text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 88
Publicatiedatum 27 februari 2013
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 13 februari 2013
Behandeld op woensdag 13 februari 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Roodink, mevrouw Visser en de heer Van Drooge
inzake de extra comptabele begrotingswijziging inzake ‘1 stad, 1 opgave’ 2013
(eindbeeld organisatie gemeente Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 15 januari 2013 inzake de extracomptabele begrotingswijziging
inzake ‘1 stad, 1 opgave! 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 58);
Overwegende dat:
— in de extracomptabele begrotingswijziging ‘1 stad, 1 opgave’ 2013 een reeks aan
bezuinigingen wordt voorgesteld ten aanzien van de gemeentelijke organisatie
(centrale stad en stadsdelen);
— deze bezuinigingen als vanzelfsprekend gepaard gaan met grote veranderingen
in diezelfde gemeentelijke organisatie;
— _een motie van mevrouw Shahsavari-Jansen, namens de fractie van het CDA, en
van de heer Paternotte, namens de fractie van D66 om in de begroting 2013 tot
een blauwdruk van de gemeentelijke organisatie in 2015 te komen op 20 juni
2012 door de raad is aangenomen (Gemeenteblad 2012, afd. 1, nr. 483);
— in de begroting 2013 wel enkele contouren worden geschetst van de nieuwe
gemeentelijke organisatie als resultaat van deze bezuinigingen, maar nog
onvoldoende duidelijk is hoe die organisatie er dan daadwerkelijk uit gaat zien;
— _ hiermee de motie van de fracties van het CDA en D66 niet voldoende ten uitvoer
is gebracht;
— voor het welslagen van de genoemde bezuinigingsoperatie het van fundamenteel
belang is dat duidelijk is hoe de gemeentelijke organisatie er uiteindelijk uit gaat
zien;
— het college (nog) geen keuzes maakt met betrekking tot de toekomst van het
diensten/concernmodel;
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 88 Motie
Datum 27 februari 2013
— _ Amsterdammers van de gemeente mogen verwachten dat de gemeente een zo
goed mogelijke dienstverlening aan burgers en bedrijven realiseert en zo efficiënt
mogelijk werkt,
Voorts overwegende dat in de bestuurlijke hoofdlijnen van de begroting 2013 is
opgenomen dat er op 1 januari 2013 een concreet uitvoeringsplan zou zijn,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— vóór 1 april 2013 het definitieve organisatiemodel en uitvoeringsplan van de
gemeenteorganisatie aan de raad voor te leggen;
— _ hierin onder andere keuzes te presenteren met betrekking tot: een takenreductie,
het diensten/concernmodel (geen diensten/minder diensten/verhouding tot de
stadsdelen), en het strategisch personeelsbeleid (hoe groot het vaste
personeelsbestand en hoe groot de flexibele schil aan personeel en hoe hier
vorm aan te geven);
— ditte betrekken bij de Kadernota 2014.
De leden van de gemeenteraad,
C.J. Roodink
M.J.A. Visser
Â.H. van Drooge
2
| Motie | 2 | discard |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 november 2023
Portefeuille(s) Onderwijs
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door OJZD, [email protected]
Onderwerp Afdoening Motie 470.23 van het lid Rooderkerk van D66
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 20-07-2023 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 23 de Amsterdamse Lerarenagenda 2023-2027 motie 470 van het lid Rooderkerk
van D66 aangenomen waarin het college gevraagd wordt om:
1. Ingesprekte gaan met Amsterdamse schoolbesturen over het stoppen met inhuren
van flexdocenten via detacherings- en uitzendbureaus;
2. De raad hierover te informeren per brief.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
De motie is op 7 september 2023 besproken tijdens een bijeenkomst met het Breed
Bestuurlijk Overleg (BBO, koepelorganisatie schoolbesturen primair onderwijs). De
Amsterdamse schoolbesturen staan positief tegenover het idee om geen ingehuurde leraren
via uitzendbureaus meer in te zetten. Inhvur via grote, externe bureaus waar nu veel publiek
geld naartoe gaat moet worden teruggedrongen. Wel moet er volgens het BBO rekening
worden gehouden met leraren die bewust via een bureau of als ZZP'er gaan werken, omdat
ze graag de vrijheid willen en de variatie leuk vinden. Deze mogelijkheid moeten we leraren
als stad kunnen blijven bieden. Het is voor scholen nuttig om tijdelijke werknemers in te huren
in het geval van bijvoorbeeld ziekteverzuim of (zwangerschaps)verlof van een leraar. Om die
reden is er een poule opgezet door Adam onderwijs voor leraren die het leuk vinden om op
verschillende scholen te werken en in tijdelijke constructies een bijdrage willen leveren aan
het onderwijs. Deze poule is vooralsnog alleen inzetbaar op de openbare Amsterdamse
schoolbesturen, 110 basis-, speciaal basis en speciaal onderwijs scholen in Amsterdam zijn
aangesloten. Deze poule van tijdelijke krachten wordt uitgebreid in omvang om ook voor
andere schoolbesturen inzetbaar te worden.
Schoolbesturen verkennen welke aspecten ZZP leraren aantrekkelijk vinden aan het zijn van
zelfstandige, en wat schoolbesturen hierin kunnen bieden. Dit heeft als doel om de leraren
die nu als ZZP'er in het onderwijs werken voor de stad worden behouden.
Eind 2023 staat dit onderwerp geagendeerd bij een bijeenkomst van het BBO. Het doel is om
hier als schoolbesturen een gezamenlijke aanpak op te bepalen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 november 2020
Pagina 2 van 2
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Á L j u 5
gie
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007
De Burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de Gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 29 augustus 2007 13.00 uur
Locatie Raadzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Notulen van de raadsvergadering op 4 en 5 juli 2007.
3 Vaststelling van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 Mondeling vragenuurtje.
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
6 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 24 april 2007
tot vaststelling van het Beleidskader Mobiliteitsfonds 2007.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 379)
Kunst en Cultuur
7 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 5 juni 2007 tot
bekrachtiging geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 380)
Educatie
8 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 29 mei 2007
tot vaststelling uitgaven en rijksvergoedingen 1998 en 1999 openbaar speciaal
onderwijs. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 381)
Openbare Ruimte en Groen
9 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 20 juni 2007
tot kennisneming van de stand van zaken met betrekking tot het Grand Cafe de
Bosbaan. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 382)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007
Grondzaken
10 Voordracht van het College van Burgemeester en Wethouders van 22 mei 2007
tot vaststelling van de Stimuleringsregeling Intensivering Schoollocaties.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 384)
BESLOTEN VERGADERING
Grondzaken
11 GEHEIM (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383)
Benoemingen
nr. 385 Benoeming nieuw lid Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling.
nr. 386 (Her) benoeming bestuursleden en voorzitter Amsterdamse Kunstraad.
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007
Ingekomen stukken
1 Notitie van de raadsleden mevr. Y. Mahrach, mevr. D. Kaplan van 5 juli 2007
getiteld: Schuldpreventie jongeren. (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 387)
Voorgesteld wordt, deze notitie in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders om preadvies.
2 _Raadsadres van de heer drs. N.W. Stolwijk, manager collectief ledenbelang van
de Vereniging Eigen Huis van 13 juli 2007 inzake onderzoek naar gemeentelijke
reserves.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter
afdoening.
3 Raadsadres van de heer H. Zuiver, namens Combiwel van 25 mei 2007 inzake
financiering van het project BOS jongeren.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale
Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid.
4 Raadsadres van mevr. drs. Y.C.M. van Gilse, directeur van de Landelijke
Organisatie Cliëntraden van 30 mei 2007 inzake problemen bij uitvoering Wet
Maatschappelijke Ondersteuning.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en
Organisatie, Openbare ruimte en Groen.
5 Raadsadres van de heer F. Filz, namens het Comité Woonschepen Westerdok
van 10 juli 2007 inzake herindeling van het gebied rond de Burgemeester de
Vlugthaven.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening,
Grondzaken, Waterbeheer en ICT.
6 Raadsadres van Mej. D.J.T. Doekhi van 22 juni 2007 inzake falen van de
uitvoering van het splitsingsbeleid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007
7 _Raadsadres van de heer J. de Jongh, voorzitter van de Stichting Pup in Nood
van 19 april 2007 inzake uitbreiding van huisvesting en verhoging van subsidie
ten behoeve van de Stichting Pup in Nood.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en
Organisatie, Openbare ruimte en Groen.
8 Raadsadres van E. Bas en S. Kuntze van 15 juli 2007 inzake protest tegen
voorstel opheffing tramlijn 25.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
9 Raadsadres van familie Kamp van 9 juli 2007 inzake opheffing tramlijn 25.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
10 Raadsadres van mevr. A.H. Waterman van 10 juli 2007 inzake bezwaar tegen
het voornemen om tramlijn 25 op te heffen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
11 Raadsadres van de heer D. Spaans van 23 juli 2007 inzake protest tegen
opheffing tramlijn 25.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
12 Raadsadres van de heer C.H.B. Fisser en de heer J.J. Maas van 29 mei 2007
inzake bezwaar tegen invoering betaald parkeren in stadsdeel Slotervaart -
Overtoomse Veld.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter
afdoening.
13 Raadsadres van het College van Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Ouder-Amstel van 23 juli 2007 inzake verzoek tot reservering
mogelijkheid betaald parkeren Amstel-Businesspark van het stadsdeel Oost-
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda, woensdag 29 augustus 2007
Watergraafsmeer.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening,
Grondzaken, Waterbeheer en ICT.
14 Raadsadres van de heer J. Keizer van 27 juli 2007 inzake verhuur winkelruimte
aan ketens door het GVB.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het College van
Burgemeester en Wethouders ter afdoening en een afschrift van het antwoord te
zenden aan de leden van de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en
Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten.
15 Raadsadres van de heer F. Versteeg van 12 juni 2007 inzake bezwaar tegen
wegonttrekkingsverzoek betreffende de bovenstraten in het complex Plan van
Gool.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het Presidium ter
afdoening.
16 Schrijven van de heer mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak van de
Raad van State van donderdag 5 juli 2007 inzake intrekking hoger beroep
betreffende het project Middenmeer Noord.
Voorgesteld wordt, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
17 Schrijven van de raad van de gemeente Almere van 29 juni 2007 inzake
raadsontmoeting tussen Amsterdam en Almere
Voorgesteld wordt, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
5
| Agenda | 5 | discard |
Directie Onorbere N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Orde en Veiligheid X Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 34
Datum besluit
‘Onderwerp
Raadsbrief Gijzelingsactie in Apple Store Leidseplein d.d. 22-02-2022
‘De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsbrief inzake de gijzelingsactie in de Apple Store op het Leidseplein van
22 februari 2022.
‘Wettelijke grondslag
Artikel 169 gemeentewet
‘Bestuurlijke achtergrond
Dinsdagavond 22 februari heeft er gedurende enige vren een gijzelingsactie plaats gevonden in de
Apple Store op het Leidseplein. In deze brief informeert de locoburgemeester u over de gebeurtenis.
Reden bespreking
NVT
‘Uitkomsten extern advies
NVT
Geheimhouding
NVT
NVT
Nee
Welke stukken treft u aan?
Gegenereerd: vl.1l 1
VN2022-005624 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Directie Openbare 9 Amsterdam
Orde en Veiligheid €
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
AD2022-019618 Raadsbrief gijzelingsactie Apple Store def. pdf (pdf)
AD2022-019617 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OOV, Jantien Groeneveld (06 83644363, J. Groeneveld@ amsterdam.nl)
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
Datum Invulling Oud Noord Noord Oost Noord West
Geen vergadering
step |
26-feb|Plenair -Noordmakersprogramma Democratisering
- Presentatie Visie IJdoornlaan
Geen vergadering
25-mrt|Plenair - Adviesaanvraag Consultatie voorkeurslocatie PTA
- Adviesaanvraag Visie en toetsingskader Noorder Ijplas
- Adviesaanvraag regionale energiestrategie
- Adviesaanvraag ruimte voor de voetganger
8-apr|Plenair - Adviesaanvraag Riviercruisebeleid
- Adviesaanvraag Uitvoeringsprogramma Afval en Grondstoffen
mre
mre
RP
OT
rel
Arre
EL
Oud Noord: Noord Oost: Noord West:
Oee
A
Nog niet ingeplande onderwerpen:
Jaar Datum Onderwerp NELOS Bijzonderheden
16-oktfVerloedering straatbeeld KCanan Uyar, Dennis |
Overweg
Luchtkwaliteit Nicoline van der Torre ee
n.n.b. Jn.n.b. Participatie Nicoline van der Torre, Voorgesteld in SDC 14 nov
Canan Uyar 2018
n.n.b. _Jn.n.b. Gevaarlijke kruispunten in _[Régine Anmuth, Dennis |
NoordWest Overweg
n.n.b. fn.n.b. Bereikbaarheid Frans Rein Jurrema, Canan
Uyar, Nicoline van der Torre,
Fatin Bouali
n.n.b. jJn.n.b. Meer sportmogelijkheden in $Canan Uyar, Dennis In samenwerking met
Noord Overweg, Fatin Bouali & Robert Klinkenberg (Stem
Peter Willing van Noord),
Hamerstraatgebied Overweg
n.n.b. jJn.n.b. Toegankelijkheid van Noord fFatin Bovali, Dennis
voor mensen met een Overweg, Paul Scheerder &
beperking/ toegankelijkheid FNiels Ras
van stoepen
Werkbezoeken:
Jaar Datum Onderwerp Trekker Bijzonderheden
Only Friends
Langeveld
| Agenda | 2 | train |
Voortgangsrapportage Parkeerplan Amsterdam
Samenvatting
De druk op de Amsterdamse openbare ruimte wordt steeds groter. Niet alleen neemt de
intensiteit van het gebruik toe, ook is de beeldvorming ten aanzien van het gebruik van de
openbare ruimte veranderd. In de afgelopen jaren hebben leefbaarheid, ruimte om te spelen en te
verblijven veel meer aandacht gekregen. Juist in de drukste delen van de stad vraagt dit om
stevige keuzes. Het faciliteren van alle functies op alle plekken zorgt ervoor dat geen van de
functies voldoende ruimte heeft.
Een van de grootste ruimtegebruikers in het centrumgebied (stadsdeel centrum plus omliggende
gebieden) is de geparkeerde auto. In het Parkeerplan uit 2012 zijn daarom afspraken gemaakt om
het ruimtegebruik van de auto op straat in de drukste delen van de stad te verminderen. Doel was
1.700 parkeerplaatsen minder op straat te hebben in 2020. Gelijktijdig moest het makkelijker
worden om een lege parkeerplaats te vinden, zodat er minder zoekverkeer in de stad zou zijn. Ook
moesten de wachtlijsten voor een parkeervergunning sneller doorstromen. Om deze
doelstellingen te behalen, was het plan 5.000 parkeerplaatsen in parkeergarages ter beschikking
te stellen voor vergunninghouders, hetzij door de bouw van nieuwe garages, hetzij door de inhuur
van onbenutte parkeerplaatsen in private parkeergarages.
Tot 2020 worden 4.150 parkeerplaatsen opgeheven
In 2014 zijn de doelstellingen bijgesteld: in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit is meer de nadruk
komen te liggen op het creëren van ruimte. Hierbij speelde ook mee dat, ten gevolge van
opschoningsacties, de wachtlijsten voor een parkeervergunning verder zijn teruggelopen dan
verwacht. Tegelijkertijd concludeerden we dat de ambitie vanuit de openbare ruimte hoger lag
dan waarvan in het Parkeerplan is vitgegaan (1.700 parkeerplaatsen). We gaan er nu vanuit dat
circa 4.150 parkeerplaatsen opgeheven worden in het centrumgebied (gerekend vanaf 2014 tot
2020). Hiervan zijn er inmiddels circa 1.650 gerealiseerd.
EERE OO _
Ondanks het grote aantal parkeerplaatsen ME Se d ee Er if Ee
dat is en wordt opgeheven is het opheffen TE RENEE de SEN Ze ON
van parkeerplaatsen geenstreefwaardeof Bua a aa £ ik fe ded:
doel op zich. Het opheffen van re a A u BS | EL
parkeerplaatsen komt voort vit geplandeen Gn nne ME rd
gewenste herinrichtingen in de stad (zoals mn I= 5E ee 4
de aanpassingen van de Elandsgracht, gr "S. E) a ze zE we
Kinkerstraat, Amstel (zie afbeeldingen), es en -n U
Oude Turfmarkt), maar ook vit de behoefte FE Ee ee ze Á
om ruimte te winnen voor _e el lm
fietsparkeerplaatsen, traminfrastructuur en es Ve
ten behoeve van het verbeteren van de
in . et … Amstel tussen Sarphatistraat en Nieuwe Kerkstraat (na herprofilering)
verkeersveiligheid. Dit is een belangrijke Foto: Alphons Nieuwenhuis
constatering: het opheffen van
parkeerplaatsen draagt bij aan de doelstellingen op het gebied van leefbaarheid, verblijven,
fietsparkeren, openbaar vervoer en de verkeersveiligheid.
2
| ER
KE % | 5 4 f Ald | mn
SAE VW kl A ot
Nn: BN
Nh HN il (ID All al Is De sf
Ni Dik N Á , ME ii; Wi | J
Kint BE / ra |
\ | , Jl iP agt Erin ane (4 L
LADE : near el
eh | — AN ee DELE eed |
Ì Ne ME Ze oet ALLER
Hj EA ZA be: ‚Nl (NE ane tn, ij ki |
he RK Enten d LEES Pe Ki _
| dd El otrd JN Boven Kinkerstraat
En a NN ee ie Ne 5 Oost vóór
Dee ei 5 mi inkt Kk [EE TE! | | herprofilering
bo t a get IE ERM e [Fire 8 | Foto: Edwin van Eis
ij \ ë if EE „B El js a IN p4 Ï
Vh i 8 n has } er a! |
en oe se 5 E, _ Est à le |
‚ Î ‚ | en Rn ‚ Onder: Kinkerstraat-
dn. ex N = Oost na de
[ 5 ä me ADN herprofilering: het
Nn. Ui DAM trottoir is verbreed en
= ee Ui Rn 5 Th) aan beide zijde zijn
u Ek Ü Ds: ‚
RR: E le \ fietsstroken
dl zein — … gerealiseerd.
me kN EN Ù EENS In totaal zijn 46
il Eg ei | _d parkeerplaatsen komen
= HE = | ì Ô nes Al BER te vervallen. Deze zijn
AP | 10 VM EL | allen gecompenseerd in
le Nn HS se en le de parkeergarage
ne a \ Kwintijn | (bij De
ee ES En 5 al Hallen)
— BN “XM, Foto: Marco Keyzer
== 7 a / ke
#, VE EE
Abs
nf Lal S Re S
eN PS
Parkeerdruk niet gestegen ondanks dat parkeerplaatsen zijn opgeheven
In de afgelopen jaren is de parkeerdruk in het centrumgebied niet gestegen, ondanks het grote
aantal opgeheven parkeerplaatsen. Dit is het gevolg van het ter beschikking stellen van 1.702
garageplekken aan vergunninghouders. Deze garageplaatsen zijn beschikbaar gekomen door
inhuur in private garages, het toegankelijk maken van gemeentelijke garages en deels door de
bouw van nieuwe garages. Het aantal van 1.702 garageplaatsen is inclusief de capaciteit die
beschikbaar is voor de parkeerregeling Langparkeren. Met Langparkeren kunnen
vergunninghouders een deel van hun vergunningkosten terugverdienen door op locaties buiten
het centrumgebied te parkeren. De gemiddelde bezetting van alle garages die we voor
vergunninghouders beschikbaar stellen is ca. 85%. Dit betekent dat we met deze maatregelen
ongeveer 1.450 auto’s van straat in garages hebben gekregen.
Inhuur van private parkeerplekken is tijdelijk en de kosten lopen op
De inhuur van parkeerplaatsen in private garages staat onder druk. Tot op heden was het inhuren
een relatief goedkope maatregel om auto’s van vergunninghouders van de straat te krijgen. Door
de aantrekkende economie en de groeiende populariteit van Amsterdam neemt de onbenutte
parkeercapaciteit in de stad echter af. Eigenaren en exploitanten van garages kunnen simpelweg
meer verdienen aan bezoekers (kortparkeerders) dan aan het verhuren van parkeerplaatsen aan
3
de gemeente. Dit leidt ertoe dat er steeds minder garageplekken beschikbaar zijn voor inhuur en
de plekken die eventveel nog wel beschikbaar zijn, worden tegen hogere tarieven verhuurd.
Nieuwe inhuur is daarom steeds minder interessant: de kosten zijn dusdanig hoog dat deze niet
meer in verhouding staan ten opzichte van de kosten van alternatieve maatregelen. Ook ligt het in
de lijn der verwachting dat na afloop van de bestaande contracten het aantal mogelijk in te huren
parkeerplaatsen een stuk lager wordt. In de praktijk heeft zich dit al met een garage voorgedaan:
de exploitant van de Waterloopleingarage wilde het contract met de gemeente niet verlengen.
Aanvullende en structurele maatregelen zijn nodig om ambitie te halen
We constateren daarom dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Om circa 4.150 parkeerplaatsen
(en mogelijk meer in de jaren daarna) op te heffen en te transformeren naar andere doeleinden,
moeten we structurele maatregelen nemen. Zonder het treffen van aanvullende maatregelen leidt
het opheffen van parkeerplaatsen tot een hogere parkeerdruk en meer zoekverkeer (en daarmee
tot meer autokilometers en meer uitstoot). De afgelopen jaren hebben we gezien dat de
parkeerdruk niet is gestegen, juist dankzij de compenserende maatregelen. Deze compenserende
maatregelen moeten daarom structureel beschikbaar zijn. Het inhuren van parkeerplaatsen is dat
niet: de contracten hebben altijd een einddatum. De prijs kan daarna door de eigenaarf/exploitant
verhoogd worden tot een niveau dat voor de gemeente niet meer acceptabel is óf de
parkeerplaatsen zijn helemaal niet meer voor de gemeente beschikbaar.
Nieuwbouw van garages is nodig om de ambitie voor openbareruimteplannen te behalen
Om de ambitie voor de openbare ruimte te behalen, hebben we meer maatregelen nodig de
komende tijd. De al geplande bouw van garages zetten we door. Tot 2020 zien we een toename
van de garagecapaciteit met ongeveer 2.600 plekken. Hierbij kijken we extra scherp naar de
verhouding bewonersparkeren/bezoekersparkeren. Garages in het centrumgebied worden primair
aangelegd voor bewoners. Ook houden we vast aan de reservering van de huidige aantallen
parkeerplaatsen voor vergunninghouders in onze eigen gemeentelijke garages.
4
Inhoud
Samenvatting. …… ss snunsunnon ensen ensersnnnnnenenerenensenennsnenenversennnnnenenneenensennnnnnenenenrn versn È
1 Inleiding: achtergrond en uitgangspunten Parkeerplan … sn sssnnnn en renn er eenennnnn. 6
1.1 Parkeerplan Amsterdam: probleem- en doelstellingen … nennen enen eenvenneenneeene eenn Ó
1.2 Terugblik op de vorige voortgangsrapportage (juni 2015) … ennen enneneeneeneenvenseeneene f
1.3 Leeswijzer nnen enneereenneennerenneerenseerensenensenenenenenservenvenenseenenserrenveneenenenseerenerenvenensneeensere ne
2 Voortgang realisatie van de doelstellingen … … ………… …….….nsusssnn on onenen eenn nennenenreneeneerennnnn Ö
2.1 Aanbod van parkeerplaatsen in garages: 2020 doelstelling wordt grotendeels gehaald … ……. 8
2.2 Inzet van parkeergarages leidt tot bijna 1.450 auto’s die niet meer op straat parkeren … 11
2.3 De doelstelling van het verlagen van de wachtlijst is ruimschoots gehaald, vooral dankzij betere
cONtrole@ neren en enen ennen ennvennveneennneene eene venserenerenevendeeenereneeenveenvvenvvennvennvenneennnen A2
2.4 Het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven is 2,5 keer zo hoog als de doelstelling … … … 13
2.5 De doelstelling voor de realisatie van extra parkeercapaciteit wordt deels gehaald, maar tot
een lagere parkeerdruk leidt het niet … nonnen envene enne enveenensen eneen venveneeenveneeneee 15
2.6 Subdoelstellingen; de ondernemersjaarkaart en de spijtoptantenregeling … … … 16
2.7 Evaluatie pilot Langparkeren: goed gebruik, maar wel bijstelling van de lange
termijndoelstelling … annen ennveneeenennenenvennvenvenvenvenveneeenveneeneeeneneneneeenvenvensvenee 17
2.8 Inhuur van parkeerplaatsen in private garages is onvoldoende toekomstbestendig… … ………. 17
2.9 Samenvatting realisatie van de doelstellingen … nurse eneen en veneenenenveneennveene eneen 1)
3 Ontwikkelingen en inzet … sss. sons snersennnnnnen eenen sensnennenenseenerensennsnenrenrenvenvnnnene 20
3.1 inzet parkeerplangarages gekoppeld aan openbare ruimteplannen … … nnn eneen. 20
3.2 Meer keuzevrijheid: parkeerplangarages worden voor gebruikers zo flexibel mogelijk ingezet 21
3.3 Uniformiteit toegangssysteem vergunninghoudersgarages… nnn nennen vereen veneenenne. 22
3.4 Streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad in garages … … nnen ennen ene 23
Lage bezettingsgraad in garages die niet 24/7 beschikbaar zijn … … annen ennn enneenneenneeenerenvenn 24
3.5 Parkeerdruk van go% als toetsingscriterium, niet als solitaire doelstelling … … … … … ….…….…… 24
Bijlage 1: overzicht kaders en uitgangspunten … … nn ssonsnsnnnnennererenersenennsnenreneeren 26
Bijlage 2 - Ontwikkeling van de wachtlijst … … ss sonnss ennn enersrenersenennenenrenernnn 28
Bijlage 3 - vermindering parkeercapaciteit op straat (2014 — 2020) … ss snnnnnn eneen 29
Bijlage 4 — Financiën Parkeerplan … nsu eessenenenerneeneervenenerssennneneeersvnnerseneneereernn 33
5
1 Inleiding: achtergrond en uitgangspunten Parkeerplan
1.1 Parkeerplan Amsterdam: probleem- en doelstellingen
Op 6 november 2012 is het Parkeerplan Amsterdam door het college vastgesteld. In het
Parkeerplan is vastgesteld om voor het jaar 2020 ruim 5.000 parkeerplaatsen in garages
beschikbaar te stellen aan vergunninghouders. Enerzijds door het inhuren van (onbenutte)
parkeerplaatsen in garages en anderzijds door het realiseren van parkeergarages (eigendom
gemeente) — omwille van de volgende doelstellingen:
1. hetverbeteren van de openbare ruimte (opheffen van parkeerplaatsen), door 1.700
parkeerplaatsen van straat op te heffen;
2. het verhogen van het aantal uit te geven parkeervergunningen om de wachtlijst met 36% te
reduceren;
3. het verlagen van de parkeerdruk (door inzet van extra parkeercapaciteit in garages en door
middel van de parkeerregeling Langparkeren). De parkeerdruk dient maximaal 90% te zijn in
het parkeerplangebied;
4. hettegemoet komen van ondernemers die behoefte hebben aan extra (stadsbrede)
parkeerrechten (ondernemersjaarkaart).
De parkeerproblemen die ten grondslag lagen aan de vaststelling van het Parkeerplan waren:
-__hoge parkeerdruk in het centrumgebied; een hoge parkeerdruk zorgt voor lange zoektijden en
onnodig (zoek)verkeer;
-__ lange wachtlijsten voor een parkeervergunning. De lange wachtlijsten voor een
parkeervergunning tasten het vestigingsklimaat van de stad aan;
-_het autobezit onder Amsterdammers is in vergelijking met andere Europese steden relatief
laag, maar het aantal auto's op straat is juist hoog;
-__ uniformiteit in parkeerbeleid tussen de stadsdelen ontbreekt, waardoor het stadsbreed
aanpakken van parkeerproblematiek lastig is.
De doelstellingen vit het Parkeerplan Amsterdam zijn herbevestigd in de Uitvoeringsagenda
Mobiliteit (UAM, 2014), zij het dat een aantal voorwaarden en uitgangspunten is toegevoegd en/of
aangescherpt. Belangrijk punt is dat in de VAM meer ingezet wordt op het creëren van openbare
ruimte en minder op het verkorten van de wachtlijst. Ook in de voortgangsrapportage die in mei
2015 naar de gemeenteraad is gestuurd, is een aantal wijzigingen op het oorspronkelijke
Parkeerplan doorgevoerd. Zie voor het gehele overzicht van kaders en vitgangspunten bijlage 1. In
de VAM zijn tevens zoeklocaties opgenomen voor de realisatie van nieuwe parkeergarages. De
uitwerking van deze zoeklocaties wordt niet in deze voortgangsrapportage behandeld, maar in
een aparte haalbaarheidsstudie en -analyse.
Het gebied waarop het Parkeerplan betrekking heeft is het zogenaamde parkeerplangebied. Dit
bestaat vit het centrumgebied en een bewonersgebied. Het centrumgebied omvat stadsdeel
centrum en delen van de stadsdelen West en Zuid. Het bewonersgebied omvat een deel van de
stadsdelen West, Zuid en Oost. Gebieden buiten de ring Azo en boven het IJ vallen buiten de scope
van het Parkeerplan.
6
| FN LZ \ ‘
ii A ee tarn, \
| SEREEN Si ml > \
SNE en n
JO END NE
Vn EON NSS EE A Sn
A ENNE AD en SEN
EEN EEN
Bi En gl Ser EU LS
ms Nr e Ee 5 Va Á an En
| MILE EN Nassen Bien ND —
zld NAE NN Et EEE
| vn s = en an _ _ m!! ij
Sn
| AE ESS Cn REED RES 4
Ce en ENE 5
BRE
| n zelf EN \% U A
SEN Ee
Vi EP Emnes
| Ee KT
L eN wl Ene A
gip Ees Fes N
| SE 5 u En ind / 7 \ N
1.2 Terugblik op de vorige voortgangsrapportage (juni 2015)
Bij de vorige voortgangsrapportage, d.d. 17 juni 2015 (raadscommissie ID), is gesteld dat de
doelstellingen en kaders van het Parkeerplan haalbaar en toepasbaar zijn, maar dat bij de
uitvoering een gebiedsgerichte aanpak nodig is. Ten aanzien van het opheffen van
parkeerplaatsen is gesteld dat de opheffingsnorm van 1 op 3 uit het Parkeerplan niet wordt
benaderd: ‘het totale autoluw-programma van de stadsdelen overstijgt de doelstellingen van het
Parkeerplan (…)’. Ten aanzien van de uitgifte van extra vergunningen is geconcludeerd dat het voor
een aantal buurten onverstandig is extra parkeervergunningen vit te geven. Tenslotte werd in
2015 geconcludeerd dat het inhuren van parkeerplaatsen in bestaande parkeergarages op schema
ligt.
1.3 Leeswijzer
In deze voortgangsrapportage wordt in hoofdstuk 2 teruggekeken naar wat is gerealiseerd van de
oorspronkelijke doelstellingen. Het aanbod van parkeerplaatsen in garages komt aan bod, de
bezettingsgraad van de garages, het aantal parkeerplaatsen dat van straat is (en wordt)
opgeheven en de stand van zaken wat betreft de overige doelstellingen, zoals het verlagen van de
parkeerdruk en de wachtlijst. In hoofdstuk 3 wordt een aantal maatregelen besproken die de koers
van het Parkeerplan op een aantal aspecten verlegd of verduidelijkt.
7
2 Voortgang realisatie van de doelstellingen
Dit hoofdstuk beschrijft in hoeverre de implementatie op koers ligt ten opzichte van de in het
Parkeerplan gestelde doelen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op (2) het aanbod van
parkeerplaatsen in garages, (2) de bezettingsgraad, (3) ontwikkeling van de wachtlijst, (4) het
verbeteren van de openbare ruimte, (5) het verlagen van de parkeerdruk, (6) de
ondernemersjaarkaart, (7) de evaluatie van Langparkeren en (8) de toekomstbestendigheid van
ingehuurde parkeerplaatsen.
2.1 Aanbod van parkeerplaatsen in garages: 2020 doelstelling wordt grotendeels gehaald
Al geruime tijd zijn in het kader van het Parkeerplan 15 parkeergarages beschikbaar voor
vergunninghouders met in totaal een capaciteit van 1.702 parkeerplaatsen (zie kaartje 1). Met de
realisatie van nieuwe garages (zoals de twee Kwintijngarages en de garage aan het Stadionplein)
en inhuur van nieuwe private garages is dit aantal recentelijk met 4,60 parkeerplaatsen
toegenomen. In vitvoering dan wel in aanbouw zijn bijna 2.500 inpandige parkeerplaatsen. De 5o
garageplaatsen die de gemeente inhuurde in de Waterloopleingarage zijn vanaf mei 2017 vervallen
(zie ook $2.8). In een eerder stadium (vóór de vaststelling van het Parkeerplan) zijn op
verschillende locaties in West en Oost acht garages gerealiseerd die beschikbaar zijn gesteld voor
vergunninghouders. De totale capaciteit van deze garages is 973 parkeerplaatsen. In het
gunstigste geval zijn op termijn 38 garages beschikbaar voor vergunninghouders met een totale
capaciteit van circa 6.5oo inpandige parkeerplaatsen.
eN
@ Westergasfabriek ® ervoor @ Idock
ST SN Nn n O Piet Heingarage
m @ Q-park Nieuwendijk 8 OBE . en.
d Europarking CENTRUM... rn Ï
[B éwintinn € Waterlooplein Re Sn
e EE € Stadhuisgarage /
nn |
GEER À
en  N
B a-rark ® nnn eN rf 4 @_oostpoort medi
Museumplein 5 K.
B Asscherkwerier —
Kaartje 1: parkeerplangarages (witte tekstvak), nieuw te realiseren garages (oranje tekstvak), nieuw in te huren
garages (blauw tekstvak) en bestaande vergunninghgudersgarages (zwarte tekstvak). De Mercatorplein- en
Stadionpleingarage zijn niet weergegeven.
In tabel 1 is weergegeven hoeveel garageparkeerplaatsen voor vergunninghouders beschikbaar
zijn gesteld. Naar verwachting wijkt het aanbod van garageparkeerplaatsen na 2020 circa 8,5% af
van de gestelde doelstelling (ca. 5oo parkeerplaatsen minder dan de doelstelling). Met name het
aantal parkeerplaatsen dat is ingehuurd in private (bestaande) parkeergarages is lager dan
beoogd. Grotendeels komt dit doordat in werkelijkheid veel minder parkeerplaatsen ingehuurd
kunnen worden dan - bij de vaststelling van het Parkeerplan - was aangenomen. Hoewel het aantal
parkeerplekken in bestaande garages dus achter blijft bij de doelstelling wordt een veel groter
aantal parkeerplaatsen in nieuwbouwgarages gerealiseerd. Per saldo komt het totale aanbod van
garageplekken voor vergunninghouders dus in grote mate overeen met de doelstelling.
_ nn
3000
2500 nn Î @ Stadionplein
m Pontsteiger
2000
= Vijzelgracht
B Rokingarage
1500
m Albert Cuypgarage
1000 @ Kwintijn |
m Willibrordus
aaa EEDE ED 0
0
Q1 O2 03/04 O1/|Q2 O3) O4 O1 O2/03 O4 O1 O2 03/4 O1) O2/03 O4| O1 O2
2016 2017 2018 2019 2020 2021
Grafiek 1: nieuwbouwgarages; verwachte oplevering en parkeercapaciteit
en Let Hen “ET er
Ee oe
_ E je
raft Er |
ein oa rm DD eh rf ANT EE tT ne x Li EE EN or EE on
il ANA «fe eik ii Ne olet eer ern ee in
OE OREERT et ET Er EE ee Ju Fe
eed OET KN TEE UE gn eg 7 ze
ot SL le PTC rar 114 et , ent e= = pa
ien ee 10 TED IJ a NEN hi ht)
ne add Re Penne LT gee Nd B
SN EN dn rn TN ar On pe ANNE 0 weet! E ee he. er dl rn
Ee Dient ed Ar KELEEEETEETEE TERME en Â
A eN 5 en Las ary GR ee, À e
m ie 2d de RS ì "
D Es E d ns Pe, kk s 4 ä 3 A EMR
Nr ne E mers Rf ef A: Á
ee NGT ld ER
Bouw van de Albert Cuypgarage (Foto: Zwarts & Jansma Architects, twitter @ZJArch. 26/04/2017)
9
Aanbod parkeerplaatsen | Nieuwbouw | Inhuvur | Langparkeren | Totaal
Totaal 425 || Totaal 1.136 || Totaal 275
i - Kwintijn | 191 || (zie tabel 2 voor het overzicht) - Piet Hein 175
Gerealiseerd - Kwintijn Il 215 - Oostpoort 100 1.836
- Kwintijn Il (extra) 19
Totaal 2.657 || Totaal 65
- Albert Cuypgarage 600 || - Ceresgarage 30
- Rokingarage 290 || - Centrum-Oostgarage 35
- Vijzelgracht 250
- Pontsteiger (Houthaven) 230
In uitvoering - Asscherkwartier 60 22e
- Stadionplein 161
- Willibrordus (De Pijp) 266
- Singelgracht 800
Totaal 546 || Totaal 100
- Pelikaan, 65 || Oranjekwartier 100
Planvorming - Hofgarage Ie 646
- Werfgarage 284
Locatie nabij Leidseplein 25
Verschil met ae 495
Totaal 973
- Furore 185
- Staringplein 60
Toevoeging bestaande ||. De Wending 78
garages voor - Piri Reis 111
vergunning-houders aan
het Parkeerplan -Van Beuningenplein 200
-Kop van Diemen 97
- Mercatorplein 150
- Borneohof 92
Tabel 1: Voortgang aanbod inpandige parkeerplaatsen
Openstellen van garages voor vergunninghouders: hoe werkt het?
Houders van een bewoners-, bedrijfs-, of gehandicaptenparkeervergunning die woonachtig zijn binnen het
geselecteerde postcodegebied van de parkeergarage, krijgen automatisch toegang tot de garage. Na de
scan van het kenteken door de kentekenherkenningscamera wordt de data via routeringsoftware
(Verwijsindex) verzonden naar het Nationaal Parkeerregister (NPR). Indien het kenteken wordt herkend
dan wordt toegang verleend. De vergunninghouder parkeert de auto op een “zwerfplek” in de garage,
tenzij parkeerplaatsen door de verhuurder specifiek zijn aangewezen. Indien de door de gemeente
gehuurde parkeerplaatsen allen bezet zijn dan wordt bij de inrit van de garage de aanduiding
“vergunninghouders vol” aangegeven. Voor vergunninghouders geldt, net als op straat: vol is vol. Geen van
de vergunninghouders heeft dus plaatsgarantie in de garage.
10
2.2 Inzet van parkeergarages leidt tot bijna 1.450 auto’s die niet meer op straat parkeren
Inclusief de parkeervoorzieningen die beschikbaar zijn gesteld voor Langparkeren, zijn momenteel
1.702 parkeerplaatsen in 15 parkeergarages beschikbaar voor vergunninghouders. Een aantal van
deze garages wordt goed tot zeer goed gebruikt. In totaal, inclusief de langparkeerders, worden
op een doordeweekse avond gemiddeld bijna 1.450 auto’s van vergunninghouders in garages
geparkeerd. Dit betekent dat van de totale garagecapaciteit die beschikbaar is gesteld voor
vergunninghouders ca. 85% wordt benut. Met name de wat grotere garages worden nog niet
volledig benut. Ronduit laag was de bezettingsgraad in de Marie Heinekenpleingarage. Dit kwam
doordat de garage alleen in de avond en nacht beschikbaar is voor vergunninghouders. Buiten
deze bloktijden geldt het reguliere kortparkeertarief van de garage. Dit maakte de garage
onaantrekkelijk voor veel parkeerders (zie ook $ 3.4.1.). Om deze reden is in het derde kwartaal
van 2017 het contract met de exploitant opengebroken en vervangen naar een 24/7 contract (50
parkeerplaatsen). Vanaf dat moment is de bezettingsgraad van de garage enorm toegenomen.
AE ZM NME WE
=S MB MSS MS
nl me TE ei en Î
EE GEANE EOV zen
mm à mce) mms mi
3 It u hid EN ennentaesneel RR a | =
EP | ER! en | fit oer BETELEEL PL al ë S
eN Ei 8 | IE 4 | PEAT Is mm IS 3
| Ì | NNe h 5 | Ri EE Ra en | ij
ne
Parkeergarage Markenhoven. Foto: Martin van Welzen
In twee garages is de bezettingsgraad hoger dan 100%. Dit komt omdat de in- en uitrijregistratie
van het parkeermanagementsysteem niet altijd nauwkeurig is of de exploitant meer
vergunninghouders in de garage toestaat. Zo kan het voorkomen dat meer auto’s in de garage
worden toegelaten dan het aantal parkeerplaatsen waarvoor een contract is gesloten.
11
Garage (oem). autos Aantal parkeerplaatsen | Bezettingsgraad (gem)
1. de Keyser 21 25 84%
2. _ Europarking 168 151 111%
3. _IJdok 31 50 62%
4. __Kwintijn | 135 191 71%
5. _ Marie Heinekenplein (*) 40 50 80%
6. _ Markenhoven 142 200 71%
7. Museumplein 82 75 109%
8. _ Nieuwendijk 73 75 97%
9. _ Oosterdokeiland 135 200 68%
10. Oostpoort 141 150 94%
11. Piet Heingarage 217 225 96%
12. Stadhuisgarage 82 100 82%
13. Waterlooplein (**) - - -
14. Weesperplein 37 60 62%
15. Westergasfabriek 36 50 72%
16. Willemspoort 95 100 95%
Totaal (***) 1.435 1.702 84%
(*) de Marie Heinekenpleingarage was alleen tussen 17.00 en o9.00 voor vergunninghouders beschikbaar. Vanaf het derde
kwartaal 2017 zijn 5o parkeerplaatsen in de garage 24/7 beschikbaar voor vergunninghouders
*) Waterloopleingarage is vanwege opzegging contract niet meer beschikbaar
Gete) de garages Ceres, Centrum-Oost en de Stadionpleingarage zijn recentelijk beschikbaar gekomen voor
vergunninghouders. Data van het gebruik van deze garages (met een totale capaciteit van 226 parkeerplaatsen) was ten tijde
van het opstellen van deze rapportage nog niet voorhanden.
2.3 De doelstelling van het verlagen van de wachtlijst is ruimschoots gehaald, vooral
dankzij betere controle
In geen van de (deel)vergunninggebieden (binnen of buiten het parkeerplangebied) is het
vergunningplafond verhoogd. Extra parkeervergunningen zijn dus niet vitgegeven. Ten opzichte
van de lengte van de wachtlijst in 2012 is de wachtlijst echter (zeer) sterk gereduceerd. De
wachtlijst is al meer dan tien keer zo kort ten opzichte van het gestelde doel (6.441 wachtenden)
voor het jaar 2020. Grotendeels is dit het gevolg van betere controle en opschoningsacties. In
bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de wachtlijstontwikkeling per deelvergunninggebied.
8000
7000
\
he
6000 RON
DN == CENTRUM
5000 DES
BEN —— WEST
4000 DN
Ns ZUID
Se
3000 RON OOST
°
2000 Ee —- TOTAAL
ad
Ie
1000 NS
%
0
1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015 1-1-2016 1-1-2017
Grafiek 2: Aantal wachtenden voor een parkeervergunning: ontwikkeling per stadsdeel (parkeerplangebied)
12
2.4 Het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven is 2,5 keer zo hoog als de doelstelling
Op basis van het aantal parkeerplaatsen dat al is opgeheven en in de toekomst naar
waarschijnlijkheid wordt opgeheven kan geconcludeerd worden dat de ambitie voor de openbare
ruimte veel hoger is dan aanvankelijk werd aangenomen in het Parkeerplan. Dit was ook al één van
de conclusies in de vorige voortgangsrapportage. Een groter aandeel van de beschikbaar gestelde
parkeercapaciteit in de parkeergarages wordt kortom gebruikt voor de compensatie van
opgeheven parkeerplaatsen op straat.
Vanuit verschillende invalshoeken en organisatieonderdelen worden parkeerplaatsen opgeheven.
Zo is een aantal parkeerplaatsen opgeheven ten gunste van fietsparkeerplaatsen, herprofileringen
of omwille van de verbetering van de verkeersveiligheid en zichtlijnen. Dit zijn overwegend
plannen waarover de bestuurscommissies besluiten (als juridische wegbeheerder). Daarnaast is
een aantal grootstedelijke plannen uitgevoerd of in voorbereiding met gevolgen voor de
parkeercapaciteit, zoals het Rode Loperproject, de herprofilering van het Leidseplein e.o,
eenrichtingsverkeer Nieuwezijds Voorburgwal etc. Ook in het kader van verbetering openbaar
vervoer zullen parkeerplaatsen komen te vervallen.
In een aantal herprofileringsprojecten is de koppeling tussen de vermindering aan
parkeercapaciteit op straat en de compensatie in een garage heel sterk (zoals de herprofilering van
de Elandsgracht waarin de 150 opgeheven parkeerplaatsen één-op-één zijn gecompenseerd in de
Europarking, of de herprofilering van Czaar Peterstraat en compensatie De Keyzergarage), in
andere gevallen is de koppeling minder aanwezig of zelf afwezig. In een aantal buurten is
compensatie ook onnodig: indien de parkeerdruk lager is dan 90%, dan is een (kleine)
vermindering van de parkeercapaciteit op straat niet perse problematisch (zie ook paragraaf 3.5).
Ook geldt dat het opheffen van parkeerplaatsen niet pas is begonnen na vaststelling van het
Parkeerplan. Ruim vóór de besluitvorming van het Parkeerplan is een groot aantal parkeerplaatsen
van straat weggehaald en in veel gevallen ook al gecompenseerd in garages. Zo zijn in stadsdeel
West veel parkeerplaatsen komen te vervallen in De Helmersbuurt (waaronder de Overtoom), de
Staatsliedenbuurt en De Baarsjes. Deze zijn gecompenseerd in garages als Furore, De Wending,
Piri Reis, Van Beuningenplein en Kop van Diemen. Ook in stadsdeel centrum is vóór vaststelling
van het Parkeerplan een groot aantal parkeerplaatsen gecompenseerd (bijvoorbeeld
herontwikkeling van het Haarlemmerplein en omgeving (tussen 1999 en 2012)). Tenslotte dient
benadrukt te worden dat grote herprofileringsprojecten een lange doorlooptijd hebben. Dit geldt
ook voor het besluitvormings- en bouwproces van een parkeergarage. De administratie van
opgeheven (en op te heffen) parkeerplaatsen aan de ene kant en compensatie aan de andere kant
is vanwege al deze factoren bijzonder gecompliceerd. Daarbij komt ook nog dat twee garages zijn
ingezet in het kader van Langparkeren. Deze garages zijn voor een groot aantal
vergunninghouders beschikbaar en niet één op één toe te rekenen aan een of meerdere openbare
ruimteproject(en).
Benadrukt dient te worden dat in het Parkeerplan weliswaar een doelstelling is opgenomen wat
betreft het opheffen van parkeerplaatsen, er gaat echter vanuit het Parkeerplan niet een sturende
werking vit om parkeerplaatsen op te heffen. Het opheffen van parkeerplaatsen is immers geen
doel op zich. De achterliggende ruimtelijke wensen zijn leidend, het aantal op te heffen
parkeerplaatsen volgt hieruit.
In de onderstaande tabellen is per stadsdeel het aantal parkeerplaatsen dat van straat is en wordt
opgeheven weergegeven evenals het aantal parkeerplaatsen dat beschikbaar is (en wordt) gesteld
aan vergunninghouders in parkeergarages.
13
Aantal Compensatie in garages
parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor
Stadsdeel centrum straat vergunninghouders) Saldo
Uitgevoerd vanaf -871 1.126 255
2014 de Keyser 25
Europarking 151
IJdok 50
Markenhoven 200
Nieuwendijk 75
Oosterdokeiland | 200
Piet Heingarage 225
Stadhuisgarage 100
Willemspoort 100
In vitvoering en -1.022 1.491 459
: Ceres 30
lanvorming tot
P 9 Vijzelgracht 250
2020 Rokin 290
Singelgracht 400
Hofgarage 172
Werfgarage 284
Pelikaan 65
Totaal -1.893 2.617 714
Aantal Compensatie in garages
parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor
Stadsdeel West straat vergunninghouders) Saldo
Uitgevoerd vanaf -373 241 -132
2014 Kwintijn | 191
Westergasfabriek | 5o
In vitvoering en -899 864 -35
planvorming tot Kwintijn Il 215
Pontsteiger 230
2020 Singelgracht 400
Kwintijn Il (extra) 19
Totaal -1.272 1.105 -167
Aantal Compensatie in garages
parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor
Stadsdeel Zuid straat vergunninghouders) Saldo
Uitgevoerd vanaf -239 125 -114
2014 M. Heinekenplein 50
Museumplein 75
In vitvoering en -519 1.087 568
planvorming tot Albert Cuyp ‚ 600
Asscherkwartier 60
2020 Stadionplein 161
Willibrordus 266
Totaal -758 1.212 454
14
Aantal Compensatie in garages
parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor
Stadsdeel Oost straat vergunninghouders) Saldo
Uitgevoerd vanaf -151 210 59
2014 Oostpoort 150
Weesperplein 60
In vitvoering en -87 30 -57
planvorming tot Centrum-Oost | 30
2020
Totaal -238 240 2
Aantal Compensatie in garages
parkeerplaatsen op | (parkeerplaatsen voor
Totaal straat vergunninghouders) Saldo
In planvorming tot 2.02 2
2020 -2.527 3-47 945
(*) aanvankelijk waren 5o parkeerplaatsen beschikbaar in Waterloopleingarage. Deze zijn recentelijke komen te
vervallen. Het gepresenteerde cijfer is exclusief Waterlooplein.
Op basis van data van de stadsdelen Centrum, West, Zuid en Oost worden geconcludeerd dat in de
afgelopen drie jaar circa 1.650 parkeerplaatsen zijn komen te vervallen. En op basis van de plannen
voor de openbare ruimte is de verwachting dat tot 2020 in totaal nog 2.500 parkeerplaatsen
worden opgeheven (zie ook bijlage 3 voor een overzicht). Tot 2020 worden dus circa 2,5 keer zo
veel parkeerplaatsen opgeheven als waarvan in het Parkeerplan is uitgegaan.
Stadsdeel Vermindering parkeerplaatsen
Centrum 1.900
West 1.275
Zuid 750
Oost 250
Totaal 4-175
Tabel 3: vermindering parkeerplaatsen op straat: totaal van opgeheven en op te heffen parkeerplaatsen 2014 —
2020 binnen het parkeerplangebied
2.5 De doelstelling voor de realisatie van extra parkeercapaciteit wordt deels gehaald,
maar tot een lagere parkeerdruk leidt het niet
Op basis van de huidige gegevens wordt de doelstelling om extra parkeercapaciteit te realiseren in
2020 niet gehaald. Naar verwachting zullen er in 2020 in totaal ca. 5oo parkeerplaatsen zijn
bijgekomen’ in het Parkeerplangebied. Dit is 29% dan het gestelde doel.
Doordat de parkeercapaciteit vrijwel gelijk is gebleven is geen verlaging van de parkeerdruk
waargenomen. In 2016 is de parkeerdruk in het centrum ten opzichte van 2014 met slechts 0,5
* Hierbij wordt uitgegaan van het scenario dat alle parkeerplaatsen die worden ingehuurd ook op de middellange
termijn beschikbaar blijven. Niet meegenomen zijn de garages Hof en Werfgarage en de Pelikaan, omdat nog
onvoldoende duidelijk is of en zo ja in welke mate deze garages beschikbaar kunnen worden gesteld aan
vergunninghouders.
15
procentpunt afgenomen (van 89,8% naar 89,2%). Dit is een verwaarloosbaar verschil. In de
periode november-december 2014 en november-december 2016 is zijn de parkeeropbrengsten en
de (betaalde) parkeerduur echter wel toegenomen (met circa 12,5%)’. Geconcludeerd kan worden
dat de parkeerplaatsen die vergunninghouders ‘vrij’ hebben gemaakt door in garages te parkeren
voor het overgrote deel zijn opgeheven. De kleine overmaat (met name in stadsdeel centrum)
wordt opgevuld door bezoekers. Eén van de doelstellingen - het verlagen van de parkeerdruk -
wordt dus niet gehaald.
Bezoekers en vergunninghouders
In de parkeerdrukmeting van 2016 is niet alleen het totaal aantal geparkeerde voertuigen geteld maar ook
een onderscheid gemaakt tussen voertuigen van vergunninghouders en voertuigen van bezoekers (niet-
vergunninghouders / externen). In het centrum geldt dat van het totaal aantal geparkeerde voertuigen
17,2% van bezoekers is en 82,8% van vergunninghouders (cijfers van een doordeweekse dag in de
avonduren, in het weekend zijn naar verwachting andere percentages van toepassing). Zonder bezoekers
zou de totale parkeerdruk in het centrum niet 89,2% zijn, maar 75%.
2.6 Subdoelstellingen; de ondernemersjaarkaart en de spijtoptantenregeling
Naast de drie primaire doelstellingen (verbeteren openbare ruimte, verlagen wachtlijst en
verlagen parkeerdruk) is ook een aantal subdoelstellingen geformuleerd, waaronder de invoering
van de ondernemersjaarkaart en het wegnemen van onnodige drempels voor het inleveren van de
parkeervergunning.
Ondernemersjaarkaart
Het aantal uitgegeven ondernemersjaarkaarten wijkt sterk af van de verwachte hoeveelheid
kaarten die verkocht zouden worden (zie tabel 4). Dit wordt ondervangen door het beschikbaar
stellen van de ondernemersjaarkaart-beperkt (gemeenteraadsbesluit, d.d. 15 februari 2017). Deze
kaart is op doordeweekse dagen geldig tussen og.oo en 19.00. Omdat deze kaart een gunstiger
tarief heeft dan de standaard ondernemersjaarkaart die 24/7 geldig is, is de animo voor deze kaart
naar verwachting ook groter. Omdat er geen effect wordt verwacht voor het aantal parkeerders in
de avonduren (doorgaans het maatgevende moment) is de ondernemersjaarkaart-beperkt in de
berekening van parkeerdruk en op te heffen parkeerplaatsen niet meegenomen. Inzet van extra
parkeerplaatsen in parkeergarages is hierdoor niet nodig.
Spijtoptantenregeling
Naast de ondernemersjaarkaart is in het Parkeerplan ook beoogd om onnodige drempels voor het
inleveren van de parkeervergunning weg te nemen. Dit is gerealiseerd door het bieden van een
terugkeerrecht (geëffectueerd in de Parkeerverordening 2013, artikel 33). Concreet is geregeld dat
indien de aanvrager in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag houder was van een
parkeervergunning de aanvrager direct weer zijn/ haar vergunning ontvangt zonder eerst op de
wachtlijst te hoeven staan“. Een eenmalige tegemoetkoming van €100 in de kosten van
alternatieve mobiliteitsvormen (zoals openbaar vervoer, deelauto of fiets) is niet verder
uitgewerkt. Mogelijk wordt een dergelijke regeling opnieuw overwogen in het kader van Smart
Mobility.
* De gemiddelde parkeerdruk in vrijwel heel het centrum, gemeten in de avonduren op een doordeweekse dag.
3 De weergegeven toenames zijn een gevolg van meer auto’s van bezoekers; maar voor een deel speelt ook een
hogere betalingsgraad door geïntensiveerde fiscale handhaving een rol.
* Als voorwaarde geldt wel dat de de aanvrager nog op hetzelfde adres woonachtig is en de parkeervergunning is
ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder
16
2.7 Evaluatie pilot Langparkeren: goed gebruik, maar wel bijstelling van de lange
termijndoelstelling
De evaluatie van de pilot Langparkeren, waarmee bewoners gestimuleerd worden om de auto,
tegen een vergoeding (maximale restitutie van de helft van het vergunningtarief) in een
voorziening buiten het centrum te parkeren, is op 1 maart 2017 ter kennisname aangeboden aan
de raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid. Op basis van recente cijfers blijkt dat de twee
(langparkeer)garages op piekmomenten een relatief hoge bezettingsgraad kennen en goed
gebruikt worden. Ook is het aantal deelnemers dat zich heeft geregistreerd flink toegenomen. Van
de geregistreerde deelnemers heeft ongeveer de helft minimaal één parkeertransactie verricht.
Uit de evaluatie blijkt dat veruit de meeste gebruikers (90%) (zeer) tevreden zijn over de
langparkeerregeling. De twee voornaamste redenen om mee te doen zijn: (1) de vergoeding (74%)
en (2) de auto staat veilig en droog (47%). In totaal zijn circa 15.000 vergunninghouders
uitgenodigd. Hiervan maken 1.127 vergunninghouders actief gebruik maken van de regeling (33%
minimaal 4o dagen en 25% 30-40 dagen per jaar). De bezetting van de aangeboden
parkeerplaatsen is (na een aanloopperiode) redelijk tot goed (zie tabel 2).
De beoogde groei naar circa 830 langparkeerlocaties in 2020 is niet haalbaar gezien de beperkte
behoefte van vergunninghouders in het parkeerplangebied en het beperkte geschikte aanbod van
langparkeerplaatsen. De kosten voor het verplaatsen van één auto van straat naar een
langparkeerlocaties bedragen jaarlijks circa € 3.250,-.
De lange termijndoelstellingen (onder andere een groei naar 830 langparkeerplaatsen) is naar
beneden bijgesteld, omdat het aanbod van parkeercapaciteit heel beperkt is. De bestaande
capaciteit in de Piet Heingarage wordt echter wel voor een groter deel beschikbaar voor
langparkeerders. Van de 225 parkeerplaatsen die de gemeente huurt in deze garage waren
aanvankelijk 175 parkeerplaatsen bestemd voor langparkeerders. De overige parkeerplaatsen
waren bestemd voor vergunninghouders van de Kop van Java. Vergunninghouders van de Kop van
Java maken echter nauwelijks gebruik van de garage, feitelijk zijn hierdoor 225 parkeerplaatsen
voor langparkeerders beschikbaar.
Op 13 december 2016 heeft het college van B&W besloten het aantal ingehuurde plekken, stap
voor stap (alleen bij aangetoonde bezetting) vit te breiden met een maximum van 500
parkeerplaatsen. Hierbij wordt met name ingezet op een locatie aan de westflank van de stad, dit
met het oog om vergunninghouders van stadsdeel West te faciliteren.
2.8 Inhuur van parkeerplaatsen in private garages is onvoldoende toekomstbestendig
Gebleken is dat het risicovol is om parkeerplaatsen die in private garages zijn ingehuurd te
beschouwen als structurele oplossing voor de compensatie van opgeheven parkeerplaatsen.
Vanwege de onzekerheid van huurcontracten moeten deze garages beschouwd worden als een
tijdelijke oplossing. Alleen garages die in eigendom zijn van de gemeente (zoals Markenhoven,
Stadhuisgarage of de nieuw op te leveren Albert Cuypgarage) gelden als toekomstbestendige
compensatie.
Eind 2017 en begin 2018 loopt voor een groot aantal garagecontracten de initiële niet-opzegbare
periode af. Afhankelijk van de marktontwikkeling bestaat de kans dat in de toekomst minder
parkeerplaatsen voor de gemeente beschikbaar zijn of dat de gemeente wordt geconfronteerd
met hogere tarieven. De eerste ‘geluiden’ zijn wat dat betreft zorgelijk. De opbrengsten van
17
kortparkeerders zijn bij een beperkte bezetting snel al veel hoger dan wat de gemeente bereid is te
betalen voor het inhuren van parkeerplaatsen. Geboekte resultaten zijn kortom mogelijk op de
lange termijn niet houdbaar of brengen kosten met zich mee die maatschappelijk onvoldoende
zijn te verantwoorden.
Voor een aantal parkeergarages is het potentieel aantal te huren parkeerplaatsen al lager dan
aanvankelijk afgesproken. Grotendeels heeft dit te maken met het feit dat het Parkeerplan is
vastgesteld ten tijde van laagconjunctuur. Omdat de afgelopen periode sprake is van economische
bloei ontvangen parkeergarages meer kortparkeerders. De rentabiliteit stijgt hierdoor waardoor
de onderhandelingspositie van de gemeente verzwakt. De ‘onbenutte capaciteit’ van private
garages wordt hierdoor immers kleiner. Ook zijn er steeds meer private partijen die ‘onbenutte
parkeercapaciteit’ en parkeergarages van bedrijven en kantoren toegankelijk maken voor
bezoekers (door middel van reserveringssystemen). Steeds meer spelers vissen kortom in dezelfde
vijver.
Parkeergarage Ingehuurd | Maximum Maximum Verschil (max | Einde
(Q-park) potentieel bij | potentieel in te huren Contract (*)
aanvang daadwerkelijk | capaciteit)
contract
Museumplein 01-09-2017
St ox09-201
Weesperplein {60 [300 }60 | -40 | 10-08-2018
Westergasfabriek | so {200 ___\z0o ___|o _____|otoozo
Oostpoort 01-07-2018
Europarking — last la laa le Lovorson
Tabel 4 Uitbreidingsmogelijkheden inhuur O-Park garages en einde contractduur
(*) huurcontracten worden stilzwijgend steeds met een jaar verlengd. De opzegtermijn bedraagt 6 maanden (als dus
niet 6 maanden voor het einde wordt opgezegd, dan loopt het contract een jaar door).
Voor Amsterdam is dit een risico omdat de vergunninghouders die nu gebruik maken van de
parkeergarages mogelijk in de toekomst weer op straat een parkeerplaats moeten zoeken. En
omdat op straat de parkeercapaciteit afneemt ontstaat een aanzienlijke onbalans tussen het
aantal vergunninghouders en het aantal openbare parkeerplaatsen.
Risico van niet-toekomstbestendige parkeergarages
Zoals in $ 2.2 is beschreven heeft het beschikbaar stellen van garages (in het kader van het Parkeerplan)
geleid tot circa 1.450 inpandig geparkeerde auto’s. Als hiervan, door opzegging van huurcontracten, de helft
op termijn weer een plek moeten zoeken op straat, dan moet een oplossing worden gevonden voor 725
auto’s. Voor het centrumgebied is dat een grote uitdaging, de gemiddelde parkeerdruk op straat in héél het
centrum zou van 89% stijgen naar bijna 95%.
Het risico zoals hierboven beschreven is voor Waterloopleingarage al een feit. Met ingang van
april 2017 is het contract (huur van 5o parkeerplaatsen) met de exploitant van de
Waterloopleingarage beëindigd. Gegeven de bezettingsgraad van de nabijgelegen garage
Markenhoven kan de beëindiging van het huurcontract van Waterlooplein goed worden
opgevangen. Uiteindelijk worden de drie vitnodigingsgebieden van Markenhoven, Waterlooplein
en het Stadhuis samengevoegd tot één gebied. Vergunninghouders binnen dit gebied krijgen dan
zowel toegang tot de garage van Markenhoven als de Stadhuisgarage (zie ook $ 3.2).
Naast de bovengenoemde nieuwbouwgarages heeft de gemeente enkele garages in eigendom die
eveneens ingezet kunnen worden ten behoeve van vergunninghouders. Voor drie garages,
namelijk de Hof- en Werfgarage (beide Kattenburgerstraat) en De Pelikaan (Nieuwevaart), wordt
18
begin 2018 de juridische, financiële en technische implicatie onderzocht voor het (al dan niet
gedeeltelijk) beschikbaar stellen van deze garages voor vergunninghouders.
2.9 Samenvatting realisatie van de doelstellingen
In tabel 4 is de realisatie van de (kwantitatieve) doelstellingen weergegeven die zijn verbonden aan
het beschikbaar stellen van garageparkeerplaatsen.
Doelstellingen Ondernemers- | Extra Resterende Afname Extra parkeer —
parkeerplan jaarkaart vergunningen wachtlijst parkeerplaatsen capaciteit
2016 (uitgifte) van het maaiveld
Doelstelling 2020 1704
Gerealseerd mre Lee 58 (ern)
In uitvoering / 2.527 429 eek)
planvorming
Totaal Luo LO 51 | 4161 | 497
Verschil met doelstelling | -936 Ry 5.850 2.461 -1.207
Tabel 5: realisatie doelstellingen
(*) aantal afgegeven ondernemersjaarkaarten in juni 2016;
(**) aantal wachtenden op 1/11/2017 in stadsdeel centrum, Oud-West, Staatsliedenbuurt, De Pijp en
Swammerdambuurt;
(***) in 2017 komt naast de Ondernemersjaarkaart ook de ondernemersjaarkaart-beperkt beschikbaar. Deze is op
doordeweekse dagen geldig tussen og.oo en 19.00 en heeft hierdoor geen effect op de parkeerdruk in de avonduren.
Om deze reden wordt de Ondernemersjaarkaart-beperkt niet in de berekening meegenomen.
eert) 1.702 parkeerplaatsen — 1.634 opgeheven parkeerplaatsen van straat
eere) 2,956 parkeerplaatsen in vitvoering- 2.527 parkeerplaatsen op te heffen
19
3 Ontwikkelingen en inzet
Op basis van de in hoofdstuk 2 beschreven voortgang van de doelstellingen kan worden gesteld
dat de ‘output’ van het Parkeerplan (het beschikbaar stellen van garageplekken voor
vergunninghouders) op orde is. De ‘outcome’ daarentegen (de doelstellingen die zijn verbonden
aan extra parkeercapaciteit, namelijk: het verbeteren van de openbare ruimte, het verlagen van de
wachtlijst en het verlagen van de parkeerdruk) beperkt zich feitelijk tot de eerstgenoemde
doelstelling: opheffen van parkeerplaatsen ten gunste van de openbare ruimte, de
verblijfskwaliteit, fietsparkeren en/of de verkeersveiligheid. De parkeerdruk wordt immers niet
lager omdat een groot aantal parkeerplaatsen van straat is opgeheven en de kleine overmaat (met
name in het centrum) wordt opgevuld door bezoekers. De doelstelling om de wachtlijst te
reduceren is komen te vervallen omdat deze al meer dan tien keer zo laag is als de streefwaarde
voor het jaar 2020. Op basis hiervan en een aantal actuele ontwikkelingen / bevindingen wordt in
dit hoofdstuk op onderdelen de koers verlegd:
1. parkeergarages worden alleen ingezet ten behoeve van meer of betere openbare ruimte;
2. parkeergarages worden zo flexibel mogelijk ingezet; meer keuzevrijheid voor de
vergunninghouders;
3. hettoegangssysteem van de garages wordt zo veel als mogelijk geüniformeerd;
4. streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad;
5. een parkeerdruk van maximaal 90% wordt gehanteerd als toetsingsvoorwaarde bij de vraag of
al dan niet maatregelen moeten worden getroffen als parkeerplaatsen worden opgeheven.
Het verlagen van de parkeerdruk als solitaire doelstelling komt te vervallen.
3.1 inzet parkeerplangarages gekoppeld aan openbare ruimteplannen
De vraag in welke garage parkeerplaatsen ingehuurd kunnen worden en voor hoe lang hangt van
een aantal factoren af:
— beschikbaarheid van de garage’
— een toets in hoeverre de aangeboden garage niet bestemd is voor de bewoners van een
appartementenblok (in het kader van de Nota Parkeernormen Auto en de koppeling van
garageplaatsen met het beleid om in dat geval geen parkeervergunningen te verstrekken);
— _ noodzaak tot inhuren in het gebied waar de garage is gelegen.
De laatste factor (noodzaak tot inhuren) wordt per situatie bekeken. Als vitgangspunt geldt dat
garageplekken zoveel mogelijk worden ingezet om bestaande en toekomstige openbare
ruimteplannen waarbij parkeerplaatsen komen te vervallen, mogelijk te maken. Hiermee worden
de schaarse parkeerplaatsen optimaal ingezet voor deze specifieke doelstelling.
Van een directe koppeling kan alleen sprake zijn als de garage op redelijke loopafstand ligt van de
op te heffen parkeerplaatsen. Een loopafstand van meer dan 800 meter (circa 10 minuten lopen) is
voor de meeste mensen niet meer acceptabel. Dit leidt tot een lage bezettingsgraad in de garage
of zelfs leegstand.
$ Een garage is alleen interessant als minimaal 25 plekken in te huren zijn, anders weegt de investering van het
toegangssysteem, de kentekenherkenningscamera’s, de koppeling met de NPR en de aansluiting met de meldkamer
niet op tegen de baten.
20
In het onderstaande kaartje is ter illustratie inzichtelijk gemaakt wat een loopafstand van rond 800
meter in de praktijk betekent.
n hrm À Ee 3 3E x
Á Ë £ mi zj wee
£ 5 È q kk mn
Ë d f % | ss sn % 3 5
£ = mes £ gr & 5 KS etn
Ss: Oe d & 3 on
B: Kid A 5 Ô p ee, e Ee EF Cali
oe 5 jer 8 fel 8 A BD ' NERETha
E e ss ® % É
ER 8 be ä 5 ea b ú $ 5
ôf der À % 4 \
me ä 7 sne 4 % ss % ie }
3 er 2 & zn $ Ne di} ae 5 4
3 5 Te Á
7 Se N 4
ph rien E %
COOTAs 6 ks 5
ghter RIN g 4 DN IKEIR
sf “ ‚af ee pe
3 „oort à sn à Pp 4
DA zer Europarking 5 RC er al
E- x % „ Ni je”
aen % 4 Se te ss
5 7) Ei et
3 % EES ER
„t % * Cf 0" B af
me. a & Ee zh
> % ke, % EE j
5 er OE B A er i
k 5 Ee Ke E í
SN a 3 Ee De E :
5 > 5 k er ki 8
— d À ie “ dd
À 4 oeiN e® rt
ad ' & 5 gt ss Es mn
TOP #
E KE ree k Ga rn”
3 5 een gare sE! ri et
5 Ad ad p Eh: ge EZ
& 5 Cà Er ZA
E TE, „05 ae dj e Z 5
men en en 4 À tj Falan
Kaartje 2: loopafstand (indicatie) van circa 800 meter (10 minuten lopen) vanaf
parkeergarage Europarking. De Europarking is gebruikt om de opgeheven parkeerplaatsen
aan de Elandsgracht (rood gearceerd) te compenseren.
3.2 Meer keuzevrijheid: parkeerplangarages worden voor gebruikers zo flexibel mogelijk
ingezet
Op dit moment hebben de garages een eigen ‘vitnodigingsgebied’. Dit betekent dat
vergunninghouders van één gebied toegang krijgen tot de garage waarvoor ze zijn vitgenodigd. In
een aantal gebieden liggen garages echter relatief dicht bij elkaar (én binnen hetzelfde
vergunninggebied). In die gevallen heeft het meerwaarde om vergunninghouders de keuzevrijheid
te geven zelf te laten beslissen van welke garage ze gebruik willen maken. Hiermee zorgen we
voor een betere benutting van de garages. Als één garage vol is, kan een vergunninghouder
gebruik maken van een garage waar nog wel plaats is. Dit past bij de ambitie om de
bezettingsgraad in garages te bevorderen (zie ook $ 3.4). Concreet worden de volgende
. : 6
(technische) clusters ingesteld”:
1. Stadhuisgarage en Markenhoven (Waterloopleingarage is komen te vervallen)
2. Kwijntijn |, Kwijntijn Il en Furore (zodra deze laatste onder de parkeerplansystematiek valt)
3. Weesperplein en Centrum-Oost;
4. Willemspoort, IJdok, Pontsteiger (zodra gerealiseerd) en Kop van Diemen
5. De Wending en Piri Reis
$ Mogelijk dat in de toekomst ook nog andere clusters worden geformeerd of garages worden toegevoegd aan een
gerealiseerd cluster
21
is “. 5 Pontsteiger
he \ Kop van Diemen
Tamer
® a Wie @ dock
- En
- NS 3 ®
ST 4 an
En ° CENTRUM... |
[al Kwintijn 1 j
d ml î Kwintijn | a Stadhuisgarage f
Furore |
ma Centrum-Oost FH ZN a
e @ Weesperplein ed Ze N: en 1
Kaartje 3: Garages die technisch worden geclusterd / gegroepeerd. Vergunninghouders
van de geselecteerde postcodegebieden krijgen de vrijheid gebruik te maken van een
garage naar keuze (binnen het cluster)
3.3 Uniformiteit toegangssysteem vergunninghoudersgarages
Al vóór de vaststelling van het Parkeerplan is - met name door de vroegere stadsdelen Oud-West
en Westerpark - geïnvesteerd in parkeergarages voor vergunninghouders. Zo zijn alleen al aan de
westzijde van de stad 881 garageparkeerplaatsen gerealiseerd. Formeel horen deze garages niet
bij het parkeerplanareaal. Met de centralisatie van de parkeerfondsen, het beheer en de
exploitatie van garages ligt het voor de hand om deze garages volgens dezelfde systematiek
toegankelijk te maken voor vergunninghouders. Gebruikers hoeven zich op termijn dan niet meer
actief aan te melden en er is geen apart toegangspasje meer nodig om toegang te krijgen tot de
garage. Hiermee wordt het beheer en de administratie vereenvoudigd en de communicatie naar
de vergunninghouders wordt eenduidiger en begrijpelijker. Daarnaast is een voordeel dat indien
één van de garages vanwege een calamiteit of vanwege onderhoud tijdelijk niet beschikbaar is,
vergunninghouders met een aantal kleine handelingen toegang kunnen krijgen tot een andere
garage (zonder dat toegangspasjes aangevraagd moeten worden). Zo ontstaat op termijn een
netwerk van garages dat, al naar gelang de behoefte, flexibel ingezet kan worden. Het technisch
aanpassen van het toegangssysteem is niet altijd even makkelijk omdat in veel gevallen de
Vereniging van Eigenaren (VvE) akkoord moet geven. Vooralsnog is er overigens geen indicatie
dat toestemming van VvE's, waarin de gemeente doorgaans een minderheidsbelang heeft, niet
wordt verstrekt. Het maken van een planning wordt hierdoor echter wel bemoeilijkt. In tabel 5 zijn
de garages weergegeven die technisch worden aangepast.
22
Aantal parkeerplaatsen
Garage voor vergunninghouders | Buurt Eigendom
1 VE
2 | Staringplein 6e __________[ovawet | Gemeere
3 WE
4 We
5 | van Beuningenplein Gemeente
6 WE
7 Gemeente
8 Indische Buurt WE
Totaal 973
Tabel 6: garages die beschikbaar zijn voor vergunninghouders, maar formeel geen onderdeel zijn van het
Parkeerplan
De benodigde investeringen om de garages ‘om te bouwen’ kan naar verwachting worden gedekt
uit het huidige parkeerplanbudget. De verwachte budgetruimte is naar verwachting voldoende.
Echter, omdat voor een aantal garages de aanwezige apparatuur en
parkeermanagementsystemen nabij het aflopen van de afschrijvingstermijn is, wordt als
dekkingsbron ook het reguliere beheer- en onderhoudsbudget van de desbetreffende garage
gehanteerd. Op basis hiervan is vooralsnog geen extra investeringskrediet nodig.
In 2017 en 2018 zal per garage worden onderzocht welke maatregelen getroffen moeten worden.
Het gaat hier om het kentekenherkenning- en parkeermanagementsysteem, de aansluiting op de
verwijsindex en eventueel meldkamer. Het streven is om vóór 2020 alle acht stadsdeelgarages als
volwaardige vergunninghoudersgarage operationeel te hebben. Zoals gezegd is de planning sterk
afhankelijk van de besluitvorming van de respectievelijke VvE's.
3.4 Streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad in garages
Amsterdam betaalt per (ingehuurde) parkeerplangarageplaats een vast bedrag per jaar, of deze
nou wel of niet bezet wordt. Uitgangspunt is dat deze parkeerplaatsen daarom zo goed mogelijk
bezet moeten worden, zeker op de drukste momenten van de dag (meestal ‘s avonds). Als richtlijn
geldt een bezettingsgraad van go% of hoger in de avonduren. Indien een garage een lage
bezetting kent dan worden maatregelen getroffen: het vitnodigingsgebied wordt uitgebreid, de
vergunninghouders worden nogmaals per brief geattendeerd op de beschikbaarheid van de
garage of (indien de voorgaande maatregelen geen effect hebben) het huurcontract van de garage
wordt beëindigd dan wel aangepast (bijvoorbeeld door minder parkeerplaatsen af te nemen).
Zoals in $ 2.2 is viteengezet worden de meeste garages momenteel echter goed benut.
Uitnodigingsbeleid vergunninghouders
Voor de meeste garages geldt een verhouding van 1-op-10: voor één parkeerplaats in een garage worden
circa 10 vergunninghouders uitgenodigd. Met deze verhouding wordt een relatief hoge bezettingsgraad
gerealiseerd. Het wordt echter niet gezien als een dogma, voor elke garage geldt een aparte afweging,
waarvan de bouwstenen bestaan uit:
- gebiedspecifieke kenmerken (de parkeerdruk op straat en de plannen voor de openbare ruimte);
| - de OIS-gebiedsindeling (gestreefd wordt om vergunninghouders te selecteren per OIS-gebied, waardoor
de operationalisering en monitoring wordt vereenvoudigd) ;
- de vergunninggebiedsgrenzen;
- de afstand tot de garage (hierbij geldt als vitgangspunt een loopafstand van maximaal 800 meter; zie $3.1)
- de eventuele aanwezigheid van andere garages.
23
Lage bezettingsgraad in garages die niet 24/7 beschikbaar zijn
De Marie Heinekenplein was voor vergunninghouders op doordeweekse dagen alleen in de
avonduren beschikbaar tussen 17.00 en og.oo en in het weekend 24/7. Op grond van de
bezettingsgraadcijfers bleek dat er weinig animo was om in de garage te parkeren. In de
onderstaande grafiek is het verloop van de bezetting weergegeven van het vierde kwartaal 2016.
Om de bezettingsgraad te verhogen is het huurcontract heronderhandeld met het oog om de
garageplaatsen 24/7 beschikbaar te krijgen voor vergunninghouders. Dat is gelukt. Vanaf het
derde kwartaal van 2017 zijn 5o parkeerplaatsen 24/7 beschikbaar voor vergunninghouders.
120
100
80
60 ——=Geparkeerde auto's
40 —= Capaciteit
20 Te
0
aad ES
Grafiek 3: bezettingsgraad Marie Heinekenplein in de avonduren (Q4 2016)
Met de ervaring van de Marie Heinekenpleingarage kan worden geconcludeerd dat de
oorspronkelijke dubbelgebruikgedachte van garages (‘s middag voor bezoekers en ‘s avonds voor
bewoners) in de praktijk niet als zodanig werkt. Dezelfde conclusie is indertijd getrokken in Oud-
West en Oost. Daar is geëxperimenteerd om vergunninghouders ‘s avonds en ‘s nachts toegang te
geven voor respectievelijk de AOC parkeergarage (WG terrein) en Weesperpleingarage. Overdag
zou de garage weer volledig beschikbaar moeten zijn voor de bezoekers en kantoormedewerkers.
In geen van deze garages werd een hoge bezettingsgraad in de avonduren gehaald.
3.5 Parkeerdruk van go% als toetsingscriterium, niet als solitaire doelstelling
Gegeven de grote opgave en ambitie ten aanzien van de openbare ruimte is de inzet van
parkeergarages ten behoeve van het verlagen van de parkeerdruk als solitaire doelstelling
nauwelijks haalbaar en vaak ook niet zinvol. Zo liggen enkele garages in gebieden waar de
parkeerdruk lager is dan go%, terwijl het opheffen van parkeerplaatsen juist een hoge
maatschappelijke waarde heeft in gebieden waar de druk op de openbare ruimte hoog is. Tevens
wordt de parkeerdruk niet alleen veroorzaakt door bewoners en ondernemers, maar ook door
bezoekers. Hoewel bezoekers een aanzienlijk aandeel vormen van het totaal aantal geparkeerde
voertuigen in het centrumgebied is voor deze groep geen aparte doelstelling opgenomen in het
Parkeerplan. Maatregelen gericht op het verlagen van de parkeerdruk die wordt veroorzaakt door
bezoekers (zoals het verhogen van het straatparkeertarief of het invoeren van een
parkeerduurbeperking) vallen buiten de scope van deze voortgangsrapportage. Wel dient
benadrukt te worden dat een toename van het aantal bezoekers het effect van de maatregelen die
in het kader van het Parkeerplan zijn getroffen tempert of zelfs tenietdoet.
24
In plaats van sturen op het verlagen van de parkeerdruk wordt in het vervolg gestuurd op de
‘maximaal aanvaardbare parkeerdruk’ van go%/. In de praktijk betekent dit dat in een gebied waar
de parkeerdruk lager is dan 90% parkeerplaatsen kunnen worden opgeheven zonder dat
compensatie nodig is (totdat de parkeerdruk van 90% wordt bereikt) terwijl in een gebied met een
parkeerdruk van 90% of hoger niet zonder meer kan worden opgeheven.
Parkeerdruk: de bezetting op straat inclusief de bezetting in — voor vergunninghouders beschikbare —
garages
Benadrukt dient te worden dat op dit moment een groot aantal parkeergarages beschikbaar is
voor vergunninghouders. Deze garageplekken zijn feitelijk een verlengstuk van de
parkeerplaatsen op straat. Het vaststellen van de parkeerdruk in een gebied vindt daarom plaats
inclusief de voor vergunninghouders beschikbare parkeerplaatsen in de garages. De genoemde
maximaal aanvaarbare parkeerdruk van go% heeft dus betrekking op de totale parkeercapaciteit
voor vergunninghouders op straat én in garages.
7 Een parkeerdruk van 90% betekent dat van de 100 parkeerplaatsen op straat er nog 10 vrij zijn. In de literatuur is
geconstateerd dat boven een parkeerdruk van 90% het zoekverkeer exponentieel toeneemt. Een druk van 85%-
go% wordt daarom als optimaal gezien.
25
Bijlage 1: overzicht kaders en uitgangspunten
ee Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage
Stedelijk kader Parkeerplan (2012) | Parkeerplan (el her | UAM (2015) (ou Rn pportag
In het plangebied wordt
Er wordt geen onderscheid
onderscheid gemaakt tussen
Pl . gemaakt tussen het | Geen expliciete Geen expliciete centrumgebied en
angebied . : : .
centrumgebieden | vermelding vermelding woongebied. Voor heel
woongebied A'dam wordt gewerkt
(binnen de ring). met het toetsingcriterium
90% parkeerdruk.
De aantallen extra | De richtlijn vaneen In veel buurten isde | De opheffingsnorm van
te realiseren opheffingnorm van 1-op-3 | parkeerdruk zo 1-op-3 wordt definitief
garageplekken wordt gehandhaafd. Bij hoog dat het losgelaten.
dienen drie een parkeerdruk van verminderen van Parkeerplaatsen kunnen
doelstellingen: 1/3 | boven de 90% is een het aantal plekken | worden opgeheven indien
van de plekken mag | opheffingsnorm van1 opa | niet realistisch is. ná opheffing de
worden opgeheven, | uitgesloten om verdere Dat betekent dater || parkeerdruk niet hoger is
NE 1/3 mag worden parkeerdrukverhoging te findebuurteen dan 9o%. Bij een hogere
van gebruikt voor extra | voorkomen. Dit kan garage zal moeten || parkeerdruk van 90%
vergunninguitgifte, | gevolgen hebben voorde | worden benut of moeten
parkeerplaatsen en . . ‚
Eee 1/3 wordt gebruikt hoeveelheid op de heffen aangelegd ter compensatieplekken
om de zoektijd voor | parkeerplaatsen van in compensatie van worden ingezet
het vinden vaneen | voorbereiding zijnde het verminderen
parkeerplaats voor | herinrichtingsplannen. van parkeerplekken
vergunninghouders op straat. Dit is een
en bezoekers te harde rand-
verlagen. voorwaarde voor
een aantrekkelijke
openbare ruimte.
Geen bepaling Geen bepaling Uitgangspunt is dat || (1) Inhuur van extra
we parkeerplaatsen || parkeerplaatsen in
opheffen als het parkeergarages gebeurt
alternatief alleen als er concrete
beschikbaar is. opheffingsplannen aan te
koppelen zijn, (2) inhuur
van parkeerplaatsen in
Fasering: opheffen garages kan
entcompensatle vooruitlopend op
opheffingsplannen,
waarbij de lijn is dat
ingehuurde plekken
gebruikt moeten worden
(3) parkeerplaatsen
worden alleen opgeheven
als het alternatief
beschikbaar is
Indien voor 2020 Bij een parkeerdruk van (…) als uitgangspunt | Alle opheffingsplannen
een van de boven de 90% is een geldt dat de worden getoetst aan de
doelstellingen is opheffingsnorm van1op1 | verhoging van het richtlijn van 90%
behaald, uitgesloten om verdere vergunningplafond || parkeerdruk (binnen de
bijvoorbeeld een parkeerdrukverhogingte |enhetopheffen van || OIS buurt); is de
maximale voorkomen. parkeerplaatsen pas || parkeerdruk na opheffing
bezettingsgraad istoegestaan alsde || (nog steeds) lager dan
Parkeerdruk van 90%, wordt de parkeerdruk niet 90%, dan hoeft niet
(maximaal resterende hoger is dan 90%. gecompenseerd te
aanvaardbaar) ontstane ruimte worden, is de parkeerdruk
verdeeld over de na opheffing hoger dan
andere 90% dan dient binnen een
beleidsdoelen. loopafstand van 800
meter compensatie
gevonden te worden
totdat de parkeerdruk
max 90% is.
26
De wachtlijst Per (deel)- Het is mogelijk om Het verkorten van
neemt met de inzet [ vergunningengebied 5oo extra wachtlijsten is geen
van 1.700 wordt beoordeeld of en vergunningen uitte || expliciete doelstelling
parkeerplaatsen af | hoeveel vergunningen geven. meer. De wachtlijst is een
n 64%. i it i
Wachtlijst / tot 64% kunnen worden fractie van wat het ooit is
uitgegeven. Indien de geweest.
verlenen van extra
. parkeerdruk per
vergunningen : ‚
(deel)vergunningengebied
te hoog oploopt (boven de
90%), dan worden er geen
extra vergunningen
uitgegeven.
