text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 88 Publicatiedatum 27 februari 2013 Ingekomen onder M Ingekomen op woensdag 13 februari 2013 Behandeld op woensdag 13 februari 2013 Status Verworpen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Roodink, mevrouw Visser en de heer Van Drooge inzake de extra comptabele begrotingswijziging inzake ‘1 stad, 1 opgave’ 2013 (eindbeeld organisatie gemeente Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013 inzake de extracomptabele begrotingswijziging inzake ‘1 stad, 1 opgave! 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 58); Overwegende dat: — in de extracomptabele begrotingswijziging ‘1 stad, 1 opgave’ 2013 een reeks aan bezuinigingen wordt voorgesteld ten aanzien van de gemeentelijke organisatie (centrale stad en stadsdelen); — deze bezuinigingen als vanzelfsprekend gepaard gaan met grote veranderingen in diezelfde gemeentelijke organisatie; — _een motie van mevrouw Shahsavari-Jansen, namens de fractie van het CDA, en van de heer Paternotte, namens de fractie van D66 om in de begroting 2013 tot een blauwdruk van de gemeentelijke organisatie in 2015 te komen op 20 juni 2012 door de raad is aangenomen (Gemeenteblad 2012, afd. 1, nr. 483); — in de begroting 2013 wel enkele contouren worden geschetst van de nieuwe gemeentelijke organisatie als resultaat van deze bezuinigingen, maar nog onvoldoende duidelijk is hoe die organisatie er dan daadwerkelijk uit gaat zien; — _ hiermee de motie van de fracties van het CDA en D66 niet voldoende ten uitvoer is gebracht; — voor het welslagen van de genoemde bezuinigingsoperatie het van fundamenteel belang is dat duidelijk is hoe de gemeentelijke organisatie er uiteindelijk uit gaat zien; — het college (nog) geen keuzes maakt met betrekking tot de toekomst van het diensten/concernmodel; 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 88 Motie Datum 27 februari 2013 — _ Amsterdammers van de gemeente mogen verwachten dat de gemeente een zo goed mogelijke dienstverlening aan burgers en bedrijven realiseert en zo efficiënt mogelijk werkt, Voorts overwegende dat in de bestuurlijke hoofdlijnen van de begroting 2013 is opgenomen dat er op 1 januari 2013 een concreet uitvoeringsplan zou zijn, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — vóór 1 april 2013 het definitieve organisatiemodel en uitvoeringsplan van de gemeenteorganisatie aan de raad voor te leggen; — _ hierin onder andere keuzes te presenteren met betrekking tot: een takenreductie, het diensten/concernmodel (geen diensten/minder diensten/verhouding tot de stadsdelen), en het strategisch personeelsbeleid (hoe groot het vaste personeelsbestand en hoe groot de flexibele schil aan personeel en hoe hier vorm aan te geven); — ditte betrekken bij de Kadernota 2014. De leden van de gemeenteraad, C.J. Roodink M.J.A. Visser Â.H. van Drooge 2
Motie
2
discard
4 Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 8 november 2023 Portefeuille(s) Onderwijs Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman Behandeld door OJZD, [email protected] Onderwerp Afdoening Motie 470.23 van het lid Rooderkerk van D66 Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 20-07-2023 heeft uw raad bij de behandeling van agendapunt 23 de Amsterdamse Lerarenagenda 2023-2027 motie 470 van het lid Rooderkerk van D66 aangenomen waarin het college gevraagd wordt om: 1. Ingesprekte gaan met Amsterdamse schoolbesturen over het stoppen met inhuren van flexdocenten via detacherings- en uitzendbureaus; 2. De raad hierover te informeren per brief. Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie: De motie is op 7 september 2023 besproken tijdens een bijeenkomst met het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO, koepelorganisatie schoolbesturen primair onderwijs). De Amsterdamse schoolbesturen staan positief tegenover het idee om geen ingehuurde leraren via uitzendbureaus meer in te zetten. Inhvur via grote, externe bureaus waar nu veel publiek geld naartoe gaat moet worden teruggedrongen. Wel moet er volgens het BBO rekening worden gehouden met leraren die bewust via een bureau of als ZZP'er gaan werken, omdat ze graag de vrijheid willen en de variatie leuk vinden. Deze mogelijkheid moeten we leraren als stad kunnen blijven bieden. Het is voor scholen nuttig om tijdelijke werknemers in te huren in het geval van bijvoorbeeld ziekteverzuim of (zwangerschaps)verlof van een leraar. Om die reden is er een poule opgezet door Adam onderwijs voor leraren die het leuk vinden om op verschillende scholen te werken en in tijdelijke constructies een bijdrage willen leveren aan het onderwijs. Deze poule is vooralsnog alleen inzetbaar op de openbare Amsterdamse schoolbesturen, 110 basis-, speciaal basis en speciaal onderwijs scholen in Amsterdam zijn aangesloten. Deze poule van tijdelijke krachten wordt uitgebreid in omvang om ook voor andere schoolbesturen inzetbaar te worden. Schoolbesturen verkennen welke aspecten ZZP leraren aantrekkelijk vinden aan het zijn van zelfstandige, en wat schoolbesturen hierin kunnen bieden. Dit heeft als doel om de leraren die nu als ZZP'er in het onderwijs werken voor de stad worden behouden. Eind 2023 staat dit onderwerp geagendeerd bij een bijeenkomst van het BBO. Het doel is om hier als schoolbesturen een gezamenlijke aanpak op te bepalen. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 november 2020 Pagina 2 van 2 Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Á L j u 5 gie Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007 De Burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de Gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 29 augustus 2007 13.00 uur Locatie Raadzaal, Stadhuis Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 4 en 5 juli 2007. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Mondeling vragenuurtje. Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 6 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 24 april 2007 tot vaststelling van het Beleidskader Mobiliteitsfonds 2007. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379) Kunst en Cultuur 7 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 5 juni 2007 tot bekrachtiging geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 380) Educatie 8 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 29 mei 2007 tot vaststelling uitgaven en rijksvergoedingen 1998 en 1999 openbaar speciaal onderwijs. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 381) Openbare Ruimte en Groen 9 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 20 juni 2007 tot kennisneming van de stand van zaken met betrekking tot het Grand Cafe de Bosbaan. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 382) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007 Grondzaken 10 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 22 mei 2007 tot vaststelling van de Stimuleringsregeling Intensivering Schoollocaties. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 384) BESLOTEN VERGADERING Grondzaken 11 GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383) Benoemingen nr. 385 Benoeming nieuw lid Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling. nr. 386 (Her) benoeming bestuursleden en voorzitter Amsterdamse Kunstraad. 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007 Ingekomen stukken 1 Notitie van de raadsleden mevr. Y. Mahrach, mevr. D. Kaplan van 5 juli 2007 getiteld: Schuldpreventie jongeren. (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 387) Voorgesteld wordt, deze notitie in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders om preadvies. 2 _Raadsadres van de heer drs. N.W. Stolwijk, manager collectief ledenbelang van de Vereniging Eigen Huis van 13 juli 2007 inzake onderzoek naar gemeentelijke reserves. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter afdoening. 3 Raadsadres van de heer H. Zuiver, namens Combiwel van 25 mei 2007 inzake financiering van het project BOS jongeren. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid. 4 Raadsadres van mevr. drs. Y.C.M. van Gilse, directeur van de Landelijke Organisatie Cliëntraden van 30 mei 2007 inzake problemen bij uitvoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen. 5 Raadsadres van de heer F. Filz, namens het Comité Woonschepen Westerdok van 10 juli 2007 inzake herindeling van het gebied rond de Burgemeester de Vlugthaven. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT. 6 Raadsadres van Mej. D.J.T. Doekhi van 22 juni 2007 inzake falen van de uitvoering van het splitsingsbeleid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007 7 _Raadsadres van de heer J. de Jongh, voorzitter van de Stichting Pup in Nood van 19 april 2007 inzake uitbreiding van huisvesting en verhoging van subsidie ten behoeve van de Stichting Pup in Nood. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen. 8 Raadsadres van E. Bas en S. Kuntze van 15 juli 2007 inzake protest tegen voorstel opheffing tramlijn 25. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 9 Raadsadres van familie Kamp van 9 juli 2007 inzake opheffing tramlijn 25. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 10 Raadsadres van mevr. A.H. Waterman van 10 juli 2007 inzake bezwaar tegen het voornemen om tramlijn 25 op te heffen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 11 Raadsadres van de heer D. Spaans van 23 juli 2007 inzake protest tegen opheffing tramlijn 25. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 12 Raadsadres van de heer C.H.B. Fisser en de heer J.J. Maas van 29 mei 2007 inzake bezwaar tegen invoering betaald parkeren in stadsdeel Slotervaart - Overtoomse Veld. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter afdoening. 13 Raadsadres van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ouder-Amstel van 23 juli 2007 inzake verzoek tot reservering mogelijkheid betaald parkeren Amstel-Businesspark van het stadsdeel Oost- 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007 Watergraafsmeer. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT. 14 Raadsadres van de heer J. Keizer van 27 juli 2007 inzake verhuur winkelruimte aan ketens door het GVB. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten. 15 Raadsadres van de heer F. Versteeg van 12 juni 2007 inzake bezwaar tegen wegonttrekkingsverzoek betreffende de bovenstraten in het complex Plan van Gool. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter afdoening. 16 Schrijven van de heer mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak van de Raad van State van donderdag 5 juli 2007 inzake intrekking hoger beroep betreffende het project Middenmeer Noord. Voorgesteld wordt, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. 17 Schrijven van de raad van de gemeente Almere van 29 juni 2007 inzake raadsontmoeting tussen Amsterdam en Almere Voorgesteld wordt, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. 5
Agenda
5
discard
Directie Onorbere N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Orde en Veiligheid X Amsterdam % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 34 Datum besluit ‘Onderwerp Raadsbrief Gijzelingsactie in Apple Store Leidseplein d.d. 22-02-2022 ‘De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsbrief inzake de gijzelingsactie in de Apple Store op het Leidseplein van 22 februari 2022. ‘Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet ‘Bestuurlijke achtergrond Dinsdagavond 22 februari heeft er gedurende enige vren een gijzelingsactie plaats gevonden in de Apple Store op het Leidseplein. In deze brief informeert de locoburgemeester u over de gebeurtenis. Reden bespreking NVT ‘Uitkomsten extern advies NVT Geheimhouding NVT NVT Nee Welke stukken treft u aan? Gegenereerd: vl.1l 1 VN2022-005624 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR Directie Openbare 9 Amsterdam Orde en Veiligheid € Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming AD2022-019618 Raadsbrief gijzelingsactie Apple Store def. pdf (pdf) AD2022-019617 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OOV, Jantien Groeneveld (06 83644363, J. Groeneveld@ amsterdam.nl) Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
discard
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West Geen vergadering step | 26-feb|Plenair -Noordmakersprogramma Democratisering - Presentatie Visie IJdoornlaan Geen vergadering 25-mrt|Plenair - Adviesaanvraag Consultatie voorkeurslocatie PTA - Adviesaanvraag Visie en toetsingskader Noorder Ijplas - Adviesaanvraag regionale energiestrategie - Adviesaanvraag ruimte voor de voetganger 8-apr|Plenair - Adviesaanvraag Riviercruisebeleid - Adviesaanvraag Uitvoeringsprogramma Afval en Grondstoffen mre mre RP OT rel Arre EL Oud Noord: Noord Oost: Noord West: Oee A Nog niet ingeplande onderwerpen: Jaar Datum Onderwerp NELOS Bijzonderheden 16-oktfVerloedering straatbeeld KCanan Uyar, Dennis | Overweg Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee n.n.b. Jn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov Canan Uyar 2018 n.n.b. _Jn.n.b. Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis | NoordWest Overweg n.n.b. fn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan Uyar, Nicoline van der Torre, Fatin Bouali n.n.b. jJn.n.b. Meer sportmogelijkheden in $Canan Uyar, Dennis In samenwerking met Noord Overweg, Fatin Bouali & Robert Klinkenberg (Stem Peter Willing van Noord), Hamerstraatgebied Overweg n.n.b. jJn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bovali, Dennis voor mensen met een Overweg, Paul Scheerder & beperking/ toegankelijkheid FNiels Ras van stoepen Werkbezoeken: Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden Only Friends Langeveld
Agenda
2
train
Voortgangsrapportage Parkeerplan Amsterdam Samenvatting De druk op de Amsterdamse openbare ruimte wordt steeds groter. Niet alleen neemt de intensiteit van het gebruik toe, ook is de beeldvorming ten aanzien van het gebruik van de openbare ruimte veranderd. In de afgelopen jaren hebben leefbaarheid, ruimte om te spelen en te verblijven veel meer aandacht gekregen. Juist in de drukste delen van de stad vraagt dit om stevige keuzes. Het faciliteren van alle functies op alle plekken zorgt ervoor dat geen van de functies voldoende ruimte heeft. Een van de grootste ruimtegebruikers in het centrumgebied (stadsdeel centrum plus omliggende gebieden) is de geparkeerde auto. In het Parkeerplan uit 2012 zijn daarom afspraken gemaakt om het ruimtegebruik van de auto op straat in de drukste delen van de stad te verminderen. Doel was 1.700 parkeerplaatsen minder op straat te hebben in 2020. Gelijktijdig moest het makkelijker worden om een lege parkeerplaats te vinden, zodat er minder zoekverkeer in de stad zou zijn. Ook moesten de wachtlijsten voor een parkeervergunning sneller doorstromen. Om deze doelstellingen te behalen, was het plan 5.000 parkeerplaatsen in parkeergarages ter beschikking te stellen voor vergunninghouders, hetzij door de bouw van nieuwe garages, hetzij door de inhuur van onbenutte parkeerplaatsen in private parkeergarages. Tot 2020 worden 4.150 parkeerplaatsen opgeheven In 2014 zijn de doelstellingen bijgesteld: in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit is meer de nadruk komen te liggen op het creëren van ruimte. Hierbij speelde ook mee dat, ten gevolge van opschoningsacties, de wachtlijsten voor een parkeervergunning verder zijn teruggelopen dan verwacht. Tegelijkertijd concludeerden we dat de ambitie vanuit de openbare ruimte hoger lag dan waarvan in het Parkeerplan is vitgegaan (1.700 parkeerplaatsen). We gaan er nu vanuit dat circa 4.150 parkeerplaatsen opgeheven worden in het centrumgebied (gerekend vanaf 2014 tot 2020). Hiervan zijn er inmiddels circa 1.650 gerealiseerd. EERE OO _ Ondanks het grote aantal parkeerplaatsen ME Se d ee Er if Ee dat is en wordt opgeheven is het opheffen TE RENEE de SEN Ze ON van parkeerplaatsen geenstreefwaardeof Bua a aa £ ik fe ded: doel op zich. Het opheffen van re a A u BS | EL parkeerplaatsen komt voort vit geplandeen Gn nne ME rd gewenste herinrichtingen in de stad (zoals mn I= 5E ee 4 de aanpassingen van de Elandsgracht, gr "S. E) a ze zE we Kinkerstraat, Amstel (zie afbeeldingen), es en -n U Oude Turfmarkt), maar ook vit de behoefte FE Ee ee ze Á om ruimte te winnen voor _e el lm fietsparkeerplaatsen, traminfrastructuur en es Ve ten behoeve van het verbeteren van de in . et … Amstel tussen Sarphatistraat en Nieuwe Kerkstraat (na herprofilering) verkeersveiligheid. Dit is een belangrijke Foto: Alphons Nieuwenhuis constatering: het opheffen van parkeerplaatsen draagt bij aan de doelstellingen op het gebied van leefbaarheid, verblijven, fietsparkeren, openbaar vervoer en de verkeersveiligheid. 2 | ER KE % | 5 4 f Ald | mn SAE VW kl A ot Nn: BN Nh HN il (ID All al Is De sf Ni Dik N Á , ME ii; Wi | J Kint BE / ra | \ | , Jl iP agt Erin ane (4 L LADE : near el eh | — AN ee DELE eed | Ì Ne ME Ze oet ALLER Hj EA ZA be: ‚Nl (NE ane tn, ij ki | he RK Enten d LEES Pe Ki _ | dd El otrd JN Boven Kinkerstraat En a NN ee ie Ne 5 Oost vóór Dee ei 5 mi inkt Kk [EE TE! | | herprofilering bo t a get IE ERM e [Fire 8 | Foto: Edwin van Eis ij \ ë if EE „B El js a IN p4 Ï Vh i 8 n has } er a! | en oe se 5 E, _ Est à le | ‚ Î ‚ | en Rn ‚ Onder: Kinkerstraat- dn. ex N = Oost na de [ 5 ä me ADN herprofilering: het Nn. Ui DAM trottoir is verbreed en = ee Ui Rn 5 Th) aan beide zijde zijn u Ek Ü Ds: ‚ RR: E le \ fietsstroken dl zein — … gerealiseerd. me kN EN Ù EENS In totaal zijn 46 il Eg ei | _d parkeerplaatsen komen = HE = | ì Ô nes Al BER te vervallen. Deze zijn AP | 10 VM EL | allen gecompenseerd in le Nn HS se en le de parkeergarage ne a \ Kwintijn | (bij De ee ES En 5 al Hallen) — BN “XM, Foto: Marco Keyzer == 7 a / ke #, VE EE Abs nf Lal S Re S eN PS Parkeerdruk niet gestegen ondanks dat parkeerplaatsen zijn opgeheven In de afgelopen jaren is de parkeerdruk in het centrumgebied niet gestegen, ondanks het grote aantal opgeheven parkeerplaatsen. Dit is het gevolg van het ter beschikking stellen van 1.702 garageplekken aan vergunninghouders. Deze garageplaatsen zijn beschikbaar gekomen door inhuur in private garages, het toegankelijk maken van gemeentelijke garages en deels door de bouw van nieuwe garages. Het aantal van 1.702 garageplaatsen is inclusief de capaciteit die beschikbaar is voor de parkeerregeling Langparkeren. Met Langparkeren kunnen vergunninghouders een deel van hun vergunningkosten terugverdienen door op locaties buiten het centrumgebied te parkeren. De gemiddelde bezetting van alle garages die we voor vergunninghouders beschikbaar stellen is ca. 85%. Dit betekent dat we met deze maatregelen ongeveer 1.450 auto’s van straat in garages hebben gekregen. Inhuur van private parkeerplekken is tijdelijk en de kosten lopen op De inhuur van parkeerplaatsen in private garages staat onder druk. Tot op heden was het inhuren een relatief goedkope maatregel om auto’s van vergunninghouders van de straat te krijgen. Door de aantrekkende economie en de groeiende populariteit van Amsterdam neemt de onbenutte parkeercapaciteit in de stad echter af. Eigenaren en exploitanten van garages kunnen simpelweg meer verdienen aan bezoekers (kortparkeerders) dan aan het verhuren van parkeerplaatsen aan 3 de gemeente. Dit leidt ertoe dat er steeds minder garageplekken beschikbaar zijn voor inhuur en de plekken die eventveel nog wel beschikbaar zijn, worden tegen hogere tarieven verhuurd. Nieuwe inhuur is daarom steeds minder interessant: de kosten zijn dusdanig hoog dat deze niet meer in verhouding staan ten opzichte van de kosten van alternatieve maatregelen. Ook ligt het in de lijn der verwachting dat na afloop van de bestaande contracten het aantal mogelijk in te huren parkeerplaatsen een stuk lager wordt. In de praktijk heeft zich dit al met een garage voorgedaan: de exploitant van de Waterloopleingarage wilde het contract met de gemeente niet verlengen. Aanvullende en structurele maatregelen zijn nodig om ambitie te halen We constateren daarom dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Om circa 4.150 parkeerplaatsen (en mogelijk meer in de jaren daarna) op te heffen en te transformeren naar andere doeleinden, moeten we structurele maatregelen nemen. Zonder het treffen van aanvullende maatregelen leidt het opheffen van parkeerplaatsen tot een hogere parkeerdruk en meer zoekverkeer (en daarmee tot meer autokilometers en meer uitstoot). De afgelopen jaren hebben we gezien dat de parkeerdruk niet is gestegen, juist dankzij de compenserende maatregelen. Deze compenserende maatregelen moeten daarom structureel beschikbaar zijn. Het inhuren van parkeerplaatsen is dat niet: de contracten hebben altijd een einddatum. De prijs kan daarna door de eigenaarf/exploitant verhoogd worden tot een niveau dat voor de gemeente niet meer acceptabel is óf de parkeerplaatsen zijn helemaal niet meer voor de gemeente beschikbaar. Nieuwbouw van garages is nodig om de ambitie voor openbareruimteplannen te behalen Om de ambitie voor de openbare ruimte te behalen, hebben we meer maatregelen nodig de komende tijd. De al geplande bouw van garages zetten we door. Tot 2020 zien we een toename van de garagecapaciteit met ongeveer 2.600 plekken. Hierbij kijken we extra scherp naar de verhouding bewonersparkeren/bezoekersparkeren. Garages in het centrumgebied worden primair aangelegd voor bewoners. Ook houden we vast aan de reservering van de huidige aantallen parkeerplaatsen voor vergunninghouders in onze eigen gemeentelijke garages. 4 Inhoud Samenvatting. …… ss snunsunnon ensen ensersnnnnnenenerenensenennsnenenversennnnnenenneenensennnnnnenenenrn versn È 1 Inleiding: achtergrond en uitgangspunten Parkeerplan … sn sssnnnn en renn er eenennnnn. 6 1.1 Parkeerplan Amsterdam: probleem- en doelstellingen … nennen enen eenvenneenneeene eenn Ó 1.2 Terugblik op de vorige voortgangsrapportage (juni 2015) … ennen enneneeneeneenvenseeneene f 1.3 Leeswijzer nnen enneereenneennerenneerenseerensenensenenenenenservenvenenseenenserrenveneenenenseerenerenvenensneeensere ne 2 Voortgang realisatie van de doelstellingen … … ………… …….….nsusssnn on onenen eenn nennenenreneeneerennnnn Ö 2.1 Aanbod van parkeerplaatsen in garages: 2020 doelstelling wordt grotendeels gehaald … ……. 8 2.2 Inzet van parkeergarages leidt tot bijna 1.450 auto’s die niet meer op straat parkeren … 11 2.3 De doelstelling van het verlagen van de wachtlijst is ruimschoots gehaald, vooral dankzij betere cONtrole@ neren en enen ennen ennvennveneennneene eene venserenerenevendeeenereneeenveenvvenvvennvennvenneennnen A2 2.4 Het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven is 2,5 keer zo hoog als de doelstelling … … … 13 2.5 De doelstelling voor de realisatie van extra parkeercapaciteit wordt deels gehaald, maar tot een lagere parkeerdruk leidt het niet … nonnen envene enne enveenensen eneen venveneeenveneeneee 15 2.6 Subdoelstellingen; de ondernemersjaarkaart en de spijtoptantenregeling … … … 16 2.7 Evaluatie pilot Langparkeren: goed gebruik, maar wel bijstelling van de lange termijndoelstelling … annen ennveneeenennenenvennvenvenvenvenveneeenveneeneeeneneneneeenvenvensvenee 17 2.8 Inhuur van parkeerplaatsen in private garages is onvoldoende toekomstbestendig… … ………. 17 2.9 Samenvatting realisatie van de doelstellingen … nurse eneen en veneenenenveneennveene eneen 1) 3 Ontwikkelingen en inzet … sss. sons snersennnnnnen eenen sensnennenenseenerensennsnenrenrenvenvnnnene 20 3.1 inzet parkeerplangarages gekoppeld aan openbare ruimteplannen … … nnn eneen. 20 3.2 Meer keuzevrijheid: parkeerplangarages worden voor gebruikers zo flexibel mogelijk ingezet 21 3.3 Uniformiteit toegangssysteem vergunninghoudersgarages… nnn nennen vereen veneenenne. 22 3.4 Streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad in garages … … nnen ennen ene 23 Lage bezettingsgraad in garages die niet 24/7 beschikbaar zijn … … annen ennn enneenneenneeenerenvenn 24 3.5 Parkeerdruk van go% als toetsingscriterium, niet als solitaire doelstelling … … … … … ….…….…… 24 Bijlage 1: overzicht kaders en uitgangspunten … … nn ssonsnsnnnnennererenersenennsnenreneeren 26 Bijlage 2 - Ontwikkeling van de wachtlijst … … ss sonnss ennn enersrenersenennenenrenernnn 28 Bijlage 3 - vermindering parkeercapaciteit op straat (2014 — 2020) … ss snnnnnn eneen 29 Bijlage 4 — Financiën Parkeerplan … nsu eessenenenerneeneervenenerssennneneeersvnnerseneneereernn 33 5 1 Inleiding: achtergrond en uitgangspunten Parkeerplan 1.1 Parkeerplan Amsterdam: probleem- en doelstellingen Op 6 november 2012 is het Parkeerplan Amsterdam door het college vastgesteld. In het Parkeerplan is vastgesteld om voor het jaar 2020 ruim 5.000 parkeerplaatsen in garages beschikbaar te stellen aan vergunninghouders. Enerzijds door het inhuren van (onbenutte) parkeerplaatsen in garages en anderzijds door het realiseren van parkeergarages (eigendom gemeente) — omwille van de volgende doelstellingen: 1. hetverbeteren van de openbare ruimte (opheffen van parkeerplaatsen), door 1.700 parkeerplaatsen van straat op te heffen; 2. het verhogen van het aantal uit te geven parkeervergunningen om de wachtlijst met 36% te reduceren; 3. het verlagen van de parkeerdruk (door inzet van extra parkeercapaciteit in garages en door middel van de parkeerregeling Langparkeren). De parkeerdruk dient maximaal 90% te zijn in het parkeerplangebied; 4. hettegemoet komen van ondernemers die behoefte hebben aan extra (stadsbrede) parkeerrechten (ondernemersjaarkaart). De parkeerproblemen die ten grondslag lagen aan de vaststelling van het Parkeerplan waren: -__hoge parkeerdruk in het centrumgebied; een hoge parkeerdruk zorgt voor lange zoektijden en onnodig (zoek)verkeer; -__ lange wachtlijsten voor een parkeervergunning. De lange wachtlijsten voor een parkeervergunning tasten het vestigingsklimaat van de stad aan; -_het autobezit onder Amsterdammers is in vergelijking met andere Europese steden relatief laag, maar het aantal auto's op straat is juist hoog; -__ uniformiteit in parkeerbeleid tussen de stadsdelen ontbreekt, waardoor het stadsbreed aanpakken van parkeerproblematiek lastig is. De doelstellingen vit het Parkeerplan Amsterdam zijn herbevestigd in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit (UAM, 2014), zij het dat een aantal voorwaarden en uitgangspunten is toegevoegd en/of aangescherpt. Belangrijk punt is dat in de VAM meer ingezet wordt op het creëren van openbare ruimte en minder op het verkorten van de wachtlijst. Ook in de voortgangsrapportage die in mei 2015 naar de gemeenteraad is gestuurd, is een aantal wijzigingen op het oorspronkelijke Parkeerplan doorgevoerd. Zie voor het gehele overzicht van kaders en vitgangspunten bijlage 1. In de VAM zijn tevens zoeklocaties opgenomen voor de realisatie van nieuwe parkeergarages. De uitwerking van deze zoeklocaties wordt niet in deze voortgangsrapportage behandeld, maar in een aparte haalbaarheidsstudie en -analyse. Het gebied waarop het Parkeerplan betrekking heeft is het zogenaamde parkeerplangebied. Dit bestaat vit het centrumgebied en een bewonersgebied. Het centrumgebied omvat stadsdeel centrum en delen van de stadsdelen West en Zuid. Het bewonersgebied omvat een deel van de stadsdelen West, Zuid en Oost. Gebieden buiten de ring Azo en boven het IJ vallen buiten de scope van het Parkeerplan. 6 | FN LZ \ ‘ ii A ee tarn, \ | SEREEN Si ml > \ SNE en n JO END NE Vn EON NSS EE A Sn A ENNE AD en SEN EEN EEN Bi En gl Ser EU LS ms Nr e Ee 5 Va Á an En | MILE EN Nassen Bien ND — zld NAE NN Et EEE | vn s = en an _ _ m!! ij Sn | AE ESS Cn REED RES 4 Ce en ENE 5 BRE | n zelf EN \% U A SEN Ee Vi EP Emnes | Ee KT L eN wl Ene A gip Ees Fes N | SE 5 u En ind / 7 \ N 1.2 Terugblik op de vorige voortgangsrapportage (juni 2015) Bij de vorige voortgangsrapportage, d.d. 17 juni 2015 (raadscommissie ID), is gesteld dat de doelstellingen en kaders van het Parkeerplan haalbaar en toepasbaar zijn, maar dat bij de uitvoering een gebiedsgerichte aanpak nodig is. Ten aanzien van het opheffen van parkeerplaatsen is gesteld dat de opheffingsnorm van 1 op 3 uit het Parkeerplan niet wordt benaderd: ‘het totale autoluw-programma van de stadsdelen overstijgt de doelstellingen van het Parkeerplan (…)’. Ten aanzien van de uitgifte van extra vergunningen is geconcludeerd dat het voor een aantal buurten onverstandig is extra parkeervergunningen vit te geven. Tenslotte werd in 2015 geconcludeerd dat het inhuren van parkeerplaatsen in bestaande parkeergarages op schema ligt. 1.3 Leeswijzer In deze voortgangsrapportage wordt in hoofdstuk 2 teruggekeken naar wat is gerealiseerd van de oorspronkelijke doelstellingen. Het aanbod van parkeerplaatsen in garages komt aan bod, de bezettingsgraad van de garages, het aantal parkeerplaatsen dat van straat is (en wordt) opgeheven en de stand van zaken wat betreft de overige doelstellingen, zoals het verlagen van de parkeerdruk en de wachtlijst. In hoofdstuk 3 wordt een aantal maatregelen besproken die de koers van het Parkeerplan op een aantal aspecten verlegd of verduidelijkt. 7 2 Voortgang realisatie van de doelstellingen Dit hoofdstuk beschrijft in hoeverre de implementatie op koers ligt ten opzichte van de in het Parkeerplan gestelde doelen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op (2) het aanbod van parkeerplaatsen in garages, (2) de bezettingsgraad, (3) ontwikkeling van de wachtlijst, (4) het verbeteren van de openbare ruimte, (5) het verlagen van de parkeerdruk, (6) de ondernemersjaarkaart, (7) de evaluatie van Langparkeren en (8) de toekomstbestendigheid van ingehuurde parkeerplaatsen. 2.1 Aanbod van parkeerplaatsen in garages: 2020 doelstelling wordt grotendeels gehaald Al geruime tijd zijn in het kader van het Parkeerplan 15 parkeergarages beschikbaar voor vergunninghouders met in totaal een capaciteit van 1.702 parkeerplaatsen (zie kaartje 1). Met de realisatie van nieuwe garages (zoals de twee Kwintijngarages en de garage aan het Stadionplein) en inhuur van nieuwe private garages is dit aantal recentelijk met 4,60 parkeerplaatsen toegenomen. In vitvoering dan wel in aanbouw zijn bijna 2.500 inpandige parkeerplaatsen. De 5o garageplaatsen die de gemeente inhuurde in de Waterloopleingarage zijn vanaf mei 2017 vervallen (zie ook $2.8). In een eerder stadium (vóór de vaststelling van het Parkeerplan) zijn op verschillende locaties in West en Oost acht garages gerealiseerd die beschikbaar zijn gesteld voor vergunninghouders. De totale capaciteit van deze garages is 973 parkeerplaatsen. In het gunstigste geval zijn op termijn 38 garages beschikbaar voor vergunninghouders met een totale capaciteit van circa 6.5oo inpandige parkeerplaatsen. eN @ Westergasfabriek ® ervoor @ Idock ST SN Nn n O Piet Heingarage m @ Q-park Nieuwendijk 8 OBE . en. d Europarking CENTRUM... rn Ï [B éwintinn € Waterlooplein Re Sn e EE € Stadhuisgarage / nn | GEER À en  N B a-rark ® nnn eN rf 4 @_oostpoort medi Museumplein 5 K. B Asscherkwerier — Kaartje 1: parkeerplangarages (witte tekstvak), nieuw te realiseren garages (oranje tekstvak), nieuw in te huren garages (blauw tekstvak) en bestaande vergunninghgudersgarages (zwarte tekstvak). De Mercatorplein- en Stadionpleingarage zijn niet weergegeven. In tabel 1 is weergegeven hoeveel garageparkeerplaatsen voor vergunninghouders beschikbaar zijn gesteld. Naar verwachting wijkt het aanbod van garageparkeerplaatsen na 2020 circa 8,5% af van de gestelde doelstelling (ca. 5oo parkeerplaatsen minder dan de doelstelling). Met name het aantal parkeerplaatsen dat is ingehuurd in private (bestaande) parkeergarages is lager dan beoogd. Grotendeels komt dit doordat in werkelijkheid veel minder parkeerplaatsen ingehuurd kunnen worden dan - bij de vaststelling van het Parkeerplan - was aangenomen. Hoewel het aantal parkeerplekken in bestaande garages dus achter blijft bij de doelstelling wordt een veel groter aantal parkeerplaatsen in nieuwbouwgarages gerealiseerd. Per saldo komt het totale aanbod van garageplekken voor vergunninghouders dus in grote mate overeen met de doelstelling. _ nn 3000 2500 nn Î @ Stadionplein m Pontsteiger 2000 = Vijzelgracht B Rokingarage 1500 m Albert Cuypgarage 1000 @ Kwintijn | m Willibrordus aaa EEDE ED 0 0 Q1 O2 03/04 O1/|Q2 O3) O4 O1 O2/03 O4 O1 O2 03/4 O1) O2/03 O4| O1 O2 2016 2017 2018 2019 2020 2021 Grafiek 1: nieuwbouwgarages; verwachte oplevering en parkeercapaciteit en Let Hen “ET er Ee oe _ E je raft Er | ein oa rm DD eh rf ANT EE tT ne x Li EE EN or EE on il ANA «fe eik ii Ne olet eer ern ee in OE OREERT et ET Er EE ee Ju Fe eed OET KN TEE UE gn eg 7 ze ot SL le PTC rar 114 et , ent e= = pa ien ee 10 TED IJ a NEN hi ht) ne add Re Penne LT gee Nd B SN EN dn rn TN ar On pe ANNE 0 weet! E ee he. er dl rn Ee Dient ed Ar KELEEEETEETEE TERME en  A eN 5 en Las ary GR ee, À e m ie 2d de RS ì " D Es E d ns Pe, kk s 4 ä 3 A EMR Nr ne E mers Rf ef A: Á ee NGT ld ER Bouw van de Albert Cuypgarage (Foto: Zwarts & Jansma Architects, twitter @ZJArch. 26/04/2017) 9 Aanbod parkeerplaatsen | Nieuwbouw | Inhuvur | Langparkeren | Totaal Totaal 425 || Totaal 1.136 || Totaal 275 i - Kwintijn | 191 || (zie tabel 2 voor het overzicht) - Piet Hein 175 Gerealiseerd - Kwintijn Il 215 - Oostpoort 100 1.836 - Kwintijn Il (extra) 19 Totaal 2.657 || Totaal 65 - Albert Cuypgarage 600 || - Ceresgarage 30 - Rokingarage 290 || - Centrum-Oostgarage 35 - Vijzelgracht 250 - Pontsteiger (Houthaven) 230 In uitvoering - Asscherkwartier 60 22e - Stadionplein 161 - Willibrordus (De Pijp) 266 - Singelgracht 800 Totaal 546 || Totaal 100 - Pelikaan, 65 || Oranjekwartier 100 Planvorming - Hofgarage Ie 646 - Werfgarage 284 Locatie nabij Leidseplein 25 Verschil met ae 495 Totaal 973 - Furore 185 - Staringplein 60 Toevoeging bestaande ||. De Wending 78 garages voor - Piri Reis 111 vergunning-houders aan het Parkeerplan -Van Beuningenplein 200 -Kop van Diemen 97 - Mercatorplein 150 - Borneohof 92 Tabel 1: Voortgang aanbod inpandige parkeerplaatsen Openstellen van garages voor vergunninghouders: hoe werkt het? Houders van een bewoners-, bedrijfs-, of gehandicaptenparkeervergunning die woonachtig zijn binnen het geselecteerde postcodegebied van de parkeergarage, krijgen automatisch toegang tot de garage. Na de scan van het kenteken door de kentekenherkenningscamera wordt de data via routeringsoftware (Verwijsindex) verzonden naar het Nationaal Parkeerregister (NPR). Indien het kenteken wordt herkend dan wordt toegang verleend. De vergunninghouder parkeert de auto op een “zwerfplek” in de garage, tenzij parkeerplaatsen door de verhuurder specifiek zijn aangewezen. Indien de door de gemeente gehuurde parkeerplaatsen allen bezet zijn dan wordt bij de inrit van de garage de aanduiding “vergunninghouders vol” aangegeven. Voor vergunninghouders geldt, net als op straat: vol is vol. Geen van de vergunninghouders heeft dus plaatsgarantie in de garage. 10 2.2 Inzet van parkeergarages leidt tot bijna 1.450 auto’s die niet meer op straat parkeren Inclusief de parkeervoorzieningen die beschikbaar zijn gesteld voor Langparkeren, zijn momenteel 1.702 parkeerplaatsen in 15 parkeergarages beschikbaar voor vergunninghouders. Een aantal van deze garages wordt goed tot zeer goed gebruikt. In totaal, inclusief de langparkeerders, worden op een doordeweekse avond gemiddeld bijna 1.450 auto’s van vergunninghouders in garages geparkeerd. Dit betekent dat van de totale garagecapaciteit die beschikbaar is gesteld voor vergunninghouders ca. 85% wordt benut. Met name de wat grotere garages worden nog niet volledig benut. Ronduit laag was de bezettingsgraad in de Marie Heinekenpleingarage. Dit kwam doordat de garage alleen in de avond en nacht beschikbaar is voor vergunninghouders. Buiten deze bloktijden geldt het reguliere kortparkeertarief van de garage. Dit maakte de garage onaantrekkelijk voor veel parkeerders (zie ook $ 3.4.1.). Om deze reden is in het derde kwartaal van 2017 het contract met de exploitant opengebroken en vervangen naar een 24/7 contract (50 parkeerplaatsen). Vanaf dat moment is de bezettingsgraad van de garage enorm toegenomen. AE ZM NME WE =S MB MSS MS nl me TE ei en Î EE GEANE EOV zen mm à mce) mms mi 3 It u hid EN ennentaesneel RR a | = EP | ER! en | fit oer BETELEEL PL al ë S eN Ei 8 | IE 4 | PEAT Is mm IS 3 | Ì | NNe h 5 | Ri EE Ra en | ij ne Parkeergarage Markenhoven. Foto: Martin van Welzen In twee garages is de bezettingsgraad hoger dan 100%. Dit komt omdat de in- en uitrijregistratie van het parkeermanagementsysteem niet altijd nauwkeurig is of de exploitant meer vergunninghouders in de garage toestaat. Zo kan het voorkomen dat meer auto’s in de garage worden toegelaten dan het aantal parkeerplaatsen waarvoor een contract is gesloten. 11 Garage (oem). autos Aantal parkeerplaatsen | Bezettingsgraad (gem) 1. de Keyser 21 25 84% 2. _ Europarking 168 151 111% 3. _IJdok 31 50 62% 4. __Kwintijn | 135 191 71% 5. _ Marie Heinekenplein (*) 40 50 80% 6. _ Markenhoven 142 200 71% 7. Museumplein 82 75 109% 8. _ Nieuwendijk 73 75 97% 9. _ Oosterdokeiland 135 200 68% 10. Oostpoort 141 150 94% 11. Piet Heingarage 217 225 96% 12. Stadhuisgarage 82 100 82% 13. Waterlooplein (**) - - - 14. Weesperplein 37 60 62% 15. Westergasfabriek 36 50 72% 16. Willemspoort 95 100 95% Totaal (***) 1.435 1.702 84% (*) de Marie Heinekenpleingarage was alleen tussen 17.00 en o9.00 voor vergunninghouders beschikbaar. Vanaf het derde kwartaal 2017 zijn 5o parkeerplaatsen in de garage 24/7 beschikbaar voor vergunninghouders *) Waterloopleingarage is vanwege opzegging contract niet meer beschikbaar Gete) de garages Ceres, Centrum-Oost en de Stadionpleingarage zijn recentelijk beschikbaar gekomen voor vergunninghouders. Data van het gebruik van deze garages (met een totale capaciteit van 226 parkeerplaatsen) was ten tijde van het opstellen van deze rapportage nog niet voorhanden. 2.3 De doelstelling van het verlagen van de wachtlijst is ruimschoots gehaald, vooral dankzij betere controle In geen van de (deel)vergunninggebieden (binnen of buiten het parkeerplangebied) is het vergunningplafond verhoogd. Extra parkeervergunningen zijn dus niet vitgegeven. Ten opzichte van de lengte van de wachtlijst in 2012 is de wachtlijst echter (zeer) sterk gereduceerd. De wachtlijst is al meer dan tien keer zo kort ten opzichte van het gestelde doel (6.441 wachtenden) voor het jaar 2020. Grotendeels is dit het gevolg van betere controle en opschoningsacties. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de wachtlijstontwikkeling per deelvergunninggebied. 8000 7000 \ he 6000 RON DN == CENTRUM 5000 DES BEN —— WEST 4000 DN Ns ZUID Se 3000 RON OOST ° 2000 Ee —- TOTAAL ad Ie 1000 NS % 0 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-1-2017 Grafiek 2: Aantal wachtenden voor een parkeervergunning: ontwikkeling per stadsdeel (parkeerplangebied) 12 2.4 Het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven is 2,5 keer zo hoog als de doelstelling Op basis van het aantal parkeerplaatsen dat al is opgeheven en in de toekomst naar waarschijnlijkheid wordt opgeheven kan geconcludeerd worden dat de ambitie voor de openbare ruimte veel hoger is dan aanvankelijk werd aangenomen in het Parkeerplan. Dit was ook al één van de conclusies in de vorige voortgangsrapportage. Een groter aandeel van de beschikbaar gestelde parkeercapaciteit in de parkeergarages wordt kortom gebruikt voor de compensatie van opgeheven parkeerplaatsen op straat. Vanuit verschillende invalshoeken en organisatieonderdelen worden parkeerplaatsen opgeheven. Zo is een aantal parkeerplaatsen opgeheven ten gunste van fietsparkeerplaatsen, herprofileringen of omwille van de verbetering van de verkeersveiligheid en zichtlijnen. Dit zijn overwegend plannen waarover de bestuurscommissies besluiten (als juridische wegbeheerder). Daarnaast is een aantal grootstedelijke plannen uitgevoerd of in voorbereiding met gevolgen voor de parkeercapaciteit, zoals het Rode Loperproject, de herprofilering van het Leidseplein e.o, eenrichtingsverkeer Nieuwezijds Voorburgwal etc. Ook in het kader van verbetering openbaar vervoer zullen parkeerplaatsen komen te vervallen. In een aantal herprofileringsprojecten is de koppeling tussen de vermindering aan parkeercapaciteit op straat en de compensatie in een garage heel sterk (zoals de herprofilering van de Elandsgracht waarin de 150 opgeheven parkeerplaatsen één-op-één zijn gecompenseerd in de Europarking, of de herprofilering van Czaar Peterstraat en compensatie De Keyzergarage), in andere gevallen is de koppeling minder aanwezig of zelf afwezig. In een aantal buurten is compensatie ook onnodig: indien de parkeerdruk lager is dan 90%, dan is een (kleine) vermindering van de parkeercapaciteit op straat niet perse problematisch (zie ook paragraaf 3.5). Ook geldt dat het opheffen van parkeerplaatsen niet pas is begonnen na vaststelling van het Parkeerplan. Ruim vóór de besluitvorming van het Parkeerplan is een groot aantal parkeerplaatsen van straat weggehaald en in veel gevallen ook al gecompenseerd in garages. Zo zijn in stadsdeel West veel parkeerplaatsen komen te vervallen in De Helmersbuurt (waaronder de Overtoom), de Staatsliedenbuurt en De Baarsjes. Deze zijn gecompenseerd in garages als Furore, De Wending, Piri Reis, Van Beuningenplein en Kop van Diemen. Ook in stadsdeel centrum is vóór vaststelling van het Parkeerplan een groot aantal parkeerplaatsen gecompenseerd (bijvoorbeeld herontwikkeling van het Haarlemmerplein en omgeving (tussen 1999 en 2012)). Tenslotte dient benadrukt te worden dat grote herprofileringsprojecten een lange doorlooptijd hebben. Dit geldt ook voor het besluitvormings- en bouwproces van een parkeergarage. De administratie van opgeheven (en op te heffen) parkeerplaatsen aan de ene kant en compensatie aan de andere kant is vanwege al deze factoren bijzonder gecompliceerd. Daarbij komt ook nog dat twee garages zijn ingezet in het kader van Langparkeren. Deze garages zijn voor een groot aantal vergunninghouders beschikbaar en niet één op één toe te rekenen aan een of meerdere openbare ruimteproject(en). Benadrukt dient te worden dat in het Parkeerplan weliswaar een doelstelling is opgenomen wat betreft het opheffen van parkeerplaatsen, er gaat echter vanuit het Parkeerplan niet een sturende werking vit om parkeerplaatsen op te heffen. Het opheffen van parkeerplaatsen is immers geen doel op zich. De achterliggende ruimtelijke wensen zijn leidend, het aantal op te heffen parkeerplaatsen volgt hieruit. In de onderstaande tabellen is per stadsdeel het aantal parkeerplaatsen dat van straat is en wordt opgeheven weergegeven evenals het aantal parkeerplaatsen dat beschikbaar is (en wordt) gesteld aan vergunninghouders in parkeergarages. 13 Aantal Compensatie in garages parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor Stadsdeel centrum straat vergunninghouders) Saldo Uitgevoerd vanaf -871 1.126 255 2014 de Keyser 25 Europarking 151 IJdok 50 Markenhoven 200 Nieuwendijk 75 Oosterdokeiland | 200 Piet Heingarage 225 Stadhuisgarage 100 Willemspoort 100 In vitvoering en -1.022 1.491 459 : Ceres 30 lanvorming tot P 9 Vijzelgracht 250 2020 Rokin 290 Singelgracht 400 Hofgarage 172 Werfgarage 284 Pelikaan 65 Totaal -1.893 2.617 714 Aantal Compensatie in garages parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor Stadsdeel West straat vergunninghouders) Saldo Uitgevoerd vanaf -373 241 -132 2014 Kwintijn | 191 Westergasfabriek | 5o In vitvoering en -899 864 -35 planvorming tot Kwintijn Il 215 Pontsteiger 230 2020 Singelgracht 400 Kwintijn Il (extra) 19 Totaal -1.272 1.105 -167 Aantal Compensatie in garages parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor Stadsdeel Zuid straat vergunninghouders) Saldo Uitgevoerd vanaf -239 125 -114 2014 M. Heinekenplein 50 Museumplein 75 In vitvoering en -519 1.087 568 planvorming tot Albert Cuyp ‚ 600 Asscherkwartier 60 2020 Stadionplein 161 Willibrordus 266 Totaal -758 1.212 454 14 Aantal Compensatie in garages parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor Stadsdeel Oost straat vergunninghouders) Saldo Uitgevoerd vanaf -151 210 59 2014 Oostpoort 150 Weesperplein 60 In vitvoering en -87 30 -57 planvorming tot Centrum-Oost | 30 2020 Totaal -238 240 2 Aantal Compensatie in garages parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor Totaal straat vergunninghouders) Saldo In planvorming tot 2.02 2 2020 -2.527 3-47 945 (*) aanvankelijk waren 5o parkeerplaatsen beschikbaar in Waterloopleingarage. Deze zijn recentelijke komen te vervallen. Het gepresenteerde cijfer is exclusief Waterlooplein. Op basis van data van de stadsdelen Centrum, West, Zuid en Oost worden geconcludeerd dat in de afgelopen drie jaar circa 1.650 parkeerplaatsen zijn komen te vervallen. En op basis van de plannen voor de openbare ruimte is de verwachting dat tot 2020 in totaal nog 2.500 parkeerplaatsen worden opgeheven (zie ook bijlage 3 voor een overzicht). Tot 2020 worden dus circa 2,5 keer zo veel parkeerplaatsen opgeheven als waarvan in het Parkeerplan is uitgegaan. Stadsdeel Vermindering parkeerplaatsen Centrum 1.900 West 1.275 Zuid 750 Oost 250 Totaal 4-175 Tabel 3: vermindering parkeerplaatsen op straat: totaal van opgeheven en op te heffen parkeerplaatsen 2014 — 2020 binnen het parkeerplangebied 2.5 De doelstelling voor de realisatie van extra parkeercapaciteit wordt deels gehaald, maar tot een lagere parkeerdruk leidt het niet Op basis van de huidige gegevens wordt de doelstelling om extra parkeercapaciteit te realiseren in 2020 niet gehaald. Naar verwachting zullen er in 2020 in totaal ca. 5oo parkeerplaatsen zijn bijgekomen’ in het Parkeerplangebied. Dit is 29% dan het gestelde doel. Doordat de parkeercapaciteit vrijwel gelijk is gebleven is geen verlaging van de parkeerdruk waargenomen. In 2016 is de parkeerdruk in het centrum ten opzichte van 2014 met slechts 0,5 * Hierbij wordt uitgegaan van het scenario dat alle parkeerplaatsen die worden ingehuurd ook op de middellange termijn beschikbaar blijven. Niet meegenomen zijn de garages Hof en Werfgarage en de Pelikaan, omdat nog onvoldoende duidelijk is of en zo ja in welke mate deze garages beschikbaar kunnen worden gesteld aan vergunninghouders. 15 procentpunt afgenomen (van 89,8% naar 89,2%). Dit is een verwaarloosbaar verschil. In de periode november-december 2014 en november-december 2016 is zijn de parkeeropbrengsten en de (betaalde) parkeerduur echter wel toegenomen (met circa 12,5%)’. Geconcludeerd kan worden dat de parkeerplaatsen die vergunninghouders ‘vrij’ hebben gemaakt door in garages te parkeren voor het overgrote deel zijn opgeheven. De kleine overmaat (met name in stadsdeel centrum) wordt opgevuld door bezoekers. Eén van de doelstellingen - het verlagen van de parkeerdruk - wordt dus niet gehaald. Bezoekers en vergunninghouders In de parkeerdrukmeting van 2016 is niet alleen het totaal aantal geparkeerde voertuigen geteld maar ook een onderscheid gemaakt tussen voertuigen van vergunninghouders en voertuigen van bezoekers (niet- vergunninghouders / externen). In het centrum geldt dat van het totaal aantal geparkeerde voertuigen 17,2% van bezoekers is en 82,8% van vergunninghouders (cijfers van een doordeweekse dag in de avonduren, in het weekend zijn naar verwachting andere percentages van toepassing). Zonder bezoekers zou de totale parkeerdruk in het centrum niet 89,2% zijn, maar 75%. 2.6 Subdoelstellingen; de ondernemersjaarkaart en de spijtoptantenregeling Naast de drie primaire doelstellingen (verbeteren openbare ruimte, verlagen wachtlijst en verlagen parkeerdruk) is ook een aantal subdoelstellingen geformuleerd, waaronder de invoering van de ondernemersjaarkaart en het wegnemen van onnodige drempels voor het inleveren van de parkeervergunning. Ondernemersjaarkaart Het aantal uitgegeven ondernemersjaarkaarten wijkt sterk af van de verwachte hoeveelheid kaarten die verkocht zouden worden (zie tabel 4). Dit wordt ondervangen door het beschikbaar stellen van de ondernemersjaarkaart-beperkt (gemeenteraadsbesluit, d.d. 15 februari 2017). Deze kaart is op doordeweekse dagen geldig tussen og.oo en 19.00. Omdat deze kaart een gunstiger tarief heeft dan de standaard ondernemersjaarkaart die 24/7 geldig is, is de animo voor deze kaart naar verwachting ook groter. Omdat er geen effect wordt verwacht voor het aantal parkeerders in de avonduren (doorgaans het maatgevende moment) is de ondernemersjaarkaart-beperkt in de berekening van parkeerdruk en op te heffen parkeerplaatsen niet meegenomen. Inzet van extra parkeerplaatsen in parkeergarages is hierdoor niet nodig. Spijtoptantenregeling Naast de ondernemersjaarkaart is in het Parkeerplan ook beoogd om onnodige drempels voor het inleveren van de parkeervergunning weg te nemen. Dit is gerealiseerd door het bieden van een terugkeerrecht (geëffectueerd in de Parkeerverordening 2013, artikel 33). Concreet is geregeld dat indien de aanvrager in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag houder was van een parkeervergunning de aanvrager direct weer zijn/ haar vergunning ontvangt zonder eerst op de wachtlijst te hoeven staan“. Een eenmalige tegemoetkoming van €100 in de kosten van alternatieve mobiliteitsvormen (zoals openbaar vervoer, deelauto of fiets) is niet verder uitgewerkt. Mogelijk wordt een dergelijke regeling opnieuw overwogen in het kader van Smart Mobility. * De gemiddelde parkeerdruk in vrijwel heel het centrum, gemeten in de avonduren op een doordeweekse dag. 3 De weergegeven toenames zijn een gevolg van meer auto’s van bezoekers; maar voor een deel speelt ook een hogere betalingsgraad door geïntensiveerde fiscale handhaving een rol. * Als voorwaarde geldt wel dat de de aanvrager nog op hetzelfde adres woonachtig is en de parkeervergunning is ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder 16 2.7 Evaluatie pilot Langparkeren: goed gebruik, maar wel bijstelling van de lange termijndoelstelling De evaluatie van de pilot Langparkeren, waarmee bewoners gestimuleerd worden om de auto, tegen een vergoeding (maximale restitutie van de helft van het vergunningtarief) in een voorziening buiten het centrum te parkeren, is op 1 maart 2017 ter kennisname aangeboden aan de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid. Op basis van recente cijfers blijkt dat de twee (langparkeer)garages op piekmomenten een relatief hoge bezettingsgraad kennen en goed gebruikt worden. Ook is het aantal deelnemers dat zich heeft geregistreerd flink toegenomen. Van de geregistreerde deelnemers heeft ongeveer de helft minimaal één parkeertransactie verricht. Uit de evaluatie blijkt dat veruit de meeste gebruikers (90%) (zeer) tevreden zijn over de langparkeerregeling. De twee voornaamste redenen om mee te doen zijn: (1) de vergoeding (74%) en (2) de auto staat veilig en droog (47%). In totaal zijn circa 15.000 vergunninghouders uitgenodigd. Hiervan maken 1.127 vergunninghouders actief gebruik maken van de regeling (33% minimaal 4o dagen en 25% 30-40 dagen per jaar). De bezetting van de aangeboden parkeerplaatsen is (na een aanloopperiode) redelijk tot goed (zie tabel 2). De beoogde groei naar circa 830 langparkeerlocaties in 2020 is niet haalbaar gezien de beperkte behoefte van vergunninghouders in het parkeerplangebied en het beperkte geschikte aanbod van langparkeerplaatsen. De kosten voor het verplaatsen van één auto van straat naar een langparkeerlocaties bedragen jaarlijks circa € 3.250,-. De lange termijndoelstellingen (onder andere een groei naar 830 langparkeerplaatsen) is naar beneden bijgesteld, omdat het aanbod van parkeercapaciteit heel beperkt is. De bestaande capaciteit in de Piet Heingarage wordt echter wel voor een groter deel beschikbaar voor langparkeerders. Van de 225 parkeerplaatsen die de gemeente huurt in deze garage waren aanvankelijk 175 parkeerplaatsen bestemd voor langparkeerders. De overige parkeerplaatsen waren bestemd voor vergunninghouders van de Kop van Java. Vergunninghouders van de Kop van Java maken echter nauwelijks gebruik van de garage, feitelijk zijn hierdoor 225 parkeerplaatsen voor langparkeerders beschikbaar. Op 13 december 2016 heeft het college van B&W besloten het aantal ingehuurde plekken, stap voor stap (alleen bij aangetoonde bezetting) vit te breiden met een maximum van 500 parkeerplaatsen. Hierbij wordt met name ingezet op een locatie aan de westflank van de stad, dit met het oog om vergunninghouders van stadsdeel West te faciliteren. 2.8 Inhuur van parkeerplaatsen in private garages is onvoldoende toekomstbestendig Gebleken is dat het risicovol is om parkeerplaatsen die in private garages zijn ingehuurd te beschouwen als structurele oplossing voor de compensatie van opgeheven parkeerplaatsen. Vanwege de onzekerheid van huurcontracten moeten deze garages beschouwd worden als een tijdelijke oplossing. Alleen garages die in eigendom zijn van de gemeente (zoals Markenhoven, Stadhuisgarage of de nieuw op te leveren Albert Cuypgarage) gelden als toekomstbestendige compensatie. Eind 2017 en begin 2018 loopt voor een groot aantal garagecontracten de initiële niet-opzegbare periode af. Afhankelijk van de marktontwikkeling bestaat de kans dat in de toekomst minder parkeerplaatsen voor de gemeente beschikbaar zijn of dat de gemeente wordt geconfronteerd met hogere tarieven. De eerste ‘geluiden’ zijn wat dat betreft zorgelijk. De opbrengsten van 17 kortparkeerders zijn bij een beperkte bezetting snel al veel hoger dan wat de gemeente bereid is te betalen voor het inhuren van parkeerplaatsen. Geboekte resultaten zijn kortom mogelijk op de lange termijn niet houdbaar of brengen kosten met zich mee die maatschappelijk onvoldoende zijn te verantwoorden. Voor een aantal parkeergarages is het potentieel aantal te huren parkeerplaatsen al lager dan aanvankelijk afgesproken. Grotendeels heeft dit te maken met het feit dat het Parkeerplan is vastgesteld ten tijde van laagconjunctuur. Omdat de afgelopen periode sprake is van economische bloei ontvangen parkeergarages meer kortparkeerders. De rentabiliteit stijgt hierdoor waardoor de onderhandelingspositie van de gemeente verzwakt. De ‘onbenutte capaciteit’ van private garages wordt hierdoor immers kleiner. Ook zijn er steeds meer private partijen die ‘onbenutte parkeercapaciteit’ en parkeergarages van bedrijven en kantoren toegankelijk maken voor bezoekers (door middel van reserveringssystemen). Steeds meer spelers vissen kortom in dezelfde vijver. Parkeergarage Ingehuurd | Maximum Maximum Verschil (max | Einde (Q-park) potentieel bij | potentieel in te huren Contract (*) aanvang daadwerkelijk | capaciteit) contract Museumplein 01-09-2017 St ox09-201 Weesperplein {60 [300 }60 | -40 | 10-08-2018 Westergasfabriek | so {200 ___\z0o ___|o _____|otoozo Oostpoort 01-07-2018 Europarking — last la laa le Lovorson Tabel 4 Uitbreidingsmogelijkheden inhuur O-Park garages en einde contractduur (*) huurcontracten worden stilzwijgend steeds met een jaar verlengd. De opzegtermijn bedraagt 6 maanden (als dus niet 6 maanden voor het einde wordt opgezegd, dan loopt het contract een jaar door). Voor Amsterdam is dit een risico omdat de vergunninghouders die nu gebruik maken van de parkeergarages mogelijk in de toekomst weer op straat een parkeerplaats moeten zoeken. En omdat op straat de parkeercapaciteit afneemt ontstaat een aanzienlijke onbalans tussen het aantal vergunninghouders en het aantal openbare parkeerplaatsen. Risico van niet-toekomstbestendige parkeergarages Zoals in $ 2.2 is beschreven heeft het beschikbaar stellen van garages (in het kader van het Parkeerplan) geleid tot circa 1.450 inpandig geparkeerde auto’s. Als hiervan, door opzegging van huurcontracten, de helft op termijn weer een plek moeten zoeken op straat, dan moet een oplossing worden gevonden voor 725 auto’s. Voor het centrumgebied is dat een grote uitdaging, de gemiddelde parkeerdruk op straat in héél het centrum zou van 89% stijgen naar bijna 95%. Het risico zoals hierboven beschreven is voor Waterloopleingarage al een feit. Met ingang van april 2017 is het contract (huur van 5o parkeerplaatsen) met de exploitant van de Waterloopleingarage beëindigd. Gegeven de bezettingsgraad van de nabijgelegen garage Markenhoven kan de beëindiging van het huurcontract van Waterlooplein goed worden opgevangen. Uiteindelijk worden de drie vitnodigingsgebieden van Markenhoven, Waterlooplein en het Stadhuis samengevoegd tot één gebied. Vergunninghouders binnen dit gebied krijgen dan zowel toegang tot de garage van Markenhoven als de Stadhuisgarage (zie ook $ 3.2). Naast de bovengenoemde nieuwbouwgarages heeft de gemeente enkele garages in eigendom die eveneens ingezet kunnen worden ten behoeve van vergunninghouders. Voor drie garages, namelijk de Hof- en Werfgarage (beide Kattenburgerstraat) en De Pelikaan (Nieuwevaart), wordt 18 begin 2018 de juridische, financiële en technische implicatie onderzocht voor het (al dan niet gedeeltelijk) beschikbaar stellen van deze garages voor vergunninghouders. 2.9 Samenvatting realisatie van de doelstellingen In tabel 4 is de realisatie van de (kwantitatieve) doelstellingen weergegeven die zijn verbonden aan het beschikbaar stellen van garageparkeerplaatsen. Doelstellingen Ondernemers- | Extra Resterende Afname Extra parkeer — parkeerplan jaarkaart vergunningen wachtlijst parkeerplaatsen capaciteit 2016 (uitgifte) van het maaiveld Doelstelling 2020 1704 Gerealseerd mre Lee 58 (ern) In uitvoering / 2.527 429 eek) planvorming Totaal Luo LO 51 | 4161 | 497 Verschil met doelstelling | -936 Ry 5.850 2.461 -1.207 Tabel 5: realisatie doelstellingen (*) aantal afgegeven ondernemersjaarkaarten in juni 2016; (**) aantal wachtenden op 1/11/2017 in stadsdeel centrum, Oud-West, Staatsliedenbuurt, De Pijp en Swammerdambuurt; (***) in 2017 komt naast de Ondernemersjaarkaart ook de ondernemersjaarkaart-beperkt beschikbaar. Deze is op doordeweekse dagen geldig tussen og.oo en 19.00 en heeft hierdoor geen effect op de parkeerdruk in de avonduren. Om deze reden wordt de Ondernemersjaarkaart-beperkt niet in de berekening meegenomen. eert) 1.702 parkeerplaatsen — 1.634 opgeheven parkeerplaatsen van straat eere) 2,956 parkeerplaatsen in vitvoering- 2.527 parkeerplaatsen op te heffen 19 3 Ontwikkelingen en inzet Op basis van de in hoofdstuk 2 beschreven voortgang van de doelstellingen kan worden gesteld dat de ‘output’ van het Parkeerplan (het beschikbaar stellen van garageplekken voor vergunninghouders) op orde is. De ‘outcome’ daarentegen (de doelstellingen die zijn verbonden aan extra parkeercapaciteit, namelijk: het verbeteren van de openbare ruimte, het verlagen van de wachtlijst en het verlagen van de parkeerdruk) beperkt zich feitelijk tot de eerstgenoemde doelstelling: opheffen van parkeerplaatsen ten gunste van de openbare ruimte, de verblijfskwaliteit, fietsparkeren en/of de verkeersveiligheid. De parkeerdruk wordt immers niet lager omdat een groot aantal parkeerplaatsen van straat is opgeheven en de kleine overmaat (met name in het centrum) wordt opgevuld door bezoekers. De doelstelling om de wachtlijst te reduceren is komen te vervallen omdat deze al meer dan tien keer zo laag is als de streefwaarde voor het jaar 2020. Op basis hiervan en een aantal actuele ontwikkelingen / bevindingen wordt in dit hoofdstuk op onderdelen de koers verlegd: 1. parkeergarages worden alleen ingezet ten behoeve van meer of betere openbare ruimte; 2. parkeergarages worden zo flexibel mogelijk ingezet; meer keuzevrijheid voor de vergunninghouders; 3. hettoegangssysteem van de garages wordt zo veel als mogelijk geüniformeerd; 4. streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad; 5. een parkeerdruk van maximaal 90% wordt gehanteerd als toetsingsvoorwaarde bij de vraag of al dan niet maatregelen moeten worden getroffen als parkeerplaatsen worden opgeheven. Het verlagen van de parkeerdruk als solitaire doelstelling komt te vervallen. 3.1 inzet parkeerplangarages gekoppeld aan openbare ruimteplannen De vraag in welke garage parkeerplaatsen ingehuurd kunnen worden en voor hoe lang hangt van een aantal factoren af: — beschikbaarheid van de garage’ — een toets in hoeverre de aangeboden garage niet bestemd is voor de bewoners van een appartementenblok (in het kader van de Nota Parkeernormen Auto en de koppeling van garageplaatsen met het beleid om in dat geval geen parkeervergunningen te verstrekken); — _ noodzaak tot inhuren in het gebied waar de garage is gelegen. De laatste factor (noodzaak tot inhuren) wordt per situatie bekeken. Als vitgangspunt geldt dat garageplekken zoveel mogelijk worden ingezet om bestaande en toekomstige openbare ruimteplannen waarbij parkeerplaatsen komen te vervallen, mogelijk te maken. Hiermee worden de schaarse parkeerplaatsen optimaal ingezet voor deze specifieke doelstelling. Van een directe koppeling kan alleen sprake zijn als de garage op redelijke loopafstand ligt van de op te heffen parkeerplaatsen. Een loopafstand van meer dan 800 meter (circa 10 minuten lopen) is voor de meeste mensen niet meer acceptabel. Dit leidt tot een lage bezettingsgraad in de garage of zelfs leegstand. $ Een garage is alleen interessant als minimaal 25 plekken in te huren zijn, anders weegt de investering van het toegangssysteem, de kentekenherkenningscamera’s, de koppeling met de NPR en de aansluiting met de meldkamer niet op tegen de baten. 20 In het onderstaande kaartje is ter illustratie inzichtelijk gemaakt wat een loopafstand van rond 800 meter in de praktijk betekent. n hrm À Ee 3 3E x Á Ë £ mi zj wee £ 5 È q kk mn Ë d f % | ss sn % 3 5 £ = mes £ gr & 5 KS etn Ss: Oe d & 3 on B: Kid A 5 Ô p ee, e Ee EF Cali oe 5 jer 8 fel 8 A BD ' NERETha E e ss ® % É ER 8 be ä 5 ea b ú $ 5 ôf der À % 4 \ me ä 7 sne 4 % ss % ie } 3 er 2 & zn $ Ne di} ae 5 4 3 5 Te Á 7 Se N 4 ph rien E % COOTAs 6 ks 5 ghter RIN g 4 DN IKEIR sf “ ‚af ee pe 3 „oort à sn à Pp 4 DA zer Europarking 5 RC er al E- x % „ Ni je” aen % 4 Se te ss 5 7) Ei et 3 % EES ER „t % * Cf 0" B af me. a & Ee zh > % ke, % EE j 5 er OE B A er i k 5 Ee Ke E í SN a 3 Ee De E : 5 > 5 k er ki 8 — d À ie “ dd À 4 oeiN e® rt ad ' & 5 gt ss Es mn TOP # E KE ree k Ga rn” 3 5 een gare sE! ri et 5 Ad ad p Eh: ge EZ & 5 Cà Er ZA E TE, „05 ae dj e Z 5 men en en 4 À tj Falan Kaartje 2: loopafstand (indicatie) van circa 800 meter (10 minuten lopen) vanaf parkeergarage Europarking. De Europarking is gebruikt om de opgeheven parkeerplaatsen aan de Elandsgracht (rood gearceerd) te compenseren. 3.2 Meer keuzevrijheid: parkeerplangarages worden voor gebruikers zo flexibel mogelijk ingezet Op dit moment hebben de garages een eigen ‘vitnodigingsgebied’. Dit betekent dat vergunninghouders van één gebied toegang krijgen tot de garage waarvoor ze zijn vitgenodigd. In een aantal gebieden liggen garages echter relatief dicht bij elkaar (én binnen hetzelfde vergunninggebied). In die gevallen heeft het meerwaarde om vergunninghouders de keuzevrijheid te geven zelf te laten beslissen van welke garage ze gebruik willen maken. Hiermee zorgen we voor een betere benutting van de garages. Als één garage vol is, kan een vergunninghouder gebruik maken van een garage waar nog wel plaats is. Dit past bij de ambitie om de bezettingsgraad in garages te bevorderen (zie ook $ 3.4). Concreet worden de volgende . : 6 (technische) clusters ingesteld”: 1. Stadhuisgarage en Markenhoven (Waterloopleingarage is komen te vervallen) 2. Kwijntijn |, Kwijntijn Il en Furore (zodra deze laatste onder de parkeerplansystematiek valt) 3. Weesperplein en Centrum-Oost; 4. Willemspoort, IJdok, Pontsteiger (zodra gerealiseerd) en Kop van Diemen 5. De Wending en Piri Reis $ Mogelijk dat in de toekomst ook nog andere clusters worden geformeerd of garages worden toegevoegd aan een gerealiseerd cluster 21 is “. 5 Pontsteiger he \ Kop van Diemen Tamer ® a Wie @ dock - En - NS 3 ® ST 4 an En ° CENTRUM... | [al Kwintijn 1 j d ml î Kwintijn | a Stadhuisgarage f Furore | ma Centrum-Oost FH ZN a e @ Weesperplein ed Ze N: en 1 Kaartje 3: Garages die technisch worden geclusterd / gegroepeerd. Vergunninghouders van de geselecteerde postcodegebieden krijgen de vrijheid gebruik te maken van een garage naar keuze (binnen het cluster) 3.3 Uniformiteit toegangssysteem vergunninghoudersgarages Al vóór de vaststelling van het Parkeerplan is - met name door de vroegere stadsdelen Oud-West en Westerpark - geïnvesteerd in parkeergarages voor vergunninghouders. Zo zijn alleen al aan de westzijde van de stad 881 garageparkeerplaatsen gerealiseerd. Formeel horen deze garages niet bij het parkeerplanareaal. Met de centralisatie van de parkeerfondsen, het beheer en de exploitatie van garages ligt het voor de hand om deze garages volgens dezelfde systematiek toegankelijk te maken voor vergunninghouders. Gebruikers hoeven zich op termijn dan niet meer actief aan te melden en er is geen apart toegangspasje meer nodig om toegang te krijgen tot de garage. Hiermee wordt het beheer en de administratie vereenvoudigd en de communicatie naar de vergunninghouders wordt eenduidiger en begrijpelijker. Daarnaast is een voordeel dat indien één van de garages vanwege een calamiteit of vanwege onderhoud tijdelijk niet beschikbaar is, vergunninghouders met een aantal kleine handelingen toegang kunnen krijgen tot een andere garage (zonder dat toegangspasjes aangevraagd moeten worden). Zo ontstaat op termijn een netwerk van garages dat, al naar gelang de behoefte, flexibel ingezet kan worden. Het technisch aanpassen van het toegangssysteem is niet altijd even makkelijk omdat in veel gevallen de Vereniging van Eigenaren (VvE) akkoord moet geven. Vooralsnog is er overigens geen indicatie dat toestemming van VvE's, waarin de gemeente doorgaans een minderheidsbelang heeft, niet wordt verstrekt. Het maken van een planning wordt hierdoor echter wel bemoeilijkt. In tabel 5 zijn de garages weergegeven die technisch worden aangepast. 22 Aantal parkeerplaatsen Garage voor vergunninghouders | Buurt Eigendom 1 VE 2 | Staringplein 6e __________[ovawet | Gemeere 3 WE 4 We 5 | van Beuningenplein Gemeente 6 WE 7 Gemeente 8 Indische Buurt WE Totaal 973 Tabel 6: garages die beschikbaar zijn voor vergunninghouders, maar formeel geen onderdeel zijn van het Parkeerplan De benodigde investeringen om de garages ‘om te bouwen’ kan naar verwachting worden gedekt uit het huidige parkeerplanbudget. De verwachte budgetruimte is naar verwachting voldoende. Echter, omdat voor een aantal garages de aanwezige apparatuur en parkeermanagementsystemen nabij het aflopen van de afschrijvingstermijn is, wordt als dekkingsbron ook het reguliere beheer- en onderhoudsbudget van de desbetreffende garage gehanteerd. Op basis hiervan is vooralsnog geen extra investeringskrediet nodig. In 2017 en 2018 zal per garage worden onderzocht welke maatregelen getroffen moeten worden. Het gaat hier om het kentekenherkenning- en parkeermanagementsysteem, de aansluiting op de verwijsindex en eventueel meldkamer. Het streven is om vóór 2020 alle acht stadsdeelgarages als volwaardige vergunninghoudersgarage operationeel te hebben. Zoals gezegd is de planning sterk afhankelijk van de besluitvorming van de respectievelijke VvE's. 3.4 Streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad in garages Amsterdam betaalt per (ingehuurde) parkeerplangarageplaats een vast bedrag per jaar, of deze nou wel of niet bezet wordt. Uitgangspunt is dat deze parkeerplaatsen daarom zo goed mogelijk bezet moeten worden, zeker op de drukste momenten van de dag (meestal ‘s avonds). Als richtlijn geldt een bezettingsgraad van go% of hoger in de avonduren. Indien een garage een lage bezetting kent dan worden maatregelen getroffen: het vitnodigingsgebied wordt uitgebreid, de vergunninghouders worden nogmaals per brief geattendeerd op de beschikbaarheid van de garage of (indien de voorgaande maatregelen geen effect hebben) het huurcontract van de garage wordt beëindigd dan wel aangepast (bijvoorbeeld door minder parkeerplaatsen af te nemen). Zoals in $ 2.2 is viteengezet worden de meeste garages momenteel echter goed benut. Uitnodigingsbeleid vergunninghouders Voor de meeste garages geldt een verhouding van 1-op-10: voor één parkeerplaats in een garage worden circa 10 vergunninghouders uitgenodigd. Met deze verhouding wordt een relatief hoge bezettingsgraad gerealiseerd. Het wordt echter niet gezien als een dogma, voor elke garage geldt een aparte afweging, waarvan de bouwstenen bestaan uit: - gebiedspecifieke kenmerken (de parkeerdruk op straat en de plannen voor de openbare ruimte); | - de OIS-gebiedsindeling (gestreefd wordt om vergunninghouders te selecteren per OIS-gebied, waardoor de operationalisering en monitoring wordt vereenvoudigd) ; - de vergunninggebiedsgrenzen; - de afstand tot de garage (hierbij geldt als vitgangspunt een loopafstand van maximaal 800 meter; zie $3.1) - de eventuele aanwezigheid van andere garages. 23 Lage bezettingsgraad in garages die niet 24/7 beschikbaar zijn De Marie Heinekenplein was voor vergunninghouders op doordeweekse dagen alleen in de avonduren beschikbaar tussen 17.00 en og.oo en in het weekend 24/7. Op grond van de bezettingsgraadcijfers bleek dat er weinig animo was om in de garage te parkeren. In de onderstaande grafiek is het verloop van de bezetting weergegeven van het vierde kwartaal 2016. Om de bezettingsgraad te verhogen is het huurcontract heronderhandeld met het oog om de garageplaatsen 24/7 beschikbaar te krijgen voor vergunninghouders. Dat is gelukt. Vanaf het derde kwartaal van 2017 zijn 5o parkeerplaatsen 24/7 beschikbaar voor vergunninghouders. 120 100 80 60 ——=Geparkeerde auto's 40 —= Capaciteit 20 Te 0 aad ES Grafiek 3: bezettingsgraad Marie Heinekenplein in de avonduren (Q4 2016) Met de ervaring van de Marie Heinekenpleingarage kan worden geconcludeerd dat de oorspronkelijke dubbelgebruikgedachte van garages (‘s middag voor bezoekers en ‘s avonds voor bewoners) in de praktijk niet als zodanig werkt. Dezelfde conclusie is indertijd getrokken in Oud- West en Oost. Daar is geëxperimenteerd om vergunninghouders ‘s avonds en ‘s nachts toegang te geven voor respectievelijk de AOC parkeergarage (WG terrein) en Weesperpleingarage. Overdag zou de garage weer volledig beschikbaar moeten zijn voor de bezoekers en kantoormedewerkers. In geen van deze garages werd een hoge bezettingsgraad in de avonduren gehaald. 3.5 Parkeerdruk van go% als toetsingscriterium, niet als solitaire doelstelling Gegeven de grote opgave en ambitie ten aanzien van de openbare ruimte is de inzet van parkeergarages ten behoeve van het verlagen van de parkeerdruk als solitaire doelstelling nauwelijks haalbaar en vaak ook niet zinvol. Zo liggen enkele garages in gebieden waar de parkeerdruk lager is dan go%, terwijl het opheffen van parkeerplaatsen juist een hoge maatschappelijke waarde heeft in gebieden waar de druk op de openbare ruimte hoog is. Tevens wordt de parkeerdruk niet alleen veroorzaakt door bewoners en ondernemers, maar ook door bezoekers. Hoewel bezoekers een aanzienlijk aandeel vormen van het totaal aantal geparkeerde voertuigen in het centrumgebied is voor deze groep geen aparte doelstelling opgenomen in het Parkeerplan. Maatregelen gericht op het verlagen van de parkeerdruk die wordt veroorzaakt door bezoekers (zoals het verhogen van het straatparkeertarief of het invoeren van een parkeerduurbeperking) vallen buiten de scope van deze voortgangsrapportage. Wel dient benadrukt te worden dat een toename van het aantal bezoekers het effect van de maatregelen die in het kader van het Parkeerplan zijn getroffen tempert of zelfs tenietdoet. 24 In plaats van sturen op het verlagen van de parkeerdruk wordt in het vervolg gestuurd op de ‘maximaal aanvaardbare parkeerdruk’ van go%/. In de praktijk betekent dit dat in een gebied waar de parkeerdruk lager is dan 90% parkeerplaatsen kunnen worden opgeheven zonder dat compensatie nodig is (totdat de parkeerdruk van 90% wordt bereikt) terwijl in een gebied met een parkeerdruk van 90% of hoger niet zonder meer kan worden opgeheven. Parkeerdruk: de bezetting op straat inclusief de bezetting in — voor vergunninghouders beschikbare — garages Benadrukt dient te worden dat op dit moment een groot aantal parkeergarages beschikbaar is voor vergunninghouders. Deze garageplekken zijn feitelijk een verlengstuk van de parkeerplaatsen op straat. Het vaststellen van de parkeerdruk in een gebied vindt daarom plaats inclusief de voor vergunninghouders beschikbare parkeerplaatsen in de garages. De genoemde maximaal aanvaarbare parkeerdruk van go% heeft dus betrekking op de totale parkeercapaciteit voor vergunninghouders op straat én in garages. 7 Een parkeerdruk van 90% betekent dat van de 100 parkeerplaatsen op straat er nog 10 vrij zijn. In de literatuur is geconstateerd dat boven een parkeerdruk van 90% het zoekverkeer exponentieel toeneemt. Een druk van 85%- go% wordt daarom als optimaal gezien. 25 Bijlage 1: overzicht kaders en uitgangspunten ee Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Stedelijk kader Parkeerplan (2012) | Parkeerplan (el her | UAM (2015) (ou Rn pportag In het plangebied wordt Er wordt geen onderscheid onderscheid gemaakt tussen Pl . gemaakt tussen het | Geen expliciete Geen expliciete centrumgebied en angebied . : : . centrumgebieden | vermelding vermelding woongebied. Voor heel woongebied A'dam wordt gewerkt (binnen de ring). met het toetsingcriterium 90% parkeerdruk. De aantallen extra | De richtlijn vaneen In veel buurten isde | De opheffingsnorm van te realiseren opheffingnorm van 1-op-3 | parkeerdruk zo 1-op-3 wordt definitief garageplekken wordt gehandhaafd. Bij hoog dat het losgelaten. dienen drie een parkeerdruk van verminderen van Parkeerplaatsen kunnen doelstellingen: 1/3 | boven de 90% is een het aantal plekken | worden opgeheven indien van de plekken mag | opheffingsnorm van1 opa | niet realistisch is. ná opheffing de worden opgeheven, | uitgesloten om verdere Dat betekent dater || parkeerdruk niet hoger is NE 1/3 mag worden parkeerdrukverhoging te findebuurteen dan 9o%. Bij een hogere van gebruikt voor extra | voorkomen. Dit kan garage zal moeten || parkeerdruk van 90% vergunninguitgifte, | gevolgen hebben voorde | worden benut of moeten parkeerplaatsen en . . ‚ Eee 1/3 wordt gebruikt hoeveelheid op de heffen aangelegd ter compensatieplekken om de zoektijd voor | parkeerplaatsen van in compensatie van worden ingezet het vinden vaneen | voorbereiding zijnde het verminderen parkeerplaats voor | herinrichtingsplannen. van parkeerplekken vergunninghouders op straat. Dit is een en bezoekers te harde rand- verlagen. voorwaarde voor een aantrekkelijke openbare ruimte. Geen bepaling Geen bepaling Uitgangspunt is dat || (1) Inhuur van extra we parkeerplaatsen || parkeerplaatsen in opheffen als het parkeergarages gebeurt alternatief alleen als er concrete beschikbaar is. opheffingsplannen aan te koppelen zijn, (2) inhuur van parkeerplaatsen in Fasering: opheffen garages kan entcompensatle vooruitlopend op opheffingsplannen, waarbij de lijn is dat ingehuurde plekken gebruikt moeten worden (3) parkeerplaatsen worden alleen opgeheven als het alternatief beschikbaar is Indien voor 2020 Bij een parkeerdruk van (…) als uitgangspunt | Alle opheffingsplannen een van de boven de 90% is een geldt dat de worden getoetst aan de doelstellingen is opheffingsnorm van1op1 | verhoging van het richtlijn van 90% behaald, uitgesloten om verdere vergunningplafond || parkeerdruk (binnen de bijvoorbeeld een parkeerdrukverhogingte |enhetopheffen van || OIS buurt); is de maximale voorkomen. parkeerplaatsen pas || parkeerdruk na opheffing bezettingsgraad istoegestaan alsde || (nog steeds) lager dan Parkeerdruk van 90%, wordt de parkeerdruk niet 90%, dan hoeft niet (maximaal resterende hoger is dan 90%. gecompenseerd te aanvaardbaar) ontstane ruimte worden, is de parkeerdruk verdeeld over de na opheffing hoger dan andere 90% dan dient binnen een beleidsdoelen. loopafstand van 800 meter compensatie gevonden te worden totdat de parkeerdruk max 90% is. 26 De wachtlijst Per (deel)- Het is mogelijk om Het verkorten van neemt met de inzet [ vergunningengebied 5oo extra wachtlijsten is geen van 1.700 wordt beoordeeld of en vergunningen uitte || expliciete doelstelling parkeerplaatsen af | hoeveel vergunningen geven. meer. De wachtlijst is een n 64%. i it i Wachtlijst / tot 64% kunnen worden fractie van wat het ooit is uitgegeven. Indien de geweest. verlenen van extra . parkeerdruk per vergunningen : ‚ (deel)vergunningengebied te hoog oploopt (boven de 90%), dan worden er geen extra vergunningen uitgegeven. 27 Bijlage 2 - Ontwikkeling van de wachtlijst # wachtenden Stadsdeel | Vergunninggebieden 1-11-2013 1-12-2015 1-11-2016 1-11-2017 Centrum 1 (binnenstad) 381 152 120 3 CENTRUM | Centrum 2 (jordaan / grachtengordel) 2250 713 447 6 Centrum 3 o o 0 o OW 1.1 Oud-West Noord 520 273 266 101 OW 1.4 Oud-West Zuid 754 393 281 106 WP 1.4 Frederik Hendrik / H. de Groot 110 27 24 o WP 1.1 Fannius Scholtenbuurt 496 316 361 235 WEST WP 1.3 Witteneiland 6 0 0 o WP 1.2 Westerstaatsman 81 22 4 o WP 2.1 Spaarnd. Buurt 9 o o o WP 2.2 Zeeheldenbuurt 150 bb 12 o Zuid 2.3 Hoofddorpplein- en Schinkel 393 93 109 o Zuid 2.4 Olympisch kwartier 2 o o o Zuid 3.1 De Pijp Noord 519 68 5 o ZUID Zuid 3.2 De Pijp Zuid 280 19 57 72 Zuid 4.1 Rivierenbuurt Noord 430 26 43 o Zuid 4.2 Rivierenbuurt Zuid 125 o o o OOST Oost-Watergraafsmeer 1.6 162 98 83 58 Totaal 6.668 2.304 1.812 591 28 Bijlage 3 — vermindering parkeercapaciteit op straat (2014 — 2020) STADSDEEL CENTRUM: UITGEVOERD vanaf 2014 Amstel 18 Bloemgracht 2 Czaar Peterstraat 25 De Ruijterkade 5 Eerste Weteringstraat 6 Elandsgracht 150 Geldersekade 2 Groenmarkt 35 Heintje Hoeksteeg en Oudezijds Armsteeg 6 Herengracht 14 Keizersgracht 11 Kerkstraat 4 Kloveniersburgwal 8 Koggestraat / Stromarkt 4 Korte Dijkstraat 3 Korte Koningstraat 12 Marnixplein 1 Nieuwe Herengracht 1 Nieuwe Weteringstraat 4 Oostenburgergracht, Wittenburgergracht en Kattenburgergracht 15 (eilandenboulevard) Oostenburgervoorstraat 4 Oudezijds Voorburgwal 5 Prinsengracht 2 Reguliersdwarsstraat 6 Sarphatistraat / Weteringschans Touwbaanpark 62 Tweede Weteringdwarsstraat 2 Vijzelgracht (ventweg) 22 Voormalige Stadstimmertuin 1 Willemstraat 4 Zwanenburgwal 8 Egelantiersgracht 2 Groenburg / Zwanenburgwal 2 Koggestraat 2 Koningstraat 12 Korte Dijkstraat 3 Leidseplein e.o. 25 Marnixkade 8 Nieuwe Uilenburgergracht 1 Opgeheven parkeerplaatsen vanaf 2012 8o Plantagebuurt 20 Platform Lijnbaansgracht 24 Rokin / Oude Turfmarkt 28 Singelgracht 2 Stadshart 10 Taxistandplaatsen 62 Tichelstraat 1 Vijzelgracht 20 Weesperplein 9 Weteringstraat 16 T/M 24 4 Noordelijke Jordaan 111 Willemstraat 3 TOTAAL 871 29 STADSDEEL CENTRUM: PLANVORMING tot ca 2020 Amstel 27 Frederiksplein 3 Herengracht (Blauwburgwal en Brouwersgracht) 35 Hoogte Kadijk 10 Kattenburgerstraat 20 Marnixstraat 1 Oostenburgergracht, Wittenburgergracht en Kattenburgergracht 15 (eilandenboulevard) Recht Boomssloot 15 Singel 5 Waterlooplein 6 Nieuwe Kerkstraat 15 Czaar Peterstraat 14 Fokke Simonzstraat A1 Groenmarkt NB Haarlemmerstraat / dijk 37 Kerkstraat (tussen Spiegelstraat en Reguliersgracht) 74 Kruising Marnixplein (verplaatsing halte) 31 Raadhuisstraat 32 Rozengracht 34 Noordelijke Jordaan (restant) 258 Spuistraat 80 Vijzelstraat 29 Weteringbuurt / Looiersbuurt 66 Weteringschans (tussen reguliersgracht en Weteringscircuit) 3 Project Nieuwezijde (noord en zuid) 70 Haarlemmer Houttuinen (fietsroute) NB Marnixstraat-Noord (vrije OV baan) 101 TOTAAL 1.022 STADSDEEL WEST: UITGEVOERD vanaf 2014, Elisabeth Wolffstraat 40 Agatha Dekenstraat 12 Van Alphenstraat 5 Korte Blekersstraat 1 Wenslaverstraat 1° fase 9 Kneppelhoutstraat 8 Ten Katestraat 60 Kinkerstraat Oost 46 Wenslaverstraat 2° fase 9 Bellamydwarsstraat 9 Tolbrugstraat 1 Jacob Catskade 18 Houtmankade 35 Hembrugstraat 8 Van neckstraat 6 Barentszstraat 7 Barentszplein 25 Spaardammerdijk 62 Eerste Naussaustraat 5 Hugo de Grootkade 7 TOTAAL 373 30 STADSDEEL WEST: PLANVORMING tot ca 2020 Bellamyplein (straat en plantsoen) 26 Bellamystraat 19 Hasebroekstraat 18 Tolbrugstraat 16 Schimmelstraat 32 Bellamydwarsstraat 9 Douwes Dekkerstraat 1 Tollensstraat 2 Kwakerstraat 20 Bilderdijkkade 65 Korte Schimmelstraat o Jan Hanzenstraat 0 Van Effenstraat 2 J.P. Heijestraat 5 Nicolaas Beetstraat 0 Da Costakade 35 Palamedestraat 4 Spaarndammerbuurt Oost 31 Oostzaanstraat 7 Krommeniestraat 26 De Wittenkade 50 Lodewijk Tripstraat 9 Fagelstraat 26 Amaliastraat 9 Anthonie Heinsiusstraat 2 Eerste Kostverlorenkade 10 Gerard Schaepstraat 2 Frederik Hendrikplantsoen 89 Zaagmolenstraat 8 Rombout Hogerbeetsstraat bh Gillis van Ledenberchstraat 29 Van Oldenbarneveldtstraat 12 Hugo de Grootplein 0 Van Reigersbergenstraat 18 Van Houweningenstraat 26 Nassaukade 120 Kinkerstraat (*) 50 Kostverlorenkade (*) 50 De Clercqstraat 27 TOTAAL 899 (*) aanname STADSDEEL ZUID: UITGEVOERD vanaf 2014, De Lairessestraat 40 PC Hooftstraat 50 Rondom stadionpleingarage 40 Jan Luijkenstraat 18 Van Tuyll van Serooskerkenplantsoen 41 Heemstedestraat 14 Spijtellaantje 7 Groot onderhoudsprogramma 2016 29 TOTAAL 239 31 STADSDEEL ZUID: PLANVORMING tot ca 2020 Amstelveenseweg (ts Stadionplein en Zeilstraat) 50 Hobbemakade 25 Frans Halsbuurt/ Ferdinand Bolstraat 275 Van Woustraat (nog uit te werken) 97 Asscherkwartier 30 A. Cuypstraat en F. Bolstraat 18 F. Bolstraat (ts Van Ostade- en Lutmastraat) 14 Gerard Doubuurt 10 TOTAAL 519 STADSDEEL OOST: UITGEVOERD vanaf 2014, Balistraat, Madurastraat, Makassarstraat en Eerste en Tweede Atjehstraat 10 Mauritskade, incl. KIT 21 Verschillende locaties 22 Kop van Java 65 Entreegebied Oosterpark 23 's-Gravesandeplein 10 Totaal 151 STADSDEEL OOST: PLANVORMING tot ca 2020 Eerste Oosterparkstraat 22 Tilanusstraat 15 Weesperzijde (*) 50 (*) aanname Totaal 87 32 Bijlage 4 — Financiën Parkeerplan In onderstaande tabel is de meerjarenbegroting (MWP/Voorjaarsnota 2017) van het Parkeerplan weergegeven. Deze begroting is gedekt vanuit het Stedelijk Mobiliteitsfonds: Parkeerplan Voorjaarsnota 2017 - MWP/MIP 2017-2021 Meerjarenbegroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2017 2018 2019 2020 2021 76837106 - Investeringen Parkeerplan 78.030 79.591 81.182 82.806 84.462 76837107 - Inhuur parkeerplaatsen 2.453.157 2892334 3.015.751 3.065.312 3.126.618 76837108 - Langparkeren 729.900 852100 924.900 998200 1.018.200 76837110 - Parkeergarage Rokin 555953 711555 1.030.049 971.650 900.405 overig/onvoorzien rve-p 56.753 65.449 68.437 69.798 71.211 4288.293 5.022,929 5.489.420 5,564.166 5.584,996 afgerond 4,288.000 5,023,000 5.489,000 5,564.000 5.585.000 De begroting 2017 bedraagt € 4,3 miljoen en stijgt de komende 4 jaar tot een budget van € 5,9 miljoen in 2021. Op basis van de huidige ontwikkelingen en de realisatie na 10 maanden in 2017 is onderstaande meerjarenraming voor het Parkeerplan opgesteld: Parkeerplan Meerjarenraming 2017-2021 Versie 30-10-2017 -10 maands 2017 Meerjarenprognose Prognose Raming Raming Raming Raming 2017 2018 2019 2020 2021 76837104 - Organisatiekosten Parkeerplan 281.200 359.000 304900 311.100 317.300 76837106 - Investeringen Parkeerplan 95.856 79.591 81.182 82.806 84.462 76837107 - Inhuur parkeerplaatsen 1.831.444 2114055 2.226.169 2.398.054 2.402.829 76837108 - Langparkeren 587.600 919.600 971500 976.200 995.700 76837110 - Parkeergarage Rokin 555.953 350.000 340.000 700.000 700.000 overig/onvoorzien rve-p 26.418 59.159 62.017 63.268 64.531 3378471 3.881.405 3.985.769 4531428 4.564.822 Afgerond 3.378.000 3.881.000 3.986.000 4.531.000 4.565.000 De verwachte realisatie over 2017 bedraagt € 3,4 miljoen en ten opzichte van de begroting wordt hiermee dit jaar een onderbesteding ten gunste van het Stedelijk Mobiliteitsfonds verwacht van € 0,91 miljoen. Hierdoor ontstaat in 2017 voldoende ruimte om in verband met de afbouw van de Rokingarage gemaakte proces- en engineeringskosten van € 0,85 miljoen te kunnen dekken. Eén van de consequenties van de vertraging is dat er proces- en engineeringskosten zijn gemaakt die als excessief moeten worden bestempeld. Het betreft een bedrag van € 850.000 op een begroot totaal aan proces- en engineeringskosten van € 4.400.000. Het is niet reëel om deze kosten in de exploitatie op te nemen en over de duur van 7 tot 40 jaar af te schrijven. Daarom wordt voorgesteld deze kosten in één keer te nemen en af te wikkelen in het jaarbudget van het parkeerplan 2017 dat wordt gedekt vit het Stedelijk Mobiliteitsfonds. Deze post biedt hiervoor ruimte aangezien de bestedingen voor de inhuur van parkeerplekken en de subsidieregeling voor langparkeren achter blijft bij de begroting 2017. Dit zal in de jaarrekening 2017 worden verwerkt. Het was niet mogelijk hierover eerder een besluit te nemen omdat de omvang van de meerkosten in relatie tot de aanbesteding pas recent inzichtelijk kon worden gemaakt. 33 De ontwikkelingen zoals beschreven in de voortgangsrapportage geven tevens aanleiding om de meerjarenprognose over 2018 t/m 2021 naar beneden bij te stellen (zie afwijking begroting in bovenstaande tabel). De belangrijkste oorzaken van de financiële afwijkingen op onderdelen van het Parkeerplan zijn: e 76837104 - Organisatiekosten Parkeerplan De verwachte organisatiekosten zijn jaarlijks ca. € 7ok lager dan begroot. De belangrijkste oorzaak is dat de personeelsinzet lager is (-/- 0,3 fte inhuur). Daarnaast vallen de kosten voor evaluatie en onderzoek, beheer en onderhoud Langparkeersystemen en een aantal operationele kostenposten (o.a. accountant, mailings, factsheets, sleutels) lager uit. e 76837106 - Investeringen Parkeerplan De verwachte investeringen zijn in lijn met de begroting die is gebaseerd jaarlijks drie te operationaliseren garages (3x€26,5k=€ Bok). In 2017 wordt echter een overschrijding verwacht van € 18k, die voornamelijk is toe te rekenen aan extra kosten i.v.m. de ingebruikname van de Kwintijngarage. e 76837107 - Inhuur parkeerplaatsen In de raming is rekening gehouden met de maandelijkse kosten van inhuur van parkeerplekken bij exploitanten, de gemiddelde bezettingsgraad van de (gemeentelijke) garages en verwachte kosten voor meldkamer en beheer van bewoners-/stadsdeelgarages. In de praktijk is het aanbod van plekken echter lager dan oorspronkelijk begroot (zie tabel 1 en 2 op bladzijde 10 en 11 van de voortgangsrapportage). De verwachting is dan ook dat de jaarlijkse uitgaven tussen de € 0,7 en € 0,8 miljoen lager zullen zijn. e 76837108 — Langparkeren De begroting 2017 bedraagt € 0,73 miljoen en is gebaseerd op de inhuur van 475 parkeerplekken voor langparkeerders op drie locaties ultimo december 2017. In de praktijk is echter sprake van 275 in gebruik zijnde plekken in 2 garages. Dit leidt tot een onderschrijding van € 0,2 miljoen. Daarnaast is de verwachting dat de uitgekeerde subsidie voor Langparkeerders dit jaar € 0,06 miljoen hoger zal zijn dan begroot Per saldo wordt een onderschrijding van € 0,14 miljoen verwacht. In de meerjarenraming is rekening gehouden met de ingebruikname van 2 locaties (Oranjekwartier en De Bomen) medio 2018. Hiermee worden 225 plekken toegevoegd. e 76837110 - Parkeergarage Rokin De rentelasten 2017 van de Rokin Garage die ten laste van het Parkeerplan komen bedragen dit jaar € 0,56 miljoen conform begroting. Vanaf 2018 is echter rekening gehouden met de lagere rekenrente (2,3% i.p.v. 3,5%). Daarnaast is de verwachting dat de Rokin pas medio 2019 in gebruik zal worden genomen waardoor eerder begrote afschrijvings- en exploitatielasten in 2018 en 2019 komen te vervallen en doorschuiven naar 2020 (en verder). e Overige /onvoorzien rve-P De overige onvoorziene kosten bedragen maximaal € 0,03 miljoen waar voor 2017 € 0,06 miljoen was begroot. De post onvoorzien is op basis van de lagere materiële en personele (organisatie-)kosten licht naar beneden bijgesteld (jaarlijks ca. € 6k) 34
Onderzoeksrapport
34
