text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
% Raadsadres. Aan de deelraad Amsterdam Centrum, Bols en Amstel 1, 1011 PN Amsterdam. Geachte Voorzitter, geachte leden, Uw voorganger, het voormalige DB van het stadsdeel zag éen ding over het hoofd toen ze eindelijk vergunning kreeg om door te bou- wen aan het Haarlemmerplein complex, nl.: Een verleende bouwvergunning voor een projekt dat kennelijk als gevolg heeft verslechtering van de luchtkwaliteit (&bijl.l), is niet hetzelfde als een ontheffing van de verplichting om er alles aan te doen (binnen redelijke grenzen) om deze verslechtering tot een minimum te beperken. Immers, door de garage onder het gebouw voor ca. 50% te bestem- men voor ‘bezoekers aan de binnenstad! wordt de aantasting van de luchtkwaliteit kennelijk niët tot een minimum beperkt. Het lijdt geen twijfel dat met een dergelijk parkeerregime juist extra verkeer wordt aangetrokken, dus extra- en ongewenste lucht- vervuiling (*2a, 2b). In het vorige bestemmingsplan (2005) werd nog gesteld dat het streven van het DB was om het inpandig gerealiseerde aantal parkeer plaatsen op straat op te heffen voor de leefbaarheid van het open- baar areaal (#3a). Omdat het leefmillieu sedertdien niet verbeterd is valt niet in te zien waarom dit regime voor het bestemmingsplan Haarlemmerplein 2008 nièt zou gelden (*bijl. 3b). Aan de gevel van mijn woning bv., Planciusstraat 26, aan de kruising Haarl. Houttuinen richting Haarl.plein is in juli 2009 een meting uitgevoerd; de waarde voor NO2 was 43 (#bijl.3c) terwijl de wettelijke grens 40 is. PMI0O, fijnstof. Gesteld wordt dat in heel Amsterdam voldaan wordt aan de norm voor PM10 (*4), maar dat is zeer betrekkelijk: niet meegerekend is nl. het meest schadelijke bestanddeel hiervan PM2.5,'Ultrafijnstof '- (*bijl. 5a, 5b). De bestaande roetfilters houden dit niet tegen. Wij beschouwen dit als "nieuwe informatie"; dat de Eu- norm daar nog niet op ingesteld iswil niet zeggen dat PM2.5 genegeerd kan worden. Een parkeergarage Haarl. plein met 50% bezoekers- parkeerplaatsen is pas verantwoord als bekend is wat de Eu-norm is voor PM2,5, en dat betekent dat juist de norm voor PM10 waarschijn- lijk binnenkort veel strenger wordt. Het gaat hier om de volksgezondheid, en daar moet de exploita- tie van de garage ondergeschikt aan zijn. Dat het Haarl. plein een ‘knelpunt luchtkwaliteit! is blijkt uit de verkeerssituatie ter plaatse (*bijl. 5b)., : l Dat NO2 omlaag moet is ook duidelijk; de beste manier om dat te bereiken is de afname van het verkeer (de grootste vervuiler), en het ligt voor de hand dat juist op vervuilde kruispunten zoveel mo- mogelijk het principe 1:11 zal gelden, nl. evenveel plaatsen op het maaiveld opheffen als er ondergronds zijn aangelegd. Als tramlijn 3 dan ook nog aangetakt wordt van Haarl. plein- Cs dan scheelt dat ook weer verkeersvolume. Diverse specialisten waar- waarschuwen voor de risicos van vuile lucht, o.a. Prof. Dr.- L. Reijnders (*bijl. 6a, 6b) Onzorgvuldig onderzoek. Zoals bekend was het bestemmingsplan Haarl. plein in 2006 ver- nietigd door de Raad van State met als reden ‘onzorgvuldig onder- zoek! (kbijl.7). Toen in 2007 de Minister de normen luchtkwaliteit versoepelde (ook het DB heeft daar om verzocht!:-) slaagde DB er in de Raad van State via een nieuw rapport luchtkwaliteit (bijl.l) de Raad v.State mee te krijgen (de gezondheid van de mensen staat kennelijk niet centraal!). Een ‘second opinion' van onze kant (bijl. 8) mocht toen niet meer baten. Buurtgarage. Wij verzoeken u, gezien het voorgaande, om de garagevergunning- Haarlemmerplein in te te trekken op grond van nieuwe en verontrus- tende informatie over PM2.5-"Ultrafijnstof", dat bedreigend is voor de volksgezondheid. De vergunning kan dan pas weer verleend worden als het parkeerregime gewijzigd is in exclusieve 'buurtgarage', d.w.z. voor bewoners in in een zo klein-mogelijke cirkel om de ga- rage in/uitgang heen. Daarbij moeten de 203 plaatsen op het maai- veld, voor zover als dat nog niet gebeurd is, eveneens in een cirkel om de ingang/ uitgang van de garage opgeheven worden. Zó zal het mogelijk worden, de leefsfeer op en om het plein te verbeteren. Overigens strookt dat ook beter met de "speerpunten" van het huidige DB, zoals verwoord in de Inleiding, p.ll van ‘Schone lucht voor Amsterdam! . Tenslotte. Het zal u bekend zijn dat de Eu-burger een aktieplan fijnstof kan eisen ( bijl.9), dus ook voor Ultrafijnstof. Overigens is Éen van de aanbevelingen van de Rekenkamer van Amsterdam om de verkeersintensi- teiten bij de knelpunten drastisch te verminderen (#10). P.S., Aangezien er geen andere geloofwaardige manier schijnt te bestaan om rond de garage de luchtkwaliteit te verbeteren dan ons voorstel "buurtgarage" lijkt het ons voor de hand te liggen dat u onze variant accepteert. U zou dit vervolgens kunnen melden bij NSL als "aanvullende lokale maatregel". Ons verzoek houdt overi- gens niet in dat hierdoor elke overtreding van de Eu-normen uitge- sloten dient te worden, maar wêl dat de risico's van overschrij=- ding tot een minimum beperkt blijven. EE me Hoogachtend, Mede namens de Stng. de Groene Reael, Amsterdam. 2 Noten/bijlagen. Kl. Rapport Goudappel-Coffeng, 15/7 '08, 6, 'Conclusies', bijl.l. *2. ‘Voorrang voor een gezonde stad', 13/5 '08 (kleurkaart knelpun- ten uit concept, 19/2 '08, p.7, bijl. 2a; p.9, 'dilemma', (een dilemma dat door TNO bevestigd wordt, rapp. 14/4 'O11). Knelpuntenkaart Progr. Bur. Luchtkwaliteit A'dam, bijl. 2b. #3. Bestemm.splan Haarl. plein 23/11 '05, Art. 9 3d, 'leefmillieu', bijl. 3a; art. Parool 10/2 '07: "de 52 meest vieze etc." bijl. 3b. Mil. Centrum A'dam/ mil. defensie, 'zelf meten...'NO2, palmes- buisjes, 10 '09, Planciusstr. 26'-bijl. 3E. *4, “Schone lucht voor A'dam", herijking etc., DIVV 6/011. Op p.13- 2.1, ‘Stand van zaken!'- Het probleem, hier wordt als belangrijks- te reden voor het halen van de grenswaarden genoemd het bescher- men van de volksgezondheid-overigens óok het doel van NSL, 2.3, Pelb. “5. Art. Volkskrant 5/7 'Oll "aanpak.."enz., bijl. 5a. Bijl. 5b: | PM2,5 kan niet genegeerd worden - dat zou onzorgvuldig zijn. Zie knelpuntenkaarten 2a-b, en de kaart 3b. Het Haarl. plein ligt tus- | sen de sterkvervuilde Haarl. weg en de Haarl. Houttuinen, er zijn hier dagelijks files, er zijn 7 stoplichten, een ophaalbrug, er lopen 6 sporen langs, er is sluipverkeer, er zijn 3 buslijnen (18, 21 en 22) en een taxistandplaats. Er komen 3 parkeergarages uit op kruispunt Haarl. Houttuinen/ Teertuinen- Kleine Houtstraat. #6. Commentaar Prof. Dr. L.Reijnders op gemeentebeleid NO2, 4/5 '08, bijl. 6a, en brief zomer '08 'fijnstof', bijl. 6b. k7. Uitspraak R.v.State 200600 103/1, 20/12 '06, vernietiging bestem- mingsplan Haarl. plein wegens onzorgvuldig onderzoek. #8. “Second opinion"etc., Verkeersonderzoek Haarl. plein 21/1 '010 van Verkeer21", 5. Conclusie bijl.8. *9. Art, NRC 26/27-7 '08, Eu-burger kan actieplan fijnstof eisen - bijl.9. *10. Bestuurlijk rapport Luchtkwaliteit in A'dam, 6/'O1l, p. 42. 4 3 u vuelta onderzoek kaan Parkeergarage Haar plein … Goutappel flag. 15-7-2008 bil. 2 ê 6 Conclusies Het stadsdeel Centrum wil op het Haarlemmerplein een appartementencomplex, bedrijfs- ruimte en een parkeergarage realiseren. In juli 2007 is met de bouw van de parkeer- garage begonnen en deze is inmiddels nagenoeg gereed. Het nieuwbouwproject bestaat uit 69 woningen, winkels waar in totaal 25 mensen werken en een parkeergarage met Ó maximaal 210 parkeerplaatsen. De parkeergarage vervangt voor een deel de ongeveer 35 zt ge ve” bestaande parkeerplaatsen op en rond het huidige Haarlemmerplein. De nieuwe wonin- Ewe & gen, de winkels en de overige parkeergelegenheid genereren extra autobewegingen. In 2005 is ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het project op de luchtkwaliteit. In september 2006 heeft de Raad van State het goedkeuringsbesluit van de provincie Noord-Holland vernietigd. In 2007 is daarom door DIVV een nieuw verkeersonderzoek uitgevoerd en is door het ingenieurs- bureau van de gemeente Amsterdam een nieuw luchtonderzoek uitgevoerd. Uit dit | hernieuwde onderzoek bleek dat het project voldeed aan de normen uit het Besluit Lucht- ii ve kwaliteit 2005. Op 15 november 2007 is een wijziging van de Wet milieubeheer betreffende de lucht- kwaliteitseisen van kracht geworden; de Wet luchtkwaliteit. Een nieuw bestemmingsplan moet worden getoetst aan de (nieuwe) Wet milieubeheer. De effecten van het project zijn getoetst aan de normen van de Wet milieubeheer. Daarvoor zijn twee situaties getoetst voor twee verschillende prognosejaren: één met en één zonder project, voor zowel 2010 als 2015. Uit deze toetsing blijkt dat alleen de grenswaarde van de jaargemiddelde concentratie NO, in 2010 op twee plaatsen wordt overschreden. De grenswaarde van NO, wordt in 2015 nergens overschreden. De grenswaarden van de overige stoffen (waaron- „der PM, en benzeen) worden zowel in 2010 als in 2015 niet overschreden. De bijdrage __ vanhet project op de concentraties is dermate laag dat dit project als ‘niet-in-beteke- “, nende-mate’ kan worden gekwalificeerd. Daarmee voldoet dit project aan artikel 5.16 lid 1 onder c van de Wet milieubeheer. De gemeente mag haar bevoegdheden omtrent deze ontwikkelingen ten aanzien van de luchtkwaliteit, ondanks de overschrijding van de grenswaarde, dan ook uitoefenen. ‚ 8 „ q > DI. 2 D k Neem. We Gezonde Had, Cona, (g-e- zoeë. D 2. Achtergrond D De concentraties van de schadelijke stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) in Amsterdam … } zijn ruim boven de Europese normen die in 2010 gehaald moeten worden. Als we niets doen, is dat D slecht voor de gezondheid van de Amsterdammers, maar ook voor de ontwikkeling van de stad en de economie omdat grotere bouwprojecten dan vaak niet meer gerealiseerd mogen worden. D In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de luchtkwaliteitsproblematiek — gezondheid, verkeer, leefbaarheid, bereikbaarheid en economie — en de samenhang van Voorrang voor een Gezonde Stad D met het Actieplan Luchtkwaliteit. Tot slot komt ook het besluitvormingsproces Voorrang voor een D Gezonde Stad aan de orde. Gezondheid D In Amsterdam zijn te hoge concentraties van verschillende stoffen in de lucht. Vooral fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) hebben negatieve effecten op de gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat D blootstelling aan te hoge concentraties van deze stoffen kan leiden tot schadelijke gezondheidseffecten. Voorbeelden hiervan zijn verminder ng van de longfunctie, toename van D luchtwegklachten, verergering van astma (vooral bij kinderen) en een verergering van aan hart- en vaatziekten gerelateerde klachten. Wetenschappers schatten dat door fijn stof landelijk jaarlijks D achttienduizend mensen gemiddeld tien jaar eerder dood gaan. k me Lef Ea D d ej NX : . ei ne f ded iK Î 3 " Je ij : oet rie haa Ar | mn u Eek ke, _ ark, he ef bet et ® he Nn ee a De EN Tre RE we 7 a 4 nl 8 "- el Ed ia B d „Es Ë rn K ne, : T ge U £ Ì RA ng 6 Ades NE ren â ê à ht " Db N kr wia Meh ii SES ik ea ee: D mee doe \ : 7 : î À 8 e E re ate Na EE ’ PE, , Ef garpen : Ei - Me Ë NE d ® ", Ef Ur) ie bre Wk \ en Ser ndE PO N n Js D eelt nT Een SN ei 2 0 ii Nn Ee 4 5 " ' at n ie TK Fe e D ae dj Sne Ce D \ | 2 Locaties binnen de Ring A10 waar de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden (roze: overschrijding van NO-- D norm; blauw: overschrijding PM10-norm). Bron: DIVV 2006 B De concentraties van de schadelijke stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) in het gebied binnen de Ring A10 (met uitzondering van stadsdeel Amsterdam-Noord) zijn ruim boven de Europese D normen die in 2010 gehaald moeten worden. GGD-metingen laten zien dat de luchtkwaliteit de afgelopen zeven jaar nauwelijks is verbeterd. Bovendien heeft de Europese Commissie de norm Db onlangs verder aangescherpt. Als de luchtkwaliteit er de komende jaren niet op vooruitgaat zal Amsterdam in de toekomst alleen maar meer knelpuntlocaties met een slechte luchtkwaliteit krijgen. D D Conceptplan VGS 19-2-2008 Pagina 7 van 5í D B he gp OE A et E ied Ek 5 die ë EN ' ie i ke de . 7 Ee 5 : Ed F 7 Een Ee Wei: ge KE, aha: ve TET (ns Er El IJ Ei A ke KE Za ij Kr ; 7 dn el P ® …f 4 : , hg Te in ME red Pe Ak aient F: 5, ie EE 4 5 , Li cle, een za Ki À td vtt: È 5 E - Binn KT ee EE Er z " À e EN , Ee i an ed 5 DE É - ee L s, il En 1 2 Af À sne 5 : 2 Se Re en ir i Aer en Oe 5 EN n „t n 5 gene SR ie En , Penne 5 Ee at Te Kk ak : Hd Hed ek ie, Eph EE sE Zije 5 % E # 1 He Pen : 5 geen eg Em ee, a 8 hon Cf % Eee ne s NE 8 Zed ig A5 ve 2e Sen an, nn EE te ON 7 : Ee Er Peen EEn tel „in 5 k tE, 5 ze din we ma dr de hed À Ge PES Ee d & : i Á RO GE Er È jd VE u À GERT en ne 4 vn ep Pad an ee ee E 7 Go Ea ae f ; ln A. in iP eg Lr tr zen Er EERE a | de ik TR B EEE En Er, te Ale EA Tork EEn Eee En 5 Et A wk edn on an Ee TZ à i op ENA ee heeten mfl AA ed er dn een in 5 Li Eu Pd en DE Ee Ne Se dt i Ed Et é EE mud zel Ege nn zen E dt 5 Eren af A re Ph iS zt E - 5 ea an te 7 Ei Et ik PEN Eenes Mn OPE hi, de el. 5 Ne En Rr ld vit Ade. rt ek Re CEN CRP el en en OE he in, ie Î RE Sd hat vl rn jen Teln SEREN ek Te En Ln 1 ï A neen hie et, Three led di de An vd Ge ed ze \ Ke AAE U Th err Ee RE en A edn 2 : 5 EA CA Mk RN eene EER eet 4 et HN LE ne EER eed een en ER A vrek titaan &e H ren Sen Ee eN à zak Bk Fi En de Pt enten he REE ene EE rd ae se ARE se ha Bk ete gef or et ed Heen ee ve EE ke za vake VEL An fn ee MeT El EE bak Hi A Eke, Oe ie eu B t : 1% id EER En Re De Hd nk Ten Dt: ä ES nn ne B nd } 5 En ee. wee en ei En e, . ie er Ee den Ee Eee NL aren NARE ie Eget EA Re wk ee dn en wt 4 Of NEE dd een ant en Be ee ed nn Et aks ze dn SE a Ze Ee Ps tk E sels AE Ea et ee Hen See KR 27 we z ue HA NE de re ve En ED na we Vi ES We, ne RM en ve Er EE TREE ME En Ee Dn TR Ee En We lne E d Ee A ne ee Bae ene B nd En en pe en k z En Ane en, Bien hee ennn SE en Br 5 Ë zt En WEN EERE tende 5 A He eee Ee Fen ats: Wo MEN et VEE et RN En Ee \{ # B rd ON ER a dn En Hd Ne A Ea Pe ebde NC en de den BR EE Et Ze me rd fe vn EA EE ng de B Ber * Te Rn Te ee Ke Gn ed en Ee Ge eN ed Rn EE OE zi de Breg Pe re en dn He Be Hen Ae en Te Ee me de Bt. : de adt EN EE 1 TE gek Sef Bee beken ete a En bo B nf Bert A el EEE Ee a BE Bene eee et ee Eb Ee A zB an A en ee B oe Ar WEA EE ARE ne En A tk Wik Eeen B id En EO EM ZE E en kn ee een vi se tE or Rl WEEER ae en ee he al eh Deen ed WEE af AE Zn a Rn ae BEE neen en EE en ern RE B At Paden en ne ok En Ee en ee . LA Aen He Ee me ph rt EE EER nt dn KE SOE a B een Ee Mal Ee EE eN Et ee EE EN en DN A ee B ER oe ggn 0 en rn erker Ere Senn Nen ee ene Pen de A eer Ee Oee Ge en Ee ae en MRE ER et ae Te En aem uE A en ne DT end le ee En EN SE TEE ee AN Safe die Re en et ge eN vn ON A ON wt Ns B. feel Ei en Ee ae Pian or tn Ee On EE Ee en En ee dede OE B ee EN Bane Pre ERE A En Afb ee Ge Ken EE Ne He Oan KE A ne EN nn A , Ee or B nn eeen REL EEN te dn an He Pe eeb B ne RN En en be OE TE te ef eg en er Feen ; A Ed: daten, ne breien Te BER Rn en Bg Ee B Or his NET ne nd EE Side eek en EEE AE oh Ere eN EE En rete PEN He ee ar ere en ed EE ge VEE LNE ne de & Een 0 Ee : epe en en AE Ee en Ee, ere be ek de se a de eg lt ten se Nn Re be en 5 BL en he Oe PR Eee de Ge hd Be A ap oen at Nen eN te En oden Bs, A E ba zins Ar pe te NE dn Ee En KE Re Week EEn EO lt dane B Or Ee EE eN PE RR ë B EE Fn veen ES, pe Rie eg ME be sent peet ne Te lk Ne nd MN rene ESO En Re En el ak HA Ze RN ET en PE Ed ve SN Be de BR EE zen fik Vd Be een re E We Ee Ze vree nei ge ie LV en lk ie rh ane. NN Ld gente he sean EE ee en en B de EEN EA ae Br ze | KE De ge En BP En eh oe Aer od Td ed KE dn EA Eder dn B ee ee Ee A Zi EE OI en ee HR ee En He ien le REE E En Eeken bh A dek ze Deet ef Aje Sede Re in ern Ee tee gede nd B Eu Ee wet EE Ee An er ed je ® Re Gha ee 1e ne zet EEn: rine ENH vr A en ee an on ek ee ded EE Ee PL En 4 Rt En el St ie BR: We a TE Ep et Ben A EG Vk ae En B en sd Bn ten dee: zn : ae nn A TE es en ee ET en RE dn OO? Bn a 1 li: et B B B Ee | 1 Tiet - Eke ese dt Hidde os Cene ee oer fen Ee AE EE, BE Dn WEE AEEA ait A He en eek Koh een nn Ei at El ON EN NE ke le 5 En Te TP EE RE Er EN oe een 4 Biak WE ot EN EE ee ek Ee ee TAR le Et ee, vee & EN ee B Te Ee Dj Een nt ge (ens AR ER BR Wet ze gs grt ten Bk Ge Me En RT ee vee ER Zeh RE pe BNW ne Gen AE B DOE Nige dn eenen | RN te etn Pe ek Td EE AE, een Pt HE Bed Re EE a a EP teren es Ane Hec 40 Oene een ee eN, - En ant ut En Ee EER Rn B pee En WOERD ee er DRL d Lr GER ar ver En ERR RT CE hen Eer Cad GE. B jhr g & Eer Nhat RES ER en Feit, eed EE : B EE AR Ptn B Ee EG ie nt RE WE he Eon me eh Wa en Ek Ben laat wen ed zn Ek Aaen É ESE er nen ea dege Ef EME À 5 B en Pee GE) ge ed wgn id B EEE 5 DO at Eg, ee ba ti de de ent fi BE Gr Sal OM EE ne EL Le 14 EN we En ee EE Wine net al Te, GERE Pe, demen Eee ae TREE rd eed ER. 5 LE Ee re Jk GE tr OM Of MT ee Er ee Se KE El a Rr Hi eeeh A Ge zE en. ae en ed HE EN A de Re ER ne dn Geen tl Ee ie B OE Or rd, Gn, Ee se SAP Ov eb EE gl he en fe AR dn Be En Pe En ed ERMEE brie oe RE OE A 5 En AR Ve TEE En EEn ER Ean EEE ereen HEER al nti) dr EE HE be Ee B 5 He kre. =P Ee ne SO EE ee jn erdee ted genot Gt he De ie EE Se de ME: rn Gt Beat oee E ER Ge, sn gn drenken 6 Ek ge en OS SE Re ee ì OT ene Dj FTE nl Ê Re eik : Ei AE ERIG nT RR Ee e AAE GE ek $ d e Ee n Ad Et ik. EERE Oje mene CR Ce En 4 5 É vR ie " a Eee EE eh TIE ae ed arl GEN > enten te ide kiss ne EE en ie nge k re EE tt â B heen EEE Ed DE Lt, Ge en bt hr EE EN SE 5 Bat ZERE Ge en ’ vin Gn, A IEA gen, LO, Wd sh Ge E AE tes 5 al Sen, 2 af B, RE ele ER Ee : Ve ee en Dt EEEN WEE ent. En He se 5 8 oe En A sd a NE nee re LEE en Ae n ies ze Gel OE, a a When hg Bee egen dE e Ed a EE A veebedene ke Ea Trb ngel : “ ae es ART. EE ON Eine EE SLS He Ei od wkn en Z Et, ri Veen enuse Te Karr en En é ; En 5 : bees EE 7 HE, k EE E WE a Hee ERE é t En - ede Bd aen PE Et En Ed ib in: ì : en Ek ze ES ee st Te 1e : 5 s AAS E ES Bee : Dn ‚ En j ie zi Si ded DE B Je BEN sbat : 7 : BRE BR bn ‚ in vels, £ e vn en Eet WREE Koten OEE TURN Ha of ì ze ì Je Ge B Ee We af EE, et, É rna Se Ben Een SRE Ee En en en 3 ue bte Eet TE BR EA Ed OE En aten Ben Of ie ; À Bk B en ee ne Be Ae BEE Ot 5 , el Oa EEn we Er gn 7 , En he RR vt a Ag Mee. B 5 e ij , Eek he re Ak WE wen È Br ed 2 Ea BE OP Ben, EE ee ee 1 Hone Tj Ea 5 se agree WEE 2 Teln EDR Se Tl ie Lr je 7 Senn : SE en nae £ E tad zE î en Ei Er 7 WT ee Be Sk ge He Ed 4 e EEn ER OE Be "Se dn bf hd EEn E BEE E Ek EE È Ì sE ee S EN Eat kat Ei dE Sed De Se en et so: = He ë : E 5 Er Ze Been Le Ee £ 4} # Te EN de ER AE EEn A: ge È 7 / De A de d sd de a PERRE : wd d 5 Ji E ET oe * En Ë Ô wie ‚TE : i lik besl-pl. H-ple.. 1E 23/4 “205, Asct.qg, 3d \ V Eh \eefu\ (Cau Boven de dakkapel moeten minimaal 3 rijen dakpannen resteren. Dakkapellen dienen minimaal 1 meter uit de voor- en achtergevel (ingeval van een dwarskap) of zijgevels (ingeval van een langskap) te worden geplaatst. Dakterras (artikel 3, lid 4 onder í.). g. Het dakterras mag op de tot gemengde doeleinden bestemde gronden alleen aan de achtergevel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd, mits de kapvorm wordt gerespecteerd. In de belangen —afweging zal onder andere de privacy van omwonenden worden betrokken. Gesloten plinten (artikel 3, lid 4 onder j.). h. Deze vrijstelling wordt uitsluitend verleend indien een gesloten plint noodzakelijk is vanwege de bedrijfsvoering. 3. Wijzigingsbevoegdheid parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Bij de afweging om al dan niet gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheden voor ondergrondse of inpandige parkeervoorzieningen toetst het dagelijks bestuur aan de volgende aspecten. Indien het bestemmingsplan alleen wordt gewijzigd voor een ondergrondse of inpandige fietsenstalling, wordt aan deze criteria niet getoetst. Stedenbouwkundige inpasbaarheid. a. Gladde deuren/entrees zijn niet toegestaan: de entreepartij moet in stijl zijn, voor wat betreft materiaal, vorm en kleur, met de hoofdbebouwing. Per bouwproject mag slechts één entree worden gerealiseerd. Indien een parkeervoorziening met één entree vanwege het in- en uitgaand verkeer tot te grote verkeersopstoppingen zal leiden, mogen maximaal twee entrees worden gerealiseerd.(zie hierna in lid 3 onder b.). Verkeerskundige situatie. b. De omvang van een gebouwde parkeervoorziening en het daaruit voortvloeiende aantal verkeersbewegingen dienen inpasbaar te zijn voor wat betreft aard, functie en capaciteit van het direct toe leidende wegennet. Zo moet bekend zijn in welke mate de verkeersdruk ter plaatse toeneemt als gevolg van de realisering van een gebouwde parkeervoorziening. Gebouwde parkeervoorzieningen mogen er niet toe leiden, dat een vrije verkeersdoorstroming / wordt belemmerd. Hinder en overlast van autoverkeer moeten vooral in het uitgaans- en/of winkelgebied zoveel mogelijk worden voorkomen. Algemeen parkeerbeleid. c. Het algemene parkeerbeleid vloeit voort uit het Verkeers- en Inrichtingsplan (VIP), het Beleidsplan Binnenstad 1993 en de beleidsnota Verkeer en Parkeren Binnenstad, Leefmilieu. Ë d. Het realiseren van gebouwde parkeervoorzieningen kan inhouden dat het leefmilieu zeer n plaatselijk, met name in specifieke woongebieden, wordt aangetast. Het stadsdeelbestuur Î à Í streeft naar realisering van parkeervoorzieningen die stedenbouwkundig en verkeerskundig zijn in te passen, teneinde het inpandig gerealiseerde aantal parkeerplaatsen op straat te kunnen opheffen en zo het openbaar areaal leefbaarder te maken. 4. Wijzigingsbevoegdheid hotels. Nieuwvestiging en uitbreiding is mogelijk, met inachtneming van het geldende hotelbeleid voor de binnenstad en voorzover: a. de functiemenging in de omgeving wordt bevorderd; b. vestiging of uitbreiding van de hotelfunctie een kwaliteitsimpuls geeft aan het woon- en leefmilieu; c. vestiging of uitbreiding van de hotelfunctie geen overmatige verkeersaantrekkende werking zal hebben; d. de bebouwing past binnen de parcellering van de omringende bebouwing; 32 | si ‚vieze straten op tien @ Mrsmnsemammmenn:: vieze straten 5 mwmstammernemmeme | m à naar concentratie ® | ee stikstofdioxide (N02), _ MARE ü 5 in mierogram per m°, af! \D in 2005 4 remma erskaesnsnn 17 | ge, berde? / meme: gert, WESTERPARK ; 6, CVSRDIBMORSIEERN 0e | _ RE | Damm 0, GEUZERVELD- x A ne G> AMREIVEEWSDEE EI SLOTERMEER AB8SEN SBA 105 Jm ®. _ LOMMER * sep LI brt AOS Ek om ms an ef ae Ks zl VEEN en de rest de WE GENTRUM 11 Surinameplein el ese | eID LEO VE 12 Hoofddorpplein Ais Pe RAN A Pin 13 Oostenburgergracht EE à 4 id oun- sehr, : , 14 Nassaukade : Eng hi : WEST k nj 15 Wibautstraat egen p n BENT 16 Ceintuurbaan B B, he Sa ” 17 Rhijnspoorplein vr A, gostT- 18 Scheldestraat, 8 eed amen gn 19 Roelof Hartstraat k ij , 3 arn \ 8 WATER - 20 Weesperplein uw- : k Î | 4 4 en ril, GRAAFSMEER 21 Amsteldijk An rt A10 ùuD- ab 22 Parnassusweg kde ES . Zin ES EN á 23 Hoofdweg ì Ù : t k % 2A Kattenburgergracht OSDCRP BL et E hr, a Ae 25 Overtoom ed h Ô A î 2 _J. Huizingalaan : j j 5 3 21 Postjesweg : Ne TERVAART : ZUIDER- « f Î 2 De Boelelaan do Ak ' ae AMSTEL jet E 28 Bilderdijkstraat _ / TN mt zn: 30 Sarphatipark Ì ef 5 À ! ee at Rijnstraat , - Gl in ars 32 Jan Evertsenstraat Á i , in 33 President Kennedylaan 4 Ades En í 34 2de Hugo De Grootstraat 8 ei : | ® 35 Haarlemmerplein ee Ks bene de Î 36 Van Woustraat hert En 17 Weesperstraat 30 Raadhuisstraat nen Aantal vieze straten Onnen, în de vier grote steden 41 De Biyiakadse Personen- en mmnnasiener 42 Burg. Van Tienhovengracht auto's Ch EEE EERE: 76 3 Zalsaat CP COTE Faa: bn 45 Pieter Calandlaan hamam ani 46 VanBaorlesjraat © TC dn CH EENES EE 44 1ste Constatijn Huygensstrat 50 BadenPoweliweg h 's cijfers uit 2005, * 2004 Bran: Rapportage Luchtkwalert 2009, 51 Dalflandiaan À chtauto's d On, Mieheudelense 52 Nieuwe Westerdakstraat ï ZB IJ ° 7 Á ‚ AMA tere | MILIEUCENTRUMAMSTERDAM | en H en | _ Onderzoek naar de stedelijke luchtkwaliteit in Nederland IJ o ha uÜ | Pe È 5 El E bal ill En ei deed if Ì k je E 5 i le Eet Ee RNA eerde } OE Pr TE Nede kin ee le B READ ; 4 k knn nat ick en 4 8 É ja Beh een, : EREN ee De oe î EN edelen hd ; AN dE Ten En ie : À Hen Bel REN EPR ee C ie Oe wee jn aes % . en Er ERA Le EEA NN 5 3 EE Tg ö TE k wich kg bern dn ll RE wis Aire ” + En hi 4 We „ vrind Eg EE 5 ; Een ed RT ú an Td ie En Hie Oe ü di 3 rated a zi et randen, st Ru HE Er brak À ie , aen OA ed Deen Kn ie REN FT Sn mn er if É OAN BB B Ken TE ie ite Me Bont U Ei 4 et hg BEE ak NE vak Ki 8 gareel Tj ed AE wl WEE 7 p 8 Henn RD i EN TRA tE EN ATEN k ö ï Ke te MEE Ee DELI AE ER siet Ge Ne Le de OE BR À vEt EEN RO ete as ENG ran re Ke CEV br ER Vd een ND eeN AE 8 wen Rt Te KE el Nd En ed en ennen Peen ie ane nt RN Ed Fe B st BER BR A bi: Ben En HRE A Eee He ee eN ge ER 8 4 HERB ont LEE REE er Mee ON en ON OEE 2 TN LEE ER WOR EE Eese AS A TA ER EVE ee Eee re f 8 st ain ete ARE en RA BE ae | He te NE KA Re ER ee Ed te ud” EEE Ak Da ht ett. ee Le tb Nd eh ee de edge, Ee TRE N Eg dk kl Eh ik ï Ne EEEN PN Ar hf en Eh EL TA NE : ï rr en Wan et Ea ld AE U ERN: CE el B: sinned, 4 4 B En k - fi AN TE. 07e Hen rn El F3 Ee GE N E EA: dh 5 AE in ie Re Sl 4 d BA een A En Ts en À tl B Ed MERE lj : ji Ë bi Ee a OPOE ee es EE A KE HEER EA En, wd d are ee A Oki Od B en AAN te Ln. EER de DO Za î PE ee A :, A B zin Baie EEE j d fi en STe B, Ee Te Her k i Ee dd Pte r OE a À Ed Ent eea OE LR EIS BE En En EEN zr, „| el jé RNN rake a td a dE cd ï id : 8 RE Ce Re En en ke ii, BE rk 5) head Pee ee Me nde A ed ONE tE id AA He Kan it hade Ln deren ve ERR AERO ER e e a ll RA |E RENEE Ee ei sint ete He E ee ROM EN Ear added Ai Ae En zee BN dhr, tT EEV À ENE EE DR Er ER A À KR A EPE En ge en en RE el BE ‘ri Oane iN een } TE ENEN haw El ; kat | de A nn Ô Etn Beek B eden ete ESE REE RR Re Se ROE EER Oee Re TE ee EA EE ne ee ee Ene Rr re PE ja REKE eed EETZAAL dt Ener Reen Eeen hd Ene. CER EE ee ee ET AE Tad esn de, EE en ed zeen en Ne neee vet onee Ee nee ARR Ne en Ne en, LT ENE en Ee on a ae a ee ee Banen ON Er NEL egen EEA en DE A ee ET he oen AEN BT ee REEN ENNE BN EE ded en elden, eel fen ee ERE EEE EE De KE on He he re Me De Ee DRE EA Ee den en Eee Rt ER en. ee Br EEn lend ELN A En NE de EEEN Dd EME EN EOD EE © © _ Milieudefensie. E NU A kn mn enste.tenwereltdtewinnen. £ © |MILIEU | | | za ei Hen Gn ried mo. ger 8 | [Schiedam 7055 TOranjestraat __ [tea | [maastricht ________— de | | SON) | [utrecht [Westen | Amsterdam ___}Valkenburgerstraaties Amsterdam |oowersgent a Amsterdam _ [Hogeveen 24 Utrecht____[GraadtvanRoggerweg 73 Heeren [eerst &, ie beertender welt Sl Ee 4 wate et wat € Ch „berrinje : rein je es B et Ë RA dd 5 e re ARS LE hee zakte de U « Ü ep) kar Ledo gn ej Kn tb ve eefreretbrben md? gen ‘wariatre coefficrt brun - s " . ks ® . - d mn) En , i . Ì ‚_& 5 Gen i + SEULE DE 1 - dE: SEt5tagHa FE f omm ms bendes ese E45 : ; Sas gs = gEStE ST | (OSREEERE BE S&ESAsEn 488 CREE FE Sus veg SOE SEE ê iS Sieben ei: Sebes Se SEYSUEE | bt BEEN zE SS SegRnadEE: | : ; ù N „ei nn ed 2 Ed Ki | dd = D5 zeeRsssgen Et 25e Bn Re3EEEe q pe Eisssesben bEEZSES 2255 5 GeSZEEsE | Da it EE See SEE eS an) UU 5 z o u Ù sEGE vS Evas Ì i SGEE „8 5 TJ oE SE sE ee > en 5 ; ie | A SERRE ZES “88 BESzessnes mer | PE 5E Oe U ASZ ERSS BARS ete EwSE in: : Da 988 Sla EE Ee ZEE & Scauvsie ED DSE Enea nsties E35 EgsEeesds ï EA ded W «Di Eft esaan iets PEEPMEEEL EE ì $ E = 8 zn a Ear dir UA 3 $ 28 Eli SES ABDe Easegs ES AgBe fien Efiaaaktinet biste deRheshEns beide Zi itt GE ig EEZIS EHM EEE EEE sf E 5d ooNg SLE ESA : wm SSaoposS5ish E58 vs 5 ; ii EE 8 BE SPGERST me if vain SES TOUS Sgaë | ten SSSESLEEZ Le Sm N Re Siete SE Î 5d © u ik & en Dd ss ei 3882 À Ed „SVE ld = ‘GS U we a ie Dh LE BED E : LEE 5 & oper Si BBenas | 5: BEBESE 8 : if u 2EGRoE BT Ss TJ ao 0 u D U VN È BESTE ASSE nm. f EN: 85855: | dà ond Ái Ì en le) EE 8 5 SJ Bi DB 0 En gu u 5 inj 8 Ee Ee! LEES nml 8 ee _ 5E SESEEESS la md 8 na 5 KE ë en G 8: ed2 8 NR) re jb be, ren Seef ER: eg SE80 ei 8 LEE, Se q eE Bird nss 2 Sil 8 wi DEUR 855 =S: osdsee ied las! EN m7 e E He TG 8 Kl © ev Et & Lo ‚ES if 9 ‚ ER 5 5 AEG EST e Deij È Pe EE So8 8 BaERSnBS 0 © | È | 3 ESS 3: EERE ‚© 50: 3 Sl 5: SES Soil. t led zi SESBSAR ; rami EN: 5 Beg é &: ZN EEn KB) EH 5 Ee d Rat | 5 5: @ ; © iN POE 55 SEE Î sj 8 S35SÂT . : e= ie 2 Te! 3 , Zet _ E Ë: == z n 5 oatY ì > il = SE ’ En / 5 Ed el ys 5 ' DT Is? DE 8 A: Silvas bs EN E uj à EO: 8: & 5 Eg Co 8 ie H 5 El 5 x 5 3 bo : W en) :E 8 B a 5 5 5: 5 vi REE Bedel on ; iN En h nn 5 li OTE Ei no ei 82e 8 8 Sbebogdr ; B0: | 258 058 8 ee: vongig ns DOE. Ees DS EE var Seg Pols 358 858 Ss À EEE RE OU iN 28 5 B aud EN es ; a? | 8 3: vies z ì © : -ê 8: LEE oe À li | es Oo: 50E sik : > € 8 =_: SSR en 88 a 88 CO SueeEdes Gi 88. ge 8: Saer X U > de 85 9 Uk 4 SE ESES : : Ë 8 ee Ld ae | Ù bn vo E U BEE ESES SA ERVE Eeen Ea 5 Ed nT d E58 ad E : u ‘ TT ie oo td As ea U SEEEERSreR ig dr o8 SEOEEGDSERE BÉ ie ie sr # WEES: EE ZV, 0 “5 say vEES vg ; ee 5 AR: vaags ee She BES u En 8 EE 8 E4gSaEs „E85 88 ERS G8D 8 or : Bh a PeaTEEES ö HAS Siles ggnEes Tv idd Se sug Ees 8585 VEREEN EEDE Eu iam 58 gas 858 Egyö BEES: ES MM ‘O5 zEESEhR eis SPOREN vz OE 85 BEES EE: Ziri nsnb ienke 3ë î n Bj Ker rn Ö it: 50 Seks br Eng SERGE nBEedEesn Eg AS sj Behr Esselink SEE i Stans Esen 5E iS XT U 5 Eedut u & “5 8 EEEbgnES seb ZOER BEER RBog Esen oo 3 02e A se ao EUS RScENe8 cg SESIEKR EEE EEE LE ge u A ERsEdEn EERE. kama Hus poes ednnEd ag On 22588 RRA EE EN =d Bh ‚20 5 Comer, Pf, Dr-L. Reijnders In het schrijven van 25 maart 2008 van de Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum (SJZ 99-07-0141) wordt aangegeven dat in het onderzochte gebied de norm voor stikstofdioxide (NO) van 40 microgram per kubieke meter lucht op twee wegtracés wordt overschreden (Haarlemmer Houttuinen tussen de Planciusstraat en de Kleine Houtstraat en de Nassaukade tussen Nassauplein en Tweede Nassaustraat). Ook is uit het Luchtkwaliteitsonderzoek parkeergarage Haarlemmerplein (Goudappel Coffeng) duidelijk dat op beide trajecten het verkeer zal toenemen, het meest op het wegtracé Haarlemmer Houttuinen. Dit zal leiden tot een verdergaande overschrijding van de norm voor stikstofdioxide. Het argument van het Stadsdeel Centrum om te verdedigen dat een verdergaande overschrijding van de wettelijke norm het nieuwbouwproject niet in de weg hoeft te staan is dat deze toename van de NO; conèentratie als ‘niet significant’, dan wel ‘geen reëel effect’ moet worden beschouwd. Deze opvatting is om de volgende redenen onjuist. 1. Het bij de berekening gebruikte model gaat er vanuit dat zich langs de weg geen afschermende constructies bevinden (pagina 6 Luchtkwaliteitsonderzoek parkeergarage Haarlemmerplein). Langs de betrokken wegvakken staan echter wel opstallen met een afschermende werking. Deze hebben een opwaarts effect op de toename van de luchtverontreiniging. Ook moet ermee worden gerekend dat het nieuwbouwproject zal leiden tot meer stoppen en starten en zeer langzaam rijden, hetgeen eveneens de luchtverontreiniging door NO» doet toenemen. Ook dit is niet genoegzaam in de berekeningen is verwerkt. Een en ander betekent dat de toename van de NO» concentratie door het Stadsdeel Centrum wordt onderschat. 2. De wettelijke norm voor luchtverontreiniging door NO; is dusdanig dat een verdere overschrijding ervan tot een toename van de gezondheiïdsschade leidt. Voor degenen die de toegenomen gezondheidsschade ondervinden is deze een reëel effect en significant. 3. Het Stadsdeel Centrum meent dat een verhoging van de luchtverontreiniging met NO, met 0.1 microgram per kubieke meter ‘niet significant’ is en een verhoging met 0.4 microgram per kubieke meter ‘geen reëel effect’ is. In beide gevallen is deze mening niet door de rechter getoetst. Voor het standpunt dat een verhoging van de NO) normoverschrijding met 0.1 microgram per kubieke meter ‘niet significant is’ wordt het Ingenieursbureau Amsterdam als bron genoemd. En de opvatting dat een verslechtering van 0.4 microgram per kubieke meter ‘geen reëel effect is’ moet worden gezien als een eigen interpretatie door het Stadsdeel Centrum van de Wet Luchtkwaliteit 2007. Beide opvattingen hebben geen enkele steun in de vigerende EU Richtlijn inzake de luchtkwaliteit die voor de gehele Europese Unie een bindend karakter heeft. … A bijl. 6° | le . s ib U . > 0 1 "J Ù bn es EAN: EV AF, E 5 Do JEST SHuvegies ë Set aS 0 HETSSEE B —á oËSsErdoed vOoTatSans E ) TJ d a 3 TJ 4 Loo & to cede TEUvge er 5 gu8 a H Agy Ti HS w BstHEntUeS Sd S úrg Sr OEHOHUEES Dg 208 B 0 Di el EERS nag É DOT LAe SgdovesENAg SENOEEAED Zope dre Zn Sao S Es nn US ZES guess ASUS tek EE SRS AZS STEL ne mid ESSE SER Saga TE EDELEN EEEE LERF u.ë + > Se u | J.A 3 BEREN REEF FEE 2 ane BEREKENEN \ © N gOENERESSERSSED Edo 8 ug So8 HOOOE e , “ Soros SArd v SB a Tg 85 Nen 5 ù _ 88 abouEgeng dm È Su == U Nog58 ZigEdoetù De HegEEAsng Ledo «Be Re BEEREN B 88 EEEEEDEERCEERG EEN ee wv Ù SEDO ® «t 'T OE. EZ Zn 9 buNsTTeL ons EUT GEDE ij AUSOES0S ee veVÛURTES 5 ee 0 SSSOEEn Ag doN B kf ZEEGERS BRU ESSE B ERE gEeRenachbendsn : . ST r Ie u zi si s s Aeon dgnEEses egen USERS gEeSassodse ‚= Su BEU 5 gu SEndHoe8go 1 a> ® EEEERERE EEE: 2 ooh 2PgEagnteg va5Es U om o * 0 ots u AES rg Ke od . De dE ‚ ak tr U 1 Ee, 1! . 5 ozt B u 5 Ln =d Ä B ù Et be 7 d eD/ bo Fe 8 Z Sevgga gags EEsr 9 oOvoArso SEUSde dn mo DEES E aEepDESEg SQ eds da VE 8 VTE e ER HERGA ESughiude 2 LEGER OEHaESSe . Oo a rg Tt ed SORETEO Hd . SE Votes ESE ge > nE d dT EnRS EN e rj & one ee ENOR g B) oOnsd0r van eed rg 5 Sn ZESetin EERENS: 9 SÌ EYhOLEZ EgESTEISG ® © E{DSZEZ daZcdgons "gm ru & SOU gogdeRgEae ee Da SSHegEEDEcAR gean MQ ZS GEESTEREN Se Sasn goNS ie „hu REtErngg 5 … wij 200600103/1 8 20 december 2006 deze stof, waarvan specifiek bekend is dat deze stof invloed heeft op de luchtkwaliteit als gevolg van parkeerbewegingen, niet is onderbouwd dat met betrekking tot deze stof aan de grenswaarden van het Blk 2005 wordt ‚ _ voldaan. r Het oordeel van de Afdeling b Ö/ Ô 2.11. Vast staat dat verweerder in het kader van zijn toets aan de in het Blk 2005 gestelde grenswaarden slechts het uit 2001 stammende milieueffectrapport “Bioscoop Haarlemmerplein” bij zijn besluit heeft betrokken. Nog daargelaten het feit dat bij dit milieveffectrapport geen rekening kon worden gehouden met het Blk 2005, is bij dit milieueffectrapport geen onderzoek verricht naar de gevolgen van het voorliggende plan op de concentraties zwevende deeltjes en benzeen in de buitenlucht. Voorts biedt dit rapport onvoldoende inzicht in de huidige - achtergrondconcentraties aan stikstofdioxide en de verwachte ' achtergrondconcentraties aan stikstofdioxide in 2010. Derhalve had verweerder bij zijn besluit omtrent goedkeuring in het kader van de vraag of voldaan kan worden aan de grenswaarden van het Blk 2005 zich niet mogen > baseren op dit milieueffectrapport. ( Uit het vorenstaande volgt dat het bestreden besluit is genomen in 3 strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten \ zorgvuldigheid, Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb dient te worden vernietigd. 2.11.1. Na het nemen van het bestreden besluit op 8 november 2005 is het IBA-rapport van 15 september 2005 aan verweerder overgelegd. Verweerder heeft de Afdeling verzocht het IBA-rapport bij de oordeelsvorming te betrekken. De vraag of het IBA-rapport grondslag kan bieden voor gebruikmaking van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 8:72, vierde lid, van de Awb beantwoord de Afdeling ontkennend. Daarbij is het volgende van belang. In het IBA-rapport is aangegeven dat na verwezenlijking van het plan : aan de grenswaarden van het Blk 2005 wordt voldaan. Appellant heeft de conclusies middels een tegenonderzoek bestreden. Zijn argumenten raken onder meer de representativiteit van de invoergegevens op grond waarvan het IBA de luchtkwaliteit op het Haarlemmerplein heeft berekend. De Afdeling kan de juistheid van de feitelijke stellingen van appellant op basis van de beschikbare stukken niet afdoende beoordelen. Daarbij is van belang dat in het deskundigenbericht is vermeld, dat “op dit moment niet kan worden beoordeeld of de GGD-waarden (on)betrouwbaar zijn. ”. Daarvoor is meer uitgebreide evaluatie van de GGD-waarden nodig. Daarna zal blijken of de GGD-waarden een onderschatting, dan wel dat de RIVM-waarden een overschatting geven voor de betreffende locatie, aldus nog steeds het deskundigenbericht. De Afdeling is zonder bedoelde evaluatie of nader onderzoek niet in staat antwoord te geven op de vraag of de in het IBA-rapport gebruikte GGD-achtergrondconcentraties, naast de RIVM- achtergrondconcentraties, als voldoende representatief kunnen worden aangemerkt. De Afdeling is, mede gelet op het toepasselijke wettelijke kader, van oordeel dat het in eerste instantie aan verweerder is genoemde £ . bn bie Ee 9. Conclusie Za Gevraagd is of de volgende documenten een zorgvuldige beschouwing geven van de van Sn belang zijnde verkeerskundige uitgangspunten (verkeersprognoses) voor het En luchtkwaliteitsonderzoek van het nieuwbouwproject “Haarlemmerplein”: B HE + _ het verkeerskundig gedeelte van het rapport 'Luchtkwaliteitsonderzoek bEA parkeergarage Haarlemmerplein’ van Goudappel Coffeng d.d. 15 juli 2008 ee (opgesteld in opdracht van Gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum). Ee *_de beantwoording door Stadsdeel Centrum d.d. 15 september 2009 van door de EE StAB gestelde vragen, nadat de StAB haar onderzoek op 21 juli 2009 had Ek | opgeleverd. A t Ee Na beschouwing van deze beide documenten en de diverse rapportages waarnaar deze a. | documenten impliciet of expliciet verwijzen (zoals opgesomd in hoofdstuk 2 en waaronder bie verkeerskundige rapportages van DIVV uit 2004, 2005, 2007 en 2008), concludeert Re É Verkeer21 dat: A * _ beide documenten geen zorgvuldige beschouwing geven van de te hanteren RN verkeerskundige uitgangspunten. Hieronder wordt verstaan dat deze Ee. documenten: ide * _geen verifieerbare motivering leveren van de gehanteerde prognoses Ee (noch voor leken, nach voor terzake deskundigen), zowel voor wat betreft A | de verkeersintensiteiten in 2010 en 2015, als voor wat betreft de B ritproductie van het nieuwbouwproject, Sa + _een oorspronkelijk voor puur verkeerstechnische doeleinden opgestelde B rapportage (het DIVV-rapport uit 2004) wellicht onbedoeld, maar in elk hed geval keer op keer onopgemerkt, voor milieukundige doeleinden is Rn gebruikt. Aan milieukundige rapportages zijn echter veel hogere eisen te oe stellen aan nauwkeurigheid en motivering dan aan verkeerstechnische Eee rapportages (zie ook voetnoot 7). Be * ___zich voor het overige op een groot aantal onoverzichtelijke rapportages Ke baseren, die zich op hun beurt weer op andere rapportages baseren An (enzovoort), zonder hierin enige orde te scheppen dn * _ beide documenten, mede hierdoor, rekenen met verkeersprognoses welke 0 resulteren in een te gunstige inschatting van de gevolgen van het B nieuwbouwproject ‘Haarlemmerplein’ op de luchtkwaliteit, waaronder: El | * een te lage verkeersintensiteit in 2010 op diverse wegen. Gerekend is op dn | de Haarlemmer Houttuinen met 12.400 motorvoertuigen tussen Ul | Planciusstraat en Kleine Houtstraat; hier had gerekend moeten worden en met minimaal 14.125 motorvoertuigen. Voor het wegvak Haarlemmer ad Houttuinen tussen Kleine Houtstraat en Buiten Dommersstraat is B gerekend met 13.350 motorvoertuigen waar gerekend had moeten B | worden met minimaal 15.075 motorvoertuigen. Respectievelijk zijn dit ge verschillen van13,9% en 12,9% (zie paragraaf 4.1). geel * _een te laag aantal bussen op de Haarlemmer Houttuinen. Gerekend is / met 400 bussen per etmaal. Gerekend had moeten worden met 621 Ì | bussen per etmaal. Hierdoor dienen de bovengenoemde intensiteiten nog zn | met 221 te worden opgehoogd tot 14.346 respectievelijk 15.296. (zie paragraaf 4.4). 5 | * _Íntotaal levert dit dat in het luchtkwaliteitsonderzoek gerekend is met een Second opinion Verkeersonderzoek Haarlemmerplein pag. 17/18 vd | ZOZ | | gn pn PA “ { Fe verkeersintensiteit voor de Haarlemmer Houttuinen die 15,7% te laag is be voor wegvak 2 en 14,6% te laag voor wegvak 3. Voor aansluitende EDE wegen zullen vergelijkbare percentages gelden. E B *__een te lage ritproductie van het nieuwbouwproject. Gerekend is met een Ee ritproductie van 550 ritten per etmaal. Gerekend had moeten worden met ED minimaal 1338 ritten per etmaal (paragraaf 3.1). in Op basis van bovenstaande conclusies betwist Verkeer21 de zorgvuldigheid van het, in KE opdracht van het Stadsdeel Centrum, uitgevoerde verkeerskundige onderzoek en acht zij be het op basis van eigen berekeningen voorts niet onaannemelijk dat: bl * __door dit project de 1% (NIBM)-grens wordt overschreden. Er dient ba volgens Verkeer21 immers gerekend te worden met een bijna drie keer de zo hoge ritproductie dan door het Stadsdeel is gehanteerd, En *__dat de overschrijdingen van geldende luchtkwaliteitsnormen (NO:) op Ke : Haarlemmer Houttuinen (wegvak 3) en Nassaukade (wegvak 7) groter de zullen zijn dan gemodelleerd, nu volgens Verkeer21 gerekend dient te BE worden met een ongeveer 15% hogere verkeersintensiteit in 2010, en *__dat ook andere aansluitende wegvakken, welke volgens het aen: luchtkwaliteitsrapport nu nog net onder de geldende fn luchtkwaliteitsnormen gemodelleerd zijn, vanwege deze hogere B verkeersintensiteit in 2010 als overschrijdingslocaties gemodelleerd ER hadden behoren te worden. edel Second opinion Verkeersonderzoek Haarlemmerplein pag. 18/18 ie 8 b ij - If E q . JRC Handelsblad Zaterdag 26 juli & Zondag 27 juli 2008 8 e Milieugroepen: doorbraak i | í £ | t f | Door een onzer redacteuren ROTTERDAM, 26 JULI. Burgers in de Europese Unie kun- nen.de bevoegde autoriteiten dwingen in hun buurt maat- regelen te treffen tegen ernstige luchtvervuiling. Dat heeft het Europees Hof van Justitie gisteren bepaald. De uitspraak van het Hof is eenbe- daarin ‘maatregelen staan die ga= langrijke steun in de rug van EU- randeren dat de limiet op korte burgers die het autoverkeer op termijn niet meer wordt over- drukke wegen in hun woonwijk schreden. Mt Ë aan banden willen leggen om de Zowel Janecek-als Beieren te- luchtvervuiling te beperken. kende daartegen hoger beroep dan Milieuorganisaties noemden de bij de federale rechter. Die legde | uitspraak „een doorbraak in de kwestie vooraan het Europees Hof strijd tegen hetfijnstofprobleem”. in Luxemburg. Dat stelde Janecek De zaak wasaanhangiggemaakt gisteren inhet gelijk. De uitspraak door Dieter Janecek uit München, _ is bindend voor de hele EU. lid van de politieke partij De Groe- X = Het Hof bepaalde dat direct be- nen’ Hij woont aan een drukke trokkeri burgets bij gevaar voor verkeersader, niet ver van een overschrijding van, de’ geldende meetpunt voor de concentratie milieunormen een actieplan tegen van fijnstof in de lucht. luchtvervuiliùg kunnen eisen. In: de Duitse wet staat dat be- Met betrekking tot de inhoud paalde grenswaarden voorfijnstof van zo’n ‘actieplan oordeelde het niet vaker dan 35 keer per jaar mo- Hof, ‘dat de EU-landen niet ver- gen-worden overschreden. Op het plicht zijn tot-maatregelen dieelke meetpunt bij Janecek in de buurt overschrijding van de normen uit- werd dielimietin 2005en2006ve- sluiten; Máár ze zijn — bij tetechte le mälen overtroffen: klachten van individuele burgers — Jahecek eiste maatregelen van wel verplicht op korte termijn het stadsbestuur op grond van de maatregelen te treffen die de risi- Europese richtlijn voor de lucht- Co's van overschrijding tot een mi- kwaliteit. In eerste instantie ving ° nimum beperken en die stapsge- hij bot. In beroep bepaaldederegi- wijs leiden tot een situatie waarin onale rechter dat hij van de be- de concentratie fijnstof binnen de voegde instanties (in dit geval de toegestane hoeveelheid blijft. stad München in de deelstaat Beie- ren) wel een ‘actieplan’ mag eisen, Arrest EU-hof in zaak- maat dat hij niet kan eisen dat ‘“® Janecekvia:nrc.nl/europa . © 2 Pe ARC Handelsblad Zaterdag 26 juli & Zondag 27 juli 2008 Milieugroepen: doorbraak Bl ij | AMM: PA, Ki A A Nn” Wer EEn WR HAGCEEE Ch EHS, ) CHE B DA "hl EL, Gr er CE Aen En re EL A gee 4 © HIj Leisen Doof een onzer redacteuren ROTTERDAM, 26 JULI. Burgers in de Europese Unie kun-| nende bevoegde autoriteiten dwingen in hun buuft maat-. regêlen te treffen tegen ernstige luchtvervuiling. Dat heeft. het:Europees Hof van Justitie gisteren bêpaald. TE ek, 1 ä : E it vn Ee Deuitspraak van het Hof iseen be- daarin maatregelen staan’ die ga-| langrijke steun in de rug van EU- randeren dât de limiet op: korte ' burgers die het autoverkeer op termijn hiet meer. “wordt: over-. drukke wegen in hun woonwijk schreden. … * Î aan, banden willen leggen om de „ Zówel Janecek-als „Béiéren te-; luchtvervuiling te beperken. kende daattegen hoger beroep dan | Milieuorganisaties noemden de _ bij de ‘federale techter. Die legde | uitspraak „een doorbraak in de kwestie vooraan het Europees Hof | strijd tegen het fijnstofprobleem”. in Luxembutg, Dat stelde Jangcek! “Dézaak was aanhangig gemaakt gisteren in het gelijk. De-uitspraak | doot’ Dieter Janecek uit München, is bindend voor de hele EU. lid vän de politieke partij De Groe- X — Het Hof bepadlde dát direct be-. nen) Hij woont aan een drukke trokken’ burgers bij gevaar voor verkeersader, niet ver van een ovetschrijding “vände ‘geldende meetpunt voor de concentratie miliëttnofmien eén actieplan tegen van fijnstof in de lucht, luchfverytilikg kundenêisen:” In de Duitse wet staat dat be- _ Met betrekkifg: tot de inhoud paalde grenswaarden voor fijnstof van zo’ actieplan oordeelde het niët vaker dan 35 keer per jaarmo- Hf, ‘datde FU-latiden Tiet ver gen “worden overschreden. Ophet plichtzijn tot maatregelen die elke mieefpunt bij Janecek in de buurt overschrijding van de normen uit werd die limiet ik 2005 en 2006 ve- sluiten, Maar.ze zijn = bij têtechte le mälen overtroffen. klachten van individuele burgers — “Jahecek eiste- maatregelen van wel ‘verplicht op “korte'térmijn het stadsbestuur op grond van de maatregelen te treffen die de risi- Europese richtlijn voor de lucht-._co’s van overschrijding tot een mi- kwaliteit. In eerste instantie ving KF imum beperken én die stapsge- hij bót. In beroep bepaaldederegi- wijs leiden tot een situatie waarin onâlë rechter dat hij van de be- de concentratie fijnstof binnen de voegde instanties (in dit geval de toegestane hoeveelheid blijft. stad München in de deelstaat Beie- . ren) wel een ‘actieplan’ mag eisen, € Arrest EU-hof in zaak- maat dat hij niet kan eisen dat A Janecek via: nre.nl/europa
Raadsadres
18
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 914 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 13 juli 2016 Ingekomen onder 716’ Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake de Voorjaarsnota 2016 (meer fietsparkeerplekken voor een groen Weesperplein). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Constaterende dat — inde brief van 1 juni 2016 aan de raadscommissie voor Infrastructuur en Duurzaamheid het college aangeeft dat er twee opties zijn om meer te doen aan de verbetering van het Weesperplein dan in het projectbesluit is opgenomen, namelijk een forse uitbreiding van de huidige fietsenstalling en vergroening van het maaiveld. Overwegende dat — het Weesperplein een belangrijk OV-knooppunt is in de stad voor metro's en trams; — door onder andere de UvA, Hv en de kantoren van de gemeente Amsterdam rond het Weesperplein de verwachting is dat het plein komende jaren drukker zal worden en dat er meer fietsparkeerplekken nodig zullen zijn (1000 in 2020); — het Weesperplein het kloppende hart zal gaan vormen van de zogenoemde ‘Knowledge Mile’: — het wenselijk is om de openbare ruimte van het plein te verbeteren en te vergroenen om deze belangrijke plek in de stad een meer kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte te geven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. de twee voorgestelde opties ter verbetering van het Weesperplein in aanvulling op het projectbesluit uit de brief van 1 juni 2016, namelijk en forse uitbreiding van de huidige fietsenstalling en vergroening van het maaiveld uit te voeren; 2. de uitbreiding van de fietsenstalling te financieren zoals voorgesteld in de brief (deels door de Stadsregio, deels vanuit het Stedelijk Mobiliteitsfonds). 3. de structurele kosten van de fietsenstalling te dekking binnen het financiële kader van het (nog vast te stellen) meerjarenprogramma fiets 2017-2020 zoals opgenomen in de Voorjaarsnota 2016; 4. de vergroening van het Maaiveld te financieren zoals in de brief staat voorgesteld (deels uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds, deels uit de Agenda Groen). 1 Het lid van de gemeenteraad J.S.A. Vroege 2
Motie
2
discard
G emeente Bezoekadres Plein'40'45 1 Amsterdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 2x Nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 21 december 2016 Decos nummer 2016fint/1590 Onderwerp Aanbieding ontwerpbestemmingsplan Nieuw Sloten voor vrijgave tervisielegging aan het college van B&W van de gemeente Amsterdam Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 29 november 2016 Besluit Het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Sloten aan te bieden aan het college van B&W van de gemeente Amsterdam voor vrijgave tervisielegging. de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 997 Publicatiedatum 5 augustus 2016 Ingekomen op 14 juli 2016 Ingekomen onder BY Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groen en Nuijens inzake de uitwerking van de samen- werkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (alleen duurzaam verkopen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675). Constaterende dat: — deze samenwerkingsafspraken de afspraak bevatten: “Corporaties bieden bij verkoop de mogelijkheid tot verduurzaming aan en pakken een actieve rol in VvE's voor verduurzaming”. Overwegende dat: — deze afspraak op zich voortreffelijk is, maar dat die in BadS Il ook al stond en dat de corporaties blijkens evaluatie van de gemeente niets met die afspraak gedaan hebben; — deze samenwerkingsafspraken geen nadere uitwerking bevatten van hoe de afspraak zal worden uitgevoerd. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: deze afspraak nader uit te werken. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen J.W. Nuijens 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 499 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder AA Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake het rapport “Privacy van burgers met een hulpvraag” (doorlichten domeinen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de aanbevelingen van het rapport van de Rekenkamer Amsterdam “Privacy van burgers met een hulpvraag” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 452). Overwegende dat: — uit het rapport ‘Privacy van burgers met een hulpvraag’ en de problemen rond SUWI blijkt dat privacybeleid in Amsterdam niet de bestuurlijke aandacht heeft die het behoeft. Zo is bijvoorbeeld onduidelijk wie de regie heeft, wie toetst en wie monitort dat gegevensverwerking aan de gestelde kaders voldoet; — _ Privacy bij uitstek een portefeuille-overstijgend onderwerp is dat permanente aandacht behoeft; Voorts overwegende dat: — er nu vooral reactief naar privacy gekeken wordt, bijvoorbeeld als er iets misgaat, terwijl een proactieve benadering gewenst is; — _er binnen het domein Jeugd een ‘privacyschouw' is gehouden waarmee het hele veld doorzocht is op mogelijke risico's en dat deze schouw heeft geleid tot een verbeterplan; — het zinvol zou zijn in alle domeinen een dergelijke schouw te organiseren en de hele organisatie een keer grondig door te lichten op het vlak van privacy. Draagt het college van burgemeester en wethouders op: alle domeinen stapsgewijs door te lichten op mogelijke privacyrisico's en de raad zo spoedig mogelijk over de voortgang en daaruit voortvloeiende verbeterpunten te informeren. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1385 Datum indiening 3 juli 2019 Datum akkoord 3 september 2019 Publicatiedatum 4 september 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Jong, Simons, Flentge en Kilig inzake acute zorgvragers in crisissituaties. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De maatschappelijke opvang staat onder druk. Oplopende tekorten hebben geleid tot een tijdelijke instroombeperking bij het Leger des Heils, HVO-Querido en De Volksbond/Streetcornerwork. Het duurt langer totdat cliënten worden geholpen naar passende ondersteuning zoals individueel begeleid wonen. Gevolg is dat de nachtopvang steeds voller raakt. Er is een Taskforce ingesteld bestaande uit maatschappelijke opvangorganisaties, GGZ, GGD en de gemeentelijke afdelingen Wonen, MO en Jeugd die naar een oplossing zoekt. In de brief van 18 juni 2019 schreef de wethouder dat cliënten met een acute zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, wel direct noodzakelijke ondersteuning krijgen. Toch kwamen er signalen dat gezinnen, waaronder een vrouw met twee kinderen, werden geweigerd voor crisisopvang en er geen alternatief geboden werd, waarna zij op een politiebureau hebben moeten slapen. Gezien het vorenstaande hebben de leden De Jong, Simons, Flentge en Kilig, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, BIIJ1, SP en DENK, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Krijgen cliënten met een acute zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, direct noodzakelijke ondersteuning, zoals een plek in de crisisopvang of een alternatieve oplossing zoals in een hotel voor kwetsbare gezinnen die anders op straat staan? Antwoord: Ja, cliënten met een acute zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, kunnen altijd door de GGD in de opvang worden geplaatst. Voor individuen is dit de nachtopvang, voor gezinnen is dit de crisisopvang gezinnen. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R weing aes Gemeenteblad Datum 4 september 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019 2. Klopt het dat vrouwen met kinderen die geen andere slaapplaats konden krijgen, zijn geweigerd voor crisisopvang? Wordt hen een alternatieve overnachtingsplek aangeboden? Antwoord: Vrouwen (of mannen) met kinderen met een acuut huisvestingsprobleem die geen andere slaapplaats kunnen vinden, wordt opvang geboden. Dit is soms niet in Amsterdam (maar in de regio). Als er wel een alternatieve verblijfplaats is binnen het eigen netwerk, dan worden gezinnen daarnaar verwezen, waar nodig met warme overdracht en begeleiding. Er zijn bij de GGD geen gevallen bekend waarbij een gezin na melding voor de noodopvang uiteindelijk op straat (of in een politiebureau) moest overnachten. 3. Kan het college de volgende informatie verstrekken per week (of per dag) sinds 15 juni 2019: a. het aantal mensen dat zich heeft gemeld bij de Jan van Galenstraat voor een plek in de nachtopvang; b. het aantal mensen dat is geweigerd voor de nachtopvang, met welke reden en of dit afwijkt van de periode voor de instroombeperking; Antwoord vragen 3a en b: Bij de Jan van Galenstraat melden mensen zich voor Maatschappelijke Opvang — een maatwerkvoorziening voor zorg met verblijf. Een deel van deze mensen heeft acuut een onderdakvraag en wil verblijven in de nachtopvang. Dit wordt niet geregistreerd. Er zijn ook andere partijen (buiten de GGD) die daklozen onder brengen bij de nachtopvang, zoals Veldwerk, Mobiel Team en Zorgtoeleiding. Tevens kunnen mensen zichzelf melden aan de deur voor nachtopvang. Aangezien er geen centrale registratie is voor aanmeldingen voor de nachtopvang, zijn er ook geen gegevens beschikbaar voor het aantal afwijzingen. De nachtopvang is een algemene voorziening waar geen beschikking voor wordt afgegeven. De partijen die daklozen aanmelden voor nachtopvang hebben het afgelopen jaar het signaal afgegeven dat het moeilijker wordt cliënten te plaatsen. In reactie hierop is een analyse uitgevoerd naar in- en uitstroom van de nachtopvang. Daaruit bleek dat veel cliënten lang in de nachtopvang verblijven, omdat zij hier ‘overbruggen’ tot er een plek in een maatwerkvoorziening voor maatschappelijke opvang vrijkomt. c. het aantal mensen/gezinnen dat een plek in de crisisopvang heeft gekregen? Antwoord vraag 3c: In de periode juni tot en met 28 augustus hebben in totaal 62 gezinnen een plek in de crisisopvang gekregen. In diezelfde periode zijn 40 gezinnen uitgestroomd. De noodopvang voor dakloze gezinnen is in de afgelopen maanden dus gegroeid met 22 gezinnen. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng aes Gemeenteblad Datum 4 september 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019 4. Kan het college vanaf nu tot 1 september 2019 tweewekelijks een update sturen van bovenstaande gegevens aan de raad en regelmatig rapporteren over nieuwe ontwikkelingen? Antwoord: Zoals aangegeven, is het niet mogelijk om bovenstaande gevraagde gegevens te leveren. De toegang tot de nachtopvang ligt bij verschillende partijen in de stad, die proberen om de meest kwetsbare Amsterdammers toe te leiden naar passende zorg. Ik vind het niet verstandig om deze professionals extra te belasten met registratie-eisen. De bezetting van de nachtopvang kan niet los gezien worden van de gehele keten van opvang, zorg en verblijf. De bezetting van de nachtopvang is immers nauw verweven met de ontwikkelingen in de doelvoorzieningen van Maatschappelijke Opvang en (in mindere mate) Beschermd Wonen. De TaskForce MO/BW houdt zich onder meer met dit vraagstuk bezig. Voor de korte termijn zullen waar mogelijk quickwins worden gerealiseerd om snel tot verbeteringen in het stelsel en voor cliënten te komen. Voor de (middel)lange termijn buigt de TaskForce zich over beleidsaanpassingen, en er zal een monitor worden ontwikkeld die een bijdrage gaat leveren aan het beter kunnen anticiperen op acute knelpunten en trends. Net voor de zomer is de TaskForce gestart. Ik heb al een gesprek gehad met cliënten en 20 september vindt het tweede gesprek plaats met bestuurders van MOBW aanbieders en GGZ. Dat gesprek gaat over knelpunten waar quickwins op behaald kunnen worden, over de doorontwikkeling winteropvang en een eerste verkenning van monitoring en sturing. Ik ben voornemens de doorontwikkeling uiterlijk in oktober aan u aan te bieden. De TaskForce zal in het eerste kwartaal 2020 worden afgerond. De beleidsaanpassingen die hieruit voorvloeien komen terug in de herijking van het Koersbesluit Thuis in de Wijk. Beleidsaanpassingen op het gebied van maatschappelijke opvang voor jongvolwassenen worden hierin ook meegenomen. Over deze herijking zal ik u zo snel mogelijk daarna informeren. Afhankelijk van de reikwijdte van de beleidsaanpassingen volgt bestuurlijke besluitvorming. 5. Kan het college deze vragen zo snel mogelijk, en in ieder geval uiterlijk 9 juli 2019, beantwoorden? Antwoord: De beantwoording van deze vragen heeft vertraging opgelopen door de opeenvolgende ontwikkelingen deze zomer. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
| _ loesfses6 „eestuursdienst Amsterdgdemeester van Amsterdam | ; Directie % © J C hen : af Ì ; Datum in 22-2009" BO | {Reg.nr veo9 / 3 é2 ó dd iGlees nr: sel | LtES8, DE, INGE f | | | Beh nb UO NGEKOMEN | | Fvan BM Wen. TNS 23 JUL 2008 | ST ter kennisname Í js ter verdere beh, KAB BM | lom advies | 5 Amsterdam 21-07-09 _ _ : datum verz: Geachte heer Cohen, ‘near DIV dd . | Als zeer verontruste grootvader vraag ik uw dringende aandacht voor het volgende; | Mijn dochter en haar gezin wonen momenteel zo'n zeven jaar in de in Amsterdam | Noord. In eerste instantie tot volle tevredenheid, maar gaandeweg de jaren neemt het woongenot met de dag af. | Mijn kleinkinderen, een tweeling van zeven jaar oud, krijgen nagenoeg elke dag te horen dat ze | moeten “oprotten” uit de buurt omdat zij daar niet thuis horen, althans volgens de aanwezige, | overige buurtkinderen. Te uwer informatie, zij zijn de enige twee kinderen van Nederlandse | | afkomst, die daar momenteel wonen. Even voor uw informatie, mijn kleinkinderen stammen uit een rasechte Amsterdamse familie, geboren en getogen, die allemaal bij de gemeente Amsterdam werken of hebben gewerkt. | | Op 25 juni jl. vroeg mijn kleindochter aan een groepje Marokkaanse/Turkse buurtkinderen, of zij | | mee mocht doen met voetballen. er werd toen gewezen naar een Turkse jongen aan wie zij | L moest vragen of zij mee mocht voetballen. Deze jongeman antwoordde hierop met: “eerst je rok E | omhoog en je broek laten zakken. Als je het vertelt snij ik je strotje door.” : | Deze jongeman is 12 jaar oud, de rest van de groep ging meteen om mijn kleindochter heen é staan, zodat niemand verder. kon zien wat er gebeurde! Mijn kleindochter heeft onder deze bedreiging gevolg gegeven aan de wens van deze knapen, uit. | 5 angst dat haar iets zou overkomen en heeft haar broek laten zakken. Daarna is zij volledig overstuur naar huis gerend. Ondertussen waren deze heren inmiddels verdwenen. De volgende dag stond mijn kleindochter | voor het raam toen ze begon te trillen en in haar broek te plassen, huilend vertelde ze dat zij beneden die Jongens zag die op het speelplaatsje waren. | Mijn dochter heeft toen onmiddellijk de politie gebeld en die kwamen dan ook inclusief de honden | | brigade omdat het begrijpelijkerwijs kon gaan escaleren. | De buurtwachters kenden de heren bij naam en toenaam, volgens de Jeugd- en Zedenpolitie Ö zaten er ook veelplegers bij, kinderen vanaf 10 jaer, eigenlijk te triest voor woorden. | Mijn dochter wil weg daar vandaan, het ilefst gisteren, mijn beide kleinkinderen (tweeling) durven | niet meer op straat te speien, ze zitten zelfs in Badhoevedorp op school om niet met deze Ì kinderen in één klas te hoeven zitten. U zult begrijpen dat dit een zware wissel trekt op mijn ; dochter en schoonzoon; dit betekent namelijk elke ochtend brengen en elke middag weer ophalen. é De wijkagent zegt dat hij niets kan doen voor mijn dochter en haar kinderen; de woningbouw reageert nauwelijks; de dienst wonen, zegt, vrijvertaald: zoek het maar uit, | Echter, volgens de informatie welke mij tot mijn beschikking staat, kan de wijkagent wel degelijk | | iets betekenen in deze kwestie. Hij zou bijvoorbeeld in een brief kunnen uitleggen onder welke Dt | t omstandigheden een en ander heeft plaatsgevonden, en zou tevens kunnen aangeven dat er wel | degelijk sprake is van een bedreigende situatie voor dit gezin, om zodoende een urgentie voor . | _hen fe kunnen verkrijgen. | In mijn gehele werkzame leven heb ik mij met hart en ziel ingezet voor een sociale en ‚ rechtvaardige samenleving. Sinds vele jaren verricht ik werkzaamheden voor de vakbond, om de positie van de hardwerkende burgers in Nederland te verbeteren en om onrecht aan de kaak te stellen, maar onderhand begin ik het vertrouwen in de politiek te verliezen. Met mij meerdere inwoners van ons land, getuige de stijging in de opiniepeilingen van de populariteit van Wilders’ | f PVV! | | | | Mijn kleinkinderen en kinderen hebben recht op een veilige omgeving, net zoals ik die heb | gehad! Een omgeving waar je veilig kon spelen, veilig overstraaf kunt lopen, zonder angst, | zonder bang te zijn dat iemand je wat aan doet! Helaas most ik constateren dat dit niet meer | mogelijk is in diverses Amsterdamse wijken. Als ras-Amsterdammer doet mij dit ongelooflijk veel | | pijn, en met mij meerdere. | Ik wil niet zo veel vragen, ik ben ook maar een gewone jongen die met hard werken zijn brood Î | verdient, mijn vrouw heeft na ruim 30 jaar haar uniform van bejaardenverzorgster aan de wilgen k gehangen en “genief” nu volledig afgebrand van haar pensioentje, want ja als je 60 bent krijg je niet zoveel he. Î Het enige wat ik wil is, dat ik van u te horen krijg dat u de veiligheid van het gezin van mijn | dochter kunt garanderen, dat zij s'nachts weer rustig kunnen slapen, dat de kinderen zonder angst weer buiten kunnen spelen. Dat dit in de huidige woonomgeving een onmogelijkheid blijkt | te zijn, verzoek ik u dringend om uw invloed aan te wenden. ; Graag van u vernemend, verblijf ik, . | | Met vriendelijke groet | í | f CC Hoofdcommisaris van Politie B.Welten | Gemeenteraad Gem. Amsterdam ; Stadsdeel secr. Noord |
Raadsadres
2
train
X Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid Jaar 2017 Datum indiening 8 september 2017 Datum behandeling 13 september 2017 Onderwerp Actualiteit van het raadslid Ernsting (GL) inzake het kort geding van Milieudefensie tegen de Nederlandse Staat over Schone Lucht Aan de commissie Inleiding Omdat Nederland nog altijd niet aan de verplichting voldeed om de Europese normen voor de uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide te halen, heeft Milieudefensie een kort geding aangespannen tegen de Nederlandse staat. Milieudefensie is volledig in het gelijk gesteld. Dit betekent dat de overheid aan de slag moet. In de berichtgeving over de uitspraak zegt de minister dat ze samen met de regio’s een plan gaat maken. De wethouder geeft echter aan dat vooral de nationale overheid aan de slag moet. Over deze wisselwerking maakt GroenLinks zich grote zorgen. Volgens GroenLinks moet de overheid zich aan zijn eigen regels houden en heeft de Amsterdammer recht op gezonde lucht. We willen daarover op korte termijn met de commissie en het college in debat. Reden bespreking Zie inleiding en reden spoedeisendheid. Reden spoedeisendheid Er is op 7 september uitspraak gedaan. Binnen twee weken na de uitspraak moet er een geloofwaardig plan liggen om de Europese normen voor schone lucht te halen. Die termijn verstrijkt op 21 september. Het lid van de commissie, Z. Ernsting (GroenLinks) 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Commissieactualiteit 2
Actualiteit
2
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1214 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 20 oktober 2017 Behandeld op 9 november 2017 Uitslag Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2018 (smileyborden op de Amstel). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Overwegende dat: — de drukte op het water in de stad de laatste jaren fors is toegenomen en ook op de Amstel tot veel verkeersbewegingen heeft geleid met name op mooie dagen en in het weekend; — de Amstel tegelijkertijd de belangrijkste rivier in het land voor de recreatie- en wedstrijd roeisport; — deze sport beoefend wordt door roeiers van alle generaties van jong tot zeer oud; — vaarbewegingen op de Amstel regelmatig leiden tot gevaarlijke situaties waarbij de kwetsbare roeiboten de zwakste partij zijn; — deze gevaarlijke situaties ontstaan, naast de grote drukte, door te hard varen van motorboten waarbij grote boeg- en hekgolven getrokken worden en waardoor de roeiboten makkelijk vol kunnen lopen en onder water verdwijnen; — hierdoor ontstaan met name voor de allerjongste en de oudste roeiers levensbedreigende situaties. Constaterende dat: — de huidige snelheid metende apparatuur op de grachten met de bekende Smiley borden aan de schippers van boten helder communiceren dat zij te hard varen en dat deze apparatuur effectief blijkt te werken; — deze apparatuur en daarbij behorende bebording ontbreekt op de Amstel. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — ten behoeve van (preventieve) handhaving en bevordering van verkeersveiligheid op de Amstel, vergelijkbare bebording en snelheid metende apparatuur en Smileyborden te installeren op de Hooge Sluys, de Nieuwe Amstelbrug, Berlagebrug en Utrechtsebrug; — dekking voor de installatie en onderhoud van deze apparatuur te vinden op de begroting van Waternet. 4 Het lid van de gemeenteraad D.F. Boutkan 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 530 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder BC Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Ruigrok inzak de deelname in 1012 Inc (dashboard). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het voorgenomen besluit over de deelname in 1012Inc (Gemeenteblad afd. 1, nr. 473). Overwegende dat: — er zes gelijkwaardige maatschappelijke en bedrijfsmatige doelstellingen voor 1012 Inc zijn geformuleerd (herontwikkeling, terugdringen monocultuur, herstellen van functiebalans, voorkomen van dubieus eigendom, een redelijk rendement en voldoende investeringscapaciteit); — de realisatie van de doelstellingen jaarlijks wordt bewaakt en waar nodig aangepast; — Stadgenoot, de Gemeente en het SAREF-Fonds een investeringstermijn van ten minste 15 jaar hanteren waarbij na vijf jaar een evaluatie plaatsvindt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de gemeenteraad jaarlijks door middel van een dashboard te informeren over de voortgang in het behalen van de doelstellingen en eventuele aanpassingen voor te leggen. Het lid van de gemeenteraad M.H. Ruigrok 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 15 maart 2022 Portefeuille(s) Bouwen en Wonen Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer Behandeld door Grond en Ontwikkeling, L.vittenbogaard@&amsterdam.nl Onderwerp Mogelijkheden bouw van sociale koopwoningen Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over de mogelijkheden voor de nieuwbouw van sociale koopwoningen. Hiermee wordt de vraag van het lid Van Renssen (GroenLinks) beantwoord die in de commissie Wonen en Bouwen van 15 december 2021 gevraagd heeft om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om sociale koopwoningen als segment toe te voegen aan de Amsterdam voorraad. In 2021 is een intentieovereenkomst gesloten met IVBN, Vastgoedbelang en NEPROM. Hierin is onder andere afgesproken dat verkend zal worden op welke manier de bouw van middeldure koopwoningen aangejaagd kan worden en of het mogelijk is deze langdurig in het betaalbare segment te behouden. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met NEPROM waarbij de mogelijkheden zijn verkend. Daarnaast heeft de gemeente ook andere mogelijkheden om sociale koopwoningen onderzocht. In deze brief informeer ik u op hoofdlijnen over de verschillende mogelijkheden om koopwoningen betaalbaar aan te bieden. Het is aan een volgend college om eventuele nadere verkenningen uit te voeren. Als eerste gaat deze brief kort in op het huidige beleid voor sociale koopwoningen. Huidig beleid voor sociale koopwoningen Sociale koopwoningen zijn woningen met een VON-prijs tot € 324.000 (prijspeil 2022). Op 1 februari 2022 heeft het college besloten de naam middeldure koopwoningen te wijzigen in sociale koopwoningen. Hiermee wordt aangesloten op de Huisvestingswet en de toekomstige wijzigingen van deze wet waarmee het mogelijk wordt sociale koopwoningen toe te wijzen aan specifieke huishoudens. De prijsgrens van sociale koopwoningen is inclusief afkoop erfpacht maar de erfpacht hoeft niet afgekocht te zijn. Het gaat erom dat de woningen betaalbaar zijn voor huishoudens met een middeninkomen tot € 64.407 netto per jaar. Op dit moment kunnen deze woningen wettelijk nog niet worden toegewezen aan deze juiste doelgroep, dit wordt na aanpassing van de Huisvestingswet wel mogelijk. Hierover heb ik v op 22 december 2021 geïnformeerd door middel van de raadinformatiebrief ‘Reactie minister op verzoek tot spoedige wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake voorrang koopwoningen’. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 maart 2022 Pagina 2 van 3 Het uitgangspunt is nu dat sociale koopwoningen marktconform gebouwd worden. Dat heeft met de stijgende woningprijzen als gevolg dat deze woningen steeds kleiner worden. Alleen aan de randen van Amsterdam is het nog mogelijk om appartementen geschikt voor gezinnen te realiseren in het betaalbare koopsegment. De prijsgrens geldt alleen bij eerste verkoop en daarna heeft de gemeente er geen zeggenschap meer over. Aanvullende mogelijkheden bouw sociale koopwoningen Er zijn verschillende instrumenten om ervoor te zorgen dat er meer sociale koopwoningen worden gebouwd. De verschillende instrumenten dienen ieder een ander doel en hebben hun eigen voor- en nadelen. — Het aanbieden van financierings- en erfpachtregelingen Er zijn verschillende instrumenten waarmee koopwoningen niet marktconform aangeboden kunnen worden. Hierbij moet altijd goed geregeld worden dat die eventuele korting bij doorverkoop verrekend wordt zodat de eerste koper of de ontwikkelaar er niet met de winst vandoor gaat. Mogelijkheden zijn een eventuele canonkorting voor de eerste kopers of de Koopstartregeling. Bij Koopstart krijgt een eerste koper korting bij de aankoop van een woning, en die korting wordt bij doorverkoop weer terugbetaald. Betaalbaar Kopen Zaanstad werkt onder andere met een canonkorting. Een belangrijk nadeel van deze instrumenten is dat de woning niet langdurig betaalbaar kan worden aangeboden. Dat kan wel met de Koopgarantregeling. Hierbij heeft de ontwikkelaar een terugkoopverplichting waardoor dezelfde woning steeds opnieuw met korting kan worden aangeboden. Maar voor marktpartijen en woningcorporaties is deze regeling niet aantrekkelijk vanwege die terugkoopverplichting. Het overnemen van deze terugkoopverplichting als gemeente zou een forse verhoging van de schuldquote betekenen en dat is op dit moment geen haalbare optie. Voor alle instrumenten die ingrijpen op de koopmarkt geldt dat er grote financiële en juridische consequenties zijn waarvan de exacte effecten nog in beeld moeten worden gebracht. Ook is er capaciteit nodig om dit verder vit te werken. — Het stimuleren van de vraag Vaak wordt gekeken naar het financieel ondersteunen van woningzoekenden om een nieuwe woning te bemachtigen. Bekende voorbeelden hiervan zijn het verlagen van de overdrachtsbelasting voor starters en de Starterslening. Dit soort maatregelen zijn vooral effectief als de vraag aangejaagd dient te worden, in perioden van hoogconjunctuur en stijgende huizenprijzen werken dit soort maatregelen averechts. De prijzen van koopwoningen worden in de huidige markt vooral bepaald door wat kopers kunnen betalen. Als mensen meer kunnen lenen, dan heeft dat tot gevolg dat de prijzen stijgen. Zeker in gebieden met een grote marktdruk zoals Amsterdam, hebben deze maatregelen een sterk prijsopdrijvende werking zoals ook geconcludeerd door de Nederlandse Bank*. Het college is daarom geen voorstander van vraagstimulerende maatregelen. ‘Zie onder andere: https:/fwww.dnb.nl/actvele-economische-vraagstukken{/woningmarkt/ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 maart 2022 Pagina 3 van 3 Uitkomsten verkenning NEPROM De gemeente heeft met NEPROM gesproken over de mogelijkheden voor de bouw van middeldure koopwoningen. De wens om meer grotere betaalbare koopwoningen te realiseren in Amsterdam wordt gedeeld. Ook zien beide partijen mogelijkheden in het concept Koopstart. Een groot nadeel van Koopstart is dat de woning na doorverkoop weer uit het betaalbare segment dreigt te vallen. Voor de gemeente is het echter belangrijk dat een eventuele marktcontraire middeldure koopwoning ook gedurende een langere periode betaalbaar moet worden aangeboden, hiervoor is in de overleggen tussen NEPROM en gemeente geen oplossing gevonden. Conclusie Het college ziet op dit moment geen goede mogelijkheden om sociale koopwoningen langdurig betaalbaar aan te bieden. Als hoofddoel is meer mensen een kans te geven op de koopwoningmarkt, dan kan dat worden geregeld door bijvoorbeeld een tijdelijke canonkorting of het introduceren van Koopstart. Echter, dit werkt alléén eenmalig bij de eerste koper, daarna zijn de woningen onderhavig aan de ontwikkeling van de marktprijzen. Als betaalbaarheid voor langere tijd het hoofddoel is, zijn we aangewezen op betaalbare huursegmenten, waar langdurende afspraken over de prijzen kunnen worden gemaakt. De bouw van meer sociale koopwoningen zou betekenen dat er minder woningen in het middeldure huursegment gerealiseerd worden, omdat beide in de „0% middensegment vallen. Het ingrijpen op de koopwoningenmarkt is geen eenvoudige opgave en het is aan het volgend college om hierin keuzes te maken. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Jakob Wedemeijer Wethouder Bouwen en Wonen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 71 Publicatiedatum 20 februari 2015 Ingekomen onder I Ingekomen op 11 februari 2015 Behandeld op 11 februari 2015 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het raadslid de heer N.T. Bakker inzake de economische structuurversterking (stimuleren economische groei van onderaf). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de economische structuurversterking (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 45); Overwegende dat: — economische structuurversterking alleen effect resulteert als deze van onderaf gerealiseerd wordt; — het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), als banenmotor van de economie, onmisbaar is om deze structuurversterking van onderaf te bewerkstellingen; — de voordracht van het college de belangrijke rol van het MKB in de Amsterdamse economie onvoldoende onderkent; — de separate actieprogramma’s of investeringen, inclusief financiële gevolgen, deels nog verder moeten worden uitgewerkt, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — bij de verdere uitwerking en bij investeringen voor de economische structuurversterking in te zetten op het stimuleren van economische groei van onderaf met het MKB als uitgangspunt; — deze uitwerkingen en investeringen, nadat deze zijn goedgekeurd door de raad, op te nemen in het Amsterdams Ondernemers Programma. Het lid van de gemeenteraad, N.T. Bakker 1