27
Bijlage 2 - Ontwikkeling van de wachtlijst
# wachtenden
Stadsdeel | Vergunninggebieden 1-11-2013 1-12-2015 1-11-2016 1-11-2017
Centrum 1 (binnenstad) 381 152 120 3
CENTRUM | Centrum 2 (jordaan / grachtengordel) 2250 713 447 6
Centrum 3 o o 0 o
OW 1.1 Oud-West Noord 520 273 266 101
OW 1.4 Oud-West Zuid 754 393 281 106
WP 1.4 Frederik Hendrik / H. de Groot 110 27 24 o
WP 1.1 Fannius Scholtenbuurt 496 316 361 235
WEST
WP 1.3 Witteneiland 6 0 0 o
WP 1.2 Westerstaatsman 81 22 4 o
WP 2.1 Spaarnd. Buurt 9 o o o
WP 2.2 Zeeheldenbuurt 150 bb 12 o
Zuid 2.3 Hoofddorpplein- en Schinkel 393 93 109 o
Zuid 2.4 Olympisch kwartier 2 o o o
Zuid 3.1 De Pijp Noord 519 68 5 o
ZUID
Zuid 3.2 De Pijp Zuid 280 19 57 72
Zuid 4.1 Rivierenbuurt Noord 430 26 43 o
Zuid 4.2 Rivierenbuurt Zuid 125 o o o
OOST Oost-Watergraafsmeer 1.6 162 98 83 58
Totaal 6.668 2.304 1.812 591
28
Bijlage 3 — vermindering parkeercapaciteit op straat (2014 — 2020)
STADSDEEL CENTRUM: UITGEVOERD vanaf 2014
Amstel 18
Bloemgracht 2
Czaar Peterstraat 25
De Ruijterkade 5
Eerste Weteringstraat 6
Elandsgracht 150
Geldersekade 2
Groenmarkt 35
Heintje Hoeksteeg en Oudezijds Armsteeg 6
Herengracht 14
Keizersgracht 11
Kerkstraat 4
Kloveniersburgwal 8
Koggestraat / Stromarkt 4
Korte Dijkstraat 3
Korte Koningstraat 12
Marnixplein 1
Nieuwe Herengracht 1
Nieuwe Weteringstraat 4
Oostenburgergracht, Wittenburgergracht en Kattenburgergracht 15
(eilandenboulevard)
Oostenburgervoorstraat 4
Oudezijds Voorburgwal 5
Prinsengracht 2
Reguliersdwarsstraat 6
Sarphatistraat / Weteringschans
Touwbaanpark 62
Tweede Weteringdwarsstraat 2
Vijzelgracht (ventweg) 22
Voormalige Stadstimmertuin 1
Willemstraat 4
Zwanenburgwal 8
Egelantiersgracht 2
Groenburg / Zwanenburgwal 2
Koggestraat 2
Koningstraat 12
Korte Dijkstraat 3
Leidseplein e.o. 25
Marnixkade 8
Nieuwe Uilenburgergracht 1
Opgeheven parkeerplaatsen vanaf 2012 8o
Plantagebuurt 20
Platform Lijnbaansgracht 24
Rokin / Oude Turfmarkt 28
Singelgracht 2
Stadshart 10
Taxistandplaatsen 62
Tichelstraat 1
Vijzelgracht 20
Weesperplein 9
Weteringstraat 16 T/M 24 4
Noordelijke Jordaan 111
Willemstraat 3
TOTAAL 871
29
STADSDEEL CENTRUM: PLANVORMING tot ca 2020
Amstel 27
Frederiksplein 3
Herengracht (Blauwburgwal en Brouwersgracht) 35
Hoogte Kadijk 10
Kattenburgerstraat 20
Marnixstraat 1
Oostenburgergracht, Wittenburgergracht en Kattenburgergracht 15
(eilandenboulevard)
Recht Boomssloot 15
Singel 5
Waterlooplein 6
Nieuwe Kerkstraat 15
Czaar Peterstraat 14
Fokke Simonzstraat A1
Groenmarkt NB
Haarlemmerstraat / dijk 37
Kerkstraat (tussen Spiegelstraat en Reguliersgracht) 74
Kruising Marnixplein (verplaatsing halte) 31
Raadhuisstraat 32
Rozengracht 34
Noordelijke Jordaan (restant) 258
Spuistraat 80
Vijzelstraat 29
Weteringbuurt / Looiersbuurt 66
Weteringschans (tussen reguliersgracht en Weteringscircuit) 3
Project Nieuwezijde (noord en zuid) 70
Haarlemmer Houttuinen (fietsroute) NB
Marnixstraat-Noord (vrije OV baan) 101
TOTAAL 1.022
STADSDEEL WEST: UITGEVOERD vanaf 2014,
Elisabeth Wolffstraat 40
Agatha Dekenstraat 12
Van Alphenstraat 5
Korte Blekersstraat 1
Wenslaverstraat 1° fase 9
Kneppelhoutstraat 8
Ten Katestraat 60
Kinkerstraat Oost 46
Wenslaverstraat 2° fase 9
Bellamydwarsstraat 9
Tolbrugstraat 1
Jacob Catskade 18
Houtmankade 35
Hembrugstraat 8
Van neckstraat 6
Barentszstraat 7
Barentszplein 25
Spaardammerdijk 62
Eerste Naussaustraat 5
Hugo de Grootkade 7
TOTAAL 373
30
STADSDEEL WEST: PLANVORMING tot ca 2020
Bellamyplein (straat en plantsoen) 26
Bellamystraat 19
Hasebroekstraat 18
Tolbrugstraat 16
Schimmelstraat 32
Bellamydwarsstraat 9
Douwes Dekkerstraat 1
Tollensstraat 2
Kwakerstraat 20
Bilderdijkkade 65
Korte Schimmelstraat o
Jan Hanzenstraat 0
Van Effenstraat 2
J.P. Heijestraat 5
Nicolaas Beetstraat 0
Da Costakade 35
Palamedestraat 4
Spaarndammerbuurt Oost 31
Oostzaanstraat 7
Krommeniestraat 26
De Wittenkade 50
Lodewijk Tripstraat 9
Fagelstraat 26
Amaliastraat 9
Anthonie Heinsiusstraat 2
Eerste Kostverlorenkade 10
Gerard Schaepstraat 2
Frederik Hendrikplantsoen 89
Zaagmolenstraat 8
Rombout Hogerbeetsstraat bh
Gillis van Ledenberchstraat 29
Van Oldenbarneveldtstraat 12
Hugo de Grootplein 0
Van Reigersbergenstraat 18
Van Houweningenstraat 26
Nassaukade 120
Kinkerstraat (*) 50
Kostverlorenkade (*) 50
De Clercqstraat 27
TOTAAL 899
(*) aanname
STADSDEEL ZUID: UITGEVOERD vanaf 2014,
De Lairessestraat 40
PC Hooftstraat 50
Rondom stadionpleingarage 40
Jan Luijkenstraat 18
Van Tuyll van Serooskerkenplantsoen 41
Heemstedestraat 14
Spijtellaantje 7
Groot onderhoudsprogramma 2016 29
TOTAAL 239
31
STADSDEEL ZUID: PLANVORMING tot ca 2020
Amstelveenseweg (ts Stadionplein en Zeilstraat) 50
Hobbemakade 25
Frans Halsbuurt/ Ferdinand Bolstraat 275
Van Woustraat (nog uit te werken) 97
Asscherkwartier 30
A. Cuypstraat en F. Bolstraat 18
F. Bolstraat (ts Van Ostade- en Lutmastraat) 14
Gerard Doubuurt 10
TOTAAL 519
STADSDEEL OOST: UITGEVOERD vanaf 2014,
Balistraat, Madurastraat, Makassarstraat en
Eerste en Tweede Atjehstraat 10
Mauritskade, incl. KIT 21
Verschillende locaties 22
Kop van Java 65
Entreegebied Oosterpark 23
's-Gravesandeplein 10
Totaal 151
STADSDEEL OOST: PLANVORMING tot ca 2020
Eerste Oosterparkstraat 22
Tilanusstraat 15
Weesperzijde (*) 50
(*) aanname
Totaal 87
32
Bijlage 4 — Financiën Parkeerplan
In onderstaande tabel is de meerjarenbegroting (MWP/Voorjaarsnota 2017) van het Parkeerplan
weergegeven. Deze begroting is gedekt vanuit het Stedelijk Mobiliteitsfonds:
Parkeerplan Voorjaarsnota 2017 - MWP/MIP 2017-2021
Meerjarenbegroting
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2017 2018 2019 2020 2021
76837106 - Investeringen Parkeerplan 78.030 79.591 81.182 82.806 84.462
76837107 - Inhuur parkeerplaatsen 2.453.157 2892334 3.015.751 3.065.312 3.126.618
76837108 - Langparkeren 729.900 852100 924.900 998200 1.018.200
76837110 - Parkeergarage Rokin 555953 711555 1.030.049 971.650 900.405
overig/onvoorzien rve-p 56.753 65.449 68.437 69.798 71.211
4288.293 5.022,929 5.489.420 5,564.166 5.584,996
afgerond 4,288.000 5,023,000 5.489,000 5,564.000 5.585.000
De begroting 2017 bedraagt € 4,3 miljoen en stijgt de komende 4 jaar tot een budget van € 5,9
miljoen in 2021. Op basis van de huidige ontwikkelingen en de realisatie na 10 maanden in 2017 is
onderstaande meerjarenraming voor het Parkeerplan opgesteld:
Parkeerplan Meerjarenraming 2017-2021
Versie 30-10-2017 -10 maands 2017
Meerjarenprognose
Prognose Raming Raming Raming Raming
2017 2018 2019 2020 2021
76837104 - Organisatiekosten Parkeerplan 281.200 359.000 304900 311.100 317.300
76837106 - Investeringen Parkeerplan 95.856 79.591 81.182 82.806 84.462
76837107 - Inhuur parkeerplaatsen 1.831.444 2114055 2.226.169 2.398.054 2.402.829
76837108 - Langparkeren 587.600 919.600 971500 976.200 995.700
76837110 - Parkeergarage Rokin 555.953 350.000 340.000 700.000 700.000
overig/onvoorzien rve-p 26.418 59.159 62.017 63.268 64.531
3378471 3.881.405 3.985.769 4531428 4.564.822
Afgerond 3.378.000 3.881.000 3.986.000 4.531.000 4.565.000
De verwachte realisatie over 2017 bedraagt € 3,4 miljoen en ten opzichte van de begroting wordt
hiermee dit jaar een onderbesteding ten gunste van het Stedelijk Mobiliteitsfonds verwacht van
€ 0,91 miljoen. Hierdoor ontstaat in 2017 voldoende ruimte om in verband met de afbouw van de
Rokingarage gemaakte proces- en engineeringskosten van € 0,85 miljoen te kunnen dekken.
Eén van de consequenties van de vertraging is dat er proces- en engineeringskosten zijn gemaakt
die als excessief moeten worden bestempeld. Het betreft een bedrag van € 850.000 op een
begroot totaal aan proces- en engineeringskosten van € 4.400.000. Het is niet reëel om deze
kosten in de exploitatie op te nemen en over de duur van 7 tot 40 jaar af te schrijven. Daarom
wordt voorgesteld deze kosten in één keer te nemen en af te wikkelen in het jaarbudget van het
parkeerplan 2017 dat wordt gedekt vit het Stedelijk Mobiliteitsfonds. Deze post biedt hiervoor
ruimte aangezien de bestedingen voor de inhuur van parkeerplekken en de subsidieregeling voor
langparkeren achter blijft bij de begroting 2017. Dit zal in de jaarrekening 2017 worden verwerkt.
Het was niet mogelijk hierover eerder een besluit te nemen omdat de omvang van de meerkosten
in relatie tot de aanbesteding pas recent inzichtelijk kon worden gemaakt.
33
De ontwikkelingen zoals beschreven in de voortgangsrapportage geven tevens aanleiding om de
meerjarenprognose over 2018 t/m 2021 naar beneden bij te stellen (zie afwijking begroting in
bovenstaande tabel).
De belangrijkste oorzaken van de financiële afwijkingen op onderdelen van het Parkeerplan zijn:
e 76837104 - Organisatiekosten Parkeerplan
De verwachte organisatiekosten zijn jaarlijks ca. € 7ok lager dan begroot. De belangrijkste
oorzaak is dat de personeelsinzet lager is (-/- 0,3 fte inhuur). Daarnaast vallen de kosten voor
evaluatie en onderzoek, beheer en onderhoud Langparkeersystemen en een aantal
operationele kostenposten (o.a. accountant, mailings, factsheets, sleutels) lager uit.
e 76837106 - Investeringen Parkeerplan
De verwachte investeringen zijn in lijn met de begroting die is gebaseerd jaarlijks drie te
operationaliseren garages (3x€26,5k=€ Bok). In 2017 wordt echter een overschrijding verwacht
van € 18k, die voornamelijk is toe te rekenen aan extra kosten i.v.m. de ingebruikname van de
Kwintijngarage.
e 76837107 - Inhuur parkeerplaatsen
In de raming is rekening gehouden met de maandelijkse kosten van inhuur van
parkeerplekken bij exploitanten, de gemiddelde bezettingsgraad van de (gemeentelijke)
garages en verwachte kosten voor meldkamer en beheer van bewoners-/stadsdeelgarages. In
de praktijk is het aanbod van plekken echter lager dan oorspronkelijk begroot (zie tabel 1 en 2
op bladzijde 10 en 11 van de voortgangsrapportage). De verwachting is dan ook dat de
jaarlijkse uitgaven tussen de € 0,7 en € 0,8 miljoen lager zullen zijn.
e 76837108 — Langparkeren
De begroting 2017 bedraagt € 0,73 miljoen en is gebaseerd op de inhuur van 475
parkeerplekken voor langparkeerders op drie locaties ultimo december 2017. In de praktijk is
echter sprake van 275 in gebruik zijnde plekken in 2 garages. Dit leidt tot een onderschrijding
van € 0,2 miljoen. Daarnaast is de verwachting dat de uitgekeerde subsidie voor
Langparkeerders dit jaar € 0,06 miljoen hoger zal zijn dan begroot Per saldo wordt een
onderschrijding van € 0,14 miljoen verwacht. In de meerjarenraming is rekening gehouden
met de ingebruikname van 2 locaties (Oranjekwartier en De Bomen) medio 2018. Hiermee
worden 225 plekken toegevoegd.
e 76837110 - Parkeergarage Rokin
De rentelasten 2017 van de Rokin Garage die ten laste van het Parkeerplan komen bedragen
dit jaar € 0,56 miljoen conform begroting. Vanaf 2018 is echter rekening gehouden met de
lagere rekenrente (2,3% i.p.v. 3,5%). Daarnaast is de verwachting dat de Rokin pas medio 2019
in gebruik zal worden genomen waardoor eerder begrote afschrijvings- en exploitatielasten in
2018 en 2019 komen te vervallen en doorschuiven naar 2020 (en verder).
e Overige /onvoorzien rve-P
De overige onvoorziene kosten bedragen maximaal € 0,03 miljoen waar voor 2017 € 0,06
miljoen was begroot. De post onvoorzien is op basis van de lagere materiële en personele
(organisatie-)kosten licht naar beneden bijgesteld (jaarlijks ca. € 6k)
34
| Onderzoeksrapport | 34 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 714
Datum akkoord college van b&w van 28 juni 2016
Publicatiedatum 29 juni 2016
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van de leden Torn en Kwint van 9 februari
2016 op hun schriftelijke vragen van 30 april 2015 inzake het onderzoek naar
mogelijk subsidiemisbruik van stichtingen in 'De Verbinding’.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Op 30 april 2015 stelden de leden Torn en Kwint, namens de fracties van de VVD en
de SP, schriftelijke vragen over de besteding van de door stadsdeel Oost verstrekte
subsidies aan de in ‘De Verbinding’ gevestigde Stichting Sociaal Cultureel Centrum
Marokkanen (SSCCM, nu Stichting Sociaal Cultureel Centrum Medelanders) en het
Turks Sociaal Cultureel Centrum (TISCC, nu Transvaal Informatie Sociaal Cultureel
Centrum). Aan beide stichtingen werden subsidies verleend die bedoeld waren voor
sociale activering van kwetsbare groepen met het oog op economische en
maatschappelijke participatie. Uit jaarverslagen van de stichtingen lijkt het echter
meerdere malen alsof aanzienlijke bedragen ten goede zijn gekomen aan de in
hetzelfde gebouw gevestigde Turkse en Marokkaanse moskeeën.
Uit antwoorden van het college op de schriftelijke vragen van de VVD en SP van
30 april 2015 bleek dat de stichtingen ook andere middelen tot hun beschikking
hadden “waaruit de in de vragen genoemde posten kunnen zijn bekostigd.”
Het stadsbestuur gaf aan dat er “op dit moment geen aanleiding lijkt te zijn” om de
subsidie terug te vorderen. Tevens gaf het stadsbestuur aan dat beoordeling en
controle van de geleverde prestaties — en de daarbijbehorende kosten — door de
subsidieontvanger voorafgaand aan de subsidieverlening plaatsvindt
(zie gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 993).
Na beantwoording van de gestelde schriftelijke vragen hebben partijen de
toepasselijke subsidiestukken bestudeerd. Daaruit zijn opnieuw vragen en
onduidelijkheden naar boven gekomen.
Zo blijkt bijvoorbeeld uit de subsidieaanvraag van SSCCM 2009 dat onder meer de
volgende activiteiten in 2009 gepland stonden:
“Lessen Nederlands en Arabisch worden in 2009 gegeven aan Marokkaanse
vrouwen. [….] Verder wordt er ook eenmaal per week in de koran gelezen.’
-Programma Normen en waarden voor jongeren, waarin gediscussieerd wordt over
het leven in Nederland.
' ‘Subsidieaanvraag SSCCM 2009’, ingekomen 28 april 2008 bij Stadsdeel Oost, nr. 2008/78346, p. 8.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Toa Gemeenteblad
Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 februari 2016
De subsidieaanvraag vermeldde de volgende passage: ‘Doordat de jongeren allen
dezelfde religieuze achtergrond hebben en vanuit dit perspectief hun positie in de
samenleving beschouwen, zijn de islamitische waarden zoals verwoord in de koran
en andere islamitische geschriften de bron van waaruit inspiratie voor de
bijeenkomsten wordt geput.” De subsidieaanvraag van SSCCM is vervolgens in 2009
goedgekeurd. In 2010 en 2011 werd deze specifieke activiteit niet gesubsidieerd,
blijkens de Toekenning exploitatiesubsidie 2010 van Stadsdeel Oost, gezien het feit
dat ‘genoemde activiteiten […] naar ons oordeel niet voldoende bijdragen aan de
maatschappelijke effecten die het stadsdeel met zijn beleid wil bereiken’.® In 2009
heeft Stadsdeel Oost het lezen in de Koran en een discussiebijeenkomst over
islamitische waarden in de Nederlandse samenleving dus als subsidiabel beoordeeld,
in latere jaren niet.
Daarnaast verklaart de stichting SSCCM in haar jaarverslag 2009, bij het overzicht
rechtshandelingen, dat zij in het jaar 2009 ‘geld heeft geleend aan de stichting Al Fath
Al Moebien zoals vastgelegd in een overeenkomst van lening en welk bedrag aan de
stichting zal worden terugbetaald.”* Al Fath Al Moebien is een stichting opgericht ter
verwezenlijking van een moskee op de begane grond van het gebouw De Verdieping.
De rechtmatigheid van een dergelijke lening is niet in de subsidiestukken aan de orde
gekomen.
Met de beantwoording van de eerder gestelde schriftelijke vragen blijft volledige
duidelijkheid over de rechtmatige besteding van subsidiegeld uit. Los van de
juridische vraag over het mogelijkerwijs terughalen van eventueel verkeerd bestede
subsidies is er de maatschappelijke vraag naar de besteding van subsidiegeld.
Op basis van de eerdere antwoorden van het college en een nadere bestudering van
de stukken concluderen de fracties van de VVD en SP daarom dat er onvoldoende
duidelijkheid bestaat over de besteding van subsidies. Het is van belang dat er
uitsluitsel ontstaat over de besteding van de verstrekte subsidies. De onderste steen
moet boven.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Torn en Kwint, respectievelijk namens
de fracties van de VVD en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van
orde voor de raad van Amsterdam, de volgende nadere schriftelijke vragen — op hun
schriftelijke vragen van 30 april 2015 (gemeenteblad afd. 1, nr. 993) — aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college het met de fracties van de VVD en SP eens dat de beantwoording
van de eerdere schriftelijke vragen onduidelijk is en geen 100 procent
duidelijkheid verschaft over de besteding van de subsidies door SSCCM en
TISCC? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college vindt net als u rechtmatige besteding van verstrekte subsidies van
groot belang.
2 ‘Subsidieaanvraag SSCCM 2009’, ingekomen 28 april 2008 bij Stadsdeel Oost, nr. 2008/78346, p.
12.
3 ‘Toekenning exploitatiesubsidie 2010’, verzonden d.d. 30 september 2010, p. 2.
t ‘Stichting Sociaal Cultureel Centrum Medelanders Jaarverslag 2009’, p. 2.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam
Neeing Toa Gemeenteblad R
Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 februari 2016
Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidies hebben de stichtingen moeten
aantonen dat de activiteiten plaatsvonden conform de subsidieaanvraag en de
subsidievoorwaarden. Stadsdeel Oost heeft dit beoordeeld en geconstateerd dat
voldoende was onderbouwd dat de subsidies zijn besteed aan de activiteiten
waarvoor de subsidies waren verleend. Vervolgens heeft Stadsdeel Oost de
subsidies conform de verlening vastgesteld.
Lessen Nederlands en Arabisch werden in 2009 gegeven aan Marokkaanse
vrouwen. De lessen Nederlands bestonden uit conversatielessen en de lessen
Arabisch uit een alfabetiseringscursus. Omdat de vrouwen vaak analfabeet
waren, was het om Nederlands te leren, noodzakelijk om ook onderwijs in de
eigen taal te krijgen. De taallessen hadden in het algemeen tot doel om de
zelfredzaamheid van de vrouwen te bevorderen, hen te stimuleren om te
participeren in de Nederlandse samenleving. Deze activiteiten waren subsidiabel
en voldeden aan het doel waarvoor de subsidie was verleend.
U vermeldt dat de stichting SSCCM geld heeft geleend aan de stichting Al Fath Al
Moebien en hiervoor een overeenkomst van lening heeft opgesteld. Stadsdeel
Oost heeft destijds, in gesprekken met de stichting en haar accountant,
aangegeven dat extra inkomsten zoals donaties, en de daaruit bekostigde
uitgaven, inzichtelijk in de jaarstukken moet worden opgenomen. Zodat daarover
geen verwarring kan ontstaan. Echter deze constructie met een lenings-
overeenkomst heeft uiteindelijk geen doorgang gevonden. De stichting SSCCM
heeft deze direct ten laste van het eigen vermogen gebracht dat in voorgaande
jaren was opgebouwd.
Tenslotte viel het door u genoemde programma ‘normen en waarden voor
jongeren’, niet onder de subsidie. De door u geciteerde tekst is niet afkomstig uit
de subsidieaanvraag van SSCCM 2009, maar staat in het jaarverslag van
SSCCM 2009 onder het kopje ‘activiteiten die niet in het projectplan zijn
opgenomen’. Hiervoor heeft het stadsdeel geen subsidie verstrekt, omdat deze
buiten het projectplan vielen.
2. Is het college het met de fracties van de VVD en SP eens dat, gezien
vorenstaande onduidelijkheden, een hernieuwd onderzoek naar
de rechtmatigheid van de subsidieverstrekking alsnog wenselijk is?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Gezien de beantwoording van vraag 1 ziet het college op dit moment geen
aanleiding voor een nieuw onderzoek.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 156
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van de leden Nadif, Biemond, N.T. Bakker, Kat, Martens, Ceder,
Veldhuyzen, Khan en Boomsma inzake het Economisch herstel- en
investeringsplan (het vormen van BlZ-en in alle stadsdelen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Economisch herstel- en investeringsplan en
bijbehorende raadsbrief.
Overwegende dat:
— het belangrijk is dat ondernemers in een gebied zich moeten kunnen
organiseren;
- er veel gebruik gemaakt wordt van deze mogelijkheid in stadsdelen
zoals Centrum en Zuid;
- er bij andere stadsdelen ook de behoefte is om deze mogelijkheid tot
hun beschikking te hebben.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Het vormen van bedrijfsinvesteringszones te stimuleren in alle stadsdelen
in Amsterdam.
De leden van de gemeenteraad
|, Nadif
H.J.T. Biemond
N.T. Bakker
H. Kat
C. Martens
D.G.M. Ceder
JA. Veldhuyzen
S.Y. Khan
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 625
Datum indiening 7 april 2020
Datum akkoord college van b&w van 19 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de mogelijke sloop
van het Etty Hillesum Huis.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 6 april 2020 publiceerde Trouw een artikel (Sloop dreigt voor huis Etty Hillesum in
Amsterdam) over de mogelijke sloop van het huis waarin Etty Hillesum (1914-1943)
haar dagboeken schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog. In haar dagboeken hield ze
de gevolgen van de racistische maatregelen van de Duitse bezetters nauwgezet bij.
Het dagboek biedt een uniek inzicht in het tragische leven van een vervolgd Joods-
Nederlands gezin. Het huis waar zij woonde tijdens de bezetting, Gabriël Metsustraat
6, zou volgens betrokken buurtbewoners mogelijk gesloopt worden voor nieuwbouw.
De architect van het Stedelijk Museum, Adriaan Weismann, was betrokken en het
huis vormt onderdeel van een bijna volledige intacte negentiende-eeuwse ‘omlijsting!
van het Museumplein. Vanwege deze stedenbouwkundige en historische waarde van
het huis, trekken buurtbewoners, historici en Erfgoedvereniging Heemschut aan de
bel.
1. Klopt het dat een bouwvergunning is aangevraagd voor bovenstaand adres?
Zo ja, wanneer zal het oordeel van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
gepubliceerd worden? Zo nee, is deze aanvraag in voorbereiding?
Antwoord
Begin 2019 is een omgevingsvergunning verleend. Dit plan voorzag in een
transformatie van de bestaande panden om zo grotere appartementen te
realiseren. De transformatie hield onder andere in: het aanbrengen van een
kelder, het realiseren van een extra verdiepingslaag en een nieuw ontwerp voor
de achtergevel. Tegen deze vergunning zijn door omwonenden bezwaren
ingediend. Dit heeft ertoe geleid dat hangende de bezwaarprocedure (de
vergunning is dus nog niet onherroepelijk) de huidige aanvraag is ingediend. De
huidige aanvraag is voor sloop-nieuwbouw van de panden aan de Gabriël
Metsustraat 2 t/m 6 waarbij onder de kap één verdiepingslaag wordt toegevoegd.
De voorgevel wordt volgens het oorspronkelijke beeld herbouwd. Dit plan is voor
het laatst op 18 maart 2020 in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit aan de orde
geweest. De centrale vraag was toen of het plan dezelfde architectonische
kwaliteit en rijke detaillering heeft als de bestaande panden. De ambitie is hoog
om met de nieuwbouw van het pand de voor- en zijgevel conform de
oorspronkelijke situatie te herbouwen, inclusief alle ambachtelijke details zoals de
bijzondere metselwerkverbanden en rijkgedecoreerde houten erkers. Ondanks
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng os Gemeenteblad R
Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020
dat de commissie waardering had voor het kwaliteitsherstel van de voorgevel
door het herstellen van de plint naar het oorspronkelijk ontwerp, heeft het plan
geen positief advies gekregen omdat een zorgvuldige werkomschrijving en
uitwerkingen van beeldbepalende details om deze kwaliteit te kunnen borgen,
ontbraken. De aanvrager van de vergunning moet hier nog op reageren met een
planaanpassing. Hierna kan het aangepaste plan worden beoordeeld en worden
voorzien van een advies. Om te voorkomen dat de vergunning van rechtswege
wordt verleend, is de behandeltermijn voor de vergunning opgeschort tot 23 juni
(zie ook vraag 3).
Dit pand is géén monument en het bestemmingsplan bevat geen belemmering
voor sloop. De bouwhoogte is door het tussenvoegen van een bouwlaag hoger
dan het bestemmingsplan toelaat. Over het afwijken op het bestemmingsplan
heeft de gemeente positief geadviseerd: de overschrijding vanuit
stedenbouwkundig oogpunt is acceptabel omdat de nieuwe bouwhoogte aansluit
op de bouwhoogte van de overige bebouwing langs het Museumplein en met de
herbouw van de karakteristieke kap wordt het straat- en gevelbeeld niet
onevenredig aangetast.
2. Het pand wordt aan beide zijden geflankeerd door gemeentelijke monumenten.
Waarom heeft Gabriël Metustraat 6 geen monumentale status?
Antwoord
Ongeveer 15 jaar geleden zijn in het kader van het Gemeentelijk Selectieproject
in Zuid, gemeentelijke monumenten geselecteerd. In tegenstelling tot omringende
bebouwing is de onderpui van dit pand behoorlijk aangetast. Vanwege het gebrek
aan gaafheid is dit pand niet voorgedragen voor de monumentenstatus. Daarbij
speelde toen ook de overweging dat dit gebied zou worden aangewezen tot
rijksbeschermd stadsgezicht. Vanwege de nadelige gevolgen voor de huurprijzen
en de stijging van de regeldruk, heeft de gemeente toentertijd besloten om de
minister negatief te adviseren over de aanwijzing tot beschermd gezicht. Zie ook
vraag 4.
3. Is het college het met de fractie van het CDA eens dat het pand vanwege zijn
belangrijke historische waarde alsnog een monumentale status zou moeten
krijgen? Zo ja, op welke termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
De erfgoedverenigingen Heemschut en Cuypersgenootschap hebben een
aanvraag gedaan bij het stadsdeel voor de status van gemeentelijk monument.
Stadsdeel Zuid heeft hierop de aanwijzingsprocedure op 21 april gestart. In dit
geval heeft het college besloten om zelf het besluit tot het al dan niet aanwijzen te
nemen en het mandaat hier terug te nemen. Het college beoordeelt of er
voldoende waarden aanwezig zijn voor aanwijzing tot monument nadat
Monumenten en Archeologie onderzoek heeft gedaan naar aanwezige
monumentwaarden én de onafhankelijke commissie Aanwijzen Monumenten van
de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft geadviseerd. Bij de beoordeling of dit
pand al dan niet wordt aangewezen zal het college de erfgoedwaarden
waaronder ook het feit dat Etty Hillesum hier gewoond heeft, afwegen tegenover
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Neng os Gemeenteblad R
Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020
andere belangen zoals woningbouwambities en mogelijke claims.
Aangezien de aanwijzingsprocedure tot monument gestart is, heeft het pand
voorbescherming. Dat betekent dat het pand wordt behandeld als ware het een
monument. Voor de beide bovenstaande bouwplannen (die nog niet
onherroepelijk zijn) betekent dit dat de plannen vanaf nu ook beoordeeld worden
op het behoud van de monumentwaarden.
4. Op dit moment wordt nagedacht over het als beschermd stadsgezicht aanwijzen
van een aantal buurten in Amsterdam-Zuid en de fractie van het CDA hoopt dat
dit snel in gang wordt gezet. Is het college het eens met de fractie van het CDA
dat het onwenselijk is als sloopvergunningen zouden worden afgegeven voor
dergelijke historische panden, als die nog niet over een monumentale status
beschikken, maar die wel een belangrijke waarde hebben en cruciaal zijn voor het
behouden van de architectonische eenheid van de straat/buurt, en zeker als die
de komende tijd mogelijk alsnog tot beschermd stadsgezicht zullen worden
verklaard”?
Antwoord
Omdat de hernieuwde procedure voor aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht
nog niet in gang is gezet en om orde-2 panden* beter te beschermen, is de
gemeente bezig om voor orde 2 panden een paraplubestemmingsplan te maken
zodat voor deze panden altijd een sloopvergunning moet worden ingediend.
Overigens heeft de Gabriel Metsustraat 2-6 een orde 3 status?
Los hiervan wordt op dit moment gewerkt aan het actualiseren van de
waarderingskaarten voor de 19de eeuwse Ring. Dit naar aanleiding van een
motie van het raadslid Boomsma bij de Begroting 2020. Aangezien de huidige
ordewaardering ongeveer twintig jaar geleden tot stand is gekomen en in de
tussentijd veel onbeschermd erfgoed gesloopt is en de waardering voor het
stadsbeeld in deze gebieden is toegenomen, wordt beoordeeld welke panden
hoger gewaardeerd moeten worden.
B. Zijn er momenteel andere panden met een unieke historische waarde die mogelijk
gesloopt zullen worden?
Antwoord
Daar heeft het college geen overzicht van. Voor monumenten geldt dat deze niet
zonder vergunning gesloopt kunnen worden. Op dit moment zijn er géén
monumenten waarvoor een sloopaanvraag is ingediend. In stadsdeel Centrum,
en een paar andere delen van de stad geldt dat orde-2 panden alleen met een
sloopvergunning gesloopt mogen worden. Voor orde-3 panden en lager geldt dat
deze volgens het huidige beleid zonder vergunning gesloopt kunnen worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
t Dat zijn panden die volgens de welstandsnota van waarde zijn voor het straatbeeld en waarvan
het gevelbeeld behouden moet blijven
? Dit zijn bouwwerken van vóór 1940, die in de welstandsnota zijn opgenomen als panden waarvan
de wat schaal en detaillering passen in de gevelwand waar ze deel van uitmaken, maar geen
architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
a: os Gemeenteblad
ummer beet : :
Datum 19 mei 2020 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 april 2020
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
Commissie voor de
milieueffectrapportage
Programma Windenergie Amsterdam
Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport
9 mei 2023 / projectnummer: 3689
ej b
b Wa ‚ 3 pj
í era A ) he pe
A; SE ' ‚n IN | KN iS IN E “tf J za - rf P)
En wind 5 re bn eV ON / eN s
Nn ej | €) B Ss Eee &
| er. RN ef ZR Á
| | RN i ANS
LAS RS
1 Advies voor de inhoud van het MER
De gemeente Amsterdam wil voor 2030 de opstelling van meer windturbines mogelijk
maken, met een gezamenlijk vermogen van 127 MW!. Als eerste stap stelt de gemeente een
Programma Windenergie op. Voor het besluit over dit programma wordt een
milieueffectrapport (MER) opgesteld. De gemeente Amsterdam heeft de Commissie gevraagd
te adviseren over de inhoud van het op te stellen MER.
Essentiële informatie voor het MER
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is een goed leesbaar stuk en geeft al een goede
aanzet voor het MER. De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie
in het MER. Dat wil zeggen dat voor het meewegen van het milieubelang in het besluit over
het Programma Windenergie Amsterdam het MER in ieder geval onderstaande informatie
moet bevatten:
. een beschrijving van het doel van het programma waarmee de gemeente laat zien
hoeveel MW ze met dit programma wil mogelijk maken;
. inzicht in de belemmeringen die de randen van de zoekgebieden bepalen en
beperkingen die binnen de zoekgebieden gelden;
. onderzoek naar locatiealternatieven?, zoals in de NRD beschreven is;
. onderzoek van ‘de hoeken van het speelveld’ gezondheid, natuur, landschap en
energieopbrengst van een opstelling van windturbines voor het beoogd vermogen.
Hiermee levert het MER belangrijke informatie voor de participatie en de besluitvorming.
. de milieueffecten van de locatiealternatieven en hoeken van het speelveld en een
vergelijking van de milieueffecten tussen de alternatieven en met de referentiesituatie;
. op hoofdlijnen inzicht in de milieueffecten van de aanlegfase.
Besluitvormers en insprekers lezen in de eerste plaats de samenvatting van het MER. Daarom
verdient dit onderdeel bijzondere aandacht. De samenvatting moet als zelfstandig document
leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Gebruik de
samenvatting ook als communicatie-instrument om de participatie te ondersteunen.
In de volgende hoofdstukken beschrijft de Commissie in meer detail welke informatie het
MER moet bevatten. Ze bouwt in haar advies voort op de NRD. Ze herhaalt slechts punten die
al in de NRD aan de orde komen als dat voor een goed begrip van het advies nodig is of als
ze voorstelt de aanpak op onderdelen aan te passen.
1 Een deel hiervan -28 turbines met een gezamenlijk vermogen van 75MW- is al opgesteld, een ander deel is vergund en in
voorbereiding. Zie verder paragraaf 2.1 van dit advies.
2 In de NRD noemt de gemeente dit basisalternatief (zie paragraaf 3.2 van dit advies).
-1-
Aanleiding MER
Het Programma Windenergie Amsterdam stelt kaders voor windparken en daarom moet een plan-MER
opgesteld worden. Onder de Omgevingswet (die 1 januari 2024 in werking treedt) moet voor een
programma een plan-MER opgesteld worden als het dergelijke kaders bevat.
Rol van de Commissie
De Commissie is onafhankelijk, bij wet ingesteld en adviseert over de inhoud en de kwaliteit van het MER.
Zij stelt voor ieder project of programma een werkgroep samen van onafhankelijke deskundigen. Ze
schrijft geen milieueffectrapporten, dat doet de initiatiefnemer. Het bevoegd gezag - in dit geval het
college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam — besluit over het Programma
Windenergie Amsterdam.
De samenstelling en de werkwijze van de werkgroep van de Commissie en verdere projectgegevens staan
in bijlage 1 van dit advies. U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt door nummer 3689
op www.commissiemer.nl in te vullen in het zoekvak.
À x
% ra Ü
. Gebied2A Re e
NEE En Le TE.
; ENE Den
Sn U, } N pra
Gebed 20 nk d
Cornelis Douwes terrein ® Ne
EN
Gebied E
Ì Ring A10 Noord IN
| TR
} | 7
í Jd. "f [_à
' %, Gebied 48 | @
Legenda | fe) Zeeburgereiländ
ner Gemeentegrens | bj 7 9 \ Gebied aC
Zoekgebieden wind: / Î \ Stran/Buiten-elland
| AT Gebed sh Ee
. Bestaande windturbine Í Gebied 4A Ne IJburg Be er
í Sciencepark hd as he „
EE LIB hoogtelijnen Schiphol | Á En /
Tr an WL
BE _ Hoogspanningsmasten Burg Qiemerpti eN,
mÓ Voorkeursgebied | er eet Ì Elen 5
L Reservegebied Se iel ‘Gebed ee 1e
mm Extra reservegebied nk dame ke of \ fi d DSE Saan
Contour gekechsgevoeig object Sl? \ é \ ea \
ie Wied 68 NAT
Bn fsteim _N 7 oel abe
' ne gn |
nt E. E 4
Nea sslene | Á
Ï _
Figuur 1 De aangepaste kaart windzoekgebieden uit de RES 1.0 Noord-Holland Zuid met
voorkeursgebieden (groen), reservegebieden (geel) en extra reservegebieden (rood) (NRD).
-2-
2 Doel, beleid en besluitvorming
2.1 Achtergrond en doel
Achtergrond
De ambitie van de gemeente Amsterdam is3 om voor 2030 tenminste 127 MW opgesteld
vermogen windenergie te realiseren. In de RES 1.0 van Noord-Holland Zuid zijn hiervoor
zoekgebieden aangewezen en geprioriteerd in voorkeursgebieden, reservegebieden en extra
reservegebieden (figuur 1). In het tweede kwartaal van 2022 was er al 75 MW opgesteld
vermogen door de plaatsing van 28 windturbines in Amsterdam. De resterende opgave tot
2030 is daardoor tenminste 52 MW aan windenergie. Een deel hiervan is al vergund (RWZI
Westpoortweg, 9,2 MW). Ook is er een initiatief in voorbereiding (Noorder IJplas / Cornelis
Douwesterrein, circa 10-15MW), daarvoor wordt een aparte m.e.r.-procedure doorlopen.
Het MER is een goed middel om het participatieproces te voeden. Door de verschillende
keuzes te beschrijven en de milieugevolgen in beeld te brengen kunnen vragen van
omwonenden en belanghebbenden geadresseerd worden. Zorg daarom dat in het MER de
stappen beschreven worden die tot nu toe zijn gezet rondom het Programma Windenergie
Amsterdam. Ga daarbij in op de resultaten van de expertgroepen Gezondheidseffecten
windturbines en Windturbines en Natuur en de SARA4. Beschrijf ook het participatieproces en
hoe de resultaten en milieuoverwegingen daaruit een plek in het MER krijgen.
Resterende energiebehoefte en doel Programma Windenergie Amsterdam
Geef in het MER aan hoeveel windenergie in de gemeente al gerealiseerd is, vergund is of in
voorbereiding is en beschrijf de resterende opgave waar dit programma over gaat. Geef aan
hoeveel windturbines (ordegrootte) nodig zijn om aan de opgave te voldoen.
Ga daarbij in op de al gemaakte afspraken en plannen, ook rondom de RESS en de opgave die
het Havenbedrijfë op zich heeft genomen. Ga ook in op het aandeel zon en wind in de
energieopgave voor de gemeente. Relateer de opgave van het programma aan de energie (of
elektriciteits)behoefte van de gemeente nu en in de toekomst.
De Commissie geeft in overweging om de alternatieven (zie verder paragraaf 3.2) ruimer in te
richten dan het beoogde aantal MW, met een onzekerheidsmarge naar boven en deze marge
te beargumenteren. In de uiteindelijke uitwerking kan het namelijk voorkomen dat één of
meerdere turbineposities vervallen.
2.2 Beleidskader
Geef in het MER aan welke wet- en regelgeving en welk beleid relevant is voor het Programma
Windenergie Amsterdam en of het plan kan voldoen aan de randvoorwaarden die hieruit
voortkomen. Ga daarbij in ieder geval in op:
. (de status van de) landelijke windturbinebepalingen na het vervallen van het
activiteitenbesluit;
3 _NRD, pagina 11.
4 _ SARA staat voor Stedelijke Adviesgroep RES Amsterdam.
5 Regionale Energiestrategie, in 2021 is de RES 1.0 van Noord-Holland Zuid (RES 1.0 NHZ) vastgesteld.
6 Het Havenbedrijf heeft de ambitie om in 2030 10 MW extra windenergie te realiseren (NRD, pagina 68).
-3-
. het programma NOVEX en het programma Mooi Nederland waarin het rijk met de regio's
nieuw ruimtelijk beleid ontwikkelt;
. beschrijf de relatie met de RES 1.0 en 2.0 en beschrijf de hoe de RES'sen en het
Programma Windenergie Amsterdam elkaar in de tijd opvolgen;
. gemeentelijk en provinciaal beleid rondom windturbines en ander ruimtelijk beleid zoals
voor natuurgebieden, recreatie en landschappen. De plaatsing van windturbines kan ook
gemeenten buiten Amsterdam beïnvloeden, ga daarom in op het ruimtelijke beleid in de
relevante omliggende gemeenten;
. externe veiligheidsbepalingen ook in relatie tot (vaar)wegen, spoorwegen, buisleidingen,
Schiphol en Helihaven, (ondergrondse) hoogspanningslijnen en —stations, die
beperkingen opleveren voor de plaatsing van windturbines.
2.3 Te nemen besluit(en)
De procedure voor de milieueffectrapportage wordt doorlopen voor het Programma
Windenergie Amsterdam. Daarna worden andere besluiten met project-MER'ren opgesteld
voor de verdere invulling. Geef aan welke besluiten dit zijn, wie daarvoor het bevoegde gezag
is en wat globaal de planning is. Ga hierbij ook in op de te nemen besluiten om voldoende
netwerkcapaciteit te realiseren.
3 Voorgenomen activiteit en alternatieven
3.1 Bepaling zoekgebieden
Geef duidelijk aan hoe tot de zoekgebieden is gekomen en welke milieuoverwegingen daarbij
een rol hebben gespeeld, zoals het afstandscriterium? (zie ook paragraaf 3.3. van dit advies).
Maak daarbij onderscheid in:
. harde beperkingen (wet- en regelgeving uit landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid
zoals Natura 2000-gebieden en laagvlieggebieden);
. andere waarden of richtinggevend beleid die hebben geleid tot het uitsluiten van
gebieden (bijvoorbeeld toekomstige woningbouw).
Geef aan of en welke verschillen er zijn met de eerder vastgestelde RES 1.0 en welke
overwegingen daarbij een rol hebben gespeeld.
3.2 Alternatieven
Beschrijving voorstel NRD
De NRD beschrijft een aanpak om álle mogelijke windturbineposities in de zoekgebieden in
beeld te brengen (basisalternatief) en om vervolgens te mitigeren voor twee thema’s
(optimalisaties). Dit geeft al een goed inzicht in de mogelijke mitigerende maatregelen voor
gezondheid en natuur.
7__In de NRD is een afstandscriterium van 350 meter gebruikt, gelijk aan het criterium dat in de RES 1.0 NHZ is gebruikt.
-4-
De gemeente stelt in de NRD voor:
e _een basisalternatief? samen te stellen. Dat bestaat uit ‘indicatieve/logische opstellingen’
voor ieder zoekgebied. Het gaat dan om een maximale invulling met windturbines. Op
basis van de toelichting? die de gemeente heeft gegeven interpreteert de Commissie dit
basisalternatief als volgt: het basisalternatief geeft een overzicht van de maximale
aantallen windturbineposities die te realiseren zijn in elk zoekgebied. Dit zal een
vermogen opleveren dat in totaal (veel) hoger is dan de benodigde MW die de gemeente
in dit programma wil vastleggen;
* _ vervolgens twee optimalisatiealternatieven te onderzoeken: voor gezondheid en voor
natuur. De optimalisatiealternatieven worden vergeleken met het basisalternatief;
. het voorkeursalternatief niet in het plan-MER op te nemen, maar wel in het Programma
Windenergie Amsterdam.
De Commissie adviseert om van locatiealternatieven te spreken, in plaats van
‘basisalternatief’. Deze omschrijving maakt inzichtelijker dat hier álle mogelijke posities voor
windturbines in beeld gebracht worden, maar dat die niet allemaal in dit programma
vastgelegd worden.
Zet het MER in voor participatie
De benadering die de gemeente kiest biedt veel waardevolle informatie. Het MER kan echter
nog beter ingezet worden om belangrijke beslisinformatie toegankelijk te maken en de
participatie te ondersteunen. Gebruik het MER om te laten zien met welke opstellingen er aan
de opgave voor het programma voldaan wordt. Onderzoek die opstellingen voor meerdere
hoeken van het speelveld: natuur, gezondheid, landschap en energieopbrengst. Daarmee kan
de gemeente belanghebbenden en omwonenden goed informeren en komen de
milieuafwegingen die de gemeente moet maken in beeld.
Voldoen aan opgave
Om de belangenafweging goed in beeld te brengen adviseert de Commissie om extra stappen
toe te voegen aan het onderzoek. Laat de opstelling van het aantal windturbines
overeenkomen met het aantal MW!? dat nodig is om aan de opgave te voldoen. Met de
huidige aanpak is nog niet helder wat er nodig is om het beoogde MW vermogen te realiseren
(zie ook paragraaf 2.1 van dit advies). Verduidelijk waarom er mogelijkheden voor méér
vermogen onderzocht worden dan er uiteindelijk vastgelegd worden in het programma.
Onderzoek hoeken van speelveld
Beschrijf vervolgens enkele ‘hoeken van het speelveld’ die aan het doel voor het aantal MW
voldoen. Onderzoek daarvoor, naast natuur en gezondheid, ook landschap en de
energieopbrengst als ‘hoek van het speelveld’, Op die manier geeft het plan-MER inzicht in
de voor- en nadelen van de (combinaties van de) locatiealternatieven. Hiermee kan de keuze
voor het voorkeursalternatief en de milieueffecten ervan ook goed onderbouwd worden.
Bovendien kan deze milieuinformatie het participatieproces ondersteunen:
. Landschap: Onderzoek een turbineopstelling met minimaal effect op de landschappelijke
kernkwaliteiten en neem ook mee de externe werking vanuit een groter gebied. Gebruik
daarvoor een extra selectiecriterium (‘zeef’) voor de meest waardevolle (cultuur en
8 Pagina 17, NRD.
9 Locatiebezoek 7 maart 2023.
10 Met een onzekerheidsmarge, zoals in paragraaf 2.1 van dit advies is beschreven.
—-B-_
recreatieve) landschappen en stedelijke groenstructuren. Binnen de gemeentegrens van
de Amsterdam is de open ruimte zeer beperkt en bestaat deze voornamelijk uit
waardevolle en kwetsbare landschappen! Ook de stedelijke groenstructuur heeft een
belangrijke landschappelijke en recreatieve waarde.!2 Het ‘Extra zoekgebied’ bestaat
vrijwel volledig uit ‘Bijzonder provinciaal Landschap’ maar is ook een onderdeel van de
‘Hoofdgroenstructuur’.
. Energie(opbrengst): Ontwerp een alternatief waarbij de energieopbrengst die in een
gemiddeld jaar geproduceerd wordt met de MW van de opstelling maximaal is.13,14 Houd
hierbij rekening met (de aansluiting op) het (beschikbare) netwerk.
Gevoeligheidsanalyse
De Commissie adviseert een kwalitatieve reflectie te geven voor iedere hoek van het
speelveld. Ga bijvoorbeeld na of er een of meerdere windturbineposities zijn die tot een zeer
negatieve beoordeling van een locatiealternatief leiden. Een ander voorbeeld is of inzet van
andere turbines dan de referentieturbine!5 tot wezenlijk andere milieueffecten kan leiden.
3.3 Referentie
Beschrijf de bestaande toestand van het milieu in het studiegebied. Beschrijf ook de te
verwachten milieutoestand als gevolg van de autonome ontwikkeling, als referentie voor de
te verwachten milieueffecten. Daarbij wordt onder de ‘autonome ontwikkeling’ verstaan: de
toekomstige milieutoestand zonder dat de voorgenomen activiteit of één van de alternatieven
wordt gerealiseerd. Ga bij beschrijving van deze ontwikkeling uit van te verwachten
veranderingen in de huidige activiteiten in het studiegebied zoals bijvoorbeeld de
ontwikkeling van de Sluisbuurt, en van nieuwe activiteiten waarover reeds is besloten. Laat de
verschillende woningbouwplannen duidelijk aan bod komen in de referentiesituatie en toon
ze op kaart.
Onderscheid duidelijk welke plannen voor windturbines wel en niet in de referentiesituatie
zitten en ga expliciet in op de status van het Cornelis Douwesplein/Noorder IJ-plas.
Belemmeringen en beperkingen
In de belemmeringenanalyse (paragraaf 2.5 van de NRD) zijn de randen van de zoekgebieden
bepaald. Maar voor ‘beperkingen’ geldt een strakker kader, dat mogelijk ook effecten heeft
binnen de bepaalde zoekgebieden. Zorg dat de ruimtelijke belemmeringen en beperkingen
voor de plaatsing van windturbines zichtbaar zijn in het plan-MER. Op basis daarvan kan het
maximaal aantal te plaatsen windturbines bepaald worden. Geef ook de beperkingen binnen
de zoekgebieden weer. Geef hiervoor in ieder geval per zoekgebied op kaart weer:
e _ woningen en andere gevoelige bestemmingen;
. afstanden tot (vaarwegen, spoorwegen, buisleidingen en (ondergrondse)
hoogspanningslijnen en -stations zoals geadviseerd of vereist door ProRail, TenneT en
Rijkswaterstaat;
1 Zie figuur 11 uit de NRD.
12 Zie figuur 12 uit de NRD.
13 De doelstelling is uitgedrukt in MW (capaciteit), maar de productie in MWh en vermogen op de ene plaats kan een andere
opbrengst hebben dan op de andere. Ook kan een hogere windturbine meer productie geven dan een lagere met dezelfde
capaciteit.
14 Onder andere de zienswijze van Amsterdam Wind vraagt om meer inzicht in de energieopbrengst.
15 240 meter als representatieve tiphoogte, tenzij bouwbeperkingen gelden (NRD, pagina 13-14).
-6-
. reserveringsgebieden voor infrastructuur;
. risicocontouren (externe veiligheid) van risicovolle bedrijven en installaties in het
zoekgebied.
Cumu latie
De referentiesituatie kan ook gebruikt worden om de effecten en cumulatie te bepalen en
beoordelen. Geef hiervoor (huidige situatie) op een kaart weer:
. de geluidbelasting van de bestaande /vergunde windturbines;
e de belasting van andere geluidbronnen;
. de locatie van woningen en andere gevoelige bestemmingen;
. de locatie van recreatiegebieden en volkstuinen.
Stadsontwikkelingen
Zoals de NRD aangeeft is van sommige ingrijpende woningbouwontwikkelingen niet zeker of
en zo ja, hoe ze doorgaan, zoals Haven-Stad. Gebruik daarvoor scenario’s. Het doel van de
scenario’s is om de milieueffecten in beeld te brengen van een ontwikkeling die wel
waarschijnlijk zijn maar nog niet met zekerheid doorgaan. Zo krijgt het college inzicht in de
gevolgen van dit besluit voor stedelijke ontwikkelingen. Dit geeft aanvullende informatie op
de verplichte referentiesituatie, die alleen uitgaat van zekere ontwikkelingen. De Commissie
adviseert om een scenario toe te voegen waarin de zachte plancapaciteit (plannen/
programma’s waarover nog niet besloten is), met name voor woningbouw, is opgenomen.
4 Bestaande milieusituatie en milieugevolgen
4.1 Effectbepaling
In het MER worden de milieueffecten van de voorkeursgebieden, reservegebieden en extra
reservegebieden op dezelfde manier beoordeeld. Het studiegebied kan per thema wijzigen en
hangt af van de reikwijdte van de milieueffecten. Ga ook op kwalitatieve wijze in op cumulatie
van milieueffecten, zowel van windturbines (geluid en visuele hinder) als van geluid met
andere milieuthema's.
Onderbouw de keuze van de rekenregels/-modellen en van de gegevens waarmee de
gevolgen van het programma voor het milieu (geluid, natuur, gezondheid) worden bepaald.
Ga ook in op de onzekerheden in deze bepaling. Vertaal dit zo mogelijk in een bandbreedte
voor de genoemde gevolgen en geef aan wat dit betekent voor de vergelijking van de
alternatieven (zowel ‘locatiealternatieven’ en hoeken van het speelveld).
4.2 Aanlegfase
Ga in op activiteiten van de aanlegfase zoals verkeer, aanleg werkwegen, wegverkeer
(stikstof) en aanleg/uitbreiding van netcapaciteit. Beschrijf op hoofdlijnen de milieueffecten
voor de alternatieven, zoals geluid en lichthinder, effect op de luchtkwaliteit,
stikstofuitstoot, verstoring van fauna en verkeersveiligheid. Beschrijf op hoofdlijnen
-7-
mogelijke mitigerende maatregelen en geef aan als een milieueffect in de aanlegfase de
realisatie kan belemmeren.
Maak inzichtelijk voor welke zoekgebieden al geschikte infrastructuur aanwezig is en voor
welke niet. De impact van de aanlegfase kan groter zijn wanneer het bouwverkeer zich over
smalle wegen moet bewegen of wanneer er meer werkwegen aangelegd moeten worden.
Ga daarnaast in op de beschikbare netcapaciteit per locatiealternatief, wanneer deze
beschikbaar is en tot welke milieugevolgen de aanleg van extra netcapaciteit kan leiden.
4.3 Gezondheid
Afstandsnormen
Waarschijnlijk wordt in het tweede kwartaal van 2023 het ontwerp nationale
windturbinebepalingen leefomgeving gepubliceerd. Gezien het coalitieakkoord 2021-2025
en de Reactienota zienswijzen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het plan-MER
nationale windturbinebepalingen leefomgeving van augustus 2022 is de kans aanwezig dat
hierin afstandsnormen worden opgenomen. Indien dit het geval is, breng dan in beeld welke
gevolgen dit heeft voor de zoekgebieden en de opstelling van de windturbines.
4.3.1 Geluid
De NRD geeft een goed startpunt voor het onderzoek naar geluid en gezondheid. Geef zoals
in de NRD beschreven de geluidbelasting voor woningen en andere gevoelige bestemmingen
als gevolg van de windturbines op een kaart weer. Bepaal het aantal woningen en de
geluidbelasting en bereken het verwachte aantal ernstig gehinderden. In de NRD wordt nu
alleen uitgegaan van het aantal ernstig gehinderden op basis van de cumulatieve
geluidbelasting. De Commissie vindt het belangrijk dat eerst het aantal ernstig gehinderden
door alleen windturbinegeluid in beeld gebracht wordt. Voor omwonenden kan het namelijk
moeilijk na te volgen zijn welk deel van de ernstige hinder afkomstig is van windturbines, in
plaats van de cumulatie van geluidbronnen, zoals wegverkeer, luchtvaart en industrie in
combinatie met windturbines. Het is belangrijk om alle ernstige hinder in beeld te brengen.
Breng daarom voor windturbinegeluid ook onder de 42 dB Lagen de aantallen gehinderden in
beeld, vanaf 37 en 40 dB zoals volgens de NRD ook voor de geluidscontouren wordt
aangehouden.
Onderzoek of de geluidbelasting voor appartementen op grotere hoogten relevant verschilt
van de standaard beoordelingshoogte die gehanteerd wordt om geluidbelasting te
berekenen. Als dat het geval is, hou hier dan bij de toetsing aan de normen en bepaling van
de aantallen ernstig gehinderden rekening mee.
Aanvullend op de NRD adviseert de Commissie om inzicht te geven in:
. aantallen woningen en geluidbelasting windturbines, vanaf 37 dB Laen;
. aantallen ernstig gehinderden door geluid windturbines separaat;
. aantallen woningen en geluid cumulatief, en toename door geluid windturbines.
-8-
Maskering
Naast cumulerende geluidseffecten kan er ook sprake zijn van maskerende effecten. In een
reeds geluidbelaste omgeving kan het windturbinegeluid in meer of mindere mate worden
gemaskeerd. In een stille omgeving zal er geen maskering optreden. Beschrijf in het MER
kwalitatief waar er mogelijk maskerende effecten kunnen optreden en waar geen enkel
maskerend effect wordt verwacht.
Aanbevelingen expertgroep in vervolgtraject
In haar advies heeft de expertgroep Gezondheidseffecten windturbines geadviseerd om bij
nieuwe windturbines aandacht te besteden aan het reduceren of voorkomen van de
hinderlijke eigenschappen van het windturbinegeluid, te weten:
. tonaal geluid;
. het laagfrequente deel van het geluid;
. het ritmische karakter van geluid.
Dit heeft voornamelijk te maken met de keuze voor het type windturbine. Het zijn belangrijke
zorgpunten van omwonenden.!€ Beschrijf in het plan-MER in hoeverre en op welke wijze in
het vervolgtraject invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen van de expertgroep.
4.3.2 Externe veiligheid
In de NRD is aangegeven, dat het aantal (beperkt) kwetsbare objecten bepaald wordt binnen
de maximale werpafstand!? van de windturbines. De Commissie adviseert ook te bepalen of
en in hoeverre de windturbines binnen de risicocontouren van risicovolle inrichtingen of
installaties gelegen zijn. Ga indien relevant in op eventuele domino-effecten waardoor
risico's voor kwetsbare objecten kunnen toenemen.
4.4 Natuur
In het gebied en de omgeving van de gemeente Amsterdam liggen verschillende Natura
2000-gebieden zoals het Markermeer & IJmeer en Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld &
Twiske. Het Programma Windenergie Amsterdam heeft mogelijk significante gevolgen voor
deze Natura 2000-gebieden. Het voornemen en de alternatieven moeten uiteindelijk
uitvoerbaar zijn binnen de kaders van de Wet natuurbescherming (Wnb) en later de
Omgevingswet. Beschrijf daarom in ieder geval één alternatief dat uitvoerbaar is binnen deze
kaders. Neem hierbij ook de gebieden mee die tot het Natuurnetwerk Nederland behoren. Als
hiervoor een Passende beoordeling nodig is, dan moet daaruit blijken dat natuurlijke
kenmerken van de relevante beschermde natuurgebieden niet aangetast worden door het
plan. De Passende beoordeling moet zich aanpassen aan het detailniveau van het
programma. In dit geval kan dit het karakter hebben van een risicoanalyse. Maak hierin
globaal duidelijk of aantasting van natuurlijk kenmerken kan worden uitgesloten.
Stikstofdepositie is een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de biodiversiteit in
Nederland. Het voornemen kan mogelijk een (merendeels tijdelijke) toename van
stikstofdepositie op al overbelaste Natura 2000-gebieden en NNN-gebieden veroorzaken,
16 Meerdere zienswijzen gaan op dit soort zorgen in.
17 De afstand die een afbrekend rotorblad kan overbruggen.
-9-
met name door stikstofdepositie als gevolg van verkeersbewegingen tijdens de aanlegfase
(zie paragraaf 4.2 van dit advies). Dit kan leiden tot aantasting van natuurlijke kenmerken van
deze gebieden. Geef in het MER aan of op dit onderwerp knelpunten te verwachten zijn en
hoe daarmee omgegaan kan worden.
4.5 Landschap en cultuurhistorie
Beoordeling landschap en cultuurhistorie
Het milieuthema landschap is in de NRD al uitvoerig beschreven. De provinciale kernwaarden
uit het ‘Bijzonder Provinciaal Landschap’ (BPL) zullen leidend zijn voor de beschrijving en
beoordeling van de landschapseffecten. Dit zijn de landschappelijke karakteristiek, openheid
en ruimtelijke dragers.!8 Neem hierin mee de effecten van de windturbines ook buiten het
werkingsgebied van BPL (externe werking).19
Visualisaties
De ligging ten opzichte van bijzondere landschappen wordt kwantitatief beoordeeld en
kwalitatief, op basis van expert judgement. Ook visualisaties per locatiealternatief zullen
onderdeel zijn van het MER om de effecten te kunnen bepalen. De Commissie vindt het
essentieel voor het besluit dat de landschappelijke impact goed zichtbaar is. Maak daarom
fotorealistische visualisaties van verschillende zoeklocaties die liggen in of nabij waardevolle
cultuurlandschappen, UNESCO Werelderfgoed ‘De Stelling van Amsterdam’ en stedelijke
Hoofdgroenstructuur. Neem hierin mee de adviezen van de expertgroep Windturbines en
natuur.
4,6 Recreatie
De NRD geeft aan dat de effecten van windparken op recreatieve functies in beeld worden
gebracht. Dit geldt zowel voor de volkstuinen die in en nabij de zoekgebieden liggen als voor
parken, wandel en fietsgebieden, sportgebieden en waterrecreatie. Tabel 12 (pagina 42,
NRD) toont dat de ligging ten opzichte van recreatiebestemmingen, en de
Hoofdgroenstructuur in beeld worden gebracht en ook de aantasting van de oppervlakte aan
recreatiegebieden (inclusief water). De Commissie kan zich vinden in deze aanpak en
adviseert aanvullend om ook de geluidseffecten op recreatieve functies in beeld te brengen.
Ga hierbij ook in op de mogelijke visuele hinder en sluit aan op het advies van de
expertgroep Gezondheidseffecten windturbines,20
18 Meerdere zienswijzen gaan in op de gevolgen voor landschap. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor de ligging van
gebied 4c ten opzichte van het beschermde dorpsgezicht Durgerdam en de Stelling van Amsterdam.
19 De provincie Noord-Holland kent geen externe werking voor het BPL. Daarnaast heeft de expertgroep Windenergie en
natuur een advies uitgebracht met betrekking tot landschap. Hierbij wordt aangegeven ook de effecten van plannen buiten
het werkingsgebied van BPL en UNESCO te beoordelen.
20 De expertgroep adviseert: “Betrek (naast bovenstaande) ook cumulatie geluid, mogelijke visuele hinder en de nabijheid van
volkstuinen, recreatieobjecten en andere locaties waar mensen overnachten. Ook maatschappelijke belangen:
natuurwaarden, kwaliteit van leefomgeving en belang energietransitie meenemen” De gemeente geeft aan dat dit advies een
plaats heeft of krijgt in het MER.
-10-
4,7 Sociale effecten
De Commissie merkt op dat de plaatsing van windturbines ook sociale effecten kan hebben?!,
vooral in cumulatie met al bestaande milieubelasting. Denk aan geluidsoverlast door
vliegbewegingen en de verdeling van bewoners met een verschillende sociaaleconomische
status over delen van de stad.
Ook de wijze van betrokkenheid is hierbij van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de mate
waarin omwonenden via coöperaties aan de opbrengst van de turbines kunnen deelnemen.
Realiseer daarbij dat het voor energiecoöperaties niet eenvoudig zal zijn om daadwerkelijk
substantieel aan de omvangrijke investeringen van windturbines deel te nemen, en dat dit
voor bewoners in armere wijken nog moeilijker zal zijn. Bezie daarom zorgvuldig hoe dit
daadwerkelijk gefaciliteerd kan worden.
5 Overige onderwerpen
5.1 Vergelijking van alternatieven
Vergelijking van alternatieven
De milieueffecten van de alternatieven moeten onderling én met de referentiesituatie worden
vergeleken. Doel van de vergelijking is te laten zien in hoeverre de alternatieven andere
effecten veroorzaken. Vergelijk bij voorkeur op grond van kwantitatieve informatie en betrek
daarbij de doelstellingen en de grens- en streefwaarden van het milieubeleid. Zoals in de
NRD al benoemd is, is ook een relatieve beoordeling ten opzichte van de energieopbrengst
van belang. Geef daarnaast voor ieder van de alternatieven aan in welke mate de gestelde
doelen kunnen worden gerealiseerd. Gebruik ook hiervoor eenduidige en, zo veel als
mogelijk, kwantificeerbare toetsingscriteria.
Voorkeursalternatief
Het voorkeursalternatief zelf hoeft niet beschreven te worden in het MER. Wel moeten de
effecten van het uiteindelijke voorkeursalternatief af te leiden zijn uit het MER. De
milieueffecten van het uiteindelijke voorkeursalternatief moeten passen binnen de
bandbreedte van de onderzochte alternatieven en daar één-op-één uit worden afgeleid.
5.2 Onzekerheden en evaluatieprogramma
Het MER moet de milieuaspecten benoemen waarvoor effectschattingen erg onzeker zijn of
waarover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Spits de bespreking toe op milieuaspecten
die in de verdere besluitvorming een belangrijke rol spelen, zodat de consequenties van het
tekort kunnen worden beoordeeld. Geef ook aan of en hoe belangrijke, ontbrekende
informatie op korte termijn kan worden ingevuld.
21 Onder andere de zienswijze van Vereniging Gein3 Dorp gaat hierop in.
| 1-
Geef aan hoe het verband tussen het Programma Windenergie Amsterdam en de projecten
wordt gemonitord. Ga daarvoor in op energieopbrengst en belangrijke effecten zoals geluid,
gezondheid en verstoring.
5.3 Vorm en presentatie
De vergelijking van de alternatieven verdient bijzondere aandacht. Presenteer de vergelijking
bij voorkeur met behulp van tabellen, figuren en kaarten. Zorg voor:
e een zo beknopt mogelijk MER, onder andere door achtergrondgegevens niet in de
hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen;
. een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst;
. recent, goed leesbaar kaartmateriaal, met duidelijke legenda.
5.4 Samenvatting van het MER
De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en
insprekers en het verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document
leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de
belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals:
. de voorgenomen activiteit Programma Windenergie Amsterdam en de alternatieven
daarvoor;
. de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van het Programma;
Windenergie Amsterdam en de alternatieven, de onzekerheden en leemten in kennis die
daarbij aan de orde zijn;
. de vergelijking van de alternatieven en de argumenten voor de selectie van het
voorkeursalternatief.
-12-
BIJLAGE 1: Projectgegevens
Advies van de Commissie over het op te stellen MER
De Commissie bestaat uit een werkgroep van deskundigen. Deze werkgroep geeft aan welke
onderwerpen naar zijn mening moeten worden behandeld in het MER en met welke diepgang.
Om zich goed op de hoogte te stellen van de situatie heeft de werkgroep het gebied bezocht
waar milieugevolgen kunnen optreden. Meer informatie over de Commissie en over haar werk
wijze vindt u op onze website.
Samenstelling van de werkgroep
Bij dit project bestaat de werkgroep uit:
dr. Pieter Boot
ir. Tilly Fast
ir. Erik Koppen
drs. Marieke van Rhijn (voorzitter)
Marianne Schuerhoff MSc (secretaris)
ing. Caspar Slijpen
Besluit waarvoor dit milieueffectrapport wordt opgesteld
Programma Windenergie Amsterdam.
Waarom wordt hiervoor een milieueffectrapport opgesteld?
Voor activiteiten die grote milieugevolgen kunnen hebben, kan in Nederland een MER vereist
zijn. Bijlage V in het Omgevingsbesluit geeft aan om welke activiteiten het gaat. Voor deze
procedure gaat het in ieder geval om de activiteit categorie C2 “Oprichting, wijziging of uit-
breiding van een windpark met 20 of meer windturbines”. Een MER is ook nodig omdat effec-
ten op Natura 2000-gebieden optreden die in een Passende beoordeling moeten worden be-
schreven. Daarom wordt een plan-MER opgesteld.
Bevoegd gezag besluit
College en Wethouders Amsterdam.
Initiatiefnemer besluit
Gemeente Amsterdam.
Heeft de Commissie ook zienswijzen en adviezen bij haar advies betrokken?
De Commissie heeft alle zienswijzen en adviezen gelezen die het bevoegd gezag tot en met
13 april 2023 heeft toegestuurd. Ze heeft ze in haar advies verwerkt, voor zover relevant voor
het MER.
Waar vind ik de stukken die de Commissie heeft gebruikt?
U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt, door op www.commissiemer.nl pro-
jectnummer 3689 in te vullen in het zoekvak.
Commissie voor de milieueffectrapportage t 030-2347666
A. v. Schendelstraat 760 e [email protected]
3511 MK Utrecht Velo a aSa U)
| Actualiteit | 15 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 637
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammereninzake de Voorjaarsnota 2016 (schoonmaak na
evenementen niet bekostigen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende dat:
— het college 10 miljoen extra wil vrijmaken voor de schoonmaak van de stad, ook
voor snellere schoonmaak na evenementen (pagina 7).
Overwegende dat:
— het extra investeren in het schoonhouden van Amsterdam een goed plan is;
— het de taak van evenementorganisaties is om de openbare ruimte die door het
evenement vervuild is geraakt schoon achter te laten.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het structurele extra budget van 10 miljoen euro te behouden, maar hiervan geen
schoonmaak na evenementen met aanwijsbare organisator te bekostigen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 1 | discard |
Van: (…)
Verzonden: donderdag 29 november 2012 10:41
Aan: Raadsgriffie
Onderwerp: Tav de Deelraad betreft het Mediation traject
Geachte Deelraad,
Hierbij willen we vragen naar en een klacht indienen over de door de Gemeente gestarte Mediation.
De partijen in het Mediation traject zijn;
Het Stadsdeel, Hannekes Boom en de Bewoners Dijksgracht (…) in Amsterdam,
“Het stadsdeel heeft besloten een Mediationproces in gang te zetten om te komen tot een voor alle partijen zo
bevredigend mogelijke oplossing en
heeft (twee mediatiors van stadsdeel Centrum) gevraagd om op te treden als Mediator in deze zaak”.
Het eerste contact met de Mediator was op 1 Juni en in 3 maanden tijd zijn er met ons (bewoners) 2 gesprekken
gevoerd.
Deze gesprekken hebben plaats gevonden op 12 Juni en 12 Juli j.l.
Omdat we niets hoorden van de Mediator hebben we op 3 September per email gevraagd naar de
vervolgstappen en hoe nu verder.
Hierna heeft de Mediator zijn vervolgstappen gepresenteerd.
Op19 September zijn ons de punten van overeenstemming gestuurd. Het beschamende is dat dit 4 punten zijn
die door alle partijen zouden zijn genoemd en dat terwijl wij als bewoners er zeker 20 hebben aangedragen.
Bovendien maken 2 van de genoemde 4 punten deel uit van de “Maatwerk vergunning”, is er 1 punt nooit door
ons genoemd en blijft er dus 1 punt van overeenkomst over.
Aan het verzoek van de Mediator om te reageren en een afspraak te maken voor na zijn vakantie hebben we op 1
November gereageerd.
Na 19 September hebben we niets meer vernomen van de Mediator en lijkt het hele traject een stille dood te zijn
gestorven.
Op zijn zachtst gezegd komt dit Mediation traject ons als niet professioneel en niet geloofwaardig over,
Ps /1,
Wat wij vreemd vinden is dat de voorzitter van het dagelijks bestuur (deelnemer van het Mediation traject
namens de Gemeente) ook de persoon is waar we de vragen en klachten over het Mediation traject moeten
neerleggen;
Ps/2,
Donderdag 22 november 2012 hebben wij in een email aan de voorzitter van het dagelijks bestuur een klacht
ingediend en gevraagd naar de handelswijze van de door de Gemeente gestarte Mediation.
Dit omdat wij helemaal niets begrijpen van de (in onze ogen on-professionele) werkwijze van de Mediator, hij
doet maar wat en komt tevoorschijn wanneer er door ons of anderen aan een touwtje wordt getrokken.
Wat we bij het sturen van onze klacht niet hadden verwacht dat de door ons gestuurde email aan de voorzitter
van het dagelijks bestuur zou worden doorgestuurd naar de Mediator die daarop doodleuk weer contact met ons
opneemt terwijl wij haar om een reactie vragen.
Door deze handelswijze voelen wij ons en het Mediation-traject niet serieus genomen en dit komt de oplossing
om te komen tot een voor alle partijen bevredigende oplossing zeker niet ten goede,
wij zouden het daarom erg op prijs stellen als de ingezette Mediation professioneel wordt geregeld.
Graag Uw reactie,
Vriendelijke groet,
G.J)
| Raadsadres | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer 97
Datum indiening 11 december 2020
Datum akkoord 24 maart 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Naoum Néhmé inzake de gevolgen van de
woningdelenquota
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 19 december 2019 is de Huisvestingsverordening 2020 vastgesteld. Hierin zijn regels
opgenomen die woningdelen ernstig hinderen: zo geldt er een quotum voor woningdelen
per zowel wijk als pand. Als het maximum per wijk dan wel pand is bereikt, geldt sinds 1 april
2020 het principe van vol is vol. De verordening kon bij aanneming dan ook op grote kritiek
rekenen. Onder andere studenten kwamen massaal inspreken en waren bang dat het vinden
van een betaalbare kamer, wat toch al niet makkelijk is, nóg moeilijker zou worden.
Uit de uitwerkingen van de verordening blijkt nu dat het wijkguotum in tientallen populaire
Amsterdamse wijken vol of bijna vol is. Tegelijkertijd blijkt slechts 44% van de totale
wijkquota vergeven is. In de monitor ontbreken echter de cijfers over de pandquota,
waardoor cijfers over vergunningverzoeken die hierdoor altijd worden afgewezen onder de
radar blijven. De VVD-fractie heeft dan ook vragen bij de verdere uitwerkingen veroorzaakt
door de quota voor woningdelen en is van mening dat de vastgestelde quota in de
huisvestingsverordening 2020 zo snel mogelijk moeten worden losgelaten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Naoum Néhmé, namens de fractie van de VVD,
op grond van artikel 84 van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Ondanks dat het voor veel kamerzoekenden een doorn in het oog is, zijn in de monitor
geen cijfers opgenomen over het pandguotum, omdat dit ‘lastig in een monitor te
vatten is’. Op welke belemmering voor het opnemen van cijfers over de pandguota in de
halfjaarlijkse monitor doelt het college hier precies?
De grootste belemmering hierbij is dat het genereren van deze cijfers zeer tijdrovend is,
omdat het digitale systeem niet zo gebouwd is dat “automatisch” een lijst met panden
gegenereerd kan worden, met daarachter een percentage van het gebruikte
pandguotum. Daarnaast speelt mee dat Amsterdam zo’n 450.000 adressen kent. Een
pand is een bouwkundig begrip en bevat één of meerdere adressen (waaronder
woonruimten). Om de monitor overzichtelijk te houden is het niet mogelijk om al die
panden (enkele tienduizenden tot honderdduizend panden) in de monitor op te nemen.
Complicerende factor is dat er in één pand, afhankelijk van de verdieping, soms nog wel
of juist geen ruimte is (zie antwoord op vraag 2).
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 97 Gemeenteraad R
Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020
2. Hoe kan het dat het pandguotum wel kan worden getoetst als een eigenaar een
vergunningaanvraag doet, maar cijfers hierover niet met de raad kunnen worden
gedeeld?
Zoals aangegeven bij vraag 1 moet het pandguotum handmatig worden getoetst. Dit
gebeurt zodra er een aanvraag binnenkomt voor het desbetreffende adres. Er zijn teveel
adressen en teveel variabelen, om dit op voorhand in de monitor te kunnen opnemen.
Dat komt met name door de complexiteit van het pandguotum en tevens doordat de
daarbij behorende dashboard gericht is op het verstrekken van informatie aan de hand
van één adres (van desbetreffende aanvraag). Het werksysteem controleert
(automatisch) enkele variabelen in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, om
vastte stellen hoe het pandquotum getoetst moet worden (de gegevens worden
getoond aan behandeld ambtenaar). Het pandquotum bestaat namelijk vit drie
aspecten:
-_Er mag maximaal 25% per pand worden omgezet (maar altijd minimaal één
omzetting toegestaan);
-_In panden met 4 of meer woonruimten op een verdieping, mag daarnaast op die
verdieping ook maximaal 25% omgezet worden;
-_ Maximaal 25% van een rijtje eengezinswoningen mag verkamerd worden.
Daarnaast zijn er gevallen waarbij om diverse redenen de woning niet automatisch (met
het dashboard systeem) getoetst kan worden aan de hand van de drie hierboven
beschreven situaties. Gedacht kan worden aan een rijtje twee onder één kap woningen.
Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) zal bij aanvragen voor het omzetten van
een dergelijke woonruimte maatwerk moeten toepassen. Kortom het hang af van de
exacte ligging van een adres, ook binnen een pand, of het pandquotum vol is of niet.
3. Kanhet college aangeven hoeveel aanvragen er zijn afgewezen omdat het pandquota is
bereikt? Graag een uitsplitsing per wijk.
Tot 15 janvari 2021 zijn er 23 vergunningen geweigerd op grond van het pandquotum.
Zie tabel 2 hieronder.
Er zijn wel enkele kanttekeningen te maken bij de cijfers. Het komt voor dat aanvragers
die na het indienen van een aanvraag erachter komen dat het pandguotum vol is, er voor
kiezen om hun aanvraag in te trekken. Ingetrokken aanvragen zijn niet meegenomen in
de cijfers.
Geweigerde aanvragen op grond van het pandquotum
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 97 Gemeenteraad R
Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020
Noord Waterlandpleinbuurt 1
Totaal |
4. Is het college bereid om cijfers over afwijzingen in verband met het pandguota voortaan
met de raad te delen in de monitoring? Zo ja, graag met uitsplitsing per wijk. Zo nee,
waarom niet?
Zoals in de beantwoording van vragen 1,2 en 3 al aan is gegeven moesten de cijfers
handmatig verzameld worden. Daarnaast geven de cijfers niet per definitie een volledig
beeld weer. Het college is van oordeel dat de cijfers over het aantal afwijzingen op basis
van het pandguotum onvoldoende bijdragen om meegenomen te worden in de monitor
kamerverhuur, ook omdat de cijfers geen helder beeld geven welke panden vol zijn. Het
college zal mede daarom ook in de volgende monitors kamerverhuur geen cijfers over
het aantal afwijzingen op basis van het pandquotum opnemen.
5. Kanhet college aangeven hoeveel aanvragen er in de overgangsperiode zijn
goedgekeurd terwijl het pandquotum al was overschreden? Graag een uitsplitsing per
wijk.
Het college gaat er bij het beantwoorden van deze vraag van uit, dat met de
overgangsperiode wordt bedoeld, de periode tussen 1 januari 2020 en 1 april 2020.
Waarbij 1 januari 2020 de datum is dat de Huisvestingsverordening 2020 in werking is
getreden en 1 april 2020 de datum waarop het pand- en wijkguotum voor kamerverhuur
in werking zijn getreden. In totaal zijn tussen 1 janvari en 1 april 2020 349 vergunningen
verleend, waarbij het pandguotum dat per 1 april 2020 in werking zou treden, al was
overschreden. In tabel 2 hieronder is per wijk aangegeven hoeveel vergunningen er
vergund zijn, die zijn ingediend tussen 1 janvari 2020 en 1 april 2020, waarbij er sprake
zou zijn van een overschrijding van het pandguotum, als het pandquotum op 1 januari
2020 was ingegaan in plaats van op 1 april. De gegevens zijn handmatig verzameld door
de panden waar het pandguotum (pand, verdieping of rij eengezinswoningen) voor 25%
of meer vol is, te verzamelen. Overschrijding van het pandgquotum kan ook als er op een
verdieping met 4 of meer appartementen 2 (of meer) vergunningen zijn afgegeven,
ongeacht of het totale pandquotum al vol is.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 97 Gemeenteraad R
Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020
Tabel 2:
Verleende vergunningen in de overgangsperiode periode (1 januari —1
april 2020), waarbij het pandquotum zou zijn overschreden als het
pandgquotum op 1 janvari 2020 inwerking zou zijn getreden
Centrum |Jordaan 6
Centrum | NieuwmarktjLastage | 8|
Noord |ipleinfVogelbuurt | 6|
West________|DaCostebwrt | 8|
West________|Hoofdwegeo. | 8|
Zuid |BuitenveldertOost | 8|
Zuid | Hoofddorppleinbwrt | 8
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Nummer 97 Gemeenteraad R
Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020
Zvid | ZuidPip
[Totaal 49
6. Wat zijn de effecten op de wijken waar het wijkquotum is bereikt? Acht het college deze
effecten positief of negatief voor studenten en starters die afhankelijk zijn van
woningdelen?
Het effect van het volraken van het wijkquotum op een wijk is dat er in die wijk geen
verdere ruimte meer is voor het aanvragen van een vergunning om een woning te
verkameren. Daarmee beoogt de door de raad vastgestelde Huisvestingsverordening de
leefbaarheid en de woningvoorraad te beschermen. Aan bestaande vergunningen
verandert niets. Wel betekent het volraken van het quotum dat woningzoekenden niet
in nieuw toe te voegen verkamerde woningen in dit gebied terecht kunnen. Daarvoor is
echter nog wel ruimte in 86 andere wijken in de stad.
7. Uit de meest recente cijfers blijkt dat slechts 44% van de wijkquota vergeven is. Vindt
het college dit getal het bewijs dat de quota te ruim zijn ingesteld (zoals enkele
coalitiepartijen hebben gesteld) of is het college het met de VVD eens dat woningdelers
niet op basis van quota gaan verhuizen naar wijken waar het quota nog niet gehaald is
waardoor de gevolgen voor bewoners van wijken met volle quota hetzelfde blijven?
Het vergt nader onderzoek om uitspraken te kunnen doen over de omvang van het
aantal vergunde situaties van kamerverhuur en wat dat betekent in de stad. Zo zit er
nog steeds een groot verschil tussen het aantal vermoedelijke situaties van
kamerverhuur uit het onderzoek van Rigo uit 2018 en het aantal afgegeven
vergunningen.
Als een quotum vol zit kan er geen nieuwe vergunning meer worden afgegeven. De
huidige situatie verschilt daarmee van de situatie onder de oude
Huisvestingsverordening waar nog wel groei van het aantal vergunningen van
verkamering mogelijk was.
8. Verwacht het college dat dit percentage de komende jaren zal oplopen dan wel dalen?
Zo ja, waar is deze prognose op gebaseerd?
Het college verwacht dat het percentage van de quota dat is gebruikt de komende jaren
zal blijven stijgen. Uit cijfers van de tweede monitor kamerverhuur komt naar voren dat
ook in de maanden na de invoering van het wijkguotum (april — oktober 2020) eigenaren
aanvragen hebben gedaan. Het college verwacht dat ook de komende jaren aanvragen
gedaan blijven worden.
g. Is het college van mening dat met het totaal van 4,4% vergeven wijkquota de
huisvestingsverordening 2020 haar beoogde doel haalt? Zo ja, waaruit blijkt dit?
Met het wijkquotum beoogt het college niet alleen om een maximum te stellen aan het
aantal te verkameren woningen, maar ook om kamerverhuur te spreiden over de stad en
daarmee de woningvoorraad en de leefbaarheid in de wijken te beschermen. Het doel
van spreiding is evident nu 13 van de 99 wijken vol zijn en aanvragen alleen vergund
kunnen worden in de overige wijken. Bovendien is er nog steeds voldoende ruimte voor
legale kamerverhuur.
5
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer 97 Gemeenteraad
Datum 24 maart 2021 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 december 2020
10. Uit de monitor blijkt dat in tientallen wijken het quotum voor woningdelen vol is
waardoor het kameraanbod daar de komende jaren zal dalen. Tegelijkertijd blijkt dat
het tekort aan studentenwoningen in de stad in de duizenden loopt en vele wijken het
quotum niet halen. Hoe rijmt het college dit met elkaar?
Het quotum zit niet in tientallen wijken vol, maar in 13 wijken. In al die wijken hebben
gedurende een overgangsperiode alle woningeigenaren ruim de gelegenheid gehad een
vergunning aan te vragen zonder dat de wijk- en pandquota van toepassing waren.
Reeds afgegeven vergunningen blijven gewoon bestaan. Het kameraanbod hoeft
daarom niet te dalen in wijken waar het quotum vol zit. Naast dat de quota in 13 wijken
vol zitten, is er in 86 wijken nog ruimte voor nieuwe vergunningen voor verkamering.
Het college leidt hieruit af dat de quota ervoor zorgen dat de druk die verkamering op
wijken legt gemaximeerd is terwijl er tegelijkertijd op stedelijk niveau ruimte blijft voor
het aanvragen van een vergunning voor verkamering.
Daarnaast zet het college zich ook in om op andere manieren te voorzien in de vraag
naar kamers van studenten en jongeren, (programma jongeren en
studentenhuisvesting), onder andere door een uitgebreid nieuwbouwprogramma.
11. Is het college bereid om in de wijken waar het quotum nu is overschreden het quotum te
verhogen zodat er geen kamers hoeven te verdwijnen? Zo nee, waarom niet?
Zie ook het antwoord op vraag 10. Het college ziet op dit moment geen reden om het
quotum te verhogen in wijken waar dit vol zit. Een quotum werkt alleen als het
nageleefd wordt. Eigenaren konden tot 1 april 2020 aanvragen indienen om “schoon
door de poort” nog een vergunning te krijgen, zonder toetsing aan het pand of
wijkguotum. Op dit moment ziet het college geen aanleiding om het quotum in de
wijken die vol zijn te verhogen, des te meer omdat in de meeste andere wijken nog
ruimte beschikbaar is. Bovendien zijn de quota ingesteld om de leefbaarheid en de
woningvoorraad te beschermen tegen de negatieve effecten van een overmaat aan
kamerverhuur. Niettemin houdt het college de situatie en onderzoeken in de gaten.
12. Uit de monitor blijkt dat woningdelen in Amsterdam een veel kleinere omvang heeft dan
van te voren gedacht. Is het college bereid om de vastgestelde quota voor woningdelen
loste laten? Zo nee, waarom niet?
Het college is niet bereid de quota voor kamerverhuur los te laten. Integendeel, het feit
dat in een aantal wijken het quotum is bereikt, laat zien dat een quotum een goed
middel is om de leefbaarheid en de woningvoorraad in de wijken te beschermen tegen
de negatieve effecten van een overmaat aan kamerverhuur.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
ì $ Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder 634
nummer
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Van Renssen, Wehkamp, Minderhoud, Von
Gerhardt, Broersen, Ahmadi, Alberts en Havelaar inzake toevoegen van
betaalbare woningen op Marineterrein
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Projectnota Marineterrein
Overwegende dat,
e _Ereen unieke kans is om van een afgesloten gebied een open en levendige stadswijk te
maken die bijdraagt aan een inclusief, klimaatbestendige en toekomstgericht
Amsterdam;
e Het voorlopige programma zoals dat is opgenomen in de Projectnota nu 40 % wonen
bedraagt, te weten ca. 800 woningen, waarvan 320 sociaal en 320 middelduur;
e Er binnen afzienbare termijn wellicht niet weer een kans zich zal voordoen om een groot
aantal woningen toe te voegen aan dit stadsdeel;
e De raad graag meer betaalbare woningen zou zien, door toevoeging van meer sociale
woningen en middeldure woningen bijvoorbeeld en/of ervoor te kiezen 5o % van het
totale bouwprogramma voor wonen te bestemmen (ipv 40% zoals nu opgenomen in de
projectnota);
e Bijhet vaststellen van de principenota in 2017 de raad heeft uitgesproken in motie 1409
om aanzienlijk meer ruimte voor wonen te wensen dan voorgesteld in die principenota
vanwege zowel woningnood als de openbare beleving van het terrein; en
e Gelet opde zelfstandige ontwikkelingen sinds 2017, zoals de verergering van de
wooncrisis, de schaarste aan sociale en middeldure woningen en de toenemende
commercie in stadsdeel centrum, het nog noodzakelijker is dan eerder om meer
betaalbare woningen toe te voegen;
e De volgende stap in het ontwikkelingsproces is naast grondverwerving het opstellen van
een investeringsbesluit en opstellen van de ontwikkelstrategie;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
e Te onderzoeken of en hoe in de vervolgstappen van de ontwikkeling van het
Marineterrein meer wonen (meer dan de nu voorgestelde 40% van het programma) en/of
meer betaalbare woningen toe kunnen worden gevoegd aan het gebied.
Indieners,
N. A van Renssen
J. Wehkamp
B.M.H. Minderhoud
M.S. von Gerhardt
J. Broersen
N. Ahmadi
R. Alberts
R.B. Havelaar
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 721
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Toonk inzake de begroting voor 2015
(nachtelijke vuilophaal).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— vuilophaal overdag doorgaans niet bevorderlijk is voor de doorstroming, zeker niet
op de hoofdnetten auto, noch voor de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld op de
hoofdnetten fiets of bij scholen;
— aangeboden vuilnis vaak gedurende de dag vaak de openbare ruimte ontsiert
terwijl juist dan de meeste mensen in de openbare ruimte verblijven;
Overwegende dat:
— vuilophaal gedurende de nacht de dagelijkse verkeersdoorstroming en de
verkeersveiligheid zal bevorderen;
— vuilophaal gedurende de nacht het schoonheidsniveau van de stad gedurende de
dag zal bevorderen;
— de vuilophalers gedurende de nacht sneller en effectiever hun ronde kunnen doen,
waardoor hogere personeelskosten gedurende de nacht in ieder geval grotendeels
gecompenseerd kunnen worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in samenwerking met de bestuurscommissies zo spoedig mogelijk een praktijkproef
‘vuilophaal gedurende de nacht’ tussen 19.00 en 7.00) van minimaal drie maanden te
starten en de gemeenteraad voorafgaande aan de vaststelling van de begroting 2016
een evaluatie en een uitgewerkt plan voor te leggen.
Het lid van de gemeenteraad,
W.L. Toonk
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 647
Datum indiening 4 april 2018
Datum akkoord 13 juli 2018
Publicatiedatum 17 juli 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake het vangen en
doden van duiven.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Partij voor de Dieren Amsterdam ontving in de week van 4 april 2018 berichten
van verontruste Amsterdammers, die zien hoe er op een dak van particuliere
huiseigenaren een duivenvanger aan het werk is. De duiven worden gevangen in
kleine vangkooien en zitten daar soms wel enkele dagen opgesloten, soms in de
stromende regen, tot de valkenier komt om de duiven de nek om te draaien.
De Amsterdamse GGD zet flink in op het voorkomen van overlast en het bij de bron
aanpakken van overlast door dieren, en zeker niet op het doden van duiven. De Partij
voor de Dieren vindt het goed dat dit beleid de laatste jaren diervriendelijker is
geworden en is verheugd over het opnemen van plaatselijke voerverboden in de
APV. Dit soort structurele maatregelen zijn uiteindelijk beter voor mens én dier.
Daarom is het des te schrijnender dat het mogelijk is om als particulier bedrijven met
een landelijke ontheffing in te huren die zo dieronvriendelijk te werk gaan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is de gemeente ervan op de hoogte dat er bedrijven in Amsterdam op deze
manier actief zijn om duiven te doden?
Antwoord:
Ja, we hebben deze melding op 29 maart 2018 ontvangen. De Landelijke
Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) was op dat moment al ingeschakeld en
heeft actie ondernomen. Zover ons bekend zijn er (nog) geen overtredingen
geconstateerd.
Het vangen van duiven met behulp van vangkooien en eventueel doden van
duiven wordt in de wet Natuurbescherming gereguleerd. In beginsel is het
verboden, maar binnen de wettelijke kaders kan een vrijstelling of ontheffing
verleend worden voor Gedeputeerde Staten van provincies. Dit ontslaat de
gebruiker niet van de plicht zich te houden aan de wetgeving (Wet dieren)
die toeziet op de verzorging en het doden van dieren. In het Besluit Houders van
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer dr ui 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 4 april 2018
Dieren wordt omschreven wat die zorg inhoudt. Het doden van dieren dient
bovendien te gebeuren door iemand die aantoonbaar de nodige kennis en
vaardigheden bezit. Dit om te borgen dat een dier elke vermijdbare vorm van pijn,
spanning of lijden bespaard blijft. Tot slot is deze werkwijze om overlast van
duiven tegen te gaan pas een optie als er eerst geprobeerd is om deze overlast
met preventieve maatregelen tegen te gaan.
2. Hoe beoordeelt het college het doden van duiven als methode om overlast te
bestrijden?
Antwoord:
Het college vindt het gebruik van vangkooien en doden van duiven strijdig met
de gemeentelijke uitgangspunten. Op basis van de nota ‘Beleid en aanpak van
overlast van dieren in de openbare ruimte in Amsterdam’ (2010) is door de
portefeuillehouders van stadsdelen (in samenspraak met de GGD) afgesproken
geen duiven meer te vangen en te doden. De huidige overlastbeheersing van
duiven door de gemeente richt zich enerzijds op het nemen van preventieve
maatregelen, zoals het aanbrengen van weringen. Anderzijds richt de gemeente
zich op het geven van voorlichting over de oorzaken van overlast en methoden
om dit te voorkomen.
3. Is het college bereid om meer voorlichting te geven aan bijvoorbeeld VvE's en
woningcorporaties over het beleid van de GGD voor het bestrijden van overlast
door dieren?
Antwoord:
Het college heeft in andere dossiers gemerkt dat goede voorlichting kan leiden tot
een vermindering van de overlast. In het kader van de beheersing van de
rattenoverlast geeft de gemeente algemene voorlichting over het voeren van
dieren. Bijvoorbeeld via de website www.amsterdam.nl/ratinjebuurt. Ook wordt in
dit kader samenwerking gezocht met de woningcorporaties. Er zijn echter geen
middelen beschikbaar om, naast de voorlichting die de gemeente hier al over
verzorgen en die voornamelijk op het bestrijden van rattenoverlast is gericht, een
aanvullende campagne gericht op specifieke doelgroepen te organiseren
4. Zijn er mogelijkheden om deze methode van het vangen en doden van duiven in
Amsterdam te verbieden?
Antwoord:
Volgens de landelijke wetgeving is het niet verboden om duiven te vangen met
vangkooien en te doden (zie vraag 1). De gemeente heeft daarin geen
mogelijkheden om dit als bestuursorgaan te regelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 619
Datum indiening 13 april 2020
Datum akkoord 18 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake een anti-LHBT I-incident in
Oost
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op zondag 12 april 2020 verscheen er een bericht op sociale media over een anti-
LHBTI-incident dat zich zou hebben voor gedaan bij de Molukkenstraat en
de Insulindeweg in Oost. Een stel van twee mannen zou hier zijn lastig gevallen en
uitgescholden door een groep. Bij het bericht is ook een video geplaatst van het
incident. Hierop is te zien dat een van de personen die bij de groep hoorde het stel
uitscheldt en filmt.
Volgens het stel dat werd lastiggevallen zou de groep zijn weggerend nadat de politie
was gebeld. De politie zou het stel hebben medegedeeld dat zij aangifte moesten
doen bij het Roze in Blauw team van de politie. Nadat de politie was vertrokken
zouden twee personen uit de groep zijn teruggekomen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Welke feiten en omstandigheden zijn er bekend ten aanzien van dit incident?
2. Is de volledige groep die betrokken was bij dit incident bij de politie in beeld?
3. Zijn er aanhoudingen verricht? Zo ja, waarvoor? Zo nee, waarom niet?
4. Welke acties zijn er door politie, OM en college ondernomen na dit incident?
B. Zijn of kunnen deze personen op grond van de noodverordening beboet worden
voor het niet houden van 1,5 meter afstand en voor het spugen?
