text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
%
Raadsadres.
Aan de deelraad Amsterdam Centrum, Bols en
Amstel 1, 1011 PN Amsterdam.
Geachte Voorzitter, geachte leden,
Uw voorganger, het voormalige DB van het stadsdeel zag éen ding
over het hoofd toen ze eindelijk vergunning kreeg om door te bou-
wen aan het Haarlemmerplein complex, nl.:
Een verleende bouwvergunning voor een projekt dat kennelijk als
gevolg heeft verslechtering van de luchtkwaliteit (&bijl.l), is
niet hetzelfde als een ontheffing van de verplichting om er alles
aan te doen (binnen redelijke grenzen) om deze verslechtering tot
een minimum te beperken.
Immers, door de garage onder het gebouw voor ca. 50% te bestem-
men voor ‘bezoekers aan de binnenstad! wordt de aantasting van de
luchtkwaliteit kennelijk niët tot een minimum beperkt.
Het lijdt geen twijfel dat met een dergelijk parkeerregime juist
extra verkeer wordt aangetrokken, dus extra- en ongewenste lucht-
vervuiling (*2a, 2b).
In het vorige bestemmingsplan (2005) werd nog gesteld dat het
streven van het DB was om het inpandig gerealiseerde aantal parkeer
plaatsen op straat op te heffen voor de leefbaarheid van het open-
baar areaal (#3a). Omdat het leefmillieu sedertdien niet verbeterd
is valt niet in te zien waarom dit regime voor het bestemmingsplan
Haarlemmerplein 2008 nièt zou gelden (*bijl. 3b).
Aan de gevel van mijn woning bv., Planciusstraat 26, aan de
kruising Haarl. Houttuinen richting Haarl.plein is in juli 2009
een meting uitgevoerd; de waarde voor NO2 was 43 (#bijl.3c) terwijl
de wettelijke grens 40 is.
PMI0O, fijnstof.
Gesteld wordt dat in heel Amsterdam voldaan wordt aan de norm
voor PM10 (*4), maar dat is zeer betrekkelijk: niet meegerekend is
nl. het meest schadelijke bestanddeel hiervan PM2.5,'Ultrafijnstof '-
(*bijl. 5a, 5b). De bestaande roetfilters houden dit niet tegen.
Wij beschouwen dit als "nieuwe informatie"; dat de Eu- norm
daar nog niet op ingesteld iswil niet zeggen dat PM2.5 genegeerd
kan worden. Een parkeergarage Haarl. plein met 50% bezoekers-
parkeerplaatsen is pas verantwoord als bekend is wat de Eu-norm is
voor PM2,5, en dat betekent dat juist de norm voor PM10 waarschijn-
lijk binnenkort veel strenger wordt.
Het gaat hier om de volksgezondheid, en daar moet de exploita-
tie van de garage ondergeschikt aan zijn. Dat het Haarl. plein
een ‘knelpunt luchtkwaliteit! is blijkt uit de verkeerssituatie
ter plaatse (*bijl. 5b)., :
l
Dat NO2 omlaag moet is ook duidelijk; de beste manier om dat te
bereiken is de afname van het verkeer (de grootste vervuiler), en
het ligt voor de hand dat juist op vervuilde kruispunten zoveel mo-
mogelijk het principe 1:11 zal gelden, nl. evenveel plaatsen op het
maaiveld opheffen als er ondergronds zijn aangelegd.
Als tramlijn 3 dan ook nog aangetakt wordt van Haarl. plein- Cs
dan scheelt dat ook weer verkeersvolume. Diverse specialisten waar-
waarschuwen voor de risicos van vuile lucht, o.a. Prof. Dr.-
L. Reijnders (*bijl. 6a, 6b)
Onzorgvuldig onderzoek.
Zoals bekend was het bestemmingsplan Haarl. plein in 2006 ver-
nietigd door de Raad van State met als reden ‘onzorgvuldig onder-
zoek! (kbijl.7). Toen in 2007 de Minister de normen luchtkwaliteit
versoepelde (ook het DB heeft daar om verzocht!:-) slaagde DB er in
de Raad van State via een nieuw rapport luchtkwaliteit (bijl.l) de
Raad v.State mee te krijgen (de gezondheid van de mensen staat
kennelijk niet centraal!). Een ‘second opinion' van onze kant
(bijl. 8) mocht toen niet meer baten.
Buurtgarage.
Wij verzoeken u, gezien het voorgaande, om de garagevergunning-
Haarlemmerplein in te te trekken op grond van nieuwe en verontrus-
tende informatie over PM2.5-"Ultrafijnstof", dat bedreigend is voor
de volksgezondheid. De vergunning kan dan pas weer verleend worden
als het parkeerregime gewijzigd is in exclusieve 'buurtgarage',
d.w.z. voor bewoners in in een zo klein-mogelijke cirkel om de ga-
rage in/uitgang heen. Daarbij moeten de 203 plaatsen op het maai-
veld, voor zover als dat nog niet gebeurd is, eveneens in een
cirkel om de ingang/ uitgang van de garage opgeheven worden.
Zó zal het mogelijk worden, de leefsfeer op en om het plein te
verbeteren. Overigens strookt dat ook beter met de "speerpunten"
van het huidige DB, zoals verwoord in de Inleiding, p.ll van
‘Schone lucht voor Amsterdam! .
Tenslotte.
Het zal u bekend zijn dat de Eu-burger een aktieplan fijnstof kan
eisen ( bijl.9), dus ook voor Ultrafijnstof. Overigens is Éen van de
aanbevelingen van de Rekenkamer van Amsterdam om de verkeersintensi-
teiten bij de knelpunten drastisch te verminderen (#10).
P.S., Aangezien er geen andere geloofwaardige manier schijnt te
bestaan om rond de garage de luchtkwaliteit te verbeteren dan ons
voorstel "buurtgarage" lijkt het ons voor de hand te liggen dat u
onze variant accepteert. U zou dit vervolgens kunnen melden bij
NSL als "aanvullende lokale maatregel". Ons verzoek houdt overi-
gens niet in dat hierdoor elke overtreding van de Eu-normen uitge-
sloten dient te worden, maar wêl dat de risico's van overschrij=-
ding tot een minimum beperkt blijven.
EE me Hoogachtend,
Mede namens de Stng. de Groene Reael, Amsterdam.
2
Noten/bijlagen.
Kl. Rapport Goudappel-Coffeng, 15/7 '08, 6, 'Conclusies', bijl.l.
*2. ‘Voorrang voor een gezonde stad', 13/5 '08 (kleurkaart knelpun-
ten uit concept, 19/2 '08, p.7, bijl. 2a; p.9, 'dilemma',
(een dilemma dat door TNO bevestigd wordt, rapp. 14/4 'O11).
Knelpuntenkaart Progr. Bur. Luchtkwaliteit A'dam, bijl. 2b.
#3. Bestemm.splan Haarl. plein 23/11 '05, Art. 9 3d, 'leefmillieu',
bijl. 3a; art. Parool 10/2 '07: "de 52 meest vieze etc." bijl. 3b.
Mil. Centrum A'dam/ mil. defensie, 'zelf meten...'NO2, palmes-
buisjes, 10 '09, Planciusstr. 26'-bijl. 3E.
*4, “Schone lucht voor A'dam", herijking etc., DIVV 6/011. Op p.13-
2.1, ‘Stand van zaken!'- Het probleem, hier wordt als belangrijks-
te reden voor het halen van de grenswaarden genoemd het bescher-
men van de volksgezondheid-overigens óok het doel van NSL, 2.3,
Pelb.
“5. Art. Volkskrant 5/7 'Oll "aanpak.."enz., bijl. 5a. Bijl. 5b:
| PM2,5 kan niet genegeerd worden - dat zou onzorgvuldig zijn. Zie
knelpuntenkaarten 2a-b, en de kaart 3b. Het Haarl. plein ligt tus-
| sen de sterkvervuilde Haarl. weg en de Haarl. Houttuinen, er zijn
hier dagelijks files, er zijn 7 stoplichten, een ophaalbrug, er
lopen 6 sporen langs, er is sluipverkeer, er zijn 3 buslijnen (18,
21 en 22) en een taxistandplaats. Er komen 3 parkeergarages uit
op kruispunt Haarl. Houttuinen/ Teertuinen- Kleine Houtstraat.
#6. Commentaar Prof. Dr. L.Reijnders op gemeentebeleid NO2, 4/5 '08,
bijl. 6a, en brief zomer '08 'fijnstof', bijl. 6b.
k7. Uitspraak R.v.State 200600 103/1, 20/12 '06, vernietiging bestem-
mingsplan Haarl. plein wegens onzorgvuldig onderzoek.
#8. “Second opinion"etc., Verkeersonderzoek Haarl. plein 21/1 '010
van Verkeer21", 5. Conclusie bijl.8.
*9. Art, NRC 26/27-7 '08, Eu-burger kan actieplan fijnstof eisen -
bijl.9.
*10. Bestuurlijk rapport Luchtkwaliteit in A'dam, 6/'O1l, p. 42.
4
3
u vuelta onderzoek kaan
Parkeergarage Haar plein …
Goutappel flag. 15-7-2008 bil. 2
ê
6 Conclusies
Het stadsdeel Centrum wil op het Haarlemmerplein een appartementencomplex, bedrijfs-
ruimte en een parkeergarage realiseren. In juli 2007 is met de bouw van de parkeer-
garage begonnen en deze is inmiddels nagenoeg gereed. Het nieuwbouwproject bestaat
uit 69 woningen, winkels waar in totaal 25 mensen werken en een parkeergarage met
Ó maximaal 210 parkeerplaatsen. De parkeergarage vervangt voor een deel de ongeveer 35
zt ge ve” bestaande parkeerplaatsen op en rond het huidige Haarlemmerplein. De nieuwe wonin-
Ewe & gen, de winkels en de overige parkeergelegenheid genereren extra autobewegingen.
In 2005 is ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure een onderzoek uitgevoerd
naar de effecten van het project op de luchtkwaliteit. In september 2006 heeft de Raad
van State het goedkeuringsbesluit van de provincie Noord-Holland vernietigd. In 2007 is
daarom door DIVV een nieuw verkeersonderzoek uitgevoerd en is door het ingenieurs-
bureau van de gemeente Amsterdam een nieuw luchtonderzoek uitgevoerd. Uit dit
| hernieuwde onderzoek bleek dat het project voldeed aan de normen uit het Besluit Lucht-
ii ve kwaliteit 2005.
Op 15 november 2007 is een wijziging van de Wet milieubeheer betreffende de lucht-
kwaliteitseisen van kracht geworden; de Wet luchtkwaliteit. Een nieuw bestemmingsplan
moet worden getoetst aan de (nieuwe) Wet milieubeheer. De effecten van het project zijn
getoetst aan de normen van de Wet milieubeheer. Daarvoor zijn twee situaties getoetst
voor twee verschillende prognosejaren: één met en één zonder project, voor zowel 2010
als 2015. Uit deze toetsing blijkt dat alleen de grenswaarde van de jaargemiddelde
concentratie NO, in 2010 op twee plaatsen wordt overschreden. De grenswaarde van NO,
wordt in 2015 nergens overschreden. De grenswaarden van de overige stoffen (waaron-
„der PM, en benzeen) worden zowel in 2010 als in 2015 niet overschreden. De bijdrage
__ vanhet project op de concentraties is dermate laag dat dit project als ‘niet-in-beteke-
“, nende-mate’ kan worden gekwalificeerd.
Daarmee voldoet dit project aan artikel 5.16 lid 1 onder c van de Wet milieubeheer. De
gemeente mag haar bevoegdheden omtrent deze ontwikkelingen ten aanzien van de
luchtkwaliteit, ondanks de overschrijding van de grenswaarde, dan ook uitoefenen. ‚
8 „ q
> DI. 2
D k Neem. We Gezonde Had, Cona, (g-e- zoeë.
D 2. Achtergrond
D De concentraties van de schadelijke stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) in Amsterdam
… } zijn ruim boven de Europese normen die in 2010 gehaald moeten worden. Als we niets doen, is dat
D slecht voor de gezondheid van de Amsterdammers, maar ook voor de ontwikkeling van de stad en de
economie omdat grotere bouwprojecten dan vaak niet meer gerealiseerd mogen worden.
D In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de luchtkwaliteitsproblematiek — gezondheid, verkeer,
leefbaarheid, bereikbaarheid en economie — en de samenhang van Voorrang voor een Gezonde Stad
D met het Actieplan Luchtkwaliteit. Tot slot komt ook het besluitvormingsproces Voorrang voor een
D Gezonde Stad aan de orde.
Gezondheid
D In Amsterdam zijn te hoge concentraties van verschillende stoffen in de lucht. Vooral fijn stof (PM10)
en stikstofdioxide (NO2) hebben negatieve effecten op de gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat
D blootstelling aan te hoge concentraties van deze stoffen kan leiden tot schadelijke
gezondheidseffecten. Voorbeelden hiervan zijn verminder ng van de longfunctie, toename van
D luchtwegklachten, verergering van astma (vooral bij kinderen) en een verergering van aan hart- en
vaatziekten gerelateerde klachten. Wetenschappers schatten dat door fijn stof landelijk jaarlijks
D achttienduizend mensen gemiddeld tien jaar eerder dood gaan.
k me Lef Ea
D d ej NX :
. ei ne f ded iK Î
3 " Je ij
: oet rie haa Ar
| mn u Eek ke,
_ ark, he ef bet et
® he Nn ee a De
EN Tre RE we
7 a 4 nl 8 "- el Ed ia
B d „Es Ë rn K ne, : T ge U
£ Ì RA ng 6 Ades NE
ren â ê à ht "
Db N kr wia Meh ii SES ik
ea ee:
D mee doe \ : 7 :
î À 8 e E re ate Na EE ’ PE,
, Ef garpen : Ei - Me Ë NE d
® ", Ef Ur) ie bre Wk \
en Ser ndE PO N n Js
D eelt nT Een SN ei 2 0 ii Nn
Ee 4 5 " ' at n ie TK Fe e
D ae dj Sne Ce
D \ | 2
Locaties binnen de Ring A10 waar de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden (roze: overschrijding van NO--
D norm; blauw: overschrijding PM10-norm). Bron: DIVV 2006
B De concentraties van de schadelijke stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) in het gebied
binnen de Ring A10 (met uitzondering van stadsdeel Amsterdam-Noord) zijn ruim boven de Europese
D normen die in 2010 gehaald moeten worden. GGD-metingen laten zien dat de luchtkwaliteit de
afgelopen zeven jaar nauwelijks is verbeterd. Bovendien heeft de Europese Commissie de norm
Db onlangs verder aangescherpt. Als de luchtkwaliteit er de komende jaren niet op vooruitgaat zal
Amsterdam in de toekomst alleen maar meer knelpuntlocaties met een slechte luchtkwaliteit krijgen.
D
D Conceptplan VGS 19-2-2008 Pagina 7 van 5í
D
B
he gp OE A et E ied
Ek 5 die ë EN ' ie i ke
de . 7 Ee 5 : Ed F 7
Een Ee Wei: ge KE, aha: ve TET (ns Er El IJ
Ei A ke KE Za ij Kr ; 7 dn el P ® …f
4 : , hg Te in ME red Pe Ak aient F: 5, ie EE
4 5 , Li cle, een za Ki À td vtt:
È 5 E - Binn KT ee EE Er z "
À e EN , Ee i an ed 5 DE É -
ee L s, il En 1 2 Af À sne 5 : 2
Se Re en ir i Aer en Oe
5 EN n „t n 5 gene SR ie En , Penne 5 Ee at
Te Kk ak : Hd Hed ek ie, Eph EE sE Zije
5 % E # 1 He Pen : 5 geen eg Em ee,
a 8 hon Cf % Eee ne s NE 8
Zed ig A5 ve 2e Sen an, nn EE
te ON 7 : Ee Er Peen EEn
tel „in 5 k tE, 5 ze din we ma dr de hed À Ge PES Ee
d & : i Á RO GE Er
È jd VE u À GERT en ne 4 vn ep Pad an ee ee
E 7 Go Ea ae f ; ln A. in iP eg Lr tr zen Er EERE
a | de ik TR B EEE En Er, te Ale EA Tork EEn Eee
En 5 Et A wk edn on an Ee TZ
à i op ENA ee heeten mfl AA ed er dn
een in 5 Li Eu Pd en DE Ee Ne Se
dt i Ed Et é EE mud zel Ege nn zen
E dt 5 Eren af A re Ph iS
zt E - 5 ea an te 7 Ei Et ik PEN Eenes Mn OPE
hi, de el. 5 Ne En Rr ld vit Ade. rt ek Re CEN CRP el en en OE he
in, ie Î RE Sd hat vl rn jen Teln SEREN ek Te En
Ln 1 ï A neen hie et, Three led di de An vd Ge ed
ze \ Ke AAE U Th err Ee RE en A edn
2 : 5 EA CA Mk RN eene EER
eet 4 et HN LE ne EER eed een en
ER A vrek titaan &e H ren Sen Ee eN
à zak Bk Fi En de Pt enten he REE ene EE rd
ae se ARE se ha Bk ete gef or et ed Heen ee ve EE ke
za vake VEL An fn ee MeT El EE bak Hi A Eke, Oe ie
eu B t : 1% id EER En Re De Hd nk Ten
Dt: ä ES nn ne B nd
} 5 En ee. wee en ei
En e, . ie er Ee den Ee Eee NL aren NARE
ie Eget EA Re wk ee dn en
wt 4 Of NEE dd een ant en Be ee ed nn Et aks
ze dn SE a Ze Ee Ps tk
E sels AE Ea et ee Hen See KR 27 we
z ue HA NE de re ve En ED na
we Vi ES We, ne RM en ve Er
EE TREE ME En Ee Dn TR Ee En We lne E
d Ee A ne ee Bae ene B nd En en pe en
k z En Ane en, Bien hee ennn SE en Br 5
Ë zt En WEN EERE tende 5 A He eee Ee
Fen ats: Wo MEN et VEE et RN En Ee
\{ # B rd ON ER a dn
En Hd Ne A
Ea Pe ebde NC en de den BR EE Et
Ze me rd fe vn EA EE ng de B
Ber * Te Rn Te ee Ke Gn ed en Ee Ge eN ed Rn EE OE
zi de Breg Pe re en dn He Be
Hen Ae en Te Ee me de
Bt. : de adt EN EE 1 TE gek Sef Bee beken ete a
En bo B nf Bert A el EEE Ee a
BE Bene eee et ee Eb Ee A zB
an A en ee B oe Ar
WEA EE ARE ne En A tk Wik Eeen B id En EO EM
ZE E en kn ee een vi se tE or Rl
WEEER ae en ee he al eh Deen ed
WEE af AE Zn a Rn ae BEE neen en EE en ern RE
B At Paden en ne ok En Ee en ee
. LA Aen He Ee me ph rt EE EER nt dn
KE SOE a B een Ee Mal Ee EE eN
Et ee EE EN en DN A ee B ER oe ggn 0
en rn erker Ere Senn Nen ee ene Pen de A
eer Ee Oee Ge en Ee ae en MRE ER et
ae Te En aem uE A en ne DT end le ee En EN
SE TEE ee AN Safe die Re en et ge eN
vn ON A ON wt Ns B. feel Ei en Ee ae Pian
or tn Ee On EE Ee en En ee dede OE
B ee EN Bane Pre ERE A En Afb ee Ge Ken
EE Ne He Oan KE A ne EN
nn A , Ee or B nn eeen REL
EEN te dn an He Pe eeb B ne RN En
en be OE TE te ef eg en er
Feen ; A Ed: daten, ne breien Te BER Rn en Bg
Ee B Or his NET ne nd EE Side eek en EEE
AE oh Ere eN EE En rete
PEN He ee ar ere en ed EE ge VEE
LNE ne de & Een 0 Ee : epe en en AE Ee en Ee, ere be ek de
se a de eg lt ten se Nn Re be en 5 BL
en he Oe PR Eee de Ge hd Be
A ap oen at Nen eN te En oden Bs, A
E ba zins Ar pe te NE dn Ee En KE Re Week EEn
EO lt dane B Or Ee EE eN PE RR
ë B EE Fn veen ES, pe Rie eg ME be
sent peet ne Te lk Ne nd MN rene ESO En Re En el ak HA
Ze RN ET en PE Ed ve SN Be de BR
EE zen fik Vd Be een re E We Ee Ze vree nei
ge ie LV en lk ie rh ane. NN Ld gente
he sean EE ee en en B de EEN EA
ae Br ze | KE De ge En BP En eh oe
Aer od Td ed KE dn EA Eder
dn B ee ee Ee A Zi EE OI en ee HR ee En He
ien le REE E En Eeken bh A dek ze Deet ef Aje Sede Re in ern Ee tee gede nd B
Eu Ee wet EE Ee An er ed je ® Re Gha ee 1e
ne zet EEn: rine ENH vr A en ee an on ek ee ded
EE Ee PL En 4
Rt En el St ie BR: We a TE Ep et Ben A
EG Vk ae En B en sd Bn ten dee:
zn : ae nn A TE es en ee ET en RE dn OO?
Bn a 1 li: et B B B Ee |
1 Tiet - Eke ese dt Hidde os Cene ee oer fen Ee AE EE, BE Dn WEE AEEA ait A
He en eek Koh een nn Ei at El ON EN
NE ke le 5 En Te TP EE RE Er EN oe een 4
Biak WE ot EN EE ee ek Ee
ee TAR
le Et ee, vee & EN ee B
Te Ee Dj Een nt ge (ens AR ER BR
Wet ze gs grt ten Bk Ge Me En RT
ee vee ER Zeh RE pe BNW ne Gen
AE B DOE Nige dn eenen | RN te etn Pe ek Td
EE AE, een Pt HE Bed Re EE
a a EP teren es Ane Hec 40 Oene een ee eN,
- En ant ut En Ee EER Rn B pee En WOERD ee er DRL d
Lr GER ar ver En ERR RT CE hen Eer
Cad GE. B jhr g & Eer Nhat RES ER en Feit, eed EE
: B EE AR Ptn B Ee EG ie nt RE WE he
Eon me eh Wa en Ek Ben laat wen ed zn Ek Aaen
É ESE er nen ea dege Ef
EME À 5 B en Pee GE) ge ed wgn id
B EEE 5 DO at Eg, ee ba ti de de ent fi
BE Gr Sal OM EE ne
EL Le 14 EN we En ee EE
Wine net al Te, GERE Pe, demen Eee ae TREE rd eed ER. 5 LE
Ee re Jk GE tr OM Of MT ee Er
ee Se KE El a Rr Hi eeeh A Ge zE en. ae en ed HE
EN A de Re ER ne dn Geen tl
Ee ie B OE Or rd, Gn, Ee
se SAP Ov eb EE gl he en fe
AR dn Be En Pe En ed
ERMEE brie oe RE OE A 5 En AR Ve TEE En EEn ER Ean EEE ereen
HEER al nti) dr EE HE be Ee B 5
He kre. =P Ee ne SO EE ee jn erdee ted genot Gt
he De ie EE Se de
ME: rn Gt Beat oee E ER Ge, sn
gn drenken 6 Ek ge en OS SE Re ee ì OT ene Dj
FTE nl Ê Re eik : Ei AE ERIG nT RR Ee e AAE GE ek $
d e Ee n Ad Et ik. EERE Oje mene CR Ce En 4
5 É vR ie " a Eee EE eh TIE ae ed arl GEN
> enten te ide kiss ne EE en ie nge k re EE tt
â B heen EEE Ed DE Lt, Ge en bt hr
EE EN SE 5 Bat ZERE Ge en ’ vin Gn, A IEA
gen, LO, Wd sh Ge E AE
tes 5 al Sen, 2 af B, RE ele ER Ee : Ve ee en Dt
EEEN WEE ent. En He se 5 8 oe En A sd a NE nee re
LEE en Ae n ies ze Gel OE, a a
When hg Bee egen dE e Ed a EE A veebedene ke
Ea Trb ngel : “ ae es ART. EE ON Eine EE SLS
He Ei od wkn en Z Et, ri Veen enuse Te Karr en
En é ; En 5 : bees EE 7
HE, k EE E WE a Hee
ERE é t En - ede Bd aen PE Et En Ed ib
in: ì : en Ek ze ES ee st Te
1e : 5 s AAS E ES Bee : Dn ‚
En j ie zi Si ded DE B Je BEN
sbat : 7 : BRE BR bn ‚ in
vels, £ e vn en Eet WREE Koten OEE TURN
Ha of ì ze ì Je Ge B Ee We af
EE, et, É rna Se Ben Een SRE Ee En en
en 3 ue bte Eet TE BR EA Ed OE En aten
Ben Of ie ; À Bk B en ee ne Be Ae
BEE Ot 5 , el Oa EEn we Er
gn 7 , En he RR vt a Ag Mee.
B 5 e ij , Eek he re Ak WE wen
È Br ed 2 Ea BE OP Ben, EE ee ee
1 Hone Tj Ea 5 se agree WEE 2 Teln EDR Se Tl ie Lr
je 7 Senn : SE en nae £ E tad zE î en Ei Er 7 WT ee Be
Sk ge He Ed 4 e EEn ER OE Be "Se dn bf
hd EEn E BEE E Ek EE È Ì sE ee
S EN Eat kat Ei dE Sed De Se en
et so: = He ë : E 5 Er Ze Been Le
Ee £ 4} # Te EN de ER AE EEn
A: ge È 7 / De A de
d sd de a PERRE
: wd d 5 Ji E ET oe * En Ë
Ô wie ‚TE : i
lik besl-pl. H-ple.. 1E
23/4 “205, Asct.qg, 3d \ V Eh
\eefu\ (Cau
Boven de dakkapel moeten minimaal 3 rijen dakpannen resteren. Dakkapellen dienen
minimaal 1 meter uit de voor- en achtergevel (ingeval van een dwarskap) of zijgevels (ingeval
van een langskap) te worden geplaatst.
Dakterras (artikel 3, lid 4 onder í.).
g. Het dakterras mag op de tot gemengde doeleinden bestemde gronden alleen aan de
achtergevel van het hoofdgebouw worden gerealiseerd, mits de kapvorm wordt gerespecteerd.
In de belangen —afweging zal onder andere de privacy van omwonenden worden betrokken.
Gesloten plinten (artikel 3, lid 4 onder j.).
h. Deze vrijstelling wordt uitsluitend verleend indien een gesloten plint noodzakelijk is
vanwege de bedrijfsvoering.
3. Wijzigingsbevoegdheid parkeervoorzieningen en fietsenstallingen.
Bij de afweging om al dan niet gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheden voor
ondergrondse of inpandige parkeervoorzieningen toetst het dagelijks bestuur aan de volgende
aspecten. Indien het bestemmingsplan alleen wordt gewijzigd voor een ondergrondse of
inpandige fietsenstalling, wordt aan deze criteria niet getoetst.
Stedenbouwkundige inpasbaarheid.
a. Gladde deuren/entrees zijn niet toegestaan: de entreepartij moet in stijl zijn, voor wat
betreft materiaal, vorm en kleur, met de hoofdbebouwing.
Per bouwproject mag slechts één entree worden gerealiseerd. Indien een parkeervoorziening
met één entree vanwege het in- en uitgaand verkeer tot te grote verkeersopstoppingen zal
leiden, mogen maximaal twee entrees worden gerealiseerd.(zie hierna in lid 3 onder b.).
Verkeerskundige situatie.
b. De omvang van een gebouwde parkeervoorziening en het daaruit voortvloeiende aantal
verkeersbewegingen dienen inpasbaar te zijn voor wat betreft aard, functie en capaciteit van
het direct toe leidende wegennet. Zo moet bekend zijn in welke mate de verkeersdruk ter
plaatse toeneemt als gevolg van de realisering van een gebouwde parkeervoorziening.
Gebouwde parkeervoorzieningen mogen er niet toe leiden, dat een vrije verkeersdoorstroming
/ wordt belemmerd. Hinder en overlast van autoverkeer moeten vooral in het uitgaans- en/of
winkelgebied zoveel mogelijk worden voorkomen.
Algemeen parkeerbeleid.
c. Het algemene parkeerbeleid vloeit voort uit het Verkeers- en Inrichtingsplan (VIP), het
Beleidsplan Binnenstad 1993 en de beleidsnota Verkeer en Parkeren Binnenstad,
Leefmilieu. Ë
d. Het realiseren van gebouwde parkeervoorzieningen kan inhouden dat het leefmilieu zeer
n plaatselijk, met name in specifieke woongebieden, wordt aangetast. Het stadsdeelbestuur
Î à Í streeft naar realisering van parkeervoorzieningen die stedenbouwkundig en verkeerskundig
zijn in te passen, teneinde het inpandig gerealiseerde aantal parkeerplaatsen op straat te
kunnen opheffen en zo het openbaar areaal leefbaarder te maken.
4. Wijzigingsbevoegdheid hotels.
Nieuwvestiging en uitbreiding is mogelijk, met inachtneming van het geldende hotelbeleid
voor de binnenstad en voorzover:
a. de functiemenging in de omgeving wordt bevorderd;
b. vestiging of uitbreiding van de hotelfunctie een kwaliteitsimpuls geeft aan het woon- en
leefmilieu;
c. vestiging of uitbreiding van de hotelfunctie geen overmatige verkeersaantrekkende werking
zal hebben;
d. de bebouwing past binnen de parcellering van de omringende bebouwing;
32
| si
‚vieze straten op tien @ Mrsmnsemammmenn::
vieze straten 5 mwmstammernemmeme
| m à naar concentratie ®
| ee stikstofdioxide (N02), _ MARE
ü 5 in mierogram per m°,
af! \D in 2005 4 remma erskaesnsnn 17
| ge, berde? / meme:
gert, WESTERPARK ; 6, CVSRDIBMORSIEERN 0e
| _ RE | Damm
0, GEUZERVELD- x A ne G> AMREIVEEWSDEE EI
SLOTERMEER AB8SEN SBA
105 Jm ®. _ LOMMER * sep LI brt AOS Ek om ms an
ef ae Ks zl VEEN en de rest
de WE GENTRUM 11 Surinameplein
el ese | eID LEO VE 12 Hoofddorpplein
Ais Pe RAN A Pin 13 Oostenburgergracht
EE à 4 id oun- sehr, : , 14 Nassaukade
: Eng hi : WEST k nj 15 Wibautstraat
egen p n BENT 16 Ceintuurbaan
B B, he Sa ” 17 Rhijnspoorplein
vr A, gostT- 18 Scheldestraat,
8 eed amen gn 19 Roelof Hartstraat
k ij , 3 arn \ 8 WATER - 20 Weesperplein
uw- : k Î | 4 4 en ril, GRAAFSMEER 21 Amsteldijk
An rt A10 ùuD- ab 22 Parnassusweg
kde ES . Zin ES EN á 23 Hoofdweg
ì Ù : t k % 2A Kattenburgergracht
OSDCRP BL et E hr, a Ae 25 Overtoom
ed h Ô A î 2 _J. Huizingalaan
: j j 5 3 21 Postjesweg
: Ne TERVAART : ZUIDER- « f Î 2 De Boelelaan
do Ak ' ae AMSTEL jet E 28 Bilderdijkstraat
_ / TN mt zn: 30 Sarphatipark
Ì ef 5 À ! ee at Rijnstraat
, - Gl in ars 32 Jan Evertsenstraat
Á i , in 33 President Kennedylaan
4 Ades En í 34 2de Hugo De Grootstraat
8 ei : | ® 35 Haarlemmerplein
ee Ks bene de Î 36 Van Woustraat
hert En 17 Weesperstraat
30 Raadhuisstraat
nen Aantal vieze straten Onnen,
în de vier grote steden 41 De Biyiakadse
Personen- en mmnnasiener 42 Burg. Van Tienhovengracht
auto's Ch EEE EERE: 76 3 Zalsaat
CP COTE Faa: bn 45 Pieter Calandlaan
hamam ani 46 VanBaorlesjraat
© TC dn
CH EENES EE 44 1ste Constatijn Huygensstrat
50 BadenPoweliweg
h 's cijfers uit 2005, * 2004 Bran: Rapportage Luchtkwalert 2009, 51 Dalflandiaan À
chtauto's d On, Mieheudelense 52 Nieuwe Westerdakstraat ï
ZB
IJ ° 7
Á ‚ AMA tere
| MILIEUCENTRUMAMSTERDAM
| en
H en
| _ Onderzoek naar de stedelijke luchtkwaliteit in Nederland IJ o ha
uÜ
| Pe È 5 El E bal ill En ei deed if Ì k je E 5 i le Eet
Ee RNA eerde } OE Pr
TE Nede kin ee le
B READ ; 4 k knn nat ick en 4 8 É ja
Beh een, : EREN ee De oe î EN
edelen hd ; AN dE Ten En ie : À Hen
Bel REN EPR ee C ie Oe wee jn aes % . en
Er ERA Le EEA NN 5 3 EE Tg ö TE k wich kg
bern dn ll RE wis Aire ” + En hi 4 We „ vrind
Eg EE 5 ; Een ed RT ú an
Td ie En Hie Oe ü di 3 rated a zi et randen, st Ru HE Er
brak À ie , aen OA ed Deen Kn ie REN
FT Sn mn er if É OAN BB
B Ken TE ie ite Me Bont U Ei 4 et hg BEE ak NE vak Ki 8 gareel Tj ed AE
wl WEE 7 p 8 Henn RD i EN TRA tE
EN ATEN k ö ï Ke te MEE Ee DELI AE ER siet
Ge Ne Le de OE BR À vEt EEN RO
ete as ENG ran re Ke CEV br ER Vd een
ND eeN AE 8 wen Rt Te KE el Nd En
ed en ennen Peen ie ane nt RN Ed Fe B st BER BR A
bi: Ben En HRE A Eee He ee eN ge ER 8 4 HERB ont
LEE REE er Mee ON en ON OEE 2 TN LEE ER
WOR EE Eese AS A TA ER EVE ee
Eee re f 8 st ain ete ARE en RA BE ae | He
te NE KA Re ER ee Ed te ud” EEE Ak Da ht
ett. ee Le tb Nd eh ee de edge, Ee TRE N Eg dk kl Eh ik ï Ne EEEN PN
Ar hf en Eh EL TA NE : ï rr en Wan et Ea ld AE U ERN: CE
el B: sinned, 4 4 B En k - fi AN TE. 07e Hen rn El F3 Ee GE N E EA: dh 5 AE
in ie Re Sl 4 d BA een A En Ts en À tl B Ed MERE lj : ji Ë bi Ee a
OPOE ee es EE A KE HEER
EA En, wd d are ee A Oki Od B en AAN te Ln. EER de
DO Za î PE ee A :, A B zin Baie
EEE j d fi en STe B, Ee Te Her k i Ee dd Pte r
OE a À Ed Ent eea OE LR EIS BE
En En EEN zr, „| el jé RNN rake a td a dE cd ï id : 8 RE Ce Re En
en ke ii, BE rk 5) head Pee ee Me nde A ed ONE tE id AA He Kan it
hade Ln deren ve ERR AERO ER e e a ll RA |E RENEE Ee ei
sint ete He E ee ROM EN Ear added Ai Ae En zee BN
dhr, tT EEV À ENE EE DR
Er ER A À KR A EPE En ge en en RE el BE ‘ri Oane
iN een } TE ENEN haw El ; kat |
de A nn Ô Etn Beek B eden ete ESE REE RR Re
Se ROE EER Oee Re TE ee EA EE ne ee ee
Ene Rr re PE ja REKE eed EETZAAL dt Ener Reen Eeen hd
Ene. CER EE ee ee ET AE Tad esn de, EE en ed
zeen en Ne neee vet onee Ee
nee ARR Ne en Ne en,
LT ENE en Ee
on a ae a ee ee Banen
ON Er NEL egen EEA
en DE A ee ET he oen AEN BT
ee REEN ENNE BN EE ded en elden, eel fen ee ERE EEE
EE De KE on He he re Me
De Ee DRE EA Ee den en Eee Rt
ER en. ee Br EEn lend
ELN A En NE de EEEN
Dd EME EN EOD
EE © ©
_ Milieudefensie. E NU A kn
mn enste.tenwereltdtewinnen. £ © |MILIEU
|
|
| za ei Hen Gn ried mo. ger 8
| [Schiedam 7055 TOranjestraat __ [tea |
[maastricht ________— de |
| SON) |
[utrecht [Westen |
Amsterdam ___}Valkenburgerstraaties
Amsterdam |oowersgent a
Amsterdam _ [Hogeveen 24
Utrecht____[GraadtvanRoggerweg 73
Heeren [eerst
&, ie beertender welt Sl Ee 4 wate et wat € Ch „berrinje
: rein je es B et Ë RA dd 5 e re ARS LE hee zakte de U « Ü ep) kar Ledo gn
ej Kn tb ve eefreretbrben md? gen ‘wariatre coefficrt
brun -
s " . ks
® . -
d mn) En
, i
. Ì ‚_&
5 Gen i + SEULE DE 1 -
dE: SEt5tagHa FE f
omm ms bendes ese E45
: ; Sas gs = gEStE ST
| (OSREEERE BE S&ESAsEn 488
CREE FE Sus veg SOE SEE ê
iS Sieben ei: Sebes Se SEYSUEE
| bt BEEN zE SS SegRnadEE:
| : ; ù N „ei nn ed 2 Ed Ki
| dd = D5 zeeRsssgen Et 25e Bn Re3EEEe
q pe Eisssesben bEEZSES 2255 5 GeSZEEsE
| Da it EE See SEE eS
an) UU 5 z o u Ù sEGE vS Evas Ì
i SGEE „8 5 TJ oE SE sE ee > en 5
; ie | A SERRE ZES “88 BESzessnes
mer | PE 5E Oe U ASZ ERSS BARS ete EwSE
in: : Da 988 Sla EE Ee ZEE & Scauvsie
ED DSE Enea nsties E35 EgsEeesds
ï EA ded
W «Di Eft esaan iets PEEPMEEEL EE
ì $ E = 8 zn a Ear dir UA 3
$ 28 Eli SES ABDe Easegs ES AgBe
fien Efiaaaktinet biste deRheshEns beide
Zi itt
GE ig EEZIS EHM EEE EEE
sf E 5d ooNg SLE ESA
: wm SSaoposS5ish E58 vs 5
; ii EE 8 BE SPGERST
me if vain SES TOUS Sgaë
| ten SSSESLEEZ
Le Sm N Re Siete SE Î 5d
© u ik & en Dd ss ei 3882
À Ed „SVE ld = ‘GS U we a
ie Dh LE BED E : LEE 5 &
oper Si BBenas | 5: BEBESE 8
: if u 2EGRoE BT Ss TJ ao 0 u D U
VN È BESTE ASSE nm.
f EN: 85855: | dà ond Ái
Ì en le) EE 8 5 SJ Bi DB 0 En gu u 5
inj 8 Ee Ee! LEES
nml 8 ee _ 5E SESEEESS
la md 8 na 5 KE ë en G 8: ed2 8 NR)
re jb be, ren Seef ER: eg SE80
ei 8 LEE, Se q eE Bird nss
2 Sil 8 wi DEUR 855 =S: osdsee
ied las! EN m7 e E He TG 8 Kl © ev Et & Lo
‚ES if 9 ‚ ER 5 5 AEG EST e
Deij È Pe EE So8 8 BaERSnBS
0 © | È | 3 ESS 3: EERE
‚© 50: 3 Sl 5: SES
Soil. t led zi SESBSAR
; rami EN: 5 Beg é &: ZN
EEn KB) EH 5 Ee d Rat | 5 5: @ ;
© iN POE 55 SEE Î sj 8 S35SÂT
. : e= ie 2 Te! 3 , Zet _ E Ë: == z n 5 oatY
ì > il = SE ’ En / 5 Ed el ys 5 '
DT Is? DE 8 A: Silvas
bs EN E uj à EO: 8: & 5 Eg Co
8 ie H 5 El 5 x 5 3 bo
: W en) :E 8 B a 5 5 5: 5 vi REE Bedel on
; iN En h nn 5 li OTE Ei
no ei 82e 8 8 Sbebogdr
; B0: | 258 058 8 ee: vongig ns
DOE. Ees DS EE var Seg
Pols 358 858 Ss À EEE RE
OU iN 28 5 B aud EN es
; a? | 8 3: vies z
ì © : -ê 8: LEE oe
À li | es Oo: 50E sik
: > € 8 =_: SSR en
88 a 88 CO SueeEdes
Gi 88. ge 8: Saer X
U > de 85 9 Uk 4 SE ESES
: : Ë 8 ee Ld ae | Ù bn vo
E U BEE ESES SA ERVE Eeen
Ea 5 Ed nT d E58 ad
E : u ‘ TT ie oo td As
ea U SEEEERSreR ig dr o8 SEOEEGDSERE BÉ
ie ie sr # WEES: EE ZV, 0 “5 say vEES vg
; ee 5 AR: vaags ee She BES u
En 8 EE 8 E4gSaEs „E85 88 ERS G8D 8
or : Bh a PeaTEEES ö HAS Siles ggnEes Tv
idd Se sug Ees 8585 VEREEN EEDE Eu
iam 58 gas 858 Egyö BEES: ES
MM ‘O5 zEESEhR eis SPOREN vz
OE 85 BEES EE: Ziri nsnb ienke 3ë
î n Bj Ker rn Ö
it: 50 Seks br Eng SERGE nBEedEesn Eg
AS sj Behr Esselink SEE i Stans Esen 5E
iS XT U 5 Eedut u & “5
8 EEEbgnES seb ZOER BEER RBog Esen oo 3
02e A se ao EUS RScENe8 cg
SESIEKR EEE EEE LE ge
u A ERsEdEn EERE.
kama Hus poes ednnEd ag
On 22588
RRA EE EN
=d Bh ‚20
5
Comer, Pf, Dr-L. Reijnders
In het schrijven van 25 maart 2008 van de Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum
(SJZ 99-07-0141) wordt aangegeven dat in het onderzochte gebied de norm voor
stikstofdioxide (NO) van 40 microgram per kubieke meter lucht op twee wegtracés
wordt overschreden (Haarlemmer Houttuinen tussen de Planciusstraat en de Kleine
Houtstraat en de Nassaukade tussen Nassauplein en Tweede Nassaustraat). Ook is uit het
Luchtkwaliteitsonderzoek parkeergarage Haarlemmerplein (Goudappel Coffeng)
duidelijk dat op beide trajecten het verkeer zal toenemen, het meest op het wegtracé
Haarlemmer Houttuinen.
Dit zal leiden tot een verdergaande overschrijding van de norm voor stikstofdioxide.
Het argument van het Stadsdeel Centrum om te verdedigen dat een verdergaande
overschrijding van de wettelijke norm het nieuwbouwproject niet in de weg hoeft te staan
is dat deze toename van de NO; conèentratie als ‘niet significant’, dan wel ‘geen reëel
effect’ moet worden beschouwd.
Deze opvatting is om de volgende redenen onjuist.
1. Het bij de berekening gebruikte model gaat er vanuit dat zich langs de weg geen
afschermende constructies bevinden (pagina 6 Luchtkwaliteitsonderzoek
parkeergarage Haarlemmerplein). Langs de betrokken wegvakken staan echter
wel opstallen met een afschermende werking. Deze hebben een opwaarts effect op
de toename van de luchtverontreiniging. Ook moet ermee worden gerekend dat
het nieuwbouwproject zal leiden tot meer stoppen en starten en zeer langzaam
rijden, hetgeen eveneens de luchtverontreiniging door NO» doet toenemen. Ook
dit is niet genoegzaam in de berekeningen is verwerkt. Een en ander betekent dat
de toename van de NO» concentratie door het Stadsdeel Centrum wordt
onderschat.
2. De wettelijke norm voor luchtverontreiniging door NO; is dusdanig dat een
verdere overschrijding ervan tot een toename van de gezondheiïdsschade leidt.
Voor degenen die de toegenomen gezondheidsschade ondervinden is deze een
reëel effect en significant.
3. Het Stadsdeel Centrum meent dat een verhoging van de luchtverontreiniging met
NO, met 0.1 microgram per kubieke meter ‘niet significant’ is en een verhoging
met 0.4 microgram per kubieke meter ‘geen reëel effect’ is. In beide gevallen is
deze mening niet door de rechter getoetst. Voor het standpunt dat een verhoging
van de NO) normoverschrijding met 0.1 microgram per kubieke meter ‘niet
significant is’ wordt het Ingenieursbureau Amsterdam als bron genoemd. En de
opvatting dat een verslechtering van 0.4 microgram per kubieke meter ‘geen reëel
effect is’ moet worden gezien als een eigen interpretatie door het Stadsdeel
Centrum van de Wet Luchtkwaliteit 2007. Beide opvattingen hebben geen enkele
steun in de vigerende EU Richtlijn inzake de luchtkwaliteit die voor de gehele
Europese Unie een bindend karakter heeft.
… A
bijl. 6°
| le
. s ib
U . > 0 1
"J Ù bn
es EAN: EV AF, E 5
Do JEST SHuvegies ë
Set aS 0 HETSSEE B
—á oËSsErdoed vOoTatSans E
) TJ d a 3 TJ 4 Loo
& to cede TEUvge er 5
gu8 a H Agy Ti HS w
BstHEntUeS Sd S úrg
Sr OEHOHUEES Dg 208 B
0 Di el EERS nag
É DOT LAe SgdovesENAg
SENOEEAED Zope dre Zn
Sao S Es nn US
ZES guess ASUS
tek EE SRS
AZS STEL ne mid
ESSE SER Saga TE
EDELEN EEEE LERF
u.ë + > Se u | J.A 3
BEREN REEF FEE
2 ane BEREKENEN \ ©
N gOENERESSERSSED Edo 8
ug So8 HOOOE
e , “ Soros SArd
v SB a Tg
85 Nen 5 ù
_ 88 abouEgeng dm È
Su == U Nog58 ZigEdoetù
De HegEEAsng Ledo
«Be Re BEEREN
B 88 EEEEEDEERCEERG EEN
ee wv Ù SEDO ® «t 'T OE. EZ
Zn 9 buNsTTeL ons EUT GEDE
ij AUSOES0S ee veVÛURTES
5 ee 0 SSSOEEn Ag doN B
kf ZEEGERS BRU ESSE
B ERE gEeRenachbendsn
: . ST r Ie u zi si s s
Aeon dgnEEses egen
USERS gEeSassodse
‚= Su BEU 5 gu SEndHoe8go
1 a> ® EEEERERE EEE: 2
ooh 2PgEagnteg va5Es
U om o * 0 ots u
AES rg Ke od
. De dE
‚ ak
tr U 1 Ee, 1! . 5
ozt B u 5 Ln
=d Ä B ù Et be 7 d
eD/ bo Fe 8
Z Sevgga gags EEsr 9
oOvoArso SEUSde dn
mo DEES E aEepDESEg
SQ eds da VE 8 VTE e
ER HERGA ESughiude
2 LEGER OEHaESSe
. Oo a rg Tt ed SORETEO Hd .
SE Votes ESE ge
> nE d dT EnRS EN
e rj & one ee ENOR g
B) oOnsd0r van eed rg
5 Sn ZESetin EERENS:
9 SÌ EYhOLEZ EgESTEISG
® © E{DSZEZ daZcdgons
"gm ru & SOU gogdeRgEae
ee Da SSHegEEDEcAR gean
MQ ZS GEESTEREN
Se Sasn goNS ie
„hu REtErngg
5 … wij
200600103/1 8 20 december 2006
deze stof, waarvan specifiek bekend is dat deze stof invloed heeft op de
luchtkwaliteit als gevolg van parkeerbewegingen, niet is onderbouwd dat
met betrekking tot deze stof aan de grenswaarden van het Blk 2005 wordt
‚ _ voldaan. r
Het oordeel van de Afdeling b Ö/ Ô
2.11. Vast staat dat verweerder in het kader van zijn toets aan de in het
Blk 2005 gestelde grenswaarden slechts het uit 2001 stammende
milieueffectrapport “Bioscoop Haarlemmerplein” bij zijn besluit heeft
betrokken. Nog daargelaten het feit dat bij dit milieveffectrapport geen
rekening kon worden gehouden met het Blk 2005, is bij dit
milieueffectrapport geen onderzoek verricht naar de gevolgen van het
voorliggende plan op de concentraties zwevende deeltjes en benzeen in de
buitenlucht. Voorts biedt dit rapport onvoldoende inzicht in de huidige -
achtergrondconcentraties aan stikstofdioxide en de verwachte '
achtergrondconcentraties aan stikstofdioxide in 2010. Derhalve had
verweerder bij zijn besluit omtrent goedkeuring in het kader van de vraag of
voldaan kan worden aan de grenswaarden van het Blk 2005 zich niet mogen
> baseren op dit milieueffectrapport.
( Uit het vorenstaande volgt dat het bestreden besluit is genomen in
3 strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten
\ zorgvuldigheid, Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit wegens
strijd met artikel 3:2 van de Awb dient te worden vernietigd.
2.11.1. Na het nemen van het bestreden besluit op 8 november 2005 is
het IBA-rapport van 15 september 2005 aan verweerder overgelegd.
Verweerder heeft de Afdeling verzocht het IBA-rapport bij de
oordeelsvorming te betrekken.
De vraag of het IBA-rapport grondslag kan bieden voor
gebruikmaking van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 8:72, vierde lid, van
de Awb beantwoord de Afdeling ontkennend. Daarbij is het volgende van
belang. In het IBA-rapport is aangegeven dat na verwezenlijking van het plan :
aan de grenswaarden van het Blk 2005 wordt voldaan. Appellant heeft de
conclusies middels een tegenonderzoek bestreden. Zijn argumenten raken
onder meer de representativiteit van de invoergegevens op grond waarvan
het IBA de luchtkwaliteit op het Haarlemmerplein heeft berekend.
De Afdeling kan de juistheid van de feitelijke stellingen van
appellant op basis van de beschikbare stukken niet afdoende beoordelen.
Daarbij is van belang dat in het deskundigenbericht is vermeld, dat “op dit
moment niet kan worden beoordeeld of de GGD-waarden (on)betrouwbaar
zijn. ”. Daarvoor is meer uitgebreide evaluatie van de GGD-waarden nodig.
Daarna zal blijken of de GGD-waarden een onderschatting, dan wel dat de
RIVM-waarden een overschatting geven voor de betreffende locatie, aldus
nog steeds het deskundigenbericht. De Afdeling is zonder bedoelde evaluatie
of nader onderzoek niet in staat antwoord te geven op de vraag of de in het
IBA-rapport gebruikte GGD-achtergrondconcentraties, naast de RIVM-
achtergrondconcentraties, als voldoende representatief kunnen worden
aangemerkt. De Afdeling is, mede gelet op het toepasselijke wettelijke kader,
van oordeel dat het in eerste instantie aan verweerder is genoemde
£ . bn
bie
Ee
9. Conclusie Za
Gevraagd is of de volgende documenten een zorgvuldige beschouwing geven van de van Sn
belang zijnde verkeerskundige uitgangspunten (verkeersprognoses) voor het En
luchtkwaliteitsonderzoek van het nieuwbouwproject “Haarlemmerplein”: B
HE
+ _ het verkeerskundig gedeelte van het rapport 'Luchtkwaliteitsonderzoek bEA
parkeergarage Haarlemmerplein’ van Goudappel Coffeng d.d. 15 juli 2008 ee
(opgesteld in opdracht van Gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum). Ee
*_de beantwoording door Stadsdeel Centrum d.d. 15 september 2009 van door de EE
StAB gestelde vragen, nadat de StAB haar onderzoek op 21 juli 2009 had Ek
| opgeleverd. A
t Ee
Na beschouwing van deze beide documenten en de diverse rapportages waarnaar deze a.
| documenten impliciet of expliciet verwijzen (zoals opgesomd in hoofdstuk 2 en waaronder bie
verkeerskundige rapportages van DIVV uit 2004, 2005, 2007 en 2008), concludeert Re
É Verkeer21 dat: A
* _ beide documenten geen zorgvuldige beschouwing geven van de te hanteren RN
verkeerskundige uitgangspunten. Hieronder wordt verstaan dat deze Ee.
documenten: ide
* _geen verifieerbare motivering leveren van de gehanteerde prognoses Ee
(noch voor leken, nach voor terzake deskundigen), zowel voor wat betreft A
| de verkeersintensiteiten in 2010 en 2015, als voor wat betreft de B
ritproductie van het nieuwbouwproject, Sa
+ _een oorspronkelijk voor puur verkeerstechnische doeleinden opgestelde B
rapportage (het DIVV-rapport uit 2004) wellicht onbedoeld, maar in elk hed
geval keer op keer onopgemerkt, voor milieukundige doeleinden is Rn
gebruikt. Aan milieukundige rapportages zijn echter veel hogere eisen te oe
stellen aan nauwkeurigheid en motivering dan aan verkeerstechnische Eee
rapportages (zie ook voetnoot 7). Be
* ___zich voor het overige op een groot aantal onoverzichtelijke rapportages Ke
baseren, die zich op hun beurt weer op andere rapportages baseren An
(enzovoort), zonder hierin enige orde te scheppen dn
* _ beide documenten, mede hierdoor, rekenen met verkeersprognoses welke 0
resulteren in een te gunstige inschatting van de gevolgen van het B
nieuwbouwproject ‘Haarlemmerplein’ op de luchtkwaliteit, waaronder: El
| * een te lage verkeersintensiteit in 2010 op diverse wegen. Gerekend is op dn
| de Haarlemmer Houttuinen met 12.400 motorvoertuigen tussen Ul
| Planciusstraat en Kleine Houtstraat; hier had gerekend moeten worden en
met minimaal 14.125 motorvoertuigen. Voor het wegvak Haarlemmer ad
Houttuinen tussen Kleine Houtstraat en Buiten Dommersstraat is B
gerekend met 13.350 motorvoertuigen waar gerekend had moeten B
| worden met minimaal 15.075 motorvoertuigen. Respectievelijk zijn dit ge
verschillen van13,9% en 12,9% (zie paragraaf 4.1). geel
* _een te laag aantal bussen op de Haarlemmer Houttuinen. Gerekend is /
met 400 bussen per etmaal. Gerekend had moeten worden met 621 Ì
| bussen per etmaal. Hierdoor dienen de bovengenoemde intensiteiten nog zn
| met 221 te worden opgehoogd tot 14.346 respectievelijk 15.296. (zie
paragraaf 4.4). 5
| * _Íntotaal levert dit dat in het luchtkwaliteitsonderzoek gerekend is met een
Second opinion Verkeersonderzoek Haarlemmerplein pag. 17/18 vd
| ZOZ |
|
gn pn PA “ { Fe
verkeersintensiteit voor de Haarlemmer Houttuinen die 15,7% te laag is be
voor wegvak 2 en 14,6% te laag voor wegvak 3. Voor aansluitende EDE
wegen zullen vergelijkbare percentages gelden. E B
*__een te lage ritproductie van het nieuwbouwproject. Gerekend is met een Ee
ritproductie van 550 ritten per etmaal. Gerekend had moeten worden met ED
minimaal 1338 ritten per etmaal (paragraaf 3.1). in
Op basis van bovenstaande conclusies betwist Verkeer21 de zorgvuldigheid van het, in KE
opdracht van het Stadsdeel Centrum, uitgevoerde verkeerskundige onderzoek en acht zij be
het op basis van eigen berekeningen voorts niet onaannemelijk dat: bl
* __door dit project de 1% (NIBM)-grens wordt overschreden. Er dient ba
volgens Verkeer21 immers gerekend te worden met een bijna drie keer de
zo hoge ritproductie dan door het Stadsdeel is gehanteerd, En
*__dat de overschrijdingen van geldende luchtkwaliteitsnormen (NO:) op Ke
: Haarlemmer Houttuinen (wegvak 3) en Nassaukade (wegvak 7) groter de
zullen zijn dan gemodelleerd, nu volgens Verkeer21 gerekend dient te BE
worden met een ongeveer 15% hogere verkeersintensiteit in 2010, en
*__dat ook andere aansluitende wegvakken, welke volgens het aen:
luchtkwaliteitsrapport nu nog net onder de geldende fn
luchtkwaliteitsnormen gemodelleerd zijn, vanwege deze hogere B
verkeersintensiteit in 2010 als overschrijdingslocaties gemodelleerd ER
hadden behoren te worden. edel
Second opinion Verkeersonderzoek Haarlemmerplein pag. 18/18 ie 8
b ij
- If E q .
JRC Handelsblad
Zaterdag 26 juli & Zondag 27 juli 2008
8 e
Milieugroepen: doorbraak
i | í £ |
t f |
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 26 JULI. Burgers in de Europese Unie kun-
nen.de bevoegde autoriteiten dwingen in hun buurt maat-
regelen te treffen tegen ernstige luchtvervuiling. Dat heeft
het Europees Hof van Justitie gisteren bepaald.
De uitspraak van het Hof is eenbe- daarin ‘maatregelen staan die ga=
langrijke steun in de rug van EU- randeren dat de limiet op korte
burgers die het autoverkeer op termijn niet meer wordt over-
drukke wegen in hun woonwijk schreden. Mt Ë
aan banden willen leggen om de Zowel Janecek-als Beieren te-
luchtvervuiling te beperken. kende daartegen hoger beroep dan
Milieuorganisaties noemden de bij de federale rechter. Die legde |
uitspraak „een doorbraak in de kwestie vooraan het Europees Hof
strijd tegen hetfijnstofprobleem”. in Luxemburg. Dat stelde Janecek
De zaak wasaanhangiggemaakt gisteren inhet gelijk. De uitspraak
door Dieter Janecek uit München, _ is bindend voor de hele EU.
lid van de politieke partij De Groe- X = Het Hof bepaalde dat direct be-
nen’ Hij woont aan een drukke trokkeri burgets bij gevaar voor
verkeersader, niet ver van een overschrijding van, de’ geldende
meetpunt voor de concentratie milieunormen een actieplan tegen
van fijnstof in de lucht. luchtvervuiliùg kunnen eisen.
In: de Duitse wet staat dat be- Met betrekking tot de inhoud
paalde grenswaarden voorfijnstof van zo’n ‘actieplan oordeelde het
niet vaker dan 35 keer per jaar mo- Hof, ‘dat de EU-landen niet ver-
gen-worden overschreden. Op het plicht zijn tot-maatregelen dieelke
meetpunt bij Janecek in de buurt overschrijding van de normen uit-
werd dielimietin 2005en2006ve- sluiten; Máár ze zijn — bij tetechte
le mälen overtroffen: klachten van individuele burgers —
Jahecek eiste maatregelen van wel verplicht op korte termijn
het stadsbestuur op grond van de maatregelen te treffen die de risi-
Europese richtlijn voor de lucht- Co's van overschrijding tot een mi-
kwaliteit. In eerste instantie ving ° nimum beperken en die stapsge-
hij bot. In beroep bepaaldederegi- wijs leiden tot een situatie waarin
onale rechter dat hij van de be- de concentratie fijnstof binnen de
voegde instanties (in dit geval de toegestane hoeveelheid blijft.
stad München in de deelstaat Beie-
ren) wel een ‘actieplan’ mag eisen, Arrest EU-hof in zaak-
maat dat hij niet kan eisen dat ‘“® Janecekvia:nrc.nl/europa
. © 2
Pe
ARC Handelsblad
Zaterdag 26 juli & Zondag 27 juli 2008
Milieugroepen: doorbraak
Bl ij | AMM: PA, Ki
A A Nn” Wer EEn WR
HAGCEEE Ch EHS, ) CHE B
DA "hl EL, Gr er CE Aen En re EL A
gee 4 ©
HIj Leisen
Doof een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 26 JULI. Burgers in de Europese Unie kun-|
nende bevoegde autoriteiten dwingen in hun buuft maat-.
regêlen te treffen tegen ernstige luchtvervuiling. Dat heeft.
het:Europees Hof van Justitie gisteren bêpaald. TE ek,
1 ä : E it vn Ee
Deuitspraak van het Hof iseen be- daarin maatregelen staan’ die ga-|
langrijke steun in de rug van EU- randeren dât de limiet op: korte '
burgers die het autoverkeer op termijn hiet meer. “wordt: over-.
drukke wegen in hun woonwijk schreden. … * Î
aan, banden willen leggen om de „ Zówel Janecek-als „Béiéren te-;
luchtvervuiling te beperken. kende daattegen hoger beroep dan |
Milieuorganisaties noemden de _ bij de ‘federale techter. Die legde |
uitspraak „een doorbraak in de kwestie vooraan het Europees Hof |
strijd tegen het fijnstofprobleem”. in Luxembutg, Dat stelde Jangcek!
“Dézaak was aanhangig gemaakt gisteren in het gelijk. De-uitspraak |
doot’ Dieter Janecek uit München, is bindend voor de hele EU.
lid vän de politieke partij De Groe- X — Het Hof bepadlde dát direct be-.
nen) Hij woont aan een drukke trokken’ burgers bij gevaar voor
verkeersader, niet ver van een ovetschrijding “vände ‘geldende
meetpunt voor de concentratie miliëttnofmien eén actieplan tegen
van fijnstof in de lucht, luchfverytilikg kundenêisen:”
In de Duitse wet staat dat be- _ Met betrekkifg: tot de inhoud
paalde grenswaarden voor fijnstof van zo’ actieplan oordeelde het
niët vaker dan 35 keer per jaarmo- Hf, ‘datde FU-latiden Tiet ver
gen “worden overschreden. Ophet plichtzijn tot maatregelen die elke
mieefpunt bij Janecek in de buurt overschrijding van de normen uit
werd die limiet ik 2005 en 2006 ve- sluiten, Maar.ze zijn = bij têtechte
le mälen overtroffen. klachten van individuele burgers —
“Jahecek eiste- maatregelen van wel ‘verplicht op “korte'térmijn
het stadsbestuur op grond van de maatregelen te treffen die de risi-
Europese richtlijn voor de lucht-._co’s van overschrijding tot een mi-
kwaliteit. In eerste instantie ving KF imum beperken én die stapsge-
hij bót. In beroep bepaaldederegi- wijs leiden tot een situatie waarin
onâlë rechter dat hij van de be- de concentratie fijnstof binnen de
voegde instanties (in dit geval de toegestane hoeveelheid blijft.
stad München in de deelstaat Beie- .
ren) wel een ‘actieplan’ mag eisen, € Arrest EU-hof in zaak-
maat dat hij niet kan eisen dat A Janecek via: nre.nl/europa
| Raadsadres | 18 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 914
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 13 juli 2016
Ingekomen onder 716’
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de Voorjaarsnota 2016 (meer fietsparkeerplekken
voor een groen Weesperplein).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende dat
— inde brief van 1 juni 2016 aan de raadscommissie voor Infrastructuur en
Duurzaamheid het college aangeeft dat er twee opties zijn om meer te doen aan
de verbetering van het Weesperplein dan in het projectbesluit is opgenomen,
namelijk een forse uitbreiding van de huidige fietsenstalling en vergroening van
het maaiveld.
Overwegende dat
— het Weesperplein een belangrijk OV-knooppunt is in de stad voor metro's en
trams;
— door onder andere de UvA, Hv en de kantoren van de gemeente Amsterdam
rond het Weesperplein de verwachting is dat het plein komende jaren drukker zal
worden en dat er meer fietsparkeerplekken nodig zullen zijn (1000 in 2020);
— het Weesperplein het kloppende hart zal gaan vormen van de zogenoemde
‘Knowledge Mile’:
— het wenselijk is om de openbare ruimte van het plein te verbeteren en te
vergroenen om deze belangrijke plek in de stad een meer kwalitatief
hoogwaardige openbare ruimte te geven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. de twee voorgestelde opties ter verbetering van het Weesperplein in aanvulling
op het projectbesluit uit de brief van 1 juni 2016, namelijk en forse uitbreiding van
de huidige fietsenstalling en vergroening van het maaiveld uit te voeren;
2. de uitbreiding van de fietsenstalling te financieren zoals voorgesteld in de brief
(deels door de Stadsregio, deels vanuit het Stedelijk Mobiliteitsfonds).
3. de structurele kosten van de fietsenstalling te dekking binnen het financiële kader
van het (nog vast te stellen) meerjarenprogramma fiets 2017-2020 zoals
opgenomen in de Voorjaarsnota 2016;
4. de vergroening van het Maaiveld te financieren zoals in de brief staat voorgesteld
(deels uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds, deels uit de Agenda Groen).
1
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
2
| Motie | 2 | discard |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 21 december 2016
Decos nummer 2016fint/1590
Onderwerp Aanbieding ontwerpbestemmingsplan Nieuw Sloten voor vrijgave
tervisielegging aan het college van B&W van de gemeente
Amsterdam
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 29 november 2016
Besluit
Het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Sloten aan te bieden aan het college van B&W van de
gemeente Amsterdam voor vrijgave tervisielegging.
de heer H.J.M. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 997
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder BY
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Nuijens inzake de uitwerking van de samen-
werkingsafspraken tussen huurders, corporaties en gemeente (alleen duurzaam
verkopen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van de samenwerkingsafspraken tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 675).
Constaterende dat:
— deze samenwerkingsafspraken de afspraak bevatten: “Corporaties bieden bij
verkoop de mogelijkheid tot verduurzaming aan en pakken een actieve rol in
VvE's voor verduurzaming”.
Overwegende dat:
— deze afspraak op zich voortreffelijk is, maar dat die in BadS Il ook al stond en dat
de corporaties blijkens evaluatie van de gemeente niets met die afspraak gedaan
hebben;
— deze samenwerkingsafspraken geen nadere uitwerking bevatten van hoe de
afspraak zal worden uitgevoerd.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
deze afspraak nader uit te werken.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
J.W. Nuijens
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 499
Publicatiedatum 15 juni 2016
Ingekomen onder AA
Ingekomen op donderdag 2 juni 2016
Behandeld op donderdag 2 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Groot Wassink inzake het rapport “Privacy van burgers met
een hulpvraag” (doorlichten domeinen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de aanbevelingen van het rapport van de Rekenkamer
Amsterdam “Privacy van burgers met een hulpvraag” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 452).
Overwegende dat:
— uit het rapport ‘Privacy van burgers met een hulpvraag’ en de problemen rond
SUWI blijkt dat privacybeleid in Amsterdam niet de bestuurlijke aandacht heeft die
het behoeft. Zo is bijvoorbeeld onduidelijk wie de regie heeft, wie toetst en wie
monitort dat gegevensverwerking aan de gestelde kaders voldoet;
— _ Privacy bij uitstek een portefeuille-overstijgend onderwerp is dat permanente
aandacht behoeft;
Voorts overwegende dat:
— er nu vooral reactief naar privacy gekeken wordt, bijvoorbeeld als er iets misgaat,
terwijl een proactieve benadering gewenst is;
— _er binnen het domein Jeugd een ‘privacyschouw' is gehouden waarmee het hele
veld doorzocht is op mogelijke risico's en dat deze schouw heeft geleid tot een
verbeterplan;
— het zinvol zou zijn in alle domeinen een dergelijke schouw te organiseren en
de hele organisatie een keer grondig door te lichten op het vlak van privacy.
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
alle domeinen stapsgewijs door te lichten op mogelijke privacyrisico's en de raad zo
spoedig mogelijk over de voortgang en daaruit voortvloeiende verbeterpunten te
informeren.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1385
Datum indiening 3 juli 2019
Datum akkoord 3 september 2019
Publicatiedatum 4 september 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Jong, Simons, Flentge en Kilig
inzake acute zorgvragers in crisissituaties.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De maatschappelijke opvang staat onder druk. Oplopende tekorten hebben geleid tot
een tijdelijke instroombeperking bij het Leger des Heils, HVO-Querido en
De Volksbond/Streetcornerwork. Het duurt langer totdat cliënten worden geholpen
naar passende ondersteuning zoals individueel begeleid wonen. Gevolg is dat de
nachtopvang steeds voller raakt. Er is een Taskforce ingesteld bestaande uit
maatschappelijke opvangorganisaties, GGZ, GGD en de gemeentelijke afdelingen
Wonen, MO en Jeugd die naar een oplossing zoekt.
In de brief van 18 juni 2019 schreef de wethouder dat cliënten met een acute
zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, wel direct noodzakelijke ondersteuning
krijgen. Toch kwamen er signalen dat gezinnen, waaronder een vrouw met twee
kinderen, werden geweigerd voor crisisopvang en er geen alternatief geboden werd,
waarna zij op een politiebureau hebben moeten slapen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Jong, Simons, Flentge en Kilig,
respectievelijk namens de fracties van GroenLinks, BIIJ1, SP en DENK, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Krijgen cliënten met een acute zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, direct
noodzakelijke ondersteuning, zoals een plek in de crisisopvang of een
alternatieve oplossing zoals in een hotel voor kwetsbare gezinnen die anders op
straat staan?
Antwoord:
Ja, cliënten met een acute zorgvraag die in een crisissituatie verkeren, kunnen
altijd door de GGD in de opvang worden geplaatst. Voor individuen is dit de
nachtopvang, voor gezinnen is dit de crisisopvang gezinnen.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing aes Gemeenteblad
Datum 4 september 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019
2. Klopt het dat vrouwen met kinderen die geen andere slaapplaats konden krijgen,
zijn geweigerd voor crisisopvang? Wordt hen een alternatieve overnachtingsplek
aangeboden?
Antwoord:
Vrouwen (of mannen) met kinderen met een acuut huisvestingsprobleem die
geen andere slaapplaats kunnen vinden, wordt opvang geboden. Dit is soms niet
in Amsterdam (maar in de regio). Als er wel een alternatieve verblijfplaats is
binnen het eigen netwerk, dan worden gezinnen daarnaar verwezen, waar nodig
met warme overdracht en begeleiding.
Er zijn bij de GGD geen gevallen bekend waarbij een gezin na melding voor de
noodopvang uiteindelijk op straat (of in een politiebureau) moest overnachten.
3. Kan het college de volgende informatie verstrekken per week (of per dag) sinds
15 juni 2019:
a. het aantal mensen dat zich heeft gemeld bij de Jan van Galenstraat voor een
plek in de nachtopvang;
b. het aantal mensen dat is geweigerd voor de nachtopvang, met welke reden
en of dit afwijkt van de periode voor de instroombeperking;
Antwoord vragen 3a en b:
Bij de Jan van Galenstraat melden mensen zich voor Maatschappelijke Opvang —
een maatwerkvoorziening voor zorg met verblijf. Een deel van deze mensen heeft
acuut een onderdakvraag en wil verblijven in de nachtopvang. Dit wordt niet
geregistreerd. Er zijn ook andere partijen (buiten de GGD) die daklozen onder
brengen bij de nachtopvang, zoals Veldwerk, Mobiel Team en Zorgtoeleiding.
Tevens kunnen mensen zichzelf melden aan de deur voor nachtopvang.
Aangezien er geen centrale registratie is voor aanmeldingen voor de
nachtopvang, zijn er ook geen gegevens beschikbaar voor het aantal afwijzingen.
De nachtopvang is een algemene voorziening waar geen beschikking voor wordt
afgegeven.
De partijen die daklozen aanmelden voor nachtopvang hebben het afgelopen jaar
het signaal afgegeven dat het moeilijker wordt cliënten te plaatsen. In reactie
hierop is een analyse uitgevoerd naar in- en uitstroom van de nachtopvang.
Daaruit bleek dat veel cliënten lang in de nachtopvang verblijven, omdat zij hier
‘overbruggen’ tot er een plek in een maatwerkvoorziening voor maatschappelijke
opvang vrijkomt.
c. het aantal mensen/gezinnen dat een plek in de crisisopvang heeft gekregen?
Antwoord vraag 3c:
In de periode juni tot en met 28 augustus hebben in totaal 62 gezinnen een plek
in de crisisopvang gekregen. In diezelfde periode zijn 40 gezinnen uitgestroomd.
De noodopvang voor dakloze gezinnen is in de afgelopen maanden dus gegroeid
met 22 gezinnen.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng aes Gemeenteblad
Datum 4 september 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019
4. Kan het college vanaf nu tot 1 september 2019 tweewekelijks een update sturen
van bovenstaande gegevens aan de raad en regelmatig rapporteren over nieuwe
ontwikkelingen?
Antwoord:
Zoals aangegeven, is het niet mogelijk om bovenstaande gevraagde gegevens te
leveren. De toegang tot de nachtopvang ligt bij verschillende partijen in de stad,
die proberen om de meest kwetsbare Amsterdammers toe te leiden naar
passende zorg. Ik vind het niet verstandig om deze professionals extra te
belasten met registratie-eisen.
De bezetting van de nachtopvang kan niet los gezien worden van de gehele keten
van opvang, zorg en verblijf. De bezetting van de nachtopvang is immers nauw
verweven met de ontwikkelingen in de doelvoorzieningen van Maatschappelijke
Opvang en (in mindere mate) Beschermd Wonen.
De TaskForce MO/BW houdt zich onder meer met dit vraagstuk bezig. Voor de
korte termijn zullen waar mogelijk quickwins worden gerealiseerd om snel tot
verbeteringen in het stelsel en voor cliënten te komen. Voor de (middel)lange
termijn buigt de TaskForce zich over beleidsaanpassingen, en er zal een monitor
worden ontwikkeld die een bijdrage gaat leveren aan het beter kunnen
anticiperen op acute knelpunten en trends.
Net voor de zomer is de TaskForce gestart. Ik heb al een gesprek gehad met
cliënten en 20 september vindt het tweede gesprek plaats met bestuurders van
MOBW aanbieders en GGZ. Dat gesprek gaat over knelpunten waar quickwins op
behaald kunnen worden, over de doorontwikkeling winteropvang en een eerste
verkenning van monitoring en sturing. Ik ben voornemens de doorontwikkeling
uiterlijk in oktober aan u aan te bieden.
De TaskForce zal in het eerste kwartaal 2020 worden afgerond. De
beleidsaanpassingen die hieruit voorvloeien komen terug in de herijking van het
Koersbesluit Thuis in de Wijk. Beleidsaanpassingen op het gebied van
maatschappelijke opvang voor jongvolwassenen worden hierin ook meegenomen.
Over deze herijking zal ik u zo snel mogelijk daarna informeren. Afhankelijk van
de reikwijdte van de beleidsaanpassingen volgt bestuurlijke besluitvorming.
5. Kan het college deze vragen zo snel mogelijk, en in ieder geval uiterlijk 9 juli
2019, beantwoorden?
Antwoord:
De beantwoording van deze vragen heeft vertraging opgelopen door de
opeenvolgende ontwikkelingen deze zomer.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
| _ loesfses6
„eestuursdienst Amsterdgdemeester van Amsterdam |
; Directie % © J C hen : af Ì ;
Datum in 22-2009" BO |
{Reg.nr veo9 / 3 é2 ó dd
iGlees nr: sel |
LtES8, DE, INGE f | |
| Beh nb UO NGEKOMEN | |
Fvan BM Wen. TNS 23 JUL 2008 |
ST ter kennisname Í
js ter verdere beh, KAB BM |
lom advies |
5 Amsterdam 21-07-09 _ _ :
datum verz:
Geachte heer Cohen, ‘near DIV dd . |
Als zeer verontruste grootvader vraag ik uw dringende aandacht voor het volgende; |
Mijn dochter en haar gezin wonen momenteel zo'n zeven jaar in de in Amsterdam |
Noord. In eerste instantie tot volle tevredenheid, maar gaandeweg de jaren neemt het
woongenot met de dag af. |
Mijn kleinkinderen, een tweeling van zeven jaar oud, krijgen nagenoeg elke dag te horen dat ze |
moeten “oprotten” uit de buurt omdat zij daar niet thuis horen, althans volgens de aanwezige, |
overige buurtkinderen. Te uwer informatie, zij zijn de enige twee kinderen van Nederlandse | |
afkomst, die daar momenteel wonen.
Even voor uw informatie, mijn kleinkinderen stammen uit een rasechte Amsterdamse familie,
geboren en getogen, die allemaal bij de gemeente Amsterdam werken of hebben gewerkt. | |
Op 25 juni jl. vroeg mijn kleindochter aan een groepje Marokkaanse/Turkse buurtkinderen, of zij | |
mee mocht doen met voetballen. er werd toen gewezen naar een Turkse jongen aan wie zij | L
moest vragen of zij mee mocht voetballen. Deze jongeman antwoordde hierop met: “eerst je rok E |
omhoog en je broek laten zakken. Als je het vertelt snij ik je strotje door.” : |
Deze jongeman is 12 jaar oud, de rest van de groep ging meteen om mijn kleindochter heen é
staan, zodat niemand verder. kon zien wat er gebeurde!
Mijn kleindochter heeft onder deze bedreiging gevolg gegeven aan de wens van deze knapen, uit. | 5
angst dat haar iets zou overkomen en heeft haar broek laten zakken. Daarna is zij volledig
overstuur naar huis gerend.
Ondertussen waren deze heren inmiddels verdwenen. De volgende dag stond mijn kleindochter |
voor het raam toen ze begon te trillen en in haar broek te plassen, huilend vertelde ze dat zij
beneden die Jongens zag die op het speelplaatsje waren. |
Mijn dochter heeft toen onmiddellijk de politie gebeld en die kwamen dan ook inclusief de honden | |
brigade omdat het begrijpelijkerwijs kon gaan escaleren. |
De buurtwachters kenden de heren bij naam en toenaam, volgens de Jeugd- en Zedenpolitie Ö
zaten er ook veelplegers bij, kinderen vanaf 10 jaer, eigenlijk te triest voor woorden. |
Mijn dochter wil weg daar vandaan, het ilefst gisteren, mijn beide kleinkinderen (tweeling) durven |
niet meer op straat te speien, ze zitten zelfs in Badhoevedorp op school om niet met deze Ì
kinderen in één klas te hoeven zitten. U zult begrijpen dat dit een zware wissel trekt op mijn ;
dochter en schoonzoon; dit betekent namelijk elke ochtend brengen en elke middag weer
ophalen. é
De wijkagent zegt dat hij niets kan doen voor mijn dochter en haar kinderen; de woningbouw
reageert nauwelijks; de dienst wonen, zegt, vrijvertaald: zoek het maar uit, |
Echter, volgens de informatie welke mij tot mijn beschikking staat, kan de wijkagent wel degelijk | |
iets betekenen in deze kwestie. Hij zou bijvoorbeeld in een brief kunnen uitleggen onder welke Dt
|
t omstandigheden een en ander heeft plaatsgevonden, en zou tevens kunnen aangeven dat er wel |
degelijk sprake is van een bedreigende situatie voor dit gezin, om zodoende een urgentie voor . |
_hen fe kunnen verkrijgen. |
In mijn gehele werkzame leven heb ik mij met hart en ziel ingezet voor een sociale en ‚
rechtvaardige samenleving. Sinds vele jaren verricht ik werkzaamheden voor de vakbond, om de
positie van de hardwerkende burgers in Nederland te verbeteren en om onrecht aan de kaak te
stellen, maar onderhand begin ik het vertrouwen in de politiek te verliezen. Met mij meerdere
inwoners van ons land, getuige de stijging in de opiniepeilingen van de populariteit van Wilders’ | f
PVV! | |
| |
Mijn kleinkinderen en kinderen hebben recht op een veilige omgeving, net zoals ik die heb |
gehad! Een omgeving waar je veilig kon spelen, veilig overstraaf kunt lopen, zonder angst, |
zonder bang te zijn dat iemand je wat aan doet! Helaas most ik constateren dat dit niet meer |
mogelijk is in diverses Amsterdamse wijken. Als ras-Amsterdammer doet mij dit ongelooflijk veel | |
pijn, en met mij meerdere. |
Ik wil niet zo veel vragen, ik ben ook maar een gewone jongen die met hard werken zijn brood Î |
verdient, mijn vrouw heeft na ruim 30 jaar haar uniform van bejaardenverzorgster aan de wilgen k
gehangen en “genief” nu volledig afgebrand van haar pensioentje, want ja als je 60 bent krijg je
niet zoveel he. Î
Het enige wat ik wil is, dat ik van u te horen krijg dat u de veiligheid van het gezin van mijn |
dochter kunt garanderen, dat zij s'nachts weer rustig kunnen slapen, dat de kinderen zonder
angst weer buiten kunnen spelen. Dat dit in de huidige woonomgeving een onmogelijkheid blijkt |
te zijn, verzoek ik u dringend om uw invloed aan te wenden. ;
Graag van u vernemend, verblijf ik, . | |
Met vriendelijke groet |
í
| f
CC Hoofdcommisaris van Politie B.Welten |
Gemeenteraad Gem. Amsterdam ;
Stadsdeel secr. Noord |
| Raadsadres | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor
Raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid
Jaar 2017
Datum indiening 8 september 2017
Datum behandeling 13 september 2017
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid Ernsting (GL) inzake het kort geding van Milieudefensie tegen de
Nederlandse Staat over Schone Lucht
Aan de commissie
Inleiding
Omdat Nederland nog altijd niet aan de verplichting voldeed om de Europese normen voor de
uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide te halen, heeft Milieudefensie een kort geding
aangespannen tegen de Nederlandse staat.
Milieudefensie is volledig in het gelijk gesteld. Dit betekent dat de overheid aan de slag moet.
In de berichtgeving over de uitspraak zegt de minister dat ze samen met de regio’s een plan
gaat maken. De wethouder geeft echter aan dat vooral de nationale overheid aan de slag
moet. Over deze wisselwerking maakt GroenLinks zich grote zorgen. Volgens GroenLinks
moet de overheid zich aan zijn eigen regels houden en heeft de Amsterdammer recht op
gezonde lucht. We willen daarover op korte termijn met de commissie en het college in debat.
Reden bespreking
Zie inleiding en reden spoedeisendheid.
Reden spoedeisendheid
Er is op 7 september uitspraak gedaan. Binnen twee weken na de uitspraak moet er een
geloofwaardig plan liggen om de Europese normen voor schone lucht te halen. Die termijn
verstrijkt op 21 september.
Het lid van de commissie,
Z. Ernsting (GroenLinks)
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Commissieactualiteit
2
| Actualiteit | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1214
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 20 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2018 (smileyborden op de Amstel).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Overwegende dat:
— de drukte op het water in de stad de laatste jaren fors is toegenomen en ook op de
Amstel tot veel verkeersbewegingen heeft geleid met name op mooie dagen en in
het weekend;
— de Amstel tegelijkertijd de belangrijkste rivier in het land voor de recreatie- en
wedstrijd roeisport;
— deze sport beoefend wordt door roeiers van alle generaties van jong tot zeer oud;
— vaarbewegingen op de Amstel regelmatig leiden tot gevaarlijke situaties waarbij de
kwetsbare roeiboten de zwakste partij zijn;
— deze gevaarlijke situaties ontstaan, naast de grote drukte, door te hard varen van
motorboten waarbij grote boeg- en hekgolven getrokken worden en waardoor de
roeiboten makkelijk vol kunnen lopen en onder water verdwijnen;
— hierdoor ontstaan met name voor de allerjongste en de oudste roeiers
levensbedreigende situaties.
Constaterende dat:
— de huidige snelheid metende apparatuur op de grachten met de bekende Smiley
borden aan de schippers van boten helder communiceren dat zij te hard varen en
dat deze apparatuur effectief blijkt te werken;
— deze apparatuur en daarbij behorende bebording ontbreekt op de Amstel.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— ten behoeve van (preventieve) handhaving en bevordering van verkeersveiligheid
op de Amstel, vergelijkbare bebording en snelheid metende apparatuur en
Smileyborden te installeren op de Hooge Sluys, de Nieuwe Amstelbrug,
Berlagebrug en Utrechtsebrug;
— dekking voor de installatie en onderhoud van deze apparatuur te vinden op de
begroting van Waternet.
4
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 530
Publicatiedatum 15 juni 2016
Ingekomen onder BC
Ingekomen op donderdag 2 juni 2016
Behandeld op donderdag 2 juni 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Ruigrok inzak de deelname in 1012 Inc (dashboard).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het voorgenomen besluit over de deelname in 1012Inc
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 473).
Overwegende dat:
— er zes gelijkwaardige maatschappelijke en bedrijfsmatige doelstellingen voor
1012 Inc zijn geformuleerd (herontwikkeling, terugdringen monocultuur, herstellen
van functiebalans, voorkomen van dubieus eigendom, een redelijk rendement en
voldoende investeringscapaciteit);
— de realisatie van de doelstellingen jaarlijks wordt bewaakt en waar nodig
aangepast;
— Stadgenoot, de Gemeente en het SAREF-Fonds een investeringstermijn van ten
minste 15 jaar hanteren waarbij na vijf jaar een evaluatie plaatsvindt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de gemeenteraad jaarlijks door middel van een dashboard te informeren over de
voortgang in het behalen van de doelstellingen en eventuele aanpassingen voor te
leggen.
Het lid van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 15 maart 2022
Portefeuille(s) Bouwen en Wonen
Portefeuillehouder(s): Jakob Wedemeijer
Behandeld door Grond en Ontwikkeling, L.vittenbogaard@&amsterdam.nl
Onderwerp Mogelijkheden bouw van sociale koopwoningen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over de mogelijkheden voor de nieuwbouw van sociale
koopwoningen. Hiermee wordt de vraag van het lid Van Renssen (GroenLinks) beantwoord die in
de commissie Wonen en Bouwen van 15 december 2021 gevraagd heeft om te onderzoeken wat
de mogelijkheden zijn om sociale koopwoningen als segment toe te voegen aan de Amsterdam
voorraad.
In 2021 is een intentieovereenkomst gesloten met IVBN, Vastgoedbelang en NEPROM. Hierin is
onder andere afgesproken dat verkend zal worden op welke manier de bouw van middeldure
koopwoningen aangejaagd kan worden en of het mogelijk is deze langdurig in het betaalbare
segment te behouden. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met NEPROM waarbij de
mogelijkheden zijn verkend. Daarnaast heeft de gemeente ook andere mogelijkheden om sociale
koopwoningen onderzocht. In deze brief informeer ik u op hoofdlijnen over de verschillende
mogelijkheden om koopwoningen betaalbaar aan te bieden. Het is aan een volgend college om
eventuele nadere verkenningen uit te voeren. Als eerste gaat deze brief kort in op het huidige
beleid voor sociale koopwoningen.
Huidig beleid voor sociale koopwoningen
Sociale koopwoningen zijn woningen met een VON-prijs tot € 324.000 (prijspeil 2022). Op 1
februari 2022 heeft het college besloten de naam middeldure koopwoningen te wijzigen in sociale
koopwoningen. Hiermee wordt aangesloten op de Huisvestingswet en de toekomstige wijzigingen
van deze wet waarmee het mogelijk wordt sociale koopwoningen toe te wijzen aan specifieke
huishoudens. De prijsgrens van sociale koopwoningen is inclusief afkoop erfpacht maar de
erfpacht hoeft niet afgekocht te zijn. Het gaat erom dat de woningen betaalbaar zijn voor
huishoudens met een middeninkomen tot € 64.407 netto per jaar. Op dit moment kunnen deze
woningen wettelijk nog niet worden toegewezen aan deze juiste doelgroep, dit wordt na
aanpassing van de Huisvestingswet wel mogelijk. Hierover heb ik v op 22 december 2021
geïnformeerd door middel van de raadinformatiebrief ‘Reactie minister op verzoek tot spoedige
wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake voorrang koopwoningen’.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 maart 2022
Pagina 2 van 3
Het uitgangspunt is nu dat sociale koopwoningen marktconform gebouwd worden. Dat heeft met
de stijgende woningprijzen als gevolg dat deze woningen steeds kleiner worden. Alleen aan de
randen van Amsterdam is het nog mogelijk om appartementen geschikt voor gezinnen te
realiseren in het betaalbare koopsegment. De prijsgrens geldt alleen bij eerste verkoop en daarna
heeft de gemeente er geen zeggenschap meer over.
