegroting ingedeeld naar op de gemeente Amsterdam toegesneden programmaonderdelen met de daaraan verbonden baten en lasten. * De verplichte paragrafen volgend uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De Begroting 2023 is één begroting voor de hele gemeente. De bijdrage van de bestuurscommissies is geïntegreerd in de verschillende programmaonderdelen. Reden bespreking Zie raadsvoordracht. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.8 1 VN2022-030523 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA Directie Middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ ‚ … Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en en Control % Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 oktober 2022 Ter advisering aan de raad Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies De Begroting 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Motie 726.21. Zie raadsvoordracht. Welke stukken treft v aan? AD2022-088142 Bijlage 1 Begroting 2023.pdf (pdf) AD2022-088143 Bijlage 2 Doelenboom Begroting 2023.pdf (pdf) AD2022-088144 Bijlage 3 Bijlage projectenportfolio Begroting 2023.pdf (pdf) AD2022-088146 Bijlage 4 Wijzigingen Paspoorten Reserves. pdf (pdf) AD2022-088147 Commissie OZA Voordracht (pdf) AD2022-088145 Gemeenteraad Voordracht Begroting 2023.pdf (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk, 06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl DMC, Jurjen Bakker, 06-55211381, [email protected] Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
7 Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid _______RW _ TA=TerAarsemngaandedeslaad ed On Za dede „Bes Ter Bespreking st dd an On En Een 87 Icie Rapportage Gelderlandplein inzake onderzoeken naar EdV 5-jun-13 | 4-dec-13 TK | RW n.v.t. Reden uitstel besproken in alternatieven parkeerdek commissie van 6-11-2013: De centraal stedelijke brief met informatie over de beschikbare cijfers wordt in december ter beschikking gesteld. Ook het resultaat van de gedane studie DG DD FE nn EI EEE terreinen en leegstaande kantoren in het stadsdeel Eee EE EE 1
Agenda
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 815 Datum indiening 9 mei 2018 Datum akkoord college van b&w van 2 oktober 2018 Publicatiedatum 2 oktober 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake de historische tramspoorlijn op het Havenstraatterrein. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 14 maart 2018 heeft de raad het bestemmingsplan Havenstraatterrein vastgesteld. Daarin is bij recht geen bestemming voor de historische tramspoorlijn opgenomen, maar zijn loods en rails via een wijzigingsbevoegdheid alsnog in te passen in het vigerende plan. De fractie van de VVD ziet zoals bekend de historische tramspoorlijn graag behouden voor Amsterdam. De tramspoorlijn kent immers een belangrijke culturele waarde voor Amsterdam. Op 7 mei 2018 zijn er door een uitzending van EenVandaag nieuwe vragen ontstaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. In hoeverre zijn, naar aanleiding van de uitzending van EenVandaag d.d. 7 mei 2018, EU-subsidies mogelijk inzetbaar om exploitatietekorten van de historische tramspoorlijn aan te vullen? Antwoord: Inzet van Europese subsidies zou een interessante optie kunnen zijn. Het college ziet het als de verantwoordelijkheid van de tramorganisaties om dergelijke subsidies aan te vragen. Voor het aanvragen van Europese subsidies kan onder andere een beroep worden gedaan op Dutch Culture, de organisatie die Nederlandse culturele organisaties bijstaat op internationaal niveau. We brengen de tramorganisaties met Dutch Culture in contact. NB De tramorganisaties zijn: de vereniging Rijdend Electrisch Tram Museum (RETM), voor het beheer van de collectie historische trams, de Stichting Electrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA), verantwoordelijk voor de exploitatie en beheer van de historische spoorlijn, en de Stichting Beheer Collectie Amsterdams Vervoer Museum (SBCAVM) eigenaar van een groot deel van de historische tramcollectie. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng bs Gemeenteblad R Datum 2 oktober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018 2. In hoeverre is de wethouder Cultuur namens het college betrokken (geweest) bij de toekomstplannen van de historische tramspoorlijn gezien de belangrijke culturele waarde van de tramlijn voor Amsterdam? Zo nee, waarom niet? Antwoord: De wethouder Cultuur is als lid van het college betrokken geweest bij de planvorming van het Havenstraatterrein. Tijdens de planvorming is een cultuurhistorische verkenning gedaan. De conclusies en aanbevelingen zijn/worden betrokken bij de verdere planuitwerking. Deze verkenning is bovendien als bijlage opgenomen bij het vastgestelde bestemmingsplan. Het college heeft het bestemmingsplan voorgelegd aan de raad. De raad heeft het bestemmingsplan 14 maart 2018 unaniem vastgesteld. 3. Is de wethouder Cultuur namens het college, vanuit het oogpunt van cultuurbeleid, bereid om de historische tramspoorlijn als Amsterdams cultureel erfgoed te ondersteunen met subsidies vanuit het cultuurbudget? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Binnen het Kunst- en Cultuurbeleid bestaat de mogelijkheid voor culturele instellingen om subsidie aan te vragen in het kader van het Kunstenplan. De tramorganisaties kunnen bij het eerstvolgende Kunstenplan (2021-2024) een dergelijke aanvraag indienen, waarna de aanvraag binnen het beleid beoordeeld zal worden. 4. Is er door de stadsdeelvoorzitter in Zuid ten tijde van de oorspronkelijke planvoorbereiding gezocht naar aanvullend budget voor de historische tramspoorlijn, bijvoorbeeld uit EU-subsidies of het cultuurbudget? Antwoord: Gezien het belang dat gemeente hecht aan de inpassingsmogelijkheid van de tramspoorlijn is verkend wat de mogelijkheden tot subsidiëring zijn van gemeentelijke subsidies en fondsen. In principe zijn deze mogelijkheden er, maar voordat de afweging gemaakt kan worden of de tramspoorlijn daar voor in aanmerking komt is een gedegen financieel- en beleidsplan van een initiatiefnemer nodig. Tot op heden voldoet hetgeen dat door de betrokken tramorganisaties is aangeleverd hier niet aan (zie onder 7). 5. Kan de wethouder Cultuur namens het college bevestigen, net zoals in uitzending naar voren is gekomen, dat de gemeente Rotterdam en Den Haag subsidies in Europa hebben aangevraagd voor het behoud van hun respectievelijke historische tramspoorlijnen? Zo ja, is het college bereid om contact op te nemen met deze steden om te informeren hoe ze dat hebben gedaan en hetzelfde proberen voor ons eigen trammuseum? Antwoord: De gemeente Den Haag heeft in het verleden een Europese subsidie aangevraagd. Deze was bedoeld als (gedeeltelijke) dekking van de investering die in de remise voor de historische trams (Rijksmonument) moest worden gepleegd om deze geschikt te maken voor evenementen (aanleg betonnen vloer). 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng bs Gemeenteblad R Datum 2 oktober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018 De gemeente Rotterdam heeft geen Europese subsidie aangevraagd voor het behoud van de historische trams. Er is contact opgenomen met beide gemeentes. De situatie in Rotterdam en Den Haag is anders dan die in Amsterdam en daardoor lastig vergelijkbaar. Een belangrijk verschil met Rotterdam en Den Haag is dat daar alleen met historische trams op het stadsnet wordt gereden. Er is geen aparte tramspoorlijn die alleen gebruikt wordt door historische trams. De tramspoorlijn naar Bovenkerk behoort niet tot het stadsnet, is geen onderdeel van het openbaarvervoerssysteem (het is een toeristisch spoor), en valt onder een andere juridische kader (besluit bijzonder spoor in plaats van wet lokaalspoor). Er zijn op dit moment geen plannen voor een trammuseum. 6. Is het mogelijk, net als de trammusea in Den Haag en Rotterdam, dat er andere commerciële activiteiten worden ontplooid op het terrein en die samen de business case vormen van het museumterrein? Zijn deze activiteiten ook opgenomen in de verschillende bij de gemeente ingediende plannen van de historische tramspoorlijn? Antwoord: Ja, dat is mogelijk. Het onlangs vastgestelde bestemmingsplan Havenstraatterrein staat andere commerciële functies toe. De tramorganisaties zijn uitgenodigd door de gemeente om de kansen van deze functies te betrekken in het gevraagde solide beleids- en financieel meerjarenplan. In het ingediende plan (zie onder 7.) is niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze activiteiten een onderdeel van de businesscase vormen. 7. Hoe zien de financiële plannen eruit die de gemeente en stadsdeel tot nu hebben beoordeeld en afgewezen? Welke onderdelen van de financiële plannen waren onvoldoende? Antwoord: De leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening zijn 14 februari 2017 en 11 juli 2017 per brief geïnformeerd over de door de tramorganisaties ingediende plannen. Beide brieven zijn als bijlage toegevoegd. In de brief van 11 juli 2017 is de raadscommissie geïnformeerd over de beoordeling van het op 2 mei 2017 door de tramorganisaties geleverde plan: “Samen bouwen aan de ontwikkeling van een Amsterdams Vervoer Museum (AVM)”. De tramorganisaties hebben bij het opstellen van de plannen gebruik gemaakt van de door de gemeente aangeboden ondersteuning. In de brief wordt aangegeven op welke punten de gemeente het ingediende plan onvoldoende acht. In de kern komt het erop neer dat de ambitie van de tramorganisaties om een Amsterdams Vervoer Museum op te richten de scope van de ontwikkeling van het Havenstraatterrein overstijgt. In het plan wordt niet duidelijk gemaakt hoe deze ambitie zich verhoudt tot het vinden van een oplossing voor de door de tramorganisaties gevreesde huisvestings- en exploitatieproblemen die ontstaan bij de beoogde gebiedsontwikkeling van het Havenstraatterrein. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Sober 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 9 mei 2018 De afgelopen jaren is er veelvuldig overleg geweest met de betrokken tramorganisaties. Er hebben onder andere brainstormsessies over de toekomst van de museumtram plaatsgevonden, en de gemeente heeft het aanbod gedaan om de partijen te ondersteunen bij hun benodigde professionalisering en het opstellen van een nieuw business model. 8. In Rotterdam en Den Haag hebben de gemeentelijke vervoerbedrijven een rol gespeeld in het behoud van hun historische tramspoorlijnen. In hoeverre kan het GVB een rol spelen bij instandhouding van de historische tramspoorlijn, zoals ook in de uitzending naar voren kwam? Is de wethouder Cultuur namens het college bereid, een bemiddelende rol te spelen tussen GVB en tramspoorlijn? Antwoord: In Rotterdam en Den Haag rijden Historische trams, in overleg en na toestemming van de RET respectievelijk de HTM, op het stadstramnet. In Amsterdam stelt het GVB het stadsnet ook op deze wijze ter beschikking om de historische trams op het stadstramnet te laten rijden. Tevens huurt het GVB bij sommige evenementen in de Rai ook historische trams in. Een bemiddelende rol van de wethouder Cultuur en Monumenten is niet nodig. Het GVB en de tramorganisaties weten elkaar al goed te vinden. In overleg met de tramorganisaties doet het GVB inspecties aan de spoorlijn, levert stroom voor de bovenleiding, schenkt trams die uit de GVB-exploitatie zijn genomen en biedt incidenteel stallingsruimte voor enkele historische trams in remise Lekstraat. De afgelopen jaren heeft het GVB de tramorganisaties ook geadviseerd over aanpassingen in het exploitatiemodel en geadviseerd over een marketing- en communicatiestrategie teneinde het verdienend vermogen te verbeteren. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Bezoekadres 2% Pieter Calandlaan 1 Gemeente Amsterdam Amsterdam 4 Stadsdeel Nieuw-West oe nsterdam x Agenda Open Raad 22 juni 2011 Telefoon 14 020 „a, _ Locatie: Pieter Calandlaan 1 Fax 020 619 9426 . www.nieuwwest.amsterdamnl nas Raadzaal Open Huis 19.00 — 19.30 uur | Deelraadsleden en dagelijks bestuur in gesprek met bewoners | De aanvangstijden zijn bij benadering. | Sessie Raadzaal Sessie Restaurant Tijd: 19.30 — 23.00 uur Tijd: 19.30 — 22.30 uur Voorzitter: mw. M. Spork Voorzitter: dhr. H. Sahmi Griffier: mw. N. Smit Griffier: dhr. L. Winnips min. min. 1. Opening / agendavaststelling 5 12. Opening / 5 | 2. Mededelingen 5 agendavaststelling | 3, Insprekers 15 | 13. Mededelingen 5 | 14. Insprekers 15 | Informerend | 4. Presentatie Voorontwerp | __30 | Informerend Bestemmingsplan 15. Milieuprogramma Nieuw- B 45 Lutkemeerpolder West 2011* 16. Onttrekking reserve voor B 30 Meningvormend Speeltuin Zuidwestoever 5. Bestemmingsplan Medisch B 30 Sloterplas* Centrum Slotervaart ** | 6. Bestemmingsplan B 30 | Meningvormend | Overtoomseveld** 17. Onttrrekking reserve B 15 | 7. _Initiatiefvoorstel SP inzake B 30 Buurt 5 / Geuzenveld | P&R ** Zuid-Slotermeer 2011** | 8. Wijziging Programma B 30 | 18. Jaarrekening en B 45 Tussenmeer ter hoogte van jaarverslag 2010 ** Dijkgraafplein ** 19. Vaststellen Lijst B 20 9. Jaarrekening en jaarverslag B 15 Indicatoren** 2009 Stichting Openbaar 20. Sluiting Basisonderwijs Westelijke | Tuinsteden** | 10. Begroting 2011 Stichting B 15 | Openbaar Basisonderwijs | Westelijke Tuinsteden ** 11. Sluiting | | | [ | | Pagina 2 van 3 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Raadzaal Aanvangstijd: 23.00 uur Voorzitter: dhr. P.l.G. van Grol Raadsgriffier: mw. K. Bolt | Besluitvorming (plenair) | 22. Opening / agendavaststelling | 23. Mededelingen 24. Actualiteitenkwartier 25. Ingekomen stukkenlijst | 26. Mondelinge vragen | 27. Vaststellen verslag 25 mei 2011 | 28. Criteria solidariteitsfonds 29. Indien mogelijk: Jaarrekening en jaarverslag 2010 30. Indien mogelijk: Onttrekking reserve Buurt 5 / Geuzenveld Zuid-Slotermeer 2011 31. Indien mogelijk: Bestemmingsplan Medisch Centrum Slotervaart | 32. Indien mogelijk: Bestemmingsplan Overtoomseveld | 33. Indien mogelijk: Vaststellen Lijst indicatoren | 34. Indien mogelijk: Wijziging Programma Tussenmeer ter hoogte van Dijkgraafplein | 35. Indien mogelijk: Jaarrekening en jaarverslag 2009 Stichting Openbaar | Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden | 36. Indien mogelijk: Begroting 2011 Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke | Tuinsteden . | 37. Indien mogelijk: Initiatiefvoorstel SP inzake P&R | 38. Sluiting | Ter kennisname «Convenant Splitsen en verkoop sociale huurwoning* = __ Actualisering bestemmingsplannen?* | " _Klimaatadaptie actieplan Nieuw-West'* | Schriftelijk af te handelen: | " __Rondvraag’* | " Termijnagenda, Actielijst, schriftelijke afhandeling, schriftelijke vragen en | openstaande raadsadressen'* | »_ Verslag 25 mei 2011** | 1= Vragen over deze punten kunnen tot dinsdag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering van woensdag worden ingediend via raad@nieuwwest. amsterdam.nl. Ook wijzigingen in, en vragen naar aanleiding van het verslag moeten op deze manier ingediend worden. *= bijgevoegd, ** = verspreid met een eerder pakket | B = stuk voor besluitvorming | Inspreken | 1 Overeen geagendeerd onderwerp kunt u meespreken bij de behandeling van het | onderwerp in de informerende sessie. | = Bij elk ander onderwerp dat uw interesse heeft kunt gebruik maken van uw | inspreekrecht (maximaal vijf minuten) aan het begin van de | informerende/meningvormende sessie om 19.30 uur in de raadzaal of in het | restaurant. | 2 | Pagina 3 van 3 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Meld u voor de vergadering, bij voorkeur vóór 12.00 uur, aan bij de | griffie via 020 25 36742 of [email protected]. | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |
Agenda
4
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 28 november 2022 Portefeuille(s) Grond & Ontwikkeling Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door Esther Moors, G&O, 0629571399, [email protected] Onderwerp Heroverweging minimale grootte en onderlinge verdeling koop- en huurwoningen in middensegment Sluisbuurt, Zeeburgereiland Geachte leden van de gemeenteraad, Middels deze brief informeer ik uv over een aantal besluiten over de onderlinge verdeling naar segment (koop / huur) en minimale woninggrootte binnen het middensegment in de Sluisbuurt, Zeeburgereiland. Op 27 september 2017 is het Stedenbouwkundig Plan Sluisbuurt vastgesteld, waarbij is vastgelegd dat in de Sluisbuurt circa 5.500 woningen worden ontwikkeld, verdeeld over verschillende segmenten: 40% sociale huur, 35% middensegment en 25% vrije sector. Ook is op 4 oktober 2017 de motie 1126.17 (ruimte voor middeninkomens) aangenomen door de gemeenteraad aangaande de verhouding koop — huur in het middensegment en de oppervlakte van de middensegment huurwoningen met als doel dat er ook betaalbare, ruime woningen voor (jonge) gezinnen zouden worden gerealiseerd. Het College heeft besloten deze motie uit te voeren met als gevolg dat (1) de 35% middensegment woningen in de Sluisbuurt zijn onderverdeeld in 15% middensegment huur (825 woningen) en 20% middensegment koop (4.100 woningen) en (2) dat van de huurwoningen in het middensegment tenminste 75% groter moet zijn dan 7o m2. Vijf jaar na vaststelling van het Stedenbouwkundig Plan is de Sluisbuurt volop in ontwikkeling. Op enkele kavels wordt gebouwd of zal de bouw op korte termijn starten. De eerste tenders zijn afgerond en een volgende ronde tenders is in voorbereiding. De effecten van de uitgangspunten voor verdeling in koop / huur en woninggrootte van de middensegment woningen in de huidige markt worden zichtbaar: -__ Voor middensegment koopwoningen (tegenwoordig Sociale Koop genoemd) in de Sluisbuurt heeft recent een tender plaatsgevonden. Voorafgaand aan de start van de tender waren er zorgen over de te verwachten woninggrootte. Door de sterk gestegen marktwaarden en het maximum VON-bedrag waarvoor de woningen mogen worden verkocht, was de zorg dat de woningen klein zouden worden. Besloten is de tender op de markt te zetten als pilot. De tender is inmiddels afgerond. Het gegunde plan omvat 58 woningen met een gemiddelde woninggrootte van 31 m2, met een bandbreedte van 1 m? tussen de grootste en kleinste woning. Door de combinatie van de actuele situatie op de Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 november 2022 Pagina 2 van 3 woningmarkt en gemaximeerde verkoopprijzen leidt sociale koop in de Sluisbuurt tot kleine woningen en niet tot woningen voor gezinnen. -_ Algemeen geldt dat een verkenning wordt uitgevoerd naar mogelijke aanpassingen in het beleid voor Sociale Koop. -_ Wat de middensegment huurwoningen betreft geldt dat bijna alle woningen kleiner dan 7o m? reeds belegd zijn (in aanbouw of in plannen opgenomen). -_De ervaringen tot op heden hebben geleerd dat het stedenbouwkundig wenselijk is om in tenders ontwikkelende partijen enige flexibiliteit te kunnen bieden door een klein percentage kleinere middensegment huurwoningen toe te staan om goede en efficiënte plattegronden te kunnen maken (zoals creatieve oplossingen voor lastige hoeken in een gebouw). Dit heeft als uiteindelijke doel om te komen tot betere plannen. -_ Eris binnen het vastgestelde programma nog wel voldoende ruimte om middensegment huurwoningen groter dan 7o m2 te realiseren in de Sluisbuurt. Dit programma biedt de mogelijkheid om via de prijskant (markt-contrair) grotere woningen te realiseren. In woningen groter dan 7o m? is het mogelijk driekamerwoningen te realiseren waar ook (jonge) gezinnen kunnen wonen. Gelet hierop is besloten om in te stemmen met het ontwikkelen van meer middensegment huurwoningen kleiner dan 7zo m2 ten koste van het aantal middensegment koopwoningen dat in de Sluisbuurt mag worden gerealiseerd. Zo kunnen er nu — onder de huidige marktomstandigheden - aanzienlijk meer ruime en betaalbare woningen ontwikkeld worden die het mogelijk maken voor jonge gezinnen om zich in de Sluisbuurt te vestigen, dan wanneer een groot deel koopwoningen zou blijven. Daarnaast wordt meer flexibiliteit geboden voor de ontwerp- en inpassingsopgave in de Sluisbuurt en blijft het totaal aantal middensegment woningen gelijk. Gevolg van dit besluit is ook dat op een kavel waar onder andere (5 à 15) eeuwigdurende middensegment ouderenwoningen worden ontwikkeld, deze kleiner dan 7o m? mogen worden (maar groter dan 60 m2). Hiermee wordt het mogelijk een (nieuw) label voor ouderen toe te kennen waarmee kan worden gegarandeerd dat deze woningen specifiek aan ouderen met een middeninkomen worden toegewezen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 november 2022 Pagina 3 van 3 Er zijn geen precieze aantallen afgesproken over het aantal middensegment huurwoningen kleiner dan 7o m? dat ten koste van sociale koop kan worden ontwikkeld. Wel is meegegeven dat dit gaat over maximaal enkele woningen per kavel en dat gemonitord wordt hoeveel woningen er wisselen van segment en wat de effecten zijn op de algehele ontwikkeling van de Sluisbuurt. Over 4 à 5 jaar — of eerder indien marktomstandigheden of nieuw beleid hier aanleiding toe geven — wordt het effect voor de Sluisbuurt geëvalueerd Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke ontwikkeling Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
DO N Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O en control % Amsterdam Onderwijs, voro nonr en aoe Voorzieningen, % ggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter advisering aan de raad Portefeuille Financiën Agendapunt 3 Datum besluit 20 mei 2021 Raadsvergadering 16 en 17 juni Onderwerp Vaststellen Jaarverslag 2020 De commissie wordt gevraagd De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht ‘Vaststellen van het Jaarverslag 2020'. Wettelijke grondslag zie raadsvoordracht Bestuurlijke achtergrond zie raadsvoordracht Reden bespreking zie raadsvoordracht Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies De raadsvoordracht wordt in alle commissies geagendeerd Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nvt Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: v1.3 1 VN2021-013572 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI Directie middelen _ 9 Amsterdam „ ‚ En en control % Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering Voordracht voor de Commissie WIO van o2 juni 2021 Ter advisering aan de raad AD2021-04,9285 Bijlage 1. Jaarverslag 2020.pdf (pdf) AD2021-04,9286 Bijlage 2. Jaarverslag 2020 bijlagen. pdf (pdf) AD2021-04,9287 Bijlage 3. Verlengen looptijd kredieten. pdf (pdf) AD2021-04,9288 Bijlage 4. Af te sluiten kredieten.pdf (pdf) AD2021-049289 Bijlage 5. Gebiedsjaarverslagen 2020.pdf (pdf) AD2021-049291 Commissie WIO Voordracht (pdf) AD2021-049290 Raadsvoordracht Jaarverslag 2020.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Arjan Langeveld (DMC), arjan. langeveld@&amsterdam.nl, 06-14824996 Agnes Borst (DMC), [email protected], 06-53519772 Gegenereerd: vl.3 2
Voordracht
2
train