6. Zijn er naast deze video nog meer camerabeelden van dit incident beschikbaar?
7. Wordt dit door de betrokken autoriteiten behandeld als een LHBTI-gerelateerd
incident met een discriminatoir karakter? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 1 t/m 7:
Naar aanleiding van een aangifte van twee mannen inzake (groeps)belediging en
bespugen in Amsterdam Oost, is de politie direct een rechercheonderzoek
gestart. Maandag 13 april heeft zich in deze zaak een verdachte gemeld bij de
politie. Op maandag 27 april is een tweede verdachte aangehouden en gehoord.
Het onderzoek is nog gaande en lopende het onderzoek worden er geen
mededelingen gedaan over de inhoud hiervan.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Amer mei 2020 Schriftelijke vragen, maandag 13 april 2020
ledereen moet zich vrij voelen om zichzelf te zijn en zich te uiten, ongeacht
seksuele voorkeur of geaardheid. Dat is een van onze belangrijkste grondrechten.
Discriminatie, intimidatie en geweld, jegens LHBTI+ Amsterdammers is
onaanvaardbaar en willen we op alle mogelijke manieren tegengaan.
De politie en het OM hebben speciale aandacht voor delicten waarbij discriminatie
een rol speelt en daarmee dus ook voor discriminatie van LHBT I's. Een delict met
discriminatieaspect is een strafbaar feit waarbij het discriminatoire aspect als
motief of aanleiding heeft gespeeld of gebruikt is om het delict indringender te
plegen. Als een zaak mogelijk een discriminatieaspect heeft, wordt daar tijdens
het gehele opsporingsonderzoek door de politie en de vervolging door het OM
grondig en zorgvuldig aandacht aan besteed. Dat gebeurt direct vanaf het
moment dat duidelijk wordt dat er mogelijk sprake is van een discriminatieaspect,
en loopt parallel aan het onderzoek naar het gronddelict zoals het geweld, de
mishandeling, de beroving, et cetera. Indicaties dat er sprake is van een
discriminatieaspect kunnen gestoeld zijn op alle feiten, omstandigheden of
handelingen van het geval, en al die feiten en omstandigheden kunnen er aan
bijdragen dat een discriminatieaspect in juridische zin aantoonbaar is. Als er wordt
gescholden met discriminerende termen zoals ‘vuile homo’, wordt dat bijvoorbeeld
in het onderzoek betrokken als discriminatieaspect. Bij een aantoonbaar
discriminatieaspect wordt de verwerpelijkheid van discriminatie bij vervolging
benadrukt door de officier van justitie, en wordt een strafverzwaring van 50% of
100% geëist.
Naar aanleiding van het incident heeft de burgemeester contact opgenomen met
de slachtoffers om hun verhaal te horen en hen een hart onder de riem te steken.
8. Komen dergelijke incidenten vaker voor in deze buurt en/of in dit stadsdeel? Kan
het antwoord op basis van cijfers worden onderbouwd?
Antwoord op vraag 8:
Er zijn uit het recente verleden enkele signalen uit de Indische buurt en stadsdeel
Oost bekend over LHBTI-ers die zich niet veilig voelen op straat. In de regel neemt
het Stadsdeel samen met het COC en de Politie contact op met melders hiervan.
Vermoedelijk blijft een deel van de incidenten helaas ongemeld. Het college roept dan
ook eenieder op die het slachtoffer is van intimidatie of geweld met discriminerend
motief, om hier een melding van te maken en/of hiervan aangifte te doen. Er zijn geen
cijfers bekend van incidenten op het niveau van het stadsdeel of de buurt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 297
Publicatiedatum 8 april 2016
Ingekomen onder u
Ingekomen op 30 maart 2016
Behandeld op 30 maart 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Roosma en Poorter inzake de uitgangspunten voor de Ambulante
ondersteuning, Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot
en met 2020 ten behoeve van de inkoopprocedure (maximumaantal aanbieders).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de Ambulante ondersteuning,
Dagbesteding, Kortdurend verblijf en Hulp bij het huishouden 2017 tot en met 2020
ten behoeve van de inkoopprocedure (Gemeenteblad afd. 1, nr. 245).
Overwegende dat:
— _op dit moment in Amsterdam er 18 aanbieders Hulp bij Huishouden en tussen
de 70-80 aanbieders van dagbesteding en ambulante begeleiding;
— het college voornemens is de aantallen aanbieders met ongeveer / maximaal
10% te laten stijgen;
— nieuwe aanbieders wenselijk zijn om productvernieuwing te stimuleren;
— teveel aanbieders onwenselijk is omdat dit leidt tot meer overleg en meer
bureaucratie en omdat dit kan leiden tot een onoverzichtelijk aanbod voor de
cliënt;
— cliënten altijd de mogelijkheid hebben via een PGB de aanbieder van hun keuze
te kiezen, dus keuzenvrijneid goed geborgd is;
— hetook wenselijk is dat slecht presterende aanbieders afvallen, waarbij het een
voorwaarde is dat de overdracht van personeel en cliënten goed en fatsoenlijk is
geregeld.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij de inkoop van Hulp bij Huishouden, ambulante begeleiding en dagbesteding
een maximumaantal aanbieders te stellen, waarbij dit maximum niet hoger ligt
dan het huidige aantal aanbieders;
— wanneer nieuwe aanbieders worden toegelaten, de slechtst preseterende huidige
aanbieders moeten afvallen, waarbij de overdacht van cliënten en personeel goed
en fatsoenlijk geregeld is.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 297 Moti
Datum 8 april 2016 otie
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
M.F. Poorter
2
| Motie | 2 | train |
VN2022-005135 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugd en x Gemeente Jee 9 TAR
Zorg % Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 60
Datum besluit College B&W 25 januari 2022
Onderwerp
Consequenties bouwkostenstijging en dekking aanvullend budget projecten onderwijshuisvesting
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van bijgevoede raadsbrief waarin het college v informeert over de meerkosten van
circa € 5,1 min. voor projecten onderwijshuisvesting als gevolg van stijging van bouwkosten.
De brief is v eerder via de Dagmail aangeboden.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet, het college is aan de raad verantwoording schuldig over het door
het college gevoerde bestuur
Bestuurlijke achtergrond
e Verordening Huisvestingsvoorzieningen Onderwijs Amsterdam 2020. Hierin is de wettelijke
verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting vitgewerkt. In deze verordening staan de
aan te vragen voorzieningen, de toetsingscriteria, de genormeerde vergoedingen en de
beschrijving van het afhandelingsproces.
* Onderwijshuisvestingsprogramma en Overzicht (hierna OHP).
e Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Amsterdam (hierna RPO) 2020 — 2025 waar de
minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (hierna: minister) op 30 april 2020 mee
heeft ingestemd.
* Plan van scholen 2022-2025/ Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen. Op 7 juli jl. is het Plan van
Scholen door de gemeenteraad vastgesteld. Aanvragen uit een eerder Plan vallen onder het
overgangsrecht in het kader van de nieuwe wet Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen.
e Leerlingentellingen en leerlingenprognoses.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.13 1
VN2022-005135 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam
Zorg %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
Raadsbrief - Meerkosten projecten onderwijshuisvesting door stijging
AD2022-018072
bouwkosten.pdf (pdf)
AD2022-018050 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Maatschappelijke Voorzieningen, Jeannine Hendriks, [email protected], 0620602483
Gegenereerd: vl.13 2
| Voordracht | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 621
Publicatiedatum 26 juli 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer Ivens van 15 juli 2013
inzake consequenties van het openbaar worden van geheime stukken over project
1012.
Aan de gemeenteraad
Amsterdam, 23 juli 2013
inleiding door vragensteller:
Afgelopen zaterdag lazen wij in het Parool dat bordeelhouders geheime
gemeentelijke informatie tot zich konden nemen waardoor ze nu weten dat ze meer
geld voor hun panden kunnen krijgen als ze het op een onteigening laten aankomen.
De SP wil graag weten wat de consequenties hiervan zijn.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller, namens de fractie van de SP, op grond
van artikel 45 van het Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Volgens het artikel kost dit beveiligingsprobleem de gemeente mogelijk tientallen
miljoenen. Kunt u aangeven hoeveel geld dit de gemeente tot op heden heeft
gekost? En kunt u aangeven hoe groot het financiële risico is dat de gemeente
loopt? Weet u wie er hebben geprofiteerd? Zo ja, wie / welke partijen zijn dat?
Antwoord:
Tot op heden heeft dit de gemeente geen geld gekost. Er hebben dus ook geen
partijen geprofiteerd.
Of en hoe de betreffende raambordeeleigenaren hun strategie ten aanzien van
minnelijke onderhandelingen of onteigening laten beïnvloeden is op dit moment
niet te zeggen. Tot welk bedrag de rechter in geval een onteigening de
schadeloosstelling zal bepalen, is erg afhankelijk van de partij die wordt
onteigend. Ook dat kan nu niet worden ingeschat en staat los van het openbaar
worden van het stuk. De gemeente is bij de ramingen uit de notitie Nadere
Financiële Onderbouwing uitgegaan van een worst case scenario en heeft
bovendien rekening gehouden met een 10% onvoorzien. Dat blijft zo.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Neeing be Gemeenteblad R
Datum <datum onbekend> Schriftelijke vragen, maandag 15 juli 2013
2. Kunt u aangeven hoeveel geld van de gemeente tot op heden is besteed aan het
opkopen van panden in het postcodegebied 1012? En kunt u aangeven waaraan
dat geld is besteed?
Antwoord:
In de vertrouwelijke financiële bijlagen bij de voortgangsrapportages die elk jaar
over het project worden gemaakt is aangegeven hoeveel tot op heden is besteed
aan planschadebedragen voor reeds door partners aangekochte panden.
3. Hoeveel pandeigenaren zijn in het gebied onteigend in het kader van Project
1012? En hoeveel panden verwacht u dat de gemeente nog zal moeten
onteigenen?
Antwoord:
Er is nog geen enkele pandeigenaar in het kader van Project 1012 onteigend.
Hoeveel panden de gemeente nog zal moeten onteigenen valt nu niet te zeggen.
4. Doordat veel informatie vertrouwelijk is vindt de SP Project 1012 moeilijk
controleerbaar. Bent u dit met de SP eens? Wordt er bij elk vertrouwelijk stuk
goed gekeken of het echt noodzakelijk is om het geheim te houden? Hoe wordt
dit bewaakt? Vindt u dat dit verbeterd kan worden? Zo ja, gaat u dat doen”?
Antwoord:
De gemeenteraad wordt volledig in kennis gesteld van alle vertrouwelijke
informatie aangaande Project 1012. Ik ben het dus niet met u eens dat het
bestaan van vertrouwelijke informatie de controleerbaarheid van het project
bemoeilijkt.
Bij elk stuk wordt nagegaan of er sprake is van vertrouwelijke/geheime informatie,
met de insteek zoveel mogelijk transparantie te betrachten. De Gemeentewet
kent een aparte procedure voor het opleggen van geheimhouding van stukken die
verwijst naar de gronden van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur
(WOB). Voor de beoordeling of informatie vertrouwelijk/geheim moet blijven
worden daarom de artikel 10-gronden van de WOB gehanteerd, waarmee
bijvoorbeeld het schaden van financieel-economische belangen van de gemeente
wegens bijvoorbeeld het benadelen van de onderhandelingspositie van de
gemeente, of benadeling van de persoonlijke levenssfeer gronden vormen voor
het opleggen van geheimhouding. De bewaking van de keuzes vindt ambtelijk
plaats, door het bestuur, door (stadsdeel)raadsleden en kan zelfs door de rechter
plaatsvinden. De screeningscommissie van het college en de raadsgriffie zien er
ook nog apart op toe of er terecht geheimhouding wordt opgelegd. Een ieder die
geheime informatie naar buiten brengt is strafbaar. Het systeem kent volgens mij
voldoende checks en balances.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum am onbekend Schriftelijke vragen, maandag 15 juli 2013
5. Wat betekent het voor de voortgang van Project 1012 dat pandeigenaren nu
weten dat ze meer geld kunnen krijgen voor hun pand als ze het aan laten komen
op een onteigeningsprocedure?
Antwoord:
Op basis van de openbaar geworden informatie kunnen pandeigenaren niet
weten dat ze voor hun pand(en) meer kunnen krijgen als ze het aan laten komen
op een onteigeningsprocedure. Schadeloosstellingen zijn afhankelijk van
specifieke situaties (panden, bedrijfsvormen, gevoerde onderhandelingen etc), de
manier waarop door de onteigeningsrechter benoemde deskundigen daar
rekening mee hebben gehouden en de wijze waarop de rechter uiteindelijk
vonnist. De openbaar geworden informatie is gebaseerd op gemiddelden en
ervaringen. Elke eigenaar zal zijn keuze gaan maken. In die zin is er niets
veranderd met de situatie voordat de informatie openbaar werd gemaakt. Ook
toen hadden de eigenaren de keuze te wachten op onteigening of minnelijk te
onderhandelen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Tosa % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
irectie Middelen .
en Control % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Financiën
Agendapunt 3
Datum besluit B&W van 9 mei 2023
Onderwerp
Voorjaarsnota 2023
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Voorjaarsnota 2023.
Wettelijke grondslag
De Voorjaarsnota 2023 zelf kent geen wettelijke grondslag. De begroting daarentegen wel. De
Voorjaarsnota 2023 is het document waar wijzigingen voor het lopende jaar worden voorgesteld.
Op basis van artikel 189, lid 1 van de gemeentewet brengt de raad voor alle taken en activiteiten
jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële
middelen die hij naar verwachting kan aanwenden. In artikel 192, lid 1 van de gemeentewet staat dat
besluiten tot wijziging van de begroting tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar
kunnen worden genomen.
Bestuurlijke achtergrond
De Voorjaarsnota 2023 is het eerste moment in 2023 om te bezien of de Begroting 2023 bijsturing
behoeft. Met deze voordracht wordt de gemeenteraad de Voorjaarsnota 2023 met de daarbij
voorgestelde wijzigingen in de Begroting 2023 ter vaststelling van de gemeente Amsterdam formeel
aangeboden.
De Voorjaarsnota 2023 wordt in de raadscommissies van 14, 15, 21 en 22 juni en de raadscommissies
van 5, 6, 12, en 13 juli 2023 behandeld. Op 19 en 20 juli 2023 ligt de Voorjaarsnota ter instemming
voor in de gemeenteraad.
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De Voorjaarsnota 2023 wordt in alle raadscommissies behandeld.
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-015628 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M W
Directie Middelen _ 9 Amsterdam ‚
Ruimte en Groen, Water
en Control %
Voordracht voor de Commissie MOW van 06 juli 2023
Ter advisering aan de raad
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-050411 Bijlage 1 Voorjaarsnota 2023. pdf (pdf)
AD2023-050410 Bijlage 3 Notitie Financiele Stresstest 2023-2027.pdf (pdf)
Bijlage 4 Handreiking model brede stresstest gemeente Amsterdam
AD2023-050412
2023.pdf (pdf)
AD2023-050413 Bijlage_2 _Paspoorten_Reserves.pdf (pdf)
AD2023-050415 Commissie MOW (1) Voordracht (pdf)
AD2023-050414 Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC, Arjan Langeveld, 06-14,824996, arjan. [email protected] DMC, Ella Krommendijk,
06-39268596, ella.krommendijk@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 3 oktober 2023
Portefeuille(s) Gemeentelijk Vastgoed en Opvang
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door
Onderwerp Stand van zaken (alternatieve locaties) woonzorgfunctie Langerlust
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 3 november 2020 heeft het college besloten om boerderij Langerlust te verbouwen tot een
voorziening voor Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen. Ook is toen besloten om, tot de
omgevingsvergunning onherroepelijk is, te blijven zoeken naar alternatieve locaties voor deze
functie, gezien de wensen van Stadsdeel Zuidoost tot realisering van horeca op deze locatie in het
Gaasperplasgebied. Middels deze brief informeer ik v over de stand van zaken van de verbouwing
van Langerlust, het zoeken naar alternatieve locaties en de stand van zaken rond de wensen voor
het realiseren van horeca.
Achtergrond en noodzaak
Sinds 2018 is de gemeente op zoek naar een geschikte locatie voor een voorziening voor
Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen voor ongeveer 30 kwetsbare mensen die dak- en
thuisloos zijn en te maken hebben met complexe problematiek. Deze mensen gaan nu van
opvanglocatie naar opvanglocatie in de binnenstad of verblijven op straat, wat weinig perspectief
biedt voor stabilisatie en resocialisatie. Uit ervaring in Utrecht blijkt dat opvang in een rustige
omgeving, gecombineerd met zinvolle dagbesteding op het terrein, zeer succesvol kan zijn. De
bestaande voorzieningen zijn voor deze groep niet geschikt vanwege de drukte en prikkels in de
stad.
Op 7 april 2022 bent u tijdens de Tijdelijke Algemene Raadscommissie geïnformeerd over de
mogelijkheid om, na een lange zoektocht, de gewenste woonzorgfunctie in boerderij Langerlust te
realiseren. Boerderij Langerlust is aangemerkt als geschikte locatie vanwege de prikkelarme
omgeving zonder direct omwonenden. Dit zorgt voor meer rust bij de cliënten en verbetert hun
gedrag. Aansluitend heeft het college u met de raadsinformatiebrief van 19 april 2022
geïnformeerd over onderzochte alternatieven. In de raadsvergadering van 20 april 2022 heeft de
gemeenteraad ingestemd met het afwijken van het hoofdgroenstructuurbeleid (HGS) ten behoeve
van een Maatschappelijke Opvang/Beschermd Wonen (MO/BW) in boerderij Langerlust.
Stand van zaken verbouwing Langerlust
Op dit moment is het ontwerp voor de verbouwingsplannen gereed. De aanvraag
omgevingsvergunning is eind 2022 ingediend. De volgende stappen zijn de (voorbereiding van de)
aanbesteding van de werkzaamheden en de vervolgstappen rond de vergunningverlening. Indien
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023
Pagina 2 van 3
de vergunning zonder bezwaar (en/of beroep) verleend kan worden, is deze eind 2023
onherroepelijk. Begin 2024 kan dan gestart worden met de verbouwing. De verwachte oplevering
van Boerderij Langerlust is dan begin 2025. Deze planning hangt af van een voortvarende
vergunningverlening (zonder bezwaar/beroep) en een succesvolle aanbesteding en uitvoering.
Stand van zaken onderzoek alternatieve locaties
Periodiek wordt onderzoek gedaan naar alternatieve locaties voor de woonzorgfunctie. Dit is ook
de afgelopen periode gebeurd. De zoektocht naar een locatie voor deze doelgroep is gebaseerd op
zeven criteria. Dit zijn de mogelijkheid om een gebouw van circa 1.200 ma te realiseren, een
prikkelarme omgeving, voldoende buitenruimte, beschikbaarheid en verwerving door de
gemeente, geschikt bestemmingsplan, goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer en
toegankelijkheid voor nooddiensten zoals ambulance, brandweer en politie.
Op meerdere momenten is de gemeentelijke vastgoedportefeuille onderzocht en een zoekvraag
in de markt uitgezet om een alternatieve locatie te vinden. Voor één locatie — Bijlmerweide
Noordelijk deel — is een meer vitgebreide studie naar de haalbaarheid gedaan. De conclusie is dat
deze locatie geen geschikt alternatief is. De reden hiervoor zijn dat er sprake is van strijdigheid
met het volkstuinparkenbeleid. Ook is er op dit moment geen bestaande bebouwing en ligt deze
locatie in de Hoofdgroenstructuur.
De oriënterende zoektocht heeft één interessante locatie opgeleverd op de Abcouderstraatweg.
Deze locatie is al eerder onderzocht en toen als ongeschikt beoordeeld. De reden voor de
ongeschiktheid was toen dat de eigenaar in gesprek was met horecaondernemers. Deze
gesprekken hebben nog niet geleid tot een overeenkomst. Dat geeft aanleiding om deze locatie,
toch nader te onderzoeken. De locatie is geen eigendom van de gemeente en de huidige opstal is
te klein. Het vraagt een langdurig traject om hier de ontwikkeling voor de gewenste MO/BW-
voorziening te realiseren. Bij het uit te voeren onderzoek zal naast de genoemde zeven criteria ook
gekeken worden naar de planning. Gezien de huidige planvorming rondom Langerlust en gezien
de noodzaak om binnen afzienbare tijd een passende MO/BW-voorziening voor de doelgroep te
realiseren speelt de factor tijd een nadrukkelijke rol in de bestuurlijke afweging van alternatieven.
Over de uitkomsten zal ik u in het vierde kwartaal van 2023 informeren, voordat de
omgevingsvergunning onherroepelijk is.
Horeca
Omwonenden en het DB van Zuidoost hebben eerder gepleit voor het behoud van horeca en de
zalenverhuur in Boerderij Langerlust. Ook de wens om op meerdere locaties in het
Gaasperplasgebied horeca te ontwikkelen, is veelvuldig naar voren gekomen in het
participatietraject voor de Gaasperplas.
Toevoegen van horeca is voor het bezoekers van de Gaasperplas van belang en is daarom ook een
belangrijk thema in het Toekomstplan Gaasperplas. Dat noemt 3 mogelijke locaties voor
(uitbreiding) van permanente horeca: uitbreiding van de overdekte speeltuin Ballorig aan de
zuidoever met een zelfstandig restaurant, horeca aan de noordzijde en aan de westzijde. Uit de
participatie blijkt veel draagvlak voor alle drie de opties. De Technische Advies Commissie (TAC)
heeft over de locaties aan de zuid- en westzijde eerder een positief pré-advies gegeven, maar
adviseerde tevens om voor het nieuwe bestemmingsplan een totaalplan voor de horeca en
voorzieningen in het Gaasperplasgebied te maken.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 3 oktober 2023
Pagina 3 van 3
De gewenste horeca past immers niet in het bestaande beleid van het bestemmingsplan en het
beleid van Natuur Netwerk Nederland (NNN). Om de ambities voor horeca te kunnen realiseren is
een wijziging in het bestemmingsplan en een verschuiving van het NNN-gebied noodzakelijk.
Indien de Provincie Noord-Holland daar niet akkoord mee gaat, kan de ambitie voor horeca niet
gehaald worden. Als de provincie wel akkoord gaat, neemt realisatie van de ambities sowieso
meerdere jaren in beslag.
Mede op verzoek van de raad (motie 1297 van raadslid Van Pijpen van GroenLinks) biedt het
college daarom, binnen de kaders van het NNN en andere relevante regelgeving, ruimte aan lokale
ondernemers voor kleinschalige, seizoensgebonden, duurzame en mobiele horecavoorzieningen
rondom de Gaasperplas. Voor mobiele horeca is geen omgevingsvergunning nodig. Daarom zijn
het NNN en de omgevingsverordening geen obstakels. Er is wel een standplaats- of
ventvergunning vereist. De bevoegdheid voor het verlenen daarvan ligt bij de beheerder van het
gebied: Recreatieschap Groengebied Amstelland. Dat heeft enkele ondernemers uit Zuidoost een
vergunning verleend. De locaties waar zij mogen staan zijn de noordoever, de waterspeelplaats en
de zuidoever, dus de drukste plekken aan de Gaasperplas. De mobiele horeca mogen tot
zonsondergang op hun locatie staan. Volgens het college is er van mobiele horeca weinig of geen
nadelig effect te verwachten op de waardevolle ecologie en rust in het park. Mobiele horeca is
vooral in de zomermaanden een goede tijdelijke voorziening, zolang er geen definitieve horeca is.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
7 2
\ L_a
AAA
ee nd and
Rutger Groot Wassink
Wethouder Gemeentelijk Vastgoed en Opvang
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
|
Oe | |
|
Aan; College Burgemeester en wethouders Amsterdam,
de leden van de raad met invalide parkeren in portefeuille,
Hoofden van dienst aangaande en vooral IT en uitvoerenden.
PB 202
1000 AE Amsterdam
Amsterdam 14 maart 2019 |
2 Gemeente | |
Referent aan eerdere bezwaren; Amsterdam |
Uw numme: ë $ |
Biljet findet |
Uw ADS iV-Bedrijtsvoering | ||
Biljet pear
Uw nummer | netum: 2e DZ | |
Biljet °° zl SD \ {9 D
Uw numme: Em aa tt
Biljet | ar
Uw numme) Beh. Ambt. :
Biljet Cp: |
Uw numme. ge He
Biljet _
Uw numme
Biljet
Uw numme:
Biljet
Uw nummer |
Biljet |
Uw numme, |
Biljet —
zie ik het als een vorm van burgerplicht u deelgenoot te maken van een ernstige situatie |
in de koppeling van diensten en uitvoering van regelingen daar waar deze elkaar raken
en overlappen of zouden moeten combineren, informeren en beïnvloeden.
- Geacht college, vertegenwoordigers en uitvoerenden, met de ontvangst van de tiende |
naheffing heeft u de bonus gewonnen. Evenals in 2016 heeft handhaving onjuiste
informatie om mee te werken. Dit maal geheel digitaal is mij gewaar geworden op de
site van de gemeente belastingen waar de naheffingen eerder staan vermeld dan de
brieven mij bereikt hebben en gezien de termijn die daar opstaat, qua betalingsraam,
zijnde 14 dagen,wijs ik op de beperkingen welke gehandicapten in het kader van de |
WMO vaak hebben te reageren. Dit als eerste bezwaar. Bijgaande zend ik u een afschrift |
|
|
| … Fut kur 7 r
|
ne 4 : „Mm JL
van een identieke zaak in 2016 om te verduidelijken dat mijn bezwaar destijds niet is
mogen neerdalen in de statistiek gedreven politieke en ambtelijke top en uitvoering. |
De beschermende regelingen welke het college ten behoeve van gehandicapte heeft |
ingesteld worden teniet gedaan door het volstrekt kokervormig denken van de
protocolisten in de uitvoering en dan is het deste schrijnender dat computersystemen ,
blijkens,niet op elkander zijn afgestemd. Niet gekoppeld zijn. Zelfs als, zoals in mijn
situatie in beider keren de gehandicapte burger de moeite neemt om ONDANKS de
handicap ter voorkoming van eerdere negatieve ervaringen met de ambtelijke opvolging |
in het systeem, de moeite neemt om aan de balie van het stadsdeelkantoor de wijziging lleuge
te regelen, en ondanks de uitleg en vriendelijke woorden van de receptioniste, ook na | {
uitleg over de in de bijlage genoemde zaak, ondanks dat het systeem een uitdraai geeft
van de wijzigingen, blijkt de wijziging na tien volle ambtelijke werkdagen de computer
van de parkeerdienst niet te hebben bereikt, Evenals vorige keer dreigt de dienst met
een klem na vijf naheffingen. zelfs op een invalidenummer bleek de vorige keer, zelfs |
met een officiële Europese invalidekaart achter het raam werd er geklemd en ook nu
weer is dat een risico. Waar laten we die rolstoeler die met veel moeite naar de balie
geweest is om het te voorkomen als de reactie van de handhaving gekokkerd is.
Geprotocolleerd, een status van bewustzijn die elk redelijk denkvermogen en afweging
blijkt te blokkeren. Angstig als de ambtenaar geworden is dat zijn superieuren hem
zullen offeren op het politieke hakblok.
Maar in de oorsprong is het de doorgeschoten vercomputering die hier aan te grondslag
ligt. “ Computer says NO “ is geen cabaret IK heb het live mee mogen maken en ook nu
weer liggen er tien bezwaarschriften te wachten op welke uitzendkracht dan ook die bij
gebleken juridisch gewicht de afhandeling heeft toebedeeld gekregen. En ik mag hopen
dat de versheid van de junior de redelijkheid terug brengt maar gezien de bijlage en de |
reacties toen.…? 1
Daarom een beroep op de hogere echelons dan de uitvoerenden die uiteindelijk
uitvoeren wat de gekozenen bedacht hebben en de beambten hebben laten uitwerken en
laten toetsen aan de harde werkelijkheid van de gehandicapte die op papier een steuntje
in de rug zou hebben gekregen |
Daarom de bonus in de vragende vorm. |
Is het zo dat de uitdraaien van de controle ongezien en ongecontroleerd naar de |
kentekenhouders gaan en zo ja/hoe simpel is het een koppeling te maken om |
geregistreerde invalidekentekens te scheiden van de fiscale afhandeling en een, het liefst
onder de gehandicapte voorkeursregeling van voormalig staatssecretaris Kleinsma
aangestelde, Boab in een rolstoel, dubbel te laten controleren op Asociale omissies.
Daarnaast een speciale dag voor de handhaving in opleiding door te brengen bij
temperatuur rond het vriespunt in een rolstoel met de opdracht van de standplaats, |
handbewogen, naar het stadshuis te rollen om daar uit te leggen dat het duidelijk is dat |
klemmen van een blauwe kaart nooit meer tot de opdrachten KAN behoren.
En dan voor de politiek, De burgervertegenwoordigers, vraag elke wethouder en
diensthoofd aan te geven welke rolstoeler of armkrukker mede verantwoordelijk is voor
het afgeven van bijvoorbeeld vergunningen in de bouw of andere op toegankelijkheid te
controleren activiteiten. |
Maar de hoofdvraag blijft hoe kan het dat een personeel onvriendelijke scanauto wordt |
aangeschaft terwijl de balie en de uitvoeringscomputer technisch niet met elkaar praten, |
Welke kloof brengen we hier aan het licht. Welk autisme signaleren we hier en welke |
desinteresse licht ten grondslag aan het NIET signaleren van TIEN FOUTE naheffingen.
|
er - wan 1 an
en vn Win AEB | sÀ
Twee, dat kan. Drie misschien ook nog maar twee keer de klemnorm? |
En tot slot hoe kan het dat een twee jaar oud adres aan de raad, schout en schepenen,
nimmer tot maatregelen of onderzoek heeft geleid. Zelfs geen vraag of reactie, nou ja
eentje dan met de vraag of er al iemand gereageerd had. Wie zou er in plaats van de
uitvoerende handhaver op beleidsniveau een draai om de oren moeten krijgen.
In 2016 werd met veel bombarie en ook schaamte de ondertekening van een VN verdrag
gemeld. Hoe cynisch is het dat het na twee jaar niet is opgevallen of tenminste
besproken dat er iemand bij vrieskou in een rolstoel richting OLVG geduwd moest |
worden omdat de diensten elkaar de bal toespeelde waar het de verantwoordelijkheid |
betrof. Halsstarrig de auto gijzelend en om losgeld vragend en verdwaald in het eigen |
gelijk. En nu twee jaar later maak ik gebruik van de belangstelling welke de pers heeft in |
het kader van verkiezingen om deze situatie dankbaar in te koppen. |
Anders in december maar een boot vol bikkelpieten in een rolstoel misschien valt dat op. |
namens de weduwe …__ _ ghet verbaal in tekst omgezet door haar |
Kee
W / Ò … ZT
f oÁr Lan |
/ nj Crf(p
AEN |
dS hj \ Á 4 |
\ p |
/ \ Il |
|
|
d de . |
ind” G eme e nte Gemeente Amsterdam | |
ERE, ‚ Parkeerdiensten - Vergunningen |
P® _ Amsterdam Ì Postbus 2727 mn
A 1000 C5 Amsterdam |
ader Telefoan 14 020 |
LEREN www‚armsterdam,nl/parkeren
5 PN E)
|
Retouradres: Postbus 2727, 1000 CS Amsterdam |
Daturn 21-02-2019
Kenmerk
Onderwerp Kentekenwijziging parkeervergunning
Geacht” —… ' |
Op <datum> hebt u een kentekenwijziging vaor Uw parkeervergunning doorgegeven. Uw |
vergunning staat nu zo bij ons geregistreerd |
Vergunningnummer: ‚> |
Oud kenteken '
Nieuw kenteken _:
Datum wijziging _:21-02-2019 10:51
Gebied Heel Amsterdam
Uw kenteken online wijzigen
Staat het kenteken op vw naam? Dan kunt u het kenteken voortaan ook online wijzigen op
parkeervergunning.amsterdam.nl. U logt hier ín met vw DigiD. Het kenteken is dan direct
gewijzigd. U krijgt geen bevestiging van de wijziging.
Staat het kenteken niet op uw naam? Dan kunt u het kenteken wijzigen met een online formulier
op amsterdam.nl. Zoek op ‘kenteken wijzigen’. U ontvangt dan altijd een bevestiging per e-mail.
Vragen?
Bel ons dan op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur op 14 020. of kijk op |
amsterdam.nl/parkeren. |
Met vriendelijke groet,
Oe On
B85/V01/2018
„ —vuubrag « 5 | 1Ú- |
7 am ADT Tr * í
_ : —| |
|
Aan: College Burgemeester en wethouders Amsterdam,
Wethouder Infr en duurzaamheid [verkeer-vervoer] |
PB 202
1000AE Amsterdam
Pa
Amsterdam 5 februari 201 Cop Q/ |
, Klacht met toelichting en verzoek.
Geacht college, mijn heer,
In de week dat een volksvertegenwoordiger gezeten in een rolstoel een wetsvoorstel indiende |
om de toegankelijkheid en daardoor de zelfstandigheid, van behinderden burgers na dertig jaar
eindelijk daadwerkelijk wettelijk verplicht te stellen, is het alleen daarom al zo treurig u
onderstaande te moeten voorleggen,
Vrijdag jl. keerde de weduwe _ _ serug van de laatste inkoop van benodigde
voor haar opname in het OLVG, bij haar mantelzorgvervoer. |
Dit vervoer was door de uitvoerder van beleid, uw beleid, voorzien van een gele klem. |
Zonder op detail te willen ingaan kunnen we vaststellen dat de opname bemoeilijkt werd en er |
kosten gemaakt moesten worden om de weduwe zin haar rolstoel in het
OLVG te krijgen.
Het mantelzorgvervoer was voorzien van een digitaal gehandicapte kenteken, aangemeld en |
achter de ruit stond een blauwe Europese invalide parkeerkaart.
Rolstoeler, mantelzorger en kentekenhouder hadden alles gedaan wat de wet en de stedelijke
regelgeving hen had geëist en zich ervan overtuigd dat dit niet zou kunnen. |
Wat vooraf ging.
Op 23 december 2015 hebhen de weduwe ‚ ‘samen met
mantelzorgchauffeur en kenteken houder zich vervoegd aan de bali van stadsdeelhuis Noord
ze rd en enne AM VE en
/_ D/ |
bj |
rr e
Lope Ad
met het verzoek de auto van de weduwe — „erg, tot dan haar gekoesterd contact
met de buitenwereld en haar zelfstandigheid, over te schriivan op het kenteken van de
mantelzorgauto. Sinds lange tijd beschikte de weduwe … gg Over een
gekentekende invalideparkeerplaats direct voor haar woning en een digitaal invalidekenteken |
op haar eigen auto en had hoop dat haar situatie zo zou verbeteren dat zelfstandig gaan en staan |
weer mogelijk zou zijn. Deze zelfstandigheid was een kostbaar bezit echter. |
Kort samen gevat een hersenoperatie en meerdere protheses hebben haar dat verhinderd.
Misschien is het goed om de lezer hier even mee te nemen in haar situatie.
Deweduwe gewaardeerd bestuurslid van het wijkopbouworgaan
Transvaal en lang jarig bezig geweest in de beruchte stadsvernieuwingsgolf van de vorige eeuw
om de toenmalige invalideregeling, wettelijk verplicht, bij sloop nieuwbouw letterlijk te vuur en
te zwaard af te dwingen werd geconfronteerd met de overgang van armkruk en rollator naar de
rolstoel. Zich realiserend dat het kleine japannertje de rolstoel nooit kon herbergen accepteerde
zij een mantelzorgauto en daarmee werd zij pijnlijk geconfronteerd met haar onzelfstandigheid,
en daarmee haar afhankelijkheid van de hedendaagse zorg, lees derden.
Inderdaad omdat ze geen enkel vertrouwen had in de accuratesse van de dienst parkeerbeheer |
[lees de waanzin van verzelfstandiging] als onderdeel van de gemeente Amsterdam werd
besloten persoonlijk naar de bali van de gemeente in noord te gaan om zeker te zijn dat in
persoonlijk contact haar gehandicapte kenteken en digitale parkeermogelijkheden, haar
geboden, overgedragen konden worden op de mantelzorg auto. |
Ook de vijfde storing van het kafkaiaanse digiD experiment droegen daartoe bij.
Aan de balie werden wij uiterst correct te woord gestaan en werd na enig telefonisch |
interambtelijk consult de registratie aangepast en op ons verzoek werd ten tweede maal gebeld |
met de dienst om te vergewissen dat per onmiddelliik de situatie geactiveerd was,
Ondanks dat vond de weduwe het verstandiger de eerste tijd geen |
gebruik te maken van het digitaal parkeren en zoveel als mogelijk op de algemene
invalideplaatsen stil te staan We schrijven 23-12-2015 de z.g, kerstdrukte,
Op verzoek van de handhavers van stadsdeel oost werd na ongeveer een week na nieuwjaar |
weer gebruik gemaakt van de digitale mogelijkheden en werden de zeldzaam aangelegde
invalideplaatsen rondom Oostpoort weer iets meer toegankelijk. [vergeten misschien?]
Groot was de verbazing toen de kentekenhouder op 10 januari 2016 een naheffing ontving
direct gevolgd door de tweede en zowaar nummer drie. De eerste twee overigens voorzien van
de juristen truc TH en een niet bestaand huisnummer, |
Met de ervaring uit het verleden zou een simpel telefoontje uitkomst hebben moeten bieden en |
een oplossing geboden moeten worden leek het ons.
Echter werd ons te verstaan gegeven dat de camerauto en camera-scotters zo van corruptie
werden gevrijwaard door het de dienst niet mogelijk te maken hun fout te herstellen maar dat
daarvoor een bezwaarschrift zou moeten worden ingediend want, hoera voor de ontschotting,
alleen de stedelijke sheriff van Nottingham kon dit middeleeuws gericht doen wijzigen.
Inmiddels was door de postvertraging, want ook tante post was niet aan de moderniteit |
ontkomen maar de juristerij hadden nog geen weet van het niet meer dagelijks, en het liefst de
volgende dag, bestellen van de post, het aantal naheffingen opgelopen tot vijf,
En dan komt uw rol overduidelijk in beeld want wat heeft de stedelijke verenging van klerken en |
bestuurders bedacht bij vijf naheffingen zou het de dienst goed uitkomen een wielklem te zetten.
Dat scheelt werk en nadenken. |
In het bezwaarschrift heeft de weduwe _aangegeven dat deze vorm van
gijzeling in haar optiek en in haar situatie niet anders is dan gijzeling en intimidatie en het |
infaam en harteloos genoemd. De vraag dient zich dan aan; Is de klem welke nu besproken |
wordt gevolg van deze burgerlijke uitbrander in de richting van de portemonneesanctionisten |
die zichzelf briljant vonden in het afdwingen van hun besluit.
jj
Ee \ C
: 7 C
le WID …C
ot - Ti |
A } . ene |
Of is het veel erger te moeten vaststellen dat de instructie aan de uitvoerders van de protocollen,
zijn vergezeld met enigerlei vorm van bevel is bevel, Later meer daarover,
Op elk van de bezwaarschriften volgde een vriendelijke brief dat de zaak in behandeling was en |
dat voorlopig niet betaald hoefde te worden. Tot zover hand in eigen boezem want het blijft
mensenwerk nietwaar. Maar deze brieven kwamen van de belastingdienst van de gemeente
Amsterdam en die hebben mogelijk nog geen verbinding met de dienst parkeerbeheer.
Dus aldaar was het bezwaar en de schorsende werking onbekend naar wij vermoeden.
Althans de dienst parkeerbeheer klemde.
Inmiddels was het aantal naheffingen tijdens een studieweek opgelopen tot tien.
Resultaat echter die vrijdag een koude invalide in een rolstoel die niet kon terug vallen op eigen
vervoer, een enigszins gevlekte mantelzorger en een taxirekening.
Echter wat volgt is zo zeker nog schokkender. Nadat de rode vlekken enigszins waren
weggetrokken belde de mantelzorger het bijbehorende nummer bij de klem
De baliemedewerker kon op zijn scherm niet zien dat het kenteken gedigitaliseerd beschreven
stond en belde terug na overleg met een andere afdeling maar kon niet in het systeem kijken van |
de mutaties van de kentekens over de afgelopen maanden. Wij hadden een verklaring op papier
en konden nummers en data doorgeven aan de centralist en dat activeerde hem.
Na nog een keer terug bellen, zijn inspanning word zeker gewaardeerd, was het hem duidelijk
dat het kenteken gedigitaliseerd was en dat het was aangemeld,
Ergo de fout was gevonden. Conclusie, handje, kusje, klem eraf, sorry.
Fout!!! Na twee keer te zijn opgewaardeerd in leidinggevende was de botte conclusie dat de
klem er pas af kon als er betaald werd en dan kon er een bezwaarschrift worden ingediend.
Maar dan zouden ook de tien naheffingsaanslagen moeten worden betaald en als dat niet
gebeurde werd er gesleept en waren die kosten ook voor de eigenaar van de auto. |
De rode vlekken waren terug. Want wat had de majesteit ook weer in zijn nieuwjaarsrede
gezegd over de zorgzame samenleving? Boekhouders met de middelvinger omhoog bleken het te
zijn zelfs na uitgebreide uitleg en erkenning van de fout. Verschuilen achter je opdrachtgever.
Bevel is bevel en dat in Amsterdam in het zicht van de dokwerker, Een gruwel. |
Juridisch is het twee keer gestraft worden voor het zelfde vergrijp in strijd met de grondwet
maar los daarvan roept deze situatie de nodige vragen op.
Allereerst;
Hoe haal je het in je hoofd een auto voorzien van een invalidekaart, en daarmee een invalide
burger, zo te blokkeren. Als uitvoerende op straat zou je niet meer moeten kunnen slapen na |
zo'n actie. Hoe komt dat, selectie, instructie of mentaliteit. |
Dan als bekend is dat er ergens in de route door de gemeente of hen namens die, fouten gemaakt |
zijn, deze op de genoemde wijze te sanctioneren. Ì |
Dan dat er op de diverse beslissersnivo's waarmee wij gesproken hebben een sfeer heerst van |
“ wij hebben een protocol en dat voeren wij uit koste wat het kost.
‘We geven toe dat het is mis gegaan maar dat veranderd niets aan onze korte nek en plat
voorhoofd’. Immers wij kunnen ons verschuilen achter onze opdrachtgever,
In deze, op afstand, de burgers van deze stad middels onze vertegenwoordigers die akkoord zijn
gegaan met de juichende woorden van de toenmalige wethouder en het digitaal controleren en
vooral incasseren in deze stad. Controleren is te duur. Zorgvuldigheid vraagt nadenken.
Waar is in de praktijk mee akkoord gegaan in de raad??? |
Aan een noodknop bij calamiteiten is nooit gedacht.
Aan menselijke maat instructie aan de uitvoerende is nooit gedacht.
> LS
|
|
1 Ta gE en «1
Aan de mogelijkheid dat er in schrijnende gevallen ontkoppeld zou kunnen worden door
weldenkende mensen in de uitvoering en hen die ruimte te geven is nooit gedacht.
Aan onbereikbaar zijn van de fiscaal verantwoordelijke afdelingen, bijvoorbeeld in het weekend,
is gewoon niet gedacht, De feilbaarheid van systemen wil je niet weten. Ogen dicht en doof. |
Het moge zo langzamerhand duidelijk zijn dat er iemand gedupeerd is door kortzichtig
verkokerd denken en te gretig willen sanctioneren via de het z.g. pakken in de beurs.
De middeleeuwse methode. Geen consideratie gewoon honger lijden.
Welaan de hobby van een bonnetjes zoeker in een andere stad maar wij zien onze stad anders.
Van mijn mentor Jan Schaeffer leerde ik dat je geen slechte ambtenaren hebt alleen slechte
bestuurders en dit is wel een duidelijk voorbeeld,
Want, leg uit hoe een gehandicapte met een beperkt PGB aan deze betalingsverplichting moet
voldoen na ook al te hebben moeten betalen voor het schrijven van de bezwaarschriften. En dat
terwijl deze burger samen met haar mantelzorger initiatief genomen heeft haar zaken zeker te
regelen, daarvoor aan de balie geweest is, zich heeft overtuigd dat de regeling geactiveerd was
en ook nog een wachtperiode heeft ingelast. Zorgvuldig genoeg toch?
Wij willen van het college reactie en uitleg. Niet alleen van de oorzaak en reden van het ontstaan
van zoveel onmenselijkheid bij de uitvoering en binnen de dienst, maar tevens wat de
maatregelen zijn die genomen worden om de dienst de acute mogelijkheid te geven dit soort
fouten te herstellen staande vrije hand en direct.
Want dat het college deze situatie onwenselijk vindt achten wij reeds vastgesteld.
In het verleden hebben we nogal wat heibel geschopt als architecten en aannemers onder hun |
wettelijke verplichting wilde uitkomen rekening te houden met de gehandicapte regelingen en |
dat zijn we niet verleerd. Met een medestander in het parlement een eitje verwachten wij. |
|
Dan blijft er het regelen van het teruggeven van de auto en het intrekken van de naheffingen op |
zeer korte termijn. Want het mag duidelijk zijn dat dat vanuit het PGB niet te financieren is. |
Realiseer dat vrijwillige mantelzorg hiermee ernstige schade heeft geleden.
Blijft er de metaliteitsvraag want die zal gesteld moeten worden. Sancties die voor
balkenendenormers een natte wind zijn maar voor PGB ers een maand niet eten betekenen
kunnen al lang niet meer worden opgelegd wat het liberaal daar ook van vindt. Zelfs de
doorsnee politieman schaamt zich voor zijn bonnetjes, nu de dienst parkeerbeheer nog. |
Straffen als gebroken ledematen en verplicht in een rolstoel gedurende enige maanden zijn
binnen onze kring uitgesproken om aan te geven hoe de doorsnee burger aankijkt tegen deze
zaak. Burgers die ook door u vertegenwoordigd worden, soms.
Namens el bn \ L
dn „5 LA _
de mantelzorgers
CC gemeenteraadsleden via mafl gemeentelijk ombudsteam directie Cition
|
|
|
|
|
|
| Raadsadres | 8 | train |
Gemeente Amsterdam
Ô Gemeenteraad R
Gemeenteblad
4 Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 982
Behandeld op 10 september 2020
Status aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Fockert en El Ksaihi inzake de Jaarrapportage Taal voor
Volwassenen 2019 (actieplan Nederlandstalige laaggeletterden in Amsterdam Noord)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019.
Overwegende dat:
— _naar schatting 100.000 Amsterdammers laaggeletterd zijn, dat wil zeggen niet
kunnen lezen en/of schrijven op taalniveau B1/2F*;
— _een aanzienlijk deel van deze laaggeletterden het Nederlands als moedertaal
heeft, ook wel NT 1'ers genoemd;
— uit onderzoek blijkt dat deze groep moeilijk vindbaar is en tegelijkertijd vaak te
maken heeft met multiproblematiek als armoede, schulden en
gezondheidsproblemen;
— in Amsterdam Noord een grotere concentratie van Nederlandstalige
laaggeletterden woont dan in andere stadsdelen.
Constaterende dat:
— in het beleidskader Taaloffensief laaggeletterden met Nederlands als moedertaal
als een van de prioriteiten wordt genoemd;
— uit de jaarrapportage Taal voor Volwassenen 2019 blijkt dat de doelstellingen
aangaande het bereik en het onderwijs aan laaggeletterden met het Nederlands
als moedertaal bij lange na niet worden gehaald.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Samen met Stadsdeel Noord in kaart te brengen hoe groot de groep
laaggeletterden is die ten minste acht jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gehad
en niet kan lezen en/of schrijven op taalniveau B1 (ERK)/ 2F (Meijerink);
— Op basis van deze inventarisatie, binnen het beleidsplan Taaloffensief 2019-
2022) tot een actieplan te komen;
— De raad hierover in Q1 2021 te informeren.
De leden van de gemeenteraad
T.C. de Fockert
Y. El Ksaihi
1 https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/werkgevers/amsterdams-taalakkoord/
1
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2077
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op woensdag 18 december 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Boomsma, Bosman, A.L. Bakker, Van Soest, Ceder en
Taimounti inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 (Voeg De Balie toe
aan de A-bis als een instelling)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 2013).
Overwegende dat:
— het voorstel is om 20 instellingen ‘op naam’ in de A-bis op te nemen en daarnaast
8 ‘functies' te formuleren waar verschillende instellingen op kunnen inschrijven;
— het college hiertoe heeft besloten n.a.v. een uitspraak van de Raad van State dat
instellingen met dezelfde kansen subsidies moeten kunnen aanvragen behalve
als er sprake is van uniciteit, en derhalve, dat alleen instellingen in de Amsterdam
Bis kunnen komen die “uniek zijn in hun functie, onvervangbaar en een vast
onderdeel van het fundament van de culturele infrastructuur”;
— bijna op één na alle instellingen die in het vorige kunstenplan waren opgenomen
in de A-bis daar opnieuw ‘op naam’ in zijn opgenomen, maar de Balie niet;
— De Balie een unieke en onvervangbare functie vervult in de stad maar ook in de
rest van Nederland en internationaal door het verzorgen van debatten, lezingen,
exposities, films, muziek en andere voorstellingen met een bijzonder breed
bereik;
— De Balie zelf ook als enige produceert en programmamakers opleidt,
— De Balie een podium biedt aan denkers, kunstenaars, dissidenten en journalisten
die vaak nergens anders terecht kunnen en met grote regelmaat beveiligd moeten
worden, en als enige instelling dergelijke ‘risicovolle’ sprekers programmeert;
— de Balie aan alle andere criteria voldoet die het college heeft geformuleerd;
— ook de Kunstraad heeft geadviseerd om de Balie op te nemen in de A-bis onder
de categorie van instellingen die “funderend zijn in de stad' samen met o.a. het
Bimhuis, Paradiso, Het Bijlmer Parktheater en het Koninklijk Concertgebouw;
— De Balie op die grond een unieke en onvervangbare functie vervult in de stad en
derhalve evenzeer in aanmerking komt voor opneming in de A-bis als de andere
daarin opgenomen instellingen in hun eigen veld.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 2077 Amendement
Datum 18 december 2019
Besluit:
De Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2021-2024 als volgt te wijzigen:
— Op pagina 77 in de tabel 'Op naam in de Amsterdamse Bis' als nr. 21 toe te
voegen: De Balie;
— Op pagina 76 in de tabel bij functie “Podium en platform voor debat en
programma's over kunst, cultuur, politiek en ontwikkelingen in de stad. In deze
functie zijn 2 plekken beschikbaar" de 2 te wijzigen in “is 1 plek beschikbaar";
— Alle andere relevante passages en tabellen conform te wijzigen.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
A.M. Bosman
A.L. Bakker
W. van Soest
D.G.M. Ceder
M. Taimounti
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1256
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder J
Ingekomen op donderdag 18 december 2014
Behandeld op donderdag 18 december 2014
Status Vervallen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan
Amsterdam RÀI (overlapping met het bestemmingsplan Prinses lrenebuurt e.o).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan
Amsterdam RÀI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182);
Overwegende dat:
— het plan een strook grond van ongeveer 10 m breed en 290 m lang bestrijkt
waarop het in 2006 vastgestelde bestemmingsplan Prinses lrenebuurt e.o. van
toepassing is en de strook tot het in 2005 aangewezen monumentale deel van het
Beatrixpark behoort;
— in 2011 de bedoelde strook aan de Zuidas is toegevoegd [zie raadsbesluit van
12 februari 2014 inzake vaststelling grootstedelijke gebieden (Gemeenteblad
afd. 3A, nr. 33/38)];,
— de strook in het bestemmingsplan Amsterdam RAI is betrokken om de enkele
reden dat deze behoort tot het grootstedelijk project Zuidas, het plan niet voorziet
in veranderingen in deze strook en de strook in het plan de bestemming ‘Groen’
heeft;
— het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt e.o. een uitgebalanceerde set aan regels
bevat, toegespitst op de bescherming van het monumentale deel van het park,
waartoe de strook behoort;
— het bestemmingsplan Amsterdam RAI andere regels voor de bestemming ‘Groen’
bevat dan het bestemmingsplan Prinses Irenebuurt e.o. Het bestemmingsplan
Amsterdam RAI bestemt de voor ‘Groen’ aangewezen gronden bijvoorbeeld mede
voor geluid- en luchtschermen en dit is niet passend in een monumentaal park;
— er geen enkele noodzaak is het bestemmingsplan Amsterdam RAI op de strook
van toepassing te laten zijn;
— de strook ook weer aan de Zuidas wordt onttrokken,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1256 A d é
Datum _ 9 januari 2015 mendemen
Besluit:
de grens van het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de gronden met de
bestemming Groen, voor zover deze zijn gelegen ten westen van de Boerenwetering
(met de bestemming Water), geen onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan
Amsterdam RAI.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
Bezoekadres
> < Gemeente Bezoek
Am ste rd am 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
D amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam |
|
|
|
Datum 7 maart 2018 |
Onskenmerk _TA2017-000831
Behandeld door S. Olthof, business controller Communicatiebureau, 06 1059 5613
N. ter Woerds, directeur Communicatiebureau, 06 2699 6886
Bijlage nee
Onderwerp Reactie op motie 817.17 van raadslid Guldemond (D66) getiteld Jaarverslag 2016
(efficiënte inzet van communicatiemiddelen). |
|
Zeer geachte leden van de gemeenteraad, |
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 juli 2017 heeft vw raad bij de behandeling van het |
Jaarverslag 2016 motie 817.17 van raadslid Guldemond van D66 aangenomen waarin het college |
gevraagd wordt om: |
|
1. Te verkennen in welke mate de door stadsdeel Centrum bedachte slimmere en |
efficiëntere inzet van communicatiemiddelen breder toepasbaar is binnen de ij
gemeente Amsterdam;
2. Te verkennen in welke mate hiermee ook een besparing mogelijk is op budgetten ten |
behoeve van communicatie; |
3. De resultaten hiervan beschikbaar te stellen ten behoeve van de coalitievorming. |
Ada. |
Uit onze verkenning van de feiten blijkt dat er sprake is van een misverstand. Het positieve
resultaat bij Stadsdeel Centrum in 2016 komt voort uit de besparingsopgave van het
Communicatiebureau vanuit Slagvaardige Overheid. Eén van de besparingsmaatregelen van het
Communicatiebureau was om de gemeentekrant niet meer decentraal, per stadsdeel, te laten
maken, maar centraal. Op die manier zijn we van acht decentrale edities teruggegaan naar één
centraal opgemaakte editie. In 2016 is het Communicatiebureau al gestart met deze nieuwe
werkwijze, terwijl de daadwerkelijke bezuiniging pas in 2017 is ingeboekt. Hierdoor had Stadsdeel
Centrum éénmalig een voordeel in het jaarverslag 2016, omdat zij de krant in dat jaar al niet meer
zelf hoefden te maken, maar daar nog wel budget voor hadden.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
|
Gemeente Amsterdam Datum 7 maart 2018
Kenmerk TA2017-000831 |
Pagina 2 van 2 |
Ada.
Zoals beschreven onder punt a, is er inderdaad sprake van een efficiencyslag in het
communicatiedomein, maar deze besparing is inmiddels dus al gerealiseerd per 2017 in het kader |
van Slagvaardige Overheid. |
|
Ad 3.
Op basis van bovenstaande uitkomsten is ten behoeve van de coalitievorming 2018 geen nieuwe
bezuinigingsmaatregel voor te leggen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. |
Met de meeste hoogachting, |
ollege van burgemeester en wethouders vá ê | |
À
CVN |
TT |
J.J.jvan Aaftsen A.H.P. va le
waarnemend burgemdester gemeente retaris |
|
|
|
|
|
|
[
|
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 20 september 2023
Ingekomen onder nummer _52g
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Broersen en Garmy inzake niet-Nederlandse
kiesgerechtigden wijzen op hun stemrecht
Onderwerp
Plan van aanpak opkomstbevordering
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over plan van aanpak opkomstbevordering
Constaterende dat:
-__ Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit maar met stemrecht op lokaal
niveau één van de doelgroepen van het plan van aanpak opkomstbevordering is*;
-_ Uit onderzoek blijkt dat veel niet-Nederlandse kiesgerechtigden niet weten dat ze
stemrecht hebben bij gemeenteraadsverkiezingen?;
-_ Europeanen woonachtig in Nederland maar zonder de Nederlandse nationaliteit een
zogenoemd Y-32 formulier moeten inleveren als ze willen stemmen voor de verkiezingen
voor het Europees Parlement.3
Overwegende dat:
-_Het van democratisch belang is dat zoveel mogelijk mensen gaan stemmen;
-__Het daarom van belang is informatievoorziening zo toegankelijk en inclusief mogelijk te
maken;
-__ ledereen met stemrecht in staat zou moeten worden gesteld om te stemmen;
-_ Dit begint bij mensen te informeren over het feit dat ze stemrecht hebben;
* https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/13119739/2/20230822+PvA+opkomstbevordering+-
+Luisterenten+Doen%2C+juli+2023, pg. 8
2 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/12312623/1/Rapport+lagetopkomst+Adam final,
pg. 13
3 https://www.rijksoverheid.nl/wetten-en-regelingen/productbeschrijvingen/stemmen-verkiezingen-
europees-parlement
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
-_ Men zich eerst bewust moet zijn van diens kiesrecht voordat aanvullende acties die
moeten aansporen tot stemmen (zoals het inrichten van bijzondere stembureaus) zin
hebben;
-_ Het Y-32 formulier tenminste 44 dagen vóór de verkiezingen moet worden ingeleverd,
wat veel Europeanen mogelijk vergeten waardoor zij het recht verliezen om te stemmen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij verkiezingen waar Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit mogen stemmen,
deze doelgroep te wijzen op hun kiesrecht, door:
-__In oproepen en campagnes vanuit de gemeente die mensen moeten aansporen te
stemmen, rekening te houden met deze groep. Bijvoorbeeld door sommige trotters te
voorzien van de tekst “did you know you can vote too?” en een OR-code naar een
Engelstalige webpagina met meer informatie;
-_ Bij verkiezingen voor het Europees Parlement, Europeanen woonachtig in Amsterdam
specifiek te herinneren aan het moeten invullen van een Y-32 formulier om in Nederland
te kunnen stemmen.
Indiener(s),
J. Broersen
|. Garmy
| Motie | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit voor de raadsvergadering van
woensdag 10 en donderdag 11 oktober 2018
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 831
Publicatiedatum 8 oktober 2018
Agendapunt 8A
Datum actualiteit 7 oktober 2018
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid N.T. Bakker inzake de uitbreidingsplannen van RAI
Amsterdam met betrekking tot hal vijf en de momenteel door de bewoners van de
Wielingenstraat ervaren overlast bij grote evenementen.
Aan de gemeenteraad
In een bericht op haar website van 20 juni 2018 heeft RAI Amsterdam te kennen
gegeven hal vijf van het RAI complex met 30 meter te willen verlengen. Met deze
plannen zou hal vijf 4.000 m2 aan expositieruimte erbij krijgen. Ook wordt er
gesproken over het aanleggen van een nieuwe groenstrook als afscheiding met de
straat. De bewoners van deze straat in kwestie, de Wielingenstraat, ervaren
momenteel bij grote evenementen, zoals de IBC van afgelopen september, veel
overlast van vrachtverkeer, bestelbussen en taxi's. Hoewel bewoners van de
Wielingenstraat en de Stichting Overleg RAlbuurten (stOR) de overlast bij betrokken
partijen hebben aangekaart, blijven adequate maatregelen om de overlast in te
dammen tot dusver uit. Bewoners ervaren nog steeds veel overlast. Nu hal vijf naar
verwachting in de nabij toekomst wordt uitgebreid en de ‘Wielingenstrook’ wordt
heringericht met een groenstrook, is het hoog tijd om de ervaren overlast van de
bewoners van de Wielingenstraat, de uitbreiding van hal vijf en de herinrichting van
de Wielingenstrook in hun samenhang te bezien door een integraal plan op te stellen
waarbij de bewoners actief betrokken worden ten einde de ervaren overlast in te
dammen.
Reden van spoedeisendheid
RAI Amsterdam heeft te kennen gegeven hal vijf te willen gaan uitbreiden. Inmiddels
is gebleken dat er bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied een aanvraag loopt
om hal vijf uit te breiden. Wil een integraal plan — waarbij de door bewoners ervaren
overlast en de uitbreidingsplannen in hun samenhang worden bezien — kans van
slagen hebben dan zal hier dus snel mee begonnen moeten worden.
Het lid van de gemeenteraad,
N. T. Bakker (SP)
1
| Actualiteit | 1 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20-07-2023
Portefeuille(s) Verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door V&OR [email protected]
Onderwerp Dagelijkse vpdate nood- en hulpdiensten i.r.t. de pilot Weesperstraat
Geachte leden van de gemeenteraad,
Tijdens de raadsvergadering van 28 juni 2023 heb ik toegezegd vu gedurende het restant van de
pilot Weesperstraat dagelijks te informeren over signalen en incidenten met betrekking tot de
doorgang en de aanrijtijden van nood- en hulpdiensten bij de slagbomen. De signalen en
incidenten die de nood- en hulpdiensten aan ons doorgeven, zijn één op één opgenomen in deze
rapportage en hebben betrekking op de volgende locaties: de slagbomen op de vier kniplocaties
bij de Weesperstraat, Anne Frankstraat, Hoogte Kadijk en Kattenburgergracht.
Voor de volledigheid informeer ik v ook over de meldingen die wij hebben ontvangen met
betrekking tot de omrijroutes:
e _S100 Oost (Piet Heinkade).
e _S114 (Piet Heintunnel).
e 5116 (Kattenburgerstraat, Prins Hendrikkade, IJtunnel en Nieuwe Leeuwarderweg).
Ambulance: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli.
Algemeen beeld: ook vandaag zijn er geen nieuwe meldingen ontvangen vanuit de ambulancezorg.
Signalen en incidenten:
| Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing
Brandweer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli.
Algemeen beeld: Geen opmerkingen over de dienst van 19072023
Signalen en incidenten:
| Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2
Politie: en meldkamer: De volgende signalen zijn vandaag gemeld over woensdag 19 juli.
Algemeen beeld: Op woensdag 19 juli zijn er bij de politiemeldkamer geen incidenten gemeld of
geconstateerd die te herleiden zijn op de zogenaamde “knip
Signalen en incidenten:
| Datum | Tijd | Waar | Omschrijving van incident: Oplossing
Verificaties
Bovenstaande signalen en incidenten zijn geverifieerd bij de directie van de drie nood en
hulpdiensten.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
(4 LEN
m CALE ad,
Melanie van der Horst
Wethouder verkeer en vervoer, water en luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 313
Publicatiedatum 4 april 2014
Ingekomen onder AY
Ingekomen op donderdag 13 maart 2014
Behandeld op donderdag 13 maart 2014
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw Ruigrok, mevrouw Van Roemburg,
de heer Paternotte, de heer Ivens, mevrouw Shahsavari-Jansen en de heer
Evans-Knaup inzake het gebouw Felix Meritis.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 februari 2014 inzake het faillissement van Felix Meritis Foundation
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 205);
Constaterende dat:
— het college gebruikmaakt van het eerste recht van koop om Gebouw Felix Meritis
te kopen om vervolgens door te verkopen door middel van een openbare
verkoopprocedure;
Overwegende dat:
— meerdere partijen hun interesse in de aankoop van Gebouw Felix Meritis kenbaar
hebben gemaakt;
— de raad een motie heeft aangenomen waarin wordt gevraagd in de openbare
verkoopprocedure zowel de beste financiële oplossing voor de gemeente
Amsterdam, alsmede het behoud van de culturele functie van het gebouw als
uitgangspunten te gebruiken als verkoopvoorwaarde;
— het uitspreken van een wens wat betreft een bepaalde huurder mogelijk een
ongelijk speelveld creëert;
— het publieke karakter van gebouw Felix Meritis zoveel mogelijk gewaarborgd dient
te blijven,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteblad R
Nummer 313 : Amendement
Datum 4 april 2014
Besluit:
voordracht nr. 205 van 2014 als volgt aan te passen:
— op blz. 5 de tweede bullet onder ‘Voorstel voor de inrichting van de
selectieprocedure:’ “Het is de wens van College dat ICK Amsterdam en de Henny
Jurriens Stichting een plek in Felix Meritis krijgen, maar het is geen wegingsfactor
noch een voorwaarde. ICK Amsterdam en partners kunnen maximaal €200.000
huur betalen. Afhankelijk van de ruimte die ze gaan huren zal een huurprijs
bepaald moeten worden. Het is echter aan de inschrijvers om te bepalen of en hoe
zij dat eventueel in hun plan vormgeven. Deze en andere potentiele
huurders/gebruiker (eventuele doorstart Foundation) kunnen in contact worden
gebracht met de inschrijvers; te schrappen;
— op blz. 4 het inhoudelijke uitgangspunt ‘Begane grond moet een openbare
publieksfunctie krijgen’ te wijzigen in ‘Gebouw Felix Meritis moet zoveel mogelijk
een openbare publieksfunctie krijgen’.
De leden van de gemeenteraad,
M.H. Ruigrok
E.T.W. van Roemburg
J.M. Paternotte
LGF. vens
M.D. Shahsavari-Jansen
LR. Evans-Knaup
2
| Motie | 2 | train |
AGENDA (concept)
Raadscommissie SOCIALE ZAKEN
Datum: Dinsdag 4 juni 2013
Aanvang: 20:00 uur
Zaal: Raadzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Blok A Procedureel
Nr. [Onderwerp ________________________\Nadereinfo
Opening/Mededelingen DO
Vaststellen agenda Ter vaststelling
3. Vragenkwartiertje Vrije inspraak op niet-geagendeerde
onderwerpen
Verslag 7 mei 2013 Ter vaststelling
Openstaande toezeggingen
6. _ [Mededelingen portefeuillehouder(s
Blok B Bespreking beleidsonderwerpen
Nr. [Onderwerp _________________________\Nadereinfo |Regnr.
7._\Voorjaarsnota__________________[Teradseig | |
Blok C Algemeen
Nr. [Onderwerp
8. [Rondvraag
9. [Svting
Belanghebbenden die bij één van de agendapunten of in het inspraakkwartiertje wensen in te spreken kunnen tot
24 uur vóór de vergadering zich aanmelden bij de Raadsgriffie, tel. 020-6349924, of
raadsgriffie @noord.amsterdam.nl. De raads- en commissievergaderingen worden live uitgezonden via internet.
De uitzending is ook achteraf te raadplegen. www.noord.amsterdam.nl/deelraad
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 183
Publicatiedatum 5 april 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren
van 19 maart 2013 inzake vergiftigde honden in het Amsterdamse Bos.
Amsterdam, 28 maart 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragensteller.
Afgelopen tijd zijn er minimaal twee honden vergiftigd, mogelijk door het eten van
vergiftigde worsten die waren verstopt in het Amsterdamse Bos. De boswachterij
adviseert hondenbezitters alert te zijn tijdens een bezoek aan het bos. In het gebied
rond de heuvel wordt geadviseerd om de viervoeter kort aan te lijnen. Boswachters
houden de komende tijd extra toezicht. (Bron: AT5).
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 19 maart 2013, namens de fractie
van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is de wethouder op de hoogte van deze vergiftigingen?
Antwoord:
De wethouder Amsterdamse Bos is op de hoogte van drie honden met
vergiftigingsverschijnselen, waarvan het onduidelijk is wat de honden hebben
binnen gekregen.
2. Op basis waarvan denkt de boswachterij dat vergiftigde worsten de oorzaak zijn?
Antwoord:
Naast vergif kunnen het ook medicijnen, drugs, blauwalg of bijvoorbeeld
paddenstoelen zijn geweest. In de media werd gesproken over vergiftigde
worsten.
We weten de oorzaak niet, maar nemen de melding zeer serieus.
De boswachters houden uit voorzorg extra toezicht. De politie Amsterdam-
Amstelland neemt het gebied mee op surveillance.
De bezoekers werden geïnformeerd via de website van het Amsterdamse Bos.
Ter plekke werden bezoekers op de hoogte gebracht via tijdelijke bebording.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Sori 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 19 maart 2013
Verder werden de dierenambulance en dierenklinieken in Aalsmeer, Amstelveen
en Amsterdam op de hoogte gesteld, zodat dierenartsen eventuele vergelijkbare
verschijnselen kunnen herkennen. Ook de hondenuitlaat-centrales die van het
Amsterdamse Bos gebruikmaken werden gewaarschuwd.
3. Is het bekend door welk gif de honden zijn vergiftigd en ging het in beide gevallen
om hetzelfde gif?
Antwoord:
Het is onbekend waar de vergiftigingsverschijnselen bij de honden vandaan
komen. Er wordt gewacht op de uitslag van de sectie op één hond.
4. Iser al iets bekend over de mogelijke dader of daders? Zo nee, heeft deze zaak
prioriteit bij de politie?
Antwoord:
Omdat de oorzaak (nog) niet bekend is, kunnen we niet spreken over dader of
daders. Afhankelijk van de uitslag van de sectie worden eventuele stappen
ondernomen.
5. Wat is hetrisico op nieuwe gevallen van vergiftiging?
Antwoord:
We doen er alles aan om te voorkomen dat nieuwe gevallen van vergiftiging van
honden optreden. Na 10 maart zijn geen nieuwe gevallen van honden met
vergiftigingsverschijnselen bekend.
6. Worden bezoekers (hondenbezitters) van het Amsterdamse Bos behalve via de
website van het Amsterdamse Bos en via media ook op andere manieren, en ter
plekke op de hoogte gebracht van het risico op vergiftiging van hun hond? Zo ja,
op welke manier worden hondenbezitters geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, bezoekers worden geïnformeerd via de website van het Amsterdamse Bos.
Ter plekke worden bezoekers op de hoogte gebracht via tijdelijke bebording.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 440
Publicatiedatum 12 juni 2015
Ingekomen op 10 juni 2015
Ingekomen onder w
Te behandelen op 1/2 juli 2015
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Groot Wassink, mevrouw Roosma en mevrouw
Moorman inzake de Voorjaarsnota 2015 (geen gedwongen ontslagen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2015 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 379);
Overwegende dat:
— het college in de bestuursopdracht Slagvaardige Overheid 65 miljoen euro
structureel bezuinigt op de organisatie;
— het college inschat dat dit leidt tot een formatiereductie van 350 fte;
— het college aangeeft dat hierbij gedwongen ontslagen niet uitgesloten zijn, maar
slechts het uitgangspunt;
— gedwongen ontslagen ongewenst zijn uit het oogpunt van goed werkgeverschap;
— een nieuwe reorganisatie waarbij gedwongen ontslagen vallen niet bijdraagt aan
de rust in de organisatie die nodig is om de verschillende verandertrajecten tot een
goed einde te brengen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
uit te sluiten dat er gedwongen ontslagen vallen als gevolg van de
bezuinigingsoperatie Slagvaardige Overheid.
De leden van de gemeenteraad,
B.R. Groot Wassink
F. Roosma
M. Moorman
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1573
Publicatiedatum 16 oktober 2019
Ingekomen onder E
Ingekomen op woensdag 9 oktober 2019
Behandeld op woensdag 9 oktober 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam
2050 (dierenwelzijn)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam 2050
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1536).
Constaterende dat:
— in de Startnotitie Omgevingsvisie Amsterdam ambities voor de stad beschreven
worden, bijvoorbeeld op gebied van klimaat, bereikbaarheid en gezondheid;
— gemeentelijk beleid ook betrokken wordt bij de Omgevingsvisie:;
— Amsterdam ook een eigen dierenwelzijnsbeleid heeft; op dit moment
dierenwelzijn nog niet wordt meegenomen in de Omgevingsvisie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Mogelijkheden te bekijken hoe dierenwelzijn ook een plek kan krijgen in de
Omgevingsvisie.
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1631
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder A
Ingekomen op woensdag 20 december 2017
Behandeld op woensdag 20 december 2017
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Torn inzake het initiatiefvoorstel “Betere handhaving
voor een schonere stad” (effectiever straffen van ‘afvalovertreders).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het initiatiefvoorstel “Betere handhaving voor een
schonere stad” van de leden Torn en Ruigrok (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1611).
Overwegende dat:
— zwerfvuil een grote ergernis is voor veel Amsterdammers die onze stad ontsiert;
— de effectiviteit en afschrikkende werking van sancties sterk toeneemt, als de
hoogte ervan bij herhaling ook toeneemt;
— andere steden in Nederland manieren hanteren om recidivisten strenger te
bestraffen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Te onderzoeken op welke manieren veelplegers van overtredingen van lokale
regelgeving zoals het op straat achterlaten van zwerfvuil effectiever kunnen
worden gestraft zodat de straffen een meer afschrikwekkende en corrigerende
werking hebben;
2. Vóór de zomer van 2018 met een voorstel te komen met manieren om
afvalrecidivisten zwaarder te beboeten.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
R.K. Torn
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1064
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen onder I
Ingekomen op woensdag 5 november 2014
Behandeld op woensdag 5 november 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de raadsleden mevrouw Roosma en mevrouw De Heer inzake
de beleidsnota, getiteld: ‘Herziening rentestelsel’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 2 september 2014 inzake de beleidsnota, getiteld: ‘Herziening
rentestelsel’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 892);
Overwegende dat:
— het college heeft besloten een aanpassing te doen in het eerder voorstel inzake
herziening van het rentestelsel, namelijk de renterisicobuffer op te hogen van 2%
naar 3% van de externe schuld;
— hierdoor er de komende jaren minder begrotingsruimte beschikbaar is dan in de
bijgestelde Nota Begrotingsruimte: 6 miljoen euro minder in 2015 oplopend naar
schatting naar 27 miljoen euro minder in 2018;
— wanneer de renterisicobuffer vrijvalt bij de Jaarrekening, deze direct naar het
aflossen van schulden gaat, zoals is afgesproken in het coalitieakkoord;
— door het ophogen van de renterisicobuffer van 2% naar 3% de kans groter is dat er
meer wordt afgelost aan schuld dan in het coalitieakkoord was afgesproken, terwijl
er minder begrotingsruimte beschikbaar is;
— het niet wenselijk is dat het effect van ophogen van de renterisicobuffer van 2% tot
3% leidt tot meer schuldaflossing dan eerder afgesproken;
— het wel wenselijk zou zijn dit effect onderdeel te laten zijn van een integrale
afweging bij de jaarrekening,
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1064 A d é
Datum 19 november 2014 “Mendemen
Besluit:
in ontwerpbesluit nr. 892 van 2014 het beslispunt 1b als volgt te wijzigen:
“b eventuele meevallers in het renteresultaat aan te wenden voor aflossing van de
schuld.
Een mogelijke vrijval van de renterisicobuffer als volgt in te zetten:
— heteerste deel van de renterisicobuffer (namelijk het financiële effect van de
ophoging van de buffer van 2% naar 3%) te betrekken bij een integrale afweging
van verdeling van middelen bij de jaarrekening;
— het resterende deel in te zetten voor het aflossen van schulden.”
De leden van de gemeenteraad,
F. Roosma
A.C. de Heer
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1076
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op donderdag 6 november 2014
Behandeld op donderdag 6 november 2014
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer N.T. Bakker inzake het bestemmingsplan
Haarlemmerbuurt-Westelijke eilanden.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 16 september 2014 inzake het bestemmingsplan Haarlemmerbuurt-
Westelijke eilanden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 915);
Overwegende dat:
— in het centrum ook ruimte moet zijn voor woonbuurten;
— het van belang is het Westerdokseiland leefbaar te houden;
— het niet wenselijk is dat daar veel horeca en terrassen bijkomen die tot laat in de
avond of nacht geopend zijn;
Constaterende dat:
— de Amsterdamse bestemmingssystematiek ruimte biedt voor diversificatie op het
gebied van horeca-aanbod op het gebied van o.a. openingstijden en
alcoholverstrekking,
Besluit:
voor het Westerdokseiland geen ruimte te bestemmen voor horeca die later dan
22.00 uur geopend mag zijn en het bestemmingsplan hierop aan te passen.
Het lid van de gemeenteraad,
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | discard |
VN2021-001279 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B
rve wonen
Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reinigin
% Amsterdam Jp di
Voordracht voor de Commissie WB van 03 februari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Bouwen en Wonen
Agendapunt 5
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Samenwerking tussen corporaties en de CAWA
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de brief over de samenwerking tussen de Commissie voor Ateliers en (Woon)
Werkpanden Amsterdam (CAWA) en de corporaties.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de raadscommissie Wonen en Bouwen van 27 november 2019 heeft de wethouder Bouwen
en Wonen toegezegd aan de heer Hammelburg van D66, ute informeren over de samenwerking
tussen de Commissie voor Ateliers en (Woon) Werkpanden Amsterdam (CAWA) en de corporaties.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Afgestemd met de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC).
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.2 1
VN2021-001279 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten,
rve wonen % Amsterdam . „ . oe
% Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging
Voordracht voor de Commissie WB van 03 februari 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Brief aan raadscie. WB over samenwerking corporaties en de CAWA, 3
AD2021-004527
december 2020. pdf (pdf)
AD2021-004528 Commissie WB (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Maartje Wijnhoven, 06-1466 1827, m.wijnhoven@®amsterdm.nl
Gegenereerd: vl.2 2
| Voordracht | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1133
Publicatiedatum 23 september 2016
Ingekomen onder AM
Ingekomen op 14 september 2016
Behandeld op 14 september 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de Watervisie Amsterdam 2040 (geen ruimte
voor hengelen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Watervisie 2040 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 874).
Overwegende dat:
— de watervisie het mogelijk maakt dat er in de agrarische en natuurgebieden rond
de stad nieuwe goed bereikbare plekken komen voor meer extensieve vormen
van recreatie zoals vissen, kanoën, roeien en schaatsen;
— _er wetenschappelijk bewijs is dat het vangen van vissen gepaard gaat met stress,
pijn, leed en angst.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
geen ruimte te creëren voor hengelen als extensieve vorm van recreatie.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 222
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder BP
Ingekomen op donderdag 15 februari 2018
Behandeld op donderdag 15 februari 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Roosma, Timman, Mbarki en Flentge inzake de doorontwikkeling
van Samen Doen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de doorontwikkeling van de aanpak van multiproblematiek
in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 135).
Constaterende dat:
— Het college in overleg met de aanbieders besloten heeft tot doorontwikkeling van
de Samen Doen teams waarin het management van de Samen Doen teams door
de gemeente wordt overgedragen aan een samenwerkingsverband van
maatschappelijke partners per 1 januari 2019;
— De gemeente en de aanbieders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het
oplossen van problemen van multiprobleemgezinnen;
— Het verbeteren van de gemeentelijke prestaties op de gebieden wonen, schulden
en inkomen volgens het college ‘effectiever aangepakt’ kunnen worden.
Overwegende dat:
— Ernog een grote opgave ligt bij de gemeente om de processen op de overige
domeinen die de bestaanszekerheid raken (wonen, inkomen en schulden) te
verbeteren, conform de motie Roosma c.s. van 8 november 2017 (nr. 1400.17);
— De directeur van RVE Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de opdracht heeft
gekregen dit verder uit te werken en de raad in de zomer van 2018 wederom
geïnformeerd wordt over de uitwerking;
— De gemeente verantwoordelijk blijft voor (de uitvoering van) de ondersteuning op
deze domeinen (wonen, inkomen en schulden).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Een duidelijk go/no-go-moment in te bouwen gelijktijdig met de volgende
voortgangsrapportage zomer 2018 en in deze voortgangsrapportage zo concreet
mogelijk aan te geven hoe de gemeente gaat werken en welke doelen we daarin
stellen;
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Afdeling 1 Gemeenteraad R
Nummer 222 Motie
Datum 21 februari 2018
2. De raad hiermee de kans te geven om af te wegen of de basis aan de kant van
de gemeente op het gebied van wonen, schulden, inkomen stevig en concreet
genoeg is zodat de aan bieders de bredere verantwoordelijkheid voor de aanpak
van multiproblematiek op zich kunnen nemen;
3. Voorafgaand aan de voortgangsrapportage en het go/no-go-moment
een samenkomst te organiseren met de raad en de aanbieders van Samen
DOEN om aan de hand van concrete casuïstiek te kijken naar hoe er concreet
gewerkt gaat worden na overdracht van het management van de teams.
De leden van de gemeenteraad
F. Roosma
D. Timman
S. Mbarki
E.A. Flentge
2
| Motie | 2 | discard |
VN2022-030441 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin
Dienstverlening x% Gemeente ) 9 9 RO
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Dienstverlening
Ruimtelijke Ordening
Financiën
Woningbouw (20)
Financiën (36)
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32)
Openbare Orde en Veiligheid (2)
Ruimtelijke Ordening (22)
Agendapunt 4
Datum besluit College van B&W 13 september 2022
Onderwerp
Vaststellen Legesverordening Amsterdam 2023
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren:
|, de Verordening op de heffing en invordering van leges 2023 (Legesverordening Amsterdam
2023) vast te stellen zoals opgenomen in de bijlage en kennis te nemen van de toelichting zoals
opgenomen in de raadsvoordracht.
IL In te stemmen met de toewijzing van de bevoegdheid aan het college van B&W om redactionele
wijzigingen en veranderende Rijkstarieven door te kunnen voeren.
IL In geval de Omgevingswet niet per 1 janvari 2023 wordt ingevoerd, het vervangende voorstel met
een aangepast hoofdstuk 3 ‘Fysieke leefomgeving’ vast te stellen. In dit aangepaste hoofdstuk 3 zijn
de percentages van de bouwvergunning verlaagd om rekening te houden met de hoge bouwinflatie
en is het tarief voor duurzaam verbouwen eveneens aangepast.
Wettelijke grondslag
e Artikel 216 van de Gemeentewet bevat de bevoegdheid van de gemeenteraad om
belastingverordeningen vast te stellen.
e Artikel 229 van de Gemeentewet is de wettelijke basis voor Verordening op de heffing en
invordering van leges. Op grond van dit artikel kan een gemeente onder andere rechten
heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Onder
rechten worden mede verstaan de leges.
e De artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet bepalen dat een burgemeester of
gezaghebber rechten kan heffen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van de
aanvraag van een reisdocument.
e Artikel 156 van de Gemeentewet maakt mogelijk dat de raad de bevoegdheid tot aanpassing
van de legesverordening onder strikte voorwaarden kan overdragen.
Bestuurlijke achtergrond
De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van de legesverordening en -tabel ligt bij de
gemeenteraad.
Het wettelijke vitgangspunt (Gemeentewet) is dat de leges niet meer dan 100% kostendekkend
mogen zijn. Een overzicht van de kostendekkendheid van de leges is opgenomen in de begroting,
paragraaf Lokale heffingen.
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-030441 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Dienstverlening % Amsterdam RO
%
Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
In de commissie Kunst, Democratisering en Diversiteit van 2 juni 2021 is het beleidskader Leges
gedeeld met daarin de vitgangspunten en uitleg van de legesverordening en de tarieventabel.
Reden bespreking
De Legesverordening wordt tegelijkertijd met de Begroting behandeld in de raad en voorafgaand
besproken in alle betrokken commissies. De behandeling vindt plaats in verschillende commissies
omdat de tarieven van de verschillende onderdelen vit de Legestabel onder diverse portefeuilles &
begrotingsprogramma’s vallen.
De Eerste Kamer heeft aangegeven in oktober in te zullen stemmen met de invoering van de
Omgevingswet per 1 januari 2023. Er is echter een kleine kans dat er begin november toch weer
uitstel volgt. In geval de Omgevingswet niet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd is de opgestelde
legestabel niet meer correct. Met de griffie is afgestemd dat er met die mogelijkheid in het
raadsvoorstel rekening wordt gehouden en er is daarom een alternatieve tabel toegevoegd aan
het raadsvoorstel. Hierin wordt voor H3 Fysieke Leefomgeving weer teruggegrepen op de oude
legestabel zonder Omgevingswet, met een paar aanpassingen om het hoofdstuk te actualiseren en
te verbeteren.
Op moment van besluitvorming in de raad (9-10 november) is hoogstwaarschijnlijk bekend welke
versie van de legestabel 2023 moet worden vastgesteld.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
* Commissie Financiën, Kunst en Diversiteit (FKD)
Leges Ha Informatie, H2 Burgerzaken, 6.5 Evenementen en Ha1 Algemene bepalingen
Portefeuilles ‘Dienstverlening’, ‘Evenementen’
* Commissies Ruimtelijke Ordening (RO) en Woningbouw en Volkshuisvesting (WV),
Duurzaamheid en Circulaire economie
Leges H3 Omgevingsvergunningen, Fysieke Leefomgeving
Portefeuilles ‘Ruimtelijke Ordening’, Woningbouw’, ‘Volkshuisvesting’ en ‘Duurzaamheid’
* Commissie Algemene Zaken (AZ)
Leges H6 (m.u.v. 6.4 & 6.5) Horeca, Kansspelen, Prostitutie, Activiteiten op de Openbare Weg,
Milieu
Portefeuille ‘Openbare Orde en Veiligheid’
* Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering (SED)
Gegenereerd: vl.l1 2
VN2022-030441 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling R
Dienstverlening % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie RO van 11 oktober 2022
Ter advisering aan de raad
Leges H6.4 Winkeltijdenwet en H7.4 Ambulante Handel
Portefeuille ‘Economische Zaken’
* Commissie Mobiliteit, Openbare ruimte en Water (MOW)
Leges H7.1-7.3 Vergunningen Openbare Ruimte, H8 Verkeer en Vervoer en Hg Binnenwater
Portefeuilles ‘Openbare Ruimte en Groen’, Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit’ en ‘Water’
e Commissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding (OZA)
Leges H1o Kinderopvang
Portefeuille Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen’
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-087910 | 1. Gemeenteraad Voordracht Legesverordening 2023 op gnov2022.pdf (pdf)
AD2022-087908 2. Legestabel 2023 vs. 2022 MET Omgevingswet (pdf)
3. BEKENDMAKING legesverordening Amsterdam 2023 met
AD2022-087906 ‚
Omgevingswet (msw)
AD2022-087909 | 4. Alternatieve Legestabel 2023 vs 2022 ZONDER Omgevingswet (pdf)
5. BEKENDMAKING_Alternatief- legesverordening Amsterdam2023
AD2022-087907 ‚
ZONDER Omgevingswet (msw12)
AD2022-087911 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie dienstverlening, Sarie Muijs, s.muijs@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.l1 3
| Voordracht | 3 | val |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 341
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Boomsma en Khan inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Actieplan Terugdringen Drugsgebruik
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Overwegende dat,
-_ De Amsterdamse Burgemeester en andere leden van de driehoek de noodklok hebben
geluid over de gewelddadige criminaliteit en ondermijning die het gevolg zijn van de grote
hoeveelheid geld die wordt verdiend bij de verkoop van cannabis in coffeeshops;
-_Erveel signalen zijn dat de handel in cannabis verweven is met de handel en harddrugs en
de gewelddadige criminaliteit die daarmee verbonden is;
-_ Burgemeester, politie en OM om die reden hebben voorgesteld om het i-criterium in te
voeren om zo de vraag naar en het aantal gebruikers te verminderen
-_Daarvoor geen meerderheid is maar de gemeenteraad stelt dat niets doen geen optie is
-_ Drugsgebruik steeds meer dreigt te normaliseren;
-_ Het belangrijk is om als overheid heldere normen vit te dragen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_Een Actieplan “Terugdringen Drugsgebruik” op te stellen met duidelijke streefcijfers voor
een concrete vermindering van het gebruik van cannabis en andere drugs in de stad,
zowel door bezoekers als door Amsterdammers, en jaarlijks te rapporteren over de
voortgang, waarbij, indien het drugsgebruik onvoldoende afneemt, aanvullende
maatregelen worden genomen
Indiener(s),
D. T. Boomsma
S. Khan
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1254
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder H
Ingekomen op donderdag 18 december 2014
Behandeld op donderdag 18 december 2014
Status Vervallen
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan
Amsterdam RAI.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan
Amsterdam RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182);
Overwegende dat:
— de toelichting van het bestemmingsplan Amsterdam RAI vermeldt dat de bomen
langs de havenkom en op de horecalocatie behouden moeten blijven en dat
zorgvuldige inpassing van de bebouwing met zorg voor behoud van de bomen
randvoorwaarde is;
— behoud van de bomen kan worden gewaarborgd door een dubbelbestemming in
het bestemmingsplan op te nemen,
Besluit:
1. toe te voegen de dubbelbestemming Waarde - Waardevolle boom voor de
watercipressen, de iepen, de zoete kersen en de linde langs de havenkom resp.
op de horecalocatie, waarbij elke boom met een cirkel ter grootte van de
kroonprojectie als zodanig wordt bestemd;
2. aan hoofdstuk 2 een artikel 11 toe te voegen met vernummering van de daarna
volgende artikelen:
“Artikel 11 Waarde - Waardevolle boom
11.1 Omschrijving
a. De voor Waarde - Waardevolle boom aangewezen gronden zijn, behalve voor
de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en
instandhouding van een waardevolle boom.
b. De bestemming Waarde - Waardevolle boom is primair ten opzichte van de
overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1254 A d nt
Datum _ 9 januari 2015 mendeme
11.2 Regels
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd anders dan
plankierverhogingen die als zitplaats dienen.
11.3 De conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom
mogen niet worden aangetast door het uitvoeren van werken en
werkzaamheden.”
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1294
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 12 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie ID
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Ernsting inzake de Begroting 2017 (OV en fietscorridor
binnenring).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— erin de begroting geen extra geld wordt gereserveerd voor de OV en
Fietscorridor Binnenring (Marnixstraat, Weteringschans, Sarphatistraat).
Overwegende dat:
— de binnenring voor het OV en de fiets een zeer belangrijke netwerkfunctie vervult;
— dit in de toekomst nog groter zal worden bij ingebruikname van de Noord-Zuidlijn;
— delen van de binnenring niet voldoen aan de normen die er vanuit de
verkeersnetten aan worden gesteld;
— er afgelopen jaar uitsluitend is geïnvesteerd in de pilot op de Sarphatistraat;
— met name de Weteringschans een verouderd profiel heeft.
Besluit:
— voor 2017 500.000 euro in het stedelijk Mobiliteitsfonds te reserveren voor het
voorbereiden van het versneld upgraden van de OV-fietscorridor ‘binnenring’ naar
de eisen van deze tijd en dit te dekken uit de post ‘uitvoeringsagenda Mobiliteit;
— het college opdracht te geven voor de uitvoering van de plannen in 2017 in de
Voorjaarsnota voldoende middelen te reserveren.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
concepts. Ed de $
TAN 6 peen Sing Pin
2 hi
n EE eN nn ae
Fn ” B en ia.
if S : ë EN: A Ie
il Le API OE 4
pe à NE SE Ee E Ee
à & ä 4 Re hd
ak en NE Re DEN le, k jn
- El ee pe Eg NN
« me à … oe A p “° Na
EN Aa ad ä elle 8 5 # n n 3 Ea
P 3 k. 5 € De
ë ke Er : JN PS ke ä
« 8 B | « % le je KT eN
ws Ss: | de dn
e E , ë hd or m : N
3 de | md N
Duurzaamheidsinvesteringen erfpachtgrondwaarde
Gemeente Amsterdam
16 november 2017
2017-0083.01 V2.0
INHOUDSOPGAVE
01 INLEIDING 3
02 OPDRACHT 3
03 AANPAK 4
03.01 Inventarisatie beschikbare informatie 4
03.02 Selectie woontypen 4
03.03 Analyse energie beperkende maatregelen 5
03.04 Analyse gebruiken reststromen en hernieuwbare bronnen 5
03.05 Uitgangspunten 5
04 RESULTATEN 6
04.01 Bovenwoning (code: 1188 flatwoning) 6
04.02 Portiekflat (code: 1184 flatwoning) 8
04.03 Tussenwoning (code: 1131 repeterend) 9
04.04 Eindwoning (code: 1161 repeterend) 11
04.05 2-onder-1-kapwoning (code: 1121 repeterend) 12
05 CONCLUSIE 14
06 AANBEVELINGEN 15
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 2
01 INLEIDING
Het besluit van de gemeente Amsterdam, om voor gronden met de bestemming woningbouw over te
stappen naar een nieuw erfpachtstelsel, zorgt voor de nodige veranderingen in de Amsterdamse
woningmarkt. De regeling is al ingevoerd voor nieuwbouwwoningen en vanaf 1 oktober 2017 zal ook voor
de bestaande woningbouw het nieuwe erfpachtstelsel worden doorgevoerd in een zogenaamde
Overstapregeling. De onzekerheid vanuit het oude stelsel, door aan het eind van elke vijftig jaar
woningeigenaren opnieuw te confronteren met een herijking van hun erfpachtcanon, zal hiermee
verdwijnen. In het nieuwe stelsel wordt de erfpachtgrondwaarde bepaald door de gemeente Amsterdam
en hiermee wordt de woningeigenaar in de gelegenheid gesteld de erfpachtgrondwaarde in één keer af
te kopen of in termijnen te betalen.