Motie
1
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Onderwerpen 22 sep-2021 - Bespreken & vaststellen Bestemmingsplan Buiksloterham 8° herziening. - Bespreken & vaststellen Beleidsregels bestaande funderingen. - Bespreken & vaststellen adviesaanvraag maaiveld Kavel 4A. - Bespreken & vaststellen Afvalstoffenverordening. - Bespreken & vaststellen adviesaanvraag buurtrechten. - Bespreken & vaststellen adviesaanvraag Ontwerpbestemmingsplan Banne Buiksloot 2e partiele herziening. - Bespreken & vaststellen NvU en SO Grasweg. - Bespreken & vaststellen adviesaanvraag 30 km per uur in de stad. - TKN: Investeringsnota IJdoornschoollocatie. - TKN: Adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan Tuindorp Oostzaan. - TKN: Nota van uitgangspunten uitbreiding P+R Noord. a vergadering 6 okt-2021 - Bespreken & vaststellen Investeringsnota IJdoornschoollocatie. - Bespreken & vaststellen Referendumverordening - Bespreken & vaststellen adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan Tuindorp Oostzaan. - Bespreken & vaststellen DO Jag. P. Thijsseplein. - Bespreken & vaststellen Nota van uitgangspunten uitbreiding P+R Noord. - Bespreken & Vaststellen NvU Westelijke ontsluiting Buiksloterham - Presentatie: Veiligheidsbeleving in de naoorlogse ontwikkelbuurten van Noord. Ooit vergedering | 2021t\| vergadering B 2021t Een vergadering en nn Eme vergadering OO an vergadering SN SE vergadering EE mm Een vergadering _9feb2020 Geen | LL \vergadering | 2 mrt-2022 | Geen vergadering Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp EIK Te Bijzonderheden n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis mensen met een beperking/ Overweg, Paul toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels Ras Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk | n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa. weken later de daadwerkelijke Precieze datums adviesbehandeling. hangen af van verloop besluitvormingspr oces. Verwacht: na zomerreces 2022 |n.n.b(Q1/Q2) |Adviesaanvraag uitbreiding sportpark Kadoelen. 2021 |n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt. en Kindermishandeling Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden Only Friends nn 12-jul |n.n.b. Bezoek opvanglocatie Dwergvinvisstraat 69-75
Agenda
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 4172 Publicatiedatum 26 juni 2013 Ingekomen onder Ss Ingekomen op woensdag 12 juni 2013 Behandeld op woensdag 12 juni 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Hoek, de heer Poorter, de heer Paternotte en de heer Winsemius inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (recht op het bouwen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2013 inzake: — _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437); — intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438); Overwegende dat: — in de Visie burgerparticipatie: Van bolwerk naar netwerk valt te lezen: “Binnen de organisatieontwikkeling van het concern Amsterdam en de brede ontwikkeling naar wijkgericht werken is het van belang de formele positie (handelingsruimte) van frontlinie en uitvoerende professionals bij de stedelijke diensten en bestuurscommissies te borgen”; — de ontwikkeling van burgerparticipatie net zo goed vraagt om de formele positie (handelingsruimte) van burgers te borgen; — de formele positie van burgers vaak wel is vastgelegd als het gaat om de opvattingen die zij met het bestuur willen delen in het kader van inspraak of andere vormen van communicatie; — _ echter hun formele positie als het gaat om initiatieven die zij in hun wijk of buurt willen ontplooien op (vrijwel) geen enkele wijze is vastgelegd; — _ het vastleggen van de formele positie van burgers in relatie tot de initiatieven die zij willen ontplooien er toe leidt dat zij weten waar ze het voor doen en bestuurders en ambtenaren weten wanneer ze initiatieven daadwerkelijk dienen te honoreren in plaats van in beraad te houden, te onderzoeken, tegen het licht te houden of anderszins te temporiseren; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 472 Motie Datum 26 juni 2013 Voorts overwegende dat: — in Engeland sinds 2 april 2012 de Localism act van kracht is, waarin is vastgelegd dat groepen van burgers (communities) beschikken over het recht om te bouwen (the right to build), het recht om te bieden (the right to bid) en het recht om uit te dagen (the right to challenge); — het recht om te bouwen inhoudt dat een groep burgers (gebieds)ontwikkelings- plannen kan maken op buurtniveau en daarvoor via een vereenvoudigde procedure toestemming kan krijgen; — het recht om te bieden inhoudt dat een groep burgers een bod kan doen op een bepaald gebouw of een stuk grond dat in bezit is van de gemeente en dat een bepaalde waarde kan hebben voor de buurt, waarna de gemeente deze burgers de gelegenheid dient te bieden om hun bod ui te werken, het pand of de grond in de tussen niet aan derden verkoopt om het bod volgens serieus in overweging te nemen; — het recht om uit te dagen inhoudt dat bewoners een voorstel kunnen maken om vormen van publieke dienstverlening te gaan uitvoeren als ze vinden dat ze het beter en/of goedkoper kunnen doen, waarbij te denken valt aan diensten op het gebied van grondonderhoud, taalonderwijs, arbeidsbemiddeling enz”; Tenslotte overwegende dat: — wat in Engeland nog in de kinderschoenen staat, niet noodzakelijkerwijs in Amsterdam goed zal werken; — _ Amsterdammers desalniettemin een stevige voet tussen de deur van gemeente en bestuurscommissies zouden krijgen wanneer zou worden vastgelegd dat zij beschikken over een recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen, Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — een Amsterdamse variant van het recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen uit te werken; — daarbij in ieder geval te betrekken de engelse Localism Act; — uitgewerkte voorstellen in de vorm van een voorstel tot vaststelling van een verordening op op het recht van bouwen, bieden en uitdagen vóór 1 januari 2014 aan de raad ter vastlegging voor te leggen. De leden van de gemeenteraad J. Hoek M.F. Poorter J.M. Paternotte R. Winsemius 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1370 Datum indiening 2 oktober 2018 Datum akkoord 14 december 2018 Publicatiedatum 17 december 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake afvalovertredingen in de Spuistraat. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van de VVD ontving meerdere berichten van bewoners over afvaloverlast in de Spuistraat. Zij hebben de afgelopen periode regelmatig afvalovertredingen geconstateerd ter hoogte van nummer 58. Er zijn foto's gemaakt van de desbetreffende locatie, waarop te zien is dat er telkens grofvuil, vuilniszakken en mogelijk ook bedrijfsafval rondom een afvalbak geplaatst worden. Het plaatsen van vuilnis gebeurt op dagen en tijden waarop het niet toegestaan is afval op straat aan te bieden. In de Spuistraat wordt het afval op maandag- en donderdagochtend opgehaald, wat betekent dat afval op deze dagen tussen 6:00 en 8:00 uur aangeboden mag worden. De foto's zijn buiten deze periode gemaakt, wat erop wijst dat er regelmatig afvalovertredingen plaatsvinden op deze locatie. De overtredingen zijn op de volgende data in tijdstippen geconstateerd: e zaterdag 1 september 2018 om 13:01 uur; e woensdag 5 september 2018 om 15:04 uur; e vrijdag 7 september 2018 om 07:49 uur; e woensdag 12 september 2018 om 06:34 uur; e vrijdag 14 september 2018 om 07:47 uur; e woensdag 19 september 2018 om 07:37 uur; e donderdag 20 september 2018 om 14:59 uur; e vrijdag 21 september 2018 om 08:02 uur. In de Begroting 2019 (pagina 65) wordt aangegeven dat er extra handhaving wordt ingezet op verkeerd aangeboden afval en dat er cameratoezicht wordt gebruikt om overlast aan te pakken.” Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1 https://www.vvdamsterdam.nl/uploaded/www.vvdamsterdam.nl/files/5baca81 1301 85/afvalovertredin gen _spuistraat.pdf https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/887131/begroting 2019 amsterdam wrt.pdf 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng Lazo Gemeenteblad R Datum 17 december 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 oktober 2018 1. Is de hiervoor vermelde locatie momenteel opgenomen in de lijst met afvalhotspots? Zo ja, kan het college toelichten welke maatregelen het heeft genomen om afvalovertredingen op deze locatie te voorkomen en aangeven hoeveel afvalboetes er hier zijn uitgeschreven? Zo nee, is het college bereid deze locatie alsnog als hotspot aan te wijzen? Antwoord: Deze locatie is niet opgenomen in lijst met afvalhotspots. Hoewel deze locatie niet als afvalhotspot is aangemerkt, is er wel sprake van reguliere handhavingsinzet. Een locatie wordt als hotspot aangemerkt als huishoudelijk en bouwafval structureel (minimaal twee keer per week) en in aanzienlijke mate bij een voorziening in de openbare ruimte (bv. afvalcontainer) wordt aangetroffen. De meest voor de hand liggende locatie van een hotspot is nabij afval inzamelcontainers. Hotspots zijn echter ook locaties waar structureel buiten de ophaaldagen (huishoudelijk) afval wordt gedumpt. Voor de beantwoording of deze locatie als hotspot kan worden aangewezen, is het van belang om te duiden wat de regels zijn ten aanzien van het aanbieden van huishoudelijk - en bedrijfsafval op deze locatie. Bewoners en ondernemers die reinigingsrecht betalen mogen hun huisvuil op maandag en donderdag vanaf 06.00 uur aanbieden tot het moment dat de vuilniswagen van de gemeente langs is geweest. Bedrijfsafval mag op deze locatie elke dag (7 dagen per week) van 06:00 - 09:00 en van 18.00 - 21.00 uur worden aangeboden aan de verschillende afvalinzamelaars. Omdat het aan de hand van de foto's lastig is om het onderscheid tussen huishoudelijk afval en bedrijfsafval te maken, wil dat gelet op de tijdstippen niet automatisch zeggen dat er sprake is van overtredingen. 2. Is het college bereid, op de pagina over afvalhotspots op de site van de gemeente een overzicht van de huidige hotspots te publiceren en deze geregeld te actualiseren? Zo ja, wil het college per locatie uit dit overzicht ook aangeven welke maatregelen er zijn genomen en hoeveel boetes hier maandelijks worden uitgeschreven? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college is bereid om op de gemeentelijke site een actueel overzicht te geven van de huidige afvalhotspots. Er wordt periodiek over de resultaten van de hotspotaanpak gerapporteerd. Het is te arbeidsintensief om precies per locatie aan te geven welke maatregelen er zijn genomen. Omdat het college meer waarde hecht aan het meten van resultaten, dan aan het meten van slechts één van de instrumenten die aan de resultaten kunnen bijdragen, is zij geen voorstander van het publiceren van het aantal boetes per probleemlocatie. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1 eember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 oktober 2018 3. Is het college bereid, de komende periode op deze locatie actief te gaan handhaven, bijvoorbeeld door een handhaver in burger en/of met behulp van (tijdelijk) cameratoezicht? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In de gebieden waar de inzameling plaatsvindt, wordt in de ochtend, middag, avond en incidenteel in de nacht gecontroleerd op te vroeg aangeboden afval. Dit gebeurt niet elke dag bij alle inzamelroutes. Vanwege de schaarse handhavingscapaciteit worden keuzes gemaakt waar deze inzet het meest effectief is. Omdat deze locatie niet als probleemlocatie is aangemerkt, wordt daar vooralsnog geen extra handhavingscapaciteit op ingezet. 4. Vermoedt het college dat er, afgaand op de foto's, onder het verkeerd aangeboden afval ook bedrijfsafval zit? Zo ja, wil het college inventariseren welke omliggende bedrijven zich mogelijk schuldig maken aan afvalovertredingen en hen wijzen op de regels en waarschuwen voor de boetes die staan op het verkeerd aanbieden van bedrijfsafval? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Afgaande op de zakken met het opschrift van een inzamelaar van bedrijfsafval is het aannemelijk dat het ook om bedrijfsafval gaat. Zoals bij antwoord 1 is opgemerkt, wil dat niet automatisch zeggen dat er sprake is van overtredingen. Overtredingen voor het verkeerd aanbieden van bedrijfsafval worden bestraft met een bestuurlijke boete. Er zijn van 1 januari 2018 t/m 31 oktober 2018 in de Spuistraat aan bedrijven 7 boetes voor het verkeerd aanbieden van bedrijfsafval uitgeschreven en 3 waarschuwingen gegeven. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Xx Gemeente Gemeente Amsterdam % A t d Bestuurscommissie Oost AB msterdam Besluit van het algemeen bestuur van x Oost 7 juni 2016 Jaar 2016 Registratienummer Z-16-26730 / INT-16-084,17 Onderwerp: Keuzenotitie bestemmingsplan Dapperbuurt 2016 Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 19 april 2016, overwegende dat: -_het Algemeen Bestuur bevoegd is om bestemmingsplannen voor te bereiden; -_ het maken van een nieuw bestemmingsplan voor de Dapperbuurt voortvloeit vit de actualiseringsplicht van de Wet ruimtelijke ordening; -__ het maken van een nieuw bestemmingsplan voor de Dapperbuurt onderdeel uitmaakt van het Plan van Aanpak Bestemmingsplannen 2015-2018, zoals op 8 december 2015 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van stadsdeel Oost; -___de keuzenotitie een kaderstellend document is, waarbinnen het Algemeen Bestuur het bestemmingsplan zal voorbereiden; gelet op: -_ hoofdstuk drie van de Wet ruimtelijke ordening; -__artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening; besluit: 1. de keuzenotitie bestemmingsplan Dapperbuurt 2016 vast te stellen; 2. conform art. 1.3.1 Bro het voornemen van het voorbereiden van het bestemmingsplan Dapperbuurt te publiceren. Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost Kees Rozemeijer, Ivar Manvel, secretaris wnd. voorzitter Afschrift: Chris van der Velde *ZO0OO0O273984DBx 1
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1491 Publicatiedatum 23 november 2016 Ingekomen onder BQ Ingekomen op donderdag 10 november 2016 Behandeld op donderdag 10 november 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Saadi inzake het onderzoek ‘Herijking RAI (Stichting Continuïteit RAI). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het onderzoek ‘Herijking RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1419). Overwegende dat: — De gemeente Amsterdam 25% van de aandelen in de RAI bezit; — Op 22 juni 2016 een motie is aangenomen die het college oproept het gemeentelijke aandeel in de RAI te verkopen; — De RAI in een publiek belang voorziet voor de stad Amsterdam; — Het van belang is dit publiek belang te waarborgen; — de huidige aandeelhouders tot nu toe de helft van de jaarlijkse winst hebben geïnvesteerd in het bedrijf, wat het bedrijf op de lange termijn ten goede komt; — Het van belang is voor de stad dat die langetermijnstrategie geborgd blijft; — Bij verkoop van het aandeel aan een commerciële partij deze en andere publieke belangen mogelijk minder goed geborgd zullen zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Te onderzoeken of het belang in de RAI vervreemd kan worden aan een op te richten niet-commerciële stichting, die het waarborgen van de continuïteit en het publieke belang van de RAI als doelstelling heeft. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma | Saadi 4
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 3 juni 2021 Portefeuille(s) Onderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door Onderwijs (onderwijs @&amsterdam.nl) Onderwerp Tweede voortgangsrapportage Lerarenagenda Geachte leden van de gemeenteraad, Het Amsterdamse onderwijs heeft een heftig jaar achter de rug met de dubbele crisis van het lerarentekort en covid-19. De coronacrisis raakt onze gehele samenleving diep. De pandemie vraagt nog steeds veel van het onderwijs en heeft enorme impact op de draagkracht van scholen, die toch al zwaar belast zijn door het voortdurende lerarentekort. Hoewel de Amsterdamse aanpak van het lerarentekort duidelijke resultaten oplevert, bereiken mij nog steeds te veel signalen van scholen die grote problemen hebben om de formatie voor komend schooljaar rond te krijgen. In deze brief neem ik v mee in de huidige situatie en laat ik v zien waarom er, naast de behaalde resultaten, nog steeds grote zorgen zijn. Lerarenagenda en Noodplan PO versterken elkaar Om de tekorten te lijf te gaan, werkt de gemeente samen met de Amsterdamse onderwijspartners in de Taskforce Lerarentekort Amsterdam. Als bijlage bij deze brief ontvangt u de tweede voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’. Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de uitwerking van de maatregelen voor het jaar 2020 uit de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023. Doordat de tekorten vooral het primair onderwijs raken en de urgentie voor extra maatregelen steeds groter werd, is de aanpak in 2020 op initiatief van de Amsterdamse schoolbesturen geïntensiveerd met het Noodplan Lerarentekort Amsterdam. Hierdoor hebben we bestaande projecten, gestart in de Lerarenagenda, kunnen uitbouwen en verstevigen. De kracht van de gecombineerde aanpak zit hem in de samenhang en het feit dat de verschillende interventies goed op elkaar aansluiten, waardoor we betere en vooral duurzame resultaten kunnen boeken. Voortgang Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’ De Amsterdamse Lerarenagenda ‘Liever voor de klas’ richt zich op het bestrijden van het lerarentekort en het versterken van de Amsterdamse onderwijsprofessionals. De huidige coronacrisis maakt de uitvoering van sommige maatregelen lastiger, maar de rapportage laat zien dat er in samenwerking met de onderwijspartners goede resultaten zijn geboekt om de werklast van leraren direct te verlichten en het tekort terug te dringen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021 Pagina 2 van 5 De inzet op salaris (Amsterdamse toelage), wonen en mobiliteit werkt Alle basisschoolleraren in Amsterdam krijgen met ingang van schooljaar 2020-2021 een toelage op hun salaris. Hierover informeerde ik uv op 16 juni jl.* Ik heb veel positieve reacties ontvangen van leraren op de Amsterdamse toelage en hoor van schoolbesturen dat leraren de erkenning enorm waarderen. Het gemeentelijke Servicecentrum voor onderwijs en zorg is afgelopen zomer gestart en zorgt dat alle stedelijke regelingen op het gebied van wonen en reizen actief worden aangereikt aan Amsterdamse onderwijsprofessionals. Zo wordt Amsterdam voor leraren een steeds aantrekkelijkere plek om te werken. Het vinden van een betaalbare huurwoning, een aanvulling op je reiskostenvergoeding als je verder weg woont of een extra parkeerplek: het zijn allemaal factoren die een leraar bewegen om te komen of te blijven werken op een Amsterdamse school. Er starten meer zij-instromers & er komen meer nieuwe leraren bij Ook het ingezette beleid om de werving, instroom en voorselectie van zij-instromers te verbeteren werpt zijn vruchten af. Zo is in lijn met de aanbevelingen vanuit het Oberononderzoek naar de Amsterdamse keten voor zij-instroom? een stedelijk plan voor zij-instroom ontwikkeld en gestart?. Vanuit één centraal loket wordt er gekeken naar de juiste plek voor de zij-instromer. Ook krijgt elke zij-instromer een eigen coach en intensieve begeleiding tijdens het zij-instroomtraject. Zo zorgen we voor minder uitval en kunnen we de toekomstige leraren ook beter verdelen over de stad. Dit schooljaar startten circa 125 zij-instromers met de opleiding tot leraar. Dit is een mooie ontwikkeling, maar onze ambitie was hoger. Vanwege de werkdruk op scholen als gevolg van de coronacrisis zijn er 40 opleidingsplekken minder beschikbaar dan beoogd, waardoor de ambitie van 180 nieuwe zij-instromers dit schooljaar niet wordt gehaald. We zetten ons gezamenlijk in om dit aantal volgend schooljaar wel te halen. Vanuit de Taskforce is de inzet gericht op werving en instroom (met o.a. de campagne en de helpdesk Liever voor de klas). De interventies vanuit het Noodplan sluiten hier mooi op aan met extra begeleiding, de juiste match en betere verdeling van de zij-instromers over de stad. Naast de doelgroep ‘zij-instromers’ zetten we met de campagne ook in op het verbeteren van het imago van het vak bij scholieren en studiekiezers. De jongerencampagne is direct gekoppeld aan het ervaringstraject Leraar voor een dag. Op deze wijze hopen we meer Amsterdammers op de pabo te krijgen en zorgen we voor een meer divers lerarencorps in de nabije toekomst. Inzet op goed werkgeverschap en professionalisering Schoolbesturen zijn zich de afgelopen jaren steeds bewuster geworden van het belang van loopbaanperspectief voor leraren en goed werkgeverschap. Zij gaan eerder en vaker in gesprek vanuit de vraag ‘wat kunnen we doen om jou te behouden?’ en creëren extra taken of nieuwe functies die blijvende loopbaanontwikkeling faciliteren. tRaadsinformatiebrief Amsterdamtoelage voor leraren primair onderwijs dd. 16-06-2020; Bespreking commissie WIO 26-08- 2020 2 Oberon (2020). Hoe werkt de keten? Onderzoek naar de Amsterdamse keten zij-instroomin het beroep. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021 Pagina 3 van 5 Meer maatwerk in opleiden en bevoegden voor de klas Ook vanuit het Noodplan wordt gewerkt aan loopbaanperspectieven en goed werkgeverschap: De komende vier jaar leiden we samen met de primair onderwijs besturen, de HvA en de iPabo 120 onderwijsondersteuners modulair op tot leraar, leraarondersteuner of gespecialiseerde onderwijsondersteuner. Met als blijvend resultaat duurzame flexibele ontwikkeltrajecten richting een bevoegdheid die vanaf 2022 zijn ingebed bij de Amsterdamse pabo’s. De noodzaak is hoog: met name in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost staan nu onbevoegden voor Amsterdamse klassen. Dit zijn grotendeels bekwame onderwijsassistenten, met de potentie om leraar te worden. Het afgelopen schooljaar waren 280 formatieplaatsen niet vervuld. Veel vacatures worden nu tijdelijk ingevuld door onbevoegde medewerkers, waaronder veel onderwijsondersteuners. Schoolbesturen maken in deze tijd de keuze om hen extra opleidingen te bieden zodat zij zich verder kunnen specialiseren of een onderwijsbevoegdheid kunnen halen. Ik ondersteun deze ontwikkeling volop. Het is een belangrijke en lang gekoesterde wens om meer maatwerk in het opleiden te brengen. Zowel vanuit de scholen als de studenten en zij-instromers zelf. Ook de onafhankelijk aanjager ‘aanpak lerarentekort’, Merel van Vroonhoven wees in haar advies* op het belang dat opleidingen de behoefte en ervaring van (zij-Jinstromers centraal dienen te stellen, in plaats van het bestaande aanbod. Ongelijkheid bestrijden en het dichten van de loonkloof Zoals ik eerder in deze brief heb benadrukt is met de komst van het Amsterdamse Noodplan lerarentekort PO (2020-2024) de aanpak van de tekorten in het primair onderwijs geïntensiveerd. Het gezamenlijke doel is bereikt als in 2024 het gemiddelde tekort aan bevoegde leraren in het basisonderwijs in Amsterdam kleiner is dan 5% en er geen ongelijkheid meer is in de verdeling van het tekort over de stad. Uit de eerste Staat van het Amsterdamse primair onderwijs® bleek opnieuw dat scholen die een groter aandeel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand hebben, zwaarder lijden onder het lerarentekort dan scholen met weinig of geen leerlingen die dit risico lopen. Omdat ik ervan overtuigd ben dat je ongelijkheid met ongelijkheid bestrijdt, ben ik blij dat alle Amsterdamse leraren inmiddels een extra toelage krijgen voor het werken op een school in de stad. En dat leraren die op een school werken met veel kinderen met een risico op een achterstand een aanzienlijk hogere toelage krijgen dan leraren op andere scholen. 3300 fte aan leraren hebben een toelage ontvangen waarvan 2167 fte de basistoelage (925 euro) en 1133 fte de hogere toelage van 2310 euro). Dit is een belangrijk signaal. Naar de leraren zelf omdat we hun inzet waarderen en passend willen belonen en richting het Rijk omdat ik als wethouder blijf benadrukken dat de loonkloof tussen po en vo moet worden gedicht. Meer leraren aantrekken en behouden door goede randvoorwaarden De gemeente blijft ook flink investeren in de aantrekkelijkheid van de stad als werkplek. Met het Servicecentrum Onderwijs en Zorg verlagen we de drempels voor leraren en schoolleiders om in Amsterdam te wonen en te werken. Personeel in het onderwijs wordt op deze manier zo snel als mogelijk geholpen als zij praktische vragen hebben over de regelingen voor wonen, mobiliteit en parkeren. Het college verlengt de tijdelijke extra parkeervergunningen voor scholen en breidt deze 4 M. van Vroonhoven (2020). Samen sterk voor elk kind — eindconclusies. 5 Raadsinformatiebrief Publicatie van de rapportage de Staat van het Amsterdamse primair onderwijs 2019-2020 dd. 23-11-2029; Bespreking commissie WIO dd. 27-01-2021 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021 Pagina 4 van 5 gedeeltelijk vit in stadsdelen waar de tekorten het grootst zijn. Parallel hieraan ondersteunt de gemeente vanuit het programma Deelmobiliteit (Verkeer en Openbare ruimte) werkgevers in het onderwijs met een probeeraanbod deelmobiliteit, waarbij onderwijsmedewerkers gratis reistegoed krijgen voor bijvoorbeeld deelfietsen en elektrische deelscooters. Daarnaast zetten wij het volledige beschikbare instrumentarium in om tot meer betaalbare woningen voor leraren te komen. In 2020 hebben 39 leraren een woning geaccepteerd na succesvolle bemiddeling door de gemeente. 2020: een lager tekort dan eerder verwacht Aan de start van de Lerarenagenda verwachtten we naar aanleiding van een prognose door onderzoeksbureau Centerdata® een verdubbeling van het tekort in 2021 ten opzichte van 2019. Dit is gelukkig geen realiteit geworden, maar de situatie is nog steeds zeer zorgwekkend. Het is aannemelijk dat het tekort veel groter was geweest zonder de intensieve aanpak. In oktober 2020 was volgens de Amsterdamse peiling het lerarentekort ten opzichte van een jaar eerder afgenomen van 12,6% naar 10,3%7. Ook zijn de tekorten gelijkmatiger verdeeld over de scholen in de stad. Tegelijkertijd maak ik me zorgen over de toekomst: tussen nu en 2024 gaat circa 260 fte aan leraren met pensioen, de huizenmarkt maakt het bijna onmogelijk voor leraren om in de stad te wonen en een landelijke salarisverhoging is nog niet in zicht. De urgentie voor een gezamenlijke aanpak blijft daarmee onverminderd hoog. Nieuwe methodiek voor monitoring tekorten Voor de meting van het lerarentekort in het basisonderwijs is Amsterdam per 2021 aangesloten bij de methodiek die het ministerie van OCW en de overige Gs steden sinds 2020 gebruiken. Dit maakt een vergelijking van de tekorten in de grote steden mogelijk. Deze meting wordt tweejaarlijks vitgevoerd door OCW en is toegevoegd als bijlage van deze brief. Helaas zijn de resultaten uit de eerste meting nog niet betrouwbaar vanwege een lage respons van 67% en verbeterpunten in de methodiek zelf. Amsterdam heeft een analyse met aanbevelingen voor verbetering van de methodiek gedaan, deze zijn overgenomen door OCW. De nieuwe meting laat een tekort zien van 12,5% in februari 2021, een lager percentage dan in de steden Almere en Den Haag. Door de overstap is een vergelijking met eerdere cijfers nu niet mogelijk. Bij de andere G5 steden wel, omdat zij de nieuwe methodiek sinds 2020 toepassen: zij zien na een daling van het tekort nu opnieuw een stijging. Dit najaar voert OCW een nieuwe meting uit die ons een betrouwbaar inzicht geeft in de tekorten. Zodra deze beschikbaar is deel ik de monitor met de gemeenteraad. Tot slot Het onderwijs toont ondanks alle tegenslagen veerkracht en flexibiliteit, maar we bereiken inmiddels wel de grens. Ik heb grote waardering voor alle onderwijsprofessionals die al een jaar lang extra intensieve dagen maken om de scholen zoveel mogelijk draaiende te houden en onderwijsvertraging bij leerlingen in te halen. Samen met de GGD ondersteunen we het onderwijs zoveel mogelijk met bijvoorbeeld de snelkeuzetoets voor vragen aan de GGD over covid-19, voorrang op testen voor leraren en de inzet van sneltesten. Momenteel heeft de coronacrisis de 6 De arbeidsmarkt voor leraren po 2019-2024 (november 2018), CentERdata. 7 Monitor programma Noodplan Lerarentekort dd. 2-11-2020, behandeling in commissie WIO dd. 13-11-2020. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021 Pagina 5 van 5 hoogste prioriteit, maar de Amsterdamse schoolbesturen geven nadrukkelijk aan dat de aandacht voor het lerarentekort onverminderd hard nodig is. Ook in de Amsterdamse uitwerking van het Nationaal Programma Onderwijs kijken we goed hoe we de extra middelen zodanig inzetten dat bestaande interventies worden versterkt en we onze doelen bereiken. Deze dubbele crisis raakt het hele Amsterdamse onderwijs. Samen met de Taskforce Lerarentekort blijven wij ons dan ook maximaal inzetten om het lerarentekort te verminderen. Uiteindelijk zal ook een forse impuls van het Rijk in de salarissen en arbeidsvoorwaarden van leraren en schoolleiders, bijvoorbeeld door het dichten van de loonkloof, nodig zijn om het probleem echt duurzaam op te lossen. Wij zullen dit bij voortduring onder de aandacht blijven brengen bij het ministerie. Met vriendelijke groet, Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs Bijlage 1. Voortgangsrapportage 2020 Liever voor de klas 2. Monitor Noodplan (Gemeente Amsterdam en BBO) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
5
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 999 Publicatiedatum 8 november 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F.G. Piek van 6 augustus 2013 inzake de vuilophaal na de Gay Pride 2013. Amsterdam, 7 november 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragensteller: In de week van 29 juli 2013 week vond de Amsterdamse Gay Pride plaats met als hoogtepunt de Canal Parade op zaterdag. Amsterdam liet zich de afgelopen zonovergoten dagen van haar beste kant zien en heeft wederom bewezen een internationale trekpleister te zijn voor iedereen die opzoek is naar tolerantie, cultuur en vermaak in een van de best bewaarde historische binnensteden van de wereld. Des te groter is het contrast wanneer men nu over de grachten wandelt en overal overlopende vuilnisbakken, zwerfvuil en opengereten afvalzakken aantreft. De binnenstad is twee dagen na de Canal Parade nog steeds een bende en wat de VVD-fractie betreft is er sprake van een ware vuilniskater. VVD Amsterdam heeft reeds meerdere malen bij verantwoordelijk wethouder Ossel gepleit voor een intensivering van de schoonmaak en de vuilophaal rondom grote evenementen zoals de Gay Pride en is daarom ook verbijsterd dat stadsdeel Centrum wederom niet in staat is om de rommel binnen 48 uur op te ruimen. In de zomer — het hoogtepunt van het toeristenseizoen — zijn een snelle, grondige vuilophaal en schoonmaak van essentieel belang om Amsterdam in de Top 10 van toeristische bestemmingen in Europa te behouden. VVD Amsterdam sluit zich dan ook graag aan bij burgemeester Van der Laan aan die tijdens een bijeenkomst aangaf dat het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte tijdens de inhuldiging van Koning Willem Alexander het nastreven waard was. Wat VVD Amsterdam betreft moet bij ieder groot evenement op basis van de bezoekersaantallen van voorafgaande jaren een inschatting gemaakt worden welke capaciteit nodig is om de openbare ruimte te allen tijde spic en span te houden. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 augustus 2013, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing doo Gemeenteblad Datum 8 november 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2013 1. Kan het college aangeven op welke wijze de vuilophaal en schoonmaak heeft plaatsgevonden? Verschilt deze wijze met de reguliere schoonmaak en vuilophaal in de weekenden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college is het met het raadslid Piek eens dat er een opgave ligt om de stad na grote evenementen snel weer schoon te krijgen. Daarbij heeft het college de staat van de binnenstad op de Kroningsdag 30 april voor ogen. Het college heeft intussen het initiatief genomen om samen met de stadsdelen te kijken hoe de reiniging beter, sneller en efficiënter kan. Centrum en Zuid nemen als belangrijkste toeristische gebieden namens de stadsdelen de rol van trekker op zich. De voorliggende beantwoording is mede ingegeven door dit initiatief van het college. Hierdoor heeft het opstellen meer tijd in beslag genomen dan gebruikelijk. Het college van B&W excuseert zich hiervoor. Allereerst volgt de feitelijke informatie waar het raadslid Piek om heeft gevraagd. Het Stadsdeel Centrum benadrukt dat er na de Gay Pride extra inzet is gepleegd om de stad sneller weer aan kant te krijgen. Tijdens een regulier weekeinde wordt er in het centrum schoongemaakt door 4 inzamelploegen, 4 veegploegen en 15 wijkverzorgers. Voor de Gay Pride was een extra inzet van 2 inzamelploegen en 4 veegploegen beschikbaar (4 veegploegen na de Canal Parade, 4 extra ploegen zondag overdag, 2 extra ploegen op maandag en dinsdag). Het college gaat onderzoeken of er door een andere inzet van capaciteit tijdens en vlak na evenementen de stad sneller schoon kan worden gemaakt. 2. Welke — extra — maatregelen worden genomen om de Amsterdamse binnenstad tijdens drukke periodes schoon te houden? Wordt hierbij ook samengewerkt met andere stadsdelen waar vanwege de vakantieperiode minder inzet van mensen op het onderhoud van de openbare ruimte nodig is? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Na evenementen wordt voor zover financieel mogelijk extra inzet gepleegd. Deels wordt dit gedekt uit inkomsten die de evenementen genereren. In de praktijk blijkt dit niet voldoende te zijn. Er is daarnaast reeds samenwerking tussen de reinigingsdiensten van de stadsdelen, maar voor extra inzet moet wel betaald worden. Het college wil onderzoeken of er een gemeentebreed inzetbare vliegende brigade ingesteld kan worden voor extra inzet na evenementen. 3. Is het college het met VVD Amsterdam eens dat bij grote evenementen in Amsterdam een intensivering van het onderhoud van de openbare ruimte noodzakelijk is om een ‘vuilniskater’ te vermijden? Wat kan er volgens het college aan worden gedaan om een dergelijke ‘vuilniskater’ bij toekomstige evenementen te voorkomen? Antwoord: Het college wil gezegd hebben dat het in veel gevallen juist erg goed gaat. De extra inzet die de reinigingsdienst van het Stadsdeel Centrum pleegt wordt ook door veel bewoners en ondernemers hogelijk gewaardeerd. De inzameling en straatreiniging van het Centrum vegen regulier twee keer per week de hele binnenstad schoon, dat betekent dat het bij reguliere bezetting vier dagen kan duren voordat alles weer schoon is. Het college gaat met Stadsdeel Centrum 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 8 ovember 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2013 onderzoeken of met een andere inzet van middelen het centrum steeds binnen 48 uur schoon kan zijn. 4. Welke concrete actie(s) gaat het college bij het volgende grote evenement ondernemen om te voorkomen dat het vuil wederom dagenlang op straat blijft liggen? Antwoord: Begin 2014 zal het college hiervoor een uitgewerkt voorstel aan de raad presenteren. 5. Welke inzet van mensen en middelen is volgens het college nodig om het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte op hetzelfde peil te krijgen als tijdens de inhuldiging? Antwoord: Voorafgaand aan en tijdens de inhuldiging waren delen van de binnenstad afgesloten, er was veel handhaving en extra geld voor schoonmaak. Het is ondoenlijk om in het Centrum het hele jaar door het beheerniveau van de Kroningsdag te realiseren. Niet alleen vanuit financieel oogpunt, maar vanwege de toegankelijkheid van de gebieden. Immers, voor de Kroningsdag zijn deze gebieden enige dagen voor het normale gebruik afgesloten geweest. Dit is normaliter niet mogelijk. Het Stadsdeel Centrum heeft wel inzichtelijk gemaakt hoeveel het gebaseerd op de huidige wijze van organiseren en werken kost om gedurende het hele jaar de Dam en omgeving op het hoogste beheerniveau te houden. Dit vergt een extra jaarlijkse investering van € 750.000. Ter vergelijking: voor het Vondelpark heeft Stadsdeel Zuid deze extra kosten becijferd op jaarlijks £ 450.000,-. Een volledige schoonmaak van de binnenstad binnen 48 uur na een groot evenement betekent dat er bij elk groot evenement minimaal 60.000 euro nodig is voor extra inzet voor inzameling en straatreiniging. Dit is exclusief extra kosten voor aanpassingen en reparaties aan straatmeubilair, verwijderen van hinderlijke fietsen en extra handhaving, zoals wel beschikbaar was op de dag van de inhuldiging. Het college is ervan overtuigd dat het beschikbaar stellen van meer financiële middelen niet de enige oplossingsrichting is. Samen met de stadsdelen gaat het college op zoek naar slimme en innovatieve methodes om de stad structureel schoner te houden. Hierover rapporteert het college begin 2014 terug in de raad. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1504 Publicatiedatum 6 december 2017 Ingekomen onder C Ingekomen op woensdag 29 november 2017 Behandeld op woensdag 29 november 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ook verantwoording subsidies tot € 5000). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1485). Constaterende dat: — Inde ASA 2013 de mate van verantwoording van subsidies is opgesplitst in subsidies tot € 5000, € 5000 — € 50.000, en alles bven de € 50.000; — Bij de subsidies van € 5000 tot € 50.000 volgens de ASA vereist is dat hiervoor uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend met inhoudelijk verslag; — Subsidies tot € 5000 direct door het college worden vastgesteld en een inhoudelijk verslag met aanvraag tot vaststelling van de subsidie geen vereiste is. Overwegende dat: — De gemeente Amsterdam bij de lage subsidies niet kan controleren of het geld wel is besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een onderzoek uit te voeren naar de voor- en nadelen om bij subsidies tot € 5000 een vorm van verantwoording te vereisen waarbij ten minste de facturen en bonnetjes kunnen worden overlegd en dit terug te koppelen aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad x Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1225 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AQ Ingekomen op donderdag 5 november 2015 Behandeld op donderdag 5 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake de uitwerking van het re-integratieinstrument Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels Perspectiefbaan. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van het re-integratieinstrument Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels Perspectiefbaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1168); Overwegende dat: — in de voordracht van 25 november 2014 het college zegt, voornemens te zijn 425 perspectiefbanen te creëren; — bij de uitwerking van de pilot wordt gesproken over slechts 100 perspectiefbanen structureel per jaar; — de eerder opgenomen dekking uit het plan Jeugdwerkloosheid van 640.000 euro vervalt; — erin 2015 een onderbesteding wordt verwacht. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het aantal (tijdelijke) perspectiefbanen maximaal uit te breiden met de dekking uit het plan Jeugdwerkloosheid en de onderbesteding op dit programma in 2015. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
train
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1 X 20 september 2022 Start om 20.30 Uur Vergadering Stadsdeelcommissie Voorzitter SDC: Pieter Nijhof Secretaris SDC: Caner Duman 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers 4. Mondelinge vragen 5. Ongevraagd advies Menstruatiearmoede Nieuw-West 6. Ongevraagd advies Terrasverwarmingsverbod 7. Presentatie Bomenkap en Herplanting 8. Ingekomen stukkenlijst g. Vaststellen afsprakenlijst SDC 6 september 2022 10. Rondvraag 11. Sluiting Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via [email protected] Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
Agenda
1
discard
VN2023-020207 issi í í í Wonen X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en eed WV % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Agendapunt A Datum besluit 17 oktober 2023 Onderwerp Kennisnemen van de reactie op motie „48accent.23 van raadslid Boomsma over leegstand corporatiewoningen De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie „48accent.23 van het raadslid Boomsma over leegstand corporatiewoningen. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 19 juli 2023 heeft de raad bij de bespreking van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting motie 4A48accent aangenomen van het raadslid Boomsma (CDA) over leegstand corporatiewoningen, waarin het college wordt gevraagd om: De corporaties te vragen een methodiek te ontwikkelen waarin op begrijpelijke wijze de leegstandscijfers van verschillende corporaties gedeeld kunnen worden met de Raad en de Stad, waarbij inzichtelijk wordt hoeveel woningen leeg staan, waarom woningen leeg staan en hoe lang woningen leegstaan. Reden bespreking Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.15 1 VN2023-020207 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter kennisneming Ja, motie „48accent.23 van het raadslid Boomsma. Welke stukken treft v aan? Afdoening motie 448 accent.23 van raadslid Boomsma (CDA) inzake AD2023-079289 8 ‚ ‚ leegstand bij woningcorporaties.pdf (pdf) AD2023-068976 Commissie WV Voordracht (pdf) Motie Boomsma 448accent.23 leegstand corporatiewoningen AD2023-079833 tegengaan.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, Arjen van der Leeuw, [email protected], 0622920521 Gegenereerd: vl.15 2
Voordracht
2
train
Agenda van de Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling van 4 december 2013 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Ruimte- lijke Ontwikkeling Datum: woensdag 4 december 2013 Aanvang: 20:00 uur Locatie: Raadzaal Documenten: Notulen - verslag 4 december 2013 bestand te groot voor inclusie 01. Opening/mededelingen 02. Vaststellen agenda 03. Vragenkwartiertje 04. Verslag 6 november 2013 05. Openstaande toezeggingen 06. Mededelingen portefeuillehouder(s) 07. Benoeming vertegenwoordiger in Recreatieschap Twiske Waterland 08. Vaststelling herziening 2013 van het Exploitatieplan Buiksloterham 09. Vaststelling bestemmingsplan Wellness 10. Vaststelling bestemmingsplan Noorderpark 11. Bruggen Noorderpark, herbevestiging circuit en prioriteit aanleg Noorderlijke brug over Noordhollands Kanaal 12. KABINET 13. KABINET 14. Rondvraag 15. Sluiting 1
Agenda
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1371 Datum indiening 8 augustus 2017 Datum akkoord 8 november 2017 Publicatiedatum 9 november 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake scheepswrakken in het Amsterdamse binnenwater. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Het Amsterdamse binnenwater wordt druk bevaren. Dat levert voor bootbezitters, bezoekers en meevarende Amsterdammers veel plezier op. Tegelijkertijd zorgt deze nautische activiteit op de grachten en omliggende wateren voor een toenemende druk op het water en de wal. Aan de kades is het lastig om een aanlegplek te vinden. Toch ontvangt de VVD signalen dat er regelmatig scheepswrakken te vinden zijn langs kades, bijvoorbeeld doordat een sloep volloopt met regenwater en de eigenaar deze niet hoost. Sommige blijven lange tijd liggen alvorens ze worden verwijderd. Een scheepswrak neemt ook volgens Waternet schaarse plek in, heeft een verloederde uitstraling en kan voor onveilige situaties zorgen. Waternet treed via de Wrakkenwet op tegen gezonken boten en geeft op haar website een kennisgeving van verwijdering. De eigenaar van de boot kan deze tegen betaling van €910 na verwijdering komen ophalen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel scheepswrakken worden er per jaar verwijderd door Waternet? Hoeveel boten worden na verwijdering weer opgehaald door de eigenaar? Graag een overzicht van de afgelopen vijf jaar. Antwoord: In de Grachtenmonitor wordt jaarlijks over de scheepswrakken gerapporteerd. Hierna volgt een overzicht van verwijderde scheepswrakken van de afgelopen vijf jaar: Geheel Waarvan | gelicht gelicht Amster- in door door Jaar dam Centrum |eigenaar Waternet | opmerking ' https://www.waternet.nl/actueel/kennisgevingen/ 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017 Verdeling eigenaar/ Waternet niet 2012 727 294 geregistreerd zn Jee ee ee je Je ee DE EE EE ze Jes le Je ke In de praktijk worden vaartuigen niet meer opgehaald door hun eigenaar. Slechts een enkele keer (2 á 3 keer per jaar) haalt een eigenaar zijn vaartuig op. 2. Watis de winst of verlies dat Waternet maakt op de kosten voor het wegslepen versus de opbrengsten door betaalde wegsleepkosten”? Antwoord: Waternet brengt € 910 in rekening. Dit is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten en als zodanig kostendekkend. Het bedrag betreft het lichten, transporteren en bewaren van een gezonken vaartuig (totale lichtingskosten). In praktijk worden vaartuigen zoals aangegeven zelden geclaimd door de eigenaar en is het vaak niet mogelijk het vastgestelde bedrag te verhalen op de eigenaar van het vaartuig. Zie ook het antwoord op vraag 5. 3. Hoeveel vignetten zijn er de afgelopen vijf jaar afgegeven door Waternet voor het afmeren in Amsterdam? Antwoord: De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afgegeven vignetten in de afgelopen vijf jaar. Soort 2012 2013 2014 2015 2016 Normaal 9.478 7.994 7.651 6.788 6.455 (% van totaal) (64%) (60,4%) | (79,3%) |(77,7%) |(77,8%) Abonnement 962 668 511 514 494 (% van totaal) (8,5%) [(67%) [(5,3%) [(5,8%) |(5,9%) Milieu 850 1.281 1.486 1.439 1.344 (% van totaal) 7,5%) [(22,9%) |(25,4%) |(26,5%) | (16,3%) 4. Zijn er hotspots bekend waar relatief veel scheepswrakken en/of gezonken boten voorkomen? Antwoord: 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017 Ongeveer 30% van de gezonken vaartuigen worden aangetroffen in Centrum. Dit is het meest populaire vaargebied en bevat verhoudingsgewijs veel vaartuigen. Waternet registreert het aantal gezonken vaartuigen per vaarweg. Omdat de lengte van de vaarwegen verschillend is zijn deze aantallen niet 1 op 1 te vergelijken. In absolute aantallen valt het Amstelkanaal op met tot nu toe 20 gezonken vaartuigen over 2017. De 10 gezonken vaartuigen over 2017 in de Lijnbaansgracht vallen ook op gezien de relatief korte lengte van deze gracht. 5. Worden de verwijderingskosten à € 910 verhaald op een eigenaar die zijn of haar boot niet op komt halen? Zo nee, waarom niet? Is het college het met de VVD eens dat dit de praktijk moet zijn? Antwoord: Indien het eigendom van het vaartuig juridisch kan worden aangetoond, worden de kosten van lichten, wegslepen en bewaren op de eigenaar verhaald. In praktijk is dit vaak niet mogelijk, in minder dan 1% van de gevallen kunnen de kosten worden verhaald. Een Binnenhavengeld (BHG)-vignet kan juridisch niet gelijk worden gesteld aan bijvoorbeeld een kentekenbewijs van een auto. Een kenteken moet worden overgeschreven op een nieuwe eigenaar. Als de eigenaar dit nalaat blijft hij of zij juridisch aansprakelijk en kunnen kosten verhaald worden. Voor een BHG-vignet bestaat deze verplichting niet en een eigenaar is niet verplicht aan te kunnen tonen dat het vaartuig daadwerkelijk verkocht is. Dit is ook niet binnen het beschikbare instrumentarium verplicht te stellen. Een verplicht kenteken voor een vaartuig zou een belangrijk hulpmiddel zijn op dit punt en het college is dan ook voorstander van de invoering hiervan. Wij kunnen dit echter niet verplicht stellen. Op landelijk niveau kan dit wel en daar denkt men thans na over de invoering van een kenteken voor vaartuigen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft Waternet benaderd om over dit kenteken voor vaartuigen mee te denken. 6. Op welke manier kunnen buurtbewoners melding maken van een scheepswrak en/of gezonken boot? Hoeveel tijd zit er gemiddeld tussen het doen van een melding door een bewoner en het daadwerkelijk verwijderen van het wrak? Antwoord: Bewoners kunnen gezonken vaartuigen telefonisch, per e-mail, via de vaar-app en via een webformulier doorgeven. Waternet volgt voor wrakken de procedure van de zogenaamde “Wrakkenwet”. Toezichthouders controleren tijdens hun reguliere(dagelijkse) rondes of er sprake is van spoed bij het lichten in verband met de doorvaart en de veiligheid ter plaatse. Bij spoed kan het gezonken vaartuig namelijk direct afgevoerd worden. Is er geen spoed dan moet de eigenaar wettelijk de gelegenheid krijgen om het vaartuig zelf te lichten binnen een redelijke termijn. Een redelijke termijn is doorgaans minimaal 14 dagen en deze termijn is dan ook in de procedure opgenomen. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017 De procedure is dan als volgt. Waternet moet openbaar bekend maken dat een gezonken vaartuig aangetroffen is op een bepaalde locatie. Dit doet Waternet door het vaartuig op de zogenaamde wrakkenlijst te plaatsen en deze te publiceren als er minimaal 5 vaartuigen op deze lijst staan. Dit minimum van 5 vaartuigen is wenselijk om de diverse juridische en administratieve stappen in deze procedure efficiënt te doorlopen en te kunnen bewaken. De eigenaar moet dan binnen 14 dagen na publicatie het wrak lichten. Als de eigenaar bekend is ontvangt hij hier tevens een brief van met deze strekking. Als het vaartuig na afloop van de 14 dagen-termijn niet gelicht is, gaat Waternet over tot het lichten. De doorlooptijd na publicatie van de wrakkenlijst is dus 14 dagen. Het vaartuig wordt hierna nog 14 dagen opgeslagen. Is het vaartuig na die 14 dagen niet geclaimd, dan wordt het ter dekking van de kosten verkocht. Deze opbrengsten (waarde als vaartuig of als materiaalwaarde) zijn gemiddeld kostendekkend. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, gemeentesecretaris E. van der Burg, locoburgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 21 december 2022 Ingekomen onder nummer 559 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Heinhuis, Rooderkerk en Boomsma inzake sluitingstijden horeca binnenstad Onderwerp Vervroegen sluitingstijden horecabedrijven in de binnenstad ten behoeve van de leefbaarheid’ Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Wijzigen van de APV i.v.m. het vaststellen van beperkte openingstijden voor horeca- en prostitutiebedrijven (#8). Constaterende dat: -_In grote delen van de binnenstad de leefbaarheid onder druk staat, waarbij niet alleen sprake is van zeer hoge toeristische druk, maar ook van specifieke ongunstige bezoekers; -_In het weekend de bezoekersaantallen en het aantal overlastmeldingen in de binnenstad het hoogst liggen; -_ Onder meer op grond van het observatieonderzoek 2022 van onderzoeksbureau Enneüs de indruk ontstaat dat de overlast voornamelijk verband houdt met de aanwezige horeca in het gebied en in mindere mate met de aanwezigheid van prostitutieramen; -_ Het college, in het licht van het bieden van rust aan bewoners in de late nacht, voorstelt in het Kern-Wallengebied in het weekend alle horeca te beperken tot 02:00 uur; - Bewoners, sekswerkers en ondernemers in de inspraakperiode van 25 juli tot 2 september onder meer te kennen hebben gegeven dat een nog kortere sluitingstijd bijdraagt aan de gewenste resultaten; -_ De PvdA fractie in stadsdeelcommissie Centrum te kennen heeft gegeven voorstander te zijn van het verder beperken van de sluitingstijden naar o4.00 uur; -__Het voorstel voor de sluitingstijden nog niet aansluit op coffeeshops die reeds iedere dag van de week om 01:00 uur sluiten. Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__Nog voor de zomer 2023 in kaart te brengen wat de eerste gevolgen zijn van de voorgestelde vroegere sluitingstijden van horecabedrijven op de leefbaarheid in het gebied en de raad hierover te informeren; -_ Indien blijkt dat de gewenste resultaten beperkt zijn, alvast voorbereidingen te treffen om de sluitingstijden van horecabedrijven met nog een vurte vervroegen naar 01.00 vur en de raad hierover de informeren. Indiener(s), L. E. Heinhuis lì Rooderkerk D.T. Boomsma
Motie
2
discard
> < Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie 2x Besluiten | 12 augustus 2014-6 Besluit over Sloop Oosterdoksdam Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, AB-vergadering 12 augustus 2014, bij agendapunt 6 De bestuurscommissie heeft op 12 augustus 2014 het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: Ter inzage leggen van het ontwerpbesluit om het noordelijke deel van de Oosterdoksdam, op bijgaande tekening weergegeven, aan het openbaar verkeer te onttrekken. Suze Duinkerke Secretaris Boudewijn Oranje Voorzitter Verschenen op 13 augustus 2014 1
Besluit
1
train
DN ú Ti | Re (a en en B ATR NT 5 ld | Wij Eger 2 on ELBOERS menne NAE Í LO Os | GRAN Ie mmm aen el ce | \ | EE si 5 Es aad Ps al il : _ = tried hae A \ | ' = en Á jg —_ Ir Ha il Ei EE de ip PL \ 4 - : OE |=: en RE bnr 5 St: dl NN of rk EDT Ki | ERN Ë Ea B - S Í iN a U Td la), EEN enke 4 hen RE EN AL A i E - iin il KE a k 4 4 et lk fj af We IND LA) > er Ce nd | | hb A [ i ple, J e Ps Cn E B ij sb | dk Ea) bi — En pa WE 9 Ae MADD E 3 | Î b mi | ’ d a Ki il oe En EN | | Í | Î Ii: Î | | > ME Seek Re ia ». 5 id | HAN, | l ni Ee | N Re ee rant KNN IJ IE 8 IM : s â ) ad je 3 la dr di Ai if | ijn i\ if h K Ii | 4 { { 6 Ka Sk NEN ik hl ij hb IN Weil, IB ES Ee / 8 NES: Ks Aal He iN a Í cit U | lin, Mill lik 8 Î iden Ta q Í ed Ne j E i If LE v EE K d : nn SH Î | É \ 4! | Lik @ VN! a BE ONZ NN N. RA | ä 8 vj \ B If &) | be IE „Y N BEEN SU Et EE AN REN — 8 \ N = NY k p \ S NL en [EA / ee AN de a Adam ga Plan van aanpak mentaal gezond | n h dl Voorwoord 3 OO U Aanleiding h Activiteiten 2020-2022: wat hebben we gedaan en geleerd? 6 Visie en missie 8 Visie 8 Missie 8 Onze rol 9 Uitgangspunten 10 Bewustwording en communicatie 10 We sluiten aan bij wat er al is 10 Ontsluiten preventief (zorg- &) welzijn aanbod 11 We sluiten aan bij wat er al is 11 Inzet op meerdere niveaus 12 Aanpak 2023-2026 14 Organisatie en activiteiten langs 4 actielijnen 15 Actielijn 1: mentaal gezonde stad 16 Actielijn 2: mentaal gezonde buurt 17 Actielijn 3: mentaal gezond onderwijs 19 Actielijn 4: mentaal gezond aan het werk 21 Onderzoek en (internationale) samenwerking 23 % GGD % Amsterdam x A'dam iel Plan van aanpak mentaal gezond Cijfers laten zien dat ook vóór de coronapandemie de gaat, een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Voo f WOO rd mentale gezondheid van de Amsterdammers onder Dus ook voor de mensen met wie het op het eerste druk stond, terwijl de wachtlijsten voor de geestelijke gezicht wel goed gaat, maar die misschien toch Met het uitbreken van de gezondheidszorg (GGZ) steeds verder opliepen. Dit kwetsbaar zijn. Thrive is er dus niet voor de diagnose coronapandemie werd was dan ook de aanleiding om in 2019 te starten met en behandeling van mentale problemen. duidelijk dat we allemaal Thrive Amsterdam mentaal gezond, geïnspireerd door DEE eren: AT TEEN de Thrive aanpak in steden als Londen en Toronto. Wanneer mensen met lichte, beginnende lachten Bn Het Engelse ‘to thrive’ betekent bloeien, floreren. worden ondersteund met laagdrempelige preventieve Add ee Aedes En dat is precies wat Thrive wil realiseren: dat alle interventies, kan de GGZ zich richten op mensen die gaat. Hoewel de meeste Amsterdammers kunnen floreren in hun stad. Natuur- te maken hebben met complexere problematiek. Ook Amsterdammers veerkrachtig lijk gaat het leven niet altijd over rozen. ledereen krijgt is het normaliseren van het gesprek over mentale Alg gebleken, geldt dat niet te maken met uitdagingen en tegenslagen. Bovendien gezondheid belangrijk; het omgaan met mentale voor iedereen. leven we in een complexe tijd die steeds weer een tegenslagen hoort bij het leven. Het gesprek aangaan beroep doet op ons vermogen om ons aan te passen met elkaar in een vertrouwde omgeving als de buurt, aan veranderingen. Het leven in een grote stad als op school of op het werk; in verbinding komen met Amsterdam doet daar nog een schepje bovenop. anderen en het gevoel hebben ergens bij te horen zijn bewezen beschermende factoren als het gaat om Kortom, er wordt veel van Amsterdammers gevraagd. mentale gezondheid. Mensen kunnen vaak veel aan, maar toch zijn er situaties die je draagkracht te boven gaan en die je Als wethouder Publieke gezondheid en preventie uit balans brengen. Dat is onvermijdelijk. Maar als verbind ik me persoonlijk aan het doel de stad je veerkrachtig bent, kun je je na verloop van tijd mentaal gezonder te maken. De komende aanpassen aan de nieuwe situatie: je ‘veert terug’ en jaren moeten we allemaal oog houden voor kunt weer door. Amsterdammers voor wie het even tegenzit, die een luisterend oor of een hart onder de riem nodig Die veerkracht is een belangrijk onderdeel van hebben. Want alleen samen maken we het verschil. 1 Trimbos: mentale gezondheid is de manier waarop je je mentale gezondheid en precies dat is waar Vn el PA VEE PSP EReIEEe Thrive zich mee bezighoudt. Thrive is er voor alle Alexander Scholtes uitdagingen in het dagelijks leven. Tegelijkertijd gaat het ook ‚ ‚ eee events de samenednediereme Amsterdammers die, als het om mentale gezondheid Wethouder Publieke gezondheid en preventie Te 5 Driekwart van de psychische stoornissen ontstaan in de adolescentie?. In deze periode worden jongeren en Ed en blootgesteld aan diverse biologische, cognitieve ii en en sociale veranderingen. Dit gaat vaak samen Ln EE met stress wat hen extra kwetsbaar maakt voor ed EN het ontwikkelen van bijvoorbeeld depressieve At symptomen’. Dit alles vraagt om extra inzet op En aen mentale veerkracht van jongeren en kwetsbare ee Amsterdammers. Jongvolwassenen (16- t/m leerd lk Hon hi E EA 25-jarigen) zijn in 2022, na het vervallen van bijna alle N el LA RN Pe en, wl coronamaatregelen, bevraagd over onder andere hun il ah Ë 6 ED , ee he dea je mentale gezondheid. 60% van hen heeft psychische nek Ai 8 IJ Een k | klachten, waarvan 11% ernstige psychische klachten’. md ek Se k me ee ek De meest recente cijfers voor volwassenen, uit 2020, am / laten zien dat bijna de helft van de Amsterdamse pn volwassenen (45%) last zegt te hebben van S Ten re $ J psychische klachten zoals stress, angsten of Gold ie Rn e_ eenzaamheid. Een kleine 10 procent daarvan ervaart an serieuze psychische problemen®. Vanaf 2008 is dit aantal continu gestegen. De hoogste cijfers zien Amsterdam 45% NN we onder inwoners met een laag opleidingsniveau, Nederland 0% een minimuminkomen en/of een niet-westerse migratieachtergrond. Mentale klachten zijn niet gelijk verdeeld over de stad. Ook komen psychische Amsterdam % mm klachten vaker voor bij inwoners zonder betaald ne 6 Mm werk. Het cijfer loopt uiteen van 7% in Zuid, 10% in Nieuw-West en Zuidoost tot 12% in Noord. mentaal gezond Plan van aanpak Trend ontwikkeling mentale gezondheid Amsterdam © ee Â, Î | 12 h 10 3 in Amsterdam heeft 0 6 60% van de jongvolwassenen (16-25 h jaar) last van (licht tot matige) psychische klachten, terwijl dit in 2 Nederland 0 0 55% 2008 2012 2016 2020 van de jongvolwassenen is. MN Ernstige psychische klachten 18-24 jaar Bron: Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022 IM Ernstige psychische klachten volwassenen Amsterdamse jongvolwassenen geven vaker dan in de rest van Nederland aan dat de invloed van corona negatief was Bewoners van Amsterdam hebben in vergelijking In 2019 is Thrive Amsterdam mentaal gezond gestart (48% versus 43%). Bijna driekwart van de met de rest van Nederland een slechtere mentale met een netwerk van o.a. Cliëntenbelang Amsterdam, Amsterdamse jongvolwassenen (73%) geeft gezondheid. Als mensen mentale klachten eerder Arkin, GGZ inGeest, Amsterdam UMC, Eerste Lijn abn knack soad sna ahedsn 5 n herkennen en laagdrempelig ondersteuning kunnen Amsterdam Almere (ELAA) en het Centre for Urban Kn ahhh kn … . de coronaperiode. De jongvolwassenen krijgen, draagt dit op de langere termijn bij aan Mental Health van de UvA. Ee 7 ‚ ‚ vulden de vragenlijst in nadat bijna alle het voorkomen of verminderen van ernstigere REEN EREN problematiek. De cijfers markeren dus het einde van de coronaperiode. % GGD 5 % Amsterdam oen Plan van aanpak Id Id Id . eere . … Act A4 7 U Ì te n In 2020 is gestart met activiteiten langs vier pijlers mentale gezondheid, netwerk, beleid en onderzoek’. à pd 0 2 0 En pd 0 pd 2 O Gedurende de coronaperiode is de focus van de A'dam Gld Di Re mentaal activiteiten gericht op jongeren en jongvolwassenen, gezond wat hebben na signalen over de impact op de mentale ezondheid van de d . Rondje Mentaal Gezond g panaemie. Wandeling 4,5 kilometer we gedaan en rr e Zo werd bijvoorbeeld de Studyroomservice an Atam annomik Ley maake e le lee de 2 opgezet tijdens de lockdown: studenten daroen mat alerte os van Annam Voor konden in hotelkamers een dagdeel samen anje corand venit | Thrive Amsterdam mentaal studeren, Thrive zette dit op en organiseerde ES ek. oe ro Thri 5 de werving van studenten. Daarnaast werden KA D= 5 7 De . … -e … N DK ne a î gezon ( LA dE rive) IS drie bestaande hulplijnen onder één noemer bij Mi Se A ( P. m$ N s NAR EB: ontstaan als een netwerk van elkaar gebracht achter één voordeur: UpTalk. Bij ' ‘Un î partners die in verschillende studentenverenigingen zijn vertrouwenspersonen EL : rollen, van onderzoek tot getraind in het voeren van gesprekken over mentale NE 4 5 ervaringskennis Pre TN; ain) eN gezondheid. Op mbo's en voortgezet onderwijs read 4 El d 5 zijn online webinars gegeven over het omgaan met Amsterdam op het gebied van An e mentale gezondheid tijdens de coronapandemie. mentale gezondheid. Zie voor een volledig overzicht van activiteiten Bijlage 1 (pagina 7). problemen te relativeren, zonder ze te bagatelliseren. Het belangrijkste inzicht dat de afgelopen jaren Woorden als depressie vermijden en woorden als ons heeft opgeleverd is om zoveel mogelijk samen stress en dip juist wel te gebruiken, zorgt voor te werken met de Amsterdammers en de lokale herkenbaarheid en laagdrempeligheid. Tenslotte organisaties. Op deze manier zijn we goed in staat zorgt een divers team er voor dat we feeling hebben Ô om aan te sluiten bij de behoeften en vraag van met diverse groepen Amsterdammers, zodat we 6 thriveamsterdam.nl/wp-content/uploads/2020/11/ n . ETT bewoners. Ook bleek taal enorm belangrijk om beter op elkaar aansluiten. % Fn 6 Len Plan van aanpak EEN GREEP UIT DE MN Anti-stigma campagne ‘Op het eerste gezicht’: RESULTATEN VAN THRIVE an 12 verhalen. >300.000 2021- views 2025 VN blocaties @Ease PV Y 1.800x wandeling Rondje Mentaal Gezond ® Mentale gezondheid gedownload opgenomen in de Amsterdam Nota Gezondheidsbeleid 2021-2025 studenten / ne , 1.4 miljoen personen eee bereikt campagne UpTalk Te / >200 hulpvragen UpTalk 15 webinars mentale volgers social 25 gezondheid media, ruim 150 berichten vertrouwenspersonen 10x cursus Mental Health 5 25x in 2022 nieuwsbrief eel iel Plan van aanpak mentaal gezond Visie en missie je Thrive zet zich in voor een Amsterdam dat de Thrive vergroot de ‘collectieve veerkracht’ van de Het leven in een grote stad 8 8 5 mentale gezondheid van zijn bewoners ondersteunt stad, zodat Amsterdammers beter steun kunnen brengt Die uitdagingen en bevordert. Dat betekent dat alle Amsterdammers vinden als hun mentale gezondheid op de proef met zich mee als het gaat zich gesteund voelen door hun stad en door de wordt gesteld. om mentale gezondheid. Ts mensen in hun omgeving, waardoor ze veerkrachtig zijn meer stressfactoren en zijn en goed kunnen omgaan met de uitdagingen die Dat doet Thrive door ervoor te zorgen dat a n ze in hun leven tegenkomen. Zo hebben ze minder Amsterdammers makkelijker met elkaar in gesprek minder plekken waar je tot 7 kans op mentale problemen. gaan, ook over mentale problemen. Door kennis te rust kunt komen dan in een verzamelen en te delen met iedereen die zich inzet rurale omgeving. Als mentale gezondheid meer onderwerp van voor de preventie van mentale problemen. Daarnaast gesprek is en mensen mentale klachten eerder zetten we ons in om laagdrempelige initiatieven met Ook is de sociale cohesie minder sterk, waardoor herkennen en ondersteuning zoeken, draagt dit elkaar en de bewoners te verbinden. Met daarbij sociale steun van mensen in de directe omgeving op de langere termijn bij aan het voorkomen of aandacht voor Amsterdammers die extra kwetsbaar niet altijd vanzelfsprekend is. Als je bijvoorbeeld verminderen van ernstigere problematiek. zijn voor mentale klachten. onderdeel bent van een sterk sociaal netwerk dan kun je daarop terugvallen als het nodig is. Je ont- leent je veerkracht dan aan je omgeving, aan jouw ed stukje van de stad. De stad is dan juist een bron < em 7 van veerkracht, een extra steun in de rug. Sao ROER La LAOS ere LN OVC a chan" ri RONSE EZ 5 45% van de a kek in an, RL je ha jak Ei olla MS one | E Amsterdammers etrokken partijen en bewoners die zich inzetten n MERRSEN 5m Ae Bree ei ah EE peel Aai ervaart een vorm van voor de verbetering van de mentale gezondheid me ET | tale klacht dat van de Amsterdammers. Samen met onze Le RS mentale KOCHTEN, GA jl NE N zijn 140 mensen o netwerkpartners oefenen we invloed uit op de ver- W N \ ‘ J P schillende systemen die onze gezondheid bepalen. ä en ik de d iedere volle veerpont ej NN 8 p q R [3 Ä IE EN ii Da TG a) f nj B PRE: IP LS En mr € ER TET PDE E- MLN EL mg | Teu ni 8 Eid | É E Ds 4 Eee 1 EL ed ie ok Be VO RNA te Rite plan talen Fn | Ag an hen ï 4 es / a” 7 eN We zijn een voorloper die luistert naar de wensen behoeften op te halen en gebruik te maken van en behoeftes van Amsterdammers en professionals gegevens uit de verschillende gemeentelijke en en deze vertaalt naar het systeem en de uitvoering. landelijke monitoren, krijgt Thrive een goed inzicht Ook richt Thrive zich nadrukkelijk op het vergroten in de mentale staat van de stad. Die inzichten van kennis en inzicht van beleidsmedewerkers en worden gedeeld met de belangrijkste organisaties bestuurders in ons interne en externe netwerk. Zij en sleutelpersonen in de stad zodat zij nog beter kunnen hierdoor het belang van mentale gezondheid passende ondersteuning kunnen bieden. Daarnaast nog beter meenemen bij de ontwikkeling van verkent Thrive het landschap van preventief (zorg) beleid en de implementatie en het stimuleren aanbod en brengen we in kaart welke laagdrempelige van voorzieningen die bijdragen aan de mentale initiatieven, interventies en overig aanbod er al is en gezondheid. verbinden we bewoners hieraan. We blijven via ons uitgebreide netwerk in de stad verbonden met zorg- Thrive wil snel en/of innovatief inspelen op vragen en welzijnsorganisaties, onderzoeksinstituten en en signalen vanuit de stad. Wat leeft er, welke organisaties en initiatieven voor en door bewoners. groepen lopen waar tegenaan? Wat zou hen helpen Op die manier hebben we een goed overzicht en welke vorm is daarvoor het meest geschikt? van de mogelijkheden en kunnen we verbinden, Door deze vragen te stellen en zo signalen en samenbrengen en faciliteren. A'dam iel Plan van aanpak mentaal gezond het W. e Te nt OM rl Genee ee eee Uitgangspunten EV Een aantal centrale | D € # EL es WA Ik ize m E De BA A ge B NON E am Se P Bied y dad ENE uitgangspunten vormt de BN SS | 5 Jif rn nn basis voor alle actielijnen in Òn dRA LADE SOD } En Nl fr ALG EE gs if dit Plan van aanpak. EE at In AD. WD ij | eN KS Ne 5 Td Het herkennen en bespreekbaar maken van Sc De = mentale problemen begint met bewustwording van wat mentale gezondheid is en dat het niet vanzelfsprekend is. Door het gesprek aan te gaan met Amsterdammers, beleidsmakers en de politiek zorgen we ervoor dat mensen gaan inzien dat het We willen dat mensen beter in staat zijn om heel normaal is om af en toe niet lekker in je vel te zelf stappen te zetten in de richting van een zitten en hier met anderen over te praten. Daarnaast grotere veerkracht (meer handelingsperspectief), laten we de Amsterdammers zien hoe ze bij kunnen ondersteund door de stad en door mensen in hun dragen aan de veerkracht van hun buurtgenoten en directe omgeving. Die mensen kunnen personen daarmee aan de vitaliteit van de stad als geheel. zijn uit de eigen sociale omgeving, zoals familie, vrienden of buren, maar zeker ook vrijwilligers Niet problematiseren, niet medicaliseren en niet of professionals van organisaties uit de sociale stigmatiseren, maar kleine praktische handreikingen basis en zorg- en welzijnsorganisaties wordt. doen en zo perspectief bieden waarmee mensen zelf We beschouwen het plan van aanpak succesvol aan de slag kunnen. Door in te zetten op positieve als de uitwerking van de actielijnen samen met communicatie met de boodschap dat je niet de enige bewoners en partners wordt uitgevoerd. Zo worden bent die weleens worstelt met tegenslagen en stress, Amsterdammers veerkrachtiger op een manier die wil Thrive een ander geluid laten horen in het gesprek bij hen past en kunnen zij beter omgaan met de ROMEU LAAR AE BEL A RAAAALA iiet TSA TeBe LAS KAD) over mentale gezondheid. uitdagingen die ze in hun leven tegenkomen. ej NN 10 BS A'dam ga Plan van aanpak mentaal gezond dn Am 2 R 5 mr 4 Zf â Ze 5 win 5 - NS ___ e Es | R ME EN s Ide vene SS Nes a U WERT Ned NV 5) bt a ‚Û EL ad Nn eik Kl & a PE 5 ; JJ ,) RS 2 . . ; Nn 4 Ontsluiten preventief Ì Pa A | B N 5 (zorg- &) welzijn aanbod B EN Pe | Je Om de kans op het ontstaan van mentale WS \’ 4E IS he roblemen te verkleinen, zetten we ons in voor een en Ie ; a bike PD i | | | NEE N ME SAE goede beschikbaarheid van preventief (zorg- en) RN 4 PE 5 ee welzijnsaanbod. Dit aanbod moet bovendien bekend id Em AN zijn — vooral onder de groepen die dit het hardste nodig hebben — en laagdrempelig toegankelijk. We sluiten aan bij wat er al is Het gaat hierbij zowel om aanbod dat stadbreed We realiseren ons dat onze slagkracht niet onbeperkt wordt aangeboden (zoals hulplijnen en organisaties is. Via de coalitie mentale gezondheid zorgen die niet specifiek in bepaalde stadsdelen actief we ervoor dat de preventie gericht op mentale zijn), als aanbod dat zich richt op bewoners van de problemen een belangrijk onderdeel is van de brede stadsdelen, in specifieke wijken en buurten. Voor een coalitie Amsterdam Vitaal & Gezond’. We maken de belangrijk deel zijn dit de organisaties in de sociale coalitiepartners ervan bewust dat ze mogelijkheden basis, waaronder ook kleinschalige initiatieven hebben om gezamenlijk de veerkracht van de stad te voor en door bewoners. We sluiten daarbij aan bij verbeteren en zo bijdragen aan het verkleinen van de de transitie in het jeugdstelsel: door in te zetten op onderlinge gezondheidsverschillen in de stad. Ook preventie kan (zwaardere) zorg beter beschikbaar sluiten we aan bij de uitwerking van het nationale zijn voor hen die dit nodig hebben. aanpak ‘Mentale gezondheid van ons allemaal’. 7 Amsterdam Vitaal & Gezond (www.vitaalgezond.amsterdam) % Aeterdam IL % oen Plan van aanpak meerdere jn Ne And ce C an Gee, nIVeaus ge hy ale en gSmeensy, % 5 ' je *° sy, s A % NX H È «® Sy © Om de (mentale) gezondheid Ë ê gode leeft, 45 N or van Amsterdammers te d SS P “5 verbeteren zetten we in op 5 ale » een mix van activiteiten op zî Ï z de verschillende niveaus. Dit EE ö > t idee wordt weergegeven in ® ë het Regenboogmodel van te aen 5 andige Whitehead and Dahlgren’. 5 In dit model, de basis van de preventievisie van school- of werkomgeving de gemeente Amsterdam, staat de relatie tussen » _Microniveau: de normen die er binnen een gezin individu, leefstijl en omgeving centraal. De mentale _ d 5 beïnvloeden d : e gezondheid van de Amsterdammer is een combinatie zin ron om Sapen velnvoeden de memta'e van invloeden op macro-, meso- en microniveau. gezondheid. Bijvoorbeeld: Om de mentale gezondheid te beïnvloeden is het belangrijk om al deze niveaus in beeld te krijgen en » _Macroniveau: de maatregelen tijdens de te onderzoeken hoe ze met elkaar en de mentale coronacrisis. Uit onderzoek weten we dat deze gezondheid van een individu samenhangen. 