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 22 november 2022 Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Wethouder van der Horst Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, [email protected] Onderwerp Evaluatie en doorontwikkeling Houtveiling Bijlage Uitvoeringsprotocol route van de stadsboom na kap Geachte leden van de gemeenteraad, In september 2021 werd besloten tot oprichting van een houtopslag en veiling van alle bomen die in de openbare ruimte van Amsterdam gekapt worden. De gemeente hanteert hierbij het uitgangspunt dat al het gekapte hout, zowel het stamhout als de snippers, binnen de Amsterdamse regio blijft, oftewel: ‘geen snipper de stad uit’. In het Amsterdamse Bos is een houtwerf ingericht waar het kaphout wordt afgeleverd en daar door een keurmeester wordt geselecteerd, gecategoriseerd, geveild en/of na bewerking in delen wordt verkocht. Op deze manier kan het hout circulair worden hergebruikt door bewoners en bedrijven binnen de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Het niet geveilde hout wordt daarbij in toenemende mate gebruikt voor (beheer)projecten in de openbare ruimte van Amsterdam. Hout dat niet geschikt is om te veilen of te gebruiken in projecten, wordt versnipperd. Een voorstel wordt voorbereid om het (juridisch) mogelijk te maken om, zonder transport, snippers en klein resthout direct op de kaplocatie tegen kostprijs te kunnen verkopen aan bewoners en bedrijven. Wat er daarna uiteindelijk nog overblijft, wordt op dit moment nog verkocht aan de Biomassacentrale AEB, maar we werken eraan om iedere snipper circulair te kunnen gebruiken. Hierna volgt de evaluatie van de houtwerf in het Amsterdamse Bos en van de veiling een jaar na oprichting. Verder wordt inzicht gegeven over de plannen voor doorontwikkeling van de houtveiling, verkoop en bijbehorende aanloopkosten. Veiling en verkoop Er waren vanaf de oprichting drie verkoopmomenten; een proefveiling, een tussentijdse uitgifte na de stormenreeks, en de eerste officiële veiling op 18 juni 2022. Daarnaast is er hout verkocht aan zes gemeentelijke projecten, werden snippers gedoneerd voor kleine werkzaamheden van verenigingen en stichtingen en de allerlaatste resten werden verkocht aan de Biomassacentrale AEB. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 2 van 5 Er was veel animo voor de eerste houtveiling met 100 verschillende geregistreerde bieders. De vooraf gemaakte inschatting van wat populair zou zijn als type stamhout was opvallend anders dan de werkelijke vraag waarbij vooral het gezaagde en deels gedroogde hout onverwacht goed verkocht. De overgebleven kavels worden in de eigen zagerij van het Amsterdamse Bos verwerkt tot verkoopbaar hout voor kleinschalige toepassingen. De opzet en organisatie verliepen naar wens. Ook de afhandeling (afhalen en betaling) is soepel verlopen. Verbeterpunten Voor de komende houtveiling zijn er verbeterpunten aan te brengen: -_Er komt een catalogus met foto’s en indien mogelijk vermelding van herkomst van de stam zodat bewoners kunnen zien wat er wordt aangeboden. -__Op de website zal worden aangegeven om wat voor type hout het gaat en een indicatie van de kosten voor verzagen. -__ We overwegen om kleiner hout en meer gezaagd hout aan te bieden zodat het hout interessanter wordt voor particulieren en kunstenaars. Namelijk, bewoners uitten zich positief over het aanbod, maar de aangeboden stammen bleken te groot voor gevarieerde toepassing. Er zullen meer kleinere stammen worden aangeboden bij toekomstige veilingen voor deze doelgroep. -_Eris aanscherping nodig in de planning van een optimaal aantal en de juiste periode in het jaar om de houtveilingen te organiseren. -_In tijden van overschot (iepziekte of storm) zullen we meer hout zagen en drogen zodat het hout goed bruikbaar blijft. -_De communicatie zal beter worden gericht op particulieren en doelgroepen (bijvoorbeeld meubelmakers actief benaderen) Wijze van vervolg houtveiling en doorontwikkeling Omdenken in toepassing van lokaal hout voor gemeentelijke projecten Door de actieve promotie van gebruiksmogelijkheden van kaphout binnen gemeentelijke projecten is de vraag hiernaar toegenomen. Het voorbeeld van hergebruik voor stadsboerderij Nieuw West toont aan dat circulaire toepassing van stedelijk kaphout in nieuwe producten wel een verandering van denken betekent in de totale groenketen van ontwerper, beheerders en gebruikers. Ook de werkwijze is anders. Het hout is namelijk van een relatief kortere levensduur (het heeft niet de kwaliteit van hardhout). Onderzoek is noodzakelijk om het juiste technische gebruik voor een effectieve toepassing helder te krijgen. Het omdenken sluit aan bij zowel de bestuursopdracht van het Amsterdamse Bos naar nieuwe verdienmodellen als naar de duurzame en circulaire ambitie van Amsterdam. Om deze ambities te kunnen realiseren starten wij met onderzoek naar werkbare mogelijkheden. Overige aandachtspunten in evaluatie ten opzichte van het oprichtingsplan In hoeverre hebben de voorgenomen uitvoerings aannames gevolg gekregen? Maatschappelijk nut is gerealiseerd door actieve communicatie via (social) media. Er zijn inmiddels bezichtigingen door diverse instanties. Studenten zijn betrokken geweest bij de oprichting. Het maatschappelijk nut wordt bij de verdere ontwikkeling meegenomen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 3 van 5 Werkplekken voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zijn nog niet gerealiseerd aangezien het nog de oprichting betrof. Er wordt aandacht besteed aan communicatie hierover en, in samenwerking met de Werkbrigade, wordt inzet van arbeidsparticipanten mogelijk gemaakt binnen het beheerteam van het Amsterdamse Bos. Milieveducatie vanuit de houtwerf Amsterdamse Bos is voorbereid. Er komt een informatiebord en het onderwerp zal geleidelijk worden betrokken binnen het milieveducatie pakket van het Amsterdamse Bos. Aanvoer van stammen was dit jaar niet sluitend aangezien de werkwijze nog niet was meegenomen in de lopende contracten met aannemers. Dit is inmiddels verbeterd vanwege het opgestelde en met aannemers gedeelde houtprotocol. De storm en iepziekte zorgden voor een aanwas van stammen. De verwachting is dat aanvoer en afname sluitend zullen worden. Inzicht over de aanloopkosten in 2023 Raming versus werkelijk gemaakte kosten In het collegebesluit van september 2021 is uitgegaan van een negatief exploitatie saldo waarbij we enkele jaren nodig hebben om dit positief te krijgen. Dit is het gevolg van aanloopkosten en bekendheid verwerven. -___De aanloopkosten zijn iets hoger dan was aangenomen, als gevolg van hogere kosten voor inrichting van het snipperdepot (aanvoer met groter materieel dan verwacht.) -_De baten zijn lager dan geprognotiseerd aangezien niet alle stammen zijn verkocht en de veiling een lagere prijs had dan de referentie veiling midden Nederland. Ook de inkomsten van snippers was lager aangezien een groot deel is geschonken. Per saldo betekent dit dat € 326.479 (deels 2021 = kosten beheer à € 61.667 en kosten Amsterdamse Bos in 2022 à € 214.604) in 2022 uit groot onderhoud budget groen wordt gedekt. Benodigde aanloopkosten Om de houtwerf volledig geschikt te maken voor de veilingen zijn nog aanloopkosten van circa €.200.000 nodig. Het gaat om: -__Een noodzakelijk gebleken weegbrug. -_ Extra verlichting voor de veiligheid bij levering vroeg en laat in de winter. -_Een sprinklerinstallatie om het overgebleven hout niet uit te laten drogen en daarmee waarde te behouden. -__ Bewakingscamera’'s omdat waardevol hout, gereedschappen en brandstof zijn gestolen. -_Extra opslag om de grotere hoeveelheden snippers en hout tijdens de pieken te kunnen opslaan, met een extra baan verharding voor zwaar materieel. Het aanbod blijkt moeilijk te voorpellen (zowel qua moment als qua hoeveelheid), vooral als gevolg van lepziekte en stormen. -__Eris onderzoek gestart om Amsterdams hout binnen eigen gemeentelijke projecten meer en breder in te kunnen zetten. Bovenstaande aanloopkosten waren vorig jaar bij de raming nog niet bekend. Voorstel voor dekking extra aanloopkosten In het collegebesluit van september 2021 is vitgegaan van een negatief exploitatie saldo waarbij we enkele jaren nodig hebben om dit positief te krijgen. Nu we de totale aanloopkosten volledig in beeld hebben is de verwachting dat we alleen nog in 2023 een tekort moeten dekken vanuit het grootonderhoud budget groen. Overige benodigde extra kosten na 2023 worden door het Amsterdamse Bos gedekt uit opbrengsten van de houtveiling, te verwachten vanaf 2024. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 4 van 5 Te verwachten exploitatiekosten De exploitatiekosten bestaan vooral vit operationele kosten. Het gaat om opslag en verwerking van snippers, uit de operationele kosten voor de houtwerf en de organisatie van de veiling en snipperverkoop. Ook de jaarlijks begrote kosten voor groot onderhoud en vervanging van de houtwerf zijn hierin opgenomen. Te verwachten baten We verwachten dat de baten de komende jaren stijgen tot een bedrag van: € 400.000 in 2024 vanwege: -_Toename van het aantal stammen vanwege bekendheid en werkwijze van het houtprotocol waardoor de stammen naar de werf worden gebracht. -_Bosgroep Midden Nederland begeleidt ons bij de veiling vanuit hun ervaring. Zij geven aan dat het meerdere jaren zal kosten om een reguliere plek binnen de houtstromen te krijgen met hogere opbrengsten. -_ Toename van gebruik door de eigen gemeente waardoor er een gegarandeerde grote afzet zal zijn voor een marktconforme prijs (prijsstelling van laatste veiling). -_ Gezien stamhout en snipper schaarste zullen de verkoopprijzen zeer waarschijnlijk stijgen. -_Inzet van de zagerij van de houtwerf waardoor de stammen beschikbaar worden voor gebruik van planken, en gekochte stammen hanteerbaar gemaakt kunnen worden voor kopers. - De waarde per stam zal stijgen door aanduiding van exacte locatie (waar deze heeft gestaan). -_Toename van opbrengsten van snippers door een beter georganiseerd verkoopproces (i.p.v. huidige schenkingen). -_ Optimaliseren van aantal en moment van houtveilingen en afnames zodat we beter gaan inspelen op vraag (wensen vanuit kopers) en aanbod (bv door storm). Bovenstaande te verwachten baten zijn een inschatting en afhankelijk van onzekerheden zoals marktwerking en omvang van interne afname binnen de gemeente. Wanneer de te verwachten interne afname een helft lager is dan de geraamde € 80.000 en tevens de snipperverkoop niet gerealiseerd gaat worden, dan komt het exploitatiesaldo uit op een negatief bedrag van € 30.000. Te verwachten exploitatie met het voorstel voor investeringen en bijbehorend dekkingsvoorstel Hierbij wordt een bedrag van € 60.goo betaald vit het budget groot onderhoud in 2023. Dit komt bovenop de bijdrage die in 2022 wordt gedaan. Na 2023 komen de baten ten goede aan het Amsterdamse Bos en worden eventuele benodigde investeringen gedekt binnen houtveiling en houtverkoop. Communicatie Samenwerking met houtverwerkers In 2022 zijn voorstellen en ontwikkelingen getoetst bij de houtverwerkende bedrijven. Het vitvoeringsprotocol route van de stadsboom na kap (bijlage) werd met input van de aannemers opgesteld. Ook voor de komende houtveilingen blijven wij in gesprek met de houtverwerkende bedrijven om vraag en aanbod verder op elkaar af te stemmen. Extra tussentijdse veiling Bedrijven uit de metropool zijn ingelicht over een extra veiling eind 2022. Vooraf werd aan de bedrijven gevraagd om aan te geven wat voor kavels deze tijdens de veiling zouden willen zien. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 november 2022 Pagina 5 van 5 Ook wordt bericht over de geplande veilingen in maart en juni 2023 en over de beschikbaarheid van snippers d.m.v. een nieuwsbrief en via social media. Samenvattend Het eerste jaar van de houtveiling is positief verlopen. Er is voldoende belangstelling en er is kennis opgedaan over wat wel en wat niet werkt. Hieruit blijkt dat we de juiste weg zijn ingeslagen en dat er veel kansen zijn voor het stimuleren van een groter (her)gebruik van Amsterdams hout. We continveren de in 2021 opgerichte houtveiling en zetten in op een doorontwikkeling van de onderstaande onderdelen: 1. Verkopen van hout dat is gezaagd door de zagerij op de houtwerf waardoor de stammen beschikbaar worden voor kleiner gebruik en hanteerbaar gemaakt worden voor kopers van de veiling. 2. Meer gekapt hout inzetten voor gemeentelijke projecten, gebouwen en straatmeubilair tegen marktconforme prijzen. Hierdoor wordt het circulair houtgebruik in Amsterdam zichtbaarder. Dit heeft tevens een positief effect voor de totale opbrengsten. 3. Uitwerken van het voorstel om houtsnippers tegen kostprijs aan te bieden aan Amsterdamse particulieren, verenigingen, stichtingen en houtverwerkende bedrijven; een kans om tegels en grind te vervangen door lokale houtsnipperpaden in tuinen. Dit staat los van de snippers die nu al worden gebruikt voor aanvragen vanuit gemeente voor speeltuinen, parken, schooltuinen etc. 4. Onderscheid te maken tussen de openbare houtveiling en aanvullende afnamemomenten voor houtverwerkende bedrijven om de afzet te vergroten en de pieken in het aanbod van hout beter te kunnen verwerken. Kortom, vanuit de ervaringen van het eerste jaar worden verbeteringen ingezet om de kosten/baten positief te krijgen met daarmee een extra budget voor het Amsterdamse Bos, en alle kansen om Amsterdams hout zo circulair mogelijk te gebruiken binnen de metropoolregio. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Ì e Melanie van der Horst Wethouder Openbare Ruimte en Groen
Brief
5
train
| ES Oi Ken ' en han E hann pe EE pn | ri , EN, Rapportage _ ie en PB | Moe en telling el j a a : | afsl alt= fs a é Te * £ R. Ld edn B - e mf eee bt dt TP | e E | ú, ë | # Fr kt — ’ » k Colofon NOORD-HOLLAND Inhoudsopgave Inhoudsopgave... nannanvensenrenrensenseeneenenseneenteneeneenvenvenveneenvensenseneensenrenneneenseeneenennenneenvenenvenvenvenreneenseereenenn Î 1 _ Inleiding …...anaanennenrensenennennenaennenneenseneenennsvaneneensensensenaensennennensennennennsensnneaneveveennennenensennennennsenenneensens 3 1.1 Faunabeheerplan damherten .unnunnnnaorsneonsenvenensenneensenveaseneeneensensenneensensensenseneeneenseneenvensensensenennennsenenn 3 1.2 Provinciale opdrachten ter voorkoming van onnodig lijden .nsnanvanranenseersenrenennsenvenrenren 3 1.3 Gehanteerde begrippen en definities .nsensanreaorenorenenseons eers eareenrsensenonnsenvenseanrsveorvensenseenseerrerd 1.4 Gegevensbronnen ….nunnsrsanonnsoensonnsense ene anrsvereneersoensernseersaursearsuarenernnoenseenseersanrevenevnvensenserserseerseerreeree de 2 De populatie en het plangebied .nnsnnansenrenrnneeneeneneeneenenaensenensensenrnnensenrenensensenennenensenrsnennene 21 De populatie an aaneenaneneenneenneenenneenrseneenneensennvennennseeneeunseneeuneennenneenneenseeneeneenennneenneanenneenneeneneneensennsenne D 2.2 _ Het plangebied ………......nunannvannveneneneenseeneeeneensennvenneenseeneruneenennernneensennennseeneeenenennnernneensenneenseenseeneensenneenne D 2.3 _ Uitvoering van het beheer …….….........nannsanenanennrveneeeneennenneenneeneeuneeneeneenneensenneenseenteeneeneenseenseeneeneeeneensennvennen Ó 3 Resultaten beheerjaar 2021-2022 …....nanensenrenennenenrenensennennenernnennsenseneensensenseneensensensensenseneenvens Ö 31 Ervaringen uitvoering beheerseizoen 2021-2022, ………..nannennnsnrsnoreneensernsennseenssersserenereneeensenncenseerenernsen Ó 3.2 Resultaten uitvoering beheer. nnn onseunseorsanrenss ens vens eunsenneensennsenseeneenseensennsenneensennveneensennsenseenseenvenerene 3.3 Jaarrond optreden in de bufferzone en nulstandsgebied naren vens enn cen eereeeneenreeneenseen Ô 34 _Tendens afschotcijfers naan enncenseonseenesensenseneensenneenseensenneeuseenseneensenneensenrsenveneeneennernsennsenseerseereenren 1 4 Voorkomen onnodig lijden naannseneuensenrensensensenensensanenenrenennenreverneeseveensenevenseneveersveeveerenn 13 5 De populatieontwikkeling … nennen anrenven vens enn ensensensenrensennenotuneeneensensensensensenseneeneeneeneeneenseneens ÏD 51 De telmethode an aaarvanreeons concen eenseeureeenseenseenseennscenseenseenseennseonseenneennenoennseenssensvenveuveuveenrvenree 1D 5.2 _ Resultaten ananas eunrenorsenrseunseanseanseeunsennseenseenseenseeunseenseenseenseenneeenseseonseenseenseenseenssensvenvvenvverene 16 5.3 __Tendens populatieontwikkeling … nnen cans ears earseneensoonsennsenserereuareverenennsenseenseereeveeverrneerseersenrvense ÚÌ 54 Effect op de wettelijke belangen nennsenscanseareenorenoensoensennsenneanrevarevereneerseenseorseercaneeverrveersenserseense ÎO 6 Aanbevelingen komend beheerseizoen …...nnsnnnnsensenrenennenrenerneenensensenensensenrenensenenneeeneensenvner Ô 1 6.1 Modellering .annnannaaneanvenenanvenseenvennennvenneeneeeneeneeneenneennenneenseeneeeneenseeneentereenvennsenneanseeneeeneenveeneenvernvenn Ô Î 6.2 _Populatiebeheer: de doelstand zo snel mogelijk bereiken. ..nnnnnnnnnennrensenvenrensenneevenreneenen ÈÈ 6.3 Voortzetting beheer bufferzone en buiten leefgebied ..….nnnannnannnenenenenenrsenreeenevenvenseenneeenee 23 7 Conclusies... nennen enensennveneeneenventeneeneenveneeneeneensennennenenseeneenenneenseneeneenvenvenennenneensenennenneenveneeneen Bijlage Înannenannoenennensensnnenensenennensenennensenennennenenneareneenensnneveensenensensenennensvarveensenensensewennensevennensevearsanensens OO Valwild en actief beheer)damherten per provincie en beheerzOne.…..….ununsunrsunrsensensennsensensvenseereenenn. 20 Bijlage 2 ….nnnannnanneneenvenvensensensensensenensensensennenensennsenennenneenseneensensensensensensensennenentenennsenvensensensensensenneneensennenne  Beheer en valwild per deelgebied en per zone in het beheerjaar 2021-2022 eenen 27 Rapportage beheer en telling damherten EE Rapportage beheer en telling damherten 2 1 Inleiding 1.1 Faunabeheerplan damherten Het beheer van de populatie damherten in Noord- en Zuid-Holland is in de afgelopen jaren uitgevoerd volgens het faunabeheerplan Damherten in het Noord- en Zuid-Hollandse duingebied 2016 — 2020. Inmiddels is een nieuw beheerplan voor de periode 2021-2026 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van zowel Noord- als Zuid- Holland en zijn op basis hiervan de benodigde ontheffingen afgegeven. Op grond hiervan is het beheer voortgezet. Het populatiebeheer is onderdeel van een in het beheerplan beschreven samenhangend pakket aan maatregelen om de schade aan flora en fauna, het verkeer en landbouwgewassen terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau en daarbij tegelijkertijd het duurzaam voortbestaan van de populatie te garanderen. Het doel van het populatiebeheer is om de populatie damherten tijdens de looptijd van het huidige faunabeheerplan terug te brengen naar 800 tot 1000 getelde damherten, waarvan 600-800 in het leefgebied AWD- BN en circa 200 in het NPZK. Buiten het leefgebied wordt een nulstand nagestreefd. Het beheerjaar loopt van 1 april tot en met 31 maart; de periode tussen de jaarlijkse tellingen. Binnen de leefgebieden wordt het beheer conform de in Noord-Holland afgegeven ontheffing uitgevoerd tussen 1 november en 31 maart. In Zuid-Holland is 1 september aangehouden als startdatum. In de bufferzones en de nulstandsgebieden wordt jaarrond opgetreden bij dreigende schade, binnen de leefgebieden wordt populatiebeheer uitgevoerd tussen 1 november en 31 maart’. Na afloop van ieder beheerjaar wordt de voortgang van het beheer gerapporteerd en geëvalueerd. Daarbij wordt gekeken naar resultaten van het uitgevoerde afschot, het aantal door andere oorzaken omgekomen damherten (het zogenaamde valwild), waaronder het aantal aanrijdingen met damherten, de stand van zaken ten aanzien van de flora en fauna en de getaxeerde landbouwschade en uiteraard de populatieontwikkeling aan de hand van de jaarlijkse tellingen. Dit beheerrapport bevat de gedetailleerde gegevens van het beheerseizoen 2021 — 2022. Verder wordt ingegaan op de trends vanaf de start van het beheerplan in 2016 zowel wat betreft het beheer, het valwild en de populatieontwikkeling. 1.2 Provinciale opdrachten ter voorkoming van onnodig lijden Ter voorkoming van onnodig lijden van damherten geldt in Noord- en Zuid-Holland een provinciale opdracht om zieke en gewonde damherten (en reeën) te doden. We rapporteren hier ook over het in dit kader geschoten dieren. Deze dieren worden gevat onder de noemer ‘valwild’. Dit wordt in hoofdstuk 4 verder toegelicht. In Noord-Holland is een opdracht van kracht (Wnb besluit 15, 2019) die het mogelijk maakt om in de gehele provincie, inclusief de bebouwde kom en terreinen die niet voldoen aan de vereisten van een jachtveld, zieke en gewonde damherten (Dama dama) en reeën (Capreolus capreolus) te doden ter voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren. In Zuid-Holland is een aanwijzing van kracht op grond van de (voormalige) Flora- en faunawet, die overgangsrechtelijk geldt als ‘opdracht’. Deze aanwijzing maakt het mogelijk om in de gehele provincie gedurende het gehele jaar zieke en gewonde damherten en damherten die een acuut gevaar vormen voor de verkeersveiligheid te doden, ook in de bebouwde kom en in velden die niet voldoen aan de jachtveldvereisten (PZH-2010-17/8900422/ PZH-2011-299830429/ PZH-2011-301880843). 1 In het Zuid-Hollandse deel van het leefgebied is populatiebeheer toegestaan vanaf 1 september. Rapportage beheer en telling damherten 3 De reikwijdte van beide provinciale opdrachten (voorheen aanwijzingen) is dus verschillend. In Noord-Holland kunnen alleen zieke en gewonde dieren uit hun lijden worden verlost. Herten die een direct gevaar vormen worden hier geschoten op basis van de ontheffing ‘buiten leefgebied’. In Zuid-Holland kunnen ook herten die een direct gevaar vormen geschoten worden onder dit besluit. De noodzaak van het afschot (valwild of uitvoeringbeheer) wordt altijd geregistreerd. In hoofdstuk 4 rapporteren wordt gerapporteerd over het afschot ter voorkoming van onnodig lijden of dieren die al waren overleden aan hun verwondingen. 1.3 __Gehanteerde begrippen en definities Hert - mannelijk damhert van 2 jaar of ouder Hinde : vrouwelijk damhert van 2 jaar of ouder Spitser - mannelijk damhert van 1 jaar oud (in 2° levensjaar) Smaldier : vrouwelijk damhert van 1 jaar oud (in 2° levensjaar) Kalf - damhert in zijn/haar eerste levensjaar (kalf wordt geboren in mei/juni) Onbekend damhert niet ingedeeld in een geslachts-levensfase (soms is een van beide wel bekend) Beheer : onder beheer wordt in dit rapport verstaan: Het planmatig en gecoördineerd beheer van damherten door middel van afschot ter voorkoming van onevenredige schade aan maatschappelijke belangen op basis van het faunabeheerplan. Dit wordt ook wel aangeduid als ‘actief beheer’ als onderscheid van het ‘reactief beheer’ (het uit het lijden verlossen van damherten). Valwild - alle damherten die door andere redenen dan het planmatig beheer zijn overleden. Daaronder vallen zowel damherten die zijn gestorven of uit hun lijden zijn verlost als gevolg van een aanrijding, of andere oorzaken als damherten die dood zijn gevonden en wellicht een natuurlijke dood zijn gestorven. 1.4 _ Gegevensbronnen Elk geschoten damhert en valwild wordt met precieze aanduiding van de locatie ingevoerd in een provinciale digitale registratiesystemen. In Noord-Holland is dat het Fauna Registratiesysteem (FRS) of het daaraan gekoppelde Boa? Registratiesysteem (BRS). In Zuid-Holland is dat DORA. Damherten die een natuurlijke dood zijn gestorven blijken niet altijd te worden geregistreerd. Wat in deze rapportage is gerapporteerd als valwild betreffen dus voornamelijk dieren die door een onnatuurlijke oorzaak zijn gestorven. Eind maart/begin april vinden elk jaar de tellingen plaats van het aantal damherten. Beheerders en tellers hebben momenteel nog tot eind april de mogelijkheid hun gegevens in te voeren en te verifiëren. Dat betekent dat definitieve geverifieerde gegevens voor analyse beschikbaar zijn vanaf begin mei. Op basis van de in de datasets aangegeven coördinaten zijn via een Geografisch InformatieSysteem (GIS) selecties gemaakt voor de in het beheerplan onderscheiden deelgebieden. 