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 714 Datum akkoord college van b&w van 28 juni 2016 Publicatiedatum 29 juni 2016 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van de leden Torn en Kwint van 9 februari 2016 op hun schriftelijke vragen van 30 april 2015 inzake het onderzoek naar mogelijk subsidiemisbruik van stichtingen in 'De Verbinding’. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 30 april 2015 stelden de leden Torn en Kwint, namens de fracties van de VVD en de SP, schriftelijke vragen over de besteding van de door stadsdeel Oost verstrekte subsidies aan de in ‘De Verbinding’ gevestigde Stichting Sociaal Cultureel Centrum Marokkanen (SSCCM, nu Stichting Sociaal Cultureel Centrum Medelanders) en het Turks Sociaal Cultureel Centrum (TISCC, nu Transvaal Informatie Sociaal Cultureel Centrum). Aan beide stichtingen werden subsidies verleend die bedoeld waren voor sociale activering van kwetsbare groepen met het oog op economische en maatschappelijke participatie. Uit jaarverslagen van de stichtingen lijkt het echter meerdere malen alsof aanzienlijke bedragen ten goede zijn gekomen aan de in hetzelfde gebouw gevestigde Turkse en Marokkaanse moskeeën. Uit antwoorden van het college op de schriftelijke vragen van de VVD en SP van 30 april 2015 bleek dat de stichtingen ook andere middelen tot hun beschikking hadden “waaruit de in de vragen genoemde posten kunnen zijn bekostigd.” Het stadsbestuur gaf aan dat er “op dit moment geen aanleiding lijkt te zijn” om de subsidie terug te vorderen. Tevens gaf het stadsbestuur aan dat beoordeling en controle van de geleverde prestaties — en de daarbijbehorende kosten — door de subsidieontvanger voorafgaand aan de subsidieverlening plaatsvindt (zie gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 993). Na beantwoording van de gestelde schriftelijke vragen hebben partijen de toepasselijke subsidiestukken bestudeerd. Daaruit zijn opnieuw vragen en onduidelijkheden naar boven gekomen. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de subsidieaanvraag van SSCCM 2009 dat onder meer de volgende activiteiten in 2009 gepland stonden: “Lessen Nederlands en Arabisch worden in 2009 gegeven aan Marokkaanse vrouwen. [….] Verder wordt er ook eenmaal per week in de koran gelezen.’ -Programma Normen en waarden voor jongeren, waarin gediscussieerd wordt over het leven in Nederland. ' ‘Subsidieaanvraag SSCCM 2009’, ingekomen 28 april 2008 bij Stadsdeel Oost, nr. 2008/78346, p. 8. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Toa Gemeenteblad Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 februari 2016 De subsidieaanvraag vermeldde de volgende passage: ‘Doordat de jongeren allen dezelfde religieuze achtergrond hebben en vanuit dit perspectief hun positie in de samenleving beschouwen, zijn de islamitische waarden zoals verwoord in de koran en andere islamitische geschriften de bron van waaruit inspiratie voor de bijeenkomsten wordt geput.” De subsidieaanvraag van SSCCM is vervolgens in 2009 goedgekeurd. In 2010 en 2011 werd deze specifieke activiteit niet gesubsidieerd, blijkens de Toekenning exploitatiesubsidie 2010 van Stadsdeel Oost, gezien het feit dat ‘genoemde activiteiten […] naar ons oordeel niet voldoende bijdragen aan de maatschappelijke effecten die het stadsdeel met zijn beleid wil bereiken’.® In 2009 heeft Stadsdeel Oost het lezen in de Koran en een discussiebijeenkomst over islamitische waarden in de Nederlandse samenleving dus als subsidiabel beoordeeld, in latere jaren niet. Daarnaast verklaart de stichting SSCCM in haar jaarverslag 2009, bij het overzicht rechtshandelingen, dat zij in het jaar 2009 ‘geld heeft geleend aan de stichting Al Fath Al Moebien zoals vastgelegd in een overeenkomst van lening en welk bedrag aan de stichting zal worden terugbetaald.”* Al Fath Al Moebien is een stichting opgericht ter verwezenlijking van een moskee op de begane grond van het gebouw De Verdieping. De rechtmatigheid van een dergelijke lening is niet in de subsidiestukken aan de orde gekomen. Met de beantwoording van de eerder gestelde schriftelijke vragen blijft volledige duidelijkheid over de rechtmatige besteding van subsidiegeld uit. Los van de juridische vraag over het mogelijkerwijs terughalen van eventueel verkeerd bestede subsidies is er de maatschappelijke vraag naar de besteding van subsidiegeld. Op basis van de eerdere antwoorden van het college en een nadere bestudering van de stukken concluderen de fracties van de VVD en SP daarom dat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de besteding van subsidies. Het is van belang dat er uitsluitsel ontstaat over de besteding van de verstrekte subsidies. De onderste steen moet boven. Gezien het vorenstaande hebben de leden Torn en Kwint, respectievelijk namens de fracties van de VVD en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op hun schriftelijke vragen van 30 april 2015 (gemeenteblad afd. 1, nr. 993) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de fracties van de VVD en SP eens dat de beantwoording van de eerdere schriftelijke vragen onduidelijk is en geen 100 procent duidelijkheid verschaft over de besteding van de subsidies door SSCCM en TISCC? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Het college vindt net als u rechtmatige besteding van verstrekte subsidies van groot belang. 2 ‘Subsidieaanvraag SSCCM 2009’, ingekomen 28 april 2008 bij Stadsdeel Oost, nr. 2008/78346, p. 12. 3 ‘Toekenning exploitatiesubsidie 2010’, verzonden d.d. 30 september 2010, p. 2. t ‘Stichting Sociaal Cultureel Centrum Medelanders Jaarverslag 2009’, p. 2. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing Toa Gemeenteblad R Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 februari 2016 Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidies hebben de stichtingen moeten aantonen dat de activiteiten plaatsvonden conform de subsidieaanvraag en de subsidievoorwaarden. Stadsdeel Oost heeft dit beoordeeld en geconstateerd dat voldoende was onderbouwd dat de subsidies zijn besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidies waren verleend. Vervolgens heeft Stadsdeel Oost de subsidies conform de verlening vastgesteld. Lessen Nederlands en Arabisch werden in 2009 gegeven aan Marokkaanse vrouwen. De lessen Nederlands bestonden uit conversatielessen en de lessen Arabisch uit een alfabetiseringscursus. Omdat de vrouwen vaak analfabeet waren, was het om Nederlands te leren, noodzakelijk om ook onderwijs in de eigen taal te krijgen. De taallessen hadden in het algemeen tot doel om de zelfredzaamheid van de vrouwen te bevorderen, hen te stimuleren om te participeren in de Nederlandse samenleving. Deze activiteiten waren subsidiabel en voldeden aan het doel waarvoor de subsidie was verleend. U vermeldt dat de stichting SSCCM geld heeft geleend aan de stichting Al Fath Al Moebien en hiervoor een overeenkomst van lening heeft opgesteld. Stadsdeel Oost heeft destijds, in gesprekken met de stichting en haar accountant, aangegeven dat extra inkomsten zoals donaties, en de daaruit bekostigde uitgaven, inzichtelijk in de jaarstukken moet worden opgenomen. Zodat daarover geen verwarring kan ontstaan. Echter deze constructie met een lenings- overeenkomst heeft uiteindelijk geen doorgang gevonden. De stichting SSCCM heeft deze direct ten laste van het eigen vermogen gebracht dat in voorgaande jaren was opgebouwd. Tenslotte viel het door u genoemde programma ‘normen en waarden voor jongeren’, niet onder de subsidie. De door u geciteerde tekst is niet afkomstig uit de subsidieaanvraag van SSCCM 2009, maar staat in het jaarverslag van SSCCM 2009 onder het kopje ‘activiteiten die niet in het projectplan zijn opgenomen’. Hiervoor heeft het stadsdeel geen subsidie verstrekt, omdat deze buiten het projectplan vielen. 2. Is het college het met de fracties van de VVD en SP eens dat, gezien vorenstaande onduidelijkheden, een hernieuwd onderzoek naar de rechtmatigheid van de subsidieverstrekking alsnog wenselijk is? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Gezien de beantwoording van vraag 1 ziet het college op dit moment geen aanleiding voor een nieuw onderzoek. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Nummer 156 Behandeld op 10 maart 2021 Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021 Onderwerp Motie van de leden Nadif, Biemond, N.T. Bakker, Kat, Martens, Ceder, Veldhuyzen, Khan en Boomsma inzake het Economisch herstel- en investeringsplan (het vormen van BlZ-en in alle stadsdelen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Economisch herstel- en investeringsplan en bijbehorende raadsbrief. Overwegende dat: — het belangrijk is dat ondernemers in een gebied zich moeten kunnen organiseren; - er veel gebruik gemaakt wordt van deze mogelijkheid in stadsdelen zoals Centrum en Zuid; - er bij andere stadsdelen ook de behoefte is om deze mogelijkheid tot hun beschikking te hebben. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Het vormen van bedrijfsinvesteringszones te stimuleren in alle stadsdelen in Amsterdam. De leden van de gemeenteraad |, Nadif H.J.T. Biemond N.T. Bakker H. Kat C. Martens D.G.M. Ceder JA. Veldhuyzen S.Y. Khan D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 625 Datum indiening 7 april 2020 Datum akkoord college van b&w van 19 mei 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de mogelijke sloop van het Etty Hillesum Huis. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 6 april 2020 publiceerde Trouw een artikel (Sloop dreigt voor huis Etty Hillesum in Amsterdam) over de mogelijke sloop van het huis waarin Etty Hillesum (1914-1943) haar dagboeken schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog. In haar dagboeken hield ze de gevolgen van de racistische maatregelen van de Duitse bezetters nauwgezet bij. Het dagboek biedt een uniek inzicht in het tragische leven van een vervolgd Joods- Nederlands gezin. Het huis waar zij woonde tijdens de bezetting, Gabriël Metsustraat 6, zou volgens betrokken buurtbewoners mogelijk gesloopt worden voor nieuwbouw. De architect van het Stedelijk Museum, Adriaan Weismann, was betrokken en het huis vormt onderdeel van een bijna volledige intacte negentiende-eeuwse ‘omlijsting! van het Museumplein. Vanwege deze stedenbouwkundige en historische waarde van het huis, trekken buurtbewoners, historici en Erfgoedvereniging Heemschut aan de bel. 1. Klopt het dat een bouwvergunning is aangevraagd voor bovenstaand adres? Zo ja, wanneer zal het oordeel van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit gepubliceerd worden? Zo nee, is deze aanvraag in voorbereiding? Antwoord Begin 2019 is een omgevingsvergunning verleend. Dit plan voorzag in een transformatie van de bestaande panden om zo grotere appartementen te realiseren. De transformatie hield onder andere in: het aanbrengen van een kelder, het realiseren van een extra verdiepingslaag en een nieuw ontwerp voor de achtergevel. Tegen deze vergunning zijn door omwonenden bezwaren ingediend. Dit heeft ertoe geleid dat hangende de bezwaarprocedure (de vergunning is dus nog niet onherroepelijk) de huidige aanvraag is ingediend. De huidige aanvraag is voor sloop-nieuwbouw van de panden aan de Gabriël Metsustraat 2 t/m 6 waarbij onder de kap één verdiepingslaag wordt toegevoegd. De voorgevel wordt volgens het oorspronkelijke beeld herbouwd. Dit plan is voor het laatst op 18 maart 2020 in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit aan de orde geweest. De centrale vraag was toen of het plan dezelfde architectonische kwaliteit en rijke detaillering heeft als de bestaande panden. De ambitie is hoog om met de nieuwbouw van het pand de voor- en zijgevel conform de oorspronkelijke situatie te herbouwen, inclusief alle ambachtelijke details zoals de bijzondere metselwerkverbanden en rijkgedecoreerde houten erkers. Ondanks 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng os Gemeenteblad R Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020 dat de commissie waardering had voor het kwaliteitsherstel van de voorgevel door het herstellen van de plint naar het oorspronkelijk ontwerp, heeft het plan geen positief advies gekregen omdat een zorgvuldige werkomschrijving en uitwerkingen van beeldbepalende details om deze kwaliteit te kunnen borgen, ontbraken. De aanvrager van de vergunning moet hier nog op reageren met een planaanpassing. Hierna kan het aangepaste plan worden beoordeeld en worden voorzien van een advies. Om te voorkomen dat de vergunning van rechtswege wordt verleend, is de behandeltermijn voor de vergunning opgeschort tot 23 juni (zie ook vraag 3). Dit pand is géén monument en het bestemmingsplan bevat geen belemmering voor sloop. De bouwhoogte is door het tussenvoegen van een bouwlaag hoger dan het bestemmingsplan toelaat. Over het afwijken op het bestemmingsplan heeft de gemeente positief geadviseerd: de overschrijding vanuit stedenbouwkundig oogpunt is acceptabel omdat de nieuwe bouwhoogte aansluit op de bouwhoogte van de overige bebouwing langs het Museumplein en met de herbouw van de karakteristieke kap wordt het straat- en gevelbeeld niet onevenredig aangetast. 2. Het pand wordt aan beide zijden geflankeerd door gemeentelijke monumenten. Waarom heeft Gabriël Metustraat 6 geen monumentale status? Antwoord Ongeveer 15 jaar geleden zijn in het kader van het Gemeentelijk Selectieproject in Zuid, gemeentelijke monumenten geselecteerd. In tegenstelling tot omringende bebouwing is de onderpui van dit pand behoorlijk aangetast. Vanwege het gebrek aan gaafheid is dit pand niet voorgedragen voor de monumentenstatus. Daarbij speelde toen ook de overweging dat dit gebied zou worden aangewezen tot rijksbeschermd stadsgezicht. Vanwege de nadelige gevolgen voor de huurprijzen en de stijging van de regeldruk, heeft de gemeente toentertijd besloten om de minister negatief te adviseren over de aanwijzing tot beschermd gezicht. Zie ook vraag 4. 3. Is het college het met de fractie van het CDA eens dat het pand vanwege zijn belangrijke historische waarde alsnog een monumentale status zou moeten krijgen? Zo ja, op welke termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Antwoord De erfgoedverenigingen Heemschut en Cuypersgenootschap hebben een aanvraag gedaan bij het stadsdeel voor de status van gemeentelijk monument. Stadsdeel Zuid heeft hierop de aanwijzingsprocedure op 21 april gestart. In dit geval heeft het college besloten om zelf het besluit tot het al dan niet aanwijzen te nemen en het mandaat hier terug te nemen. Het college beoordeelt of er voldoende waarden aanwezig zijn voor aanwijzing tot monument nadat Monumenten en Archeologie onderzoek heeft gedaan naar aanwezige monumentwaarden én de onafhankelijke commissie Aanwijzen Monumenten van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft geadviseerd. Bij de beoordeling of dit pand al dan niet wordt aangewezen zal het college de erfgoedwaarden waaronder ook het feit dat Etty Hillesum hier gewoond heeft, afwegen tegenover 2 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam Neng os Gemeenteblad R Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020 andere belangen zoals woningbouwambities en mogelijke claims. Aangezien de aanwijzingsprocedure tot monument gestart is, heeft het pand voorbescherming. Dat betekent dat het pand wordt behandeld als ware het een monument. Voor de beide bovenstaande bouwplannen (die nog niet onherroepelijk zijn) betekent dit dat de plannen vanaf nu ook beoordeeld worden op het behoud van de monumentwaarden. 4. Op dit moment wordt nagedacht over het als beschermd stadsgezicht aanwijzen van een aantal buurten in Amsterdam-Zuid en de fractie van het CDA hoopt dat dit snel in gang wordt gezet. Is het college het eens met de fractie van het CDA dat het onwenselijk is als sloopvergunningen zouden worden afgegeven voor dergelijke historische panden, als die nog niet over een monumentale status beschikken, maar die wel een belangrijke waarde hebben en cruciaal zijn voor het behouden van de architectonische eenheid van de straat/buurt, en zeker als die de komende tijd mogelijk alsnog tot beschermd stadsgezicht zullen worden verklaard”? Antwoord Omdat de hernieuwde procedure voor aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht nog niet in gang is gezet en om orde-2 panden* beter te beschermen, is de gemeente bezig om voor orde 2 panden een paraplubestemmingsplan te maken zodat voor deze panden altijd een sloopvergunning moet worden ingediend. Overigens heeft de Gabriel Metsustraat 2-6 een orde 3 status? Los hiervan wordt op dit moment gewerkt aan het actualiseren van de waarderingskaarten voor de 19de eeuwse Ring. Dit naar aanleiding van een motie van het raadslid Boomsma bij de Begroting 2020. Aangezien de huidige ordewaardering ongeveer twintig jaar geleden tot stand is gekomen en in de tussentijd veel onbeschermd erfgoed gesloopt is en de waardering voor het stadsbeeld in deze gebieden is toegenomen, wordt beoordeeld welke panden hoger gewaardeerd moeten worden. B. Zijn er momenteel andere panden met een unieke historische waarde die mogelijk gesloopt zullen worden? Antwoord Daar heeft het college geen overzicht van. Voor monumenten geldt dat deze niet zonder vergunning gesloopt kunnen worden. Op dit moment zijn er géén monumenten waarvoor een sloopaanvraag is ingediend. In stadsdeel Centrum, en een paar andere delen van de stad geldt dat orde-2 panden alleen met een sloopvergunning gesloopt mogen worden. Voor orde-3 panden en lager geldt dat deze volgens het huidige beleid zonder vergunning gesloopt kunnen worden. Burgemeester en wethouders van Amsterdam t Dat zijn panden die volgens de welstandsnota van waarde zijn voor het straatbeeld en waarvan het gevelbeeld behouden moet blijven ? Dit zijn bouwwerken van vóór 1940, die in de welstandsnota zijn opgenomen als panden waarvan de wat schaal en detaillering passen in de gevelwand waar ze deel van uitmaken, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. 3 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R a: os Gemeenteblad ummer beet : : Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020 Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 4
Schriftelijke Vraag
4
train
Commissie voor de milieueffectrapportage Programma Windenergie Amsterdam Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 9 mei 2023 / projectnummer: 3689 ej b b Wa ‚ 3 pj í era A ) he pe A; SE ' ‚n IN | KN iS IN E “tf J za - rf P) En wind 5 re bn eV ON / eN s Nn ej | €) B Ss Eee & | er. RN ef ZR Á | | RN i ANS LAS RS 1 Advies voor de inhoud van het MER De gemeente Amsterdam wil voor 2030 de opstelling van meer windturbines mogelijk maken, met een gezamenlijk vermogen van 127 MW!. Als eerste stap stelt de gemeente een Programma Windenergie op. Voor het besluit over dit programma wordt een milieueffectrapport (MER) opgesteld. De gemeente Amsterdam heeft de Commissie gevraagd te adviseren over de inhoud van het op te stellen MER. Essentiële informatie voor het MER De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is een goed leesbaar stuk en geeft al een goede aanzet voor het MER. De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het MER. Dat wil zeggen dat voor het meewegen van het milieubelang in het besluit over het Programma Windenergie Amsterdam het MER in ieder geval onderstaande informatie moet bevatten: . een beschrijving van het doel van het programma waarmee de gemeente laat zien hoeveel MW ze met dit programma wil mogelijk maken; . inzicht in de belemmeringen die de randen van de zoekgebieden bepalen en beperkingen die binnen de zoekgebieden gelden; . onderzoek naar locatiealternatieven?, zoals in de NRD beschreven is; . onderzoek van ‘de hoeken van het speelveld’ gezondheid, natuur, landschap en energieopbrengst van een opstelling van windturbines voor het beoogd vermogen. Hiermee levert het MER belangrijke informatie voor de participatie en de besluitvorming. . de milieueffecten van de locatiealternatieven en hoeken van het speelveld en een vergelijking van de milieueffecten tussen de alternatieven en met de referentiesituatie; . op hoofdlijnen inzicht in de milieueffecten van de aanlegfase. Besluitvormers en insprekers lezen in de eerste plaats de samenvatting van het MER. Daarom verdient dit onderdeel bijzondere aandacht. De samenvatting moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Gebruik de samenvatting ook als communicatie-instrument om de participatie te ondersteunen. In de volgende hoofdstukken beschrijft de Commissie in meer detail welke informatie het MER moet bevatten. Ze bouwt in haar advies voort op de NRD. Ze herhaalt slechts punten die al in de NRD aan de orde komen als dat voor een goed begrip van het advies nodig is of als ze voorstelt de aanpak op onderdelen aan te passen. 1 Een deel hiervan -28 turbines met een gezamenlijk vermogen van 75MW- is al opgesteld, een ander deel is vergund en in voorbereiding. Zie verder paragraaf 2.1 van dit advies. 2 In de NRD noemt de gemeente dit basisalternatief (zie paragraaf 3.2 van dit advies). -1- Aanleiding MER Het Programma Windenergie Amsterdam stelt kaders voor windparken en daarom moet een plan-MER opgesteld worden. Onder de Omgevingswet (die 1 januari 2024 in werking treedt) moet voor een programma een plan-MER opgesteld worden als het dergelijke kaders bevat. Rol van de Commissie De Commissie is onafhankelijk, bij wet ingesteld en adviseert over de inhoud en de kwaliteit van het MER. Zij stelt voor ieder project of programma een werkgroep samen van onafhankelijke deskundigen. Ze schrijft geen milieueffectrapporten, dat doet de initiatiefnemer. Het bevoegd gezag - in dit geval het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam — besluit over het Programma Windenergie Amsterdam. De samenstelling en de werkwijze van de werkgroep van de Commissie en verdere projectgegevens staan in bijlage 1 van dit advies. U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt door nummer 3689 op www.commissiemer.nl in te vullen in het zoekvak. À x % ra Ü . Gebied2A Re e NEE En Le TE. ; ENE Den Sn U, } N pra Gebed 20 nk d Cornelis Douwes terrein ® Ne EN Gebied E Ì Ring A10 Noord IN | TR } | 7 í Jd. "f [_à ' %, Gebied 48 | @ Legenda | fe) Zeeburgereiländ ner Gemeentegrens | bj 7 9 \ Gebied aC Zoekgebieden wind: / Î \ Stran/Buiten-elland | AT Gebed sh Ee . Bestaande windturbine Í Gebied 4A Ne IJburg Be er í Sciencepark hd as he „ EE LIB hoogtelijnen Schiphol | Á En / Tr an WL BE _ Hoogspanningsmasten Burg Qiemerpti eN, mÓ Voorkeursgebied | er eet Ì Elen 5 L Reservegebied Se iel ‘Gebed ee 1e mm Extra reservegebied nk dame ke of \ fi d DSE Saan Contour gekechsgevoeig object Sl? \ é \ ea \ ie Wied 68 NAT Bn fsteim _N 7 oel abe ' ne gn | nt E. E 4 Nea sslene | Á Ï _ Figuur 1 De aangepaste kaart windzoekgebieden uit de RES 1.0 Noord-Holland Zuid met voorkeursgebieden (groen), reservegebieden (geel) en extra reservegebieden (rood) (NRD). -2- 2 Doel, beleid en besluitvorming 2.1 Achtergrond en doel Achtergrond De ambitie van de gemeente Amsterdam is3 om voor 2030 tenminste 127 MW opgesteld vermogen windenergie te realiseren. In de RES 1.0 van Noord-Holland Zuid zijn hiervoor zoekgebieden aangewezen en geprioriteerd in voorkeursgebieden, reservegebieden en extra reservegebieden (figuur 1). In het tweede kwartaal van 2022 was er al 75 MW opgesteld vermogen door de plaatsing van 28 windturbines in Amsterdam. De resterende opgave tot 2030 is daardoor tenminste 52 MW aan windenergie. Een deel hiervan is al vergund (RWZI Westpoortweg, 9,2 MW). Ook is er een initiatief in voorbereiding (Noorder IJplas / Cornelis Douwesterrein, circa 10-15MW), daarvoor wordt een aparte m.e.r.-procedure doorlopen. Het MER is een goed middel om het participatieproces te voeden. Door de verschillende keuzes te beschrijven en de milieugevolgen in beeld te brengen kunnen vragen van omwonenden en belanghebbenden geadresseerd worden. Zorg daarom dat in het MER de stappen beschreven worden die tot nu toe zijn gezet rondom het Programma Windenergie Amsterdam. Ga daarbij in op de resultaten van de expertgroepen Gezondheidseffecten windturbines en Windturbines en Natuur en de SARA4. Beschrijf ook het participatieproces en hoe de resultaten en milieuoverwegingen daaruit een plek in het MER krijgen. Resterende energiebehoefte en doel Programma Windenergie Amsterdam Geef in het MER aan hoeveel windenergie in de gemeente al gerealiseerd is, vergund is of in voorbereiding is en beschrijf de resterende opgave waar dit programma over gaat. Geef aan hoeveel windturbines (ordegrootte) nodig zijn om aan de opgave te voldoen. Ga daarbij in op de al gemaakte afspraken en plannen, ook rondom de RESS en de opgave die het Havenbedrijfë op zich heeft genomen. Ga ook in op het aandeel zon en wind in de energieopgave voor de gemeente. Relateer de opgave van het programma aan de energie (of elektriciteits)behoefte van de gemeente nu en in de toekomst. De Commissie geeft in overweging om de alternatieven (zie verder paragraaf 3.2) ruimer in te richten dan het beoogde aantal MW, met een onzekerheidsmarge naar boven en deze marge te beargumenteren. In de uiteindelijke uitwerking kan het namelijk voorkomen dat één of meerdere turbineposities vervallen. 2.2 Beleidskader Geef in het MER aan welke wet- en regelgeving en welk beleid relevant is voor het Programma Windenergie Amsterdam en of het plan kan voldoen aan de randvoorwaarden die hieruit voortkomen. Ga daarbij in ieder geval in op: . (de status van de) landelijke windturbinebepalingen na het vervallen van het activiteitenbesluit; 3 _NRD, pagina 11. 4 _ SARA staat voor Stedelijke Adviesgroep RES Amsterdam. 5 Regionale Energiestrategie, in 2021 is de RES 1.0 van Noord-Holland Zuid (RES 1.0 NHZ) vastgesteld. 6 Het Havenbedrijf heeft de ambitie om in 2030 10 MW extra windenergie te realiseren (NRD, pagina 68). -3- . het programma NOVEX en het programma Mooi Nederland waarin het rijk met de regio's nieuw ruimtelijk beleid ontwikkelt; . beschrijf de relatie met de RES 1.0 en 2.0 en beschrijf de hoe de RES'sen en het Programma Windenergie Amsterdam elkaar in de tijd opvolgen; . gemeentelijk en provinciaal beleid rondom windturbines en ander ruimtelijk beleid zoals voor natuurgebieden, recreatie en landschappen. De plaatsing van windturbines kan ook gemeenten buiten Amsterdam beïnvloeden, ga daarom in op het ruimtelijke beleid in de relevante omliggende gemeenten; . externe veiligheidsbepalingen ook in relatie tot (vaar)wegen, spoorwegen, buisleidingen, Schiphol en Helihaven, (ondergrondse) hoogspanningslijnen en —stations, die beperkingen opleveren voor de plaatsing van windturbines. 2.3 Te nemen besluit(en) De procedure voor de milieueffectrapportage wordt doorlopen voor het Programma Windenergie Amsterdam. Daarna worden andere besluiten met project-MER'ren opgesteld voor de verdere invulling. Geef aan welke besluiten dit zijn, wie daarvoor het bevoegde gezag is en wat globaal de planning is. Ga hierbij ook in op de te nemen besluiten om voldoende netwerkcapaciteit te realiseren. 3 Voorgenomen activiteit en alternatieven 3.1 Bepaling zoekgebieden Geef duidelijk aan hoe tot de zoekgebieden is gekomen en welke milieuoverwegingen daarbij een rol hebben gespeeld, zoals het afstandscriterium? (zie ook paragraaf 3.3. van dit advies). Maak daarbij onderscheid in: . harde beperkingen (wet- en regelgeving uit landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid zoals Natura 2000-gebieden en laagvlieggebieden); . andere waarden of richtinggevend beleid die hebben geleid tot het uitsluiten van gebieden (bijvoorbeeld toekomstige woningbouw). Geef aan of en welke verschillen er zijn met de eerder vastgestelde RES 1.0 en welke overwegingen daarbij een rol hebben gespeeld. 3.2 Alternatieven Beschrijving voorstel NRD De NRD beschrijft een aanpak om álle mogelijke windturbineposities in de zoekgebieden in beeld te brengen (basisalternatief) en om vervolgens te mitigeren voor twee thema’s (optimalisaties). Dit geeft al een goed inzicht in de mogelijke mitigerende maatregelen voor gezondheid en natuur. 7__In de NRD is een afstandscriterium van 350 meter gebruikt, gelijk aan het criterium dat in de RES 1.0 NHZ is gebruikt. -4- De gemeente stelt in de NRD voor: e _een basisalternatief? samen te stellen. Dat bestaat uit ‘indicatieve/logische opstellingen’ voor ieder zoekgebied. Het gaat dan om een maximale invulling met windturbines. Op basis van de toelichting? die de gemeente heeft gegeven interpreteert de Commissie dit basisalternatief als volgt: het basisalternatief geeft een overzicht van de maximale aantallen windturbineposities die te realiseren zijn in elk zoekgebied. Dit zal een vermogen opleveren dat in totaal (veel) hoger is dan de benodigde MW die de gemeente in dit programma wil vastleggen; * _ vervolgens twee optimalisatiealternatieven te onderzoeken: voor gezondheid en voor natuur. De optimalisatiealternatieven worden vergeleken met het basisalternatief; . het voorkeursalternatief niet in het plan-MER op te nemen, maar wel in het Programma Windenergie Amsterdam. De Commissie adviseert om van locatiealternatieven te spreken, in plaats van ‘basisalternatief’. Deze omschrijving maakt inzichtelijker dat hier álle mogelijke posities voor windturbines in beeld gebracht worden, maar dat die niet allemaal in dit programma vastgelegd worden. Zet het MER in voor participatie De benadering die de gemeente kiest biedt veel waardevolle informatie. Het MER kan echter nog beter ingezet worden om belangrijke beslisinformatie toegankelijk te maken en de participatie te ondersteunen. Gebruik het MER om te laten zien met welke opstellingen er aan de opgave voor het programma voldaan wordt. Onderzoek die opstellingen voor meerdere hoeken van het speelveld: natuur, gezondheid, landschap en energieopbrengst. Daarmee kan de gemeente belanghebbenden en omwonenden goed informeren en komen de milieuafwegingen die de gemeente moet maken in beeld. Voldoen aan opgave Om de belangenafweging goed in beeld te brengen adviseert de Commissie om extra stappen toe te voegen aan het onderzoek. Laat de opstelling van het aantal windturbines overeenkomen met het aantal MW!? dat nodig is om aan de opgave te voldoen. Met de huidige aanpak is nog niet helder wat er nodig is om het beoogde MW vermogen te realiseren (zie ook paragraaf 2.1 van dit advies). Verduidelijk waarom er mogelijkheden voor méér vermogen onderzocht worden dan er uiteindelijk vastgelegd worden in het programma. Onderzoek hoeken van speelveld Beschrijf vervolgens enkele ‘hoeken van het speelveld’ die aan het doel voor het aantal MW voldoen. Onderzoek daarvoor, naast natuur en gezondheid, ook landschap en de energieopbrengst als ‘hoek van het speelveld’, Op die manier geeft het plan-MER inzicht in de voor- en nadelen van de (combinaties van de) locatiealternatieven. Hiermee kan de keuze voor het voorkeursalternatief en de milieueffecten ervan ook goed onderbouwd worden. Bovendien kan deze milieuinformatie het participatieproces ondersteunen: . Landschap: Onderzoek een turbineopstelling met minimaal effect op de landschappelijke kernkwaliteiten en neem ook mee de externe werking vanuit een groter gebied. Gebruik daarvoor een extra selectiecriterium (‘zeef’) voor de meest waardevolle (cultuur en 8 Pagina 17, NRD. 9 Locatiebezoek 7 maart 2023. 10 Met een onzekerheidsmarge, zoals in paragraaf 2.1 van dit advies is beschreven. —-B-_ recreatieve) landschappen en stedelijke groenstructuren. Binnen de gemeentegrens van de Amsterdam is de open ruimte zeer beperkt en bestaat deze voornamelijk uit waardevolle en kwetsbare landschappen! Ook de stedelijke groenstructuur heeft een belangrijke landschappelijke en recreatieve waarde.!2 Het ‘Extra zoekgebied’ bestaat vrijwel volledig uit ‘Bijzonder provinciaal Landschap’ maar is ook een onderdeel van de ‘Hoofdgroenstructuur’. . Energie(opbrengst): Ontwerp een alternatief waarbij de energieopbrengst die in een gemiddeld jaar geproduceerd wordt met de MW van de opstelling maximaal is.13,14 Houd hierbij rekening met (de aansluiting op) het (beschikbare) netwerk. Gevoeligheidsanalyse De Commissie adviseert een kwalitatieve reflectie te geven voor iedere hoek van het speelveld. Ga bijvoorbeeld na of er een of meerdere windturbineposities zijn die tot een zeer negatieve beoordeling van een locatiealternatief leiden. Een ander voorbeeld is of inzet van andere turbines dan de referentieturbine!5 tot wezenlijk andere milieueffecten kan leiden. 3.3 Referentie Beschrijf de bestaande toestand van het milieu in het studiegebied. Beschrijf ook de te verwachten milieutoestand als gevolg van de autonome ontwikkeling, als referentie voor de te verwachten milieueffecten. Daarbij wordt onder de ‘autonome ontwikkeling’ verstaan: de toekomstige milieutoestand zonder dat de voorgenomen activiteit of één van de alternatieven wordt gerealiseerd. Ga bij beschrijving van deze ontwikkeling uit van te verwachten veranderingen in de huidige activiteiten in het studiegebied zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Sluisbuurt, en van nieuwe activiteiten waarover reeds is besloten. Laat de verschillende woningbouwplannen duidelijk aan bod komen in de referentiesituatie en toon ze op kaart. Onderscheid duidelijk welke plannen voor windturbines wel en niet in de referentiesituatie zitten en ga expliciet in op de status van het Cornelis Douwesplein/Noorder IJ-plas. Belemmeringen en beperkingen In de belemmeringenanalyse (paragraaf 2.5 van de NRD) zijn de randen van de zoekgebieden bepaald. Maar voor ‘beperkingen’ geldt een strakker kader, dat mogelijk ook effecten heeft binnen de bepaalde zoekgebieden. Zorg dat de ruimtelijke belemmeringen en beperkingen voor de plaatsing van windturbines zichtbaar zijn in het plan-MER. Op basis daarvan kan het maximaal aantal te plaatsen windturbines bepaald worden. Geef ook de beperkingen binnen de zoekgebieden weer. Geef hiervoor in ieder geval per zoekgebied op kaart weer: e _ woningen en andere gevoelige bestemmingen; . afstanden tot (vaarwegen, spoorwegen, buisleidingen en (ondergrondse) hoogspanningslijnen en -stations zoals geadviseerd of vereist door ProRail, TenneT en Rijkswaterstaat; 1 Zie figuur 11 uit de NRD. 12 Zie figuur 12 uit de NRD. 13 De doelstelling is uitgedrukt in MW (capaciteit), maar de productie in MWh en vermogen op de ene plaats kan een andere opbrengst hebben dan op de andere. Ook kan een hogere windturbine meer productie geven dan een lagere met dezelfde capaciteit. 14 Onder andere de zienswijze van Amsterdam Wind vraagt om meer inzicht in de energieopbrengst. 15 240 meter als representatieve tiphoogte, tenzij bouwbeperkingen gelden (NRD, pagina 13-14). -6- . reserveringsgebieden voor infrastructuur; . risicocontouren (externe veiligheid) van risicovolle bedrijven en installaties in het zoekgebied. Cumu latie De referentiesituatie kan ook gebruikt worden om de effecten en cumulatie te bepalen en beoordelen. Geef hiervoor (huidige situatie) op een kaart weer: . de geluidbelasting van de bestaande /vergunde windturbines; e de belasting van andere geluidbronnen; . de locatie van woningen en andere gevoelige bestemmingen; . de locatie van recreatiegebieden en volkstuinen. Stadsontwikkelingen Zoals de NRD aangeeft is van sommige ingrijpende woningbouwontwikkelingen niet zeker of en zo ja, hoe ze doorgaan, zoals Haven-Stad. Gebruik daarvoor scenario’s. Het doel van de scenario’s is om de milieueffecten in beeld te brengen van een ontwikkeling die wel waarschijnlijk zijn maar nog niet met zekerheid doorgaan. Zo krijgt het college inzicht in de gevolgen van dit besluit voor stedelijke ontwikkelingen. Dit geeft aanvullende informatie op de verplichte referentiesituatie, die alleen uitgaat van zekere ontwikkelingen. De Commissie adviseert om een scenario toe te voegen waarin de zachte plancapaciteit (plannen/ programma’s waarover nog niet besloten is), met name voor woningbouw, is opgenomen. 4 Bestaande milieusituatie en milieugevolgen 4.1 Effectbepaling In het MER worden de milieueffecten van de voorkeursgebieden, reservegebieden en extra reservegebieden op dezelfde manier beoordeeld. Het studiegebied kan per thema wijzigen en hangt af van de reikwijdte van de milieueffecten. Ga ook op kwalitatieve wijze in op cumulatie van milieueffecten, zowel van windturbines (geluid en visuele hinder) als van geluid met andere milieuthema's. Onderbouw de keuze van de rekenregels/-modellen en van de gegevens waarmee de gevolgen van het programma voor het milieu (geluid, natuur, gezondheid) worden bepaald. Ga ook in op de onzekerheden in deze bepaling. Vertaal dit zo mogelijk in een bandbreedte voor de genoemde gevolgen en geef aan wat dit betekent voor de vergelijking van de alternatieven (zowel ‘locatiealternatieven’ en hoeken van het speelveld). 4.2 Aanlegfase Ga in op activiteiten van de aanlegfase zoals verkeer, aanleg werkwegen, wegverkeer (stikstof) en aanleg/uitbreiding van netcapaciteit. Beschrijf op hoofdlijnen de milieueffecten voor de alternatieven, zoals geluid en lichthinder, effect op de luchtkwaliteit, stikstofuitstoot, verstoring van fauna en verkeersveiligheid. Beschrijf op hoofdlijnen -7- mogelijke mitigerende maatregelen en geef aan als een milieueffect in de aanlegfase de realisatie kan belemmeren. Maak inzichtelijk voor welke zoekgebieden al geschikte infrastructuur aanwezig is en voor welke niet. De impact van de aanlegfase kan groter zijn wanneer het bouwverkeer zich over smalle wegen moet bewegen of wanneer er meer werkwegen aangelegd moeten worden. Ga daarnaast in op de beschikbare netcapaciteit per locatiealternatief, wanneer deze beschikbaar is en tot welke milieugevolgen de aanleg van extra netcapaciteit kan leiden. 4.3 Gezondheid Afstandsnormen Waarschijnlijk wordt in het tweede kwartaal van 2023 het ontwerp nationale windturbinebepalingen leefomgeving gepubliceerd. Gezien het coalitieakkoord 2021-2025 en de Reactienota zienswijzen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het plan-MER nationale windturbinebepalingen leefomgeving van augustus 2022 is de kans aanwezig dat hierin afstandsnormen worden opgenomen. Indien dit het geval is, breng dan in beeld welke gevolgen dit heeft voor de zoekgebieden en de opstelling van de windturbines. 4.3.1 Geluid De NRD geeft een goed startpunt voor het onderzoek naar geluid en gezondheid. Geef zoals in de NRD beschreven de geluidbelasting voor woningen en andere gevoelige bestemmingen als gevolg van de windturbines op een kaart weer. Bepaal het aantal woningen en de geluidbelasting en bereken het verwachte aantal ernstig gehinderden. In de NRD wordt nu alleen uitgegaan van het aantal ernstig gehinderden op basis van de cumulatieve geluidbelasting. De Commissie vindt het belangrijk dat eerst het aantal ernstig gehinderden door alleen windturbinegeluid in beeld gebracht wordt. Voor omwonenden kan het namelijk moeilijk na te volgen zijn welk deel van de ernstige hinder afkomstig is van windturbines, in plaats van de cumulatie van geluidbronnen, zoals wegverkeer, luchtvaart en industrie in combinatie met windturbines. Het is belangrijk om alle ernstige hinder in beeld te brengen. Breng daarom voor windturbinegeluid ook onder de 42 dB Lagen de aantallen gehinderden in beeld, vanaf 37 en 40 dB zoals volgens de NRD ook voor de geluidscontouren wordt aangehouden. Onderzoek of de geluidbelasting voor appartementen op grotere hoogten relevant verschilt van de standaard beoordelingshoogte die gehanteerd wordt om geluidbelasting te berekenen. Als dat het geval is, hou hier dan bij de toetsing aan de normen en bepaling van de aantallen ernstig gehinderden rekening mee. Aanvullend op de NRD adviseert de Commissie om inzicht te geven in: . aantallen woningen en geluidbelasting windturbines, vanaf 37 dB Laen; . aantallen ernstig gehinderden door geluid windturbines separaat; . aantallen woningen en geluid cumulatief, en toename door geluid windturbines. -8- Maskering Naast cumulerende geluidseffecten kan er ook sprake zijn van maskerende effecten. In een reeds geluidbelaste omgeving kan het windturbinegeluid in meer of mindere mate worden gemaskeerd. In een stille omgeving zal er geen maskering optreden. Beschrijf in het MER kwalitatief waar er mogelijk maskerende effecten kunnen optreden en waar geen enkel maskerend effect wordt verwacht. Aanbevelingen expertgroep in vervolgtraject In haar advies heeft de expertgroep Gezondheidseffecten windturbines geadviseerd om bij nieuwe windturbines aandacht te besteden aan het reduceren of voorkomen van de hinderlijke eigenschappen van het windturbinegeluid, te weten: . tonaal geluid; . het laagfrequente deel van het geluid; . het ritmische karakter van geluid. Dit heeft voornamelijk te maken met de keuze voor het type windturbine. Het zijn belangrijke zorgpunten van omwonenden.!€ Beschrijf in het plan-MER in hoeverre en op welke wijze in het vervolgtraject invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen van de expertgroep. 4.3.2 Externe veiligheid In de NRD is aangegeven, dat het aantal (beperkt) kwetsbare objecten bepaald wordt binnen de maximale werpafstand!? van de windturbines. De Commissie adviseert ook te bepalen of en in hoeverre de windturbines binnen de risicocontouren van risicovolle inrichtingen of installaties gelegen zijn. Ga indien relevant in op eventuele domino-effecten waardoor risico's voor kwetsbare objecten kunnen toenemen. 4.4 Natuur In het gebied en de omgeving van de gemeente Amsterdam liggen verschillende Natura 2000-gebieden zoals het Markermeer & IJmeer en Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske. Het Programma Windenergie Amsterdam heeft mogelijk significante gevolgen voor deze Natura 2000-gebieden. Het voornemen en de alternatieven moeten uiteindelijk uitvoerbaar zijn binnen de kaders van de Wet natuurbescherming (Wnb) en later de Omgevingswet. Beschrijf daarom in ieder geval één alternatief dat uitvoerbaar is binnen deze kaders. Neem hierbij ook de gebieden mee die tot het Natuurnetwerk Nederland behoren. Als hiervoor een Passende beoordeling nodig is, dan moet daaruit blijken dat natuurlijke kenmerken van de relevante beschermde natuurgebieden niet aangetast worden door het plan. De Passende beoordeling moet zich aanpassen aan het detailniveau van het programma. In dit geval kan dit het karakter hebben van een risicoanalyse. Maak hierin globaal duidelijk of aantasting van natuurlijk kenmerken kan worden uitgesloten. Stikstofdepositie is een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de biodiversiteit in Nederland. Het voornemen kan mogelijk een (merendeels tijdelijke) toename van stikstofdepositie op al overbelaste Natura 2000-gebieden en NNN-gebieden veroorzaken, 16 Meerdere zienswijzen gaan op dit soort zorgen in. 17 De afstand die een afbrekend rotorblad kan overbruggen. -9- met name door stikstofdepositie als gevolg van verkeersbewegingen tijdens de aanlegfase (zie paragraaf 4.2 van dit advies). Dit kan leiden tot aantasting van natuurlijke kenmerken van deze gebieden. Geef in het MER aan of op dit onderwerp knelpunten te verwachten zijn en hoe daarmee omgegaan kan worden. 4.5 Landschap en cultuurhistorie Beoordeling landschap en cultuurhistorie Het milieuthema landschap is in de NRD al uitvoerig beschreven. De provinciale kernwaarden uit het ‘Bijzonder Provinciaal Landschap’ (BPL) zullen leidend zijn voor de beschrijving en beoordeling van de landschapseffecten. Dit zijn de landschappelijke karakteristiek, openheid en ruimtelijke dragers.!8 Neem hierin mee de effecten van de windturbines ook buiten het werkingsgebied van BPL (externe werking).19 Visualisaties De ligging ten opzichte van bijzondere landschappen wordt kwantitatief beoordeeld en kwalitatief, op basis van expert judgement. Ook visualisaties per locatiealternatief zullen onderdeel zijn van het MER om de effecten te kunnen bepalen. De Commissie vindt het essentieel voor het besluit dat de landschappelijke impact goed zichtbaar is. Maak daarom fotorealistische visualisaties van verschillende zoeklocaties die liggen in of nabij waardevolle cultuurlandschappen, UNESCO Werelderfgoed ‘De Stelling van Amsterdam’ en stedelijke Hoofdgroenstructuur. Neem hierin mee de adviezen van de expertgroep Windturbines en natuur. 4,6 Recreatie De NRD geeft aan dat de effecten van windparken op recreatieve functies in beeld worden gebracht. Dit geldt zowel voor de volkstuinen die in en nabij de zoekgebieden liggen als voor parken, wandel en fietsgebieden, sportgebieden en waterrecreatie. Tabel 12 (pagina 42, NRD) toont dat de ligging ten opzichte van recreatiebestemmingen, en de Hoofdgroenstructuur in beeld worden gebracht en ook de aantasting van de oppervlakte aan recreatiegebieden (inclusief water). De Commissie kan zich vinden in deze aanpak en adviseert aanvullend om ook de geluidseffecten op recreatieve functies in beeld te brengen. Ga hierbij ook in op de mogelijke visuele hinder en sluit aan op het advies van de expertgroep Gezondheidseffecten windturbines,20 18 Meerdere zienswijzen gaan in op de gevolgen voor landschap. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor de ligging van gebied 4c ten opzichte van het beschermde dorpsgezicht Durgerdam en de Stelling van Amsterdam. 19 De provincie Noord-Holland kent geen externe werking voor het BPL. Daarnaast heeft de expertgroep Windenergie en natuur een advies uitgebracht met betrekking tot landschap. Hierbij wordt aangegeven ook de effecten van plannen buiten het werkingsgebied van BPL en UNESCO te beoordelen. 20 De expertgroep adviseert: “Betrek (naast bovenstaande) ook cumulatie geluid, mogelijke visuele hinder en de nabijheid van volkstuinen, recreatieobjecten en andere locaties waar mensen overnachten. Ook maatschappelijke belangen: natuurwaarden, kwaliteit van leefomgeving en belang energietransitie meenemen” De gemeente geeft aan dat dit advies een plaats heeft of krijgt in het MER. -10- 4,7 Sociale effecten De Commissie merkt op dat de plaatsing van windturbines ook sociale effecten kan hebben?!, vooral in cumulatie met al bestaande milieubelasting. Denk aan geluidsoverlast door vliegbewegingen en de verdeling van bewoners met een verschillende sociaaleconomische status over delen van de stad. Ook de wijze van betrokkenheid is hierbij van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de mate waarin omwonenden via coöperaties aan de opbrengst van de turbines kunnen deelnemen. Realiseer daarbij dat het voor energiecoöperaties niet eenvoudig zal zijn om daadwerkelijk substantieel aan de omvangrijke investeringen van windturbines deel te nemen, en dat dit voor bewoners in armere wijken nog moeilijker zal zijn. Bezie daarom zorgvuldig hoe dit daadwerkelijk gefaciliteerd kan worden. 5 Overige onderwerpen 5.1 Vergelijking van alternatieven Vergelijking van alternatieven De milieueffecten van de alternatieven moeten onderling én met de referentiesituatie worden vergeleken. Doel van de vergelijking is te laten zien in hoeverre de alternatieven andere effecten veroorzaken. Vergelijk bij voorkeur op grond van kwantitatieve informatie en betrek daarbij de doelstellingen en de grens- en streefwaarden van het milieubeleid. Zoals in de NRD al benoemd is, is ook een relatieve beoordeling ten opzichte van de energieopbrengst van belang. Geef daarnaast voor ieder van de alternatieven aan in welke mate de gestelde doelen kunnen worden gerealiseerd. Gebruik ook hiervoor eenduidige en, zo veel als mogelijk, kwantificeerbare toetsingscriteria. Voorkeursalternatief Het voorkeursalternatief zelf hoeft niet beschreven te worden in het MER. Wel moeten de effecten van het uiteindelijke voorkeursalternatief af te leiden zijn uit het MER. De milieueffecten van het uiteindelijke voorkeursalternatief moeten passen binnen de bandbreedte van de onderzochte alternatieven en daar één-op-één uit worden afgeleid. 5.2 Onzekerheden en evaluatieprogramma Het MER moet de milieuaspecten benoemen waarvoor effectschattingen erg onzeker zijn of waarover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Spits de bespreking toe op milieuaspecten die in de verdere besluitvorming een belangrijke rol spelen, zodat de consequenties van het tekort kunnen worden beoordeeld. Geef ook aan of en hoe belangrijke, ontbrekende informatie op korte termijn kan worden ingevuld. 21 Onder andere de zienswijze van Vereniging Gein3 Dorp gaat hierop in. | 1- Geef aan hoe het verband tussen het Programma Windenergie Amsterdam en de projecten wordt gemonitord. Ga daarvoor in op energieopbrengst en belangrijke effecten zoals geluid, gezondheid en verstoring. 5.3 Vorm en presentatie De vergelijking van de alternatieven verdient bijzondere aandacht. Presenteer de vergelijking bij voorkeur met behulp van tabellen, figuren en kaarten. Zorg voor: e een zo beknopt mogelijk MER, onder andere door achtergrondgegevens niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen; . een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst; . recent, goed leesbaar kaartmateriaal, met duidelijke legenda. 5.4 Samenvatting van het MER De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers en het verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals: . de voorgenomen activiteit Programma Windenergie Amsterdam en de alternatieven daarvoor; . de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van het Programma; Windenergie Amsterdam en de alternatieven, de onzekerheden en leemten in kennis die daarbij aan de orde zijn; . de vergelijking van de alternatieven en de argumenten voor de selectie van het voorkeursalternatief. -12- BIJLAGE 1: Projectgegevens Advies van de Commissie over het op te stellen MER De Commissie bestaat uit een werkgroep van deskundigen. Deze werkgroep geeft aan welke onderwerpen naar zijn mening moeten worden behandeld in het MER en met welke diepgang. Om zich goed op de hoogte te stellen van de situatie heeft de werkgroep het gebied bezocht waar milieugevolgen kunnen optreden. Meer informatie over de Commissie en over haar werk wijze vindt u op onze website. Samenstelling van de werkgroep Bij dit project bestaat de werkgroep uit: dr. Pieter Boot ir. Tilly Fast ir. Erik Koppen drs. Marieke van Rhijn (voorzitter) Marianne Schuerhoff MSc (secretaris) ing. Caspar Slijpen Besluit waarvoor dit milieueffectrapport wordt opgesteld Programma Windenergie Amsterdam. Waarom wordt hiervoor een milieueffectrapport opgesteld? Voor activiteiten die grote milieugevolgen kunnen hebben, kan in Nederland een MER vereist zijn. Bijlage V in het Omgevingsbesluit geeft aan om welke activiteiten het gaat. Voor deze procedure gaat het in ieder geval om de activiteit categorie C2 “Oprichting, wijziging of uit- breiding van een windpark met 20 of meer windturbines”. Een MER is ook nodig omdat effec- ten op Natura 2000-gebieden optreden die in een Passende beoordeling moeten worden be- schreven. Daarom wordt een plan-MER opgesteld. Bevoegd gezag besluit College en Wethouders Amsterdam. Initiatiefnemer besluit Gemeente Amsterdam. Heeft de Commissie ook zienswijzen en adviezen bij haar advies betrokken? De Commissie heeft alle zienswijzen en adviezen gelezen die het bevoegd gezag tot en met 13 april 2023 heeft toegestuurd. Ze heeft ze in haar advies verwerkt, voor zover relevant voor het MER. Waar vind ik de stukken die de Commissie heeft gebruikt? U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt, door op www.commissiemer.nl pro- jectnummer 3689 in te vullen in het zoekvak. Commissie voor de milieueffectrapportage t 030-2347666 A. v. Schendelstraat 760 e [email protected] 3511 MK Utrecht Velo a aSa U)
Actualiteit
15
val
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 637 Publicatiedatum 17 juni 2016 Ingekomen op 16 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie FIN Te behandelen op 13/14 juli 2016 Onderwerp Motie van het lid Van Lammereninzake de Voorjaarsnota 2016 (schoonmaak na evenementen niet bekostigen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Constaterende dat: — het college 10 miljoen extra wil vrijmaken voor de schoonmaak van de stad, ook voor snellere schoonmaak na evenementen (pagina 7). Overwegende dat: — het extra investeren in het schoonhouden van Amsterdam een goed plan is; — het de taak van evenementorganisaties is om de openbare ruimte die door het evenement vervuild is geraakt schoon achter te laten. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het structurele extra budget van 10 miljoen euro te behouden, maar hiervan geen schoonmaak na evenementen met aanwijsbare organisator te bekostigen. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren
Motie
1
discard
Van: (…) Verzonden: donderdag 29 november 2012 10:41 Aan: Raadsgriffie Onderwerp: Tav de Deelraad betreft het Mediation traject Geachte Deelraad, Hierbij willen we vragen naar en een klacht indienen over de door de Gemeente gestarte Mediation. De partijen in het Mediation traject zijn; Het Stadsdeel, Hannekes Boom en de Bewoners Dijksgracht (…) in Amsterdam, “Het stadsdeel heeft besloten een Mediationproces in gang te zetten om te komen tot een voor alle partijen zo bevredigend mogelijke oplossing en heeft (twee mediatiors van stadsdeel Centrum) gevraagd om op te treden als Mediator in deze zaak”. Het eerste contact met de Mediator was op 1 Juni en in 3 maanden tijd zijn er met ons (bewoners) 2 gesprekken gevoerd. Deze gesprekken hebben plaats gevonden op 12 Juni en 12 Juli j.l. Omdat we niets hoorden van de Mediator hebben we op 3 September per email gevraagd naar de vervolgstappen en hoe nu verder. Hierna heeft de Mediator zijn vervolgstappen gepresenteerd. Op19 September zijn ons de punten van overeenstemming gestuurd. Het beschamende is dat dit 4 punten zijn die door alle partijen zouden zijn genoemd en dat terwijl wij als bewoners er zeker 20 hebben aangedragen. Bovendien maken 2 van de genoemde 4 punten deel uit van de “Maatwerk vergunning”, is er 1 punt nooit door ons genoemd en blijft er dus 1 punt van overeenkomst over. Aan het verzoek van de Mediator om te reageren en een afspraak te maken voor na zijn vakantie hebben we op 1 November gereageerd. Na 19 September hebben we niets meer vernomen van de Mediator en lijkt het hele traject een stille dood te zijn gestorven. Op zijn zachtst gezegd komt dit Mediation traject ons als niet professioneel en niet geloofwaardig over, Ps /1, Wat wij vreemd vinden is dat de voorzitter van het dagelijks bestuur (deelnemer van het Mediation traject namens de Gemeente) ook de persoon is waar we de vragen en klachten over het Mediation traject moeten neerleggen; Ps/2, Donderdag 22 november 2012 hebben wij in een email aan de voorzitter van het dagelijks bestuur een klacht ingediend en gevraagd naar de handelswijze van de door de Gemeente gestarte Mediation. Dit omdat wij helemaal niets begrijpen van de (in onze ogen on-professionele) werkwijze van de Mediator, hij doet maar wat en komt tevoorschijn wanneer er door ons of anderen aan een touwtje wordt getrokken. Wat we bij het sturen van onze klacht niet hadden verwacht dat de door ons gestuurde email aan de voorzitter van het dagelijks bestuur zou worden doorgestuurd naar de Mediator die daarop doodleuk weer contact met ons opneemt terwijl wij haar om een reactie vragen. Door deze handelswijze voelen wij ons en het Mediation-traject niet serieus genomen en dit komt de oplossing om te komen tot een voor alle partijen bevredigende oplossing zeker niet ten goede, wij zouden het daarom erg op prijs stellen als de ingezette Mediation professioneel wordt geregeld. Graag Uw reactie, Vriendelijke groet, G.J)
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad % Schriftelijke vragen Jaar 2021 Nummer 97 Datum indiening 11 december 2020 Datum akkoord 24 maart 2021 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake de gevolgen van de woningdelenquota Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op 19 december 2019 is de Huisvestingsverordening 2020 vastgesteld. Hierin zijn regels opgenomen die woningdelen ernstig hinderen: zo geldt er een quotum voor woningdelen per zowel wijk als pand. Als het maximum per wijk dan wel pand is bereikt, geldt sinds 1 april 2020 het principe van vol is vol. De verordening kon bij aanneming dan ook op grote kritiek rekenen. Onder andere studenten kwamen massaal inspreken en waren bang dat het vinden van een betaalbare kamer, wat toch al niet makkelijk is, nóg moeilijker zou worden. Uit de uitwerkingen van de verordening blijkt nu dat het wijkguotum in tientallen populaire Amsterdamse wijken vol of bijna vol is. Tegelijkertijd blijkt slechts 44% van de totale wijkquota vergeven is. In de monitor ontbreken echter de cijfers over de pandquota, waardoor cijfers over vergunningverzoeken die hierdoor altijd worden afgewezen onder de radar blijven. De VVD-fractie heeft dan ook vragen bij de verdere uitwerkingen veroorzaakt door de quota voor woningdelen en is van mening dat de vastgestelde quota in de huisvestingsverordening 2020 zo snel mogelijk moeten worden losgelaten. Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Ondanks dat het voor veel kamerzoekenden een doorn in het oog is, zijn in de monitor geen cijfers opgenomen over het pandguotum, omdat dit ‘lastig in een monitor te vatten is’. Op welke belemmering voor het opnemen van cijfers over de pandguota in de halfjaarlijkse monitor doelt het college hier precies? De grootste belemmering hierbij is dat het genereren van deze cijfers zeer tijdrovend is, omdat het digitale systeem niet zo gebouwd is dat “automatisch” een lijst met panden gegenereerd kan worden, met daarachter een percentage van het gebruikte pandguotum. Daarnaast speelt mee dat Amsterdam zo’n 450.000 adressen kent. Een pand is een bouwkundig begrip en bevat één of meerdere adressen (waaronder woonruimten). Om de monitor overzichtelijk te houden is het niet mogelijk om al die panden (enkele tienduizenden tot honderdduizend panden) in de monitor op te nemen. Complicerende factor is dat er in één pand, afhankelijk van de verdieping, soms nog wel of juist geen ruimte is (zie antwoord op vraag 2). 1 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 97 Gemeenteraad R Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020 2. Hoe kan het dat het pandguotum wel kan worden getoetst als een eigenaar een vergunningaanvraag doet, maar cijfers hierover niet met de raad kunnen worden gedeeld? Zoals aangegeven bij vraag 1 moet het pandguotum handmatig worden getoetst. Dit gebeurt zodra er een aanvraag binnenkomt voor het desbetreffende adres. Er zijn teveel adressen en teveel variabelen, om dit op voorhand in de monitor te kunnen opnemen. Dat komt met name door de complexiteit van het pandguotum en tevens doordat de daarbij behorende dashboard gericht is op het verstrekken van informatie aan de hand van één adres (van desbetreffende aanvraag). Het werksysteem controleert (automatisch) enkele variabelen in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, om vastte stellen hoe het pandquotum getoetst moet worden (de gegevens worden getoond aan behandeld ambtenaar). Het pandquotum bestaat namelijk vit drie aspecten: -_Er mag maximaal 25% per pand worden omgezet (maar altijd minimaal één omzetting toegestaan); -_In panden met 4 of meer woonruimten op een verdieping, mag daarnaast op die verdieping ook maximaal 25% omgezet worden; -_ Maximaal 25% van een rijtje eengezinswoningen mag verkamerd worden. Daarnaast zijn er gevallen waarbij om diverse redenen de woning niet automatisch (met het dashboard systeem) getoetst kan worden aan de hand van de drie hierboven beschreven situaties. Gedacht kan worden aan een rijtje twee onder één kap woningen. Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) zal bij aanvragen voor het omzetten van een dergelijke woonruimte maatwerk moeten toepassen. Kortom het hang af van de exacte ligging van een adres, ook binnen een pand, of het pandquotum vol is of niet. 3. Kanhet college aangeven hoeveel aanvragen er zijn afgewezen omdat het pandquota is bereikt? Graag een uitsplitsing per wijk. Tot 15 janvari 2021 zijn er 23 vergunningen geweigerd op grond van het pandquotum. Zie tabel 2 hieronder. Er zijn wel enkele kanttekeningen te maken bij de cijfers. Het komt voor dat aanvragers die na het indienen van een aanvraag erachter komen dat het pandguotum vol is, er voor kiezen om hun aanvraag in te trekken. Ingetrokken aanvragen zijn niet meegenomen in de cijfers. Geweigerde aanvragen op grond van het pandquotum 2 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 97 Gemeenteraad R Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020 Noord Waterlandpleinbuurt 1 Totaal | 4. Is het college bereid om cijfers over afwijzingen in verband met het pandguota voortaan met de raad te delen in de monitoring? Zo ja, graag met uitsplitsing per wijk. Zo nee, waarom niet? Zoals in de beantwoording van vragen 1,2 en 3 al aan is gegeven moesten de cijfers handmatig verzameld worden. Daarnaast geven de cijfers niet per definitie een volledig beeld weer. Het college is van oordeel dat de cijfers over het aantal afwijzingen op basis van het pandguotum onvoldoende bijdragen om meegenomen te worden in de monitor kamerverhuur, ook omdat de cijfers geen helder beeld geven welke panden vol zijn. Het college zal mede daarom ook in de volgende monitors kamerverhuur geen cijfers over het aantal afwijzingen op basis van het pandquotum opnemen. 5. Kanhet college aangeven hoeveel aanvragen er in de overgangsperiode zijn goedgekeurd terwijl het pandquotum al was overschreden? Graag een uitsplitsing per wijk. Het college gaat er bij het beantwoorden van deze vraag van uit, dat met de overgangsperiode wordt bedoeld, de periode tussen 1 januari 2020 en 1 april 2020. Waarbij 1 januari 2020 de datum is dat de Huisvestingsverordening 2020 in werking is getreden en 1 april 2020 de datum waarop het pand- en wijkguotum voor kamerverhuur in werking zijn getreden. In totaal zijn tussen 1 janvari en 1 april 2020 349 vergunningen verleend, waarbij het pandguotum dat per 1 april 2020 in werking zou treden, al was overschreden. In tabel 2 hieronder is per wijk aangegeven hoeveel vergunningen er vergund zijn, die zijn ingediend tussen 1 janvari 2020 en 1 april 2020, waarbij er sprake zou zijn van een overschrijding van het pandguotum, als het pandquotum op 1 januari 2020 was ingegaan in plaats van op 1 april. De gegevens zijn handmatig verzameld door de panden waar het pandguotum (pand, verdieping of rij eengezinswoningen) voor 25% of meer vol is, te verzamelen. Overschrijding van het pandgquotum kan ook als er op een verdieping met 4 of meer appartementen 2 (of meer) vergunningen zijn afgegeven, ongeacht of het totale pandquotum al vol is. 3 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 97 Gemeenteraad R Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020 Tabel 2: Verleende vergunningen in de overgangsperiode periode (1 januari —1 april 2020), waarbij het pandquotum zou zijn overschreden als het pandgquotum op 1 janvari 2020 inwerking zou zijn getreden Centrum |Jordaan 6 Centrum | NieuwmarktjLastage | 8| Noord |ipleinfVogelbuurt | 6| West________|DaCostebwrt | 8| West________|Hoofdwegeo. | 8| Zuid |BuitenveldertOost | 8| Zuid | Hoofddorppleinbwrt | 8 4 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam Nummer 97 Gemeenteraad R Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020 Zvid | ZuidPip [Totaal 49 6. Wat zijn de effecten op de wijken waar het wijkquotum is bereikt? Acht het college deze effecten positief of negatief voor studenten en starters die afhankelijk zijn van woningdelen? Het effect van het volraken van het wijkquotum op een wijk is dat er in die wijk geen verdere ruimte meer is voor het aanvragen van een vergunning om een woning te verkameren. Daarmee beoogt de door de raad vastgestelde Huisvestingsverordening de leefbaarheid en de woningvoorraad te beschermen. Aan bestaande vergunningen verandert niets. Wel betekent het volraken van het quotum dat woningzoekenden niet in nieuw toe te voegen verkamerde woningen in dit gebied terecht kunnen. Daarvoor is echter nog wel ruimte in 86 andere wijken in de stad. 7. Uit de meest recente cijfers blijkt dat slechts 44% van de wijkquota vergeven is. Vindt het college dit getal het bewijs dat de quota te ruim zijn ingesteld (zoals enkele coalitiepartijen hebben gesteld) of is het college het met de VVD eens dat woningdelers niet op basis van quota gaan verhuizen naar wijken waar het quota nog niet gehaald is waardoor de gevolgen voor bewoners van wijken met volle quota hetzelfde blijven? Het vergt nader onderzoek om uitspraken te kunnen doen over de omvang van het aantal vergunde situaties van kamerverhuur en wat dat betekent in de stad. Zo zit er nog steeds een groot verschil tussen het aantal vermoedelijke situaties van kamerverhuur uit het onderzoek van Rigo uit 2018 en het aantal afgegeven vergunningen. Als een quotum vol zit kan er geen nieuwe vergunning meer worden afgegeven. De huidige situatie verschilt daarmee van de situatie onder de oude Huisvestingsverordening waar nog wel groei van het aantal vergunningen van verkamering mogelijk was. 8. Verwacht het college dat dit percentage de komende jaren zal oplopen dan wel dalen? Zo ja, waar is deze prognose op gebaseerd? Het college verwacht dat het percentage van de quota dat is gebruikt de komende jaren zal blijven stijgen. Uit cijfers van de tweede monitor kamerverhuur komt naar voren dat ook in de maanden na de invoering van het wijkguotum (april — oktober 2020) eigenaren aanvragen hebben gedaan. Het college verwacht dat ook de komende jaren aanvragen gedaan blijven worden. g. Is het college van mening dat met het totaal van 4,4% vergeven wijkquota de huisvestingsverordening 2020 haar beoogde doel haalt? Zo ja, waaruit blijkt dit? Met het wijkquotum beoogt het college niet alleen om een maximum te stellen aan het aantal te verkameren woningen, maar ook om kamerverhuur te spreiden over de stad en daarmee de woningvoorraad en de leefbaarheid in de wijken te beschermen. Het doel van spreiding is evident nu 13 van de 99 wijken vol zijn en aanvragen alleen vergund kunnen worden in de overige wijken. Bovendien is er nog steeds voldoende ruimte voor legale kamerverhuur. 5 Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R Nummer 97 Gemeenteraad Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020 10. Uit de monitor blijkt dat in tientallen wijken het quotum voor woningdelen vol is waardoor het kameraanbod daar de komende jaren zal dalen. Tegelijkertijd blijkt dat het tekort aan studentenwoningen in de stad in de duizenden loopt en vele wijken het quotum niet halen. Hoe rijmt het college dit met elkaar? Het quotum zit niet in tientallen wijken vol, maar in 13 wijken. In al die wijken hebben gedurende een overgangsperiode alle woningeigenaren ruim de gelegenheid gehad een vergunning aan te vragen zonder dat de wijk- en pandquota van toepassing waren. Reeds afgegeven vergunningen blijven gewoon bestaan. Het kameraanbod hoeft daarom niet te dalen in wijken waar het quotum vol zit. Naast dat de quota in 13 wijken vol zitten, is er in 86 wijken nog ruimte voor nieuwe vergunningen voor verkamering. Het college leidt hieruit af dat de quota ervoor zorgen dat de druk die verkamering op wijken legt gemaximeerd is terwijl er tegelijkertijd op stedelijk niveau ruimte blijft voor het aanvragen van een vergunning voor verkamering. Daarnaast zet het college zich ook in om op andere manieren te voorzien in de vraag naar kamers van studenten en jongeren, (programma jongeren en studentenhuisvesting), onder andere door een uitgebreid nieuwbouwprogramma. 11. Is het college bereid om in de wijken waar het quotum nu is overschreden het quotum te verhogen zodat er geen kamers hoeven te verdwijnen? Zo nee, waarom niet? Zie ook het antwoord op vraag 10. Het college ziet op dit moment geen reden om het quotum te verhogen in wijken waar dit vol zit. Een quotum werkt alleen als het nageleefd wordt. Eigenaren konden tot 1 april 2020 aanvragen indienen om “schoon door de poort” nog een vergunning te krijgen, zonder toetsing aan het pand of wijkguotum. Op dit moment ziet het college geen aanleiding om het quotum in de wijken die vol zijn te verhogen, des te meer omdat in de meeste andere wijken nog ruimte beschikbaar is. Bovendien zijn de quota ingesteld om de leefbaarheid en de woningvoorraad te beschermen tegen de negatieve effecten van een overmaat aan kamerverhuur. Niettemin houdt het college de situatie en onderzoeken in de gaten. 12. Uit de monitor blijkt dat woningdelen in Amsterdam een veel kleinere omvang heeft dan van te voren gedacht. Is het college bereid om de vastgestelde quota voor woningdelen loste laten? Zo nee, waarom niet? Het college is niet bereid de quota voor kamerverhuur los te laten. Integendeel, het feit dat in een aantal wijken het quotum is bereikt, laat zien dat een quotum een goed middel is om de leefbaarheid en de woningvoorraad in de wijken te beschermen tegen de negatieve effecten van een overmaat aan kamerverhuur. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 6
Schriftelijke Vraag
6
train
> < Gemeente Amsterdam ì $ Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder 634 nummer Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, Wehkamp, Minderhoud, Von Gerhardt, Broersen, Ahmadi, Alberts en Havelaar inzake toevoegen van betaalbare woningen op Marineterrein Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over Projectnota Marineterrein Overwegende dat, e _Ereen unieke kans is om van een afgesloten gebied een open en levendige stadswijk te maken die bijdraagt aan een inclusief, klimaatbestendige en toekomstgericht Amsterdam; e Het voorlopige programma zoals dat is opgenomen in de Projectnota nu 40 % wonen bedraagt, te weten ca. 800 woningen, waarvan 320 sociaal en 320 middelduur; e Er binnen afzienbare termijn wellicht niet weer een kans zich zal voordoen om een groot aantal woningen toe te voegen aan dit stadsdeel; e De raad graag meer betaalbare woningen zou zien, door toevoeging van meer sociale woningen en middeldure woningen bijvoorbeeld en/of ervoor te kiezen 5o % van het totale bouwprogramma voor wonen te bestemmen (ipv 40% zoals nu opgenomen in de projectnota); e Bijhet vaststellen van de principenota in 2017 de raad heeft uitgesproken in motie 1409 om aanzienlijk meer ruimte voor wonen te wensen dan voorgesteld in die principenota vanwege zowel woningnood als de openbare beleving van het terrein; en e Gelet opde zelfstandige ontwikkelingen sinds 2017, zoals de verergering van de wooncrisis, de schaarste aan sociale en middeldure woningen en de toenemende commercie in stadsdeel centrum, het nog noodzakelijker is dan eerder om meer betaalbare woningen toe te voegen; e De volgende stap in het ontwikkelingsproces is naast grondverwerving het opstellen van een investeringsbesluit en opstellen van de ontwikkelstrategie; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 e Te onderzoeken of en hoe in de vervolgstappen van de ontwikkeling van het Marineterrein meer wonen (meer dan de nu voorgestelde 40% van het programma) en/of meer betaalbare woningen toe kunnen worden gevoegd aan het gebied. Indieners, N. A van Renssen J. Wehkamp B.M.H. Minderhoud M.S. von Gerhardt J. Broersen N. Ahmadi R. Alberts R.B. Havelaar
Motie
2
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 721 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Toonk inzake de begroting voor 2015 (nachtelijke vuilophaal). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Constaterende dat: — vuilophaal overdag doorgaans niet bevorderlijk is voor de doorstroming, zeker niet op de hoofdnetten auto, noch voor de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld op de hoofdnetten fiets of bij scholen; — aangeboden vuilnis vaak gedurende de dag vaak de openbare ruimte ontsiert terwijl juist dan de meeste mensen in de openbare ruimte verblijven; Overwegende dat: — vuilophaal gedurende de nacht de dagelijkse verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid zal bevorderen; — vuilophaal gedurende de nacht het schoonheidsniveau van de stad gedurende de dag zal bevorderen; — de vuilophalers gedurende de nacht sneller en effectiever hun ronde kunnen doen, waardoor hogere personeelskosten gedurende de nacht in ieder geval grotendeels gecompenseerd kunnen worden, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in samenwerking met de bestuurscommissies zo spoedig mogelijk een praktijkproef ‘vuilophaal gedurende de nacht’ tussen 19.00 en 7.00) van minimaal drie maanden te starten en de gemeenteraad voorafgaande aan de vaststelling van de begroting 2016 een evaluatie en een uitgewerkt plan voor te leggen. Het lid van de gemeenteraad, W.L. Toonk 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 647 Datum indiening 4 april 2018 Datum akkoord 13 juli 2018 Publicatiedatum 17 juli 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het vangen en doden van duiven. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Partij voor de Dieren Amsterdam ontving in de week van 4 april 2018 berichten van verontruste Amsterdammers, die zien hoe er op een dak van particuliere huiseigenaren een duivenvanger aan het werk is. De duiven worden gevangen in kleine vangkooien en zitten daar soms wel enkele dagen opgesloten, soms in de stromende regen, tot de valkenier komt om de duiven de nek om te draaien. De Amsterdamse GGD zet flink in op het voorkomen van overlast en het bij de bron aanpakken van overlast door dieren, en zeker niet op het doden van duiven. De Partij voor de Dieren vindt het goed dat dit beleid de laatste jaren diervriendelijker is geworden en is verheugd over het opnemen van plaatselijke voerverboden in de APV. Dit soort structurele maatregelen zijn uiteindelijk beter voor mens én dier. Daarom is het des te schrijnender dat het mogelijk is om als particulier bedrijven met een landelijke ontheffing in te huren die zo dieronvriendelijk te werk gaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is de gemeente ervan op de hoogte dat er bedrijven in Amsterdam op deze manier actief zijn om duiven te doden? Antwoord: Ja, we hebben deze melding op 29 maart 2018 ontvangen. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) was op dat moment al ingeschakeld en heeft actie ondernomen. Zover ons bekend zijn er (nog) geen overtredingen geconstateerd. Het vangen van duiven met behulp van vangkooien en eventueel doden van duiven wordt in de wet Natuurbescherming gereguleerd. In beginsel is het verboden, maar binnen de wettelijke kaders kan een vrijstelling of ontheffing verleend worden voor Gedeputeerde Staten van provincies. Dit ontslaat de gebruiker niet van de plicht zich te houden aan de wetgeving (Wet dieren) die toeziet op de verzorging en het doden van dieren. In het Besluit Houders van 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer dr ui 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 4 april 2018 Dieren wordt omschreven wat die zorg inhoudt. Het doden van dieren dient bovendien te gebeuren door iemand die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezit. Dit om te borgen dat een dier elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden bespaard blijft. Tot slot is deze werkwijze om overlast van duiven tegen te gaan pas een optie als er eerst geprobeerd is om deze overlast met preventieve maatregelen tegen te gaan. 2. Hoe beoordeelt het college het doden van duiven als methode om overlast te bestrijden? Antwoord: Het college vindt het gebruik van vangkooien en doden van duiven strijdig met de gemeentelijke uitgangspunten. Op basis van de nota ‘Beleid en aanpak van overlast van dieren in de openbare ruimte in Amsterdam’ (2010) is door de portefeuillehouders van stadsdelen (in samenspraak met de GGD) afgesproken geen duiven meer te vangen en te doden. De huidige overlastbeheersing van duiven door de gemeente richt zich enerzijds op het nemen van preventieve maatregelen, zoals het aanbrengen van weringen. Anderzijds richt de gemeente zich op het geven van voorlichting over de oorzaken van overlast en methoden om dit te voorkomen. 3. Is het college bereid om meer voorlichting te geven aan bijvoorbeeld VvE's en woningcorporaties over het beleid van de GGD voor het bestrijden van overlast door dieren? Antwoord: Het college heeft in andere dossiers gemerkt dat goede voorlichting kan leiden tot een vermindering van de overlast. In het kader van de beheersing van de rattenoverlast geeft de gemeente algemene voorlichting over het voeren van dieren. Bijvoorbeeld via de website www.amsterdam.nl/ratinjebuurt. Ook wordt in dit kader samenwerking gezocht met de woningcorporaties. Er zijn echter geen middelen beschikbaar om, naast de voorlichting die de gemeente hier al over verzorgen en die voornamelijk op het bestrijden van rattenoverlast is gericht, een aanvullende campagne gericht op specifieke doelgroepen te organiseren 4. Zijn er mogelijkheden om deze methode van het vangen en doden van duiven in Amsterdam te verbieden? Antwoord: Volgens de landelijke wetgeving is het niet verboden om duiven te vangen met vangkooien en te doden (zie vraag 1). De gemeente heeft daarin geen mogelijkheden om dit als bestuursorgaan te regelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 619 Datum indiening 13 april 2020 Datum akkoord 18 mei 2020 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een anti-LHBT I-incident in Oost Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Op zondag 12 april 2020 verscheen er een bericht op sociale media over een anti- LHBTI-incident dat zich zou hebben voor gedaan bij de Molukkenstraat en de Insulindeweg in Oost. Een stel van twee mannen zou hier zijn lastig gevallen en uitgescholden door een groep. Bij het bericht is ook een video geplaatst van het incident. Hierop is te zien dat een van de personen die bij de groep hoorde het stel uitscheldt en filmt. Volgens het stel dat werd lastiggevallen zou de groep zijn weggerend nadat de politie was gebeld. De politie zou het stel hebben medegedeeld dat zij aangifte moesten doen bij het Roze in Blauw team van de politie. Nadat de politie was vertrokken zouden twee personen uit de groep zijn teruggekomen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Welke feiten en omstandigheden zijn er bekend ten aanzien van dit incident? 2. Is de volledige groep die betrokken was bij dit incident bij de politie in beeld? 3. Zijn er aanhoudingen verricht? Zo ja, waarvoor? Zo nee, waarom niet? 4. Welke acties zijn er door politie, OM en college ondernomen na dit incident? B. Zijn of kunnen deze personen op grond van de noodverordening beboet worden voor het niet houden van 1,5 meter afstand en voor het spugen? 6. Zijn er naast deze video nog meer camerabeelden van dit incident beschikbaar? 7. Wordt dit door de betrokken autoriteiten behandeld als een LHBTI-gerelateerd incident met een discriminatoir karakter? Zo nee, waarom niet? Antwoord op vragen 1 t/m 7: Naar aanleiding van een aangifte van twee mannen inzake (groeps)belediging en bespugen in Amsterdam Oost, is de politie direct een rechercheonderzoek gestart. Maandag 13 april heeft zich in deze zaak een verdachte gemeld bij de politie. Op maandag 27 april is een tweede verdachte aangehouden en gehoord. Het onderzoek is nog gaande en lopende het onderzoek worden er geen mededelingen gedaan over de inhoud hiervan. 1 Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Amer mei 2020 Schriftelijke vragen, maandag 13 april 2020 ledereen moet zich vrij voelen om zichzelf te zijn en zich te uiten, ongeacht seksuele voorkeur of geaardheid. Dat is een van onze belangrijkste grondrechten. Discriminatie, intimidatie en geweld, jegens LHBTI+ Amsterdammers is onaanvaardbaar en willen we op alle mogelijke manieren tegengaan. De politie en het OM hebben speciale aandacht voor delicten waarbij discriminatie een rol speelt en daarmee dus ook voor discriminatie van LHBT I's. Een delict met discriminatieaspect is een strafbaar feit waarbij het discriminatoire aspect als motief of aanleiding heeft gespeeld of gebruikt is om het delict indringender te plegen. Als een zaak mogelijk een discriminatieaspect heeft, wordt daar tijdens het gehele opsporingsonderzoek door de politie en de vervolging door het OM grondig en zorgvuldig aandacht aan besteed. Dat gebeurt direct vanaf het moment dat duidelijk wordt dat er mogelijk sprake is van een discriminatieaspect, en loopt parallel aan het onderzoek naar het gronddelict zoals het geweld, de mishandeling, de beroving, et cetera. Indicaties dat er sprake is van een discriminatieaspect kunnen gestoeld zijn op alle feiten, omstandigheden of handelingen van het geval, en al die feiten en omstandigheden kunnen er aan bijdragen dat een discriminatieaspect in juridische zin aantoonbaar is. Als er wordt gescholden met discriminerende termen zoals ‘vuile homo’, wordt dat bijvoorbeeld in het onderzoek betrokken als discriminatieaspect. Bij een aantoonbaar discriminatieaspect wordt de verwerpelijkheid van discriminatie bij vervolging benadrukt door de officier van justitie, en wordt een strafverzwaring van 50% of 100% geëist. Naar aanleiding van het incident heeft de burgemeester contact opgenomen met de slachtoffers om hun verhaal te horen en hen een hart onder de riem te steken. 8. Komen dergelijke incidenten vaker voor in deze buurt en/of in dit stadsdeel? Kan het antwoord op basis van cijfers worden onderbouwd? Antwoord op vraag 8: Er zijn uit het recente verleden enkele signalen uit de Indische buurt en stadsdeel Oost bekend over LHBTI-ers die zich niet veilig voelen op straat. In de regel neemt het Stadsdeel samen met het COC en de Politie contact op met melders hiervan. Vermoedelijk blijft een deel van de incidenten helaas ongemeld. Het college roept dan ook eenieder op die het slachtoffer is van intimidatie of geweld met discriminerend motief, om hier een melding van te maken en/of hiervan aangifte te doen. Er zijn geen cijfers bekend van incidenten op het niveau van het stadsdeel of de buurt. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 297 Publicatiedatum 8 april 2016 Ingekomen onder u Ingekomen op 30 maart 2016 Behandeld op 30 maart 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Roosma en Poorter inzake de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure (maximumaantal aanbieders). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure (Gemeenteblad afd. 1, nr. 245). Overwegende dat: — _op dit moment in Amsterdam er 18 aanbieders Hulp bij Huishouden en tussen de 70-80 aanbieders van dagbesteding en ambulante begeleiding; — het college voornemens is de aantallen aanbieders met ongeveer / maximaal 10% te laten stijgen; — nieuwe aanbieders wenselijk zijn om productvernieuwing te stimuleren; — teveel aanbieders onwenselijk is omdat dit leidt tot meer overleg en meer bureaucratie en omdat dit kan leiden tot een onoverzichtelijk aanbod voor de cliënt; — cliënten altijd de mogelijkheid hebben via een PGB de aanbieder van hun keuze te kiezen, dus keuzenvrijneid goed geborgd is; — hetook wenselijk is dat slecht presterende aanbieders afvallen, waarbij het een voorwaarde is dat de overdracht van personeel en cliënten goed en fatsoenlijk is geregeld. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — bij de inkoop van Hulp bij Huishouden, ambulante begeleiding en dagbesteding een maximumaantal aanbieders te stellen, waarbij dit maximum niet hoger ligt dan het huidige aantal aanbieders; — wanneer nieuwe aanbieders worden toegelaten, de slechtst preseterende huidige aanbieders moeten afvallen, waarbij de overdacht van cliënten en personeel goed en fatsoenlijk geregeld is. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 297 Moti Datum 8 april 2016 otie De leden van de gemeenteraad F. Roosma M.F. Poorter 2
Motie
2
train
VN2022-005135 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR Zorg % Amsterdam Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 60 Datum besluit College B&W 25 januari 2022 Onderwerp Consequenties bouwkostenstijging en dekking aanvullend budget projecten onderwijshuisvesting De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van bijgevoede raadsbrief waarin het college v informeert over de meerkosten van circa € 5,1 min. voor projecten onderwijshuisvesting als gevolg van stijging van bouwkosten. De brief is v eerder via de Dagmail aangeboden. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet, het college is aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur Bestuurlijke achtergrond e Verordening Huisvestingsvoorzieningen Onderwijs Amsterdam 2020. Hierin is de wettelijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting vitgewerkt. In deze verordening staan de aan te vragen voorzieningen, de toetsingscriteria, de genormeerde vergoedingen en de beschrijving van het afhandelingsproces. * Onderwijshuisvestingsprogramma en Overzicht (hierna OHP). e Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Amsterdam (hierna RPO) 2020 — 2025 waar de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (hierna: minister) op 30 april 2020 mee heeft ingestemd. * Plan van scholen 2022-2025/ Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen. Op 7 juli jl. is het Plan van Scholen door de gemeenteraad vastgesteld. Aanvragen uit een eerder Plan vallen onder het overgangsrecht in het kader van de nieuwe wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen. e Leerlingentellingen en leerlingenprognoses. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.13 1 VN2022-005135 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam Zorg % Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022 Ter kennisneming Nee Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam Raadsbrief - Meerkosten projecten onderwijshuisvesting door stijging AD2022-018072 bouwkosten.pdf (pdf) AD2022-018050 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Maatschappelijke Voorzieningen, Jeannine Hendriks, [email protected], 0620602483 Gegenereerd: vl.13 2
Voordracht
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 621 Publicatiedatum 26 juli 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Ivens van 15 juli 2013 inzake consequenties van het openbaar worden van geheime stukken over project 1012. Aan de gemeenteraad Amsterdam, 23 juli 2013 inleiding door vragensteller: Afgelopen zaterdag lazen wij in het Parool dat bordeelhouders geheime gemeentelijke informatie tot zich konden nemen waardoor ze nu weten dat ze meer geld voor hun panden kunnen krijgen als ze het op een onteigening laten aankomen. De SP wil graag weten wat de consequenties hiervan zijn. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Volgens het artikel kost dit beveiligingsprobleem de gemeente mogelijk tientallen miljoenen. Kunt u aangeven hoeveel geld dit de gemeente tot op heden heeft gekost? En kunt u aangeven hoe groot het financiële risico is dat de gemeente loopt? Weet u wie er hebben geprofiteerd? Zo ja, wie / welke partijen zijn dat? Antwoord: Tot op heden heeft dit de gemeente geen geld gekost. Er hebben dus ook geen partijen geprofiteerd. Of en hoe de betreffende raambordeeleigenaren hun strategie ten aanzien van minnelijke onderhandelingen of onteigening laten beïnvloeden is op dit moment niet te zeggen. Tot welk bedrag de rechter in geval een onteigening de schadeloosstelling zal bepalen, is erg afhankelijk van de partij die wordt onteigend. Ook dat kan nu niet worden ingeschat en staat los van het openbaar worden van het stuk. De gemeente is bij de ramingen uit de notitie Nadere Financiële Onderbouwing uitgegaan van een worst case scenario en heeft bovendien rekening gehouden met een 10% onvoorzien. Dat blijft zo. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam Neeing be Gemeenteblad R Datum <datum onbekend> Schriftelijke vragen, maandag 15 juli 2013 2. Kunt u aangeven hoeveel geld van de gemeente tot op heden is besteed aan het opkopen van panden in het postcodegebied 1012? En kunt u aangeven waaraan dat geld is besteed? Antwoord: In de vertrouwelijke financiële bijlagen bij de voortgangsrapportages die elk jaar over het project worden gemaakt is aangegeven hoeveel tot op heden is besteed aan planschadebedragen voor reeds door partners aangekochte panden. 3. Hoeveel pandeigenaren zijn in het gebied onteigend in het kader van Project 1012? En hoeveel panden verwacht u dat de gemeente nog zal moeten onteigenen? Antwoord: Er is nog geen enkele pandeigenaar in het kader van Project 1012 onteigend. Hoeveel panden de gemeente nog zal moeten onteigenen valt nu niet te zeggen. 4. Doordat veel informatie vertrouwelijk is vindt de SP Project 1012 moeilijk controleerbaar. Bent u dit met de SP eens? Wordt er bij elk vertrouwelijk stuk goed gekeken of het echt noodzakelijk is om het geheim te houden? Hoe wordt dit bewaakt? Vindt u dat dit verbeterd kan worden? Zo ja, gaat u dat doen”? Antwoord: De gemeenteraad wordt volledig in kennis gesteld van alle vertrouwelijke informatie aangaande Project 1012. Ik ben het dus niet met u eens dat het bestaan van vertrouwelijke informatie de controleerbaarheid van het project bemoeilijkt. Bij elk stuk wordt nagegaan of er sprake is van vertrouwelijke/geheime informatie, met de insteek zoveel mogelijk transparantie te betrachten. De Gemeentewet kent een aparte procedure voor het opleggen van geheimhouding van stukken die verwijst naar de gronden van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). Voor de beoordeling of informatie vertrouwelijk/geheim moet blijven worden daarom de artikel 10-gronden van de WOB gehanteerd, waarmee bijvoorbeeld het schaden van financieel-economische belangen van de gemeente wegens bijvoorbeeld het benadelen van de onderhandelingspositie van de gemeente, of benadeling van de persoonlijke levenssfeer gronden vormen voor het opleggen van geheimhouding. De bewaking van de keuzes vindt ambtelijk plaats, door het bestuur, door (stadsdeel)raadsleden en kan zelfs door de rechter plaatsvinden. De screeningscommissie van het college en de raadsgriffie zien er ook nog apart op toe of er terecht geheimhouding wordt opgelegd. Een ieder die geheime informatie naar buiten brengt is strafbaar. Het systeem kent volgens mij voldoende checks en balances. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng Î Gemeenteblad Datum am onbekend Schriftelijke vragen, maandag 15 juli 2013 5. Wat betekent het voor de voortgang van Project 1012 dat pandeigenaren nu weten dat ze meer geld kunnen krijgen voor hun pand als ze het aan laten komen op een onteigeningsprocedure? Antwoord: Op basis van de openbaar geworden informatie kunnen pandeigenaren niet weten dat ze voor hun pand(en) meer kunnen krijgen als ze het aan laten komen op een onteigeningsprocedure. Schadeloosstellingen zijn afhankelijk van specifieke situaties (panden, bedrijfsvormen, gevoerde onderhandelingen etc), de manier waarop door de onteigeningsrechter benoemde deskundigen daar rekening mee hebben gehouden en de wijze waarop de rechter uiteindelijk vonnist. De openbaar geworden informatie is gebaseerd op gemiddelden en ervaringen. Elke eigenaar zal zijn keuze gaan maken. In die zin is er niets veranderd met de situatie voordat de informatie openbaar werd gemaakt. Ook toen hadden de eigenaren de keuze te wachten op onteigening of minnelijk te onderhandelen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Tosa % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW irectie Middelen . en Control % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023 Ter advisering aan de raad Portefeuille Financiën Agendapunt 3 Datum besluit B&W van 9 mei 2023 Onderwerp Voorjaarsnota 2023 De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Voorjaarsnota 2023. Wettelijke grondslag De Voorjaarsnota 2023 zelf kent geen wettelijke grondslag. De begroting daarentegen wel. De Voorjaarsnota 2023 is het document waar wijzigingen voor het lopende jaar worden voorgesteld. Op basis van artikel 189, lid 1 van de gemeentewet brengt de raad voor alle taken en activiteiten jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële middelen die hij naar verwachting kan aanwenden. In artikel 192, lid 1 van de gemeentewet staat dat besluiten tot wijziging van de begroting tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar kunnen worden genomen. Bestuurlijke achtergrond De Voorjaarsnota 2023 is het eerste moment in 2023 om te bezien of de Begroting 2023 bijsturing behoeft. Met deze voordracht wordt de gemeenteraad de Voorjaarsnota 2023 met de daarbij voorgestelde wijzigingen in de Begroting 2023 ter vaststelling van de gemeente Amsterdam formeel aangeboden. De Voorjaarsnota 2023 wordt in de raadscommissies van 14, 15, 21 en 22 juni en de raadscommissies van 5, 6, 12, en 13 juli 2023 behandeld. Op 19 en 20 juli 2023 ligt de Voorjaarsnota ter instemming voor in de gemeenteraad. Reden bespreking Zie raadsvoordracht. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies De Voorjaarsnota 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld. Gegenereerd: vl.6 1 VN2023-015628 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M W Directie Middelen _ 9 Amsterdam ‚ Ruimte en Groen, Water en Control % Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023 Ter advisering aan de raad Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Niet van toepassing. Welke stukken treft v aan? AD2023-050411 Bijlage 1 Voorjaarsnota 2023. pdf (pdf) AD2023-050410 Bijlage 3 Notitie Financiele Stresstest 2023-2027.pdf (pdf) Bijlage 4 Handreiking model brede stresstest gemeente Amsterdam AD2023-050412 2023.pdf (pdf) AD2023-050413 Bijlage_2 _Paspoorten_Reserves.pdf (pdf) AD2023-050415 Commissie MOW (1) Voordracht (pdf) AD2023-050414 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk, 06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.6 2
Voordracht