8 Dahlgren, G. & Whitehead, M. (1993). Tackling inequalities in maatregelen in sommige gevallen impact hebben health: what can we learn from what has been tried? Working gehad op de mentale gezondheid van specifieke Om op de verschillende niveaus impact te maken ekke groepen Amsterdammers. is samenwerking met beleidsdomeinen als zorg, Tackling Inequalities in Health, September 1993, Ditchley Park, . . . . n , rrd benden ts zmc » _Mesoniveau: stress door prestatiedruk in de jeugd, onderwijs en armoede een cruciale factor Te 1ê mentaal gezond Î pe É | me ed | |. voor succes. Net als samenwerking met de partners É El mtd E die betrokken zijn in het (maatschappelijke) leven ER _ . Es Á en EE OA eN _{ van Amsterdammers zoals buurtinitiatieven, 8 es pe EEE) So nee ee v E jongerenwerk en de scholen. Onderdeel van ‚ E _— ua NN RE je deze samenwerking is onze deelname aan de ER Men ne Re “ Nn, 8 am me " a PA | coalitie mentale gezondheid, onderdeel van het hein a kin ne 8 En Aal N \ ee DN KN P ä samenwerkingsverband Amsterdam Vitaal & Gezond BR OC En EN B En Í Er (AV&G). Dit is in lijn met de doorontwikkeling van het Kk a Ne AR zi - Amsterdamse sociaal domein. Mogelijke problemen ke U SU | UN 5 4 S E zr worden vroeg gesignaleerd en waar nodig en zoveel a. 5 ke n , med 5 Ee En 4 | Ae mogelijk in de omgeving opgepakt, zodat zwaardere e= 3 B ak Nn EA problematiek voorkomen wordt. Daarbij wordt breed En F5 E ij EN Y (domeinoverstijgend) gekeken en afgewogen welke E E WE EE \ / problematiek voorliggend en welke inzet zinvol ES , a | bs k is. De sociale basis, het OKT en het buurtteam En Em Ee / … Jl Pr spelen een cruciale rol. De Amsterdamse Nota B en | L ä Ko A Gezondheidsbeleid 2021-2025° is de basis voor het urn A à / 8 Ì N 5 P Amsterdamse beleid voor mentale gezondheid en ï s Nm : E 55 daarmee ook voor Thrive. Het plan van aanpak van J EN \ EEN Da | le Thrive is hierop een verdere uitwerking en verdieping. E H KY EE e „el 9 www.ggd.amsterdam.nl/beleid-onderzoek/nota-volksgezondheid/ PV a TS el E sn = Rl NS di gl | We blijven ons inzetten voor het verbeteren van de 5 CS a mt ‘ Nen lS ge mentale gezondheid van alle Amsterdammers en kee a k . … . nn | ie EAN ke de meest kwetsbare bewoners in het bijzonder. Dit en es NS | . . . . en DET Bt : is geen willekeurige keuze. Op basis van onderzoek Dn En boe Ge el EN LEET NEN ANN een en | weten we dat met name jongvolwassenen een cm AE Arg BP Ken Bte | n re Ee ek verhoogd risico lopen en dat mensen die wonen in ee ES nn ET En alie TBE a de stadsdelen Nieuw West, Noord en Zuidoost een DEE sr ij gezondheidsachterstand hebben ten opzichte van == ie ii . . . mT el rz ER zu de rest van de stad. Die gezondheidsverschillen PI ) ai == GE f À ne betreffen ook mentale gezondheid. Het feit dat 3 pan psychische klachten, na griep en verkoudheid, de 4 an N ì nn el € meest genoemde reden zijn voor ziekteverzuim big Ni, Nl Ital (OF M en. op het werk!®, toont aan dat aandacht nodig is 4E REK TEN ak ek es de NA Je as ER voor mentale gezondheid, ook voor werknemers / 5% TAN nf — NR AED ô S ë / Pr en ondernemers. De focus op deze specifieke ik b f € $ jj ss .. . K \ SAS Ne S S doelgroepen blijft dus onveranderd ten opzichte ) \ N ij F1 | \ _ ÍN van de vorige periode, maar de benaderingswijze FNS B \ SG: EN ma Er verandert wel. IS Bs Ll Thrive beweegt zich op verschillende niveaus in de : ae |: ie: stad als het gaat om mentale gezondheid: mensen Es van het team zitten om tafel met het stadsbestuur, on ( E 5 met bestuurders en professionals van de GGZ, 8 , en . Ate onderzoeks- en onderwijsinstellingen en ook met eed medewerkers en vrijwilligers van organisaties uit de Á ie: 4 zl VEEN : : : ee: : 4 PZ Lhee sociale basis. Die veelzijdigheid zorgt er voor dat / oe E Ae . . . . . Ro Thrive zowel in beleid als de praktijk signalen kan Á PN ER ophalen, vertalen en verspreiden. / EN ò ej) eel iel Plan van aanpak mentaal gezond Orga nisatie Op verschillende niveaus sluit Thrive aan bij het DN > Ref B £. En 5 CE En regenboogmodel: de mentale gezondheid van 24 N DE DN 9 KW A 4 st ERS 4 Ld hd it verschillende doelgroepen wordt via verschillende eN ns iP 4 A a, U Sk EV a ed 4 ac AL El ed LL routes en leefgebieden beïnvloed, zowel praktisch Al 4 es Es hal 4 (7 NN RN la ngs A 2 op oenen en maatschappelijke ke ee ) ï Nd ns ed ewustwording. / sd Ná le Tel ITT, rk | In onze aanpak voor de komende jaren volgen we / Kn, N JN ks ii Bee e= de actielijnen zoals geformuleerd in de nationale | EN - k w ZA ep aanpak “Mentale gezondheid: van ons allemaal”, den u en EP en de interdepartementale samenwerking van de kosten voor levensonderhoud, de gevolgen van de ministeries van VWS, OCW en SZW". klimaatcrisis en (dreigende) oorlogen en conflicten, dan neemt Thrive het initiatief om via haar netwerk Deze actielijnen zijn: van partners signalen en behoeften op te halen en te onderzoeken welke interventies passende ondersteuning bieden. De uitvoering van de per actielijn genoemde subdoelen gebeurt altijd in co- creatie met de Amsterdammers en partners in de stad. In de aanpak staat het leefgebied/vindplaats van de Overigens noemt de nationale aanpak mentale doelgroep centraal. Dit biedt de mogelijkheid om via gezondheid nog een 5e actielijn, mentaal gezond verschillende routes verschillende doelgroepen te online. Thrive zet in op online ondersteuning (als bereiken. Het sluit aan bij de diverse en inclusieve instrument bij mentale klachten) via de aanbieders samenleving van Amsterdam. binnen UpTalk (zie actielijn 1). Echter, het mediawijs en bewust maken van wat digitale balans betekent, Naast deze actielijnen blijft Thrive flexibel inspelen op zoals genoemd in het nationale actieplan, valt veranderingen in de samenleving en de stad. Als zich buiten de focus van Thrive: een lokale aanpak in een ROTE TTN Sa nieuwe crises voordoen die voor mentale problemen online wereld kan het beste volgen op landelijke, aanpak-mentale-gezondheid-van-ons-allemaal zorgen, zoals toenemende armoede door stijgende stadsoverstijgende, initiatieven. % Aen 15 A'dam mentaal gezond Actielijn KI Hoe gaan we dit doen? » Met Amsterdammers zetten we jaarlijks een stads- mentaal gezonde stad » We zorgen dat er passende online hulp beschik- brede campagne op. Te denken valt aan korte clips Het is nog lang niet voor alle Amsterdammers baar is en blijft voor jongeren in de stad. In 2021 waarin Amsterdammers vertellen wat zij meema- normaal om over mentale klachten te praten. De bundelde Thrive laagdrempelige hulp voor jonge- ken in Amsterdam en wat dat betekent voor hun coronacrisis heeft voor veel mensen de drempel ren in UpTalk. Eén platform waar de inlooplocaties mentale gezondheid. Onderwerpen zijn bijvoor- verlaagd om over mentale problemen te praten. van @ease, de Whatsapp chat van Mindmas- beeld het omgaan met relaties, geld, eenzaamheid, Onderzoek toont aan dat met name jongeren ters en de online chat van JouwGGD.nl werden middelengebruik of rouw. We laten hiermee zien worstelen met prestatiedruk. Het ervaren van gebundeld. Vooralsnog gaat Uptalk in 2023 door, dat mentale worstelingen bij het leven horen, dat sociale steun heeft een bewezen preventief effect waarbij er gemonitord wordt op effect en bereik. veel meer mensen dit lastig vinden. We normalise- op het ontstaan en de ontwikkeling van mentale Eind 2023 wordt duidelijk of UpTalk blijft of dat we ren het praten over hoe je je voelt. klachten. Vandaar dat Thrive inzet op het vergroten in Amsterdam aansluiten bij een landelijk initiatief van de vaardigheden van Amsterdammers om met voor een hulplijn, omdat dit uiteindelijk een groter » Professionals en vrijwilligers die in de stad werken, elkaar het gesprek aan te gaan, het overwinnen bereik genereert. bijvoorbeeld binnen de sociale basis maar ook bij van de handelingsverlegenheid die er vaak onder bijvoorbeeld studenten- en sportverenigingen, kun- professionals nog is met betrekking tot mentale pe De netwerkpartners, waaronder Thrive, organiseren nen kennis en vaardigheden ontwikkelen over hoe gezondheid. samen in de stad eens per jaar een Amsterdamse zij mentale problemen signaleren, hoe het gesprek versie van de Week van de Mentale Gezondheid (in hierover aan te gaan en waar zij naar door kunnen mei). Activiteiten kunnen zowel op een centrale lo- verwijzen bij zorgen over iemand in hun omgeving. catie plaatsvinden in de stad als in de stadsdelen. Hierbij werken wij samen met partijen die passend aanbod hebben. pe _Thrive stelt een klankbordgroep samen van U De bewoners om hen te raadplegen voor, tijdens en na activiteiten van Thrive. Ook wordt deze groep Ta | k actief betrokken bij de ontwikkeling van campag- nes en communicatiemateriaal, zoals de website. Voor als je De samenstelling van deze klankbordgroep wordt ff down bent heel divers, zowel in leeftijd, etnische achtergrond, seksuele- of genderidentiteit, opleidingsniveau, etc. De leden zijn afkomstig uit meerdere stadsdelen. % Amsterdam 16 % A'dam ga Plan van aanpak mentaal gezond Actielijn ri Daarom wil Thrive er samen met de partners voor wanneer dit nodig is. Lichte klachten worden dan mentaal gezonde buurt zorgen dat de bestaande structuren, met name in de eerder opgemerkt en bewoners voelen zich meer ge- Opgroeien en wonen in een complexe, stedelijke kwetsbare buurten worden versterkt. Denk hierbij aan steund en gezien. omgeving brengt risico's voor de mentale gezond- de sociale basis, buurt- en jongerenwerk, buurtteams, heid met zich mee’. Per stadsdeel en zelfs tussen religieuze en levensbeschouwelijke organisaties, In lijn met de stedelijke opgave om gezondheidsver- buurten zijn de verschillen in mentale problematiek sportverenigingen, informele zorg en buurtbewoners. schillen te verkleinen, zullen we ongelijk investeren in de groot. Verbetering van de leefomgeving van Amster- Zij moeten uiteindelijk kunnen beschikken over ken- stadsdelen. Uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor dammers en het vergroten van de sociale cohesie nis van het laagdrempelige, preventieve aanbod voor (AGM) blijkt dat in Noord, Nieuw-West en Zuidoost de in buurten draagt bij aan het beschermen van de mentale steun of klachten en elkaar weten te vinden. gezondheidsachterstanden over mentale gezondheid mentale gezondheid. Onderzoek wijst namelijk uit Overigens hoort hier ook bij dat professionals en het grootst zijn. Op deze stadsdelen zullen we onze in- dat sociale steun een preventief effect heeft op het vrijwilligers een belangrijke rol hebben in het normali- zet dan ook voornamelijk richten in de komende jaren. ontstaan en de ontwikkeling van mentale klachten seren van mentale worstelingen en zich daar bewust zoals eenzaamheid’®. Ook maken we laagdrempelige van zijn. Niet iedereen hoeft standaard doorverwezen m = Nn Ee B activiteiten waar mensen een luisterend oor kunnen te worden naar de GGZ. n° mk vinden bekender en bereikbaarder. Waar nodig wordt B ir | PE dit uitgebreid. De afgelopen jaren voerde Thrive veel gesprekken e % El nm ë ij e PE Lj rr met Amsterdammers, sociale professionals en ande- Ee laa | re experts. Daaruit kwam naar voren dat de behoefte da ie m ds RR TE Ei, aan kennis over mentale gezondheid, mensen om = ef Ella: RX KS | mee te praten en praktische tools groot is. Daarnaast vr ols K : , Bs N , werd ook duidelijk dat er vraag was naar een veilige jk e 0] | | B omgeving en een minder hoge druk met betrekking / Mi Rf ef an 4 . . Nen 5 47 RD. SS tot financiën, werk of studie en wonen. Sommige b EI Ger iN | BE mensen lopen bovendien een extra risico op mentale RE Ik ' k Eh 6 Ô 5 _ hi ek MRE ne Mm problemen, bijvoorbeeld omdat ze behoren tot een ne Ar BAR \ d . ns Ri inali we IN WF si 5 minderheidsgroep en/of omdat ze gemarginaliseerd 8 Pl Ep | EN mn! 4 …. AE fl \ On = 5 worden. Als meer bewoners bekend zijn met laag- on Ek Wij Ln en 12 www.uva.nl/en/content/news/press-releases/2021/10/a-new- drempelige mentale ondersteuning in hun directe Dn V dn Ea. _# framework-for-protecting-mental-health-in-cities.html ‚ N _ ‚ nn we ms == = Be À Ee ee 13 www.movisie.nl/publicatie/ggz-wijk omgeving, zullen zij eerder ondersteuning zoeken Een % Amsterdam 17 x A'dam ga Plan van agngak mentaal gezond Ee dS Bel 3 ne î Ee NS js > EEE Hoe gaan we dit doen? ESA en . . . . … TEEN AES ENT » We stimuleren beleidsmakers en bestuurders » _Thrive sluit aan bij lokale netwerken en werk- dl. rt Sed ER ne al 8 . . . NN el. RE KEN EREN in ons netwerk om te kiezen voor laagdrempelig groepen, organiseert kennisbijeenkomsten, zE € el: eren. EEN EE ih N E RE tRE EN & A A A A A oe A earn ef he INE ke DEV LAS aanbod in de stad, zoals inloopvoorzieningen. We dialogen en trainingen voor professionals en ie nge . . en: . . . en Rd EE A6 willen dat preventie van mentale problemen mee- vrijwilligers. Dit alles in co-creatie met bewoners Ee Se et, i On isati Te HE. Ne genomen wordt in (de uitvoering van) de master- en organisaties op buurt- en wijkniveau. Op deze TR “ Re de ee ee na on VIER: RE Ne plannen, sociale basis en gebiedsgerichte uitvoe- manier krijgen meer organisaties en initiatie- Laat A 4 pO ringsplannen in Nieuw-West, Noord en Zuidoost. ven kennis over mentale gezondheid, daardoor an Th ge 4 DE. Door aandacht in zowel beleid als uitvoering komt kunnen ze hierover in gesprek gaan en hier naar dae. Ee B f DN 0, . Hd Bik er ot Re het onderwerp mentale gezondheid als urgent handelen. eAd ES EN Te lk B RO KEE U EN _ thema naar voren. En En ned on … en Mie \ ER id En) Be er = Pe Samen met enkele landelijke partijen, waaronder ge Bte, ies 8 wet} i kali NE OV RA En. Ie » We brengen het bestaande preventieve zorg- MIND Us, gaan we aan de slag met de ontwikkeling EE pA p 0 je El IE î Ne 2 2 . RW A EE PE" Ds =, aanbod dichterbij/onder de aandacht van van interventies en aanpakken gericht op vergroten Vv ) nr NIE Sn Pl ir, Amsterdammers. Ook verbindt Thrive bijvoor- van handelingsperspectief en deskundigheids- ‘ EE Ee ’ EN beeld via netwerkbijeenkomsten aanbieders van bevordering. Thrive zal met hen samenwerken bij <07 | en DJ ZS ) De al D) (preventief) aanbod aan elkaar om kennis uit te de lokale implementatie. Ij/ EE N= SE, AR 4 . . . 4 am Ee Mh Aln A | 8 wisselen, het aanbod aanvullend in te richten en hp tdk Ek ne | mentale gezondheid bij een bredere groep onder ' eN : de aandacht te brengen. b 5 wl er Ondersteunen van aanbieders in de sociale basis 8 | B ES bij het opnemen van mentale gezondheid in hun 0 EE bestaande aanbod. Om dat te realiseren is het Se 3 Te nodig om kennis en vaardigheden van hun mede- RS | nd e ere . A ed a werkers en vrijwilligers te vergroten. Thrive haalt el 5 hiervoor signalen en behoeften op onder Amster- BN À E pr dammers, Het gaat dan om aanbod op stadsdeel-, ES | } EE wijk-, of buurtniveau, voor zowel jongeren, volwas- ES EN senen als ouderen. == a Ee % GGD 5 hj j= a oe % Amsterdam ee S IN LN Ee % É ‘ Ee pe A'dam ga Plan van aanpak mentaal gezond Actielijn El Hoe gaan we dit doen mentaal gezond onderwijs (voor studenten)? Amsterdamse jongeren op het voortgezet » We stimuleren de uitrol van Caring Universities pe Samen met de Amsterdamse Kamer van onderwijs (vo) ervaren meer stress, eenzaamheid bij alle hoger onderwijsinstellingen in Amsterdam Verenigingen (AKVV) ontwikkelen we een en psychische klachten dan jongeren in de rest (UvA, VU, HvA en Inholland). Dit is een initiatief, ‘toolkit studentenvereniging’. Dit bestaat uit een van Nederland. Het onderwijs kan een belangrijke ontwikkeld door de VU, dat het psychisch welzijn informatiepakket voor alle studentenverenigingen bijdrage leveren aan het bespreekbaar maken van van studenten wil vergroten. Via de Mind-Health in Amsterdam waarin uitgelegd wordt hoe je als mentale gezondheid en het bevorderen van mentale Check wordt duidelijk waar studenten behoefte studentenvereniging invulling kan geven aan veerkracht. Professionals, werkzaam op scholen, aan hebben, zodat zij hier online interventies mentale gezondheid. Deze toolkit is een pilot hebben daarvoor handvatten nodig. Naast jongeren voor kunnen volgen. Daarnaast verkennen we bij en wordt bij succes in aangepaste vorm breder op het vo, richt deze actielijn zich op jongeren in de mbo’s de mogelijkheid om het programma ook aangeboden, dus ook aan maatschappelijke leeftijdscategorie van 12 t/m 27 jaar die onderwijs in te voeren. Caring Universities draagt bij aan organisaties in stad en buurt. volgen op het mbo, hbo en wo. een stedelijke monitoring van studentenwelzijn en geeft dus richting en onderbouwing aan de » _Thrive heeft een studentambtenaar in dienst, verdere aanpak. die de afgelopen jaren én de komende periode contactpersoon is voor studentenwelzijn en » Thrive neemt jaarlijks een actieve rol in rondom samenwerkt met onderwijsinstellingen, de de introductieweken voor eerstejaarsstudenten. gemeente, studentenorganisaties, studenten- en Dit betekent dat Thrive tijdens de introductie- studieverenigingen en studenten zelf. weken van de UvA, VU, HvA en Inholland het belang van mentale gezondheid onder re Alle mbo's in Amsterdam zijn verbonden aan het (eerstejaars-)studenten onderstreept. Thrive ‘Meerjarenplan aanpak voortijdig schoolverlaten organiseert tevens met relevante partners jaarlijks en begeleiding jongeren in een kwetsbare bijeenkomsten voor studenten van zowel mbo, positie. Via dit programma worden onder andere hbo en wo onder de noemer ‘Tokotalk mentale interventies aangeboden ter preventie van angst- gezondheid’. en depressieproblematiek en mentale veerkracht. Dit is gericht op studenten die een hoog risico lopen op schooluitval door mentale klachten. Amsterdam 19 A'dam ga Plan van aanpak mentaal gezond Hoe gaan we dit doen (voor het vo en mbo)? »e Vo en mbo-scholen die aan de slag willen groepsgesprekken op maat. Er wordt verkend of start gemaakt met de ontwikkeling van een met mentale gezondheid kunnen advies en en hoe de JGZ een rol kan spelen in het bieden teamtraining voor docenten, met als doel des- ondersteuning krijgen van de Gezonde School van groepsgewijze voorlichting van de leerlingen kundigheidsbevordering en kennis maken met adviseurs van GGD Amsterdam. Dit is een over mentale gezondheid op school in samen- het aanbod van Gezonde School op dit thema aanpak waarbij ingezet wordt op educatie, werking met Gezonde School. en middels concrete voorbeelden activeren om omgeving (positief schoolklimaat), signaleren m JGZ professionals wisselen met de andere aan de slag te gaan met dit thema. en schoolbeleid. Ouderbetrokkenheid en een zorgprofessionals op school informatie uit, aansluitende zorgstructuur zijn daarin essentieel. zodat ieder op de hoogte is van het online aan- » Het jongerenwerk op school speelt ook een be- bod en laagdrempelig aanbod in de buurt voor langrijke rol. Sinds 2021 werken de jongerenwerk- » Jeugdgezondheidszorg (JGZ) verpleegkundigen jongeren. organisaties van Samen voor Jongeren Amster- en artsen maken deel uit van de zorgstructuur op m Gezonde School adviseurs zorgen voor deskun- dam op 34 vo-scholen. Het project is onderdeel school. Zij sluiten aan bij de zorgstructuren die er digheidsbevordering van onderwijsprofessio- van het programma Positief Perspectief vanuit de al zijn op vo-scholen en door in gesprek te gaan nals, zodat zij de vaardigheden, tools en kennis Gemeente Amsterdam afdeling Jeugd en afdeling met de Ouder- en kindadviseurs en de zorgteams hebben om mentale klachten te herkennen, be- Onderwijs. Het jongerenwerk richt zich op preven- van scholen. Onderstaande voorbeelden concreti- spreekbaar te maken en hierop te acteren. Daar- tie en vroegsignalering. seren dit: bij kijken we naar aanbod en methoden die zo =m Schooladvies op maat met betrekking tot de laagdrempelig mogelijk zijn, rekening houdend re Op dit moment wordt verkend of en zo ja, hoe de kansen voor preventie van mentale klachten met de werkdruk in het onderwijs. Strong Teens and Resilient Minds aanpak (STORM) op scholen. Op basis van gesprekken en data = Inventariseren van het huidige aanbod aan in de Amsterdamse regio kan worden geïmple- (onder andere uit ‘Jij en je Gezondheid'-vragen- lesprogramma's over mentale gezondheid. Het menteerd. Daarbij is een focus op mbo-scholen. lijsten) adviseren de Gezonde Schooladviseurs, huidig aanbod is breed en varieert in soort en De STORM aanpak is een preventieve aanpak die met de JGZ- verpleegkundigen of artsen, op in kwaliteit. We willen een dekkend aanbod dat tot doel heeft een depressie of suïcide bij jongeren welk onderwerp preventieve interventies zich aansluit bij de diversiteit aan Amsterdammers. vóór te zijn. het beste kunnen richten. Veelbelovende methodieken en interventies in m De JGZ heeft individueel contact met leerlingen het onderwijs worden, zoals ‘Hart & Ziel’ en ‘Je naar aanleiding van de vragenlijst ‘Jij en je Ge- Brein de Baas’ worden gevolgd en zo nodig ver- zondheid’ (indien nodig). Ook voeren ze der ontwikkeld. Bij Gezonde School is al een % DN 20 A'dam mentaal gezond Thrive heeft in de afgelopen jaren, in samenwerking Actielijn A Het thema gezondheidsbevordering kreeg in de met verschillende partners, de eerste stappen gezet mentaal gezond aan het werk afgelopen jaren binnen organisaties al een steeds om mentale gezondheid binnen de werkomgeving Mentale gezondheid staat in toenemende grotere rol, maar de urgentie om mentale gezondheid te agenderen en deskundigheid te bevorderen. mate onder druk. Dit is te zien in het aantal te adresseren is enorm toegenomen. Grote Onder andere door het onder de aandacht verzuimmeldingen wat voor het eerst in twintig jaar personeelstekorten zetten basisbehoeften als goede brengen van coaching aanbod en het organiseren tot boven de vijf procent is toegenomen in Nederland, zorg voor kwetsbare mensen en goed onderwijs van dialoogsessies voor leidinggevenden en als gevolg van mentale klachten. Mentale klachten onder druk, wat maakt dat dit een zorg is van ons werknemers. In deze sessies konden zij met elkaar in als stress, slapeloosheid, prikkelbaarheid en angst allen. gesprek gaan over mentale gezondheid, vitaliteit en kunnen, wanneer niet op tijd opgemerkt of verholpen, werkgeluk. leiden tot een burn-out met als gevolg (langdurig) Sinds 2014 is een stijgende trend zichtbaar in verzuim of uitval. het aantal werknemers met mentale klachten. Deze actielijn richt zich op diverse werkgevers- De grootste stijging in stressklachten komt voor en belangenorganisaties voor werkenden in bij de young professionals van 25 — 35 jaar, van Amsterdam. 16,6 procent in 2014 naar 23,4 procent in 2021, als gevolg van onder andere de prestatiedrang en hoge werkdruk die zij ervaren!4. De voorgaande actielijn speelt hier al preventief op in door tijdens T EN n de studiefase al aandacht te besteden aan mentale : ii gezondheid en vaardigheden, wat afstuderende Ten SEN ER studenten kan helpen om weerbaarder en Ô 6 n OE N af veerkrachtiger van start te gaan in hun werkend Eil TE IK K ) SOA 6-40 leven. Daarnaast wijst onderzoek uit dat een | [ ! investering op het gebied van mentale gezondheid B 0 AA OR zel EL Ce! mj en Ben op de werkvloer kan bijdragen aan de vitaliteit, Tek "| lil es ; 4 KE 8 behoud van personeel en leidt tot kostenbesparing pn en B er 4 voor werkgever en maatschappij. nn nr bee 14 Blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2021. % Amsterdam x A. VENEN BEER /' A „ ï brad : F / \ te di A'dam es p \ mentaal gezond EK. Nl TEN NE, mf | : “ Pl he Ei / k_3 4 nan Es nm) | ” { OE, | kshd. | \ en $ k N __ p an a Dn 3 id me f = me D VN Tias nd È dd hd f \ it | Î ij B Bs El in | me Jp ij PDA Ren \ : n en Ren ’ F NA ee d DN a b De A Siem KE KIV sd \ - f mn en in eh d en EF ib _ 3 ze on a ò + REEN EN \ 1) il In En: | G> On DONE | / | is be de lr Al OON Ob An an . Wk OPDR We ER ; i dq Re Ss p / wil ik OTOAETRSN) nf N nn Re B DS Rv / eetset Ba =, » & ES … : an nk |, 10E ASP “ NIA … ad mnd à d = HIN MN SOA IN q E A OMI! POE TEN eN k \ E PTP i Hie ENH | ME APTN A ESR ie As À 5 EE 8 G Oe … PLE ND OEE NK ee. k ke [ Ì S Te Ls ; EE en et Po Ni ik WO IA REASON AES d ’ - ASS Ez we EN el WN IES A RS E 5 RN en OON WANT DL AR Ld Sn 8 De dt Caf / N NESS BRU JI Á MOE NS Ade di AN \ 0 ZON | | POOIER AS sj QG Y = NS Sn | dl N {EN | N | DAE B for dif _Á 7 ES ne sd NN ENG \ N ES 4 N A AINI0R | P S p Ë 3 d \ En en ANN | - N ANU TR a PN NN Ni MANS SN E / k é ’ N \ Wan AN UA Ld 4 zand RNN Van ET ze S- | k N en 5 B \ NN j S PE - nn É ix AES: NN / \ Sn ed EQ Sal tE LAN ne Y Dl ad S EEN RS: i 4 Nd en IN PAR u d >) EAR ee S hl ij pl Amert / Ri NEN ie EN 55 & AI OMRIN 707 ( En EN 4 NS à. NES UIN vn Ne S Ki DNA. A | \ Me EEEN NE RN je SS < Silk ENA I \ EE, f NS Sn SEN A NR Pr Dm Kel PAIN Nij ik Nl gi k SANNE IJ SN Rs PD S EEN é 407104 IEN Í MN KE Neen A kN eN F 8 / / LAT NNNKEA \ A NN IN So a y S Dn £ DN ii ii, il | IAN ' sigs KS ' SN ie U S ZEN Def uk (ih VADER AG INNEN SN SN Î an _% 5 SS Se / GOE NN NEN Wk NK REN EE on kie ge ed Ji Ù Nl NL POD SEAN ed is SS bits Ni 0) B NR AN AN ENEN 8 _ Se NE | ik \ | NN B hj NE NEN BEN B 3 sr ni! NN N POG OSSONETONENEN \ 5 IN |M NN DN en S N ORS Eh NDA \ N OMO ENEN Ss oe SP AENN VO EN S NN NS Re 8 SS HI Rh MINK 5 î NEN k NN \ Ai KM Bi 3 re eN | IJ NN De zj ' PRS N , S vn SS { IN \ WN d> Ë ij Em ENNANN AS EN Se FE ANON \ bn (j Fk é EN NN N N kh R he NE / Hi ì \ \ 0 li, AW ED A A ANENNS \ AS en SS HM PO OA eN SON \ ® \ ) | li GES CED ED Nm ER NIINS ANN Â\ \ eg ik EN % Amsterdam RN REN SN Waart : / LRE CC OA % Ns NN À - Í ‘ Gr GERE SSN \ Se K NN \ 4 € RE TLD KANN \ RE ENIIINN SO ) € 1 Heh EV NON ENE NN NINE \ \ ZK A OMREKENEN eel iel Plan van aanpak mentaal gezond ©, nde rzoe o' ee 4 onderzoek waar we bij betrokken zijn, richt zich op de ( internationa FD) Om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op de ont- mentale gezondheid van Amsterdamse tieners. Het wikkelingen wat betreft de mentale gezondheid van VU is trekker van dit onderzoek. sq aal al g Ni ng de Amsterdammers zijn cijfers van doorslaggevend belang. Behalve het in kaart brengen van de actuele omvang en aard van de problematiek rond mentale Thrive is lid van het International Initiative for gezondheid, moeten ook de inspanningen gemoni- Mental Health and Leadership (IIMHL). Dit netwerk tord worden om de koers waar nodig bij te sturen. brengt leiders in de geestelijke gezondheidszorg Het bijhouden van nieuwe (lokale, nationale en inter- samen en verbindt ze om kennis, innovatie en goede nationale) onderzoeksgegevens en het duiden daar- voorbeelden te helpen verspreiden. Hierin zijn o.a. van, maken een belangrijk onderdeel uit van de op- meerdere internationale Thrive steden verenigd. In gave van Thrive. De onderzoeken van de gemeente, 2024 zal de volgende tweejaarlijkse internationale GGD GHOR Nederland en RIVM zijn de belangrijkste conferentie van het IIMHL in Nederland worden bronnen. Thrive richt een netwerk op van relevante georganiseerd. Thrive zal een belangrijke bijdrage Amsterdamse onderzoekers op het gebied van men- leveren aan de inhoudelijke organisatie hiervan. tale gezondheid. Zij, vaak verbonden aan onderwijs- Daarnaast maakt Thrive onderdeel uit van het instellingen of onderzoeksinstituten, houden ons op Europese netwerk RE-ARE-ACT project (in het kort: de hoogte van interessante ontwikkelingen in hun RE-ACT)'®. Het project wordt gesubsidieerd door de vakgebied, zoals nieuwe onderzoeken of onderzoeks- Europese Commissie vanuit het subsidieprogramma resultaten. Wij informeren hen over signalen uit de Citizens, Equality, Rights and Values-programma praktijk en verbinden hen soms aan buurtinitiatieven (CERV). Het project gaat over de effecten die-COVID of -organisaties. 19 heeft gehad op het leven in de stad en in het bijzonder op jongeren. Specifiek is er aandacht voor Ook nemen we deel aan diverse onderzoeksconsortia de (mogelijke) gevolgen die er zijn geweest op het in de stad. Bijvoorbeeld een onderzoek dat zich gebied van welzijn en geestelijke gezondheid. RE- LEN NEU LAS AE AN ACT REEL richt op het verband tussen mentale gezondheid ACT is gericht op het uitwisselen van ervaringen in ESE EME SEE EAN STe en armoede. Hierin werken we samen met onder het vergroten van veerkracht van jongeren ten tijde Kekava (Letland), Sibenik (Kroatië), Turijn (Italië), Suceava En ; ‚ (Roemenië) en de organisatie Pro Arbeit (Duitsland). andere Amsterdam UMC en het Trimbos. Een ander en naar aanleiding van de corona-epidemie. Te 23 El 4 ee er ee hk: 8 n 6 Ë En Plan yin aanpak ke Vanuit Thrive bestaat de intentie om met het B Pa " pn Centre for Urban Mental Health interventies rond Dl ad E mentale gezondheid te monitoren en te analyseren. 5 ha ; Op het moment dat het Centre for Urban Mental 4 Ek Ee £ ï En . . Es | B je kn a E oe De RS ke Health voldoende financiële middelen beschikbaar a eg ODD „2% heeft, wordt de samenwerking gezamenlijk nader n % an EE „et | ee ke GR _ vormgegeven. N-} A E { ms sal Oi A x/ ED AT KAA nn, (77 … MT ARK OS NO OAN els n el _ On A ed Em 4 3 Â A e EN dg PA ES ef zl g FP onnunen: AARS SA ge VI ANNE Ee 4 No EE 4 15 ARE Sf BN Za ; f 4, 4 el PRS EN 4 / A Pag Ene Ed 7 fd á ee EN P N DN PW Es 5, X 7 kl idd df fl À 6 ae A \ Ham Va 8 A E … % ld hf ai A A EE, ij A | 4 Ef b Na, li pes B eb Oe “mn ile E H ie Rd À Ed Á sE Eg EM k Pnt 4 rn s \ he Ë Ei Nul al: Üd ij Im IS 5 et An Kk NN DN à ü ) ee Î | BE — - nl ki Ip N a FS ge: Sl \ EN e ic HH! HE 4 ee Í HI lj 6 Pen Ee Er Ht | 1 Nj d Nd ND OO 1 4 El e B in WS u NS 4 lo \k af \ W a e ú be Bee / 5 b EN A Ee: Cd 4 ih ij d B IDS ke EN a Ja Y oe RB er Rn WZ Í / % oe B eN dl EN í If | or De Á % ON AN Ik / : NK d 0 eN IN Api qa JAE al Ae Î MD hek A IJ (AN B | ED SR nd Ze NEE, En | INN OE En A, Ee Ee Ee NR ann e Ee Ene
Onderzoeksrapport
24
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 49 Publicatiedatum 31 januari 2018 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 24 januari 2018 Behandeld op woensdag 24 januari 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ruigrok, Ten Bruggencate en Groot Wassink inzake de evaluatie van de 24-uurshoreca (Amsterdam bruist door!) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de evaluatie 24-uurshoreca (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23). Overwegende dat: — Uit de voorliggende evaluatie van de 24-uurs horeca blijkt dat deze langlopende pilot in vele opzichten succesvol is; — Vanuit omwonenden van 24-uurslocaties weinig klachten zijn ontvangen; — De 24-uurshoreca een waardevolle bijdrage levert aan een bruisend nachtleven in de wereldstad Amsterdam; — Vanuit de Amsterdamse horeca geluiden klinken om de pilot uit te breiden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Onder dezelfde voorwaarden van de lopende pilot 24-uurshoreca en vooruitlopend op de bestuursopdracht Horecabeleid uitbreiding van het aantal 24-uurslocaties te onderzoeken; 2. De raad bij de behandeling van de bestuursopdracht Horecabeleid uiterlijk in de zomer 2018 hierover informeren. De leden van de gemeenteraad M.H. Ruigrok M. ten Bruggencate B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1182 Publicatiedatum 15 november 2017 Ingekomen op 17 oktober 2017 Te behandelen op 8/9 november 2017 Onderwerp Motie van het lid Bijleveld inzake de Begroting 2018 (open data Notubiz). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2018. Overwegende dat: — Raadsinformatie, zoals voorstellen, notulen, moties en stemuitslagen, openbare informatie is, tenzij kabinet; — Deze informatie op herbruikbare wijze als open data te ontsluiten is; — Dit raadsinformatie toegankelijker maakt en de informatiepositie van raadsleden, journalisten, onderzoekers, belangenorganisaties en inwoners vergroot; — Het vrijgeven van de raadsinformatie als open data het mogelijk maakt dat derden met de raadsinformatie toepassingen maken die de raadsinformatie op nieuwe innovatieve wijzen toegankelijk maken en daarmee de lokale democratie versterken; — Open data wordt meegenomen als eis in de aanbesteding voor een nieuw raadsinformatiesysteem:; — Het huidige systeem echter nog geen open data beschikbaar stelt, terwijl dat technisch wel mogelijk is. Verzoekt het presidium van de gemeenteraad: De raadsinformatie zoals voorstellen, notulen, moties en stemuitslagen — tenzij kabinet — per direct als open data beschikbaar te laten stellen in Notubiz. Het lid van de gemeenteraad W.A.M. Bijleveld 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1191 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen op 4 november 2015 Ingekomen onder j Behandeld op 5 november 2015 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groen en Bosman inzake de Begroting 2016 (subsidie proceskosten verduurzaming woningen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Overwegende dat: — het college in reactie op motie 1037 van 2014 antwoordde betreft het grootste deel van de Amsterdamse daken: “Hier zijn vooral andere factoren die de uitrol van zonnepanelen in de grotendeels gestapelde bouw (88% van de Amsterdammers woont in gestapelde bouw) belemmeren. Bijvoorbeeld trage of lastige besluitvorming binnen VvE's, het aanschafbedrag, split-incentive bij huurwoningen, technische uitdagingen in de panden zelf, onbekendheid van de mogelijkheden van zonne-energie, of concurrerende investeringsbeslissingen.”; — deze belemmeringen zich veelal voordoen bij VvE's van particulieren en gemengde VvE's van particulieren en huurders; — de gemeente een belangrijke impuls kan geven aan de verduurzaming van de woningvoorraad in de stad door Amsterdammers te ontzorgen ten aanzien van deze belemmeringen; — uit de evaluatie van diverse subsidieregelingen die in de stadsdelen liepen tot dit jaar blijkt dat de twee meest succesvolle subsidieregelingen precies de regelingen zijn die dit soort problemen oplossen, namelijk de regelingen in West (subsidieregeling energiebesparing) en Oost (subsidieregeling collectief zon); — deze beide subsidies specifiek ook goed scoren op het criterium: ‘zonder regeling (veel) minder resultaat’. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een centrale ‘subsidieregeling proceskosten verduurzaming woningen’ van in elk geval 250.000 euro te creëren die voortborduurt op de regelingen uit stadsdeel West en Oost; 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1191 Moti Datum 13 november 2015 ome — hiervoor als dekking de ‘stelpost subsidies duurzaamheid’ te gebruiken. De leden van de gemeenteraad RJ. Groen A.M. Bosman 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 980 Behandeld op 10 september Status ingetrokken Onderwerp Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake het bestemmingsplan Erasmuspark- en Robert Scottbuurt (bestemming Groen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Erasmuspark- en Robert Scottbuurt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 937). Constaterende dat: — in het bestemmingsplan wordt voorgesteld wordt om de functieomschrijving water in de bestemming groen op te nemen; — de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) benadrukt dat groen en water niet zonder meer uitwisselbaar zijn en adviseert om water niet automatisch in de bestemming groen op te nemen. Overwegende dat: — _waterbergingsopgaven niet naar parken afgeschoven moeten worden. Besluit: 1. Ten behoeve van het beschermen van de Hoofdgroenstructuur de planregels van dit bestemmingsplan met identificatienummer NL.IMRO.0363.E1803BPSTD-VGO1 als volgt aan te passen: a. De functie ‘water’ zoals genoemd in artikel 8 lid 1 onder f te schrappen, waardoor vernummering optreedt van de functies genoemd in artikel 8 lid 1 onder g tot en met j. 2. De toelichting behorende bij het bestemmingsplan daarop aan te passen en bovengenoemde aanpassingen op te nemen in het overzicht met ambtshalve wijzigingen (paragraaf 16.4). Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 521 Publicatiedatum 15 juni 2016 Ingekomen onder AU Ingekomen op donderdag 2 juni 2016 Behandeld op donderdag 2 juni 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Van der Ree en Moorman inzake de evaluatie toeristische verhuur van woningen (‘opt-out'-regeling vakantieverhuur voor eigenaren en VvE's). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de evaluatie toeristische verhuur van woningen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467). Overwegende dat: — illegale hotels en pensions, maar soms ook legale vakantieverhuur voor overlast kan zorgen; — illegale verhuur zorgt voor onrechtmatige onttrekking van woningen en als onrechtvaardig worden ervaren door wie zich wel aan de regels houdt; — dit voor woningeigenaren (corporaties, particuliere verhuurders) en voor vve's kan betekenen dat zij vakantieverhuur, ook legale, liever helemaal niet toestaan in hun woning(en); — een ‘'opt-out’-regeling waarbij woningeigenaren hun woningen actief uit kunnen schrijven bij handhavers van de gemeente hierbij zou helpen, zodat bij constatering van vakantieverhuur dit per definitie al illegaal is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: een ‘opt-out'-regeling in te stellen zodat woningeigenaren en VvE's hun woningen actief uit kunnen schrijven voor vakantieverhuur bij handhavers van de gemeente. De leden van de gemeenteraad R.H. van Dantzig D.A. van de Ree M. Moorman 1
Motie
1
discard
Xx Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 328 Datum indiening 26 januari 2015 Datum akkoord 15 maart 2018 Publicatiedatum 20 maart 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Alberts inzake de overname van Villa Spijker door Ons Tweede Thuis. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Al ruim tien jaar is aan de Overtoom Villa Spijker gevestigd. Villa Spijker is een kleinschalige woon/zorgvoorziening, opgericht door ouders, en biedt plek aan zes meervoudig gehandicapte kinderen die veel zorg nodig hebben. In de loop van de tijd is Villa Spijker onder gebracht bij Amsta. De afgelopen jaren is er veel te doen geweest over de kwaliteit van de zorg in de woon/zorgvoorziening, en zelfs het voortbestaan stond op losse schroeven. Mede op aandringen van de gemeenteraad heeft het stadsbestuur zich ook bemoeid met de situatie rondom Villa Spijker. In de vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 25 juni 2014 deelde wethouder Van der Burg mee dat “voor het eind van het jaar gekozen moet worden voor ofwel een pgb-constructie ofwel voor zorg aangeboden in natura via Amsta.” De fractie van de SP heeft van ouders vernomen dat Villa Spijker nu overgenomen wordt door zorgorganisatie Ons Tweede Thuis. Kleinschalige zorg waarin de zorgbehoevende centraal staat, gaat de fractie van de SP zeer aan het hart. De fractie van de SP zou daarom graag meer willen weten over de nieuwe situatie rondom Villa Spijker. Gezien het vorenstaande heeft het lid Alberts op 26 januari 2015, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college toelichten wat precies de nieuwe situatie is rondom Villa Spijker? Kan het college een feitenrelaas geven? 2. Op welke maner zijn de ouders betrokken bij: a) de keuze voor een constructie met een zorginstelling in plaats van een pgb- constructie, en b) de overname van Villa Spijker door Ons Tweede Thuis? Is de ingeslagen weg bevredigend voor alle betrokken partijen? Graag een toelichting. 3. Wat betekent de overname voor de bewoners van Villa Spijker en het personeel? Wat gaat er precies veranderen? 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing 158 Gemeenteblad ummer - =: . : Datum 20 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 januari 2015 4. In hoeverre en op welke manier blijft het kleinschalige karakter van Villa Spijker gewaarborgd? 5. Hoe beoordeelt het college de ruimte voor kleinschalige woon/zorgvoorzieningen in Amsterdam, gezien de ervaringen met Villa Spijker? Welke lessen trekt het college hieruit? 6. Is het college bereid de antwoorden op deze schriftelijke vragen te agenderen voor de vergadering van de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie en op die manier met de commissie van mening te wisselen over de gebeurtenissen rondom Villa Spijker? Beantwoording: De vragen zijn beantwoord door middel van de hierbij als bijlage opgenomen brief van wethouder Van der Burg van 15 maart 2018. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
Van: [email protected] Verzonden: zaterdag 2 november 2019 19:33 Onderwerp: Ouderverstoting: Vader krijgt co-ouderschap pas door honger- en dorststaking Aan de Nederlandse Rechtbanken, Gerechtshoven, Hoge Raad, Raadsgriffies, Gl's en de leden van de Eerste en Tweede Kamer Edelachtbaren, Geachte heer/mevrouw, Zojuist heb ik onthutst het onderstaande bericht in het Leidsch Dagblad gelezen en ik zou het zeer op prijs stellen als ook u dit landelijke (zelfs globale) probleem van ouderverstoting serieus ZOU willen nemen en onder de aandacht zou willen brengen. Het kan immers niet zo zijn dat het probleem van ouderverstoting nog steeds gebagatelliseerd wordt en dat verstoten ouders eerst in hongerstaking en zelfs dorststaking moeten gaan alvorens hun kinderen te mogen zien! Jaarlijks verliezen in Nederland 16.000 kinderen het contact met één van hun ouders en in de meeste gevallen ZONDER enige gegronde reden. Hun verstoten ouders zijn in Nederland machteloos en afhankelijk van een rechtssysteem waarin door rechters willekeur en geen recht toegepast wordt. Het proces van ouderverstoting wordt gekenmerkt door een systematisch manipulerende en ziekmakende (pathogene) opvoeding van een ouder (en diens omgeving) die een coalitie met het kind aangaat om de andere ouder, zonder legitieme reden, uit het leven van het kind te verstoten. Alhoewel de gebruikelijke termen ouderverstoting en oudervervreemding niet verkeerd zijn, dekken ze niet de lading van het daadwerkelijke doel van de verstotende ouder die er niet voor terug deinst om met de meest desastreuze middelen en koste wat het kost een liefhebbende ouder uit het leven van diens kind weg te poetsen. In mijn beleving gaat dit proces veel verder dan een ouder te willen verstoten of vervreemden. Bij dit proces wordt door een pathogene ouder de andere, liefhebbende ouder bewust uit het leven van hun kind uitgewist, weggevaagd en geëlimineerd. Daarom noem ik dit proces OUDER ELIMINATIE. Ik hoop dat u de ruimte vindt om aandacht te schenken aan dit voor ouders en kinderen traumatische probleem welk volgens de DSM-5 geclassificeerd is als psychische kindermishandeling en ik hoop dat door deze positieve uitkomst voor de hongerstakende vader ook de overige bestaande situaties en procedures opnieuw worden bekeken zodat het contact tussen kinderen en beide ouders hersteld wordt en geborgd blijft. Voor nadere informatie en mijn persoonlijk verhaal kunt u mij bereiken op info@ parent- elimination.com en verwijs ik naar de folders in de bijlage van de Stichting Echt Scheiden Zonder Schade en hun website www.herkenouderverstoting.nl Alvast bedankt voor uw aandacht. Met vriendelijke groeten, Een verstoten vader 4 Vader krijgt co-ouderschap en stopt honger- en dorststaking De vader die dinsdag in honger- en dorststaking ging, heeft vrijdagavond zijn protest beëindigd. Jeugdbescherming West heeft zijn eis voor een omgangsregeling met co-ouderschap ingewilligd. Rond 18.30 uur heeft de vader zijn staking opgeheven. „De missie is geslaagd. Dit was een actie van diep uit mijn hart’, zegt de vader aan de telefoon. Zijn huisarts is langs geweest en hij mag weer langzaam beginnen met eten en drinken. Donderdagavond besloot de vader van een zoon (11) en een dochter (8) om al iets drinken. Een overeenkomst met Jeugdbescherming West en zijn ex-vrouw was toen nog niet bereikt. Door zijn dorststaking op te heffen hadden beide partijen meer tijd om tot een akkoord te komen. De man zag het omstreden protest nog als enige uitweg om zijn kinderen vaker te mogen zien. Jeugdbescherming West had sinds augustus een omgangsregeling ingesteld waarbij de vader zijn kinderen een keer per maand onder begeleiding kon ontmoeten. „Het is een dieptepunt dat dit in deze samenleving moet gebeuren. Waarom op deze manier? We maken het zo complex.” De vader wil benadrukken dat zijn staking een weloverwogen besluit was. „Dit ging niet over een nacht ijs. Hier zijn jaren overheen gegaan. Ik heb hier heel goed over nagedacht.” https://m.leidschdagpblad.nl/ent/dmf20191101 938537 5/vader-krijgt-co-ouderschap-en-stopt-honger-en- dorststaking?utm_source=m.facebook.com&utm_medium=referral&utm _content=%2F&fbclid=lWAR2ZUBTM- apgsOBKVO uxAYCiPLDaG8al8j6wpxpRaAorvAGuG8m4FV2l
Raadsadres
2
train
Pe ae 5 8 Á ee ‚ anne garneer , ne : gern a * á fenraat-e tf te e 8 á Buiksloot plaats, d tn „ B ke d zi e, PF on Ri Z As Ô nn } fende. 7 ö / id - os 3 " . 2 £ és de à * etn tes Een. … J : "i, r we Lt 5 RE Sportpark bs E *. ' k he ë E Eizenhagen 6 ng, 5 Se ie ad a raand ie 3 afk 09-19. £ ke £___NDSM-Werf a, PEG bom, penn in oan k gieter en _ Buikslotermeer nt t1e EN MR Pat 4 Nan, % de ri kh mie se Nn OE „À 5 oe k 5 en EE „e par . Ì 8 FE & … _ Ree e en, Ne hg \ Ä Volewijck £ is, ee “ en, ploctanein & ì Sosa, Ee" ', [EEE dr “Noorder-diog rk $ hel Von, e Sa, marzo 0-1 Ee £ r Tuinderp ' En ee ns $ Buiksloot a E Ea Vareteerd Ee hi E EET TEETT : À Â Ei re Ak se Î Bk Nieuwe gebieden, Leth: et f SSA eG, da per 1 juli 2018 Ik i É En OA ha es” E . k Ee d Pe in OP / De Parkeerduurbeperking: binnen het Overhoeks d X S rs „ Kaal an, toi, E AN €1,00-tariefgebied is het na maximaal twee nr stant f hk 5 uur parkeren twee uur lang niet mogelijk HR ad WE de oe eer Ve nt am voor hetzelfde kenteken parkeergeld te ' } a 4 et. f Ap Ee betalen. " Si ren 0 + Vogelbuurt 2 #5 gee ag El Op het Buiksletermeerplein betaalt u voor à he Et 2 EEE } de eerste drie uur parkeren €1,30. ek Maamerl ef Lian ge : Pr df watt en tannmn Deelvergunninggebied N 2e e # REEN ì 5 1EEEN Straattariefgebieden met daarin het E taichi? Het IJ bijbehorende uurtarief. 8 À -
Schriftelijke Vraag
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum 8 november 2023 Ingekomen onder 650 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Belkasmi, Nadif, Aslami, Veldhuyzen, Khan en Broersen inzake Positioneren van jongerenwerk/kinderwerk ook op basisscholen (groep 7 en 8) Onderwerp Positioneren van jongerenwerk/kinderwerk ook op basisscholen (groep 7 en 8) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de raadsbrief Vakkundig jongerenwerk, een sterke basis voor Amsterdamse jongeren Constaterende dat: -_ Het jongerenwerk in het voortgezet onderwijs breed is uitgezet, maar het primair onderwijs ontbreekt. -__De mentale problemen van scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs in de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. * -__ Zowel jongerenwerkers als straathoekwerkers herhaaldelijk benadrukken dat het essentieel is om het jongerenwerk/kinderwerk te positioneren op de basisscholen, met name in groep 7 en 8. -_Erweinig zicht is op minderjarige slachtoffers van criminele uitbuiting, terwijl onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel laat zien dat een of meer slachtoffers zijn geworven op een onderwijsinstelling.* Overwegende dat: 1 https://www.nji.nl/cijfers/welbevinden ? https://www.hetckm.nl/dossiers/criminele-uitbuiting-van-nederlandse-jongeren-nl/criminele-uitbuiting- minderjarigen-kansen-voor-onderwijs/ -__ De inzet van preventieve interventies op jonge leeftijd, zoals jongerenwerk, ervoor kunnen zorgen dat jongeren in moeilijke situaties meer participeren, meer eigen verantwoordelijkheid laten zien en meer gebruikmaken van hun eigen mogelijkheden. 3 -_ Jongerenwerk bijdraagt aan het voorkomen van een verslechtering van de situatie van jongeren met ernstige problemen en jongeren ondersteunt in hun verdere ontwikkeling.* - Uit onderzoek blijkt dat bij scholen waar het jongerenwerk meerdere keren in de week aanwezig is, een beter en completer beeld ontstaat van de leerlingen en eventuele risico’s op criminele uitbuiting. 5 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__De mogelijkheden samen met stadsdelen te verkennen om het jongerenwerk{kinderwerk ook te positioneren op basisscholen waarbij we ervoor moeten waken dat deze inzet niet ten koste mag gaan van de inzet van het jongerenwerk op straat, tenzij effectief, en specifiek aandacht te besteden aan groep 7 en 8. Indieners, M. Belkasmi | Nadif A.S. Aslami J.A. Veldhuyzen S.Y. Khan J. Broersen 3 https://www.nji.nl/sites/default/files/2021-06/Effecten-van-preventie-in-het-jeugdveld. pdf *https://pure.hva.nl/ws/files/6253365/HvA_A4_brochure_De_preventieve_kracht_van_het_jongerenwerk_web ‚pdf?_ga=2.8047988.734993291.1685605508-158450.1685605507 5 https://www.hetckm.nl/dossiers/criminele-uitbuiting-van-nederlandse-jongeren-nl/criminele-uitbuiting- minderjarigen-kansen-voor-onderwijs/
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1550 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder BL’ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groot Wassink, Verheul, Mbarki en Peters inzake de Begroting 2017 (opvang kwetsbaren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — inde raadsvergadering van 14 juli 2016 afgesproken is dat zeer kwetsbare uitgeprocedeerde vluchtelingen wiens termijn in het Programma Vreemdelingen is afgelopen, 24-uursopvang kunnen krijgen binnen de bed-, bad-, brood- voorziening; — thans in de bed-, bad-, broodvoorziening uitgeprocedeerde vluchtelingen verblijven die in de categorie zeer kwetsbaar vallen (door medisch/psychische problematiek); — volgens artsen en andere betrokkenen huisvesting in de bed- bad- brood- voorziening voor deze groep geen passende oplossing is, gezien de problematieken; — hetrijk verantwoordelijk voor deze groep is maar die verantwoordelijkheid ontloopt; — dat betekent dat Amsterdam als barmhartige stad deze de noodzakelijke zorg moet bieden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — als, na overleg met de huidige uitvoerders en andere partners, blijkt dat voor de groep meest kwetsbaren (vanwege medisch/psychische problematiek) een andere vorm van opvang nodig is dan de huidige in de bed-, bad-, broodvoorziening, daar zo snel mogelijk in te voorzien; — als hiervoor extra middelen nodig zijn hiervoor zo snel mogelijk een voorstel doen; — de raad zo spoedig mogelijk over de uitvoering van deze motie te informeren. De leden van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink A. Verheul S. Mbarki D.W.S. Peters 1 2
Motie
2
discard
VN2023-023746 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling Agendapunt 6 Datum besluit College van B&W 31 oktober Onderwerp Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de conceptregeling van de gemeenschappelijke regeling (GR) GGD Amsterdam-Amstelland (huiselijk geweld en seksueel geweld) De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren: 1. Geen zienswijze in te dienen op de conceptregeling van de gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam-Amstelland (huiselijk geweld en seksueel geweld). 2. Als onderdeel van deze conceptregeling hierbij in te stemmen met het formeel uittreden van de raad als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam-Amstelland, conform de wetswijziging in 2015. Wettelijke grondslag Artikel a, derde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen Bestuurlijke achtergrond De Wet op de maatschappelijke opvang (Wmo) 2015 legt het college van Burgemeester & Wethouders de plicht op om een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK), met andere woorden een Veilig Thuis organisatie, in te richten. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wagr) stelt dat de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van twee of meer gemeenten afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van één of meer bepaalde belangen van die gemeenten. Per 1 januari 2017 is de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor Veilig Thuis en het Centrum Seksueel Geweld vastgelegd in een openbaar lichaam, gemeenschappelijke regeling, genaamd Gemeenschappelijke Regeling GGD Amsterdam Amstelland. Dit lichaam bestaat uit zes leden, te weten de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het rechtsgebied van het lichaam omvat het grondgebied van de leden. Na inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling is het Openbaar lichaam GGD Amsterdam Amstelland een dienstverleningsovereenkomst aangegaan met de GGD Amsterdam. In deze overeenkomst wordt de uitvoering van de taken aangaande het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis) alsmede het Centrum voor Seksueel Geweld opgedragen aan de GGD Amsterdam. Daarnaast valt onder deze regeling ook de opvang voor slachtoffers door Blijf Groep en de regioaanpak Veiligheid voor Elkaar. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.8 1 VN2023-023746 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023 Ter advisering aan de raad n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? hee Welke stukken treft v aan? AD2023-082016 20231016 Conceptregeling GR GGD Amsterdam-Amstelland. pdf (pdf) AD2023-082013 Commissie OZA Voordracht (pdf) Raadsvoordracht conceptregeling GR GGD Amsterdam-Amstelland.pdf AD2023-082015 (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, Jerien Bonte, [email protected], 0638609395 Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1094 Publicatiedatum 4 oktober 2017 Ingekomen onder Q Ingekomen op woensdag 27 september 2017 Behandeld op woensdag 27 september 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Nuijens inzake het bestemmingsplan Zuidas- Strawinsky Zuidzijde (onderzoek bezonningsnorm). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Zuidas-Strawinsky Zuidzijde (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1036). Overwegende dat: — het onderdeel is van goede ruimtelijke ordening om de lichteffecten in beeld te brengen van de bouw van (hoge) gebouwen; — Amsterdam werkt aan een stevige verdichtings- en nieuwbouwopgave; — daarvoor een landelijke TNO-norm bestaat, waarvan Amsterdam een afgeleide hanteert, maar waarbij zij andere peildata gebruikt; — Rotterdam en Den Haag voor verschillende soorten buurten een onderbouwde norm voor bezonning bij nieuwbouw hanteren; — Amsterdam zo'n norm niet hanteert, wat kan leiden tot onduidelijkheid en in de ergste gevallen tot willenkeur:; — het aanbeveling kan verdienen bezonning bij nieuwbouw te objectiveren door het instellen van een Amsterdamse norm voor verschillende soorten buurten en bebouwing; — het onduidelijkheid kan vermijden als de gemeente hiernaar in ieder geval studie verricht. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Onderzoek te doen naar nut en noodzaak van het instellen van een gedifferentieerde Amsterdamse bezonningsnorm bij nieuwbouw: 2. Daarbij het onderscheid dat Rotterdam en Den Haag maken voor verschillende soorten bebouwing en verschillende bouwhoogtes te betrekken, alsmede de bestaande TNO-normen en peildata. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma J.W. Nuijens 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 313 Publicatiedatum 20 maart 2019 Ingekomen onder Y Ingekomen op donderdag 14 maart 2019 Behandeld op donderdag 14 maart 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de MBO-Agenda 2019-2023 (extra aandacht voor gesubsidieerde projecten) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de MBO-Agenda 2019-2023, de Uitvoeringsagenda Inzetten op jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en de Uitvoeringsagenda Onderwijs-Arbeidsmarkt 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 256). Constaterende dat: — ereen groot tekort is aan goed geschoold personeel in Amsterdam’: — de stad voor een grote groene opgave staat zoals het aardgasvrij maken van verschillende wijken en het plaatsen van zonnepanelen en daar veel mbo- geschoolde mensen nodig voor zijn, — de werkomgeving steeds internationaler wordt en de mbo'ers de vaardigheden moeten worden aangeboden om zich daarin optimaal in te zetten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Vanwege het belang voor de mbo-studenten én de stad Amsterdam de in de mbo- agenda genoemde, maatschappelijke ambities zoals duurzaamheid, burgerschap en internationalisering extra aandacht te geven in de gesubsidieerde projecten van de mbo-instellingen. De leden van de gemeenteraad Y. El Ksaihi S. Mbarki D.S. de Jong D.G.M. Ceder 1 https://www.nrc.nl/nieuws/2018/05/18/help-er-zijn-geen-technici-meer -a1603153 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en x Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur Locatie De Raadzaal, Stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _Tkn-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Rondvraag Dienstverlening 11 Uitwerking motie 930 Digitale Buurtgids Nr. BD2017-005140 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA) e Was Tkn 15 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017 Openbare Orde en Veiligheid 12 Aanvulling op het raadsbesluit herijking: Enge Kerksteeg 1 Nr. BD2017-005477 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. (Gemeenteraad d.d. 28 juni 2017) 13 Kennisneming Tussenrapportage Binnenstad Offensief en begeleidende brief aan commissie AZ Nr. BD2017-004744. e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 14 Pilot Rembrandtplein 1,5jaar monitor Nr. BD2017-005138 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66) e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017 15 Aanpak illegale prostitutie 2016 Nr. BD2017-005139 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van de leden Boutkan (PvdA) en Van Dantzig (D66) e Was Tkn 5 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017 2 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017 Toegevoegd agendapunt Openbare Orde en Veiligheid 16 Motie van de raadsleden Groot Wassink en Mbarki inzake stadsnomaden Nr. BD2017-006228 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Groot Wassink (GL) e Was Tkn 3 op de ter kennisnamelijst 3
Agenda
3
discard
ore mdr, X Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW % Amsterdam Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 10 Datum besluit N.v.t. Nvt. Onderwerp Veiligheid bij Waternet De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het onderwerp ‘Veiligheid bij Waternet’ Wettelijke grondslag Art. 26 lid 3 RvO Bestuurlijke achtergrond Na meerdere publicaties van Follow The Money is het duidelijk dat het schort aan de beveiliging bij Waternet. Als gemeente Amsterdam zijn wij mede-eigenaar van Waternet. Daarnaast is Amsterdam volledig afhankelijk van haar drinkwatervoorziening van Waternet. Reden bespreking Geagendeerd o.v.v. het lid Mangal (DENK). Na mondelinge, schriftelijke en aanvullende schriftelijke vragen over Waternet door de fractie van DENK en naar aanleiding van meerdere publicaties door Follow the Money blijkt dat het met de veiligheid van Waternet en daarmee onze waterhuishouding van Amsterdam (drinkwater, riolering, bruggen, etc.) nog steeds slecht is gesteld. Daarnaast zijn er verontruste berichten over hackers die drinkwater hebben proberen te vergiftigen in het buitenland en internet houdt niet op bij de lands- of gemeentegrens. Ondertussen houdt volgens Follow the Money de leiding van Waternet schaduwrapportages achter de hand om zaken te verdoezelen. Relevante links naar nieuwsartikelen en (aanvullende) schriftelijke vragen: https://nos.nl/artikel/2367958-hackers-proberen-drinkwater-te-vergiftigen-in-florida.html https://www.ftm.nlf{artikelen/waternet-verantwoordelijkheid-digitaal-wanbeleid https://lamsterdam.notubiz.nl/document/9212855/3/1608_20 Beantwoording%2oschriftelijke %2ovragen%2oYilmaz%z2obeveiligingsmisstanden%z2obij%2oWaternet https://amsterdam.notubiz.nl/document/9477860/2/1609_20 Beantwoording%2oaanvullende %z2oschriftelijke%2ovragen%2oYilmaz%2oveiligheid%2obij%20Waternet Uitkomsten extern advies Nvt. Gegenereerd: vl.3 1 VN2021-004397 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water griffie andreas 2 % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Geheimhouding N.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies N.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2021-015874 Commissie MLW Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij het lid Mangal (DENK). Gegenereerd: vl.3 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 767 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 8 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie WE Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Yesilgöz-Zegerius inzake de begroting voor 2015 (doelstellingen armoedebestrijding). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — in Paragraaf 6.4.3 Armoedebestrijding worden op pagina 115 van de begroting als doelen genoemd: e Amsterdammers zijn maximaal financieel zelfredzaam; e Amsterdammers ervaren geen financiële belemmeringen om maatschappelijk te participeren; Overwegende dat: — structurele uitstroom uit armoede van de actieve beroepsbevolking prioriteit heeft; — armoedeval, de achteruitgang in inkomen die uitkeringsgerechtigden ervaren als zij een baan aanvaarden op of rond het minimumloon, als grote belemmering om te participeren wordt beschouwd, [Besluit: |__de volgende zinsnede toe te voegen aan doelstelling “Amsterdammers zijn maximaal financieel zelfredzaam” in Paragraaf 6.4.3: “Mensen die behoren tot de actieve beroepsbevolking worden door het armoedebeleid zo veel mogelijk ondersteund om zo snel mogelijk structureel uit de armoede te komen”; Il toe te voegen aan de doelstelling “Amsterdammers ervaren geen financiële belemmeringen om maatschappelijk te participeren” in Paragraaf 6.4.3: “Armoedeval moet worden tegengegaan”. Het lid van de gemeenteraad, D. Yesilgöz-Zegerius 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 360 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder G Ingekomen op woensdag 10 mei 2017 Behandeld op woensdag 10 mei 2017 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Verheul inzake de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 325). Overwegende dat: — de nationale politie bij het uitrollen van pilots met bodycams steeds uitgebreid afstemt in de lokale driehoek; — gedurende de pilotperiode gewenning zal optreden ten aanzien van het gebruik van bodycams ongeacht of daadwerkelijk een positieve bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid of het veiligheidsgevoel van agenten die de bodycam dragen: — het voortzetten van de inzet van bodycams bij de Amsterdamse politie alleen wenselijk is indien verantwoord wetenschappelijk onderzoek in deze pilot aantoont dat de bodycams effectief zijn en een vooraf bepaalde doelstelling is bereikt; — de politie als doelstelling opgeeft het veiligheidsgevoel van agenten te verbeteren; — de gemeente als doelstelling opgeeft het om niet het gevoel, maar de werkelijke veiligheid van agenten te verbeteren. Constaterende dat: — de doelen van de nationale politie en de gemeente niet dezelfde zijn; — niet duidelijk inzichtelijk is gemaakt onder welke voorwaarden na de pilotperiode het inzetten van bodycams zal worden voortgezet. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. te bepalen welk doel doorslaggevend is voor de bereidwilligheid van de gemeente om mee te werken aan volgende pilots, onderzoeken of een definitieve werkwijze om bodycams bij de politie in te zetten; 2. inzichtelijk te maken welke resultaten met deze pilot minimaal dienen te worden behaald om te kunnen concluderen dat het doorslaggevende doel voldoende is bereikt: 3. de doelstelling en te behalen resultaten te verantwoorden met wetenschappelijk onderzoek; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 360 Motie Datum 19 mei 2017 4, de doelen en resultaten die minimaal moeten worden gehaald te bespreken met de raad, en daarvoor niet met de pilot te starten. Het lid van de gemeenteraad A. Verheul 2
Motie
2
discard
VN2022-018344 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Ingenieursbureau x Gemeente Jee 9 TAR % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 16 Datum besluit 24 mei 2022 Onderwerp Herinrichting van de OV-knoop Amstelveenseweg De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de herinrichting van de OV-knoop Amstelveenseweg en in de bijlage opgenomen vitvoerings- en budgetbesluit van B&W. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Op 12 februari 2019 heeft het college ingestemd met het Programma van Eisen voor de nieuwe maaiveldinrichting van Openbaar Vervoer (OV) -knoop Amstelveenseweg (ZD 2019-000930). Door middel van het vitvoerings- en budgetbesluit geeft B&W een vervolg aan het besluit vit 2019. Reden bespreking nvt Uitkomsten extern advies nvt Geheimhouding nvt Uitgenodigde andere raadscommissies nvt Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.10 1 VN2022-018344 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Ingenieursbureau 9 Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming AD2022-058364 Bijlage 1 RIB OV-knoop.pdf (pdf) AD2022-058365 Bijlage 2 College van BW Voordracht. pdf (pdf) AD2022-058363 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) V.A.Das , Gemeente Amsterdam, Ingenieursbureau , [email protected] Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Nummer SV 44 Datum indiening 25 janvari 2021 Datum akkoord 22 februari 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake grote hoeveelheden kartonafval op straat Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Sinds de uitbraak van het COVID-19 virus heeft er een explosie plaatsgevonden in het aantal online bestellingen. De toename van het aantal bezorgde pakketjes in Amsterdam heeft ervoor gezorgd dat ook de hoeveelheid karton dat als afval wordt aangeboden explosief is gestegen. De gemeente probeert met man en macht de containers te blijven legen maar kan toch niet voorkomen dat op momenten de papiercontainers vol raken. Enerzijds raken de papiercontainers vol door de enorme hoeveelheid karton dat op dit moment in omloop is in Amsterdam anderzijds heeft het te maken met het verstopt raken van de containers door het niet klein genoeg maken van de kartonnendozen. Op het moment dat Amsterdammers te maken krijgen met een volle papiercontainer kiezen ze er vaak voor om het karton naast de afvalbakken te plaatsen. Een keuze die niet gewenst is maar wel te begrijpen aangezien maar weinigen in Amsterdam het afval terug naar huis kunnen meenemen. De fractie van de VVD heeft vertrouwen in de goedwillendheid van de Amsterdammers en gelooft dat verkeerd aangeboden karton voorkomen kan worden door een betere voorlichting vanuit de gemeente. De VVD kan zich bijvoorbeeld voorstellen dat karton ook aangeboden mag worden in reguliere containers op het moment dat de papiercontainers vol zitten. De fractie van de VVD zou graag alle onduidelijkheden bij bewoners over het aanbieden van karton wegnemen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie de VVD, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Hoeveel meldingen van volle papiercontainers ontvangt Amsterdam dagelijks? Graag een uitsplitsing per stadsdeel. Antwoord: In het onderstaande staatje een overzicht van de meldingen. 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling Sv Gemeenteraad ummer bh . . Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen Stadsdeel Aantal meldingen per dag OW Wd 2. Hoeveeltijd zit er gemiddeld tussen een melding van een volle papiercontainer en het legen van de papiercontainer? Antwoord: Voor het afhandelen van een melding staat formeel 3 werkdagen. Omdat de frequentie van het legen van de containers op met name probleemlocaties is verhoogd is de tijd aanzienlijk verkort. 3. De fractie van de VVD ontvangt geluiden dat bewoners het bericht krijgen dat de afmelding is afgehandeld terwijl ze het idee hebben dat er niets aan de situatie is veranderd. Kan het college dit beeld verklaren? Antwoord: Op het moment dat een melding binnen komt wordt onderzocht of er binnen twee dagen wordt ingezameld op de plaats waar de melding betrekking op heeft. Wanneer dit het geval is wordt de melding afgehandeld op het moment van inzameling. Indien dat niet het geval is dan wordt aan inzameling gevraagd om een extra lediging. Op moment van lediging wordt de melding vervolgens afgehandeld. Het kan voorkomen dat een melding volgens bovenstaande systematiek is afgehandeld, maar dat ondertussen er weer een nieuw probleem is op de locatie). Het lijkt dan alsof er niets met de melding ís gedaan. 4. Hoe vaak heeft een volle papiercontainer te maken met het verstopt raken van de papiercontainer door het verkeerd aanbieden van het karton? Antwoord: De gemeente meet de toegankelijkheid van de containers. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen gestremde containers en volle containers. Het percentage gestremde papiercontainers ligt tussen 2 % en 3%. 5. Hoe kan een Amsterdammer het beste kartonnen dozen aanbieden zodat voorkomen wordt dat de papiercontainers verstopt raken? Antwoord: Om te voorkomen dat de papiercontainers verstopt raken kan karton het beste klein worden gemaakt zodat het gemakkelijk door de opening van de papiercontainer gaat. Bij een volle papiercontainer moet men karton en papier niet alsnog in de volle container 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling Sv Gemeenteraad Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen proberen te proppen of naast de container te zetten maar is het de bedoeling dat men dit afval in een andere papiercontainer stopt. Een kaart met locaties van de papiercontainers staat op de gemeentelijke website. 6. Welke stappen kan een Amsterdammer nemen bij het volraken van een papiercontainer? Antwoord: Bij een volle papiercontainer wordt gevraagd om het papier/karton afval in een andere container te doen en een melding te maken. Dit kan telefonisch via 14020 of via de website. 7. Is het gewenst om karton te stoppen in een reguliere container op het moment dat de papiercontainers vol zitten? Antwoord: Nee, dat is niet gewenst. In Amsterdam hebben we afgesproken dat we papier en karton scheiden. Alleen op deze manier kan het op de juiste manier worden gerecycled. Zoals hiervoor is aangegeven dient de Amsterdammer dit soort afval in een andere papiercontainer te stoppen. Een kaart met locaties van de papiercontainers staat op de gemeentelijke website. Metingen laten overigens zien dat er vrijwel altijd een niet volle papiercontainer in de nabijheid is van een volle papiercontainer. Mocht er echt geen papiercontainer in de buurt zijn dan hebben we liever dat karton in een restcontainer wordt gedaan dan dat het ernaast wordt geplaatst. 8. Op welke manieren geeft de gemeente voorlichting over het aanbieden van karton? Antwoord: De Amsterdammer wordt op verschillende manieren geïnformeerd over het (juist) aanbieden van afval waaronder karton. Op amsterdam.nl/afval staat onder ‘Afval scheiden’ informatie over papier/karton, wat mag er wel en niet in de container. Op bijna alle containers zijn/worden stickers aangebracht met een instructie over het juist aanbieden van afval. Op de Facebookpagina's van de stadsdelen zijn filmpjes geplaatst (een vlog van afvalinzamelaar Wesley) over het aanbieden van karton. In september 2020 zijn er circa 100 speciale kartonkleppen geplaatst op ondergrondse papiercontainers. Met green graffiti op de grond in de nabijheid van de containers wordt uitgelegd op welke wijze de Amsterdammers hun karton moeten aanbieden. In periodes waar de verwachting is dat er een groot aanbod van karton is zijn er extra campagnes geweest. Bijvoorbeeld is er de afgelopen feestdagen (Vanaf Black Friday tot de jaarwisseling) een online campagne gevoerd op social media: Amsterdammers die pakketjes bestelden werden opgeroepen om hun karton klein te maken voordat ze het in de papiercontainer deden. g. Ziet het college net als de fractie van de VVD heil in een informatiecampagne over het goed aanbieden van karton en wat Amsterdammers kunnen doen bij volle papiercontainers? Zo ja, is het college welwillend om hiervoor een campagne op te zetten? En welke middelen zijn er nodig voor een succesvolle campagne? Antwoord: De gemeente is vorig jaar gestart met het Afvaloffensief. Dit offensief kent vier actielijnen: Basis op orde, Informeren, Motiveren en Handhaving. Het college voert een actief informatiecampagnebeleid. Er wordt bij de campagnes informatie geven over het goed aanbieden van karton en ook wat Amsterdammers kunnen doen bij volle papiercontainers. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Afdeling Sv Gemeenteraad ummer bb sea: Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen Vanaf eind maart 2021 start er een nieuwe campagne over karton in het kader van het afvaloffensief. De campagne bestaat uit een stadsbrede online campagne en een buurtgerichte offline campagne. Bij de offline campagne worden easy blocks (grote posterhouders) ingezet bij containerlocaties waar veel problemen zijn met het aanbieden van papier/karton. Daarnaast wordt green graffiti bij de papiercontainer aangebracht met het juiste handelingsperspectief en informeren we bewoners rondom de containerlocaties door middel van een flyer. De boodschap is dat Amsterdammers hun karton klein moeten maken voordat ze het in de papiercontainer doen en anders naar de volgende container moeten lopen. Voor een schoner straatbeeld zijn goede en voldoende inzamelfaciliteiten en een adequate inzameling belangrijke voorwaarden. Het is noodzakelijk dat de containers voldoende worden geleegd en de container geschikt is voor het soort afval. De gemeente moet zorgen dat dat op orde is, de Amsterdammer helpt door het goed aanbieden. 10. Ziet het college mogelijkheden om een wekelijkse ophaaldag voor karton, net zoals nu in het centrum, te organiseren voor de gehele stad? Zo ja, welk effect verwacht het college dat dit heeft voor het straatbeeld? En welke middelen zijn hiervoor extra nodig? Antwoord: Vooralsnog ziet het college dit niet als oplossing. Er is gekozen om papier en karton in te zamelen met containers. Een voordeel hiervan is dat bewoners een ruim tijdvenster hebben om hun afval weg te gooien. De containers worden geleegd op vaste inzameldagen en als ze vol zijn. Bij een groot aanbod van papier en karton worden er extra inzamelroutes gereden. Omdat nat karton niet goed gerecycled kan worden heeft inzamelen per container de voorkeur. 11. Welke stappen neemt of kan het college nemen om particuliere initiatieven die karton ophalen te ondersteunen of aan te jagen? Antwoord: Het college werkt aan een aanpak voor karton waarin ook particuliere initiatieven een plek kunnen krijgen. Het college denkt daarbij aan een retourlogistiek waarbij bezorgdiensten en afhaalpunten worden betrokken maar ook aan kartoninzameling door bijvoorbeeld scholen en sport- en buurtverenigingen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Besluitenlijst raadsvergadering 18 december 2012 2 _______|Actualiteit | Motie 3 (SP, Bespreking ontheffingen- en Ingetrokken PvdA) horecabeleid in commissie Algemene Zaken Krediet grondexploitatie Alle Aangenomen Arm en fracties Touwen/Realeneiland Ontwerpverklaring van GL, D66, Aangenomen geen bedenkingen Czaar |PvdA, Peterstraat 152-153 VVD Krediet Conradstraat 8 GL, D66, VVD Aangenomen PvdA, SP 7 Uitbreiding Hotel Amrath GL, D66, PvdA, SP Aangenomen (inhoud van de VVD voordracht Preadvies notitie SP over |Alle Aangenomen van rechtswege verleende | fracties vergunningen Algemene Alle Vastgesteld Subsidieverordening fracties Amsterdam stadsdeel Centrum 2012 Motie 1 (SP) Inventarisatie gevolgen Ingetrokken stads- en Haagse bezuinigingen voor WMO in Centrum 10 [Paming&convolyes |_____|___ |vevalen | Voorbereidingsbesluit GL, D66, VVD Vastgesteld Haarlemmerplein 48 PvdA, SP 12 \ParkeergargeVijzelgracht| | mt Motie 2 (SP) Onderzoek naar experiment Ingetrokken voor alternatief mobiliteits- en parkeerplan In dit overzicht staan de voorstellen en onderwerpen waarover door de aanwezige partijen is gestemd en de daarbij ingediende moties en amendementen. Alle bovenstaande voorstellen en besluiten/verordeningen liggen ter inzage bij het Voorlichtingsloket. Ook worden ze gepubliceerd op internet. Ze zijn te vinden in het bestuursarchief en via de bestuurskalender bij de raadsvergadering waarin ze zijn behandeld. Raadsleden Ten Bruggencate (D66) en Alexandrova (FA) waren niet aanwezig. Raadslid Lahaise (PvdA) was aanwezig om 19.45 uur.