Aanvullende mogelijkheden bouw sociale koopwoningen
Er zijn verschillende instrumenten om ervoor te zorgen dat er meer sociale koopwoningen worden
gebouwd. De verschillende instrumenten dienen ieder een ander doel en hebben hun eigen voor-
en nadelen.
— Het aanbieden van financierings- en erfpachtregelingen
Er zijn verschillende instrumenten waarmee koopwoningen niet marktconform aangeboden
kunnen worden. Hierbij moet altijd goed geregeld worden dat die eventuele korting bij
doorverkoop verrekend wordt zodat de eerste koper of de ontwikkelaar er niet met de winst
vandoor gaat. Mogelijkheden zijn een eventuele canonkorting voor de eerste kopers of de
Koopstartregeling. Bij Koopstart krijgt een eerste koper korting bij de aankoop van een
woning, en die korting wordt bij doorverkoop weer terugbetaald. Betaalbaar Kopen Zaanstad
werkt onder andere met een canonkorting. Een belangrijk nadeel van deze instrumenten is dat
de woning niet langdurig betaalbaar kan worden aangeboden. Dat kan wel met de
Koopgarantregeling. Hierbij heeft de ontwikkelaar een terugkoopverplichting waardoor
dezelfde woning steeds opnieuw met korting kan worden aangeboden. Maar voor
marktpartijen en woningcorporaties is deze regeling niet aantrekkelijk vanwege die
terugkoopverplichting. Het overnemen van deze terugkoopverplichting als gemeente zou een
forse verhoging van de schuldquote betekenen en dat is op dit moment geen haalbare optie.
Voor alle instrumenten die ingrijpen op de koopmarkt geldt dat er grote financiële en
juridische consequenties zijn waarvan de exacte effecten nog in beeld moeten worden
gebracht. Ook is er capaciteit nodig om dit verder vit te werken.
— Het stimuleren van de vraag
Vaak wordt gekeken naar het financieel ondersteunen van woningzoekenden om een nieuwe
woning te bemachtigen. Bekende voorbeelden hiervan zijn het verlagen van de
overdrachtsbelasting voor starters en de Starterslening. Dit soort maatregelen zijn vooral
effectief als de vraag aangejaagd dient te worden, in perioden van hoogconjunctuur en
stijgende huizenprijzen werken dit soort maatregelen averechts. De prijzen van
koopwoningen worden in de huidige markt vooral bepaald door wat kopers kunnen betalen.
Als mensen meer kunnen lenen, dan heeft dat tot gevolg dat de prijzen stijgen. Zeker in
gebieden met een grote marktdruk zoals Amsterdam, hebben deze maatregelen een sterk
prijsopdrijvende werking zoals ook geconcludeerd door de Nederlandse Bank*. Het college is
daarom geen voorstander van vraagstimulerende maatregelen.
‘Zie onder andere: https:/fwww.dnb.nl/actvele-economische-vraagstukken{/woningmarkt/
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 15 maart 2022
Pagina 3 van 3
Uitkomsten verkenning NEPROM
De gemeente heeft met NEPROM gesproken over de mogelijkheden voor de bouw van
middeldure koopwoningen. De wens om meer grotere betaalbare koopwoningen te realiseren in
Amsterdam wordt gedeeld. Ook zien beide partijen mogelijkheden in het concept Koopstart. Een
groot nadeel van Koopstart is dat de woning na doorverkoop weer uit het betaalbare segment
dreigt te vallen. Voor de gemeente is het echter belangrijk dat een eventuele marktcontraire
middeldure koopwoning ook gedurende een langere periode betaalbaar moet worden
aangeboden, hiervoor is in de overleggen tussen NEPROM en gemeente geen oplossing
gevonden.
Conclusie
Het college ziet op dit moment geen goede mogelijkheden om sociale koopwoningen langdurig
betaalbaar aan te bieden. Als hoofddoel is meer mensen een kans te geven op de
koopwoningmarkt, dan kan dat worden geregeld door bijvoorbeeld een tijdelijke canonkorting of
het introduceren van Koopstart. Echter, dit werkt alléén eenmalig bij de eerste koper, daarna zijn
de woningen onderhavig aan de ontwikkeling van de marktprijzen. Als betaalbaarheid voor
langere tijd het hoofddoel is, zijn we aangewezen op betaalbare huursegmenten, waar
langdurende afspraken over de prijzen kunnen worden gemaakt. De bouw van meer sociale
koopwoningen zou betekenen dat er minder woningen in het middeldure huursegment
gerealiseerd worden, omdat beide in de „0% middensegment vallen. Het ingrijpen op de
koopwoningenmarkt is geen eenvoudige opgave en het is aan het volgend college om hierin
keuzes te maken.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Jakob Wedemeijer
Wethouder Bouwen en Wonen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 71
Publicatiedatum 20 februari 2015
Ingekomen onder I
Ingekomen op 11 februari 2015
Behandeld op 11 februari 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer N.T. Bakker inzake de economische
structuurversterking (stimuleren economische groei van onderaf).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de economische structuurversterking (Gemeenteblad
2015, afd. 1, nr. 45);
Overwegende dat:
— economische structuurversterking alleen effect resulteert als deze van onderaf
gerealiseerd wordt;
— het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), als banenmotor van de economie, onmisbaar is
om deze structuurversterking van onderaf te bewerkstellingen;
— de voordracht van het college de belangrijke rol van het MKB in de Amsterdamse
economie onvoldoende onderkent;
— de separate actieprogramma’s of investeringen, inclusief financiële gevolgen,
deels nog verder moeten worden uitgewerkt,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— bij de verdere uitwerking en bij investeringen voor de economische
structuurversterking in te zetten op het stimuleren van economische groei van
onderaf met het MKB als uitgangspunt;
— deze uitwerkingen en investeringen, nadat deze zijn goedgekeurd door de raad, op
te nemen in het Amsterdams Ondernemers Programma.
Het lid van de gemeenteraad,
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Onderwerpen
22 sep-2021 - Bespreken & vaststellen Bestemmingsplan Buiksloterham 8° herziening.
- Bespreken & vaststellen Beleidsregels bestaande funderingen.
- Bespreken & vaststellen adviesaanvraag maaiveld Kavel 4A.
- Bespreken & vaststellen Afvalstoffenverordening.
- Bespreken & vaststellen adviesaanvraag buurtrechten.
- Bespreken & vaststellen adviesaanvraag Ontwerpbestemmingsplan
Banne Buiksloot 2e partiele herziening.
- Bespreken & vaststellen NvU en SO Grasweg.
- Bespreken & vaststellen adviesaanvraag 30 km per uur in de stad.
- TKN: Investeringsnota IJdoornschoollocatie.
- TKN: Adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan Tuindorp Oostzaan.
- TKN: Nota van uitgangspunten uitbreiding P+R Noord.
a
vergadering
6 okt-2021 - Bespreken & vaststellen Investeringsnota IJdoornschoollocatie.
- Bespreken & vaststellen Referendumverordening
- Bespreken & vaststellen adviesaanvraag ontwerpbestemmingsplan
Tuindorp Oostzaan.
- Bespreken & vaststellen DO Jag. P. Thijsseplein.
- Bespreken & vaststellen Nota van uitgangspunten uitbreiding P+R
Noord.
- Bespreken & Vaststellen NvU Westelijke ontsluiting Buiksloterham
- Presentatie: Veiligheidsbeleving in de naoorlogse ontwikkelbuurten van
Noord.
Ooit vergedering |
2021t\| vergadering
B
2021t
Een
vergadering
en nn
Eme
vergadering
OO
an
vergadering
SN
SE
vergadering
EE
mm
Een
vergadering
_9feb2020 Geen |
LL \vergadering |
2 mrt-2022 | Geen
vergadering
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp EIK Te Bijzonderheden
n.n.b. |n.n.b. Toegankelijkheid van Noord voor Fatin Bouali, Dennis
mensen met een beperking/ Overweg, Paul
toegankelijkheid van stoepen Scheerder & Niels
Ras
Ambitiedocument Sport in Noord Esther Lagendijk |
n.n.b. |n.n.b. (Vervolg) Verbinding Zeeburgereiland - Voorgesteld door
Eerst een technische sessie, twee Tanja Heringa.
weken later de daadwerkelijke Precieze datums
adviesbehandeling. hangen af van
verloop
besluitvormingspr
oces. Verwacht: na
zomerreces
2022 |n.n.b(Q1/Q2) |Adviesaanvraag uitbreiding sportpark
Kadoelen.
2021 |n.n.b. Handboek Samen Sterker in Huiselijk Geweld Info volgt.
en Kindermishandeling
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden
Only Friends nn
12-jul |n.n.b. Bezoek opvanglocatie
Dwergvinvisstraat 69-75
| Agenda | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 4172
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder Ss
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Hoek, de heer Poorter, de heer Paternotte en
de heer Winsemius inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (recht op
het bouwen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— in de Visie burgerparticipatie: Van bolwerk naar netwerk valt te lezen: “Binnen de
organisatieontwikkeling van het concern Amsterdam en de brede ontwikkeling
naar wijkgericht werken is het van belang de formele positie (handelingsruimte)
van frontlinie en uitvoerende professionals bij de stedelijke diensten en
bestuurscommissies te borgen”;
— de ontwikkeling van burgerparticipatie net zo goed vraagt om de formele positie
(handelingsruimte) van burgers te borgen;
— de formele positie van burgers vaak wel is vastgelegd als het gaat om de
opvattingen die zij met het bestuur willen delen in het kader van inspraak of
andere vormen van communicatie;
— _ echter hun formele positie als het gaat om initiatieven die zij in hun wijk of buurt
willen ontplooien op (vrijwel) geen enkele wijze is vastgelegd;
— _ het vastleggen van de formele positie van burgers in relatie tot de initiatieven die
zij willen ontplooien er toe leidt dat zij weten waar ze het voor doen en
bestuurders en ambtenaren weten wanneer ze initiatieven daadwerkelijk dienen
te honoreren in plaats van in beraad te houden, te onderzoeken, tegen het licht te
houden of anderszins te temporiseren;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 472 Motie
Datum 26 juni 2013
Voorts overwegende dat:
— in Engeland sinds 2 april 2012 de Localism act van kracht is, waarin is vastgelegd
dat groepen van burgers (communities) beschikken over het recht om te bouwen
(the right to build), het recht om te bieden (the right to bid) en het recht om uit te
dagen (the right to challenge);
— het recht om te bouwen inhoudt dat een groep burgers (gebieds)ontwikkelings-
plannen kan maken op buurtniveau en daarvoor via een vereenvoudigde
procedure toestemming kan krijgen;
— het recht om te bieden inhoudt dat een groep burgers een bod kan doen op een
bepaald gebouw of een stuk grond dat in bezit is van de gemeente en dat een
bepaalde waarde kan hebben voor de buurt, waarna de gemeente deze burgers
de gelegenheid dient te bieden om hun bod ui te werken, het pand of de grond in
de tussen niet aan derden verkoopt om het bod volgens serieus in overweging te
nemen;
— het recht om uit te dagen inhoudt dat bewoners een voorstel kunnen maken om
vormen van publieke dienstverlening te gaan uitvoeren als ze vinden dat ze het
beter en/of goedkoper kunnen doen, waarbij te denken valt aan diensten op het
gebied van grondonderhoud, taalonderwijs, arbeidsbemiddeling enz”;
Tenslotte overwegende dat:
— wat in Engeland nog in de kinderschoenen staat, niet noodzakelijkerwijs in
Amsterdam goed zal werken;
— _ Amsterdammers desalniettemin een stevige voet tussen de deur van gemeente
en bestuurscommissies zouden krijgen wanneer zou worden vastgelegd dat zij
beschikken over een recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen,
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
— een Amsterdamse variant van het recht om te bouwen, te bieden en uit te dagen
uit te werken;
— daarbij in ieder geval te betrekken de engelse Localism Act;
— uitgewerkte voorstellen in de vorm van een voorstel tot vaststelling van een
verordening op op het recht van bouwen, bieden en uitdagen vóór 1 januari 2014
aan de raad ter vastlegging voor te leggen.
De leden van de gemeenteraad
J. Hoek
M.F. Poorter
J.M. Paternotte
R. Winsemius
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1370
Datum indiening 2 oktober 2018
Datum akkoord 14 december 2018
Publicatiedatum 17 december 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn inzake afvalovertredingen in
de Spuistraat.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
De fractie van de VVD ontving meerdere berichten van bewoners over afvaloverlast in
de Spuistraat. Zij hebben de afgelopen periode regelmatig afvalovertredingen
geconstateerd ter hoogte van nummer 58. Er zijn foto's gemaakt van de
desbetreffende locatie, waarop te zien is dat er telkens grofvuil, vuilniszakken en
mogelijk ook bedrijfsafval rondom een afvalbak geplaatst worden. Het plaatsen van
vuilnis gebeurt op dagen en tijden waarop het niet toegestaan is afval op straat aan te
bieden. In de Spuistraat wordt het afval op maandag- en donderdagochtend
opgehaald, wat betekent dat afval op deze dagen tussen 6:00 en 8:00 uur
aangeboden mag worden. De foto's zijn buiten deze periode gemaakt, wat erop wijst
dat er regelmatig afvalovertredingen plaatsvinden op deze locatie.
De overtredingen zijn op de volgende data in tijdstippen geconstateerd:
e zaterdag 1 september 2018 om 13:01 uur;
e woensdag 5 september 2018 om 15:04 uur;
e vrijdag 7 september 2018 om 07:49 uur;
e woensdag 12 september 2018 om 06:34 uur;
e vrijdag 14 september 2018 om 07:47 uur;
e woensdag 19 september 2018 om 07:37 uur;
e donderdag 20 september 2018 om 14:59 uur;
e vrijdag 21 september 2018 om 08:02 uur.
In de Begroting 2019 (pagina 65) wordt aangegeven dat er extra handhaving wordt
ingezet op verkeerd aangeboden afval en dat er cameratoezicht wordt gebruikt om
overlast aan te pakken.”
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1
https://www.vvdamsterdam.nl/uploaded/www.vvdamsterdam.nl/files/5baca81 1301 85/afvalovertredin
gen _spuistraat.pdf
https://assets.amsterdam.nl/publish/pages/887131/begroting 2019 amsterdam wrt.pdf
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Lazo Gemeenteblad R
Datum 17 december 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 oktober 2018
1. Is de hiervoor vermelde locatie momenteel opgenomen in de lijst met
afvalhotspots? Zo ja, kan het college toelichten welke maatregelen het heeft
genomen om afvalovertredingen op deze locatie te voorkomen en aangeven
hoeveel afvalboetes er hier zijn uitgeschreven? Zo nee, is het college bereid deze
locatie alsnog als hotspot aan te wijzen?
Antwoord:
Deze locatie is niet opgenomen in lijst met afvalhotspots. Hoewel deze locatie niet
als afvalhotspot is aangemerkt, is er wel sprake van reguliere handhavingsinzet.
Een locatie wordt als hotspot aangemerkt als huishoudelijk en bouwafval
structureel (minimaal twee keer per week) en in aanzienlijke mate bij een
voorziening in de openbare ruimte (bv. afvalcontainer) wordt aangetroffen. De
meest voor de hand liggende locatie van een hotspot is nabij afval
inzamelcontainers. Hotspots zijn echter ook locaties waar structureel buiten de
ophaaldagen (huishoudelijk) afval wordt gedumpt.
Voor de beantwoording of deze locatie als hotspot kan worden aangewezen, is het
van belang om te duiden wat de regels zijn ten aanzien van het aanbieden van
huishoudelijk - en bedrijfsafval op deze locatie. Bewoners en ondernemers die
reinigingsrecht betalen mogen hun huisvuil op maandag en donderdag vanaf
06.00 uur aanbieden tot het moment dat de vuilniswagen van de gemeente langs
is geweest. Bedrijfsafval mag op deze locatie elke dag (7 dagen per week) van
06:00 - 09:00 en van 18.00 - 21.00 uur worden aangeboden aan de verschillende
afvalinzamelaars.
Omdat het aan de hand van de foto's lastig is om het onderscheid tussen
huishoudelijk afval en bedrijfsafval te maken, wil dat gelet op de tijdstippen niet
automatisch zeggen dat er sprake is van overtredingen.
2. Is het college bereid, op de pagina over afvalhotspots op de site van de gemeente
een overzicht van de huidige hotspots te publiceren en deze geregeld te
actualiseren? Zo ja, wil het college per locatie uit dit overzicht ook aangeven welke
maatregelen er zijn genomen en hoeveel boetes hier maandelijks worden
uitgeschreven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is bereid om op de gemeentelijke site een actueel overzicht te geven
van de huidige afvalhotspots.
Er wordt periodiek over de resultaten van de hotspotaanpak gerapporteerd. Het is
te arbeidsintensief om precies per locatie aan te geven welke maatregelen er zijn
genomen. Omdat het college meer waarde hecht aan het meten van resultaten,
dan aan het meten van slechts één van de instrumenten die aan de resultaten
kunnen bijdragen, is zij geen voorstander van het publiceren van het aantal boetes
per probleemlocatie.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1 eember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 2 oktober 2018
3. Is het college bereid, de komende periode op deze locatie actief te gaan
handhaven, bijvoorbeeld door een handhaver in burger en/of met behulp van
(tijdelijk) cameratoezicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
In de gebieden waar de inzameling plaatsvindt, wordt in de ochtend, middag,
avond en incidenteel in de nacht gecontroleerd op te vroeg aangeboden afval.
Dit gebeurt niet elke dag bij alle inzamelroutes. Vanwege de schaarse
handhavingscapaciteit worden keuzes gemaakt waar deze inzet het meest
effectief is. Omdat deze locatie niet als probleemlocatie is aangemerkt, wordt daar
vooralsnog geen extra handhavingscapaciteit op ingezet.
4. Vermoedt het college dat er, afgaand op de foto's, onder het verkeerd aangeboden
afval ook bedrijfsafval zit? Zo ja, wil het college inventariseren welke omliggende
bedrijven zich mogelijk schuldig maken aan afvalovertredingen en hen wijzen op
de regels en waarschuwen voor de boetes die staan op het verkeerd aanbieden
van bedrijfsafval? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Afgaande op de zakken met het opschrift van een inzamelaar van bedrijfsafval is
het aannemelijk dat het ook om bedrijfsafval gaat. Zoals bij antwoord 1 is
opgemerkt, wil dat niet automatisch zeggen dat er sprake is van overtredingen.
Overtredingen voor het verkeerd aanbieden van bedrijfsafval worden bestraft met
een bestuurlijke boete. Er zijn van 1 januari 2018 t/m 31 oktober 2018 in de
Spuistraat aan bedrijven 7 boetes voor het verkeerd aanbieden van bedrijfsafval
uitgeschreven en 3 waarschuwingen gegeven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Xx Gemeente Gemeente Amsterdam
% A t d Bestuurscommissie Oost AB
msterdam Besluit van het algemeen bestuur van
x Oost 7 juni 2016
Jaar 2016
Registratienummer Z-16-26730 / INT-16-084,17
Onderwerp: Keuzenotitie bestemmingsplan Dapperbuurt 2016
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost,
gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 19 april 2016,
overwegende dat:
-_het Algemeen Bestuur bevoegd is om bestemmingsplannen voor te bereiden;
-_ het maken van een nieuw bestemmingsplan voor de Dapperbuurt voortvloeit vit de
actualiseringsplicht van de Wet ruimtelijke ordening;
-__ het maken van een nieuw bestemmingsplan voor de Dapperbuurt onderdeel
uitmaakt van het Plan van Aanpak Bestemmingsplannen 2015-2018, zoals op 8
december 2015 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van stadsdeel Oost;
-___de keuzenotitie een kaderstellend document is, waarbinnen het Algemeen Bestuur
het bestemmingsplan zal voorbereiden;
gelet op:
-_ hoofdstuk drie van de Wet ruimtelijke ordening;
-__artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening;
besluit:
1. de keuzenotitie bestemmingsplan Dapperbuurt 2016 vast te stellen;
2. conform art. 1.3.1 Bro het voornemen van het voorbereiden van het
bestemmingsplan Dapperbuurt te publiceren.
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Kees Rozemeijer, Ivar Manvel,
secretaris wnd. voorzitter
Afschrift: Chris van der Velde
*ZO0OO0O273984DBx 1
| Besluit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1491
Publicatiedatum 23 november 2016
Ingekomen onder BQ
Ingekomen op donderdag 10 november 2016
Behandeld op donderdag 10 november 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Saadi inzake het onderzoek ‘Herijking RAI
(Stichting Continuïteit RAI).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het onderzoek ‘Herijking RAI (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1419).
Overwegende dat:
— De gemeente Amsterdam 25% van de aandelen in de RAI bezit;
— Op 22 juni 2016 een motie is aangenomen die het college oproept het
gemeentelijke aandeel in de RAI te verkopen;
— De RAI in een publiek belang voorziet voor de stad Amsterdam;
— Het van belang is dit publiek belang te waarborgen;
— de huidige aandeelhouders tot nu toe de helft van de jaarlijkse winst hebben
geïnvesteerd in het bedrijf, wat het bedrijf op de lange termijn ten goede komt;
— Het van belang is voor de stad dat die langetermijnstrategie geborgd blijft;
— Bij verkoop van het aandeel aan een commerciële partij deze en andere publieke
belangen mogelijk minder goed geborgd zullen zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken of het belang in de RAI vervreemd kan worden aan een op te richten
niet-commerciële stichting, die het waarborgen van de continuïteit en het publieke
belang van de RAI als doelstelling heeft.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
| Saadi
4
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 3 juni 2021
Portefeuille(s) Onderwijs
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Onderwijs (onderwijs @&amsterdam.nl)
Onderwerp Tweede voortgangsrapportage Lerarenagenda
Geachte leden van de gemeenteraad,
Het Amsterdamse onderwijs heeft een heftig jaar achter de rug met de dubbele crisis van het
lerarentekort en covid-19. De coronacrisis raakt onze gehele samenleving diep. De pandemie
vraagt nog steeds veel van het onderwijs en heeft enorme impact op de draagkracht van scholen,
die toch al zwaar belast zijn door het voortdurende lerarentekort. Hoewel de Amsterdamse
aanpak van het lerarentekort duidelijke resultaten oplevert, bereiken mij nog steeds te veel
signalen van scholen die grote problemen hebben om de formatie voor komend schooljaar rond te
krijgen. In deze brief neem ik v mee in de huidige situatie en laat ik v zien waarom er, naast de
behaalde resultaten, nog steeds grote zorgen zijn.
Lerarenagenda en Noodplan PO versterken elkaar
Om de tekorten te lijf te gaan, werkt de gemeente samen met de Amsterdamse onderwijspartners
in de Taskforce Lerarentekort Amsterdam. Als bijlage bij deze brief ontvangt u de tweede
voortgangsrapportage van de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’. Deze
voortgangsrapportage geeft inzicht in de uitwerking van de maatregelen voor het jaar 2020 uit de
Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023. Doordat de tekorten vooral het primair onderwijs raken
en de urgentie voor extra maatregelen steeds groter werd, is de aanpak in 2020 op initiatief van de
Amsterdamse schoolbesturen geïntensiveerd met het Noodplan Lerarentekort Amsterdam.
Hierdoor hebben we bestaande projecten, gestart in de Lerarenagenda, kunnen uitbouwen en
verstevigen. De kracht van de gecombineerde aanpak zit hem in de samenhang en het feit dat de
verschillende interventies goed op elkaar aansluiten, waardoor we betere en vooral duurzame
resultaten kunnen boeken.
Voortgang Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor de klas’
De Amsterdamse Lerarenagenda ‘Liever voor de klas’ richt zich op het bestrijden van het
lerarentekort en het versterken van de Amsterdamse onderwijsprofessionals. De huidige
coronacrisis maakt de uitvoering van sommige maatregelen lastiger, maar de rapportage laat zien
dat er in samenwerking met de onderwijspartners goede resultaten zijn geboekt om de werklast
van leraren direct te verlichten en het tekort terug te dringen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021
Pagina 2 van 5
De inzet op salaris (Amsterdamse toelage), wonen en mobiliteit werkt
Alle basisschoolleraren in Amsterdam krijgen met ingang van schooljaar 2020-2021 een toelage op
hun salaris. Hierover informeerde ik uv op 16 juni jl.* Ik heb veel positieve reacties ontvangen van
leraren op de Amsterdamse toelage en hoor van schoolbesturen dat leraren de erkenning enorm
waarderen. Het gemeentelijke Servicecentrum voor onderwijs en zorg is afgelopen zomer gestart
en zorgt dat alle stedelijke regelingen op het gebied van wonen en reizen actief worden aangereikt
aan Amsterdamse onderwijsprofessionals. Zo wordt Amsterdam voor leraren een steeds
aantrekkelijkere plek om te werken. Het vinden van een betaalbare huurwoning, een aanvulling op
je reiskostenvergoeding als je verder weg woont of een extra parkeerplek: het zijn allemaal
factoren die een leraar bewegen om te komen of te blijven werken op een Amsterdamse school.
Er starten meer zij-instromers & er komen meer nieuwe leraren bij
Ook het ingezette beleid om de werving, instroom en voorselectie van zij-instromers te verbeteren
werpt zijn vruchten af. Zo is in lijn met de aanbevelingen vanuit het Oberononderzoek naar de
Amsterdamse keten voor zij-instroom? een stedelijk plan voor zij-instroom ontwikkeld en gestart?.
Vanuit één centraal loket wordt er gekeken naar de juiste plek voor de zij-instromer. Ook krijgt
elke zij-instromer een eigen coach en intensieve begeleiding tijdens het zij-instroomtraject. Zo
zorgen we voor minder uitval en kunnen we de toekomstige leraren ook beter verdelen over de
stad. Dit schooljaar startten circa 125 zij-instromers met de opleiding tot leraar. Dit is een mooie
ontwikkeling, maar onze ambitie was hoger. Vanwege de werkdruk op scholen als gevolg van de
coronacrisis zijn er 40 opleidingsplekken minder beschikbaar dan beoogd, waardoor de ambitie
van 180 nieuwe zij-instromers dit schooljaar niet wordt gehaald. We zetten ons gezamenlijk in om
dit aantal volgend schooljaar wel te halen. Vanuit de Taskforce is de inzet gericht op werving en
instroom (met o.a. de campagne en de helpdesk Liever voor de klas). De interventies vanuit het
Noodplan sluiten hier mooi op aan met extra begeleiding, de juiste match en betere verdeling van
de zij-instromers over de stad. Naast de doelgroep ‘zij-instromers’ zetten we met de campagne
ook in op het verbeteren van het imago van het vak bij scholieren en studiekiezers. De
jongerencampagne is direct gekoppeld aan het ervaringstraject Leraar voor een dag. Op deze
wijze hopen we meer Amsterdammers op de pabo te krijgen en zorgen we voor een meer divers
lerarencorps in de nabije toekomst.
Inzet op goed werkgeverschap en professionalisering
Schoolbesturen zijn zich de afgelopen jaren steeds bewuster geworden van het belang van
loopbaanperspectief voor leraren en goed werkgeverschap. Zij gaan eerder en vaker in gesprek
vanuit de vraag ‘wat kunnen we doen om jou te behouden?’ en creëren extra taken of nieuwe
functies die blijvende loopbaanontwikkeling faciliteren.
tRaadsinformatiebrief Amsterdamtoelage voor leraren primair onderwijs dd. 16-06-2020; Bespreking commissie WIO 26-08-
2020
2 Oberon (2020). Hoe werkt de keten? Onderzoek naar de Amsterdamse keten zij-instroomin het beroep.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021
Pagina 3 van 5
Meer maatwerk in opleiden en bevoegden voor de klas
Ook vanuit het Noodplan wordt gewerkt aan loopbaanperspectieven en goed werkgeverschap:
De komende vier jaar leiden we samen met de primair onderwijs besturen, de HvA en de iPabo 120
onderwijsondersteuners modulair op tot leraar, leraarondersteuner of gespecialiseerde
onderwijsondersteuner. Met als blijvend resultaat duurzame flexibele ontwikkeltrajecten richting
een bevoegdheid die vanaf 2022 zijn ingebed bij de Amsterdamse pabo’s. De noodzaak is hoog:
met name in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost staan nu onbevoegden voor
Amsterdamse klassen. Dit zijn grotendeels bekwame onderwijsassistenten, met de potentie om
leraar te worden. Het afgelopen schooljaar waren 280 formatieplaatsen niet vervuld. Veel
vacatures worden nu tijdelijk ingevuld door onbevoegde medewerkers, waaronder veel
onderwijsondersteuners. Schoolbesturen maken in deze tijd de keuze om hen extra opleidingen te
bieden zodat zij zich verder kunnen specialiseren of een onderwijsbevoegdheid kunnen halen. Ik
ondersteun deze ontwikkeling volop. Het is een belangrijke en lang gekoesterde wens om meer
maatwerk in het opleiden te brengen. Zowel vanuit de scholen als de studenten en zij-instromers
zelf. Ook de onafhankelijk aanjager ‘aanpak lerarentekort’, Merel van Vroonhoven wees in haar
advies* op het belang dat opleidingen de behoefte en ervaring van (zij-Jinstromers centraal dienen
te stellen, in plaats van het bestaande aanbod.
Ongelijkheid bestrijden en het dichten van de loonkloof
Zoals ik eerder in deze brief heb benadrukt is met de komst van het Amsterdamse Noodplan
lerarentekort PO (2020-2024) de aanpak van de tekorten in het primair onderwijs geïntensiveerd.
Het gezamenlijke doel is bereikt als in 2024 het gemiddelde tekort aan bevoegde leraren in het
basisonderwijs in Amsterdam kleiner is dan 5% en er geen ongelijkheid meer is in de verdeling van
het tekort over de stad. Uit de eerste Staat van het Amsterdamse primair onderwijs® bleek
opnieuw dat scholen die een groter aandeel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand
hebben, zwaarder lijden onder het lerarentekort dan scholen met weinig of geen leerlingen die dit
risico lopen. Omdat ik ervan overtuigd ben dat je ongelijkheid met ongelijkheid bestrijdt, ben ik blij
dat alle Amsterdamse leraren inmiddels een extra toelage krijgen voor het werken op een school
in de stad. En dat leraren die op een school werken met veel kinderen met een risico op een
achterstand een aanzienlijk hogere toelage krijgen dan leraren op andere scholen. 3300 fte aan
leraren hebben een toelage ontvangen waarvan 2167 fte de basistoelage (925 euro) en 1133 fte de
hogere toelage van 2310 euro). Dit is een belangrijk signaal. Naar de leraren zelf omdat we hun
inzet waarderen en passend willen belonen en richting het Rijk omdat ik als wethouder blijf
benadrukken dat de loonkloof tussen po en vo moet worden gedicht.
Meer leraren aantrekken en behouden door goede randvoorwaarden
De gemeente blijft ook flink investeren in de aantrekkelijkheid van de stad als werkplek. Met het
Servicecentrum Onderwijs en Zorg verlagen we de drempels voor leraren en schoolleiders om in
Amsterdam te wonen en te werken. Personeel in het onderwijs wordt op deze manier zo snel als
mogelijk geholpen als zij praktische vragen hebben over de regelingen voor wonen, mobiliteit en
parkeren. Het college verlengt de tijdelijke extra parkeervergunningen voor scholen en breidt deze
4 M. van Vroonhoven (2020). Samen sterk voor elk kind — eindconclusies.
5 Raadsinformatiebrief Publicatie van de rapportage de Staat van het Amsterdamse primair onderwijs 2019-2020 dd. 23-11-2029;
Bespreking commissie WIO dd. 27-01-2021
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021
Pagina 4 van 5
gedeeltelijk vit in stadsdelen waar de tekorten het grootst zijn. Parallel hieraan ondersteunt de
gemeente vanuit het programma Deelmobiliteit (Verkeer en Openbare ruimte) werkgevers in het
onderwijs met een probeeraanbod deelmobiliteit, waarbij onderwijsmedewerkers gratis
reistegoed krijgen voor bijvoorbeeld deelfietsen en elektrische deelscooters. Daarnaast zetten wij
het volledige beschikbare instrumentarium in om tot meer betaalbare woningen voor leraren te
komen. In 2020 hebben 39 leraren een woning geaccepteerd na succesvolle bemiddeling door de
gemeente.
2020: een lager tekort dan eerder verwacht
Aan de start van de Lerarenagenda verwachtten we naar aanleiding van een prognose door
onderzoeksbureau Centerdata® een verdubbeling van het tekort in 2021 ten opzichte van 2019. Dit
is gelukkig geen realiteit geworden, maar de situatie is nog steeds zeer zorgwekkend. Het is
aannemelijk dat het tekort veel groter was geweest zonder de intensieve aanpak. In oktober 2020
was volgens de Amsterdamse peiling het lerarentekort ten opzichte van een jaar eerder
afgenomen van 12,6% naar 10,3%7. Ook zijn de tekorten gelijkmatiger verdeeld over de scholen in
de stad. Tegelijkertijd maak ik me zorgen over de toekomst: tussen nu en 2024 gaat circa 260 fte
aan leraren met pensioen, de huizenmarkt maakt het bijna onmogelijk voor leraren om in de stad
te wonen en een landelijke salarisverhoging is nog niet in zicht. De urgentie voor een gezamenlijke
aanpak blijft daarmee onverminderd hoog.
Nieuwe methodiek voor monitoring tekorten
Voor de meting van het lerarentekort in het basisonderwijs is Amsterdam per 2021 aangesloten bij
de methodiek die het ministerie van OCW en de overige Gs steden sinds 2020 gebruiken. Dit
maakt een vergelijking van de tekorten in de grote steden mogelijk. Deze meting wordt
tweejaarlijks vitgevoerd door OCW en is toegevoegd als bijlage van deze brief. Helaas zijn de
resultaten uit de eerste meting nog niet betrouwbaar vanwege een lage respons van 67% en
verbeterpunten in de methodiek zelf. Amsterdam heeft een analyse met aanbevelingen voor
verbetering van de methodiek gedaan, deze zijn overgenomen door OCW. De nieuwe meting laat
een tekort zien van 12,5% in februari 2021, een lager percentage dan in de steden Almere en Den
Haag. Door de overstap is een vergelijking met eerdere cijfers nu niet mogelijk. Bij de andere G5
steden wel, omdat zij de nieuwe methodiek sinds 2020 toepassen: zij zien na een daling van het
tekort nu opnieuw een stijging. Dit najaar voert OCW een nieuwe meting uit die ons een
betrouwbaar inzicht geeft in de tekorten. Zodra deze beschikbaar is deel ik de monitor met de
gemeenteraad.
Tot slot
Het onderwijs toont ondanks alle tegenslagen veerkracht en flexibiliteit, maar we bereiken
inmiddels wel de grens. Ik heb grote waardering voor alle onderwijsprofessionals die al een jaar
lang extra intensieve dagen maken om de scholen zoveel mogelijk draaiende te houden en
onderwijsvertraging bij leerlingen in te halen. Samen met de GGD ondersteunen we het onderwijs
zoveel mogelijk met bijvoorbeeld de snelkeuzetoets voor vragen aan de GGD over covid-19,
voorrang op testen voor leraren en de inzet van sneltesten. Momenteel heeft de coronacrisis de
6 De arbeidsmarkt voor leraren po 2019-2024 (november 2018), CentERdata.
7 Monitor programma Noodplan Lerarentekort dd. 2-11-2020, behandeling in commissie WIO dd. 13-11-2020.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 juni 2021
Pagina 5 van 5
hoogste prioriteit, maar de Amsterdamse schoolbesturen geven nadrukkelijk aan dat de aandacht
voor het lerarentekort onverminderd hard nodig is. Ook in de Amsterdamse uitwerking van het
Nationaal Programma Onderwijs kijken we goed hoe we de extra middelen zodanig inzetten dat
bestaande interventies worden versterkt en we onze doelen bereiken. Deze dubbele crisis raakt
het hele Amsterdamse onderwijs. Samen met de Taskforce Lerarentekort blijven wij ons dan ook
maximaal inzetten om het lerarentekort te verminderen. Uiteindelijk zal ook een forse impuls van
het Rijk in de salarissen en arbeidsvoorwaarden van leraren en schoolleiders, bijvoorbeeld door het
dichten van de loonkloof, nodig zijn om het probleem echt duurzaam op te lossen. Wij zullen dit bij
voortduring onder de aandacht blijven brengen bij het ministerie.
Met vriendelijke groet,
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs
Bijlage
1. Voortgangsrapportage 2020 Liever voor de klas
2. Monitor Noodplan (Gemeente Amsterdam en BBO)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 999
Publicatiedatum 8 november 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F.G. Piek van
6 augustus 2013 inzake de vuilophaal na de Gay Pride 2013.
Amsterdam, 7 november 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
In de week van 29 juli 2013 week vond de Amsterdamse Gay Pride plaats met als
hoogtepunt de Canal Parade op zaterdag. Amsterdam liet zich de afgelopen
zonovergoten dagen van haar beste kant zien en heeft wederom bewezen een
internationale trekpleister te zijn voor iedereen die opzoek is naar tolerantie, cultuur
en vermaak in een van de best bewaarde historische binnensteden van de wereld.
Des te groter is het contrast wanneer men nu over de grachten wandelt en overal
overlopende vuilnisbakken, zwerfvuil en opengereten afvalzakken aantreft.
De binnenstad is twee dagen na de Canal Parade nog steeds een bende en wat
de VVD-fractie betreft is er sprake van een ware vuilniskater.
VVD Amsterdam heeft reeds meerdere malen bij verantwoordelijk wethouder Ossel
gepleit voor een intensivering van de schoonmaak en de vuilophaal rondom grote
evenementen zoals de Gay Pride en is daarom ook verbijsterd dat stadsdeel Centrum
wederom niet in staat is om de rommel binnen 48 uur op te ruimen. In de zomer —
het hoogtepunt van het toeristenseizoen — zijn een snelle, grondige vuilophaal en
schoonmaak van essentieel belang om Amsterdam in de Top 10 van toeristische
bestemmingen in Europa te behouden. VVD Amsterdam sluit zich dan ook graag aan
bij burgemeester Van der Laan aan die tijdens een bijeenkomst aangaf dat het
kwaliteitsniveau van de openbare ruimte tijdens de inhuldiging van Koning Willem
Alexander het nastreven waard was.
Wat VVD Amsterdam betreft moet bij ieder groot evenement op basis van de
bezoekersaantallen van voorafgaande jaren een inschatting gemaakt worden welke
capaciteit nodig is om de openbare ruimte te allen tijde spic en span te houden.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 augustus 2013, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing doo Gemeenteblad
Datum 8 november 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2013
1. Kan het college aangeven op welke wijze de vuilophaal en schoonmaak heeft
plaatsgevonden? Verschilt deze wijze met de reguliere schoonmaak en vuilophaal
in de weekenden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college is het met het raadslid Piek eens dat er een opgave ligt om de stad na
grote evenementen snel weer schoon te krijgen. Daarbij heeft het college de staat
van de binnenstad op de Kroningsdag 30 april voor ogen. Het college heeft
intussen het initiatief genomen om samen met de stadsdelen te kijken hoe de
reiniging beter, sneller en efficiënter kan. Centrum en Zuid nemen als
belangrijkste toeristische gebieden namens de stadsdelen de rol van trekker op
zich. De voorliggende beantwoording is mede ingegeven door dit initiatief van het
college. Hierdoor heeft het opstellen meer tijd in beslag genomen dan
gebruikelijk. Het college van B&W excuseert zich hiervoor.
Allereerst volgt de feitelijke informatie waar het raadslid Piek om heeft gevraagd.
Het Stadsdeel Centrum benadrukt dat er na de Gay Pride extra inzet is gepleegd
om de stad sneller weer aan kant te krijgen. Tijdens een regulier weekeinde wordt
er in het centrum schoongemaakt door 4 inzamelploegen, 4 veegploegen en
15 wijkverzorgers. Voor de Gay Pride was een extra inzet van 2 inzamelploegen
en 4 veegploegen beschikbaar (4 veegploegen na de Canal Parade, 4 extra
ploegen zondag overdag, 2 extra ploegen op maandag en dinsdag). Het college
gaat onderzoeken of er door een andere inzet van capaciteit tijdens en vlak na
evenementen de stad sneller schoon kan worden gemaakt.
2. Welke — extra — maatregelen worden genomen om de Amsterdamse binnenstad
tijdens drukke periodes schoon te houden? Wordt hierbij ook samengewerkt met
andere stadsdelen waar vanwege de vakantieperiode minder inzet van mensen
op het onderhoud van de openbare ruimte nodig is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Na evenementen wordt voor zover financieel mogelijk extra inzet gepleegd.
Deels wordt dit gedekt uit inkomsten die de evenementen genereren. In de
praktijk blijkt dit niet voldoende te zijn. Er is daarnaast reeds samenwerking
tussen de reinigingsdiensten van de stadsdelen, maar voor extra inzet moet wel
betaald worden. Het college wil onderzoeken of er een gemeentebreed inzetbare
vliegende brigade ingesteld kan worden voor extra inzet na evenementen.
3. Is het college het met VVD Amsterdam eens dat bij grote evenementen in
Amsterdam een intensivering van het onderhoud van de openbare ruimte
noodzakelijk is om een ‘vuilniskater’ te vermijden? Wat kan er volgens het college
aan worden gedaan om een dergelijke ‘vuilniskater’ bij toekomstige evenementen
te voorkomen?
Antwoord:
Het college wil gezegd hebben dat het in veel gevallen juist erg goed gaat.
De extra inzet die de reinigingsdienst van het Stadsdeel Centrum pleegt wordt
ook door veel bewoners en ondernemers hogelijk gewaardeerd. De inzameling en
straatreiniging van het Centrum vegen regulier twee keer per week de hele
binnenstad schoon, dat betekent dat het bij reguliere bezetting vier dagen kan
duren voordat alles weer schoon is. Het college gaat met Stadsdeel Centrum
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 8 ovember 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 6 augustus 2013
onderzoeken of met een andere inzet van middelen het centrum steeds binnen 48
uur schoon kan zijn.
4. Welke concrete actie(s) gaat het college bij het volgende grote evenement
ondernemen om te voorkomen dat het vuil wederom dagenlang op straat blijft
liggen?
Antwoord:
Begin 2014 zal het college hiervoor een uitgewerkt voorstel aan de raad
presenteren.
5. Welke inzet van mensen en middelen is volgens het college nodig om het
kwaliteitsniveau van de openbare ruimte op hetzelfde peil te krijgen als tijdens
de inhuldiging?
Antwoord:
Voorafgaand aan en tijdens de inhuldiging waren delen van de binnenstad
afgesloten, er was veel handhaving en extra geld voor schoonmaak. Het is
ondoenlijk om in het Centrum het hele jaar door het beheerniveau van de
Kroningsdag te realiseren. Niet alleen vanuit financieel oogpunt, maar vanwege
de toegankelijkheid van de gebieden. Immers, voor de Kroningsdag zijn deze
gebieden enige dagen voor het normale gebruik afgesloten geweest. Dit is
normaliter niet mogelijk. Het Stadsdeel Centrum heeft wel inzichtelijk gemaakt
hoeveel het gebaseerd op de huidige wijze van organiseren en werken kost om
gedurende het hele jaar de Dam en omgeving op het hoogste beheerniveau te
houden. Dit vergt een extra jaarlijkse investering van € 750.000. Ter vergelijking:
voor het Vondelpark heeft Stadsdeel Zuid deze extra kosten becijferd op jaarlijks
£ 450.000,-.
Een volledige schoonmaak van de binnenstad binnen 48 uur na een groot
evenement betekent dat er bij elk groot evenement minimaal 60.000 euro nodig is
voor extra inzet voor inzameling en straatreiniging. Dit is exclusief extra kosten
voor aanpassingen en reparaties aan straatmeubilair, verwijderen van hinderlijke
fietsen en extra handhaving, zoals wel beschikbaar was op de dag van de
inhuldiging.
Het college is ervan overtuigd dat het beschikbaar stellen van meer financiële
middelen niet de enige oplossingsrichting is. Samen met de stadsdelen gaat het
college op zoek naar slimme en innovatieve methodes om de stad structureel
schoner te houden. Hierover rapporteert het college begin 2014 terug in de raad.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1504
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 29 november 2017
Behandeld op woensdag 29 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Algemene Subsidieverordening
Amsterdam 2013 (ook verantwoording subsidies tot € 5000).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1485).
Constaterende dat:
— Inde ASA 2013 de mate van verantwoording van subsidies is opgesplitst in
subsidies tot € 5000, € 5000 — € 50.000, en alles bven de € 50.000;
— Bij de subsidies van € 5000 tot € 50.000 volgens de ASA vereist is dat hiervoor
uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van
de subsidie moet worden ingediend met inhoudelijk verslag;
— Subsidies tot € 5000 direct door het college worden vastgesteld en een
inhoudelijk verslag met aanvraag tot vaststelling van de subsidie geen vereiste is.
Overwegende dat:
— De gemeente Amsterdam bij de lage subsidies niet kan controleren of het geld
wel is besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een onderzoek uit te voeren naar de voor- en nadelen om bij subsidies tot € 5000
een vorm van verantwoording te vereisen waarbij ten minste de facturen en bonnetjes
kunnen worden overlegd en dit terug te koppelen aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1225
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder AQ
Ingekomen op donderdag 5 november 2015
Behandeld op donderdag 5 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Groot Wassink inzake de uitwerking van het re-integratieinstrument
Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels
Perspectiefbaan.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitwerking van het re-integratieinstrument
Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels
Perspectiefbaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1168);
Overwegende dat:
— in de voordracht van 25 november 2014 het college zegt, voornemens te zijn
425 perspectiefbanen te creëren;
— bij de uitwerking van de pilot wordt gesproken over slechts 100 perspectiefbanen
structureel per jaar;
— de eerder opgenomen dekking uit het plan Jeugdwerkloosheid van 640.000 euro
vervalt;
— erin 2015 een onderbesteding wordt verwacht.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het aantal (tijdelijke) perspectiefbanen maximaal uit te breiden met de dekking uit het
plan Jeugdwerkloosheid en de onderbesteding op dit programma in 2015.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | train |
% An Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
X Nieuw-West Commissiezaal Plein 40-45, nr. 1
X 20 september 2022
Start om 20.30 Uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Voorzitter SDC: Pieter Nijhof
Secretaris SDC: Caner Duman
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
4. Mondelinge vragen
5. Ongevraagd advies Menstruatiearmoede Nieuw-West
6. Ongevraagd advies Terrasverwarmingsverbod
7. Presentatie Bomenkap en Herplanting
8. Ingekomen stukkenlijst
g. Vaststellen afsprakenlijst SDC 6 september 2022
10. Rondvraag
11. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | discard |
VN2023-020207 issi í í í
Wonen X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en eed WV
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt A
Datum besluit 17 oktober 2023
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie „48accent.23 van raadslid Boomsma over leegstand
corporatiewoningen
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie „48accent.23 van het
raadslid Boomsma over leegstand corporatiewoningen.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 19 juli 2023 heeft de raad bij de bespreking van de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting motie
4A48accent aangenomen van het raadslid Boomsma (CDA) over leegstand corporatiewoningen,
waarin het college wordt gevraagd om:
De corporaties te vragen een methodiek te ontwikkelen waarin op begrijpelijke wijze de
leegstandscijfers van verschillende corporaties gedeeld kunnen worden met de Raad en de Stad,
waarbij inzichtelijk wordt hoeveel woningen leeg staan, waarom woningen leeg staan en hoe lang
woningen leegstaan.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2023-020207 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023
Ter kennisneming
Ja, motie „48accent.23 van het raadslid Boomsma.
Welke stukken treft v aan?
Afdoening motie 448 accent.23 van raadslid Boomsma (CDA) inzake
AD2023-079289 8 ‚ ‚
leegstand bij woningcorporaties.pdf (pdf)
AD2023-068976 Commissie WV Voordracht (pdf)
Motie Boomsma 448accent.23 leegstand corporatiewoningen
AD2023-079833
tegengaan.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Arjen van der Leeuw, [email protected], 0622920521
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
Agenda van de
Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling van
4 december 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Ruimte-
lijke Ontwikkeling
Datum: woensdag 4 december 2013
Aanvang: 20:00 uur
Locatie: Raadzaal
Documenten: Notulen - verslag 4 december 2013 bestand te groot voor inclusie
01. Opening/mededelingen
02. Vaststellen agenda
03. Vragenkwartiertje
04. Verslag 6 november 2013
05. Openstaande toezeggingen
06. Mededelingen portefeuillehouder(s)
07. Benoeming vertegenwoordiger in Recreatieschap Twiske Waterland
08. Vaststelling herziening 2013 van het Exploitatieplan Buiksloterham
09. Vaststelling bestemmingsplan Wellness
10. Vaststelling bestemmingsplan Noorderpark
11. Bruggen Noorderpark, herbevestiging circuit en prioriteit aanleg Noorderlijke brug
over Noordhollands Kanaal
12. KABINET
13. KABINET
14. Rondvraag
15. Sluiting
1
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1371
Datum indiening 8 augustus 2017
Datum akkoord 8 november 2017
Publicatiedatum 9 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake scheepswrakken in
het Amsterdamse binnenwater.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Het Amsterdamse binnenwater wordt druk bevaren. Dat levert voor bootbezitters,
bezoekers en meevarende Amsterdammers veel plezier op. Tegelijkertijd zorgt deze
nautische activiteit op de grachten en omliggende wateren voor een toenemende druk
op het water en de wal. Aan de kades is het lastig om een aanlegplek te vinden.
Toch ontvangt de VVD signalen dat er regelmatig scheepswrakken te vinden zijn
langs kades, bijvoorbeeld doordat een sloep volloopt met regenwater en de eigenaar
deze niet hoost. Sommige blijven lange tijd liggen alvorens ze worden verwijderd. Een
scheepswrak neemt ook volgens Waternet schaarse plek in, heeft een verloederde
uitstraling en kan voor onveilige situaties zorgen. Waternet treed via de Wrakkenwet
op tegen gezonken boten en geeft op haar website een kennisgeving van
verwijdering. De eigenaar van de boot kan deze tegen betaling van €910 na
verwijdering komen ophalen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel scheepswrakken worden er per jaar verwijderd door Waternet? Hoeveel
boten worden na verwijdering weer opgehaald door de eigenaar? Graag een
overzicht van de afgelopen vijf jaar.
Antwoord:
In de Grachtenmonitor wordt jaarlijks over de scheepswrakken gerapporteerd.
Hierna volgt een overzicht van verwijderde scheepswrakken van de afgelopen vijf
jaar:
Geheel Waarvan | gelicht gelicht
Amster- in door door
Jaar dam Centrum |eigenaar Waternet | opmerking
' https://www.waternet.nl/actueel/kennisgevingen/
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017
Verdeling
eigenaar/
Waternet niet
2012 727 294 geregistreerd
zn Jee ee ee
je Je ee
DE EE EE
ze Jes le Je ke
In de praktijk worden vaartuigen niet meer opgehaald door hun eigenaar. Slechts
een enkele keer (2 á 3 keer per jaar) haalt een eigenaar zijn vaartuig op.
2. Watis de winst of verlies dat Waternet maakt op de kosten voor het wegslepen
versus de opbrengsten door betaalde wegsleepkosten”?
Antwoord:
Waternet brengt € 910 in rekening. Dit is gebaseerd op de daadwerkelijk
gemaakte kosten en als zodanig kostendekkend. Het bedrag betreft het lichten,
transporteren en bewaren van een gezonken vaartuig (totale lichtingskosten).
In praktijk worden vaartuigen zoals aangegeven zelden geclaimd door de
eigenaar en is het vaak niet mogelijk het vastgestelde bedrag te verhalen op de
eigenaar van het vaartuig. Zie ook het antwoord op vraag 5.
3. Hoeveel vignetten zijn er de afgelopen vijf jaar afgegeven door Waternet voor het
afmeren in Amsterdam?
Antwoord:
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afgegeven vignetten in de
afgelopen vijf jaar.
Soort
2012 2013 2014 2015 2016
Normaal 9.478 7.994 7.651 6.788 6.455
(% van totaal) (64%) (60,4%) | (79,3%) |(77,7%) |(77,8%)
Abonnement 962 668 511 514 494
(% van totaal) (8,5%) [(67%) [(5,3%) [(5,8%) |(5,9%)
Milieu 850 1.281 1.486 1.439 1.344
(% van totaal) 7,5%) [(22,9%) |(25,4%) |(26,5%) | (16,3%)
4. Zijn er hotspots bekend waar relatief veel scheepswrakken en/of gezonken boten
voorkomen?
Antwoord:
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017
Ongeveer 30% van de gezonken vaartuigen worden aangetroffen in Centrum. Dit
is het meest populaire vaargebied en bevat verhoudingsgewijs veel vaartuigen.
Waternet registreert het aantal gezonken vaartuigen per vaarweg. Omdat de
lengte van de vaarwegen verschillend is zijn deze aantallen niet 1 op 1 te
vergelijken.
In absolute aantallen valt het Amstelkanaal op met tot nu toe 20 gezonken
vaartuigen over 2017. De 10 gezonken vaartuigen over 2017 in de
Lijnbaansgracht vallen ook op gezien de relatief korte lengte van deze gracht.
5. Worden de verwijderingskosten à € 910 verhaald op een eigenaar die zijn of haar
boot niet op komt halen? Zo nee, waarom niet? Is het college het met de VVD
eens dat dit de praktijk moet zijn?
Antwoord:
Indien het eigendom van het vaartuig juridisch kan worden aangetoond, worden
de kosten van lichten, wegslepen en bewaren op de eigenaar verhaald. In praktijk
is dit vaak niet mogelijk, in minder dan 1% van de gevallen kunnen de kosten
worden verhaald.
Een Binnenhavengeld (BHG)-vignet kan juridisch niet gelijk worden gesteld aan
bijvoorbeeld een kentekenbewijs van een auto. Een kenteken moet worden
overgeschreven op een nieuwe eigenaar. Als de eigenaar dit nalaat blijft hij of zij
juridisch aansprakelijk en kunnen kosten verhaald worden. Voor een BHG-vignet
bestaat deze verplichting niet en een eigenaar is niet verplicht aan te kunnen
tonen dat het vaartuig daadwerkelijk verkocht is. Dit is ook niet binnen het
beschikbare instrumentarium verplicht te stellen.
Een verplicht kenteken voor een vaartuig zou een belangrijk hulpmiddel zijn op dit
punt en het college is dan ook voorstander van de invoering hiervan. Wij kunnen
dit echter niet verplicht stellen. Op landelijk niveau kan dit wel en daar denkt men
thans na over de invoering van een kenteken voor vaartuigen. Het ministerie van
Infrastructuur en Milieu heeft Waternet benaderd om over dit kenteken voor
vaartuigen mee te denken.
6. Op welke manier kunnen buurtbewoners melding maken van een scheepswrak
en/of gezonken boot? Hoeveel tijd zit er gemiddeld tussen het doen van een
melding door een bewoner en het daadwerkelijk verwijderen van het wrak?
Antwoord:
Bewoners kunnen gezonken vaartuigen telefonisch, per e-mail, via de vaar-app
en via een webformulier doorgeven.
Waternet volgt voor wrakken de procedure van de zogenaamde “Wrakkenwet”.
Toezichthouders controleren tijdens hun reguliere(dagelijkse) rondes of er sprake
is van spoed bij het lichten in verband met de doorvaart en de veiligheid ter
plaatse. Bij spoed kan het gezonken vaartuig namelijk direct afgevoerd worden.
Is er geen spoed dan moet de eigenaar wettelijk de gelegenheid krijgen om het
vaartuig zelf te lichten binnen een redelijke termijn. Een redelijke termijn is
doorgaans minimaal 14 dagen en deze termijn is dan ook in de procedure
opgenomen.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2017 Schriftelijke vragen, 8 augustus 2017
De procedure is dan als volgt. Waternet moet openbaar bekend maken dat een
gezonken vaartuig aangetroffen is op een bepaalde locatie. Dit doet Waternet
door het vaartuig op de zogenaamde wrakkenlijst te plaatsen en deze te
publiceren als er minimaal 5 vaartuigen op deze lijst staan. Dit minimum van 5
vaartuigen is wenselijk om de diverse juridische en administratieve stappen in
deze procedure efficiënt te doorlopen en te kunnen bewaken. De eigenaar moet
dan binnen 14 dagen na publicatie het wrak lichten. Als de eigenaar bekend is
ontvangt hij hier tevens een brief van met deze strekking. Als het vaartuig na
afloop van de 14 dagen-termijn niet gelicht is, gaat Waternet over tot het lichten.
De doorlooptijd na publicatie van de wrakkenlijst is dus 14 dagen. Het vaartuig
wordt hierna nog 14 dagen opgeslagen. Is het vaartuig na die 14 dagen niet
geclaimd, dan wordt het ter dekking van de kosten verkocht. Deze opbrengsten
(waarde als vaartuig of als materiaalwaarde) zijn gemiddeld kostendekkend.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, gemeentesecretaris E. van der Burg, locoburgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 21 december 2022
Ingekomen onder nummer 559
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Heinhuis, Rooderkerk en Boomsma inzake sluitingstijden
horeca binnenstad
Onderwerp
Vervroegen sluitingstijden horecabedrijven in de binnenstad ten behoeve van de leefbaarheid’
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Wijzigen van de APV i.v.m. het vaststellen van beperkte openingstijden
voor horeca- en prostitutiebedrijven (#8).
Constaterende dat:
-_In grote delen van de binnenstad de leefbaarheid onder druk staat, waarbij niet alleen
sprake is van zeer hoge toeristische druk, maar ook van specifieke ongunstige bezoekers;
-_In het weekend de bezoekersaantallen en het aantal overlastmeldingen in de binnenstad
het hoogst liggen;
-_ Onder meer op grond van het observatieonderzoek 2022 van onderzoeksbureau Enneüs
de indruk ontstaat dat de overlast voornamelijk verband houdt met de aanwezige horeca
in het gebied en in mindere mate met de aanwezigheid van prostitutieramen;
-_ Het college, in het licht van het bieden van rust aan bewoners in de late nacht, voorstelt in
het Kern-Wallengebied in het weekend alle horeca te beperken tot 02:00 uur;
- Bewoners, sekswerkers en ondernemers in de inspraakperiode van 25 juli tot 2 september
onder meer te kennen hebben gegeven dat een nog kortere sluitingstijd bijdraagt aan de
gewenste resultaten;
-_ De PvdA fractie in stadsdeelcommissie Centrum te kennen heeft gegeven voorstander te
zijn van het verder beperken van de sluitingstijden naar o4.00 uur;
-__Het voorstel voor de sluitingstijden nog niet aansluit op coffeeshops die reeds iedere dag
van de week om 01:00 uur sluiten.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__Nog voor de zomer 2023 in kaart te brengen wat de eerste gevolgen zijn van de
voorgestelde vroegere sluitingstijden van horecabedrijven op de leefbaarheid in het
gebied en de raad hierover te informeren;
-_ Indien blijkt dat de gewenste resultaten beperkt zijn, alvast voorbereidingen te treffen om
de sluitingstijden van horecabedrijven met nog een vurte vervroegen naar 01.00 vur en de
raad hierover de informeren.
Indiener(s),
L. E. Heinhuis
lì Rooderkerk
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie
2x Besluiten
| 12 augustus 2014-6
Besluit over Sloop Oosterdoksdam
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, AB-vergadering 12 augustus
2014, bij agendapunt 6
De bestuurscommissie heeft op 12 augustus 2014 het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Ter inzage leggen van het ontwerpbesluit om het noordelijke deel van de Oosterdoksdam, op bijgaande
tekening weergegeven, aan het openbaar verkeer te onttrekken.
Suze Duinkerke
Secretaris
Boudewijn Oranje
Voorzitter
Verschenen op 13 augustus 2014 1
| Besluit | 1 | train |
DN ú Ti | Re (a en en B ATR NT 5
ld | Wij Eger 2 on ELBOERS menne
NAE Í LO Os | GRAN Ie
mmm aen el ce | \ |
EE si 5 Es
aad Ps al il : _ = tried hae A \ | '
= en Á jg —_
Ir Ha il Ei EE de ip PL \
4 - : OE |=: en RE bnr 5 St: dl NN
of rk EDT Ki | ERN Ë Ea B - S Í iN
a U Td la), EEN enke 4 hen RE EN AL A i
E - iin il KE a k 4 4 et lk fj af We IND LA)
> er Ce nd | |
hb A [ i ple, J e Ps Cn E B ij sb | dk Ea) bi —
En pa WE 9 Ae MADD E 3 | Î
b mi | ’ d a Ki il oe En EN | | Í | Î Ii: Î | |
> ME Seek Re ia ». 5 id | HAN, | l ni
Ee | N Re ee rant KNN IJ IE 8 IM
: s â ) ad je 3 la dr di Ai if | ijn i\ if h K Ii | 4 {
{ 6 Ka Sk NEN ik hl ij hb IN Weil, IB
ES Ee / 8 NES: Ks Aal He iN
a Í cit U | lin, Mill lik 8
Î iden Ta q Í ed Ne j E i If LE v
EE K d : nn SH Î | É \ 4! | Lik @
VN! a BE ONZ NN
N. RA | ä 8 vj \ B If &) |
be IE „Y N BEEN SU Et
EE AN REN
— 8 \ N = NY
k p \ S NL
en
[EA /
ee AN
de
a
Adam ga Plan van aanpak
mentaal gezond
| n h dl Voorwoord 3
OO U Aanleiding h
Activiteiten 2020-2022: wat hebben we gedaan en geleerd? 6
Visie en missie 8
Visie 8
Missie 8
Onze rol 9
Uitgangspunten 10
Bewustwording en communicatie 10
We sluiten aan bij wat er al is 10
Ontsluiten preventief (zorg- &) welzijn aanbod 11
We sluiten aan bij wat er al is 11
Inzet op meerdere niveaus 12
Aanpak 2023-2026 14
Organisatie en activiteiten langs 4 actielijnen 15
Actielijn 1: mentaal gezonde stad 16
Actielijn 2: mentaal gezonde buurt 17
Actielijn 3: mentaal gezond onderwijs 19
Actielijn 4: mentaal gezond aan het werk 21
Onderzoek en (internationale) samenwerking 23
% GGD
% Amsterdam
x
A'dam iel Plan van aanpak
mentaal gezond
Cijfers laten zien dat ook vóór de coronapandemie de gaat, een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken.
Voo f WOO rd mentale gezondheid van de Amsterdammers onder Dus ook voor de mensen met wie het op het eerste
druk stond, terwijl de wachtlijsten voor de geestelijke gezicht wel goed gaat, maar die misschien toch
Met het uitbreken van de gezondheidszorg (GGZ) steeds verder opliepen. Dit kwetsbaar zijn. Thrive is er dus niet voor de diagnose
coronapandemie werd was dan ook de aanleiding om in 2019 te starten met en behandeling van mentale problemen.
duidelijk dat we allemaal Thrive Amsterdam mentaal gezond, geïnspireerd door
DEE eren: AT TEEN de Thrive aanpak in steden als Londen en Toronto. Wanneer mensen met lichte, beginnende lachten
Bn Het Engelse ‘to thrive’ betekent bloeien, floreren. worden ondersteund met laagdrempelige preventieve
Add ee Aedes En dat is precies wat Thrive wil realiseren: dat alle interventies, kan de GGZ zich richten op mensen die
gaat. Hoewel de meeste Amsterdammers kunnen floreren in hun stad. Natuur- te maken hebben met complexere problematiek. Ook
Amsterdammers veerkrachtig lijk gaat het leven niet altijd over rozen. ledereen krijgt is het normaliseren van het gesprek over mentale
Alg gebleken, geldt dat niet te maken met uitdagingen en tegenslagen. Bovendien gezondheid belangrijk; het omgaan met mentale
voor iedereen. leven we in een complexe tijd die steeds weer een tegenslagen hoort bij het leven. Het gesprek aangaan
beroep doet op ons vermogen om ons aan te passen met elkaar in een vertrouwde omgeving als de buurt,
aan veranderingen. Het leven in een grote stad als op school of op het werk; in verbinding komen met
Amsterdam doet daar nog een schepje bovenop. anderen en het gevoel hebben ergens bij te horen zijn
bewezen beschermende factoren als het gaat om
Kortom, er wordt veel van Amsterdammers gevraagd. mentale gezondheid.
Mensen kunnen vaak veel aan, maar toch zijn er
situaties die je draagkracht te boven gaan en die je Als wethouder Publieke gezondheid en preventie
uit balans brengen. Dat is onvermijdelijk. Maar als verbind ik me persoonlijk aan het doel de stad
je veerkrachtig bent, kun je je na verloop van tijd mentaal gezonder te maken. De komende
aanpassen aan de nieuwe situatie: je ‘veert terug’ en jaren moeten we allemaal oog houden voor
kunt weer door. Amsterdammers voor wie het even tegenzit, die
een luisterend oor of een hart onder de riem nodig
Die veerkracht is een belangrijk onderdeel van hebben. Want alleen samen maken we het verschil.
1 Trimbos: mentale gezondheid is de manier waarop je je mentale gezondheid en precies dat is waar
Vn el PA VEE PSP EReIEEe Thrive zich mee bezighoudt. Thrive is er voor alle Alexander Scholtes
uitdagingen in het dagelijks leven. Tegelijkertijd gaat het ook ‚ ‚
eee events de samenednediereme Amsterdammers die, als het om mentale gezondheid Wethouder Publieke gezondheid en preventie
Te 5
Driekwart van de psychische stoornissen ontstaan
in de adolescentie?. In deze periode worden jongeren en Ed en
blootgesteld aan diverse biologische, cognitieve ii en
en sociale veranderingen. Dit gaat vaak samen Ln EE
met stress wat hen extra kwetsbaar maakt voor ed EN
het ontwikkelen van bijvoorbeeld depressieve At
symptomen’. Dit alles vraagt om extra inzet op En aen
mentale veerkracht van jongeren en kwetsbare ee
Amsterdammers. Jongvolwassenen (16- t/m leerd lk Hon hi E EA
25-jarigen) zijn in 2022, na het vervallen van bijna alle N el LA RN Pe en, wl
coronamaatregelen, bevraagd over onder andere hun il ah Ë 6 ED , ee he dea je
mentale gezondheid. 60% van hen heeft psychische nek Ai 8 IJ Een k |
klachten, waarvan 11% ernstige psychische klachten’. md ek Se k me
ee ek
De meest recente cijfers voor volwassenen, uit 2020, am /
laten zien dat bijna de helft van de Amsterdamse pn
volwassenen (45%) last zegt te hebben van S Ten re $ J
psychische klachten zoals stress, angsten of Gold ie Rn e_
eenzaamheid. Een kleine 10 procent daarvan ervaart an
serieuze psychische problemen®. Vanaf 2008 is dit
aantal continu gestegen. De hoogste cijfers zien Amsterdam 45% NN
we onder inwoners met een laag opleidingsniveau, Nederland 0%
een minimuminkomen en/of een niet-westerse
migratieachtergrond. Mentale klachten zijn niet
gelijk verdeeld over de stad. Ook komen psychische Amsterdam % mm
klachten vaker voor bij inwoners zonder betaald ne 6 Mm
werk. Het cijfer loopt uiteen van 7% in Zuid, 10% in
Nieuw-West en Zuidoost tot 12% in Noord.
mentaal gezond Plan van aanpak
Trend ontwikkeling mentale gezondheid Amsterdam © ee Â,
Î |
12 h
10
3 in Amsterdam heeft
0
6 60%
van de jongvolwassenen (16-25
h jaar) last van (licht tot matige)
psychische klachten, terwijl dit in
2 Nederland
0
0 55%
2008 2012 2016 2020 van de jongvolwassenen is.
MN Ernstige psychische klachten 18-24 jaar Bron: Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022
IM Ernstige psychische klachten volwassenen
Amsterdamse jongvolwassenen geven
vaker dan in de rest van Nederland aan
dat de invloed van corona negatief was
Bewoners van Amsterdam hebben in vergelijking In 2019 is Thrive Amsterdam mentaal gezond gestart (48% versus 43%). Bijna driekwart van de
met de rest van Nederland een slechtere mentale met een netwerk van o.a. Cliëntenbelang Amsterdam, Amsterdamse jongvolwassenen (73%) geeft
gezondheid. Als mensen mentale klachten eerder Arkin, GGZ inGeest, Amsterdam UMC, Eerste Lijn abn knack soad sna ahedsn
5 n
herkennen en laagdrempelig ondersteuning kunnen Amsterdam Almere (ELAA) en het Centre for Urban Kn ahhh kn
… . de coronaperiode. De jongvolwassenen
krijgen, draagt dit op de langere termijn bij aan Mental Health van de UvA. Ee 7
‚ ‚ vulden de vragenlijst in nadat bijna alle
het voorkomen of verminderen van ernstigere REEN EREN
problematiek. De cijfers markeren dus het einde van de
coronaperiode.
% GGD 5
% Amsterdam
oen Plan van aanpak
Id Id Id . eere . …
Act A4 7 U Ì te n In 2020 is gestart met activiteiten langs vier pijlers
mentale gezondheid, netwerk, beleid en onderzoek’. à
pd 0 2 0 En pd 0 pd 2 O Gedurende de coronaperiode is de focus van de A'dam Gld
Di Re mentaal
activiteiten gericht op jongeren en jongvolwassenen,
gezond
wat hebben na signalen over de impact op de mentale
ezondheid van de d . Rondje Mentaal Gezond
g panaemie. Wandeling 4,5 kilometer
we gedaan en rr
e Zo werd bijvoorbeeld de Studyroomservice an Atam annomik Ley maake
e le lee de 2 opgezet tijdens de lockdown: studenten daroen mat alerte os van Annam Voor
konden in hotelkamers een dagdeel samen anje corand venit |
Thrive Amsterdam mentaal studeren, Thrive zette dit op en organiseerde ES ek. oe
ro Thri 5 de werving van studenten. Daarnaast werden KA D= 5 7
De . … -e … N DK ne a î
gezon ( LA dE rive) IS drie bestaande hulplijnen onder één noemer bij Mi Se A ( P. m$
N s NAR EB:
ontstaan als een netwerk van elkaar gebracht achter één voordeur: UpTalk. Bij ' ‘Un î
partners die in verschillende studentenverenigingen zijn vertrouwenspersonen EL :
rollen, van onderzoek tot getraind in het voeren van gesprekken over mentale NE 4 5
ervaringskennis Pre TN; ain) eN gezondheid. Op mbo's en voortgezet onderwijs read 4 El
d 5 zijn online webinars gegeven over het omgaan met
Amsterdam op het gebied van An
e mentale gezondheid tijdens de coronapandemie.
mentale gezondheid.
Zie voor een volledig overzicht van activiteiten
Bijlage 1 (pagina 7).
problemen te relativeren, zonder ze te bagatelliseren.
Het belangrijkste inzicht dat de afgelopen jaren Woorden als depressie vermijden en woorden als
ons heeft opgeleverd is om zoveel mogelijk samen stress en dip juist wel te gebruiken, zorgt voor
te werken met de Amsterdammers en de lokale herkenbaarheid en laagdrempeligheid. Tenslotte
organisaties. Op deze manier zijn we goed in staat zorgt een divers team er voor dat we feeling hebben
Ô om aan te sluiten bij de behoeften en vraag van met diverse groepen Amsterdammers, zodat we
6 thriveamsterdam.nl/wp-content/uploads/2020/11/ n .
ETT bewoners. Ook bleek taal enorm belangrijk om beter op elkaar aansluiten.
% Fn 6
Len Plan van aanpak
EEN GREEP UIT DE MN Anti-stigma campagne
‘Op het eerste gezicht’:
RESULTATEN VAN THRIVE an 12 verhalen. >300.000
2021- views
2025 VN blocaties @Ease
PV Y 1.800x wandeling
Rondje Mentaal Gezond
® Mentale gezondheid gedownload
opgenomen in de
Amsterdam Nota
Gezondheidsbeleid
2021-2025
studenten / ne
, 1.4 miljoen personen
eee bereikt campagne UpTalk
Te / >200 hulpvragen UpTalk
15 webinars mentale volgers social
25 gezondheid media, ruim 150
berichten
vertrouwenspersonen 10x cursus Mental Health
5 25x in 2022 nieuwsbrief
eel iel Plan van aanpak
mentaal gezond
Visie en missie
je Thrive zet zich in voor een Amsterdam dat de Thrive vergroot de ‘collectieve veerkracht’ van de
Het leven in een grote stad 8
8 5 mentale gezondheid van zijn bewoners ondersteunt stad, zodat Amsterdammers beter steun kunnen
brengt Die uitdagingen en bevordert. Dat betekent dat alle Amsterdammers vinden als hun mentale gezondheid op de proef
met zich mee als het gaat zich gesteund voelen door hun stad en door de wordt gesteld.
om mentale gezondheid. Ts mensen in hun omgeving, waardoor ze veerkrachtig
zijn meer stressfactoren en zijn en goed kunnen omgaan met de uitdagingen die Dat doet Thrive door ervoor te zorgen dat
a n ze in hun leven tegenkomen. Zo hebben ze minder Amsterdammers makkelijker met elkaar in gesprek
minder plekken waar je tot
7 kans op mentale problemen. gaan, ook over mentale problemen. Door kennis te
rust kunt komen dan in een verzamelen en te delen met iedereen die zich inzet
rurale omgeving. Als mentale gezondheid meer onderwerp van voor de preventie van mentale problemen. Daarnaast
gesprek is en mensen mentale klachten eerder zetten we ons in om laagdrempelige initiatieven met
Ook is de sociale cohesie minder sterk, waardoor herkennen en ondersteuning zoeken, draagt dit elkaar en de bewoners te verbinden. Met daarbij
sociale steun van mensen in de directe omgeving op de langere termijn bij aan het voorkomen of aandacht voor Amsterdammers die extra kwetsbaar
niet altijd vanzelfsprekend is. Als je bijvoorbeeld verminderen van ernstigere problematiek. zijn voor mentale klachten.
onderdeel bent van een sterk sociaal netwerk dan
kun je daarop terugvallen als het nodig is. Je ont-
leent je veerkracht dan aan je omgeving, aan jouw ed
stukje van de stad. De stad is dan juist een bron < em 7
van veerkracht, een extra steun in de rug.
Sao ROER La LAOS ere LN OVC a chan" ri RONSE EZ 5 45% van de
a kek in an, RL je ha jak Ei olla MS one | E Amsterdammers
etrokken partijen en bewoners die zich inzetten n MERRSEN 5m Ae Bree ei
ah EE peel Aai ervaart een vorm van
voor de verbetering van de mentale gezondheid me ET | tale klacht dat
van de Amsterdammers. Samen met onze Le RS mentale KOCHTEN, GA
jl NE N zijn 140 mensen o
netwerkpartners oefenen we invloed uit op de ver- W N \ ‘ J P
schillende systemen die onze gezondheid bepalen. ä en ik de d iedere volle veerpont
ej NN 8
p
q R [3 Ä IE EN ii Da TG a) f nj B
PRE: IP LS En mr €
ER TET PDE
E- MLN EL
mg | Teu ni 8 Eid | É
E Ds 4 Eee 1 EL ed ie ok
Be VO RNA te Rite plan talen
Fn | Ag an hen ï 4 es / a” 7 eN
We zijn een voorloper die luistert naar de wensen behoeften op te halen en gebruik te maken van
en behoeftes van Amsterdammers en professionals gegevens uit de verschillende gemeentelijke en
en deze vertaalt naar het systeem en de uitvoering. landelijke monitoren, krijgt Thrive een goed inzicht
Ook richt Thrive zich nadrukkelijk op het vergroten in de mentale staat van de stad. Die inzichten
van kennis en inzicht van beleidsmedewerkers en worden gedeeld met de belangrijkste organisaties
bestuurders in ons interne en externe netwerk. Zij en sleutelpersonen in de stad zodat zij nog beter
kunnen hierdoor het belang van mentale gezondheid passende ondersteuning kunnen bieden. Daarnaast
nog beter meenemen bij de ontwikkeling van verkent Thrive het landschap van preventief (zorg)
beleid en de implementatie en het stimuleren aanbod en brengen we in kaart welke laagdrempelige
van voorzieningen die bijdragen aan de mentale initiatieven, interventies en overig aanbod er al is en
gezondheid. verbinden we bewoners hieraan. We blijven via ons
uitgebreide netwerk in de stad verbonden met zorg-
Thrive wil snel en/of innovatief inspelen op vragen en welzijnsorganisaties, onderzoeksinstituten en
en signalen vanuit de stad. Wat leeft er, welke organisaties en initiatieven voor en door bewoners.
groepen lopen waar tegenaan? Wat zou hen helpen Op die manier hebben we een goed overzicht
en welke vorm is daarvoor het meest geschikt? van de mogelijkheden en kunnen we verbinden,
Door deze vragen te stellen en zo signalen en samenbrengen en faciliteren.
A'dam iel Plan van aanpak
mentaal gezond
het W.
e Te nt OM rl Genee ee eee
Uitgangspunten EV
Een aantal centrale | D € # EL es WA Ik
ize m E De BA A ge B NON
E am Se P Bied y dad ENE
uitgangspunten vormt de BN SS | 5 Jif rn nn
basis voor alle actielijnen in Òn dRA LADE SOD
} En Nl fr ALG EE gs if
dit Plan van aanpak. EE at
In AD. WD ij |
eN KS Ne 5 Td
Het herkennen en bespreekbaar maken van Sc De =
mentale problemen begint met bewustwording
van wat mentale gezondheid is en dat het niet
vanzelfsprekend is. Door het gesprek aan te gaan
met Amsterdammers, beleidsmakers en de politiek
zorgen we ervoor dat mensen gaan inzien dat het We willen dat mensen beter in staat zijn om
heel normaal is om af en toe niet lekker in je vel te zelf stappen te zetten in de richting van een
zitten en hier met anderen over te praten. Daarnaast grotere veerkracht (meer handelingsperspectief),
laten we de Amsterdammers zien hoe ze bij kunnen ondersteund door de stad en door mensen in hun
dragen aan de veerkracht van hun buurtgenoten en directe omgeving. Die mensen kunnen personen
daarmee aan de vitaliteit van de stad als geheel. zijn uit de eigen sociale omgeving, zoals familie,
vrienden of buren, maar zeker ook vrijwilligers
Niet problematiseren, niet medicaliseren en niet of professionals van organisaties uit de sociale
stigmatiseren, maar kleine praktische handreikingen basis en zorg- en welzijnsorganisaties wordt.
doen en zo perspectief bieden waarmee mensen zelf We beschouwen het plan van aanpak succesvol
aan de slag kunnen. Door in te zetten op positieve als de uitwerking van de actielijnen samen met
communicatie met de boodschap dat je niet de enige bewoners en partners wordt uitgevoerd. Zo worden
bent die weleens worstelt met tegenslagen en stress, Amsterdammers veerkrachtiger op een manier die
wil Thrive een ander geluid laten horen in het gesprek bij hen past en kunnen zij beter omgaan met de
ROMEU LAAR AE BEL A RAAAALA iiet TSA TeBe LAS KAD) over mentale gezondheid. uitdagingen die ze in hun leven tegenkomen.
ej NN 10
BS
A'dam ga Plan van aanpak
mentaal gezond
dn Am 2
R 5 mr 4 Zf â Ze 5 win
5 - NS ___ e Es | R ME EN s
Ide vene SS
Nes a U WERT Ned NV
5) bt a ‚Û EL
ad Nn eik Kl & a PE 5 ; JJ ,) RS 2
. . ; Nn 4
Ontsluiten preventief Ì Pa A | B N 5
(zorg- &) welzijn aanbod B EN Pe | Je
Om de kans op het ontstaan van mentale WS \’ 4E IS he
roblemen te verkleinen, zetten we ons in voor een en Ie ; a bike PD
i | | | NEE N ME SAE
goede beschikbaarheid van preventief (zorg- en) RN 4 PE 5 ee
welzijnsaanbod. Dit aanbod moet bovendien bekend id Em AN
zijn — vooral onder de groepen die dit het hardste
nodig hebben — en laagdrempelig toegankelijk. We sluiten aan bij wat er al is
Het gaat hierbij zowel om aanbod dat stadbreed We realiseren ons dat onze slagkracht niet onbeperkt
wordt aangeboden (zoals hulplijnen en organisaties is. Via de coalitie mentale gezondheid zorgen
die niet specifiek in bepaalde stadsdelen actief we ervoor dat de preventie gericht op mentale
zijn), als aanbod dat zich richt op bewoners van de problemen een belangrijk onderdeel is van de brede
stadsdelen, in specifieke wijken en buurten. Voor een coalitie Amsterdam Vitaal & Gezond’. We maken de
belangrijk deel zijn dit de organisaties in de sociale coalitiepartners ervan bewust dat ze mogelijkheden
basis, waaronder ook kleinschalige initiatieven hebben om gezamenlijk de veerkracht van de stad te
voor en door bewoners. We sluiten daarbij aan bij verbeteren en zo bijdragen aan het verkleinen van de
de transitie in het jeugdstelsel: door in te zetten op onderlinge gezondheidsverschillen in de stad. Ook
preventie kan (zwaardere) zorg beter beschikbaar sluiten we aan bij de uitwerking van het nationale
zijn voor hen die dit nodig hebben. aanpak ‘Mentale gezondheid van ons allemaal’. 7 Amsterdam Vitaal & Gezond (www.vitaalgezond.amsterdam)
% Aeterdam IL
%
oen Plan van aanpak
meerdere jn
Ne And ce
C an Gee,
nIVeaus ge hy
ale en gSmeensy, %
5 ' je *° sy,
s A % NX
H È «® Sy ©
Om de (mentale) gezondheid Ë ê gode leeft, 45
N or
van Amsterdammers te d SS P “5
verbeteren zetten we in op 5 ale »
een mix van activiteiten op zî Ï z
de verschillende niveaus. Dit EE ö
> t
idee wordt weergegeven in ® ë
het Regenboogmodel van te aen
5 andige
Whitehead and Dahlgren’. 5
In dit model, de basis van de preventievisie van school- of werkomgeving
de gemeente Amsterdam, staat de relatie tussen » _Microniveau: de normen die er binnen een gezin
individu, leefstijl en omgeving centraal. De mentale _ d 5 beïnvloeden d : e
gezondheid van de Amsterdammer is een combinatie zin ron om Sapen velnvoeden de memta'e
van invloeden op macro-, meso- en microniveau. gezondheid.
Bijvoorbeeld: Om de mentale gezondheid te beïnvloeden is het
belangrijk om al deze niveaus in beeld te krijgen en
» _Macroniveau: de maatregelen tijdens de te onderzoeken hoe ze met elkaar en de mentale
coronacrisis. Uit onderzoek weten we dat deze gezondheid van een individu samenhangen.
8 Dahlgren, G. & Whitehead, M. (1993). Tackling inequalities in maatregelen in sommige gevallen impact hebben
health: what can we learn from what has been tried? Working gehad op de mentale gezondheid van specifieke Om op de verschillende niveaus impact te maken
ekke groepen Amsterdammers. is samenwerking met beleidsdomeinen als zorg,
Tackling Inequalities in Health, September 1993, Ditchley Park, . . . . n ,
rrd benden ts zmc » _Mesoniveau: stress door prestatiedruk in de jeugd, onderwijs en armoede een cruciale factor
Te 1ê
mentaal gezond Î pe É | me ed | |.
voor succes. Net als samenwerking met de partners É El mtd E
die betrokken zijn in het (maatschappelijke) leven ER _ . Es Á en EE OA eN _{
van Amsterdammers zoals buurtinitiatieven, 8 es pe EEE) So nee ee v E
jongerenwerk en de scholen. Onderdeel van ‚ E _— ua NN RE je
deze samenwerking is onze deelname aan de ER Men ne Re “ Nn, 8 am me " a PA |
coalitie mentale gezondheid, onderdeel van het hein a kin ne 8 En Aal N \ ee DN KN P ä
samenwerkingsverband Amsterdam Vitaal & Gezond BR OC En EN B En Í Er
(AV&G). Dit is in lijn met de doorontwikkeling van het Kk a Ne AR zi -
Amsterdamse sociaal domein. Mogelijke problemen ke U SU | UN 5 4 S E zr
worden vroeg gesignaleerd en waar nodig en zoveel a. 5 ke n , med 5 Ee En 4 | Ae
mogelijk in de omgeving opgepakt, zodat zwaardere e= 3 B ak Nn EA
problematiek voorkomen wordt. Daarbij wordt breed En F5 E ij EN Y
(domeinoverstijgend) gekeken en afgewogen welke E E WE EE \ /
problematiek voorliggend en welke inzet zinvol ES , a | bs k
is. De sociale basis, het OKT en het buurtteam En Em Ee / … Jl Pr
spelen een cruciale rol. De Amsterdamse Nota B en | L ä Ko A
Gezondheidsbeleid 2021-2025° is de basis voor het urn A à / 8 Ì N 5 P
Amsterdamse beleid voor mentale gezondheid en ï s Nm : E 55
daarmee ook voor Thrive. Het plan van aanpak van J EN \ EEN Da | le
Thrive is hierop een verdere uitwerking en verdieping. E H KY EE e „el
9 www.ggd.amsterdam.nl/beleid-onderzoek/nota-volksgezondheid/ PV a
TS el E sn = Rl NS di gl |
We blijven ons inzetten voor het verbeteren van de 5 CS a mt
‘ Nen lS ge
mentale gezondheid van alle Amsterdammers en kee a k
. … . nn | ie EAN ke
de meest kwetsbare bewoners in het bijzonder. Dit en es NS |
. . . . en DET Bt :
is geen willekeurige keuze. Op basis van onderzoek Dn En boe Ge el EN
LEET NEN ANN een en |
weten we dat met name jongvolwassenen een cm AE Arg BP Ken Bte | n
re Ee ek
verhoogd risico lopen en dat mensen die wonen in ee ES nn ET En alie
TBE a
de stadsdelen Nieuw West, Noord en Zuidoost een DEE sr ij
gezondheidsachterstand hebben ten opzichte van == ie ii
. . . mT el rz ER zu
de rest van de stad. Die gezondheidsverschillen PI ) ai ==
GE f À ne
betreffen ook mentale gezondheid. Het feit dat 3 pan
psychische klachten, na griep en verkoudheid, de 4 an N ì nn el €
meest genoemde reden zijn voor ziekteverzuim big Ni, Nl Ital (OF M en.
op het werk!®, toont aan dat aandacht nodig is 4E REK TEN ak ek es de
NA Je as ER
voor mentale gezondheid, ook voor werknemers / 5% TAN nf — NR
AED ô S ë / Pr
en ondernemers. De focus op deze specifieke ik b f € $ jj ss
.. . K \ SAS Ne S S
doelgroepen blijft dus onveranderd ten opzichte ) \ N ij
F1 | \ _ ÍN
van de vorige periode, maar de benaderingswijze FNS B
\ SG: EN ma Er
verandert wel. IS Bs Ll
Thrive beweegt zich op verschillende niveaus in de :
ae |: ie:
stad als het gaat om mentale gezondheid: mensen Es
van het team zitten om tafel met het stadsbestuur, on ( E 5
met bestuurders en professionals van de GGZ, 8 ,
en . Ate
onderzoeks- en onderwijsinstellingen en ook met eed
medewerkers en vrijwilligers van organisaties uit de Á ie:
4 zl VEEN
: : : ee: : 4 PZ Lhee
sociale basis. Die veelzijdigheid zorgt er voor dat / oe E Ae
. . . . . Ro
Thrive zowel in beleid als de praktijk signalen kan Á PN ER
ophalen, vertalen en verspreiden. / EN ò ej)
eel iel Plan van aanpak
mentaal gezond
Orga nisatie Op verschillende niveaus sluit Thrive aan bij het DN > Ref B £. En 5 CE En
regenboogmodel: de mentale gezondheid van 24 N DE DN 9 KW A 4 st ERS 4
Ld hd it verschillende doelgroepen wordt via verschillende eN ns iP 4 A a, U Sk EV a
ed 4 ac AL El ed LL routes en leefgebieden beïnvloed, zowel praktisch Al 4 es Es hal 4 (7 NN RN
la ngs A 2 op oenen en maatschappelijke ke ee ) ï Nd ns ed
ewustwording. / sd Ná le
Tel ITT, rk
| In onze aanpak voor de komende jaren volgen we / Kn, N JN ks ii Bee e=
de actielijnen zoals geformuleerd in de nationale | EN - k w ZA ep
aanpak “Mentale gezondheid: van ons allemaal”, den u en EP en
de interdepartementale samenwerking van de kosten voor levensonderhoud, de gevolgen van de
ministeries van VWS, OCW en SZW". klimaatcrisis en (dreigende) oorlogen en conflicten,
dan neemt Thrive het initiatief om via haar netwerk
Deze actielijnen zijn: van partners signalen en behoeften op te halen
en te onderzoeken welke interventies passende
ondersteuning bieden. De uitvoering van de per
actielijn genoemde subdoelen gebeurt altijd in co-
creatie met de Amsterdammers en partners in de stad.