2 Boa = Buitengewoon opsporingsambtenaar. Rapportage beheer en telling damherten 4 2 De populatie en het plangebied 2.1 De populatie De populatie damherten in het plangebied leeft vrijwel geheel in de duingebieden Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD), De Blink en Boswachterij Noordwijk (samen aangeduid als leefgebied AWD-BN) en in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (aangeduid als leefgebied NPZK). In totaal omvat het leefgebied ruwweg de duinen tussen IJmuiden en Noordwijk. De populatie is in leefgebied NPZK in de jaren ‘50 gestart met enkele uitgezette dieren. Van daaruit zijn dieren uitgezworven door de regio en in de loop der jaren her en der aangevuld met uit privécollecties losgelaten en/of ontsnapte dieren. Sinds de jaren 90 is met name in de AWD de populatie snel gaan groeien, doordat daar geen actief beheer plaatsvond. In het NPZK is in de periode vanaf eind jaren 1980 tot 2009 door actief beheer een populatie van 200 dieren nagestreefd, waardoor de populatie nooit het niveau heeft bereikt zoals in de AWD. Tussen 2009 en 2016 heeft ook in het NPZK geen beheer van de populatie plaatsgevonden omdat daarvoor de benodigde ontheffingen ontbraken. In die jaren is ook deze deelpopulatie flink toegenomen. Vanaf 2016 wordt in de leefgebieden een vorm van populatiebeheer toegepast om de populatie terug te brengen naar de streefstand van in totaal 8060-1000 dieren te bepalen volgens de methode van de jaarlijkse tellingen. In het buiten het als leefgebied aangewezen gebied is het vóórkomen van damherten ongewenst en wordt een zogenaamde nulstand nagestreefd. 2.2 _ Het plangebied Het plangebied ligt tussen IJmuiden en Den Haag en ligt in de provincies Noord- en Zuid-Holland, zie Figuur 1. Het plangebied is opgedeeld in vier deelgebieden (A, B, C en D), die van elkaar zijn gescheiden door bebouwing, infrastructuur of water. Binnen ieder gebied wordt onderscheid gemaakt in een leefgebied voor damherten met daarbinnen een bufferzone. Buiten het leefgebied ligt een zogenaamd nulstandgebied. - Leefgebied: het groen omrande deel van de kaart: het gaat hier om (voornamelijk) duingebied, waarin een damhertenpopulatie van 800-1000 (getelde) dieren zich kan en mag handhaven. De totale omvang van de vier leefgebieden is 10.248 ha. - Bufferzone: dit zijn zones in de randen van de leefgebieden waar damherten frequent het leefgebied verlaten en daarbij een risico opleveren voor het verkeer, schade op landbouwgronden en/of in de bebouwde kom komen. Deze zones horen bij het leefgebied, maar er gelden andere beheervoorwaarden. In een bufferzone kan de beheerder jaarrond gericht ingrijpen om te voorkomen dat herten het leefgebied verlaten en hierdoor voor schade en overlast zorgen. Het zijn vrijwel alleen mannelijke dieren die dit doen. -__Nulstandgebied: de zone binnen het plangebied (rode lijn) en buiten het leefgebied (groene lijn). Het gaat hier om (voornamelijk) agrarisch en bebouwd gebied. In deze zone zijn damherten ongewenst vanwege de risico's voor het verkeer en schade. Het hele jaar door is ingrijpen toegestaan om de gewenste nulstand te bereiken. Binnen gebieden A, B, C en D bevinden zich van noord naar zuid onderstaande leefgebieden: Leefgebied Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK) Het leefgebied NPZK bestaat uit het noordelijkste deel van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid en bevat het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Het is een duingebied gelegen tussen IJmuiden en Zandvoort. Het is in beheer bij Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN), Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de gemeenten Velsen, Bloemendaal en Zandvoort en een aantal particuliere landgoedeigenaren. Dit leefgebied is circa 3402 ha groot. Rapportage beheer en telling damherten 5 Leefgebied Amsterdamse Waterleidingduinen-Boswachterij Noordwijk (AWD-BN) Het leefgebied AWD-BN bestaat uit het zuidelijkste deel van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Het is een duingebied tussen Zandvoort en Noordwijk aan Zee en bevat de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD), Het Langeveld, De Blink en Boswachterij Noordwijk. Dit leefgebied ligt voor een deel in Noord-Holland en een deel in Zuid-Holland. De AWD en het grootste deel van De Blink zijn eigendom van de gemeente Amsterdam en in beheer bij Waternet. Het Langeveld en een deel van De Blink worden beheerd door het Zuid-Hollands Landschap. Staatsbosbeheer is de beheerder van Boswachterij Noordwijk en het westelijke deel van De Blink. Alles bij elkaar is het leefgebied circa 4059 ha groot. Leefgebied Coepelduynen (CPD) Het leefgebied CPD bestaat uit het Natura 2000-gebied de Coepelduynen, dat zich bevindt tussen Noordwijk aan Zee en Katwijk. Het is grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer en het is circa 152 ha groot. Leefgebied Meijendel en Berkheide (M&B) Leefgebied M&B bestaat uit het Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide en ligt tussen Katwijk en Den Haag. Het is in beheer bij Dunea en Staatsbosbeheer en het is circa 2635 ha groot. 2.3 _ Uitvoering van het beheer Het beheer in de leefgebieden wordt vrijwel geheel uitgevoerd door de eigen boswachters van de terreinbeherende natuurorganisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, PWN, Waternet) en in een enkel geval door een daarvoor ‘ingehuurde’ faunabeheerder. Het beheer buiten de in dit plan aangewezen leefgebieden wordt in de natuurterreinen van het Noord-Hollands Landschap uitgevoerd door de eigen boswachters en daarbuiten door enkele leden van de Wildbeheereenheden (WBE)Zuid-Kennemerland (Noord-Holland) en Duin- en Bollenstreek (Zuid-Holland). Het beheer in het kader van de opdracht ter voorkoming van onnodig lijden (voornamelijk de afhandeling van wildaanrijdingen) is in Noord-Holland belegd bij de Stichting Wildaanrijdingen Nederland. De praktische uitvoering wordt verzorgd door een valwildteam van de WBE Zuid-Kennemerland. In Zuid-Holland wordt dit beheer uitgevoerd door een valwildteam van de WBE Duin- en Bollenstreek. Rapportage beheer en telling damherten 6 4 en IN i ii N er N î ® L fe Le ef Va k ' (l EM RANK VN zorf= p: ” 7 4 kh al EA EN a 3 j afd, or Ee pl u en d ZO Nees LE GA ER TIN Beed gen hAl Nefss Fean ENG. ib Ket bel Î As ee v_ Miles) WP | | Í te d Pe en DS ne f k __ „Deegen ed, ps EN lj en /E Lp S ee AN ‚AS PS NEO _f k A v DA SN ECR br LAS OP SEE TAS WD RS HON ARK Pr / 6 W El % 2e destin: k ptss Jb 5 Coepeldu AA, ERR / re® GE IND B Je Ee An WOS NL El gepied \ _g € > S ae Ed Di Pd Ale ns kP A BA iN Ae CAE. Je df ' 5 ì Ce é K Ee fn Ee Jd IN RN Reen PA rd D Sling ae 2 iN N Ee de e ABN Tieseree | éijengl- PGE A D: 6 erlfiide Er DEN letsel Egen a lek Des Mat fe hi a AED ÔN Ei Bufferzones tt $} eN Cf Spat 5 Nd 8 B Jl IFES ZA Den , (_| Deelgebieden Dan De CS SBAT) |E Eeocucen PP 4 \ hd K Ay ES Bi EN Ì î Es t i 5 PD | "A | ED: A ERP C_] Leefgebieden Re ADNR Lr d il ET DNA ret |I Grens Plangebied |, 5 EE A TR \n SNS eK DN / ox Na di ELTA 5 si ie ef : le Mijg ei) 5 U 8 Figuur 1: het plangebied uit het beheerplan Damherten met de ligging van de deelgebieden, de leefgebieden en de bufferzones daarin. Rapportage beheer en telling damherten 7 3 Resultaten beheerjaar 2021-2022 31 Ervaringen uitvoering beheerseizoen 2021-2022. Het beheer heeft volgens planning kunnen plaatsvinden. In de periode rond kerst is, zoals gebruikelijk, geen actief beheer uitgevoerd. Het NPZK is het beheer weer gestart op 3 januari, in de AWD een week later. Naar aanleiding van de beheerevaluatie in het voorgaande seizoen is de beheercapaciteit en -inspanning in het NPZK fors vergroot. 3.2 Resultaten uitvoering beheer. In het beheerjaar 2021-2022 zijn in het hele plangebied 3443 damherten geschoten en 98 als valwild omgekomen. In totaal zijn 285 stuks buiten de aangewezen leefgebieden geschoten of door andere oorzaken overleden. In tabel 1 staat het aantal geschoten damherten inclusief valwild weergegeven voor de verschillende beheerzones en per geslachts-leeftijdscategorie. Samen vormen deze aantallen de totale reductie van de populatie. In bijlage ' staan de aantallen uitgesplitst per provincie en in bijlage 2 gesorteerd per deelgebied uitgesplitst naar beheer en valwild. Veruit de meeste damherten zijn in de leefgebieden geschoten, bovendien bijna allemaal in de leefgebieden NPZK (deelgebied A) en AWD-BN (deelgebied B). In de leefgebieden Coepelduynen (deelgebied C) en Meijendel-Berkheide (D) komt geen populatie damherten voor maar, met enige regelmaat worden wel damherten aangetroffen (en geschoten) in het aangrenzende nulstandsgebied. Afgelopen beheerjaar zijn hier in totaal 3 damherten geschoten en 2 gestorven als valwild. Tabel 1: totale reductie populatie als gevolg van het beheer plus valwild in seizoen 2021-22, Zone{Provincie) _ | Hert | Hinde | Kalf |Onbekend deelgebied A (NH) _45 | 308 | 237 | 0 | 590 deelgebied B (NH+ZH) 1220 | 1010 | 0 | 2372 Totaal leefgebied 1528 | 1247 | o | 2962 deelgebied A (NH) 49 | ea | 7 | 2 | 122) deelgebiedB{NH+ZH) | 89 | 6 | 7 | o | 102) Totaal bufferzone 138 | 70 | 84 | 2 | 294) deelgebied A (NH) 109 | 3 | 3 | 6 | 121} deelgebiedB(NH+ZH) | 147 | 4 | 6 | 2 | 159 deelgebied C (ZH) 2 0 jo |} 0 | 2 deelgebied D (ZH) 3 | 0 |} 0} 0 | 3 Totaalbuitenleefgebied | 261 | 7 | 9 | 8 | 285 1605 | 1340 3541 In de leefgebieden, inclusief de daarin gelegen bufferzones, zijn vooral vrouwelijke damherten en hun kalveren geschoten. Daarmee is niet alleen de populatie verkleind, maar ook de groeisnelheid verlaagd. Het zijn immers de vrouwelijke dieren die jongen voortbrengen. In de bufferzone van het leefgebied zijn in totaal 294 damherten geschoten of als valwild aangetroffen. Buiten het leefgebied zijn er 285 damherten geschoten of gestorven als valwild. Buiten het leefgebied zijn hoofdzakelijk mannelijke damherten aangetroffen. Rapportage beheer en telling damherten 8 In figuur 2 zijn per zone de geslachts-leeftijdscategorie weergegeven van de geschoten of als valwild aangetroffen damherten. In het leefgebied (buiten de bufferzones) was 94% van de geschoten dieren een hinde of kalf. Van de geschoten kalveren was 57% van het mannelijk geslacht. In de bufferzone maakten hinden en kalveren 52% uit van het totaal. De kalveren in deze zone waren voor 64% van het mannelijk geslacht. De buiten het leefgebied geschoten dieren zijn bijna allemaal van het mannelijk geslacht. Ook de kalveren waren voor het grootste deel mannelijk. Het feit dat in de bufferzone en buiten het leefgebied in de meerderheid mannelijke damherten zijn geschoten vloeit grotendeels voort uit het exploratieve gedrag van de mannelijke dieren. Hinden en hun kalveren leven meer in de kern van de leefgebieden dan aan de randen. Bovendien verlaten ze de veilige leefgebieden nauwelijks. Leefgebied (ex. Buffer) Bufferzone Buiten leefgebied Kalf ee Onbekend inde 3% Onbekend / lj 2% il ° Figuur 2: procentuele verdeling van de in het kader van actief beheer geschoten damherten en aangetroffen valwild in de verschillende beheerzones verdeeld over de geslachten en leeftijdsfase. 3.3 Jaarrond optreden in de bufferzone en nulstandsgebied Om schade aan wettelijke belangen buiten het leefgebied (verkeer en landbouw) te voorkomen, is in de bufferzone en het nulstandsgebied jaarrond opgetreden. Buiten het leefgebied zijn in het actief beheer in Noord-Holland 73 damherten geschoten en 131 in Zuid-Holland (zie bijlage 1). Het overgrote deel van de damherten in deze zone is echter geschoten in de beheerperiode zoals die voor de rest van het leefgebied geldt (l nov-31 mrt). Zie daarvoor Figuur 3. Hierin is het aantal tijdens het actief beheer geschoten damherten in de bufferzone en buiten het leefgebied uitgezet per maand over het afgelopen beheerjaar. Te zien is dat er in het voorjaar en zomer maandelijks een relatief gering aantal dieren is geschoten, maar in de herfst- en winterperiode is dat aantal beduidend hoger. De aantallen beginnen op te lopen in oktober. De meest voor de hand liggende verklaring is dat dit te maken heeft met het aanbreken van de bronstperiode. Een deel van de jonge mannelijke dieren vermijden de intensief gebruikte bronstplekken met de sterkste mannelijke damherten en gaan op zoek naar rustigere gebieden. Na de bronst zijn de meeste mannelijke dieren uitgeput en moeten ze snel weer op krachten komen voor de winter. De voedselbehoefte is dan groot. De grassen en kruiden in het duingebied zijn echter in hoeveelheid al afgenomen en bieden bovendien nog maar weinig voedingswaarde. Bermen, bemeste graslanden, maar ook parken en tuinen vormen dan een aantrekkelijk alternatief. De hinden met hun kalveren kiezen meer voor de veiligheid van hun bekende leefomgeving in de kern van het leefgebied. In de loop van de winter zijn de herten weer op krachten gekomen en verkiezen dan weer meer de veilige duingebieden. Ook het consequent uitgevoerde beheer in de bufferzone en daarbuiten draagt bij aan die afname. In maart lijkt er weer sprake van een kleine toename van dieren buiten het leefgebied. Het vermoeden is dat dit wordt veroorzaakt doordat de groei in de tuinen en parken iets eerder op gang komt dan in het duingebied en deze dan aan het eind van de winter (wederom) een aantrekkelijke voedselbron vormen als in de leefgebieden weinig eetbare biomassa over Is, Rapportage beheer en telling damherten 9 70 60 5 50 o “5 40 ö o — 30 5 <t 20 ande | S © 5 $ 2 RH SE GS @ & EM Bufferzone Buiten leefgebied Figuur 3: aantal in het actief beheer geschoten damherten beheerjaar 2021-22 per maand in de bufferzone en buiten het leefgebied. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Figuur 4 zijn de locaties getoond van geschoten damherten buiten de leefgebieden en in de bufferzones van Noord-Holland. In Figuur 5 is dit weergegeven voor Zuid-Holland. Te zien is dat in Noord-Holland beheer buiten het leefgebied vooral heeft plaatsgevonden langs de randen van het leefgebied NPZK. Dit natuurgebied heeft veel landschappelijk geleidelijke overgangen naar de bebouwde omgeving. Vrijwel overal staan langs de rand van dit gebied weliswaar hekken, maar die zijn bijna nergens hoog genoeg om damherten tegen te kunnen houden. Bovendien kunnen de herten het gebied in en uit via diverse toegangspoorten voor bezoekers. De AWD is voor het grootste deel omgeven door een hekwerk dat hoog genoeg is om te voorkomen dat damherten het gebied verlaten. Alleen aan de westzijde van dit gebied kunnen de herten het gebied nog verlaten. In Zuid-Holland (Figuur 5) zijn 3 damherten geschoten buiten het leefgebied in de omgeving van Wassenaar. Verder heeft vooral afschot moeten plaatsvinden in de bufferzone en direct buiten het leefgebied van Boswachterij Noordwijk. Rapportage beheer en telling damherten 10 /, LR IE) Figuur 4: Opgegeven locaties van geschoten Se id pe ______ damherten in Noord-Holland buiten de leef- Nrd EEN Á De 8 gebieden (oranje) en in de bufferzones (geel) A Ads Na ER É Wi dei ’ in het beheerjaar 2021/2022. Vent AP eN AANE d A EINDE È ze is Ws ze ad En fj 2 4 / AN $ id BET bemeten Et Ie Ma, Een ë AA EEE A Beesd NE B CASSE. TP en ZU Rs 4 5 6 H A Eel zi 4 in 5 Ae en Ben KJ SN ze Et a eta | aaf: Vint #0 Se Vn f KT A CS ee ek EE DA var A / £ rg ) 5 B Bure ò | PE eh See | e Buiten E 9 h PA lanes. BE F1 B) Jh raaf sE 5 Eil ufferzones NS Ke / Ld Dpt Hi En ia, reden WAS IN / a D Bh Je ) gebieden A S Ds PS per 6 he En coducten PSE / EF fd Oben ON / 7 e/ / À Le Plangebied dos Ne 6 / EE, B Figuur 5: Opgegeven locaties van geschoten Jij \ XF] _ damherten in Zuid-Holland buiten de leef- A / ES / _gebieden (oranje) en in de bufferzones (geel) fp es /<// in hetbeheerjaar 2021/2022. Par F ll PAWS ES zN SS / DE 8 Le EEL UN f Noordik oe — Déelgebieg PA rad Ed 5 186 PA RE PLN A Pr ek CORR / MTS j Be EI ge BR AN EDT EZ PES AH Ve Sas En > pe ed zl B enh ed Dr B mA An BES Tr PN sn rn VR Ala / EN IBAN VN Ee S PR DS 6 se A bn ON % A SA ng / ps “Deelgebied 4 N Zi he FAS 5 ed. bes A _ |tegenda — At PSL EN AOR A NN lee ° Buffer \ La > Pz Á ds se ©_ Buiten N A 5 8 ro EEK 5 DJ A > d 4: ie 6 KSA Î en LD SE VEA Ë Ë LS A DO r@ ted De 5 Bufferzones Pi Es ER ler Nd rf eN E Deelgebieden Ë ND ss Klene LAN MAN > |L Leefgebieden | AE Ke € ANN VA : PEEN SET NAT emee | Rapportage beheer en telling damherten 1 3.4 _Tendens afschotcijfers In figuur 6 is het afschot per beheerjaar uitgezet. Er zijn in het afgelopen beheerjaar meer damherten geschoten dan in het vorig beheerjaar. Dit hogere aantal is vooral het gevolg van de verhoogde inspanning, vooral in het leefgebied NPZK (A), maar ook in leefgebied AWD-BN (B) is meer geschoten dan in het voorgaand beheerjaar. In beheerjaar 2020-21 was de inspanning in de leefgebieden juist iets lager dan de twee voorgaande beheerjaren. Een korte periode met vorst en sneeuw, de coronamaatregelen en de extra drukte in het duingebied legden toen beperkingen op aan de uitvoering. In de eerste beheerjaren zien we nog hele lage aantallen. In Noord-Holland was de ontheffing voor het populatiebeheer sinds begin 2016 van kracht, maar als gevolg van nog lopende juridische procedures is het populatiebeheer pas goed op gang gekomen vanaf 1 november in dat jaar (beheerjaar 2016/17). In Zuid-Holland is op grond van het aanwijzingsbesluit al eerder gestart met het beheer van zieke en gewonde damherten en damherten die een acuut gevaar vormen voor de verkeersveiligheid. Tijdens de beheerperiode 2016/2017 en 2017/2018 was het gerealiseerde afschot binnen het leefgebied iets minder hoog dan in de latere seizoenen. De weersomstandigheden (bij sneeuw of vorst wordt niet beheerd) en vooral de noodzakelijke inzet op reactief beheer (veel verzwakte dieren) waren hiervoor bepalend. In 2020/2021 waren de coronamaatregelen enigszins beperkend voor de uitvoer. 1500 2014/15* _ 2015/16 2016/17 _ 2017/18 2018/19 _ 2019/20 2020/21 2021/22 mieefgebied mleefgeb.—-bufferzone mbuitenleefgeb. monbekend Figuur 6: aantal geschoten damherten per beheerjaar en per beheerzone. Rapportage beheer en telling damherten 12 4 Voorkomen onnodig lijden In het kader van de provinciale opdrachten van zowel Noord- als Zuid-Holland wordt jaarrond opgetreden om onnodig lijden van damherten (en reeën) te voorkomen (zie 1,2). Damherten die door andere oorzaken dan het beheer zijn omgekomen, worden ook wel benoemd als ‘valwild’. In de praktijk worden damherten die een natuurlijke dood zijn gestorven niet of nauwelijks geregistreerd als valwild. Het gaat hier dus vooral over herten die zijn gestorven door onnatuurlijke oorzaken anders dan het planmatig beheer volgens het beheerplan. Afgelopen beheerjaar zijn 60 meldingen gedaan van aanrijdingen met een damhert en 36 meldingen van valwild door andere of onbekende oorzaken. Het aantal aanrijdingen fluctueert jaarlijks maar ligt in lijn met het aantal uit voorgaande jaren. In het beheerjaar 2020-21 werden minder aanrijdingen gemeld (39 stuks). Boswachters van de terreinbeheerders en leden van het valwildteam vermoeden sterk dat de avondklok? -die een deel van de tijd van kracht was- heeft bijgedragen aan het lagere aantal aanrijdingen in dat beheerjaar. De andere bronnen van valwild zijn in de recentere jaren voor een belangrijk deel loslopende honden die herten opjagen, maar soms raken herten ook gewond door hekken of andere obstakels. In dit laatste geval is het voorstelbaar dat dit ook is gebeurd doordat ze werden opgejaagd door loslopende honden. In de eerste jaren was een deel van het “overig” valwild ook te wijten aan voedselgebrek. Het ene individu leek zich beter aan te kunnen passen aan de omstandigheden dan het andere. Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan aanrijdingen is gestorven vertoont een dalende tendens’. B Noord-Holland 100 B Zuid-Holland 90 80 70 60 50 40 30 20 12 8 8 0 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 overig 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 Aanriding Figuur 7: jaarlijks aantal vermelde doodsoorzaken van niet door actief beheer gestorven damherten opgesplitst per provincie. In dit beheerjaar is het meeste valwild aangetroffen in deelgebied A gevolgd door deelgebied B. In figuur 8 zijn de locaties aangegeven van het aangetroffen valwild uitgesplitst naar doodsoorzaak. Aanrijdingen komen beduidend 3 Van 23 januari 2021 t/m 31 maart gold een avondklok vanaf 21:00 uur en tot 28 april gold de avondklok vanaf 22:00 uur. 4 Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre dit wordt beïnvloed door de gewoonte dood gevonden dieren wel/niet te registreren. Rapportage beheer en telling damherten 13 vaker voor in deelgebied A (rond het NPZK) dan in deelgebied B (rond leefgebied AWD-BN) en zijn daar ook verantwoordelijk voor 64% van het valwild, terwijl dat in deelgebied B nog geen kwart van de gevallen betreft. Om onnodig lijden te voorkomen is binnen de AWD (onderdeel van leefgebied AWD-BN) vooral in de beheerperiode een aantal gewonde of om andere reden in slechte conditie verkerende damherten geschoten. SEPT A ee je TL E Ps î de r | 6 Jee je N MD er 15 CNY Ne B Rs NE Ar LE s ea ORL Meen Ln e del ST Vg RE | Ld EN t ie d | eb Á í ee Gen 1 } e — Be dE a elT SN Dd td D 2 pe sE on Nn k A 5 eN BNS A 8 ene del \ Ws eas BET At PENS Ad) Sp Rs 8 TES JR DEN BEL Dm Ve ek AS en ATEN VP A sf A DEE TA ed À bril VAN RS en } if (5 #5 00 d 4 e ami PAS B A Bl hd SNE / > 63 Hs df Er Sef _Á__ Doodsoorzaak Ss 0 ERD _e overig Pl Cp Ef  SL © Wildaanrijding A of s Piers SAW Ù a eN ee # ie C_] Plangebied damhert BO 3 TEUWEN / . Bee gn Ì EN 5 S 4 gf NE AB AE Ad POS PE à ite bo ER) © A A el Kl En eN EN et Nes Ee 4 RY ie 4 / ES 7, CA 8 Es, ' bz fier 5 OE DE er man ha EW : y Meik KS DN pe ii pe PS ge en EN ennn == NE sk NERI EE OONMA TE Te SM Ne ee Ü KW) ee Figuur 8: locaties valwild gesplitst naar doodsoorzaken aanrijding (oranje) en overige oorzaken (groen). Rapportage beheer en telling damherten 14 5 De populatieontwikkeling 5.1 De telmethode Om schade aan de wettelijke belangen flora en fauna, verkeersveiligheid en landbouw tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen is het doel van het populatiebeheer de omvang van de populatie damherten te beperken tot een getelde populatie van 800-1000 damherten, waarvan 600-800 in het leefgebied AWD-BN en circa 200 in leefgebied NPZK. In de leefgebieden Coepelduynen en Meijendel-Berkheide leeft (nog) geen populatie damherten. Om de ontwikkeling van de populatie te monitoren wordt jaarlijks de stand van de populatie damherten vastgesteld. De tellingen zijn deels onderdeel van een reguliere monitoring van de natuurwaarden in de natuurterreinen en het resultaat is ook toetsend (‘zijn we op de goede weg”) en richtinggevend (‘hoeveel moet er nog worden geschoten”) voor de jaarlijkse beheeropgave bij het beheer van de populatie damherten in de regio. De tellingen worden steeds op dezelfde wijze uitgevoerd, waardoor een betrouwbaar beeld van de populatieontwikkeling ontstaat. Het jaarlijkse getelde aantal moet worden geïnterpreteerd als het op dat moment met zekerheid minimaal aantal aanwezige damherten. Het werkelijk aantal is groter, maar hoeveel groter is nog niet goed bekend. Waternet verricht in de Amsterdamse Waterleidingduinen wel onderzoek hiernaar. De resultaten zijn nog niet helemaal duidelijk. De tellingen worden gecoördineerd door de Faunabeheereenheden (FBE's) van Noord- en