Actualiteit
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 748 Publicatiedatum 7 augustus 2015 Ingekomen onder BM Ingekomen op donderdag 2 juli 2015 Behandeld op donderdag 2 juli 2015 Status ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de samenwerkingsafspraken op hoofdlijnen tussen huurders, corporaties en gemeente (ruimte voor aanpassingen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de samenwerkingsafspraken op hoofdlijnen tussen huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 644); Overwegende dat: - het college uitgaat van een noodzakelijk voorraad betaalbare woningen, inclusief studentenwoningen, van 187.000; -__ het college hierbij uitgaat van een verdeling van 162.000 sociale corporatiewoningen en 25.000 woningen particuliere gereguleerde verhuur. - het college voorziet dat de particulier sector 8000 zelfstandige sociale huurwoningen zal bouwen; -__ zowel marktomstandigheden als landelijke regelgeving kunnen wijzigen waardoor deze verdeling onder druk komt te staan; Van mening zijnde dat afspraken moeten kunnen worden bijgesteld teneinde de sociale huurvoorraad op peil te houden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de nadere afspraken met de corporaties aanpassingen mogelijk te maken bij gewijzigde omstandigheden, waarbij geldt: — indien verkoop en liberalisatie van de particuliere gereguleerde voorraad groter is dan verwacht, wordt het aandeel te behouden en als zodanig te verhuren, sociale corporatiewoningen verhoogd, op zulke wijze dat ten minste een gegarandeerde voorraad van sociale huurwoningen van 187.000 overblijft, zoals afgesproken in het coalitieakkoord. — indien er minder dan 8000 zelfstandige sociale huurwoningen worden gebouwd en verhuurd door particulieren in 2025, wordt het aandeel te behouden en als zodanig te verhuren, sociale corporatiewoningen verhoogd, op zulke wijze dat ten minste een gegarandeerde voorraad van sociale huurwoningen van 187.000 overblijft, zoals afgesproken in het 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 744 Moti Datum 7 augustus 2015 ome coalitieakkoord. Het lid van de gemeenteraad M. Moorman 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-16-31950 / INT-16-10653 Afdeling Bestuur en Organisatie Onderwerp Nieuwe werkwijze algemeen bestuur Portefeuille Algemene en bestuurlijke zaken DB lid Allen Gebied N.v.t. Datum DB 13 december 2016 Datum AB voorbereidend _N.v.t. Datum AB besluitvormend 20 december 2016 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Derk Logemann / Joep Timmermans [email protected] / [email protected] xZ003520CBC37 « Pagina van4 Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. de nieuwe werkwijze, zoals verwoord in de bijgevoegde notitie, voor (de vergaderingen van) het algemeen bestuur vast te stellen; 2. de volgende drie onderwerpen vast te stellen die in ieder geval in aanmerking komen voor experimenten om burger- en ondernemersparticipatie te vergroten: a) Herinrichting Tilanusstraat b) Facebook-Instagram Live / Chatten met AB-leden tijdens AB-vergaderingen c) Werkgelegenheid d) Plint Brazilië 3. kenniste nemen van de zes mogelijke participatieve experimenten/methoden; 4. kenniste nemen van de notitie met de opzet voor het participatief project Tilanusstraat; 5. kennis te nemen van (het voorbeeld van) de conceptagenda van de voorbereidende vergadering van 17 janvari 2017. Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van 4 Bevoegdheid Verordening op de bestuurscommissies. Bestuurlijke achtergrond Het algemeen bestuur wenst op een andere wijze zijn bevoegdheden te gebruiken dan aan de vergadertafel alleen. Het wil experimenten op het gebied van vergroten van burger- en ondernemersparticipatie inzetten. Onderbouwing besluit Beoogd effect De nieuwe werkwijze moet leiden tot een aantoonbare vergroting van de burger- en ondernemersparticipatie. Daartoe wordt in eerste instantie een vijftal experimenten benoemd waarbij op verschillende manieren participatie wordt ingezet. Argumenten Het is een wens van het algemeen bestuur om meer aandacht te besteden aan participatie om de oren-en-ogenfunctie van de bestuurscommissie beter tot zijn recht te laten komen. Kanttekeningen - Er zullen ook nog steeds formele besluiten genomen moeten worden, dus daar zal enige verdagerdiscipline, gebaseerd op onderling vertrouwen, voor nodig zijn. - Voor niet alle onderwerpen zal ambtelijke ondersteuning geboden kunnen resp. hoeven te worden. Risico's / Neveneffecten Nu nog niet benoembaar. Moet blijken uit de praktijk. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau n.v.t. Financiën n.v.t. Communicatie n.v.t. Overige n.v.t. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? wellicht _ Afhankelijk van verloop van de experimenten, worden er mogelijk aanvullende proceskosten gemaakt. Indien ja, dekking aanwezig? n.v.t. Indien nee, hieronder dekking aangeven Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting n.v.t. Voorlichting en communicatie Er zal aandacht moeten komen voor deze nieuwe werkwijze, al was het alleen maar om bewoners en bedrijven er op te wijzen dat inspreken tijdens vergaderingen weliswaar niet verdwijnt, maar dat beïnvloeding van besluitvorming effectiever zal zijn als wordt meegesproken tijdens de voorbereiding in plaats van ingesproken tijdens de formele vergaderingen. Pagina 3 van 4 Uitkomsten inspraak n.v.t. Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Einde geheimhouding n.v.t. Stukken Meegestuurd Notitie van 13 december 2016 Voorbeeld agenda Voorbereidend AB Participatief project Tilanusstraat Beschrijvingen van zes experimenten Ter inzage gelegd n.v.t. Parafen Manager Portefeuillehouder Besluit dagelijks bestuur Pagina 4 van 4
Besluit
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2099 Ingekomen onder X Ingekomen op woensdag 18 december 2019 Behandeld op donderdag 19 december 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, Ceder, Boomsma, Van Soest en Van Schijndel inzake de Huisvestingsverordening 2020 (Legaliseer alle bestaande studenten- en starterswoningen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1930). Overwegende dat: — De Huisvestingsverordening 2020 veel onzekerheid met zich meebrengt voor bestaande woningdelers in starters- en studentenhuizen; — De Huisvestingsverordening 2020 weliswaar bepaalt dat ‘erkende’ studentenhuizen niet hoeven te vrezen voor sluiting maar het onduidelijk is om welke huizen het hier gaat; — Het college van B&W enkele pogingen van de gemeenteraad onbeantwoord laat om een overzicht te verschaffen van de erkende studentenhuizen die na 1 januari 2020 niet hoeven te vrezen voor sluiting of onterecht handhavend optreden van de gemeente: — Amsterdam zich rijk mag rekenen met een rijke cultuur aan studentenhuizen die al tientallen jaren onderdak bieden aan Amsterdamse studenten; — In het coalitieakkoord 2018-2022 staat dat nieuw beleid omtrent woningdelen getoetst zal worden op de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van het kameraanbod; — De gemeenteraad geen enkel onderzoek heeft gezien waaruit blijkt dat het nieuwe beleid zoals vastgelegd in de Huisvestingsverordening 2020 geen effecten zal hebben voor de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van het kameraanbod. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De Huisvestingsverordening 2020 niet van toepassing te laten zijn op de bestaande starters-en studentenhuizen en deze zo snel mogelijk te legaliseren. De leden van de gemeenteraad, H. Naoum Néhmé 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 2099 Motie Datum 19 december 2019 D.G.M. Ceder D.T. Boomsma W. van Soest A.H.J.W. van Schijndel 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 392 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder AJ Ingekomen op donderdag 11 mei 2017 Behandeld op donderdag 11 mei 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Ruigrok, Kaya, N.T. Bakker en Boomsma inzake het rapport “Sturen op een divers winkelgebied” (Amsterdams Verbond Diversiteit Winkelstraten). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het rapport “Sturen op een divers winkelgebied” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 315). Overwegende dat: — zowel bewoners, ondernemers, pandeigenaren als gemeente gebaat zijn bij een divers winkelaanbod in Amsterdam: — behoud en/of bevordering van diversiteit in het winkellandschap een financiële investering kan vergen en samenwerking tussen diverse partijen; — investeren in de diversiteit van Amsterdamse winkelstraten niet alleen commerciële maar ook maatschappelijke impact beoogt; — eerder in Amsterdam projecten zijn gestart met behulp van investeerders en betrokkenen die ook een maatschappelijke impact voor ogen hadden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. de mogelijkheden van een samenwerkingsverband te onderzoeken dat de bevordering van diversiteit in Amsterdamse winkelstraten, met maatwerk op straatniveau, beoogt en bewoners, ondernemers, pandeigenaren, maatschappelijke investeerders en de gemeente Amsterdam als mogelijke deelnemers/financierders heeft; 2. de resultaten van dit onderzoek te betrekken bij de verdere uitwerking van ‘Sturen op een divers winkelgebied. De leden van de gemeenteraad M.H. Ruigrok M. Kaya N.T. Bakker D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 184 Publicatiedatum 22 februari 2019 Ingekomen onder AF Ingekomen op woensdag 13 februari 2019 Behandeld op woensdag 13 februari 2019 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (onderzoek naar discriminatie binnen de gemeente) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 105). Constaterende dat het college flink investeert in de bestrijding van discriminatie en racisme. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - Een onderzoek uit te voeren onder het personeel van de gemeente om in kaart te brengen tot in welke mate zij te maken hebben met discriminatie binnen de gemeentelijke organisatie. - Om over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de gemeenteraad. Het lid van de gemeenteraad S.H. Simons 1
Motie
1
discard
Amsterdam 12 juli 2007 Kenmerk : 07-062580/OR Onderwerp _ : Boomloze kade aan de Hermitage Geachte heer Van Buuren, In reactie op u email van 17 juni 2007 kan ik u het volgende meedelen. Zoals u heeft opgemerkt is de kademuur van de Nieuw Keizersgracht vernieuwd. Wanneer de Hermitage klaar is met zijn verbouwingswerkzaamheden, wordt de kade definitief, met 16 nieuwe bomen, ingericht. Op de kade stonden drie monumentale platanen. Deze bomen heeft het stadsdeel i.s.m. de Hermitage en de Diaconie verplant naar de binnentuin. Met vriendelijke groet, Roeland Lagendijk Manager rayon Oost
Raadsadres
1
test
enn, E r Ms. We e= Eamge. U ij H BE " TT A en nr 4 4 en mm Nn La ee eed EE Elen jd E ar it dl 15e = il ei ne he. nn rr WEE ML eg Ea : ne We 8 8 ST annet ek Ti | / ke nd Fi zr ke Da nd | dif Ee en Ei L En. nn mi ke =, mn mn a Feitenkaart niet-gebruik van de algemene bijstand in Rotterdam zat ze o (Langdurig) niet-gebruik in Niet gebrui k: 28% Rotterdam en Nederland 28% van de Rotterdammers die op 1 oktober 2020 recht hadden op een bijstandsuitkering, maakten BA hiervan geen gebruik. Het niet-gebruik in Rotterdam Nederland ligt wat lager dan in heel Nederland; hier ligt het op : 34%. Rotterdam Zie Een derde deel van de niet-gebruikers maakte langer 4 dan een jaar geen gebruik van het recht op bijstand; dat brengt het langdurig niet-gebruik op 9% (zie pa- gina 3 van deze factsheet). = Niet-gebruik _m Langdurig niet-gebruik Niet-gebruik naar hoogte van het inkomen ten opzichte van de * _ Huishoudens die al een inkomen hebben, maken bijstandsnorm minder gebruik van de (aanvullende) bijstand dan huishoudens die geen enkel inkomen heb- 90-100% bijstandsnorm ben 80-90% bijstandsnorm * Hoe dichter dit inkomen bij de bijstandsgrens % biistand 5 ligt, hoe hoger het niet-gebruik >>> 70-80% bijstandsnorm 60-70% bijstandsnorm * In Rotterdam hebben relatief veel rechthebben- den geen enkel inkomen; bij deze groep ligt het 50-60% bijstandsnorm niet-gebruik laag. Mede hierdoor is het percen- 40-50% bijstandsnorm tage niet-gebruik in Rotterdam lager dan in heel Nederland 30-40% bijstandsnorm 20-30% bij * Langdurig niet-gebruik zien we vooral bij huis- 0-30% bijstandsnorm : houdens die al een (relatief hoog) inkomen heb- 10-20% bijstandsnorm ben, en veel minder bij huishoudens zonder inko- men 1-10% bijstandsnorm Geen inkomen 8% Niet-gebruik hoog bij werkenden en zelfstandigen Niet-gebruik van huishoudens met * _Netalsin heel Nederland is het niet-gebruik on- inkomen naar bron van inkomen der zelfstandigen het hoogst: 9% van de recht- hebbende zelfstandigen maakt gebruik van de Werknemer bijstand.” Uiers ® In absolute aantallen vormen werknemers de grootste groep bijstandsgerechtigden met inko- . „ men. Van hen maakt 65% geen gebruik van de Zelfstandige bijstand: dit is vergelijkbaar met het percentage in heel Nederland Niet-gebruik hoog bij (thuiswonende) jongeren Niet-gebruik naar leeftijd * Het niet gebruik van jongeren ligt bijna op 60%. Er zijn echter in verhouding weinig jongeren die 57-65 recht hebben op een uitkering: qua aantallen gaat het dus om een relatief kleine groep. 47-56 * Het niet-gebruik van thuiswonende jongeren ligt nog wat hoger op 73%. Ook hier gaat het om een 37-46 relatief kleine groep in aantal. 27-36 * Rechthebbenden van 27 t/m 36 jaar oud vormen qua aantallen de grootste groep niet-gebruikers - in Rotterdam en in Nederland. Van hen maakt 18-26 ruim 40% geen gebruik van het recht op bij- stand. Niet-gebruik hoger bij alleenstaanden * _Rechthebbende huishoudens met kinderen ma- Niet-gebruik naar positie van de ken vaker gebruik van de bijstand dan huishou- persoon in het huishouden dens zonder kinderen. Thuiswonend kind * In absolute aantallen vormen alleenstaanden de Partner zonder kinderen grootste groep rechthebbenden en ook de groot- tot. : ic Overig lid van een ste groep niet gebruikers, Het beeld naar huis huishouden SA houdsamenstelling is in Rotterdam grotendeels gelijk aan dat in Nederland. Alleenstaande … , Partner met kinderen * _Bijalleenstaanden en alleenstaande ouders ligt iet- ikt Ouder in een het percentage niet-gebruik in Rotterdam lager eenouderhuishouden EZ dan in heel Nederland. * Mogelijk ontvangt een deel van hen wel een Bbz- of TOAZ- uitkering. Deze uitkeringen voor zelfstandigen zijn in dit on- derzoek buiten beschouwing gelaten. Langdurig niet-gebruik Op beleidsniveau * Generieke versus selectieve regelingen (langer dan een jaar): 9% * Complexiteit, bijvoorbeeld middelentoets Een derde deel van de niet-gebruikers maakte langer * __ Onduidelijke (Communicatie van) rechten dan een jaar geen gebruik: dat brengt het langdurig * Initiatief van (stappen in) aanvraag aan de bur- niet-gebruik op 9%. Dit is gelijk aan het langdurig ger niet-gebruik in Nederland. In de uitvoering * _ Langdurig niet-gebruik komt naar verhouding * Administratieve passiviteit: ‘take it or leave it’ vaker voor bij mensen met een inkomen anders ® Voorlichting en communicatie dan bijstand, met name als het inkomen dichter « __Menging hulp- en controlefunctie bij de bijstandsgrens ligt. & _ Wijze van klantcontact: digitaal of face-to-face * Hoogte caseload * Langdurig niet-gebruik zien we minder vaak on- ® _ Tijd tussen aanvraag en toekenning der jongeren, maar vaker onder personen vanaf * _ Diagnostiek 36 jaar * Te weinig kennis bij de uitvoering . . * Samenwerking met organisaties in de stad bij * Langdurig niet-gebruik zien we relatief vaker bij bekend maken en aanvraag van voorzieningen huishoudens met kinderen. Bij thuiswonende kinderen ligt het langdurig niet-gebruik wat ho- ger dan in heel Nederland Aandachtspunten die niet-gebruik kunnen tegen- gaan * Focus op moeilijk bereikbare groepen: zelfstan- Factoren die bijdragen aan digen, jongeren, Europese arbeidsmigranten, werknemers met inkomen uit loondienst en laag- niet-gebrui k opgeleiden Uit een literatuuronderzoek komt een aantal factoren naar voren die bij rechthebbenden, beleid en uitvoe- + Actief benaderen en actief samenwerken met ring kunnen bijdragen aan niet-gebruik van inko- maatschappelijke organisaties mensondersteuning: * Vereenvoudig procedures en minimaliseer Bij rechthebbenden wachttijden * Gebrek aan kennis «Verkeerde inschatting van recht * Verbeterde omgang met burgers en herstel het . vertrouwen in de overheid * Afweging of de kosten opwegen tegen de baten (de zogenoemde trade-off) . . … . . . . . * _Bevorder kennis van regelingen bij de uitvoering * Houding tegenover inkomensondersteuning: o Schaamte De o _ Stigmatisering * Maak ruimte in de caseload voor advisering en o__ Opvattingen binnen sociaal net- samenwerking met ketenpartners in voorlichting werk of peer group en verwijzing. Auteurs Datum Renske Hoedemaker, Hetty van Kempen, Daan Schmitz, O&S Amsterdam Frans Moors, Annemarie Reijnen, Toine Wentink, OBI Rotterdam 1-2-2023 Meer informatie Het volledige onderzoeksrapport is te vinden op onderzoek010.nl en op onderzoek.amsterdam.nl. Vragen over deze feitenkaart kunt u mailen naar [email protected]. % en x emeente te de Gemeente % Amsterdam 3 Rotterdam
Factsheet
3
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 811 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder Q Ingekomen op woensdag 28 juni 2017 Behandeld op woensdag 28 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Dijk en Van Osselaer inzake de Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht (onderzoek naar bezwaarmogelijkheid). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het collegebesluit tot vaststelling van de Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 683). Overwegende dat: — De Overstapregeling en het grondprijsbeleid een modelmatige berekening van de herbouwwaarde van woningen op erfpachtgrond hanteren; — Hierdoor in individuele gevallen sprake kan zijn van een modelmatige uitkomst die niet overeenkomt met de feitelijke situatie; — Daardoor de toepassing van de systematiek van de Overstapregeling en het grondprijsbeleid tot een afwijkende uitkomst kan leiden. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Te onderzoeken in hoeverre en zo ja hoe een bezwaarmogelijkheid op systeemniveau kan worden toegepast; — Aan de raad nog dit jaar over de resultaten te rapporteren. De leden van de gemeenteraad J.P.D. van Osselaer T.W. Dijk 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 28 juni Ingekomen onder nummer 423 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Nadif, Ernstig, Heinhuis, Schmit, Bakker, Garmny, Kabamba, Boomsma en Bons over een landelijk CO2 reductie plan voor afvalverbrandingsinstallaties Onderwerp Motie van de leden Nadif en Ernsting over een landelijk CO2 reductie plan voor afvalverbrandingsinstallaties Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Overwegende dat: -_ Het Rijk momenteel in Landelijk Afvalbeheer Plan 3 meerdere voorstellen heeft gedaan om CO2 reductie bij afval te bewerkstelligen; -_ Binnen de afspraken, er nog geen afspraken gemaakt zijn over de CO2 en stikstof uitstoot van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s); -_We meer overgaan naar het circulair verwerken van afval, er hierdoor ook minder Nederlands afval is en daardoor de behoefte aan AVI's vermindert; -_Dat het noodzakelijk is, als Nederland en Amsterdam de klimaatdoelstellingen wil behalen, ook hierin afspraken te maken; -__ Stikstofreductie een gevolg is van een dergelijk plan, en dit bijdraagt aan de doelen van de gemeente en het Rijk; -_ Dit het niet alleen van belang is om lokaal en nationaal afspraken over te maken, maar dit ook op Europees niveau gekeken moet worden. Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 2 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Ingesprek te gaan met het Rijk om binnen het afval en circulair beleid van het Rijk, afspraken te maken rondom COz2 en stikstof reductie bij de uitstoot van AVI's; -_ Binnen deze gesprekken ook Europees beleid hierin mee te nemen, om te onderzoeken of er aanvullende afspraken gemaakt moeten worden. Indiener(s) |. Nadif Z.D. Ernsting L.E. Heinhuis E.E. Schmit A.L. Bakker |. Garmy C.K.E. Kabamba D.T. Boomsma A.D.J. Bons
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum g mei 2023 Portefeuilles) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door V&OR (Bestuurlijke. Zaken. [email protected]) Onderwerp Afdoening motie 389” Begroting 2023 - Projectenlijst van overschrijdingen in tijd en geld binnen MOW van het lid E.D.M. Moeskops van D66 Geachte leden van de gemeenteraad, In vw vergadering van 9 november 2022 heeft u bij de behandeling van de Begroting 2023 motie 389” van raadslid E.D.M. Moeskops van D66 aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om “te komen met een totaaloverzicht van overschrijdingen in budget en tijd van de in de jaren 2020 en 2021 afgeronde projecten binnen programma 2 van de portefeuille MOW. En dit tevens weer te geven als een percentage van het totaal aantal projecten binnen dezelfde scope.” Het college geeft uitvoering aan de motie door het verstrekken van bijgevoegd overzicht van in 2020 en 2021 afgeronde projecten in de portefeuilles Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en Openbare Ruimte. In deze brief staan wij stil bij drie aandachtspunten: -_Amsterdam Financieel & Inkoopsysteem / “1 druk op de knop’ -__ Werking stelsel projectbudgettering P5o / P85 -_Nwu lopende investeringen Amsterdams Financieel & Inkoopsysteem / ‘a druk op de knop’ Om het gevraagde overzicht te genereren is vit verschillende bronnen en rapportagesystemen geput. Zo kennen verschillende directies verschillende financiële systemen in verschillende tijdsvakken, en worden projecten uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds (SMF) anders vastgelegd dan investeringen. Om deze reden kan het college geen garantie geven op 100% juistheid en volledigheid. Wel hebben wij vertrouwen in de juistheid van het overall beeld. Het college werkt aan de invoering van het nieuwe Amsterdams Financieel & Inkoopsysteem (AFIS). Nadat dit in de loop van 2024 operationeel is hopen we dergelijke overzichten voor nieuwe projecten meer met ‘1 druk op de knop’ te kunnen generen. Ook reeds lopende projecten zullen dan zichtbaar zijn in AFIS. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 2 van 3 Werking stelsel budgettering P5o / P85 Uitgangspunt bij het bepalen van investeringsbudgetten is de zogenaamde P5o-waarde. Dit betekent dat we het budget (op basis van in de statistische SSK-raming (Standaard Systematiek Kostenraming)) zodanig kiezen dat de kans op overschrijding en onderbesteding beide 50% is. We kiezen dus voor de meest waarschijnlijke uitkomst. Over de hele projectenportfolio is het totaalbedrag aan overschrijdingen dan in principe gelijk aan de totale onderschrijdingen. Dit doen we om te voorkomen dat we een te groot beslag leggen op de investeringsruimte, en daardoor in totaal minder investeringen kunnen uitvoeren. Bij vitzonderlijk grote (en complexe) projecten is het minder goed mogelijk om ‘uit te middelen op nul’. Voor dergelijke projecten (bijv. tunnelrenovaties) houden we daarom doorgaans P85 aan. Werkend met Pso (en P85 voor zeer complexe projecten) hebben wij geen signalen dat de vitmiddeling over de hele portefeuille ernstig verstoord wordt. Over- en onderschrijdingen lijken elkaar over het algemeen te compenseren. Dit beeld blijkt zich voor de in 2020 en 2021 afgeronde projecten inderdaad voor te doen; over- en onderschrijdingen middelen elkaar goeddeels uit. Er was sprake van één uitzonderlijk grote investering (renovatie Oostlijn; € 396 mln). Als we afzien van deze investering, laten de overige 24 investeringen, die begroot zijn op P5o, een licht positief resultaat zien van circa 4,5% ten opzichte van het bijgestelde budget (en 6% positief ten opzichte van het oorspronkelijke budget). We hebben op het totaal van deze 24 investeringen dus minder uitgegeven dan begroot, en we zien ongeveer evenveel over- als onderschrijdingen. Als we project Oostlijn, dat rond 2003 is gestart, meetellen dan ontstaat een licht positief resultaat van 1,9% ten opzichte van het bijgestelde budget, maar een negatief resultaat ten opzichte van het oorspronkelijke budget van 8%. We hebben dus meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot, maar minder dan in de bijgestelde budgetten. Mede door dit soort ervaringen in het verleden hanteert het college tegenwoordig het uitgangspunt om uitzonderlijk grote (en complexe) projecten te budgetteren op P8s5. Bij het investeringsbesluit Oostlijn was dat nog niet het geval. Planning Op de overschrijdingen in tijd kunnen we als college niet ingaan omdat we die informatie niet voorhanden hebben in systemen. Dit kunnen we in de vernieuwde systemen vanaf 2024 wel bijhouden. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023 Pagina 3 van 3 Nu lopende investeringen Het hierboven geschetste beeld voor de in 2020-2021 afgeronde projecten heeft waarschijnlijk slechts een beperkte voorspellende waarde voor de resultaten op de projecten die nu lopen en de komende jaren worden afgerond. Vanaf 2021/2022 zijn inflatie en krapte in de markt uitzonderlijk hoog. Dit effect is al wel deels ondervangen door verhoging van de projectbudgetten bij de begroting 2023, maar over de hele linie lijkt dat nog niet overal voldoende. We bezien nu in hoeverre een verdere verhoging in de begroting 2024 nodig is. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, (DAY DEIN Melanie van der Horst Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Bijlagen 1. Overzicht afgeronde investeringen in 2020 en 2021 Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Motie
3
discard
Drs. C.H.B. Fisser Datum 2011-01-01 Kenmerk RA_CFisser_ Kaart .doc Wels Fax (020) 617 07 87 Mobiel 06 - 2468 44 81 E-mail [email protected] Bijlage(n) 2 Uw brief van = Retouradres: Liedekerkeplantsoen 40, 1066 WP Amsterdam. POUW kenmerk en 7 | Nieuw-West | Raadsadres aan de stadsdeelraad Nieuw-West negenen emd | | | oa] 3 JAN 2011 | per e-mail gezonden naar: [email protected] | „| Betreft fouten op stadsdeelplattegrond Nieuw-West, editie 2010 Archief Exemplaar | Geachte mevrouw, heer, Met de publicaties in de Westerpost, “Waar is het Belgiëplein?” op 2 juni en “Stadsdeelkaart | vol fouten” op 29 september 2010, heb ik aandacht gevraagd voor de vele fouten op de stadsdeelplattegrond die begin mei huis-aan-huis verspreid was. Naast resultaat uit eigen onderzoek -— speciaal in Nieuw Sloten en omgeving -— heb ik een flink aantal reacties van | lezers ontvangen, verspreid over heel Nieuw-West. Dat uitbesteding aan ‘Amsterdam Anything’ met als resultaat een slecht leesbare kaart met | minimaal 64 fouten (zie bijlagen), geen goede keuze is geweest, zal niemand kunnen ont- | kennen. De ambtelijk aangevoerde excuses zijn niet sterk (onderstreping van mij): | “Door de snelle fusie is de plattegrond onder grote tijdsdruk tot stand gekomen. Na het | aanvragen van diverse offertes bleek dit de enige leverancier te zijn die in korte tijd zo’n | grote oplage (namelijk 80.000) + bijbehorende folder kon leveren, samen ingeseald. | Gaandeweg de samenwerking bleek dat het veel werk was om tot een goede kaart te ko- | men. Voor het stadsdeel in oprichting was het echter belangrijk de bewoners kort na de fu- | sie te informeren over de veranderingen. Een kaart van het hele gebied leek (en lijkt) ons daarbij een geschikt middel. Wij hebben het proces zo goed mogelijk begeleid en ook vele | fouten er uit gehaald.” | Het spreekwoord Haastige spoed is zelden goed, blijkt ook hier opgeld te doen. En het feit | dat ambtelijk ‘ook vele fouten eruit gehaald’ zijn, doet het ergste vrezen en roept de vraag op: Wat leverde Amsterdam Anything in eerste instantie? Nothing..…? Kortom: het is te hopen dat deze firma nooit een vervolgopdracht krijgt voor kaartmateriaal. We hebben immers niet voor niets de Amsterdamse dienst Persoons- en Geo-informatie, die | prima kaartmateriaal kan leveren. | Mijn vragen aan u, leden van de stadsdeelraad Nieuw-West, zijn simpel: | 1. Wilt u deze brief met bijlagen in handen geven van het dagelijks bestuur met de opdracht om alsnog op korte termijn een goede, bruikbare stadsdeelplattegrond te laten maken? | 2. Wilt u het DB vragen om belangstellenden dan de gelegenheid te bieden zo’n plattegrond | gratis af te halen op de drie stadsdeelkantoor-locaties? | Met vriendelijke. groet, | Cees Fisser | Bijlage 1: Fouten op stadsdeelplattegrond Nieuw-West, editie: 2010 Algemeen | -_Eris gebruik gemaakt van een verouderde basiskaart, en niet van een basiskaart van de dienst | Persoons- en Geo-informatie, die wel goede up-to-date basiskaarten heeft. | -__De gebruikte kleurverdeling van vlakken ‘bebouwd’ en ‘niet-bebouwd’ in onjuist en te grof, zeker bij | binnen-tuinen en tuinen van particulieren naast openbaar groen. Het is onbegonnen werk om dit te | beschrijven (en dit te herstellen). Advies: andere basiskaart gebruiken! | Specifiek* | | 07 Bream Pelschetingstadeonbrood mambo 09 | naam Herentalsstraat ontbreekt _ plantsoen | plaats | | | \ ken naar Christoffel Plantijnpad naar Christoffel Pantijnpad | | | 20 | _ Oude Haagseweg | 22 | 23 | 24 | 25 | naam Wolbrantskerkweg ontbreekt langs naam toevoegen | PS |Sapakosp S PME | 26 | 27 | 28 | | eszlaan staat kerk getekend waar een Rochda- | lekantoor is | plek waar geen kerk is | 36 | de paarse lijnen van fiets- en wandelpaden toelichten wat paarse lijnen zijn (vrijliggende | EE Brettenzone | 37 | | van Zwarte Pad N200 (Haarlemmerweg) ontbreken Haarlemmertrekvaart breekt zenveld zijn niet nauwkeurig genoeg geplaatst | | ontbreekt | 48 | de kerk aan de Dr. H. Colijnstraat is al jaren een | symbool wijzigen | ES Vosteer en Oeren een [amboo Wise | | woonbestemming | in het groen Akersingel staat | paarse lijn weergegeven | plexen zijn niet consequent in kleur weergege- dracht, de Bretten en Lissabon | ven. | | 55 | waarom zijn huizen langs de Osdorperban in i S Vikermegee ten || | Troelstralaan | 5/ | naam Zwanenburg, Lijnden, Badhoevedorp en ontbrekende namen toevoegen (voorzijde en | En Een Meer en Halfweg wel genoemd worden | Amsterdam Zuid | van de Pieter Calandlaan, (Van Mourik Boek- manstraat) ontbreekt een flatgebouw (met op | de beganegrond winkels, zoals Dirk III | aan het Suze Groenewegplantsoen mist een huizenblok intekenen | SVr rennen [Mebokieenen | | weg moet zijn niet duidelijk niet duidelijk | A Diverse wijkontsluitingswegen worden niet bij | En | *) Met dank aan de vele inzenders van correcties. | Conclusie In totaal zijn 64 specifieke fouten gevonden, maar deze lijst is waarschijnlijk niet ‘uitputtend’. De niet ge- nummerde, bij “Algemeen” genoemde fouten zijn alleen al aanleiding om bij een volgende uitgave in | geen geval meer gebruik te maken van de nu gebruikte basiskaart. ij Cees Fisser, 20110101. | | | [ | | | | „nn - L} Í | Bijlage 2: Fouten in Nieuw Sloten De FO1-F19-nummering correspondeert met de lijst in bijlage 4. 1 Et NR | an EN OR ON ll RR 0 WP a Eeen A Sn A B Ee ek De NOOR ER RE aa EN A wt GRE OW uh VE EE OB Ke ng bi ME he Ee and NO ee A et A EE aemweikstremt Ce Manslkpaddiet Maaselkpad Eiser Maasohoad “EA Ef B en oe Ee Kn | re Le en A RR ON Foo roe Hechtel © vmeer a | O0 a Dia Ek A ae en E be Ô ; F03 8 ien Oa On | EA va an Oa ka a B enhovensttdel. dre en a On | EN Ë ESA Tonre Ur Bea Ct: ie oe 1 e ON memmen VEE ee Pe B | SA Ge eN EN Ne ON ba | DV Oude Aas ere B E DE) we eN ar On ren | ke Ll oa F2 nn Han | 5 FO me Aes Ardänaëtldk. en beivensteoat 6 É Heee A Oa í B Neen en A nf Te Sg ne | Ennema bele kl nh tee eptsoal 1 Ee dt kali oo B 8 3 HE en ER Fi0 Ea a Gd gE oe ze iff: ee PS Bj Pee Ô pe OS Beef, Laarrvar Vlaanderen” a ld Ee EE a | A des RO4 Mi bn Hv a Fig a | Ea ee Ga ee Á B É ban F06k KE re ee Bare erde mede KAn me el a oe oe eN EN a a Een Ed bend fidermd ee Mg Te B A A Oe en SPE Dad Le jg Waer) wete GE ont O en eren Ù ze EE EE ON SON ee A B B ned el F13 OE He Ee BE En ARE md Ad OT Sr OR Hi El eN en Rn Derden SR Erde Ge A Kee MAER pat ae bk a deg | Schaarbeekstraal Ss Schagtpeekstraat … ze „Eastenakg A Fi4 On OR Bdbhaal BR ee as Ni | bej ergerde nde Ni / Volkstuinen | 28E dn | © C.Fisser, 20110101 | ; | Ï | Ë | | Ô E : | | | | E | | | Û | | | | | | | | | | E | | [ | | | | | | | | Í | í | | Í | 1
Raadsadres
4
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering 10 en 30 november 2022 Ingekomen onder nummer _ 480 Status Staken van de stemmen en verworpen in de raadsvergadering van 30 verworpen Onderwerp Motie van het lid Bobeldijk inzake Begroting 2023 Onderwerp Ruimte voor de voetganger; pak hinder door commercieel deelvervoer aan Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Overwegende dat: - Voetgangers regelmatig gehinderd worden door los slingerende vormen van deelvervoer als huurscooters en huurfietsen; - Meer ruimte voor de voetganger alle Amsterdammers ten goede komt; - Het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’ al een tijd lang op de plank ligt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ De raadte infomeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’; -__ De raad ookte informeren over mogelijke maatregelen waarmee hinder voor de voetganger door ‘los slingerende vormen van commercieel deelvervoer’, dan wel andere vormen van com- mercieel gebruik van de openbare ruimte tot een minimum kan worden beperkt; -_ Hierover te rapporteren aan de raad. Indiener(s), E. Bobeldijk
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 590 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status verworpen Onderwerp Motie van de leden Nanninga en Kreuger inzake de actualiteit corona (geen verbod op diesel- en benzineauto's) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit corona, Constaterende dat: - de stad als gevolg van de Coronacrisis op een economische crisis afstevent; - de gemeente Amsterdam per 2030 diesel- en benzineauto's wil verbieden. Overwegende dat: - de stad in de aankomende jaren als gevolg van de financiële tekorten prioriteiten moet stellen; - zonder subsidieregelingen vanuit de gemeente het verduurzamen van autoverkeer sowieso geen haalbare opgave is; - de financiële middelen voor duurzaamheid in de aankomende jaren op andere - terreinen keihard nodig zijn. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het verbod op diesel- en benzineauto's in Amsterdam per 2030, te schrappen. 1 De leden van de gemeenteraad A. Nanninga K.M. Kreuger 2
Motie
2
discard
Inhoudsopgave Agenda … ee Pe 2 Bezoekadres Gemeente Amsterdam Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost 1102 CW Amsterdam Postbus 12491 1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE telefoon 020 2525000 RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst Griffie : mw. C.L. Hordijk Telefoon : 252.5023 AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 7 februari 2008 van 20.00 tot 22.45 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost Punt onderwerp Tijdschema Á. ALGEMEEN 20.00 — 20.45 uur A1. Opening en vaststelling agenda A2. Mededelingen A3. Vragen halfuur commissieleden A4. a. Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie van 9 januari 2008 b. Actielijst Bijgevoegd A5. Beantwoording raadsadres St. Dorpsraad Driemond van 9 oktober 2007 inzake onderdeel ad 1 Snelle bouw sporthal (SAC) met gymzaal . raadsadres . pre-advies Bijgevoegd B. PRESENTATIE/TOELICHTING a. Presentatie van de Kantorenloods, de heer C. Brandsema 20.45 — 21.30 uur b. Mondelinge toelichting door portefeuillehouder Verkeer op Voorspraak Parkeren Zuidoost (resultaten, dilemma's, planning) 21.30 — 22.00 uur C. BESPREEKPUNTEN Beheer Openbare Ruimte B1. Stand van zaken aanpak graffiti . op verzoek CDA geagendeerd . te bespreken Bijgevoegd 22.00 — 22.30 uur Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen. AGENDA (vervolg) Punt onderwerp Tijdschema D. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING T1. Termijnagenda . ter bespreking Bijgevoegd 22.30 — 22.35 uur E. RONDVRAAG 22.35 — 22.45 uur F. SLUITING 22.45 uur Lijst ter kennisneming: 1. Van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling het Advies ‘Durf te kiezen’ over de nota Wonen in de Metropool, Woonvisie Amsterdam tot 2020 2. Brief portefeuillehouder RO d.d. 22 januari 2008 inzake onderzoek naar meer woningbouwlocaties Lijst ter inzage: a. Werkplan dunningsprogramma winterperiode 2007-2008. b. Het instellen van een artsenparkeerplaats voor de huisartsenpraktijk ‘Avencinna’ op het adres Bijlmerdreef 1137a. C. Opdrachtverlening aan Ballast Nedam Infra te Nieuwegein, voor de uitvoering van de herinrichting van het Bijlmerpark, conform bestek 22 van 2007. d. Onderzoek afvalinzameling. e. Het instellen van een parkeerschijfzone (blauwe zone) in de Venserpolder-zuid. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 88 Datum akkoord 2 februari 2017 Publicatiedatum 3 februari 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van Lammeren en Groot Wassink van 25 november 2016 inzake het mogelijk eerder informeren van journalisten dan de gemeenteraad. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Het heeft er schijn van dat de voortgangsrapportage nieuw evenementenbeleid eerder bij een journalist dan de gemeenteraad terecht is gekomen. Zoals de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks het hebben ervaren is de brief gepubliceerd toen de agenda van de raadscommissie Algemene Zaken van 8 december 2016 online kwam te staan, dit was pas nadat de nieuwe informatie over het evenementenbeleid al in de krant! te lezen was. Gezien het vorenstaande hebben de leden Van Lammeren en Groot Wassink, respectievelijk namens de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Het heeft er alle schijn van dat de journalist de informatie over het evenementenbeleid eerder had dan de leden van de gemeenteraad, klopt dat? Antwoord: Op 15 november 2016 is het evenementenbeleid besproken in het college van B&W. De burgemeester is toen als portefeuillehouder gemachtigd om laatste tekstuele wijzigingen in de voordracht te verwerken. De stukken zijn na besluitvorming in college openbaar en kunnen worden opgevraagd door zowel pers als raadsleden. Bij gemachtigde stukken is dat mogelijk zodra het stuk definitief is geworden en is ondertekend door de portefeuillehouder. De wijzigingen zijn op maandag 24 november 2016 doorgevoerd en ondertekend. Vanaf dat moment waren de stukken opvraagbaar en daarmee openbaar. Tevens zijn de stukken die dag, maandag 24 november 2016, in Andreas gezet voor agendering voor de vergadering van de raadscommissie AZ van 8 december 2016. De commissieagenda en de bijbehorende stukken zijn zoals gebruikelijk twee weken voorafgaand aan de vergadering gepubliceerd, in dit geval op 29 november 2016. De raadsleden ontvangen daarover ook altijd een bericht van de griffie. ! Het Parool van 25 november 2016: Pretparkiseting stopt, te beginnen met Kermis op Dam (p. 5) 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer a bruar 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 november 2016 Op verzoek van de raad worden door de griffie sinds enkele weken de openbare stukken ook gepubliceerd op een schijf die toegankelijk is voor raadsleden. Omdat het een relatief nieuwe werkwijze betreft, is in dit geval helaas een misverstand ontstaan over welke stukken op de schijf geplaatst worden. Navraag leert dat enkel stukken die in het college van B&W conform besloten worden vastgesteld op de schijf gepubliceerd worden. Gemachtigde stukken worden nadat zij definitief zijn, niet automatisch op de schijf geplaatst, maar zijn wel opvraagbaar. De verslaggever van Het Parool heeft de afgelopen maanden bij herhaling verzocht om de voortgangsrapportage evenementenbeleid, en heeft een verzoek ingediend om de stukken te ontvangen zodra ze openbaar zijn. Aangezien de stukken na verwerking van de wijzigingen openbaar waren, en de veronderstelling was dat de stukken beschikbaar waren voor de raad, is besloten het verzoek in te willigen. Het gevolg hiervan is dat de betreffende journalist op dezelfde dag (29 november 2016), maar wel eerder dan de raad, geïnformeerd is. De burgemeester betreurt dit en biedt hiervoor zijn excuses aan. Als burgemeester hecht hij er aan om de raad tijdig te informeren, het uitgangspunt is om stukken altijd eerst aan de raad te sturen, voordat deze breder verspreid worden. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor persberichten die in opdracht van de burgemeester worden verzonden. In specifieke gevallen kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld omdat omstandigheden vereisen dat er snel wordt gereageerd. 2. Zoja, waarom is dat? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 1. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
discard
=stuursdienst Amsterdam ectie : A Gri F ze, \ Latum in Os 1O- or Kog Zou /6a6l 28-9-2014 Utrecht Class. nr.: Beh. ambt: MPE ne ml van BM / Weth: í 1 ter kennisname Í U ter verdere beh. L] om advies LJ m LI Geacht gemeenteraadslid, | datum verz: n naa: DIV dd.: Graag wil ik u enkele vragen stellen over een oplossing van het toenemende aantal campers in ons | land. Ik ben zelf ook een camperbezitter en loop nogal eens tegen het probleem aan dat we ergens staan wat weer onderdeel is van een grote camping met gezinnen met kinderen, of dat het een dure plek is. Daarom wil ik U vragen of er in uw gemeente een stuk grond of recreatiegrond is voor 20 tot 50 campers (tot ongeveer 2500 m?) wat ik kan kopen of pachten/huren voor het inrichten van een | simpele camperplaats waar veel camperbezitters behoefte aan hebben vergelijkbaar met | camperplaatsen in Duitsland. | Het gaat om een plek met weinig luxe, en de mogelijkheid voor enkele overnachtingen. Dit stukje grond mag op 5 a 15 minuten van het centrum , en bedoeld alleen voor camperbezitters. Dit ook | . | voor buitenlandse campers bezitters die een doortrek maken in Nederland. | De camperplaats zou voorzien moeten zijn van een simpel toilet/douche gebouw en een watertap | punt en afwaterplek, en eventueel enkele plaatsen met elektra en Wi-Fi. | Verder ben ik bereid mijn plan in een gesprek met u toe te lichten Ik verneem graag een reactie van u.
Raadsadres
1
train
> Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 11 oktober 2023 Portefeuille(s) Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie Portefeuillehouder(s): Zita Pels Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid (bestuurszaken.rd@&amsterdam.nl) Onderwerp Afdoening motie 504 van het lid Krom c.s. van de PvdD Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 19 juli 2023 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 31: 60% reductie brief, motie 504 van raadslid Krom c.s. van de PvdD aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. Via bijvoorbeeld satellietbeelden te onderzoeken welke bedrijfsdaken groter dan 100om2 nog geen zonnepanelen hebben; 2. Hen via een brief of bezoek actief te benaderen en te vragen waarom ze nog geen zonnepanelen hebben en waar ze tegenaan lopen; 3. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek het eventuele beleid ten aanzien van zonnepanelen bij bedrijven aan te passen. Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: 1. Het Amsterdamse zonprogramma heeft een monitoringsysteem waarmee via luchtfotoanalyse zichtbaar is waar al wel en waar nog geen zonnepanelen zijn geplaatst. Deze analyse wordt jaarlijks herhaald en ook gebruikt om bij te sturen in het stimuleringsbeleid van het zonprogramma. 2. De eigenaren van de grootste daken krijgen regelmatig een oproep van de gemeente om het dak te benutten en het aanbod van de gemeente om waar nodig te ondersteunen. Eind april hebben de 586 bedrijven met een dak waar minimaal 250 zonnepanelen passen en die volgens satellietbeelden/luchtfoto's nog geen zonnepanelen hebben, een brief ontvangen van de gemeente over zonne-energie en de ondersteuning die we daarbij bieden. De bedrijven die niet hebben gereageerd worden actief nagebeld. Ook worden de dakeigenaren actief benaderd wanneer er weer een nieuwe openstelling van de landelijke SDE-subsidie is en opgeroepen deze aan te vragen indien ze dit nog niet hebben gedaan. Er is ook een groep van 119 bedrijven die al wel een SDE-beschikking heeft ontvangen, maar nog geen zonnepanelen heeft geplaatst. Deze hebben in augustus een brief ontvangen — voor het havengebied is deze in gezamenlijkheid met PoA gestuurd —en zullen ook nagebeld worden over hoe het staat met de voortgang/realisatie. Er zijn veel belemmeringen die reden zijn voor bedrijven om geen zonnepanelen te plaatsen, zoals langere terugverdientijd of onuitvoerbaarheid i.v.m. zwakke dakconstructies, hoge veiligheidseisen verzekeraars, onzekere exploitatieperiodes en onzekerheid SDE++. De brieven zijn altijd positief van aard. We wijzen bedrijven op ons aanbod om ze te Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 oktober 2023 Pagina 2 van 2 ondersteunen (met bijv. qguickscans, dakbedekkings- en constructieonderzoek) en we willen altijd weten waar ze tegenaan lopen om zo beleid beter op de praktijk te laten aansluiten en waar nodig maatwerk oplossingen te bieden. Ook wijzen we ze op verplichtingen voor zonnepanelen die er al zijn (via energiebesparingsplicht sinds 1 juli 2023) en nieuwe regels die eraan komen, waar we al enige tijd op aandrongen bij het Rijk (aangekondigd in Zonnebrief van minister Jetten vanaf medio 2024). Voor de regels omtrent verplichting lobbyen we bij het Rijk op maximale benutting van daken, uitvoerbaarheid en financiële haalbaarheid. Nadat we bovengenoemde bedrijven hebben benaderd, en steeds meer van de grootste daken zijn benut, zullen we hetzelfde doen voor bedrijven met daken vanaf 10oom? zoals verzocht in de motie. Deze groep kan nu al gebruik maken van het aanbod van het programma Verduurzaming Zakelijke Markt van waaruit adviseurs een integraal duurzaamheidsadvies geven aan het MKB waarin zonnepanelen worden meegenomen. Volgens de gegevens van Liander is het opgesteld vermogen aan zonnepalen in Amsterdam in de eerste helft van 2023 toegenomen van 206 MW tot 251 MW waarmee we onze doelstellingen voor 2023 hebben gehaald en de grens van 2 miljoen zonnepanelen zijn gepasseerd. 3. Bijsturing en uitbreiding van stimuleringsmaatregelen en beleid is een doorlopend proces binnen het zonprogramma. Dit doen we ook zeker naar aanleiding van de gesprekken met ondernemers. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Zita Pels Wethouder Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie Bijlagen e Bijlage 1-Kamerbrief 2e Zonnebrief over ontwikkeling zonne-energie Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 juli 2023 Portefeuille(s) Afval en Grondstoffen, Bedrijfsvoering Portefeuillehouder(s): Zita Pels en Hester van Buren Behandeld door Afval en Grondstoffen, [email protected] Onderwerp Transitie wagenpark afvalinzameling Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. In de Raadsvergadering van 28 juni j.l. heeft v vragen gesteld over de gepubliceerde aanbesteding voor de aanschaf van 37 zware inzamelvoertuigen (emissieklasse 6). Een aanbestedingen die we nodig achten om de inzameling van afval binnen de uitstootvrije zone (de ring A10) te kunnen waarborgen. Dit op basis van de beschikbaarheid van de randvoorwaarden voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen, de (oude) status van de inzamelvoertuigen die we in eigendom hebben, de situatie rondom de inhvurvoertuigen en de beschikbare alternatieven. In deze brief gaan we in op de achtergrond van de keuze van het college om in eerste instantie nog eenmalig 37 biodiesel inzamelvoertuigen aan te kopen op de korte termijn. Bij opnieuw uitgebreid tegen het licht houden van deze keuze, is het college tot de conclusie gekomen dat het met 27 biodieselvoertuigen toekan. Aan het doel om in 2030 uitstootvrij te rijden wordt hoe dan ook voldaan. In de commissie Duurzaamheid en Circulaire Economie van 12 januari 2023 heeft wethouder Pels toegezegd dat wij u informeren op het moment dat dat de ambitie van uitstootvrij rijden in 2025 door gemeentelijke voertuigen in de milieuzone in gevaar zou komen. We hadden u dan ook moeten informeren over de planning van de transitie naar een uitstootvrij wagenpark en deze aanbesteding, waartoe het college op 13 juni 2023 besloten heeft. We betreuren dat dit niet is gebeurd. Achtereenvolgens behandelen we in deze brief de volgende onderwerpen: 1. Toewerken naar een uitstootvrij wagenpark in 2030: hierin schetsen we ons doel en de relevante context zoals de regels waar we mee te maken hebben. 2. Afwegingen bij de transitie naar een uitstootvrij wagenpark, met daarin o.a: a. Ervaringen met de huidige uitstootvrije (elektrische) inzamelvoertuigen. b. Randvoorwaarden die ingevuld moeten zijn voor de inzet van uitstootvrije (elektrische) inzamelvoertuigen en de status van deze randvoorwaarden waarbij wordt ingegaan op: beschikbaarheid van nieuw te ontwikkelen werflocaties, geen Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 2 van 11 netcongestie, en beschikbaarheid van laadsystemen in bestaande en toekomstige werflocaties.* c. Het borgen van genoeg inzamelvoertuigen in de uitstootvrije zone om de inzameling binnen de uvitstootvrije zone per 01-01-2025 te waarborgen. 3. Beschrijving van de alternatieven die onderzocht zijn, voor de aanschaf van biodiesel inzamelvoertuigen, te weten: a. Andere aandrijfvormen; b. Inhuren van uitstootvrije elektrische inzamelvoertuigen; c. Laadsystemen op tijdelijke werflocaties en commerciële laadpleinen. 4. Eentoelichting op de noodzaak om nu 37 biodiesel inzamelvoertuigen aan te schaffen. 5. De vervolgaanpak, die is opgebouwd uit drie fasen. 6. De heroverweging waarmee de lopende aanbesteding zal worden aangepast. 1. Toewerken naar uitstootvrij in 2030 In oktober 2019 is door het college (na bespreking in vw Raad) het Actieplan Schone Lucht vastgesteld, waarin de ambitie staat geformuleerd om in Amsterdam per 2025 een uitstootvrije zone stadslogistiek in te voeren. Begin 2021 heeft het college de landelijke Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (UAS) ondertekend. In de landelijke vitvoeringsagenda zijn overgangsregelingen voor bestaande bestel- en vrachtvoertuigen opgenomen tot en met 2030. De UAS is mede- ondertekend door het ministerie van I&W, diverse andere gemeenten en vertegenwoordigende partijen namens het bedrijfsleven. De concrete uitwerking en de wijze van uitvoering van het Actieplan Schone Lucht is de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit Amsterdam 2023-2026 (college, juni 2023). De uitvoeringsagenda is ter kennisname naar de gemeenteraad gestuurd en wordt op 7 september 2023 besproken in de raadscommissie Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water. De maatregelen uit het Actieplan en de uitvoeringsagenda hebben als doel verkeer en vervoer te verschonen in Amsterdam, zowel ter verbetering van de luchtkwaliteit als de reductie van CO2-uitstoot. De ambitie is een Amsterdam zonder biodiesel voertuigen. In de vitvoeringsagenda staat de invoering van een uitstootvrije zone voor stadslogistiek (bestel- en vrachtauto’s) binnen de Ring Azo per 1 januari 2025 beschreven, volgens de afspraken die zijn gemaakt binnen de Landelijke Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (2021). Nieuwe vrachtwagens die vanaf 2025 op kenteken worden gezet moeten uitstootvrij zijn om toegang te krijgen tot de uitstootvrije zone. Vanzelfsprekend moet ook het gemeentelijk wagenpark aan de kaders van het actieplan en de uitvoeringsagenda voldoen. Uiterlijk 31 december 2029 heeft de gemeente een uitstootvrij wagenpark. Dus niet alleen afvalwagens. In de aanloop naar de aanbesteding van nieuwe inzamelvoertuigen is gebleken dat deze opgave complex is. Er zijn intern vele directies betrokken. Momenteel loopt er een herijking van Transitieplan Verduurzaming Gemeentelijk Wagenpark, waarop we aan het einde van deze brief verder op in gaan. Deze herijking is einde van het jaar gereed en daarin wordt beschreven hoe we * Het laadsysteem dat aangelegd wordt bestaat uit de laadinfrastructuur en de laadvoorziening. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 3 van 11 de komende jaren de randvoorwaarden op orde brengen, en hoe de aanbestedingen voor elektrische voertuigen de komende jaren er vit gaat zien. Overgangsregeling en ontheffingen Er is een overgangsregeling voor voertuigeigenaren van fossiele vrachtvoertuigen om de transitie naar vitstootvrij te kunnen maken. Amsterdam volgt de landelijke afspraken die zijn gemaakt binnen de Landelijke Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (UAS). De overgangsregeling geldt voor bestaande vrachtauto's tussen 2025 en 2030. Deze vrachtauto’s moeten dan: o Minimaal emissieklasse 6 hebben; o _Bakwagens, waar deze zware inzamelvoertuigen onder vallen, mogen op 1-1- 2025 niet ouder zijn dan 5 jaar. Daarnaast komen er ook mogelijkheden voor ontheffingen voor wagens die ouder zijn dan 5 jaar maar die op korte termijn vervangen worden door uitstootvrije wagens. Bijvoorbeeld op basis van bijzondere financiële omstandigheden of vanwege de levertijd van een uitstootvrije voertuig. Het ontheffingenbeleid is nog in voorbereiding en wordt landelijk ingesteld om te voorkomen dat elke ondernemer bij elke gemeente een ontheffing moet aanvragen met verschillende uitkomsten. De overgangsregeling en het ontheffingenbeleid gelden voor iedereen, dus ook voor ons. De gemeentelijke afvalinzameling rijdt dagelijks met een groot aantal vrachtwagens vanuit de verschillende stedelijke werven rond in de stad en dus ook binnen de uvitstootvrije zone. De vloot zware inzamelvoertuigen? is daarbij uniek omdat het gaat om speciale voertuigen die (o.a. door hun laadkraan en/of persmechanisme) vergaande eisen stellen aan vereiste batterij- en laadcapaciteit. Ook voor deze inzamelvoertuigen werken we toe naar ons doel van een vitstootvrij wagenpark voor 2030. Een belangrijke stap die we hierin al gemaakt hebben is de overgang naar het rijden op biodiesel (HVO 100). Alle 183 huidige inzamelvoertuigen die door de gemeente worden gebruikt voor de inzameling van afval rijden sinds 2022 op biodiesel. Het rijden op biodiesel reduceert de CO2-uitstoot tijdens de inzet van onze inzamelvoertuigen met ca. 85%.3 2. Afwegingen bij de transitie naar een uitstootvrije inzamelwagens De transitie naar een uitstootvrij inzamelwagens is een complexe puzzel. De continuiteit van de bedrijfsvoering (en daarmee de uitvoering van de wettelijke inzameltaak) borgen, in combinatie met de ambitie om zo snel mogelijk de transitie te maken naar uitstootvrij is vitdagend. 2a. Ervaringen met de huidige elektrische inzamelvoertuigen De directie Afval & Grondstoffen (hierna: A&G) heeft sinds 2022 twee elektrische inzamelvoertuigen in bezit. Deze inzamelvoertuigen zijn geschikt voor de inzameling van ondergrondse containers. Dit zijn zogenaamde bovenladers met een relatief zware laadkraan en een zwaar persmechanisme, waardoor er tijdens de inzet (extra) veel gevraagd wordt van de beschikbare accucapaciteit. Dat maakt dat de batterij al eerder opgeladen moet worden dan bij de andere wagens. Met de opgedane ervaringen met deze twee voertuigen blijkt dat het snel kunnen (bij)laden op eigen werf- en overslaglocaties een randvoorwaarde is om de continuiteit en * Voertuigen zwaarder dan 12 ton, op een vrachtwagen chassis met een opbouw geschikt voor de inzameling van (huishoudelijk)afval. Hierna: inzamelvoertuvigen. 3 Ten opzichte van een situatie waarin een inzamelvoertuig, dat voldoet aan emissieklasse 5 en rijdt op ‘gewone! diesel. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 4 van 11 efficiency van de bedrijfsvoering en -processen te borgen. Dit snelladen is noodzakelijk om de wagens op tijd weer in te kunnen zetten voor een dienst. Een dubbele dienst per dag is ook economisch van belang gezien de hoge aanschafkosten. Voor het collegebesluit tot aanschaf van initieel 37 voertuigen zijn diverse opties verkend, die altijd getoetst zijn aan deze 2 essentiële criteria: e Zijnde randvoorwaarden voor de inzet van elektrische uitstootvrije inzamelvoertuigen (hierna: elektrische inzamelvoertuigen) ingevuld? Concreet is gekeken naar doorlooptijd die nodig is voor het invullen van de randvoorwaarden, zoals werflocaties met voldoende parkeerbeschikbaarheid, aanleggen van laadinfrastructuur en het beschikken over voldoende netcapaciteit die nodig zijn om elektrische inzamelvoertuigen in te kunnen zetten. e Hebben we voldoende inzamelvoertuigen beschikbaar om het afval in de uitstootvrije zone opte halen? Het gaat hierbij om het aantal inzamelvoertuigen dat binnen dit gebied nodig is voor de uitvoering van de wettelijke inzameltaak en dus vanaf 01-01-2025: a) vitstootvrij zijn, b) onder de landelijke overgangsregeling vallen of c) waarvoor ontheffing verkregen kan worden op grond van landelijke regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar de beschikbaarheid van benodigde nieuwe inzamelvoertuigen aan de hand van het aanbod in de markt, actuele levertijden en van toepassing zijnde toeleverrisico’s. 2b. Randvoorwaarden voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen Voor de transitie van biodiesel inzamelvoertuigen naar vitstootvrij wordt momenteel, op basis van de huidige stand van de techniek, vooral gekeken naar de inzet van elektrische inzamelvoertuigen (zie aanvullend onder 3, ‘Alternatieven die onderzocht zijn’ verderop in deze brief). Elektrische inzamelvoertuigen hebben een accu, welke dagelijks en snel opgeladen moet worden om de dubbele diensten te kunnen maken. Op dit moment kunnen deze accu's (nog) niet dagelijks worden opgeladen op de werflocaties van A&G, laat staan snel geladen worden. De reden daarvoor zijn: e Beschikbaarheid van nieuw te ontwikkelen werflocaties A&G maakt momenteel een transitie door naar uiteindelijk vijf werflocaties, dit is onderdeel van het Transitieplan Werven- en Overslaglocaties (hierna: TWO).* Dit transitieplan is eind 2022 vastgesteld, en gaat vit van een nieuwe situatie waarin A&G 5 werflocaties krijgt in plaats van twee. In het plan verlaat A&G - om ruimte te maken voor stedelijke ontwikkeling - een drietal bestaande werflocaties en verhuist naar twee nog nieuw te ontwikkelen werflocaties. Deze nieuwe werflocaties zijn naar verwachting in 2027 (locatie Toetsenbordweg in Noord: ca. 54 geplande plekken voor inzamelvoertuigen) en 2028 (locatie Meerkerkdreef in Zuidoost: ca. 26 geplande plekken voor inzamelvoertuigen) beschikbaar om elektrische inzamelvoertuigen te kunnen opladen. 4 Zie Transitieplan werven en overslagpunten - Overgang naar eigentijdse vitvoeringslocaties voor Stadsbeheer van maart 2020. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 5 van 11 e _Netcongestie rondom bestaande werflocaties Van de in het TWO voorziene aantal van vijf werven zijn er drie reeds in gebruik door A&G, op deze werf komen na de doorvoering van het TWO: -__Nieuw-Zeelandweg in Nieuw-West met 55 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G; -__Schepenbergweg in Zuidoost met 23 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G; -__Luchtvaartstraat in Zuid met 12 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G. o Werflocatie Nieuw-Zeelandweg De werflocatie aan de Nieuw-Zeelandweg ligt in een netcongestiegebied, waardoor er op dit moment onvoldoende netcapaciteit is voor het opladen van elektrische inzamelvoertuigen. Uitbreiding van de netcapaciteit wordt door Liander op zijn vroegst verwacht in Q2 van 2026 en uiterlijk in Q4 2028. Sinds april 2023 wordt er aanvullend onderzoek gedaan naar de mitigerende maatregelen die op deze locatie zouden kunnen worden ingezet zodat er ondanks de congestieproblematiek wellicht eerder elektrische inzamelvoertuigen opgeladen kunnen worden. Deze mogelijke mitigerende maatregelen zijn gericht op het reduceren van de benodigde netcapaciteit, bijvoorbeeld door de inzet van batterijen en zogenaamd slimladen. De mitigerende maatregelen worden om de haalbaarheid en inzetbaarheid specifiek voor deze werflocatie te kunnen beoordelen nog verder onderzocht. Het is nu nog onduidelijk of en op welke termijn er mitigerende maatregelen ingezet kunnen worden, tegen welke kosten én wat het effect hiervan precies is (lees: hoeveel elektrische inzamelvoertuigen kunnen er als gevolg van deze maatregelen opladen worden en per wanneer). Op deze werflocatie was en is de situatie dus te onzeker om vanaf 2025 te starten met inzamelen middels elektrische inzamelvoertuigen. Als uit het onderzoek blijkt dat de beschikbare netcapaciteit eerder ruimte biedt voor het opladen van elektrische inzamelvoertuigen, geeft dat mogelijkheden om de transitie te versnellen. o Werflocaties Schepenbergweg en Luchtvaartstraat In het gebied waar de werflocatie aan de Schepenbergweg ligt moet een lokale middenspanningskabel verzwaard worden en daardoor komt er eind 2023 netcapaciteit vrij. De gemeente heeft contact met de netbeheerder (Liander) om tijdig voldoende netcapaciteit te kunnen verkrijgen, deze aanvraag is in voorbereiding. Voor de locatie aan de luchtvaartstraat lijkt voldoende capaciteit beschikbaar te zijn. Op deze twee locaties is het dus naar de huidige inzichten waarschijnlijk in Q4 van 2025 mogelijk om een geschikt laadsysteem gereed te hebben. Voor het aanleggen van de laadsystemen op deze werflocaties moet nog een laadstrategie worden uitgewerkt, een aanbesteding worden gedaan en uiteindelijk de laadsystemen worden aangelegd. Hiermee kunnen er naar verwachting vanaf begin 2026 35 elektrische inzamelvoertuigen opladen worden. Samenvattend concluderen we voor deze drie locaties dat het begin 2026 mogelijk is om 35 van de 183 inzamelvoertuigen die nu in door A&G gebruik zijn te elektrificeren. 5 Conform de huidige informatie kunnen er op één á twee werflocaties in Q4 2025 laadsystemen gereed zijn. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 6 van 11 2c. Beschikbaarheid voertuigen voor afvalinzameling in de uitstootvrije zone 165 inzamelvoertuigen (van de 183 die in gebruik zijn) zijn in eigendom, de rest huren we in waar nodig. Dit zijn verschillende soorten wagens voor de verschillende soorten inzamelsystemen in Amsterdam. Op dit moment hebben 62 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen toegang tot de uitstootvrije zone®, terwijl er 135 inzamelvoertuigen nodig zijn binnen dit gebied. We komen dus 73 inzamelvoertuigen te kort per 01-01-2025 voor inzameling in de uitstootvrije zone. Op basis van de geïnventariseerde randvoorwaarden die nodig zijn voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen is er pas tussen medio 2027 en begin 2028 gegarandeerd voldoende oplaadcapaciteit voor 73 elektrische inzamelvoertuigen op de werflocaties van A&G. Er kan helaas niet gewacht worden tot dat moment met het aanschaffen van nieuwe inzamelvoertuigen. Dit heeft twee belangrijke redenen: e _ Status in eigendom zijnde inzamelvoertuigen Veel van de 165 inzamelvoertuigen die A&G in eigendom heeft zijn aan het einde van hun technische- en economische levensduur. Een deel van de in eigendom zijnde inzamelvoertuigen (in 2025 34 stuks en in 2026 nog eens 16 stuks) is dringend aan vervanging toe is. Dit aantal neemt de komende jaren steeds verder toe. Het risico op uitval van deze verouderde inzamelvoertuigen en de kosten voor reparatie en onderhoud voor deze inzamelvoertuigen nemen snel toe. De trend is reeds zichtbaar in het toenemende aantal inzamelvoertuigen dat tijdelijk niet inzetbaar is of tijdens de inzamelactiviteiten uitvalt. Dit maakt dat we staan voor een grote vernieuwingsopgave om de continuïteit van de dienstverlening voor zowel medewerkers als inwoners, bezoekers en ondernemers van onze stad kunnen waarborgen. e Beschikbaarheid (structureel) ingehuurde inzamelvoertvigen A&G huurt structureel 18 biodiesel inzamelvoertuigen in. Dit aantal zal de komende jaren, door de ouder worden de wagens, gaan oplopen naar ruim 30 wagens. Het huuraanbod van inhuurvoertuigen die op 01-01-2025 toegang hebben tot de uitstootvrije zone is beperkt en zet daarmee de beschikbaarheid onder druk. De vraag wordt nog eens extra groot door de druk van de landelijke invoering van uitstootvrije zones (is een toeleveringsrisico). Daarbij zijn de jaarlijkse kosten per huurvoertuig ca. €50.000 hoger in vergelijking met een nieuw aan te schaffen biodiesel wagen die we vervroegd (binnen 5 jaar i.p.v. de reguliere 8 jaar) vervangen. 3. Onderzochte alternatieven Omdat het niet mogelijk bleek om op korte termijn meer elektrische inzamelvoertuigen in te zetten, zijn de volgende alternatieven onderzocht. 3a. Andere aandrijfvormen e _ Hybride inzamelvoertuigen: deze inzamelvoertuigen stoten iets minder vit, maar hebben nog wel een verbrandingsmotor waardoor deze onder dezelfde regels vallen als reguliere biodiesel inzamelvoertuigen. Dit is in het kader van de uitstootvrije zone geen oplossing; 6 Deze 62 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen vallen allemaal onder de landelijke overgangsregeling voor vrachtverkeer doordat deze op 01-01-2025 niet ouder zijn dan vijf jaar én voldoen aan emissieklasse 6. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 7 van 11 e _Inzamelvoertuigen op bio LNG (gas): het effect van bio LNG is in termen van CO2-uitstoot gelijkwaardig aan het rijden op de biodiesel die wij als gemeente gebruiken (HVO). Derhalve is dit geen beter alternatief dan de brandstof waar we nu al mee werken; e _Inzamelvoertuigen op waterstof: rijden op waterstof biedt op termijn mogelijk perspectief. Op dit moment zijn inzamelvoertuigen op waterstof echter niet beschikbaar op de schaal die de gemeente nodig heeft. Voor de transportsector is dat wel het geval. Voor inzamel- en andere speciale voertuigen moet de techniek nog verder ontwikkeld worden om toepasbaar te zijn. Experts verwachten dat oplossingen nog circa 7 jaar op zich laten wachten. Daarnaast is ook de ombouwtijd van dieselwagens naar waterstof een lang en onzeker proces. Overigens werken ook waterstofvoertuigen (tot nu toe) altijd op een batterij dus moeten nog steeds worden opgeladen. We blijven de toepassingen voor waterstof technologie met interesse volgen. Tevens hebben we hier contact over met andere gemeentes. Zo heeft Groningen drie wagens op waterstof op een wagenpark van 5o a 60 voertuigen. 3b. Structureel inhuren van elektrische inzamelvoertuigen Gehuurde elektrische inzamelvoertuigen moeten ook opgeladen worden op de werflocaties van A&G. Dus ook hiervoor geldt dat hier op korte termijn onvoldoende laadsystemen voor beschikbaar zijn. Daarnaast is het huuvraanbod van elektrische inzamelvoertuigen beperkt. Zeker voor de typen inzamelvoertuigen die in het inzamelgebied van Amsterdam nodig zijn (bovenladers met kraan en/of persmechanisme voor de inzameling van ondergrondse- en bovengrondse verzamelcontainers terwijl de meeste gemeenten gebruik maken van kraakperswagens, ook wel achterladers) is het toeleverrisico van dit alternatief te hoog. Maar mocht het lukken om eerder laadsystemen te kunnen realiseren dan we elektrische inzamelvoertuigen ingekocht hebben, dan zullen we bij de inhuur van wagens zo veel als kan kiezen voor elektrische inzamelvoertuigen. 3c. Laadsystemen op tijdelijke werflocaties en commerciële laadpleinen Overwogen is om op een deel van de huidige werflocaties (die A&G in het kader van het TWO verlaat) tijdelijke laadsystemen aan te leggen. Het aanleggen van laadsystemen op werflocaties die niet voorzien zijn in het TWO, is gezien de uitvoeringstijd (denk aan 5o weken), de financiële impact (circa 2 miljoen euro per werf) en de benodigde verzwaring van het netwerk niet realistisch. Ook is er onderzoek gedaan naar het gebruik van commerciële{collectieve laadpleinen. Mogelijk risico van een commercieel laadplein is dat je geen gegarandeerde plek hebt om te kunnen laden. Aan dit alternatief wordt de komende jaren gewerkt door verschillende partijen, maar is nu (nog) niet betrouwbaar om daar vanuit te kunnen gaan. 4. Keuze voor het besluit tot aanbesteding van initieel 37 biodiesel wagens Om de inzameling binnen de uitstootvrije zone te garanderen hebben we dus gekeken naar het bovenstaande (a) tekort aan inzamelvoertuigen met toegang tot de vitstootvrije zone, (2) de beschikbaarheid van de randvoorwaarden voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen, (3) de status van de inzamelvoertuigen in eigendom, (4) de situatie rondom de inhuurvoertuigen en (5) de beschikbare alternatieven. Op basis daarvan constateerden we dat we nog eenmalig een aanbesteding voor biodiesel wagens moesten doen om de inzameling binnen de milieuzone te kunnen waarborgen. We wilden dit aantal zo klein mogelijk aanbesteden en zijn daarmee initieel op 37 wagens uitgekomen. Dit is als volgt opgebouwd (zie ook onderstaande tabel). We hebben 62 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 8 van 11 wagens die op 1 janvari 2025 niet ouder dan 5 jaar zijn en dus in aanmerking komen voor de overgangsregeling. We komen dan nog 73 wagens tekort. Vanaf begin 2026 is er, conform de huidige inzichten voldoende laadsystemen voor 35 elektrische inzamelvoertuigen. Voor de aanschaf van deze 35 uitstootvrije inzamelvoertuigen wordt in 2024 een aanbesteding doorlopen. Conform de huidige inzichten kan op deze manier voor dit aantal biodiesel inzamelvoertuigen (die niet onder landelijke overgangsregeling vallen) ontheffing verkregen worden tot aan het moment dat deze (in 2026) geleverd worden. Dan zijn er nog 38 wagens tekort. Dit zijn zowel de wagens die we zelf hebben als inhuren. Het aantal van 37 inzamelvoertuigen is opgebouwd uit: e Het vervangen van 20 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen die technisch én economisch nu al zijn afgeschreven en daardoor voor de meest acute problemen in de uitvoering zorgen. Deze moeten dus op korte termijn vervangen worden om uitvoering van de wettelijke inzameltaak in de uitstootvrije zone te kunnen garanderen. Er is dus niet gekozen om ook nog eens de 14 voertuigen te vervangen die in 2025 aan vervanging toe zijn. Zie pagina 5 onder kopje status van eigen voertuigen. e Het vervangen van 17 inzamelvoertuigen die we structureel inhuren, maar veelal te oud zijn om per 2025 in aanmerking te komen voor de overgangsregeling. Daarbij hebben we de komende jaren meer inhuur wagens nodig gezien het ouder wordende wagenpark, terwijl de beschikbaarheid van (jonge) inhuurwagens minder betrouwbaar wordt o.a. door de extra vraag binnen Nederland en de inhuur kosten aanzienlijk hoger. Met de aanschaf van deze 37 inzamelvoertuigen zijn er voldoende inzamelvoertuigen die per o1- 01-2025 toegang hebben tot de uitstootvrije zone. Ervan vitgaande dat de aan te schaffen 37 biodiesel inzamelvoertuigen voor 01-01-2025 geleverd worden, vallen deze onder de landelijke overgangsregeling voor vrachtverkeer. Deze voertuigen mogen dan tot 01-01-2030 ingezet worden in de milieuzone. Om levering voor 01-01-2025 mogelijk te maken was het (gezien de levertijden van ca. 40 tot 60 weken) noodzakelijk om de aanbesteding in juni 2023 te publiceren. Tabel: Aantal inzamelvoertuigen in eigendom op 1-1-2025 met toegang tot de uitstootvrije zone voor elektrische wagens Samenvattend beschikt A&G hiermee over 134 inzamelvoertuigen die toegang hebben tot de uitstootvrije zone. Dit is in theorie één inzamelvoertuig minder dan benodigd, maar de verwachting is dat dit tot in ieder geval tot begin 2028 op te vangen is met maatregelen binnen de bedrijfsvoering van A&G. Bovenstaande tabel geeft de situatie weer per 2025. Het wagenpark wordt waarna, volgend op de planning van voor randvoorwaarden voor elektrische wagens, zo snel mogelijk getransformeerd naar uitstootvrije wagens waarbij we ieder jaar minder biodiesel wagens hebben. 5. Hoe nu verder? Om de verduurzaming van de vloot inzamelvoertuigen behapbaar en realiseerbaar te maken wordt voor dit project een gefaseerde strategie toegepast, bestaande uit: e Fase 1:korte termijn (Q2 2023 — Q4 2024); Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 9 van 11 e Fase 2: middellange termijn (Qa 2025 — Q4 2027); e Fase 3: lange termijn (Q1 2028 — O4 2029). Met deze gefaseerde aanpak denken we de onzekerheden het beste te kunnen managen en de inzameling te kunnen blijven garanderen. Fase1(Q22023-Q4 2024) In deze nu lopende fase zijn er verschillende scenario’s vitgewerkt voor de totale vervangingsopgave die nodig is om uitstootvrij in te zamelen. Die zijn hierboven beschreven. Er zijn ook scenario's opgenomen die rekening houden met een versnelling, bijvoorbeeld als de randvoorwaarden (gedeeltelijk) eerder ingevuld kunnen worden. Aanvullend op de aanbesteding voor de aanschaf van 37 biodiesel inzamelvoertuigen wordt er in deze fase ook een aanbesteding vitgevoerd voor inhuurvoertuigen. De huidige overeenkomst voor inhuurvoertuigen loopt namelijk aan het einde van 2023 af. We willen de inhuur van wagens zo laag mogelijk hebben, maar ook na 2023, en in ieder geval tot in 2026, is het zeer waarschijnlijk dat inhuurvoertuigen nodig zijn vanwege kortstondige uitval (bijv. als gevolg van schade) van de in eigendom zijnde inzamelvoertuigen of omdat speciale voertuigen nodig zijn bijvoorbeeld voor de kerstbomeninzameling vangen. In deze aanbesteding wordt het mogelijk gemaakt om zowel elektrische inzamelvoertuigen als biodiesel inzamelvoertuigen in te kunnen huren, zodat we (zodra randvoorwaarden eerder zijn ingevuld zoals de mogelijkheid tot (snel)laden dan op de werven beschikbaar is) daar ook meteen gebruik van te maken. Het huvraanbod van elektrische inzamelvoertuigen op basis van de huidige inzichten wordt overigens als laag ingeschat. Fase 2 (Q12025-— Q4 2027) Vanaf fase 2 worden er enkel nog vitstootvrije inzamelvoertuigen ingekocht. Verwacht wordt dat er aan het eind van deze fase circa 35 tot 55 elektrische inzamelvoertuigen aangekocht zijn. Dit is mede afhankelijk van de dan verwachte beschikbare laadcapaciteit. Fase 3(Q12028-Q4 2029) In fase 3 wordt de transitie naar vitstootvrij inzamelen afgerond door het nog resterende aantal biodiesel inzamelvoertuigen te vervangen door een uitstootvrij alternatief. Hiervoor ligt het inzetten van elektrische inzamelvoertuigen het meest voor de hand, maar de gemeente zal eventuele nieuwe ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld het gebruik van voertuigen die rijden op waterstof) uiteraard met grote belangstelling volgen en indien nodig de strategie hierop aanpassen. 6. Heroverweging t.a.v. de lopende aanbesteding Met deze brief hebben we u uitgelegd hoe we tot het besluit voor de aanbesteding van initieel 37 biodiesel wagens zijn gekomen. Zoals aangegeven in de raad van 28 juni j.l. hebben we de organisatie gevraagd om alle overwegingen voor het besluit niet alleen uit te leggen maar ook intern te challengen. Dat is de afgelopen weken vitgevoerd. Door elk puzzelstukje om te keren en door te vragen en zo te onderzoeken of een verandering of versnelling mogelijk is. Hier is een voorstel uit gekomen om 10 inzamelwagens minder te bestellen. Concreet gaat het om Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023 Pagina 10 van 11 het intrekken van één perceel van de aanbesteding (de aanbesteding bestaat uit 3 percelen). Juridisch mag het intrekken van een aanbesteding alleen geheel of voor één of meer percelen, mits onderbouwd. Na het publiceren van de aanbesteding in de huidige vorm zijn er enkele ontwikkelingen geweest op gebied van laadvoorzieningen. Bij één van de beoogde werflocaties komen er extra laadvoorzieningen beschikbaar. Daarvoor gaan we parkeerplekken voor grote wagens mogelijk maken door andere (kleine) afvalwagens te verplaatsen naar een (tijdelijke) locatie. Dit, samen met de benodigde netcapaciteit, kan voorzien worden in O1 van 2026. De elektrische wagens zullen besteld worden in 2024 met een levering rond de zelfde periode. In de tussentijd zullen we dan langer doorrijden met de huidige wagens, wat het risico verhoogt op uitval en daardoor meer inhuur. Die inhuurmogelijkheden moeten dus voldoende beschikbaar zijn. Die beschikbaarheid achten we het grootst voor de kraakperswagens (ook wel achterladers genoemd). De verwachting is dat er voor dit perceel voldoende voertuigen in de markt beschikbaar zijn om tijdelijk in te kunnen huren. Voor de andere twee percelen ligt dit ingewikkelder en zien we grotere onzekerheden en risico’s. We kiezen er daarom voor om het perceel van 10 kraakperswagens uit de aanbesteding in te trekken. Consequentie van het intrekken van dit ene perceel is dus dat we in 2025 en mogelijk in 2026 langer moeten rijden met de bestaande oude wagens. Dit tot het moment dat nieuwe elektrische wagens geleverd zijn, en de randvoorwaarden ingevuld zijn om deze te kunnen rijden. De risico’s van deze keuze achten we echter acceptabel en beheersbaar. We kijken als volgt naar deze risico’s: e De huidige wagens zijn oud, maar kunnen nog wel een of twee jaar langer doorrijden na 2024. Bij uitval zien we voor de inhuur van kraakperswagens voldoende beschikbaarheid, in tegenstelling tot de wagens van de andere twee percelen. e Indien een wagen uitvalt doordat deze aan einde van levensduur is zijn er hogere inhuur kosten, maar die staan ook weer tegenover de afschrijvingskosten die wat hoger zijn vanwege de afschrijvingstermijn van 5 jaar i.p.v. de reguliere 8 jaar. e We gaan binnengemeentelijk de organisatie verstevigen met als doel het tijdig realiseren van 10 oplaadsystemen. Tot slot Zoals in begin van de brief gemeld wordt er gemeentebreed gewerkt aan een ‘Herijking Transitieplan Verduurzaming Gemeentelijk Wagenpark’. Deze wordt begin 2024 gepresenteerd. Een rapportage over deze herijking zal elk jaar worden gemaakt. De inzet van het college daarbij is dat er vanaf nu alleen nog uitstootvrije bedrijfswagens aangeschaft worden. En hiervan alleen afgeweken kan worden als daar zwaarwegende redenen voor zijn. Het gaat dan vooral om bedrijfswagen bij de directie Stadswerken, THOR en Sport & Bos. Dat dit een complexe en grote opgave is, heeft de onderhavige aanbesteding aangetoond. Het is een transitieproces waarbij een integrale aanpak onontbeerlijk is. Daarvan moeten we leren. Daarom gaat het college de organisatie van de verduurzaming van het wagenpark steviger neerzetten, en houden we dit proces en alles wat daar bij nodig is nauwlettend in de gaten. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 218 juli 2023 Pagina 11 van 11 Gezien de complexheid van de materie bieden wij u ook een technische sessie, mocht u daar behoefte aan hebben. We hopen u zo voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, CJ 1 Zita Pels Wethouder Reiniging, Afval en Duurzaamheid Hester van Buren Wethouder Bedrijfsvoering Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Brief
11