In de aanpak staat het leefgebied/vindplaats van de Overigens noemt de nationale aanpak mentale
doelgroep centraal. Dit biedt de mogelijkheid om via gezondheid nog een 5e actielijn, mentaal gezond
verschillende routes verschillende doelgroepen te online. Thrive zet in op online ondersteuning (als
bereiken. Het sluit aan bij de diverse en inclusieve instrument bij mentale klachten) via de aanbieders
samenleving van Amsterdam. binnen UpTalk (zie actielijn 1). Echter, het mediawijs
en bewust maken van wat digitale balans betekent,
Naast deze actielijnen blijft Thrive flexibel inspelen op zoals genoemd in het nationale actieplan, valt
veranderingen in de samenleving en de stad. Als zich buiten de focus van Thrive: een lokale aanpak in een
ROTE TTN Sa nieuwe crises voordoen die voor mentale problemen online wereld kan het beste volgen op landelijke,
aanpak-mentale-gezondheid-van-ons-allemaal zorgen, zoals toenemende armoede door stijgende stadsoverstijgende, initiatieven.
% Aen 15
A'dam
mentaal gezond
Actielijn KI Hoe gaan we dit doen? » Met Amsterdammers zetten we jaarlijks een stads-
mentaal gezonde stad » We zorgen dat er passende online hulp beschik- brede campagne op. Te denken valt aan korte clips
Het is nog lang niet voor alle Amsterdammers baar is en blijft voor jongeren in de stad. In 2021 waarin Amsterdammers vertellen wat zij meema-
normaal om over mentale klachten te praten. De bundelde Thrive laagdrempelige hulp voor jonge- ken in Amsterdam en wat dat betekent voor hun
coronacrisis heeft voor veel mensen de drempel ren in UpTalk. Eén platform waar de inlooplocaties mentale gezondheid. Onderwerpen zijn bijvoor-
verlaagd om over mentale problemen te praten. van @ease, de Whatsapp chat van Mindmas- beeld het omgaan met relaties, geld, eenzaamheid,
Onderzoek toont aan dat met name jongeren ters en de online chat van JouwGGD.nl werden middelengebruik of rouw. We laten hiermee zien
worstelen met prestatiedruk. Het ervaren van gebundeld. Vooralsnog gaat Uptalk in 2023 door, dat mentale worstelingen bij het leven horen, dat
sociale steun heeft een bewezen preventief effect waarbij er gemonitord wordt op effect en bereik. veel meer mensen dit lastig vinden. We normalise-
op het ontstaan en de ontwikkeling van mentale Eind 2023 wordt duidelijk of UpTalk blijft of dat we ren het praten over hoe je je voelt.
klachten. Vandaar dat Thrive inzet op het vergroten in Amsterdam aansluiten bij een landelijk initiatief
van de vaardigheden van Amsterdammers om met voor een hulplijn, omdat dit uiteindelijk een groter » Professionals en vrijwilligers die in de stad werken,
elkaar het gesprek aan te gaan, het overwinnen bereik genereert. bijvoorbeeld binnen de sociale basis maar ook bij
van de handelingsverlegenheid die er vaak onder bijvoorbeeld studenten- en sportverenigingen, kun-
professionals nog is met betrekking tot mentale pe De netwerkpartners, waaronder Thrive, organiseren nen kennis en vaardigheden ontwikkelen over hoe
gezondheid. samen in de stad eens per jaar een Amsterdamse zij mentale problemen signaleren, hoe het gesprek
versie van de Week van de Mentale Gezondheid (in hierover aan te gaan en waar zij naar door kunnen
mei). Activiteiten kunnen zowel op een centrale lo- verwijzen bij zorgen over iemand in hun omgeving.
catie plaatsvinden in de stad als in de stadsdelen. Hierbij werken wij samen met partijen die passend
aanbod hebben.
pe _Thrive stelt een klankbordgroep samen van
U De bewoners om hen te raadplegen voor, tijdens en
na activiteiten van Thrive. Ook wordt deze groep
Ta | k actief betrokken bij de ontwikkeling van campag-
nes en communicatiemateriaal, zoals de website.
Voor als je De samenstelling van deze klankbordgroep wordt
ff down bent heel divers, zowel in leeftijd, etnische achtergrond,
seksuele- of genderidentiteit, opleidingsniveau, etc.
De leden zijn afkomstig uit meerdere stadsdelen.
% Amsterdam 16
%
A'dam ga Plan van aanpak
mentaal gezond
Actielijn ri Daarom wil Thrive er samen met de partners voor wanneer dit nodig is. Lichte klachten worden dan
mentaal gezonde buurt zorgen dat de bestaande structuren, met name in de eerder opgemerkt en bewoners voelen zich meer ge-
Opgroeien en wonen in een complexe, stedelijke kwetsbare buurten worden versterkt. Denk hierbij aan steund en gezien.
omgeving brengt risico's voor de mentale gezond- de sociale basis, buurt- en jongerenwerk, buurtteams,
heid met zich mee’. Per stadsdeel en zelfs tussen religieuze en levensbeschouwelijke organisaties, In lijn met de stedelijke opgave om gezondheidsver-
buurten zijn de verschillen in mentale problematiek sportverenigingen, informele zorg en buurtbewoners. schillen te verkleinen, zullen we ongelijk investeren in de
groot. Verbetering van de leefomgeving van Amster- Zij moeten uiteindelijk kunnen beschikken over ken- stadsdelen. Uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor
dammers en het vergroten van de sociale cohesie nis van het laagdrempelige, preventieve aanbod voor (AGM) blijkt dat in Noord, Nieuw-West en Zuidoost de
in buurten draagt bij aan het beschermen van de mentale steun of klachten en elkaar weten te vinden. gezondheidsachterstanden over mentale gezondheid
mentale gezondheid. Onderzoek wijst namelijk uit Overigens hoort hier ook bij dat professionals en het grootst zijn. Op deze stadsdelen zullen we onze in-
dat sociale steun een preventief effect heeft op het vrijwilligers een belangrijke rol hebben in het normali- zet dan ook voornamelijk richten in de komende jaren.
ontstaan en de ontwikkeling van mentale klachten seren van mentale worstelingen en zich daar bewust
zoals eenzaamheid’®. Ook maken we laagdrempelige van zijn. Niet iedereen hoeft standaard doorverwezen m =
Nn Ee B
activiteiten waar mensen een luisterend oor kunnen te worden naar de GGZ. n° mk
vinden bekender en bereikbaarder. Waar nodig wordt B ir | PE
dit uitgebreid. De afgelopen jaren voerde Thrive veel gesprekken e % El nm
ë ij e PE Lj rr
met Amsterdammers, sociale professionals en ande- Ee laa |
re experts. Daaruit kwam naar voren dat de behoefte da ie m ds
RR TE Ei,
aan kennis over mentale gezondheid, mensen om = ef Ella: RX KS |
mee te praten en praktische tools groot is. Daarnaast vr ols K : ,
Bs N ,
werd ook duidelijk dat er vraag was naar een veilige jk e 0] | | B
omgeving en een minder hoge druk met betrekking / Mi Rf ef an 4
. . Nen 5 47 RD. SS
tot financiën, werk of studie en wonen. Sommige b EI Ger iN | BE
mensen lopen bovendien een extra risico op mentale RE Ik ' k Eh 6 Ô 5
_ hi ek MRE ne Mm
problemen, bijvoorbeeld omdat ze behoren tot een ne Ar BAR \ d . ns Ri
inali we IN WF si 5
minderheidsgroep en/of omdat ze gemarginaliseerd 8 Pl Ep | EN mn! 4
…. AE fl \ On = 5
worden. Als meer bewoners bekend zijn met laag- on Ek Wij Ln en
12 www.uva.nl/en/content/news/press-releases/2021/10/a-new- drempelige mentale ondersteuning in hun directe Dn V dn Ea. _#
framework-for-protecting-mental-health-in-cities.html ‚ N _ ‚ nn we ms == = Be À Ee ee
13 www.movisie.nl/publicatie/ggz-wijk omgeving, zullen zij eerder ondersteuning zoeken Een
% Amsterdam 17
x
A'dam ga Plan van agngak
mentaal gezond Ee
dS Bel
3 ne î Ee NS js
> EEE
Hoe gaan we dit doen? ESA en
. . . . … TEEN AES ENT
» We stimuleren beleidsmakers en bestuurders » _Thrive sluit aan bij lokale netwerken en werk- dl. rt Sed ER ne al
8 . . . NN el. RE KEN EREN
in ons netwerk om te kiezen voor laagdrempelig groepen, organiseert kennisbijeenkomsten, zE € el: eren.
EEN EE ih N E RE tRE EN &
A A A A A oe A earn ef he INE ke DEV LAS
aanbod in de stad, zoals inloopvoorzieningen. We dialogen en trainingen voor professionals en ie nge
. . en: . . . en Rd EE A6
willen dat preventie van mentale problemen mee- vrijwilligers. Dit alles in co-creatie met bewoners Ee Se et,
i On isati Te HE. Ne
genomen wordt in (de uitvoering van) de master- en organisaties op buurt- en wijkniveau. Op deze TR “ Re de ee ee na
on VIER: RE Ne
plannen, sociale basis en gebiedsgerichte uitvoe- manier krijgen meer organisaties en initiatie- Laat A 4 pO
ringsplannen in Nieuw-West, Noord en Zuidoost. ven kennis over mentale gezondheid, daardoor an Th ge 4 DE.
Door aandacht in zowel beleid als uitvoering komt kunnen ze hierover in gesprek gaan en hier naar dae. Ee B f DN 0,
. Hd Bik er ot Re
het onderwerp mentale gezondheid als urgent handelen. eAd ES EN Te lk B
RO KEE U EN _
thema naar voren. En En ned
on … en Mie \ ER id En) Be er =
Pe Samen met enkele landelijke partijen, waaronder ge Bte, ies 8 wet}
i kali NE OV RA En. Ie
» We brengen het bestaande preventieve zorg- MIND Us, gaan we aan de slag met de ontwikkeling EE pA p 0 je El IE
î Ne 2 2 . RW A EE PE" Ds =,
aanbod dichterbij/onder de aandacht van van interventies en aanpakken gericht op vergroten Vv ) nr NIE Sn Pl ir,
Amsterdammers. Ook verbindt Thrive bijvoor- van handelingsperspectief en deskundigheids- ‘ EE Ee ’ EN
beeld via netwerkbijeenkomsten aanbieders van bevordering. Thrive zal met hen samenwerken bij <07 | en DJ ZS ) De al D)
(preventief) aanbod aan elkaar om kennis uit te de lokale implementatie. Ij/ EE N= SE, AR 4
. . . 4 am Ee Mh Aln A | 8
wisselen, het aanbod aanvullend in te richten en hp tdk Ek ne |
mentale gezondheid bij een bredere groep onder ' eN :
de aandacht te brengen. b 5 wl
er Ondersteunen van aanbieders in de sociale basis 8 | B ES
bij het opnemen van mentale gezondheid in hun 0 EE
bestaande aanbod. Om dat te realiseren is het Se 3 Te
nodig om kennis en vaardigheden van hun mede- RS | nd
e ere . A ed a
werkers en vrijwilligers te vergroten. Thrive haalt el 5
hiervoor signalen en behoeften op onder Amster- BN À E pr
dammers, Het gaat dan om aanbod op stadsdeel-, ES | } EE
wijk-, of buurtniveau, voor zowel jongeren, volwas- ES EN
senen als ouderen. == a Ee
% GGD 5 hj j= a oe
% Amsterdam ee S IN LN Ee
% É ‘ Ee pe
A'dam ga Plan van aanpak
mentaal gezond
Actielijn El Hoe gaan we dit doen
mentaal gezond onderwijs (voor studenten)?
Amsterdamse jongeren op het voortgezet » We stimuleren de uitrol van Caring Universities pe Samen met de Amsterdamse Kamer van
onderwijs (vo) ervaren meer stress, eenzaamheid bij alle hoger onderwijsinstellingen in Amsterdam Verenigingen (AKVV) ontwikkelen we een
en psychische klachten dan jongeren in de rest (UvA, VU, HvA en Inholland). Dit is een initiatief, ‘toolkit studentenvereniging’. Dit bestaat uit een
van Nederland. Het onderwijs kan een belangrijke ontwikkeld door de VU, dat het psychisch welzijn informatiepakket voor alle studentenverenigingen
bijdrage leveren aan het bespreekbaar maken van van studenten wil vergroten. Via de Mind-Health in Amsterdam waarin uitgelegd wordt hoe je als
mentale gezondheid en het bevorderen van mentale Check wordt duidelijk waar studenten behoefte studentenvereniging invulling kan geven aan
veerkracht. Professionals, werkzaam op scholen, aan hebben, zodat zij hier online interventies mentale gezondheid. Deze toolkit is een pilot
hebben daarvoor handvatten nodig. Naast jongeren voor kunnen volgen. Daarnaast verkennen we bij en wordt bij succes in aangepaste vorm breder
op het vo, richt deze actielijn zich op jongeren in de mbo’s de mogelijkheid om het programma ook aangeboden, dus ook aan maatschappelijke
leeftijdscategorie van 12 t/m 27 jaar die onderwijs in te voeren. Caring Universities draagt bij aan organisaties in stad en buurt.
volgen op het mbo, hbo en wo. een stedelijke monitoring van studentenwelzijn
en geeft dus richting en onderbouwing aan de » _Thrive heeft een studentambtenaar in dienst,
verdere aanpak. die de afgelopen jaren én de komende periode
contactpersoon is voor studentenwelzijn en
» Thrive neemt jaarlijks een actieve rol in rondom samenwerkt met onderwijsinstellingen, de
de introductieweken voor eerstejaarsstudenten. gemeente, studentenorganisaties, studenten- en
Dit betekent dat Thrive tijdens de introductie- studieverenigingen en studenten zelf.
weken van de UvA, VU, HvA en Inholland
het belang van mentale gezondheid onder re Alle mbo's in Amsterdam zijn verbonden aan het
(eerstejaars-)studenten onderstreept. Thrive ‘Meerjarenplan aanpak voortijdig schoolverlaten
organiseert tevens met relevante partners jaarlijks en begeleiding jongeren in een kwetsbare
bijeenkomsten voor studenten van zowel mbo, positie. Via dit programma worden onder andere
hbo en wo onder de noemer ‘Tokotalk mentale interventies aangeboden ter preventie van angst-
gezondheid’. en depressieproblematiek en mentale veerkracht.
Dit is gericht op studenten die een hoog risico
lopen op schooluitval door mentale klachten.
Amsterdam 19
A'dam ga Plan van aanpak
mentaal gezond
Hoe gaan we dit doen
(voor het vo en mbo)?
»e Vo en mbo-scholen die aan de slag willen groepsgesprekken op maat. Er wordt verkend of start gemaakt met de ontwikkeling van een
met mentale gezondheid kunnen advies en en hoe de JGZ een rol kan spelen in het bieden teamtraining voor docenten, met als doel des-
ondersteuning krijgen van de Gezonde School van groepsgewijze voorlichting van de leerlingen kundigheidsbevordering en kennis maken met
adviseurs van GGD Amsterdam. Dit is een over mentale gezondheid op school in samen- het aanbod van Gezonde School op dit thema
aanpak waarbij ingezet wordt op educatie, werking met Gezonde School. en middels concrete voorbeelden activeren om
omgeving (positief schoolklimaat), signaleren m JGZ professionals wisselen met de andere aan de slag te gaan met dit thema.
en schoolbeleid. Ouderbetrokkenheid en een zorgprofessionals op school informatie uit,
aansluitende zorgstructuur zijn daarin essentieel. zodat ieder op de hoogte is van het online aan- » Het jongerenwerk op school speelt ook een be-
bod en laagdrempelig aanbod in de buurt voor langrijke rol. Sinds 2021 werken de jongerenwerk-
» Jeugdgezondheidszorg (JGZ) verpleegkundigen jongeren. organisaties van Samen voor Jongeren Amster-
en artsen maken deel uit van de zorgstructuur op m Gezonde School adviseurs zorgen voor deskun- dam op 34 vo-scholen. Het project is onderdeel
school. Zij sluiten aan bij de zorgstructuren die er digheidsbevordering van onderwijsprofessio- van het programma Positief Perspectief vanuit de
al zijn op vo-scholen en door in gesprek te gaan nals, zodat zij de vaardigheden, tools en kennis Gemeente Amsterdam afdeling Jeugd en afdeling
met de Ouder- en kindadviseurs en de zorgteams hebben om mentale klachten te herkennen, be- Onderwijs. Het jongerenwerk richt zich op preven-
van scholen. Onderstaande voorbeelden concreti- spreekbaar te maken en hierop te acteren. Daar- tie en vroegsignalering.
seren dit: bij kijken we naar aanbod en methoden die zo
=m Schooladvies op maat met betrekking tot de laagdrempelig mogelijk zijn, rekening houdend re Op dit moment wordt verkend of en zo ja, hoe de
kansen voor preventie van mentale klachten met de werkdruk in het onderwijs. Strong Teens and Resilient Minds aanpak (STORM)
op scholen. Op basis van gesprekken en data = Inventariseren van het huidige aanbod aan in de Amsterdamse regio kan worden geïmple-
(onder andere uit ‘Jij en je Gezondheid'-vragen- lesprogramma's over mentale gezondheid. Het menteerd. Daarbij is een focus op mbo-scholen.
lijsten) adviseren de Gezonde Schooladviseurs, huidig aanbod is breed en varieert in soort en De STORM aanpak is een preventieve aanpak die
met de JGZ- verpleegkundigen of artsen, op in kwaliteit. We willen een dekkend aanbod dat tot doel heeft een depressie of suïcide bij jongeren
welk onderwerp preventieve interventies zich aansluit bij de diversiteit aan Amsterdammers. vóór te zijn.
het beste kunnen richten. Veelbelovende methodieken en interventies in
m De JGZ heeft individueel contact met leerlingen het onderwijs worden, zoals ‘Hart & Ziel’ en ‘Je
naar aanleiding van de vragenlijst ‘Jij en je Ge- Brein de Baas’ worden gevolgd en zo nodig ver-
zondheid’ (indien nodig). Ook voeren ze der ontwikkeld. Bij Gezonde School is al een
% DN 20
A'dam
mentaal gezond
Thrive heeft in de afgelopen jaren, in samenwerking
Actielijn A Het thema gezondheidsbevordering kreeg in de met verschillende partners, de eerste stappen gezet
mentaal gezond aan het werk afgelopen jaren binnen organisaties al een steeds om mentale gezondheid binnen de werkomgeving
Mentale gezondheid staat in toenemende grotere rol, maar de urgentie om mentale gezondheid te agenderen en deskundigheid te bevorderen.
mate onder druk. Dit is te zien in het aantal te adresseren is enorm toegenomen. Grote Onder andere door het onder de aandacht
verzuimmeldingen wat voor het eerst in twintig jaar personeelstekorten zetten basisbehoeften als goede brengen van coaching aanbod en het organiseren
tot boven de vijf procent is toegenomen in Nederland, zorg voor kwetsbare mensen en goed onderwijs van dialoogsessies voor leidinggevenden en
als gevolg van mentale klachten. Mentale klachten onder druk, wat maakt dat dit een zorg is van ons werknemers. In deze sessies konden zij met elkaar in
als stress, slapeloosheid, prikkelbaarheid en angst allen. gesprek gaan over mentale gezondheid, vitaliteit en
kunnen, wanneer niet op tijd opgemerkt of verholpen, werkgeluk.
leiden tot een burn-out met als gevolg (langdurig) Sinds 2014 is een stijgende trend zichtbaar in
verzuim of uitval. het aantal werknemers met mentale klachten. Deze actielijn richt zich op diverse werkgevers-
De grootste stijging in stressklachten komt voor en belangenorganisaties voor werkenden in
bij de young professionals van 25 — 35 jaar, van Amsterdam.
16,6 procent in 2014 naar 23,4 procent in 2021,
als gevolg van onder andere de prestatiedrang en
hoge werkdruk die zij ervaren!4. De voorgaande
actielijn speelt hier al preventief op in door tijdens T EN n
de studiefase al aandacht te besteden aan mentale : ii
gezondheid en vaardigheden, wat afstuderende Ten SEN ER
studenten kan helpen om weerbaarder en Ô 6 n OE N af
veerkrachtiger van start te gaan in hun werkend Eil TE IK K ) SOA 6-40
leven. Daarnaast wijst onderzoek uit dat een | [ !
investering op het gebied van mentale gezondheid B 0 AA OR zel EL Ce! mj en Ben
op de werkvloer kan bijdragen aan de vitaliteit, Tek "| lil es ; 4 KE 8
behoud van personeel en leidt tot kostenbesparing pn en B er 4
voor werkgever en maatschappij. nn nr bee
14 Blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA)
2021.
% Amsterdam
x
A. VENEN BEER /' A „
ï brad : F / \ te di
A'dam es
p \
mentaal gezond EK. Nl
TEN NE, mf | :
“ Pl he Ei /
k_3 4 nan Es nm) |
” { OE, |
kshd. |
\ en $
k N __
p an a Dn
3 id me f
= me
D
VN Tias nd È
dd hd f
\ it | Î ij B Bs El
in | me
Jp ij PDA Ren
\ : n en Ren
’ F NA ee d DN a b
De A Siem
KE KIV sd \ - f mn en in eh d
en EF ib _ 3 ze on a ò +
REEN EN \ 1) il In En: | G> On
DONE | / | is be de lr Al
OON Ob An an . Wk
OPDR We ER ; i dq Re Ss p / wil ik
OTOAETRSN) nf N nn Re B DS Rv /
eetset Ba =, » & ES … : an nk |, 10E
ASP “ NIA … ad mnd à d = HIN MN
SOA IN q E A OMI!
POE TEN eN k \ E PTP i Hie ENH |
ME APTN A ESR ie As À 5 EE 8 G Oe … PLE ND
OEE NK ee. k ke [ Ì S Te Ls ; EE en et Po Ni ik WO IA
REASON AES d ’ - ASS Ez we EN el WN
IES A RS E 5 RN en OON WANT
DL AR Ld Sn 8 De dt Caf / N NESS BRU JI Á
MOE NS Ade di AN \ 0 ZON | |
POOIER AS sj QG Y = NS Sn | dl N {EN | N |
DAE B for dif _Á 7 ES ne sd NN ENG \ N ES 4 N A AINI0R |
P S p Ë 3 d \ En en ANN | - N ANU
TR a PN NN Ni
MANS SN E / k é ’ N \ Wan AN
UA Ld 4 zand RNN Van ET ze S- | k N en 5 B \
NN j S PE - nn É ix AES: NN / \
Sn ed EQ Sal tE LAN ne Y Dl ad
S EEN RS: i 4
Nd en IN PAR u d >)
EAR ee S hl ij pl Amert /
Ri NEN ie EN 55 & AI OMRIN 707 ( En EN 4
NS à. NES UIN vn Ne S Ki DNA. A | \ Me
EEEN NE RN je SS < Silk ENA I \ EE, f
NS Sn SEN A NR Pr Dm Kel PAIN Nij ik Nl gi k
SANNE IJ SN Rs PD S EEN é 407104 IEN Í MN KE
Neen A kN eN F 8 / / LAT NNNKEA \ A
NN IN So a y S Dn £ DN ii ii, il | IAN ' sigs
KS ' SN ie U S ZEN Def uk (ih VADER AG
INNEN SN SN Î an _% 5 SS Se / GOE NN NEN Wk
NK REN EE on kie ge ed Ji Ù Nl NL POD
SEAN ed is SS bits Ni 0)
B NR AN AN ENEN 8 _ Se NE | ik \ | NN B hj
NE NEN BEN B 3 sr ni! NN N POG
OSSONETONENEN \ 5 IN |M NN DN
en S N ORS Eh NDA \ N OMO
ENEN Ss oe SP AENN VO
EN S NN NS Re 8 SS HI Rh MINK 5
î NEN k NN \ Ai KM Bi
3 re eN | IJ NN De zj
' PRS N , S vn SS { IN \ WN d> Ë ij
Em ENNANN AS EN Se FE ANON \ bn (j
Fk é EN NN N N kh R he NE / Hi ì \ \ 0 li, AW
ED A A ANENNS \ AS en SS HM PO OA
eN SON \ ® \ ) | li GES CED
ED Nm ER NIINS ANN Â\ \ eg ik EN
% Amsterdam RN REN SN Waart : / LRE CC OA
% Ns NN À - Í ‘ Gr GERE
SSN \ Se K NN \ 4 € RE TLD
KANN \ RE ENIIINN SO ) € 1 Heh EV
NON ENE NN NINE \ \ ZK A OMREKENEN
eel iel Plan van aanpak
mentaal gezond
©, nde rzoe o' ee 4 onderzoek waar we bij betrokken zijn, richt zich op de
( internationa FD) Om zo goed mogelijk in te kunnen spelen op de ont- mentale gezondheid van Amsterdamse tieners. Het
wikkelingen wat betreft de mentale gezondheid van VU is trekker van dit onderzoek.
sq aal al g Ni ng de Amsterdammers zijn cijfers van doorslaggevend
belang. Behalve het in kaart brengen van de actuele
omvang en aard van de problematiek rond mentale Thrive is lid van het International Initiative for
gezondheid, moeten ook de inspanningen gemoni- Mental Health and Leadership (IIMHL). Dit netwerk
tord worden om de koers waar nodig bij te sturen. brengt leiders in de geestelijke gezondheidszorg
Het bijhouden van nieuwe (lokale, nationale en inter- samen en verbindt ze om kennis, innovatie en goede
nationale) onderzoeksgegevens en het duiden daar- voorbeelden te helpen verspreiden. Hierin zijn o.a.
van, maken een belangrijk onderdeel uit van de op- meerdere internationale Thrive steden verenigd. In
gave van Thrive. De onderzoeken van de gemeente, 2024 zal de volgende tweejaarlijkse internationale
GGD GHOR Nederland en RIVM zijn de belangrijkste conferentie van het IIMHL in Nederland worden
bronnen. Thrive richt een netwerk op van relevante georganiseerd. Thrive zal een belangrijke bijdrage
Amsterdamse onderzoekers op het gebied van men- leveren aan de inhoudelijke organisatie hiervan.
tale gezondheid. Zij, vaak verbonden aan onderwijs- Daarnaast maakt Thrive onderdeel uit van het
instellingen of onderzoeksinstituten, houden ons op Europese netwerk RE-ARE-ACT project (in het kort:
de hoogte van interessante ontwikkelingen in hun RE-ACT)'®. Het project wordt gesubsidieerd door de
vakgebied, zoals nieuwe onderzoeken of onderzoeks- Europese Commissie vanuit het subsidieprogramma
resultaten. Wij informeren hen over signalen uit de Citizens, Equality, Rights and Values-programma
praktijk en verbinden hen soms aan buurtinitiatieven (CERV). Het project gaat over de effecten die-COVID
of -organisaties. 19 heeft gehad op het leven in de stad en in het
bijzonder op jongeren. Specifiek is er aandacht voor
Ook nemen we deel aan diverse onderzoeksconsortia de (mogelijke) gevolgen die er zijn geweest op het
in de stad. Bijvoorbeeld een onderzoek dat zich gebied van welzijn en geestelijke gezondheid. RE-
LEN NEU LAS AE AN ACT REEL richt op het verband tussen mentale gezondheid ACT is gericht op het uitwisselen van ervaringen in
ESE EME SEE EAN STe en armoede. Hierin werken we samen met onder het vergroten van veerkracht van jongeren ten tijde
Kekava (Letland), Sibenik (Kroatië), Turijn (Italië), Suceava En ; ‚
(Roemenië) en de organisatie Pro Arbeit (Duitsland). andere Amsterdam UMC en het Trimbos. Een ander en naar aanleiding van de corona-epidemie.
Te 23
El 4 ee er
ee hk: 8 n
6 Ë En Plan yin aanpak ke
Vanuit Thrive bestaat de intentie om met het B Pa " pn
Centre for Urban Mental Health interventies rond Dl ad E
mentale gezondheid te monitoren en te analyseren. 5 ha ;
Op het moment dat het Centre for Urban Mental 4 Ek Ee £ ï
En . . Es | B je kn a E oe De RS ke
Health voldoende financiële middelen beschikbaar a eg ODD „2%
heeft, wordt de samenwerking gezamenlijk nader n % an EE „et
| ee ke GR _
vormgegeven. N-} A E { ms sal Oi A
x/ ED AT KAA
nn, (77 … MT ARK OS NO OAN els
n el _ On A ed Em 4 3 Â
A e EN dg PA ES ef zl g
FP onnunen: AARS SA ge VI ANNE Ee 4
No EE 4 15 ARE Sf BN Za ; f
4, 4 el PRS EN 4 / A Pag Ene Ed
7 fd á ee EN P N DN PW Es 5, X 7 kl
idd df fl À 6 ae A \ Ham Va 8 A E … %
ld hf ai A A EE, ij A | 4 Ef b Na, li pes
B eb Oe “mn ile E H ie Rd À Ed
Á sE Eg EM k Pnt 4 rn s \ he
Ë Ei Nul al: Üd ij Im IS 5 et An Kk NN DN à ü ) ee
Î | BE — - nl ki Ip N a FS ge: Sl \ EN e ic
HH! HE 4 ee Í HI lj 6 Pen Ee Er Ht | 1 Nj d
Nd ND OO 1 4 El e B in WS
u NS 4 lo \k af \ W a e ú be Bee / 5 b EN A Ee: Cd 4 ih ij d
B IDS ke EN a Ja Y
oe RB er Rn WZ Í /
% oe B eN dl EN í If | or De Á %
ON AN Ik / : NK d 0
eN IN Api qa JAE al Ae Î MD
hek A IJ (AN B
| ED SR nd Ze
NEE, En | INN OE
En A, Ee Ee Ee
NR ann e
Ee Ene
| Onderzoeksrapport | 24 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 49
Publicatiedatum 31 januari 2018
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 24 januari 2018
Behandeld op woensdag 24 januari 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ruigrok, Ten Bruggencate en Groot Wassink inzake de evaluatie
van de 24-uurshoreca (Amsterdam bruist door!)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de evaluatie 24-uurshoreca (Gemeenteblad afd. 1, nr. 23).
Overwegende dat:
— Uit de voorliggende evaluatie van de 24-uurs horeca blijkt dat deze langlopende
pilot in vele opzichten succesvol is;
— Vanuit omwonenden van 24-uurslocaties weinig klachten zijn ontvangen;
— De 24-uurshoreca een waardevolle bijdrage levert aan een bruisend nachtleven in
de wereldstad Amsterdam;
— Vanuit de Amsterdamse horeca geluiden klinken om de pilot uit te breiden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Onder dezelfde voorwaarden van de lopende pilot 24-uurshoreca en
vooruitlopend op de bestuursopdracht Horecabeleid uitbreiding van het aantal
24-uurslocaties te onderzoeken;
2. De raad bij de behandeling van de bestuursopdracht Horecabeleid uiterlijk in
de zomer 2018 hierover informeren.
De leden van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
M. ten Bruggencate
B.R. Groot Wassink
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1182
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 17 oktober 2017
Te behandelen op 8/9 november 2017
Onderwerp
Motie van het lid Bijleveld inzake de Begroting 2018 (open data Notubiz).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Overwegende dat:
— Raadsinformatie, zoals voorstellen, notulen, moties en stemuitslagen, openbare
informatie is, tenzij kabinet;
— Deze informatie op herbruikbare wijze als open data te ontsluiten is;
— Dit raadsinformatie toegankelijker maakt en de informatiepositie van raadsleden,
journalisten, onderzoekers, belangenorganisaties en inwoners vergroot;
— Het vrijgeven van de raadsinformatie als open data het mogelijk maakt dat derden
met de raadsinformatie toepassingen maken die de raadsinformatie op nieuwe
innovatieve wijzen toegankelijk maken en daarmee de lokale democratie
versterken;
— Open data wordt meegenomen als eis in de aanbesteding voor een nieuw
raadsinformatiesysteem:;
— Het huidige systeem echter nog geen open data beschikbaar stelt, terwijl dat
technisch wel mogelijk is.
Verzoekt het presidium van de gemeenteraad:
De raadsinformatie zoals voorstellen, notulen, moties en stemuitslagen — tenzij
kabinet — per direct als open data beschikbaar te laten stellen in Notubiz.
Het lid van de gemeenteraad
W.A.M. Bijleveld
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1191
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 4 november 2015
Ingekomen onder j
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groen en Bosman inzake de Begroting 2016 (subsidie
proceskosten verduurzaming woningen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Overwegende dat:
— het college in reactie op motie 1037 van 2014 antwoordde betreft het grootste
deel van de Amsterdamse daken: “Hier zijn vooral andere factoren die de uitrol
van zonnepanelen in de grotendeels gestapelde bouw (88% van de
Amsterdammers woont in gestapelde bouw) belemmeren. Bijvoorbeeld trage of
lastige besluitvorming binnen VvE's, het aanschafbedrag, split-incentive bij
huurwoningen, technische uitdagingen in de panden zelf, onbekendheid van de
mogelijkheden van zonne-energie, of concurrerende investeringsbeslissingen.”;
— deze belemmeringen zich veelal voordoen bij VvE's van particulieren en
gemengde VvE's van particulieren en huurders;
— de gemeente een belangrijke impuls kan geven aan de verduurzaming van de
woningvoorraad in de stad door Amsterdammers te ontzorgen ten aanzien van
deze belemmeringen;
— uit de evaluatie van diverse subsidieregelingen die in de stadsdelen liepen tot dit
jaar blijkt dat de twee meest succesvolle subsidieregelingen precies de regelingen
zijn die dit soort problemen oplossen, namelijk de regelingen in West
(subsidieregeling energiebesparing) en Oost (subsidieregeling collectief zon);
— deze beide subsidies specifiek ook goed scoren op het criterium: ‘zonder regeling
(veel) minder resultaat’.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een centrale ‘subsidieregeling proceskosten verduurzaming woningen’ van in elk
geval 250.000 euro te creëren die voortborduurt op de regelingen uit stadsdeel
West en Oost;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1191 Moti
Datum 13 november 2015 ome
— hiervoor als dekking de ‘stelpost subsidies duurzaamheid’ te gebruiken.
De leden van de gemeenteraad
RJ. Groen
A.M. Bosman
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 980
Behandeld op 10 september
Status ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake het bestemmingsplan Erasmuspark-
en Robert Scottbuurt (bestemming Groen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Erasmuspark- en Robert Scottbuurt
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 937).
Constaterende dat:
— in het bestemmingsplan wordt voorgesteld wordt om de functieomschrijving water
in de bestemming groen op te nemen;
— de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) benadrukt dat groen
en water niet zonder meer uitwisselbaar zijn en adviseert om water niet
automatisch in de bestemming groen op te nemen.
Overwegende dat:
— _waterbergingsopgaven niet naar parken afgeschoven moeten worden.
Besluit:
1. Ten behoeve van het beschermen van de Hoofdgroenstructuur de planregels
van dit bestemmingsplan met identificatienummer
NL.IMRO.0363.E1803BPSTD-VGO1 als volgt aan te passen:
a. De functie ‘water’ zoals genoemd in artikel 8 lid 1 onder f te
schrappen, waardoor vernummering optreedt van de functies
genoemd in artikel 8 lid 1 onder g tot en met j.
2. De toelichting behorende bij het bestemmingsplan daarop aan te passen en
bovengenoemde aanpassingen op te nemen in het overzicht met ambtshalve
wijzigingen (paragraaf 16.4).
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 521
Publicatiedatum 15 juni 2016
Ingekomen onder AU
Ingekomen op donderdag 2 juni 2016
Behandeld op donderdag 2 juni 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van Dantzig, Van der Ree en Moorman inzake de evaluatie
toeristische verhuur van woningen (‘opt-out'-regeling vakantieverhuur voor eigenaren
en VvE's).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de evaluatie toeristische verhuur van woningen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 467).
Overwegende dat:
— illegale hotels en pensions, maar soms ook legale vakantieverhuur voor overlast
kan zorgen;
— illegale verhuur zorgt voor onrechtmatige onttrekking van woningen en als
onrechtvaardig worden ervaren door wie zich wel aan de regels houdt;
— dit voor woningeigenaren (corporaties, particuliere verhuurders) en voor vve's kan
betekenen dat zij vakantieverhuur, ook legale, liever helemaal niet toestaan in
hun woning(en);
— een ‘'opt-out’-regeling waarbij woningeigenaren hun woningen actief uit kunnen
schrijven bij handhavers van de gemeente hierbij zou helpen, zodat bij
constatering van vakantieverhuur dit per definitie al illegaal is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een ‘opt-out'-regeling in te stellen zodat woningeigenaren en VvE's hun woningen
actief uit kunnen schrijven voor vakantieverhuur bij handhavers van de gemeente.
De leden van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
D.A. van de Ree
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
Xx Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 328
Datum indiening 26 januari 2015
Datum akkoord 15 maart 2018
Publicatiedatum 20 maart 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Alberts inzake de overname van Villa
Spijker door Ons Tweede Thuis.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Al ruim tien jaar is aan de Overtoom Villa Spijker gevestigd. Villa Spijker is een
kleinschalige woon/zorgvoorziening, opgericht door ouders, en biedt plek aan zes
meervoudig gehandicapte kinderen die veel zorg nodig hebben. In de loop van de tijd
is Villa Spijker onder gebracht bij Amsta. De afgelopen jaren is er veel te doen
geweest over de kwaliteit van de zorg in de woon/zorgvoorziening, en zelfs het
voortbestaan stond op losse schroeven. Mede op aandringen van de gemeenteraad
heeft het stadsbestuur zich ook bemoeid met de situatie rondom Villa Spijker. In de
vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie op 25 juni 2014 deelde
wethouder Van der Burg mee dat “voor het eind van het jaar gekozen moet worden
voor ofwel een pgb-constructie ofwel voor zorg aangeboden in natura via Amsta.”
De fractie van de SP heeft van ouders vernomen dat Villa Spijker nu overgenomen
wordt door zorgorganisatie Ons Tweede Thuis.
Kleinschalige zorg waarin de zorgbehoevende centraal staat, gaat de fractie van
de SP zeer aan het hart. De fractie van de SP zou daarom graag meer willen weten
over de nieuwe situatie rondom Villa Spijker.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Alberts op 26 januari 2015, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Kan het college toelichten wat precies de nieuwe situatie is rondom Villa Spijker?
Kan het college een feitenrelaas geven?
2. Op welke maner zijn de ouders betrokken bij:
a) de keuze voor een constructie met een zorginstelling in plaats van een pgb-
constructie, en
b) de overname van Villa Spijker door Ons Tweede Thuis? Is de ingeslagen weg
bevredigend voor alle betrokken partijen?
Graag een toelichting.
3. Wat betekent de overname voor de bewoners van Villa Spijker en het personeel?
Wat gaat er precies veranderen?
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing 158 Gemeenteblad
ummer - =: . :
Datum 20 maart 2018 Schriftelijke vragen, maandag 26 januari 2015
4. In hoeverre en op welke manier blijft het kleinschalige karakter van Villa Spijker
gewaarborgd?
5. Hoe beoordeelt het college de ruimte voor kleinschalige woon/zorgvoorzieningen
in Amsterdam, gezien de ervaringen met Villa Spijker? Welke lessen trekt het
college hieruit?
6. Is het college bereid de antwoorden op deze schriftelijke vragen te agenderen
voor de vergadering van de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en
Sport en Recreatie en op die manier met de commissie van mening te wisselen
over de gebeurtenissen rondom Villa Spijker?
Beantwoording:
De vragen zijn beantwoord door middel van de hierbij als bijlage opgenomen brief van
wethouder Van der Burg van 15 maart 2018.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Van: [email protected]
Verzonden: zaterdag 2 november 2019 19:33
Onderwerp: Ouderverstoting: Vader krijgt co-ouderschap pas door honger- en dorststaking
Aan de Nederlandse Rechtbanken, Gerechtshoven, Hoge Raad, Raadsgriffies, Gl's
en de leden van de Eerste en Tweede Kamer
Edelachtbaren,
Geachte heer/mevrouw,
Zojuist heb ik onthutst het onderstaande bericht in het Leidsch Dagblad gelezen en ik zou
het zeer op prijs stellen als ook u dit landelijke (zelfs globale) probleem van ouderverstoting
serieus ZOU willen nemen en onder de aandacht zou willen brengen. Het kan immers niet zo zijn
dat het probleem van ouderverstoting nog steeds gebagatelliseerd wordt en dat verstoten
ouders eerst in hongerstaking en zelfs dorststaking moeten gaan alvorens hun kinderen te
mogen zien!
Jaarlijks verliezen in Nederland 16.000 kinderen het contact met één van hun ouders en in
de meeste gevallen ZONDER enige gegronde reden. Hun verstoten ouders zijn in Nederland
machteloos en afhankelijk van een rechtssysteem waarin door rechters willekeur en geen recht
toegepast wordt.
Het proces van ouderverstoting wordt gekenmerkt door een systematisch manipulerende en
ziekmakende (pathogene) opvoeding van een ouder (en diens omgeving) die een coalitie
met het kind aangaat om de andere ouder, zonder legitieme reden, uit het leven van het
kind te verstoten. Alhoewel de gebruikelijke termen ouderverstoting en oudervervreemding
niet verkeerd zijn, dekken ze niet de lading van het daadwerkelijke doel van de verstotende
ouder die er niet voor terug deinst om met de meest desastreuze middelen en koste wat het
kost een liefhebbende ouder uit het leven van diens kind weg te poetsen.
In mijn beleving gaat dit proces veel verder dan een ouder te willen verstoten of vervreemden.
Bij dit proces wordt door een pathogene ouder de andere, liefhebbende ouder bewust uit het
leven van hun kind uitgewist, weggevaagd en geëlimineerd.
Daarom noem ik dit proces OUDER ELIMINATIE.
Ik hoop dat u de ruimte vindt om aandacht te schenken aan dit voor ouders en kinderen
traumatische probleem welk volgens de DSM-5 geclassificeerd is als psychische
kindermishandeling en ik hoop dat door deze positieve uitkomst voor de hongerstakende vader
ook de overige bestaande situaties en procedures opnieuw worden bekeken zodat het contact
tussen kinderen en beide ouders hersteld wordt en geborgd blijft.
Voor nadere informatie en mijn persoonlijk verhaal kunt u mij bereiken op info@ parent-
elimination.com en verwijs ik naar de folders in de bijlage van de Stichting Echt Scheiden
Zonder Schade en hun website www.herkenouderverstoting.nl
Alvast bedankt voor uw aandacht.
Met vriendelijke groeten,
Een verstoten vader
4 Vader krijgt co-ouderschap en stopt honger- en dorststaking
De vader die dinsdag in honger- en dorststaking ging, heeft vrijdagavond zijn protest beëindigd.
Jeugdbescherming West heeft zijn eis voor een omgangsregeling met co-ouderschap
ingewilligd.
Rond 18.30 uur heeft de vader zijn staking opgeheven. „De missie is geslaagd. Dit was een
actie van diep uit mijn hart’, zegt de vader aan de telefoon. Zijn huisarts is langs geweest en hij
mag weer langzaam beginnen met eten en drinken.
Donderdagavond besloot de vader van een zoon (11) en een dochter (8) om al iets drinken.
Een overeenkomst met Jeugdbescherming West en zijn ex-vrouw was toen nog niet bereikt.
Door zijn dorststaking op te heffen hadden beide partijen meer tijd om tot een akkoord te
komen.
De man zag het omstreden protest nog als enige uitweg om zijn kinderen vaker te mogen zien.
Jeugdbescherming West had sinds augustus een omgangsregeling ingesteld waarbij de vader
zijn kinderen een keer per maand onder begeleiding kon ontmoeten.
„Het is een dieptepunt dat dit in deze samenleving moet gebeuren. Waarom op deze manier?
We maken het zo complex.”
De vader wil benadrukken dat zijn staking een weloverwogen besluit was. „Dit ging niet over
een nacht ijs. Hier zijn jaren overheen gegaan. Ik heb hier heel goed over nagedacht.”
https://m.leidschdagpblad.nl/ent/dmf20191101 938537 5/vader-krijgt-co-ouderschap-en-stopt-honger-en-
dorststaking?utm_source=m.facebook.com&utm_medium=referral&utm _content=%2F&fbclid=lWAR2ZUBTM-
apgsOBKVO uxAYCiPLDaG8al8j6wpxpRaAorvAGuG8m4FV2l
| Raadsadres | 2 | train |
Pe ae 5 8 Á ee
‚ anne garneer , ne
: gern a * á fenraat-e tf te e
8 á Buiksloot plaats, d tn
„ B ke d zi e, PF on
Ri Z As Ô nn } fende. 7 ö / id - os
3 " . 2 £ és de à * etn tes Een. … J : "i,
r we Lt 5 RE Sportpark bs E *.
' k he ë E Eizenhagen 6 ng, 5 Se
ie ad a raand ie 3 afk 09-19. £ ke
£___NDSM-Werf a, PEG bom, penn in oan
k gieter en _ Buikslotermeer
nt t1e EN MR Pat
4 Nan, % de ri kh mie se Nn OE „À 5
oe k 5 en EE „e par
. Ì 8 FE & … _ Ree
e en, Ne hg \ Ä Volewijck £ is, ee
“ en, ploctanein & ì Sosa, Ee"
', [EEE dr “Noorder-diog rk $ hel Von,
e Sa, marzo 0-1 Ee £ r Tuinderp
' En ee ns $ Buiksloot
a E Ea Vareteerd Ee hi E
EET TEETT : À Â Ei re Ak se Î Bk Nieuwe gebieden,
Leth: et f SSA eG, da per 1 juli 2018
Ik i É En OA ha es” E .
k Ee d Pe in OP / De
Parkeerduurbeperking: binnen het Overhoeks d X S rs „ Kaal an, toi, E AN
€1,00-tariefgebied is het na maximaal twee nr stant f hk 5
uur parkeren twee uur lang niet mogelijk HR ad WE de oe eer Ve nt
am voor hetzelfde kenteken parkeergeld te ' } a 4 et. f Ap Ee
betalen. " Si ren 0 + Vogelbuurt 2
#5 gee ag
El Op het Buiksletermeerplein betaalt u voor à he Et 2 EEE }
de eerste drie uur parkeren €1,30. ek Maamerl ef Lian ge
: Pr df watt en
tannmn Deelvergunninggebied N 2e e # REEN ì 5
1EEEN Straattariefgebieden met daarin het E taichi? Het IJ
bijbehorende uurtarief. 8 À -
| Schriftelijke Vraag | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum 8 november 2023
Ingekomen onder 650
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Belkasmi, Nadif, Aslami, Veldhuyzen, Khan en
Broersen inzake Positioneren van jongerenwerk/kinderwerk ook op
basisscholen (groep 7 en 8)
Onderwerp
Positioneren van jongerenwerk/kinderwerk ook op basisscholen (groep 7 en 8)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsbrief Vakkundig jongerenwerk, een sterke basis voor
Amsterdamse jongeren
Constaterende dat:
-_ Het jongerenwerk in het voortgezet onderwijs breed is uitgezet, maar het primair onderwijs
ontbreekt.
-__De mentale problemen van scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs in de afgelopen
jaren fors zijn toegenomen. *
-__ Zowel jongerenwerkers als straathoekwerkers herhaaldelijk benadrukken dat het essentieel
is om het jongerenwerk/kinderwerk te positioneren op de basisscholen, met name in groep 7
en 8.
-_Erweinig zicht is op minderjarige slachtoffers van criminele uitbuiting, terwijl onderzoek van
het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel laat zien dat een of meer slachtoffers
zijn geworven op een onderwijsinstelling.*
Overwegende dat:
1 https://www.nji.nl/cijfers/welbevinden
? https://www.hetckm.nl/dossiers/criminele-uitbuiting-van-nederlandse-jongeren-nl/criminele-uitbuiting-
minderjarigen-kansen-voor-onderwijs/
-__ De inzet van preventieve interventies op jonge leeftijd, zoals jongerenwerk, ervoor kunnen
zorgen dat jongeren in moeilijke situaties meer participeren, meer eigen
verantwoordelijkheid laten zien en meer gebruikmaken van hun eigen mogelijkheden. 3
-_ Jongerenwerk bijdraagt aan het voorkomen van een verslechtering van de situatie van
jongeren met ernstige problemen en jongeren ondersteunt in hun verdere ontwikkeling.*
- Uit onderzoek blijkt dat bij scholen waar het jongerenwerk meerdere keren in de week
aanwezig is, een beter en completer beeld ontstaat van de leerlingen en eventuele risico’s
op criminele uitbuiting. 5
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-__De mogelijkheden samen met stadsdelen te verkennen om het jongerenwerk{kinderwerk
ook te positioneren op basisscholen waarbij we ervoor moeten waken dat deze inzet niet ten
koste mag gaan van de inzet van het jongerenwerk op straat, tenzij effectief, en specifiek
aandacht te besteden aan groep 7 en 8.
Indieners,
M. Belkasmi
| Nadif
A.S. Aslami
J.A. Veldhuyzen
S.Y. Khan
J. Broersen
3 https://www.nji.nl/sites/default/files/2021-06/Effecten-van-preventie-in-het-jeugdveld. pdf
*https://pure.hva.nl/ws/files/6253365/HvA_A4_brochure_De_preventieve_kracht_van_het_jongerenwerk_web
‚pdf?_ga=2.8047988.734993291.1685605508-158450.1685605507
5 https://www.hetckm.nl/dossiers/criminele-uitbuiting-van-nederlandse-jongeren-nl/criminele-uitbuiting-
minderjarigen-kansen-voor-onderwijs/
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1550
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder BL’
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Groot Wassink, Verheul, Mbarki en Peters inzake de Begroting
2017 (opvang kwetsbaren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— inde raadsvergadering van 14 juli 2016 afgesproken is dat zeer kwetsbare
uitgeprocedeerde vluchtelingen wiens termijn in het Programma Vreemdelingen is
afgelopen, 24-uursopvang kunnen krijgen binnen de bed-, bad-, brood-
voorziening;
— thans in de bed-, bad-, broodvoorziening uitgeprocedeerde vluchtelingen
verblijven die in de categorie zeer kwetsbaar vallen (door medisch/psychische
problematiek);
— volgens artsen en andere betrokkenen huisvesting in de bed- bad- brood-
voorziening voor deze groep geen passende oplossing is, gezien de
problematieken;
— hetrijk verantwoordelijk voor deze groep is maar die verantwoordelijkheid
ontloopt;
— dat betekent dat Amsterdam als barmhartige stad deze de noodzakelijke zorg
moet bieden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— als, na overleg met de huidige uitvoerders en andere partners, blijkt dat voor
de groep meest kwetsbaren (vanwege medisch/psychische problematiek) een
andere vorm van opvang nodig is dan de huidige in de bed-, bad-,
broodvoorziening, daar zo snel mogelijk in te voorzien;
— als hiervoor extra middelen nodig zijn hiervoor zo snel mogelijk een voorstel doen;
— de raad zo spoedig mogelijk over de uitvoering van deze motie te informeren.
De leden van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
A. Verheul
S. Mbarki
D.W.S. Peters
1
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-023746 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling
Agendapunt 6
Datum besluit College van B&W 31 oktober
Onderwerp
Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de conceptregeling van de
gemeenschappelijke regeling (GR) GGD Amsterdam-Amstelland (huiselijk geweld en seksueel
geweld)
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren:
1. Geen zienswijze in te dienen op de conceptregeling van de gemeenschappelijke regeling
GGD Amsterdam-Amstelland (huiselijk geweld en seksueel geweld).
2. Als onderdeel van deze conceptregeling hierbij in te stemmen met het formeel uittreden van
de raad als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling GGD Amsterdam-Amstelland,
conform de wetswijziging in 2015.
Wettelijke grondslag
Artikel a, derde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen
Bestuurlijke achtergrond
De Wet op de maatschappelijke opvang (Wmo) 2015 legt het college van Burgemeester &
Wethouders de plicht op om een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
(AMHK), met andere woorden een Veilig Thuis organisatie, in te richten. De Wet
gemeenschappelijke regelingen (Wagr) stelt dat de raden, de colleges van burgemeester en
wethouders en de burgemeesters van twee of meer gemeenten afzonderlijk of tezamen, ieder voor
zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen
ter behartiging van één of meer bepaalde belangen van die gemeenten. Per 1 januari 2017 is de
bestuurlijke verantwoordelijkheid voor Veilig Thuis en het Centrum Seksueel Geweld vastgelegd
in een openbaar lichaam, gemeenschappelijke regeling, genaamd Gemeenschappelijke Regeling
GGD Amsterdam Amstelland. Dit lichaam bestaat uit zes leden, te weten de gemeenten Aalsmeer,
Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het rechtsgebied van het lichaam
omvat het grondgebied van de leden. Na inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling is
het Openbaar lichaam GGD Amsterdam Amstelland een dienstverleningsovereenkomst aangegaan
met de GGD Amsterdam. In deze overeenkomst wordt de uitvoering van de taken aangaande het
Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis) alsmede het Centrum
voor Seksueel Geweld opgedragen aan de GGD Amsterdam. Daarnaast valt onder deze regeling ook
de opvang voor slachtoffers door Blijf Groep en de regioaanpak Veiligheid voor Elkaar.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2023-023746 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA
ij msterdam
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 22 november 2023
Ter advisering aan de raad
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-082016 20231016 Conceptregeling GR GGD Amsterdam-Amstelland. pdf (pdf)
AD2023-082013 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Raadsvoordracht conceptregeling GR GGD Amsterdam-Amstelland.pdf
AD2023-082015
(pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Jerien Bonte, [email protected], 0638609395
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1094
Publicatiedatum 4 oktober 2017
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 27 september 2017
Behandeld op woensdag 27 september 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Nuijens inzake het bestemmingsplan Zuidas-
Strawinsky Zuidzijde (onderzoek bezonningsnorm).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan Zuidas-Strawinsky Zuidzijde
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1036).
Overwegende dat:
— het onderdeel is van goede ruimtelijke ordening om de lichteffecten in beeld te
brengen van de bouw van (hoge) gebouwen;
— Amsterdam werkt aan een stevige verdichtings- en nieuwbouwopgave;
— daarvoor een landelijke TNO-norm bestaat, waarvan Amsterdam een afgeleide
hanteert, maar waarbij zij andere peildata gebruikt;
— Rotterdam en Den Haag voor verschillende soorten buurten een onderbouwde
norm voor bezonning bij nieuwbouw hanteren;
— Amsterdam zo'n norm niet hanteert, wat kan leiden tot onduidelijkheid en in de
ergste gevallen tot willenkeur:;
— het aanbeveling kan verdienen bezonning bij nieuwbouw te objectiveren door
het instellen van een Amsterdamse norm voor verschillende soorten buurten en
bebouwing;
— het onduidelijkheid kan vermijden als de gemeente hiernaar in ieder geval studie
verricht.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Onderzoek te doen naar nut en noodzaak van het instellen van een
gedifferentieerde Amsterdamse bezonningsnorm bij nieuwbouw:
2. Daarbij het onderscheid dat Rotterdam en Den Haag maken voor verschillende
soorten bebouwing en verschillende bouwhoogtes te betrekken, alsmede de
bestaande TNO-normen en peildata.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
J.W. Nuijens
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 313
Publicatiedatum 20 maart 2019
Ingekomen onder Y
Ingekomen op donderdag 14 maart 2019
Behandeld op donderdag 14 maart 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden El Ksaihi, Mbarki, De Jong en Ceder inzake de MBO-Agenda
2019-2023 (extra aandacht voor gesubsidieerde projecten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de MBO-Agenda 2019-2023, de Uitvoeringsagenda
Inzetten op jongeren in kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 en
de Uitvoeringsagenda Onderwijs-Arbeidsmarkt 2019-2022 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 256).
Constaterende dat:
— ereen groot tekort is aan goed geschoold personeel in Amsterdam’:
— de stad voor een grote groene opgave staat zoals het aardgasvrij maken van
verschillende wijken en het plaatsen van zonnepanelen en daar veel mbo-
geschoolde mensen nodig voor zijn,
— de werkomgeving steeds internationaler wordt en de mbo'ers de vaardigheden
moeten worden aangeboden om zich daarin optimaal in te zetten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Vanwege het belang voor de mbo-studenten én de stad Amsterdam de in de mbo-
agenda genoemde, maatschappelijke ambities zoals duurzaamheid, burgerschap en
internationalisering extra aandacht te geven in de gesubsidieerde projecten van de
mbo-instellingen.
De leden van de gemeenteraad
Y. El Ksaihi
S. Mbarki
D.S. de Jong
D.G.M. Ceder
1 https://www.nrc.nl/nieuws/2018/05/18/help-er-zijn-geen-technici-meer -a1603153
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
x Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur
Locatie De Raadzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ, d.d.
13 april 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _Tkn-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Dienstverlening
11 Uitwerking motie 930 Digitale Buurtgids Nr. BD2017-005140
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA)
e Was Tkn 15 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017
Openbare Orde en Veiligheid
12 Aanvulling op het raadsbesluit herijking: Enge Kerksteeg 1 Nr. BD2017-005477
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht.
(Gemeenteraad d.d. 28 juni 2017)
13 Kennisneming Tussenrapportage Binnenstad Offensief en begeleidende brief aan
commissie AZ Nr. BD2017-004744.
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
14 Pilot Rembrandtplein 1,5jaar monitor Nr. BD2017-005138
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Dantzig (D66)
e Was Tkn 4 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017
15 Aanpak illegale prostitutie 2016 Nr. BD2017-005139
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van de leden Boutkan (PvdA) en Van Dantzig (D66)
e Was Tkn 5 in de raadscommissie AZ, d.d. 13 april 2017
2
Gemeente Amsterdam AZ
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden
Gewijzigde Agenda, donderdag 18 mei 2017
Toegevoegd agendapunt
Openbare Orde en Veiligheid
16 Motie van de raadsleden Groot Wassink en Mbarki inzake stadsnomaden Nr.
BD2017-006228
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 3 op de ter kennisnamelijst
3
| Agenda | 3 | discard |
ore mdr, X Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 10
Datum besluit N.v.t. Nvt.
Onderwerp
Veiligheid bij Waternet
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het onderwerp ‘Veiligheid bij Waternet’
Wettelijke grondslag
Art. 26 lid 3 RvO
Bestuurlijke achtergrond
Na meerdere publicaties van Follow The Money is het duidelijk dat het schort aan de beveiliging bij
Waternet. Als gemeente Amsterdam zijn wij mede-eigenaar van Waternet. Daarnaast is Amsterdam
volledig afhankelijk van haar drinkwatervoorziening van Waternet.
Reden bespreking
Geagendeerd o.v.v. het lid Mangal (DENK). Na mondelinge, schriftelijke en aanvullende schriftelijke
vragen over Waternet door de fractie van DENK en naar aanleiding van meerdere publicaties door
Follow the Money blijkt dat het met de veiligheid van Waternet en daarmee onze waterhuishouding
van Amsterdam (drinkwater, riolering, bruggen, etc.) nog steeds slecht is gesteld. Daarnaast zijn er
verontruste berichten over hackers die drinkwater hebben proberen te vergiftigen in het buitenland
en internet houdt niet op bij de lands- of gemeentegrens. Ondertussen houdt volgens Follow the
Money de leiding van Waternet schaduwrapportages achter de hand om zaken te verdoezelen.
Relevante links naar nieuwsartikelen en (aanvullende) schriftelijke vragen:
https://nos.nl/artikel/2367958-hackers-proberen-drinkwater-te-vergiftigen-in-florida.html
https://www.ftm.nlf{artikelen/waternet-verantwoordelijkheid-digitaal-wanbeleid
https://lamsterdam.notubiz.nl/document/9212855/3/1608_20 Beantwoording%2oschriftelijke
%2ovragen%2oYilmaz%z2obeveiligingsmisstanden%z2obij%2oWaternet
https://amsterdam.notubiz.nl/document/9477860/2/1609_20 Beantwoording%2oaanvullende
%z2oschriftelijke%2ovragen%2oYilmaz%2oveiligheid%2obij%20Waternet
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-004397 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
griffie andreas 2 % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-015874 Commissie MLW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij het lid Mangal (DENK).
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 767
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie WE
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid mevrouw Yesilgöz-Zegerius inzake de begroting voor
2015 (doelstellingen armoedebestrijding).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— in Paragraaf 6.4.3 Armoedebestrijding worden op pagina 115 van de begroting als
doelen genoemd:
e Amsterdammers zijn maximaal financieel zelfredzaam;
e Amsterdammers ervaren geen financiële belemmeringen om maatschappelijk
te participeren;
Overwegende dat:
— structurele uitstroom uit armoede van de actieve beroepsbevolking prioriteit heeft;
— armoedeval, de achteruitgang in inkomen die uitkeringsgerechtigden ervaren als
zij een baan aanvaarden op of rond het minimumloon, als grote belemmering om
te participeren wordt beschouwd,
[Besluit:
|__de volgende zinsnede toe te voegen aan doelstelling “Amsterdammers zijn
maximaal financieel zelfredzaam” in Paragraaf 6.4.3: “Mensen die behoren tot de
actieve beroepsbevolking worden door het armoedebeleid zo veel mogelijk
ondersteund om zo snel mogelijk structureel uit de armoede te komen”;
Il toe te voegen aan de doelstelling “Amsterdammers ervaren geen financiële
belemmeringen om maatschappelijk te participeren” in Paragraaf 6.4.3:
“Armoedeval moet worden tegengegaan”.
Het lid van de gemeenteraad,
D. Yesilgöz-Zegerius
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 360
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder G
Ingekomen op woensdag 10 mei 2017
Behandeld op woensdag 10 mei 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Verheul inzake de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 325).
Overwegende dat:
— de nationale politie bij het uitrollen van pilots met bodycams steeds uitgebreid
afstemt in de lokale driehoek;
— gedurende de pilotperiode gewenning zal optreden ten aanzien van het gebruik
van bodycams ongeacht of daadwerkelijk een positieve bijdrage wordt geleverd
aan de veiligheid of het veiligheidsgevoel van agenten die de bodycam dragen:
— het voortzetten van de inzet van bodycams bij de Amsterdamse politie alleen
wenselijk is indien verantwoord wetenschappelijk onderzoek in deze pilot
aantoont dat de bodycams effectief zijn en een vooraf bepaalde doelstelling is
bereikt;
— de politie als doelstelling opgeeft het veiligheidsgevoel van agenten te verbeteren;
— de gemeente als doelstelling opgeeft het om niet het gevoel, maar de werkelijke
veiligheid van agenten te verbeteren.
Constaterende dat:
— de doelen van de nationale politie en de gemeente niet dezelfde zijn;
— niet duidelijk inzichtelijk is gemaakt onder welke voorwaarden na de pilotperiode
het inzetten van bodycams zal worden voortgezet.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. te bepalen welk doel doorslaggevend is voor de bereidwilligheid van de gemeente
om mee te werken aan volgende pilots, onderzoeken of een definitieve werkwijze
om bodycams bij de politie in te zetten;
2. inzichtelijk te maken welke resultaten met deze pilot minimaal dienen te worden
behaald om te kunnen concluderen dat het doorslaggevende doel voldoende is
bereikt:
3. de doelstelling en te behalen resultaten te verantwoorden met wetenschappelijk
onderzoek;
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 360 Motie
Datum 19 mei 2017
4, de doelen en resultaten die minimaal moeten worden gehaald te bespreken met
de raad, en daarvoor niet met de pilot te starten.
Het lid van de gemeenteraad
A. Verheul
2
| Motie | 2 | discard |
VN2022-018344 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Ingenieursbureau x Gemeente Jee 9 TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 16
Datum besluit 24 mei 2022
Onderwerp
Herinrichting van de OV-knoop Amstelveenseweg
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de herinrichting van de OV-knoop
Amstelveenseweg en in de bijlage opgenomen vitvoerings- en budgetbesluit van B&W.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Op 12 februari 2019 heeft het college ingestemd met het Programma van Eisen voor
de nieuwe maaiveldinrichting van Openbaar Vervoer (OV) -knoop Amstelveenseweg
(ZD 2019-000930). Door middel van het vitvoerings- en budgetbesluit geeft B&W een vervolg aan
het besluit vit 2019.
Reden bespreking
nvt
Uitkomsten extern advies
nvt
Geheimhouding
nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.10 1
VN2022-018344 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Ingenieursbureau 9 Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
AD2022-058364 Bijlage 1 RIB OV-knoop.pdf (pdf)
AD2022-058365 Bijlage 2 College van BW Voordracht. pdf (pdf)
AD2022-058363 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
V.A.Das , Gemeente Amsterdam, Ingenieursbureau , [email protected]
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer SV 44
Datum indiening 25 janvari 2021
Datum akkoord 22 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake grote hoeveelheden
kartonafval op straat
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Sinds de uitbraak van het COVID-19 virus heeft er een explosie plaatsgevonden in het aantal
online bestellingen. De toename van het aantal bezorgde pakketjes in Amsterdam heeft
ervoor gezorgd dat ook de hoeveelheid karton dat als afval wordt aangeboden explosief is
gestegen. De gemeente probeert met man en macht de containers te blijven legen maar kan
toch niet voorkomen dat op momenten de papiercontainers vol raken.
Enerzijds raken de papiercontainers vol door de enorme hoeveelheid karton dat op dit
moment in omloop is in Amsterdam anderzijds heeft het te maken met het verstopt raken
van de containers door het niet klein genoeg maken van de kartonnendozen. Op het
moment dat Amsterdammers te maken krijgen met een volle papiercontainer kiezen ze er
vaak voor om het karton naast de afvalbakken te plaatsen. Een keuze die niet gewenst is
maar wel te begrijpen aangezien maar weinigen in Amsterdam het afval terug naar huis
kunnen meenemen.
De fractie van de VVD heeft vertrouwen in de goedwillendheid van de Amsterdammers en
gelooft dat verkeerd aangeboden karton voorkomen kan worden door een betere
voorlichting vanuit de gemeente. De VVD kan zich bijvoorbeeld voorstellen dat karton ook
aangeboden mag worden in reguliere containers op het moment dat de papiercontainers vol
zitten. De fractie van de VVD zou graag alle onduidelijkheden bij bewoners over het
aanbieden van karton wegnemen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie de VVD, op grond van
artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Hoeveel meldingen van volle papiercontainers ontvangt Amsterdam dagelijks? Graag
een uitsplitsing per stadsdeel.
Antwoord:
In het onderstaande staatje een overzicht van de meldingen.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling Sv Gemeenteraad
ummer bh . .
Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen
Stadsdeel Aantal meldingen per dag
OW
Wd
2. Hoeveeltijd zit er gemiddeld tussen een melding van een volle papiercontainer en het
legen van de papiercontainer?
Antwoord:
Voor het afhandelen van een melding staat formeel 3 werkdagen. Omdat de frequentie van
het legen van de containers op met name probleemlocaties is verhoogd is de tijd aanzienlijk
verkort.
3. De fractie van de VVD ontvangt geluiden dat bewoners het bericht krijgen dat de
afmelding is afgehandeld terwijl ze het idee hebben dat er niets aan de situatie is
veranderd. Kan het college dit beeld verklaren?
Antwoord:
Op het moment dat een melding binnen komt wordt onderzocht of er binnen twee dagen
wordt ingezameld op de plaats waar de melding betrekking op heeft. Wanneer dit het
geval is wordt de melding afgehandeld op het moment van inzameling. Indien dat niet het
geval is dan wordt aan inzameling gevraagd om een extra lediging. Op moment van
lediging wordt de melding vervolgens afgehandeld.
Het kan voorkomen dat een melding volgens bovenstaande systematiek is afgehandeld,
maar dat ondertussen er weer een nieuw probleem is op de locatie). Het lijkt dan alsof er
niets met de melding ís gedaan.
4. Hoe vaak heeft een volle papiercontainer te maken met het verstopt raken van de
papiercontainer door het verkeerd aanbieden van het karton?
Antwoord:
De gemeente meet de toegankelijkheid van de containers. Daarbij wordt een onderscheid
gemaakt tussen gestremde containers en volle containers. Het percentage gestremde
papiercontainers ligt tussen 2 % en 3%.
5. Hoe kan een Amsterdammer het beste kartonnen dozen aanbieden zodat voorkomen
wordt dat de papiercontainers verstopt raken?
Antwoord:
Om te voorkomen dat de papiercontainers verstopt raken kan karton het beste klein
worden gemaakt zodat het gemakkelijk door de opening van de papiercontainer gaat. Bij
een volle papiercontainer moet men karton en papier niet alsnog in de volle container
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling Sv Gemeenteraad
Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen
proberen te proppen of naast de container te zetten maar is het de bedoeling dat men dit
afval in een andere papiercontainer stopt. Een kaart met locaties van de papiercontainers
staat op de gemeentelijke website.
6. Welke stappen kan een Amsterdammer nemen bij het volraken van een
papiercontainer?
Antwoord:
Bij een volle papiercontainer wordt gevraagd om het papier/karton afval in een andere
container te doen en een melding te maken. Dit kan telefonisch via 14020 of via de website.
7. Is het gewenst om karton te stoppen in een reguliere container op het moment dat de
papiercontainers vol zitten?
Antwoord:
Nee, dat is niet gewenst. In Amsterdam hebben we afgesproken dat we papier en karton
scheiden. Alleen op deze manier kan het op de juiste manier worden gerecycled. Zoals
hiervoor is aangegeven dient de Amsterdammer dit soort afval in een andere
papiercontainer te stoppen. Een kaart met locaties van de papiercontainers staat op de
gemeentelijke website. Metingen laten overigens zien dat er vrijwel altijd een niet volle
papiercontainer in de nabijheid is van een volle papiercontainer. Mocht er echt geen
papiercontainer in de buurt zijn dan hebben we liever dat karton in een restcontainer wordt
gedaan dan dat het ernaast wordt geplaatst.
8. Op welke manieren geeft de gemeente voorlichting over het aanbieden van karton?
Antwoord:
De Amsterdammer wordt op verschillende manieren geïnformeerd over het (juist)
aanbieden van afval waaronder karton. Op amsterdam.nl/afval staat onder ‘Afval
scheiden’ informatie over papier/karton, wat mag er wel en niet in de container. Op bijna
alle containers zijn/worden stickers aangebracht met een instructie over het juist aanbieden
van afval. Op de Facebookpagina's van de stadsdelen zijn filmpjes geplaatst (een vlog van
afvalinzamelaar Wesley) over het aanbieden van karton. In september 2020 zijn er circa
100 speciale kartonkleppen geplaatst op ondergrondse papiercontainers. Met green graffiti
op de grond in de nabijheid van de containers wordt uitgelegd op welke wijze de
Amsterdammers hun karton moeten aanbieden. In periodes waar de verwachting is dat er
een groot aanbod van karton is zijn er extra campagnes geweest. Bijvoorbeeld is er de
afgelopen feestdagen (Vanaf Black Friday tot de jaarwisseling) een online campagne
gevoerd op social media: Amsterdammers die pakketjes bestelden werden opgeroepen om
hun karton klein te maken voordat ze het in de papiercontainer deden.
g. Ziet het college net als de fractie van de VVD heil in een informatiecampagne over het
goed aanbieden van karton en wat Amsterdammers kunnen doen bij volle
papiercontainers? Zo ja, is het college welwillend om hiervoor een campagne op te
zetten? En welke middelen zijn er nodig voor een succesvolle campagne?
Antwoord:
De gemeente is vorig jaar gestart met het Afvaloffensief. Dit offensief kent vier actielijnen:
Basis op orde, Informeren, Motiveren en Handhaving. Het college voert een actief
informatiecampagnebeleid. Er wordt bij de campagnes informatie geven over het goed
aanbieden van karton en ook wat Amsterdammers kunnen doen bij volle papiercontainers.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling Sv Gemeenteraad
ummer bb sea:
Datum 22 februari 2021 Schriftelijke vragen
Vanaf eind maart 2021 start er een nieuwe campagne over karton in het kader van het
afvaloffensief. De campagne bestaat uit een stadsbrede online campagne en een
buurtgerichte offline campagne. Bij de offline campagne worden easy blocks (grote
posterhouders) ingezet bij containerlocaties waar veel problemen zijn met het aanbieden
van papier/karton. Daarnaast wordt green graffiti bij de papiercontainer aangebracht met
het juiste handelingsperspectief en informeren we bewoners rondom de containerlocaties
door middel van een flyer. De boodschap is dat Amsterdammers hun karton klein moeten
maken voordat ze het in de papiercontainer doen en anders naar de volgende container
moeten lopen.
Voor een schoner straatbeeld zijn goede en voldoende inzamelfaciliteiten en een adequate
inzameling belangrijke voorwaarden. Het is noodzakelijk dat de containers voldoende
worden geleegd en de container geschikt is voor het soort afval. De gemeente moet zorgen
dat dat op orde is, de Amsterdammer helpt door het goed aanbieden.
10. Ziet het college mogelijkheden om een wekelijkse ophaaldag voor karton, net zoals nu
in het centrum, te organiseren voor de gehele stad? Zo ja, welk effect verwacht het
college dat dit heeft voor het straatbeeld? En welke middelen zijn hiervoor extra nodig?
Antwoord:
Vooralsnog ziet het college dit niet als oplossing. Er is gekozen om papier en karton in te
zamelen met containers. Een voordeel hiervan is dat bewoners een ruim tijdvenster hebben
om hun afval weg te gooien. De containers worden geleegd op vaste inzameldagen en als
ze vol zijn. Bij een groot aanbod van papier en karton worden er extra inzamelroutes
gereden. Omdat nat karton niet goed gerecycled kan worden heeft inzamelen per container
de voorkeur.
11. Welke stappen neemt of kan het college nemen om particuliere initiatieven die karton
ophalen te ondersteunen of aan te jagen?
Antwoord:
Het college werkt aan een aanpak voor karton waarin ook particuliere initiatieven een plek
kunnen krijgen. Het college denkt daarbij aan een retourlogistiek waarbij bezorgdiensten en
afhaalpunten worden betrokken maar ook aan kartoninzameling door bijvoorbeeld scholen
en sport- en buurtverenigingen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Besluitenlijst raadsvergadering 18 december 2012
2 _______|Actualiteit |
Motie 3 (SP, Bespreking ontheffingen- en Ingetrokken
PvdA) horecabeleid in commissie
Algemene Zaken
Krediet grondexploitatie Alle Aangenomen
Arm en fracties
Touwen/Realeneiland
Ontwerpverklaring van GL, D66, Aangenomen
geen bedenkingen Czaar |PvdA,
Peterstraat 152-153 VVD
Krediet Conradstraat 8 GL, D66, VVD Aangenomen
PvdA, SP
7 Uitbreiding Hotel Amrath GL, D66, PvdA, SP Aangenomen
(inhoud van de VVD
voordracht
Preadvies notitie SP over |Alle Aangenomen
van rechtswege verleende | fracties
vergunningen
Algemene Alle Vastgesteld
Subsidieverordening fracties
Amsterdam stadsdeel
Centrum 2012
Motie 1 (SP) Inventarisatie gevolgen Ingetrokken
stads- en Haagse
bezuinigingen voor WMO in
Centrum
10 [Paming&convolyes |_____|___ |vevalen |
Voorbereidingsbesluit GL, D66, VVD Vastgesteld
Haarlemmerplein 48 PvdA, SP
12 \ParkeergargeVijzelgracht| | mt
Motie 2 (SP) Onderzoek naar experiment Ingetrokken
voor alternatief mobiliteits-
en parkeerplan
In dit overzicht staan de voorstellen en onderwerpen waarover door de aanwezige partijen is gestemd en de
daarbij ingediende moties en amendementen. Alle bovenstaande voorstellen en besluiten/verordeningen
liggen ter inzage bij het Voorlichtingsloket. Ook worden ze gepubliceerd op internet. Ze zijn te vinden in het
bestuursarchief en via de bestuurskalender bij de raadsvergadering waarin ze zijn behandeld. Raadsleden
Ten Bruggencate (D66) en Alexandrova (FA) waren niet aanwezig. Raadslid Lahaise (PvdA) was aanwezig
om 19.45 uur.
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 748
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder BM
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Moorman inzake de samenwerkingsafspraken op
hoofdlijnen tussen huurders, corporaties en gemeente (ruimte voor aanpassingen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de samenwerkingsafspraken op hoofdlijnen tussen
huurders, corporaties en gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 644);
Overwegende dat:
- het college uitgaat van een noodzakelijk voorraad betaalbare woningen,
inclusief studentenwoningen, van 187.000;
-__ het college hierbij uitgaat van een verdeling van 162.000 sociale
corporatiewoningen en 25.000 woningen particuliere gereguleerde verhuur.
- het college voorziet dat de particulier sector 8000 zelfstandige sociale
huurwoningen zal bouwen;
-__ zowel marktomstandigheden als landelijke regelgeving kunnen wijzigen
waardoor deze verdeling onder druk komt te staan;
Van mening zijnde dat afspraken moeten kunnen worden bijgesteld teneinde de
sociale huurvoorraad op peil te houden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de nadere afspraken met de corporaties aanpassingen mogelijk te maken bij
gewijzigde omstandigheden, waarbij geldt:
— indien verkoop en liberalisatie van de particuliere gereguleerde voorraad
groter is dan verwacht, wordt het aandeel te behouden en als zodanig te
verhuren, sociale corporatiewoningen verhoogd, op zulke wijze dat ten
minste een gegarandeerde voorraad van sociale huurwoningen van 187.000
overblijft, zoals afgesproken in het coalitieakkoord.
— indien er minder dan 8000 zelfstandige sociale huurwoningen worden
gebouwd en verhuurd door particulieren in 2025, wordt het aandeel te
behouden en als zodanig te verhuren, sociale corporatiewoningen verhoogd,
op zulke wijze dat ten minste een gegarandeerde voorraad van sociale
huurwoningen van 187.000 overblijft, zoals afgesproken in het
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 744 Moti
Datum 7 augustus 2015 ome
coalitieakkoord.
Het lid van de gemeenteraad
M. Moorman
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-16-31950 / INT-16-10653
Afdeling Bestuur en Organisatie
Onderwerp
Nieuwe werkwijze algemeen bestuur
Portefeuille Algemene en bestuurlijke zaken
DB lid Allen
Gebied N.v.t.
Datum DB 13 december 2016
Datum AB voorbereidend _N.v.t.
Datum AB besluitvormend 20 december 2016
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Derk Logemann / Joep Timmermans
[email protected] / [email protected]
xZ003520CBC37 « Pagina van4
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. de nieuwe werkwijze, zoals verwoord in de bijgevoegde notitie, voor (de
vergaderingen van) het algemeen bestuur vast te stellen;
2. de volgende drie onderwerpen vast te stellen die in ieder geval in aanmerking
komen voor experimenten om burger- en ondernemersparticipatie te vergroten:
a) Herinrichting Tilanusstraat
b) Facebook-Instagram Live / Chatten met AB-leden tijdens AB-vergaderingen
c) Werkgelegenheid
d) Plint Brazilië
3. kenniste nemen van de zes mogelijke participatieve experimenten/methoden;
4. kenniste nemen van de notitie met de opzet voor het participatief project
Tilanusstraat;
5. kennis te nemen van (het voorbeeld van) de conceptagenda van de voorbereidende
vergadering van 17 janvari 2017.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van 4
Bevoegdheid
Verordening op de bestuurscommissies.
Bestuurlijke achtergrond
Het algemeen bestuur wenst op een andere wijze zijn bevoegdheden te gebruiken dan aan
de vergadertafel alleen. Het wil experimenten op het gebied van vergroten van burger- en
ondernemersparticipatie inzetten.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
De nieuwe werkwijze moet leiden tot een aantoonbare vergroting van de burger- en
ondernemersparticipatie. Daartoe wordt in eerste instantie een vijftal experimenten
benoemd waarbij op verschillende manieren participatie wordt ingezet.
Argumenten
Het is een wens van het algemeen bestuur om meer aandacht te besteden aan participatie
om de oren-en-ogenfunctie van de bestuurscommissie beter tot zijn recht te laten komen.
Kanttekeningen
- Er zullen ook nog steeds formele besluiten genomen moeten worden, dus daar zal enige
verdagerdiscipline, gebaseerd op onderling vertrouwen, voor nodig zijn.
- Voor niet alle onderwerpen zal ambtelijke ondersteuning geboden kunnen resp. hoeven
te worden.
Risico's / Neveneffecten
Nu nog niet benoembaar. Moet blijken uit de praktijk.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau n.v.t.
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? wellicht _ Afhankelijk van verloop van de experimenten, worden er mogelijk
aanvullende proceskosten gemaakt.
Indien ja, dekking aanwezig? n.v.t. Indien nee, hieronder dekking aangeven
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting n.v.t.
Voorlichting en communicatie
Er zal aandacht moeten komen voor deze nieuwe werkwijze, al was het alleen maar om
bewoners en bedrijven er op te wijzen dat inspreken tijdens vergaderingen weliswaar niet
verdwijnt, maar dat beïnvloeding van besluitvorming effectiever zal zijn als wordt
meegesproken tijdens de voorbereiding in plaats van ingesproken tijdens de formele
vergaderingen.
Pagina 3 van 4
Uitkomsten inspraak
n.v.t.
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Einde geheimhouding n.v.t.
Stukken
Meegestuurd Notitie van 13 december 2016
Voorbeeld agenda Voorbereidend AB
Participatief project Tilanusstraat
Beschrijvingen van zes experimenten
Ter inzage gelegd n.v.t.
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Besluit dagelijks bestuur
Pagina 4 van 4
| Besluit | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2099
Ingekomen onder X
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Néhmé, Ceder, Boomsma, Van Soest en Van Schijndel
inzake de Huisvestingsverordening 2020 (Legaliseer alle bestaande studenten- en
starterswoningen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam
2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1930).
Overwegende dat:
— De Huisvestingsverordening 2020 veel onzekerheid met zich meebrengt voor
bestaande woningdelers in starters- en studentenhuizen;
— De Huisvestingsverordening 2020 weliswaar bepaalt dat ‘erkende’
studentenhuizen niet hoeven te vrezen voor sluiting maar het onduidelijk is om
welke huizen het hier gaat;
— Het college van B&W enkele pogingen van de gemeenteraad onbeantwoord laat
om een overzicht te verschaffen van de erkende studentenhuizen die na 1 januari
2020 niet hoeven te vrezen voor sluiting of onterecht handhavend optreden van
de gemeente:
— Amsterdam zich rijk mag rekenen met een rijke cultuur aan studentenhuizen die
al tientallen jaren onderdak bieden aan Amsterdamse studenten;
— In het coalitieakkoord 2018-2022 staat dat nieuw beleid omtrent woningdelen
getoetst zal worden op de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van het
kameraanbod;
— De gemeenteraad geen enkel onderzoek heeft gezien waaruit blijkt dat het
nieuwe beleid zoals vastgelegd in de Huisvestingsverordening 2020 geen
effecten zal hebben voor de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van het
kameraanbod.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De Huisvestingsverordening 2020 niet van toepassing te laten zijn op de bestaande
starters-en studentenhuizen en deze zo snel mogelijk te legaliseren.
De leden van de gemeenteraad,
H. Naoum Néhmé
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2099 Motie
Datum 19 december
2019
D.G.M. Ceder
D.T. Boomsma
W. van Soest
A.H.J.W. van Schijndel
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 392
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder AJ
Ingekomen op donderdag 11 mei 2017
Behandeld op donderdag 11 mei 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ruigrok, Kaya, N.T. Bakker en Boomsma inzake het rapport
“Sturen op een divers winkelgebied” (Amsterdams Verbond Diversiteit Winkelstraten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het rapport “Sturen op een divers winkelgebied”
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 315).
Overwegende dat:
— zowel bewoners, ondernemers, pandeigenaren als gemeente gebaat zijn bij een
divers winkelaanbod in Amsterdam:
— behoud en/of bevordering van diversiteit in het winkellandschap een financiële
investering kan vergen en samenwerking tussen diverse partijen;
— investeren in de diversiteit van Amsterdamse winkelstraten niet alleen
commerciële maar ook maatschappelijke impact beoogt;
— eerder in Amsterdam projecten zijn gestart met behulp van investeerders en
betrokkenen die ook een maatschappelijke impact voor ogen hadden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. de mogelijkheden van een samenwerkingsverband te onderzoeken dat de
bevordering van diversiteit in Amsterdamse winkelstraten, met maatwerk op
straatniveau, beoogt en bewoners, ondernemers, pandeigenaren,
maatschappelijke investeerders en de gemeente Amsterdam als mogelijke
deelnemers/financierders heeft;
2. de resultaten van dit onderzoek te betrekken bij de verdere uitwerking van ‘Sturen
op een divers winkelgebied.