In het erfpachtsysteem van de gemeente Amsterdam wordt de erfpachtgrondwaarde bepaald op basis
van een residuele grondwaardebepaling. In het nieuwe beleid wordt hiervoor een nieuwe systematiek
voorgesteld, waarbij aan de hand van de WOZ-waarde van woningen in een bepaalde straat met een
Buurtstraatquote (BSQ) de grondwaarde bepaald wordt. Binnen de gemeente Amsterdam zijn voor de
grondwaarde circa 5.000 buurtstraten gedefinieerd met ieder zijn eigen BSQ. Deze geeft de mate weer
waarin de gemeente de grondwaarde van een huis toerekent aan de locatie waar het staat. Voor een huis
met bijvoorbeeld een BSQ van 5 procent betekent dit dat 5 procent van de WOZ-waarde wordt
toegerekend aan de grond. De BSQ wordt berekend door individuele grondquotes van respectievelijk
eengezins- of meergezinswoningen in een buurtstraat te middelen. In gewilde buurten komt de
grondwaarde met de BSQ hoger uit dan in minder gewilde buurten. Bij gelijke bebouwing werken de
absolute verschillen in
de WOZ-waarde tussen verschillende locaties één op één door in de grondwaarde. De stijging van de
marktwaarde van de opstal komt hiermee direct terug in de grondwaarde. De BSQ, voor appartementen
(meergezinswoningen) is anders dan die voor eengezinswoningen.
Bij de invoering van het nieuwe stelsel heeft de gemeenteraad via een motie gevraagd om meer aandacht
voor duurzaamheid in de woningbouw en zij vindt dan ook dat duurzame investeringen moeten lonen.
Duurzaamheidsmaatregelen kunnen leiden tot een verhoging van de WOZ-waarde en door de directe
koppeling tussen de waardestijging van de woning en de erfpachtgrondwaardering zou dit terug te zien
moeten zijn in de erfpachtgrondwaarde. In de residuele waardebepaling van de individuele grondquotes
wordt echter de opstalwaarde gebaseerd op herbouwkosten die zijn berekend op basis van het
bouwbesluit 2015. In deze herbouwkosten zijn (duurzame) investeringen die verder gaan dan het
bouwbesluit 2015 niet opgenomen. De hogere WOZ-waarde en het hanteren van de BSQ leidt hierdoor
tot een hogere grondwaarde voor eeuwigdurende afkoop in het nieuwe stelsel. De
duurzaamheidsinvesteringen met betrekking tot het vastgoed komen hierdoor niet ten gunste van de
erfpachter, maar vallen terug in de grondwaarde en dienen hierdoor afgerekend te worden bij de afkoop
van de eeuwigdurende erfpacht. Middels de motie wil de gemeente Amsterdam een oplossing voor deze
onwenselijke situatie en duurzaamheidsmaatregelen in de woningbouw juist stimuleren, ook via de
overstapregeling naar het nieuwe erfpachtstelsel.
02 OPDRACHT
De gemeente Amsterdam heeft Alba Concepts gevraagd om in het kader van de invoering van de
Overstapregeling van het nieuwe erfpachtstelsel inzichtelijk te maken welke correcties voor
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 3
duurzaamheidsinvesteringen gedaan kunnen worden in de berekening van de erfpachtgrondwaarde van
de bestaande woningvoorraad. De gemeente Amsterdam wil het initiatief tot verduurzamen door
eigenaren niet belemmeren en duurzaamheidsmaatregelen stimuleren door middel van een correctie in
de berekening van de erfpachtgrondwaarde. Als uitgangspunt voor de berekening heeft de gemeente
Amsterdam een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van 0,4 gesteld voor alle woningen, omdat dit de EPC
is die in de berekening van de herbouwkosten al is meegenomen. Doel van de opdracht is om inzichtelijk
te maken welke duurzaamheidsinvesteringen economisch het meest realistisch zijn om een verbetering,
in stappen van 0,1, te realiseren. Hierbij wordt wel de kanttekening geplaatst dat het voor de bestaande
woningvoorraad in Amsterdam vrij theoretisch is om het uitgangspunt van een EPC=0,4 te hanteren, die
gelijk staat aan de huidige eisen van het bouwbesluit voor nieuwbouwwoningen, omdat het merendeel
van de bestaande woningvoorraad op dit moment geen EPC heeft van 0,4. Het betekent dus dat slechts
een beperkt aantal woningeigenaren in aanmerking komt voor een correctie.
03 AANPAK
In dit hoofdstuk is uiteengezet op welke wijze Alba Concepts de opdracht heeft uitgevoerd en op welke
manier dit rapport tot stand is gekomen.
03.01 Inventarisatie beschikbare informatie
De volgende informatie is bij aanvang van het project beschikbaar gesteld en geïnventariseerd. Op basis
van deze informatie zijn uitgangspunten vastgesteld.
= __Overstapregeling van voortdurende erfpacht naar eeuwigdurende erfpacht voor
woonbestemmingen 2017, Gemeente Amsterdam.
= Brief aan de gemeenteraad over Voorstel voor de Overstapregeling van voortdurende naar
eeuwigdurende erfpacht voor woonbestemmingen na de inspraak, 12 mei 2017, Gemeente
Amsterdam.
= De grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten 2017, Gemeente Amsterdam.
= Motie van de leden Van Osselaer, Dijk en Bosman inzake de Overstapregeling van voortdurende
naar eeuwigdurende erfpacht (duurzame investeringen), 28 juni 2017, Gemeente Amsterdam.
= _Fotowijzer woningen, Uniformering begrippen en definities woningen, versie 1.1 januari 2013,
NVM, VastgoedPro, VBO Makelaar, VNG, Waarderingskamer
= Aantallen en percentages woningtypen in de gemeente Amsterdam voor meergezinswoningen
en eengezinswoningen, Gemeente Amsterdam.
03.02 Selectie woontypen
In overleg met de gemeente Amsterdam is, op basis van de Fotowijzer Woningen en de gegevens van de
aanwezige woningtypen in de huidige woningvoorraad, een selectie gemaakt van woningtypen. Het
onderscheid tussen de verschillende woningtypen is van belang omdat de eigenschappen van de
verschillende woningtypen van invloed zijn op de EPC van een woning. Het effect van maatregelen op de
EPC van een woning verschilt dus ook per woningtype.
Bij het selecteren van de woningtypen is gelet op de meest voorkomende woningtypen in Amsterdam.
Onderstaande woningtypen zijn geselecteerd als uitgangspunt voor de berekeningen. De codering is gelijk
aan de WOZ.
= Bovenwoning (code: 1188)
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 4
= _Portiekflat (code: 1184)
= Tussenwoning (code: 1131)
= __Eindwoning (code: 1161)
= _2-onder-1-kapwoning (code: 1121)
Ruim 80% van de meergezinswoningen in Amsterdam zijn van het type beneden- en bovenwoning,
galerij- en corridorflat of portiekflat. Voor deze woningen zijn de typen bovenwoning en portiekflat
geselecteerd. Van de eengezinswoningen in Amsterdam is ruim 70% van het type tussenwoning. De
woningtypen eindwoning en 2-onder-1-kapwoning zijn gekozen om voor een grotere variatie aan
woningtypen de resultaten inzichtelijk te maken.
03.03 Analyse energie beperkende maatregelen
Voor het verduurzamen van een woning is het principe Trias Energetica als uitgangspunt gehanteerd.
Volgens de Trias Energetica dient ten eerste de energievraag te worden gereduceerd. Het beperken van
de energievraag wordt bereikt door het toepassen van zogenaamde passieve maatregelen. Deze zijn
primair gericht op het beperken van de energievraag en vragen zelf geen hulpenergie. Als voorbeeld, voor
een woning met een EPC van 0,4 zou dit betekenen dat de buitenschil (gevel, dak, begane grondvloer) van
de woning nóg beter geïsoleerd zou moeten worden. Verder wordt de luchtdichtheid verlaagd en er moet
buitenzonwering aangebracht worden.
Op basis van de EPC berekeningen is vastgesteld dat deze passieve maatregelen slechts een beperkt
effect hebben op de EPC van een woning (let op: vertrekpunt EPC van 0,4), maar wel een forse
investering vereisen. Omdat een het vertrekpunt (EPC 0,4 woning) al redelijk duurzaam is, is het
economisch niet realistisch om deze woning middels passieve maatregelen nog verder te verduurzamen.
03.04 Analyse gebruiken van energie uit reststromen en hernieuwbare bronnen
De tweede stap in de Trias Energetica richt zich op maatregelen die gericht zijn op het gebruiken van
energie uit reststromen of uit hernieuwbare bronnen. Al deze maatregelen zijn (installatie}technische
oplossingen zoals warmteterugwinning uit ventilatielucht of douchewater, restwarmte van installaties,
zonne-energie door zonnecollectoren of PV-panelen, warmtepompen of warmte-koude opslag. Uit de
analyse is gebleken dat deze maatregelen een groter effect hebben op de EPC dan de passieve
maatregelen. Met name de PV-panelen hebben een relatief hoog effect en hebben een relatief lage
investering. In het volgende hoofdstuk zijn de resultaten van het toepassen van installatietechnische
maatregelen, om te komen tot verduurzaming, uiteengezet.
03.05 Uitgangspunten
Voor alle woningen is een aantal aannames gedaan om het effect op de EPC te kunnen berekenen.
= _Isolatiewaardes (Rc-waarde):
o Gevel: 4,50 m2K/W
o Dak: 6,00 m2K/W
o Vloer: 3,50 m2K/W
o Glas: HR++
= _ Ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer en CO2 gestuurd + zelfregelende
ventilatieroosters
= __Luchtdichtheid (infiltratie): 0,40 dm3/s/m2
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 5
= _ Verwarmingssysteem: lage temperatuur, vloer en/of wandverwarming en HR107 cv-ketel
= PV-panelen: 270 Wp per PV-paneel
= Voor beschikbaar dakoppervlak geen rekening gehouden met dakramen, dakkapellen etc.
= Op eigen perceel opgewekte elektriciteit niet hoger dan elektriciteitsverbruik op de meter i.v.m.
salderen en lage terugleververgoeding.
= __Leidinglengtes zijn forfaitair (vooraf vastgesteld) behalve bij portiekflat; 4-6m
Omdat de oriëntatie van een woning van invloed is op de energieprestatie van een woning, is er voor
gekozen om per woningtype zowel een oost-west als noord-zuid georiënteerde woning als uitgangspunt
te nemen.
Vanwege praktische en technische uitvoerbaarheid is een aantal maatregelen niet logisch voor bepaalde
woningtypen. Zo is bijvoorbeeld een bodem water/water warmtepomp niet logisch voor niet
grondgebonden woningen, omdat er vaak onvoldoende ruimte is voor boringen. Daarnaast is douchepijp-
warmteterugwinning niet logisch voor woningen bestaande uit één woonlaag omdat de douchepijp dan
in de onderliggende woning geïnstalleerd zou moeten worden.
04 RESULTATEN
In dit hoofdstuk is per woningtype en oriëntatie weergegeven, wat de economisch meest voordelige
duurzaamheidsmaatregelen zijn om de EPC te verlagen ten opzichte van een woning met een EPC van 0,4.
De investeringen, behorende bij de maatregelen, zijn inclusief BTW en montagekosten.
Daarnaast is per woningtype, per oriëntatie weergegeven wat de effecten zijn op de EPC waarde van één
PV-paneel (270 en 340 Wp) en een hybride lucht/water warmtepomp.
04.01 Bovenwoning (code: 1188 flatwoning)
Een bovenwoning is een etagewoning of flatwoning welke bereikbaar is via een binnentrap. De
bovenwoning kan uit één of meerdere bouwlagen bestaan. De flat-bovenwoning (ook wel: repeterende
bovenwoning) is geen galerijflat.
In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 47.900 woningen van het type bovenwoning en hebben
daarmee een aandeel van bijna 33% van alle meergezinswoningen in Amsterdam.
Het uitgangspunt voor een bovenwoning (EPC van 0,4) is een tussenwoning van twee verdiepingen met
een gebruiksoppervlak (GBO) van 75,8 m2, waarbij de tweede verdieping een hellend dak heeft. De
woning is voorzien van één of meerdere zonnepanelen (afhankelijk van oriëntatie) om een EPC van 0,4 te
behalen. Er is, in verband met de grootte van het dakoppervlak, aangenomen dat er maximaal 9 PV-
panelen op dak geplaatst kunnen worden.
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 6
04.01.01 Oost-west georiënteerde bovenwoning
De oost-west georiënteerde bovenwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 2 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
02 |+ _5extra PV-panelen €2.600,
Loa |*_7extra PV-panelen € 3.400,
0,0 |= 9 PV-panelen (340 Wp) € 7.400,- € 98,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,039
1 PV-paneel (340 Wp) 0,050
Hybride lucht/water warmtepomp 0,003
04.01.02 Noord-zuid georiënteerde bovenwoning
De noord-zuid georiënteerde bovenwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 1 PV-
paneel om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
02 |*_4extra PV-panelen €210,
Loa |*_6extra PV-panelen € 3.000,
|oo |*_8extra Pv-panelen €3.300,
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel incl. bijbehorende investering
1 PV-paneel (270 Wp) 0,050
1 PV-paneel (340 Wp) 0,063
Hybride lucht/water warmtepomp
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 7 ®
04.02 Portiekflat (code: 1184 flatwoning)
Een portiekflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een gemeenschappelijk afsluitbaar
trappenhuis, een centrale hal of een gesloten portiek.
In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 32.600 woningen van het type portiekflat en hebben daarmee
een aandeel van ruim 22% van alle meergezinswoningen in Amsterdam.
Het uitgangspunt voor een portiekwoning met een EPC van 0,4 is een tussenwoning met een
gebruiksoppervlak van 77,7 m2 die zich onder het plat dak bevindt. De woning is reeds voorzien van
meerdere zonnepanelen om een EPC van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 10 PV-
panelen op het plat dak geplaatst kunnen worden voor iedere portiekflat die zich daaronder bevindt.
04.02.01 Oost-west georiënteerde portiekflat
De oost-west georiënteerde portiekflat heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 4 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
los |*_2extra PV-panelen € 1.200,
02 |*_5extra PV-panelen €2.600
0,1 |= 6 extra PV-panelen € 5.400,- € 69,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
0,0 |= 10PV-panelen (340 Wp) € 7.900,- € 102,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,041
1 PV-paneel (340 Wp) 0,051
Hybride lucht/water warmtepomp 0,049
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 8 ®
04.02.02 Noord-zuid georiënteerde portiekflat
De noord-zuid georiënteerde portiekflat heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 3 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
02 |+ _5extra PV-panelen €2.600,
Loa |*_6extra PV-panelen € 3.000,
0,0 |= B8extra PV-panelen € 6.200,- € 80,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,050
1 PV-paneel (340 Wp) 0,063
Hybride lucht/water warmtepomp 0,044
04.03 Tussenwoning (code: 1131 repeterend)
Een tussenwoning is een eengezinswoning waarbij de woningen ten opzichte van elkaar in een gelijk vlak
of lijn liggen.
In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 27.800 woningen van het type tussenwoning repeterend en
hebben daarmee een aandeel van ruim 70% van alle eengezinswoningen in Amsterdam.
Het uitgangspunt voor een tussenwoning (EPC van 0,4) is een woning met een hellend dak en een
gebruiksoppervlak (GBO) van 115,8 m2. De woning is voorzien van zonnepanelen om een EPC van 0,4 te
behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 18 PV-panelen op het dak geplaatst kunnen worden.
04.03.01 Oost-west georiënteerde tussenwoning
De oost-west georiënteerde tussenwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 3 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 9 ®
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
los |* 4 extra PV-panelen € 2100,
02 |+ _8extra PV-panelen €3.800,
oa |- stertraPvpanelen __ [€400
0,0 |= 13 extra PV-panelen € 8.000,- € 69,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Loo |* 15 extra PV-panelen €640,
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,027
1 PV-paneel (340 Wp) 0,035
Hybride lucht/water warmtepomp 0,041
04.03.02 Noord-zuid georiënteerde tussenwoning
De noord-zuid georiënteerde tussenwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 1 PV-
paneel om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
0,0 |= 11extra PV-panelen € 7.300,- € 63,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Loo |- s2ertraPvpanelen __ [€530
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,035
1 PV-paneel (340 Wp) 0,043
Hybride lucht/water warmtepomp 0,030
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 10 ®
04.04 Eindwoning (code: 1161 repeterend)
Een eindwoning is een eengezinswoning die grenst aan een aanliggende woning. De eindwoning is
gesitueerd aan het begin of einde van de reeks woningen en heeft geen (extra) bij de woning behorende
grond aan de zijkant van de woning.
In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 5.400 woningen van het type eindwoning repeterend en
hebben daarmee een aandeel van bijna 14% van alle eengezinswoningen in Amsterdam.
Beschrijving eindwoning repeterend met EPC 0,4 (uitgangspunten EPC berekening)
Het uitgangspunt voor een eindwoning (EPC van 0,4) is een woning met een hellend dak en een
gebruiksoppervlak (GBO) van 116,3 m2. De woning is voorzien van meerdere zonnepanelen om een EPC
van 0,4 te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 18 PV-panelen op het hellend dak geplaatst
kunnen worden.
04.04.01 Oost-west georiënteerde eindwoning
De oost-west georiënteerde eindwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 4 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
los |* 4 extra PV-panelen € 2100,
02 |+ _8extra PV-panelen €3.800,
Loa |* 12 extra PV-panelen €5.300,
0,0 |= 14extra PV-panelen € 8.400,- €72,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,025
1 PV-paneel (340 Wp) 0,031
Hybride lucht/water warmtepomp 0,065
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 11 ®
04.04.02 Noord-zuid georiënteerde eindwoning
De noord-zuid georiënteerde eindwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien van 2 PV-
panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
02 |+ 7exraPV-panelen €3,40,
01 |+ s0erraPvpanelen [€450
0,0 |= 12 extra PV-panelen € 7.700,- € 66,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Loo |+ ssertraPVpanelen [€560
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,032
1 PV-paneel (340 Wp) 0,040
Hybride lucht/water warmtepomp 0,042
04.05 2-onder-1-kapwoning (code: 1121 repeterend)
Een 2-onder-1-kapwoning is een eengezinswoning waarvan de woning is verbonden met één andere
gelijksoortige en gelijkvormige woning (niet zijnde een tussenwoning). Ook wanneer de woningen elk een
afzonderlijke dakconstructie hebben, vallen deze onder de definitie van de 2-onder-1-kapwoning. 2-
onder-1-kapwoningen worden ook wel aangeduid als “helft van een dubbel", welk begrip als synoniem
gebruikt mag worden.
In de gemeente Amsterdam zijn ongeveer 1.300 woningen van het type 2-onder-1-kapwoning repeterend
en hebben daarmee een aandeel van ruim 3% van alle eengezinswoningen in Amsterdam.
Het uitgangspunt voor een 2-onder-1-kapwoning (EPC van 0,4) is woning met een hellend dak en een
gebruiksoppervlak van 182,7 m2. De woning is voorzien van meerdere zonnepanelen om een EPC van 0,4
te behalen. Er is aangenomen dat er maximaal 22 PV-panelen op het hellend dak geplaatst kunnen
worden.
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 12 ®
04.05.01 Oost-west georiënteerde 2-onder-1-kapwoning
De oost-west georiënteerde 2-onder-1-kapwoning heeft een voorgevel op het oosten en is voorzien van 8
PV-panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
02 |* 12 extra PV-panelen €5.300,
0,1 |= 11extra PV-panelen € 7.300,- € 40,-
= Hybride lucht/water WP
0,0 |= 12 extra PV-panelen € 24.700,- € 135,-
= Bodem water/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,016
1 PV-paneel (340 Wp) 0,022
Hybride lucht/water warmtepomp 0,109
04.05.02 Noord-zuid georiënteerde 2-onder-1-kapwoning
De noord zuid georiënteerde 2-onder-1-kapwoning heeft een voorgevel op het noorden en is voorzien
van 5 PV-panelen om een EPC van 0,4 te behalen.
Aanvullende duurzaamheidsmaatregelen incl. bijbehorende investering
los |* 4 extra PV-panelen € 2100,
02 |*_9extra PV-panelen €410,
oa |+ 14 extra PV-panelen € 6.000,
0,0 |= 14extra PV-panelen € 8.400,- € 46,-
= Hybride lucht/water
warmtepomp
Effect op EPC per duurzaamheidsmaatregel
1 PV-paneel (270 Wp) 0,022
1 PV-paneel (340 Wp) 0,027
Hybride lucht/water warmtepomp 0,097
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 13 ®
05 CONCLUSIE
Uit de resultaten is te concluderen dat de toepassing van PV-panelen, economisch, het meest voordelig is
en daarmee het meest realistisch is om de EPC te verlagen. Daarnaast is de technische uitvoerbaarheid
van PV-panelen voor veel woningeigenaren relatief eenvoudig. Voor woningeigenaren, aangesloten bij
een Vereniging van Eigenaren, zal het installeren van PV-panelen in overleg en in overeenstemming met
de VVE moeten plaatsvinden. In de berekeningen is rekening gehouden met het potentieel beschikbare
dakoppervlak per meergezinswoning. Woningeigenaren kunnen middels een EPC berekening aantonen
wat de EPC-waarde van de woning is.
Uit de berekeningen valt op te maken dat de investeringen voor een oost-west georiënteerde woning
hoger zijn dan de investeringen voor een noord-zuid georiënteerde woning. Dit heeft te maken met het
feit dat, door de toepassing van PV-panelen, deze woningen met een hellend dak op het zuiden een
hogere opbrengst hebben. Daarnaast heeft een noord-zuid georiënteerde woning over het algemeen een
lagere energiebehoefte.
Wat verder opvalt is dat de verlaging van de EPC per stap (van 0,1) een nagenoeg lineair verloop van de
investering vraagt, behalve bij de EPC verlaging van 0,1 naar 0,0. Oorzaak hiervan is dat er geen extra PV-
panelen meer geplaatst kunnen worden, waardoor een andere maatregel moet worden toegepast met
een hogere investering. Er kunnen geen extra PV-panelen meer geplaatst worden omdat er enerzijds
geen dakoppervlak meer beschikbaar is en anderzijds omdat er dan meer stroom wordt opgewekt dan
dat er theoretisch wordt verbruikt. In de praktijk wordt er niet of nauwelijks meer vermogen aangelegd
dan wordt verbruikt, omdat de terugleververgoeding (saldering) lager is dan de energieprijs voor elektra
waardoor de terugverdientijd van de PV-panelen langer wordt.
Tenslotte is te concluderen dat met het verlagen van de EPC van 0,4 naar 0,0 de grenzen, om met
economische haalbare maatregelen een woning te verduurzamen, zijn bereikt. In het geval van de 2-
onder-1-kapwoning met een oost-west oriëntatie is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een EPC van 0,0 te
bereiken met PV-panelen in combinatie met (hybride) lucht/water warmtepomp, douchepijp
warmteterugwinning, (extra) buitenzonwering en triple glas. Dit betekent dat, om te komen tot een
verdere aanscherping van de EPC, er naar duurdere maatregelen gegrepen moet worden zoals een
bodem water/water warmtepomp.
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 14
06 AANBEVELINGEN
Zoals in de inleiding van dit rapport al is aangegeven is de gemeente Amsterdam op zoek naar een
oplossing voor de onwenselijke situatie dat duurzaamheidsinvesteringen negatief worden gewaardeerd
bij de afkoop van de eeuwigdurende erfpacht in het nieuwe erfpachtstelsel. In het nieuwe erfpachtstelsel
zouden duurzaamheidsmaatregelen in de woningbouw niet belemmerd moeten worden.
De gemeente Amsterdam heeft als uitgangspunt, gekoppeld aan het Beleid Grondwaardebepaling voor
bestaande erfpachtrechten 2017 een woning met een EPC van 0,4 gehanteerd. Dit is echter een
theoretische benadering en komt niet overeen met de bestaande woningvoorraad in de gemeente
Amsterdam, waar de EPC naar alle waarschijnlijkheid veel hoger zal zijn. Dit uitgangspunt heeft gevolgen
op het beoogd effect van het nieuwe erfpachtstelsel om duurzaamheidsmaatregelen niet te belemmeren.
Deze zijn hieronder kort toegelicht.
Het vertrekpunt van 0,4 zal betekenen dat slechts een beperkt aantal woningen in aanmerking komt voor
een correctie in verband met de duurzaamheidsinvesteringen in de berekening van de
erfpachtgrondwaarde. Een woning met een EPC van 0,4 is in de praktijk een relatief nieuwe (of reeds
gerenoveerde) woning. De woningvoorraad in de gemeente Amsterdam bestaat voornamelijk uit
(oudere) bestaande woningen en daardoor heeft het overgrote deel van de voorraad een EPC welke
aanzienlijk hoger ligt dan de gekozen standaard van 0,4. Dit heeft als gevolg dat maar een relatief klein
deel van de woningeigenaren in het nieuwe erfpachtsysteem voor een correctie op de grondwaarde in
verband met duurzaamheidsmaatregelen in aanmerking komt en er dus daadwerkelijk profijt van zal
hebben. Het gat tussen bijvoorbeeld een EPC van 1,5 naar 0,4 wordt niet gewaardeerd met de huidige
uitgangspunten. Echter, juist deze sprongen zullen bijdragen aan de duurzaamheidsambities van de
gemeente Amsterdam.
2017-0083.01 V2.0 | Pagina 15
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 715
Datum akkoord 17 augustus 2015
Publicatiedatum 19 augustus 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw W. van Soest
van 18 mei 2015 inzake het gebruik van de bodycam door politieagenten en
hulpverleners.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad heeft het helemaal
gehad met geweld tegen zowel politiemensen als tegen hulpverleners en vindt dat zij
beter beschermd moeten worden tijdens het uitoefenen van hun belangrijke werk.
In 2014 stelde, de inmiddels opgestapte minister van Veiligheid en Justitie, de heer
Opstelten, dat hij zich zorgen maakt over het geweld tegen hulpverleners. Hij vond
het zorgwekkend dat ambulancepersoneel en brandweermannen steeds vaker de
hulp van politie moeten inroepen.
In onze stad hebben agenten, hulpverleners en controleurs al jaren te maken met
fysiek en verbaal geweld aan hun adres. Het wordt nu tijd voor een heldere visie,
waarbij we geweldincidenten tegen de politie en hulpverleners zullen verminderen.
De spreekbuis van de gemiddelde politieman op straat, het Platform Bezorgde
Dienders, zag al in 2012 in meer cameragebruik de oplossing voor geweld tegen
agenten.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 18 mei 2015, namens de fractie van
de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Deelt het college de mening dat geweld tegen politie en hulpverleners volstrekt
onaanvaardbaar is?
Antwoord:
Ja, het college is het met de Partij van de Ouderen eens dat geweld tegen politie
en (andere) hulpverleners volstrekt onaanvaardbaar is. Het college maakt zich in
het kader van het samenwerkingsverband Veilige Publieke Taak (VPT) hard voor
een goede aanpak van deze problematiek en is onder andere betrokken bij het
overleg tussen de gemeente, politie, OM, brandweer, ambulancezorg en andere
organisaties met een publieke taak binnen Amsterdam waar over de te nemen
maatregelen wordt gesproken.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 9 aucustus 2015 Schriftelijke vragen, maandag 18 mei 2015
2. Is het college bekend met de spreekbuis van de gemiddelde politieman op straat,
het Platform Bezorgde Dienders? Zo ja, wat vindt het college van de opvatting
van deze professionals waarbij zij stellen dat meer cameragebruik op het lichaam
de oplossing is voor geweld tegen agenten, omdat de bodycam leidt tot
afschrikking en de-escalatie?
Antwoord:
Het College is bekend met het standpunt van het platform bezorgde dienders. Het
college heeft voor beantwoording van de vragen advies gevraagd aan de
brandweer, GHOR en politie.
De brandweer Amsterdam-Amstelland geeft aan dat zij op dit moment geen
behoefte heeft aan invoering van bodycams. De brandweer zegt dat agressie
tegen hulpverleners binnen de brandweerorganisatie onderwerp van gesprek is,
maar door de bevelvoerders momenteel niet als probleem wordt ervaren.
De GHOR stelt dat ook vanuit de ambulancezorg momenteel geen toegevoegde
waarde wordt gezien van het gebruik van camera's. Een aantal jaren geleden is
er naar aanleiding van een reeks incidenten een experiment gedaan met
camera's op ambulances. Dit heeft na evaluatie geen navolging gekregen.
Bij de politie Amsterdam kan bij te verwachten openbare ordeverstoringen — in
afstemming met het bevoegd gezag — al beperkte inzet van de bodycam
plaatsvinden.
3. Indien het college het met de professionals, die graag uitgerust willen worden met
een bodycam, eens is, heeft het college de bereidheid, in verband met de kosten,
de Amsterdamse politie en Amsterdamse hulpverleners stapsgewijs geheel uit te
rusten met bodycams, te beginnen in die delen van de stad met de hoogste
risico's voor politie- en hulpverlenend personeel? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Bij de brandweer en GHOR is er zoals aangegeven bij de beantwoording van
vraag 2 momenteel geen behoefte aan bodycams. Overigens geldt hier dat de
uitrusting en financiering van de betreffende hulpverleners een
verantwoordelijkheid is van respectievelijk de Veiligheidsregio en Ambulance
Amsterdam.
Voor de politie geldt dat de bepaling en financiering van de persoonlijke uitrusting
van de politie een taak is van de korpsbeheerder (=korpschef) van de Nationale
Politie. Hierbij kan worden opgemerkt dat de politie-eenheid Amsterdam vorig jaar
een pilot heeft afgerond en conform nationale afspraken bereidheid heeft getoond
mee te werken aan eventuele toekomstige pilots rond bodycams. De resultaten
van dergelijke pilots worden landelijk gedeeld. Het is vervolgens aan de Nationale
Politie om te besluiten of en op welke wijze tot bredere toepassing wordt
overgegaan.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng os Gemeenteblad
ummer weet: .
Datum 19 augustus 2015 Schriftelijke vragen, maandag 18 mei 2015
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 529
Publicatiedatum 13 juni 2018
Ingekomen onder H’
Ingekomen op 6 juni 2018
Behandeld op 6 juni 2018
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma, Van der Burg, Van Soest en Kreuger inzake
de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (behoud parkeervergunning voor
stallingplaatshouders bij invoering betaald parkeren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Verordening Parkeerbelastingen 2018 (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 467).
Overwegende dat:
— de gemeente eind 2017 heeft besloten tot de invoering van betaald parkeren in
o.a. de Prinses Irenebuurt en een aantal gebieden in Amsterdam Noord;
— in gebieden met betaald parkeren artikel 9 lid 1 uit de parkeerverordening geldt
dat het recht op bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal
stallingsplaatsen waarover de bewoner ‘beschikt of kan beschikken’;
— daarbij geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen nieuwe en bestaande
gevallen en niet is voorzien in een overgangsregeling;
— bewoners met een garage vaak al tientallen jaren wél op straat konden parkeren
(bijv. met belanghebbendevergunning) en dat veel bewoners en/of hun
voorgangers die ruimte derhalve voor andere woondoeleinden zijn gaan
gebruiken, bijvoorbeeld als extra (kinder)kamer, en/of ze inmiddels een auto
hebben die te groot is voor de garage;
— hetverlies van een vergunning sommige mensen in grote problemen brengt;
— de gebieden waar nu betaald parkeren is ingevoerd een relatief lage parkeerdruk
kennen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de invoering van betaald parkeren in gebieden waar bewoners tot dusver op straat
konden parkeren ook als zij beschikten over een stallingsplaats, deze bewoners
alsnog een parkeervergunning te verstrekken, indien de stallingsplaats niet meer als
zodanig te gebruiken is omdat deze is verbouwd.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 529 Motie
Datum 13 juni 2018
De leden van de gemeenteraad,
D.T. Boomsma
E. van der Burg
W. van Soest
K.M. Kreuger
2
| Motie | 2 | discard |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 431
Ingekomen op woensdag 22 april 2020
Behandeld op woensdag 22 april 2020
Status Verworpen via schriftelijke stemming op 28 april 2020
Onderwerp
Motie van de leden Yilmaz en Simons inzake actualiteit aanpak Coronacrisis
(ondersteunen van TTO's)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over actualiteit aanpak Coronacrisis.
Constaterende dat:
-__ Als gevolg van de corona-maatregelen taxibedrijven het hoofd niet meer boven
het water kunnen houden;
-__ Taxibedrijven als Taxi Electric reeds faillissement hebben aangevraagd en TCS
en SchipholTaxi dreigen failliet te gaan?
Overwegende dat:
- De situatie zeer ernstig is en de gemeente er alles aan moet doen om ervoor te
zorgen onze taxibedrijven deze storm overleven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In gesprek te gaan met de Amsterdamse taxibedrijven te onderzoeken waar zij
precies behoefte aan hebben. En om een noodkrediet in het leven te roepen voor
taxibedrijven in nood zodat zij de coronacrisis kunnen overleven.
De leden van de gemeenteraad
N. Yilmaz
S.H. Simons
1 https://www.atb.nl/artikelen/20137 4/ontslag-voor-werknemers-tcs-en-schipholtaxi-door-
onzekere-situatie-coronacrisis
2
1
| Motie | 1 | discard |
Monitor Corona en Ondermijning
maart-juli 2020
cash geld; naast cash opnamen en stortingen (naar Voorlopige analyse drugseconomie Voorlopige analyse mensenhandel
buitenland). De productielocaties van cocabladeren (Colombia, Peru, De aanname is dat, nu de Coronamaatregelen versoepeld zijn,
ANS e Criminelen zullen gebruik maken van alternatieve Bolivia) bevinden zich ook in lockdown in de periode maart-juli een deel van de sekswerkers die tijdelijk onvergund werkten
TENEN EEN routes voor vervoer van drugs. en de prijs van de bladeren is gedaald omdat transport amper weer vergund zal gaan werken of in elk geval die keuze heeft,
trends opgesteld door e Het aantal thuiskwekers gaat stijgen vanwege mogelijk is. Grotere organisaties hebben echter voorraden en dat daarmee de risico’s op misstanden in thuisprostitutie
tre ee financiële problemen onder de bevolking. aangehouden; er zijn voorbeelden te noemen waaruit blijkt dat kunnen afnemen. De verwachtte toename van het risico op
NET e _ Verwachting dat cash geld geïnvesteerd wordt in de toevoer van cocaïne onverminderd door gaat. Het is echter verslechtering van de positie van arbeidsmigranten blijkt niet
en voorlopige bevindingen ondernemingen die in financieel zwaar weer verkeren nog te vroeg om hieraan conclusies te verbinden. Wel wordt in uit meldingen arbeidsuitbuiting, maar er ligt nog steeds
over effecten van de als gevolg van lockdown. RIEC verband al ingezet op ondermijnende activiteiten via nadrukkelijk de focus op. Er is frequent overleg met de
corona-maatregelen op e In het buitenland (Spanje, lerland, Verenigd pakket/post. Den Haag is trekker van een PPS-aanpak onder Nationaal Rapporteur Mensenhandel, de G4 en overige
ondermijnende activiteiten Koninkrijk) is er een nieuwe trend waargenomen, voorzitterschap van Peter Noordanus met Post NL, OM, Politie (zorg)partners inhet mensenhandel-domein en in de _
or waarbij criminelen zich voordoen als en Dovane. Insteek is het tegengaan van het misbruik van post- technische raadssessie van september 2020 zal arbeidsuiting
ingezette samenwerking maaltijdbezorgers die verdovende middelen en en pakketdiensten door ondermijnende criminele netwerken (mede in Coronatijd) door experts worden toegelicht.
RENTE andere (illegale) goederen vervoeren. Er wordt landelijk te versterken. Alle activiteiten die elders lopen worden
cijfers en trends komen bijvoorbeeld gebruik gemaakt van rugzakken met In verbinding gebracht met deze groep, die momenteel OET
EEEN NNT dubbele bodem, als ook pizzadozen. Deze trend zou integrale fenomeenbeelden ontwikkelt op de export van drugs- Vastgoed en ondernemingen
oke ENCI in Amsterdam ook kunnen voorkomen. en pakketfraude. In
vastgoed en Scenario's ,
EREN Concrete bevindingen in Amsterdam menemenennenenenenenennenenenenenenennenenenenneenenenenenevenennenen Gemeenten hielden rekening met de volgende risico’s:
tenen ent ® Erzijn enkele signalen dat criminelen misbruik maken Mensenhandel/misstanden prostitutie e _ Ondernemers en vastgoedeigenaren die in financiële
Doel is onderling ETT van de pandemie, zoals zich voordoen als problemen komen worden kwetsbaar voor foute
delen en informatie duiden maaltijdbezorgers en het versturen van fakeberichten Scenario's helpers (investeringen of advies)
ERNA rondom drugs en de bescherming tegen het Gemeenten hielden in de afgelopen maanden rekening met de e _ Huurders krijgen een lening ‘tegen gunstige
bestuursadvisering Coronavirus, volgende risico’s: voorwaarden’ van verhuurder om huurschuld te
e _ Het aantal (anonieme) meldingen met betrekking tot e _ Toename van thuisprostitutie. Bij een vereffenen, en vallen ten prooi aan de onderwereld.
straathandel in drugs nam toe. (Zie onder Cijfers en toename zou ook de kans op misstanden en « _ Overname van vastgoed en ondernemingen door
Trends*) Mogelijk werd dit veroorzaakt doordat meer uitbuiting (kunnen) toenemen. In het criminelen
@) CJ mensen thuis zitten en er dus verdachte situaties in algemeen is het (toe)zicht op e Malafide gebruik van panden en ondernemingen
bib) straten en wijken zichtbaar werden. Er kwamen thuissekswerkers moeilijker en de kans op (onder meer tbv drugsproductie en opslag)
ú il enkele signalen dat door de Covid-19 pandemie de onveilige situaties is bij thuiswerkers groter
Signalen uit de stad uvySs straathandel zich verplaatste naar meer toegankelijke (al dan niet als gevolg van het onder druk Concrete bevindingen in Amsterdam:
Scenario's en bevindingen plekken, zoals parkeerplaatsen bij supermarkten of zetten door klanten). De volgende ontwikkelingen in vastgoed en ondernemingen
cafetaria's. e _ Kwetsbare positie van arbeidsmigranten. zijn in het stadsdeel Centrum geconstateerd:
Op grond van prognoses van experts van gemeente, politie, e Een toenemend aantal consumenten blijkt drugs nu Als gevolg van de veelal aanwezige * Inde periode van lockdown waren er enkele meldingen
wetenschap, kenniscentra partners (AMLC, FIOD) was de ook online te kopen, wat kan resulteren in een flexcontracten (die al dan niet gekoppeld over personen in de binnenstad die ondernemingen over
verwachting bij aanvang van de Corona-lockdown en de verdere toename van verzending van drugs via post- zijn aan huisvesting) zou de positie van willen nemen.
genomen maatregelen dat ondermijnende activiteiten in het en pakketdiensten in Nederland. arbeidsmigranten nog kwetsbaarder e _ Pandeigenaren zouden huurders vroegtijdige ontbinding
zicht zouden komen die daarvoor verborgen waren en nieuwe kunnen worden in Coronatijd. Als gevolg huurcontract aanbieden in plaats van overleg over
mogelijkheden voor ondermijning zouden ontstaan. Deze Transportlijnen van de economische problemen zouden overbruggingsmaatregelen bij huurbetaling.
monitor schetst scenario’s waarmee rekening is gehouden en Door de Coronamaatregelen was er zo goed als geen arbeidsmigranten hun baan (en woning) e _ Huurders wordt aangeboden om de onderneming, maar
geeft een eerste, voorlopige, analyse van de bevindingen in vliegverkeer. Hierdoor waren de kleinschalige smokkellijnen en kwijt kunnen raken of gedwongen worden feitelijk het huurcontract, over te nemen met overname
Amsterdam, terugkijkend op de periode maart-juli 2020. De geldkoeriers afgesneden. De KMar geeft aan dat er in de in onveilige situaties te werken. van schulden. Juridisch niet altijd mogelijk om dergelijke
focus is gericht op risico’s en kwetsbaarheden rond vastgoed en meeste gevallen sprake was van een daling in het aantreffen in de plaatstelling tegen te houden
ondernemingen, mensenhandel (arbeidsuitbuiting, criminele van drugs op vliegvelden. De Dovane zag geen verschuivingen Concrete bevindingen in Amsterdam e _En ook zouden verschillende restaurants in de binnenstad
uitbuiting) en de drugseconomie (productie, transport en voor wat betreft de modus operandi. De lockdownperiode laat inderdaad een toename van het het aanbod hebben gehad om per direct te vertrekken,
handel). Het aantal inbeslagnemingen en aangetroffen cocaïne door de aantal profielen op websites voor thuisprostitutie zien. Deze zonder opzegtermijn.
dovane in de Rotterdamse haven zijn in maart en de eerste toename kan onder meer zijn veroorzaakt door een (tijdelijke) e In een flink aantal winkels/horecastraten is nauw contact
Drugseconomie helft van april 2020 hoger dan in de eerste twee maanden van verschuiving van de vergunde naar de onvergunde branche of met ondernemersverenigingen en worden ontwikkelingen
dit jaar en ook hoger dan dezelfde periode vorig jaar. Ook in de komst van personen uit andere locaties naar Amsterdam. Er op de voet gevolgd. Een aantal observaties zijn:
Scenario's Vlissingen is er onlangs een grote vangst geweest, waarbij er wordt gemonitord hoe het aantal profielen zich nu verder -__ Weinig wisselingen in het eigendom van vastgoed.
nm . . . 4,5 ton kilo cocaïne is aangetroffen. Op woensdag 22 april ontwikkelt na de lockdown. -__ Terwijl veel detailhandel en alle horeca gesloten was,
Politie en gemeente hielden inde afgelopen maanden rekening heeft de federale gerechtelijke politie Antwerpen een container waren ettelijke souvenirwinkels en minisupermarkten
met de volgende scenario s op basis van wetenschappelijk onderschept geladen met vis. In deze lading zat bijna vier ton Per 1 juli mochten de sekswerkers in de vergunde branche hun open
inzichten, ervaring en eerste signalen/ bevindingen vit binnen- cocaïne, met een straatwaarde van zo’n 200 miljoen euro. werk weer hervatten. Het is onbekend of de sekswerkers die -__ Verschillende signalen dat er sprake is van
en buitenland: Veertien verdachten werden gearresteerd, waaronder negen voorheen vergund werkten, weer allemaal zullen terugkeren huurovernames van (souvenir)winkels en horeca op
° Straathandel verplaatst zich mogelijk naar meer Amsterdammers die bezig waren met het uithalen van de naar het vergunde circuit. De kwetsbare positie van bijvoorbeeld de Nieuwendijk en de Wallen.
toegankelijke plekken. cocaïne. Ook werden er in een voertuig van één van hen arbeidsmigranten behoeft nog steeds extra aandacht. Ondanks -__Leegstand neemt toe in onder meer de negen
« _ Toename van verzending van drugs via post- en wapens aangetroffen. Eind juni werd opnieuw een groep jonge een zeer gering aantal signalen van uitbuiting van straatjes
pakketdiensten door toename online handel. Amsterdammers aangehouden in de Antwerpse haven , arbeidsmigranten is voor dit onderwerp — mede in RIEC- -_Nadat in maart en april vrijwel alle zoetwarenwinkels
e De Covid-19 pandemie heeft effecten op de ditmaal met 3.400 kilo cocaïne. verband waar de Inspectie SZW onderdeel van uitmaakt — die zich op toeristen richten gesloten waren, volgde in mei
productiemarkt van synthetische drugs en cocaïne Niet uitgesloten kan worden dat de aanvoer die via België, nadrukkelijk aandacht. Daarnaast is er ook in Amsterdam en juni een sterke stijging in het aantal zoetwarenzaken
e _ Daling van de vraag naar cocaïne Antwerpen, Rotterdam dan wel Vlissingen binnenkomt ook aandacht voor de aanbevelingen van het landelijk aanjaagteam dat weer open was (ijs, wafels, Nutella)
e _Geldkoeriers kunnen zich vermoedelijk minder deels bestemd is voor de Amsterdamse drugsmarkt, ook gezien arbeidsuitbuiting (zie ook: Samenwerking en preventie). Inde hele stad valt op, dat er veel verbouwd werd in de
gemakkelijk verplaatsen; wat leidt tot ophoping van de Amsterdamse betrokkenheid bij de vangsten in Antwerpen. horeca tijdens Coronatijd. Onderzoek wijst uit dat het
aantal aanvragen voor bouwvergunningen betrekkelijk
laag is. (Zie onder Cijfers en Trends**) In de raadsbrief over TOZO-regeling In de periode maart tot en met juni hebben zich in Amsterdam
Corona en ondermijning van juni 2020 is de raad daarover OOV onderzoekt samen met WPI in hoeverre gemeente in totaal minder nieuwe ondernemingen ingeschreven dan in
geïnformeerd. Mogelijk worden vooral niet - Amsterdam het risico loopt op fraude met de Tijdelijke voorgaande jaren. Verhoudingsgewijs zijn verreweg de meeste
vergunningplichtige interieurverbouwingen vitgevoerd. overbruggingsregeling zelfstandig ondernemer (TOZO) en Cijfers en trends van deze nieuwe inschrijvingen geregistreerd in de categorie
e _ De gemeente is alert bij de toekenning van toeslagen, ee heeftom dese Vd an de VO financiële holding (7oo inschrijvingen); organisatieadviesbureau
naar aanleiding van signalen in de media en van Landelijk wordt toezicht gehouden op eventuele fraude met De factsheet Economische kerncijfers mei en juni 2020 (324); en vanaf april stijgt het aantal registraties in de
partnerorganisaties dat er malafide toeslagen aan ondernemers in Coronatijd. De gemeente is in (EZ/OIS) maakt melding van 132 faillissementen in Amsterdam categorieën detailhandel via internet in een algemeen
tussenpersonen/bedrijven zijn die hulp aanbieden bij het contact met het FEC, banken en de FIOD om als gemeente in de periode tot en met half juni 2020. assortiment non-food; goederenvervoer over de weg;
aanvragen van Corona-toeslagen. waar mogelijk nu al te leren van modus operandi in lopende Een faillissementsprocedure kan na aanvraag 2 á 3 maanden algemene burgerlijke en utiliteitsbouw; ontwikkeling, productie
fraude- en witwaszaken, en te anticiperen op fraude in duren; het aantal lopende aanvragen is niet bekend. De en uitgeven van software en overige specialistische en zakelijke
Voorlopige analyse ondernemingen en vastgoed: bepaalde branches. gevolgen van de coronacrisis voor het bedrijfsleven in dienstverlening. De meest opvallende procentuele daling ten
De aanname is, dat pas nu geleidelijk aan de financiële effecten Amsterdam zullen duidelijker worden na verloop van tijd. opzichte van vorige jaren zien we — en dat is verklaarbaar — in
van de Coronamaatregelen duidelijk worden. En dat daarmee MKB en KHN-Amsterdam: Er is overleg over een Om eventuele trends die kunnen wijzen op de inschrijvingen voor eventcatering, (podium)kunsten, horeca,
de risico’s in - voor ondermijning kwetsbare - sectoren juist financieringswijzer, waarmee ondernemingen kunnen nagaan ondermijning(srisico’s) snel te kunnen detecteren (of juist toerisme en contactberoepen. Opvallende procentuele stijgers
zullen toenemen, terwijl het gewone leven weer langzaam op welke documentatie ondernemers moeten aanleveren om hun signalen te ontzenuwen) monitort OOV vastgoedtransacties zijn in relatie tot ondermijningsrisico’s meer interessant, zoals
gang komt. financiering transparant te maken. bouwvergunningaanvragen, en ondernemingen (w.o. horeca) de categorieën detailhandel via internet in een algemeen
Dit betekent dat we het systeem waarmee momenteel signalen per gebied in de stad. En brengt het aantal sluitingen in kaart assortiment non-food met 191% (vergelijkbare stijging in 2019
worden opgehaald uit de stad zullen verbreden en informatie PVG: In het overleg tussen de gemeente en het georganiseerd die te relateren zijn aan de drugsindustrie (en tov 2018), goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen)
uit onze eigen registratiesystemen op een andere wijze zal bedrijfsleven in Amsterdam is de aanpak ondermijning Coronamaatregelen). 123 %, detailhandel via internet in huis- en tuinartikelen 45%,
worden benut en gekoppeld. besproken en zijn er afspraken gemaakt over samenwerking boekhoudkantoren 33%, handel in en reparatie van
tussen PVO/ DWS/ RIEC-AA om ondernemers Vastgoed en ondernemingen personenauto’s en lichte bedrijfsauto's (geen import) 64%,
2 weerbaarder te maken. Straatgerichte aanpak weerbare buurt callcenters 77% en kinderopvang 460 %. Op dit moment zijn
. . N À De ‘Straatgerichte Aanpak Aantrekkelijke Winkelgebieden’ hier uit oogpunt van ondermijningsrisico's nog weinig
Samenwerking en preventie Corporaties & Gemeentelijk vastgoed: Het onderwerp (hierna: SGA) is een gezamenlijk proces waarin overheid, conclusies uit te trekken.
ondermijning in coronatijd is in het overleg met de afdeling ondernemers en pandeigenaren een samenwerking opzetten
We werken als gemeente met andere partijen samen om BOG van de corporaties samen met gemeentelijk vastgoed om groei en verandering niet ten koste te laten gaan van de Aanvragen bouwprojecten *
nieuwe ontwikkelingen in de stad sneller in beeld te krijgen en besproken. Gezamenlijk zijn risico's onderkend en na de zomer identiteit van een straat of winkelgebied. Onder deze aanpak Vergeleken met de periode maart t/m mei vorig jaar zijn 29%
wederzijds elkaar op kwetsbaarheden te wijzen en preventieve wordt het overleg vervolgd over hoe indicatoren van voor valt onder meer een aantal straten in stadsdeel Zuid, Oost en minder vergunningaanvragen gedaan voor bouwprojecten.
maatregelen te nemen. ondermijning kwetsbare panden in een vroeg stadium kunnen West, net buiten de Singelgracht. In die gebieden is er een vrij Vooral niet-natuurlijke personen vroegen minder vergunningen
worden gedeeld. nauwkeurig beeld van ontwikkelingen in de panden tijdens en aan. Bouwkosten daalden daarmee met 175 miljoen ten
Het RIEC Amsterdam Amstelland initieerde de volgende na de lockdownperiode. opzichte van vorig jaar; een daling van zo'n 25 procent.
Corona campagnes: Particuliere vastgoedeigenaren: Voor de zomer heeft Zo is er vooral in de winkelgebieden in Zuid een wijziging te
e _ Social media campagne over foute helpers voor bestuurlijk overleg plaatsgevonden met enkele pandeigenaren bespeuren. Vanaf juni is een groei van leegstaande panden (in De opsomming hieronder geeft een eerste blik op patronen en
ondernemers in mei 2020. Aan de hand van een korte met bezit in de binnenstad. Dit overleg verloopt onder verbouwing, te koop of te huur) zichtbaar. In het aantal veranderingen in de aanvragen in het Omgevingsloket Online
online enquête werd aan ondernemers in de auspiciën van programma Aanpak Binnenstad en zal vervolg kadastertransacties was sprake van een (gematigde) groei. gedurende de coronamaanden. De aanvraaggegevens uit 2017
Amstellandgemeenten gevraagd of zij tijdens de krijgen na de zomer, waarin ook ondermijning een plek zal Men zou verwachten dat het aantal vastgoedtransacties in de — 2019 zijn gebruikt ter vergelijking.
Kermt manren gie zij miet krijgen. coronaperiode verminderd was, maar de vastgoedmarkt heeft .
overname van hun bedrijf, of voor het huren van een Vv d : ATO: mogelijkerwijs (anders dan de verhuurmarkt) een vertraagde ° he sonar aantal bouwaanvragen ner hweede
ruimte in hun bedrijfspand om onbekende reden. astgoe symposium met ATO: Gemeente Amsterdam reactie op economische veranderingen. wartaa van 2020 ligt zo’n 9% lager dan het
Tevens werd gevraagd of de ondernemers een organiseert samen met het landelijk Aanjaagteam On Periodieke en systematische observatie van de winkelgebieden gemiddelde van dat kwartaal in voorgaande jaren;
dergelijk aanbod hebben afgeslagen, erop in zijn Ondermijning (ATO) een symposium over ondermijning in de zal in de toekomst helpen om substantiëlere conclusies te -_In de tweede helft van mei 2020 lijkt het aantal
gegaan en/of ze een melding hebben gedaan Van de vastgoedsfeer op 21 september 2020 in Amsterdam. trekken over de mate waarin dergelijke ontwikkelingen de aanvragen zich te herstellen naar het gebruikelijke
248 mensen die de enquête hebben ingevuld, geeft Internationale ontwikkelingen en risico’s op de vastgoedmarkt weerbaarheid van de buurt tegen ondermijning negatief niveau;
tussen de 7,7% en 8,9% aan dat ze een aanbod en handelingsperspectieven voor een aanpak op regionaal en kunnen beïnvloeden. - Er is in de laatste weken van maart een duidelijke piek
hebben gehad van een onbekende investeerder. lokaal niveau worden belicht. in het aantal aanvragen “handelen in strijd met regels
Ondernemers die dit aangeven, komen uit Vastgoedtransacties: ruimtelijke ordening”;
verschillende branches, waaronder horeca, toerisme De aanbevelingen landelijk Aanjaagteam Arbeidsuitbuiting Er is, na een lichte stijging in maart, een afname zichtbaar in -__In april en meiis er een lichte dip in het aantal bouw-
en retail. Opvallend is dat geen van de ondernemers zijn door OOV onder de aandacht gebracht van verschillende het aantal in het kadaster geregistreerde transacties met één of en sloop aanvragen;
aangifte hiervan heeft gedaan De bevindingen uit de directies. In gezamenlijkheid onderzoekt men hoe deze den in Amsterdam: -__ De gebieden Oud-Zuid en Centrum West zijn de
enquêtes kunnen erop duiden dat ondernemers : f : : meer panden m Amsterdam: ;
tijdens de coronacrisis benaderd worden door aanbevelingen kunnen worden geïmplementeerd in beleid en voornaamste plekken voor OLO-aanvragen. Het is
investeerders met verkeerde bedoelingen. Voor handhaving. Toch zijn al enkele zaken te noemen: (1) Wonen Maand Aantal transacties niet duidelijk of er eventuele hotspots zijn in de stad
betere inzichten is een omvangrijker en dieper heeft nadrukkelijk aandacht voor arbeidsuitbuiting; dit blijkt december 2019 177 waar ongewoon veel aanvragen zijn geweest tijdens
onderzoek nodig. Hierover is de gemeente met het onder meer vit de (gevolgde) trainingen herkennen signalen de Coronamaanden.
RIEC AA en PVO in gesprek. mensenhandel, de aandacht voor uitbuitingssignalen bij Januari 2020 1.182
e Infographics (ontwikkeld met andere RIEC-s en LIEC) woningcontroles, aansluiting bij het RIEC-cluster februari 2020 1.078 Over de gehele linie is er kortom een daling in het aantal OLO-
die binnen de gemeente Amsterdam zelf zijn ingezet Mensenhandel en het uitdelen van relevante flyers en folders aanvragen (geweest) in 2020, mogelijkerwijs als gevolg van
dan wel worden bewerkt naar een op Amsterdam bij huisbezoeken. (2) Bl kijkt actief naar de aanbevelingen op maart 2020 +190 verminderde activiteit in de stad door de Coronamaatregelen.
toegespitste campagne. Het betreft: het gebied van BRP en RNI Over het dossier RNI is reeds april 2020 1.117 Na twee maanden lijkt er eind mei weer een herstel op gang te
o Infographic Tozo die erop is gericht richting het ministerie van BZK gereageerd met mei 2020 1.022 komen, parallel aan de versoepeling van de
Erol van dens rene oakeoiktin oplossingsrichtingen. (3) Vanuit EZ start in samenwerking met coronamaatregelen. De hogere aanvragen “handelen in strijd
samenwerking met WPI. ! Fairwork een pilot waarbij voor arbeidsmigranten een Het betrof in 7 gevallen de overdracht van 10 of meer panden met regels ruimtelijke ordening” lijken overeen te stemmen
o Infographic Horeca ondernemer waarin laagdrempelig en eenvoudig benaderbaar meldpunt wordt tegelijk in een transactie (waaronder corporaties en met de verhalen over drukte in de bouwmarkten tijdens de
specifiek horecaondernemers worden ingericht. commerciële beleggers). Meestal ging het in dat geval om eerste thuiswerkperiode door COVID-19.
gewaarschuwd voor foute helpers - wordt bedrijfsruimten. Het Programma De Weerbare Stad brengt met Aanvragen horecavergunningen
besproken met KHN de maatregel Van wie is de stad? meer systematisch diverse De maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 hebben
o__ Infographic Arbeidsmigranten waarin typen vastgoedtransacties in kaart. De transacties of aanzienlijke invloed op horecaondernemers over de gehele
gemeenten acvies cijgen over het traceren (ver)kopers die opvallen inde Coronaperiode worden nader linie. Om te zien wat dit precies voor invloed is geweest en ofer
migranten en uitbuiting - is betrokken in onderzocht op signalen van ondermijning. meer of andere gelegenheid is (geweest) voor ondermijnende
onze aanpak En activiteit werpen we hieronder een blik op de
Ondernemingen gestart in maart-juni 2020
horecagerelateerde vergunningsaanvragen voor, tijdens, en na Aanvragen per stadsdeel per maand Totaal aantal per criminaliteitsklasse + Bestuurlijke waarschuwingen en sluitingen van een pand
deze periode. Vergeleken met voorgaande jaren zijn er geen grote wijzigingen
200 103 2018 2015 zar . se . …-
5 mn _ ed n° in aantallen bij de gemeente binnengekomen bestuurlijke
5 65 harddrugs [=d LE] LN n . -
Aantal aanvragen per maand per jaar z ne Ee hennepkwekerij EE Ei En rapportages over voornamelijk productie van en/of handel in
Ee ss IE E ” Se softdrugs a EE Fe drugs. Wel is een lichte stijging in juli zichtbaar. Het aantal
Te = EE Se 5 ne corona 58 woningen dat is gesloten naar aanleiding van een drugsvondst
8 231 8 5 ï jm ERE : ini
El za z ne: r En . En Ee straathandel : ä EN bedoeld voor de handel is groter dan vorig jaar (+20). Nog
EP en nn jenve februar aart 20 e jw eea a an sE onbekend is of deze ontwikkeling een relatie heeft met de
5: 7 en 33 . ‚ ‚ moord / doodslag zn &
3 == EE zoo m8 a Afbeelding 3, aanvragen van horecavergunningen in 2020 emerkdcartars: ondsindinendt achnieken ik z Coronamaatregelen.
8 Ee _ 3 Stadsdeel wuurdapens E & 2
n oetans witwassen geld ä 4 á Totaal aantal besluiten
u en huiselijk geweld Aa
a ae 50
Afbeelding 2, aanvragen horecavergunningen, vitgezonderd IN Noord Aelen 5 5 & En
vergunningen tijdelijk terras mm oee ropes 3 7
B west crimineel / onverklaarbaar vermogen 2 5 3 go
Jaar van aanvraag IN Westpoort ontduiken belasting 3 3 3
Zuid
MN zo:6 u Gn illegale kansspelen 4 ie i 5 En
B zor legaal verblijf in Nederland 3 3 3 z z4
EN zoas openlijke geweldpleging 1 3 á 7 ze
2029 Er zijn in al deze gegevens geen onverwachte afwijkingen van Be PEEM 8 d 8 á
en . . . mishandeling
MN == het bovenstaande patroon te zien die eventueel duiden op En f à 5 ze
Stilstand gevolgd door volle toeren bijvoorbeeld ondernemende activiteit zonder uitzicht op ween nennen We : 5 5 _
De algemene trend is dat, in vergelijking met de eerste concrete omzet. Alleen stadsdeel West onderging met de dieverurihandëling | etwaattoiag de 4 .
maanden van 2020 en de jaren ervoor, de aantallen coronamaatregelen in zicht nog een ongewone maar kleine bommen / handgranaten á 2 . EE
F . . . …
: : opleving in aantallen aanvragen, maar dit lijkt geen trend te enne 5 waarschuwing sluiting geen maatregel opgelegd
horecavergunningsaanvragen op alle vlakken en in alle zin 7 ee e _
gebieden dalen tijdens de lockdownperiode (afb. 1). Vooral de JN. arden accijns n Afbeelding 7, totaal aantal bestuurlijke openbare orde besluiten tav
aanvragen die te maken hebben met evenementen of met het Meld Misdaad Anoni ” internationale drugssmokkel 4 1 panden in 2020
openen van nieuwe horecabedrijven verminderen in aantal. De Gra PALSAOAG ANONIEM MENGEN _ . huisvesten illegaler 1 - :
meest actieve gebieden (Centrum in het bijzonder) hebben ook Het aantal meldingen dat binnenkwam bij Meld Misdaad gedwongen prostitutie 3 2
… Anoniem is ve rgele ken met het aantal meldingen in vorige zwartwerker 2 2 Afbeelding 8, aantallen sluitingen van panden in 2020 met aanleiding
ereen ee zwaarst te jean onder te maatregelen afb. 3) jaren gestegen (afb 4). In de maanden maart t/m juli is er sirdaudof 2 3
orecazaken moeten de gemeente ITOrmeren Over, vergeleken met de 2 jaren hiervoor bijna een verdubbeling te admini À 5 sdh
wijzigingen in de bedrijfsleiding en eigenaren. Wisselingen in erg jare! J gt Onverklaarbare activiteiten á ferme
leidinggevenden (in en uitschrijvingen) worden het vaakst zien (afb 5). Vooral meldingen over drugs en straathandel zijn gevaarlijke staffen E 3
doorgegeven. In de loop der tijd zien we ongeveer evenveel in- aanmerkelijk toegenomen en meldingen van onverklaarbare bijstandsfraude 3 Si EE |
als uitschrijvingen. Na janvari 2020 is er echter een duidelijke ondermijnende activiteiten (afb 6). Dit kan verband houden ne 2 i cn EEN
afname in activiteit van doorgegeven wijzigingen, met een met het roi wa anfof ekenmg Is gehouden, dat meer asin GHB 1 2 n panne mn
it va beeatorium XTC / Opta
dieptepunt in april, midden in de lockdown en de daarmee ne t vins © ni ite, â ni on Edelen henraplevekerij buen s E 5 °
verbonden onzekerheid voor alle horeca. In mei en juni vindt er m nun omgeving. Wok kan art EEN MUStrauie zijn, dat hande! En hennepkwekerij beddljsgand s nn EE
een inhaalslag plaats: er is een piek in aanvragen die weken productie in drugs meer zichtbaar waren op het moment dat de fraude met toeslagen 2 : mee EN
duurt en die de piek van 2019 overstijgt in duur en kwantiteit. stad in de lockdown grotendeels stil viel. (NB. niet alle energiediefstal 3
- imi itei ij diefstal voertuigen / -onderdeler … EE
Opvallend is verder dat vanaf het moment dat de maatregelen criminaliteitsklassen zijn getoond) En 8
……. . ene ee diefstal overigen 3 ennepkwekerij niet in werking
versoepeld zijn, het aantal inschrijvingen van leidinggevenden Denk i 5 vmeer
. . en . atal meldingen Ed
weken achtereen groter is dan het aantal uitschrijvingen. Dit min ken sek z dE |
" ” per jaar
wijst er mogelijk op dat horecaondernemers hun achterstand 8 rijden / varen onder invloed 1 1 EN
met maximale inzet proberen in te halen. a radicalisenng :
ek. overval woning 1 1 illegale financiele transacties
Te internationale drugshandel 2
_ Aanvragen functies horeca Amsterdam 2016-2020 NE illegale anderwerhuur 2 SE | el
ad |
Afbeelding 6, totaal aantal MMA-meldingen 2018-2020 in de maanden
a | maart t/m juli, gerangschikt naar criminaliteitsktasse in ä
$ hl, mensenhandel IJ
f ä Hf ii ii _
Aldrin LE PE A de Afbeelding 4 en 5, totaal aantal MMA meldingen 2018-2020 en totaal betiendangpebelat
EL 7 de 7 aantal meldingen per maand maart-juli 2018-2020
ie A geen maatregel opgelegd
Afbeelding 2, wijzigingen en bijschrijvingen leidinggevenden bij n s ED zeis
horecavergunningen (alle typen) 2016-2020 n sot IN veerschewine
2014
MN zee
Aantal meldingen per maand
23 .
82
70 2e
7
49
sz 54 49
43 43 48
maart april mei jun juli
| Onderzoeksrapport | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 334
Publicatiedatum 5 juni 2013
Ingekomen op 30 mei 2013
Ingekomen in raadscommissie WPA
Te behandelen op 3/4 juli 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw De Soete inzake de Kadernota 2014 (een leven lang
leren voor iedereen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Overwegende dat:
— _ mensen zich een levenlang moeten kunnen blijven ontwikkelen, ook als zijn een
laag inkomen hebben;
— werkenden en niet-werkenden daarom de mogelijkheid moeten hebben zich om-
of bij te scholen, ongeacht leeftijd;
— de gemeenteraad op 14 juli 2011 de motie-De Soete (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 657) heeft aangenomen waarin de Gemeentelijke Kredietbank wordt verzocht
te onderzoeken of zij de bestaande leningsfaciliteiten kan uitbreiden met een
studiefinanciering;
— dit voorstel heeft geleid tot een scholingslening die op 1 juni 2012 van start is
gegaan;
— ongeveer 1600 mensen het afgelopen jaar belangstelling hebben getoond voor
de regeling;
— slechts 47 aanvragen zijn ingediend, waarvan er maar 8 zijn toegekend, omdat
mensen met een laag inkomen, die om- of bijgeschoold willen worden, vaak
schulden hebben en er dan geen lening wordt verstrekt;
— de tweede oorzaak voor het niet verstrekken van de lening een inkomen is dat
net boven de 110% van het minimuminkomen ligt terwijl mensen door relatief
hoge vaste lasten toch niet in een opleiding kunnen investeren;
— _op deze wijze de leningfaciliteit zijn doel niet bereikt, terwijl er velen baat bij
zouden hebben;
— de leningfaciliteit in het bereik moet komen van de beoogde doelgroep om op
deze wijze de kansen op de arbeidsmarkt voor hen te vergroten,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 334 Moti
Datum _ 5 juni 2013 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een plan op te stellen om te zorgen dat meer mensen met schulden toch een
opleiding kunnen volgen door middel van een educatiecontract (financiering met
inspanningsverplichting om diploma te halen of financiering op basis van
wederkerigheid, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) of op een andere wijze;
— de regeling voor de scholingslening uit te breiden naar mensen die meer dan
110% van het minimumloon verdienen waarbij een draagkrachtmeting wordt
gehanteerd om te beoordelen of zij een lening nodig hebben;
— ditte financieren door het niet bestede deel van het budget voor de
scholingslening hier alsnog voor aan te wenden.
Het lid van de gemeenteraad,
M. de Soete
2
| Motie | 2 | discard |
% Gemeente Amsterdam R.
% Gemeenteraad
x Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 028
Behandeld op 10 februari 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021
Onderwerp
Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid: Geen windturbines in zoekgebied IJburg,
Zeeburgereiland en Science Park (zoekgebied 4).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie.
Constaterende dat:
-_ Het college in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES)
het gebied rond IJburg, Zeeburgereiland en Science Park als
zoekgebied voor windturbines heeft aangewezen;
Overwegende dat:
-__ Windturbines slecht inpasbaar zijn binnen dit zoekgebied;
- Eronder bewoners van het zoekgebied geen draagvlak is voor de
bouw van windturbines binnen dit zoekgebied;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Geen windturbines te plaatsen in het zoekgebied IJburg, Zeeburgereiland
en Science Park (zoekgebied 4).
Het lid van de gemeenteraad
K.M. Kreuger
1
| Motie | 1 | train |
€ Gemeente |
Amsterdam |
> < West
x
Besluit Algemeen Bestuur
A-besluit
Directie: Programma's, Projecten en Wijken
Afdeling: Programma- en Projectmanagementbureau
Behandelende ambtenaar: Roel de Jong
Telefoon 06-52513825 |
Datum behandeling: 8 september 2015 |
Besluitnummer: INT-15-01503
Portefeuille: Vastgoed |
Onderwerp: |
Het in erfpacht uitgeven (verkopen) van Cabralstraat 1
Planning van de bespreking en besluitvorming |
e _Oordeelvorming dinsdag 8 september 2015
e _ Besluitvorming dinsdag 8 september 2015
Het Algemeen Bestuur besluit:
De gemeenteraad van Amsterdam te vragen het collegebesluit van 30 juni 2015 |
over het in erfpacht uitgeven (verkopen) van Cabralstraat a, specifiek
besluitpunt 2 het afwijzen van uitgifte aan MidWest op basis van het |
ondernemingsmodel MidWest, te heroverwegen.
Korte samenvatting: (max. 10 regels)
Stadsdeel West wil met het college van B&W en MidWest onveranderd
inspanningen verrichten om te komen tot een afronding van de pilot |
‘Vertrouwen In de stad’, waarvan de Cabralstraat 1 het laatste concrete project
is.
Daarom wordt de gemeenteraad gevraagd om heroverweging van het
collegebesluit tot afwijzing van uitgifte (verkoop) aan MidWest op basis van het |
ondernemingsmodel MidWest, en wel op grond van onder andere de |
navolgende standpunten:
1. De bestuurscommissie ziet MidWest als partner in haar ambitie het
gebied te ontwikkelen en de sociale cohesie te verbeteren, de |
wijkeconomie te stimuleren, de buurtparticipatie te bevorderen en het |
imago te verbeteren; |
2. MidWest ligt in de ‘Freezone Jan Eef’;
3. Maatschappelijke doelstellingen realiseren met ondernemerschap in |
plaats van subsidies |
4. Het Collegebesluit van 25 maart 2014 ‘overdracht beheer perceel
Cabralstraat’ heeft met de hierin als randvoorwaarde genoemde notitie
‘Uitgiftekader trustontwikkeling en wijkondernemingen’ grote
|
|
|
Stadsdeel West Pagina 2 van 3 |
A-besluit |
Besluitnr: INT-15-01503 |
|
|
verwachtingen geschapen bij MidWest en de buurt;
5. Financieel en juridisch advies overtuigen de bestuurscommissie niet
van de onmogelijkheid tot uitgeven in erfpacht (verkopen) van
Cabralstraat 1 aan MidWest op basis van het ondernemingsmodel
MidWest. |
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context):
In het collegebesluit wordt een uitgifte in erfpacht (verkoop) aan MidWest op
basis van het ‘ondernemingsmodel wijkonderneming MidWest’ afgewezen.
Reden van het besluit: |
Met het besluit kan de gemeenteraard geïnformeerd worden over de
standpunten van het Algemeen Bestuur van de bestuurscommisise West en hen
gevraagd worden het collegebesluit van 30 juni. jl, en specifiek besluitpunt 1 |
het afwijzen van uitgifte aan MidWest op basis van het ondernemingsmodel |
MidWest, te heroverwegen.
Kosten, baten en dekking: |
Niet van toepassing
Voorbereiding en adviezen:
De brief aan de gemeenteraad is intern afgestemd met de afdeling |
communicatie, juridische zaken en het gebiedsteam De Baarsjes.
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: |
Niet van toepassing
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken:
-__ Brief DB aan de gemeenteraad inzake het in heroverweging nemen van
een uitgifte in erfpacht (verkoop) van Cabralstraat 1 aan MidWest op
basis van het ‘ondernemingsmodel wijkonderneming MidWest’;
-_ Collegebesluit 30 juni 2015 het in erfpacht uitgeven (verkopen) of
verhuren van Cabralstraat 2.
Afhandeling:
Afschrift aan:
Roel de Jong, Miriam Heemelaar |
Bekendmaking / publicatie:
Besluitenlijst van de bestuurscommissie West.
Communicatie:
Niet van toepassing |
Ter kennisname doorsturen aan: |
Gemeenteraad van Amsterdam |
Besloten in de vergadering van: 8 september 2015
|
|
Stadsdeel West Pagina 3 van 3
A-besluit
Besluitnr: INT-15-01503
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
retaris: Voorzitter:
ee
| Besluit | 4 | train |
VN2021-000741 G Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen
rectie mi emeente
directie middelen en % Lucht-en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie F E D
control % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Deelnemingen
Duurzaamheid en Circulaire Economie (29)
Agendapunt 12
Datum besluit 12 januari 2021
Onderwerp
Vertrouwelijk delen bijlagen 11 emissierapporten
De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de brief (bijlage 1.1), de memo behorend bij de brief (bijlage 1.2) en de
kabinetsbijlagen (2 en 3). Kabinetsbijlagen 2 en 3 dienen ter aanvulling op de brief (bijlage 1.1
en 1.2) die eerder is verzonden via de dagmail van 42 januari 2021 en de op de website van AEB
gepubliceerde rapporten (exclusief bijlage 11).
Tijdens de commissie FEZ op 29 oktober 2020 zijn door raadsleden vragen gesteld over de
emissierapporten van de biomassa energiecentrale van AEB (BEC). Door wethouder Duurzaamheid
is toegezegd deze rapporten te delen.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeft met AEB overlegd over het
openbaar maken van deze emissierapporten, mede in het kader van een Wob-verzoek. AEB heeft
de rapporten exclusief bijlage 11 op 11 januari 2021 op haar website gepubliceerd, waarnaar wordt
verwezen. Bijlage 11 (bijlagen 2 en 3) van de rapporten bevat bedrijfsvertrouwelijke gegevens en
worden bij deze met v gedeeld.
2. Kennis te nemen van de geheimhouding die door het college op grond van artikel 25, tweede
lid van de Gemeentewet is opgelegd op de bijlagen 2 en 3 (zijnde de bijlagen 11 bij twee
emissierapporten). Dit in verband met de belangen genoemd in artikel zo lid 1 sub c en/of art 20 lid 2
sub ben g van de Wet openbaarheid van bestuur. De geheimhouding wordt opgelegd voor een tijd
van 25 jaar.
3. Kennis te nemen van het verzoek aan de raad om de opgelegde geheimhouding voorafgaande
aan behandeling van deze bijlagen 2 en 3 in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad na
aanlevering van de stukken bij de griffie op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet te
bekrachtigen.
Wettelijke grondslag
Artikel 160 lid 1 onder ben d van de Gemeentewet: het college bereidt de besluiten van de raad voor
en het college is bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen
Artikel 169 lid 2 van de Gemeentewet: het college geeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de
uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de commissie FEZ op 29 oktober 2020 zijn door raadsleden vragen gesteld over de
emissierapporten van de biomassa energiecentrale van AEB (BEC). Wethouder Duurzaamheid
toegezegd deze rapporten met ute delen.
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-000741 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
directie middelenen $%@ Amsterdam Lucht Zeeh D heid en Circulaire E ‚
control % ucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van o4 februari 2021
Ter kennisneming
Reden bespreking
n.v.t
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
Geheimhouding wordt opgelegd op de bijlage 2 en bijlage 3 bij deze voordracht. De informatie is
aangemerkt als bedrijfsvertrouwelijk en openbaarmaking kan de belangen van gemeente, AEB of
BEC schaden of bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel
van derden onevenredig bevoordelen of benadelen.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1.1 OPENBAAR brief emissierapporten AEB Commissie FED. pdf
AD2021-003427
(pdf)
AD2021-003426 Bijlage 1.2 OPENBAAR Memo toetsing meetrapporten AEB BEC.pdf (pdf)
AD2021-003425 Bijlage 2. KABINET bijlage 11 Emissierapport 1.pdf (pdf)
AD2021-003424 Bijlage 3. KABINET bijlage 11 Emissierapport 2.pdf (pdf)
AD2021-002777 Commissie FED Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Project Vitale Afvalketen, Floor Broekman, f.broekman@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1547
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder BJ
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Guldemond inzake de Begroting 2017
(nader onderzoek overhead).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Overwegende dat:
— de overheadkosten in deze begroting voor het eerst apart worden
— gepresenteerd conform de nieuwe BBV;
— het daardoor mogelijk is die te vergelijken met andere gemeenten;
— de overheadkosten in Den Haag € 4854 per inwoner bedragen, en in Groningen
op € 4790 per inwoner, en voor de gemeente Amsterdam € 6862 per inwoner.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— nader onderzoek te doen naar de hoogte van overheadkosten van de gemeente
Amsterdam en eventueel de verschillen met andere grote steden;
— de raad hier voor de Voorjaarsnota 2017 over te informeren.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
P.V. Guldemond
1
| Motie | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 november 2023
Ingekomen onder nummer 603
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Havelaar inzake begroting 2024
Onderwerp
Bezoekers parkeren in het centrum
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de begroting 2024
Overwegede dat
e Stadsdeel Centrum het enige stadsdeel is waar bezoekers parkeren niet ingevoerd is
e De alternatieven voor bezoekers van bewoners in het centrum om hun auto te parkeren
schaarser en duurder worden
e Recent 24/7 betaald parkeren in centrum is ingevoerd en dat parkeren er €7,50 per vur
moeten betalen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e bezoekers parkeren met 65% korting in te voeren in stadsdeel centrum zodat bewoners in
centrum hun bezoek tegen redelijk tarief kunnen laten parkeren;
e De benodigde 5,4 miljoen euro te financieren vit de verhoging van de toeristenbelasting
Indiener(s),
R.B. Havelaar
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur en zo nodig van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4A Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 22 september 2016
Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
4B Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 13 oktober 2016
Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Kunst en Cultuur
11 Kunstenplan 2017-2020 Nr. BD2016-013624
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 november 2016).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 12, 13 en 27.
12 Advies AKr inzake het Kunstenplan 2017-2020 Nr. BD2016-014692
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 13 en 27.
13 Wijziging van de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen
en Kunstenplan en de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad 2016 Nr.
BD2016-014804
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 november 2016).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 12 en 27.
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
14 Profielschets nieuw bestuurslid Amsterdamse Kunstraad Nr. BD2016-013321
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 november 2016).
15 Afdoening motie 123 Nr. BD2016-013795
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering JC van 22 september 2016.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 16 en 28.
16 Afdoening motie 125 - Potentieel geschikte panden voor broedplaatsen Nr.
BD2016-013796
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering JC van 22 september 2016.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 15 en 28.
Bouwen en Wonen
17 Instemmen met extra bijdrage aan paviljoen Van Eesterenmuseum Nr. BD2016-
014626
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 9 november 2016).
Onderwijs
18 Overzicht basisscholen onder de opheffingsnorm in het Amsterdamse primair
onderwijs Nr. BD2016-013800
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de duo-leden Bouchibti (VVD) en Laseur (CDA).
e Was TKN 9 in de Commissievergadering JC van 1 september 2016.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 22 september.
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
19 Evaluatie van de centrale loting en matching van de Amsterdamse
Kernprocedure 2016 Nr. BD2016-013802
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 22 september.
e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 20.
20 Kernprocedure besluit 2017 Nr. BD2016-014448
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
© Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19.
21 Kennisnemen brief voortgang versterken van de diversiteit in het Amsterdamse
basisonderwijs en van het onderzoek naar onderwijs aan achterstandsleerlingen
van Dhr. Blok Nr. BD2016-013803
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
© Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA).
e _ Uitgesteld in de Commissie vergadering van 22 september 2016.
22 Concept draaiboek calamiteiten onderwijs Nr. BD2016-013797
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA).
e Was TKN 6 in de Commissie vergadering JC van 22 september 2016.
e _Deleden van de raadscommissie Algemene Zaken zijn hierbij uitgenodigd.
4
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
Jeugd
23 Kennisnemen van de eindrapportage pilot spookjongeren Nieuw-West en
voortgang implementatie Nr. BD2016-013799
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman(PvdA).
e _ Uitgesteld in de raadscommissie JC van 22 september 2016.
24 Voortgang integraal plan van aanpak dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam
en ‘social parenting’ Nr. BD2016-014553
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissies voor Werk en Economie, voor Zorg en Sport en
voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
25 Kennis te nemen van de voortgangsrapportage plan van aanpak
vechtscheidingen Nr. BD2016-014615
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
26 Onderzoek kinderombudsman naar klachten over het MBO Nr. BD2016-014550
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Flentge (SP).
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
5
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
Kunst en Cultuur
27 Bestuurlijke reactie op advies Amsterdamse Kunstraad over Kunstenplan 201 7-
2020 Nr. BD2016-015144
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 11, 12 en 13.
28 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 24 augustus 2016
inzake de huurprijzen van ateliers Nr. BD2016-015161
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Duijndam (SP).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 15 en 16.
Onderwijs
29 Toelichting over de ontwikkelingen van het stedelijk toelatingsbeleid voor
schooljaar Nr. BD2016-015156
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD).
e Was TKN 4 voor deze vergadering.
30 Aanbieden contourennotitie ‘Onderwijsplatform Amsterdam’ Nr. BD2016-014001
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Toonk (VVD).
e Was TKN 11 voor deze vergadering.
6
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 27 oktober 2016
Jeugd
31 Fondsaanvraag Jeugd voor onttrekking in 2016 uit noodfonds Zorg, Werk en
Jeugdzorg Nr. BD2016-015257
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd voor deze Commissie, in de commissie FIN, op verzoek van het lid De
Heer (PvdA).
e Was TKN 5 in de Commissie vergadering JC van 22 september 2016.
BESLOTEN DEEL
7
| Agenda | 7 | discard |
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam
Amstel 1
Nn Stadsdeel Centrum
Postbus 202 2% Directie Bedrijfsvoering
1000 AE Amsterdam X afdeling Juridische Zaken
Telefoon 14 020
Fax 020 256 4433
Ne { Retouradres: JZ, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De heer dr. R.M.J.M. Butzelaar
Herengracht 522
1017 CC Amsterdam
an 15 FEB. 2013
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door mr. H.D. Hosper
Rechtstreekse nummer 020- 256 4722
Bijlage Omgevingsvergunning van 16 januari 2013, rapport Huygen Installatie Adviseurs van 30
november 2012, gegevens geluidsproductie Lennox airco-installatie
Onderwerp Uw brieven van 3 en 4 januari 2013
Geachte heer Butzelaar,
U heeft op 3 en 4 januari 2013 brieven gezonden naar de heer B. Oranje, dagelijks
bestuurder Bouwen, Wonen, Stedelijke Ontwikkeling e.v. de leden van de deelraad en de
heer H.D. Hosper, werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken. De inhoud van deze twee
brieven is gelijkluidend. Deze brief is een antwoord op uw brieven. Dit antwoord zal ook
ter kennisname aan de leden van de deelraad worden gezonden.
Bij deze brief treft u drie bijlagen aan. In de tekst van deze brief zullen wij nader op deze
bijlagen ingaan.
In uw twee brieven spreekt u, ook namens enkele andere belanghebbenden, uw
bezorgdheid uit over de plaatsing van een technische installatie op het dak van het
gebouw Vijzelstraat 79 A-C/Keizersgracht 603 en de gevolgen daarvan op uw
leefomgeving.
In uw brieven vraagt u om uw belangen als omwonenden van het gebouw Vijzelstraat 79
A-C/Keizersgracht 603 mee te wegen bij een oplossing van het probleem dat de installatie
geluid produceert, boven het dak uitsteekt en visueel zichtbaar is van de straatzijde en het
keurblok.
In deze brief kunt u lezen op welke wijze wij rekening hebben gehouden met uw belangen.
Inmiddels is op 16 januari 2013 een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen
van deze technische installatie, bestaande uit een airco-unit, een schoorsteen en een
aanzuiginstallatie. U treft deze vergunning als bijlage aan bij deze brief. Wij hebben de
vergunning verleend op basis van de hieronder vermelde overwegingen.
De vergunning is tot stand gekomen na een zorgvuldig onderzoek naar alternatieve
mogelijkheden voor het elders op en in het gebouw Vijzelstraat 79 A-C/Keizersgracht 603
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 2
plaatsen van deze installatie. Uit dit onderzoek van Huygen Installatie Adviseurs van 30
november 2012, dat wij ook als bijlage bij deze brief voegen, is echter gebleken dat een
andere plaatsing van deze installatie niet mogelijk is. Ook is het niet mogelijk de omvang
van de airco-unit en de afzuiginstallatie te verkleinen. De schoorsteen t.b.v. de CV-
installatie kan wel verlaagd worden van vijf meter naar drie en een halve meter.
Uit de als bijlage bij deze brief gevoegde gegevens over de geluidsproductie van de
geplaatste Lennox airco-installatie blijkt dat deze installatie 7 db minder geluid produceert
dan de oude installatie.
De thans geplaatste installatie voldoet aan de milieu-eisen en de eisen van het
Bouwbesluit. É
De commissie voor Welstand en Monumenten heeft een gunstig advies uitgebracht.
De commissie heeft hierbij rekening gehouden met het rapport van Huygen Installatie
Adviseurs.
U bent lopende de behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning d.d. 24 april
2012 enkele malen geïnformeerd over de afhandeling van deze aanvraag. Op 12
december 2012 bent u nog kort geïnformeerd over de laatste stand van zaken in deze
procedure.
Wij hebben bij het nemen van een beslissing de belangen van de bewoners en van de
vergunningaanvrager zorgvuldig afgewogen. Gelet op uw belangen hebben wij eerst de
vergunningaanvrager verzocht alternatieven te onderzoeken. Het resultaat van dit
onderzoek hebben wij laten beoordelen door een onafhankelijk deskundige.
Uiteindelijk heeft de overweging dat een kantoorgebouw moet kunnen blijven voldoen aan
de huidige eisen op het gebied van verwarming, koeling en ventilatie bij het nemen van de
beslissing de doorslag gegeven. :
Het is helaas niet mogelijk gebleken een andere oplossing te vergunnen.
Wij hopen u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Volledigheidshalve wijzen wij u op de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen tegen
het besluit van 16 januari 2013.
Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de heer mr. H.D. Hosper. Zijn
telefoonnummer staat bovenaan deze brief.
Hoogachtend,
mevrouw mr. N. Boelens
hoofd afdeling Juridische Zaken
2
|
»
Aan het Dagelijks Bestuur van de Deelraad Centrum Amsterdam 3 januari 2013
Aan de Wethouder B.Oranje
Aan de Weledelgestr.Heer H.D. Hosper , afdeling juridische zaken Stadsdeel Centrum
betreffende de procedure Keizersgracht/Vijzelstraat 79 REN
|
—3 JÁN, 2013
Geacht Bestuur, Ee
| Geregistreerd st DORA
In verband met een al jaren slepend conflict tussen de bewoners van Keurblok 16
en Amsterdam OG Beheer ( lees: de heer H.Dijkhuis), is er „sinds kort „correspondentie gaande
tussen de heer H.D. Hosper en vertegenwoordigers van het Keurblok ‚over de plaatsing van een
technische installatie met geluidsoverlast.
De laatste informatie hierover heb ik per mail — op mijn verzoek overigens - ontvangen
op 12 december.( de mail sluit ik bij)
Met stijgende verbazing hebben wij van de inhoud kennis genomen. Steeds meer gaat
het er op lijken dat wij de aangeklaagde partij zijn in deze onverkwikkelijke zaak en dat Amsterdam
OG Beheer (AOGB) de hand boven het hoofd wordt gehouden en in bescherming wordt genomen
door de gemeente.
Heel kort ga ik nog even terug in de tijd. Sinds 2004 heeft het keurblok melding gemaakt van
geluidsoverlast ‚veroorzaakt door de apparatuur van AOGB. Normaal contact hierover met
AOGB bleek ‚bij herhaling , niet mogelijk.Wij hebben „gezamenlijk, een geluidonderzoek laten doen
door een onafhankelijk bureau , Geluidsconsult BV, opgesteld door Ing. R.C. Muchall „waarmee
werd bevestigd dat de geluidsoverlast in het keurblok wordt veroorzaakt door het geluid van de
technische installaties op het dak van AOGB ( Dijkhuis Vastgoed).Dit rapport is aan de Gemeente
Amsterdam verstrekt.
Eerst in 2012 is eenmalig door de gemeente ingegrepen toen door AOGB , nieuwe , nog zwaardere
apparatuur op het dak „hoek Keizersgracht/Vijzelstraat, werd geplaatst „zonder dat daarvoor een
:
.
vergunning was aangevraagd.
De gemeente heeft toen — middels mevrouw Ruijgrok — stilleggen van de apparatuur
geeist. Duidelijk was dat de apparatuur niet alleen de grenzen van geluid maar ook die van esthetisch
aanzien , verre overschreed! De apparatuur steekt ver boven het dak uit en is van de straatzijde
en binnen het keurblok duidelijk zichtbaar. Fotoos hiervan zijn aan de Gemeente verstrekt.
Vervolgens is er toen iets vreemds gebeurd. Mevrouw Ruijgrok heeft een andere plaats gekregen
binnen de gemeente en degenen die vanaf dat moment de zaak in handen kregen hebben tot nu toe
meer actie ondernomen om AOGB te steunen dan om de regels , zoals die zijn opgesteld, te
handhaven, en de bewoners te helpen het probleem op te lossen. Alle argumenten van AOGB
worden gewikt en gewogen en wij, keurblokbewoners „worden aan het lijntje gehouden met
vooruitzichten die er niet rooskleurig uitzien. Wederom is er een maand uitstel verleend aan
AOGB Uit de brief van de heer Hosper maken wij op dat dat de argumenten van de heer Dijkhuis
kennelijk een grote rol spelen en dat de kans groot is dat het Dagelijks Bestuur de aanvraag
van AOGB gaat vergunnen „iets wat inacceptabel is!
Ook blijkt dat AOGB het afbreken of inpandig plaatsen van de illegale apparatuur te kostbaar
vindt en dat ue die reden de apparatuur zou mogen blijven staan! Dat is toch wel bijzonder
lachwekkend .Dus als je illegaal te grote en te dure apparatuur op een dak zet ‚dan zit je gebakken,
want dat is voor de gemeente kennelijk een reden om de apparatuur te gedogen! Of geldt dat
alleen voor AOGB ‚bijvoorbeeld omdat ze straks de Herengracht gaan verrijken met een Waldorf
Astoria Hotel ?