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1186 Datum akkoord college van b&w van 27 september 2016 Publicatiedatum 28 september 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 19 september 2016 inzake de export van giftige brandstoffen vanuit Amsterdam naar Afrika. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 19 september 2016 zijn er door de Zwitserse organisatie Public Eye voor het eerst harde bewijzen gepubliceerd, waaruit blijkt dat internationale brandstofbedrijven op grote schaal met gif aangelengde brandstof (‘dirty diesel’) exporteren naar landen in West-Afrika. Uit het rapport blijkt dat Amsterdam één van de belangrijke plekken is waar brandstof aangelengd wordt met goedkopere, en meer vervuilende stoffen, en wordt verhandeld. Volgens het Public Eye-rapport bevatten deze brandstoffen van ‘Afrikaanse kwaliteit tot honderden keren meer schadelijke elementen dan in Europa is toegestaan. De uitstoot van deze giftige stoffen gaat ten koste van de gezondheid van de lokale bevolking in Afrika: naar verwachting ligt het aantal doden ten gevolge van fijnstof in Afrika in 2030 drie keer zo hoog als in Europa, de VS en Japan bij elkaar. Betrokken bij deze giftige handel zijn onder andere de (deels) Nederlandse bedrijven Vitol en Trafigura. Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het stadsbestuur en/of het Havenbedrijf op de hoogte van het mengen en exporteren van giftige brandstof vanuit de Amsterdamse haven naar Afrika? Antwoord: Het college heeft kennisgenomen van het rapport “Dirty Diesel” van Public Eye. Voor de beantwoording van deze vragen heeft het college informatie ingewonnen bij Havenbedrijf Amsterdam NV (hierna HDA). HDA is op de hoogte van het feit dat brandstoffen in de Amsterdamse haven geblend en geëxporteerd worden naar o.a. West-Afrika. Dit gebeurt onder de en in overeenstemming met ín Nederland geldende wet- en regelgeving. 1 https://www.publiceye.ch/en/media/press- release/swiss_ commodity traders flood africa with toxic fuel/ 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing ie Gemeenteblad R Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016 2. Wat vindt het college ervan dat grote bedrijven Amsterdam als locatie gebruiken om levensgevaarlijke rommel te produceren waarvan de giftige dampen door mensen elders worden ingeademd? Antwoord: Het college verwacht dat bedrijven zich maatschappelijk verantwoord gedragen. Daarnaast verwacht het college dat HDA een actieve rol speelt richting haar klanten als het gaat om OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (zoals ook door uw raad vastgelegd ín de op 30 maart 2016 aangenomen motie nr. 285 van de raadsleden Groen, De Heer, Glaubitz, Shahsavari-Jansen en Van Lammeren. Vanuit die actieve rol verwacht het college dat HbA naar aanleiding van dit rapport in gesprek gaat met het Rijk en Havenbedrijf Rotterdam NV over de invulling van ketenverantwoordelijkheid in dit dossier. Ketenverantwoordelijkheid houdt als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in dat de verschillende partijen uit de productieketen worden betrokken om gezamenlijk te streven naar een verantwoorde totstandkoming van een product. 3. Hoe kan het dat Amsterdam één van de plekken is waar ‘dirty diesel’ wordt gebrouwen? Is het toegestaan om deze brandstof die hier niet verkocht mag worden wél te produceren, op te slaan en te verhandelen? Antwoord: Alle vloeibare brandstoffen bevatten gehalten aan benzeen en zwavel, ook de brandstoffen die worden getankt bij de Nederlandse tankstations voor het wegvervoer. Benzeen en zwavel zijn giftige stoffen. Wereldwijd worden er verschillende normen gesteld aan de percentages benzeen en zwavel in brandstoffen. In Europa zijn deze normen voor gebruikte brandstoffen strenger dan in andere delen van de wereld, zoals in Afrika. “Dirty diesel’ is de naam die de Public Eye heeft gegeven aan diesel brandstoffen die een bepaalde concentratie zwavelgehalte bevatten. Bij de tankopslagbedrijven in Westpoort worden brandstoffen opgeslagen met verschillende percentages benzeen en zwavel. De brandstoffen worden hier op specificatie gemaakt, afhankelijk van het land/werelddeel waarvoor de brandstof bestemd is. In het NOS-artikel over het rapport wordt de suggestie gewekt dat er afvalstoffen worden toegevoegd, maar het betreft hier het mengen van brandstoffen met diverse percentages benzeen en zwavel. 4. Welke rol heeft het Havenbedrijf of andere overheidsinstanties zoals de omgevingsdienst bij de productie, opslag en de verkoop van giftige brandstoffen? Antwoord: HbA geeft aan dat het bedrijf zelf geen actieve rol heeft bij de productie en opslag van deze diesel brandstoffen. Dit behoort tot de activiteiten van de bedrijven zelf. HDA verhuurt kavels aan deze bedrijven. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing ie Gemeenteblad Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016 Voor de beantwoording van deze en de volgende vraag heeft het college informatie ingewonnen bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als uitvoeringsdienst van het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland. De Provincie Noord-Holland is bevoegd gezag om omgevingsvergunningen te verlenen aan de tankopslagbedrijven, toezicht te houden op de naleving en om eventueel handhavend op te treden. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna OD NZKG), de regionale uitvoeringsdienst die deze taken voor gemeenten en provincies uitvoert, is gemandateerd voor deze Wabo-taken. De wet ziet toe op het veilig opslaan, overslaan en mengen van brandbare vloeistoffen in opslagtanks en het voorkomen dan wel beperken van emissies naar bodem, lucht en water. De Wabo ziet niet toe op de regulering van handel, import en export van vloeibare brandstoffen en evenmin op de product- samenstelling van de opgeslagen vloeibare brandstoffen. 5. Zijn de hierboven genoemde bedrijven onderhevig aan handhaving en inspectie? Door welke instanties gebeurt dit? Wat zijn de meest recente bevindingen uit die inspecties? Antwoord: Vergunningverlening De acht tankopslagbedrijven in Westpoort (zie ook achtergrondinformatie) hebben een omgevingsvergunning voor diverse bedrijfsactiviteiten met als voornaamste activiteiten het opslaan, overslaan en mengen van brandbare (gevaarlijke) vloeistoffen, niet zijnde afvalstoffen, in opslagtanks. Er is in Westpoort één opslagbedrijf dat een vergunning heeft voor het innemen van vloeibare afvalstoffen uit schepen en dat is Main BV. Het opmengen van afvalstoffen is niet toegestaan. Het is wel toegestaan om brandbare vloeistoffen met verschillende gehalten van benzeen en zwavel te mengen om de gewenste brandstofspecificatie te krijgen. Toezicht en Handhaving In het kader van Wabo-toezicht op de opgeslagen vloeistoffen inspecteert de OD NZKG de tankopslagbedrijven met name op externe veiligheid en luchtemissies. De tankopslagbedrijven worden meerdere keren per jaar geïnspecteerd. De inspecties worden afgestemd door de OD NZKG met politie/OM, ILT, Inspectie SZW, waterkwaliteitsbeheerders, de veiligheidsregio's, HbA en VWA. Daarnaast wordt voor circa 400 risicovolle bedrijven in Nederland inspecties uitgevoerd in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo). De tankopslagbedrijven vallen onder het Brzo. In dit kader worden deze bedrijven preventief en in gezamenlijkheid geïnspecteerd door de OD NZKG, de veiligheidsregio, Inspectie SZW en de waterkwaliteitsbeheerder. De inspectie op de samenstelling van de brandbare vloeistoffen wordt door andere landelijke overheidsinstanties uitgevoerd waaronder belastingdienst, de douane en de ILT. leder opereert hierbij vanuit zijn eigen rol en mandaat. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing ie Gemeenteblad Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016 Achtergrondinformatie Tankopslagbedrijven in Westpoort In Westpoort zijn de volgende tankopslagbedrijven gevestigd. De bedrijven met een * worden met naam genoemd in het rapport. (voorheen Finco) Hydrocarbon Hotel B.V. (Varo Energy | Zenith Energy Amsterdam Terminal Terminal) Alkion, Hydrocarbon Hotel, Main, NuStar, Oiltanking, Vopak en Zenith zijn onafhankelijke tankopslagbedrijven die opslagruimte verhuren aan derden (onder andere aan handelsbedrijf Gunvar genoemd in het rapport). Vitol is als enige ook eigenaar van de olie (en van Eurotank). In Westpoort zijn er geen olieraffinaderijen gevestigd. 6. Havenbedrijf Amsterdam heeft als kernwaarden ‘gedreven’, ‘respect’, ‘samen’ en ‘verantwoordelijk’. Daarnaast richt het Havenbedrijf zich onder andere op ‘energie(transitie)’ en ‘circulaire en biobased economie’. Antwoord: Dat klopt. In de Visie 2030 wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe hier invulling aan wordt gegeven. Het college verwacht dat in het nog te ontvangen Strategisch Plan 2016-2020 deze invulling nader geconcretiseerd wordt door HbA. Naar aanleiding van het (nieuwe) in voorbereiding zijnde strategisch plan voert het college gesprekken met HDA over ketenverantwoordelijkheid. 7. Deelt het college de mening van de SP, dat de productie, opslag en handel van ‘dirty diesel’ haaks staat op de kernwaarden en focusgebieden van het Havenbedrijf? Graag een toelichting. Antwoord: De opslag en handel in diesel brandstoffen met een hogere zwavelgehalte dan toegestaan in Europa is niet verboden. Internationale afspraken en verandering van wetgeving in de importerende landen is nodig om de export en het gebruik van deze diesel brandstoffen te tegen te gaan. Zie verder het antwoord op vragen zes en acht. 8. Is het college bereid, de mogelijkheden te onderzoeken om per direct een halt toe te roepen aan de productie en overslag van ‘dirty diesel’ in de Amsterdamse Haven? Graag een toelichting. Antwoord: Het college vraagt HbA om vanuit haar beleid Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen naar aanleiding van dit rapport in gesprek te gaan met het Rijk en Havenbedrijf Rotterdam NV over de invulling van ketenverantwoordelijkheid in dit dossier. Het college vraagt HbA om de gemeente actief te informeren over de uitkomsten van dit gesprek. 4 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng ie Gemeenteblad ummer = zn Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016 In de Tweede Kamer zijn meerdere vragen gesteld over dit onderwerp. Het college wacht het antwoord van het kabinet af als het gaat om de mogelijkheden van nationale en internationale regelgeving. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Stadsdeelcommissie Agenda Datum 14-03-2023 Aanvang 19:30 1. Opening 2. Mededelingen 3. Insprekers Inspreker Verbeek inzake Convenant Samen Nieuw-West 4. Mondelinge vragen 5. Convenant ‘Wij zijn samen Nieuw-West! 6. Stadsdeelpanel/Democratisering tools (zal behandeld worden in de vergadering van 28 maart) 7. Adviesaanvraag voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling) 8. Adviesaanvraag Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV) 9. Ingekomen stukkenlijst Nieuwsbrief vanuit het dagelijks bestuur nr. 15 1. Adviesaanvraag college aan stadsdeelbestuur inzake concept VTH Beleid Fysieke Leefomgeving 2023 2. Adviesaanvraag Beleidsregel geluid Amsterdam 2023 3. Schriftelijke vragen inzake camera's 4. Definitief ontwerp vergroening Socratesstraat 5. Vergaderschema SDC 2023 6. Besluitenlijst van het Dagelijks Bestuur 10. Afsprakenlijsten februari 2023 11. Rondvraag 12. Sluiting
Agenda
2
train
Verslag bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving Locatie: Mirror Centre Ter Gouwestraat 3 Amsterdam Datum: 27 mei 2019 Verslag : Esther Demarteau (Notu-flex Secretariaatsdiensten) 1. Opening De voorzitter Frank Ratelband opent de bijeenkomst om 19.00 uur heet alle aanwezigen welkom. Hij zal als onafhankelijk gespreksleider de bijeenkomst leiden. Tijdens de bijeenkomst wordt een gebiedsvisie gepresenteerd die betrekking heeft op het Muiderpoortstation en omgeving. Alle opmerkingen worden in een verslag vastgelegd. Dit verslag gaat samen met de concept gebiedsvisie naar de politiek. 2. Uitleg proces — Cathelijne van Engelen, projectmanager In 2015 is de gemeente gestart met gesprekken over het initiatief van de NS en het hotel. Daaruit voortkomend is besloten om te kijken of een visie ontwikkeld kon worden voor het hele gebied rond het Muiderpoortstation. Dit heeft in januari 2017 geleid tot een integrale gebiedsvisie, waarbij bewoners aangaven als belanghebbende en volwaardige partij mee te willen denken. De gemeente is een verkenning gestart, waar een schouw en gesprekken met belanghebbenden onderdeel van uitmaakten. In maart 2018 heeft het projectteam een bevestiging ontvangen met een herformulering van de opdracht voor de gebiedsvisie. De eerste bijeenkomst met belanghebbenden; bewoners en partijen zoals de NS en IJmere, is in juni 2018 gehouden. Daarnaast is een aantal onderzoeken uitgevoerd waarbij gedacht kan worden aan een quickscan van het gebied rond het station. De conceptgebiedsvisie is in maart 2019 op verzoek van de wethouders vrijgegeven voor consultatie met de buurt, met als resultaat een bewonersbijeenkomst op 27 mei 2019. De input van alle belanghebbenden wordt meegenomen in de visie die aan het bestuur wordt voorgelegd. In september 2019 zal de verkenningsfase worden afgerond, waarna bestuurlijke besluitvorming via B&W en eventueel de gemeenteraad plaatsvindt. Bij een akkoord met betrekking tot de visie, start de tweede fase en zal het projectteam onderdelen toetsen op haalbaarheid. Ook in de tweede fase zullen belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om in te spreken. 3. Uitleg visie — Sybren van den Busken - stedenbouwkundige Een visie is nog geen plan, maar een idee voor de toekomst. Het gemeentelijke beleid wordt in de visie meegenomen, evenals de input van bewoners en andere stakeholders. Het projectteam heeft als opdracht om een visie voor het Muiderpoortstation en omgeving te maken. Binnen de visie maakt het projectteam een onderscheid tussen het spoor, de spoorzone en Tuinwijck. IJmere is een samenwerkingspartner, omdat zij veel bezit hebben in deze wijk. Wat betreft de spoorzone en het station kan het projectteam concrete voorstellen doen, voor Tuinwijck kan alleen een ambitie worden uitgesproken. De huidige situatie dient verbeterd te worden, omdat het station een OV-knooppunt is en er veel druk op de ruimte staat. Het station ligt met de achterkant naar de drukste straat en sommige looproutes zijn voor nieuwe reizigers niet duidelijk. Op het Oosterspoorplein zal de stalling van fietsers meer gereguleerd worden en dat is gezien het groeiend aantal reizigers zeker nodig. Het projectteam wil de spoorzone verbinden met de groene delen in de wijk door een wandelroute te maken. Sociaal onveilige situaties dienen vermeden te worden en deze kan opgelost worden door het toevoegen van kleinschalige programma’s. De route tussen Oostpoort en het Muiderpoortstation krijgt een meer logische verbinding, waardoor ook de fietsverbinding met Watergraafsmeer verbeterd. Het Muiderpoortstation als OV-knooppunt zal drukker worden, aangezien reizigers vanaf het Zeeburgereiland via dit station zullen reizen. De overstap naar bus, tram of metro dient daarom goed te zijn. De gevolgen voor het toenemend aantal reizigers voor het station en omgeving brengt het projectteam in beeld. Daarnaast zal sprake zijn van functiemenging en dat betekent dat in het gebied Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 1 van 5 naast wonen ook andere functies ontwikkeld zullen worden. Gedacht kan worden aan detailhandel, maatschappelijke functies en scholen. Hierdoor krijgt het station een meer verbindende functie. Wat betreft duurzaamheid dient de gemeente te voldoen aan de afspraken die hierover zijn gemaakt. De ontwikkelingen rond het Muiderpoortstation dienen hieraan bij te dragen. Het projectteam gaat bij elke ontwikkeling bekijken welke thema’s op dit gebied kansrijk of noodzakelijk zijn. Aspecten die binnen de duurzaamheid worden meegenomen zijn: aardagasvrij en energieneutraal, flexibele bebouwing, gebruik van gerecyclede materialen, klimaat adaptief en waterrobuust, vergroening en een plek voor ecologie. Tijdens het bouwen wordt ook rekening gehouden met de flora en fauna. Het talud van het spoor maakt onderdeel uit van de groene zone (ecologische verbinding) en bij het Muiderpoortstation is een kans om die zone te verbinden. Als het gaat om klimaatadaptatie, dan wordt gereageerd op nieuwe weersomstandigheden zoals hitte en water. Verder wordt qua (geluids)overlast ook rekening gehouden met het wonen in relatie tot het spoor. Rond het station zijn verschillende initiatieven voorgesteld. In eerste instantie is het plan van een hotel afgewezen, omdat deze niet in de ruimte past. Naar aanleiding van de consultatie met bewoners is het hotel geen uitgangspunt meer in de visie. Voorts wil de NS de gebouwen, zoals het oude stationsgebouw, weer in gebruik nemen. Het projectteam bekijkt ook samen met ProRail hoe de toegangen tot de perrons kunnen worden verbeterd. Door bebouwing aan het Linnaeusplantsoen ontstaat een nieuwe situatie en dat vraagt om een nieuwe visie op dat gedeelte van het plan. Het stationsgebouw wordt momenteel gebruikt als fietsenstalling, maar de NS zou het gebouw graag haar oude functie teruggeven of er een publieke functie voor vinden. De route vanaf het station richting de trams behoeft verbetering, zodat onder het viaduct levendigheid ontstaat. Ruimtelijk gezien is dit mogelijk en de sociale veiligheid blijft een groot aandachtspunt. Qua openbare ruimte moet de reiziger al van verre voelen dat hij in het stationsgebied is. Doordat de auto uit het gebied verdwijnt, kan er een voetgangersgebied worden gemaakt. De stalling voor fietsers wordt verbeterd en er zal een logische fietsroute richting de ingang van de stalling worden gemaakt. Daarnaast zoekt het projectteam naar middelen om het plein meer een verblijfsfunctie te geven. De bebouwing op het Oosterspoorplein dient het plein te versterken door toevoegen van functies. De NS wil de voormalige dienstgebouwen aan de achterkant uitbouwen. Vanwege de monumentale status mag de voorkant niet worden aangepast. Het Mirror Centre wil ook uitbreiden en op de begane grond een plint met functies toevoegen, om zo meer contact te maken met het plein. De ecologische functies in de spoorzone worden versterkt door het toevoegen van een speelplek en verbeteren van de looproutes. Het transformatorhuis wordt verfraaid. Wat betreft de ambities voor Tuinwijck heeft het projectteam een aantal globale ideeën, welke randvoorwaarden kunnen zijn voor de verdere ontwikkeling van het gebied. Amsterdam heeft als gemeente een doelstelling om te verdichten en functies te mengen. Sloop nieuwbouw biedt een kans op verdichting. Door het talud horizontaal te versterken, kan groen in de wijk worden verwerkt. Tuinwijck ligt tussen de sporen in en door ondergronds parkeren te realiseren, zou de wijk autovrij kunnen worden gemaakt. Ontsluiting vindt via de Polderweg plaats en ook ontstaat dan de mogelijkheid om nieuwe looproutes te realiseren. 4. Algemene vragen en opmerkingen e De hitte in het gebied is ontstaan na de bouw van Oostpoort. De gemeente moet zich meer bewust zijn van de ecologische structuur en de verbinding van deze zones kan versterkt worden. Ook de kwaliteit kan verbeteren, zodat dieren er kunnen leven. De oostkant van het plein is de ecologische kant van Amsterdam en daar moet de gemeente vanaf blijven! e Kunt u specificeren welke gebouwen gesloopt gaan worden? De heer Van den Busken legt uit dat sloop een mogelijkheid is wanneer de gemeente haar ambitie in het gebied wil realiseren, dat kan alleen als sprake is van verdichting. In dat geval is sloop/nieuwbouw in Tuinwijck aan de orde. De eigenaren, in dit geval IJmere, bepaalt of sprake zal zijn van sloop/nieuwbouw. In fase 2 of 3 zou meer duidelijkheid kunnen komen of dit werkelijk aan de orde is. e Aandachtspunt is dat de bebouwing niet in het groen moet komen. De bebouwing houdt bij het talud op en de voet- en fietsbewegingen richting de fietsenstalling blijven mogelijk. e Een bewoonster stelt voor om meerdere uitgangen te maken bij het station, net als bij CS. De westkant van het perron doortrekken tot de Linneausstraat, zodat reizigers aan die kant het station kunnen verlaten. Mevrouw Van Engelen legt uit dat het station eigendom is van de NS en ProRail. Zij willen Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 2 van 5 stimuleren dat de reizigers van dezelfde uitgang gebruik maken. De gemeente is wel met deze partijen in gesprek over de toename van het aantal reizigers en het feit dat er meer treinen gaan stoppen. Er bestaan wel ideeën om de smalste onderdoorgang te verbreden, zodat reizigers er beter doorheen kunnen. De opgang aan de buitenkant komt mogelijk te vervallen, waarna via de centrale hal een toegang wordt gemaakt. e Een bewoonster meent dat mooi wordt gesproken over het milieu en groen. ledereen weet dat over het spoor goederentreinen rijden die gevaarlijke stoffen vervoeren. Als men wil verduurzamen, dan moet ook naar dit aspect worden gekeken. e _Tuinwijck is heel erg groen en zijn daarmee de longen van Oostpoort. Het groen in deze kleine driehoek moet worden vermeerderd. Verder is het ook een buitenkans om in lijn met de buurt het station duurzamer te maken, zo merkt een bewoonster op. De hele stad stinkt en in deze wijk is het groen en fris. De wens van de bewoners is een meer parkachtige omgeving. Tevens willen zij betrokken worden bij het maken van de plannen. e Inde visie wordt gesproken over een zichtlijn van Oostpoort richting het station. Hoe wil de gemeente dit realiseren? De heer Van den Busken licht toe dat mogelijk een aantal gebouwen gesloopt moeten worden om die zichtlijn te realiseren. Bewoners geven aan in dat geval in opstand te komen. Zij zijn geen voorstander van sloop ten behoeve van een zichtlijn. Waar moeten de huidige bewoners dan wonen? e Volgens een bewoonster wordt in de visie weinig aandacht besteed aan geluidsoverlast in de wijk. Tussen de sporen is het station een klankkast en door de verdichting is de geluidsoverlast alleen maar toegenomen. Bewoners hebben dit aspect in het verleden al benoemd als aandachtspunt. In de wijk is weinig groen en de bewoners van Tuinwijck kijken aan tegen de rug van Oostpoort. In het masterplan wordt alles weggevaagd en zou gesloopt worden ten behoeve van een zichtlijn. Wanneer het plein autovrij wordt gemaakt, dan neemt het verkeer in de wijk juist toe. De heer Van den Busken erkent dat het geluid vanaf het spoor erg aanwezig is. Bebouwing kan ingezet worden om het geluid tegen te gaan, maar aan de andere kant moet ook worden voorkomen dat het gebouw juist als een klankkast gaat werken. Tijdens de herinrichting kan rekening worden gehouden met geluidsbepalende factoren. In de haalbaarheidsstudie bekijkt de gemeente hoe deze ingezet kunnen worden en groen, bebouwing of geluidswal zijn maatregelen die getroffen kunnen worden. Het geluid van het spoor is gebonden aan nationale wetgeving en aan die normen wordt momenteel voldaan. In de verdere uitwerking wordt op allerlei manieren rekening gehouden met geluid(soverlast). Het autovrij maken van het plein neemt de gemeente mee in de verdere uitwerking. Wellicht wordt er een parkeergarage gebouwd die vanaf de Polderweg bereikbaar is. e Een bewoner mist de inbreng van IJmere, terwijl hun belangen in dit gebied worden genoemd. Hij is niet tevreden over het onderhoud van IJmere en meent dat de woningen verpauperen. De gebiedsregisseur van IJmere is aanwezig als toehoorder, om kennis te nemen van de visie van de gemeente. IJmere zelf is bezig met het uitwerken van scenario's op hoofdlijnen voor de woningen in het gebied. Momenteel kan nog geen helderheid gegeven over de plannen zelf, maar IJmere is hierover ook in gesprek met de bewonerscommissie. Wanneer er meer duidelijkheid is, zal IJmere waarschijnlijk wel bewonersavonden organiseren. e Een bewoonster is tegen verdichten en sloop nieuwbouw en vreest dat er een flat in Tuinwijck gebouwd gaat worden. Waar moeten de huidige bewoners gaan wonen als hun huis wordt gesloopt? Zijn zij niet belangrijk en de nieuwe bewoners wel? De heer Van den Busken verduidelijkt dat de gemeente een verdichtingsopgave heeft. Amsterdam zoekt nieuwe woningbouwlocaties en Tuinwijck kan daar een van zijn, omdat het op een knooppunt ligt. Volgens beleid van de gemeente wordt rond een knooppunt verdicht. e Een bewoonster meent dat de inbreng van de huidige bewoners wordt genegeerd. Deze mensen wonen in het gebied en lopen ook van en naar het station. Het gaat niet alleen om de forenzen. Het belang van de huidige bewoners dient in de plannen meegenomen te worden. Houd rekening met de bestaande woningen, anders maakt men de stad kapot. Mevrouw Van Engelen geeft aan dat meerdere keren met de bewoners is gesproken. De gemeente wil open en transparant met de bewoners blijven communiceren en is zich ervan bewust dat sprake kan zijn van verbetering wat betreft een aantal zaken. De gemeente kijkt goed naar de waardevolle bestaande elementen en neemt deze mee in de visie. Wat betreft de woningen in het gebied, is de gemeente bij het realiseren van haar ambitie ook afhankelijk van de eigenaren van de woningen. De gemeente hoopt bij de bewoners de indruk achter te laten dat hun input wordt meegenomen richting het bestuur en het besluitvormingsproces. Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 3 van 5 e Het gebied wordt zo vol gebouwd, dat een bewoonster zich afvraagt waarom nog gesproken wordt over groen. Daar is geen plek meer voor. In dat drukke gebied is zeker geen plek voor een school. Natuur is de basis voor een school en de kinderen, daarom pleit spreekster voor meer groen in de wijk. e Een bewoonster pleit ervoor om te streven naar een gegarandeerde terugkeer van de huidige bewoners. Zij moeten in dit gebied kunnen blijven wonen. Ook hier hebben de eigenaren de gebouwen een taak, aldus de heer Van den Busken. Wanneer evenveel of meer woningen worden teruggebouwd, dan kunnen de bewoners inderdaad terugkeren. De vraag is of alle bewoners daadwerkelijk willen terugkeren. IJmere heeft de verantwoordelijkheid over eventuele terugkeer van bewoners. e Realiseert de gemeente zich dat bij de sanering van de Westergasfabriek de vervuilde grond in Tuinwijck niet is meegenomen? Verder kan de gemeente een (woon)wensenpakket meegeven aan IJmere. De heer Van den Busken legt uit dat grondonderzoek wordt verricht of geactualiseerd wordt op het moment dat er bouwplannen zijn. Mocht sprake zijn van verontreiniging, dan zal de grond gesaneerd worden. De plannen van IJmere zijn (nog) niet bekend bij de gemeente. e Een bewoonster van Oostpoort betreurt dat mensen zich negatief uitlaten over Oostpoort. Zij is getogen en geboren in de omgeving en is teruggekomen om met veel plezier in de wijk te wonen. 5. Tafel: vragen en opmerkingen e Mevrouw woont aan de Polderweg en zal zeker gaan protesteren tegen plannen om de ontsluiting van een parkeergarage via deze weg te laten lopen. Toen zij in Oostpoort ging wonen was beloofd dat de Polderweg een rustige straat zou blijven. Spreekster wil de rust in de straat behouden, zeker omdat de stad al zo hectisch is. Zij pleit voor meer groen in Oostpark. e Het Muiderpoortstation is niet zo druk als wordt geschetst. In het verleden stopten er meer treinen dan nu het geval is. Spreekster vraagt zich af waar de reizigers vandaan komen. Zij verwacht niet dat bewoners van Zeeburg via Muiderpoort zullen gaan reizen, eerder via IJburg. e Wat gebeurt er met het herdenkingsmonument op het plein? De heer Van den Busken legt uit dat voor het moment een goede plek moet worden gezocht. Hierover moet de gemeente overleggen met de stichting die zorgdraagt voor het monument. e Bewoners steunen het voorstel om een stationsuitgang te maken bij de Linneausstraat, zeker omdat veel reizigers die richting als eindbestemming hebben. De heer Van den Busken licht toe dat de NS en ProRail verantwoordelijk zijn voor de stationsuitgangen. In de visie wil men het uitstappen centraal regelen en de sociale controle is daarbij een groot aandachtspunt. e Een bewoonster pleit voor echt gras onder speeltoestellen en geen kunstgras. Gras is goed voor afwatering, insecten en kinderen kunnen in een natuurlijke omgeving spelen. e In het plan is veel groen opgenomen en daarom wenst een bewoner dat er vooral inheemse beplanting wordt neergezet. Dit trekt namelijk ook veel insecten aan. Verder heeft hij het gevoel dat het gebied onder druk komt te staan, omdat de grond veel waard is. Spreker is geen voorstander van verdichten, omdat Tuinwijck een oase van groen is waar rust en ruimte aanwezig zijn. e In Oostpoort missen de bewoners het groen en daarom plaatsen zij plantenbakken, aldus een bewoner. Daarom zijn zij juist blij met het groen in Tuinwijck. De heer Van den Busken merkt op dat binnen de stedenbouw de aanwezigheid van groen actueler is geworden. Wanneer hoogbouw wordt gepleegd, kan elders in de wijk groen komen te staan. In antwoord op een vraag van een bewoner geeft de heer Van den Busken aan dat in het gebied sprake is van een verdichting van maximaal 700 woningen. e Een bewoonster vindt de huidige woningen relatief ruim. Wanneer zij na eventuele nieuwbouw terugkeert, zal dat een kleinere woning zijn. Voor een grotere woning moet zij meer huur betalen en daardoor kunnen Amsterdammers niet terugkeren naar de plek waar zij nu wonen. Mevrouw meent dat de nieuwe woningen gebouwd worden voor expats. Momenteel wonen alle culturen in Tuinwijck in goede harmonie in een groene wijk samen. Dat is uniek aan deze wijk en spreekster meent dat dit niet mag verdwijnen. Die saamhorigheid komt nooit meer terug. e Een andere bewoonster vreest dat in de wijk alleen maar koopwoningen terug zullen komen. Die zijn voor de huidige bewoners niet betaalbaar. De druk op Tuinwijck is groot en dat betekent een stijging in de huren. Spreekster verwacht niet dat er sociale huurwoningen terugkomen. e Volgens een bewoner is sprake van een enorm hitte eiland in het gebied en Tuinwijck is daarin het meest groene stukje. Dat moet standhouden. De gemeente zegt ecologie belangrijk te vinden en moet de daad bij het woord voegen. De beplanting in Oostpark is exotische soorten en die bomen groeien niet groot. De bewoners hebben al eerder aangegeven dat Tuinwijck qua groen en water goed moet aansluiten bij inheemse beplanting. Zij hebben het gevoel dat de gemeente Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 4 van 5 niet luistert, want in Oost is langs een groenzone parkeren met vuilcontainers gerealiseerd. In een speeltuin moet een natuurlijke ondergrond en geen kunstgras worden gebruikt. Wellicht is het mogelijk om de groenzone ten koste van het fietspad te verbreden. e Een bewoonster adviseert om goed na te denken over de route door en richting Watergraafsmeer. De veilig naar school route is ook een belangrijk aandachtspunt. e Bewoners van Tuinwijck hebben input geleverd bij de plannen voor Oostpoort en hebben niet het idee dat de gemeente daar naar heeft geluisterd. e Wat betreft het monument voor de joden merkt een bewoner op dat in de onderdoorgang momenteel kindertekeningen hangen. Volgens hem kunnen er ook foto's neergehangen worden die betrekking hebben op de gebeurtenissen in het verleden. Verder is het ook mogelijk om een herdenkingsmuur te maken langs het spoor. Dit is al eerder geopperd, maar niet uitgevoerd. 6. Sluiting Frank Ratelband bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de bijeenkomst om 21.00 uur. Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 5 van 5
Schriftelijke Vraag
5
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1751 Publicatiedatum 6 januari 2017 Ingekomen onder AP Ingekomen op woensdag 21 december 2016 Behandeld op woensdag 21 december 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake het Stedelijk kader Buitenreclame (spectaculars minder vaak). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Stedelijk kader Buitenreclame (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1589). Constaterende dat: — hetstedelijk kader buitenreclame de concessiehouder van Abri-reclame op enkele locaties toestaat 4 keer per kwartaal een special of spectacular te plaatsen; — dit inhoudt dat bijna de gehele abri omgebouwd kan worden tot één grote reclame-uiting. Overwegende dat: — populaire locaties om dit te doen ook de drukste plekken van de stad zijn, zoals het Leidseplein; — abri's hierdoor minder herkenbaar zijn als OV-wachtruimte; — abri's minder transparant worden en het geheel bijdraagt aan (visuele) drukte en als hinderlijk wordt ervaren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het aantal spectaculars per locatie terug te brengen naar 1 keer per kwartaal. Het lid van de gemeenteraad Z.D. Ernsting 4
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 456 Datum akkoord 6 juni 2017 Publicatiedatum 7 juni 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boomsma en Torn van 7 april 2017 inzake de toename van graffiti in het openbaar vervoer en het voorkomen en bestrijden daarvan. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Zaterdag 5 februari’ 2017 berichtte NRC Handelsblad over de grote toename van graffiti in Amsterdam bij metrostellen van de Gemeentevervoerbedrijf (GVB). In twee jaar tijd steeg het aantal bespoten vierkante meters met 50 procent: van 6000 mé in 2014 naar 9000 m° in 2016. Graffiti in het openbaar vervoer (OV) geeft een verloederd, vies en onveilig beeld. De inzet is om graffiti zo snel mogelijk te verwijderen, maar toch rijden geregeld met graffiti vervuilde voertuigen door de stad. Het schoonmaken kost ongeveer 100 euro per vierkante meter. De kosten daarvan bedroegen vorig jaar 900.000 euro. Daarnaast leidt het bekladden van de voertuigen tot tijdsverlies, extra rangeren, extra overhead, administratieve lasten om melding te doen van de bekladding, enzovoort, en vormt de schoonmaak een belasting van het milieu. De graffitispuiters opereren veelal in bendes van soms wel 15 man. Ze delen informatie met elkaar over gaten in de roosters van de beveiliging, om gaten in de hekken te knippen, en gezamenlijk zo snel mogelijk de verf aan te brengen, om de kans om betrapt en aangehouden te worden te beperken.” Zij maken daarbij ook gebruik van social media. Sommigen posten foto’s van hun ‘tags’ op internet, en delen die op sociale media, waaronder Instagram. Daarbij zou zelfs sprake zijn van een soort puntenstelsel, waarbij punten worden uitgedeeld aan wie bepaalde objecten bespuit. Op 24 maart 2017 zijn de fracties van het CDA en de VVD zijn op werkbezoek gegaan bij het GVB om dit onderwerp nader te bespreken. Uit deze gesprekken bleek onder andere dat niet alleen de overlast toeneemt, maar ook de methodes van de graffitispuiters om bij de metrostellen van het GVB te komen steeds brutaler en gevaarlijker worden. Zo hebben graffitispuiters zelfs fietsen op de rails gegooid en wisselstoringen veroorzaakt om doorrijden onmogelijk te maken. Ook zijn er beveiligingscamera’s vernield, is er met stenen gegooid naar bewaking en zijn er metrobestuurders bedreigd. Het aantal gemelde graffiti-incidenten is vooral hoog op die plaatsen waar de voertuigen staan opgesteld, bij Amstel, en op de Lijnwerkplaats. ' https://www.nre.nl/nieuws/2017/02/05/metrostellen-forse-toename-van-graffiti-in-amsterdam-en-rotterdam- 6306457-a1544642 2 https://www.nre.nl/nieuws/2017/02/05/hier-mogen-spuiten-dat-moet-je-verdienen-6563798-a1544596 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 Overigens wordt niet alleen op de voertuigen gespoten, maar ook op trappen, muren etc. De fracties van CDA en VVD vinden dat het tijd is om deze ernstige vorm van vandalisme, die de gemeenschap op hoge kosten jaagt en leidt tot ernstige veiligheidsrisico’s, een halt toe te roepen. De structurele graffitioverlast vreet capaciteit van het GVB. Deze energie kunnen zij beter besteden aan het optimaliseren van hun dienstverlening. Gezien het vorenstaande hebben de leden Boomsma en Torn, respectievelijk namens de fracties van het CDA en de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van de toename van graffiti-vervuiling bij de GVB? Kan het college de toename verklaren? Is een vergelijkbare toename te zien bij andere vervoersbedrijven, bijvoorbeeld in Rotterdam en Den Haag? Kan het college aangeven hoeveel deze vorm van vandalisme het GVB/ de gemeente de afgelopen vijf jaar per jaar heeft gekost? Antwoord: Het college heeft ook kennisgenomen van het artikel in NRC Handelsblad. Het college kan de toename niet direct verklaren; ook andere stadsvervoerders (HTM en RET) en NS hebben last van toegenomen graffiti. GVB kan alleen een schatting van de kosten voor verwijdering van graffiti geven als onderdeel is van de totale schoonmaakkosten (dit kan niet precies worden toegerekend aan verwijdering graffiti): 2012: € 255.000 2013: € 380.000 2014: € 390.000 2015: € 560.000 2016: € 720.000 2. Hoeveel graffiti-incidenten zijn er de afgelopen jaren geweest bij het GVB? Graag aangeven hoe vaak graffitispuiters zijn gesignaleerd, hoe vaak zij vervolgens ook zijn geslaagd in hun opzet, en hoe vaak ze vervolgens zijn aangehouden. Antwoord: In 2015 zijn er 287 graffiti-incidenten voorgevallen (8523,75 m°), waarbij er bij 8 gevallen daders zijn aangehouden. In 2016 zijn er 373 graffiti-incidenten geweest (10799,50 m°), waarbij er bij 7 gevallen daders zijn aangehouden. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 3. Uit welk budget worden de schoonmaakkosten betaald? Klopt het dat hier gemeenschapsgeld voor gebruikt wordt? Antwoord: De schoonmaakkosten worden betaald uit het algemene schoonmaakbudget voor (voornamelijk) de metrovoertuigen van GVB. Dit komt uit exploitatiesubsidie van Vervoerregio Amsterdam (gemeenschapsgeld) en opbrengsten kaartverkoop. 4. Heeft graffiti-bekladding de afgelopen vijf jaar geleid tot vertraging in het OV? Zo ja, hoe vaak en hoeveel? Antwoord: Over de afgelopen vijf jaar heeft de graffiti-problematiek 62 keer tot vertragingen of uitval geleid. Dit gaat om gevallen waar de veiligheid rechtstreeks in het geding is, waarbij de graffitispuiters ook aan andere vormen van vernieling deden zoals het gooien van fietsen in het spoor of wanneer er kwetsende tags zijn gespoten, of wanneer de ramen volledig zijn dichtgespoten zodat onze reizigers niet meer naar buiten kunnen kijken. De omvang van de huidige vloot metrovoertuigen staat niet toe om bespoten voertuigen, mits veilig, uit de exploitatie te halen. Het kunnen vervoeren van reizigers staat voorop. 5. Hoe vaak is de afgelopen vijf jaar een graffitispuiter aangehouden, en hoeveel zijn er ook daadwerkelijk veroordeeld en bestraft? Antwoord: Gezien de toegenomen problematiek zijn cijfers van GVB alleen beschikbaar van 2015 en 2016, zie daarvoor het antwoord op vraag 1 en 2. Buiten de heterdaad situatie krijgt GVB ook veel graffitischade aangeleverd van schoonmaakbedrijf ISS die de aangebrachte graffiti zo snel mogelijk weer verwijdert. Van de aangeleverde graffitischade maakt OVzorg een proces-verbaal en een schaderapport op van bevindingen - inclusief foto’s - en doet dan via internet aangifte, of alleen een registratie indien de tag onder de m2 is. Van elk geval wordt een dossier gemaakt en deze worden in een algehele registratielijst verwerkt. Deze lijst bevat het aantal gespoten m2 en het schadebedrag ook wordt dit per type voertuig berekend (CAF, sneltram en M5). 6. Hoe vaak is geprobeerd schade te verhalen op de daders, en hoe vaak is dat gelukt? Welke bedragen zijn daarbij verhaald”? Antwoord: In 2015 hebben er 8 aanhoudingen plaatsgevonden, waarvan 5 zaken nog open staan. In geen enkel geval zijn de kosten verhaald. In 2016 waren er 7 aanhoudingen, waarvan er 5 daders zijn veroordeeld en GVB nog bij 4 van de gevallen wacht op een volledige betaling. Het gaat om de onderstaande bedragen: 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam Neng ae Gemeenteblad R Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 EE bedrag inmiddels betaald. mogelijkheid op claim. mogelijkheid op claim. mogelijkheid op claim. mogelijkheid op claim. onbekend. Wordt vervolgd. 7. Is ook sprake van minderjarige daders? Zo ja, worden de ouders betrokken bij het handhavingstraject? Is er sprake van een Halt-aanpak toegespitst op graffitivandalisme? Antwoord: GVB ziet tussen de heterdaad-gevallen geen minderjarige daders. De leeftijden zijn veelal tussen de 18 en 35 jaar. Sommigen studeren nog of hebben een baan. 8. Is het college op de hoogte van het bestaan van deze graffiti-spuitende bendes? Zijn deze ook actief in Amsterdam? Uit hoeveel mensen bestaan deze groepen? Is er bij de politie aandacht voor deze groepen, en op welke manieren probeert de politie, in samenwerking met het GVB, het vandalisme van deze bendes te bestrijden en de daders te bestraffen? Antwoord: Het college heeft geen informatie over graffiti-spuitende bendes in Amsterdam. De aanpak bij een melding over aanwezigheid van personen op de emplacementen en in het spoor is als volgt: de beveiliging van de loge in Diemen geeft dit door aan de CAB (schakelwacht GVB). De CAB beslist of hij de politie en/of OVzorg (GVB) er naar toe stuurt. Als de politie en OVzorg ter plaatse zijn aangekomen, dan doet de politie de eventuele aanhouding(en) en OVzorg maakte foto's van de schade, maakt rapport op en doet meteen (binnen 6 uur) aangifte van openlijke geweldpleging met meerdere personen c.q. vernieling. 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng ae Gemeenteblad Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 9. In hoeverre voldoen graffitibendes aan de juridische definitie van een criminele organisatie? Is het college bereid om te kijken naar de mogelijkheid om deelname aan een criminele organisatie als strafbaar feit mee te nemen in de bestrijding van graffitispuiters? Antwoord: Het begrip criminele organisatie kennen we uit artikel 140 Wetboek van Strafrecht: om lidmaatschap aan een criminele organisatie te kunnen aantonen is er nodig a) een organisatie en b) het oogmerk hebben tot het plegen van misdrijven. In het algemeen gebruikt het Openbaar Ministerie dit artikel als er sprake is van zware georganiseerde criminaliteit (drugshandel, mensenhandel, afpersingen). In de jurisprudentie worden er zowel eisen gesteld aan wanneer er sprake is van een organisatie en wanneer er sprake is van het oogmerk. De kans dat het OM zal meewerken om graffitispuiters te bestempelen als criminele organisatie acht het college zo goed als nihil, ook gelet op de stand van jurisprudentie en de houding van rechtbanken hierin. Een dergelijk artikel — dat geschreven is om zware criminaliteit te bestrijden — is niet geschikt om graffitispuiters te bestrijden, los van de vraag of ze überhaupt voldoen aan de juridische omschrijving. 10. Wordt, om daders op te sporen, ook gebruik gemaakt van de foto's die de daders zelf op internet en sociale media zetten? Liggen hier extra kansen voor de opsporing? Graag een toelichting. Antwoord: GVB volgt de graffiteurs op internet en sociale media. Hieruit probeert GVB extra informatie te halen die eventueel kan helpen bij opsporing. Tot op heden is dit nog niet gelukt. Desalniettemin ziet GVB zeker kansen om de beweegredenen, maar ook de routes die de graffiteurs afleggen, te achterhalen om zo de pakkans te vergroten. 11. Hoe vaak zijn onveilige situaties gecreëerd door graffitspuiters, bijvoorbeeld om bij metrostellen te komen? Graag een toelichting. In hoeverre is de veiligheid van GVB-medewerkers in het geding geweest? Antwoord: Deze situaties zijn meerdere malen voorgekomen. Deuren van de metrovoertuigen worden gesaboteerd, fietsen worden veelvuldig in het spoor gegooid, bestuurders worden verbaal bedreigd, de stopseinen worden op rood gezet etc. Exacte aantallen hoe vaak zich deze onveilige situaties hebben voorgedaan, zijn niet aanwezig, omdat deze niet altijd direct gelinkt kunnen worden aan de graffiteurs. Wel zien we dat de mate van preventief optreden kan zorgen voor meer onveilige situaties (de graffiteurs kunnen dan agressief worden). 5 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng ae Gemeenteblad Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 12. Wat is de stand van zaken ten aanzien van de inrichting van een database voor graffititags? Is een dergelijke database nu operatief? Worden graffiti-uitingen daar nu structureel aan toegevoegd? Bevat die database gegevens van graffiti- tags van het GVB, of ook van andere vervoersbedrijven en gemeenten? Wordt van deze database gebruikgemaakt om beter schade te kunnen verhalen? Antwoord: Momenteel bewaart GVB de graffiti-tags in een eigen omgeving. Alle graffiti- uitingen, van alleen GVB, worden hier toegevoegd met een speciale code (naam van de tag). Hier wordt gebruik van gemaakt om bij een aanhouding ook de kosten van eerder gemaakte schade door die persoon te kunnen verhalen. 13. Sommige graffitispuiters zijn ‘toeristen’ afkomstig uit andere delen van de wereld dan Nederland. Wordt ter bestrijding van deze bendes ook internationaal samengewerkt? Antwoord: Nee. 14. Graffitispuiters willen graag dat metrostellen met de door hen aangebrachte bekladding rondrijden, zodat hun tags zichtbaar zijn. Daarom is het zaak om die zo snel mogelijk te verwijderen. Zijn er mogelijkheden om het proces van verwijdering te versnellen? Zo ja, welke? En zou dat extra investeringen vergen? Zo ja, welke? Antwoord: Het ontmoedigen van de graffiteurs vraagt om snelle verwijdering van de graffiti. Aangezien de stroomvoorziening voor de metro's zich op de grond bevindt, is het onmogelijk de metrovoertuigen overal te kunnen schoonmaken. Hiervoor zijn twee wasstraten ingericht. Om toch de graffiti snel te kunnen verwijderen heeft GVB een proef gestart met graffiti-folie. Deze folie maakt het mogelijk de graffiti (afhankelijk van de grootte van de tag) binnen een paar minuten te verwijderen. ledere trein ieder jaar van deze nieuwe folie voorzien kost 28 x € 5.000 = € 140.000 per jaar. Daar bovenop komt nog het ouderhoud en beheer van deze folie. 15. Is er een aanspreekpunt bij de gemeente waar de GVB en andere bedrijven terecht kunnen voor graffiti-vervuiling? Antwoord: De gemeente heeft geen aanspreekpunt; graffitibestrijding is momenteel geen prioriteit. Ook de politie heeft geen aanspreekpunt, maar wel een informatie specialist die de informatie samenbrengt vanuit GVB en NS. Verder zijn er afspraken tussen GVB en politie dat GVB heterdaadgevallen bij 112 meldt, zodat beide in een gecombineerde surveillance kunnen optreden. Zie verder de antwoorden onder vraag 17 en 18. 6 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng ae Gemeenteblad Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 16. Niet alleen het GVB, maar ook bijvoorbeeld de NS en de RET hebben te maken met graffiti. Wordt er door de gemeente informatie uitgewisseld en samengewerkt met deze instanties? Zo ja, worden de beste werkwijzen van hen overgenomen in Amsterdam? Zo nee, is het college bereid dit te doen? Antwoord: GVB onderhoudt incidenteel contacten met NS en RET over de overlast van graffiti. Ontwikkelingen op het gebied van preventie, registratie en schoonmaak worden zo gedeeld. Dit gebeurt ook met betrokken partijen in de schoonmaakindustrie. 17. Wat kunnen gemeente/GVB doen om de kans op het in de kraag vatten van een graffiti-vandalist te vergroten? Specifiek op de rangeerterreinen: welke mogelijkheden zijn er om het moeilijker te maken voor graffitispuiters om zich toegang te verschaffen tot het terrein, dan wel om het terrein bij betrapping te ontvluchten? Antwoord: Binnen het domein openbaar vervoer zoeken twee medewerkers van GVB actief naar filmpjes op internet en social media (Facebook, Instagram) op het gebied van graffiti. Het bekladden van GVB voertuigen vindt voornamelijk plaats rondom de standplaats bij Spaklerweg en Gaasperplas. GVB doet (online) aangifte van vernieling in vorm van graffiti aan de buitenkant van het voertuig indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 1m2. Bij graffiti onder 1m2 wordt geen aangifte gedaan. Hetzelfde geldt voor graffiti binnen in het voertuig. De aangifte wordt gedaan met het oogpunt om de schade te verhalen op de overtreders. In het geval door de afdeling cameratoezicht van GVB bekladding wordt waargenomen dan wordt geschakeld met de meldkamer van de politie om het kijken het VOV is de buurt is. Het VOV is met enige regelmaat te laat ter plaatse, omdat zij op dat moment elders werkzaam is. Binnen het wekelijkse inzetoverleg van het VOV wordt wel een analyse van op basis van alle beschikbare gegevens (ook die van vervoerders) van de problematiek in het openbaar vervoer gemaakt. Graffiti is één van de thema’s die nader wordt bekeken. Bij de politie heeft opbouwen van zaken met betrekking tot graffiti op dit moment geen hoge prioriteit tenzij het gaat om een heterdaadsituatie. Wel worden de aangiften die betrekking hebben op graffiti in het openbaar vervoer gebundeld en in een email map opgeslagen. Daarnaast worden de foto's van gezochte graffitispuiters af en toe in de briefing getoond. 18. Deelt het college de opvatting van de fracties van CDA en VVD dat het hoog tijd is om een actieplan graffitibestrijding op te stellen, met daarin een stevige inzet op het beveiligen van de rangeerterreinen en toestellen, het ontmoedigen van de spuiters, het vergroten van de pakkans en het verhalen van de schade, zo mogelijk met inzet van de database, en het zo goed en snel mogelijk verwijderen van de bekladding? Is het college bereid om, in samenwerking met het GVB, een dergelijk actieplan op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraad? Antwoord: Het initiatief voor een actieplan graffitibestrijding in het OV ligt bij GVB en eventueel overige vervoerders. B&W staat positief ten opzichte van een dergelijk actieplan, waarvan zal moeten blijken of dit aan de raad dient te worden 7 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017 voorgelegd. Voor nu blijft de aanpak gelegen in de huidige maatregelen, zoals beveiliging opstelterreinen, snel werken om aangebrachte graffiti te verwijderen om zo uitval van materieel zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te verminderen. 19. Deelt het college het standpunt van het CDA en de VVD dat dit geen kunst is maar juist verloedering van de aanblik van de stad? Antwoord: Ja. 20. Het bekladden van metrostellen en het daaropvolgende schoonmaken van metrostellen kan gepaard gaan met milieuschade. Hoe het beoordeelt het college dit in relatie tot de ambitie de stad zo schoon mogelijk en zo min vervuilend mogelijk te houden? Antwoord: Bij het schoonmaken worden middelen toegepast die zo min mogelijk milieubelastend zijn. Het benodigde gebruik van water kan wel als verspilling worden bestempeld. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 8
Schriftelijke Vraag
8
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 395 Publicatiedatum 12 juli 2013 Ingekomen op 3 juli 2013 Ingekomen onder E Behandeld op 4 juli 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Kadernota 2014 (subsidies voorzien van SMART-criteria). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300); Constaterende dat: — de gemeente Amsterdam jaarlijks honderden miljoenen aan subsidies uitkeert; (centrale stad en stadsdelen); — de hoogte van het bedrag dat als subsidie wordt verstrekt moeilijk is te beoordelen wanneer specifieke doelen met betrekking tot de besteding ontbreken; — _ belangrijk is bij subsidie dat de beoogde doelstelling wordt bereikt; Overwegende dat: — _SMART(ER)-criteria (Specific, measurable, attainable, relevant and time-bound — evaluate en reevaluate) functioneel zijn in het vergroten van de transparantie van subsidiegelden; — het SMART-beschrijven van doelen de subsidieontvanger helpt om realistische en meetbare doelen te bereiken en de gemeenteraad meer inzicht geeft over de besteding; — toekenning en de hoogte van subsidies gebaseerd is op de bijdrage aan de doelstelling, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in de begroting voor 2014 per subsidiedoel SMART-doelstellingen op te nemen zodat toewijzing en effectiviteit per subsidie doelgebied kunnen worden bepaald en gemonitord. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 december 2022 Portefeuille(s) Bedrijfsvoering en Duurzaamheid Portefeuillehouder(s): Van Buren en Pels Behandeld door Facilitair Bureau Onderwerp Beantwoording motie 307 van het lid Krom inzake plantaardige keuze mogelijk maken Geachte leden van de gemeenteraad, Op 14 september 2022 nam uw raad motie 307 aan van het lid Krom (TA2022-000789). Daarin verzoekt lid Krom het college “de keuze voor plantaardig binnen de gemeentelijke organisatie mogelijk te maken, door te zorgen dat minstens de helft van de voedsel- en drankopties, die aangeboden worden in gemeentelijke gebouwen, volledig plantaardig is”, Hierover informeer ik u als volgt. De doelstelling in het huidige cateringcontract is 100% duurzame catering aan te bieden, waarbij de afspraak is dat de focus voor lunches en banqueting op vegetarisch ligt, conform het huidige beleid van de gemeente Amsterdam. In de bedrijfsrestaurants is altijd een plantaardige optie voor melk en boter aanwezig. Ook werken we samen met de cateringleverancier mee aan een onderzoek van het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions en Wageningen University & Research naar een eiwitmonitor om zo ons plantaardig aanbod te vergroten. De eiwitmonitor draagt bij aan het inzichtelijk maken van de verhouding dierlijke en plantaardige eiwitten in de catering. Ook volgen er vanuit het Eiwitmonitor-onderzoek adviezen voor ‘interventies’ waardoor het aandeel plantaardige eiwitten stijgt, en aandeel dierlijke eiwitten daalt. Op basis van de motie van raadslid Krom breidt de gemeente Amsterdam, in samenwerking met de cateraar, de plantaardige opties in zowel de restaurants als bij banqueting verder uit, waarbij de doelstelling een plantaardig aanbod van 50% is. Het huidige catering contract loopt tot 31 oktober 2026. Daarna wordt er een nieuwe overeenkomst afgesloten waarbij een plantaardig aanbod van minimaal 50% het vitgangspunt is. Op de cateringlocaties verschilt de vraag naar plantaardige producten. In ons aanbod houden we rekening met een balans tussen vraag en aanbod. Tegelijkertijd stimuleren wij de overgang naar meer plantaardig aanbod. Daarom investeren wij de komende tijd in kennis, gedrag en communicatie, met als doel medewerkers te verleiden tot het maken van nieuwe keuzes. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 december 2022 Pagina 2 van 2 In het kader van deze motie loopt in drie panden een pilot met plantaardige melk in de koffie machines. Bij een succesvol verloop breiden we het aanbod van plantaardige melk binnen de gemeente vit naar zoveel mogelijk panden, binnen de looptijd van het huidige contract met de leverancier van de koffiemachines, tot mei 2024. Bij de nieuwe aanbestedingen nemen wij de plantaardige opties als eis mee in het standaard aanbod. Ik hoop u hiermee te hebben geïnformeerd en beschouw de motie 307 hiermee als afgedaan. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Hester van Buren Wethouder Bedrijfsvoering Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Motie
2
train
2 gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 16 november 2021 Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen Portefeuillehouder(s): Wethouder Wedemeijer Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, Bestuurlijke. Zaken. [email protected] Onderwerp Afdoening motie 647 van het lid A.L. Bakker van de Partij voor de Dieren inzake het Kader Hondenlosloopgebieden (ecologische adviezen) Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 15-09-2021 heeft uw raad bij de behandeling van het ‘Kader Hondenlosloopgebieden! motie (647) van raadslid A.L. Bakker van de Partij voor de Dieren aangenomen waarin het college gevraagd wordt om er zorg voor te dragen dat er altijd openbaarheid wordt gegeven van de adviezen van de betrokken stadsecoloog bij het aanwijzen of evalveren van een hondenlosloopgebied. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: Het (mogelijk) aanwijzen van nieuwe hondenlosloopgebieden en het doen van grote aanpassingen aan de inrichting doen we in overleg met omwonenden en gebruikers van het gebied. In de voorbereiding van plannen communiceren we ook het advies van de stadsecoloog. Daarnaast wordt het advies van de stadsecoloog voortaan opgenomen in (de onderbouwing bij) het besluit van de DB's van de stadsdelen bij het aanwijzen van een hondenlosloopgebied. De besluiten van het DB omtrent hondenlosloopgebieden worden standaard openbaar. De achterliggende stukken, zoals het advies van de ecoloog, kunnen opgevraagd worden. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, J.J. Wedemeijer Wethouder Openbare Ruimte en Groen
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1649 Ingekomen op 15 oktober 2019 Ingekomen in raadscommissie WIO Te behandelen op 6/7 november 2019 Onderwerp Motie van de leden Rooderkerk en Flentge inzake de Begroting 2020 (Toezicht- of visitatiestructuur voor weekendscholen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2020. Overwegende dat: — uit onderzoek van NRG en Nieuwsuur blijkt dat antidemocratisch onderwijs gegeven wordt op salafistische moskeescholen; — de vrijheid van godsdienst en onderwijs een groot goed is, maar niet mag worden gebruikt om onze democratische vrijheden met voeten te treden; Constaterende dat: — er volgens het onderzoek in Amsterdam 9 salafistische moskeescholen zijn. — zijn er diverse religieuze weekendscholen in Amsterdam zonder toezichtstructuur:; — de weekendscholen geen onderdeel uitmaken van het reguliere onderwijs, maar een vorm zijn van informeel onderwijs en de Inspectie van het Onderwijs geen toezichthoudende rol heeft bij informele scholing zoals weekendscholen; — de regering op verzoek van de Kamer onderzoek doet naar de weekendscholen en bekijkt of en hoe er een vorm van toezicht mogelijk is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Een toezicht- of visitatiestructuur uit te werken voor deze weekendscholen, met het oogmerk expertise te bieden en daarnaast waar nodig te borgen dat het onderwijs op de scholen niet strijdig is met de kerndoelen van het Nederlandse onderwijs. De leden van de gemeenteraad | Rooderkerk E.A. Flentge 4
Motie
1
discard
> < Gemeente Amsterdam > 4 Oost Agenda Aan de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost Vergadering dinsdag 10 mei 2016 20.45-22.30 UUr Stadsloket Oost, Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal Voorzitter Ivar Manuel Secretaris wnd. Kees Rozemeijer Onderwerp Voorbereidend AB Tijden bij benadering Algemeen 1. Opening 20.45 2. Mededelingen 3. Vaststellen van de agenda Inhoudelijk gedeelte: bespreekpunten 4. Adviesaanvraag Afvalplan (consulterend) 20.50 5. Uitwerking samenwerkingsafspraken corporaties IJburg/Zeeburgereiland (consulterend) 21.40 6. Vragenronde 7. Kijkop de Wijk 22.15 8. Sluiting 22.30 Parallelle sessies 1. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten verkooptraject PIOA en strategiebesluit 20.50 Weespertrekvaart Midden-Zuid 2. Bezoek directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam 21.40
Agenda
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 814 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder Al Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Capel, de heer Jager en de heer Piek inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0 (herinvesteren opbrengsten handhaving in handhaving). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2013 inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 745); Overwegende dat: — de grachten en de watercultuur één van de bekendste en meest aansprekende kenmerken van Amsterdam zijn; — vele Amsterdammers en bezoekers van de stad van de grachten willen genieten; — goede handhaving op het water van groot belang zijn om de drukte op de grachten in goede banen te leiden en te zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt en niet voor overlast zorgt; — de huidige handhaving van passagiervaart en pleziervaart op de Amsterdamse grachten nog niet genoeg slagkracht heeft qua capaciteit en in juridische zin om overtreders aan te pakken; — er naar schatting tussen de 200 en 300 boten illegaal op de Amsterdamse grachten varen met drukte op het water en overlast tot gevolg; — juist in de jaren 2014 en 2015 grote slagen gemaakt moeten worden in de aanpak van illegaal varen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om de komende jaren (een deel van) de opbrengsten die gegenereerd worden door handhaving in te zetten voor verdere versterking van de handhavingscapaciteit; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 814 Moti Datum _ 16oktober2013 “ote — _ hierover aan de raad te rapporteren en, indien mogelijk, dit in te voeren. De leden van de gemeenteraad, S.T. Capel G. Jager M.F.G. Piek 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1322 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Zwemlessen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Overwegende dat: — Door de coronacrisis er een grote wachtlijst is ontstaan voor zwemlessen voor kinderen; — Dit een onwenselijke situatie is, gezien het risico op verdrinkingen; — Bovendien zwemmen goed is voor de motorische ontwikkeling van kinderen; — Het in november 2020 zelfs bij diverse zwembaden niet mogelijk is kinderen op de wachtlijst te plaatsen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Prioriteit te geven aan het opstarten van zwemlessen zodra dit mogelijk is; 2. De zwembaden te vragen de wachtlijsten te heropenen omdat er anders geen inzicht is in de behoefte; 3. De wachtlijsten op zo kort mogelijke termijn weg te werken door het starten van extra zwemlessen; 4, Ditte financieren uit de gelden die gereserveerd zijn om het sporten bij 5 t/m 12- jarigen te bevorderen. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
Ik ben bewoner van de Noorderstraat, een smalle straat in het centrum van Amsterdam. Wij hebben erg veel (over)last van auto&apos;s die te hard door de straat rijden: vooral taxi&apos;s die snel naar het Mercure hotel willen of (vrachtjauto&apos;s die onze straat gebruiken als snelste doorsteekroute van de Reguliersgracht naar de Vijzelgracht. Ze rijden er door zonder te beseffen (en zonder te respecteren) dat dit een kleine woonbuurt is, vol met kinderen. Onze straat is een prachtig stukje Amsterdam. Het is net een dorp: veel kinderen en oudere mensen, we kennen en begroeten elkaar op straat. Er is ook een basisschool (en een creche) om de hoek waar veel kleine kinderen zelf naartoe fietsen. Elke ochtend is onze straat vol met families die hun kinderen aan het afleveren zijn. Het is ook echt een klein straatje: er is amper of geen plek om op de stoep te lopen en meestal moet je op straat lopen. En tussendoor komen de taxi&apos;s en het bouwverkeer er veel te snel doorheen rijden. Dit zorgt voor een zeer gevaarlijke situatie. Een paar maanden geleden is het hondje van een van mijn bejaarde buurvrouwen voor haar deur doodgereden door een taxi. Ik ben erg angstig als ik met mijn eigen kind en hond op straat loop, bang dat een taxi net de hoek om zal komen scheuren. In de straat achter ons (de Nieuwelooierstraat) zijn er 3 snelheids drempels verdeeld over een stukje straat die net zo lang is als onze stuk van de Noorderstraat. In de Noorderstraat hebben wij maar één drempel, en die is heel laag, niet eens een kleine heuveltje. Dit maakt het extra makkelijk om een hoge snelheid te bereiken als je de hoek van de Reguliersgracht om gaat om naar het hotel of de Vijzelgracht toe te gaan. Ik schrijf u om te informeren naar de mogelijkheden om iets aan deze (verkeers)situatie te doen. Kan ik bijvoorbeeld een onderzoek laten beginnen, of in ieder geval met iemand hierover praten? Alvast bedankt voor uw reactie. mm Bezoekadres x Gemeente Amsterdam Amstel 1 Ont kde Stadsdeel Centrum Postbus 202 x Sector openbare ruimte 1000 AE Amsterdam Afdeling dienstveriening Telefoon 14 020 x Fax 020 552 4433 Waw centrum.amsterdam.nl € Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 10 APR. 2012 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Jeroen Cornelissen Rechtstreekse nummer 06 55326975 Faxnummer 020 552 4333 Bijlage - Onderwerp raadsadres verkeersituatie Noorderstraat Geachte mevrouw OT Op 31 januari 2012 zond u een raadsadres aan stadsdeel Centrum waarin u aandacht vraagt voor de verkeerssituatie in de Noorderstraat. U stelt dat in deze woonstraat vaak hard wordt gereden door sluipverkeer dat een doorsteek wil maken naar de Vijzelgracht. Onze gebiedsbeheerder, mevrouw Spel, heeft de situatie terplekke bekeken en herkent het verkeersbeeld dat u in uw brief schetst, Desgevraagd geeft ook de buurtregisseur van politie aan dat ín deze straat regelmatig hard wordt gereden. We zullen daarom maatregelen gaan treffen; om de snelheid uit de straat te halen brengen we een extra verkeersdrempel aan. Dit doen we na de zomer omdat we de straat nu niet kunnen openleggen vanwege de aan- en afvoerroute van het bouwproject in de Noorderstraat. Wij verwachten hiermee de verkeersveiligheid in de Noorderstraat te verbeteren en hopen uw raadsadres naar tevredenheid te hebben afgehandeld. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de gebiedsbeheerder, Mevrouw J. Spel, telefoonnummer 06 28202145 of email: ispei@centrum amsterdam.nl Met vriendelijke groeten, Het dagelijks bestuur, 7 Í zl } Anneke Eürelings Jeanine van Pinxteren Secretaris Voorzitter Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. mmm
Raadsadres
2
train
eZ 02022 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D ersoneel en et Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, D tisering, G telijk Organisatie % Amsterdam versiert en Ant! Sms Ie eleld, emoere Senn, emeente) Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en % Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 13 oktober 2021 Ter kennisneming Portefeuille Personeel en Organisatie Agendapunt 4 Datum besluit 6 juli 2021 6 juli 2021 Onderwerp Afdoening toezegging brief aan de raad met scenario’s in relatie tot het streefcijfer externe inzet De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de scenario’s in relatie tot het streefcijfer externe inzet Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de raadscommissie KDD van 16 september 2020 heeft wethouder Meliani op verzoek van de leden Kreuger (Ja2a) en De Heer (PvdA) toegezegd om uw raad alternatieve scenario’s voor te leggen met betrekking tot een realistisch streefcijfer externe inzet. Op verzoek van de gemeenteraad heeft het college deze scenario’s verder uitgewerkt. Met deze brief komt het college tegemoet aan de toezegging om de raad hierover te informeren. Reden bespreking Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, zie ook de bestuurlijke achtergrond. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2021-026223 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Personeel en % Amsterdam ‚ ee On ‚ _ 0 eat: Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk rganisatie % Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 13 oktober 2021 Ter kennisneming AD2021-101088 20210920_Raadsinformatiebrief streefcijfer externe inzet.pdf (pdf) AD2021-101087 Commissie KDD Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Personeel en Organisatie, Steven de Roode, 06-38313205 s.deroode®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
discard
VN2022-033238 Gemeenter Ruimte on % Gemeente ad RAAD Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt Oo Datum besluit College van Ben W 25 oktober 2022 College van B&W Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16 De gemeenteraad van Amsterdam besluit 1. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming van: a. het positieve advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost; b. het feit dat er geen zienswijzen zijn ingediend; 2. Kennis te nemen dat het voorliggende bestemmingsplan past binnen de scope van het MER en de passende beoordeling opgesteld voor het bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld in 2009 hetgeen leidt tot de beoordeling dat het voorliggende bestemmingsplan niet zal leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu en dat om die reden geen (geactualiseerd) milieveffectrapport behoeft te worden opgesteld; 3. Het bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16, bestaande uit de verbeelding, regels en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1 in elektronische en analoge vorm vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie, versie 24 maart 2021; 4. Geen exploitatieplan vast te stellen. 5. Dat afdeling 2 hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Wettelijke grondslag Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.2 De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast. Crisis- en herstelwet (Chw), artikel 1.1, eerste lid jo bijlage 1, categorie 3.1. Bij deze projecten die gerealiseerd worden door ruimtelijke besluiten van de Wro en de daarop gebaseerde vitvoeringsbesluiten gelden er procedurele versnellingen. Bestuurlijke achtergrond Het bestemmingsplan voor het grootstedelijk gebied IJburg tweede fase is vastgesteld op 20 mei 2009 en biedt het juridisch planologisch kader voor de ontwikkeling van onder meer Centrumeiland. Het voorliggende bestemmingsplan regelt een bouwtitel voor de laatste twee bouwblokken op Centrumeiland en maakt 245 woningen, maximaal 750 m2 voorzieningen en maximaal 750 m2 ten behoeve van een kinderdagverblijf mogelijk. Eerdere besluitvorming Gegenereerd: vl.13 1 VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad Ruimte en % Amsterdam RAAD Duurzaamheid % Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 e Bestemmingsplan IJburg tweede faseOp 20 mei 2009 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld. Voorliggend bestemmingsplan dient ter vervanging van het bestemmingsplan IJburg tweede fase vit 2009 voor zover het blok 3 en 16 van Centrumeiland betreft. * Koers 2025 — Ruimte voor de stad In Koers 2025 is IJburg tweede fase aangewezen als een van de grootste woningbouwlocaties van Amsterdam. * Stedenbouwkundig plan Centrumeiland Op 213 juli 2016 is het Stedenbouwkundig plan Centrumeiland tezamen met het investeringsbesluit door de gemeenteraad vastgesteld. Onderbouwing besluit Ad za. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming van het positieve advies van het DB van stadsdeel Oost; Het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost is positief over het ontwerpbestemmingsplan. Het dagelijks bestuur wijst op een aantal onderdelen in de planvorming ten behoeve van de vervolgprocedure van het plan. Deze punten zijn aangepast alvorens het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage is gelegd. Ad 1b. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming het feit dat er geen zienswijzen zijn ingediend; Gedurende de ter visielegging zijn geen zienswijzen ontvangen. De provincie Noord-Holland heeft in een ambtelijke reactie aangegeven dat het bestemmingsplan in lijn is met het provinciale beleid. Ad 2. Kennis te nemen dat het voorliggende bestemmingsplan past binnen de scope van het MER en de passende beoordeling opgesteld voor het bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld in 2009 hetgeen leidt tot de beoordeling dat het voorliggende bestemmingsplan niet zal leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu en dat om die reden geen (geactualiseerd) milieveffectrapport behoeft te worden opgesteld: Naast dat het voorliggende plan niet MER-plichtig noch MER-beoordelingeplichtig is, zijn er diverse milievonderzoeken uitgevoerd in het kader van de zogenoemde ‘goede ruimtelijke ordening’. Uit deze onderzoeken zijn geen knelpunten naar voren gekomen. Ad 3. Het bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16, bestaande uit de verbeelding, regels en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1 in elektronische en analoge vorm vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie, versie 24 maart 2021; Aanleiding, doel en programma Het bestemmingsplan voor het grootstedelijk gebied IJburg tweede fase is vastgesteld op 20 mei 2009 en biedt het juridisch planologisch kader voor de ontwikkeling van onder meer Centrumeiland. In dit bestemmingsplan werd gewerkt met vitwerkingsplichten. Nieuwe inzichten die ontstaan zijn ten tijde van het opstellen van de diverse vitwerkingsplannen voor Centrumeiland hebben ervoor gezorgd dat het noodzakelijk is voor deze laatste twee bouwblokken een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Gegenereerd: vl.13 2 VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad Ruimte en % Amsterdam RAAD Duurzaamheid % Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 Dit heeft te maken met het aantal woningen dat in deze blokken gerealiseerd kan gaan worden. In de vitwerkingsregels van het zogenoemde moederplan (bestemmingsplan IJburg ze fase, vastgesteld d.d. 20 mei 2009) is opgenomen dat het totaal aantal woningen op Centrumeiland niet meer mag bedragen dan 1500. In de al vastgestelde vitwerkingsplannen zijn in totaal 1455 woningen planologisch mogelijk gemaakt. In blok 3 en 16 mogen maximaal 245 woningen gerealiseerd worden. Het totale aantal woningen op Centrumeiland komt daarmee op 1.700 woningen. Daarmee kan niet meer aan deze vitwerkingsregel voldaan worden. Om de 200 extra woningen alsnog planologisch mogelijk te maken wordt deze ontwikkeling met een bestemmingsplan onderbouwd. Door de extra woningen wordt ingespeeld op de stadsbrede vraag naar meer woningen, meer kleinere woningen en meer betaalbare woningen. Dit extra aantal woningen heeft geen consequenties voor andere planonderdelen. Naast extra woningen wordt er binnen het plangebied 750 m? aan voorzieningen, zoals horeca, detailhandel, maatschappelijke voorzieningen en kleinschalige bedrijven gerealiseerd en wordt ruimte geboden voor maximaal 750 m° kinderdagverblijf. Begrenzing plangebied Het plangebied omvat blok 3 en 16 van Centrumeiland, inclusief de openbare ruimte rondom deze blokken. Met deze begrenzing is ervoor gezorgd dat het gehele eiland is voorzien van uitwerkings- dan wel bestemmingsplannen. Voor de exacte begrenzing wordt verwezen naar de verbeelding. Parkeren In de eerste herziening van bestemmingsplan IJburg tweede fase (28 april 2020) zijn de regels met betrekking tot parkeren gewijzigd om te kunnen voldoen aan de vastgestelde Nota Parkeernormen. De regels uit de eerste herziening zijn overgenomen in het voorliggende bestemmingsplan. Daarmee voldoet dit bestemmingsplan aan het parkeerbeleid van de gemeente. Tevens wordt Amendement 975.16 van raadslid Ernsting (Groen Links) op het stedenbouwkundig plan Centrumeiland (26 mei 2016) ‘een minimaal aantal parkeerplekken op straat’ in acht genomen. Berekeningen tonen aan dat het hogere woningaantal niet leidt tot de noodzaak om meer parkeerplekken op straat te realiseren. Ook tijdens piekmomenten zijn 5o parkeerplekken in het binnengebied en 160 parkeerplekken in de lanen aan de buitenkant van Centrumeiland voldoende. Wonen De gemeenteraad heeft op 19 juli 2017 de Woonagenda 2025 en op 20 december 2017 het stedelijk kader voor sociale en middensegment huurwoningen in particuliere plannen vastgesteld. In de woonagenda is een nieuwe woningbouwprogrammering voor Amsterdam opgenomen. Uitgangspunt bij woningbouw is „0% sociale huur, „0% middelduur en 20% dure huur en koop (40-40-20) en dat borging ervan primair privaatrechtelijk plaatsvindt. Het woningbouwprogramma voor Centrumeiland is op 13 juli 2016 door de gemeenteraad vastgesteld tijdens de behandeling van het stedenbouwkundig plan en het investeringsbesluit van Centrumeiland. Op grond van spelregel 2 (reeds genomen investeringsbesluit) van de spelregels voor woningbouwprogrammering wordt afgezien van de 40-40-20 regel. Naar aanleiding van recente inzichten in de woningbehoefte in Amsterdam is bekeken of het mogelijk is om op Centrumeiland meer betaalbare woningen te faciliteren. In de staf Stedelijke Ontwikkeling d.d. 31 oktober 2018 is besloten om meer betaalbare woningen toe te voegen door de tot op heden succesvolle pilot van wooncoöperatie de Warren op Centrumeiland, uit te breiden Gegenereerd: vl.13 3 VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad Ruimte en % Amsterdam RAAD Duurzaamheid % Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 door 3 wooncoöperaties aan het woonprogramma toe te voegen in tranche 3 en 4 ten koste van marktwoningen. Daarnaast zijn er na het Investeringsbesluit ook middeldure huurwoningen toegevoegd ten koste van vrije sector marktwoningen. Dit heeft geleid tot een verschuiving van 20% sociale huurwoningen en 80% vrije sector marktwoningen ten tijde van het genomen Investeringsbesluit, naar een geplande eindsituatie nu op Centrumeiland van: 23% sociale huur, 10% middeldure huurwoningen en 67% vrije sector marktwoningen. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in het realiseren van 245 woningen. De bouwblokken worden een combinatie van individuele zelfbouw, collectieve zelfbouw en sociale woningbouw. In tegenstelling tot blok 3 is blok 16 niet van een bouwvlak voorzien. Ook de exacte invulling van blok 16 is nog onduidelijk. Blok 16 wordt middels een prijsvraag ontwikkeld die zich richt op onderzoek naar behoefte en mogelijkheden voor nieuwe woonvormen, waaronder de mogelijkheid voor het realiseren van onzelfstandige woningen. Het is daarom niet wenselijk om bouw- en gebruiksmogelijkheden uit te sluiten. 30 km/u in de stad Alle wegen op Centrumeiland hebben een snelheidsregime van maximaal 30 km/u. De toegangswegen van het eiland, te weten de Muiderlaan, Pampuslaan en Strandeilandlaan hebben een snelheidsregime van 5o km/u. Deze toegangswegen zijn niet gelegen binnen de grenzen van dit plan. De eerstelijns bebouwing aan deze lanen zorgen voor een afschermende werking naar de bouwblokken in het binnengebied. Op deze blokken wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschreden. Vanaf 2023 wil de gemeente Amsterdam de maximum snelheid in de stad tot 30 km/uur verlagen. De gemeenteraad heeft op 23 december 2021 positief over 30 kilometer per vur in de stad besloten. Ten tijde van het schrijven van dit plan is nog niet duidelijk op welke termijn dit beleidsvoornemen wordt uitgevoerd. In het akoestisch onderzoek (zie hieronder) is daarom vitgegaan van het worst- case scenario wat inhoudt dat er gerekend is met een rijsnelheid van 5o km/u op de toegangswegen. In blok 3 en 16 zijn alle erftoegangswegen ingericht voor een maximum snelheid van 30 km/u. Enkel de Pampuslaan en Strandeilandlaan kennen vooralsnog een snelheidsregime van 5o km/uur, omdat dit de gebiedsontsluitingswegen van het eiland zijn. Geluid Vanwege de vooralsnog maximum snelheid van 5o km-uur op de Pampuslaan is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen voor de geluidbelasting op de gevels van aangrenzende woningen en andere geluidgevoelige gebouwen. Onderzoek heeft vitgewezen dat hogere waarden noodzakelijk zijn. Het Tavga heeft positief geadviseerd ten aanzien van de hogere waarden. Het besluit hogere waarden wegverkeerslawaai is op DD 25-10-2022 door het college genomen. Sport De toevoeging van 245 woningen boven op de 1455 woningen op Centrumeiland die op basis van de vitwerkingsplannen gerealiseerd kunnen worden heeft voor georganiseerde buitensport in dit bestemmingsplan weinig gevolgen.De benodigde georganiseerde sportvormen worden bovenwijks op Strandeiland en Buiteneiland ingepast. Het samenvoegen zorgt voor sportparken met een goede maat voor sportterrein waar gezonde sportverenigingen kunnen ontstaan. Hierbij zal voldaan worden aan de Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen. Gegenereerd: vl.13 4 VN2022-033238 MX Gemeente Gemeenteraad Ruimte en % Amsterdam RAAD Duurzaamheid % Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 Voor ongeorganiseerd sporten en spelen geldt dat speelplekken en sportaanleidingen (calisthenics, hardlooproutes, trapveldjes etc.) bij vitstek buurtfuncties zijn. Meer bewoners betekent meer behoefte aan sport en spelen in de eigen woonomgeving. Sport en bewegen is in dit bestemmingsplan ondergebracht in de bestemmingen Groen en Verkeer. Gelet op de hoeveelheid groenvoorzieningen wordt voor sport en spelen aan de Amsterdamse sportnorm (Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen, vastgesteld 2018) voldaan. Duurzaamheid Duurzaamheid is vertaald in energieneutraal (middels grootschalige WKO-concessie) en rainproof. Centrumeiland krijgt een rainproof inrichting, er komen geen hemelwaterputten in de straten. Al het hemelwater wordt via hoogteverschillen in de straten afgevoerd naar de groenparkjes/wadi's. Vergunningvrij bouwen Op verzoek van Stadsdeel Oost is reeds bij de vitwerkingsplannen voor Centrumeiland onderzocht op welke wijze regels opgenomen kunnen worden ter beperking van het volbouwen van tuinen. De tuinen kunnen niet volledig worden volgebouwd, want dit wordt beperkt tot maximaal 50%; in lijn met art. 2 Bijlage Il Besluit omgevingsrecht. Er zijn op Centrumeiland geen locatiespecifieke omstandigheden die het rechtvaardigen om vergunningvrij bouwen in te perken. Daarnaast is het stedenbouwkundig plan Centrumeiland zodanig ontworpen, dat het parkeren van (bak)fietsen, scooters en auto’s juist op eigen kavel en daarmee ook in de binnentuinen moet worden gerealiseerd, om de openbare ruimte vrij, autoluw en optimaal toegankelijk voor voetgangers en fietsers te houden. Daar waar mogelijk zal parkeren inpandig worden opgelost. Ook komt dit ten goede aan de gevels aan de straatkant grenzend aan de openbare ruimte. Garagedeuren/bergingen/stallingen worden hier zo voorkomen, wat bijdraagt aan meer ogen op de straat t.b.v. sociale controle, levendigheid en veiligheid. Anderzijds zijn de binnentuinen zeer ruim, waardoor er relatief veel open tuinen overblijven. De rainproof-eis zal ook beperkend werken voor bouwen in de binnentuinen. Bomen Zoals reeds bij duurzaamheid is aangegeven zullen de wadi's zo groen mogelijk worden ingericht. In het ontwerp openbare ruimte is ook aandacht voor de aanplant van bomen. Daarnaast is op Centrumeiland reeds een bomencarré aanwezig. Stikstof Naar aanleiding van de Porthos-uitspraak op 2 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besloten de bouwvrijstelling in strijd is met Europese wetgeving. Nieuw onderzoek heeft dan ook plaatsgevonden alvorens dit plan ter vaststelling aan de raad is aangeboden. Dit nieuwe onderzoek ziet zowel op de bouw/aanlegfase als op de gebruiksfase. Uit de berekeningen blijkt dat de ontwikkeling van blok 3 en 16 niet zorgt voor een stikstofdepositie die groter is dan o,oo mol{ha/jaar. Hiermee zijn alle mogelijke effecten van de planontwikkeling op stikstofgevoelige Natura 2000- gebieden uitgesloten. Ad 4. Geen exploitatieplan vast te stellen. Op grond van artikel 6.12 Wro kan de gemeenteraad afzien van het opstellen van een exploitatieplan. De gemeente heeft inmiddels volledig eigendom verkregen, ontwikkelt de locatie Gegenereerd: vl.13 5 VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad Ruimte en % Amsterdam RAAD Duurzaamheid % Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023 en geeft bouwrijpe grond uit in erfpacht. Het kostenverhaal, zoals bedoeld in de Wro, is verzekerd via het erfpachtstelsel. Ad 5. Dat afdeling 2 hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is. In bijlage Il van de Crisis- en herstelwet is als categorie van gevallen onder andere genoemd de ‘ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 of afdeling 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied of de herstructurering van woon- en werkgebieden’. Voorliggend bestemmingsplan valt hiermee onder de Crisis- en herstelwet. Financiële onderbouwing Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding N.v.t. Welke stukken treft v aan Meegestuurd | Registratienr. Naam |AD2022-123069 | 1. Verbeelding NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1.pdf (pdf) [AD2022-123067 2. Centrumeiland Blok 3 en 16_Regels. pdf (pdf) [AD2022-123065 2a Centrumeiland Blok 3 en 16_ bijlagen bij regels.pdf (pdf) |AD2022-123068 | 3. Centrumeiland Blok 3 en 16_ Toelichting. pdf (pdf) [AD2022-123066 3a Centrumeiland Blok 3 en 16_ bijlagen bij toelichting.pdf (pdf) 4. Definitief DB advies - Bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16 AD2022-123070 . (aangepast jan 2022). pdf (pdf) [AD2022-094741 | Gemeenteraad Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam | Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Mireille Tiekstra, 06-10826086, [email protected] Gegenereerd: vl.13 6
Voordracht
6
discard
> < Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie 2x Besluiten 6 mei 2014-4 Besluit over Mandaatbesluit fractieondersteuning aan stadsdeelsecretaris Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Besluitvormende AB- vergadering 6 mei 2014, bij agendapunt 4 De bestuurscommissie heeft op 6 mei 2014 het volgende besluit genomen: De bestuurscommissie, Besluit: Mandaat te verlenen aan de stadsdeelsecretaris tot het verlenen van de jaarlijkse subsidie voor de fractieondersteuning conform het bepaalde in de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014, alsook het ondertekenen van alle documenten ter voorbereiding c.q. uitvoering van op grond van deze verordening te nemen c.q. genomen besluiten. Suze Duinkerke Secretaris Boudewijn Oranje Voorzitter Verschenen op 7 mei 2014 1
Besluit
1