De leden van de gemeenteraad
M.H. Ruigrok
M. Kaya
N.T. Bakker
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 184
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder AF
Ingekomen op woensdag 13 februari 2019
Behandeld op woensdag 13 februari 2019
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Simons inzake het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(onderzoek naar discriminatie binnen de gemeente)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader 2019-2022 Diversiteit en Inclusiviteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 105).
Constaterende dat het college flink investeert in de bestrijding van discriminatie en
racisme.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een onderzoek uit te voeren onder het personeel van de gemeente om in
kaart te brengen tot in welke mate zij te maken hebben met discriminatie
binnen de gemeentelijke organisatie.
- Om over de resultaten van het onderzoek te rapporteren aan de
gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | discard |
Amsterdam 12 juli 2007
Kenmerk : 07-062580/OR
Onderwerp _ : Boomloze kade aan de Hermitage
Geachte heer Van Buuren,
In reactie op u email van 17 juni 2007 kan ik u het volgende meedelen.
Zoals u heeft opgemerkt is de kademuur van de Nieuw Keizersgracht vernieuwd.
Wanneer de Hermitage klaar is met zijn verbouwingswerkzaamheden, wordt de kade
definitief, met 16 nieuwe bomen, ingericht. Op de kade stonden drie monumentale
platanen. Deze bomen heeft het stadsdeel i.s.m. de Hermitage en de Diaconie verplant
naar de binnentuin.
Met vriendelijke groet,
Roeland Lagendijk
Manager rayon Oost
| Raadsadres | 1 | test |
enn, E r Ms. We
e= Eamge. U ij H BE "
TT A en nr
4 4 en mm Nn La ee eed EE Elen jd E ar it dl 15e = il
ei ne he. nn rr WEE ML eg Ea :
ne We 8 8 ST
annet ek Ti | /
ke nd Fi zr ke Da nd | dif Ee en Ei L
En. nn mi ke =,
mn mn a
Feitenkaart niet-gebruik van de
algemene bijstand in Rotterdam
zat ze o (Langdurig) niet-gebruik in
Niet gebrui k: 28% Rotterdam en Nederland
28% van de Rotterdammers die op 1 oktober 2020
recht hadden op een bijstandsuitkering, maakten BA
hiervan geen gebruik. Het niet-gebruik in Rotterdam Nederland
ligt wat lager dan in heel Nederland; hier ligt het op :
34%.
Rotterdam Zie
Een derde deel van de niet-gebruikers maakte langer 4
dan een jaar geen gebruik van het recht op bijstand;
dat brengt het langdurig niet-gebruik op 9% (zie pa-
gina 3 van deze factsheet). = Niet-gebruik _m Langdurig niet-gebruik
Niet-gebruik naar hoogte van het
inkomen ten opzichte van de
* _ Huishoudens die al een inkomen hebben, maken bijstandsnorm
minder gebruik van de (aanvullende) bijstand
dan huishoudens die geen enkel inkomen heb- 90-100% bijstandsnorm
ben
80-90% bijstandsnorm
* Hoe dichter dit inkomen bij de bijstandsgrens % biistand 5
ligt, hoe hoger het niet-gebruik >>> 70-80% bijstandsnorm
60-70% bijstandsnorm
* In Rotterdam hebben relatief veel rechthebben-
den geen enkel inkomen; bij deze groep ligt het 50-60% bijstandsnorm
niet-gebruik laag. Mede hierdoor is het percen- 40-50% bijstandsnorm
tage niet-gebruik in Rotterdam lager dan in heel
Nederland 30-40% bijstandsnorm
20-30% bij
* Langdurig niet-gebruik zien we vooral bij huis- 0-30% bijstandsnorm :
houdens die al een (relatief hoog) inkomen heb- 10-20% bijstandsnorm
ben, en veel minder bij huishoudens zonder inko-
men 1-10% bijstandsnorm
Geen inkomen 8%
Niet-gebruik hoog bij
werkenden en zelfstandigen Niet-gebruik van huishoudens met
* _Netalsin heel Nederland is het niet-gebruik on- inkomen naar bron van inkomen
der zelfstandigen het hoogst: 9% van de recht-
hebbende zelfstandigen maakt gebruik van de Werknemer
bijstand.”
Uiers
® In absolute aantallen vormen werknemers de
grootste groep bijstandsgerechtigden met inko- . „
men. Van hen maakt 65% geen gebruik van de Zelfstandige
bijstand: dit is vergelijkbaar met het percentage
in heel Nederland
Niet-gebruik hoog bij
(thuiswonende) jongeren Niet-gebruik naar leeftijd
* Het niet gebruik van jongeren ligt bijna op 60%.
Er zijn echter in verhouding weinig jongeren die 57-65
recht hebben op een uitkering: qua aantallen
gaat het dus om een relatief kleine groep.
47-56
* Het niet-gebruik van thuiswonende jongeren ligt
nog wat hoger op 73%. Ook hier gaat het om een 37-46
relatief kleine groep in aantal.
27-36
* Rechthebbenden van 27 t/m 36 jaar oud vormen
qua aantallen de grootste groep niet-gebruikers -
in Rotterdam en in Nederland. Van hen maakt 18-26
ruim 40% geen gebruik van het recht op bij-
stand.
Niet-gebruik hoger bij
alleenstaanden
* _Rechthebbende huishoudens met kinderen ma- Niet-gebruik naar positie van de
ken vaker gebruik van de bijstand dan huishou- persoon in het huishouden
dens zonder kinderen.
Thuiswonend kind
* In absolute aantallen vormen alleenstaanden de Partner zonder kinderen
grootste groep rechthebbenden en ook de groot-
tot. : ic Overig lid van een
ste groep niet gebruikers, Het beeld naar huis huishouden SA
houdsamenstelling is in Rotterdam grotendeels
gelijk aan dat in Nederland. Alleenstaande
… , Partner met kinderen
* _Bijalleenstaanden en alleenstaande ouders ligt
iet- ikt Ouder in een
het percentage niet-gebruik in Rotterdam lager eenouderhuishouden EZ
dan in heel Nederland.
* Mogelijk ontvangt een deel van hen wel een Bbz- of TOAZ-
uitkering. Deze uitkeringen voor zelfstandigen zijn in dit on-
derzoek buiten beschouwing gelaten.
Langdurig niet-gebruik Op beleidsniveau
* Generieke versus selectieve regelingen
(langer dan een jaar): 9% * Complexiteit, bijvoorbeeld middelentoets
Een derde deel van de niet-gebruikers maakte langer * __ Onduidelijke (Communicatie van) rechten
dan een jaar geen gebruik: dat brengt het langdurig * Initiatief van (stappen in) aanvraag aan de bur-
niet-gebruik op 9%. Dit is gelijk aan het langdurig ger
niet-gebruik in Nederland.
In de uitvoering
* _ Langdurig niet-gebruik komt naar verhouding * Administratieve passiviteit: ‘take it or leave it’
vaker voor bij mensen met een inkomen anders ® Voorlichting en communicatie
dan bijstand, met name als het inkomen dichter « __Menging hulp- en controlefunctie
bij de bijstandsgrens ligt. & _ Wijze van klantcontact: digitaal of face-to-face
* Hoogte caseload
* Langdurig niet-gebruik zien we minder vaak on- ® _ Tijd tussen aanvraag en toekenning
der jongeren, maar vaker onder personen vanaf * _ Diagnostiek
36 jaar * Te weinig kennis bij de uitvoering
. . * Samenwerking met organisaties in de stad bij
* Langdurig niet-gebruik zien we relatief vaker bij bekend maken en aanvraag van voorzieningen
huishoudens met kinderen. Bij thuiswonende
kinderen ligt het langdurig niet-gebruik wat ho-
ger dan in heel Nederland Aandachtspunten die niet-gebruik kunnen tegen-
gaan
* Focus op moeilijk bereikbare groepen: zelfstan-
Factoren die bijdragen aan digen, jongeren, Europese arbeidsmigranten,
werknemers met inkomen uit loondienst en laag-
niet-gebrui k opgeleiden
Uit een literatuuronderzoek komt een aantal factoren
naar voren die bij rechthebbenden, beleid en uitvoe- + Actief benaderen en actief samenwerken met
ring kunnen bijdragen aan niet-gebruik van inko- maatschappelijke organisaties
mensondersteuning:
* Vereenvoudig procedures en minimaliseer
Bij rechthebbenden wachttijden
* Gebrek aan kennis
«Verkeerde inschatting van recht * Verbeterde omgang met burgers en herstel het
. vertrouwen in de overheid
* Afweging of de kosten opwegen tegen de baten
(de zogenoemde trade-off) . . … . .
. . . * _Bevorder kennis van regelingen bij de uitvoering
* Houding tegenover inkomensondersteuning:
o Schaamte De
o _ Stigmatisering * Maak ruimte in de caseload voor advisering en
o__ Opvattingen binnen sociaal net- samenwerking met ketenpartners in voorlichting
werk of peer group en verwijzing.
Auteurs Datum
Renske Hoedemaker, Hetty van Kempen, Daan Schmitz, O&S Amsterdam
Frans Moors, Annemarie Reijnen, Toine Wentink, OBI Rotterdam 1-2-2023
Meer informatie
Het volledige onderzoeksrapport is te vinden op onderzoek010.nl en op onderzoek.amsterdam.nl.
Vragen over deze feitenkaart kunt u mailen naar [email protected].
% en
x emeente te de Gemeente
% Amsterdam 3 Rotterdam
| Factsheet | 3 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 811
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 28 juni 2017
Behandeld op woensdag 28 juni 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Dijk en Van Osselaer inzake de Overstapregeling van
voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht (onderzoek naar bezwaarmogelijkheid).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het collegebesluit tot vaststelling van de Overstapregeling
van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen 2017
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 683).
Overwegende dat:
— De Overstapregeling en het grondprijsbeleid een modelmatige berekening van
de herbouwwaarde van woningen op erfpachtgrond hanteren;
— Hierdoor in individuele gevallen sprake kan zijn van een modelmatige uitkomst die
niet overeenkomt met de feitelijke situatie;
— Daardoor de toepassing van de systematiek van de Overstapregeling en
het grondprijsbeleid tot een afwijkende uitkomst kan leiden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Te onderzoeken in hoeverre en zo ja hoe een bezwaarmogelijkheid op
systeemniveau kan worden toegepast;
— Aan de raad nog dit jaar over de resultaten te rapporteren.
De leden van de gemeenteraad
J.P.D. van Osselaer
T.W. Dijk
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 28 juni
Ingekomen onder nummer 423
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Nadif, Ernstig, Heinhuis, Schmit, Bakker, Garmny,
Kabamba, Boomsma en Bons over een landelijk CO2 reductie plan voor
afvalverbrandingsinstallaties
Onderwerp
Motie van de leden Nadif en Ernsting over een landelijk CO2 reductie plan voor
afvalverbrandingsinstallaties
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over
Overwegende dat:
-_ Het Rijk momenteel in Landelijk Afvalbeheer Plan 3 meerdere voorstellen heeft gedaan
om CO2 reductie bij afval te bewerkstelligen;
-_ Binnen de afspraken, er nog geen afspraken gemaakt zijn over de CO2 en stikstof uitstoot
van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s);
-_We meer overgaan naar het circulair verwerken van afval, er hierdoor ook minder
Nederlands afval is en daardoor de behoefte aan AVI's vermindert;
-_Dat het noodzakelijk is, als Nederland en Amsterdam de klimaatdoelstellingen wil
behalen, ook hierin afspraken te maken;
-__ Stikstofreductie een gevolg is van een dergelijk plan, en dit bijdraagt aan de doelen van de
gemeente en het Rijk;
-_ Dit het niet alleen van belang is om lokaal en nationaal afspraken over te maken, maar dit
ook op Europees niveau gekeken moet worden.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Ingesprek te gaan met het Rijk om binnen het afval en circulair beleid van het Rijk,
afspraken te maken rondom COz2 en stikstof reductie bij de uitstoot van AVI's;
-_ Binnen deze gesprekken ook Europees beleid hierin mee te nemen, om te onderzoeken of
er aanvullende afspraken gemaakt moeten worden.
Indiener(s)
|. Nadif
Z.D. Ernsting
L.E. Heinhuis
E.E. Schmit
A.L. Bakker
|. Garmy
C.K.E. Kabamba
D.T. Boomsma
A.D.J. Bons
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| | Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum g mei 2023
Portefeuilles) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door V&OR (Bestuurlijke. Zaken. [email protected])
Onderwerp Afdoening motie 389” Begroting 2023 - Projectenlijst van overschrijdingen in
tijd en geld binnen MOW van het lid E.D.M. Moeskops van D66
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw vergadering van 9 november 2022 heeft u bij de behandeling van de Begroting 2023 motie
389” van raadslid E.D.M. Moeskops van D66 aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om
“te komen met een totaaloverzicht van overschrijdingen in budget en tijd van de in de jaren 2020 en
2021 afgeronde projecten binnen programma 2 van de portefeuille MOW. En dit tevens weer te geven
als een percentage van het totaal aantal projecten binnen dezelfde scope.”
Het college geeft uitvoering aan de motie door het verstrekken van bijgevoegd overzicht van in
2020 en 2021 afgeronde projecten in de portefeuilles Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit en
Openbare Ruimte.
In deze brief staan wij stil bij drie aandachtspunten:
-_Amsterdam Financieel & Inkoopsysteem / “1 druk op de knop’
-__ Werking stelsel projectbudgettering P5o / P85
-_Nwu lopende investeringen
Amsterdams Financieel & Inkoopsysteem / ‘a druk op de knop’
Om het gevraagde overzicht te genereren is vit verschillende bronnen en rapportagesystemen
geput. Zo kennen verschillende directies verschillende financiële systemen in verschillende
tijdsvakken, en worden projecten uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds (SMF) anders vastgelegd dan
investeringen. Om deze reden kan het college geen garantie geven op 100% juistheid en
volledigheid. Wel hebben wij vertrouwen in de juistheid van het overall beeld.
Het college werkt aan de invoering van het nieuwe Amsterdams Financieel & Inkoopsysteem
(AFIS). Nadat dit in de loop van 2024 operationeel is hopen we dergelijke overzichten voor nieuwe
projecten meer met ‘1 druk op de knop’ te kunnen generen. Ook reeds lopende projecten zullen
dan zichtbaar zijn in AFIS.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 2 van 3
Werking stelsel budgettering P5o / P85
Uitgangspunt bij het bepalen van investeringsbudgetten is de zogenaamde P5o-waarde. Dit
betekent dat we het budget (op basis van in de statistische SSK-raming (Standaard Systematiek
Kostenraming)) zodanig kiezen dat de kans op overschrijding en onderbesteding beide 50% is. We
kiezen dus voor de meest waarschijnlijke uitkomst. Over de hele projectenportfolio is het
totaalbedrag aan overschrijdingen dan in principe gelijk aan de totale onderschrijdingen.
Dit doen we om te voorkomen dat we een te groot beslag leggen op de investeringsruimte, en
daardoor in totaal minder investeringen kunnen uitvoeren.
Bij vitzonderlijk grote (en complexe) projecten is het minder goed mogelijk om ‘uit te middelen op
nul’. Voor dergelijke projecten (bijv. tunnelrenovaties) houden we daarom doorgaans P85 aan.
Werkend met Pso (en P85 voor zeer complexe projecten) hebben wij geen signalen dat de
vitmiddeling over de hele portefeuille ernstig verstoord wordt. Over- en onderschrijdingen lijken
elkaar over het algemeen te compenseren.
Dit beeld blijkt zich voor de in 2020 en 2021 afgeronde projecten inderdaad voor te doen; over- en
onderschrijdingen middelen elkaar goeddeels uit.
Er was sprake van één uitzonderlijk grote investering (renovatie Oostlijn; € 396 mln). Als we afzien
van deze investering, laten de overige 24 investeringen, die begroot zijn op P5o, een licht positief
resultaat zien van circa 4,5% ten opzichte van het bijgestelde budget (en 6% positief ten opzichte
van het oorspronkelijke budget). We hebben op het totaal van deze 24 investeringen dus minder
uitgegeven dan begroot, en we zien ongeveer evenveel over- als onderschrijdingen.
Als we project Oostlijn, dat rond 2003 is gestart, meetellen dan ontstaat een licht positief resultaat
van 1,9% ten opzichte van het bijgestelde budget, maar een negatief resultaat ten opzichte van
het oorspronkelijke budget van 8%. We hebben dus meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot,
maar minder dan in de bijgestelde budgetten. Mede door dit soort ervaringen in het verleden
hanteert het college tegenwoordig het uitgangspunt om uitzonderlijk grote (en complexe)
projecten te budgetteren op P8s5. Bij het investeringsbesluit Oostlijn was dat nog niet het geval.
Planning
Op de overschrijdingen in tijd kunnen we als college niet ingaan omdat we die informatie niet
voorhanden hebben in systemen. Dit kunnen we in de vernieuwde systemen vanaf 2024 wel
bijhouden.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 9 mei 2023
Pagina 3 van 3
Nu lopende investeringen
Het hierboven geschetste beeld voor de in 2020-2021 afgeronde projecten heeft waarschijnlijk
slechts een beperkte voorspellende waarde voor de resultaten op de projecten die nu lopen en de
komende jaren worden afgerond. Vanaf 2021/2022 zijn inflatie en krapte in de markt uitzonderlijk
hoog. Dit effect is al wel deels ondervangen door verhoging van de projectbudgetten bij de
begroting 2023, maar over de hele linie lijkt dat nog niet overal voldoende. We bezien nu in
hoeverre een verdere verhoging in de begroting 2024 nodig is.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(DAY DEIN
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Bijlagen
1. Overzicht afgeronde investeringen in 2020 en 2021
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
Drs. C.H.B. Fisser Datum 2011-01-01
Kenmerk RA_CFisser_ Kaart .doc
Wels Fax (020) 617 07 87
Mobiel 06 - 2468 44 81
E-mail [email protected]
Bijlage(n) 2
Uw brief van =
Retouradres: Liedekerkeplantsoen 40, 1066 WP Amsterdam. POUW kenmerk en 7
| Nieuw-West |
Raadsadres aan de stadsdeelraad Nieuw-West negenen emd
|
| | oa] 3 JAN 2011 |
per e-mail gezonden naar: [email protected] | „|
Betreft fouten op stadsdeelplattegrond Nieuw-West, editie 2010 Archief Exemplaar |
Geachte mevrouw, heer,
Met de publicaties in de Westerpost, “Waar is het Belgiëplein?” op 2 juni en “Stadsdeelkaart |
vol fouten” op 29 september 2010, heb ik aandacht gevraagd voor de vele fouten op de
stadsdeelplattegrond die begin mei huis-aan-huis verspreid was. Naast resultaat uit eigen
onderzoek -— speciaal in Nieuw Sloten en omgeving -— heb ik een flink aantal reacties van |
lezers ontvangen, verspreid over heel Nieuw-West.
Dat uitbesteding aan ‘Amsterdam Anything’ met als resultaat een slecht leesbare kaart met |
minimaal 64 fouten (zie bijlagen), geen goede keuze is geweest, zal niemand kunnen ont- |
kennen. De ambtelijk aangevoerde excuses zijn niet sterk (onderstreping van mij): |
“Door de snelle fusie is de plattegrond onder grote tijdsdruk tot stand gekomen. Na het |
aanvragen van diverse offertes bleek dit de enige leverancier te zijn die in korte tijd zo’n |
grote oplage (namelijk 80.000) + bijbehorende folder kon leveren, samen ingeseald. |
Gaandeweg de samenwerking bleek dat het veel werk was om tot een goede kaart te ko- |
men. Voor het stadsdeel in oprichting was het echter belangrijk de bewoners kort na de fu- |
sie te informeren over de veranderingen. Een kaart van het hele gebied leek (en lijkt) ons
daarbij een geschikt middel. Wij hebben het proces zo goed mogelijk begeleid en ook vele |
fouten er uit gehaald.” |
Het spreekwoord Haastige spoed is zelden goed, blijkt ook hier opgeld te doen. En het feit |
dat ambtelijk ‘ook vele fouten eruit gehaald’ zijn, doet het ergste vrezen en roept de vraag op:
Wat leverde Amsterdam Anything in eerste instantie? Nothing..…?
Kortom: het is te hopen dat deze firma nooit een vervolgopdracht krijgt voor kaartmateriaal.
We hebben immers niet voor niets de Amsterdamse dienst Persoons- en Geo-informatie, die |
prima kaartmateriaal kan leveren. |
Mijn vragen aan u, leden van de stadsdeelraad Nieuw-West, zijn simpel: |
1. Wilt u deze brief met bijlagen in handen geven van het dagelijks bestuur met de opdracht
om alsnog op korte termijn een goede, bruikbare stadsdeelplattegrond te laten maken? |
2. Wilt u het DB vragen om belangstellenden dan de gelegenheid te bieden zo’n plattegrond |
gratis af te halen op de drie stadsdeelkantoor-locaties? |
Met vriendelijke. groet, |
Cees Fisser |
Bijlage 1: Fouten op stadsdeelplattegrond Nieuw-West, editie: 2010
Algemeen |
-_Eris gebruik gemaakt van een verouderde basiskaart, en niet van een basiskaart van de dienst |
Persoons- en Geo-informatie, die wel goede up-to-date basiskaarten heeft. |
-__De gebruikte kleurverdeling van vlakken ‘bebouwd’ en ‘niet-bebouwd’ in onjuist en te grof, zeker bij |
binnen-tuinen en tuinen van particulieren naast openbaar groen. Het is onbegonnen werk om dit te |
beschrijven (en dit te herstellen). Advies: andere basiskaart gebruiken! |
Specifiek* |
|
07
Bream Pelschetingstadeonbrood mambo
09 | naam Herentalsstraat ontbreekt
_ plantsoen |
plaats |
|
|
\
ken naar Christoffel Plantijnpad
naar Christoffel Pantijnpad
|
|
|
20 |
_ Oude Haagseweg |
22 |
23 |
24 |
25 | naam Wolbrantskerkweg ontbreekt langs naam toevoegen |
PS |Sapakosp S PME |
26 |
27 |
28 |
|
eszlaan staat kerk getekend waar een Rochda- |
lekantoor is |
plek waar geen kerk is |
36 | de paarse lijnen van fiets- en wandelpaden toelichten wat paarse lijnen zijn (vrijliggende |
EE
Brettenzone |
37 |
|
van Zwarte Pad
N200 (Haarlemmerweg) ontbreken
Haarlemmertrekvaart
breekt
zenveld zijn niet nauwkeurig genoeg geplaatst |
|
ontbreekt |
48 | de kerk aan de Dr. H. Colijnstraat is al jaren een | symbool wijzigen |
ES Vosteer en Oeren een [amboo Wise | |
woonbestemming |
in het groen
Akersingel staat |
paarse lijn weergegeven |
plexen zijn niet consequent in kleur weergege- dracht, de Bretten en Lissabon |
ven. |
|
55 | waarom zijn huizen langs de Osdorperban in i
S Vikermegee ten || |
Troelstralaan |
5/ | naam Zwanenburg, Lijnden, Badhoevedorp en ontbrekende namen toevoegen (voorzijde en |
En Een
Meer en Halfweg wel genoemd worden |
Amsterdam Zuid |
van de Pieter Calandlaan, (Van Mourik Boek-
manstraat) ontbreekt een flatgebouw (met op |
de beganegrond winkels, zoals Dirk III |
aan het Suze Groenewegplantsoen mist een huizenblok intekenen |
SVr rennen [Mebokieenen | |
weg
moet zijn
niet duidelijk
niet duidelijk |
A Diverse wijkontsluitingswegen worden niet bij |
En |
*) Met dank aan de vele inzenders van correcties. |
Conclusie
In totaal zijn 64 specifieke fouten gevonden, maar deze lijst is waarschijnlijk niet ‘uitputtend’. De niet ge-
nummerde, bij “Algemeen” genoemde fouten zijn alleen al aanleiding om bij een volgende uitgave in |
geen geval meer gebruik te maken van de nu gebruikte basiskaart. ij
Cees Fisser, 20110101. |
|
|
[
|
|
|
|
„nn - L} Í
|
Bijlage 2: Fouten in Nieuw Sloten
De FO1-F19-nummering correspondeert met de lijst in bijlage 4.
1
Et NR |
an EN OR ON ll RR 0 WP
a Eeen A Sn A B Ee ek De NOOR ER RE
aa EN A wt GRE OW uh VE EE OB Ke ng bi ME he Ee and
NO ee A et A EE aemweikstremt Ce Manslkpaddiet Maaselkpad Eiser Maasohoad “EA Ef
B en oe Ee Kn |
re Le en A RR ON Foo roe Hechtel © vmeer a |
O0 a Dia Ek A ae en E be Ô ; F03 8 ien Oa On |
EA va an Oa ka a B enhovensttdel. dre en a On |
EN Ë ESA Tonre Ur Bea Ct: ie oe 1 e ON memmen VEE ee Pe B |
SA Ge eN EN Ne ON ba |
DV Oude Aas ere B E
DE) we eN ar On ren |
ke Ll oa F2 nn Han | 5 FO me Aes Ardänaëtldk. en beivensteoat 6 É
Heee A Oa í
B Neen en A nf Te Sg ne |
Ennema bele kl nh tee eptsoal 1 Ee
dt kali oo B 8 3 HE en ER Fi0 Ea
a Gd gE oe ze iff: ee PS Bj Pee Ô
pe OS Beef, Laarrvar Vlaanderen” a ld Ee EE a |
A des RO4 Mi bn Hv a Fig a |
Ea ee Ga ee Á B É
ban F06k KE re ee Bare erde mede KAn me
el a oe oe eN
EN
a a Een Ed bend fidermd ee Mg Te B A A
Oe en SPE Dad Le jg Waer) wete GE ont O en eren Ù ze EE EE ON SON ee A
B B ned el F13 OE He Ee BE En ARE
md Ad OT Sr OR Hi El eN
en Rn Derden SR Erde Ge A Kee MAER pat ae bk
a deg | Schaarbeekstraal Ss Schagtpeekstraat … ze „Eastenakg A Fi4 On OR
Bdbhaal BR ee as Ni |
bej ergerde nde Ni / Volkstuinen | 28E dn |
© C.Fisser, 20110101 |
;
|
Ï
|
Ë
|
|
Ô
E
:
|
|
|
|
E
|
|
|
Û
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
E
|
|
[
|
|
|
|
|
|
|
|
Í
|
í
|
|
Í
|
1
| Raadsadres | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 10 en 30 november 2022
Ingekomen onder nummer _ 480
Status Staken van de stemmen en verworpen in de raadsvergadering van 30
verworpen
Onderwerp Motie van het lid Bobeldijk inzake Begroting 2023
Onderwerp
Ruimte voor de voetganger; pak hinder door commercieel deelvervoer aan
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Overwegende dat:
- Voetgangers regelmatig gehinderd worden door los slingerende vormen van deelvervoer
als huurscooters en huurfietsen;
- Meer ruimte voor de voetganger alle Amsterdammers ten goede komt;
- Het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’ al een tijd lang op de
plank ligt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ De raadte infomeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot het beleidskader
‘Ruimte voor de Voetganger’;
-__ De raad ookte informeren over mogelijke maatregelen waarmee hinder voor de voetganger
door ‘los slingerende vormen van commercieel deelvervoer’, dan wel andere vormen van com-
mercieel gebruik van de openbare ruimte tot een minimum kan worden
beperkt;
-_ Hierover te rapporteren aan de raad.
Indiener(s),
E. Bobeldijk
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 590
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Nanninga en Kreuger inzake de actualiteit corona (geen verbod
op diesel- en benzineauto's)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit corona,
Constaterende dat:
- de stad als gevolg van de Coronacrisis op een economische crisis afstevent;
- de gemeente Amsterdam per 2030 diesel- en benzineauto's wil verbieden.
Overwegende dat:
- de stad in de aankomende jaren als gevolg van de financiële tekorten prioriteiten
moet stellen;
- zonder subsidieregelingen vanuit de gemeente het verduurzamen van
autoverkeer sowieso geen haalbare opgave is;
- de financiële middelen voor duurzaamheid in de aankomende jaren op andere
- terreinen keihard nodig zijn.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het verbod op diesel- en benzineauto's in Amsterdam per 2030, te schrappen.
1
De leden van de gemeenteraad
A. Nanninga
K.M. Kreuger
2
| Motie | 2 | discard |
Inhoudsopgave
Agenda … ee Pe 2
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE
telefoon 020 2525000
RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, VERKEER EN BEHEER
Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Milieu, Verkeer en Vervoer, Beheer Openbare Ruimte
Voorzitter : mw. M. Eekhardt-Angna
Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst
Griffie : mw. C.L. Hordijk
Telefoon : 252.5023
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 7 februari 2008
van 20.00 tot 22.45 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt onderwerp Tijdschema
Á. ALGEMEEN 20.00 — 20.45 uur
A1. Opening en vaststelling agenda
A2. Mededelingen
A3. Vragen halfuur commissieleden
A4. a. Conceptverslag van de openbare vergadering van de raadscommissie van 9 januari 2008
b. Actielijst
Bijgevoegd
A5. Beantwoording raadsadres St. Dorpsraad Driemond van 9 oktober 2007 inzake onderdeel ad
1 Snelle bouw sporthal (SAC) met gymzaal
. raadsadres
. pre-advies
Bijgevoegd
B. PRESENTATIE/TOELICHTING
a. Presentatie van de Kantorenloods, de heer C. Brandsema 20.45 — 21.30 uur
b. Mondelinge toelichting door portefeuillehouder Verkeer op Voorspraak Parkeren Zuidoost
(resultaten, dilemma's, planning) 21.30 — 22.00 uur
C. BESPREEKPUNTEN
Beheer Openbare Ruimte
B1. Stand van zaken aanpak graffiti
. op verzoek CDA geagendeerd
. te bespreken
Bijgevoegd 22.00 — 22.30 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
AGENDA (vervolg)
Punt onderwerp Tijdschema
D. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
T1. Termijnagenda
. ter bespreking
Bijgevoegd 22.30 — 22.35 uur
E. RONDVRAAG 22.35 — 22.45 uur
F. SLUITING 22.45 uur
Lijst ter kennisneming:
1. Van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling het Advies ‘Durf te kiezen’ over de
nota Wonen in de Metropool, Woonvisie Amsterdam tot 2020
2. Brief portefeuillehouder RO d.d. 22 januari 2008 inzake onderzoek naar meer
woningbouwlocaties
Lijst ter inzage:
a. Werkplan dunningsprogramma winterperiode 2007-2008.
b. Het instellen van een artsenparkeerplaats voor de huisartsenpraktijk ‘Avencinna’ op het adres
Bijlmerdreef 1137a.
C. Opdrachtverlening aan Ballast Nedam Infra te Nieuwegein, voor de uitvoering van de
herinrichting van het Bijlmerpark, conform bestek 22 van 2007.
d. Onderzoek afvalinzameling.
e. Het instellen van een parkeerschijfzone (blauwe zone) in de Venserpolder-zuid.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 88
Datum akkoord 2 februari 2017
Publicatiedatum 3 februari 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van Lammeren en Groot Wassink
van 25 november 2016 inzake het mogelijk eerder informeren van journalisten dan de
gemeenteraad.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Het heeft er schijn van dat de voortgangsrapportage nieuw evenementenbeleid
eerder bij een journalist dan de gemeenteraad terecht is gekomen. Zoals de fracties
van de Partij voor de Dieren en GroenLinks het hebben ervaren is de brief
gepubliceerd toen de agenda van de raadscommissie Algemene Zaken van
8 december 2016 online kwam te staan, dit was pas nadat de nieuwe informatie over
het evenementenbeleid al in de krant! te lezen was.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Van Lammeren en Groot Wassink,
respectievelijk namens de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Het heeft er alle schijn van dat de journalist de informatie over het
evenementenbeleid eerder had dan de leden van de gemeenteraad, klopt dat?
Antwoord:
Op 15 november 2016 is het evenementenbeleid besproken in het college van
B&W. De burgemeester is toen als portefeuillehouder gemachtigd om laatste
tekstuele wijzigingen in de voordracht te verwerken. De stukken zijn na
besluitvorming in college openbaar en kunnen worden opgevraagd door zowel
pers als raadsleden. Bij gemachtigde stukken is dat mogelijk zodra het stuk
definitief is geworden en is ondertekend door de portefeuillehouder.
De wijzigingen zijn op maandag 24 november 2016 doorgevoerd en ondertekend.
Vanaf dat moment waren de stukken opvraagbaar en daarmee openbaar.
Tevens zijn de stukken die dag, maandag 24 november 2016, in Andreas gezet
voor agendering voor de vergadering van de raadscommissie AZ van 8 december
2016. De commissieagenda en de bijbehorende stukken zijn zoals gebruikelijk
twee weken voorafgaand aan de vergadering gepubliceerd, in dit geval op
29 november 2016. De raadsleden ontvangen daarover ook altijd een bericht van
de griffie.
! Het Parool van 25 november 2016: Pretparkiseting stopt, te beginnen met Kermis op Dam (p. 5)
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer a bruar 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 november 2016
Op verzoek van de raad worden door de griffie sinds enkele weken de openbare
stukken ook gepubliceerd op een schijf die toegankelijk is voor raadsleden.
Omdat het een relatief nieuwe werkwijze betreft, is in dit geval helaas een
misverstand ontstaan over welke stukken op de schijf geplaatst worden. Navraag
leert dat enkel stukken die in het college van B&W conform besloten worden
vastgesteld op de schijf gepubliceerd worden. Gemachtigde stukken worden
nadat zij definitief zijn, niet automatisch op de schijf geplaatst, maar zijn wel
opvraagbaar.
De verslaggever van Het Parool heeft de afgelopen maanden bij herhaling
verzocht om de voortgangsrapportage evenementenbeleid, en heeft een verzoek
ingediend om de stukken te ontvangen zodra ze openbaar zijn. Aangezien de
stukken na verwerking van de wijzigingen openbaar waren, en de veronderstelling
was dat de stukken beschikbaar waren voor de raad, is besloten het verzoek in te
willigen. Het gevolg hiervan is dat de betreffende journalist op dezelfde dag
(29 november 2016), maar wel eerder dan de raad, geïnformeerd is.
De burgemeester betreurt dit en biedt hiervoor zijn excuses aan. Als
burgemeester hecht hij er aan om de raad tijdig te informeren, het uitgangspunt is
om stukken altijd eerst aan de raad te sturen, voordat deze breder verspreid
worden. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor persberichten die in opdracht van de
burgemeester worden verzonden. In specifieke gevallen kan hiervan worden
afgeweken, bijvoorbeeld omdat omstandigheden vereisen dat er snel wordt
gereageerd.
2. Zoja, waarom is dat?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
=stuursdienst Amsterdam
ectie : A Gri F ze,
\ Latum in Os 1O- or
Kog Zou /6a6l 28-9-2014 Utrecht
Class. nr.:
Beh. ambt: MPE
ne ml
van BM / Weth: í
1 ter kennisname Í
U ter verdere beh.
L] om advies
LJ
m
LI
Geacht gemeenteraadslid, | datum verz: n
naa: DIV dd.:
Graag wil ik u enkele vragen stellen over een oplossing van het toenemende aantal campers in ons |
land. Ik ben zelf ook een camperbezitter en loop nogal eens tegen het probleem aan dat we ergens
staan wat weer onderdeel is van een grote camping met gezinnen met kinderen, of dat het een dure
plek is.
Daarom wil ik U vragen of er in uw gemeente een stuk grond of recreatiegrond is voor 20 tot 50
campers (tot ongeveer 2500 m?) wat ik kan kopen of pachten/huren voor het inrichten van een |
simpele camperplaats waar veel camperbezitters behoefte aan hebben vergelijkbaar met |
camperplaatsen in Duitsland. |
Het gaat om een plek met weinig luxe, en de mogelijkheid voor enkele overnachtingen. Dit stukje
grond mag op 5 a 15 minuten van het centrum , en bedoeld alleen voor camperbezitters. Dit ook |
. |
voor buitenlandse campers bezitters die een doortrek maken in Nederland. |
De camperplaats zou voorzien moeten zijn van een simpel toilet/douche gebouw en een watertap |
punt en afwaterplek, en eventueel enkele plaatsen met elektra en Wi-Fi. |
Verder ben ik bereid mijn plan in een gesprek met u toe te lichten
Ik verneem graag een reactie van u.
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 11 oktober 2023
Portefeuille(s) Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid (bestuurszaken.rd@&amsterdam.nl)
Onderwerp Afdoening motie 504 van het lid Krom c.s. van de PvdD
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 juli 2023 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 31: 60% reductie brief, motie 504 van raadslid Krom c.s. van de PvdD aangenomen.
Daarin wordt het college gevraagd om:
1. Via bijvoorbeeld satellietbeelden te onderzoeken welke bedrijfsdaken groter dan 100om2
nog geen zonnepanelen hebben;
2. Hen via een brief of bezoek actief te benaderen en te vragen waarom ze nog geen
zonnepanelen hebben en waar ze tegenaan lopen;
3. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek het eventuele beleid ten aanzien
van zonnepanelen bij bedrijven aan te passen.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. Het Amsterdamse zonprogramma heeft een monitoringsysteem waarmee via
luchtfotoanalyse zichtbaar is waar al wel en waar nog geen zonnepanelen zijn geplaatst.
Deze analyse wordt jaarlijks herhaald en ook gebruikt om bij te sturen in het
stimuleringsbeleid van het zonprogramma.
2. De eigenaren van de grootste daken krijgen regelmatig een oproep van de gemeente om
het dak te benutten en het aanbod van de gemeente om waar nodig te ondersteunen.
Eind april hebben de 586 bedrijven met een dak waar minimaal 250 zonnepanelen passen
en die volgens satellietbeelden/luchtfoto's nog geen zonnepanelen hebben, een brief
ontvangen van de gemeente over zonne-energie en de ondersteuning die we daarbij
bieden. De bedrijven die niet hebben gereageerd worden actief nagebeld. Ook worden de
dakeigenaren actief benaderd wanneer er weer een nieuwe openstelling van de landelijke
SDE-subsidie is en opgeroepen deze aan te vragen indien ze dit nog niet hebben gedaan.
Er is ook een groep van 119 bedrijven die al wel een SDE-beschikking heeft ontvangen,
maar nog geen zonnepanelen heeft geplaatst. Deze hebben in augustus een brief
ontvangen — voor het havengebied is deze in gezamenlijkheid met PoA gestuurd —en
zullen ook nagebeld worden over hoe het staat met de voortgang/realisatie. Er zijn veel
belemmeringen die reden zijn voor bedrijven om geen zonnepanelen te plaatsen, zoals
langere terugverdientijd of onuitvoerbaarheid i.v.m. zwakke dakconstructies, hoge
veiligheidseisen verzekeraars, onzekere exploitatieperiodes en onzekerheid SDE++. De
brieven zijn altijd positief van aard. We wijzen bedrijven op ons aanbod om ze te
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 22 oktober 2023
Pagina 2 van 2
ondersteunen (met bijv. qguickscans, dakbedekkings- en constructieonderzoek) en we
willen altijd weten waar ze tegenaan lopen om zo beleid beter op de praktijk te laten
aansluiten en waar nodig maatwerk oplossingen te bieden. Ook wijzen we ze op
verplichtingen voor zonnepanelen die er al zijn (via energiebesparingsplicht sinds 1 juli
2023) en nieuwe regels die eraan komen, waar we al enige tijd op aandrongen bij het Rijk
(aangekondigd in Zonnebrief van minister Jetten vanaf medio 2024). Voor de regels
omtrent verplichting lobbyen we bij het Rijk op maximale benutting van daken,
uitvoerbaarheid en financiële haalbaarheid. Nadat we bovengenoemde bedrijven hebben
benaderd, en steeds meer van de grootste daken zijn benut, zullen we hetzelfde doen
voor bedrijven met daken vanaf 10oom? zoals verzocht in de motie. Deze groep kan nu al
gebruik maken van het aanbod van het programma Verduurzaming Zakelijke Markt van
waaruit adviseurs een integraal duurzaamheidsadvies geven aan het MKB waarin
zonnepanelen worden meegenomen. Volgens de gegevens van Liander is het opgesteld
vermogen aan zonnepalen in Amsterdam in de eerste helft van 2023 toegenomen van 206
MW tot 251 MW waarmee we onze doelstellingen voor 2023 hebben gehaald en de grens
van 2 miljoen zonnepanelen zijn gepasseerd.
3. Bijsturing en uitbreiding van stimuleringsmaatregelen en beleid is een doorlopend proces
binnen het zonprogramma. Dit doen we ook zeker naar aanleiding van de gesprekken met
ondernemers.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Zita Pels
Wethouder Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie
Bijlagen
e Bijlage 1-Kamerbrief 2e Zonnebrief over ontwikkeling zonne-energie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 juli 2023
Portefeuille(s) Afval en Grondstoffen, Bedrijfsvoering
Portefeuillehouder(s): Zita Pels en Hester van Buren
Behandeld door Afval en Grondstoffen, [email protected]
Onderwerp Transitie wagenpark afvalinzameling
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
In de Raadsvergadering van 28 juni j.l. heeft v vragen gesteld over de gepubliceerde aanbesteding
voor de aanschaf van 37 zware inzamelvoertuigen (emissieklasse 6). Een aanbestedingen die we
nodig achten om de inzameling van afval binnen de uitstootvrije zone (de ring A10) te kunnen
waarborgen. Dit op basis van de beschikbaarheid van de randvoorwaarden voor de inzet van
elektrische inzamelvoertuigen, de (oude) status van de inzamelvoertuigen die we in eigendom
hebben, de situatie rondom de inhvurvoertuigen en de beschikbare alternatieven. In deze brief
gaan we in op de achtergrond van de keuze van het college om in eerste instantie nog eenmalig 37
biodiesel inzamelvoertuigen aan te kopen op de korte termijn. Bij opnieuw uitgebreid tegen het
licht houden van deze keuze, is het college tot de conclusie gekomen dat het met 27
biodieselvoertuigen toekan. Aan het doel om in 2030 uitstootvrij te rijden wordt hoe dan ook
voldaan.
In de commissie Duurzaamheid en Circulaire Economie van 12 januari 2023 heeft wethouder Pels
toegezegd dat wij u informeren op het moment dat dat de ambitie van uitstootvrij rijden in 2025
door gemeentelijke voertuigen in de milieuzone in gevaar zou komen. We hadden u dan ook
moeten informeren over de planning van de transitie naar een uitstootvrij wagenpark en deze
aanbesteding, waartoe het college op 13 juni 2023 besloten heeft. We betreuren dat dit niet is
gebeurd.
Achtereenvolgens behandelen we in deze brief de volgende onderwerpen:
1. Toewerken naar een uitstootvrij wagenpark in 2030: hierin schetsen we ons doel en de
relevante context zoals de regels waar we mee te maken hebben.
2. Afwegingen bij de transitie naar een uitstootvrij wagenpark, met daarin o.a:
a. Ervaringen met de huidige uitstootvrije (elektrische) inzamelvoertuigen.
b. Randvoorwaarden die ingevuld moeten zijn voor de inzet van uitstootvrije
(elektrische) inzamelvoertuigen en de status van deze randvoorwaarden waarbij
wordt ingegaan op: beschikbaarheid van nieuw te ontwikkelen werflocaties, geen
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 2 van 11
netcongestie, en beschikbaarheid van laadsystemen in bestaande en toekomstige
werflocaties.*
c. Het borgen van genoeg inzamelvoertuigen in de uitstootvrije zone om de inzameling
binnen de uvitstootvrije zone per 01-01-2025 te waarborgen.
3. Beschrijving van de alternatieven die onderzocht zijn, voor de aanschaf van biodiesel
inzamelvoertuigen, te weten: a. Andere aandrijfvormen; b. Inhuren van uitstootvrije
elektrische inzamelvoertuigen; c. Laadsystemen op tijdelijke werflocaties en commerciële
laadpleinen.
4. Eentoelichting op de noodzaak om nu 37 biodiesel inzamelvoertuigen aan te schaffen.
5. De vervolgaanpak, die is opgebouwd uit drie fasen.
6. De heroverweging waarmee de lopende aanbesteding zal worden aangepast.
1. Toewerken naar uitstootvrij in 2030
In oktober 2019 is door het college (na bespreking in vw Raad) het Actieplan Schone Lucht
vastgesteld, waarin de ambitie staat geformuleerd om in Amsterdam per 2025 een uitstootvrije
zone stadslogistiek in te voeren. Begin 2021 heeft het college de landelijke Uitvoeringsagenda
Stadslogistiek (UAS) ondertekend. In de landelijke vitvoeringsagenda zijn overgangsregelingen
voor bestaande bestel- en vrachtvoertuigen opgenomen tot en met 2030. De UAS is mede-
ondertekend door het ministerie van I&W, diverse andere gemeenten en vertegenwoordigende
partijen namens het bedrijfsleven.
De concrete uitwerking en de wijze van uitvoering van het Actieplan Schone Lucht is de
Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit Amsterdam 2023-2026 (college, juni 2023). De
uitvoeringsagenda is ter kennisname naar de gemeenteraad gestuurd en wordt op 7 september
2023 besproken in de raadscommissie Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water. De maatregelen uit
het Actieplan en de uitvoeringsagenda hebben als doel verkeer en vervoer te verschonen in
Amsterdam, zowel ter verbetering van de luchtkwaliteit als de reductie van CO2-uitstoot. De
ambitie is een Amsterdam zonder biodiesel voertuigen.
In de vitvoeringsagenda staat de invoering van een uitstootvrije zone voor stadslogistiek (bestel-
en vrachtauto’s) binnen de Ring Azo per 1 januari 2025 beschreven, volgens de afspraken die zijn
gemaakt binnen de Landelijke Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (2021). Nieuwe vrachtwagens die
vanaf 2025 op kenteken worden gezet moeten uitstootvrij zijn om toegang te krijgen tot de
uitstootvrije zone.
Vanzelfsprekend moet ook het gemeentelijk wagenpark aan de kaders van het actieplan en de
uitvoeringsagenda voldoen. Uiterlijk 31 december 2029 heeft de gemeente een uitstootvrij
wagenpark. Dus niet alleen afvalwagens.
In de aanloop naar de aanbesteding van nieuwe inzamelvoertuigen is gebleken dat deze opgave
complex is. Er zijn intern vele directies betrokken. Momenteel loopt er een herijking van
Transitieplan Verduurzaming Gemeentelijk Wagenpark, waarop we aan het einde van deze brief
verder op in gaan. Deze herijking is einde van het jaar gereed en daarin wordt beschreven hoe we
* Het laadsysteem dat aangelegd wordt bestaat uit de laadinfrastructuur en de laadvoorziening.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 3 van 11
de komende jaren de randvoorwaarden op orde brengen, en hoe de aanbestedingen voor
elektrische voertuigen de komende jaren er vit gaat zien.
Overgangsregeling en ontheffingen
Er is een overgangsregeling voor voertuigeigenaren van fossiele vrachtvoertuigen om de transitie
naar vitstootvrij te kunnen maken. Amsterdam volgt de landelijke afspraken die zijn gemaakt
binnen de Landelijke Uitvoeringsagenda Stadslogistiek (UAS). De overgangsregeling geldt voor
bestaande vrachtauto's tussen 2025 en 2030. Deze vrachtauto’s moeten dan:
o Minimaal emissieklasse 6 hebben;
o _Bakwagens, waar deze zware inzamelvoertuigen onder vallen, mogen op 1-1-
2025 niet ouder zijn dan 5 jaar.
Daarnaast komen er ook mogelijkheden voor ontheffingen voor wagens die ouder zijn dan 5 jaar
maar die op korte termijn vervangen worden door uitstootvrije wagens. Bijvoorbeeld op basis van
bijzondere financiële omstandigheden of vanwege de levertijd van een uitstootvrije voertuig. Het
ontheffingenbeleid is nog in voorbereiding en wordt landelijk ingesteld om te voorkomen dat elke
ondernemer bij elke gemeente een ontheffing moet aanvragen met verschillende uitkomsten.
De overgangsregeling en het ontheffingenbeleid gelden voor iedereen, dus ook voor ons.
De gemeentelijke afvalinzameling rijdt dagelijks met een groot aantal vrachtwagens vanuit de
verschillende stedelijke werven rond in de stad en dus ook binnen de uvitstootvrije zone. De vloot
zware inzamelvoertuigen? is daarbij uniek omdat het gaat om speciale voertuigen die (o.a. door
hun laadkraan en/of persmechanisme) vergaande eisen stellen aan vereiste batterij- en
laadcapaciteit. Ook voor deze inzamelvoertuigen werken we toe naar ons doel van een vitstootvrij
wagenpark voor 2030. Een belangrijke stap die we hierin al gemaakt hebben is de overgang naar
het rijden op biodiesel (HVO 100). Alle 183 huidige inzamelvoertuigen die door de gemeente
worden gebruikt voor de inzameling van afval rijden sinds 2022 op biodiesel. Het rijden op
biodiesel reduceert de CO2-uitstoot tijdens de inzet van onze inzamelvoertuigen met ca. 85%.3
2. Afwegingen bij de transitie naar een uitstootvrije inzamelwagens
De transitie naar een uitstootvrij inzamelwagens is een complexe puzzel. De continuiteit van de
bedrijfsvoering (en daarmee de uitvoering van de wettelijke inzameltaak) borgen, in combinatie
met de ambitie om zo snel mogelijk de transitie te maken naar uitstootvrij is vitdagend.
2a. Ervaringen met de huidige elektrische inzamelvoertuigen
De directie Afval & Grondstoffen (hierna: A&G) heeft sinds 2022 twee elektrische
inzamelvoertuigen in bezit. Deze inzamelvoertuigen zijn geschikt voor de inzameling van
ondergrondse containers. Dit zijn zogenaamde bovenladers met een relatief zware laadkraan en
een zwaar persmechanisme, waardoor er tijdens de inzet (extra) veel gevraagd wordt van de
beschikbare accucapaciteit. Dat maakt dat de batterij al eerder opgeladen moet worden dan bij de
andere wagens. Met de opgedane ervaringen met deze twee voertuigen blijkt dat het snel kunnen
(bij)laden op eigen werf- en overslaglocaties een randvoorwaarde is om de continuiteit en
* Voertuigen zwaarder dan 12 ton, op een vrachtwagen chassis met een opbouw geschikt voor de
inzameling van (huishoudelijk)afval. Hierna: inzamelvoertuvigen.
3 Ten opzichte van een situatie waarin een inzamelvoertuig, dat voldoet aan emissieklasse 5 en rijdt op
‘gewone! diesel.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 4 van 11
efficiency van de bedrijfsvoering en -processen te borgen. Dit snelladen is noodzakelijk om de
wagens op tijd weer in te kunnen zetten voor een dienst. Een dubbele dienst per dag is ook
economisch van belang gezien de hoge aanschafkosten.
Voor het collegebesluit tot aanschaf van initieel 37 voertuigen zijn diverse opties verkend, die altijd
getoetst zijn aan deze 2 essentiële criteria:
e Zijnde randvoorwaarden voor de inzet van elektrische uitstootvrije inzamelvoertuigen
(hierna: elektrische inzamelvoertuigen) ingevuld? Concreet is gekeken naar doorlooptijd
die nodig is voor het invullen van de randvoorwaarden, zoals werflocaties met voldoende
parkeerbeschikbaarheid, aanleggen van laadinfrastructuur en het beschikken over
voldoende netcapaciteit die nodig zijn om elektrische inzamelvoertuigen in te kunnen
zetten.
e Hebben we voldoende inzamelvoertuigen beschikbaar om het afval in de uitstootvrije
zone opte halen? Het gaat hierbij om het aantal inzamelvoertuigen dat binnen dit gebied
nodig is voor de uitvoering van de wettelijke inzameltaak en dus vanaf 01-01-2025: a)
vitstootvrij zijn, b) onder de landelijke overgangsregeling vallen of c) waarvoor ontheffing
verkregen kan worden op grond van landelijke regelgeving. Daarbij is ook gekeken naar
de beschikbaarheid van benodigde nieuwe inzamelvoertuigen aan de hand van het
aanbod in de markt, actuele levertijden en van toepassing zijnde toeleverrisico’s.
2b. Randvoorwaarden voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen
Voor de transitie van biodiesel inzamelvoertuigen naar vitstootvrij wordt momenteel, op basis van
de huidige stand van de techniek, vooral gekeken naar de inzet van elektrische inzamelvoertuigen
(zie aanvullend onder 3, ‘Alternatieven die onderzocht zijn’ verderop in deze brief). Elektrische
inzamelvoertuigen hebben een accu, welke dagelijks en snel opgeladen moet worden om de
dubbele diensten te kunnen maken. Op dit moment kunnen deze accu's (nog) niet dagelijks
worden opgeladen op de werflocaties van A&G, laat staan snel geladen worden. De reden
daarvoor zijn:
e Beschikbaarheid van nieuw te ontwikkelen werflocaties
A&G maakt momenteel een transitie door naar uiteindelijk vijf werflocaties, dit is onderdeel van
het Transitieplan Werven- en Overslaglocaties (hierna: TWO).* Dit transitieplan is eind 2022
vastgesteld, en gaat vit van een nieuwe situatie waarin A&G 5 werflocaties krijgt in plaats van
twee. In het plan verlaat A&G - om ruimte te maken voor stedelijke ontwikkeling - een drietal
bestaande werflocaties en verhuist naar twee nog nieuw te ontwikkelen werflocaties. Deze nieuwe
werflocaties zijn naar verwachting in 2027 (locatie Toetsenbordweg in Noord: ca. 54 geplande
plekken voor inzamelvoertuigen) en 2028 (locatie Meerkerkdreef in Zuidoost: ca. 26 geplande
plekken voor inzamelvoertuigen) beschikbaar om elektrische inzamelvoertuigen te kunnen
opladen.
4 Zie Transitieplan werven en overslagpunten - Overgang naar eigentijdse vitvoeringslocaties voor
Stadsbeheer van maart 2020.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 5 van 11
e _Netcongestie rondom bestaande werflocaties
Van de in het TWO voorziene aantal van vijf werven zijn er drie reeds in gebruik door A&G, op deze
werf komen na de doorvoering van het TWO:
-__Nieuw-Zeelandweg in Nieuw-West met 55 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G;
-__Schepenbergweg in Zuidoost met 23 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G;
-__Luchtvaartstraat in Zuid met 12 plekken voor inzamelvoertuigen van A&G.
o Werflocatie Nieuw-Zeelandweg
De werflocatie aan de Nieuw-Zeelandweg ligt in een netcongestiegebied, waardoor er op dit
moment onvoldoende netcapaciteit is voor het opladen van elektrische inzamelvoertuigen.
Uitbreiding van de netcapaciteit wordt door Liander op zijn vroegst verwacht in Q2 van 2026 en
uiterlijk in Q4 2028. Sinds april 2023 wordt er aanvullend onderzoek gedaan naar de mitigerende
maatregelen die op deze locatie zouden kunnen worden ingezet zodat er ondanks de
congestieproblematiek wellicht eerder elektrische inzamelvoertuigen opgeladen kunnen worden.
Deze mogelijke mitigerende maatregelen zijn gericht op het reduceren van de benodigde
netcapaciteit, bijvoorbeeld door de inzet van batterijen en zogenaamd slimladen. De mitigerende
maatregelen worden om de haalbaarheid en inzetbaarheid specifiek voor deze werflocatie te
kunnen beoordelen nog verder onderzocht. Het is nu nog onduidelijk of en op welke termijn er
mitigerende maatregelen ingezet kunnen worden, tegen welke kosten én wat het effect hiervan
precies is (lees: hoeveel elektrische inzamelvoertuigen kunnen er als gevolg van deze maatregelen
opladen worden en per wanneer). Op deze werflocatie was en is de situatie dus te onzeker om
vanaf 2025 te starten met inzamelen middels elektrische inzamelvoertuigen. Als uit het onderzoek
blijkt dat de beschikbare netcapaciteit eerder ruimte biedt voor het opladen van elektrische
inzamelvoertuigen, geeft dat mogelijkheden om de transitie te versnellen.
o Werflocaties Schepenbergweg en Luchtvaartstraat
In het gebied waar de werflocatie aan de Schepenbergweg ligt moet een lokale
middenspanningskabel verzwaard worden en daardoor komt er eind 2023 netcapaciteit vrij. De
gemeente heeft contact met de netbeheerder (Liander) om tijdig voldoende netcapaciteit te
kunnen verkrijgen, deze aanvraag is in voorbereiding. Voor de locatie aan de luchtvaartstraat lijkt
voldoende capaciteit beschikbaar te zijn.
Op deze twee locaties is het dus naar de huidige inzichten waarschijnlijk in Q4 van 2025 mogelijk
om een geschikt laadsysteem gereed te hebben. Voor het aanleggen van de laadsystemen op
deze werflocaties moet nog een laadstrategie worden uitgewerkt, een aanbesteding worden
gedaan en uiteindelijk de laadsystemen worden aangelegd. Hiermee kunnen er naar verwachting
vanaf begin 2026 35 elektrische inzamelvoertuigen opladen worden.
Samenvattend concluderen we voor deze drie locaties dat het begin 2026 mogelijk is om 35 van de
183 inzamelvoertuigen die nu in door A&G gebruik zijn te elektrificeren.
5 Conform de huidige informatie kunnen er op één á twee werflocaties in Q4 2025 laadsystemen gereed
zijn.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 6 van 11
2c. Beschikbaarheid voertuigen voor afvalinzameling in de uitstootvrije zone
165 inzamelvoertuigen (van de 183 die in gebruik zijn) zijn in eigendom, de rest huren we in waar
nodig. Dit zijn verschillende soorten wagens voor de verschillende soorten inzamelsystemen in
Amsterdam. Op dit moment hebben 62 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen toegang tot de
uitstootvrije zone®, terwijl er 135 inzamelvoertuigen nodig zijn binnen dit gebied. We komen dus 73
inzamelvoertuigen te kort per 01-01-2025 voor inzameling in de uitstootvrije zone. Op basis van de
geïnventariseerde randvoorwaarden die nodig zijn voor de inzet van elektrische
inzamelvoertuigen is er pas tussen medio 2027 en begin 2028 gegarandeerd voldoende
oplaadcapaciteit voor 73 elektrische inzamelvoertuigen op de werflocaties van A&G. Er kan helaas
niet gewacht worden tot dat moment met het aanschaffen van nieuwe inzamelvoertuigen. Dit
heeft twee belangrijke redenen:
e _ Status in eigendom zijnde inzamelvoertuigen
Veel van de 165 inzamelvoertuigen die A&G in eigendom heeft zijn aan het einde van hun
technische- en economische levensduur. Een deel van de in eigendom zijnde inzamelvoertuigen
(in 2025 34 stuks en in 2026 nog eens 16 stuks) is dringend aan vervanging toe is. Dit aantal neemt
de komende jaren steeds verder toe. Het risico op uitval van deze verouderde inzamelvoertuigen
en de kosten voor reparatie en onderhoud voor deze inzamelvoertuigen nemen snel toe. De trend
is reeds zichtbaar in het toenemende aantal inzamelvoertuigen dat tijdelijk niet inzetbaar is of
tijdens de inzamelactiviteiten uitvalt. Dit maakt dat we staan voor een grote vernieuwingsopgave
om de continuïteit van de dienstverlening voor zowel medewerkers als inwoners, bezoekers en
ondernemers van onze stad kunnen waarborgen.
e Beschikbaarheid (structureel) ingehuurde inzamelvoertvigen
A&G huurt structureel 18 biodiesel inzamelvoertuigen in. Dit aantal zal de komende jaren, door de
ouder worden de wagens, gaan oplopen naar ruim 30 wagens. Het huuraanbod van
inhuurvoertuigen die op 01-01-2025 toegang hebben tot de uitstootvrije zone is beperkt en zet
daarmee de beschikbaarheid onder druk. De vraag wordt nog eens extra groot door de druk van de
landelijke invoering van uitstootvrije zones (is een toeleveringsrisico). Daarbij zijn de jaarlijkse
kosten per huurvoertuig ca. €50.000 hoger in vergelijking met een nieuw aan te schaffen biodiesel
wagen die we vervroegd (binnen 5 jaar i.p.v. de reguliere 8 jaar) vervangen.
3. Onderzochte alternatieven
Omdat het niet mogelijk bleek om op korte termijn meer elektrische inzamelvoertuigen in te
zetten, zijn de volgende alternatieven onderzocht.
3a. Andere aandrijfvormen
e _ Hybride inzamelvoertuigen: deze inzamelvoertuigen stoten iets minder vit, maar hebben
nog wel een verbrandingsmotor waardoor deze onder dezelfde regels vallen als reguliere
biodiesel inzamelvoertuigen. Dit is in het kader van de uitstootvrije zone geen oplossing;
6 Deze 62 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen vallen allemaal onder de landelijke overgangsregeling voor vrachtverkeer
doordat deze op 01-01-2025 niet ouder zijn dan vijf jaar én voldoen aan emissieklasse 6.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 7 van 11
e _Inzamelvoertuigen op bio LNG (gas): het effect van bio LNG is in termen van CO2-uitstoot
gelijkwaardig aan het rijden op de biodiesel die wij als gemeente gebruiken (HVO).
Derhalve is dit geen beter alternatief dan de brandstof waar we nu al mee werken;
e _Inzamelvoertuigen op waterstof: rijden op waterstof biedt op termijn mogelijk
perspectief. Op dit moment zijn inzamelvoertuigen op waterstof echter niet beschikbaar
op de schaal die de gemeente nodig heeft. Voor de transportsector is dat wel het geval.
Voor inzamel- en andere speciale voertuigen moet de techniek nog verder ontwikkeld
worden om toepasbaar te zijn. Experts verwachten dat oplossingen nog circa 7 jaar op zich
laten wachten. Daarnaast is ook de ombouwtijd van dieselwagens naar waterstof een lang
en onzeker proces. Overigens werken ook waterstofvoertuigen (tot nu toe) altijd op een
batterij dus moeten nog steeds worden opgeladen. We blijven de toepassingen voor
waterstof technologie met interesse volgen. Tevens hebben we hier contact over met
andere gemeentes. Zo heeft Groningen drie wagens op waterstof op een wagenpark van
5o a 60 voertuigen.
3b. Structureel inhuren van elektrische inzamelvoertuigen
Gehuurde elektrische inzamelvoertuigen moeten ook opgeladen worden op de werflocaties van
A&G. Dus ook hiervoor geldt dat hier op korte termijn onvoldoende laadsystemen voor
beschikbaar zijn. Daarnaast is het huuvraanbod van elektrische inzamelvoertuigen beperkt. Zeker
voor de typen inzamelvoertuigen die in het inzamelgebied van Amsterdam nodig zijn (bovenladers
met kraan en/of persmechanisme voor de inzameling van ondergrondse- en bovengrondse
verzamelcontainers terwijl de meeste gemeenten gebruik maken van kraakperswagens, ook wel
achterladers) is het toeleverrisico van dit alternatief te hoog. Maar mocht het lukken om eerder
laadsystemen te kunnen realiseren dan we elektrische inzamelvoertuigen ingekocht hebben, dan
zullen we bij de inhuur van wagens zo veel als kan kiezen voor elektrische inzamelvoertuigen.
3c. Laadsystemen op tijdelijke werflocaties en commerciële laadpleinen
Overwogen is om op een deel van de huidige werflocaties (die A&G in het kader van het TWO
verlaat) tijdelijke laadsystemen aan te leggen. Het aanleggen van laadsystemen op werflocaties
die niet voorzien zijn in het TWO, is gezien de uitvoeringstijd (denk aan 5o weken), de financiële
impact (circa 2 miljoen euro per werf) en de benodigde verzwaring van het netwerk niet realistisch.
Ook is er onderzoek gedaan naar het gebruik van commerciële{collectieve laadpleinen. Mogelijk
risico van een commercieel laadplein is dat je geen gegarandeerde plek hebt om te kunnen laden.
Aan dit alternatief wordt de komende jaren gewerkt door verschillende partijen, maar is nu (nog)
niet betrouwbaar om daar vanuit te kunnen gaan.
4. Keuze voor het besluit tot aanbesteding van initieel 37 biodiesel wagens
Om de inzameling binnen de uitstootvrije zone te garanderen hebben we dus gekeken naar het
bovenstaande (a) tekort aan inzamelvoertuigen met toegang tot de vitstootvrije zone, (2) de
beschikbaarheid van de randvoorwaarden voor de inzet van elektrische inzamelvoertuigen, (3) de
status van de inzamelvoertuigen in eigendom, (4) de situatie rondom de inhuurvoertuigen en (5)
de beschikbare alternatieven. Op basis daarvan constateerden we dat we nog eenmalig een
aanbesteding voor biodiesel wagens moesten doen om de inzameling binnen de milieuzone te
kunnen waarborgen. We wilden dit aantal zo klein mogelijk aanbesteden en zijn daarmee initieel
op 37 wagens uitgekomen. Dit is als volgt opgebouwd (zie ook onderstaande tabel). We hebben 62
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 8 van 11
wagens die op 1 janvari 2025 niet ouder dan 5 jaar zijn en dus in aanmerking komen voor de
overgangsregeling. We komen dan nog 73 wagens tekort. Vanaf begin 2026 is er, conform de
huidige inzichten voldoende laadsystemen voor 35 elektrische inzamelvoertuigen. Voor de
aanschaf van deze 35 uitstootvrije inzamelvoertuigen wordt in 2024 een aanbesteding doorlopen.
Conform de huidige inzichten kan op deze manier voor dit aantal biodiesel inzamelvoertuigen (die
niet onder landelijke overgangsregeling vallen) ontheffing verkregen worden tot aan het moment
dat deze (in 2026) geleverd worden. Dan zijn er nog 38 wagens tekort. Dit zijn zowel de wagens die
we zelf hebben als inhuren. Het aantal van 37 inzamelvoertuigen is opgebouwd uit:
e Het vervangen van 20 in eigendom zijnde inzamelvoertuigen die technisch én economisch
nu al zijn afgeschreven en daardoor voor de meest acute problemen in de uitvoering
zorgen. Deze moeten dus op korte termijn vervangen worden om uitvoering van de
wettelijke inzameltaak in de uitstootvrije zone te kunnen garanderen. Er is dus niet
gekozen om ook nog eens de 14 voertuigen te vervangen die in 2025 aan vervanging toe
zijn. Zie pagina 5 onder kopje status van eigen voertuigen.
e Het vervangen van 17 inzamelvoertuigen die we structureel inhuren, maar veelal te oud
zijn om per 2025 in aanmerking te komen voor de overgangsregeling. Daarbij hebben we
de komende jaren meer inhuur wagens nodig gezien het ouder wordende wagenpark,
terwijl de beschikbaarheid van (jonge) inhuurwagens minder betrouwbaar wordt o.a. door
de extra vraag binnen Nederland en de inhuur kosten aanzienlijk hoger.
Met de aanschaf van deze 37 inzamelvoertuigen zijn er voldoende inzamelvoertuigen die per o1-
01-2025 toegang hebben tot de uitstootvrije zone. Ervan vitgaande dat de aan te schaffen 37
biodiesel inzamelvoertuigen voor 01-01-2025 geleverd worden, vallen deze onder de landelijke
overgangsregeling voor vrachtverkeer. Deze voertuigen mogen dan tot 01-01-2030 ingezet
worden in de milieuzone. Om levering voor 01-01-2025 mogelijk te maken was het (gezien de
levertijden van ca. 40 tot 60 weken) noodzakelijk om de aanbesteding in juni 2023 te publiceren.
Tabel: Aantal inzamelvoertuigen in eigendom op 1-1-2025 met toegang tot de uitstootvrije zone
voor elektrische wagens
Samenvattend beschikt A&G hiermee over 134 inzamelvoertuigen die toegang hebben tot de
uitstootvrije zone. Dit is in theorie één inzamelvoertuig minder dan benodigd, maar de
verwachting is dat dit tot in ieder geval tot begin 2028 op te vangen is met maatregelen binnen de
bedrijfsvoering van A&G. Bovenstaande tabel geeft de situatie weer per 2025. Het wagenpark
wordt waarna, volgend op de planning van voor randvoorwaarden voor elektrische wagens, zo snel
mogelijk getransformeerd naar uitstootvrije wagens waarbij we ieder jaar minder biodiesel
wagens hebben.
5. Hoe nu verder?
Om de verduurzaming van de vloot inzamelvoertuigen behapbaar en realiseerbaar te maken
wordt voor dit project een gefaseerde strategie toegepast, bestaande uit:
e Fase 1:korte termijn (Q2 2023 — Q4 2024);
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 9 van 11
e Fase 2: middellange termijn (Qa 2025 — Q4 2027);
e Fase 3: lange termijn (Q1 2028 — O4 2029).
Met deze gefaseerde aanpak denken we de onzekerheden het beste te kunnen managen en de
inzameling te kunnen blijven garanderen.
Fase1(Q22023-Q4 2024)
In deze nu lopende fase zijn er verschillende scenario’s vitgewerkt voor de totale
vervangingsopgave die nodig is om uitstootvrij in te zamelen. Die zijn hierboven beschreven.
Er zijn ook scenario's opgenomen die rekening houden met een versnelling, bijvoorbeeld als de
randvoorwaarden (gedeeltelijk) eerder ingevuld kunnen worden.
Aanvullend op de aanbesteding voor de aanschaf van 37 biodiesel inzamelvoertuigen wordt er in
deze fase ook een aanbesteding vitgevoerd voor inhuurvoertuigen. De huidige overeenkomst voor
inhuurvoertuigen loopt namelijk aan het einde van 2023 af. We willen de inhuur van wagens zo
laag mogelijk hebben, maar ook na 2023, en in ieder geval tot in 2026, is het zeer waarschijnlijk dat
inhuurvoertuigen nodig zijn vanwege kortstondige uitval (bijv. als gevolg van schade) van de in
eigendom zijnde inzamelvoertuigen of omdat speciale voertuigen nodig zijn bijvoorbeeld voor de
kerstbomeninzameling vangen. In deze aanbesteding wordt het mogelijk gemaakt om zowel
elektrische inzamelvoertuigen als biodiesel inzamelvoertuigen in te kunnen huren, zodat we
(zodra randvoorwaarden eerder zijn ingevuld zoals de mogelijkheid tot (snel)laden dan op de
werven beschikbaar is) daar ook meteen gebruik van te maken. Het huvraanbod van elektrische
inzamelvoertuigen op basis van de huidige inzichten wordt overigens als laag ingeschat.
Fase 2 (Q12025-— Q4 2027)
Vanaf fase 2 worden er enkel nog vitstootvrije inzamelvoertuigen ingekocht. Verwacht wordt dat
er aan het eind van deze fase circa 35 tot 55 elektrische inzamelvoertuigen aangekocht zijn. Dit is
mede afhankelijk van de dan verwachte beschikbare laadcapaciteit.
Fase 3(Q12028-Q4 2029)
In fase 3 wordt de transitie naar vitstootvrij inzamelen afgerond door het nog resterende aantal
biodiesel inzamelvoertuigen te vervangen door een uitstootvrij alternatief. Hiervoor ligt het
inzetten van elektrische inzamelvoertuigen het meest voor de hand, maar de gemeente zal
eventuele nieuwe ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld het gebruik van voertuigen die rijden op
waterstof) uiteraard met grote belangstelling volgen en indien nodig de strategie hierop
aanpassen.
6. Heroverweging t.a.v. de lopende aanbesteding
Met deze brief hebben we u uitgelegd hoe we tot het besluit voor de aanbesteding van initieel 37
biodiesel wagens zijn gekomen. Zoals aangegeven in de raad van 28 juni j.l. hebben we de
organisatie gevraagd om alle overwegingen voor het besluit niet alleen uit te leggen maar ook
intern te challengen. Dat is de afgelopen weken vitgevoerd. Door elk puzzelstukje om te keren en
door te vragen en zo te onderzoeken of een verandering of versnelling mogelijk is.
Hier is een voorstel uit gekomen om 10 inzamelwagens minder te bestellen. Concreet gaat het om
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 juli 2023
Pagina 10 van 11
het intrekken van één perceel van de aanbesteding (de aanbesteding bestaat uit 3 percelen).
Juridisch mag het intrekken van een aanbesteding alleen geheel of voor één of meer percelen,
mits onderbouwd. Na het publiceren van de aanbesteding in de huidige vorm zijn er enkele
ontwikkelingen geweest op gebied van laadvoorzieningen. Bij één van de beoogde werflocaties
komen er extra laadvoorzieningen beschikbaar. Daarvoor gaan we parkeerplekken voor grote
wagens mogelijk maken door andere (kleine) afvalwagens te verplaatsen naar een (tijdelijke)
locatie. Dit, samen met de benodigde netcapaciteit, kan voorzien worden in O1 van 2026. De
elektrische wagens zullen besteld worden in 2024 met een levering rond de zelfde periode. In de
tussentijd zullen we dan langer doorrijden met de huidige wagens, wat het risico verhoogt op
uitval en daardoor meer inhuur. Die inhuurmogelijkheden moeten dus voldoende beschikbaar zijn.
Die beschikbaarheid achten we het grootst voor de kraakperswagens (ook wel achterladers
genoemd). De verwachting is dat er voor dit perceel voldoende voertuigen in de markt
beschikbaar zijn om tijdelijk in te kunnen huren. Voor de andere twee percelen ligt dit
ingewikkelder en zien we grotere onzekerheden en risico’s.
We kiezen er daarom voor om het perceel van 10 kraakperswagens uit de aanbesteding in te
trekken.
Consequentie van het intrekken van dit ene perceel is dus dat we in 2025 en mogelijk in 2026
langer moeten rijden met de bestaande oude wagens. Dit tot het moment dat nieuwe elektrische
wagens geleverd zijn, en de randvoorwaarden ingevuld zijn om deze te kunnen rijden. De risico’s
van deze keuze achten we echter acceptabel en beheersbaar. We kijken als volgt naar deze risico’s:
e De huidige wagens zijn oud, maar kunnen nog wel een of twee jaar langer doorrijden na
2024. Bij uitval zien we voor de inhuur van kraakperswagens voldoende beschikbaarheid,
in tegenstelling tot de wagens van de andere twee percelen.
e Indien een wagen uitvalt doordat deze aan einde van levensduur is zijn er hogere inhuur
kosten, maar die staan ook weer tegenover de afschrijvingskosten die wat hoger zijn
vanwege de afschrijvingstermijn van 5 jaar i.p.v. de reguliere 8 jaar.
e We gaan binnengemeentelijk de organisatie verstevigen met als doel het tijdig realiseren
van 10 oplaadsystemen.
Tot slot
Zoals in begin van de brief gemeld wordt er gemeentebreed gewerkt aan een ‘Herijking
Transitieplan Verduurzaming Gemeentelijk Wagenpark’. Deze wordt begin 2024 gepresenteerd.
Een rapportage over deze herijking zal elk jaar worden gemaakt. De inzet van het college daarbij is
dat er vanaf nu alleen nog uitstootvrije bedrijfswagens aangeschaft worden. En hiervan alleen
afgeweken kan worden als daar zwaarwegende redenen voor zijn. Het gaat dan vooral om
bedrijfswagen bij de directie Stadswerken, THOR en Sport & Bos.
Dat dit een complexe en grote opgave is, heeft de onderhavige aanbesteding aangetoond. Het is
een transitieproces waarbij een integrale aanpak onontbeerlijk is. Daarvan moeten we leren.
Daarom gaat het college de organisatie van de verduurzaming van het wagenpark steviger
neerzetten, en houden we dit proces en alles wat daar bij nodig is nauwlettend in de gaten.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 218 juli 2023
Pagina 11 van 11
Gezien de complexheid van de materie bieden wij u ook een technische sessie, mocht u daar
behoefte aan hebben. We hopen u zo voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
CJ 1
Zita Pels
Wethouder Reiniging, Afval en Duurzaamheid
Hester van Buren
Wethouder Bedrijfsvoering
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Brief | 11 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1186
Datum akkoord college van b&w van 27 september 2016
Publicatiedatum 28 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 19 september 2016
inzake de export van giftige brandstoffen vanuit Amsterdam naar Afrika.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 19 september 2016 zijn er door de Zwitserse organisatie Public Eye voor het eerst
harde bewijzen gepubliceerd, waaruit blijkt dat internationale brandstofbedrijven op
grote schaal met gif aangelengde brandstof (‘dirty diesel’) exporteren naar landen in
West-Afrika. Uit het rapport blijkt dat Amsterdam één van de belangrijke plekken is
waar brandstof aangelengd wordt met goedkopere, en meer vervuilende stoffen, en
wordt verhandeld. Volgens het Public Eye-rapport bevatten deze brandstoffen van
‘Afrikaanse kwaliteit tot honderden keren meer schadelijke elementen dan in Europa
is toegestaan. De uitstoot van deze giftige stoffen gaat ten koste van de gezondheid
van de lokale bevolking in Afrika: naar verwachting ligt het aantal doden ten gevolge
van fijnstof in Afrika in 2030 drie keer zo hoog als in Europa, de VS en Japan bij
elkaar. Betrokken bij deze giftige handel zijn onder andere de (deels) Nederlandse
bedrijven Vitol en Trafigura.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het stadsbestuur en/of het Havenbedrijf op de hoogte van het mengen en
exporteren van giftige brandstof vanuit de Amsterdamse haven naar Afrika?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van het rapport “Dirty Diesel” van Public Eye.
Voor de beantwoording van deze vragen heeft het college informatie ingewonnen
bij Havenbedrijf Amsterdam NV (hierna HDA). HDA is op de hoogte van het feit
dat brandstoffen in de Amsterdamse haven geblend en geëxporteerd worden
naar o.a. West-Afrika. Dit gebeurt onder de en in overeenstemming met ín
Nederland geldende wet- en regelgeving.
1 https://www.publiceye.ch/en/media/press-
release/swiss_ commodity traders flood africa with toxic fuel/
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neeing ie Gemeenteblad R
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016
2. Wat vindt het college ervan dat grote bedrijven Amsterdam als locatie gebruiken
om levensgevaarlijke rommel te produceren waarvan de giftige dampen door
mensen elders worden ingeademd?
Antwoord:
Het college verwacht dat bedrijven zich maatschappelijk verantwoord gedragen.
Daarnaast verwacht het college dat HDA een actieve rol speelt richting haar
klanten als het gaat om OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en
de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (zoals ook door uw
raad vastgelegd ín de op 30 maart 2016 aangenomen motie nr. 285 van
de raadsleden Groen, De Heer, Glaubitz, Shahsavari-Jansen en Van
Lammeren. Vanuit die actieve rol verwacht het college dat HbA naar aanleiding
van dit rapport in gesprek gaat met het Rijk en Havenbedrijf Rotterdam NV over
de invulling van ketenverantwoordelijkheid in dit dossier.
Ketenverantwoordelijkheid houdt als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen in dat de verschillende partijen uit de productieketen worden
betrokken om gezamenlijk te streven naar een verantwoorde totstandkoming van
een product.
3. Hoe kan het dat Amsterdam één van de plekken is waar ‘dirty diesel’ wordt
gebrouwen? Is het toegestaan om deze brandstof die hier niet verkocht mag
worden wél te produceren, op te slaan en te verhandelen?
Antwoord:
Alle vloeibare brandstoffen bevatten gehalten aan benzeen en zwavel, ook de
brandstoffen die worden getankt bij de Nederlandse tankstations voor het
wegvervoer. Benzeen en zwavel zijn giftige stoffen. Wereldwijd worden er
verschillende normen gesteld aan de percentages benzeen en zwavel in
brandstoffen. In Europa zijn deze normen voor gebruikte brandstoffen strenger
dan in andere delen van de wereld, zoals in Afrika. “Dirty diesel’ is de naam die
de Public Eye heeft gegeven aan diesel brandstoffen die een bepaalde
concentratie zwavelgehalte bevatten.
Bij de tankopslagbedrijven in Westpoort worden brandstoffen opgeslagen met
verschillende percentages benzeen en zwavel. De brandstoffen worden hier op
specificatie gemaakt, afhankelijk van het land/werelddeel waarvoor de brandstof
bestemd is. In het NOS-artikel over het rapport wordt de suggestie gewekt dat er
afvalstoffen worden toegevoegd, maar het betreft hier het mengen van
brandstoffen met diverse percentages benzeen en zwavel.
4. Welke rol heeft het Havenbedrijf of andere overheidsinstanties zoals de
omgevingsdienst bij de productie, opslag en de verkoop van giftige brandstoffen?
Antwoord:
HbA geeft aan dat het bedrijf zelf geen actieve rol heeft bij de productie en opslag
van deze diesel brandstoffen. Dit behoort tot de activiteiten van de bedrijven zelf.
HDA verhuurt kavels aan deze bedrijven.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing ie Gemeenteblad
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016
Voor de beantwoording van deze en de volgende vraag heeft het college
informatie ingewonnen bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als
uitvoeringsdienst van het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland.
De Provincie Noord-Holland is bevoegd gezag om omgevingsvergunningen te
verlenen aan de tankopslagbedrijven, toezicht te houden op de naleving en om
eventueel handhavend op te treden. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
(hierna OD NZKG), de regionale uitvoeringsdienst die deze taken voor
gemeenten en provincies uitvoert, is gemandateerd voor deze Wabo-taken.
De wet ziet toe op het veilig opslaan, overslaan en mengen van brandbare
vloeistoffen in opslagtanks en het voorkomen dan wel beperken van emissies
naar bodem, lucht en water. De Wabo ziet niet toe op de regulering van handel,
import en export van vloeibare brandstoffen en evenmin op de product-
samenstelling van de opgeslagen vloeibare brandstoffen.
5. Zijn de hierboven genoemde bedrijven onderhevig aan handhaving en inspectie?
Door welke instanties gebeurt dit? Wat zijn de meest recente bevindingen uit die
inspecties?
Antwoord:
Vergunningverlening
De acht tankopslagbedrijven in Westpoort (zie ook achtergrondinformatie) hebben
een omgevingsvergunning voor diverse bedrijfsactiviteiten met als voornaamste
activiteiten het opslaan, overslaan en mengen van brandbare (gevaarlijke)
vloeistoffen, niet zijnde afvalstoffen, in opslagtanks. Er is in Westpoort één
opslagbedrijf dat een vergunning heeft voor het innemen van vloeibare
afvalstoffen uit schepen en dat is Main BV. Het opmengen van afvalstoffen is niet
toegestaan. Het is wel toegestaan om brandbare vloeistoffen met verschillende
gehalten van benzeen en zwavel te mengen om de gewenste
brandstofspecificatie te krijgen.
Toezicht en Handhaving
In het kader van Wabo-toezicht op de opgeslagen vloeistoffen inspecteert
de OD NZKG de tankopslagbedrijven met name op externe veiligheid en
luchtemissies. De tankopslagbedrijven worden meerdere keren per jaar
geïnspecteerd. De inspecties worden afgestemd door de OD NZKG met
politie/OM, ILT, Inspectie SZW, waterkwaliteitsbeheerders, de veiligheidsregio's,
HbA en VWA.
Daarnaast wordt voor circa 400 risicovolle bedrijven in Nederland inspecties
uitgevoerd in het kader van het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo).
De tankopslagbedrijven vallen onder het Brzo. In dit kader worden deze bedrijven
preventief en in gezamenlijkheid geïnspecteerd door de OD NZKG, de
veiligheidsregio, Inspectie SZW en de waterkwaliteitsbeheerder.
De inspectie op de samenstelling van de brandbare vloeistoffen wordt door
andere landelijke overheidsinstanties uitgevoerd waaronder belastingdienst,
de douane en de ILT. leder opereert hierbij vanuit zijn eigen rol en mandaat.
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing ie Gemeenteblad
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016
Achtergrondinformatie
Tankopslagbedrijven in Westpoort
In Westpoort zijn de volgende tankopslagbedrijven gevestigd. De bedrijven met
een * worden met naam genoemd in het rapport.
(voorheen Finco)
Hydrocarbon Hotel B.V. (Varo Energy | Zenith Energy Amsterdam Terminal
Terminal)
Alkion, Hydrocarbon Hotel, Main, NuStar, Oiltanking, Vopak en Zenith zijn
onafhankelijke tankopslagbedrijven die opslagruimte verhuren aan derden
(onder andere aan handelsbedrijf Gunvar genoemd in het rapport). Vitol is als
enige ook eigenaar van de olie (en van Eurotank). In Westpoort zijn er geen
olieraffinaderijen gevestigd.
6. Havenbedrijf Amsterdam heeft als kernwaarden ‘gedreven’, ‘respect’, ‘samen’
en ‘verantwoordelijk’. Daarnaast richt het Havenbedrijf zich onder andere
op ‘energie(transitie)’ en ‘circulaire en biobased economie’.
Antwoord:
Dat klopt. In de Visie 2030 wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe hier invulling
aan wordt gegeven. Het college verwacht dat in het nog te ontvangen Strategisch
Plan 2016-2020 deze invulling nader geconcretiseerd wordt door HbA. Naar
aanleiding van het (nieuwe) in voorbereiding zijnde strategisch plan voert
het college gesprekken met HDA over ketenverantwoordelijkheid.
7. Deelt het college de mening van de SP, dat de productie, opslag en handel
van ‘dirty diesel’ haaks staat op de kernwaarden en focusgebieden van
het Havenbedrijf? Graag een toelichting.
Antwoord:
De opslag en handel in diesel brandstoffen met een hogere zwavelgehalte dan
toegestaan in Europa is niet verboden. Internationale afspraken en verandering
van wetgeving in de importerende landen is nodig om de export en het gebruik
van deze diesel brandstoffen te tegen te gaan. Zie verder het antwoord op vragen
zes en acht.
8. Is het college bereid, de mogelijkheden te onderzoeken om per direct een halt
toe te roepen aan de productie en overslag van ‘dirty diesel’ in de Amsterdamse
Haven? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college vraagt HbA om vanuit haar beleid Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen naar aanleiding van dit rapport in gesprek te gaan met het Rijk en
Havenbedrijf Rotterdam NV over de invulling van ketenverantwoordelijkheid in dit
dossier. Het college vraagt HbA om de gemeente actief te informeren over de
uitkomsten van dit gesprek.
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng ie Gemeenteblad
ummer = zn
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 19 september 2016
In de Tweede Kamer zijn meerdere vragen gesteld over dit onderwerp.