Zuid-Holland en uitgevoerd door de wildbeheereenheden (WBE's) en de terreinbeheerorganisaties (TBO's). De resultaten van damhertentelling in 2022 zijn door de FBE-NH geanalyseerd en vervolgens gepresenteerd in deze rapportage. Drie keer tellen. De telling wordt uitgevoerd conform het Protocol damherten en reetelling Noord- en Zuid-Holland, dat is te vinden op de websites van de FBE's Noord- en Zuid-Holland. Hier volstaan we met een korte beschrijving van de methode. De tellingen worden uitgevoerd aan het einde van de winter (eind maart, begin april). Een telling bestaat uit drie opeenvolgende telrondes. Er wordt drie keer circa 2,5 uur lang geteld, rond respectievelijk de avond-, ochtend- en avondschemering. De resultaten worden verwerkt per deelgebied zoals beschreven in hoofdstuk 2. Een deelgebied bestaat uit een aantal afzonderlijke telsectoren die elk simultaan door een eigen telploeg worden geteld. Van elke telronde worden de resultaten van de afzonderlijke sectoren opgeteld tot een totaalscore voor de betreffende telronde. Het hoogste resultaat van de drie telrondes wordt gebruikt als getal voor de minimale aanwezige populatie en waarmee een nieuw trendgetal wordt bepaald. Proces Het tellen gebeurt vanuit een auto. De telploegen bestaan ten minste uit twee tellers, waarvan minimaal één teller ervaring heeft met herkennen van reeën en damherten. In een aantal telsectoren is tellen vanuit een auto niet mogelijk, daar wordt lopend of fietsend geteld. In dat geval voldoet één ervaren teller. ledere telploeg telt in een vastgestelde telsector langs een vastgestelde telroute. De telploegen noteren de waargenomen dieren op de geleverde telformulieren. Waargenomen damherten worden ingedeeld in categorieën van leeftijdsgroepen en geslacht (jargon: het ‘aanspreken’), mits goed waar te nemen. Na afloop van de tellingen voeren de contactpersonen de gegevens in de digitale registratiesystemen van de faunabeheereenheden: FRS (www.faunaregistratie.nl) in Noord-Holland en Dora (www.fbezh.nl) in Zuid-Holland. De telresultaten zijn verwerkt volgens het telprotocol. De telling van 2022 De tellingen vonden plaats op 6 en 7 april. De weersomstandigheden waren relatief slecht met wind en regen, Tijdens de eerste telronde waren de omstandigheden met lichte regen nog matig te noemen. De 2° en 3° telronden waren met flinke regen en wind ronduit slecht. Zie Tabel 2 voor de details, Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre de telresultaten worden beïnvloed door de weersomstandigheden, maar het is aannemelijk dat bij erg slecht weer een iets kleine percentage van de werkelijke aantallen wordt geteld dan onder gunstige omstandigheden. De praktijkervaring is dat bij stevige wind en regen de dieren zich wat meer in de Rapportage beheer en telling damherten 15 luwte van de dekking ophouden en het open veld wat vermijden. Toch zullen ze wel op zoek moeten naar voedsel, dus helemaal onvindbaar worden ze zeker niet. Door de regen wordt ook het zicht vanuit de auto belemmerd. Voorgaande jaren waren de telomstandigheden meestal uitstekend. Het is mede door deze wisselende weersomstandigheden van belang naar de langjarige trend te kijken en de beheeropgave elk jaar bij te stellen aan de hand van de recente resultaten. Tabel 2: tijdstippen en weersomstandigheden damhertentelling 2022. Wind Gem. temp. Datum Dagdeel Tijdstip richting | Kracht | Bewolking Neerlag Tijdens telling 6 april 2022 avond 18:25 — 21:00 uur ZW 3-4Bft bewolkt lichte regen 9°C 7 april 2022 avond 18:25 — 21:00 uur ZW 5 Bft bewolkt regen 8°C 5.2 Resultaten Zowel in deelgebied A (NPZK) als B (AWD-BN) leverde de 1° telronde (avondtelling) het hoogste resultaat op. De cijfers uit die hoogste telronde worden hier gepresenteerd voor de trendgegevens. In de deelgebieden C (Coepelduynen) en D (Meijendel-Berkeheide) zijn geen damherten waargenomen tijdens de tellingen. In totaal zijn er 2405 damherten waargenomen. Daarvan is 85% geteld in deelgebied B en dan nog vooral in het leefgebied daarvan, AWD-BN (zie Tabel 3). De populatie in deelgebied B is bijna 6 maal zo groot als in deelgebied A. Buiten het leefgebied zijn nog maar weinig damherten waargenomen tijdens de tellingen. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen damherten voorkomen buiten de leefgebieden. Waarnemingen die in de loop van het jaar worden gedaan bevestigen dat er nog wel degelijk tientallen damherten met enige regelmaat buiten de leefgebieden zijn te vinden. Meldingen van aanrijdingen met damherten (zie hoofdstuk 4) en de afschotgegevens in het kader van het nul-standsbeleid bevestigen dit ook. Tabel 3: Aantal getelde damherten binnen en buiten het leefgebied. Sala t=in) Buiten Doelstand Deelgebied Provincie leefgebied | leefgebied | Totaal leefgebied AN Noord-Holland 307 43 350 200 C Zuid-Holland 0 0 0 niet geformuleerd LCC NA 2405 | 800-100 Als we meer in detail kijken naar de samenstelling van de populaties in de leefgebieden A (NPZK) en B (AWD-BN) blijken die (nog altijd) sterkt te verschillen. In Figuur 9 is dit voor beide gebieden weergegeven. Als we de dieren die qua geslacht en leeftijdsgroep niet zijn ingedeeld buiten beschouwing laten, maken in leefgebied NPZK mannelijke damherten van Í jaar en ouder (herten en spitsers) 31% uit van de waargenomen dieren, terwijl in deelgebied AWD- BN die bijna 60% van het aantal waargenomen dieren betreffen. De omgekeerde verdeling geldt uiteraard voor de hinden en kalveren, die zijn in de ruime meerderheid waargenomen in leefgebied NPZK en in leefgebied AWD-BN maken ze nog geen derde uit van de waargenomen dieren. Dit verschil ís te verklaren door de verschillende beheerstrategieën in de beide deelgebieden (zie 5.3). Tellers in deelgebied B stellen met vrij grote zekerheid te weten dat de groep ‘onbekend’ vooral uit hinden en kalveren bestaat en wellicht een enkele spitser met een klein ontwikkeld gewei. Dat klinkt aannemelijk, want volwassen mannelijke dieren zijn immers eenvoudig te herkennen aan hun duidelijk aanwezige gewei. Daarom is de groep ‘onbekend’ naar rato verdeeld over de hinden en kalveren en wordt het beeld over de samenstelling van de populaties nog duidelijker (Figuur 10). De populatie in leefgebied NPZK bestaat voor 59% uit hinden en nog eens 18% aan kalveren. De helft van die kalveren zal van het vrouwelijk Rapportage beheer en telling damherten 16 geslacht zijn. De populatie bestaat dus voor meer dan de helft uit vrouwelijke dieren. In leefgebied AWD-BN maken vrouwelijke damherten net geen derde uit van de populatie. Figuur 9: samenstelling van de populaties damherten in leefgebied NPZK (links) en AWD-BN (rechts) volgens de telling van 2022. Figuur 10: Samenstelling van de populaties damherten in leefgebied NPZK (links) en AWD-N (rechts.) na verdeling van de groep niet-aangesproken damherten. 5.3 _Tendens populatieontwikkeling Zowel in het leefgebied NPZK als leefgebied AWD-BN vertoont de populatie-omvang een significante dalende tendens (regressie p<0,05). De doelstand is echter nog niet bereikt. In Figuur 11 is de populatietrend voor beide leefgebieden weergegeven. De resultaten van 2020 en 2021 noopten tot een bijstelling van het beheer in Rapportage beheer en telling damherten 17 leefgebied NPZK. In het afgelopen beheerseizoen heeft men hier goed uitvoering aan kunnen gegeven (zie 3.2), waardoor de dalende tendens van voor 2020 weer is voortgezet. 1200 4500 L ® 4000 ca 5 1000 Ener, 5 © en. 3500 © Cc ® Ô- ® OQ & 800 e “reen, 3000 & — Bo Venne, °…e © 4 8E En tn 2500 ® A EZ e ee ® © 2000 EZ 5 Se tene, 5 <t ® 400 zt 1500 © => Dv © Do @ 1000 © ® 200 U 5 500 WP Ô Ô 2014 2016 2018 2020 2022 2024 ® Leefgebied NPZK ® Leefgebied AWD-BN Figuur 11: tendens aantal getelde damherten in de leefgebieden NPZK en AWD-BN. Leefgebied NPZK Beheerders in het NPZK hebben afgelopen jaren veel inspanning gepleegd om de schade en overlast van damherten die het gebied verlaten of dreigen te verlaten te reduceren. Daarvoor heeft relatief veel beheer plaatsgevonden in de bufferzone, waar zich voornamelijk de mannelijke damherten ophouden. Het zijn ook deze dieren die juist frequent het natuurterrein verlaten en zorgen voor schade en gevaarlijke situaties in het verkeer en aan particuliere eigendommen. Daardoor bleef er onvoldoende capaciteit over voor de reductie van het aantal hinden. Deze zijn echter bepalend voor de groei van een populatie. De telresultaten van 2020 en 2021 maakten duidelijk dat een bijstelling van de beheerinzet noodzakelijk was. Daar is in beheerseizoen 2021-22 goed invulling aan gegeven (zie hoofdstuk 3) waardoor de dalende tendens van de populatie weer is voortgezet. 400 e…………. e ° 350 Be. 300 e. en ® 250 hen, e =S 200 en, e 150 e Ve ee … e Viewer ©, 100 en et © en 50 gene “e Ô 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 © hert @hinde @kalf Figuur 12: tendens en geteld aantal herten, hinden en kalveren in leefgebied NPZK. In Figuur 12 zien we het verloop van het aantal getelde herten, hinden en kalveren in leefgebied NPZK. Het effect van het bijgestelde beheer is goed te zien. Het aantal hinden laat weer een daling zien. Het afschot van het aantal herten kreeg iets minder aandacht waardoor hun aantal ten opzichte van vorig jaar niet verder is gedaald. Het aantal getelde kalveren vertoont een golvend patroon. In 2022 is het aantal flink lager dan in het voorgaande jaar. Rapportage beheer en telling damherten 18 Door de reductie van het aantal hinden en kalveren is de groeicapaciteit omlaag gebracht, wat van belang is voor de beheerinzet in de komende jaren. Leefgebied AWD-BN In het leefgebied AWD-BN — vooral in de AWD — heeft van meet af aan in het beheer de focus gelegen op de reductie van het aantal hinden en hun kalveren. Door de enorme omvang van de populatie bij de start van het beheer was de focus op de vrouwelijke damherten ook de enige reële optie om tot reductie van de populatie te komen. Bovendien was de omgeving hier voor het grootste deel al beschermd tegen schade en overlast door hoge hekken om de AWD. De reductie van het aantal vrouwelijke damherten en kalveren zorgt ook voor een reductie in de groeisnelheid en dit bij elkaar heeft ook hier geleid tot een afname van de populatie. In Figuur 13 is duidelijk de sterke afname van het aantal hinden terug te zien. Door de reductie van het aantal hinden en kalveren en daarmee de groeisnelheid van de populatie, kon afgelopen beheerseizoen meer capaciteit worden ingezet om ook het aantal mannelijke damherten in dit gebied terug te brengen naar de doelstand. Het aantal mannelijke damherten is daardoor niet verder toegenomen. 3000 2500 ë kn 2000 Te® 1500 leer „78 ° 1000 geet ee, ee” *…… ö Gne® 0 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 ® hert @ hinde @ kalf Figuur 13: tendens en geteld aantal herten, hinden en kalveren in leefgebied AWD_BN. 54 Effect op de wettelijke belangen flora en fauna Er wordt in het plangebied veel onderzoek gedaan naar de effecten van damherten op flora, fauna en de beschermde natuurwaarden. Daarbij wordt onder andere gekeken naar trends van soorten binnen de AWD en hoe die correleren met toenemende aantallen damherten. In dat kader is afgelopen jaar een rapportage uitgekomen over wasplaten en graslandpaddenstoelen in de AWD*. Hieruit komt onder andere naar voren dat de overbegrazing door damherten de effecten van extreme weersomstandigheden verergeren. Er blijken echter ook aanwijzingen te zijn voor kansen op herstel als de begrazingsdruk afneemt. Het behulp van subsidie van de Provincie Noord-Holland is een consortium van beheerders Waternet en PWN en onderzoekers van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica van de Universiteit van Amsterdam, Stichting Bargerveen en de Vlinderstichting sinds 2019 bezig met het monitoren van flora, fauna en bodemprocessen in relatie tot de damherten. Dit onderzoek vindt plaats in exclosures en bijbehorende referentiegebieden. Afgelopen seizoen is de monitoring voortgezet. $ Jalink, L. 2021. Wasplaatgraslanden in de Amsterdamse Waterleidingduinen — 2. De resultaten van 20 jaar monitoring met speciale aandacht voor de periode 2010-2020. Myco-consult, Oegstgeest, KNNV Wasplaten- werkgroep AW-duinen, Haarlem, Waternet, Amsterdam Rapportage beheer en telling damherten 19 Voor een compleet overzicht van alle publicaties wordt verwezen naar de website van de Amsterdamse Waterleidingduinen: https://awd.waternet.nl/. Vooralsnog blijft de conclusie dat de rijkdom aan flora en fauna, met name in de AWD, nog steeds schade ondervindt door overbegrazing en vertrapping. * f ki Ten VAREN | | | ve Ee Í E at Vet Pci g 3 ê % ì en me alleen pe n en E Vld Ei A 8 EE kn ö j a E Mae | E F. an ne ed it, Be 55 Eh en 5 3 5 2 Ô Ea od J| 7 B a A D en hd 5 Lite ar ben: Ee a bri ï wo nst De En Ee IE 3 nl E 3 de Ss Lj Kol Aen BE Se des 5 fa 5 a Ns Et 5 er een ij 2 e AE 4e Ee bet je ien 2e 5 5 ka SE 5 ú 5 Sd pe E EE 4 } ji ie 7 C AE á id, # ke 5 ik: % En 3 4 zE, â 1 j En HE ie Ee EN EK Ee EEDE EG RE Ee a : BE Er, hf air Pd s 4 Aad Ls rd nj win Re. re ed is wend. En 4 > | 5 ee H EDE Ende NL At Re Rn ° Te ne Figuur 14: de effecten van damherten op de flora en fauna worden onder andere gemeten ín zogenaamde exclosures. Hierin is in de AWD een effect te zien in het eerste groeiseizoen na plaatsing van het hekwerk. Foto: Mark van Til, Waternet. Verkeersveiligheid en schade aan landbouwgewassen Er is nog altijd sprake van schade in het verkeer als gevolg van aanrijdingen met damherten. Het aantal aanrijdingen met damherten blijkt jaarlijks te schommelen, maar vooralsnog niet te dalen. Uit voorgaande rapportage bleek al dat de Zeeweg (N200) een van de hotspots is voor wat betreft aanrijdingen. Een werkgroep van beheerders, gemeente en provincie heeft naar lokale aanvullende maatregelen gekeken en ook enkele aanpassingen doorgevoerd. Naar aanleiding van het besluit van GS over het faunabeheerplan damherten heeft de provincie Noord-Holland een onderzoeksopdracht uitgezet bij Wageningen Environmental Research (WENR). Het onderzoek gaat in op factoren die een rol spelen bij aanrijdingen met herten, welke maatregelen bewezen effectief zijn om aanrijdingen te voorkomen en of deze in theorie toepasbaar zijn op en om de Zeeweg. De rapportage is in juni 2022 gepubliceerd op de website van WENR. Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan een aanrijding (natuurlijke of onnatuurlijke oorzaken) is gestorven vertoont al enige jaren een dalende tendens. Doordat dieren die een natuurlijk dood zijn gestorven niet consequent worden geregistreerd, is niet duidelijk in hoeverre dit het gevolg is van de afnemende dichtheid aan damherten. Er zijn geen structureel verzamelde gegevens over eventuele schade aan landbouwgewassen. Het is niet helemaal duidelijk of er inderdaad geen sprake is geweest van schade of dat er geen registratie plaatsvindt omdat er volgens de beleidsregels van de Provincies Noord- en Zuid-Holland geen tegemoetkoming in geleden schade wordt uitgekeerd. In Zuid-Holland is wel frequent afschot gepleegd op de aan het leefgebied grenzende landbouwgronden. Rapportage beheer en telling damherten 20 6 Aanbevelingen komend beheerseizoen Hoewel het duidelijk is dat het aantal damherten in het plangebied afneemt, is ook duidelijk dat met ruim 2500 getelde damherten rond 1 april 2022 de streefstand van 800-1000 damherten nog niet is bereikt. De schade aan de maatschappelijke belangen waarop de ontheffingen zijn gebaseerd is ook nog steeds aanwezig. Het ingezette beheer zal dus moeten worden voortgezet. 6.1 Modellering Bekend is dat tijdens een telling niet de complete populatie wordt geteld. De telling levert weliswaar een betrouwbaar beeld op over de trend, maar niet direct informatie over de werkelijke omvang van de populatie. Het is nog niet goed bekend welk percentage van de werkelijke populatie wordt waargenomen tijdens de telling. Dat maakt het inschatten van de benodigde beheerinspanning wat minder eenvoudig en accuraat. Een precieze en betrouwbare berekening vergt veel kennis over de populatieopbouw, geboortecijfers en overlevingskansen. Hoewel met elk beheerjaar de kennis over de populatie toeneemt, is deze informatie toch nog niet volledig. Daarom heeft de FBE Noord-Holland in de 2 voorgaande beheerjaren Wageningen Environmental Research (WENR) gevraagd de populatie damherten te modelleren, om op basis daarvan advies te kunnen geven over het jaarlijkse afschot dat nodig is om de streefstand te halen. Via deze modelberekening kon een inschatting worden gegeven over de beheeropgave voor een periode van enkele jaren. Deze berekening leverde weliswaar een betrouwbare uitkomst, maar ook verschillende scenario’s voor het geobserveerde percentage damherten tijdens de telling. Het bleef aan de beheerders om een inschatting te maken van dat getelde percentage. Nu de doelstanden in zicht komen kan worden volstaan met een relatief eenvoudig model om de benodigde beheerinspanning voor komend beheerjaar te berekenen. Via de eenvoudige modelberekening kan op basis van het getelde aantal damherten en het aantal geschoten damherten (inclusief valwild) een verwachting worden gegeven van de volgende telling. Deze verwachte telling wordt vervolgens vergeleken met de werkelijk geobserveerde aantallen in die telling. Het verschil tussen de verwachte en werkelijk geobserveerde telling kan grotendeels worden verklaard door berekening van het percentage dieren dat wordt waargenomen tijdens de telling. Het gebruikte model Het eenvoudige model is gebaseerd op de volgende berekening: Telling1 * geteld% + reproductie — afschot/valwild = telling? * geteld%. De reproductie is in dit geval het aantal kalveren dat een hinde weet groot te brengen tot de start van het beheerseizoen op 1 november. Hierover moet een aanname worden gedaan. Uit onderzoek blijkt dat volwassen damherten vrijwel altijd één kalf ter wereld brengen. Bij 1-jarige hinden (wanneer ze voor het eerst deelnemen aan de voortplanting) is dit percentage iets lager afhankelijk van de omstandigheden. Het is helaas niet bekend hoe groot het aandeel 1-jarige hinden is in de populatie. Wel weten we uit eigen onderzoek dat het percentage 1 jarige hinden dat een kalf draagt ook vrij hoog is (ongeveer 50-67% van de 1-jarige hinden). Op grond van deze kennis is aangenomen dat de totale reproductie ongeveer 75% bedraagt. Dat wil zeggen dat 75% van de hinden daadwerkelijk succesvol een kalf voortbrengt dat nog in leven is op het moment dat de beheerperiode van start gaat op 1 november. Het is voorstelbaar dat op de top van de populatie dat percentage iets lager lag dan nu, omdat de omstandigheden gunstiger zijn geworden door de inmiddels lagere aantallen. Uit onderzoek blijkt echter dat deze verschuiving slechts gering kan zijn. In praktijk varieert namelijk alleen het percentage 1-jarige hinden dat deelneemt aan de reproductie. In de AWD bleek dat percentage nog altijd hoog te zijn ten tijde van de start van het beheer in 2016-17. Uit de berekening komt naar voren dat het getelde percentage jaarlijks iets verschilt en ook iets verschillend is voor herten en hinden. Door nu het model te optimaliseren over de hele periode 2016-2022 voor herten en hinden apart, wordt een redelijk goed beeld verkregen van het gemiddeld getelde percentage. Op basis van deze uitkomst kan een indicatie worden gegeven voor de beheeropgave voor het volgende beheerjaar. Dit wordt gedaan voor zowel het leefgebied NPZK als het leefgebied AWD-BN. Rapportage beheer en telling damherten 21 Met het toenemen van de dataset en de verschillende modelberekeningen kan een steeds betere of nauwkeurigere inschatting worden gemaakt over de aantallen en de beheerinzet. Modeluitkomsten zijn indicatief. De uitkomsten van de berekening zijn een zo goed mogelijk benadering van de werkelijkheid, maar de beheeropgave blijft om verschillende redenen indicatief. De werkelijke omvang van de populatie is immers slechts bij benadering bekend en de leeftijdsopbouw ervan is onbekend. Het met het model berekende getelde percentage is bovendien een gemiddelde over een lagere periode. Per jaar zal het iets, fluctueren. Dit betekent dat jaarlijkse bijstelling van het beheer op grond van de nieuwste tellingen altijd nodig blijft. In het model wordt de benodigde jaarlijkse reductie berekend om de doelstanden te realiseren. Die reductie bestaat voor het grootste deel uit de bij het beheer geschoten dieren, maar ook valwild en deels nog natuurlijke sterfte dragen daar aan bij 6.2 _Populatiebeheer: de doelstand zo snel mogelijk bereiken. Vanwege de voortdurende schade aan wettelijke belangen, maar ook vanwege de wens om niet meer dieren te schieten dan strikt noodzakelijk, is de wens nadrukkelijk om de doelstanden zo snel als mogelijk te behalen. Dit uiteraard binnen de kaders van capaciteit, zorgvuldigheid en veiligheid. Leefgebied NPZK Uit de berekening komt naar voren dat het getelde percentage in het leefgebied NPZK voor hinden gemiddeld 41% is van de werkelijke populatieomvang en voor herten nog iets lager. Op basis van deze bepalingen en de recente telresultaten lijkt het mogelijk de doelstand in dit leefgebied te bereiken bij de telling van 2023. Daarvoor dienen nog ongeveer 670 damherten te worden geschoten, waarvan ongeveer 300 hinden. Deze beheeropgave is daarmee kleiner dan afgelopen beheerseizoen. Na het bereiken van de doelstanden kan worden volstaan met een relatief klein jaarlijks afschot van ongeveer 140 stuks om de populatie op de doelstand te houden Leefgebied AWD-BN Voor het leefgebied AWD-BN lijkt het getelde percentage van de werkelijke populatie iets hoger te liggen, namelijk circa 58% voor de hinden. Voor de herten levert de modelberekening voor dit leefgebied geen duidelijk resultaat op. Een mogelijke verklaring hiervoor lijkt niet helemaal consequent geregistreerde aantal dood gevonden damherten. De berekening voor de beheeropgave is uitgegaan van eenzelfde geteld percentage herten als hinden. Het feit dat het getelde percentage voor hinden in dit gebied hoger ligt dan in het NPZK is te verklaren doordat in de AWD meer paden zijn van waaraf geteld kan worden. Bovendien is hier het overzicht beter doordat er minder reliëf en begroeiing is dan in het NPZK. Om de doelstand te bereiken in 2023 zou de beheeropgave nog net iets groter moeten zijn dan de realisatie van afgelopen beheerjaar. lets wat binnen de beschikbare capaciteit en eisen aan zorgvuldigheid moeilijk te realiseren lijkt. Er moeten bovendien vooral nog mannelijke damherten worden geschoten wat in het hele proces meer inspanning vereist van de uitvoerders. De mannelijke damherten zijn immers gemiddeld 2x zo zwaar als een vrouwelijk damhert. Met een afschot van circa 650 hinden lijkt de doelstand voor de vrouwelijke damherten wel bereikbaar in 2023, maar afschot van bijna 1600 mannelijke damherten in een seizoen lijkt een te grote opgave. Een realistische opgave zou daarom betekenen dat de doelstand wordt bereikt in 2024. Het advies is de focus komend beheerseizoen te verschuiven naar mannelijke damherten, maar wel 600 -700 hinden te schieten. 