Het is duidelijk dat de gemeente niet de belangen en het algemeen belang van regelgeving en
handhaving mee laat wegen.We zouden betrokken willen worden bij de oplossing van dit probleem
in plaats van steeds met een kluitje in het riet te worden gestuurd.ik hoop dat deze hartekreet nu
eens serieus genomen wordt en dat we als bewoners van een van de mooiste keurblokken in
Amsterdam ‚op een eerlijke en rechtvaardige manier zullen worden behandeld, en liefst voordat
het kalf verdronken is.
met vriendelijke groet, mede namens Mevr. H. Ignatius en Dr. A van Dijkman
Dr. R.M.J.M. Butzelaar
as
LON EL Arya rm {, \outzechaarel online. n )
Ed
enen RS Ee
EL A
EIND Aen
NARE dee derd
STEN EE Aan è MRS
EE bei he à ewijs
RE ran pr en rin y bd et
WEC EAS REN An
LRE ded vd OEE anasth EEN En
k Er AN, BESI me AEN SLE A AES er
VERRE À OA € vab dee: He Eat
Eee dad BN end KE Eren Ce Ee
ae Vee stef ri DE 8 AS KE ek
Ie Ee BEN Adere BEL Dd Ate Sean Re we
NDT te Pe PE cats ae PRT zin SE Mr Ke rid 7 ne wl Ë gr Mared
er BAE, bn Re m ORE Need A et Bee
REN PR VTE erda el BRE REE REAL OE ale EES
DE BAN Amst At ment Ee re Be RAE SR
en AEN AArr rk RE nd Re. Ae TEE Bleed en AEK, ee
AE 4 A EEn a MA eh fn EAN B Se kb, zh Kr ned BN ef
Dre He ved Ak, tg : ef niht ee A PE Bien ì AE Bee a, di Ls ETC EEEN fn be
TERS PET id ae) Pe an re, L ee genie ir A SEA î RAR ded: ak De Eert ds, EN RS ze
RE Bren dS fe HEE Ne ie Par: kee B ee Are rr en Ke fb 5 rde Ee ej Ca ile We A
Ee On lach ne erlenine en RE And RRD Re, En ROA NAE EA? ze HeT ie
GI Ee re et Tale Ef sE bi: A ty: BE en ln hele LA | Sl Sal REE, x, Be: J zl ne e,, Ol
ens PE AU BE: ere sed r DI BEM er en Ce Ar en en OE jk en, Te be DA ER, VEE
ede RER, EA Re EE: vatte ae NE OE. Ed Dt KEN eee el Red A evi Le k, tad been Es nn ir 8
NAE adr se ee hehe ATA EE en ed ERR Ei Et nh Bi he Md biken 4 Rt Bt NeR ie er es Hee
BP ie Pee nk NE ee Sd Dn erde En EEE onee RR Ge Ar ee Te Re lar Sie dje ns
is A Eea NE KET RER Dt jn SOE epen A Ae ln, Ln HE Pet B bne Bet ie % 2 AR 4
TLS Ser ee LN Ee en, eed Ee ES wt 5 hg ES Es Zi zieden Se ER re ei Je dij ge bes Er ed en LE DE A ej Sf
3 AE „Anrst den terdan sn bi. en Re Etage jn PA ie et Be, nier ee Pae Hen BAE id e ER
gees Ed Hen Ae a 8 Bin EE he AEN AE EEL Uren ls Nets kr rp ee
Ere LA Ee En ME LE vz rn das Ao an a POLE
EAO A: EEn, BE 6 SEE era nd ERNA jn eeh dn En st RIT nas AA Vann ee
IE A Ed en are) En EE BEET GEen ar Har ne tn n-ont EE TR
ij haden ee ge en ES ek Es Erg re Re ES Ee Rn Er ej if Ae ús AE
GR beden B Bee AD ren: end
Pt NS nek 8 sterdam ad ee Ter grtn Re nf rte ® een Et vinden en ee
Pe En ij ande LT Ede tak Pad 2LOE ED mn Leen e
EN ‘ En ed Jer tes Gi RE bok ero Pe rn eee kee d B Re meten he
Peer nj VELE ed rees vüis A Ee IK SN : en EE ite bk EJ Reed
Et, REN, TN nend ee Pc haden RN, trekt Vire ki an en KA 3 heee de
rrd: ln je td ede RiEs ES Endt ver A Nn ETNA AE POR EE
OE bree EE he ctotr ss KoL A eene Er ee AES EEN RE ie
B EN Pe, Re sE Eer en det pet Ek: rr , Pd A een rad en dd
ENE EA stbewijs dat. ER CAA Pre EA OERS NRE De
lan Bs f HEN, AES NE a hike ae de, En et ie ES AE Art, rn
Ì Ae Es var en Kaes s RARE e Ban rn EEE ae ok we, end ,
pe 5 mont dn E é 25 EE iet LE K te EEE hoÂS Eed a, En
EEA ‚ En ee, te eet Je: EE a gh ren RUE EPE re
3 te ERA 2 in ee Te EL PLEK eh er Cine REL A Le ll RA ee jet ea
ks TREE ck en Pr he Ee A err Eart EAR bies Srespl eh
ef at ee #? HET Tek el, Est a Ed wiee LE SR Net EEA je ar Heije GA Er
K £ e 4 EE ten Elek _ - 5 Br ie „s' ment ee mn CPE ae 4 ,f ei hes, Sd RE A Ebert
Prien: re É ER AN > EEE ern ee Er Here, et, dt Vie rvi idd
; en pd EER ed B 3 EERE SEN NAE RR Lb AN A At
Kea Een REEN B dn EE Ee Eet th
hs en ren ER, Ri BE 17 lee Ve AE rs The erat B A ek ERD IE
nn Sen ital 5 ne eN cf eik As ern a En ie hk dn NS hes de heegt ge Wik vetenk ed jb pt et EE Erres
ei Sh Bee EE B pr Ed BE Ee En | Er EET A 1 ite Rr ER pt ED
eN En EEN ind Sed Ai La Ben ene en Eel ek & pn Se ad eg AAS Pea To
EE Beed nike, ER ze Pen et En hl EEL az. EERDE NEE ed, Een A
Pi ke PA ee el R HEF Lan ’ En er dd DE dd Sn et Sides Ke ee An HARE A ek
Ortu z en eN eN ar raten a LAG RE ei JE Arlen a EEK Een en
0e de ER Be OE EET dd Aelen
Zere Ai NE BE Rm EN jj ak vens, heete re De EES BS re hed: Ets
A 3 F ken, Ee eh ema pee en Ad baets EN An EE id 8E Ie, Re Ee eN
be TR ht Ee dps Re a Ho, SL tatie RT Ae Aen, Ka W Gen EA
EE ren en BE B tE En Rn Her: Zer, es OER oe
En RR el Eh Er se A EA Er NE: SVEN Hà REEN, AE ef ep SEN OE at
\ ‚5 wie bd A et A: Eed _k „bs pe St EEE cr En Sn es ES Zi op ER (.\ VRA ib nii La eeh
; ke Cee En KE Krnenete Er Ee Ss end 5 rl Eet in VE nt Et
Aer) ERE mie VeS ER Er nd de LRE Et Eer ek, Ed LN ERR Ee aen res RO.
, eg En Wee EE ERS, ne EAN 5 nen be Se RE RE ee eb ei, se AE
. 0 erdee re EN ie et elek ambten tn ' Bd) Der er. ek EE reen ders ad de Bern be
POR ra ae Ee ee eee EEE de RCA, RE 8 ET Er Rd
ed Zin Len en ie: den! … tak 5 En HERE 2 Le A, Vit | dn EE, et En
f de Eek DE, ne HE Ee en Ae EE
, Dae ps à EA. EEEN En Re ee vien ker ene Sien i nk p Rate td, eed. tn eine 4E DE en
Ee ee EES rna ien Si BEREN harde Ld \ eren ze nde Eel 3, nd rn, rj RA Wd, KAT ae
5 eerd: ads rn AL An vk de 0 er BEN rf dd EE ed KA De Ee rd! en and
EEE ee en Re en Vkeete Eer Ee TE TE he ete EE ne
Ee Per EE ve A REN, RC Enne wl NS Rr Wer Hee kele tt ET
ES bai ere AN F É De ge SER Ee. ie Ei e BA se it he. 7 us ATEN EEE at sh ee in: aj
tn mg E Ee LEU Rn bes rk of pn in ere B ha ed Bn AvA ete EE: a
4 Eene IE Te EE trg rt BE VA A ee Ad ee nt re WET pj RG d 6 8 n eam
ee ere ep eri iid … pe ri ier ats Aten SRE egt Ar: EE é
en Ed Dee A tkn at ey ht ES En Pe ke Ee ep, heee ek set, Mad Pe Heke dk 2 K
BRL, EEN el tE 4 jd Es vane Te kein Et EEn dae ee gee Ke, tek 3, a : |: .
EE En’ ene ED Berent EER EE RRA ree, AE AE rd _ D
EE f DE| he ve ë EEE MEt re 0 vl rh : et Oe. EN ie UL, : Peer 1:
, a end art es sus hed Re zen Wes né Bn B gdiÀ 3 RE, zi:
een Erdee! RE rard ae EN AAE Ein gn
: ed eee Gd RO ie! lr eN des aj EN Ee vette en en
8 le Ee GAS AND REN ; TTE ep Aarne er en
Ee Ten bir 3 en: Een Eve tear tf $ EN hd hts pa 5 Hens ad Re, WE ziek,
LES bink EEN Ee Drten ere ln en EN en An iekai EA nd ER Ee
eel Bite: Bn Ee Oe Ben BE
8 nnee ke en RE AEEA RU kf ea (en ah ec iee ap ld
ke en - ae DEE : eta hen EE rde af Ares
PA E BO EER PE he de 3 ne BETA Ee Kf
err mand k B DAE dn id OEE kt À
DE ed, A Ê ta De AE ge de ve é
ge kl aen als ent att Et Ea et BE SPAN a Ae 2
RIC dee nT AAST ESE Rn Se
5 ha HE. et HE | ik ERE RH ese CAA 7 RE Ji "é : e N
Be te et td REEN B : been ee ln Maer ZAAL, Aret ee zjn
nei Rae Bes A NGT ed en ps Rp EK el dn Heef Pi dd ie) RE el
hen mEt. ien Tee iden Î if RG hef ed at PE End
ï el RE | Ei En Hat! nt ie pt LER v dend Pel | ah ree AED PS c Se
5 î mien eid d En Sis tE ht en Merl bf Cts He À E
k UE ki Er REE Eeen ö Eee ni VA kr a Pr : vn
ig terp En RE ERE BE Renet 2d En Hfd
$ Ee id ERO ln En, dn beed Pe EE RAK Kr En pl ba be S
k E En : EE, As ER AES ee err EE Een td Ws
_ 5 : ne meene, EE Rak ee ee Bages TR rd
: Ee de ie vee % De ee de AK eed Ek hen OEE v
ä Gi { ERE SE RhB AT RE
bekt enenn: E RE rn A 4 RER RO, ï it
ed Ene Nerd en ERE KEE ne RR \ 3
waves arne, En mers en EEA ra En en at
Fi 2 UE en id ee rde ie Edet gal de e eN " 5 B E
p ; EP en ep ns enne eld : ie afs Ed
RT. Krk nt Ì RAR eee, en Ha Ee d de e er de
N aa Baat ee dn Ee REED ë à 5 5
d ie ht 5 hates Eed is en PEN ‚ AE te
A ne zt En DEE Ò ° pn HRe
k B PR ee Reden ; SEEN
5 an ” ne Ee ere OEE ed! ES
d 8 Le Re E 5 * zenden Aj, AAE BAE er d
‘ : f ee dd EN OR s Er kt dr EE re rr EEN
een ee ne c ete ee er ien EN ER mie in
E Parndt gn 7 $ Berk Ed dn BAE ne Eder Aten
n 4 Ee alas he Mi Sr 1 belg At ik KEN veen Emi auk E ee
E n Ei te OC RE 4 SE rpl de Een bre
EE, ; Ort et £ oe En Bed rap. rk Ae ie nt A ie 1 tu
TE Rn rr s rt ei ss Ae , Red PE en LE b nere
ler EE, Etn Se ke f Re Ae ARE af En perk sk, RI 5 ie
dt Ee ee SE ss 5 B 5 K eh Ie Er hd Á Pi ZE Bb Ede, p ed
EE 5 Bk, A ej EIS hs : tk Ee. ven AR df ai Ei En
à Raes rr 3, Es En nd Pie, é Nie Ae tbe jn $
L ha ee ne at Es ENT EE et Hen! Seen, ein Bk É eere
rp Rn AE 3 SN ks ie Er
zt OM veg Tr oe Ke Eee é EEG
je En in srate Shek ki, dr se Et
ES ee Ë NP elis 7 pn 6 5 5 RA ER RE
en EL Rr Eeen ute En Ee sd EN ie ó 5 a, Ae
f En à erna Eland Ees : KRK SA er er ee ER
5 en REE $ EE, er rde ete ;
" EE Re ETE En enen i 8 GEE MET
n 5 ke deden EA zn kr As WEN E iA Di r
Ei aes. Kebe ni vn NE: E Ade ì
ha, e Ed 8 hae nt nf „nn EA, Ee
5 Ë 3 Een AE op on TOE en ee ee
Ee Een RME ae mr Kee nie Ddl A ge S
NE: 8 ORE Ns Er a s cl 4 ka ô
NEE 12 n LR Ree Fr en od AE ni he DE ra ende ide bi Ef à
LEE Ee k he ed Zil Ee ht ie De entend of DAR EPT es | EN ns
Rt ; heij ne EE PRL, ke tE zee Rek gen en. fi
: A Erne es Etn Pe ed, he LE Ee es RR ijchper ne re enne As EO itrdef
' ien as Ps een Le RA Pe E AN eere zen sd ve ed PR Sd Anr A 40 Cn
: EN TR ER as a aes Et A Ed Î } Ì
HN dn Tr aen bien EE Dead ele HEER ne 4,
EE Ee et te ie bee Demn : enk AE A Hb,
Hi Aen ‘En HE 2e Ea) Sd, A Een Ee Nt EE iS Vk Ee is er
lef en é Ee een Rie BOER Ki ERE Bae Er chi Hi
, È dM en J En An ep: Erk en Re E ú
apa EBS EN hs! Re ; an en: dt ee ne ’ ee
: Denen ETEN: AURA Aben ra. en be EE to Ae
e ze Lt EE etek CTL ï E le 4 EE be dn ee 5 8
’ 19 Edse 5 ER BRE ried 6 8 Ren et brie len : f ard A
ine ene Ë sE , Ee Reken Keken ;
af ENEN | dn / et ears Det : Fte Ee gt ee lies Ne NI en
» EAM ie Etn EEN Ei dee ERN NTR ee 1 Kenda ek al hae de
in Ee kane ed Ln Bie PLEEGT: rides + heim hl ft ) dane 4 PER La, eef E
abaet Ee ak HE Bte ade er Ee, Aker on
ers Ë k 5 ens Ee Dr TS bn A Wed : Nef gf K EN
zee rees Knerr BEST RR rh RP al d
8 4e Ee pee kN EE Re nd X ie kr AP de 7 Kips
f it Heke ME NE ne ST
N Í ; RRA ee Rt edi Rn
” Reen! ETR Eel bk: Eese el , zink
eer deet NEN ie ú
En HAES a Ket EA en Betr
Baaren je de En Annet
É HR bt RR
arend nike WAE te i
E RE ted, , ri DN en ee
Stagsdee: Centrum j
4 | TO TTINGEKOMEN |
10 JAN. 2013
Aan de Deelraad van stadsdeel centrum
et nein!
Postbus 202 B
1000 AE Amsterdam Amsterdam, 4 januari 2013
Raadsadres aan de deelraadsleden van stadsdeel centrum
betreffende de procedure Keizersgracht/Vijzelstraat 79
Geachte raadsleden,
In verband met een al jaren slepend conflict tussen de bewoners van Keurblok 16
en Amsterdam OG Beheer (lees: de heer H.Dijkhuis) is er sinds kort correspondentie gaande
tussen de heer H.D. Hosper en vertegenwoordigers van het Keurblok, over de plaatsing van een
technische installatie met geluidsoverlast op het dak hoek Keizersgracht/Vijzelstraat.
De laatste informatie hierover heb ik per mail — op mijn verzoek overigens - ontvangen
op 12 december 2012 (de mail sluit ik bij).
Met stijgende verbazing hebben wij van de inhoud kennis genomen. Steeds meer gaat
het er op lijken dat wij de aangeklaagde partij zijn in deze onverkwikkelijke zaak en dat Amsterdam
OG Beheer (AOGB) de hand boven het hoofd wordt gehouden en in bescherming wordt genomen
door het stadsdeel.
Heel kort ga ik nog even terug in de tijd. Sinds 2004 heeft het keurblok melding gemaakt van
geluidsoverlast, veroorzaakt door de apparatuur van AOGB. Normaal contact hierover met
AOGB bleek, bij herhaling , niet mogelijk. Wij, de bewoners van het keurblok, hebben een
geluidonderzoek laten doen door een onafhankelijk bureau, Geluidsconsult BV, opgesteld door Ing.
R.C. Muchall. Hierin werd bevestigd dat de geluidsoverlast in het keurblok wordt veroorzaakt door
het geluid van de technische installaties op het dak van AOGB ( Dijkhuis Vastgoed). Dit rapport is aan
de stadsdeel centrum verstrekt.
Pas in 2012 is eenmalig door het stadsdeel ingegrepen toen door AOGB nieuwe, nog zwaardere
apparatuur op het dak, hoek Keizersgracht/Vijzelstraat werd geplaatst, zonder dat daarvoor een
vergunning was aangevraagd.
Het stadsdeel heeft toen — middels mevrouw Ruijgrok — stilleggen van de apparatuur
geëist. Duidelijk was dat de apparatuur niet alleen de grenzen van geluid maar ook die van esthetisch
aanzien verre overschreed! De apparatuur steekt ver boven het dak uit en is van de straatzijde
en binnen het keurblok duidelijk zichtbaar. Foto’s hiervan zijn aan het stadsdeel verstrekt.
Vervolgens is er toen iets vreemds gebeurd. Mevrouw Ruijgrok heeft een andere plaats gekregen
binnen het stadsdeel. Degenen die vanaf dat moment de zaak in handen kregen hebben tot nu toe
naar het schijnt meer actie ondernomen om AOGB te steunen dan om de regels, zoals die zijn
opgesteld, te handhaven. Ook worden bewoners niet betrokken bij het oplossen van het probleem.
Naar het zich laat aanzien worden alle argumenten van AOGB gewikt en gewogen en worden wij,
keurblokbewoners, aan het lijntje gehouden met vooruitzichten die er niet rooskleurig uitzien.
Wederom is er een maand uitstel verleend aan AOGB. Uit de brief van de heer Hosper maken wij op
dat dat de argumenten van de heer Dijkhuis kennelijk een grote rol spelen en dat de kans groot is
dat het Dagelijks Bestuur de aanvraag van AOGB gaat vergunnen, iets wat inacceptabel is!
Oak blijkt dat AOGB het afbreken of inpandig plaatsen van de illegale apparatuur te kostbaar
vindt en dat om die reden de apparatuur zou mogen blijven staan! Dat is toch wel bijzonder
lachwekkend. Het lijkt erop dat als je illegaal te grote en te dure apparatuur op een dak zet, je in het
voordeel bent, want dat is voor het stadsdeel kennelijk een reden om de apparatuur te gedogen en
eventueel zelfs te vergunnen!
kj
Of geldt dat alleen voor AOGB, bijvoorbeeld omdat ze straks de Herengracht gaan verrijken met een
Waldorf Astoria Hotel?
Het is duidelijk dat het stadsdeel in deze niet de belangen en het algemeen belang van regelgeving
en handhaving mee laat wegen. We zouden graag betrokken willen worden bij de oplossing van dit
probleem in plaats van steeds met een kluitje in het riet te worden gestuurd. Ik hoop dat deze
hartenkreet serieus genomen wordt en dat we als bewoners van een van de mooiste keurblokken in
Amsterdam, op een eerlijke en rechtvaardige manier zullen worden behandeld en liefst voordat er
geen weg terug meer mogelijk is.
Wij vragen de raadleden toe te zien op handhaving van deze illegaal geplaatste installatie.
met vriendelijke groet, mede namens Mevr. H. Ignatius en Dr. A van Dijkman
Dr. R.M.J.M, Butzelaar
Laar | Chn ar dl enamt „f \
waob … obS3bafsl
Van: Hosper, Huibert [maiito:nnosper@centrum, amstergam,nl}
Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:50
Aan: '[email protected]'
Onderwerp: RE: Amsterdam OG Beheer BV , uitspraak
Geachte heer Butzelaar.
De aanvraag is in overleg met de aanvrager opnieuw aangehouden tot 1 februari 2013,
Inmiddels is er advies ontvangen van onze technisch adviseur omtrent het plaatsen van de technische installaties op
het dak van de Vijzelstraat 79. Dit advies luidt dat de thans op het dak geplaatste aanzuiginstallatie niet intern
geplaatst kan worden. De airco-installatie kan alleen tegen hoge kosten worden verlaagd. Deze verlaging betreft
slechts een hoogtewinst van enkele tientallen centimeters. Zichtbaar blijft dan een installatie ter hoogte van de thans
vervangen oude dakinstallatie. Eerder was al bekend dat de op het dak geplaatste schoorsteen verlaagd kan worden
van 5 meter naar 3,5 meter.
Het huidige bouwplan, inclusief het technisch advies, is voorgelegd aan de commissie voor Welstand en
Monumenten.
Is het advies van deze commissie is ontvangen, neemt het dagelijks bestuur een beslissing op de aanvraag.
Y dient er rekening mee te houden dat het dagelijks bestuur de aanvraag gaat vergunnen.
mr. H.D. Hosper
senior jurist
Directie Bedrijfsvoering
Afdeling Juridische Zaken
Stadsdeel Centrum
020- 2564722
Van: Rudi Butzelaar (mailto: [email protected]] Namens Rudi Butzelaar
Verzonden: woensdag 12 december 2012 13:27
Aan: Hosper, Huibert
Onderwerp: Amsterdam OG Beheer BV , uitspraak
Geachte heer Hosper,
In october hebben wij contact gehad over de zaak Amsterdam OG Beheer BV ( Harold Dijkhuis).
U heeft toen gezegd dat de uitspraak doorgeschoven was naar 1 december 2012.
Inmiddels zijn we die datum gepasseerd en we zouden het zeer op prijs stellen als u ons over de follow up
1
dj
Ban C
ih, ip ÛJ
SEEN Wu
MR, / ee] T
5, pr i Ll 8
d Ì £ | D
Ë ie Or.
Ô „5 1 be rd
Ì AE Z À
| Es 5 d
Ì e \ ï
k ei)
ns T |
Ö
ze
5
L 5
j ë ES:
da SE
d A ON
| Bi je
en X + Â
5 Á 5 E
r men AL
A
EA
ES OP OREERT
Qfennadaor Weremjmed STE, vor} €C Nan
OPLEGGER (hemdje)
ingekomen raadsadressen aan de stadsdeelraad
teg”, vr ntt nn Ge a nn tenemen mann,
Ingekomen dd antevatendooreamg | TO onver Jol |
DIV-nummer gate vultendoor OM) 1 Oe Oe |
|
[Naam afzender gn w vaten door Grime) Dt. KM he. Bud zelarvr En
É 4 6
Adres afzender gn te voten door Gúme, |A. Grttzetann Gender al
| ip: etek Keizersatacnt /
\ Betreft (an te vatten door Griffie) | Vil ch e
oesters |____ Vjelshmet 79 |
| Te behandelen door direche Fe
jûn te vullen door DM) en OO nent
| Evt opmerkingen Gnffe |
De wijze van afdoening wordt vastgesteld in de raadsvergadering van: | ZE ema nm ]
Vanaf dezo datum begint afdoeningstermijn te lopen.
Afdoening
De raadsvoorzitter zal voorstellen dit adres.
W in handen van het dagelijks bestuur (db) te stellen ter afdoening ì
MM, met afschrift van het antwoord ter kennisneming aan de commissie: &w (afdoeningstermijn 8 weken)
vo _ná behandeling van concept-antwoord in de commissie: (afdoeningstermijn 12 weken)
© _ te betrekken bij de voorstellen / bespreking ter zake
0 in handen van het presidium te stellen
OQ voor kennisgeving aan le nemen
a anders, namelijk:
ndi idd
& Antwoord altijd via DIV versturen
> __ Als de beantwoording op zich laat wachten (bijv. omdat commissiebehandeling bij concept-antwoorden moet worden
afgewacht. of bij zomerreces of bij complexe onderwerpen of waarbij elders:bij centrale stad info moet worden
ingewonnen), moet de behandelende ambtenaar vla DIV een tussenbericht sturen naar adressant mes korte uitieg |
en schatting van tijdstip waarop antwoord vermoedelijk komt. Dit tussenbericht moet cc naar de griffie.
5 _ Het db bepaalt zelf hoe het afhandelt via db af portefeuillehouder of via mandaat aan de desbetrefiende directeur
> Ne afhandeling stuurt sectorhoofd het originele getekende antwoord naar DIV ter verzending en archivering.
o De Griffie ze! het antwoord op het web bij het raadsadres dat zij al op het web heeft gezet (beiden geanonimiseerd)
Let op:
-_Hel kan zijn dal het afhandelingsvaarstel van de voorzitter anders is dan hierboven staat aangekruist. Lees dus altijd de
definitieve agenda van de raad met de definitieve afhandetingsvoorstetlen (zie internet).
- _ Het kan ook zijn dat de raad ter vergadering anders bestu dan het voorstel van de raadsvoorzitter zoals dat op de
definitieve agenda is vermeld; de griffier meldt dit bij haar briefing na de raad. Meld u aan voor een abonnement op de
briefing, als u wel sens raadsadressen moel behandelen
mn
Bezoekadres 4 Gemeente Amsterdam
Amstel 1
vo welden Stadsdeel Centrum
Postbus 202 D_ < Directie Dienstverlening
1000 AE Amsterdam Afdeling Vergunningen
Telefoon 14 020 2x
Fax 020 256 4433
www.centrum.amsterdam.nl (
Datum 16 januari 2013
Ons kenmerk BWT 406665
Behandeld door ing. G.M. Stark
GEMEENTE AMSTERDAM
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum
Omgevingsvergunning
Besluit:
= Een omgevingsvergunning te verlenen aan Amsterdam O.G. beheer B.V., namens
deze ingediend door Maatschap, Van den Oever, Zaaijer en Partners Architecten voor
het vervangen van de bestaande koelmachine en het rookafvoerkanaal van het
gebouw Vijzelstraat 79 met behoud van bestemming daarvan tot kantoor;
« _Afte wijken van de bepalingen van het bestemmingsplan Zuidelijke Binnenstad.
Aan het einde van de vergunning zijn voorschriften opgenomen. Het is belangrijk dat u
deze voorschriften goed doorneemt, ze zijn een belangrijk deel van de
omgevingsvergunning. In de vergunning staat ook de inwerking treding van deze
vergunning vernoemd, belangrijk is dat u deze inwerkingtreding ook aanhoud, hierbij dient
u tevens rekening te houden met de beroep/bezwaartermijn.
Met vriendelijke groeten,
namens het dagelijks bestuur,
ing. G.M.|Sta
senior mädewerker Vergunningen
Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein
OO
Gemeente Amsterdam
Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum
Pagina 2 van 5
Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht,
binnen zes weken na de datum van deze brief gemotiveerd bezwaar maken tegen dit
besluit.
Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en minstens bevatten: uw naam en adres,
de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, de gronden
van uw bezwaar en het kenmerk nummer van dit besluit. Wilt u ook uw telefoonnummer
vermelden en een kopie van dit besluit mee zenden. Het dagelijks bestuur stelt het op prijs
als u een kopie van uw bezwaarschrift faxt naar nummer 020 256 4433.
U stuurt uw bezwaarschrift naar:
Dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum
Directie Bedrijfsvoering
Afdeling Juridische Zaken
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Het indienen van een bezwaarschrift schorst niet de werking van het besluit.
In spoedgevallen kan een voorlopige voorziening worden aangevraagd - maar alleen als u
daarnaast ook al een bezwaarprocedure heeft lopen - bij de Voorzieningenrechter van de
Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Een
verzoek om voorlopige voorziening kan ook digitaal worden ingediend. Dat kan via
http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u wel te beschikken over een
elektronische handtekening (DigiD). Aan het indienen van een verzoek om voorlopige
voorziening zijn griffiekosten verbonden.
8 ;
A
Gemeente Amsterdam
Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum
Pagina 3 van 5
De beoordeling van de aanvraag
Procedure
Voor de beoordeling van de aanvraag zijn er de volgende stappen doorlopen:
- procedure op “regulier" bepaald;
- op volledigheid getoetst;
- aanvraag twee weken ter inzage gelegd;
- beoordeling door adviseurs;
- beoordeeld op wet & regelgeving;
Activiteiten
Het project bestaat uit de volgende activiteiten:
- het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo);
- het gebruik van gronden of bouwwerk in strijd planologische
regeling (artikel 2.1, lid 1, onder c Wabo;
Termijnen
Op 24 april 2012 hebben we uw aanvraag ontvangen.
Op 7 juni 2012 is er een verzoek gedaan om aanvullende gegevens. Deze hebben wij op
15 juni 2012 ontvangen.
Op 6 juni 2012 is de beslistermijn van uw aanvraag verlengd met 6 weken.
Vervolgens is in overleg met de aanvrager op grond van de Awb de beslistermijn verlengd
tot 1 februari 2013.
Planologische toets
Toets aan het bestemmingsplan / voorbereidingsbesluit of beheersverordening.
Het project is gelegen in een gebied, waar van kracht is het bestemmingsplan Zuidelijke
Binnenstad. De op de plankaart aangewezen gronden zijn bestemd voor Gemengd-2.
De aanvraag is daarmee niet in overeenstemming, aangezien de aircoinstallatie en de
rookafvoer de maximaal toelaatbare bouwhoogte overschrijdt.
Afwijkingen van de vigerende planologische regeling
Binnenptanse afwijking
Het is mogelijk om van de bepalingen in het bestemmingsplan of beheersverordening af te
wijken onder toepassing van de in het bestemmingsplan of beheersverordening
opgenomen regels (artikel 2.12, lid 1, sub a onder 1 Wabo).
3
Gemeente Amsterdam
Kenmerk 406665 Stadsdeel Centrum
Pagina 4 van 5
Er is strijd met artikel 14.2.5, onder b van de bij het bestemmingsplan behorende regels,
de afwijking betreft het overschrijden van de maximale bouwhoogte.
Wij geven hierbij toestemming om van de bepalingen van het bestemmingsplan af te
wijken, het gaat hierbij om artikel 14.4.5 van de regels die deel uitmaken van het
bestemmingsplan.
Voldoende aangetoond is dat de installaties niet inpandig geplaatst kunnen worden en dat
de afmetingen en situering van de reeds geplaatste installatie, door te voldoen aan de
huidige eisen, niet kleiner gedimensioneerd kan worden.
Beoordeling aan de redelijke eisen van de welstand
Toetsing welstand
De Commissie voor Welstand en Monumenten Amsterdam heeft op de aanvraag
geadviseerd. Dit advies is gebaseerd op de Welstandsnota “De schoonheid van
Amsterdam digitaal”,
De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft geen bezwaar tegen de aanvraag.
Toets van het bouwwerk aan het Bouwbesluit 2012
Toetsing Bouwbesluit 2012
Het is aannemelijk dat de aanvraag voldoet aan de relevante voorschriften van het
Bouwbesluit 2012 met inachtneming van de voorschriften behorende bij deze
omgevingsvergunning
In werking treden
De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking (artikel
6.1, lid 1 Wabo).
De omgevingsvergunning kan door het bestuur bij een met redenen omkleed besluit
worden ingetrokken in de gevallen, genoemd in artikel 2.29 en artikel 2.33 van de Wabo.
De vergunning kan door het dagelijks bestuur, op verzoek, worden overgeschreven op
naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld.
scheiden behorende bij de omgevi ergunnin
Bij de omgevingsvergunning behoren de volgende en zodanig gemerkte bescheiden:
Aanvraagformulier, gemerkt O1,
Tekeningen, gemerkt 02 t/m 09:
4
Gemeente Amsterdam
Kenmerk 406665 Stadsdeel Gentrum
Pagina 5 van 5
Voorschriften behorende bij het besluit
Aan de omgevingsvergunning zijn verschillende voorschriften verbonden. Het is belangrijk
dat u deze voorschriften doorleest en zich houdt aan deze voorschriften.
Voorschriften in verband met uitvoering van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht
Bouwterrein
Op het bouwterrein moet de omgevingsvergunning aanwezig zijn en op verzoek aan het |
bouwtoezicht ter inzage worden gegeven.
Verbod tot ingebruikname |
Na de uitvoering van de werkzaamheden aan het bouwwerk, waarvoor de
omgevingsvergunning is verleend, is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven of te
nemen indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet:
a. het werk is niet gereed gemeld bij bouwtoezicht;
b. er is niet gebouwd overeenkomstig de omgevingsvergunning voor het bouwen.
Op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden
Uitgestelde toetsen met betrekking tot het bouwwerk
Later in te dienen gegevens met betrekking tot artikel 2.7 MOR
De volgende gegevens en bescheiden dienen uiterlijk binnen een termijn van drie weken
voor de start van de uitvoering worden overlegd (artikel 2.7 MOR)
gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte
en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van
het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel, voor zover het niet de hoofdlijn van
de constructie dan wel het constructieprincipe betreft;
5
ERE
INSTALLATIE ADVISEURS
Notitie
Amsterdam, 30 november 2012
Projectnummer : 2012223
Projectnaam _: Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79
Betreft : Analyse dakinstallaties Vijzelstraat 79 te Amsterdam
Opmaak door : ing. J.T.N. Zwarthoed
Bijlage(n) :
1. Cofely — rapport m.b.t. diverse vragen Stadsdeel Centrum, 10 september 2012;
2. Cofely — bijlagen rapport m.b.t. diverse vragen Stadsdeel Centrum, 10 september 2012;
3. Cofely — tekening Technische Ruimte, tekening 10100090-57-05-202, 13 februari 2012;
4. Cofely — akoestische gegevens luchtbehandelingskasten, 21 maart 2011;
5. Oeverzaaijer Architectuur en Stedebouw — zichtbaarheidsstudie, 13 juni 2012;
6. Oeverzaaijer Architectuur en Stedebouw — tekening BA-201, 7 mei 2012;
7. HE Adviseurs — nota capaciteiten klimaatinstallie Vijzelstraat 79 Amsterdam, 15 oktober 2012;
8. Huygen — Alternatieve oplossing beperking zichtbaarheid installaties op het dak, 30 november 2012.
Inleiding
Het kantoor aan de Vijzelstraat 79 te Amsterdam wordt gerenoveerd, hierbij wordt een gedeelte van de
klimaatinstallatie vervangen. Op basis van een installatieontwerp van Cofely zijn deze werkzaamheden
reeds uitgevoerd, met als gevolg een sterk gewijzigd dakaanzicht ten opzichte van de oorspronkelijke si-
tuatie. Op basis van een, na realisatie ingediende, aanvraag de omgevingsvergunning is door de ge-
meente een negatief welstandsadvies afgegeven.
Op verzoek van de Gemeente zijn vervolgens door Cofely de mogelijkheden onderzocht om de zicht-
baarheid van de installaties op het dak te beperken door deze kleiner uit te voeren of inpandig op te stel-
len. Het gaat hierbij om de koelmachine, de aanzuigsecties van de luchtbehandelingskast en het rook-
gasafvoerkanaal ten behoeve van de CV-installatie. Uit het onderzoek wordt door Cofely de conclusie ge-
trokken dat een verdere beperking van de zichtbaarheid niet mogelijk is.
In opdracht van de Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum is door Huygen Installatie Adviseurs een
analyse uitgevoerd van de door Cofely verstrekte onderbouwingen. Daarnaast zijn mogelijke alternatieve
oplossingen onderzocht.
Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79
Notitie 2012223-2012110001-D blad 1 (van 4)
Doc-03.03.05/2
REE,
INSTALLATIE ADVISEURS
In onderliggende notitie worden de resultaten van de analyse en het onderzoek naar alternatieve oplos-
singen weergegeven.
Notitie
Uitgangspunten
Voor de analyse en het onderzoek naar alternatieven zijn de als bijlage opgenomen documenten en on-
derstaande aannames als uitgangspunt gehanteerd:
- de huidige door Cofely aangebrachte installaties zijn door ons niet beoordeeld op basis van de wette-
lijke eisen met betrekking tot de maximale geluidsbelasting ten gevolge van deze installaties op de
gevels van de woningen in de directe omgeving. Wij gaan er vanuit deze toetsing reeds door de ge-
meente Amsterdam Stadsdeel Centrum is uitgevoerd;
= de huidige door Cofely geplaatste schoorsteenlengte en afstand tot de buitenluchtaanzuigopening
van de ventilatie installatie zijn gebaseerd op een door Cofely uitgevoerde pluimberekening conform
NEN 2757-2 (niet ontvangen). Wij hebben deze berekening niet beoordeeld op juistheid, wij gaan
ervan uit deze toetsing reeds door de gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum is uitgevoerd.
Aanzuigsectie luchtbehandeling en rookgasafvoerkanaal CV-installatie
Situatie
De buitenluchtaanzuigopening voor de ventilatie-installatie en de rookgasafvoer van de CV-ketels bevin-
den zich in hetzelfde platte dakvlak.
Om te voldoen aan de maximaal optredende geluidsniveaus op de gevels van de omringende woningen,
veroorzaakt door de installaties, heeft Cofely de oorspronkelijke dakkap vervangen voor een bocht met
daarop aangesloten een horizontaal geplaatste geluiddemper (zie schets bijlage 2).
Daarnaast dient conform Bouwbesluit tussen beide uitmondingen een minimale afstand te worden gehan-
teerd om een minimale verdunning van de rookgassen van de CV-ketel te garanderen alvorens deze via
de aanzuigopening kunnen worden aangezogen door de ventilatie installatie. Om deze afstand te realise-
ren is na de geluiddemper nog een horizontaal kanaalstuk geplaatst en is de schoorsteen verlengd tot ca.
3.500 mm boven het dakniveau.
Op verzoek van de Gemeente Amsterdam zijn door Cofely een drietal mogelijkheden bekeken voor het
beperken van de zichtbaarheid van de installaties op het dak:
1. verkleinen van de doorsnede van de kanaalversleping over het dak;
2. aanzuigen van de lucht vanuit de gevel;
3. afblazen van de lucht uit de gevel.
Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79
Notitie 2012223-2012110001-D blad 2 (van 4)
Doc-03.03.05/2
INSTALLATIE ADVISEURS
Deze mogelijkheden zijn door Cofely onderzocht en als niet haalbaar beoordeeld. Voor de onderbouwin-
gen en uitwerkingen van deze opties zie bijlagen 1 en 2. Door Huygen zijn deze onderbouwingen beoor-
deeld en worden deze onderschreven:
1. hetis mogelijk om het kanaal met ca. 400 mm te versmallen. Naast een hogere geluidproductie door
de installatie, geeft de verhoging van de luchtsnelheid in het kanaal een grotere kans op aanzuiging
van druppels bij regen, wat een nadelige invloed heeft op de technische levensduur van het kanaal-
werk en de luchtbehandelingskast (LBK). Daarnaast is het niet mogelijk om ook de demper te ver-
smallen, dit eveneens in verband met de verhoging van het stromingsgeluidniveau geproduceerd
door de demper bij hogere luchtsnelheden. De visuele verbetering van alleen de versmalling van het
luchtkanaal is hierdoor te verwaarlozen.
2. luchtaanzuiging vanuit de gevel in de buitenwanden van de technische ruimte is technisch niet haal-
baar. Door de beperkte beschikbare ruimte, zie bijlage 3, is het niet mogelijk om in de buitenwanden
roosters met van voldoende grote afmetingen op te nemen, deze middels luchtkanalen aan te sluiten
op de luchttoevoerkast en in dit kanaal de horizontale geluiddemper van het dak te integreren. Verder
zou door het opnemen van de roosters in de gevel de schoorsteen moeten worden verlengd tot 5 me-
ter boven het dakvlak om aan de minimale verdunningseis te kunnen voldoen.
3. gelijk aan punt 2, echter zonder noodzakelijke verhoging van de schoorsteen.
Alternatieve oplossing Huygen
Op verzoek van de gemeente is door Huygen naar alternatieve oplossingen gezocht voor de zichtbaar-
heid van installaties op het dak. De enige resterende mogelijkheid is om de buitenlucht via de gevel aan
te zuigen, waardoor het kanaalwerk inclusief demper op het dak kan komen te vervallen, zie optie 2 zoals
onderzocht door Cofely. Dit is alleen mogelijk door een vergroting van de technische ruimte tussen de
stramienen F3/G4, zie bijlage 8. De ramen grenzend vallend binnen de vergroting worden vervangen
door buitenluchtaanzuigroosters. De vergroting van de technische ruimte zal dan als bouwkundig aan-
zuigplenum voor de luchtbehandelingskast fungeren. Door op deze positie de buitenluchtaanzuigopening
te creëren is het mogelijk om de oorspronkelijke lengte van de schoorsteen van ca. 2 meter boven
dakniveau (zie bijlage 6) te handhaven.
Installatietechnisch en bouwkundig is deze oplossing te realiseren, akoestisch is het echter maar zeer de
vraag. De gevel waarin de buitenluchtaanzuigroosters zullen worden opgenomen, grenst aan een bin-
nenhof met diverse woningen in de directe nabijheid, zie de luchtfoto in bijlage 5. Door de verspringende
geveldelen treden geluidsreflecties op, waardoor gedegen aanvullend akoestisch onderzoek noodzakelijk
is om de akoestische haalbaarheid van deze oplossing te bepalen. Zelfs na gebleken haalbaarheid op
basis van onderzoek en toepassing van op basis hiervan bepaalde geluiddempende voorzieningen, kan
in de praktijk door onvoorspelbare reflecties de situatie dermate afwijken dat geluidsniveaus kunnen op-
treden die hoger zijn dan maximaal toegestaan, met klachten van omwonenden als resultaat.
Op basis hiervan beschouwen wij de akoestische risico's als te groot en deze oplossing als niet haalbaar.
Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79
Notitie 2012223-2012110001-D blad 3 (van 4)
Doo-03.03.05/2
eK
INSTALLATIE ADVISEURS
Koelmachine
Situatie
Ter vervanging van de oorspronkelijke luchtgekoelde condensor, ten behoeve van het afvoeren van de
warmte van de oorspronkelijk inpandig opgestelde condensorloze koelmachine, is een luchtgekoelde
koelmachine op het dak geplaatst. Deze is hoger dan de oorspronkelijke condensor, echter minder lang,
zie bijlagen 5 en 6.
Oplossingsvoorstel Huygen
Door de reeds nieuw geplaatste koelmachine te vervangen door een koelinstallatie conform het oor-
spronkelijke concept (condensorloze inpandige koelmachine in combinatie met een luchtgekoelde con-
densor op het dak) is een dakaanzicht te realiseren nagenoeg identiek aan de oorspronkelijke situatie. Dit
vergt van de aanvrager echter een grote zowel financiële als installatietechnische inspanning, waarbij
door de gemeente zal moeten worden afgewogen of de behaalde verbetering van het dakaanzicht een
verplichting tot deze inspanning rechtvaardigt.
Conclusie
Op verzoek van de gemeente zijn door Cofely een drietal mogelijkheden voor de beperking van de zicht-
baarheid van de installaties op het dak onderzocht en als niet haalbaar beoordeeld. Op basis van de on-
derbouwingen van Cofely en de beschikbare installatietechnische en bouwkundige gegevens worden de-
ze conclusies door Huygen onderschreven.
Daarnaast is door Huygen gezocht naar alternatieve oplossingen; de enige resterende oplossing voor het
beperken van de zichtbaarheid het luchtkanaalwerk en de rookgasafvoer schoorsteen op het dak is op
basis van grote akoestische risico's als niet haalbaar beschouwd. Met betrekking tot het aanzicht van de
koelmachine is het mogelijk om een dakaanzicht te realiseren nagenoeg identiek aan de oorspronkelijke
situatie. Hiervoor dient de nieuw op het dak geplaatste luchtgekoelde koelmachine te worden vervangen
door een inpandig opgestelde condensorloze koelmachine in combinatie met een luchtgekoelde conden-
sor op het dak. Dit vergt echter wel een grote zowel financiële als installatietechnische inspanning van de
aanvrager.
Verzendlijst
Extern : de heer G. Stark gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum
Intern 1 _J. Zwarthoed
W. van Kooten
Huygen Installatie Adviseurs B.V.
Postbus 94204
1090 GE Amsterdam
Tel. 020-6967181
Fax. 020-6911794
E-mail [email protected]
Analyse dakinstallaties van de Vijzelstraat 79
Notitie 2012223-2012110001-D blad 4 (van 4)
Doc-03,03.05/2
DV
< 823
ij 5 E58 tn
@ A -” 8 EE |
8885 EE 8 5
ik EE 8 ed DAS >
a8 8 geBpes ® x 285 u
or mo 2 EEE 8 hi |
E ® m a ea8 3 ;
v 8 m5 28 sE j
5 28 2 83558 , |:
8 sa 5 ai8 ë Ì
id : Es ô > |2
d 3 e "5 |
82 5 RE |
5 5 3
o |
“
5
@ LN
Tol à
T â
al 3
an Do 85 3
& N Sn 8
° 3
85
D úò
Oa 2 Dj
a: > 0 @®
8 DEB 28
8 288 |
8 5,
5 | 8
Oo
a5 3
| ® 9 î
SoLÊ 83
geks 93
Nog 8
la 2e @ 8 |
se D
| 7 7 5 2
2 888
[ O
‘ =
Î>
0 dk
EN 5
à 2 3
ANS S
” 288
5
P
To
5 5E
D Nog 2 S
dh , 5 .
S NEE 8
8 N38
a
80
Pt] D
u î 83
ders EE
ng 2 3
dh - ‚
8 BN3 2
8 dg
8
tnt WATERKOELMACHINE mts
ee MET LUCHTGEKOELDE CONDENSOR _ | LENNOXD
_ s
ee
Vijzelstraal TM
Amer NEOSYS
: GEBRUIK VOORDELE
BETROUWBARE PRESTATIES
« Uitgebreide kwalificatietesten (bedrijfstesten, trillingstesten en veldtesten) om superieure betrouwbaarheid te
garanderen. mj
« Hoog efficiënte Microchanne! Condensor Batterij (MCHX) van 100% aluminium met 4 ke Ne
beproefde corrosiebestendigheid in licht maritieme en stedelijke toepassingen. 3 jaar EE s
garantie’.
« Een robuuste stevige condensorbatterij door het unieke MCHX ontwerp. Maakt ep
schoonmaken met hoge druk water ol lucht mogelijk. Garantie voor een langere
levenduur.
« _Condensorbatterij in V-vorm en compressor en hydraulische toebehoren in gesloten compartiment
om de unit te beschermen legen weersinvloeden,
‚De exclusieve Complian! ScrollD compressoren zijn minder gevoelig voor vloeistols!ag en vuil en dragen
aanzienlijk bij aan duurzaamheid en batrouwbaarheid van de machine. 3 jaar garantie”,
Het exclusieve ventilator ontwerp mel SKF keramische lagers verdubbelt (in sommige tibed 2.
gevalien verdrievoudigd) de levensduur van de motoren en reduceert het geluidsniveau. & ke
Dankzij deze keramische lagers behoeven de fanmotoren niet of nauwelijks onderhoud 7 hid
gedurende hun levensduur. 3 jaar garantie”. Rnd
GERUISARME WERKING
=_Uniek ontwerp met doordachte geluiddempende voorzieningen voor compressoren, venlilatoren en pompen
om geluidsuitstraling tot een minimum te beperken.
«_Toerengeregelde ventilatoren met externe rotortechnologie voorzien van de nieuwste generatie
energiezuinige venlilatorschoepen (Shark design).
+ Eliminatie van, voor hei menselijk oor, hinderlijk ventilator start/stop geluid.
« Met het door Lennox gepatenteerde Active Acoustic Attenuatlon System'M word tegemoel gekomen aan
wisselende gebouw belasting terwijl autornatisch het geluidsniveau aangepast wordt aan de plaatselijke
verordeningen (bv. dag, avond en nacht situatie). In 4 tijdzones per dag kan gen maxlmum toetaatbaar
geluidsniveau ingesteld worden. Binnen de 4 tijdzones is het mogelijk om verschilende geluidsregelingen te
klezen:
« Performance capaciteitsregeling op basis van hoogste rendement. Hierbij
word geen rekening gehouden met het maximum d&(A)
setpoint.
« Cool and Quiet capaciteitsregeling op basis van hoogste rendement én
maximum dB(A) setpoint. Pas als de condensatiedruk tegen de
bovengrens aanloopt worden condensorfans opgetoerd en zal
ze het maximum dB(A) setpoint overschreden worden. In deze
EE situatie zal de machine het grootste gedeelte van het jaar onder
B het maximum dB(A) setpoint draaien en alleen in extreme
As” re condities (hoge buitentemperatuur) hel maximum setpoint
ge overschrijden.
« Quiet capaciteitsregeling op basis van maximum dB(A) setpoint.
Wanneer de condensatiedruk tegen de bovengrens aanloopt
worden compressoren afgeschakeld. In deze situatie zal het
maximum dB(A) setpoint nooït overschreden worden.
“Voor toelichting zie verkoop- leverningsvoorwaarden
2005.7.7 (O0 3
SE joeg Q zi 5 Í
ha
coFELY WATERKOELMACHINE
sd MET LUCHTGEKOELDE CONDENSOR _ | LENNOX
ke
Vijzelalraat TM
ES NEOSYS
PRIJZEN
Standaard uitrusting
„Geluid dempende omkasting compressoren
Platen warmtewisselaar (GKW en DX koeling)
verwisselbare {iller droger
Esthetische condensor bescherm roosters
variabele toeren ventilatoren
Extern rotor technologie met hybride ceramische lagers
«Active Acoustic Attenuation Systern TM,
-De standaard mogelijkheid voor zeer laag geluid niveau
-Micro Channel condensors voor standaard en licht corrosive toepassingen (Cooling Only versie)
-Koper/Aluminium Condensor batterij (warmtepompuitvoering)
-Electranische water stroming schakelaar
-Victaulic wateraansluitingen
-Schakalkast conform standaard EN 60204-1
«24V control circuit met transformator
variabele frequentie aansturing
-Luchtveer aangedreven Butterfiy!® panee! |
‘Werkschakelaar mei deur vergrendeling
-Climatic 50 8
-Interne klok voor koelmachine vrijgave
-Master / Slave control mogelijkheid
Zuig & persdruk aflezing
-Gelijkmatig verdelen draaiuren compressoren mogelijk
„Buitenlucht temparatuur sensor
-DC50 Comfort Display
-R410A scrol compressoren
-Geluid dempende omkasting compressoren
inclusief:
1 x Hoofdunit
1 x Thermoguard condensor coating (industrieel)
1 x Condensor beschermrooster rondom
1 x Anti-vries bescherming
1 x Winterregeling tot - 20°C (elektronische expansieventielen)
1 x Hydraulische module met lage-druk enkele pomp
1 x Aansluitkit “groove lock” naar flensaansluiting
1 x Modbus communlcatie aansluiting (poort)
1 x BE5O uitbreidingskaart voor extra I/O
1 x Trilingsdempers ‚
Opties tegen meerprijs :
1 x Softstarter
Opmerkingen:
Leldingcompensatoren behoren niet tot onze levering. Hiervoor dient de installäteur zorg te dragen:
Door middel van het Active Acoustic Attenuation System is de geluidsproductie van de koelmachine
instelbaar.
Hiermee kan een geluidsreductie van 6 dB gerealiseerd worden (zie toelichting op pagina 3 van
deze aanbieding). gn
2005.7.7 IO 8
mm en
| Raadsadres | 23 | val |
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam
Pieter Calandlaan 1 e
1065 KH Amstordam ‘ Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009
Www.nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 4 juni 2014
Reg.nr./DECOS nr. 2014/int/
Onderwerp Besluit benoeming leden kascommissie Bestuurscommissie Nieuw-West
Gelet op artikel 6 van het Reglement van orde van de Bestuurscommissie van het
stadsdeel Nieuw-West:
Besluit
De onderstaande leden van het Algemeen Bestuur tot leden van de kascommissie te
benoemen:
Mw. M. Manisa (Münire)
Dhr. H.J. Mirck (Jeroen)
Dhr. F.G. Siegel (Fred)
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de
bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West d.d. 4 juni 2014.
De stadédeelsecretaris De voorzitter,
kee
De heer H. Win De heer A. Baâdoud
| Besluit | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 61
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Naoum Néhmé, Nanninga,
Kuiper en A.L. Bakker inzake een Nieuwe kans voor een overstapaanvraag
te doen onder de overstapvoorwaarden van 2019
(ook nieuwe kans voor wie wel al een aanvraag had gedaan)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de overstapaanvraag,
Overwegende dat:
— de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een onderzoek heeft gedaan naar de
overstapregeling en geconcludeerd dat er “mogelijk aanknopingspunten zijn voor de conclusie
dat sprake was van een misleidende omissie of van handelen in strijd met de vereisten van
professionele toewijding” en dus schending van art. 6:193d en/of 6:193b BW
— ook Berenschot, de Rekenkamer en Ombudsman hebben gewezen op de onduidelijkheid;
— de ACM de gemeente heeft verzocht om de overstapregeling voor de voorwaarden tot 8
januari 2020 weer open te stellen, en het college op 10 november het voornemen
bekendmaakte dat te doen voor een periode van zes maanden;
— erook een grote groep erfpachters is die wel vóór 8 januari 2020 een datum heeft
geregistreerd en een aanbieding heeft ontvangen, maar deze niet heeft afgemaakt;
— _ hiervoor verschillende redenen kunnen zijn, waaronder de economische onzekerheid rondom
Corona, de hoge notariskosten, persoonlijke omstandigheden, maar daarbij ook een rol kan
spelen dat het effect van de hefboom niet duidelijk was;
— de ACM ook schrijft: “met name het effect van de hefboom in de methode om overstapkosten
en canon te berekenen was niet duidelijk” en dat “het betreft informatie die mogelijk
essentieel was om een geïnformeerd besluit te nemen”;
— diezelfde conclusie evenzeer geldt voor mensen die wel een aanvraag hadden ingediend,
omdat die evenmin over de gevolgen van de hefboom zijn geïnformeerd;
— niet overstappen volgens de voorwaarden tot 2020 kan betekenen dat erfpachters tot
honderdduizenden euro's extra moeten betalen door de hefboomwerking,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Bij de vitwerking van het besluit om de overstapregeling weer voor zes maanden open te stellen
voor de voorwaarden die golden tot 8 janvari 2020, die mogelijkheid ook opnieuw te geven aan
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
mensen die wel al een aanvraag hebben gedaan, maar waarvan de gemeentelijke aanbieding is
verlopen.
Indieners
D. T. Boomsma
H. Naoum Néhmé
A. Nanninga
W. van Soest
T. Kuiper
A.L. Bakker
| Motie | 2 | discard |
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam 18 november 2014
X Oost
Jaar 2014
Registratienummer Z-14-12537/ UIT-14-09709
Onderwerp Adviesvraag van B&W over Nota Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen
Onderwerp: bestuurscommissie
mmm WK
De raad van Stadsdeel Oost
m—___ Li
mm LL
mmm
=== Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d.
mn
nn mn
no Gehoord de bestuurscommissie van Oost,
0
m0 Overwegende dat het College van B&W op 8 oktober 2014 een gezamenlijke reactie heeft
ee N gevraagd aan de bestuurscommissie,
mmm Ok
Gelet op het feit dat de 7 bestuurcommissies zowel de Nota “Afspraken Basisvoorzieningen in
de stadsdelen voor de implementatie van de 3 decentralisaties 2015-2016” als de reactie in
nauwe samenwerking gezamenlijk hebben opgestel,
Besluit:
Voorstel
1 Kennis te nemen van de Nota “Afspraken Basisvoorzieningen in de stadsdelen voor de
implementatie van de 3 decentralisaties 2015-2016”;
2 Akkoord te gaan met de Conceptreactie op de advies vraag aan de gezamenlijke
bestuurcommissies
3 Mandaat te geven aan de portefeuillehouder om wijzgingen op te nemen in de definiteve
brief en deze namens het AB te versturen
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
4
| Besluit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 689
Publicatiedatum 11 september 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.H. Ruigrok van
11 juni 2013 inzake misleidende mails van Prijzenlounge.
Amsterdam, 2 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Onlangs kreeg VVD Amsterdam een mail in haar bezit met als afzender ‘Gemeente
Amsterdam (sic) ism Prijzenlounge’ met daarin een aanbieding voor een gratis rijles.
In de mail werd vermeld dat de geadresseerde deze mail ontvangt vanwege
deelname aan een eerder onderzoek. Prijzzenlounge, onderdeel van Profila, is een
bedrijf dat gebruik maakt van adressenbestanden om mails met commerciële
doeleinden te versturen. De adressen worden volgens de website van Digimomedia,
het moederbedrijf van Profila, verzameld door het zogenoemde ‘opt in’ waarbij
mensen aan kunnen klikken of zij mail van een bepaalde instantie willen ontvangen.
Door de verwijzing naar de gemeente Amsterdam lijkt het alsof Prijzzenlounge samen
met de gemeente opereert in het benaderen van potentiële klanten.
VVD Amsterdam is uiterst verbaasd over het feit dat een bedrijf in reclame
nieuwsbrieven verwijst naar samenwerking met de gemeente in het verkrijgen van
gegevens en beschouwt dit als valsheid in geschrifte. De fractie van de VVD wil dan
ook dat het stadsbestuur hier actie tegen onderneemt zodat dit in de toekomst niet
meer gebeurt. In het zeer onwaarschijnlijke geval dat de gemeente Amsterdam
daadwerkelijk (adres)gegevens heeft uitgewisseld met Prijzenlounge/Profila of andere
bedrijven voor commerciële doeleinden moet dit onmiddellijk worden stopgezet.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 11 juni 2013, op grond van
artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
vragen tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college bekend met het gegeven dat Prijzenlounge commerciële mails
stuurt waarin wordt verwezen naar een samenwerking met de gemeente
Amsterdam? Wat zijn de acties die de gemeente hierop heeft genomen?
Antwoord:
Ja, het College is hiermee bekend geraakt dankzij de vraag die u hieromtrent
heeft gesteld.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing deo Gemeenteblad
Datum 11 september 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juni 2013
Vanuit de Directie Juridische Zaken van de Bestuursdienst is door de gemeente
inmiddels een brief gestuurd aan de voor de ‘Prijzenlounge’ e-mail
verantwoordelijke persoon. In deze brief is verzocht de naam van de gemeente
niet meer zonder voorafgaande toestemming te gebruiken in enige communicatie.
In de brief is verder aangegeven dat bij constatering van toekomstig gebruik c.q.
misbruik van de naam van de gemeente juridische stappen zullen worden
genomen, waarbij door de gemeente geleden (imago)schade op Prijzenlounge
verhaald kan en zal worden.
2. Iser sprake van een daadwerkelijke samenwerking tussen de gemeente
Amsterdam en Prijzenlounge/Profila? Heeft die geleid tot de uitwisseling van
adresgegevens van Amsterdammers voor commerciële doeleinden?
e Zoja: Met welke bedrijven wisselt de gemeente Amsterdam adressen uit voor
commerciële doeleinden? Gaat het college de uitwisseling van
adresgegevens met commerciële partners stopzetten? Zo nee, waarom niet?
e Zonee: Welke acties gaat het college ondernemen om ervoor te zorgen dat
mensen niet meer worden benaderd voor commerciële doeleinden door
bedrijven die verwijzen naar een fictieve samenwerking met de gemeente
Amsterdam?
Antwoord:
Nee, er is geen sprake van enige samenwerking. Nee, er zijn door de gemeente
geen (adres)gegevens uitgewisseld met Prijzenlounge/Profila.
Het College kan niet in zijn geheel voorkomen dat derden de naam van de
gemeente zonder toestemming gebruiken. Wel kan het College achteraf optreden
tegen dergelijk gebruik of tegen het voortduren of herhalen van dergelijk niet
toegestaan gebruik.
In gevallen waarin de gemeente ongeoorloofd gebruik c.q. misbruik van de naam
van de gemeente of gemeentelijke handelsnamen constateert, dan wel op
gemeentelijke (handels)namen of merknamen inbreukmakende domeinnamen,
gemeentelijke merken(rechten)en beschermde logo's of (andere) intellectuele
eigendomsrechten, neemt de gemeente contact op met de misbruik- of
inbreukmakende partij. In een brief (of e-mail) wordt verduidelijkt dat de partij in
kwestie op ongeoorloofde, verboden en/of jegens de gemeente onrechtmatige
wijze handelt. De partij in kwestie wordt verzocht het gebruik c.q. de inbreuk te
staken, waarbij wordt aangegeven dat de gemeente zich het recht voorbehoudt
om nadere (juridische) stappen te nemen en alle te maken kosten en geleden
schade op de veroorzaker te verhalen. In vrijwel alle gevallen leidt een dergelijke
aanmaning tot het staken van de inbreuk of de misleiding in kwestie.
Naast het voorgaande, komt het ook voor dat de gemeente via amsterdam.nl het
publiek informeert over het feit dat de gemeente niet feitelijk betrokken is bij
bepaalde activiteiten. Een voorbeeld hiervan is te vinden op amsterdam.nl op:
http://www.amsterdam.nl/webarchief/nieuws/201 2/nieuws/februari/snd-media-
doet/.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng deo Gemeenteblad
ummer = su . oe
Datum 11 september 2013 Schriftelijke vragen, dinsdag 11 juni 2013
3. Kan het college aangeven hoe vaak mensen worden benaderd voor commerciële
doeleinden door bedrijven die verwijzen naar samenwerking met de gemeente in
het verkrijgen van het adres van de ontvanger? Om welke bedrijven gaat het?
Indien vraag 2 met ‘ja’ is beantwoord: Hoe vaak gaat het hier om bedrijven die
daadwerkelijk met de gemeente samenwerken?
Antwoord:
Nee, dit kan het College niet aangeven. Het College kan helaas niet geheel
voorkomen dat de naam van de gemeente of (handels)namen van de gemeente
suggestief of misleidend door derden wordt gebruikt. Andere recente gevallen die
vergelijkbaar zijn met de door Prijzenlounge gehanteerde methode zijn het
College momenteel niet bekend.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
enterprise
a LK et Le
Amsterdam, 24 november 2016
Geachte raadsleden,
Enterprise Rent-A-Car autoverhuur is de grootste car-rental en car-sharing organisatie ter
wereld en heeft haar Nederlands hoofdkantoor gevestigd op de hoek Harry Banninkstraat
129 — Oosterdoksstraat. Dat is het nieuwe Oosterdokseiland, direct naast Amsterdam
Centraal. Wij willen graag een openbaar oplaadpunt voor onze entree realiseren. Helaas is
de wegbeheerder tot nu toe van mening, dat op deze locatie geen oplaad station gewenst is,
omdat het een autovrij terrein moet blijven.
Onze onderneming draagt bij aan de vermindering van het autobezit in de binnenstad van
Amsterdam. En wij willen ook graag bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in
Amsterdam. Om deze reden zijn ruim 20% van onze gehele vloot op Amsterdam Centraal
volledig elektrisch. Maar wij denken dat er vele malen meer behoefde is voor elektrisch rijden
voor een kort moment, zoals car-sharing en rental bedoelt zijn.
In de huidige situatie is er op het Oosterdokseiland geen regime die het mogelijk maakt om
parkeervergunningen op straat uit te geven. Wij vragen ons af of een parkeerregime in dit
gebied echt noodzakelijk is. Is het niet mogelijk om een regime te realiseren waar elektrische
auto’s gebruik van kunnen maken zonder dat zij in het bezit moeten zijn van een
parkeerrecht?
De gemeente Amsterdam is koploper op het gebied van elektrisch vervoer. Dit is gelukt
doordat de gemeente Amsterdam samenwerkt met lokale partners en koplopers die het
duurzame beleid uitdragen, concreet en zichtbaar maken. Het Oosterdokseiland is een
nieuw deel van de stad. In dit gebied is nu nog niet zichtbaar dat de gemeente voorstander is
van elektrische mobiliteit en distributie. Maak in dit deel van de stad ook het elektrisch
opladen van voertuigen mogelijk. Dit gebied wordt daardoor ook een visitekaartje van de
stad als het gaat om elektrisch vervoer.
Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01
Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car
Licensee
Director: Thomas Wolters
enterprise
a LK et Le
il eel 9
ger in Dj
5 Per P
‚
en IGE
L nnen | hmm men
Eel d\N nd 4
ee ns E ‘ 4 le
zen RLN ; E = a
- mn 5 ; ds mm AT heli be Ì Pan _.. =
mn ne = Ë .
Voor onze locatie is voldoende ruimte om een oplaadstation te plaatsen. Wij zouden graag
zien, dat er twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische auto’s voor de deur op de
Oosterdoksstraat worden gerealiseerd. Dit is de standaardinrichting van de openbare
oplaadlocaties in de gehele stad, maar ontbreekt nog in het Oosterdoksgebied. Naast deze
parkeerplaatsen blijft dan voldoende ruimte voor de huidige bijzondere vergunningen- /
belanghebbende parkeerplaatsen die nu al zijn uitgegeven (één invalideplek en twee laad-
en losplekken). Voor deze ‘bijzondere parkeerplaatsen’ komt nu ook al geen scan auto
controleren. Waardoor in de praktijk een autoluw gebied volledig vol staat met bestelvoer-
tuigen en bijvoorbeeld canta’s en dergelijke, waardoor de straat een rommelige uitstraling
krijgt.
Wij hebben met Amsterdam Elektrisch contact opgenomen of er een openbaar oplaadpunt
op deze locatie gerealiseerd kan worden. Amsterdam Elektrisch staat zeer positief tegenover
dit idee om de volgende redenen:
1. Elektrisch vervoer beter bereikbaar en zichtbaar maken in dit gebied.
2. Aanwezige ruimte laat een openbare elektrische oplaadpaal toe.
3. Van voorziening (oplaadpaal) kan door alle elektrische vergunningen houders gebruik
gemaakt worden. Dus voor de bezoekers van de Bibliotheek, Hilton, Sixt, Enterprise e.d.
Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01
Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car
Licensee
Director: Thomas Wolters
Ed
LN
enterprise
a LK et Le
Indien gewenst dan staan wij er open voor om op onze verhuurauto’s ook nog extra promotie
te maken voor Amsterdam Elektrisch.
Wij hebben hiervoor uitgelegd waarom een zichtbare oplaadlocatie belangrijk is. Wij hebben
aangegeven, dat Amsterdam Elektrisch positief staat tegenover het plaatsen van een
oplaadstation. Voor het afgeven van een vergunning voor een oplaadstation zijn wij, echter
afhankelijk van de wegbeheerder. Deze moet een vergunning c.q. een verkeersbesluit
hiervoor nemen. Helaas hebben wij tot op heden de wegbeheerder niet kunnen overtuigen
van het nut en noodzaak van een oplaadstation.
Kunt u helpen elektrisch vervoer op deze locatie mogelijk te maken? Op naar een duurzaam
Amsterdam.
Met vriendelijke groet,
Thomas Wolters
Directeur Enterprise car-sharing & rental
Sharing Matters B.V. - Harry Banninkstraat 129 - NL-1011 DD Amsterdam - BTW-Identificatienummer: NL852862933B01
Enterprise Rent-A-Car Netherlands - owend and operated by Sharting Matters B.V, an independent Enterprise Rent-A-Car
Licensee
Director: Thomas Wolters
| Raadsadres | 3 | train |
Gemeente
Amsterdam
Preventieve gezondheid buurten/wijken
Vertaling Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond naar buurten/wijken
Stadsdeel Noord
December 2023
Inhoud
… Inleiding p)
EE VIVA El
> _ Samenvatting A
1. Inleidin . .
3 … _ Kwetsbaarheid populatie Is)
In juni van dit jaar is het Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond verschenen. Dit document 5 . _
is opgesteld naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord, waarin is afgesproken dat elke ok Vier focusdoelgroepen: Eee)
zorgkantoorregio een regiobeeld opstelt. In het Regiobeeld van Amsterdam staan gegevens “Oud
over demografie, welzijn en gezondheid, zorggebruik en zorgaanbod in Amsterdam en adds HAS
Diemen, BR genelec 14
Vanuit de stadsdelen is het verzoek gekomen om verder in te zoomen op gegevens uit het Nel ET
Regiobeeld Amsterdam door ze te vertalen naar buurt-/wijkniveau. In deze factsheet wordt
deze vertaalslag gemaakt voor stadsdeel Noord. Eris gekozen om te kijken naar de B a LCMeT= 201 ate latte: 17-19
zorgvraag —niet het aanbod — met een focus op kwetsbare populatie, vier focusdoelgroepen
in lijn met Amsterdam Vitaal & Gezond en vier belangrijke determinanten van gezondheid. A VAT = Te determinanten:20-25
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Ce [In ENZ]
Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. Naast deze ‚
factsheet zijn er Regiobeeld factsheets gemaakt voor de overige stadsdelen en stadsgebied NL LAIKelgN" EL
Weesp.
p B Sen de)
Bij het interpreteren van de factsheet is het goed om te weten dat cijfers m.b.t. gezondheid =_ Alcoholgebruik 26-27
enkel gaan over volwassenen en niet over kinderen en jongeren. Tevens zijn er een aantal
buurten weggevallen vanwege de veranderde gebiedsindeling en soms vanwege te kleine 7. Bijlagen 28-34
aantallen inwoners. Verschillen tussen buurten (en ook wijken en gebieden) zijn niet op
significantie getoetst. De factsheet geeft daarmee geen volledig beeld van de =_ Overzichtstabel gebieden 29-30
gezondheidsproblematiek in het stadsdeel en dient dus gebruiktte worden als aanvulling op
andere analyses/onderzoeken en ervaringen en signalen vanuit de praktijk. DT: La Let ENIS
«Kaart met buurtnamen per gebied 36-38
nn
MX 2. Leeswijzer
> < Algemeen
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. In deze factsheet staan
geen gegevens over de gezondheidssituatie (fysiek/mentaal) onder kinderen en jongeren, omdat deze gegevens niet op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. Verschillen tussen de
buurten en gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen tussen buurten wijken en/of gebieden kunnen dus ook op toeval berusten.
Staafdiagrammen
In deze factsheet staat per indicator een staafdiagram met de 10 buurten/wijken met het hoogste percentage van het stadsdeel en — indien beschikbaar — de 10 buurten/wijken met het
hoogste absolute aantal van het stadsdeel. Het aantal buurten/wijken in de staafdiagram kan afwijken van 10 als er voor minder dan 10 buurten/wijken gegevens beschikbaar zijn of als op
de tiende plaats meerdere buurten dezelfde score hebben.
Kaart
Daarnaast is er een kaart waarin per indicator voor alle buurten/wijken waar gegevens voor beschikbaar zijn het percentage te zien is (zie ook de toelichting van de kwetsbaarheidsscores
en RIVM data hieronder). De kleuren van de buurten in de kaart refereren aan het Amsterdams gemiddelde (het kleine streepje in de balk) zoals aangegeven in het plaatje hieronder.
Lager dan het Amsterdams gemiddelde B fi | Hoger dan het Amsterdams gemiddelde
Amsterdams gemiddelde
Definities
In de bijlage staan de definities van indicatoren.
Kwetsbaarheidsscores
Cijfers over het aantal/aandeel ‘meest kwetsbaren! zijn alleen beschikbaar voor buurten met minimaal 5o inwoners en minimaal 10 inwoners uit de betreffende leeftijdscategorie die een
hoge kwetsbaarheidsscore hebben (een score van 3 of 4). Dit verklaart waarom in de kaarten bepaalde buurten ontbreken. Daarnaast is in de staafdiagrammen een ondergrens van 100
inwoners per buurt gehanteerd zodat buurten met erg weinig inwoners niet bovenaan de lijst met hoogste % meest kwetsbaren kunnen belanden.
RIVM
De buurtcijfers over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig van het RIVM. Het RIVM gebruikt gegevens van de Gezondheidsmonitor 2022, de bevolkingssamenstelling en wijk- en
buurtkenmerken om de wijk- en buurtcijfers te berekenen. Gebruik de cijfers met voorzichtigheid, het gaat om schattingen. Op rivm.nl/media/smap en
amsterdam.ggdgezondheidinbeeld.nl/opdekaart staan wijk- en buurtcijfers voor verschillende gezondheidsthema's. De RIVM gegevens worden in deze factsheet alleen getoond voor
buurten met minimaal 250 inwoners in 2022. Hierdoor is er voor de buurten Schellingwoude-West, Noorderstrook-West, Melkweg/Oostzanerwerf, Nintemanterrein, Buiksloterdijk-Oost,
Klaprozenbuurt, Buiksloterdijk-West, Noorder IJplas, Vliegenbos, Rode Kruisbuurt, Holysloot, Marjoleinterrein, Nieuwendammerdijk-Oost geen data beschikbaar.
u
MX 3- Samenvatting
KWETSBARE POPULATIE
Er wonen relatief veel kwetsbare bewoners in Buikslotermeerplein, De Kleine Wereld, Bloemenbuurt-Zuid, Molenwijk, IJplein e.o, Vogelbuurt-Zuid en Van der Pekbuurt op basis van de
kwetsbaarheidsscore, gezondheid en veerkracht. Absoluut gezien hebben de Van der Pekbuurten Vogelbuurt-Zuid de meeste inwoners met een hoge kwetsbaarheidsscore.
> < 4 FOCUSDOELGROEPEN
1. Ouderen
Er wonen relatief veel kwetsbare ouderen (66+) in Buikslotermeerplein (bijna 6 op de 10) en in Bloemenbuurt-Zuid, Tuindorp Oostzaan-West en Banne-Zuidwest
(bijna de helft). Absoluut gezien wonen de meeste kwetsbare ouderen in Banne-Zuidwest en Tuindorp Oostzaan-Oost.
De wijken met de meeste 65-plussers in Noord zijn Buikslotermeer, Banne Buiksloot en Tuindorp Oostzaan. Dit is naar verwachting in 2030 nog steeds zo.
Vanwege de grootschalige woningbouw in Noordelijke IJ-oevers-West zullen er naar verwachting relatief veel ouderen bijkomen in deze wijk. Daarbij moet
gezegd worden dat het percentage ouderen in deze wijk onder het Amsterdams gemiddelde blijft. Na de Noordelijke IJ-oevers-West neemt het aantal ouderen
tot 2030 naar verwachting het meest toe in Volewijck.
2. Chronisch zieken
Veel van de buurten met het grootste aandeel chronisch zieken van Noord liggen in de tuindorpen. 4 op de 10 volwassenen heeft hier naar schatting een langdurige
ziekte of aandoening (t.o.v. ruim 3 op de 10 gemiddeld in Amsterdam). Dit geldt ook voor Bloemenbuurt-Zuid, De Kleine Wereld en Ijplein e.o.
3. Jeugd
Markengouw-Zuid heeft zowel absoluut als relatief de meeste kwetsbare kinderen 0-17 (15% t.o.v. 6% stedelijk). Ook in De Kleine Wereld en de twee Vogelbuurten
heeft een relatief groot deel van de kinderen een hoge kwetsbaarheidsscore. In Terrasdorp wonen zowel absoluut als relatief veel kwetsbare jongvolwassenen 18-26.
4. Mentale gezondheid
Relatief veel inwoners hebben risico op psychische klachten en zijn eenzaam in Elzenhagen-Zuid (Startblok Elzenhagen ligt hier), Van der Pekbuurt, De Kleine Wereld
en Banne-Noordwest.
4 DETERMINANTEN
Buurten waar relatief veel bewoners te weinig bewegen, niet sporten en/of overgewicht hebben zijn Tuindorp Oostzaan-West, Molenwijk, De Kleine Wereld, Banne-Noordwest, Banne-
Noordoost en Tuindorp Nieuwendam-West. Het gaat hierbij om zo'n 6 op de 10 volwassenen.
Elzenhagen-Zuid heeft het grootste aandeel inwoners dat rookt (35% t.o.v. 23% stedelijk). Het gemiddelde alcoholgebruik valt naar schatting mee in de buurten van Noord.
STAPELING PROBLEMATIEK
Eris het meest duidelijk een stapeling van problematiek van de thema's in deze factsheet te zien in De Kleine Wereld, Molenwijk, Van der Pekbuurt, Banne-Zuidwest, Banne-Noordwest en
Bloemenbuurt-Zuid. Deze buurten hebben een relatief kwetsbare populatie met relatief vaak fysieke en mentale gezondheidsklachten en een ongezonde leefstijl.
Gemeente
Amsterdam
| 4. Kwetsbaarheid populatie
€ Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
leeftijden, 2020) buurten (2020)
> < Buikslotermeerplein
Tuindorp Oostzaan-West
Bloemenbuurt-Zuid
Banne-Zuidwest EE
Molenwijk
De Kleine Wereld
Van der Pekbuurt B
Vogelbuurt-Zuid s ( EE. st
. 7 E
IJplein e.o. 9 Dn _Â DD en
Bloemenbuurt-Noord 5 RE EN
Markengouw-Zuid EEEN 8 } ir
Amsterdams gemiddelde 12% $ 8 |
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren (alle Ea KA .
leeftijden, 2020) - € DD
Vander Pekbuurt nd
Vogelbuurt-Zuid
Terrasdorp
Werengouw-Midden 7
-Zui 0
teru % meest kwetsbaar
635
Banne-Zuidoost © OpenStreetMap EE, me
Tuindorp Oostzaan-Oost Gn
Banne-Noordoost En
De Kleine Wereld
Exclusief buurten met minder dan 100 inwoners in 2020. Bron: CBS / bewerking O&S
n n n
€ Kwetsbaarheid populatie: gezondheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat gezondheid % inwoners 18+ dat gezondheid als slecht ervaart t.o.v. Amsterdams
als slecht ervaart (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
x De Kleine Wereld
Molenwijk
Banne Noordwest
zcemerburrzod A od
KS VEEN Mony:
Van der Pekbuurt SW
ad 5 E
Buikslotermeerplein | ke ve -
ij hs KS
. Ear
zenne zucve MNS
Banne Noordoost
Vogelbuurt Zuid |
% Ervaren Gezondheid slecht
Amsterdams gemiddelde 33%
& OpenStreetMap a rr Em 1
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n
n
2 Kwetsbaarheid populatie: Veerkracht
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat een (zeer) % inwoners 18+ met een (zeer) lage veerkracht t.o.v. Amsterdams gemiddelde
lage veerkracht ervaart (2022) (22%), buurten (2022)
2% Elzenhagen Zuid
De Kleine Wereld
Van der Pekbuurt ES
A.
Banne Noordwest Ei 4 jd Noord-Oost
Molenwijk 8 (
A Ô
k dd Nn & on
Markengouw Midden iN ES
Markengouw Zuid IE:
Vogelbuurt Zuid
Bloemenbuurt Zuid Ei % (zeer) lage veerkracht
10 20
Amsterdams gemiddelde 22% EN
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 5. Focusdoelgroepen
€ Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 66+ (2020) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), buurten (2020)
Buikslotermeerplein ps |
Bloemenbuurt-Zuic NS
Tuindorp Oostzaan-West
Banne-Zuidwest
Loenermark
Blauwe Zand
Bloemenbuurt-Noord
Vogelbuurt-Zuid NE a dem
Van der Pekbuurt Mn en 0
Vogelbuurt-Noord EG 3 7
Amsterdams gemiddelde 27% and
ws
Sf
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 66+ (2020)
Banne-Zuidwest
Tuindorp Oostzaan-Oost
Terrasdorp
Werengouw-Midden
5 A eremeepien oe med boerbes
vikslotermeer-Noord En —
Banne-Zuidoost En en:
Vogelbvurt-Zuid
Bloemenbuurt-Zuid
Tuindorp Oostzaan-West
Bron: CBS / bewerking O&S
€ Ouderen: 65+
> < wijken met hoogste % 65-plussers (1 januari 2023) % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten
(a januari 2023)
Tuindorp Nieuwendam
> < Buikslotermeer en
Waterland Ks
Tuindorp Buiksloot EEA
Tuindorp Oostzaan
Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk EE
Banne Buiksloot EEA
Oostzanerwerf
Kadoelen PE
Volewijck EEM Ps > Dn _f
IJplein/Vogelbuurt EEA pe À
Amsterdams gemiddelde 13,4% ef k
% en
wijken met meeste 65-plussers (1 januari 2023) en | \
SS
Buikslotermeer ES
Banne Buiksloot
Tuindorp Oostzaan En
Waterlandpleinbuurt
Oostzanerwerf
Volewijck
IJplein/Vogelbuurt 2e DEIN SEE
Tuindorp Nieuwendam EEA nd 1E, me:
Kadoelen BEGN
Noordelijke IJ-oevers-West RMA
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S
n
X Ouderen: toename 65-74 jaar
> < wijken met grootste relatieve toename 65-74 2023-2030 (%) Relatieve toename 65+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (15%),
wijken (prognose 2023)
Noordelijke IJ-oevers-West ET j
> < Elzenhagen
Volewijck gn
Waterlandpleinbuurt 5 |
IJplein/Vogelbuurt EESA
Buikslotermeer ESE, Db. 4
Tuindorp Buiksloot & De enn
Tuindorp Oostzaan En! Ì en Mr“
Banne Buiksloot | p |
Tuindorp Nieuwendam I Ld N 5 | P
Amsterdams gemiddelde 15% zä ad 7
En dd |
wijken met grootste absolute toename 65-74 2023-2030 Se
Noordelijke IJ-oevers-West
Waterlandpleinbuurt EEEZEN
Volewijck
. Toename 65-74 (%)
Tuindorp Oostzaan 00 ME 1e?
Banne Buiksloot & 2023 Mapbox © OpenStreetMap
Buikslotermeer
IJplein/Vogelbuurt
Elzenhagen EEN
Oostzanerwerf EEN
Tuindorp Nieuwendam PE
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S
€ Ouderen: toename 75+
> < wijken met grootste relatieve toename 75+ 2023-2030 (%) Relatieve toename 75+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), wijken
(prognose 2023)
Noordelijke IJ-oevers-West
IJplein/Vogelbuurt BETEN
Volewijck REEN
Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk
Tuindorp Buiksloot Í Ee
Kadoelen I en ATS
Oostzanerwerf EB 4 Dn / Dn EN
Waterland I Rak |
Tuindorp Nieuwendam 28 I |
| Pd
Amsterdams gemiddelde 27% al
— 2 B O|
wijken met grootste absolute toename 75+ 2023-2030 a al L
En N
Noordelijke IJ-oevers-West ‘
Volewijck
IJplein/Vogelbuurt
Buikslotermeer EA reeame TOE)
Elzenhagen Ze © 2023 Mapbox © OpenStreetMap 5,6 hese
Banne Buiksloot EEA
Tuindorp Oostzaan EEN
Oostzanerwerf EA
Waterlandpleinbuurt BEE
Tuindorp Nieuwendam Ef
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Noordelijke IJ-oevers-Oost). Bron: Basisinformatie / O&S
& Chronisch ziek
buurten met hoogste % inwoners 18+ met een % inwoners 18+ met 1 of meer langdurige aandoeningen t.o.v. Amsterdams
langdurige ziekte of aandoening (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
> < Tuindorp Nieuwendam West
Tuindorp Nieuwendam Oost
Tuindorp Oostzaan West rn
Bloemenbuurt Zuid We BS
be klene eres BNS |
k }
Buikslotermeerplein ss
Molenwijk
Bloemenbuurt Noord rs % één of meer langdurige aandoeningen
EE EE ER
Amsterdams gemiddelde 33% & OpenStreetMap Ï
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n
Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 0-17 (2020) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2020)
Markengouw-Zuid ECR
De Kleine Wereld
Vogelbuurt-Noord
Vogelbuurt-Zuid
Van der Pekbuurt
Banne-Zuidwest
Molenwijk
Plan van Gool BE 5
Banne-Noordwest Ei à 3
Bloemenbuurt-Noord BEW hf
Amsterdams gemiddelde 6% :
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 0-17 (2020)
Markengouw-Zuid
Vogelbuurt-Zuid
Banne-Zuidwest
Van der Pekbuurt
De Kleine Wereld
Markengouw-Midden % meest kwetsbaar
Molenwijk © OpenStreetMap 21 nj B 15
Plan van Gool En
Werengouw-Midden En
diverse buurten’ Nn
*Banne-Noordwest, Banne-Noordoost en Banne-Zuidoost Bron: CBS / bewerking O&S
n
MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 18-26 (2020) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (4%), buurten
Terrasdorp a (2020)
> < Markengouw-Zuid
Vogelbuurt-Noord
Molenwijk fi
Bloemenbuurt-Noord s
Werengouw-Zuid EEM
Vogelbuurt-Zuid
Elzenhagen-Zuid
Circus/Kermisbuurt 8 | # rn
diverse buurten* A >
Amsterdams gemiddelde 4% /
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 18-26 (2020) ot
Vogelbuurt-Zuid rt
Van der Pekbuurt
Terrasdorp
Elzenhagen-Zuid
Molenwijk
Markengouw-Zuid 20 | % meest kwetsbaar
Banne-Zuidoost En Bonde Ne ON
Werengouw-Midden En
diverse buurten EN
*Van der Pekbuurt, Banne-Zuidoosten Blauwe Zand
**Plan van Gool, Markengouw-Midden en Banne-Noordoost Bron: CBS / bewerking O&S
€ Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
buurten met hoogste % inwoners 18+ met hoog risico % inwoners 18+ met hoog risico op angststoornis of depressie t.o.v.
op angststoornis of depressie (2022) Amsterdams gemiddelde (15%), buurten (2022)
2% Elzenhagen Zuid
De Kleine Wereld
Van der Pekbuurt 3
Banne Noordwest EES a
ea Noord-Oost
Markengouw Midden PE,
Re Í> &
Molenwijk % @, En h
er Fe
Vogelbuurt Zuid U -
Markengouw Zuid ss
Plan van Gool
B Zuidwest
Sne OENE EE % hoog risico op depressie
Amsterdams gemiddelde 15% B Oner ME ms:
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Amsterdamse Gezondheidsmonitor GGD / RIVM
€ Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat afgelopen jaar % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is
bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021)
> < NDSM terrein mm 9
Buiksloterham IE 3
Elzenhagen Zuid 7
Circus/Kermisbuurt 8 7
Banne Noordwest 7
Markengouw Zuid IJ 6
Tuindorp Nieuwendam Oost 6
Buikslotermeer Noord " 6 WE. dd
Banne Noordoost m 6 > _d
Markengouw Midden EJ 6 )
Amsterdams gemiddelde 5,2% N,
buurten met grootste aantal inwoners 18+ dat afgelopen Ver De ke
jaar bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) an
Werengouw Midden N ie
Van der Pekbuurt
Vogelbuurt Zuid
Terrasdorp
Banne Noordoost
NDSM terrein % POH GGZ
Tuindorp Oostzaan Oost
Markengouw Midden © OpenStreetMap om mn:
Banne Zuidoost
Banne Noordwest
Buikslotermeer Noord
Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021. Bron: Vektis
n n
B
€ Mentale gezondheid: eenzaamheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is t.o.v. Amsterdams
(2022) gemiddelde (21%), buurten (2022)
2x Elzenhagen Zuid
Bedrijventerrein Hamerstraat
De Kleine Wereld RE
Banne Noordwest | PE
En Noord-Oost
Van der Pekbuurt ad ip /
ore BEA ee
arkengouw Zui ij er
9 ee
\ ir |
Plan van Gool |z| NE
optene HES
Werengouw Midden |
Molenwijk
% eenzaamheid
Amsterdams gemiddelde 21% © OpenStreelMap sE TN:
… Hi . … . Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 6. Determinanten
n nn
u
X Bewegen: beweegrichtlijnen
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet voldoet % inwoners 18+ dat niet voldoet aan beweegrichtlijnen t.o.v. Amsterdams
aan beweegrichtlijnen (2022) gemiddelde (4,6%), buurten (2022)
2% Tuindorp Oostzaan West |
Tuindorp Nieuwendam Oost ES
Tuindorp Oostzaan Oost sel \ tn ús
% > a
suisosermeersien BES | \
Tuindorp Nieuwendam West 56
Banne Noordoost | % voldoet niet aan beweegrichtlijn
opens a MK
Amsterdams gemiddelde 4,6% Ee = nn
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
2 Bewegen: wekelijks sporten
> < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport t.o.v. Amsterdams gemiddelde (42%),
(2022) buurten (2022)
2x De Kleine Wereld
Molenwijk
Banne Noordwest ES
Banne Noordoost Örd- van Daan
Tuindorp Oostzaan West EE 8 î / Cn
Banne Zuidwest NS nn RD, 5 \ d
zover BEES kn dd
Buikslotermeerplein _
Tuindorp Nieuwendam West
Bloemenbuurt Zuid EE
% niet wekelijks sporten
Amsterdams gemiddelde 4,2% ® OpenStreetMap 30 8 me:
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n n
€ Overgewicht (incl. obesitas)
buurten met hoogste % inwoners 18+ met overgewicht incl. % inwoners 18+ met overgewicht incl. obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde
obesitas (2022) (43%), buurten (2022)
2% Tuindorp Oostzaan West
Molenwijk
Tuindorp Oostzaan Oost ES
zonne Noodvesr NES en
iks
verden verte BE
rundorprevwendor wer NES ‘ et
vartengov acer B
ES
Blauwe Zand nT
Banne Noordoost
Amsterdams gemiddelde 43% 5 OpenStreelMap
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n
a
€ Overgewicht: obesitas
buurten met hoogste % inwoners 18+ met obesitas (2022) % inwoners 18+ met obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde
(13%), buurten (2022)
2 De Kleine Wereld
Molenwijk
Blauwe Zand Ri
Banne Noordwest Ue
Ei els. Sen an
} | inn en
Tuindorp Oostzaan Oost RJ |
Bloemenbuurt Zuid | À
E, \
\ —
Tuindorp Oostzaan West RJ = Pe
Tuindorp Nieuwendam West ri al
Banne Noordoost Ri
Markengouw Midden
% ernstig overgewicht
Amsterdams gemiddelde 13% B on ME, AN:
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat rookt (2022) % inwoners 18+ dat rookt t.o.v. Amsterdams gemiddelde (23%),
buurten (2022)
2x Elzenhagen Zuid
Bedrijventerrein Hamerstraat
NDSM terrein NE
Van der Pekbuurt | Dn.
se Noord-Oost
Bloemenbuurt Zuid /
Vogelbuurt Zuid | oe lore Bell
\ z en,
IJplein e.o. NES \ 4
Vogelbuurt Noord |
Banne Noordwest 5)
Blauwe Zand ms % roker
Ess
Amsterdams gemiddelde 23% Opa skeden
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
X Alcoholgebruik
buurten met hoogste % zware drinkers 18+ (2022) % zware drinkers 18+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
buurten (2022)
2x NDSM terrein
Elzenhagen Zuid
Overhoeks
l
Buikslotermeer Noord B 7 den
Markengouw Noord A JN
l Ae
Elzenhagen Noord B Vm To
Zunderdorp ri El
l
Durgerdam
l
Buiksloterham MA
l
Papaverwege.o. BEEN % zware drinker
Amsterdams gemiddelde 12% OO
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
X Alcoholgebruik
> < buurten met hoogste % overmatige drinkers (2022) % overmatige drinkers 18+, buurten (2022)
2% Durgerdam ES
Overhoeks ES
Zunderdorp B
in mn
Tuindorp Nieuwendam Oost ,. der
vindorp Nieuwendam Oos GB | rn
\
Werengouw Noord B A, ® |
Buiksloterbreek E Les ord |
Tu J
Ne De
Schellingwoude Oost EB nt 5
Î he ad
Ransdorp E
Ì
Nieuwendammerdijk West E
l
Tuindorp Nieuwendam West N 9% overmatige drinker
5 OpenStreelMap EE 1 9
Amsterdams gemiddelde 9%
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 7. Bijlagen
Overzichtstabel Gezondheidcijfers gebieden
tst zondheidcijfers gebied
lalala) langdurige Voldoet niet
gezondheid Lage ziekte of Hoogrisico Ernstig aan beweeg- Sport niet Ernstig Zwaar Overmatig
niet goed veerkracht aandoening depressie eenzaam richtlijn wekeliks Overgewicht overgewicht Roken alcohol alcohol
Centrum-Oost 25 18 13 24 41 28 18 13
Westerpark 30 16 32 17 22 41 9 29 16 11
VVT Ee tinten eTs 28 25 ES 18 19 45 34 39 10 22 12 9
Oud-West/De Baarsjes 32 23 33 22 20 37 31 29 7 25 18 9
Geuzenveld/Slotermeer 40 29 34 23 24 53 54 54 14 25 8 6
ost ar 28 30 25 26 60 58 52 20 6
DELE A A ELS Ì
De Aker/Nieuw Sloten 26 18 35 10 25 56 48 48 19 7 6
Slotervaart 38 24 35 20 25 51 43 43 14 25 13 4
Oud-Zuid 20 ®) E) pin vi 20 12 13
Zuid Buitenveldert/Zuidas 39 25 33 9 29 42 41 38 11 20 12 9
EENES: B Ml 31 ES 27 21 15
Oud-oost 33 25 34 16 21 41 35 9 18 7 9
Oost Indische buurt/Oostelijk havengebied 28 17 37 mm 37 40 22 19 11
Watergraafsmeer 32 21 38 15 30 41 11 28 12 7
IJburg/Zeeburgereiland 36 20 35 13 21 46 31 42 10 19 10 10
Noord-West 31 22 37 15 20 53 52 51 19 25
Noord Oud-Noord 34 24 36 18 25 47 47 42 11 34 11 6
Noord-Oost 36 22 29 15 29 52 56 44 13 24 10
Bijlmer-Centrum 53 38 41 30 44 51 59 60 22 20 7 6
Zuidoost Bijlmer-Oost 42 24 35 13 33 51 47 54 26 23 10
Gaasperdam/Driemond 39 28 37 13 27 51 50 55 17 19 6
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief.