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 3 oktober 2023 Portefeuille(s) Gemeentelijk Vastgoed en Opvang Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Onderwerp Stand van zaken (alternatieve locaties) woonzorgfunctie Langerlust Geachte leden van de gemeenteraad, Op 3 november 2020 heeft het college besloten om boerderij Langerlust te verbouwen tot een voorziening voor Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen. Ook is toen besloten om, tot de omgevingsvergunning onherroepelijk is, te blijven zoeken naar alternatieve locaties voor deze functie, gezien de wensen van Stadsdeel Zuidoost tot realisering van horeca op deze locatie in het Gaasperplasgebied. Middels deze brief informeer ik v over de stand van zaken van de verbouwing van Langerlust, het zoeken naar alternatieve locaties en de stand van zaken rond de wensen voor het realiseren van horeca. Achtergrond en noodzaak Sinds 2018 is de gemeente op zoek naar een geschikte locatie voor een voorziening voor Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen voor ongeveer 30 kwetsbare mensen die dak- en thuisloos zijn en te maken hebben met complexe problematiek. Deze mensen gaan nu van opvanglocatie naar opvanglocatie in de binnenstad of verblijven op straat, wat weinig perspectief biedt voor stabilisatie en resocialisatie. Uit ervaring in Utrecht blijkt dat opvang in een rustige omgeving, gecombineerd met zinvolle dagbesteding op het terrein, zeer succesvol kan zijn. De bestaande voorzieningen zijn voor deze groep niet geschikt vanwege de drukte en prikkels in de stad. Op 7 april 2022 bent u tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie geïnformeerd over de mogelijkheid om, na een lange zoektocht, de gewenste woonzorgfunctie in boerderij Langerlust te realiseren. Boerderij Langerlust is aangemerkt als geschikte locatie vanwege de prikkelarme omgeving zonder direct omwonenden. Dit zorgt voor meer rust bij de cliënten en verbetert hun gedrag. Aansluitend heeft het college u met de raadsinformatiebrief van 19 april 2022 geïnformeerd over onderzochte alternatieven. In de raadsvergadering van 20 april 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met het afwijken van het hoofdgroenstructuurbeleid (HGS) ten behoeve van een Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen (MO/BW) in boerderij Langerlust. Stand van zaken verbouwing Langerlust Op dit moment is het ontwerp voor de verbouwingsplannen gereed. De aanvraag omgevingsvergunning is eind 2022 ingediend. De volgende stappen zijn de (voorbereiding van de) aanbesteding van de werkzaamheden en de vervolgstappen rond de vergunningverlening. Indien Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023 Pagina 2 van 3 de vergunning zonder bezwaar (en/of beroep) verleend kan worden, is deze eind 2023 onherroepelijk. Begin 2024 kan dan gestart worden met de verbouwing. De verwachte oplevering van Boerderij Langerlust is dan begin 2025. Deze planning hangt af van een voortvarende vergunningverlening (zonder bezwaar/beroep) en een succesvolle aanbesteding en uitvoering. Stand van zaken onderzoek alternatieve locaties Periodiek wordt onderzoek gedaan naar alternatieve locaties voor de woonzorgfunctie. Dit is ook de afgelopen periode gebeurd. De zoektocht naar een locatie voor deze doelgroep is gebaseerd op zeven criteria. Dit zijn de mogelijkheid om een gebouw van circa 1.200 ma te realiseren, een prikkelarme omgeving, voldoende buitenruimte, beschikbaarheid en verwerving door de gemeente, geschikt bestemmingsplan, goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer en toegankelijkheid voor nooddiensten zoals ambulance, brandweer en politie. Op meerdere momenten is de gemeentelijke vastgoedportefeuille onderzocht en een zoekvraag in de markt uitgezet om een alternatieve locatie te vinden. Voor één locatie — Bijlmerweide Noordelijk deel — is een meer vitgebreide studie naar de haalbaarheid gedaan. De conclusie is dat deze locatie geen geschikt alternatief is. De reden hiervoor zijn dat er sprake is van strijdigheid met het volkstuinparkenbeleid. Ook is er op dit moment geen bestaande bebouwing en ligt deze locatie in de Hoofdgroenstructuur. De oriënterende zoektocht heeft één interessante locatie opgeleverd op de Abcouderstraatweg. Deze locatie is al eerder onderzocht en toen als ongeschikt beoordeeld. De reden voor de ongeschiktheid was toen dat de eigenaar in gesprek was met horecaondernemers. Deze gesprekken hebben nog niet geleid tot een overeenkomst. Dat geeft aanleiding om deze locatie, toch nader te onderzoeken. De locatie is geen eigendom van de gemeente en de huidige opstal is te klein. Het vraagt een langdurig traject om hier de ontwikkeling voor de gewenste MO/BW- voorziening te realiseren. Bij het uit te voeren onderzoek zal naast de genoemde zeven criteria ook gekeken worden naar de planning. Gezien de huidige planvorming rondom Langerlust en gezien de noodzaak om binnen afzienbare tijd een passende MO/BW-voorziening voor de doelgroep te realiseren speelt de factor tijd een nadrukkelijke rol in de bestuurlijke afweging van alternatieven. Over de uitkomsten zal ik u in het vierde kwartaal van 2023 informeren, voordat de omgevingsvergunning onherroepelijk is. Horeca Omwonenden en het DB van Zuidoost hebben eerder gepleit voor het behoud van horeca en de zalenverhuur in Boerderij Langerlust. Ook de wens om op meerdere locaties in het Gaasperplasgebied horeca te ontwikkelen, is veelvuldig naar voren gekomen in het participatietraject voor de Gaasperplas. Toevoegen van horeca is voor het bezoekers van de Gaasperplas van belang en is daarom ook een belangrijk thema in het Toekomstplan Gaasperplas. Dat noemt 3 mogelijke locaties voor (uitbreiding) van permanente horeca: uitbreiding van de overdekte speeltuin Ballorig aan de zuidoever met een zelfstandig restaurant, horeca aan de noordzijde en aan de westzijde. Uit de participatie blijkt veel draagvlak voor alle drie de opties. De Technische Advies Commissie (TAC) heeft over de locaties aan de zuid- en westzijde eerder een positief pré-advies gegeven, maar adviseerde tevens om voor het nieuwe bestemmingsplan een totaalplan voor de horeca en voorzieningen in het Gaasperplasgebied te maken. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023 Pagina 3 van 3 De gewenste horeca past immers niet in het bestaande beleid van het bestemmingsplan en het beleid van Natuur Netwerk Nederland (NNN). Om de ambities voor horeca te kunnen realiseren is een wijziging in het bestemmingsplan en een verschuiving van het NNN-gebied noodzakelijk. Indien de Provincie Noord-Holland daar niet akkoord mee gaat, kan de ambitie voor horeca niet gehaald worden. Als de provincie wel akkoord gaat, neemt realisatie van de ambities sowieso meerdere jaren in beslag. Mede op verzoek van de raad (motie 1297 van raadslid Van Pijpen van GroenLinks) biedt het college daarom, binnen de kaders van het NNN en andere relevante regelgeving, ruimte aan lokale ondernemers voor kleinschalige, seizoensgebonden, duurzame en mobiele horecavoorzieningen rondom de Gaasperplas. Voor mobiele horeca is geen omgevingsvergunning nodig. Daarom zijn het NNN en de omgevingsverordening geen obstakels. Er is wel een standplaats- of ventvergunning vereist. De bevoegdheid voor het verlenen daarvan ligt bij de beheerder van het gebied: Recreatieschap Groengebied Amstelland. Dat heeft enkele ondernemers uit Zuidoost een vergunning verleend. De locaties waar zij mogen staan zijn de noordoever, de waterspeelplaats en de zuidoever, dus de drukste plekken aan de Gaasperplas. De mobiele horeca mogen tot zonsondergang op hun locatie staan. Volgens het college is er van mobiele horeca weinig of geen nadelig effect te verwachten op de waardevolle ecologie en rust in het park. Mobiele horeca is vooral in de zomermaanden een goede tijdelijke voorziening, zolang er geen definitieve horeca is. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, 7 2 \ L_a AAA ee nd and Rutger Groot Wassink Wethouder Gemeentelijk Vastgoed en Opvang Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
| Oe | | | Aan; College Burgemeester en wethouders Amsterdam, de leden van de raad met invalide parkeren in portefeuille, Hoofden van dienst aangaande en vooral IT en uitvoerenden. PB 202 1000 AE Amsterdam Amsterdam 14 maart 2019 | 2 Gemeente | | Referent aan eerdere bezwaren; Amsterdam | Uw numme: ë $ | Biljet findet | Uw ADS iV-Bedrijtsvoering | || Biljet pear Uw nummer | netum: 2e DZ | | Biljet °° zl SD \ {9 D Uw numme: Em aa tt Biljet | ar Uw numme) Beh. Ambt. : Biljet Cp: | Uw numme. ge He Biljet _ Uw numme Biljet Uw numme: Biljet Uw nummer | Biljet | Uw numme, | Biljet — zie ik het als een vorm van burgerplicht u deelgenoot te maken van een ernstige situatie | in de koppeling van diensten en uitvoering van regelingen daar waar deze elkaar raken en overlappen of zouden moeten combineren, informeren en beïnvloeden. - Geacht college, vertegenwoordigers en uitvoerenden, met de ontvangst van de tiende | naheffing heeft u de bonus gewonnen. Evenals in 2016 heeft handhaving onjuiste informatie om mee te werken. Dit maal geheel digitaal is mij gewaar geworden op de site van de gemeente belastingen waar de naheffingen eerder staan vermeld dan de brieven mij bereikt hebben en gezien de termijn die daar opstaat, qua betalingsraam, zijnde 14 dagen,wijs ik op de beperkingen welke gehandicapten in het kader van de | WMO vaak hebben te reageren. Dit als eerste bezwaar. Bijgaande zend ik u een afschrift | | | | … Fut kur 7 r | ne 4 : „Mm JL van een identieke zaak in 2016 om te verduidelijken dat mijn bezwaar destijds niet is mogen neerdalen in de statistiek gedreven politieke en ambtelijke top en uitvoering. | De beschermende regelingen welke het college ten behoeve van gehandicapte heeft | ingesteld worden teniet gedaan door het volstrekt kokervormig denken van de protocolisten in de uitvoering en dan is het deste schrijnender dat computersystemen , blijkens,niet op elkander zijn afgestemd. Niet gekoppeld zijn. Zelfs als, zoals in mijn situatie in beider keren de gehandicapte burger de moeite neemt om ONDANKS de handicap ter voorkoming van eerdere negatieve ervaringen met de ambtelijke opvolging | in het systeem, de moeite neemt om aan de balie van het stadsdeelkantoor de wijziging lleuge te regelen, en ondanks de uitleg en vriendelijke woorden van de receptioniste, ook na | { uitleg over de in de bijlage genoemde zaak, ondanks dat het systeem een uitdraai geeft van de wijzigingen, blijkt de wijziging na tien volle ambtelijke werkdagen de computer van de parkeerdienst niet te hebben bereikt, Evenals vorige keer dreigt de dienst met een klem na vijf naheffingen. zelfs op een invalidenummer bleek de vorige keer, zelfs | met een officiële Europese invalidekaart achter het raam werd er geklemd en ook nu weer is dat een risico. Waar laten we die rolstoeler die met veel moeite naar de balie geweest is om het te voorkomen als de reactie van de handhaving gekokkerd is. Geprotocolleerd, een status van bewustzijn die elk redelijk denkvermogen en afweging blijkt te blokkeren. Angstig als de ambtenaar geworden is dat zijn superieuren hem zullen offeren op het politieke hakblok. Maar in de oorsprong is het de doorgeschoten vercomputering die hier aan te grondslag ligt. “ Computer says NO “ is geen cabaret IK heb het live mee mogen maken en ook nu weer liggen er tien bezwaarschriften te wachten op welke uitzendkracht dan ook die bij gebleken juridisch gewicht de afhandeling heeft toebedeeld gekregen. En ik mag hopen dat de versheid van de junior de redelijkheid terug brengt maar gezien de bijlage en de | reacties toen.…? 1 Daarom een beroep op de hogere echelons dan de uitvoerenden die uiteindelijk uitvoeren wat de gekozenen bedacht hebben en de beambten hebben laten uitwerken en laten toetsen aan de harde werkelijkheid van de gehandicapte die op papier een steuntje in de rug zou hebben gekregen | Daarom de bonus in de vragende vorm. | Is het zo dat de uitdraaien van de controle ongezien en ongecontroleerd naar de | kentekenhouders gaan en zo ja/hoe simpel is het een koppeling te maken om | geregistreerde invalidekentekens te scheiden van de fiscale afhandeling en een, het liefst onder de gehandicapte voorkeursregeling van voormalig staatssecretaris Kleinsma aangestelde, Boab in een rolstoel, dubbel te laten controleren op Asociale omissies. Daarnaast een speciale dag voor de handhaving in opleiding door te brengen bij temperatuur rond het vriespunt in een rolstoel met de opdracht van de standplaats, | handbewogen, naar het stadshuis te rollen om daar uit te leggen dat het duidelijk is dat | klemmen van een blauwe kaart nooit meer tot de opdrachten KAN behoren. En dan voor de politiek, De burgervertegenwoordigers, vraag elke wethouder en diensthoofd aan te geven welke rolstoeler of armkrukker mede verantwoordelijk is voor het afgeven van bijvoorbeeld vergunningen in de bouw of andere op toegankelijkheid te controleren activiteiten. | Maar de hoofdvraag blijft hoe kan het dat een personeel onvriendelijke scanauto wordt | aangeschaft terwijl de balie en de uitvoeringscomputer technisch niet met elkaar praten, | Welke kloof brengen we hier aan het licht. Welk autisme signaleren we hier en welke | desinteresse licht ten grondslag aan het NIET signaleren van TIEN FOUTE naheffingen. | er - wan 1 an en vn Win AEB | sÀ Twee, dat kan. Drie misschien ook nog maar twee keer de klemnorm? | En tot slot hoe kan het dat een twee jaar oud adres aan de raad, schout en schepenen, nimmer tot maatregelen of onderzoek heeft geleid. Zelfs geen vraag of reactie, nou ja eentje dan met de vraag of er al iemand gereageerd had. Wie zou er in plaats van de uitvoerende handhaver op beleidsniveau een draai om de oren moeten krijgen. In 2016 werd met veel bombarie en ook schaamte de ondertekening van een VN verdrag gemeld. Hoe cynisch is het dat het na twee jaar niet is opgevallen of tenminste besproken dat er iemand bij vrieskou in een rolstoel richting OLVG geduwd moest | worden omdat de diensten elkaar de bal toespeelde waar het de verantwoordelijkheid | betrof. Halsstarrig de auto gijzelend en om losgeld vragend en verdwaald in het eigen | gelijk. En nu twee jaar later maak ik gebruik van de belangstelling welke de pers heeft in | het kader van verkiezingen om deze situatie dankbaar in te koppen. | Anders in december maar een boot vol bikkelpieten in een rolstoel misschien valt dat op. | namens de weduwe …__ _ ghet verbaal in tekst omgezet door haar | Kee W / Ò … ZT f oÁr Lan | / nj Crf(p AEN | dS hj \ Á 4 | \ p | / \ Il | | | d de . | ind” G eme e nte Gemeente Amsterdam | | ERE, ‚ Parkeerdiensten - Vergunningen | P® _ Amsterdam Ì Postbus 2727 mn A 1000 C5 Amsterdam | ader Telefoan 14 020 | LEREN www‚armsterdam,nl/parkeren 5 PN E) | Retouradres: Postbus 2727, 1000 CS Amsterdam | Daturn 21-02-2019 Kenmerk Onderwerp Kentekenwijziging parkeervergunning Geacht” —… ' | Op <datum> hebt u een kentekenwijziging vaor Uw parkeervergunning doorgegeven. Uw | vergunning staat nu zo bij ons geregistreerd | Vergunningnummer: ‚> | Oud kenteken ' Nieuw kenteken _: Datum wijziging _:21-02-2019 10:51 Gebied Heel Amsterdam Uw kenteken online wijzigen Staat het kenteken op vw naam? Dan kunt u het kenteken voortaan ook online wijzigen op parkeervergunning.amsterdam.nl. U logt hier ín met vw DigiD. Het kenteken is dan direct gewijzigd. U krijgt geen bevestiging van de wijziging. Staat het kenteken niet op uw naam? Dan kunt u het kenteken wijzigen met een online formulier op amsterdam.nl. Zoek op ‘kenteken wijzigen’. U ontvangt dan altijd een bevestiging per e-mail. Vragen? Bel ons dan op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur op 14 020. of kijk op | amsterdam.nl/parkeren. | Met vriendelijke groet, Oe On B85/V01/2018 „ —vuubrag « 5 | 1Ú- | 7 am ADT Tr * í _ : —| | | Aan: College Burgemeester en wethouders Amsterdam, Wethouder Infr en duurzaamheid [verkeer-vervoer] | PB 202 1000AE Amsterdam Pa Amsterdam 5 februari 201 Cop Q/ | , Klacht met toelichting en verzoek. Geacht college, mijn heer, In de week dat een volksvertegenwoordiger gezeten in een rolstoel een wetsvoorstel indiende | om de toegankelijkheid en daardoor de zelfstandigheid, van behinderden burgers na dertig jaar eindelijk daadwerkelijk wettelijk verplicht te stellen, is het alleen daarom al zo treurig u onderstaande te moeten voorleggen, Vrijdag jl. keerde de weduwe _ _ serug van de laatste inkoop van benodigde voor haar opname in het OLVG, bij haar mantelzorgvervoer. | Dit vervoer was door de uitvoerder van beleid, uw beleid, voorzien van een gele klem. | Zonder op detail te willen ingaan kunnen we vaststellen dat de opname bemoeilijkt werd en er | kosten gemaakt moesten worden om de weduwe zin haar rolstoel in het OLVG te krijgen. Het mantelzorgvervoer was voorzien van een digitaal gehandicapte kenteken, aangemeld en | achter de ruit stond een blauwe Europese invalide parkeerkaart. Rolstoeler, mantelzorger en kentekenhouder hadden alles gedaan wat de wet en de stedelijke regelgeving hen had geëist en zich ervan overtuigd dat dit niet zou kunnen. | Wat vooraf ging. Op 23 december 2015 hebhen de weduwe ‚ ‘samen met mantelzorgchauffeur en kenteken houder zich vervoegd aan de bali van stadsdeelhuis Noord ze rd en enne AM VE en /_ D/ | bj | rr e Lope Ad met het verzoek de auto van de weduwe — „erg, tot dan haar gekoesterd contact met de buitenwereld en haar zelfstandigheid, over te schriivan op het kenteken van de mantelzorgauto. Sinds lange tijd beschikte de weduwe … gg Over een gekentekende invalideparkeerplaats direct voor haar woning en een digitaal invalidekenteken | op haar eigen auto en had hoop dat haar situatie zo zou verbeteren dat zelfstandig gaan en staan | weer mogelijk zou zijn. Deze zelfstandigheid was een kostbaar bezit echter. | Kort samen gevat een hersenoperatie en meerdere protheses hebben haar dat verhinderd. Misschien is het goed om de lezer hier even mee te nemen in haar situatie. Deweduwe gewaardeerd bestuurslid van het wijkopbouworgaan Transvaal en lang jarig bezig geweest in de beruchte stadsvernieuwingsgolf van de vorige eeuw om de toenmalige invalideregeling, wettelijk verplicht, bij sloop nieuwbouw letterlijk te vuur en te zwaard af te dwingen werd geconfronteerd met de overgang van armkruk en rollator naar de rolstoel. Zich realiserend dat het kleine japannertje de rolstoel nooit kon herbergen accepteerde zij een mantelzorgauto en daarmee werd zij pijnlijk geconfronteerd met haar onzelfstandigheid, en daarmee haar afhankelijkheid van de hedendaagse zorg, lees derden. Inderdaad omdat ze geen enkel vertrouwen had in de accuratesse van de dienst parkeerbeheer | [lees de waanzin van verzelfstandiging] als onderdeel van de gemeente Amsterdam werd besloten persoonlijk naar de bali van de gemeente in noord te gaan om zeker te zijn dat in persoonlijk contact haar gehandicapte kenteken en digitale parkeermogelijkheden, haar geboden, overgedragen konden worden op de mantelzorg auto. | Ook de vijfde storing van het kafkaiaanse digiD experiment droegen daartoe bij. Aan de balie werden wij uiterst correct te woord gestaan en werd na enig telefonisch | interambtelijk consult de registratie aangepast en op ons verzoek werd ten tweede maal gebeld | met de dienst om te vergewissen dat per onmiddelliik de situatie geactiveerd was, Ondanks dat vond de weduwe het verstandiger de eerste tijd geen | gebruik te maken van het digitaal parkeren en zoveel als mogelijk op de algemene invalideplaatsen stil te staan We schrijven 23-12-2015 de z.g, kerstdrukte, Op verzoek van de handhavers van stadsdeel oost werd na ongeveer een week na nieuwjaar | weer gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden en werden de zeldzaam aangelegde invalideplaatsen rondom Oostpoort weer iets meer toegankelijk. [vergeten misschien?] Groot was de verbazing toen de kentekenhouder op 10 januari 2016 een naheffing ontving direct gevolgd door de tweede en zowaar nummer drie. De eerste twee overigens voorzien van de juristen truc TH en een niet bestaand huisnummer, | Met de ervaring uit het verleden zou een simpel telefoontje uitkomst hebben moeten bieden en | een oplossing geboden moeten worden leek het ons. Echter werd ons te verstaan gegeven dat de camerauto en camera-scotters zo van corruptie werden gevrijwaard door het de dienst niet mogelijk te maken hun fout te herstellen maar dat daarvoor een bezwaarschrift zou moeten worden ingediend want, hoera voor de ontschotting, alleen de stedelijke sheriff van Nottingham kon dit middeleeuws gericht doen wijzigen. Inmiddels was door de postvertraging, want ook tante post was niet aan de moderniteit | ontkomen maar de juristerij hadden nog geen weet van het niet meer dagelijks, en het liefst de volgende dag, bestellen van de post, het aantal naheffingen opgelopen tot vijf, En dan komt uw rol overduidelijk in beeld want wat heeft de stedelijke verenging van klerken en | bestuurders bedacht bij vijf naheffingen zou het de dienst goed uitkomen een wielklem te zetten. Dat scheelt werk en nadenken. | In het bezwaarschrift heeft de weduwe _aangegeven dat deze vorm van gijzeling in haar optiek en in haar situatie niet anders is dan gijzeling en intimidatie en het | infaam en harteloos genoemd. De vraag dient zich dan aan; Is de klem welke nu besproken | wordt gevolg van deze burgerlijke uitbrander in de richting van de portemonneesanctionisten | die zichzelf briljant vonden in het afdwingen van hun besluit. jj Ee \ C : 7 C le WID …C ot - Ti | A } . ene | Of is het veel erger te moeten vaststellen dat de instructie aan de uitvoerders van de protocollen, zijn vergezeld met enigerlei vorm van bevel is bevel, Later meer daarover, Op elk van de bezwaarschriften volgde een vriendelijke brief dat de zaak in behandeling was en | dat voorlopig niet betaald hoefde te worden. Tot zover hand in eigen boezem want het blijft mensenwerk nietwaar. Maar deze brieven kwamen van de belastingdienst van de gemeente Amsterdam en die hebben mogelijk nog geen verbinding met de dienst parkeerbeheer. Dus aldaar was het bezwaar en de schorsende werking onbekend naar wij vermoeden. Althans de dienst parkeerbeheer klemde. Inmiddels was het aantal naheffingen tijdens een studieweek opgelopen tot tien. Resultaat echter die vrijdag een koude invalide in een rolstoel die niet kon terug vallen op eigen vervoer, een enigszins gevlekte mantelzorger en een taxirekening. Echter wat volgt is zo zeker nog schokkender. Nadat de rode vlekken enigszins waren weggetrokken belde de mantelzorger het bijbehorende nummer bij de klem De baliemedewerker kon op zijn scherm niet zien dat het kenteken gedigitaliseerd beschreven stond en belde terug na overleg met een andere afdeling maar kon niet in het systeem kijken van | de mutaties van de kentekens over de afgelopen maanden. Wij hadden een verklaring op papier en konden nummers en data doorgeven aan de centralist en dat activeerde hem. Na nog een keer terug bellen, zijn inspanning word zeker gewaardeerd, was het hem duidelijk dat het kenteken gedigitaliseerd was en dat het was aangemeld, Ergo de fout was gevonden. Conclusie, handje, kusje, klem eraf, sorry. Fout!!! Na twee keer te zijn opgewaardeerd in leidinggevende was de botte conclusie dat de klem er pas af kon als er betaald werd en dan kon er een bezwaarschrift worden ingediend. Maar dan zouden ook de tien naheffingsaanslagen moeten worden betaald en als dat niet gebeurde werd er gesleept en waren die kosten ook voor de eigenaar van de auto. | De rode vlekken waren terug. Want wat had de majesteit ook weer in zijn nieuwjaarsrede gezegd over de zorgzame samenleving? Boekhouders met de middelvinger omhoog bleken het te zijn zelfs na uitgebreide uitleg en erkenning van de fout. Verschuilen achter je opdrachtgever. Bevel is bevel en dat in Amsterdam in het zicht van de dokwerker, Een gruwel. | Juridisch is het twee keer gestraft worden voor het zelfde vergrijp in strijd met de grondwet maar los daarvan roept deze situatie de nodige vragen op. Allereerst; Hoe haal je het in je hoofd een auto voorzien van een invalidekaart, en daarmee een invalide burger, zo te blokkeren. Als uitvoerende op straat zou je niet meer moeten kunnen slapen na | zo'n actie. Hoe komt dat, selectie, instructie of mentaliteit. | Dan als bekend is dat er ergens in de route door de gemeente of hen namens die, fouten gemaakt | zijn, deze op de genoemde wijze te sanctioneren. Ì | Dan dat er op de diverse beslissersnivo's waarmee wij gesproken hebben een sfeer heerst van | “ wij hebben een protocol en dat voeren wij uit koste wat het kost. ‘We geven toe dat het is mis gegaan maar dat veranderd niets aan onze korte nek en plat voorhoofd’. Immers wij kunnen ons verschuilen achter onze opdrachtgever, In deze, op afstand, de burgers van deze stad middels onze vertegenwoordigers die akkoord zijn gegaan met de juichende woorden van de toenmalige wethouder en het digitaal controleren en vooral incasseren in deze stad. Controleren is te duur. Zorgvuldigheid vraagt nadenken. Waar is in de praktijk mee akkoord gegaan in de raad??? | Aan een noodknop bij calamiteiten is nooit gedacht. Aan menselijke maat instructie aan de uitvoerende is nooit gedacht. > LS | | 1 Ta gE en «1 Aan de mogelijkheid dat er in schrijnende gevallen ontkoppeld zou kunnen worden door weldenkende mensen in de uitvoering en hen die ruimte te geven is nooit gedacht. Aan onbereikbaar zijn van de fiscaal verantwoordelijke afdelingen, bijvoorbeeld in het weekend, is gewoon niet gedacht, De feilbaarheid van systemen wil je niet weten. Ogen dicht en doof. | Het moge zo langzamerhand duidelijk zijn dat er iemand gedupeerd is door kortzichtig verkokerd denken en te gretig willen sanctioneren via de het z.g. pakken in de beurs. De middeleeuwse methode. Geen consideratie gewoon honger lijden. Welaan de hobby van een bonnetjes zoeker in een andere stad maar wij zien onze stad anders. Van mijn mentor Jan Schaeffer leerde ik dat je geen slechte ambtenaren hebt alleen slechte bestuurders en dit is wel een duidelijk voorbeeld, Want, leg uit hoe een gehandicapte met een beperkt PGB aan deze betalingsverplichting moet voldoen na ook al te hebben moeten betalen voor het schrijven van de bezwaarschriften. En dat terwijl deze burger samen met haar mantelzorger initiatief genomen heeft haar zaken zeker te regelen, daarvoor aan de balie geweest is, zich heeft overtuigd dat de regeling geactiveerd was en ook nog een wachtperiode heeft ingelast. Zorgvuldig genoeg toch? Wij willen van het college reactie en uitleg. Niet alleen van de oorzaak en reden van het ontstaan van zoveel onmenselijkheid bij de uitvoering en binnen de dienst, maar tevens wat de maatregelen zijn die genomen worden om de dienst de acute mogelijkheid te geven dit soort fouten te herstellen staande vrije hand en direct. Want dat het college deze situatie onwenselijk vindt achten wij reeds vastgesteld. In het verleden hebben we nogal wat heibel geschopt als architecten en aannemers onder hun | wettelijke verplichting wilde uitkomen rekening te houden met de gehandicapte regelingen en | dat zijn we niet verleerd. Met een medestander in het parlement een eitje verwachten wij. | | Dan blijft er het regelen van het teruggeven van de auto en het intrekken van de naheffingen op | zeer korte termijn. Want het mag duidelijk zijn dat dat vanuit het PGB niet te financieren is. | Realiseer dat vrijwillige mantelzorg hiermee ernstige schade heeft geleden. Blijft er de metaliteitsvraag want die zal gesteld moeten worden. Sancties die voor balkenendenormers een natte wind zijn maar voor PGB ers een maand niet eten betekenen kunnen al lang niet meer worden opgelegd wat het liberaal daar ook van vindt. Zelfs de doorsnee politieman schaamt zich voor zijn bonnetjes, nu de dienst parkeerbeheer nog. | Straffen als gebroken ledematen en verplicht in een rolstoel gedurende enige maanden zijn binnen onze kring uitgesproken om aan te geven hoe de doorsnee burger aankijkt tegen deze zaak. Burgers die ook door u vertegenwoordigd worden, soms. Namens el bn \ L dn „5 LA _ de mantelzorgers CC gemeenteraadsleden via mafl gemeentelijk ombudsteam directie Cition | | | | | |
Raadsadres
8
train
Gemeente Amsterdam Ô Gemeenteraad R Gemeenteblad 4 Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 982 Behandeld op 10 september 2020 Status aangenomen Onderwerp Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019. Overwegende dat: — _naar schatting 100.000 Amsterdammers laaggeletterd zijn, dat wil zeggen niet kunnen lezen en/of schrijven op taalniveau B1/2F*; — _een aanzienlijk deel van deze laaggeletterden het Nederlands als moedertaal heeft, ook wel NT 1'ers genoemd; — uit onderzoek blijkt dat deze groep moeilijk vindbaar is en tegelijkertijd vaak te maken heeft met multiproblematiek als armoede, schulden en gezondheidsproblemen; — in Amsterdam Noord een grotere concentratie van Nederlandstalige laaggeletterden woont dan in andere stadsdelen. Constaterende dat: — in het beleidskader Taaloffensief laaggeletterden met Nederlands als moedertaal als een van de prioriteiten wordt genoemd; — uit de jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019 blijkt dat de doelstellingen aangaande het bereik en het onderwijs aan laaggeletterden met het Nederlands als moedertaal bij lange na niet worden gehaald. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — Samen met Stadsdeel Noord in kaart te brengen hoe groot de groep laaggeletterden is die ten minste acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gehad en niet kan lezen en/of schrijven op taalniveau B1 (ERK)/ 2F (Meijerink); — Op basis van deze inventarisatie, binnen het beleidsplan Taaloffensief 2019- 2022) tot een actieplan te komen; — De raad hierover in Q1 2021 te informeren. De leden van de gemeenteraad T.C. de Fockert Y. El Ksaihi 1 https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/werkgevers/amsterdams-taalakkoord/ 1 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2077 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 18 december 2019 Behandeld op woensdag 18 december 2019 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Boomsma, Bosman, A.L. Bakker, Van Soest, Ceder en Taimounti inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Voeg De Balie toe aan de A-bis als een instelling) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2013). Overwegende dat: — het voorstel is om 20 instellingen ‘op naam’ in de A-bis op te nemen en daarnaast 8 ‘functies' te formuleren waar verschillende instellingen op kunnen inschrijven; — het college hiertoe heeft besloten n.a.v. een uitspraak van de Raad van State dat instellingen met dezelfde kansen subsidies moeten kunnen aanvragen behalve als er sprake is van uniciteit, en derhalve, dat alleen instellingen in de Amsterdam Bis kunnen komen die “uniek zijn in hun functie, onvervangbaar en een vast onderdeel van het fundament van de culturele infrastructuur”; — bijna op één na alle instellingen die in het vorige kunstenplan waren opgenomen in de A-bis daar opnieuw ‘op naam’ in zijn opgenomen, maar de Balie niet; — De Balie een unieke en onvervangbare functie vervult in de stad maar ook in de rest van Nederland en internationaal door het verzorgen van debatten, lezingen, exposities, films, muziek en andere voorstellingen met een bijzonder breed bereik; — De Balie zelf ook als enige produceert en programmamakers opleidt, — De Balie een podium biedt aan denkers, kunstenaars, dissidenten en journalisten die vaak nergens anders terecht kunnen en met grote regelmaat beveiligd moeten worden, en als enige instelling dergelijke ‘risicovolle’ sprekers programmeert; — de Balie aan alle andere criteria voldoet die het college heeft geformuleerd; — ook de Kunstraad heeft geadviseerd om de Balie op te nemen in de A-bis onder de categorie van instellingen die “funderend zijn in de stad' samen met o.a. het Bimhuis, Paradiso, Het Bijlmer Parktheater en het Koninklijk Concertgebouw; — De Balie op die grond een unieke en onvervangbare functie vervult in de stad en derhalve evenzeer in aanmerking komt voor opneming in de A-bis als de andere daarin opgenomen instellingen in hun eigen veld. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 2077 Amendement Datum 18 december 2019 Besluit: De Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 als volgt te wijzigen: — Op pagina 77 in de tabel 'Op naam in de Amsterdamse Bis' als nr. 21 toe te voegen: De Balie; — Op pagina 76 in de tabel bij functie “Podium en platform voor debat en programma's over kunst, cultuur, politiek en ontwikkelingen in de stad. In deze functie zijn 2 plekken beschikbaar" de 2 te wijzigen in “is 1 plek beschikbaar"; — Alle andere relevante passages en tabellen conform te wijzigen. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma A.M. Bosman A.L. Bakker W. van Soest D.G.M. Ceder M. Taimounti 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1256 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder J Ingekomen op donderdag 18 december 2014 Behandeld op donderdag 18 december 2014 Status Vervallen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan Amsterdam RÀI (overlapping met het bestemmingsplan Prinses lrenebuurt e.o). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RÀI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182); Overwegende dat: — het plan een strook grond van ongeveer 10 m breed en 290 m lang bestrijkt waarop het in 2006 vastgestelde bestemmingsplan Prinses lrenebuurt e.o. van toepassing is en de strook tot het in 2005 aangewezen monumentale deel van het Beatrixpark behoort; — in 2011 de bedoelde strook aan de Zuidas is toegevoegd [zie raadsbesluit van 12 februari 2014 inzake vaststelling grootstedelijke gebieden (Gemeenteblad afd. 3A, nr. 33/38)];, — de strook in het bestemmingsplan Amsterdam RAI is betrokken om de enkele reden dat deze behoort tot het grootstedelijk project Zuidas, het plan niet voorziet in veranderingen in deze strook en de strook in het plan de bestemming ‘Groen’ heeft; — het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt e.o. een uitgebalanceerde set aan regels bevat, toegespitst op de bescherming van het monumentale deel van het park, waartoe de strook behoort; — het bestemmingsplan Amsterdam RAI andere regels voor de bestemming ‘Groen’ bevat dan het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt e.o. Het bestemmingsplan Amsterdam RAI bestemt de voor ‘Groen’ aangewezen gronden bijvoorbeeld mede voor geluid- en luchtschermen en dit is niet passend in een monumentaal park; — er geen enkele noodzaak is het bestemmingsplan Amsterdam RAI op de strook van toepassing te laten zijn; — de strook ook weer aan de Zuidas wordt onttrokken, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1256 A d é Datum _ 9 januari 2015 mendemen Besluit: de grens van het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de gronden met de bestemming Groen, voor zover deze zijn gelegen ten westen van de Boerenwetering (met de bestemming Water), geen onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan Amsterdam RAI. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
Bezoekadres > < Gemeente Bezoek Am ste rd am 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 D amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam | | | | Datum 7 maart 2018 | Onskenmerk _TA2017-000831 Behandeld door S. Olthof, business controller Communicatiebureau, 06 1059 5613 N. ter Woerds, directeur Communicatiebureau, 06 2699 6886 Bijlage nee Onderwerp Reactie op motie 817.17 van raadslid Guldemond (D66) getiteld Jaarverslag 2016 (efficiënte inzet van communicatiemiddelen). | | Zeer geachte leden van de gemeenteraad, | In de vergadering van de gemeenteraad van 7 juli 2017 heeft vw raad bij de behandeling van het | Jaarverslag 2016 motie 817.17 van raadslid Guldemond van D66 aangenomen waarin het college | gevraagd wordt om: | | 1. Te verkennen in welke mate de door stadsdeel Centrum bedachte slimmere en | efficiëntere inzet van communicatiemiddelen breder toepasbaar is binnen de ij gemeente Amsterdam; 2. Te verkennen in welke mate hiermee ook een besparing mogelijk is op budgetten ten | behoeve van communicatie; | 3. De resultaten hiervan beschikbaar te stellen ten behoeve van de coalitievorming. | Ada. | Uit onze verkenning van de feiten blijkt dat er sprake is van een misverstand. Het positieve resultaat bij Stadsdeel Centrum in 2016 komt voort uit de besparingsopgave van het Communicatiebureau vanuit Slagvaardige Overheid. Eén van de besparingsmaatregelen van het Communicatiebureau was om de gemeentekrant niet meer decentraal, per stadsdeel, te laten maken, maar centraal. Op die manier zijn we van acht decentrale edities teruggegaan naar één centraal opgemaakte editie. In 2016 is het Communicatiebureau al gestart met deze nieuwe werkwijze, terwijl de daadwerkelijke bezuiniging pas in 2017 is ingeboekt. Hierdoor had Stadsdeel Centrum éénmalig een voordeel in het jaarverslag 2016, omdat zij de krant in dat jaar al niet meer zelf hoefden te maken, maar daar nog wel budget voor hadden. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. | Gemeente Amsterdam Datum 7 maart 2018 Kenmerk TA2017-000831 | Pagina 2 van 2 | Ada. Zoals beschreven onder punt a, is er inderdaad sprake van een efficiencyslag in het communicatiedomein, maar deze besparing is inmiddels dus al gerealiseerd per 2017 in het kader | van Slagvaardige Overheid. | | Ad 3. Op basis van bovenstaande uitkomsten is ten behoeve van de coalitievorming 2018 geen nieuwe bezuinigingsmaatregel voor te leggen. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. | Met de meeste hoogachting, | ollege van burgemeester en wethouders vá ê | | À CVN | TT | J.J.jvan Aaftsen A.H.P. va le waarnemend burgemdester gemeente retaris | | | | | | | [ |
Motie
2
train
> < Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 20 september 2023 Ingekomen onder nummer _52g Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Broersen en Garmy inzake niet-Nederlandse kiesgerechtigden wijzen op hun stemrecht Onderwerp Plan van aanpak opkomstbevordering Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over plan van aanpak opkomstbevordering Constaterende dat: -__ Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit maar met stemrecht op lokaal niveau één van de doelgroepen van het plan van aanpak opkomstbevordering is*; -_ Uit onderzoek blijkt dat veel niet-Nederlandse kiesgerechtigden niet weten dat ze stemrecht hebben bij gemeenteraadsverkiezingen?; -_ Europeanen woonachtig in Nederland maar zonder de Nederlandse nationaliteit een zogenoemd Y-32 formulier moeten inleveren als ze willen stemmen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement.3 Overwegende dat: -_Het van democratisch belang is dat zoveel mogelijk mensen gaan stemmen; -__Het daarom van belang is informatievoorziening zo toegankelijk en inclusief mogelijk te maken; -__ ledereen met stemrecht in staat zou moeten worden gesteld om te stemmen; -_ Dit begint bij mensen te informeren over het feit dat ze stemrecht hebben; * https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/13119739/2/20230822+PvA+opkomstbevordering+- +Luisterenten+Doen%2C+juli+2023, pg. 8 2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12312623/1/Rapport+lagetopkomst+Adam final, pg. 13 3 https://www.rijksoverheid.nl/wetten-en-regelingen/productbeschrijvingen/stemmen-verkiezingen- europees-parlement Gemeente Amsterdam Status Pagina 2 van 1 -_ Men zich eerst bewust moet zijn van diens kiesrecht voordat aanvullende acties die moeten aansporen tot stemmen (zoals het inrichten van bijzondere stembureaus) zin hebben; -_ Het Y-32 formulier tenminste 44 dagen vóór de verkiezingen moet worden ingeleverd, wat veel Europeanen mogelijk vergeten waardoor zij het recht verliezen om te stemmen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Bij verkiezingen waar Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit mogen stemmen, deze doelgroep te wijzen op hun kiesrecht, door: -__In oproepen en campagnes vanuit de gemeente die mensen moeten aansporen te stemmen, rekening te houden met deze groep. Bijvoorbeeld door sommige trotters te voorzien van de tekst “did you know you can vote too?” en een OR-code naar een Engelstalige webpagina met meer informatie; -_ Bij verkiezingen voor het Europees Parlement, Europeanen woonachtig in Amsterdam specifiek te herinneren aan het moeten invullen van een Y-32 formulier om in Nederland te kunnen stemmen. Indiener(s), J. Broersen |. Garmy
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit voor de raadsvergadering van woensdag 10 en donderdag 11 oktober 2018 Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 831 Publicatiedatum 8 oktober 2018 Agendapunt 8A Datum actualiteit 7 oktober 2018 Onderwerp Actualiteit van het raadslid N.T. Bakker inzake de uitbreidingsplannen van RAI Amsterdam met betrekking tot hal vijf en de momenteel door de bewoners van de Wielingenstraat ervaren overlast bij grote evenementen. Aan de gemeenteraad In een bericht op haar website van 20 juni 2018 heeft RAI Amsterdam te kennen gegeven hal vijf van het RAI complex met 30 meter te willen verlengen. Met deze plannen zou hal vijf 4.000 m2 aan expositieruimte erbij krijgen. Ook wordt er gesproken over het aanleggen van een nieuwe groenstrook als afscheiding met de straat. De bewoners van deze straat in kwestie, de Wielingenstraat, ervaren momenteel bij grote evenementen, zoals de IBC van afgelopen september, veel overlast van vrachtverkeer, bestelbussen en taxi's. Hoewel bewoners van de Wielingenstraat en de Stichting Overleg RAlbuurten (stOR) de overlast bij betrokken partijen hebben aangekaart, blijven adequate maatregelen om de overlast in te dammen tot dusver uit. Bewoners ervaren nog steeds veel overlast. Nu hal vijf naar verwachting in de nabij toekomst wordt uitgebreid en de ‘Wielingenstrook’ wordt heringericht met een groenstrook, is het hoog tijd om de ervaren overlast van de bewoners van de Wielingenstraat, de uitbreiding van hal vijf en de herinrichting van de Wielingenstrook in hun samenhang te bezien door een integraal plan op te stellen waarbij de bewoners actief betrokken worden ten einde de ervaren overlast in te dammen. Reden van spoedeisendheid RAI Amsterdam heeft te kennen gegeven hal vijf te willen gaan uitbreiden. Inmiddels is gebleken dat er bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied een aanvraag loopt om hal vijf uit te breiden. Wil een integraal plan — waarbij de door bewoners ervaren overlast en de uitbreidingsplannen in hun samenhang worden bezien — kans van slagen hebben dan zal hier dus snel mee begonnen moeten worden. Het lid van de gemeenteraad, N. T. Bakker (SP) 1
Actualiteit
1
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 20-07-2023 Portefeuille(s) Verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door V&OR [email protected] Onderwerp Dagelijkse vpdate nood- en hulpdiensten i.r.t. de pilot Weesperstraat Geachte leden van de gemeenteraad, Tijdens de raadsvergadering van 28 juni 2023 heb ik toegezegd vu gedurende het restant van de pilot Weesperstraat dagelijks te informeren over signalen en incidenten met betrekking tot de doorgang en de aanrijtijden van nood- en hulpdiensten bij de slagbomen. De signalen en incidenten die de nood- en hulpdiensten aan ons doorgeven, zijn één op één opgenomen in deze rapportage en hebben betrekking op de volgende locaties: de slagbomen op de vier kniplocaties bij de Weesperstraat, Anne Frankstraat, Hoogte Kadijk en Kattenburgergracht. Voor de volledigheid informeer ik v ook over de meldingen die wij hebben ontvangen met betrekking tot de omrijroutes: e _S100 Oost (Piet Heinkade). e _S114 (Piet Heintunnel). e 5116 (Kattenburgerstraat, Prins Hendrikkade, IJtunnel en Nieuwe Leeuwarderweg). Ambulance: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli. Algemeen beeld: ook vandaag zijn er geen nieuwe meldingen ontvangen vanuit de ambulancezorg. Signalen en incidenten: | Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing Brandweer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli. Algemeen beeld: Geen opmerkingen over de dienst van 19072023 Signalen en incidenten: | Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2 Politie: en meldkamer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli. Algemeen beeld: Op woensdag 19 juli zijn er bij de politiemeldkamer geen incidenten gemeld of geconstateerd die te herleiden zijn op de zogenaamde “knip Signalen en incidenten: | Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing Verificaties Bovenstaande signalen en incidenten zijn geverifieerd bij de directie van de drie nood en hulpdiensten. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, (4 LEN m CALE ad, Melanie van der Horst Wethouder verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 313 Publicatiedatum 4 april 2014 Ingekomen onder AY Ingekomen op donderdag 13 maart 2014 Behandeld op donderdag 13 maart 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok, mevrouw Van Roemburg, de heer Paternotte, de heer Ivens, mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer Evans-Knaup inzake het gebouw Felix Meritis. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014 inzake het faillissement van Felix Meritis Foundation (Gemeenteblad afd. 1, nr. 205); Constaterende dat: — het college gebruikmaakt van het eerste recht van koop om Gebouw Felix Meritis te kopen om vervolgens door te verkopen door middel van een openbare verkoopprocedure; Overwegende dat: — meerdere partijen hun interesse in de aankoop van Gebouw Felix Meritis kenbaar hebben gemaakt; — de raad een motie heeft aangenomen waarin wordt gevraagd in de openbare verkoopprocedure zowel de beste financiële oplossing voor de gemeente Amsterdam, alsmede het behoud van de culturele functie van het gebouw als uitgangspunten te gebruiken als verkoopvoorwaarde; — het uitspreken van een wens wat betreft een bepaalde huurder mogelijk een ongelijk speelveld creëert; — het publieke karakter van gebouw Felix Meritis zoveel mogelijk gewaarborgd dient te blijven, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteblad R Nummer 313 : Amendement Datum 4 april 2014 Besluit: voordracht nr. 205 van 2014 als volgt aan te passen: — op blz. 5 de tweede bullet onder ‘Voorstel voor de inrichting van de selectieprocedure:’ “Het is de wens van College dat ICK Amsterdam en de Henny Jurriens Stichting een plek in Felix Meritis krijgen, maar het is geen wegingsfactor noch een voorwaarde. ICK Amsterdam en partners kunnen maximaal €200.000 huur betalen. Afhankelijk van de ruimte die ze gaan huren zal een huurprijs bepaald moeten worden. Het is echter aan de inschrijvers om te bepalen of en hoe zij dat eventueel in hun plan vormgeven. Deze en andere potentiele huurders/gebruiker (eventuele doorstart Foundation) kunnen in contact worden gebracht met de inschrijvers; te schrappen; — op blz. 4 het inhoudelijke uitgangspunt ‘Begane grond moet een openbare publieksfunctie krijgen’ te wijzigen in ‘Gebouw Felix Meritis moet zoveel mogelijk een openbare publieksfunctie krijgen’. De leden van de gemeenteraad, M.H. Ruigrok E.T.W. van Roemburg J.M. Paternotte LGF. vens M.D. Shahsavari-Jansen LR. Evans-Knaup 2
Motie
2
train
AGENDA (concept) Raadscommissie SOCIALE ZAKEN Datum: Dinsdag 4 juni 2013 Aanvang: 20:00 uur Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Blok A Procedureel Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo Opening/Mededelingen DO Vaststellen agenda Ter vaststelling 3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde onderwerpen Verslag 7 mei 2013 Ter vaststelling Openstaande toezeggingen 6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s Blok B Bespreking beleidsonderwerpen Nr. [Onderwerp _________________________\Nadereinfo |Regnr. 7._\Voorjaarsnota__________________[Teradseig | | Blok C Algemeen Nr. [Onderwerp 8. [Rondvraag 9. [Svting Belanghebbenden die bij één van de agendapunten of in het inspraakkwartiertje wensen in te spreken kunnen tot 24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924, of raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet. De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
Agenda
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 183 Publicatiedatum 5 april 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 19 maart 2013 inzake vergiftigde honden in het Amsterdamse Bos. Amsterdam, 28 maart 2013 Aan de gemeenteraad inleiding van vragensteller. Afgelopen tijd zijn er minimaal twee honden vergiftigd, mogelijk door het eten van vergiftigde worsten die waren verstopt in het Amsterdamse Bos. De boswachterij adviseert hondenbezitters alert te zijn tijdens een bezoek aan het bos. In het gebied rond de heuvel wordt geadviseerd om de viervoeter kort aan te lijnen. Boswachters houden de komende tijd extra toezicht. (Bron: AT5). Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 maart 2013, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is de wethouder op de hoogte van deze vergiftigingen? Antwoord: De wethouder Amsterdamse Bos is op de hoogte van drie honden met vergiftigingsverschijnselen, waarvan het onduidelijk is wat de honden hebben binnen gekregen. 2. Op basis waarvan denkt de boswachterij dat vergiftigde worsten de oorzaak zijn? Antwoord: Naast vergif kunnen het ook medicijnen, drugs, blauwalg of bijvoorbeeld paddenstoelen zijn geweest. In de media werd gesproken over vergiftigde worsten. We weten de oorzaak niet, maar nemen de melding zeer serieus. De boswachters houden uit voorzorg extra toezicht. De politie Amsterdam- Amstelland neemt het gebied mee op surveillance. De bezoekers werden geïnformeerd via de website van het Amsterdamse Bos. Ter plekke werden bezoekers op de hoogte gebracht via tijdelijke bebording. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Sori 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 19 maart 2013 Verder werden de dierenambulance en dierenklinieken in Aalsmeer, Amstelveen en Amsterdam op de hoogte gesteld, zodat dierenartsen eventuele vergelijkbare verschijnselen kunnen herkennen. Ook de hondenuitlaat-centrales die van het Amsterdamse Bos gebruikmaken werden gewaarschuwd. 3. Is het bekend door welk gif de honden zijn vergiftigd en ging het in beide gevallen om hetzelfde gif? Antwoord: Het is onbekend waar de vergiftigingsverschijnselen bij de honden vandaan komen. Er wordt gewacht op de uitslag van de sectie op één hond. 4. Iser al iets bekend over de mogelijke dader of daders? Zo nee, heeft deze zaak prioriteit bij de politie? Antwoord: Omdat de oorzaak (nog) niet bekend is, kunnen we niet spreken over dader of daders. Afhankelijk van de uitslag van de sectie worden eventuele stappen ondernomen. 5. Wat is hetrisico op nieuwe gevallen van vergiftiging? Antwoord: We doen er alles aan om te voorkomen dat nieuwe gevallen van vergiftiging van honden optreden. Na 10 maart zijn geen nieuwe gevallen van honden met vergiftigingsverschijnselen bekend. 6. Worden bezoekers (hondenbezitters) van het Amsterdamse Bos behalve via de website van het Amsterdamse Bos en via media ook op andere manieren, en ter plekke op de hoogte gebracht van het risico op vergiftiging van hun hond? Zo ja, op welke manier worden hondenbezitters geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja, bezoekers worden geïnformeerd via de website van het Amsterdamse Bos. Ter plekke worden bezoekers op de hoogte gebracht via tijdelijke bebording. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 440 Publicatiedatum 12 juni 2015 Ingekomen op 10 juni 2015 Ingekomen onder w Te behandelen op 1/2 juli 2015 Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Groot Wassink, mevrouw Roosma en mevrouw Moorman inzake de Voorjaarsnota 2015 (geen gedwongen ontslagen). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379); Overwegende dat: — het college in de bestuursopdracht Slagvaardige Overheid 65 miljoen euro structureel bezuinigt op de organisatie; — het college inschat dat dit leidt tot een formatiereductie van 350 fte; — het college aangeeft dat hierbij gedwongen ontslagen niet uitgesloten zijn, maar slechts het uitgangspunt; — gedwongen ontslagen ongewenst zijn uit het oogpunt van goed werkgeverschap; — een nieuwe reorganisatie waarbij gedwongen ontslagen vallen niet bijdraagt aan de rust in de organisatie die nodig is om de verschillende verandertrajecten tot een goed einde te brengen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: uit te sluiten dat er gedwongen ontslagen vallen als gevolg van de bezuinigingsoperatie Slagvaardige Overheid. De leden van de gemeenteraad, B.R. Groot Wassink F. Roosma M. Moorman 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1573 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder E Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019 Behandeld op woensdag 9 oktober 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam 2050 (dierenwelzijn) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam 2050 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1536). Constaterende dat: — in de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam ambities voor de stad beschreven worden, bijvoorbeeld op gebied van klimaat, bereikbaarheid en gezondheid; — gemeentelijk beleid ook betrokken wordt bij de Omgevingsvisie:; — Amsterdam ook een eigen dierenwelzijnsbeleid heeft; op dit moment dierenwelzijn nog niet wordt meegenomen in de Omgevingsvisie. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Mogelijkheden te bekijken hoe dierenwelzijn ook een plek kan krijgen in de Omgevingsvisie. Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 1631 Publicatiedatum 29 december 2017 Ingekomen onder A Ingekomen op woensdag 20 december 2017 Behandeld op woensdag 20 december 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Torn inzake het initiatiefvoorstel “Betere handhaving voor een schonere stad” (effectiever straffen van ‘afvalovertreders). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel “Betere handhaving voor een schonere stad” van de leden Torn en Ruigrok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1611). Overwegende dat: — zwerfvuil een grote ergernis is voor veel Amsterdammers die onze stad ontsiert; — de effectiviteit en afschrikkende werking van sancties sterk toeneemt, als de hoogte ervan bij herhaling ook toeneemt; — andere steden in Nederland manieren hanteren om recidivisten strenger te bestraffen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Te onderzoeken op welke manieren veelplegers van overtredingen van lokale regelgeving zoals het op straat achterlaten van zwerfvuil effectiever kunnen worden gestraft zodat de straffen een meer afschrikwekkende en corrigerende werking hebben; 2. Vóór de zomer van 2018 met een voorstel te komen met manieren om afvalrecidivisten zwaarder te beboeten. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma R.K. Torn 1
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1064 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen onder I Ingekomen op woensdag 5 november 2014 Behandeld op woensdag 5 november 2014 Status Verworpen Onderwerp Amendement van de raadsleden mevrouw Roosma en mevrouw De Heer inzake de beleidsnota, getiteld: ‘Herziening rentestelsel’. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 september 2014 inzake de beleidsnota, getiteld: ‘Herziening rentestelsel’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 892); Overwegende dat: — het college heeft besloten een aanpassing te doen in het eerder voorstel inzake herziening van het rentestelsel, namelijk de renterisicobuffer op te hogen van 2% naar 3% van de externe schuld; — hierdoor er de komende jaren minder begrotingsruimte beschikbaar is dan in de bijgestelde Nota Begrotingsruimte: 6 miljoen euro minder in 2015 oplopend naar schatting naar 27 miljoen euro minder in 2018; — wanneer de renterisicobuffer vrijvalt bij de Jaarrekening, deze direct naar het aflossen van schulden gaat, zoals is afgesproken in het coalitieakkoord; — door het ophogen van de renterisicobuffer van 2% naar 3% de kans groter is dat er meer wordt afgelost aan schuld dan in het coalitieakkoord was afgesproken, terwijl er minder begrotingsruimte beschikbaar is; — het niet wenselijk is dat het effect van ophogen van de renterisicobuffer van 2% tot 3% leidt tot meer schuldaflossing dan eerder afgesproken; — het wel wenselijk zou zijn dit effect onderdeel te laten zijn van een integrale afweging bij de jaarrekening, 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1064 A d é Datum 19 november 2014 “Mendemen Besluit: in ontwerpbesluit nr. 892 van 2014 het beslispunt 1b als volgt te wijzigen: “b eventuele meevallers in het renteresultaat aan te wenden voor aflossing van de schuld. Een mogelijke vrijval van de renterisicobuffer als volgt in te zetten: — heteerste deel van de renterisicobuffer (namelijk het financiële effect van de ophoging van de buffer van 2% naar 3%) te betrekken bij een integrale afweging van verdeling van middelen bij de jaarrekening; — het resterende deel in te zetten voor het aflossen van schulden.” De leden van de gemeenteraad, F. Roosma A.C. de Heer 2
Motie
2
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1076 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen onder Vv Ingekomen op donderdag 6 november 2014 Behandeld op donderdag 6 november 2014 Status Verworpen Onderwerp Motie van het raadslid de heer N.T. Bakker inzake het bestemmingsplan Haarlemmerbuurt-Westelijke eilanden. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014 inzake het bestemmingsplan Haarlemmerbuurt- Westelijke eilanden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 915); Overwegende dat: — in het centrum ook ruimte moet zijn voor woonbuurten; — het van belang is het Westerdokseiland leefbaar te houden; — het niet wenselijk is dat daar veel horeca en terrassen bijkomen die tot laat in de avond of nacht geopend zijn; Constaterende dat: — de Amsterdamse bestemmingssystematiek ruimte biedt voor diversificatie op het gebied van horeca-aanbod op het gebied van o.a. openingstijden en alcoholverstrekking, Besluit: voor het Westerdokseiland geen ruimte te bestemmen voor horeca die later dan 22.00 uur geopend mag zijn en het bestemmingsplan hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad, N.T. Bakker 1
Motie
1
discard
VN2021-001279 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B rve wonen Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin % Amsterdam Jp di Voordracht voor de Commissie WB van 03 februari 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 5 Datum besluit Nvt. Onderwerp Samenwerking tussen corporaties en de CAWA De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de brief over de samenwerking tussen de Commissie voor Ateliers en (Woon) Werkpanden Amsterdam (CAWA) en de corporaties. Wettelijke grondslag Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Tijdens de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 november 2019 heeft de wethouder Bouwen en Wonen toegezegd aan de heer Hammelburg van D66, ute informeren over de samenwerking tussen de Commissie voor Ateliers en (Woon) Werkpanden Amsterdam (CAWA) en de corporaties. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Afgestemd met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.2 1 VN2021-001279 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, rve wonen % Amsterdam . „ . oe % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 03 februari 2021 Ter bespreking en ter kennisneming Brief aan raadscie. WB over samenwerking corporaties en de CAWA, 3 AD2021-004527 december 2020. pdf (pdf) AD2021-004528 Commissie WB (1) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Maartje Wijnhoven, 06-1466 1827, m.wijnhoven@®amsterdm.nl Gegenereerd: vl.2 2
Voordracht
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1133 Publicatiedatum 23 september 2016 Ingekomen onder AM Ingekomen op 14 september 2016 Behandeld op 14 september 2016 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Watervisie Amsterdam 2040 (geen ruimte voor hengelen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874). Overwegende dat: — de watervisie het mogelijk maakt dat er in de agrarische en natuurgebieden rond de stad nieuwe goed bereikbare plekken komen voor meer extensieve vormen van recreatie zoals vissen, kanoën, roeien en schaatsen; — _er wetenschappelijk bewijs is dat het vangen van vissen gepaard gaat met stress, pijn, leed en angst. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: geen ruimte te creëren voor hengelen als extensieve vorm van recreatie. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 222 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder BP Ingekomen op donderdag 15 februari 2018 Behandeld op donderdag 15 februari 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Roosma, Timman, Mbarki en Flentge inzake de doorontwikkeling van Samen Doen. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de doorontwikkeling van de aanpak van multiproblematiek in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 135). Constaterende dat: — Het college in overleg met de aanbieders besloten heeft tot doorontwikkeling van de Samen Doen teams waarin het management van de Samen Doen teams door de gemeente wordt overgedragen aan een samenwerkingsverband van maatschappelijke partners per 1 januari 2019; — De gemeente en de aanbieders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het oplossen van problemen van multiprobleemgezinnen; — Het verbeteren van de gemeentelijke prestaties op de gebieden wonen, schulden en inkomen volgens het college ‘effectiever aangepakt’ kunnen worden. Overwegende dat: — Ernog een grote opgave ligt bij de gemeente om de processen op de overige domeinen die de bestaanszekerheid raken (wonen, inkomen en schulden) te verbeteren, conform de motie Roosma c.s. van 8 november 2017 (nr. 1400.17); — De directeur van RVE Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de opdracht heeft gekregen dit verder uit te werken en de raad in de zomer van 2018 wederom geïnformeerd wordt over de uitwerking; — De gemeente verantwoordelijk blijft voor (de uitvoering van) de ondersteuning op deze domeinen (wonen, inkomen en schulden). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Een duidelijk go/no-go-moment in te bouwen gelijktijdig met de volgende voortgangsrapportage zomer 2018 en in deze voortgangsrapportage zo concreet mogelijk aan te geven hoe de gemeente gaat werken en welke doelen we daarin stellen; 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Afdeling 1 Gemeenteraad R Nummer 222 Motie Datum 21 februari 2018 2. De raad hiermee de kans te geven om af te wegen of de basis aan de kant van de gemeente op het gebied van wonen, schulden, inkomen stevig en concreet genoeg is zodat de aan bieders de bredere verantwoordelijkheid voor de aanpak van multiproblematiek op zich kunnen nemen; 3. Voorafgaand aan de voortgangsrapportage en het go/no-go-moment een samenkomst te organiseren met de raad en de aanbieders van Samen DOEN om aan de hand van concrete casuïstiek te kijken naar hoe er concreet gewerkt gaat worden na overdracht van het management van de teams. De leden van de gemeenteraad F. Roosma D. Timman S. Mbarki E.A. Flentge 2
Motie
2
discard
VN2022-030441 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin Dienstverlening x% Gemeente ) 9 9 RO % Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022 Ter advisering aan de raad Portefeuille Dienstverlening Ruimtelijke Ordening Financiën Woningbouw (20) Financiën (36) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32) Openbare Orde en Veiligheid (2) Ruimtelijke Ordening (22) Agendapunt 4 Datum besluit College van B&W 13 september 2022 Onderwerp Vaststellen Legesverordening Amsterdam 2023 De commissie wordt gevraagd De raad te adviseren: |, de Verordening op de heffing en invordering van leges 2023 (Legesverordening Amsterdam 2023) vast te stellen zoals opgenomen in de bijlage en kennis te nemen van de toelichting zoals opgenomen in de raadsvoordracht. IL In te stemmen met de toewijzing van de bevoegdheid aan het college van B&W om redactionele wijzigingen en veranderende Rijkstarieven door te kunnen voeren. IL In geval de Omgevingswet niet per 1 janvari 2023 wordt ingevoerd, het vervangende voorstel met een aangepast hoofdstuk 3 ‘Fysieke leefomgeving’ vast te stellen. In dit aangepaste hoofdstuk 3 zijn de percentages van de bouwvergunning verlaagd om rekening te houden met de hoge bouwinflatie en is het tarief voor duurzaam verbouwen eveneens aangepast. Wettelijke grondslag e Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om belastingverordeningen vast te stellen. e Artikel 229 van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor Verordening op de heffing en invordering van leges. Op grond van dit artikel kan een gemeente onder andere rechten heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Onder rechten worden mede verstaan de leges. e De artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet bepalen dat een burgemeester of gezaghebber rechten kan heffen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een reisdocument. e Artikel 156 van de Gemeentewet maakt mogelijk dat de raad de bevoegdheid tot aanpassing van de legesverordening onder strikte voorwaarden kan overdragen. Bestuurlijke achtergrond De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van de legesverordening en -tabel ligt bij de gemeenteraad. Het wettelijke vitgangspunt (Gemeentewet) is dat de leges niet meer dan 100% kostendekkend mogen zijn. Een overzicht van de kostendekkendheid van de leges is opgenomen in de begroting, paragraaf Lokale heffingen. Gegenereerd: vl.l1 1 VN2022-030441 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Dienstverlening % Amsterdam RO % Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022 Ter advisering aan de raad In de commissie Kunst, Democratisering en Diversiteit van 2 juni 2021 is het beleidskader Leges gedeeld met daarin de vitgangspunten en uitleg van de legesverordening en de tarieventabel. Reden bespreking De Legesverordening wordt tegelijkertijd met de Begroting behandeld in de raad en voorafgaand besproken in alle betrokken commissies. De behandeling vindt plaats in verschillende commissies omdat de tarieven van de verschillende onderdelen vit de Legestabel onder diverse portefeuilles & begrotingsprogramma’s vallen. De Eerste Kamer heeft aangegeven in oktober in te zullen stemmen met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023. Er is echter een kleine kans dat er begin november toch weer uitstel volgt. In geval de Omgevingswet niet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd is de opgestelde legestabel niet meer correct. Met de griffie is afgestemd dat er met die mogelijkheid in het raadsvoorstel rekening wordt gehouden en er is daarom een alternatieve tabel toegevoegd aan het raadsvoorstel. Hierin wordt voor H3 Fysieke Leefomgeving weer teruggegrepen op de oude legestabel zonder Omgevingswet, met een paar aanpassingen om het hoofdstuk te actualiseren en te verbeteren. Op moment van besluitvorming in de raad (9-10 november) is hoogstwaarschijnlijk bekend welke versie van de legestabel 2023 moet worden vastgesteld. Uitkomsten extern advies Niet van toepassing Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies * Commissie Financiën, Kunst en Diversiteit (FKD) Leges Ha Informatie, H2 Burgerzaken, 6.5 Evenementen en Ha1 Algemene bepalingen Portefeuilles ‘Dienstverlening’, ‘Evenementen’ * Commissies Ruimtelijke Ordening (RO) en Woningbouw en Volkshuisvesting (WV), Duurzaamheid en Circulaire economie Leges H3 Omgevingsvergunningen, Fysieke Leefomgeving Portefeuilles ‘Ruimtelijke Ordening’, Woningbouw’, ‘Volkshuisvesting’ en ‘Duurzaamheid’ * Commissie Algemene Zaken (AZ) Leges H6 (m.u.v. 6.4 & 6.5) Horeca, Kansspelen, Prostitutie, Activiteiten op de Openbare Weg, Milieu Portefeuille ‘Openbare Orde en Veiligheid’ * Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering (SED) Gegenereerd: vl.l1 2 VN2022-030441 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling R Dienstverlening % Amsterdam % Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022 Ter advisering aan de raad Leges H6.4 Winkeltijdenwet en H7.4 Ambulante Handel Portefeuille ‘Economische Zaken’ * Commissie Mobiliteit, Openbare ruimte en Water (MOW) Leges H7.1-7.3 Vergunningen Openbare Ruimte, H8 Verkeer en Vervoer en Hg Binnenwater Portefeuilles ‘Openbare Ruimte en Groen’, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit’ en ‘Water’ e Commissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding (OZA) Leges H1o Kinderopvang Portefeuille Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen’ Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2022-087910 | 1. Gemeenteraad Voordracht Legesverordening 2023 op gnov2022.pdf (pdf) AD2022-087908 2. Legestabel 2023 vs. 2022 MET Omgevingswet (pdf) 3. BEKENDMAKING legesverordening Amsterdam 2023 met AD2022-087906 ‚ Omgevingswet (msw) AD2022-087909 | 4. Alternatieve Legestabel 2023 vs 2022 ZONDER Omgevingswet (pdf) 5. BEKENDMAKING_Alternatief- legesverordening Amsterdam2023 AD2022-087907 ‚ ZONDER Omgevingswet (msw12) AD2022-087911 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie dienstverlening, Sarie Muijs, s.muijs@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.l1 3
Voordracht
3
val
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 341 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Khan inzake de Begroting 2023 Onderwerp Actieplan Terugdringen Drugsgebruik Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Overwegende dat, -_ De Amsterdamse Burgemeester en andere leden van de driehoek de noodklok hebben geluid over de gewelddadige criminaliteit en ondermijning die het gevolg zijn van de grote hoeveelheid geld die wordt verdiend bij de verkoop van cannabis in coffeeshops; -_Erveel signalen zijn dat de handel in cannabis verweven is met de handel en harddrugs en de gewelddadige criminaliteit die daarmee verbonden is; -_ Burgemeester, politie en OM om die reden hebben voorgesteld om het i-criterium in te voeren om zo de vraag naar en het aantal gebruikers te verminderen -_Daarvoor geen meerderheid is maar de gemeenteraad stelt dat niets doen geen optie is -_ Drugsgebruik steeds meer dreigt te normaliseren; -_ Het belangrijk is om als overheid heldere normen vit te dragen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_Een Actieplan “Terugdringen Drugsgebruik” op te stellen met duidelijke streefcijfers voor een concrete vermindering van het gebruik van cannabis en andere drugs in de stad, zowel door bezoekers als door Amsterdammers, en jaarlijks te rapporteren over de voortgang, waarbij, indien het drugsgebruik onvoldoende afneemt, aanvullende maatregelen worden genomen Indiener(s), D. T. Boomsma S. Khan
Motie
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1254 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder H Ingekomen op donderdag 18 december 2014 Behandeld op donderdag 18 december 2014 Status Vervallen Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan Amsterdam RAI. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182); Overwegende dat: — de toelichting van het bestemmingsplan Amsterdam RAI vermeldt dat de bomen langs de havenkom en op de horecalocatie behouden moeten blijven en dat zorgvuldige inpassing van de bebouwing met zorg voor behoud van de bomen randvoorwaarde is; — behoud van de bomen kan worden gewaarborgd door een dubbelbestemming in het bestemmingsplan op te nemen, Besluit: 1. toe te voegen de dubbelbestemming Waarde - Waardevolle boom voor de watercipressen, de iepen, de zoete kersen en de linde langs de havenkom resp. op de horecalocatie, waarbij elke boom met een cirkel ter grootte van de kroonprojectie als zodanig wordt bestemd; 2. aan hoofdstuk 2 een artikel 11 toe te voegen met vernummering van de daarna volgende artikelen: “Artikel 11 Waarde - Waardevolle boom 11.1 Omschrijving a. De voor Waarde - Waardevolle boom aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en instandhouding van een waardevolle boom. b. De bestemming Waarde - Waardevolle boom is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 1254 A d nt Datum _ 9 januari 2015 mendeme 11.2 Regels Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd anders dan plankierverhogingen die als zitplaats dienen. 11.3 De conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom mogen niet worden aangetast door het uitvoeren van werken en werkzaamheden.” Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1294 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie ID Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Ernsting inzake de Begroting 2017 (OV en fietscorridor binnenring). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — erin de begroting geen extra geld wordt gereserveerd voor de OV en Fietscorridor Binnenring (Marnixstraat, Weteringschans, Sarphatistraat). Overwegende dat: — de binnenring voor het OV en de fiets een zeer belangrijke netwerkfunctie vervult; — dit in de toekomst nog groter zal worden bij ingebruikname van de Noord-Zuidlijn; — delen van de binnenring niet voldoen aan de normen die er vanuit de verkeersnetten aan worden gesteld; — er afgelopen jaar uitsluitend is geïnvesteerd in de pilot op de Sarphatistraat; — met name de Weteringschans een verouderd profiel heeft. Besluit: — voor 2017 500.000 euro in het stedelijk Mobiliteitsfonds te reserveren voor het voorbereiden van het versneld upgraden van de OV-fietscorridor ‘binnenring’ naar de eisen van deze tijd en dit te dekken uit de post ‘uitvoeringsagenda Mobiliteit; — het college opdracht te geven voor de uitvoering van de plannen in 2017 in de Voorjaarsnota voldoende middelen te reserveren. Het lid van de gemeenteraad Z.D. Ernsting 1
Motie
1
discard
concepts. Ed de $ TAN 6 peen Sing Pin 2 hi n EE eN nn ae Fn ” B en ia. if S : ë EN: A Ie il Le API OE 4 pe à NE SE Ee E Ee à & ä 4 Re hd ak en NE Re DEN le, k jn - El ee pe Eg NN « me à … oe A p “° Na EN Aa ad ä elle 8 5 # n n 3 Ea P 3 k. 5 € De ë ke Er : JN PS ke ä « 8 B | « % le je KT eN ws Ss: | de dn e E , ë hd or m : N 3 de | md N Duurzaamheidsinvesteringen erfpachtgrondwaarde Gemeente Amsterdam 16 november 2017 2017-0083.01 V2.0 INHOUDSOPGAVE 01 INLEIDING 3 02 OPDRACHT 3 03 AANPAK 4 03.01 Inventarisatie beschikbare informatie 4 03.02 Selectie woontypen 4 03.03 Analyse energie beperkende maatregelen 5 03.04 Analyse gebruiken reststromen en hernieuwbare bronnen 5 03.05 Uitgangspunten 5 04 RESULTATEN 6 04.01 Bovenwoning (code: 1188 flatwoning) 6 04.02 Portiekflat (code: 1184 flatwoning) 8 04.03 Tussenwoning (code: 1131 repeterend) 9 04.04 Eindwoning (code: 1161 repeterend) 11 04.05 2-onder-1-kapwoning (code: 1121 repeterend) 12 05 CONCLUSIE 14 06 AANBEVELINGEN 15 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 2 01 INLEIDING Het besluit van de gemeente Amsterdam, om voor gronden met de bestemming woningbouw over te stappen naar een nieuw erfpachtstelsel, zorgt voor de nodige veranderingen in de Amsterdamse woningmarkt. De regeling is al ingevoerd voor nieuwbouwwoningen en vanaf 1 oktober 2017 zal ook voor de bestaande woningbouw het nieuwe erfpachtstelsel worden doorgevoerd in een zogenaamde Overstapregeling. De onzekerheid vanuit het oude stelsel, door aan het eind van elke vijftig jaar woningeigenaren opnieuw te confronteren met een herijking van hun erfpachtcanon, zal hiermee verdwijnen. In het nieuwe stelsel wordt de erfpachtgrondwaarde bepaald door de gemeente Amsterdam en hiermee wordt de woningeigenaar in de gelegenheid gesteld de erfpachtgrondwaarde in één keer af te kopen of in termijnen te betalen. In het erfpachtsysteem van de gemeente Amsterdam wordt de erfpachtgrondwaarde bepaald op basis van een residuele grondwaardebepaling. In het nieuwe beleid wordt hiervoor een nieuwe systematiek voorgesteld, waarbij aan de hand van de WOZ-waarde van woningen in een bepaalde straat met een Buurtstraatquote (BSQ) de grondwaarde bepaald wordt. Binnen de gemeente Amsterdam zijn voor de grondwaarde circa 5.000 buurtstraten gedefinieerd met ieder zijn eigen BSQ. Deze geeft de mate weer waarin de gemeente de grondwaarde van een huis toerekent aan de locatie waar het staat. Voor een huis met bijvoorbeeld een BSQ van 5 procent betekent dit dat 5 procent van de WOZ-waarde wordt toegerekend aan de grond. De BSQ wordt berekend door individuele grondquotes van respectievelijk eengezins- of meergezinswoningen in een buurtstraat te middelen. In gewilde buurten komt de grondwaarde met de BSQ hoger uit dan in minder gewilde buurten. Bij gelijke bebouwing werken de absolute verschillen in de WOZ-waarde tussen verschillende locaties één op één door in de grondwaarde. De stijging van de marktwaarde van de opstal komt hiermee direct terug in de grondwaarde. De BSQ, voor appartementen (meergezinswoningen) is anders dan die voor eengezinswoningen. Bij de invoering van het nieuwe stelsel heeft de gemeenteraad via een motie gevraagd om meer aandacht voor duurzaamheid in de woningbouw en zij vindt dan ook dat duurzame investeringen moeten lonen. Duurzaamheidsmaatregelen kunnen leiden tot een verhoging van de WOZ-waarde en door de directe koppeling tussen de waardestijging van de woning en de erfpachtgrondwaardering zou dit terug te zien moeten zijn in de erfpachtgrondwaarde. In de residuele waardebepaling van de individuele grondquotes wordt echter de opstalwaarde gebaseerd op herbouwkosten die zijn berekend op basis van het bouwbesluit 2015. In deze herbouwkosten zijn (duurzame) investeringen die verder gaan dan het bouwbesluit 2015 niet opgenomen. De hogere WOZ-waarde en het hanteren van de BSQ leidt hierdoor tot een hogere grondwaarde voor eeuwigdurende afkoop in het nieuwe stelsel. De duurzaamheidsinvesteringen met betrekking tot het vastgoed komen hierdoor niet ten gunste van de erfpachter, maar vallen terug in de grondwaarde en dienen hierdoor afgerekend te worden bij de afkoop van de eeuwigdurende erfpacht. Middels de motie wil de gemeente Amsterdam een oplossing voor deze onwenselijke situatie en duurzaamheidsmaatregelen in de woningbouw juist stimuleren, ook via de overstapregeling naar het nieuwe erfpachtstelsel. 02 OPDRACHT De gemeente Amsterdam heeft Alba Concepts gevraagd om in het kader van de invoering van de Overstapregeling van het nieuwe erfpachtstelsel inzichtelijk te maken welke correcties voor 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 3 duurzaamheidsinvesteringen gedaan kunnen worden in de berekening van de erfpachtgrondwaarde van de bestaande woningvoorraad. De gemeente Amsterdam wil het initiatief tot verduurzamen door eigenaren niet belemmeren en duurzaamheidsmaatregelen stimuleren door middel van een correctie in de berekening van de erfpachtgrondwaarde. Als uitgangspunt voor de berekening heeft de gemeente Amsterdam een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van 0,4 gesteld voor alle woningen, omdat dit de EPC is die in de berekening van de herbouwkosten al is meegenomen. Doel van de opdracht is om inzichtelijk te maken welke duurzaamheidsinvesteringen economisch het meest realistisch zijn om een verbetering, in stappen van 0,1, te realiseren. Hierbij wordt wel de kanttekening geplaatst dat het voor de bestaande woningvoorraad in Amsterdam vrij theoretisch is om het uitgangspunt van een EPC=0,4 te hanteren, die gelijk staat aan de huidige eisen van het bouwbesluit voor nieuwbouwwoningen, omdat het merendeel van de bestaande woningvoorraad op dit moment geen EPC heeft van 0,4. Het betekent dus dat slechts een beperkt aantal woningeigenaren in aanmerking komt voor een correctie. 03 AANPAK In dit hoofdstuk is uiteengezet op welke wijze Alba Concepts de opdracht heeft uitgevoerd en op welke manier dit rapport tot stand is gekomen. 03.01 Inventarisatie beschikbare informatie De volgende informatie is bij aanvang van het project beschikbaar gesteld en geïnventariseerd. Op basis van deze informatie zijn uitgangspunten vastgesteld. = __Overstapregeling van voortdurende erfpacht naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen 2017, Gemeente Amsterdam. = Brief aan de gemeenteraad over Voorstel voor de Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen na de inspraak, 12 mei 2017, Gemeente Amsterdam. = De grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten 2017, Gemeente Amsterdam. = Motie van de leden Van Osselaer, Dijk en Bosman inzake de Overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht (duurzame investeringen), 28 juni 2017, Gemeente Amsterdam. = _Fotowijzer woningen, Uniformering begrippen en definities woningen, versie 1.1 januari 2013, NVM, VastgoedPro, VBO Makelaar, VNG, Waarderingskamer = Aantallen en percentages woningtypen in de gemeente Amsterdam voor meergezinswoningen en eengezinswoningen, Gemeente Amsterdam. 03.02 Selectie woontypen In overleg met de gemeente Amsterdam is, op basis van de Fotowijzer Woningen en de gegevens van de aanwezige woningtypen in de huidige woningvoorraad, een selectie gemaakt van woningtypen. Het onderscheid tussen de verschillende woningtypen is van belang omdat de eigenschappen van de verschillende woningtypen van invloed zijn op de EPC van een woning. Het effect van maatregelen op de EPC van een woning verschilt dus ook per woningtype. Bij het selecteren van de woningtypen is gelet op de meest voorkomende woningtypen in Amsterdam. Onderstaande woningtypen zijn geselecteerd als uitgangspunt voor de berekeningen. De codering is gelijk aan de WOZ. = Bovenwoning (code: 1188) 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 4 = _Portiekflat (code: 1184) = Tussenwoning (code: 1131) = __Eindwoning (code: 1161) = _2-onder-1-kapwoning (code: 1121) Ruim 80% van de meergezinswoningen in Amsterdam zijn van het type beneden- en bovenwoning, galerij- en corridorflat of portiekflat. Voor deze woningen zijn de typen bovenwoning en portiekflat geselecteerd. Van de eengezinswoningen in Amsterdam is ruim 70% van het type tussenwoning. De woningtypen eindwoning en 2-onder-1-kapwoning zijn gekozen om voor een grotere variatie aan woningtypen de resultaten inzichtelijk te maken. 03.03 Analyse energie beperkende maatregelen Voor het verduurzamen van een woning is het principe Trias Energetica als uitgangspunt gehanteerd. Volgens de Trias Energetica dient ten eerste de energievraag te worden gereduceerd. Het beperken van de energievraag wordt bereikt door het toepassen van zogenaamde passieve maatregelen. Deze zijn primair gericht op het beperken van de energievraag en vragen zelf geen hulpenergie. Als voorbeeld, voor een woning met een EPC van 0,4 zou dit betekenen dat de buitenschil (gevel, dak, begane grondvloer) van de woning nóg beter geïsoleerd zou moeten worden. Verder wordt de luchtdichtheid verlaagd en er moet buitenzonwering aangebracht worden. Op basis van de EPC berekeningen is vastgesteld dat deze passieve maatregelen slechts een beperkt effect hebben op de EPC van een woning (let op: vertrekpunt EPC van 0,4), maar wel een forse investering vereisen. Omdat een het vertrekpunt (EPC 0,4 woning) al redelijk duurzaam is, is het economisch niet realistisch om deze woning middels passieve maatregelen nog verder te verduurzamen. 03.04 Analyse gebruiken van energie uit reststromen en hernieuwbare bronnen De tweede stap in de Trias Energetica richt zich op maatregelen die gericht zijn op het gebruiken van energie uit reststromen of uit hernieuwbare bronnen. Al deze maatregelen zijn (installatie}technische oplossingen zoals warmteterugwinning uit ventilatielucht of douchewater, restwarmte van installaties, zonne-energie door zonnecollectoren of PV-panelen, warmtepompen of warmte-koude opslag. Uit de analyse is gebleken dat deze maatregelen een groter effect hebben op de EPC dan de passieve maatregelen. Met name de PV-panelen hebben een relatief hoog effect en hebben een relatief lage investering. In het volgende hoofdstuk zijn de resultaten van het toepassen van installatietechnische maatregelen, om te komen tot verduurzaming, uiteengezet. 03.05 Uitgangspunten Voor alle woningen is een aantal aannames gedaan om het effect op de EPC te kunnen berekenen. = _Isolatiewaardes (Rc-waarde): o Gevel: 4,50 m2K/W o Dak: 6,00 m2K/W o Vloer: 3,50 m2K/W o Glas: HR++ = _ Ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer en CO2 gestuurd + zelfregelende ventilatieroosters = __Luchtdichtheid (infiltratie): 0,40 dm3/s/m2 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 5 = _ Verwarmingssysteem: lage temperatuur, vloer en/of wandverwarming en HR107 cv-ketel = PV-panelen: 270 Wp per PV-paneel = Voor beschikbaar dakoppervlak geen rekening gehouden met dakramen, dakkapellen etc. = Op eigen perceel opgewekte elektriciteit niet hoger dan elektriciteitsverbruik op de meter i.v.m. salderen en lage terugleververgoeding. = __Leidinglengtes zijn forfaitair (vooraf vastgesteld) behalve bij portiekflat; 4-6m Omdat de oriëntatie van een woning van invloed is op de energieprestatie van een woning, is er voor gekozen om per woningtype zowel een oost-west als noord-zuid georiënteerde woning als uitgangspunt te nemen. Vanwege praktische en technische uitvoerbaarheid is een aantal maatregelen niet logisch voor bepaalde woningtypen. Zo is bijvoorbeeld een bodem water/water warmtepomp niet logisch voor niet grondgebonden woningen, omdat er vaak onvoldoende ruimte is voor boringen. Daarnaast is douchepijp- warmteterugwinning niet logisch voor woningen bestaande uit één woonlaag omdat de douchepijp dan in de onderliggende woning geïnstalleerd zou moeten worden. 04 RESULTATEN In dit hoofdstuk is per woningtype en oriëntatie weergegeven, wat de economisch meest voordelige duurzaamheidsmaatregelen zijn om de EPC te verlagen ten opzichte van een woning met een EPC van 0,4. De investeringen, behorende bij de maatregelen, zijn inclusief BTW en montagekosten. Daarnaast is per woningtype, per oriëntatie weergegeven wat de effecten zijn op de EPC waarde van één PV-paneel (270 en 340 Wp) en een hybride lucht/water warmtepomp. 04.01 Bovenwoning (code: 1188 flatwoning) Een bovenwoning is een etagewoning of flatwoning welke bereikbaar is via een binnentrap. De bovenwoning kan uit één of meerdere bouwlagen bestaan. De flat-bovenwoning (ook wel: repeterende bovenwoning) is geen galerijflat. In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 47.900 woningen van het type bovenwoning en hebben daarmee een aandeel van bijna 33% van alle meergezinswoningen in Amsterdam. Het uitgangspunt voor een bovenwoning (EPC van 0,4) is een tussenwoning van twee verdiepingen met een gebruiksoppervlak (GBO) van 75,8 m2, waarbij de tweede verdieping een hellend dak heeft. De woning is voorzien van één of meerdere zonnepanelen (afhankelijk van oriëntatie) om een EPC van 0,4 te behalen. Er is, in verband met de grootte van het dakoppervlak, aangenomen dat er maximaal 9 PV- panelen op dak geplaatst kunnen worden. 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 6 04.01.01 Oost-west georiënteerde bovenwoning De oost-west georiënteerde bovenwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 2 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 02 |+ _5extra PV-panelen €2.600, Loa |*_7extra PV-panelen € 3.400, 0,0 |= 9 PV-panelen (340 Wp) € 7.400,- € 98,- = Hybride lucht/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,039 1 PV-paneel (340 Wp) 0,050 Hybride lucht/water warmtepomp 0,003 04.01.02 Noord-zuid georiënteerde bovenwoning De noord-zuid georiënteerde bovenwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 1 PV- paneel om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 02 |*_4extra PV-panelen €210, Loa |*_6extra PV-panelen € 3.000, |oo |*_8extra Pv-panelen €3.300, Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel incl. bijbehorende investering 1 PV-paneel (270 Wp) 0,050 1 PV-paneel (340 Wp) 0,063 Hybride lucht/water warmtepomp 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 7 ® 04.02 Portiekflat (code: 1184 flatwoning) Een portiekflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een gemeenschappelijk afsluitbaar trappenhuis, een centrale hal of een gesloten portiek. In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 32.600 woningen van het type portiekflat en hebben daarmee een aandeel van ruim 22% van alle meergezinswoningen in Amsterdam. Het uitgangspunt voor een portiekwoning met een EPC van 0,4 is een tussenwoning met een gebruiksoppervlak van 77,7 m2 die zich onder het plat dak bevindt. De woning is reeds voorzien van meerdere zonnepanelen om een EPC van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 10 PV- panelen op het plat dak geplaatst kunnen worden voor iedere portiekflat die zich daaronder bevindt. 04.02.01 Oost-west georiënteerde portiekflat De oost-west georiënteerde portiekflat heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 4 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering los |*_2extra PV-panelen € 1.200, 02 |*_5extra PV-panelen €2.600 0,1 |= 6 extra PV-panelen € 5.400,- € 69,- = Hybride lucht/water warmtepomp 0,0 |= 10PV-panelen (340 Wp) € 7.900,- € 102,- = Hybride lucht/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,041 1 PV-paneel (340 Wp) 0,051 Hybride lucht/water warmtepomp 0,049 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 8 ® 04.02.02 Noord-zuid georiënteerde portiekflat De noord-zuid georiënteerde portiekflat heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 3 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 02 |+ _5extra PV-panelen €2.600, Loa |*_6extra PV-panelen € 3.000, 0,0 |= B8extra PV-panelen € 6.200,- € 80,- = Hybride lucht/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,050 1 PV-paneel (340 Wp) 0,063 Hybride lucht/water warmtepomp 0,044 04.03 Tussenwoning (code: 1131 repeterend) Een tussenwoning is een eengezinswoning waarbij de woningen ten opzichte van elkaar in een gelijk vlak of lijn liggen. In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 27.800 woningen van het type tussenwoning repeterend en hebben daarmee een aandeel van ruim 70% van alle eengezinswoningen in Amsterdam. Het uitgangspunt voor een tussenwoning (EPC van 0,4) is een woning met een hellend dak en een gebruiksoppervlak (GBO) van 115,8 m2. De woning is voorzien van zonnepanelen om een EPC van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 18 PV-panelen op het dak geplaatst kunnen worden. 04.03.01 Oost-west georiënteerde tussenwoning De oost-west georiënteerde tussenwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 3 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 9 ® Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering los |* 4 extra PV-panelen € 2100, 02 |+ _8extra PV-panelen €3.800, oa |- stertraPvpanelen __ [€400 0,0 |= 13 extra PV-panelen € 8.000,- € 69,- = Hybride lucht/water warmtepomp Loo |* 15 extra PV-panelen €640, Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,027 1 PV-paneel (340 Wp) 0,035 Hybride lucht/water warmtepomp 0,041 04.03.02 Noord-zuid georiënteerde tussenwoning De noord-zuid georiënteerde tussenwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 1 PV- paneel om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 0,0 |= 11extra PV-panelen € 7.300,- € 63,- = Hybride lucht/water warmtepomp Loo |- s2ertraPvpanelen __ [€530 Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,035 1 PV-paneel (340 Wp) 0,043 Hybride lucht/water warmtepomp 0,030 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 10 ® 04.04 Eindwoning (code: 1161 repeterend) Een eindwoning is een eengezinswoning die grenst aan een aanliggende woning. De eindwoning is gesitueerd aan het begin of einde van de reeks woningen en heeft geen (extra) bij de woning behorende grond aan de zijkant van de woning. In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 5.400 woningen van het type eindwoning repeterend en hebben daarmee een aandeel van bijna 14% van alle eengezinswoningen in Amsterdam. Beschrijving eindwoning repeterend met EPC 0,4 (uitgangspunten EPC berekening) Het uitgangspunt voor een eindwoning (EPC van 0,4) is een woning met een hellend dak en een gebruiksoppervlak (GBO) van 116,3 m2. De woning is voorzien van meerdere zonnepanelen om een EPC van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 18 PV-panelen op het hellend dak geplaatst kunnen worden. 04.04.01 Oost-west georiënteerde eindwoning De oost-west georiënteerde eindwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 4 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering los |* 4 extra PV-panelen € 2100, 02 |+ _8extra PV-panelen €3.800, Loa |* 12 extra PV-panelen €5.300, 0,0 |= 14extra PV-panelen € 8.400,- €72,- = Hybride lucht/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,025 1 PV-paneel (340 Wp) 0,031 Hybride lucht/water warmtepomp 0,065 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 11 ® 04.04.02 Noord-zuid georiënteerde eindwoning De noord-zuid georiënteerde eindwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 2 PV- panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 02 |+ 7exraPV-panelen €3,40, 01 |+ s0erraPvpanelen [€450 0,0 |= 12 extra PV-panelen € 7.700,- € 66,- = Hybride lucht/water warmtepomp Loo |+ ssertraPVpanelen [€560 Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,032 1 PV-paneel (340 Wp) 0,040 Hybride lucht/water warmtepomp 0,042 04.05 2-onder-1-kapwoning (code: 1121 repeterend) Een 2-onder-1-kapwoning is een eengezinswoning waarvan de woning is verbonden met één andere gelijksoortige en gelijkvormige woning (niet zijnde een tussenwoning). Ook wanneer de woningen elk een afzonderlijke dakconstructie hebben, vallen deze onder de definitie van de 2-onder-1-kapwoning. 2- onder-1-kapwoningen worden ook wel aangeduid als “helft van een dubbel", welk begrip als synoniem gebruikt mag worden. In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 1.300 woningen van het type 2-onder-1-kapwoning repeterend en hebben daarmee een aandeel van ruim 3% van alle eengezinswoningen in Amsterdam. Het uitgangspunt voor een 2-onder-1-kapwoning (EPC van 0,4) is woning met een hellend dak en een gebruiksoppervlak van 182,7 m2. De woning is voorzien van meerdere zonnepanelen om een EPC van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 22 PV-panelen op het hellend dak geplaatst kunnen worden. 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 12 ® 04.05.01 Oost-west georiënteerde 2-onder-1-kapwoning De oost-west georiënteerde 2-onder-1-kapwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 8 PV-panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering 02 |* 12 extra PV-panelen €5.300, 0,1 |= 11extra PV-panelen € 7.300,- € 40,- = Hybride lucht/water WP 0,0 |= 12 extra PV-panelen € 24.700,- € 135,- = Bodem water/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,016 1 PV-paneel (340 Wp) 0,022 Hybride lucht/water warmtepomp 0,109 04.05.02 Noord-zuid georiënteerde 2-onder-1-kapwoning De noord zuid georiënteerde 2-onder-1-kapwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 5 PV-panelen om een EPC van 0,4 te behalen. Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering los |* 4 extra PV-panelen € 2100, 02 |*_9extra PV-panelen €410, oa |+ 14 extra PV-panelen € 6.000, 0,0 |= 14extra PV-panelen € 8.400,- € 46,- = Hybride lucht/water warmtepomp Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel 1 PV-paneel (270 Wp) 0,022 1 PV-paneel (340 Wp) 0,027 Hybride lucht/water warmtepomp 0,097 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 13 ® 05 CONCLUSIE Uit de resultaten is te concluderen dat de toepassing van PV-panelen, economisch, het meest voordelig is en daarmee het meest realistisch is om de EPC te verlagen. Daarnaast is de technische uitvoerbaarheid van PV-panelen voor veel woningeigenaren relatief eenvoudig. Voor woningeigenaren, aangesloten bij een Vereniging van Eigenaren, zal het installeren van PV-panelen in overleg en in overeenstemming met de VVE moeten plaatsvinden. In de berekeningen is rekening gehouden met het potentieel beschikbare dakoppervlak per meergezinswoning. Woningeigenaren kunnen middels een EPC berekening aantonen wat de EPC-waarde van de woning is. Uit de berekeningen valt op te maken dat de investeringen voor een oost-west georiënteerde woning hoger zijn dan de investeringen voor een noord-zuid georiënteerde woning. Dit heeft te maken met het feit dat, door de toepassing van PV-panelen, deze woningen met een hellend dak op het zuiden een hogere opbrengst hebben. Daarnaast heeft een noord-zuid georiënteerde woning over het algemeen een lagere energiebehoefte. Wat verder opvalt is dat de verlaging van de EPC per stap (van 0,1) een nagenoeg lineair verloop van de investering vraagt, behalve bij de EPC verlaging van 0,1 naar 0,0. Oorzaak hiervan is dat er geen extra PV- panelen meer geplaatst kunnen worden, waardoor een andere maatregel moet worden toegepast met een hogere investering. Er kunnen geen extra PV-panelen meer geplaatst worden omdat er enerzijds geen dakoppervlak meer beschikbaar is en anderzijds omdat er dan meer stroom wordt opgewekt dan dat er theoretisch wordt verbruikt. In de praktijk wordt er niet of nauwelijks meer vermogen aangelegd dan wordt verbruikt, omdat de terugleververgoeding (saldering) lager is dan de energieprijs voor elektra waardoor de terugverdientijd van de PV-panelen langer wordt. Tenslotte is te concluderen dat met het verlagen van de EPC van 0,4 naar 0,0 de grenzen, om met economische haalbare maatregelen een woning te verduurzamen, zijn bereikt. In het geval van de 2- onder-1-kapwoning met een oost-west oriëntatie is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een EPC van 0,0 te bereiken met PV-panelen in combinatie met (hybride) lucht/water warmtepomp, douchepijp warmteterugwinning, (extra) buitenzonwering en triple glas. Dit betekent dat, om te komen tot een verdere aanscherping van de EPC, er naar duurdere maatregelen gegrepen moet worden zoals een bodem water/water warmtepomp. 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 14 06 AANBEVELINGEN Zoals in de inleiding van dit rapport al is aangegeven is de gemeente Amsterdam op zoek naar een oplossing voor de onwenselijke situatie dat duurzaamheidsinvesteringen negatief worden gewaardeerd bij de afkoop van de eeuwigdurende erfpacht in het nieuwe erfpachtstelsel. In het nieuwe erfpachtstelsel zouden duurzaamheidsmaatregelen in de woningbouw niet belemmerd moeten worden. De gemeente Amsterdam heeft als uitgangspunt, gekoppeld aan het Beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten 2017 een woning met een EPC van 0,4 gehanteerd. Dit is echter een theoretische benadering en komt niet overeen met de bestaande woningvoorraad in de gemeente Amsterdam, waar de EPC naar alle waarschijnlijkheid veel hoger zal zijn. Dit uitgangspunt heeft gevolgen op het beoogd effect van het nieuwe erfpachtstelsel om duurzaamheidsmaatregelen niet te belemmeren. Deze zijn hieronder kort toegelicht. Het vertrekpunt van 0,4 zal betekenen dat slechts een beperkt aantal woningen in aanmerking komt voor een correctie in verband met de duurzaamheidsinvesteringen in de berekening van de erfpachtgrondwaarde. Een woning met een EPC van 0,4 is in de praktijk een relatief nieuwe (of reeds gerenoveerde) woning. De woningvoorraad in de gemeente Amsterdam bestaat voornamelijk uit (oudere) bestaande woningen en daardoor heeft het overgrote deel van de voorraad een EPC welke aanzienlijk hoger ligt dan de gekozen standaard van 0,4. Dit heeft als gevolg dat maar een relatief klein deel van de woningeigenaren in het nieuwe erfpachtsysteem voor een correctie op de grondwaarde in verband met duurzaamheidsmaatregelen in aanmerking komt en er dus daadwerkelijk profijt van zal hebben. Het gat tussen bijvoorbeeld een EPC van 1,5 naar 0,4 wordt niet gewaardeerd met de huidige uitgangspunten. Echter, juist deze sprongen zullen bijdragen aan de duurzaamheidsambities van de gemeente Amsterdam. 2017-0083.01 V2.0 | Pagina 15