560 is minimaal nodig om te voorkomen dat het aantal hinden weer toeneemt. Na het bereiken van de doelstand kan worden volstaan met een jaarlijks afschot van circa 300 damherten op de populatie op de doelstand te houden. Rapportage beheer en telling damherten 22 6.3 Voortzetting beheer bufferzone en buiten leefgebied Nog altijd blijken damherten de weg uit de leefgebieden goed te vinden. Regelmatig worden ze waargenomen buiten het leefgebied en dat zorgt helaas ook met enige regelmaat voor aanrijdingen met damherten. Na een aanvankelijke daling’ is het aantal aanrijdingen in de regio afgelopen beheerjaar weer op gelijk niveau als het jaar daarvoor. Het aanbod aan mals en voedzaam voedsel in tuinen, parken en bermen is blijkbaar aantrekkelijk genoeg om risico’s te nemen. De aanbeveling is dan ook om het beheer buiten de leefgebieden onverminderd voort te zetten. Eerdere ervaringen in de AWD hebben geleerd dat het vaak een vaste groep herten is die steeds het leefgebied verlaten. Zij hebben geleerd dat het risico opweegt tegen de winst aan mals voedsel. Jonge dieren sluiten zich geleidelijk bij deze groep ervaren dieren aan. Het effect is dan dat ondanks de beheerinspanning het aantal dieren dat het leefgebied steeds verlaat nauwelijks afneemt. Gericht beheer kan dan uitkomst bieden. Daarnaast is voortzetting van onderzoek naar de mogelijkheid voor extra preventieve maatregelen uiteraard van belang. ê Het vermoeden is dat de coronamaatregelen in de periode 2020-21, leidend tot een verminderd nachtelijk verkeersaanbod, daarvoor een belangrijke oorzaak is. Rapportage beheer en telling damherten 23 7 __ Conclusies Het beheer In het beheerjaar 2021-2022 zijn in het hele plangebied 3443 damherten geschoten en 98 stuks omgekomen als valwild. Daarvan zijn 285 stuks buiten de aangewezen leefgebieden geschoten of door andere oorzaken overleden. Afgelopen beheerjaar zijn meer damherten geschoten dan vorig beheerjaar. Dit hogere resultaat is vooral het gevolg van de verhoogde inspanning om toch zo snel mogelijk de doelstanden te bereiken. Vooral in het leefgebied NPZK (A) is de inspanning fors hoger geweest, maar ook in leefgebied AWD-BN (B) zijn iets meer dieren geschoten dan vorig beheerjaar. Veruit de meeste damherten zijn in de leefgebieden geschoten, bovendien bijna allemaal in de leefgebieden NPZK (deelgebied A) en AWD-BN (deelgebied B). In de leefgebieden Coepelduynen (deelgebied C) en Meijendel- Berkheide (D) komt geen populatie damherten voor maar, met enige regelmaat worden wel damherten aangetroffen (en geschoten) in het aangrenzende nulstandsgebied. In de leefgebieden, inclusief de daarin gelegen bufferzones, zijn vooral vrouwelijke damherten en hun kalveren geschoten. Daarmee is niet alleen de populatie verkleind, maar ook de groeisnelheid verlaagd. Buiten het leefgebied zijn in het kader van de beheeropgave voor het nulstandsgebied 204 damherten geschoten. Dit betreffen hoofdzakelijk mannelijke damherten. De populatie In 2022 zijn er tijdens de telling in totaal 2405 damherten waargenomen. Daarvan zijn er 307 geteld in het leefgebied NPZK en 2022 in het leefgebied AWD-BN. In de leefgebieden Coepelduijnen en Meijendel-Berkheide zijn geen damherten aangetroffen. Met deze aantallen is duidelijk sprake van een significante afname van de populatie in de leefgebieden NPZK en AWD-BN en komen de doelstanden in zicht. Schade door damherten De monitoring van de effecten van de overbegrazing door damherten is voortgezet. De conclusie is dat de rijkdom aan flora en fauna met name in de AWD nog steeds verder achteruitgaat en dat van herstel nog geen sprake is. De De voorlopige resultaten uit het onderzoek in de exclosures wijzen er ook op dat herstel van de vegetatie nog wel mogelijk als het aantal damherten beduidend lager is. Er zijn geen structureel verzamelde gegevens over schade aan landbouwgewassen. Zowel in Zuid als Noord- Holland is wel frequent afschot gepleegd op de aan het leefgebied grenzende landbouwgronden. De damherten komen er dus nog wel. Afgelopen beheerjaar zijn 60 meldingen gedaan van aanrijdingen met een damhert en 36 meldingen van valwild door andere of onbekende oorzaken. Het aantal aanrijdingen fluctueert jaarlijks maar ligt in afgelopen beheerjaar weer in lijn met het aantal uit voorgaande jaren. Het aantal dieren dat door andere oorzaken dan aanrijdingen is gestorven vertoont een dalende tendens. De beheeropgave voor komend beheerjaar In het leefgebied NPZK lijkt het mogelijk de doelstand te bereiken in 2023. De beheeropgave hiervoor is kleiner dan afgelopen beheerjaar is gerealiseerd. In leefgebied AWD-BN is de beheeropgave groter dan in gebied NPZK. Hoewel het aantal hinden en hun kalveren ook hier niet ver van de doelstand is verwijderd, maakt vooral het grote aantal mannelijke damherten dat hier nog leeft de beheerinspanning groot. Het lijkt dan ook reëel om te stellen dat de doelstand hier in 2024 wordt bereikt. Het beheer buiten de leefgebieden zal onverminderd moeten worden voortgezet. Het aanbod aan mals en voedzaam voedsel in tuinen, parken en bermen is vooral in de winter blijkbaar voor de damherten aantrekkelijk genoeg om risico’s te nemen. Rapportage beheer en telling damherten 24 Naast het actief beheer wordt aanbevolen het onderzoek naar de mogelijkheid voor extra preventieve maatregelen voort te zetten. Voor de Zeeweg is dat vorig jaar al goed van start gegaan, maar ook in het noorden van het plangebied is extra aandacht nodig. Rapportage beheer en telling damherten 25 Bijlage 1 Valwild en actief beheer)damherten per provincie en beheerzone. Beheer- Noord- Zuid- 2015/16) 2 | 0 | 1} 2016/17 | 58 | 28 | 86 2020/21 | 70 | 84 | 154 2017/18 | 70 | 99 | 169| 2018/19 | 64 | 139 | 203 16/7 || 146 UB | 49 9 ||| 7 2015/16 | 30 | 6 | 36 2018/19 | 89 | u | 100 2019/20} 90 | 15 | 105 2020/21 | 66 | 15 | 81 2021/22) 85 | u | 9% Rapportage beheer en telling damherten 26 Bijlage 2 Beheer en valwild per deelgebied en per zone in het beheerjaar 2021-2022 Beheerjaar 21-22 Hert Hinde Kalf Onbekend Eindtotaal Beheer 504 1601 1336 pÀ 3443 |_Deelgebieda |137| 372 |314| | 823| ___Binnen _|42 | 308 |237| | __ 587) __Bufer __|25| 62 }7| | 163| Buiten _|70| 2 {a{| | 73 |_DeelgebiedB |364|1229 |1022| 2 | 2617| ___Binnen _|a138|1219 [1009 | 2366) Buffer |86| 6 |7 | | 99) __Buiten _|140} 4 |6 | 2 | 152| _Deelgebiedd |3 | | | | 3 Buen |3| | | | 3 Valwild 82 IJ, IJ, E:) 98 |_Deelgebieda |66| 3 | 3 | 8 | 80 Binnen 3) || | 3 __Buten _|39| 1 |2 | 6 | 48) |_DeelgebiedB |14| 12 |4 | | 16| __Binnen Jala {al | 6 __tufter 3) || 3 Buiten |7| {| Deelgebied | 2 | | | |z| Buiten |2l | | | 2| Eindtotaal 586 1605 1340 10 KJ Nn Rapportage beheer en telling damherten 7
Onderzoeksrapport
29
train
> < Gemeente Amsterdam x Stadsdeel West Griffie Notulen — concept Politieke Avond dinsdag 10 december 2013 Onderwerp vergadering Blok Plenair Raadsleden PvdA: dhr. De Groot, dhr. Van Berkel, dhr. Etten, mw. Hofmeester, mw. Jansen, dhr. Kayar, dhr. Maes, dhr. Vels GroenLinks: dhr. Meeder, mw. Can, mw. Caupain, dhr. Gerrits, mw. Janssen, dhr. Groot Wassink, mw. De Visser VVD: dhr. Lamme, mw. Bakker, dhr. Blaauw, dhr. Dijk D66: dhr. Dijksman, mw. Oudendijk, mw. Singh, dhr. Vervoort, dhr. Van Vuure SP: dhr. Beukelaar, mw. Choma, dhr. Van Schaik De Groenen: dhr. Schönberger Voorzitter Mw. Martowirono Griffier Mw. Van Geffen Portefeuillehouder(s) Mw. Kuitenbrouwer (PvdA), dhr. Lambriex (PvdA), mw. Welschen (GroenLinks), dhr. De Jager (GroenLinks) Verslag Mw. Steenwinkel (Notuleerservice Nederland) Pagina 1 van 1. Opening 5 De voorzitter opent het Blok Plenair om 20.35 uur, heet alle aanwezigen van harte welkom en licht de invulling van de avond toe. De voorzitter licht de agenda toe: 10 - Debat en vaststelling Evaluatie Slimmer Reizen in West met moties Motie vreemd aan de orde van de dag van De Groenen Besluit Verzending stukken gemeenteraad onder oplegging geheimhouding Verlenging benoeming mevrouw Van Geffen, griffie 15 Beëdiging van mevrouw Vissia als duoraadslid voor de SP -_ Tweede termijn Raad -__ Tweede termijn Dagelijks Bestuur -__ Indien gewenst: flitsdebatten -__ Ter vaststelling liggen voor: 20 Amendementen bij Begroting 2014 Programmabegroting 2014 Tarieven 2013 Leges en Precario Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Begrotingswijziging 2014 één stad één opgave 25 Kredietbesluit nieuwbouw Basisschoolgebouw Bos en Lommerschool Kolenkitbuurt Moties bij Begroting 2014 -__ Afscheid van de heer Vervoort (D66) Pagina 2 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer Beukelaar (SP) dat de bijdrage in 30 tweede termijn van het Db een vrij algemeen verhaal is dat minder geschikt is om op te interrumperen. Uiteraard zijn dringende vragen en opmerkingen toegestaan. Het Presidium heeft zich hierin kunnen vinden. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 35 2. Debat en vaststelling 2.1. Evaluatie Slimmer Reizen in West 40 Motie M13.89 Geen nieuwe verplichting ringparkeren (SP) Draagt het Db op om: - Voorde verkiezingen geen nieuwe besluiten te nemen die direct onder het huidige 45 beleid van ringparkeren vallen. Mevrouw Choma (SP) wil met de motie de ruimte voor het nieuwe bestuur niet beperken. 50 Motie M13.87 Surinamepleingarage (PvdA) Draagt het Db op: - De bestaande onderzoeken over de Surinamepleingarage om te zetten in een Nota 55 van Uitgangspunten en deze in het voorjaar van 2014 aan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Amsterdam West voor te leggen. De heer Vels (PvdA) verwijst naar de vragen van fracties om geen onderzoeken meer te 60 doen, maar iets te gaan doen. Daar roept de motie toe op. Motie M13.88 Openbare ruimte als gevolg van ringparkeren (PvdA) 65 Draagt het Db op: - De participatie over de herinrichting van de openbare ruimte als gevolg van ringparkeren op het hoogste niveau (meebeslissen) in te steken; -__ Voor de bepaling in welke straten/pleinen/buurten in de 19°-eeuwse wijken parkeerplaatsen naar de ring worden verplaatst, de uitstroom van vergunning per 70 buurt leidend te laten zijn. De heer Vels (PvdA) licht toe dat de uitstroom van vergunningen niet parallel blijkt te lopen met de ambities en plannen van het stadsdeel voor de openbare ruimte in bepaalde 75 wijken en buurten. De motie laat dat gelijk lopen. Mevrouw Choma (SP) vraagt wat er gebeurt in buurten waar het stadsdeel plannen heeft, maar waar de bewoners parkeerplaatsen willen behouden. De heer Vels (PvdA) wijst erop dat vooral bij de grotere projecten de bewoners mogen 80 meebesluiten. Bij kleinere plannen verwacht hij dat bewoners in ieder geval voor zullen zijn. Pagina 3 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West De heer Dijk (VVD) vraagt wat er gebeurt als bewoners alle parkeerplaatsen in hun buurt willen behouden. Kan dat inhouden dat het beleid Ringparkeren, waar het opheffen van 85 parkeerplaatsen deel van uitmaakt, wordt aangepast? De heer Vels (PvdA) vindt dit een hypothetische situatie. De volgende portefeuillehouder moet met de raad in gesprek gaan mocht die situatie zich voordoen. De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat het beleid helder is en dat de motie over de uitvoering gaat. Het vrijvallen en bestemmen van ruimte wordt met de motie duidelijk 90 gemaakt en de inspraak van bewoners ook. De heer Dijk (VVD) constateert dat de bewoners dus wel mogen meebeslissen over wat er op straat gebeurt, maar dat hun wensen geen consequenties hebben voor het beleid. De heer Vels (PvdA) benadrukt dat de motie de uitvoering betreft en bewoners binnen kaders kunnen meebeslissen. 95 De voorzitter gaat over tot stemming. Evaluatie Slimmer Reizen in West Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen. 100 Tegen: VVD, D66, SP Vastgesteld Motie M13.89 Geen nieuwe verplichting ringparkeren (SP) Voor: VVD, D66, SP 105 Tegen: PvdA, GroenLinks, De Groenen Verworpen Motie M13.87 Surinamepleingarage (PvdA) Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66 110 Tegen: SP, De Groenen Aangenomen Motie M13.88 Openbare ruimte als gevolg van ringparkeren (PvdA) Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen 115 Tegen: VVD, D66 Aangenomen 2.2. Motie vreemd aan de orde van de dag van De Groenen 120 Motie M13.81 Toegankelijk houden van Westerpark voor kleinschalige evenementen en festivals (De Groenen) Besluit: 125 -__ Het Db op te dragen bij het toewijzen van festivals in Westerpark en mogelijke overlast te letten op de aard en grootte van het festival en Westerpark toegankelijk te houden voor kleinschalige en laagdrempelige festivals en evenementen. 130 De heer Schönberger (De Groenen) licht de aanleiding van de motie toe. De overlast door de op- en afbouwperiodes voor grote evenementen hebben geleid tot het schrappen van festivals, maar helaas zijn ook kleinschalige, eendaagse, laagdrempelige evenementen geschrapt terwijl die niet zoveel invloed hebben op de toegankelijkheid van het park als de grote festivals met lange op- en afbouwperiodes. 135 De heer Van Schaik (SP) vraagt zich af of de motie wel duidelijk genoeg een oproep aan het Db doet om te handelen. De heer Schönberger (De Groenen) wijst op de bedoeling van de motie, maar beaamt dat de oproep duidelijker kan. Het gaat om een oproep kleine festivals, die binnen en dag Pagina 4 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West 140 op- en afgebouwd zijn, door te laten gaan omdat ze een beperkte invloed hebben op de toegankelijkheid van het park. De heer Groot Wassink (GroenLinks) denkt dat de motie overbodig is, want het stadsdeel probeert al zoveel mogelijk rekening te houden met buurtbewoners en 145 gebruikers van het park. Zowel grote als kleine festivals gaan niet door. Toch zal GroenLinks voor stemmen. De heer Schönberger (De Groenen) betreurt dat interessante kleine festivals komen te vervallen. 150 Mevrouw Hofmeester (PvdA) vraagt een preadvies van het Db over deze op zich sympathieke motie. Mevrouw Bakker (VVD) wil de afweging wat betreft evenementen en festivals aan het Db overlaten. Zij neemt aan dat daarbij een redelijke afweging plaatsvindt. 155 Portefeuillehouder De Jager legt uit dat het gebruik van het park uit balans was geraakt. In overleg met de buurt en organisatoren van festivals wordt geprobeerd de balans terug te vinden, ook tussen grote en kleine evenementen. Het beleid wordt uitgevoerd en daar roept de motie toe op. 160 De heer Schönberger (De Groenen) constateert dat de motie overbodig is en trekt motie M13.81 in. 2.3. Verlenging benoeming waarnemend griffier mevrouw Van Geffen 165 Vastgesteld 2.4. Besluit Verzending stukken gemeenteraad onder oplegging geheimhouding Vastgesteld 170 2.5. Beëdiging mevrouw Vissia als duoraadslid voor de SP De heer Groot Wassink (GroenLinks) geeft namens de commissie van de geloofsbrieven, verder bestaand uit mevrouw Bakker (VVD) en de heer Etten (PvdA,) aan dat er geen bezwaar is gevonden tegen de benoeming van mevrouw Vissia als 175 duoraadslid voor de SP. De commissie raadt mevrouw Vissia aan met haar bedrijf geen zaken te doen met het stadsdeel of partners van het stadsdeel. De voorzitter dankt de commissie voor haar werk. Zij gaat over tot de beëdiging van mevrouw Vissia tot duoraadslid voor de SP en feliciteert haar met haar benoeming. 180 3. Tweede termijn Raad VVD De heer Lamme (VVD): 185 - De VVD heeft een tegenbegroting opgesteld. In die begroting staan voorstellen die ongeveer € 10 miljoen aan investeringen inhouden. De belangrijkste onderwerpen zijn daarbij: veiligheid, bereikbaarheid, schone en hele openbare ruimte, het belonen van duurzame investeringen en lastenverlichting bijvoorbeeld door het grotendeels afschaffen van de solidariteitsheffing. Dit alles past binnen de bestaande begroting. 190 De heer Van Berkel (PvdA) merkt op dat stoppen met de solidariteitsheffing betekent dat een groep mensen geen kwijtschelding meer krijgt en moet gaan betalen. Dat betekent een lastenverzwaring voor die groep. De heer Meeder (GroenLinks) vraagt wat volgens de VVD de solidariteitsheffing inhoudt. De heer Lamme (VVD) antwoordt dat het een Amsterdamse regeling betreft waarmee 195 meer draagkrachtigen meer heffing betalen zodat minima niet hoeven te betalen. De VVD wil kwijtschelding wel mogelijk houden, maar het geld niet meer bij de betalers van Pagina 5 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West afvalstoffenheffing weghalen. De VVD vindt dat de middelen voor kwijtschelding moeten komen uit de algemene middelen. Mevrouw Choma (SP) constateert dat door het schuiven met middelen in het sociale 200 programma, wat de VVD doet, andere kwetsbare mensen de dupe worden. Zij draaien dus eigenlijk op voor de tariefsverlaging. De heer Lamme (VVD) argumenteert dat de algemene middelen via belastingen vooral opgebracht worden door mensen die meer verdienen. De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat alle belastingbetalers, dus ook minder 205 verdienende mensen, bijdragen aan de algemene middelen. Hij noemt ter verduidelijking voor het publiek een aantal specifieke zaken op waar de VVD in schrapt om de tariefsverlaging te kunnen bekostigen. De heer Lamme (VVD) nuanceert dat de VVD andere accenten legt binnen het sociale programma, want er zijn bepaalde zaken die met minder budget toekunnen zoals klushulp 210 en opbouwwerk. -_ De tegenbegroting is zo samengesteld dat er geen aanspraak wordt gemaakt op de algemene reserve. De VVD kijkt namelijk niet waar het geld aan wordt uitgegeven, maar naar waar het geld vandaan komt. De andere fracties kijken vooral naar waar het geld naartoe moet gaan en maken 215 aanspraak op de algemene reserve. -__De PvdA financiert het totaal van € 1 miljoen van zijn voorstellen met extra geld uit het Parkeerfonds, het ISV, de afvalstoffenheffing, de algemene reserve en uit de meevaller van de centrale stad. Dat laatste doet gelukkig geen pijn, maar verder wordt alleen het bestaande budget voor eenzame ouderen benut. 220 De heer Van Berkel (PvdA) vraagt of de VVD geen enkel voorstel met dekking uit de algemene reserve zal steunen. De heer Lamme (VVD) stelt dat de VVD de algemene reserve op peil wil houden. In reactie op het voorbeeld van de heer Van Berkel (PvdA) erkent hij dat er een lovenswaardig voorstel ligt voor de Corantijnschool. De VVD wil dat echter uit middelen uit 225 de onderwijsbegroting halen en niet uit de algemene middelen. Mevrouw Choma (SP) vraagt of dat standpunt inhoudt dat voorstellen met een in de ogen van de VVD degelijke dekking gesteund zullen worden. De heer Lamme (VVD) beaamt dat en vervolgt zijn betoog. -___D66 is zuinig geweest met haar voorstellen gedekt uit het Parkeerfonds. 230 - GroenLinks heeft tien voorstellen ingediend die € 635.000 kosten, gefinancierd uit de afvalstoffenheffing, de algemene reserve en de extra middelen die het stadsdeel krijgt. GroenLinks maakt geen keuzes binnen de begroting en zet alleen extra geld in. - De SP doet voorstellen voor € 457.000 die voor een deel gefinancierd worden uit de meevaller, maar ook door te schuiven met middelen. In het zoeken naar een andere 235 prioritering kan de VVD zich vinden. De heer Meeder (GroenLinks) vraagt of de VVD inderdaad vindt dat de voorstellen die niet aan de eisen van de VVD voor dekking voldoen tot schulden van het stadsdeel leiden. De heer Lamme (VVD) ziet de nodige voorstellen waarmee alleen maar meer geld wordt uitgegeven. Het lijken telkens kleine bedragen, maar opgeteld gaat het om € 2 miljoen en 240 dat gaat ten koste van de financiële situatie van het stadsdeel. De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat het daarom voorstellen voor eenmalige uitgaven zijn. De heer Lamme (VVD) weet dat in voorgaande jaren ook al eenmalig geld is uitgegeven dat in de volgende jaren opnieuw eenmalig werd toegekend. Dat zal waarschijnlijk met 245 deze eenmalige uitgaven ook gebeuren. Er was een sluitende begroting, maar als alle voorstellen worden aangenomen, zal de begroting niet meer sluitend zijn en wordt er ingeteerd op de reserve. De heer Van Berkel (PvdA) vraagt de heer Lamme zijn opmerking over een niet sluitende begroting en het op de pof leven terug te nemen. Er is namelijk een sluitende begroting 250 waarin geld over is door heel zorgvuldig begroten. Daarnaast is er sprake van een meevaller van ruim € 3 miljoen. Er is voldoende risicoreserve. De heer Lamme (VVD) wijst erop dat de risicoreserve € 420.000 is en dat alle voorstellen optellen tot meer dan € 2 miljoen. De meevaller van de centrale stad kan nu wel worden Pagina 6 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West uitgegeven, maar als er geen keuzes in de begroting worden gemaakt, is dat een 255 eenmalige zaak. De heer Van Berkel (PvdA) nuanceert dat de voorstellen van de PvdA binnen het budgettaire kader vallen en het extra geld wordt uitgegeven voor goede initiatieven. Mevrouw Choma (SP) vindt dat voldoende reserve moet worden aangehouden, zeker omdat alles in de komende jaren alleen maar minder wordt. 260 De heer Lamme (VVD) wil daarom onder de streep van de begroting op nul uit blijven komen. Geld moet rollen, maar alleen als dat kan. De voorstellen van De Groenen zijn redelijk bescheiden, maar het voorstel voor het aanpakken van de luchtkwaliteit is niet met een bedrag ingevuld en kan tonnen tot miljoenen gaan kosten. 265 De heer Schönberger (De Groenen) wijst erop dat er om maximaal twee keer € 5000 wordt gevraagd. De heer Meeder (GroenLinks) herinnert de VVD aan recent onderzoek waaruit blijkt dat fijnstof vele malen schadelijker is voor de gezondheid dan eerder werd aangenomen. West heeft te maken met mensen die pal naast de A10 wonen en toch gaat de VVD niet 270 instemmen met de motie? De heer Lamme (VVD) wijst op het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit en het stadsbrede programma. West moet daarbij aansluiten en niet lokaal nog eens beleid daaroverheen zetten: -__In zijn algemeenheid kan de VVD zich vinden in voorstellen met een goede inhoud en 275 een goede dekking. Voorbeelden zijn Behoud boodschappenbus, Kunst in de openbare ruimte en |-participatie. De heer Van Berkel (PvdA) krijgt de indruk dat de VVD op de dekking gefixeerd is. Hij vraagt of ook de inhoud van voorstellen is beoordeeld en verwijst daarbij naar het negatieve preadvies van het Db op de motie over |-participatie. 280 De heer Lamme (VVD) snapt dat de PvdA het college steunt, maar de VVD vindt ook dat er een breder palet aan informatie via de website moet worden gedeeld. - De VVD heeft ook goede voorstellen met een slechte dekking gevonden. Voorbeelden zijn het BPT — maar daarvan schijnt de dekking inmiddels te zijn veranderd — het Kindpakket, Meer talent naar werk en Da Costaplein. Dat laatste voorstel zou met de 285 juiste dekking gesteund kunnen worden, want investeren in openbare ruimte is goed en het plein vraagt al lang om een opknapbeurt. De heer Van Berkel (PvdA) vraagt wat het doel van het Parkeerfonds anders is dan besteding aan verbetering van de openbare ruimte. De heer Lamme (VVD) wijst erop dat het Parkeerfonds wordt gevuld door degenen die 290 parkeren. Het is bedoeld voor het oplossen van parkeerproblemen, zoals parkeerdruk en wachtlijsten, en voor de bereikbaarheid. Het opknappen van pleinen moet uit de algemene middelen komen. Op de vraag van de heer Van Berkel (PvdA) of de openbare ruimte opgeknapt zou kunnen worden zonder gebruik te maken van het Parkeerfonds verwijst hij naar Nieuw West. 295 De heer Meeder (GroenLinks) vraagt waarom de VVD niet eerder op de moties heeft gereageerd en nu pas aangeeft welke eisen aan de dekking worden gesteld. De heer Lamme (VVD) verwijst naar de liberale tegenbegroting waarin voorstellen voor dekking staan. Mevrouw Choma (SP) vraagt of het klopt dat als de dekking uit de meevaller komt, de 300 VVD wel met die voorstellen kan instemmen. De heer Lamme (VVD) staat daar positief tegenover. Afsluitend noemt hij de zaken die voor de VVD belangrijk zijn en die met de voorstellen bereikt moeten worden: -__ Orde op zaken: het budget voor bewonersinitiatieven moet terug naar € 100.000. 