Het college wacht het antwoord van het kabinet af als het gaat om de
mogelijkheden van nationale en internationale regelgeving.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 14-03-2023
Aanvang 19:30
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
Inspreker Verbeek inzake Convenant Samen Nieuw-West
4. Mondelinge vragen
5. Convenant ‘Wij zijn samen Nieuw-West!
6. Stadsdeelpanel/Democratisering tools (zal behandeld worden in de vergadering van 28 maart)
7. Adviesaanvraag voorontwerpwijziging Omgevingsplan Amsterdam (Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling)
8. Adviesaanvraag Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting (AAV)
9. Ingekomen stukkenlijst
Nieuwsbrief vanuit het dagelijks bestuur nr. 15
1. Adviesaanvraag college aan stadsdeelbestuur inzake concept VTH Beleid Fysieke Leefomgeving
2023
2. Adviesaanvraag Beleidsregel geluid Amsterdam 2023
3. Schriftelijke vragen inzake camera's
4. Definitief ontwerp vergroening Socratesstraat
5. Vergaderschema SDC 2023
6. Besluitenlijst van het Dagelijks Bestuur
10. Afsprakenlijsten februari 2023
11. Rondvraag
12. Sluiting
| Agenda | 2 | train |
Verslag bewonersbijeenkomst
Muiderpoortstation en omgeving
Locatie: Mirror Centre Ter Gouwestraat 3 Amsterdam
Datum: 27 mei 2019
Verslag : Esther Demarteau (Notu-flex Secretariaatsdiensten)
1. Opening
De voorzitter Frank Ratelband opent de bijeenkomst om 19.00 uur heet alle aanwezigen welkom. Hij
zal als onafhankelijk gespreksleider de bijeenkomst leiden. Tijdens de bijeenkomst wordt een
gebiedsvisie gepresenteerd die betrekking heeft op het Muiderpoortstation en omgeving. Alle
opmerkingen worden in een verslag vastgelegd. Dit verslag gaat samen met de concept gebiedsvisie
naar de politiek.
2. Uitleg proces — Cathelijne van Engelen, projectmanager
In 2015 is de gemeente gestart met gesprekken over het initiatief van de NS en het hotel. Daaruit
voortkomend is besloten om te kijken of een visie ontwikkeld kon worden voor het hele gebied rond
het Muiderpoortstation. Dit heeft in januari 2017 geleid tot een integrale gebiedsvisie, waarbij
bewoners aangaven als belanghebbende en volwaardige partij mee te willen denken. De gemeente is
een verkenning gestart, waar een schouw en gesprekken met belanghebbenden onderdeel van
uitmaakten.
In maart 2018 heeft het projectteam een bevestiging ontvangen met een herformulering van de
opdracht voor de gebiedsvisie. De eerste bijeenkomst met belanghebbenden; bewoners en partijen
zoals de NS en IJmere, is in juni 2018 gehouden. Daarnaast is een aantal onderzoeken uitgevoerd
waarbij gedacht kan worden aan een quickscan van het gebied rond het station. De
conceptgebiedsvisie is in maart 2019 op verzoek van de wethouders vrijgegeven voor consultatie met
de buurt, met als resultaat een bewonersbijeenkomst op 27 mei 2019. De input van alle
belanghebbenden wordt meegenomen in de visie die aan het bestuur wordt voorgelegd. In september
2019 zal de verkenningsfase worden afgerond, waarna bestuurlijke besluitvorming via B&W en
eventueel de gemeenteraad plaatsvindt. Bij een akkoord met betrekking tot de visie, start de tweede
fase en zal het projectteam onderdelen toetsen op haalbaarheid. Ook in de tweede fase zullen
belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om in te spreken.
3. Uitleg visie — Sybren van den Busken - stedenbouwkundige
Een visie is nog geen plan, maar een idee voor de toekomst. Het gemeentelijke beleid wordt in de
visie meegenomen, evenals de input van bewoners en andere stakeholders. Het projectteam heeft
als opdracht om een visie voor het Muiderpoortstation en omgeving te maken. Binnen de visie maakt
het projectteam een onderscheid tussen het spoor, de spoorzone en Tuinwijck. IJmere is een
samenwerkingspartner, omdat zij veel bezit hebben in deze wijk. Wat betreft de spoorzone en het
station kan het projectteam concrete voorstellen doen, voor Tuinwijck kan alleen een ambitie worden
uitgesproken.
De huidige situatie dient verbeterd te worden, omdat het station een OV-knooppunt is en er veel druk
op de ruimte staat. Het station ligt met de achterkant naar de drukste straat en sommige looproutes
zijn voor nieuwe reizigers niet duidelijk. Op het Oosterspoorplein zal de stalling van fietsers meer
gereguleerd worden en dat is gezien het groeiend aantal reizigers zeker nodig. Het projectteam wil de
spoorzone verbinden met de groene delen in de wijk door een wandelroute te maken. Sociaal
onveilige situaties dienen vermeden te worden en deze kan opgelost worden door het toevoegen van
kleinschalige programma’s. De route tussen Oostpoort en het Muiderpoortstation krijgt een meer
logische verbinding, waardoor ook de fietsverbinding met Watergraafsmeer verbeterd.
Het Muiderpoortstation als OV-knooppunt zal drukker worden, aangezien reizigers vanaf het
Zeeburgereiland via dit station zullen reizen. De overstap naar bus, tram of metro dient daarom goed
te zijn. De gevolgen voor het toenemend aantal reizigers voor het station en omgeving brengt het
projectteam in beeld. Daarnaast zal sprake zijn van functiemenging en dat betekent dat in het gebied
Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 1 van 5
naast wonen ook andere functies ontwikkeld zullen worden. Gedacht kan worden aan detailhandel,
maatschappelijke functies en scholen. Hierdoor krijgt het station een meer verbindende functie.
Wat betreft duurzaamheid dient de gemeente te voldoen aan de afspraken die hierover zijn gemaakt.
De ontwikkelingen rond het Muiderpoortstation dienen hieraan bij te dragen. Het projectteam gaat bij
elke ontwikkeling bekijken welke thema’s op dit gebied kansrijk of noodzakelijk zijn. Aspecten die
binnen de duurzaamheid worden meegenomen zijn: aardagasvrij en energieneutraal, flexibele
bebouwing, gebruik van gerecyclede materialen, klimaat adaptief en waterrobuust, vergroening en
een plek voor ecologie. Tijdens het bouwen wordt ook rekening gehouden met de flora en fauna.
Het talud van het spoor maakt onderdeel uit van de groene zone (ecologische verbinding) en bij het
Muiderpoortstation is een kans om die zone te verbinden. Als het gaat om klimaatadaptatie, dan
wordt gereageerd op nieuwe weersomstandigheden zoals hitte en water. Verder wordt qua
(geluids)overlast ook rekening gehouden met het wonen in relatie tot het spoor.
Rond het station zijn verschillende initiatieven voorgesteld. In eerste instantie is het plan van een
hotel afgewezen, omdat deze niet in de ruimte past. Naar aanleiding van de consultatie met bewoners
is het hotel geen uitgangspunt meer in de visie. Voorts wil de NS de gebouwen, zoals het oude
stationsgebouw, weer in gebruik nemen. Het projectteam bekijkt ook samen met ProRail hoe de
toegangen tot de perrons kunnen worden verbeterd.
Door bebouwing aan het Linnaeusplantsoen ontstaat een nieuwe situatie en dat vraagt om een
nieuwe visie op dat gedeelte van het plan.
Het stationsgebouw wordt momenteel gebruikt als fietsenstalling, maar de NS zou het gebouw graag
haar oude functie teruggeven of er een publieke functie voor vinden. De route vanaf het station
richting de trams behoeft verbetering, zodat onder het viaduct levendigheid ontstaat. Ruimtelijk gezien
is dit mogelijk en de sociale veiligheid blijft een groot aandachtspunt.
Qua openbare ruimte moet de reiziger al van verre voelen dat hij in het stationsgebied is. Doordat de
auto uit het gebied verdwijnt, kan er een voetgangersgebied worden gemaakt. De stalling voor
fietsers wordt verbeterd en er zal een logische fietsroute richting de ingang van de stalling worden
gemaakt. Daarnaast zoekt het projectteam naar middelen om het plein meer een verblijfsfunctie te
geven.
De bebouwing op het Oosterspoorplein dient het plein te versterken door toevoegen van functies. De
NS wil de voormalige dienstgebouwen aan de achterkant uitbouwen. Vanwege de monumentale
status mag de voorkant niet worden aangepast. Het Mirror Centre wil ook uitbreiden en op de begane
grond een plint met functies toevoegen, om zo meer contact te maken met het plein.
De ecologische functies in de spoorzone worden versterkt door het toevoegen van een speelplek en
verbeteren van de looproutes. Het transformatorhuis wordt verfraaid.
Wat betreft de ambities voor Tuinwijck heeft het projectteam een aantal globale ideeën, welke
randvoorwaarden kunnen zijn voor de verdere ontwikkeling van het gebied. Amsterdam heeft als
gemeente een doelstelling om te verdichten en functies te mengen. Sloop nieuwbouw biedt een kans
op verdichting. Door het talud horizontaal te versterken, kan groen in de wijk worden verwerkt.
Tuinwijck ligt tussen de sporen in en door ondergronds parkeren te realiseren, zou de wijk autovrij
kunnen worden gemaakt. Ontsluiting vindt via de Polderweg plaats en ook ontstaat dan de
mogelijkheid om nieuwe looproutes te realiseren.
4. Algemene vragen en opmerkingen
e De hitte in het gebied is ontstaan na de bouw van Oostpoort. De gemeente moet zich meer
bewust zijn van de ecologische structuur en de verbinding van deze zones kan versterkt worden.
Ook de kwaliteit kan verbeteren, zodat dieren er kunnen leven. De oostkant van het plein is de
ecologische kant van Amsterdam en daar moet de gemeente vanaf blijven!
e Kunt u specificeren welke gebouwen gesloopt gaan worden?
De heer Van den Busken legt uit dat sloop een mogelijkheid is wanneer de gemeente haar
ambitie in het gebied wil realiseren, dat kan alleen als sprake is van verdichting. In dat geval is
sloop/nieuwbouw in Tuinwijck aan de orde. De eigenaren, in dit geval IJmere, bepaalt of sprake
zal zijn van sloop/nieuwbouw. In fase 2 of 3 zou meer duidelijkheid kunnen komen of dit werkelijk
aan de orde is.
e Aandachtspunt is dat de bebouwing niet in het groen moet komen. De bebouwing houdt bij het
talud op en de voet- en fietsbewegingen richting de fietsenstalling blijven mogelijk.
e Een bewoonster stelt voor om meerdere uitgangen te maken bij het station, net als bij CS. De
westkant van het perron doortrekken tot de Linneausstraat, zodat reizigers aan die kant het
station kunnen verlaten.
Mevrouw Van Engelen legt uit dat het station eigendom is van de NS en ProRail. Zij willen
Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 2 van 5
stimuleren dat de reizigers van dezelfde uitgang gebruik maken. De gemeente is wel met deze
partijen in gesprek over de toename van het aantal reizigers en het feit dat er meer treinen gaan
stoppen. Er bestaan wel ideeën om de smalste onderdoorgang te verbreden, zodat reizigers er
beter doorheen kunnen. De opgang aan de buitenkant komt mogelijk te vervallen, waarna via de
centrale hal een toegang wordt gemaakt.
e Een bewoonster meent dat mooi wordt gesproken over het milieu en groen. ledereen weet dat
over het spoor goederentreinen rijden die gevaarlijke stoffen vervoeren. Als men wil
verduurzamen, dan moet ook naar dit aspect worden gekeken.
e _Tuinwijck is heel erg groen en zijn daarmee de longen van Oostpoort. Het groen in deze kleine
driehoek moet worden vermeerderd. Verder is het ook een buitenkans om in lijn met de buurt het
station duurzamer te maken, zo merkt een bewoonster op. De hele stad stinkt en in deze wijk is
het groen en fris. De wens van de bewoners is een meer parkachtige omgeving. Tevens willen zij
betrokken worden bij het maken van de plannen.
e Inde visie wordt gesproken over een zichtlijn van Oostpoort richting het station. Hoe wil de
gemeente dit realiseren?
De heer Van den Busken licht toe dat mogelijk een aantal gebouwen gesloopt moeten worden om
die zichtlijn te realiseren.
Bewoners geven aan in dat geval in opstand te komen. Zij zijn geen voorstander van sloop ten
behoeve van een zichtlijn. Waar moeten de huidige bewoners dan wonen?
e Volgens een bewoonster wordt in de visie weinig aandacht besteed aan geluidsoverlast in de
wijk. Tussen de sporen is het station een klankkast en door de verdichting is de geluidsoverlast
alleen maar toegenomen. Bewoners hebben dit aspect in het verleden al benoemd als
aandachtspunt. In de wijk is weinig groen en de bewoners van Tuinwijck kijken aan tegen de rug
van Oostpoort. In het masterplan wordt alles weggevaagd en zou gesloopt worden ten behoeve
van een zichtlijn. Wanneer het plein autovrij wordt gemaakt, dan neemt het verkeer in de wijk juist
toe.
De heer Van den Busken erkent dat het geluid vanaf het spoor erg aanwezig is. Bebouwing kan
ingezet worden om het geluid tegen te gaan, maar aan de andere kant moet ook worden
voorkomen dat het gebouw juist als een klankkast gaat werken. Tijdens de herinrichting kan
rekening worden gehouden met geluidsbepalende factoren. In de haalbaarheidsstudie bekijkt de
gemeente hoe deze ingezet kunnen worden en groen, bebouwing of geluidswal zijn maatregelen
die getroffen kunnen worden.
Het geluid van het spoor is gebonden aan nationale wetgeving en aan die normen wordt
momenteel voldaan. In de verdere uitwerking wordt op allerlei manieren rekening gehouden met
geluid(soverlast).
Het autovrij maken van het plein neemt de gemeente mee in de verdere uitwerking. Wellicht
wordt er een parkeergarage gebouwd die vanaf de Polderweg bereikbaar is.
e Een bewoner mist de inbreng van IJmere, terwijl hun belangen in dit gebied worden genoemd. Hij
is niet tevreden over het onderhoud van IJmere en meent dat de woningen verpauperen.
De gebiedsregisseur van IJmere is aanwezig als toehoorder, om kennis te nemen van de visie
van de gemeente. IJmere zelf is bezig met het uitwerken van scenario's op hoofdlijnen voor de
woningen in het gebied. Momenteel kan nog geen helderheid gegeven over de plannen zelf, maar
IJmere is hierover ook in gesprek met de bewonerscommissie. Wanneer er meer duidelijkheid is,
zal IJmere waarschijnlijk wel bewonersavonden organiseren.
e Een bewoonster is tegen verdichten en sloop nieuwbouw en vreest dat er een flat in Tuinwijck
gebouwd gaat worden. Waar moeten de huidige bewoners gaan wonen als hun huis wordt
gesloopt? Zijn zij niet belangrijk en de nieuwe bewoners wel?
De heer Van den Busken verduidelijkt dat de gemeente een verdichtingsopgave heeft.
Amsterdam zoekt nieuwe woningbouwlocaties en Tuinwijck kan daar een van zijn, omdat het op
een knooppunt ligt. Volgens beleid van de gemeente wordt rond een knooppunt verdicht.
e Een bewoonster meent dat de inbreng van de huidige bewoners wordt genegeerd. Deze mensen
wonen in het gebied en lopen ook van en naar het station. Het gaat niet alleen om de forenzen.
Het belang van de huidige bewoners dient in de plannen meegenomen te worden. Houd rekening
met de bestaande woningen, anders maakt men de stad kapot.
Mevrouw Van Engelen geeft aan dat meerdere keren met de bewoners is gesproken. De
gemeente wil open en transparant met de bewoners blijven communiceren en is zich ervan
bewust dat sprake kan zijn van verbetering wat betreft een aantal zaken. De gemeente kijkt goed
naar de waardevolle bestaande elementen en neemt deze mee in de visie. Wat betreft de
woningen in het gebied, is de gemeente bij het realiseren van haar ambitie ook afhankelijk van de
eigenaren van de woningen. De gemeente hoopt bij de bewoners de indruk achter te laten dat
hun input wordt meegenomen richting het bestuur en het besluitvormingsproces.
Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 3 van 5
e Het gebied wordt zo vol gebouwd, dat een bewoonster zich afvraagt waarom nog gesproken
wordt over groen. Daar is geen plek meer voor. In dat drukke gebied is zeker geen plek voor een
school. Natuur is de basis voor een school en de kinderen, daarom pleit spreekster voor meer
groen in de wijk.
e Een bewoonster pleit ervoor om te streven naar een gegarandeerde terugkeer van de huidige
bewoners. Zij moeten in dit gebied kunnen blijven wonen.
Ook hier hebben de eigenaren de gebouwen een taak, aldus de heer Van den Busken. Wanneer
evenveel of meer woningen worden teruggebouwd, dan kunnen de bewoners inderdaad
terugkeren. De vraag is of alle bewoners daadwerkelijk willen terugkeren. IJmere heeft de
verantwoordelijkheid over eventuele terugkeer van bewoners.
e Realiseert de gemeente zich dat bij de sanering van de Westergasfabriek de vervuilde grond in
Tuinwijck niet is meegenomen? Verder kan de gemeente een (woon)wensenpakket meegeven
aan IJmere.
De heer Van den Busken legt uit dat grondonderzoek wordt verricht of geactualiseerd wordt op
het moment dat er bouwplannen zijn. Mocht sprake zijn van verontreiniging, dan zal de grond
gesaneerd worden. De plannen van IJmere zijn (nog) niet bekend bij de gemeente.
e Een bewoonster van Oostpoort betreurt dat mensen zich negatief uitlaten over Oostpoort. Zij is
getogen en geboren in de omgeving en is teruggekomen om met veel plezier in de wijk te wonen.
5. Tafel: vragen en opmerkingen
e Mevrouw woont aan de Polderweg en zal zeker gaan protesteren tegen plannen om de ontsluiting
van een parkeergarage via deze weg te laten lopen. Toen zij in Oostpoort ging wonen was
beloofd dat de Polderweg een rustige straat zou blijven. Spreekster wil de rust in de straat
behouden, zeker omdat de stad al zo hectisch is. Zij pleit voor meer groen in Oostpark.
e Het Muiderpoortstation is niet zo druk als wordt geschetst. In het verleden stopten er meer treinen
dan nu het geval is. Spreekster vraagt zich af waar de reizigers vandaan komen. Zij verwacht niet
dat bewoners van Zeeburg via Muiderpoort zullen gaan reizen, eerder via IJburg.
e Wat gebeurt er met het herdenkingsmonument op het plein?
De heer Van den Busken legt uit dat voor het moment een goede plek moet worden gezocht.
Hierover moet de gemeente overleggen met de stichting die zorgdraagt voor het monument.
e Bewoners steunen het voorstel om een stationsuitgang te maken bij de Linneausstraat, zeker
omdat veel reizigers die richting als eindbestemming hebben.
De heer Van den Busken licht toe dat de NS en ProRail verantwoordelijk zijn voor de
stationsuitgangen. In de visie wil men het uitstappen centraal regelen en de sociale controle is
daarbij een groot aandachtspunt.
e Een bewoonster pleit voor echt gras onder speeltoestellen en geen kunstgras. Gras is goed voor
afwatering, insecten en kinderen kunnen in een natuurlijke omgeving spelen.
e In het plan is veel groen opgenomen en daarom wenst een bewoner dat er vooral inheemse
beplanting wordt neergezet. Dit trekt namelijk ook veel insecten aan. Verder heeft hij het gevoel
dat het gebied onder druk komt te staan, omdat de grond veel waard is. Spreker is geen
voorstander van verdichten, omdat Tuinwijck een oase van groen is waar rust en ruimte aanwezig
zijn.
e In Oostpoort missen de bewoners het groen en daarom plaatsen zij plantenbakken, aldus een
bewoner. Daarom zijn zij juist blij met het groen in Tuinwijck.
De heer Van den Busken merkt op dat binnen de stedenbouw de aanwezigheid van groen
actueler is geworden. Wanneer hoogbouw wordt gepleegd, kan elders in de wijk groen komen te
staan. In antwoord op een vraag van een bewoner geeft de heer Van den Busken aan dat in het
gebied sprake is van een verdichting van maximaal 700 woningen.
e Een bewoonster vindt de huidige woningen relatief ruim. Wanneer zij na eventuele nieuwbouw
terugkeert, zal dat een kleinere woning zijn. Voor een grotere woning moet zij meer huur betalen
en daardoor kunnen Amsterdammers niet terugkeren naar de plek waar zij nu wonen. Mevrouw
meent dat de nieuwe woningen gebouwd worden voor expats. Momenteel wonen alle culturen in
Tuinwijck in goede harmonie in een groene wijk samen. Dat is uniek aan deze wijk en spreekster
meent dat dit niet mag verdwijnen. Die saamhorigheid komt nooit meer terug.
e Een andere bewoonster vreest dat in de wijk alleen maar koopwoningen terug zullen komen. Die
zijn voor de huidige bewoners niet betaalbaar. De druk op Tuinwijck is groot en dat betekent een
stijging in de huren. Spreekster verwacht niet dat er sociale huurwoningen terugkomen.
e Volgens een bewoner is sprake van een enorm hitte eiland in het gebied en Tuinwijck is daarin
het meest groene stukje. Dat moet standhouden. De gemeente zegt ecologie belangrijk te vinden
en moet de daad bij het woord voegen. De beplanting in Oostpark is exotische soorten en die
bomen groeien niet groot. De bewoners hebben al eerder aangegeven dat Tuinwijck qua groen
en water goed moet aansluiten bij inheemse beplanting. Zij hebben het gevoel dat de gemeente
Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 4 van 5
niet luistert, want in Oost is langs een groenzone parkeren met vuilcontainers gerealiseerd. In een
speeltuin moet een natuurlijke ondergrond en geen kunstgras worden gebruikt.
Wellicht is het mogelijk om de groenzone ten koste van het fietspad te verbreden.
e Een bewoonster adviseert om goed na te denken over de route door en richting
Watergraafsmeer. De veilig naar school route is ook een belangrijk aandachtspunt.
e Bewoners van Tuinwijck hebben input geleverd bij de plannen voor Oostpoort en hebben niet het
idee dat de gemeente daar naar heeft geluisterd.
e Wat betreft het monument voor de joden merkt een bewoner op dat in de onderdoorgang
momenteel kindertekeningen hangen. Volgens hem kunnen er ook foto's neergehangen worden
die betrekking hebben op de gebeurtenissen in het verleden. Verder is het ook mogelijk om een
herdenkingsmuur te maken langs het spoor. Dit is al eerder geopperd, maar niet uitgevoerd.
6. Sluiting
Frank Ratelband bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de bijeenkomst om 21.00 uur.
Bewonersbijeenkomst Muiderpoortstation en omgeving d.d. 27 mei 2019 pagina 5 van 5
| Schriftelijke Vraag | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1751
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder AP
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake het Stedelijk kader Buitenreclame (spectaculars
minder vaak).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Stedelijk kader Buitenreclame (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1589).
Constaterende dat:
— hetstedelijk kader buitenreclame de concessiehouder van Abri-reclame op enkele
locaties toestaat 4 keer per kwartaal een special of spectacular te plaatsen;
— dit inhoudt dat bijna de gehele abri omgebouwd kan worden tot één grote
reclame-uiting.
Overwegende dat:
— populaire locaties om dit te doen ook de drukste plekken van de stad zijn, zoals
het Leidseplein;
— abri's hierdoor minder herkenbaar zijn als OV-wachtruimte;
— abri's minder transparant worden en het geheel bijdraagt aan (visuele) drukte en
als hinderlijk wordt ervaren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het aantal spectaculars per locatie terug te brengen naar 1 keer per kwartaal.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
4
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 456
Datum akkoord 6 juni 2017
Publicatiedatum 7 juni 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boomsma en Torn van 7 april 2017
inzake de toename van graffiti in het openbaar vervoer en het voorkomen en
bestrijden daarvan.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Zaterdag 5 februari’ 2017 berichtte NRC Handelsblad over de grote toename van
graffiti in Amsterdam bij metrostellen van de Gemeentevervoerbedrijf (GVB). In twee
jaar tijd steeg het aantal bespoten vierkante meters met 50 procent: van 6000 mé in
2014 naar 9000 m° in 2016. Graffiti in het openbaar vervoer (OV) geeft een
verloederd, vies en onveilig beeld. De inzet is om graffiti zo snel mogelijk te
verwijderen, maar toch rijden geregeld met graffiti vervuilde voertuigen door de stad.
Het schoonmaken kost ongeveer 100 euro per vierkante meter. De kosten daarvan
bedroegen vorig jaar 900.000 euro. Daarnaast leidt het bekladden van de voertuigen
tot tijdsverlies, extra rangeren, extra overhead, administratieve lasten om melding te
doen van de bekladding, enzovoort, en vormt de schoonmaak een belasting van het
milieu.
De graffitispuiters opereren veelal in bendes van soms wel 15 man. Ze delen
informatie met elkaar over gaten in de roosters van de beveiliging, om gaten in de
hekken te knippen, en gezamenlijk zo snel mogelijk de verf aan te brengen, om de
kans om betrapt en aangehouden te worden te beperken.” Zij maken daarbij ook
gebruik van social media. Sommigen posten foto’s van hun ‘tags’ op internet, en
delen die op sociale media, waaronder Instagram. Daarbij zou zelfs sprake zijn van
een soort puntenstelsel, waarbij punten worden uitgedeeld aan wie bepaalde objecten
bespuit.
Op 24 maart 2017 zijn de fracties van het CDA en de VVD zijn op werkbezoek
gegaan bij het GVB om dit onderwerp nader te bespreken. Uit deze gesprekken bleek
onder andere dat niet alleen de overlast toeneemt, maar ook de methodes van de
graffitispuiters om bij de metrostellen van het GVB te komen steeds brutaler en
gevaarlijker worden. Zo hebben graffitispuiters zelfs fietsen op de rails gegooid en
wisselstoringen veroorzaakt om doorrijden onmogelijk te maken. Ook zijn er
beveiligingscamera’s vernield, is er met stenen gegooid naar bewaking en zijn er
metrobestuurders bedreigd. Het aantal gemelde graffiti-incidenten is vooral hoog op
die plaatsen waar de voertuigen staan opgesteld, bij Amstel, en op de Lijnwerkplaats.
' https://www.nre.nl/nieuws/2017/02/05/metrostellen-forse-toename-van-graffiti-in-amsterdam-en-rotterdam-
6306457-a1544642
2 https://www.nre.nl/nieuws/2017/02/05/hier-mogen-spuiten-dat-moet-je-verdienen-6563798-a1544596
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
Overigens wordt niet alleen op de voertuigen gespoten, maar ook op trappen, muren
etc.
De fracties van CDA en VVD vinden dat het tijd is om deze ernstige vorm van
vandalisme, die de gemeenschap op hoge kosten jaagt en leidt tot ernstige
veiligheidsrisico’s, een halt toe te roepen. De structurele graffitioverlast vreet
capaciteit van het GVB. Deze energie kunnen zij beter besteden aan het
optimaliseren van hun dienstverlening.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Boomsma en Torn, respectievelijk
namens de fracties van het CDA en de VVD, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college op de hoogte van de toename van graffiti-vervuiling bij de GVB?
Kan het college de toename verklaren? Is een vergelijkbare toename te zien bij
andere vervoersbedrijven, bijvoorbeeld in Rotterdam en Den Haag?
Kan het college aangeven hoeveel deze vorm van vandalisme het GVB/
de gemeente de afgelopen vijf jaar per jaar heeft gekost?
Antwoord:
Het college heeft ook kennisgenomen van het artikel in NRC Handelsblad.
Het college kan de toename niet direct verklaren; ook andere stadsvervoerders
(HTM en RET) en NS hebben last van toegenomen graffiti.
GVB kan alleen een schatting van de kosten voor verwijdering van graffiti geven
als onderdeel is van de totale schoonmaakkosten (dit kan niet precies worden
toegerekend aan verwijdering graffiti):
2012: € 255.000
2013: € 380.000
2014: € 390.000
2015: € 560.000
2016: € 720.000
2. Hoeveel graffiti-incidenten zijn er de afgelopen jaren geweest bij het GVB?
Graag aangeven hoe vaak graffitispuiters zijn gesignaleerd, hoe vaak zij
vervolgens ook zijn geslaagd in hun opzet, en hoe vaak ze vervolgens zijn
aangehouden.
Antwoord:
In 2015 zijn er 287 graffiti-incidenten voorgevallen (8523,75 m°), waarbij er bij
8 gevallen daders zijn aangehouden.
In 2016 zijn er 373 graffiti-incidenten geweest (10799,50 m°), waarbij er bij
7 gevallen daders zijn aangehouden.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
3. Uit welk budget worden de schoonmaakkosten betaald? Klopt het dat hier
gemeenschapsgeld voor gebruikt wordt?
Antwoord:
De schoonmaakkosten worden betaald uit het algemene schoonmaakbudget
voor (voornamelijk) de metrovoertuigen van GVB. Dit komt uit exploitatiesubsidie
van Vervoerregio Amsterdam (gemeenschapsgeld) en opbrengsten
kaartverkoop.
4. Heeft graffiti-bekladding de afgelopen vijf jaar geleid tot vertraging in het OV? Zo
ja, hoe vaak en hoeveel?
Antwoord:
Over de afgelopen vijf jaar heeft de graffiti-problematiek 62 keer tot vertragingen
of uitval geleid. Dit gaat om gevallen waar de veiligheid rechtstreeks in het
geding is, waarbij de graffitispuiters ook aan andere vormen van vernieling deden
zoals het gooien van fietsen in het spoor of wanneer er kwetsende tags zijn
gespoten, of wanneer de ramen volledig zijn dichtgespoten zodat onze reizigers
niet meer naar buiten kunnen kijken. De omvang van de huidige vloot
metrovoertuigen staat niet toe om bespoten voertuigen, mits veilig, uit de
exploitatie te halen. Het kunnen vervoeren van reizigers staat voorop.
5. Hoe vaak is de afgelopen vijf jaar een graffitispuiter aangehouden, en hoeveel
zijn er ook daadwerkelijk veroordeeld en bestraft?
Antwoord:
Gezien de toegenomen problematiek zijn cijfers van GVB alleen beschikbaar van
2015 en 2016, zie daarvoor het antwoord op vraag 1 en 2.
Buiten de heterdaad situatie krijgt GVB ook veel graffitischade aangeleverd van
schoonmaakbedrijf ISS die de aangebrachte graffiti zo snel mogelijk weer
verwijdert.
Van de aangeleverde graffitischade maakt OVzorg een proces-verbaal en een
schaderapport op van bevindingen - inclusief foto’s - en doet dan via internet
aangifte, of alleen een registratie indien de tag onder de m2 is. Van elk geval
wordt een dossier gemaakt en deze worden in een algehele registratielijst
verwerkt. Deze lijst bevat het aantal gespoten m2 en het schadebedrag ook
wordt dit per type voertuig berekend (CAF, sneltram en M5).
6. Hoe vaak is geprobeerd schade te verhalen op de daders, en hoe vaak is dat
gelukt? Welke bedragen zijn daarbij verhaald”?
Antwoord:
In 2015 hebben er 8 aanhoudingen plaatsgevonden, waarvan 5 zaken nog open
staan. In geen enkel geval zijn de kosten verhaald.
In 2016 waren er 7 aanhoudingen, waarvan er 5 daders zijn veroordeeld en GVB
nog bij 4 van de gevallen wacht op een volledige betaling. Het gaat om de
onderstaande bedragen:
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng ae Gemeenteblad R
Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
EE
bedrag
inmiddels betaald.
mogelijkheid op claim.
mogelijkheid op claim.
mogelijkheid op claim.
mogelijkheid op claim.
onbekend. Wordt vervolgd.
7. Is ook sprake van minderjarige daders? Zo ja, worden de ouders betrokken bij
het handhavingstraject? Is er sprake van een Halt-aanpak toegespitst op
graffitivandalisme?
Antwoord:
GVB ziet tussen de heterdaad-gevallen geen minderjarige daders. De leeftijden
zijn veelal tussen de 18 en 35 jaar. Sommigen studeren nog of hebben een baan.
8. Is het college op de hoogte van het bestaan van deze graffiti-spuitende bendes?
Zijn deze ook actief in Amsterdam? Uit hoeveel mensen bestaan deze groepen?
Is er bij de politie aandacht voor deze groepen, en op welke manieren probeert
de politie, in samenwerking met het GVB, het vandalisme van deze bendes te
bestrijden en de daders te bestraffen?
Antwoord:
Het college heeft geen informatie over graffiti-spuitende bendes in Amsterdam.
De aanpak bij een melding over aanwezigheid van personen op de
emplacementen en in het spoor is als volgt: de beveiliging van de loge in Diemen
geeft dit door aan de CAB (schakelwacht GVB). De CAB beslist of hij de politie
en/of OVzorg (GVB) er naar toe stuurt.
Als de politie en OVzorg ter plaatse zijn aangekomen, dan doet de politie de
eventuele aanhouding(en) en OVzorg maakte foto's van de schade, maakt
rapport op en doet meteen (binnen 6 uur) aangifte van openlijke geweldpleging
met meerdere personen c.q. vernieling.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng ae Gemeenteblad
Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
9. In hoeverre voldoen graffitibendes aan de juridische definitie van een criminele
organisatie? Is het college bereid om te kijken naar de mogelijkheid om
deelname aan een criminele organisatie als strafbaar feit mee te nemen in de
bestrijding van graffitispuiters?
Antwoord:
Het begrip criminele organisatie kennen we uit artikel 140 Wetboek van
Strafrecht: om lidmaatschap aan een criminele organisatie te kunnen aantonen is
er nodig a) een organisatie en b) het oogmerk hebben tot het plegen van
misdrijven. In het algemeen gebruikt het Openbaar Ministerie dit artikel als er
sprake is van zware georganiseerde criminaliteit (drugshandel, mensenhandel,
afpersingen).
In de jurisprudentie worden er zowel eisen gesteld aan wanneer er sprake is van
een organisatie en wanneer er sprake is van het oogmerk. De kans dat het OM
zal meewerken om graffitispuiters te bestempelen als criminele organisatie acht
het college zo goed als nihil, ook gelet op de stand van jurisprudentie en de
houding van rechtbanken hierin. Een dergelijk artikel — dat geschreven is om
zware criminaliteit te bestrijden — is niet geschikt om graffitispuiters te bestrijden,
los van de vraag of ze überhaupt voldoen aan de juridische omschrijving.
10. Wordt, om daders op te sporen, ook gebruik gemaakt van de foto's die de daders
zelf op internet en sociale media zetten? Liggen hier extra kansen voor de
opsporing? Graag een toelichting.
Antwoord:
GVB volgt de graffiteurs op internet en sociale media. Hieruit probeert GVB extra
informatie te halen die eventueel kan helpen bij opsporing. Tot op heden is dit
nog niet gelukt. Desalniettemin ziet GVB zeker kansen om de beweegredenen,
maar ook de routes die de graffiteurs afleggen, te achterhalen om zo de pakkans
te vergroten.
11. Hoe vaak zijn onveilige situaties gecreëerd door graffitspuiters, bijvoorbeeld om
bij metrostellen te komen? Graag een toelichting. In hoeverre is de veiligheid van
GVB-medewerkers in het geding geweest?
Antwoord:
Deze situaties zijn meerdere malen voorgekomen. Deuren van de
metrovoertuigen worden gesaboteerd, fietsen worden veelvuldig in het spoor
gegooid, bestuurders worden verbaal bedreigd, de stopseinen worden op rood
gezet etc. Exacte aantallen hoe vaak zich deze onveilige situaties hebben
voorgedaan, zijn niet aanwezig, omdat deze niet altijd direct gelinkt kunnen
worden aan de graffiteurs. Wel zien we dat de mate van preventief optreden kan
zorgen voor meer onveilige situaties (de graffiteurs kunnen dan agressief
worden).
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng ae Gemeenteblad
Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
12. Wat is de stand van zaken ten aanzien van de inrichting van een database voor
graffititags? Is een dergelijke database nu operatief? Worden graffiti-uitingen
daar nu structureel aan toegevoegd? Bevat die database gegevens van graffiti-
tags van het GVB, of ook van andere vervoersbedrijven en gemeenten?
Wordt van deze database gebruikgemaakt om beter schade te kunnen verhalen?
Antwoord:
Momenteel bewaart GVB de graffiti-tags in een eigen omgeving. Alle graffiti-
uitingen, van alleen GVB, worden hier toegevoegd met een speciale code
(naam van de tag). Hier wordt gebruik van gemaakt om bij een aanhouding ook
de kosten van eerder gemaakte schade door die persoon te kunnen verhalen.
13. Sommige graffitispuiters zijn ‘toeristen’ afkomstig uit andere delen van de wereld
dan Nederland. Wordt ter bestrijding van deze bendes ook internationaal
samengewerkt?
Antwoord:
Nee.
14. Graffitispuiters willen graag dat metrostellen met de door hen aangebrachte
bekladding rondrijden, zodat hun tags zichtbaar zijn. Daarom is het zaak om die
zo snel mogelijk te verwijderen. Zijn er mogelijkheden om het proces van
verwijdering te versnellen? Zo ja, welke? En zou dat extra investeringen vergen?
Zo ja, welke?
Antwoord:
Het ontmoedigen van de graffiteurs vraagt om snelle verwijdering van de graffiti.
Aangezien de stroomvoorziening voor de metro's zich op de grond bevindt, is het
onmogelijk de metrovoertuigen overal te kunnen schoonmaken. Hiervoor zijn
twee wasstraten ingericht. Om toch de graffiti snel te kunnen verwijderen heeft
GVB een proef gestart met graffiti-folie. Deze folie maakt het mogelijk de graffiti
(afhankelijk van de grootte van de tag) binnen een paar minuten te verwijderen.
ledere trein ieder jaar van deze nieuwe folie voorzien kost 28 x € 5.000 =
€ 140.000 per jaar. Daar bovenop komt nog het ouderhoud en beheer van deze
folie.
15. Is er een aanspreekpunt bij de gemeente waar de GVB en andere bedrijven
terecht kunnen voor graffiti-vervuiling?
Antwoord:
De gemeente heeft geen aanspreekpunt; graffitibestrijding is momenteel geen
prioriteit. Ook de politie heeft geen aanspreekpunt, maar wel een informatie
specialist die de informatie samenbrengt vanuit GVB en NS.
Verder zijn er afspraken tussen GVB en politie dat GVB heterdaadgevallen bij
112 meldt, zodat beide in een gecombineerde surveillance kunnen optreden.
Zie verder de antwoorden onder vraag 17 en 18.
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng ae Gemeenteblad
Datum 7 juni 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
16. Niet alleen het GVB, maar ook bijvoorbeeld de NS en de RET hebben te maken
met graffiti. Wordt er door de gemeente informatie uitgewisseld en samengewerkt
met deze instanties? Zo ja, worden de beste werkwijzen van hen overgenomen
in Amsterdam? Zo nee, is het college bereid dit te doen?
Antwoord:
GVB onderhoudt incidenteel contacten met NS en RET over de overlast van
graffiti. Ontwikkelingen op het gebied van preventie, registratie en schoonmaak
worden zo gedeeld. Dit gebeurt ook met betrokken partijen in de
schoonmaakindustrie.
17. Wat kunnen gemeente/GVB doen om de kans op het in de kraag vatten van
een graffiti-vandalist te vergroten? Specifiek op de rangeerterreinen: welke
mogelijkheden zijn er om het moeilijker te maken voor graffitispuiters om zich
toegang te verschaffen tot het terrein, dan wel om het terrein bij betrapping te
ontvluchten?
Antwoord:
Binnen het domein openbaar vervoer zoeken twee medewerkers van GVB actief
naar filmpjes op internet en social media (Facebook, Instagram) op het gebied
van graffiti. Het bekladden van GVB voertuigen vindt voornamelijk plaats rondom
de standplaats bij Spaklerweg en Gaasperplas. GVB doet (online) aangifte van
vernieling in vorm van graffiti aan de buitenkant van het voertuig indien het gaat
om een oppervlakte van meer dan 1m2. Bij graffiti onder 1m2 wordt geen
aangifte gedaan. Hetzelfde geldt voor graffiti binnen in het voertuig. De aangifte
wordt gedaan met het oogpunt om de schade te verhalen op de overtreders.
In het geval door de afdeling cameratoezicht van GVB bekladding wordt
waargenomen dan wordt geschakeld met de meldkamer van de politie om het
kijken het VOV is de buurt is. Het VOV is met enige regelmaat te laat ter plaatse,
omdat zij op dat moment elders werkzaam is. Binnen het wekelijkse inzetoverleg
van het VOV wordt wel een analyse van op basis van alle beschikbare gegevens
(ook die van vervoerders) van de problematiek in het openbaar vervoer gemaakt.
Graffiti is één van de thema’s die nader wordt bekeken. Bij de politie heeft
opbouwen van zaken met betrekking tot graffiti op dit moment geen hoge
prioriteit tenzij het gaat om een heterdaadsituatie. Wel worden de aangiften die
betrekking hebben op graffiti in het openbaar vervoer gebundeld en in een email
map opgeslagen. Daarnaast worden de foto's van gezochte graffitispuiters af en
toe in de briefing getoond.
18. Deelt het college de opvatting van de fracties van CDA en VVD dat het hoog tijd
is om een actieplan graffitibestrijding op te stellen, met daarin een stevige inzet
op het beveiligen van de rangeerterreinen en toestellen, het ontmoedigen van de
spuiters, het vergroten van de pakkans en het verhalen van de schade, zo
mogelijk met inzet van de database, en het zo goed en snel mogelijk verwijderen
van de bekladding? Is het college bereid om, in samenwerking met het GVB,
een dergelijk actieplan op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraad?
Antwoord:
Het initiatief voor een actieplan graffitibestrijding in het OV ligt bij GVB en
eventueel overige vervoerders. B&W staat positief ten opzichte van een dergelijk
actieplan, waarvan zal moeten blijken of dit aan de raad dient te worden
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 7 hant 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 7 april 2017
voorgelegd. Voor nu blijft de aanpak gelegen in de huidige maatregelen, zoals
beveiliging opstelterreinen, snel werken om aangebrachte graffiti te verwijderen
om zo uitval van materieel zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te verminderen.
19. Deelt het college het standpunt van het CDA en de VVD dat dit geen kunst is
maar juist verloedering van de aanblik van de stad?
Antwoord:
Ja.
20. Het bekladden van metrostellen en het daaropvolgende schoonmaken van
metrostellen kan gepaard gaan met milieuschade. Hoe het beoordeelt het college
dit in relatie tot de ambitie de stad zo schoon mogelijk en zo min vervuilend
mogelijk te houden?
Antwoord:
Bij het schoonmaken worden middelen toegepast die zo min mogelijk
milieubelastend zijn. Het benodigde gebruik van water kan wel als verspilling
worden bestempeld.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 395
Publicatiedatum 12 juli 2013
Ingekomen op 3 juli 2013
Ingekomen onder E
Behandeld op 4 juli 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de Kadernota 2014 (subsidies
voorzien van SMART-criteria).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Constaterende dat:
— de gemeente Amsterdam jaarlijks honderden miljoenen aan subsidies uitkeert;
(centrale stad en stadsdelen);
— de hoogte van het bedrag dat als subsidie wordt verstrekt moeilijk is te
beoordelen wanneer specifieke doelen met betrekking tot de besteding
ontbreken;
— _ belangrijk is bij subsidie dat de beoogde doelstelling wordt bereikt;
Overwegende dat:
— _SMART(ER)-criteria (Specific, measurable, attainable, relevant and time-bound —
evaluate en reevaluate) functioneel zijn in het vergroten van de transparantie van
subsidiegelden;
— het SMART-beschrijven van doelen de subsidieontvanger helpt om realistische
en meetbare doelen te bereiken en de gemeenteraad meer inzicht geeft over de
besteding;
— toekenning en de hoogte van subsidies gebaseerd is op de bijdrage aan de
doelstelling,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de begroting voor 2014 per subsidiedoel SMART-doelstellingen op te nemen zodat
toewijzing en effectiviteit per subsidie doelgebied kunnen worden bepaald en
gemonitord.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 december 2022
Portefeuille(s) Bedrijfsvoering en Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Van Buren en Pels
Behandeld door Facilitair Bureau
Onderwerp Beantwoording motie 307 van het lid Krom inzake plantaardige keuze
mogelijk maken
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 14 september 2022 nam uw raad motie 307 aan van het lid Krom (TA2022-000789). Daarin
verzoekt lid Krom het college “de keuze voor plantaardig binnen de gemeentelijke organisatie
mogelijk te maken, door te zorgen dat minstens de helft van de voedsel- en drankopties, die
aangeboden worden in gemeentelijke gebouwen, volledig plantaardig is”,
Hierover informeer ik u als volgt.
De doelstelling in het huidige cateringcontract is 100% duurzame catering aan te bieden, waarbij
de afspraak is dat de focus voor lunches en banqueting op vegetarisch ligt, conform het huidige
beleid van de gemeente Amsterdam.
In de bedrijfsrestaurants is altijd een plantaardige optie voor melk en boter aanwezig.
Ook werken we samen met de cateringleverancier mee aan een onderzoek van het Amsterdam
Institute for Advanced Metropolitan Solutions en Wageningen University & Research naar een
eiwitmonitor om zo ons plantaardig aanbod te vergroten. De eiwitmonitor draagt bij aan het
inzichtelijk maken van de verhouding dierlijke en plantaardige eiwitten in de catering. Ook volgen
er vanuit het Eiwitmonitor-onderzoek adviezen voor ‘interventies’ waardoor het aandeel
plantaardige eiwitten stijgt, en aandeel dierlijke eiwitten daalt.
Op basis van de motie van raadslid Krom breidt de gemeente Amsterdam, in samenwerking met
de cateraar, de plantaardige opties in zowel de restaurants als bij banqueting verder uit, waarbij de
doelstelling een plantaardig aanbod van 50% is.
Het huidige catering contract loopt tot 31 oktober 2026. Daarna wordt er een nieuwe
overeenkomst afgesloten waarbij een plantaardig aanbod van minimaal 50% het vitgangspunt is.
Op de cateringlocaties verschilt de vraag naar plantaardige producten. In ons aanbod houden we
rekening met een balans tussen vraag en aanbod. Tegelijkertijd stimuleren wij de overgang naar
meer plantaardig aanbod.
Daarom investeren wij de komende tijd in kennis, gedrag en communicatie, met als doel
medewerkers te verleiden tot het maken van nieuwe keuzes.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 december 2022
Pagina 2 van 2
In het kader van deze motie loopt in drie panden een pilot met plantaardige melk in de koffie
machines. Bij een succesvol verloop breiden we het aanbod van plantaardige melk binnen de
gemeente vit naar zoveel mogelijk panden, binnen de looptijd van het huidige contract met de
leverancier van de koffiemachines, tot mei 2024. Bij de nieuwe aanbestedingen nemen wij de
plantaardige opties als eis mee in het standaard aanbod.
Ik hoop u hiermee te hebben geïnformeerd en beschouw de motie 307 hiermee als afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Hester van Buren
Wethouder Bedrijfsvoering
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Motie | 2 | train |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 november 2021
Portefeuille(s) Openbare Ruimte en Groen
Portefeuillehouder(s): Wethouder Wedemeijer
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, Bestuurlijke. Zaken. [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 647 van het lid A.L. Bakker van de Partij voor de Dieren
inzake het Kader Hondenlosloopgebieden (ecologische adviezen)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 15-09-2021 heeft uw raad bij de behandeling van het
‘Kader Hondenlosloopgebieden! motie (647) van raadslid A.L. Bakker van de Partij voor de Dieren
aangenomen waarin het college gevraagd wordt om er zorg voor te dragen dat er altijd
openbaarheid wordt gegeven van de adviezen van de betrokken stadsecoloog bij het
aanwijzen of evalveren van een hondenlosloopgebied.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Het (mogelijk) aanwijzen van nieuwe hondenlosloopgebieden en het doen van grote
aanpassingen aan de inrichting doen we in overleg met omwonenden en gebruikers van het
gebied. In de voorbereiding van plannen communiceren we ook het advies van de
stadsecoloog.
Daarnaast wordt het advies van de stadsecoloog voortaan opgenomen in (de onderbouwing
bij) het besluit van de DB's van de stadsdelen bij het aanwijzen van een hondenlosloopgebied.
De besluiten van het DB omtrent hondenlosloopgebieden worden standaard openbaar. De
achterliggende stukken, zoals het advies van de ecoloog, kunnen opgevraagd worden.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
J.J. Wedemeijer
Wethouder Openbare Ruimte en Groen
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1649
Ingekomen op 15 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie WIO
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van de leden Rooderkerk en Flentge inzake de Begroting 2020 (Toezicht- of
visitatiestructuur voor weekendscholen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— uit onderzoek van NRG en Nieuwsuur blijkt dat antidemocratisch onderwijs
gegeven wordt op salafistische moskeescholen;
— de vrijheid van godsdienst en onderwijs een groot goed is, maar niet mag worden
gebruikt om onze democratische vrijheden met voeten te treden;
Constaterende dat:
— er volgens het onderzoek in Amsterdam 9 salafistische moskeescholen zijn.
— zijn er diverse religieuze weekendscholen in Amsterdam zonder toezichtstructuur:;
— de weekendscholen geen onderdeel uitmaken van het reguliere onderwijs, maar
een vorm zijn van informeel onderwijs en de Inspectie van het Onderwijs geen
toezichthoudende rol heeft bij informele scholing zoals weekendscholen;
— de regering op verzoek van de Kamer onderzoek doet naar de weekendscholen
en bekijkt of en hoe er een vorm van toezicht mogelijk is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een toezicht- of visitatiestructuur uit te werken voor deze weekendscholen, met het
oogmerk expertise te bieden en daarnaast waar nodig te borgen dat het onderwijs op
de scholen niet strijdig is met de kerndoelen van het Nederlandse onderwijs.
De leden van de gemeenteraad
| Rooderkerk
E.A. Flentge
4
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam
> 4 Oost
Agenda
Aan de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Oost
Vergadering dinsdag 10 mei 2016
20.45-22.30 UUr
Stadsloket Oost, Oranje-Vrijstaatplein 2, Raadzaal
Voorzitter Ivar Manuel
Secretaris wnd. Kees Rozemeijer
Onderwerp Voorbereidend AB
Tijden bij benadering
Algemeen
1. Opening 20.45
2. Mededelingen
3. Vaststellen van de agenda
Inhoudelijk gedeelte: bespreekpunten
4. Adviesaanvraag Afvalplan (consulterend) 20.50
5. Uitwerking samenwerkingsafspraken corporaties IJburg/Zeeburgereiland (consulterend) 21.40
6. Vragenronde
7. Kijkop de Wijk 22.15
8. Sluiting 22.30
Parallelle sessies
1. Adviesaanvraag Nota van Uitgangspunten verkooptraject PIOA en strategiebesluit 20.50
Weespertrekvaart Midden-Zuid
2. Bezoek directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam 21.40
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 814
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder Al
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Capel, de heer Jager en de heer Piek inzake
de nota Varen in Amsterdam 2.0 (herinvesteren opbrengsten handhaving in
handhaving).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 3 september 2013 inzake de nota Varen in Amsterdam 2.0
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 745);
Overwegende dat:
— de grachten en de watercultuur één van de bekendste en meest aansprekende
kenmerken van Amsterdam zijn;
— vele Amsterdammers en bezoekers van de stad van de grachten willen genieten;
— goede handhaving op het water van groot belang zijn om de drukte op de
grachten in goede banen te leiden en te zorgen dat iedereen zich aan de regels
houdt en niet voor overlast zorgt;
— de huidige handhaving van passagiervaart en pleziervaart op de Amsterdamse
grachten nog niet genoeg slagkracht heeft qua capaciteit en in juridische zin om
overtreders aan te pakken;
— er naar schatting tussen de 200 en 300 boten illegaal op de Amsterdamse
grachten varen met drukte op het water en overlast tot gevolg;
— juist in de jaren 2014 en 2015 grote slagen gemaakt moeten worden in de
aanpak van illegaal varen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om de komende jaren (een deel van)
de opbrengsten die gegenereerd worden door handhaving in te zetten voor
verdere versterking van de handhavingscapaciteit;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 814 Moti
Datum _ 16oktober2013 “ote
— _ hierover aan de raad te rapporteren en, indien mogelijk, dit in te voeren.
De leden van de gemeenteraad,
S.T. Capel
G. Jager
M.F.G. Piek
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1322
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Zwemlessen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Overwegende dat:
— Door de coronacrisis er een grote wachtlijst is ontstaan voor zwemlessen voor
kinderen;
— Dit een onwenselijke situatie is, gezien het risico op verdrinkingen;
— Bovendien zwemmen goed is voor de motorische ontwikkeling van kinderen;
— Het in november 2020 zelfs bij diverse zwembaden niet mogelijk is kinderen op
de wachtlijst te plaatsen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Prioriteit te geven aan het opstarten van zwemlessen zodra dit mogelijk is;
2. De zwembaden te vragen de wachtlijsten te heropenen omdat er anders geen
inzicht is in de behoefte;
3. De wachtlijsten op zo kort mogelijke termijn weg te werken door het starten van
extra zwemlessen;
4, Ditte financieren uit de gelden die gereserveerd zijn om het sporten bij 5 t/m 12-
jarigen te bevorderen.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Ik ben bewoner van de Noorderstraat, een smalle straat in het centrum van Amsterdam. Wij hebben erg
veel (over)last van auto's die te hard door de straat rijden: vooral taxi's die snel naar het
Mercure hotel willen of (vrachtjauto's die onze straat gebruiken als snelste doorsteekroute van de
Reguliersgracht naar de Vijzelgracht. Ze rijden er door zonder te beseffen (en zonder te respecteren) dat
dit een kleine woonbuurt is, vol met kinderen.
Onze straat is een prachtig stukje Amsterdam. Het is net een dorp: veel kinderen en oudere mensen, we
kennen en begroeten elkaar op straat. Er is ook een basisschool (en een creche) om de hoek waar veel
kleine kinderen zelf naartoe fietsen. Elke ochtend is onze straat vol met families die hun kinderen aan
het afleveren zijn. Het is ook echt een klein straatje: er is amper of geen plek om op de stoep te lopen
en meestal moet je op straat lopen. En tussendoor komen de taxi's en het bouwverkeer er veel te
snel doorheen rijden.
Dit zorgt voor een zeer gevaarlijke situatie. Een paar maanden geleden is het hondje van een van mijn
bejaarde buurvrouwen voor haar deur doodgereden door een taxi. Ik ben erg angstig als ik met mijn
eigen kind en hond op straat loop, bang dat een taxi net de hoek om zal komen scheuren.
In de straat achter ons (de Nieuwelooierstraat) zijn er 3 snelheids drempels verdeeld over een stukje
straat die net zo lang is als onze stuk van de Noorderstraat. In de Noorderstraat hebben wij maar één
drempel, en die is heel laag, niet eens een kleine heuveltje. Dit maakt het extra makkelijk om een hoge
snelheid te bereiken als je de hoek van de Reguliersgracht om gaat om naar het hotel of de Vijzelgracht
toe te gaan.
Ik schrijf u om te informeren naar de mogelijkheden om iets aan deze (verkeers)situatie te doen. Kan ik
bijvoorbeeld een onderzoek laten beginnen, of in ieder geval met iemand hierover praten?
Alvast bedankt voor uw reactie.
mm
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Ont kde Stadsdeel Centrum
Postbus 202 x Sector openbare ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling dienstveriening
Telefoon 14 020 x
Fax 020 552 4433
Waw centrum.amsterdam.nl € Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Datum 10 APR. 2012
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door Jeroen Cornelissen
Rechtstreekse nummer 06 55326975
Faxnummer 020 552 4333
Bijlage -
Onderwerp raadsadres verkeersituatie Noorderstraat
Geachte mevrouw OT
Op 31 januari 2012 zond u een raadsadres aan stadsdeel Centrum waarin u aandacht
vraagt voor de verkeerssituatie in de Noorderstraat. U stelt dat in deze woonstraat vaak
hard wordt gereden door sluipverkeer dat een doorsteek wil maken naar de Vijzelgracht.
Onze gebiedsbeheerder, mevrouw Spel, heeft de situatie terplekke bekeken en herkent
het verkeersbeeld dat u in uw brief schetst, Desgevraagd geeft ook de buurtregisseur van
politie aan dat ín deze straat regelmatig hard wordt gereden. We zullen daarom
maatregelen gaan treffen; om de snelheid uit de straat te halen brengen we een extra
verkeersdrempel aan. Dit doen we na de zomer omdat we de straat nu niet kunnen
openleggen vanwege de aan- en afvoerroute van het bouwproject in de Noorderstraat.
Wij verwachten hiermee de verkeersveiligheid in de Noorderstraat te verbeteren en hopen
uw raadsadres naar tevredenheid te hebben afgehandeld. Voor nadere informatie kunt u
contact opnemen met de gebiedsbeheerder, Mevrouw J. Spel, telefoonnummer
06 28202145 of email: ispei@centrum amsterdam.nl
Met vriendelijke groeten,
Het dagelijks bestuur, 7
Í zl
}
Anneke Eürelings Jeanine van Pinxteren
Secretaris Voorzitter
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
mmm
| Raadsadres | 2 | train |
eZ 02022 N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
ersoneel en
et Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, D tisering, G telijk
Organisatie % Amsterdam versiert en Ant! Sms Ie eleld, emoere Senn, emeente)
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 13 oktober 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Personeel en Organisatie
Agendapunt 4
Datum besluit 6 juli 2021 6 juli 2021
Onderwerp
Afdoening toezegging brief aan de raad met scenario’s in relatie tot het streefcijfer externe inzet
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de scenario’s in relatie tot het streefcijfer externe
inzet
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissie KDD van 16 september 2020 heeft wethouder Meliani op verzoek van de leden
Kreuger (Ja2a) en De Heer (PvdA) toegezegd om uw raad alternatieve scenario’s voor te leggen met
betrekking tot een realistisch streefcijfer externe inzet. Op verzoek van de gemeenteraad heeft
het college deze scenario’s verder uitgewerkt. Met deze brief komt het college tegemoet aan de
toezegging om de raad hierover te informeren.
Reden bespreking
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, zie ook de bestuurlijke achtergrond.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-026223 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
Personeel en % Amsterdam ‚ ee On ‚ _
0 eat: Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
rganisatie %
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 13 oktober 2021
Ter kennisneming
AD2021-101088 20210920_Raadsinformatiebrief streefcijfer externe inzet.pdf (pdf)
AD2021-101087 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Personeel en Organisatie, Steven de Roode, 06-38313205 s.deroode®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | discard |
VN2022-033238 Gemeenter
Ruimte on % Gemeente ad RAAD
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt Oo
Datum besluit College van Ben W 25 oktober 2022 College van B&W
Onderwerp
Vaststellen bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming van:
a. het positieve advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost;
b. het feit dat er geen zienswijzen zijn ingediend;
2. Kennis te nemen dat het voorliggende bestemmingsplan past binnen de scope van het MER en
de passende beoordeling opgesteld voor het bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld
in 2009 hetgeen leidt tot de beoordeling dat het voorliggende bestemmingsplan niet zal leiden
tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu en dat om die reden geen (geactualiseerd)
milieveffectrapport behoeft te worden opgesteld;
3. Het bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16, bestaande uit de verbeelding, regels en
vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1
in elektronische en analoge vorm vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische
planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie
Grootschalige Topografie, versie 24 maart 2021;
4. Geen exploitatieplan vast te stellen.
5. Dat afdeling 2 hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
Wettelijke grondslag
Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.2
De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast.
Crisis- en herstelwet (Chw), artikel 1.1, eerste lid jo bijlage 1, categorie 3.1.
Bij deze projecten die gerealiseerd worden door ruimtelijke besluiten van de Wro en de daarop
gebaseerde vitvoeringsbesluiten gelden er procedurele versnellingen.
Bestuurlijke achtergrond
Het bestemmingsplan voor het grootstedelijk gebied IJburg tweede fase is vastgesteld op 20 mei
2009 en biedt het juridisch planologisch kader voor de ontwikkeling van onder meer Centrumeiland.
Het voorliggende bestemmingsplan regelt een bouwtitel voor de laatste twee bouwblokken op
Centrumeiland en maakt 245 woningen, maximaal 750 m2 voorzieningen en maximaal 750 m2 ten
behoeve van een kinderdagverblijf mogelijk.
Eerdere besluitvorming
Gegenereerd: vl.13 1
VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
e Bestemmingsplan IJburg tweede faseOp 20 mei 2009 heeft de gemeenteraad het
bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld. Voorliggend bestemmingsplan dient ter
vervanging van het bestemmingsplan IJburg tweede fase vit 2009 voor zover het blok 3 en 16
van Centrumeiland betreft.
* Koers 2025 — Ruimte voor de stad
In Koers 2025 is IJburg tweede fase aangewezen als een van de grootste woningbouwlocaties van
Amsterdam.
* Stedenbouwkundig plan Centrumeiland
Op 213 juli 2016 is het Stedenbouwkundig plan Centrumeiland tezamen met het investeringsbesluit
door de gemeenteraad vastgesteld.
Onderbouwing besluit
Ad za. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming van het positieve advies van
het DB van stadsdeel Oost;
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost is positief over het ontwerpbestemmingsplan.
Het dagelijks bestuur wijst op een aantal onderdelen in de planvorming ten behoeve van de
vervolgprocedure van het plan. Deze punten zijn aangepast alvorens het bestemmingsplan als
ontwerp ter inzage is gelegd.
Ad 1b. Kennis te nemen en te betrekken bij de voorliggende besluitvorming het feit dat er geen
zienswijzen zijn ingediend;
Gedurende de ter visielegging zijn geen zienswijzen ontvangen. De provincie Noord-Holland heeft in
een ambtelijke reactie aangegeven dat het bestemmingsplan in lijn is met het provinciale beleid.
Ad 2. Kennis te nemen dat het voorliggende bestemmingsplan past binnen de scope van het MER en
de passende beoordeling opgesteld voor het bestemmingsplan IJburg tweede fase vastgesteld in 2009
hetgeen leidt tot de beoordeling dat het voorliggende bestemmingsplan niet zal leiden tot belangrijke
nadelige gevolgen voor het milieu en dat om die reden geen (geactualiseerd) milieveffectrapport behoeft
te worden opgesteld:
Naast dat het voorliggende plan niet MER-plichtig noch MER-beoordelingeplichtig is, zijn er diverse
milievonderzoeken uitgevoerd in het kader van de zogenoemde ‘goede ruimtelijke ordening’. Uit
deze onderzoeken zijn geen knelpunten naar voren gekomen.
Ad 3. Het bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16, bestaande uit de verbeelding, regels en
vergezeld van een toelichting, met identificatienummer NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1 in
elektronische en analoge vorm vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten
gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige
Topografie, versie 24 maart 2021;
Aanleiding, doel en programma
Het bestemmingsplan voor het grootstedelijk gebied IJburg tweede fase is vastgesteld op 20 mei
2009 en biedt het juridisch planologisch kader voor de ontwikkeling van onder meer Centrumeiland.
In dit bestemmingsplan werd gewerkt met vitwerkingsplichten. Nieuwe inzichten die ontstaan zijn
ten tijde van het opstellen van de diverse vitwerkingsplannen voor Centrumeiland hebben ervoor
gezorgd dat het noodzakelijk is voor deze laatste twee bouwblokken een nieuw bestemmingsplan
op te stellen.
Gegenereerd: vl.13 2
VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
Dit heeft te maken met het aantal woningen dat in deze blokken gerealiseerd kan gaan worden.
In de vitwerkingsregels van het zogenoemde moederplan (bestemmingsplan IJburg ze fase,
vastgesteld d.d. 20 mei 2009) is opgenomen dat het totaal aantal woningen op Centrumeiland niet
meer mag bedragen dan 1500. In de al vastgestelde vitwerkingsplannen zijn in totaal 1455 woningen
planologisch mogelijk gemaakt. In blok 3 en 16 mogen maximaal 245 woningen gerealiseerd
worden. Het totale aantal woningen op Centrumeiland komt daarmee op 1.700 woningen. Daarmee
kan niet meer aan deze vitwerkingsregel voldaan worden. Om de 200 extra woningen alsnog
planologisch mogelijk te maken wordt deze ontwikkeling met een bestemmingsplan onderbouwd.
Door de extra woningen wordt ingespeeld op de stadsbrede vraag naar meer woningen,
meer kleinere woningen en meer betaalbare woningen. Dit extra aantal woningen heeft geen
consequenties voor andere planonderdelen.
Naast extra woningen wordt er binnen het plangebied 750 m? aan voorzieningen, zoals horeca,
detailhandel, maatschappelijke voorzieningen en kleinschalige bedrijven gerealiseerd en wordt
ruimte geboden voor maximaal 750 m° kinderdagverblijf.
Begrenzing plangebied
Het plangebied omvat blok 3 en 16 van Centrumeiland, inclusief de openbare ruimte rondom deze
blokken. Met deze begrenzing is ervoor gezorgd dat het gehele eiland is voorzien van uitwerkings-
dan wel bestemmingsplannen. Voor de exacte begrenzing wordt verwezen naar de verbeelding.
Parkeren
In de eerste herziening van bestemmingsplan IJburg tweede fase (28 april 2020) zijn de regels met
betrekking tot parkeren gewijzigd om te kunnen voldoen aan de vastgestelde Nota Parkeernormen.
De regels uit de eerste herziening zijn overgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
Daarmee voldoet dit bestemmingsplan aan het parkeerbeleid van de gemeente.
Tevens wordt Amendement 975.16 van raadslid Ernsting (Groen Links) op het stedenbouwkundig
plan Centrumeiland (26 mei 2016) ‘een minimaal aantal parkeerplekken op straat’ in acht genomen.
Berekeningen tonen aan dat het hogere woningaantal niet leidt tot de noodzaak om meer
parkeerplekken op straat te realiseren. Ook tijdens piekmomenten zijn 5o parkeerplekken in het
binnengebied en 160 parkeerplekken in de lanen aan de buitenkant van Centrumeiland voldoende.
Wonen
De gemeenteraad heeft op 19 juli 2017 de Woonagenda 2025 en op 20 december 2017 het stedelijk
kader voor sociale en middensegment huurwoningen in particuliere plannen vastgesteld. In
de woonagenda is een nieuwe woningbouwprogrammering voor Amsterdam opgenomen.
Uitgangspunt bij woningbouw is „0% sociale huur, „0% middelduur en 20% dure huur en koop
(40-40-20) en dat borging ervan primair privaatrechtelijk plaatsvindt. Het woningbouwprogramma
voor Centrumeiland is op 13 juli 2016 door de gemeenteraad vastgesteld tijdens de behandeling van
het stedenbouwkundig plan en het investeringsbesluit van Centrumeiland. Op grond van spelregel
2 (reeds genomen investeringsbesluit) van de spelregels voor woningbouwprogrammering wordt
afgezien van de 40-40-20 regel.
Naar aanleiding van recente inzichten in de woningbehoefte in Amsterdam is bekeken of het
mogelijk is om op Centrumeiland meer betaalbare woningen te faciliteren. In de staf Stedelijke
Ontwikkeling d.d. 31 oktober 2018 is besloten om meer betaalbare woningen toe te voegen door
de tot op heden succesvolle pilot van wooncoöperatie de Warren op Centrumeiland, uit te breiden
Gegenereerd: vl.13 3
VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
door 3 wooncoöperaties aan het woonprogramma toe te voegen in tranche 3 en 4 ten koste van
marktwoningen.
Daarnaast zijn er na het Investeringsbesluit ook middeldure huurwoningen toegevoegd ten koste
van vrije sector marktwoningen. Dit heeft geleid tot een verschuiving van 20% sociale huurwoningen
en 80% vrije sector marktwoningen ten tijde van het genomen Investeringsbesluit, naar een
geplande eindsituatie nu op Centrumeiland van: 23% sociale huur, 10% middeldure huurwoningen
en 67% vrije sector marktwoningen.
Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in het realiseren van 245 woningen. De bouwblokken
worden een combinatie van individuele zelfbouw, collectieve zelfbouw en sociale woningbouw.
In tegenstelling tot blok 3 is blok 16 niet van een bouwvlak voorzien. Ook de exacte invulling
van blok 16 is nog onduidelijk. Blok 16 wordt middels een prijsvraag ontwikkeld die zich richt op
onderzoek naar behoefte en mogelijkheden voor nieuwe woonvormen, waaronder de mogelijkheid
voor het realiseren van onzelfstandige woningen. Het is daarom niet wenselijk om bouw- en
gebruiksmogelijkheden uit te sluiten.
30 km/u in de stad
Alle wegen op Centrumeiland hebben een snelheidsregime van maximaal 30 km/u. De
toegangswegen van het eiland, te weten de Muiderlaan, Pampuslaan en Strandeilandlaan hebben
een snelheidsregime van 5o km/u. Deze toegangswegen zijn niet gelegen binnen de grenzen van
dit plan. De eerstelijns bebouwing aan deze lanen zorgen voor een afschermende werking naar de
bouwblokken in het binnengebied. Op deze blokken wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet
overschreden.
Vanaf 2023 wil de gemeente Amsterdam de maximum snelheid in de stad tot 30 km/uur verlagen.
De gemeenteraad heeft op 23 december 2021 positief over 30 kilometer per vur in de stad besloten.
Ten tijde van het schrijven van dit plan is nog niet duidelijk op welke termijn dit beleidsvoornemen
wordt uitgevoerd. In het akoestisch onderzoek (zie hieronder) is daarom vitgegaan van het worst-
case scenario wat inhoudt dat er gerekend is met een rijsnelheid van 5o km/u op de toegangswegen.
In blok 3 en 16 zijn alle erftoegangswegen ingericht voor een maximum snelheid van 30 km/u. Enkel
de Pampuslaan en Strandeilandlaan kennen vooralsnog een snelheidsregime van 5o km/uur, omdat
dit de gebiedsontsluitingswegen van het eiland zijn.
Geluid
Vanwege de vooralsnog maximum snelheid van 5o km-uur op de Pampuslaan is akoestisch
onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen voor de geluidbelasting op de gevels van aangrenzende
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen. Onderzoek heeft vitgewezen dat hogere waarden
noodzakelijk zijn. Het Tavga heeft positief geadviseerd ten aanzien van de hogere waarden. Het
besluit hogere waarden wegverkeerslawaai is op DD 25-10-2022 door het college genomen.
Sport
De toevoeging van 245 woningen boven op de 1455 woningen op Centrumeiland die op basis van
de vitwerkingsplannen gerealiseerd kunnen worden heeft voor georganiseerde buitensport in dit
bestemmingsplan weinig gevolgen.De benodigde georganiseerde sportvormen worden bovenwijks
op Strandeiland en Buiteneiland ingepast. Het samenvoegen zorgt voor sportparken met een goede
maat voor sportterrein waar gezonde sportverenigingen kunnen ontstaan. Hierbij zal voldaan
worden aan de Amsterdamse referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en
spelen.
Gegenereerd: vl.13 4
VN2022-033238 MX Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
Voor ongeorganiseerd sporten en spelen geldt dat speelplekken en sportaanleidingen (calisthenics,
hardlooproutes, trapveldjes etc.) bij vitstek buurtfuncties zijn. Meer bewoners betekent
meer behoefte aan sport en spelen in de eigen woonomgeving. Sport en bewegen is in dit
bestemmingsplan ondergebracht in de bestemmingen Groen en Verkeer. Gelet op de hoeveelheid
groenvoorzieningen wordt voor sport en spelen aan de Amsterdamse sportnorm (Amsterdamse
referentienorm voor maatschappelijke voorzieningen, groen en spelen, vastgesteld 2018) voldaan.
Duurzaamheid
Duurzaamheid is vertaald in energieneutraal (middels grootschalige WKO-concessie) en rainproof.
Centrumeiland krijgt een rainproof inrichting, er komen geen hemelwaterputten in de straten. Al het
hemelwater wordt via hoogteverschillen in de straten afgevoerd naar de groenparkjes/wadi's.
Vergunningvrij bouwen
Op verzoek van Stadsdeel Oost is reeds bij de vitwerkingsplannen voor Centrumeiland onderzocht
op welke wijze regels opgenomen kunnen worden ter beperking van het volbouwen van tuinen.
De tuinen kunnen niet volledig worden volgebouwd, want dit wordt beperkt tot maximaal 50%;
in lijn met art. 2 Bijlage Il Besluit omgevingsrecht. Er zijn op Centrumeiland geen locatiespecifieke
omstandigheden die het rechtvaardigen om vergunningvrij bouwen in te perken.
Daarnaast is het stedenbouwkundig plan Centrumeiland zodanig ontworpen, dat het parkeren
van (bak)fietsen, scooters en auto’s juist op eigen kavel en daarmee ook in de binnentuinen
moet worden gerealiseerd, om de openbare ruimte vrij, autoluw en optimaal toegankelijk voor
voetgangers en fietsers te houden. Daar waar mogelijk zal parkeren inpandig worden opgelost.
Ook komt dit ten goede aan de gevels aan de straatkant grenzend aan de openbare ruimte.
Garagedeuren/bergingen/stallingen worden hier zo voorkomen, wat bijdraagt aan meer ogen op de
straat t.b.v. sociale controle, levendigheid en veiligheid. Anderzijds zijn de binnentuinen zeer ruim,
waardoor er relatief veel open tuinen overblijven. De rainproof-eis zal ook beperkend werken voor
bouwen in de binnentuinen.
Bomen
Zoals reeds bij duurzaamheid is aangegeven zullen de wadi's zo groen mogelijk worden ingericht.
In het ontwerp openbare ruimte is ook aandacht voor de aanplant van bomen. Daarnaast is op
Centrumeiland reeds een bomencarré aanwezig.
Stikstof
Naar aanleiding van de Porthos-uitspraak op 2 november 2022 heeft de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State besloten de bouwvrijstelling in strijd is met Europese
wetgeving. Nieuw onderzoek heeft dan ook plaatsgevonden alvorens dit plan ter vaststelling aan de
raad is aangeboden. Dit nieuwe onderzoek ziet zowel op de bouw/aanlegfase als op de gebruiksfase.
Uit de berekeningen blijkt dat de ontwikkeling van blok 3 en 16 niet zorgt voor een stikstofdepositie
die groter is dan o,oo mol{ha/jaar.
Hiermee zijn alle mogelijke effecten van de planontwikkeling op stikstofgevoelige Natura 2000-
gebieden uitgesloten.
Ad 4. Geen exploitatieplan vast te stellen.
Op grond van artikel 6.12 Wro kan de gemeenteraad afzien van het opstellen van een
exploitatieplan. De gemeente heeft inmiddels volledig eigendom verkregen, ontwikkelt de locatie
Gegenereerd: vl.13 5
VN2022-033238 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 25 janvari 2023
en geeft bouwrijpe grond uit in erfpacht. Het kostenverhaal, zoals bedoeld in de Wro, is verzekerd
via het erfpachtstelsel.
Ad 5. Dat afdeling 2 hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
In bijlage Il van de Crisis- en herstelwet is als categorie van gevallen onder andere genoemd de
‘ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 of afdeling
3.3 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen in
een aaneengesloten gebied of de herstructurering van woon- en werkgebieden’. Voorliggend
bestemmingsplan valt hiermee onder de Crisis- en herstelwet.
Financiële onderbouwing
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
N.v.t.
Welke stukken treft v aan
Meegestuurd | Registratienr. Naam
|AD2022-123069 | 1. Verbeelding NL.IMRO.0363.M2104BPGST-VGo1.pdf (pdf)
[AD2022-123067 2. Centrumeiland Blok 3 en 16_Regels. pdf (pdf)
[AD2022-123065 2a Centrumeiland Blok 3 en 16_ bijlagen bij regels.pdf (pdf)
|AD2022-123068 | 3. Centrumeiland Blok 3 en 16_ Toelichting. pdf (pdf)
[AD2022-123066 3a Centrumeiland Blok 3 en 16_ bijlagen bij toelichting.pdf (pdf)
4. Definitief DB advies - Bestemmingsplan Centrumeiland blok 3 en 16
AD2022-123070 .
(aangepast jan 2022). pdf (pdf)
[AD2022-094741 | Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam |
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Mireille Tiekstra, 06-10826086, [email protected]
Gegenereerd: vl.13 6
| Voordracht | 6 | discard |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie
2x Besluiten
6 mei 2014-4
Besluit over Mandaatbesluit fractieondersteuning aan stadsdeelsecretaris
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Besluitvormende AB-
vergadering 6 mei 2014, bij agendapunt 4
De bestuurscommissie heeft op 6 mei 2014 het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Mandaat te verlenen aan de stadsdeelsecretaris tot het verlenen van de jaarlijkse subsidie voor de
fractieondersteuning conform het bepaalde in de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning
bestuurscommissies 2014, alsook het ondertekenen van alle documenten ter voorbereiding c.q. uitvoering van
op grond van deze verordening te nemen c.q. genomen besluiten.
Suze Duinkerke
Secretaris
Boudewijn Oranje
Voorzitter
Verschenen op 7 mei 2014 1
| Besluit | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1611
Datum indiening 16 oktober 2020
Datum akkoord 9 december 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake
de WOZ-waarde 2021.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De voorbereidingen om de nieuwe WOZ-waarden voor 2021 vast te stellen zijn in
volle gang. De WOZ-waarde wordt niet alleen gebruikt als grondslag voor de
Onroerende Zaak Belasting (OZB), maar ook voor andere belastingen en
rechtsverhoudingen, zoals bijvoorbeeld het eigenwoning forfait in de
inkomstenbelasting, en in het gemeentelijk grondwaardebeleid bij erfpacht.
Bij het vaststellen van de WOZ-waarde van erfpachtwoningen past de
heffingsambtenaar op de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten een
erfpachtcorrectie (EPC) toe. Van de vergelijkingsobjecten is namelijk niet de volle en
onbezwaarde eigendom verkocht, maar een recht van erfpacht. Het eigendomsrecht
berust bij de gemeente Amsterdam. De WOZ-waarde moet echter worden bepaald op
de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en
onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen. Dat staat in
artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ. Bij het berekenen van de erfpachtcorrecties
moet een aantal keuzen worden gemaakt. Ook als uitsluitend gekozen wordt voor
reële, verdedigbare, toekomstige ontwikkelingen, is er een brede waaier aan
uitkomsten mogelijk. De bewijsopdracht waar de heffingsambtenaar voor staat is op
dit moment niet om uit die brede waaier aan mogelijkheden de meest waarschijnlijke
of beste te kiezen. Voldoende is dat hij op zorgvuldige wijze, reële, goed
verdedigbare keuzen maakt, en de hoogte van de erfpachtcorrecties ‘in voldoende
mate’ aannemelijk zijn gemaakt. Dit volgt uit de uitspraak van de rechtbank
Amsterdam van 7 december 2018.* Hierover heeft het raadslid Boomsma schriftelijke
vragen gesteld, die zijn beantwoord op 2 februari.” Naar aanleiding daarvan is de
WOZ 2019 voor erfpachtwoningen met 2% verlaagd (raadsbrief 9 februari 2019
‘Eenmalige verlaging WOZ-beschikking 2019 voor woningen op erfpachtgrond’). Op
1 maart 2019 gaf Belastingen Gemeente Amsterdam aan Ortec Finance de opdracht
om te onderzoeken in hoeverre de berekening van de WOZ-erfpachtcorrectie dient te
worden geactualiseerd of te worden herijkt en op welke onderdelen dat opportuun zou
zijn. Op 19 september 2019 hebben de onderzoekers Francke en Van der Schans
hun onderzoeksrapport ‘Erfpachtcorrectie van verkoopcijfers in Amsterdam in het
kader van de Wet WOZ’ gepubliceerd. De onderzoekers bevielen aan enkele
veronderstellingen in de berekening van de fictieve contante waarde te herzien en het
t op www.rechtspraak.nl te vinden onder nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:8714, welke vernietigd is in de
uitspraak van gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2555.
?https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/7141450/2/144 19 Schriftelijke%20vragen%20Boomsma
%2Oerfpachtcorrectie%20voor%20de%20WOZ-waardebepaling
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ler Gemeenteblad R
Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020
correctiepercentage aan te passen. Op de raadsbrief van 1 oktober 2019 (‘Uitkomst
onderzoek erfpachtcorrectie WOZ-waardering’) liet wethouder Groot Wassink weten
dat alle voorstellen werden overgenomen en door de belastinginspecteur toegepast
bij de toekomstige WOZ-waardering. De nieuwe EPC is per 1 juli 2019 ingevoerd en
zal voor het eerst worden toegepast voor het belastingjaar 2021.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Boomsma en Naoum Néhmé,
respectievelijk namens de fracties van het CDA en de VVD, op grond van artikel 45
van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat de gemeente de zogenaamde begin-tijdvak-methode heeft
ingevoerd, en niet de buurtstraatguotemethode (met of zonder correcties)?
Antwoord:
Ja. Amsterdam hanteert de begin-tijdvak-methode.
2. Is het college het met de fracties van CDA en VVD eens dat ‘een brede waaier
van uitkomsten’ er niet toe mag leiden dat in de hoogte van de WOZ-waarde 2021
meer dan de +/- 10% afwijking acceptabel is tussen een taxatie en de werkelijke
marktprijs*? Zo nee, waarom niet en welke bandbreedte van afwijking acht het
college dan wel acceptabel?
Antwoord:
De WOZ-waarde zoals die door de gemeente wordt vastgesteld is de
marktwaarde (een zo goed mogelijke schatting van verkoopprijs op de
waardepeildatum), gecorrigeerd voor een aantal wetsficties die voortvloeien uit de
waarderingsvoorschriften die zijn opgenomen in de Wet WOZ. De
Waarderingskamer houdt toezicht op de kwaliteit van de waardering.
Afwijkingsmarges of bandbreedtes tussen de WOZ-waarde en de marktwaarde
zijn daarmee niet aan de orde.
Bij het (grotendeels modelmatig) bepalen van de WOZ-waarde wordt onder
andere gekeken naar transactiegegevens van vergelijkbare woningen en de
kwaliteit, ligging en objectkenmerken van de woning. Daarnaast schrijft de wet
voor dat bij de waardering moet worden uitgegaan van vol en onbezwaard
eigendom van de woning (overdrachtsfictie) en dat de koper de woning in de staat
waarin die zich bevindt onmiddellijk en in volle omvang in gebruik kan nemen
(verkrijgingsfictie). Daaruit volgt dat bij de waardering geen onderscheid mag
worden gemaakt tussen grond die in erfpacht is uitgegeven en grond die in
eigendom is. Omdat de meeste woningen in Amsterdam op erfpachtgrond staan,
moeten de verkoopcijfers van woningen op erfpachtgrond voor deze erfpacht
worden gecorrigeerd. De correctiemethode die Amsterdam hiervoor hanteert en
periodiek wordt geactualiseerd is als juist beoordeeld door de Hoge Raad.
* Vgl. Tacoma, O. (2019, augustus 27). Bandbreedte van +/- 10% onvoldoende grondslag voor de
beoordeling juistheid taxatie. Vastgoed Journaal: “In dit licht bezien is de heersende opvatting
binnen de rechtspraak dat, zoals die wordt teruggevonden in de jurisprudentie, zolang de
getaxeerde waarde zich binnen een bandbreedte bevindt van 10% plus of min een vergelijkbare
taxatie er geen sprake is van schade en derhalve ook niet van een beroepsfout.”
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng ler Gemeenteblad R
Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020
Het kan voorkomen dat in individuele gevallen de modelmatige waardering van
woningen tot WOZ-waarde leidt die door de eigenaar van de woning als te hoog
of juist te laag wordt ervaren. In die gevallen kunnen belanghebbenden bezwaar
maken tegen de WOZ-waarde.
3. Is het college het met de fracties van CDA en VVD eens dat in Amsterdam, waar
sprake is van een courante woningmarkt met ‘repeterende’ woningbouw oftewel
veel huizen die vrijwel hetzelfde zijn, de in vraag 2 bedoelde acceptabele
afwijking eigenlijk niet meer dan +/- 5% mag bedragen?* Zo nee, waarom niet en
welke bandbreedte van afwijking acht het college dan wel acceptabel?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 2.
4. Inde raadsbrief van 1 oktober 2019 wordt melding gemaakt van een aanvullend
onderzoek van Ortec Finance naar de EPC van niet-woningen. Kan de raad dit
onderzoek ontvangen en kan de wethouder aangeven wat hiervan de
aanbevelingen van de onderzoekers zijn, welke hiervan al dan niet zijn
overgenomen, alsmede waarom, en wat de financiële consequenties zijn?
Antwoord:
Het onderzoeksrapport commercieel vastgoed is in april 2020 opgeleverd door
Ortec Finance en is als bijlage met deze beantwoording meegestuurd. De
aanbevelingen van de onderzoekers zijn:
— Gebruik één methode voor de WOZ-erfpachtcorrectie:
— Pas een generieke disconteringsvoet toe die jaarlijks varieert;
— Gain de berekeningen uit van het van toepassing zijnde betalingsregime;
— Gebruik inflatieverwachtingen van het Nederlands Register Vastgoed
Taxateurs of de lange termijn inflatiedoelstelling van de Europese Centrale
Bank;
-— Bepaal de grondwaarde op basis van de residuele waardemethode:;
— Gebruik een depreciatiefactor van 10%;
— Maak de erfpachtgrondwaarde aan het begin van het opvolgende tijdvak
contant;
— Pas geen correctie toe op de contante waarde van canonbetalingen in het
huidige tijdvak;
— Kom tot een ‘best practice’ voor een correctiepercentage in het opvolgende
tijdvak;
— Reken met bekende erfpachtgrondwaarde en canon(percentage) in het
opvolgende tijdvak.
De aanbevelingen hangen nauw met elkaar samen en moeten daarom in
onderlinge samenhang worden bezien. Belastingen Amsterdam betrekt de
aanbevelingen bij nadere actualisering in 2021 van de erfpachtcorrectie niet-
woningen. Over de financiële consequenties van deze actualisering is (nog) geen
“Vgl. Have, G. t., Berkhout, T., & Arnhem, P. v. (2013). Taxatieleer vastgoed 1. Groningen:
Noordhoff Uitgevers bv: “In taxateurskringen stelt men wel, bij gebreke aan eenduidige
onderzoeksresultaten, dat een plus of min 10%-afwijking tussen een taxatie en de werkelijke
marktprijs geaccepteerd is. Daarop zouden zeker uitzonderingen zijn: bij minder courante
objecten zou enerzijds plus of min 15% een geaccepteerde afwijkingsmarge zijn. Bij repeterende
woningbouw zou die afwijking anderzijds minder dan 5% moeten zijn.”
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Ndeing ler Gemeenteblad
ummer - =. …
Datum 9 december 2020 Schriftelijke vragen, vrijdag 16 oktober 2020
uitspraak te doen. Die gevolgen zijn namelijk afhankelijk van tal van factoren die
tezamen de WOZ-waarde bepalen. Het effect, dat zichtbaar zal worden vanaf
2022, zal echter naar verwachting voor het merendeel van de objecten
bescheiden zijn.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
Stadsdeelcommissie Centrum
Agenda
Datum 20-12-2022
Aanvang 19:30
Locatie Grote Commissiezaal (Willem Kraanzaal)
De stadsdeelcommissievergadering begint om 19:30 uur met een besloten gedeelte. Publiek is welkom vanaf 20:30 uur.
10. Rondvraag en sluiting
8. Advies PvdA over veiligheid rijden met elektrische fietsen
BESLOTEN GEDEELTE (19:30-20:30 uur)
1. Opening (19:30 uur)
2. Besloten agendapunt
Dit punt wordt in beslotenheid behandeld. Stukken zijn vertrouwelijk.
OPENBAAR GEDEELTE (vanaf 20:30 uur)
3. Vaststellen besluitenlijst
* Vaststelling concept-besluitenlijst van 6 december 2022
4. Het woord aan bewoners en ondernemers
* Voor informatie over inspraak en aanmelding om in te spreken zie onderaan de agenda.