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1611 Datum indiening 16 oktober 2020 Datum akkoord 9 december 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de WOZ-waarde 2021. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: De voorbereidingen om de nieuwe WOZ-waarden voor 2021 vast te stellen zijn in volle gang. De WOZ-waarde wordt niet alleen gebruikt als grondslag voor de Onroerende Zaak Belasting (OZB), maar ook voor andere belastingen en rechtsverhoudingen, zoals bijvoorbeeld het eigenwoning forfait in de inkomstenbelasting, en in het gemeentelijk grondwaardebeleid bij erfpacht. Bij het vaststellen van de WOZ-waarde van erfpachtwoningen past de heffingsambtenaar op de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten een erfpachtcorrectie (EPC) toe. Van de vergelijkingsobjecten is namelijk niet de volle en onbezwaarde eigendom verkocht, maar een recht van erfpacht. Het eigendomsrecht berust bij de gemeente Amsterdam. De WOZ-waarde moet echter worden bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen. Dat staat in artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ. Bij het berekenen van de erfpachtcorrecties moet een aantal keuzen worden gemaakt. Ook als uitsluitend gekozen wordt voor reële, verdedigbare, toekomstige ontwikkelingen, is er een brede waaier aan uitkomsten mogelijk. De bewijsopdracht waar de heffingsambtenaar voor staat is op dit moment niet om uit die brede waaier aan mogelijkheden de meest waarschijnlijke of beste te kiezen. Voldoende is dat hij op zorgvuldige wijze, reële, goed verdedigbare keuzen maakt, en de hoogte van de erfpachtcorrecties ‘in voldoende mate’ aannemelijk zijn gemaakt. Dit volgt uit de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 december 2018.* Hierover heeft het raadslid Boomsma schriftelijke vragen gesteld, die zijn beantwoord op 2 februari.” Naar aanleiding daarvan is de WOZ 2019 voor erfpachtwoningen met 2% verlaagd (raadsbrief 9 februari 2019 ‘Eenmalige verlaging WOZ-beschikking 2019 voor woningen op erfpachtgrond’). Op 1 maart 2019 gaf Belastingen Gemeente Amsterdam aan Ortec Finance de opdracht om te onderzoeken in hoeverre de berekening van de WOZ-erfpachtcorrectie dient te worden geactualiseerd of te worden herijkt en op welke onderdelen dat opportuun zou zijn. Op 19 september 2019 hebben de onderzoekers Francke en Van der Schans hun onderzoeksrapport ‘Erfpachtcorrectie van verkoopcijfers in Amsterdam in het kader van de Wet WOZ’ gepubliceerd. De onderzoekers bevielen aan enkele veronderstellingen in de berekening van de fictieve contante waarde te herzien en het t op www.rechtspraak.nl te vinden onder nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:8714, welke vernietigd is in de uitspraak van gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2555. ?https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7141450/2/144 19 Schriftelijke%20vragen%20Boomsma %2Oerfpachtcorrectie%20voor%20de%20WOZ-waardebepaling 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng ler Gemeenteblad R Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020 correctiepercentage aan te passen. Op de raadsbrief van 1 oktober 2019 (‘Uitkomst onderzoek erfpachtcorrectie WOZ-waardering’) liet wethouder Groot Wassink weten dat alle voorstellen werden overgenomen en door de belastinginspecteur toegepast bij de toekomstige WOZ-waardering. De nieuwe EPC is per 1 juli 2019 ingevoerd en zal voor het eerst worden toegepast voor het belastingjaar 2021. Gezien het vorenstaande hebben de leden Boomsma en Naoum Néhmé, respectievelijk namens de fracties van het CDA en de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat de gemeente de zogenaamde begin-tijdvak-methode heeft ingevoerd, en niet de buurtstraatguotemethode (met of zonder correcties)? Antwoord: Ja. Amsterdam hanteert de begin-tijdvak-methode. 2. Is het college het met de fracties van CDA en VVD eens dat ‘een brede waaier van uitkomsten’ er niet toe mag leiden dat in de hoogte van de WOZ-waarde 2021 meer dan de +/- 10% afwijking acceptabel is tussen een taxatie en de werkelijke marktprijs*? Zo nee, waarom niet en welke bandbreedte van afwijking acht het college dan wel acceptabel? Antwoord: De WOZ-waarde zoals die door de gemeente wordt vastgesteld is de marktwaarde (een zo goed mogelijke schatting van verkoopprijs op de waardepeildatum), gecorrigeerd voor een aantal wetsficties die voortvloeien uit de waarderingsvoorschriften die zijn opgenomen in de Wet WOZ. De Waarderingskamer houdt toezicht op de kwaliteit van de waardering. Afwijkingsmarges of bandbreedtes tussen de WOZ-waarde en de marktwaarde zijn daarmee niet aan de orde. Bij het (grotendeels modelmatig) bepalen van de WOZ-waarde wordt onder andere gekeken naar transactiegegevens van vergelijkbare woningen en de kwaliteit, ligging en objectkenmerken van de woning. Daarnaast schrijft de wet voor dat bij de waardering moet worden uitgegaan van vol en onbezwaard eigendom van de woning (overdrachtsfictie) en dat de koper de woning in de staat waarin die zich bevindt onmiddellijk en in volle omvang in gebruik kan nemen (verkrijgingsfictie). Daaruit volgt dat bij de waardering geen onderscheid mag worden gemaakt tussen grond die in erfpacht is uitgegeven en grond die in eigendom is. Omdat de meeste woningen in Amsterdam op erfpachtgrond staan, moeten de verkoopcijfers van woningen op erfpachtgrond voor deze erfpacht worden gecorrigeerd. De correctiemethode die Amsterdam hiervoor hanteert en periodiek wordt geactualiseerd is als juist beoordeeld door de Hoge Raad. * Vgl. Tacoma, O. (2019, augustus 27). Bandbreedte van +/- 10% onvoldoende grondslag voor de beoordeling juistheid taxatie. Vastgoed Journaal: “In dit licht bezien is de heersende opvatting binnen de rechtspraak dat, zoals die wordt teruggevonden in de jurisprudentie, zolang de getaxeerde waarde zich binnen een bandbreedte bevindt van 10% plus of min een vergelijkbare taxatie er geen sprake is van schade en derhalve ook niet van een beroepsfout.” 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng ler Gemeenteblad R Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020 Het kan voorkomen dat in individuele gevallen de modelmatige waardering van woningen tot WOZ-waarde leidt die door de eigenaar van de woning als te hoog of juist te laag wordt ervaren. In die gevallen kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen de WOZ-waarde. 3. Is het college het met de fracties van CDA en VVD eens dat in Amsterdam, waar sprake is van een courante woningmarkt met ‘repeterende’ woningbouw oftewel veel huizen die vrijwel hetzelfde zijn, de in vraag 2 bedoelde acceptabele afwijking eigenlijk niet meer dan +/- 5% mag bedragen?* Zo nee, waarom niet en welke bandbreedte van afwijking acht het college dan wel acceptabel? Antwoord: Zie de beantwoording van vraag 2. 4. Inde raadsbrief van 1 oktober 2019 wordt melding gemaakt van een aanvullend onderzoek van Ortec Finance naar de EPC van niet-woningen. Kan de raad dit onderzoek ontvangen en kan de wethouder aangeven wat hiervan de aanbevelingen van de onderzoekers zijn, welke hiervan al dan niet zijn overgenomen, alsmede waarom, en wat de financiële consequenties zijn? Antwoord: Het onderzoeksrapport commercieel vastgoed is in april 2020 opgeleverd door Ortec Finance en is als bijlage met deze beantwoording meegestuurd. De aanbevelingen van de onderzoekers zijn: — Gebruik één methode voor de WOZ-erfpachtcorrectie: — Pas een generieke disconteringsvoet toe die jaarlijks varieert; — Gain de berekeningen uit van het van toepassing zijnde betalingsregime; — Gebruik inflatieverwachtingen van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs of de lange termijn inflatiedoelstelling van de Europese Centrale Bank; -— Bepaal de grondwaarde op basis van de residuele waardemethode:; — Gebruik een depreciatiefactor van 10%; — Maak de erfpachtgrondwaarde aan het begin van het opvolgende tijdvak contant; — Pas geen correctie toe op de contante waarde van canonbetalingen in het huidige tijdvak; — Kom tot een ‘best practice’ voor een correctiepercentage in het opvolgende tijdvak; — Reken met bekende erfpachtgrondwaarde en canon(percentage) in het opvolgende tijdvak. De aanbevelingen hangen nauw met elkaar samen en moeten daarom in onderlinge samenhang worden bezien. Belastingen Amsterdam betrekt de aanbevelingen bij nadere actualisering in 2021 van de erfpachtcorrectie niet- woningen. Over de financiële consequenties van deze actualisering is (nog) geen “Vgl. Have, G. t., Berkhout, T., & Arnhem, P. v. (2013). Taxatieleer vastgoed 1. Groningen: Noordhoff Uitgevers bv: “In taxateurskringen stelt men wel, bij gebreke aan eenduidige onderzoeksresultaten, dat een plus of min 10%-afwijking tussen een taxatie en de werkelijke marktprijs geaccepteerd is. Daarop zouden zeker uitzonderingen zijn: bij minder courante objecten zou enerzijds plus of min 15% een geaccepteerde afwijkingsmarge zijn. Bij repeterende woningbouw zou die afwijking anderzijds minder dan 5% moeten zijn.” 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Ndeing ler Gemeenteblad ummer - =. … Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020 uitspraak te doen. Die gevolgen zijn namelijk afhankelijk van tal van factoren die tezamen de WOZ-waarde bepalen. Het effect, dat zichtbaar zal worden vanaf 2022, zal echter naar verwachting voor het merendeel van de objecten bescheiden zijn. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Stadsdeelcommissie Centrum Agenda Datum 20-12-2022 Aanvang 19:30 Locatie Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal) De stadsdeelcommissievergadering begint om 19:30 uur met een besloten gedeelte. Publiek is welkom vanaf 20:30 uur. 10. Rondvraag en sluiting 8. Advies PvdA over veiligheid rijden met elektrische fietsen BESLOTEN GEDEELTE (19:30-20:30 uur) 1. Opening (19:30 uur) 2. Besloten agendapunt Dit punt wordt in beslotenheid behandeld. Stukken zijn vertrouwelijk. OPENBAAR GEDEELTE (vanaf 20:30 uur) 3. Vaststellen besluitenlijst * Vaststelling concept-besluitenlijst van 6 december 2022 4. Het woord aan bewoners en ondernemers * Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda. 5. Afdoening ingekomen stukken * Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda 6. Mededelingen dagelijks bestuur 7. Bewonersinitiatief Binnenkant - tweede termijn Op 22 november jl. is in de stadsdeelcommissievergadering gesproken over de adviesaanvraag van het dagelijks bestuur over het —in lijn met het bewonersinitiatief- opheffen van 26 parkeerplekken op de Binnenkant en Kalkmarkt. Bij de bespreking op 22 november heeft de stadsdeelcommissie zich uitgesproken voor een pas op de plaats en nog geen inhoudelijk advies gegeven over het bewonersinitiatief. De commissie heeft toen besloten in een volgende vergadering te komen met een voorstel voor het vervolgtraject. Dat voorstel -opgesteld door GroenLinks en Bewoners Amsterdam- ligt nu ter bespreking voor. Het voorstel van Bewoners Amsterdam (bijlage 00) is toegevoegd aan de agenda per 15 december jl. 8. Advies PvdA over veiligheid rijden met elektrische fietsen Het advies is nagezonden per 14 december jl. 9. Evaluatie Buurtbudget en Centrum Begroot 10. Rondvraag en sluiting INGEKOMEN STUKKEN À. Termijnagenda De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 19 december jl. B. Lijst aangenomen adviesaanvragen De geactualiseerde lijst is nagezonden per 20 december jl. CG. Memo van DB over snelheid rond IJtunnel Dit memo is verzonden per dagmail d.d. 5 december jl. D. Adviesaanvraag van college over Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling De adviestermijn loopt af op 8 maart 2023. De stadsdeelcommissie krijgt naar verwachting in februari 2023 een concept-advies voorgelegd. E. Leidraad starten met en handboek uitvoeren stadsdeelpanels F. Memo van DB over besluitvorming en afweging ligplaatsen Dijksgracht Oost Dit memo is nagezonden per 14 december jl. G. Overzicht voorgenomen periodieke verleningen Sociale Basis 2023 Toegevoegd aan de agenda per 15 december jl. Dit n.a.v. een toezegging van dagelijks bestuurder Lotte Terwel in de stadsdeelcommissievergadering van 22 november jl. H. Memo van dagelijks bestuur over Onderstation elektriciteit Nieuwe Uilenburgerstraat Î Evaluatie buurtbudget door panelleden buurtbudget Jordaan Deze evaluatie kan betrokken worden bij de discussie m.b.t. agendapunt 9. INFORMATIE Locatie en beeldopnamen Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal) in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze pagina. Aanmelden om in te spreken Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected]. Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam l D % Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT % Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis Algemeen 1 Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID d.d. 1 maart 2017 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissielD @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar 6 _TKN-lijst Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Openbare Ruimte en Groen 11 Invulling besparingsopgave SWOR Nr. BD2017-003073 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA) e Was Tkn 15 in de raadscommissie ID, d.d. 1 februari 2017 e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017 12 Vaststelling stedelijk kader buitenreclame Nr. BD2017-003074 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL) e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017 13 Beantwoording raadsadres heroverweging deelname Amsterdam aan gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland Nr. BD2017-003076 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL) e Was Tkn 21 in de raadscommissie ID, d.d, 1 maart 2017 e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 21 e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamer raad 14 Reactie op zienswijze hoofdroute noordoever Gaasperplas Nr. BD2017-003075 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL) e Was Tkn 20 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017 e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 21 e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de leeskamer raad 2 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017 Verkeer en Vervoer 15 Vaststellen uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied Nr. BD201 7-001255 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 5 april 2017) 16 Beschikbaar stellen van uitvoeringskrediet voor de reconstructie van de Amstelveenseweg Nr. BD2017-001523 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 5 april 2017) e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de Raadsgriffie 17 Vaststellen van de wegonttrekking van een gedeelte van het Prins Hendrikplantsoen Nr. BD2016-018033 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 5 april 2017) 18 Instemmen met de bestuursopdracht snorfiets op de rijbaan met helmplicht (project SNOR) Nr. BD2017-003072 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL) e Was Tkn 13 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017 19 Resultaten kentekenonderzoek Oude Zijde Nr. BD201 7-003071 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Wijmenga (CDA) e Was Tkn 10 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017 20 Kennisnemen van de gezamenlijke rapportage richting indienststelling en start exploitatie Noord-Zuidlijn, vierde kwartaal 2016 Nr. BD2017-001396 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen 3 Gemeente Amsterdam l D Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017 TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Openbare Ruimte en Groen 21 Visie college op financieel tekort recreatieschap Groengebied Amstelland Nr. BD2017-003470 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Van Raan (PvdD) en het lid Groen (GL) e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 14 Verkeer en Vervoer 22 Initiatiefvoorstel van het lid Alberts (SP) d.d. 07-12-16 getiteld 'De Amsterdamse taxichauffeur aan het woord’ Nr. BD2017-003701 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Geagendeerd op verzoek van het lid Alberts (SP) e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 23 23 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel van het raadslid Alberts getiteld: "De Amsterdamse taxichauffeur aan het woord” Nr. BD2017-002428 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 22 BESLOTEN DEEL 4
Agenda
4
discard
Raad weten met digitalisering en ii en TTT ï NTR. | | an [ Dede u I Á ] 8 IN | N s al Bk TE EE _— En i ie | | Iij mk he ee Sl ER | NS | | M | INT ll | | Ht Ra | 5 RT ie n el | Sl En Ten î LN Bes eed Hi LE ER ie | EI IN SE 1 EN IN NPS Kk N me Er igy De Pe) ear PC De AS Mea EEn ie f Le Ì L OE - SS 5 lt „ mm EN NN A er rNONE dd Bd ENE wf 5 id Ven _ EN NK en Á B bnn en. st Ss Es men ‘ dn NN ij Raad weten met digitalisering 2 Auteurs Djurre Das, Patricia Faasse, Bart Karstens en Paul Diederen Illustraties Laura Marienus, Rathenau Instituut Foto omslag De gemeenteraad van Rotterdam (Jerry Lampen/ANP) Bij voorkeur citeren als: Rathenau Instituut (2020). Raad weten met digitalisering — Hoe de gemeenteraad kan sturen op de maatschappelijke impact van digitale technologie (auteurs: Das D., P. Faasse, B. Karstens en P. Diederen) 3 Voorwoord Tijdens mijn staycation in eigen land viel mij deze zomer op dat er in veel steden gebruik wordt gemaakt van ‘elektrische deelscooters’. Deze zijn duurzaam, stil en nemen minder ruimte in beslag dan auto’s. Gebruikers kunnen de dichtstbijzijnde scooter vinden met behulp van een app, en deze na gebruik elders achterlaten. Heel handig natuurlijk, maar de scooters leiden steeds vaker ook tot ergernis. Ze worden midden op de stoep geparkeerd, of blokkeren voetpaden en uitritten. Dit laat zien dat deelmobiliteit naast voordelen ook tal van ruimtelijke effecten teweeg kan brengen, zoals extra druk op de infrastructuur of ongemak in de openbare ruimte. En weten we eigenlijk wat er gebeurt met de data van bestuurders? Het is een goed voorbeeld van digitalisering waarvan gemeenten de gevolgen ervaren. Hoewel digitale technologie grote voordelen kan hebben voor overheid, bedrijven en burgers, kan het ook onwenselijke bijwerkingen hebben. Waar digitalisering raakt aan publieke belangen — bijvoorbeeld omdat het invloed heeft op de publieke dienstverlening, het gebruik van de openbare ruimte of het functioneren van de lokale samenleving in het algemeen — is een belangrijke rol weggelegd voor de gemeenteraad. Digitalisering vraagt namelijk om een afweging van waarden. Weegt het gemak van de deelscooter op tegen de overlast? En is het acceptabel als scootergebruikers deels met hun data betalen? Dat zijn politieke vragen. Dit rapport schreven we op verzoek van de Vereniging van Griffiers (VvG), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVR). Hierin buigen wij ons over de vraag hoe gemeenteraden het debat over digitaliseringsvraagstukken op een constructieve en goed geïnformeerde manier kunnen voeren. Dit doen we op basis van deskresearch, focusgroepen en interviews met raadsleden, wethouders en griffiers uit verschillende gemeenten. Het rapport behoort tot een groep onderzoeksrapporten over de gevolgen van digitalisering voor het functioneren van onze democratie. Raadsleden en wethouders vertellen ons dat gemeenteraden momenteel nog weinig aandacht besteden aan digitalisering. Voor raadsleden is het lastig om zicht te krijgen op de maatschappelijke impact van digitalisering, en de mogelijkheden voor bijsturing. Om hen houvast te bieden, presenteren we een denkraam, dat kan helpen de complexiteit van digitaliseringsprocessen in de gemeente te ontrafelen. Dr. ir. Melanie Peters Directeur Rathenau Instituut 4 Samenvatting Bij veel onderwerpen waar gemeenteraadsleden om een oordeel wordt gevraagd, speelt de toepassing van digitale technologie een belangrijke rol. Of het nu gaat om de gemeentelijke dienstverlening, maatschappelijke ondersteuning, lokale economische ontwikkeling of het beheer en gebruik van openbare ruimte en infrastructuur; steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van digitale technologie. Gemeenten zien in digitalisering een nuttig hulpmiddel om de eigen dienstverlening te verbeteren of de openbare ruimte beter te benutten. Daarnaast worden ze ook geconfronteerd met de maatschappelijke gevolgen van digitalisering die door andere partijen wordt geïnitieerd. Zo hebben online platformen als Uber, Airbnb en Thuisbezorgd in korte tijd hun stempel weten te drukken op het straatbeeld en de leefomgeving in veel steden. Hoewel digitalisering grote voordelen met zich mee kan brengen voor overheid, bedrijven en burgers, is het gebruik ervan niet zonder risico. De inzet van digitale technologie kan leiden tot allerlei veranderingen in de samenleving. Vaak is er sprake van onvoorziene bijeffecten die lang niet altijd even wenselijk zijn. Hier ligt een belangrijke opdracht voor de gemeenteraad. Het is belangrijk dat ook de lokale politiek zich actief bemoeit met de inzet van digitale technologie in de gemeente, zodat besluiten hierover democratisch gelegitimeerd zijn. Maar in hoeverre lukt dat? En op welke manier zou het raadsdebat over digitalisering verbeterd kunnen worden? In deze publicatie verkennen we de rol en positie van de gemeenteraad bij het sturen op een wenselijke inzet van digitalisering in de gemeente. Dit doen we op basis van deskresearch, interviews en focusgroepen met raadsleden, wethouders en griffiers uit verschillende gemeenten. We bespraken met hen onder meer de vraag in hoeverre er op dit moment sprake is van raadsdebat over digitaliserings- vraagstukken, welke thema’s voornamelijk aan bod komen, en waar raadsleden en wethouders tegenaan lopen bij de behandeling van deze vraagstukken. Politieke afweging verdient meer aandacht Uit ons onderzoek komt naar voren dat de maatschappelijke en sociale impact van digitalisering momenteel nog zelden onderwerp van gesprek is in de raad. Het gebruik van digitale technologie in de gemeente wordt niet vaak onderworpen aan politieke en ethische analyse, terwijl dit wel een ingrijpende maatschappelijke impact kan hebben. Daarmee ontsnappen belangrijke beslissingen over de inzet van digitale technologie nog vaak aan democratische controle. 5 Uit ons onderzoek komt naar voren dat raadsleden zich meer bewust worden van de brede sociale en maatschappelijke impact van digitalisering als het thema expliciet wordt geadresseerd en uitgelicht. Dan blijkt ook dat beperkte technische kennis geen belemmering hoeft te zijn om na te denken over de maatschappelijke gevolgen van digitalisering. Uiteindelijk gaat het immers om vragen over hoe we digitale technologie laten doorwerken in het dagelijks leven van burgers. Dat zijn vragen die verder reiken dan beleidsuitvoering, en die politiek van aard zijn. Hulpmiddel om complexiteit van digitalisering te ontrafelen Een maatschappelijk verantwoorde inzet van digitale technologie vraagt om analyse en sturing: het inschatten van de mogelijke gevolgen ervan, het beoordelen van wat wel en niet wenselijk is, en het bijsturen in de gewenste richting. Dat is een complexe opdracht. Om raadsleden hierbij enig houvast te bieden, heeft het Rathenau Instituut een denkraam ontworpen dat kan helpen om de complexiteit van digitaliseringsvraagstukken te ontrafelen. Het denkraam nodigt raadsleden uit de volgende stappen te zetten: 1. Het expliciteren van de beleidsdoelen waar het uiteindelijk allemaal om begonnen is (digitalisering is inmers een middel, geen doel). 2. Het onderscheiden van de mogelijke interventiemogelijkheden: de instrumenten waarmee de gemeente kan sturen. 3. Het inventariseren van de mogelijke effecten van digitalisering: de beoogde voordelen, de voorzienbare nadelen, en de mogelijke neveneffecten, risico's en onzekerheden. 4, Het nagaan wat de sturingsopties zijn om verschillende resultaten te realiseren om daarmee de beleidsdoelen te dienen. 5. Het maken van een politieke keuze: het bepalen hoe te sturen op een maatschappelijk wenselijke uitkomst. Het denkraam kan een handvat bieden bij de voorbereiding van een debat over een specifieke casus of bij het tussentijds evalueren van lopende digitaliseringstrajecten. Het kan ook dienen als gespreksinstrument. Tijdens ons onderzoek kwam naar voren dat het organiseren van verdiepingssessies over concrete casussen raadsleden kan helpen om het bewustzijn rondom digitalisering te vergroten. Het denkraam zou kunnen worden gebruikt om dat gesprek te structureren en op gang te brengen. Uitwerking aan de hand van drie voorbeelden Om de werking van het denkraam inzichtelijk te maken, hebben we dit toegepast op drie actuele voorbeelden van digitaliseringsprocessen die momenteel in verschillende gemeenten spelen. Het betreft de inzet van data in de jeugdzorg, de plaatsing van slimme lantaarnpalen, en de gevolgen van de deel- en kluseconomie. 6 Hoewel we niet pretenderen dat we hiermee een volledige analyse geven, maken onze toepassingen duidelijk dat de effecten van digitalisering meervoudig en complex zijn, maar dat raadsleden ook beschikken over instrumenten om hieraan richting te geven. De cases in deze publicatie laten zien dat er bij de toepassing van digitale technologie veel afwegingen gemaakt moeten worden. Om inzichtelijk te maken waar de sturingsruimte zit, kan het helpen om het vraagstuk te ‘politiseren’ — en vanuit een politiek perspectief te benaderen. Het gaan dan om vragen als: wat verstaan wij onder goede jeugdzorg? Wat bepaalt de kwaliteit van de publieke ruimte, en hoe zwaar wegen persoonlijke vrijheden daarbij? Wat voor stad of dorp willen we zijn? Door die achterliggende vragen expliciet te maken, wordt het makkelijker te beoordelen op welke manier en onder welke voorwaarden digitalisering daaraan zou kunnen bijdragen. Daarnaast laten de cases zien dat de maatschappelijke effecten van digitalisering zich vaak op meerdere beleidsterreinen tegelijk manifesteren en om die reden vragen om een domeinoverstijgende aanpak. Digitale technologie biedt vaak de mogelijkheid om meerdere functies te integreren in één concrete toepassing. Hoewel dat praktische voordelen kan bieden, bijvoorbeeld in termen van efficiëntie en effectiviteit, betekent het ook een uitgebreidere impact. Daarbij is het belangrijk vooraf goed te inventariseren welke maatschappelijke impact gewenst is, welke vermeden moet worden, en op welke manier de gemeente dat kan waarborgen. Het raadslid bepaalt Het denkraam leidt niet tot een concreet handelingsadvies, maar is bedoeld voor het zichtbaar maken van de praktische consequenties van digitalisering die in het huidige debat nog vaak impliciet blijven. Digitalisering is geen frictievrij proces en vraagt om een afweging van waarden. Welke waarden uiteindelijk het zwaarst wegen, is aan raadsleden zelf om te bepalen. Raad weten met digitalisering 7 Inhoud Voorwoord ee eeeeneeennnnennnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn Ô Samenvatting … nnn ennnnnnnnneneneneeennnnnnnnnnnneneeneneennnnnnnnnennnennennnnnnnnnnnnnnne Inleiding … nn nnnnnnnnnennnnnnnnenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenvnnennenennnnnnnnnnnnnvnnnnnnennnnnnnnnnnn Ó 1 Digitalisering en de raad … .…nnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenerrvenenn 10 1.1 Het belang van debat over digitalisering … … …… … … ………. 10 1.1.1 Digitalisering is overal in de gemeente … … … … ………………………. 11 1.1.2 Digitalisering is geen neutraal instrument … … …………….…….……..….. 13 1.1.3 Digitalisering kan publieke waarden onder druk zetten …...…..…. 15 1.1.4 Digitalisering is een politieke zaak. 17 1.2 De huidige praktijk … a nnnnnnnenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnen ÎÖ 1.2.1 Weinig aandacht voor digitalisering ……………………. 18 1.2.2 Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering … …….………. 20 1.3 De opgave en de handvatten … nnn nnnnnnnnnnnneneneneneenenn 2Î 1.3.1 Organisatie: voldoende informatie en helderheid over rollen 22 1.3.2 Inhoud: een handreiking voor de raad ………………………. 23 2 Het denkraam toegepast nnen ÈT 2.1 Data in de jeugdzorg … nn ennnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnn ÀT 2.2 De slimme lantaarnpaal … ………………annnneenenn neen ennenenennnnenennnnen OO 2.3 De deel- en kluseconomie …… .....nnnnnnnnnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnenn ÂÁ Literatuur lijS te nnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenenen OÙ Bijlage 1: Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording ….……..…..…….. 55 Bijlage 2: Lijst van gesproken personen … …......nnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnnennnnnnnnnnnnnnen OT Bijlage 3: Uitgebreide uitwerking van het denkraam voor digitalisering … … 58 8 Inleiding Stel, in uw buurt worden slimme lantaarnpalen geplaatst. Sensoren maken beeld- en geluidsopnames, en met behulp van algoritmen worden opvallende looppatronen en geluiden herkend. De lantaarnpaal slaat alarm wanneer zich verdachte situaties voordoen. Als gevolg hiervan neemt zowel het aantal inbraken als de overlast van hangjongeren af. Klinkt goed, toch? Maar het verhaal heeft ook een andere kant. Bewoners hebben continu het gevoel dat ze bespied worden en voelen zich in hun bewegingsvrijheid beperkt. Sommigen durven niet te lang op één plek te blijven staan wanneer ze een praatje maken. Anderen houden de gordijnen dicht uit angst dat hun woonkamer in beeld komt. Daarnaast blijkt het algoritme er ook wel eens naast te zitten. Dan slaat de paal alarm bij onschuldige jongeren. Opvallend vaak zijn die van niet-westerse komaf. Dit voorbeeld is fictief, maar zeker niet ondenkbaar. Momenteel experimenteren veel gemeenten in ons land met technologische oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Uit ons onderzoek blijkt dat vaak vooral wordt geredeneerd vanuit de kansen die digitalisering biedt, en dat men nauwelijks oog heeft voor de minder wenselijke bijeffecten. Dat dit onverstandig kan zijn, maakt bovenstaand voorbeeld duidelijk. Het is nog maar de vraag of de opbrengsten van de slimme lantaarnpaal opwegen tegen de nadelige effecten die bewoners ervaren. En is technologie eigenlijk wel de beste oplossing of zijn er betere alternatieven”? Het verschil maken als raadslid Voor de meeste raadsleden vormt het oplossen van maatschappelijke problemen in hun stad of dorp de belangrijkste drijfveer om zich politiek te engageren. Daarbij spelen zaken als data en digitale technologie vaak alleen een rol op de achtergrond. Toch verdienen ze wel degelijk de aandacht van raadsleden. Digitalisering heeft namelijk een fundamentele impact op onze maatschappij." Het voorbeeld van de slimme lantaarnpaal maakt inzichtelijk dat het gebruik van digitale technologieën allerlei vragen kan oproepen. Het stelt ons voor de vraag in wat voor stad of dorp we willen wonen, en hoe we met elkaar willen omgaan. Daarmee is digitalisering bij uitstek een politieke zaak. Een raadslid dat dus echt het verschil wil maken voor de burger, dient ook sturing te geven aan de inzet van data en digitale technologie in de gemeente. 1 _Het Rathenau Instituut liet in het rapport ‘Opwaarderen, borgen van publieke waarden in de digitale samenleving’ zien dat de inzet van digitalisering kan raken aan diverse publieke waarden zoals privacy, autonomie, veiligheid en rechtvaardigheid (Rathenau Instituut, 2017a) 9 Het Rathenau Instituut deed op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVR) en de Vereniging van Griffiers (VvG) onderzoek naar de vraag, hoe gemeenteraden het debat over digitalisering verder kunnen brengen. De gedachte hierachter is dat beleidskeuzes ten aanzien van digitalisering alleen democratisch gelegitimeerd zijn als de raad er richting aan geeft. Om te komen tot democratische besluitvorming rondom de inzet van data en digitale technologie, is een debat tussen goed geïnformeerde gemeenteraadsleden noodzakelijk. Deze publicatie Het doel van deze publicatie is duidelijk te maken waarom digitalisering een politiek thema is. We laten zien wat de rol en positie van de gemeenteraad zijn ten aanzien van digitaliseringsvraagstukken op lokaal niveau. We roepen raadsleden op met elkaar het gesprek aan te gaan over de ethische en maatschappelijke dilemma's die ermee gepaard gaan. Om het raadsdebat over digitalisering verder te brengen, verschaffen we handvatten. In hoofdstuk een schetsen we de rol en positie van de gemeenteraad ten aanzien van digitalisering, formuleren we aanbevelingen voor het raadsdebat en presenteren we een denkraam dat kan worden gebruikt om inzichtelijk te maken waarover raadsleden kunnen nadenken bij digitalisering. Vervolgens laten we in hoofdstuk twee zien hoe het denkraam in de praktijk gebruikt kan worden aan de hand van drie actuele voorbeelden. De behandelde voorbeelden zijn: - datagebruik in de jeugdzorg; - de slimme lantaarnpaal; - de deel- en kluseconomie. Tijdens ons onderzoek hebben we eerst de huidige praktijk in kaart gebracht: daartoe hebben we raadsverslagen gescand en gesproken met raadsleden en griffiers. Hieruit kwam het beeld naar voren dat raadsleden het lastig vinden de maatschappelijke impact van digitalisering in de volle breedte te overzien. Het denkraam, bedoeld om raadsleden grip op de materie te verschaffen, hebben we ontworpen op basis van informatie uit interviews en eerder onderzoek. Om de bruikbaarheid van het denkraam te toetsen, hebben we tijdens focusgroepen met raadsleden en wethouders de verschillende stappen van het denkraam doorlopen. Hieruit bleek dat het denkraam kan helpen om digitaliseringsvraagstukken op een systematische manier ‘af te pellen’. Raadsleden gaven aan dat het gebruik ervan inspanning vergt, maar ook houvast geeft. Het tweede en derde voorbeeld zijn uitgewerkt op basis van eerder onderzoek van het Rathenau Instituut. Meer informatie over de aanpak van het onderliggende onderzoek is te vinden in de eerste bijlage; een lijst van personen met wie gesproken is, staat in de tweede bijlage. 10 1 Digitalisering en de raad 1.1 Het belang van debat over digitalisering Digitalisering speelt tegenwoordig een rol op vrijwel elk gemeentelijk beleidsterrein. Maar waarom is het belangrijk dat juist de gemeenteraad daarover het politieke debat voert? Kort gezegd: omdat digitalisering geen ‘neutraal’ instrument is. Als dat ZO ZOU zijn, zou het digitaliseren van een proces — in de administratie, de communicatie, de dienstverlening — betekenen dat er verder niks verandert, behalve de manier waarop dit proces wordt uitgevoerd. Maar dat is niet zo. Digitalisering heeft namelijk een veel bredere impact. We zijn vaak geneigd de sociale en maatschappelijke impact van digitalisering te onderschatten. Die reikt veel verder dan waar digitalisering in eerste instantie voor wordt ingezet. In dit hoofdstuk laten we zien dat het gebruik van data en algoritmen allerlei bijeffecten met zich mee kan brengen, die lang niet altijd even wenselijk zijn. Wanneer we de bredere impact ervan expliciet maken, blijkt dat digitalisering bij uitstek een politiek thema is. Kader 1.1 Digitalisering in het kort Digitalisering is een veelomvattend begrip dat vele definities kent. Letterlijk betekent digitalisering het ‘omzetten van informatie in nullen en enen’. Maar het behelst veel meer dan het omzetten van analoge informatie in bits en bytes, zo liet het Rathenau Instituut eerder zien (2017a). Door het gebruik van digitale technologieën veranderen onze sociale omgangsvormen, routines en organisatievormen, ontstaan nieuwe verdienmodellen, en raken steeds meer aspecten uit de fysieke en sociale wereld verbonden met de digitale wereld. Digitalisering is niet alleen een kwestie van interne bedrijfsvoering of uitvoering van beleid, maar kent een ‘radicale transformatiekracht’ (Prins et al, 2012). Daarom wordt het in goede banen leiden ervan gezien als een belangrijke maatschappelijke opgave (Rathenau Instituut 2018; Tijdelijke commissie digitale toekomst, 2020). 11 1.1.1 Digitalisering is overal in de gemeente Je hoeft maar een rondje door de binnenstad te lopen om te kunnen vaststellen dat in de openbare ruimte steeds meer sporen van digitalisering te vinden zijn. Er hangen sensoren die geluidsniveaus meten of het aantal passanten en vervoersbewegingen in kaart brengen. Camera's monitoren het uitgaanspubliek. Daarnaast heeft digitalisering ook op een andere — meer indirecte — manier invloed op de openbare ruimte. Want ook de activiteiten van de talloze webwinkels en online platformen als Airbnb en Deliveroo hebben in korte tijd hun stempel weten te drukken op het straatbeeld en de leefomgeving in veel steden. lets wat op het eerste gezicht onschuldig lijkt, kan na verloop van tijd enorme impact blijken te hebben. Denk aan het spel Pokémon Go. Deze app, waarmee de speler in de ‘echte’ wereld op zoek gaat naar virtuele Pokémondieren, werd enkele jaren geleden in korte tijd razend populair. Met hun mobiel in de hand struinden hordes mensen de straten en parken af op zoek naar een Pokémon. Al snel leidde dat tot allerlei onwenselijke situaties in de publieke ruimte. Zo lieten gamers vaak troep achter, vertrapten ze beschermde natuurgebieden en letten ze niet op het verkeer.? Gemeenten moesten in korte tijd een oplossing bedenken. Maar digitalisering heeft niet alleen invloed op de manier waarop de openbare ruimte in onze steden en dorpen verandert. Of het nu gaat om vuilnis ophalen, het aantal inbraken terugdringen of overlast door hangjongeren voorkomen, veel gemeenten zien in digitale technologie een handig hulpmiddel om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren. Ook bij de aanpak van maatschappelijke uitdagingen — zoals in het sociaal domein - wordt steeds meer gebruikgemaakt van data en algoritmen. Daarmee beïnvloedt digitalisering ook steeds vaker de relatie tussen overheid en burger. Welke ‘digitaliseringsvraagstukken’ er precies spelen, verschilt per gemeente, zo blijkt uit ons onderzoek. Dat hangt bijvoorbeeld af van omvang en ligging, het specifieke karakter en het ambitieniveau van de gemeente. Steden die snel groeien en te maken hebben met ruimtegebrek of verkeerscongestie, experimenteren met digitalisering om vervoersstromen op gang te houden. In gemeenten met een belangrijke regionale voorzieningenfunctie, is het thema winkelleegstand als gevolg van de platformeconomie niet aan de orde, terwijl dit in steden zonder regionale voorzieningenfunctie juist een belangrijke, bestuurlijke opgave vormt. 2 _ Zie https://nos.nl/artikel/2126658-pokemon-hoofdstad-kijkduin-kan-overlast-pokemon-go-niet-meer-aan.html; Zie ook het rapport ‘Nep echt. Maatschappelijke vraagstukken rond augmented reality’ van het Rathenau Instituut (Rathenau Instituut 2020a). 12 Sommige gemeenten proberen zich te onderscheiden door hun innovatieve karakter. Het is een vorm van city branding; deze gemeenten profileren zich als voorlopers op het gebied van technologische innovatie. Ze experimenteren met slimme wegen, wifi-tracking, of andere vormen van tracking. In steden met een technische universiteit loopt de universiteitscampus vaak voorop.* Anderzijds zijn er ook gemeenten die in hun beleid opnemen dat zij vooral willen leren van lessen uit andere gemeenten. Zij noemen zichzelf ‘slimme volgers’.* Hoewel er verschillen tussen gemeenten zijn, speelt digitalisering tegenwoordig op vrijwel elk beleidsdomein in de gemeente een belangrijke rol. Vaak wordt het gezien als aspect van een specifiek beleidsdossier en ligt de verantwoordelijkheid ervoor bij de wethouder, de ambtenaren en de raadsleden die over dit specifieke dossier gaan. Er wordt dus nog vrij gefragmenteerd over digitalisering gesproken. Een raadslid vertelde: ‘Digitaliseringsvraagstukken worden vaak nog afzonderlijk behandeld, bijvoorbeeld als mobiliteitsvraagstuk met een digitaliseringscomponent. Het wordt dan meteen doorgespeeld naar de desbetreffende sector, dus mobiliteit, sociaal domein, of veiligheid’. Een dergelijke benadering gaat voorbij aan het feit dat digitalisering vergelijkbare effecten teweeg kan brengen binnen verschillende domeinen, en dus ook vraagt om een domeinoverstijgende aanpak.® Drie soorten digitaliseringsvraagstukken Om enige structuur aan te brengen in het denken over digitalisering, onderscheiden we in deze publicatie drie soorten digitaliseringsvraagstukken die vaak terugkomen in de gemeente. In de eerste plaats gaat het om digitalisering die door de gemeente wordt ingezet om de publieke dienstverlening te verbeteren. In de tweede plaats gaat het om toepassing van digitale technologie in de door de gemeente beheerde openbare ruimte. Tot slot onderscheiden we digitalisering die door private partijen wordt geïnitieerd, en een fundamentele impact heeft op de lokale gemeenschap. Concreet kijken we naar digitalisering: e {nde publieke dienstverlening Het gebruik van digitale technologie door de lokale overheid in het contact of de relatie met de inwoners van de gemeente (dienstverlening, belastingen, sociaal 3 De gemeente Eindhoven is onderdeel van een samenwerkingsverband tussen de provincie Noord-Brabant en de vijf grote Brabantse steden Eindhoven, Den Bosch, Tilburg, Breda en Helmond. Dit samenwerkingsverband heeft de niet geringe ambitie om blijvend te behoren tot de top vijf van Europa's kennis- en innovatieregio’s. Zie voor meer informatie het rapport ‘Voeten in de aarde: datagestuurde innovatie in de stad’ van het Rathenau Instituut (Rathenau Instituut 2020b) 4 Zo heeft de gemeente Leeuwarden vorig jaar een digitale agenda opgesteld met de meerjarenkoers voor digitale vernieuwing, waarin men heeft uigesproken het ambitieniveau ‘slimme volger’ aan te houden (Van der Schaaf et al. 2019). 5 Ook op landelijk niveau is dat besef inmiddels doorgedrongen. Zo adviseerde de Tijdelijke commissie Digitale Toekomst (2020) de Tweede Kamer om een vaste commissie voor Digitale zaken te installeren die de commisieoverstijgende aspecten van digitalisering verkent en agendeert. 13 domein: inkomensondersteuning, maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdzorg, et cetera). e {nde openbare ruimte Het toepassen van digitale technologie in de openbare ruimte (op straat, in openbare gebouwen; verzameling, verwerking en gebruik van digitale beelddata, geluidsdata, andere data). Meestal geïnitieerd door de overheid, en uitgevoerd in samenwerking met private partners. , Elders in de samenleving Het gebruik van digitale technologie binnen de gemeente door private partijen met implicaties voor het openbare leven (webwinkels, dienstenplatformen:; effecten op economie, logistiek, ruimtegebruik, veiligheid, privacy). In hoofdstuk twee behandelen we van elk van deze vraagstukken een actueel voorbeeld. Zo kijken we voor digitalisering in de publieke dienstverlening naar het gebruik van data in de jeugdzorg. Bij digitalisering in de openbare ruimte kijken we naar de inzet van slimme lantaarnpalen. Voor digitalisering door andere partijen ten slotte, kijken we naar de gevolgen van de deel- en kluseconomie voor gemeenten. 1.1.2 Digitalisering is geen neutraal instrument Hoewel digitalisering grote voordelen met zich mee kan brengen voor overheid, bedrijven en burgers, is het gebruik ervan niet zonder risico. Dat komt omdat we de (maatschappelijke) impact ervan vaak niet overzien. Technologie wordt meestal gezien als een nuttig hulpmiddel om bepaalde doelen te bereiken, zoals efficiëntie en veiligheid. In deze puur instrumentele visie is de technologie zelf waardevrij of ‘neutraal’. Maar daarmee wordt voorbijgegaan aan het feit dat technologische verandering altijd ook indirecte effecten heeft.” Zo leidt het ook tot nieuw gedrag. Kijk maar naar dit voorbeeld. De opkomst van online streamingdiensten zoals Spotify en Apple Music heeft de muziekindustrie in de afgelopen jaren flink op zijn kop gezet. Muziek hoef je niet meer te kopen. Je kunt een dienst afnemen waarmee je toegang hebt tot vrijwel elk nummer in de wereld. Dat heeft natuurlijk het verdienmodel van artiesten radicaal veranderd. Maar de impact van online muziekdiensten reikt veel verder. Ook het 6 Een mooi voorbeeld hiervan vinden we in het WRR-rapport Overheid. Daarin wordt beschreven hoe er ten tijde van de invoering van het burgerservicenummer (BSN) discussie ontstond over de vraag of het BSN een neutraal instrument is of een ‘kracht met eigen logica’ (VRR 2011, p. 55). 7 __De Nederlandse techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek stelt dat technologieën onze interpretatie van de wereld ‘bemiddelen’ of ‘mediëren’ en zo ons handelen en onze beslissingen mede vormgeven (Verbeek 2014). 14 product zelf — de muziek — is erdoor veranderd. Dat zit als volgt. Artiesten krijgen niet meer per verkocht album betaald maar per stream. En die telt pas mee als er minimaal dertig seconden wordt geluisterd. Een artiest moet dus heel snel de aandacht grijpen. Daarom zit het refrein steeds vaker direct aan het begin van het nummer en worden intro's steeds korter. ‘Don't bore us, get to the chorus!’ zo vatte The Economist deze ontwikkeling samen? Dit voorbeeld laat een paar dingen zien. Allereerst dat de impact van digitalisering verder reikt dan waar het in eerste instantie voor bedoeld was. Met de introductie van online streamingsdiensten is niet alleen de distributie van muziek veranderd, maar ook het verdienmodel van artiesten. Daarnaast laat het zien dat een deel van de impact vooraf moeilijk te voorzien is. Niet alleen de muziekindustrie is veranderd, maar ook de muziek zelf. Dit komt doordat bij het ontwerpen van de systemen al bepaalde keuzes gemaakt worden die uitdrukking geven aan wat we — blijkbaar — belangrijk vinden, en waar we onze aandacht op gaan richten. Mensen passen hun handelen hier vervolgens op aan. lets dergelijks kan ook binnen de gemeente optreden. Want hoe zit het met digitalisering in de openbare ruimte? ledereen vindt veiligheid belangrijk, maar in hoeverre vinden we het prima als burgers continu het gevoel hebben dat ze bespied worden door sensoren en camera’s?° En hoe zit dat bij digitalisering in het sociaal domein? Misschien vinden we het handig als beslissingen van zorgverleners worden ondersteund door ICT, maar is het wenselijk dat de rol van ICT verschuift van het ondersteunen van beslissingen naar het feitelijk bepalen daarvan? Ook in het geval van de slimme lantaarnpaal opperden we dat er sprake kan zijn van onvoorziene bijeffecten. De paal kan worden ingezet om de veiligheid in de wijk te vergroten, maar zou ook onbedoeld invloed kunnen hebben op het gevoel van anonimiteit en vrijheid van de bewoners. Dat kan ertoe leiden dat deze hun gedrag erop aanpassen en dat daarmee ook de interactie tussen de buurtbewoners verandert. Zo ontstaat er met de inzet van nieuwe technologie in feite ook een nieuwe sociale werkelijkheid. De relatie tussen menselijk handelen en technologie is in hoge mate wederkerig. We zetten technologie in om bepaalde doelen te bereiken, maar de technologie zelf bepaalt vervolgens onze keuzeruimte en geeft zo ook weer vorm aan ons handelen 8 The Economist 2019 9 In het rapport ‘Burgers en sensoren’ liet het Rathenau Instituut zien dat Nederlanders bereid zijn de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid te accepteren, maar daar wel voorwaarden aan stellen. Zo is het onder meer belangrijk dat de privéruimte wordt gerespecteerd, mogen sensoren niet leiden tot discriminatie en willen burgers helder en transparant worden geïnformeerd over de inzet ervan (Rathenau Instituut 2019). 15 en onze beslissingen. Zodoende is er sprake van een ‘wederzijdse beïnvloeding van technologie en maatschappij’.“® Technologieontwikkelaars zouden dan ook niet op eigen houtje moeten kunnen beslissen over de technologie die onze leefwereld bepaalt. Het is immers aan democratisch gekozen vertegenwoordigers om voor de samenleving te bepalen wat wenselijk is. Digitaliseringsprocessen in de gemeente hebben invloed op de manier waarop we wonen, hoe we met elkaar communiceren, hoe onze democratie werkt, hoe ons werk eruit ziet en hoe de economie functioneert! Door internetshoppen neemt het aantal fysieke winkels af en verandert het straatbeeld in het centrum. De toename van online bestellingen van eten zorgt voor een toename van de vervoersbewegingen in een stad. Als een bezorger het eten sneller naar de klant kan brengen, kan hij meer bestellingen aannemen en dus meer geld verdienen. Bovendien lonkt dan een betere rating. Daardoor wordt het mogelijk ook minder aantrekkelijk voor bezorgers om voor een rood stoplicht te wachten. Gemeenten die digitale technologie inzetten, moeten zich rekenschap geven van de bredere impact ervan op de leefwereld van burgers. Bovendien moeten ze oog hebben voor de sociale en maatschappelijke impact van digitalisering die door andere partijen wordt geïnitieerd. Ook die processen hebben immers directe invloed op het leven van de burger. 1.1.3 Digitalisering kan publieke waarden onder druk zetten Het gebruik van digitale technologie zet allerlei veranderingen in gang, waarvan een deel onbedoeld kan zijn (de neveneffecten) en een deel zelfs niet voorzien, terwijl zij burgers wel raken. Nu is verandering op zichzelf niet meteen bezwaarlijk. Het probleem is echter dat sommige van die veranderingen grondrechten en publieke waarden onder druk kunnen zetten. Digitalisering biedt niet alleen kansen om de levenskwaliteit in gemeenten te verhogen, maar brengt ook risico’s met zich mee voor persoonlijke vrijheden en sociale rechtvaardigheid. '? Het Rathenau Instituut liet in de publicatie ‘Opwaarderen’ uit 2017 zien dat digitalisering belangrijke waarden als autonomie, privacy, rechtvaardigheid en menselijke waardigheid beïnvloedt.'® Digitale technologie kan gebruikt worden om allerlei waarden te borgen, maar kan ze bij bepaald gebruik ook onder druk zetten. 10 Smit en Van Oost 1999 11 Zo liet het Rathenau Instituut zien in de publicatie ‘Waardevol Digitaliseren’ (Rathenau Instituut 2018) 12 Dat signaleerde ook het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks (2019) in zijn ‘Handvest voor de slimme stad’. Daarin worden volksvertegenwoordigers in verschillende bestuurslagen opgeroepen zich sterker te bemoeien met de inzet van technologie. 13 Zie ook het rapport ‘Opwaarderen’ (Rathenau Instituut 2017a) 16 De volgende tabel — uit diezelfde publicatie — illustreert vooral dat laatste. Tabel 1: publieke waarden die geraakt worden door digitalisering Waarde Maatschappelijke en ethische vraagstukken Privacy Gegevensbescherming, digitaal huisrecht, mentale privacy, surveillance, doelverschuiving Autonomie Keuzevrijheid, vrijheid van meningsuiting, manipulatie (verspreiding van desinformatie, microtargeting), bescherming democratie, paternalisme, vaardigheden, grenzen zelfredzaamheid Veiligheid Informatieveiligheid, identiteitsfraude, fysieke veiligheid Controle over Controle over en inzicht in algoritmen, verantwoordelijkheid, technologie voorspelbaarheid Menselijke Dehumanisatie, instrumentalisering, deskilling, desocialisatie, waardigheid werkloosheid Rechtvaardigheid Discriminatie, uitsluiting, gelijke behandeling, stigmatisering Machtsverhoudingen | Oneerlijke concurrentie, uitbuiting, relatie consument-bedrijf, relatie bedrijf-platform Het lastige van technologische ontwikkelingen is dat de precieze uitwerking ervan op de samenleving zich moeilijk laat voorspellen. De effecten zijn meervoudig en complex. Bovendien zijn ze vaak pas na verloop van tijd zichtbaar en kunnen ze zich voordoen op onvoorziene plekken. Naarmate een nieuwe technologie breder wordt toegepast, zal de impact ervan ook toenemen. Doorgaans is men geneigd ‘de impact van nieuwe technologieën op de korte termijn te overschatten, en op de lange termijn te onderschatten’. * Dat het een lastige opgave is om vooraf de precieze impact en wenselijkheid van technologie te bepalen, betekent niet dat politici het daarom maar achterwege moeten laten. Integendeel, het is juist nog belangrijker om het beoordelingsproces zo in te richten dat volksvertegenwoordigers vooraf eisen kunnen stellen aan de technologie, en tussendoor kunnen bijsturen op de maatschappelijke effecten ervan. Het is belangrijk vooraf goed na te denken over de vraag welke waarden daarbij leidend moeten zijn. 14 Dit principe staat bekend als de ‘wet van Amara’, naar technologieonderzoeker en futuroloog Roy Amara. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Roy_ Amara 17 1.1.4 Digitalisering is een politieke zaak Sommige bestuurders hebben een groot geloof in het probleemoplossend vermogen van technologie, ook wel technosolutionisme genoemd. Als er een probleem is, zoeken ze de oplossing in nieuwe technologie (‘daar heb ik een app voor’). Daar staan andere bestuurders tegenover die erg sceptisch zijn: nieuwe technologie is niet de oplossing, maar juist het probleem — niet aan beginnen dus. Maar een technologie als digitalisering is op zichzelf niet meteen goed of slecht. Het gaat om de manier waarop zij wordt gebruikt. Dat bepaalt de uitwerking ervan. Het is belangrijk te beseffen dat technologie ook altijd een sociale en maatschappelijke impact heeft. Een gemeenteraad wil dan ook kunnen sturen op die impact, zodat de positieve effecten gerealiseerd worden, en de negatieve binnen de perken blijven. Zoals we in de vorige paragraaf concludeerden, is het belangrijk om vooraf goed na te denken over welke waarden leidend moeten zijn bij digitalisering. Het is goed te vermelden dat er op dat gebied door gemeenten inmiddels belangrijke stappen zijn gezet. Zo heeft de VNG vorig jaar de ‘principes voor de digitale samenleving’ vastgesteld, die als gemeenschappelijk kader zullen gelden voor digitalisering in de publieke ruimte.'€ Er is onder meer afgesproken dat de digitale infrastructuur voor iedereen beschikbaar, toegankelijk, transparant en veilig moet zijn. Deze principes vormen een belangrijk startpunt voor democratische sturing op digitale technologie, maar het is slechts een eerste stap. Digitalisering is namelijk geen frictievrij proces. De inzet ervan vraagt om een afweging van waarden. Soms verkiezen we veiligheid boven privacy. Denk aan camera’s die voortdurend het aanwezige publiek in een uitgaansstraat monitoren om daarmee verstoringen van de openbare orde te kunnen voorkomen. Soms wordt privacy verkozen boven veiligheid. Bijvoorbeeld als er sprake is van een app die via het traceren van contacten de gezondheid van burgers beschermt, maar kan leiden tot een verlies aan controle over data. Digitalisering dwingt ons om publieke waarden tegen elkaar af te wegen. Hoe die afweging precies uitpakt, is uiteindelijk afhankelijk van iemands normatieve kader. Het zijn normatieve keuzes waarover je van mening kunt verschillen. Maar het betekent wel dat de uitwerking ervan vooraf niet vaststaat: er valt wat te kiezen. 15 Zo waarschuwde een groep van meer dan zestig wetenschappers en hoogleraren in 2020 voor de risico's van ‘technosolutionisme?’ bij de aanpak van COVID-19 omdat technologie ‘zelden dé oplossing voor een bepaald probleem is’. Zie voor de brief: http://allai.nl/wp-content/uploads/2020/04/Online-versie-Brief-Minister- President-Rutte-Ministers-De-Jonge-Van-Rijn-Grapperhaus-de-heer-Sijbesma-inzake-COVID-19-tracking-en- tracing-en-gezondheidsapps. pdf 16 VNG 2019 18 1.2 De huidige praktijk ‘De slimme deurbel? Dat boeit mij niet! Ik kan toch niet overal een mening over hebben?’, zegt een raadslid op een raadsinformatieavond over digitalisering. Een commissielid valt hem bij: ‘Ik vraag me af of de gemeenteraad überhaupt over dat soort zaken zou moeten praten. Er zijn veel te veel van die digitale toepassingen. Die kunnen we echt niet allemaal behandelen in de raad’. In deze gemeente wordt momenteel geëxperimenteerd met de slimme deurbel, maar in de raad was daar tot op dat moment nog niet over gesproken. Het raadslid legt uit dat hij zijn aandacht liever aan andere zaken besteedt. Bijvoorbeeld aan maatschappelijke vraagstukken zoals de leefbaarheid in kwetsbare wijken, en de gevoelens van onveiligheid die mensen daar ervaren. Desgevraagd lijkt het hem wel een goed idee om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat de gevoelens van onveiligheid en het aantal inbraken afnemen. Maar de slimme deurbel? Daar hoeven raadsleden zich toch niet mee bezig te houden. Later op de avond komt hetzelfde raadslid opnieuw aan het woord. Hij is van mening veranderd. ‘Ik wist helemaal niet wat die slimme deurbel allemaal deed. Ik hoor net dat dat ding in de meerderheid van de gevallen ook de openbare weg filmt, dus ook toevallige voorbijgangers en buren. En dat wordt allemaal opgeslagen op de servers van Amazon ergens in Amerika. Daar zouden we in de raad met elkaar het debat over moeten voeren!’ 1.2.1 Weinig aandacht voor digitalisering Hoewel er alle aanleiding toe is voor een gemeenteraad om zich uit te spreken over digitalisering, komt uit onze gesprekken met raadsleden en griffiers en een analyse van raadsverslagen, het beeld naar voren dat dit momenteel nauwelijks het geval is. De inzet van digitale technologie en de sociale en maatschappelijke effecten die dit teweegbrengt, zijn nog maar zelden onderwerp van debat in de gemeenteraad. Daarmee ontsnapt het aan democratische afweging. Zelfs in gemeenten waar men volop gebruikmaakt van data en algoritmen, in de gemeentelijke dienstverlening of in de publieke ruimte, lijkt de gemeenteraad nog maar nauwelijks kaders te stellen. Meerdere respondenten gaven aan dat de raad momenteel vooral een reactieve rol heeft. Raadsleden verwachten van digitalisering vooral dat het voordelen zal opleveren in termen van efficiëntie en effectiviteit van de beleidsuitvoering. Als er al vragen worden gesteld aan het college, gaan die meestal over zorgen ten aanzien van de 19 privacy van de burger. Hoewel dat een terecht aandachtspunt is, duidt het wel op een vrij beperkte kijk op de mogelijke bijwerkingen. Bovendien worden dergelijke vragen vaak afgedaan met een belofte dat men voldoet aan de eisen van de AVG en dat de data zoveel mogelijk geanonimiseerd zullen worden. De meeste raadsleden zijn daarmee al snel tevreden. De reflex is vaak ‘wat mogen we?’ en niet ‘wat willen we?’. Daarmee ontbreekt het aan ethische reflectie op de wenselijkheid van de mogelijke maatschappelijke effecten. Omdat gemeenteraden digitalisering niet als zodanig bespreken, vindt er geen systematische inventarisatie plaats van beoogde en niet-beoogde effecten van specifieke toepassingen van digitale technologie, zo blijkt uit ons onderzoek. Ook worden normatieve afwegingen die schuilgaan achter beleidskeuzes vrijwel nooit expliciet gemaakt. Dat ontneemt de raad mogelijkheden om effectief te kunnen bijsturen als dat nodig is. Ook is er hierdoor geen zicht op niet-technologische oplossingen of alternatieve beleidsopties die mogelijk minder onwenselijke bijeffecten hebben. Het huidige debat over digitalisering _Op dit moment is er nauwelijks sprake van een debat in gemeenteraden over de toepassing van digitale technologie en een afweging van achterliggende waarden. , Omdat dit debat niet plaatsvindt, wordt de mogelijke impact van digitalisering vooraf niet systematisch onderzocht en verhelderd, en worden normatieve afwegingen die aan beleidskeuzes ten grondslag liggen, niet expliciet gemaakt en besproken. e In diverse gemeenten geven onze respondenten aan dat de raad ten aanzien van digitalisering vooral een reactieve rol aanneemt. e Als er toch vragen worden gesteld, is dat vaak naar aanleiding van berichtgeving vanuit de media over misstanden of risico’s. De vragen gaan dan vaak over privacy. 20 1.2.2 Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering In ons onderzoek zijn wij drie oorzaken tegengekomen die verklaren waarom digitalisering momenteel nog weinig aandacht krijgt in gemeenteraden. Raadsleden zijn zich vaak niet bewust van de maatschappelijke impact In de eerste plaats zijn raadsleden zich vaak niet bewust van de maatschappelijke impact die digitalisering kan hebben. Ze hebben veelal een vrij instrumentele visie op digitalisering en zien daardoor niet de ethische en politieke aspecten ervan, en wat hun eigen rol hierbij kan zijn. Wanneer dit inzichtelijk wordt gemaakt, kan hun houding ineens veranderen, zo is de ervaring van een aantal raadsleden dat bewustwordingsavonden organiseerde. In ons onderzoek kwamen we dit zelf ook tegen, zoals te lezen viel bij het voorbeeld van de slimme deurbel. Raadsleden denken onvoldoende kennis van de materie te hebben Daarnaast komt uit onze interviews naar voren dat veel raadsleden zichzelf niet bekwaam achten om met digitaliseringsvraagstukken aan de slag te gaan. Zij menen dat ze niet beschikken over voldoende technische kennis, vragen zich af hoever hun bevoegdheden op het thema digitalisering reiken, of dit niet meer iets is voor het college van B&W, en welke middelen zij ter beschikking hebben om hierbij richting te geven. Een griffier zei hierover: ‘Ze vinden het vaak te specialistisch om zich er mee te bemoeien. Dat wordt letterlijk zo gezegd’. Raadsleden en wethouders zien digitalisering als een kwestie van uitvoering De gemeenteraad is er om de beleidskaders vast te stellen, en het college van B&W gaat over de uitvoering van het beleid binnen die kaders — zo is de rolverdeling. Raadsleden beschouwen digitalisering vaak als een kwestie van uitvoering en daarmee als iets dat niet onder hun verantwoordelijkheden valt. Tegelijk willen wethouders ook niet dat raadsleden op de stoel van de wethouder gaan zitten. Dit is zeker het geval wanneer het om bestaande processen gaat. Daarmee gaat men voorbij aan het feit dat digitalisering ook invloed heeft op de kaders waarbinnen het beleid wordt uitgevoerd. 21 Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering e Raadsleden zijn zich weinig bewust van de impact van digitalisering. Het ontbreekt hen aan inzicht in de mogelijke effecten. e Raadsleden zien digitalisering vaak als een ingewikkeld en technisch thema en krijgen er moeilijk vat op. Hun primaire interesse ligt bij maatschappelijke thema’s. e Wethouders vinden de betrokkenheid van raadsleden belangrijk, maar willen niet dat raadsleden op de stoel van de wethouder gaan zitten. Vaak zien zij digitalisering als beleidsuitvoering, en daar gaan zij over. 1.3 De opgave en de handvatten Tijdens onze interviews kwam naar voren dat veel gemeenteraadsleden worstelen met hun rol en positie bij digitalisering in de gemeente. Want hoewel digitalisering inmiddels is doorgedrongen tot in de haarvaten van onze samenleving, is vaak nog onduidelijk hoe gemeenteraden hier richting aan kunnen geven. Sturen op waardevolle digitalisering vereist een continue verkenning van de mogelijkheden en risico’s die digitale technologie met zich mee kan brengen. Het is een zoektocht die raadsleden bovendien niet in hun eentje kunnen ondernemen. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk hebben we betoogd dat digitalisering de aandacht van de gemeenteraad meer dan waard is: het is een politieke zaak, omdat het allerlei vormen van impact heeft. In de tweede paragraaf hebben we op basis van onze onderzoeksgegevens vastgesteld dat digitalisering om diverse redenen momenteel nog weinig aandacht krijgt van gemeenteraden. Daaruit volgt de opgave: breng het politieke debat over digitalisering in de gemeenteraad op gang. Hiervoor moeten twee zaken aangepakt worden: organisatie en inhoud. 22 1.3.1 Organisatie: voldoende informatie en helderheid over rollen Op basis van de focusgroepen met raadsleden en wethouders, concluderen we dat er aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan om het debat in de raad over digitalisering op een constructieve manier te laten verlopen. Deze voorwaarden zijn: e Raadsleden moeten voldoende inzicht hebben in de maatschappelijke effecten van specifieke voorstellen voor toepassing van digitale technologie. e Raadsleden moeten voldoende kijk hebben op hun interventiemogelijkheden (bijvoorbeeld om effecten te verzachten of eventuele risico’s te verminderen). e Voor raadsleden en collegeleden moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor de effecten en neveneffecten van de implementatie van digitale technologie. Uit onze gesprekken met raadsleden en wethouders komen vijf suggesties naar voren die kunnen helpen om aan deze voorwaarden te voldoen: e _Om de benodigde informatie over maatschappelijke effecten van digitalisering op tafel te krijgen, kan de raad aan het college vragen om aan raadsvoorstellen een ‘digitaliseringsparagraaf’ toe te voegen, waarin een analyse is opgenomen van voorziene en potentiële effecten van digitalisering en van de mogelijkheden hierin verschillende keuzes te maken. Meer algemeen kan de raad het college van B&W vragen om een digitaliseringsvisie te formuleren, waarin beleidsuitgangspunten staan voor zaken als het verzamelen, bewerken en gebruiken van data, het gebruik van algoritmen, en dergelijke. "7 , _Om meer zicht te krijgen op niet alleen de relevante effecten van digitalisering, maar ook op de mogelijkheden hier als gemeenteraad invloed op uit te oefenen, kan het helpen informatieavonden te organiseren, waarop experts raadsleden wegwijs maken. Aangezien de behoefte aan informatie vrij breed leeft onder raadsleden, is dit een activiteit die door de VNG zou kunnen worden ondersteund. , Om lokaal de benodigde expertise te mobiliseren ter ondersteuning van college en raad, kan een ‘digitaliseringsraad’ ingesteld worden, bijvoorbeeld naar het model van de WMO-raad, zoals die in veel gemeenten actief is. Een digitaliseringsraad kan een onafhankelijke raad zijn die beleidsvoornemens met een digitaliseringscomponent toetst op maatschappelijke impact en die college en raad op digitaliseringsgebied van advies dient. e Om de verantwoordelijkheid voor digitalisering en de gevolgen daarvan helder te beleggen, is het raadzaam deze onder te brengen bij één wethouder digitalisering. 17 De Principes voor de digitale samenleving’ van de VNG (2019) kunnen hierbij ter inspiratie of als uitgangspunt dienen. 23 1.3.2 Inhoud: een handreiking voor de raad Organisatie en voorbereiding zijn belangrijk, maar uiteindelijk moet het politieke debat over digitalisering gevoerd worden in de raadsvergadering. Het is een misverstand dat raadsleden daarvoor specifieke technische kennis nodig hebben. Zij gaan immers over de maatschappelijke impact van de technologie, en kunnen daaraan dan ook voorwaarden stellen. Daarom is het vooral belangrijk dat raadsleden zicht krijgen op de brede sociale en maatschappelijke impact van digitalisering, en de mogelijkheden die zij hebben om hier richting aan te geven. Denkraam voor systematische afweging Om raadsleden enig houvast te geven bij het bepalen van de gewenste richting en impact van digitaliseringsprocessen, heeft het Rathenau Instituut een ‘denkraam’ ontwikkeld. Dit is bedoeld als hulpmiddel om op een systematische manier tot afwegingen en besluiten te komen bij digitaliseringsprocessen in de gemeente. Het denkraam kan door individuele raadsleden worden gebruikt als hulpmiddel bij de voorbereiding van een debat over een specifieke casus, of het tussentijds evalueren van lopende digitaliseringstrajecten. Daarnaast kan het ook behulpzaam zijn om het denkraam gezamenlijk in te vullen. Zo kan het bijvoorbeeld worden ingezet als gespreksinstrument over specifieke digitaliseringskwesties. Hoe kom je aan de benodigde informatie? We hebben de bruikbaarheid van het denkraam getoetst tijdens focusgroepen met raadsleden en wethouders. Hieruit bleek dat het denkraam raadsleden kan helpen om de complexiteit van digitaliseringsvraagstukken op een systematische manier ‘af te pellen’. Raadsleden gaven aan dat het houvast geeft bij de oordeelsvorming. Wel werd duidelijk dat het voor individuele raadsleden een lastige exercitie blijft om alle aspecten van digitaliseringskwesties zelf in kaart te brengen. Een belangrijke vraag is dus hoe je aan de benodigde informatie komt. In de vorige paragraaf hebben we een aantal suggesties gedaan om kennis in de raad te mobiliseren. Uit de focusgroepen kwamen nog andere suggesties naar voren die kunnen helpen bij het invullen van een denkraam. Zo kunnen raadsleden ervoor kiezen om tijdens verdiepingsavonden uitgebreider in te gaan op specifieke digitaliseringsvraagstukken. Uit ons onderzoek blijkt dat het organiseren van dergelijke sessies kan helpen om het bewustzijn rondom het thema te vergroten. Het denkraam kan worden gebruikt om gezamenlijk de verschillende (ethische) afwegingen rondom digitalisering in kaart te brengen. Hiervoor zijn verschillende informatiebronnen mogelijk. Ten eerste is het nuttig om inwoners uit te nodigen om hun perspectief te bespreken. Ten tweede kan het nuttig zijn om vertegenwoordigers uit andere gemeenten uit te nodigen om hun ervaringen te delen. Ten derde kan het helpen om een expert uit te nodigen die vanuit zijn of haar expertise bepaalde aspecten kan verhelderen. 24 Het raadslid bepaalt Het denkraam genereert geen concrete antwoorden, maar is bedoeld om de praktische consequenties van digitalisering en de daarmee samenhangende politieke keuzes, die in het huidige debat nog vaak impliciet blijven, aan het licht te brengen. Het helpt raadsleden om een bewuste afweging te maken gebaseerd op wat zij belangrijk vinden. Welke waarde(n) uiteindelijk het zwaarst weegt of wegen, moeten raadsleden zelf bepalen. Op de volgende pagina laten we de verschillende stappen van het denkraam zien. In het daarop volgende hoofdstuk laten we aan de hand van drie actuele voorbeelden zien hoe het denkraam in de praktijk gebruikt zou kunnen worden. 25 Denkraam digitalisering Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen Beleidsdoelen: Digitalisering is een middel, geen doel. Expliciteer de doelen van het beleid waarvoor het gebruik van digitale middelen wordt overwogen. Verhelder hoe digitale technologie precies bijdraagt aan de gestelde beleidsdoelen. Verken of de beleidsdoelen ook met inzet van alternatieve instrumenten gerealiseerd kunnen worden. Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context, dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces in kaart Het brede kader: Breng relevante vaststaande kaders in beeld, zoals wetgeving, uitvoeringskaders, financiële kaders, samenwerkingsovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen. De inzet van data en algoritmen krijgt vorm binnen deze kaders. Knoppen: Breng interventiemogelijkheden in kaart, zoals: e Rechten (het recht op toegang tot data, …); e Regels (over het gebruik van algoritmen, …); e Initiatief en ontwikkeling (zelf ontwikkelen van digitale instrumenten of uitbesteden, …); e Geld (budget voor ontwikkeling, voor beheer en onderhoud, …); e Organisatie en procedures (kwaliteitscontrole, klachtenprocedure, …); e Toezicht en handhaving (monitoringssysteem, …). Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart Voordelen van het gebruik van data: effectiever beleid (betere doelbereiking); efficiënter beleid (lagere kosten). Risico’s en mogelijke neveneffecten: inbreuken op privacy; stigmatiserende en discriminerende effecten; ondermijning van de relatie overheid-burger (signaal dat de overheid burgers wantrouwt); implicaties voor economische structuur, karakter en organisatie van werk, professionele autonomie, ondernemerschap, gebruik van de publieke ruimte, verandering van vervoersstromen, et cetera. 18 Een meer uitgebreide versie van het denkraam is te vinden in bijlage 3. Raad weten met digitalisering 26 Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden, dat de beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt? Oorzaak en gevolg: Ga na hoe het draaien aan de knoppen (uit stap 2) effect heeft op de impact van digitalisering (uit stap 3). Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal bijbehorende interventies Politieke keuzes: Stel vast welke maatschappelijke impact van digitalisering — gezien vanuit het eigen politiek perspectief — gewenst is, welke acceptabel en welke onacceptabel is. Bepaal hoe door aan de ‘knoppen’ te draaien gestuurd kan worden op gewenste uitkomsten, en het risico op onacceptabele effecten beperkt kan worden. Figuur 1: de vijf stappen van het denkraam digitalisering | e Specificeer de beleidsdoelen Digitalisering is een middel, geen doel op zich. Verhelder de beleidsdoelen waarvoor je het wil inzetten. vj mm cp Onderzoek de kaders Onderzoek de en sturingsmogelijk- maatschappelijke heden impact Digitaliseringsprocessen De impact van spelen zich af in een 4 digitalisering reikt verder complex speelveld. * dan alleen beoogde Breng dit in kaart. Ga na hoe je doelen. Onderzoek de met de knoppen brede impact. * Wet- en regelgeving kunt sturen e Betrokken partijen op de impact e Beoogde voordelen e Risico's en mogelijke ‘Knoppen’ waaraan je neveneffecten kunt draaien Rechten Regels Daed 5. Telia Kies! Geld Bepaal waarop je Te wil sturen en stel en voorwaarden (8) Organisatie Toezicht & handhaving 27 2 Het denkraam toegepast In dit hoofdstuk lichten we het gebruik van het denkraam voor digitalisering verder toe. We laten aan de hand van drie casussen zien hoe het denkraam zou kunnen worden gebruikt om op een systematische manier alle aspecten en de daarmee samenhangende politieke keuzes in kaart te brengen. We behandelen een voorbeeld van elk van de drie soorten digitaliseringsvraagstukken die we in het vorige hoofdstuk hebben geïdentificeerd. Het gaat om dataverzameling in de jeugdzorg, de slimme lantaarnpaal en de deel- en kluseconomie. Hoewel we niet pretenderen dat we hiermee een volledige analyse presenteren, maken de toepassingen duidelijk dat de effecten van digitalisering meervoudig en complex zijn, maar dat raadsleden ook beschikken over instrumenten om hieraan richting te geven. 2.1 Data in de jeugdzorg Hulp aan kwetsbare gezinnen Sinds de decentralisaties in het sociaal domein spelen gemeenten een belangrijke rol bij de zorg voor en ondersteuning van diverse kwetsbare groepen. Zo zijn gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De jeugdzorg is bedoeld om ouders en hun kinderen ondersteuning te bieden bij ontwikkelings- en opvoedingsproblemen. De gemeente zorgt dat deze kwetsbare gezinnen de hulp krijgen die ze nodig hebben. | ij J Dat is geen gemakkelijke opgave. Uit recent onderzoek blijk dat juist gezinnen met de meest complexe en zware problematiek vaak te laat — of zelfs niet — geholpen worden. '° Bovendien hebben jeugdzorgaanbieders te maken met grote financiële 19 Zo bleek onder meer uit het rapport ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’ van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (2019). 28 druk, terwijl het aantal jongeren in de jeugdzorg alleen maar toeneemt. Dat alles heeft geleid tot wachtlijsten, bezuinigingen, uitgesteld onderhoud en problematiek waarbij de kwetsbare kinderen om wie het gaat niet gebaat zijn. Binnen deze context gingen gemeenten de afgelopen jaren op zoek naar manieren om de uitvoering te verbeteren door kosten van de jeugdzorg onder controle te krijgen. Er wordt momenteel geëxperimenteerd met de inzet van big data om problemen al in een vroeg stadium op het spoor te komen.® Als gezinnen geholpen kunnen worden vóórdat ze in de problemen komen, scheelt dat een boel ellende, zo is de gedachte. En daarmee ook de nodige kosten. Dit experiment is niet geheel zonder risico. Datasystemen kennen namelijk een eigen logica en een eigen dynamiek, en aan een doordacht gebruik ervan zijn eisen verbonden. Het roept de vraag op waar een raadslid aan moet denken bij het sturen op een wenselijke inzet van data in de jeugdzorg. Analyse met behulp van het denkraam Om raadsleden te helpen bij het vormen van een mening over de inzet van data in de jeugdzorg, passen we het ‘denkraam digitalisering’ toe op deze casus. Hiermee pretenderen we niet een volledige analyse van deze casus te geven, maar willen we inzichtelijk maken hoe het denkraam toegepast kan worden bij de beoordeling van het gebruik van data in de jeugdzorg. Het denkraam voor deze casus is ingevuld aan de hand van informatie uit diverse gesprekken met stakeholders en raadsleden, en aangevuld met een aantal recente publicaties over het gebruik van data in de jeugdzorg. Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen Beleidsdoel: Als gevolg van decentralisaties zijn gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg en het behalen van de doelen van de Jeugdwet. Met deze wet wordt ingezet op een verschuiving van curatief naar preventief beleid. Het vroeg signaleren van problematiek staat centraal. Tevens streeft men naar een integrale benadering van multiproblematiek in gezinnen. Hoe een gemeente hier precies uitvoering aan moet geven, is niet vastgelegd in de Jeugdwet. Bij de uitvoering hebben gemeenten een zekere mate van beleidsvrijheid gekregen, vanuit de gedachte dat zij in staat moeten zijn om maatwerk te leveren. Dit betekent dat veel afhangt van de visie van de gemeente op goede jeugdzorg: wanneer is daar sprake van? 20 Van Zoonen 2019; Lam 2020 29 Dit speelt tegen de achtergrond van forse uitdagingen binnen het jeugddomein: een stijgend beroep op de zorg, een structureel tekort aan financiële middelen, en een uitdagende context van decentralisatie van de afgelopen vijf jaar waarin gemeenten op zoek moeten naar manieren om invulling te geven aan hun nieuwe verantwoordelijkheden. Inzet van digitale technologie: Met data kan men het risico op problemen in gezinnen in kaart brengen. Het gaat dan om zaken die worden vastgelegd door hulpverleners over problematiek, diagnoses, behandeling, maar ook schulden en omstandigheden van gezinnen. Maar er kunnen ook andere databronnen worden aangeboord, bijvoorbeeld aanvullende data over de ouders (denk aan: gegevens over hun opleiding, leeftijd, werkervaring), de buurt en de sociale context. De data hoeven dus niet noodzakelijk direct betrekking te hebben op het specifieke kind of het gezin in kwestie. Zo kan er ook gebruik worden gemaakt van CBS-data, bijvoorbeeld over het gemiddelde energieverbruik in een buurt, inkomen, gebruik van sociale zekerheid of nabijheid van voorzieningen, of van data van woningbouwcorporaties en van criminaliteitscijfers van de politie. Aan de hand van deze data worden risicoprofielen van gezinnen gemaakt. Hiermee beoogt men tijdig te kunnen ingrijpen bij risicogezinnen, voordat problemen zich voordoen. Daarmee wordt aangesloten bij het preventieve karakter van de Jeugdwet. Een centrale opslag van data maakt het bovendien makkelijker om dossiers te delen en draagt bij aan de doelstelling om multiproblematiek integraal te behandelen. Tot slot kunnen vroegtijdige interventies ook leiden tot een besparing op de financiële middelen. Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context, dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces in kaart Het brede kader: De gemeente is verantwoordelijk voor het behalen van de doelen van de Jeugdwet. De wet stelt kaders en eisen aan de uitvoering. Naast gemeenten spelen zorgverleners een belangrijke rol. De inkoop van jeugdzorg is doorgaans georganiseerd binnen een gemeenschappelijke regeling. Voor gemeenten is de uitvoering van de jeugdzorg lastig te coördineren, omdat veel beslissingen ‘elders’ worden genomen. Daardoor ervaren veel raadsleden afstand, en hebben zij minder goed zicht op hun sturingsmogelijkheden.2 21 Dit bleek onder meer uit het rapport ‘Decentrale zaak is politieke taak: naar een sturende van de gemeenteraad in het sociaal domein’ van de Raad voor het openbaar bestuur (2020). 30 Betrokkenen bij digitalisering: De inzet van data en algoritmen krijgt vorm binnen een gevarieerde coalitie van gemeenten en zorgverleners. Uniformering en standaardisering van aanpakken en werkwijzen is een uitdaging, en dat geldt ook voor het gebruik van data. Binnen deze context kunnen gemeenteraadsleden afwegingen maken als het gaat om de inzet van data en algoritmen. Die voorwaarden politiseren — politieke keuzes hierbij expliciet maken — helpt om de sturingsruimte inzichtelijk te maken. Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders zelf invloed uitoefenen op de manier waarop partijen — waaronder de gemeente zelf — data en algoritmen gebruiken. Dat zijn de ‘knoppen’ waaraan de raad kan draaien. Wij onderscheiden zes soorten knoppen: e Rechten Omdat er gebruikt wordt gemaakt van zeer persoonlijke en gevoelige informatie over gezinnen, is het belangrijk oog te hebben voor de rechten van betrokkenen. Denk aan het eigendomsrecht op data, recht op toegang tot data, recht op inzage in wat er met data gebeurt, recht op uitleg en motivatie van een op basis van data genomen beslissing; e Regels De gemeente kan regels en voorwaarden stellen ten aanzien van welke data er wel of niet mogen worden verzameld, bijvoorbeeld over afkomst, opleiding of inkomen, wat er met deze data gedaan mag worden, waarvoor je algoritmen mag gebruiken, aan welke voorwaarden algoritmen moeten voldoen, en wat er met de uitkomsten gebeurt; e Initiatief en ontwikkeling Bijvoorbeeld digitale instrumenten in eigen beheer ontwikkelen, dan wel het uitbesteden daarvan; het gebruik in eigen hand houden, dan wel dit onderbrengen bij een externe (publieke of private) partij. Vanwege de gevoeligheid van de informatie kan dat laatste zeer onwenselijk zijn. e Geld Gemeenten bepalen het budget waarmee hulpverleners cliënten moeten helpen. Daarmee heeft de gemeente greep op het totale budget, maar niet op de manier waarop een individuele hulpverlener binnen de organisatie het budget besteedt. Maar omdat de gemeente verantwoordelijk is voor de inkoop kan de raad daar wel eisen aan stellen; waar moeten de inkopers op sturen? e Organisatie en procedures Bijvoorbeeld een loket voor vragen en toelichting, een ombudsman voor klachten, een systeem voor kwaliteitscontrole, een toedeling van verantwoordelijkheden, een klachtenprocedure, een procedure voor herstel van fouten; Toezicht en handhaving Bijvoorbeeld een afspraak over informatieverstrekking aan de raad, een systeem om te registreren en te meten of het beleid werkt zoals verwacht en of beoogde effecten 31 optreden, of er neveneffecten zijn en of fouten gesignaleerd en gecorrigeerd worden. Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart Voordelen van het gebruik van data: de beoogde voordelen van de inzet van data in de jeugdzorg liggen met name in een verhoging van de efficiëntie en effectiviteit van het gevoerde beleid. Wanneer men risicogezinnen in een vroeg stadium op het spoor komt kan men, door middel van vroegtijdige interventies, de veiligheid van de kinderen vergroten. In stap 1 zagen we al dat de inzet van data kan bijdragen aan meerdere algemene beleidsdoelstellingen. Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat het verzamelen en verwerken van zeer gedetailleerde en gevoelige data van kinderen en hun gezinnen, een zekere mate van privacyschending met zich meebrengt. Bovendien kan het in kaart brengen van bepaalde risicogroepen stigmatiserende en discriminerende effecten hebben, en ongelijkheid in de hand werken.” Critici van het gebruik van data in de jeugdzorg menen dat het uitgaat van wantrouwen richting ouders? Dat ondermijnt ook de autonomie van ouders. Daarnaast is een mogelijk neveneffect van datagebruik dat het het werk van hulpverleners kan veranderen. Zij moeten misschien ook bijgeschoold worden om met data en algoritmen te kunnen werken. Tot slot is het de vraag wat de impact is op hun professionele autonomie. Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt? Wie ervan overtuigd is dat de inzet van technologie alleen maar invloed heeft op vooropgestelde doelen als efficiëntie en het verbeteren van veiligheid, heeft weinig oog voor de bredere impact ervan. Uit de vorige stap is gebleken dat de inzet van data in de jeugdzorg ook allerlei andere (neven)effecten sorteert. Voor raadsleden is het zaak deze tegen elkaar af te wegen. In welke mate staat een inbreuk op de privacy in verhouding tot het beoogde doel? Welke mate van stigmatisering of (positieve) discriminatie is acceptabel om de veiligheid van kinderen te vergroten? Is 22 Zie bijvoorbeeld Eubanks (2018) 23 Zie bijvoorbeeld Lam (2020) 32 het wenselijk dat de professionele autonomie van hulpverleners wordt ingeperkt? Is het wenselijk dat zij mogelijk nieuwe competenties moeten aanboren? Wat mogen de maatschappelijke kosten zijn van efficiëntie en effectiviteit? Hoe een precieze afweging van deze publieke waarden uitvalt, hangt, behalve van wettelijke kaders en beleid, ook af van het normatieve kader dat een raadslid hanteert. Het antwoord daarop is in essentie dus politiek van aard. Welke effecten en neveneffecten in welke mate optreden, is afhankelijk van hoe digitale technologie wordt ingezet: welke data worden verzameld, wat wordt ermee gedaan, hoe steken algoritmen in elkaar, en dergelijke. Hoe digitale technologie wordt ingezet, is een kwestie van voorwaarden stellen en sturen. Het hangt af van hoe de ‘knoppen’ staan. Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal bijbehorende interventies De laatste stap van het denkraam is een optelsom van de eerdere stappen. De mate van sturingsruimte wordt bepaald door de beleidsmatige context, betrokken partijen, wettelijke kaders. En waarop raadsleden willen sturen, hangt af van de afweging uit de vorige stap. Bij de inzet van data in de jeugdzorg kunnen allerlei nare situaties ontstaan. Zo kan er een discriminerend en stigmatiserend effect vanuit gaan en kan het de privacy en autonomie van gezinnen aantasten. Het is belangrijk dat de veiligheid van de gegevens gewaarborgd is. Als de juistheid en volledigheid van data niet kunnen worden gegarandeerd, kunnen er foute analyses worden gemaakt met verstrekkende gevolgen. Als uit de afweging van waarden blijkt dat bepaalde discriminerende effecten niet acceptabel geacht worden, kan men ervoor kiezen dat er geen gebruik gemaakt mag worden van bepaalde data. Men kan eisen dat bepaalde gegevens niet worden meegenomen in de risicoanalyse (data over afkomst, etniciteit, religie, opleidingsniveau), en dat algoritmen altijd transparant en uitlegbaar dienen te zijn. Hoe de uitkomsten worden benut, ligt niet vast. Daaraan kan een gemeenteraad dus ook eisen stellen. Als er een risicogroep in beeld is, kan men preventief met deze mensen zelf in gesprek gaan over hun behoeften en eventuele problemen. Een belangrijk uitgangspunt zou dan kunnen zijn een gesprek met deze mensen en nooit over deze mensen. Op Raad weten met digitalisering 33 die manier kan de gemeenteraad sturen op de toepassing van de technologie, en de impact op het leven van burgers. Figuur 2: het denkraam digitalisering toegepast voor de jeugdzorg 1 e Specificeer de beleidsdoelen Bijvoorbeeld: laagdrempelige, effectieve, kostenefficiënte jeugdzorg, die niemand overslaat 2. u cn Onderzoek de kaders Onderzoek de en sturingsmogelijk- maatschappelijke heden Lut eter Kaders: 4 Beoogde effecten: Ke nn * e Vroegsignalering/ inancieie midde Ei Ga na hoe je PTT * Gemeenschappelijke de k tr , regeling met de knoppen e Effectiviteit beleid kunt sturen * Aanpak : î 8 op de impact multiproblematiek Knoppen’ waaraan je ne i 8 ostenbesparing kunt draaien Mogelijke neveneffecten: pH a * Inzage dossier e Stigmatisering honest « Transparantie data e Discriminatie « Privacyschending EON e Verlies van professionele WJ e Data uitsluiten enen e Beleid uitkomsten B, TET Organisatie: Kies! autonomie re e Klachtenprocedure Bepaal waarop je « Herstellen fouten wil sturen en stel Toezicht/handhaving: voorwaarden e e Effectmeting e Informatie verstrekking aan raad Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat er bij de toepassing van data in de jeugdzorg behoorlijk wat afwegingen gemaakt moeten worden. Er valt voor raadsleden dan ook echt wat te kiezen. Om inzichtelijk te maken waar de sturingsruimte zit, kan het helpen om het thema te ‘politiseren’: wat verstaat men onder goede jeugdzorg? En op welke manier zouden data daaraan kunnen bijdragen? Vervolgens is het van belang om te expliciteren welke waarden er tegen elkaar moeten worden afgewogen, en te bepalen welke het zwaarst 24 Zo gaat men in de regio Hart van Brabant het gesprek aan met de groep die met de data in beeld is gekomen aan de hand van de ‘design thinking’ methode. Dat is een methode waarbij je op een creatieve manier tot een oplossing kan komen, samen met de doelgroep. Men gaat met vertegenwoordigers van gezinnen samen kijken waarmee ze zouden kunnen worden geholpen, en wat dan een oplossing zou kunnen zijn. 34 wegen. Is de inzet van data acceptabel als dit bijdraagt aan de preventiedoelstelling maar tegelijk de privacy van gezinnen schendt en de professionele autonomie van zorgverleners inperkt? Het kan dan een keuze zijn om voorwaarden of beperkingen af te spreken voor het gebruik van data, of zelfs te besluiten dat het gebruik ervan niet wordt toegestaan. 35 2.2 De slimme lantaarnpaal Meer dan alleen verlichting Voorheen dienden lantaarnpalen uitsluitend als straatverlichting. Momenteel komt er een nieuwe generatie ‘slimme lantaarnpalen’ op de markt die veel meer mogelijkheden en functies biedt dan een gewone lantaarnpaal. Zo kan de verlichting op afstand worden beheerd en de lichtsterkte per straat worden ingesteld. De lantaarnpalen kunnen worden uitgerust met sensoren die bijvoorbeeld de luchtkwaliteit en de drukte op straat kunnen meten. Bij lawaai (zoals het intikken van een autoruit) kan de lamp feller gaan branden, of kunnen beeld- en geluidsopnamen worden gemaakt. Slimme lantaarnpalen vormen een ICT-netwerk dat data-uitwisseling mogelijk maakt. Verder is het mogelijk om bij voldoende verzwaring van het elektriciteitsnetwerk de slimme lantaarnpaal als oplaadpunt voor elektrische auto’s te gebruiken. Geluidssensor We NN Camera (G. D— iq WiFi Luchtkwaliteit Zonne-energie Oplaadpunt _ Velen zien in de slimme lantaarnpaal de lantaarnpaal van de toekomst. Dus als de huidige lantaarnpalen aan vervanging toe zijn, waarom dan niet kiezen voor deze slimme lantaarnpalen? Steeds meer gemeenten staan momenteel voor die keuze. Maar bewoners reageren niet altijd even enthousiast. Door de vele functionaliteiten heeft de slimme lantaarnpaal ook een ingrijpende impact op het straatbeeld en de leefomgeving van omwonenden. Voor de gemeente is het belangrijk hier vooraf goed over na te denken. Er valt een hoop te kiezen omdat iedere gemeente zelf kan bepalen welke functionaliteiten zij wel en niet wenselijk acht. 36 Analyse met behulp van het denkraam Om raadsleden te helpen bij het vormen van een mening over de inzet van slimme lantaarnpalen, passen we het ‘denkraam’ digitalisering toe op deze casus. We illustreren deze toepassing met hetgeen naar voren kwam uit ons eigen onderzoek naar de besluitvorming omtrent de plaatsing van slimme lantaarnpalen in een aantal gemeenten in Nederland (met name Den Haag, Eindhoven en Utrechtse Heuvelrug).2® Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen Beleidsdoel: De gemeente heeft beleidsdoelen op de terreinen van kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte, openbare orde en veiligheid. Daar draagt straatverlichting aan bij. En slimme lantaarnpalen doen dat beter dan traditionele straatverlichting. Maar deze palen kunnen meer beleidsdoelen dienen, op het gebied van verkeersbeleid en parkeerbeleid, en op dat van milieu- en duurzaamheidsbeleid. Vooral de toenemende drukte in gemeenten (meer mensen, meer verkeer) vraagt om efficiënte verkeersoplossingen, zo zuinig mogelijk omgaan met de beschikbare energie en meer toezicht op veiligheid. In de beleidsplannen van de door ons onderzochte gemeenten zien we dit terug. De gemeente Eindhoven benoemt bijvoorbeeld duurzaamheid als hoofddoel, samen met het vergroten van veiligheid en leefbaarheid in de wijken.2 Inzet van digitale technologie: De inzet van digitale technologie kunnen we nu koppelen aan bovengenoemde beleidsdoelen. - Kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte: via algoritmen is het mogelijk automatisch de lichtintensiteit op straat aan te passen. - Verkeer en vervoer: verkeersdoorstroming en het parkeerbeleid kunnen worden geoptimaliseerd door de hoeveelheid verkeer te meten en te koppelen aan digitale analyse. - Openbare orde en veiligheid: sensoren kunnen als surveillancemiddelen gebruikt worden om zo het aantal inbraken terug te dringen of hangjongeren op straat in de gaten te houden. Data van beeld- en geluidssensoren kunnen gekoppeld worden aan andere beschikbare gegevens. - Milieubeheer en duurzaamheid: de led-buizen in slimme lantaarnpalen zijn zuiniger dan de tl-buizen in standaard lantaarnpalen, en kunnen 25 We maken gebruik van de volgende bronnen. Voor Den Haag: brief van wethouder Bruines (2019) aan de gemeenteraad 12 november 2019, interview wethouder Bruines en nieuwsberichten. Voor Eindhoven: het Rathenau-rapport ‘Voeten in de Aarde’ (Rathenau Instituut 2020a). Voor Utrechtse Heuvelrug: diverse nieuwberichten en raadsvergaderingen. 26 Gemeente Eindhoven 2014 27 20200) een voorbeeld het project Stratumseind 2.0 in het rapport ‘Voeten in de aarde’, (Rathenau Instituut 37 werken op zonnecellen. De verlichtingsintensiteit automatisch dimmen als er niemand in de buurt is brengt het energieverbruik omlaag. Lantaarnpalen voorzien van een laadpunt bevordert elektrisch rijden. De slimme lantaarnpaal is dus een object waarmee diverse technologische toepassingen die verschillende beleidsdoelen dienen, fegelijk kunnen worden gerealiseerd. Meer apparaten en dataverkeer betekent echter ook een grotere belasting van het ICT-netwerk. Daarom koppelen veel gemeenten het plaatsen van slimme lantaarnpalen aan de uitrol van 5G, dat een grotere belasting aankan dan het 4G-netwerk. Die koppeling is niet onomstreden. Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context, dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces in kaart Het brede kader: Een netwerk van slimme lantaarnpalen valt als elektriciteitsnetwerk onder de Elektriciteitswet. Deze waarborgt de leveringszekerheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van traditionele infrastructurele netwerken, maar lijkt in principe ook van toepassing op een ‘slim’ netwerk.?® Bovendien verzamelen en verwerken slimme lantaarnpalen data. Ook daarvoor gelden wettelijke kaders waarbinnen geopereerd moet worden. Als ICT-netwerk valt een netwerk van slimme lantaarnpalen onder de Telecommunicatiewet. Daarin zijn bepalingen opgenomen over de omgang met data en over privacybescherming. Privacybescherming wordt ook geregeld door de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2018 (AVG). Hieruit vloeit de verplichting voort om voor elk digitaliseringsproject een data protection impact assessment uit te voeren om vooraf de privacyrisico’s van het project in te kunnen schatten. Betrokkenen bij digitalisering: De gemeente is opdrachtgever voor het plaatsen van slimme lantaarnpalen, terwijl bij de levering, de uitvoering en het beheer doorgaans commerciële bedrijven betrokken zullen zijn. Er moeten dus tal van afspraken gemaakt worden tussen de gemeente en deze bedrijven, niet alleen over de hardware, maar ook over de data die de lantaarnpalen verzamelen. Een derde groep betrokkenen zijn de burgers. De lantaarnpalen hebben een directe impact op de leefomgeving, met naast positieve ook onzekere of negatieve kanten. Het draagvlak onder de bevolking voor de manier waarop de lantaarnpaal wordt vormgegeven vraagt de nodige aandacht. Zo zijn bijvoorbeeld in Den Haag 28 Zie Karstens, Kool & van Est 2020 38 (Scheveningen) en in Eindhoven burgers actief betrokken via bootcamps en consultatierondes om slimme toepassingen aan te dragen voor hun buurt. In Utrechtse Heuvelrug heeft burgerverzet geleid tot uitstel van projecten met slimme lantaarnpalen gekoppeld aan de uitrol van 5G. Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders invloed uitoefenen op de manier waarop de slimme lantaarnpaal vorm krijgt. Dat zijn de ‘knoppen’ waaraan het bestuur kan draaien. Wij onderscheiden zes soorten knoppen: e Rechten: De slimme lantaarnpaal verzamelt en genereert veel data over omgeving en inwoners. Hiervoor gelden natuurlijk wettelijke kaders, maar de gemeente zal lokaal nadere afspraken moeten maken. Bij de slimme lantaarnpaal leveren commerciële partijen zowel hardware als software. In samenwerkingsovereenkomsten moet worden vastgelegd wie welke rechten op de data heeft: van wie ze zijn, wie er toegang toe heeft, wie bepaalt wat er met de data gebeurt, en wie controle over de dataverwerking heeft. e Regels: De gemeente en de commerciële partners moeten afspraken maken over welke data slimme lantaarnpalen mogen verzamelen, waar ze worden opgeslagen en in welke vorm, hoelang ze bewaard mogen — of moeten — worden, hoe ze verwerkt en/of gecombineerd mogen worden, en dergelijke. Hiervoor kunnen de principes voor de digitale samenleving van de VNG als richtsnoer worden gebruikt. Deze principes — zoals transparantie en open source — moeten telkens worden vertaald naar de lokale gebruikerspraktijk. e Initiatief en ontwikkeling: De gemeente is initiator. Maar omdat er zoveel functionaliteiten mogelijk zijn, kunnen zowel burgers als bedrijven een rol krijgen bij het kiezen en exploiteren van bestaande toepassingen en het bedenken van nieuwe toepassingen. Zo heeft de gemeente Eindhoven er bijvoorbeeld voor gekozen om eigenaar te worden van de fysieke infrastructuur, maar het beheer van het netwerk aan bedrijven over te laten. De gemeente heeft wel het recht bedongen altijd inzage te hebben in wat er met de data gebeurt.®® Omdat niet alle implicaties van de mogelijke toepassingen van tevoren kunnen worden ingeschat, kan het verstandig te zijn om te werken met een /iving lab-aanpak, met een experimentele proefperiode om goed zicht op de impact van de slimme lantaarnpalen te krijgen. In Eindhoven is daarvoor gekozen. Geld: Er moet goed gekeken worden naar het budget voor de start- of experimentele fase en naar structurele middelen voor als de lantaarnpalen er eenmaal staan. Voor commerciële partners moet er een 29 Zie ook het rapport Voeten in de aarde van het Rathenau Instituut (Rathenau Instituut 2020a). 39 werkbaar verdienmodel zijn. Uit de praktijk blijkt dat de startfase kostbaar kan zijn: de gemeente Den Haag heeft er 279.000 euro in geïnvesteerd en Eindhoven zelfs 2,9 miljoen euro. e Organisatie en procedures: Digitaliseringsprojecten moeten goed ingebed worden in de gemeentelijke organisatie.* Wellicht is een loket nodig voor burgers met vragen, suggesties of klachten. Mogelijk is het nodig om de organisatie te versterken met bestuurlijke en juridische expertise. Periodiek kan de gemeente nagaan of de slimme lantaarnpaal de verwachtte voordelen (veiligheid, energiebesparing) oplevert, en of de gemaakte kosten daartegen opwegen. Toezicht en handhaving: Het behoort tot de taken van de raad om in de gaten te houden of afgesproken beleid wordt gerealiseerd en afspraken met bedrijven en burgers worden nageleefd. Ontwikkelen verkeersstromen, energiebesparing, openbare orde, economische activiteit en dergelijke zich zoals in de plannen rond de slimme lantaarnpalen was voorzien? Hoe ervaren de bewoners de lantaarnpalen nu ze er eenmaal staan? Worden geregistreerde data alleen voor overeengekomen doeleinden ingezet? Zijn er geen inbreuken gepleegd op de privacy van bewoners? Zijn er tussentijds onvoorziene effecten aan het licht gekomen? De raad kan met het college van B&W afspreken hierover van tijd tot tijd geïnformeerd te worden. Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart. Voordelen van de slimme lantaarnpaal: Een voordeel van de slimme lantaarnpaal is dat deze een reeks van functies combineert op het gebied van leefbaarheid (straatverlichting), toezicht op de openbare orde, verkeersmanagement en distributie van elektriciteit en data. Het combineren van functies levert kostenbesparingen op. Bovendien biedt het gebruik van digitale technologie de mogelijkheid om deze functies beter te vervullen: straatverlichting wordt dynamischer, toezicht ‘intelligenter’, verkeersmanagement flexibeler en elektriciteitsdistributie fijnmaziger. 30 Zie Van der Kooi 2019. Daar moet wel bij aangetekend worden dat de lantaarnpalen aan vervanging toe waren. De vervangingskosten zouden dus sowieso gemaakt zijn. 31 Proceskennis met betrekking tot de uitvoering van slimmestadprojecten groeit. Zie onder meer Rathenau Instituut (2018), Helberger, Pierson & Poell (2018) en Meijer & Thaens (2018). 32 Slimme algoritmen kunnen uit de beeld- en geluidsdata die sensoren opvangen, signalen distilleren die mogelijk wijzen op zich ontwikkelende ordeverstoringen (Rathenau Instituut 2020a). 40 In de praktijk zien we dat gemeenten de mogelijke toepassingen verschillend invullen. Zowel Den Haag (Scheveningen) als Eindhoven hebben hierover burgers en bedrijven geconsulteerd. In Scheveningen zijn bijvoorbeeld de volgende mogelijkheden geopperd: 1. Leefbaarheid: dynamische straatverlichting; 2. _ Openbare orde: cameratoezicht — signaleren van zwerfvuil — alarmknop en AED; 3. _Verkeersmanagement: management van pollers (palen die in het wegdek kunnen zinken) — dynamisch parkeerbeheer; 4. Distributie van elektriciteit en data: 5G-netwerk — elektrisch laden auto’s en fietsen — stroom en glasvezel naar strandpaviljoens— walstroomvoorziening voor vaartuigen; 5. _ Overig: dataverzameling voor natuurtellingen. Risico's en mogelijke neveneffecten: Slimme lantaarnpalen hebben niet alleen voordelen, maar kennen ook nadelen en brengen mogelijk risico’s met zich mee. Er zijn burgers die ongerust zijn over mogelijke gezondheidsrisico’s, veroorzaakt door de straling van 5G-netwerken. Die straling zou bijvoorbeeld leiden tot hoofdpijn, een stijve nek en branderige ogen. Door de onrust over 5G is de plaatsing van slimme lantaarnpalen in diverse gemeenten on hold gezet.“ Verder zijn er ook privacyrisico’s als er geen duidelijke afspraken worden gemaakt over dataverzameling en doelbinding ervan, conform de AVG. Complicaties ontstaan als datasets achteraf gebruikt gaan worden voor andere doelen dan vooraf was bepaald. Wanneer gemeenten erg afhankelijk raken van commerciële partijen, kan de controle over hergebruik verloren gaan. Slimme lantaarnpalen kunnen ook een negatief effect hebben op de leefbaarheid in wijken, bijvoorbeeld omdat ze intimiderend kunnen overkomen. Wat doet het met bewoners als ze het gevoel hebben dat ze permanent geobserveerd worden? Voelen mensen zich nog vrij om te doen en laten wat ze willen, of gaan ze zich (misschien onbewust) toch aanpassen? Deze overwegingen gaan over belangrijke waarden als autonomie en keuzevrijheid van burgers, maar zijn opvallend afwezig in de door ons onderzochte gemeenten. 33 In de gemeente Utrechtse Heuvelrug ging de raad aanvankelijk akkoord met de plaatsing van slimme lantaarnpalen, maar kwam daarop terug na protesten uit de bevolking (https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1717258/hoofdpijn-van-slimme-lantaarnpalen.html). In Hilvarenbeek en Bergen heeft de gemeenteraad moties ingediend om de uitrol van 5G te pauzeren. 41 Tot slot bestaan er, naast de specifieke nadelen en risico’s van de slimme lantaarnpaal, de generieke risico’s verbonden aan complexe en kostbare technologische projecten, zoals kostenoverschrijdingen en tegenvallende economische haalbaarheid. Dat kan leiden tot spanningen met commerciële partners. Er ligt een uitdaging om levensvatbare verdienmodellen te realiseren en publiek-private samenwerking daarin een plaats te geven. Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt? Samenvattend: de beoogde voordelen van slimme lantaarnpalen liggen op de gebieden van leefbaarheid, openbare orde, verkeersmanagement en distributie van elektriciteit en data. Risico's zijn er op de terreinen van gezondheid, privacy, welbevinden in de openbare ruimte, en economische haalbaarheid. Met de onderscheiden interventiemogelijkheden (de knoppen), valt te sturen op de voordelen en op de risico’s. Sturen op de genoemde voordelen kan bijvoorbeeld door allereerst te zorgen voor een goede organisatorische inbedding (vijfde knop) van de slimme lantaarnpaal, aansluitend op de ordehandhaving, de verkeersplanning, de bestaande netwerken voor elektriciteit en data. Wellicht is ook op de voordelen te sturen door meer of minder in eigen hand te houden (derde knop): het systeembeheer, de aansturing. Sturen op de genoemde risico’s kan allereerst met rechten en regels. Door rechten op data vast te leggen (eerste knop) en regels af te spreken over hoe en wanneer data te verzamelen en hoe ermee om te gaan (tweede knop), zijn privacyrisico’'s en nadelen op het gebied van welbevinden te beperken. Toezicht en handhaving (zesde knop) horen daarbij, om te zorgen dat rechten en regels geen dode letter blijven. Maar op deze wijze sturen op privacy en welbevinden kan ten koste gaan van de beoogde voordelen op het punt van openbare orde en veiligheid, en kan ook de economische risico’s vergroten. Het verdienmodel van betrokken bedrijven is mede gebaseerd op de ruimte die zij hebben om de data die ze verzamelen commercieel te exploiteren. Als deze ruimte omwille van privacy beperkt wordt, of als data of algoritmen verplicht gedeeld moeten worden, vervalt voor hen een bron van waardecreatie, hetgeen gevolgen heeft voor de financiering (vierde knop). 42 Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal bijbehorende interventies Het is aan raadsleden om voor of tegen de slimme lantaarnpaal te kiezen, en in het geval van een keuze vóór, te bepalen hoe op maatschappelijke impact te sturen door voorwaarden te stellen en sturingsinstrumenten te gebruiken. In het geval van de slimme lantaarnpaal kunnen daarbij de volgende politieke keuzes op tafel komen: - Het openstellen van datasets (uiteraard na afdoende privacybeveiliging) kan wenselijk zijn omwille van transparantie, en onwenselijk vanuit economisch opzicht, bijvoorbeeld omdat deelnemende bedrijven er hun competitieve voordeel mee kwijt kunnen raken. Het gaat erom hier een balans in te vinden. - Bottom up initiatieven voor het gebruik van verzamelde data de ruimte geven is goed voor het draagvlak, maar kost tijd en geld. Hoeveel financieel risico is de gemeente bereid te nemen? Staat dat risico in verhouding tot de beoogde beleidsopbrengst? - Slimme lantaarnpalen die uitgerust zijn met allerlei antennes, camera’s en sensoren, kunnen een intimiderende werking hebben op de leefomgeving. Hebben we die prijs over voor meer veiligheid, verkeersdoorstroming en energiebesparing? De slimme lantaarnpaal is een mast waarin een aantal analoge en digitale functionaliteiten bij elkaar komen. Wanneer een dergelijke paal langs de straat staat, heeft die dan ook een reeks van invloeden op de openbare ruimte en op het leven in de gemeente. Er zijn invloeden op welbevinden en vrijheid, en ook op veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid, bedrijvigheid, kansen voor innovatie en manieren van leven. Die invloeden roepen vragen op en stellen raadsleden voor keuzes. Zijn we bereid om privacy in te leveren voor meer veiligheid of meer economische kansen? Hoe ver willen we gaan met geautomatiseerde gedragsbeïnvloeding door technologie? Wat betekent dat voor autonomie en kwaliteit van leven? Moeten we onze problemen wel willen oplossen met nieuwe technologie; kunnen we niet beter onze manier van leven aanpassen? Om bij de slimme lantaarnpaal te blijven: willen we het verkeersmanagement verbeteren, of zouden we minder kunnen reizen; willen we met sensoren en camera’s hangjongeren beter in de gaten houden, of kunnen we ze wat anders te doen geven; willen we laadpalen voor auto’s, of toch liever voor fietsen”? Raad weten met digitalisering 43 Figuur 3: het denkraam digitalisering toegepast voor de slimme lantaarnpaal | e Specificeer de beleidsdoelen Bijvoorbeeld: op straat meer leefbaarheid, veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid, etc. vj U cp Onderzoek de kaders Onderzoek de en sturingsmogelijk- maatschappelijke heden impact eh 4 Beoogde effecten: hd ard 8 . « Minder onveiligheid . orale Ga na hoe je TVT ” met de knoppen verkeersdoorstroming « Aanbod commerciële er. kunt sturen e Overal wifi partners op de impact . de lunet DOT TN waaraan PE (door combineren functies) kunt draaien Mogelijke neveneffecten: le en ® Zorgen over 5G Te eee e Privacyrisico's ela kek « Nadelig effect op ervaren p leefbaarheid mp Initiatief: e Budgetoverschrijdin * Wensen burger B 9 hai lef CT . « Living Labs Kies! en Bepaal waarop je : « Budget wil sturen en stel experimenten voorwaarden Toezicht/handhaving: e Klachtenprocedure Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat er in de slimme lantaarnpaal een heleboel dingen samenkomen waarbij er wat te kiezen valt. In wezen is in die lantaarnpaal een combinatie van technologieën vervat die tot uitdrukking brengen wat we van elkaar op de openbare weg verwachten, in hoeverre we elkaar vertrouwen, welke ruimte we elkaar op straat willen bieden, en hoe we met elkaar willen omgaan. Het vereist een politieke visie om hier keuzes in te maken. 44 2.3 De deel- en kluseconomie Eindeloze mogelijkheden ledereen leent wel eens iets van een ander. Het kopje suiker bij de buren is het spreekwoordelijke voorbeeld. ledereen doet ook wel eens iets voor een ander. Een pannetje soep brengen of even wat boodschappen meenemen. Maar met de komst van digitale deelplatformen heeft dit ouderwetse delen en doen een heel nieuwe dimensie gekregen. Tegenwoordig kunnen mensen via online platformen op veel grotere schaal dan voorheen, en eventueel tegen betaling, anderen gebruik laten maken van hun spullen of diensten. De mogelijkheden zijn eindeloos. Via Airbnb (AirBed & Breakfast) kunnen mensen (een deel van) hun huis aan anderen verhuren. Via ShareDnD (Share Drinks & Dinner) kunnen hobbykoks (onbekende) gasten thuis ontvangen en laten meegenieten van hun kookkunsten. Andere platformen faciliteren weer dat mensen maaltijden bij een hobbykok afhalen, iemand helpen bij een huishoudelijke klus of hun auto, fiets, camper, boot, motor of boormachine uitlenen. Deze platformen hebben de afgelopen jaren een stormachtige groei doorgemaakt. En het einde is nog niet in zicht. € $ u © 7 # Ì 4 Maatschappelijke impact Duidelijk is inmiddels wel dat door deze platformen nieuwe vormen van delen en handelen ontstaan zijn, die ingrijpende en dikwijls ook onvoorziene consequenties kunnen hebben voor de samenleving. De deeleconomie biedt weliswaar nieuwe kansen, maar leidt ook tot vragen en soms zelfs tot fricties. Neem bijvoorbeeld deze situatie. De buurman kan goed koken. Hij biedt sinds kort zijn diensten aan via ShareDnD. Al snel loopt zijn huiskamerrestaurant als een 45 zonnetje. De heerlijkste geuren verspreiden zich regelmatig door het trappenhuis. Bijna elke week komen er, in de vroege avond zeven of acht mensen aan de deur — soms vergissen ze zich in het adres, en dan bellen ze bij jou aan. Om een uur of elf hoor je ze weer vertrekken. Luid en duidelijk, als ze het heel gezellig hebben gehad. Na een tijdje vraag je jezelf af: wie heeft de verantwoordelijkheid voor de parkeer- of geluidsoverlast? Bij wie kan ik terecht met klachten? Heeft de buurman een omgevingsvergunning nodig? Moet hij zich aan bijzondere regels houden in verband met brandveiligheid? Wanneer is er sprake van oneigenlijke concurrentie met de professionele horeca? Is hij belastingplichtig over zijn/haar inkomsten? Zo ja, wie controleert dat? Moet de buurman zich eigenlijk aan dezelfde regels houden als een professionele kok? Wie houdt toezicht op de voedselveiligheid? Gelden voor zijn huiskamerrestaurant ook de bepalingen uit de Drank- en Horecawet? De gevolgen van de platformeconomie zijn bij uitstek op lokaal niveau merkbaar. Ze kunnen bovendien per gemeente verschillend uitpakken en gewaardeerd worden. Wat de ene gemeente een wenselijke ontwikkeling vindt, kan voor een andere gemeente juist heel onwenselijk zijn. Het is voor gemeenten dan ook belangrijk om over de (on)wenselijkheid van deze nieuwe vormen van delen na te denken. Analyse met behulp van het denkraam Het initiatief voor deze platformen ligt doorgaans bij private partijen, waardoor de gemeente in een reactieve rol wordt gedrukt. Bovendien is de gemeente niet bij het ontwerp van de platformen betrokken geweest, waardoor belangrijke beslissingen over bijvoorbeeld de opslag en het gebruik van data (of van gebruikersprofielen), zonder inbreng van de gemeente genomen zijn. Toch heeft de gemeente ook zonder deze technologische ontwerpmacht mogelijkheden om de platformen in de gewenste richting te sturen. Om dat inzichtelijk te maken passen we het ‘denkraam’ digitalisering toe op de deel- en kluseconomie. Dit doen we op basis van informatie uit het rapport ‘Eerlijk delen’ van het Rathenau Instituut. Omdat in de deel- en kluseconomie het initiatief door een andere partij wordt genomen, is het logisch om te beginnen bij stap drie, de maatschappelijke impact. Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart Deel- en klusplatformen hebben soms ingrijpende effecten op de bestaande orde binnen een gemeente. Om een gebalanceerde, politieke afweging te kunnen maken tussen gewenste en ongewenste effecten, is het handig eerst de effecten zelf te inventariseren. Het is daarbij belangrijk om op te 34. Rathenau Instituut 2017 46 merken dat wat telt als ‘gewenst’ of ‘ongewenst’, niet alleen per gemeente maar ook per politieke opvatting kan verschillen. Gemeentes in een krimpregio kunnen bijvoorbeeld heel anders aankijken tegen platformen die toerisme bevorderen (zoals Airbnb), dan gemeentes in regio’s die toeristisch al erg in trek zijn. Voordelen: de deel- en kluseconomie biedt tal van voordelen voor verschillende partijen. In de eerste plaats zorgt het wegnemen van transactiekosten ervoor dat de prijzen voor consumenten lager uitvallen. Bovendien kunnen aanbieders juist een extra centje verdienen door hun ongebruikte spullen of diensten aan te bieden. Zo bieden platformen een laagdrempelige manier om je inkomen te vergroten. De concurrentie die bestaande bedrijven erbij krijgen, dwingt hen om kritisch naar hun eigen product te kijken en veranderingen door te voeren, bijvoorbeeld als het gaat om klantvriendelijkheid of huiselijkheid. En als we elkaars spullen lenen en gebruiken, hoeven er minder nieuwe spullen gekocht te worden. Dat bevordert de duurzaamheid. Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat platformen ook bestaande ongelijkheid kunnen vergroten. Mensen die veel onbenutte goederen bezitten, zoals een huis of een auto, krijgen extra verdienkansen. Mensen met een krappe bovenwoning vallen echter buiten de boot. Succesvolle aanbieders kunnen de platformen gebruiken om hun positie op bijvoorbeeld de huizenmarkt te verstevigen. Door op steeds grotere schaal huizen op te kopen, om ze vervolgens via een platform te gaan ‘delen’, drijven ze de huizenprijzen op en bevorderen ze de gentrificatie. Op de lange termijn kan dat leiden tot verdringingseffecten op de woningmarkt. Een ander probleem is dat de platformen bestaande markten betreden waar vaak alleen vergunninghouders mogen opereren. Hobbykoks schenken bijvoorbeeld alcohol zonder drankvergunning. Professionals zijn doorgaans gebonden aan specifieke wet- en regelgeving (omgevingsvergunning, voorschriften op het gebied van brandveiligheid, voedselveiligheid, klachtenregelingen, levertijden), die voor particulieren (nog) niet gelden. Het leidt tot oneerlijke concurrentie tussen mensen die hun spullen of diensten via platformen aanbieden, en professionals die op eenzelfde markt opereren Behalve formele kwaliteitsstandaarden ontlopen aanbieders via platformen vaak ook belastingen en sociale premies. Veel platformen verstrekken geen gegevens over hun aanbieders aan derden, waaronder de Belastingdienst. Het is dan ook onduidelijk in hoeverre de aanbieders van spullen of diensten belasting betalen over hun inkomsten. Platformen faciliteren zo ook de komst van zwart geld in de economie. Omdat ze vaak internationaal werken, 47 is het voor hen makkelijker om belastingen te ontwijken dan voor lokale bedrijven. Dat geeft de platformen een aparte machtspositie. Voor veel raadsleden zal vooral de impact van de platformeconomie op de kwaliteit van de leefomgeving ertoe doen. Ook daar zijn diverse risico's. Grote platformen leiden ook tot meer intensief gebruik van de openbare ruimte en tot overlast voor derden. Denk bijvoorbeeld aan parkeerproblemen of geluidsoverlast. Bovendien kan het leiden tot een grotere druk op publieke voorzieningen en op het milieu. Niet altijd zijn omwonenden blij met de initiatieven die via de platformen worden ontplooid. In een aantal grote steden heeft de lokale authenticiteit plaats gemaakt voor vijandigheid jegens (onbekende) drommen toeristen en juist een gebrek aan sociale cohesie. De ooit zo vriendelijke lokale bevolking vraagt zich inmiddels af wat al die vreemde snuiters in de straat te zoeken hebben. Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen Deel- en klusplatformen hebben dus verschillende effecten op de bestaande orde binnen een gemeente. Het is belangrijk dat gemeenten een afweging maken tussen deze effecten: welke zijn gewenst en welke ongewenst? En aan welke beleidsdoelen kunnen deze platformen eigenlijk bijdragen? Het is duidelijk dat de verschillende effecten niet netjes binnen één beleidsdomein vallen. Het succesvolle huiskamerrestaurant van de buurman heeft effecten op de openbare orde, de economie, de publieke diensten, de horeca, het parkeerbeleid, enzovoorts. Dat maakt het lastig om een gebalanceerde afweging tussen de verschillende effecten te kunnen maken. Om het ideaalplaatje van hoe de gemeente eruit zou moeten zien te kunnen koppelen aan het bestaan van de deel- en klusplatformen, kan het nodig zijn om aan verschillende knoppen tegelijkertijd te draaien. Maar welke? Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context, dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces in kaart Zoals we hierboven zagen, hebben deel- en klusplatformen tot heel nieuwe manieren van delen en doen geleid. Ze opereren in sectoren waar voordien ook al bedrijvigheid was, maar ze doen dat op een manier die niet binnen de bestaande (bestuurs)kaders past. Dat maakte het voor gemeenten lastig om te bepalen of, en zo ja hoe, ze sturing kunnen geven aan de activiteiten van de platformen. Hoewel hun activiteiten duidelijk in een bepaalde behoefte voorzien, en het daardoor makkelijk lijkt de platformen in een bepaalde sector, en de 48 bijbehorende wet- en regelgeving, te plaatsen, blijkt het in de praktijk lastig om te bepalen wat hun juridische status nu precies is. Platform Airbnb bijvoorbeeld: is dat nu eigenlijk een woningmakelaar (zoals het aan de buitenkant lijkt: de site beweegt zich immers op het gebied van woningverhuur), of is het een online handelsplatform (zoals het platform zelf beweert)? En Uber: is dat een taxibedrijf (daar lijkt het wel op) of een technologiebedrijf (dat beweert het platform zelf)? Een vergelijkbare juridische schimmigheid heerst rondom de aanbieders van diensten bij een platform. Neem bijvoorbeeld de kokende buurman: is hij nu eigenlijk een werknemer van ShareDnD? De betaling voor de onkosten die hij voor de maaltijd maakt, verloopt immers via het platform. Een deel van de inkomsten krijgt de kok, een deel blijft bij het platform. Of is de kokende buurman een zzp-er die zelf verantwoordelijk is voor de eventuele geluids- of parkeeroverlast van zijn gasten? Nog lastiger wordt het bij platformen, die intermediairs inzetten tussen aanbieders en gebruikers. Bijvoorbeeld Thuisbezorgd, een online platform dat aanbieders van voedsel (restaurants) koppelt aan mensen die dit voedsel bestellen. Koeriers brengen dat voedsel van het restaurant naar de klant. Wat is de rechtspositie van de koeriers? Zijn ze in dienst bij het platform (daar valt wat voor te zeggen, want er is sprake van een zekere gezagsverhouding)? Of zijn ze zzp-er en dus zelf verantwoordelijk voor hun welzijn, de gevolgen van eventuele verkeersongevallen en het onderhoud van hun fiets? De onduidelijke juridische status van de platformen maakt het, tot slot, ook voor toezichthouders lastig om te bepalen wat hun rol, taak en positie zijn. Kan of moet de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit bij de kokende buurman controleren op voedselveiligheid en hygiëne? Of is dat een zaak tussen de kok en zijn gasten? Door hun onduidelijke juridische status is het, met andere woorden, vaak niet duidelijk onder welke bestaande wet- en regelgeving de platformen vallen. Het is daarom vaak ook niet duidelijk welke verantwoordelijkheden zij nu eigenlijk hebben, welke verantwoordelijkheden de gemeente heeft en welke de deelnemers aan het platform. Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden, dat de beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt? 49 Als de gemeente effectief sturing wil gaan geven aan de activiteiten van de platformen, dan is het nodig dat zij inzage krijgt in de data van de platformen. Alleen daarmee kan ze immers zien wie spullen of diensten aanbiedt, hoe vaak, aan wie, en welke omzet deze aanbieders maken. Maar platformen zijn er, zacht gezegd, niet erg happig op om hun data te delen. De data vormen immers hun belangrijkste kapitaal: daarmee kunnen ze hun activiteiten uitbreiden, hun machtspositie versterken, nieuwe bedrijfsstrategieën ontwikkelen, en hun aandeelhouders tevreden houden. Toch staat een gemeente, als ze richting wil geven aan de activiteiten van de platformen, niet helemaal met lege handen. We geven hier een aantal mogelijke handelingsopties. - _ Verhelder de juridische status van de platformen. Doe dit samen met de landelijke overheid. Zolang onduidelijk blijft wat deze status precies is, blijven er onduidelijkheden wat betreft rechten en plichten van platform, overheid en gebruikers. - Ga in gesprek met de platformen over het delen van data. Het kan ook in het belang van de platformen zijn om data te delen, bijvoorbeeld om misbruik tegen te gaan. Zorg er wel voor dat eigenaren van data ook eigenaren worden of blijven. - Stel regels op in verband met (verhogingen of verlagingen van) belastingen voor platformen die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. - Heb oog voor sociaal zwakkeren, zodat die ook in staat zijn deel te nemen aan de deeleconomie. - _Verbied platformen die een ontwrichtende werking hebben op cruciale delen van het publieke leven. - Stel regels op ten aanzien van de activiteiten van de platformen. Welke acties een gemeente uiteindelijk neemt, hangt af van hoe het ideaalplaatje van de gemeente eruit ziet. Dat vraagt om inhoudelijk debat in de gemeenteraad. Bovendien is het natuurlijk ook geen statische zaak. De ideeën over wat gewenste ontwikkelingen zijn en wat ongewenste, kunnen in de loop der tijd veranderen. Het is dan ook nodig om die ideeën om de zoveel tijd opnieuw te bespreken. Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal bijbehorende interventies Bijvoorbeeld: wegen de voordelen voor het individu op tegen de risico’s voor het collectief? In het voorbeeld van de kokende buurman zijn de voordelen dat hij er veel genoegen aan beleeft, zijn sociale netwerk uitbreidt, en zijn Raad weten met digitalisering 50 kookkunsten steeds verder ontwikkelt. En de risico’s voor het collectief kunnen zijn dat de buren parkeer- en geluidsoverlast ervaren en de druk op de publieke voorzieningen toeneemt. Hoeveel huiskamerrestaurants kan of moet de gemeente eigenlijk hebben? Of: is het acceptabel dat de leegstand in de voornaamste winkelstraat in een kleine stad wordt tegengegaan door er toeristen te laten overnachten of is het beter om er via belasting- en vergunningenvoordelen voor te zorgen dat de bedrijvigheid in de winkelstraat weer terugkomt? Is het acceptabel dat de woonvoorraad in Amsterdam wordt opgeslokt door toeristen of moet je daar beperkingen aan stellen? Ook al zal handhaving ingewikkeld zijn, en misschien ook erg kostbaar. Figuur 3: het denkraam toegepast voor de deel- en kluseconomie 1 e Specificeer de beleidsdoelen Bijvoorbeeld: meer ruimte voor ondernemerschap en innovatie, uitbreiding voorzieningenniveau, lokale economie, etc. vn ms En Onderzoek de kaders Onderzoek de en sturingsmogelijk- maatschappelijke heden auster nh 4 Beoogde effecten: hd Commerciële partijen * e Stimulans lokale economie be Rn juridische Ga na hoe je e Levendigheid Sen met de knoppen « Vergroting kunt sturen voorzieningenaanbod Kh waaraan je op de impact kunt draaien Mogelijke neveneffecten: à Regels: me ° Me ad OQ, Zed ek Merl Re eN ir: tT TE met Sh publieke voorzieningen * Vergunnings- voorwaarden « Aparte belastingen platforms Kies! * Budget handhaving Bepaal waarop je IC a wil sturen en stel NRE LEL voorwaarden s « Klachtenprocedure 51 Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat de sociale en maatschappelijke impact van de deel- en kluseconomie groot en divers is. Bovendien zijn de effecten merkbaar op meerdere beleidsterreinen van de gemeente. Het is de vraag hoe een nieuw fenomeen kan worden ingepast in bestaande praktijken, zodat onwenselijke effecten kunnen worden tegengegaan. Daarvoor hebben gemeenteraadsleden een hoop ‘knoppen’ om aan te draaien. 52 Literatuurlijst Bruines, S. (2019) ‘Vervolg Living Lab Scheveningen’. Brief aan de voorzitter van de commissie Bestuur, 12 november 2019. Gemeente Den Haag Eubanks, V. (2018) Automating inequality, how high-tech tools profile, police and punish the poor. New York: St. Martin's Press Gemeente Eindhoven (2014). Selectieleidraad Implementatie Visie en Roadmap stedelijke verlichting, Eindhoven 2030. Eindhoven: gemeente Eindhoven. Helberger, N., J. Pierson & T. Poell (2018). ‘Governing Online Platforms. From Contested to Cooperative Responsibility.” In: The Information Society 34-1, pp.1-14. Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (2019) Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd: toezicht bij de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Beschikbaar via: https://www.igj.nl/documenten/rapporten/ 2019/11/08/kwetsbare-kinderen-onvoldoende-beschermd Karstens, B., L. Kool, R. van Est (2020) ‘Slimme stad: grote beloften, weerbarstige Praktijk’. In: Justitiële Verkenningen 46:3 Lam, E. (2020) ‘Alle kinderen nauwgezet in beeld met big data’. In: Follow The Money. Beschikbaar via: https://www.ftm.nl/artikelen/alle-kinderen-in-beeld- big-data Meijer A. & M. Thaens (2018). ‘Urban Technological Innovation: Developing and Testing a Sociotechnical Framework for Studying Smart City Projects.’ In: Urban Affairs Review 54-2, pp.363-387 Prins, C., A. Vedder & F. van der Zee (red.) (2012). Jaarboek ICT en samenleving 2012. De transformerende kracht van ICT. Gorredijk: Media Update Vakpublicaties. Raad voor het Openbaar bestuur (2020) Decentrale zaak is politieke taak: naar een sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein. Adviesrapport. Rathenau Instituut (2017a) Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de 53 digitale samenleving. (auteurs: Kool, L. J. Timmer, L. Royakkers en R. van Est) Rathenau Instituut (2017b) Eerlijk delen — Waarborgen van publieke belangen in de deeleconomie en de kluseconomie. (auteurs: Frenken, K., A. van Waes, M. Smink & R. van Est) Rathenau Instituut (2018) Waardevol digitaliseren — Hoe lokale bestuurders vanuit publiek perspectief mee kunnen doen aan het ‘technologiespel’. (auteurs: Van Est, R., E. de Bakker, J. van den Broek, J. Deuten, P. Diederen, |. van Keulen, |. Korthagen & H. Voncken) Rathenau Instituut (2019). Burgers en sensoren — Acht spelregels voor de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid. (auteurs Snijders, D., M. Biesiot, G. Munnichs, R. van Est, met medewerking van S. van Ool en R. Akse) Rathenau Instituut (2020a) Nep echt. Maatschappelijke vraagstukken rond augmented reality. Den Haag, najaar 2020. (auteurs: Snijders, D., E. Masson, S. Doesborgh, R. Groothuizen en R. van Est) Rathenau Intituut (2020b) Voeten in de aarde. Datagestuurde innovatie in de stad. Den Haag, najaar 2020. (auteurs: Karstens, B, L. Kool, R. van Est m.m.v. |. Korthagen, E. de Bakker, J. Gerritsen, M. Biesiot en R. Riemens) Smit, W.A. en E.C.J. van Oost (1999) De wederzijdse beïnvloeding van technologie en maatschappij: een technology assessment-benadering. Bussum: Uitgeverij Coutinho. The Economist (2019, 5 oktober) Don't stop me now. The economics of streaming is changing pop songs. Geraadpleegd via: https://www.economist.com/finance-and-economics/2019/10/05/the- economics-of-streaming-is-changing-pop-songs Tijdelijke commissie digitale toekomst (2020) Update vereist: naar meer parlementaire grip op digitalisering. Eindrapport. Beschikbaar via: https://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/atoms/files/eindrapport_tijdelij ke_commissie_digitale toekomst tweede kamer der _staten-generaal.pdf Van der Kooi, V. (2019) ‘Eindhoven stopt met ambitieus lichtplan; gemeente ontbindt overeenkomst met Signify en Heijmans Wegen’. In: Eindhovens Dagblad, 4 september 2019. Beschikbaar via: https://www.ed.nl/eindhoven/eindhoven-stopt-met-ambitieus-lichtplan- 54 gemeente-ontbindt-overeenkomst-met-signify-en-heijmans- wegen-a560a681/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F Van der Schaaf, M., J. Kremer, J. Heeg, J. Feenstra en K. Rodenburg (2019) ‘Leeuwarder Digitale Agenda’. Gemeente Leeuwarden. Beschikbaar via: https://ris2.ibabs.eu/Agenda/Details/Leeuwarden/c3a569b6-98e1-4411- bced-5c42f4fa36e9 Van Zoonen, L. (2019) Opnieuw fatale remedies. Een kritische reflectie op datatransities in het sociaal domein. Tijdschrift Sociologie, 15 (1): p. 19-43 Verbeek, P.P. (2014) Op de vleugels van Icarus, hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen. Rotterdam: Lemniscaat. VNG (2019) Principes voor de digitale samenleving. Beschikbaar via: https://vng.nl/sites/default/files/2019-11/09a-bijlage-principes-voor-de- digitale-samenleving.pdf Wetenschappelijk Bureau GroenLinks (2019) Handvest voor de slimme stad: technologie sturen op basis van waarden. Utrecht: Wetenschappelijk bureau Groenlinks Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011) Overheid. Amsterdam: Amsterdam University Press. 55 Bijlage 1: Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording Op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers, deed het Rathenau Instituut onderzoek naar de rol en positie van de gemeenteraad bij digitalisering op lokaal niveau. Centraal stond de vraag, hoe het debat over de maatschappelijke impact van digitalisering verbeterd kan worden, zodat beleidskeuzes ten aanzien van digitale technologie in de gemeente ook democratisch gelegitimeerd zijn. Het doel van dit onderzoek was om te komen tot concrete handvatten of een analysekader waarmee de kwaliteit van het debat kan worden verbeterd. In dit rapport hebben we de belangrijkste resultaten uit ons onderzoek samengevat. Om tot een goed advies te komen hebben wij in ons onderzoek drie vragen gesteld: 1. In hoeverre wordt er in gemeenteraden momenteel debat gevoerd over de maatschappelijke impact van digitalisering — en wat zijn de ervaringen? 2. Hoe kan het denken over digitalisering in de gemeente — en de verschillende maatschappelijke en ethische vraagstukken die ermee samenhangen — worden gestructureerd”? 3. Hoe kunnen gemeenteraden in staat worden gesteld om het debat te voeren over ethische en maatschappelijke vraagstukken rond digitalisering”? Voor de beantwoording van deze onderzoeksvragen hebben we geput uit verschillende bronnen. In de eerste plaats hebben we deskresearch uitgevoerd. We hebben gebruik gemaakt van diverse bestaande studies en adviezen over de rol en positie van de gemeenteraad enerzijds, en over de impact van digitalisering op publieke waarden anderzijds. We hebben onder andere teruggegrepen op een reeks eigen rapporten die wij al eerder over dit thema hebben uitgebracht. Het gaat hierbij om de rapporten: Opwaarderen (2017), Eerlijk delen (2017), Waardevol digitaliseren (2018), Griffiers en digitalisering (2019) en Voeten in de aarde (verschijnt 2020). Daarnaast hebben we empirisch onderzoek gedaan om zicht te krijgen op de huidige praktijk van het raadsdebat over digitalisering en behoeften van raadsleden hierbij. Dit hebben we opgedeeld in twee fasen. In de eerste fase hebben we onderzocht, welke digitaliseringsvraagstukken er momenteel spelen op het lokale niveau en in hoeverre deze onderwerp van debat zijn in de gemeenteraad. Dit hebben we gedaan aan de hand van verkennende gesprekken met experts, griffiers 56 en ondersteunende medewerkers in gemeenten. Bij de selectie van gemeenten is rekening gehouden met een spreiding in termen van grootte, geografische ligging en (uitgesproken) ambitieniveau met betrekking tot digitalisering. Ook hebben we verslagen van debatten van de raad en van commissies geanalyseerd op basis van trefwoorden. Tot slot zijn er verdiepende gesprekken gevoerd ten behoeve van de uitwerking van een aantal specifieke digitaliseringsvraagstukken in de gemeente. In de tweede fase van ons onderzoek hebben we interviews en focusgroepen gehouden met zowel raadsleden als wethouders. Bij de selectie van respondenten is rekening gehouden met geografische spreiding en spreiding in termen van grootte van de gemeente. Tijdens twee focusgroepen met raadsleden hebben we de bruikbaarheid van het denkraam getoetst. Dit hebben we gedaan door met hen de stappen van het denkraam te doorlopen, en raadsleden te laten reflecteren op de bruikbaarheid van dit hulpmiddel bij het aangaan van het gesprek over digitalisering. Tevens vroegen we raadsleden waar zij behoefte aan hebben, en wat we kunnen leren van bestaande initiatieven. Ditzelfde hebben we gedaan met een vijftal wethouders. Hen vroegen we ook welke rol zij voor zichzelf zagen weggelegd bij het op gang brengen van een raadsdebat over de sociale en maatschappelijke aspecten rondom digitaliseringsvraagstukken. Een lijst van alle voor dit onderzoek gesproken personen is bijgevoegd in een bijlage bij dit rapport. De resultaten van ons onderzoek zijn tijdens twee bijeenkomsten voorgelegd aan een begeleidingscommissie met deskundigen en stakeholders. Deze gaf op basis van onderzoeksverslagen advies over de uitvoering en rapportage van het project. De leden van de begeleidingscommissie zijn individueel noch gezamenlijk verantwoordelijk voor de conclusies in dit rapport. De volledige verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het Rathenau Instituut. De begeleidingscommissie bestond uit: Roxane Daniëls (VNG), Robert van Dijk (VvG), Hester Tjalma (VNG), Sjir Hansen (NVR), Frank Speel (VNG), Koen van der Krieken (Ministerie van BZK), Liesbet van Zoonen (Erasmus Universiteit) en Marcel Thaens (Provincie Noord-Brabant). 57 Bijlage 2: Lijst van gesproken personen Raadsleden Frank Schoonbeek, raadslid D66 Zoetermeer Fatima Faïd, raadslid Haagsche Stadspartij Den Haag Tiers Bakker, raadslid SP Amsterdam Mark Teutelink, raadslid Lokaal Enschede Bahreddine Belhaj, raadslid PvdA Lelystad Eva de Bruijn, raadslid GroenLinks Eindhoven Has Bakker, raadslid D66 Utrecht Walter van Steenis, raadslid GroenLinks Zoetermeer Paul Ruijgrok, raadslid VVD Gouda Eva van Wijngaarden, raadslid D66 Tilburg Wethouders Hilde Tjeerdema, wethouder Leeuwarden Saskia Bruines, wethouder Den Haag Daan Quaars, wethouder Breda Linda Voortman, wethouder Utrecht Stijn Steenbakkers, wethouder Eindhoven Griffiers en overige ondersteunende medewerkers Wim Voeten, griffier Etten-Leur Toon Dashorst, griffier Groningen Miranda Veenbergen, griffier Lochem Rolf Jongedijk, griffier Enschede Paul van Ruitenbeek, griffier Hilversum Erwin Raemakers, informatie- en procesmanager raadsorganen Utrecht Marijn Eijkelhof, adviseur informatie en technologie Utrecht Mark van den Broek, strategisch adviseur Eindhoven Overige experts Elize Lam, zelfstandig onderzoeker en auteur bij Steunkracht, en verbonden aan het lectoraat Jeugd en Gezin van de Hogeschool Ede Patricia Prüfer, groepsleider Data Science bij CentERdata Lian Smits, bestuurder bij Sterk Huis Jan Willem Wesselink, programmamanager bij Future City Foundation Arjan Widlak, directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade 58 Bijlage 3: Uitgebreide uitwerking van het denkraam voor digitalisering Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen Beleidsdoel: Digitalisering — het gebruik van data en algoritmen — is geen (beleids)doel, maar een middel. Om afwegingen in relatie tot het middel digitale technologie in het juiste perspectief te plaatsen, is het van belang het doel van het beleid te expliciteren waarvoor het gebruik van digitale middelen wordt overwogen. Waarvoor is de gemeente verantwoordelijk, wat stelt zij zich ten doel? Soms wordt digitale technologie overwogen of ingezet met meer dan een enkel doel in gedachten. Het digitaal verzamelen en gebruiken van bepaalde data kan een middel zijn dat doelen dient binnen verschillende beleidsdossiers (zorg en veiligheid; participatie en schuldhulpverlening; mobiliteit en milieu; et cetera). Dan is het belangrijk de diverse doelen te inventariseren. Inzet van digitale technologie: Om de beoogde beleidsdoelen te realiseren, kan digitale technologie worden gebruikt. Het is van belang te verhelderen wat het doel van de inzet van digitale technologie is, en hoe dit doel precies bijdraagt aan de gestelde algemene beleidsdoelen. Vaak kunnen de beleidsdoelen met inzet van verschillende instrumenten worden gerealiseerd. Het draagt bij aan het ontwikkelen van een helder inzicht in de keuzemogelijkheden als een beeld geschetst wordt van alternatieven (met meer of minder digitale technologie). Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context, dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces in kaart Het brede kader: De gemeente voert beleid binnen een reeks van gegeven kaders. Er is de nationale en Europese wetgeving (zoals de AVG), er zijn de bij wet bij de gemeente neergelegde verantwoordelijkheden, de vastgestelde uitvoeringskaders, de gegeven financiële kaders, de gegeven samenwerkingsovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen. De inzet van data en algoritmen krijgt vorm binnen deze vaststaande kaders. 59 Om de bewegingsruimte van de gemeente te schetsen, is een overzicht van deze kaders behulpzaam. Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders zelf invloed uitoefenen op de manier waarop partijen — waaronder de gemeente zelf — data en algoritmen gebruiken. Dat zijn de ‘knoppen’ waaraan het bestuur kan draaien. Wij onderscheiden zes soorten knoppen: e Rechten Bijvoorbeeld het eigendomsrecht op data, recht op toegang tot data, recht op inzage in wat er met data gebeurt, recht op uitleg en motivatie van een op basis van data genomen beslissing; , Regels Bijvoorbeeld ten aanzien van welke data mogen worden verzameld en opgeslagen, wat met data wel en niet mag worden gedaan, waarvoor algoritmen mogen worden gebruikt, aan welke voorwaarden algoritmen moeten voldoen; e Initiatief en ontwikkeling Bijvoorbeeld het in eigen beheer ontwikkelen van digitale instrumenten, dan wel het uitbesteden daarvan; het in eigen hand houden van het gebruik, dan wel het onderbrengen daarvan bij een externe (publieke of private) partij; e Geld Bijvoorbeeld budgetten voor ontwikkeling of voor beheer en onderhoud, het businessmodel; e Organisatie en procedures Bijvoorbeeld een loket voor vragen en toelichting, een ombudsman voor klachten, een systeem voor kwaliteitscontrole, een toedeling van verantwoordelijkheden, een klachtenprocedure, een procedure voor herstel van fouten; Toezicht en handhaving Bijvoorbeeld een afspraak over informatieverstrekking aan de raad, een systeem om te registreren en te meten of het beleid werkt zoals verwacht, of beoogde effecten optreden, of er neveneffecten zijn of fouten gesignaleerd en gecorrigeerd worden. Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde voordelen ook de risico's en mogelijke neveneffecten in kaart Voordelen van het gebruik van digitalisering: De beoogde voordelen van de inzet van digitalisering liggen doorgaans met name in een verhoging van de effectiviteit van het gevoerde beleid. De belofte is dat meer data en slimmere algoritmen helpen doeltreffender te werken. Daarnaast wordt efficiëntieverbetering vaak beoogd: bestaande doelen zouden met minder kosten en inspanningen gerealiseerd kunnen worden. Effectiever en efficiënter komt in de praktijk soms neer op sneller, soms op preciezer, soms op goedkoper. Maar in sommige gevallen komen door inzet van data en algoritmen ook nieuwe mogelijkheden en voordelen binnen bereik. 60 Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat het verzamelen en verwerken van gedetailleerde en gevoelige data op gespannen voet kan staan met privacy. Bovendien kan het in kaart brengen van groepen mensen stigmatiserende en discriminerende effecten hebben. Van het verzamelen van data kan een signaal uitgaan in de richting van burgers, een blijk van hoe de gemeente haar inwoners ziet. Het kan de boodschap overbrengen dat de gemeente burgers eerder vanuit wantrouwen benadert (de burger wordt gezien als opportunist), dan vanuit vertrouwen (de gemeente: dat zijn wij). Het kan de autonomie van burgers ondermijnen. Ook kan de inzet van digitale technologie implicaties hebben voor de economische structuur en het karakter en de organisatie van werk. Het kan de professionele autonomie van mensen aantasten, het kan noodzaken tot bij- of omscholing, het kan economische activiteiten van karakter doen veranderen of van de markt doen verdwijnen. Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt? De inzet van digitale technologie leidt tot effecten, waarvan sommige beoogd zijn en andere een bonus (een positief neveneffect) of een malus (een onwenselijk bijeffect). Welke effecten en neveneffecten in welke mate optreden, is afhankelijk van hoe digitale technologie wordt ingezet: welke data worden verzameld, wat wordt ermee gedaan, hoe steken algoritmen in elkaar, en dergelijke. Hoe digitale technologie wordt ingezet, is een kwestie van sturen. Het hangt af van hoe de ‘knoppen’ staan. In deze stap gaat het erom na te gaan hoe het draaien aan de knoppen (uit stap 2) effect heeft op de impact van digitalisering (uit stap 3). Als dat duidelijk is, kan gezocht worden naar manieren om digitalisering zo in te regelen, dat wenselijke impact gemaximaliseerd wordt, zonder dat onwenselijke impact een onaanvaardbaar niveau bereikt. Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal bijbehorende interventies Voor raadsleden is het zaak na te gaan wat ze van de verschillende effecten vinden en hoe ze deze tegen elkaar afwegen. Bijvoorbeeld, in hoeverre rechtvaardigt een grotere kans op het voorkomen van fraude een inbreuk op 61 de privacy van mensen met een uitkering? In welke mate is datagestuurd werken een inbreuk op de professionele autonomie van hulpverleners en in hoeverre is dat acceptabel, als daarmee de zorg of de maatschappelijke ondersteuning verbetert? Welke mate van stigmatisering is acceptabel om de veiligheid te vergroten? Als eenmaal helder is wat de effecten van digitalisering zijn en wat je daar als raadslid van vindt, dan kun je vervolgens de geïdentificeerde ‘knoppen’ gebruiken om erop te sturen. Raad weten met digitalisering 62 © Rathenau Instituut 2020 Verveelvoudigen en/of openbaarmaking van (delen van) dit werk voor creatieve, persoonlijke of educatieve doeleinden is toegestaan, mits kopieën niet gemaakt of gebruikt worden voor commerciële doeleinden en onder voorwaarde dat de kopieën de volledige bovenstaande referentie bevatten. In alle andere gevallen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Open Access Het Rathenau Instituut heeft een Open Access-beleid. Rapporten, achtergrond- studies, wetenschappelijke artikelen, software worden vrij beschikbaar gepubli- ceerd. Onderzoeksgegevens komen beschikbaar met inachtneming van wettelijke bepalingen en ethische normen voor onderzoek over rechten van derden, privacy, en auteursrecht. Contactgegevens Anna van Saksenlaan 51 Postbus 95366 2509 CJ Den Haag 070-342 15 42 [email protected] www.rathenau.nl Bestuur van het Rathenau Instituut Mw. G. A. Verbeet Prof. dr. Noëlle Aarts Drs. Felix Cohen Dr. Hans Dröge Dr. Laurence Guérin Dr. Janneke Hoekstra, MSc Prof. mr. dr. Erwin Muller Drs. Rajash Rawal Prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek Dr. ir. Melanie Peters — secretaris Het Rathenau Instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie. We doen onderzoek en organiseren het debat over wetenschap, innovatie en nieuwe technologieën. Rathenau Instituut
Onderzoeksrapport
63
train
Gemeente Amsterdam Bestuurscommissie Oost Voordracht en besluit D B = AB Registratienummer Z-14-10013/ INT-17-12595 Afdeling Onderwerp Aanwijzen Oostpoort als gebied conform artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke Verordening Portefeuille Economie DB lid Thijs Reuten Gebied Oud-Oost Datum DB 26 september 2017 Datum AB voorbereidend 17 oktober 2017 Datum AB besluitvormend 7 november 2017 Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Willem-Jan Boskma, o20 253 4469, [email protected] Joost van der Klein, o6 1020 1075, j.van.der.klein@®amsterdam.nl | | | I | | I | I | I | | Pagina1 van6 *ZO0OO0OSD 7792 CGB Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: 1. deze voordracht voor te leggen aan het Algemeen Bestuur. Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit: besluiten wordt gepubliceerd 1. conform artikel 2.50 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008 het gebied Oostpoort zoals weergegeven op bijgevoegde kaart aan te wijzen. Ondertekening Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost, Sjoukje Alta, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Pagina 2 van6 Bevoegdheid C31, aanwijzen van wegen waarop het verboden is zich op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête, AB bevoegdheid. Bestuurlijke achtergrond In maart 2014 is winkelcentrum Oostpoort geopend. Dit nieuwe gebied werd al snel ontdekt door straatverkopers. Er zijn klachten ontvangen van winkeliers en bezoekers over ‘opdringerige en zelfs agressieve verkoopmethodes’. Bezoekers werden regelmatig hinderlijk en opdringerig gevolgd, soms zelfs tot in de winkel of de tramhalte. Op 18 november 2014 is een verbod op straatverkoop in het gebied behandeld in het AB. Het AB heeft toen aangegeven eerst het zelfregulerend vermogen van bedrijven aan te willen spreken. Op 18 december 2014 zijn daarom brieven gestuurd naar de meest overlastgevende instanties en is er een tijdje strenger gehandhaafd op straatverkopers. In de AB-vergadering is afgesproken om na enige tijd de balans op te maken. Aanleiding Recent is door de winkeliersvereniging Oostpoort een dringend verzoek gedaan om iets te doen aan de overlast die de aanbieders van diensten en abonnementen in het winkelgebied veroorzaken. Dit vormt de aanleiding om het onderwerp opnieuw te agenderen. Ondanks dat er een tijdje sprake is geweest van een lichte verbetering, wordt er opnieuw veel overlast gemeld door ondernemers. Ondernemers geven aan dat klanten hierdoor soms wegblijven en/of een negatieve ervaring hebben. Klachten zijn: opdringerig gedrag, mensen nalopen of naschreeuwen over het plein tot in de winkels etc. De ondernemers van Oostpoort hebben een enquête laten uitvoeringen onder de bezoekers van Oostpoort. De vitkomst geeft aan dat het merendeel van de ondervraagden de straatverkopers in Oostpoort onprettig vindt, tien procent is positief. Als toelichting van mensen die het als (zeer) onprettig ervaren wordt agressief, opdringerig, ‘als ik iets wil dan doe ik het zelf wel’ en ‘te vaak aanwezig’ gegeven. Bij straatverkoop staat het commercieel belang voorop waarbij de verkopers (gedeeltelijk) op provisiebasis werken en er dus een sterke prikkel is om zo veel mogelijk te verkopen. Omdat bezoekers het soms lastig vinden om ‘nee! te zeggen, sluiten ze soms ongewild een overeenkomst kunnen sluiten. Ruimtelijk ontwerp van het gebied Onze professionals in het gebied van het gebiedsteam signaleren bijna dagelijks straatverkopers. Per organisatie zijn er vaak meerdere personen aanwezig en dit cumuleert. De fysieke inrichting van het gebied, waarbij bezoekers door de nauwe winkelstraten op het middenpleintje vitkomen, maakt Oostpoort een fijne loop- en winkelplek. Deze zelfde inrichting maakt het ook een aantrekkelijke plek voor straatverkopers. Ter hoogte van de Albert Heijn, en in de richting van de windroos in het winkelgebied zijn de bezoekers van Oostpoort eenvoudig te benaderen, zonder ruimte om de verkopers te ontwijken. Voorgesteld wordt om: 1.1 Met ingang van 1 november 2017 het gebied Oostpoort zoals aangegeven op bijgevoegde kaart, aan te wijzen als gebied zoals bedoeld in art 2.50 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008. Pagina 3 van 6 1.2 Dit besluit te publiceren op de website. En daarnaast de ons bekende straatverkoop bedrijven van voornoemd besluit op de hoogte te stellen. 1.3 De afdeling Handhaving Openbare Ruimte (HOR) opdracht te geven om de eerste week overtreders te waarschuwen en na deze week over te gaan tot handhaving door het opleggen van bestuurlijke boetes en/of het opleggen van een last onder dwangsom. Bij het toezicht wordt informatie gestuurd gehandhaafd{lGH). 1.4 Deze maatregel na het eerstvolgende kalenderjaar (januari 2019) te evalueren. Onderbouwing besluit Al sinds de opening van Oostpoort zijn er klachten over het grote aantal straatverkopers en de daarbij gehanteerde werkwijze. Klachten zijn dat bezoekers regelmatig hinderlijk en opdringerig worden gevolgd soms zelfs tot in de winkel of de tramhalte. Op 18 november 2014 is een verbod op straatverkoop in het gebied behandeld in het AB. Het AB heeft toen aangegeven nog niet toe te zijn aan een algeheel verbod. Overwegingen hierbij waren onder andere dat straatverkopers ook banen zijn, het te vroeg is voor een verbod omdat eerst het zelfregulerende vermogen aangesproken moet worden en daar het effect van afgewacht moest worden. Er zijn op 18 december 2014 brieven verstuurd aan organisaties om het zelf regulerend vermogen aan te spreken. De inzet was hiermee om eerst minder ingrijpende middelen uitte proberen. Na een lichte verbetering zijn de klachten nu weer terug. Het besluit: 11 Met dit besluit wordt het gebied Oostpoort aangewezen als verboden gebied om je op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête. Dit betekent dat geen enkele verkoper op straat is toegestaan. Er zal enkel, na aanvraag, een ontheffing worden verleend aan een collectant van een goed doel tijdens diens collecteweek (artikel 2.52 APV). 1.2. Het besluit wordt gepubliceerd op de website zodat bewoners, bezoekers en bedrijven weten welke specifieke regels er gelden voor Oostpoort. Zodra voorliggend besluit genomen is worden de bekende bedrijven hiervan middels een brief op de hoogte gesteld zodat zij Oostpoort uit hun schema kunnen halen. Wij verwachten dat de meeste organisaties hieraan gehoor zullen geven. 1.3. Om te zorgen dat de klachten daadwerkelijk opgelost worden is het van belang om hier, zeker in het begin, dagelijks op toe te zien. Voorgesteld wordt om de eerst week van het verbod te waarschuwen zodat straatverkopers zonder boete kunnen vertrekken. Na de eerste week zal handhavend op worden getreden. Dit kan door het opleggen van een last onder dwangsom en het uitschrijven van bestuurlijke boetes. De boete voor verkopers bedraagt € 180 en € goo voor organisaties. In eerste instantie wordt voorgesteld om de bedrijven te beboeten. Mochten verkopers echter niet willen verklaren voor wie zij werken dan zullen de verkopers zelf worden beboet. Deze werkwijze wordt bijvoorbeeld ook bij wildplak gehanteerd. Bij het inzetten van handhaving wordt met ondernemers afspraken gemaakt over het inlichten van de afdeling Handhaving zodat er informatie gestuurd kan worden gewerkt. Hiermee wordt beoogd om de inzet zo efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden waarbij de trefkans zo hoog mogelijk is. 14. Om te bezien of het beoogde effect wordt bereikt stellen we voor deze maatregel na twee jaar te evalveren. Pagina 4 van 6 Risico's / Neveneffecten Straatverkopers kunnen mogelijk uitwijken naar andere winkelcentra in Amsterdam. Indien dit niet geconcentreerd plaatsvindt, dan wordt hier geen probleem voorzien. Uitkomsten ingewonnen adviezen Juridisch bureau Nvt. Financiën Nvt. Communicatie Het besluit wordt gepubliceerd op de website en organisaties worden op de hoogte gesteld. Overige Met Handhaving Openbare ruimte is de handhavingsinzet afgestemd. Financiële paragraaf Financiële gevolgen? nee Indien ja, dekking aanwezig? ja Indien ja, welke kostenplaats? Toelichting Voorlichting en communicatie Uitkomsten inspraak Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie) Zie bestuurlijke achtergrond. Pagina 5 van 6 Geheimhouding N.v.t. Einde geheimhouding Stukken Meegestuurd Kaart aangewezen gebied Extract art 2.50 APV Brief ondernemers Enquête bezoekers Ter inzage gelegd Parafen Manager Portefeuillehouder Justus Vermeulen Thijs Reuten Besluit dagelijks bestuur Conform. Pagina 6 van 6
Besluit
6
train
x Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, x Raadsaangelegenheden en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Tijd 13.30 uur tot 17.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie Boekmanzaal, stadhuis Algemeen Procedureel gedeelte van 13.30 tot 13.45 uur 1 __ Opening procedureel gedeelte 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. 5 december 2013 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014 5 Termijnagenda, per portefeuille e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9A Actualiteiten Burgemeester 9B Actualiteiten en mededelingen e Actualiteit van het raadslid Van der Velde (Trots) inzake de veiligheid van de brandweer n.a.v. een radio 1 uitzending van 2 januari. 10 Rondvraag Openbare Orde en Veiligheid 11 _Initiatiefvoorstel van de raadsleden Flos en Van der Ree; Amsterdam Veilig. Een krachtige aanpak van drugsdealers Nr. BD2013-012911 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel (gemeenteraad datum n.n.b.). e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Flos en Van der Ree (VVD). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12, 2 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014 12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel VVD: krachtige aanpak drugsdealers Nr. BD2013-012532 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11. 13 Raadsbrief demonstraties Nr. BD2013-014080 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 5 december 2013. 14 Rapport Stokkom Buurtveiligheidsteams Nr. BD2013-014082 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Shahsavari-Jansen (CDA). e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 5 december 2013. 15 Rapportage aangiftebereidheid 2012 Nr. BD2013-014077 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Ivens (SP) en Paternotte (D66). e Was TKN 6 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013. 16 Plan van aanpak straatroof Nr. BD2013-014078 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Shahsavari-Jansen (CDA). e Was TKN 11 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013. 3 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014 17 jaarverslag 2012 Commissie Toezicht Politiecellen Nr. BD2013-014079 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Paternotte (D66). e Was TKN 12 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013. 18 beantwoording vragen mbt dierenbescherming Nr. BD2013-013434 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Van Lammeren (PvdD). 19 Veiligheidsindex herzien Nr. BD2013-012579 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flos (VVD). Algemene Zaken 20 Europastrategie: focus in lobby- en public affairs-doelen Nr. BD2013-014081 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid Paternotte (D66). e Was TKN 15 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013. 21 Opdrachtformulering onderzoek Wegsleep Stadstoezicht Nr. BD2013-012845 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, alsmede de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken en Personeel zijn hierbij uitgenodigd. 22 Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad - aangaan samenwerking met krimpgemeenten Delfzijl, Sluis en Heerlen Nr. BD2013-014399 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 4 Gemeente Amsterdam A Z Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en Communicatie Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014 Communicatie 23 Opkomstbevordering Gemeenteraadverkiezingen 2014 Nr. BD2013-014361 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. TOEGEVOEGD AGENDAPUNT Algemene Zaken 24 Beantwoording schriftelijke vragen Ivens inzake voorbedrukte verkiezingsborden. Nr. BD2013-014533 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Ivens (SP). 5
Agenda
5
train
(vna) alleen BA TNA corona onder controle VNG ledennieuwsbrief Coronacrisis Aan de leden Datum 25 februari 2021 Kenmerk COS/U202100157 Lbr. 21/015 Telefoonnummer 070 373 8393 Bijlage(n) Onderwerp Nieuwsledenbrief coronacrisis nr. 26 Geacht college en gemeenteraad, Hierbij ontvangt u opnieuw een overzicht van de actuele ontwikkelingen rond corona. Wij gaan in op de actualiteit rond de avondklok, het Nationaal Programma Onderwijs, de subsidiemogelijkheid voor corona-activiteiten voor jongeren, ondersteuning bij uitvoering coronacompensatie cultuursector, het openhouden van buurt- en dorpshuizen voor kwetsbare personen en de Regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Actualiteit rond de avondklok Verlenging avondklok tot 15 maart a.s. Het kabinet heeft besloten de avondklok te verlengen tot 04.30 uur in de ochtend van 15 maart. Op maandag 8 maart maakt het kabinet bekend hoe het daarna verder gaat met de avondklok. Het kabinet kiest voor handhaving van de avondklok om versoepelingen op andere terreinen mogelijk te maken. De Tweede en Eerste Kamer hebben vorige week ingestemd met de spoedwet over de avondklok. Het hoger beroep in de zaak van Viruswaarheid dient op vrijdag 26 februari a.s. Deze uitspraak kan gevolgen hebben voor de juridische basis van de 26.000 uitgedeelde coronaboetes. Avondklok en verkiezingen 17 maart a.s. Het kabinet heeft aangegeven dat als de avondklok op woensdag 17 maart nog van kracht is, stemmers en stemmentellers zich niet aan de avondklok hoeven te houden. Stemlokalen zijn tijdens de verkiezingen open tot 21.00 uur. Vereniging van Nederlandse Gemeenten Nassaulaan 12 Den Haag | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag vng.nl 070 - 373 83 93 | [email protected] Nationaal Programma Onderwijs Kansen bieden aan studenten en leerlingen Om de huidige generatie leerlingen en studenten alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst te bieden, komt het kabinet met een Nationaal Programma Onderwijs. Hiervoor wordt in totaal € 8,5 miljard vrijgemaakt (voor gemeenten in totaal € 346 miljoen). De maatregelen zijn gericht op herstel én ontwikkeling van het onderwijs, op het inhalen én compenseren van vertraging en op het ondersteunen van leerlingen en studenten in het onderwijs die het moeilijk hebben. Rol gemeenten Gemeenten hebben in dit nationaal plan een rol toebedeeld gekregen in voorschoolse educatie en funderend onderwijs. Zij krijgen extra geld om in samenwerking met scholen, kinderopvang, (jeugdgezondheids)zorg, bibliotheken en andere partijen activiteiten aan te bieden om de vaardigheden van leerlingen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak aanvullend te stimuleren. Gemeenten moeten zorgen voor een lokale, integrale en meerjarige aanpak. Beschikbare bedragen per jaar en verdeling tussen gemeenten In totaal is voor gemeenten een bedrag van € 346 miljoen opgenomen, waarvan € 80 miljoen in 2021, € 182 miljoen in 2022 en € 84 miljoen in 2023. Gemeenten met veel leerlingen met het risico op een onderwijsachterstand ontvangen een hogere bijdrage. Hoe de extra middelen bij gemeenten terecht komen en hoe ze precies verdeeld worden zal de komende weken in de uitwerking van het plan duidelijk worden. De VNG wordt betrokken bij deze uitwerking. Eerdere brief minister Slob aan gemeenten Per brief heeft minister Slob eerder de wethouders Onderwijs van alle gemeenten opgeroepen om waar mogelijk een bijdrage te leveren aan de verbetering van kwaliteit van advisering en instroom in het voortgezet onderwijs om de kansen van leerlingen te vergroten. e Nationaal Plan Onderwijs: € 346 miljoen voor gemeenten (nieuwsbericht, 19 februari 2021) Mogelijkheden fysiek onderwijs op externe locaties nog onduidelijk Bij de opening van het voortgezet onderwijs heeft de minister aangegeven dat de mogelijkheid bestaat om fysiek onderwijs te geven op externe locaties, zoals theaters en bioscoopzalen. Op welke manier dit kan en onder welke voorwaarden wordt op korte termijn nader uitgewerkt. Subsidiemogelijkheid voor corona-activiteiten voor jongeren Jeugdpakket Rijk en Maatschappelijke Diensttijd (MDT)-subsidie Jongeren hebben tijdens de coronacrisis te maken met eenzaamheid, onderwijsachterstanden, gebrek aan stageplekken, werkloosheid, schulden en stress. Om jongeren in coronatijd beter te kunnen ondersteunen is door het Rijk in totaal € 58,5 miljoen vrijgemaakt voor een breed jeugdpakket. Dit jeugdpakket is gericht op de start van een dialoog met jongeren, de organisatie van activiteiten, jongerenwerk en extra aandacht voor de mentale weerbaarheid van jongeren. Vanuit het beschikbare budget is € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor de MDT. Dit subsidiebedrag is beschikbaar voor gemeenten om maatschappelijke activiteiten te organiseren met en door jongeren samen met MDT-organisaties. Daarnaast wordt € 40 miljoen via het gemeentefonds beschikbaar gesteld. De resterende € 3,5 miljoen is bestemd voor organisaties in het maatschappelijk- of jeugdveld. Gemeenten kunnen tot 12 maart a.s. (12.00 uur) een MDT- subsidie aanvragen voor een bedrag van maximaal € 50.000 om met en voor jongeren Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2/4 maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken in coronatijd. De projecten moeten expliciet zijn gericht op de stimulering van jongerenparticipatie binnen gemeenten. Aanvragen subsidie Gemeenten kunnen via de website van ZonMw een subsidieaanvraag doen. Naast de voorwaarden en criteria biedt de website een overzichtelijk afwegingskader om na te gaan wat MDT voor individuele gemeenten kan betekenen. e Aanvraag indienen + Afwegingskader (website ZonMw) e _Subsidie-oproep (website ZonMw) Ondersteuning bij uitvoering coronacompensatie cultuursector Gids Corona, cultuur en gemeenten De VNG heeft in de afgelopen periode veel vragen ontvangen van gemeenten en vanuit de culturele sector over de omvang en mogelijkheden van de coronacompensatie van het Rijk voor de lokale cultuur. Daarom heeft Berenschot in opdracht van de VNG een gids opgesteld die gemeenten ondersteuning biedt bij het verlenen van financiële steun aan de lokale culturele infrastructuur. De gids geeft duidelijkheid over de hoogte van de coronacompensatie aan gemeenten en over de financiële situatie van de diverse typen lokale culturele instellingen. De gids gaat in 5 los te lezen hoofdstukken in op: e de kenmerken van de diverse cultuursector ten aanzien van structuur, financiering en werkgelegenheid e de noodsteun die voor de cultuursector beschikbaar is, en de vorm en omvang daarvan e voorbeelden van gemeentelijke steunmaatregelen, ook in relatie tot staatssteun e perspectief voor de cultuursector na de coronacrisis, aan de hand van een scenarioverkenning van Berenschot e agenda's voor gesprekken tussen gemeenten en het veld over actuele vraagstukken. De gids is opgesteld in samenwerking met medewerkers van gemeenten, de VNG en uit de sector. De gids wordt digitaal gepubliceerd en bevat links naar actuele informatie en goede gemeentelijke voorbeelden. e Informatiegids Corona, cultuur en gemeenten Toegekende compensatie voor cultuur Het Rijk heeft in 2020 aan gemeenten bijna € 1/0 miljoen verstrekt, waarvan € 120 miljoen via de algemene middelen van het gemeentefonds en € 48,5 miljoen via 3 rijkscultuurfondsen. Voor de eerste helft van 2021 is er tot nog toe € 150 miljoen aan rijkssteun voor de lokale cultuursector via gemeenten beschikbaar. Mocht uit onderzoek blijken dat dit te weinig is dan heeft het Rijk aangegeven alvast een bedrag hiervoor gereserveerd te hebben. Openhouden van buurt- en dorpshuizen voor kwetsbare personen Er zijn signalen dat gemeenten voornemens zijn om buurt- en dorpshuizen en wijkcentra te sluiten voor alle activiteiten. Het is echter de bedoeling dat deze locaties wel openblijven voor besloten en georganiseerde activiteiten, onder de voorwaarde dat deze alleen gericht zijn op maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare personen. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 3/4 Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Gemeenten zijn momenteel druk bezig met de uitwerking van de Regeling TONK. Met de regeling, die neerkomt op een versoepeling van de gemeentelijke beleidsregels voor bijzondere bijstand, kunnen huishoudens geholpen worden die ten gevolge van de coronamaatregelen een terugval in hun inkomen hebben en daardoor de noodzakelijke kosten van het bestaan voor het huishouden niet meer kunnen betalen. Daarbij komen vragen van gemeenten naar voren over de toepassing van de regeling. Het is de bedoeling dat de TONK ruimhartig wordt toegepast, zeker voor de groepen die geen aanspraak kunnen maken op andere regelingen en een grote terugval in inkomen kennen. Gemeenten wordt gevraagd de regeling zo in te richten dat de tegemoetkoming huishoudens ondersteunt in de betaling van hun vaste lasten en hen daarmee verder helpt. De gemeente is bevoegd om eigen toekenningsregels op te stellen. Dat is nodig omdat het ondoenlijk en onwenselijk is om alle noodzakelijke kosten zonder meer te vergoeden als mensen de kosten zelf kunnen betalen. Daarnaast hebben gemeenten ook vragen over het beschikbare budget. Hierover is de VNG nog in gesprek met het ministerie. Het is niet de bedoeling dat gemeenten financiële risico's lopen. De VNG dringt daarom ook bij het Rijk op aan om voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen. Gemeenten waarbij een tekort dreigt te ontstaan, worden opgeroepen dit tijdig aan te geven bij de VNG. e Handreiking voor gemeenten over TONK beschikbaar (nieuwsbericht, 19 februari 2021) Met vriendelijke groet, Vereniging van Nederlandse Gemeenten { Ep \ Edine Mmmm L.K. Geluk Algemeen directeur Vereniging van Nederlandse Gemeenten 4/4
Actualiteit
4
test