Onderzoeksrapport
15
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 715 Datum akkoord 17 augustus 2015 Publicatiedatum 19 augustus 2015 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest van 18 mei 2015 inzake het gebruik van de bodycam door politieagenten en hulpverleners. Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster. De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad heeft het helemaal gehad met geweld tegen zowel politiemensen als tegen hulpverleners en vindt dat zij beter beschermd moeten worden tijdens het uitoefenen van hun belangrijke werk. In 2014 stelde, de inmiddels opgestapte minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten, dat hij zich zorgen maakt over het geweld tegen hulpverleners. Hij vond het zorgwekkend dat ambulancepersoneel en brandweermannen steeds vaker de hulp van politie moeten inroepen. In onze stad hebben agenten, hulpverleners en controleurs al jaren te maken met fysiek en verbaal geweld aan hun adres. Het wordt nu tijd voor een heldere visie, waarbij we geweldincidenten tegen de politie en hulpverleners zullen verminderen. De spreekbuis van de gemiddelde politieman op straat, het Platform Bezorgde Dienders, zag al in 2012 in meer cameragebruik de oplossing voor geweld tegen agenten. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 18 mei 2015, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Deelt het college de mening dat geweld tegen politie en hulpverleners volstrekt onaanvaardbaar is? Antwoord: Ja, het college is het met de Partij van de Ouderen eens dat geweld tegen politie en (andere) hulpverleners volstrekt onaanvaardbaar is. Het college maakt zich in het kader van het samenwerkingsverband Veilige Publieke Taak (VPT) hard voor een goede aanpak van deze problematiek en is onder andere betrokken bij het overleg tussen de gemeente, politie, OM, brandweer, ambulancezorg en andere organisaties met een publieke taak binnen Amsterdam waar over de te nemen maatregelen wordt gesproken. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 9 aucustus 2015 Schriftelijke vragen, maandag 18 mei 2015 2. Is het college bekend met de spreekbuis van de gemiddelde politieman op straat, het Platform Bezorgde Dienders? Zo ja, wat vindt het college van de opvatting van deze professionals waarbij zij stellen dat meer cameragebruik op het lichaam de oplossing is voor geweld tegen agenten, omdat de bodycam leidt tot afschrikking en de-escalatie? Antwoord: Het College is bekend met het standpunt van het platform bezorgde dienders. Het college heeft voor beantwoording van de vragen advies gevraagd aan de brandweer, GHOR en politie. De brandweer Amsterdam-Amstelland geeft aan dat zij op dit moment geen behoefte heeft aan invoering van bodycams. De brandweer zegt dat agressie tegen hulpverleners binnen de brandweerorganisatie onderwerp van gesprek is, maar door de bevelvoerders momenteel niet als probleem wordt ervaren. De GHOR stelt dat ook vanuit de ambulancezorg momenteel geen toegevoegde waarde wordt gezien van het gebruik van camera's. Een aantal jaren geleden is er naar aanleiding van een reeks incidenten een experiment gedaan met camera's op ambulances. Dit heeft na evaluatie geen navolging gekregen. Bij de politie Amsterdam kan bij te verwachten openbare ordeverstoringen — in afstemming met het bevoegd gezag — al beperkte inzet van de bodycam plaatsvinden. 3. Indien het college het met de professionals, die graag uitgerust willen worden met een bodycam, eens is, heeft het college de bereidheid, in verband met de kosten, de Amsterdamse politie en Amsterdamse hulpverleners stapsgewijs geheel uit te rusten met bodycams, te beginnen in die delen van de stad met de hoogste risico's voor politie- en hulpverlenend personeel? Zo neen, waarom niet? Antwoord: Bij de brandweer en GHOR is er zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 2 momenteel geen behoefte aan bodycams. Overigens geldt hier dat de uitrusting en financiering van de betreffende hulpverleners een verantwoordelijkheid is van respectievelijk de Veiligheidsregio en Ambulance Amsterdam. Voor de politie geldt dat de bepaling en financiering van de persoonlijke uitrusting van de politie een taak is van de korpsbeheerder (=korpschef) van de Nationale Politie. Hierbij kan worden opgemerkt dat de politie-eenheid Amsterdam vorig jaar een pilot heeft afgerond en conform nationale afspraken bereidheid heeft getoond mee te werken aan eventuele toekomstige pilots rond bodycams. De resultaten van dergelijke pilots worden landelijk gedeeld. Het is vervolgens aan de Nationale Politie om te besluiten of en op welke wijze tot bredere toepassing wordt overgegaan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Neng os Gemeenteblad ummer weet: . Datum 19 augustus 2015 Schriftelijke vragen, maandag 18 mei 2015 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 529 Publicatiedatum 13 juni 2018 Ingekomen onder H’ Ingekomen op 6 juni 2018 Behandeld op 6 juni 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (behoud parkeervergunning voor stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 467). Overwegende dat: — de gemeente eind 2017 heeft besloten tot de invoering van betaald parkeren in o.a. de Prinses Irenebuurt en een aantal gebieden in Amsterdam Noord; — in gebieden met betaald parkeren artikel 9 lid 1 uit de parkeerverordening geldt dat het recht op bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal stallingsplaatsen waarover de bewoner ‘beschikt of kan beschikken’; — daarbij geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen nieuwe en bestaande gevallen en niet is voorzien in een overgangsregeling; — bewoners met een garage vaak al tientallen jaren wél op straat konden parkeren (bijv. met belanghebbendevergunning) en dat veel bewoners en/of hun voorgangers die ruimte derhalve voor andere woondoeleinden zijn gaan gebruiken, bijvoorbeeld als extra (kinder)kamer, en/of ze inmiddels een auto hebben die te groot is voor de garage; — hetverlies van een vergunning sommige mensen in grote problemen brengt; — de gebieden waar nu betaald parkeren is ingevoerd een relatief lage parkeerdruk kennen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar bewoners tot dusver op straat konden parkeren ook als zij beschikten over een stallingsplaats, deze bewoners alsnog een parkeervergunning te verstrekken, indien de stallingsplaats niet meer als zodanig te gebruiken is omdat deze is verbouwd. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 529 Motie Datum 13 juni 2018 De leden van de gemeenteraad, D.T. Boomsma E. van der Burg W. van Soest K.M. Kreuger 2
Motie
2
discard
N Gemeente Amsterdam Gemeenteraad x Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 431 Ingekomen op woensdag 22 april 2020 Behandeld op woensdag 22 april 2020 Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020 Onderwerp Motie van de leden Yilmaz en Simons inzake actualiteit aanpak Coronacrisis (ondersteunen van TTO's) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over actualiteit aanpak Coronacrisis. Constaterende dat: -__ Als gevolg van de corona-maatregelen taxibedrijven het hoofd niet meer boven het water kunnen houden; -__ Taxibedrijven als Taxi Electric reeds faillissement hebben aangevraagd en TCS en SchipholTaxi dreigen failliet te gaan? Overwegende dat: - De situatie zeer ernstig is en de gemeente er alles aan moet doen om ervoor te zorgen onze taxibedrijven deze storm overleven. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te gaan met de Amsterdamse taxibedrijven te onderzoeken waar zij precies behoefte aan hebben. En om een noodkrediet in het leven te roepen voor taxibedrijven in nood zodat zij de coronacrisis kunnen overleven. De leden van de gemeenteraad N. Yilmaz S.H. Simons 1 https://www.atb.nl/artikelen/20137 4/ontslag-voor-werknemers-tcs-en-schipholtaxi-door- onzekere-situatie-coronacrisis 2 1
Motie
1
discard
Monitor Corona en Ondermijning maart-juli 2020 cash geld; naast cash opnamen en stortingen (naar Voorlopige analyse drugseconomie Voorlopige analyse mensenhandel buitenland). De productielocaties van cocabladeren (Colombia, Peru, De aanname is dat, nu de Coronamaatregelen versoepeld zijn, ANS e Criminelen zullen gebruik maken van alternatieve Bolivia) bevinden zich ook in lockdown in de periode maart-juli een deel van de sekswerkers die tijdelijk onvergund werkten TENEN EEN routes voor vervoer van drugs. en de prijs van de bladeren is gedaald omdat transport amper weer vergund zal gaan werken of in elk geval die keuze heeft, trends opgesteld door e Het aantal thuiskwekers gaat stijgen vanwege mogelijk is. Grotere organisaties hebben echter voorraden en dat daarmee de risico’s op misstanden in thuisprostitutie tre ee financiële problemen onder de bevolking. aangehouden; er zijn voorbeelden te noemen waaruit blijkt dat kunnen afnemen. De verwachtte toename van het risico op NET e _ Verwachting dat cash geld geïnvesteerd wordt in de toevoer van cocaïne onverminderd door gaat. Het is echter verslechtering van de positie van arbeidsmigranten blijkt niet en voorlopige bevindingen ondernemingen die in financieel zwaar weer verkeren nog te vroeg om hieraan conclusies te verbinden. Wel wordt in uit meldingen arbeidsuitbuiting, maar er ligt nog steeds over effecten van de als gevolg van lockdown. RIEC verband al ingezet op ondermijnende activiteiten via nadrukkelijk de focus op. Er is frequent overleg met de corona-maatregelen op e In het buitenland (Spanje, lerland, Verenigd pakket/post. Den Haag is trekker van een PPS-aanpak onder Nationaal Rapporteur Mensenhandel, de G4 en overige ondermijnende activiteiten Koninkrijk) is er een nieuwe trend waargenomen, voorzitterschap van Peter Noordanus met Post NL, OM, Politie (zorg)partners inhet mensenhandel-domein en in de _ or waarbij criminelen zich voordoen als en Dovane. Insteek is het tegengaan van het misbruik van post- technische raadssessie van september 2020 zal arbeidsuiting ingezette samenwerking maaltijdbezorgers die verdovende middelen en en pakketdiensten door ondermijnende criminele netwerken (mede in Coronatijd) door experts worden toegelicht. RENTE andere (illegale) goederen vervoeren. Er wordt landelijk te versterken. Alle activiteiten die elders lopen worden cijfers en trends komen bijvoorbeeld gebruik gemaakt van rugzakken met In verbinding gebracht met deze groep, die momenteel OET EEEN NNT dubbele bodem, als ook pizzadozen. Deze trend zou integrale fenomeenbeelden ontwikkelt op de export van drugs- Vastgoed en ondernemingen oke ENCI in Amsterdam ook kunnen voorkomen. en pakketfraude. In vastgoed en Scenario's , EREN Concrete bevindingen in Amsterdam menemenennenenenenenennenenenenenenennenenenenneenenenenenevenennenen Gemeenten hielden rekening met de volgende risico’s: tenen ent ® Erzijn enkele signalen dat criminelen misbruik maken Mensenhandel/misstanden prostitutie e _ Ondernemers en vastgoedeigenaren die in financiële Doel is onderling ETT van de pandemie, zoals zich voordoen als problemen komen worden kwetsbaar voor foute delen en informatie duiden maaltijdbezorgers en het versturen van fakeberichten Scenario's helpers (investeringen of advies) ERNA rondom drugs en de bescherming tegen het Gemeenten hielden in de afgelopen maanden rekening met de e _ Huurders krijgen een lening ‘tegen gunstige bestuursadvisering Coronavirus, volgende risico’s: voorwaarden’ van verhuurder om huurschuld te e _ Het aantal (anonieme) meldingen met betrekking tot e _ Toename van thuisprostitutie. Bij een vereffenen, en vallen ten prooi aan de onderwereld. straathandel in drugs nam toe. (Zie onder Cijfers en toename zou ook de kans op misstanden en « _ Overname van vastgoed en ondernemingen door Trends*) Mogelijk werd dit veroorzaakt doordat meer uitbuiting (kunnen) toenemen. In het criminelen @) CJ mensen thuis zitten en er dus verdachte situaties in algemeen is het (toe)zicht op e Malafide gebruik van panden en ondernemingen bib) straten en wijken zichtbaar werden. Er kwamen thuissekswerkers moeilijker en de kans op (onder meer tbv drugsproductie en opslag) ú il enkele signalen dat door de Covid-19 pandemie de onveilige situaties is bij thuiswerkers groter Signalen uit de stad uvySs straathandel zich verplaatste naar meer toegankelijke (al dan niet als gevolg van het onder druk Concrete bevindingen in Amsterdam: Scenario's en bevindingen plekken, zoals parkeerplaatsen bij supermarkten of zetten door klanten). De volgende ontwikkelingen in vastgoed en ondernemingen cafetaria's. e _ Kwetsbare positie van arbeidsmigranten. zijn in het stadsdeel Centrum geconstateerd: Op grond van prognoses van experts van gemeente, politie, e Een toenemend aantal consumenten blijkt drugs nu Als gevolg van de veelal aanwezige * Inde periode van lockdown waren er enkele meldingen wetenschap, kenniscentra partners (AMLC, FIOD) was de ook online te kopen, wat kan resulteren in een flexcontracten (die al dan niet gekoppeld over personen in de binnenstad die ondernemingen over verwachting bij aanvang van de Corona-lockdown en de verdere toename van verzending van drugs via post- zijn aan huisvesting) zou de positie van willen nemen. genomen maatregelen dat ondermijnende activiteiten in het en pakketdiensten in Nederland. arbeidsmigranten nog kwetsbaarder e _ Pandeigenaren zouden huurders vroegtijdige ontbinding zicht zouden komen die daarvoor verborgen waren en nieuwe kunnen worden in Coronatijd. Als gevolg huurcontract aanbieden in plaats van overleg over mogelijkheden voor ondermijning zouden ontstaan. Deze Transportlijnen van de economische problemen zouden overbruggingsmaatregelen bij huurbetaling. monitor schetst scenario’s waarmee rekening is gehouden en Door de Coronamaatregelen was er zo goed als geen arbeidsmigranten hun baan (en woning) e _ Huurders wordt aangeboden om de onderneming, maar geeft een eerste, voorlopige, analyse van de bevindingen in vliegverkeer. Hierdoor waren de kleinschalige smokkellijnen en kwijt kunnen raken of gedwongen worden feitelijk het huurcontract, over te nemen met overname Amsterdam, terugkijkend op de periode maart-juli 2020. De geldkoeriers afgesneden. De KMar geeft aan dat er in de in onveilige situaties te werken. van schulden. Juridisch niet altijd mogelijk om dergelijke focus is gericht op risico’s en kwetsbaarheden rond vastgoed en meeste gevallen sprake was van een daling in het aantreffen in de plaatstelling tegen te houden ondernemingen, mensenhandel (arbeidsuitbuiting, criminele van drugs op vliegvelden. De Dovane zag geen verschuivingen Concrete bevindingen in Amsterdam e _En ook zouden verschillende restaurants in de binnenstad uitbuiting) en de drugseconomie (productie, transport en voor wat betreft de modus operandi. De lockdownperiode laat inderdaad een toename van het het aanbod hebben gehad om per direct te vertrekken, handel). Het aantal inbeslagnemingen en aangetroffen cocaïne door de aantal profielen op websites voor thuisprostitutie zien. Deze zonder opzegtermijn. dovane in de Rotterdamse haven zijn in maart en de eerste toename kan onder meer zijn veroorzaakt door een (tijdelijke) e In een flink aantal winkels/horecastraten is nauw contact Drugseconomie helft van april 2020 hoger dan in de eerste twee maanden van verschuiving van de vergunde naar de onvergunde branche of met ondernemersverenigingen en worden ontwikkelingen dit jaar en ook hoger dan dezelfde periode vorig jaar. Ook in de komst van personen uit andere locaties naar Amsterdam. Er op de voet gevolgd. Een aantal observaties zijn: Scenario's Vlissingen is er onlangs een grote vangst geweest, waarbij er wordt gemonitord hoe het aantal profielen zich nu verder -__ Weinig wisselingen in het eigendom van vastgoed. nm . . . 4,5 ton kilo cocaïne is aangetroffen. Op woensdag 22 april ontwikkelt na de lockdown. -__ Terwijl veel detailhandel en alle horeca gesloten was, Politie en gemeente hielden inde afgelopen maanden rekening heeft de federale gerechtelijke politie Antwerpen een container waren ettelijke souvenirwinkels en minisupermarkten met de volgende scenario s op basis van wetenschappelijk onderschept geladen met vis. In deze lading zat bijna vier ton Per 1 juli mochten de sekswerkers in de vergunde branche hun open inzichten, ervaring en eerste signalen/ bevindingen vit binnen- cocaïne, met een straatwaarde van zo’n 200 miljoen euro. werk weer hervatten. Het is onbekend of de sekswerkers die -__ Verschillende signalen dat er sprake is van en buitenland: Veertien verdachten werden gearresteerd, waaronder negen voorheen vergund werkten, weer allemaal zullen terugkeren huurovernames van (souvenir)winkels en horeca op ° Straathandel verplaatst zich mogelijk naar meer Amsterdammers die bezig waren met het uithalen van de naar het vergunde circuit. De kwetsbare positie van bijvoorbeeld de Nieuwendijk en de Wallen. toegankelijke plekken. cocaïne. Ook werden er in een voertuig van één van hen arbeidsmigranten behoeft nog steeds extra aandacht. Ondanks -__Leegstand neemt toe in onder meer de negen « _ Toename van verzending van drugs via post- en wapens aangetroffen. Eind juni werd opnieuw een groep jonge een zeer gering aantal signalen van uitbuiting van straatjes pakketdiensten door toename online handel. Amsterdammers aangehouden in de Antwerpse haven , arbeidsmigranten is voor dit onderwerp — mede in RIEC- -_Nadat in maart en april vrijwel alle zoetwarenwinkels e De Covid-19 pandemie heeft effecten op de ditmaal met 3.400 kilo cocaïne. verband waar de Inspectie SZW onderdeel van uitmaakt — die zich op toeristen richten gesloten waren, volgde in mei productiemarkt van synthetische drugs en cocaïne Niet uitgesloten kan worden dat de aanvoer die via België, nadrukkelijk aandacht. Daarnaast is er ook in Amsterdam en juni een sterke stijging in het aantal zoetwarenzaken e _ Daling van de vraag naar cocaïne Antwerpen, Rotterdam dan wel Vlissingen binnenkomt ook aandacht voor de aanbevelingen van het landelijk aanjaagteam dat weer open was (ijs, wafels, Nutella) e _Geldkoeriers kunnen zich vermoedelijk minder deels bestemd is voor de Amsterdamse drugsmarkt, ook gezien arbeidsuitbuiting (zie ook: Samenwerking en preventie). Inde hele stad valt op, dat er veel verbouwd werd in de gemakkelijk verplaatsen; wat leidt tot ophoping van de Amsterdamse betrokkenheid bij de vangsten in Antwerpen. horeca tijdens Coronatijd. Onderzoek wijst uit dat het aantal aanvragen voor bouwvergunningen betrekkelijk laag is. (Zie onder Cijfers en Trends**) In de raadsbrief over TOZO-regeling In de periode maart tot en met juni hebben zich in Amsterdam Corona en ondermijning van juni 2020 is de raad daarover OOV onderzoekt samen met WPI in hoeverre gemeente in totaal minder nieuwe ondernemingen ingeschreven dan in geïnformeerd. Mogelijk worden vooral niet - Amsterdam het risico loopt op fraude met de Tijdelijke voorgaande jaren. Verhoudingsgewijs zijn verreweg de meeste vergunningplichtige interieurverbouwingen vitgevoerd. overbruggingsregeling zelfstandig ondernemer (TOZO) en Cijfers en trends van deze nieuwe inschrijvingen geregistreerd in de categorie e _ De gemeente is alert bij de toekenning van toeslagen, ee heeftom dese Vd an de VO financiële holding (7oo inschrijvingen); organisatieadviesbureau naar aanleiding van signalen in de media en van Landelijk wordt toezicht gehouden op eventuele fraude met De factsheet Economische kerncijfers mei en juni 2020 (324); en vanaf april stijgt het aantal registraties in de partnerorganisaties dat er malafide toeslagen aan ondernemers in Coronatijd. De gemeente is in (EZ/OIS) maakt melding van 132 faillissementen in Amsterdam categorieën detailhandel via internet in een algemeen tussenpersonen/bedrijven zijn die hulp aanbieden bij het contact met het FEC, banken en de FIOD om als gemeente in de periode tot en met half juni 2020. assortiment non-food; goederenvervoer over de weg; aanvragen van Corona-toeslagen. waar mogelijk nu al te leren van modus operandi in lopende Een faillissementsprocedure kan na aanvraag 2 á 3 maanden algemene burgerlijke en utiliteitsbouw; ontwikkeling, productie fraude- en witwaszaken, en te anticiperen op fraude in duren; het aantal lopende aanvragen is niet bekend. De en uitgeven van software en overige specialistische en zakelijke Voorlopige analyse ondernemingen en vastgoed: bepaalde branches. gevolgen van de coronacrisis voor het bedrijfsleven in dienstverlening. De meest opvallende procentuele daling ten De aanname is, dat pas nu geleidelijk aan de financiële effecten Amsterdam zullen duidelijker worden na verloop van tijd. opzichte van vorige jaren zien we — en dat is verklaarbaar — in van de Coronamaatregelen duidelijk worden. En dat daarmee MKB en KHN-Amsterdam: Er is overleg over een Om eventuele trends die kunnen wijzen op de inschrijvingen voor eventcatering, (podium)kunsten, horeca, de risico’s in - voor ondermijning kwetsbare - sectoren juist financieringswijzer, waarmee ondernemingen kunnen nagaan ondermijning(srisico’s) snel te kunnen detecteren (of juist toerisme en contactberoepen. Opvallende procentuele stijgers zullen toenemen, terwijl het gewone leven weer langzaam op welke documentatie ondernemers moeten aanleveren om hun signalen te ontzenuwen) monitort OOV vastgoedtransacties zijn in relatie tot ondermijningsrisico’s meer interessant, zoals gang komt. financiering transparant te maken. bouwvergunningaanvragen, en ondernemingen (w.o. horeca) de categorieën detailhandel via internet in een algemeen Dit betekent dat we het systeem waarmee momenteel signalen per gebied in de stad. En brengt het aantal sluitingen in kaart assortiment non-food met 191% (vergelijkbare stijging in 2019 worden opgehaald uit de stad zullen verbreden en informatie PVG: In het overleg tussen de gemeente en het georganiseerd die te relateren zijn aan de drugsindustrie (en tov 2018), goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen) uit onze eigen registratiesystemen op een andere wijze zal bedrijfsleven in Amsterdam is de aanpak ondermijning Coronamaatregelen). 123 %, detailhandel via internet in huis- en tuinartikelen 45%, worden benut en gekoppeld. besproken en zijn er afspraken gemaakt over samenwerking boekhoudkantoren 33%, handel in en reparatie van tussen PVO/ DWS/ RIEC-AA om ondernemers Vastgoed en ondernemingen personenauto’s en lichte bedrijfsauto's (geen import) 64%, 2 weerbaarder te maken. Straatgerichte aanpak weerbare buurt callcenters 77% en kinderopvang 460 %. Op dit moment zijn . . N À De ‘Straatgerichte Aanpak Aantrekkelijke Winkelgebieden’ hier uit oogpunt van ondermijningsrisico's nog weinig Samenwerking en preventie Corporaties & Gemeentelijk vastgoed: Het onderwerp (hierna: SGA) is een gezamenlijk proces waarin overheid, conclusies uit te trekken. ondermijning in coronatijd is in het overleg met de afdeling ondernemers en pandeigenaren een samenwerking opzetten We werken als gemeente met andere partijen samen om BOG van de corporaties samen met gemeentelijk vastgoed om groei en verandering niet ten koste te laten gaan van de Aanvragen bouwprojecten * nieuwe ontwikkelingen in de stad sneller in beeld te krijgen en besproken. Gezamenlijk zijn risico's onderkend en na de zomer identiteit van een straat of winkelgebied. Onder deze aanpak Vergeleken met de periode maart t/m mei vorig jaar zijn 29% wederzijds elkaar op kwetsbaarheden te wijzen en preventieve wordt het overleg vervolgd over hoe indicatoren van voor valt onder meer een aantal straten in stadsdeel Zuid, Oost en minder vergunningaanvragen gedaan voor bouwprojecten. maatregelen te nemen. ondermijning kwetsbare panden in een vroeg stadium kunnen West, net buiten de Singelgracht. In die gebieden is er een vrij Vooral niet-natuurlijke personen vroegen minder vergunningen worden gedeeld. nauwkeurig beeld van ontwikkelingen in de panden tijdens en aan. Bouwkosten daalden daarmee met 175 miljoen ten Het RIEC Amsterdam Amstelland initieerde de volgende na de lockdownperiode. opzichte van vorig jaar; een daling van zo'n 25 procent. Corona campagnes: Particuliere vastgoedeigenaren: Voor de zomer heeft Zo is er vooral in de winkelgebieden in Zuid een wijziging te e _ Social media campagne over foute helpers voor bestuurlijk overleg plaatsgevonden met enkele pandeigenaren bespeuren. Vanaf juni is een groei van leegstaande panden (in De opsomming hieronder geeft een eerste blik op patronen en ondernemers in mei 2020. Aan de hand van een korte met bezit in de binnenstad. Dit overleg verloopt onder verbouwing, te koop of te huur) zichtbaar. In het aantal veranderingen in de aanvragen in het Omgevingsloket Online online enquête werd aan ondernemers in de auspiciën van programma Aanpak Binnenstad en zal vervolg kadastertransacties was sprake van een (gematigde) groei. gedurende de coronamaanden. De aanvraaggegevens uit 2017 Amstellandgemeenten gevraagd of zij tijdens de krijgen na de zomer, waarin ook ondermijning een plek zal Men zou verwachten dat het aantal vastgoedtransacties in de — 2019 zijn gebruikt ter vergelijking. Kermt manren gie zij miet krijgen. coronaperiode verminderd was, maar de vastgoedmarkt heeft . overname van hun bedrijf, of voor het huren van een Vv d : ATO: mogelijkerwijs (anders dan de verhuurmarkt) een vertraagde ° he sonar aantal bouwaanvragen ner hweede ruimte in hun bedrijfspand om onbekende reden. astgoe symposium met ATO: Gemeente Amsterdam reactie op economische veranderingen. wartaa van 2020 ligt zo’n 9% lager dan het Tevens werd gevraagd of de ondernemers een organiseert samen met het landelijk Aanjaagteam On Periodieke en systematische observatie van de winkelgebieden gemiddelde van dat kwartaal in voorgaande jaren; dergelijk aanbod hebben afgeslagen, erop in zijn Ondermijning (ATO) een symposium over ondermijning in de zal in de toekomst helpen om substantiëlere conclusies te -_In de tweede helft van mei 2020 lijkt het aantal gegaan en/of ze een melding hebben gedaan Van de vastgoedsfeer op 21 september 2020 in Amsterdam. trekken over de mate waarin dergelijke ontwikkelingen de aanvragen zich te herstellen naar het gebruikelijke 248 mensen die de enquête hebben ingevuld, geeft Internationale ontwikkelingen en risico’s op de vastgoedmarkt weerbaarheid van de buurt tegen ondermijning negatief niveau; tussen de 7,7% en 8,9% aan dat ze een aanbod en handelingsperspectieven voor een aanpak op regionaal en kunnen beïnvloeden. - Er is in de laatste weken van maart een duidelijke piek hebben gehad van een onbekende investeerder. lokaal niveau worden belicht. in het aantal aanvragen “handelen in strijd met regels Ondernemers die dit aangeven, komen uit Vastgoedtransacties: ruimtelijke ordening”; verschillende branches, waaronder horeca, toerisme De aanbevelingen landelijk Aanjaagteam Arbeidsuitbuiting Er is, na een lichte stijging in maart, een afname zichtbaar in -__In april en meiis er een lichte dip in het aantal bouw- en retail. Opvallend is dat geen van de ondernemers zijn door OOV onder de aandacht gebracht van verschillende het aantal in het kadaster geregistreerde transacties met één of en sloop aanvragen; aangifte hiervan heeft gedaan De bevindingen uit de directies. In gezamenlijkheid onderzoekt men hoe deze den in Amsterdam: -__ De gebieden Oud-Zuid en Centrum West zijn de enquêtes kunnen erop duiden dat ondernemers : f : : meer panden m Amsterdam: ; tijdens de coronacrisis benaderd worden door aanbevelingen kunnen worden geïmplementeerd in beleid en voornaamste plekken voor OLO-aanvragen. Het is investeerders met verkeerde bedoelingen. Voor handhaving. Toch zijn al enkele zaken te noemen: (1) Wonen Maand Aantal transacties niet duidelijk of er eventuele hotspots zijn in de stad betere inzichten is een omvangrijker en dieper heeft nadrukkelijk aandacht voor arbeidsuitbuiting; dit blijkt december 2019 177 waar ongewoon veel aanvragen zijn geweest tijdens onderzoek nodig. Hierover is de gemeente met het onder meer vit de (gevolgde) trainingen herkennen signalen de Coronamaanden. RIEC AA en PVO in gesprek. mensenhandel, de aandacht voor uitbuitingssignalen bij Januari 2020 1.182 e Infographics (ontwikkeld met andere RIEC-s en LIEC) woningcontroles, aansluiting bij het RIEC-cluster februari 2020 1.078 Over de gehele linie is er kortom een daling in het aantal OLO- die binnen de gemeente Amsterdam zelf zijn ingezet Mensenhandel en het uitdelen van relevante flyers en folders aanvragen (geweest) in 2020, mogelijkerwijs als gevolg van dan wel worden bewerkt naar een op Amsterdam bij huisbezoeken. (2) Bl kijkt actief naar de aanbevelingen op maart 2020 +190 verminderde activiteit in de stad door de Coronamaatregelen. toegespitste campagne. Het betreft: het gebied van BRP en RNI Over het dossier RNI is reeds april 2020 1.117 Na twee maanden lijkt er eind mei weer een herstel op gang te o Infographic Tozo die erop is gericht richting het ministerie van BZK gereageerd met mei 2020 1.022 komen, parallel aan de versoepeling van de Erol van dens rene oakeoiktin oplossingsrichtingen. (3) Vanuit EZ start in samenwerking met coronamaatregelen. De hogere aanvragen “handelen in strijd samenwerking met WPI. ! Fairwork een pilot waarbij voor arbeidsmigranten een Het betrof in 7 gevallen de overdracht van 10 of meer panden met regels ruimtelijke ordening” lijken overeen te stemmen o Infographic Horeca ondernemer waarin laagdrempelig en eenvoudig benaderbaar meldpunt wordt tegelijk in een transactie (waaronder corporaties en met de verhalen over drukte in de bouwmarkten tijdens de specifiek horecaondernemers worden ingericht. commerciële beleggers). Meestal ging het in dat geval om eerste thuiswerkperiode door COVID-19. gewaarschuwd voor foute helpers - wordt bedrijfsruimten. Het Programma De Weerbare Stad brengt met Aanvragen horecavergunningen besproken met KHN de maatregel Van wie is de stad? meer systematisch diverse De maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 hebben o__ Infographic Arbeidsmigranten waarin typen vastgoedtransacties in kaart. De transacties of aanzienlijke invloed op horecaondernemers over de gehele gemeenten acvies cijgen over het traceren (ver)kopers die opvallen inde Coronaperiode worden nader linie. Om te zien wat dit precies voor invloed is geweest en ofer migranten en uitbuiting - is betrokken in onderzocht op signalen van ondermijning. meer of andere gelegenheid is (geweest) voor ondermijnende onze aanpak En activiteit werpen we hieronder een blik op de Ondernemingen gestart in maart-juni 2020 horecagerelateerde vergunningsaanvragen voor, tijdens, en na Aanvragen per stadsdeel per maand Totaal aantal per criminaliteitsklasse + Bestuurlijke waarschuwingen en sluitingen van een pand deze periode. Vergeleken met voorgaande jaren zijn er geen grote wijzigingen 200 103 2018 2015 zar . se . …- 5 mn _ ed n° in aantallen bij de gemeente binnengekomen bestuurlijke 5 65 harddrugs [=d LE] LN n . - Aantal aanvragen per maand per jaar z ne Ee hennepkwekerij EE Ei En rapportages over voornamelijk productie van en/of handel in Ee ss IE E ” Se softdrugs a EE Fe drugs. Wel is een lichte stijging in juli zichtbaar. Het aantal Te = EE Se 5 ne corona 58 woningen dat is gesloten naar aanleiding van een drugsvondst 8 231 8 5 ï jm ERE : ini El za z ne: r En . En Ee straathandel : ä EN bedoeld voor de handel is groter dan vorig jaar (+20). Nog EP en nn jenve februar aart 20 e jw eea a an sE onbekend is of deze ontwikkeling een relatie heeft met de 5: 7 en 33 . ‚ ‚ moord / doodslag zn & 3 == EE zoo m8 a Afbeelding 3, aanvragen van horecavergunningen in 2020 emerkdcartars: ondsindinendt achnieken ik z Coronamaatregelen. 8 Ee _ 3 Stadsdeel wuurdapens E & 2 n oetans witwassen geld ä 4 á Totaal aantal besluiten u en huiselijk geweld Aa a ae 50 Afbeelding 2, aanvragen horecavergunningen, vitgezonderd IN Noord Aelen 5 5 & En vergunningen tijdelijk terras mm oee ropes 3 7 B west crimineel / onverklaarbaar vermogen 2 5 3 go Jaar van aanvraag IN Westpoort ontduiken belasting 3 3 3 Zuid MN zo:6 u Gn illegale kansspelen 4 ie i 5 En B zor legaal verblijf in Nederland 3 3 3 z z4 EN zoas openlijke geweldpleging 1 3 á 7 ze 2029 Er zijn in al deze gegevens geen onverwachte afwijkingen van Be PEEM 8 d 8 á en . . . mishandeling MN == het bovenstaande patroon te zien die eventueel duiden op En f à 5 ze Stilstand gevolgd door volle toeren bijvoorbeeld ondernemende activiteit zonder uitzicht op ween nennen We : 5 5 _ De algemene trend is dat, in vergelijking met de eerste concrete omzet. Alleen stadsdeel West onderging met de dieverurihandëling | etwaattoiag de 4 . maanden van 2020 en de jaren ervoor, de aantallen coronamaatregelen in zicht nog een ongewone maar kleine bommen / handgranaten á 2 . EE F . . . … : : opleving in aantallen aanvragen, maar dit lijkt geen trend te enne 5 waarschuwing sluiting geen maatregel opgelegd horecavergunningsaanvragen op alle vlakken en in alle zin 7 ee e _ gebieden dalen tijdens de lockdownperiode (afb. 1). Vooral de JN. arden accijns n Afbeelding 7, totaal aantal bestuurlijke openbare orde besluiten tav aanvragen die te maken hebben met evenementen of met het Meld Misdaad Anoni ” internationale drugssmokkel 4 1 panden in 2020 openen van nieuwe horecabedrijven verminderen in aantal. De Gra PALSAOAG ANONIEM MENGEN _ . huisvesten illegaler 1 - : meest actieve gebieden (Centrum in het bijzonder) hebben ook Het aantal meldingen dat binnenkwam bij Meld Misdaad gedwongen prostitutie 3 2 … Anoniem is ve rgele ken met het aantal meldingen in vorige zwartwerker 2 2 Afbeelding 8, aantallen sluitingen van panden in 2020 met aanleiding ereen ee zwaarst te jean onder te maatregelen afb. 3) jaren gestegen (afb 4). In de maanden maart t/m juli is er sirdaudof 2 3 orecazaken moeten de gemeente ITOrmeren Over, vergeleken met de 2 jaren hiervoor bijna een verdubbeling te admini À 5 sdh wijzigingen in de bedrijfsleiding en eigenaren. Wisselingen in erg jare! J gt Onverklaarbare activiteiten á ferme leidinggevenden (in en uitschrijvingen) worden het vaakst zien (afb 5). Vooral meldingen over drugs en straathandel zijn gevaarlijke staffen E 3 doorgegeven. In de loop der tijd zien we ongeveer evenveel in- aanmerkelijk toegenomen en meldingen van onverklaarbare bijstandsfraude 3 Si EE | als uitschrijvingen. Na janvari 2020 is er echter een duidelijke ondermijnende activiteiten (afb 6). Dit kan verband houden ne 2 i cn EEN afname in activiteit van doorgegeven wijzigingen, met een met het roi wa anfof ekenmg Is gehouden, dat meer asin GHB 1 2 n panne mn it va beeatorium XTC / Opta dieptepunt in april, midden in de lockdown en de daarmee ne t vins © ni ite, â ni on Edelen henraplevekerij buen s E 5 ° verbonden onzekerheid voor alle horeca. In mei en juni vindt er m nun omgeving. Wok kan art EEN MUStrauie zijn, dat hande! En hennepkwekerij beddljsgand s nn EE een inhaalslag plaats: er is een piek in aanvragen die weken productie in drugs meer zichtbaar waren op het moment dat de fraude met toeslagen 2 : mee EN duurt en die de piek van 2019 overstijgt in duur en kwantiteit. stad in de lockdown grotendeels stil viel. (NB. niet alle energiediefstal 3 - imi itei ij diefstal voertuigen / -onderdeler … EE Opvallend is verder dat vanaf het moment dat de maatregelen criminaliteitsklassen zijn getoond) En 8 ……. . ene ee diefstal overigen 3 ennepkwekerij niet in werking versoepeld zijn, het aantal inschrijvingen van leidinggevenden Denk i 5 vmeer . . en . atal meldingen Ed weken achtereen groter is dan het aantal uitschrijvingen. Dit min ken sek z dE | " ” per jaar wijst er mogelijk op dat horecaondernemers hun achterstand 8 rijden / varen onder invloed 1 1 EN met maximale inzet proberen in te halen. a radicalisenng : ek. overval woning 1 1 illegale financiele transacties Te internationale drugshandel 2 _ Aanvragen functies horeca Amsterdam 2016-2020 NE illegale anderwerhuur 2 SE | el ad | Afbeelding 6, totaal aantal MMA-meldingen 2018-2020 in de maanden a | maart t/m juli, gerangschikt naar criminaliteitsktasse in ä $ hl, mensenhandel IJ f ä Hf ii ii _ Aldrin LE PE A de Afbeelding 4 en 5, totaal aantal MMA meldingen 2018-2020 en totaal betiendangpebelat EL 7 de 7 aantal meldingen per maand maart-juli 2018-2020 ie A geen maatregel opgelegd Afbeelding 2, wijzigingen en bijschrijvingen leidinggevenden bij n s ED zeis horecavergunningen (alle typen) 2016-2020 n sot IN veerschewine 2014 MN zee Aantal meldingen per maand 23 . 82 70 2e 7 49 sz 54 49 43 43 48 maart april mei jun juli
Onderzoeksrapport
3
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 334 Publicatiedatum 5 juni 2013 Ingekomen op 30 mei 2013 Ingekomen in raadscommissie WPA Te behandelen op 3/4 juli 2013 Onderwerp Motie van het raadslid mevrouw De Soete inzake de Kadernota 2014 (een leven lang leren voor iedereen). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300); Overwegende dat: — _ mensen zich een levenlang moeten kunnen blijven ontwikkelen, ook als zijn een laag inkomen hebben; — werkenden en niet-werkenden daarom de mogelijkheid moeten hebben zich om- of bij te scholen, ongeacht leeftijd; — de gemeenteraad op 14 juli 2011 de motie-De Soete (Gemeenteblad afd. 1, nr. 657) heeft aangenomen waarin de Gemeentelijke Kredietbank wordt verzocht te onderzoeken of zij de bestaande leningsfaciliteiten kan uitbreiden met een studiefinanciering; — dit voorstel heeft geleid tot een scholingslening die op 1 juni 2012 van start is gegaan; — ongeveer 1600 mensen het afgelopen jaar belangstelling hebben getoond voor de regeling; — slechts 47 aanvragen zijn ingediend, waarvan er maar 8 zijn toegekend, omdat mensen met een laag inkomen, die om- of bijgeschoold willen worden, vaak schulden hebben en er dan geen lening wordt verstrekt; — de tweede oorzaak voor het niet verstrekken van de lening een inkomen is dat net boven de 110% van het minimuminkomen ligt terwijl mensen door relatief hoge vaste lasten toch niet in een opleiding kunnen investeren; — _op deze wijze de leningfaciliteit zijn doel niet bereikt, terwijl er velen baat bij zouden hebben; — de leningfaciliteit in het bereik moet komen van de beoogde doelgroep om op deze wijze de kansen op de arbeidsmarkt voor hen te vergroten, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 334 Moti Datum _ 5 juni 2013 otie Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — een plan op te stellen om te zorgen dat meer mensen met schulden toch een opleiding kunnen volgen door middel van een educatiecontract (financiering met inspanningsverplichting om diploma te halen of financiering op basis van wederkerigheid, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) of op een andere wijze; — de regeling voor de scholingslening uit te breiden naar mensen die meer dan 110% van het minimumloon verdienen waarbij een draagkrachtmeting wordt gehanteerd om te beoordelen of zij een lening nodig hebben; — ditte financieren door het niet bestede deel van het budget voor de scholingslening hier alsnog voor aan te wenden. Het lid van de gemeenteraad, M. de Soete 2
Motie
2
discard
% Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad x Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 028 Behandeld op 10 februari 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021 Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie. Constaterende dat: -_ Het college in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES) het gebied rond IJburg, Zeeburgereiland en Science Park als zoekgebied voor windturbines heeft aangewezen; Overwegende dat: -__ Windturbines slecht inpasbaar zijn binnen dit zoekgebied; - Eronder bewoners van het zoekgebied geen draagvlak is voor de bouw van windturbines binnen dit zoekgebied; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4). Het lid van de gemeenteraad K.M. Kreuger 1
Motie
1
train
€ Gemeente | Amsterdam | > < West x Besluit Algemeen Bestuur A-besluit Directie: Programma's, Projecten en Wijken Afdeling: Programma- en Projectmanagementbureau Behandelende ambtenaar: Roel de Jong Telefoon 06-52513825 | Datum behandeling: 8 september 2015 | Besluitnummer: INT-15-01503 Portefeuille: Vastgoed | Onderwerp: | Het in erfpacht uitgeven (verkopen) van Cabralstraat 1 Planning van de bespreking en besluitvorming | e _Oordeelvorming dinsdag 8 september 2015 e _ Besluitvorming dinsdag 8 september 2015 Het Algemeen Bestuur besluit: De gemeenteraad van Amsterdam te vragen het collegebesluit van 30 juni 2015 | over het in erfpacht uitgeven (verkopen) van Cabralstraat a, specifiek besluitpunt 2 het afwijzen van uitgifte aan MidWest op basis van het | ondernemingsmodel MidWest, te heroverwegen. Korte samenvatting: (max. 10 regels) Stadsdeel West wil met het college van B&W en MidWest onveranderd inspanningen verrichten om te komen tot een afronding van de pilot | ‘Vertrouwen In de stad’, waarvan de Cabralstraat 1 het laatste concrete project is. Daarom wordt de gemeenteraad gevraagd om heroverweging van het collegebesluit tot afwijzing van uitgifte (verkoop) aan MidWest op basis van het | ondernemingsmodel MidWest, en wel op grond van onder andere de | navolgende standpunten: 1. De bestuurscommissie ziet MidWest als partner in haar ambitie het gebied te ontwikkelen en de sociale cohesie te verbeteren, de | wijkeconomie te stimuleren, de buurtparticipatie te bevorderen en het | imago te verbeteren; | 2. MidWest ligt in de ‘Freezone Jan Eef’; 3. Maatschappelijke doelstellingen realiseren met ondernemerschap in | plaats van subsidies | 4. Het Collegebesluit van 25 maart 2014 ‘overdracht beheer perceel Cabralstraat’ heeft met de hierin als randvoorwaarde genoemde notitie ‘Uitgiftekader trustontwikkeling en wijkondernemingen’ grote | | | Stadsdeel West Pagina 2 van 3 | A-besluit | Besluitnr: INT-15-01503 | | | verwachtingen geschapen bij MidWest en de buurt; 5. Financieel en juridisch advies overtuigen de bestuurscommissie niet van de onmogelijkheid tot uitgeven in erfpacht (verkopen) van Cabralstraat 1 aan MidWest op basis van het ondernemingsmodel MidWest. | Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): In het collegebesluit wordt een uitgifte in erfpacht (verkoop) aan MidWest op basis van het ‘ondernemingsmodel wijkonderneming MidWest’ afgewezen. Reden van het besluit: | Met het besluit kan de gemeenteraard geïnformeerd worden over de standpunten van het Algemeen Bestuur van de bestuurscommisise West en hen gevraagd worden het collegebesluit van 30 juni. jl, en specifiek besluitpunt 1 | het afwijzen van uitgifte aan MidWest op basis van het ondernemingsmodel | MidWest, te heroverwegen. Kosten, baten en dekking: | Niet van toepassing Voorbereiding en adviezen: De brief aan de gemeenteraad is intern afgestemd met de afdeling | communicatie, juridische zaken en het gebiedsteam De Baarsjes. Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: | Niet van toepassing Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: -__ Brief DB aan de gemeenteraad inzake het in heroverweging nemen van een uitgifte in erfpacht (verkoop) van Cabralstraat 1 aan MidWest op basis van het ‘ondernemingsmodel wijkonderneming MidWest’; -_ Collegebesluit 30 juni 2015 het in erfpacht uitgeven (verkopen) of verhuren van Cabralstraat 2. Afhandeling: Afschrift aan: Roel de Jong, Miriam Heemelaar | Bekendmaking / publicatie: Besluitenlijst van de bestuurscommissie West. Communicatie: Niet van toepassing | Ter kennisname doorsturen aan: | Gemeenteraad van Amsterdam | Besloten in de vergadering van: 8 september 2015 | | Stadsdeel West Pagina 3 van 3 A-besluit Besluitnr: INT-15-01503 Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West, retaris: Voorzitter: ee
Besluit
4
train
VN2021-000741 G Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen rectie mi emeente directie middelen en % Lucht-en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie F E D control % Amsterdam Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter kennisneming Portefeuille Deelnemingen Duurzaamheid en Circulaire Economie (29) Agendapunt 12 Datum besluit 12 januari 2021 Onderwerp Vertrouwelijk delen bijlagen 11 emissierapporten De commissie wordt gevraagd 1. Kennis te nemen van de brief (bijlage 1.1), de memo behorend bij de brief (bijlage 1.2) en de kabinetsbijlagen (2 en 3). Kabinetsbijlagen 2 en 3 dienen ter aanvulling op de brief (bijlage 1.1 en 1.2) die eerder is verzonden via de dagmail van 42 januari 2021 en de op de website van AEB gepubliceerde rapporten (exclusief bijlage 11). Tijdens de commissie FEZ op 29 oktober 2020 zijn door raadsleden vragen gesteld over de emissierapporten van de biomassa energiecentrale van AEB (BEC). Door wethouder Duurzaamheid is toegezegd deze rapporten te delen. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeft met AEB overlegd over het openbaar maken van deze emissierapporten, mede in het kader van een Wob-verzoek. AEB heeft de rapporten exclusief bijlage 11 op 11 januari 2021 op haar website gepubliceerd, waarnaar wordt verwezen. Bijlage 11 (bijlagen 2 en 3) van de rapporten bevat bedrijfsvertrouwelijke gegevens en worden bij deze met v gedeeld. 2. Kennis te nemen van de geheimhouding die door het college op grond van artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet is opgelegd op de bijlagen 2 en 3 (zijnde de bijlagen 11 bij twee emissierapporten). Dit in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 1 sub c en/of art 20 lid 2 sub ben g van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor een tijd van 25 jaar. 3. Kennis te nemen van het verzoek aan de raad om de opgelegde geheimhouding voorafgaande aan behandeling van deze bijlagen 2 en 3 in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na aanlevering van de stukken bij de griffie op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet te bekrachtigen. Wettelijke grondslag Artikel 160 lid 1 onder ben d van de Gemeentewet: het college bereidt de besluiten van de raad voor en het college is bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen Artikel 169 lid 2 van de Gemeentewet: het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Tijdens de commissie FEZ op 29 oktober 2020 zijn door raadsleden vragen gesteld over de emissierapporten van de biomassa energiecentrale van AEB (BEC). Wethouder Duurzaamheid toegezegd deze rapporten met ute delen. Gegenereerd: vl.8 1 VN2021-000741 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, directie middelenen $%@ Amsterdam Lucht Zeeh D heid en Circulaire E ‚ control % ucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021 Ter kennisneming Reden bespreking n.v.t Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding Geheimhouding wordt opgelegd op de bijlage 2 en bijlage 3 bij deze voordracht. De informatie is aangemerkt als bedrijfsvertrouwelijk en openbaarmaking kan de belangen van gemeente, AEB of BEC schaden of bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden onevenredig bevoordelen of benadelen. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Welke stukken treft v aan? Bijlage 1.1 OPENBAAR brief emissierapporten AEB Commissie FED. pdf AD2021-003427 (pdf) AD2021-003426 Bijlage 1.2 OPENBAAR Memo toetsing meetrapporten AEB BEC.pdf (pdf) AD2021-003425 Bijlage 2. KABINET bijlage 11 Emissierapport 1.pdf (pdf) AD2021-003424 Bijlage 3. KABINET bijlage 11 Emissierapport 2.pdf (pdf) AD2021-002777 Commissie FED Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Project Vitale Afvalketen, Floor Broekman, f.broekman@®amsterdam.nl Gegenereerd: vl.8 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1547 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder BJ Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Guldemond inzake de Begroting 2017 (nader onderzoek overhead). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — de overheadkosten in deze begroting voor het eerst apart worden — gepresenteerd conform de nieuwe BBV; — het daardoor mogelijk is die te vergelijken met andere gemeenten; — de overheadkosten in Den Haag € 4854 per inwoner bedragen, en in Groningen op € 4790 per inwoner, en voor de gemeente Amsterdam € 6862 per inwoner. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — nader onderzoek te doen naar de hoogte van overheadkosten van de gemeente Amsterdam en eventueel de verschillen met andere grote steden; — de raad hier voor de Voorjaarsnota 2017 over te informeren. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma P.V. Guldemond 1
Motie
1
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 8 november 2023 Ingekomen onder nummer 603 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024 Onderwerp Bezoekers parkeren in het centrum Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de begroting 2024 Overwegede dat e Stadsdeel Centrum het enige stadsdeel is waar bezoekers parkeren niet ingevoerd is e De alternatieven voor bezoekers van bewoners in het centrum om hun auto te parkeren schaarser en duurder worden e Recent 24/7 betaald parkeren in centrum is ingevoerd en dat parkeren er €7,50 per vur moeten betalen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders e bezoekers parkeren met 65% korting in te voeren in stadsdeel centrum zodat bewoners in centrum hun bezoek tegen redelijk tarief kunnen laten parkeren; e De benodigde 5,4 miljoen euro te financieren vit de verhoging van de toeristenbelasting Indiener(s), R.B. Havelaar
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 22 september 2016 Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl 4B Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 13 oktober 2016 Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Kunst en Cultuur 11 Kunstenplan 2017-2020 Nr. BD2016-013624 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 november 2016). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 13 en 27. 12 Advies AKr inzake het Kunstenplan 2017-2020 Nr. BD2016-014692 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 13 en 27. 13 Wijziging van de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan en de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 Nr. BD2016-014804 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 november 2016). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 12 en 27. 2 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 14 Profielschets nieuw bestuurslid Amsterdamse Kunstraad Nr. BD2016-013321 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 november 2016). 15 Afdoening motie 123 Nr. BD2016-013795 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP). e Was TKN 3 in de Commissievergadering JC van 22 september 2016. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 16 en 28. 16 Afdoening motie 125 - Potentieel geschikte panden voor broedplaatsen Nr. BD2016-013796 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP). e Was TKN 4 in de Commissievergadering JC van 22 september 2016. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 15 en 28. Bouwen en Wonen 17 Instemmen met extra bijdrage aan paviljoen Van Eesterenmuseum Nr. BD2016- 014626 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 9 november 2016). Onderwijs 18 Overzicht basisscholen onder de opheffingsnorm in het Amsterdamse primair onderwijs Nr. BD2016-013800 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de duo-leden Bouchibti (VVD) en Laseur (CDA). e Was TKN 9 in de Commissievergadering JC van 1 september 2016. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 22 september. 3 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 19 Evaluatie van de centrale loting en matching van de Amsterdamse Kernprocedure 2016 Nr. BD2016-013802 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 22 september. e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20. 20 Kernprocedure besluit 2017 Nr. BD2016-014448 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. © Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19. 21 Kennisnemen brief voortgang versterken van de diversiteit in het Amsterdamse basisonderwijs en van het onderzoek naar onderwijs aan achterstandsleerlingen van Dhr. Blok Nr. BD2016-013803 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. © Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA). e _ Uitgesteld in de Commissie vergadering van 22 september 2016. 22 Concept draaiboek calamiteiten onderwijs Nr. BD2016-013797 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA). e Was TKN 6 in de Commissie vergadering JC van 22 september 2016. e _Deleden van de raadscommissie Algemene Zaken zijn hierbij uitgenodigd. 4 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 Jeugd 23 Kennisnemen van de eindrapportage pilot spookjongeren Nieuw-West en voortgang implementatie Nr. BD2016-013799 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman(PvdA). e _ Uitgesteld in de raadscommissie JC van 22 september 2016. 24 Voortgang integraal plan van aanpak dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam en ‘social parenting’ Nr. BD2016-014553 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _Deleden van de raadscommissies voor Werk en Economie, voor Zorg en Sport en voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd. 25 Kennis te nemen van de voortgangsrapportage plan van aanpak vechtscheidingen Nr. BD2016-014615 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 26 Onderzoek kinderombudsman naar klachten over het MBO Nr. BD2016-014550 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Flentge (SP). TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN 5 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 Kunst en Cultuur 27 Bestuurlijke reactie op advies Amsterdamse Kunstraad over Kunstenplan 201 7- 2020 Nr. BD2016-015144 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 12 en 13. 28 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 24 augustus 2016 inzake de huurprijzen van ateliers Nr. BD2016-015161 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 15 en 16. Onderwijs 29 Toelichting over de ontwikkelingen van het stedelijk toelatingsbeleid voor schooljaar Nr. BD2016-015156 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD). e Was TKN 4 voor deze vergadering. 30 Aanbieden contourennotitie ‘Onderwijsplatform Amsterdam’ Nr. BD2016-014001 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD). e Was TKN 11 voor deze vergadering. 6 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016 Jeugd 31 Fondsaanvraag Jeugd voor onttrekking in 2016 uit noodfonds Zorg, Werk en Jeugdzorg Nr. BD2016-015257 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd voor deze Commissie, in de commissie FIN, op verzoek van het lid De Heer (PvdA). e Was TKN 5 in de Commissie vergadering JC van 22 september 2016. BESLOTEN DEEL 7
Agenda
7
discard
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam Amstel 1 Nn Stadsdeel Centrum Postbus 202 2% Directie Bedrijfsvoering 1000 AE Amsterdam X afdeling Juridische Zaken Telefoon 14 020 Fax 020 256 4433 Ne { Retouradres: JZ, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam De heer dr. R.M.J.M. Butzelaar Herengracht 522 1017 CC Amsterdam an 15 FEB. 2013 Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door mr. H.D. Hosper Rechtstreekse nummer 020- 256 4722 Bijlage Omgevingsvergunning van 16 januari 2013, rapport Huygen Installatie Adviseurs van 30 november 2012, gegevens geluidsproductie Lennox airco-installatie Onderwerp Uw brieven van 3 en 4 januari 2013 Geachte heer Butzelaar, U heeft op 3 en 4 januari 2013 brieven gezonden naar de heer B. Oranje, dagelijks bestuurder Bouwen, Wonen, Stedelijke Ontwikkeling e.v. de leden van de deelraad en de heer H.D. Hosper, werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken. De inhoud van deze twee brieven is gelijkluidend. Deze brief is een antwoord op uw brieven. Dit antwoord zal ook ter kennisname aan de leden van de deelraad worden gezonden. Bij deze brief treft u drie bijlagen aan. In de tekst van deze brief zullen wij nader op deze bijlagen ingaan. In uw twee brieven spreekt u, ook namens enkele andere belanghebbenden, uw bezorgdheid uit over de plaatsing van een technische installatie op het dak van het gebouw Vijzelstraat 79 A-C/Keizersgracht 603 en de gevolgen daarvan op uw leefomgeving. In uw brieven vraagt u om uw belangen als omwonenden van het gebouw Vijzelstraat 79 A-C/Keizersgracht 603 mee te wegen bij een oplossing van het probleem dat de installatie geluid produceert, boven het dak uitsteekt en visueel zichtbaar is van de straatzijde en het keurblok. In deze brief kunt u lezen op welke wijze wij rekening hebben gehouden met uw belangen. Inmiddels is op 16 januari 2013 een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van deze technische installatie, bestaande uit een airco-unit, een schoorsteen en een aanzuiginstallatie. U treft deze vergunning als bijlage aan bij deze brief. Wij hebben de vergunning verleend op basis van de hieronder vermelde overwegingen. De vergunning is tot stand gekomen na een zorgvuldig onderzoek naar alternatieve mogelijkheden voor het elders op en in het gebouw Vijzelstraat 79 A-C/Keizersgracht 603 Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 2 plaatsen van deze installatie. Uit dit onderzoek van Huygen Installatie Adviseurs van 30 november 2012, dat wij ook als bijlage bij deze brief voegen, is echter gebleken dat een andere plaatsing van deze installatie niet mogelijk is. Ook is het niet mogelijk de omvang van de airco-unit en de afzuiginstallatie te verkleinen. De schoorsteen t.b.v. de CV- installatie kan wel verlaagd worden van vijf meter naar drie en een halve meter. Uit de als bijlage bij deze brief gevoegde gegevens over de geluidsproductie van de geplaatste Lennox airco-installatie blijkt dat deze installatie 7 db minder geluid produceert dan de oude installatie. De thans geplaatste installatie voldoet aan de milieu-eisen en de eisen van het Bouwbesluit. É De commissie voor Welstand en Monumenten heeft een gunstig advies uitgebracht. De commissie heeft hierbij rekening gehouden met het rapport van Huygen Installatie Adviseurs. U bent lopende de behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning d.d. 24 april 2012 enkele malen geïnformeerd over de afhandeling van deze aanvraag. Op 12 december 2012 bent u nog kort geïnformeerd over de laatste stand van zaken in deze procedure. Wij hebben bij het nemen van een beslissing de belangen van de bewoners en van de vergunningaanvrager zorgvuldig afgewogen. Gelet op uw belangen hebben wij eerst de vergunningaanvrager verzocht alternatieven te onderzoeken. Het resultaat van dit onderzoek hebben wij laten beoordelen door een onafhankelijk deskundige. Uiteindelijk heeft de overweging dat een kantoorgebouw moet kunnen blijven voldoen aan de huidige eisen op het gebied van verwarming, koeling en ventilatie bij het nemen van de beslissing de doorslag gegeven. : Het is helaas niet mogelijk gebleken een andere oplossing te vergunnen. Wij hopen u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Volledigheidshalve wijzen wij u op de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen tegen het besluit van 16 januari 2013. Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de heer mr. H.D. Hosper. Zijn telefoonnummer staat bovenaan deze brief. Hoogachtend, mevrouw mr. N. Boelens hoofd afdeling Juridische Zaken 2 | » Aan het Dagelijks Bestuur van de Deelraad Centrum Amsterdam 3 januari 2013 Aan de Wethouder B.Oranje Aan de Weledelgestr.Heer H.D. Hosper , afdeling juridische zaken Stadsdeel Centrum betreffende de procedure Keizersgracht/Vijzelstraat 79 REN | —3 JÁN, 2013 Geacht Bestuur, Ee | Geregistreerd st DORA In verband met een al jaren slepend conflict tussen de bewoners van Keurblok 16 en Amsterdam OG Beheer ( lees: de heer H.Dijkhuis), is er „sinds kort „correspondentie gaande tussen de heer H.D. Hosper en vertegenwoordigers van het Keurblok ‚over de plaatsing van een technische installatie met geluidsoverlast. De laatste informatie hierover heb ik per mail — op mijn verzoek overigens - ontvangen op 12 december.( de mail sluit ik bij) Met stijgende verbazing hebben wij van de inhoud kennis genomen. Steeds meer gaat het er op lijken dat wij de aangeklaagde partij zijn in deze onverkwikkelijke zaak en dat Amsterdam OG Beheer (AOGB) de hand boven het hoofd wordt gehouden en in bescherming wordt genomen door de gemeente. Heel kort ga ik nog even terug in de tijd. Sinds 2004 heeft het keurblok melding gemaakt van geluidsoverlast ‚veroorzaakt door de apparatuur van AOGB. Normaal contact hierover met AOGB bleek ‚bij herhaling , niet mogelijk.Wij hebben „gezamenlijk, een geluidonderzoek laten doen door een onafhankelijk bureau , Geluidsconsult BV, opgesteld door Ing. R.C. Muchall „waarmee werd bevestigd dat de geluidsoverlast in het keurblok wordt veroorzaakt door het geluid van de technische installaties op het dak van AOGB ( Dijkhuis Vastgoed).Dit rapport is aan de Gemeente Amsterdam verstrekt. Eerst in 2012 is eenmalig door de gemeente ingegrepen toen door AOGB , nieuwe , nog zwaardere apparatuur op het dak „hoek Keizersgracht/Vijzelstraat, werd geplaatst „zonder dat daarvoor een : . vergunning was aangevraagd. De gemeente heeft toen — middels mevrouw Ruijgrok — stilleggen van de apparatuur geeist. Duidelijk was dat de apparatuur niet alleen de grenzen van geluid maar ook die van esthetisch aanzien , verre overschreed! De apparatuur steekt ver boven het dak uit en is van de straatzijde en binnen het keurblok duidelijk zichtbaar. Fotoos hiervan zijn aan de Gemeente verstrekt. Vervolgens is er toen iets vreemds gebeurd. Mevrouw Ruijgrok heeft een andere plaats gekregen binnen de gemeente en degenen die vanaf dat moment de zaak in handen kregen hebben tot nu toe meer actie ondernomen om AOGB te steunen dan om de regels , zoals die zijn opgesteld, te handhaven, en de bewoners te helpen het probleem op te lossen. Alle argumenten van AOGB worden gewikt en gewogen en wij, keurblokbewoners „worden aan het lijntje gehouden met vooruitzichten die er niet rooskleurig uitzien. Wederom is er een maand uitstel verleend aan AOGB Uit de brief van de heer Hosper maken wij op dat dat de argumenten van de heer Dijkhuis kennelijk een grote rol spelen en dat de kans groot is dat het Dagelijks Bestuur de aanvraag van AOGB gaat vergunnen „iets wat inacceptabel is! Ook blijkt dat AOGB het afbreken of inpandig plaatsen van de illegale apparatuur te kostbaar vindt en dat ue die reden de apparatuur zou mogen blijven staan! Dat is toch wel bijzonder lachwekkend .Dus als je illegaal te grote en te dure apparatuur op een dak zet ‚dan zit je gebakken, want dat is voor de gemeente kennelijk een reden om de apparatuur te gedogen! Of geldt dat alleen voor AOGB ‚bijvoorbeeld omdat ze straks de Herengracht gaan verrijken met een Waldorf Astoria Hotel ? Het is duidelijk dat de gemeente niet de belangen en het algemeen belang van regelgeving en handhaving mee laat wegen.We zouden betrokken willen worden bij de oplossing van dit probleem in plaats van steeds met een kluitje in het riet te worden gestuurd.ik hoop dat deze hartekreet nu eens serieus genomen wordt en dat we als bewoners van een van de mooiste keurblokken in Amsterdam ‚op een eerlijke en rechtvaardige manier zullen worden behandeld, en liefst voordat het kalf verdronken is. met vriendelijke groet, mede namens Mevr. H. Ignatius en Dr. A van Dijkman Dr. R.M.J.M. Butzelaar as LON EL Arya rm {, \outzechaarel online. n ) Ed enen RS Ee EL A EIND Aen NARE dee derd STEN EE Aan è MRS EE bei he à ewijs RE ran pr en rin y bd et WEC EAS REN An LRE ded vd OEE anasth EEN En k Er AN, BESI me AEN SLE A AES er VERRE À OA € vab dee: He Eat Eee dad BN end KE Eren Ce Ee ae Vee stef ri DE 8 AS KE ek Ie Ee BEN Adere BEL Dd Ate Sean Re we NDT te Pe PE cats ae PRT zin SE Mr Ke rid 7 ne wl Ë gr Mared er BAE, bn Re m ORE Need A et Bee REN PR VTE erda el BRE REE REAL OE ale EES DE BAN Amst At ment Ee re Be RAE SR en AEN AArr rk RE nd Re. Ae TEE Bleed en AEK, ee AE 4 A EEn a MA eh fn EAN B Se kb, zh Kr ned BN ef Dre He ved Ak, tg : ef niht ee A PE Bien ì AE Bee a, di Ls ETC EEEN fn be TERS PET id ae) Pe an re, L ee genie ir A SEA î RAR ded: ak De Eert ds, EN RS ze RE Bren dS fe HEE Ne ie Par: kee B ee Are rr en Ke fb 5 rde Ee ej Ca ile We A Ee On lach ne erlenine en RE And RRD Re, En ROA NAE EA? ze HeT ie GI Ee re et Tale Ef sE bi: A ty: BE en ln hele LA | Sl Sal REE, x, Be: J zl ne e,, Ol ens PE AU BE: ere sed r DI BEM er en Ce Ar en en OE jk en, Te be DA ER, VEE ede RER, EA Re EE: vatte ae NE OE. Ed Dt KEN eee el Red A evi Le k, tad been Es nn ir 8 NAE adr se ee hehe ATA EE en ed ERR Ei Et nh Bi he Md biken 4 Rt Bt NeR ie er es Hee BP ie Pee nk NE ee Sd Dn erde En EEE onee RR Ge Ar ee Te Re lar Sie dje ns is A Eea NE KET RER Dt jn SOE epen A Ae ln, Ln HE Pet B bne Bet ie % 2 AR 4 TLS Ser ee LN Ee en, eed Ee ES wt 5 hg ES Es Zi zieden Se ER re ei Je dij ge bes Er ed en LE DE A ej Sf 3 AE „Anrst den terdan sn bi. en Re Etage jn PA ie et Be, nier ee Pae Hen BAE id e ER gees Ed Hen Ae a 8 Bin EE he AEN AE EEL Uren ls Nets kr rp ee Ere LA Ee En ME LE vz rn das Ao an a POLE EAO A: EEn, BE 6 SEE era nd ERNA jn eeh dn En st RIT nas AA Vann ee IE A Ed en are) En EE BEET GEen ar Har ne tn n-ont EE TR ij haden ee ge en ES ek Es Erg re Re ES Ee Rn Er ej if Ae ús AE GR beden B Bee AD ren: end Pt NS nek 8 sterdam ad ee Ter grtn Re nf rte ® een Et vinden en ee Pe En ij ande LT Ede tak Pad 2LOE ED mn Leen e EN ‘ En ed Jer tes Gi RE bok ero Pe rn eee kee d B Re meten he Peer nj VELE ed rees vüis A Ee IK SN : en EE ite bk EJ Reed Et, REN, TN nend ee Pc haden RN, trekt Vire ki an en KA 3 heee de rrd: ln je td ede RiEs ES Endt ver A Nn ETNA AE POR EE OE bree EE he ctotr ss KoL A eene Er ee AES EEN RE ie B EN Pe, Re sE Eer en det pet Ek: rr , Pd A een rad en dd ENE EA stbewijs dat. ER CAA Pre EA OERS NRE De lan Bs f HEN, AES NE a hike ae de, En et ie ES AE Art, rn Ì Ae Es var en Kaes s RARE e Ban rn EEE ae ok we, end , pe 5 mont dn E é 25 EE iet LE K te EEE hoÂS Eed a, En EEA ‚ En ee, te eet Je: EE a gh ren RUE EPE re 3 te ERA 2 in ee Te EL PLEK eh er Cine REL A Le ll RA ee jet ea ks TREE ck en Pr he Ee A err Eart EAR bies Srespl eh ef at ee #? HET Tek el, Est a Ed wiee LE SR Net EEA je ar Heije GA Er K £ e 4 EE ten Elek _ - 5 Br ie „s' ment ee mn CPE ae 4 ,f ei hes, Sd RE A Ebert Prien: re É ER AN > EEE ern ee Er Here, et, dt Vie rvi idd ; en pd EER ed B 3 EERE SEN NAE RR Lb AN A At Kea Een REEN B dn EE Ee Eet th hs en ren ER, Ri BE 17 lee Ve AE rs The erat B A ek ERD IE nn Sen ital 5 ne eN cf eik As ern a En ie hk dn NS hes de heegt ge Wik vetenk ed jb pt et EE Erres ei Sh Bee EE B pr Ed BE Ee En | Er EET A 1 ite Rr ER pt ED eN En EEN ind Sed Ai La Ben ene en Eel ek & pn Se ad eg AAS Pea To EE Beed nike, ER ze Pen et En hl EEL az. EERDE NEE ed, Een A Pi ke PA ee el R HEF Lan ’ En er dd DE dd Sn et Sides Ke ee An HARE A ek Ortu z en eN eN ar raten a LAG RE ei JE Arlen a EEK Een en 0e de ER Be OE EET dd Aelen Zere Ai NE BE Rm EN jj ak vens, heete re De EES BS re hed: Ets A 3 F ken, Ee eh ema pee en Ad baets EN An EE id 8E Ie, Re Ee eN be TR ht Ee dps Re a Ho, SL tatie RT Ae Aen, Ka W Gen EA EE ren en BE B tE En Rn Her: Zer, es OER oe En RR el Eh Er se A EA Er NE: SVEN Hà REEN, AE ef ep SEN OE at \ ‚5 wie bd A et A: Eed _k „bs pe St EEE cr En Sn es ES Zi op ER (.\ VRA ib nii La eeh ; ke Cee En KE Krnenete Er Ee Ss end 5 rl Eet in VE nt Et Aer) ERE mie VeS ER Er nd de LRE Et Eer ek, Ed LN ERR Ee aen res RO. , eg En Wee EE ERS, ne EAN 5 nen be Se RE RE ee eb ei, se AE . 0 erdee re EN ie et elek ambten tn ' Bd) Der er. ek EE reen ders ad de Bern be POR ra ae Ee ee eee EEE de RCA, RE 8 ET Er Rd ed Zin Len en ie: den! … tak 5 En HERE 2 Le A, Vit | dn EE, et En f de Eek DE, ne HE Ee en Ae EE , Dae ps à EA. EEEN En Re ee vien ker ene Sien i nk p Rate td, eed. tn eine 4E DE en Ee ee EES rna ien Si BEREN harde Ld \ eren ze nde Eel 3, nd rn, rj RA Wd, KAT ae 5 eerd: ads rn AL An vk de 0 er BEN rf dd EE ed KA De Ee rd! en and EEE ee en Re en Vkeete Eer Ee TE TE he ete EE ne Ee Per EE ve A REN, RC Enne wl NS Rr Wer Hee kele tt ET ES bai ere AN F É De ge SER Ee. ie Ei e BA se it he. 7 us ATEN EEE at sh ee in: aj tn mg E Ee LEU Rn bes rk of pn in ere B ha ed Bn AvA ete EE: a 4 Eene IE Te EE trg rt BE VA A ee Ad ee nt re WET pj RG d 6 8 n eam ee ere ep eri iid … pe ri ier ats Aten SRE egt Ar: EE é en Ed Dee A tkn at ey ht ES En Pe ke Ee ep, heee ek set, Mad Pe Heke dk 2 K BRL, EEN el tE 4 jd Es vane Te kein Et EEn dae ee gee Ke, tek 3, a : |: . EE En’ ene ED Berent EER EE RRA ree, AE AE rd _ D EE f DE| he ve ë EEE MEt re 0 vl rh : et Oe. EN ie UL, : Peer 1: , a end art es sus hed Re zen Wes né Bn B gdiÀ 3 RE, zi: een Erdee! RE rard ae EN AAE Ein gn : ed eee Gd RO ie! lr eN des aj EN Ee vette en en 8 le Ee GAS AND REN ; TTE ep Aarne er en Ee Ten bir 3 en: Een Eve tear tf $ EN hd hts pa 5 Hens ad Re, WE ziek, LES bink EEN Ee Drten ere ln en EN en An iekai EA nd ER Ee eel Bite: Bn Ee Oe Ben BE 8 nnee ke en RE AEEA RU kf ea (en ah ec iee ap ld ke en - ae DEE : eta hen EE rde af Ares PA E BO EER PE he de 3 ne BETA Ee Kf err mand k B DAE dn id OEE kt À DE ed, A Ê ta De AE ge de ve é ge kl aen als ent att Et Ea et BE SPAN a Ae 2 RIC dee nT AAST ESE Rn Se 5 ha HE. et HE | ik ERE RH ese CAA 7 RE Ji "é : e N Be te et td REEN B : been ee ln Maer ZAAL, Aret ee zjn nei Rae Bes A NGT ed en ps Rp EK el dn Heef Pi dd ie) RE el hen mEt. ien Tee iden Î if RG hef ed at PE End ï el RE | Ei En Hat! nt ie pt LER v dend Pel | ah ree AED PS c Se 5 î mien eid d En Sis tE ht en Merl bf Cts He À E k UE ki Er REE Eeen ö Eee ni VA kr a Pr : vn ig terp En RE ERE BE Renet 2d En Hfd $ Ee id ERO ln En, dn beed Pe EE RAK Kr En pl ba be S k E En : EE, As ER AES ee err EE Een td Ws _ 5 : ne meene, EE Rak ee ee Bages TR rd : Ee de ie vee % De ee de AK eed Ek hen OEE v ä Gi { ERE SE RhB AT RE bekt enenn: E RE rn A 4 RER RO, ï it ed Ene Nerd en ERE KEE ne RR \ 3 waves arne, En mers en EEA ra En en at Fi 2 UE en id ee rde ie Edet gal de e eN " 5 B E p ; EP en ep ns enne eld : ie afs Ed RT. Krk nt Ì RAR eee, en Ha Ee d de e er de N aa Baat ee dn Ee REED ë à 5 5 d ie ht 5 hates Eed is en PEN ‚ AE te A ne zt En DEE Ò ° pn HRe k B PR ee Reden ; SEEN 5 an ” ne Ee ere OEE ed! ES d 8 Le Re E 5 * zenden Aj, AAE BAE er d ‘ : f ee dd EN OR s Er kt dr EE re rr EEN een ee ne c ete ee er ien EN ER mie in E Parndt gn 7 $ Berk Ed dn BAE ne Eder Aten n 4 Ee alas he Mi Sr 1 belg At ik KEN veen Emi auk E ee E n Ei te OC RE 4 SE rpl de Een bre EE, ; Ort et £ oe En Bed rap. rk Ae ie nt A ie 1 tu TE Rn rr s rt ei ss Ae , Red PE en LE b nere ler EE, Etn Se ke f Re Ae ARE af En perk sk, RI 5 ie dt Ee ee SE ss 5 B 5 K eh Ie Er hd Á Pi ZE Bb Ede, p ed EE 5 Bk, A ej EIS hs : tk Ee. ven AR df ai Ei En à Raes rr 3, Es En nd Pie, é Nie Ae tbe jn $ L ha ee ne at Es ENT EE et Hen! Seen, ein Bk É eere rp Rn AE 3 SN ks ie Er zt OM veg Tr oe Ke Eee é EEG je En in srate Shek ki, dr se Et ES ee Ë NP elis 7 pn 6 5 5 RA ER RE en EL Rr Eeen ute En Ee sd EN ie ó 5 a, Ae f En à erna Eland Ees : KRK SA er er ee ER 5 en REE $ EE, er rde ete ; " EE Re ETE En enen i 8 GEE MET n 5 ke deden EA zn kr As WEN E iA Di r Ei aes. Kebe ni vn NE: E Ade ì ha, e Ed 8 hae nt nf „nn EA, Ee 5 Ë 3 Een AE op on TOE en ee ee Ee Een RME ae mr Kee nie Ddl A ge S NE: 8 ORE Ns Er a s cl 4 ka ô NEE 12 n LR Ree Fr en od AE ni he DE ra ende ide bi Ef à LEE Ee k he ed Zil Ee ht ie De entend of DAR EPT es | EN ns Rt ; heij ne EE PRL, ke tE zee Rek gen en. fi : A Erne es Etn Pe ed, he LE Ee es RR ijchper ne re enne As EO itrdef ' ien as Ps een Le RA Pe E AN eere zen sd ve ed PR Sd Anr A 40 Cn : EN TR ER as a aes Et A Ed Î } Ì HN dn Tr aen bien EE Dead ele HEER ne 4, EE Ee et te ie bee Demn : enk AE A Hb, Hi Aen ‘En HE 2e Ea) Sd, A Een Ee Nt EE iS Vk Ee is er lef en é Ee een Rie BOER Ki ERE Bae Er chi Hi , È dM en J En An ep: Erk en Re E ú apa EBS EN hs! Re ; an en: dt ee ne ’ ee : Denen ETEN: AURA Aben ra. en be EE to Ae e ze Lt EE etek CTL ï E le 4 EE be dn ee 5 8 ’ 19 Edse 5 ER BRE ried 6 8 Ren et brie len : f ard A ine ene Ë sE , Ee Reken Keken ; af ENEN | dn / et ears Det : Fte Ee gt ee lies Ne NI en » EAM ie Etn EEN Ei dee ERN NTR ee 1 Kenda ek al hae de in Ee kane ed Ln Bie PLEEGT: rides + heim hl ft ) dane 4 PER La, eef E abaet Ee ak HE Bte ade er Ee, Aker on ers Ë k 5 ens Ee Dr TS bn A Wed : Nef gf K EN zee rees Knerr BEST RR rh RP al d 8 4e Ee pee kN EE Re nd X ie kr AP de 7 Kips f it Heke ME NE ne ST N Í ; RRA ee Rt edi Rn ” Reen! ETR Eel bk: Eese el , zink eer deet NEN ie ú En HAES a Ket EA en Betr Baaren je de En Annet É HR bt RR arend nike WAE te i E RE ted, , ri DN en ee Stagsdee: Centrum j 4 | TO TTINGEKOMEN | 10 JAN. 2013 Aan de Deelraad van stadsdeel centrum et nein! Postbus 202 B 1000 AE Amsterdam Amsterdam, 4 januari 2013 Raadsadres aan de deelraadsleden van stadsdeel centrum betreffende de procedure Keizersgracht/Vijzelstraat 79 Geachte raadsleden, In verband met een al jaren slepend conflict tussen de bewoners van Keurblok 16 en Amsterdam OG Beheer (lees: de heer H.Dijkhuis) is er sinds kort correspondentie gaande tussen de heer H.D. Hosper en vertegenwoordigers van het Keurblok, over de plaatsing van een technische installatie met geluidsoverlast op het dak hoek Keizersgracht/Vijzelstraat. De laatste informatie hierover heb ik per mail — op mijn verzoek overigens - ontvangen op 12 december 2012 (de mail sluit ik bij). Met stijgende verbazing hebben wij van de inhoud kennis genomen. Steeds meer gaat het er op lijken dat wij de aangeklaagde partij zijn in deze onverkwikkelijke zaak en dat Amsterdam OG Beheer (AOGB) de hand boven het hoofd wordt gehouden en in bescherming wordt genomen door het stadsdeel. Heel kort ga ik nog even terug in de tijd. Sinds 2004 heeft het keurblok melding gemaakt van geluidsoverlast, veroorzaakt door de apparatuur van AOGB. Normaal contact hierover met AOGB bleek, bij herhaling , niet mogelijk. Wij, de bewoners van het keurblok, hebben een geluidonderzoek laten doen door een onafhankelijk bureau, Geluidsconsult BV, opgesteld door Ing. R.C. Muchall. Hierin werd bevestigd dat de geluidsoverlast in het keurblok wordt veroorzaakt door het geluid van de technische installaties op het dak van AOGB ( Dijkhuis Vastgoed). Dit rapport is aan de stadsdeel centrum verstrekt. Pas in 2012 is eenmalig door het stadsdeel ingegrepen toen door AOGB nieuwe, nog zwaardere apparatuur op het dak, hoek Keizersgracht/Vijzelstraat werd geplaatst, zonder dat daarvoor een vergunning was aangevraagd. Het stadsdeel heeft toen — middels mevrouw Ruijgrok — stilleggen van de apparatuur geëist. Duidelijk was dat de apparatuur niet alleen de grenzen van geluid maar ook die van esthetisch aanzien verre overschreed! De apparatuur steekt ver boven het dak uit en is van de straatzijde en binnen het keurblok duidelijk zichtbaar. Foto’s hiervan zijn aan het stadsdeel verstrekt. Vervolgens is er toen iets vreemds gebeurd. Mevrouw Ruijgrok heeft een andere plaats gekregen binnen het stadsdeel. Degenen die vanaf dat moment de zaak in handen kregen hebben tot nu toe naar het schijnt meer actie ondernomen om AOGB te steunen dan om de regels, zoals die zijn opgesteld, te handhaven. Ook worden bewoners niet betrokken bij het oplossen van het probleem. Naar het zich laat aanzien worden alle argumenten van AOGB gewikt en gewogen en worden wij, keurblokbewoners, aan het lijntje gehouden met vooruitzichten die er niet rooskleurig uitzien. Wederom is er een maand uitstel verleend aan AOGB. Uit de brief van de heer Hosper maken wij op dat dat de argumenten van de heer Dijkhuis kennelijk een grote rol spelen en dat de kans groot is dat het Dagelijks Bestuur de aanvraag van AOGB gaat vergunnen, iets wat inacceptabel is! Oak blijkt dat AOGB het afbreken of inpandig plaatsen van de illegale apparatuur te kostbaar vindt en dat om die reden de apparatuur zou mogen blijven staan! Dat is toch wel bijzonder lachwekkend. Het lijkt erop dat als je illegaal te grote en te dure apparatuur op een dak zet, je in het voordeel bent, want dat is voor het stadsdeel kennelijk een reden om de apparatuur te gedogen en eventueel zelfs te vergunnen! kj Of geldt dat alleen voor AOGB, bijvoorbeeld omdat ze straks de Herengracht gaan verrijken met een Waldorf Astoria Hotel? Het is duidelijk dat het stadsdeel in deze niet de belangen en het algemeen belang van regelgeving en handhaving mee laat wegen. We zouden graag betrokken willen worden bij de oplossing van dit probleem in plaats van steeds met een kluitje in het riet te worden gestuurd. Ik hoop dat deze hartenkreet serieus genomen wordt en dat we als bewoners van een van de mooiste keurblokken in Amsterdam, op een eerlijke en rechtvaardige manier zullen worden behandeld en liefst voordat er geen weg terug meer mogelijk is. Wij vragen de raadleden toe te zien op handhaving van deze illegaal geplaatste installatie. met vriendelijke groet, mede namens Mevr. H. Ignatius en Dr. A van Dijkman Dr. R.M.J.M, Butzelaar Laar | Chn ar dl enamt „f \ waob … obS3bafsl Van: Hosper, Huibert [maiito:nnosper@centrum, amstergam,nl} Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:50 Aan: '[email protected]' Onderwerp: RE: Amsterdam OG Beheer BV , uitspraak Geachte heer Butzelaar. De aanvraag is in overleg met de aanvrager opnieuw aangehouden tot 1 februari 2013, Inmiddels is er advies ontvangen van onze technisch adviseur omtrent het plaatsen van de technische installaties op het dak van de Vijzelstraat 79. Dit advies luidt dat de thans op het dak geplaatste aanzuiginstallatie niet intern geplaatst kan worden. De airco-installatie kan alleen tegen hoge kosten worden verlaagd. Deze verlaging betreft slechts een hoogtewinst van enkele tientallen centimeters. Zichtbaar blijft dan een installatie ter hoogte van de thans vervangen oude dakinstallatie. Eerder was al bekend dat de op het dak geplaatste schoorsteen verlaagd kan worden van 5 meter naar 3,5 meter. Het huidige bouwplan, inclusief het technisch advies, is voorgelegd aan de commissie voor Welstand en Monumenten. Is het advies van deze commissie is ontvangen, neemt het dagelijks bestuur een beslissing op de aanvraag. Y dient er rekening mee te houden dat het dagelijks bestuur de aanvraag gaat vergunnen. mr. H.D. Hosper senior jurist Directie Bedrijfsvoering Afdeling Juridische Zaken Stadsdeel Centrum 020- 2564722 Van: Rudi Butzelaar (mailto: [email protected]] Namens Rudi Butzelaar Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:27 Aan: Hosper, Huibert Onderwerp: Amsterdam OG Beheer BV , uitspraak Geachte heer Hosper, In october hebben wij contact gehad over de zaak Amsterdam OG Beheer BV ( Harold Dijkhuis). U heeft toen gezegd dat de uitspraak doorgeschoven was naar 1 december 2012. Inmiddels zijn we die datum gepasseerd en we zouden het zeer op prijs stellen als u ons over de follow up 1 dj Ban C ih, ip ÛJ SEEN Wu MR, / ee] T 5, pr i Ll 8 d Ì £ | D Ë ie Or. Ô „5 1 be rd Ì AE Z À | Es 5 d Ì e \ ï k ei) ns T | Ö ze 5 L 5 j ë ES: da SE d A ON | Bi je en X + Â 5 Á 5 E r men AL A EA ES OP OREERT Qfennadaor Weremjmed STE, vor} €C Nan OPLEGGER (hemdje) ingekomen raadsadressen aan de stadsdeelraad teg”, vr ntt nn Ge a nn tenemen mann, Ingekomen dd antevatendooreamg | TO onver Jol | DIV-nummer gate vultendoor OM) 1 Oe Oe | | [Naam afzender gn w vaten door Grime) Dt. KM he. Bud zelarvr En É 4 6 Adres afzender gn te voten door Gúme, |A. Grttzetann Gender al | ip: etek Keizersatacnt / \ Betreft (an te vatten door Griffie) | Vil ch e oesters |____ Vjelshmet 79 | | Te behandelen door direche Fe jûn te vullen door DM) en OO nent | Evt opmerkingen Gnffe | De wijze van afdoening wordt vastgesteld in de raadsvergadering van: | ZE ema nm ] Vanaf dezo datum begint afdoeningstermijn te lopen. Afdoening De raadsvoorzitter zal voorstellen dit adres. W in handen van het dagelijks bestuur (db) te stellen ter afdoening ì MM, met afschrift van het antwoord ter kennisneming aan de commissie: &w (afdoeningstermijn 8 weken) vo _ná behandeling van concept-antwoord in de commissie: (afdoeningstermijn 12 weken) © _ te betrekken bij de voorstellen / bespreking ter zake 0 in handen van het presidium te stellen OQ voor kennisgeving aan le nemen a anders, namelijk: ndi idd & Antwoord altijd via DIV versturen > __ Als de beantwoording op zich laat wachten (bijv. omdat commissiebehandeling bij concept-antwoorden moet worden afgewacht. of bij zomerreces of bij complexe onderwerpen of waarbij elders:bij centrale stad info moet worden ingewonnen), moet de behandelende ambtenaar vla DIV een tussenbericht sturen naar adressant mes korte uitieg | en schatting van tijdstip waarop antwoord vermoedelijk komt. Dit tussenbericht moet cc naar de griffie. 5 _ Het db bepaalt zelf hoe het afhandelt via db af portefeuillehouder of via mandaat aan de desbetrefiende directeur > Ne afhandeling stuurt sectorhoofd het originele getekende antwoord naar DIV ter verzending en archivering. o De Griffie ze! het antwoord op het web bij het raadsadres dat zij al op het web heeft gezet (beiden geanonimiseerd) Let op: -_Hel kan zijn dal het afhandelingsvaarstel van de voorzitter anders is dan hierboven staat aangekruist. Lees dus altijd de definitieve agenda van de raad met de definitieve afhandetingsvoorstetlen (zie internet). - _ Het kan ook zijn dat de raad ter vergadering anders bestu dan het voorstel van de raadsvoorzitter zoals dat op de definitieve agenda is vermeld; de griffier meldt dit bij haar briefing na de raad. Meld u aan voor een abonnement op de briefing, als u wel sens raadsadressen moel behandelen mn Bezoekadres 4 Gemeente Amsterdam Amstel 1 vo welden Stadsdeel Centrum Postbus 202 D_ < Directie Dienstverlening 1000 AE Amsterdam Afdeling Vergunningen Telefoon 14 020 2x Fax 020 256 4433 www.centrum.amsterdam.nl ( Datum 16 januari 2013 Ons kenmerk BWT 406665 Behandeld door ing. G.M. Stark GEMEENTE AMSTERDAM Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum Omgevingsvergunning Besluit: = Een omgevingsvergunning te verlenen aan Amsterdam O.G. beheer B.V., namens deze ingediend door Maatschap, Van den Oever, Zaaijer en Partners Architecten voor het vervangen van de bestaande koelmachine en het rookafvoerkanaal van het gebouw Vijzelstraat 79 met behoud van bestemming daarvan tot kantoor; « _Afte wijken van de bepalingen van het bestemmingsplan Zuidelijke Binnenstad. Aan het einde van de vergunning zijn voorschriften opgenomen. Het is belangrijk dat u deze voorschriften goed doorneemt, ze zijn een belangrijk deel van de omgevingsvergunning. In de vergunning staat ook de inwerking treding van deze vergunning vernoemd, belangrijk is dat u deze inwerkingtreding ook aanhoud, hierbij dient u tevens rekening te houden met de beroep/bezwaartermijn. Met vriendelijke groeten, namens het dagelijks bestuur, ing. G.M.