305 -__Een schone openbare ruimte: het anti-graffitibudget moet op peil blijven. -_ Een veilig stadsdeel: extra inzet van BPT's. - Een bereikbaar stadsdeel: bereikbaarheid Westerpark. -__Lastenverlaging: solidariteitsheffing afschaffen. 310 PvdA De heer Van Berkel (PvdA): Pagina 7 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West - Het stadsdeel heeft haar zaken op orde met een sluitende financiële begroting en voldoende reserve. Voor het geld dat er nog aan komt, zijn voorstellen opgesteld. -__De VVD krijgt complimenten, maar het is jammer dat de tegenbegroting zo laat is 315 gekomen. Wel blijkt ook daaruit dat de PvdA en de VVD op een aantal punten van mening verschillen. Zo wil de VVD kunstenaars niet steunen en de PvdA wil dat wel. De heer Lamme (VVD) nuanceert dat de VVD wil blijven investeren in kunst, maar dan ook resultaten van die investering in de openbare ruimte wil terugzien. De heer Van Berkel (PvdA) wijst op de tekst van het voorstel waaruit blijkt dat de VVD 320 kunstenaars niet wil ondersteunen. Hij vervolgt zijn betoog: - Op het gebied van veiligheid kunnen de PvdA en de VVD elkaar enigszins vinden, maar de PvdA wil liever mensen op straat dan camera's. Gelukkig heeft de VVD voor de inzet van BPT's een goed amendement gemaakt. - De SP krijgt complimenten voor de samenwerking in de voorstellen rond eenzaamheid 325 en de Boodschappenbus en voor de constructieve houding, vooral op het financiële vlak, met de expertise van de heer Beukelaar. - De reactie van lijsttrekker Rietman van D66 op de website en de radio is hard aangekomen. Zijn kritiek op participatie is namelijk alleen gebaseerd op de bijdrage van een inspreker in relatie tot een enkel participatietraject. De PvdÂÀ waardeert de 330 inzet van het stadsdeel en van bewoners en wil de huidige cultuur rond participatietrajecten doorzetten en blijven verbeteren. De heer Dijksman (D66) vindt deze opmerkingen meer passen in een verkiezingscampagne dan in een reactie op de inbreng van D66 in de sessies. De heer Van Berkel (PvdA) benadrukt dat D66 ook in de eerste termijn inging op de 335 bestuurscultuur in het stadsdeel toen D66 sprak over een ondeugdelijke inspraakprocedure bij het Nicolaas Beetsplantsoen. De heer Dijksman (D66) wijst erop dat D66 heeft aangegeven dat het belangrijk is naar bewoners te luisteren, want dat bleek bij het Nicolaas Beetsplantsoen maar weinig te zijn gebeurd. 340 Mevrouw Choma (SP) vraagt of de PvdA vindt dat de participatie van burgers altijd goed verloopt. De heer Van Berkel (PvdA) erkent dat er altijd mogelijkheden zijn voor verbetering. In het geval van het Nicolaas Beetsplantsoen is veel met bewoners gesproken en is naar ze geluisterd, Er is ook geluisterd naar bewoners op een andere plek die last zouden hebben 345 van de afsluiting van de straat. Daarna heeft een belangenafweging plaatsgevonden. Er is al veel geïnvesteerd in de communicatie met bewoners en die cultuur moet blijven bestaan. Mevrouw Choma (SP) denkt dat de SP en de PvdA elkaar kunnen vinden in het desnoods houden van enquêtes onder bewoners zodat duidelijk wordt wat mensen willen. 350 De heer Van Berkel (PvdA) sluit dat niet uit. - De bijdrage van De Groenen in eerste termijn en de inzet op vergroening krijgt veel waardering. -__ GroenLinks is al vier jaar een goede coalitiepartner. - De Pvd dankt het Db voor het goed afgeleverde werk op verschillende terreinen en 355 voor de sluitende begroting. - De PvdA heeft de nodige moties en amendementen ingediend, waaronder: Da Costaplein: Er is goed naar bewoners geluisterd en actie ondernomen. BPT's werken heel goed als preventieve kant van het veiligheidsbeleid. De heer Lamme (VVD) merkt op dat de PvdA steun vraagt voor een motie die nagenoeg 360 identiek is aan die van de VVD. De heer Van Berkel (PvdA) beaamt dat de moties op de inhoud overeenkomen, maar dat de dekking verschilt. De VVD wil waterhappers schrappen, maar de Pvd wil die behouden en de middelen vinden in het saldo van de begroting. - De motie over de Boodschappenbus, samen met de SP heeft een positief preadvies 365 gekregen en dat is een goede zaak. -__ Kindpakket. De PvdA is blij met de steun voor deze motie. - Bij de Corantijnschool hebben ouders geld bij elkaar gebracht en met een extra bijdrage van het stadsdeel kunnen voor de school belangrijke voorzieningen worden geregeld. Pagina 8 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West 370 Mevrouw Choma (SP) begrijpt de keuze van de PvdA niet. Het stadsdeel kan de meevaller voor van alles gebruiken, maar kiest ervoor kapitaallasten van fietspaden af te kopen. Dat zou uit het Parkeerfonds kunnen worden gedaan waardoor meer van de algemene middelen voor andere zaken overblijft. De heer Van Berkel (PvdA) vraagt zich af of dat kan. De PvdA heeft van een aantal 375 voorstellen de dekking gewijzigd door in plaats van de algemene middelen het saldo van de begroting aan te geven. Op de opmerking van de heer Lamme (VVD) antwoordt hij dat het dus om het overschot op de begroting gaat. Als het saldo genoemd wordt als dekking, kan het Db voor verdere invulling zorgen. Uiteindelijk gaat wat overblijft toch naar de algemene reserve. 380 Mevrouw Choma (SP) vraagt of de voorstellen van de PvdA wel allemaal uit dat saldo kunnen worden bekostigd. De heer Van Berkel (PvdA) geeft aan dat het totaal van de voorstellen ruim binnen het saldo blijft. - De Pvd vraagt om een investering zodat het buurtgericht werken met de participatie 385 en betrokkenheid van bewoners kan worden geborgd en verder kan worden uitgebouwd. Het buurtgericht werken zoals West dat heeft ontwikkeld, wordt een belangrijke werkwijze voor de bestuurscommissies. D66 390 De heer Dijksman (D66) spreekt zijn waardering uit voor: - De PvdA voor zijn inzet om de veiligheid in de Gulden Winckelbuurt te verbeteren. - GroenLinks, dat de kleine ondernemers wil stimuleren om op vrijwillige basis te verduurzamen. - De SP om zijn inzet om de armoede in het stadsdeel te bestrijden. 395 -__De Groenen voor de oproep om extra maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. - De VVD, die elk jaar met een alternatieve begroting komt waar D66 als medeliberaal een eind in mee kan. Minder regels voor bewoners, ondernemers en een compacte overheid zijn voor D66 ook belangrijk, maar op andere punten verschillen de fracties 400 van mening zoals het preventief fouilleren, flexibel cameratoezicht en bezuinigingen op welzijnswerk. - Het Db, dat een solide begroting heeft afgeleverd. D66 staat voor solide financieel beleid en dus voor een zo groot mogelijke reserve om de komende klappen voor bewoners op te vangen en geen geld weg te geven. 405 West heeft echter, anders dan het Db aangaf, op Zuid en Nieuw West na de meeste auto’s en uit de cijfers blijkt ook weer eens het grote parkeerprobleem. Daar is zeker geen verbetering in gekomen, ondanks het coalitieakkoord. De heer Schönberger (De Groenen) vraagt wat D66 voorstelt. De heer Dijksman (D66) wijst erop dat D66 wil stoppen met geld uit het Parkeerfonds 410 over de balk smijten. Er worden tientallen miljoenen euro's gestoken in het autovrij maken van tweeënhalf voetbalveldje ruimte in het stadsdeel. Ook de Rekenkamer heeft kritische geluiden laten horen. Het Db wil verder met Ringparkeren, maar er zijn maar negen aanmeldingen. -__ Technisch klopt de begroting, maar D66 heeft grote bezwaren tegen de inhoud en 415 daar zijn drie voorbeelden bij te noemen. 1500 Ringparkeerplaatsen financieren betekent tientallen miljoenen euro's die in de komende dertig jaar moeten worden opgebracht zonder dat er een parkeerplek bij komt in West. De financiering van de verlaging van de afvalstoffenheffing komt uit de algemene middelen en niet uit een kostenreductie. 420 De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat een verlaging van de afvalstoffenheffing in het verschiet ligt, Daar wordt op vooruitgelopen want er is geld genoeg. De heer Dijksman (D66) vraagt zich af of er na alle moties en amendementen nog steeds zo veel geld over is. D66 wil ook in licht van de verkiezingen spaarzaam omgaan met het geld. 425 -__ Verder zijn er nog de weinig zeggende effectindicatoren op parkeren en welzijn. Om die drie redenen zal D66 tegen de begroting stemmen. Pagina 9 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West De heer Meeder (GroenLinks) vraagt of D66 werkelijk tegen de begroting gaat stemmen vanwege stedelijk gebruikte indicatoren. De heer Dijksman (D66) wijst nogmaals op de redenen om tegen te stemmen: 430 effectindicatoren, Ringparkeren en afvalstoffenheffing. Bovendien zal er na alle voorstellen geen sprake meer zijn van een solide begroting. De heer Meeder (GroenLinks) constateert dat D66 tegen een begroting van €250 miljoen gaat stemmen vanwege een post van € 1 miljoen. De heer Dijksman (D66) denkt dat zijn beschouwing duidelijk genoeg is geweest. 435 GroenLinks De heer Meeder (GroenLinks): -__ GroenLinks heeft al aangegeven waar extra aandacht naar moet uitgaan. Dat zijn: zaken op orde, ondersteuning van bewoners in een kwetsbare positie, een groene 440 openbare ruimte, bewonersparticipatie en duurzaamheid. -__ Opgroeien in armoede is een kwetsbare situatie. Het stadsdeel moet kinderen ondersteunen en dat wil de Deelraad mogelijk maken met het Kindpakket. -__ Voor de jeugd is ook een waardig onderkomen nodig en dat is New Society. - Werk is de beste manier om uit de armoede te komen en daar zijn voorstellen bij 445 gemaakt. -__De samenleving moet er een zijn met vertrouwen in creativiteit, kennis, tijd en energie van medebewoners, want de duurzame netwerksamenleving is belangrijk. Ook daar zijn moties bij gemaakt. -_ Vrijwilligers zijn belangrijk. Organisaties, zowel professionele als vrijwillige, moeten 450 daarom beleid opstellen en het stadsdeel moet die organisaties daarbij ondersteunen. -__ Kijk op West vervulde een goede rol in het delen van cultuur. Volgens het preadvies past het echter niet in het programma Cultuur. GroenLinks vindt echter dat het dit programma overstijgt. De heer Lamme (VVD) vraagt naar aantoonbare resultaten van Kijk op West. 455 De heer Meeder (GroenLinks) erkent dat er geen harde cijfers zijn, maar hij wijst op de enthousiaste reacties en de hoeveelheid deelnemers. Dat maakt herhaling Zinvol. -__ Inderdaad is het Westerpark niet optimaal bereikbaar. In Westpoort wordt gewerkt aan een voorziening voor auto's en daardoor blijf het verbeteren van het openbaar vervoer over. 460 De heer Lamme (VVD) vindt dat het Westergasfabriekterrein, dat economisch zo veel betekent voor West, met alle vervoermiddelen goed bereikbaar moet zijn. Dat is ook het verzoek van de ondernemers. De heer Meeder (GroenLinks) vindt dat bezoekers ervan uit kunnen gaan dat in een grote stad niet alles met de auto bereikbaar is. Er moet vooral een heel goede 465 openbaarvervoervoorziening komen en vanaf de rand van het stadsdeel moeten automobilisten met shuttlebussen het terrein kunnen bereiken. De heer Van Berkel (PvdA) wijst erop dat het Westerpark al goed bereikbaar is met de auto. De heer Lamme (VVD) constateert dat de PvdA en GroenLinks het weer eens met elkaar 470 eens zijn over hun eigen wereld. De VVD heeft met ondernemers gesproken en heeft te horen gekregen dat die voorzieningen niet voldoen. Er moet een gastvrije manier komen om dit speerpunt in de economische ontwikkeling van het stadsdeel bereikbaar te maken. De heer Meeder (GroenLinks) vervolgt zijn betoog: -_ Een groene leefomgeving kost geen geld, maar levert geld op. Investeringen in 475 vergroening van de openbare ruimte moeten ook kunst omvatten. - Bewoners moeten betrokken worden bij het verbeteren van de openbare ruimte. Het Da Costaplein en de ouders van de Corantijnschool maken duidelijk wat enthousiasme teweeg kan brengen. -__ Het stadsdeel moet mooier en schoner worden. Bewoners willen dat ook, want 480 afvalbakken worden massaal geadopteerd. -__ Buurtgericht werken is een belangrijke werkwijze die geborgd moet worden. - Scooters en snorscooters leveren veel fijnstof dat nu direct bij de fietsers terechtkomt. De scooters moeten dus van het fietspad af en het gebruik van e-scooters moet Pagina 10 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West gestimuleerd worden. De motie van De Groenen over luchtkwaliteit wordt ook 485 gesteund. -__ GroenLinks is voor steun voor maatschappelijke zaken, maar moties of amendementen waarin om steun voor specifieke organisaties gevraagd wordt, zullen niet gesteund worden. Op de vraag van mevrouw Choma (SP) antwoordt hij dat als de vraag om financiële steun meer algemeen voor een activiteit geformuleerd wordt, er 490 meer mogelijkheden zijn. Een voorstel komt vaak na een afgewezen subsidie terwijl de Deelraad niet weet waarom de aanvraag door het stadsdeel is afgewezen. Mevrouw Choma (SP) wijst erop dat de specifieke posten in de begroting zijn terug te vinden en uit antwoorden op technische vragen komen. Daar heeft de SP zich bij de voorstellen op gebaseerd. 495 De heer Meeder (GroenLinks) noemt het voorbeeld van de Voedselbank. De Deelraad weet niet waarop de aanvraag voor subsidie van de huisvesting is stukgelopen en dus is het geen goede zaak daar bij de begroting een bijdrage voor te vragen. Mevrouw Choma (SP) heeft in het geval van de Voedselbank informatie verkregen uit gesprekken met medewerkers. 500 De heer Lamme (VVD) vraagt waarom GroenLinks zich niet aan zijn eigen regel houdt bij het voorstel voor een buurtmediafonds, want daarmee wordt eigenlijk de Staatskrant bedoeld. De heer Meeder (GroenLinks) wijst erop dat in de motie alleen over een buurtmediafonds wordt gesproken. Bij dat fonds moeten voorwaarden worden opgesteld die gelden voor 505 alle media in West. - De moties van D66 zullen niet gesteund worden, want die hebben het karakter van ‘roepen vanaf de zijlijn’. - De tegenbegroting van de VVD wordt zeer gewaardeerd, maar de tijd was te kort om hem grondig door te nemen. Steun is dus niet aan de orde. 510 -__ GroenLinks wenst de opvolgers van de stadsdeelraad veel succes en veel groene en sociale wijsheid. SP Mevrouw Choma (SP): 515 - De SP heeft moeten constateren dat bij deze laatste begroting zo vlak voor de verkiezingen de nodige cadeautjes worden weggegeven. Daar verzet de fractie zich tegen. - De Pvd is de partij die zegt op te komen voor de zwaksten in de maatschappij, maar dat blijkt niet uit het voorstel over de afvalstoffenheffing: de allerarmsten profiteren 520 niet, want die betalen geen afvalstoffenheffing. De heer Van Berkel (PvdA) nuanceert dat de PvdA niet per definitie de partij is voor de allerarmsten. De Partij van de Arbeid is er voor mensen met een laag- en middeninkomen, en voor alle mensen met meer inkomen en een sociaal hart. Het stadsdeel moet voor alle mensen goed beleid voeren. In dat licht past het heel goed om vooruit te lopen op de 525 verlaging van de afvalstoffenheffing in 2015. Mevrouw Choma (SP) wijst op de uitspraak die de PvdA hanteert, namelijk dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Een echte lastenverlaging zou zijn het niet doorvoeren van de 25% tariefsverhoging bij het parkeren. De heer Van Berkel (PvdA) ziet die verhoging ook als sturingsmiddel in het 530 parkeerbeleid. Mevrouw Choma (SP) wijst erop dat er bewoners zijn die hun auto simpelweg niet aan de ring kunnen zetten. Die worden financieel getroffen door de tariefsverhoging. De heer Van Berkel (PvdA) denkt dat de mate waarin deze mensen financieel getroffen worden door de tariefsverhoging is te overzien. Bovendien wordt de afvalstoffenheffing 535 verlaagd. Mevrouw Choma (SP) vindt dat een vreemde uitspraak aangezien de PvdA zelf constateert dat er zo veel mensen zijn die geholpen moeten worden. - De SP vraagt zich af of de PvdA wel financieel degelijk beleid voert door voorstellen te doen voor € 495.000 en daarbij maar € 420.000 verantwoordelijke dekking aan te 540 geven. De zorg van de heer Lamme (VVD) dat de dubbele voorstellen tot verdubbeling van dat budget leiden, wordt door de SP gedeeld. De SP kan zich Pagina 11 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West vinden in het bestemmen van het overschot van € 420.000, maar vindt dat met de reserves en de meevallers zeer terughoudend moet worden omgegaan. -__ Een banenmarkt is een sympathiek idee, maar de problemen op de arbeidsmarkt zijn 545 te groot voor een lokale aanpak. - De tegenbegroting van de VVD maakt weer eens duidelijk dat de SP op een aantal gebieden heel andere keuzes maakt. Een voorbeeld is de esthetische vorming. De SP vindt dat wel degelijk een taak van de overheid, want niet alle ouders kunnen die ontwikkeling aan hun kinderen bieden, financieel of anderszins. 550 De heer Lamme (VVD) vindt dat zoiets onderdeel moet zijn van het aanbod van de scholen zelf. Daar moet dus ook de financiering vandaan komen. Mevrouw Choma (SP) wijst op de realiteit. Er zijn ouders die nu al niet meer in staat zijn een financiële bijdrage te betalen voor een activiteit. Alle kinderen moeten hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen en daarvoor zijn goede vakleraren en goede 555 bredeschoolactiviteiten nodig. -__ Een veilige buurt is belangrijk, maar het gaat ook om hoe dat wordt bereikt. Volgens de SP zijn camera’s niet de oplossing, maar bewuster burgerschap wel. - De SP begrijpt de zorgen van D66 over participatietrajecten, maar het uitbreiden van l-participatie is niet de oplossing. Er moet ingezet blijven worden op het betrekken van 560 alle bewoners bij plannen. - Op een aantal gebieden hebben GroenLinks en de SP goed samengewerkt. Zo ligt er een gezamenlijk voorstel voor een buurtmediafonds en voor het Kindpakket. - Het is altijd een plezier om naar de bijdrage van De Groenen te luisteren De motie over verbetering van de luchtkwaliteit is ook voor de SP heel belangrijk, want het 565 fijnstof blijkt nog schadelijker dan gedacht. - De SP kan zich niet in alle keuzes vinden die in de Begroting 2014 worden gemaakt. De SP vindt bijvoorbeeld dat alles wat uit het Parkeerfonds kan worden gefinancierd daar ook uit moet worden gehaald zodat er geld binnen de begroting vrijkomt voor andere zaken. 570 De Groenen De heer Schönberger (De Groenen): -__In de afgelopen jaren is veel over de luchtkwaliteit gesproken. Er zijn afspraken gemaakt om de uitstoot te verminderen, maar er is maar 6 kton vermindering 575 gerealiseerd. Desondanks staat er in de begroting weer een vermindering van 68 kton. Omdat de maatregelen tot nu toe niet hebben gewerkt en de ambitie dus weer niet gehaald zal worden, heeft De Groenen een motie opgesteld voor extra maatregelen. De heer Lamme (VVD) constateert dat de motie het Db aan de gedane toezegging houdt, 580 maar dat de vraag blijft hoe die toezegging gerealiseerd zou moeten worden en wat die maatregelen mogen kosten. Wat ziet De Groenen als wel werkende maatregelen? De heer Schönberger (De Groenen) ziet als optimum een autovrije binnenstad, elektrische fietsen in plaats van scooters, etc. De heer Lamme (VVD) vraagt of GroenLinks deze ideeën ook steunt. 585 De heer Schönberger (De Groenen) houdt graag het iets minder linkse GroenLinks en de nog minder linkse PvdA met deze ideeën scherp. Overigens zijn veel ideeën van De Groenen inmiddels bij andere partijen terug te vinden in het verkiezingsprogramma. -__De motie over luchtkwaliteit betreft de voortzetting van het huidige beleid en kan dus uitgevoerd worden. Op die manier kan misschien toch nog de Europese norm gehaald 590 worden, al is die ook niet voldoende hoog voor De Groenen. -__ Nederlandse taal bij inburgering. Na eerdere subsidies moesten mensen zelf de hoge kosten van een cursus betalen. In het stadsdeel bestaat een organisatie die met een klein budget mensen begeleidt, met zeer goede resultaten. Die vrijwilligersorganisatie moet de ruimte krijgen. Samenwerking met de laagdrempelige bibliotheken is 595 belangrijk, vandaar de vraag om een eventuele extra € 5000. - Een voor De Groenen belangrijke motie is die voor een buurtmediafonds. In een dragende samenleving is het belangrijk dat bewoners weten wat er in de buurt leeft. - Het parkeerbeleid wordt beïnvloed door politieke keuzes op andere gebieden. In het verleden is gekozen voor een ongedeelde stad, maar inmiddels is dat omgevormd Pagina 12 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West 600 naar een gedeelde stad, want sociale huurwoningen verdwijnen en worden vrijesectorwoningen. Volgens De Groenen leidt dat tot meer vraag naar parkeerplaatsen, want meer woningen in de vrije sector trekken meer bewoners met geld voor een auto. Het gaat dus om de keuze tussen meer geliberaliseerde woningen of meer parkeerplekken. 605 De voorzitter schorst de vergadering voor de voorbereiding van het Db op zijn tweede termijn (21.55 uur tot 22.05 uur). 4. Tweede termijn Dagelijks bestuur 610 Portefeuillenouder Kuitenbrouwer: - Het Db heeft waardering voor de liberale tegenbegroting en leest die met plezier. Zoals de VVD zelf al aangaf, kan het Db echter geen positief preadvies op dat amendement uitbrengen. 615 -_ De Deelraad heeft afgesproken zich niet over de hoogte van individuele subsidies uit te spreken en moet zich aan die afspraak houden. -__ Uit de ingediende moties en amendementen blijkt dat de fracties veel zorgen hebben op het gebied van zorg en welzijn. Het Db deelt die zorgen en dat is terug te zien in de preadviezen. 620 - Het Db is blij met de waardering van de Deelraad voor het BPT en de voorgestelde steun voor de inzet. - __ Wat betreft de mate van bewonersondersteuning verschilt de Deelraad onderling van mening. Dat blijkt onder andere bij de steun aan de buurtmedia en de hotspotaanpak. - Het is een goede zaak dat het buurtgericht werken steun krijgt van de Deelraad want 625 de opzet is goed, al kan hij op een aantal punten nog beter. - Op de motie over luchtkwaliteit wordt een positief preadvies uitgebracht. - De motie over jeugd-preventieteams is ontraden, maar dat behoeft wel uitleg. Er is discussie over de hoogte van de declaratie van de coördinatiekosten en daar moet het Db nog verder naar kijken, ook in overleg met stadsdeel Oost. Op de vraag van de 630 heer De Groot (PvdA) of het Db er met de organisatie uit zal komen, kan zij positief antwoorden. -___Portefeuillenouder Lambriex is gevraagd een toelichting te geven op de financiële kant van de dekking van de voorstellen. 635 Portefeuillenouder Lambriex: -___Het overschot in 2014 bedraagt € 420.000 en neemt in de jaren daarna structureel af. -__Eris een meevaller van bijna € 4 miljoen en het Db stelt voor daarmee schulden af te lossen in verband met in het verleden aangelegde fietspaden. Daardoor ontstaat een structureel voordeel van ongeveer € 500.000 op de begroting. 640 -__ Inde Berap is een overschot van € 4 miljoen gemeld en dat is toegevoegd aan de begroting. Bij de negenmaandsrapportage bleek daar nog € 5 miljoen bij te komen. - De voorstellen van de Deelraad betreffen intensiveringen voor een bedrag van € 800.000. - De begroting mag niet negatief vastgesteld worden volgens de financiële afspraken in 645 Amsterdam. En in het kader van één stad één opgave mag niet ingeteerd worden op de algemene reserve. Met die twee kaders moet het Db rekening houden. -__Dat houdt in dat £ 420.000 bestemd kan worden zonder van de kaders af te wijken. De € 3,9 miljoen van de incidentele meevaller kan ingezet worden, maar dan wel incidenteel. 