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 361 Publicatiedatum 19 mei 2017 Ingekomen onder G' Ingekomen op woensdag 10 mei 2017 Behandeld op woensdag 10 mei 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Verheul inzake de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 325). Overwegende dat: — de nationale politie bij het uitrollen van pilots met bodycams steeds uitgebreid afstemt in de lokale driehoek; — gedurende de pilotperiode gewenning zal optreden ten aanzien van het gebruik van bodycams ongeacht of daadwerkelijk een positieve bijdrage wordt geleverd aan de veiligheid of het veiligheidsgevoel van agenten die de bodycam dragen: — het voortzetten van de inzet van bodycams bij de Amsterdamse politie alleen wenselijk is indien verantwoord wetenschappelijk onderzoek in deze pilot aantoont dat de bodycams effectief zijn en een vooraf bepaalde doelstelling is bereikt: — de politie als doelstelling opgeeft het veiligheidsgevoel van agenten te verbeteren; — de gemeente als doelstelling opgeeft het om niet het gevoel, maar de werkelijke veiligheid van agenten te verbeteren. Constaterende dat: — de doelen van de nationale politie en de gemeente niet dezelfde zijn; — niet duidelijk inzichtelijk is gemaakt onder welke voorwaarden na de pilotperiode het inzetten van bodycams zal worden voortgezet. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. te bepalen welk doel doorslaggevend is voor de bereidwilligheid van de gemeente om mee te werken aan volgende pilots, onderzoeken of een definitieve werkwijze om bodycams bij de politie in te zetten; 2. inzichtelijk te maken welke resultaten met deze pilot minimaal dienen te worden behaald om te kunnen concluderen dat het doorslaggevende doel voldoende is bereikt: 3. de doelstelling en te behalen resultaten te verantwoorden met wetenschappelijk onderzoek; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 361 Moti Datum _ 19 mei 2017 one 4, de doelen en resultaten die minimaal moeten worden gehaald te bespreken met de raad, en als die niet worden behaald het verzoek te doen aan de landelijke politie om Amsterdam bij een vervolgproef geen proeftuin meer te laten zijn. Het lid van de gemeenteraad A. Verheul 2
Motie
2
train
Gemeente Amsterdam Preventieve gezondheid buurten/wijken Vertaling Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond naar buurten/wijken Amsterdamse buurten en wijken Overkoepelend beeld van stadsdeelfactsheets Februari 2024 u u 2. Inleiding Inhoud In juni 2023 verscheen het Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond. Dit document is 1. Inleiding e opgesteld naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord, waarin is afgesproken dat elke " zorgkantoorregio een regiobeeld opstelt. In het Regiobeeld van Amsterdam staan gegevens ve Leeswijzer 3 over demografie, welzijn en gezondheid, zorggebruik en zorgaanbod in Amsterdam en ‚ Diemen. > _ Samenvatting JA Vanuit de Amsterdamse stadsdelen en stadsgebied Weesp is het verzoek gekomen om a E n verder in te zoomen op gegevens uit het Regiobeeld Amsterdam door ze te vertalen naar Ee Kwetsbaarheid populatie oi) buurt-/wijkniveau. In deze factsheet wordt deze vertaalslag gemaakt. Er is gekozen om te . kijken naar de zorgvraag — niet het aanbod — met een focus op kwetsbaarheid van de bn Vier focusdoelgroepen: 10-26 populatie, vier focusdoelgroepen in lijn met Amsterdam Vitaal & Gezond en vier belangrijke determinanten van gezondheid. © [Vo [-IIn ke} gela Een WAT) 19 Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. Eerder zijn er BN (:TVre le! York afzonderlijke factsheets gemaakt over preventieve gezondheid voor de zeven stadsdelen en stadsgebied Weesp. Deze factsheet geeft een overkoepelend beeld van de « Mentale gezondheid 24-27 stadsdeelfactsheets door naar alle buurten/wijken van Amsterdam te kijken. … Vier determinanten: pk IS Bij het interpreteren van de factsheet is het goed om te weten dat de cijfers over gezondheid uitsluitend gaan over volwassenen en niet over kinderen en jongeren. Verschillen tussen eld 29-30 buurten (en ook wijken en gebieden) zijn niet op significantie getoetst. De factsheet geeft Ee icht daarmee geen volledig beeld van de gezondheidsproblematiek in het stadsdeel en dient dus VEIGJENIE Sje gebruikt te worden als aanvulling op andere analyses/jonderzoeken en ervaringen en signalen Raken vanuit de praktijk. 33 =_ Alcoholgebruik VAES „__ Bijlagen 36-43 =__ Overzichtstabel gebieden Ey ete) DT: La Let Ei nn € 2. Leeswijzer > < Algemeen Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. In deze factsheet staan geen gegevens over de gezondheidssituatie (fysiek/mentaal) onder kinderen en jongeren, omdat deze gegevens niet op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. Verschillen tussen de buurten en gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen tussen buurten wijken en/of gebieden kunnen dus ook op toeval berusten. De afkortingen achter de buurten verwijzen naar het stadsdeel/stadsgebied: C=Centrum, NW=Nieuw-West, N=Noord, O=Oost, W=West, WP=Weesp, Z=Zuid, ZO=Zuidoost. De buurten en wijken van Amsterdam zijn terug te vinden op de kaart op https://maps.amsterdam.nl/gebiedsindeling/ Staafdiagrammen In deze factsheet staat per indicator een staafdiagram met de 20 buurten/wijken met het hoogste percentage van het stadsdeel en — indien beschikbaar— de 20 buurten/wijken met het hoogste absolute aantal van het stadsdeel. Het aantal buurten/wijken in de staafdiagram kan afwijken van 20 als op de tiende plaats meerdere buurten dezelfde score hebben. Kaart Daarnaast is er een kaart waarin per indicator voor alle buurten/wijken waar gegevens voor beschikbaar zijn het percentage te zien is (zie ook de toelichting van de kwetsbaarheidsscores en RIVM data hieronder). De kleuren van de buurten in de kaart refereren aan het Amsterdams gemiddelde (het kleine streepje in de balk) zoals aangegeven in het plaatje hieronder. Lager dan het Amsterdams gemiddelde B fi | Hoger dan het Amsterdams gemiddelde Amsterdams gemiddelde Definities In de bijlage staan de definities van indicatoren. Kwetsbaarheidsscores Cijfers over het aantal/aandeel ‘meest kwetsbaren! zijn alleen beschikbaar voor buurten met minimaal 5o inwoners en minimaal 10 inwoners uit de betreffende leeftijdscategorie die een hoge kwetsbaarheidsscore hebben (een score van 3 of 4). Dit verklaart waarom in de kaarten bepaalde buurten ontbreken. Daarnaast is in de staafdiagrammen een ondergrens van 100 inwoners per buurt gehanteerd zodat buurten met erg weinig inwoners niet bovenaan de lijst met hoogste % meest kwetsbaren kunnen belanden. RIVM De buurtcijfers over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig van het RIVM. Het RIVM gebruikt gegevens van de Gezondheidsmonitor 2022, de bevolkingssamenstelling en wijk- en buurtkenmerken om de wijk- en buurtcijfers te berekenen. Gebruik de cijfers met voorzichtigheid, het gaat om schattingen. Op rivm.nl/media/smap en amsterdam.ggdgezondheidinbeeld.nl/opdekaart staan wijk- en buurtcijfers voor verschillende gezondheidsthema’s. De RIVM-gegevens worden in deze factsheet alleen getoond voor buurten met minimaal 250 inwoners in 2022. Daarnaast zijn door de nieuwe buurtindeling en gewijzigde buurtgrenzen voor een aantal buurten geen RIVM-schattingen beschikbaar. n 2 3- Samenvatting KWETSBARE POPULATIE Zuidoost en Nieuw-West hebben de meeste buurten met een groot aandeel kwetsbare* inwoners, op afstand gevolgd door Oost, Noord en Zuid. Van de 20 buurten met het grootste aantal inwoners > < met een hoge kwetsbaarheidsscore liggen er 7 in Nieuw-West en 5 in Noord. Buurten met een relatief kwetsbare* populatie zijn Wildeman, Johan Jongkindbuurt, Lodewijk van Deysselbuurt, Reimerswaal (allen NW), Holendrecht-West, Bijlmermuseum-Noord, Amsterdamse Poort en G-Buurt-Noord (allen ZO) en Tuindorp Amstelstation (O). *o.b.v. kwetsbaarheidsscore, gezondheid en veerkracht > < 4 FOCUSDOELGROEPEN 1. Ouderen 4 van de 5 buurten met stedelijk het hoogste percentage kwetsbare ouderen (66+) liggen in Nieuw-West (Medisch Centrum Slotervaart, Johan Jongkindbuurt, Bakemabuurt en Reimerswaal). Buurten met stedelijk het grootste aantal kwetsbare ouderen zijn Makasserpleinbuurt (O), Buitenveldert-Zuidoost (Z), Banne-Zuidwest (N), Wildeman (NW) en Buitenveldert-Zuidwest (Z). De buurten die stedelijk met 24% het hoogste percentage 65-plussers hebben zijn Weesp Binnenstad/Zuid, Aetsveld Oostelijke Vechtoever (beiden WP), Buitenveldert- Oost (Z) en Geerdinkhof/Kantershof (ZO). Buurten waar stedelijk absoluut gezien de meeste ouderen wonen zijn Jordaan (C), Buitenveldert-West (Z) en Osdorp-Oost (NW). Naar verwachting neemt het aantal ouderen tot 2030 het meest toe in de wijken Oostelijk Havengebied in Oost (een wijk met erg veel inwoners) en Noordelijke IJ-oevers-West in Noord (een wijk met veel geplande woningbouw). 2. Chronisch zieken De buurten met stedelijk de hoogste percentages chronisch zieken zijn Tuindorp Amstelstation (O, 47%) en Holendrecht-West (ZO, 45%). G-buurt-Noord (ZO, 43%), Bijlmermuseum-Noord (ZO, 43%), en Rijnbuurt-West (Z, 43%). 3. Jeugd Van de 20 buurten met het hoogste percentage kwetsbare kinderen 0-17 jaar liggen er 8 in Zuidoost. Van de 20 buurten met het grootste aantal kwetsbare kinderen liggen er 5 in Nieuw-West, 5 in Noord en 4 in Zuidoost. Buurten met stedelijk de meeste kwetsbare kinderen 0-17 jaar zijn De Eenhoorn (O), Kolenkitbuurt-Noord (W), Wildeman (NW) en Bijlmermuseum-Zuid (ZO). Van de 20 buurten met de meeste kwetsbare jongvolwassenen 18-26 jaar (zowel procentueel als absoluut) liggen de meeste in Nieuw-West. De buurten met stedelijk de meeste kwetsbare jongvolwassenen wonen zijn Dijkgraafpleinbuurt (NW) en Oostpoort (O). 4. Mentale gezondheid Van de 20 buurten met het hoogste percentage inwoners dat zich eenzaam voelt liggen er 13 in Zuidoost. Van de 20 buurten met het grootste aandeel inwoners met een hoog risico op een angststoornis of depressie ligt de helft in Nieuw-West. De buurten Sportpark Middenmeer-Noord (O), Science Park-Zuid (O) en Riekerhaven (NW) zitten voor beide thema’s in de top vijf van buurten met de grootste opgave. 4 DETERMINANTEN Een relatief groot deel van de buurten met de grootste opgave op het gebied van bewegen en gezond gewicht liggen in Zuidoost, gevolgd door Noord en Nieuw-West. De buurten Holendrecht-West (ZO), Reimerswaal, Wildeman en Lodewijck van Deysselbuurt (allen NW) vallen hierbij op vanwege de grote opgave op beide thema’s. Van de 20 buurten met het hoogste percentage overmatige drinkers liggen er maar liefst 17 in Centrum. Centrum kent ook de meeste buurten in de top 20 van meeste zware drinkers (veel glazen op één dag) en rokers. In de drie buurten met het hoogste percentage rokers zijn huisvestingsprojecten waar Nederlandse jongeren en jonge statushouders wonen. Het gaat om Sportpark Middenmeer-Noord (O), Riekerhaven (NW) en Elzenhagen-Zuid (N). STAPELING PROBLEMATIEK Er is het meest duidelijk een stapeling van problematiek van de thema’s in deze factsheet te zien in G-buurt-Noord, Holendrecht-West, Bijlmermuseum-Noord (allen ZO), Wildeman en Reimerswaal (beiden NW) en Tuindorp Amstelstation (O). Deze buurten hebben een relatief kwetsbare populatie met relatief vaak fysieke en mentale gezondheidsklachten en een ongezonde leefstijl. Gemeente Amsterdam | 4. Kwetsbaarheid populatie n n n n € Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%), leeftijden, 2021) buurten (2021) 2x Hoge Dijk (Zo) EN Amsterdamse Poort (ZO) Buikslotermeerplein (N) Johan Jongkindbuurt (NW) Sloterdijk Poort-Zuid (NW) Treo me Reimerswaal (NW) GS ® Voogd : Westpoort Ki Wittenburg (©) EEE dh & Delflandpleinbuurt-Oost (NW) ie nn Tin Dichtersbuurt (NW) / EE Nieuw-Wet / B „ Tuindorp Amstelstation (0) EEG Ks e centrum) Holendrecht-West (ZO) = SC 5 Bijlmermuseum-Noord (ZO) < ii. bk } st G-buurt-Noord (ZO) hes: ed Wildeman (NW) == 5 ie De Eenhoorn (O) Rijnbuurt-West (Z) ‘Zuidoost Banne-Zuidwest (N) De Klenckebuurt (Z) Kortvoort (Z) Bloemenbuurt-Zuid(N) Em 9% meest kwetsbaar B _ 1 NN +7 © OpenStreetMap Amsterdams gemiddelde 12% Bron: CBS / bewerking O8S *Top 20 exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021 **[n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. n n n € Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore > < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%), leeftijden, 2021) buurten (2021) > < Makassarpleinbuurt (O) Wildeman (NW) Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) Venserpolder-West (ZO) o Overtoomse Veld-Noord (NW) ENE Noort f Dijkgraafpleinbuurt (NW) Westpoort pe Van der Pekbuurt (N) Nan Oe Bosleeuw (W) SNE B Vogelbuurt-Zuid (N) le (centr 3 Banne-Zuidwest (N) 4 a ‚R ev Terrasdorp (N) Ne Kolenkitbuurt-Noord (W) NN zie Dd, Werengouw-Midden (N) Oe | , AE Ambonpleinbuurt (O) der Lodewijk van Deysselbuurt (NW) ou eee Holendrecht-Zuid (ZO) en Transvaalbuurt-Oost(O) EEN Holendrecht-West (ZO) Confuciusbuurt (NW) Reimerswaal (NW) % meest kwetsbaar © OpenStreetMap 5 É 5 _- BL Bron: CBS / bewerking O&S */n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. € Kwetsbaarheid populatie: gezondheid buurten met hoogste % inwoners 18+ dat gezondheid % inwoners 18+ dat gezondheid als slecht ervaart t.o.v. Amsterdams als slecht ervaart (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022) > < Holendrecht West (ZO) G-buurt Noord (ZO) Bijlmermuseum Noord (ZO) Tuindorp Amstelstation (O) Wildeman (NW) A T-Noordt Ln Amsterdamse Poort (ZO) n Westpoort ® NN p Reimerswaal (NW) REN Pa» Lodewijk van Deysselbuurt (NW) ) Ee 7 Pp Sk 4 Kortvoort (ZO) 8 | Nieuw-Wé er = 8 Ri Hakfort/Huigenbos (ZO) 8 B 4 Reed Ta Holendrecht-Zuid (ZO) BEN _E a Ne : 2 B Dost Johan Jongkindbuurt (NW) TM rn FD De Kleine Wereld (N) Lr AT Rechte H-buurt (ZO) ie } € Dann. De Kameleon e.0. (ZO) NT | sesp TY Dichters-en Couperusbuurt (NW) ae OO E Molenwijk (N) vn Rijnbuurt West (Z) Jacob Geelbuurt (NW) ETR Dobbebuurt (NW) mmm Ále 9% Ervaren Gezondheid slecht Amsterdams gemiddelde 33% © openStreetMap FE Dn Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. 2 Kwetsbaarheid populatie: Veerkracht buurten met hoogste % inwoners 18+ dat een (zeer) % inwoners 18+ met een (zeer) lage veerkracht t.o.v. Amsterdams gemiddelde lage veerkracht ervaart (2022) (22%), buurten (2022) > < Sportpark Middenmeer Noord (O) En Johan Jongkindbuurt (NW) G-buurt Noord (ZO) EEN Lodewijk van Deysselbuurt (NW) Reimerswaal (NW) == E Wildeman (NW) r-Veo Science Park Zuid(O) EEA Westpoort ; Holendrecht West (ZO) ; Hakfort/Huigenbos (ZO) ke | ze DA ki en Jacob Geelbuurt (NW) En | Me v-West (ce ri 1 ac | Bijlmermuseum Noord (ZO) En et BR Ne. Tuindorp Amstelstation (O) Le B en Wost p Amsterdamse Poort (ZO) Te PV Dichters-en Couperusbuurt (NW) ms Ds SD Botteskerkbuurt (NW) EEE sG (Nd Van der Kunbuurt (O) doos” Wilcd Dobbebuurt (NW) == en Ambonpleinbuurt (O) Rechte H-buurt (ZO) EEA De Kameleon e.o. (20) En 9% (zeer) lage veerkracht 18+ Amsterdams gemiddelde 22% © OpenStrestMap 1 nn: Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Gemeente Amsterdam | 5. Focusdoelgroepen n € Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+ > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 66+ (2021) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (25%), buurten (2021) > < Medisch Centrum Slotervaart (NW) En Johan Jongkindbuurt (NW) Bakemabuurt (NW) (y: Spaarndammerbuurt-Zuidwest (W) Reimerswaal (NW) 58 Noo, Orteliusbuurt-Zvid() EE 8 ind Buikslotermeerplein (N) an ee Laan van Spartaan (W) ie f NN | meuwnet (Bam Nd ml Es Robert Scottbuurt-West (W) EN 4 de Veluwebuurt (Z) rI 1 zuid | st Tuindorp Oostzaan-West (N) Amsterdamse Poort (ZO) 47 EN Makassarpleinbuurt (O) EEEN Weesp Venserpolder-West (ZO) Ev Zuidoost Overtoomse Veld-Noord (NW) PE Zuidwestkwadrant-Noord (NW) LE; De Wetbuurt (O) De Klenckebuurt (Z) En 36 meest kwetsbaar EE, ee Amsterdams gemiddelde 25% ® OpenStreetMap Bron: CBS / bewerking O&S *Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021 **[n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WP/-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. n u € Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+ > < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 66+ (2021) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (25%), buurten (2021) > < Makassarpleinbuurt (O) Buitenveldert-Zuidoost (Z) Banne-Zuidwest (N) Wildeman (NW) Buitenveldert-Zuidwest (Z) Noort 0 Reimerswaal (NW) Westpoort 5 Venserpolder-West (ZO) > Osdorp-Zuidoost (NW) pr, Tuindorp Oostzaan-Oost (N) 250 Nieuw-Wesi (centrum) Holendrecht-West (ZO) - Hse Betondorp (0) 1 \ (2 Dijkgraafpleinbuurt (NW) N Zuid Eet Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) > Gelderlandpleinbuurt (Z) he Terrasdorp (N) af idoost; Borgerbuurt (W) nes Spaarndammerbuurt-Zuidwest (W) Werengouw-Midden (N) Buikslotermeerplein (N) ac msestiwersbiar Dapperbuurt-Noord (O) 4 me D OpenStreelMap ì Bron: CBS / bewerking O&S */n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WP/-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. € Ouderen: 65+ > < % 65-plussers wijken (1 januari 2023) % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten (a januari 2023) 2x Buitenveldert-Oost (Z) Aetsveld/Oostelijke Vechtoever (WP) Zn Weesp Binnenstad/Zuid (WP) ne Geerdinkhof/Kantershof (ZO) 8 Se ke Bezondorp (0) Mmmm 6 7) BN OO Tuindorp Nieuwendam (N) EE bP A sz nm uitenveldert-Wes PAS E | Buikslotermeer (N) TEE | Nd L Nellestein (ZO) OSR ke Weesp-Noordwest (WP) nl EN / ed \ Waterland (N) der CC D= Á N Nieuwmarkt/Lastage (C) a [ e Museumkwartier (Z) € 5 Rn e Haarlemmerbuurt (C) 5 f in Holendrecht (ZO) Si TP Tuindorp Buiksloot (N) EC Pe oet EN 5 heee Arend Nik Ea OE 2: Weesperbuurt/Plantage (C) EE ® 2024 Mapbax © openstreetiap 5 Amsterdams gemiddelde 13,4% Bron: Basisinformatie / O&S € Ouderen: 65+ > < % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten 65-plussers wijken (a januari 2023) (1 januari 2023) > < Jordaan (C) Buitenveldert-West (Z) Osdorp-Oost (NW) Sloten/Nieuw-Sloten (NW) ER eis Oostelijk Havengebied (O) & peen Den Museumkwartier (Z) & > | 7 Buikslotermeer (N) An … Ë ZN EZ Le Oostelijke Eilanden/Kadijken (C) er ® Cd al Banne Buiksloot (N) GUN la) ZS) í Û Geuzenveld (NW) _% eN | Ke Scheldebuurt (Z) dé 8 BSE P De J Ke Gein (ZO) EG PS OS Ni Tuindorp Oostzaan (N) rad E d mn U De Aker (NW) Em Ë sn Buitenveldert-Oost (Z) Se > Nieuwmarkt/Lastage (C) \ be Middenmeer (O) A Osdorp-Midden (NW) fn td ard Stadionbuurt (Z) E ) Holendrecht (ZO) Ee) ESE Frankendael (0) ® 2024 Mapbox @ oveoseanka 5 SS 3,462 Bron: Basisinformatie / O&S X Ouderen: toename 65-74 jaar > < relatieve toename 65-74 2023-2030 wijken (%) Relatieve toename 65+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (15%), wijken (prognose 2023) > < Bloemendalerpolder (WP) EE Noordelijke IJ-oevers-West (N) EEG Omval/Overamstel (O) 92 Amsterdamse Poort e.o. (ZO) ak Zeeburgereiland/Bovendiep (O) EZ 9 eg dT ens Houthavens (W) EEM 2 A sl B A IJburg-Zuid (O) gn Á DD | Elzenhagen (N) En bn VS B Zuidas (Z) ad a, Cd a Centrale Markt (W) BEA | Orle K Oostelijk Havengebied (O) | 44 Se ka X Ganzenhoef e.o. (ZO) EB à EE > / @ Ke IJburg-West (O) es d Ke Volewijck (N) e T f: B . Waterlandpleinbuurt (N) A 4 en. Staatsliedenbuurt (W) P Sloten/Nieuw-Sloten (NW) hes) Osdorp-Midden (NW) E Ger K Venserpolder (ZO) Ì he Ee epen Slotervaart-Noord (ZO) E il Bure 65-74 (9%) Schinkelbuurt (Z) rene ir E Ei \ a am 100 @ 2024 Mapbox @ Open Streethtap on, Amsterdams gemiddelde 15% Bron: Basisinformatie / O&S X Ouderen: toename 65-74 jaar x Absolute toename 5-74 2023-2030 wijken Absolute toename 65-74 jarige 2023-3030, wijken (prognose 2030) > < Noordelijke IJ-oevers-West (N) Oostelijk Havengebied (O) Amsterdamse Poort e.o. (ZO) Sloten/Nieuw-Sloten (NW) 5 Oostelijke Eilanden/Kadijken (C) 2 RE En Ee Bloemendalerpolder (WP) ed Ve \ A De Aker (NW) RE a | Osdorp-Oost (NW) | eN % A Staatsliedenbuurt (W) Ô ee ee í Houthavens (W) | Dd 5 Ì AS B | K IJburg-West (O) a A == e si Ke Waterlandpleinbuurt (N) Dn PY Df Ke Osdorp-Midden (NW) h CAI BC li \ Volewijck (N IE Ur Omval{/Overamstel (O) nn ps Dn Ar df Ganzenhoef e.o. (ZO) \ ee S C Venserpolder (ZO) NX N c Landlust (W) WW rl Geuzenveld (NW) 4 Se Zeeburgereiland/Bovendiep (O) rt Toename 65-74 (abs.) Tuindorp Oostzaan (N) NE 42! EN se: @ 2024 Mapbox © OpenStreetMap hg Bron: Basisinformatie / O&S € Ouderen: toename 75+ > < relatieve toename 75+ 2023-2030 wijken (27%) Relatieve toename 75+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), wijken (prognose 2023) Noordelijke IJ-oevers-West (N) EN Bloemendalerpolder (WP) En Omval/Overamstel (O) Zeeburgereiland/Bovendiep (O) En Amsterdamse Poort e.o. (ZO) Ganzenhoef e.o. (ZO) Zuidas (Z) En 4 Pl Oostelijk Havengebied (O) eN Je A Gein (Zo) EEA | — ais Ve | Oostelijke Eilanden/Kadijken (ZO) PL KEN UIZE 3 Elzenhagen (N) À | ad sn DS eN k Houthavens (W) SL vl ams (N Ns H-buurt (ZO) 4 Er De) 4 Lutkemeer/Ookmeer (NW) Ei SS ge h Schinkelbuurt (Z) fl A IS Bellamybuurt (W) AN ad A Indische Buurt-West (O0) EA @ 4 “ Staatsliedenbuurt (W) ER and A IJburg-West (O) Tess WEES IJburg-Zuid(o) Me 2 : De „ Burgwallen-Oude Zijde (C) BEE Ee) oename 75+ rr Ò © 2024 Mapbox @ Eeen m E nn 0e Amsterdams gemiddelde 27% Bron: Basisinformatie O&S X Ouderen: toename 75+ > < absolute toename 75+ 2023-2030 wijken Absolute toename 75 plussers 2023-3030, wijken (prognose 2023) Oostelijk Havengebied (O) Oostelijke Eilanden/Kadijken (C) Noordelijke IJ-oevers-West (N) Jordaan (C) Se Gein (ZO) ne kt Sloten/Nieuw-Sloten (NW) Ji De 5 EN d Frankendael (O) EE LA OD DN ef Nieuwmarkt/Lastage (C) | mnd en PS Dr Haarlemmerbuurt (C) Dn Ee | Staatsliedenbuurt (W) EE E | \ Oude Pijp (Z) | | AS | Ke Scheldebuurt (Z) Re US PP \ Indische Buurt-West (O) i je en nr Nl Amsterdamse Poort e.o. (ZO) ee # A SN € ss Ds Museumkwartier (Z) ed AND id 5 Ee Dapperbuurt (O) 8 NS ( Oosterparkbuurt (O) N CW KS) Holendrecht (ZO) SLÂ Geuzenveld (NW) Aen Sm NE NN — pe roerige 75 (abs) En EES SA ® 2024 Mapbox © opensreemap E DN mn <s: Bron: Basisinformatie / O&S 2 Eén of meer langdurige aandoeningen buurten met hoogste % inwoners 18+ met één % inwoners 18+ met één of meer langdurige aandoeningen t.o.v. Amsterdams langdurige ziekte of aandoening (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022) > < Tuindorp Amstelstation (O) ESA Holendrecht West (ZO) Rr G-buurt Noord (ZO) Bijlmermuseum Noord (ZO) Rijnbuurt West (Z) u Betondorp (O) » Nood zi Kortvoort (ZO) Westpoort el ê Calandlaan/Lelylaan (NW) EN at Ee Wildeman (NW) mmm TN en Borgerbuurt (W) Neige 8 Centrum) & Tuindorp Nieuwendam West (N) Een _ Ke A e $ 3 Weesp-Zuid | (WP) ni te SH of 7 Tuindorp Nieuwendam Oost (N) idle, Amsterdamse Poort (ZO) de \ Bloemenbuurt Zvid(N) ; € p N > Tuindorp Oostzaan West(N) FN mn re De Kleine Wereld (N) Dn A K Harmoniehofbuurt (Z) Staatsliedenbuurt Noordoost (WV) Marathonbuurt West (Z) % één of meer langdurige aandoeningen TL Amsterdams gemiddelde 33% © OpenStreetMan Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. n Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17 > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren o-17* (2021) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2021) Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 0-17 x Hoge Dijk (ZO) - De Eenhoorn (O) wek Bellamybuurt-Zuid (W) Bijlmermuseum-Zuid (ZO) Rijnbuurt-West (Z) Noord Tuindorp Amstelstation (O) Beno Markengouw-Zuid (N) Hoptille (ZO) Amsterdamse Poort (ZO) Nieuw-Wes Hakfort/Huigenbos (ZO) Bijlmermuseum-Noord (ZO) Vogelbuurt-Zuid (N) oe zuid En Venserpolder-West (ZO) Am Jacob Geelbuurt (NW) Molenwijk (N) De Kleine Wereld (N) Sr Meerwaldtbuurt (NW) wi Landlust-Noord (W) Gein 2 (ZO) Wittenburg (C) % meest kwetsbaar & OpenStreetMap Bron: CBS / bewerking O&S *Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021. Mercatorpark is buiten beschouwing gelaten in de top 20 omdat hier WPI postbusadressen zijn. **/n Hoge Dijk ligt een jeugdvoorziening. In absolute aantallen is het aantal meest kwetsbaren o-17 in deze buurt redelijk beperkt. “k{n De Eenhoorn stonden in 2021 relatief veel studentenwoningen en duplexwoningen met kwetsbare gezinnen. n Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17 > < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 0-17 (2021) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2021) Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 0-17 > < De Eenhoorn (O) Kolenkitbuurt-Noord (W) Wildeman (NW) Bijlmermuseum-Zuid (ZO) Vogelbuurt-Zuid (N) Noor Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) Wesipoert Markengouw-Zuid (N) Banne-Zuidwest (N) EEE Venserpolder-West (ZO) BEU Nieuw-Wet Jacob Geelbuurt (NW) EEG Ee Holendrecht-Zuid (ZO) EEM E Overtoomse Veld-Noord (NW) EEG zuid past Makassarpleinbuurt (O) Rr Van der Pekbuurt (N) Markengouw-Midden (N) Lodewijk van Deysselbuurt (NW) BEM Zuidoost Molenwijk (N) BEU Bellamybuurt-Zuid (W) BECM Holendrecht-West (ZO) Botteskerkbuurt (NW) % meest kwetsbaar 2 ne: ® OpenStreetMap Bron: CBS / bewerking O&S */n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. n MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26 > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 18-26 (2021) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5%), buurten Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 18-26 (2021) > < Oostpoort (O) Sloterdijk Poort-Zuid (NW) Ean kk Dijkgraafpleinbuurt (NW) RE Jacob Geelbuurt (NW) Zeeheldenbuurt (W) Era Noor Weespertrekvaart (O) Westpoort Johan Jongkindbuurt (NW) es Tuindorp Amstelstation (O) LE | Elzenhagen-Zuid (N) Nieuw-Wes Wittenburg (C) Science Park-Zuid (O) 12} ee An Terrasdorp (N) Zuid Gein 1 (ZO) EE mad Dichtersbuurt (NW) En Kortvoort (ZO) EK Der Steigereiland-Zuid (O) { m5 Emanuel van Meterenbuurt (NW) LE Bloemenbuurt-Noord (N) | Vogelbuurt-Noord (N) EK 9% meest kwetsbaar Vogelbuurt-Zuid (N) ° e 8 OpenStreetMap : ' mm a Amsterdams gemiddelde 5% Bron: CBS / bewerking O&S */n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. “sloterdijk Poort-Zuid heeft in absolute aantallen een zeer beperkt aantal meest kwetsbaren 18-26. n MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26 > < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 18-26* (2021) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5%), buurten Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 18-26 (2021) > < Dijkgraafpleinbuurt (NW) Oostpoort (O) Jacob Geelbuurt (NW) Overtoomse Veld-Noord (NW) EE Ookmeer (NW) EES Noort Zuidwestkwadrant-Zuid (NW) RE Elzenhagen-Zuid (N) Vogelbuurt-Zuid(N) BA we Wildeman (NW) EE u. Terrasdorp (N) hab id de De Eenhoorn (O) EE je Hakfort/Huigenbos (ZO) EE S zuid Post Venserpolder-West (ZO) EE DS Gein1(ZO) E K Bosleeuw (W) EE Dapperbuurt-Noord(O) EE Zuidoost, Bellamybuurt-Zuid(W) EE Ke Kolenkitbuurt-Noord (W) HE Lodewijk van Deysselbuurt (NW) BE Werengouw-Midden (N) E 96 meest kwetsbaar nn © OpenStreeiMap Bron: CBS / bewerking O&S */n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20. € Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie buurten met hoogste % inwoners 18+ met hoog risico % inwoners 18+ met hoog risico op angststoornis of depressie t.o.v. op angststoornis of depressie (2022) Amsterdams gemiddelde (15%), buurten (2022) > < Sportpark Middenmeer Noord (0) EEG Riekerhaven (NW) EEG Science Park Zuid(O) HGM Johan Jongkindbuurt (NW) Elzenhagen Zuid (N) En - Lodewijk van Deysselbuurt (NW) EP Moord Medisch Centrum Slotervaart (NW) EON #e G-buurt Noord (ZO) A S= Reimerswaal (NW) mn Ne zl j - TE Dichters-en Couperusbuurt (NW) Ent di \ CPJ & D-buurt (ZO) Ee A N Hakfort/Huigenbos (ZO) - hs Sost Kolenkitbuurt Noord (W) jn n tf Dobbebuurt (NW) d eN Jacob Geelbuurt (NW) < £ ve We Wildeman (NW) Zuidoost? e Baaibuurt-Oost (O) En pe Amsterdamse Poort (ZO) Confuciusbuurt (NW) De Kameleon e.o.(ZO) BM % hoog risico op depressie Amsterdams gemiddelde 15% EPEN mn gn _n 5 Bron: Amsterdamse Gezondheidsmonitor GGD / RIVM *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. € Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ > < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat afgelopen jaar % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021) > < D-buurt (ZO) EN Zeeburgereiland Zuidoost (0) EEN Medisch Centrum Slotervaart (NW) LS NDSM terrein (N) Vivaldi (Z) maren Noor Kalverdriehoek (©) EEN Weston E-buurt (ZO) ER an % Amstelkwartier West (O) Wz , hf 3 gea. Buiksloterham (N) E:) \__Ni Wes / ; b Kelbergen (ZO) 8 Ss Ln Nn K-buurt Midden (ZO) EEEN nn \ : Begijnhofbuurt (C) EE} d Zuid Bedrijventerrein Landlust (W) Cn Rijnbuurt West (Z) 8 4 Schipluidenbuurt (NW) Wi din Riekerhaven (NW) 2 red Elzenhagen Zuid (N) Grunder/Koningshoef (ZO) Kattenburg (C) le De Eenhoorn (O0) AM Re @ OpenStreelMap Amsterdams gemiddelde 5,2% Bron: Vektis “Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021. € Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ > < buurten met grootste aantal inwoners 18+ dat afgelopen % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is jaar bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021) 2x Meerwaldt-, Arondeus en Coronelbuurt (NW) EEZ Bosleeuw(W) EEZ Venserpolder West (ZO) EEE Zuidwestkwadrant Osdorp Zuid (NW) EEZ De Punt (NW) EEZ Noor Transvaalbuurt Oost (O) EEZ Westpoort < Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) EEEN mt En. Gelderlandpleinbuurt (2) EEEN nen Gibraltarbuurt (W) EEN Ie A ke De Aker Oost (NW) EEEN EE Cremerbuurt West (W) EEZ Ty a F Ee Haveneiland Noordoost (O) En Werengouw Midden (N) EEZ F-buurt (ZO) BEZ * 4d ne Overtoomse Veld Noord (NW) EEZ UDOEË Overtoomse Veld Zuid (NW) EEZ pen Wildeman (NW) EEC Haveneiland Oost (O) EZG Erasmusparkbuurt West (W) ZEE 9% POH GGZ Noordoostkwadrant Indische buurt (O) EEEN omme le & OpenStreetMap Bron: Vektis “Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021. € Mentale gezondheid: eenzaamheid buurten met hoogste % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is t.o.v Amsterdams (2022) gemiddelde (21%), buurten (2022) > < Sportpark Middenmeer Noord (0) ESS Science Park Zuid (0) ETE G-buurt Noord (ZO) ER Amsterdamse Poort (ZO) Riekerhaven (NW) mm As Bijlmermuseum Noord (ZO) Ge \ooR De Kameleone.o. (ZO) EREA Westpoort GP: Parooldriehoek (O) : Aalt = Elzenhagen Zuid (N) m. he Hakfort/Huigenbos (ZO) Ee KS (centrum) Johan Jongkindbuurt (NW) | IE te Ne Rechte H-buurt (ZO) En Ee Te \ dost . uid a Hoptille (ZO) Ba Gein2 (Zo) EEA En EN Bijlmermuseum Zuid(ZO) EU - Sloterdijk Stationskwartier (NW) EEE /o ie Holendrecht West (ZO) rn Gein 1 (ZO) NN Kortvoort (ZO) EEA Venserpolder West (ZO) EEEXE streensemheid & OpenStreetMap 8 E : mm eed Amsterdams gemiddelde 21% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Gemeente Amsterdam | 6. Determinanten X Bewegen: beweegrichtlijnen buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet voldoet % inwoners 18+ dat niet voldoet aan beweegrichtlijnen t.o.v. Amsterdams aan beweegrichtlijnen (2022) gemiddelde (4,6%), buurten (2022) > < Weesp-Zuid (WP) NEN Holendrecht West (ZO) EN Wildeman (ZO) 6o Reimerswaal (ZO) Tuindorp Oostzaan West (N) mmm Kortvoort (ZO) ) Noordt Zuidwestkwadrant-Noord (NW) Westpoort Ge 8 Hogewey Zuid (WP) MEN \ ne Hogewey Midden (WP) |A egel» trum) ed Lodewijk van Deysselbuurt (NW) mmm a ' ne: is Ke egen) GE CPE LN Middelveldsche Akerpolder (O) Ge 5 Zuid Betondorp (NW) ie” aa Ruys de Beerenbrouckbuurt (ZO) GSA ee dh, Holendrecht-Zuid (NW) GE \ve ee Ee ( Molenwijk (N) RO OS Kantershof (ZO) cn Reigersbos 3 (ZO) En Banne Noordwest (N) EE N ' 9% voldoet niet aan beweegrichtlijn Amsterdams gemiddelde 46% © OpenStreetMap 30 EE me: Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) “De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. 2 Bewegen: wekelijks sporten buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport t.o.v. Amsterdams gemiddelde (42%), (2022) buurten (2022) > < Holendrecht West (ZO) EN Wildeman (NW) Lodewijk van Deysselbuurt (NW) Reimerswaal (NW) Bijlmermuseum Noord (ZO) Ee Wo De Kleine Wereld (N) nn ds Se | G-buurt Noord (ZO) pd Molenvijkn) NN Le RE Tuindorp Amstelstation (O) Nieu WELL B fe Men & Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) n AAS rum) B Banne Noordwest (N) q Mheer Holendrecht-Zuid (ZO) 7 at dost “Zwide Johan Jongkindbuurt (NW) Ee 5 od Kortvoort (ZO) E) de , Amsterdamse Poort (ZO) EN Er DE Kelbergen (ZO) do ost m ee Banne Noordoost (N) Pi VAS Tuindorp Oostzaan West(N) GSA Weesp-Zuid | (WP) mn Jacob Geelbuurt (NW) } ik % niet wekelijks sporten Amsterdams gemiddelde 42% open recetep ze <: Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. n n n € Overgewicht (incl. obesitas) buurten met hoogste % inwoners 18+ met overgewicht incl. % inwoners 18+ met overgewicht incl. obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde obesitas (2022) (43%), buurten (2022) > < Holendrecht West (ZO) 6o Lodewijk van Deysselbuurt (NW) Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) Es) Reimerswaal (NW) EN Tuindorp Oostzaan West (N) B wek Wildernan (NW) %, Holendrecht-Zuid (ZO) BEONE sb Kclbergen (20) NN md es Molenwijk (N) d rele ES G-buurt Noord (ZO) B an : ar KN Gein 4 (ZO) Gan rs ed a En DD Tuindorp Oostzaan Oost (N) is IE jen e dost , Banne Noordwest(N) NT 1 Middelveldsche Akerpolder (NW) led Hakfort/Huigenbos (ZO) Es B — Weesp De Kleine Wereld (N) \= loost/ | Kortvoort (ZO) rn Weesp Schildersbuurt (WP) Reigersbos 3 (ZO) Tuindorp Nieuwendam West (N) mn % Overgewicht 2. Zeo & OpenStreetMap Amsterdams gemiddelde 43% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. n n € Overgewicht: obesitas buurten met hoogste 0% inwoners 18+ met ernstig % Inwoners 18+ met ernstig overgewicht t.o.v. Amsterdams overgewicht (2022) gemiddelde (13%), buurten (2022) > < Holendrecht West (ZO) En G-buurt Noord (ZO) Reimerswaal (NW) Lodewijk van Deysselbuurt (NW) =n Wildeman(NW) en Noort YS Hakfort/Huigenbos (ZO) HEA Westpoort Se Holendrecht-Zuid (ZO) 3 B Bijlmermuseum Noord (ZO) ii ” „a _ Kelbergen (ZO) Es Ni e 5 Bh De Kleine Wereld (N) 7 mi ; a es 2 Molenwijk (N) E ‚E Gd — ge è Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) ed züid. En. pe Kortvoort(ZO) EEN Se Blauwe Zand (N) ur 5 Banne Noordwest (N) En eL en En Tuindorp Oostzaan Oost(N) EEM 2 Gein 4 (ZO) hd Bloemenbuurt Zuid (N) ie Tuindorp Oostzaan West (N) Middelveldsche Akerpolder (NW) En 9% ernstig overgewicht & OpenStreethap 5 EE " _m 24 Amsterdams gemiddelde 13% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. 2 Roken buurten met hoogste % inwoners 18+ dat rookt (2022) % inwoners 18+ dat rookt t.o.v. Amsterdams gemiddelde (24%), buurten (2022) > < Sportpark Middenmeer Noord (O) EEG Riekerhaven (NW) ETE Elzenhagen Zuid (N) Medisch Centrum Slotervaart (NW) me Science Park Zuid (O) En__v D-buurt (ZO) EEA Zaagpoortbuurt (C) BEF NES & G-buurt Noord (ZO) Ee f he | es Nieuwendijk Noord (C) Pewieiuw-West 5 a es, Oude Kerke.o.(O EEN B Ai entrum) tn Sloterdijk Stationskwartier (NW) EEEN pe 8 hdd. 5 Bedrijventerrein Hamerstraat (N) W- zld y oe Amsterdamse Poort (ZO) rs D= RA, _ Parooldriehoek (O) x ie Kalverdriehoek (CQ) EG _d er Hemelrijk (C) Zuidoost Planciusbuurt Noord (C) mn d Hoptille (ZO) Baaibuurt-Oost(O) EEG ae roker Nieuwe Kerke.o.(C) BEETA uE A © OpenStreetMap Amsterdams gemiddelde 24% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. X Alcoholgebruik buurten met hoogste % zware drinkers 18+ (2022) % zware drinkers 18+ t.o.v. het Amsterdams gemiddelde (12%), buurten (2022) > < Rembrandtpark Noord (NW) EEE Groenmarktkadebuurt (C) BG-terrein e.o. (C) Kalverdriehoek (C) mn Leidsebuurt Noordoost (C) 5 Oude Kerk e.o. (C) Dan 7 D-buurt (ZO) EEG ged | Scheepvaarthuisbuurt (C) ie \ à Nieuwe Kerk e.o. (C) Ö Ì Penn nn Sarphatiparkbuurt (2) EER ke a (centum n Kan Rijnbuurt Oost (Z) EEEN * Mg be Ge Burgwallen Oost (C) me Wan Ê_ st Spuistraat Noord (C) q Sn on Spuistraat Zuid (C) He Nes e.o. (C) Weesp Er Kop Zeedijk (C) 18 Zuidoost; 2 IJselbuurt Oost (Z) 0 Weesperzijde-Noord (O) 18 Scheldebuurt Oost (Z) Cremerbuurt Oost (W) 18 | 9% zware drinker . © OpenStreetMap 5 E + mn 24 Amsterdams gemiddelde 12% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. X Alcoholgebruik buurten met hoogste % overmatige drinkers (2022) % overmatige drinkers 18+ t.o.v. het Amsterdams gemiddelde (9%), buurten (2022) > < Langestraate.o.(0) EER Anjeliersbuurt Noord (C) BG-terrein e.o.(C) En Scheepvaarthuisbuurt (C) IEB Haarlemmerbuurt Oost (C) Groenmarktkadebuurt (©) Ba Noord — Kalverdriehoek (C) Westpoort Amstelveldbuurt (C) N ' Rembrandtpark Noord (NW) En pn el dien Leidsegracht Noord (C) Miegg-we . Zuiderkerkbuurt (C) ie el _d Harmoniehofbuurt (Z) En f p 5 Oude Kerk e.o. (C) é 4 a ze Felix Meritisbuurt (C) eel Kad Leidsebuurt Noordoost (C) Weesp Leidsegracht Zuid (C) Zuüidoost” Banpleinbuurt (Z) En nd Nieuwe Kerk e.o. (C) Leliegracht e.o. (C) Anjeliersbuurt Zuid (C) EEn 9% overmatige drinker © OpenStreetMap MW, Ns Amsterdams gemiddelde 9% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) *De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Gemeente Amsterdam | 7. Bijlagen Overzichtstabel gezondheidcijfers gebieden tst gezondheidcijfers gebied lalala) langdurige Voldoet niet gezondheid Lage ziekte of Hoogrisico Ernstig aan beweeg- Sport niet Ernstig Zwaar Overmatig niet goed veerkracht aandoening depressie eenzaam richtlijn wekeliks Overgewicht overgewicht Roken alcohol alcohol Centrum-Oost 25 18 13 24 41 28 18 13 Westerpark 30 16 32 17 22 41 9 29 16 11 VVT Ee tinten eTs 28 25 ES 18 19 45 34 39 10 22 12 9 Oud-West/De Baarsjes 32 23 33 22 20 37 31 29 7 25 18 9 Geuzenveld/Slotermeer 40 29 34 23 24 53 54 54 14 25 8 6 ost ar 28 30 25 26 60 58 52 20 6 DELE A A ELS Ì De Aker/Nieuw Sloten 26 18 35 10 25 56 48 48 19 7 6 Slotervaart 38 24 35 20 25 51 43 43 14 25 13 4 Oud-Zuid 20 ®) E) pin vi 20 12 13 Zuid Buitenveldert/Zuidas 39 25 33 9 29 42 41 38 11 20 12 9 EENES: B Ml 31 ES 27 21 15 Oud-oost 33 25 34 16 21 41 35 9 18 7 9 Oost Indische buurt/Oostelijk havengebied 28 17 37 mm 37 40 22 19 11 Watergraafsmeer 32 21 38 15 30 41 11 28 12 7 IJburg/Zeeburgereiland 36 20 35 13 21 46 31 42 10 19 10 10 Noord-West 31 22 37 15 20 53 52 51 19 25 Noord Oud-Noord 34 24 36 18 25 47 47 42 11 34 11 6 Noord-Oost 36 22 29 15 29 52 56 44 13 24 10 Bijlmer-Centrum 53 38 41 30 44 51 59 60 22 20 7 6 Zuidoost Bijlmer-Oost 42 24 35 13 33 51 47 54 26 23 10 Gaasperdam/Driemond 39 28 37 13 27 51 50 55 17 19 6 Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam Overzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebieden verzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebied KELE KELE RR KELE KELE KELE KELE ETA LIE kwetsbaar _kwetsbaar(% kwetsbaar0- kwetsbaar0- kwetsbaar 18- kwetsbaar (% absoluut kwetsbaar % 66+ 66+) 17 NA 26 18-26) centrum Taas AES 120 180 3 Centrum-Oost 4130 9 1195 140 255 4 Westerpark 4390 11 1185 31 295 6 195 5 West Bos en Lommer 4810 14 1050 38 475 8 215 4 Oud-West/De Baarsjes 9535 13 1945 29 810 8 590 6 Geuzenveld/Slotermeer 7630 16 1620 34 825 8 405 6 8 Osdorp 6640 17 1855 33 595 7 435 8 DA LEREN AEL Ì De Aker/Nieuw Sloten 2145 750 ZOT 3 Slotervaart 5555 13 1465 34 530 7 385 4 Oud-Zuid 6 1095 Ki ] 160 3 Zuid Buitenveldert/Zuidas 10 1415 26 al) 100 3 De Pijp/Rivierenbuurt 6180 10 2020 26 325 4 215 2 Oud-oost 4690 13 1235 31 315 6 285 5 or Indische buurt/Oostelijk havengebied 4590 11 1120 28 385 6 175 4 Watergraafsmeer 3420 10 1105 26 260 5 245 4 Uburg/Zeeburgereiland 1930 265 22 250 165 4 Noord-West 5495 14 1785 31 505 6 240 6 Noord __Oud-Noord 4420 15 1210 33 390 7 190 5 Noord-Oost 4215 14 1255 28 470 7 240 6 Bijlmer-Centrum 3820 15 635 36 440 10 220 4 Zuidoost Bijlmer-Oost 4135 14 940 28 435 7 215 5 Gaasperdam/Driemond 4410 13 1160 23 475 7 215 5 Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam *De kwetsbaarheidsscores voor het gebied Oud-West/De Baarsjes worden vertekend door de zogeheten ‘postadressers’, die in de cijfers zijn meegenomen. Postadressers zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. In het gebied Oud-West/De Baarsjes zijn veel postadressers met een bijstandsuitkering ingeschreven op de WP-locaties daar. X Definities t Kwetsbaarheidsscore > < Het aandeel/aantal meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen: =__gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% van Nederland. = hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. =_ laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt. 10-17 jaar: ouders kwetsbaar op gebied van werk, opleiding en/of gezondheid. "18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend. m__ 66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid. De aantallen zijn afgerond op 5. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 5o bewoners en minimaal 10 bewoners met de score meest kwetsbaar’. Inwoners 18+ dat gezondheid als niet goed ervaart Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder die niet antwoorden met 'zeer goed' of '‘goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand. Absolutefrelatieve toename inwoners 65-74/75+ 2023-2030 De absolute/relatieve toename van het aantal in 2030 verwachte inwoners van 65-74 jaar/75+ ten opzichte van het aantal inwoners in dezelfde leeftijdscategorie op 1 januari 2023. Dit is berekend op basis van de O&S bevolkingsprognoses voor 1 januari 2030 uit 2023. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt hierbij berekend aan de hand van verwachte demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de woningvoorraad. X Definities t Lage veerkracht > < Deze indicator is gebaseerd op een vraag met vijf stellingen over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde. Bij iedere vraag zijn 7 antwoordopties mogelijk: Zelden — Soms - Af en toe — Regelmatig — Meestal — Bijna altijd — Altijd. Hierbij krijgt '‘Zelden' een score van 1 en 'Altijd'een score van 7. =__Ikkan heel goed omgaan met tegenslagen; =__ Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties; =_Naeen moeilijke periode ben ik snel weer de oude; =_ Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden; =_ Elke ervaring in het leven maakt mij sterker. Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend: =_ Score van lager dan 3,8 is lage veerkracht; =__ Score van 3,8 tot 5,4 is gemiddelde veerkracht; =__ Score van 5,4 of hoger is hoge veerkracht Chronisch zieken Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: ‘Heeft u een of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer’. X Definities t Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie > < Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De volgende vragen worden gesteld over hoe men zich voelde in de afgelopen vier weken: =__ Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? =__ Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? = Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? = Hoe vaak voelde u zich hopeloos? = Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? = Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? = Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? = Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? =__ Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om v op te vrolijken? =_Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos? Bij iedere vraag zijn vijf antwoordopties mogelijk: 1) ‘Altijd’, 2) ‘Meestal’, 3) 'Soms', 4) 'Af en toe! en 5) 'Nooit'. Antwoord 1 'Altijd' krijgt de hoogste score 5. Antwoord 5 'Nooit' krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer ontbrekende antwoorden krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 ontbrekende antwoorden wordt de waarde geïmputeerd op basis van de gemiddelde score op dat item). De antwoorden op deze vragenlijst worden samengevat in een score tussen de 10-50. Een score van 10 t/m 15 is geen of laag risico, 16 t/m 29 is matig risico en 30 t/m 50 is hoog risico op een angststoornis of depressie. x D fi it Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ > < Het aandeel en aantal personen vanaf 18 jaar dat gebruikt heeft gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg Mentale gezondheid: Ernstig eenzaam Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld, een vragenlijst om eenzaamheid te meten die bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met 1) nee, 2) min of meer, 3) ja' Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld 'Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. lemand is eenzaam bij minstens negen ongunstige scores op alle items. De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van afzonderlijke personen. Bewegen: beweegrichtlijnen Aandeel volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: wekelijks minimaal 2,5 uur matig intensieve inspanning + bot- en spierversterkende activiteiten. Bewegen: wekelijks sporten Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet. Overgewicht (incl. obesitas) Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters). X Definities t Overgewicht: obesitas > < Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters). Roken Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat de vraag “Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret. Zwaar alcoholgebruik Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat minimaal één dag per week zes of meer glazen alcohol (mannen) of vier of meer glazen (vrouwen) drinkt. Overmatig alcoholgebruik Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat wekelijks meer dan 21 glazen alcohol (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol (vrouwen) drinkt. Gemeente Amsterdam Deze factsheet is samengesteld door Team Onderzoek Stadsdelen. Met dank aan GGD en OJZD Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected]
Factsheet
44
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1516 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder 1382’ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2017 (toeristenbelasting ook voor passagiers riviercruise- en zeecruiseboten). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — passagiers van rivier- en zeecruise boten op dit moment geen toeristenbetaling betalen, maar wel gebruik maken van de voorzieningen van de stad; — het aantal cruiseboten en passagiers dat de stad aandoet stijgende is. In 2014 253.000 zeecruisepassagiers (126 boten) en 420.000 riviercruisepassagiers (1685 boten); — het goed reguleren van toerisme geld kost, en nnéér toeristen in goede banen leiden exponentieel nnéér geld kost; — het aantal reguliere bezoekers de komende jaren explosief zal stijgen volgens alle prognoses, waaronder Stad in Balans: — _op dit moment onderzocht wordt hoe vermakelijkheidsretributie kan worden geheven voor passagiers van cruisevaarten vanaf 1/1/2018. Overwegende dat: — het vreemd is dat reguliere toeristen wel toeristenbelasting betalen, maar riviercruise- en zeecruisetoeristen hiervan vrijgesteld zijn; — het aantal boten dat Amsterdam aandoet al jaren een stijgende trend kent; — passagiers een bijdrage leveren aan de druk die er is in de stad vanwege het grote aantal bezoekers. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in het lopende onderzoek expliciet mee te nemen dat vermakelijkheidsretributie omgezet wordt naar toeristenbelasting voor passagiers van riviercruiseboten en zeecruiseboten die 's nachts verblijven in Amsterdam; — de belastinggrondslag (per nacht/bezoek, vast bedrag/percentage) af te stemmen op wat kosten-efficiënt mogelijk is; — de uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen aan de raad. Het lid van de gemeenteraad D.F. Boutkan 1 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 180 Publicatiedatum 5 april 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer L.G.F. Ivens van 31 januari 2013 inzake het heffen van hondenbelasting. Amsterdam, 27 maart 2013 Aan de gemeenteraad inleiding van vragensteller. Het Gerechtshof van 's Hertogenbosch heeft op 24 januari 2013 een uitspraak gedaan over het heffen als gemeente van hondenbelasting. Volgens het Hof dient er ‘ook in het geval een gemeente de hondenbelasting heft ter verkrijging van algemene middelen, (….) een objectieve en redelijke grond’ te bestaan ‘voor het onderscheid tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters, indien de kosten die het hondenbezit voor de gemeente meebrengt van wezenlijke betekenis zijn voor het heffen van de hondenbelasting, en de hoogte van de belasting mede is afgestemd op die kosten zonder dat de gehele opbrengst van de hondenbelasting behoeft te strekken tot delging van de door de gemeente te maken kosten uit hoofde van het hondenbezit.' Met andere woorden: de hondenbelasting moet een wezenlijke betekenis hebben, een substantieel deel van de opbrengsten aan hondenbelasting dient gebruikt te worden voor wat burgerlijk hondenbezit en hetgeen daarbij hoort (honden betreden de openbare ruimte) de gemeente kost. In Amsterdam heeft de hondenbelasting een ‘budgettair’ doel, zoals toenmalig wethouder Asscher het in de raad van 31 oktober 2007, bij de behandeling van een voorstel van de SP om de hondenbelasting af te schaffen, uitdrukte. Het niet innen van de belasting zou dan ook een ‘majeure beleidswijziging’ vereisen, aldus Asscher. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 31 januari 2013, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Welke ‘objectieve en redelijke’ grond heeft de gemeente Amsterdam om hondenbelasting te heffen? Antwoord: De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Daarnaast heeft de hondenbelasting van oudsher een regulerende werking. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Neeing dao Gemeenteblad R Datum 5 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 31 januari 2013 2. Wat zijn de inningskosten van de hondenbelasting? Antwoord: De totale kosten voor de heffing, inclusief bezwaar, en de invordering in 2012 bedragen € 161.630. 3. Hoeveel van de totale opbrengst van de hondenbelasting wordt besteed aan het doel: delging van de kosten van hondenbezit; kun je dit deel kwalificeren als ‘een substantieel deel’? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Zoals hiervoor al aangegeven komen de opbrengsten van de hondenbelasting ten goede aan de algemene middelen. Naast de hiervoor genoemde kosten worden er ook kosten gemaakt ten aanzien van het hondenbeleid. Het hondenbeleid is belegd bij de stadsdelen. Naar aanleiding van deze vraag is een uitvraag gedaan bij de stadsdelen om de kosten ten aanzien van het hondenbeleid te achterhalen. Aangezien de stadsdelen de kosten van hun hondenbeleid voornamelijk hebben zitten in de totale handhavingskosten, zijn deze niet precies te specificeren voor alleen de hondenbelasting. Ook hebben bijvoorbeeld niet alle stadsdelen hondenpoepzakjesdispensers zodat er niet overal kosten worden gerekend voor meubilair openbare ruimte. Op basis van de ontvangen informatie bedragen de totale kosten van het hondenbeleid per stadsdeel, gemiddeld genomen, € 60.000. Dit betekent dat de totale kosten van het hondenbeleid € 420.000 bedragen. Deze kosten bestaan uit handhavingskosten, meubilair openbare ruimte zoals hondenpoepzakjes- dispensers en de bijbehorende zakjes, hondenborden, uitlaatstroken, herstel van gras en beleidskosten. Samen met de kosten ten aanzien van de honden- belasting (zie het antwoord op vraag 3), kunnen de totale kosten op € 581.630 worden gesteld. De opbrengsten voor 2012 waren € 1.772.000 wat resulteert in een kostenpercentage van 33% (afgerond). Een exacte berekening in het kader van de hondenbelasting is overigens niet noodzakelijk. In de visie van het Gerechtshof van 's Hertogenbosch is de hondenbelasting nog steeds geen bestemmingsbelasting maar een algemene belasting. Het Gerechtshof van 's Hertogenbosch heeft op 24 januari 2013 uitgesproken dat niet de gehele opbrengst van de hondenbelasting behoeft te strekken tot delging van de door de gemeente te maken kosten uit hoofde van het hondenbezit, maar dat de kosten die het hondenbezit voor de gemeente meebrengt wel van wezenlijke betekenis moeten zijn voor het heffen van de hondenbelasting, en dat de hoogte van de belasting mede afgestemd moet zijn op die kosten. Van belang hierbij is de term “van wezenlijke betekenis”. Onduidelijk hierbij is welk kostenpercentage hier dan gehanteerd moet worden. Er zijn in het juridische jargon wel andere begrippen waaraan een percentage is gehangen. Zo betekent “aanzienlijke / in belangrijke mate” 30% of meer en “in betekenende mate” meer dan 15% - 20%. Het is zeer wel verdedigbaar dat bij deze begrippen aansluiting moet worden gezocht. Gelet hierop en het percentage van de kosten in de gemeente Amsterdam (33%) kan gesteld worden dat de kosten die het 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Sori 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 31 januari 2013 hondenbezit met zich meebrengt van wezenlijke betekenis zijn en dat daarmee voldaan is aan het nieuwe vereiste dat het Hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld aan een rechtsgeldige aanslag hondenbelasting. 4. Als de delging van de kosten van het hondenbezit, proportioneel gezien niet opwegen tegen de totale opbrengsten van de hondenbelasting, is het college het dan met vragensteller eens dat wij deze belasting beter kunnen afschaffen (en dit eventueel te verrekenen met de andere gemeentelijke belastingen)? Kan het college het antwoord toelichten? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3. De kosten van het hondenbezit zijn ongeveer 33% zijn van de opbrengsten. Zodoende is de delging van de kosten van het hondenbezit proportioneel ten opzichte van de opbrengsten van de hondenbelasting. Deze vraag behoeft, mede gezien het antwoord op vraag 1 aangaande het regulerende karakter, geen verdere beantwoording. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Nummer _BD2018-010136 Gemeente Amsterdam Directie directie sb % Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid M L D Dienst ve verkeer en or % en Circulaire Economie % Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 13 september 2018 Portefeuille 40 Agendapunt 20 Datum besluit B&W 10-01-2017 Onderwerp Raadsadres Sloterwegrotonde De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van De conceptbeantwoording van het raadsadres d.d. 15 maart 2018 inzake de Sloterwegrotonde Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet 1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). 2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). 3. Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). 4, De raad wordt vooraf ingelicht indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van het gevoerde bestuur ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In dat laatste geval neemt het college van burgemeester en wethouders geen besluit nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen te uiten aan het college van burgemeester en wethouders (lid 4). Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van 4 april heeft de gemeenteraad besloten dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en het conceptantwoord te agenderen voor bespreking in de raadscommissie met de portefeuille Verkeer en Vervoer. Reden bespreking Zie boven Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies 1 Portefeuille 40 Gemeente Amsterdam M L D Agendapunt 20 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire Economie Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 13 september 2018 n.v.t. Stukken Meegestuurd 1. geanonimiseerd raadsadres Sloterwegrotonde 2. geanonimiseerde conceptbeantwoording raadsadres Sloterwegrotonde 3. raadscommissieverslag 10 januari 2018 4. bewonersbrief Sloterwegrotonde 5. tekening Sloterwegrotonde Wersttangent Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Sander Smit, sander.smit@ amsterdam.nl, 0613695786 2
Raadsadres
2
train
VN2022-008531 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR Zorg % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 62 Datum besluit Onderwerp Rapportage Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarmee de wethouder n.a.v. toezeggingen de raad informeert over de voortgang Gezonde Scholen Amsterdam. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs van 2 februari jlis op verschillende momenten gesproken over het programma Gezonde Scholen Amsterdam en ventilatie Inspreker: de heer Blok op persoonlijke titel over het plaatsen van luchtfilters ter bestrijding van de verspreiding van covid-19 Agendapunt 13: Luchtfilters plaatsen in scholen ter bestrijding van de verspreiding van covid-1g (lid Bloemberg-lssa, PvdD) Rondvraag lid Ilana Rooderkerk (D66) Bij de behandeling van het agendapunt ‘de aanbiedingsbrief 7 zienswijzen op initiatieven Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen’ in de commissie WIO van 12 januari 2022 heeft wethouder Moorman n.a.v. vragen van de leden Rooderkerk, Martinn en Boomsma de toezegging gedaan de raad een overzicht te sturen van scholen onder de opheffingsnorm en een overzicht van de overcapaciteit. Deze brief informeert de raad daarnaast over de wettelijke taken en bevoegdheden van de gemeente en schoolbesturen ten aanzien van onderwijsvesting, ook wat betreft een gezond binnenklimaat naar aanleiding van vragen hierover tijdens de bespreking in de commissie WIO van 2 februari 2022. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Gegenereerd: vl.10 1 VN2022-008531 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, TA-2022-00027 Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2022-029521 | BRIEF - GSA.pdf (pdf) AD2022-029520 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) AD2022-029522 Voortgangsrapportage GSA 2021.docx (msw22) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, Sofie J. Sloot, s.sloot®amsterdam.nl, [email protected] Gegenereerd: vl.10 2
Voordracht
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 608 Datum akkoord college van b&w van 2 september 2014 m.i.v. wijzigingen Publicatiedatum 10 september 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw A.C. de Heer van 28 juli 2014 inzake de werkomstandigheden van beveiligers op Schiphol. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. Het weekend 26-27 juli 2014 was waarschijnlijk het allerdrukste weekend van het jaar op Schiphol. De vragensteller had de eer om op één van die drukke dagen in gesprek te gaan met de beveiligers die werken op Schiphol en te horen hoe zij hun werk ervaren: zeker in zo'n drukke periode. Deze beveiligers zijn in dienst van particuliere beveiligingsbedrijven zoals G4S, Securitas, Trigion of I-Sec. De beveiligers vertelden over de zware arbeidsomstandigheden waaronder zij hun werk moeten doen. De concurrentie tussen de beveiligingsbedrijven leidt tot druk op de beveiligers en op hun arbeidsomstandigheden. Hierdoor werken ze vaak zeer lange diensten (12 uur is normaal) of juist alleen maar in hele korte diensten, op vaak op onmogelijke tijden. Een aantal van de beveiligers verdient daarmee niet eens voldoende om rond te kunnen komen. De beveiligers werken vaak langer ononderbroken staand dan door de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) vastgestelde normen voorschrijven. Hierdoor is sprake van verminderd concentratievermogen van de beveiligers, hetgeen een risico betekent voor henzelf maar ook voor passagiers. Ten slotte is het krijgen van een vast contract een unicum geworden onder het beveiligingspersoneel van de luchthaven, waardoor het verloop van personeel zeer hoog is en de werkzekerheid zeer laag is. De FNV eist onder andere ook dat de vakbond toegang krijgt tot de werkplek. Deze eis heeft de fractie van de Pvd verbaasd, omdat het zou impliceren dat de vertegenwoordigers van de vakvereniging geen toegang zouden krijgen tot de luchthaven of werkplekken hetgeen in strijd is met internationale (ILO) verdragen waarin gegarandeerd is dat afgevaardigden van werknemers toegang hebben tot alle noodzakelijke werkplekken zodat zij hun representatieve functie uit kunnen oefenen (ILO-conventie 135 en aanbeveling 143). De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de luchthavenbeveiliging. De uitvoering is voor een belangrijk deel neergelegd bij de Schiphol Group die weer contracten sluit met beveiligingsbedrijven. De gemeente Amsterdam heeft 20 procent van de aandelen van Schiphol en kan daarmee invloed uitoefenen. Zeker als ze daarbij gezamenlijk optrekt met de Rijksoverheid (bezit 70% van de aandelen). 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Gos Gemeenteblad Datum 10 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014 Onlangs is Schiphol Group gestart met een nieuw aanbestedingstraject voor de beveiliging van Schiphol. Dat is een belangrijk moment waarop er eisen gesteld kunnen worden aan de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de beveiligingsbedrijven. Volgens de vakbond FNV is een betere beveiliging mogelijk met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en veilige statijden. De kosten hiervan zouden 50 cent per retourticket bedragen. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 juli 2014, namens de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met de arbeidsomstandigheden van de beveiligers op Schiphol en de discussie die daar tussen de vakbond en Schiphol over bestaat? Hoe beoordeelt het college de eisen van de vakbond? Antwoord: Ja. De arbeidsrechtelijke verhoudingen tussen het bedrijf Schiphol, de door Schiphol gecontracteerde beveiligingsbedrijven en hun werknemers zijn een zaak van opdrachtgever, werkgever en werknemers. Als aandeelhouder hebben wij hier geen zeggenschap over. Omdat het college desondanks tegemoet wil komen aan de belangstelling van de raad heeft zij zich op de hoogte laten stellen van de gang van zaken met betrekking tot de positie van de beveiligers. U dient de beantwoording van de vragen daarom in dit licht te lezen. De eisen van de bonden om tot een verdere verbetering van de Arbo omstandigheden te komen zijn redelijk en juist vanwege de wensen en expertise van de vakbonden (FNV, Unie en CNV) zijn deze partijen nadrukkelijk door Schiphol betrokken in de aanloop naar de aanbestedingsprocedure voor de nieuwe beveiligingsorganisatie die op 3 juni 2015 in werking zal treden. De bonden de Unie en CNV zijn positief over het gevoerde proces, de FNV neemt hier een ander standpunt over in. 2. Hoe beoordeelt het college de arbeidsomstandigheden van de beveiligers op Schiphol? Hoe beoordeelt de college de kritiek dat ongediplomeerde beveiligers worden ingezet? Antwoord: Werknemers op Schiphol werken binnen de gemaakte afspraken tussen werknemers en werkgevers, ook op het gebied van arbeidsomstandigheden. Schiphol is bezig met een aanbestedingsprocedure voor een nieuwe beveiligings- structuur die per 3 juni 2015 zal ingaan. Onderdeel hiervan is de overgang van decentrale security (aan de gate) naar centrale security, met tal van technische innovaties die met name de fysieke belasting voor de beveiligers verminderen. Hierdoor zullen de arbeidsomstandigheden per 3 juni 2015 voor de beveiligers verbeteren. Schiphol geeft aan geen ongediplomeerde beveiligers voor beveiligingstaken in te zetten. Hier wordt sterk op toegezien door Schiphol zelf en door de Koninklijke Marechaussee. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neeing Gos Gemeenteblad Datum 10 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014 3. Heeft het college een verklaring voor de beperkingen die gelden met betrekking tot toegang van de vakbond op de werkplek. Is het college met de fractie van de PvdA van mening dat de ook Schiphol gehouden is internationale verdragen die de rechten van werknemers en vakvereniging beschermen na te leven? Antwoord: Ja. Op grond van internationale verdragen en (EU) wetgeving, op het gebied van luchtvaart security is in dit geval geen vrije toegang — voor niemand — tot de werkplek mogelijk omdat de werkplek binnen de “security restricted area” op de luchthaven valt. In voorkomende gevallen kan na screening toegang verkregen worden met een pas. Het college is het met de fractie van de PvdA eens dat Schiphol zich op alle terreinen heeft te houden aan geldende internationale verdragen en wet- en regelgeving. 4. Is de gemeente Amsterdam als aandeelhouder op de hoogte van de inhoud van het aanbestedingsproces van de Schiphol Group inzake beveiliging op Schiphol? Zo ja heeft de gemeente Amsterdam invloed uitgeoefend op de inhoud van de aanbestede opdracht? Antwoord: De gemeente Amsterdam is op de hoogte van het feit dat Schiphol overstapt van een decentraal- naar een centraal security systeem en dat dit betekent dat er een aanbesteding is uitgeschreven voor een nieuwe beveiligingsopdracht. Deze beveiligingsopdracht is echter een zaak van het bedrijf zelf en een gesloten traject waar de gemeente geen inzicht in en geen invloed op heeft. Vanwege het aanbestedingsrecht kan hier over ook geen bemoeienis zijn van derden (ook niet van de aandeelhouder). Het college vindt het belangrijk dat Schiphol in aanloop naar deze procedure zich breed georiënteerd heeft en ondermeer in gesprek is gegaan met de bonden om te horen wat zij belangrijke punten vinden om mee te nemen in de aanbestedingsprocedure. 5. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat de arbeids- omstandigheden van de beveiligers een risico kunnen zijn voor de gezondheid van de beveiligers zelf en een risico is voor de veiligheid van de passagiers die via Schiphol reizen? Antwoord: Arbeidsomstandigheden kunnen een risico zijn voor de gezondheid van beveiligers en passagiers op Schiphol. Dat is de reden dat Schiphol de arbeidsomstandigheden goed in de gaten houdt. Bovendien houdt de Koninklijke Marechaussee namens de Rijksoverheid dagelijks toezicht op de adequate uitvoering van de beveiligingstaken op Schiphol, zodat de veiligheid van beveiligers en passagiers ook op die manier geborgd wordt. 3 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 0 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014 6. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat de bij nieuwe aanbesteding aandacht geschonken moet worden aan de arbeids- omstandigheden, de gevolgen die deze hebben voor de veiligheid en dat deze verbeterd dienen te worden? Zo ja, is het college bereid om als aandeelhouder invloed uit te oefenen? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja en nee. Aangezien Schiphol heeft aangegeven expliciet met de drie bonden te hebben gesproken over het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de nieuwe security systematiek die per 3 juni 2015 ingaat en de input van de bonden is verwerkt in de aanbesteding is het overbodig om hier opnieuw aandacht voor te vragen. 7. Is het college bereid om Schiphol te verzoeken zich te oriënteren op alternatieven voor de aanbesteding van de beveiliging, zoals bijvoorbeeld op de luchthaven van Kopenhagen (recent de winnaar van de Skytrax Award voor het beste beveiligingsproces ter wereld) is gebeurd? Antwoord: Nee. Schiphol heeft zich wereldwijd georiënteerd voorafgaand aan de aanbesteding en het inrichten van een nieuwe beveiliging structuur (dat is ook een van de redenen dat men van decentrale- naar centrale security overstapt). Ook de systematiek in Kopenhagen is bestudeerd. De Deense uitgangsituatie is echter zeer verschillend van de Nederlandse. In de Deense wetgeving was tot voor kort opgenomen dat de luchthaven haar security taken niet door een externe partij mag laten uitvoeren. De luchthaven van Kopenhagen heeft de security taken daarom in een aparte dochter van de luchthaven ondergebracht. Op Schiphol gaat het om een zo groot aantal beveiligers (ca. 3300) dat als Schiphol deze beveiligers in dienst zou nemen er een onbalans zou ontstaan in het bedrijf dat nu 1800 werknemers heeft. Op Schiphol kiest men er daarom voor om de beveiliging extern in te huren. 8. Is het college bereid in overleg te treden met uw collega's van de Rijksoverheid gezien de verantwoordelijkheid die de Rijksoverheid heeft voor de luchthavenbeveiliging? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Neen, gezien het vorenstaande ziet het college geen aanleiding om hierover in gesprek te gaan met de Rijksoverheid. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
| d | Jaasma de Winter advocaten mr. Sjoerd J‚M, Jaasma mr. Elzelina M. de Winter* mr. Edo Bruijn mr, Karolien Withagen?* *scheidingsmediator lid vFAS en MÍN _ í nn | : | Aan de gemeenteraad van de gemeent Kmsteraafen © | | terdam ; Postbus 202 8 Arns | 1000 AE Amsterdam nt | Datun \v-Bedrijfsvoering | Uw ref. ae Kof Onze ref24 oktober 2018 Ee 7 a ee | Í : : v 18 df | nzake Betreft: Raadadres er jen sek pol il geh. Ambt. : Geachte leden van de gemeenteraad, É Ant Wij, - behoren tot de traditionele groep van woonwagenbejwo jers en hebben het volgende verzoek aan uw gemeenteraad, Al vele jaren zijn wij op zoek naar een geschikte plaats om onze woonwagens te kunnen plaatsen. De afgelopen decennia zijn veel woonwagenstandplaatsen uit Nederland 7 verdwenen. De meeste gemeente en woningcorporaties voerden een zogenaamd zi | uitsterfbeleid. Soms actief en soms passief maar het effect was hetzelfde, een enorm tekort | aan woonwagenstandplaatsen. Ì | Tegen het uitsterfbeleid is uit de woonwagenbevolking veel verzet gekomen en dat met succes. Nadat het College voor de rechten van de mens al meerdere malen geconcludeerd had dat het uitsterfbeleid discriminatoir was en in strijd met de mensenrechtelijke kaders zoals deze in de Europese Unie gelden heeft ook de Nationale Ombudsman deze conclusie omarmd en een zeer kritisch rapport uitgebracht onder de naam: 'Woonwagenbewoner zoekt standplaats”. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 12 juli van dit jaar een rapport uitgebracht met als titel: "Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid”. De belangrijkste uitgangspunten van dit beleidskader zijn de volgende: | 1. Het beschermen van woonwagenbewoners tegen discriminatie; 2. Het waarborgen van hun mensenrechten; 3. Het bieden van rechtszekerheid en duidelijkheid. | | | Pieter Calandlaan 769 . 1069 SC Amsterdam À f . T.020-6646930 F.020-6648462 Ê tifs E, [email protected] Jaasma de Winter Advocaten Is een kostenmaatschap van zelfstandige | advocaten die ieder onafhankelijk en voor eigen rekening en risico praktijk voeren, DE RD „ll 7 A LEN da Ee EA N Jaasma de Winter advocaten De minister schrijft verder aan de gemeenten dat zij dit moeten doen doormiddel van de volgende instrumenten. | e De gemeente stelt een beleid vast waarin het huisvesten van woonwagenbewoners onderdeel moet zijn van het volkshuisvestingsbeleid; e Het beleid dient voldoende rekening te houden met en ruimte te geven voor het woonwagenleven van woonwagenbewoners; | e Hiervoor is nodig dat de behoefte aan standplaatsen helder is; e _ Woningcorporaties voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners die tot de | doelgroep behoren; » _De afbouw van standplaatsen is niet toegestaan (behoudens uitzonderlijke | omstandigheden) zolang er behoefte is aan standplaatsen; e Een woning(standplaats)zoekende woonwagenbewoner die dit wenst, heeft binnen een redelijke termijn kans op een standplaats. Tot zover de huidige beleidsregels van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Wij, vragen uw gemeenteraad om op korte termijn beleid te ontwikkelen zodat uw gemeente voldoet aan dit beleidskader, Concreet willen wij graag 4 extra standplaatsen voor Naast de huidige — standplaats van is in principe ruimte genoeg. Wij willen - graag bij elkaar staan zodat wij onze cultuur ten volle kunnen belêven. De minister schrijft man (pag. 14,onder 4.2.2.) hierover het volgende!" Het Europees Hof voor de rechten van de Da mens heeft bepaald dat het wonen in familieverband in onderlinge verbondenheid een belangrijke rol spelen in de identiteit van de woonwagenbewoners”. Het is dan ook van groot belang dat wij 5 samen kunnen wonen, Wij vragen u ons verzoek zo spoedig mogelijk in de vergadering van uw raad te behandelen en ons daartoe uit te nodigen. Wij zijn altijd bereid ons verzoek nader mondeling toe te lichten en hopen op een spoedige reactie uwerzijds, | Als bijlage treft u mijn drie eerdere brieven met hetzelfde verzoek aan. Hoogachtend, Namens 7: | on na Ge TT Sjoerd laas | | | | | | Aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam 21 augustus 2018 | | VERZOEK | Geachte burgemeester en wethouders, | | Tot mij wendde zich de familie wonende aan de _ in Uw | gemeente, | woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de : | standplaats kon dat niet langer zo blijven. De volwassen kinderen van | : zijn al jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. | „… … Alleen! vern zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog | samen-me | op de Dit tot groot verdriet van moeder ) en haar kinderen. | is een familie die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners, | In dat kader wijs ik u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek voor Amsterdam Zuidoost geldt precies hetzelfde. Het stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in de gemeente. | | | Onlangs heeft de minister van binnenlandse zaken, de u welbekende mevrouw Ollongren, een beleidsstuk geschreven genaamd: “Beleidskader gemeentelijk woonwagen-en standplaatsenbeleid”, Dit stuk, ilk voeg het stuk bij, is er gekomen nadat er al eerdere rapporten van het College voor de rechten van de mens (rapport van 28 maart 2018) en de Nationale Ombudsman (Woonwagenbewoner zoekt standplaats van 17 mei 2017) lagen. | In beide eerdere rapporten werd duidelijk geconcludeerd dat Nederland niet voldeed aan het mensenrechtelijke kaders zoals wij die binnen Europa afgesproken hebben. Er zijn gewoonweg ter weinig woonwagenstandplaatsen en er wordt onvoldoende rekening gehouden met de speciale positie van deze doelgroep. Dat geldt zeker ook voor | ' Amsterdam, ° | | De minister komt tot de volgende concrete regels: B de e ie SR 1, Er mogen geen staridplaatsen afgebroken worden, zolang, er behoefte is; Bes Te fe 7 Sf 2. De gemeente moet in haar volkshuisvestingsbeleid specifiek beleid voor woonwagens | | “en standplaatsen opnemen: SO n EE 3, Binnen dat beleid dient de gemeente voldoende rekening te houden met en ruimte te | | . geven voor het woonwagenleven en woonwagenbewoners; | 4, Corporaties voorzien in huisvesting van woonwagenbewoners voor zover deze tot de doelgroep behoren; 5. Een woningzoekende woonwagenbewoner die dit wenst, heeft binnen een redelijke termijn kans op een standplaats; | 6. De gemeente dient de behoefte aan standplaatsen in kaart te brengen. Amsterdam moet hiermee zo spoedig mogelijk beginnen. Weliswaar schermt Amsterdam met het feit dat de afgelopen twee jaar 21 nieuwe woonwagenstandplaats bijgebouwd zijn maar men vergeet dan dat ze eerst 56 | standplaatsen weggehaald hebben aan de De minister maakt in haar 1 | rapport (pagina 3 tweede kolom bovenaan inde Inleiding) juist geen onderscheid tussen | standplaatsen voor woonwagenbewoners, zigeuners en of kermisreizigers, Kortom het | | totale aantal standplaatsen is met 35 verminderd. | | De heeft uit dit nieuwe beleid moed geput en hun vraag naar extra ruimte aan de. _ weer nieuw leven ingeblazen, Nu ook de eisen voor standplaatsen, zoals minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra plekken te realiseren. — + zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het | zouden bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf | een bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen. | Ik verzoek u de wensen van cliënten te honoreren en ook in Zuid Oost een mogelijkheid te | realiseren zodat ven haar vier kinderen bij elkaar kunnen wonen. In afwachting van uw reactie verblijf ik, Hoogachtend, | Í | | S.J.M. Jaasma | | | | | Ï | | Bestuurscommissie stadsdeel Amsterdam Zuidoost | Postbus 12491 | 1100 AL Amsterdam E Annamhar 2014 VERZOEK | | Geachte leden van de bestuurscommissie, | Tot mij wendde zich de , wonende aan de n uw | stadsdeel. De woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de | standplaats kon dat niet langer zo blijven, De volwassen kinderen van On En | zijn al jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. | sf _ Alleen hear zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog | samen 1 op de Dit tot groot verdriet van en haar kinderen. Oe - | 7 0 is een familie die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners, In dat kader wijs ik u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende | rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op | het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek voor Amsterdam | Zuidoost geldt precies hetzelfde. Uw stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in uw Stadsdeel, | | Onlangs heeft de gemeente Amsterdam voor d : zen speciale | voorziening getroffen waar h, Ds samen mogen wonen, Deze plaats is gecreëerd aan de in Amsterdam. De gemeente heeft daartoe een verzoek ingediend om een natuurcamping aan te mogen leggen waar < —… Zeker 10 jaar zou mogen wonen. | ‚heeft hieruit moed geput en hun vraag naar extra ruimte aan de __ weer nieuw leven ingeblazen. Nu ook de eisen voor standplaatsen, zoals | minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra plekken | te realiseren. De familie zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het zouden | bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf een | bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen. | 7 Í | | _ Ik verzoek u te honoreren en ook hier in Zuid Oost een natuurcamping te realiseren voor | en haar vier kinderen. | z Í In afwachting van uw reactie verblijf ik, … Hoogachtend, | S.J.M, Jaasma | | | | | . | | | | | Stadsdeelraad Amsterdam Zuidoost Postbus 12491 1100 AL Amsterdam F januari 2014 Raadsadres Geachte leden van de stadsdeelraad, | Tot mij wendde zich de _ wonende aan de in UW stadsdeel. woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de standplaats kon dat niet langer zo blijven. De volwassen kinderen van ___… zijnal jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. | | Alleen haar jongste zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog samen met b op de _Dit tot groot verdriet van | en haar kinderen. | die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners. | ___In dat kader wijs ík u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor | | Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het | | ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op | het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek vaor Amsterdam | Zuidoost geldt precies hetzelfde. Uw stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat | terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in uw Stadsdeel. | | | | | | s | | | | Onlangs werd het gezin bezocht door ambtenaren van de gemeente Amsterdam die op zoek waren naar ruimte om extra woonwagenstandplaatsen aan te leggen. Deze waren nodig ter vervanging van standplaatsen aan de _ "en kermisterrein in ‚ die daar moeten verdwijnen. Hun oog was gevallen op de locatie aan de mdat daar nog voldoende ruimte is om enkele standplaats bij te bouwen. | heef! hieruit moed geput en hun vraag naar extra ruimte aan de “weer nieuw leven ingeblazen. Nu ook de eisen voor standplaatsen, zoals minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra plekken | te realiseren. De familie zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het zouden | bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf een bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen. … Ík verzoek u het dagelijks bestuur te vragen dit verzoek te honoreren en vier extra standplaatsen aan te gaan leggen. Een en ander vanzelfsprekend tegen een marktconforme huurprijs. In afwachting van uw reactie verblijf ik, Hoogachtend, | | : | | S.J.M. Jaasma Bijlagen 2, Bouwbesluit intrekken voorschrift oppervlakte en verkorte versie uitspraak | Europese Commissie. : | |
Raadsadres
10
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1540 Publicatiedatum 6 december 2017 Ingekomen onder AL Ingekomen op donderdag 30 november 2017 Behandeld op donderdag 30 november 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Moorman, Nuijens, Van Lammeren en Van Soest inzake de Woonagenda 2025 (gezinswoningen binnen 40-40-20). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de afhandeling van motie 942.17 inzake de Woonagenda 2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1480). Constaterende dat: — Het uitgangspunt voor de woningbouwprogrammering in de woonagenda is gesteld op 40% gereguleerde huur, 40% middelduur (huur en koop) en 20% dure huur en koop; — Bij de woonagenda unaniem een motie is aangenomen dat in de woningbouwprogramma's, uitgaande van het nieuwe uitgangspunt, ervoor moet worden gezorgd dat voldoende gezinswoningen gebouwd blijven worden. Voorts constaterende dat: — Bij het eerste project dat in de gemeenteraad is besproken volgens het nieuwe uitgangspunt van de woonagenda, een amendement is ingediend om de oppervlakte van 270 woningen te vergroten; — Ditten koste is gegaan van het percentage middeldure huurwoningen, waardoor de verhouding in de Sluisbuurt is veranderd in 40-35-25 in plaats van 40-40-20; — De verhouding 40-40-20 gewoon in stand had kunnen blijven als we genoegen hadden genomen met 10 miljoen lagere grondopbrengst. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij toekomstige bouwprojecten vast te houden aan de 40-40-20 afspraken en daarbinnen te zorgen voor voldoende gezinswoningen. De leden van de gemeenteraad M. Moorman J.W. Nuijens J.F.W. van Lammeren W. van Soest 1
Motie
1
train
Gemeente Bezoekadres Plein '40 '45 1 Amste rdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 2x Nieuwwest.amsterdam ‚nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 15 april 2015 Decos nummer 2015/INT/00344 Onderwerp Conform onderwerp DB-flap Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 31 maart 2015 Besluit De gebiedsagenda’s 2016-2019 ter besluitvorming voor te dragen aan de gemeenteraad. de heer H. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
train
VN2022-020152 ea: GGD > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming Portefeuille Publ Gezondheid, Preventie en Maatschappelijke Ontwikkeling Algemene Zaken (4) Agendapunt 55 Datum besluit Onderwerp Uitkomst extern onderzoek grensoverschrijdend gedrag medewerker Veilig Thuis De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het onderzoeksrapport naar het grensoverschrijdend gedrag van een medewerker bij Veilig Thuis, waarover u al eerder op 12 en 30 november 2021 geïnformeerd bent. Naast het rapport ontvangt v ook een begeleidende brief van de wethouder Zorg en de burgemeester waarin ze ingaan op de vitkomsten van het onderzoek, de aanbevelingen en de manier waarop de aanbevelingen opgepakt zijn en worden. Deze stukken zijn ook via de dagmail op 31 mei 2022 onder de leden van de gemeenteraad verspreid. Wettelijke grondslag artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond De raad is 12 en 30 november 2021 geïnformeerd over het strafontslag van en de aangifte tegen een medewerker van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland (hierna Veilig Thuis) vanwege grensoverschrijdend gedrag jegens vrouwelijke (oud-)cliënten. Er is een extern onderzoeksbureau (Maruda) ingehuurd om te onderzoeken hoe dit grensoverschrijdende gedrag de afgelopen jaren ongemerkt kon plaatsvinden en wat Veilig Thuis gaat doen om dit in de toekomst te voorkomen. In de brief wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek en de manier waarop Veilig Thuis met de aanbevelingen aan de slag gaat/is gegaan. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.14 1 VN2022-020152 X% Gemeent Tijdelijke Al R issi GGD % Gemeente ijdelijke Algemene Raadscommissie TAR % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022 Ter kennisneming je, de toezegging om de raad (regelmatig) te informeren over deze zaak. Welke stukken treft v aan? AD2022-063254 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) raadsbrief uitkomst extern onderzoek casus medewerker Veilig Thuis AD2022-063271 def.pdf (pdf) rapport verdiepend onderzoek integriteitskwestie definitief mei 2022. pdf AD2022-063270 (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Jolanda Pothoven, GGD Amsterdam, [email protected], 06-30196643 Gegenereerd: vl.14 2
Voordracht
2
train