|Sta senior mädewerker Vergunningen Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein OO Gemeente Amsterdam Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 5 Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum van deze brief gemotiveerd bezwaar maken tegen dit besluit. Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en minstens bevatten: uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, de gronden van uw bezwaar en het kenmerk nummer van dit besluit. Wilt u ook uw telefoonnummer vermelden en een kopie van dit besluit mee zenden. Het dagelijks bestuur stelt het op prijs als u een kopie van uw bezwaarschrift faxt naar nummer 020 256 4433. U stuurt uw bezwaarschrift naar: Dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum Directie Bedrijfsvoering Afdeling Juridische Zaken Postbus 202 1000 AE Amsterdam Het indienen van een bezwaarschrift schorst niet de werking van het besluit. In spoedgevallen kan een voorlopige voorziening worden aangevraagd - maar alleen als u daarnaast ook al een bezwaarprocedure heeft lopen - bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Een verzoek om voorlopige voorziening kan ook digitaal worden ingediend. Dat kan via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u wel te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Aan het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn griffiekosten verbonden. 8 ; A Gemeente Amsterdam Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 5 De beoordeling van de aanvraag Procedure Voor de beoordeling van de aanvraag zijn er de volgende stappen doorlopen: - procedure op “regulier" bepaald; - op volledigheid getoetst; - aanvraag twee weken ter inzage gelegd; - beoordeling door adviseurs; - beoordeeld op wet & regelgeving; Activiteiten Het project bestaat uit de volgende activiteiten: - het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo); - het gebruik van gronden of bouwwerk in strijd planologische regeling (artikel 2.1, lid 1, onder c Wabo; Termijnen Op 24 april 2012 hebben we uw aanvraag ontvangen. Op 7 juni 2012 is er een verzoek gedaan om aanvullende gegevens. Deze hebben wij op 15 juni 2012 ontvangen. Op 6 juni 2012 is de beslistermijn van uw aanvraag verlengd met 6 weken. Vervolgens is in overleg met de aanvrager op grond van de Awb de beslistermijn verlengd tot 1 februari 2013. Planologische toets Toets aan het bestemmingsplan / voorbereidingsbesluit of beheersverordening. Het project is gelegen in een gebied, waar van kracht is het bestemmingsplan Zuidelijke Binnenstad. De op de plankaart aangewezen gronden zijn bestemd voor Gemengd-2. De aanvraag is daarmee niet in overeenstemming, aangezien de aircoinstallatie en de rookafvoer de maximaal toelaatbare bouwhoogte overschrijdt. Afwijkingen van de vigerende planologische regeling Binnenptanse afwijking Het is mogelijk om van de bepalingen in het bestemmingsplan of beheersverordening af te wijken onder toepassing van de in het bestemmingsplan of beheersverordening opgenomen regels (artikel 2.12, lid 1, sub a onder 1 Wabo). 3 Gemeente Amsterdam Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum Pagina 4 van 5 Er is strijd met artikel 14.2.5, onder b van de bij het bestemmingsplan behorende regels, de afwijking betreft het overschrijden van de maximale bouwhoogte. Wij geven hierbij toestemming om van de bepalingen van het bestemmingsplan af te wijken, het gaat hierbij om artikel 14.4.5 van de regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan. Voldoende aangetoond is dat de installaties niet inpandig geplaatst kunnen worden en dat de afmetingen en situering van de reeds geplaatste installatie, door te voldoen aan de huidige eisen, niet kleiner gedimensioneerd kan worden. Beoordeling aan de redelijke eisen van de welstand Toetsing welstand De Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam heeft op de aanvraag geadviseerd. Dit advies is gebaseerd op de Welstandsnota “De schoonheid van Amsterdam digitaal”, De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft geen bezwaar tegen de aanvraag. Toets van het bouwwerk aan het Bouwbesluit 2012 Toetsing Bouwbesluit 2012 Het is aannemelijk dat de aanvraag voldoet aan de relevante voorschriften van het Bouwbesluit 2012 met inachtneming van de voorschriften behorende bij deze omgevingsvergunning In werking treden De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking (artikel 6.1, lid 1 Wabo). De omgevingsvergunning kan door het bestuur bij een met redenen omkleed besluit worden ingetrokken in de gevallen, genoemd in artikel 2.29 en artikel 2.33 van de Wabo. De vergunning kan door het dagelijks bestuur, op verzoek, worden overgeschreven op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld. scheiden behorende bij de omgevi ergunnin Bij de omgevingsvergunning behoren de volgende en zodanig gemerkte bescheiden: Aanvraagformulier, gemerkt O1, Tekeningen, gemerkt 02 t/m 09: 4 Gemeente Amsterdam Kenmerk 406665 Stadsdeel Gentrum Pagina 5 van 5 Voorschriften behorende bij het besluit Aan de omgevingsvergunning zijn verschillende voorschriften verbonden. Het is belangrijk dat u deze voorschriften doorleest en zich houdt aan deze voorschriften. Voorschriften in verband met uitvoering van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht Bouwterrein Op het bouwterrein moet de omgevingsvergunning aanwezig zijn en op verzoek aan het | bouwtoezicht ter inzage worden gegeven. Verbod tot ingebruikname | Na de uitvoering van de werkzaamheden aan het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. het werk is niet gereed gemeld bij bouwtoezicht; b. er is niet gebouwd overeenkomstig de omgevingsvergunning voor het bouwen. Op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden Uitgestelde toetsen met betrekking tot het bouwwerk Later in te dienen gegevens met betrekking tot artikel 2.7 MOR De volgende gegevens en bescheiden dienen uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering worden overlegd (artikel 2.7 MOR) gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel, voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft; 5 ERE INSTALLATIE ADVISEURS Notitie Amsterdam, 30 november 2012 Projectnummer : 2012223 Projectnaam _: Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79 Betreft : Analyse dakinstallaties Vijzelstraat 79 te Amsterdam Opmaak door : ing. J.T.N. Zwarthoed Bijlage(n) : 1. Cofely — rapport m.b.t. diverse vragen Stadsdeel Centrum, 10 september 2012; 2. Cofely — bijlagen rapport m.b.t. diverse vragen Stadsdeel Centrum, 10 september 2012; 3. Cofely — tekening Technische Ruimte, tekening 10100090-57-05-202, 13 februari 2012; 4. Cofely — akoestische gegevens luchtbehandelingskasten, 21 maart 2011; 5. Oeverzaaijer Architectuur en Stedebouw — zichtbaarheidsstudie, 13 juni 2012; 6. Oeverzaaijer Architectuur en Stedebouw — tekening BA-201, 7 mei 2012; 7. HE Adviseurs — nota capaciteiten klimaatinstallie Vijzelstraat 79 Amsterdam, 15 oktober 2012; 8. Huygen — Alternatieve oplossing beperking zichtbaarheid installaties op het dak, 30 november 2012. Inleiding Het kantoor aan de Vijzelstraat 79 te Amsterdam wordt gerenoveerd, hierbij wordt een gedeelte van de klimaatinstallatie vervangen. Op basis van een installatieontwerp van Cofely zijn deze werkzaamheden reeds uitgevoerd, met als gevolg een sterk gewijzigd dakaanzicht ten opzichte van de oorspronkelijke si- tuatie. Op basis van een, na realisatie ingediende, aanvraag de omgevingsvergunning is door de ge- meente een negatief welstandsadvies afgegeven. Op verzoek van de Gemeente zijn vervolgens door Cofely de mogelijkheden onderzocht om de zicht- baarheid van de installaties op het dak te beperken door deze kleiner uit te voeren of inpandig op te stel- len. Het gaat hierbij om de koelmachine, de aanzuigsecties van de luchtbehandelingskast en het rook- gasafvoerkanaal ten behoeve van de CV-installatie. Uit het onderzoek wordt door Cofely de conclusie ge- trokken dat een verdere beperking van de zichtbaarheid niet mogelijk is. In opdracht van de Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum is door Huygen Installatie Adviseurs een analyse uitgevoerd van de door Cofely verstrekte onderbouwingen. Daarnaast zijn mogelijke alternatieve oplossingen onderzocht. Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79 Notitie 2012223-2012110001-D blad 1 (van 4) Doc-03.03.05/2 REE, INSTALLATIE ADVISEURS In onderliggende notitie worden de resultaten van de analyse en het onderzoek naar alternatieve oplos- singen weergegeven. Notitie Uitgangspunten Voor de analyse en het onderzoek naar alternatieven zijn de als bijlage opgenomen documenten en on- derstaande aannames als uitgangspunt gehanteerd: - de huidige door Cofely aangebrachte installaties zijn door ons niet beoordeeld op basis van de wette- lijke eisen met betrekking tot de maximale geluidsbelasting ten gevolge van deze installaties op de gevels van de woningen in de directe omgeving. Wij gaan er vanuit deze toetsing reeds door de ge- meente Amsterdam Stadsdeel Centrum is uitgevoerd; = de huidige door Cofely geplaatste schoorsteenlengte en afstand tot de buitenluchtaanzuigopening van de ventilatie installatie zijn gebaseerd op een door Cofely uitgevoerde pluimberekening conform NEN 2757-2 (niet ontvangen). Wij hebben deze berekening niet beoordeeld op juistheid, wij gaan ervan uit deze toetsing reeds door de gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum is uitgevoerd. Aanzuigsectie luchtbehandeling en rookgasafvoerkanaal CV-installatie Situatie De buitenluchtaanzuigopening voor de ventilatie-installatie en de rookgasafvoer van de CV-ketels bevin- den zich in hetzelfde platte dakvlak. Om te voldoen aan de maximaal optredende geluidsniveaus op de gevels van de omringende woningen, veroorzaakt door de installaties, heeft Cofely de oorspronkelijke dakkap vervangen voor een bocht met daarop aangesloten een horizontaal geplaatste geluiddemper (zie schets bijlage 2). Daarnaast dient conform Bouwbesluit tussen beide uitmondingen een minimale afstand te worden gehan- teerd om een minimale verdunning van de rookgassen van de CV-ketel te garanderen alvorens deze via de aanzuigopening kunnen worden aangezogen door de ventilatie installatie. Om deze afstand te realise- ren is na de geluiddemper nog een horizontaal kanaalstuk geplaatst en is de schoorsteen verlengd tot ca. 3.500 mm boven het dakniveau. Op verzoek van de Gemeente Amsterdam zijn door Cofely een drietal mogelijkheden bekeken voor het beperken van de zichtbaarheid van de installaties op het dak: 1. verkleinen van de doorsnede van de kanaalversleping over het dak; 2. aanzuigen van de lucht vanuit de gevel; 3. afblazen van de lucht uit de gevel. Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79 Notitie 2012223-2012110001-D blad 2 (van 4) Doc-03.03.05/2 INSTALLATIE ADVISEURS Deze mogelijkheden zijn door Cofely onderzocht en als niet haalbaar beoordeeld. Voor de onderbouwin- gen en uitwerkingen van deze opties zie bijlagen 1 en 2. Door Huygen zijn deze onderbouwingen beoor- deeld en worden deze onderschreven: 1. hetis mogelijk om het kanaal met ca. 400 mm te versmallen. Naast een hogere geluidproductie door de installatie, geeft de verhoging van de luchtsnelheid in het kanaal een grotere kans op aanzuiging van druppels bij regen, wat een nadelige invloed heeft op de technische levensduur van het kanaal- werk en de luchtbehandelingskast (LBK). Daarnaast is het niet mogelijk om ook de demper te ver- smallen, dit eveneens in verband met de verhoging van het stromingsgeluidniveau geproduceerd door de demper bij hogere luchtsnelheden. De visuele verbetering van alleen de versmalling van het luchtkanaal is hierdoor te verwaarlozen. 2. luchtaanzuiging vanuit de gevel in de buitenwanden van de technische ruimte is technisch niet haal- baar. Door de beperkte beschikbare ruimte, zie bijlage 3, is het niet mogelijk om in de buitenwanden roosters met van voldoende grote afmetingen op te nemen, deze middels luchtkanalen aan te sluiten op de luchttoevoerkast en in dit kanaal de horizontale geluiddemper van het dak te integreren. Verder zou door het opnemen van de roosters in de gevel de schoorsteen moeten worden verlengd tot 5 me- ter boven het dakvlak om aan de minimale verdunningseis te kunnen voldoen. 3. gelijk aan punt 2, echter zonder noodzakelijke verhoging van de schoorsteen. Alternatieve oplossing Huygen Op verzoek van de gemeente is door Huygen naar alternatieve oplossingen gezocht voor de zichtbaar- heid van installaties op het dak. De enige resterende mogelijkheid is om de buitenlucht via de gevel aan te zuigen, waardoor het kanaalwerk inclusief demper op het dak kan komen te vervallen, zie optie 2 zoals onderzocht door Cofely. Dit is alleen mogelijk door een vergroting van de technische ruimte tussen de stramienen F3/G4, zie bijlage 8. De ramen grenzend vallend binnen de vergroting worden vervangen door buitenluchtaanzuigroosters. De vergroting van de technische ruimte zal dan als bouwkundig aan- zuigplenum voor de luchtbehandelingskast fungeren. Door op deze positie de buitenluchtaanzuigopening te creëren is het mogelijk om de oorspronkelijke lengte van de schoorsteen van ca. 2 meter boven dakniveau (zie bijlage 6) te handhaven. Installatietechnisch en bouwkundig is deze oplossing te realiseren, akoestisch is het echter maar zeer de vraag. De gevel waarin de buitenluchtaanzuigroosters zullen worden opgenomen, grenst aan een bin- nenhof met diverse woningen in de directe nabijheid, zie de luchtfoto in bijlage 5. Door de verspringende geveldelen treden geluidsreflecties op, waardoor gedegen aanvullend akoestisch onderzoek noodzakelijk is om de akoestische haalbaarheid van deze oplossing te bepalen. Zelfs na gebleken haalbaarheid op basis van onderzoek en toepassing van op basis hiervan bepaalde geluiddempende voorzieningen, kan in de praktijk door onvoorspelbare reflecties de situatie dermate afwijken dat geluidsniveaus kunnen op- treden die hoger zijn dan maximaal toegestaan, met klachten van omwonenden als resultaat. Op basis hiervan beschouwen wij de akoestische risico's als te groot en deze oplossing als niet haalbaar. Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79 Notitie 2012223-2012110001-D blad 3 (van 4) Doo-03.03.05/2 eK INSTALLATIE ADVISEURS Koelmachine Situatie Ter vervanging van de oorspronkelijke luchtgekoelde condensor, ten behoeve van het afvoeren van de warmte van de oorspronkelijk inpandig opgestelde condensorloze koelmachine, is een luchtgekoelde koelmachine op het dak geplaatst. Deze is hoger dan de oorspronkelijke condensor, echter minder lang, zie bijlagen 5 en 6. Oplossingsvoorstel Huygen Door de reeds nieuw geplaatste koelmachine te vervangen door een koelinstallatie conform het oor- spronkelijke concept (condensorloze inpandige koelmachine in combinatie met een luchtgekoelde con- densor op het dak) is een dakaanzicht te realiseren nagenoeg identiek aan de oorspronkelijke situatie. Dit vergt van de aanvrager echter een grote zowel financiële als installatietechnische inspanning, waarbij door de gemeente zal moeten worden afgewogen of de behaalde verbetering van het dakaanzicht een verplichting tot deze inspanning rechtvaardigt. Conclusie Op verzoek van de gemeente zijn door Cofely een drietal mogelijkheden voor de beperking van de zicht- baarheid van de installaties op het dak onderzocht en als niet haalbaar beoordeeld. Op basis van de on- derbouwingen van Cofely en de beschikbare installatietechnische en bouwkundige gegevens worden de- ze conclusies door Huygen onderschreven. Daarnaast is door Huygen gezocht naar alternatieve oplossingen; de enige resterende oplossing voor het beperken van de zichtbaarheid het luchtkanaalwerk en de rookgasafvoer schoorsteen op het dak is op basis van grote akoestische risico's als niet haalbaar beschouwd. Met betrekking tot het aanzicht van de koelmachine is het mogelijk om een dakaanzicht te realiseren nagenoeg identiek aan de oorspronkelijke situatie. Hiervoor dient de nieuw op het dak geplaatste luchtgekoelde koelmachine te worden vervangen door een inpandig opgestelde condensorloze koelmachine in combinatie met een luchtgekoelde conden- sor op het dak. Dit vergt echter wel een grote zowel financiële als installatietechnische inspanning van de aanvrager. Verzendlijst Extern : de heer G. Stark gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Intern 1 _J. Zwarthoed W. van Kooten Huygen Installatie Adviseurs B.V. Postbus 94204 1090 GE Amsterdam Tel. 020-6967181 Fax. 020-6911794 E-mail [email protected] Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79 Notitie 2012223-2012110001-D blad 4 (van 4) Doc-03,03.05/2 DV < 823 ij 5 E58 tn @ A -” 8 EE | 8885 EE 8 5 ik EE 8 ed DAS > a8 8 geBpes ® x 285 u or mo 2 EEE 8 hi | E ® m a ea8 3 ; v 8 m5 28 sE j 5 28 2 83558 , |: 8 sa 5 ai8 ë Ì id : Es ô > |2 d 3 e "5 | 82 5 RE | 5 5 3 o | “ 5 @ LN Tol à T â al 3 an Do 85 3 & N Sn 8 ° 3 85 D úò Oa 2 Dj a: > 0 @® 8 DEB 28 8 288 | 8 5, 5 | 8 Oo a5 3 | ® 9 î SoLÊ 83 geks 93 Nog 8 la 2e @ 8 | se D | 7 7 5 2 2 888 [ O ‘ = Î> 0 dk EN 5 à 2 3 ANS S ” 288 5 P To 5 5E D Nog 2 S dh , 5 . S NEE 8 8 N38 a 80 Pt] D u î 83 ders EE ng 2 3 dh - ‚ 8 BN3 2 8 dg 8 tnt WATERKOELMACHINE mts ee MET LUCHTGEKOELDE CONDENSOR _ | LENNOXD _ s ee Vijzelstraal TM Amer NEOSYS : GEBRUIK VOORDELE BETROUWBARE PRESTATIES « Uitgebreide kwalificatietesten (bedrijfstesten, trillingstesten en veldtesten) om superieure betrouwbaarheid te garanderen. mj « Hoog efficiënte Microchanne! Condensor Batterij (MCHX) van 100% aluminium met 4 ke Ne beproefde corrosiebestendigheid in licht maritieme en stedelijke toepassingen. 3 jaar EE s garantie’. « Een robuuste stevige condensorbatterij door het unieke MCHX ontwerp. Maakt ep schoonmaken met hoge druk water ol lucht mogelijk. Garantie voor een langere levenduur. « _Condensorbatterij in V-vorm en compressor en hydraulische toebehoren in gesloten compartiment om de unit te beschermen legen weersinvloeden, ‚De exclusieve Complian! ScrollD compressoren zijn minder gevoelig voor vloeistols!ag en vuil en dragen aanzienlijk bij aan duurzaamheid en batrouwbaarheid van de machine. 3 jaar garantie”, Het exclusieve ventilator ontwerp mel SKF keramische lagers verdubbelt (in sommige tibed 2. gevalien verdrievoudigd) de levensduur van de motoren en reduceert het geluidsniveau. & ke Dankzij deze keramische lagers behoeven de fanmotoren niet of nauwelijks onderhoud 7 hid gedurende hun levensduur. 3 jaar garantie”. Rnd GERUISARME WERKING =_Uniek ontwerp met doordachte geluiddempende voorzieningen voor compressoren, venlilatoren en pompen om geluidsuitstraling tot een minimum te beperken. «_Toerengeregelde ventilatoren met externe rotortechnologie voorzien van de nieuwste generatie energiezuinige venlilatorschoepen (Shark design). + Eliminatie van, voor hei menselijk oor, hinderlijk ventilator start/stop geluid. « Met het door Lennox gepatenteerde Active Acoustic Attenuatlon System'M word tegemoel gekomen aan wisselende gebouw belasting terwijl autornatisch het geluidsniveau aangepast wordt aan de plaatselijke verordeningen (bv. dag, avond en nacht situatie). In 4 tijdzones per dag kan gen maxlmum toetaatbaar geluidsniveau ingesteld worden. Binnen de 4 tijdzones is het mogelijk om verschilende geluidsregelingen te klezen: « Performance capaciteitsregeling op basis van hoogste rendement. Hierbij word geen rekening gehouden met het maximum d&(A) setpoint. « Cool and Quiet capaciteitsregeling op basis van hoogste rendement én maximum dB(A) setpoint. Pas als de condensatiedruk tegen de bovengrens aanloopt worden condensorfans opgetoerd en zal ze het maximum dB(A) setpoint overschreden worden. In deze EE situatie zal de machine het grootste gedeelte van het jaar onder B het maximum dB(A) setpoint draaien en alleen in extreme As” re condities (hoge buitentemperatuur) hel maximum setpoint ge overschrijden. « Quiet capaciteitsregeling op basis van maximum dB(A) setpoint. Wanneer de condensatiedruk tegen de bovengrens aanloopt worden compressoren afgeschakeld. In deze situatie zal het maximum dB(A) setpoint nooït overschreden worden. “Voor toelichting zie verkoop- leverningsvoorwaarden 2005.7.7 (O0 3 SE joeg Q zi 5 Í ha coFELY WATERKOELMACHINE sd MET LUCHTGEKOELDE CONDENSOR _ | LENNOX ke Vijzelalraat TM ES NEOSYS PRIJZEN Standaard uitrusting „Geluid dempende omkasting compressoren Platen warmtewisselaar (GKW en DX koeling) verwisselbare {iller droger Esthetische condensor bescherm roosters variabele toeren ventilatoren Extern rotor technologie met hybride ceramische lagers «Active Acoustic Attenuation Systern TM, -De standaard mogelijkheid voor zeer laag geluid niveau -Micro Channel condensors voor standaard en licht corrosive toepassingen (Cooling Only versie) -Koper/Aluminium Condensor batterij (warmtepompuitvoering) -Electranische water stroming schakelaar -Victaulic wateraansluitingen -Schakalkast conform standaard EN 60204-1 «24V control circuit met transformator variabele frequentie aansturing -Luchtveer aangedreven Butterfiy!® panee! | ‘Werkschakelaar mei deur vergrendeling -Climatic 50 8 -Interne klok voor koelmachine vrijgave -Master / Slave control mogelijkheid Zuig & persdruk aflezing -Gelijkmatig verdelen draaiuren compressoren mogelijk „Buitenlucht temparatuur sensor -DC50 Comfort Display -R410A scrol compressoren -Geluid dempende omkasting compressoren inclusief: 1 x Hoofdunit 1 x Thermoguard condensor coating (industrieel) 1 x Condensor beschermrooster rondom 1 x Anti-vries bescherming 1 x Winterregeling tot - 20°C (elektronische expansieventielen) 1 x Hydraulische module met lage-druk enkele pomp 1 x Aansluitkit “groove lock” naar flensaansluiting 1 x Modbus communlcatie aansluiting (poort) 1 x BE5O uitbreidingskaart voor extra I/O 1 x Trilingsdempers ‚ Opties tegen meerprijs : 1 x Softstarter Opmerkingen: Leldingcompensatoren behoren niet tot onze levering. Hiervoor dient de installäteur zorg te dragen: Door middel van het Active Acoustic Attenuation System is de geluidsproductie van de koelmachine instelbaar. Hiermee kan een geluidsreductie van 6 dB gerealiseerd worden (zie toelichting op pagina 3 van deze aanbieding). gn 2005.7.7 IO 8 mm en
Raadsadres
23
val
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam Pieter Calandlaan 1 e 1065 KH Amstordam ‘ Stadsdeel Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14 020 Fax 020 253 6009 Www.nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 4 juni 2014 Reg.nr./DECOS nr. 2014/int/ Onderwerp Besluit benoeming leden kascommissie Bestuurscommissie Nieuw-West Gelet op artikel 6 van het Reglement van orde van de Bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West: Besluit De onderstaande leden van het Algemeen Bestuur tot leden van de kascommissie te benoemen: Mw. M. Manisa (Münire) Dhr. H.J. Mirck (Jeroen) Dhr. F.G. Siegel (Fred) Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West d.d. 4 juni 2014. De stadédeelsecretaris De voorzitter, kee De heer H. Win De heer A. Baâdoud
Besluit
1
train
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 26 januari 2022 Ingekomen onder nummer 61 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Nanninga, Kuiper en A.L. Bakker inzake een Nieuwe kans voor een overstapaanvraag te doen onder de overstapvoorwaarden van 2019 (ook nieuwe kans voor wie wel al een aanvraag had gedaan) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de overstapaanvraag, Overwegende dat: — de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een onderzoek heeft gedaan naar de overstapregeling en geconcludeerd dat er “mogelijk aanknopingspunten zijn voor de conclusie dat sprake was van een misleidende omissie of van handelen in strijd met de vereisten van professionele toewijding” en dus schending van art. 6:193d en/of 6:193b BW — ook Berenschot, de Rekenkamer en Ombudsman hebben gewezen op de onduidelijkheid; — de ACM de gemeente heeft verzocht om de overstapregeling voor de voorwaarden tot 8 januari 2020 weer open te stellen, en het college op 10 november het voornemen bekendmaakte dat te doen voor een periode van zes maanden; — erook een grote groep erfpachters is die wel vóór 8 januari 2020 een datum heeft geregistreerd en een aanbieding heeft ontvangen, maar deze niet heeft afgemaakt; — _ hiervoor verschillende redenen kunnen zijn, waaronder de economische onzekerheid rondom Corona, de hoge notariskosten, persoonlijke omstandigheden, maar daarbij ook een rol kan spelen dat het effect van de hefboom niet duidelijk was; — de ACM ook schrijft: “met name het effect van de hefboom in de methode om overstapkosten en canon te berekenen was niet duidelijk” en dat “het betreft informatie die mogelijk essentieel was om een geïnformeerd besluit te nemen”; — diezelfde conclusie evenzeer geldt voor mensen die wel een aanvraag hadden ingediend, omdat die evenmin over de gevolgen van de hefboom zijn geïnformeerd; — niet overstappen volgens de voorwaarden tot 2020 kan betekenen dat erfpachters tot honderdduizenden euro's extra moeten betalen door de hefboomwerking, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Bij de vitwerking van het besluit om de overstapregeling weer voor zes maanden open te stellen voor de voorwaarden die golden tot 8 janvari 2020, die mogelijkheid ook opnieuw te geven aan Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 mensen die wel al een aanvraag hebben gedaan, maar waarvan de gemeentelijke aanbieding is verlopen. Indieners D. T. Boomsma H. Naoum Néhmé A. Nanninga W. van Soest T. Kuiper A.L. Bakker
Motie
2
discard
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam 18 november 2014 X Oost Jaar 2014 Registratienummer Z-14-12537/ UIT-14-09709 Onderwerp Adviesvraag van B&W over Nota Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen Onderwerp: bestuurscommissie mmm WK De raad van Stadsdeel Oost m—___ Li mm LL mmm === Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. mn nn mn no Gehoord de bestuurscommissie van Oost, 0 m0 Overwegende dat het College van B&W op 8 oktober 2014 een gezamenlijke reactie heeft ee N gevraagd aan de bestuurscommissie, mmm Ok Gelet op het feit dat de 7 bestuurcommissies zowel de Nota “Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen voor de implementatie van de 3 decentralisaties 2015-2016” als de reactie in nauwe samenwerking gezamenlijk hebben opgestel, Besluit: Voorstel 1 Kennis te nemen van de Nota “Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen voor de implementatie van de 3 decentralisaties 2015-2016”; 2 Akkoord te gaan met de Conceptreactie op de advies vraag aan de gezamenlijke bestuurcommissies 3 Mandaat te geven aan de portefeuillehouder om wijzgingen op te nemen in de definiteve brief en deze namens het AB te versturen Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manuel, secretaris voorzitter Afschrift: 4
Besluit
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 689 Publicatiedatum 11 september 2013 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.H. Ruigrok van 11 juni 2013 inzake misleidende mails van Prijzenlounge. Amsterdam, 2 september 2013 Aan de gemeenteraad inleiding door vragenstelster: Onlangs kreeg VVD Amsterdam een mail in haar bezit met als afzender ‘Gemeente Amsterdam (sic) ism Prijzenlounge’ met daarin een aanbieding voor een gratis rijles. In de mail werd vermeld dat de geadresseerde deze mail ontvangt vanwege deelname aan een eerder onderzoek. Prijzzenlounge, onderdeel van Profila, is een bedrijf dat gebruik maakt van adressenbestanden om mails met commerciële doeleinden te versturen. De adressen worden volgens de website van Digimomedia, het moederbedrijf van Profila, verzameld door het zogenoemde ‘opt in’ waarbij mensen aan kunnen klikken of zij mail van een bepaalde instantie willen ontvangen. Door de verwijzing naar de gemeente Amsterdam lijkt het alsof Prijzzenlounge samen met de gemeente opereert in het benaderen van potentiële klanten. VVD Amsterdam is uiterst verbaasd over het feit dat een bedrijf in reclame nieuwsbrieven verwijst naar samenwerking met de gemeente in het verkrijgen van gegevens en beschouwt dit als valsheid in geschrifte. De fractie van de VVD wil dan ook dat het stadsbestuur hier actie tegen onderneemt zodat dit in de toekomst niet meer gebeurt. In het zeer onwaarschijnlijke geval dat de gemeente Amsterdam daadwerkelijk (adres)gegevens heeft uitgewisseld met Prijzenlounge/Profila of andere bedrijven voor commerciële doeleinden moet dit onmiddellijk worden stopgezet. Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 11 juni 2013, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Is het college bekend met het gegeven dat Prijzenlounge commerciële mails stuurt waarin wordt verwezen naar een samenwerking met de gemeente Amsterdam? Wat zijn de acties die de gemeente hierop heeft genomen? Antwoord: Ja, het College is hiermee bekend geraakt dankzij de vraag die u hieromtrent heeft gesteld. 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neeing deo Gemeenteblad Datum 11 september 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juni 2013 Vanuit de Directie Juridische Zaken van de Bestuursdienst is door de gemeente inmiddels een brief gestuurd aan de voor de ‘Prijzenlounge’ e-mail verantwoordelijke persoon. In deze brief is verzocht de naam van de gemeente niet meer zonder voorafgaande toestemming te gebruiken in enige communicatie. In de brief is verder aangegeven dat bij constatering van toekomstig gebruik c.q. misbruik van de naam van de gemeente juridische stappen zullen worden genomen, waarbij door de gemeente geleden (imago)schade op Prijzenlounge verhaald kan en zal worden. 2. Iser sprake van een daadwerkelijke samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en Prijzenlounge/Profila? Heeft die geleid tot de uitwisseling van adresgegevens van Amsterdammers voor commerciële doeleinden? e Zoja: Met welke bedrijven wisselt de gemeente Amsterdam adressen uit voor commerciële doeleinden? Gaat het college de uitwisseling van adresgegevens met commerciële partners stopzetten? Zo nee, waarom niet? e Zonee: Welke acties gaat het college ondernemen om ervoor te zorgen dat mensen niet meer worden benaderd voor commerciële doeleinden door bedrijven die verwijzen naar een fictieve samenwerking met de gemeente Amsterdam? Antwoord: Nee, er is geen sprake van enige samenwerking. Nee, er zijn door de gemeente geen (adres)gegevens uitgewisseld met Prijzenlounge/Profila. Het College kan niet in zijn geheel voorkomen dat derden de naam van de gemeente zonder toestemming gebruiken. Wel kan het College achteraf optreden tegen dergelijk gebruik of tegen het voortduren of herhalen van dergelijk niet toegestaan gebruik. In gevallen waarin de gemeente ongeoorloofd gebruik c.q. misbruik van de naam van de gemeente of gemeentelijke handelsnamen constateert, dan wel op gemeentelijke (handels)namen of merknamen inbreukmakende domeinnamen, gemeentelijke merken(rechten)en beschermde logo's of (andere) intellectuele eigendomsrechten, neemt de gemeente contact op met de misbruik- of inbreukmakende partij. In een brief (of e-mail) wordt verduidelijkt dat de partij in kwestie op ongeoorloofde, verboden en/of jegens de gemeente onrechtmatige wijze handelt. De partij in kwestie wordt verzocht het gebruik c.q. de inbreuk te staken, waarbij wordt aangegeven dat de gemeente zich het recht voorbehoudt om nadere (juridische) stappen te nemen en alle te maken kosten en geleden schade op de veroorzaker te verhalen. In vrijwel alle gevallen leidt een dergelijke aanmaning tot het staken van de inbreuk of de misleiding in kwestie. Naast het voorgaande, komt het ook voor dat de gemeente via amsterdam.nl het publiek informeert over het feit dat de gemeente niet feitelijk betrokken is bij bepaalde activiteiten. Een voorbeeld hiervan is te vinden op amsterdam.nl op: http://www.amsterdam.nl/webarchief/nieuws/201 2/nieuws/februari/snd-media- doet/. 2 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Neng deo Gemeenteblad ummer = su . oe Datum 11 september 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juni 2013 3. Kan het college aangeven hoe vaak mensen worden benaderd voor commerciële doeleinden door bedrijven die verwijzen naar samenwerking met de gemeente in het verkrijgen van het adres van de ontvanger? Om welke bedrijven gaat het? Indien vraag 2 met ‘ja’ is beantwoord: Hoe vaak gaat het hier om bedrijven die daadwerkelijk met de gemeente samenwerken? Antwoord: Nee, dit kan het College niet aangeven. Het College kan helaas niet geheel voorkomen dat de naam van de gemeente of (handels)namen van de gemeente suggestief of misleidend door derden wordt gebruikt. Andere recente gevallen die vergelijkbaar zijn met de door Prijzenlounge gehanteerde methode zijn het College momenteel niet bekend. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
enterprise a LK et Le Amsterdam, 24 november 2016 Geachte raadsleden, Enterprise Rent-A-Car autoverhuur is de grootste car-rental en car-sharing organisatie ter wereld en heeft haar Nederlands hoofdkantoor gevestigd op de hoek Harry Banninkstraat 129 — Oosterdoksstraat. Dat is het nieuwe Oosterdokseiland, direct naast Amsterdam Centraal. Wij willen graag een openbaar oplaadpunt voor onze entree realiseren. Helaas is de wegbeheerder tot nu toe van mening, dat op deze locatie geen oplaad station gewenst is, omdat het een autovrij terrein moet blijven. Onze onderneming draagt bij aan de vermindering van het autobezit in de binnenstad van Amsterdam. En wij willen ook graag bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam. Om deze reden zijn ruim 20% van onze gehele vloot op Amsterdam Centraal volledig elektrisch. Maar wij denken dat er vele malen meer behoefde is voor elektrisch rijden voor een kort moment, zoals car-sharing en rental bedoelt zijn. In de huidige situatie is er op het Oosterdokseiland geen regime die het mogelijk maakt om parkeervergunningen op straat uit te geven. Wij vragen ons af of een parkeerregime in dit gebied echt noodzakelijk is. Is het niet mogelijk om een regime te realiseren waar elektrische auto’s gebruik van kunnen maken zonder dat zij in het bezit moeten zijn van een parkeerrecht? De gemeente Amsterdam is koploper op het gebied van elektrisch vervoer. Dit is gelukt doordat de gemeente Amsterdam samenwerkt met lokale partners en koplopers die het duurzame beleid uitdragen, concreet en zichtbaar maken. Het Oosterdokseiland is een nieuw deel van de stad. In dit gebied is nu nog niet zichtbaar dat de gemeente voorstander is van elektrische mobiliteit en distributie. Maak in dit deel van de stad ook het elektrisch opladen van voertuigen mogelijk. Dit gebied wordt daardoor ook een visitekaartje van de stad als het gaat om elektrisch vervoer. Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01 Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car Licensee Director: Thomas Wolters enterprise a LK et Le il eel 9 ger in Dj 5 Per P ‚ en IGE L nnen | hmm men Eel d\N nd 4 ee ns E ‘ 4 le zen RLN ; E = a - mn 5 ; ds mm AT heli be Ì Pan _.. = mn ne = Ë . Voor onze locatie is voldoende ruimte om een oplaadstation te plaatsen. Wij zouden graag zien, dat er twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische auto’s voor de deur op de Oosterdoksstraat worden gerealiseerd. Dit is de standaardinrichting van de openbare oplaadlocaties in de gehele stad, maar ontbreekt nog in het Oosterdoksgebied. Naast deze parkeerplaatsen blijft dan voldoende ruimte voor de huidige bijzondere vergunningen- / belanghebbende parkeerplaatsen die nu al zijn uitgegeven (één invalideplek en twee laad- en losplekken). Voor deze ‘bijzondere parkeerplaatsen’ komt nu ook al geen scan auto controleren. Waardoor in de praktijk een autoluw gebied volledig vol staat met bestelvoer- tuigen en bijvoorbeeld canta’s en dergelijke, waardoor de straat een rommelige uitstraling krijgt. Wij hebben met Amsterdam Elektrisch contact opgenomen of er een openbaar oplaadpunt op deze locatie gerealiseerd kan worden. Amsterdam Elektrisch staat zeer positief tegenover dit idee om de volgende redenen: 1. Elektrisch vervoer beter bereikbaar en zichtbaar maken in dit gebied. 2. Aanwezige ruimte laat een openbare elektrische oplaadpaal toe. 3. Van voorziening (oplaadpaal) kan door alle elektrische vergunningen houders gebruik gemaakt worden. Dus voor de bezoekers van de Bibliotheek, Hilton, Sixt, Enterprise e.d. Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01 Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car Licensee Director: Thomas Wolters Ed LN enterprise a LK et Le Indien gewenst dan staan wij er open voor om op onze verhuurauto’s ook nog extra promotie te maken voor Amsterdam Elektrisch. Wij hebben hiervoor uitgelegd waarom een zichtbare oplaadlocatie belangrijk is. Wij hebben aangegeven, dat Amsterdam Elektrisch positief staat tegenover het plaatsen van een oplaadstation. Voor het afgeven van een vergunning voor een oplaadstation zijn wij, echter afhankelijk van de wegbeheerder. Deze moet een vergunning c.q. een verkeersbesluit hiervoor nemen. Helaas hebben wij tot op heden de wegbeheerder niet kunnen overtuigen van het nut en noodzaak van een oplaadstation. Kunt u helpen elektrisch vervoer op deze locatie mogelijk te maken? Op naar een duurzaam Amsterdam. Met vriendelijke groet, Thomas Wolters Directeur Enterprise car-sharing & rental Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01 Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car Licensee Director: Thomas Wolters
Raadsadres
3
train
Gemeente Amsterdam Preventieve gezondheid buurten/wijken Vertaling Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond naar buurten/wijken Stadsdeel Noord December 2023 Inhoud … Inleiding p) EE VIVA El > _ Samenvatting A 1. Inleidin . . 3 … _ Kwetsbaarheid populatie Is) In juni van dit jaar is het Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond verschenen. Dit document 5 . _ is opgesteld naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord, waarin is afgesproken dat elke ok Vier focusdoelgroepen: Eee) zorgkantoorregio een regiobeeld opstelt. In het Regiobeeld van Amsterdam staan gegevens “Oud over demografie, welzijn en gezondheid, zorggebruik en zorgaanbod in Amsterdam en adds HAS Diemen, BR genelec 14 Vanuit de stadsdelen is het verzoek gekomen om verder in te zoomen op gegevens uit het Nel ET Regiobeeld Amsterdam door ze te vertalen naar buurt-/wijkniveau. In deze factsheet wordt deze vertaalslag gemaakt voor stadsdeel Noord. Eris gekozen om te kijken naar de B a LCMeT= 201 ate latte: 17-19 zorgvraag —niet het aanbod — met een focus op kwetsbare populatie, vier focusdoelgroepen in lijn met Amsterdam Vitaal & Gezond en vier belangrijke determinanten van gezondheid. A VAT = Te determinanten:20-25 Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Ce [In ENZ] Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. Naast deze ‚ factsheet zijn er Regiobeeld factsheets gemaakt voor de overige stadsdelen en stadsgebied NL LAIKelgN" EL Weesp. p B Sen de) Bij het interpreteren van de factsheet is het goed om te weten dat cijfers m.b.t. gezondheid =_ Alcoholgebruik 26-27 enkel gaan over volwassenen en niet over kinderen en jongeren. Tevens zijn er een aantal buurten weggevallen vanwege de veranderde gebiedsindeling en soms vanwege te kleine 7. Bijlagen 28-34 aantallen inwoners. Verschillen tussen buurten (en ook wijken en gebieden) zijn niet op significantie getoetst. De factsheet geeft daarmee geen volledig beeld van de =_ Overzichtstabel gebieden 29-30 gezondheidsproblematiek in het stadsdeel en dient dus gebruiktte worden als aanvulling op andere analyses/onderzoeken en ervaringen en signalen vanuit de praktijk. DT: La Let ENIS «Kaart met buurtnamen per gebied 36-38 nn MX 2. Leeswijzer > < Algemeen Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. In deze factsheet staan geen gegevens over de gezondheidssituatie (fysiek/mentaal) onder kinderen en jongeren, omdat deze gegevens niet op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. Verschillen tussen de buurten en gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen tussen buurten wijken en/of gebieden kunnen dus ook op toeval berusten. Staafdiagrammen In deze factsheet staat per indicator een staafdiagram met de 10 buurten/wijken met het hoogste percentage van het stadsdeel en — indien beschikbaar — de 10 buurten/wijken met het hoogste absolute aantal van het stadsdeel. Het aantal buurten/wijken in de staafdiagram kan afwijken van 10 als er voor minder dan 10 buurten/wijken gegevens beschikbaar zijn of als op de tiende plaats meerdere buurten dezelfde score hebben. Kaart Daarnaast is er een kaart waarin per indicator voor alle buurten/wijken waar gegevens voor beschikbaar zijn het percentage te zien is (zie ook de toelichting van de kwetsbaarheidsscores en RIVM data hieronder). De kleuren van de buurten in de kaart refereren aan het Amsterdams gemiddelde (het kleine streepje in de balk) zoals aangegeven in het plaatje hieronder. Lager dan het Amsterdams gemiddelde B fi | Hoger dan het Amsterdams gemiddelde Amsterdams gemiddelde Definities In de bijlage staan de definities van indicatoren. Kwetsbaarheidsscores Cijfers over het aantal/aandeel ‘meest kwetsbaren! zijn alleen beschikbaar voor buurten met minimaal 5o inwoners en minimaal 10 inwoners uit de betreffende leeftijdscategorie die een hoge kwetsbaarheidsscore hebben (een score van 3 of 4). Dit verklaart waarom in de kaarten bepaalde buurten ontbreken. Daarnaast is in de staafdiagrammen een ondergrens van 100 inwoners per buurt gehanteerd zodat buurten met erg weinig inwoners niet bovenaan de lijst met hoogste % meest kwetsbaren kunnen belanden. RIVM De buurtcijfers over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig van het RIVM. Het RIVM gebruikt gegevens van de Gezondheidsmonitor 2022, de bevolkingssamenstelling en wijk- en buurtkenmerken om de wijk- en buurtcijfers te berekenen. Gebruik de cijfers met voorzichtigheid, het gaat om schattingen. Op rivm.nl/media/smap en amsterdam.ggdgezondheidinbeeld.nl/opdekaart staan wijk- en buurtcijfers voor verschillende gezondheidsthema's. De RIVM gegevens worden in deze factsheet alleen getoond voor buurten met minimaal 250 inwoners in 2022. Hierdoor is er voor de buurten Schellingwoude-West, Noorderstrook-West, Melkweg/Oostzanerwerf, Nintemanterrein, Buiksloterdijk-Oost, Klaprozenbuurt, Buiksloterdijk-West, Noorder IJplas, Vliegenbos, Rode Kruisbuurt, Holysloot, Marjoleinterrein, Nieuwendammerdijk-Oost geen data beschikbaar. u MX 3- Samenvatting KWETSBARE POPULATIE Er wonen relatief veel kwetsbare bewoners in Buikslotermeerplein, De Kleine Wereld, Bloemenbuurt-Zuid, Molenwijk, IJplein e.o, Vogelbuurt-Zuid en Van der Pekbuurt op basis van de kwetsbaarheidsscore, gezondheid en veerkracht. Absoluut gezien hebben de Van der Pekbuurten Vogelbuurt-Zuid de meeste inwoners met een hoge kwetsbaarheidsscore. > < 4 FOCUSDOELGROEPEN 1. Ouderen Er wonen relatief veel kwetsbare ouderen (66+) in Buikslotermeerplein (bijna 6 op de 10) en in Bloemenbuurt-Zuid, Tuindorp Oostzaan-West en Banne-Zuidwest (bijna de helft). Absoluut gezien wonen de meeste kwetsbare ouderen in Banne-Zuidwest en Tuindorp Oostzaan-Oost. De wijken met de meeste 65-plussers in Noord zijn Buikslotermeer, Banne Buiksloot en Tuindorp Oostzaan. Dit is naar verwachting in 2030 nog steeds zo. Vanwege de grootschalige woningbouw in Noordelijke IJ-oevers-West zullen er naar verwachting relatief veel ouderen bijkomen in deze wijk. Daarbij moet gezegd worden dat het percentage ouderen in deze wijk onder het Amsterdams gemiddelde blijft. Na de Noordelijke IJ-oevers-West neemt het aantal ouderen tot 2030 naar verwachting het meest toe in Volewijck. 2. Chronisch zieken Veel van de buurten met het grootste aandeel chronisch zieken van Noord liggen in de tuindorpen. 4 op de 10 volwassenen heeft hier naar schatting een langdurige ziekte of aandoening (t.o.v. ruim 3 op de 10 gemiddeld in Amsterdam). Dit geldt ook voor Bloemenbuurt-Zuid, De Kleine Wereld en Ijplein e.o. 3. Jeugd Markengouw-Zuid heeft zowel absoluut als relatief de meeste kwetsbare kinderen 0-17 (15% t.o.v. 6% stedelijk). Ook in De Kleine Wereld en de twee Vogelbuurten heeft een relatief groot deel van de kinderen een hoge kwetsbaarheidsscore. In Terrasdorp wonen zowel absoluut als relatief veel kwetsbare jongvolwassenen 18-26. 4. Mentale gezondheid Relatief veel inwoners hebben risico op psychische klachten en zijn eenzaam in Elzenhagen-Zuid (Startblok Elzenhagen ligt hier), Van der Pekbuurt, De Kleine Wereld en Banne-Noordwest. 4 DETERMINANTEN Buurten waar relatief veel bewoners te weinig bewegen, niet sporten en/of overgewicht hebben zijn Tuindorp Oostzaan-West, Molenwijk, De Kleine Wereld, Banne-Noordwest, Banne- Noordoost en Tuindorp Nieuwendam-West. Het gaat hierbij om zo'n 6 op de 10 volwassenen. Elzenhagen-Zuid heeft het grootste aandeel inwoners dat rookt (35% t.o.v. 23% stedelijk). Het gemiddelde alcoholgebruik valt naar schatting mee in de buurten van Noord. STAPELING PROBLEMATIEK Eris het meest duidelijk een stapeling van problematiek van de thema's in deze factsheet te zien in De Kleine Wereld, Molenwijk, Van der Pekbuurt, Banne-Zuidwest, Banne-Noordwest en Bloemenbuurt-Zuid. Deze buurten hebben een relatief kwetsbare populatie met relatief vaak fysieke en mentale gezondheidsklachten en een ongezonde leefstijl. Gemeente Amsterdam | 4. Kwetsbaarheid populatie € Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%), leeftijden, 2020) buurten (2020) > < Buikslotermeerplein Tuindorp Oostzaan-West Bloemenbuurt-Zuid Banne-Zuidwest EE Molenwijk De Kleine Wereld Van der Pekbuurt B Vogelbuurt-Zuid s ( EE. st . 7 E IJplein e.o. 9 Dn _Â DD en Bloemenbuurt-Noord 5 RE EN Markengouw-Zuid EEEN 8 } ir Amsterdams gemiddelde 12% $ 8 | buurten met grootste aantal meest kwetsbaren (alle Ea KA . leeftijden, 2020) - € DD Vander Pekbuurt nd Vogelbuurt-Zuid Terrasdorp Werengouw-Midden 7 -Zui 0 teru % meest kwetsbaar 635 Banne-Zuidoost © OpenStreetMap EE, me Tuindorp Oostzaan-Oost Gn Banne-Noordoost En De Kleine Wereld Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2020. Bron: CBS / bewerking O&S n n n € Kwetsbaarheid populatie: gezondheid buurten met hoogste % inwoners 18+ dat gezondheid % inwoners 18+ dat gezondheid als slecht ervaart t.o.v. Amsterdams als slecht ervaart (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022) x De Kleine Wereld Molenwijk Banne Noordwest zcemerburrzod A od KS VEEN Mony: Van der Pekbuurt SW ad 5 E Buikslotermeerplein | ke ve - ij hs KS . Ear zenne zucve MNS Banne Noordoost Vogelbuurt Zuid | % Ervaren Gezondheid slecht Amsterdams gemiddelde 33% & OpenStreetMap a rr Em 1 De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) n n n 2 Kwetsbaarheid populatie: Veerkracht buurten met hoogste % inwoners 18+ dat een (zeer) % inwoners 18+ met een (zeer) lage veerkracht t.o.v. Amsterdams gemiddelde lage veerkracht ervaart (2022) (22%), buurten (2022) 2% Elzenhagen Zuid De Kleine Wereld Van der Pekbuurt ES A. Banne Noordwest Ei 4 jd Noord-Oost Molenwijk 8 ( A Ô k dd Nn & on Markengouw Midden iN ES Markengouw Zuid IE: Vogelbuurt Zuid Bloemenbuurt Zuid Ei % (zeer) lage veerkracht 10 20 Amsterdams gemiddelde 22% EN De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) Gemeente Amsterdam | 5. Focusdoelgroepen € Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+ > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 66+ (2020) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), buurten (2020) Buikslotermeerplein ps | Bloemenbuurt-Zuic NS Tuindorp Oostzaan-West Banne-Zuidwest Loenermark Blauwe Zand Bloemenbuurt-Noord Vogelbuurt-Zuid NE a dem Van der Pekbuurt Mn en 0 Vogelbuurt-Noord EG 3 7 Amsterdams gemiddelde 27% and ws Sf buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 66+ (2020) Banne-Zuidwest Tuindorp Oostzaan-Oost Terrasdorp Werengouw-Midden 5 A eremeepien oe med boerbes vikslotermeer-Noord En — Banne-Zuidoost En en: Vogelbvurt-Zuid Bloemenbuurt-Zuid Tuindorp Oostzaan-West Bron: CBS / bewerking O&S € Ouderen: 65+ > < wijken met hoogste % 65-plussers (1 januari 2023) % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten (a januari 2023) Tuindorp Nieuwendam > < Buikslotermeer en Waterland Ks Tuindorp Buiksloot EEA Tuindorp Oostzaan Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk EE Banne Buiksloot EEA Oostzanerwerf Kadoelen PE Volewijck EEM Ps > Dn _f IJplein/Vogelbuurt EEA pe À Amsterdams gemiddelde 13,4% ef k % en wijken met meeste 65-plussers (1 januari 2023) en | \ SS Buikslotermeer ES Banne Buiksloot Tuindorp Oostzaan En Waterlandpleinbuurt Oostzanerwerf Volewijck IJplein/Vogelbuurt 2e DEIN SEE Tuindorp Nieuwendam EEA nd 1E, me: Kadoelen BEGN Noordelijke IJ-oevers-West RMA Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S n X Ouderen: toename 65-74 jaar > < wijken met grootste relatieve toename 65-74 2023-2030 (%) Relatieve toename 65+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (15%), wijken (prognose 2023) Noordelijke IJ-oevers-West ET j > < Elzenhagen Volewijck gn Waterlandpleinbuurt 5 | IJplein/Vogelbuurt EESA Buikslotermeer ESE, Db. 4 Tuindorp Buiksloot & De enn Tuindorp Oostzaan En! Ì en Mr“ Banne Buiksloot | p | Tuindorp Nieuwendam I Ld N 5 | P Amsterdams gemiddelde 15% zä ad 7 En dd | wijken met grootste absolute toename 65-74 2023-2030 Se Noordelijke IJ-oevers-West Waterlandpleinbuurt EEEZEN Volewijck . Toename 65-74 (%) Tuindorp Oostzaan 00 ME 1e? Banne Buiksloot & 2023 Mapbox © OpenStreetMap Buikslotermeer IJplein/Vogelbuurt Elzenhagen EEN Oostzanerwerf EEN Tuindorp Nieuwendam PE Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S € Ouderen: toename 75+ > < wijken met grootste relatieve toename 75+ 2023-2030 (%) Relatieve toename 75+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), wijken (prognose 2023) Noordelijke IJ-oevers-West IJplein/Vogelbuurt BETEN Volewijck REEN Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk Tuindorp Buiksloot Í Ee Kadoelen I en ATS Oostzanerwerf EB 4 Dn / Dn EN Waterland I Rak | Tuindorp Nieuwendam 28 I | | Pd Amsterdams gemiddelde 27% al — 2 B O| wijken met grootste absolute toename 75+ 2023-2030 a al L En N Noordelijke IJ-oevers-West ‘ Volewijck IJplein/Vogelbuurt Buikslotermeer EA reeame TOE) Elzenhagen Ze © 2023 Mapbox © OpenStreetMap 5,6 hese Banne Buiksloot EEA Tuindorp Oostzaan EEN Oostzanerwerf EA Waterlandpleinbuurt BEE Tuindorp Nieuwendam Ef Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S & Chronisch ziek buurten met hoogste % inwoners 18+ met een % inwoners 18+ met 1 of meer langdurige aandoeningen t.o.v. Amsterdams langdurige ziekte of aandoening (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022) > < Tuindorp Nieuwendam West Tuindorp Nieuwendam Oost Tuindorp Oostzaan West rn Bloemenbuurt Zuid We BS be klene eres BNS | k } Buikslotermeerplein ss Molenwijk Bloemenbuurt Noord rs % één of meer langdurige aandoeningen EE EE ER Amsterdams gemiddelde 33% & OpenStreetMap Ï De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) n Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17 > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 0-17 (2020) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2020) Markengouw-Zuid ECR De Kleine Wereld Vogelbuurt-Noord Vogelbuurt-Zuid Van der Pekbuurt Banne-Zuidwest Molenwijk Plan van Gool BE 5 Banne-Noordwest Ei à 3 Bloemenbuurt-Noord BEW hf Amsterdams gemiddelde 6% : buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 0-17 (2020) Markengouw-Zuid Vogelbuurt-Zuid Banne-Zuidwest Van der Pekbuurt De Kleine Wereld Markengouw-Midden % meest kwetsbaar Molenwijk © OpenStreetMap 21 nj B 15 Plan van Gool En Werengouw-Midden En diverse buurten’ Nn *Banne-Noordwest, Banne-Noordoost en Banne-Zuidoost Bron: CBS / bewerking O&S n MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26 > < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 18-26 (2020) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (4%), buurten Terrasdorp a (2020) > < Markengouw-Zuid Vogelbuurt-Noord Molenwijk fi Bloemenbuurt-Noord s Werengouw-Zuid EEM Vogelbuurt-Zuid Elzenhagen-Zuid Circus/Kermisbuurt 8 | # rn diverse buurten* A > Amsterdams gemiddelde 4% / buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 18-26 (2020) ot Vogelbuurt-Zuid rt Van der Pekbuurt Terrasdorp Elzenhagen-Zuid Molenwijk Markengouw-Zuid 20 | % meest kwetsbaar Banne-Zuidoost En Bonde Ne ON Werengouw-Midden En diverse buurten EN *Van der Pekbuurt, Banne-Zuidoosten Blauwe Zand **Plan van Gool, Markengouw-Midden en Banne-Noordoost Bron: CBS / bewerking O&S € Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie buurten met hoogste % inwoners 18+ met hoog risico % inwoners 18+ met hoog risico op angststoornis of depressie t.o.v. op angststoornis of depressie (2022) Amsterdams gemiddelde (15%), buurten (2022) 2% Elzenhagen Zuid De Kleine Wereld Van der Pekbuurt 3 Banne Noordwest EES a ea Noord-Oost Markengouw Midden PE, Re Í> & Molenwijk % @, En h er Fe Vogelbuurt Zuid U - Markengouw Zuid ss Plan van Gool B Zuidwest Sne OENE EE % hoog risico op depressie Amsterdams gemiddelde 15% B Oner ME ms: De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Amsterdamse Gezondheidsmonitor GGD / RIVM € Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ > < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat afgelopen jaar % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021) > < NDSM terrein mm 9 Buiksloterham IE 3 Elzenhagen Zuid 7 Circus/Kermisbuurt 8 7 Banne Noordwest 7 Markengouw Zuid IJ 6 Tuindorp Nieuwendam Oost 6 Buikslotermeer Noord " 6 WE. dd Banne Noordoost m 6 > _d Markengouw Midden EJ 6 ) Amsterdams gemiddelde 5,2% N, buurten met grootste aantal inwoners 18+ dat afgelopen Ver De ke jaar bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) an Werengouw Midden N ie Van der Pekbuurt Vogelbuurt Zuid Terrasdorp Banne Noordoost NDSM terrein % POH GGZ Tuindorp Oostzaan Oost Markengouw Midden © OpenStreetMap om mn: Banne Zuidoost Banne Noordwest Buikslotermeer Noord Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021. Bron: Vektis n n B € Mentale gezondheid: eenzaamheid buurten met hoogste % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is t.o.v. Amsterdams (2022) gemiddelde (21%), buurten (2022) 2x Elzenhagen Zuid Bedrijventerrein Hamerstraat De Kleine Wereld RE Banne Noordwest | PE En Noord-Oost Van der Pekbuurt ad ip / ore BEA ee arkengouw Zui ij er 9 ee \ ir | Plan van Gool |z| NE optene HES Werengouw Midden | Molenwijk % eenzaamheid Amsterdams gemiddelde 21% © OpenStreelMap sE TN: … Hi . … . Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) Gemeente Amsterdam | 6. Determinanten n nn u X Bewegen: beweegrichtlijnen buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet voldoet % inwoners 18+ dat niet voldoet aan beweegrichtlijnen t.o.v. Amsterdams aan beweegrichtlijnen (2022) gemiddelde (4,6%), buurten (2022) 2% Tuindorp Oostzaan West | Tuindorp Nieuwendam Oost ES Tuindorp Oostzaan Oost sel \ tn ús % > a suisosermeersien BES | \ Tuindorp Nieuwendam West 56 Banne Noordoost | % voldoet niet aan beweegrichtlijn opens a MK Amsterdams gemiddelde 4,6% Ee = nn De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) 2 Bewegen: wekelijks sporten > < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport t.o.v. Amsterdams gemiddelde (42%), (2022) buurten (2022) 2x De Kleine Wereld Molenwijk Banne Noordwest ES Banne Noordoost Örd- van Daan Tuindorp Oostzaan West EE 8 î / Cn Banne Zuidwest NS nn RD, 5 \ d zover BEES kn dd Buikslotermeerplein _ Tuindorp Nieuwendam West Bloemenbuurt Zuid EE % niet wekelijks sporten Amsterdams gemiddelde 4,2% ® OpenStreetMap 30 8 me: De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) n n n € Overgewicht (incl. obesitas) buurten met hoogste % inwoners 18+ met overgewicht incl. % inwoners 18+ met overgewicht incl. obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde obesitas (2022) (43%), buurten (2022) 2% Tuindorp Oostzaan West Molenwijk Tuindorp Oostzaan Oost ES zonne Noodvesr NES en iks verden verte BE rundorprevwendor wer NES ‘ et vartengov acer B ES Blauwe Zand nT Banne Noordoost Amsterdams gemiddelde 43% 5 OpenStreelMap De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) n n a € Overgewicht: obesitas buurten met hoogste % inwoners 18+ met obesitas (2022) % inwoners 18+ met obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13%), buurten (2022) 2 De Kleine Wereld Molenwijk Blauwe Zand Ri Banne Noordwest Ue Ei els. Sen an } | inn en Tuindorp Oostzaan Oost RJ | Bloemenbuurt Zuid | À E, \ \ — Tuindorp Oostzaan West RJ = Pe Tuindorp Nieuwendam West ri al Banne Noordoost Ri Markengouw Midden % ernstig overgewicht Amsterdams gemiddelde 13% B on ME, AN: De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) buurten met hoogste % inwoners 18+ dat rookt (2022) % inwoners 18+ dat rookt t.o.v. Amsterdams gemiddelde (23%), buurten (2022) 2x Elzenhagen Zuid Bedrijventerrein Hamerstraat NDSM terrein NE Van der Pekbuurt | Dn. se Noord-Oost Bloemenbuurt Zuid / Vogelbuurt Zuid | oe lore Bell \ z en, IJplein e.o. NES \ 4 Vogelbuurt Noord | Banne Noordwest 5) Blauwe Zand ms % roker Ess Amsterdams gemiddelde 23% Opa skeden De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) X Alcoholgebruik buurten met hoogste % zware drinkers 18+ (2022) % zware drinkers 18+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%), buurten (2022) 2x NDSM terrein Elzenhagen Zuid Overhoeks l Buikslotermeer Noord B 7 den Markengouw Noord A JN l Ae Elzenhagen Noord B Vm To Zunderdorp ri El l Durgerdam l Buiksloterham MA l Papaverwege.o. BEEN % zware drinker Amsterdams gemiddelde 12% OO De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) X Alcoholgebruik > < buurten met hoogste % overmatige drinkers (2022) % overmatige drinkers 18+, buurten (2022) 2% Durgerdam ES Overhoeks ES Zunderdorp B in mn Tuindorp Nieuwendam Oost ,. der vindorp Nieuwendam Oos GB | rn \ Werengouw Noord B A, ® | Buiksloterbreek E Les ord | Tu J Ne De Schellingwoude Oost EB nt 5 Î he ad Ransdorp E Ì Nieuwendammerdijk West E l Tuindorp Nieuwendam West N 9% overmatige drinker 5 OpenStreelMap EE 1 9 Amsterdams gemiddelde 9% De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM) Gemeente Amsterdam | 7. Bijlagen Overzichtstabel Gezondheidcijfers gebieden tst zondheidcijfers gebied lalala) langdurige Voldoet niet gezondheid Lage ziekte of Hoogrisico Ernstig aan beweeg- Sport niet Ernstig Zwaar Overmatig niet goed veerkracht aandoening depressie eenzaam richtlijn wekeliks Overgewicht overgewicht Roken alcohol alcohol Centrum-Oost 25 18 13 24 41 28 18 13 Westerpark 30 16 32 17 22 41 9 29 16 11 VVT Ee tinten eTs 28 25 ES 18 19 45 34 39 10 22 12 9 Oud-West/De Baarsjes 32 23 33 22 20 37 31 29 7 25 18 9 Geuzenveld/Slotermeer 40 29 34 23 24 53 54 54 14 25 8 6 ost ar 28 30 25 26 60 58 52 20 6 DELE A A ELS Ì De Aker/Nieuw Sloten 26 18 35 10 25 56 48 48 19 7 6 Slotervaart 38 24 35 20 25 51 43 43 14 25 13 4 Oud-Zuid 20 ®) E) pin vi 20 12 13 Zuid Buitenveldert/Zuidas 39 25 33 9 29 42 41 38 11 20 12 9 EENES: B Ml 31 ES 27 21 15 Oud-oost 33 25 34 16 21 41 35 9 18 7 9 Oost Indische buurt/Oostelijk havengebied 28 17 37 mm 37 40 22 19 11 Watergraafsmeer 32 21 38 15 30 41 11 28 12 7 IJburg/Zeeburgereiland 36 20 35 13 21 46 31 42 10 19 10 10 Noord-West 31 22 37 15 20 53 52 51 19 25 Noord Oud-Noord 34 24 36 18 25 47 47 42 11 34 11 6 Noord-Oost 36 22 29 15 29 52 56 44 13 24 10 Bijlmer-Centrum 53 38 41 30 44 51 59 60 22 20 7 6 Zuidoost Bijlmer-Oost 42 24 35 13 33 51 47 54 26 23 10 Gaasperdam/Driemond 39 28 37 13 27 51 50 55 17 19 6 Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief. € Overzichtstabel Gezondheidcijfers gebieden verzichtstabel Gezondheidcijfers gebied > < IEKE ITE IEKE ITE IEKE ITE IEKE kwetsbaar SIE kwetsbaar _kwetsbaar(% kwetsbaar 0- kwetsbaar0- kwetsbaar 18- kwetsbaar (% absoluut kwetsbaar % 66+ (Sica) 17 NA 26 18-26) Taas AES 120 180 3 LLT} Centrum-Oost 4130 9 1195 140 255 4 Westerpark 4390 11 1185 31 295 6 195 5 ASR Bos en Lemmer 4810 14 1050 38 475 8 215 4 Oud-West/De Baarsjes 9535 13 1945 29 810 8 590 6 Geuzenveld/Slotermeer 7630 16 1620 34 825 8 405 6 8 Osdorp 6640 17 1855 33 595 7 435 8 Nieuw-West Ì De Aker/Nieuw Sloten 2145 750 ZOE 3 Slotervaart 5555 13 1465 34 530 7 385 4 oM: 6 1095 Ki ] 160 3 Zuid Buitenveldert/Zuidas 10 1415 26 al) 100 3 De Pijp/Rivierenbuurt 6180 10 2020 26 325 4 215 Pi Oud-oost 4690 13 1235 31 315 6 285 5 Arn Indische buurt/Oostelijk havengebied 4590 11 1120 28 385 6 175 4 Watergraafsmeer 3420 10 1105 26 260 5 245 4 Uburg/Zeeburgereiland 1930 265 22 250 165 4 Noord-West 5495 14 1785 31 505 6 240 6 Noord Oud-Noord 4420 15 1210 33 390 7 190 5 Noord-Oost 4215 14 1255 28 470 7 240 6 Bijlmer-Centrum 3820 15 635 36 440 10 220 4 Zuidoost Bijlmer-Oost 4135 14 940 28 435 7 215 5 Gaasperdam/Driemond 4410 13 1160 23 475 7 215 5 Bron: CBS / bewerking O&S en basisinformatie O&S. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief. X Definities t Kwetsbaarheidsscore > < Het aandeel/aantal meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen: =__gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% van Nederland. = hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. =_ laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt. 10-17 jaar: ouders kwetsbaar op gebied van werk, opleiding en/of gezondheid. "18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend. m__ 66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid. De aantallen zijn afgerond op 5. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 5o bewoners en minimaal 10 bewoners met de score meest kwetsbaar’. Inwoners 18+ dat gezondheid als niet goed ervaart Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder die niet antwoorden met 'zeer goed' of '‘goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand. Absolutefrelatieve toename inwoners 65-74/75+ 2023-2030 De absolute/relatieve toename van het aantal in 2030 verwachte inwoners van 65-74 jaar/75+ ten opzichte van het aantal inwoners in dezelfde leeftijdscategorie op 1 januari 2023. Dit is berekend op basis van de O&S bevolkingsprognoses voor 1 januari 2030 uit 2023. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt hierbij berekend aan de hand van verwachte demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de woningvoorraad. X Definities t Lage veerkracht > < Deze indicator is gebaseerd op een vraag met vijf stellingen over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde. Bij iedere vraag zijn 7 antwoordopties mogelijk: Zelden — Soms - Af en toe — Regelmatig — Meestal — Bijna altijd — Altijd. Hierbij krijgt '‘Zelden' een score van 1 en 'Altijd'een score van 7. =__Ikkan heel goed omgaan met tegenslagen; =__ Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties; =_Naeen moeilijke periode ben ik snel weer de oude; =_ Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden; =_ Elke ervaring in het leven maakt mij sterker. Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend: =_ Score van lager dan 3,8 is lage veerkracht; =__ Score van 3,8 tot 5,4 is gemiddelde veerkracht; =__ Score van 5,4 of hoger is hoge veerkracht Chronisch zieken Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: ‘Heeft u een of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer’. X Definities t Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie > < Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De volgende vragen worden gesteld over hoe men zich voelde in de afgelopen vier weken: =__ Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? =__ Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? = Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? = Hoe vaak voelde u zich hopeloos? = Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? = Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? = Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? = Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? =__ Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om v op te vrolijken? =_Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos? Bij iedere vraag zijn vijf antwoordopties mogelijk: 1) ‘Altijd’, 2) ‘Meestal’, 3) 'Soms', 4) 'Af en toe! en 5) 'Nooit'. Antwoord 1 'Altijd' krijgt de hoogste score 5. Antwoord 5 'Nooit' krijgt de laagste score 1. (Bij 3 of meer ontbrekende antwoorden krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 ontbrekende antwoorden wordt de waarde geïmputeerd op basis van de gemiddelde score op dat item). De antwoorden op deze vragenlijst worden samengevat in een score tussen de 10-50. Een score van 10 t/m 15 is geen of laag risico, 16 t/m 29 is matig risico en 30 t/m 50 is hoog risico op een angststoornis of depressie. x D fi it Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ > < Het aandeel en aantal personen vanaf 18 jaar dat gebruikt heeft gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg Mentale gezondheid: Ernstig eenzaam Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld, een vragenlijst om eenzaamheid te meten die bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met 1) nee, 2) min of meer, 3) ja' Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld 'Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. lemand is eenzaam bij minstens negen ongunstige scores op alle items. De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van afzonderlijke personen. Bewegen: beweegrichtlijnen Aandeel volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: wekelijks minimaal 2,5 uur matig intensieve inspanning + bot- en spierversterkende activiteiten. Bewegen: wekelijks sporten Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet. Overgewicht (incl. obesitas) Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters). X Definities t Overgewicht: obesitas > < Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters). Roken Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat de vraag “Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret. Zwaar alcoholgebruik Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat minimaal één dag per week zes of meer glazen alcohol (mannen) of vier of meer glazen (vrouwen) drinkt. Overmatig alcoholgebruik Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat wekelijks meer dan 21 glazen alcohol (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol (vrouwen) drinkt. € Kaart met buurtnamen per gebied: Oud-Noord Buurt code Buurt naam > < NBO3 NDSM terrein NBO04 Buiksloterham-Zuid > < NB05 Buiksloterham-Noord NB06 Klaprozenbuurt NBO07 Overhoeks Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk NFO1 Buiksloterdijk-West NFO2 Buiksloterdijk-Oost de, _NBO3 % Mop Ve) NFO3 Nieuwendammerdijk-West oe y ES 4 Ô \z e° NFO4 Nieuwendammerdijk-Oost Gj PN Ne N NN ss ne 8 Te eZ NNP zet Zw NFO5 Nieuwendammerdijk-Zuid 4 re Eed Nd lindo, NKO1 Bloemenbuurt-Noord le, So Nos z INMoi 3 WG io, NKO2 Bloemenbuurt-Zuid 4 Volewijck 5 | £ Nno3 A NKO3 Van der Pekbuurt ee ASS xt, N02 NT n NLO1 Vogelbuurt-Noord NB07 Ct DS SS NFO3 NLO2 Vliegenbos of Te Np NL03 _ Vogelbuurt-Zud | En Nr NLO4 IJplein e.o. \ … _ NMO1 ___ Blauwe Zand ogg Noordelijke hoever oost NNO1 Tuindorp Nieuwendam-West NN02 Tuindorp Nieuwendam-Oost NPO1 Hamerstraatkwartier-West NP02 Hamerstraatkwartier-Oost NPO3 Bedrijventerrein Nieuwendam € Kaart met buurtnamen per gebied: Noord-Oost Buurt code Buurt naam > < NGO1 Elzenhagen-Noord NGO2 Elzenhagen-Zuid > < NGO3 Nintemanterrein NHO1 Buikslotermeer-Noord NHO2 De Kleine Wereld 7 NHO3 Loenermark b NHO4 Buikslotermeerplein N01 Ien, NHO5 Plan van Gool KGoN. Naos EE) NHO6 Rode Kruisbuurt a js Td j NJO1 Markengouw-Noord BAT ie Dal Waterland NJO2 Markengouw-Midden noor LEEN 4 5 n Nao NJ03 Markengouw-Zuid shtoz Eos NN a id NJ04 Werengouw-Noord terne, NAE \ N09 NJ05 Werengouw-Midden 7 En BR %, Se 5 Ws AN NJO6 Werengouw-Zuid NO A \ NO01 Noorderstrook-West Ek Na10 N NO02 Noorderstrook-Oost NJ03 ” NO03 Zunderdorp NO04 Schellingwoude-West NOO05 Schellingwoude-Oost NO06 Schellingwoude-Noord NO07 Zwarte Gouw NO08 Holysloot NO09 Ransdorp NO10 Durgerdam € Kaart met buurtnamen per gebied: Noord-West > < Buurt code Buurt naam NAO1 Noorder IJplas NAO02 Melkweg/Oostzanerwerf > < NA03 Walvisbuurt NAO4 Twiske-West NAO05 Oostzanerdijk NA06 Circus/Kermisbuurt NA07 Molenwijk Ts NA05 NB01 Cornelis Douwesterrein-West Oostzanerwerf VAKO NAo4 | NB02 Cornelis Douwesterrein-Oost PL TAN NDo1 NCO1 Tuindorp Oostzaan-West #2 ELS Z IE De NCO2 Tuindorp Oostzaan-Oost Ke KE o fs Kadoelen NCO3 Terrasdorp Ninf N NCO4 De Bongerd NB01 Xx NCO2 ' ND02 2, NDO1 Twiske-Oost Ps Tuindorp Oostzaan NES Ven, ND02 Kadoelen Z / / ES / NEO1 Banne-Noordwest Noordelijke IJ-ögvers West …, <_NCO3 ï 5 Banne Buikslgot NEO2 Banne-Noordoost NB02 LS ANEO3/ NEO3 Banne-Zuidwest ENA Neo NEO4 Banne-Zuidoost NN: 4 € NEO5 Buiksloterbreek S _NE06 NEO6 Marjoleinterrein Gemeente Amsterdam Deze factsheet is samengesteld door Team Onderzoek Stadsdelen. Met dank aan GGD en OJZD Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected]
Factsheet
39
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1972 Publicatiedatum 4 december 2019 Ingekomen onder Ingekomen op 27 november 2019 Behandeld op 27 november 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé, Ceder, Boomsma, Kili, Van Soest en A.L. Bakker inzake de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Geen hoge inkomens in sociale huurwoningen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1931). Constaterende dat: — Sociale huurwoningen primair zijn bedoeld voor de mensen met een kleine portemonnee (tot 38.000 euro); — Sociale huurwoningen fors worden gesubsidieerd met belastinggeld zodat ook mensen met een laag inkomen een woning kunnen hebben in Amsterdam; — Sociale huurwoningen lange wachttijden kennen (gemiddeld 12 a 15 jaar) en daarom doorstroming van de huidige huurders van belang is zodat de woningen beschikbaar blijven voor de mensen die daarop zijn aangewezen; — De nieuwe prestatieafspraken 2020-2023 geen aandacht besteden aan het fenomeen 'scheefwonen' en enkel oog hebben voor de huurders die in de knel komen vanwege huurstijgingen (p. 17); — Ca. 3% van de corporatiehuurders in de Metropool Regio Amsterdam meer verdient dan twee keer modaal (ca. 75.000 euro). In Amsterdam betekent dit dat minimaal 6000 sociale huurwoningen worden bewoond door mensen met een hoog inkomen. Dit komt overeen met 8 jaar nieuwbouwproductie zoals overeengekomen in de prestatieafspraken 2020-2023 (meerjarig gemiddelde groei van 750 woningen per jaar). — Mensen met een hoog inkomen die in een sociale huurwoning wonen, een hogere huur kunnen betalen wat in lijn is met het adagium ‘sterkste schouders, zwaarste lasten! 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1972 Motie Datum 4 december 2019 Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de corporaties aan te dringen op het volledig benutten van alle bestaande en toekomstige instrumenten die de Rijksoverheid nu biedt dan wel zal bieden (zoals aangekondigd op Prinsjesdag op 17 september 2019) om scheefwoners die meer verdienen dan twee keer modaal hogere huur te laten betalen opdat doorstroming van hoge inkomens uit sociale huurwoningen op gang komt en deze woningen beschikbaar komen voor de laagste inkomens. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé D.G.M. Ceder D.T. Boomsma A. Kilig W. van Soest A.L. Bakker 2
Motie
2
discard
VN2023-019855 N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D Zo Jeugd en Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, x Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Jongerenwerk Agendapunt 8 Datum besluit College van B&W, 4 juli 2023 Onderwerp Raadsbrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor Amsterdamse jongeren De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor Amsterdamse jongeren, waarin het college de raad informeert over de uitwerking van de ambities uit het coalitieakkoord voor de komende bestuursperiode, waarvan de belangrijkste actielijnen zijn: 1. Versterken van de effectiviteit van het jongerenwerk: investeren in vakmanschap. Door het creëren van de juiste randvoorwaarden voor effectief jongerenwerk kunnen we de preventieve kracht van het jongerenwerk beter benutten. We continveren de versteviging van het meidenwerk en online jongerenwerk. 2. Investeren in preventie van jeugdceriminaliteit door het vergroten van de expertise over jongeren die risico lopen om af te glijden in de criminaliteit. Dit gelet op de toenemende verjonging en verharding van de problematiek bij kwetsbare jongeren. 3. Sneller passende ondersteuning voor jongeren door betere samenwerking met partijen die van belang zijn voor jongeren waaronder het onderwijs, sport en werk. Wettelijke grondslag Gemeentewet 169 lid 2 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht) Bestuurlijke achtergrond * 4 juli Collegebesluit raadsbrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor Amsterdamse jongeren. * Raadsbrief Positief Perspectief: weerbaar opgroeien in Amsterdam, 19 december 2019 BD2020-000114. * Samen vooruit: op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam 2020-2023, 29 mei 2019 ZD2018-008354. * Hoofdlijnenbesluit Sociale basis, 5 april 2023, VN2023-004543. * Samen Sterker uit de Crisis. Een sociaal en duurzaam perspectief voor de stad, 2 september 2020. Reden bespreking De PvdA vindt het cruciaal om jongeren perspectief te bieden. Het jongerenwerk draagt hier sterk aan bij. De brief bevat een aantal interessante actielijnen die we nader zouden willen bespreken in de commissie. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.5 1 VN2023-019855 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam ‚ . - Zorg % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Brief is opgesteld met inbreng van directeuren van het samenwerkingsverband van 6 Amsterdamse jongerenwerkorganisaties Samen voor Jongeren Amsterdam en Jeugdplatform Amsterdam (i.h.k.v. jongerenwerk in scholen) Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? n.v.t. Welke stukken treft v aan? AD2023-067437 1 Raadsbrief Vakkundig jongerenwerk def.pdf (pdf) AD2023-067438 Commissie SED (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam | Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZD, Fleur Sleegers en Tjalling de Vries, [email protected] Gegenereerd: vl.5 2
Voordracht
2
train
> < En Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 27 oktober 2023 Portefeuille(s) Energietransitie Portefeuillehouder(s): Zita Pels Behandeld door Ruimte en duurzaamheid ([email protected]) Onderwerp Afdoening motie 5o5 van het lid Garmy van Volt en lid Nadif van GroenLinks Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 17 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van de raadsinformatiebrief over 60% reductie van de CO2-uitstoot in 2030 [VN2023-016068] motie 505 van raadslid Garmy van Volt en raadslid Nadif van GroenLinks aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om: 1. Ineen buurt waar zal worden gewerkt aan de warmtetransitie, als pilot een buurt burgerberaad over de warmtetransitie te organiseren; 2. Naar aanleiding hiervan de mogelijkheid te onderzoeken om in de werkwijze de mogelijkheid tot een buurt burgerberaad op te nemen. Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: Wat betreft dictum 2: voor het organiseren van een pilot buurt burgerberaad warmtestrategie zal het college Q1 2024 een plan van aanpak en een advies voorleggen aan uw raad. Het op deze wijze uitvoeren van de motie is afgestemd met indieners van de motie en geeft hen en andere raadsleden de gelegenheid om te beoordelen of een pilot buurt burgerberaad voldoet aan de wensen en beoogde doelen. Het plan van aanpak bevat de volgende elementen: 1. een voorstel voor het gebied waar het buurt burgerberaad warmte kan worden gehouden Mogelijke criteria voor selectie van een gebied zijn: is er nog voldoende keuzervimte, huidige status van de warmtetransitie, de beoogde tijdlijn van de warmtetransitie, de aanwezigheid van bewonersinitiatieven en de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de opgave(n) in het gebied. 2. een voorstel voor een passende centrale vraagstelling Dit is belangrijk voor de inhoudelijke scoping van het burgerberaad en de door hen te bedenken plannen. Focus ligt te allen tijde op laagdrempeligheid voor bewoners, het eigenaarschap dat bewoners over de vraagstelling kunnen nemen en de vitvoeringskans van bewoners. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 oktober 2023 Pagina 2 van 3 3. Een beschrijving van de organisatorische randvoorwaarden voor het buurtburgerberaad en een begroting voor de kosten van uitvoering Hier wordt onder andere aandacht gegeven aan de begeleiding en ondersteuning voor het burgerberaad, de manier van komen tot een waarachtige buurtrepresentatie. Daarnaast maken we een planning en begroting voor uitvoering. Zoals eerder afgestemd met indieners zal ik het gesprek over dekking van de kosten voeren met uw raad als een goede organisatie van het buurtburgerberaad meer dan € 200.000 vraagt. Eerdere ervaringen met burgerberaden leren dat ook burgerberaden met een relatief kleine schaal vaak meer dan € 200.000 kosten. 4. Een advies over draagvlak in de ambtelijke en politieke organisatie voor het proces en de vitkomsten. Een succesvol burgerberaad vraagt meer dan alleen een uitstekende uitvoering van het burgerberaad. De uitkomst moet ook in vruchtbare bodem vallen. Het succes wordt ook bepaald door de mate waarin het bestuur zich committeert aan de uitvoering en het advies van het burgerberaad opvolgt. Er wordt daarom ook een voorstel gedaan over de ambtelijke en politieke verankering van de uitkomsten van het buurtburgerberaad. Als vw raad instemt met het plan van aanpak en waar nodig voorziet in de benodigde randvoorwaarden zal de pilot zal worden uitgevoerd. Wat betreft dictum 2: onderzoeken of een buurt burgerberaad onderdeel kan worden van de standaard werkwijze in de warmtetransitie, het volgende. Tijdens en in navolging van de pilot onderzoeken wij het instrument buurt burgerberaad verder. Met uw raad deel ik, na afloop van het burgerberaad, een advies op basis van de ervaring opgedaan in de pilot over de inzet van het buurt burgerberaad als participatie-instrument binnen de warmtetransitie. In het advies houd ik in aanvulling op de ervaring uit de pilot ook rekening met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Deze wet is niet controversieel verklaard en wordt naar verwachting eind dit jaar / begin volgend jaar behandeld door de Tweede Kamer. De Wgiw geeft gemeenten de bevoegdheid om wijken aan te wijzen, die de komende tijd van aardgas overstappen op duurzame energie. Het een belangrijk instrument voor gemeenten om te voorkomen dat (een deel van) het gasnet, tegen hoge maatschappelijke kosten, in stand moet worden gehouden voor een klein aantal mensen. Gemeenten moeten samen met bewoners en bedrijven, gebruikers en eigenaren van gebouw een zorgvuldig proces doorlopen waarin een afweging wordt gemaakt over wat per wijk het beste warmte-alternatief is en wanneer de woningen en gebouwen niet langer met aardgas worden verwarmd. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 oktober 2023 Pagina 3 van 3 Het college zal de raad een plan van aanpak voor de uitvoering van het buurt burgerberaad warmtestrategie en een advies voorleggen aan uw raad in het eerste kwartaal van 2024. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, An IO OCE 4 Zita Pels Wethouder Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
3
discard
2 AV, ee À Agenda voor de bijeenkomst op Ö 5) donderdag 06 - 06 - 2019 8, De Ouderen Advies Raad Oost in de EA Raadzaal, Stadsdeelhuis Aanvang 14.00 — 16.00 uur 1. Welkom en berichten van verhindering. 2. Korte mededelingen: nieuw cursusaanbod in Jeruzalem “Van Gogh ook bij u in de Buurt”, start vrijdag 28/6 3. Concept notulen bijeenkomst O9 — 05 — 19, nieuwe stijl. 4. Thema: Voorbereidingen: Symposium “Langer thuis blijven wonen” 4 oktober 2019. (taken verdelen) 5, Laatste informative: ontwikkelingen en terugkoppeling: = 18 mei: Informatie markt” Langer zelfstandig wonen 65+ = Terugkoppeling gesprekken Frank: Eigen Haard en De Key = Stand van zaken”geclusterd wonen” = BO met Maarten Poorter, 20/6 , 16.00 uur, Genieten = De Huygensdag , 15 juni 6. Overige onderwerpen: AVI-Lijst: -Voortgang:” Actieve ouderen in de stad”, 12/6 14.00 — 17.00 uur, Oranje Kerk , 2e v.d. Helstraat 2-3 = Samenwerking, afstemming wijkzorg(6/5) = Afscheid Broer Soolsma (22/5) 7. Dwars door de buurt: deadline 13 juni 2019 (thema ?) 8. Rondvraag en sluiten. Technisch voorzitter: Frank Robert Stork 020 beb 1065 cieogne@planetnl
Agenda
1
train