5. Afdoening ingekomen stukken
* Kijk voor de ingekomen stukken onderaan de agenda
6. Mededelingen dagelijks bestuur
7. Bewonersinitiatief Binnenkant - tweede termijn
Op 22 november jl. is in de stadsdeelcommissievergadering gesproken over de adviesaanvraag van het dagelijks
bestuur over het —in lijn met het bewonersinitiatief- opheffen van 26 parkeerplekken op de Binnenkant en
Kalkmarkt. Bij de bespreking op 22 november heeft de stadsdeelcommissie zich uitgesproken voor een pas op de
plaats en nog geen inhoudelijk advies gegeven over het bewonersinitiatief. De commissie heeft toen besloten in
een volgende vergadering te komen met een voorstel voor het vervolgtraject. Dat voorstel -opgesteld door
GroenLinks en Bewoners Amsterdam- ligt nu ter bespreking voor.
Het voorstel van Bewoners Amsterdam (bijlage 00) is toegevoegd aan de agenda per 15 december jl.
8. Advies PvdA over veiligheid rijden met elektrische fietsen
Het advies is nagezonden per 14 december jl.
9. Evaluatie Buurtbudget en Centrum Begroot
10. Rondvraag en sluiting
INGEKOMEN STUKKEN
À. Termijnagenda
De geactualiseerde termijnagenda is nagezonden per 19 december jl.
B. Lijst aangenomen adviesaanvragen
De geactualiseerde lijst is nagezonden per 20 december jl.
CG. Memo van DB over snelheid rond IJtunnel
Dit memo is verzonden per dagmail d.d. 5 december jl.
D. Adviesaanvraag van college over Omgevingsplan Amsterdam, Basisregeling
De adviestermijn loopt af op 8 maart 2023. De stadsdeelcommissie krijgt naar verwachting in februari 2023 een
concept-advies voorgelegd.
E. Leidraad starten met en handboek uitvoeren stadsdeelpanels
F. Memo van DB over besluitvorming en afweging ligplaatsen Dijksgracht Oost
Dit memo is nagezonden per 14 december jl.
G. Overzicht voorgenomen periodieke verleningen Sociale Basis 2023
Toegevoegd aan de agenda per 15 december jl. Dit n.a.v. een toezegging van dagelijks bestuurder Lotte Terwel in
de stadsdeelcommissievergadering van 22 november jl.
H. Memo van dagelijks bestuur over Onderstation elektriciteit Nieuwe Uilenburgerstraat
Î Evaluatie buurtbudget door panelleden buurtbudget Jordaan
Deze evaluatie kan betrokken worden bij de discussie m.b.t. agendapunt 9.
INFORMATIE
Locatie en beeldopnamen
Deze overlegvergadering van de stadsdeelcommissie Centrum vindt plaats in de Grote Commissiezaal (Willem
Kraanzaal) in het stadhuis. De vergaderingen zijn openbaar toegankelijk. Van de vergaderingen worden
beeldopnamen gemaakt. De vergaderingen zijn daarmee live te volgen en achteraf terug te bekijken via deze
pagina.
Aanmelden om in te spreken
Inspreken is mogelijk bij het desbetreffende agendapunt, of, als het onderwerp niet op de agenda staat, aan het
begin van de vergadering. Mensen die hierover meer informatie willen, of die zich aan willen melden als inspreker
kunnen zich per e-mail richten tot de afdeling bestuursondersteuning: [email protected].
Aanmelden om in te spreken kan tot uiterlijk de maandag voor de vergadering tot 14:00 uur.
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam l D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT
% Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID d.d. 1
maart 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissielD @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _TKN-lijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Openbare Ruimte en Groen
11 Invulling besparingsopgave SWOR Nr. BD2017-003073
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA)
e Was Tkn 15 in de raadscommissie ID, d.d. 1 februari 2017
e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017
12 Vaststelling stedelijk kader buitenreclame Nr. BD2017-003074
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL)
e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
e _ Uitgesteld in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017
13 Beantwoording raadsadres heroverweging deelname Amsterdam aan
gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Groengebied Amstelland Nr.
BD2017-003076
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL)
e Was Tkn 21 in de raadscommissie ID, d.d, 1 maart 2017
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 21
e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamer raad
14 Reactie op zienswijze hoofdroute noordoever Gaasperplas Nr. BD2017-003075
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Groen (GL)
e Was Tkn 20 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 21
e _Eenniet- geanonimiseerde versie van de stukken ligt voor de commissieleden in de
leeskamer raad
2
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017
Verkeer en Vervoer
15 Vaststellen uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied Nr. BD201 7-001255
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 5 april 2017)
16 Beschikbaar stellen van uitvoeringskrediet voor de reconstructie van de
Amstelveenseweg Nr. BD2017-001523
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 5 april 2017)
e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
17 Vaststellen van de wegonttrekking van een gedeelte van het Prins
Hendrikplantsoen Nr. BD2016-018033
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 5 april 2017)
18 Instemmen met de bestuursopdracht snorfiets op de rijbaan met helmplicht
(project SNOR) Nr. BD2017-003072
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL)
e Was Tkn 13 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017
19 Resultaten kentekenonderzoek Oude Zijde Nr. BD201 7-003071
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Wijmenga (CDA)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie ID, d.d. 1 maart 2017
20 Kennisnemen van de gezamenlijke rapportage richting indienststelling en start
exploitatie Noord-Zuidlijn, vierde kwartaal 2016 Nr. BD2017-001396
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Gewijzigde agenda, woensdag 22 maart 2017
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Openbare Ruimte en Groen
21 Visie college op financieel tekort recreatieschap Groengebied Amstelland Nr.
BD2017-003470
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Van Raan (PvdD) en het lid Groen (GL)
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunten 13 en 14
Verkeer en Vervoer
22 Initiatiefvoorstel van het lid Alberts (SP) d.d. 07-12-16 getiteld 'De Amsterdamse
taxichauffeur aan het woord’ Nr. BD2017-003701
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Alberts (SP)
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 23
23 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel van het raadslid Alberts getiteld: "De
Amsterdamse taxichauffeur aan het woord” Nr. BD2017-002428
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Voorgesteld wordt dit gevoegd te behandelen met agendapunt 22
BESLOTEN DEEL
4
| Agenda | 4 | discard |
Raad weten met digitalisering
en ii en TTT
ï NTR.
| | an [ Dede
u I Á ] 8 IN | N s al Bk TE EE _—
En i ie | | Iij mk he ee Sl
ER | NS | | M | INT ll | |
Ht Ra | 5 RT ie n el |
Sl En Ten î LN Bes eed Hi LE
ER ie | EI IN SE
1 EN IN
NPS Kk N me Er igy
De Pe) ear PC De
AS Mea EEn ie f Le Ì L OE -
SS 5 lt „ mm EN NN
A er rNONE
dd Bd ENE wf 5 id Ven _ EN NK
en Á B bnn
en. st Ss Es men ‘ dn NN ij
Raad weten met digitalisering 2
Auteurs
Djurre Das, Patricia Faasse, Bart Karstens en Paul Diederen
Illustraties
Laura Marienus, Rathenau Instituut
Foto omslag
De gemeenteraad van Rotterdam (Jerry Lampen/ANP)
Bij voorkeur citeren als:
Rathenau Instituut (2020). Raad weten met digitalisering — Hoe de gemeenteraad
kan sturen op de maatschappelijke impact van digitale technologie (auteurs: Das
D., P. Faasse, B. Karstens en P. Diederen)
3
Voorwoord
Tijdens mijn staycation in eigen land viel mij deze zomer op dat er in veel steden
gebruik wordt gemaakt van ‘elektrische deelscooters’. Deze zijn duurzaam, stil en
nemen minder ruimte in beslag dan auto’s. Gebruikers kunnen de dichtstbijzijnde
scooter vinden met behulp van een app, en deze na gebruik elders achterlaten.
Heel handig natuurlijk, maar de scooters leiden steeds vaker ook tot ergernis. Ze
worden midden op de stoep geparkeerd, of blokkeren voetpaden en uitritten. Dit
laat zien dat deelmobiliteit naast voordelen ook tal van ruimtelijke effecten teweeg
kan brengen, zoals extra druk op de infrastructuur of ongemak in de openbare
ruimte. En weten we eigenlijk wat er gebeurt met de data van bestuurders?
Het is een goed voorbeeld van digitalisering waarvan gemeenten de gevolgen
ervaren. Hoewel digitale technologie grote voordelen kan hebben voor overheid,
bedrijven en burgers, kan het ook onwenselijke bijwerkingen hebben. Waar
digitalisering raakt aan publieke belangen — bijvoorbeeld omdat het invloed heeft op
de publieke dienstverlening, het gebruik van de openbare ruimte of het functioneren
van de lokale samenleving in het algemeen — is een belangrijke rol weggelegd voor
de gemeenteraad. Digitalisering vraagt namelijk om een afweging van waarden.
Weegt het gemak van de deelscooter op tegen de overlast? En is het acceptabel
als scootergebruikers deels met hun data betalen? Dat zijn politieke vragen.
Dit rapport schreven we op verzoek van de Vereniging van Griffiers (VvG), de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging
voor Raadsleden (NVR). Hierin buigen wij ons over de vraag hoe gemeenteraden
het debat over digitaliseringsvraagstukken op een constructieve en goed
geïnformeerde manier kunnen voeren. Dit doen we op basis van deskresearch,
focusgroepen en interviews met raadsleden, wethouders en griffiers uit
verschillende gemeenten. Het rapport behoort tot een groep onderzoeksrapporten
over de gevolgen van digitalisering voor het functioneren van onze democratie.
Raadsleden en wethouders vertellen ons dat gemeenteraden momenteel nog
weinig aandacht besteden aan digitalisering. Voor raadsleden is het lastig om zicht
te krijgen op de maatschappelijke impact van digitalisering, en de mogelijkheden
voor bijsturing. Om hen houvast te bieden, presenteren we een denkraam, dat kan
helpen de complexiteit van digitaliseringsprocessen in de gemeente te ontrafelen.
Dr. ir. Melanie Peters
Directeur Rathenau Instituut
4
Samenvatting
Bij veel onderwerpen waar gemeenteraadsleden om een oordeel wordt gevraagd,
speelt de toepassing van digitale technologie een belangrijke rol. Of het nu gaat om
de gemeentelijke dienstverlening, maatschappelijke ondersteuning, lokale
economische ontwikkeling of het beheer en gebruik van openbare ruimte en
infrastructuur; steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van digitale technologie.
Gemeenten zien in digitalisering een nuttig hulpmiddel om de eigen dienstverlening
te verbeteren of de openbare ruimte beter te benutten. Daarnaast worden ze ook
geconfronteerd met de maatschappelijke gevolgen van digitalisering die door
andere partijen wordt geïnitieerd. Zo hebben online platformen als Uber, Airbnb en
Thuisbezorgd in korte tijd hun stempel weten te drukken op het straatbeeld en de
leefomgeving in veel steden.
Hoewel digitalisering grote voordelen met zich mee kan brengen voor overheid,
bedrijven en burgers, is het gebruik ervan niet zonder risico. De inzet van digitale
technologie kan leiden tot allerlei veranderingen in de samenleving. Vaak is er
sprake van onvoorziene bijeffecten die lang niet altijd even wenselijk zijn. Hier ligt
een belangrijke opdracht voor de gemeenteraad. Het is belangrijk dat ook de lokale
politiek zich actief bemoeit met de inzet van digitale technologie in de gemeente,
zodat besluiten hierover democratisch gelegitimeerd zijn. Maar in hoeverre lukt dat?
En op welke manier zou het raadsdebat over digitalisering verbeterd kunnen
worden?
In deze publicatie verkennen we de rol en positie van de gemeenteraad bij het
sturen op een wenselijke inzet van digitalisering in de gemeente. Dit doen we op
basis van deskresearch, interviews en focusgroepen met raadsleden, wethouders
en griffiers uit verschillende gemeenten. We bespraken met hen onder meer de
vraag in hoeverre er op dit moment sprake is van raadsdebat over digitaliserings-
vraagstukken, welke thema’s voornamelijk aan bod komen, en waar raadsleden en
wethouders tegenaan lopen bij de behandeling van deze vraagstukken.
Politieke afweging verdient meer aandacht
Uit ons onderzoek komt naar voren dat de maatschappelijke en sociale impact van
digitalisering momenteel nog zelden onderwerp van gesprek is in de raad. Het
gebruik van digitale technologie in de gemeente wordt niet vaak onderworpen aan
politieke en ethische analyse, terwijl dit wel een ingrijpende maatschappelijke
impact kan hebben. Daarmee ontsnappen belangrijke beslissingen over de inzet
van digitale technologie nog vaak aan democratische controle.
5
Uit ons onderzoek komt naar voren dat raadsleden zich meer bewust worden van
de brede sociale en maatschappelijke impact van digitalisering als het thema
expliciet wordt geadresseerd en uitgelicht. Dan blijkt ook dat beperkte technische
kennis geen belemmering hoeft te zijn om na te denken over de maatschappelijke
gevolgen van digitalisering. Uiteindelijk gaat het immers om vragen over hoe we
digitale technologie laten doorwerken in het dagelijks leven van burgers. Dat zijn
vragen die verder reiken dan beleidsuitvoering, en die politiek van aard zijn.
Hulpmiddel om complexiteit van digitalisering te ontrafelen
Een maatschappelijk verantwoorde inzet van digitale technologie vraagt om
analyse en sturing: het inschatten van de mogelijke gevolgen ervan, het beoordelen
van wat wel en niet wenselijk is, en het bijsturen in de gewenste richting. Dat is een
complexe opdracht. Om raadsleden hierbij enig houvast te bieden, heeft het
Rathenau Instituut een denkraam ontworpen dat kan helpen om de complexiteit van
digitaliseringsvraagstukken te ontrafelen.
Het denkraam nodigt raadsleden uit de volgende stappen te zetten:
1. Het expliciteren van de beleidsdoelen waar het uiteindelijk allemaal om
begonnen is (digitalisering is inmers een middel, geen doel).
2. Het onderscheiden van de mogelijke interventiemogelijkheden: de
instrumenten waarmee de gemeente kan sturen.
3. Het inventariseren van de mogelijke effecten van digitalisering: de beoogde
voordelen, de voorzienbare nadelen, en de mogelijke neveneffecten, risico's
en onzekerheden.
4, Het nagaan wat de sturingsopties zijn om verschillende resultaten te
realiseren om daarmee de beleidsdoelen te dienen.
5. Het maken van een politieke keuze: het bepalen hoe te sturen op een
maatschappelijk wenselijke uitkomst.
Het denkraam kan een handvat bieden bij de voorbereiding van een debat over een
specifieke casus of bij het tussentijds evalueren van lopende
digitaliseringstrajecten. Het kan ook dienen als gespreksinstrument. Tijdens ons
onderzoek kwam naar voren dat het organiseren van verdiepingssessies over
concrete casussen raadsleden kan helpen om het bewustzijn rondom digitalisering
te vergroten. Het denkraam zou kunnen worden gebruikt om dat gesprek te
structureren en op gang te brengen.
Uitwerking aan de hand van drie voorbeelden
Om de werking van het denkraam inzichtelijk te maken, hebben we dit toegepast op
drie actuele voorbeelden van digitaliseringsprocessen die momenteel in
verschillende gemeenten spelen. Het betreft de inzet van data in de jeugdzorg, de
plaatsing van slimme lantaarnpalen, en de gevolgen van de deel- en kluseconomie.
6
Hoewel we niet pretenderen dat we hiermee een volledige analyse geven, maken
onze toepassingen duidelijk dat de effecten van digitalisering meervoudig en
complex zijn, maar dat raadsleden ook beschikken over instrumenten om hieraan
richting te geven.
De cases in deze publicatie laten zien dat er bij de toepassing van digitale
technologie veel afwegingen gemaakt moeten worden. Om inzichtelijk te maken
waar de sturingsruimte zit, kan het helpen om het vraagstuk te ‘politiseren’ — en
vanuit een politiek perspectief te benaderen. Het gaan dan om vragen als: wat
verstaan wij onder goede jeugdzorg? Wat bepaalt de kwaliteit van de publieke
ruimte, en hoe zwaar wegen persoonlijke vrijheden daarbij? Wat voor stad of dorp
willen we zijn? Door die achterliggende vragen expliciet te maken, wordt het
makkelijker te beoordelen op welke manier en onder welke voorwaarden
digitalisering daaraan zou kunnen bijdragen.
Daarnaast laten de cases zien dat de maatschappelijke effecten van digitalisering
zich vaak op meerdere beleidsterreinen tegelijk manifesteren en om die reden
vragen om een domeinoverstijgende aanpak. Digitale technologie biedt vaak de
mogelijkheid om meerdere functies te integreren in één concrete toepassing.
Hoewel dat praktische voordelen kan bieden, bijvoorbeeld in termen van efficiëntie
en effectiviteit, betekent het ook een uitgebreidere impact. Daarbij is het belangrijk
vooraf goed te inventariseren welke maatschappelijke impact gewenst is, welke
vermeden moet worden, en op welke manier de gemeente dat kan waarborgen.
Het raadslid bepaalt
Het denkraam leidt niet tot een concreet handelingsadvies, maar is bedoeld voor
het zichtbaar maken van de praktische consequenties van digitalisering die in het
huidige debat nog vaak impliciet blijven. Digitalisering is geen frictievrij proces en
vraagt om een afweging van waarden. Welke waarden uiteindelijk het zwaarst
wegen, is aan raadsleden zelf om te bepalen.
Raad weten met digitalisering 7
Inhoud
Voorwoord ee eeeeneeennnnennnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn Ô
Samenvatting … nnn ennnnnnnnneneneneeennnnnnnnnnnneneeneneennnnnnnnnennnennennnnnnnnnnnnnnne
Inleiding … nn nnnnnnnnnennnnnnnnenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenvnnennenennnnnnnnnnnnnvnnnnnnennnnnnnnnnnn Ó
1 Digitalisering en de raad … .…nnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenerrvenenn 10
1.1 Het belang van debat over digitalisering … … …… … … ………. 10
1.1.1 Digitalisering is overal in de gemeente … … … … ………………………. 11
1.1.2 Digitalisering is geen neutraal instrument … … …………….…….……..….. 13
1.1.3 Digitalisering kan publieke waarden onder druk zetten …...…..…. 15
1.1.4 Digitalisering is een politieke zaak. 17
1.2 De huidige praktijk … a nnnnnnnenennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnen ÎÖ
1.2.1 Weinig aandacht voor digitalisering ……………………. 18
1.2.2 Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering … …….………. 20
1.3 De opgave en de handvatten … nnn nnnnnnnnnnnneneneneneenenn 2Î
1.3.1 Organisatie: voldoende informatie en helderheid over rollen 22
1.3.2 Inhoud: een handreiking voor de raad ………………………. 23
2 Het denkraam toegepast nnen ÈT
2.1 Data in de jeugdzorg … nn ennnnnnnnnnennnnnnnnnnnnnnnnnn ÀT
2.2 De slimme lantaarnpaal … ………………annnneenenn neen ennenenennnnenennnnen OO
2.3 De deel- en kluseconomie …… .....nnnnnnnnnnnnnnnnannnnnnnnnnnnnnnenn ÂÁ
Literatuur lijS te nnennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnenenen OÙ
Bijlage 1: Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording ….……..…..…….. 55
Bijlage 2: Lijst van gesproken personen … …......nnnnnnnnnnnnnnnnnnnennnnnnnennnnnnnnnnnnnnen OT
Bijlage 3: Uitgebreide uitwerking van het denkraam voor digitalisering … … 58
8
Inleiding
Stel, in uw buurt worden slimme lantaarnpalen geplaatst. Sensoren maken beeld-
en geluidsopnames, en met behulp van algoritmen worden opvallende
looppatronen en geluiden herkend. De lantaarnpaal slaat alarm wanneer zich
verdachte situaties voordoen. Als gevolg hiervan neemt zowel het aantal inbraken
als de overlast van hangjongeren af. Klinkt goed, toch?
Maar het verhaal heeft ook een andere kant. Bewoners hebben continu het gevoel
dat ze bespied worden en voelen zich in hun bewegingsvrijheid beperkt. Sommigen
durven niet te lang op één plek te blijven staan wanneer ze een praatje maken.
Anderen houden de gordijnen dicht uit angst dat hun woonkamer in beeld komt.
Daarnaast blijkt het algoritme er ook wel eens naast te zitten. Dan slaat de paal
alarm bij onschuldige jongeren. Opvallend vaak zijn die van niet-westerse komaf.
Dit voorbeeld is fictief, maar zeker niet ondenkbaar. Momenteel experimenteren
veel gemeenten in ons land met technologische oplossingen voor maatschappelijke
vraagstukken. Uit ons onderzoek blijkt dat vaak vooral wordt geredeneerd vanuit de
kansen die digitalisering biedt, en dat men nauwelijks oog heeft voor de minder
wenselijke bijeffecten. Dat dit onverstandig kan zijn, maakt bovenstaand voorbeeld
duidelijk. Het is nog maar de vraag of de opbrengsten van de slimme lantaarnpaal
opwegen tegen de nadelige effecten die bewoners ervaren. En is technologie
eigenlijk wel de beste oplossing of zijn er betere alternatieven”?
Het verschil maken als raadslid
Voor de meeste raadsleden vormt het oplossen van maatschappelijke problemen in
hun stad of dorp de belangrijkste drijfveer om zich politiek te engageren. Daarbij
spelen zaken als data en digitale technologie vaak alleen een rol op de
achtergrond. Toch verdienen ze wel degelijk de aandacht van raadsleden.
Digitalisering heeft namelijk een fundamentele impact op onze maatschappij." Het
voorbeeld van de slimme lantaarnpaal maakt inzichtelijk dat het gebruik van digitale
technologieën allerlei vragen kan oproepen. Het stelt ons voor de vraag in wat voor
stad of dorp we willen wonen, en hoe we met elkaar willen omgaan. Daarmee is
digitalisering bij uitstek een politieke zaak. Een raadslid dat dus echt het verschil wil
maken voor de burger, dient ook sturing te geven aan de inzet van data en digitale
technologie in de gemeente.
1 _Het Rathenau Instituut liet in het rapport ‘Opwaarderen, borgen van publieke waarden in de digitale
samenleving’ zien dat de inzet van digitalisering kan raken aan diverse publieke waarden zoals privacy,
autonomie, veiligheid en rechtvaardigheid (Rathenau Instituut, 2017a)
9
Het Rathenau Instituut deed op verzoek van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVR) en de
Vereniging van Griffiers (VvG) onderzoek naar de vraag, hoe gemeenteraden het
debat over digitalisering verder kunnen brengen. De gedachte hierachter is dat
beleidskeuzes ten aanzien van digitalisering alleen democratisch gelegitimeerd zijn
als de raad er richting aan geeft. Om te komen tot democratische besluitvorming
rondom de inzet van data en digitale technologie, is een debat tussen goed
geïnformeerde gemeenteraadsleden noodzakelijk.
Deze publicatie
Het doel van deze publicatie is duidelijk te maken waarom digitalisering een politiek
thema is. We laten zien wat de rol en positie van de gemeenteraad zijn ten aanzien
van digitaliseringsvraagstukken op lokaal niveau. We roepen raadsleden op met
elkaar het gesprek aan te gaan over de ethische en maatschappelijke dilemma's
die ermee gepaard gaan. Om het raadsdebat over digitalisering verder te brengen,
verschaffen we handvatten.
In hoofdstuk een schetsen we de rol en positie van de gemeenteraad ten aanzien
van digitalisering, formuleren we aanbevelingen voor het raadsdebat en
presenteren we een denkraam dat kan worden gebruikt om inzichtelijk te maken
waarover raadsleden kunnen nadenken bij digitalisering. Vervolgens laten we in
hoofdstuk twee zien hoe het denkraam in de praktijk gebruikt kan worden aan de
hand van drie actuele voorbeelden. De behandelde voorbeelden zijn:
- datagebruik in de jeugdzorg;
- de slimme lantaarnpaal;
- de deel- en kluseconomie.
Tijdens ons onderzoek hebben we eerst de huidige praktijk in kaart gebracht:
daartoe hebben we raadsverslagen gescand en gesproken met raadsleden en
griffiers. Hieruit kwam het beeld naar voren dat raadsleden het lastig vinden de
maatschappelijke impact van digitalisering in de volle breedte te overzien. Het
denkraam, bedoeld om raadsleden grip op de materie te verschaffen, hebben we
ontworpen op basis van informatie uit interviews en eerder onderzoek. Om de
bruikbaarheid van het denkraam te toetsen, hebben we tijdens focusgroepen met
raadsleden en wethouders de verschillende stappen van het denkraam doorlopen.
Hieruit bleek dat het denkraam kan helpen om digitaliseringsvraagstukken op een
systematische manier ‘af te pellen’. Raadsleden gaven aan dat het gebruik ervan
inspanning vergt, maar ook houvast geeft. Het tweede en derde voorbeeld zijn
uitgewerkt op basis van eerder onderzoek van het Rathenau Instituut. Meer
informatie over de aanpak van het onderliggende onderzoek is te vinden in de
eerste bijlage; een lijst van personen met wie gesproken is, staat in de tweede
bijlage.
10
1 Digitalisering en de raad
1.1 Het belang van debat over digitalisering
Digitalisering speelt tegenwoordig een rol op vrijwel elk gemeentelijk beleidsterrein.
Maar waarom is het belangrijk dat juist de gemeenteraad daarover het politieke
debat voert? Kort gezegd: omdat digitalisering geen ‘neutraal’ instrument is. Als dat
ZO ZOU zijn, zou het digitaliseren van een proces — in de administratie, de
communicatie, de dienstverlening — betekenen dat er verder niks verandert,
behalve de manier waarop dit proces wordt uitgevoerd. Maar dat is niet zo.
Digitalisering heeft namelijk een veel bredere impact.
We zijn vaak geneigd de sociale en maatschappelijke impact van digitalisering te
onderschatten. Die reikt veel verder dan waar digitalisering in eerste instantie voor
wordt ingezet. In dit hoofdstuk laten we zien dat het gebruik van data en algoritmen
allerlei bijeffecten met zich mee kan brengen, die lang niet altijd even wenselijk zijn.
Wanneer we de bredere impact ervan expliciet maken, blijkt dat digitalisering bij
uitstek een politiek thema is.
Kader 1.1 Digitalisering in het kort
Digitalisering is een veelomvattend begrip dat vele definities kent. Letterlijk betekent
digitalisering het ‘omzetten van informatie in nullen en enen’. Maar het behelst veel
meer dan het omzetten van analoge informatie in bits en bytes, zo liet het Rathenau
Instituut eerder zien (2017a). Door het gebruik van digitale technologieën
veranderen onze sociale omgangsvormen, routines en organisatievormen, ontstaan
nieuwe verdienmodellen, en raken steeds meer aspecten uit de fysieke en sociale
wereld verbonden met de digitale wereld. Digitalisering is niet alleen een kwestie
van interne bedrijfsvoering of uitvoering van beleid, maar kent een ‘radicale
transformatiekracht’ (Prins et al, 2012). Daarom wordt het in goede banen leiden
ervan gezien als een belangrijke maatschappelijke opgave (Rathenau Instituut
2018; Tijdelijke commissie digitale toekomst, 2020).
11
1.1.1 Digitalisering is overal in de gemeente
Je hoeft maar een rondje door de binnenstad te lopen om te kunnen vaststellen dat
in de openbare ruimte steeds meer sporen van digitalisering te vinden zijn. Er
hangen sensoren die geluidsniveaus meten of het aantal passanten en
vervoersbewegingen in kaart brengen. Camera's monitoren het uitgaanspubliek.
Daarnaast heeft digitalisering ook op een andere — meer indirecte — manier invloed
op de openbare ruimte. Want ook de activiteiten van de talloze webwinkels en
online platformen als Airbnb en Deliveroo hebben in korte tijd hun stempel weten te
drukken op het straatbeeld en de leefomgeving in veel steden.
lets wat op het eerste gezicht onschuldig lijkt, kan na verloop van tijd enorme
impact blijken te hebben. Denk aan het spel Pokémon Go. Deze app, waarmee de
speler in de ‘echte’ wereld op zoek gaat naar virtuele Pokémondieren, werd enkele
jaren geleden in korte tijd razend populair. Met hun mobiel in de hand struinden
hordes mensen de straten en parken af op zoek naar een Pokémon. Al snel leidde
dat tot allerlei onwenselijke situaties in de publieke ruimte. Zo lieten gamers vaak
troep achter, vertrapten ze beschermde natuurgebieden en letten ze niet op het
verkeer.? Gemeenten moesten in korte tijd een oplossing bedenken.
Maar digitalisering heeft niet alleen invloed op de manier waarop de openbare
ruimte in onze steden en dorpen verandert. Of het nu gaat om vuilnis ophalen, het
aantal inbraken terugdringen of overlast door hangjongeren voorkomen, veel
gemeenten zien in digitale technologie een handig hulpmiddel om de gemeentelijke
dienstverlening te verbeteren. Ook bij de aanpak van maatschappelijke uitdagingen
— zoals in het sociaal domein - wordt steeds meer gebruikgemaakt van data en
algoritmen. Daarmee beïnvloedt digitalisering ook steeds vaker de relatie tussen
overheid en burger.
Welke ‘digitaliseringsvraagstukken’ er precies spelen, verschilt per gemeente, zo
blijkt uit ons onderzoek. Dat hangt bijvoorbeeld af van omvang en ligging, het
specifieke karakter en het ambitieniveau van de gemeente. Steden die snel groeien
en te maken hebben met ruimtegebrek of verkeerscongestie, experimenteren met
digitalisering om vervoersstromen op gang te houden. In gemeenten met een
belangrijke regionale voorzieningenfunctie, is het thema winkelleegstand als gevolg
van de platformeconomie niet aan de orde, terwijl dit in steden zonder regionale
voorzieningenfunctie juist een belangrijke, bestuurlijke opgave vormt.
2 _ Zie https://nos.nl/artikel/2126658-pokemon-hoofdstad-kijkduin-kan-overlast-pokemon-go-niet-meer-aan.html;
Zie ook het rapport ‘Nep echt. Maatschappelijke vraagstukken rond augmented reality’ van het Rathenau
Instituut (Rathenau Instituut 2020a).
12
Sommige gemeenten proberen zich te onderscheiden door hun innovatieve
karakter. Het is een vorm van city branding; deze gemeenten profileren zich als
voorlopers op het gebied van technologische innovatie. Ze experimenteren met
slimme wegen, wifi-tracking, of andere vormen van tracking. In steden met een
technische universiteit loopt de universiteitscampus vaak voorop.* Anderzijds zijn er
ook gemeenten die in hun beleid opnemen dat zij vooral willen leren van lessen uit
andere gemeenten. Zij noemen zichzelf ‘slimme volgers’.*
Hoewel er verschillen tussen gemeenten zijn, speelt digitalisering tegenwoordig op
vrijwel elk beleidsdomein in de gemeente een belangrijke rol. Vaak wordt het
gezien als aspect van een specifiek beleidsdossier en ligt de verantwoordelijkheid
ervoor bij de wethouder, de ambtenaren en de raadsleden die over dit specifieke
dossier gaan. Er wordt dus nog vrij gefragmenteerd over digitalisering gesproken.
Een raadslid vertelde: ‘Digitaliseringsvraagstukken worden vaak nog afzonderlijk
behandeld, bijvoorbeeld als mobiliteitsvraagstuk met een digitaliseringscomponent.
Het wordt dan meteen doorgespeeld naar de desbetreffende sector, dus mobiliteit,
sociaal domein, of veiligheid’. Een dergelijke benadering gaat voorbij aan het feit
dat digitalisering vergelijkbare effecten teweeg kan brengen binnen verschillende
domeinen, en dus ook vraagt om een domeinoverstijgende aanpak.®
Drie soorten digitaliseringsvraagstukken
Om enige structuur aan te brengen in het denken over digitalisering, onderscheiden
we in deze publicatie drie soorten digitaliseringsvraagstukken die vaak terugkomen
in de gemeente. In de eerste plaats gaat het om digitalisering die door de gemeente
wordt ingezet om de publieke dienstverlening te verbeteren. In de tweede plaats
gaat het om toepassing van digitale technologie in de door de gemeente beheerde
openbare ruimte. Tot slot onderscheiden we digitalisering die door private partijen
wordt geïnitieerd, en een fundamentele impact heeft op de lokale gemeenschap.
Concreet kijken we naar digitalisering:
e {nde publieke dienstverlening
Het gebruik van digitale technologie door de lokale overheid in het contact of de
relatie met de inwoners van de gemeente (dienstverlening, belastingen, sociaal
3 De gemeente Eindhoven is onderdeel van een samenwerkingsverband tussen de provincie Noord-Brabant en
de vijf grote Brabantse steden Eindhoven, Den Bosch, Tilburg, Breda en Helmond. Dit samenwerkingsverband
heeft de niet geringe ambitie om blijvend te behoren tot de top vijf van Europa's kennis- en innovatieregio’s.
Zie voor meer informatie het rapport ‘Voeten in de aarde: datagestuurde innovatie in de stad’ van het
Rathenau Instituut (Rathenau Instituut 2020b)
4 Zo heeft de gemeente Leeuwarden vorig jaar een digitale agenda opgesteld met de meerjarenkoers voor
digitale vernieuwing, waarin men heeft uigesproken het ambitieniveau ‘slimme volger’ aan te houden (Van der
Schaaf et al. 2019).
5 Ook op landelijk niveau is dat besef inmiddels doorgedrongen. Zo adviseerde de Tijdelijke commissie Digitale
Toekomst (2020) de Tweede Kamer om een vaste commissie voor Digitale zaken te installeren die de
commisieoverstijgende aspecten van digitalisering verkent en agendeert.
13
domein: inkomensondersteuning, maatschappelijke ondersteuning (Wmo),
jeugdzorg, et cetera).
e {nde openbare ruimte
Het toepassen van digitale technologie in de openbare ruimte (op straat, in
openbare gebouwen; verzameling, verwerking en gebruik van digitale
beelddata, geluidsdata, andere data). Meestal geïnitieerd door de overheid, en
uitgevoerd in samenwerking met private partners.
, Elders in de samenleving
Het gebruik van digitale technologie binnen de gemeente door private partijen
met implicaties voor het openbare leven (webwinkels, dienstenplatformen:;
effecten op economie, logistiek, ruimtegebruik, veiligheid, privacy).
In hoofdstuk twee behandelen we van elk van deze vraagstukken een actueel
voorbeeld. Zo kijken we voor digitalisering in de publieke dienstverlening naar het
gebruik van data in de jeugdzorg. Bij digitalisering in de openbare ruimte kijken we
naar de inzet van slimme lantaarnpalen. Voor digitalisering door andere partijen ten
slotte, kijken we naar de gevolgen van de deel- en kluseconomie voor gemeenten.
1.1.2 Digitalisering is geen neutraal instrument
Hoewel digitalisering grote voordelen met zich mee kan brengen voor overheid,
bedrijven en burgers, is het gebruik ervan niet zonder risico. Dat komt omdat we de
(maatschappelijke) impact ervan vaak niet overzien. Technologie wordt meestal
gezien als een nuttig hulpmiddel om bepaalde doelen te bereiken, zoals efficiëntie
en veiligheid. In deze puur instrumentele visie is de technologie zelf waardevrij of
‘neutraal’. Maar daarmee wordt voorbijgegaan aan het feit dat technologische
verandering altijd ook indirecte effecten heeft.” Zo leidt het ook tot nieuw gedrag.
Kijk maar naar dit voorbeeld.
De opkomst van online streamingdiensten zoals Spotify en Apple Music heeft de
muziekindustrie in de afgelopen jaren flink op zijn kop gezet. Muziek hoef je niet
meer te kopen. Je kunt een dienst afnemen waarmee je toegang hebt tot vrijwel elk
nummer in de wereld. Dat heeft natuurlijk het verdienmodel van artiesten radicaal
veranderd. Maar de impact van online muziekdiensten reikt veel verder. Ook het
6 Een mooi voorbeeld hiervan vinden we in het WRR-rapport Overheid. Daarin wordt beschreven hoe er ten
tijde van de invoering van het burgerservicenummer (BSN) discussie ontstond over de vraag of het BSN een
neutraal instrument is of een ‘kracht met eigen logica’ (VRR 2011, p. 55).
7 __De Nederlandse techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek stelt dat technologieën onze interpretatie van de wereld
‘bemiddelen’ of ‘mediëren’ en zo ons handelen en onze beslissingen mede vormgeven (Verbeek 2014).
14
product zelf — de muziek — is erdoor veranderd. Dat zit als volgt. Artiesten krijgen
niet meer per verkocht album betaald maar per stream. En die telt pas mee als er
minimaal dertig seconden wordt geluisterd. Een artiest moet dus heel snel de
aandacht grijpen. Daarom zit het refrein steeds vaker direct aan het begin van het
nummer en worden intro's steeds korter. ‘Don't bore us, get to the chorus!’ zo vatte
The Economist deze ontwikkeling samen?
Dit voorbeeld laat een paar dingen zien. Allereerst dat de impact van digitalisering
verder reikt dan waar het in eerste instantie voor bedoeld was. Met de introductie
van online streamingsdiensten is niet alleen de distributie van muziek veranderd,
maar ook het verdienmodel van artiesten. Daarnaast laat het zien dat een deel van
de impact vooraf moeilijk te voorzien is. Niet alleen de muziekindustrie is
veranderd, maar ook de muziek zelf. Dit komt doordat bij het ontwerpen van de
systemen al bepaalde keuzes gemaakt worden die uitdrukking geven aan wat we —
blijkbaar — belangrijk vinden, en waar we onze aandacht op gaan richten. Mensen
passen hun handelen hier vervolgens op aan.
lets dergelijks kan ook binnen de gemeente optreden. Want hoe zit het met
digitalisering in de openbare ruimte? ledereen vindt veiligheid belangrijk, maar in
hoeverre vinden we het prima als burgers continu het gevoel hebben dat ze
bespied worden door sensoren en camera’s?° En hoe zit dat bij digitalisering in het
sociaal domein? Misschien vinden we het handig als beslissingen van
zorgverleners worden ondersteund door ICT, maar is het wenselijk dat de rol van
ICT verschuift van het ondersteunen van beslissingen naar het feitelijk bepalen
daarvan?
Ook in het geval van de slimme lantaarnpaal opperden we dat er sprake kan zijn
van onvoorziene bijeffecten. De paal kan worden ingezet om de veiligheid in de wijk
te vergroten, maar zou ook onbedoeld invloed kunnen hebben op het gevoel van
anonimiteit en vrijheid van de bewoners. Dat kan ertoe leiden dat deze hun gedrag
erop aanpassen en dat daarmee ook de interactie tussen de buurtbewoners
verandert. Zo ontstaat er met de inzet van nieuwe technologie in feite ook een
nieuwe sociale werkelijkheid.
De relatie tussen menselijk handelen en technologie is in hoge mate wederkerig.
We zetten technologie in om bepaalde doelen te bereiken, maar de technologie zelf
bepaalt vervolgens onze keuzeruimte en geeft zo ook weer vorm aan ons handelen
8 The Economist 2019
9 In het rapport ‘Burgers en sensoren’ liet het Rathenau Instituut zien dat Nederlanders bereid zijn de inzet van
sensoren voor veiligheid en leefbaarheid te accepteren, maar daar wel voorwaarden aan stellen. Zo is het
onder meer belangrijk dat de privéruimte wordt gerespecteerd, mogen sensoren niet leiden tot discriminatie en
willen burgers helder en transparant worden geïnformeerd over de inzet ervan (Rathenau Instituut 2019).
15
en onze beslissingen. Zodoende is er sprake van een ‘wederzijdse beïnvloeding
van technologie en maatschappij’.“® Technologieontwikkelaars zouden dan ook niet
op eigen houtje moeten kunnen beslissen over de technologie die onze leefwereld
bepaalt. Het is immers aan democratisch gekozen vertegenwoordigers om voor de
samenleving te bepalen wat wenselijk is.
Digitaliseringsprocessen in de gemeente hebben invloed op de manier waarop we
wonen, hoe we met elkaar communiceren, hoe onze democratie werkt, hoe ons
werk eruit ziet en hoe de economie functioneert! Door internetshoppen neemt het
aantal fysieke winkels af en verandert het straatbeeld in het centrum. De toename
van online bestellingen van eten zorgt voor een toename van de
vervoersbewegingen in een stad. Als een bezorger het eten sneller naar de klant
kan brengen, kan hij meer bestellingen aannemen en dus meer geld verdienen.
Bovendien lonkt dan een betere rating. Daardoor wordt het mogelijk ook minder
aantrekkelijk voor bezorgers om voor een rood stoplicht te wachten.
Gemeenten die digitale technologie inzetten, moeten zich rekenschap geven van
de bredere impact ervan op de leefwereld van burgers. Bovendien moeten ze oog
hebben voor de sociale en maatschappelijke impact van digitalisering die door
andere partijen wordt geïnitieerd. Ook die processen hebben immers directe
invloed op het leven van de burger.
1.1.3 Digitalisering kan publieke waarden onder druk zetten
Het gebruik van digitale technologie zet allerlei veranderingen in gang, waarvan
een deel onbedoeld kan zijn (de neveneffecten) en een deel zelfs niet voorzien,
terwijl zij burgers wel raken. Nu is verandering op zichzelf niet meteen bezwaarlijk.
Het probleem is echter dat sommige van die veranderingen grondrechten en
publieke waarden onder druk kunnen zetten. Digitalisering biedt niet alleen kansen
om de levenskwaliteit in gemeenten te verhogen, maar brengt ook risico’s met zich
mee voor persoonlijke vrijheden en sociale rechtvaardigheid. '?
Het Rathenau Instituut liet in de publicatie ‘Opwaarderen’ uit 2017 zien dat
digitalisering belangrijke waarden als autonomie, privacy, rechtvaardigheid en
menselijke waardigheid beïnvloedt.'® Digitale technologie kan gebruikt worden om
allerlei waarden te borgen, maar kan ze bij bepaald gebruik ook onder druk zetten.
10 Smit en Van Oost 1999
11 Zo liet het Rathenau Instituut zien in de publicatie ‘Waardevol Digitaliseren’ (Rathenau Instituut 2018)
12 Dat signaleerde ook het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks (2019) in zijn ‘Handvest voor de slimme stad’.
Daarin worden volksvertegenwoordigers in verschillende bestuurslagen opgeroepen zich sterker te bemoeien
met de inzet van technologie.
13 Zie ook het rapport ‘Opwaarderen’ (Rathenau Instituut 2017a)
16
De volgende tabel — uit diezelfde publicatie — illustreert vooral dat laatste.
Tabel 1: publieke waarden die geraakt worden door digitalisering
Waarde Maatschappelijke en ethische vraagstukken
Privacy Gegevensbescherming, digitaal huisrecht, mentale privacy,
surveillance, doelverschuiving
Autonomie Keuzevrijheid, vrijheid van meningsuiting, manipulatie (verspreiding van
desinformatie, microtargeting), bescherming democratie, paternalisme,
vaardigheden, grenzen zelfredzaamheid
Veiligheid Informatieveiligheid, identiteitsfraude, fysieke veiligheid
Controle over Controle over en inzicht in algoritmen, verantwoordelijkheid,
technologie voorspelbaarheid
Menselijke Dehumanisatie, instrumentalisering, deskilling, desocialisatie,
waardigheid werkloosheid
Rechtvaardigheid Discriminatie, uitsluiting, gelijke behandeling, stigmatisering
Machtsverhoudingen | Oneerlijke concurrentie, uitbuiting, relatie consument-bedrijf,
relatie bedrijf-platform
Het lastige van technologische ontwikkelingen is dat de precieze uitwerking ervan
op de samenleving zich moeilijk laat voorspellen. De effecten zijn meervoudig en
complex. Bovendien zijn ze vaak pas na verloop van tijd zichtbaar en kunnen ze
zich voordoen op onvoorziene plekken. Naarmate een nieuwe technologie breder
wordt toegepast, zal de impact ervan ook toenemen. Doorgaans is men geneigd ‘de
impact van nieuwe technologieën op de korte termijn te overschatten, en op de
lange termijn te onderschatten’. *
Dat het een lastige opgave is om vooraf de precieze impact en wenselijkheid van
technologie te bepalen, betekent niet dat politici het daarom maar achterwege
moeten laten. Integendeel, het is juist nog belangrijker om het beoordelingsproces
zo in te richten dat volksvertegenwoordigers vooraf eisen kunnen stellen aan de
technologie, en tussendoor kunnen bijsturen op de maatschappelijke effecten
ervan. Het is belangrijk vooraf goed na te denken over de vraag welke waarden
daarbij leidend moeten zijn.
14 Dit principe staat bekend als de ‘wet van Amara’, naar technologieonderzoeker en futuroloog Roy Amara.
Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Roy_ Amara
17
1.1.4 Digitalisering is een politieke zaak
Sommige bestuurders hebben een groot geloof in het probleemoplossend
vermogen van technologie, ook wel technosolutionisme genoemd. Als er een
probleem is, zoeken ze de oplossing in nieuwe technologie (‘daar heb ik een app
voor’). Daar staan andere bestuurders tegenover die erg sceptisch zijn: nieuwe
technologie is niet de oplossing, maar juist het probleem — niet aan beginnen dus.
Maar een technologie als digitalisering is op zichzelf niet meteen goed of slecht.
Het gaat om de manier waarop zij wordt gebruikt. Dat bepaalt de uitwerking ervan.
Het is belangrijk te beseffen dat technologie ook altijd een sociale en
maatschappelijke impact heeft. Een gemeenteraad wil dan ook kunnen sturen op
die impact, zodat de positieve effecten gerealiseerd worden, en de negatieve
binnen de perken blijven.
Zoals we in de vorige paragraaf concludeerden, is het belangrijk om vooraf goed na
te denken over welke waarden leidend moeten zijn bij digitalisering. Het is goed te
vermelden dat er op dat gebied door gemeenten inmiddels belangrijke stappen zijn
gezet. Zo heeft de VNG vorig jaar de ‘principes voor de digitale samenleving’
vastgesteld, die als gemeenschappelijk kader zullen gelden voor digitalisering in de
publieke ruimte.'€ Er is onder meer afgesproken dat de digitale infrastructuur voor
iedereen beschikbaar, toegankelijk, transparant en veilig moet zijn.
Deze principes vormen een belangrijk startpunt voor democratische sturing op
digitale technologie, maar het is slechts een eerste stap. Digitalisering is namelijk
geen frictievrij proces. De inzet ervan vraagt om een afweging van waarden. Soms
verkiezen we veiligheid boven privacy. Denk aan camera’s die voortdurend het
aanwezige publiek in een uitgaansstraat monitoren om daarmee verstoringen van
de openbare orde te kunnen voorkomen. Soms wordt privacy verkozen boven
veiligheid. Bijvoorbeeld als er sprake is van een app die via het traceren van
contacten de gezondheid van burgers beschermt, maar kan leiden tot een verlies
aan controle over data.
Digitalisering dwingt ons om publieke waarden tegen elkaar af te wegen. Hoe die
afweging precies uitpakt, is uiteindelijk afhankelijk van iemands normatieve kader.
Het zijn normatieve keuzes waarover je van mening kunt verschillen. Maar het
betekent wel dat de uitwerking ervan vooraf niet vaststaat: er valt wat te kiezen.
15 Zo waarschuwde een groep van meer dan zestig wetenschappers en hoogleraren in 2020 voor de risico's van
‘technosolutionisme?’ bij de aanpak van COVID-19 omdat technologie ‘zelden dé oplossing voor een bepaald
probleem is’. Zie voor de brief: http://allai.nl/wp-content/uploads/2020/04/Online-versie-Brief-Minister-
President-Rutte-Ministers-De-Jonge-Van-Rijn-Grapperhaus-de-heer-Sijbesma-inzake-COVID-19-tracking-en-
tracing-en-gezondheidsapps. pdf
16 VNG 2019
18
1.2 De huidige praktijk
‘De slimme deurbel? Dat boeit mij niet! Ik kan toch niet overal een mening over
hebben?’, zegt een raadslid op een raadsinformatieavond over digitalisering. Een
commissielid valt hem bij: ‘Ik vraag me af of de gemeenteraad überhaupt over dat
soort zaken zou moeten praten. Er zijn veel te veel van die digitale toepassingen.
Die kunnen we echt niet allemaal behandelen in de raad’.
In deze gemeente wordt momenteel geëxperimenteerd met de slimme deurbel,
maar in de raad was daar tot op dat moment nog niet over gesproken. Het raadslid
legt uit dat hij zijn aandacht liever aan andere zaken besteedt. Bijvoorbeeld aan
maatschappelijke vraagstukken zoals de leefbaarheid in kwetsbare wijken, en de
gevoelens van onveiligheid die mensen daar ervaren. Desgevraagd lijkt het hem
wel een goed idee om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat de gevoelens
van onveiligheid en het aantal inbraken afnemen. Maar de slimme deurbel? Daar
hoeven raadsleden zich toch niet mee bezig te houden.
Later op de avond komt hetzelfde raadslid opnieuw aan het woord. Hij is van
mening veranderd. ‘Ik wist helemaal niet wat die slimme deurbel allemaal deed. Ik
hoor net dat dat ding in de meerderheid van de gevallen ook de openbare weg filmt,
dus ook toevallige voorbijgangers en buren. En dat wordt allemaal opgeslagen op
de servers van Amazon ergens in Amerika. Daar zouden we in de raad met elkaar
het debat over moeten voeren!’
1.2.1 Weinig aandacht voor digitalisering
Hoewel er alle aanleiding toe is voor een gemeenteraad om zich uit te spreken over
digitalisering, komt uit onze gesprekken met raadsleden en griffiers en een analyse
van raadsverslagen, het beeld naar voren dat dit momenteel nauwelijks het geval
is. De inzet van digitale technologie en de sociale en maatschappelijke effecten die
dit teweegbrengt, zijn nog maar zelden onderwerp van debat in de gemeenteraad.
Daarmee ontsnapt het aan democratische afweging. Zelfs in gemeenten waar men
volop gebruikmaakt van data en algoritmen, in de gemeentelijke dienstverlening of
in de publieke ruimte, lijkt de gemeenteraad nog maar nauwelijks kaders te stellen.
Meerdere respondenten gaven aan dat de raad momenteel vooral een reactieve rol
heeft.
Raadsleden verwachten van digitalisering vooral dat het voordelen zal opleveren in
termen van efficiëntie en effectiviteit van de beleidsuitvoering. Als er al vragen
worden gesteld aan het college, gaan die meestal over zorgen ten aanzien van de
19
privacy van de burger. Hoewel dat een terecht aandachtspunt is, duidt het wel op
een vrij beperkte kijk op de mogelijke bijwerkingen.
Bovendien worden dergelijke vragen vaak afgedaan met een belofte dat men
voldoet aan de eisen van de AVG en dat de data zoveel mogelijk geanonimiseerd
zullen worden. De meeste raadsleden zijn daarmee al snel tevreden. De reflex is
vaak ‘wat mogen we?’ en niet ‘wat willen we?’. Daarmee ontbreekt het aan ethische
reflectie op de wenselijkheid van de mogelijke maatschappelijke effecten.
Omdat gemeenteraden digitalisering niet als zodanig bespreken, vindt er geen
systematische inventarisatie plaats van beoogde en niet-beoogde effecten van
specifieke toepassingen van digitale technologie, zo blijkt uit ons onderzoek. Ook
worden normatieve afwegingen die schuilgaan achter beleidskeuzes vrijwel nooit
expliciet gemaakt. Dat ontneemt de raad mogelijkheden om effectief te kunnen
bijsturen als dat nodig is. Ook is er hierdoor geen zicht op niet-technologische
oplossingen of alternatieve beleidsopties die mogelijk minder onwenselijke
bijeffecten hebben.
Het huidige debat over digitalisering
_Op dit moment is er nauwelijks sprake van een debat in
gemeenteraden over de toepassing van digitale technologie en een
afweging van achterliggende waarden.
, Omdat dit debat niet plaatsvindt, wordt de mogelijke impact van
digitalisering vooraf niet systematisch onderzocht en verhelderd, en
worden normatieve afwegingen die aan beleidskeuzes ten grondslag
liggen, niet expliciet gemaakt en besproken.
e In diverse gemeenten geven onze respondenten aan dat de raad ten
aanzien van digitalisering vooral een reactieve rol aanneemt.
e Als er toch vragen worden gesteld, is dat vaak naar aanleiding van
berichtgeving vanuit de media over misstanden of risico’s. De vragen
gaan dan vaak over privacy.
20
1.2.2 Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering
In ons onderzoek zijn wij drie oorzaken tegengekomen die verklaren waarom
digitalisering momenteel nog weinig aandacht krijgt in gemeenteraden.
Raadsleden zijn zich vaak niet bewust van de maatschappelijke impact
In de eerste plaats zijn raadsleden zich vaak niet bewust van de maatschappelijke
impact die digitalisering kan hebben. Ze hebben veelal een vrij instrumentele visie
op digitalisering en zien daardoor niet de ethische en politieke aspecten ervan, en
wat hun eigen rol hierbij kan zijn. Wanneer dit inzichtelijk wordt gemaakt, kan hun
houding ineens veranderen, zo is de ervaring van een aantal raadsleden dat
bewustwordingsavonden organiseerde. In ons onderzoek kwamen we dit zelf ook
tegen, zoals te lezen viel bij het voorbeeld van de slimme deurbel.
Raadsleden denken onvoldoende kennis van de materie te hebben
Daarnaast komt uit onze interviews naar voren dat veel raadsleden zichzelf niet
bekwaam achten om met digitaliseringsvraagstukken aan de slag te gaan. Zij
menen dat ze niet beschikken over voldoende technische kennis, vragen zich af
hoever hun bevoegdheden op het thema digitalisering reiken, of dit niet meer iets is
voor het college van B&W, en welke middelen zij ter beschikking hebben om hierbij
richting te geven. Een griffier zei hierover: ‘Ze vinden het vaak te specialistisch om
zich er mee te bemoeien. Dat wordt letterlijk zo gezegd’.
Raadsleden en wethouders zien digitalisering als een kwestie van uitvoering
De gemeenteraad is er om de beleidskaders vast te stellen, en het college van
B&W gaat over de uitvoering van het beleid binnen die kaders — zo is de
rolverdeling. Raadsleden beschouwen digitalisering vaak als een kwestie van
uitvoering en daarmee als iets dat niet onder hun verantwoordelijkheden valt.
Tegelijk willen wethouders ook niet dat raadsleden op de stoel van de wethouder
gaan zitten. Dit is zeker het geval wanneer het om bestaande processen gaat.
Daarmee gaat men voorbij aan het feit dat digitalisering ook invloed heeft op de
kaders waarbinnen het beleid wordt uitgevoerd.
21
Waarom er weinig aandacht is voor digitalisering
e Raadsleden zijn zich weinig bewust van de impact van digitalisering.
Het ontbreekt hen aan inzicht in de mogelijke effecten.
e Raadsleden zien digitalisering vaak als een ingewikkeld en technisch
thema en krijgen er moeilijk vat op. Hun primaire interesse ligt bij
maatschappelijke thema’s.
e Wethouders vinden de betrokkenheid van raadsleden belangrijk, maar
willen niet dat raadsleden op de stoel van de wethouder gaan zitten.
Vaak zien zij digitalisering als beleidsuitvoering, en daar gaan zij over.
1.3 De opgave en de handvatten
Tijdens onze interviews kwam naar voren dat veel gemeenteraadsleden worstelen
met hun rol en positie bij digitalisering in de gemeente. Want hoewel digitalisering
inmiddels is doorgedrongen tot in de haarvaten van onze samenleving, is vaak nog
onduidelijk hoe gemeenteraden hier richting aan kunnen geven. Sturen op
waardevolle digitalisering vereist een continue verkenning van de mogelijkheden en
risico’s die digitale technologie met zich mee kan brengen. Het is een zoektocht die
raadsleden bovendien niet in hun eentje kunnen ondernemen.
In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk hebben we betoogd dat digitalisering de
aandacht van de gemeenteraad meer dan waard is: het is een politieke zaak,
omdat het allerlei vormen van impact heeft. In de tweede paragraaf hebben we op
basis van onze onderzoeksgegevens vastgesteld dat digitalisering om diverse
redenen momenteel nog weinig aandacht krijgt van gemeenteraden. Daaruit volgt
de opgave: breng het politieke debat over digitalisering in de gemeenteraad op
gang. Hiervoor moeten twee zaken aangepakt worden: organisatie en inhoud.
22
1.3.1 Organisatie: voldoende informatie en helderheid over rollen
Op basis van de focusgroepen met raadsleden en wethouders, concluderen we dat
er aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan om het debat in de raad over
digitalisering op een constructieve manier te laten verlopen. Deze voorwaarden zijn:
e Raadsleden moeten voldoende inzicht hebben in de maatschappelijke effecten
van specifieke voorstellen voor toepassing van digitale technologie.
e Raadsleden moeten voldoende kijk hebben op hun interventiemogelijkheden
(bijvoorbeeld om effecten te verzachten of eventuele risico’s te verminderen).
e Voor raadsleden en collegeleden moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is
voor de effecten en neveneffecten van de implementatie van digitale
technologie.
Uit onze gesprekken met raadsleden en wethouders komen vijf suggesties naar
voren die kunnen helpen om aan deze voorwaarden te voldoen:
e _Om de benodigde informatie over maatschappelijke effecten van digitalisering
op tafel te krijgen, kan de raad aan het college vragen om aan raadsvoorstellen
een ‘digitaliseringsparagraaf’ toe te voegen, waarin een analyse is opgenomen
van voorziene en potentiële effecten van digitalisering en van de
mogelijkheden hierin verschillende keuzes te maken.
Meer algemeen kan de raad het college van B&W vragen om een
digitaliseringsvisie te formuleren, waarin beleidsuitgangspunten staan voor
zaken als het verzamelen, bewerken en gebruiken van data, het gebruik van
algoritmen, en dergelijke. "7
, _Om meer zicht te krijgen op niet alleen de relevante effecten van digitalisering,
maar ook op de mogelijkheden hier als gemeenteraad invloed op uit te
oefenen, kan het helpen informatieavonden te organiseren, waarop experts
raadsleden wegwijs maken. Aangezien de behoefte aan informatie vrij breed
leeft onder raadsleden, is dit een activiteit die door de VNG zou kunnen worden
ondersteund.
, Om lokaal de benodigde expertise te mobiliseren ter ondersteuning van college
en raad, kan een ‘digitaliseringsraad’ ingesteld worden, bijvoorbeeld naar het
model van de WMO-raad, zoals die in veel gemeenten actief is. Een
digitaliseringsraad kan een onafhankelijke raad zijn die beleidsvoornemens met
een digitaliseringscomponent toetst op maatschappelijke impact en die college
en raad op digitaliseringsgebied van advies dient.
e Om de verantwoordelijkheid voor digitalisering en de gevolgen daarvan helder
te beleggen, is het raadzaam deze onder te brengen bij één wethouder
digitalisering.
17 De Principes voor de digitale samenleving’ van de VNG (2019) kunnen hierbij ter inspiratie of als uitgangspunt
dienen.
23
1.3.2 Inhoud: een handreiking voor de raad
Organisatie en voorbereiding zijn belangrijk, maar uiteindelijk moet het politieke
debat over digitalisering gevoerd worden in de raadsvergadering. Het is een
misverstand dat raadsleden daarvoor specifieke technische kennis nodig hebben.
Zij gaan immers over de maatschappelijke impact van de technologie, en kunnen
daaraan dan ook voorwaarden stellen. Daarom is het vooral belangrijk dat
raadsleden zicht krijgen op de brede sociale en maatschappelijke impact van
digitalisering, en de mogelijkheden die zij hebben om hier richting aan te geven.
Denkraam voor systematische afweging
Om raadsleden enig houvast te geven bij het bepalen van de gewenste richting en
impact van digitaliseringsprocessen, heeft het Rathenau Instituut een ‘denkraam’
ontwikkeld. Dit is bedoeld als hulpmiddel om op een systematische manier tot
afwegingen en besluiten te komen bij digitaliseringsprocessen in de gemeente. Het
denkraam kan door individuele raadsleden worden gebruikt als hulpmiddel bij de
voorbereiding van een debat over een specifieke casus, of het tussentijds
evalueren van lopende digitaliseringstrajecten. Daarnaast kan het ook behulpzaam
zijn om het denkraam gezamenlijk in te vullen. Zo kan het bijvoorbeeld worden
ingezet als gespreksinstrument over specifieke digitaliseringskwesties.
Hoe kom je aan de benodigde informatie?
We hebben de bruikbaarheid van het denkraam getoetst tijdens focusgroepen met
raadsleden en wethouders. Hieruit bleek dat het denkraam raadsleden kan helpen
om de complexiteit van digitaliseringsvraagstukken op een systematische manier
‘af te pellen’. Raadsleden gaven aan dat het houvast geeft bij de oordeelsvorming.
Wel werd duidelijk dat het voor individuele raadsleden een lastige exercitie blijft om
alle aspecten van digitaliseringskwesties zelf in kaart te brengen. Een belangrijke
vraag is dus hoe je aan de benodigde informatie komt. In de vorige paragraaf
hebben we een aantal suggesties gedaan om kennis in de raad te mobiliseren. Uit
de focusgroepen kwamen nog andere suggesties naar voren die kunnen helpen bij
het invullen van een denkraam.
Zo kunnen raadsleden ervoor kiezen om tijdens verdiepingsavonden uitgebreider in
te gaan op specifieke digitaliseringsvraagstukken. Uit ons onderzoek blijkt dat het
organiseren van dergelijke sessies kan helpen om het bewustzijn rondom het
thema te vergroten. Het denkraam kan worden gebruikt om gezamenlijk de
verschillende (ethische) afwegingen rondom digitalisering in kaart te brengen.
Hiervoor zijn verschillende informatiebronnen mogelijk. Ten eerste is het nuttig om
inwoners uit te nodigen om hun perspectief te bespreken. Ten tweede kan het
nuttig zijn om vertegenwoordigers uit andere gemeenten uit te nodigen om hun
ervaringen te delen. Ten derde kan het helpen om een expert uit te nodigen die
vanuit zijn of haar expertise bepaalde aspecten kan verhelderen.
24
Het raadslid bepaalt
Het denkraam genereert geen concrete antwoorden, maar is bedoeld om de
praktische consequenties van digitalisering en de daarmee samenhangende
politieke keuzes, die in het huidige debat nog vaak impliciet blijven, aan het licht te
brengen. Het helpt raadsleden om een bewuste afweging te maken gebaseerd op
wat zij belangrijk vinden. Welke waarde(n) uiteindelijk het zwaarst weegt of wegen,
moeten raadsleden zelf bepalen.
Op de volgende pagina laten we de verschillende stappen van het denkraam zien.
In het daarop volgende hoofdstuk laten we aan de hand van drie actuele
voorbeelden zien hoe het denkraam in de praktijk gebruikt zou kunnen worden.
25
Denkraam digitalisering
Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen
Beleidsdoelen: Digitalisering is een middel, geen doel. Expliciteer de
doelen van het beleid waarvoor het gebruik van digitale middelen wordt
overwogen. Verhelder hoe digitale technologie precies bijdraagt aan de
gestelde beleidsdoelen. Verken of de beleidsdoelen ook met inzet van
alternatieve instrumenten gerealiseerd kunnen worden.
Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context,
dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het digitaliseringsproces
in kaart
Het brede kader: Breng relevante vaststaande kaders in beeld, zoals
wetgeving, uitvoeringskaders, financiële kaders,
samenwerkingsovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen. De
inzet van data en algoritmen krijgt vorm binnen deze kaders.
Knoppen: Breng interventiemogelijkheden in kaart, zoals:
e Rechten (het recht op toegang tot data, …);
e Regels (over het gebruik van algoritmen, …);
e Initiatief en ontwikkeling (zelf ontwikkelen van digitale instrumenten of
uitbesteden, …);
e Geld (budget voor ontwikkeling, voor beheer en onderhoud, …);
e Organisatie en procedures (kwaliteitscontrole, klachtenprocedure, …);
e Toezicht en handhaving (monitoringssysteem, …).
Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde
voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart
Voordelen van het gebruik van data: effectiever beleid (betere
doelbereiking); efficiënter beleid (lagere kosten).
Risico’s en mogelijke neveneffecten: inbreuken op privacy;
stigmatiserende en discriminerende effecten; ondermijning van de relatie
overheid-burger (signaal dat de overheid burgers wantrouwt); implicaties
voor economische structuur, karakter en organisatie van werk, professionele
autonomie, ondernemerschap, gebruik van de publieke ruimte, verandering
van vervoersstromen, et cetera.
18 Een meer uitgebreide versie van het denkraam is te vinden in bijlage 3.
Raad weten met digitalisering 26
Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de
interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden, dat de beoogde
effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste neveneffecten beperkt?
Oorzaak en gevolg: Ga na hoe het draaien aan de knoppen (uit stap 2)
effect heeft op de impact van digitalisering (uit stap 3).
Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal
bijbehorende interventies
Politieke keuzes: Stel vast welke maatschappelijke impact van
digitalisering — gezien vanuit het eigen politiek perspectief — gewenst is,
welke acceptabel en welke onacceptabel is. Bepaal hoe door aan de
‘knoppen’ te draaien gestuurd kan worden op gewenste uitkomsten, en het
risico op onacceptabele effecten beperkt kan worden.
Figuur 1: de vijf stappen van het denkraam digitalisering
| e Specificeer de beleidsdoelen
Digitalisering is een middel, geen doel op zich. Verhelder de beleidsdoelen
waarvoor je het wil inzetten.
vj mm cp
Onderzoek de kaders Onderzoek de
en sturingsmogelijk- maatschappelijke
heden impact
Digitaliseringsprocessen De impact van
spelen zich af in een 4 digitalisering reikt verder
complex speelveld. * dan alleen beoogde
Breng dit in kaart. Ga na hoe je doelen. Onderzoek de
met de knoppen brede impact.
* Wet- en regelgeving kunt sturen
e Betrokken partijen op de impact e Beoogde voordelen
e Risico's en mogelijke
‘Knoppen’ waaraan je neveneffecten
kunt draaien
Rechten
Regels
Daed 5.
Telia Kies!
Geld Bepaal waarop je
Te wil sturen en stel
en voorwaarden
(8) Organisatie
Toezicht & handhaving
27
2 Het denkraam toegepast
In dit hoofdstuk lichten we het gebruik van het denkraam voor digitalisering verder
toe. We laten aan de hand van drie casussen zien hoe het denkraam zou kunnen
worden gebruikt om op een systematische manier alle aspecten en de daarmee
samenhangende politieke keuzes in kaart te brengen. We behandelen een
voorbeeld van elk van de drie soorten digitaliseringsvraagstukken die we in het
vorige hoofdstuk hebben geïdentificeerd. Het gaat om dataverzameling in de
jeugdzorg, de slimme lantaarnpaal en de deel- en kluseconomie. Hoewel we niet
pretenderen dat we hiermee een volledige analyse presenteren, maken de
toepassingen duidelijk dat de effecten van digitalisering meervoudig en complex
zijn, maar dat raadsleden ook beschikken over instrumenten om hieraan richting te
geven.
2.1 Data in de jeugdzorg
Hulp aan kwetsbare gezinnen
Sinds de decentralisaties in het sociaal domein spelen gemeenten een belangrijke
rol bij de zorg voor en ondersteuning van diverse kwetsbare groepen. Zo zijn
gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De jeugdzorg is
bedoeld om ouders en hun kinderen ondersteuning te bieden bij ontwikkelings- en
opvoedingsproblemen. De gemeente zorgt dat deze kwetsbare gezinnen de hulp
krijgen die ze nodig hebben.
| ij
J
Dat is geen gemakkelijke opgave. Uit recent onderzoek blijk dat juist gezinnen met
de meest complexe en zware problematiek vaak te laat — of zelfs niet — geholpen
worden. '° Bovendien hebben jeugdzorgaanbieders te maken met grote financiële
19 Zo bleek onder meer uit het rapport ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’ van de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (2019).
28
druk, terwijl het aantal jongeren in de jeugdzorg alleen maar toeneemt. Dat alles
heeft geleid tot wachtlijsten, bezuinigingen, uitgesteld onderhoud en problematiek
waarbij de kwetsbare kinderen om wie het gaat niet gebaat zijn.
Binnen deze context gingen gemeenten de afgelopen jaren op zoek naar manieren
om de uitvoering te verbeteren door kosten van de jeugdzorg onder controle te
krijgen. Er wordt momenteel geëxperimenteerd met de inzet van big data om
problemen al in een vroeg stadium op het spoor te komen.® Als gezinnen geholpen
kunnen worden vóórdat ze in de problemen komen, scheelt dat een boel ellende,
zo is de gedachte. En daarmee ook de nodige kosten. Dit experiment is niet geheel
zonder risico. Datasystemen kennen namelijk een eigen logica en een eigen
dynamiek, en aan een doordacht gebruik ervan zijn eisen verbonden. Het roept de
vraag op waar een raadslid aan moet denken bij het sturen op een wenselijke inzet
van data in de jeugdzorg.
Analyse met behulp van het denkraam
Om raadsleden te helpen bij het vormen van een mening over de inzet van data in
de jeugdzorg, passen we het ‘denkraam digitalisering’ toe op deze casus. Hiermee
pretenderen we niet een volledige analyse van deze casus te geven, maar willen
we inzichtelijk maken hoe het denkraam toegepast kan worden bij de beoordeling
van het gebruik van data in de jeugdzorg. Het denkraam voor deze casus is
ingevuld aan de hand van informatie uit diverse gesprekken met stakeholders en
raadsleden, en aangevuld met een aantal recente publicaties over het gebruik van
data in de jeugdzorg.
Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen
Beleidsdoel: Als gevolg van decentralisaties zijn gemeenten sinds 2015
verantwoordelijk voor de jeugdzorg en het behalen van de doelen van de
Jeugdwet. Met deze wet wordt ingezet op een verschuiving van curatief
naar preventief beleid. Het vroeg signaleren van problematiek staat centraal.
Tevens streeft men naar een integrale benadering van multiproblematiek in
gezinnen.
Hoe een gemeente hier precies uitvoering aan moet geven, is niet
vastgelegd in de Jeugdwet. Bij de uitvoering hebben gemeenten een zekere
mate van beleidsvrijheid gekregen, vanuit de gedachte dat zij in staat
moeten zijn om maatwerk te leveren. Dit betekent dat veel afhangt van de
visie van de gemeente op goede jeugdzorg: wanneer is daar sprake van?
20 Van Zoonen 2019; Lam 2020
29
Dit speelt tegen de achtergrond van forse uitdagingen binnen het
jeugddomein: een stijgend beroep op de zorg, een structureel tekort aan
financiële middelen, en een uitdagende context van decentralisatie van de
afgelopen vijf jaar waarin gemeenten op zoek moeten naar manieren om
invulling te geven aan hun nieuwe verantwoordelijkheden.
Inzet van digitale technologie: Met data kan men het risico op problemen
in gezinnen in kaart brengen. Het gaat dan om zaken die worden
vastgelegd door hulpverleners over problematiek, diagnoses, behandeling,
maar ook schulden en omstandigheden van gezinnen. Maar er kunnen ook
andere databronnen worden aangeboord, bijvoorbeeld aanvullende data
over de ouders (denk aan: gegevens over hun opleiding, leeftijd,
werkervaring), de buurt en de sociale context. De data hoeven dus niet
noodzakelijk direct betrekking te hebben op het specifieke kind of het gezin
in kwestie. Zo kan er ook gebruik worden gemaakt van CBS-data,
bijvoorbeeld over het gemiddelde energieverbruik in een buurt, inkomen,
gebruik van sociale zekerheid of nabijheid van voorzieningen, of van data
van woningbouwcorporaties en van criminaliteitscijfers van de politie.
Aan de hand van deze data worden risicoprofielen van gezinnen gemaakt.
Hiermee beoogt men tijdig te kunnen ingrijpen bij risicogezinnen, voordat
problemen zich voordoen. Daarmee wordt aangesloten bij het preventieve
karakter van de Jeugdwet. Een centrale opslag van data maakt het
bovendien makkelijker om dossiers te delen en draagt bij aan de doelstelling
om multiproblematiek integraal te behandelen. Tot slot kunnen vroegtijdige
interventies ook leiden tot een besparing op de financiële middelen.
Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context,
dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het
digitaliseringsproces in kaart
Het brede kader: De gemeente is verantwoordelijk voor het behalen van de
doelen van de Jeugdwet. De wet stelt kaders en eisen aan de uitvoering.
Naast gemeenten spelen zorgverleners een belangrijke rol. De inkoop van
jeugdzorg is doorgaans georganiseerd binnen een gemeenschappelijke
regeling. Voor gemeenten is de uitvoering van de jeugdzorg lastig te
coördineren, omdat veel beslissingen ‘elders’ worden genomen. Daardoor
ervaren veel raadsleden afstand, en hebben zij minder goed zicht op hun
sturingsmogelijkheden.2
21 Dit bleek onder meer uit het rapport ‘Decentrale zaak is politieke taak: naar een sturende van de
gemeenteraad in het sociaal domein’ van de Raad voor het openbaar bestuur (2020).
30
Betrokkenen bij digitalisering: De inzet van data en algoritmen krijgt vorm
binnen een gevarieerde coalitie van gemeenten en zorgverleners.
Uniformering en standaardisering van aanpakken en werkwijzen is een
uitdaging, en dat geldt ook voor het gebruik van data. Binnen deze context
kunnen gemeenteraadsleden afwegingen maken als het gaat om de inzet
van data en algoritmen. Die voorwaarden politiseren — politieke keuzes
hierbij expliciet maken — helpt om de sturingsruimte inzichtelijk te maken.
Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders zelf invloed uitoefenen
op de manier waarop partijen — waaronder de gemeente zelf — data en
algoritmen gebruiken. Dat zijn de ‘knoppen’ waaraan de raad kan draaien.
Wij onderscheiden zes soorten knoppen:
e Rechten Omdat er gebruikt wordt gemaakt van zeer persoonlijke en
gevoelige informatie over gezinnen, is het belangrijk oog te hebben voor
de rechten van betrokkenen. Denk aan het eigendomsrecht op data,
recht op toegang tot data, recht op inzage in wat er met data gebeurt,
recht op uitleg en motivatie van een op basis van data genomen
beslissing;
e Regels De gemeente kan regels en voorwaarden stellen ten aanzien
van welke data er wel of niet mogen worden verzameld, bijvoorbeeld
over afkomst, opleiding of inkomen, wat er met deze data gedaan mag
worden, waarvoor je algoritmen mag gebruiken, aan welke voorwaarden
algoritmen moeten voldoen, en wat er met de uitkomsten gebeurt;
e Initiatief en ontwikkeling Bijvoorbeeld digitale instrumenten in eigen
beheer ontwikkelen, dan wel het uitbesteden daarvan; het gebruik in
eigen hand houden, dan wel dit onderbrengen bij een externe (publieke
of private) partij. Vanwege de gevoeligheid van de informatie kan dat
laatste zeer onwenselijk zijn.
e Geld Gemeenten bepalen het budget waarmee hulpverleners cliënten
moeten helpen. Daarmee heeft de gemeente greep op het totale budget,
maar niet op de manier waarop een individuele hulpverlener binnen de
organisatie het budget besteedt. Maar omdat de gemeente
verantwoordelijk is voor de inkoop kan de raad daar wel eisen aan
stellen; waar moeten de inkopers op sturen?
e Organisatie en procedures Bijvoorbeeld een loket voor vragen en
toelichting, een ombudsman voor klachten, een systeem voor
kwaliteitscontrole, een toedeling van verantwoordelijkheden, een
klachtenprocedure, een procedure voor herstel van fouten;
Toezicht en handhaving Bijvoorbeeld een afspraak over
informatieverstrekking aan de raad, een systeem om te registreren en te
meten of het beleid werkt zoals verwacht en of beoogde effecten
31
optreden, of er neveneffecten zijn en of fouten gesignaleerd en
gecorrigeerd worden.
Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde
voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart
Voordelen van het gebruik van data: de beoogde voordelen van de inzet
van data in de jeugdzorg liggen met name in een verhoging van de
efficiëntie en effectiviteit van het gevoerde beleid. Wanneer men
risicogezinnen in een vroeg stadium op het spoor komt kan men, door
middel van vroegtijdige interventies, de veiligheid van de kinderen
vergroten. In stap 1 zagen we al dat de inzet van data kan bijdragen aan
meerdere algemene beleidsdoelstellingen.
Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat het
verzamelen en verwerken van zeer gedetailleerde en gevoelige data van
kinderen en hun gezinnen, een zekere mate van privacyschending met zich
meebrengt. Bovendien kan het in kaart brengen van bepaalde risicogroepen
stigmatiserende en discriminerende effecten hebben, en ongelijkheid in de
hand werken.” Critici van het gebruik van data in de jeugdzorg menen dat
het uitgaat van wantrouwen richting ouders? Dat ondermijnt ook de
autonomie van ouders. Daarnaast is een mogelijk neveneffect van
datagebruik dat het het werk van hulpverleners kan veranderen. Zij moeten
misschien ook bijgeschoold worden om met data en algoritmen te kunnen
werken. Tot slot is het de vraag wat de impact is op hun professionele
autonomie.
Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de
interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de
beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste
neveneffecten beperkt?
Wie ervan overtuigd is dat de inzet van technologie alleen maar invloed
heeft op vooropgestelde doelen als efficiëntie en het verbeteren van
veiligheid, heeft weinig oog voor de bredere impact ervan. Uit de vorige stap
is gebleken dat de inzet van data in de jeugdzorg ook allerlei andere
(neven)effecten sorteert. Voor raadsleden is het zaak deze tegen elkaar af
te wegen. In welke mate staat een inbreuk op de privacy in verhouding tot
het beoogde doel? Welke mate van stigmatisering of (positieve)
discriminatie is acceptabel om de veiligheid van kinderen te vergroten? Is
22 Zie bijvoorbeeld Eubanks (2018)
23 Zie bijvoorbeeld Lam (2020)
32
het wenselijk dat de professionele autonomie van hulpverleners wordt
ingeperkt? Is het wenselijk dat zij mogelijk nieuwe competenties moeten
aanboren? Wat mogen de maatschappelijke kosten zijn van efficiëntie en
effectiviteit? Hoe een precieze afweging van deze publieke waarden uitvalt,
hangt, behalve van wettelijke kaders en beleid, ook af van het normatieve
kader dat een raadslid hanteert. Het antwoord daarop is in essentie dus
politiek van aard.
Welke effecten en neveneffecten in welke mate optreden, is afhankelijk van
hoe digitale technologie wordt ingezet: welke data worden verzameld, wat
wordt ermee gedaan, hoe steken algoritmen in elkaar, en dergelijke. Hoe
digitale technologie wordt ingezet, is een kwestie van voorwaarden stellen
en sturen. Het hangt af van hoe de ‘knoppen’ staan.
Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal
bijbehorende interventies
De laatste stap van het denkraam is een optelsom van de eerdere stappen.
De mate van sturingsruimte wordt bepaald door de beleidsmatige context,
betrokken partijen, wettelijke kaders. En waarop raadsleden willen sturen,
hangt af van de afweging uit de vorige stap.
Bij de inzet van data in de jeugdzorg kunnen allerlei nare situaties ontstaan.
Zo kan er een discriminerend en stigmatiserend effect vanuit gaan en kan
het de privacy en autonomie van gezinnen aantasten. Het is belangrijk dat
de veiligheid van de gegevens gewaarborgd is. Als de juistheid en
volledigheid van data niet kunnen worden gegarandeerd, kunnen er foute
analyses worden gemaakt met verstrekkende gevolgen. Als uit de afweging
van waarden blijkt dat bepaalde discriminerende effecten niet acceptabel
geacht worden, kan men ervoor kiezen dat er geen gebruik gemaakt mag
worden van bepaalde data. Men kan eisen dat bepaalde gegevens niet
worden meegenomen in de risicoanalyse (data over afkomst, etniciteit,
religie, opleidingsniveau), en dat algoritmen altijd transparant en uitlegbaar
dienen te zijn. Hoe de uitkomsten worden benut, ligt niet vast. Daaraan kan
een gemeenteraad dus ook eisen stellen. Als er een risicogroep in beeld is,
kan men preventief met deze mensen zelf in gesprek gaan over hun
behoeften en eventuele problemen. Een belangrijk uitgangspunt zou dan
kunnen zijn een gesprek met deze mensen en nooit over deze mensen. Op
Raad weten met digitalisering 33
die manier kan de gemeenteraad sturen op de toepassing van de
technologie, en de impact op het leven van burgers.
Figuur 2: het denkraam digitalisering toegepast voor de jeugdzorg
1 e Specificeer de beleidsdoelen
Bijvoorbeeld: laagdrempelige, effectieve, kostenefficiënte jeugdzorg, die niemand overslaat
2. u cn
Onderzoek de kaders Onderzoek de
en sturingsmogelijk- maatschappelijke
heden Lut eter
Kaders: 4 Beoogde effecten:
Ke nn * e Vroegsignalering/
inancieie midde Ei Ga na hoe je PTT
* Gemeenschappelijke de k tr ,
regeling met de knoppen e Effectiviteit beleid
kunt sturen * Aanpak
: î 8 op de impact multiproblematiek
Knoppen’ waaraan je ne i
8 ostenbesparing
kunt draaien
Mogelijke neveneffecten:
pH a
* Inzage dossier e Stigmatisering
honest « Transparantie data e Discriminatie
« Privacyschending
EON e Verlies van professionele
WJ e Data uitsluiten enen
e Beleid uitkomsten B, TET
Organisatie: Kies! autonomie
re e Klachtenprocedure Bepaal waarop je
« Herstellen fouten wil sturen en stel
Toezicht/handhaving: voorwaarden
e e Effectmeting
e Informatie
verstrekking aan
raad
Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat er bij de
toepassing van data in de jeugdzorg behoorlijk wat afwegingen gemaakt moeten
worden. Er valt voor raadsleden dan ook echt wat te kiezen. Om inzichtelijk te
maken waar de sturingsruimte zit, kan het helpen om het thema te ‘politiseren’: wat
verstaat men onder goede jeugdzorg? En op welke manier zouden data daaraan
kunnen bijdragen? Vervolgens is het van belang om te expliciteren welke waarden
er tegen elkaar moeten worden afgewogen, en te bepalen welke het zwaarst
24 Zo gaat men in de regio Hart van Brabant het gesprek aan met de groep die met de data in beeld is gekomen
aan de hand van de ‘design thinking’ methode. Dat is een methode waarbij je op een creatieve manier tot een
oplossing kan komen, samen met de doelgroep. Men gaat met vertegenwoordigers van gezinnen samen
kijken waarmee ze zouden kunnen worden geholpen, en wat dan een oplossing zou kunnen zijn.
34
wegen. Is de inzet van data acceptabel als dit bijdraagt aan de preventiedoelstelling
maar tegelijk de privacy van gezinnen schendt en de professionele autonomie van
zorgverleners inperkt? Het kan dan een keuze zijn om voorwaarden of beperkingen
af te spreken voor het gebruik van data, of zelfs te besluiten dat het gebruik ervan
niet wordt toegestaan.
35
2.2 De slimme lantaarnpaal
Meer dan alleen verlichting
Voorheen dienden lantaarnpalen uitsluitend als straatverlichting. Momenteel komt
er een nieuwe generatie ‘slimme lantaarnpalen’ op de markt die veel meer
mogelijkheden en functies biedt dan een gewone lantaarnpaal. Zo kan de
verlichting op afstand worden beheerd en de lichtsterkte per straat worden
ingesteld. De lantaarnpalen kunnen worden uitgerust met sensoren die bijvoorbeeld
de luchtkwaliteit en de drukte op straat kunnen meten. Bij lawaai (zoals het intikken
van een autoruit) kan de lamp feller gaan branden, of kunnen beeld- en
geluidsopnamen worden gemaakt. Slimme lantaarnpalen vormen een ICT-netwerk
dat data-uitwisseling mogelijk maakt. Verder is het mogelijk om bij voldoende
verzwaring van het elektriciteitsnetwerk de slimme lantaarnpaal als oplaadpunt voor
elektrische auto’s te gebruiken.
Geluidssensor
We NN
Camera
(G. D—
iq
WiFi
Luchtkwaliteit
Zonne-energie
Oplaadpunt _
Velen zien in de slimme lantaarnpaal de lantaarnpaal van de toekomst. Dus als de
huidige lantaarnpalen aan vervanging toe zijn, waarom dan niet kiezen voor deze
slimme lantaarnpalen? Steeds meer gemeenten staan momenteel voor die keuze.
Maar bewoners reageren niet altijd even enthousiast. Door de vele functionaliteiten
heeft de slimme lantaarnpaal ook een ingrijpende impact op het straatbeeld en de
leefomgeving van omwonenden. Voor de gemeente is het belangrijk hier vooraf
goed over na te denken. Er valt een hoop te kiezen omdat iedere gemeente zelf
kan bepalen welke functionaliteiten zij wel en niet wenselijk acht.
36
Analyse met behulp van het denkraam
Om raadsleden te helpen bij het vormen van een mening over de inzet van slimme
lantaarnpalen, passen we het ‘denkraam’ digitalisering toe op deze casus. We
illustreren deze toepassing met hetgeen naar voren kwam uit ons eigen onderzoek
naar de besluitvorming omtrent de plaatsing van slimme lantaarnpalen in een
aantal gemeenten in Nederland (met name Den Haag, Eindhoven en Utrechtse
Heuvelrug).2®
Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen
Beleidsdoel: De gemeente heeft beleidsdoelen op de terreinen van
kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte, openbare orde en
veiligheid. Daar draagt straatverlichting aan bij. En slimme lantaarnpalen
doen dat beter dan traditionele straatverlichting. Maar deze palen kunnen
meer beleidsdoelen dienen, op het gebied van verkeersbeleid en
parkeerbeleid, en op dat van milieu- en duurzaamheidsbeleid. Vooral de
toenemende drukte in gemeenten (meer mensen, meer verkeer) vraagt om
efficiënte verkeersoplossingen, zo zuinig mogelijk omgaan met de
beschikbare energie en meer toezicht op veiligheid. In de beleidsplannen
van de door ons onderzochte gemeenten zien we dit terug. De gemeente
Eindhoven benoemt bijvoorbeeld duurzaamheid als hoofddoel, samen met
het vergroten van veiligheid en leefbaarheid in de wijken.2
Inzet van digitale technologie: De inzet van digitale technologie kunnen
we nu koppelen aan bovengenoemde beleidsdoelen.
- Kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte: via algoritmen is het
mogelijk automatisch de lichtintensiteit op straat aan te passen.
- Verkeer en vervoer: verkeersdoorstroming en het parkeerbeleid kunnen
worden geoptimaliseerd door de hoeveelheid verkeer te meten en te
koppelen aan digitale analyse.