650 -__ Hij stelt voor dat de Deelraad zijn keuzes in het beleid aangeeft binnen de aangegeven grenzen en het aan het Db overlaat de technische oplossing voor de dekking te verzorgen. 5. Flitsdebatten 655 Pagina 13 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West De voorzitter meldt dat samen met de fractievoorzitters is geconstateerd dat er geen onderwerpen zijn blijven liggen voor flitsdebatten. De vergadering wordt geschorst voor de voorbereiding van de stemming (22.20 tot 23.15 uur). 660 6. Stemming Begroting 2014 De voorzitter gaat over tot stemming. Mevrouw Bakker (VVD) geeft aan dat zij als actieve buurtbewoner zich genoodzaakt voelt 665 zich bij een aantal amendementen en moties van stemming te onthouden om niet beticht te kunnen worden van belangenverstrengeling. De heer Dijksman (D66) geeft aan zich bij moties en amendementen met betrekking tot armoedebeleid van stemming te zullen onthouden gezien zijn werk als beleidsmedewerker 670 armoede. 6.1. Stemming over amendementen bij Begroting 2014 Amendement A13.42 Liberale Begroting 2014 (VVD) 675 Besluit: - De wijzigingsvoorstellen uit de liberale begroting van de VVD (bijlage) in de Begroting 2014 van stadsdeel Amsterdam West te verwerken; 680 -__ Op basis hiervan ook de andere relevante teksten en bedragen in de begroting aan te passen. Voor: VVD 685 Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Verworpen Amendement A13.47 Extra inzet Buurt Praktijk Teams (VVD) Amendement A13.47 is ingetrokken. 690 Amendement A13.28’ Buurtpraktijkteams (PvdA, VVD) Draagt het Db op: 695 - Extra middelen ad € 50.000 in te zetten om de veiligheid in de Gulden Winckelbuurt te verbeteren; -__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de begroting). 700 Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66, SP Tegen: De Groenen Aangenomen 705 Amendement A13.52’ Jeugdpreventieteams (PvdA) Amendement A13.52' is ingetrokken. Amendement A13.35 Oplaadnetwerk elektrische scooters en fietsen (GroenLinks) 710 Besluit: Pagina 14 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West -__Ín de begroting van 2014 een bedrag van € 15.000 te reserveren voor het plaatsen van oplaadpunten voor elektrische scooters en fietsers te plaatsen op gebouwen met 715 een publieksfunctie en (voornamelijk) gebouwen ín eigendom van het stadsdeel; - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (begrotingsboek, pagina 13); - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. 720 Voor: GroenLinks, De Groenen Tegen: PvdA, VVD, D66, SP Verworpen 725 Amendement A13.27 is vervallen. De inhoud komt terug in motie M13.90. Amendement A13.39 Subsidie verduurzaming kleine ondernemingen (GroenLinks) 730 Besluit om: - In de Begroting 2014 een extra intensivering ‘Duurzame ondernemers’ op te nemen in programma 4 van € 75.000 voor een subsidieregeling voor de stimulering en ondersteuning van investeringen van ondernemers in de verduurzaming van winkel- en werkpanden, die analoog aan de regeling ‘investeren winkelpanden’ ingericht is, 735 dat wil zeggen met de werking van een multiplier; - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (begrotingsboek, pagina 13); - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. 740 Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: VVD Aangenomen 745 Amendement A13.43’ Corantijnschool (PvdA, GroenLinks) Besluit: -_ Een bedrag van € 125.000 te reserveren ten behoeve van de cofinanciering van dit 750 ouderinitiatief ten behoeve van behoud van multifunctionele functie van de Corantijnschool als een van de brede scholen in West; -__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de begroting). 755 Mevrouw Choma (SP) verklaart dat de SP, naar aanleiding van de toezegging van de portefeuillehouder dat het met de dekking goed komt, voor zal stemmen. Voor: Allen 760 Tegen: Geen Unaniem aangenomen Amendement A13.40 Uitvoering kindpakket (SP, GroenLinks) 765 Besluit: - € 90.000 te reserveren voor het materieel vullen en ter beschikking stellen van het Kindpakket; Pagina 15 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ 770 (begrotingsboek, pagina 13); - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming. 775 Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Tegen: 4 leden van D66 Aangenomen Amendement A13.36’ Projecten Vrij West (PvdA, GroenLinks) 780 Besluit: -__Ín de campagne Vrij West een financiële investering te doen van € 50.000 ten behoeve van de projecten op middelbare scholen; 785 -__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in de tabel op pagina 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de begroting). Draagt het Dagelijks Bestuur op om: 790 -__ de lopende projecten van Vrij West op middelbare scholen voort te zetten en, naar inzicht, ook op andere scholen in West uit te voeren. Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen 795 Tegen: VVD Aangenomen Amendement A13.26 Behoud Boodschappenbus (SP, PvdA, GroenLinks) 800 Draagt het Db op: -__Íngesprek te gaan met de ABC Alliantie om ervoor te zorgen dat de Boodschappenbus blijft rijden, in ieder geval totdat er een passende oplossing is; - __ Ervoor zorg te dragen dat deze passende oplossing dezelfde doelen dient als de 805 Boodschappenbus en op instemming kan rekenen van de gebruikers. Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Tegen: D66 810 Aangenomen Amendement A13.45 Buurtmediafonds (GroenLinks, SP, De Groenen) 815 Besluit: -__Ín de Begroting 2014 incidenteel een bedrag van € 100.000 te reserveren voor de ontwikkeling van een buurtmediafonds; - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (begrotingsboek, pagina 13); 820 - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. En draagt het Dagelijks Bestuur op: -__ Al dan niet in samenwerking met de huidige gesprekspartners inzake buurtmedia en anderen zo snel mogelijk een dergelijk fonds op te zetten en criteria voor aanvragen te 825 bepalen; Pagina 16 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West -__ De raad hierover te informeren. Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming. 830 De heer Vervoort (D66) verklaart tegen te stemmen omdat hij het niet een taak van de overheid vindt lokale media te steunen. Daarnaast is hij er niet van overtuigd dat het geld niet voor de Staatskrant is bedoeld: hij heeft daar namelijk andere geluiden over gehoord. De heer Van Vuure (D66) verklaart voor te stemmen omdat hij zich ernstig zorgen maakt over de pluriformiteit van de informatievoorziening wat betreft de overheid in Amsterdam 835 West. Voor: PvdA, GroenLinks, 4 leden van D66, SP, De Groenen Tegen: 4 leden van de VVD, 1 lid van D66 Aangenomen 840 Amendement A13.32 Behoud subsidies voor SBOW (SP) Besluit: - De beide subsidies — een totaal van € 96.000 — eenmalig nog volledig uit te keren en 845 te dekken door de meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West 2014). 850 Voor: SP, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66 Verworpen Amendement A13.29 Behoud subsidie Centram voor thuisadministratie (SP) 855 Besluit: - De € 70.000 subsidie voor thuisadministratie aan Centram voor 2014 eenmalig uit te keren als incidentele subsidie en hiervoor dekking te vinden in de meevaller van niet 860 voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West 2014). Voor: SP, De Groenen 865 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66 Verworpen Amendement A13.37 Meer talent naar werk (GroenLinks, PvdA) 870 Besluit: -__Ín de begroting 2014 € 50.000 te reserveren voor een aantal extra te organiseren Talentenbeurzen; - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ 875 (begrotingsboek, pagina 13); - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP 880 Tegen: D66, De Groenen Aangenomen Pagina 17 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West Amendement A13.50’ Voldoende subsidie voor huidige activiteiten stichting Taalmenu (De Groenen, SP) 885 Besluit: Het Db te verzoeken om: 1. Een subsidiebedrag van € 22.000 te reserveren zodat de huidige werkzaamheden van 890 stichting Taalmenu doorgang kunnen vinden; 2. Alles in het werk te zetten om een aanvullende subsidie van € 5000 vrij te spelen om een samenwerking tussen stichting Taalmenu en de OBA mogelijk te maken, en hiervoor een dekking te vinden ten laste van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (pagina 13 begrotingsboek) 895 Voor: SP, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, D66 Verworpen 900 Amendement A13.30” Behoud subsidie Huisvesting Voedselbank (SP, PvdA, GroenLinks) 905 Draagt op: - Om de Voedselbank een incidentele subsidie toe te kennen van € 15.000 voor haar activiteiten. De dekking hiervoor kan worden gevonden ten laste van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (pagina 13 begrotingsboek). 910 De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming. Voor: PvdA, GroenLinks, 4 leden van D66, SP, De Groenen Tegen: VVD Aangenomen 915 Amendement A13.31 Behoud subsidie Social Tech (SP) Besluit: 920 - De subsidie van € 12.000 nog eenmaal in 2014 uit te keren en dit te dekken uit de meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 Begroting West 2014). 925 Voor: D66, SP, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD Verworpen Amendement A13.38 Kijk op West (GroenLinks) 930 Besluit: -__Ín programma 8 van de begroting 2014 een incidentele intensivering ‘Kijk op West’ op te nemen a € 85.000; 935 - Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ (begrotingsboek, pagina 13); - De Begroting 2014 dienovereenkomstig aan te passen. Pagina 18 van 27 Gemeente Amsterdam Plenai 10desemberzo1s Stadsdeel West 940 Voor: GroenLinks Tegen: PvdA, VVD, D66, SP, De Groenen Verworpen Amendement A13.23' Da Costaplein (PvdA) 945 Besluit: - De benodigde middelen voor het opknappen van het gehele Da Costaplein ín 2014 beschikbaar te stellen; 950 Draagt het Dagelijks Bestuur op om: - Hiervoor € 300.000 beschikbaar te stellen uit het Parkeerfonds en de begroting hierop aan te passen; -__Samen met bewoners een nieuw ontwerp van het Da Costaplein te maken, waarbij 955 het plan van bewoners als uitgangspunt dient. Mevrouw Bakker (VVD) verklaart dat de VVD uitermate sympathiek staat tegenover het luisteren naar bewoners en het efficiënt opknappen van een plein op een dusdanige 960 manier dat iedereen daar tevreden over is. De VVD zou met volle kracht en overtuiging het voorstel willen steunen, maar dat kan niet omdat het geld moet komen van een plek waarvan de VVD vindt dat het daar niet vandaan kan komen. Het Parkeerfonds is niet voor het opknappen van pleinen, want daar zijn andere middelen voor. De heer Van Vuure (D66) verklaart tegen te zullen stemmen vanwege de dekking uit het 965 Parkeerfonds dat al in 2015 door de ondergrens heen zal gaan. Het is dus niet de juiste vorm, anders had D66 het voorstel graag gesteund, want de fractie kan zich in de inhoud vinden. Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen Tegen: VVD, D66 970 Aangenomen Amendement A13.46 Anti graffiti (/VD) 975 Besluit: - in de Begroting 2014 het budget ten behoeve van anti graffiti (programma 9) te verhogen met € 85.000; -___ Dit voorstel wordt gedekt door de intensivering ‘Ruimtelijke Agenda West 2’ (programma 11) te schrappen. 980 Voor: VVD, D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen Verworpen 985 Amendement A13.49 Het dak op, met dat groen… (D66, De Groenen) Besluit: 990 -__€ 50.000 uit het Parkeerfonds beschikbaar te stellen voor het uitbreiden van de subsidieregeling ‘Groene Daken’ teneinde het aantal vierkante meters groen dak op zijn minst te verdubbelen; -__ Hiermee zichtbaar uitvoering te geven aan de ambitie tot de top vier van schoonste stadsdelen van Amsterdam te behoren. 995 Pagina 19 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West Voor: D66, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP Verworpen 1000 Amendement A13.53 Afvalstoffenheffing en solidariteitsheffing (VVD) Draagt het Dagelijks Bestuur op: 1005 - _De€ 1 miljoen voor 2014 die uit de Algemene Middelen komt te labelen als solidariteitsheffing en aan te vullen met € 300.000 uit het Programma 6 Welzijn & Zorg; -__€ 1,3 miljoen aan kwijtschelding vanaf 2105 niet te laten betalen door degenen die afvalstoffenheffing betalen, maar volledig te bekostigen uit Programma 6 Welzijn & 1010 Zorg en de afvalstoffenheffing met hetzelfde bedrag te verlagen; -__Ín2014 alles in het werk te stellen zodat de kosten en daarmee de tarieven voor afvalstoffenheffing omlaag gaan. 1015 Voor: VVD Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Verworpen Amendement A13.44 Borging adoptanten Hotspots (PvdA, GroenLinks) 1020 Besluit: -_ Ten behoeve van de borging van adoptanten, in de tabel Intensiveringen op blz. 139 van de Begroting 2014 de volgende regel op te nemen: (kolom 2014 8. Hotspot aanpak 150 1025 - Hiertoe de Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing te verlagen met € 150.000, en dit als volgt aan te passen in de Begroting op blz. 276+ 1041 Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing 2.410 1.000 1.062 2.347 1030 - Het dagelijks bestuur op te dragen een en ander in de begroting te verwerken. Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen Tegen: VVD, D66, SP 1035 Aangenomen Amendement A13.24’ Extra budget verbouwing New Society (PvdA) 1040 Besluit: -__Ín de tabel Meerjarenraming ISV, op blz. 227 bij punt Opknappen vastgoed ‘New Society’, in de kolom raming 2014 het bedrag € 195.000 op te nemen; -__ Onderaan dezelfde kolom bij de regel Restant ISV-fonds, het bedrag te vervangen door € 1.649.461 (en waar dit verder voorkomt in de begroting). 1045 Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: VVD Aangenomen 1050 Pagina 20 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West Amendement A13.41 Bewonersinitiatieven (VVD) Besluit: 1055 -_ Het budget voor bewonersinitiatieven, dat deel uitmaakt van het budget voor buurtgerichte aanpak (blz. 168 ‘Begroting 2014’), te schrappen uit de ‘Begroting 20147; -__€ 100.000 in te zetten voor initiatieven die betrekking hebben op het verbeteren van de openbare ruimte, en dit onder te brengen in de ‘Begroting 2014’ onder het programma ‘Openbare Ruimte en Groen’. 1060 Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming. Voor: 4 leden van de VVD Tegen: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen 1065 Verworpen Amendement A13.48 Behoud subsidie huurgelden buurtkamer Da Costa (SP) 1070 Besluit: - Om de subsidie voor Buurtkamer Da Costa in ieder geval nog een jaar door te betalen en dat te dekken uit de meevaller van niet voorziene incidentele uitkering van € 3,9 miljoen van de centrale stad die nog niet in de begroting is verwerkt (blz. 19 1075 Begroting West 2014). Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming. Voor: SP, De Groenen 1080 Tegen: PvdA, GroenLinks, 4 leden van de VVD, D66 Verworpen Amendement A13.25’ Verdere ontwikkeling en borging buurtgericht werken in 2014 (PvdA, GroenLinks) 1085 Besluit: - Het dagelijks bestuur te verzoeken om, aansluitend op de bevindingen en aanbevelingen van de NSOB, de raad een voorstel te doen hoe deze werkwijze 1090 verder geborgd en doorontwikkeld kan worden in West. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een vervolgtraject met alle betrokken partijen in West, en het organiseren van een conferentie waarin de werkwijze van West belicht wordt. En voorts hierbij aandacht te besteden aan het vergroten van diversiteit in de deelnemende bewonersgroepen; 1095 -__ Hiervoor op blz. 170 van de Begroting de volgende intensivering op te nemen: 5. Verdere ontwikkeling en borging buurtgericht werken en bewonersparticipatie: € 70.000 incidenteel; -__ Dit bedrag ten laste te brengen van het ‘saldo algemene middelen begroting 2014’ in de tabel op blz. 13 van de begroting (en waar dit saldo verder voorkomt in de 1100 begroting). Mevrouw Bakker (VVD) onthoudt zich van stemming. Voor: PvdA, GroenLinks, SP 1105 Tegen: 4 leden van de VVD, D66, De Groenen Aangenomen Pagina 21 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West 6.2. Vaststellen Begroting 2014 1110 Programmabegroting 2014 Stadsdeel West Voor: PvdA, GroenLinks Tegen: VVD, D66, SP, De Groenen Vastgesteld 1115 Tarieven 2013 voor Leges en Precario De voorzitter wijst erop dat het besluit niet is gewijzigd, maar de onderliggende tabel wel. Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: VVD Vastgesteld 1120 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013 Mevrouw Oudendijk (D66) verklaart tegen de verordening te zullen stemmen. D66 is weliswaar voor het verlagen van de afvalstoffenheffing, maar niet op deze manier. Deze 1125 eenmalige verlaging is namelijk niet het gevolg van efficiënter werken, maar wordt betaald uit de algemene middelen, dus van belastinggeld. De heer Dijk (VVD) verklaart dat door de bekostiging uit de algemene middelen en dus niet het voorstel van de VVD aan te nemen het Db de bewoners een sigaar uit eigen doos geeft. Toch heeft de VVD liever dat dan helemaal geen sigaar en de fractie stemt dus 1130 voor. Mevrouw Choma (SP) verklaart tegen te zullen stemmen. De SP is voor lastenverlichting, maar dan wel echte lastenverlichting. Voor: PvdA, GroenLinks, VVD Tegen: D66, SP, De Groenen 1135 Vastgesteld Begrotingswijziging 2014 één stad één opgave Vastgesteld 1140 Kredietbesluit nieuwbouw Basisschoolgebouw Bos en Lommerschool Kolenkitbuurt Vastgesteld 6.3. Stemming over moties bij Begroting 2014 1145 Motie M13.72 Wachtlijst voor parkeervergunning (D66) - Besluit de term aanvalplan voor de wachtlijsten te kwalificeren als faalplan; 1150 -__ Besluit dit onderdeel van het parkeerbeleid ingevolge het coalitieakkoord te kwalificeren als mislukt. Voor: D66 1155 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Verworpen Motie M13.71 Is er nou wel of niet een parkeerprobleem in West (D66) 1160 Spreekt uit: - Dat het college 180 graden gedraaid is ten aanzien van haar eigen opvatting over het parkeerprobleem en de daarmee samenhangende aanpak uit het coalitieakkoord. Pagina 22 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West 1165 Voor: D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Verworpen 1170 Motie M13.67 Gemeenschapsgeld geparkeerd onder de grond (D66) Spreekt uit: - Dat we voor dit bedrag beter de echte problemen kunnen oplossen zoals het 1175 parkeerprobleem en het probleem van de matige luchtkwaliteit. Voor: D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen 1180 Verworpen Motie M13.59’ Besluitvorming scooterproef Mercatorplein-Dam (GroenLinks) 1185 Draagt het Db op om: - Nog voor het einde van deze bestuursperiode de raad een plan van uitvoering en besluitvoordracht te doen toekomen voor de proef op route Mercatorplein-Dam, zodat hier in 2014 reeds mee gestart kan worden. 1190 Voor: PvdA, GroenLinks, De Groenen Tegen: VVD, D66, SP Aangenomen 1195 Motie M13.51 Bereikbaarheid Westerpark (VVD) Draagt het Db op: - __ Samen met de centrale stad een bereikbaarheidsplan op te stellen voor het 1200 Westerpark en dit voor 1 maart aan de raad te sturen. De heer Meeder (GroenLinks) is enthousiast over de verbetering van de bereikbaarheid met openbaar vervoer en voor voetgangers en fietsers, maar vreest dat er bij de uitvoering 1205 onduidelijkheid zal zijn over welke vervoersmiddelen voorrang moeten hebben. GroenLinks zal dus tegen stemmen. De heer Van Berkel (PvdA) biedt bij voorbaat zijn excuses aan de VVD aan, want de PvdA zal voor stemmen. Voor: PvdA, VVD, D66, SP, De Groenen 1210 Tegen: GroenLinks Aangenomen Motie M13.90 Effectindicatoren verbetering leefbaarheid (D66) (was amendement A13.27) 1215 Besluit: -__ Het college een uitspraak te vragen welke indicatoren de voorkeur hebben om de verbetering van de leefbaarheid aan te tonen en zo nodig met een nieuw voorstel daartoe te komen. 1220 Pagina 23 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West Voor: D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Verworpen 1225 Motie M13.65 Lokaal stageplaatsen bevorderen (PvdA) Besluit: 1230 -__ Stageplekken bij lokale winkels te bevorderen en lokale winkels als leerbedrijf aan te moedigen. Draagt het Dagelijks bestuur op om: -__Aan winkelstraatmanagers de opdracht mee te geven stageplekken bij winkels te 1235 regelen en winkels te motiveren om een lokaal leerbedrijf te willen worden. Voor: PvdA, GroenLinks Tegen: VVD, D66, SP, De Groenen 1240 Aangenomen Motie M13.64 Lokale banenbeurs (PvdA) Motie M13.64 is ingetrokken. 1245 Motie M13.66 Beste brede scholen (D66) Roept het Db op: -__Om alle zeilen bij te zetten om de ambitie ‘beste brede scholen’ in ieder geval bij de 1250 pilotscholen te halen; - Een evaluatie uit te voeren over de omstandigheden en werkwijze die ertoe hebben geleid dat de ambitie niet door alle scholen is gehaald; - Daarbij de Deelraad te informeren op hoofdlijnen over de besteding aan tijd en geld (bijvoorbeeld procentueel) door de organisatie aan de onderwerpen brede school: 1255 Kies een school in de buurt, IHP, Frisse Scholen; - Een evaluatie en een plan voor de borging van de gehaalde resultaten aan de centrale stad door te geven. 1260 Voor: D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Verworpen Motie M13.73 Evaluatie beleid onderwijshuisvesting (D66) 1265 Roept het Db op: -___De scholen te vragen naar knelpunten in het vastgestelde IHP; - Deze knelpunten te evalueren ruim voor maart 2014 en de Deelraad hierover te 1270 informeren en het ter bespreking aan de Deelraad voor te leggen; - De evaluatie van mogelijke knelpunten en het resultaat van besprekingen in de Deelraad door te geven aan de centrale stad. 1275 Voor: D66, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP Verworpen Pagina 24 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West Motie M13.83 Naschoolse activiteiten (SP) 1280 Draagt het Db op om: - Het probleem van de daling van het aantal aanmeldingen voor naschoolse activiteiten sinds de invoering van de eigen bijdrage zo snel mogelijk in kaart te brengen en 1285 hierover de Deelraad in maart 2014 te informeren; - Meteen voorstel te komen om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen met als uitgangspunt dat geen kind in West de naschoolse activiteiten zou moeten ontberen omdat de ouders de eigen bijdrage niet kunnen betalen; - De (eventuele) kosten voor het oplossen van dit probleem te rapporteren aan de 1290 Deelraad en met de raad in conclaaf te gaan over de dekking hiervan. Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: VVD 1295 Aangenomen Motie M13.74 Mantelzorg voor alleenstaande (D66) 1300 Roept het Db op om bij de uitvoering van de taken op het gebied van mantelzorg expliciet aandacht te besteden aan alleenstaanden en binnen het te besteden Wmo-budget hieraan een redelijk bedrag van 8% te besteden. 1305 Voor: D66, De Groenen Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP Verworpen Motie M13.60’ Onderzoek Vrijwilligersbeleid Amsterdam West (GroenLinks) 1310 Draagt het Db op om: -_ Te onderzoeken of het mogelijk is om maatschappelijke organisaties in West te ondersteunen bij het formuleren van hun vrijwilligersbeleid, waarbij vrijwilligers helder 1315 geïnformeerd worden over de te verwachten ondersteuning en facilitering; -__Hiervoor in gesprek te gaan met DWI en ABC en gebruik te maken van de kennis en informatie van de Vrijwilligerscentrale Amsterdam. 1320 Voor: PvdA, GroenLinks, SP Tegen: VVD, D66, De Groenen Aangenomen Motie M13.86’ Vervolg Kindpakket (PvdA, GroenLinks, SP) 1325 Draagt het Db op: -__ Onderzoek te plegen naar de mogelijkheden om meer speelplekken te realiseren ín Amsterdam West en zo mogelijk een voorstel te doen aan de raad. 1330 De heer Dijksman (D66) onthoudt zich van stemming. Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen Tegen: 4 leden van D66 1335 Aangenomen Pagina 25 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West Motie M13.77 Kunst in de openbare ruimte (SP, D66, De Groenen) 1340 Besluit het Db op te dragen: -_ Een plan van aanpak te maken en uit te voeren om ‘misplaatste’ kunstwerken een betere plaats te geven dan wel de omgeving zo aan te passen dat er weer van genoten kan worden; - Een prijsvraag uit schrijven onder alle bewoners van het stadsdeel West om 1345 ‘onontdekte’ kunstwerken in de openbare ruimte aan te melden. -__ Te komen tot één lijst met kunstwerken en deze toegankelijk te maken; -__ Een onderhouds- dan wel herstelplan op te stellen voor de ‘nieuw’ verworven kunstwerken; -__ Bovenstaande acties te financieren uit de reserve KIDOR voordat daar nieuw werk 1350 van wordt bekostigd. De heer Van Berkel (PvdA) verklaart voor te zullen stemmen. De PvdA erkent het werk voor dit onderwerp van de heer Gosen en vindt dat belangrijk. De PvdA heeft bezwaren 1355 vanwege de uitvoering en de rammelende dekking, maar vindt het signaal goed. Voor: Allen Tegen: Geen Unaniem aangenomen 1360 Motie M13.82 Ateliers (SP) Besluit het Db op te dragen: -__ Alvorens de voornoemde voornemens uit te voeren, een notitie ter bespreking naar de 1365 Deelraad te sturen waarin in ieder geval de financiële consequenties, de gevolgen voor de buurt waarin de kunstenaars nu functioneren en de uitkomsten van het overleg met de kunstenaars worden besproken. 1370 Voor: GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: PvdA, VVD Aangenomen Motie M13.75 Laat jongeren kennismaken met cultuur (D66) 1375 Verzoekt het Db: - Deze middelen met name uit te geven aan initiatieven die jongeren kennis laten maken met kunst en cultuur. 1380 Voor: D66, SP Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, De Groenen Verworpen 1385 Motie M13.76 Historische kabelkasten (D66) Draagt het Db op: 1390 -__ Aan te sluiten bij het convenant dat stadsdelen Centrum en Zuid met Liander sloten om gedragsregels voor het behoud van historische kabelkasten vast te leggen. Pagina 26 van 27 Gemeente Amsterdam Plena 10 deoemberzo1s Stadsdeel West Voor: D66, SP, De Groenen 1395 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD Verworpen Motie M13.80 Extra maatregelen ter verbetering van luchtkwaliteit (De Groenen) 1400 Besluit: - Het Db op te dragen extra maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren, zodat er daadwerkelijk een substantiële afname van CO-uitstoot wordt gerealiseerd en aan de Europese normen van de luchtkwaliteit wordt voldaan. 1405 Voor: PvdA, GroenLinks, D66, SP, De Groenen Tegen: VVD Aangenomen 1410 Motie M13.84’ Onderzoek betaalbaarheid huurwoningen (SP) Draagt het Db op om: 1415 -__ Een voortrekkersrol te nemen bij het laten uitvoeren van een stedelijk onderzoek naar de financiële gevolgen van de verhoging woonlasten in de komende vier jaren in de sociale huursector. 1420 De heer Van Berkel (PvdA) verklaart voor te zullen stemmen in de verwachting dat voorafgaand aan het onderzoek de Deelraad een brief van het Db krijgt. Uit die brief moet blijken dat het onderzoek niet samenvalt met het stedelijk onderzoek en wat de kosten van het onderzoek zijn. De heer Groot Wassink (GroenLinks) verklaart voor te zullen stemmen omdat 1425 GroenLinks zich druk maakt en zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van huurwoningen. Voor: PvdA, GroenLinks, SP, De Groenen Tegen: VVD, D66 Aangenomen 1430 Motie M13.85 Tijdelijke huurwoningen voor Samen Doen (SP) Draagt het Db op: 1435 -__Om met corporaties afspraken te maken over een nieuw contingent woningen met tijdelijke verhuur, die beschikbaar zijn voor Samen Doen om voor noodgevallen een tijdelijke oplossing te kunnen bieden. 1440 De heer Van Berkel (PvdA) verklaart tegen te zullen stemmen, niet omdat het doel niet onderschreven wordt, maar omdat het al gebeurt. De heer Lamme (VVD) verklaart voor te zullen stemmen: het gebeurt wel, maar niet genoeg. Voor: GroenLinks, VVD, SP, De Groenen 1445 Tegen: PvdA, D66 Aangenomen Motie M13.70 Meer bewoners, minder ambtenaren (D66) Pagina 27 van 27 Gemeente Amsterdam Convsl Politieke Avond Blok Plenair 10 december 2013 Stadsdeel West 1450 Draagt het Db op: - Om de aanwezigheid van medewerkers van het stadsdeel en andere in dienst zijnde personen van het stadsdeel bij participatiebijeenkomsten zoveel mogelijk te beperken; -__Ervoor te zorgen dat er één duidelijk aanspreekpunt is voor bewoners per traject; 1455 - De bespaarde uren direct ten goede te laten komen aan de uitvoering van het project. Voor: D66 Tegen: PvdA, GroenLinks, VVD, SP, De Groenen 1460 Verworpen Motie M13.69 I-participatie (D66) 1465 Draagt het Db op: - Een voorstel te doen voor het einde van deze raadsperiode om participatie voor projecten meer online mogelijk te maken; -__ Informatie over projecten en participatiemogelijkheden en de diverse invalshoeken een duidelijke plek te geven op de website van het stadsdeel. 1470 Voor: PvdA, GroenLinks, VVD, D66 Tegen: SP, De Groenen Aangenomen 1475 7. Afscheid van de heer Vervoort (D66) De heer Dijksman (D66) betreurt het vertrek van de heer Vervoort en dankt hem voor de samenwerking. De heer Vervoort gelooft in de eigen kracht van mensen en een compacte 1480 overheid en die standpunten zijn telkens leidend geweest in discussies en besluitvorming in de raad en bij voorstellen. De term Kafka kwam in elke fractievergadering naar voren. Die terugtredende overheid vraagt meer van de mensen zelf en ook de heer Vervoort zette zich in als vrijwilliger. Binnen D66 was hij bestuurslid, campagneleider bij de Europese verkiezingen en ook een uitstekend raadslid. 1485 De heer Vervoort (D66) spreekt zijn dank uit voor de fijne samenwerking in de afgelopen jaren. Het is jammer om vlak voor de finish de Deelraad te verlaten, maar het moment is goed om een opleiding te gaan doen en te verhuizen. Hij wenst de Deelraad en de organisatie veel succes in de laatste maanden. 1490 De voorzitter dankt de heer Vervoort namens de Deelraad, de griffie en het Db voor zijn bijdrage aan de Deelraad en wenst hem alle goeds. 8. Sluiting 1495 De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 24.00 uur. Aldus vastgesteld in de Politieke Avond van 28 januari 2014, 1500 G. van Geffen K. Martowirono Griffier Raadsvoorzitter
Besluit
27
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 226 Datum indiening 27 december 2017 Datum akkoord college van b&w van 20 februari 2018 Publicatiedatum 21 februari 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Bouchibti en Boomsma inzake een postercampagne voor vrije partnerkeuze. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: In mei 2017 ging in Rotterdam een campagne van start met als slogan ‘In Nederland kies je je partner zelf’ met de hashtag #zelfgekozen, om aandacht te vragen voor het belang van vrije partnerkeuze en zelfbeschikking, en stelling te nemen tegen huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Onderdeel daarvan was het lanceren van de website (zelfgekozen.nl), de organisatie van een debat dat plaatsvond in juni, en een postercampagne. De campagne was opgezet door de organisatie Femmes for Freedom. Naar aanleiding van deze Rotterdamse campagne heeft het VVD-raadslid Bouchibti in de vergadering van de raadscommissie Jeugd en Cultuur op 15 juni 2017 de wethouder Integratie gevraagd een dergelijke campagne in Amsterdam te houden! Volgens de informatie waarover Bouchibti toen beschikte was Femmes for Freedom op dat moment al in gesprek met de wethouder hierover. In reactie hierop heeft de wethouder toegezegd hierop terug te komen op het moment dat de gesprekken met Femmes for Freedom verder gevorderd zouden zijn. Op 21 december 2017 liet een woordvoerder van Femmes for Freedom in het televisieprogramma De Tafel van Tijs weten dat het niet gelukt is om een postercampagne in Amsterdam te houden.” De gemeente Amsterdam zou volgens de woordvoerder van Femmes for Freedom hebben gezegd dat de campagneposters — waarop zoenende mensen met verschillende achtergronden te zien zijn — ‘te heftig’ zouden zijn. De uitingen op de posters zouden volgens de gemeente ‘onbespreekbaar’ zijn, aldus de woordvoerder. Gezien het vorenstaande hebben de leden Bouchibti en Boomsma, respectievelijk namens de fracties van de VVD en het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/5546415/1/17-06-15 en 20 definitief verslag cie _JC ? https://portal.eo.nl/programmas/tv/de-tafel-van-tijs/gemist/2017/12/21-sociale-media-vloek-of-zegen/ 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng a Gemeenteblad R Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017 1. Zijn erop dit moment plannen voor een campagne rondom het thema vrije partnerkeuze, bijvoorbeeld vergelijkbaar met of geïnspireerd door de campagne in Rotterdam? In welk stadium bevinden die plannen zich? Welke andere lopende projecten zijn nu gaande daaromtrent? Antwoord: Vanuit de preventieaanpak huwelijksdwang (portefeuille Zorg) wordt ingezet op het bespreekbaar maken van dit onderwerp. Een reeks van dialoogbijeenkomsten heeft bewezen effectief te zijn in het veranderen van normen over huwelijksdwang. Actieve organisaties met betrekking tot dit onderwerp zijn Vrouw en Vaart, Nisa for Nisa, Stichting Camillia, Stichting Kezban, en anderen. De gemeente ondersteunt activiteiten met betrekking tot zel eschikking, specifiek gericht op de vragen en problemen vanuit de doelgroep. Zo heeft het Servicepunt Emancipatie (gefinancierd door en werkend onder de coördinatie van de gemeente Amsterdam) in juni 2017 2 projecten gesubsidieerd die zich richtten op vrije partnerkeuze/huwelijksdwang. Hieronder was ook een aanvraag van Femmes for Freedom zelf, die inhield dat zij 8 trainingen aan sleutelfiguren bij (zelf)organisaties zouden verzorgen over het thema huwelijkse onvrijheid. Op dit moment zijn er geen plannen voor een campagne zoals de vragenstellers bedoelen. 2. In hoeverre herkent het college zich in de woordvoering van Femmes for Freedom over de gesprekken met de gemeente? Klopt het dat de gemeente in de gesprekken met Femmes for Freedom heeft laten weten dat posters met daarop zoenende stellen ‘te heftig’ en ‘onbespreekbaar’ zijn, en dat daardoor mogelijk geen subsidieaanvraag is gedaan? Kan het college uiteenzetten hoe de gesprekken met Femmes for Freedom over een eventuele postercampagne in Amsterdam (zijn) verlopen? Antwoord: Het college herkent zich niet in de woordvoering van Femmes for Freedom. Vanuit de ambtelijke organisatie afdeling Diversiteit heeft op 16 juni 2017 een gesprek plaatsgevonden met mevrouw Musa van Femmes for Freedom om te verkennen hoe de gemeente en Femmes for Freedom elkaar zouden kunnen versterken. Tijdens het gesprek heeft mevrouw Musa de mogelijkheid van een soortgelijke postercampagne als in Rotterdam op tafel gelegd en toegelicht. Zij gaf daarbij ook aan te betreuren dat het gesprek naar aanleiding van de postercampagne in Rotterdam teveel ging over “de zoenende moslima's” en te weinig over de inhoud. In het kader van verwachtingsmanagement zijn methaar de eventuele risico’s besproken. Woorden als “te heftig” en “onbespreekbaar” zijn in deze context niet gebezigd. Integendeel, geheel in de traditie van het constructief meedenken is Femmes for Freedom uitgenodigd een conceptvoorstel in te dienen passend bij de Amsterdamse context. Het conceptvoorstel is 4 maanden later op 20 oktober 2017 aan de betrokken ambtenaar gestuurd ingediend om de haalbaarheid hiervan te bepalen. Hij is niet via de officiële kanalen van de subsidieregeling aangeboden. Vanwege de gezamenlijke doelstellingen met betrekking tot zelfbeschikking en tegengaan huwelijksdwang is vanuit de portefeuilles Diversiteit en Zorg gezamenlijk naar het voorstel gekeken. Vanwege een te hoge (€ 25.000+ €15.000 onvoorzien) en niet sluitende begroting heeft de gemeente op 3 november 2017 Femmes for 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng a Gemeenteblad Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017 Freedom geadviseerd met een realistischer voorstel van max. € 10.000 te komen, dat specifieker is gericht op de doelgroep en eventueel de familieleden. Dit was volgens Femmes for Freedom niet mogelijk. Uiteindelijk is er op 27 november 2017 afgesproken dat Femmes for Freedom een eigen voorstel voor spiekpennen (pennen met relevante informatie over huwelijksdwang) zou indienen. Dit voorstel is vervolgens niet ingediend. Uit de media heeft de gemeente Amsterdam vervolgens vernomen dat Femmes for Freedom ontevreden was over de voortgang van het proces. 3. Hoe beoordeelt het college de campagne zoals gevoerd in Rotterdam rondom dit thema? Wat acht het college sterke punten, en ziet het college ruimte om de effectiviteit ervan te verbeteren? Zo ja, hoe? Antwoord: Bij ons college is geen evaluatie van de campagne Rotterdam bekend. Femmes for Freedom heeft bij haar conceptvoorstel gemeente ook geen onderbouwing meegeleverd. 4. Vreest het college dat de posters in Rotterdam kwetsend of confronterend zouden zijn, en ziet het college dat als een reden om af te zien van een dergelijke campagne? Graag een toelichting. Antwoord: Ons college vindt het van belang om mensen die te maken hebben met huwelijksdwang weerbaar te maken. Er zijn veel actieve Amsterdamse organisaties met goede initiatieven op dit gebied die door de gemeente Amsterdam worden ondersteund. Kwetsend of confronterend is geen basis voor afwijzing binnen de kaders van subsidieverstrekking. De aanvraag wordt beoordeeld op haalbaarheid, een reële begroting, aansluiting bij de overkoepelende gemeentelijke aanpak en draagvlak van initiatieven in de lokale samenleving. 5. Is de inhoud van de gesprekken met Femmes for Freedom, het verloop ervan en de inzet om wel of niet aan de slag te gaan met een dergelijke campagne op enigerlei wijze in het college besproken of aan de orde gekomen? Antwoord: Er is in dit verband geen officiële subsidieaanvraag ingediend en dus niet in het college aan de orde geweest. 6. Is het college het eens met de fracties van de VVD en het CDA dat een stad als Amsterdam, waar vrijheid, tolerantie en gelijkheid hoog in het vaandel staan, zich goed leent om een campagne voor vrije partnerkeuze te houden? Zo ja, is het college bereid om een plan op te stellen voor een dergelijke campagne, om die nog voor de zomer 2018 te organiseren, en dat voor te leggen aan de gemeenteraad? Antwoord: Vooralsnog ligt er een conceptvoorstel dat financieel en inhoudelijk niet voldoet aan criteria en waarbij een eventueel definitieve toekenning niet aan de orde is. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing a Gemeenteblad ummer seal: Datum 21 februari 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 27 december 2017 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam Opmerkingen voor publicatie: _Uiterlijkbekendmaken op: |___C Gevolgen voor de werking van een n.v.t. andere regeling: Externe informatieve bijlage voor de n.v.t. leesbaarheid: BESLUIT van de raad van de gemeente Amsterdam houdende regels over welstand in het project Vreeswijkpad (wijzigingsbesluit Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam welstandskader project Vreeswijkpad) De raad van de gemeente Amsterdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 januari 2021, gelet op artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet en artikel 108 jo. artikel 147, tweede lid, van de Gemeentewet, gezien het advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost van 27 september 2020, Artikel | De Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam wordt als volgt gewijzigd: besluit vast te stellen de wijziging van de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam (welstandskader project Vreeswijkpad) waarbij: a. Het welstandskader uit de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam voor het project Vreeswijkpad ter plaatse van de gebiedscontour (rood omlijnd) zoals op de kaart hieronder is weergegeven wijzigt. b. dit gebied wordt aangewezen als transformatielocatie als bedoeld in de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam, waardoor het welstandsniveau voor de duur van de transformatie wijzigt van gewoon naar bijzonder; c. ter plaatse van de gebiedscontour preventieve toetsing aan de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam wordt ingesteld voor veel voorkomende kleine bouwplannen. Uitsnede kaart “welstandniveaus - december 2019” behorende bij de Welstandsnota De schoonheid van Amsterdam 2019 ‚- Ä Legenda ak ml Beschermd ; s ee, Bijzonder \ j ME Gewoon En Geen preventieve toetsing veel voorkomende kleine bouwplannen En 6 | Eenvoudig Ten a | | ) Geen preventieve toetsing je 3 Vrij 5 an Re zel 225) Binnengebied welstandsvrij A ma) ‚_L*,*) Transformatie kantoren welstandsvrij Et Transformatielocatie \ É [ _—— — Hoofdwegen NNS + =d Spaar- en metrolijnen bovengronds Ae ô zi d tr Spoor- en metrolijnen ondergronds | Gebiedscontour Vreeswijkpad Toewijzing van gebied Vreeswijkpad als transformatielocatie md Artikel Il Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Artikel Il Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam welstandskader project Vreeswijkpad. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 februari 2021. De voorzitter Femke Halsema De raadsgriffier Jolien Houtman 2
Besluit
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 713 Publicatiedatum 28 juli 2017 Ingekomen op 6 juli 2017 Ingekomen in raadscommissie JC Behandeld op 20 juli 2017 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2017 (spreiding van cultuurtoerisme naar musea buiten het centrum). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 446). Constaterende dat: — Museum Amsterdam Noord, het Van Eesterenmuseum, het Museum Het Schip, het Bijlmermuseum, de Elektrische Museumtramlijn, het Museum Tot Zover, het Museum Jan van der Togt, het Amsterdamse Bos en andere culturele hotspots buiten het centrum van Amsterdam door hun ligging naar verhouding minder profiteren van de grote aanwas van internationale cultuurbezoekers dan musea in de centrumgebieden, zoals het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum. Overwegende dat: — Musea die wat verder uit het Amsterdamse centrumgebied gelegen zijn van even grote culturele en artistieke waarde zijn als musea binnen het centrumgebied, en even interessant voor internationale bezoekers; — Musea buiten het centrumgebied de spreiding van cultuurtoerisme kunnen bevorderen als zij meer bezoekers werven; — Sommige van deze musea wel wat meer bezoekers kunnen gebruiken om het hoofd boven water te houden; — Deze musea vaak kleiner zijn en daardoor beperkt budget hebben voor gerichte marketing en communicatie voor het werven van internationale bezoekers; — De gemeente Amsterdam sinds 2015, volgens de voortgangsrapportage Balans in de Stad (januari 2016), voornemens is cultuurtoerisme te spreiden maar daar vooralsnog slecht in slaagt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het subsidiebudget van Amsterdam Marketing ook te gebruiken voor het promoten van musea op de minder bekende plekken in de stad. Het lid van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam 1
Motie
1
discard
29 oktober 2017 Raadsadres: artikel: Van der Laan voerde geheime campagne tegen radicalisering’ Waarde leden van de Gemeenteraad, Op de site van de NOS trof ik vandaag een artikel aan met de titel : Van der Laan voerde geheime campagne tegen radicalisering’ 1. Was niemand van de Gemeenteraad op de hoogte van deze actie van Van der Laan? 2. Hoe beoordeelt Uw raad deze handelswijze van uw oud-burgemeester? Gaarne zie ik uw reactie tegemoet, Hoogachtend, mn
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1978 Publicatiedatum 4 december 2019 Ingekomen onder o Ingekomen op 27 november 2019 Behandeld op 27 november 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Simons, A.L. Bakker en Kilig inzake de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Stop van verkoop van sociale woningen tot onderzoek) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1931). Constaterende dat: — In het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid” de verkoop van sociale corporatiewoningen alleen wordt doorgezet bij hoge uitzondering. — In de nieuwe prestatieafspraken corporaties zoveel sociale huurwoningen als financieel nodig is om de voor deze groei benodigde investeringen te kunnen doen mogen verkopen. — De coalitie zich niet aan de eigen afspraken houdt om de verkoop en liberalisatie van sociale woningen tegen te gaan. — Het onderzoek naar alternatieve financiële constructies om minder sociale huurwoningen te verkopen na de prestatieafspraken is gepland. — Dit onderzoek al in 2018 gedaan had kunnen worden, om de uitslag mee te nemen in de onderhandelingen met de corporaties en de huurders. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Eerst een onderzoek te doen naar alternatieve financiële constructies om corporaties te helpen nieuwe woningen te realiseren voordat corporaties de bestaande voorraad mogen verkopen. De leden van de gemeenteraad S.H. Simons A.L. Bakker A. Kilig 1
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 498 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder AC Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Shahsavari-Jansen inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet’ (Startersbeurs). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders inzake de brief van de wethouder Werk en Inkomen, getiteld: ‘Jeugdwerkloosheid: cijfers en inzet (Gemeenteblad afd. 1, nr. 441); Overwegende dat: — _ het bieden van een 'Startersbeurs’, zoals ontwikkeld en geïntroduceerd in de gemeente Tilburg, waarbij jongeren van de gemeente een tegemoetkoming van € 500 per maand krijgen om zes maanden bij een bedrijf aan de slag te gaan om vaardigheden op te doen, deze jongeren een belangrijke ‘kickstart’ op de arbeidsmarkt kan geven; — de jongere als onderdeel van de Startersbeurs voor iedere werkzame maand een spaartegoed opbouwt van € 100 euro (betaald door de werkgever) dat hij of zij na afloop aan kan wenden voor een scholing, cursus of certificeringstraject; — de Startersbeurs werkgevers de mogelijkheid biedt om op een laagdrempelige manier in contact te komen met potentieel nieuw personeel; — de Startersbeurs goed aansluit bij de speerpunten van de aanpak jeugdwerkloosheid; — _hetrijk € 50 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor het bestrijden van jeugdwerkloosheid, waardoor € 25 miljoen beschikbaar is om regionale aanpak een nieuwe impuls te geven; — de Startersbeurs in een aantal andere gemeenten al is ingevoerd, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 498 Moti Datum _ 26 juni 2013 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de mogelijkheid te onderzoeken voor de gemeente om aan de slag kan gaan met het bieden van een 'Startersbeurs’ voor jongeren, en daarbij inzichtelijk te maken wat de kosten zouden bedragen, alsmede in hoeverre die bekostigd kunnen worden binnen de bestaande middelen gereserveerd voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid; — de Startersbeurs op te nemen in het plan van aanpak dat de gemeente opstelt om in aanmerking te komen voor extra financiering vanuit het rijk. Het lid van de gemeenteraad, M.D. Shahsavari-Jansen 2
Motie
2
train