Programma Woningkwaliteit Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 Gemeente Amsterdam Maart 2021 INHOUDSOPGAVE 1.1. STUREN OP WONINGKWALITEIT … aaa on oeneunenenenrenseuwsnensnsrseursnssensnseseuevsenssersersuvsnsnssersevenvsnsnsevensvenenee D 1.2. PROGRAMMA WONINGKWALITEIT: DOELSTELLING asen senenenenerservensvenenersevenwsnsnenersevrssssersservenvsvsnenenr 3 1.3. LEESWIJZER aanne enen nerserenssnsnenersensswsnsnsnersenrsnsnservereuvensnsnerseveuvsnensnerseuvensvensnerseursvsnssensesenvsvseenenr 3 2. BORGEN WETTELIJKE WONINGKWALITEIT 4 annen rneeneenersenneenerseervenersenrvsnervensvserrvenrrn ed 2.1. DE IMPACT VAN CORONA … …aansuunuan en ersenrsnsnserserseursvsnssersesensnsnsnerseuvensvenssersenrsvsnssersessussnsensersevenvevensnern be 2.2. HET SIGNALEREN VAN ACHTERSTALLIG ONDERHOUD … an sansnen on ersenensenssenseseuvsvensserseseuvsnsnserseersvvevensnern be 2.3 HANDHAVINGSPROJECTEN: VOORTGANG EN RESULTATEN … sossen enen erseerunsvenenerverrsnsvenenersevrsvenssersesenvensnenens Ó 2.4 SAMENWERKING EN BELEIDSVORMING OP HET GEBIED VAN HANDHAVING aa oons unevenenerensvensvnrrervenerne LÔ 3. VOORKOMEN VERSLECHTERING & STIMULEREN VERBETERING … anno ne nee nernennrener 12 3.1. INFORMATIE EN COMMUNICATIE oan sounenenoneesevenssenersereuvenensnerseresvsvenserveeveuvsvenenersevrsvsnsserveersvrseer L2 3.2. PROFESSIONALISEREN VVE S…….an sns soverrenenensusruuveerseonsuvsvereervenenevsuvvuusverenenanvvvervenveevevvveveervenvevvvvevenrs 13 3.3. KLIMAATDOELSTELLINGEN: VERDUURZAMING EN ENERGIETRANSITIE … aans nonoreeneunevenenervenrsnsnsserserevrsveneer 13 4. ACTUELE ONTWIKKELINGEN … annen nenee ner sermennennersennesnensennrsnervenerseervensrsenrvenerserren LD 41. IVAN ZANG KOTDIN ENA IN CN 4,2. ANDERE KWALITEITSTHEMA) S … sanar ononeosoverservenvenseurveereneneensuvsversersnervevvrvervenevevsvvevervenenenvvevvervnrvnee. LO 5. INZET 2021 IN OVERZICHT aaneen neren nennen sennvenersenrvenensennvenenvensrsnervensvseervensvsenrvnner LZ 6. FINANCIERING PROGRAMMA WONINGKWALITEIT „neon enerneenrenersenrrenervensrserrvener LÔ Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 Samenvatting In de kern: doelstelling en conclusies tot 2021 Amsterdam is een mooie stad en veel mensen wonen er met plezier. Dat wil het college zo hou- den. Goede woningen dragen daaraan bij. De kwaliteit van woningen is niet altijd aan de buiten- kant zichtbaar. Achter frisse gevels kan vocht- en schimmel, een nauwelijks te verwarmen.huis of een slechte fundering schuilgaan. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid voor bewoners en het voortbestaan van de bestaande woningen en woonbuurten. De Amsterdamse woningvoorraad is relatief oud en daarmee naar de nieuwbouwstandaard van matige kwaliteit. Door de hoge druk op de woningmarkt is kwaliteit nauwelijks meer een onder- scheidende factor bij verhuur of verkoop. Om te voorkomen dat er gevaarlijke of ongezonde situa- ties ontstaan, moeten woningen in Nederland voldoen aan een minimale wettelijke kwaliteit, die veelal gelijk is aan de kwaliteitseisen die golden op het moment dat de woning gebouwd werd. Het onderhoud en beheer van gebouwen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Het is een taak van de gemeente om toezicht te houden op de wettelijke woningkwaliteit. Daarnaast wil de ge- meente een bijdrage leveren aan een woningvoorraad die gezond is en klaar voor de toekomst. Het college hecht er veel waarde aan dat alle Amsterdammers kunnen wonen in een woning van voldoende kwaliteit, nu en in de toekomst, daarom is in 2017 begonnen met de uitvoering van het programma Woningkwaliteit. Het programma levert een bijdrage aan behoud en verbetering van de woningkwaliteit in Amsterdam door inzet op: 1. Het borgen van wettelijke woningkwaliteit; 2. Het voorkomen dat woningen verslechteren; 3. Hetstimuleren van een extra kwaliteitsimpuls voor woningen. Een greep uit de resultaten De resultaten van de inzet op woningkwaliteit laten zien dat een goede woning voor veel Amster- dammers niet vanzelfsprekend is. Op het gebied van handhaving op woningkwaliteit wordt binnen het programma gewerkt in (the- ma)projecten die inspelen op actuele ontwikkelingen en/of bijdragen aan het vergroten van de kennis over (de handhaving op) woningkwaliteit. In 2020 is gewerkt aan zes bestaande handha- vingsprojecten, onder andere gericht op het verhelpen van vocht- en schimmelproblematiek in woningen en het opsporen en herstellen van onveilige galerijflatvloeren. Ook is een nieuw project opgestart gericht op de sanering van loden leidingen. In 2020 is de inzet op handhaving in delen van het jaar aangepast omdat door de corona-richtlijnen de huisbezoeken aan banden werden gelegd. We begonnen 2020 met bijna 1500 woningen waar we aan werkte vanwege (een vermoeden van) onvoldoende woningkwaliteit. Daar kwamen in de loop van 2020 zo'n 375 woningen bij, waarvan circa 180 binnen het project loden leidingen. Ruim 650 woningen zijn in 2020 verbeterd naar aanleiding van het programma Woningkwaliteit. Zo zijn onder meer: " _ Twee corporatiecomplexen in noord gerenoveerd. = Verspreid over de stad go woningen van herhaaldelijke overtreders verbeterd en zijn in 30 woningen vocht en schimmelklachten verholpen. 1 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 "Zijn van 4 flats de galerijen verbeterd. In 600 woningen is de handhavingszaak gesloten omdat geconstateerd is dat het onderzochte kwaliteitsaspect voldeed. Zo is onder meer: "Voor 6flats gehandhaafd op de onderzoeksplicht en aangetoond dat de galerijen voldoen aan de wettelijk norm. = In circa 95 woningen middels een lood in watertest aangetoond dat er geen sprake is van een te hoog loodgehalte. Hoewel een gevelopname niet alles verteld over de achtergelegen woningen is gebrekkig buiten- onderhoud een indicator voor slecht woningen. In 2021 is een eerste ronde gevelopnames in Am- sterdam afgerond (project quick-scan). Op basis van deze gevelopnames kun je in Amsterdam gebreken vermoeden bij 7.500 woningen. In 2020 is veel aandacht en capaciteit uitgegaan naar de sanering van loden drinkwaterleidingen. Naast bovengenoemd handhavingsproject zijn onder andere afspraken gemaakt met verschillen- de woningeigenaren, zijn bewoners via WOON ondersteund, is op grote schaal gerichte commu- nicatie ingezet en is met andere gemeenten en verschillende ministeries gesproken over aan- scherping van regelgeving en meetmethoden. Over de voortgang hiervan wordt u op regelmatige basis separaat geïnformeerd. Daarnaast is er in 2020 veel aandacht uitgegaan naar de relatie tussen woningkwaliteit en duur- zaamheid. Eris een week van de vve georganiseerd waar aandacht is besteed aan het goed orga- niseren van vve's, het onderhoud en de verduurzaming van woningen. Ook is in 2020 meegedacht met onder andere de renovatiemotor en een nieuwe stedelijke aanpak om vve’s te ondersteunen bij verduurzaming. Aan de realisatie van beiden wordt in 2021 binnen het programma woningkwa- liteit verder invulling en vitvoering gegeven. Er zijn drie campagnes uitgevoerd om bewoners bewust te maken van het belang van een gezonde en veilige woning en hoe ze daar zelf aan kunnen bijdragen. De campagnes in 2020 richtten zich op ventilatie in huis, gevaarlijke balkons en koolmonoxide. De campagnes zijn uitgerold via social media, advertenties op websites en filmpjes op Ats. Het programma Woningkwaliteit is ook betrokken bij andere actuele vraagstukken die raken aan fysieke aspecten van woningen. In 2020 is het programma betrokken bij de hernieuwing van de Amsterdamse Kaderafspraken en het kwaliteitsoverleg tussen corporaties, huurders en gemeente. Daarnaast is er betrokkenheid bij thema's als Kilmaatadaptatie, Japanse Duizendknoop en Brug- gen- en Kademuurherstel en de impact daarvan op de kwaliteit van de woningvoorraad. Accenten van de inzet in 2021 De inzet op de doelstellingen vit het programma Woningkwaliteit wordt ook in 2021 gecontinu- eerd. In 2021 worden bestaande projecten, beleidsontwikkelingen en communicatie-inzet voort- gezet en geëvalveerd. Zo ronden we het project galerijflatvloeren af, zetten we meer en verder in op de sanering van loden leidingen en gaan we door met de inzet op het verhelpen van vocht- en schimmelklachten. We gaan ook verder met de inzet van nieuw verworven instrumenten als de bestuurlijke boete en beheerovername. In aanvulling op de handhaving richten we ons op een bredere ondersteuning van VvE's en het verbinden van woningverbetering aan energietransitie. Daarnaast blijven we aandacht vragen voor verschillende aspecten van goed en veilig wonen, bijvoorbeeld met gerichte informatie en campagnes. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een online funderingsloket voor bewo- ners. Hiernaast is er blijvende aandacht voor beleids- en kennisontwikkeling. 2 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 1. Inleiding Amsterdam is een mooie stad en veel mensen wonen er met plezier. Dat wil de gemeente zo hou- den. Goede woningen dragen daaraan bij. Voorliggend document schetst de invulling en resulta- ten van de extra inzet die in Amsterdam sinds 2017 aan de kwaliteit van de bestaande woningvoor- raad gegeven wordt. Daarnaast laat het de beoogde inzet op dit thema in 2021 zien. 1.1. Sturen op woningkwaliteit De Amsterdamse woningvoorraad is relatief oud en daarmee naar de nieuwbouwstandaard van matige kwaliteit. Het onderhoud en beheer van gebouwen is de verantwoordelijkheid van de eige- naar. Door de hoge druk op de woningmarkt is kwaliteit nauwelijks meer een onderscheidende factor bij verhuur of verkoop. Ook is het verbeteren van woningen vaak een ingewikkeld proces. Op bouwkundig vlak, maar ook vanwege de noodzakelijke samenwerking met andere huurders, verhuurders en kopers in één complex. Dit leidt ertoe dat (tijdige) investeringen in de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad soms uitblijven. Om te voorkomen dat er gevaarlijke of ongezonde situaties ontstaan, moeten woningen in Neder- land voldoen aan een minimale wettelijke kwaliteit, die veelal gelijk is aan de kwaliteitseisen die golden op het moment dat de woning gebouwd werd. Het is een taak van de gemeente om toe- zicht te houden op de wettelijke woningkwaliteit. Daarnaast wil de gemeente een bijdrage leveren aan een woningvoorraad die gezond is en klaar voor de toekomst. 1.2. Programma Woningkwaliteit: doelstelling Toezicht op de wettelijke minimale woningkwaliteit is een taak van de gemeente, die in Amster- dam bij de stadsdelen is belegd. Onder andere door de druk op de woningmarkt en de grote nieuwbouwopgave moeten de stadsdelen scherp prioriteren in hun toezichtstaken. Hierdoor is toezicht op de kwaliteit van de bestaande voorraad veelal beperkt tot het reageren op signalen en handhavingsverzoeken van derden (reactief). Om meer aandacht te besteden aan kwaliteit, veiligheid, gezondheid en comfort van de bestaan- de woningvoorraad en de stadsdelen te ondersteunen in hun taken is in 2017 begonnen met de uitvoering van een programma Woningkwaliteit. Het programma levert een bijdrage aan het be- houden en verbeteren van de woningkwaliteit in Amsterdam door in te zetten op drie actielijnen: 4. Het borgen van wettelijke woningkwaliteit; 5. Het voorkomen dat woningen verslechteren; 6. Het stimuleren van een extra kwaliteitsimpuls voor woningen 1.3. Leeswijzer Wilt v inzicht in de handhavingsprojecten en resultaten van actielijn 1? Dan kunt u hoofdstuk 2 te lezen. Wilt v inzicht in de inspanningen en resultaten op actielijn 2 en 3? Dan kunt v hoofdstuk 3 lezen. Hoofdstuk 4 gaat in op actuele ontwikkelingen aangaande de actielijnen. In alle hoofdstuk- ken staat ook de inzet in 2021 benoemd, deze is samengevat in de tabel op pagina 219. In de tekst- kaders is achtergrondinformatie en casuïstiek opgenomen. 3 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 2. Borgen wettelijke woningkwaliteit Een goede woning is een basisbehoefte Tekstkader 1. Uitvoeringsafspraken met de stadsdelen voor bewoners en belangrijk voor de Voor de uitvoering zijn de volgende afspraken gemaakt over leefbaarheid in de stad. De kwalitatieve de ondersteuning van de stadsdelen vanuit het programma eisen voor bestaande bouw zijn in de weonngselike , ief 1. In samenspraak met de stadsdelen wordt een quick-scan eerste plaats gericht op constructie van de woningvoorraad uitgevoerd. Dossiers die volgen behoud, veiligheid en gezondheid. Toe- vit de quick-scan liggen voor een vervolg in eerste plaats zicht en handhaving op de wettelijke bij het stadsdeel (zie 2.2). minimale woningkwaliteit is in Amster- 2. Concrete individuele woningklachten en handhavings- d bij de stadsdelen is belead dossiers komen binnen bij de stadsdelen. Bijvoorbeeld am bij dé StACSTEEN IS DEET. via Meldpunt Woningonderhoud. Op verzoek en indien capaciteit voor handen is, ondersteunt Wonen (zie 2.2 en Met de inzet vanuit het programma Wo- 2.3.1). _ ningkwaliteit worden de stadsdelen be- 3. Wonen neemt het voortouw in stadsdeel overschrijdende . . . . . handhavingsprojecten, zoals loden leidingen, vocht- en leidsmatig en in de uitvoering onder- schimmel en galerijflatvloeren (zie 2.3). steund. Het programmateam woning- kwaliteit neemt het voortouw in het vormgeven en uitvoeren van stadsbrede themaprojecten die bijdragen aan meer kennis over kwaliteitsaspecten en de ontwikkeling van stadsbreed handha- vingsbeleid. Dit betekent dat de handhavingstaak op onderdelen meer actief wordt vormgegeven. 2.1. De impact van corona Een belangrijke schakel in het werk van toezicht en handhaving woningkwaliteit is het bezoeken van woningen. Zowel bij de eerste woningopname, tussentijdse controle, als aan het eind bij een oplevering. In alle gevallen is de toezichthouder ter plaatse en constateert of controleert zelf de gebreken en het uitgevoerde herstel. Gedurende het grootste deel van 2020 konden er door coro- na-maatregelen geen of slechts onder hele strenge voorwaarde of in schrijnende situaties huisbe- zoeken plaatsvinden. Bureauwerk kon gewoon doorgang vinden. In grote delen van 2020 is ingezet op contactloos werk, zoals de quick-scan (zie 2.2). In een aantal zaken is gebruik gemaakt van foto's voor controles die normaal op locatie plaatsvinden. In een enkel geval is het mogelijk om een constatering te doen zonder de woning in te gaan, bijvoorbeeld bij de constatering van een loden leiding in een waterput voor de deur. Omdat aannemers vaak ook niet in de woningen terecht konden om gebreken te herstellen is zeer regelmatig, op verzoek van een overtreder, de termijn van handhavingszaken verlengd. 2.2. Het signaleren van achterstallig onderhoud Er zijn twee projecten waar het programmateam Woningkwaliteit bijdraagt aan het signaleren van achterstallig onderhoud, terwijl het oppakken van individuele casuïstiek die daaruit volgt in de eerste plaats bij de stadsdelen ligt. Dit zijn de quick-scan en het meldpunt Woningonderhoud. De quick-scan: een eerste kwaliteitsindruk De quick-scan is een methode om stadsbreed een eerste indruk te krijgen van een kwaliteitsaspect van woningen. Per stadsdeel worden gevels van alle woningen op basis van dezelfde criteria be- oordeeld als goed, matig of slecht. De quick-scan zegt niets over de situatie in de woningen achter de gevel. Het programmateam ondersteunt de stadsdelen bij de quick-scan om de uniformiteit te 4 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 borgen. De resultaten van de quick-scan worden met Nieuwezijds Voorburgwal tijdens de quick- het betreffende stadsdeel besproken. De als slecht scan in lock down, geheel verlaten beoordeelde panden worden door de stadsdelen Pi ë SEE opgepakt. Bij onvoldoende capaciteit of kennis kan 0 Be Jo het stadsdeel ondersteuning vragen aan het pro- OE: ZA . ne, À dae grammateam. In dat geval worden adressen geregi- Te Bi streerd in het deelproject “meldingen” (zie 2.3.1). 5 Sr rd 5 El De ed EEEN | Sgr ME In 2020 is de quick-scan: Ed ei it N afl | In stadsdeel Centrum uitgevoerd. Hiermee is de Er Wk, ee el quick-scan, in alle stadsdelen uitgevoerd. Te Ì Org = In stadsdeel Noord geactualiseerd: de in 2017 Ô ke ER: SiS eerder als matig en slecht beoordeelde wonin- EE S= E gen zijn opnieuw gescand. > _ bd In tabel 1 is te zien dat er bij bijna twee procent van Wee de gescande woningen, ruim 7.500 woningen op En basis van de gevel sprake is van achterstallig onder- mn houd. De stadsdelen Centrum, Zuid en Nieuw-West (grote complexen met veel woningen) zijn relatief Tabel 1: Resultaten quick-scan 1 januari 2021 sterk vertegenwoordigd in de matige en slechte wo- Goed 418.668 98,2% ningen op basis van een gevelinspectie. In Zuid-Oost ed 3845 Er : : a wairt ec 0,9% is op basis van de gevelinspectie weinig sprake van 1,26,260 10,0% slechte of matige woningkwaliteit. In 2021-2022 wordt aan de herscan een actief informatietraject richting eigenaren gekoppeld. Figuur 1: Aandeel per stadsdeel in resultaten slecht en matig - 1 januari 2021 Matig Slecht 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% mNoord mCentrum mZuid-Oost — Nieuw West mOost m West m Zuid Meldpunt Woningonderhoud Eind februari 2018 is het startschot gegeven voor het online Meldpunt Woningonderhoud.* Het doel van het meldpunt is om bewoners één eenduidig en herkenbaar aanspreekpunt te bieden om klachten over achterstallig onderhoud digitaal bij de gemeente te melden. De meldingen komen voor afhandeling terecht bij het betrokken stadsdeel. In 2020 zijn er ruim 280 nieuwe meldingen geregistreerd. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het aantal meldingen in 2019 (ruim 250). 1 Invulling motie 1185 van raadslid Flentge (SP), inzake de Begroting 2018 en motie 953 van raadslid Van Soest (PvdO) inzake de Woonagenda 2025. 5 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 2.3 Handhavingsprojecten: voortgang en resultaten Toezicht en handhaving op een slechte Tekstkader 2. Het proces van handhaving woning is vaak een langdurig en inten- Elk project is net even anders. Toch vallen een aantal hoofdfa- sief traject dat uit verschillende fases ses in handhaving te onderscheiden. Voor elke fase geldt dat bestaat (zie tekstkader 2). In 2020 is een, naar omstandigheden, redelijke termijn gesteld wordt: aan de volgende handhavingsprojecten E Opnamefase: er is een vermoeden van onvoldoende kwali- teit. Eigenaren en bewoners worden benaderd voor een gewerkt: . . woningopname (binnen en buiten). *_ Meldingen (zie 2.3.1); m _ Vriendelijk overleg: als gebreken zijn geconstateerd, wordt =_Galerijflatvloeren (zie 2.3.2); de eigenaar geïnformeerd en verzocht een plan van aan- 1 __ Vochten Schimmel (zie 2.3.3); pak op te stellen om de gebreken te verhelpen. Er kan ook "__ Herhaaldelijke overtreders (zie voor gekozen worden deze fase over te slaan, bijvoorbeeld 2.3.4); bij spoedeisende situaties of herhaaldelijke overtreders. . Funderin en (zie 2.3.5); = __Handhavingsfase: leidt vriendelijk overleg niet tot een 9 3-5) . passend verbetervoorstel? Dan volgt een handhavings- *_Huurcommissiezaken 2 (zie 2.3.6); voornemen en uiteindelijk een handhavingsbesluit, vaak Daarnaast is het project Loden Leidin- gekoppeld aan een last onder dwangsom. gen opgestart. Dit wordt toegelicht in bl. Een dossier kan gesloten worden als de woning is opgeknapt (woning is verbeterd), als bij controle bleek dat de woning vol- . . deed aan de wettelijke kwaliteit (woning voldoet), omdat de Projecten verschillen sterk in aard en bewoners geen medewerking verlenen of omdat een stadsdeel omvang. een dossier zelf oppakt. In totaal zijn sinds de start van het programma circa 9.275 woningen opgenomen in de verschillen- de projecten vanwege een vermoeden van of kans op woninggebreken. Het overgrote deel van de woningen maakt onderdeel vit van het project galerijflatvloeren waarin 106 galerijflats zijn opge- nomen, met samen circa 7250 woningen die de kwaliteit van de galerij moeten aantonen. Uitein- delijk is voor circa 7.000 van de onderzochte woningen na onderzoek aangetoond dat de kwaliteit voldoende was. In totaal zijn binnen het programma woningkwaliteit inmiddels ruim 1500 wonin- gen verbeterd tot op het wettelijke niveau, waarvan 650 woningen in 2020 (zie figuur 2). In 2020 zijn er circa 375 nieuwe adressen geïdentificeerd met vermoedens van (ernstige) kwali- teitsgebreken. Al deze adressen worden geïnspecteerd, waarna bij geconstateerde onvoldoende kwaliteit wordt over gegaan tot het vriendelijk traject danwel handhaving om ervoor te zorgen dat de woningen worden verbeterd. Het aantal adressen dat nog in dit proces zit is in 2020 fors ge- daald (figuur 3) omdat veel verbetertrajecten zijn afgerond (figuur 2) en er van een aantal galerij- flats na onderzoek is aangetoond dat de galerij veilig is (woningen bleken te voldoen). Hierdoor is Figuur 2. Aantallen woningen verbeterd (per jaar) Figuur 3. Aantal woningen in de werkvoor- 700 raad/verbetertraject 3000 600 2500 500 2000 400 1500 300 1000 100 0 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari 9 2018 2019 2020 2021 1januari 1januari 1januari 1 januari B handhavingsfase B vriendelijk overleg fase 2018 2019 2020 2021 = opnamefase 6 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 er in 2021 dan ook ruimte voor Figuur 4: Meldingen voortgang per fase nieuwe adressen en zijn er nieuwe 900 projecten in voorbereiding die we 800 m naar stadsdeel op willen te starten. m geen 700 medewerking 2.3.2 Meldingen stadsdelen 600 = woning voldoet Door het grote aantal toezichtsta- 500 m woning is ken en -prioriteiten bij de stadsde- __ 400 _ Maes len en de bouwopgave, dreigt 300 toezicht en/of handhaving op 200 m handhavingsfase (complexe) klachten over be- 100 B vriendelijk staande woningen soms te blijven overleg fase . 0 = opnamefase liggen. Onder voorbehoud van jan'18 jan'19 jan'20 jan'21 beschikbare capaciteit kan een stadsdeel het programmateam vragen actief te ondersteunen bij deze zaken. Sinds de start van het programma zijn circa g20 adressen vanuit de stadsdelen als melding overgedragen aan het programmateam. Dit betreft verschillende kwaliteitsaspecten die niet passen binnen een thema- project. In 2020 zijn er 115 nieuwe adressen, hoofdzakelijk vit Zuid en West, overgedragen aan project meldingen. Er zijn in 2020 ruim 520 woningen verbeterd, waaronder twee grote corpora- tiecomplexen in stadsdeel Noord waarvan de renovatie is afgerond. Tekstkader 3. Een casus — meldingen, installatiekeuringen In navolging van de in 2019 afgeronde projecten betreffende installatiekeuringen wordt er nu een installa- tiekeuring uitgevoerd wanneer de toezichthouders op een specifiek adres gebreken vermoeden. In 2020 zijn 5 installatiekeuringen aangemeld van woningen waar getwijfeld werd over de kwaliteit van de gas- en elektra installaties. Er is één pand naar voren gekomen uit de quick-scan, waar bij de woningopname ver- moedens waren van gebreken aan de gas- en elektra installaties. In overleg met het stadsdeel en de Om- gevingsdienst is besloten de installaties van de onder de woningen gelegen wasserette ook te keuren. Tijdens de keuring is geconstateerd dat zowel de gastoevoer van verschillende apparaten in de wasserette als het rookgasafvoerkanaal een gevaar op konden leveren voor de bovengelegen woningen en de wasse- rette zelf. Er was brandgevaar en verstikkingsgevaar door koolmonoxide. De gastoevoer is na de keuring direct afgesloten en de eigenaar van de wasserette is aangeschreven om de installatie en apparatuur weer te laten voldoen aan de regelgeving en daarmee de veiligheid van klanten en de bewoners van de erboven gelegen woningen te borgen. 2.3.2 _Galerijflatvloeren Een galerijflat in stadsdeel Nieuw-West in de Sommige constructies van galerijvloeren zijn in slech- | ln ON Pu te staat, zonder dat daar aan de buitenkantietsvante lk El | EEE SH RI zien is. In het slechtste geval kan dit ertoeleidendat A AN AH ae ineens een galerij afbreekt. Daarom is wetgeving ál ì Û ij Ë ck jk ingesteld die alle eigenaren van een specifiek type | \ / | X en galerijflats verplicht om voor 1 juli 2017 een onder- \4 | Á A Es — zoek uit te laten voeren naar de constructieve staat dl En S in van de galerijvloeren. Gezien het gevaar dat onveilige ú fi | IE | galerijen met zich meebrengt voor bewoners en pas- il si | / santen is in 2017 een stadsbreed project gestart dat k EE toeziet op de naleving van de onderzoeksplicht en de f | Uk ae veiligheid van deze galerijflats. Het ontbreken van het z | rapport, een kwalitatief onvoldoende rapport en/of Ek Kas een rapport waaruit tekortkomingen aan de construc- Pl: î 8 tie blijken, leidt tot een handhavingsprocedure. esra / 7 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 Binnen het project zijn 106 risico- Figuur 6: Galerijflatvloeren voortgang per complex per fase flats (7250 woningen) in Amster- dam geïdentificeerd. Deze bevin- 100 m woning voldoet den zich vooral in Nieuw-West en Oe 80 B woning is verbeterd Buitenveldert (Zuid). Inmiddels is van 103 van de 106 60 B handhavingsfase flats geconstateerd dat de galerij 40 On . E vriendelijk overleg voldoet. Naar verwachting zullen fase de laatste herstelwerkzaamheden 20 m opnamefase in de laatste 3 complexen in het 0 tweede kwartaal van 2021 uitge- 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari voerd worden en kan dit project in 2018 2019 2020 2021 2021 afgesloten worden. 2.3.3 Vochten schimmel Figuur 7: Projecten Vocht- en Schimmelklachten naar fase Sinds eind 2017 biedt het pro- 250 m naar stadsdeel gramma aan om vocht- en schim- melmeldingen die binnenkomen 200 m Geen medewerking bij de stadsdelen, WOON en de = woning voldoet GGD op te pakken. Het handhaven 150 op vocht en schimmel wordt vaak 100 m woning is verbeterd ingewikkeld gevonden, omdat m handhavingsfase aangenomen wordt dat ook het 50 gedrag van bewoners met vocht- m vriendelijk overleg en schimmel in de woning te ma- 0 fase ken heeft en de oorzaken vaak jan B jan'io jan'so jan'z1 =CPnamefase complex zijn. Inmiddels is in de praktijk gebleken dat ook handhavingsinzet tot resultaat leidt. Tot 1 janvari 2021 zijn er 210 adres- sen ingebracht. In 2020 zijn er circa 45 nieuwe zaken bijgekomen. Ruim 5o woningen bleken na een woningopname te voldoen. Ruim 7o woningen zijn na inzet van het programma verbeterd waarvan ruim 30 in 2020. Op 1 janvari 2021 zijn er nog bijna 80 woningen waar een woningopna- me plaatsvindt of die in het vriendelijke traject danwel handhaving zitten. De corona-tijd, waarin geen reguliere huisbezoeken afgelegd mochten worden, hebben invloed gehad op de voortgang van de vocht- en schimmelmeldingen. 2.3.4 Herhaaldelijk overtreders Figuur 8: Herhaaldelijk overtreders Woningkwaliteit Er zijn pandeigenaren die in verschillen- 250 m naar stadsdeel de stadsdelen bezit hebben waarvan de kwaliteit meer dan eens niet op het wet- m geen telijk niveau is of die meer dan één type 200 medewerking overtredingen begaan. Door de versnip- = woning voldoet perde informatie ontbreekt het vaak aan 150 stadsbrede en/of integrale gegevens en m woning is aanpak. Om deze problematiek te in- verbeterd ventariseren en aan te pakken zijn twee 100 m handhavingsfase projecten gestart. = _ Herhaaldelijke overtreders wo- m vriendelijk ningkwaliteit 50 overleg fase In dit project wordt het bezit van eigena- = opnamefase ren die in meerdere stadsdelen wonin- gen hebben geïnventariseerd. Inmiddels o zijn binnen dit project ruim 2.000 wo- jan'18 jan'1ig jan'20 jan'21 ningen van acht grotere eigenaren in 8 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 beeld gebracht. Bij drie van deze eigenaren bleek op basis van de gevelinspectie dat er bij meerde- re panden sprake was van achterstallig onderhoud. In totaal zijn circa 230 woningen geïdentifi- ceerd voor verder onderzoek. Daarvan zijn circa 140 woningen inmiddels verbeterd, waarvan go in 2020. = Pilot Goed Verhuurderschap In samenwerking met het ministerie van BZK, is in 2019 gestart met de pilot Goed Verhuuder- schap. Inde Amsterdamse pilot is de werking van twee weinig toegepaste instrumenten onder- zocht: de bestuurlijke boete en beheerovername op grond van de Woningwet. Daarbij is actief de samenwerking gezocht met interne en externe partijen om tot een integrale aanpak te komen. De bestuurlijke boete Woningwet kan bij herhaaldelijke overtreders als aanvullende strafsanctie worden ingezet, bijvoorbeeld bij woningkwaliteit en illegale hotels. Daarvoor moet sprake zijn van recidive binnen twee jaar. Tijdens de pilotperiode is geleerd hoe de bestuurlijke boete op grond van de Woningwet toegepast kan worden. In de pilotperiode zijn zeven bestuurlijke boetes opge- legd. Dit betreft 27 woningen. Tegen vier besluiten is inmiddels bezwaar ingediend. Een ingrijpend handhavingsinstrument om tot een wettelijk aanvaardbare situatie te komen is de beheerovername. Bij de beheerovername verplicht de gemeente de eigenaar zijn gebouw in be- heer te geven aan de gemeente of een andere beheerder. Hiertoe kan worden overgegaan als sprake is van (herhaaldelijke) overtredingen, zoals slecht onderhoud én sprake is van een bedrei- ging van de leefbaarheid, gezondheid of veiligheid. Tijdens de pilot zijn verschillende mogelijke casussen verkend en is samen met verschillende betrokkenen een plan van aanpak opgesteld. Een eerste daadwerkelijke beheerovername is voorbereid. Inmiddels is voldoende kennis opgedaan om in de toekomst sneller over te kunnen gaan tot een bestuurlijke boete of beheerovername op grond van de Woningwet. Om de instrumenten in de praktijk op effectiviteit te kunnen toetsen en jurisprudentie op te bouwen, wordt de inzet op toe- passing van de bestuurlijke boete Woningwet en de beheerovername in 2021 voortgezet. 2.3.5 Funderingen Een goede fundering is essentieel voor het behoud van de bovenliggende woning(en) en belangrijk voor de leefbaarheid in de stad. Indien de kwaliteit van de fundering aantoonbaar onvoldoende is kan de gemeente (het stadsdeel in Amsterdam) de eigenaar verzoeken of dwingen om de funde- ring te herstellen. Omdat de meeste stadsdelen niet of zeer beperkt ervaring hebben met een funderingsaanpak, werken het program- ERE : mateam en stadsdeel Centrum sinds eind at hili gt en nl 2018 samen om de kennis van en over fun- Ge Ee eN rd deringsonderzoek en -herstel actief bijeen Ee AE re te brengen en te delen. AW An LNE) dd Bij het identificeren van panden is gebruik jp Pe ef kn gemaakt van gegevens van de quick-scans, GE ker | a ee ET s meetbouten in de stad, satellietdata en AN PE wh À iS eigen metingen. Wanneer deze gegevens BL ee ON NN daar aanleiding toe geven wordt er ter Ee Rn NE plaatse een casco-onderzoek gedaan inen Bg ee ee WE Ee na on om het pand. Hierna wordt besloten of er rr DA aanleiding is om een funderingsput te gra- Toezichthouder woningkwaliteit onderzoekt fundering ven om de daadwerkelijke staat van de funderingsconstructie te bepalen. Inzicht in en inzet op slechte funderingen verschilt sterk per stadsdeel. 9 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 In 2020 zijn er 34 nieuwe woningen bij het Figuur g: Project funderingen naar fasering programma in beeld gekomen waarvan de 30 ij haar stadsdeel fundering nader onderzocht moet worden. Er zo zijn er 4 casco onderzoeken uitgevoerd en 4 m geen medewerking funderingsputten voor verder onderzoek °0 ‚ , 50 m woning voldoet gegraven. Van 7 woningen heeft de Omge- vingsdienst op grond van de rapportages 40 m woning is verbeterd beoordeeld dat de funderingen niet meer 30 m handhavingsfase voldoen. Bij 4 van deze woningen aaneen dijk 20 in stadsdeel Noord is de fundering bezweken 10 myrendelijk overleg en is herstel op korte termijn noodzakelijk. De 0 m opnamefase constructeur van de eigenaren werkt aan een 1januari 1juli 1 januari herstelplan. 2020 2020 2021 2.3.6 _Huurcommissiezaken Figuur 10: Project huurcommissiezaken 2 naar fasering Het in 2019 afgesloten deelproject vocht en 100 schimmel huurcommissiezaken heeft aange- os = opnamefase toond dat een uitspraak van de huurcommis- sie niet altijd afdoende is om klachten in een 50 m vriendelijk woning op te lossen. Daarom is halverwege overleg fase 2019 het deelproject huurcommissiezaken 85 m handhavingsfas van start gegaan. Dit project richt zich op alle = woning is nog openstaande huurcommissiezaken over 50 verbeterd achterstallig onderhoud en/of gebrekkige 75 woningkwaliteit die in 2018 hebben geresul- 1 januari 2020 1 januari 2021 teerd in huurverlaging. Uit de inventarisatie van huurcommissie vitspraken vit 2018 zijn bijna 100 adressen naar voren gekomen. Veel voorkomende klachten hebben te maken met houtrot, vocht- en schimmel- problemen, slecht werkende ventilatiesystemen en wateroverlast op balkons. De helft van de be- trokken woningen is in eigendom van particulieren, de andere helft is van verschillende woning- corporaties. De bewoners van de betrokken woningen zijn per brief benaderd met de vraag of de gebreken zijn opgelost. Daar hebben 30 bewoners op gereageerd. Zo'n 25% daarvan gaf aan dat de klachten verholpen waren. Bij 4 adressen zijn de klachten opgelost na inmenging van het pro- grammateam. Bij een kleine 20 woningen is de woningopname uitgesteld in verband met corona- beperkingen. De circa 65 adressen waar geen reactie van de bewoners van is ontvangen zijn nog onderdeel van de opnamefase. Zij zijn nogmaals per brief benaderd. Indien er op de tweede brief geen reactie volgt worden die adressen afgesloten. 2.4 Samenwerking en beleidsvorming op het gebied van handhaving Om bij te dragen aan een toekomstbestendige leefbare stad met veilige en goede woningen wil het programma bijdragen aan een stadsbreed effectief en uniform toezicht- en handhavingsbeleid dat streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit. Het Bouwbesluit 2012 en de Woningwet vormen de basis waarop gemeenten kunnen handhaven. Op onderdelen zijn beide echter voor verschillende interpretaties vatbaar. Om een bijdrage te 10 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 leveren aan effectief handhaven zijn in 2016 onder meer de volgende acties benoemd in het Pro- gramma Woningkwaliteit: = __Uniformeren aanschrijvingsaanpak; *__ Onderzoeken aanschrijvingsmogelijkheden moeilijke gevallen en juridische ondersteuning; "Onderzoek naar of bepaalde veel voorkomende klachten waarop nu niet gehandhaafd wordt wellicht toch voor handhaving in aanmerking komen. Deze acties zijn voor verschillende thema’s en in verschillende deelprojecten in de praktijk vitge- werkt. Dit heeft geresulteerd in een handboek voor de dagelijkse praktijk van toezicht en handha- ving en het inzicht dat bij de vitwerking om tot optimale kwaliteit te komen steeds drie vitgangs- punten voor handhaving terugkomen. Om uniform en effectief toezicht te bevorderen willen we ervoor zorgen dat dit inzicht de standaard wordt bij toezicht en handhaving op gebouwkwaliteit in Amsterdam. Implementatie en vaststelling wordt voorbereid met de stadsdelen. Het programmateam draagt bij aan stadsbrede uniforme kaders en vitvoeringsprotocollen voor gebouwkwaliteit en constructieve veiligheid. Er is een juridische werkgroep en een projectgroep uitvoering met de stadsdelen. In 2020 heeft intensief overleg en kennisuitwisseling plaatsgevon- den over onder andere: "Een uniforme toezichtstrategie onder coronamaatregelen en de effecten daarvan op lopende (juridische) procedures. = __Lodenleidingen en hoe daar binnen toezicht en handhaving mee om te gaan. 11 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 3. Voorkomen verslechtering & stimuleren verbetering Actielijn 2 en 3 van het Programma Woningkwaliteit richten zich op het voorkomen dat de kwali- teit van de woningen verslechtert en het stimuleren dat extra kwaliteiten worden gerealiseerd. Bewoners (kopers en huurders) weten in de regel het beste hoe hun woning er bij staat, wat eraan mankeert en welke verbeteringen mogelijk zijn. Tegelijkertijd vinden veel bewoners het moeilijk te beoordelen wanneer de kwaliteit van een woning echt te slecht is en/of weten ze niet hoe ze daar verandering in kunnen brengen. Daarom willen we bewoners informatie bieden om hen bewuster te maken van (het belang van) woningkwaliteit en het aandeel dat zij zelf kunnen hebben in tijdig onderhoud en verbeteren van de kwaliteit van hun woning, bijvoorbeeld door algemene en con- crete informatie en een handelingsperspectief in allerlei vormen (zie 3.1.) Daarbij is er extra aan- dacht voor de doelgroep wve's (zie 3.2}. Dwars door alle doelstellingen en uitvoeringsaccenten lopen de klimaatambities van het college (zie 3.3). 3.1. Informatie en communicatie We bieden algemene informatie en concrete tips met daarbij een handelingsperspectief voor be- woners en/of eigenaren. Beeld campagne Balkons Campagnes X meden rt @, In 2020 zijn drie campagnes uitgevoerd, deze richtten x% : SN zich op ventilatie in huis, gevaarlijke balkons en kool- % 9 r monoxide. Elke campagne heeft zijn eigen accent (voor- ES © jaar/zomers: onderhoudsklussen in en om het huis en J Ì j | Kl najaar/'s winters installatieveiligheid en binnenklimaat). id Ta De campagnes zijn uitgerold via social media, adverten- : (ze ad ties op grote websites en filmpjes op At5. Het doel van | Pas Bek de campagnes is meer bewustwording creëren over de | Da 8 À OG D EL oe kwaliteit van de woning en het bieden van een duidelijk __ B Ee ne fe! handelingsperspectief. De analyse van de resultaten pe eG 4 5 pd van de campagnes laat zien dat de campagnes een | f FE == groot bereik hebben, waarbij de campagne ventilatie in EE | huis het grootste bereik heeft (zie figuur 11). amsterdam.nl/woningcheck fel | | : \ | Naast bovengenoemde campagnes is er tijdens deeer- | ste periode met meerdere warme dagen (+30 graden Celsius) op www.amsterdam.nl een artikel over hittestress in de woning gepubliceerd. Dit artikel focust op de gevaren van hittestress en vooral op praktische tips om met gedrag en woningaanpassingen hittestress te verminderen. Hierbij is samengewerkt met de GGD, programma klimaatadaptatie en de HvA. 12 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 Figuur 11: Resultaten bereik onlinecampagnes 250.000 . an 225.000 m Unieke tijdlijnen 200.000 = Video views 175.000 150.000 125.000 100.000 75-000 | se EE l Ì Ì doen ebk 3 u & 8 È G ® ö B 8 ö z 2 8 5 ‚u xx ‚u ‚® ‚u ‚u ‚u D DT E 5 £ 5 8 26 EE B 2E 5 B 8 £ 23 E 2 ü tE u ES P® 5 EZ &È © 5 SS 86 Lt u u > == un nj zE u n 5 u = E > > ra c c u > c U Z 8 » 5 E = de & = u nr << <2 3 U % Et u ea € 8 = E E E ic Le Li Le Le 3.2. Professionaliseren vve’s Een groot deel van de Amsterdamse woningen is onderdeel van een gebouw met een vereniging van eigenaren (vve). De we is verantwoordelijk voor het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van een pand (bijvoorbeeld de fundering, standleidingen, dragende muren en dak). Ook beslist de vve over verbetering van de gemeenschappelijke delen, zoals verduurzaming. Voor een goede woningkwaliteit zijn goed functionerende vve’s dan ook belangrijk. 3.2.1 Week van de vve In februari 2020 is voor de vierde keer de week van de vve georganiseerd. Vanwege de duurzaam- heidsopgave die Amsterdam zichzelf stelt is de opzet van de week van de vve veranderd, waarbij meer ruimte is voor verduurzaming binnen vve’s. Het doel van de week van de wve is onveranderd: het activeren van niet-actieve vve's en bestaande vve's helpen bij het verbeteren en verduurzamen van hun woning en het goed invullen van de verschillende taken van een wve. Tijdens de week van de wve zijn er elke dag verschillende workshops. De week wordt afgesloten met een plenaire bij- eenkomst met een informatiemarkt. Circa 300 mensen hebben deelgenomen aan de bijeenkomsten tijdens de week van de wve. Dit aantal is minder dan verwacht. De week van de vve wordt vanaf 2021 betrokken bij een nieuwe vve-aanpak waarbij de integrale inzet op kwaliteit en duurzaamheid verankerd wordt. 3.2.2 Nieuwe vve-aanpak In 2018 is een verkennend onderzoek gedaan naar Amsterdamse vve's, met specifieke aandacht voor kleinere vve's (tot circa 10 appartementsrechten). Door het onderzoek van OIS bestaat er nu een goed beeld van de wve's. De onderzoeksresultaten en bijbehorende databestanden zijn ge- bruikt bij de focusaanpak verduurzaming van de particuliere woningvoorraad. Er is in de eerste helft van 2020 bijgedragen aan een nieuwe aanpak om wve's te ondersteunen bij verduurzaming. Deze aanpak wordt in 2022 binnen het programma woningkwaliteit in samenhang gebracht met andere inzet op vve’s, verder uitgewerkt en er wordt begonnen met realisatie. 3.3. Klimaatdoelstellingen: Verduurzaming en energietransitie In 2020 is er binnen het Programma Woningkwaliteit veel aandacht vitgegaan naar de relatie tus- sen woningkwaliteit en duurzaamheid. De reeds lopende projecten zijn in 2020 gecontinveerd. Het meest concreet zijn: 13 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 = De energiecoachprojecten zijn gecontinueerd. De corona uitbraak heeft in 2020 gezorgd voor een forse daling van het aantal adviezen dat aan huis is gegeven. =De verordening Energielening is gewijzigd zodat dit financieringsinstrument ook na 2020 voortgezet wordt en om het instrument beter te laten aansluiten op de huidige context zodat het fungeert als flankerend beleidsinstrument. Het wijzigingsvoorstel is eind 2020 door de raad aangenomen. Ook is in 2020 meegedacht met onder andere de renovatiemotor en een nieuwe stedelijke aanpak om wve's te ondersteunen bij verduurzaming. Aan de realisatie van beiden wordt in 2021 binnen het programma woningkwaliteit verder invulling en uitvoering gegeven. Hiernaast is het programma Woningkwaliteit in 2020 betrokken geweest bij de strategie klimaat- adaptatie en circulair. Vooral klimaatadaptatie heeft een relatie met woningkwaliteit, namelijk vanwege mogelijke funderingsproblematiek door droogte en ongezonde leefsituaties door hitte- stress. Er is nauw contact met WOON en de GGD om adequaat te handelen op casuïstiek rondom hittestress. Tevens is op initiatief van de Hogeschool van Amsterdam in 2020 een aanvraag ge- daan om hittestress in woningen nader te onderzoeken. Als dit onderzoek doorgaat is de Gemeen- te Amsterdam via het programma Woningkwaliteit betrokken. 14 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 4. Actuele ontwikkelingen Er zijn verschillende brede en actuele vraagstukken die raken aan fysieke aspecten van woningen en de effecten daarvan op bewoners. Ook hier dragen we vanuit het programmateam aan bij. Zo is het programma betrokken bij de hernieuwing van de Amsterdamse Kaderafspraken en het kwali- teitsoverleg tussen corporaties, huurders en gemeente. In 2020 is er vanuit het programma veel capaciteit gegaan naar de “aanpak loden leidingen”. Daardoor kon er minder aandacht uitgaan naar andere actuele vraagstukken, waaronder het verder vorm geven aan het gebruik van satel- lietdata als signalering instrument voor gebouwen waarvan de fundering mogelijk een probleem vormt. Daarnaast zijn er raakvlakken met andere stedelijke programma’s zoals de Japanse dui- zendknoop en Bruggen- en Kademvuvurherstel. Deze actualiteiten worden hieronder beschreven. 4-1. Aanpak loden leidingen Sinds 1960 mogen er geen loden waterleidingen meer worden aangelegd. Loden aanvoerleidingen van de drinkwaterbedrijven zijn vervangen. Een verhoogd loodgehalte ontstaat in de regel dan ook tussen de aansluiting van waternet en de kraan. Woningeigenaren zijn verantwoordelijk voor het vervangen van hun loden drinkwaterleidingen. Het Bouwbesluit biedt (vooralsnog) geen concreet aanknopingspunt om loodsanering te verplichten. Eris een integraal team samengesteld, met daarin onder andere de GGD en Waternet, dat zich richt op de sanering van loden leidingen in woningen, kindlocaties en gemeentelijk vastgoed. De aanpak is erop gericht dat de loden leidingen in Amsterdam zo snel als mogelijk worden vervan- gen. In 2020 is hier een enorme voortgang geboekt. Hierover is de gemeenteraad op regelmatig basis geïnformeerd. Op het gebied van de woningvoorraad zijn ondermeer afspraken gemaakt met verschillende wo- ningeigenaren. Zo zijn de corporaties zijn in 2020 volop bezig geweest met de inventarisatie van loden leidingen in woningen gebouwd voor 1960. Parallel daaraan worden aangetroffen loden leidingen verwijderd. Voor professionele vve-beheerders heeft de gemeente op 11 december 2020 een digitale kennissessie over onder andere loden drinkwaterleidingen georganiseerd. Deze ken- nissessie was met 83 aanmeldingen heel goed bezocht. De aanwezige VvE-beheerders zijn opge- roepen om onderzoek naar loden drinkwaterleidingen en indien nodig vervanging te agenderen voor vve vergaderingen die zij organiseren. Bewoners zijn via WOON ondersteund bij het herken- nen van loden leidingen en het aanspreken van hun verhuurder. Vanuit het programma Woning- kwaliteit zijn watertesten beschikbaar gesteld, is op grote schaal gerichte communicatie ingezet om bewoners en eigenaren bewust te maken van Figuur 12: Handhaving loden leidingen de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen, 200 de risico’s daarvan en wat ze er tegen kunnen = woning voldoet doen. 150 B woning is verbeterd Vanwege het ontbreken van een wettelijk verbod 100 B handhavingsfase op loden leidingen in bestaande woningen onder- 50 zoeken we binnen Programma Woningkwaliteit of de gemeente, op grond van een vangnetbepa- 0 ling in de Woningwet, een eigenaar bij een lood- 1 januarl 2021 15 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 overschrijding kan verplichten tot loodsanering. Dit doen we in het deelproject loden leidingen. Als er aanwijzingen zijn voor loden waterleidingen en de eigenaar is niet bereid daar onderzoek naar te doen en/of deze te saneren, wordt een watertest aangeboden. Blijkt hieruit een te hoge lood- waarde en weigert de eigenaar alsnog te saneren dan startten we handhaving op. De handhaving levert ervaring en kennis op die moet bijdragen aan jurisprudentie en inzicht bieden in de toepas- sing van de wettelijke grondslagen. Daarnaast si het ministerie ambtelijk en bestuurlijk verzocht loden waterleidingen te verbieden. 4-2. Andere kwaliteitsthema’s 4.2.1.Vernieuwing Amsterdamse Kaderafspraken De komende jaren worden in Amsterdam veel corporatiewoningen vernieuwd en verbeterd. De belangrijkste rechten en plichten bij renovaties zijn geregeld in het Huurrecht en de Overlegwet. De Amsterdamse Kaderafspraken bij vernieuwing en verbetering zijn aanvullende afspraken tus- sen huurderskoepels, corporaties en de Gemeente Amsterdam. In het voorjaar van 2020 zijn deze afspraken met de Amsterdamse woningcorporaties en hun huurderskoepels vernieuwd. 4.2.2. Kwaliteitsoverleg De gemeente, corporaties en huurders zijn het erover eens dat het belangrijk is om inzicht te heb- ben in de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. In de Samenwerkingsafspraken 2020-2023 is afgesproken dat er twee keer per jaar een kwaliteitsoverleg plaatsvindt op strategisch en prak- tisch niveau. Bij dit overleg is ruimte om structurele kwesties en actuele ontwikkelingen te bespre- ken die vragen om een gezamenlijke aanpak. Het kwaliteitsoverleg is vooral bedoeld om gedeeld inzicht te krijgen in hoe de woningvoorraad ervoor staat en hoe die kwaliteit geborgd wordt. Om invulling en gedeeld inzicht te krijgen onderzoeken huurders, corporaties en gemeenten gezamen- lijk welke beschikbare gegevens op een zinvolle en werkbare manier inzicht geven in de kwaliteit van het corporatiebezit. Het kwaliteitsoverleg van 2020 heeft als resultaat dat de corporaties in het eerste kwartaal van 2021 ieder hun eigen afwegingskader en proces over de wijze waarop ge- prioriteerd wordt in onderhouds- en verbeterprogramma’s aan hun huurderkoepel zullen presen- teren. De gemeente zal hierbij aansluiten. 4.2.3.Bruggen- en kademuurherstel De komende jaren staat de gemeente voor een omvangrijke herstelopgave van kademuren en bruggen. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden aan de bruggen en kademuren kan schade ontstaan aan omliggende bebouwing. De kans hierop is mede afhankelijk van de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd en de kwaliteit van de bebouwing. Vanuit het programma Woningkwaliteit wordt meegedacht met vragen als: wat weten we over gebouwen, hoe gaan we om met omliggende funderingen en kan de gemeente bewoners of eigenaren adviseren, onder- steunen en/of aanzetten tot herstel. 4.2.4. Japanse duizendknoop In 2019 zijn er middelen vrij gemaakt voor bestrijding van de Japanse duizendknoop in de openba- re ruimte. De Japanse duizendknoop is een invasieve exotische plant, die woekert en met zijn ster- ke lange wortels in de kleinste scheurtjes kan dringen en funderingen van bouwwerken uiteen kan drukken. Het aantal vindplaatsen neemt sterk toe en kan ook een bedreiging vormen voor bouw- werken. De aanpak Japanse duizendknoop richt zich in de eerste plaats op openbare groeiplaat- sen. Vanuit Woningkwaliteit is deelgenomen aan het kernteam om mee te denken in die situaties waar ook woningeigenaren te maken krijgen met groeiplaatsen. In juni 2020 is bijvoorbeeld met de corporaties gesproken over Japanse Duizendknoop, de risico's en de nu bekende groeiplaatsen. 16 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 5. Inzet 2021 in overzicht Inzet 2021 Woningkwaliteit algemeen Ontwikkelen Kwaliteitsmonitor Een systeem waarin we verschillende kennis over de woningvoorraad kunnen verbinden Actielijn 1: Achterstallig onderhoud signaleren Continveren Herscan per stadsdeel — actualisatie van gegevens Meldpunt Woningonderhoud Communicatie intern indien nodig Analyseren binnengekomen meldingen Actielijn 1: Handhavingsprojecten Ontwikke- Japanse Duizendknoop Quick-scan gevels met Japanse Duizendknoop len/onderzoeken Warmtebeeld-camera Continveren Loden leidingen 86 adressen openstaand Meldingen van stadsdelen 160 openstaand; jaarlijks ruim 100 nieuw Herhaaldelijk overtreders 120 openstaand Goed verhuurderschap Uitvoering van beheerovername Nieuwe herhaaldelijk overtreders (boetes) Continveren en Vocht en schimmel 80 openstaand evalveren Galerijflatvloeren 3 complexen openstaand: 85 woningen Actielijn 1: Samenwerking en beleidsontwikkeling Beleidsvormingen | Actualisatie Handboek Beleidsregel: vaststelling en implementatie kennisontwikkeling | Samenwerking, stadsdelen, overige be- Deelnemen juridische werk- of projectgroepen trokkenen Verbinden van verschillende disciplines en kennis Corporatiekwaliteit Kwaliteitsoverleg, Samenwerkingsafspraken Funderingsloket Ontwikkeling online funderingsloket voor bewoners Actielijn 2 en 3: Voorkomen en stimuleren Bewust maken van | Programma breed Meerdere communicatiemomenten per jaar woningkwaliteit Twee à drie campagnemomenten per jaar Loden leidingen Continue stroom van communicatie Zo gericht mogelijk communiceren Verduurzaming Energiezuinige bestaande voorraad Nieuwe vve-aanpak — focus op verduurzaming Uitbreiden samenwerking met duurzaamheid Uitwerken van de renovatiemotor Verkennen en benutten van wettelijk kader Actuele ontwikke- | Aanpak loden leidingen Continveren lingen Klimaatadaptatie Betrokkenheid verder vormgeven Japanse duizendknoop Betrokkenheid verder vormgeven Kades en bruggen Betrokkenheid verder vormgeven 17 Programma Woningkwaliteit. Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021 6. Financiering programma Woningkwaliteit In het coalitieakkoord 2018 Een nieuwe lente en een nieuw geluid is de programmatische inzet op woningkwaliteit onderdeel geworden van het actieplan wonen en bouwen. Het werkbudget voor het programmateam is gesteld op 400.000 euro. Mede door de corona maatregelen is er minder uitgegeven dan begroot. Budget Realisatie Werkbudget handhavingsprojecten: funderingsonder- €14,0.000 €45.000 zoeken, gas- en elektrakeuringen etc. (H2) Bewustwording: campagnes, commvunicatieonderzoeken, | €110.000 €75.000 week van de vve en kennisdeling Aanpak loden leidingen €90.000 Kennisontwikkeling en -deling €10.000 Het zwaartepunt van de onderbesteding ligt in de handhavingsprojecten en dan met name het funderingsproject. Voor dit project was het grootste deel van het werkbudget gereserveerd. Door de beperkende maatregelen konden de funderingsonderzoeken, die vaak een lange en uitgebreide voorbereiding vragen met huisbezoeken, in 2020 vaak geen doorgang vinden. Campagnes en communicatie uitingen konden ingezet worden zoals gepland. Grote en kleine bijeenkomsten voor uitwisseling met en tussen samenwerkingspartners en/of bewoners hebben na maart 2020 alleen nog in kleine samenstelling en online plaatsgevonden. De sanering van loden leidingen heeft heel 2020 veel inzet gevraagd. Binnen het budget loden leidingen was een bedrag begroot voor ondersteuning aan bewoners, bijvoorbeeld met watertes- ten. Hier is minder gebruik van gemaakt dan verwacht. Door deze inzet op loden leidingen was er ook minder tijd beschikbaar voor andere projecten waarvoor kosten verwacht werden, zoals het verder vorm geven aan het gebruik van satellietdata als signaleringsinstrument voor gebouwen waarvan de fundering mogelijk een probleem vormt. Met het vaststellen van de begroting 2021 is een aantal structurele prioriteiten incidenteel ge- maakt per 2023. Hiermee is de financiële dekking voor het programma Woningkwaliteit vanaf 2023 niet gegarandeerd. 18
Onderzoeksrapport
20
train
Mi N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D Personeel en . en: bii: . be " Organisatie % Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en % Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 08 december 2021 Ter kennisneming Portefeuille Personeel en Organisatie Agendapunt 6 Datum besluit 16 november 2021 16 november 2021 Onderwerp Afdoening Motie 1426 van het lid M. Taimounti inzake de Begroting 2021 (streven naar minimaal 14 euro per uur) De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 1426 over het streven naar een salaris van minimaal 14 euro per vur Wettelijke grondslag * artikel 7g en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam * artikel 169 Gemeentewet: informatieplicht college richting gemeenteraad Bestuurlijke achtergrond In de vergadering van de gemeenteraad van 16 en 17 december 2020, heeft de raad bij de behandeling van de begroting, motie 14,26 van raadslid Taimounti aangenomen. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2021-032249 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, Personeel en % Amsterdam ‚ ee On ‚ „ a Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk Organisatie % Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop Voordracht voor de Commissie KDD van 08 december 2021 Ter kennisneming 20211112 Brief aan de raad inzake afdoening motie 1426 van het lid AD2021-123477 ‚ ‚ Taimounti inzake de Begroting 2021. pdf (pdf) AD2021-123472 Commissie KDD Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie P&O, Atman Latifi, 06-83 62 21 71, [email protected]. Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 5 maart 2024 Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door G&O, Muriël Hendrikse, m.hendrikse @amsterdam.nl Onderwerp Errata Nota van Beantwoording Stadscentrum Osdorpplein fase 2a Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het volgende. Eind maart worden aan uter besluitvorming voorgelegd de stukken behorend bij het investeringsbesluit Stadscentrum Osdorpplein fase 2a. Een van deze stukken is de Nota van Beantwoording Stadscentrum Osdorpplein fase 2a. Naar nu blijkt is abusievelijk een deel van een inspraakreactie (Os 153) niet volledig opgenomen in de nota van beantwoording. In een andere inspraakreactie is het antwoord niet geheel juist. Graag wil het college beide inspraakreacties alsnog correct en volledig beantwoorden en aan uw raad meegeven met deze raadsinformatiebrief. Deze correctie zal ook op de website worden gepubliceerd, samen met de andere besluitvormingsstukken Stadscentrum Osdorpplein fase 2a. Van de inspraakreactie met het unieke nummer 05153 zijn de vragen die abusievelijk niet volledig zijn opgenomen hieronder samengevat en beantwoord: 1. We zien graag dat de bovengrondse blauwe putkasten (markt stroomkasten) op Tussen Meer ondergronds worden geplaatst en op diezelfde locaties afvalbakken geplaatst worden. Nu worden de putkasten regelmatig gebruikt als afvalbak door een tekort aan afvalbakken. De herinrichting van de Tussen Meer is geen onderdeel van voorliggend besluit, maar van fase 2b. Dit punt zal worden meegenomen bij de planvorming voor fase 2b. De beheer geeft als aanvulling mee dat het aanpassen van de putkasten is een grote kostbare ingreep is. Er is geen dringende reden ze te vervangen. Ook omdat de putkasten functioneel zijn en niet kapot. Dit zou bij een toekomstige herinrichting/groot onderhoud kunnen worden meegenomen. Het aantal prullenbakken is gebaseerd op loopafstand tussen de bakken in een winkelstraat en het gebruik (wanneer en hoe snel zitten ze bij regulier gebruik vol). De capaciteit voldoet aan de norm. Ze worden ook op marktdagen dagelijks geleegd. Dat er ten tijde van de markt extra vervuilingsdruk is, is ook logisch. Dat er misbruik van de putkasten plaatsvindt is op zich geen signaal van een tekort aan capaciteit. 2. De huidige nieuwe bestrating moet worden gecoat of het stadscentrum moet 1 a 2 keer per jaar gereinigd worden. Anders wordt alles direct weer vies zoals nu blijkt bij Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 maart 2024 Pagina 2 van 3 de lidl en mcdonalds. Kan er eventueel nog worden gekozen voor nieuwe bestrating van betere kwaliteit op de stukken die nog niet zijn herbestraat? In principe wordt dezelfde centrumbestrating aangehouden voor het gehele fase 2 projectgebied. De vervuiling is met name op de delen van de bestrating waar geen water komt (onder de luifels). In overleg met beheer en de ondernemers wordt onderzocht hoe deze vervuiling beter kan worden bestreden. 3. Osdorpplein is al best donker met de huidige lantaarns. Er komen minder lantaarns terug, hoe zit het met de veiligheid? Zijn deze lampen feller? Er wordt een verlichtingsplan gemaakt bij de verdere uitwerking van het ontwerp, dat voldoet aan de geldende eisen van verlichtingsniveau. Tevens worden er geregeld schouwen gelopen waarbij eventuele problemen met de verlichting worden geconstateerd en opgelost. 4. Kunnen er stopcontacten worden geplaatst in alle lantaarns? Zo hoeven er in de toekomst geen stroomkabels meer te hangen door het gebied als wij feestverlichting plaatsen. Dit staat veel strakker en is uiteraard veiliger. Eventuele voorzieningen aan alle lantarenpalen in het gebied zijn geen onderdeel van voorliggend plan, het is een ontwerp op hoofdlijnen en betreft een beperkt deel van Osdorpplein, namelijk fase 2a. Dit kan te zijner tijd als vraag worden meegenomen bij de verdere uitwerking van het ontwerp voor fase 2a en het bijbehorende verlichtingsplan. 5. Idealiter zien we vaste zitplekken op het oba plein en op Tussen Meer. De zitplekken op het oba plein worden momenteel goed gebruikt. Dit wordt meegenomen in de nadere uitwerking van de inrichting van het OBA plein, in overleg met bewoners en ondernemers. De herinrichting van de Tussen Meer is geen onderdeel van voorliggend besluit, maar van fase 2b. Dit zal worden meegenomen bij de planvorming voor fase 2b. Tevens is indiener van inspraakreactie OS154 abusievelijk niet opgenomen in de lijst niet- particulieren. Dit is tevens opgenomen in de errata. Van de inspraakreactie met het unieke nummer OSog8 is op pagina 9o van de NvB in de beantwoording op de inspraakreactie over het verlagen van de maximale snelheid naar 5o km/uur op de Lelylaan (nu 7o km / vur) ten onrechte aangegeven dat de Lelylaan vanaf eind 2023 een snelheidsregime van maximaal 5o km/uur heeft gekregen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 maart 2024 Pagina 3 van 3 Dit had moeten zijn De Lelylaan zal naar verwachting in 2024 een snelheidsregime van maximaal 5o km/uur krijgen. Het verkeersbesluit heeft vertraging opgelopen. Inmiddels wordt het verlagen van de snelheid naar verwachting 2024. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig, Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlage: 1. Hoofdstuk 2 NVB_ toevoeging BIZ Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
test
nz 043999 N Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV onen en Erfgoed % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Volkshuisvesting Woningbouw (20) Agendapunt 6 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Terugkoppeling participatietraject Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de terugkoppeling van het participatietraject Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Wettelijke grondslag Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond In de commissie van 26 oktober 2022 is door wethouder Pels aangegeven een terugkoppeling te zullen geven over de opbrengst van het participatietraject voor de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. De raadsinformatiebrief en de bijbehorende bijlagen heeft u via de Dagmail van 22 november 2022 reeds ontvangen. Reden bespreking o.v.v. de leden Von Gerhardt (VVD) en Broersen (VOLT) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2022-043989 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Wonen % Amsterdam % en Erfgoed Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Commissie WV (a) Voordracht (pdf) AD2022-120039 HR Verslag Meedenktraject Aanpak Volkshuisvesting.pdf (pdf) Overzicht van alle aanbevelingen Aanpak Volkshuisvesting. pdf (pdf) Terugkoppeling participatietraject AAV.pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Directie Wonen, K.Gouweloos, 0682895352, k.gouweloos@&amsterdam.nl Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1380 Datum indiening 5 november 2018 Datum akkoord college van b&w van 18 december 2018 Publicatiedatum 19 december 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Jong en Mbarki inzake de berichtgeving over het feit dat Airbnb data deelt met Barcelona. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Het overmatig gebruik en bedrijfsmatig uitnutten van woningen via vakantieverhuur- platformen zoals Airbnb, zorgt voor veel overlast. Medebewoners, in straten, buurten en uiteindelijk de hele stad ervaren dagelijks de negatieve effecten hiervan. Meer inzicht op basis van voldoende data van goede kwaliteit is nodig om goed te kunnen handhaven op illegale vakantieverhuur en de grip op deze straten en buurten weer terug te krijgen. Op dit moment zijn er steden die meer inzicht hebben in Airbnb gegevens dan Amsterdam, zo berichtte AT5 op 31 oktober 2018’. Daar kan Amsterdam van leren en profiteren. Gezien het vorenstaande hebben de leden De Jong en Mbarkí, respectievelijk namens de fracties van GroenLinks en PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Heeft het college kennisgenomen van het bericht op AT5 dat Airbnb alle gegevens van verhuurders op adresniveau deelt met de gemeente Barcelona? Antwoord: Ja. Wethouder Ivens heeft in de desbetreffende uitzending van AT5 op 31 oktober 2018 gereageerd op dit bericht. 2. Welke voorbeelden van andere steden, waar Airbnb op dit moment meer gegevens mee deelt dan op dit moment met de gemeente Amsterdam, kent het college het voorbeeld van Barcelona? Antwoord: Het ‘zomaar’ delen van gegevens door Airbnb komt nergens voor in Europa. In Barcelona, net als in sommige andere steden, geldt een registratieplicht waarbij mensen hun woning (eenmalig) moeten registreren om aan vakantieverhuur te mogen doen. Als aan die verplichting niet wordt voldaan, levert Airbnb, op verzoek, bepaalde data aan Barcelona. Nederland kent nog geen registratieplicht. Het Ministerie van BZK werkt daar nu aan. ' https://www.at5.nl/artikelen/187 882/met-barcelona-deelt-airbnb-wel-alle-gegevens 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Leember 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 november 2018 3. Hoe verklaart het college dat Airbnb wel de relevante gegevens deelt met de gemeente Barcelona en niet met de gemeente Amsterdam? Antwoord: Airbnb heeft niet met elke gemeente dezelfde overeenkomst en de omstandigheden, overwegingen en beleid die ter plaatse gelden, verschillen. Een registratieplicht met een wettelijke verplicht nummer, komt in Nederland bijvoorbeeld niet voor. Wel deelt Airbnb met de gemeente ieder half jaar geaggregeerde data over haar verhuur en hanteert zij een ‘cap’ bij 60 dagen, afspraken die in andere steden weer niet voorkomen. 4. Welke gegevens deelt Airbnb precies met de gemeente Barcelona die het verhuurplatform nu weigert met Amsterdam te delen? Antwoord: E-mailadres, registratienummer, naam, postadres en fiscaal nummer van de verhuurder. 5. Waarom is in de afspraken met Airbnb destijds niet afgesproken dat zij dezelfde gegevens zouden delen? Antwoord: Amsterdam kan zich niet baseren op een wettelijke registratieplicht zoals die wel voorkomt in landen als Spanje, Portugal en Frankrijk. Airbnb heeft in Amsterdam geweigerd om individuele data te verstrekken op basis van de huisvestingsverordening en daarvoor in de plaats zijn andere afspraken gemaakt. 6. Kan op basis van de situatie in Barcelona de conclusie worden getrokken dat er geen Europese regelgeving is die Airbnb en andere verhuurplatforms ervan weerhoudt gegevens te delen over adressen waar wordt verhuurd met (lokale) overheden? Antwoord: De Europese regelgeving is niet eenduidig en dat is ook reden dat 12 grote Europese steden samenwerken in een EU-lobby om de EC te bewegen meer helderheid te geven hierover en gemeenten beter in staat te stellen toeristische verhuur te kunnen controleren en handhaven. De overeenkomst in Barcelona is op vrijwillige basis en dat wordt door Europese wetgeving niet belemmerd, zoals ook Amsterdam een vrijwillige overeenkomst heeft. 7. Is het college het met de fracties van GroenLinks en de PvdA eens dat de gemeente Amsterdam bij Airbnb zou moeten vragen om, per direct, de relevante en voor handhaving noodzakelijke gegevens over illegale vakantieverhuur op bijvoorbeeld adresniveau te gaan delen met de gemeente, om overtreding van Nederlandse Wet- en regelgeving te kunnen handhaven? Antwoord: Ja, dat is ook de inzet van de gesprekken met Airbnb die de gemeente nu voert. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Leember 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 november 2018 8. Is het college het met vragenstellers eens dat het delen van informatie op adresniveau — om in geval van overtreding van wet- en regelgeving te kunnen handhaven — voorwaardelijk is voor — eventuele — nieuwe afspraken over 2019? Antwoord: Ja. 9. Heeft het college al contact gehad met Airbnb naar aanleiding van dit nieuws om die vraag te stellen? Zo ja, wat was het resultaat? Antwoord: Ja. Airbnb stelt dat de situatie per stad verschilt. Alle inhoudelijke informatie is door de gemeente Barcelona verstrekt. 10. Zo nee, bent u bereid contact op te nemen met Airbnb om aan te dringen op het per direct delen van gegevens over vakantieverhuur op adresniveau? Antwoord: Ja. Het contact met Airbnb bestaat al. Zo wordt nu gepraat over een mogelijk nieuwe overeenkomst. 11. Op welke manier gaat deze informatie het landelijke gesprek over gegevens delen tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken, gemeenten en verhuurplatforms versnellen? Wanneer verwacht u dat de gegevensuitwisseling geregeld kan zijn in Amsterdam? Antwoord: Het proces bij BZK zal hierdoor niet versnellen, want de minister van BZK heeft al opdracht gegeven tot het invoeren van een registratieplicht. Het streven van de minister is een invoering per 1 januari 2020. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 857 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder BX Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Ivens en de heer Prins inzake Schiphol (aansluiten bij het onderzoek van Amstelveen over het gebruik van de Buitenveldertbaan). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Ivens en de heer Prins van 30 september 2013 inzake Schiphol (Gemeenteblad afd. 1, nr. 770); Constaterende dat: — het gemeentebestuur van Amstelveen besloten heeft tot het instellen van een onafhankelijke beoordeling van het gebruik van de Buitenveldertbaan; — deze beoordeling als een second opinion gezien moet worden op de bevindingen van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) uit 2011 over de verklaarbaarheid van de inzet van de Buitenveldertbaan; Overwegende dat: — deze beoordeling of onderzoek is ingegeven door het vermoeden van bewoners, politici en bestuurders dat de Buitenveldertbaan veel vaker dan nodig gebruikt wordt en daarmee ook het systeem van strikt preferentieel vliegen — een van de pijlers van het Aldersakkoord — niet goed nageleefd lijkt te worden, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: in overleg te treden met het college van burgemeester en wethouders in Amstelveen en zich aan te sluiten bij het aldaar gevoerde onafhankelijke onderzoek naar het gebruik van de Buitenveldertbaan. De leden van de gemeenteraad, E.T.W. van Roemburg L.G.F. Ivens J. Prins 1
Motie
1
discard
% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 512 Datum indiening 5 december 2016 Datum akkoord college van b&w van 29 mei 2018 Publicatiedatum 1 juni 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake het niet doorgaan van een aanlegsteiger aan de Borneokade. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Zo’n anderhalf jaar gelden speelde er in Oost een discussie over het wel of niet aanleggen van een steiger voor elektrische boten aan de Borneokade. Het bedrijfje Amsterdam Boats wilde deze steiger graag aanleggen, en had hiervoor een voorlopige subsidie gekregen van de provincie. Amsterdam Boats had aan de provincie laten weten dat het project ‘uitvoeringsgereed’ was. In het voorjaar van 2015 besloot de bestuurscommissie geen steiger voor rondvaartboten te willen aanleggen aan de Borneokade. Dit heeft er ook toe geleid dat de provincie de verleende subsidie terugvordert omdat het project niet ‘uitvoeringsgereed’ was, terwijl juist op basis van die gereedheid een subsidie is verleend. Uit de stukken van de rechtszaak tussen de provincie en Amsterdam Boats blijkt dat de ondernemer die de steiger wilde aanleggen nu een schadevergoeding wil van de gemeente. Amsterdam Boats is van mening daar recht op te hebben aangezien het bedrijf als gevolg van het intrekken van de vergunning voor een aanlegmogelijkheid aan de Borneokade, een provinciale subsidie is misgelopen. De gemeente zou hierover in gesprek zijn met de ondernemers? Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het dat er met Amsterdam Boats over een schadevergoeding wordt/is gesproken? Op grond waarvan gebeurt dit? Wat is hiervan de stand van zaken? Antwoord: Op verzoek van het college is stadsdeel Oost in gesprek gegaan met Amsterdam Boats over de ontwikkelingen rondom de realisatie van ligplaatsen voor passagiersvaartuigen bij de Borneosteiger en de realisatie van een e-harbour in 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng un Gemeenteblad R Datum 1 juni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 december 2016 een zijarm van de Duivendrechtsevaart. Tijdens deze gesprekken is door Amsterdam Boats aangegeven dat zij van mening waren schade te hebben ondervonden van de besluitvorming van de gemeente Amsterdam en daarom overwegen een schadeclaim in te dienen. Tegen de geweigerde omgevingsvergunning heeft Amsterdam Boats beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 23 juni 2017 het beroep ongegrond verklaard. Amsterdam Boats is tegen die uitspraak niet meer in hoger beroep gegaan. Van een schadeclaim van Amsterdam Boats is niets bekend als ook niet van andere schadeclaims door bijvoorbeeld omwonenden. De voormalige bestuurscommissie Oost wordt regelmatig geïnformeerd over de laatste stand van zaken rondom de Borneosteiger. De laatste update dateert van 16 februari 2018 welke ook te raadplegen is via: https://oost.notubiz.nl/modules/1/Ter%20kennisname%20stukken/436562. 2. Wanneer hebben ondernemers of bewoners recht op een schadevergoeding van de gemeente? Wat is het beleid van de gemeente hieromtrent? Antwoord: Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden in schade in privaatrechtelijke zin of schade in publiekrechtelijke zin. Schade in publiekrechtelijke zin kan bijvoorbeeld planschade zijn. Hiervan is grofweg sprake wanneer door een ruimtelijk besluit een planologische verslechtering ontstaat. Bij schade in privaatrechtelijke weg is er bijvoorbeeld sprake van inbreuk op het eigendomsrecht. Deze schade valt onder de burgerlijke rechter. Het beleid van de gemeente hieromtrent is dat de wet wordt gevolg, dat wil zeggen wanneer blijkt dat er recht op schade is, deze toegekend moet worden. 3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat het project niet ‘uitvoeringsgereed’ is geweest aangezien de plannen door de bestuurscommissie en vervolgens het stadsbestuur zijn afgewezen? Antwoord: Het college deelt deze mening niet omdat de periode van terinzagelegging van een ontwerpbesluit onder meer tot doel heeft om aan omwonenden en belanghebbenden een voorgenomen besluit kenbaar te maken en hen in de gelegenheid te stellen om hierop te reageren door middel van het indienen van zienswijzen. Deze periode van terinzagelegging biedt juist het bevoegd gezag (in dit geval het college} om de zienswijzen te betrekken bij de besluitvorming en te wegen in het kader van de te maken belangenafweging. Hierbij kunnen de zienswijzen aanleiding geven om bijvoorbeeld het ontwerpbesluit te wijzigen. Wanneer de periode van terinzagelegging geen ruimte zou laten voor een nadere afweging, heeft deze procedure geen toegevoegde waarde binnen het besluitvormingsproces hetgeen niet is wat de wetgever met deze procedure heeft beoogd. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer dani 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 december 2016 4. Heeft Amsterdam Boats de situatie rondom de aanleg van de steiger bij de subsidieaanvraag bij de provincie rooskleuriger voorgesteld dan die in werkelijkheid was? Kan het college dit toelichten? Zo ja, wat zegt dit over de verantwoordelijkheid van de gemeente over het niet doorgaan van het project en daarmee het intrekken van de subsidie”? Antwoord: Voor alle duidelijkheid wordt hier meegegeven dat een aanvraag om een subsidie en het besluit van de provincie Noord-Holland op deze aanvraag buiten de reikwijdte van de aanvraag omgevingsvergunning die onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt. De verantwoordelijk voor het invullen van een subsidieaanvraag ligt bij de aanvrager. Amsterdam Boats heeft voor het invullen van deze vergunningaanvraag de gemeente Amsterdam niet geconsulteerd. De verantwoordelijkheid voor het intrekken van de subsidie ligt bij de verlener van de subsidie, in dit geval de provincie Noord-Holland. Op grond van de subsidieregels heeft de provincie besloten om de subsidie in te trekken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
> Gemeente Amsterdam D Motie Datum raadsvergadering _ 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 421accent Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2023 Onderwerp Verkoop gemeentelijk vastgoed Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023, Overwegende dat — De gemeente Amsterdam gemeentelijk vastgoed verkoopt — _Datop een deel van dit vastgoed een woonbestemming zit — _ Huizen bedoeld zijn om in te wonen, en niet om voor de maximale prijs aan de hoogste bieder te verkopen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — Te onderzoeken of en hoe middels een kettingbeding bij verkoop gemeentelijk vastgoed met een woonbestemming kan worden bewerkstelligd dat deze een woonbestemming behouden, bij voorkeur voor kwetsbare groepen, en/of met een betaalbare huur; — _Tevenste onderzoeken hoe middels een kettingbeding bij verkoop van gemeentelijk vastgoed zonder woonbestemming ervoor te zorgen dat deze panden een maatschappelijke bestem- ming houden. Indiener D.T. Boomsma
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam J l F % Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën % Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Tijd 13:30 uur tot uiterlijk 18:00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45) 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de Raadscommissie JIF d.d. 11 december 20153. e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 18:00) 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014 Educatie 11 Vaststellen van de verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse educatie Nr. BD2013-011726 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014). 12 Resultaten controles op schoolverzuim Bureau Leerplicht Plus Nr. BD2013- 014335 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Paternotte (D66). e Was TKN 3 in de vergadering van 11.12. 2013. 13 Jong Amsterdam 2013-2014, resultaten ambitiegesprekken stadsdelen en schoolbesturen Primair Onderwijs (PO) Nr. BD2013-014336 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP) e Was TKN 4 in de vergadering van 11.12.2013. Algemene Zaken 14 Evaluatie Regeling Risicovolle Projecten (RRP) en programma LetOp Nr. BD2013-014337 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Van Drooge (CDA). e Was TKN 8 in de vergadering van 11.12. 2013. Financiën 15 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 Nr. BD2013-014480 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014). 2 Gemeente Amsterdam J l F Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014 16 Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet Nr. BD2013-012636 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014). e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd. 17 Nota Ramen en Bekostigen Nr. BD2013-013728 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014). e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd. De agendapunten 16 en 17 worden om ongeveer 14:30 uur aan de orde gesteld. Bespreking in aanwezigheid van wethouder Van Es. TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN Werk, Inkomen en Participatie 18 Vaststellen Voortgangsrapportage over de eerste 10 maanden van het Programma Verbetering Financiële Functie re-integratiebudget Dienst Werk en Inkomen (DWI) Nr. BD2014-000272 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. , Eerder besproken in de commissie WPA van 09.01.2014, e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP). e De commissie WPA, alsmede wethouder Van Es, zijn hierbij uitgenodigd. e Aanvullende brief van wethouder Van Es wordt zo nodig nagezonden. AVONDDEEL 19:30 — 22:30 UUR Financiën 19 Foutieve uitbetaling woonkostenbijdrage (VKB) 2013 Dienst Belastingen gemeente Amsterdam (DBGA) Nr. BD2014-000429 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 3
Agenda
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1521 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 30 november 2020 Onderwerp Motie van het lid Naoum Néhmé inzake Ravel Zuidas (Voor 50% bouwen in het middensegment) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over kennisnemen ontwikkelplan Ravel Zuidas. Overwegende dat: e Amsterdam een groot tekort heeft aan woningen in het middensegment; e Het daarom van groot belang is dat er snel meer woningen in het middensegment bijkomen; e Erinde eerste helft van 2020 slechts 78 woningen in het middensegment in aanbouw zijn genomen; e Voor het 3° jaar op rij de ambitie van 1670 nieuwe woningen in het middensegment niet gehaald zal worden; e Deze tekorten zo snel mogelijk ingelopen moeten worden; e Dit alleen kan door bij nieuwbouwprojecten het percentage aan woningen in het middensegment te verhogen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De woningbouwpercentages in dit plan aan te passen en voor minimaal 50% in het middensegment te gaan bouwen. Het lid van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 496 Publicatiedatum 17 mei 2019 Ingekomen onder AC Ingekomen op donderdag 9 mei 2019 Behandeld op donderdag 9 mei 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Halfjaarrapportage Veilig Thuis (bij huiselijk geweld uitkeringen sneller overzetten naar slachtoffer) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Halfjaarrapportage Veilig Thuis van de tweede helft van 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 443). Constaterende dat: — het kabinet op kleine schaal proef wil draaien bij huiselijk geweld door uitkeringen zoals de kinderbijslag en het kindgebonden budget over te zetten van de dader naar het slachtoffer. Overwegende dat: — het onwenselijk is dat slachtoffers van huiselijk geweld soms lang moeten wachten voor toeslagen of uitkeringen op hun naam staan. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Zich in te zetten om vanuit de gemeente Amsterdam experimenten te realiseren om, wanneer er sprake van huiselijk geweld is, uitkeringen en toeslagen sneller om te zetten van de dader naar het slachtoffer. Het lid van de gemeenteraad J.F. Bloemberg-lssa 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Amsterdam B > < Noord erg.nr.: 1000 Agenda | ____ Rm / Module B (meningsvormend) ergadering . Van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord |___Datum __\woensdag 3 december 2014 |____Locatie ____|Burgerzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000 Onderwerp INSPRAAK 1 Opening 2 Vrij inspreken over niet geagendeerde onderwerpen
Agenda
1
discard
VN2023-014874 Gemeenteraad Griffe X Gemeente RAAD % Amsterdam Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023 Portefeuille Raadsaangelegenheden Agendapunt Oo Datum besluit 8 juni 2023, voorzitter van de raad Onderwerp Vaststellen van de datum en vraagstelling voor het raadgevend referendum over het ontwerp raadsbesluit Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur' De gemeenteraad van Amsterdam besluit 1. Dat het referendum gekoppeld wordt aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen, namelijk de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni 2024; 2. De vraagstelling voor het referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststelling van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur als volgt vast te stellen: ‘Bent v voor of tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur', 3. De naamgeving voor het referendum als volgt vast te stellen: ‘referendum Hoofdgroenstructuur'. Wettelijke grondslag Artikel 1, onder cen d, artikel g en artikel 23 van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 (hierna: verordening) Bestuurlijke achtergrond * Op 25 januari 2023 heeft de gemeenteraad besloten het inleidend verzoek tot het houden van een referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststellen van het Beleidskader Hoofdgroenstructuur’ in te willigen. * Op 8 juni 2023 heeft de raad besloten het definitief verzoek tot het houden van een referendum over het ontwerp raadsbesluit Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur’ welke binnen de tien wekentermijn is ontvangen en ondersteund wordt door tenminste 10.000 geldige ondersteuningsverklaringen, in te willigen. * Volgens de verordening dient de vraagstelling kort en helder te zijn. e Zo spoedig mogelijk na het besluit om een referendum te houden, besluit de raad wanneer het referendum gaat plaatsvinden. Dit is in ieder geval niet eerder dan vijf maanden en niet later dan tien maanden na de dag waarop besloten is tot het houden van een referendum. Hierbij kan de raad deze termijn met ten hoogste twee maanden verlengen om het referendum te combineren met reguliere (lees: periodieke) verkiezingen. Onderbouwing besluit Ad 1 — Dat het raadgevend referendum gekoppeld wordt aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen, namelijk de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni 2024 en Ad 2 — De vraagstelling voor het raadgevend referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststelling van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur als volgt vast te stellen: ‘Bent u voor of tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur’ De verordening zegt dat de raad met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, tevens besluit wanneer het referendum plaatsvindt. De verordening zegt niet wanneer de vraagstelling vastgesteld moet worden door de raad. Gegenereerd: vl.12 1 Ee 014874 5 arden Gemeenteraad R A AD Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023 De initiatief- en referendumcommissie heeft onder meer tot taak om de raad te adviseren over de datum voor het houden van het referendum en ook over de formulering van de vraagstelling van het referendum. De initiatief- en referendumcommissie heeft alvorens hierover een advies uit te brengen aan de raad, een openbare vergadering vitgeschreven. Voor deze vergadering heeft de initiatief- en referendumcommissie de initiatiefnemers voor het referendum, de wethouder RO en raadsleden vitgenodigd om hun ideeën/suggesties voor een datum en formulering voor de vraagstelling van het referendum te horen. Tevens zijn alle Amsterdammers uitgenodigd om ideeën/suggesties over de datum en formulering van de vraagstelling van het referendum aan de initiatief- en referendumcommissie kenbaar te maken. De openbare vergadering heeft op 23 mei 2023 plaatsgevonden. Het verslag van deze vergadering is als bijlage bijgevoegd. De initiatief- en referendumcommissie heeft op 8 juni 2023 een advies uitgebracht over de datum voor het houden van het referendum en ook over de formulering van de vraagstelling van het referendum. Dit advies is als bijlage bij deze voordracht gevoegd. Datum referendum Voor wat betreft de datum van het referendum adviseert de initiatief- en referendumcommissie om deze te koppelen aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen. Dit zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni 2024. Deze datum is in lijn met de verordening met gebruikmaking van de in de verordening opgenomen verlengingstermijn van twee maanden. De initiatief- en referendumcommissie heeft ook naar mogelijke alternatieven gekeken, maar raadt het open houden van de datumkeuze af. Voor de motivering wordt verwezen naar het bijgevoegde advies van de initiatief- en referendumcommissie. Formulering van de vraagstelling referendum De initiatief- en referendumcommissie heeft een aantal criteria gehanteerd die van belang zijn bij het formuleren van de vraagstelling. Naast dat de verordening zegt dat de vraagstelling kort en helder moet zijn, is het van belang dat de formulering van de vraagstelling eenduidig is, suggestieve woorden vermeden moeten worden en er geen sturing mag plaatsvinden. Tijdens de openbare vergadering van de initiatief- en referendumcommissie werden voorstellen voor het hanteren van deelvragen ingebracht. De initiatief- en referendumcommissie ziet als voordeel hiervan dat zij duidelijke aanknopingspunten voor de duiding van de referendumuitslag kan bieden. De initiatief- en referendumcommissie ziet als nadeel dat er voor de kiezer onduidelijkheid kan ontstaan over de onderlinge verhouding tussen de deelvragen en over de verhouding tussen de hoofdvraag en de deelvragen. Er is ook geen enkele garantie dat de antwoorden op de deelvragen eenduidig te interpreteren zijn, bovendien zijn deze deelvragen sturend. Een ander nadeel is dat voor het vaststellen van de uitslag extra werk nodig is. Daarnaast maakt de verordening geen melding van de mogelijkheid van deelvragen, en stuurt zij aan op een enkelvoudige vraag. In de ogen van de initiatief- en referendumcommissie wegen de mogelijke voordelen niet op tegen de potentiële nadelen. In het advies van de initiatief- en referendumcommissie zijn de ingebrachte ideeën/suggesties voor de formulering van de vraagstelling van het referendum opgenomen en voorzien van een advies van de initiatief- en referendumcommissie. Voor de motivering wordt verwezen naar het advies van de initiatief- en referendumcommissie welke als bijlage is bijgevoegd. Het voorstel/advies van de initiatief- en referendumcommissie voor de formulering van de vraagstelling voldoet aan de criteria structuur en eenvoud. Door het weglaten van het (ambtelijke) woord ‘beleidskader’, komt de nadruk te liggen op het woord ‘Hoofdgroenstructuur’. Het effect hiervan is dat dit meteen de kern van de vraagstelling wordt. Daarmee scoort dit voorstel goed op objectiviteit en dekkendheid. Het voorstel scoort minder goed op toegankelijkheid en dan met name het woord ‘Hoofdgroenstructuur’. Echter een andere, eenvoudige term voor ‘Hoofdgroenstructuur’ Gegenereerd: vl.12 2 VN2023-014874 X Gemeente Gemeenteraad Griffie % Amsterdam RAAD % Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023 die ook nog eens dekkend is, heeft de initiatief- en referendumcommissie niet kunnen bedenken en heeft dit ook niet aangereikt gekregen. In dit kader is het gebruiken van een minder toegankelijk woord te prefereren boven het gebruik van een onjuiste, niet dekkende term of termen. In de voorlichting/campagne ligt een belangrijke taak om uit te leggen waarover het referendum gaat. Ad 3 - De naamgeving voor het referendum als volgt vast te stellen: ‘referendum Hoofdgroenstructuur De verordening zegt niets over de naamgeving van het referendum. De initiatief- en referendumcommissie is van mening dat het gebruiken van één naam voor het referendum bijdraagt aan eenduidige communicatie. Het is van belang dat het referendum één naam heeft, die voor iedereen die ermee werkt/van doen heeft, dezelfde en unieke betekenis heeft. Daarom adviseert de initiatief- en referendumcommissie de volgende naamgeving te gebruiken: ‘referendum Hoofd- groenstructuur’. Financiële onderbouwing Overige toelichting De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding Welke stukken treft v aan Meegestuurd | Registratienr. Naam Advies IIl inzake datum en vraagstelling voor het referendum AD2023-047502 Hoofdgroenstructuur_def.pdf (pdf) AD2023-047243 Gemeenteraad Voordracht (pdf) Verslag openbare vergadering Initiatief- en Referendumcommissie d.d. 23 AD2023-047251 . mei 2023.pdf (pdf) Ter Inzage [Registratienr | Naam | Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Raadsgriffie, Dafne Struijk, 06 8364 3302, [email protected] Gegenereerd: vl.12 3
Voordracht
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 210 Behandeld op 31 maart/1 april 2021 Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021 Onderwerp Motie van de leden Naoum Nehmé, Marttin, Boomsma en Kili inzake een realistische groei van het autogebruik. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Kennisnemen en bespreken van het collegebesluit over de ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en het bijbehorend ontwerp-Omgevingseffectrapport Overwegende dat: e De omgevingsvisie een allesomvattend document moet zijn met aandacht voor wonen, werken, recreëren en mobiliteit; e Goede en degelijke mobiliteit belangrijk is voor de welvaart van de stad en het leefgenot van de inwoners; e Naast deelmobiliteit, openbaar vervoer en de fiets ook de (schone) auto van groot belang is voor het mobiliteitsvraagstuk van de stad; e Het college in de ontwerp-omgevingsvisie rekening houdt met een groei van 0% wat betreft het gebruik van de auto; e Het Kennisinstituut Mobiliteit daarentegen een groei van 23-58% verwacht; e Een groei van 0% weliswaar ambitieus is maar niet realistisch en hierdoor in de toekomst problemen kan opleveren; e Deze problemen nu voorkomen kunnen worden door rekening te houden met een realistische groei van het autoverkeer. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Binnen de Omgevingsvisie te rekenen met een groei van het autoverkeer dat in lijn ligt met de voorspelling van het Kennisinstituut Mobiliteit. De leden van de gemeenteraad H. Naoum Néhmé A.A.M. Marttin D.T. Boomsma A. Kilic 1
Motie
1
discard