- Openbare orde en veiligheid: sensoren kunnen als surveillancemiddelen
gebruikt worden om zo het aantal inbraken terug te dringen of
hangjongeren op straat in de gaten te houden. Data van beeld- en
geluidssensoren kunnen gekoppeld worden aan andere beschikbare
gegevens.
- Milieubeheer en duurzaamheid: de led-buizen in slimme lantaarnpalen
zijn zuiniger dan de tl-buizen in standaard lantaarnpalen, en kunnen
25 We maken gebruik van de volgende bronnen. Voor Den Haag: brief van wethouder Bruines (2019) aan de
gemeenteraad 12 november 2019, interview wethouder Bruines en nieuwsberichten. Voor Eindhoven: het
Rathenau-rapport ‘Voeten in de Aarde’ (Rathenau Instituut 2020a). Voor Utrechtse Heuvelrug: diverse
nieuwberichten en raadsvergaderingen.
26 Gemeente Eindhoven 2014
27 20200) een voorbeeld het project Stratumseind 2.0 in het rapport ‘Voeten in de aarde’, (Rathenau Instituut
37
werken op zonnecellen. De verlichtingsintensiteit automatisch dimmen
als er niemand in de buurt is brengt het energieverbruik omlaag.
Lantaarnpalen voorzien van een laadpunt bevordert elektrisch rijden.
De slimme lantaarnpaal is dus een object waarmee diverse technologische
toepassingen die verschillende beleidsdoelen dienen, fegelijk kunnen
worden gerealiseerd. Meer apparaten en dataverkeer betekent echter ook
een grotere belasting van het ICT-netwerk. Daarom koppelen veel
gemeenten het plaatsen van slimme lantaarnpalen aan de uitrol van 5G, dat
een grotere belasting aankan dan het 4G-netwerk. Die koppeling is niet
onomstreden.
Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context,
dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het
digitaliseringsproces in kaart
Het brede kader: Een netwerk van slimme lantaarnpalen valt als
elektriciteitsnetwerk onder de Elektriciteitswet. Deze waarborgt de
leveringszekerheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van
traditionele infrastructurele netwerken, maar lijkt in principe ook van
toepassing op een ‘slim’ netwerk.?® Bovendien verzamelen en verwerken
slimme lantaarnpalen data. Ook daarvoor gelden wettelijke kaders
waarbinnen geopereerd moet worden. Als ICT-netwerk valt een netwerk van
slimme lantaarnpalen onder de Telecommunicatiewet. Daarin zijn
bepalingen opgenomen over de omgang met data en over
privacybescherming. Privacybescherming wordt ook geregeld door de
Algemene Verordening Gegevensbescherming 2018 (AVG). Hieruit vloeit de
verplichting voort om voor elk digitaliseringsproject een data protection
impact assessment uit te voeren om vooraf de privacyrisico’s van het project
in te kunnen schatten.
Betrokkenen bij digitalisering: De gemeente is opdrachtgever voor het
plaatsen van slimme lantaarnpalen, terwijl bij de levering, de uitvoering en
het beheer doorgaans commerciële bedrijven betrokken zullen zijn. Er
moeten dus tal van afspraken gemaakt worden tussen de gemeente en
deze bedrijven, niet alleen over de hardware, maar ook over de data die de
lantaarnpalen verzamelen. Een derde groep betrokkenen zijn de burgers.
De lantaarnpalen hebben een directe impact op de leefomgeving, met naast
positieve ook onzekere of negatieve kanten. Het draagvlak onder de
bevolking voor de manier waarop de lantaarnpaal wordt vormgegeven
vraagt de nodige aandacht. Zo zijn bijvoorbeeld in Den Haag
28 Zie Karstens, Kool & van Est 2020
38
(Scheveningen) en in Eindhoven burgers actief betrokken via bootcamps en
consultatierondes om slimme toepassingen aan te dragen voor hun buurt. In
Utrechtse Heuvelrug heeft burgerverzet geleid tot uitstel van projecten met
slimme lantaarnpalen gekoppeld aan de uitrol van 5G.
Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders invloed uitoefenen op
de manier waarop de slimme lantaarnpaal vorm krijgt. Dat zijn de ‘knoppen’
waaraan het bestuur kan draaien. Wij onderscheiden zes soorten knoppen:
e Rechten: De slimme lantaarnpaal verzamelt en genereert veel data over
omgeving en inwoners. Hiervoor gelden natuurlijk wettelijke kaders,
maar de gemeente zal lokaal nadere afspraken moeten maken. Bij de
slimme lantaarnpaal leveren commerciële partijen zowel hardware als
software. In samenwerkingsovereenkomsten moet worden vastgelegd
wie welke rechten op de data heeft: van wie ze zijn, wie er toegang toe
heeft, wie bepaalt wat er met de data gebeurt, en wie controle over de
dataverwerking heeft.
e Regels: De gemeente en de commerciële partners moeten afspraken
maken over welke data slimme lantaarnpalen mogen verzamelen, waar
ze worden opgeslagen en in welke vorm, hoelang ze bewaard mogen —
of moeten — worden, hoe ze verwerkt en/of gecombineerd mogen
worden, en dergelijke. Hiervoor kunnen de principes voor de digitale
samenleving van de VNG als richtsnoer worden gebruikt. Deze principes
— zoals transparantie en open source — moeten telkens worden vertaald
naar de lokale gebruikerspraktijk.
e Initiatief en ontwikkeling: De gemeente is initiator. Maar omdat er
zoveel functionaliteiten mogelijk zijn, kunnen zowel burgers als bedrijven
een rol krijgen bij het kiezen en exploiteren van bestaande toepassingen
en het bedenken van nieuwe toepassingen. Zo heeft de gemeente
Eindhoven er bijvoorbeeld voor gekozen om eigenaar te worden van de
fysieke infrastructuur, maar het beheer van het netwerk aan bedrijven
over te laten. De gemeente heeft wel het recht bedongen altijd inzage te
hebben in wat er met de data gebeurt.®® Omdat niet alle implicaties van
de mogelijke toepassingen van tevoren kunnen worden ingeschat, kan
het verstandig te zijn om te werken met een /iving lab-aanpak, met een
experimentele proefperiode om goed zicht op de impact van de slimme
lantaarnpalen te krijgen. In Eindhoven is daarvoor gekozen.
Geld: Er moet goed gekeken worden naar het budget voor de start- of
experimentele fase en naar structurele middelen voor als de
lantaarnpalen er eenmaal staan. Voor commerciële partners moet er een
29 Zie ook het rapport Voeten in de aarde van het Rathenau Instituut (Rathenau Instituut 2020a).
39
werkbaar verdienmodel zijn. Uit de praktijk blijkt dat de startfase
kostbaar kan zijn: de gemeente Den Haag heeft er 279.000 euro in
geïnvesteerd en Eindhoven zelfs 2,9 miljoen euro.
e Organisatie en procedures: Digitaliseringsprojecten moeten goed
ingebed worden in de gemeentelijke organisatie.* Wellicht is een loket
nodig voor burgers met vragen, suggesties of klachten. Mogelijk is het
nodig om de organisatie te versterken met bestuurlijke en juridische
expertise. Periodiek kan de gemeente nagaan of de slimme lantaarnpaal
de verwachtte voordelen (veiligheid, energiebesparing) oplevert, en of
de gemaakte kosten daartegen opwegen.
Toezicht en handhaving: Het behoort tot de taken van de raad om in
de gaten te houden of afgesproken beleid wordt gerealiseerd en
afspraken met bedrijven en burgers worden nageleefd. Ontwikkelen
verkeersstromen, energiebesparing, openbare orde, economische
activiteit en dergelijke zich zoals in de plannen rond de slimme
lantaarnpalen was voorzien? Hoe ervaren de bewoners de lantaarnpalen
nu ze er eenmaal staan? Worden geregistreerde data alleen voor
overeengekomen doeleinden ingezet? Zijn er geen inbreuken gepleegd
op de privacy van bewoners? Zijn er tussentijds onvoorziene effecten
aan het licht gekomen? De raad kan met het college van B&W afspreken
hierover van tijd tot tijd geïnformeerd te worden.
Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde
voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart.
Voordelen van de slimme lantaarnpaal: Een voordeel van de slimme
lantaarnpaal is dat deze een reeks van functies combineert op het gebied
van leefbaarheid (straatverlichting), toezicht op de openbare orde,
verkeersmanagement en distributie van elektriciteit en data. Het combineren
van functies levert kostenbesparingen op. Bovendien biedt het gebruik van
digitale technologie de mogelijkheid om deze functies beter te vervullen:
straatverlichting wordt dynamischer, toezicht ‘intelligenter’,
verkeersmanagement flexibeler en elektriciteitsdistributie fijnmaziger.
30 Zie Van der Kooi 2019. Daar moet wel bij aangetekend worden dat de lantaarnpalen aan vervanging toe
waren. De vervangingskosten zouden dus sowieso gemaakt zijn.
31 Proceskennis met betrekking tot de uitvoering van slimmestadprojecten groeit. Zie onder meer Rathenau
Instituut (2018), Helberger, Pierson & Poell (2018) en Meijer & Thaens (2018).
32 Slimme algoritmen kunnen uit de beeld- en geluidsdata die sensoren opvangen, signalen distilleren die
mogelijk wijzen op zich ontwikkelende ordeverstoringen (Rathenau Instituut 2020a).
40
In de praktijk zien we dat gemeenten de mogelijke toepassingen
verschillend invullen. Zowel Den Haag (Scheveningen) als Eindhoven
hebben hierover burgers en bedrijven geconsulteerd. In Scheveningen zijn
bijvoorbeeld de volgende mogelijkheden geopperd:
1. Leefbaarheid: dynamische straatverlichting;
2. _ Openbare orde: cameratoezicht — signaleren van zwerfvuil —
alarmknop en AED;
3. _Verkeersmanagement: management van pollers (palen die in het
wegdek kunnen zinken) — dynamisch parkeerbeheer;
4. Distributie van elektriciteit en data: 5G-netwerk — elektrisch laden
auto’s en fietsen — stroom en glasvezel naar strandpaviljoens—
walstroomvoorziening voor vaartuigen;
5. _ Overig: dataverzameling voor natuurtellingen.
Risico's en mogelijke neveneffecten: Slimme lantaarnpalen hebben niet
alleen voordelen, maar kennen ook nadelen en brengen mogelijk risico’s
met zich mee. Er zijn burgers die ongerust zijn over mogelijke
gezondheidsrisico’s, veroorzaakt door de straling van 5G-netwerken. Die
straling zou bijvoorbeeld leiden tot hoofdpijn, een stijve nek en branderige
ogen. Door de onrust over 5G is de plaatsing van slimme lantaarnpalen in
diverse gemeenten on hold gezet.“
Verder zijn er ook privacyrisico’s als er geen duidelijke afspraken worden
gemaakt over dataverzameling en doelbinding ervan, conform de AVG.
Complicaties ontstaan als datasets achteraf gebruikt gaan worden voor
andere doelen dan vooraf was bepaald. Wanneer gemeenten erg
afhankelijk raken van commerciële partijen, kan de controle over hergebruik
verloren gaan.
Slimme lantaarnpalen kunnen ook een negatief effect hebben op de
leefbaarheid in wijken, bijvoorbeeld omdat ze intimiderend kunnen
overkomen. Wat doet het met bewoners als ze het gevoel hebben dat ze
permanent geobserveerd worden? Voelen mensen zich nog vrij om te doen
en laten wat ze willen, of gaan ze zich (misschien onbewust) toch
aanpassen? Deze overwegingen gaan over belangrijke waarden als
autonomie en keuzevrijheid van burgers, maar zijn opvallend afwezig in de
door ons onderzochte gemeenten.
33 In de gemeente Utrechtse Heuvelrug ging de raad aanvankelijk akkoord met de plaatsing van slimme
lantaarnpalen, maar kwam daarop terug na protesten uit de bevolking
(https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1717258/hoofdpijn-van-slimme-lantaarnpalen.html). In Hilvarenbeek en
Bergen heeft de gemeenteraad moties ingediend om de uitrol van 5G te pauzeren.
41
Tot slot bestaan er, naast de specifieke nadelen en risico’s van de slimme
lantaarnpaal, de generieke risico’s verbonden aan complexe en kostbare
technologische projecten, zoals kostenoverschrijdingen en tegenvallende
economische haalbaarheid. Dat kan leiden tot spanningen met commerciële
partners. Er ligt een uitdaging om levensvatbare verdienmodellen te
realiseren en publiek-private samenwerking daarin een plaats te geven.
Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de
interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de
beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste
neveneffecten beperkt?
Samenvattend: de beoogde voordelen van slimme lantaarnpalen liggen op
de gebieden van leefbaarheid, openbare orde, verkeersmanagement en
distributie van elektriciteit en data. Risico's zijn er op de terreinen van
gezondheid, privacy, welbevinden in de openbare ruimte, en economische
haalbaarheid. Met de onderscheiden interventiemogelijkheden (de
knoppen), valt te sturen op de voordelen en op de risico’s. Sturen op de
genoemde voordelen kan bijvoorbeeld door allereerst te zorgen voor een
goede organisatorische inbedding (vijfde knop) van de slimme lantaarnpaal,
aansluitend op de ordehandhaving, de verkeersplanning, de bestaande
netwerken voor elektriciteit en data. Wellicht is ook op de voordelen te
sturen door meer of minder in eigen hand te houden (derde knop): het
systeembeheer, de aansturing.
Sturen op de genoemde risico’s kan allereerst met rechten en regels. Door
rechten op data vast te leggen (eerste knop) en regels af te spreken over
hoe en wanneer data te verzamelen en hoe ermee om te gaan (tweede
knop), zijn privacyrisico’'s en nadelen op het gebied van welbevinden te
beperken. Toezicht en handhaving (zesde knop) horen daarbij, om te
zorgen dat rechten en regels geen dode letter blijven. Maar op deze wijze
sturen op privacy en welbevinden kan ten koste gaan van de beoogde
voordelen op het punt van openbare orde en veiligheid, en kan ook de
economische risico’s vergroten. Het verdienmodel van betrokken bedrijven
is mede gebaseerd op de ruimte die zij hebben om de data die ze
verzamelen commercieel te exploiteren. Als deze ruimte omwille van privacy
beperkt wordt, of als data of algoritmen verplicht gedeeld moeten worden,
vervalt voor hen een bron van waardecreatie, hetgeen gevolgen heeft voor
de financiering (vierde knop).
42
Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal
bijbehorende interventies
Het is aan raadsleden om voor of tegen de slimme lantaarnpaal te kiezen,
en in het geval van een keuze vóór, te bepalen hoe op maatschappelijke
impact te sturen door voorwaarden te stellen en sturingsinstrumenten te
gebruiken. In het geval van de slimme lantaarnpaal kunnen daarbij de
volgende politieke keuzes op tafel komen:
- Het openstellen van datasets (uiteraard na afdoende privacybeveiliging)
kan wenselijk zijn omwille van transparantie, en onwenselijk vanuit
economisch opzicht, bijvoorbeeld omdat deelnemende bedrijven er hun
competitieve voordeel mee kwijt kunnen raken. Het gaat erom hier een
balans in te vinden.
- Bottom up initiatieven voor het gebruik van verzamelde data de ruimte
geven is goed voor het draagvlak, maar kost tijd en geld. Hoeveel
financieel risico is de gemeente bereid te nemen? Staat dat risico in
verhouding tot de beoogde beleidsopbrengst?
- Slimme lantaarnpalen die uitgerust zijn met allerlei antennes, camera’s
en sensoren, kunnen een intimiderende werking hebben op de
leefomgeving. Hebben we die prijs over voor meer veiligheid,
verkeersdoorstroming en energiebesparing?
De slimme lantaarnpaal is een mast waarin een aantal analoge en digitale
functionaliteiten bij elkaar komen. Wanneer een dergelijke paal langs de
straat staat, heeft die dan ook een reeks van invloeden op de openbare
ruimte en op het leven in de gemeente. Er zijn invloeden op welbevinden en
vrijheid, en ook op veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid, bedrijvigheid,
kansen voor innovatie en manieren van leven. Die invloeden roepen vragen
op en stellen raadsleden voor keuzes. Zijn we bereid om privacy in te
leveren voor meer veiligheid of meer economische kansen? Hoe ver willen
we gaan met geautomatiseerde gedragsbeïnvloeding door technologie? Wat
betekent dat voor autonomie en kwaliteit van leven? Moeten we onze
problemen wel willen oplossen met nieuwe technologie; kunnen we niet
beter onze manier van leven aanpassen? Om bij de slimme lantaarnpaal te
blijven: willen we het verkeersmanagement verbeteren, of zouden we
minder kunnen reizen; willen we met sensoren en camera’s hangjongeren
beter in de gaten houden, of kunnen we ze wat anders te doen geven; willen
we laadpalen voor auto’s, of toch liever voor fietsen”?
Raad weten met digitalisering 43
Figuur 3: het denkraam digitalisering toegepast voor de slimme lantaarnpaal
| e Specificeer de beleidsdoelen
Bijvoorbeeld: op straat meer leefbaarheid, veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid, etc.
vj U cp
Onderzoek de kaders Onderzoek de
en sturingsmogelijk- maatschappelijke
heden impact
eh 4 Beoogde effecten:
hd ard 8 . « Minder onveiligheid
. orale Ga na hoe je TVT
” met de knoppen verkeersdoorstroming
« Aanbod commerciële er.
kunt sturen e Overal wifi
partners op de impact . de lunet
DOT TN waaraan PE (door combineren functies)
kunt draaien
Mogelijke neveneffecten:
le en ® Zorgen over 5G
Te eee e Privacyrisico's
ela kek « Nadelig effect op ervaren
p leefbaarheid
mp Initiatief: e Budgetoverschrijdin
* Wensen burger B 9 hai
lef CT .
« Living Labs Kies!
en Bepaal waarop je
: « Budget wil sturen en stel
experimenten voorwaarden
Toezicht/handhaving:
e Klachtenprocedure
Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat er in de
slimme lantaarnpaal een heleboel dingen samenkomen waarbij er wat te kiezen
valt. In wezen is in die lantaarnpaal een combinatie van technologieën vervat die tot
uitdrukking brengen wat we van elkaar op de openbare weg verwachten, in
hoeverre we elkaar vertrouwen, welke ruimte we elkaar op straat willen bieden, en
hoe we met elkaar willen omgaan. Het vereist een politieke visie om hier keuzes in
te maken.
44
2.3 De deel- en kluseconomie
Eindeloze mogelijkheden
ledereen leent wel eens iets van een ander. Het kopje suiker bij de buren is het
spreekwoordelijke voorbeeld. ledereen doet ook wel eens iets voor een ander. Een
pannetje soep brengen of even wat boodschappen meenemen. Maar met de komst
van digitale deelplatformen heeft dit ouderwetse delen en doen een heel nieuwe
dimensie gekregen. Tegenwoordig kunnen mensen via online platformen op veel
grotere schaal dan voorheen, en eventueel tegen betaling, anderen gebruik laten
maken van hun spullen of diensten.
De mogelijkheden zijn eindeloos. Via Airbnb (AirBed & Breakfast) kunnen mensen
(een deel van) hun huis aan anderen verhuren. Via ShareDnD (Share Drinks &
Dinner) kunnen hobbykoks (onbekende) gasten thuis ontvangen en laten
meegenieten van hun kookkunsten. Andere platformen faciliteren weer dat mensen
maaltijden bij een hobbykok afhalen, iemand helpen bij een huishoudelijke klus of
hun auto, fiets, camper, boot, motor of boormachine uitlenen. Deze platformen
hebben de afgelopen jaren een stormachtige groei doorgemaakt. En het einde is
nog niet in zicht.
€
$ u
© 7
# Ì 4
Maatschappelijke impact
Duidelijk is inmiddels wel dat door deze platformen nieuwe vormen van delen en
handelen ontstaan zijn, die ingrijpende en dikwijls ook onvoorziene consequenties
kunnen hebben voor de samenleving. De deeleconomie biedt weliswaar nieuwe
kansen, maar leidt ook tot vragen en soms zelfs tot fricties.
Neem bijvoorbeeld deze situatie. De buurman kan goed koken. Hij biedt sinds kort
zijn diensten aan via ShareDnD. Al snel loopt zijn huiskamerrestaurant als een
45
zonnetje. De heerlijkste geuren verspreiden zich regelmatig door het trappenhuis.
Bijna elke week komen er, in de vroege avond zeven of acht mensen aan de deur —
soms vergissen ze zich in het adres, en dan bellen ze bij jou aan. Om een uur of elf
hoor je ze weer vertrekken. Luid en duidelijk, als ze het heel gezellig hebben
gehad.
Na een tijdje vraag je jezelf af: wie heeft de verantwoordelijkheid voor de parkeer-
of geluidsoverlast? Bij wie kan ik terecht met klachten? Heeft de buurman een
omgevingsvergunning nodig? Moet hij zich aan bijzondere regels houden in
verband met brandveiligheid? Wanneer is er sprake van oneigenlijke concurrentie
met de professionele horeca? Is hij belastingplichtig over zijn/haar inkomsten? Zo
ja, wie controleert dat? Moet de buurman zich eigenlijk aan dezelfde regels houden
als een professionele kok? Wie houdt toezicht op de voedselveiligheid? Gelden
voor zijn huiskamerrestaurant ook de bepalingen uit de Drank- en Horecawet?
De gevolgen van de platformeconomie zijn bij uitstek op lokaal niveau merkbaar. Ze
kunnen bovendien per gemeente verschillend uitpakken en gewaardeerd worden.
Wat de ene gemeente een wenselijke ontwikkeling vindt, kan voor een andere
gemeente juist heel onwenselijk zijn. Het is voor gemeenten dan ook belangrijk om
over de (on)wenselijkheid van deze nieuwe vormen van delen na te denken.
Analyse met behulp van het denkraam
Het initiatief voor deze platformen ligt doorgaans bij private partijen, waardoor de
gemeente in een reactieve rol wordt gedrukt. Bovendien is de gemeente niet bij het
ontwerp van de platformen betrokken geweest, waardoor belangrijke beslissingen
over bijvoorbeeld de opslag en het gebruik van data (of van gebruikersprofielen),
zonder inbreng van de gemeente genomen zijn. Toch heeft de gemeente ook
zonder deze technologische ontwerpmacht mogelijkheden om de platformen in de
gewenste richting te sturen. Om dat inzichtelijk te maken passen we het ‘denkraam’
digitalisering toe op de deel- en kluseconomie. Dit doen we op basis van informatie
uit het rapport ‘Eerlijk delen’ van het Rathenau Instituut.
Omdat in de deel- en kluseconomie het initiatief door een andere partij wordt
genomen, is het logisch om te beginnen bij stap drie, de maatschappelijke impact.
Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde
voordelen ook de risico’s en mogelijke neveneffecten in kaart
Deel- en klusplatformen hebben soms ingrijpende effecten op de bestaande
orde binnen een gemeente. Om een gebalanceerde, politieke afweging te
kunnen maken tussen gewenste en ongewenste effecten, is het handig
eerst de effecten zelf te inventariseren. Het is daarbij belangrijk om op te
34. Rathenau Instituut 2017
46
merken dat wat telt als ‘gewenst’ of ‘ongewenst’, niet alleen per gemeente
maar ook per politieke opvatting kan verschillen. Gemeentes in een
krimpregio kunnen bijvoorbeeld heel anders aankijken tegen platformen die
toerisme bevorderen (zoals Airbnb), dan gemeentes in regio’s die toeristisch
al erg in trek zijn.
Voordelen: de deel- en kluseconomie biedt tal van voordelen voor
verschillende partijen. In de eerste plaats zorgt het wegnemen van
transactiekosten ervoor dat de prijzen voor consumenten lager uitvallen.
Bovendien kunnen aanbieders juist een extra centje verdienen door hun
ongebruikte spullen of diensten aan te bieden. Zo bieden platformen een
laagdrempelige manier om je inkomen te vergroten. De concurrentie die
bestaande bedrijven erbij krijgen, dwingt hen om kritisch naar hun eigen
product te kijken en veranderingen door te voeren, bijvoorbeeld als het gaat
om klantvriendelijkheid of huiselijkheid. En als we elkaars spullen lenen en
gebruiken, hoeven er minder nieuwe spullen gekocht te worden. Dat
bevordert de duurzaamheid.
Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat platformen
ook bestaande ongelijkheid kunnen vergroten. Mensen die veel onbenutte
goederen bezitten, zoals een huis of een auto, krijgen extra verdienkansen.
Mensen met een krappe bovenwoning vallen echter buiten de boot.
Succesvolle aanbieders kunnen de platformen gebruiken om hun positie op
bijvoorbeeld de huizenmarkt te verstevigen. Door op steeds grotere schaal
huizen op te kopen, om ze vervolgens via een platform te gaan ‘delen’,
drijven ze de huizenprijzen op en bevorderen ze de gentrificatie. Op de
lange termijn kan dat leiden tot verdringingseffecten op de woningmarkt.
Een ander probleem is dat de platformen bestaande markten betreden waar
vaak alleen vergunninghouders mogen opereren. Hobbykoks schenken
bijvoorbeeld alcohol zonder drankvergunning. Professionals zijn doorgaans
gebonden aan specifieke wet- en regelgeving (omgevingsvergunning,
voorschriften op het gebied van brandveiligheid, voedselveiligheid,
klachtenregelingen, levertijden), die voor particulieren (nog) niet gelden. Het
leidt tot oneerlijke concurrentie tussen mensen die hun spullen of diensten
via platformen aanbieden, en professionals die op eenzelfde markt opereren
Behalve formele kwaliteitsstandaarden ontlopen aanbieders via platformen
vaak ook belastingen en sociale premies. Veel platformen verstrekken geen
gegevens over hun aanbieders aan derden, waaronder de Belastingdienst.
Het is dan ook onduidelijk in hoeverre de aanbieders van spullen of diensten
belasting betalen over hun inkomsten. Platformen faciliteren zo ook de
komst van zwart geld in de economie. Omdat ze vaak internationaal werken,
47
is het voor hen makkelijker om belastingen te ontwijken dan voor lokale
bedrijven. Dat geeft de platformen een aparte machtspositie.
Voor veel raadsleden zal vooral de impact van de platformeconomie op de
kwaliteit van de leefomgeving ertoe doen. Ook daar zijn diverse risico's.
Grote platformen leiden ook tot meer intensief gebruik van de openbare
ruimte en tot overlast voor derden. Denk bijvoorbeeld aan parkeerproblemen
of geluidsoverlast. Bovendien kan het leiden tot een grotere druk op
publieke voorzieningen en op het milieu. Niet altijd zijn omwonenden blij met
de initiatieven die via de platformen worden ontplooid. In een aantal grote
steden heeft de lokale authenticiteit plaats gemaakt voor vijandigheid jegens
(onbekende) drommen toeristen en juist een gebrek aan sociale cohesie. De
ooit zo vriendelijke lokale bevolking vraagt zich inmiddels af wat al die
vreemde snuiters in de straat te zoeken hebben.
Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen
Deel- en klusplatformen hebben dus verschillende effecten op de bestaande
orde binnen een gemeente. Het is belangrijk dat gemeenten een afweging
maken tussen deze effecten: welke zijn gewenst en welke ongewenst? En
aan welke beleidsdoelen kunnen deze platformen eigenlijk bijdragen? Het is
duidelijk dat de verschillende effecten niet netjes binnen één beleidsdomein
vallen. Het succesvolle huiskamerrestaurant van de buurman heeft effecten
op de openbare orde, de economie, de publieke diensten, de horeca, het
parkeerbeleid, enzovoorts. Dat maakt het lastig om een gebalanceerde
afweging tussen de verschillende effecten te kunnen maken. Om het
ideaalplaatje van hoe de gemeente eruit zou moeten zien te kunnen
koppelen aan het bestaan van de deel- en klusplatformen, kan het nodig zijn
om aan verschillende knoppen tegelijkertijd te draaien. Maar welke?
Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context,
dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het
digitaliseringsproces in kaart
Zoals we hierboven zagen, hebben deel- en klusplatformen tot heel nieuwe
manieren van delen en doen geleid. Ze opereren in sectoren waar voordien
ook al bedrijvigheid was, maar ze doen dat op een manier die niet binnen de
bestaande (bestuurs)kaders past. Dat maakte het voor gemeenten lastig om
te bepalen of, en zo ja hoe, ze sturing kunnen geven aan de activiteiten van
de platformen.
Hoewel hun activiteiten duidelijk in een bepaalde behoefte voorzien, en het
daardoor makkelijk lijkt de platformen in een bepaalde sector, en de
48
bijbehorende wet- en regelgeving, te plaatsen, blijkt het in de praktijk lastig
om te bepalen wat hun juridische status nu precies is. Platform Airbnb
bijvoorbeeld: is dat nu eigenlijk een woningmakelaar (zoals het aan de
buitenkant lijkt: de site beweegt zich immers op het gebied van
woningverhuur), of is het een online handelsplatform (zoals het platform zelf
beweert)? En Uber: is dat een taxibedrijf (daar lijkt het wel op) of een
technologiebedrijf (dat beweert het platform zelf)?
Een vergelijkbare juridische schimmigheid heerst rondom de aanbieders van
diensten bij een platform. Neem bijvoorbeeld de kokende buurman: is hij nu
eigenlijk een werknemer van ShareDnD? De betaling voor de onkosten die
hij voor de maaltijd maakt, verloopt immers via het platform. Een deel van
de inkomsten krijgt de kok, een deel blijft bij het platform. Of is de kokende
buurman een zzp-er die zelf verantwoordelijk is voor de eventuele geluids-
of parkeeroverlast van zijn gasten?
Nog lastiger wordt het bij platformen, die intermediairs inzetten tussen
aanbieders en gebruikers. Bijvoorbeeld Thuisbezorgd, een online platform
dat aanbieders van voedsel (restaurants) koppelt aan mensen die dit
voedsel bestellen. Koeriers brengen dat voedsel van het restaurant naar de
klant. Wat is de rechtspositie van de koeriers? Zijn ze in dienst bij het
platform (daar valt wat voor te zeggen, want er is sprake van een zekere
gezagsverhouding)? Of zijn ze zzp-er en dus zelf verantwoordelijk voor hun
welzijn, de gevolgen van eventuele verkeersongevallen en het onderhoud
van hun fiets?
De onduidelijke juridische status van de platformen maakt het, tot slot, ook
voor toezichthouders lastig om te bepalen wat hun rol, taak en positie zijn.
Kan of moet de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit bij de kokende
buurman controleren op voedselveiligheid en hygiëne? Of is dat een zaak
tussen de kok en zijn gasten? Door hun onduidelijke juridische status is het,
met andere woorden, vaak niet duidelijk onder welke bestaande wet- en
regelgeving de platformen vallen. Het is daarom vaak ook niet duidelijk
welke verantwoordelijkheden zij nu eigenlijk hebben, welke
verantwoordelijkheden de gemeente heeft en welke de deelnemers aan het
platform.
Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de
interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden, dat de
beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste
neveneffecten beperkt?
49
Als de gemeente effectief sturing wil gaan geven aan de activiteiten van de
platformen, dan is het nodig dat zij inzage krijgt in de data van de
platformen. Alleen daarmee kan ze immers zien wie spullen of diensten
aanbiedt, hoe vaak, aan wie, en welke omzet deze aanbieders maken. Maar
platformen zijn er, zacht gezegd, niet erg happig op om hun data te delen.
De data vormen immers hun belangrijkste kapitaal: daarmee kunnen ze hun
activiteiten uitbreiden, hun machtspositie versterken, nieuwe
bedrijfsstrategieën ontwikkelen, en hun aandeelhouders tevreden houden.
Toch staat een gemeente, als ze richting wil geven aan de activiteiten van
de platformen, niet helemaal met lege handen. We geven hier een aantal
mogelijke handelingsopties.
- _ Verhelder de juridische status van de platformen. Doe dit samen met de
landelijke overheid. Zolang onduidelijk blijft wat deze status precies is,
blijven er onduidelijkheden wat betreft rechten en plichten van platform,
overheid en gebruikers.
- Ga in gesprek met de platformen over het delen van data. Het kan ook in
het belang van de platformen zijn om data te delen, bijvoorbeeld om
misbruik tegen te gaan. Zorg er wel voor dat eigenaren van data ook
eigenaren worden of blijven.
- Stel regels op in verband met (verhogingen of verlagingen van)
belastingen voor platformen die bijdragen aan de gemeentelijke
beleidsdoelstellingen.
- Heb oog voor sociaal zwakkeren, zodat die ook in staat zijn deel te
nemen aan de deeleconomie.
- _Verbied platformen die een ontwrichtende werking hebben op cruciale
delen van het publieke leven.
- Stel regels op ten aanzien van de activiteiten van de platformen.
Welke acties een gemeente uiteindelijk neemt, hangt af van hoe het
ideaalplaatje van de gemeente eruit ziet. Dat vraagt om inhoudelijk debat in
de gemeenteraad. Bovendien is het natuurlijk ook geen statische zaak. De
ideeën over wat gewenste ontwikkelingen zijn en wat ongewenste, kunnen
in de loop der tijd veranderen. Het is dan ook nodig om die ideeën om de
zoveel tijd opnieuw te bespreken.
Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal
bijbehorende interventies
Bijvoorbeeld: wegen de voordelen voor het individu op tegen de risico’s voor
het collectief? In het voorbeeld van de kokende buurman zijn de voordelen
dat hij er veel genoegen aan beleeft, zijn sociale netwerk uitbreidt, en zijn
Raad weten met digitalisering 50
kookkunsten steeds verder ontwikkelt. En de risico’s voor het collectief
kunnen zijn dat de buren parkeer- en geluidsoverlast ervaren en de druk op
de publieke voorzieningen toeneemt. Hoeveel huiskamerrestaurants kan of
moet de gemeente eigenlijk hebben?
Of: is het acceptabel dat de leegstand in de voornaamste winkelstraat in een
kleine stad wordt tegengegaan door er toeristen te laten overnachten of is
het beter om er via belasting- en vergunningenvoordelen voor te zorgen dat
de bedrijvigheid in de winkelstraat weer terugkomt? Is het acceptabel dat de
woonvoorraad in Amsterdam wordt opgeslokt door toeristen of moet je daar
beperkingen aan stellen? Ook al zal handhaving ingewikkeld zijn, en
misschien ook erg kostbaar.
Figuur 3: het denkraam toegepast voor de deel- en kluseconomie
1 e Specificeer de beleidsdoelen
Bijvoorbeeld: meer ruimte voor ondernemerschap en innovatie,
uitbreiding voorzieningenniveau, lokale economie, etc.
vn ms En
Onderzoek de kaders Onderzoek de
en sturingsmogelijk- maatschappelijke
heden auster
nh 4 Beoogde effecten:
hd Commerciële partijen * e Stimulans lokale economie
be Rn juridische Ga na hoe je e Levendigheid
Sen met de knoppen « Vergroting
kunt sturen voorzieningenaanbod
Kh waaraan je op de impact
kunt draaien Mogelijke neveneffecten:
à Regels: me ° Me ad
OQ, Zed ek Merl Re eN ir: tT TE
met Sh publieke voorzieningen
* Vergunnings-
voorwaarden
« Aparte belastingen
platforms Kies!
* Budget handhaving Bepaal waarop je
IC a wil sturen en stel
NRE LEL voorwaarden
s « Klachtenprocedure
51
Tot slot: De analyse met behulp van het denkraam maakt duidelijk dat de sociale
en maatschappelijke impact van de deel- en kluseconomie groot en divers is.
Bovendien zijn de effecten merkbaar op meerdere beleidsterreinen van de
gemeente. Het is de vraag hoe een nieuw fenomeen kan worden ingepast in
bestaande praktijken, zodat onwenselijke effecten kunnen worden tegengegaan.
Daarvoor hebben gemeenteraadsleden een hoop ‘knoppen’ om aan te draaien.
52
Literatuurlijst
Bruines, S. (2019) ‘Vervolg Living Lab Scheveningen’. Brief aan de voorzitter van
de commissie Bestuur, 12 november 2019. Gemeente Den Haag
Eubanks, V. (2018) Automating inequality, how high-tech tools profile, police and
punish the poor. New York: St. Martin's Press
Gemeente Eindhoven (2014). Selectieleidraad Implementatie Visie en Roadmap
stedelijke verlichting, Eindhoven 2030. Eindhoven: gemeente Eindhoven.
Helberger, N., J. Pierson & T. Poell (2018). ‘Governing Online Platforms. From
Contested to Cooperative Responsibility.” In: The Information Society 34-1,
pp.1-14.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (2019) Kwetsbare kinderen onvoldoende
beschermd: toezicht bij de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Beschikbaar via: https://www.igj.nl/documenten/rapporten/
2019/11/08/kwetsbare-kinderen-onvoldoende-beschermd
Karstens, B., L. Kool, R. van Est (2020) ‘Slimme stad: grote beloften, weerbarstige
Praktijk’. In: Justitiële Verkenningen 46:3
Lam, E. (2020) ‘Alle kinderen nauwgezet in beeld met big data’. In: Follow The
Money. Beschikbaar via: https://www.ftm.nl/artikelen/alle-kinderen-in-beeld-
big-data
Meijer A. & M. Thaens (2018). ‘Urban Technological Innovation: Developing and
Testing a Sociotechnical Framework for Studying Smart City Projects.’ In:
Urban Affairs Review 54-2, pp.363-387
Prins, C., A. Vedder & F. van der Zee (red.) (2012). Jaarboek ICT en samenleving
2012. De transformerende kracht van ICT. Gorredijk: Media Update
Vakpublicaties.
Raad voor het Openbaar bestuur (2020) Decentrale zaak is politieke taak: naar een
sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein. Adviesrapport.
Rathenau Instituut (2017a) Opwaarderen. Borgen van publieke waarden in de
53
digitale samenleving. (auteurs: Kool, L. J. Timmer, L. Royakkers en R. van
Est)
Rathenau Instituut (2017b) Eerlijk delen — Waarborgen van publieke belangen in
de deeleconomie en de kluseconomie. (auteurs: Frenken, K., A. van Waes,
M. Smink & R. van Est)
Rathenau Instituut (2018) Waardevol digitaliseren — Hoe lokale bestuurders vanuit
publiek perspectief mee kunnen doen aan het ‘technologiespel’. (auteurs:
Van Est, R., E. de Bakker, J. van den Broek, J. Deuten, P. Diederen, |. van
Keulen, |. Korthagen & H. Voncken)
Rathenau Instituut (2019). Burgers en sensoren — Acht spelregels voor de inzet van
sensoren voor veiligheid en leefbaarheid. (auteurs Snijders, D., M. Biesiot,
G. Munnichs, R. van Est, met medewerking van S. van Ool en R. Akse)
Rathenau Instituut (2020a) Nep echt. Maatschappelijke vraagstukken rond
augmented reality. Den Haag, najaar 2020. (auteurs: Snijders, D., E.
Masson, S. Doesborgh, R. Groothuizen en R. van Est)
Rathenau Intituut (2020b) Voeten in de aarde. Datagestuurde innovatie in de stad.
Den Haag, najaar 2020. (auteurs: Karstens, B, L. Kool, R. van Est m.m.v. |.
Korthagen, E. de Bakker, J. Gerritsen, M. Biesiot en R. Riemens)
Smit, W.A. en E.C.J. van Oost (1999) De wederzijdse beïnvloeding van technologie
en maatschappij: een technology assessment-benadering. Bussum:
Uitgeverij Coutinho.
The Economist (2019, 5 oktober) Don't stop me now. The economics of streaming
is changing pop songs. Geraadpleegd via:
https://www.economist.com/finance-and-economics/2019/10/05/the-
economics-of-streaming-is-changing-pop-songs
Tijdelijke commissie digitale toekomst (2020) Update vereist: naar meer
parlementaire grip op digitalisering. Eindrapport. Beschikbaar via:
https://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/atoms/files/eindrapport_tijdelij
ke_commissie_digitale toekomst tweede kamer der _staten-generaal.pdf
Van der Kooi, V. (2019) ‘Eindhoven stopt met ambitieus lichtplan; gemeente
ontbindt overeenkomst met Signify en Heijmans Wegen’. In:
Eindhovens Dagblad, 4 september 2019. Beschikbaar via:
https://www.ed.nl/eindhoven/eindhoven-stopt-met-ambitieus-lichtplan-
54
gemeente-ontbindt-overeenkomst-met-signify-en-heijmans-
wegen-a560a681/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Van der Schaaf, M., J. Kremer, J. Heeg, J. Feenstra en K. Rodenburg (2019)
‘Leeuwarder Digitale Agenda’. Gemeente Leeuwarden. Beschikbaar via:
https://ris2.ibabs.eu/Agenda/Details/Leeuwarden/c3a569b6-98e1-4411-
bced-5c42f4fa36e9
Van Zoonen, L. (2019) Opnieuw fatale remedies. Een kritische reflectie op
datatransities in het sociaal domein. Tijdschrift Sociologie, 15 (1): p. 19-43
Verbeek, P.P. (2014) Op de vleugels van Icarus, hoe techniek en moraal met elkaar
meebewegen. Rotterdam: Lemniscaat.
VNG (2019) Principes voor de digitale samenleving. Beschikbaar via:
https://vng.nl/sites/default/files/2019-11/09a-bijlage-principes-voor-de-
digitale-samenleving.pdf
Wetenschappelijk Bureau GroenLinks (2019) Handvest voor de slimme stad:
technologie sturen op basis van waarden. Utrecht: Wetenschappelijk bureau
Groenlinks
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011) Overheid. Amsterdam:
Amsterdam University Press.
55
Bijlage 1: Onderzoeksopzet en
methodologische verantwoording
Op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse
Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers, deed het Rathenau
Instituut onderzoek naar de rol en positie van de gemeenteraad bij digitalisering op
lokaal niveau. Centraal stond de vraag, hoe het debat over de maatschappelijke
impact van digitalisering verbeterd kan worden, zodat beleidskeuzes ten aanzien
van digitale technologie in de gemeente ook democratisch gelegitimeerd zijn. Het
doel van dit onderzoek was om te komen tot concrete handvatten of een
analysekader waarmee de kwaliteit van het debat kan worden verbeterd. In dit
rapport hebben we de belangrijkste resultaten uit ons onderzoek samengevat.
Om tot een goed advies te komen hebben wij in ons onderzoek drie vragen gesteld:
1. In hoeverre wordt er in gemeenteraden momenteel debat gevoerd over de
maatschappelijke impact van digitalisering — en wat zijn de ervaringen?
2. Hoe kan het denken over digitalisering in de gemeente — en de
verschillende maatschappelijke en ethische vraagstukken die ermee
samenhangen — worden gestructureerd”?
3. Hoe kunnen gemeenteraden in staat worden gesteld om het debat te voeren
over ethische en maatschappelijke vraagstukken rond digitalisering”?
Voor de beantwoording van deze onderzoeksvragen hebben we geput uit
verschillende bronnen. In de eerste plaats hebben we deskresearch uitgevoerd. We
hebben gebruik gemaakt van diverse bestaande studies en adviezen over de rol en
positie van de gemeenteraad enerzijds, en over de impact van digitalisering op
publieke waarden anderzijds. We hebben onder andere teruggegrepen op een
reeks eigen rapporten die wij al eerder over dit thema hebben uitgebracht. Het gaat
hierbij om de rapporten: Opwaarderen (2017), Eerlijk delen (2017), Waardevol
digitaliseren (2018), Griffiers en digitalisering (2019) en Voeten in de aarde
(verschijnt 2020).
Daarnaast hebben we empirisch onderzoek gedaan om zicht te krijgen op de
huidige praktijk van het raadsdebat over digitalisering en behoeften van raadsleden
hierbij. Dit hebben we opgedeeld in twee fasen. In de eerste fase hebben we
onderzocht, welke digitaliseringsvraagstukken er momenteel spelen op het lokale
niveau en in hoeverre deze onderwerp van debat zijn in de gemeenteraad. Dit
hebben we gedaan aan de hand van verkennende gesprekken met experts, griffiers
56
en ondersteunende medewerkers in gemeenten. Bij de selectie van gemeenten is
rekening gehouden met een spreiding in termen van grootte, geografische ligging
en (uitgesproken) ambitieniveau met betrekking tot digitalisering. Ook hebben we
verslagen van debatten van de raad en van commissies geanalyseerd op basis van
trefwoorden. Tot slot zijn er verdiepende gesprekken gevoerd ten behoeve van de
uitwerking van een aantal specifieke digitaliseringsvraagstukken in de gemeente.
In de tweede fase van ons onderzoek hebben we interviews en focusgroepen
gehouden met zowel raadsleden als wethouders. Bij de selectie van respondenten
is rekening gehouden met geografische spreiding en spreiding in termen van
grootte van de gemeente. Tijdens twee focusgroepen met raadsleden hebben we
de bruikbaarheid van het denkraam getoetst. Dit hebben we gedaan door met hen
de stappen van het denkraam te doorlopen, en raadsleden te laten reflecteren op
de bruikbaarheid van dit hulpmiddel bij het aangaan van het gesprek over
digitalisering. Tevens vroegen we raadsleden waar zij behoefte aan hebben, en wat
we kunnen leren van bestaande initiatieven. Ditzelfde hebben we gedaan met een
vijftal wethouders. Hen vroegen we ook welke rol zij voor zichzelf zagen weggelegd
bij het op gang brengen van een raadsdebat over de sociale en maatschappelijke
aspecten rondom digitaliseringsvraagstukken. Een lijst van alle voor dit onderzoek
gesproken personen is bijgevoegd in een bijlage bij dit rapport.
De resultaten van ons onderzoek zijn tijdens twee bijeenkomsten voorgelegd aan
een begeleidingscommissie met deskundigen en stakeholders. Deze gaf op basis
van onderzoeksverslagen advies over de uitvoering en rapportage van het project.
De leden van de begeleidingscommissie zijn individueel noch gezamenlijk
verantwoordelijk voor de conclusies in dit rapport. De volledige verantwoordelijkheid
daarvoor ligt bij het Rathenau Instituut. De begeleidingscommissie bestond uit:
Roxane Daniëls (VNG), Robert van Dijk (VvG), Hester Tjalma (VNG), Sjir Hansen
(NVR), Frank Speel (VNG), Koen van der Krieken (Ministerie van BZK), Liesbet van
Zoonen (Erasmus Universiteit) en Marcel Thaens (Provincie Noord-Brabant).
57
Bijlage 2: Lijst van gesproken
personen
Raadsleden
Frank Schoonbeek, raadslid D66 Zoetermeer
Fatima Faïd, raadslid Haagsche Stadspartij Den Haag
Tiers Bakker, raadslid SP Amsterdam
Mark Teutelink, raadslid Lokaal Enschede
Bahreddine Belhaj, raadslid PvdA Lelystad
Eva de Bruijn, raadslid GroenLinks Eindhoven
Has Bakker, raadslid D66 Utrecht
Walter van Steenis, raadslid GroenLinks Zoetermeer
Paul Ruijgrok, raadslid VVD Gouda
Eva van Wijngaarden, raadslid D66 Tilburg
Wethouders
Hilde Tjeerdema, wethouder Leeuwarden
Saskia Bruines, wethouder Den Haag
Daan Quaars, wethouder Breda
Linda Voortman, wethouder Utrecht
Stijn Steenbakkers, wethouder Eindhoven
Griffiers en overige ondersteunende medewerkers
Wim Voeten, griffier Etten-Leur
Toon Dashorst, griffier Groningen
Miranda Veenbergen, griffier Lochem
Rolf Jongedijk, griffier Enschede
Paul van Ruitenbeek, griffier Hilversum
Erwin Raemakers, informatie- en procesmanager raadsorganen Utrecht
Marijn Eijkelhof, adviseur informatie en technologie Utrecht
Mark van den Broek, strategisch adviseur Eindhoven
Overige experts
Elize Lam, zelfstandig onderzoeker en auteur bij Steunkracht, en verbonden aan
het lectoraat Jeugd en Gezin van de Hogeschool Ede
Patricia Prüfer, groepsleider Data Science bij CentERdata
Lian Smits, bestuurder bij Sterk Huis
Jan Willem Wesselink, programmamanager bij Future City Foundation
Arjan Widlak, directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade
58
Bijlage 3: Uitgebreide uitwerking van
het denkraam voor digitalisering
Stap 1. Specificeer de beleidsdoelen
Beleidsdoel: Digitalisering — het gebruik van data en algoritmen — is geen
(beleids)doel, maar een middel. Om afwegingen in relatie tot het middel
digitale technologie in het juiste perspectief te plaatsen, is het van belang
het doel van het beleid te expliciteren waarvoor het gebruik van digitale
middelen wordt overwogen. Waarvoor is de gemeente verantwoordelijk, wat
stelt zij zich ten doel?
Soms wordt digitale technologie overwogen of ingezet met meer dan een
enkel doel in gedachten. Het digitaal verzamelen en gebruiken van
bepaalde data kan een middel zijn dat doelen dient binnen verschillende
beleidsdossiers (zorg en veiligheid; participatie en schuldhulpverlening;
mobiliteit en milieu; et cetera). Dan is het belangrijk de diverse doelen te
inventariseren.
Inzet van digitale technologie: Om de beoogde beleidsdoelen te
realiseren, kan digitale technologie worden gebruikt. Het is van belang te
verhelderen wat het doel van de inzet van digitale technologie is, en hoe dit
doel precies bijdraagt aan de gestelde algemene beleidsdoelen.
Vaak kunnen de beleidsdoelen met inzet van verschillende instrumenten
worden gerealiseerd. Het draagt bij aan het ontwikkelen van een helder
inzicht in de keuzemogelijkheden als een beeld geschetst wordt van
alternatieven (met meer of minder digitale technologie).
Stap 2. Onderzoek de kaders en sturingsmogelijkheden: breng de context,
dynamiek en interventiemogelijkheden rondom het
digitaliseringsproces in kaart
Het brede kader: De gemeente voert beleid binnen een reeks van gegeven
kaders. Er is de nationale en Europese wetgeving (zoals de AVG), er zijn de
bij wet bij de gemeente neergelegde verantwoordelijkheden, de
vastgestelde uitvoeringskaders, de gegeven financiële kaders, de gegeven
samenwerkingsovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen. De
inzet van data en algoritmen krijgt vorm binnen deze vaststaande kaders.
59
Om de bewegingsruimte van de gemeente te schetsen, is een overzicht van
deze kaders behulpzaam.
Knoppen: Gemeenten kunnen binnen deze kaders zelf invloed uitoefenen
op de manier waarop partijen — waaronder de gemeente zelf — data en
algoritmen gebruiken. Dat zijn de ‘knoppen’ waaraan het bestuur kan
draaien. Wij onderscheiden zes soorten knoppen:
e Rechten Bijvoorbeeld het eigendomsrecht op data, recht op toegang tot
data, recht op inzage in wat er met data gebeurt, recht op uitleg en
motivatie van een op basis van data genomen beslissing;
, Regels Bijvoorbeeld ten aanzien van welke data mogen worden
verzameld en opgeslagen, wat met data wel en niet mag worden
gedaan, waarvoor algoritmen mogen worden gebruikt, aan welke
voorwaarden algoritmen moeten voldoen;
e Initiatief en ontwikkeling Bijvoorbeeld het in eigen beheer ontwikkelen
van digitale instrumenten, dan wel het uitbesteden daarvan; het in eigen
hand houden van het gebruik, dan wel het onderbrengen daarvan bij een
externe (publieke of private) partij;
e Geld Bijvoorbeeld budgetten voor ontwikkeling of voor beheer en
onderhoud, het businessmodel;
e Organisatie en procedures Bijvoorbeeld een loket voor vragen en
toelichting, een ombudsman voor klachten, een systeem voor
kwaliteitscontrole, een toedeling van verantwoordelijkheden, een
klachtenprocedure, een procedure voor herstel van fouten;
Toezicht en handhaving Bijvoorbeeld een afspraak over
informatieverstrekking aan de raad, een systeem om te registreren en te
meten of het beleid werkt zoals verwacht, of beoogde effecten optreden,
of er neveneffecten zijn of fouten gesignaleerd en gecorrigeerd worden.
Stap 3. Onderzoek de maatschappelijke impact: breng naast de beoogde
voordelen ook de risico's en mogelijke neveneffecten in kaart
Voordelen van het gebruik van digitalisering: De beoogde voordelen van
de inzet van digitalisering liggen doorgaans met name in een verhoging van
de effectiviteit van het gevoerde beleid. De belofte is dat meer data en
slimmere algoritmen helpen doeltreffender te werken. Daarnaast wordt
efficiëntieverbetering vaak beoogd: bestaande doelen zouden met minder
kosten en inspanningen gerealiseerd kunnen worden. Effectiever en
efficiënter komt in de praktijk soms neer op sneller, soms op preciezer,
soms op goedkoper. Maar in sommige gevallen komen door inzet van data
en algoritmen ook nieuwe mogelijkheden en voordelen binnen bereik.
60
Risico's en mogelijke neveneffecten: Daar staat tegenover dat het
verzamelen en verwerken van gedetailleerde en gevoelige data op
gespannen voet kan staan met privacy. Bovendien kan het in kaart brengen
van groepen mensen stigmatiserende en discriminerende effecten hebben.
Van het verzamelen van data kan een signaal uitgaan in de richting van
burgers, een blijk van hoe de gemeente haar inwoners ziet. Het kan de
boodschap overbrengen dat de gemeente burgers eerder vanuit
wantrouwen benadert (de burger wordt gezien als opportunist), dan vanuit
vertrouwen (de gemeente: dat zijn wij). Het kan de autonomie van burgers
ondermijnen.
Ook kan de inzet van digitale technologie implicaties hebben voor de
economische structuur en het karakter en de organisatie van werk. Het kan
de professionele autonomie van mensen aantasten, het kan noodzaken tot
bij- of omscholing, het kan economische activiteiten van karakter doen
veranderen of van de markt doen verdwijnen.
Stap 4. Ga de impact van verschillende interventies na: hoe kun je met de
interventiemogelijkheden de digitalisering zo beïnvloeden dat de
beoogde effecten gerealiseerd worden, en de ongewenste
neveneffecten beperkt?
De inzet van digitale technologie leidt tot effecten, waarvan sommige
beoogd zijn en andere een bonus (een positief neveneffect) of een malus
(een onwenselijk bijeffect). Welke effecten en neveneffecten in welke mate
optreden, is afhankelijk van hoe digitale technologie wordt ingezet: welke
data worden verzameld, wat wordt ermee gedaan, hoe steken algoritmen in
elkaar, en dergelijke. Hoe digitale technologie wordt ingezet, is een kwestie
van sturen. Het hangt af van hoe de ‘knoppen’ staan.
In deze stap gaat het erom na te gaan hoe het draaien aan de knoppen (uit
stap 2) effect heeft op de impact van digitalisering (uit stap 3). Als dat
duidelijk is, kan gezocht worden naar manieren om digitalisering zo in te
regelen, dat wenselijke impact gemaximaliseerd wordt, zonder dat
onwenselijke impact een onaanvaardbaar niveau bereikt.
Stap 5. Kies: maak afwegingen, maak een keuze waarop te sturen en bepaal
bijbehorende interventies
Voor raadsleden is het zaak na te gaan wat ze van de verschillende effecten
vinden en hoe ze deze tegen elkaar afwegen. Bijvoorbeeld, in hoeverre
rechtvaardigt een grotere kans op het voorkomen van fraude een inbreuk op
61
de privacy van mensen met een uitkering? In welke mate is datagestuurd
werken een inbreuk op de professionele autonomie van hulpverleners en in
hoeverre is dat acceptabel, als daarmee de zorg of de maatschappelijke
ondersteuning verbetert? Welke mate van stigmatisering is acceptabel om
de veiligheid te vergroten? Als eenmaal helder is wat de effecten van
digitalisering zijn en wat je daar als raadslid van vindt, dan kun je vervolgens
de geïdentificeerde ‘knoppen’ gebruiken om erop te sturen.
Raad weten met digitalisering 62
© Rathenau Instituut 2020
Verveelvoudigen en/of openbaarmaking van (delen van) dit werk voor creatieve,
persoonlijke of educatieve doeleinden is toegestaan, mits kopieën niet gemaakt
of gebruikt worden voor commerciële doeleinden en onder voorwaarde dat de
kopieën de volledige bovenstaande referentie bevatten. In alle andere gevallen
mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door
middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming.
Open Access
Het Rathenau Instituut heeft een Open Access-beleid. Rapporten, achtergrond-
studies, wetenschappelijke artikelen, software worden vrij beschikbaar gepubli-
ceerd. Onderzoeksgegevens komen beschikbaar met inachtneming van wettelijke
bepalingen en ethische normen voor onderzoek over rechten van derden,
privacy, en auteursrecht.
Contactgegevens
Anna van Saksenlaan 51
Postbus 95366
2509 CJ Den Haag
070-342 15 42
[email protected]
www.rathenau.nl
Bestuur van het Rathenau Instituut
Mw. G. A. Verbeet
Prof. dr. Noëlle Aarts
Drs. Felix Cohen
Dr. Hans Dröge
Dr. Laurence Guérin
Dr. Janneke Hoekstra, MSc
Prof. mr. dr. Erwin Muller
Drs. Rajash Rawal
Prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek
Dr. ir. Melanie Peters — secretaris
Het Rathenau Instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over
de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie. We doen
onderzoek en organiseren het debat over wetenschap, innovatie en nieuwe
technologieën.
Rathenau Instituut
| Onderzoeksrapport | 63 | train |
Gemeente Amsterdam
Bestuurscommissie Oost
Voordracht en besluit D B = AB
Registratienummer Z-14-10013/ INT-17-12595
Afdeling
Onderwerp
Aanwijzen Oostpoort als gebied conform artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke
Verordening
Portefeuille Economie
DB lid Thijs Reuten
Gebied Oud-Oost
Datum DB 26 september 2017
Datum AB voorbereidend 17 oktober 2017
Datum AB besluitvormend 7 november 2017
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Willem-Jan Boskma, o20 253 4469, [email protected]
Joost van der Klein, o6 1020 1075, j.van.der.klein@®amsterdam.nl
| | | I | | I | I | I | | Pagina1 van6
*ZO0OO0OSD 7792 CGB
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
1. deze voordracht voor te leggen aan het Algemeen Bestuur.
Tekst van openbare Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost besluit:
besluiten wordt
gepubliceerd
1. conform artikel 2.50 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam
2008 het gebied Oostpoort zoals weergegeven op bijgevoegde kaart aan te wijzen.
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost,
Sjoukje Alta, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Pagina 2 van6
Bevoegdheid
C31, aanwijzen van wegen waarop het verboden is zich op of aan de weg op te houden met
het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te nemen op een krant, blad of
andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een
organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête, AB bevoegdheid.
Bestuurlijke achtergrond
In maart 2014 is winkelcentrum Oostpoort geopend. Dit nieuwe gebied werd al snel
ontdekt door straatverkopers. Er zijn klachten ontvangen van winkeliers en bezoekers over
‘opdringerige en zelfs agressieve verkoopmethodes’. Bezoekers werden regelmatig
hinderlijk en opdringerig gevolgd, soms zelfs tot in de winkel of de tramhalte. Op 18
november 2014 is een verbod op straatverkoop in het gebied behandeld in het AB. Het AB
heeft toen aangegeven eerst het zelfregulerend vermogen van bedrijven aan te willen
spreken. Op 18 december 2014 zijn daarom brieven gestuurd naar de meest
overlastgevende instanties en is er een tijdje strenger gehandhaafd op straatverkopers. In
de AB-vergadering is afgesproken om na enige tijd de balans op te maken.
Aanleiding
Recent is door de winkeliersvereniging Oostpoort een dringend verzoek gedaan om iets te
doen aan de overlast die de aanbieders van diensten en abonnementen in het winkelgebied
veroorzaken. Dit vormt de aanleiding om het onderwerp opnieuw te agenderen. Ondanks
dat er een tijdje sprake is geweest van een lichte verbetering, wordt er opnieuw veel
overlast gemeld door ondernemers. Ondernemers geven aan dat klanten hierdoor soms
wegblijven en/of een negatieve ervaring hebben. Klachten zijn: opdringerig gedrag,
mensen nalopen of naschreeuwen over het plein tot in de winkels etc.
De ondernemers van Oostpoort hebben een enquête laten uitvoeringen onder de
bezoekers van Oostpoort. De vitkomst geeft aan dat het merendeel van de ondervraagden
de straatverkopers in Oostpoort onprettig vindt, tien procent is positief. Als toelichting van
mensen die het als (zeer) onprettig ervaren wordt agressief, opdringerig, ‘als ik iets wil dan
doe ik het zelf wel’ en ‘te vaak aanwezig’ gegeven.
Bij straatverkoop staat het commercieel belang voorop waarbij de verkopers (gedeeltelijk)
op provisiebasis werken en er dus een sterke prikkel is om zo veel mogelijk te verkopen.
Omdat bezoekers het soms lastig vinden om ‘nee! te zeggen, sluiten ze soms ongewild een
overeenkomst kunnen sluiten.
Ruimtelijk ontwerp van het gebied
Onze professionals in het gebied van het gebiedsteam signaleren bijna dagelijks
straatverkopers. Per organisatie zijn er vaak meerdere personen aanwezig en dit
cumuleert. De fysieke inrichting van het gebied, waarbij bezoekers door de nauwe
winkelstraten op het middenpleintje vitkomen, maakt Oostpoort een fijne loop- en
winkelplek. Deze zelfde inrichting maakt het ook een aantrekkelijke plek voor
straatverkopers. Ter hoogte van de Albert Heijn, en in de richting van de windroos in het
winkelgebied zijn de bezoekers van Oostpoort eenvoudig te benaderen, zonder ruimte om
de verkopers te ontwijken.
Voorgesteld wordt om:
1.1 Met ingang van 1 november 2017 het gebied Oostpoort zoals aangegeven op
bijgevoegde kaart, aan te wijzen als gebied zoals bedoeld in art 2.50 lid 3 van
de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008.
Pagina 3 van 6
1.2 Dit besluit te publiceren op de website. En daarnaast de ons bekende
straatverkoop bedrijven van voornoemd besluit op de hoogte te stellen.
1.3 De afdeling Handhaving Openbare Ruimte (HOR) opdracht te geven om de
eerste week overtreders te waarschuwen en na deze week over te gaan tot
handhaving door het opleggen van bestuurlijke boetes en/of het opleggen van
een last onder dwangsom. Bij het toezicht wordt informatie gestuurd
gehandhaafd{lGH).
1.4 Deze maatregel na het eerstvolgende kalenderjaar (januari 2019) te evalueren.
Onderbouwing besluit
Al sinds de opening van Oostpoort zijn er klachten over het grote aantal straatverkopers en
de daarbij gehanteerde werkwijze.
Klachten zijn dat bezoekers regelmatig hinderlijk en opdringerig worden gevolgd soms
zelfs tot in de winkel of de tramhalte. Op 18 november 2014 is een verbod op
straatverkoop in het gebied behandeld in het AB. Het AB heeft toen aangegeven nog niet
toe te zijn aan een algeheel verbod. Overwegingen hierbij waren onder andere dat
straatverkopers ook banen zijn, het te vroeg is voor een verbod omdat eerst het
zelfregulerende vermogen aangesproken moet worden en daar het effect van afgewacht
moest worden. Er zijn op 18 december 2014 brieven verstuurd aan organisaties om het zelf
regulerend vermogen aan te spreken. De inzet was hiermee om eerst minder ingrijpende
middelen uitte proberen. Na een lichte verbetering zijn de klachten nu weer terug.
Het besluit:
11 Met dit besluit wordt het gebied Oostpoort aangewezen als verboden gebied om
je op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een
abonnement te nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring
te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen
aan een onderzoek of enquête. Dit betekent dat geen enkele verkoper op straat is
toegestaan. Er zal enkel, na aanvraag, een ontheffing worden verleend aan een
collectant van een goed doel tijdens diens collecteweek (artikel 2.52 APV).
1.2. Het besluit wordt gepubliceerd op de website zodat bewoners, bezoekers en
bedrijven weten welke specifieke regels er gelden voor Oostpoort. Zodra
voorliggend besluit genomen is worden de bekende bedrijven hiervan middels een
brief op de hoogte gesteld zodat zij Oostpoort uit hun schema kunnen halen. Wij
verwachten dat de meeste organisaties hieraan gehoor zullen geven.
1.3. Om te zorgen dat de klachten daadwerkelijk opgelost worden is het van belang om
hier, zeker in het begin, dagelijks op toe te zien. Voorgesteld wordt om de eerst
week van het verbod te waarschuwen zodat straatverkopers zonder boete kunnen
vertrekken. Na de eerste week zal handhavend op worden getreden. Dit kan door
het opleggen van een last onder dwangsom en het uitschrijven van bestuurlijke
boetes. De boete voor verkopers bedraagt € 180 en € goo voor organisaties. In
eerste instantie wordt voorgesteld om de bedrijven te beboeten. Mochten
verkopers echter niet willen verklaren voor wie zij werken dan zullen de verkopers
zelf worden beboet. Deze werkwijze wordt bijvoorbeeld ook bij wildplak
gehanteerd. Bij het inzetten van handhaving wordt met ondernemers afspraken
gemaakt over het inlichten van de afdeling Handhaving zodat er informatie
gestuurd kan worden gewerkt. Hiermee wordt beoogd om de inzet zo efficiënt
mogelijk te laten plaatsvinden waarbij de trefkans zo hoog mogelijk is.
14. Om te bezien of het beoogde effect wordt bereikt stellen we voor deze maatregel
na twee jaar te evalveren.
Pagina 4 van 6
Risico's / Neveneffecten
Straatverkopers kunnen mogelijk uitwijken naar andere winkelcentra in Amsterdam. Indien
dit niet geconcentreerd plaatsvindt, dan wordt hier geen probleem voorzien.
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Nvt.
Financiën Nvt.
Communicatie Het besluit wordt gepubliceerd op de website en organisaties worden op de hoogte
gesteld.
Overige Met Handhaving Openbare ruimte is de handhavingsinzet afgestemd.
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? nee
Indien ja, dekking aanwezig? ja
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting
Voorlichting en communicatie
Uitkomsten inspraak
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Zie bestuurlijke achtergrond.
Pagina 5 van 6
Geheimhouding
N.v.t.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd Kaart aangewezen gebied
Extract art 2.50 APV
Brief ondernemers
Enquête bezoekers
Ter inzage gelegd
Parafen
Manager Portefeuillehouder
Justus Vermeulen Thijs Reuten
Besluit dagelijks bestuur
Conform.
Pagina 6 van 6
| Besluit | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving,
x Raadsaangelegenheden en Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Bestuurlijk
Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Tijd 13.30 uur tot 17.30 uur en zo nodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie Boekmanzaal, stadhuis
Algemeen
Procedureel gedeelte van 13.30 tot 13.45 uur
1 __ Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 5 december 2013
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 13.45 uur
7 Opening inhoudelijke gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9A Actualiteiten Burgemeester
9B Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit van het raadslid Van der Velde (Trots) inzake de veiligheid van de
brandweer n.a.v. een radio 1 uitzending van 2 januari.
10 Rondvraag
Openbare Orde en Veiligheid
11 _Initiatiefvoorstel van de raadsleden Flos en Van der Ree; Amsterdam Veilig. Een
krachtige aanpak van drugsdealers Nr. BD2013-012911
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel
(gemeenteraad datum n.n.b.).
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden Flos en Van der Ree (VVD).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 12,
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014
12 Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel VVD: krachtige aanpak drugsdealers Nr.
BD2013-012532
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 11.
13 Raadsbrief demonstraties Nr. BD2013-014080
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 5 december 2013.
14 Rapport Stokkom Buurtveiligheidsteams Nr. BD2013-014082
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Shahsavari-Jansen (CDA).
e _ Uitgesteld in Commissievergadering van 5 december 2013.
15 Rapportage aangiftebereidheid 2012 Nr. BD2013-014077
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadsleden Ivens (SP) en Paternotte (D66).
e Was TKN 6 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013.
16 Plan van aanpak straatroof Nr. BD2013-014078
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Shahsavari-Jansen (CDA).
e Was TKN 11 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013.
3
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014
17 jaarverslag 2012 Commissie Toezicht Politiecellen Nr. BD2013-014079
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Paternotte (D66).
e Was TKN 12 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013.
18 beantwoording vragen mbt dierenbescherming Nr. BD2013-013434
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van raadslid Van Lammeren (PvdD).
19 Veiligheidsindex herzien Nr. BD2013-012579
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Flos (VVD).
Algemene Zaken
20 Europastrategie: focus in lobby- en public affairs-doelen Nr. BD2013-014081
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Paternotte (D66).
e Was TKN 15 in de Commissievergadering AZ van 5 december 2013.
21 Opdrachtformulering onderzoek Wegsleep Stadstoezicht Nr. BD2013-012845
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, alsmede
de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken en Personeel zijn hierbij
uitgenodigd.
22 Amsterdam Verantwoordelijke Hoofdstad - aangaan samenwerking met
krimpgemeenten Delfzijl, Sluis en Heerlen Nr. BD2013-014399
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
4
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012,Regelgeving en Handhaving, Raadsaangelegenheden en
Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 9 januari 2014
Communicatie
23 Opkomstbevordering Gemeenteraadverkiezingen 2014 Nr. BD2013-014361
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Algemene Zaken
24 Beantwoording schriftelijke vragen Ivens inzake voorbedrukte verkiezingsborden.
Nr. BD2013-014533
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid Ivens (SP).
5
| Agenda | 5 | train |
(vna) alleen BA TNA
corona onder controle
VNG ledennieuwsbrief Coronacrisis
Aan de leden Datum
25 februari 2021
Kenmerk
COS/U202100157
Lbr. 21/015
Telefoonnummer
070 373 8393
Bijlage(n)
Onderwerp
Nieuwsledenbrief coronacrisis nr. 26
Geacht college en gemeenteraad,
Hierbij ontvangt u opnieuw een overzicht van de actuele ontwikkelingen rond corona. Wij gaan in op
de actualiteit rond de avondklok, het Nationaal Programma Onderwijs, de subsidiemogelijkheid voor
corona-activiteiten voor jongeren, ondersteuning bij uitvoering coronacompensatie cultuursector,
het openhouden van buurt- en dorpshuizen voor kwetsbare personen en de Regeling Tijdelijke
Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK).
Actualiteit rond de avondklok
Verlenging avondklok tot 15 maart a.s.
Het kabinet heeft besloten de avondklok te verlengen tot 04.30 uur in de ochtend van 15 maart.
Op maandag 8 maart maakt het kabinet bekend hoe het daarna verder gaat met de avondklok.
Het kabinet kiest voor handhaving van de avondklok om versoepelingen op andere terreinen
mogelijk te maken. De Tweede en Eerste Kamer hebben vorige week ingestemd met de spoedwet
over de avondklok. Het hoger beroep in de zaak van Viruswaarheid dient op vrijdag 26 februari a.s.
Deze uitspraak kan gevolgen hebben voor de juridische basis van de 26.000 uitgedeelde
coronaboetes.
Avondklok en verkiezingen 17 maart a.s.
Het kabinet heeft aangegeven dat als de avondklok op woensdag 17 maart nog van kracht is,
stemmers en stemmentellers zich niet aan de avondklok hoeven te houden. Stemlokalen zijn tijdens
de verkiezingen open tot 21.00 uur.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Nassaulaan 12 Den Haag | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag vng.nl
070 - 373 83 93 | [email protected]
Nationaal Programma Onderwijs
Kansen bieden aan studenten en leerlingen
Om de huidige generatie leerlingen en studenten alle kansen op volwaardig onderwijs en een
goede toekomst te bieden, komt het kabinet met een Nationaal Programma Onderwijs. Hiervoor
wordt in totaal € 8,5 miljard vrijgemaakt (voor gemeenten in totaal € 346 miljoen). De maatregelen
zijn gericht op herstel én ontwikkeling van het onderwijs, op het inhalen én compenseren van
vertraging en op het ondersteunen van leerlingen en studenten in het onderwijs die het moeilijk
hebben.
Rol gemeenten
Gemeenten hebben in dit nationaal plan een rol toebedeeld gekregen in voorschoolse educatie en
funderend onderwijs. Zij krijgen extra geld om in samenwerking met scholen, kinderopvang,
(jeugdgezondheids)zorg, bibliotheken en andere partijen activiteiten aan te bieden om de
vaardigheden van leerlingen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak aanvullend te
stimuleren. Gemeenten moeten zorgen voor een lokale, integrale en meerjarige aanpak.
Beschikbare bedragen per jaar en verdeling tussen gemeenten
In totaal is voor gemeenten een bedrag van € 346 miljoen opgenomen, waarvan € 80 miljoen in
2021, € 182 miljoen in 2022 en € 84 miljoen in 2023. Gemeenten met veel leerlingen met het risico
op een onderwijsachterstand ontvangen een hogere bijdrage. Hoe de extra middelen bij gemeenten
terecht komen en hoe ze precies verdeeld worden zal de komende weken in de uitwerking van het
plan duidelijk worden. De VNG wordt betrokken bij deze uitwerking.
Eerdere brief minister Slob aan gemeenten
Per brief heeft minister Slob eerder de wethouders Onderwijs van alle gemeenten opgeroepen om
waar mogelijk een bijdrage te leveren aan de verbetering van kwaliteit van advisering en instroom in
het voortgezet onderwijs om de kansen van leerlingen te vergroten.
e Nationaal Plan Onderwijs: € 346 miljoen voor gemeenten (nieuwsbericht, 19 februari 2021)
Mogelijkheden fysiek onderwijs op externe locaties nog onduidelijk
Bij de opening van het voortgezet onderwijs heeft de minister aangegeven dat de mogelijkheid
bestaat om fysiek onderwijs te geven op externe locaties, zoals theaters en bioscoopzalen. Op
welke manier dit kan en onder welke voorwaarden wordt op korte termijn nader uitgewerkt.
Subsidiemogelijkheid voor corona-activiteiten voor jongeren
Jeugdpakket Rijk en Maatschappelijke Diensttijd (MDT)-subsidie
Jongeren hebben tijdens de coronacrisis te maken met eenzaamheid, onderwijsachterstanden,
gebrek aan stageplekken, werkloosheid, schulden en stress. Om jongeren in coronatijd beter te
kunnen ondersteunen is door het Rijk in totaal € 58,5 miljoen vrijgemaakt voor een breed
jeugdpakket. Dit jeugdpakket is gericht op de start van een dialoog met jongeren, de organisatie
van activiteiten, jongerenwerk en extra aandacht voor de mentale weerbaarheid van jongeren.
Vanuit het beschikbare budget is € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor de MDT. Dit
subsidiebedrag is beschikbaar voor gemeenten om maatschappelijke activiteiten te organiseren
met en door jongeren samen met MDT-organisaties. Daarnaast wordt € 40 miljoen via het
gemeentefonds beschikbaar gesteld. De resterende € 3,5 miljoen is bestemd voor organisaties in
het maatschappelijk- of jeugdveld. Gemeenten kunnen tot 12 maart a.s. (12.00 uur) een MDT-
subsidie aanvragen voor een bedrag van maximaal € 50.000 om met en voor jongeren
Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2/4
maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken in coronatijd. De projecten moeten expliciet zijn
gericht op de stimulering van jongerenparticipatie binnen gemeenten.
Aanvragen subsidie
Gemeenten kunnen via de website van ZonMw een subsidieaanvraag doen. Naast de voorwaarden
en criteria biedt de website een overzichtelijk afwegingskader om na te gaan wat MDT voor
individuele gemeenten kan betekenen.
e Aanvraag indienen + Afwegingskader (website ZonMw)
e _Subsidie-oproep (website ZonMw)
Ondersteuning bij uitvoering coronacompensatie cultuursector
Gids Corona, cultuur en gemeenten
De VNG heeft in de afgelopen periode veel vragen ontvangen van gemeenten en vanuit de
culturele sector over de omvang en mogelijkheden van de coronacompensatie van het Rijk voor de
lokale cultuur. Daarom heeft Berenschot in opdracht van de VNG een gids opgesteld die
gemeenten ondersteuning biedt bij het verlenen van financiële steun aan de lokale culturele
infrastructuur.
De gids geeft duidelijkheid over de hoogte van de coronacompensatie aan gemeenten en over de
financiële situatie van de diverse typen lokale culturele instellingen. De gids gaat in 5 los te lezen
hoofdstukken in op:
e de kenmerken van de diverse cultuursector ten aanzien van structuur, financiering en
werkgelegenheid
e de noodsteun die voor de cultuursector beschikbaar is, en de vorm en omvang daarvan
e voorbeelden van gemeentelijke steunmaatregelen, ook in relatie tot staatssteun
e perspectief voor de cultuursector na de coronacrisis, aan de hand van een
scenarioverkenning van Berenschot
e agenda's voor gesprekken tussen gemeenten en het veld over actuele vraagstukken.
De gids is opgesteld in samenwerking met medewerkers van gemeenten, de VNG en uit de sector.
De gids wordt digitaal gepubliceerd en bevat links naar actuele informatie en goede gemeentelijke
voorbeelden.
e Informatiegids Corona, cultuur en gemeenten
Toegekende compensatie voor cultuur
Het Rijk heeft in 2020 aan gemeenten bijna € 1/0 miljoen verstrekt, waarvan € 120 miljoen via de
algemene middelen van het gemeentefonds en € 48,5 miljoen via 3 rijkscultuurfondsen. Voor de
eerste helft van 2021 is er tot nog toe € 150 miljoen aan rijkssteun voor de lokale cultuursector via
gemeenten beschikbaar. Mocht uit onderzoek blijken dat dit te weinig is dan heeft het Rijk
aangegeven alvast een bedrag hiervoor gereserveerd te hebben.
Openhouden van buurt- en dorpshuizen voor kwetsbare personen
Er zijn signalen dat gemeenten voornemens zijn om buurt- en dorpshuizen en wijkcentra te sluiten
voor alle activiteiten. Het is echter de bedoeling dat deze locaties wel openblijven voor besloten en
georganiseerde activiteiten, onder de voorwaarde dat deze alleen gericht zijn op maatschappelijke
ondersteuning van kwetsbare personen.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten 3/4
Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Gemeenten zijn momenteel druk bezig met de uitwerking van de Regeling TONK. Met de regeling,
die neerkomt op een versoepeling van de gemeentelijke beleidsregels voor bijzondere bijstand,
kunnen huishoudens geholpen worden die ten gevolge van de coronamaatregelen een terugval in
hun inkomen hebben en daardoor de noodzakelijke kosten van het bestaan voor het huishouden
niet meer kunnen betalen. Daarbij komen vragen van gemeenten naar voren over de toepassing
van de regeling.
Het is de bedoeling dat de TONK ruimhartig wordt toegepast, zeker voor de groepen die geen
aanspraak kunnen maken op andere regelingen en een grote terugval in inkomen kennen.
Gemeenten wordt gevraagd de regeling zo in te richten dat de tegemoetkoming huishoudens
ondersteunt in de betaling van hun vaste lasten en hen daarmee verder helpt. De gemeente is
bevoegd om eigen toekenningsregels op te stellen. Dat is nodig omdat het ondoenlijk en
onwenselijk is om alle noodzakelijke kosten zonder meer te vergoeden als mensen de kosten zelf
kunnen betalen.
Daarnaast hebben gemeenten ook vragen over het beschikbare budget. Hierover is de VNG nog in
gesprek met het ministerie. Het is niet de bedoeling dat gemeenten financiële risico's lopen. De
VNG dringt daarom ook bij het Rijk op aan om voldoende financiële middelen ter beschikking te
stellen. Gemeenten waarbij een tekort dreigt te ontstaan, worden opgeroepen dit tijdig aan te geven
bij de VNG.
e Handreiking voor gemeenten over TONK beschikbaar (nieuwsbericht, 19 februari 2021)
Met vriendelijke groet,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
{ Ep \
Edine Mmmm
L.K. Geluk
Algemeen directeur
Vereniging van Nederlandse Gemeenten 4/4
| Actualiteit | 4 | test |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 361
Publicatiedatum 19 mei 2017
Ingekomen onder G'
Ingekomen op woensdag 10 mei 2017
Behandeld op woensdag 10 mei 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Verheul inzake de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de pilot bodycams bij de Politie Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 325).
Overwegende dat:
— de nationale politie bij het uitrollen van pilots met bodycams steeds uitgebreid
afstemt in de lokale driehoek;
— gedurende de pilotperiode gewenning zal optreden ten aanzien van het gebruik
van bodycams ongeacht of daadwerkelijk een positieve bijdrage wordt geleverd
aan de veiligheid of het veiligheidsgevoel van agenten die de bodycam dragen:
— het voortzetten van de inzet van bodycams bij de Amsterdamse politie alleen
wenselijk is indien verantwoord wetenschappelijk onderzoek in deze pilot
aantoont dat de bodycams effectief zijn en een vooraf bepaalde doelstelling is
bereikt:
— de politie als doelstelling opgeeft het veiligheidsgevoel van agenten te verbeteren;
— de gemeente als doelstelling opgeeft het om niet het gevoel, maar de werkelijke
veiligheid van agenten te verbeteren.
Constaterende dat:
— de doelen van de nationale politie en de gemeente niet dezelfde zijn;
— niet duidelijk inzichtelijk is gemaakt onder welke voorwaarden na de pilotperiode
het inzetten van bodycams zal worden voortgezet.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. te bepalen welk doel doorslaggevend is voor de bereidwilligheid van de gemeente
om mee te werken aan volgende pilots, onderzoeken of een definitieve werkwijze
om bodycams bij de politie in te zetten;
2. inzichtelijk te maken welke resultaten met deze pilot minimaal dienen te worden
behaald om te kunnen concluderen dat het doorslaggevende doel voldoende is
bereikt:
3. de doelstelling en te behalen resultaten te verantwoorden met wetenschappelijk
onderzoek;
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 361 Moti
Datum _ 19 mei 2017 one
4, de doelen en resultaten die minimaal moeten worden gehaald te bespreken met
de raad, en als die niet worden behaald het verzoek te doen aan de landelijke
politie om Amsterdam bij een vervolgproef geen proeftuin meer te laten zijn.
Het lid van de gemeenteraad
A. Verheul
2
| Motie | 2 | train |
Gemeente
Amsterdam
Preventieve gezondheid buurten/wijken
Vertaling Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond naar buurten/wijken
Amsterdamse buurten en wijken
Overkoepelend beeld van stadsdeelfactsheets
Februari 2024
u u
2. Inleiding Inhoud
In juni 2023 verscheen het Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond. Dit document is 1. Inleiding e
opgesteld naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord, waarin is afgesproken dat elke "
zorgkantoorregio een regiobeeld opstelt. In het Regiobeeld van Amsterdam staan gegevens ve Leeswijzer 3
over demografie, welzijn en gezondheid, zorggebruik en zorgaanbod in Amsterdam en ‚
Diemen. > _ Samenvatting JA
Vanuit de Amsterdamse stadsdelen en stadsgebied Weesp is het verzoek gekomen om a E n
verder in te zoomen op gegevens uit het Regiobeeld Amsterdam door ze te vertalen naar Ee Kwetsbaarheid populatie oi)
buurt-/wijkniveau. In deze factsheet wordt deze vertaalslag gemaakt. Er is gekozen om te .
kijken naar de zorgvraag — niet het aanbod — met een focus op kwetsbaarheid van de bn Vier focusdoelgroepen: 10-26
populatie, vier focusdoelgroepen in lijn met Amsterdam Vitaal & Gezond en vier belangrijke
determinanten van gezondheid. © [Vo [-IIn ke}
gela Een WAT) 19
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau.
Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. Eerder zijn er BN (:TVre le! York
afzonderlijke factsheets gemaakt over preventieve gezondheid voor de zeven stadsdelen en
stadsgebied Weesp. Deze factsheet geeft een overkoepelend beeld van de « Mentale gezondheid 24-27
stadsdeelfactsheets door naar alle buurten/wijken van Amsterdam te kijken.
… Vier determinanten: pk IS
Bij het interpreteren van de factsheet is het goed om te weten dat de cijfers over gezondheid
uitsluitend gaan over volwassenen en niet over kinderen en jongeren. Verschillen tussen eld 29-30
buurten (en ook wijken en gebieden) zijn niet op significantie getoetst. De factsheet geeft Ee icht
daarmee geen volledig beeld van de gezondheidsproblematiek in het stadsdeel en dient dus VEIGJENIE Sje
gebruikt te worden als aanvulling op andere analyses/jonderzoeken en ervaringen en signalen Raken
vanuit de praktijk. 33
=_ Alcoholgebruik VAES
„__ Bijlagen 36-43
=__ Overzichtstabel gebieden Ey ete)
DT: La Let Ei
nn
€ 2. Leeswijzer
> < Algemeen
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. In deze factsheet staan
geen gegevens over de gezondheidssituatie (fysiek/mentaal) onder kinderen en jongeren, omdat deze gegevens niet op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. Verschillen tussen de
buurten en gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen tussen buurten wijken en/of gebieden kunnen dus ook op toeval berusten. De afkortingen achter de buurten
verwijzen naar het stadsdeel/stadsgebied: C=Centrum, NW=Nieuw-West, N=Noord, O=Oost, W=West, WP=Weesp, Z=Zuid, ZO=Zuidoost. De buurten en wijken van Amsterdam zijn
terug te vinden op de kaart op https://maps.amsterdam.nl/gebiedsindeling/
Staafdiagrammen
In deze factsheet staat per indicator een staafdiagram met de 20 buurten/wijken met het hoogste percentage van het stadsdeel en — indien beschikbaar— de 20 buurten/wijken met het
hoogste absolute aantal van het stadsdeel. Het aantal buurten/wijken in de staafdiagram kan afwijken van 20 als op de tiende plaats meerdere buurten dezelfde score hebben.
Kaart
Daarnaast is er een kaart waarin per indicator voor alle buurten/wijken waar gegevens voor beschikbaar zijn het percentage te zien is (zie ook de toelichting van de kwetsbaarheidsscores
en RIVM data hieronder). De kleuren van de buurten in de kaart refereren aan het Amsterdams gemiddelde (het kleine streepje in de balk) zoals aangegeven in het plaatje hieronder.
Lager dan het Amsterdams gemiddelde B fi | Hoger dan het Amsterdams gemiddelde
Amsterdams gemiddelde
Definities
In de bijlage staan de definities van indicatoren.
Kwetsbaarheidsscores
Cijfers over het aantal/aandeel ‘meest kwetsbaren! zijn alleen beschikbaar voor buurten met minimaal 5o inwoners en minimaal 10 inwoners uit de betreffende leeftijdscategorie die een
hoge kwetsbaarheidsscore hebben (een score van 3 of 4). Dit verklaart waarom in de kaarten bepaalde buurten ontbreken. Daarnaast is in de staafdiagrammen een ondergrens van 100
inwoners per buurt gehanteerd zodat buurten met erg weinig inwoners niet bovenaan de lijst met hoogste % meest kwetsbaren kunnen belanden.