€ Overzichtstabel Gezondheidcijfers gebieden
verzichtstabel Gezondheidcijfers gebied
> < IEKE ITE IEKE ITE IEKE ITE IEKE
kwetsbaar SIE kwetsbaar _kwetsbaar(% kwetsbaar 0- kwetsbaar0- kwetsbaar 18- kwetsbaar (%
absoluut kwetsbaar % 66+ (Sica) 17 NA 26 18-26)
Taas AES 120 180 3
LLT}
Centrum-Oost 4130 9 1195 140 255 4
Westerpark 4390 11 1185 31 295 6 195 5
ASR Bos en Lemmer 4810 14 1050 38 475 8 215 4
Oud-West/De Baarsjes 9535 13 1945 29 810 8 590 6
Geuzenveld/Slotermeer 7630 16 1620 34 825 8 405 6
8 Osdorp 6640 17 1855 33 595 7 435 8
Nieuw-West Ì
De Aker/Nieuw Sloten 2145 750 ZOE 3
Slotervaart 5555 13 1465 34 530 7 385 4
oM: 6 1095 Ki ] 160 3
Zuid Buitenveldert/Zuidas 10 1415 26 al) 100 3
De Pijp/Rivierenbuurt 6180 10 2020 26 325 4 215 Pi
Oud-oost 4690 13 1235 31 315 6 285 5
Arn Indische buurt/Oostelijk havengebied 4590 11 1120 28 385 6 175 4
Watergraafsmeer 3420 10 1105 26 260 5 245 4
Uburg/Zeeburgereiland 1930 265 22 250 165 4
Noord-West 5495 14 1785 31 505 6 240 6
Noord Oud-Noord 4420 15 1210 33 390 7 190 5
Noord-Oost 4215 14 1255 28 470 7 240 6
Bijlmer-Centrum 3820 15 635 36 440 10 220 4
Zuidoost Bijlmer-Oost 4135 14 940 28 435 7 215 5
Gaasperdam/Driemond 4410 13 1160 23 475 7 215 5
Bron: CBS / bewerking O&S en basisinformatie O&S. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief.
X Definities
t
Kwetsbaarheidsscore
> < Het aandeel/aantal meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op
hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren
laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen:
=__gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% van Nederland.
= hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut.
=_ laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt.
10-17 jaar: ouders kwetsbaar op gebied van werk, opleiding en/of gezondheid.
"18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend.
m__ 66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid.
De aantallen zijn afgerond op 5. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 5o bewoners en minimaal 10 bewoners met de score meest kwetsbaar’.
Inwoners 18+ dat gezondheid als niet goed ervaart
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder die niet antwoorden met 'zeer goed' of '‘goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand.
Absolutefrelatieve toename inwoners 65-74/75+ 2023-2030
De absolute/relatieve toename van het aantal in 2030 verwachte inwoners van 65-74 jaar/75+ ten opzichte van het aantal inwoners in dezelfde leeftijdscategorie op 1 januari 2023.
Dit is berekend op basis van de O&S bevolkingsprognoses voor 1 januari 2030 uit 2023. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt hierbij berekend aan de hand van verwachte
demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de woningvoorraad.
X Definities
t
Lage veerkracht
> < Deze indicator is gebaseerd op een vraag met vijf stellingen over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde. Bij iedere vraag zijn 7 antwoordopties mogelijk: Zelden — Soms - Af
en toe — Regelmatig — Meestal — Bijna altijd — Altijd. Hierbij krijgt '‘Zelden' een score van 1 en 'Altijd'een score van 7.
=__Ikkan heel goed omgaan met tegenslagen;
=__ Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties;
=_Naeen moeilijke periode ben ik snel weer de oude;
=_ Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden;
=_ Elke ervaring in het leven maakt mij sterker.
Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend:
=_ Score van lager dan 3,8 is lage veerkracht;
=__ Score van 3,8 tot 5,4 is gemiddelde veerkracht;
=__ Score van 5,4 of hoger is hoge veerkracht
Chronisch zieken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: ‘Heeft u een of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar
verwachting) 6 maanden of langer’.
X Definities
t
Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
> < Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De volgende vragen worden gesteld over hoe men zich voelde in
de afgelopen vier weken:
=__ Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden?
=__ Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?
= Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen?
= Hoe vaak voelde u zich hopeloos?
= Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig?
= Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten?
= Hoe vaak voelde u zich somber of depressief?
= Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte?
=__ Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om v op te vrolijken?
=_Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos?
Bij iedere vraag zijn vijf antwoordopties mogelijk: 1) ‘Altijd’, 2) ‘Meestal’, 3) 'Soms', 4) 'Af en toe! en 5) 'Nooit'. Antwoord 1 'Altijd' krijgt de hoogste score 5. Antwoord 5 'Nooit' krijgt
de laagste score 1. (Bij 3 of meer ontbrekende antwoorden krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 ontbrekende antwoorden wordt de waarde geïmputeerd op basis van
de gemiddelde score op dat item).
De antwoorden op deze vragenlijst worden samengevat in een score tussen de 10-50. Een score van 10 t/m 15 is geen of laag risico, 16 t/m 29 is matig risico en 30 t/m 50 is hoog
risico op een angststoornis of depressie.
x D fi it
Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < Het aandeel en aantal personen vanaf 18 jaar dat gebruikt heeft gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg
Mentale gezondheid: Ernstig eenzaam
Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld, een vragenlijst om eenzaamheid te meten die bestaat uit elf uitspraken over emotionele
eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste
tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met 1) nee, 2) min of meer, 3) ja'
Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld 'Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de
uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. lemand is eenzaam bij minstens negen ongunstige scores op alle items.
De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van
afzonderlijke personen.
Bewegen: beweegrichtlijnen
Aandeel volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: wekelijks minimaal 2,5 uur matig intensieve inspanning + bot- en spierversterkende activiteiten.
Bewegen: wekelijks sporten
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet.
Overgewicht (incl. obesitas)
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
X Definities
t
Overgewicht: obesitas
> < Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
Roken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat de vraag “Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret.
Zwaar alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat minimaal één dag per week zes of meer glazen alcohol (mannen) of vier of meer glazen (vrouwen) drinkt.
Overmatig alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat wekelijks meer dan 21 glazen alcohol (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol (vrouwen) drinkt.
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Oud-Noord
Buurt code Buurt naam
> < NBO3 NDSM terrein
NBO04 Buiksloterham-Zuid
> < NB05 Buiksloterham-Noord
NB06 Klaprozenbuurt
NBO07 Overhoeks Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk
NFO1 Buiksloterdijk-West
NFO2 Buiksloterdijk-Oost de, _NBO3 % Mop Ve)
NFO3 Nieuwendammerdijk-West oe y ES 4 Ô \z e°
NFO4 Nieuwendammerdijk-Oost Gj PN Ne N NN ss
ne 8 Te eZ NNP zet Zw
NFO5 Nieuwendammerdijk-Zuid 4 re Eed Nd lindo,
NKO1 Bloemenbuurt-Noord le, So Nos z INMoi 3 WG io,
NKO2 Bloemenbuurt-Zuid 4 Volewijck 5 | £ Nno3 A
NKO3 Van der Pekbuurt ee ASS xt, N02 NT n
NLO1 Vogelbuurt-Noord NB07 Ct DS SS NFO3
NLO2 Vliegenbos of Te Np
NL03 _ Vogelbuurt-Zud | En Nr
NLO4 IJplein e.o. \ … _
NMO1 ___ Blauwe Zand ogg Noordelijke hoever oost
NNO1 Tuindorp Nieuwendam-West
NN02 Tuindorp Nieuwendam-Oost
NPO1 Hamerstraatkwartier-West
NP02 Hamerstraatkwartier-Oost
NPO3 Bedrijventerrein Nieuwendam
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Noord-Oost
Buurt code Buurt naam
> < NGO1 Elzenhagen-Noord
NGO2 Elzenhagen-Zuid
> < NGO3 Nintemanterrein
NHO1 Buikslotermeer-Noord
NHO2 De Kleine Wereld 7
NHO3 Loenermark b
NHO4 Buikslotermeerplein N01 Ien,
NHO5 Plan van Gool KGoN. Naos EE)
NHO6 Rode Kruisbuurt a js Td j
NJO1 Markengouw-Noord BAT ie Dal Waterland
NJO2 Markengouw-Midden noor LEEN 4 5 n Nao
NJ03 Markengouw-Zuid shtoz Eos NN a id
NJ04 Werengouw-Noord terne, NAE \ N09
NJ05 Werengouw-Midden 7 En BR %, Se 5 Ws AN
NJO6 Werengouw-Zuid NO A \
NO01 Noorderstrook-West Ek Na10 N
NO02 Noorderstrook-Oost NJ03 ”
NO03 Zunderdorp
NO04 Schellingwoude-West
NOO05 Schellingwoude-Oost
NO06 Schellingwoude-Noord
NO07 Zwarte Gouw
NO08 Holysloot
NO09 Ransdorp
NO10 Durgerdam
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Noord-West
> < Buurt code Buurt naam
NAO1 Noorder IJplas
NAO02 Melkweg/Oostzanerwerf
> < NA03 Walvisbuurt
NAO4 Twiske-West
NAO05 Oostzanerdijk
NA06 Circus/Kermisbuurt
NA07 Molenwijk Ts NA05
NB01 Cornelis Douwesterrein-West Oostzanerwerf VAKO NAo4 |
NB02 Cornelis Douwesterrein-Oost PL TAN NDo1
NCO1 Tuindorp Oostzaan-West #2 ELS Z IE De
NCO2 Tuindorp Oostzaan-Oost Ke KE o fs Kadoelen
NCO3 Terrasdorp Ninf N
NCO4 De Bongerd NB01 Xx NCO2 ' ND02 2,
NDO1 Twiske-Oost Ps Tuindorp Oostzaan NES Ven,
ND02 Kadoelen Z / / ES /
NEO1 Banne-Noordwest Noordelijke IJ-ögvers West …, <_NCO3 ï 5 Banne Buikslgot
NEO2 Banne-Noordoost NB02 LS ANEO3/
NEO3 Banne-Zuidwest ENA Neo
NEO4 Banne-Zuidoost NN: 4
€
NEO5 Buiksloterbreek S _NE06
NEO6 Marjoleinterrein
Gemeente
Amsterdam
Deze factsheet is samengesteld door Team Onderzoek Stadsdelen.
Met dank aan GGD en OJZD
Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected]
| Factsheet | 39 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1972
Publicatiedatum 4 december 2019
Ingekomen onder
Ingekomen op 27 november 2019
Behandeld op 27 november 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Néhmé, Ceder, Boomsma, Kili, Van Soest en
A.L. Bakker inzake de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen
huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Geen hoge inkomens in
sociale huurwoningen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de prestatieafspraken voor de volkshuisvesting tussen
huurderskoepels, woningcorporaties en de gemeente (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1931).
Constaterende dat:
— Sociale huurwoningen primair zijn bedoeld voor de mensen met een kleine
portemonnee (tot 38.000 euro);
— Sociale huurwoningen fors worden gesubsidieerd met belastinggeld zodat ook
mensen met een laag inkomen een woning kunnen hebben in Amsterdam;
— Sociale huurwoningen lange wachttijden kennen (gemiddeld 12 a 15 jaar) en
daarom doorstroming van de huidige huurders van belang is zodat de woningen
beschikbaar blijven voor de mensen die daarop zijn aangewezen;
— De nieuwe prestatieafspraken 2020-2023 geen aandacht besteden aan het
fenomeen 'scheefwonen' en enkel oog hebben voor de huurders die in de knel
komen vanwege huurstijgingen (p. 17);
— Ca. 3% van de corporatiehuurders in de Metropool Regio Amsterdam meer
verdient dan twee keer modaal (ca. 75.000 euro). In Amsterdam betekent dit dat
minimaal 6000 sociale huurwoningen worden bewoond door mensen met een
hoog inkomen. Dit komt overeen met 8 jaar nieuwbouwproductie zoals
overeengekomen in de prestatieafspraken 2020-2023 (meerjarig gemiddelde
groei van 750 woningen per jaar).
— Mensen met een hoog inkomen die in een sociale huurwoning wonen, een hogere
huur kunnen betalen wat in lijn is met het adagium ‘sterkste schouders, zwaarste
lasten!
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1972 Motie
Datum 4 december 2019
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij de corporaties aan te dringen op het volledig benutten van alle bestaande en
toekomstige instrumenten die de Rijksoverheid nu biedt dan wel zal bieden (zoals
aangekondigd op Prinsjesdag op 17 september 2019) om scheefwoners die meer
verdienen dan twee keer modaal hogere huur te laten betalen opdat doorstroming
van hoge inkomens uit sociale huurwoningen op gang komt en deze woningen
beschikbaar komen voor de laagste inkomens.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
D.G.M. Ceder
D.T. Boomsma
A. Kilig
W. van Soest
A.L. Bakker
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-019855 N% Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S E D
Zo Jeugd en Amsterdam Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
x Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Jongerenwerk
Agendapunt 8
Datum besluit College van B&W, 4 juli 2023
Onderwerp
Raadsbrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor Amsterdamse jongeren
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor
Amsterdamse jongeren, waarin het college de raad informeert over de uitwerking van de ambities uit
het coalitieakkoord voor de komende bestuursperiode, waarvan de belangrijkste actielijnen zijn:
1. Versterken van de effectiviteit van het jongerenwerk: investeren in vakmanschap. Door
het creëren van de juiste randvoorwaarden voor effectief jongerenwerk kunnen we de
preventieve kracht van het jongerenwerk beter benutten. We continveren de versteviging
van het meidenwerk en online jongerenwerk.
2. Investeren in preventie van jeugdceriminaliteit door het vergroten van de expertise over
jongeren die risico lopen om af te glijden in de criminaliteit. Dit gelet op de toenemende
verjonging en verharding van de problematiek bij kwetsbare jongeren.
3. Sneller passende ondersteuning voor jongeren door betere samenwerking met partijen die
van belang zijn voor jongeren waaronder het onderwijs, sport en werk.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet 169 lid 2 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht)
Bestuurlijke achtergrond
* 4 juli Collegebesluit raadsbrief Vakkundig jongerenwerk. Een sterke basis voor Amsterdamse
jongeren.
* Raadsbrief Positief Perspectief: weerbaar opgroeien in Amsterdam, 19 december 2019
BD2020-000114.
* Samen vooruit: op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam 2020-2023, 29 mei 2019
ZD2018-008354.
* Hoofdlijnenbesluit Sociale basis, 5 april 2023, VN2023-004543.
* Samen Sterker uit de Crisis. Een sociaal en duurzaam perspectief voor de stad, 2 september
2020.
Reden bespreking
De PvdA vindt het cruciaal om jongeren perspectief te bieden. Het jongerenwerk draagt hier sterk
aan bij. De brief bevat een aantal interessante actielijnen die we nader zouden willen bespreken in de
commissie.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-019855 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, EF D
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam ‚ . -
Zorg % Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed,
Volwasseneneducatie, Democratisering
Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Brief is opgesteld met inbreng van directeuren van het samenwerkingsverband van 6 Amsterdamse
jongerenwerkorganisaties Samen voor Jongeren Amsterdam en Jeugdplatform Amsterdam (i.h.k.v.
jongerenwerk in scholen)
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-067437 1 Raadsbrief Vakkundig jongerenwerk def.pdf (pdf)
AD2023-067438 Commissie SED (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Fleur Sleegers en Tjalling de Vries, [email protected]
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
> < En Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 27 oktober 2023
Portefeuille(s) Energietransitie
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Ruimte en duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Afdoening motie 5o5 van het lid Garmy van Volt en lid Nadif van GroenLinks
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 17 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van de
raadsinformatiebrief over 60% reductie van de CO2-uitstoot in 2030 [VN2023-016068] motie 505
van raadslid Garmy van Volt en raadslid Nadif van GroenLinks aangenomen. Daarin wordt het
college gevraagd om:
1. Ineen buurt waar zal worden gewerkt aan de warmtetransitie, als pilot een buurt
burgerberaad over de warmtetransitie te organiseren;
2. Naar aanleiding hiervan de mogelijkheid te onderzoeken om in de werkwijze de
mogelijkheid tot een buurt burgerberaad op te nemen.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie:
Wat betreft dictum 2: voor het organiseren van een pilot buurt burgerberaad warmtestrategie zal
het college Q1 2024 een plan van aanpak en een advies voorleggen aan uw raad. Het op deze wijze
uitvoeren van de motie is afgestemd met indieners van de motie en geeft hen en andere
raadsleden de gelegenheid om te beoordelen of een pilot buurt burgerberaad voldoet aan de
wensen en beoogde doelen.
Het plan van aanpak bevat de volgende elementen:
1. een voorstel voor het gebied waar het buurt burgerberaad warmte kan worden gehouden
Mogelijke criteria voor selectie van een gebied zijn: is er nog voldoende keuzervimte, huidige
status van de warmtetransitie, de beoogde tijdlijn van de warmtetransitie, de aanwezigheid van
bewonersinitiatieven en de sociaal-maatschappelijke complexiteit van de opgave(n) in het gebied.
2. een voorstel voor een passende centrale vraagstelling
Dit is belangrijk voor de inhoudelijke scoping van het burgerberaad en de door hen te bedenken
plannen. Focus ligt te allen tijde op laagdrempeligheid voor bewoners, het eigenaarschap dat
bewoners over de vraagstelling kunnen nemen en de vitvoeringskans van bewoners.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 oktober 2023
Pagina 2 van 3
3. Een beschrijving van de organisatorische randvoorwaarden voor het buurtburgerberaad en
een begroting voor de kosten van uitvoering
Hier wordt onder andere aandacht gegeven aan de begeleiding en ondersteuning voor het
burgerberaad, de manier van komen tot een waarachtige buurtrepresentatie. Daarnaast maken
we een planning en begroting voor uitvoering.
Zoals eerder afgestemd met indieners zal ik het gesprek over dekking van de kosten voeren met
uw raad als een goede organisatie van het buurtburgerberaad meer dan € 200.000 vraagt. Eerdere
ervaringen met burgerberaden leren dat ook burgerberaden met een relatief kleine schaal vaak
meer dan € 200.000 kosten.
4. Een advies over draagvlak in de ambtelijke en politieke organisatie voor het proces en de
vitkomsten.
Een succesvol burgerberaad vraagt meer dan alleen een uitstekende uitvoering van het
burgerberaad. De uitkomst moet ook in vruchtbare bodem vallen. Het succes wordt ook bepaald
door de mate waarin het bestuur zich committeert aan de uitvoering en het advies van het
burgerberaad opvolgt. Er wordt daarom ook een voorstel gedaan over de ambtelijke en politieke
verankering van de uitkomsten van het buurtburgerberaad.
Als vw raad instemt met het plan van aanpak en waar nodig voorziet in de benodigde
randvoorwaarden zal de pilot zal worden uitgevoerd.
Wat betreft dictum 2: onderzoeken of een buurt burgerberaad onderdeel kan worden van de
standaard werkwijze in de warmtetransitie, het volgende. Tijdens en in navolging van de pilot
onderzoeken wij het instrument buurt burgerberaad verder. Met uw raad deel ik, na afloop van het
burgerberaad, een advies op basis van de ervaring opgedaan in de pilot over de inzet van het buurt
burgerberaad als participatie-instrument binnen de warmtetransitie.
In het advies houd ik in aanvulling op de ervaring uit de pilot ook rekening met de Wet
gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Deze wet is niet controversieel verklaard en
wordt naar verwachting eind dit jaar / begin volgend jaar behandeld door de Tweede Kamer.
De Wgiw geeft gemeenten de bevoegdheid om wijken aan te wijzen, die de komende tijd van
aardgas overstappen op duurzame energie. Het een belangrijk instrument voor gemeenten om te
voorkomen dat (een deel van) het gasnet, tegen hoge maatschappelijke kosten, in stand moet
worden gehouden voor een klein aantal mensen. Gemeenten moeten samen met bewoners en
bedrijven, gebruikers en eigenaren van gebouw een zorgvuldig proces doorlopen waarin een
afweging wordt gemaakt over wat per wijk het beste warmte-alternatief is en wanneer de
woningen en gebouwen niet langer met aardgas worden verwarmd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 oktober 2023
Pagina 3 van 3
Het college zal de raad een plan van aanpak voor de uitvoering van het buurt burgerberaad
warmtestrategie en een advies voorleggen aan uw raad in het eerste kwartaal van 2024.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
An IO
OCE 4
Zita Pels
Wethouder Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
2 AV,
ee À Agenda voor de bijeenkomst op
Ö 5) donderdag 06 - 06 - 2019
8, De Ouderen Advies Raad Oost in de
EA Raadzaal, Stadsdeelhuis
Aanvang 14.00 — 16.00 uur
1. Welkom en berichten van verhindering.
2. Korte mededelingen: nieuw cursusaanbod in Jeruzalem
“Van Gogh ook bij u in de Buurt”, start vrijdag 28/6
3. Concept notulen bijeenkomst O9 — 05 — 19, nieuwe stijl.
4. Thema: Voorbereidingen: Symposium “Langer thuis blijven
wonen” 4 oktober 2019. (taken verdelen)
5, Laatste informative: ontwikkelingen en terugkoppeling:
= 18 mei: Informatie markt” Langer zelfstandig wonen 65+
= Terugkoppeling gesprekken Frank: Eigen Haard en De Key
= Stand van zaken”geclusterd wonen”
= BO met Maarten Poorter, 20/6 , 16.00 uur, Genieten
= De Huygensdag , 15 juni
6. Overige onderwerpen: AVI-Lijst:
-Voortgang:” Actieve ouderen in de stad”, 12/6 14.00 —
17.00 uur, Oranje Kerk , 2e v.d. Helstraat 2-3
= Samenwerking, afstemming wijkzorg(6/5)
= Afscheid Broer Soolsma (22/5)
7. Dwars door de buurt: deadline 13 juni 2019 (thema ?)
8. Rondvraag en sluiten.
Technisch voorzitter: Frank Robert Stork 020 beb 1065 cieogne@planetnl
| Agenda | 1 | train |
Programma Woningkwaliteit
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
Gemeente Amsterdam
Maart 2021
INHOUDSOPGAVE
1.1. STUREN OP WONINGKWALITEIT … aaa on oeneunenenenrenseuwsnensnsrseursnssensnseseuevsenssersersuvsnsnssersevenvsnsnsevensvenenee D
1.2. PROGRAMMA WONINGKWALITEIT: DOELSTELLING asen senenenenerservensvenenersevenwsnsnenersevrssssersservenvsvsnenenr 3
1.3. LEESWIJZER aanne enen nerserenssnsnenersensswsnsnsnersenrsnsnservereuvensnsnerseveuvsnensnerseuvensvensnerseursvsnssensesenvsvseenenr 3
2. BORGEN WETTELIJKE WONINGKWALITEIT 4 annen rneeneenersenneenerseervenersenrvsnervensvserrvenrrn ed
2.1. DE IMPACT VAN CORONA … …aansuunuan en ersenrsnsnserserseursvsnssersesensnsnsnerseuvensvenssersenrsvsnssersessussnsensersevenvevensnern be
2.2. HET SIGNALEREN VAN ACHTERSTALLIG ONDERHOUD … an sansnen on ersenensenssenseseuvsvensserseseuvsnsnserseersvvevensnern be
2.3 HANDHAVINGSPROJECTEN: VOORTGANG EN RESULTATEN … sossen enen erseerunsvenenerverrsnsvenenersevrsvenssersesenvensnenens Ó
2.4 SAMENWERKING EN BELEIDSVORMING OP HET GEBIED VAN HANDHAVING aa oons unevenenerensvensvnrrervenerne LÔ
3. VOORKOMEN VERSLECHTERING & STIMULEREN VERBETERING … anno ne nee nernennrener 12
3.1. INFORMATIE EN COMMUNICATIE oan sounenenoneesevenssenersereuvenensnerseresvsvenserveeveuvsvenenersevrsvsnsserveersvrseer L2
3.2. PROFESSIONALISEREN VVE S…….an sns soverrenenensusruuveerseonsuvsvereervenenevsuvvuusverenenanvvvervenveevevvveveervenvevvvvevenrs 13
3.3. KLIMAATDOELSTELLINGEN: VERDUURZAMING EN ENERGIETRANSITIE … aans nonoreeneunevenenervenrsnsnsserserevrsveneer 13
4. ACTUELE ONTWIKKELINGEN … annen nenee ner sermennennersennesnensennrsnervenerseervensrsenrvenerserren LD
41. IVAN ZANG KOTDIN ENA IN CN
4,2. ANDERE KWALITEITSTHEMA) S … sanar ononeosoverservenvenseurveereneneensuvsversersnervevvrvervenevevsvvevervenenenvvevvervnrvnee. LO
5. INZET 2021 IN OVERZICHT aaneen neren nennen sennvenersenrvenensennvenenvensrsnervensvseervensvsenrvnner LZ
6. FINANCIERING PROGRAMMA WONINGKWALITEIT „neon enerneenrenersenrrenervensrserrvener LÔ
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
Samenvatting
In de kern: doelstelling en conclusies tot 2021
Amsterdam is een mooie stad en veel mensen wonen er met plezier. Dat wil het college zo hou-
den. Goede woningen dragen daaraan bij. De kwaliteit van woningen is niet altijd aan de buiten-
kant zichtbaar. Achter frisse gevels kan vocht- en schimmel, een nauwelijks te verwarmen.huis of
een slechte fundering schuilgaan. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid voor bewoners en het
voortbestaan van de bestaande woningen en woonbuurten.
De Amsterdamse woningvoorraad is relatief oud en daarmee naar de nieuwbouwstandaard van
matige kwaliteit. Door de hoge druk op de woningmarkt is kwaliteit nauwelijks meer een onder-
scheidende factor bij verhuur of verkoop. Om te voorkomen dat er gevaarlijke of ongezonde situa-
ties ontstaan, moeten woningen in Nederland voldoen aan een minimale wettelijke kwaliteit, die
veelal gelijk is aan de kwaliteitseisen die golden op het moment dat de woning gebouwd werd. Het
onderhoud en beheer van gebouwen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Het is een taak
van de gemeente om toezicht te houden op de wettelijke woningkwaliteit. Daarnaast wil de ge-
meente een bijdrage leveren aan een woningvoorraad die gezond is en klaar voor de toekomst.
Het college hecht er veel waarde aan dat alle Amsterdammers kunnen wonen in een woning van
voldoende kwaliteit, nu en in de toekomst, daarom is in 2017 begonnen met de uitvoering van het
programma Woningkwaliteit. Het programma levert een bijdrage aan behoud en verbetering van
de woningkwaliteit in Amsterdam door inzet op:
1. Het borgen van wettelijke woningkwaliteit;
2. Het voorkomen dat woningen verslechteren;
3. Hetstimuleren van een extra kwaliteitsimpuls voor woningen.
Een greep uit de resultaten
De resultaten van de inzet op woningkwaliteit laten zien dat een goede woning voor veel Amster-
dammers niet vanzelfsprekend is.
Op het gebied van handhaving op woningkwaliteit wordt binnen het programma gewerkt in (the-
ma)projecten die inspelen op actuele ontwikkelingen en/of bijdragen aan het vergroten van de
kennis over (de handhaving op) woningkwaliteit. In 2020 is gewerkt aan zes bestaande handha-
vingsprojecten, onder andere gericht op het verhelpen van vocht- en schimmelproblematiek in
woningen en het opsporen en herstellen van onveilige galerijflatvloeren. Ook is een nieuw project
opgestart gericht op de sanering van loden leidingen.
In 2020 is de inzet op handhaving in delen van het jaar aangepast omdat door de corona-richtlijnen
de huisbezoeken aan banden werden gelegd. We begonnen 2020 met bijna 1500 woningen waar
we aan werkte vanwege (een vermoeden van) onvoldoende woningkwaliteit. Daar kwamen in de
loop van 2020 zo'n 375 woningen bij, waarvan circa 180 binnen het project loden leidingen.
Ruim 650 woningen zijn in 2020 verbeterd naar aanleiding van het programma Woningkwaliteit.
Zo zijn onder meer:
" _ Twee corporatiecomplexen in noord gerenoveerd.
= Verspreid over de stad go woningen van herhaaldelijke overtreders verbeterd en zijn in 30
woningen vocht en schimmelklachten verholpen.
1
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
"Zijn van 4 flats de galerijen verbeterd.
In 600 woningen is de handhavingszaak gesloten omdat geconstateerd is dat het onderzochte
kwaliteitsaspect voldeed. Zo is onder meer:
"Voor 6flats gehandhaafd op de onderzoeksplicht en aangetoond dat de galerijen voldoen
aan de wettelijk norm.
= In circa 95 woningen middels een lood in watertest aangetoond dat er geen sprake is van
een te hoog loodgehalte.
Hoewel een gevelopname niet alles verteld over de achtergelegen woningen is gebrekkig buiten-
onderhoud een indicator voor slecht woningen. In 2021 is een eerste ronde gevelopnames in Am-
sterdam afgerond (project quick-scan). Op basis van deze gevelopnames kun je in Amsterdam
gebreken vermoeden bij 7.500 woningen.
In 2020 is veel aandacht en capaciteit uitgegaan naar de sanering van loden drinkwaterleidingen.
Naast bovengenoemd handhavingsproject zijn onder andere afspraken gemaakt met verschillen-
de woningeigenaren, zijn bewoners via WOON ondersteund, is op grote schaal gerichte commu-
nicatie ingezet en is met andere gemeenten en verschillende ministeries gesproken over aan-
scherping van regelgeving en meetmethoden. Over de voortgang hiervan wordt u op regelmatige
basis separaat geïnformeerd.
Daarnaast is er in 2020 veel aandacht uitgegaan naar de relatie tussen woningkwaliteit en duur-
zaamheid. Eris een week van de vve georganiseerd waar aandacht is besteed aan het goed orga-
niseren van vve's, het onderhoud en de verduurzaming van woningen. Ook is in 2020 meegedacht
met onder andere de renovatiemotor en een nieuwe stedelijke aanpak om vve’s te ondersteunen
bij verduurzaming. Aan de realisatie van beiden wordt in 2021 binnen het programma woningkwa-
liteit verder invulling en vitvoering gegeven.
Er zijn drie campagnes uitgevoerd om bewoners bewust te maken van het belang van een gezonde
en veilige woning en hoe ze daar zelf aan kunnen bijdragen. De campagnes in 2020 richtten zich
op ventilatie in huis, gevaarlijke balkons en koolmonoxide. De campagnes zijn uitgerold via social
media, advertenties op websites en filmpjes op Ats.
Het programma Woningkwaliteit is ook betrokken bij andere actuele vraagstukken die raken aan
fysieke aspecten van woningen. In 2020 is het programma betrokken bij de hernieuwing van de
Amsterdamse Kaderafspraken en het kwaliteitsoverleg tussen corporaties, huurders en gemeente.
Daarnaast is er betrokkenheid bij thema's als Kilmaatadaptatie, Japanse Duizendknoop en Brug-
gen- en Kademuurherstel en de impact daarvan op de kwaliteit van de woningvoorraad.
Accenten van de inzet in 2021
De inzet op de doelstellingen vit het programma Woningkwaliteit wordt ook in 2021 gecontinu-
eerd. In 2021 worden bestaande projecten, beleidsontwikkelingen en communicatie-inzet voort-
gezet en geëvalveerd. Zo ronden we het project galerijflatvloeren af, zetten we meer en verder in
op de sanering van loden leidingen en gaan we door met de inzet op het verhelpen van vocht- en
schimmelklachten. We gaan ook verder met de inzet van nieuw verworven instrumenten als de
bestuurlijke boete en beheerovername.
In aanvulling op de handhaving richten we ons op een bredere ondersteuning van VvE's en het
verbinden van woningverbetering aan energietransitie. Daarnaast blijven we aandacht vragen
voor verschillende aspecten van goed en veilig wonen, bijvoorbeeld met gerichte informatie en
campagnes. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een online funderingsloket voor bewo-
ners. Hiernaast is er blijvende aandacht voor beleids- en kennisontwikkeling.
2
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
1. Inleiding
Amsterdam is een mooie stad en veel mensen wonen er met plezier. Dat wil de gemeente zo hou-
den. Goede woningen dragen daaraan bij. Voorliggend document schetst de invulling en resulta-
ten van de extra inzet die in Amsterdam sinds 2017 aan de kwaliteit van de bestaande woningvoor-
raad gegeven wordt. Daarnaast laat het de beoogde inzet op dit thema in 2021 zien.
1.1. Sturen op woningkwaliteit
De Amsterdamse woningvoorraad is relatief oud en daarmee naar de nieuwbouwstandaard van
matige kwaliteit. Het onderhoud en beheer van gebouwen is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar. Door de hoge druk op de woningmarkt is kwaliteit nauwelijks meer een onderscheidende
factor bij verhuur of verkoop. Ook is het verbeteren van woningen vaak een ingewikkeld proces.
Op bouwkundig vlak, maar ook vanwege de noodzakelijke samenwerking met andere huurders,
verhuurders en kopers in één complex. Dit leidt ertoe dat (tijdige) investeringen in de kwaliteit van
de bestaande woningvoorraad soms uitblijven.
Om te voorkomen dat er gevaarlijke of ongezonde situaties ontstaan, moeten woningen in Neder-
land voldoen aan een minimale wettelijke kwaliteit, die veelal gelijk is aan de kwaliteitseisen die
golden op het moment dat de woning gebouwd werd. Het is een taak van de gemeente om toe-
zicht te houden op de wettelijke woningkwaliteit. Daarnaast wil de gemeente een bijdrage leveren
aan een woningvoorraad die gezond is en klaar voor de toekomst.
1.2. Programma Woningkwaliteit: doelstelling
Toezicht op de wettelijke minimale woningkwaliteit is een taak van de gemeente, die in Amster-
dam bij de stadsdelen is belegd. Onder andere door de druk op de woningmarkt en de grote
nieuwbouwopgave moeten de stadsdelen scherp prioriteren in hun toezichtstaken. Hierdoor is
toezicht op de kwaliteit van de bestaande voorraad veelal beperkt tot het reageren op signalen en
handhavingsverzoeken van derden (reactief).
Om meer aandacht te besteden aan kwaliteit, veiligheid, gezondheid en comfort van de bestaan-
de woningvoorraad en de stadsdelen te ondersteunen in hun taken is in 2017 begonnen met de
uitvoering van een programma Woningkwaliteit. Het programma levert een bijdrage aan het be-
houden en verbeteren van de woningkwaliteit in Amsterdam door in te zetten op drie actielijnen:
4. Het borgen van wettelijke woningkwaliteit;
5. Het voorkomen dat woningen verslechteren;
6. Het stimuleren van een extra kwaliteitsimpuls voor woningen
1.3. Leeswijzer
Wilt v inzicht in de handhavingsprojecten en resultaten van actielijn 1? Dan kunt u hoofdstuk 2 te
lezen. Wilt v inzicht in de inspanningen en resultaten op actielijn 2 en 3? Dan kunt v hoofdstuk 3
lezen. Hoofdstuk 4 gaat in op actuele ontwikkelingen aangaande de actielijnen. In alle hoofdstuk-
ken staat ook de inzet in 2021 benoemd, deze is samengevat in de tabel op pagina 219. In de tekst-
kaders is achtergrondinformatie en casuïstiek opgenomen.
3
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
2. Borgen wettelijke woningkwaliteit
Een goede woning is een basisbehoefte Tekstkader 1. Uitvoeringsafspraken met de stadsdelen
voor bewoners en belangrijk voor de Voor de uitvoering zijn de volgende afspraken gemaakt over
leefbaarheid in de stad. De kwalitatieve de ondersteuning van de stadsdelen vanuit het programma
eisen voor bestaande bouw zijn in de weonngselike
, ief 1. In samenspraak met de stadsdelen wordt een quick-scan
eerste plaats gericht op constructie van de woningvoorraad uitgevoerd. Dossiers die volgen
behoud, veiligheid en gezondheid. Toe- vit de quick-scan liggen voor een vervolg in eerste plaats
zicht en handhaving op de wettelijke bij het stadsdeel (zie 2.2).
minimale woningkwaliteit is in Amster- 2. Concrete individuele woningklachten en handhavings-
d bij de stadsdelen is belead dossiers komen binnen bij de stadsdelen. Bijvoorbeeld
am bij dé StACSTEEN IS DEET. via Meldpunt Woningonderhoud. Op verzoek en indien
capaciteit voor handen is, ondersteunt Wonen (zie 2.2 en
Met de inzet vanuit het programma Wo- 2.3.1). _
ningkwaliteit worden de stadsdelen be- 3. Wonen neemt het voortouw in stadsdeel overschrijdende
. . . . . handhavingsprojecten, zoals loden leidingen, vocht- en
leidsmatig en in de uitvoering onder- schimmel en galerijflatvloeren (zie 2.3).
steund. Het programmateam woning-
kwaliteit neemt het voortouw in het vormgeven en uitvoeren van stadsbrede themaprojecten die
bijdragen aan meer kennis over kwaliteitsaspecten en de ontwikkeling van stadsbreed handha-
vingsbeleid. Dit betekent dat de handhavingstaak op onderdelen meer actief wordt vormgegeven.
2.1. De impact van corona
Een belangrijke schakel in het werk van toezicht en handhaving woningkwaliteit is het bezoeken
van woningen. Zowel bij de eerste woningopname, tussentijdse controle, als aan het eind bij een
oplevering. In alle gevallen is de toezichthouder ter plaatse en constateert of controleert zelf de
gebreken en het uitgevoerde herstel. Gedurende het grootste deel van 2020 konden er door coro-
na-maatregelen geen of slechts onder hele strenge voorwaarde of in schrijnende situaties huisbe-
zoeken plaatsvinden. Bureauwerk kon gewoon doorgang vinden.
In grote delen van 2020 is ingezet op contactloos werk, zoals de quick-scan (zie 2.2). In een aantal
zaken is gebruik gemaakt van foto's voor controles die normaal op locatie plaatsvinden. In een
enkel geval is het mogelijk om een constatering te doen zonder de woning in te gaan, bijvoorbeeld
bij de constatering van een loden leiding in een waterput voor de deur. Omdat aannemers vaak
ook niet in de woningen terecht konden om gebreken te herstellen is zeer regelmatig, op verzoek
van een overtreder, de termijn van handhavingszaken verlengd.
2.2. Het signaleren van achterstallig onderhoud
Er zijn twee projecten waar het programmateam Woningkwaliteit bijdraagt aan het signaleren van
achterstallig onderhoud, terwijl het oppakken van individuele casuïstiek die daaruit volgt in de
eerste plaats bij de stadsdelen ligt. Dit zijn de quick-scan en het meldpunt Woningonderhoud.
De quick-scan: een eerste kwaliteitsindruk
De quick-scan is een methode om stadsbreed een eerste indruk te krijgen van een kwaliteitsaspect
van woningen. Per stadsdeel worden gevels van alle woningen op basis van dezelfde criteria be-
oordeeld als goed, matig of slecht. De quick-scan zegt niets over de situatie in de woningen achter
de gevel. Het programmateam ondersteunt de stadsdelen bij de quick-scan om de uniformiteit te
4
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
borgen. De resultaten van de quick-scan worden met Nieuwezijds Voorburgwal tijdens de quick-
het betreffende stadsdeel besproken. De als slecht scan in lock down, geheel verlaten
beoordeelde panden worden door de stadsdelen Pi ë SEE
opgepakt. Bij onvoldoende capaciteit of kennis kan 0 Be Jo
het stadsdeel ondersteuning vragen aan het pro- OE: ZA
. ne, À dae
grammateam. In dat geval worden adressen geregi- Te Bi
streerd in het deelproject “meldingen” (zie 2.3.1). 5 Sr rd
5 El De ed EEEN |
Sgr ME
In 2020 is de quick-scan: Ed ei it N afl |
In stadsdeel Centrum uitgevoerd. Hiermee is de Er Wk, ee el
quick-scan, in alle stadsdelen uitgevoerd. Te Ì Org
= In stadsdeel Noord geactualiseerd: de in 2017 Ô ke ER: SiS
eerder als matig en slecht beoordeelde wonin- EE S= E
gen zijn opnieuw gescand. > _
bd
In tabel 1 is te zien dat er bij bijna twee procent van Wee
de gescande woningen, ruim 7.500 woningen op En
basis van de gevel sprake is van achterstallig onder- mn
houd. De stadsdelen Centrum, Zuid en Nieuw-West
(grote complexen met veel woningen) zijn relatief Tabel 1: Resultaten quick-scan 1 januari 2021
sterk vertegenwoordigd in de matige en slechte wo- Goed 418.668 98,2%
ningen op basis van een gevelinspectie. In Zuid-Oost ed 3845 Er
: : a wairt ec 0,9%
is op basis van de gevelinspectie weinig sprake van 1,26,260 10,0%
slechte of matige woningkwaliteit. In 2021-2022
wordt aan de herscan een actief informatietraject richting eigenaren gekoppeld.
Figuur 1: Aandeel per stadsdeel in resultaten slecht en matig - 1 januari 2021
Matig
Slecht
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
mNoord mCentrum mZuid-Oost — Nieuw West mOost m West m Zuid
Meldpunt Woningonderhoud
Eind februari 2018 is het startschot gegeven voor het online Meldpunt Woningonderhoud.* Het
doel van het meldpunt is om bewoners één eenduidig en herkenbaar aanspreekpunt te bieden om
klachten over achterstallig onderhoud digitaal bij de gemeente te melden. De meldingen komen
voor afhandeling terecht bij het betrokken stadsdeel. In 2020 zijn er ruim 280 nieuwe meldingen
geregistreerd. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het aantal meldingen in 2019 (ruim 250).
1 Invulling motie 1185 van raadslid Flentge (SP), inzake de Begroting 2018 en motie 953 van raadslid Van Soest
(PvdO) inzake de Woonagenda 2025.
5
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
2.3 Handhavingsprojecten: voortgang en resultaten
Toezicht en handhaving op een slechte Tekstkader 2. Het proces van handhaving
woning is vaak een langdurig en inten- Elk project is net even anders. Toch vallen een aantal hoofdfa-
sief traject dat uit verschillende fases ses in handhaving te onderscheiden. Voor elke fase geldt dat
bestaat (zie tekstkader 2). In 2020 is een, naar omstandigheden, redelijke termijn gesteld wordt:
aan de volgende handhavingsprojecten E Opnamefase: er is een vermoeden van onvoldoende kwali-
teit. Eigenaren en bewoners worden benaderd voor een
gewerkt:
. . woningopname (binnen en buiten).
*_ Meldingen (zie 2.3.1); m _ Vriendelijk overleg: als gebreken zijn geconstateerd, wordt
=_Galerijflatvloeren (zie 2.3.2); de eigenaar geïnformeerd en verzocht een plan van aan-
1 __ Vochten Schimmel (zie 2.3.3); pak op te stellen om de gebreken te verhelpen. Er kan ook
"__ Herhaaldelijke overtreders (zie voor gekozen worden deze fase over te slaan, bijvoorbeeld
2.3.4); bij spoedeisende situaties of herhaaldelijke overtreders.
. Funderin en (zie 2.3.5); = __Handhavingsfase: leidt vriendelijk overleg niet tot een
9 3-5) . passend verbetervoorstel? Dan volgt een handhavings-
*_Huurcommissiezaken 2 (zie 2.3.6); voornemen en uiteindelijk een handhavingsbesluit, vaak
Daarnaast is het project Loden Leidin- gekoppeld aan een last onder dwangsom.
gen opgestart. Dit wordt toegelicht in
bl. Een dossier kan gesloten worden als de woning is opgeknapt
(woning is verbeterd), als bij controle bleek dat de woning vol-
. . deed aan de wettelijke kwaliteit (woning voldoet), omdat de
Projecten verschillen sterk in aard en bewoners geen medewerking verlenen of omdat een stadsdeel
omvang. een dossier zelf oppakt.
In totaal zijn sinds de start van het programma circa 9.275 woningen opgenomen in de verschillen-
de projecten vanwege een vermoeden van of kans op woninggebreken. Het overgrote deel van de
woningen maakt onderdeel vit van het project galerijflatvloeren waarin 106 galerijflats zijn opge-
nomen, met samen circa 7250 woningen die de kwaliteit van de galerij moeten aantonen. Uitein-
delijk is voor circa 7.000 van de onderzochte woningen na onderzoek aangetoond dat de kwaliteit
voldoende was. In totaal zijn binnen het programma woningkwaliteit inmiddels ruim 1500 wonin-
gen verbeterd tot op het wettelijke niveau, waarvan 650 woningen in 2020 (zie figuur 2).
In 2020 zijn er circa 375 nieuwe adressen geïdentificeerd met vermoedens van (ernstige) kwali-
teitsgebreken. Al deze adressen worden geïnspecteerd, waarna bij geconstateerde onvoldoende
kwaliteit wordt over gegaan tot het vriendelijk traject danwel handhaving om ervoor te zorgen dat
de woningen worden verbeterd. Het aantal adressen dat nog in dit proces zit is in 2020 fors ge-
daald (figuur 3) omdat veel verbetertrajecten zijn afgerond (figuur 2) en er van een aantal galerij-
flats na onderzoek is aangetoond dat de galerij veilig is (woningen bleken te voldoen). Hierdoor is
Figuur 2. Aantallen woningen verbeterd (per jaar) Figuur 3. Aantal woningen in de werkvoor-
700 raad/verbetertraject
3000
600
2500
500
2000
400 1500
300 1000
100 0
1 januari 1 januari 1 januari 1 januari
9 2018 2019 2020 2021
1januari 1januari 1januari 1 januari B handhavingsfase B vriendelijk overleg fase
2018 2019 2020 2021 = opnamefase
6
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
er in 2021 dan ook ruimte voor Figuur 4: Meldingen voortgang per fase
nieuwe adressen en zijn er nieuwe 900
projecten in voorbereiding die we 800 m naar stadsdeel
op willen te starten. m geen
700 medewerking
2.3.2 Meldingen stadsdelen 600 = woning voldoet
Door het grote aantal toezichtsta- 500 m woning is
ken en -prioriteiten bij de stadsde- __ 400 _ Maes
len en de bouwopgave, dreigt 300
toezicht en/of handhaving op 200 m handhavingsfase
(complexe) klachten over be- 100 B vriendelijk
staande woningen soms te blijven overleg fase
. 0 = opnamefase
liggen. Onder voorbehoud van jan'18 jan'19 jan'20 jan'21
beschikbare capaciteit kan een
stadsdeel het programmateam vragen actief te ondersteunen bij deze zaken. Sinds de start van
het programma zijn circa g20 adressen vanuit de stadsdelen als melding overgedragen aan het
programmateam. Dit betreft verschillende kwaliteitsaspecten die niet passen binnen een thema-
project. In 2020 zijn er 115 nieuwe adressen, hoofdzakelijk vit Zuid en West, overgedragen aan
project meldingen. Er zijn in 2020 ruim 520 woningen verbeterd, waaronder twee grote corpora-
tiecomplexen in stadsdeel Noord waarvan de renovatie is afgerond.
Tekstkader 3. Een casus — meldingen, installatiekeuringen
In navolging van de in 2019 afgeronde projecten betreffende installatiekeuringen wordt er nu een installa-
tiekeuring uitgevoerd wanneer de toezichthouders op een specifiek adres gebreken vermoeden. In 2020
zijn 5 installatiekeuringen aangemeld van woningen waar getwijfeld werd over de kwaliteit van de gas- en
elektra installaties. Er is één pand naar voren gekomen uit de quick-scan, waar bij de woningopname ver-
moedens waren van gebreken aan de gas- en elektra installaties. In overleg met het stadsdeel en de Om-
gevingsdienst is besloten de installaties van de onder de woningen gelegen wasserette ook te keuren.
Tijdens de keuring is geconstateerd dat zowel de gastoevoer van verschillende apparaten in de wasserette
als het rookgasafvoerkanaal een gevaar op konden leveren voor de bovengelegen woningen en de wasse-
rette zelf. Er was brandgevaar en verstikkingsgevaar door koolmonoxide. De gastoevoer is na de keuring
direct afgesloten en de eigenaar van de wasserette is aangeschreven om de installatie en apparatuur weer
te laten voldoen aan de regelgeving en daarmee de veiligheid van klanten en de bewoners van de erboven
gelegen woningen te borgen.
2.3.2 _Galerijflatvloeren Een galerijflat in stadsdeel Nieuw-West in de
Sommige constructies van galerijvloeren zijn in slech- | ln ON Pu
te staat, zonder dat daar aan de buitenkantietsvante lk El | EEE SH RI
zien is. In het slechtste geval kan dit ertoeleidendat A AN AH ae
ineens een galerij afbreekt. Daarom is wetgeving ál ì Û ij Ë ck jk
ingesteld die alle eigenaren van een specifiek type | \ / | X en
galerijflats verplicht om voor 1 juli 2017 een onder- \4 | Á A Es —
zoek uit te laten voeren naar de constructieve staat dl En S in
van de galerijvloeren. Gezien het gevaar dat onveilige ú fi | IE |
galerijen met zich meebrengt voor bewoners en pas- il si | /
santen is in 2017 een stadsbreed project gestart dat k EE
toeziet op de naleving van de onderzoeksplicht en de f | Uk ae
veiligheid van deze galerijflats. Het ontbreken van het z |
rapport, een kwalitatief onvoldoende rapport en/of Ek Kas
een rapport waaruit tekortkomingen aan de construc- Pl: î 8
tie blijken, leidt tot een handhavingsprocedure. esra /
7
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
Binnen het project zijn 106 risico- Figuur 6: Galerijflatvloeren voortgang per complex per fase
flats (7250 woningen) in Amster-
dam geïdentificeerd. Deze bevin- 100 m woning voldoet
den zich vooral in Nieuw-West en Oe
80 B woning is verbeterd
Buitenveldert (Zuid).
Inmiddels is van 103 van de 106 60 B handhavingsfase
flats geconstateerd dat de galerij 40 On
. E vriendelijk overleg
voldoet. Naar verwachting zullen fase
de laatste herstelwerkzaamheden 20 m opnamefase
in de laatste 3 complexen in het 0
tweede kwartaal van 2021 uitge- 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari
voerd worden en kan dit project in 2018 2019 2020 2021
2021 afgesloten worden.
2.3.3 Vochten schimmel Figuur 7: Projecten Vocht- en Schimmelklachten naar fase
Sinds eind 2017 biedt het pro- 250 m naar stadsdeel
gramma aan om vocht- en schim-
melmeldingen die binnenkomen 200 m Geen medewerking
bij de stadsdelen, WOON en de = woning voldoet
GGD op te pakken. Het handhaven 150
op vocht en schimmel wordt vaak 100 m woning is verbeterd
ingewikkeld gevonden, omdat m handhavingsfase
aangenomen wordt dat ook het 50
gedrag van bewoners met vocht- m vriendelijk overleg
en schimmel in de woning te ma- 0 fase
ken heeft en de oorzaken vaak jan B jan'io jan'so jan'z1 =CPnamefase
complex zijn. Inmiddels is in de
praktijk gebleken dat ook handhavingsinzet tot resultaat leidt. Tot 1 janvari 2021 zijn er 210 adres-
sen ingebracht. In 2020 zijn er circa 45 nieuwe zaken bijgekomen. Ruim 5o woningen bleken na
een woningopname te voldoen. Ruim 7o woningen zijn na inzet van het programma verbeterd
waarvan ruim 30 in 2020. Op 1 janvari 2021 zijn er nog bijna 80 woningen waar een woningopna-
me plaatsvindt of die in het vriendelijke traject danwel handhaving zitten. De corona-tijd, waarin
geen reguliere huisbezoeken afgelegd mochten worden, hebben invloed gehad op de voortgang
van de vocht- en schimmelmeldingen.
2.3.4 Herhaaldelijk overtreders Figuur 8: Herhaaldelijk overtreders Woningkwaliteit
Er zijn pandeigenaren die in verschillen- 250 m naar stadsdeel
de stadsdelen bezit hebben waarvan de
kwaliteit meer dan eens niet op het wet- m geen
telijk niveau is of die meer dan één type 200 medewerking
overtredingen begaan. Door de versnip- = woning voldoet
perde informatie ontbreekt het vaak aan 150
stadsbrede en/of integrale gegevens en m woning is
aanpak. Om deze problematiek te in- verbeterd
ventariseren en aan te pakken zijn twee 100 m handhavingsfase
projecten gestart.
= _ Herhaaldelijke overtreders wo- m vriendelijk
ningkwaliteit 50 overleg fase
In dit project wordt het bezit van eigena- = opnamefase
ren die in meerdere stadsdelen wonin-
gen hebben geïnventariseerd. Inmiddels o
zijn binnen dit project ruim 2.000 wo- jan'18 jan'1ig jan'20 jan'21
ningen van acht grotere eigenaren in
8
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
beeld gebracht. Bij drie van deze eigenaren bleek op basis van de gevelinspectie dat er bij meerde-
re panden sprake was van achterstallig onderhoud. In totaal zijn circa 230 woningen geïdentifi-
ceerd voor verder onderzoek. Daarvan zijn circa 140 woningen inmiddels verbeterd, waarvan go in
2020.
= Pilot Goed Verhuurderschap
In samenwerking met het ministerie van BZK, is in 2019 gestart met de pilot Goed Verhuuder-
schap. Inde Amsterdamse pilot is de werking van twee weinig toegepaste instrumenten onder-
zocht: de bestuurlijke boete en beheerovername op grond van de Woningwet. Daarbij is actief de
samenwerking gezocht met interne en externe partijen om tot een integrale aanpak te komen.
De bestuurlijke boete Woningwet kan bij herhaaldelijke overtreders als aanvullende strafsanctie
worden ingezet, bijvoorbeeld bij woningkwaliteit en illegale hotels. Daarvoor moet sprake zijn van
recidive binnen twee jaar. Tijdens de pilotperiode is geleerd hoe de bestuurlijke boete op grond
van de Woningwet toegepast kan worden. In de pilotperiode zijn zeven bestuurlijke boetes opge-
legd. Dit betreft 27 woningen. Tegen vier besluiten is inmiddels bezwaar ingediend.
Een ingrijpend handhavingsinstrument om tot een wettelijk aanvaardbare situatie te komen is de
beheerovername. Bij de beheerovername verplicht de gemeente de eigenaar zijn gebouw in be-
heer te geven aan de gemeente of een andere beheerder. Hiertoe kan worden overgegaan als
sprake is van (herhaaldelijke) overtredingen, zoals slecht onderhoud én sprake is van een bedrei-
ging van de leefbaarheid, gezondheid of veiligheid. Tijdens de pilot zijn verschillende mogelijke
casussen verkend en is samen met verschillende betrokkenen een plan van aanpak opgesteld. Een
eerste daadwerkelijke beheerovername is voorbereid.
Inmiddels is voldoende kennis opgedaan om in de toekomst sneller over te kunnen gaan tot een
bestuurlijke boete of beheerovername op grond van de Woningwet. Om de instrumenten in de
praktijk op effectiviteit te kunnen toetsen en jurisprudentie op te bouwen, wordt de inzet op toe-
passing van de bestuurlijke boete Woningwet en de beheerovername in 2021 voortgezet.
2.3.5 Funderingen
Een goede fundering is essentieel voor het behoud van de bovenliggende woning(en) en belangrijk
voor de leefbaarheid in de stad. Indien de kwaliteit van de fundering aantoonbaar onvoldoende is
kan de gemeente (het stadsdeel in Amsterdam) de eigenaar verzoeken of dwingen om de funde-
ring te herstellen. Omdat de meeste stadsdelen niet of zeer beperkt ervaring hebben met een
funderingsaanpak, werken het program- ERE :
mateam en stadsdeel Centrum sinds eind at hili gt en nl
2018 samen om de kennis van en over fun- Ge Ee eN rd
deringsonderzoek en -herstel actief bijeen Ee AE re
te brengen en te delen. AW An LNE) dd
Bij het identificeren van panden is gebruik jp Pe ef kn
gemaakt van gegevens van de quick-scans, GE ker | a ee ET s
meetbouten in de stad, satellietdata en AN PE wh À iS
eigen metingen. Wanneer deze gegevens BL ee ON NN
daar aanleiding toe geven wordt er ter Ee Rn NE
plaatse een casco-onderzoek gedaan inen Bg ee ee WE Ee na on
om het pand. Hierna wordt besloten of er rr DA
aanleiding is om een funderingsput te gra- Toezichthouder woningkwaliteit onderzoekt fundering
ven om de daadwerkelijke staat van de
funderingsconstructie te bepalen. Inzicht in en inzet op slechte funderingen verschilt sterk per
stadsdeel.
9
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
In 2020 zijn er 34 nieuwe woningen bij het Figuur g: Project funderingen naar fasering
programma in beeld gekomen waarvan de 30 ij haar stadsdeel
fundering nader onderzocht moet worden. Er zo
zijn er 4 casco onderzoeken uitgevoerd en 4 m geen medewerking
funderingsputten voor verder onderzoek °0 ‚
, 50 m woning voldoet
gegraven. Van 7 woningen heeft de Omge-
vingsdienst op grond van de rapportages 40 m woning is verbeterd
beoordeeld dat de funderingen niet meer 30 m handhavingsfase
voldoen. Bij 4 van deze woningen aaneen dijk 20
in stadsdeel Noord is de fundering bezweken 10 myrendelijk overleg
en is herstel op korte termijn noodzakelijk. De 0 m opnamefase
constructeur van de eigenaren werkt aan een 1januari 1juli 1 januari
herstelplan. 2020 2020 2021
2.3.6 _Huurcommissiezaken Figuur 10: Project huurcommissiezaken 2 naar fasering
Het in 2019 afgesloten deelproject vocht en 100
schimmel huurcommissiezaken heeft aange- os = opnamefase
toond dat een uitspraak van de huurcommis-
sie niet altijd afdoende is om klachten in een 50 m vriendelijk
woning op te lossen. Daarom is halverwege overleg fase
2019 het deelproject huurcommissiezaken 85 m handhavingsfas
van start gegaan. Dit project richt zich op alle = woning is
nog openstaande huurcommissiezaken over 50 verbeterd
achterstallig onderhoud en/of gebrekkige 75
woningkwaliteit die in 2018 hebben geresul- 1 januari 2020 1 januari 2021
teerd in huurverlaging.
Uit de inventarisatie van huurcommissie vitspraken vit 2018 zijn bijna 100 adressen naar voren
gekomen. Veel voorkomende klachten hebben te maken met houtrot, vocht- en schimmel-
problemen, slecht werkende ventilatiesystemen en wateroverlast op balkons. De helft van de be-
trokken woningen is in eigendom van particulieren, de andere helft is van verschillende woning-
corporaties. De bewoners van de betrokken woningen zijn per brief benaderd met de vraag of de
gebreken zijn opgelost. Daar hebben 30 bewoners op gereageerd. Zo'n 25% daarvan gaf aan dat
de klachten verholpen waren. Bij 4 adressen zijn de klachten opgelost na inmenging van het pro-
grammateam. Bij een kleine 20 woningen is de woningopname uitgesteld in verband met corona-
beperkingen.
De circa 65 adressen waar geen reactie van de bewoners van is ontvangen zijn nog onderdeel van
de opnamefase. Zij zijn nogmaals per brief benaderd. Indien er op de tweede brief geen reactie
volgt worden die adressen afgesloten.
2.4 Samenwerking en beleidsvorming op het gebied van handhaving
Om bij te dragen aan een toekomstbestendige leefbare stad met veilige en goede woningen wil
het programma bijdragen aan een stadsbreed effectief en uniform toezicht- en handhavingsbeleid
dat streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit.
Het Bouwbesluit 2012 en de Woningwet vormen de basis waarop gemeenten kunnen handhaven.
Op onderdelen zijn beide echter voor verschillende interpretaties vatbaar. Om een bijdrage te
10
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
leveren aan effectief handhaven zijn in 2016 onder meer de volgende acties benoemd in het Pro-
gramma Woningkwaliteit:
= __Uniformeren aanschrijvingsaanpak;
*__ Onderzoeken aanschrijvingsmogelijkheden moeilijke gevallen en juridische ondersteuning;
"Onderzoek naar of bepaalde veel voorkomende klachten waarop nu niet gehandhaafd wordt
wellicht toch voor handhaving in aanmerking komen.
Deze acties zijn voor verschillende thema’s en in verschillende deelprojecten in de praktijk vitge-
werkt. Dit heeft geresulteerd in een handboek voor de dagelijkse praktijk van toezicht en handha-
ving en het inzicht dat bij de vitwerking om tot optimale kwaliteit te komen steeds drie vitgangs-
punten voor handhaving terugkomen. Om uniform en effectief toezicht te bevorderen willen we
ervoor zorgen dat dit inzicht de standaard wordt bij toezicht en handhaving op gebouwkwaliteit in
Amsterdam. Implementatie en vaststelling wordt voorbereid met de stadsdelen.
Het programmateam draagt bij aan stadsbrede uniforme kaders en vitvoeringsprotocollen voor
gebouwkwaliteit en constructieve veiligheid. Er is een juridische werkgroep en een projectgroep
uitvoering met de stadsdelen. In 2020 heeft intensief overleg en kennisuitwisseling plaatsgevon-
den over onder andere:
"Een uniforme toezichtstrategie onder coronamaatregelen en de effecten daarvan op lopende
(juridische) procedures.
= __Lodenleidingen en hoe daar binnen toezicht en handhaving mee om te gaan.
11
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
3. Voorkomen verslechtering & stimuleren verbetering
Actielijn 2 en 3 van het Programma Woningkwaliteit richten zich op het voorkomen dat de kwali-
teit van de woningen verslechtert en het stimuleren dat extra kwaliteiten worden gerealiseerd.
Bewoners (kopers en huurders) weten in de regel het beste hoe hun woning er bij staat, wat eraan
mankeert en welke verbeteringen mogelijk zijn. Tegelijkertijd vinden veel bewoners het moeilijk te
beoordelen wanneer de kwaliteit van een woning echt te slecht is en/of weten ze niet hoe ze daar
verandering in kunnen brengen. Daarom willen we bewoners informatie bieden om hen bewuster
te maken van (het belang van) woningkwaliteit en het aandeel dat zij zelf kunnen hebben in tijdig
onderhoud en verbeteren van de kwaliteit van hun woning, bijvoorbeeld door algemene en con-
crete informatie en een handelingsperspectief in allerlei vormen (zie 3.1.) Daarbij is er extra aan-
dacht voor de doelgroep wve's (zie 3.2}. Dwars door alle doelstellingen en uitvoeringsaccenten
lopen de klimaatambities van het college (zie 3.3).
3.1. Informatie en communicatie
We bieden algemene informatie en concrete tips met daarbij een handelingsperspectief voor be-
woners en/of eigenaren. Beeld campagne Balkons
Campagnes X meden rt @,
In 2020 zijn drie campagnes uitgevoerd, deze richtten x% : SN
zich op ventilatie in huis, gevaarlijke balkons en kool- % 9 r
monoxide. Elke campagne heeft zijn eigen accent (voor- ES ©
jaar/zomers: onderhoudsklussen in en om het huis en J Ì j | Kl
najaar/'s winters installatieveiligheid en binnenklimaat). id Ta
De campagnes zijn uitgerold via social media, adverten- : (ze ad
ties op grote websites en filmpjes op At5. Het doel van | Pas Bek
de campagnes is meer bewustwording creëren over de | Da 8 À OG D EL oe
kwaliteit van de woning en het bieden van een duidelijk __ B Ee ne fe!
handelingsperspectief. De analyse van de resultaten pe eG 4 5 pd
van de campagnes laat zien dat de campagnes een | f FE ==
groot bereik hebben, waarbij de campagne ventilatie in EE |
huis het grootste bereik heeft (zie figuur 11). amsterdam.nl/woningcheck fel
| | : \ |
Naast bovengenoemde campagnes is er tijdens deeer- |
ste periode met meerdere warme dagen (+30 graden Celsius) op www.amsterdam.nl een artikel
over hittestress in de woning gepubliceerd. Dit artikel focust op de gevaren van hittestress en
vooral op praktische tips om met gedrag en woningaanpassingen hittestress te verminderen.
Hierbij is samengewerkt met de GGD, programma klimaatadaptatie en de HvA.
12
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
Figuur 11: Resultaten bereik onlinecampagnes
250.000 . an
225.000 m Unieke tijdlijnen
200.000 = Video views
175.000
150.000
125.000
100.000
75-000 |
se EE l Ì Ì
doen ebk
3 u & 8 È G ® ö B 8 ö z 2 8
5 ‚u xx ‚u ‚® ‚u ‚u ‚u D DT
E 5 £ 5 8 26 EE B 2E 5 B 8 £ 23
E 2 ü tE u ES P® 5 EZ &È © 5 SS 86
Lt u u > == un nj zE u n 5 u = E
> > ra c c u > c U
Z 8 » 5 E = de & = u nr
<< <2 3 U % Et u ea € 8
= E E E ic Le
Li Le Le
3.2. Professionaliseren vve’s
Een groot deel van de Amsterdamse woningen is onderdeel van een gebouw met een vereniging
van eigenaren (vve). De we is verantwoordelijk voor het onderhoud van de gemeenschappelijke
delen van een pand (bijvoorbeeld de fundering, standleidingen, dragende muren en dak). Ook
beslist de vve over verbetering van de gemeenschappelijke delen, zoals verduurzaming. Voor een
goede woningkwaliteit zijn goed functionerende vve’s dan ook belangrijk.
3.2.1 Week van de vve
In februari 2020 is voor de vierde keer de week van de vve georganiseerd. Vanwege de duurzaam-
heidsopgave die Amsterdam zichzelf stelt is de opzet van de week van de vve veranderd, waarbij
meer ruimte is voor verduurzaming binnen vve’s. Het doel van de week van de wve is onveranderd:
het activeren van niet-actieve vve's en bestaande vve's helpen bij het verbeteren en verduurzamen
van hun woning en het goed invullen van de verschillende taken van een wve. Tijdens de week van
de wve zijn er elke dag verschillende workshops. De week wordt afgesloten met een plenaire bij-
eenkomst met een informatiemarkt.
Circa 300 mensen hebben deelgenomen aan de bijeenkomsten tijdens de week van de wve. Dit
aantal is minder dan verwacht. De week van de vve wordt vanaf 2021 betrokken bij een nieuwe
vve-aanpak waarbij de integrale inzet op kwaliteit en duurzaamheid verankerd wordt.
3.2.2 Nieuwe vve-aanpak
In 2018 is een verkennend onderzoek gedaan naar Amsterdamse vve's, met specifieke aandacht
voor kleinere vve's (tot circa 10 appartementsrechten). Door het onderzoek van OIS bestaat er nu
een goed beeld van de wve's. De onderzoeksresultaten en bijbehorende databestanden zijn ge-
bruikt bij de focusaanpak verduurzaming van de particuliere woningvoorraad. Er is in de eerste
helft van 2020 bijgedragen aan een nieuwe aanpak om wve's te ondersteunen bij verduurzaming.
Deze aanpak wordt in 2022 binnen het programma woningkwaliteit in samenhang gebracht met
andere inzet op vve’s, verder uitgewerkt en er wordt begonnen met realisatie.
3.3. Klimaatdoelstellingen: Verduurzaming en energietransitie
In 2020 is er binnen het Programma Woningkwaliteit veel aandacht vitgegaan naar de relatie tus-
sen woningkwaliteit en duurzaamheid. De reeds lopende projecten zijn in 2020 gecontinveerd.
Het meest concreet zijn:
13
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
= De energiecoachprojecten zijn gecontinueerd. De corona uitbraak heeft in 2020 gezorgd voor
een forse daling van het aantal adviezen dat aan huis is gegeven.
=De verordening Energielening is gewijzigd zodat dit financieringsinstrument ook na 2020
voortgezet wordt en om het instrument beter te laten aansluiten op de huidige context zodat
het fungeert als flankerend beleidsinstrument. Het wijzigingsvoorstel is eind 2020 door de
raad aangenomen.
Ook is in 2020 meegedacht met onder andere de renovatiemotor en een nieuwe stedelijke aanpak
om wve's te ondersteunen bij verduurzaming. Aan de realisatie van beiden wordt in 2021 binnen
het programma woningkwaliteit verder invulling en uitvoering gegeven.
Hiernaast is het programma Woningkwaliteit in 2020 betrokken geweest bij de strategie klimaat-
adaptatie en circulair. Vooral klimaatadaptatie heeft een relatie met woningkwaliteit, namelijk
vanwege mogelijke funderingsproblematiek door droogte en ongezonde leefsituaties door hitte-
stress. Er is nauw contact met WOON en de GGD om adequaat te handelen op casuïstiek rondom
hittestress. Tevens is op initiatief van de Hogeschool van Amsterdam in 2020 een aanvraag ge-
daan om hittestress in woningen nader te onderzoeken. Als dit onderzoek doorgaat is de Gemeen-
te Amsterdam via het programma Woningkwaliteit betrokken.
14
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
4. Actuele ontwikkelingen
Er zijn verschillende brede en actuele vraagstukken die raken aan fysieke aspecten van woningen
en de effecten daarvan op bewoners. Ook hier dragen we vanuit het programmateam aan bij. Zo is
het programma betrokken bij de hernieuwing van de Amsterdamse Kaderafspraken en het kwali-
teitsoverleg tussen corporaties, huurders en gemeente. In 2020 is er vanuit het programma veel
capaciteit gegaan naar de “aanpak loden leidingen”. Daardoor kon er minder aandacht uitgaan
naar andere actuele vraagstukken, waaronder het verder vorm geven aan het gebruik van satel-
lietdata als signalering instrument voor gebouwen waarvan de fundering mogelijk een probleem
vormt. Daarnaast zijn er raakvlakken met andere stedelijke programma’s zoals de Japanse dui-
zendknoop en Bruggen- en Kademvuvurherstel. Deze actualiteiten worden hieronder beschreven.
4-1. Aanpak loden leidingen
Sinds 1960 mogen er geen loden waterleidingen meer worden aangelegd. Loden aanvoerleidingen
van de drinkwaterbedrijven zijn vervangen. Een verhoogd loodgehalte ontstaat in de regel dan ook
tussen de aansluiting van waternet en de kraan. Woningeigenaren zijn verantwoordelijk voor het
vervangen van hun loden drinkwaterleidingen. Het Bouwbesluit biedt (vooralsnog) geen concreet
aanknopingspunt om loodsanering te verplichten.
Eris een integraal team samengesteld, met daarin onder andere de GGD en Waternet, dat zich
richt op de sanering van loden leidingen in woningen, kindlocaties en gemeentelijk vastgoed. De
aanpak is erop gericht dat de loden leidingen in Amsterdam zo snel als mogelijk worden vervan-
gen. In 2020 is hier een enorme voortgang geboekt. Hierover is de gemeenteraad op regelmatig
basis geïnformeerd.
Op het gebied van de woningvoorraad zijn ondermeer afspraken gemaakt met verschillende wo-
ningeigenaren. Zo zijn de corporaties zijn in 2020 volop bezig geweest met de inventarisatie van
loden leidingen in woningen gebouwd voor 1960. Parallel daaraan worden aangetroffen loden
leidingen verwijderd. Voor professionele vve-beheerders heeft de gemeente op 11 december 2020
een digitale kennissessie over onder andere loden drinkwaterleidingen georganiseerd. Deze ken-
nissessie was met 83 aanmeldingen heel goed bezocht. De aanwezige VvE-beheerders zijn opge-
roepen om onderzoek naar loden drinkwaterleidingen en indien nodig vervanging te agenderen
voor vve vergaderingen die zij organiseren. Bewoners zijn via WOON ondersteund bij het herken-
nen van loden leidingen en het aanspreken van hun verhuurder. Vanuit het programma Woning-
kwaliteit zijn watertesten beschikbaar gesteld, is op grote schaal gerichte communicatie ingezet
om bewoners en eigenaren bewust te maken van Figuur 12: Handhaving loden leidingen
de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen, 200
de risico’s daarvan en wat ze er tegen kunnen = woning voldoet
doen. 150
B woning is verbeterd
Vanwege het ontbreken van een wettelijk verbod 100 B handhavingsfase
op loden leidingen in bestaande woningen onder- 50
zoeken we binnen Programma Woningkwaliteit
of de gemeente, op grond van een vangnetbepa- 0
ling in de Woningwet, een eigenaar bij een lood- 1 januarl 2021
15
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
overschrijding kan verplichten tot loodsanering. Dit doen we in het deelproject loden leidingen. Als
er aanwijzingen zijn voor loden waterleidingen en de eigenaar is niet bereid daar onderzoek naar
te doen en/of deze te saneren, wordt een watertest aangeboden. Blijkt hieruit een te hoge lood-
waarde en weigert de eigenaar alsnog te saneren dan startten we handhaving op. De handhaving
levert ervaring en kennis op die moet bijdragen aan jurisprudentie en inzicht bieden in de toepas-
sing van de wettelijke grondslagen. Daarnaast si het ministerie ambtelijk en bestuurlijk verzocht
loden waterleidingen te verbieden.
4-2. Andere kwaliteitsthema’s
4.2.1.Vernieuwing Amsterdamse Kaderafspraken
De komende jaren worden in Amsterdam veel corporatiewoningen vernieuwd en verbeterd. De
belangrijkste rechten en plichten bij renovaties zijn geregeld in het Huurrecht en de Overlegwet.
De Amsterdamse Kaderafspraken bij vernieuwing en verbetering zijn aanvullende afspraken tus-
sen huurderskoepels, corporaties en de Gemeente Amsterdam. In het voorjaar van 2020 zijn deze
afspraken met de Amsterdamse woningcorporaties en hun huurderskoepels vernieuwd.
4.2.2. Kwaliteitsoverleg
De gemeente, corporaties en huurders zijn het erover eens dat het belangrijk is om inzicht te heb-
ben in de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. In de Samenwerkingsafspraken 2020-2023
is afgesproken dat er twee keer per jaar een kwaliteitsoverleg plaatsvindt op strategisch en prak-
tisch niveau. Bij dit overleg is ruimte om structurele kwesties en actuele ontwikkelingen te bespre-
ken die vragen om een gezamenlijke aanpak. Het kwaliteitsoverleg is vooral bedoeld om gedeeld
inzicht te krijgen in hoe de woningvoorraad ervoor staat en hoe die kwaliteit geborgd wordt. Om
invulling en gedeeld inzicht te krijgen onderzoeken huurders, corporaties en gemeenten gezamen-
lijk welke beschikbare gegevens op een zinvolle en werkbare manier inzicht geven in de kwaliteit
van het corporatiebezit. Het kwaliteitsoverleg van 2020 heeft als resultaat dat de corporaties in
het eerste kwartaal van 2021 ieder hun eigen afwegingskader en proces over de wijze waarop ge-
prioriteerd wordt in onderhouds- en verbeterprogramma’s aan hun huurderkoepel zullen presen-
teren. De gemeente zal hierbij aansluiten.
4.2.3.Bruggen- en kademuurherstel
De komende jaren staat de gemeente voor een omvangrijke herstelopgave van kademuren en
bruggen. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden aan de bruggen en kademuren kan schade
ontstaan aan omliggende bebouwing. De kans hierop is mede afhankelijk van de wijze waarop de
werkzaamheden worden uitgevoerd en de kwaliteit van de bebouwing. Vanuit het programma
Woningkwaliteit wordt meegedacht met vragen als: wat weten we over gebouwen, hoe gaan we
om met omliggende funderingen en kan de gemeente bewoners of eigenaren adviseren, onder-
steunen en/of aanzetten tot herstel.
4.2.4. Japanse duizendknoop
In 2019 zijn er middelen vrij gemaakt voor bestrijding van de Japanse duizendknoop in de openba-
re ruimte. De Japanse duizendknoop is een invasieve exotische plant, die woekert en met zijn ster-
ke lange wortels in de kleinste scheurtjes kan dringen en funderingen van bouwwerken uiteen kan
drukken. Het aantal vindplaatsen neemt sterk toe en kan ook een bedreiging vormen voor bouw-
werken. De aanpak Japanse duizendknoop richt zich in de eerste plaats op openbare groeiplaat-
sen. Vanuit Woningkwaliteit is deelgenomen aan het kernteam om mee te denken in die situaties
waar ook woningeigenaren te maken krijgen met groeiplaatsen. In juni 2020 is bijvoorbeeld met
de corporaties gesproken over Japanse Duizendknoop, de risico's en de nu bekende groeiplaatsen.
16
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
5. Inzet 2021 in overzicht
Inzet 2021
Woningkwaliteit algemeen
Ontwikkelen Kwaliteitsmonitor Een systeem waarin we verschillende kennis over de
woningvoorraad kunnen verbinden
Actielijn 1: Achterstallig onderhoud signaleren
Continveren Herscan per stadsdeel — actualisatie van gegevens
Meldpunt Woningonderhoud Communicatie intern indien nodig
Analyseren binnengekomen meldingen
Actielijn 1: Handhavingsprojecten
Ontwikke- Japanse Duizendknoop Quick-scan gevels met Japanse Duizendknoop
len/onderzoeken Warmtebeeld-camera
Continveren Loden leidingen 86 adressen openstaand
Meldingen van stadsdelen 160 openstaand; jaarlijks ruim 100 nieuw
Herhaaldelijk overtreders 120 openstaand
Goed verhuurderschap Uitvoering van beheerovername
Nieuwe herhaaldelijk overtreders (boetes)
Continveren en Vocht en schimmel 80 openstaand
evalveren Galerijflatvloeren 3 complexen openstaand: 85 woningen
Actielijn 1: Samenwerking en beleidsontwikkeling
Beleidsvormingen | Actualisatie Handboek Beleidsregel: vaststelling en implementatie
kennisontwikkeling | Samenwerking, stadsdelen, overige be- Deelnemen juridische werk- of projectgroepen
trokkenen Verbinden van verschillende disciplines en kennis
Corporatiekwaliteit Kwaliteitsoverleg, Samenwerkingsafspraken
Funderingsloket Ontwikkeling online funderingsloket voor bewoners
Actielijn 2 en 3: Voorkomen en stimuleren
Bewust maken van | Programma breed Meerdere communicatiemomenten per jaar
woningkwaliteit Twee à drie campagnemomenten per jaar
Loden leidingen Continue stroom van communicatie
Zo gericht mogelijk communiceren
Verduurzaming Energiezuinige bestaande voorraad Nieuwe vve-aanpak — focus op verduurzaming
Uitbreiden samenwerking met duurzaamheid
Uitwerken van de renovatiemotor
Verkennen en benutten van wettelijk kader
Actuele ontwikke- | Aanpak loden leidingen Continveren
lingen Klimaatadaptatie Betrokkenheid verder vormgeven
Japanse duizendknoop Betrokkenheid verder vormgeven
Kades en bruggen Betrokkenheid verder vormgeven
17
Programma Woningkwaliteit.
Voortgangsrapportage 2020 en vooruitblik 2021
6. Financiering programma Woningkwaliteit
In het coalitieakkoord 2018 Een nieuwe lente en een nieuw geluid is de programmatische inzet op
woningkwaliteit onderdeel geworden van het actieplan wonen en bouwen. Het werkbudget voor
het programmateam is gesteld op 400.000 euro. Mede door de corona maatregelen is er minder
uitgegeven dan begroot.
Budget Realisatie
Werkbudget handhavingsprojecten: funderingsonder- €14,0.000 €45.000
zoeken, gas- en elektrakeuringen etc. (H2)
Bewustwording: campagnes, commvunicatieonderzoeken, | €110.000 €75.000
week van de vve en kennisdeling
Aanpak loden leidingen €90.000
Kennisontwikkeling en -deling €10.000
Het zwaartepunt van de onderbesteding ligt in de handhavingsprojecten en dan met name het
funderingsproject. Voor dit project was het grootste deel van het werkbudget gereserveerd. Door
de beperkende maatregelen konden de funderingsonderzoeken, die vaak een lange en uitgebreide
voorbereiding vragen met huisbezoeken, in 2020 vaak geen doorgang vinden.
Campagnes en communicatie uitingen konden ingezet worden zoals gepland. Grote en kleine
bijeenkomsten voor uitwisseling met en tussen samenwerkingspartners en/of bewoners hebben
na maart 2020 alleen nog in kleine samenstelling en online plaatsgevonden.
De sanering van loden leidingen heeft heel 2020 veel inzet gevraagd. Binnen het budget loden
leidingen was een bedrag begroot voor ondersteuning aan bewoners, bijvoorbeeld met watertes-
ten. Hier is minder gebruik van gemaakt dan verwacht.
Door deze inzet op loden leidingen was er ook minder tijd beschikbaar voor andere projecten
waarvoor kosten verwacht werden, zoals het verder vorm geven aan het gebruik van satellietdata
als signaleringsinstrument voor gebouwen waarvan de fundering mogelijk een probleem vormt.
Met het vaststellen van de begroting 2021 is een aantal structurele prioriteiten incidenteel ge-
maakt per 2023. Hiermee is de financiële dekking voor het programma Woningkwaliteit vanaf
2023 niet gegarandeerd.
18
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
Mi N% Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Personeel en . en: bii: . be "
Organisatie % Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 08 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Personeel en Organisatie
Agendapunt 6
Datum besluit 16 november 2021 16 november 2021
Onderwerp
Afdoening Motie 1426 van het lid M. Taimounti inzake de Begroting 2021 (streven naar minimaal 14
euro per uur)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van motie 1426 over het streven naar
een salaris van minimaal 14 euro per vur
Wettelijke grondslag
* artikel 7g en 80 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
* artikel 169 Gemeentewet: informatieplicht college richting gemeenteraad
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 16 en 17 december 2020, heeft de raad bij de
behandeling van de begroting, motie 14,26 van raadslid Taimounti aangenomen.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2021-032249 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
Personeel en % Amsterdam ‚ ee On ‚ „
a Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Organisatie %
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 08 december 2021
Ter kennisneming
20211112 Brief aan de raad inzake afdoening motie 1426 van het lid
AD2021-123477 ‚ ‚
Taimounti inzake de Begroting 2021. pdf (pdf)
AD2021-123472 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie P&O, Atman Latifi, 06-83 62 21 71, [email protected].
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 5 maart 2024
Portefeuille(s) Grond en Ontwikkeling
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door G&O, Muriël Hendrikse, m.hendrikse @amsterdam.nl
Onderwerp Errata Nota van Beantwoording Stadscentrum Osdorpplein fase 2a
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
Eind maart worden aan uter besluitvorming voorgelegd de stukken behorend bij het
investeringsbesluit Stadscentrum Osdorpplein fase 2a. Een van deze stukken is de Nota van
Beantwoording Stadscentrum Osdorpplein fase 2a.
Naar nu blijkt is abusievelijk een deel van een inspraakreactie (Os 153) niet volledig opgenomen in
de nota van beantwoording. In een andere inspraakreactie is het antwoord niet geheel juist.
Graag wil het college beide inspraakreacties alsnog correct en volledig beantwoorden en aan uw
raad meegeven met deze raadsinformatiebrief.
Deze correctie zal ook op de website worden gepubliceerd, samen met de andere
besluitvormingsstukken Stadscentrum Osdorpplein fase 2a.
Van de inspraakreactie met het unieke nummer 05153 zijn de vragen die abusievelijk niet volledig
zijn opgenomen hieronder samengevat en beantwoord:
1. We zien graag dat de bovengrondse blauwe putkasten (markt stroomkasten) op
Tussen Meer ondergronds worden geplaatst en op diezelfde locaties afvalbakken
geplaatst worden. Nu worden de putkasten regelmatig gebruikt als afvalbak door een
tekort aan afvalbakken.
De herinrichting van de Tussen Meer is geen onderdeel van voorliggend besluit, maar van
fase 2b. Dit punt zal worden meegenomen bij de planvorming voor fase 2b.
De beheer geeft als aanvulling mee dat het aanpassen van de putkasten is een grote
kostbare ingreep is. Er is geen dringende reden ze te vervangen. Ook omdat de putkasten
functioneel zijn en niet kapot. Dit zou bij een toekomstige herinrichting/groot onderhoud
kunnen worden meegenomen. Het aantal prullenbakken is gebaseerd op loopafstand
tussen de bakken in een winkelstraat en het gebruik (wanneer en hoe snel zitten ze bij
regulier gebruik vol). De capaciteit voldoet aan de norm. Ze worden ook op marktdagen
dagelijks geleegd. Dat er ten tijde van de markt extra vervuilingsdruk is, is ook logisch. Dat
er misbruik van de putkasten plaatsvindt is op zich geen signaal van een tekort aan
capaciteit.
2. De huidige nieuwe bestrating moet worden gecoat of het stadscentrum moet 1 a 2
keer per jaar gereinigd worden. Anders wordt alles direct weer vies zoals nu blijkt bij
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 maart 2024
Pagina 2 van 3
de lidl en mcdonalds. Kan er eventueel nog worden gekozen voor nieuwe bestrating
van betere kwaliteit op de stukken die nog niet zijn herbestraat?
In principe wordt dezelfde centrumbestrating aangehouden voor het gehele fase 2
projectgebied. De vervuiling is met name op de delen van de bestrating waar geen water
komt (onder de luifels). In overleg met beheer en de ondernemers wordt onderzocht hoe
deze vervuiling beter kan worden bestreden.
3. Osdorpplein is al best donker met de huidige lantaarns. Er komen minder lantaarns
terug, hoe zit het met de veiligheid? Zijn deze lampen feller?
Er wordt een verlichtingsplan gemaakt bij de verdere uitwerking van het ontwerp, dat
voldoet aan de geldende eisen van verlichtingsniveau. Tevens worden er geregeld
schouwen gelopen waarbij eventuele problemen met de verlichting worden
geconstateerd en opgelost.
4. Kunnen er stopcontacten worden geplaatst in alle lantaarns? Zo hoeven er in de
toekomst geen stroomkabels meer te hangen door het gebied als wij feestverlichting
plaatsen. Dit staat veel strakker en is uiteraard veiliger.
Eventuele voorzieningen aan alle lantarenpalen in het gebied zijn geen onderdeel van
voorliggend plan, het is een ontwerp op hoofdlijnen en betreft een beperkt deel van
Osdorpplein, namelijk fase 2a. Dit kan te zijner tijd als vraag worden meegenomen bij de
verdere uitwerking van het ontwerp voor fase 2a en het bijbehorende verlichtingsplan.
5. Idealiter zien we vaste zitplekken op het oba plein en op Tussen Meer. De zitplekken
op het oba plein worden momenteel goed gebruikt.
Dit wordt meegenomen in de nadere uitwerking van de inrichting van het OBA plein, in
overleg met bewoners en ondernemers. De herinrichting van de Tussen Meer is geen
onderdeel van voorliggend besluit, maar van fase 2b. Dit zal worden meegenomen bij de
planvorming voor fase 2b.
Tevens is indiener van inspraakreactie OS154 abusievelijk niet opgenomen in de lijst niet-
particulieren. Dit is tevens opgenomen in de errata.
Van de inspraakreactie met het unieke nummer OSog8 is op pagina 9o van de NvB in de
beantwoording op de inspraakreactie over het verlagen van de maximale snelheid naar 5o km/uur
op de Lelylaan (nu 7o km / vur) ten onrechte aangegeven dat de Lelylaan vanaf eind 2023 een
snelheidsregime van maximaal 5o km/uur heeft gekregen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 5 maart 2024
Pagina 3 van 3
Dit had moeten zijn De Lelylaan zal naar verwachting in 2024 een snelheidsregime van maximaal
5o km/uur krijgen. Het verkeersbesluit heeft vertraging opgelopen. Inmiddels wordt het verlagen
van de snelheid naar verwachting 2024.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig,
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Bijlage:
1. Hoofdstuk 2 NVB_ toevoeging BIZ
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | test |
nz 043999 N Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
onen
en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Woningbouw (20)
Agendapunt 6
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Terugkoppeling participatietraject Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de terugkoppeling van het participatietraject Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In de commissie van 26 oktober 2022 is door wethouder Pels aangegeven een terugkoppeling
te zullen geven over de opbrengst van het participatietraject voor de Amsterdamse Aanpak
Volkshuisvesting. De raadsinformatiebrief en de bijbehorende bijlagen heeft u via de Dagmail van 22
november 2022 reeds ontvangen.
Reden bespreking
o.v.v. de leden Von Gerhardt (VVD) en Broersen (VOLT)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-043989 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 11 janvari 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
AD2022-120039 HR Verslag Meedenktraject Aanpak Volkshuisvesting.pdf (pdf)
Overzicht van alle aanbevelingen Aanpak Volkshuisvesting. pdf (pdf)
Terugkoppeling participatietraject AAV.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, K.Gouweloos, 0682895352, k.gouweloos@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1380
Datum indiening 5 november 2018
Datum akkoord college van b&w van 18 december 2018
Publicatiedatum 19 december 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Jong en Mbarki inzake
de berichtgeving over het feit dat Airbnb data deelt met Barcelona.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
Het overmatig gebruik en bedrijfsmatig uitnutten van woningen via vakantieverhuur-
platformen zoals Airbnb, zorgt voor veel overlast. Medebewoners, in straten, buurten
en uiteindelijk de hele stad ervaren dagelijks de negatieve effecten hiervan. Meer
inzicht op basis van voldoende data van goede kwaliteit is nodig om goed te kunnen
handhaven op illegale vakantieverhuur en de grip op deze straten en buurten weer
terug te krijgen. Op dit moment zijn er steden die meer inzicht hebben in Airbnb
gegevens dan Amsterdam, zo berichtte AT5 op 31 oktober 2018’. Daar kan
Amsterdam van leren en profiteren.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Jong en Mbarkí, respectievelijk
namens de fracties van GroenLinks en PvdA, op grond van artikel 45 van
het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke
vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het bericht op AT5 dat Airbnb alle gegevens
van verhuurders op adresniveau deelt met de gemeente Barcelona?