Team Onderzoek Stadsdelen % Inhoudsopgave x Inhoud Pagina Inleiding 2x Toelichting 3 Met het verschijnen van de Armoedemonitor 2021 en de daarbij behorende tabellenrapportage voor Deel 1: Minimahuishoudens h de stadsdelen la Onderzoek en Statistiek (O&S), kan er weer een nieuwe stand van zaken gegeven Definities 5 worden van de omvang van de armoede en het bereik van de armoedevoorzieningen. Minimahuishoudens per stadsdeel, gebied, wijk en buurt 6 Team Onderzoek Stadsdelen heeft voor alle Langdurige minima 9 stadsdelen en stadsgebied Weesp een analyse nm gemaakt van de gegevens uit de Minimahuishoudens naar inkomstenbron 10 tabellenrapportage. Hiermee wordt voorzien in de ne behoefte binnen de stadsdelen om een beeld te Minimahuishoudens naar huishoudtype 11 n krijgen van de armoedeproblematiek in de Minima naar leeftijdsgroep 12 gebieden, wijken en buurten van een stadsdeel. Minimajongeren 13 Deze factsheet bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de minima. Hoe groot is die groep Deel 2: Bereik armoedevoorzieningen 14 en wat zijn de kenmerken van deze groep? Toelichting armoedevoorzieningen 15 Deel twee gaat over het bereik van de _ armoedevoorzieningen. Welke voorzieningen Bereik armoedevoorzieningen per stadsdeel, wijk en buurt 16 zijn er voor de minima en hoe is het bereik daarvan? Methode om minima te bereiken per voorziening 18 % Toelichting Alle cijfers over armoede in dit document zijn afkomstig van de Armoedemonitor van Amsterdam 2021*. > < De Armoedemonitor is gebaseerd op het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) van het CBS. De cijfers van de Armoedemonitor gaan over het jaar 2020. Dat is het meest recente jaar dat het CBS levert. De bereikcijfers van de armoedevoorzieningen gaan over het jaar 2021 en zijn afkomstig van het WPI. In de Armoedemonitor wordt gekeken naar de huishoudens met een laag inkomen. Een huishouden is een minimahuishouden wanneer er naast een laag inkomen ook weinig vermogen is. Door de energiecrisis zullen er ook huishoudens zijn die niet onder de doelgroep van de minima vallen, maar toch in de problemen komen door te hoge energielasten. Omdat de cijfers vit 2020 komen, is deze groep (nog) niet zichtbaar in deze cijfers. Doelpopulatie Armoedemonitor De gegevens in de Armoedemonitor gaan over Amsterdamse huishoudens van wie het inkomen over het betreffende jaar bekend is. Huishoudens die exclusief uit studenten of instituutbewoners bestaan worden buiten beschouwing gelaten. Vanwege onthullingsrisico zijn bij buurten en wijken met weinig minima niet alle gegevens beschikbaar. Het gaat dan om minder dan 10 huishoudens of personen. Weesp is meegenomen in de cijfers over 2020, behalve in de bereikcijfers. Per 1 januari 2022 is de (registratie van) toekenning van voorzieningen aan Weespers volledig samengevoegd met die aan Amsterdammers. Vanaf de Armoedemonitor 2022 (verwacht in 2023) zal worden gerapporteerd over het voorzieningenbereik inclusief Weesp. In de Armoedemonitor 2021 zijn de cijfers nog gepubliceerd in de oude gebiedsindeling van 2015. Hierdoor zit Driemond nog steeds bij de wijken van Zuidoost en niet bij Weesp. *Het rapport is te vinden via https://onderzoek.amsterdam.nl{/publicatie/armoedemonitor-2022 % hd x Minimahuishoudens Armoedegrens = 120% van het wettelijk minimum loon en weinig vermogen* Normbedragen belastbaar jaarloon 2020 van de lage inkomensgrens Tot de grens voor de bijstand. gemeente Amsterdam, naar leeftijd en type huishouden, voor recht op minimaregelingen in 2021 (€) Op 1 janvari 2021 is het maximaal toegestane vermogen € 6.295 Voor een alleenstaande en € 12.590 voor paren gezin (met of zonder kinderen) 26.128 26.481 en alleenstaande ouders. eenoudergezin 25.688 24.311 Daarnaast mag de overwaarde van een eigen woning alleenstaande 20.551 19,294 maximaal € 53.100 zijn. bron: WPI * Definities komen uit de Amsterdamse Armoedemonitor 2021: https://onderzoek.amsterdam.nl/publicatie/armoedemonitor-2022 € Minimahuishoud tadsdeel > < % minimahuishoudens (2020) 284 Van alle stadsdelen heeft Zuidoost het grootste Pd aandeel minimahuishoudens van de stad, Pl gevolgd door Noord en Nieuw-West. | In aantallen gezien hebben de stadsdelen West A L en Nieuw-West de meeste minimahuishoudens. en 8 {52 EN In Zuidoost leeft bijna een kwart van de B Odd \ huishoudens van een minimuminkomen. Dit is je LL ruim meer dan het Amsterdams gemiddelde van A'dam 16%. Het totaal aantal minimahuishoudens in 0 . . . de 2020 in Zuidoost was 9.375, en schommelde in En, rÀ de afgelopen jaren tussen de 9.000 en 10.000. bron: CBS/ bewerking O&S 1 sf Aantal minimahuishoudens (2011-2020) 16.000 14.000 12.299 12.000 12.171 10.015 8.531 &66ó MS 6.000 nnn an 4.000 2,000 727 ne ’ 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 mmm CONTES mmm NIEUW- West mmm Zi mmm Ot mmm Nr mmm Zit mmm Veesp 26 Minimahuishoudens per gebied % minimahuishoudens (2020) EE Van de 3 gebieden in Zuidoost heeft Bijlmer-Centrum het grootste aandeel (26,2%) maar het kleinste aantal minimahuishoudens (3.040). Dit aantal scheelt echter weinig van het aantal in Gaasperdam (3.099), waar daarentegen het aandeel minimahuishoudens het kleinst is (19,3%). In alle drie de gebieden is in 2020 sprake van een lichte toename van het aantal minimahuishoudens. _f pn. nf bron: CBS/ bewerking O&S | Eli Aantal minimahuishoudens 2018-2020 3.381 Bijlmer-Oost A22 3.236 3.134 Gaasperdam/Driemond 3.099 3.187 Bijlmer-Centrum 2.989 3.040 2018 m2019 m2020 > í % Minimahuishoudens per wijk en buurt x% % minimahuishoudens wijken (2020) % minimahuishoudens buurten (2020) N LEN. v ä í mt k bron: CBS/ bewerking O&S ï Op wijkniveau hebben Bijlmer-Centrum (26%), Holendrecht/Reigersbos (24%), en Bijlmer-Oost (23%) een hoog aandeel minimahuishoudens. Op buurtniveau hebben met name G-Buurt-Noord (44%), de Amsterdamse Poort (41%), Bijlmermuseum-Noord (41%) en Holendrecht-West (41%) een hoog aandeel minimahuishoudens. 2x Aantal personen dat langdurig minima is Aantal langdurige minima in leeftijdsgroepen (2020) Het aantal personen in een minimahuishouden dat > < langer dan 3 jaar tot de minima behoort is langdurig en minima. Van de stadsdelen heeft Nieuw-West de 3.164 meeste personen die langdurig minima zijn (in totaal 2.819 De en 14.092). In Zuidoost gaat het om 9.741 personen. ei en In de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord is de hi groep 0-17 jarigen groter dan de groep 66+. 4,141 Lan Ki ii Van de gebieden in Zuidoost heeft Bijlmer-Centrum het Nieuw-West _ West Oost Zuidoost _Noord Zuid Centrum __ Weesp grootste aandeel langdurige minima en Gaasperdam mO-17 m1865 =66t het grootste aantal. % langdurige minima per gebied (2020) Aantal personen dat langdurig minima is per gebied (2020) — LE De bron: CBS/ bewerking O&S „ 6 Minimahuishoud inkomstenb Aantal minimahuishoudens naar inkomstenbron per gebied (2020) ‚ Het aantal minimahuishoudens met 3.500 _ bijstand als inkomstenbron is in alle drie 3.000 500 - 482 553 de gebieden in Zuidoost het grootst. 2.500 . Daarna de groep gepensioneerden. 2.000 _. . - - Vervolgens de minima die een uitkering 1.500 …. anders dan bijstand ontvangen (anders). 1.000 . . De groep werkende minima (loondienst) En tn s het grootst in Bijlmer-Centrum. 0 Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond . In de verdeling van de E loondienst eigen bedrijf Mm bijstand wm pensioen anders En . . minimahuishoudens naar inkomstenbron steekt Amstellll/Bullewijk boven de % Verdeling minimahuishoudens naar inkomstenbron, per wijk (2020) andere wijken uit met het grootste 100% aandeel in loondienst (55%). % 16 15 16 . . . a 23 21 en Opvallend echter is dat in Driemond 43% 80% en . …. a van de minimahuishoudens bijstand als EO inkomstenbron heeft. Alleen in Bijlmer- 50% Centrum is dit aandeel hoger (45%). 40% 30% . .…. zo E là In Nellestein, Bijlmer-Oost en 10% en men 4 Holendrecht/Reigersbos ligt het aandeel , 5 | | De gepensioneerden net iets boven het & & £ En S Ea ® £ . se s € se £ 4 £ & gemiddelde van 29%. S S id Aad se £ B É Ë Ë bs & ES à & & bron: CBS/ bewerking O&S mloondienst meigenbedrijf wmbijstand wm pensioen anders € Minimahuishoud huishoudt Aantal minimahuishoudens naar huishoudtype per gebied (2020) . . . In alle drie de gebieden is het aantal 3.500 In _ 107 minimahuishoudens naar 000 huishoudtype nagenoeg gelijk. Zo 2.500 ML bestaan de meeste % En . . . wo minimahuishoudens uit alleenstaanden. Er zijn iets meer 1.500 . ES paren zonder kinderen dan paren Loen ez met kinderen. Het aantal 500 eenoudergezinnen ligt rond de 5oo. 0 Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond In de ve rdeling van de B alleenstaande @ paar zonder kinderen B paar met kinderen mW eenoudergezin — overig minimahuishoudens naar huishoudtype op wijkniveau % Verdeling minimahuishoudens naar huishoudtype, per wijk (2020) (onderste grafiek) vallen de wijken Amstellll/Bullewijk en Driemond op. 100% De eerste bestaat alleen uit or ® ä alleenstaanden, de tweede heeft 70% 6 _ ook nog het grootste aandeel Son dergezinnen 50% eenouderge en. 40% 30% 71 viv yÔ rÁi rÁt 20% Het aandeel eenoudergezinnen ligt 10% _ ls in alle wijken boven het Amsterdams ij N A K 4 Ì ) A „5 & RK ss & & s gemiddelde van 11%. 5 s S à E e se ® £ £ S ® 9 & > $ 9 \ v & £ & & ® < AS se * ® & E & S alleenstaande Wpaarzonderkinderen Wpaarmetkinderen _m eenoudergezin overig bron: CBS/ bewerking O&S 6 a tal deel minima* leeftijdsgroep Aantal minima naar leeftijdsgroep per gebied (2020) Van de gebieden heeft Bijlmer-Centrum > < de minste 66-plussers die onder de Himer cert 1.395 20 minima vallen. Bijlmer-Centrum A 29 Bijlmer-Oost heeft de minste 1.257 minimajongeren maar ook de meeste Bijlmer-Oost De 2.762 d 1.083 minimaouderen. - d 1.470 G d . _ BAPE De mn za In de verdeling van de minima naar leeftijd op wijkniveau, zie de onderste grafiek, is het aandeel minima dat 66+ is hoger in Bijlmer-Oost (21%) en Nellestein (22%). 0-17 MI865 M6G+ Hier zijn veel serviceflats voor ouderen. …. . rd Het aandeel 0-17 jarigen onder de minima Verdeling minima personen naar leeftijd, per wijk (2020) n „Jang ligt in alle wijken boven het Amsterdams 100% gemiddeld van 22%. Uitschieter is 90% ke pl He Pli Driemond met 34%. 80% …. _. . Hûkk Er zijn geen minimajongeren en -ouderen 60% in Amstellll/Bullewijk. J 50% 40% 30% 20% 10% 28 25 27 29 26 ee 22 0% Sr DN D se + 5 > £ Ka °° & E ai & © A, S & < ee 5 ® \ $ 2 A © Rt E P & 5 £ & s & 2e 0-17 jaar W18-65jaar W66jaarof ouder * Bij de leeftijdsgroepen gaat het om personen i.p.v. huishoudens. % Minimajongeren x% Aantal minimajongeren naar huishouden per gebied (2020) Kinderen in eenoudergezinnen behoren in zn Amsterdam bijna vier keer zo vaak (37%) tot de _ minima dan kinderen die in een tweeoudergezin of anders (overig) opgroeien. De wijken Bijlmer- son Centrum (48%) en Holendrecht/Reigersbos (43%) 600 liggen daar boven. 400 zh 348 349 358 In aantallen heeft het gebied Gaasperdam/Driemond de meeste minimajongeren in zowel de 9 = 8 . eenoudergezinnen als de overige huishoudens. Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond . . Het verschil in overige huishoudens met de andere meenoudergezin m overig twee gebieden is klein. % Minimajongeren in eenoudergezin per wijk (2020) % Minimajongeren in overig huishoudtype per wijk (2020) bron: CBS/ bewerking O&S À % Amsterdam % SIT armoedevoorzieningen Stadspas Collectieve zorgverzekering Gratis OV Tes en/of TAOV Totaalbereik* Scholierenvergoeding Nt eden alhe “Aandeel doelgroephuishoudens met één of meer van de volgende minimavoorzieningen: Stadspas, Collectieve Zorgverzekering, VLT Van OTIS kindvoorzieningen, TAOV/Gratis OV 65+, tegemoetkoming OV voor kindvoorzieningen minima mantelzorgers (TOVM). Het bereik van de armoedevoorzieningen wordt berekend door het aantal huishoudens dat een voorziening kreeg toegekend, te delen door het aantal rechthebbende huishoudens (de doelgroep). De Stadspas is voor alle Amsterdamse minima. Sinds 2020 wordt het Kindtegoed op de Stadspas gezet voor kinderen van 0-14 jaar. Hiermee kunnen ouders o.a. kleding, schoenen, een tas en schoolspullen kopen voor hun kind. De Collectieve verzekering is voor alle Amsterdamse minima vanaf 18 jaar. De Scholierenvergoeding is voor alle Amsterdamse minimahuishoudens met schoolgaande kinderen tot 18 jaar. Gratis OV en/of Tegemoetkoming Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is voor Amsterdamse minima met de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor TAOV is er een pas voor aanvullend vervoer nodig. In het Verzamelbereik kindvoorzieningen zit het aandeel doelgroephuishoudens met kinderen van 4 t/m 17 jaar met één of meer van de volgende kindregelingen: Stadspas, Scholierenvergoeding voor kinderen in basis- of voortgezet onderwijs en/of een PC-regeling. Over de Tegemoetkoming OV voor minima mantelzorgers zijn geen cijfers opgenomen in de stadsdeelrapportage van de Armoedemonitor. Meer informatie over wat de gemeente doet om de minima te bereiken met de voorzieningen is te vinden op pagina 18 van deze factsheet. $ Bereik armoedevoorzieningen stadsdelen % totaalbereik armoedevoorzieningen per stadsdeel (2021) > < In de stadsdelen Noord (77%), Zuidoost, West en Oost (alle drie 2 76%) worden de minimahuishoudens het best bereikt. Stadsdeel Pe Centrum heeft een laag bereik van de armoedevoorzieningen LZ onder de minimahuishoudens (63%). Î In onderstaande tabel zijn de percentages blauw gearceerd als EN het bereik lager is dan het Amsterdamse gemiddelde. In alle NS stadsdelen geldt dat het bereik van de kindvoorzieningen het s ì hoogst is. Voor Zuidoost is dat bereikpercentage 92% (Amsterdam 89%). adsl In Zuidoost bereiken de armoedevoorzieningen iets meer minimahuishoudens dan gemiddeld in Amsterdam. Alleen de collectieve zorgverzekering ligt op het Amsterdams gemiddelde bron: CBS, WPI/ bewerking OIS Vias RE ES van 53%. % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per stadsdeel (2021) Collectieve Gratis OV65+ Scholierenvergoeding (basis- AE late ROTE gel Stadspas Zorgverzekering en/of TOAV en middelbare school) kindvoorzieningen* __Totaalbereik** Centrum Nieuw-West 74 55 74 89 75 Zuid Oost 74 55 76 90 76 Noord 75 55 81 92 11 Zuidoost 75 53 79 92 76 Amsterdam 73 53 72 76 89 74 2x Bereik armoedevoorzieningen wijk en buurt > < % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per wijk (2021) > < Scholierenvergoed ing (basis- en (eter [A '/ Gratis OV 65+ middelbare verzamelbereik Slee EE Zorgverzekering en/of TOAV school) kindvoorzieningen _totaalbereik** Amstel III/Bullewijk Bijlmer-Centrum (D,F‚H) A a 78 81 93 76 Holendrecht/Reigersbos 79 81 94 80 Driemond | OO CE % totaalbereik armoedevoorzieningen per buurt in Zuidoost (2021) ds: £ Van alle voorzieningen is het bereik van de kindvoorzieningen en de Ln Scholierenvergoedingen het hoogst. el De Stadspas heeft een hoog bereik in Holendrecht/Reigersbos (79%) en ) € 5 de gratis OV heeft een hoog bereik in Holendrecht/Reigersbos en 8 Bijlmer-Centrum. Á Ee Het totaalbereik van de voorzieningen op buurtniveau (zie kaartje) laat 5D, a zien dat de wijken waar veel minima wonen het bereikpercentage hoog is. In de D-Buurt (44%) is het totaalbereik het laagst met een aandeel minima van 29%. Opvallend is dat in de hiernaast gelegen E-buurt het totaalbereik 55% is terwijl het aandeel minima hier slechts 6% is. Dit | geldt tevens voor Holendrecht-Oost en Gein 4, respectievelijk 79% en pr 9%, en 75% en 14%. bron: CBS, WPI{ bäwerking OIS : % Methode om minima te bereiken per voorziening D Armoedevoorziening | Methode om minima te bereiken De Stadspas wordt jaarlijks automatisch verstrekt aan alle bij WPI bekende minimahuishoudens (inkomen bekend bij WPI). Huidige Stadspashouders van wie het inkomen niet bij WPI bekend is kunnen de Stadspas jaarlijks opnieuw Stadspas aanvragen. Zij krijgen een verkort aanvraagformulier toegestuurd dat ze kunnen ondertekenen en kosteloos naar de gemeente terugsturen. Nieuwe gebruikers kunnen de Stadspas aanvragen via een online formulier of papieren aanvraagformulier. Advertenties voor de Stadspas worden onder andere geplaatst in lokale kranten, de krant van Amsterdam, ATs5 en sociale media om zo de bekendheid te vergroten. Collectieve zorgverzekering Mailing naar alle klanten van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en bekende minimahuishoudens. Daarnaast worden in een jaarlijkse campagne nieuwe klanten geworven. Gratis OV 65+ en/of TAOV Rechthebbenden worden zoveel mogelijk aangeschreven door Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen. Voor TAOV voert WPI een ambtshalve toekenningsronde uit onder rechthebbenden die bij de gemeente bekend zijn. Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen via een papieren of online aanvraagformulier. Scholierenvergoeding Rechthebbenden die bij WPI bekend zijn ontvangen automatisch bericht van Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, maar wel in aanmerking denkt te komen, kan zelf een aanvraag indienen. bron: Armoedemonitor 2021 dt de En | ‚ ae rte Hr IES an Een 8 AOR EN Ì ee INN Le 0
Factsheet
19
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1321 Publicatiedatum 4 december 2015 Ingekomen onder u Ingekomen op woensdag 25 november 2015 Behandeld op woensdag 25 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 (onderzoek diversiteit). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1269). Constaterende dat: — bijna iedereen zal beamen dat bij een stad met een grote verscheidenheid aan culturen als Amsterdam ook een divers aanbod aan kunsten en kunstenaars hoort; — ook het college “meer aandacht wil voor het belang van het aanbod van kunst en cultuur in buurten en het bereiken van alle Amsterdammers”; — de culturele code diversiteit onlangs nieuw leven werd ingeblazen; Overwegende dat: — hetbelang van diversiteit door zowel de politiek als door instellingen gedeeld wordt maar er ook een gevoel heerst van ‘niet weten waar te beginnen’; — de gemeente Amsterdam en het Amsterdams Fonds voor de Kunst een voortrekkersrol in Nederland kunnen spelen op dit terrein. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — _A-Bis-instellingen te verplichten een visie te formuleren op culturele diversiteit; — een onderzoek te laten doen naar niet-bezoekers In Amsterdam (vgl. ‘not for the likes of you' onderzoek in Engeland); — _op basis van dit onderzoek tot een concreet actieplan diversiteit te komen in samenwerking met het ACI, AFK en de AKR. De leden van de gemeenteraad Z.D. Ernsting P.J.M. van den Berg 1
Motie
1
discard
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 720 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 7 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van het raadslid de heer Boldewijn inzake de begroting voor 2015 (indicator parkeerplekken in garage). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — op grond van artikel 3 van zijn eigen ‘Verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet de gemeenteraad op voorstel van het college per programma of onderdeel daarvan relevante indicatoren vaststelt voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid; — het college de ambitie uitspreekt om meer auto's in parkeergarages te plaatsen ‘zodat er in drukke buurten plek vrijkomt op straat voor bewoners die nog op een wachtlijst staan, én er een aantrekkelijkere openbare ruimte kan ontstaan (bladzijden 31-32); — erin de begroting 2015 geen meerjaren indicator is opgenomen over het aantal gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages, Van mening zijnde dat: — teneinde haar kaderstellende en controlerende taak te kunnen uitoefenen, de gemeenteraad behoefte heeft aan een goede indicator voor het aantal gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages om inzicht te verschaffen in het resultaat van de investeringen van het college op dit terrein, Besluit: op bladzijde 88 van de begroting 2015 toe te voegen: ‘indicatordoelen: aantal gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages’. Het lid van de gemeenteraad, H.B. Boldewijn 1
Motie
1
discard
st NUR | Si a: 5 LEN € Gemdente Ne E SS 2x | | II a Ne Hi TT) Ì SS HIDE | BA 2x SHE Rn MA A [ St Nm Te li | j Ik Ik S TE re nt i ij a MS du E Hi in (Ln II AIEN | | mn RIEN En Erm NI nr he B Jm NE rn SA Ik mm ER | EA NOTES — Sd SD Schaarstepatronen op de © Amsterdamse woningmarkt Bi 1 di (ie |D AE ii IES HK & In 8 of / TE MY 8 Ne Kek Nid ï MAN U en \ Am EE), MIES = NE as: LE gt mg Á en ENE EE AAN SANNE VEEN SA DR OO Dd ff k \ aen rt ‚ Inhoud Samenvatting en interpretatie 9 1 Aanleiding 7 2 Woningtekort in spanningsregio’s 8 3 Achtergrond van de schaarste 12 4 Belangrijke effecten van schaarste 16 5 Differentiatie binnen Amsterdam 23 6 Bewoning van de Amsterdamse woningvoorraad 30 7 Ander gebruik van woningen 32 8 Conclusies 34 Mei 2019 Colofon Gemeente Amsterdam, Wonen Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam www.amsterdam.nl/wonen Auteur: Kees Dignum ([email protected]) Foto omslag: Edwin van Eis (Gemeente Amsterdam) Vormgeving: Dirk van der Burgh Samenvatting en interpretatie Dit rapport gaat over de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt. Op Rijksniveau wordt een toenemend woningtekort gesignaleerd en een zevental gebieden wordt zelfs met ‘spanningsregio’ aangeduid. Metropoolregio Amsterdam is een van die spanningsregio's, daar ligt het woningtekort op 5,4%, ofwel op elke twintig woningen die nodig zijn ontbreekt er één. In de MRA moeten in de periode 2018-2025 per jaar 15.000 woningen gebouwd worden om de toenemende woningbehoefte bij te houden. In 2018 is dat gelukt en dat is landelijk gezien een uitzondering. Met doorrekening van trends in bevolking en woningvoorraad zal het tekort in de MRA in 2030 iets kleiner zijn, 4,2%, maar nog altijd ver boven het landelijke cijfer van 2,6% Schaarste is er in alle segmenten van de Amsterdamse woningvoorraad en uit gegevens over prijzen van koopwoningen, huren in de vrije sector en benodigde inschrijfduur voor de gereguleerde huur, is af te lezen dat de schaarste na het einde van de economische crisis in 2013 nog verder is opgelopen. In de crisisjaren (2009- 2013) werden de schaarstesignalen onderdrukt doordat velen hun woning niet konden verkopen, wat doorwerkte in lagere verhuisdynamiek en een naar beneden bijgesteld bouwprogramma. Opvallend was wel dat in die jaren de Amsterdamse bevolking nog harder groeide dan daarvoor, met ruim 10.000 mensen per jaar. Amsterdam heeft een economie die crisisbestendiger is dan Nederland als geheel, wat zorgt voor een aantrekkingskracht op jongeren aan het begin van arbeids-, inkomens- en woningmarktcarrière. Tegelijkertijd zetten vele Amsterdammers hun ambities om naar een ruime woning buiten de stad te gaan verhuizen in de ijskast. De bevolkingsgroei kwam dus van twee kanten. Na de crisis wordt de latente vraag manifest. De prijzen voor koopwoningen en vrije markthuur schieten omhoog naar een niveau (koop gemiddeld naar boven de € 5.500 per m?) dat nergens anders in Nederland gehaald wordt. Meer Amsterdammers dan ooit vertrekken in 2017 en 2018 uit de stad op zoek naar locaties met een gematigder prijspeil. Vanuit Amsterdam tekent zich een ‘steen in de vijver golf’ af. Verder weg van Amsterdam liggen de prijzen lager en begint de prijsstijging op een later tijdstip. Ook binnen Amsterdam zelf is een dergelijke centrum-periferie beweging te zien, met in de centrale delen van de stad vierkante meter prijzen op de koopmarkt van boven de € 7.500. Het gebied met hoge woningprijzen breidt zich uit vanuit de staddelen Centrum en Zuid tot aan de Ringweg A10 en steekt aan de noordzijde het IJ over naar Noord. Ondertussen ligt het prijspeil in stadsdeel Zuidoost boven de € 2.100 per m?. De aanvankelijk beknotte, en na de crisis met dubbele kracht losgekomen trend om uit Amsterdam te vertrekken, heeft de druk op de woningmarkten van andere gemeenten in de MRA doen oplopen, maar heeft Amsterdam geen verlichting gebracht. De aantrekkingskracht van Amsterdam op arbeidsmigranten van buiten Nederland is namelijk sterk toegenomen. De buitenlandse migratie naar Amsterdam bereikt in 2018 met 38.471 een record. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 5 De gevarieerde, met het stedelijk wonen vergroeide economie van Amsterdam, blijkt een blijvend hoge aantrekkingskracht te hebben. Het centrale deel van Amsterdam kent een sterke combinatie van de culturele en recreatieve sector (bezoekers, toeristen) de dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve sector. Veel werkenden gebruiken dit gebied als interactiemilieu. 6 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 1 Aanleidin g Op grond van de Huisvestingswet 2014 kunnen gemeenten regels verordenen met betrekking tot de verdeling van huurwoningen en met betrekking tot wijzigingen in de woonruimtevoorraad van zowel huur- als koopwoningen. Voor de inzet van dit instrumentarium dient een gemeente aan te tonen dat er sprake is van schaarse woningen. In het geval van schaarste stelt de gemeente een huisvestingsverordening op voor een periode van vier jaar en geeft daarin aan welke maatregelen worden doorgevoerd om de problemen op de woningmarkt aan te pakken. Mogelijke maatregelen zijn verdelingregels met betrekking tot gereguleerde huurwoningen, beleid ten aanzien van kamerverhuur en toeristische verhuur. Na een periode van vier jaar kan het opnieuw nodig zijn om maatregelen door te voeren. Opnieuw dient dan schaarste aangetoond te worden. Dit rapport geeft inzicht in de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt. Een ruimtelijke invalshoek is onontbeerlijk omdat de woningmarktdruk een ongelijkmatig patroon heeft. Schaarste is een relatief begrip en ruimtelijke vergelijkingen geven de verschillen in schaarste weer en laten zien dat verschillende onderdelen van de woningmarkt een verschillend profiel hebben. De stad Amsterdam heeft in vergelijking met de andere gemeenten van de MRA een uitgesproken stedelijk karakter. Vestiging vanuit andere delen van het land of het buitenland richt zich veel sterker op Amsterdam dan op de gemeenten rondom de hoofdstad. Sommige van de omliggende gemeenten vervullen traditioneel een belangrijke rol in de wooncarrière van Amsterdamse doorstromers en ervaren daardoor de afgeleide druk van Amsterdam. Maar ook binnen Amsterdam bestaan verschillen naar marktdruk en de afgeleide signalen. Het rapport begint in paragraaf 2 met het woningtekort dat voor Amsterdam en zijn woningmarktregio naar voren komt in onder meer de nationale ‘Staat van de Woningmarkt’. Bij de berekening van dit woningtekort zijn de verwachte groei van de woningvoorraad per regio, de demografische ontwikkeling en de vraagontwikkeling meegenomen. In de volgende paragraaf wordt aandacht besteed aan de oorzaken van de schaarste in Amsterdam en omgeving en de verwachtingen voor de toekomst. Ook de gevolgen van schaarste komen aan de orde: prijzen op de woningmarkt, prijsontwikkeling en prijsverschillen maar ook andere schaarste-indicatoren in de delen van de woningmarkt waarin prijzen gereguleerd zijn (paragraaf 4). Ruimtelijke verschillen zijn belangrijk in dit rapport, en dat komt ook tot uitdrukking in paragraaf 5 over de differentiatie binnen Amsterdam zelf. Paragraaf 6 gaat over de bewoning van de Amsterdamse woningvoorraad. De laatste paragraaf bevat de conclusies. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 7 2 Woningtekort in spanningsregio's De meest samenvattende manier om het thema schaarste op de woningmarkt te bespreken is door te kijken naar het woningtekort. Dat woningtekort is geen nieuw verschijnsel in Nederland. Dat tekort is eigenlijk na de Tweede Wereldoorlog nooit verdwenen maar vertoont in de tijd wel fluctuaties die onder meer te maken hebben met de economische conjunctuur. Het afgelopen decennium kenmerkte zich door vijf jaren financiële en economische crisis (2009-2013) en daarna vijf jaren herstel gevolgd door sterke economische groei. In de Nationale Woonagenda die minister Ollongren in mei 2018 publiceerde schrijft zij: ‘In de afgelopen jaren is er een woningtekort ontstaan in Nederland. Op veel plekken vinden mensen het moeilijk om een huis te vinden dat past bij hun wensen en mogelijkheden. Om dit op te lossen zouden er, rekening houdend met de sloop van 12 tot 13 duizend woningen per jaar, tot 2025 zo'n 700 duizend woningen moeten worden bijgebouwd. Dat betekent vanaf nu een jaarlijkse opgave van gemiddeld 75 duizend woningen’ (Ministerie BZK 2018, pag. 1). Figuur 1: Woningtekort in Nederland, 1945-2018 jaar | Eeste} [UID 3 | KA jaar | absoluut | KA 1970 77.100 2006 167.000 _ |2,4 1990 134.000 2015 134.000 _ |1,8 1994 127.000 2016 138.000 | 1,8 2017 nieuwe benadering | 242.000 3,2 ________|2018 263.000 | 34 Bron: Ministerie BZK (2018a), pag. 31: cijfers t/rn 2016; ABF Research (2018) cijfers 2017. Capital Value/ABF Research (2019) cijfers 2018. Bij de berekening van de woningbehoefte, de woningvoorraadontwikkeling en het woningtekort wordt al jaren lang gewerkt met de PRIMOS-prognose van onderzoeks- bureau ABF. In het ministeriële rapport ‘Staat van de Woningmarkt’ wordt beschreven hoe het woningtekort vlak na de Tweede Wereldoorlog 14% bedroeg, in 1960 nog altijd 8%. Daarna werd het woningtekort snel kleiner, totdat in de jaren '80 het tekort was teruggedrongen tot ca 2% van de woningvoorraad en het niet langer als een maatschappelijk probleem gezien werd (Ministerie BZK 2018a, pag. 27). Nu blijkt dat ook in latere jaren het woningtekort vaak rondom de 2% lag en dat het tekortcijfer in het recentste jaar juist weer hoger ligt, rondom de 3%. Inmiddels wordt in navolging van ABF met een nieuwe rekenmethode gewerkt waarin het nationale Woononderzoek Nederland een minder belangrijke rol speelt en gegevens uit de basisregistraties een prominentere rol hebben. Volgens de oude manier 8 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt van werken zou het tekort in Nederland op 2,7% liggen (207.000), volgens de nieuwe methode op 3,2% ofwel 242.000 (ABF, 2018). ABF schrijft elders dat een verlaging van dit tekort tot onder de 100 duizend, om tot een gezonde spanning op de woningmarkt te komen, zeer wenselijk is. Dat zou neerkomen op 1,3%. Dat het woningtekort gegroeid is blijkt ook als vergeleken wordt met een eerdere rapportage over het woningtekort. In de Primos prognose van ABF over het jaar 2009 wordt gemeld: ‘Om in de groei van de woningbehoefte te voorzien moet de woningvoorraad tussen 2010 en 2020 met ruim 500 duizend woningen toenemen, dus met gemiddeld 50 duizend per jaar’ (Den Otter, e.a., 2010). Dat betekent dat het woningtekort dat in de Nationale Woonagenda genoemd wordt na de crisisjaren zodanig is toegenomen dat niet 50.000 woningen maar 75.000 woningen per jaar gebouwd moeten worden. En dat is een grote opgave. Als de minister schrijft dat in de afgelopen jaren een woningtekort is ontstaan in Nederland, bedoelt ze dat het woningtekort aanzienlijk is toegenomen. Figuur 2: Woningtekort naar COROP-regio, 2019 6,5% -7,4% en mn gE EC EE 30%-4,0% ED 2,3%- 3,0% Ô VE | 1,7% - 2,3% q 10% -1,7% Su zz > tot 1,0% f vG ES En Bron: Capital Value/ABF Research (2019). Het woningtekort in COROP Groot Amsterdam is in 2019 6,6%, geleidelijk dalend naar 5,2% in 2025. Een ABF-rapport laat dan ook zien dat het woningtekort nog verder zal oplopen en pas voorbij 2020 weer in de buurt komt van het huidige woningtekort (ABF, 2018). De CBS statistiek laat zien dat de opgave van 75.000 woningen per jaar in 2018 niet zijn gehaald (66.000 nieuwbouw en 73.513 voorraadgroei) en op basis van nieuwbouwplannen in 2019 ook niet gehaald kan worden. De recentste doorrekening uit 2019 laat dan ook een verdere stijging zien van het tekort naar 3,4% ofwel 263.000 (Capital Value/ABF Research 2019). Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 9 In deze cijfers over het woningtekort wordt alle relevante recente kennis over ontwikkeling van de bevolking (jaarlijks bijgewerkte CBS bevolkingsprognose met daarin huidige en verwachte sterfte, geboorten, migratie, leeftijdsverdeling) en de woningvoorraad (bouw- en sloopplannen, samenstelling naar woninggrootte, woning- type, prijsklasse) meegenomen. Deze kennis wordt bijgehouden op laag geografisch schaalniveau, zodat de tekorten per regio kunnen worden gespecificeerd. ABF laat met de kaart van 32 woningmarktregio's zien dat percentueel het woningtekort het grootst is in de regio Amsterdam en de regio Nijmegen. Daarna volgen Utrecht, Den Haag en Tilburg. Figuur 3: Huidig woningtekort en prognose ontwikkeling woningtekort, 2017-2030, per spanningsregio | Woningtekort Woningtekort 2017 2030 Metropoolregio Amsterdam 61.000 4,2 Regio Eindhoven 12.000 17 Regio Rotterdam 16.000 2,7 19.000 3,0 totaal spanningsregio's 140.000 44 141.500 4,0 | rest van Nederland 16 Bron: Ministerie BZK (2018a). Capital Value/ABF Research stellen het woningtekort voor 2018 bij naar 263.000 (3,4%) voor Nederland, waarmee ook het tekort voor de MRA weer hoger komt te liggen dan in de ministeriële ‘Staat van de Woningmarkt’. Het Rijk werkt met woningmarktregio's die afwijken van de COROP-gebieden die ABF en Capital Value in hun rapportages gebruiken. In figuur 2 is te zien dat in COROP regio Amsterdam, met de kleur van de hoogste klasse woningtekort, Kennemerland, IJmond en Gooi en Vechtstreek ontbreken, die wel tot de Metropoolregio Amsterdam behoren (figuur 3). Volgens de indeling naar nationale woningmarktregio's is Utrecht met 5,7% woningtekort de meest gespannen woningmarkt, direct gevolgd door MRA met 5,4% in 2017. Deze percentages liggen ver boven de 2% die het Rijk ooit kwalificeerde als ‘geen maatschappelijk probleem! en ver boven de 1,3% die ABF wenselijk vindt voor een gezonde woningmarkt (tekort landelijk onder de 100.000 brengen). Met doorrekening van de huishoudensontwikkeling en de woningbouwplannen verwacht ABF voor de periode 2017-2030 wel enige verlichting van het woningtekort in de MRA naar 4,2% woningtekort in 2030, maar dat zijn dan nog altijd wel ruim 50.000 woningen te weinig voor de Amsterdamse regio. Het woningtekort is, zoals eerder gezegd, een rekensom van de verwachte groei van het aantal huishoudens en de bijbehorende woningbehoefte tegenover de ontwikkeling van de woningvoorraad waarbij het bouwprogramma een grote rol speelt. Voor de Metropoolregio Amsterdam wordt in het Actieprogramma Woningproductie 2018-2025 10 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt opgemerkt dat met een ambitieus bouwprogramma van 15.000 woningen per jaar (105.000 voor de periode van 7 jaar) net voldoende vergroting van de woningvoorraad bereikt wordt om de demografische groei op te vangen (behoefte 12.300 woningen per jaar). Daarmee wordt dus een deel van de achterstand die werd opgelopen door de crisis, ingelopen. In 2018 haalde de MRA de beoogde 15.000 toegevoegde woningen; het jaarcijfer kwam uit op 15.715, waarvan Amsterdam ruim de helft 8.529 verzorgt (CBS, Statline; NUL20, maart 2019). Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 11 3 Achtergrond van de schaarste De kwestie of de regio Amsterdam kampt met schaarste op de woningmarkt behoeft na het voorgaande weinig verdere toelichting. De benodigde uitbreiding van de woningvoorraad is in de jaren van de crisis niet gelukt en na de crisis moeten alle zeilen bijgezet worden om de verwachte behoefte vanuit de demografische groei bij te houden of enigszins te overtreffen om het tekort te verkleinen. Naast de Amsterdamse regio zijn er echter nog enkele andere woningmarktregio’s in Nederland die, ook in het Rijksbeleid, worden aangemerkt als spanningsregio's. Dat bepaalde regio's, met de regio Amsterdam als belangrijkste exponent, zo'n sterke demografische groei doormaken heeft te maken met de veranderingen in de economie die zich de afgelopen decennia voltrokken. De stedelijk georiënteerde bedrijvigheid is sterk in belang toegenomen. Economische activiteiten die gericht zijn kennisontwikkeling en op creatieve, op consumptie en cultuur gerichte productie en dienstverlening zijn sterk opgekomen. Deze sectoren zijn hierdoor zeer gevarieerd en dynamisch geworden en tegelijkertijd sterk verweven met het wonen en leven in de stedelijke woonwijken. De stedelijke mix van wonen en werken levert een interactiemilieu op van belangrijke economische waarde. Het is een selling point van een select aantal Nederlandse steden, en van Amsterdam in het bijzonder. Figuur 4: Binnenlandse vestiging in en vertrek uit Amsterdam, 1995-2018 sol 45.000 20000 00 000 TZ 20.000 B 000 00 BE 1995'96 '97 '9B '99 '0O 'O1 '02 '03 04 '05 '06 '07 ‘OB '09 "10 1 12 13 14 15 16 172018 => binnenlandse vestiging == binnenlands vertrek Bron: Dignum (2019) op basis van cijfers OIS Die gevarieerde stedelijke economie sluit ook goed aan bij de internationalisering of globalisering van bedrijvigheid, goederen- en dienstenstromen en de residentiële bewegelijkheid van werkenden in betreffende sectoren. Cultuur en consumptie zijn samen een belangrijke factor geworden in de agglomeratiekracht van een aantal steden in het land, waaronder Amsterdam (De Groot e.a, 2010). Het droeg ook bij aan het fenomeen dat Amsterdam in de jaren 2009-2013 zo sterk bleef groeien in bevolkingsaantal terwijl de woningvoorraad lang niet in dezelfde mate ontwikkelde. Waar Nederland economisch een sterke recessie meemaakte, bleek juist Amsterdam 12 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt een belangrijk toevluchtsoord voor jongeren op zoek naar werk of met als doel nog een jaar langer door te studeren. Ook de instroom van mensen uit het buitenland groeide in deze recessiejaren naar een aanzienlijk niveau. Tegelijkertijd waren door de financiële crisis de mogelijkheden om vooruitgang te boeken op de woningmarkt voor velen aanzienlijk gekrompen. Vooral potentiële doorstromers op de woningmarkt kampten met het probleem dat ze hun woning niet voor de beoogde prijs konden verkopen en dat veroorzaakte een brede stagnatie in de doorstroming. Amsterdam groeide in de jaren van crisis met meer dan 10.000 mensen per jaar (de helft hiervan kwam overigens voor rekening van het geboorteoverschot). Na de recessie handhaafde Amsterdam deze groeicijfers maar er trad wel een sterke verschuiving op in de migratie de stad in en uit. Figuur 5: Buitenlandse vestiging in en vertrek uit Amsterdam, 1995-2018 50.000 B 20000 500 0000 ed nd 20000 TT 15.000 AN 000 TT 500 be 1995'96 '97 '9B '99 '0O 'O1 '02 '03 04 '05 '06 '07 ‘OB '09 "10 1 12 13 14 15 16 172018 => vestiging uit buitenland == vertrek naar buitenland Bron: Dignum (2019) op basis van cijfers OIS De mogelijkheden om door te stromen op de koopmarkt kwamen weer op gang, al stegen de prijzen in Amsterdam snel, waardoor met name gezinshuishoudens op zoek naar ruime woningen de route van suburbanisatie opzochten. 2017 en 2018 gaan de boeken in met historisch hoge aantallen binnenlandse migratie uit Amsterdam (meer dan 45.000), wat bij een stabiliserende binnenlandse vestiging van rond de 35.000 inmiddels een binnenlands vertreksaldo oplevert van ruim boven de tien duizend (in 2018 zelfs 12.448). Dat levert echter geen verlichting op voor de Amsterdamse woningmarkt omdat ook de buitenlandse migratie zeer hoge cijfers laat zien maar dan andersom, een hoog vestigingsoverschot. Tot aan 2006 was een jaarlijks buitenlands vestigingscijfer van ca. 15.000 de norm om in de jaren van de crisis snel door te stijgen naar ongeveer 25.000 en in de jaren na de crisis zelfs verder tot ruim boven de 30.000. In 2018 werd met 43.325 buitenlandse vestigers een record bereikt, bij een buitenlands vertrek van 27.310 leverde dat een buitenlands vestigingssaldo op van 16.015. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 13 Figuur 6: Nabijheid van arbeidsplaatsen, 2016 Nabijheid, 2016 ee sn PT " Verandering, 1996-2016 Ó 8 \ Ë x | ad * de 6 s , k & win Nee Spr Pag ms ® 7 Index (gemiddelde Verandering Nederland = 100) bereikbare banen (%) MB ager dan 50 MB minder dan -10% B 50-75 EE -10%--5% 75 - 100 5% - 0% 100 - 125 0% - 5% B 125-150 ME 5%-10% WW hoger dan 150 WM meer dan 10% Bron: Compendium voor de Leefomgeving, samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR Zal deze aantrekkingskracht van Amsterdam en een aantal andere spanningsregio's nu gaan verminderen in de toekomst? Amsterdam zal haar nationale toppositie als cultuur- en consumptiestad, wat zo'n belangrijke economische factor geworden is, waarschijnlijk niet snel verliezen. Wat wel meespeelt, is dat Nederland geleidelijk aan minder jongeren krijgt, waardoor getalsmatig de stroom van jongeren op zoek naar goede educatie en keuze op het gebied van banen, iets zal slinken. De andere factor is de internationale economie van Amsterdam. Deze heeft zich in de voorbije decennia verstevigd zodanig dat Amsterdam ondanks zijn relatief kleine omvang grote bekendheid in de wereld geniet. Amsterdam is het visitekaartje van de traditioneel sterk op export gerichte Nederlandse economie. De MRA vertegenwoordigt een vijfde deel van de Nederlandse economie (Gemeente Amsterdam 2018a, pag. 2). Maar de economische conjunctuur is grillig, en waar men tot een paar jaar geleden dacht dat de openheid van nationale economieën ook voor de toekomst de internationale relaties zou bepalen, is in een paar jaar tijd de sfeer onzeker geworden doordat meer landen een protectionistische lijn gaan voeren en zelfs handelsgeschillen aan het wereldtoneel verschijnen. Toekomst voorspellen is moeilijk en daarom gaan economische en demografische scenario’s ervan uit dat de relatieve aantrekkingskracht van regio’s in Nederland voor de komende decennia zich zal blijven aftekenen als een driedeling (Ritsema van Eck, e.a. 2015). Die driedeling laat zich het makkelijkst zien op de kaart met de nabijheid van arbeidsplaatsen (figuur 6). Die kaart laat een sterke Randstad zien met daarbinnen de Noordvleugel (Amsterdam-Utrecht) en de Zuidvleugel (Rotterdam en Den Haag) als 14 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt centra met het grootste banenbereik. Vervolgens een uitstralingszone die grote delen van Brabant en Gelderland omvat. En ten derde een gebied buiten deze Randstad met zijn uitstralingszone. Bij dit derde gebied, met een banenbereik dat veel lager ligt dan het Nederlands gemiddelde, gaat het om meer dan de helft van Nederland naar landoppervlak gemeten. Figuur 7: Woon-werkverplaatsingen, gemiddelde 2012-2016 Stromen groter dan 1.500 per dag Aantal per dag k 1.500 5.000 Ze 10.000 Me —- tussen centrale steden —- binnen stadsgewesten ( / —- overige NL - Se Ae en 2 Bron: Van Egmond, e.a. (2018) Deze driedeling is ook terug te zien in de kaart van Nederland met zijn pendelstromen. In de Randstad zien we sterke relaties vanuit de grote steden naar een zeer ruim achterland, ofwel duidelijk herkenbare stadsgewesten met onderlinge verbindingen. In de uitstralingszone is de vorming van stadsgewesten ook te zien, maar minder intensief en in de perifere delen van het land treffen we zwakkere regionale netwerken. Hoe sterker het pendelnetwerk, hoe meer een regio als geïntegreerde werk- en woningmarktregio gezien moet worden, met sterke relaties tussen de onderlinge gemeenten. Dat Amsterdam een van de sterkst verbonden regio's van het land is wordt ook besproken in de Economische Verkenningen van de MRA: In totaal worden in 2017 naar schatting 361 duizend arbeidsplaatsen (ruim de helft van alle werkzame personen) in Amsterdam vervuld door inkomende forensen. Hiervan komt bijna 45 procent van buiten de MRA. De inkomende forensenstroom is fors groter dan de groep Amsterdammers die voor werk naar andere delen van Nederland reist. Dit geeft eens te meer aan dat de Amsterdamse economie een grote uitstraling heeft op Nederland. Ook vanuit de overige deelregio's van de MRA is Amsterdam netto-ontvanger van arbeidskrachten. Het pendeloverschot bedraagt daarmee naar schatting 212 duizend personen in 2017 (Amsterdam 2018a, pag. 113). Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 15 4 Belangrijke effecten , sen: Langere ‘wachttijd’ in het gereguleerde segment In het gereguleerde deel van de woningmarkt vertaalt schaarste zich naar langer wachten. Vaak wordt gesproken over langer wordende wachtlijsten en wachttijden, praktisch zit het ingewikkelder in elkaar. Zoals de corporatiesector in aantal woningen geleidelijk aan kleiner geworden is, zo is ook het aantal beschikbaar gekomen sociale huurwoningen geslonken op het digitale platform voor verhuur van sociale huurwoningen, WoningNet van Stadsregio Amsterdam. Sinds 2012 ligt het aantal verhuringen op dit platform al zes jaar op rij beneden de 7.000 per jaar terwijl daarvoor aantallen van 8.000 à 9.000 gebruikelijk waren (figuur 8). Figuur 8: Verhuringen corporatiewoningen per stadsdeel onder huurtoeslaggrens via WoningNet, 2007-2017 mn .t ARD 8.000 APR NN MK 7.000 4678 Kil ARRA B ANNEN NENmE 3165 5.000 MARNE PE Ee ZANNA 2.000 | a Î Î Î hk Î 4110 Î ä ä Î Î Î 3674 | KIKA NRN a a EA nn ERDER 2007 _ 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 mn Centrum, West, Zuid, Oost mn Nieuw-West, Noord, Zuidoost Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018) Het aantal ingeschreven woningzoekenden bij dit platform ligt inmiddels op 406.131in 2018. Alleen in Amsterdam steeg het aantal inschrijvingen van 155.225 naar 229.608 in de periode 2014-2018. Maar veel van deze ingeschrevenen tonen zich (nog) niet actief. Het aantal actief woningzoekenden bij WoningNet is in de deelregio’s Noord en Zuid redelijk stabiel gebleven op ongeveer 10.000 maar in Amsterdam gestegen van bijna 50.000 naar bijna 60.000 in de jaren 2014-2018 (figuur 9). Dit aantal actief woningzoekenden ligt het dichtst bij de term ‘wachtlijst’. 16 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Figuur 9: Aantal actief woningzoekenden op WoningNet van Stadsregio Amsterdam, 2014-2018 60.000 kalle} RCH 50.000 Aln DEN SEE DEE DEE 0 2014 2015 2016 2017 2018 mn Amsterdam mn Stadsregio Noord mn Stadsregio Zuid Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018), tabel 2, gegevens 2018 van WoningNet Figuur 10: Gemiddelde inschrijfduur en woonduur bij acceptatie van een huurwoning op WoningNet van Stadsregio (in jaren), 2007-2018 jaar | en ‚ Oe | ZN | | 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 em starters eme doorstromers Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018), tabel 2, gegevens 2018 van WoningNet Maar het is niet het aantal huishoudens, of de denkbeeldige lengte van de lijst die het wachten bepaalt. Het is de inschrijfduur die bepaalt hoeveel kans men heeft op een woning waarop men reageert in het aanbod van Woningnet. Daarom is de gemiddelde inschrijfduur bij acceptatie van een huurwoning op WoningNet de variabele die voor de gemiddelde zoeker naar een sociale huurwoning neerkomt op ‘wachttijd’. Individueel kan men deze wachttijd korter of langer zijn als men zich richt op woningen waarvoor geringere of juist grotere belangstelling is. Door de geringere beschikbaarheid van betaalbare corporatiewoningen is de gemiddelde inschrijfduur en woonduur bij acceptatie van een aangeboden huurwoning op WoningNet het voorbije decennium gestegen tot 19 jaar bij doorstromers en 11 jaar bij starters (figuur 10). Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 17 Hoge prijzen en woonlasten Een belangrijk effect van schaarste is dat de prijzen omhoog gaan in de delen van de woningmarkt die geen regulering kennen. En stijging van de prijzen leidt tot selectievere toegankelijkheid. Figuur 11 laat de sterke stijgingstrend zien voor Amsterdam na 2014. De vierkante meterprijzen aan de vraagkant van de woningmarkt stegen in een paar jaar tijd van rond € 3.500 naar € 5.500 in Amsterdam. Deze trend werd ons de laatste jaren duidelijk verteld in de media; de opleving en latere oververhitting van de woningmarkt was het eerst zichtbaar in Amsterdam, gevolgd door andere locaties op enige afstand van Amsterdam: een golf na een steen in de vijver is een bekende metafoor. Figuur 11: Gemiddelde vraagprijs in euro's per vierkante meter, Amsterdam en Nederland, 2008-2018 euro 0 2008 _ 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 => Nederland == Amsterdam Bron: Huizenzoeker.nl. Cijfers per december van elk jaar De woningvoorraad in de verschillende gemeenten van de MRA is verschillend van samenstelling naar type. Amsterdam is de stad met de hoogste dichtheid, de hoogste graad van stapeling van appartementen met een bescheiden maatvoering en het geringste aandeel eengezinswoningen. De jonge groeigemeenten Purmerend, Haarlemmermeer, Lelystad en Almere kennen juist een groot aandeel grondgebonden woningen met tuin, gebouwd in een ruime stedelijke setting. ‘t Gooi en Kennemerland staan bekend als de historische suburbane woongebieden van de regio, met een veelheid van aantrekkelijke, grondgebonden woningen met historische uitstraling in een lommerrijke omgeving. Deze verschillende woonmilieus van de MRA zijn dan ook verschillende deelmarkten en ze bedienen verschillende klantengroepen. Amsterdam is voor de andere gemeenten binnen de MRA altijd een van de grootste leveranciers van doorstromende huishoudens die een stap maken in hun wooncarrière, al verschilt dat belang van Amsterdam tussen gemeenten en zijn er periodieke fluctuaties. Amsterdam is typerend de gemeente met een groot aantal etages van bescheiden omvang en tegelijkertijd een bevolking waarvan een groot deel in de fase verkeert van wooncarrière en verhuiswensen. Als de verhuismotieven van Amsterdammers bekeken worden (onderzoek Wonen in Amsterdam) valt het volgende op. Drie antwoorden die iets zeggen over de behoefte om meer woonkwaliteit te verwerven voeren de lijst aan van meest genoemde verhuisredenen. De eerste is de behoefte om groter te wonen: 18 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt van de huishoudens die willen verhuizen meldt 50% dat de huidige woning te klein is. De tweede verhuisreden is behoefte aan een betere of mooiere woning (38%), en de derde reden de behoefte aan een (grotere) tuin of balkon (26%). Dat zijn alle drie verhuismotieven die te maken hebben met de ontwikkelende woonambities tijdens de dynamische levensfase van 25-44 jaar, waarin huishoudensgroei (gezinsvorming) en inkomensgroei vaak tegelijk optreden. Bij deze leeftijdsgroepen bereiken deze verhuismotieven extra hoge percentages. Van de 35-44 jarigen is drie kwart op zoek naar een grotere woning, bij leeftijden boven de 65 is dat minder dan 20% ([Dignum, 2019). Het merendeel van de huishoudens met een verhuiswens (bijna drie kwart: 72%) wil in Amsterdam blijven, aldus gegevens uit het onderzoek Wonen in Amsterdam, maar het aandeel dat werkelijk in Amsterdam blijft, is in de jaren van de nieuwe eeuw ongeveer 60%, in recente jaren dalend naar 55% (verhuizingen gedeeld door verhuizingen + binnenlands en buitenlands vertrek). De mogelijkheden om de behoefte aan meer vierkante meters en aanverwante kwaliteitsaspecten (buitenruimte) te verwezenlijken zijn in Amsterdam beperkt en brengt velen naar de woongebieden op enige afstand van Amsterdam. Huishoudens op zoek naar een grotere woning hebben moeite die in Amsterdam voor een betaalbare prijs te vinden. Figuur 12: Vertrek uit Amsterdam leeftijden 0-9 jaar en 20-39 jaar, 2006-2018 (procenten) 20 B | be a Dn oe B maman DE oe 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 —_ Û-djaar == 5-P jaar == 20-24 jaar == 25-29 jaar —- 30-34 jaar —= 35-39 jaar Bron: Gemeente Amsterdam, OIS De sterke uitstroom van de leeftijdsgroepen die met het gezinshuishouden geassocieerd worden (figuur 12) moet dan ook niet alleen gezien worden als een inhaaleffect van de crisisjaren waarin velen hun woonwensen niet konden vervullen. Het Amsterdamse prijsniveau blijkt een rol te spelen bij met name huishoudens die wat meer vierkante meters nodig hebben. Indicatief is dat het percentage vertrekkende jonge kinderen (met hun ouders) vanaf 2015 hoger ligt dan het aantal jonge kinderen dat in Amsterdam zelf verhuist. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 19 Schaarste in alle woningmarktsegmenten van Amsterdam In het rapport ‘Raming Woningbehoefte Metropoolregio Amsterdam 2017-2025! wordt getoond dat er tot 2025 behoefte is aan uitbreiding van de woningvoorraad in alle prijsklassen. Figuur 13: Trendmatige woningbehoefte 2017-2025 naar prijssegment (procenten) A Amsterdam Ee Pie) 31 ee ee MRA 51 LK} EN 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% m goedkoop B odelduur WM auur Bron: Buys, Van der Reijden en Hagen (2018) 44% van de behoefte in de MRA bestaat uit ‘goedkope! woningen, 25% uit woningen in het middensegment en de rest (31%) uit woningen in de duurdere segmenten. Voor Amsterdam ligt het accent nog iets sterker goedkope woningen (51%), maar ook op dure (36%) woningen dan in de MRA gemiddeld. In deze doorrekening van de woningbehoefte naar segment is nog geen rekening gehouden met de woonwensen zoals ze geuit zijn in het onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam 2017. Als niet alleen de demografische trend en de ontwikkeling in de woningvoorraad wordt meegenomen maar ook deze woon- en verhuiswensen, ligt er een groter accent op de ‘behoefte! aan dure woningen. Behoefte is hierbij een gekleurd begrip. Men is natuurlijk op de eerste plaats op zoek naar een ruime woning van goede kwaliteit met een goede woonomgeving, maar Amsterdammers die gewend zijn aan de sterke prijsstijgingen zullen zich realiseren dat zij bij een mogelijke verhuizing bepaalde (hoge) huur- of kooplasten moeten aanvaarden. In de 2017 versie van het woningmarktonderzoek manifesteert zich in de verhuiswensen een sterk accent op ruime woningen, die vaak in de koopsector te vinden zijn. Eerder werd al besproken dat Amsterdam voortdurend een aangroei heeft van huishoudens in de gezinsfase op zoek naar verbetering van de woonsituatie. Na een aantal mindere jaren op de woningmarkt oefent deze groep extra vraagdruk uit. Deze ruimtebehoeftige huishoudens maken ook dat de behoefte aan eengezinswoningen voorlopig niet kleiner wordt. Pas over meer dan tien jaar zullen er meer eengezinswoningen in de voorraad beschikbaar komen om die vraag te bedienen. Op dit moment is er nog een behoorlijke behoefte aan vergroting van de capaciteit in dit segment. De eerder besproken differentiatie binnen de MRA leert dat de eengezinswoningen slechts in geringe mate binnen Amsterdam te vinden zijn en juist in grote mate in de gemeenten rondom Amsterdam. In het bouwprogramma zal die verdeling niet anders worden. Het gevolg is dat Amsterdammers ook in de toekomst grote vraag zullen blijven uitoefenen op de voorraad van ruime, grondgebonden woningen in overige delen van de MRA. 20 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Figuur 14: Aandeel grondgebonden woningen in de woningbehoefte, 2017-2025 (procenten) A En en EE EN Ee VRA mmm vl 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50% mn met woonwensen mn trendmatig Bron: Buys, Van der Reijden en Hagen (2018) Deze passage over de doorgerekende woningbehoefte vertelt dat de heersende schaarste gevoeld wordt in alle segmenten van de woningmarkt, of men die nu opdeelt naar prijssegmenten of naar woningtypen. Ook als men niet naar de toekomst kijkt maar eenvoudig naar de huidige verdelingen naar inkomensgroepen en woningmarktsegmenten binnen Amsterdam komt het beeld van breed gedeelde schaarste naar voren. Amsterdam komt over de langere tijdlijn gezien van een situatie dat koopwoningen nauwelijks voorkwamen (in 1995 slechts 11%) en dat de huurmarkt overwegend uit sociale huurwoningen bestond. Vanaf midden jaren tachtig vond het stadsbestuur dat deze opbouw niet langer paste bij de veranderende bevolkingssamenstelling. Het compacte-stadbeleid werd geïntroduceerd. De welvaartsgroei maakte het nodig dat Amsterdam door bouw en door verkoop en liberalisatie van huurwoningen meer differentiatie ging nastreven. In de jaren zestig en zeventig hadden vele Amster- Figuur 15: Vergelijking van inkomensgroepen en woningmarktsegmenten in Amsterdam, 2011-2017 (procenten) oo £ ‚Ne Ne Re nn RT RR EN Ann mm MMM nnn mmm mn 65 RR nn RNR ER nn 20 mmm mn mmm mn inkomen- woning- inkomen- woning- inkomen- woning- inkomen- woning- groepen markt- groepen markt- groepen markt- groepen markt- segmenten segmenten segmenten segmenten 2011 2013 2015 2017 HE hoog inkomen HE dure huur en koop HE middeninkomen HE middeldure huur en koop mn laag inkomen mn gereguleerde huur en betaalbare koop Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 21 dammers, door onvoldoende mogelijkheden om kwaliteitsverbetering te bereiken in hun woonsituatie en door het toegenomen autobezit, Amsterdam voor het wonen de rug toegekeerd terwijl men voor werk sterk op de hoofdstad georiënteerd bleef. Meer dan dertig jaar na introductie van het compacte stadbeleid is een situatie op de Amsterdamse woningmarkt bereikt waarin de percentuele verdeling naar woningmarktsegmenten en de verdeling naar woningmarktgroepen (inkomens) steeds dichter bij elkaar is komen te liggen (figuur 15). Onder de eerder besproken situatie van schaarste op de woningmarkt betekent dit dat er in geen van de woningmarktsegmenten gesproken kan worden van ‘overmaat’, dat de schaarste verdeeld wordt over de breedte van de markt. 22 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 5 Diff tiatie bi Amsterd Amsterdam kent traditioneel een grote corporatiesector, maar die neemt in omvang af. Nog maar een decennium geleden bestond de Amsterdamse woningvoorraad voor meer dan de helft uit corporatiewoningen. Dat aandeel lag in 2017 op 43% (zie ook figuur 16). De koopsector maakte juist in de jaren tachtig en negentig een sterke groei door, in de laatste jaren groeide het aandeel eigen woningbezit tot een derde van de totale voorraad. Het aandeel particuliere huursector groeit geleidelijk naar een kwart van het totaal. Als we kijken naar de verdeling van woningen over de drie sectoren die recent bewoond zijn, zien we dat de recente beschikbaarheid in de corporatiesector in de loop van de jaren sterk geslonken is. In vergelijking tot het aandeel corporatiesector in de totale woningvoorraad is het aandeel dat recent betrokken werd steeds meer ondervertegenwoordigd (30% versus 43% in 2017). Het omgekeerde geldt voor de particuliere huursector die juist relatief meer beschikbaar kwam voor recente bewoning bij slechts geringe groei in de voorraad (38% recente bewoning en 24% van de totale voorraad). De dynamiek in koopsector vertoont een meanderend patroon, wat typerend is voor de conjunctuurafhankelijkheid van de sector. Figuur 16: Segmentale verdeling van de gehele woningvoorraad en de recent bewoonde woningen 8 gE 8 2015 30,6 45,5 EEK © gE 2 2013 Nd EyR) ZE Wv gE 2 201 Er EEN DE 8 gE 2009 EK Er 21,8 2017 EE 30,2 38,0 8 eneen 8 2015 DA 34,5 EE 8 gE 8 2013 EK 34,7 EE + gE 5 2011 30,3 39,6 30,1 ® ne enne “2009 36,5 AE 21,9 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100% mn koopwoning mn corporatiewoning mn particuliere huurwoning Bron: Dignum (2019) op basis van Wonen in Amsterdam De vrije markt: koopsector Voor de koopsector zijn al eerder de vierkante meterprijzen besproken als indicator voor de situatie op de markt. Met een sprekend kleurverloop van rood naar geel, groen en blauw, wordt de kaart met ruimtelijke differentiatie in vierkante meterprijzen ook wel de ‘hittekaart’ genoemd. Zoals eerder werd besproken is het gemiddelde voor Amsterdam ruim € 5.500 per vierkante meter eind 2018, maar met de donkerste kleuren rood worden gemiddelde prijzen aangegeven die daar nog eens tweeduizend euro boven Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 23 liggen. De verschillen binnen Amsterdam zijn groot en veranderen ook snel. Zo liggen de prijzen ver boven het stedelijk gemiddelde in het centrum van Amsterdam (binnen de ring A10 en ten zuiden van het IJ) en vinden we gematigde prijzen in Amsterdam Zuidoost). Er is een snelle prijsstijging gaande in Amsterdam Noord aan de overkant van het Centraal Station en op het tracé van de Noord-Zuid lijn en nabij de Zuidas in Buitenveldert. Ook in de westelijke ringzone stijgen de prijzen snel. De verschillen kunnen ook zichtbaar gemaakt worden met de WOZ-waarden per stadsdeel. Alle WOZ-waarden in Amsterdam zijn ingedeeld in vijf twintig-procents- groepen, zodanig dat de laagste WOZ categorie de huizen met een prijs tot € 196.000 vertegenwoordigt en de hoogste categorie bij € 427.500 begint. Woningprijzen tussen € 261.000 en € 324.000 zijn volgens deze statistische indeling het Amsterdamse ‘middenniveau'!. Dan blijkt dat stadsdeel West wat WOZ-verdeling nog het meest op Amsterdam lijkt, hoewel de twee laagste WOZ-categorieën toch beduidend kleiner zijn. Voor Oost is het patroon enigszins vergelijkbaar. Extreem ten opzichte van het gemiddelde Amsterdamse patroon zijn de verdelingen voor Centrum en Zuid. De twee laagste twintig-procentscategorieën opgeteld (40%) zijn daar maar voor respectievelijk 15% en 11% gevuld. De twee hoogste voor respectievelijk 69% en 65%. Net zo afwijkend ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde is de situatie in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost. In Noord en Nieuw-West worden de twee laagste categorieën gevuld met ongeveer driekwart van de woningwaarden, in Zuidoost is dat zelfs 98%. De patronen van Nieuw-West en Noord zijn het spiegelbeeld van Centrum en Zuid. Het patroon van Zuidoost is met slechts 2% in de hoogste WOZ klassen het verst verwijderd van het Amsterdam gemiddelde. Figuur 17: Vierkante meterprijzen in Amsterdam 2008 (links) en 2018 (rechts) lien Ren 4 4 î as 5 5 RET Nee ef “ ee R kl nn Ae % ë va VAD « & ber der” WE > 76°? euro/m? EZ 3849 - 4491 euro/m? __ jaar + inflatie = index IE 6416 - 7699 euro/m? PZ 3208 - 3849 euro/m? 2018 + 1,72% = 128,31 2009 + 1,19% = 112,05 IB 5774 - 6416 euro/m? DB 2566 - 3208 euro/m? 2017 + 1,39% = 126,14 2008 + 2,49% = 110,73 B 5132-5774 eurofm? IB 1925-2566 euro/m? 2016 + 0,32% — 124,41 2007 + 1,61% = 108,04 IN 249: - 5122 euro/mt IN < 925 euro/m? 2015 + 0,64% = 124,01 2006 + 1,17% = 106,33 2014 + 0,98% = 123,22 2005 + 1,67% = 105,10 2013 + 2,53% = 122,02 2004 + 1,24% = 103,38 2012 + 2,47% = 119,01 2003 + 2,11% = 102,11 2011 + 2,34% = 116,14 2002 Consumenten 2010 + 1,28% = 113,49 Prijs Index = 100 Bron: Maps Amsterdam, Kadaster 24 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Als gekeken wordt naar de WOZ-waardeverschillen voor de 22 Amsterdamse gebieden zien we nog sterkere verschillen en ook een verschillende mate van prijsstijging. In de gebieden waar de WOZ-waarden relatief hoog liggen, nemen de waarden sneller toe dan de gebieden met relatief lagere waarden. De gebieden lopen op dit moment dus verder uit elkaar. De gemiddelde waarde was per 1 januari 2018 in Amsterdam € 4.438. Zeven gebieden met gemiddelden boven de € 5.000 zijn duidelijke uitbijters. Oud-Zuid en Centrum-West zijn de duurste gebieden met gemiddeld boven de € 6.000. Figuur 18: Waarde van de woning (WOZ) per stadsdeel, 1 januari 2018 (procenten) naterden A | Centrum men eee Zuid | Oost mmm eneen West Noord | Nieuw-West Zuidoost 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 % IM -€:96000 WM €196000-€261000 | €261.000-€324.000 WE € 324.000 - € 427.500 EN > € 427.500 Bron: OIS, Amsterdam in cijfers 2018, tabel 10.2.6 Figuur 19: Gemiddelde WOZ-waarde van de woningen per gebied, 1 januari 2018 000 TT oo ANNEE Ean == ANNEN EE Ennn EH oc AREN EE EEn NH EREN EREEN B SOEREN 8 0 Ò _& A NOA & Ò Ò Ò NÀ & Ò _& Sw Ps o” Ri & o” Ri & Lr E RER ” , & o” 2 SS o” Ka 3 $ EES ; $ © S ë os Ea SÉ 0% £ PEES F as Ss s 0 de PES WSE EE IP EE Pe PEES EED 7 NN EEN IE IL DEDEN EP AF AAN PN NAD OP Pe SD SP Ps 9d wor PLS NP Or AN OPS > © Ni st NY Ö 9 OT NN 5 2 c 9 Sg SPE Ni 9 S 5 9 5 5 S S Ò d 9 Bron: OIS, website De Pijp-Rivierenbuurt en Centrum-Oost vullen de stadsdelen Centrum en Zuid aan op iets lager niveau. Oud-West/De Baarsjes, Westerpark en Oud-Oost sluiten nog aan met gemiddeldes boven de € 5.000. Als representanten van het Amsterdams gemiddelde komen de gebieden Watergraafsmeer, Bos en Lommer, Indische Buurt/ Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 25 Oostelijk Havengebied, en Buitenveldert/Zuidas naar voren. Een achttal gebieden heeft gemiddelde WOZ-waarden rondom € 3.000. Ze liggen in Nieuw-West, Noord en Oost. De drie gebieden van Zuidoost hebben gemiddelde WOZ-waarden van juist boven de € 2.100. Ook bij deze opsomming geldt dat de gebieden met de hoogste waarden ook nog recent het snelst in waarde zijn gestegen, terwijl de lager gewaardeerde gebieden ook een minder steile trend kennen. Het gebied Bos en Lommer heeft de sterkste stijging in twee jaar tijd: 44% versus 33% voor heel Amsterdam. Sectorale verdeling Dat brengt ons op de sectorale verdeling binnen Amsterdam en de ruimtelijke verschil len hierin. De ruimtelijke verdeling van de gemiddelde woningwaarde weerspiegelt namelijk de prijsgradiënt van centrum naar stadsrand, maar er speelt een compositie- effect mee. De WOZ van koopwoningen ligt ruim boven het Amsterdams gemiddelde (+27%), die van particuliere huurwoningen een gering percentage boven het gemiddel- de (+7%) en de WOZ van corporatiewoningen bijna een kwart (-23%) onder het ge- middelde. Dat geldt voor de stad als geheel, maar ook voor gebieden van een kleinere schaal bestaat ongeveer dezelfde verhouding. Dus hoe meer woningen van de duurste sector, de koopsector, des te hoger de gemiddelde WOZ en hoe meer corporatie- woningen een gebied bevat des te lager de gemiddelde WOZ. In figuur 20 is te zien dat de koopsector behoorlijk evenredig verdeeld is over Amsterdam en omdat de WOZ van de particuliere huursector niet veel afwijkt van het gemiddelde gaat ook van het per- centage in deze sector weinig effect uit. Van de corporatiesector, met zijn aanzienlijke WOZ-afwijking ten opzichte van het gemiddelde, is het wel belangrijk of er veel of weinig voorkomen in een stadsdeel of gebied. De figuur laat ook zien dat het aandeel corporatiebezit geleidelijk daalt en dat er een aanzienlijk verschil is tussen Centrum (22% in 2017) en Zuid (26%) tegenover Nieuw-West (51%), Zuidoost (55%) en Noord (61%). Figuur 20: Drie eigendomssectoren naar stadsdeel, 2011-2017 (procenten) % HEEE RENEE AD 90 BREE BAEG BERG HEEK BEDE AAEk HEN HENS ARAE AREN KEED EEAR BEND KEND BEEN OENE 70 BEER BEEN KERS KEEN BEEN EREG EENS HENN 60 KE Mi BRES BAE RERD KEER EEEN EERE EEND HENK ZERE KEAD ERD BEDG_REED MERE EERE BEND SEEN EEE LEEN 30 El BREN BEEN BERG HEEN BEES EREN EENi_ EEND EI 20 ER KM4 BREE _RRRS HERE KEES BEEN EERE BEND EEND EREN NOAR SEAS SEEN BEEN DENN END HAND 0 11/13'15'17 11131517 1113/1517 11/13'15'17 11131517 1113/1517 11/13'15'17 11131517 Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost Amsterdam mn corporatiehuur mn particuliere huur mn koop Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam 26 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Maar er kan nog kleinschaliger naar de sectorale mix gekeken worden. Amsterdam heeft 481 statistische buurten(voor 2014: 470). In ruim honderd buurten is het aantal woningen te klein (< 50) om in de analyse te betrekken, vaak op industrieterreinen of locaties waar de geplande woningbouw nog moet starten. Meestal zijn buurten wat hun woningvoorraad betreft veel groter. Ruim 40% van de buurten heeft tussen 500 en 1.500 woningen en de grootste heeft er zelfs iets meer dan 3.500. Er is gekozen om een van de drie eigendomssectoren in de buurt dominant te noemen als die sector meer dan 60% omvat. Figuur 21 geeft de ontwikkeling weer. Het aantal buurten met een dominante particuliere huursector is het meest geslonken (van 66 naar 24 en weer een stijging naar 39 in 2018). Ook van buurten met een dominante corporatiesector zijn er steeds minder (140 vlak na de eeuwwisseling, dalend naar 85 in 2018). Het aantal buurten met een dominante koopsector vertoont weinig systematische trend, het aantal schommelt tussen 27 en maximaal 40 (in 2008). De sterkste stijging is er van buurten waar alle drie de sectoren minder dan 60% van het geheel uitmaken, we noemen dit gemengde of gemixte buurten, ook al verschillen de percentuele verdelingen van de drie sectoren in deze buurten nog vaak sterk van elkaar. Het aantal gemixte buurten is in de jaarreeks gestegen van 117 naar 231. Sinds 2009 is het aantal gemixte buurten groter dan het aantal buurten waarin één van de drie sectoren domineert. Kortom, binnen Amsterdam wordt de verdeling naar eigendomssectoren ruimtelijk gelijkmatiger. Vooral het aantal buurten met een dominantie van corporatiewoningen (> 60%) slinkt terwijl het aantal buurten met een gemixte verhouding (geen van de sectoren > 60%) gestaag groeit. Ook vanuit dit ruimtelijke perspectief op de sectorale samenstelling wordt de schaarste evenrediger over Amsterdam verdeeld. Figuur 21: Aantal Amsterdamse buurten met een dominante eigendomssector (> 60%) of een sectorale mix 2018 EE En 37 231 | 2016 101 F7 EN A A 2014 13 Pj 35 200 A 2012 110 24 34 199 | 2010 115 NE: Er | 2008 IE EES TZ | 2006 129 43 ES 7 A 2004 130 38 35 75 | 2002 7 Er En En A 2000 IE 3 27 117 | 0 50 100 150 200 250 300 350 400 B > s0% corporatiewoningen B > 0% particuliere huur ME > cox koopsector WB aile sectoren < 60% Bron: OIS, bewerking Wonen Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 27 Particuliere huursector: gereguleerd versus markt Doordat de WOZ-waarde meetelt in het Woningwaarderingsstelsel en deze woningwaarden in Amsterdam sterk zijn gestegen, kunnen in theorie bij mutatie bijna alle Amsterdamse huurwoningen geliberaliseerd worden. De Amsterdamse corporaties liberaliseren in beperkte mate (Samenwerkingsafspraken juli 2015 t/m december 2019, nieuwe prestatieafspraken in voorbereiding), maar in de particuliere huursector heeft de markt vrij spel. In 2011 behoorde nog minder dan een derde (29%) van de particuliere huursector tot de vrije markt, in 2017 was dit naar 45% gestegen. Figuur 22: Aandeel vrije sector in corporatiehuur en particuliere huursector, 2011-2017 (procenten) so * en nn 40 se ADMB a mn OB A OB On mn nn OO nm mn TJ an mn mn ‚RA an mn Hm A OO Bn RER Nn Nn Ann 2011 2013 2015 2017 nm particuliere huur nm corporatiehuur Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam Figuur 23: Gemiddelde kale huurprijs naar huursector, 1997-2017 900 euro De Oe En 0 OO WT mo wl Le 1997 _ 1999 _ 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017 eme particuliere huur emme corporatiehuur eze alle huurwoningen Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam Gemiddeld betaalden huurders in 2017 in Amsterdam € 631 per maand maar het verschil tussen de gemiddelde huren van corporatiewoningen en particuliere huur- woningen wordt steeds groter. Huurders van corporatiewoningen betaalden in 2017 gemiddeld € 532 huur per maand, voor particuliere huurwoningen werd in 2017 gemiddeld € 823 per maand betaald. De huren van particuliere huurwoningen zijn 28 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt tussen 2015 en 2017 met gemiddeld € 78 per maand gestegen, bij corporatiewoningen is dit € 36 euro. Naast deze verschillen kan er ook gekeken worden naar de gemiddelde huren in de vrije sector en het gereguleerde segment. Gemiddeld betaalden huurders in 2017 in de vrije sector £1.160 per maand, de huur in het gereguleerde segment is gemiddeld € 489 per maand. Huurwoningen in de vrije sector van particuliere verhuurders hebben een aanzienlijk hogere huur dan vrije sector huurwoningen van corporaties (€ 1.248 ten opzichte van € 911 in 2017). Kortom, het vrije markt gedeelte van de particuliere huursector groeit en het huurniveau van de vrije markthuur komt steeds hoger te liggen ten opzichte van de huren in het gereguleerde huursegment. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 29 6 Bewoning van de Amsterdamse g de A d . woningvoorraad In de factsheet Bevolkingsprognose 2019-2040 van OIS Amsterdam staat dat niet alle woningen bewoond zijn (Smits 2019a). Jaarlijks staan enkele duizenden woningen in de stad (tijdelijk) leeg. Vaak gaat het dan om nieuwbouw, woningen die verbouwd worden of woningen waarvan de bewoners net verhuisd zijn. Dus ook in een krappe woningmarkt is er in Amsterdam continu een aantal woningen dat staat te wachten op eerste of volgende bewoning. De statistiek kent een verschil tussen het aantal bewoonde adressen en het aantal huishoudens. Het aantal huishoudens is altijd groter er kunnen meer huishoudens op één adres wonen. Voor de Amsterdamse bevolkingsprognose wordt het verhoudingscijfer van beide getallen meegenomen. Zo telt Amsterdam per januari 2018 bijna 463.000 huishoudens bij 412.000 bewoonde adressen. Dat geeft een verhoudingspercentage van ruim 1,12%. Ondank de kleine percentuele veranderingen in de tijd, is dit cijfer een indicator voor de fluctuaties in schaarste op de woningmarkt. Bij een krappe woningmarkt is het percentage iets hoger; bij een ruime markt is deze iets lager. In de jaren na de eeuwwisseling lag het percentage net boven de 1,10% om daarna met de woningmarktconjunctuur te schommelen rond de 1,11%. Percentages van boven de 1,12% zoals in de recente jaren, kwamen in de twee decennia daarvoor niet voor (Smits, 2019b). Dat Amsterdam veel kleine woningen telt ten opzichte van gemeenten van de regio, kwam al aan de orde. Het komt door het grote aandeel oude woningen in de historische delen van de stad, doordat de maatvoering van Amsterdamse woningen bij nieuwbouw gemiddelde kleiner is dan in ‘de regio’ en omdat er bestaande woningen worden opgedeeld. Tegelijkertijd heeft Amsterdam ook veel meer kleine huishoudens. Zoals al eerder aan de orde kwam kiest steeds een aanzienlijk deel van de meer ruimtebehoeftige huishoudens voor wonen in ‘de regio’, waar voor dezelfde prijs meer vierkante meters verworven kunnen worden. Om toch enigszins vat te krijgen op de verhoudingen is een simpele relatiemaat bedacht. ‘Krap wonen’ geldt voor die gevallen dat een woning of huishouden evenveel of minder kamers telt dan er personen wonen. ‘Neutraal’ is de kwalificatie als er in deze vergelijking één kamer extra is en ‘ruim wonen’ als er in deze vergelijking twee of meer kamers extra zijn. Nadrukkelijk moet gezegd worden dat deze vergelijkingsmaat geen beleidsnorm is, maar slechts een indeling. 30 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Figuur 24: Relatie tussen aantal kamers en aantal personen, 2012-2018 | Te) | TE iel | NEL) | Va 2012 12,9 2015 12,5 2016 123 2018 123 West 29,9 37,4 25,3 7,4 Noord 13,5 Bron: OIS, Jaarboek Amsterdam in cijfers, 2018, pag 329 Passend in de trend van toenemende schaarste is dat het percentage woningen waarin krap gewoond wordt tussen 2012 en 2019 gestegen is tot boven de 29%. Tegelijkertijd is het aandeel woningen waarin ruim gewoond wordt, dus de situatie dat het huishouden twee of meer kamers over heeft ten opzichte van het aantal personen in het huishouden, nog aanzienlijk groter. Dit gaat bijvoorbeeld over één persoon (een huishouden) die in de woning twee of meer kamers extra heeft. Dat houdt in dat, in termen van de hoeveelheid woonruimte waarover huishoudens kunnen beschikken, er zowel schaarste bestaat als ‘overvloed’. Het krap wonen komt vaak voor bij gezinshuishoudens, en dus bij de dynamische leeftijdsgroepen die al eerder ter sprake kwamen, en bij bevolkingsgroepen met een hoog kindertal. Omdat huishoudensgrootte en woninggrootte bij elkaar gebracht zijn in één maat blijkt stadsdeel Centrum (met veel kleine huishoudens en dito woningen) net zoveel krappe huisvestingssituaties te kennen als Nieuw-West, Oost en Zuidoost met een veel groter aandeel gezinnen maar ook meer relatief grote woningen. Het gaat om bijna een derde van alle woningen in deze vier stadsdelen. Stadsdeel Zuid is markant het stadsdeel met een lager percentrage krappe bewoning (21%) en het hoogste aandeel ruime huisvesting. Deze vergelijkingsmaat geeft aan dat schaarste op de woningmarkt een verschijnsel is dat naar voren komt als de vraag en woningbehoefte van de dynamische groepen als uitgangspunt genomen wordt. Met daarbij de wetenschap dat er een continue doorstroming is van deze groep: een vervanging van de huishoudens die geslaagd zijn in hun streven naar meer ruimte door huishoudens die weer net in deze fase zijn aanbeland (samenwonen, gezinsvorming, inkomensgroei). Tegelijkertijd kent een stad een veelheid van huishoudens (driekwart van het totaal) die geen aanleiding zien om te willen verhuizen, wat bij velen van hen gerelateerd is hun ruime huisvestingssituatie. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 31 7 Ander gebruik van woningen Woningen worden de laatste jaren in toenemende mate niet meer alleen gebruikt om in te wonen. Het fenomeen toeristische verhuur in woningen heeft sinds een aantal jaren een vlucht genomen. Airbnb meldt als grootste verhurende organisatie een stijging van het aantal woningen in Amsterdam dat minimaal 1 x in het jaar is verhuurd via het platform van 17.113 in 2016 naar 21.040 in 2018 (figuur 25). Figuur 25: Aanbod van toeristische verhuur in woningen, 2016-2018 20.000 ——mn ETT ARo 19.603 mn Rn _ | nn n nn | 0 2016 2017 2018 Bron: Gemeente Amsterdam, 2019 (op basis van Airbnb) Ook andere vormen van ander gebruik van woningen zijn in Amsterdam sterk vertegenwoordigd. De jaarlijkse Economische Verkenningen van de MRA besteedde in 2018 (Amsterdam, 2018a) speciaal aandacht aan het thema zelfstandigen zonder personeel. Men becijferde dat 12,4% van de MRA-beroepsbevolking (156.000) zzp-er is. Dat aandeel ligt in Amsterdam hoger dan in Nederland gemiddeld (figuur 26) en in Amsterdam weer hoger dan in de andere delen van de MRA. Het kan bij zzp-ers gaan om activiteiten die thuis worden uitgevoerd, maar in veel gevallen zal het gaan om een zelfstandige professional die zijn woning gebruikt als registratie-adres en als uitvalsbasis. In Trendrapport Stad 2016 is te lezen dat er diverse wijken zijn waar de groei van de werkgelegenheid voor meer dan de helft te verklaren is door de groei van zzp-ers (Gemeente Amsterdam 2017). 32 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Figuur 26: Dichtheid zzp-ers 2016 en toename zzp-ers 2010-2016 (index: 2007=100) _ Oe _ nd _ OO ‚ OO 60 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 mm MRA em Nederland Bron: Gemeente Amsterdam (2018a) Zowel het aantal zzp-ers als het aantal woningen dat verhuurd wordt als vakantieverhuur, komt in het centrale gedeelte van Amsterdam geconcentreerd voor. Daar is een sterke combinatie ontstaan van de culturele en recreatieve sector (bezoekers, toeristen) met de dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve sector, die dit gebied gebruiken als interactiemilieu. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 33 8 Conclusies Dit hoofdstuk is een overzicht van de belangrijkste conclusies uit dit rapport. Daarbij wordt ingegaan op de woningmarktsituatie van Amsterdam en de MRA. Hoe groot is in Amsterdam en MRA het tekort aan woningen in relatie tot de nationale cijfers en de nationale opvattingen over aanvaardbare woningtekorten? De belangrijkste oorzaak van het woningtekort in Amsterdam en de MRA komen aan de orde: Amsterdam is binnen Nederland een stad met uitzonderlijke aantrekkingskracht. Met prijstrends en andere indicatoren wordt getoond hoezeer de schaarste in Amsterdam afwijkt, in Nederlands en regionaal verband. Maar ook binnen Amsterdam blijken grote verschillen te bestaan. Tot slot wordt een aantal conclusies getrokken die betrekking hebben op de ontwikkelingen van het gebruik van de woningvoorraad, anders dan bewoning door een huishouden. Woningtekort en schaarste m De Rijksoverheid spreekt in de nationale Woonagenda van een toenemend woningtekort en in het rapport Staat van de Woningmarkt van spanningsregio's. De Metropool Regio Amsterdam is een van die spanningsregio’s. m De Rijksoverheid heeft ooit een percentage van 2% woningtekort als niet- maatschappelijk probleem gekwalificeerd. Onderzoeksbureau ABF, dat het woningtekort al vele jaren berekent, zou willen streven naar een lager tekort om gezonde spanning op de woningmarkt te bereiken: ca 1,3%. m Het actuele (2017) woningtekort in de MRA is 5,4%, vermoedelijk dalend naar 4,2% in 2030. Maar de tekortcijfers worden recent nog weer naar boven bijgesteld ten opzichte van de ministeriële nota. Het woningtekort ligt in de Metropoolregio Amsterdam een factor 2 of 3 hoger dan wat nationaal acceptabel of wenselijk is. m Met dergelijke cijfers over het woningtekort moet wel worden vastgesteld dat in Amsterdam en zijn omliggende woningmarkt grote schaarste heerst. Bovendien is deze schaarste van langdurige aard. m Op het niveau van de nationale overheid en van de regionale samenwerking (MRA) wordt dit woningtekort erkend. In de MRA zullen in de periode 2018-2025 per jaar 15.000 woningen gebouwd worden om de toenemende woningbehoefte bij te houden. In 2018 is dat met een productie van 15.715 gelukt. Als de bouw de toename van de woningbehoefte bijhoudt, neemt de schaarste niet af. Aantrekkelijke metropool m Amsterdam is al jaren een belangrijke economische regio, maar krijgt door economische ontwikkelingen extra gewicht. Economische activiteiten met een accent op kennisontwikkeling en op consumptie en cultuur gerichte productie en dienstverlening zijn sterk opgekomen. Deze gevarieerde sectoren zijn sterk verweven met het wonen en leven in de stedelijke woonwijken. De wederzijds versterkende mix van wonen en werken die in Amsterdam te vinden is, vormt een belangrijke aantrekkingskracht. In dit gemixte, stedelijke milieu blijkt ook het gebruik van woningen voor andere activiteiten dan wonen, een hoge vlucht te nemen. 34 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt m Die gevarieerde stedelijke economie sluit ook goed aan bij de internationalisering of globalisering van bedrijvigheid, goederen- en dienstenstromen en de residentiële bewegelijkheid van werkenden in betreffende sectoren. m De agglomeratiekracht van Amsterdam blijkt uit de hoge dichtheid van arbeids- plaatsen in de Randstad en de zeer hoge dichtheid in de Noordflank en Zuidflank van de Randstad. Het nationale kaartbeeld van woon-werkverplaatsingen toont intensieve relaties in de Amsterdamse woningmarktregio en relaties van Amsterdam met de andere belangrijke stedelijke regio's binnen de Randstad en daarbuiten. m Amsterdam kent altijd een hoge instroom van personen die aan het begin van arbeids- en woningmarktcarrière staan en een hoge uitstroom van huishoudens die een fase verder zijn (gezinnen, hoger inkomen, ruimtebehoefte) en aangetrokken worden door het woningaanbod (veel grote woningen) van de woningmarkt buiten Amsterdam. Na de crisis van 2009-2013 leidt dit in recente jaren tot een zeer hoge binnenlandse migratie vanuit Amsterdam, wat het forensisme naar Amsterdam weer versterkt. Tegelijkertijd is de vestiging in Amsterdam nog altijd omvangrijk en wordt hierbinnen het belang van buitenlandse arbeidsmigratie groter. Schaarste-indicatoren en ruimtelijke verschillen m De prijzen op de koopmarkt zijn een belangrijke indicator voor de mate van schaarste. Door gebruik te maken van vierkante meterprijzen worden verschillen in samenstelling naar woningtypen tussen gemeenten of andere gebieden vergelijkbaar. Amsterdam heeft in vergelijking met andere Nederlandse steden de hoogste prijs per vierkante meter en het verschil met andere steden is de laatste jaren nog sterk opgelopen. Na de crisis (2013) stegen de gemiddelde prijzen in de hoofdstad van rond € 3.500 naar € 5.500 eind 2018. m De metafoor van de ‘steen in de vijver’ benadert de situatie op de MRA-woning- markt goed. Globaal liggen de prijzen lager op grotere afstand van Amsterdam en wordt de Amsterdamse prijsstijging op een later tijdstip overgenomen. m Amsterdam is de belangrijkste motor van de woningbehoefte in de MRA. Het merendeel van de huishoudens met een verhuiswens wil in Amsterdam blijven (in 2017 bijna drie kwart: 72%). Het aandeel dat werkelijk in Amsterdam blijft is in de jaren van de nieuwe eeuw ongeveer 60%, in recente jaren dalend naar 55%. m Huishoudens met jonge kinderen, kunnen moeilijk geschikte woonruimte vinden. Het Amsterdamse prijsniveau blijkt een rol te spelen bij met name huishoudens die wat meer vierkante meters nodig hebben. Sinds 2015 verlaten meer jonge kinderen (met hun ouders) de stad, dan het aantal jonge kinderen dat binnen Amsterdam verhuist. m De particuliere huursector, die bijna een kwart van de woningvoorraad omvat, is in snel tempo duurder geworden. Dit is mogelijk geworden door veranderingen in het nationale woningwaarderingsstelsel die in oktober 2015 is doorgevoerd, waarbij de WOZ-waarde is gaan meetellen. Een groeiend deel van deze particuliere huursector is inmiddels vrije markt geworden. In dit deel wordt gemiddeld €1.248 huur betaald. Voor de particuliere sector in zijn geheel gold in 2017 een gemiddelde huur van € 823. m Het prijsniveau van woningen in de gereguleerde huur (woningen met een huur beneden de € 720,42 prijspeil 2019) is per definitie geen goede graadmeter voor de vraag/aanbod verhouding. Het betreft immers geen markthuur. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 35 m Het aantal actief woningzoekenden in combinatie met het aantal verhuringen via WoningNet is dat wel. Het aantal woningzoekenden is gegroeid van bijna 50.000 in 2014 naar bijna 60.000 in 2017, terwijl het aantal verhuringen op dit platform al zes jaar op rij beneden de 7.000 per jaar ligt. Ook daaruit blijkt dat de schaarste in dit deel van de huurvoorraad is toegenomen. m De gemiddelde benodigde inschrijfduur bij acceptatie van de woning (ook wel ‘wachttijd’ genoemd) is een andere indicator voor de schaarste. In de stadsregio steeg deze gemiddelde inschrijfduur naar boven de tien jaar voor starters en naar 19 jaar voor doorstromers in 2018. m Uit doorrekeningen van de woningbehoefte over de MRA en zijn deelregio's (Amsterdam is een deelregio binnen MRA) blijkt dat alle segmenten van de woningmarkt (goedkoop, midden en duur) ondersteuning nodig hebben in de voorraadontwikkeling. In lijn met de opmerkingen over de vele huishoudens die op zoek zijn naar meer vierkante meters, is ook de behoefte aan grondgebonden woningen groot. Over ruim een decennium komen er meer grondgebonden woningen vrij in de bestaande voorraad van de MRA gemeenten. m In Amsterdam komt de segmentale verdeling van de woningvoorraad steeds dichter in de buurt te liggen van de verdeling naar inkomensgroepen. De grote schaarste op de Amsterdamse woningmarkt werkt hiermee naar deze segmenten door op een ongeveer evenredige wijze. m Binnen Amsterdam wordt de verdeling naar eigendomssectoren ruimtelijk gelijk- matiger. Vooral het aantal buurten met een dominantie van corporatiewoningen (> 60%) slinkt terwijl het aantal buurten met een gemixte verhouding (geen van de sectoren > 60%) gestaag groeit. Ook vanuit dit ruimtelijke perspectief op de sectorale samenstelling wordt de schaarste evenrediger over Amsterdam verdeeld. m De verschillen in koopprijzen zijn binnen Amsterdam echter zeer groot. In Zuidoost ligt het prijsniveau net boven € 2.100, in grote delen van Amsterdam Centrum en Zuid worden gemiddelden gehaald van boven de € 7.500 per m?. m De samenstelling van een stadsdeel of gebied naar koop, particuliere huur en corporatiehuur werkt door in de gemiddelde WOZ-waarde. Koopwoningen hebben een veel hogere, particulier huurwoningen een iets hogere WOZ-waarde dan gemiddeld in Amsterdam, corporatiewoningen hebben een duidelijk lagere dan gemiddelde WOZ-waarde. In centrale delen van de stad ligt het aandeel corporatiewoningen lager dan in de gebieden aan de rand waardoor de gemiddelde WOZ er hoger ligt. Daarnaast is de prijsstijging in de koopsector van de centrale gebieden sterk, waardoor de gemiddelde WOZ-waarden in centrale gebieden een grotere stijging doormaken. m De hoogteverschillen van de WOZ-waarden zijn terug te zien in de verschillende stadsdelen. Gekeken naar de verdeling naar WOZ-waarden zijn Centrum en Zuid (met veel dure woningen) ongeveer het spiegelbeeld van Nieuw-West en Noord (met veel woningen in de lagere WOZ-klassen) en heeft Zuidoost zelfs een on- Amsterdams patroon: 98% van de woningen van dit stadsdeel valt in de laagste 40% WOZ-klassen van Amsterdam. De woningwaarden in de staddelen West en Oost liggen in de buurt van het stedelijk gemiddelde en delen daarvan schuiven op naar het niveau van Centrum en Zuid. 36 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt Gebruik van de woningen m Het verhoudingsgetal van het aantal huishoudens en het aantal adressen wordt in de statistiek gebruikt voor bevolkingsprognoses. Dat het percentage geleidelijk oploopt naar 1,12% is een indicatie voor de krapte op de woningmarkt. m Meteen simpele en niet normatieve vergelijking van het aantal personen en het aantal kamers per woning wordt getoond dat het aantal woningen met een krappe bewoningssituatie sinds 2012 geleidelijk gegroeid is. Het is een verhoudingsmaat die de combinatie van relatief grote woningen en dito huishoudens in de woningvoorraad van de naoorlogse stadsdelen vergelijkbaar maakt met de combinatie van relatief kleine woningen en eveneens kleine huishoudens van de oudere stadsdelen. Stadsdeel Zuid is het stadsdeel met het hoogste aandeel woningen met een ruime bewoningssituatie. Toeristische verhuur en woningen als uitvalsbasis voor zzp-ers m Het gebruik van woningen voor toeristische verhuur is in een paar jaar gegroeid naar meer dan 20.000 per jaar. m Het aantal zzp-ers is in Amsterdam hoog in vergelijking met Nederland. In Amsterdam is in sommige wijken de groei van de werkgelegenheid voor meer dan de helft te danken aan de groei van het aantal zzp-ers. Zzp-ers hebben hun activiteit vaak op hun woonadres geregistreerd en hebben de woning als uitvalsbasis voor hun werk. © In delen van Amsterdam is een combinatie ontstaan van de culturele en recreatieve sector (bezoekers, toeristen) met de dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve sector, die dit gebied gebruiken als interactiemilieu. Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 37 Bronnen — ABF Research (2018): Woningtekort: een nieuwe benadering voor een actueel probleem. — Berkers, V. en K. Dignum (2018), Wonen in Amsterdam 2017,Woningmarkt. Gemeente Amsterdam, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. — Buys, A, H. van der Reijden, L. Hagen (2018), Raming Woningbehoefte Metropoolregio Amsterdam 2017-2025. Rigo. — Capital Value/ABF Research (2019), De woning(beleggings)markt in beeld, 2019. — Dignum, K. (2019), Dynamiek en verhuiswensen in Amsterdam. Gemeente Amsterdam. — Eerd, C. van, C. Groot en J. van der Veer (2018), Jaarbericht 2018. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. — Egmond, P. van, e.a. (2018), Balans van de Leefomgeving. Nederland duurzaam vernieuwen. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag. — Gemeente Amsterdam (2017), Trendrapport Stad 2016, Verkenning van de Ruimtelijk-economische functiemenging in Amsterdam. Gemeente Amsterdam, Ruimte en Duurzaamheid. — Gemeente Amsterdam (2018a), Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2018. Gemeente Amsterdam, Economische Zaken. — Gemeente Amsterdam (2018b. Amsterdam in cijfers 2018, Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek. — Gemeente Amsterdam (2019), Toeristische verhuur van woonruimte. Rapportage 1 januari 2018 - 31 december 2018. — Groot, H. de, e.a. (2010), Stad en Land. Centraal Planbureau, Den Haag. — Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2018a), Staat van de Woningmarkt, Jaarrapportage 2018. — Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2018), Nationale woonagenda 2018-2021. — Otter, H.J. den, G.M.J. van Leeuwen en P.C. Vrolijk (2010), Primos Prognose 2009, De toekomstige ontwikkeling van bevolking, huishoudens en woningbehoefte. ABF Research. — Ritsema van Eck, J., P. Zwaneveld, J. van Gemeren en O. van Gerwen (2015), Cahier regionale ontwikkelingen en verstedelijking. Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving. Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving. — Smits, A. (2019a), Bevolkingsprognose 2019-2040. Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek. — Smits, A. (2019b), Bevolkingsprognose OIS, onderzoeksbeschrijving. Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek. 38 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Onderzoeksrapport
40
train