RIVM
De buurtcijfers over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig van het RIVM. Het RIVM gebruikt gegevens van de Gezondheidsmonitor 2022, de bevolkingssamenstelling en wijk- en
buurtkenmerken om de wijk- en buurtcijfers te berekenen. Gebruik de cijfers met voorzichtigheid, het gaat om schattingen. Op rivm.nl/media/smap en
amsterdam.ggdgezondheidinbeeld.nl/opdekaart staan wijk- en buurtcijfers voor verschillende gezondheidsthema’s. De RIVM-gegevens worden in deze factsheet alleen getoond voor
buurten met minimaal 250 inwoners in 2022. Daarnaast zijn door de nieuwe buurtindeling en gewijzigde buurtgrenzen voor een aantal buurten geen RIVM-schattingen beschikbaar.
n
2 3- Samenvatting
KWETSBARE POPULATIE
Zuidoost en Nieuw-West hebben de meeste buurten met een groot aandeel kwetsbare* inwoners, op afstand gevolgd door Oost, Noord en Zuid. Van de 20 buurten met het grootste aantal inwoners
> < met een hoge kwetsbaarheidsscore liggen er 7 in Nieuw-West en 5 in Noord. Buurten met een relatief kwetsbare* populatie zijn Wildeman, Johan Jongkindbuurt, Lodewijk van Deysselbuurt,
Reimerswaal (allen NW), Holendrecht-West, Bijlmermuseum-Noord, Amsterdamse Poort en G-Buurt-Noord (allen ZO) en Tuindorp Amstelstation (O).
*o.b.v. kwetsbaarheidsscore, gezondheid en veerkracht
> < 4 FOCUSDOELGROEPEN
1. Ouderen
4 van de 5 buurten met stedelijk het hoogste percentage kwetsbare ouderen (66+) liggen in Nieuw-West (Medisch Centrum Slotervaart, Johan Jongkindbuurt, Bakemabuurt en
Reimerswaal). Buurten met stedelijk het grootste aantal kwetsbare ouderen zijn Makasserpleinbuurt (O), Buitenveldert-Zuidoost (Z), Banne-Zuidwest (N), Wildeman (NW) en
Buitenveldert-Zuidwest (Z).
De buurten die stedelijk met 24% het hoogste percentage 65-plussers hebben zijn Weesp Binnenstad/Zuid, Aetsveld Oostelijke Vechtoever (beiden WP), Buitenveldert- Oost (Z)
en Geerdinkhof/Kantershof (ZO). Buurten waar stedelijk absoluut gezien de meeste ouderen wonen zijn Jordaan (C), Buitenveldert-West (Z) en Osdorp-Oost (NW). Naar
verwachting neemt het aantal ouderen tot 2030 het meest toe in de wijken Oostelijk Havengebied in Oost (een wijk met erg veel inwoners) en Noordelijke IJ-oevers-West in
Noord (een wijk met veel geplande woningbouw).
2. Chronisch zieken
De buurten met stedelijk de hoogste percentages chronisch zieken zijn Tuindorp Amstelstation (O, 47%) en Holendrecht-West (ZO, 45%). G-buurt-Noord (ZO, 43%),
Bijlmermuseum-Noord (ZO, 43%), en Rijnbuurt-West (Z, 43%).
3. Jeugd
Van de 20 buurten met het hoogste percentage kwetsbare kinderen 0-17 jaar liggen er 8 in Zuidoost. Van de 20 buurten met het grootste aantal kwetsbare kinderen liggen er 5
in Nieuw-West, 5 in Noord en 4 in Zuidoost. Buurten met stedelijk de meeste kwetsbare kinderen 0-17 jaar zijn De Eenhoorn (O), Kolenkitbuurt-Noord (W), Wildeman (NW) en
Bijlmermuseum-Zuid (ZO). Van de 20 buurten met de meeste kwetsbare jongvolwassenen 18-26 jaar (zowel procentueel als absoluut) liggen de meeste in Nieuw-West. De
buurten met stedelijk de meeste kwetsbare jongvolwassenen wonen zijn Dijkgraafpleinbuurt (NW) en Oostpoort (O).
4. Mentale gezondheid
Van de 20 buurten met het hoogste percentage inwoners dat zich eenzaam voelt liggen er 13 in Zuidoost. Van de 20 buurten met het grootste aandeel inwoners met
een hoog risico op een angststoornis of depressie ligt de helft in Nieuw-West. De buurten Sportpark Middenmeer-Noord (O), Science Park-Zuid (O) en Riekerhaven (NW) zitten
voor beide thema’s in de top vijf van buurten met de grootste opgave.
4 DETERMINANTEN
Een relatief groot deel van de buurten met de grootste opgave op het gebied van bewegen en gezond gewicht liggen in Zuidoost, gevolgd door Noord en Nieuw-West. De buurten Holendrecht-West
(ZO), Reimerswaal, Wildeman en Lodewijck van Deysselbuurt (allen NW) vallen hierbij op vanwege de grote opgave op beide thema’s. Van de 20 buurten met het hoogste percentage overmatige
drinkers liggen er maar liefst 17 in Centrum. Centrum kent ook de meeste buurten in de top 20 van meeste zware drinkers (veel glazen op één dag) en rokers. In de drie buurten met het hoogste
percentage rokers zijn huisvestingsprojecten waar Nederlandse jongeren en jonge statushouders wonen. Het gaat om Sportpark Middenmeer-Noord (O), Riekerhaven (NW) en Elzenhagen-Zuid (N).
STAPELING PROBLEMATIEK
Er is het meest duidelijk een stapeling van problematiek van de thema’s in deze factsheet te zien in G-buurt-Noord, Holendrecht-West, Bijlmermuseum-Noord (allen ZO), Wildeman en Reimerswaal
(beiden NW) en Tuindorp Amstelstation (O). Deze buurten hebben een relatief kwetsbare populatie met relatief vaak fysieke en mentale gezondheidsklachten en een ongezonde leefstijl.
Gemeente
Amsterdam
| 4. Kwetsbaarheid populatie
n n n
n
€ Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
leeftijden, 2021) buurten (2021)
2x Hoge Dijk (Zo) EN
Amsterdamse Poort (ZO)
Buikslotermeerplein (N)
Johan Jongkindbuurt (NW)
Sloterdijk Poort-Zuid (NW) Treo me
Reimerswaal (NW) GS ® Voogd
: Westpoort Ki
Wittenburg (©) EEE dh &
Delflandpleinbuurt-Oost (NW) ie nn Tin
Dichtersbuurt (NW) / EE
Nieuw-Wet / B „
Tuindorp Amstelstation (0) EEG Ks e centrum)
Holendrecht-West (ZO) = SC 5
Bijlmermuseum-Noord (ZO) < ii. bk } st
G-buurt-Noord (ZO) hes: ed
Wildeman (NW) == 5 ie
De Eenhoorn (O)
Rijnbuurt-West (Z) ‘Zuidoost
Banne-Zuidwest (N)
De Klenckebuurt (Z)
Kortvoort (Z)
Bloemenbuurt-Zuid(N) Em 9% meest kwetsbaar
B _ 1 NN +7
© OpenStreetMap
Amsterdams gemiddelde 12% Bron: CBS / bewerking O8S
*Top 20 exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021
**[n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt
Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
n n n
€ Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore
> < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
leeftijden, 2021) buurten (2021)
> < Makassarpleinbuurt (O)
Wildeman (NW)
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW)
Venserpolder-West (ZO) o
Overtoomse Veld-Noord (NW) ENE Noort f
Dijkgraafpleinbuurt (NW) Westpoort pe
Van der Pekbuurt (N) Nan Oe
Bosleeuw (W) SNE B
Vogelbuurt-Zuid (N) le (centr 3
Banne-Zuidwest (N) 4 a ‚R ev
Terrasdorp (N) Ne
Kolenkitbuurt-Noord (W) NN zie Dd,
Werengouw-Midden (N) Oe | , AE
Ambonpleinbuurt (O) der
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) ou eee
Holendrecht-Zuid (ZO) en
Transvaalbuurt-Oost(O) EEN
Holendrecht-West (ZO)
Confuciusbuurt (NW)
Reimerswaal (NW) % meest kwetsbaar
© OpenStreetMap 5 É 5 _- BL
Bron: CBS / bewerking O&S
*/n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres.
Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is
daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
€ Kwetsbaarheid populatie: gezondheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat gezondheid % inwoners 18+ dat gezondheid als slecht ervaart t.o.v. Amsterdams
als slecht ervaart (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
> < Holendrecht West (ZO)
G-buurt Noord (ZO)
Bijlmermuseum Noord (ZO)
Tuindorp Amstelstation (O)
Wildeman (NW) A T-Noordt Ln
Amsterdamse Poort (ZO) n Westpoort ® NN p
Reimerswaal (NW) REN Pa»
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) ) Ee 7 Pp Sk 4
Kortvoort (ZO) 8 | Nieuw-Wé er = 8 Ri
Hakfort/Huigenbos (ZO) 8 B 4 Reed Ta
Holendrecht-Zuid (ZO) BEN _E a Ne
: 2 B Dost
Johan Jongkindbuurt (NW) TM rn FD
De Kleine Wereld (N) Lr AT
Rechte H-buurt (ZO) ie } € Dann.
De Kameleon e.0. (ZO) NT | sesp TY
Dichters-en Couperusbuurt (NW) ae OO E
Molenwijk (N) vn
Rijnbuurt West (Z)
Jacob Geelbuurt (NW) ETR
Dobbebuurt (NW) mmm Ále 9% Ervaren Gezondheid slecht
Amsterdams gemiddelde 33% © openStreetMap FE Dn
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
2 Kwetsbaarheid populatie: Veerkracht
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat een (zeer) % inwoners 18+ met een (zeer) lage veerkracht t.o.v. Amsterdams gemiddelde
lage veerkracht ervaart (2022) (22%), buurten (2022)
> < Sportpark Middenmeer Noord (O) En
Johan Jongkindbuurt (NW)
G-buurt Noord (ZO) EEN
Lodewijk van Deysselbuurt (NW)
Reimerswaal (NW) == E
Wildeman (NW) r-Veo
Science Park Zuid(O) EEA Westpoort ;
Holendrecht West (ZO) ;
Hakfort/Huigenbos (ZO) ke | ze DA ki en
Jacob Geelbuurt (NW) En | Me v-West (ce ri 1 ac |
Bijlmermuseum Noord (ZO) En et BR Ne.
Tuindorp Amstelstation (O) Le B en Wost p
Amsterdamse Poort (ZO) Te PV
Dichters-en Couperusbuurt (NW) ms Ds SD
Botteskerkbuurt (NW) EEE sG (Nd
Van der Kunbuurt (O) doos” Wilcd
Dobbebuurt (NW) == en
Ambonpleinbuurt (O)
Rechte H-buurt (ZO) EEA
De Kameleon e.o. (20) En 9% (zeer) lage veerkracht 18+
Amsterdams gemiddelde 22% © OpenStrestMap 1 nn:
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
Gemeente
Amsterdam
| 5. Focusdoelgroepen
n
€ Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 66+ (2021) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (25%), buurten (2021)
> < Medisch Centrum Slotervaart (NW) En
Johan Jongkindbuurt (NW)
Bakemabuurt (NW) (y:
Spaarndammerbuurt-Zuidwest (W)
Reimerswaal (NW) 58
Noo,
Orteliusbuurt-Zvid() EE 8 ind
Buikslotermeerplein (N) an ee
Laan van Spartaan (W) ie f
NN | meuwnet (Bam
Nd ml Es
Robert Scottbuurt-West (W) EN 4 de
Veluwebuurt (Z) rI 1 zuid | st
Tuindorp Oostzaan-West (N)
Amsterdamse Poort (ZO) 47 EN
Makassarpleinbuurt (O) EEEN Weesp
Venserpolder-West (ZO) Ev Zuidoost
Overtoomse Veld-Noord (NW) PE
Zuidwestkwadrant-Noord (NW) LE;
De Wetbuurt (O)
De Klenckebuurt (Z) En 36 meest kwetsbaar
EE, ee
Amsterdams gemiddelde 25% ® OpenStreetMap
Bron: CBS / bewerking O&S
*Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021
**[n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WP/-locatie in de buurt Mercatorpark
(stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
n
u
€ Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+
> < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 66+ (2021) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (25%), buurten (2021)
> < Makassarpleinbuurt (O)
Buitenveldert-Zuidoost (Z)
Banne-Zuidwest (N)
Wildeman (NW)
Buitenveldert-Zuidwest (Z) Noort 0
Reimerswaal (NW) Westpoort 5
Venserpolder-West (ZO) >
Osdorp-Zuidoost (NW) pr,
Tuindorp Oostzaan-Oost (N) 250 Nieuw-Wesi (centrum)
Holendrecht-West (ZO) - Hse
Betondorp (0) 1 \
(2
Dijkgraafpleinbuurt (NW) N Zuid Eet
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) >
Gelderlandpleinbuurt (Z) he
Terrasdorp (N) af
idoost;
Borgerbuurt (W) nes
Spaarndammerbuurt-Zuidwest (W)
Werengouw-Midden (N)
Buikslotermeerplein (N) ac msestiwersbiar
Dapperbuurt-Noord (O) 4 me
D OpenStreelMap ì
Bron: CBS / bewerking O&S
*/n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WP/-locatie in de buurt Mercatorpark
(stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
€ Ouderen: 65+
> < % 65-plussers wijken (1 januari 2023) % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten
(a januari 2023)
2x Buitenveldert-Oost (Z)
Aetsveld/Oostelijke Vechtoever (WP) Zn
Weesp Binnenstad/Zuid (WP) ne
Geerdinkhof/Kantershof (ZO) 8 Se ke
Bezondorp (0) Mmmm 6 7) BN OO
Tuindorp Nieuwendam (N) EE bP A sz
nm
uitenveldert-Wes PAS E |
Buikslotermeer (N) TEE | Nd L
Nellestein (ZO) OSR ke
Weesp-Noordwest (WP) nl EN / ed \
Waterland (N) der CC D= Á N
Nieuwmarkt/Lastage (C) a [ e
Museumkwartier (Z) € 5 Rn e
Haarlemmerbuurt (C) 5 f in
Holendrecht (ZO) Si TP
Tuindorp Buiksloot (N) EC Pe oet
EN 5 heee
Arend Nik
Ea OE 2:
Weesperbuurt/Plantage (C) EE ® 2024 Mapbax © openstreetiap 5
Amsterdams gemiddelde 13,4% Bron: Basisinformatie / O&S
€ Ouderen: 65+
> < % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten
65-plussers wijken (a januari 2023) (1 januari 2023)
> < Jordaan (C)
Buitenveldert-West (Z)
Osdorp-Oost (NW)
Sloten/Nieuw-Sloten (NW) ER eis
Oostelijk Havengebied (O) & peen Den
Museumkwartier (Z) & > | 7
Buikslotermeer (N) An … Ë ZN EZ Le
Oostelijke Eilanden/Kadijken (C) er ® Cd al
Banne Buiksloot (N) GUN la) ZS) í Û
Geuzenveld (NW) _% eN | Ke
Scheldebuurt (Z) dé 8 BSE P De J Ke
Gein (ZO) EG PS OS Ni
Tuindorp Oostzaan (N) rad E d mn U
De Aker (NW) Em Ë sn
Buitenveldert-Oost (Z) Se >
Nieuwmarkt/Lastage (C) \ be
Middenmeer (O) A
Osdorp-Midden (NW) fn td ard
Stadionbuurt (Z) E )
Holendrecht (ZO) Ee) ESE
Frankendael (0) ® 2024 Mapbox @ oveoseanka 5 SS 3,462
Bron: Basisinformatie / O&S
X Ouderen: toename 65-74 jaar
> < relatieve toename 65-74 2023-2030 wijken (%) Relatieve toename 65+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (15%),
wijken (prognose 2023)
> < Bloemendalerpolder (WP) EE
Noordelijke IJ-oevers-West (N) EEG
Omval/Overamstel (O) 92
Amsterdamse Poort e.o. (ZO) ak
Zeeburgereiland/Bovendiep (O) EZ 9 eg dT ens
Houthavens (W) EEM 2 A sl B A
IJburg-Zuid (O) gn Á DD |
Elzenhagen (N) En bn VS B
Zuidas (Z) ad a, Cd a
Centrale Markt (W) BEA | Orle K
Oostelijk Havengebied (O) | 44 Se ka X
Ganzenhoef e.o. (ZO) EB à EE > / @ Ke
IJburg-West (O) es d Ke
Volewijck (N) e T f: B .
Waterlandpleinbuurt (N) A 4 en.
Staatsliedenbuurt (W) P
Sloten/Nieuw-Sloten (NW) hes)
Osdorp-Midden (NW) E Ger K
Venserpolder (ZO) Ì he Ee epen
Slotervaart-Noord (ZO) E il Bure 65-74 (9%)
Schinkelbuurt (Z) rene ir
E Ei \ a am 100
@ 2024 Mapbox @ Open Streethtap on,
Amsterdams gemiddelde 15% Bron: Basisinformatie / O&S
X Ouderen: toename 65-74 jaar
x Absolute toename 5-74 2023-2030 wijken Absolute toename 65-74 jarige 2023-3030, wijken (prognose 2030)
> < Noordelijke IJ-oevers-West (N)
Oostelijk Havengebied (O)
Amsterdamse Poort e.o. (ZO)
Sloten/Nieuw-Sloten (NW) 5
Oostelijke Eilanden/Kadijken (C) 2 RE En Ee
Bloemendalerpolder (WP) ed Ve \ A
De Aker (NW) RE a |
Osdorp-Oost (NW) | eN % A
Staatsliedenbuurt (W) Ô ee ee í
Houthavens (W) | Dd 5 Ì AS B | K
IJburg-West (O) a A == e si Ke
Waterlandpleinbuurt (N) Dn PY Df Ke
Osdorp-Midden (NW) h CAI BC li \
Volewijck (N IE Ur
Omval{/Overamstel (O) nn ps Dn Ar df
Ganzenhoef e.o. (ZO) \ ee S C
Venserpolder (ZO) NX N c
Landlust (W) WW rl
Geuzenveld (NW) 4 Se
Zeeburgereiland/Bovendiep (O) rt Toename 65-74 (abs.)
Tuindorp Oostzaan (N) NE 42! EN se:
@ 2024 Mapbox © OpenStreetMap hg
Bron: Basisinformatie / O&S
€ Ouderen: toename 75+
> < relatieve toename 75+ 2023-2030 wijken (27%) Relatieve toename 75+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), wijken
(prognose 2023)
Noordelijke IJ-oevers-West (N) EN
Bloemendalerpolder (WP) En
Omval/Overamstel (O)
Zeeburgereiland/Bovendiep (O) En
Amsterdamse Poort e.o. (ZO)
Ganzenhoef e.o. (ZO)
Zuidas (Z) En 4 Pl
Oostelijk Havengebied (O) eN Je A
Gein (Zo) EEA | — ais Ve |
Oostelijke Eilanden/Kadijken (ZO) PL KEN UIZE 3
Elzenhagen (N) À | ad sn DS eN k
Houthavens (W) SL vl ams (N Ns
H-buurt (ZO) 4 Er De) 4
Lutkemeer/Ookmeer (NW) Ei SS ge h
Schinkelbuurt (Z) fl A IS
Bellamybuurt (W) AN ad A
Indische Buurt-West (O0) EA @ 4 “
Staatsliedenbuurt (W) ER and A
IJburg-West (O) Tess WEES
IJburg-Zuid(o) Me 2 : De „
Burgwallen-Oude Zijde (C) BEE Ee) oename 75+
rr Ò
© 2024 Mapbox @ Eeen m E nn 0e
Amsterdams gemiddelde 27% Bron: Basisinformatie O&S
X Ouderen: toename 75+
> < absolute toename 75+ 2023-2030 wijken Absolute toename 75 plussers 2023-3030, wijken (prognose 2023)
Oostelijk Havengebied (O)
Oostelijke Eilanden/Kadijken (C)
Noordelijke IJ-oevers-West (N)
Jordaan (C) Se
Gein (ZO) ne kt
Sloten/Nieuw-Sloten (NW) Ji De 5 EN d
Frankendael (O) EE LA OD DN ef
Nieuwmarkt/Lastage (C) | mnd en PS Dr
Haarlemmerbuurt (C) Dn Ee |
Staatsliedenbuurt (W) EE E | \
Oude Pijp (Z) | | AS | Ke
Scheldebuurt (Z) Re US PP \
Indische Buurt-West (O) i je en nr Nl
Amsterdamse Poort e.o. (ZO) ee # A SN € ss Ds
Museumkwartier (Z) ed AND id 5 Ee
Dapperbuurt (O) 8 NS (
Oosterparkbuurt (O) N CW KS)
Holendrecht (ZO) SLÂ
Geuzenveld (NW) Aen Sm NE
NN — pe roerige 75 (abs)
En EES SA
® 2024 Mapbox © opensreemap E DN mn <s:
Bron: Basisinformatie / O&S
2 Eén of meer langdurige aandoeningen
buurten met hoogste % inwoners 18+ met één % inwoners 18+ met één of meer langdurige aandoeningen t.o.v. Amsterdams
langdurige ziekte of aandoening (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
> < Tuindorp Amstelstation (O) ESA
Holendrecht West (ZO) Rr
G-buurt Noord (ZO)
Bijlmermuseum Noord (ZO)
Rijnbuurt West (Z) u
Betondorp (O) » Nood zi
Kortvoort (ZO) Westpoort el ê
Calandlaan/Lelylaan (NW) EN at Ee
Wildeman (NW) mmm TN en
Borgerbuurt (W) Neige 8 Centrum) &
Tuindorp Nieuwendam West (N) Een _ Ke A e $ 3
Weesp-Zuid | (WP) ni te SH of 7
Tuindorp Nieuwendam Oost (N) idle,
Amsterdamse Poort (ZO) de \
Bloemenbuurt Zvid(N) ; € p N >
Tuindorp Oostzaan West(N) FN mn re
De Kleine Wereld (N) Dn A K
Harmoniehofbuurt (Z)
Staatsliedenbuurt Noordoost (WV)
Marathonbuurt West (Z) % één of meer langdurige aandoeningen
TL
Amsterdams gemiddelde 33% © OpenStreetMan
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
n
Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren o-17* (2021) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2021)
Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 0-17
x Hoge Dijk (ZO) -
De Eenhoorn (O) wek
Bellamybuurt-Zuid (W)
Bijlmermuseum-Zuid (ZO)
Rijnbuurt-West (Z) Noord
Tuindorp Amstelstation (O) Beno
Markengouw-Zuid (N)
Hoptille (ZO)
Amsterdamse Poort (ZO) Nieuw-Wes
Hakfort/Huigenbos (ZO)
Bijlmermuseum-Noord (ZO)
Vogelbuurt-Zuid (N) oe zuid En
Venserpolder-West (ZO) Am
Jacob Geelbuurt (NW)
Molenwijk (N)
De Kleine Wereld (N) Sr
Meerwaldtbuurt (NW) wi
Landlust-Noord (W)
Gein 2 (ZO)
Wittenburg (C) % meest kwetsbaar
& OpenStreetMap
Bron: CBS / bewerking O&S
*Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2021. Mercatorpark is buiten beschouwing gelaten in de top 20 omdat hier WPI postbusadressen zijn.
**/n Hoge Dijk ligt een jeugdvoorziening. In absolute aantallen is het aantal meest kwetsbaren o-17 in deze buurt redelijk beperkt.
“k{n De Eenhoorn stonden in 2021 relatief veel studentenwoningen en duplexwoningen met kwetsbare gezinnen.
n
Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17
> < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 0-17 (2021) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2021)
Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 0-17
> < De Eenhoorn (O)
Kolenkitbuurt-Noord (W)
Wildeman (NW)
Bijlmermuseum-Zuid (ZO)
Vogelbuurt-Zuid (N) Noor
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) Wesipoert
Markengouw-Zuid (N)
Banne-Zuidwest (N) EEE
Venserpolder-West (ZO) BEU Nieuw-Wet
Jacob Geelbuurt (NW) EEG Ee
Holendrecht-Zuid (ZO) EEM E
Overtoomse Veld-Noord (NW) EEG zuid past
Makassarpleinbuurt (O) Rr
Van der Pekbuurt (N)
Markengouw-Midden (N)
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) BEM Zuidoost
Molenwijk (N) BEU
Bellamybuurt-Zuid (W) BECM
Holendrecht-West (ZO)
Botteskerkbuurt (NW) % meest kwetsbaar
2 ne:
® OpenStreetMap
Bron: CBS / bewerking O&S
*/n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres.
Op de WPI-locatie in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is
daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
n
MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 18-26 (2021) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5%), buurten
Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 18-26 (2021)
> < Oostpoort (O)
Sloterdijk Poort-Zuid (NW) Ean kk
Dijkgraafpleinbuurt (NW) RE
Jacob Geelbuurt (NW)
Zeeheldenbuurt (W) Era Noor
Weespertrekvaart (O) Westpoort
Johan Jongkindbuurt (NW) es
Tuindorp Amstelstation (O) LE |
Elzenhagen-Zuid (N) Nieuw-Wes
Wittenburg (C)
Science Park-Zuid (O) 12} ee An
Terrasdorp (N) Zuid
Gein 1 (ZO) EE mad
Dichtersbuurt (NW) En
Kortvoort (ZO) EK Der
Steigereiland-Zuid (O) { m5
Emanuel van Meterenbuurt (NW) LE
Bloemenbuurt-Noord (N) |
Vogelbuurt-Noord (N) EK 9% meest kwetsbaar
Vogelbuurt-Zuid (N)
° e 8 OpenStreetMap : ' mm a
Amsterdams gemiddelde 5% Bron: CBS / bewerking O&S
*/n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie
in de buurt Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in
de top 20.
“sloterdijk Poort-Zuid heeft in absolute aantallen een zeer beperkt aantal meest kwetsbaren 18-26.
n
MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26
> < buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 18-26* (2021) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5%), buurten
Alleen buurten met 210 meest kwetsbaren 18-26 (2021)
> < Dijkgraafpleinbuurt (NW)
Oostpoort (O)
Jacob Geelbuurt (NW)
Overtoomse Veld-Noord (NW) EE
Ookmeer (NW) EES Noort
Zuidwestkwadrant-Zuid (NW) RE
Elzenhagen-Zuid (N)
Vogelbuurt-Zuid(N) BA we
Wildeman (NW) EE u.
Terrasdorp (N) hab id de
De Eenhoorn (O) EE je
Hakfort/Huigenbos (ZO) EE S zuid Post
Venserpolder-West (ZO) EE DS
Gein1(ZO) E K
Bosleeuw (W) EE
Dapperbuurt-Noord(O) EE Zuidoost,
Bellamybuurt-Zuid(W) EE Ke
Kolenkitbuurt-Noord (W) HE
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) BE
Werengouw-Midden (N) E 96 meest kwetsbaar
nn
© OpenStreeiMap
Bron: CBS / bewerking O&S
*/n de kwetsbaarheidsscores zijn de zogeheten ‘postadressers’ meegenomen. Dit zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. Op de WPI-locatie in de buurt
Mercatorpark (stadsdeel West) staan veel ‘postadressers’ met een bijstandsuitkering ingeschreven. Mercatorpark is daarom buiten beschouwing gelaten in de top 20.
€ Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
buurten met hoogste % inwoners 18+ met hoog risico % inwoners 18+ met hoog risico op angststoornis of depressie t.o.v.
op angststoornis of depressie (2022) Amsterdams gemiddelde (15%), buurten (2022)
> < Sportpark Middenmeer Noord (0) EEG
Riekerhaven (NW) EEG
Science Park Zuid(O) HGM
Johan Jongkindbuurt (NW)
Elzenhagen Zuid (N) En -
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) EP Moord
Medisch Centrum Slotervaart (NW) EON #e
G-buurt Noord (ZO) A S=
Reimerswaal (NW) mn Ne zl j - TE
Dichters-en Couperusbuurt (NW) Ent di \ CPJ &
D-buurt (ZO) Ee A N
Hakfort/Huigenbos (ZO) - hs Sost
Kolenkitbuurt Noord (W) jn n tf
Dobbebuurt (NW) d eN
Jacob Geelbuurt (NW) < £ ve We
Wildeman (NW) Zuidoost? e
Baaibuurt-Oost (O) En pe
Amsterdamse Poort (ZO)
Confuciusbuurt (NW)
De Kameleon e.o.(ZO) BM % hoog risico op depressie
Amsterdams gemiddelde 15% EPEN mn gn _n 5
Bron: Amsterdamse Gezondheidsmonitor GGD / RIVM
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
€ Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat afgelopen jaar % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is
bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021)
> < D-buurt (ZO) EN
Zeeburgereiland Zuidoost (0) EEN
Medisch Centrum Slotervaart (NW) LS
NDSM terrein (N)
Vivaldi (Z) maren Noor
Kalverdriehoek (©) EEN Weston
E-buurt (ZO) ER an %
Amstelkwartier West (O) Wz , hf 3 gea.
Buiksloterham (N) E:) \__Ni Wes / ; b
Kelbergen (ZO) 8 Ss Ln Nn
K-buurt Midden (ZO) EEEN nn \ :
Begijnhofbuurt (C) EE} d Zuid
Bedrijventerrein Landlust (W) Cn
Rijnbuurt West (Z) 8 4
Schipluidenbuurt (NW) Wi din
Riekerhaven (NW) 2 red
Elzenhagen Zuid (N)
Grunder/Koningshoef (ZO)
Kattenburg (C) le
De Eenhoorn (O0) AM Re
@ OpenStreelMap
Amsterdams gemiddelde 5,2% Bron: Vektis
“Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021.
€ Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < buurten met grootste aantal inwoners 18+ dat afgelopen % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is
jaar bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021)
2x Meerwaldt-, Arondeus en Coronelbuurt (NW) EEZ
Bosleeuw(W) EEZ
Venserpolder West (ZO) EEE
Zuidwestkwadrant Osdorp Zuid (NW) EEZ
De Punt (NW) EEZ Noor
Transvaalbuurt Oost (O) EEZ Westpoort <
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) EEEN mt En.
Gelderlandpleinbuurt (2) EEEN nen
Gibraltarbuurt (W) EEN Ie A ke
De Aker Oost (NW) EEEN EE
Cremerbuurt West (W) EEZ Ty a F Ee
Haveneiland Noordoost (O) En
Werengouw Midden (N) EEZ
F-buurt (ZO) BEZ * 4d ne
Overtoomse Veld Noord (NW) EEZ UDOEË
Overtoomse Veld Zuid (NW) EEZ pen
Wildeman (NW) EEC
Haveneiland Oost (O) EZG
Erasmusparkbuurt West (W) ZEE 9% POH GGZ
Noordoostkwadrant Indische buurt (O) EEEN omme le
& OpenStreetMap
Bron: Vektis
“Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021.
€ Mentale gezondheid: eenzaamheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is t.o.v Amsterdams
(2022) gemiddelde (21%), buurten (2022)
> < Sportpark Middenmeer Noord (0) ESS
Science Park Zuid (0) ETE
G-buurt Noord (ZO) ER
Amsterdamse Poort (ZO)
Riekerhaven (NW) mm As
Bijlmermuseum Noord (ZO) Ge \ooR
De Kameleone.o. (ZO) EREA Westpoort GP:
Parooldriehoek (O) : Aalt =
Elzenhagen Zuid (N) m. he
Hakfort/Huigenbos (ZO) Ee KS (centrum)
Johan Jongkindbuurt (NW) | IE te Ne
Rechte H-buurt (ZO) En Ee Te \ dost
. uid a
Hoptille (ZO) Ba
Gein2 (Zo) EEA En EN
Bijlmermuseum Zuid(ZO) EU -
Sloterdijk Stationskwartier (NW) EEE /o ie
Holendrecht West (ZO) rn
Gein 1 (ZO) NN
Kortvoort (ZO) EEA
Venserpolder West (ZO) EEEXE streensemheid
& OpenStreetMap 8 E : mm eed
Amsterdams gemiddelde 21% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
Gemeente
Amsterdam
| 6. Determinanten
X Bewegen: beweegrichtlijnen
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet voldoet % inwoners 18+ dat niet voldoet aan beweegrichtlijnen t.o.v. Amsterdams
aan beweegrichtlijnen (2022) gemiddelde (4,6%), buurten (2022)
> < Weesp-Zuid (WP) NEN
Holendrecht West (ZO) EN
Wildeman (ZO) 6o
Reimerswaal (ZO)
Tuindorp Oostzaan West (N) mmm
Kortvoort (ZO) ) Noordt
Zuidwestkwadrant-Noord (NW) Westpoort Ge 8
Hogewey Zuid (WP) MEN \ ne
Hogewey Midden (WP) |A egel» trum) ed
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) mmm a ' ne: is Ke
egen) GE CPE LN
Middelveldsche Akerpolder (O) Ge 5 Zuid
Betondorp (NW) ie” aa
Ruys de Beerenbrouckbuurt (ZO) GSA ee dh,
Holendrecht-Zuid (NW) GE \ve ee Ee (
Molenwijk (N) RO OS
Kantershof (ZO) cn
Reigersbos 3 (ZO) En
Banne Noordwest (N) EE
N ' 9% voldoet niet aan beweegrichtlijn
Amsterdams gemiddelde 46% © OpenStreetMap 30 EE me:
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
“De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
2 Bewegen: wekelijks sporten
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport t.o.v. Amsterdams gemiddelde (42%),
(2022) buurten (2022)
> < Holendrecht West (ZO) EN
Wildeman (NW)
Lodewijk van Deysselbuurt (NW)
Reimerswaal (NW)
Bijlmermuseum Noord (ZO) Ee Wo
De Kleine Wereld (N) nn ds Se |
G-buurt Noord (ZO) pd
Molenvijkn) NN Le RE
Tuindorp Amstelstation (O) Nieu WELL B fe Men &
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) n AAS rum) B
Banne Noordwest (N) q Mheer
Holendrecht-Zuid (ZO) 7 at dost
“Zwide
Johan Jongkindbuurt (NW) Ee 5 od
Kortvoort (ZO) E) de ,
Amsterdamse Poort (ZO) EN Er DE
Kelbergen (ZO) do ost m ee
Banne Noordoost (N) Pi VAS
Tuindorp Oostzaan West(N) GSA
Weesp-Zuid | (WP) mn
Jacob Geelbuurt (NW) } ik
% niet wekelijks sporten
Amsterdams gemiddelde 42% open recetep ze <:
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
n n n
€ Overgewicht (incl. obesitas)
buurten met hoogste % inwoners 18+ met overgewicht incl. % inwoners 18+ met overgewicht incl. obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde
obesitas (2022) (43%), buurten (2022)
> < Holendrecht West (ZO) 6o
Lodewijk van Deysselbuurt (NW)
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) Es)
Reimerswaal (NW) EN
Tuindorp Oostzaan West (N) B wek
Wildernan (NW) %,
Holendrecht-Zuid (ZO) BEONE sb
Kclbergen (20) NN md es
Molenwijk (N) d rele ES
G-buurt Noord (ZO) B an : ar KN
Gein 4 (ZO) Gan rs ed a En DD
Tuindorp Oostzaan Oost (N) is IE jen e dost ,
Banne Noordwest(N) NT 1
Middelveldsche Akerpolder (NW) led
Hakfort/Huigenbos (ZO) Es B — Weesp
De Kleine Wereld (N) \= loost/ |
Kortvoort (ZO) rn
Weesp Schildersbuurt (WP)
Reigersbos 3 (ZO)
Tuindorp Nieuwendam West (N) mn % Overgewicht
2. Zeo
& OpenStreetMap
Amsterdams gemiddelde 43% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
n n
€ Overgewicht: obesitas
buurten met hoogste 0% inwoners 18+ met ernstig % Inwoners 18+ met ernstig overgewicht t.o.v. Amsterdams
overgewicht (2022) gemiddelde (13%), buurten (2022)
> < Holendrecht West (ZO) En
G-buurt Noord (ZO)
Reimerswaal (NW)
Lodewijk van Deysselbuurt (NW) =n
Wildeman(NW) en Noort YS
Hakfort/Huigenbos (ZO) HEA Westpoort Se
Holendrecht-Zuid (ZO) 3 B
Bijlmermuseum Noord (ZO) ii ” „a _
Kelbergen (ZO) Es Ni e 5 Bh
De Kleine Wereld (N) 7 mi ; a es 2
Molenwijk (N) E ‚E Gd — ge è
Ruys de Beerenbrouckbuurt (NW) ed züid. En. pe
Kortvoort(ZO) EEN Se
Blauwe Zand (N) ur 5
Banne Noordwest (N) En eL en En
Tuindorp Oostzaan Oost(N) EEM 2
Gein 4 (ZO) hd
Bloemenbuurt Zuid (N) ie
Tuindorp Oostzaan West (N)
Middelveldsche Akerpolder (NW) En 9% ernstig overgewicht
& OpenStreethap 5 EE " _m 24
Amsterdams gemiddelde 13% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
2 Roken
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat rookt (2022) % inwoners 18+ dat rookt t.o.v. Amsterdams gemiddelde
(24%), buurten (2022)
> < Sportpark Middenmeer Noord (O) EEG
Riekerhaven (NW) ETE
Elzenhagen Zuid (N)
Medisch Centrum Slotervaart (NW) me
Science Park Zuid (O) En__v
D-buurt (ZO) EEA
Zaagpoortbuurt (C) BEF NES &
G-buurt Noord (ZO) Ee f he | es
Nieuwendijk Noord (C) Pewieiuw-West 5 a es,
Oude Kerke.o.(O EEN B Ai entrum) tn
Sloterdijk Stationskwartier (NW) EEEN pe 8 hdd. 5
Bedrijventerrein Hamerstraat (N) W- zld y oe
Amsterdamse Poort (ZO) rs D= RA, _
Parooldriehoek (O) x ie
Kalverdriehoek (CQ) EG _d er
Hemelrijk (C) Zuidoost
Planciusbuurt Noord (C) mn d
Hoptille (ZO)
Baaibuurt-Oost(O) EEG ae roker
Nieuwe Kerke.o.(C) BEETA uE A
© OpenStreetMap
Amsterdams gemiddelde 24% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
X Alcoholgebruik
buurten met hoogste % zware drinkers 18+ (2022) % zware drinkers 18+ t.o.v. het Amsterdams gemiddelde (12%),
buurten (2022)
> < Rembrandtpark Noord (NW) EEE
Groenmarktkadebuurt (C)
BG-terrein e.o. (C)
Kalverdriehoek (C) mn
Leidsebuurt Noordoost (C) 5
Oude Kerk e.o. (C) Dan 7
D-buurt (ZO) EEG ged |
Scheepvaarthuisbuurt (C) ie \ à
Nieuwe Kerk e.o. (C) Ö Ì Penn nn
Sarphatiparkbuurt (2) EER ke a (centum n Kan
Rijnbuurt Oost (Z) EEEN * Mg be Ge
Burgwallen Oost (C) me Wan Ê_ st
Spuistraat Noord (C) q Sn on
Spuistraat Zuid (C) He
Nes e.o. (C) Weesp Er
Kop Zeedijk (C) 18 Zuidoost; 2
IJselbuurt Oost (Z) 0
Weesperzijde-Noord (O) 18
Scheldebuurt Oost (Z)
Cremerbuurt Oost (W) 18 | 9% zware drinker
. © OpenStreetMap 5 E + mn 24
Amsterdams gemiddelde 12% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
X Alcoholgebruik
buurten met hoogste % overmatige drinkers (2022) % overmatige drinkers 18+ t.o.v. het Amsterdams gemiddelde
(9%), buurten (2022)
> < Langestraate.o.(0) EER
Anjeliersbuurt Noord (C)
BG-terrein e.o.(C) En
Scheepvaarthuisbuurt (C) IEB
Haarlemmerbuurt Oost (C)
Groenmarktkadebuurt (©) Ba Noord —
Kalverdriehoek (C) Westpoort
Amstelveldbuurt (C) N '
Rembrandtpark Noord (NW) En pn el dien
Leidsegracht Noord (C) Miegg-we .
Zuiderkerkbuurt (C) ie el _d
Harmoniehofbuurt (Z) En f p 5
Oude Kerk e.o. (C) é 4 a ze
Felix Meritisbuurt (C) eel Kad
Leidsebuurt Noordoost (C) Weesp
Leidsegracht Zuid (C) Zuüidoost”
Banpleinbuurt (Z) En nd
Nieuwe Kerk e.o. (C)
Leliegracht e.o. (C)
Anjeliersbuurt Zuid (C) EEn 9% overmatige drinker
© OpenStreetMap MW, Ns
Amsterdams gemiddelde 9% Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
*De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM.
Gemeente
Amsterdam
| 7. Bijlagen
Overzichtstabel gezondheidcijfers gebieden
tst gezondheidcijfers gebied
lalala) langdurige Voldoet niet
gezondheid Lage ziekte of Hoogrisico Ernstig aan beweeg- Sport niet Ernstig Zwaar Overmatig
niet goed veerkracht aandoening depressie eenzaam richtlijn wekeliks Overgewicht overgewicht Roken alcohol alcohol
Centrum-Oost 25 18 13 24 41 28 18 13
Westerpark 30 16 32 17 22 41 9 29 16 11
VVT Ee tinten eTs 28 25 ES 18 19 45 34 39 10 22 12 9
Oud-West/De Baarsjes 32 23 33 22 20 37 31 29 7 25 18 9
Geuzenveld/Slotermeer 40 29 34 23 24 53 54 54 14 25 8 6
ost ar 28 30 25 26 60 58 52 20 6
DELE A A ELS Ì
De Aker/Nieuw Sloten 26 18 35 10 25 56 48 48 19 7 6
Slotervaart 38 24 35 20 25 51 43 43 14 25 13 4
Oud-Zuid 20 ®) E) pin vi 20 12 13
Zuid Buitenveldert/Zuidas 39 25 33 9 29 42 41 38 11 20 12 9
EENES: B Ml 31 ES 27 21 15
Oud-oost 33 25 34 16 21 41 35 9 18 7 9
Oost Indische buurt/Oostelijk havengebied 28 17 37 mm 37 40 22 19 11
Watergraafsmeer 32 21 38 15 30 41 11 28 12 7
IJburg/Zeeburgereiland 36 20 35 13 21 46 31 42 10 19 10 10
Noord-West 31 22 37 15 20 53 52 51 19 25
Noord Oud-Noord 34 24 36 18 25 47 47 42 11 34 11 6
Noord-Oost 36 22 29 15 29 52 56 44 13 24 10
Bijlmer-Centrum 53 38 41 30 44 51 59 60 22 20 7 6
Zuidoost Bijlmer-Oost 42 24 35 13 33 51 47 54 26 23 10
Gaasperdam/Driemond 39 28 37 13 27 51 50 55 17 19 6
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam
Overzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebieden
verzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebied
KELE KELE RR KELE KELE KELE KELE
ETA LIE kwetsbaar _kwetsbaar(% kwetsbaar0- kwetsbaar0- kwetsbaar 18- kwetsbaar (%
absoluut kwetsbaar % 66+ 66+) 17 NA 26 18-26)
centrum Taas AES 120 180 3
Centrum-Oost 4130 9 1195 140 255 4
Westerpark 4390 11 1185 31 295 6 195 5
West Bos en Lommer 4810 14 1050 38 475 8 215 4
Oud-West/De Baarsjes 9535 13 1945 29 810 8 590 6
Geuzenveld/Slotermeer 7630 16 1620 34 825 8 405 6
8 Osdorp 6640 17 1855 33 595 7 435 8
DA LEREN AEL Ì
De Aker/Nieuw Sloten 2145 750 ZOT 3
Slotervaart 5555 13 1465 34 530 7 385 4
Oud-Zuid 6 1095 Ki ] 160 3
Zuid Buitenveldert/Zuidas 10 1415 26 al) 100 3
De Pijp/Rivierenbuurt 6180 10 2020 26 325 4 215 2
Oud-oost 4690 13 1235 31 315 6 285 5
or Indische buurt/Oostelijk havengebied 4590 11 1120 28 385 6 175 4
Watergraafsmeer 3420 10 1105 26 260 5 245 4
Uburg/Zeeburgereiland 1930 265 22 250 165 4
Noord-West 5495 14 1785 31 505 6 240 6
Noord __Oud-Noord 4420 15 1210 33 390 7 190 5
Noord-Oost 4215 14 1255 28 470 7 240 6
Bijlmer-Centrum 3820 15 635 36 440 10 220 4
Zuidoost Bijlmer-Oost 4135 14 940 28 435 7 215 5
Gaasperdam/Driemond 4410 13 1160 23 475 7 215 5
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam
*De kwetsbaarheidsscores voor het gebied Oud-West/De Baarsjes worden vertekend door de zogeheten ‘postadressers’, die in de cijfers zijn meegenomen. Postadressers
zijn mensen die niet ingeschreven staan op een eigen woonadres. In het gebied Oud-West/De Baarsjes zijn veel postadressers met een bijstandsuitkering ingeschreven op
de WP-locaties daar.
X Definities
t
Kwetsbaarheidsscore
> < Het aandeel/aantal meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op
hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren
laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen:
=__gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% van Nederland.
= hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut.
=_ laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt.
10-17 jaar: ouders kwetsbaar op gebied van werk, opleiding en/of gezondheid.
"18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend.
m__ 66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid.
De aantallen zijn afgerond op 5. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 5o bewoners en minimaal 10 bewoners met de score meest kwetsbaar’.
Inwoners 18+ dat gezondheid als niet goed ervaart
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder die niet antwoorden met 'zeer goed' of '‘goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand.
Absolutefrelatieve toename inwoners 65-74/75+ 2023-2030
De absolute/relatieve toename van het aantal in 2030 verwachte inwoners van 65-74 jaar/75+ ten opzichte van het aantal inwoners in dezelfde leeftijdscategorie op 1 januari 2023.
Dit is berekend op basis van de O&S bevolkingsprognoses voor 1 januari 2030 uit 2023. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt hierbij berekend aan de hand van verwachte
demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de woningvoorraad.
X Definities
t
Lage veerkracht
> < Deze indicator is gebaseerd op een vraag met vijf stellingen over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde. Bij iedere vraag zijn 7 antwoordopties mogelijk: Zelden — Soms - Af
en toe — Regelmatig — Meestal — Bijna altijd — Altijd. Hierbij krijgt '‘Zelden' een score van 1 en 'Altijd'een score van 7.
=__Ikkan heel goed omgaan met tegenslagen;
=__ Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties;
=_Naeen moeilijke periode ben ik snel weer de oude;
=_ Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden;
=_ Elke ervaring in het leven maakt mij sterker.
Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend:
=_ Score van lager dan 3,8 is lage veerkracht;
=__ Score van 3,8 tot 5,4 is gemiddelde veerkracht;
=__ Score van 5,4 of hoger is hoge veerkracht
Chronisch zieken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: ‘Heeft u een of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar
verwachting) 6 maanden of langer’.
X Definities
t
Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
> < Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De volgende vragen worden gesteld over hoe men zich voelde in
de afgelopen vier weken:
=__ Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden?
=__ Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?
= Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen?
= Hoe vaak voelde u zich hopeloos?
= Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig?
= Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten?
= Hoe vaak voelde u zich somber of depressief?
= Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte?
=__ Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om v op te vrolijken?
=_Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos?
Bij iedere vraag zijn vijf antwoordopties mogelijk: 1) ‘Altijd’, 2) ‘Meestal’, 3) 'Soms', 4) 'Af en toe! en 5) 'Nooit'. Antwoord 1 'Altijd' krijgt de hoogste score 5. Antwoord 5 'Nooit' krijgt
de laagste score 1. (Bij 3 of meer ontbrekende antwoorden krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 ontbrekende antwoorden wordt de waarde geïmputeerd op basis van
de gemiddelde score op dat item).
De antwoorden op deze vragenlijst worden samengevat in een score tussen de 10-50. Een score van 10 t/m 15 is geen of laag risico, 16 t/m 29 is matig risico en 30 t/m 50 is hoog
risico op een angststoornis of depressie.
x D fi it
Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < Het aandeel en aantal personen vanaf 18 jaar dat gebruikt heeft gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg
Mentale gezondheid: Ernstig eenzaam
Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld, een vragenlijst om eenzaamheid te meten die bestaat uit elf uitspraken over emotionele
eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste
tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met 1) nee, 2) min of meer, 3) ja'
Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld 'Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de
uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. lemand is eenzaam bij minstens negen ongunstige scores op alle items.
De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van
afzonderlijke personen.
Bewegen: beweegrichtlijnen
Aandeel volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: wekelijks minimaal 2,5 uur matig intensieve inspanning + bot- en spierversterkende activiteiten.
Bewegen: wekelijks sporten
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet.
Overgewicht (incl. obesitas)
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
X Definities
t
Overgewicht: obesitas
> < Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
Roken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat de vraag “Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret.
Zwaar alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat minimaal één dag per week zes of meer glazen alcohol (mannen) of vier of meer glazen (vrouwen) drinkt.
Overmatig alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat wekelijks meer dan 21 glazen alcohol (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol (vrouwen) drinkt.
Gemeente
Amsterdam
Deze factsheet is samengesteld door Team Onderzoek Stadsdelen.
Met dank aan GGD en OJZD
Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected]
| Factsheet | 44 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1516
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder 1382’
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2017 (toeristenbelasting ook voor
passagiers riviercruise- en zeecruiseboten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— passagiers van rivier- en zeecruise boten op dit moment geen toeristenbetaling
betalen, maar wel gebruik maken van de voorzieningen van de stad;
— het aantal cruiseboten en passagiers dat de stad aandoet stijgende is. In 2014
253.000 zeecruisepassagiers (126 boten) en 420.000 riviercruisepassagiers
(1685 boten);
— het goed reguleren van toerisme geld kost, en nnéér toeristen in goede banen
leiden exponentieel nnéér geld kost;
— het aantal reguliere bezoekers de komende jaren explosief zal stijgen volgens alle
prognoses, waaronder Stad in Balans:
— _op dit moment onderzocht wordt hoe vermakelijkheidsretributie kan worden
geheven voor passagiers van cruisevaarten vanaf 1/1/2018.
Overwegende dat:
— het vreemd is dat reguliere toeristen wel toeristenbelasting betalen, maar
riviercruise- en zeecruisetoeristen hiervan vrijgesteld zijn;
— het aantal boten dat Amsterdam aandoet al jaren een stijgende trend kent;
— passagiers een bijdrage leveren aan de druk die er is in de stad vanwege het
grote aantal bezoekers.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in het lopende onderzoek expliciet mee te nemen dat vermakelijkheidsretributie
omgezet wordt naar toeristenbelasting voor passagiers van riviercruiseboten en
zeecruiseboten die 's nachts verblijven in Amsterdam;
— de belastinggrondslag (per nacht/bezoek, vast bedrag/percentage) af te stemmen
op wat kosten-efficiënt mogelijk is;
— de uitkomsten van dit onderzoek voor te leggen aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
1
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 180
Publicatiedatum 5 april 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer L.G.F. Ivens van
31 januari 2013 inzake het heffen van hondenbelasting.
Amsterdam, 27 maart 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
Het Gerechtshof van 's Hertogenbosch heeft op 24 januari 2013 een uitspraak
gedaan over het heffen als gemeente van hondenbelasting. Volgens het Hof dient er
‘ook in het geval een gemeente de hondenbelasting heft ter verkrijging van algemene
middelen, (….) een objectieve en redelijke grond’ te bestaan ‘voor het onderscheid
tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters, indien de kosten die het hondenbezit
voor de gemeente meebrengt van wezenlijke betekenis zijn voor het heffen van de
hondenbelasting, en de hoogte van de belasting mede is afgestemd op die kosten
zonder dat de gehele opbrengst van de hondenbelasting behoeft te strekken tot
delging van de door de gemeente te maken kosten uit hoofde van het hondenbezit.'
Met andere woorden: de hondenbelasting moet een wezenlijke betekenis hebben,
een substantieel deel van de opbrengsten aan hondenbelasting dient gebruikt te
worden voor wat burgerlijk hondenbezit en hetgeen daarbij hoort (honden betreden
de openbare ruimte) de gemeente kost.
In Amsterdam heeft de hondenbelasting een ‘budgettair’ doel, zoals toenmalig
wethouder Asscher het in de raad van 31 oktober 2007, bij de behandeling van een
voorstel van de SP om de hondenbelasting af te schaffen, uitdrukte. Het niet innen
van de belasting zou dan ook een ‘majeure beleidswijziging’ vereisen, aldus Asscher.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 31 januari 2013, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Welke ‘objectieve en redelijke’ grond heeft de gemeente Amsterdam om
hondenbelasting te heffen?
Antwoord:
De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene
middelen van de gemeente. Daarnaast heeft de hondenbelasting van oudsher
een regulerende werking.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Neeing dao Gemeenteblad R
Datum 5 april 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 31 januari 2013
2. Wat zijn de inningskosten van de hondenbelasting?
Antwoord:
De totale kosten voor de heffing, inclusief bezwaar, en de invordering in 2012
bedragen € 161.630.
3. Hoeveel van de totale opbrengst van de hondenbelasting wordt besteed aan het
doel: delging van de kosten van hondenbezit; kun je dit deel kwalificeren als ‘een
substantieel deel’? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Zoals hiervoor al aangegeven komen de opbrengsten van de hondenbelasting ten
goede aan de algemene middelen. Naast de hiervoor genoemde kosten worden
er ook kosten gemaakt ten aanzien van het hondenbeleid. Het hondenbeleid is
belegd bij de stadsdelen. Naar aanleiding van deze vraag is een uitvraag gedaan
bij de stadsdelen om de kosten ten aanzien van het hondenbeleid te achterhalen.
Aangezien de stadsdelen de kosten van hun hondenbeleid voornamelijk hebben
zitten in de totale handhavingskosten, zijn deze niet precies te specificeren voor
alleen de hondenbelasting. Ook hebben bijvoorbeeld niet alle stadsdelen
hondenpoepzakjesdispensers zodat er niet overal kosten worden gerekend voor
meubilair openbare ruimte.
Op basis van de ontvangen informatie bedragen de totale kosten van het
hondenbeleid per stadsdeel, gemiddeld genomen, € 60.000. Dit betekent dat de
totale kosten van het hondenbeleid € 420.000 bedragen. Deze kosten bestaan uit
handhavingskosten, meubilair openbare ruimte zoals hondenpoepzakjes-
dispensers en de bijbehorende zakjes, hondenborden, uitlaatstroken, herstel van
gras en beleidskosten. Samen met de kosten ten aanzien van de honden-
belasting (zie het antwoord op vraag 3), kunnen de totale kosten op € 581.630
worden gesteld. De opbrengsten voor 2012 waren € 1.772.000 wat resulteert in
een kostenpercentage van 33% (afgerond).
Een exacte berekening in het kader van de hondenbelasting is overigens niet
noodzakelijk. In de visie van het Gerechtshof van 's Hertogenbosch is de
hondenbelasting nog steeds geen bestemmingsbelasting maar een algemene
belasting.
Het Gerechtshof van 's Hertogenbosch heeft op 24 januari 2013 uitgesproken dat
niet de gehele opbrengst van de hondenbelasting behoeft te strekken tot delging
van de door de gemeente te maken kosten uit hoofde van het hondenbezit, maar
dat de kosten die het hondenbezit voor de gemeente meebrengt wel van
wezenlijke betekenis moeten zijn voor het heffen van de hondenbelasting, en dat
de hoogte van de belasting mede afgestemd moet zijn op die kosten.
Van belang hierbij is de term “van wezenlijke betekenis”. Onduidelijk hierbij is
welk kostenpercentage hier dan gehanteerd moet worden. Er zijn in het juridische
jargon wel andere begrippen waaraan een percentage is gehangen. Zo betekent
“aanzienlijke / in belangrijke mate” 30% of meer en “in betekenende mate” meer
dan 15% - 20%. Het is zeer wel verdedigbaar dat bij deze begrippen aansluiting
moet worden gezocht. Gelet hierop en het percentage van de kosten in de
gemeente Amsterdam (33%) kan gesteld worden dat de kosten die het
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Sori 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 31 januari 2013
hondenbezit met zich meebrengt van wezenlijke betekenis zijn en dat daarmee
voldaan is aan het nieuwe vereiste dat het Hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld
aan een rechtsgeldige aanslag hondenbelasting.
4. Als de delging van de kosten van het hondenbezit, proportioneel gezien niet
opwegen tegen de totale opbrengsten van de hondenbelasting, is het college het
dan met vragensteller eens dat wij deze belasting beter kunnen afschaffen
(en dit eventueel te verrekenen met de andere gemeentelijke belastingen)?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 3. De kosten van het hondenbezit zijn ongeveer 33%
zijn van de opbrengsten. Zodoende is de delging van de kosten van het
hondenbezit proportioneel ten opzichte van de opbrengsten van de
hondenbelasting. Deze vraag behoeft, mede gezien het antwoord op vraag 1
aangaande het regulerende karakter, geen verdere beantwoording.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Nummer _BD2018-010136 Gemeente Amsterdam
Directie directie sb % Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid M L D
Dienst ve verkeer en or % en Circulaire Economie
% Ter bespreking en ter kennisneming voor de
commissievergadering van 13 september 2018
Portefeuille 40
Agendapunt 20
Datum besluit B&W 10-01-2017
Onderwerp
Raadsadres Sloterwegrotonde
De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van
De conceptbeantwoording van het raadsadres d.d. 15 maart 2018 inzake de
Sloterwegrotonde
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn
aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1).
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2).
3. Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
4, De raad wordt vooraf ingelicht indien de raad daarom verzoekt of indien de
uitoefening van het gevoerde bestuur ingrijpende gevolgen kan hebben voor de
gemeente. In dat laatste geval neemt het college van burgemeester en wethouders
geen besluit nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en
bedenkingen te uiten aan het college van burgemeester en wethouders (lid 4).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van 4 april heeft de gemeenteraad besloten dit raadsadres in
handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling
en het conceptantwoord te agenderen voor bespreking in de raadscommissie met de
portefeuille Verkeer en Vervoer.
Reden bespreking
Zie boven
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
1
Portefeuille 40 Gemeente Amsterdam M L D
Agendapunt 20 Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire
Economie
Ter bespreking en ter kennisneming voor de commissievergadering van 13 september
2018
n.v.t.
Stukken
Meegestuurd 1. geanonimiseerd raadsadres Sloterwegrotonde
2. geanonimiseerde conceptbeantwoording raadsadres Sloterwegrotonde
3. raadscommissieverslag 10 januari 2018
4. bewonersbrief Sloterwegrotonde
5. tekening Sloterwegrotonde Wersttangent
Ter inzage gelegd n.v.t.
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Sander Smit, sander.smit@ amsterdam.nl, 0613695786
2
| Raadsadres | 2 | train |
VN2022-008531 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 62
Datum besluit
Onderwerp
Rapportage Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarmee de wethouder n.a.v. toezeggingen de raad
informeert over de voortgang Gezonde Scholen Amsterdam.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs van 2 februari jlis op verschillende momenten
gesproken over het programma Gezonde Scholen Amsterdam en ventilatie
Inspreker: de heer Blok op persoonlijke titel over het plaatsen van luchtfilters ter bestrijding van de
verspreiding van covid-19
Agendapunt 13: Luchtfilters plaatsen in scholen ter bestrijding van de verspreiding van covid-1g (lid
Bloemberg-lssa, PvdD)
Rondvraag lid Ilana Rooderkerk (D66)
Bij de behandeling van het agendapunt ‘de aanbiedingsbrief 7 zienswijzen op initiatieven Meer
Ruimte voor Nieuwe Scholen’ in de commissie WIO van 12 januari 2022 heeft wethouder Moorman
n.a.v. vragen van de leden Rooderkerk, Martinn en Boomsma de toezegging gedaan de raad een
overzicht te sturen van scholen onder de opheffingsnorm en een overzicht van de overcapaciteit.
Deze brief informeert de raad daarnaast over de wettelijke taken en bevoegdheden van de
gemeente en schoolbesturen ten aanzien van onderwijsvesting, ook wat betreft een gezond
binnenklimaat naar aanleiding van vragen hierover tijdens de bespreking in de commissie WIO van 2
februari 2022.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Gegenereerd: vl.10 1
VN2022-008531 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, TA-2022-00027
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-029521 | BRIEF - GSA.pdf (pdf)
AD2022-029520 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
AD2022-029522 Voortgangsrapportage GSA 2021.docx (msw22)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Sofie J. Sloot, s.sloot®amsterdam.nl, [email protected]
Gegenereerd: vl.10 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 608
Datum akkoord college van b&w van 2 september 2014 m.i.v. wijzigingen
Publicatiedatum 10 september 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw A.C. de Heer van 28 juli
2014 inzake de werkomstandigheden van beveiligers op Schiphol.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Het weekend 26-27 juli 2014 was waarschijnlijk het allerdrukste weekend van het jaar
op Schiphol. De vragensteller had de eer om op één van die drukke dagen in gesprek
te gaan met de beveiligers die werken op Schiphol en te horen hoe zij hun werk
ervaren: zeker in zo'n drukke periode. Deze beveiligers zijn in dienst van particuliere
beveiligingsbedrijven zoals G4S, Securitas, Trigion of I-Sec. De beveiligers vertelden
over de zware arbeidsomstandigheden waaronder zij hun werk moeten doen.
De concurrentie tussen de beveiligingsbedrijven leidt tot druk op de beveiligers en op
hun arbeidsomstandigheden. Hierdoor werken ze vaak zeer lange diensten (12 uur is
normaal) of juist alleen maar in hele korte diensten, op vaak op onmogelijke tijden.
Een aantal van de beveiligers verdient daarmee niet eens voldoende om rond te
kunnen komen.
De beveiligers werken vaak langer ononderbroken staand dan door de Nederlandse
Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) vastgestelde
normen voorschrijven. Hierdoor is sprake van verminderd concentratievermogen van
de beveiligers, hetgeen een risico betekent voor henzelf maar ook voor passagiers.
Ten slotte is het krijgen van een vast contract een unicum geworden onder het
beveiligingspersoneel van de luchthaven, waardoor het verloop van personeel zeer
hoog is en de werkzekerheid zeer laag is.
De FNV eist onder andere ook dat de vakbond toegang krijgt tot de werkplek.
Deze eis heeft de fractie van de Pvd verbaasd, omdat het zou impliceren dat de
vertegenwoordigers van de vakvereniging geen toegang zouden krijgen tot de
luchthaven of werkplekken hetgeen in strijd is met internationale (ILO) verdragen
waarin gegarandeerd is dat afgevaardigden van werknemers toegang hebben tot alle
noodzakelijke werkplekken zodat zij hun representatieve functie uit kunnen oefenen
(ILO-conventie 135 en aanbeveling 143).
De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor de luchthavenbeveiliging. De uitvoering is
voor een belangrijk deel neergelegd bij de Schiphol Group die weer contracten sluit
met beveiligingsbedrijven. De gemeente Amsterdam heeft 20 procent van de
aandelen van Schiphol en kan daarmee invloed uitoefenen. Zeker als ze daarbij
gezamenlijk optrekt met de Rijksoverheid (bezit 70% van de aandelen).
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Gos Gemeenteblad
Datum 10 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014
Onlangs is Schiphol Group gestart met een nieuw aanbestedingstraject voor de
beveiliging van Schiphol. Dat is een belangrijk moment waarop er eisen gesteld
kunnen worden aan de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de
beveiligingsbedrijven. Volgens de vakbond FNV is een betere beveiliging mogelijk
met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en veilige statijden. De kosten hiervan zouden
50 cent per retourticket bedragen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 28 juli 2014, namens de fractie van
de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college bekend met de arbeidsomstandigheden van de beveiligers op
Schiphol en de discussie die daar tussen de vakbond en Schiphol over bestaat?
Hoe beoordeelt het college de eisen van de vakbond?
Antwoord:
Ja.
De arbeidsrechtelijke verhoudingen tussen het bedrijf Schiphol, de door Schiphol
gecontracteerde beveiligingsbedrijven en hun werknemers zijn een zaak van
opdrachtgever, werkgever en werknemers. Als aandeelhouder hebben wij hier
geen zeggenschap over. Omdat het college desondanks tegemoet wil komen
aan de belangstelling van de raad heeft zij zich op de hoogte laten stellen van de
gang van zaken met betrekking tot de positie van de beveiligers. U dient de
beantwoording van de vragen daarom in dit licht te lezen.
De eisen van de bonden om tot een verdere verbetering van de Arbo
omstandigheden te komen zijn redelijk en juist vanwege de wensen en expertise
van de vakbonden (FNV, Unie en CNV) zijn deze partijen nadrukkelijk door
Schiphol betrokken in de aanloop naar de aanbestedingsprocedure voor de
nieuwe beveiligingsorganisatie die op 3 juni 2015 in werking zal treden. De
bonden de Unie en CNV zijn positief over het gevoerde proces, de FNV neemt
hier een ander standpunt over in.
2. Hoe beoordeelt het college de arbeidsomstandigheden van de beveiligers op
Schiphol? Hoe beoordeelt de college de kritiek dat ongediplomeerde beveiligers
worden ingezet?
Antwoord:
Werknemers op Schiphol werken binnen de gemaakte afspraken tussen
werknemers en werkgevers, ook op het gebied van arbeidsomstandigheden.
Schiphol is bezig met een aanbestedingsprocedure voor een nieuwe beveiligings-
structuur die per 3 juni 2015 zal ingaan. Onderdeel hiervan is de overgang van
decentrale security (aan de gate) naar centrale security, met tal van technische
innovaties die met name de fysieke belasting voor de beveiligers verminderen.
Hierdoor zullen de arbeidsomstandigheden per 3 juni 2015 voor de beveiligers
verbeteren.
Schiphol geeft aan geen ongediplomeerde beveiligers voor beveiligingstaken in te
zetten. Hier wordt sterk op toegezien door Schiphol zelf en door de Koninklijke
Marechaussee.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Gos Gemeenteblad
Datum 10 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014
3. Heeft het college een verklaring voor de beperkingen die gelden met betrekking
tot toegang van de vakbond op de werkplek. Is het college met de fractie van
de PvdA van mening dat de ook Schiphol gehouden is internationale verdragen
die de rechten van werknemers en vakvereniging beschermen na te leven?
Antwoord:
Ja. Op grond van internationale verdragen en (EU) wetgeving, op het gebied van
luchtvaart security is in dit geval geen vrije toegang — voor niemand — tot
de werkplek mogelijk omdat de werkplek binnen de “security restricted area” op
de luchthaven valt. In voorkomende gevallen kan na screening toegang verkregen
worden met een pas.
Het college is het met de fractie van de PvdA eens dat Schiphol zich op alle
terreinen heeft te houden aan geldende internationale verdragen en wet- en
regelgeving.
4. Is de gemeente Amsterdam als aandeelhouder op de hoogte van de inhoud van
het aanbestedingsproces van de Schiphol Group inzake beveiliging op Schiphol?
Zo ja heeft de gemeente Amsterdam invloed uitgeoefend op de inhoud van de
aanbestede opdracht?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam is op de hoogte van het feit dat Schiphol overstapt van
een decentraal- naar een centraal security systeem en dat dit betekent dat er een
aanbesteding is uitgeschreven voor een nieuwe beveiligingsopdracht.
Deze beveiligingsopdracht is echter een zaak van het bedrijf zelf en een gesloten
traject waar de gemeente geen inzicht in en geen invloed op heeft. Vanwege het
aanbestedingsrecht kan hier over ook geen bemoeienis zijn van derden (ook niet
van de aandeelhouder). Het college vindt het belangrijk dat Schiphol in aanloop
naar deze procedure zich breed georiënteerd heeft en ondermeer in gesprek is
gegaan met de bonden om te horen wat zij belangrijke punten vinden om mee te
nemen in de aanbestedingsprocedure.
5. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat de arbeids-
omstandigheden van de beveiligers een risico kunnen zijn voor de gezondheid
van de beveiligers zelf en een risico is voor de veiligheid van de passagiers die
via Schiphol reizen?
Antwoord:
Arbeidsomstandigheden kunnen een risico zijn voor de gezondheid van
beveiligers en passagiers op Schiphol. Dat is de reden dat Schiphol de
arbeidsomstandigheden goed in de gaten houdt. Bovendien houdt de Koninklijke
Marechaussee namens de Rijksoverheid dagelijks toezicht op de adequate
uitvoering van de beveiligingstaken op Schiphol, zodat de veiligheid van
beveiligers en passagiers ook op die manier geborgd wordt.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 0 september 2014 Schriftelijke vragen, maandag 28 juli 2014
6. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat de bij nieuwe
aanbesteding aandacht geschonken moet worden aan de arbeids-
omstandigheden, de gevolgen die deze hebben voor de veiligheid en dat deze
verbeterd dienen te worden? Zo ja, is het college bereid om als aandeelhouder
invloed uit te oefenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja en nee. Aangezien Schiphol heeft aangegeven expliciet met de drie bonden te
hebben gesproken over het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de
nieuwe security systematiek die per 3 juni 2015 ingaat en de input van de bonden
is verwerkt in de aanbesteding is het overbodig om hier opnieuw aandacht voor te
vragen.
7. Is het college bereid om Schiphol te verzoeken zich te oriënteren op alternatieven
voor de aanbesteding van de beveiliging, zoals bijvoorbeeld op de luchthaven van
Kopenhagen (recent de winnaar van de Skytrax Award voor het beste
beveiligingsproces ter wereld) is gebeurd?
Antwoord:
Nee. Schiphol heeft zich wereldwijd georiënteerd voorafgaand aan de
aanbesteding en het inrichten van een nieuwe beveiliging structuur (dat is ook
een van de redenen dat men van decentrale- naar centrale security overstapt).
Ook de systematiek in Kopenhagen is bestudeerd. De Deense uitgangsituatie is
echter zeer verschillend van de Nederlandse. In de Deense wetgeving was tot
voor kort opgenomen dat de luchthaven haar security taken niet door een externe
partij mag laten uitvoeren. De luchthaven van Kopenhagen heeft de security
taken daarom in een aparte dochter van de luchthaven ondergebracht.
Op Schiphol gaat het om een zo groot aantal beveiligers (ca. 3300) dat als
Schiphol deze beveiligers in dienst zou nemen er een onbalans zou ontstaan in
het bedrijf dat nu 1800 werknemers heeft. Op Schiphol kiest men er daarom voor
om de beveiliging extern in te huren.
8. Is het college bereid in overleg te treden met uw collega's van de Rijksoverheid
gezien de verantwoordelijkheid die de Rijksoverheid heeft voor de
luchthavenbeveiliging? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Neen, gezien het vorenstaande ziet het college geen aanleiding om hierover in
gesprek te gaan met de Rijksoverheid.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
| d |
Jaasma de Winter advocaten
mr. Sjoerd J‚M, Jaasma
mr. Elzelina M. de Winter*
mr. Edo Bruijn
mr, Karolien Withagen?*
*scheidingsmediator lid vFAS en MÍN _ í
nn |
: |
Aan de gemeenteraad van de gemeent Kmsteraafen © | |
terdam ;
Postbus 202 8 Arns |
1000 AE Amsterdam nt |
Datun \v-Bedrijfsvoering |
Uw ref. ae Kof
Onze ref24 oktober 2018 Ee 7 a ee |
Í : : v 18 df |
nzake Betreft: Raadadres er jen
sek pol
il geh. Ambt. :
Geachte leden van de gemeenteraad,
É Ant
Wij, - behoren tot de traditionele groep van woonwagenbejwo jers en
hebben het volgende verzoek aan uw gemeenteraad,
Al vele jaren zijn wij op zoek naar een geschikte plaats om onze woonwagens te kunnen
plaatsen. De afgelopen decennia zijn veel woonwagenstandplaatsen uit Nederland 7
verdwenen. De meeste gemeente en woningcorporaties voerden een zogenaamd zi |
uitsterfbeleid. Soms actief en soms passief maar het effect was hetzelfde, een enorm tekort |
aan woonwagenstandplaatsen. Ì |
Tegen het uitsterfbeleid is uit de woonwagenbevolking veel verzet gekomen en dat met
succes. Nadat het College voor de rechten van de mens al meerdere malen geconcludeerd
had dat het uitsterfbeleid discriminatoir was en in strijd met de mensenrechtelijke kaders
zoals deze in de Europese Unie gelden heeft ook de Nationale Ombudsman deze conclusie
omarmd en een zeer kritisch rapport uitgebracht onder de naam: 'Woonwagenbewoner zoekt
standplaats”.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 12 juli van dit jaar een rapport uitgebracht
met als titel: "Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid”. De
belangrijkste uitgangspunten van dit beleidskader zijn de volgende: |
1. Het beschermen van woonwagenbewoners tegen discriminatie;
2. Het waarborgen van hun mensenrechten;
3. Het bieden van rechtszekerheid en duidelijkheid. |
|
|
Pieter Calandlaan 769
. 1069 SC Amsterdam
À f . T.020-6646930
F.020-6648462
Ê tifs E, [email protected]
Jaasma de Winter Advocaten Is een kostenmaatschap van zelfstandige |
advocaten die ieder onafhankelijk en voor eigen rekening en risico praktijk voeren,
DE RD „ll 7 A LEN da Ee EA N
Jaasma de Winter advocaten
De minister schrijft verder aan de gemeenten dat zij dit moeten doen doormiddel van de
volgende instrumenten. |
e De gemeente stelt een beleid vast waarin het huisvesten van woonwagenbewoners
onderdeel moet zijn van het volkshuisvestingsbeleid;
e Het beleid dient voldoende rekening te houden met en ruimte te geven voor het
woonwagenleven van woonwagenbewoners; |
e Hiervoor is nodig dat de behoefte aan standplaatsen helder is;
e _ Woningcorporaties voorzien in de huisvesting van woonwagenbewoners die tot de |
doelgroep behoren;
» _De afbouw van standplaatsen is niet toegestaan (behoudens uitzonderlijke |
omstandigheden) zolang er behoefte is aan standplaatsen;
e Een woning(standplaats)zoekende woonwagenbewoner die dit wenst, heeft binnen
een redelijke termijn kans op een standplaats.
Tot zover de huidige beleidsregels van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Wij, vragen uw gemeenteraad om op korte termijn beleid te
ontwikkelen zodat uw gemeente voldoet aan dit beleidskader,
Concreet willen wij graag 4 extra standplaatsen voor Naast de huidige —
standplaats van is in principe ruimte genoeg. Wij willen
- graag bij elkaar staan zodat wij onze cultuur ten volle kunnen belêven. De minister schrijft man
(pag. 14,onder 4.2.2.) hierover het volgende!" Het Europees Hof voor de rechten van de
Da mens heeft bepaald dat het wonen in familieverband in onderlinge verbondenheid een
belangrijke rol spelen in de identiteit van de woonwagenbewoners”. Het is dan ook van groot
belang dat wij 5 samen kunnen wonen,
Wij vragen u ons verzoek zo spoedig mogelijk in de vergadering van uw raad te behandelen
en ons daartoe uit te nodigen.
Wij zijn altijd bereid ons verzoek nader mondeling toe te lichten en hopen op een spoedige
reactie uwerzijds, |
Als bijlage treft u mijn drie eerdere brieven met hetzelfde verzoek aan.
Hoogachtend,
Namens 7: |
on na Ge TT
Sjoerd laas
|
|
|
|
| |
Aan het college van burgemeester en wethouders
van Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
21 augustus 2018 |
|
VERZOEK |
Geachte burgemeester en wethouders, |
|
Tot mij wendde zich de familie wonende aan de _ in Uw |
gemeente, |
woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de :
| standplaats kon dat niet langer zo blijven. De volwassen kinderen van | :
zijn al jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. |
„… … Alleen! vern zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog |
samen-me | op de Dit tot groot verdriet van
moeder ) en haar kinderen. |
is een familie die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners, |
In dat kader wijs ik u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor
Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende
rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het
ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op
het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek voor Amsterdam
Zuidoost geldt precies hetzelfde. Het stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat
terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in de gemeente.
|
|
|
Onlangs heeft de minister van binnenlandse zaken, de u welbekende mevrouw Ollongren,
een beleidsstuk geschreven genaamd: “Beleidskader gemeentelijk woonwagen-en
standplaatsenbeleid”, Dit stuk, ilk voeg het stuk bij, is er gekomen nadat er al eerdere
rapporten van het College voor de rechten van de mens (rapport van 28 maart 2018) en de
Nationale Ombudsman (Woonwagenbewoner zoekt standplaats van 17 mei 2017) lagen. |
In beide eerdere rapporten werd duidelijk geconcludeerd dat Nederland niet voldeed aan
het mensenrechtelijke kaders zoals wij die binnen Europa afgesproken hebben. Er zijn
gewoonweg ter weinig woonwagenstandplaatsen en er wordt onvoldoende rekening
gehouden met de speciale positie van deze doelgroep. Dat geldt zeker ook voor |
' Amsterdam, ° | |
De minister komt tot de volgende concrete regels: B de e
ie SR 1, Er mogen geen staridplaatsen afgebroken worden, zolang, er behoefte is; Bes Te fe 7
Sf 2. De gemeente moet in haar volkshuisvestingsbeleid specifiek beleid voor woonwagens | |
“en standplaatsen opnemen: SO n EE
3, Binnen dat beleid dient de gemeente voldoende rekening te houden met en ruimte te |
| . geven voor het woonwagenleven en woonwagenbewoners; |
4, Corporaties voorzien in huisvesting van woonwagenbewoners voor zover deze tot de
doelgroep behoren;
5. Een woningzoekende woonwagenbewoner die dit wenst, heeft binnen een redelijke
termijn kans op een standplaats; |
6. De gemeente dient de behoefte aan standplaatsen in kaart te brengen.
Amsterdam moet hiermee zo spoedig mogelijk beginnen.
Weliswaar schermt Amsterdam met het feit dat de afgelopen twee jaar 21 nieuwe
woonwagenstandplaats bijgebouwd zijn maar men vergeet dan dat ze eerst 56 |
standplaatsen weggehaald hebben aan de De minister maakt in haar
1
|
rapport (pagina 3 tweede kolom bovenaan inde Inleiding) juist geen onderscheid tussen |
standplaatsen voor woonwagenbewoners, zigeuners en of kermisreizigers, Kortom het | |
totale aantal standplaatsen is met 35 verminderd. |
|
De heeft uit dit nieuwe beleid moed geput en hun vraag naar extra ruimte
aan de. _ weer nieuw leven ingeblazen, Nu ook de eisen voor standplaatsen,
zoals minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra
plekken te realiseren. — + zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het |
zouden bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf |
een bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen. |
Ik verzoek u de wensen van cliënten te honoreren en ook in Zuid Oost een mogelijkheid te |
realiseren zodat ven haar vier kinderen bij elkaar kunnen wonen.
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
Hoogachtend, |
Í |
|
S.J.M. Jaasma
|
|
|
|
|
Ï
|
|
Bestuurscommissie stadsdeel Amsterdam Zuidoost |
Postbus 12491 |
1100 AL Amsterdam
E Annamhar 2014
VERZOEK |
|
Geachte leden van de bestuurscommissie, |
Tot mij wendde zich de , wonende aan de n uw |
stadsdeel.
De woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de |
standplaats kon dat niet langer zo blijven, De volwassen kinderen van On En |
zijn al jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. |
sf _ Alleen hear zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog |
samen 1 op de Dit tot groot verdriet van
en haar kinderen.
Oe - |
7 0 is een familie die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners,
In dat kader wijs ik u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor
Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende |
rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het
ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op |
het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek voor Amsterdam |
Zuidoost geldt precies hetzelfde. Uw stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat
terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in uw Stadsdeel,
|
|
Onlangs heeft de gemeente Amsterdam voor d : zen speciale |
voorziening getroffen waar h, Ds samen mogen wonen, Deze plaats is
gecreëerd aan de in Amsterdam. De gemeente heeft daartoe een verzoek
ingediend om een natuurcamping aan te mogen leggen waar < —… Zeker 10 jaar
zou mogen wonen.
|
‚heeft hieruit moed geput en hun vraag naar extra ruimte aan de
__ weer nieuw leven ingeblazen. Nu ook de eisen voor standplaatsen, zoals |
minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra plekken |
te realiseren. De familie zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het zouden |
bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf een |
bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen. |
7 Í
|
|
_ Ik verzoek u te honoreren en ook hier in Zuid Oost een natuurcamping te realiseren voor |
en haar vier kinderen.
|
z Í
In afwachting van uw reactie verblijf ik, …
Hoogachtend,
|
S.J.M, Jaasma | |
|
|
|
. |
|
| |
|
Stadsdeelraad Amsterdam Zuidoost
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
F januari 2014
Raadsadres
Geachte leden van de stadsdeelraad, |
Tot mij wendde zich de _ wonende aan de in UW
stadsdeel.
woonde hier voorheen als gezin maar door de wijzigingen van de
standplaats kon dat niet langer zo blijven. De volwassen kinderen van
___… zijnal jaren zoekende naar eigen woonruimte en zitten veelal in illegale onderhuur. | |
Alleen haar jongste zij heeft een verstandelijke beperking, woont nog
samen met b op de _Dit tot groot verdriet van
| en haar kinderen.
| die behoort tot de traditionele groep van Romanzigeuners. |
___In dat kader wijs ík u op zeer recente rechtspraak van de Europese Commissie voor | |
Sociale Rechten waarbij België op de vingers werd getikt omdat men onvoldoende
rekening hield met de specifieke omstandigheden van woonwagen gezinnen bij het | |
ontwikkelen van stedenbouwkundige voorschriften en dat er eveneens werd gewezen op |
het tekort aan voldoende standplaatsen. Voor Nederland en dan specifiek vaor Amsterdam |
Zuidoost geldt precies hetzelfde. Uw stadsdeel kent maar één standplaats voor Roma, dat |
terwijl en vele honderden Roma-gezinnen woonachtig zijn in uw Stadsdeel. |
|
|
|
|
|
s
|
|
|
|
Onlangs werd het gezin bezocht door ambtenaren van de gemeente Amsterdam die op
zoek waren naar ruimte om extra woonwagenstandplaatsen aan te leggen. Deze waren
nodig ter vervanging van standplaatsen aan de _ "en kermisterrein in
‚ die daar moeten verdwijnen. Hun oog was gevallen op de locatie aan de
mdat daar nog voldoende ruimte is om enkele standplaats bij te bouwen. |
heef! hieruit moed geput en hun vraag naar extra ruimte aan de
“weer nieuw leven ingeblazen. Nu ook de eisen voor standplaatsen, zoals
minimum oppervlakte, zijn losgelaten zou het zeer goed mogelijk zijn vier extra plekken |
te realiseren. De familie zou de gemeente daar zeer erkentelijk voor zijn. Het zouden
|
bescheiden standplaatsen kunnen zijn van maximaal 100 m2 waarop zij dan zelf een
bescheiden onderkomen zouden kunnen plaatsen.
… Ík verzoek u het dagelijks bestuur te vragen dit verzoek te honoreren en vier extra
standplaatsen aan te gaan leggen. Een en ander
vanzelfsprekend tegen een marktconforme huurprijs.
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
Hoogachtend,
|
|
: |
|
S.J.M. Jaasma
Bijlagen 2, Bouwbesluit intrekken voorschrift oppervlakte en verkorte versie uitspraak |
Europese Commissie. : |
|
| Raadsadres | 10 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1540
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder AL
Ingekomen op donderdag 30 november 2017
Behandeld op donderdag 30 november 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Moorman, Nuijens, Van Lammeren en Van Soest inzake
de Woonagenda 2025 (gezinswoningen binnen 40-40-20).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de afhandeling van motie 942.17 inzake de Woonagenda
2025 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1480).
Constaterende dat:
— Het uitgangspunt voor de woningbouwprogrammering in de woonagenda is
gesteld op 40% gereguleerde huur, 40% middelduur (huur en koop) en 20% dure
huur en koop;
— Bij de woonagenda unaniem een motie is aangenomen dat in de
woningbouwprogramma's, uitgaande van het nieuwe uitgangspunt, ervoor moet
worden gezorgd dat voldoende gezinswoningen gebouwd blijven worden.
Voorts constaterende dat:
— Bij het eerste project dat in de gemeenteraad is besproken volgens het nieuwe
uitgangspunt van de woonagenda, een amendement is ingediend om de
oppervlakte van 270 woningen te vergroten;
— Ditten koste is gegaan van het percentage middeldure huurwoningen, waardoor
de verhouding in de Sluisbuurt is veranderd in 40-35-25 in plaats van 40-40-20;
— De verhouding 40-40-20 gewoon in stand had kunnen blijven als we genoegen
hadden genomen met 10 miljoen lagere grondopbrengst.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij toekomstige bouwprojecten vast te houden aan de 40-40-20 afspraken en
daarbinnen te zorgen voor voldoende gezinswoningen.
De leden van de gemeenteraad
M. Moorman
J.W. Nuijens
J.F.W. van Lammeren
W. van Soest
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Bezoekadres
Plein '40 '45 1
Amste rdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
2x Nieuwwest.amsterdam
‚nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 15 april 2015
Decos nummer 2015/INT/00344
Onderwerp Conform onderwerp DB-flap
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 31 maart 2015
Besluit
De gebiedsagenda’s 2016-2019 ter besluitvorming voor te dragen aan de
gemeenteraad.
de heer H. Wink de heer A. Baâdoud
stadsdeelsecretaris voorzitter
| Besluit | 1 | train |
VN2022-020152 ea:
GGD > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Publ Gezondheid, Preventie en Maatschappelijke Ontwikkeling
Algemene Zaken (4)
Agendapunt 55
Datum besluit
Onderwerp
Uitkomst extern onderzoek grensoverschrijdend gedrag medewerker Veilig Thuis
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van het onderzoeksrapport naar het grensoverschrijdend gedrag van een
medewerker bij Veilig Thuis, waarover u al eerder op 12 en 30 november 2021 geïnformeerd
bent. Naast het rapport ontvangt v ook een begeleidende brief van de wethouder Zorg en de
burgemeester waarin ze ingaan op de vitkomsten van het onderzoek, de aanbevelingen en de
manier waarop de aanbevelingen opgepakt zijn en worden. Deze stukken zijn ook via de dagmail op
31 mei 2022 onder de leden van de gemeenteraad verspreid.
Wettelijke grondslag
artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De raad is 12 en 30 november 2021 geïnformeerd over het strafontslag van en de aangifte
tegen een medewerker van Veilig Thuis Amsterdam-Amstelland (hierna Veilig Thuis) vanwege
grensoverschrijdend gedrag jegens vrouwelijke (oud-)cliënten. Er is een extern onderzoeksbureau
(Maruda) ingehuurd om te onderzoeken hoe dit grensoverschrijdende gedrag de afgelopen jaren
ongemerkt kon plaatsvinden en wat Veilig Thuis gaat doen om dit in de toekomst te voorkomen. In
de brief wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek en de manier waarop Veilig Thuis met
de aanbevelingen aan de slag gaat/is gegaan.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.14 1
VN2022-020152 X% Gemeent Tijdelijke Al R issi
GGD % Gemeente ijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
je, de toezegging om de raad (regelmatig) te informeren over deze zaak.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-063254 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
raadsbrief uitkomst extern onderzoek casus medewerker Veilig Thuis
AD2022-063271
def.pdf (pdf)
rapport verdiepend onderzoek integriteitskwestie definitief mei 2022. pdf
AD2022-063270
(pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Jolanda Pothoven, GGD Amsterdam, [email protected], 06-30196643
Gegenereerd: vl.14 2
| Voordracht | 2 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.