Antwoord:
Ja. Wethouder Ivens heeft in de desbetreffende uitzending van AT5 op 31 oktober
2018 gereageerd op dit bericht.
2. Welke voorbeelden van andere steden, waar Airbnb op dit moment meer
gegevens mee deelt dan op dit moment met de gemeente Amsterdam, kent
het college het voorbeeld van Barcelona?
Antwoord:
Het ‘zomaar’ delen van gegevens door Airbnb komt nergens voor in Europa. In
Barcelona, net als in sommige andere steden, geldt een registratieplicht waarbij
mensen hun woning (eenmalig) moeten registreren om aan vakantieverhuur te
mogen doen. Als aan die verplichting niet wordt voldaan, levert Airbnb, op verzoek,
bepaalde data aan Barcelona. Nederland kent nog geen registratieplicht. Het
Ministerie van BZK werkt daar nu aan.
' https://www.at5.nl/artikelen/187 882/met-barcelona-deelt-airbnb-wel-alle-gegevens
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Leember 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 november 2018
3. Hoe verklaart het college dat Airbnb wel de relevante gegevens deelt met
de gemeente Barcelona en niet met de gemeente Amsterdam?
Antwoord:
Airbnb heeft niet met elke gemeente dezelfde overeenkomst en de
omstandigheden, overwegingen en beleid die ter plaatse gelden, verschillen. Een
registratieplicht met een wettelijke verplicht nummer, komt in Nederland
bijvoorbeeld niet voor. Wel deelt Airbnb met de gemeente ieder half jaar
geaggregeerde data over haar verhuur en hanteert zij een ‘cap’ bij 60 dagen,
afspraken die in andere steden weer niet voorkomen.
4. Welke gegevens deelt Airbnb precies met de gemeente Barcelona die het
verhuurplatform nu weigert met Amsterdam te delen?
Antwoord:
E-mailadres, registratienummer, naam, postadres en fiscaal nummer van de
verhuurder.
5. Waarom is in de afspraken met Airbnb destijds niet afgesproken dat zij dezelfde
gegevens zouden delen?
Antwoord:
Amsterdam kan zich niet baseren op een wettelijke registratieplicht zoals die wel
voorkomt in landen als Spanje, Portugal en Frankrijk. Airbnb heeft in Amsterdam
geweigerd om individuele data te verstrekken op basis van de
huisvestingsverordening en daarvoor in de plaats zijn andere afspraken gemaakt.
6. Kan op basis van de situatie in Barcelona de conclusie worden getrokken dat er
geen Europese regelgeving is die Airbnb en andere verhuurplatforms ervan
weerhoudt gegevens te delen over adressen waar wordt verhuurd met (lokale)
overheden?
Antwoord:
De Europese regelgeving is niet eenduidig en dat is ook reden dat 12 grote
Europese steden samenwerken in een EU-lobby om de EC te bewegen meer
helderheid te geven hierover en gemeenten beter in staat te stellen toeristische
verhuur te kunnen controleren en handhaven. De overeenkomst in Barcelona is op
vrijwillige basis en dat wordt door Europese wetgeving niet belemmerd, zoals ook
Amsterdam een vrijwillige overeenkomst heeft.
7. Is het college het met de fracties van GroenLinks en de PvdA eens dat de
gemeente Amsterdam bij Airbnb zou moeten vragen om, per direct, de relevante
en voor handhaving noodzakelijke gegevens over illegale vakantieverhuur op
bijvoorbeeld adresniveau te gaan delen met de gemeente, om overtreding van
Nederlandse Wet- en regelgeving te kunnen handhaven?
Antwoord:
Ja, dat is ook de inzet van de gesprekken met Airbnb die de gemeente nu voert.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Leember 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 november 2018
8. Is het college het met vragenstellers eens dat het delen van informatie op
adresniveau — om in geval van overtreding van wet- en regelgeving te kunnen
handhaven — voorwaardelijk is voor — eventuele — nieuwe afspraken over 2019?
Antwoord:
Ja.
9. Heeft het college al contact gehad met Airbnb naar aanleiding van dit nieuws om
die vraag te stellen? Zo ja, wat was het resultaat?
Antwoord:
Ja. Airbnb stelt dat de situatie per stad verschilt. Alle inhoudelijke informatie is
door de gemeente Barcelona verstrekt.
10. Zo nee, bent u bereid contact op te nemen met Airbnb om aan te dringen op het
per direct delen van gegevens over vakantieverhuur op adresniveau?
Antwoord:
Ja. Het contact met Airbnb bestaat al. Zo wordt nu gepraat over een mogelijk
nieuwe overeenkomst.
11. Op welke manier gaat deze informatie het landelijke gesprek over gegevens
delen tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken, gemeenten en
verhuurplatforms versnellen? Wanneer verwacht u dat de gegevensuitwisseling
geregeld kan zijn in Amsterdam?
Antwoord:
Het proces bij BZK zal hierdoor niet versnellen, want de minister van BZK heeft
al opdracht gegeven tot het invoeren van een registratieplicht. Het streven van de
minister is een invoering per 1 januari 2020.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 857
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder BX
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Van Roemburg, de heer Ivens en de heer Prins
inzake Schiphol (aansluiten bij het onderzoek van Amstelveen over het gebruik van
de Buitenveldertbaan).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden mevrouw Van Roemburg,
de heer Ivens en de heer Prins van 30 september 2013 inzake Schiphol
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 770);
Constaterende dat:
— het gemeentebestuur van Amstelveen besloten heeft tot het instellen van een
onafhankelijke beoordeling van het gebruik van de Buitenveldertbaan;
— deze beoordeling als een second opinion gezien moet worden op de bevindingen
van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) uit 2011 over de verklaarbaarheid
van de inzet van de Buitenveldertbaan;
Overwegende dat:
— deze beoordeling of onderzoek is ingegeven door het vermoeden van bewoners,
politici en bestuurders dat de Buitenveldertbaan veel vaker dan nodig gebruikt
wordt en daarmee ook het systeem van strikt preferentieel vliegen — een van de
pijlers van het Aldersakkoord — niet goed nageleefd lijkt te worden,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in overleg te treden met het college van burgemeester en wethouders in Amstelveen
en zich aan te sluiten bij het aldaar gevoerde onafhankelijke onderzoek naar
het gebruik van de Buitenveldertbaan.
De leden van de gemeenteraad,
E.T.W. van Roemburg
L.G.F. Ivens
J. Prins
1
| Motie | 1 | discard |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 512
Datum indiening 5 december 2016
Datum akkoord college van b&w van 29 mei 2018
Publicatiedatum 1 juni 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker inzake het niet doorgaan
van een aanlegsteiger aan de Borneokade.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Zo’n anderhalf jaar gelden speelde er in Oost een discussie over het wel of niet
aanleggen van een steiger voor elektrische boten aan de Borneokade. Het bedrijfje
Amsterdam Boats wilde deze steiger graag aanleggen, en had hiervoor een
voorlopige subsidie gekregen van de provincie. Amsterdam Boats had aan
de provincie laten weten dat het project ‘uitvoeringsgereed’ was.
In het voorjaar van 2015 besloot de bestuurscommissie geen steiger voor
rondvaartboten te willen aanleggen aan de Borneokade. Dit heeft er ook toe geleid
dat de provincie de verleende subsidie terugvordert omdat het project niet
‘uitvoeringsgereed’ was, terwijl juist op basis van die gereedheid een subsidie is
verleend.
Uit de stukken van de rechtszaak tussen de provincie en Amsterdam Boats blijkt dat
de ondernemer die de steiger wilde aanleggen nu een schadevergoeding wil van de
gemeente. Amsterdam Boats is van mening daar recht op te hebben aangezien het
bedrijf als gevolg van het intrekken van de vergunning voor een aanlegmogelijkheid
aan de Borneokade, een provinciale subsidie is misgelopen. De gemeente zou
hierover in gesprek zijn met de ondernemers?
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Klopt het dat er met Amsterdam Boats over een schadevergoeding wordt/is
gesproken? Op grond waarvan gebeurt dit? Wat is hiervan de stand van
zaken?
Antwoord:
Op verzoek van het college is stadsdeel Oost in gesprek gegaan met Amsterdam
Boats over de ontwikkelingen rondom de realisatie van ligplaatsen voor
passagiersvaartuigen bij de Borneosteiger en de realisatie van een e-harbour in
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng un Gemeenteblad R
Datum 1 juni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 december 2016
een zijarm van de Duivendrechtsevaart. Tijdens deze gesprekken is door
Amsterdam Boats aangegeven dat zij van mening waren schade te hebben
ondervonden van de besluitvorming van de gemeente Amsterdam en daarom
overwegen een schadeclaim in te dienen. Tegen de geweigerde
omgevingsvergunning heeft Amsterdam Boats beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 23 juni 2017 het beroep ongegrond verklaard. Amsterdam
Boats is tegen die uitspraak niet meer in hoger beroep gegaan. Van een
schadeclaim van Amsterdam Boats is niets bekend als ook niet van andere
schadeclaims door bijvoorbeeld omwonenden.
De voormalige bestuurscommissie Oost wordt regelmatig geïnformeerd over de
laatste stand van zaken rondom de Borneosteiger. De laatste update dateert van
16 februari 2018 welke ook te raadplegen is via:
https://oost.notubiz.nl/modules/1/Ter%20kennisname%20stukken/436562.
2. Wanneer hebben ondernemers of bewoners recht op een schadevergoeding
van de gemeente? Wat is het beleid van de gemeente hieromtrent?
Antwoord:
Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden in schade in privaatrechtelijke
zin of schade in publiekrechtelijke zin. Schade in publiekrechtelijke zin kan
bijvoorbeeld planschade zijn. Hiervan is grofweg sprake wanneer door een
ruimtelijk besluit een planologische verslechtering ontstaat. Bij schade in
privaatrechtelijke weg is er bijvoorbeeld sprake van inbreuk op het
eigendomsrecht. Deze schade valt onder de burgerlijke rechter. Het beleid van de
gemeente hieromtrent is dat de wet wordt gevolg, dat wil zeggen wanneer blijkt
dat er recht op schade is, deze toegekend moet worden.
3. Is het college het met de fractie van de SP eens dat het project niet
‘uitvoeringsgereed’ is geweest aangezien de plannen door de
bestuurscommissie en vervolgens het stadsbestuur zijn afgewezen?
Antwoord:
Het college deelt deze mening niet omdat de periode van terinzagelegging van
een ontwerpbesluit onder meer tot doel heeft om aan omwonenden en
belanghebbenden een voorgenomen besluit kenbaar te maken en hen in de
gelegenheid te stellen om hierop te reageren door middel van het indienen van
zienswijzen. Deze periode van terinzagelegging biedt juist het bevoegd gezag (in
dit geval het college} om de zienswijzen te betrekken bij de besluitvorming en te
wegen in het kader van de te maken belangenafweging. Hierbij kunnen de
zienswijzen aanleiding geven om bijvoorbeeld het ontwerpbesluit te wijzigen.
Wanneer de periode van terinzagelegging geen ruimte zou laten voor een nadere
afweging, heeft deze procedure geen toegevoegde waarde binnen het
besluitvormingsproces hetgeen niet is wat de wetgever met deze procedure heeft
beoogd.
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer dani 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 december 2016
4. Heeft Amsterdam Boats de situatie rondom de aanleg van de steiger bij
de subsidieaanvraag bij de provincie rooskleuriger voorgesteld dan die in
werkelijkheid was? Kan het college dit toelichten? Zo ja, wat zegt dit over
de verantwoordelijkheid van de gemeente over het niet doorgaan van het
project en daarmee het intrekken van de subsidie”?
Antwoord:
Voor alle duidelijkheid wordt hier meegegeven dat een aanvraag om een subsidie
en het besluit van de provincie Noord-Holland op deze aanvraag buiten de
reikwijdte van de aanvraag omgevingsvergunning die onder verantwoordelijkheid
van de gemeente valt. De verantwoordelijk voor het invullen van een
subsidieaanvraag ligt bij de aanvrager. Amsterdam Boats heeft voor het invullen
van deze vergunningaanvraag de gemeente Amsterdam niet geconsulteerd.
De verantwoordelijkheid voor het intrekken van de subsidie ligt bij de verlener van
de subsidie, in dit geval de provincie Noord-Holland. Op grond van
de subsidieregels heeft de provincie besloten om de subsidie in te trekken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering _ 10 november 2022
Ingekomen onder nummer 421accent
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2023
Onderwerp
Verkoop gemeentelijk vastgoed
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023,
Overwegende dat
— De gemeente Amsterdam gemeentelijk vastgoed verkoopt
— _Datop een deel van dit vastgoed een woonbestemming zit
— _ Huizen bedoeld zijn om in te wonen, en niet om voor de maximale prijs aan de hoogste bieder
te verkopen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Te onderzoeken of en hoe middels een kettingbeding bij verkoop gemeentelijk vastgoed met
een woonbestemming kan worden bewerkstelligd dat deze een woonbestemming behouden,
bij voorkeur voor kwetsbare groepen, en/of met een betaalbare huur;
— _Tevenste onderzoeken hoe middels een kettingbeding bij verkoop van gemeentelijk vastgoed
zonder woonbestemming ervoor te zorgen dat deze panden een maatschappelijke bestem-
ming houden.
Indiener
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam J l F
% Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
% Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Tijd 13:30 uur tot uiterlijk 18:00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Conceptverslagen van de openbare vergadering van de Raadscommissie JIF
d.d. 11 december 20153.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJlF@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 18:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014
Educatie
11 Vaststellen van de verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse
educatie Nr. BD2013-011726
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
12 Resultaten controles op schoolverzuim Bureau Leerplicht Plus Nr. BD2013-
014335
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Paternotte (D66).
e Was TKN 3 in de vergadering van 11.12. 2013.
13 Jong Amsterdam 2013-2014, resultaten ambitiegesprekken stadsdelen en
schoolbesturen Primair Onderwijs (PO) Nr. BD2013-014336
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP)
e Was TKN 4 in de vergadering van 11.12.2013.
Algemene Zaken
14 Evaluatie Regeling Risicovolle Projecten (RRP) en programma LetOp Nr.
BD2013-014337
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Van Drooge (CDA).
e Was TKN 8 in de vergadering van 11.12. 2013.
Financiën
15 Intrekken van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 en
vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2014 Nr.
BD2013-014480
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
2
Gemeente Amsterdam J l F
Raadscommissie voor Jeugdzaken, Educatie, ICT en Financiën
Gewijzigde agenda, woensdag 15 januari 2014
16 Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet Nr. BD2013-012636
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
17 Nota Ramen en Bekostigen Nr. BD2013-013728
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 22 januari 2014).
e De commissie AZ is hierbij uitgenodigd.
De agendapunten 16 en 17 worden om ongeveer 14:30 uur aan de orde gesteld.
Bespreking in aanwezigheid van wethouder Van Es.
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Werk, Inkomen en Participatie
18 Vaststellen Voortgangsrapportage over de eerste 10 maanden van het
Programma Verbetering Financiële Functie re-integratiebudget Dienst Werk en
Inkomen (DWI) Nr. BD2014-000272
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, Eerder besproken in de commissie WPA van 09.01.2014,
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e De commissie WPA, alsmede wethouder Van Es, zijn hierbij uitgenodigd.
e Aanvullende brief van wethouder Van Es wordt zo nodig nagezonden.
AVONDDEEL 19:30 — 22:30 UUR
Financiën
19 Foutieve uitbetaling woonkostenbijdrage (VKB) 2013 Dienst Belastingen
gemeente Amsterdam (DBGA) Nr. BD2014-000429
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1521
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 30 november 2020
Onderwerp
Motie van het lid Naoum Néhmé inzake Ravel Zuidas (Voor 50% bouwen in het
middensegment)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over kennisnemen ontwikkelplan Ravel Zuidas.
Overwegende dat:
e Amsterdam een groot tekort heeft aan woningen in het middensegment;
e Het daarom van groot belang is dat er snel meer woningen in het middensegment
bijkomen;
e Erinde eerste helft van 2020 slechts 78 woningen in het middensegment in
aanbouw zijn genomen;
e Voor het 3° jaar op rij de ambitie van 1670 nieuwe woningen in het
middensegment niet gehaald zal worden;
e Deze tekorten zo snel mogelijk ingelopen moeten worden;
e Dit alleen kan door bij nieuwbouwprojecten het percentage aan woningen in het
middensegment te verhogen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De woningbouwpercentages in dit plan aan te passen en voor minimaal 50% in het
middensegment te gaan bouwen.
Het lid van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 496
Publicatiedatum 17 mei 2019
Ingekomen onder AC
Ingekomen op donderdag 9 mei 2019
Behandeld op donderdag 9 mei 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake de Halfjaarrapportage Veilig Thuis
(bij huiselijk geweld uitkeringen sneller overzetten naar slachtoffer)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Halfjaarrapportage Veilig Thuis van de tweede helft
van 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 443).
Constaterende dat:
— het kabinet op kleine schaal proef wil draaien bij huiselijk geweld door uitkeringen
zoals de kinderbijslag en het kindgebonden budget over te zetten van de dader
naar het slachtoffer.
Overwegende dat:
— het onwenselijk is dat slachtoffers van huiselijk geweld soms lang moeten
wachten voor toeslagen of uitkeringen op hun naam staan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Zich in te zetten om vanuit de gemeente Amsterdam experimenten te realiseren om,
wanneer er sprake van huiselijk geweld is, uitkeringen en toeslagen sneller om te
zetten van de dader naar het slachtoffer.
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente
Amsterdam B
> < Noord
erg.nr.: 1000
Agenda | ____ Rm
/ Module B (meningsvormend)
ergadering .
Van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord
|___Datum __\woensdag 3 december 2014
|____Locatie ____|Burgerzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Onderwerp
INSPRAAK
1 Opening
2 Vrij inspreken over niet geagendeerde onderwerpen
| Agenda | 1 | discard |
VN2023-014874 Gemeenteraad
Griffe X Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023
Portefeuille Raadsaangelegenheden
Agendapunt Oo
Datum besluit 8 juni 2023, voorzitter van de raad
Onderwerp
Vaststellen van de datum en vraagstelling voor het raadgevend referendum over het ontwerp
raadsbesluit Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur'
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Dat het referendum gekoppeld wordt aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen,
namelijk de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni 2024;
2. De vraagstelling voor het referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststelling van het
(geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur als volgt vast te stellen: ‘Bent v voor of
tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur',
3. De naamgeving voor het referendum als volgt vast te stellen: ‘referendum
Hoofdgroenstructuur'.
Wettelijke grondslag
Artikel 1, onder cen d, artikel g en artikel 23 van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam
2022 (hierna: verordening)
Bestuurlijke achtergrond
* Op 25 januari 2023 heeft de gemeenteraad besloten het inleidend verzoek tot het houden
van een referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststellen van het Beleidskader
Hoofdgroenstructuur’ in te willigen.
* Op 8 juni 2023 heeft de raad besloten het definitief verzoek tot het houden van een
referendum over het ontwerp raadsbesluit Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader
Hoofdgroenstructuur’ welke binnen de tien wekentermijn is ontvangen en ondersteund wordt
door tenminste 10.000 geldige ondersteuningsverklaringen, in te willigen.
* Volgens de verordening dient de vraagstelling kort en helder te zijn.
e Zo spoedig mogelijk na het besluit om een referendum te houden, besluit de raad wanneer
het referendum gaat plaatsvinden. Dit is in ieder geval niet eerder dan vijf maanden en niet
later dan tien maanden na de dag waarop besloten is tot het houden van een referendum.
Hierbij kan de raad deze termijn met ten hoogste twee maanden verlengen om het
referendum te combineren met reguliere (lees: periodieke) verkiezingen.
Onderbouwing besluit
Ad 1 — Dat het raadgevend referendum gekoppeld wordt aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen,
namelijk de verkiezingen voor het Europees Parlement op 6 juni 2024
en
Ad 2 — De vraagstelling voor het raadgevend referendum over het ontwerp raadsbesluit ‘Vaststelling
van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur als volgt vast te stellen: ‘Bent u voor of
tegen het voorgenomen besluit over de Hoofdgroenstructuur’
De verordening zegt dat de raad met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig
mogelijk daarna, tevens besluit wanneer het referendum plaatsvindt. De verordening zegt niet
wanneer de vraagstelling vastgesteld moet worden door de raad.
Gegenereerd: vl.12 1
Ee 014874 5 arden Gemeenteraad R A AD
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023
De initiatief- en referendumcommissie heeft onder meer tot taak om de raad te adviseren over
de datum voor het houden van het referendum en ook over de formulering van de vraagstelling
van het referendum. De initiatief- en referendumcommissie heeft alvorens hierover een advies uit
te brengen aan de raad, een openbare vergadering vitgeschreven. Voor deze vergadering heeft
de initiatief- en referendumcommissie de initiatiefnemers voor het referendum, de wethouder
RO en raadsleden vitgenodigd om hun ideeën/suggesties voor een datum en formulering voor
de vraagstelling van het referendum te horen. Tevens zijn alle Amsterdammers uitgenodigd om
ideeën/suggesties over de datum en formulering van de vraagstelling van het referendum aan de
initiatief- en referendumcommissie kenbaar te maken. De openbare vergadering heeft op 23 mei
2023 plaatsgevonden. Het verslag van deze vergadering is als bijlage bijgevoegd.
De initiatief- en referendumcommissie heeft op 8 juni 2023 een advies uitgebracht over de datum
voor het houden van het referendum en ook over de formulering van de vraagstelling van het
referendum. Dit advies is als bijlage bij deze voordracht gevoegd.
Datum referendum
Voor wat betreft de datum van het referendum adviseert de initiatief- en referendumcommissie om
deze te koppelen aan de eerstvolgende periodieke verkiezingen. Dit zijn de verkiezingen voor het
Europees Parlement op 6 juni 2024. Deze datum is in lijn met de verordening met gebruikmaking
van de in de verordening opgenomen verlengingstermijn van twee maanden. De initiatief- en
referendumcommissie heeft ook naar mogelijke alternatieven gekeken, maar raadt het open
houden van de datumkeuze af. Voor de motivering wordt verwezen naar het bijgevoegde advies van
de initiatief- en referendumcommissie.
Formulering van de vraagstelling referendum
De initiatief- en referendumcommissie heeft een aantal criteria gehanteerd die van belang zijn bij
het formuleren van de vraagstelling. Naast dat de verordening zegt dat de vraagstelling kort en
helder moet zijn, is het van belang dat de formulering van de vraagstelling eenduidig is, suggestieve
woorden vermeden moeten worden en er geen sturing mag plaatsvinden.
Tijdens de openbare vergadering van de initiatief- en referendumcommissie werden voorstellen
voor het hanteren van deelvragen ingebracht. De initiatief- en referendumcommissie ziet als
voordeel hiervan dat zij duidelijke aanknopingspunten voor de duiding van de referendumuitslag kan
bieden. De initiatief- en referendumcommissie ziet als nadeel dat er voor de kiezer onduidelijkheid
kan ontstaan over de onderlinge verhouding tussen de deelvragen en over de verhouding tussen de
hoofdvraag en de deelvragen. Er is ook geen enkele garantie dat de antwoorden op de deelvragen
eenduidig te interpreteren zijn, bovendien zijn deze deelvragen sturend. Een ander nadeel is dat
voor het vaststellen van de uitslag extra werk nodig is. Daarnaast maakt de verordening geen
melding van de mogelijkheid van deelvragen, en stuurt zij aan op een enkelvoudige vraag. In de
ogen van de initiatief- en referendumcommissie wegen de mogelijke voordelen niet op tegen de
potentiële nadelen.
In het advies van de initiatief- en referendumcommissie zijn de ingebrachte ideeën/suggesties voor
de formulering van de vraagstelling van het referendum opgenomen en voorzien van een advies van
de initiatief- en referendumcommissie. Voor de motivering wordt verwezen naar het advies van de
initiatief- en referendumcommissie welke als bijlage is bijgevoegd.
Het voorstel/advies van de initiatief- en referendumcommissie voor de formulering van de
vraagstelling voldoet aan de criteria structuur en eenvoud. Door het weglaten van het (ambtelijke)
woord ‘beleidskader’, komt de nadruk te liggen op het woord ‘Hoofdgroenstructuur’. Het effect
hiervan is dat dit meteen de kern van de vraagstelling wordt. Daarmee scoort dit voorstel goed op
objectiviteit en dekkendheid. Het voorstel scoort minder goed op toegankelijkheid en dan met name
het woord ‘Hoofdgroenstructuur’. Echter een andere, eenvoudige term voor ‘Hoofdgroenstructuur’
Gegenereerd: vl.12 2
VN2023-014874 X Gemeente Gemeenteraad
Griffie % Amsterdam RAAD
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 juni 2023
die ook nog eens dekkend is, heeft de initiatief- en referendumcommissie niet kunnen bedenken en
heeft dit ook niet aangereikt gekregen. In dit kader is het gebruiken van een minder toegankelijk
woord te prefereren boven het gebruik van een onjuiste, niet dekkende term of termen. In de
voorlichting/campagne ligt een belangrijke taak om uit te leggen waarover het referendum gaat.
Ad 3 - De naamgeving voor het referendum als volgt vast te stellen: ‘referendum Hoofdgroenstructuur
De verordening zegt niets over de naamgeving van het referendum. De initiatief- en
referendumcommissie is van mening dat het gebruiken van één naam voor het referendum bijdraagt
aan eenduidige communicatie. Het is van belang dat het referendum één naam heeft, die voor
iedereen die ermee werkt/van doen heeft, dezelfde en unieke betekenis heeft. Daarom adviseert
de initiatief- en referendumcommissie de volgende naamgeving te gebruiken: ‘referendum Hoofd-
groenstructuur’.
Financiële onderbouwing
Overige toelichting
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
Welke stukken treft v aan
Meegestuurd | Registratienr. Naam
Advies IIl inzake datum en vraagstelling voor het referendum
AD2023-047502
Hoofdgroenstructuur_def.pdf (pdf)
AD2023-047243 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Verslag openbare vergadering Initiatief- en Referendumcommissie d.d. 23
AD2023-047251 .
mei 2023.pdf (pdf)
Ter Inzage
[Registratienr | Naam |
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Raadsgriffie, Dafne Struijk, 06 8364 3302, [email protected]
Gegenereerd: vl.12 3
| Voordracht | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 210
Behandeld op 31 maart/1 april 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Nehmé, Marttin, Boomsma en Kili inzake een
realistische groei van het autogebruik.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over Kennisnemen en bespreken van het
collegebesluit over de ontwerp-Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en het
bijbehorend ontwerp-Omgevingseffectrapport
Overwegende dat:
e De omgevingsvisie een allesomvattend document moet zijn met
aandacht voor wonen, werken, recreëren en mobiliteit;
e Goede en degelijke mobiliteit belangrijk is voor de welvaart van de
stad en het leefgenot van de inwoners;
e Naast deelmobiliteit, openbaar vervoer en de fiets ook de (schone)
auto van groot belang is voor het mobiliteitsvraagstuk van de stad;
e Het college in de ontwerp-omgevingsvisie rekening houdt met een
groei van 0% wat betreft het gebruik van de auto;
e Het Kennisinstituut Mobiliteit daarentegen een groei van 23-58%
verwacht;
e Een groei van 0% weliswaar ambitieus is maar niet realistisch en
hierdoor in de toekomst problemen kan opleveren;
e Deze problemen nu voorkomen kunnen worden door rekening te
houden met een realistische groei van het autoverkeer.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Binnen de Omgevingsvisie te rekenen met een groei van het autoverkeer
dat in lijn ligt met de voorspelling van het Kennisinstituut Mobiliteit.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
A.A.M. Marttin
D.T. Boomsma
A. Kilic
1
| Motie | 1 | discard |
Team
Onderzoek
Stadsdelen
% Inhoudsopgave
x Inhoud Pagina
Inleiding
2x Toelichting 3 Met het verschijnen van de Armoedemonitor 2021
en de daarbij behorende tabellenrapportage voor
Deel 1: Minimahuishoudens h de stadsdelen la Onderzoek en Statistiek (O&S),
kan er weer een nieuwe stand van zaken gegeven
Definities 5 worden van de omvang van de armoede en het
bereik van de armoedevoorzieningen.
Minimahuishoudens per stadsdeel, gebied, wijk en buurt 6
Team Onderzoek Stadsdelen heeft voor alle
Langdurige minima 9 stadsdelen en stadsgebied Weesp een analyse
nm gemaakt van de gegevens uit de
Minimahuishoudens naar inkomstenbron 10 tabellenrapportage. Hiermee wordt voorzien in de
ne behoefte binnen de stadsdelen om een beeld te
Minimahuishoudens naar huishoudtype 11 n
krijgen van de armoedeproblematiek in de
Minima naar leeftijdsgroep 12 gebieden, wijken en buurten van een stadsdeel.
Minimajongeren 13 Deze factsheet bestaat uit twee delen. Het eerste
deel gaat over de minima. Hoe groot is die groep
Deel 2: Bereik armoedevoorzieningen 14 en wat zijn de kenmerken van deze groep?
Toelichting armoedevoorzieningen 15 Deel twee gaat over het bereik van de
_ armoedevoorzieningen. Welke voorzieningen
Bereik armoedevoorzieningen per stadsdeel, wijk en buurt 16 zijn er voor de minima en hoe is het bereik
daarvan?
Methode om minima te bereiken per voorziening 18
% Toelichting
Alle cijfers over armoede in dit document zijn afkomstig van de Armoedemonitor van Amsterdam 2021*.
> < De Armoedemonitor is gebaseerd op het Integrale Inkomens- en Vermogensonderzoek (IIV) van het CBS.
De cijfers van de Armoedemonitor gaan over het jaar 2020. Dat is het meest recente jaar dat het CBS levert.
De bereikcijfers van de armoedevoorzieningen gaan over het jaar 2021 en zijn afkomstig van het WPI.
In de Armoedemonitor wordt gekeken naar de huishoudens met een laag inkomen. Een huishouden is een
minimahuishouden wanneer er naast een laag inkomen ook weinig vermogen is. Door de energiecrisis zullen er
ook huishoudens zijn die niet onder de doelgroep van de minima vallen, maar toch in de problemen komen door
te hoge energielasten. Omdat de cijfers vit 2020 komen, is deze groep (nog) niet zichtbaar in deze cijfers.
Doelpopulatie Armoedemonitor
De gegevens in de Armoedemonitor gaan over Amsterdamse huishoudens van wie het inkomen over het
betreffende jaar bekend is. Huishoudens die exclusief uit studenten of instituutbewoners bestaan worden
buiten beschouwing gelaten. Vanwege onthullingsrisico zijn bij buurten en wijken met weinig minima niet alle
gegevens beschikbaar. Het gaat dan om minder dan 10 huishoudens of personen.
Weesp is meegenomen in de cijfers over 2020, behalve in de bereikcijfers. Per 1 januari 2022 is de (registratie
van) toekenning van voorzieningen aan Weespers volledig samengevoegd met die aan Amsterdammers. Vanaf
de Armoedemonitor 2022 (verwacht in 2023) zal worden gerapporteerd over het voorzieningenbereik inclusief
Weesp.
In de Armoedemonitor 2021 zijn de cijfers nog gepubliceerd in de oude gebiedsindeling van 2015. Hierdoor zit
Driemond nog steeds bij de wijken van Zuidoost en niet bij Weesp.
*Het rapport is te vinden via https://onderzoek.amsterdam.nl{/publicatie/armoedemonitor-2022
% hd
x
Minimahuishoudens
Armoedegrens = 120% van het wettelijk minimum loon en weinig vermogen*
Normbedragen belastbaar jaarloon 2020 van de lage inkomensgrens Tot de grens voor de bijstand.
gemeente Amsterdam, naar leeftijd en type huishouden, voor recht op
minimaregelingen in 2021 (€) Op 1 janvari 2021 is het maximaal toegestane vermogen
€ 6.295 Voor een alleenstaande en € 12.590 voor paren
gezin (met of zonder kinderen) 26.128 26.481 en alleenstaande ouders.
eenoudergezin 25.688 24.311 Daarnaast mag de overwaarde van een eigen woning
alleenstaande 20.551 19,294 maximaal € 53.100 zijn.
bron: WPI
* Definities komen uit de Amsterdamse Armoedemonitor 2021: https://onderzoek.amsterdam.nl/publicatie/armoedemonitor-2022
€ Minimahuishoud tadsdeel
> < % minimahuishoudens (2020)
284 Van alle stadsdelen heeft Zuidoost het grootste
Pd aandeel minimahuishoudens van de stad,
Pl gevolgd door Noord en Nieuw-West.
| In aantallen gezien hebben de stadsdelen West
A L en Nieuw-West de meeste minimahuishoudens.
en 8 {52 EN In Zuidoost leeft bijna een kwart van de
B Odd \ huishoudens van een minimuminkomen. Dit is
je LL ruim meer dan het Amsterdams gemiddelde van
A'dam 16%. Het totaal aantal minimahuishoudens in
0 . . .
de 2020 in Zuidoost was 9.375, en schommelde in
En, rÀ de afgelopen jaren tussen de 9.000 en 10.000.
bron: CBS/ bewerking O&S 1 sf
Aantal minimahuishoudens (2011-2020)
16.000
14.000
12.299
12.000 12.171
10.015
8.531
&66ó MS
6.000 nnn an
4.000
2,000
727
ne
’ 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
mmm CONTES mmm NIEUW- West mmm Zi mmm Ot mmm Nr mmm Zit mmm Veesp
26 Minimahuishoudens per gebied
% minimahuishoudens (2020)
EE
Van de 3 gebieden in Zuidoost heeft Bijlmer-Centrum het grootste aandeel
(26,2%) maar het kleinste aantal minimahuishoudens (3.040).
Dit aantal scheelt echter weinig van het aantal in Gaasperdam (3.099), waar
daarentegen het aandeel minimahuishoudens het kleinst is (19,3%).
In alle drie de gebieden is in 2020 sprake van een lichte toename van het
aantal minimahuishoudens.
_f
pn. nf
bron: CBS/ bewerking O&S
| Eli
Aantal minimahuishoudens 2018-2020
3.381
Bijlmer-Oost A22
3.236
3.134
Gaasperdam/Driemond
3.099
3.187
Bijlmer-Centrum 2.989
3.040
2018 m2019 m2020
> í % Minimahuishoudens per wijk en buurt
x% % minimahuishoudens wijken (2020) % minimahuishoudens buurten (2020)
N LEN. v
ä í mt k
bron: CBS/ bewerking O&S ï
Op wijkniveau hebben Bijlmer-Centrum (26%), Holendrecht/Reigersbos (24%), en Bijlmer-Oost (23%) een hoog aandeel
minimahuishoudens.
Op buurtniveau hebben met name G-Buurt-Noord (44%), de Amsterdamse Poort (41%), Bijlmermuseum-Noord (41%) en
Holendrecht-West (41%) een hoog aandeel minimahuishoudens.
2x Aantal personen dat langdurig minima is
Aantal langdurige minima in leeftijdsgroepen (2020) Het aantal personen in een minimahuishouden dat
> < langer dan 3 jaar tot de minima behoort is langdurig
en minima. Van de stadsdelen heeft Nieuw-West de
3.164 meeste personen die langdurig minima zijn (in totaal
2.819 De en 14.092). In Zuidoost gaat het om 9.741 personen.
ei en In de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord is de
hi groep 0-17 jarigen groter dan de groep 66+.
4,141 Lan
Ki ii Van de gebieden in Zuidoost heeft Bijlmer-Centrum het
Nieuw-West _ West Oost Zuidoost _Noord Zuid Centrum __ Weesp grootste aandeel langdurige minima en Gaasperdam
mO-17 m1865 =66t het grootste aantal.
% langdurige minima per gebied (2020) Aantal personen dat langdurig minima is per gebied (2020)
—
LE De bron: CBS/ bewerking O&S „
6 Minimahuishoud inkomstenb
Aantal minimahuishoudens naar inkomstenbron per gebied (2020) ‚
Het aantal minimahuishoudens met
3.500 _
bijstand als inkomstenbron is in alle drie
3.000 500 -
482 553 de gebieden in Zuidoost het grootst.
2.500 .
Daarna de groep gepensioneerden.
2.000 _. . - -
Vervolgens de minima die een uitkering
1.500 ….
anders dan bijstand ontvangen (anders).
1.000 . .
De groep werkende minima (loondienst)
En tn s het grootst in Bijlmer-Centrum.
0
Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond .
In de verdeling van de
E loondienst eigen bedrijf Mm bijstand wm pensioen anders En . .
minimahuishoudens naar inkomstenbron
steekt Amstellll/Bullewijk boven de
% Verdeling minimahuishoudens naar inkomstenbron, per wijk (2020) andere wijken uit met het grootste
100% aandeel in loondienst (55%).
% 16 15 16 . . .
a 23 21 en Opvallend echter is dat in Driemond 43%
80% en . ….
a van de minimahuishoudens bijstand als
EO inkomstenbron heeft. Alleen in Bijlmer-
50% Centrum is dit aandeel hoger (45%).
40%
30% . .….
zo E là In Nellestein, Bijlmer-Oost en
10% en men 4 Holendrecht/Reigersbos ligt het aandeel
, 5 | |
De gepensioneerden net iets boven het
& & £ En S Ea ® £ .
se s € se £ 4 £ & gemiddelde van 29%.
S S id Aad se £
B É Ë Ë
bs & ES à
& &
bron: CBS/ bewerking O&S mloondienst meigenbedrijf wmbijstand wm pensioen anders
€ Minimahuishoud huishoudt
Aantal minimahuishoudens naar huishoudtype per gebied (2020) . . .
In alle drie de gebieden is het aantal
3.500 In
_ 107 minimahuishoudens naar
000 huishoudtype nagenoeg gelijk. Zo
2.500 ML bestaan de meeste
% En . . .
wo minimahuishoudens uit
alleenstaanden. Er zijn iets meer
1.500 .
ES paren zonder kinderen dan paren
Loen ez met kinderen. Het aantal
500 eenoudergezinnen ligt rond de 5oo.
0
Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond In de ve rdeling van de
B alleenstaande @ paar zonder kinderen B paar met kinderen mW eenoudergezin — overig minimahuishoudens naar
huishoudtype op wijkniveau
% Verdeling minimahuishoudens naar huishoudtype, per wijk (2020) (onderste grafiek) vallen de wijken
Amstellll/Bullewijk en Driemond op.
100% De eerste bestaat alleen uit
or ® ä alleenstaanden, de tweede heeft
70% 6 _ ook nog het grootste aandeel
Son dergezinnen
50% eenouderge en.
40%
30% 71 viv yÔ rÁi rÁt
20% Het aandeel eenoudergezinnen ligt
10% _
ls in alle wijken boven het Amsterdams
ij N A K 4 Ì )
A „5 & RK ss & & s gemiddelde van 11%.
5 s S à E e se
® £ £ S ® 9 &
> $ 9 \ v
& £ & &
® < AS se
* ® & E
& S
alleenstaande Wpaarzonderkinderen Wpaarmetkinderen _m eenoudergezin overig
bron: CBS/ bewerking O&S
6 a tal deel minima* leeftijdsgroep
Aantal minima naar leeftijdsgroep per gebied (2020) Van de gebieden heeft Bijlmer-Centrum
> < de minste 66-plussers die onder de
Himer cert 1.395 20 minima vallen.
Bijlmer-Centrum A 29 Bijlmer-Oost heeft de minste
1.257 minimajongeren maar ook de meeste
Bijlmer-Oost De 2.762 d
1.083 minimaouderen.
- d 1.470
G d . _
BAPE De mn za In de verdeling van de minima naar leeftijd
op wijkniveau, zie de onderste grafiek, is
het aandeel minima dat 66+ is hoger in
Bijlmer-Oost (21%) en Nellestein (22%).
0-17 MI865 M6G+ Hier zijn veel serviceflats voor ouderen.
…. . rd Het aandeel 0-17 jarigen onder de minima
Verdeling minima personen naar leeftijd, per wijk (2020) n „Jang
ligt in alle wijken boven het Amsterdams
100% gemiddeld van 22%. Uitschieter is
90% ke pl He Pli Driemond met 34%.
80% …. _. .
Hûkk Er zijn geen minimajongeren en -ouderen
60% in Amstellll/Bullewijk.
J
50%
40%
30%
20%
10% 28 25 27 29 26 ee 22
0%
Sr DN D se + 5 > £
Ka °° & E ai & ©
A, S & < ee 5 ®
\ $ 2 A ©
Rt E P &
5 £ & s
& 2e
0-17 jaar W18-65jaar W66jaarof ouder * Bij de leeftijdsgroepen gaat het om personen i.p.v. huishoudens.
% Minimajongeren
x% Aantal minimajongeren naar huishouden per gebied (2020) Kinderen in eenoudergezinnen behoren in
zn Amsterdam bijna vier keer zo vaak (37%) tot de
_ minima dan kinderen die in een tweeoudergezin of
anders (overig) opgroeien. De wijken Bijlmer-
son Centrum (48%) en Holendrecht/Reigersbos (43%)
600 liggen daar boven.
400
zh 348 349 358 In aantallen heeft het gebied Gaasperdam/Driemond
de meeste minimajongeren in zowel de
9 = 8 . eenoudergezinnen als de overige huishoudens.
Bijlmer-Centrum Bijlmer-Oost Gaasperdam/Driemond . .
Het verschil in overige huishoudens met de andere
meenoudergezin m overig twee gebieden is klein.
% Minimajongeren in eenoudergezin per wijk (2020) % Minimajongeren in overig huishoudtype per wijk (2020)
bron: CBS/ bewerking O&S À
% Amsterdam
%
SIT
armoedevoorzieningen
Stadspas
Collectieve zorgverzekering
Gratis OV Tes en/of TAOV Totaalbereik*
Scholierenvergoeding
Nt eden alhe “Aandeel doelgroephuishoudens met één of meer van de volgende
minimavoorzieningen: Stadspas, Collectieve Zorgverzekering,
VLT Van OTIS kindvoorzieningen, TAOV/Gratis OV 65+, tegemoetkoming OV voor
kindvoorzieningen minima mantelzorgers (TOVM).
Het bereik van de armoedevoorzieningen wordt berekend door het aantal huishoudens dat een voorziening kreeg toegekend, te
delen door het aantal rechthebbende huishoudens (de doelgroep).
De Stadspas is voor alle Amsterdamse minima. Sinds 2020 wordt het Kindtegoed op de Stadspas gezet voor kinderen van 0-14 jaar.
Hiermee kunnen ouders o.a. kleding, schoenen, een tas en schoolspullen kopen voor hun kind. De Collectieve verzekering is voor alle
Amsterdamse minima vanaf 18 jaar. De Scholierenvergoeding is voor alle Amsterdamse minimahuishoudens met schoolgaande
kinderen tot 18 jaar. Gratis OV en/of Tegemoetkoming Aanvullend Openbaar Vervoer (TAOV) is voor Amsterdamse minima met de
AOW-gerechtigde leeftijd. Voor TAOV is er een pas voor aanvullend vervoer nodig. In het Verzamelbereik kindvoorzieningen zit het
aandeel doelgroephuishoudens met kinderen van 4 t/m 17 jaar met één of meer van de volgende kindregelingen: Stadspas,
Scholierenvergoeding voor kinderen in basis- of voortgezet onderwijs en/of een PC-regeling. Over de Tegemoetkoming OV voor
minima mantelzorgers zijn geen cijfers opgenomen in de stadsdeelrapportage van de Armoedemonitor.
Meer informatie over wat de gemeente doet om de minima te bereiken met de voorzieningen is te vinden op pagina 18 van deze
factsheet.
$ Bereik armoedevoorzieningen stadsdelen
% totaalbereik armoedevoorzieningen per stadsdeel (2021)
> < In de stadsdelen Noord (77%), Zuidoost, West en Oost (alle drie
2 76%) worden de minimahuishoudens het best bereikt. Stadsdeel
Pe Centrum heeft een laag bereik van de armoedevoorzieningen
LZ onder de minimahuishoudens (63%).
Î In onderstaande tabel zijn de percentages blauw gearceerd als
EN het bereik lager is dan het Amsterdamse gemiddelde. In alle
NS stadsdelen geldt dat het bereik van de kindvoorzieningen het
s ì hoogst is. Voor Zuidoost is dat bereikpercentage 92%
(Amsterdam 89%).
adsl In Zuidoost bereiken de armoedevoorzieningen iets meer
minimahuishoudens dan gemiddeld in Amsterdam. Alleen de
collectieve zorgverzekering ligt op het Amsterdams gemiddelde
bron: CBS, WPI/ bewerking OIS Vias RE ES van 53%.
% bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per stadsdeel (2021)
Collectieve Gratis OV65+ Scholierenvergoeding (basis- AE late ROTE gel
Stadspas Zorgverzekering en/of TOAV en middelbare school) kindvoorzieningen* __Totaalbereik**
Centrum
Nieuw-West 74 55 74 89 75
Zuid
Oost 74 55 76 90 76
Noord 75 55 81 92 11
Zuidoost 75 53 79 92 76
Amsterdam 73 53 72 76 89 74
2x Bereik armoedevoorzieningen wijk en buurt
> < % bereik armoedevoorzieningen naar voorziening per wijk (2021)
> < Scholierenvergoed
ing (basis- en
(eter [A '/ Gratis OV 65+ middelbare verzamelbereik
Slee EE Zorgverzekering en/of TOAV school) kindvoorzieningen _totaalbereik**
Amstel III/Bullewijk
Bijlmer-Centrum (D,F‚H) A a 78 81 93 76
Holendrecht/Reigersbos 79 81 94 80
Driemond | OO
CE
% totaalbereik armoedevoorzieningen per buurt in Zuidoost (2021)
ds: £ Van alle voorzieningen is het bereik van de kindvoorzieningen en de
Ln Scholierenvergoedingen het hoogst.
el De Stadspas heeft een hoog bereik in Holendrecht/Reigersbos (79%) en
) € 5 de gratis OV heeft een hoog bereik in Holendrecht/Reigersbos en
8 Bijlmer-Centrum.
Á Ee Het totaalbereik van de voorzieningen op buurtniveau (zie kaartje) laat
5D, a zien dat de wijken waar veel minima wonen het bereikpercentage hoog
is. In de D-Buurt (44%) is het totaalbereik het laagst met een aandeel
minima van 29%. Opvallend is dat in de hiernaast gelegen E-buurt het
totaalbereik 55% is terwijl het aandeel minima hier slechts 6% is. Dit
| geldt tevens voor Holendrecht-Oost en Gein 4, respectievelijk 79% en
pr 9%, en 75% en 14%.
bron: CBS, WPI{ bäwerking OIS :
% Methode om minima te bereiken per voorziening
D Armoedevoorziening | Methode om minima te bereiken
De Stadspas wordt jaarlijks automatisch verstrekt aan alle bij WPI bekende
minimahuishoudens (inkomen bekend bij WPI). Huidige Stadspashouders van wie
het inkomen niet bij WPI bekend is kunnen de Stadspas jaarlijks opnieuw
Stadspas aanvragen. Zij krijgen een verkort aanvraagformulier toegestuurd dat ze kunnen
ondertekenen en kosteloos naar de gemeente terugsturen. Nieuwe gebruikers
kunnen de Stadspas aanvragen via een online formulier of papieren
aanvraagformulier. Advertenties voor de Stadspas worden onder andere
geplaatst in lokale kranten, de krant van Amsterdam, ATs5 en sociale media om zo
de bekendheid te vergroten.
Collectieve zorgverzekering Mailing naar alle klanten van Werk, Participatie en Inkomen (WPI) en bekende
minimahuishoudens. Daarnaast worden in een jaarlijkse campagne nieuwe
klanten geworven.
Gratis OV 65+ en/of TAOV Rechthebbenden worden zoveel mogelijk aangeschreven door Werk, Participatie
en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, kan zelf een aanvraag indienen.
Voor TAOV voert WPI een ambtshalve toekenningsronde uit onder
rechthebbenden die bij de gemeente bekend zijn. Wie niet is aangeschreven, kan
zelf een aanvraag indienen via een papieren of online aanvraagformulier.
Scholierenvergoeding Rechthebbenden die bij WPI bekend zijn ontvangen automatisch bericht van
Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Wie niet is aangeschreven, maar wel in
aanmerking denkt te komen, kan zelf een aanvraag indienen.
bron: Armoedemonitor 2021
dt
de En | ‚
ae rte
Hr IES an Een 8
AOR EN Ì
ee
INN Le 0
| Factsheet | 19 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1321
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder u
Ingekomen op woensdag 25 november 2015
Behandeld op woensdag 25 november 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en Van den Berg inzake de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur
2017-2020 (onderzoek diversiteit).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1269).
Constaterende dat:
— bijna iedereen zal beamen dat bij een stad met een grote verscheidenheid aan
culturen als Amsterdam ook een divers aanbod aan kunsten en kunstenaars
hoort;
— ook het college “meer aandacht wil voor het belang van het aanbod van kunst en
cultuur in buurten en het bereiken van alle Amsterdammers”;
— de culturele code diversiteit onlangs nieuw leven werd ingeblazen;
Overwegende dat:
— hetbelang van diversiteit door zowel de politiek als door instellingen gedeeld
wordt maar er ook een gevoel heerst van ‘niet weten waar te beginnen’;
— de gemeente Amsterdam en het Amsterdams Fonds voor de Kunst een
voortrekkersrol in Nederland kunnen spelen op dit terrein.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— _A-Bis-instellingen te verplichten een visie te formuleren op culturele diversiteit;
— een onderzoek te laten doen naar niet-bezoekers In Amsterdam (vgl. ‘not for the
likes of you' onderzoek in Engeland);
— _op basis van dit onderzoek tot een concreet actieplan diversiteit te komen in
samenwerking met het ACI, AFK en de AKR.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
P.J.M. van den Berg
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 720
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 7 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ID
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Boldewijn inzake de begroting voor 2015
(indicator parkeerplekken in garage).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— op grond van artikel 3 van zijn eigen ‘Verordening op grond van artikel 212 van de
Gemeentewet de gemeenteraad op voorstel van het college per programma of
onderdeel daarvan relevante indicatoren vaststelt voor het meten van en het
afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en
de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid;
— het college de ambitie uitspreekt om meer auto's in parkeergarages te plaatsen
‘zodat er in drukke buurten plek vrijkomt op straat voor bewoners die nog op een
wachtlijst staan, én er een aantrekkelijkere openbare ruimte kan ontstaan
(bladzijden 31-32);
— erin de begroting 2015 geen meerjaren indicator is opgenomen over het aantal
gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages,
Van mening zijnde dat:
— teneinde haar kaderstellende en controlerende taak te kunnen uitoefenen, de
gemeenteraad behoefte heeft aan een goede indicator voor het aantal
gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages om inzicht te verschaffen in het
resultaat van de investeringen van het college op dit terrein,
Besluit:
op bladzijde 88 van de begroting 2015 toe te voegen:
‘indicatordoelen:
aantal gerealiseerde parkeerplekken in parkeergarages’.
Het lid van de gemeenteraad,
H.B. Boldewijn
1
| Motie | 1 | discard |
st NUR |
Si a: 5 LEN
€ Gemdente
Ne E SS
2x | | II a Ne Hi TT) Ì
SS HIDE | BA
2x SHE Rn MA A
[ St Nm Te li | j
Ik Ik S TE re nt i ij a
MS du E Hi in (Ln
II AIEN | |
mn RIEN En Erm NI
nr he B Jm NE rn SA Ik
mm ER | EA NOTES — Sd SD
Schaarstepatronen op de
©
Amsterdamse woningmarkt
Bi 1 di (ie |D AE
ii IES HK & In 8 of / TE MY 8 Ne
Kek Nid ï MAN U en \ Am EE),
MIES = NE as: LE gt mg Á
en ENE EE AAN SANNE VEEN SA DR OO
Dd ff k \
aen rt
‚
Inhoud
Samenvatting en interpretatie 9
1 Aanleiding 7
2 Woningtekort in spanningsregio’s 8
3 Achtergrond van de schaarste 12
4 Belangrijke effecten van schaarste 16
5 Differentiatie binnen Amsterdam 23
6 Bewoning van de Amsterdamse woningvoorraad 30
7 Ander gebruik van woningen 32
8 Conclusies 34
Mei 2019
Colofon
Gemeente Amsterdam, Wonen
Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam
www.amsterdam.nl/wonen
Auteur: Kees Dignum ([email protected])
Foto omslag: Edwin van Eis (Gemeente Amsterdam)
Vormgeving: Dirk van der Burgh
Samenvatting en interpretatie
Dit rapport gaat over de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt. Op Rijksniveau
wordt een toenemend woningtekort gesignaleerd en een zevental gebieden wordt
zelfs met ‘spanningsregio’ aangeduid. Metropoolregio Amsterdam is een van die
spanningsregio's, daar ligt het woningtekort op 5,4%, ofwel op elke twintig woningen
die nodig zijn ontbreekt er één. In de MRA moeten in de periode 2018-2025 per jaar
15.000 woningen gebouwd worden om de toenemende woningbehoefte bij te houden.
In 2018 is dat gelukt en dat is landelijk gezien een uitzondering. Met doorrekening van
trends in bevolking en woningvoorraad zal het tekort in de MRA in 2030 iets kleiner zijn,
4,2%, maar nog altijd ver boven het landelijke cijfer van 2,6%
Schaarste is er in alle segmenten van de Amsterdamse woningvoorraad en uit
gegevens over prijzen van koopwoningen, huren in de vrije sector en benodigde
inschrijfduur voor de gereguleerde huur, is af te lezen dat de schaarste na het einde
van de economische crisis in 2013 nog verder is opgelopen. In de crisisjaren (2009-
2013) werden de schaarstesignalen onderdrukt doordat velen hun woning niet konden
verkopen, wat doorwerkte in lagere verhuisdynamiek en een naar beneden bijgesteld
bouwprogramma. Opvallend was wel dat in die jaren de Amsterdamse bevolking
nog harder groeide dan daarvoor, met ruim 10.000 mensen per jaar. Amsterdam
heeft een economie die crisisbestendiger is dan Nederland als geheel, wat zorgt
voor een aantrekkingskracht op jongeren aan het begin van arbeids-, inkomens- en
woningmarktcarrière. Tegelijkertijd zetten vele Amsterdammers hun ambities om naar
een ruime woning buiten de stad te gaan verhuizen in de ijskast. De bevolkingsgroei
kwam dus van twee kanten.
Na de crisis wordt de latente vraag manifest. De prijzen voor koopwoningen en vrije
markthuur schieten omhoog naar een niveau (koop gemiddeld naar boven de € 5.500
per m?) dat nergens anders in Nederland gehaald wordt. Meer Amsterdammers dan
ooit vertrekken in 2017 en 2018 uit de stad op zoek naar locaties met een gematigder
prijspeil. Vanuit Amsterdam tekent zich een ‘steen in de vijver golf’ af. Verder weg
van Amsterdam liggen de prijzen lager en begint de prijsstijging op een later tijdstip.
Ook binnen Amsterdam zelf is een dergelijke centrum-periferie beweging te zien, met
in de centrale delen van de stad vierkante meter prijzen op de koopmarkt van boven
de € 7.500. Het gebied met hoge woningprijzen breidt zich uit vanuit de staddelen
Centrum en Zuid tot aan de Ringweg A10 en steekt aan de noordzijde het IJ over naar
Noord. Ondertussen ligt het prijspeil in stadsdeel Zuidoost boven de € 2.100 per m?.
De aanvankelijk beknotte, en na de crisis met dubbele kracht losgekomen trend om uit
Amsterdam te vertrekken, heeft de druk op de woningmarkten van andere gemeenten
in de MRA doen oplopen, maar heeft Amsterdam geen verlichting gebracht. De
aantrekkingskracht van Amsterdam op arbeidsmigranten van buiten Nederland is
namelijk sterk toegenomen. De buitenlandse migratie naar Amsterdam bereikt in 2018
met 38.471 een record.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 5
De gevarieerde, met het stedelijk wonen vergroeide economie van Amsterdam, blijkt
een blijvend hoge aantrekkingskracht te hebben. Het centrale deel van Amsterdam kent
een sterke combinatie van de culturele en recreatieve sector (bezoekers, toeristen) de
dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve sector. Veel werkenden
gebruiken dit gebied als interactiemilieu.
6 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
1 Aanleidin
g
Op grond van de Huisvestingswet 2014 kunnen gemeenten regels verordenen met
betrekking tot de verdeling van huurwoningen en met betrekking tot wijzigingen
in de woonruimtevoorraad van zowel huur- als koopwoningen. Voor de inzet van
dit instrumentarium dient een gemeente aan te tonen dat er sprake is van schaarse
woningen. In het geval van schaarste stelt de gemeente een huisvestingsverordening
op voor een periode van vier jaar en geeft daarin aan welke maatregelen worden
doorgevoerd om de problemen op de woningmarkt aan te pakken. Mogelijke
maatregelen zijn verdelingregels met betrekking tot gereguleerde huurwoningen,
beleid ten aanzien van kamerverhuur en toeristische verhuur. Na een periode van vier
jaar kan het opnieuw nodig zijn om maatregelen door te voeren. Opnieuw dient dan
schaarste aangetoond te worden.
Dit rapport geeft inzicht in de schaarste op de Amsterdamse woningmarkt. Een
ruimtelijke invalshoek is onontbeerlijk omdat de woningmarktdruk een ongelijkmatig
patroon heeft. Schaarste is een relatief begrip en ruimtelijke vergelijkingen geven
de verschillen in schaarste weer en laten zien dat verschillende onderdelen van de
woningmarkt een verschillend profiel hebben. De stad Amsterdam heeft in vergelijking
met de andere gemeenten van de MRA een uitgesproken stedelijk karakter. Vestiging
vanuit andere delen van het land of het buitenland richt zich veel sterker op Amsterdam
dan op de gemeenten rondom de hoofdstad. Sommige van de omliggende gemeenten
vervullen traditioneel een belangrijke rol in de wooncarrière van Amsterdamse
doorstromers en ervaren daardoor de afgeleide druk van Amsterdam. Maar ook binnen
Amsterdam bestaan verschillen naar marktdruk en de afgeleide signalen.
Het rapport begint in paragraaf 2 met het woningtekort dat voor Amsterdam en
zijn woningmarktregio naar voren komt in onder meer de nationale ‘Staat van de
Woningmarkt’. Bij de berekening van dit woningtekort zijn de verwachte groei van de
woningvoorraad per regio, de demografische ontwikkeling en de vraagontwikkeling
meegenomen. In de volgende paragraaf wordt aandacht besteed aan de oorzaken
van de schaarste in Amsterdam en omgeving en de verwachtingen voor de toekomst.
Ook de gevolgen van schaarste komen aan de orde: prijzen op de woningmarkt,
prijsontwikkeling en prijsverschillen maar ook andere schaarste-indicatoren in de delen
van de woningmarkt waarin prijzen gereguleerd zijn (paragraaf 4). Ruimtelijke verschillen
zijn belangrijk in dit rapport, en dat komt ook tot uitdrukking in paragraaf 5 over de
differentiatie binnen Amsterdam zelf. Paragraaf 6 gaat over de bewoning van de
Amsterdamse woningvoorraad. De laatste paragraaf bevat de conclusies.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 7
2 Woningtekort in spanningsregio's
De meest samenvattende manier om het thema schaarste op de woningmarkt te
bespreken is door te kijken naar het woningtekort. Dat woningtekort is geen nieuw
verschijnsel in Nederland. Dat tekort is eigenlijk na de Tweede Wereldoorlog nooit
verdwenen maar vertoont in de tijd wel fluctuaties die onder meer te maken hebben
met de economische conjunctuur.
Het afgelopen decennium kenmerkte zich door vijf jaren financiële en economische
crisis (2009-2013) en daarna vijf jaren herstel gevolgd door sterke economische groei.
In de Nationale Woonagenda die minister Ollongren in mei 2018 publiceerde schrijft
zij: ‘In de afgelopen jaren is er een woningtekort ontstaan in Nederland. Op veel
plekken vinden mensen het moeilijk om een huis te vinden dat past bij hun wensen en
mogelijkheden. Om dit op te lossen zouden er, rekening houdend met de sloop van 12
tot 13 duizend woningen per jaar, tot 2025 zo'n 700 duizend woningen moeten worden
bijgebouwd. Dat betekent vanaf nu een jaarlijkse opgave van gemiddeld 75 duizend
woningen’ (Ministerie BZK 2018, pag. 1).
Figuur 1: Woningtekort in Nederland, 1945-2018
jaar | Eeste} [UID 3 | KA jaar | absoluut | KA
1970 77.100 2006 167.000 _ |2,4
1990 134.000 2015 134.000 _ |1,8
1994 127.000 2016 138.000 | 1,8
2017 nieuwe benadering | 242.000 3,2
________|2018 263.000 | 34
Bron: Ministerie BZK (2018a), pag. 31: cijfers t/rn 2016; ABF Research (2018) cijfers 2017.
Capital Value/ABF Research (2019) cijfers 2018.
Bij de berekening van de woningbehoefte, de woningvoorraadontwikkeling en het
woningtekort wordt al jaren lang gewerkt met de PRIMOS-prognose van onderzoeks-
bureau ABF. In het ministeriële rapport ‘Staat van de Woningmarkt’ wordt beschreven
hoe het woningtekort vlak na de Tweede Wereldoorlog 14% bedroeg, in 1960 nog
altijd 8%. Daarna werd het woningtekort snel kleiner, totdat in de jaren '80 het tekort
was teruggedrongen tot ca 2% van de woningvoorraad en het niet langer als een
maatschappelijk probleem gezien werd (Ministerie BZK 2018a, pag. 27).
Nu blijkt dat ook in latere jaren het woningtekort vaak rondom de 2% lag en dat het
tekortcijfer in het recentste jaar juist weer hoger ligt, rondom de 3%.
Inmiddels wordt in navolging van ABF met een nieuwe rekenmethode gewerkt
waarin het nationale Woononderzoek Nederland een minder belangrijke rol speelt en
gegevens uit de basisregistraties een prominentere rol hebben. Volgens de oude manier
8 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
van werken zou het tekort in Nederland op 2,7% liggen (207.000), volgens de nieuwe
methode op 3,2% ofwel 242.000 (ABF, 2018). ABF schrijft elders dat een verlaging van
dit tekort tot onder de 100 duizend, om tot een gezonde spanning op de woningmarkt
te komen, zeer wenselijk is. Dat zou neerkomen op 1,3%.
Dat het woningtekort gegroeid is blijkt ook als vergeleken wordt met een eerdere
rapportage over het woningtekort. In de Primos prognose van ABF over het jaar
2009 wordt gemeld: ‘Om in de groei van de woningbehoefte te voorzien moet de
woningvoorraad tussen 2010 en 2020 met ruim 500 duizend woningen toenemen,
dus met gemiddeld 50 duizend per jaar’ (Den Otter, e.a., 2010). Dat betekent dat
het woningtekort dat in de Nationale Woonagenda genoemd wordt na de crisisjaren
zodanig is toegenomen dat niet 50.000 woningen maar 75.000 woningen per jaar
gebouwd moeten worden. En dat is een grote opgave. Als de minister schrijft dat in
de afgelopen jaren een woningtekort is ontstaan in Nederland, bedoelt ze dat het
woningtekort aanzienlijk is toegenomen.
Figuur 2: Woningtekort naar COROP-regio, 2019
6,5% -7,4% en
mn gE
EC
EE 30%-4,0%
ED 2,3%- 3,0% Ô VE |
1,7% - 2,3% q
10% -1,7% Su
zz >
tot 1,0% f
vG
ES
En
Bron: Capital Value/ABF Research (2019). Het woningtekort in COROP
Groot Amsterdam is in 2019 6,6%, geleidelijk dalend naar 5,2% in 2025.
Een ABF-rapport laat dan ook zien dat het woningtekort nog verder zal oplopen en pas
voorbij 2020 weer in de buurt komt van het huidige woningtekort (ABF, 2018). De CBS
statistiek laat zien dat de opgave van 75.000 woningen per jaar in 2018 niet zijn gehaald
(66.000 nieuwbouw en 73.513 voorraadgroei) en op basis van nieuwbouwplannen in
2019 ook niet gehaald kan worden. De recentste doorrekening uit 2019 laat dan ook
een verdere stijging zien van het tekort naar 3,4% ofwel 263.000 (Capital Value/ABF
Research 2019).
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 9
In deze cijfers over het woningtekort wordt alle relevante recente kennis over
ontwikkeling van de bevolking (jaarlijks bijgewerkte CBS bevolkingsprognose met
daarin huidige en verwachte sterfte, geboorten, migratie, leeftijdsverdeling) en de
woningvoorraad (bouw- en sloopplannen, samenstelling naar woninggrootte, woning-
type, prijsklasse) meegenomen. Deze kennis wordt bijgehouden op laag geografisch
schaalniveau, zodat de tekorten per regio kunnen worden gespecificeerd. ABF laat met
de kaart van 32 woningmarktregio's zien dat percentueel het woningtekort het grootst
is in de regio Amsterdam en de regio Nijmegen. Daarna volgen Utrecht, Den Haag en
Tilburg.
Figuur 3: Huidig woningtekort en prognose ontwikkeling woningtekort, 2017-2030, per spanningsregio
| Woningtekort Woningtekort
2017 2030
Metropoolregio Amsterdam 61.000 4,2
Regio Eindhoven 12.000 17
Regio Rotterdam 16.000 2,7 19.000 3,0
totaal spanningsregio's 140.000 44 141.500 4,0
|
rest van Nederland 16
Bron: Ministerie BZK (2018a). Capital Value/ABF Research stellen het woningtekort voor 2018 bij naar 263.000 (3,4%) voor
Nederland, waarmee ook het tekort voor de MRA weer hoger komt te liggen dan in de ministeriële ‘Staat van de Woningmarkt’.
Het Rijk werkt met woningmarktregio's die afwijken van de COROP-gebieden die ABF
en Capital Value in hun rapportages gebruiken. In figuur 2 is te zien dat in COROP regio
Amsterdam, met de kleur van de hoogste klasse woningtekort, Kennemerland, IJmond
en Gooi en Vechtstreek ontbreken, die wel tot de Metropoolregio Amsterdam behoren
(figuur 3). Volgens de indeling naar nationale woningmarktregio's is Utrecht met 5,7%
woningtekort de meest gespannen woningmarkt, direct gevolgd door MRA met 5,4% in
2017. Deze percentages liggen ver boven de 2% die het Rijk ooit kwalificeerde als ‘geen
maatschappelijk probleem! en ver boven de 1,3% die ABF wenselijk vindt voor een
gezonde woningmarkt (tekort landelijk onder de 100.000 brengen). Met doorrekening
van de huishoudensontwikkeling en de woningbouwplannen verwacht ABF voor de
periode 2017-2030 wel enige verlichting van het woningtekort in de MRA naar 4,2%
woningtekort in 2030, maar dat zijn dan nog altijd wel ruim 50.000 woningen te weinig
voor de Amsterdamse regio.
Het woningtekort is, zoals eerder gezegd, een rekensom van de verwachte groei van
het aantal huishoudens en de bijbehorende woningbehoefte tegenover de ontwikkeling
van de woningvoorraad waarbij het bouwprogramma een grote rol speelt. Voor de
Metropoolregio Amsterdam wordt in het Actieprogramma Woningproductie 2018-2025
10 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
opgemerkt dat met een ambitieus bouwprogramma van 15.000 woningen per jaar
(105.000 voor de periode van 7 jaar) net voldoende vergroting van de woningvoorraad
bereikt wordt om de demografische groei op te vangen (behoefte 12.300 woningen
per jaar). Daarmee wordt dus een deel van de achterstand die werd opgelopen door de
crisis, ingelopen. In 2018 haalde de MRA de beoogde 15.000 toegevoegde woningen;
het jaarcijfer kwam uit op 15.715, waarvan Amsterdam ruim de helft 8.529 verzorgt
(CBS, Statline; NUL20, maart 2019).
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 11
3 Achtergrond van de schaarste
De kwestie of de regio Amsterdam kampt met schaarste op de woningmarkt behoeft
na het voorgaande weinig verdere toelichting. De benodigde uitbreiding van de
woningvoorraad is in de jaren van de crisis niet gelukt en na de crisis moeten alle
zeilen bijgezet worden om de verwachte behoefte vanuit de demografische groei bij te
houden of enigszins te overtreffen om het tekort te verkleinen. Naast de Amsterdamse
regio zijn er echter nog enkele andere woningmarktregio’s in Nederland die, ook in het
Rijksbeleid, worden aangemerkt als spanningsregio's.
Dat bepaalde regio's, met de regio Amsterdam als belangrijkste exponent, zo'n
sterke demografische groei doormaken heeft te maken met de veranderingen in de
economie die zich de afgelopen decennia voltrokken. De stedelijk georiënteerde
bedrijvigheid is sterk in belang toegenomen. Economische activiteiten die gericht zijn
kennisontwikkeling en op creatieve, op consumptie en cultuur gerichte productie en
dienstverlening zijn sterk opgekomen. Deze sectoren zijn hierdoor zeer gevarieerd
en dynamisch geworden en tegelijkertijd sterk verweven met het wonen en leven
in de stedelijke woonwijken. De stedelijke mix van wonen en werken levert een
interactiemilieu op van belangrijke economische waarde. Het is een selling point van
een select aantal Nederlandse steden, en van Amsterdam in het bijzonder.
Figuur 4: Binnenlandse vestiging in en vertrek uit Amsterdam, 1995-2018
sol
45.000
20000
00
000 TZ
20.000
B
000
00
BE
1995'96 '97 '9B '99 '0O 'O1 '02 '03 04 '05 '06 '07 ‘OB '09 "10 1 12 13 14 15 16 172018
=> binnenlandse vestiging == binnenlands vertrek
Bron: Dignum (2019) op basis van cijfers OIS
Die gevarieerde stedelijke economie sluit ook goed aan bij de internationalisering
of globalisering van bedrijvigheid, goederen- en dienstenstromen en de residentiële
bewegelijkheid van werkenden in betreffende sectoren. Cultuur en consumptie zijn
samen een belangrijke factor geworden in de agglomeratiekracht van een aantal
steden in het land, waaronder Amsterdam (De Groot e.a, 2010). Het droeg ook bij
aan het fenomeen dat Amsterdam in de jaren 2009-2013 zo sterk bleef groeien in
bevolkingsaantal terwijl de woningvoorraad lang niet in dezelfde mate ontwikkelde.
Waar Nederland economisch een sterke recessie meemaakte, bleek juist Amsterdam
12 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
een belangrijk toevluchtsoord voor jongeren op zoek naar werk of met als doel nog een
jaar langer door te studeren. Ook de instroom van mensen uit het buitenland groeide
in deze recessiejaren naar een aanzienlijk niveau. Tegelijkertijd waren door de financiële
crisis de mogelijkheden om vooruitgang te boeken op de woningmarkt voor velen
aanzienlijk gekrompen. Vooral potentiële doorstromers op de woningmarkt kampten
met het probleem dat ze hun woning niet voor de beoogde prijs konden verkopen en
dat veroorzaakte een brede stagnatie in de doorstroming. Amsterdam groeide in de
jaren van crisis met meer dan 10.000 mensen per jaar (de helft hiervan kwam overigens
voor rekening van het geboorteoverschot). Na de recessie handhaafde Amsterdam deze
groeicijfers maar er trad wel een sterke verschuiving op in de migratie de stad in en uit.
Figuur 5: Buitenlandse vestiging in en vertrek uit Amsterdam, 1995-2018
50.000
B
20000
500
0000 ed
nd
20000 TT
15.000 AN
000 TT
500
be
1995'96 '97 '9B '99 '0O 'O1 '02 '03 04 '05 '06 '07 ‘OB '09 "10 1 12 13 14 15 16 172018
=> vestiging uit buitenland == vertrek naar buitenland
Bron: Dignum (2019) op basis van cijfers OIS
De mogelijkheden om door te stromen op de koopmarkt kwamen weer op gang, al
stegen de prijzen in Amsterdam snel, waardoor met name gezinshuishoudens op zoek
naar ruime woningen de route van suburbanisatie opzochten. 2017 en 2018 gaan de
boeken in met historisch hoge aantallen binnenlandse migratie uit Amsterdam (meer
dan 45.000), wat bij een stabiliserende binnenlandse vestiging van rond de 35.000
inmiddels een binnenlands vertreksaldo oplevert van ruim boven de tien duizend
(in 2018 zelfs 12.448). Dat levert echter geen verlichting op voor de Amsterdamse
woningmarkt omdat ook de buitenlandse migratie zeer hoge cijfers laat zien maar dan
andersom, een hoog vestigingsoverschot.
Tot aan 2006 was een jaarlijks buitenlands vestigingscijfer van ca. 15.000 de norm om
in de jaren van de crisis snel door te stijgen naar ongeveer 25.000 en in de jaren na
de crisis zelfs verder tot ruim boven de 30.000. In 2018 werd met 43.325 buitenlandse
vestigers een record bereikt, bij een buitenlands vertrek van 27.310 leverde dat een
buitenlands vestigingssaldo op van 16.015.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 13
Figuur 6: Nabijheid van arbeidsplaatsen, 2016
Nabijheid, 2016 ee sn PT " Verandering, 1996-2016
Ó 8
\ Ë
x | ad
* de
6 s , k
& win
Nee Spr
Pag ms ® 7
Index (gemiddelde Verandering
Nederland = 100) bereikbare banen (%)
MB ager dan 50 MB minder dan -10%
B 50-75 EE -10%--5%
75 - 100 5% - 0%
100 - 125 0% - 5%
B 125-150 ME 5%-10%
WW hoger dan 150 WM meer dan 10%
Bron: Compendium voor de Leefomgeving, samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR
Zal deze aantrekkingskracht van Amsterdam en een aantal andere spanningsregio's nu
gaan verminderen in de toekomst? Amsterdam zal haar nationale toppositie als cultuur-
en consumptiestad, wat zo'n belangrijke economische factor geworden is, waarschijnlijk
niet snel verliezen. Wat wel meespeelt, is dat Nederland geleidelijk aan minder jongeren
krijgt, waardoor getalsmatig de stroom van jongeren op zoek naar goede educatie en
keuze op het gebied van banen, iets zal slinken. De andere factor is de internationale
economie van Amsterdam. Deze heeft zich in de voorbije decennia verstevigd zodanig
dat Amsterdam ondanks zijn relatief kleine omvang grote bekendheid in de wereld
geniet. Amsterdam is het visitekaartje van de traditioneel sterk op export gerichte
Nederlandse economie. De MRA vertegenwoordigt een vijfde deel van de Nederlandse
economie (Gemeente Amsterdam 2018a, pag. 2). Maar de economische conjunctuur
is grillig, en waar men tot een paar jaar geleden dacht dat de openheid van nationale
economieën ook voor de toekomst de internationale relaties zou bepalen, is in een paar
jaar tijd de sfeer onzeker geworden doordat meer landen een protectionistische lijn
gaan voeren en zelfs handelsgeschillen aan het wereldtoneel verschijnen.
Toekomst voorspellen is moeilijk en daarom gaan economische en demografische
scenario’s ervan uit dat de relatieve aantrekkingskracht van regio’s in Nederland voor
de komende decennia zich zal blijven aftekenen als een driedeling (Ritsema van Eck,
e.a. 2015). Die driedeling laat zich het makkelijkst zien op de kaart met de nabijheid
van arbeidsplaatsen (figuur 6). Die kaart laat een sterke Randstad zien met daarbinnen
de Noordvleugel (Amsterdam-Utrecht) en de Zuidvleugel (Rotterdam en Den Haag) als
14 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
centra met het grootste banenbereik. Vervolgens een uitstralingszone die grote delen
van Brabant en Gelderland omvat. En ten derde een gebied buiten deze Randstad
met zijn uitstralingszone. Bij dit derde gebied, met een banenbereik dat veel lager ligt
dan het Nederlands gemiddelde, gaat het om meer dan de helft van Nederland naar
landoppervlak gemeten.
Figuur 7: Woon-werkverplaatsingen, gemiddelde 2012-2016
Stromen groter dan 1.500 per dag Aantal per dag
k 1.500
5.000
Ze 10.000
Me —- tussen centrale steden
—- binnen stadsgewesten
( / —- overige
NL -
Se
Ae
en 2
Bron: Van Egmond, e.a. (2018)
Deze driedeling is ook terug te zien in de kaart van Nederland met zijn pendelstromen.
In de Randstad zien we sterke relaties vanuit de grote steden naar een zeer ruim
achterland, ofwel duidelijk herkenbare stadsgewesten met onderlinge verbindingen.
In de uitstralingszone is de vorming van stadsgewesten ook te zien, maar minder
intensief en in de perifere delen van het land treffen we zwakkere regionale netwerken.
Hoe sterker het pendelnetwerk, hoe meer een regio als geïntegreerde werk- en
woningmarktregio gezien moet worden, met sterke relaties tussen de onderlinge
gemeenten. Dat Amsterdam een van de sterkst verbonden regio's van het land is
wordt ook besproken in de Economische Verkenningen van de MRA: In totaal worden
in 2017 naar schatting 361 duizend arbeidsplaatsen (ruim de helft van alle werkzame
personen) in Amsterdam vervuld door inkomende forensen. Hiervan komt bijna 45
procent van buiten de MRA. De inkomende forensenstroom is fors groter dan de groep
Amsterdammers die voor werk naar andere delen van Nederland reist. Dit geeft eens
te meer aan dat de Amsterdamse economie een grote uitstraling heeft op Nederland.
Ook vanuit de overige deelregio's van de MRA is Amsterdam netto-ontvanger van
arbeidskrachten. Het pendeloverschot bedraagt daarmee naar schatting 212 duizend
personen in 2017 (Amsterdam 2018a, pag. 113).
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 15
4 Belangrijke effecten
, sen:
Langere ‘wachttijd’ in het gereguleerde segment
In het gereguleerde deel van de woningmarkt vertaalt schaarste zich naar langer
wachten. Vaak wordt gesproken over langer wordende wachtlijsten en wachttijden,
praktisch zit het ingewikkelder in elkaar. Zoals de corporatiesector in aantal woningen
geleidelijk aan kleiner geworden is, zo is ook het aantal beschikbaar gekomen
sociale huurwoningen geslonken op het digitale platform voor verhuur van sociale
huurwoningen, WoningNet van Stadsregio Amsterdam. Sinds 2012 ligt het aantal
verhuringen op dit platform al zes jaar op rij beneden de 7.000 per jaar terwijl daarvoor
aantallen van 8.000 à 9.000 gebruikelijk waren (figuur 8).
Figuur 8: Verhuringen corporatiewoningen per stadsdeel onder huurtoeslaggrens via WoningNet, 2007-2017
mn
.t ARD
8.000
APR NN MK
7.000 4678 Kil
ARRA B
ANNEN NENmE
3165
5.000
MARNE PE Ee
ZANNA
2.000 | a Î Î Î hk Î 4110 Î ä ä Î Î Î 3674 |
KIKA
NRN a a EA nn
ERDER
2007 _ 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
mn Centrum, West, Zuid, Oost mn Nieuw-West, Noord, Zuidoost
Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018)
Het aantal ingeschreven woningzoekenden bij dit platform ligt inmiddels op 406.131in
2018. Alleen in Amsterdam steeg het aantal inschrijvingen van 155.225 naar 229.608
in de periode 2014-2018. Maar veel van deze ingeschrevenen tonen zich (nog) niet
actief. Het aantal actief woningzoekenden bij WoningNet is in de deelregio’s Noord
en Zuid redelijk stabiel gebleven op ongeveer 10.000 maar in Amsterdam gestegen
van bijna 50.000 naar bijna 60.000 in de jaren 2014-2018 (figuur 9). Dit aantal actief
woningzoekenden ligt het dichtst bij de term ‘wachtlijst’.
16 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Figuur 9: Aantal actief woningzoekenden op WoningNet van Stadsregio Amsterdam, 2014-2018
60.000
kalle} RCH
50.000
Aln DEN SEE DEE DEE
0
2014 2015 2016 2017 2018
mn Amsterdam mn Stadsregio Noord mn Stadsregio Zuid
Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018), tabel 2, gegevens 2018 van WoningNet
Figuur 10: Gemiddelde inschrijfduur en woonduur bij acceptatie van een huurwoning op WoningNet van
Stadsregio (in jaren), 2007-2018
jaar
|
en
‚ Oe |
ZN
| |
0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
em starters eme doorstromers
Bron: Van Eerd, Groot en Van der Veer (2018), tabel 2, gegevens 2018 van WoningNet
Maar het is niet het aantal huishoudens, of de denkbeeldige lengte van de lijst die het
wachten bepaalt. Het is de inschrijfduur die bepaalt hoeveel kans men heeft op een
woning waarop men reageert in het aanbod van Woningnet. Daarom is de gemiddelde
inschrijfduur bij acceptatie van een huurwoning op WoningNet de variabele die voor de
gemiddelde zoeker naar een sociale huurwoning neerkomt op ‘wachttijd’. Individueel
kan men deze wachttijd korter of langer zijn als men zich richt op woningen waarvoor
geringere of juist grotere belangstelling is. Door de geringere beschikbaarheid van
betaalbare corporatiewoningen is de gemiddelde inschrijfduur en woonduur bij
acceptatie van een aangeboden huurwoning op WoningNet het voorbije decennium
gestegen tot 19 jaar bij doorstromers en 11 jaar bij starters (figuur 10).
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 17
Hoge prijzen en woonlasten
Een belangrijk effect van schaarste is dat de prijzen omhoog gaan in de delen van
de woningmarkt die geen regulering kennen. En stijging van de prijzen leidt tot
selectievere toegankelijkheid. Figuur 11 laat de sterke stijgingstrend zien voor
Amsterdam na 2014. De vierkante meterprijzen aan de vraagkant van de woningmarkt
stegen in een paar jaar tijd van rond € 3.500 naar € 5.500 in Amsterdam. Deze
trend werd ons de laatste jaren duidelijk verteld in de media; de opleving en latere
oververhitting van de woningmarkt was het eerst zichtbaar in Amsterdam, gevolgd door
andere locaties op enige afstand van Amsterdam: een golf na een steen in de vijver is
een bekende metafoor.
Figuur 11: Gemiddelde vraagprijs in euro's per vierkante meter, Amsterdam en Nederland, 2008-2018
euro
0
2008 _ 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
=> Nederland == Amsterdam
Bron: Huizenzoeker.nl. Cijfers per december van elk jaar
De woningvoorraad in de verschillende gemeenten van de MRA is verschillend
van samenstelling naar type. Amsterdam is de stad met de hoogste dichtheid, de
hoogste graad van stapeling van appartementen met een bescheiden maatvoering
en het geringste aandeel eengezinswoningen. De jonge groeigemeenten Purmerend,
Haarlemmermeer, Lelystad en Almere kennen juist een groot aandeel grondgebonden
woningen met tuin, gebouwd in een ruime stedelijke setting. ‘t Gooi en Kennemerland
staan bekend als de historische suburbane woongebieden van de regio, met een
veelheid van aantrekkelijke, grondgebonden woningen met historische uitstraling in
een lommerrijke omgeving. Deze verschillende woonmilieus van de MRA zijn dan ook
verschillende deelmarkten en ze bedienen verschillende klantengroepen. Amsterdam is
voor de andere gemeenten binnen de MRA altijd een van de grootste leveranciers van
doorstromende huishoudens die een stap maken in hun wooncarrière, al verschilt dat
belang van Amsterdam tussen gemeenten en zijn er periodieke fluctuaties.
Amsterdam is typerend de gemeente met een groot aantal etages van bescheiden
omvang en tegelijkertijd een bevolking waarvan een groot deel in de fase verkeert van
wooncarrière en verhuiswensen. Als de verhuismotieven van Amsterdammers bekeken
worden (onderzoek Wonen in Amsterdam) valt het volgende op. Drie antwoorden die
iets zeggen over de behoefte om meer woonkwaliteit te verwerven voeren de lijst aan
van meest genoemde verhuisredenen. De eerste is de behoefte om groter te wonen:
18 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
van de huishoudens die willen verhuizen meldt 50% dat de huidige woning te klein
is. De tweede verhuisreden is behoefte aan een betere of mooiere woning (38%), en
de derde reden de behoefte aan een (grotere) tuin of balkon (26%). Dat zijn alle drie
verhuismotieven die te maken hebben met de ontwikkelende woonambities tijdens
de dynamische levensfase van 25-44 jaar, waarin huishoudensgroei (gezinsvorming)
en inkomensgroei vaak tegelijk optreden. Bij deze leeftijdsgroepen bereiken deze
verhuismotieven extra hoge percentages. Van de 35-44 jarigen is drie kwart op zoek
naar een grotere woning, bij leeftijden boven de 65 is dat minder dan 20% ([Dignum,
2019).
Het merendeel van de huishoudens met een verhuiswens (bijna drie kwart: 72%) wil in
Amsterdam blijven, aldus gegevens uit het onderzoek Wonen in Amsterdam, maar het
aandeel dat werkelijk in Amsterdam blijft, is in de jaren van de nieuwe eeuw ongeveer
60%, in recente jaren dalend naar 55% (verhuizingen gedeeld door verhuizingen +
binnenlands en buitenlands vertrek). De mogelijkheden om de behoefte aan meer
vierkante meters en aanverwante kwaliteitsaspecten (buitenruimte) te verwezenlijken
zijn in Amsterdam beperkt en brengt velen naar de woongebieden op enige afstand
van Amsterdam. Huishoudens op zoek naar een grotere woning hebben moeite die in
Amsterdam voor een betaalbare prijs te vinden.
Figuur 12: Vertrek uit Amsterdam leeftijden 0-9 jaar en 20-39 jaar, 2006-2018 (procenten)
20
B |
be
a
Dn
oe
B
maman
DE
oe
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
—_ Û-djaar == 5-P jaar == 20-24 jaar == 25-29 jaar —- 30-34 jaar —= 35-39 jaar
Bron: Gemeente Amsterdam, OIS
De sterke uitstroom van de leeftijdsgroepen die met het gezinshuishouden
geassocieerd worden (figuur 12) moet dan ook niet alleen gezien worden als een
inhaaleffect van de crisisjaren waarin velen hun woonwensen niet konden vervullen.
Het Amsterdamse prijsniveau blijkt een rol te spelen bij met name huishoudens die wat
meer vierkante meters nodig hebben. Indicatief is dat het percentage vertrekkende
jonge kinderen (met hun ouders) vanaf 2015 hoger ligt dan het aantal jonge kinderen
dat in Amsterdam zelf verhuist.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 19
Schaarste in alle woningmarktsegmenten van Amsterdam
In het rapport ‘Raming Woningbehoefte Metropoolregio Amsterdam 2017-2025! wordt
getoond dat er tot 2025 behoefte is aan uitbreiding van de woningvoorraad in alle
prijsklassen.
Figuur 13: Trendmatige woningbehoefte 2017-2025 naar prijssegment (procenten)
A
Amsterdam Ee Pie) 31
ee ee
MRA 51 LK} EN
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%
m goedkoop B odelduur WM auur
Bron: Buys, Van der Reijden en Hagen (2018)
44% van de behoefte in de MRA bestaat uit ‘goedkope! woningen, 25% uit woningen
in het middensegment en de rest (31%) uit woningen in de duurdere segmenten.
Voor Amsterdam ligt het accent nog iets sterker goedkope woningen (51%), maar
ook op dure (36%) woningen dan in de MRA gemiddeld. In deze doorrekening van de
woningbehoefte naar segment is nog geen rekening gehouden met de woonwensen
zoals ze geuit zijn in het onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam 2017. Als
niet alleen de demografische trend en de ontwikkeling in de woningvoorraad wordt
meegenomen maar ook deze woon- en verhuiswensen, ligt er een groter accent op de
‘behoefte! aan dure woningen. Behoefte is hierbij een gekleurd begrip. Men is natuurlijk
op de eerste plaats op zoek naar een ruime woning van goede kwaliteit met een goede
woonomgeving, maar Amsterdammers die gewend zijn aan de sterke prijsstijgingen
zullen zich realiseren dat zij bij een mogelijke verhuizing bepaalde (hoge) huur- of
kooplasten moeten aanvaarden.
In de 2017 versie van het woningmarktonderzoek manifesteert zich in de verhuiswensen
een sterk accent op ruime woningen, die vaak in de koopsector te vinden zijn. Eerder
werd al besproken dat Amsterdam voortdurend een aangroei heeft van huishoudens
in de gezinsfase op zoek naar verbetering van de woonsituatie. Na een aantal mindere
jaren op de woningmarkt oefent deze groep extra vraagdruk uit. Deze ruimtebehoeftige
huishoudens maken ook dat de behoefte aan eengezinswoningen voorlopig niet kleiner
wordt. Pas over meer dan tien jaar zullen er meer eengezinswoningen in de voorraad
beschikbaar komen om die vraag te bedienen. Op dit moment is er nog een behoorlijke
behoefte aan vergroting van de capaciteit in dit segment. De eerder besproken
differentiatie binnen de MRA leert dat de eengezinswoningen slechts in geringe mate
binnen Amsterdam te vinden zijn en juist in grote mate in de gemeenten rondom
Amsterdam. In het bouwprogramma zal die verdeling niet anders worden. Het gevolg
is dat Amsterdammers ook in de toekomst grote vraag zullen blijven uitoefenen op de
voorraad van ruime, grondgebonden woningen in overige delen van de MRA.
20 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Figuur 14: Aandeel grondgebonden woningen in de woningbehoefte, 2017-2025 (procenten)
A
En
en EE
EN
Ee
VRA mmm
vl
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50%
mn met woonwensen mn trendmatig
Bron: Buys, Van der Reijden en Hagen (2018)
Deze passage over de doorgerekende woningbehoefte vertelt dat de heersende
schaarste gevoeld wordt in alle segmenten van de woningmarkt, of men die nu
opdeelt naar prijssegmenten of naar woningtypen. Ook als men niet naar de
toekomst kijkt maar eenvoudig naar de huidige verdelingen naar inkomensgroepen
en woningmarktsegmenten binnen Amsterdam komt het beeld van breed gedeelde
schaarste naar voren.
Amsterdam komt over de langere tijdlijn gezien van een situatie dat koopwoningen
nauwelijks voorkwamen (in 1995 slechts 11%) en dat de huurmarkt overwegend uit
sociale huurwoningen bestond. Vanaf midden jaren tachtig vond het stadsbestuur
dat deze opbouw niet langer paste bij de veranderende bevolkingssamenstelling.
Het compacte-stadbeleid werd geïntroduceerd. De welvaartsgroei maakte het nodig
dat Amsterdam door bouw en door verkoop en liberalisatie van huurwoningen meer
differentiatie ging nastreven. In de jaren zestig en zeventig hadden vele Amster-
Figuur 15: Vergelijking van inkomensgroepen en woningmarktsegmenten in Amsterdam, 2011-2017
(procenten)
oo £
‚Ne Ne Re nn
RT RR EN
Ann mm
MMM
nnn
mmm mn
65
RR nn
RNR ER nn
20
mmm mn
mmm mn
inkomen- woning- inkomen- woning- inkomen- woning- inkomen- woning-
groepen markt- groepen markt- groepen markt- groepen markt-
segmenten segmenten segmenten segmenten
2011 2013 2015 2017
HE hoog inkomen HE dure huur en koop
HE middeninkomen HE middeldure huur en koop
mn laag inkomen mn gereguleerde huur en betaalbare koop
Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 21
dammers, door onvoldoende mogelijkheden om kwaliteitsverbetering te bereiken in
hun woonsituatie en door het toegenomen autobezit, Amsterdam voor het wonen
de rug toegekeerd terwijl men voor werk sterk op de hoofdstad georiënteerd bleef.