Amsterdam, 24-01-2014 Raadsadres, Geachte leden van de Deelraad Amsterdam Centrum, Wij wenden ons tot u voor advies hoe wij een door ons aangevraagde beperkte doorgang (110 cm) tussen de twee panden van onze Patisserie Kuyt, Utrechtsestraat 109-111, kunnen realiseren. Patisserie Kuyt is bijna 40 jaar op deze plek gevestigd en heeft zich kunnen opwerken tot een vooraanstaande patisserie die in 2006 uitgeroepen is tot kampioen van Nederland. De winkel zelf heeft zijn start gemaakt in het pand op 109. In het jaar dat wij kampioen zijn geworden is het aantal klanten enorm gegroeid en werd de ruimte die ons toen ter beschikking stond heel erg krap. Het toeval wilde dat het naastgelegen pand op nummer 111 te huur werd aangeboden en wij hebben die kans dan ook dankbaar met beide handen aangegrepen. Het pand heeft een heel grote kelder en daar hebben wij een compleet nieuwe tweede bakkerij in laten bouwen. Omdat de winkel te klein werd voor het assortiment en het aantal klanten bleef groeien, hebben wij deze verplaatst naar nr. 111 met het idee om dan op nr. 109 een tearoom te realiseren. Maar omdat het toilet van nr. 109 in het bakkerijgedeelte ligt, is het niet toegestaan om tearoom-klanten daarvan gebruik te laten maken. Dus hebben wij een vergunning aangevraagd voor een doorloop naar nr. 111. Eerst hebben wij tekeningen ingediend (door Dedato architecten) voor een doorgang van 1.80m. Deze is afgewezen door Bureau Monumenten Amsterdam (BMA) en de Commissie Welstand, maar we mochten wel een kleinere doorbraak aanvragen. Dus nieuwe tekeningen laten maken en weer opgestuurd en deze leverden geen bezwaar op voor BMA en Commissie Welstand. Men is dus wel degelijk akkoord gegaan met de kleinere doorbraak tussen de twee panden. Deze aanvraag werd 6 weken ter inzage gelegd, dus wij dachten oké dat komt voor elkaar, maar helaas. Omdat vergeten was om er een sloopvergunning bij aan te vragen kregen wij na 6 weken netjes bericht dat onze aanvraag was afgewezen. Dat noemen wij geen meedenken. Er had denk je dan toch wel een berichtje onze kant op gekund dat onze aanvraag niet compleet was? Dan hadden we die alsnog kunnen aanvullen. Sindsdien hebben wij op verschillende manieren geprobeerd om toch de vergunning te krijgen, maar tevergeefs. De ruimte op nr. 109 wordt nu al een jaar lang niet benut Voor onze klanten is het geen fijne ervaring als je voor toiletbezoek eerst je jas aan moet trekken, naar buiten moet om in de andere winkel op nr. 111 naar het toilet te gaan. En ook als je iets lekkers uit wilt zoeken moet je dat op nr. 111 doen en moet je weer buitenom. Bovendien verbiedt warenwet (terecht) om met gebak over straat te gaan, dus klanten bedienen in het naastgelegen pand is zonder inpandige doorgang niet toegestaan. We hebben het drie jaar geprobeerd maar omdat het op deze manier ook financieel niet haalbaar is, moesten noodgedwongen het contract van twee van onze medewerkers opzeggen. In arren moede hebben we een advocaat in de arm genomen en zijn naar de rechter gestapt. Helaas moeten wij hier ons zuur verdiende geld aan uitgeven. Slechts 5 minuten vóór de aanvang van de zitting kregen we het aanvullend verweer van de advocaat van het stadsdeel die beweerde “zijn papieren kwijt te zijn”. Hoewel het stadsdeel steeds bleef beweren dat wij een overeenkomst hadden waarin was vastgelegd dat wij nooit een tweede doorbraak zouden maken, gaf de advocaat van het stadsdeel uiteindelijk toe dat zo'n overeenkomst niet bestaat. Zoals wij al enkele malen hebben aangegeven hebben wij een convenant klaarliggen, waarin staat dat wij de doorbraak weer in de oorspronkelijke staat zullen terugbrengen na eventuele beëindiging van de zaak Kuyt. Hier is door het stadsdeel nimmer op gereageerd. Tevens willen wij u wijzen op de commissie B&W van 8 oktober 2013, waarin mevrouw De Meij bij de rondvraag nog vroeg naar de stand van zaken van patisserie Kuyt aan de wethouder Oranje. Deze antwoordde dat hij ermee bezig was en in principe welwillend tegenover de aanvraag stond. Wat is er sindsdien gebeurd’? Wij zijn een hardwerkende familie, die al 40 jaar een gerenommeerde zaak heeft in de Utrechtsestraat. Wij zorgen voor werkgelegenheid en iedereen in de gehele straat profiteert van onze aanwezigheid. Het zal u niet ontgaan zijn dat de winkels in het Centrum het nog steeds moeilijk hebben, maar desondanks maken wij ons sterk voor deze zaak. Wat wij niet begrijpen is waarom doorbreken bij diverse andere projecten (zoals Hotel Waldorf Astoria, Soho House, Sissy-Boy in de Utrechtsestraat en het Vlaamsch Broodhuys in de Vijzelstraat) wèl wordt toegestaan en bij ons niet. Wat is de reden dat juist bij ons tegen het positieve advies van BMA en de Commissie Welstand wordt ingegaan? Alstublieft, leden van de deelraad, help ons. Wij zijn ten einde raad. Daarom wenden wij ons tot u met de vraag: Vergun ons deze kleine ingreep en red onze zaak. U kunt dit door het toepassen van maatwerk mogelijk maken. Alvast bedankt voor uw aandacht. Hoogachtend, Familie Kuyt Patisserie Kuyt Utrechtsestraat 109-111 x Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Memo Aan Leden van de raadscommissie Bouwen en Wonen Van Portefeuillehouder Boudewijn Oranje Kopie aan - Bijlagen - Datum 10 februari 2014 Onderwerp Reactie op raadsadres van 24 januari 2014 afkomstig van Patisserie Kuyt V.O.F. Recentelijk is bovengenoemd raadsadres afkomstig van Patisserie Kuyt V.O.F. (hierna: Kuyt) door uw raad ontvangen. Hieronder zal ik op de punten van het raadsadres ingaan. 1) Door BMA is aangegeven dat een kleinere doorbraak kon worden aangevraagd Het advies van BMA ziet op het monumentale aspect en niet op stedenbouwkundige belangen. De doorbraak echter is nu juist op stedenbouwkundige uitgangspunten, in dit geval cultuurhistorische waarden, geweigerd. Als het om twee niet-monumenten zou gaan, zou BMA niet om advies zijn gevraagd en zou de reguliere vergunning ook zijn geweigerd. In 2009 is een monumentenvergunning verleend en een reguliere bouwvergunning geweigerd op dezelfde gronden als in 2013 (cultuurhistorische waarden). Oftewel, een welstandelijk/monumentaal akkoord: ja, een ruimtelijk akkoord: nee. 2) De tweede doorbraak is noodzakelijk Het personeel hoeft niet noodzakelijkerwijs ‘buitenom’ te lopen, er is immers al een doorbraak gerealiseerd tussen beide panden in het achterste gedeelte. Deze is in 2007, na een legalisatieprocedure, vergund. Medewerkers en klanten van de patisserie kunnen gebruik maken van deze interne doorgang. Kuyt kan de panden (zelf) zodanig inrichten. 3) Het stadsdeelbestuur kwam te laat met zijn verweer Het aanvullend beroep dat naar het stadsdeel is gestuurd, heeft het stadsdeel aanvankelijk niet in goede orde bereikt. Bij aanvraag hebben wij alsnog het aanvullende stuk ontvangen en hierop gereageerd. 10 februari 2014 Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 4 Stadsdeel Centrum 4) Niet is afgesproken dat de patisserie nooit een tweede doorbraak zou aanvragen Ter zitting is aangegeven dat de vermeende afspraak dat een tweede doorbraak door het stadsdeel niet vergund zou worden, niet op papier is vastgelegd. Het stadsdeel beroept zich hier dan ook niet (meer) op. Daar komt bij dat dit niet ter zake doet. Het al dan niet bestaan van een dergelijke afspraak doet niet af aan het nieuwe aangescherpte beleid. Ook zonder deze afspraak geldt dit beleid (welk beleid overigens ook nog eens overeenkomt met de vermeende afspraak). Nu er geen bijzondere omstandigheden zijn om van het beleid af te wijken, volgt het stadsdeel deze lijn. 5) De tweede doorbraak wordt weer in oorspronkelijke staat teruggebracht Het ruimtelijk historisch belang van het werelderfgoed en het beschermde stadsgezicht zijn te groot en te zeer van algemeen belang om in een (privaatrechtelijke) constructie te waarborgen. 6) Waarom staat de wethouder nu niet meer welwillend tegenover de aanvraag? De aanvankelijk niet onwelwillende houding ging vooraf aan het onderzoek welke ten grondslag ligt aan de weigering. Het belang van de parcellering van het werelderfgoed is belangrijker gevonden dan het economisch belang van Kuyt, temeer nu er al een doorbraak is. 7) Het argument dat in gelijke gevallen wel een doorbraak wordt toegestaan Het stadsdeel is consistent in zijn beleid. Samenvoegen is krachtens het bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad niet toegestaan en wordt in principe niet toegelaten. Afwijkingen van het beleid zijn denkbaar, maar het moet dan gaan om bijzondere omstandigheden die niet in het beleid zijn meegewogen. Die omstandigheden spelen hier niet. Zo is de noodzaak voor de doorbraak er niet want er is al een doorbraak. Het Vlaams Broodhuys is vergund. De context is dermate verschillend van de context van Kuyt. De onderbouwing van het geval van het Vlaams Broodhuys is aan de familie Kuyt ter hand gesteld. De structuur van de parcellering van de bouwblokken is in de Utrechtsestraat nagenoeg gaaf bewaard gebleven, in de Vijzelstraat is deze voor meer dan 50% verdwenen. Hoewel ook de Vijzelstraat is gelegen binnen de kernzone van het werelderfgoed, is de straat niet meer herkenbaar als 17°°-eeuwse stadsradiaal. De radiale Vijzelstraat is een letterlijk scheefgegroeid product van Cityvorming uit het begin van de 20°° eeuw, waarbij de even kant geheel bepaald wordt door grootschalige nieuwbouw en de oneven kant door een mix van grootschalige nieuwbouw en kleinschalige, oorspronkelijke huiskavels. De doorstroom van de winkels is veel groter dan de doorstroom in de Utrechtsestraat, waar kleinschaligheid juist de norm is. De Utrechtsestraat is een radiaal uit de Vierde uitleg en is nog vrijwel volledig terug te herleiden tot de oorspronkelijke verkaveling van het werelderfgoed, waarbij het wonen boven winkels nog op talloze plaatsen voorkomt. Het is de meest gave radiaal van het Unesco werelderfgoed. Vanuit historische stedenbouw zijn de Utrechtsestraat en de Vijzelstraat in de huidige context derhalve niet meer vergelijkbaar. 2 10 februari 2014 Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 4 Stadsdeel Centrum Het voorbeeld van Soho House is enigszins merkwaardig omdat dit initiatief in een zeer vroege fase is gesneuveld. Er is geen vergunning verstrekt. Sissy Boy betreft een illegale doorbraak die weer wordt dichtgezet. Weliswaar wordt aan de achterzijde een nieuwe opening gecreëerd, tegelijkertijd wordt het derde pand (85), nu reeds samengevoegd met 81 en 83 middels een illegale doorbraak, geheel dichtgezet en losgekoppeld. Dit leidt ruimtelijk gezien tot een grote verbetering ten opzichte van de bestaande situatie (geen verslechtering zoals bij Kuyt). Er vindt schaalverkleining plaats en geen schaalvergroting. Overigens is er nog geen vergunning verstrekt. Waldorf Astoria is evenmin een gelijk geval. Deze panden zijn al bijna een halve eeuw samengevoegd ten behoeve van een bankkantoor dat vanaf 1957 stapsgewijs de gevelwand uitholde door één voor één de belendingen op te kopen en door te breken. Dit was overigens voor de Monumentenwet van 1966, voor de aanwijzing beschermd stadsgezicht, voor de plaatsing op de lijst van werelderfgoederen van Unesco, voor het huidige bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad en voordat überhaupt het inzicht bij velen bestond dat ook achter een voorgevel sprake is van monumentale waarden. Hoogachtend, Boudewijn Oranje 3 10 februari 2014 Gemeente Amsterdam Pagina 4 van 4 Stadsdeel Centrum Chronologisch overzicht = _16 oktober 2006: aanschrijving vanwege illegale bouwwerkzaamheden (doorbraak tussen beide panden in achterste gedeelte); = 18 oktober 2006: aanschrijving doorbraak en gebruik horeca; = 28 november 2007: formele legalisatie van de doorbraak door verlening van bouwvergunning; = 26 juni 2009: aanvraag voor een tweede doorbraak tussen beide panden aan de voorkant en gebruik van het pand op nummer 111 voor Horeca IV; = de aanvraag wordt geweigerd vanwege geconstateerde strijdigheid met het bestemmingsplan en het horecabeleid (uitbreiding van horeca in de Utrechtsestraat is niet toegestaan) en omdat krachtens het bestemmingsplan Vijzelstraat-Amstel het (verder) samenvoegen van historische percelen niet is toegestaan; = 1 april 2010 bezwaarschrift tegen de weigering (MID/BJZ 98-10-0095), door de bezwaarschriftencommissie ongegrond verklaard; = inde DB-vergadering van 29 juni 2010 wordt besloten het advies van de bezwaarschriftencommissie over te nemen; = tegen dit besluit is geen beroep aangetekend; = 27 september 2012 hernieuwde bouwaanvraag tot samenvoeging, dit keer expliciet ten behoeve van de functie winkel (niet Horeca IV), geweigerd; = 21 januari 2014 beroepsprocedure enkelvoudige kamer Rb Amsterdam AMS 13/3565 WABOA = ter zitting 21 januari en ook in het raadsadres wordt door Kuyt nadrukkelijk gesproken over gebruik als “tearoom”, hetgeen impliciet duidt op de bestemming Horeca IV; = gebruik ten behoeve van Horeca IV is niet aangevraagd en strijdig met het bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad; = _door de rechtbank is op verzoek van Kuyt twee weken uitstel verleend teneinde de Kuyt in gelegenheid te stellen aanvullende stukken te overleggen, waaruit zou blijken dat het stadsdeel inconsistent is In zijn beslissing niet te willen afwijken van de regels van het (horecabeleid en het) bestemmingsplan; = _de door Kuyt ter zitting en later in het raadsadres genoemde gevallen waarbij het stadsdeel wel samenvoegingen zou hebben toegestaan zijn niet vergelijkbaar; = de gegunde termijn van twee weken waarbinnen aanvullende stukken geproduceerd kunnen worden is toegespitst op Sissy Boy, Utrechtsestraat 81-83, omdat ter zitting door Kuyt gesteld werd dat dit om een vergelijkbaar geval ging, waarbij wel van het bestemmingsplan zou worden afgeweken, informatie die op dat moment door het stadsdeel ontkend noch bevestigd kon worden; = Stadsdeel Centrum krijgt na aanlevering van genoemde stukken twee weken de tijd om te reageren alvorens door de rechtbank uitspraak wordt gedaan (verwacht eind februari). 4
Raadsadres
6
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 130 Datum akkoord 12 februari 2014 Publicatiedatum 14 februari 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 6 januari 2014 inzake de inzet van het leger en/of legertechnieken bij inbraakpreventie in Amsterdam-Noord. Kan de GEMGEMBART inleiding door vragensteller: Op 5 januari 2014 heeft burgemeester Van der Laan in het programma Buitenhof de opmerking gemaakt dat in Amsterdam-Noord het leger is ingezet ter preventie van inbraken. Buiten de opmerking dat het leger diende als de oren en ogen van het stadsdeel is een nadere onderbouwing van de activiteiten en de reden van de inzet van het leger uitgebleven. Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 januari 2014, namens de fractie van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht: 1. Kan de burgemeester bevestigen dat het leger en/of legertechnieken in Amsterdam-Noord is/zijn ingezet ter preventie van inbraken? Antwoord: Ja. 2. Zoja, kan de burgemeester aangeven of er gebruik is gemaakt van drones? Antwoord: De bijstand van defensie in het kader van de opsporing valt onder het gezag van het Openbaar Ministerie. De hoofdofficier van justitie geeft in beginsel geen openbare informatie over de inzet van opsporingsmiddelen. Wel heeft hij de burgemeester in kennis gesteld. Aangezien het Openbaar Ministerie ten behoeve van de Tweede Kamer informatie heeft verstrekt welke openbaar zou kunnen worden gemaakt, zijn de hiernavolgende antwoorden gebaseerd op de door hem gegeven informatie. Er zijn geen drones ingezet. 1 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer Le ebruari 2014 Schriftelijke vragen, maandag 6 januari 2014 3. Zo nee, welke technieken zijn er wel gebruikt? Antwoord: Voor twee korte periodes in het ‘Donkere Dagen Offensief’ tegen woninginbraak heeft defensie ongeveer 20 medewerkers beschikbaar gesteld. Zij zijn in totaal 8 dagen ingezet als extra ogen en oren van de politie, naast die van het publiek. Dit was in december 2013 en begin januari 2014. De waarnemers van defensie (in burger) hebben verdachte waarnemingen rechtstreeks aan de politie doorgegeven. Zij hadden dezelfde bevoegdheden die burgers ook zouden hebben. De toegevoegde waarde van defensie in Noord zat vooral in de specifieke observatiecapaciteiten. Daarbij zijn nachtkijkers als technisch hulpmiddel gebruikt. De defensiemedewerkers fungeerden zo als ‘extra ogen en oren’ van de politie. 4. Kan de burgemeester aangeven hoe de privacy van omwonenden is gegarandeerd”? Antwoord: Zie onder 3. De medewerkers van defensie hadden dezelfde bevoegdheden als burgers. 5. Kan de burgemeester aangeven wat er met de vergaarde data is gebeurd? Antwoord: De bijstand van defensie valt (zoals bij vraag 2 uitgelegd wordt) onder gezag van het Openbaar Ministerie. De verdachte waarnemingen die de medewerkers van defensie hebben gedaan, zijn doorgegeven aan de politie. Het gaat om 20 meldingen. Dat kunnen meldingen van strafbare feiten (niet alleen high impact crime-zaken, maar ook bijvoorbeeld vernielingen) zijn geweest, maar ook verdachte omstandigheden die door de politie zijn “stukgemaakt” voordat er strafbare feiten konden worden gepleegd. De meldingen hebben geleid tot één aanhouding die niet tot strafrechtelijke vervolging heeft geleid. 6. Wie heeft er inzicht in de vergaarde data en hoe lang wordt de data uiterlijk bewaard? Antwoord: De politie (en het Openbaar Ministerie als een zaak daar in behandeling wordt genomen) heeft inzicht in de vergaarde data. De verwerking van politiegegevens en de bewaartermijnen zijn wettelijk bepaald (zie Wet Politiegegevens, met name artikel 8 tot en met 15). 7. Worden momenteel het leger en/of legertechnieken ingezet op Amsterdams grondgebied? Antwoord: De inzet van defensie wordt door het Openbaar Ministerie eerst geëvalueerd. Het is nog niet bekend of vaker op deze manier bijstand wordt gevraagd aan defensie. Het OM informeert de burgemeester hierover. Het is nu nog niet duidelijk of en wanneer dit eventueel beschikbaar zal zijn voor bespreking in de raad. 2 Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R Neng ao Gemeenteblad ummer = su . - Datum 44 februari 2014 Schriftelijke vragen, maandag 6 januari 2014 Er wordt vaker bijstand gevraagd aan defensie, bijvoorbeeld voor specialistische taken waarvoor de expertise niet voorhanden is in Amsterdam [te denken valt aan de inzet van de explosieven opruimingsdienst defensie (EOD)]. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1229 Publicatiedatum 12 oktober 2016 Ingekomen onder Vv Ingekomen op 5 oktober 2016 Behandeld op 5 oktober 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Ernsting inzake het principebesluit Sprong over 't IJ (overleg met haven, RWS en provincie). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het principebesluit Sprong over 't IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1172). Constaterende dat: — het college in het principebesluit ‘sprong over het IJ' inzet op in ieder geval twee langzaamverkeersbruggen over het IJ; — uitde flap blijkt dat de haven en Rijkswaterstaat categorisch tegen een brug over het IJ zijn. Overwegende dat: — langzaamverkeersbruggen een zeer belangrijke rol spelen in het aanhelen van Noord en de rest van de stad en daarmee voor de gehele stad het algemeen belang dienen; — de tegenstand van de Haven en RWS gebaseerd zijn op een deelbelang; — een van de redenen van de tegenstand ook de wens is om te komen tot een schaalvergrotingssprong in de binnenvaart; — een integrale afweging van alle belangen, inclusief het algemeen belang voor de stad, voor alle partijen voorop moet staan. Spreekt uit: — _a priori blokkades van bruggen door partijen die een deelbelang verdedigen niet te accepteren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met de Haven, RWS en provincie in overleg te blijven en daar te benadrukken dat het belang van de gehele stad boven deelbelangen gaat. Het lid van de gemeenteraad Z.D. Ernsting 1
Motie
1
discard
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X% Amsterdam 22 maart 2016 X Oost Jaar 2016 Registratienummer Z-16-25810 / INT-16-08002 Onderwerp: instellen commissie ter beoordeling van de fractievergoedingen Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost, Gezien het voorstel van het Presidium Overwegende dat het voor een goede voorbereiding van besluitvorming door het Algemeen Bestuur van belang is dat de verantwoording van de fractievergoedingen vooraf wordt beoordeeld; Gelet op de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014, in het bijzonder op artikel 7; Besluit: 1. Inte stellen een Commissie ter beoordeling van de fractievergoedingen; 2. De taken en werkzaamheden van die commissie in te richten als volgt: A. De commissie is belast met het onderzoek naar en de beoordeling van de besteding van de verleende vergoedingen als bedoeld in artikel 7 van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014. B. De commissie bestaat uit drie vit hun midden gekozen leden of buitengewoon leden van het algemeen bestuur. C. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris D. De commissie brengt een advies uit aan het algemeen bestuur. Het advies dient bij meerderheid tot stand te komen. In het advies kan een minderheidsstandpunt opgenomen worden. E. De commissie kan voor het uitvoeren van haar werkzaamheden desgewenst specifieke ambtelijke steun inroepen. Ze richt daartoe een verzoek aan de stadsdeelsecretaris. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: *ZOO0O2569IDF5I *
Besluit
1
train
Wethouder Zita Pels [email protected] [email protected] Raadscommissie Duurzaamheid en Circulaire economie (DC) [email protected] Amsterdam, 5 februari 2024 Geachte wethouder Pels, Geachte leden van de Raadssommissie DC, Donderdag 8 februari as staat het onderwerp ‘Een schonere en afvalvrije stad’ op de agenda Raadscommissie DC vergadering. Middels dit schrijven vragen wij urgentie voor de actualiteit. Sinds de invoering van statiegeld op plastic flesjes per 1 april 2022 en de invoering van statiegeld op blikjes per 1 april 2023 hebben wij in het centrum van de stad te maken met -__ veel extra zwerfvuil door het leeghalen en openbreken van prullenbakken; -__door toename van zwerfaval is er ook een toename van het aanbieden van vuilniszakken en grofvuil; -__ veel openstaande en kapotte prullenbakken; -__ veel meeuwen en ratten. Wij weten dat bovenstaand een gedeelde zorg is vanuit de dienst Afval en Reiniging en dat er op diverse manieren wordt onderzocht naar de oplossing. Onder meer is er een pilot met doneerringen en worden er nieuwe sloten op afvalbakken geplaatst. Wij vragen u om de verantwoordelijkheid te nemen, en daarvoor passende politieke keuzes te maken, om aanstaande maanden, met aanloop naar 750 jaar Amsterdam, een zwerfvuil vrije binnenstad te realiseren. Zwerfvuil leidt niet alleen tot vieze straten en pleinen, maar ook tot ongedierte zoals ratten en meeuwen. Amsterdam heeft inmiddels een onsmakelijke reputatie bij bewoners, ondernemers en bezoekers. Wij pleiten om, in samenwerking met Statiegeld Nederland, te investeren in doneermogelijkheden van de statiegeldblikjes en -flesjes. Inzamelpunten op drukke locaties (fietsenstallingen, stations, toeristische trekpleisters, hotels, rederijen, etc), het plaatsen van doneerringen op alle prullenbakken en het plaatsen van specifieke doneerpalen in het centrum zijn concrete zaken die bijdragen tot een oplossing. Een sociaal project starten waarin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (het Koffiehuis, Leger des Heils) flesjes en blikjes verzamelen die in de openbare ruimte terecht zijn gekomen is een mooie kans. Publiekscampagnes helpen gedragsverandering tot stand te brengen. Prullenbakken mét een slot zijn niet de oplossing. Deze worden opengebroken met alle gevolgen van dien. Een prullenbak voorzien van een haakje of magneet zodat ze makkelijk open en dicht kunnen en ondernemers en bewoners ze dicht kunnen doen is het onderzoeken waard. Er is een ambitieus Afvalplan Stadsdeel Centrum. Hierin wordt beschreven op welke wijze Gemeente Amsterdam komende jaren stappen wil maken op het gebied van afvalinzameling. Wij hebben vertrouwen in dit plan. Echter, op de korte termijn is de binnenstad niet geholpen met lange termijn opgaven en ‘stippen op de horizon’, De stad is nú vies en actie is nú vereist. Geld is er. In de Gemeentelijke begroting wordt beschreven dat er aan toeristenbelasting € 35 miljoen extra in 2024 wordt opgehaald. Vanuit Aanpak Binnenstad is € 8 miljoen beschikbaar. Voor 2024 is er tevens € 4 miljoen extra beschikbaar voor het zo goed mogelijk oplossen van de problematiek afval, reiniging en handhaving. Daarnaast is Statiegeld Nederland een partner die graag (financieel) bijdraagt aan constructieve, korte termijn oplossingen. Wij vragen u tot concrete oplossingen te komen zodat we met elkaar de stad schoner krijgen en houden. Een goede vergadering gewenst. Hartelijke groet, Namens BIJZ’zen Stadsdeel Centrum, Vereniging Amsterdam City, Jan Stoeltie ® ® AMSTERDAMEECITY De stem van betrokken ondernemers KHN Amsterdam, Eveline Doornhegge Ar lele AN) MKB-Metropool Amsterdam, Achmed Baâdoud MK Amsterdam Statiegeld Nederland, Jans Pijbes STATI £ G É LD NCDCRLAND
Actualiteit
2
test
VN2022-028249 X Gemeente De raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering, F K D Directie Middelen Amsterdam Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media, % ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en % Antidiscriminatiebeleid Voordracht voor de Commissie FKD van 08 september 2022 Ter kennisneming Portefeuille Deelnemingen Agendapunt 4 Datum besluit B&W: 12 juli 2022 De raadsinformatiebrief en de bijlagen zijn op 14 juli 2022 verspreid met de atum beslur Dagmail. Onderwerp Raadsinformatiebrief over het vervolg van de AEB-Raadsenquête De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het vervolg van de AEB-Raadsenquête. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht) Bestuurlijke achtergrond Op 7 december 2021 presenteerde de enquêtecommissie AEB haar eindrapport. Het college heeft op 10 december 2021 een inhoudelijk bestuurlijke reactie verzorgd voorafgaand aan de bespreking van het rapport op 16 december 2021 in de raadscommissie FED en op 22 december in de gemeenteraad. Het college heeft toegezegd uiterlijk na zes maanden te komen met een vervolg op de aanbevelingen. Op 1 februari 2022 heeft het college besloten over de manier waarop hij vitvoering gaat geven aan de aanbevelingen van de AEB-raadsenquête en de aangenomen moties (VN2022-002022). In de kern betrof dit het organiseren van een (ambtelijke) roadshow, een quickscan van de aanbevelingen en een schriftelijke terugkoppeling aan de gemeenteraad. Daarnaast heeft het college besloten te onderzoeken hoe het de financiële stromen van verbonden partijen beter in beeld kan brengen. Tevens heeft het college besloten tot een onderzoek naar het gebruik van de instructiebevoegdheid bij deelnemingen. Reden bespreking Niet van toepassing Uitkomsten extern advies Niet van toepassing Geheimhouding Niet van toepassing Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.l1 1 VN2022-028249 % Gemeente De raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering, Directie Middelen _ 9 Amsterdam On. ‚ ‚ ‚ en Control % Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media, ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid Voordracht voor de Commissie FKD van 08 september 2022 Ter kennisneming Het college heeft toegezegd uiterlijk na zes maanden te komen met een vervolg op de aanbevelingen. Met deze brief meent het college motie 872' van het lid Boutkan c.s. over een onderzoek naar de instructiebevoegdheid te hebben afgedaan. Met deze brief meent het college motie 873 van het lid Martens c.s. over een quickscan van de aanbevelingen van de AEB-Raadsenquête onder de deelnemingen te hebben uitgevoerd. Welke stukken treft v aan? AD2022-080537 Bijlage 1 - Raadsinformatiebrief over vervolg AEB Raadsenquête. pdf (pdf) AD2022-080538 Bijlage 2 - Quickscan Deelnemingen - DEFINITIEF. pdf (pdf) AD2022-080539 | Bijlage 3 - Onderzoek instructiebevoegdheid.pdf (pdf) AD2022-080527 Commissie FKD Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) DMC Deelnemingen, Peter van Kessel, [email protected] Gegenereerd: vl.l1 2
Voordracht
2
train
2 Gemeente Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam 2x Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14020 D www.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Aan de leden van de Raadscommissie Algemene Zaken Datum 26 juni | Behandeld door M. Geldorp Onderwerp Uitvoering motie van het lid Van Dantzig c.s. inzake het gebruik van bodycams in de Treite raanpak Geachte leden van de commissie Algemene Zaken, Naar aanleiding van een tweetal artikelen in het NRC is tijdens de vergadering van vw commissie Algemene Zaken van 13 april jl, bij het onderwerp Jaarrapportage Treiteraanpak 2016, gesproken over de inzet van bodycams in een casus van de Treiteraanpak. Op 9 mei heb ik u hierover per brief nader geïnformeerd. Tijdens de vergadering van de Gemeenteraad is op 7 juni jl. opnieuw gespro- ken over het instrument bodycam in de Treiteraanpak. Daarbij is de motie Van Dantzig c.s, aan- genomen waarin gevraagd wordt om: mn __geen bodycams meer in te zetten bij burgers in het kader van de Treiteraanpak voordat expli- cieter dan in de brief van 9 mei 2017 is duidelijk gemaakt aan welke voorwaarden een inciden- teel geval moet voldoen voordat bodycams kunnen worden ingezet; mn __in die voorwaarden niet alleen het veiligheidsgevoel op te nemen, maar ook dat de daadwer- kelijke veiligheid van personen in het geding is, en met wetenschappelijk onderzoek te onder- bouwen dat bodycams bij burgers daadwerkelijk bijdragen aan de veiligheid van de betrokken personen; mn __deze voorwaarden en de onderbouwing van de voorwaarden voor te leggen aan de raad en daarvoor het inzetten van bodycams bij burgers niet te hervatten. Zoals ik in mijn eerdere brief al heb aangegeven, betreur ik het dat u de inzet van bodycams uit de krant heeft moeten vernemen. Ik onderschrijf het belang dat de Raad hecht aan een zeer zorgvul- dige afweging bij het inzetten van een instrument als bodycams, óók bij slachtoffers in de Treite- raanpak. En ik onderschrijf ook het belang van goede waarborgen, vastgelegd in een protocol. Het gaat hierbij ook om waarborgen die de privacy — of beter gezegd de zorgvuldige omgang van per- soonsgegevens — van anderen dan de slachtoffers zo tegemoet komen. Privacy is namelijk een containerbegrip, dat niet alleen gaat om de bescherming van persoonsgegevens maar ook om de bescherming van het eigen lichaam, van de eigen woning, van familie- en gezinsleven en om het recht vertrouwelijk te kunnen communiceren via brief, e-mail, telefoon. Anders dan wel wordt gedacht is noch “het recht op privacy”, noch het recht op bescherming van persoonsgegevens een absoluut, onaantastbaar recht. De wet stelt regels voor zorgvuldige verwerking van persoonsge- gevens, maar verbiedt die zeker niet. Zeker in gevallen waarin belangen van anderen en/of het Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 26 juni 2017 Pagina 2 van 3 algemeen belang van de handhaving van de openbare orde in het geding zijn, biedt de wet ruimte om ook tegen de wil van personen gegevens over hen te verwerken. Hoe zwaarder die belangen zijn, hoe gerechtvaardiger ik die verwerking acht en hoe uitgebreider die gegevensverwerking kan zijn. Uiteraard neem ik daarbij de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht, maar als een actie noodzakelijk is in het belang van mijn openbare orde taak, dan zal ik die actie niet achterwe- ge laten enkel vanwege het belang van de bescherming van persoonsgegevens van degene die anderen lastigvallen en/of die de openbare orde verstoren. Inzet bodycams bij casus Treiteraanpak In de complexe casus waarin bodycams aan de slachtoffers ter beschikking zijn gesteld, is gehan- deld vanuit het belangrijkste uitgangspunt van de Treiteraanpak, namelijk de bescherming van slachtoffers. In deze casus waren eerder instrumenten ter bescherming van de slachtoffers inge- zet, maar dit heeft niet kunnen voorkomen dat één van de slachtoffers door de treiteraar op straat werd mishandeld, dat zelfs in een geheel ander deel van de stad heeft plaatsgevonden. In het be- lang van de bescherming van dit slachtoffer, en ook van de andere slachtoffers in deze casus, en om verdere escalatie in deze casus zo veel mogelijk te voorkomen, is besloten ook bodycams in te zetten. Deze inzet was weloverwogen en met waarborgen omkleed, onder meer doordat slachtof- fers een gebruikersovereenkomst hebben getekend en heldere instructies voor het gebruik heb- ben gekregen. In de raadsvergadering van 7 juni jl. leek bij enkele raadsleden ten onrechte de indruk te bestaan dat de mishandeling heeft plaatsgevonden nádat bodycams waren verstrekt. Dit was niet het ge- val; pas nadat de vechtpartij had plaatsgevonden, is — na zorgvuldige afweging — gekozen voor de inzet van dit instrument. Enige suggestie dat de inzet van bodycams in deze casus een escalerend effect zou hebben gehad, is dan ook onjuist. Ook de suggestie dat het hier over een gelijkwaardig burenconflict zou gaan klopt niet. Er is mijns inziens sprake van een duidelijke treiteraar en meer- dere slachtoffers. Protocol inzet bodycams in de Treiteraanpak Als bijlage bij deze brief treft v een protocol aan voor eventuele inzet van bodycams bij slachtof- fers van treitersituaties in de toekomst, met daarin de in de motie gevraagde voorwaarden en onderbouwing van de voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat het besluit voor de verstrek- king van een bodycam bij mij ligt, de burgemeester maakt hier op basis van de aard, ernst en con- text van de casus een afweging tot inzet. Ten opzichte van de inzet van de bodycams in de eerste casus, is dit een extra waarborg voor een zorgvuldige afweging van inzet van dit instrument in toekomstige, vitzonderlijke, gevallen. In het protocol is opgenomen dat het slachtoffer vooraf mondeling wordt geïnstrueerd op welke wijze de bodycam te gebruiken en dat het slachtoffer voor verstrekking van de bodycam een ge- bruikersovereenkomst ondertekent. Het protocol waarborgt dat noch het slachtoffer noch de gemeente beschikt over de beelden. Het slachtoffer heeft zelf geen toegang tot opgenomen beel- den omdat deze zijn versleuteld door middel van software, die niet aan het slachtoffer wordt ver- strekt (de beelden kunnen dus bijvoorbeeld niet via social media verspreid worden). De gemeente beschikt over de software, maar heeft geen toegang tot opgenomen beelden omdat de gemeente niet over de camera beschikt — die camera is in bezit van het slachtoffer. In voorkomende gevallen dat het slachtoffer bij de politie aangifte doet van een incident, zal de gemeente de ondersteu- nende software aan de politie leveren zodat de politie de beelden van de camera kan uitlezen en opslaan, waarna de politie de beelden direct uit het geheugen van de camera wist. Voorstel is daarnaast om jaarlijks te rapporteren over het aantal zaken waarin de bodycam eventueel is inge- zet. Gemeente Amsterdam Datum 26 juni 2017 Pagina 3 van 3 Waar het gaat om onderbouwing met zo mogelijk wetenschappelijk onderzoek, wil ik u meegeven dat noch in Nederland, noch in de VS of in Groot-Brittanië, wetenschappelijk onderzoek dan wel bewijs bekend is naar de inzet van bodycams bij particulieren. Desondanks ben ik van mening dat de inzet van bodycams in de Treiteraanpak — zoals voormeld met de nodige waarborgen omkleed — mogelijk moet zijn in die gevallen waarin slachtoffers ernstig worden bedreigd, zich ernstig be- dreigd voelen of zelfs slachtoffer zijn geworden van geweld. Van dit laatste, aantasting van de objectieve veiligheid van het slachtoffer, was sprake in de beschreven casus. Er is dan weliswaar geen wetenschappelijk onderzoek naar de inzet van bodycams, wel is er bij de gemeente inmiddels een ruime ervaring met complexe treitersituaties waarbij regisseurs in staat zijn gebleken hardnekkige en ingewikkelde casussen op te lossen en slachtoffers te beschermen juist door te zoeken naar nieuwe oplossingen. Verder is het natuurlijk lastig om de effectiviteit van een instrument met een preventief doel, namelijk het voorkomen van nieuwe incidenten, in kwan- titatief opzicht te bewijzen. Zeker waar het, zoals in de Treiteraanpak, in zijn algemeenheid al gaat om lage aantallen en de eventuele inzet van een instrument sowieso alleen in zeer uitzonderlijke gevallen zal plaatsvinden. In de beschreven casus zijn de slachtoffers na de inzet van de bodycam in ieder geval niet (opnieuw) aangetast in hun objectieve veiligheid. Ik beschouw daarmee de inzet van de bodycams in deze casus als effectief. In een volgende vergadering wissel ik graag met v en desgewenst vervolgens met de leden van de gemeenteraad van gedachten over de afdoening van de motie. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. ep / t nen SA L E.E. van der Laan Burgemeester van Amsterdam > Gemeente Amsterdam Protocol inzet bodycams Treiteraanpak Inleiding De Treiteraanpak is ontwikkeld om ernstige gevallen van intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan en slachtoffers te beschermen tegen treitersitvaties. In de Treiteraanpak kunnen zich situaties voordoen waarin slachtoffers worden bedreigd, zich ernstig bedreigd voelen of zelfs slachtoffer worden van geweld. Om deze redenen is besloten om in voorkomende gevallen bodycams in te kunnen zetten als instrument binnen de Treiteraanpak. In dit protocol worden onder meer de doelen, voorwaarden en waarborgen van het toepassen van bodycams in een treitercasus beschreven. Grondslag Verstrekking van bodycam(s) binnen de Treiteraanpak door de gemeente vindt uitsluitend plaats als inzet ter bescherming van slachtoffers als middel voor persoonlijk gebruik door het slachtoffer. Eris géén sprake van inzet van gemeentelijke camera’s in het kader van handhaving van de openbare orde ex artikel 151c Gemeentewet of van inzet van politiecamera’s. Voor wie De inzet van bodycams binnen de Treiteraanpak is bedoeld voor slachtoffers van treitersituaties bij wie sprake is van ernstige aantasting of dreigende ernstige aantasting van de objectieve veiligheid. Doelen De inzet van bodycams als instrument binnen de Treiteraanpak is gericht op bescherming van slachtoffers in treiterzaken. Doelen van inzet van bodycams in de Treiteraanpak zijn: -__primair: vergroten van het veiligheidsgevoel van het slachtoffer -__secundair: preventieve werking richting de vermeende treiteraar Voorwaarden 1. Inzet van bodycams is geen regulier instrument, maar wordt alleen in vitzonderlijke gevallen toegepast; 2. Hetgaat om een lopende treiterzaak of om een treiterzaak in onderzoek; 3. Inzet van bodycam moet voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit; 4. Inde zaak worden alle beschikbare nuttige maatregelen en/of instrumenten ingezet die zich richten op bescherming van het slachtoffer (zoals extra surveillance, aandachtsvestiging op locatie/persoon, inzet van AWARE-kastje); 5. Eris sprake van gevaar voor escalatie en een reëel risico op incidenten, die niet door de andere instrumenten en maatregelen kunnen worden voorkomen; 6. Het slachtoffer verklaart zich schriftelijk akkoord met voorwaarden die de gemeente stelt over het gebruik van de bodycam. Waarborgen De bodycam mag alleen worden ingezet en verstrekt als het slachtoffer schriftelijk akkoord is gegaan met stringente voorwaarden, opgenomen in een gebruikersovereenkomst die zowel door het slachtoffer als de gemeente wordt ondertekend. In deze gebruikersovereenkomst zijn de volgende voorwaarden opgenomen: 1. de bodycam wordt uitsluitend verstrekt voor persoonlijk gebruik door het slachtoffer zelf; 2. hetslachtoffer doet er alles aan om confrontatie met de treiteraar te voorkomen; 3. hetslachtoffer mag de bodycam alleen gebruiken in die gevallen waarin het slachtoffer bedreigd wordt of zich bedreigd voelt; 4. indien zich een bedreigende situatie voordoet, activeert het slachtoffer de bodycam — voor zover mogelijk/voor zover de situatie dit toelaat — ná mondelinge mededeling door het slachtoffer van het maken van opnamen met de bodycam; 5. _hetslachtoffer gebruikt de bodycam alleen in de eigen woning of in de openbare ruimte (op straat); 6. in geval het slachtoffer zich in de bedreigende situatie op een andere locatie dan in de eigen woning of de openbare ruimte bevindt, dan gebruikt het slachtoffer de bodycam alleen na toestemming van de aldaar aanwezige personen; 7. hetslachtoffer heeft geen toegang tot de beelden en kan de opgenomen beelden dus niet bewerken, delen, verspreiden en/of opslaan (via internet of anderszins); 8. de bodycam is zodanig geïnstalleerd dat ook de beelden van de 60 seconden voorafgaand aan activering van de camera worden opgeslagen in de bodycam; g. hetslachtoffer informeert de stadsdeelregisseur Treiteraanpak direct wanneer beelden met de bodycam zijn opgenomen. Besluit inzet De burgemeester neemt het besluit tot inzet van bodycam(s) in een treitercasus. Proces besluitvorming: 1. Destadsdeelregisseur Treiteraanpak gaat na of de zaak aan de hierboven beschreven voorwaarden voldoet en legt aan de programmamanager Treiteraanpak voor of er noodzaak is voor inzet van een bodycam; 2. Als aan alle voorwaarden wordt voldaan, vult de stadsdeelregisseur een formulier in voor verzoek tot inzet bodycam en stuurt dit formulier naar het programmateam Treiteraanpak; 3. Het verzoek wordt met advies van het programmateam Treiteraanpak aan de burgemeester voorgelegd; 4. De burgemeester neemt het besluit tot het al dan niet inzetten van bodycam(s). Termijn inzet bodycam De burgemeester zet de bodycam in voor een periode van maximaal zes weken. De burgemeester kan op advies van het programmateam Treiteraanpak de inzet van de bodycam ten hoogste drie keer verlengen voor een periode van telkens maximaal zes weken. Protocol inzet bodycams Treiteraanpak gemeente Amsterdam Verstrekking en inname bodycam Bij besluit van de burgemeester tot inzet van een bodycam, wordt aan het slachtoffer duidelijke uitleg en instructies gegeven en wordt de bodycam verstrekt nadat het slachtoffer de gebruikersovereenkomst heeft ondertekend. Wekelijks wordt getoetst of de zaak nog voldoet aan de criteria die hebben geleid tot inzet van de bodycam. De programmamanager Treiteraanpak beoordeelt of er nog steeds sprake is van een zodanig bedreigende situatie dat inzet van de bodycam nog steeds gerechtvaardigd is. Zodra er geen sprake meer is van een situatie waarin de inzet van de bodycam nodig is, wordt de bodycam ingenomen. De redenen/omstandigheden van het besluit tot inname, de datum van inname en het verslag van de wekelijkse toetsing worden in het dossier vastgelegd. Waarborgen bij gebruik bodycam De bodycam is eenvoudig te bedienen en kan, nadat de bodycam stand-by is gezet, met één druk op de knop worden geactiveerd. Naast beeld wordt dan ook het geluid opgenomen. Opnamen beëindigen geschiedt door dezelfde knop twee maal in te drukken. De met de bodycam opgenomen beelden (inclusief geluid) worden op de bodycam/het apparaat zelf bewaard. De opgenomen data zijn alleen te ontsluiten met behulp van ondersteunende en bij de bodycam behorende software. Deze software wordt niet aan het slachtoffer verstrekt. Dit is een extra maatregel om te voorkomen dat het slachtoffer toegang krijgt tot de beelden (inclusief geluid) en in staat is om zelf de opgenomen beelden (inclusief geluid) te bewerken, delen, verspreiden en/of op te slaan. Proces opnamen bodycam Zoals eerder in dit protocol genoemd, heeft inzet van bodycam(s) primair tot doel het veiligheidsgevoel van slachtoffers te vergroten, en secundair het doel van preventieve werking richting de vermeende treiteraar. Desondanks kan het voorkomen dat het slachtoffer zich genoodzaakt voelt de bodycam te gebruiken. In gevallen waarin de bodycam daadwerkelijk wordt gebruikt, stelt het slachtoffer de stadsdeelregisseur direct in kennis van het gebruik en de aanleiding tot het gebruik. Het slachtoffer meldt het incident bij de politie, doet aangifte en verstrekt de camera aan de politie. De ondersteunende software wordt door het team Treiteraanpak aan de politie geleverd zodat de politie de beelden kan lezen en opslaan. Vervolgens wist de politie de beelden direct vit het geheugen van de camera. De stadsdeelregisseur legt de gang van zaken schriftelijk vast in het dossier. Juni 2017 Protocol inzet bodycams Treiteraanpak gemeente Amsterdam
Motie
7
discard
Gemeente Amsterdam 8 Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 19 september 2018 13.00 uur en 19.30 uur en zo nodig donderdag 20 september 2018 13.00 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergaderingen op 12 juli 2018 en 19 juli 2018. 3 Vaststellen van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 _Mondelingevragenuur. Benoemingen 6 Verlenen van eervol ontslag van een lid van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 707) 7 _Benoemen van een lid in de Raad van Toezicht VierT aal. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 722) 8 Geheim tot aan positief advies van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 12 september. Voordracht wordt per supplementagenda toegevoegd aan de vergaderstukken. Juridische Zaken 9 Kennisnemen van de bespreking van de Notificatie richtlijn in de vergadering van de raadscommissie Algemene Zaken van 5 juli 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 721) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 Economische Zaken 10 Vaststellen van drie verordeningen voor bedrijveninvesteringszones en instemmen met een daarmee samenhangende wijziging van de begroting 2019. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 700) 11 Vaststellen van de Marktvisie Amsterdam 2018-2026 en instemmen met de Agenda Markten 2018-2026. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 701) Zuidas en Marineterrein 12 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas- Kop Zuidas 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 702) Onderwijs 13 Goedkeuren van de wijziging van de statuten van de Stichting Westelijke Tuinsteden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 703) 14 Bekrachtigen van de tijdelijke aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening 28: Combinatiefunctie Voor- en Vroegschool. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 704) Bouwen en Wonen 15 Intrekken van de Bijzondere subsidieverordening stedelijke vernieuwing Amsterdam en kennisnemen van de Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 705) 16 Het uiten van wensen en bedenkingen inzake het conceptbesluit van het college over het aangaan van individuele achtervangovereenkomsten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw ten behoeve van woningcorporatie Stichting Habion. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 706) Ruimtelijke Ordening 17 Vaststellen van het bestemmingsplan De Pijp 2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 708) 18 Vaststellen van het bestemmingsplan Jachthavens. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 709) 19 Vaststellen van het bestemmingsplan Stationseiland, 1e herziening. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 710) 20 Het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het project TT Vasumweg. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 713) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 21 Vaststellen van het bestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4, Cruguiuswerf. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 714) Grondzaken 22 Vaststellen van de wijziging van de Bijzondere Subsidieverordening Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 715) 23 Instemmen met de herziening van de grondexploitatie Houthavens. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 716) 24 Vaststellen van het herziene investeringsbesluit en grondexploitatie voor de herontwikkeling van de Brediuslocatie in West. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 717) Zorg 25 Instemmen met het aanwijzen van afgevaardigden in het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Amsterdam — Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 719) VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN Juridische Zaken 26 Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 720) Ruimtelijke Ordening 27 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 711) 28 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 712) 3 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 Ingekomen stukken 1 Brief van Groengebied Amstelland van 18 juli 2018 inzake aanbieding van de vastgestelde jaarrekening 2017, de begrotingswijziging 2018 en de programmabegroting 2019 van Groengebied Amstelland. Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen. 2 Brief van het Recreatieschap Twiske-Waterland van 30 juli 2018 inzake aanbieding van de vastgestelde financiële jaarstukken van Recreatieschap Twiske-Waterland. Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen. 3 Raadsadres van een burger van 5 augustus 2018 inzake de uitspraak van de ombudsman over de criminaliteit in de hoofdstad en de reactie van de burgemeester. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 4 Raadsadres van een burger van 9 augustus 2018 inzake fietsendiefstal op de Elandsgracht en in de Kinkerstraat. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 5 Raadsadres van een burger van 6 augustus 2018 inzake MAC voor de Albert Cuypmarkt. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders ter afhandeling. 6 Brief van wethouder Dijksma van 9 augustus 2018 inzake uitstel van de beantwoording de schriftelijke vragen van het lid Vroege van 19 juli over veiligheid en bereikbaarheid op en rondom het voorgenomen oostelijk tramemplacement in het VO Maaiveld De Entree en van 22 juli 2018 over de gevolgen van de hoge temperaturen voor de infrastructuur van Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming. 7 _Raadsadres van een burger van 8 augustus 2018 inzake een nieuw gebiedsplan voor Nieuw-West, Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter zake. 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 8 Brief van Rijkswaterstaat Nederland van 9 augustus 2018 inzake de aanbieding van het Panorama Markermeer-IJmeer. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 9 Raadsadres van Espressi van 30 juli 2018 inzake hogere boetes voor overtredingen in plaats van helmplicht en snorfiets naar de rijbaan. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 10 Raadsadres van een burger van 25 juli 2018 inzake een klacht over het ophalen van afval en overtreding van regels voor het buiten zetten van grof afval. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 11 Raadsadres van een burger van 27 juli 2018 inzake het beleid met betrekking tot voorkoming van verstening van de binnentuinen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 12 Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 juli 2018 inzake de financiële positie van de gemeente Amsterdam over het jaar 2018. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13 Raadsadres van een burger van 31 juli 2018 inzake strenger handhaven in plaats van meer handhaving in de binnenstad. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 14 Raadsadres van een burger van 30 juli 2018 inzake het handhavingstekort in de binnenstad en de juiste bestuurlijk-juridische randvoorwaarden voor effectievere handhaving met voldoende capaciteit. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken. 5 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 15 Raadsadres van Detailhandel Nederland van 1 augustus 2018 inzake aanbieding van de parkeerschijf als symbool voor bereikbaarheid van bedrijven en winkels in Amsterdam. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 16 Raadsadres van burger van 1 augustus 2018 inzake het verdwijnen van de trafokasten van de Amsterdamse School uit het straatbeeld van Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 17 Raadsadres van twee burgers van 1 augustus 2018 inzake het verlenen van vergunningen voor omzetting van een zelfstandige woning naar meerdere onzelfstandige ruimtes. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 18 Raadsadres van een burger van 2 augustus 2018 inzake aandacht voor ondersteuning aan studenten met een functiebeperking door de gemeente. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs. 19 Raadsadres van een burger van 6 augustus 2018 inzake het ontbreken van neerwaartse roltrappen in de stations in Amsterdam-Noord van de Noord-Zuidlijn. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 20 Brief van de gemeente Waalwijk van 27 augustus 2018 inzake de aangenomen motie over het Kinderpardon in de gemeenteraad van Waalwijk op 7 juni 2018. Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen. 21 Brief van wethouder Ivens van 26 juli 2018 inzake afdoening van motie 449.16 van het lid Van Lammeren over de plannen van Rainproof. Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie Wonen en Bouwen bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 22 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 20 juli 2018 inzake aanbieding van het jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening 2017 van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen. Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen. 23 Brieven van een burger van over de periode 18 juli — 9 september 2018 inzake de fraudezaak rondom de bouw van de Johan Cruijff ArenA. Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011/5273. 24 Brief van de Missing Chapter Foundation van 13 juli 2018 inzake aanbieding van het rapport “Armoede door de ogen van kinderen”, het jaarverslag van de pilot “Kansrijk opgroeien voor alle kinderen in Nederland”. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 25 Raadsadres van een burger van 23 juli 2018 inzake het beleid aangaande openbare toiletten en in het bijzonder de plaskrullen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 26 Raadsadres van een burger van 18 juli 2018 inzake de bereikbaarheid van Duitsland vanaf Amsterdam via het spoor en verplaatsing van korte vluchten van Schiphol naar het spoor. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 27 Brief van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 24 juli 2018 inzake de start van het onderzoek naar schaarse vergunningstelsels in de passagiersvaart. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 28 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2018 inzake berichtgeving over de tijdelijke vervanging van wethouder Kukenheim in verband met (zorg)verlof. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 7 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 29 Brief van de Metropool Regio Amsterdam van 24 juli 2018 inzake aanbieding van de vergaderstukken voor de vergadering van de Regiegroep Metropoolregio Amsterdam op 10 oktober 2018. Voorgesteld wordt, vergaderstukken voor kennisgeving aan te nemen. 30 Brief van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 24 juli 2018 inzake aanbieding van de begroting 2019 van de gemeenschappelijke regeling van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Voorgesteld wordt, deze begroting voor kennisgeving aan te nemen. 31 Brieven van een burger van 18 juli en 1 september 2018 inzake het slepende conflict met Camelot. Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen. 32 Brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 28 juni 2018 inzake de startpublicatie over een nieuwe Meerjarenvisie richting 2024 “Om over na te denken”. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 33 Raadsadressen van Amsterdams Erfgoed Overleg van 20 juli 2018 inzake het behoud van de museumtrams en de zorg voor en integrale visie mobiel erfgoed en van de Wijkraad Amsterdam Zuid-West van 12 augustus 2018 inzake borging voor de toekomst van het Trammuseum. Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering. 34 Brief van de Vervoerregio Amsterdam van 19 juli 2018 inzake aanbieding van de Programmabegroting 2018-2022 van de Vervoerregio Amsterdam en voornemen om deel te nemen aan Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA. Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het college van college van burgemeester en wethouders om een voordacht voor te leggen aan de raad. 35 Afschrift van een brief van een burger, gericht aan het Europees Parlement, van 26 juli 2018 inzake aanbieding van een petitie over machtsmisbruik door de Willem Schrikker Groep en Jeugdzorg. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 8 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 36 Brief van het Forensisch Centrum Teylingereind van 26 juli 2018 inzake aanbieding van het jaarverslag 2017 van het Forensisch Centrum Teylingereind over het meedoen van jongeren in de samenleving. Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen. 37 Afschrift van een brief, gericht aan Roze in Blauw, van 21 augustus 2018 inzake intimidatie op straat. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 38 Brief van het Commissariaat voor de Media van 17 augustus 2018 inzake het verzoek om advies over de aanwijzing van de Stichting Publieke Omroep Amsterdam als lokale publieke media-instelling. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering en de raad voor te leggen. De bijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie. 39 Brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 augustus 2018 inzake de wijziging van de bezoldigingsbedragen voor burgemeester en wethouders, alsmede wijziging van het bedrag van tegemoetkoming ziektekosten voor raadsleden. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 40 Raadsadres van de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en de Zondagsheiliging van 24 augustus 2018 inzake het respect voor de zondagsrust en zondagsheiliging. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 41 Raadsadres van een burger van 12 augustus 2018 inzake de registratie van een naam van een duoraadslid in de Basisadministratie. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het presidium van de gemeenteraad ter afhandeling. 42 Raadsadres van de Wijkraad Amsterdam Zuid-West van 23 augustus 2018 inzake veiligheid en onderhoud van de rijwielpaden in stadsdeel Oud-Zuid. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 9 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 43 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 13 augustus 2018 inzake het buiten werking stellen van de Bomenverordening en het Natuur- netwerk Nederland vanwege afwijzing van een handhavingsverzoek door stadsdeel Zuidoost. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 44 Raadsadres van een burger van 11 augustus 2018 inzake het parkeerbeleid van gebieden rondom Noord-Zuidlijn in Amsterdam-Noord. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 45 Raadsadres van een burger van 8 augustus 2018 inzake het verbod op parkeren voor vergunninghouders in het centrum tijdens evenementen. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 46 Raadsadres van een burger van 26 augustus 2018 inzake het beschikbaar stellen van de Stichting Leergeld voor bewoners in stadsdeel Oud-West. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs. 47 Raadsadres van een burger van 16 augustus 2018 inzake de verkeersonveilige situatie op de Schepenlaan. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 48 Afschrift van een brief van een burger, gericht aan het klantcontactcentrum Woningnet, van 16 augustus 2018 inzake het moeilijk vinden van nieuwe woonruimte. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 10 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 49 Raadsadres van een burger van 27 augustus 2018 inzake zorgen om vervuiling van Amsterdam door gemotoriseerd verkeer. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 50 Brief van PSP'92 van 25 augustus 2018 inzake preventie van radicalisering. Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling. 51 Raadsadres van de Werkgroep Historie Sloten - Oud Osdorp van 27 augustus 2018 inzake het behoud van de Lutkemeerpolder en de biologische boerderij De Boterbloem. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het agendapunt Bestuurlijke reactie op motie 316.18 van de voormalige leden Nuijens en Geenen over uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 3 oktober 2018. 52 Raadsadres van de Vrienden van het Diemerpark van 28 augustus 2018 inzake de sportnorm in relatie tot de ontwikkeling van IJburg, 2e fase. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 53 Raadsadres van een burger van 2/7 augustus 2018 inzake de reactie van stadsdeel Zuid op het verzoek om plaatsing van een afvalbak op de Amsteldijk. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 54 Brief van Controle Alt Delete van 27 augustus 2018 inzake een artikel in de Secondant, platform voor maatschappelijke veiligheid van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, met betrekking tot vertrouwen in de politie. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 11 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 55 Raadsadres van een burger van 29 augustus 2018 inzake een klacht over de gevaarlijke verkeerssituatie op de Marnixstraat, onder andere door gedrag van buschauffeurs. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 56 Raadsadres van een burger van 28 augustus 2018 inzake een klacht over de William Schrikker Stichting. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te sturen naar het college van burgemeester en wethouders ter afhandeling. 57 Brief van een burger van 29 augustus 2018 inzake het niet reageren op verzoeken om een pand brandveilig te maken. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 58 Zienswijze van twee burgers van 29 augustus 2018 inzake het ontwerp- bestemmingsplan en het ontwerpexploitatieplan Weespertrekvaart Oost. Deze zienswijze is doorgestuurd naar het college van burgemeester en wethouders om het te betrekken bij het door hen in te dienen ontwerp- bestemmingsplan Weespertrekvaart Oost. 59 Raadsadres van een burger van 3 september 2018 inzake het verzoek om in de Lutkemeer geen nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk te maken en de landerijen van de biologische boerderij De Boterbloem te behouden voor agrarische doeleinden en natuur. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het agendapunt Bestuurlijke reactie op motie 316.18 van de voormalige leden Nuijens en Geenen over uitwerken van meerdere scenario’s voor het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 3 oktober 2018. 60 Raadsadres van een burger van 3 september 2018 inzake de projectopzet “Snorfiets naar de rijbaan”. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van de agendapunten 15 en 16, Snorfiets naar de rijbaan, in de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid van 13 september 2018. 12 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 61 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 3 september 2018 inzake de aanpak van de kanoknelpunten in Nieuw-West van de Watervisie Amsterdam 2040. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid. 62 Raadsadres van een burger van 4 september 2018 inzake het afschaffen van de dividendbelasting en de gevolgen voor de gemeentelijke begroting. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 63 Raadsadres van de werkgroep Het Open IJ / Brug over het IJ, nee dank je, van 4 september 2018 inzake het bestemmingsplan Stationseiland, 1e herziening. Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij agendapunt 13 in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 12 september 2018, en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 19 in de raad, vaststellen van het bestemmingsplan Stationseiland, 1° herziening. 64 Raadsadres van de Bewonerscommissie de Reddingsboei van 4 september 2018 inzake de gebrekkige herprofilering van drie hofjes rondom de Sloterplas. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen. 65 Brief van wethouder Dijksma van 5 september 2018 inzake vertraging van de bouwwerkzaamheden aan de Amstelveenseweg. Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming. 66 Brief van Blijf Groep, opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld, van 14 augustus 2018 inzake het leveren van een bijdrage van de Blijf Groep aan het inwerkprogramma voor de nieuwe gemeenteraad. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 67 Brief van wethouder Van Doorninck van 5 september 2018 inzake uitstel van de besluitvorming van het Warmteplan Sluisbuurt. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 13 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018 68 Raadsadres van een burger van 6 september 2018 inzake een idee voor de aanpak van overlastgevende burgers in Amsterdam. Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad. 69 Raadsadres van een burger van 7 september 2018 inzake collectieve afspraken tussen de gemeente Amsterdam en zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport. 14
Agenda
14
train
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam aen x Stadsdeel Nieuw-West Postbus 2003 x 1000 CA Amsterdam Telefoon 14 020 Fax 020 253 6009 NW www.nieuwwest.amsterdam.nl Vergadering Deelraad Datum 25-09-2013 Reg.nr./DECOS nr. 2013/INTERN/1028 Voordracht (D.B., 25 juni 2013) Onderwerp Herziening Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West Besluit 1. de herziening van het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West vast te stellen en ter instemming voor te leggen aan het College van B&W en Gemeenteraad; 2. in te stemmen met de herziening van het Financieel Kader Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West (d.d. 27-06-2013) met minimaal een positief saldo en ter vaststelling voor te leggen aan het College van B&W en de Gemeenteraad; 3. inte stemmen met een overdrachtwaarde van het stadsdeelkantoor (Osdorpplein) in de uitwerking van deelgebied 1.1.B SDK-locatie tegen de dan geldende boekwaarde i.p.v. marktwaarde; 4. de onder punt 3 genoemde afwijking, ten opzichte van de gemeentelijke richtlijnen ter waardebepaling van opstallen, ter vaststelling voor te leggen aan het College van B&W. Toelichting (bijv. vorig Op 28 september 2005 is het Vernieuwingsplan Centrum Amsterdam Nieuw-West (VNP) besluit/relatie met overige vastgesteld door de Gemeenteraad inclusief het bijbehorende Financieel Kader. Met dit bestuurlijke besluit werd uitvoering gegeven aan “Richting Parkstad 2015” en is het project Centrum uitgangspunten): Amsterdam Nieuw-West aangewezen tot het kloppende hart van Nieuw-West. Bij de vaststelling van het Vernieuwingsplan waren de belangrijkste speerpunten voor de ontwikkeling van Centrum Nieuw-West: e het Osdorp Centrum als centrum laten fungeren e Inde Van Suchtelen van de Haarebuurt sloop-nieuwbouw te plegen e Winkels en leisure-functies in Osdorp Centrum aan te passen en uit te breiden e Bruto toevoeging van 29.000m?2 Kantoren Na het vaststellen van het VNP is begonnen aan de uitwerking van de verschillende deelprojecten met zowel corporaties als ontwikkelaars. Gaandeweg de uitwerking van de deelplannen zijn nieuwe inzichten en wijzigingen opgetreden die vroegen om aanpassing van de plannen. Dit kwam o.a. door veranderde uitgangspunten nav deelstudies, bestuurswisselingen en vernieuwde inzichten bij ontwikkelende partijen. Deze planaanpassingen waren in eerste instantie vooral van ruimtelijke aard en vielen binnen de bevoegdheden voor besluitvorming van de deelraad. Het ruimtelijk kader is voor de 1° keer op punten aangepast zonder daarbij de algemene strekking van het VNP uit het oog te verliezen. Deze aanpassingen zijn verwoord in het “Regieplan” dat is vastgesteld door de deelraad van Osdorp in april 2007. De ruimtelijke wijzigingen hadden geen gevolg voor de vastgestelde financiële kaders van het VNP en behoefden daarom geen vaststelling door de Gemeenteraad. In 2012 werd duidelijk dat het Vernieuwingsplan Gentrum Nieuw-West en het bijbehorende Pagina 2 van 4 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Financieel Kader uit 2005 zowel programmatisch als financieel door de actualiteit was ingehaald. Lagere afzet betekent lagere productie, lagere prijzen en langere doorlooptijden (opgerekt naar 2023). Motivering besluit Argumenten: 1.1. Het doel van deze herziening van het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West is om het in 2005 vastgestelde vernieuwingsplan te actualiseren. Het oorspronkelijke Vernieuwingsplan is namelijk zowel programmatisch als financieel door de actualiteit ingehaald. Het Vernieuwingsplan is in economische hoogtijdagen opgesteld. Door de herziening wordt het programma kleiner en daarmee beter uitvoerbaar. In de bijgevoegde herziening van het Vernieuwingsplan wordt verder ingegaan op de ruimtelijke randvoorwaarden en uitgangspunten. De gewenste ontwikkelingen en de ruimtelijke wijzigingen zijn reeds juridisch planologisch mogelijk gemaakt in het nieuwe bestemmingsplan Osdorpplein en omgeving. De besluiten moeten ter vaststelling c.q. ter instemming worden voorgelegd aan het college van B&W en deels aan de gemeenteraad. 1.2. Na het vaststellen van het VNP is het stadsdeel de verschillende deelgebieden gaan uitwerken met zowel corporaties als ontwikkelaars. Dit heeft reeds geleid tot uitvoering van Suha | (met Stadgenoot), een fase III besluit voor Suha Il (met Eigen Haard), een vastgesteld uitwerkingsplan voor de Zuidwestoever, een ontwikkelovereenkomst met ASR en drie uitwerkingsplannen die de besluitvormingsprocedure ingaan (de Meervaart, Plein Zuid en de Shoperade van Kroonenberg). Het vaststellen van deze herziening is essentieel om de uitvoering van deze deelgebieden te waarborgen. 1.3. Stadsloketten. In het VNP van 2005 werd nog uitgegaan van ca 29.000 m2 kantoorprogramma inclusief 12.000 m2 voor een nieuw stadsdeelkantoor. In het kader van het Plabeka heeft het stadsdeel de kantoormeters geschrapt. Om aan de ambitie van de Centrale Stad te kunnen voldoen is in de herziening van het Centrum een programma opgenomen van ca 3.100 m2 voor stadsloketten. De verdere planontwikkeling van de stadsloketten zal het stadsdeel in nauwe samenwerking met Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) realiseren. 2.1. De herziening van het programma en de fasering van het Vernieuwingsplan heeft financiële consequenties, welke zijn doorgerekend in het Financieel Kader behorende bij het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West. Het Financieel Kader (fase 2 product) is een raming van het financiële resultaat waarbij de financiële uitgangspunten en principes worden vastgelegd. De concrete investeringsbeslissingen worden genomen bij het vaststellen van de bijbehorende uitwerkingsplannen doormiddel van het nemen van het investeringsbesluit (fase 3 product). Bij het nemen van het fase 3 besluit wordt er getoetst aan de uitgangspunten en principes zoals opgenomen in het Financieel Kader. Doorgerekend met rente en inflatie komt het totale Financieel Kader, uitgedrukt in contante waarde 01-01-2013, uit op € 796.000 positief. Het saldo van de grondexploitaties van de uit te werken deelgebieden zal getoetst worden aan het Financieel Kader, waarbij als ondergrens een minimaal kostendekkende exploitatie het uitgangspunt zal zijn. 2 Pagina 3 van 4 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West 2.2 De opzet van de herziening en de financiële consequenties zijn in een vroeg stadium voorbesproken met Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam (OGA) en in de projectenstaf met Wethouder van Poelgeest en worden door hen ondersteund. Voorafgaand aan de besluitvorming in de deelraad zal het Financieel Kader nog definitief getoetst worden door het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. De herziening van het Financieel Kader zal na instemming door de deelraad ter vaststelling worden voorgelegd aan het college van B&W en de Gemeenteraad. Hierbij zal het college van B&W en de Gemeenteraad eveneens gevraagd worden een aantal uitgangspunten uit het Vernieuwingsplan en Financieel Kader uit 2005 opnieuw te bekrachtigen. Zo zal het College van B&W en de Gemeenteraad gevraagd worden akkoord te gaan met het tijdelijk verwijderen van het noodspoor voor de tram en na een aantal jaar op een andere plek terug te leggen en om akkoord te gaan om de meerwaarde bij omzetting van bestaande erfpachtrechten binnen het plangebied ten gunste te brengen van het project. 3.1 Al enkele jaren zorgt de laagconjunctuur voor een afnemende afzet van woningen en detailhandel. Deze afnemende afzet vertaalt zich in afnemende verkoopprijzen en daarmee lagere grondopbrengsten. Als gevolg van deze afnemende grondopbrengsten is het Financieel Kader Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West herzien. Ook voor deelgebied 1.1.B SDK-locatie zijn de grondopbrengsten neerwaarts bijgesteld. Wanneer de inbreng van het stadsdeelkantoor (Osdorpplein) tegen marktwaarde geschiedt zal dit tot een negatieve deelexploitatie leiden. De deelraad wordt daarom verzocht in te stemmen met een overdrachtwaarde van het stadsdeelkantoor in de uitwerking van deelgebied 1.1.B SDK-locatie tegen de dan geldende boekwaarde i.p.v. marktwaarde. De huidige boekwaarde (prijspeil 2013) bedraagt € 4.444.865 en ligt aanmerkelijk lager dan de geraamde marktwaarde van het vernieuwingsplan uit 2005. Door hantering van de boekwaarde wordt een haalbare deelexploitatie voor deze locatie verwacht. 4.1Ter bepaling van de overdrachtwaarde van gemeentelijke opstallen gelden binnen de gemeente Amsterdam de ‘Richtlijnen waardebepaling van terreinen en/of opstallen in het kader van intern gemeentelijke (beheers)overdrachten’ (OGA; herziene versie dd. 17 september 2003). Hierin staat als richtlijn dat intern gemeentelijke overdrachten plaats horen te vinden tegen marktwaarde. Hiervan kan afgeweken worden als het College van B&W hiermee akkoord gaat. De deelraad wordt daarom gevraagd om de inbreng van het stadsdeelkantoor tegen boekwaarde i.p.v. marktwaarde ter vaststelling voor te leggen aan het College van B&W. Kanttekeningen (risicofactoren) 1.Voor een aantal deelgebieden in Centrum Nieuw West zijn reeds vergaande afspraken gemaakt en bekrachtigd zoals een ontwikkelovereenkomst met ASR voor Plein Zuid en erfpachtcontracten met Stadgenoot voor Suha |. Verder wordt op 4 juli 2013 een contract getekend met Eigen Haard over het definitieve programma in Suha Il inclusief de realisatie van de stadsdeelloketten. Het niet vaststellen van deze herziening kan leiden tot contractbreuk en het tussentijds beëindigen van de ontwikkeling van een aantal deelgebieden. Niet alleen leidt dit tot financiële gevolgen maar ook zal Centrum Nieuw- 3 Pagina 4 van 4 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West West, waarbij de doelstelling is om het woon- en winkelgebied als centrum voor geheel Nieuw-West te laten fungeren, niet meer gehaald kunnen worden. 2 Omdat het Financieel Kader van de herziening Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West de financiële vertaling is van het VNP en alle investeringen en opbrengsten omvat die binnen het VNP Centrum Nieuw-West van toepassing zijn, wordt deze rapportage Kabinet aangeboden. Deze rapportage bevat een uitgebreide risicoanalyse. Financiële toelichting De doorrekening van het financieel kader wordt nog getoetst door het OGA . Bij deze toetsing wordt nadrukkelijk gekeken of de opbrengsten haalbaar zijn en de kosten in overeenstemming met het grondbeleid zijn. Wat betreft de concern risico’s zijn deze voor het stadsdeel beperkt, omdat op dit plan de cash flow regeling van toepassing is. Uitgaven kunnen pas worden gedaan als de inkomsten zeker zijn gesteld. De compensatie voor het ingebrachte stadsdeelkantoor is dusdanig dat deze de restant boekwaarde compenseert waardoor het stadsdeel hier geen schade van ondervindt. -dekking In het herziene financieel kader staan toegezegde eigen bijdragen van het stadsdeel opgenomen voor een totaalbedrag van € 5,6 miljoen. De dekking voor deze bijdragen is opgenomen in de bestemmingsreserve vernieuwing Nieuw-West (BRVNW) en uit ISV middelen. Een onderverdeling is te vinden in de toelichting financieel kader. De boekwaarde van het stadsdeelkantoor aan het Osdorperplein wordt in de GREX opgenomen en verwijderd uit de staat van activa van het stadsdeel. Voor de actieve deelexploitaties die al uitgevoerd worden is reeds een krediet beschikbaar gesteld van € 10,5 miljoen. —dekkingsmiddel BRVNW en saldo ISV/ Stimuleringsfonds OGA —capaciteitsraming nvt. -risico-analyse Zie toelichting financieel Kader —begrotingswijziging nvt. 4
Actualiteit
4
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 786 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 8 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie WB Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015 (geen dieren meer in Carré). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — Koninklijk Theater Carré sinds 1976 eigendom is van de gemeente Amsterdam; — wethouder Ivens (dierenwelzijn) een brandbrief aan staatssecretaris Dijksma van 2 september 2014 heeft ondertekend, waar in staat: “Wij wachten met smart op het door het kabinet aangekondigde landelijke verbod op het gebruik van wilde (en exotische) dieren in circussen. (…) Wij zijn helaas niet bevoegd een evenementenvergunning te weigeren op grond van dierenwelzijn. Het welzijn van wilde dieren wordt in circussen ernstig aangetast. Ze hebben te weinig leefruimte, zitten een groot deel van de dag in hun transportkooien of staan aan de ketting, er wordt niet tegemoet gekomen aan hun sociale behoeften, en er is nauwelijks afleiding. (…) Onze dringende boodschap aan u is: maak haast met het wettelijke verbod op wilde dieren in het circus!”; — de gemeente Amsterdam hiermee een duidelijk standpunt heeft ingenomen ten aanzien van wilde dieren in circussen; — hetin de ogen van de Partij voor de Dieren niet goed uit te leggen zou zijn wanneer in een theater dat eigendom is van de gemeente Amsterdam, circussen met wilde dieren een podium krijgen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: zijn verantwoordelijkheid te nemen door als eigenaar van theater Carré in dat theater geen podium te bieden aan circussen of andere activiteiten met wilde dieren en bij voorkeur alleen ruimte te bieden aan circussen en activiteiten die helemaal geen dieren gebruiken. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 18 november 2021 Portefeuille(s) Zorg Portefeuillehouder(s): Simone Kukenheim Behandeld door GGD Amsterdam, [email protected]) Onderwerp Stand van zaken coronavirus Amsterdam Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over de stand van zaken rond het coronavirus in Amsterdam. U kunt deze informatie desgewenst betrekken bij actualiteit(en) over dit onderwerp. U heeft via de dagmail op 11 oktober de laatste brief van de veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland ontvangen over de stand van zaken rond het coronavirus. Het college hecht eraan u voorafgaand aan de komende commissievergaderingen opnieuw te informeren over de stand van zaken. Daarom ontvangt u deze brief nu vanuit de gemeente Amsterdam. U ontvangt bovendien een aparte brief hoe GGD Amsterdam het komende half jaar haar inzet voor het bestrijden van het coronavirus gaat organiseren. Stand van zaken van de verschillende relevante indicatoren We rapporteren over de stand van zaken op dezelfde manier zoals u gewend bent van de veiligheidsregio, op basis van: . het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames op het medisch dashboard; . het functioneren van het testen en traceren en bron- en contactonderzoek; . de stand van zaken van het vaccinatieprogramma; . de druk op de zorginstellingen. Verder ontvangt u in deze brief informatie over de corona preventie activiteiten. In onderstaande figuur ziet u het aantal besmettingen per dag in onze Veiligheidsregio sinds juli 2020. De zwarte lijn geeft het gewogen gemiddelde weer over de laatste 7 dagen. Sinds de laatste raadsbrief heeft er een sterke stijging van het aantal besmettingen plaats gevonden, dat is voor afgelopen week niet anders. We zagen afgelopen week een toename van 52% van het aantal meldingen in de veiligheidsregio t.o.v. de week ervoor. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 2 van8 COVID-19 meldingen per dag in VRAA OVID 19 meldingen Ecov D-19 meldingen 7 day moving average In alle stadsdelen van de gemeente Amsterdam nam het aantal COVID meldingen toe ten opzichte van de voorgaande week. COVID-19 per weeknummer per 100.000 inwoners (stadsdeel) Stadsdeel @ Centrum @Nieuw-West @Noord Oost @ West @ Zuid @ Zuidoost A /\ ee - en J en Er was een toename in het aantal COVID meldingen te zien bij alle leeftijden, met uitzondering van de categorie 80+, in vergelijking met de voorgaande week. De grootste stijging was zichtbaar in de leeftijdscategorie 5 tot 12 jaar. Onderstaande grafiek geldt voor de gehele veiligheidsregio. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 3 van8 COVID-19 melding per 100.000 per leeftijdcategorie in de laatste acht weken JaarWeekNr ® 202140 ® 20214: ® 202143 © 202144 COVID-19 meldingen per leeftijdscategorie vorige week ®o-4 @5-12 @13-18 O13-24 025-530 @31-40 @41-50 O51-60 O61-70 @71-20 Oa jr en ouder Ziekenhuisopnames Op de IC is er sprake van een sterke stijging, vorige week gemiddeld 14 nu gemiddeld 24. Deze stijging komt door een hogere doorstroom vanuit de kliniek en door uitplaatsing vanuit het land. In de kliniek zien we een verdere stijging in de bezetting (vorige week gemiddeld 58 nu gemiddeld 62), dit terwijl de capaciteit van de ziekenhuizen op dit moment 51 bedden is). Druk op ziekenhuizen neemt toe (in onze regio is de sitvatie nog beheersbaar vergeleken andere regio’s in het land. Onze regio neemt ook patiënten over uit de rest van het land). Het is beheersbaar dankzij goed uitplaatsen binnen de ROAZ regio en een sterke samenwerking tussen zorgpartners. De druk op de zorg in ziekenhuizen, bij huisartsen en ambulancedienst is zeer hoog. In de VVT sector zijn er diverse COVID-uitbraken, maar wel minder heftig en kleiner dan voorheen, ook bij dubbel gevaccineerden. De VVT is blij met het vooruitzicht van de boostervaccinatie voor zorgpersoneel en mensen boven de 60 jaar. Beschikbaarheid personeel blijft een probleem, zowel in thuiszorg als intramurale zorg. Testen In onderstaande figuur is het aantal afgenomen testen bij de GGD sinds april 2021 te zien. De grijze kolommen geven het aantal testen per week aan, de rode lijn het percentage testen met een positieve uitslag. Het aantal testen op 30.950. In onze regio is er nog steeds plek voor een testafspraak binnen 24 vur: Het aantal testen is afgelopen week met 43% gestegen ten opzichte van de voorgaande week. In Amsterdam wordt minder getest (per 100.000 inwoners) dan in andere gemeenten: Het positief testpercentage is met 2% gestegen (van 15% naar 17%) ten opzichte van de voorgaande week. De testbussen/units stonden voor de derde week in Oost (Geertje Wielemaplein, Zeeburgereiland), voor de tweede week in Duivendrecht (Dorpsplein) en voor de zesentwintigste week in Amstelveen (Sportlaan). Door de drukte is er bij de Sportlaan ook een extra testbus ingezet. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 4 van 8 Testen met bekende uitslag (voor inwoners VRAA) per week ® Teste t bekende uitslag @% Testen met uitslag positie: … Ne ÁE Mitsel aan aaal | De afgelopen week is er, zoals u ziet, veel getest. Tot nu toe is er elke dag nog genoeg testcapaciteit beschikbaar. Ook is er op elke locatie vrije inloop mogelijk. Hieronder ziet v een overzicht van beschikbare testen en uitgevoerde testen van afgelopen week. De aantallen die hierboven genoemd staan, zijn de aantallen testen die vitgevoerd zijn. Daar zitten ook inwoners van onze regiogemeenten en andere veiligheidsregio's tussen. Traceren Sinds de vorige raadsbrief is er landelijk een nieuw systeem ingevoerd rond het bron- en contactonderzoek (BCO), te weten BCO op maat. Bij BCO op Maat wordt tijdens het gesprek met de index een afweging gemaakt tussen twee typen BCO: Standaard BCO of Uitgebreid BCO. Het grootste verschil tussen deze twee typen is dat bij het Standaard BCO de index zelf de nauwe contacten (cat. 2) gaat inventariseren én informeren. Bij een Uitgebreid BCO doet de BCO- medewerker dit. De huisgenoten (cat. 1) worden altijd geïnformeerd door een BCO-medewerker. Op basis van vijf criteria wordt er een risico-inschatting gemaakt of Uitgebreid BCO nodig is óf dat een Standaard BCO mogelijk is. Als de index aan één van onderstaande vijf criteria voldoet, heeft het meerwaarde dat de GGD zelf de contacten inventariseert en informeert. De vijf criteria: 1. De index heeft risico gelopen op een Variant of Interest (VOI) of Variant of Concern (VOC) 2. De index behoort tot een moeilijk bereikbare groep 3. De index heeft contact gehad met personen met een verwachte lage vaccinatiegraad 4. De index is mogelijk onderdeel van een (bekend) cluster of situation (vervalt in fase 3 en 4) Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 5 van8 5. De index kan zelf geen contactonderzoek doen Vaccinaties Landelijk was de vaccinatieopkomst vorige week onder inwoners van 12 jaar en ouder 82%. In de Amsterdam ligt dit percentage op 76%. De vaccinatieopkomst is afgelopen week in alle stadsdelen licht gestegen (0,3 - 0,8%) ten opzichte van de week ervoor. In week 45 heeft de GGD Amsterdam 10.669 vaccinaties gezet. U kunt deze cijfers ook terugvinden op het coronadashboard van de GGD Vaccinatieopkomst in Amsterdam per stadsdeel © vaccinatieopkomst © Verwachte vaccinatieopkomst 83,7% 7 nr 80,8% 82,9% Centrum 18,3% 13,9% West 19,8% 74,0% 81,2% 682% Zuidoost 66,1% 80,2% 0% 20% 40% 60% 80% De afgelopen week hebben we bij het Groeps- en Wijkgericht Vaccineren 882 vaccinaties gezet, dit is gelijk aan het aantal van vorige week. Zie de grafiek hieronder voor de cijfers van de afgelopen weken, zodat u als gemeenteraad ook op dit punt volledig op de hoogte bent. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 6 van 8 Aantal vaccinatie mobiele teams per week 1400 1200 135 1089 1000 ei 2 500 5 600 6 7 2 400 2 0 e Ni P EN Mh Dt 5 BD LW NN: DAE A Ë a & se Nú É É ï Ee & & É É É FE & & S É É se Na Ni De afgelopen week maakten er in totaal 4.556 mensen gebruik van de vrije inloop, dat zijn per dag zo'n 651 personen. De mobiele units stonden op: Kraaiennest, Station Lelylaan en het Hoekenrodeplein in Zuidoost. Coronapreventieactiviteiten Sinds de zomer is een wijk- en groepsgerichte aanpak gestart, waarbij voorlichters en mobiele prikteams dagelijks de buurten ingaan, om met mensen in gesprek te gaan over vaccinaties en ze aan te bieden zonder afspraak een vaccinatie te halen. Het doel met deze wijk- en groepsgerichte aanpak is zoveel mogelijk Amsterdammers te bereiken en daarmee een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad te realiseren. De fijnmazig vaccineren activiteiten worden gericht ingezet om praktische barrières weg te nemen. Een mobiele unit in de wijk of een vaccinatieteam op een bepaalde locatie geeft mensen de mogelijkheid om zich dichtbij en zonder afspraak te laten vaccineren. De units en team worden ingezet in stadsdelen en wijken waar de vaccinatieopkomst lager ligt dan het landelijk gemiddelde. Daarnaast worden er een groot scala aan voorlichtingsactiviteiten georganiseerd in nauwe samenwerking met stadsdelen, huisartsen, gemeenschappen en organisaties (die daarvoor ook bekende personen in de wijk of eigen communicatiekanalen inzetten). Voorbeelden van recente wijkgericht vaccineren activiteiten zijn e Nieuw West: Mobiele unit is ingezet bij: Station Lelylaan (26 okt t/m 13 nov). Mobiel team en infoteam bij Huis van de Wijk Het Pluspunt (2de terugkomsessie, 13 nov), Stichting Kumbet Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 7 van8 (Stichting t.b.v. positieverbetering Turkse jongeren, 10 nov), De Wachter (ontmoetingscentrum, terugkomsessie, 10 nov.) en IPABO (incluis voorlichtingssessie, 8 nov.) e _ Zuidoost: Mobiele unit is ingezet bij Hoekerodeplein (26 okt t/m 13 nov). Mobiel Team is ingezet bij Maranathakerk (gesteund door netwerk van pastoors, 8 nov.) Mobiel Team en infoteam is ingezet bij Buurthuis Gein (aa en 13 nov), Buurthuis Holendrecht (11 nov.) en Kazerne Reigersbos (terugkomsessie, 8 nov). e Noord: Mobiel team en infoteam zijn ingezet bij Stichting Cordaan (faciliteert begeleid wonen m.n. voor jongeren, 10 nov.). e West: Mobiel team en infoteam is ingezet bij Stichting Aminah (in combi met eerdere voorlichtingsbijeenkomst, 12 nov.) e Oost: Mobiel team en infoteam is ingezet bij Sporthal Wethouder Verweij (i.s.m. Assadaka (community voor sociale cohesie & participatie, 12 nov.), Buurthuis Archipel (12 nov.) en Stichting Prachtvrouw (stichting voor vrouwen met een migratieachtergrond, voorafgegaan door eerdere voorlichtingsbijeenkomst, 11 nov.) Onderwijs Voor de coronapreventieactiviteiten op het terrein van onderwijs zijn 10 MBO scholen en 25 voortgezet onderwijs scholen geselecteerd, gebaseerd op ligging en de populatie op deze scholen. Alle 10 de MBO scholen zijn enthousiast over de aanpak en bereidwillig om mee te werken. Op 7 MBO'’s worden Corona colleges gegeven en ondersteunen de leraren gesprekken over Corona (m.b.v. ‘gespreksstarters’); 6 locaties richten zich op voorlichting en toeleiding naar prikunit. 2 locatie. zet in op voorlichting In totaal zijn 22 Corona colleges gehouden op het MBO, met gemiddeld 20-60 leerlingen per klas. 2 extra MBO locaties nemen deel (Noord en Amstelveen). Op het voortgezet onderwijs werken 13 van de 25 scholen inmiddels mee. en nemen één of meerdere producten/ diensten af van de menukaart. 9 scholen staan opnieuw ingepland voor gesprek met de directeuren over passend aanbod (naar aanleiding van gesprekken met bestuurders). Vanuit 2 scholen is nog geen reactie gekomen. Bij scholen die geen inzet willen, is in alle gevallen contact met de bestuurder(s) omtrent de keuze. Het aantal scholen is gestegen naar 25 (de weekend school in zuidoost is aangesloten). In totaal zijn nu 61 Corona colleges gegeven, verspreid over 3 locaties. Acties in week 4,5: Bij 2 scholen zijn de afgelopen week Corona- / biologie lessen gegeven (5 totaal), voorbereiding Corona colleges voor week 46 (minimaal 2 school). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021 Pagina 8 van 8 Zoals u ziet, wordt er volop doorgewerkt door de GGD Amsterdam en alle betrokken partners. Feit is, dat we op dit moment opnieuw in een zware fase van de pandemie zitten. In de komende weken zult u verder geïnformeerd worden over de stand van zaken. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim, wethouder zorg Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
8
train
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 juni 2023 Ingekomen onder nummer 303 Status Aangenomen Onderwerp Motie van IJmker, Namane en Schmit inzake het betrekken van marktondernemers bij de ontwikkeling van het marktbeleid Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de voortgangsbrief markten en straathandel, het rapport Marktwaarde van de Ombudsman en de monitor warenmarkten 2022. Constaterende dat; -__ Uit de rondetafelgesprekken met marktondernemers en raadsleden, en uit het rapport van de ombudsman, blijkt dat de relatie tussen gemeente en markt verslechterd is -__ Het betrekken van diverse groepen marktondernemers bij het beleid dat voor markten wordt ontwikkeld, bijdraagt aan de kwaliteit dat beleid; -_ Hetstreven is om uiterlijk begin 2024 de opdracht te verstrekken voor het opstellen van de nieuwe verordening; -__De gemeente({-raad) nieuw marktbeleid gaat ontwikkelen, bij het herzien van de marktverordening en het proces hiervoor nog onduidelijk is Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_De uitkomsten van de rondetafelgesprekken mee te nemen als startpunt voor de vernieu- wing van de marktverordening -__Eentransparant proces op te stellen inclusief tijdlijn voor de vernieuwing van de marktver- ordening -_Daarbij duidelijk te maken hoe marktondernemers actief betrokken worden in het vorm- geven van de nieuwe verordening Indiener(s), E.C. IJmker Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 F.A. Namane E.W. Schmit
Motie
2
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 2 juni 2023 Portefeuille(s) Portefeuille(s) Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink Behandeld door Stedelijk Team Participatie ([email protected]) Onderwerp Stand van zaken stadsdeelpanels Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college v over het volgende. In janvari 2023 bent v door middel van een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de ‘Leidraad starten met stadsdeelpanels’ en het ‘Handboek uitvoeren stadsdeelpanels’. In de raadsinformatiebrief stond beschreven hoe de leidraad en het handboek tot stand zijn gekomen, wat ze inhouden, en hoe de stadsdeelcommissies ze kunnen inzetten voor stadsdeelpanels. U heeft daarbij aangegeven dat u geïnformeerd wilt worden over de voortgang van stadsdeelpanels. De afgelopen maanden zijn er verschillende gesprekken geweest met (een afvaardiging van) de stadsdeelcommissies over het instrument stadsdeelpanels. Verkenningssessies In elk stadsdeel zijn verkenningssessies geweest met (een afvaardiging van) de stadsdeelcommissie. Deze vonden plaats in januari, februari en maart 2023. Bestuurscommissie Weesp heeft aangegeven pas later dit jaar te willen verkennen of ze een stadsdeelpanel voor stadsgebied Weesp willen inzetten. Tijdens deze sessies kregen de aanwezige stadsdeelcommissieleden meer informatie over stadsdeelpanels en konden ze vragen stellen over de verschillende varianten. Vijf van de zeven stadsdeelcommissies (Noord, Centrum, Oost, West, Zuid) gaven aan verder te willen onderzoeken of ze stadsdeelpanels willen initiëren. Onderwerpsessies Wanneer stadsdeelcommissies een vervolg willen op de verkenningssessie kunnen ze, nog zonder zich ergens op vastte leggen, intekenen voor een onderwerpsessie. Het doel van een onderwerpsessie is om: een aantal geschikte onderwerpen te verzamelen en te verkennen; en eventueel een voorstel te formuleren voor een besluit door de stadsdeelcommissie om te starten met een stadsdeelpanel over een van de onderwerpen. In maart 2023 heeft stadsdeelcommissie West een onderwerpsessie gedaan. Voor twee andere stadsdeelcommissies, Oost en Zuid, wordt nv een onderwerpsessie gepland in juni 2023. De Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2023 Pagina 2 van 2 andere drie stadsdeelcommissies hebben nog geen onderwerpsessie aangevraagd. Het Stedelijk Team Participatie begeleidt deze sessies, samen met experts. Besluit Het is aan de stadsdeelcommissies zelf om te bepalen of ze een stadsdeelpanel willen instellen of niet. Nadat een (afvaardiging van de) stadsdeelcommissie een onderwerp heeft gekozen waarover ze een stadsdeelpanel willen organiseren, wordt dit in stemming gebracht bij de hele stadsdeelcommissie. Op het moment dat een brede meerderheid instemt, wordt er een stadsdeelpanel georganiseerd. Twee stadsdeelcommissies, Nieuw-West en Zuidoost, hebben besloten om geen gebruik te maken van een stadsdeelpanel en verkennen op dit moment welk alternatief instrument voor hen geschikt is. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Rutger Groot Wassink Wethouder Democratisering Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
Factsheet ouderenhuisvesting 2019 Amsterdam es Aantal ouderen, 2019 en prognose 2030 Bewustwording woonsituatie migratieachtergrond ge Toegekende aanvragen traplift WMO (algemeen) = niet-westers £ zere) m west +40% wenen Toegekende aanvragen woningaanpassing WMO 150.784 m geen alg.) am 2.544 (2018) ade — Contacten langer thuis wonen | huisbezoeken 22.264 «58% e\ wooncoach (65+) e | rn 5 66.293 753 | 131 (2019) 41.986 (&)| Inschrijvingen | actief zoekend op Woningnet (65+) 85.124 08 10.004 È 36.794 | 3.312 (2019) 68.892 6.079 28.599 nn (a) . Gebruik verhuisregelingen (65+) 2019 2030 2019 2030 > 254 (2019) Woonsituatie ouderen Voorraad ouderenwoningen Huishoudens die zeker willen verhuizen (65+) Geschikte ouderenwoningen 14% | 11.500 (2019, schatting) 5 27.168 (2019) sE) Huishoudens die woning niet geschikt vinden Gelabelde ouderenwoningen fs, om oud in te worden (65+) 5.802 (2019) 20% | 16.500 (2019) © Ruim wonende huishoudens (65+) 1 Woningen met lift | op begane grond 19% | 15.700 (2019, schatting) 224.291 (2019) ® Zelfstandig | niet-zelfstandig wonend (65+) Woningen zonder lift | niet op begane grond 104.966 | 3.013 (2019) 217.176 (2019) Alleenstaande ouderen (65+ | 75+) Nultredenwoningen met sociale huur 49%/ 53.335 | 54%/ 22.625 (2019) 29% | 66.000 (2019, schatting) KJ) : . . Minima ouderen (66+) Nultredenwoningen met middeldure huur 21% | 19.290 (2017) 36% | 11.200 (2019, schatting) » Ouderen met = 1 beperkingen bij activiteiten Eenheden zorghuisvesting f. dagelijks leven (65+) Î 5.295 (2015) 18% (2016) ä & Ouderen die ernstig eenzaam zijn (65+) Geclusterde wooneenheden Í 13% (2016) 2.545 (2019) © . s Meest kwetsbare ouderen | lage SES (66+) ANN Aangeboden ouderenwoningen PÁ 25% | 58% (2017) 7 619 (2019) Geaccepteerde voorrangswoningen NL WMO/MI/65+ 8 door: OIS, maart 2020 187 (2019)
Factsheet
1
test