Meer dan dertig jaar na introductie van het compacte stadbeleid is een situatie
op de Amsterdamse woningmarkt bereikt waarin de percentuele verdeling naar
woningmarktsegmenten en de verdeling naar woningmarktgroepen (inkomens)
steeds dichter bij elkaar is komen te liggen (figuur 15). Onder de eerder besproken
situatie van schaarste op de woningmarkt betekent dit dat er in geen van de
woningmarktsegmenten gesproken kan worden van ‘overmaat’, dat de schaarste
verdeeld wordt over de breedte van de markt.
22 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
5 Diff tiatie bi Amsterd
Amsterdam kent traditioneel een grote corporatiesector, maar die neemt in omvang
af. Nog maar een decennium geleden bestond de Amsterdamse woningvoorraad voor
meer dan de helft uit corporatiewoningen. Dat aandeel lag in 2017 op 43% (zie ook
figuur 16).
De koopsector maakte juist in de jaren tachtig en negentig een sterke groei door, in
de laatste jaren groeide het aandeel eigen woningbezit tot een derde van de totale
voorraad. Het aandeel particuliere huursector groeit geleidelijk naar een kwart van het
totaal. Als we kijken naar de verdeling van woningen over de drie sectoren die recent
bewoond zijn, zien we dat de recente beschikbaarheid in de corporatiesector in de
loop van de jaren sterk geslonken is. In vergelijking tot het aandeel corporatiesector
in de totale woningvoorraad is het aandeel dat recent betrokken werd steeds meer
ondervertegenwoordigd (30% versus 43% in 2017). Het omgekeerde geldt voor de
particuliere huursector die juist relatief meer beschikbaar kwam voor recente bewoning
bij slechts geringe groei in de voorraad (38% recente bewoning en 24% van de totale
voorraad). De dynamiek in koopsector vertoont een meanderend patroon, wat typerend
is voor de conjunctuurafhankelijkheid van de sector.
Figuur 16: Segmentale verdeling van de gehele woningvoorraad en de recent bewoonde woningen
8 gE
8 2015 30,6 45,5 EEK
© gE
2 2013 Nd EyR) ZE
Wv gE
2 201 Er EEN DE
8 gE
2009 EK Er 21,8
2017 EE 30,2 38,0
8 eneen
8 2015 DA 34,5 EE
8 gE
8 2013 EK 34,7 EE
+ gE
5 2011 30,3 39,6 30,1
® ne enne
“2009 36,5 AE 21,9
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%
mn koopwoning mn corporatiewoning mn particuliere huurwoning
Bron: Dignum (2019) op basis van Wonen in Amsterdam
De vrije markt: koopsector
Voor de koopsector zijn al eerder de vierkante meterprijzen besproken als indicator voor
de situatie op de markt. Met een sprekend kleurverloop van rood naar geel, groen en
blauw, wordt de kaart met ruimtelijke differentiatie in vierkante meterprijzen ook wel de
‘hittekaart’ genoemd. Zoals eerder werd besproken is het gemiddelde voor Amsterdam
ruim € 5.500 per vierkante meter eind 2018, maar met de donkerste kleuren rood
worden gemiddelde prijzen aangegeven die daar nog eens tweeduizend euro boven
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 23
liggen. De verschillen binnen Amsterdam zijn groot en veranderen ook snel. Zo liggen
de prijzen ver boven het stedelijk gemiddelde in het centrum van Amsterdam (binnen
de ring A10 en ten zuiden van het IJ) en vinden we gematigde prijzen in Amsterdam
Zuidoost). Er is een snelle prijsstijging gaande in Amsterdam Noord aan de overkant
van het Centraal Station en op het tracé van de Noord-Zuid lijn en nabij de Zuidas in
Buitenveldert. Ook in de westelijke ringzone stijgen de prijzen snel.
De verschillen kunnen ook zichtbaar gemaakt worden met de WOZ-waarden per
stadsdeel. Alle WOZ-waarden in Amsterdam zijn ingedeeld in vijf twintig-procents-
groepen, zodanig dat de laagste WOZ categorie de huizen met een prijs tot € 196.000
vertegenwoordigt en de hoogste categorie bij € 427.500 begint. Woningprijzen tussen
€ 261.000 en € 324.000 zijn volgens deze statistische indeling het Amsterdamse
‘middenniveau'!. Dan blijkt dat stadsdeel West wat WOZ-verdeling nog het meest op
Amsterdam lijkt, hoewel de twee laagste WOZ-categorieën toch beduidend kleiner
zijn. Voor Oost is het patroon enigszins vergelijkbaar. Extreem ten opzichte van het
gemiddelde Amsterdamse patroon zijn de verdelingen voor Centrum en Zuid. De twee
laagste twintig-procentscategorieën opgeteld (40%) zijn daar maar voor respectievelijk
15% en 11% gevuld. De twee hoogste voor respectievelijk 69% en 65%. Net zo
afwijkend ten opzichte van het Amsterdams gemiddelde is de situatie in de stadsdelen
Noord, Nieuw-West en Zuidoost. In Noord en Nieuw-West worden de twee laagste
categorieën gevuld met ongeveer driekwart van de woningwaarden, in Zuidoost is dat
zelfs 98%. De patronen van Nieuw-West en Noord zijn het spiegelbeeld van Centrum en
Zuid. Het patroon van Zuidoost is met slechts 2% in de hoogste WOZ klassen het verst
verwijderd van het Amsterdam gemiddelde.
Figuur 17: Vierkante meterprijzen in Amsterdam 2008 (links) en 2018 (rechts)
lien Ren
4 4
î as 5 5
RET Nee
ef “ ee R kl nn Ae %
ë va VAD « &
ber der”
WE > 76°? euro/m? EZ 3849 - 4491 euro/m? __ jaar + inflatie = index
IE 6416 - 7699 euro/m? PZ 3208 - 3849 euro/m? 2018 + 1,72% = 128,31 2009 + 1,19% = 112,05
IB 5774 - 6416 euro/m? DB 2566 - 3208 euro/m? 2017 + 1,39% = 126,14 2008 + 2,49% = 110,73
B 5132-5774 eurofm? IB 1925-2566 euro/m? 2016 + 0,32% — 124,41 2007 + 1,61% = 108,04
IN 249: - 5122 euro/mt IN < 925 euro/m? 2015 + 0,64% = 124,01 2006 + 1,17% = 106,33
2014 + 0,98% = 123,22 2005 + 1,67% = 105,10
2013 + 2,53% = 122,02 2004 + 1,24% = 103,38
2012 + 2,47% = 119,01 2003 + 2,11% = 102,11
2011 + 2,34% = 116,14 2002 Consumenten
2010 + 1,28% = 113,49 Prijs Index = 100
Bron: Maps Amsterdam, Kadaster
24 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Als gekeken wordt naar de WOZ-waardeverschillen voor de 22 Amsterdamse gebieden
zien we nog sterkere verschillen en ook een verschillende mate van prijsstijging. In de
gebieden waar de WOZ-waarden relatief hoog liggen, nemen de waarden sneller toe
dan de gebieden met relatief lagere waarden. De gebieden lopen op dit moment dus
verder uit elkaar. De gemiddelde waarde was per 1 januari 2018 in Amsterdam € 4.438.
Zeven gebieden met gemiddelden boven de € 5.000 zijn duidelijke uitbijters. Oud-Zuid
en Centrum-West zijn de duurste gebieden met gemiddeld boven de € 6.000.
Figuur 18: Waarde van de woning (WOZ) per stadsdeel, 1 januari 2018 (procenten)
naterden A
|
Centrum
men eee
Zuid
|
Oost
mmm eneen
West
Noord
|
Nieuw-West
Zuidoost
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 %
IM -€:96000 WM €196000-€261000 | €261.000-€324.000 WE € 324.000 - € 427.500
EN > € 427.500
Bron: OIS, Amsterdam in cijfers 2018, tabel 10.2.6
Figuur 19: Gemiddelde WOZ-waarde van de woningen per gebied, 1 januari 2018
000
TT
oo ANNEE Ean ==
ANNEN EE Ennn EH
oc AREN EE EEn NH
EREN EREEN B
SOEREN 8
0 Ò _& A NOA & Ò Ò Ò NÀ & Ò _&
Sw Ps o” Ri & o” Ri & Lr E RER ” , & o” 2 SS o” Ka
3 $ EES ; $ © S ë
os Ea SÉ 0% £ PEES F as Ss s 0 de PES
WSE EE IP EE Pe PEES EED 7
NN EEN IE IL DEDEN EP AF AAN PN NAD OP
Pe SD SP Ps 9d wor PLS
NP Or AN OPS > © Ni st
NY Ö 9 OT NN 5 2 c 9
Sg SPE Ni
9 S 5 9 5 5
S
S
Ò
d
9
Bron: OIS, website
De Pijp-Rivierenbuurt en Centrum-Oost vullen de stadsdelen Centrum en Zuid aan
op iets lager niveau. Oud-West/De Baarsjes, Westerpark en Oud-Oost sluiten nog
aan met gemiddeldes boven de € 5.000. Als representanten van het Amsterdams
gemiddelde komen de gebieden Watergraafsmeer, Bos en Lommer, Indische Buurt/
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 25
Oostelijk Havengebied, en Buitenveldert/Zuidas naar voren. Een achttal gebieden heeft
gemiddelde WOZ-waarden rondom € 3.000. Ze liggen in Nieuw-West, Noord en Oost.
De drie gebieden van Zuidoost hebben gemiddelde WOZ-waarden van juist boven de
€ 2.100. Ook bij deze opsomming geldt dat de gebieden met de hoogste waarden ook
nog recent het snelst in waarde zijn gestegen, terwijl de lager gewaardeerde gebieden
ook een minder steile trend kennen. Het gebied Bos en Lommer heeft de sterkste
stijging in twee jaar tijd: 44% versus 33% voor heel Amsterdam.
Sectorale verdeling
Dat brengt ons op de sectorale verdeling binnen Amsterdam en de ruimtelijke verschil
len hierin. De ruimtelijke verdeling van de gemiddelde woningwaarde weerspiegelt
namelijk de prijsgradiënt van centrum naar stadsrand, maar er speelt een compositie-
effect mee. De WOZ van koopwoningen ligt ruim boven het Amsterdams gemiddelde
(+27%), die van particuliere huurwoningen een gering percentage boven het gemiddel-
de (+7%) en de WOZ van corporatiewoningen bijna een kwart (-23%) onder het ge-
middelde. Dat geldt voor de stad als geheel, maar ook voor gebieden van een kleinere
schaal bestaat ongeveer dezelfde verhouding. Dus hoe meer woningen van de duurste
sector, de koopsector, des te hoger de gemiddelde WOZ en hoe meer corporatie-
woningen een gebied bevat des te lager de gemiddelde WOZ. In figuur 20 is te zien dat
de koopsector behoorlijk evenredig verdeeld is over Amsterdam en omdat de WOZ van
de particuliere huursector niet veel afwijkt van het gemiddelde gaat ook van het per-
centage in deze sector weinig effect uit. Van de corporatiesector, met zijn aanzienlijke
WOZ-afwijking ten opzichte van het gemiddelde, is het wel belangrijk of er veel of
weinig voorkomen in een stadsdeel of gebied. De figuur laat ook zien dat het aandeel
corporatiebezit geleidelijk daalt en dat er een aanzienlijk verschil is tussen Centrum (22%
in 2017) en Zuid (26%) tegenover Nieuw-West (51%), Zuidoost (55%) en Noord (61%).
Figuur 20: Drie eigendomssectoren naar stadsdeel, 2011-2017 (procenten)
%
HEEE RENEE AD
90
BREE BAEG BERG HEEK BEDE AAEk HEN HENS
ARAE AREN KEED EEAR BEND KEND BEEN OENE
70
BEER BEEN KERS KEEN BEEN EREG EENS HENN
60 KE Mi
BRES BAE RERD KEER EEEN EERE EEND HENK
ZERE KEAD ERD BEDG_REED MERE EERE BEND
SEEN EEE LEEN
30 El
BREN BEEN BERG HEEN BEES EREN EENi_ EEND
EI
20 ER
KM4
BREE _RRRS HERE KEES BEEN EERE BEND EEND
EREN NOAR SEAS SEEN BEEN DENN END HAND
0
11/13'15'17 11131517 1113/1517 11/13'15'17 11131517 1113/1517 11/13'15'17 11131517
Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost Amsterdam
mn corporatiehuur mn particuliere huur mn koop
Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam
26 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Maar er kan nog kleinschaliger naar de sectorale mix gekeken worden. Amsterdam
heeft 481 statistische buurten(voor 2014: 470). In ruim honderd buurten is het aantal
woningen te klein (< 50) om in de analyse te betrekken, vaak op industrieterreinen of
locaties waar de geplande woningbouw nog moet starten. Meestal zijn buurten wat
hun woningvoorraad betreft veel groter. Ruim 40% van de buurten heeft tussen 500 en
1.500 woningen en de grootste heeft er zelfs iets meer dan 3.500. Er is gekozen om een
van de drie eigendomssectoren in de buurt dominant te noemen als die sector meer
dan 60% omvat.
Figuur 21 geeft de ontwikkeling weer. Het aantal buurten met een dominante
particuliere huursector is het meest geslonken (van 66 naar 24 en weer een stijging
naar 39 in 2018). Ook van buurten met een dominante corporatiesector zijn er steeds
minder (140 vlak na de eeuwwisseling, dalend naar 85 in 2018). Het aantal buurten met
een dominante koopsector vertoont weinig systematische trend, het aantal schommelt
tussen 27 en maximaal 40 (in 2008). De sterkste stijging is er van buurten waar alle drie
de sectoren minder dan 60% van het geheel uitmaken, we noemen dit gemengde of
gemixte buurten, ook al verschillen de percentuele verdelingen van de drie sectoren in
deze buurten nog vaak sterk van elkaar. Het aantal gemixte buurten is in de jaarreeks
gestegen van 117 naar 231. Sinds 2009 is het aantal gemixte buurten groter dan het
aantal buurten waarin één van de drie sectoren domineert.
Kortom, binnen Amsterdam wordt de verdeling naar eigendomssectoren ruimtelijk
gelijkmatiger. Vooral het aantal buurten met een dominantie van corporatiewoningen
(> 60%) slinkt terwijl het aantal buurten met een gemixte verhouding (geen van de
sectoren > 60%) gestaag groeit. Ook vanuit dit ruimtelijke perspectief op de sectorale
samenstelling wordt de schaarste evenrediger over Amsterdam verdeeld.
Figuur 21: Aantal Amsterdamse buurten met een dominante eigendomssector (> 60%) of een sectorale mix
2018 EE En 37 231
|
2016 101 F7 EN A
A
2014 13 Pj 35 200
A
2012 110 24 34 199
|
2010 115 NE: Er
|
2008 IE EES TZ
|
2006 129 43 ES 7
A
2004 130 38 35 75
|
2002 7 Er En En
A
2000 IE 3 27 117 |
0 50 100 150 200 250 300 350 400
B > s0% corporatiewoningen B > 0% particuliere huur
ME > cox koopsector WB aile sectoren < 60%
Bron: OIS, bewerking Wonen
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 27
Particuliere huursector: gereguleerd versus markt
Doordat de WOZ-waarde meetelt in het Woningwaarderingsstelsel en deze
woningwaarden in Amsterdam sterk zijn gestegen, kunnen in theorie bij mutatie bijna
alle Amsterdamse huurwoningen geliberaliseerd worden. De Amsterdamse corporaties
liberaliseren in beperkte mate (Samenwerkingsafspraken juli 2015 t/m december 2019,
nieuwe prestatieafspraken in voorbereiding), maar in de particuliere huursector heeft de
markt vrij spel. In 2011 behoorde nog minder dan een derde (29%) van de particuliere
huursector tot de vrije markt, in 2017 was dit naar 45% gestegen.
Figuur 22: Aandeel vrije sector in corporatiehuur en particuliere huursector, 2011-2017 (procenten)
so *
en
nn
40
se ADMB
a mn OB
A OB On mn
nn OO nm mn
TJ an mn mn
‚RA an mn Hm
A OO Bn RER
Nn Nn Ann
2011 2013 2015 2017
nm particuliere huur nm corporatiehuur
Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam
Figuur 23: Gemiddelde kale huurprijs naar huursector, 1997-2017
900 euro
De
Oe
En
0
OO
WT
mo
wl
Le
1997 _ 1999 _ 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017
eme particuliere huur emme corporatiehuur eze alle huurwoningen
Bron: Berkers en Dignum (2018) op basis van Wonen in Amsterdam
Gemiddeld betaalden huurders in 2017 in Amsterdam € 631 per maand maar het
verschil tussen de gemiddelde huren van corporatiewoningen en particuliere huur-
woningen wordt steeds groter. Huurders van corporatiewoningen betaalden in 2017
gemiddeld € 532 huur per maand, voor particuliere huurwoningen werd in 2017
gemiddeld € 823 per maand betaald. De huren van particuliere huurwoningen zijn
28 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
tussen 2015 en 2017 met gemiddeld € 78 per maand gestegen, bij corporatiewoningen
is dit € 36 euro.
Naast deze verschillen kan er ook gekeken worden naar de gemiddelde huren in de
vrije sector en het gereguleerde segment. Gemiddeld betaalden huurders in 2017 in
de vrije sector £1.160 per maand, de huur in het gereguleerde segment is gemiddeld
€ 489 per maand. Huurwoningen in de vrije sector van particuliere verhuurders hebben
een aanzienlijk hogere huur dan vrije sector huurwoningen van corporaties (€ 1.248
ten opzichte van € 911 in 2017). Kortom, het vrije markt gedeelte van de particuliere
huursector groeit en het huurniveau van de vrije markthuur komt steeds hoger te liggen
ten opzichte van de huren in het gereguleerde huursegment.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 29
6 Bewoning van de Amsterdamse
g de A d
.
woningvoorraad
In de factsheet Bevolkingsprognose 2019-2040 van OIS Amsterdam staat dat niet alle
woningen bewoond zijn (Smits 2019a). Jaarlijks staan enkele duizenden woningen in
de stad (tijdelijk) leeg. Vaak gaat het dan om nieuwbouw, woningen die verbouwd
worden of woningen waarvan de bewoners net verhuisd zijn. Dus ook in een krappe
woningmarkt is er in Amsterdam continu een aantal woningen dat staat te wachten op
eerste of volgende bewoning.
De statistiek kent een verschil tussen het aantal bewoonde adressen en het aantal
huishoudens. Het aantal huishoudens is altijd groter er kunnen meer huishoudens
op één adres wonen. Voor de Amsterdamse bevolkingsprognose wordt het
verhoudingscijfer van beide getallen meegenomen. Zo telt Amsterdam per januari
2018 bijna 463.000 huishoudens bij 412.000 bewoonde adressen. Dat geeft een
verhoudingspercentage van ruim 1,12%. Ondank de kleine percentuele veranderingen
in de tijd, is dit cijfer een indicator voor de fluctuaties in schaarste op de woningmarkt.
Bij een krappe woningmarkt is het percentage iets hoger; bij een ruime markt is deze
iets lager. In de jaren na de eeuwwisseling lag het percentage net boven de 1,10% om
daarna met de woningmarktconjunctuur te schommelen rond de 1,11%. Percentages
van boven de 1,12% zoals in de recente jaren, kwamen in de twee decennia daarvoor
niet voor (Smits, 2019b).
Dat Amsterdam veel kleine woningen telt ten opzichte van gemeenten van de
regio, kwam al aan de orde. Het komt door het grote aandeel oude woningen in de
historische delen van de stad, doordat de maatvoering van Amsterdamse woningen bij
nieuwbouw gemiddelde kleiner is dan in ‘de regio’ en omdat er bestaande woningen
worden opgedeeld. Tegelijkertijd heeft Amsterdam ook veel meer kleine huishoudens.
Zoals al eerder aan de orde kwam kiest steeds een aanzienlijk deel van de meer
ruimtebehoeftige huishoudens voor wonen in ‘de regio’, waar voor dezelfde prijs meer
vierkante meters verworven kunnen worden. Om toch enigszins vat te krijgen op de
verhoudingen is een simpele relatiemaat bedacht. ‘Krap wonen’ geldt voor die gevallen
dat een woning of huishouden evenveel of minder kamers telt dan er personen wonen.
‘Neutraal’ is de kwalificatie als er in deze vergelijking één kamer extra is en ‘ruim wonen’
als er in deze vergelijking twee of meer kamers extra zijn. Nadrukkelijk moet gezegd
worden dat deze vergelijkingsmaat geen beleidsnorm is, maar slechts een indeling.
30 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Figuur 24: Relatie tussen aantal kamers en aantal personen, 2012-2018
| Te) | TE iel | NEL) | Va
2012 12,9
2015 12,5
2016 123
2018 123
West 29,9 37,4 25,3 7,4
Noord 13,5
Bron: OIS, Jaarboek Amsterdam in cijfers, 2018, pag 329
Passend in de trend van toenemende schaarste is dat het percentage woningen
waarin krap gewoond wordt tussen 2012 en 2019 gestegen is tot boven de 29%.
Tegelijkertijd is het aandeel woningen waarin ruim gewoond wordt, dus de situatie dat
het huishouden twee of meer kamers over heeft ten opzichte van het aantal personen
in het huishouden, nog aanzienlijk groter. Dit gaat bijvoorbeeld over één persoon (een
huishouden) die in de woning twee of meer kamers extra heeft.
Dat houdt in dat, in termen van de hoeveelheid woonruimte waarover huishoudens
kunnen beschikken, er zowel schaarste bestaat als ‘overvloed’. Het krap wonen komt
vaak voor bij gezinshuishoudens, en dus bij de dynamische leeftijdsgroepen die al
eerder ter sprake kwamen, en bij bevolkingsgroepen met een hoog kindertal. Omdat
huishoudensgrootte en woninggrootte bij elkaar gebracht zijn in één maat blijkt
stadsdeel Centrum (met veel kleine huishoudens en dito woningen) net zoveel krappe
huisvestingssituaties te kennen als Nieuw-West, Oost en Zuidoost met een veel groter
aandeel gezinnen maar ook meer relatief grote woningen. Het gaat om bijna een derde
van alle woningen in deze vier stadsdelen. Stadsdeel Zuid is markant het stadsdeel
met een lager percentrage krappe bewoning (21%) en het hoogste aandeel ruime
huisvesting.
Deze vergelijkingsmaat geeft aan dat schaarste op de woningmarkt een verschijnsel
is dat naar voren komt als de vraag en woningbehoefte van de dynamische groepen
als uitgangspunt genomen wordt. Met daarbij de wetenschap dat er een continue
doorstroming is van deze groep: een vervanging van de huishoudens die geslaagd
zijn in hun streven naar meer ruimte door huishoudens die weer net in deze fase zijn
aanbeland (samenwonen, gezinsvorming, inkomensgroei). Tegelijkertijd kent een stad
een veelheid van huishoudens (driekwart van het totaal) die geen aanleiding zien om te
willen verhuizen, wat bij velen van hen gerelateerd is hun ruime huisvestingssituatie.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 31
7 Ander gebruik van woningen
Woningen worden de laatste jaren in toenemende mate niet meer alleen gebruikt om in
te wonen. Het fenomeen toeristische verhuur in woningen heeft sinds een aantal jaren
een vlucht genomen. Airbnb meldt als grootste verhurende organisatie een stijging
van het aantal woningen in Amsterdam dat minimaal 1 x in het jaar is verhuurd via het
platform van 17.113 in 2016 naar 21.040 in 2018 (figuur 25).
Figuur 25: Aanbod van toeristische verhuur in woningen, 2016-2018
20.000
——mn ETT ARo
19.603 mn
Rn _ |
nn n
nn |
0
2016 2017 2018
Bron: Gemeente Amsterdam, 2019 (op basis van Airbnb)
Ook andere vormen van ander gebruik van woningen zijn in Amsterdam sterk
vertegenwoordigd. De jaarlijkse Economische Verkenningen van de MRA besteedde
in 2018 (Amsterdam, 2018a) speciaal aandacht aan het thema zelfstandigen zonder
personeel. Men becijferde dat 12,4% van de MRA-beroepsbevolking (156.000) zzp-er
is. Dat aandeel ligt in Amsterdam hoger dan in Nederland gemiddeld (figuur 26) en in
Amsterdam weer hoger dan in de andere delen van de MRA. Het kan bij zzp-ers gaan
om activiteiten die thuis worden uitgevoerd, maar in veel gevallen zal het gaan om een
zelfstandige professional die zijn woning gebruikt als registratie-adres en als uitvalsbasis.
In Trendrapport Stad 2016 is te lezen dat er diverse wijken zijn waar de groei van de
werkgelegenheid voor meer dan de helft te verklaren is door de groei van zzp-ers
(Gemeente Amsterdam 2017).
32 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Figuur 26: Dichtheid zzp-ers 2016 en toename zzp-ers 2010-2016 (index: 2007=100)
_ Oe
_ nd
_ OO
‚ OO
60
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
mm MRA em Nederland
Bron: Gemeente Amsterdam (2018a)
Zowel het aantal zzp-ers als het aantal woningen dat verhuurd wordt als vakantieverhuur,
komt in het centrale gedeelte van Amsterdam geconcentreerd voor. Daar is een sterke
combinatie ontstaan van de culturele en recreatieve sector (bezoekers, toeristen) met
de dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve sector, die dit gebied
gebruiken als interactiemilieu.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 33
8 Conclusies
Dit hoofdstuk is een overzicht van de belangrijkste conclusies uit dit rapport. Daarbij
wordt ingegaan op de woningmarktsituatie van Amsterdam en de MRA. Hoe groot is
in Amsterdam en MRA het tekort aan woningen in relatie tot de nationale cijfers en de
nationale opvattingen over aanvaardbare woningtekorten? De belangrijkste oorzaak
van het woningtekort in Amsterdam en de MRA komen aan de orde: Amsterdam is
binnen Nederland een stad met uitzonderlijke aantrekkingskracht. Met prijstrends
en andere indicatoren wordt getoond hoezeer de schaarste in Amsterdam afwijkt, in
Nederlands en regionaal verband. Maar ook binnen Amsterdam blijken grote verschillen
te bestaan. Tot slot wordt een aantal conclusies getrokken die betrekking hebben op de
ontwikkelingen van het gebruik van de woningvoorraad, anders dan bewoning door een
huishouden.
Woningtekort en schaarste
m De Rijksoverheid spreekt in de nationale Woonagenda van een toenemend
woningtekort en in het rapport Staat van de Woningmarkt van spanningsregio's.
De Metropool Regio Amsterdam is een van die spanningsregio’s.
m De Rijksoverheid heeft ooit een percentage van 2% woningtekort als niet-
maatschappelijk probleem gekwalificeerd. Onderzoeksbureau ABF, dat het
woningtekort al vele jaren berekent, zou willen streven naar een lager tekort om
gezonde spanning op de woningmarkt te bereiken: ca 1,3%.
m Het actuele (2017) woningtekort in de MRA is 5,4%, vermoedelijk dalend naar
4,2% in 2030. Maar de tekortcijfers worden recent nog weer naar boven bijgesteld
ten opzichte van de ministeriële nota. Het woningtekort ligt in de Metropoolregio
Amsterdam een factor 2 of 3 hoger dan wat nationaal acceptabel of wenselijk is.
m Met dergelijke cijfers over het woningtekort moet wel worden vastgesteld dat in
Amsterdam en zijn omliggende woningmarkt grote schaarste heerst. Bovendien is
deze schaarste van langdurige aard.
m Op het niveau van de nationale overheid en van de regionale samenwerking (MRA)
wordt dit woningtekort erkend. In de MRA zullen in de periode 2018-2025 per
jaar 15.000 woningen gebouwd worden om de toenemende woningbehoefte bij
te houden. In 2018 is dat met een productie van 15.715 gelukt. Als de bouw de
toename van de woningbehoefte bijhoudt, neemt de schaarste niet af.
Aantrekkelijke metropool
m Amsterdam is al jaren een belangrijke economische regio, maar krijgt door
economische ontwikkelingen extra gewicht. Economische activiteiten met een
accent op kennisontwikkeling en op consumptie en cultuur gerichte productie en
dienstverlening zijn sterk opgekomen. Deze gevarieerde sectoren zijn sterk verweven
met het wonen en leven in de stedelijke woonwijken. De wederzijds versterkende
mix van wonen en werken die in Amsterdam te vinden is, vormt een belangrijke
aantrekkingskracht. In dit gemixte, stedelijke milieu blijkt ook het gebruik van
woningen voor andere activiteiten dan wonen, een hoge vlucht te nemen.
34 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
m Die gevarieerde stedelijke economie sluit ook goed aan bij de internationalisering
of globalisering van bedrijvigheid, goederen- en dienstenstromen en de residentiële
bewegelijkheid van werkenden in betreffende sectoren.
m De agglomeratiekracht van Amsterdam blijkt uit de hoge dichtheid van arbeids-
plaatsen in de Randstad en de zeer hoge dichtheid in de Noordflank en Zuidflank
van de Randstad. Het nationale kaartbeeld van woon-werkverplaatsingen toont
intensieve relaties in de Amsterdamse woningmarktregio en relaties van Amsterdam
met de andere belangrijke stedelijke regio's binnen de Randstad en daarbuiten.
m Amsterdam kent altijd een hoge instroom van personen die aan het begin van
arbeids- en woningmarktcarrière staan en een hoge uitstroom van huishoudens die
een fase verder zijn (gezinnen, hoger inkomen, ruimtebehoefte) en aangetrokken
worden door het woningaanbod (veel grote woningen) van de woningmarkt buiten
Amsterdam. Na de crisis van 2009-2013 leidt dit in recente jaren tot een zeer hoge
binnenlandse migratie vanuit Amsterdam, wat het forensisme naar Amsterdam weer
versterkt. Tegelijkertijd is de vestiging in Amsterdam nog altijd omvangrijk en wordt
hierbinnen het belang van buitenlandse arbeidsmigratie groter.
Schaarste-indicatoren en ruimtelijke verschillen
m De prijzen op de koopmarkt zijn een belangrijke indicator voor de mate van
schaarste. Door gebruik te maken van vierkante meterprijzen worden verschillen
in samenstelling naar woningtypen tussen gemeenten of andere gebieden
vergelijkbaar. Amsterdam heeft in vergelijking met andere Nederlandse steden
de hoogste prijs per vierkante meter en het verschil met andere steden is de laatste
jaren nog sterk opgelopen. Na de crisis (2013) stegen de gemiddelde prijzen in
de hoofdstad van rond € 3.500 naar € 5.500 eind 2018.
m De metafoor van de ‘steen in de vijver’ benadert de situatie op de MRA-woning-
markt goed. Globaal liggen de prijzen lager op grotere afstand van Amsterdam en
wordt de Amsterdamse prijsstijging op een later tijdstip overgenomen.
m Amsterdam is de belangrijkste motor van de woningbehoefte in de MRA. Het
merendeel van de huishoudens met een verhuiswens wil in Amsterdam blijven
(in 2017 bijna drie kwart: 72%). Het aandeel dat werkelijk in Amsterdam blijft is in
de jaren van de nieuwe eeuw ongeveer 60%, in recente jaren dalend naar 55%.
m Huishoudens met jonge kinderen, kunnen moeilijk geschikte woonruimte vinden.
Het Amsterdamse prijsniveau blijkt een rol te spelen bij met name huishoudens die
wat meer vierkante meters nodig hebben. Sinds 2015 verlaten meer jonge kinderen
(met hun ouders) de stad, dan het aantal jonge kinderen dat binnen Amsterdam
verhuist.
m De particuliere huursector, die bijna een kwart van de woningvoorraad omvat, is in
snel tempo duurder geworden. Dit is mogelijk geworden door veranderingen in het
nationale woningwaarderingsstelsel die in oktober 2015 is doorgevoerd, waarbij de
WOZ-waarde is gaan meetellen. Een groeiend deel van deze particuliere huursector
is inmiddels vrije markt geworden. In dit deel wordt gemiddeld €1.248 huur betaald.
Voor de particuliere sector in zijn geheel gold in 2017 een gemiddelde huur van
€ 823.
m Het prijsniveau van woningen in de gereguleerde huur (woningen met een huur
beneden de € 720,42 prijspeil 2019) is per definitie geen goede graadmeter voor
de vraag/aanbod verhouding. Het betreft immers geen markthuur.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 35
m Het aantal actief woningzoekenden in combinatie met het aantal verhuringen via
WoningNet is dat wel. Het aantal woningzoekenden is gegroeid van bijna 50.000 in
2014 naar bijna 60.000 in 2017, terwijl het aantal verhuringen op dit platform al zes
jaar op rij beneden de 7.000 per jaar ligt. Ook daaruit blijkt dat de schaarste in dit
deel van de huurvoorraad is toegenomen.
m De gemiddelde benodigde inschrijfduur bij acceptatie van de woning (ook wel
‘wachttijd’ genoemd) is een andere indicator voor de schaarste. In de stadsregio
steeg deze gemiddelde inschrijfduur naar boven de tien jaar voor starters en naar
19 jaar voor doorstromers in 2018.
m Uit doorrekeningen van de woningbehoefte over de MRA en zijn deelregio's
(Amsterdam is een deelregio binnen MRA) blijkt dat alle segmenten van de
woningmarkt (goedkoop, midden en duur) ondersteuning nodig hebben in de
voorraadontwikkeling. In lijn met de opmerkingen over de vele huishoudens die
op zoek zijn naar meer vierkante meters, is ook de behoefte aan grondgebonden
woningen groot. Over ruim een decennium komen er meer grondgebonden
woningen vrij in de bestaande voorraad van de MRA gemeenten.
m In Amsterdam komt de segmentale verdeling van de woningvoorraad steeds dichter
in de buurt te liggen van de verdeling naar inkomensgroepen. De grote schaarste
op de Amsterdamse woningmarkt werkt hiermee naar deze segmenten door op een
ongeveer evenredige wijze.
m Binnen Amsterdam wordt de verdeling naar eigendomssectoren ruimtelijk gelijk-
matiger. Vooral het aantal buurten met een dominantie van corporatiewoningen
(> 60%) slinkt terwijl het aantal buurten met een gemixte verhouding (geen van
de sectoren > 60%) gestaag groeit. Ook vanuit dit ruimtelijke perspectief op de
sectorale samenstelling wordt de schaarste evenrediger over Amsterdam verdeeld.
m De verschillen in koopprijzen zijn binnen Amsterdam echter zeer groot. In Zuidoost
ligt het prijsniveau net boven € 2.100, in grote delen van Amsterdam Centrum en
Zuid worden gemiddelden gehaald van boven de € 7.500 per m?.
m De samenstelling van een stadsdeel of gebied naar koop, particuliere huur en
corporatiehuur werkt door in de gemiddelde WOZ-waarde. Koopwoningen
hebben een veel hogere, particulier huurwoningen een iets hogere WOZ-waarde
dan gemiddeld in Amsterdam, corporatiewoningen hebben een duidelijk lagere
dan gemiddelde WOZ-waarde. In centrale delen van de stad ligt het aandeel
corporatiewoningen lager dan in de gebieden aan de rand waardoor de gemiddelde
WOZ er hoger ligt. Daarnaast is de prijsstijging in de koopsector van de centrale
gebieden sterk, waardoor de gemiddelde WOZ-waarden in centrale gebieden een
grotere stijging doormaken.
m De hoogteverschillen van de WOZ-waarden zijn terug te zien in de verschillende
stadsdelen. Gekeken naar de verdeling naar WOZ-waarden zijn Centrum en Zuid
(met veel dure woningen) ongeveer het spiegelbeeld van Nieuw-West en Noord
(met veel woningen in de lagere WOZ-klassen) en heeft Zuidoost zelfs een on-
Amsterdams patroon: 98% van de woningen van dit stadsdeel valt in de laagste 40%
WOZ-klassen van Amsterdam. De woningwaarden in de staddelen West en Oost
liggen in de buurt van het stedelijk gemiddelde en delen daarvan schuiven op naar
het niveau van Centrum en Zuid.
36 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
Gebruik van de woningen
m Het verhoudingsgetal van het aantal huishoudens en het aantal adressen wordt in de statistiek
gebruikt voor bevolkingsprognoses. Dat het percentage geleidelijk oploopt naar 1,12% is een
indicatie voor de krapte op de woningmarkt.
m Meteen simpele en niet normatieve vergelijking van het aantal personen en het aantal kamers
per woning wordt getoond dat het aantal woningen met een krappe bewoningssituatie sinds
2012 geleidelijk gegroeid is. Het is een verhoudingsmaat die de combinatie van relatief
grote woningen en dito huishoudens in de woningvoorraad van de naoorlogse stadsdelen
vergelijkbaar maakt met de combinatie van relatief kleine woningen en eveneens kleine
huishoudens van de oudere stadsdelen. Stadsdeel Zuid is het stadsdeel met het hoogste
aandeel woningen met een ruime bewoningssituatie.
Toeristische verhuur en woningen als uitvalsbasis voor zzp-ers
m Het gebruik van woningen voor toeristische verhuur is in een paar jaar gegroeid naar meer
dan 20.000 per jaar.
m Het aantal zzp-ers is in Amsterdam hoog in vergelijking met Nederland. In Amsterdam is
in sommige wijken de groei van de werkgelegenheid voor meer dan de helft te danken
aan de groei van het aantal zzp-ers. Zzp-ers hebben hun activiteit vaak op hun woonadres
geregistreerd en hebben de woning als uitvalsbasis voor hun werk.
© In delen van Amsterdam is een combinatie ontstaan van de culturele en recreatieve sector
(bezoekers, toeristen) met de dienstensector (kantoren en andere bedrijven) en de creatieve
sector, die dit gebied gebruiken als interactiemilieu.
Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt 37
Bronnen
— ABF Research (2018): Woningtekort: een nieuwe benadering voor een actueel
probleem.
— Berkers, V. en K. Dignum (2018), Wonen in Amsterdam 2017,Woningmarkt.
Gemeente Amsterdam, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.
— Buys, A, H. van der Reijden, L. Hagen (2018), Raming Woningbehoefte
Metropoolregio Amsterdam 2017-2025. Rigo.
— Capital Value/ABF Research (2019), De woning(beleggings)markt in beeld, 2019.
— Dignum, K. (2019), Dynamiek en verhuiswensen in Amsterdam. Gemeente
Amsterdam.
— Eerd, C. van, C. Groot en J. van der Veer (2018), Jaarbericht 2018. Amsterdamse
Federatie van Woningcorporaties.
— Egmond, P. van, e.a. (2018), Balans van de Leefomgeving. Nederland duurzaam
vernieuwen. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.
— Gemeente Amsterdam (2017), Trendrapport Stad 2016, Verkenning van de
Ruimtelijk-economische functiemenging in Amsterdam. Gemeente Amsterdam,
Ruimte en Duurzaamheid.
— Gemeente Amsterdam (2018a), Economische Verkenningen Metropoolregio
Amsterdam 2018. Gemeente Amsterdam, Economische Zaken.
— Gemeente Amsterdam (2018b. Amsterdam in cijfers 2018, Gemeente Amsterdam,
Onderzoek, Informatie en Statistiek.
— Gemeente Amsterdam (2019), Toeristische verhuur van woonruimte. Rapportage
1 januari 2018 - 31 december 2018.
— Groot, H. de, e.a. (2010), Stad en Land. Centraal Planbureau, Den Haag.
— Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2018a), Staat van de
Woningmarkt, Jaarrapportage 2018.
— Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2018), Nationale
woonagenda 2018-2021.
— Otter, H.J. den, G.M.J. van Leeuwen en P.C. Vrolijk (2010), Primos Prognose 2009,
De toekomstige ontwikkeling van bevolking, huishoudens en woningbehoefte.
ABF Research.
— Ritsema van Eck, J., P. Zwaneveld, J. van Gemeren en O. van Gerwen (2015),
Cahier regionale ontwikkelingen en verstedelijking. Toekomstverkenning Welvaart
en Leefomgeving. Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving.
— Smits, A. (2019a), Bevolkingsprognose 2019-2040. Gemeente Amsterdam,
Onderzoek, Informatie en Statistiek.
— Smits, A. (2019b), Bevolkingsprognose OIS, onderzoeksbeschrijving.
Gemeente Amsterdam, Onderzoek, Informatie en Statistiek.
38 Schaarstepatronen op de Amsterdamse woningmarkt
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
Amsterdam, 24-01-2014
Raadsadres,
Geachte leden van de Deelraad Amsterdam Centrum,
Wij wenden ons tot u voor advies hoe wij een door ons aangevraagde beperkte doorgang
(110 cm) tussen de twee panden van onze Patisserie Kuyt, Utrechtsestraat 109-111, kunnen
realiseren. Patisserie Kuyt is bijna 40 jaar op deze plek gevestigd en heeft zich kunnen
opwerken tot een vooraanstaande patisserie die in 2006 uitgeroepen is tot kampioen van
Nederland. De winkel zelf heeft zijn start gemaakt in het pand op 109. In het jaar dat wij
kampioen zijn geworden is het aantal klanten enorm gegroeid en werd de ruimte die ons toen
ter beschikking stond heel erg krap. Het toeval wilde dat het naastgelegen pand op nummer
111 te huur werd aangeboden en wij hebben die kans dan ook dankbaar met beide handen
aangegrepen. Het pand heeft een heel grote kelder en daar hebben wij een compleet nieuwe
tweede bakkerij in laten bouwen.
Omdat de winkel te klein werd voor het assortiment en het aantal klanten bleef groeien,
hebben wij deze verplaatst naar nr. 111 met het idee om dan op nr. 109 een tearoom te
realiseren. Maar omdat het toilet van nr. 109 in het bakkerijgedeelte ligt, is het niet toegestaan
om tearoom-klanten daarvan gebruik te laten maken. Dus hebben wij een vergunning
aangevraagd voor een doorloop naar nr. 111. Eerst hebben wij tekeningen ingediend (door
Dedato architecten) voor een doorgang van 1.80m. Deze is afgewezen door Bureau
Monumenten Amsterdam (BMA) en de Commissie Welstand, maar we mochten wel een
kleinere doorbraak aanvragen. Dus nieuwe tekeningen laten maken en weer opgestuurd en
deze leverden geen bezwaar op voor BMA en Commissie Welstand. Men is dus wel degelijk
akkoord gegaan met de kleinere doorbraak tussen de twee panden. Deze aanvraag werd 6
weken ter inzage gelegd, dus wij dachten oké dat komt voor elkaar, maar helaas. Omdat
vergeten was om er een sloopvergunning bij aan te vragen kregen wij na 6 weken netjes bericht
dat onze aanvraag was afgewezen. Dat noemen wij geen meedenken. Er had denk je dan toch
wel een berichtje onze kant op gekund dat onze aanvraag niet compleet was? Dan hadden we
die alsnog kunnen aanvullen.
Sindsdien hebben wij op verschillende manieren geprobeerd om toch de vergunning te krijgen,
maar tevergeefs. De ruimte op nr. 109 wordt nu al een jaar lang niet benut
Voor onze klanten is het geen fijne ervaring als je voor toiletbezoek eerst je jas aan moet
trekken, naar buiten moet om in de andere winkel op nr. 111 naar het toilet te gaan. En ook als
je iets lekkers uit wilt zoeken moet je dat op nr. 111 doen en moet je weer buitenom.
Bovendien verbiedt warenwet (terecht) om met gebak over straat te gaan, dus klanten
bedienen in het naastgelegen pand is zonder inpandige doorgang niet toegestaan.
We hebben het drie jaar geprobeerd maar omdat het op deze manier ook financieel niet
haalbaar is, moesten noodgedwongen het contract van twee van onze medewerkers opzeggen.
In arren moede hebben we een advocaat in de arm genomen en zijn naar de rechter gestapt.
Helaas moeten wij hier ons zuur verdiende geld aan uitgeven. Slechts 5 minuten vóór de
aanvang van de zitting kregen we het aanvullend verweer van de advocaat van het stadsdeel
die beweerde “zijn papieren kwijt te zijn”.
Hoewel het stadsdeel steeds bleef beweren dat wij een overeenkomst hadden waarin was
vastgelegd dat wij nooit een tweede doorbraak zouden maken, gaf de advocaat van het
stadsdeel uiteindelijk toe dat zo'n overeenkomst niet bestaat.
Zoals wij al enkele malen hebben aangegeven hebben wij een convenant klaarliggen, waarin
staat dat wij de doorbraak weer in de oorspronkelijke staat zullen terugbrengen na eventuele
beëindiging van de zaak Kuyt. Hier is door het stadsdeel nimmer op gereageerd.
Tevens willen wij u wijzen op de commissie B&W van 8 oktober 2013, waarin mevrouw De Meij
bij de rondvraag nog vroeg naar de stand van zaken van patisserie Kuyt aan de wethouder
Oranje. Deze antwoordde dat hij ermee bezig was en in principe welwillend tegenover de
aanvraag stond. Wat is er sindsdien gebeurd’?
Wij zijn een hardwerkende familie, die al 40 jaar een gerenommeerde zaak heeft in de
Utrechtsestraat. Wij zorgen voor werkgelegenheid en iedereen in de gehele straat profiteert
van onze aanwezigheid. Het zal u niet ontgaan zijn dat de winkels in het Centrum het nog
steeds moeilijk hebben, maar desondanks maken wij ons sterk voor deze zaak.
Wat wij niet begrijpen is waarom doorbreken bij diverse andere projecten (zoals Hotel Waldorf
Astoria, Soho House, Sissy-Boy in de Utrechtsestraat en het Vlaamsch Broodhuys in de
Vijzelstraat) wèl wordt toegestaan en bij ons niet. Wat is de reden dat juist bij ons tegen het
positieve advies van BMA en de Commissie Welstand wordt ingegaan?
Alstublieft, leden van de deelraad, help ons. Wij zijn ten einde raad. Daarom wenden wij ons tot
u met de vraag: Vergun ons deze kleine ingreep en red onze zaak. U kunt dit door het
toepassen van maatwerk mogelijk maken.
Alvast bedankt voor uw aandacht.
Hoogachtend,
Familie Kuyt
Patisserie Kuyt
Utrechtsestraat 109-111
x Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Memo
Aan Leden van de raadscommissie Bouwen en Wonen
Van Portefeuillehouder Boudewijn Oranje
Kopie aan -
Bijlagen -
Datum 10 februari 2014
Onderwerp Reactie op raadsadres van 24 januari 2014 afkomstig van Patisserie Kuyt V.O.F.
Recentelijk is bovengenoemd raadsadres afkomstig van Patisserie Kuyt V.O.F. (hierna:
Kuyt) door uw raad ontvangen. Hieronder zal ik op de punten van het raadsadres ingaan.
1) Door BMA is aangegeven dat een kleinere doorbraak kon worden aangevraagd
Het advies van BMA ziet op het monumentale aspect en niet op stedenbouwkundige
belangen. De doorbraak echter is nu juist op stedenbouwkundige uitgangspunten, in dit
geval cultuurhistorische waarden, geweigerd. Als het om twee niet-monumenten zou gaan,
zou BMA niet om advies zijn gevraagd en zou de reguliere vergunning ook zijn geweigerd.
In 2009 is een monumentenvergunning verleend en een reguliere bouwvergunning
geweigerd op dezelfde gronden als in 2013 (cultuurhistorische waarden).
Oftewel, een welstandelijk/monumentaal akkoord: ja, een ruimtelijk akkoord: nee.
2) De tweede doorbraak is noodzakelijk
Het personeel hoeft niet noodzakelijkerwijs ‘buitenom’ te lopen, er is immers al een
doorbraak gerealiseerd tussen beide panden in het achterste gedeelte. Deze is in 2007,
na een legalisatieprocedure, vergund. Medewerkers en klanten van de patisserie kunnen
gebruik maken van deze interne doorgang. Kuyt kan de panden (zelf) zodanig inrichten.
3) Het stadsdeelbestuur kwam te laat met zijn verweer
Het aanvullend beroep dat naar het stadsdeel is gestuurd, heeft het stadsdeel
aanvankelijk niet in goede orde bereikt. Bij aanvraag hebben wij alsnog het aanvullende
stuk ontvangen en hierop gereageerd.
10 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Pagina 2 van 4 Stadsdeel Centrum
4) Niet is afgesproken dat de patisserie nooit een tweede doorbraak zou aanvragen
Ter zitting is aangegeven dat de vermeende afspraak dat een tweede doorbraak door het
stadsdeel niet vergund zou worden, niet op papier is vastgelegd. Het stadsdeel beroept
zich hier dan ook niet (meer) op. Daar komt bij dat dit niet ter zake doet.
Het al dan niet bestaan van een dergelijke afspraak doet niet af aan het nieuwe
aangescherpte beleid. Ook zonder deze afspraak geldt dit beleid (welk beleid overigens
ook nog eens overeenkomt met de vermeende afspraak). Nu er geen bijzondere
omstandigheden zijn om van het beleid af te wijken, volgt het stadsdeel deze lijn.
5) De tweede doorbraak wordt weer in oorspronkelijke staat teruggebracht
Het ruimtelijk historisch belang van het werelderfgoed en het beschermde stadsgezicht
zijn te groot en te zeer van algemeen belang om in een (privaatrechtelijke) constructie te
waarborgen.
6) Waarom staat de wethouder nu niet meer welwillend tegenover de aanvraag?
De aanvankelijk niet onwelwillende houding ging vooraf aan het onderzoek welke ten
grondslag ligt aan de weigering. Het belang van de parcellering van het werelderfgoed is
belangrijker gevonden dan het economisch belang van Kuyt, temeer nu er al een
doorbraak is.
7) Het argument dat in gelijke gevallen wel een doorbraak wordt toegestaan
Het stadsdeel is consistent in zijn beleid. Samenvoegen is krachtens het
bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad niet toegestaan en wordt in principe niet
toegelaten. Afwijkingen van het beleid zijn denkbaar, maar het moet dan gaan om
bijzondere omstandigheden die niet in het beleid zijn meegewogen. Die omstandigheden
spelen hier niet. Zo is de noodzaak voor de doorbraak er niet want er is al een doorbraak.
Het Vlaams Broodhuys is vergund. De context is dermate verschillend van de context
van Kuyt. De onderbouwing van het geval van het Vlaams Broodhuys is aan de familie
Kuyt ter hand gesteld. De structuur van de parcellering van de bouwblokken is in de
Utrechtsestraat nagenoeg gaaf bewaard gebleven, in de Vijzelstraat is deze voor meer
dan 50% verdwenen. Hoewel ook de Vijzelstraat is gelegen binnen de kernzone van het
werelderfgoed, is de straat niet meer herkenbaar als 17°°-eeuwse stadsradiaal. De radiale
Vijzelstraat is een letterlijk scheefgegroeid product van Cityvorming uit het begin van de
20°° eeuw, waarbij de even kant geheel bepaald wordt door grootschalige nieuwbouw en
de oneven kant door een mix van grootschalige nieuwbouw en kleinschalige,
oorspronkelijke huiskavels. De doorstroom van de winkels is veel groter dan de
doorstroom in de Utrechtsestraat, waar kleinschaligheid juist de norm is. De
Utrechtsestraat is een radiaal uit de Vierde uitleg en is nog vrijwel volledig terug te
herleiden tot de oorspronkelijke verkaveling van het werelderfgoed, waarbij het wonen
boven winkels nog op talloze plaatsen voorkomt. Het is de meest gave radiaal van het
Unesco werelderfgoed. Vanuit historische stedenbouw zijn de Utrechtsestraat en de
Vijzelstraat in de huidige context derhalve niet meer vergelijkbaar.
2
10 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Pagina 3 van 4 Stadsdeel Centrum
Het voorbeeld van Soho House is enigszins merkwaardig omdat dit initiatief in een zeer
vroege fase is gesneuveld. Er is geen vergunning verstrekt.
Sissy Boy betreft een illegale doorbraak die weer wordt dichtgezet. Weliswaar wordt aan
de achterzijde een nieuwe opening gecreëerd, tegelijkertijd wordt het derde pand (85),
nu reeds samengevoegd met 81 en 83 middels een illegale doorbraak, geheel dichtgezet
en losgekoppeld. Dit leidt ruimtelijk gezien tot een grote verbetering ten opzichte van de
bestaande situatie (geen verslechtering zoals bij Kuyt). Er vindt schaalverkleining plaats
en geen schaalvergroting. Overigens is er nog geen vergunning verstrekt.
Waldorf Astoria is evenmin een gelijk geval. Deze panden zijn al bijna een halve eeuw
samengevoegd ten behoeve van een bankkantoor dat vanaf 1957 stapsgewijs de
gevelwand uitholde door één voor één de belendingen op te kopen en door te breken. Dit
was overigens voor de Monumentenwet van 1966, voor de aanwijzing beschermd
stadsgezicht, voor de plaatsing op de lijst van werelderfgoederen van Unesco, voor het
huidige bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad en voordat überhaupt het inzicht bij velen
bestond dat ook achter een voorgevel sprake is van monumentale waarden.
Hoogachtend,
Boudewijn Oranje
3
10 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Pagina 4 van 4 Stadsdeel Centrum
Chronologisch overzicht
= _16 oktober 2006: aanschrijving vanwege illegale bouwwerkzaamheden (doorbraak
tussen beide panden in achterste gedeelte);
= 18 oktober 2006: aanschrijving doorbraak en gebruik horeca;
= 28 november 2007: formele legalisatie van de doorbraak door verlening van
bouwvergunning;
= 26 juni 2009: aanvraag voor een tweede doorbraak tussen beide panden aan de
voorkant en gebruik van het pand op nummer 111 voor Horeca IV;
= de aanvraag wordt geweigerd vanwege geconstateerde strijdigheid met het
bestemmingsplan en het horecabeleid (uitbreiding van horeca in de Utrechtsestraat is
niet toegestaan) en omdat krachtens het bestemmingsplan Vijzelstraat-Amstel het
(verder) samenvoegen van historische percelen niet is toegestaan;
= 1 april 2010 bezwaarschrift tegen de weigering (MID/BJZ 98-10-0095), door de
bezwaarschriftencommissie ongegrond verklaard;
= inde DB-vergadering van 29 juni 2010 wordt besloten het advies van de
bezwaarschriftencommissie over te nemen;
= tegen dit besluit is geen beroep aangetekend;
= 27 september 2012 hernieuwde bouwaanvraag tot samenvoeging, dit keer expliciet
ten behoeve van de functie winkel (niet Horeca IV), geweigerd;
= 21 januari 2014 beroepsprocedure enkelvoudige kamer Rb Amsterdam AMS 13/3565
WABOA
= ter zitting 21 januari en ook in het raadsadres wordt door Kuyt nadrukkelijk gesproken
over gebruik als “tearoom”, hetgeen impliciet duidt op de bestemming Horeca IV;
= gebruik ten behoeve van Horeca IV is niet aangevraagd en strijdig met het
bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad;
= _door de rechtbank is op verzoek van Kuyt twee weken uitstel verleend teneinde de
Kuyt in gelegenheid te stellen aanvullende stukken te overleggen, waaruit zou blijken
dat het stadsdeel inconsistent is In zijn beslissing niet te willen afwijken van de regels
van het (horecabeleid en het) bestemmingsplan;
= _de door Kuyt ter zitting en later in het raadsadres genoemde gevallen waarbij het
stadsdeel wel samenvoegingen zou hebben toegestaan zijn niet vergelijkbaar;
= de gegunde termijn van twee weken waarbinnen aanvullende stukken geproduceerd
kunnen worden is toegespitst op Sissy Boy, Utrechtsestraat 81-83, omdat ter zitting
door Kuyt gesteld werd dat dit om een vergelijkbaar geval ging, waarbij wel van het
bestemmingsplan zou worden afgeweken, informatie die op dat moment door het
stadsdeel ontkend noch bevestigd kon worden;
= Stadsdeel Centrum krijgt na aanlevering van genoemde stukken twee weken de tijd
om te reageren alvorens door de rechtbank uitspraak wordt gedaan (verwacht eind
februari).
4
| Raadsadres | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 130
Datum akkoord 12 februari 2014
Publicatiedatum 14 februari 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren
van 6 januari 2014 inzake de inzet van het leger en/of legertechnieken bij
inbraakpreventie in Amsterdam-Noord.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragensteller:
Op 5 januari 2014 heeft burgemeester Van der Laan in het programma Buitenhof
de opmerking gemaakt dat in Amsterdam-Noord het leger is ingezet ter preventie van
inbraken. Buiten de opmerking dat het leger diende als de oren en ogen van het
stadsdeel is een nadere onderbouwing van de activiteiten en de reden van de inzet
van het leger uitgebleven.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 januari 2014, namens de fractie
van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan de burgemeester bevestigen dat het leger en/of legertechnieken in
Amsterdam-Noord is/zijn ingezet ter preventie van inbraken?
Antwoord:
Ja.
2. Zoja, kan de burgemeester aangeven of er gebruik is gemaakt van drones?
Antwoord:
De bijstand van defensie in het kader van de opsporing valt onder het gezag van
het Openbaar Ministerie. De hoofdofficier van justitie geeft in beginsel geen
openbare informatie over de inzet van opsporingsmiddelen. Wel heeft hij de
burgemeester in kennis gesteld. Aangezien het Openbaar Ministerie ten behoeve
van de Tweede Kamer informatie heeft verstrekt welke openbaar zou kunnen
worden gemaakt, zijn de hiernavolgende antwoorden gebaseerd op de door hem
gegeven informatie.
Er zijn geen drones ingezet.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Le ebruari 2014 Schriftelijke vragen, maandag 6 januari 2014
3. Zo nee, welke technieken zijn er wel gebruikt?
Antwoord:
Voor twee korte periodes in het ‘Donkere Dagen Offensief’ tegen woninginbraak
heeft defensie ongeveer 20 medewerkers beschikbaar gesteld. Zij zijn in totaal
8 dagen ingezet als extra ogen en oren van de politie, naast die van het publiek.
Dit was in december 2013 en begin januari 2014.
De waarnemers van defensie (in burger) hebben verdachte waarnemingen
rechtstreeks aan de politie doorgegeven. Zij hadden dezelfde bevoegdheden die
burgers ook zouden hebben. De toegevoegde waarde van defensie in Noord zat
vooral in de specifieke observatiecapaciteiten. Daarbij zijn nachtkijkers als
technisch hulpmiddel gebruikt. De defensiemedewerkers fungeerden zo als
‘extra ogen en oren’ van de politie.
4. Kan de burgemeester aangeven hoe de privacy van omwonenden is
gegarandeerd”?
Antwoord:
Zie onder 3. De medewerkers van defensie hadden dezelfde bevoegdheden als
burgers.
5. Kan de burgemeester aangeven wat er met de vergaarde data is gebeurd?
Antwoord:
De bijstand van defensie valt (zoals bij vraag 2 uitgelegd wordt) onder gezag van
het Openbaar Ministerie. De verdachte waarnemingen die de medewerkers van
defensie hebben gedaan, zijn doorgegeven aan de politie.
Het gaat om 20 meldingen. Dat kunnen meldingen van strafbare feiten (niet alleen
high impact crime-zaken, maar ook bijvoorbeeld vernielingen) zijn geweest, maar
ook verdachte omstandigheden die door de politie zijn “stukgemaakt” voordat er
strafbare feiten konden worden gepleegd. De meldingen hebben geleid tot één
aanhouding die niet tot strafrechtelijke vervolging heeft geleid.
6. Wie heeft er inzicht in de vergaarde data en hoe lang wordt de data uiterlijk
bewaard?
Antwoord:
De politie (en het Openbaar Ministerie als een zaak daar in behandeling wordt
genomen) heeft inzicht in de vergaarde data. De verwerking van politiegegevens
en de bewaartermijnen zijn wettelijk bepaald (zie Wet Politiegegevens, met name
artikel 8 tot en met 15).
7. Worden momenteel het leger en/of legertechnieken ingezet op Amsterdams
grondgebied?
Antwoord:
De inzet van defensie wordt door het Openbaar Ministerie eerst geëvalueerd. Het
is nog niet bekend of vaker op deze manier bijstand wordt gevraagd aan defensie.
Het OM informeert de burgemeester hierover. Het is nu nog niet duidelijk of en
wanneer dit eventueel beschikbaar zal zijn voor bespreking in de raad.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng ao Gemeenteblad
ummer = su . -
Datum 44 februari 2014 Schriftelijke vragen, maandag 6 januari 2014
Er wordt vaker bijstand gevraagd aan defensie, bijvoorbeeld voor specialistische
taken waarvoor de expertise niet voorhanden is in Amsterdam [te denken valt aan
de inzet van de explosieven opruimingsdienst defensie (EOD)].
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1229
Publicatiedatum 12 oktober 2016
Ingekomen onder Vv
Ingekomen op 5 oktober 2016
Behandeld op 5 oktober 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake het principebesluit Sprong over 't IJ (overleg met
haven, RWS en provincie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het principebesluit Sprong over 't IJ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1172).
Constaterende dat:
— het college in het principebesluit ‘sprong over het IJ' inzet op in ieder geval twee
langzaamverkeersbruggen over het IJ;
— uitde flap blijkt dat de haven en Rijkswaterstaat categorisch tegen een brug over
het IJ zijn.
Overwegende dat:
— langzaamverkeersbruggen een zeer belangrijke rol spelen in het aanhelen van
Noord en de rest van de stad en daarmee voor de gehele stad het algemeen
belang dienen;
— de tegenstand van de Haven en RWS gebaseerd zijn op een deelbelang;
— een van de redenen van de tegenstand ook de wens is om te komen tot een
schaalvergrotingssprong in de binnenvaart;
— een integrale afweging van alle belangen, inclusief het algemeen belang voor de
stad, voor alle partijen voorop moet staan.
Spreekt uit:
— _a priori blokkades van bruggen door partijen die een deelbelang verdedigen niet
te accepteren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
met de Haven, RWS en provincie in overleg te blijven en daar te benadrukken dat
het belang van de gehele stad boven deelbelangen gaat.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X% Amsterdam 22 maart 2016
X Oost
Jaar 2016
Registratienummer Z-16-25810 / INT-16-08002
Onderwerp: instellen commissie ter beoordeling van de fractievergoedingen
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Presidium
Overwegende dat het voor een goede voorbereiding van besluitvorming door het Algemeen
Bestuur van belang is dat de verantwoording van de fractievergoedingen vooraf wordt
beoordeeld;
Gelet op de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning bestuurscommissies 2014,
in het bijzonder op artikel 7;
Besluit:
1. Inte stellen een Commissie ter beoordeling van de fractievergoedingen;
2. De taken en werkzaamheden van die commissie in te richten als volgt:
A. De commissie is belast met het onderzoek naar en de beoordeling
van de besteding van de verleende vergoedingen als bedoeld in
artikel 7 van de Bijzondere subsidieverordening fractieondersteuning
bestuurscommissies 2014.
B. De commissie bestaat uit drie vit hun midden gekozen leden of
buitengewoon leden van het algemeen bestuur.
C. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris
D. De commissie brengt een advies uit aan het algemeen bestuur. Het
advies dient bij meerderheid tot stand te komen. In het advies kan
een minderheidsstandpunt opgenomen worden.
E. De commissie kan voor het uitvoeren van haar werkzaamheden
desgewenst specifieke ambtelijke steun inroepen. Ze richt daartoe
een verzoek aan de stadsdeelsecretaris.
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manvel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
*ZOO0O2569IDF5I *
| Besluit | 1 | train |
Wethouder Zita Pels
[email protected]
[email protected]
Raadscommissie Duurzaamheid en Circulaire economie (DC)
[email protected]
Amsterdam, 5 februari 2024
Geachte wethouder Pels, Geachte leden van de Raadssommissie DC,
Donderdag 8 februari as staat het onderwerp ‘Een schonere en afvalvrije stad’ op de agenda
Raadscommissie DC vergadering. Middels dit schrijven vragen wij urgentie voor de actualiteit.
Sinds de invoering van statiegeld op plastic flesjes per 1 april 2022 en de invoering van statiegeld op
blikjes per 1 april 2023 hebben wij in het centrum van de stad te maken met
-__ veel extra zwerfvuil door het leeghalen en openbreken van prullenbakken;
-__door toename van zwerfaval is er ook een toename van het aanbieden van vuilniszakken en
grofvuil;
-__ veel openstaande en kapotte prullenbakken;
-__ veel meeuwen en ratten.
Wij weten dat bovenstaand een gedeelde zorg is vanuit de dienst Afval en Reiniging en dat er op
diverse manieren wordt onderzocht naar de oplossing. Onder meer is er een pilot met doneerringen
en worden er nieuwe sloten op afvalbakken geplaatst.
Wij vragen u om de verantwoordelijkheid te nemen, en daarvoor passende politieke keuzes te
maken, om aanstaande maanden, met aanloop naar 750 jaar Amsterdam, een zwerfvuil vrije
binnenstad te realiseren. Zwerfvuil leidt niet alleen tot vieze straten en pleinen, maar ook tot
ongedierte zoals ratten en meeuwen. Amsterdam heeft inmiddels een onsmakelijke reputatie bij
bewoners, ondernemers en bezoekers.
Wij pleiten om, in samenwerking met Statiegeld Nederland, te investeren in doneermogelijkheden
van de statiegeldblikjes en -flesjes. Inzamelpunten op drukke locaties (fietsenstallingen, stations,
toeristische trekpleisters, hotels, rederijen, etc), het plaatsen van doneerringen op alle prullenbakken
en het plaatsen van specifieke doneerpalen in het centrum zijn concrete zaken die bijdragen tot een
oplossing. Een sociaal project starten waarin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (het
Koffiehuis, Leger des Heils) flesjes en blikjes verzamelen die in de openbare ruimte terecht zijn
gekomen is een mooie kans. Publiekscampagnes helpen gedragsverandering tot stand te brengen.
Prullenbakken mét een slot zijn niet de oplossing. Deze worden opengebroken met alle gevolgen van
dien. Een prullenbak voorzien van een haakje of magneet zodat ze makkelijk open en dicht kunnen en
ondernemers en bewoners ze dicht kunnen doen is het onderzoeken waard.
Er is een ambitieus Afvalplan Stadsdeel Centrum. Hierin wordt beschreven op welke wijze Gemeente
Amsterdam komende jaren stappen wil maken op het gebied van afvalinzameling. Wij hebben
vertrouwen in dit plan. Echter, op de korte termijn is de binnenstad niet geholpen met lange termijn
opgaven en ‘stippen op de horizon’, De stad is nú vies en actie is nú vereist.
Geld is er. In de Gemeentelijke begroting wordt beschreven dat er aan toeristenbelasting € 35 miljoen
extra in 2024 wordt opgehaald. Vanuit Aanpak Binnenstad is € 8 miljoen beschikbaar. Voor 2024 is er
tevens € 4 miljoen extra beschikbaar voor het zo goed mogelijk oplossen van de problematiek afval,
reiniging en handhaving. Daarnaast is Statiegeld Nederland een partner die graag (financieel)
bijdraagt aan constructieve, korte termijn oplossingen.
Wij vragen u tot concrete oplossingen te komen zodat we met elkaar de stad schoner krijgen en
houden. Een goede vergadering gewenst.
Hartelijke groet,
Namens BIJZ’zen Stadsdeel Centrum,
Vereniging Amsterdam City, Jan Stoeltie
®
®
AMSTERDAMEECITY
De stem van betrokken ondernemers
KHN Amsterdam, Eveline Doornhegge
Ar lele
AN)
MKB-Metropool Amsterdam, Achmed Baâdoud
MK
Amsterdam
Statiegeld Nederland, Jans Pijbes
STATI £ G É LD
NCDCRLAND
| Actualiteit | 2 | test |
VN2022-028249 X Gemeente De raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering, F K D
Directie Middelen Amsterdam Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media,
% ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en
% Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 08 september 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Deelnemingen
Agendapunt 4
Datum besluit B&W: 12 juli 2022 De raadsinformatiebrief en de bijlagen zijn op 14 juli 2022 verspreid met de
atum beslur
Dagmail.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief over het vervolg van de AEB-Raadsenquête
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het vervolg van de AEB-Raadsenquête.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet (actieve informatieplicht)
Bestuurlijke achtergrond
Op 7 december 2021 presenteerde de enquêtecommissie AEB haar eindrapport. Het college
heeft op 10 december 2021 een inhoudelijk bestuurlijke reactie verzorgd voorafgaand aan de
bespreking van het rapport op 16 december 2021 in de raadscommissie FED en op 22 december in de
gemeenteraad. Het college heeft toegezegd uiterlijk na zes maanden te komen met een vervolg op
de aanbevelingen.
Op 1 februari 2022 heeft het college besloten over de manier waarop hij vitvoering gaat geven aan
de aanbevelingen van de AEB-raadsenquête en de aangenomen moties (VN2022-002022). In de
kern betrof dit het organiseren van een (ambtelijke) roadshow, een quickscan van de aanbevelingen
en een schriftelijke terugkoppeling aan de gemeenteraad. Daarnaast heeft het college besloten
te onderzoeken hoe het de financiële stromen van verbonden partijen beter in beeld kan brengen.
Tevens heeft het college besloten tot een onderzoek naar het gebruik van de instructiebevoegdheid
bij deelnemingen.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-028249 % Gemeente De raadscommissie voor Financiën, Lucht en Zeehaven, Bedrijfsvoering,
Directie Middelen _ 9 Amsterdam On. ‚ ‚ ‚
en Control % Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen, Lokale Media,
ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen, Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 08 september 2022
Ter kennisneming
Het college heeft toegezegd uiterlijk na zes maanden te komen met een vervolg op de
aanbevelingen.
Met deze brief meent het college motie 872' van het lid Boutkan c.s. over een onderzoek naar de
instructiebevoegdheid te hebben afgedaan.
Met deze brief meent het college motie 873 van het lid Martens c.s. over een quickscan van de
aanbevelingen van de AEB-Raadsenquête onder de deelnemingen te hebben uitgevoerd.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-080537 Bijlage 1 - Raadsinformatiebrief over vervolg AEB Raadsenquête. pdf (pdf)
AD2022-080538 Bijlage 2 - Quickscan Deelnemingen - DEFINITIEF. pdf (pdf)
AD2022-080539 | Bijlage 3 - Onderzoek instructiebevoegdheid.pdf (pdf)
AD2022-080527 Commissie FKD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC Deelnemingen, Peter van Kessel, [email protected]
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | train |
2 Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
2x Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
D www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de Raadscommissie
Algemene Zaken
Datum 26 juni |
Behandeld door M. Geldorp
Onderwerp Uitvoering motie van het lid Van Dantzig c.s. inzake het gebruik van bodycams in de Treite
raanpak
Geachte leden van de commissie Algemene Zaken,
Naar aanleiding van een tweetal artikelen in het NRC is tijdens de vergadering van vw commissie
Algemene Zaken van 13 april jl, bij het onderwerp Jaarrapportage Treiteraanpak 2016, gesproken
over de inzet van bodycams in een casus van de Treiteraanpak. Op 9 mei heb ik u hierover per brief
nader geïnformeerd. Tijdens de vergadering van de Gemeenteraad is op 7 juni jl. opnieuw gespro-
ken over het instrument bodycam in de Treiteraanpak. Daarbij is de motie Van Dantzig c.s, aan-
genomen waarin gevraagd wordt om:
mn __geen bodycams meer in te zetten bij burgers in het kader van de Treiteraanpak voordat expli-
cieter dan in de brief van 9 mei 2017 is duidelijk gemaakt aan welke voorwaarden een inciden-
teel geval moet voldoen voordat bodycams kunnen worden ingezet;
mn __in die voorwaarden niet alleen het veiligheidsgevoel op te nemen, maar ook dat de daadwer-
kelijke veiligheid van personen in het geding is, en met wetenschappelijk onderzoek te onder-
bouwen dat bodycams bij burgers daadwerkelijk bijdragen aan de veiligheid van de betrokken
personen;
mn __deze voorwaarden en de onderbouwing van de voorwaarden voor te leggen aan de raad en
daarvoor het inzetten van bodycams bij burgers niet te hervatten.
Zoals ik in mijn eerdere brief al heb aangegeven, betreur ik het dat u de inzet van bodycams uit de
krant heeft moeten vernemen. Ik onderschrijf het belang dat de Raad hecht aan een zeer zorgvul-
dige afweging bij het inzetten van een instrument als bodycams, óók bij slachtoffers in de Treite-
raanpak. En ik onderschrijf ook het belang van goede waarborgen, vastgelegd in een protocol. Het
gaat hierbij ook om waarborgen die de privacy — of beter gezegd de zorgvuldige omgang van per-
soonsgegevens — van anderen dan de slachtoffers zo tegemoet komen. Privacy is namelijk een
containerbegrip, dat niet alleen gaat om de bescherming van persoonsgegevens maar ook om de
bescherming van het eigen lichaam, van de eigen woning, van familie- en gezinsleven en om het
recht vertrouwelijk te kunnen communiceren via brief, e-mail, telefoon. Anders dan wel wordt
gedacht is noch “het recht op privacy”, noch het recht op bescherming van persoonsgegevens een
absoluut, onaantastbaar recht. De wet stelt regels voor zorgvuldige verwerking van persoonsge-
gevens, maar verbiedt die zeker niet. Zeker in gevallen waarin belangen van anderen en/of het
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 26 juni 2017
Pagina 2 van 3
algemeen belang van de handhaving van de openbare orde in het geding zijn, biedt de wet ruimte
om ook tegen de wil van personen gegevens over hen te verwerken. Hoe zwaarder die belangen
zijn, hoe gerechtvaardiger ik die verwerking acht en hoe uitgebreider die gegevensverwerking kan
zijn. Uiteraard neem ik daarbij de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht, maar als een
actie noodzakelijk is in het belang van mijn openbare orde taak, dan zal ik die actie niet achterwe-
ge laten enkel vanwege het belang van de bescherming van persoonsgegevens van degene die
anderen lastigvallen en/of die de openbare orde verstoren.
Inzet bodycams bij casus Treiteraanpak
In de complexe casus waarin bodycams aan de slachtoffers ter beschikking zijn gesteld, is gehan-
deld vanuit het belangrijkste uitgangspunt van de Treiteraanpak, namelijk de bescherming van
slachtoffers. In deze casus waren eerder instrumenten ter bescherming van de slachtoffers inge-
zet, maar dit heeft niet kunnen voorkomen dat één van de slachtoffers door de treiteraar op straat
werd mishandeld, dat zelfs in een geheel ander deel van de stad heeft plaatsgevonden. In het be-
lang van de bescherming van dit slachtoffer, en ook van de andere slachtoffers in deze casus, en
om verdere escalatie in deze casus zo veel mogelijk te voorkomen, is besloten ook bodycams in te
zetten. Deze inzet was weloverwogen en met waarborgen omkleed, onder meer doordat slachtof-
fers een gebruikersovereenkomst hebben getekend en heldere instructies voor het gebruik heb-
ben gekregen.
In de raadsvergadering van 7 juni jl. leek bij enkele raadsleden ten onrechte de indruk te bestaan
dat de mishandeling heeft plaatsgevonden nádat bodycams waren verstrekt. Dit was niet het ge-
val; pas nadat de vechtpartij had plaatsgevonden, is — na zorgvuldige afweging — gekozen voor de
inzet van dit instrument. Enige suggestie dat de inzet van bodycams in deze casus een escalerend
effect zou hebben gehad, is dan ook onjuist. Ook de suggestie dat het hier over een gelijkwaardig
burenconflict zou gaan klopt niet. Er is mijns inziens sprake van een duidelijke treiteraar en meer-
dere slachtoffers.
Protocol inzet bodycams in de Treiteraanpak
Als bijlage bij deze brief treft v een protocol aan voor eventuele inzet van bodycams bij slachtof-
fers van treitersituaties in de toekomst, met daarin de in de motie gevraagde voorwaarden en
onderbouwing van de voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat het besluit voor de verstrek-
king van een bodycam bij mij ligt, de burgemeester maakt hier op basis van de aard, ernst en con-
text van de casus een afweging tot inzet. Ten opzichte van de inzet van de bodycams in de eerste
casus, is dit een extra waarborg voor een zorgvuldige afweging van inzet van dit instrument in
toekomstige, vitzonderlijke, gevallen.
In het protocol is opgenomen dat het slachtoffer vooraf mondeling wordt geïnstrueerd op welke
wijze de bodycam te gebruiken en dat het slachtoffer voor verstrekking van de bodycam een ge-
bruikersovereenkomst ondertekent. Het protocol waarborgt dat noch het slachtoffer noch de
gemeente beschikt over de beelden. Het slachtoffer heeft zelf geen toegang tot opgenomen beel-
den omdat deze zijn versleuteld door middel van software, die niet aan het slachtoffer wordt ver-
strekt (de beelden kunnen dus bijvoorbeeld niet via social media verspreid worden). De gemeente
beschikt over de software, maar heeft geen toegang tot opgenomen beelden omdat de gemeente
niet over de camera beschikt — die camera is in bezit van het slachtoffer. In voorkomende gevallen
dat het slachtoffer bij de politie aangifte doet van een incident, zal de gemeente de ondersteu-
nende software aan de politie leveren zodat de politie de beelden van de camera kan uitlezen en
opslaan, waarna de politie de beelden direct uit het geheugen van de camera wist. Voorstel is
daarnaast om jaarlijks te rapporteren over het aantal zaken waarin de bodycam eventueel is inge-
zet.
Gemeente Amsterdam Datum 26 juni 2017
Pagina 3 van 3
Waar het gaat om onderbouwing met zo mogelijk wetenschappelijk onderzoek, wil ik u meegeven
dat noch in Nederland, noch in de VS of in Groot-Brittanië, wetenschappelijk onderzoek dan wel
bewijs bekend is naar de inzet van bodycams bij particulieren. Desondanks ben ik van mening dat
de inzet van bodycams in de Treiteraanpak — zoals voormeld met de nodige waarborgen omkleed
— mogelijk moet zijn in die gevallen waarin slachtoffers ernstig worden bedreigd, zich ernstig be-
dreigd voelen of zelfs slachtoffer zijn geworden van geweld. Van dit laatste, aantasting van de
objectieve veiligheid van het slachtoffer, was sprake in de beschreven casus.
Er is dan weliswaar geen wetenschappelijk onderzoek naar de inzet van bodycams, wel is er bij de
gemeente inmiddels een ruime ervaring met complexe treitersituaties waarbij regisseurs in staat
zijn gebleken hardnekkige en ingewikkelde casussen op te lossen en slachtoffers te beschermen
juist door te zoeken naar nieuwe oplossingen. Verder is het natuurlijk lastig om de effectiviteit van
een instrument met een preventief doel, namelijk het voorkomen van nieuwe incidenten, in kwan-
titatief opzicht te bewijzen. Zeker waar het, zoals in de Treiteraanpak, in zijn algemeenheid al gaat
om lage aantallen en de eventuele inzet van een instrument sowieso alleen in zeer uitzonderlijke
gevallen zal plaatsvinden. In de beschreven casus zijn de slachtoffers na de inzet van de bodycam
in ieder geval niet (opnieuw) aangetast in hun objectieve veiligheid. Ik beschouw daarmee de inzet
van de bodycams in deze casus als effectief.
In een volgende vergadering wissel ik graag met v en desgewenst vervolgens met de leden van de
gemeenteraad van gedachten over de afdoening van de motie.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
ep
/ t nen
SA
L
E.E. van der Laan
Burgemeester van Amsterdam
> Gemeente
Amsterdam
Protocol inzet bodycams Treiteraanpak
Inleiding
De Treiteraanpak is ontwikkeld om ernstige gevallen van intimidatie in de woonomgeving tegen te
gaan en slachtoffers te beschermen tegen treitersitvaties. In de Treiteraanpak kunnen zich
situaties voordoen waarin slachtoffers worden bedreigd, zich ernstig bedreigd voelen of zelfs
slachtoffer worden van geweld. Om deze redenen is besloten om in voorkomende gevallen
bodycams in te kunnen zetten als instrument binnen de Treiteraanpak. In dit protocol worden
onder meer de doelen, voorwaarden en waarborgen van het toepassen van bodycams in een
treitercasus beschreven.
Grondslag
Verstrekking van bodycam(s) binnen de Treiteraanpak door de gemeente vindt uitsluitend plaats
als inzet ter bescherming van slachtoffers als middel voor persoonlijk gebruik door het slachtoffer.
Eris géén sprake van inzet van gemeentelijke camera’s in het kader van handhaving van de
openbare orde ex artikel 151c Gemeentewet of van inzet van politiecamera’s.
Voor wie
De inzet van bodycams binnen de Treiteraanpak is bedoeld voor slachtoffers van treitersituaties
bij wie sprake is van ernstige aantasting of dreigende ernstige aantasting van de objectieve
veiligheid.
Doelen
De inzet van bodycams als instrument binnen de Treiteraanpak is gericht op bescherming van
slachtoffers in treiterzaken. Doelen van inzet van bodycams in de Treiteraanpak zijn:
-__primair: vergroten van het veiligheidsgevoel van het slachtoffer
-__secundair: preventieve werking richting de vermeende treiteraar
Voorwaarden
1. Inzet van bodycams is geen regulier instrument, maar wordt alleen in vitzonderlijke
gevallen toegepast;
2. Hetgaat om een lopende treiterzaak of om een treiterzaak in onderzoek;
3. Inzet van bodycam moet voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit;
4. Inde zaak worden alle beschikbare nuttige maatregelen en/of instrumenten ingezet die
zich richten op bescherming van het slachtoffer (zoals extra surveillance,
aandachtsvestiging op locatie/persoon, inzet van AWARE-kastje);
5. Eris sprake van gevaar voor escalatie en een reëel risico op incidenten, die niet door de
andere instrumenten en maatregelen kunnen worden voorkomen;
6. Het slachtoffer verklaart zich schriftelijk akkoord met voorwaarden die de gemeente stelt
over het gebruik van de bodycam.
Waarborgen
De bodycam mag alleen worden ingezet en verstrekt als het slachtoffer schriftelijk akkoord is
gegaan met stringente voorwaarden, opgenomen in een gebruikersovereenkomst die zowel door
het slachtoffer als de gemeente wordt ondertekend. In deze gebruikersovereenkomst zijn de
volgende voorwaarden opgenomen:
1. de bodycam wordt uitsluitend verstrekt voor persoonlijk gebruik door het slachtoffer zelf;
2. hetslachtoffer doet er alles aan om confrontatie met de treiteraar te voorkomen;
3. hetslachtoffer mag de bodycam alleen gebruiken in die gevallen waarin het slachtoffer
bedreigd wordt of zich bedreigd voelt;
4. indien zich een bedreigende situatie voordoet, activeert het slachtoffer de bodycam —
voor zover mogelijk/voor zover de situatie dit toelaat — ná mondelinge mededeling door
het slachtoffer van het maken van opnamen met de bodycam;
5. _hetslachtoffer gebruikt de bodycam alleen in de eigen woning of in de openbare ruimte
(op straat);
6. in geval het slachtoffer zich in de bedreigende situatie op een andere locatie dan in de
eigen woning of de openbare ruimte bevindt, dan gebruikt het slachtoffer de bodycam
alleen na toestemming van de aldaar aanwezige personen;
7. hetslachtoffer heeft geen toegang tot de beelden en kan de opgenomen beelden dus niet
bewerken, delen, verspreiden en/of opslaan (via internet of anderszins);
8. de bodycam is zodanig geïnstalleerd dat ook de beelden van de 60 seconden voorafgaand
aan activering van de camera worden opgeslagen in de bodycam;
g. hetslachtoffer informeert de stadsdeelregisseur Treiteraanpak direct wanneer beelden
met de bodycam zijn opgenomen.
Besluit inzet
De burgemeester neemt het besluit tot inzet van bodycam(s) in een treitercasus.
Proces besluitvorming:
1. Destadsdeelregisseur Treiteraanpak gaat na of de zaak aan de hierboven beschreven
voorwaarden voldoet en legt aan de programmamanager Treiteraanpak voor of er
noodzaak is voor inzet van een bodycam;
2. Als aan alle voorwaarden wordt voldaan, vult de stadsdeelregisseur een formulier in voor
verzoek tot inzet bodycam en stuurt dit formulier naar het programmateam
Treiteraanpak;
3. Het verzoek wordt met advies van het programmateam Treiteraanpak aan de
burgemeester voorgelegd;
4. De burgemeester neemt het besluit tot het al dan niet inzetten van bodycam(s).
Termijn inzet bodycam
De burgemeester zet de bodycam in voor een periode van maximaal zes weken. De burgemeester
kan op advies van het programmateam Treiteraanpak de inzet van de bodycam ten hoogste drie
keer verlengen voor een periode van telkens maximaal zes weken.
Protocol inzet bodycams Treiteraanpak gemeente Amsterdam
Verstrekking en inname bodycam
Bij besluit van de burgemeester tot inzet van een bodycam, wordt aan het slachtoffer duidelijke
uitleg en instructies gegeven en wordt de bodycam verstrekt nadat het slachtoffer de
gebruikersovereenkomst heeft ondertekend. Wekelijks wordt getoetst of de zaak nog voldoet aan
de criteria die hebben geleid tot inzet van de bodycam. De programmamanager Treiteraanpak
beoordeelt of er nog steeds sprake is van een zodanig bedreigende situatie dat inzet van de
bodycam nog steeds gerechtvaardigd is. Zodra er geen sprake meer is van een situatie waarin de
inzet van de bodycam nodig is, wordt de bodycam ingenomen. De redenen/omstandigheden van
het besluit tot inname, de datum van inname en het verslag van de wekelijkse toetsing worden in
het dossier vastgelegd.
Waarborgen bij gebruik bodycam
De bodycam is eenvoudig te bedienen en kan, nadat de bodycam stand-by is gezet, met één druk
op de knop worden geactiveerd. Naast beeld wordt dan ook het geluid opgenomen. Opnamen
beëindigen geschiedt door dezelfde knop twee maal in te drukken.
De met de bodycam opgenomen beelden (inclusief geluid) worden op de bodycam/het apparaat
zelf bewaard. De opgenomen data zijn alleen te ontsluiten met behulp van ondersteunende en bij
de bodycam behorende software. Deze software wordt niet aan het slachtoffer verstrekt. Dit is
een extra maatregel om te voorkomen dat het slachtoffer toegang krijgt tot de beelden (inclusief
geluid) en in staat is om zelf de opgenomen beelden (inclusief geluid) te bewerken, delen,
verspreiden en/of op te slaan.
Proces opnamen bodycam
Zoals eerder in dit protocol genoemd, heeft inzet van bodycam(s) primair tot doel het
veiligheidsgevoel van slachtoffers te vergroten, en secundair het doel van preventieve werking
richting de vermeende treiteraar. Desondanks kan het voorkomen dat het slachtoffer zich
genoodzaakt voelt de bodycam te gebruiken. In gevallen waarin de bodycam daadwerkelijk wordt
gebruikt, stelt het slachtoffer de stadsdeelregisseur direct in kennis van het gebruik en de
aanleiding tot het gebruik. Het slachtoffer meldt het incident bij de politie, doet aangifte en
verstrekt de camera aan de politie. De ondersteunende software wordt door het team
Treiteraanpak aan de politie geleverd zodat de politie de beelden kan lezen en opslaan.
Vervolgens wist de politie de beelden direct vit het geheugen van de camera. De
stadsdeelregisseur legt de gang van zaken schriftelijk vast in het dossier.
Juni 2017
Protocol inzet bodycams Treiteraanpak gemeente Amsterdam
| Motie | 7 | discard |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
% Definitieve raadsagenda,
woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de
raadsvergadering.
Datum en tijd woensdag 19 september 2018 13.00 uur en 19.30 uur
en zo nodig donderdag 20 september 2018 13.00 uur
Locatie Raadzaal
Algemeen
1 Mededelingen.
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergaderingen op 12 juli 2018 en 19 juli
2018.
3 Vaststellen van de agenda.
4 Mededeling van de ingekomen stukken.
5 _Mondelingevragenuur.
Benoemingen
6 Verlenen van eervol ontslag van een lid van de Technische Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 707)
7 _Benoemen van een lid in de Raad van Toezicht VierT aal.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 722)
8 Geheim tot aan positief advies van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van
12 september.
Voordracht wordt per supplementagenda toegevoegd aan de vergaderstukken.
Juridische Zaken
9 Kennisnemen van de bespreking van de Notificatie richtlijn in de vergadering van
de raadscommissie Algemene Zaken van 5 juli 2018.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 721)
1
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
Economische Zaken
10 Vaststellen van drie verordeningen voor bedrijveninvesteringszones en
instemmen met een daarmee samenhangende wijziging van de begroting 2019.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 700)
11 Vaststellen van de Marktvisie Amsterdam 2018-2026 en instemmen met de
Agenda Markten 2018-2026. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 701)
Zuidas en Marineterrein
12 Vaststellen van het bestemmingsplan Zuidas- Kop Zuidas 2018.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 702)
Onderwijs
13 Goedkeuren van de wijziging van de statuten van de Stichting Westelijke
Tuinsteden. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 703)
14 Bekrachtigen van de tijdelijke aanvulling van de Verordening op het Lokaal
Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening 28:
Combinatiefunctie Voor- en Vroegschool. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 704)
Bouwen en Wonen
15 Intrekken van de Bijzondere subsidieverordening stedelijke vernieuwing
Amsterdam en kennisnemen van de Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing
2018. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 705)
16 Het uiten van wensen en bedenkingen inzake het conceptbesluit van het college
over het aangaan van individuele achtervangovereenkomsten met het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw ten behoeve van woningcorporatie Stichting
Habion. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 706)
Ruimtelijke Ordening
17 Vaststellen van het bestemmingsplan De Pijp 2018.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 708)
18 Vaststellen van het bestemmingsplan Jachthavens.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 709)
19 Vaststellen van het bestemmingsplan Stationseiland, 1e herziening.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 710)
20 Het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van een
aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het project TT Vasumweg.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 713)
2
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
21 Vaststellen van het bestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4, Cruguiuswerf.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 714)
Grondzaken
22 Vaststellen van de wijziging van de Bijzondere Subsidieverordening
Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 715)
23 Instemmen met de herziening van de grondexploitatie Houthavens.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 716)
24 Vaststellen van het herziene investeringsbesluit en grondexploitatie voor de
herontwikkeling van de Brediuslocatie in West. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 717)
Zorg
25 Instemmen met het aanwijzen van afgevaardigden in het algemeen bestuur van
de Gemeenschappelijke Regeling GGD Amsterdam — Amstelland.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 719)
VERGADERING ACHTER GESLOTEN DEUREN
Juridische Zaken
26 Bekrachtigen van de geheimhouding. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 720)
Ruimtelijke Ordening
27 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 711)
28 Geheim. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 712)
3
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
Ingekomen stukken
1 Brief van Groengebied Amstelland van 18 juli 2018 inzake aanbieding van
de vastgestelde jaarrekening 2017, de begrotingswijziging 2018 en
de programmabegroting 2019 van Groengebied Amstelland.
Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen.
2 Brief van het Recreatieschap Twiske-Waterland van 30 juli 2018 inzake
aanbieding van de vastgestelde financiële jaarstukken van Recreatieschap
Twiske-Waterland.
Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen.
3 Raadsadres van een burger van 5 augustus 2018 inzake de uitspraak van
de ombudsman over de criminaliteit in de hoofdstad en de reactie van
de burgemeester.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen.
4 Raadsadres van een burger van 9 augustus 2018 inzake fietsendiefstal op
de Elandsgracht en in de Kinkerstraat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
5 Raadsadres van een burger van 6 augustus 2018 inzake MAC voor de Albert
Cuypmarkt.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het college van
burgemeester en wethouders ter afhandeling.
6 Brief van wethouder Dijksma van 9 augustus 2018 inzake uitstel van
de beantwoording de schriftelijke vragen van het lid Vroege van 19 juli over
veiligheid en bereikbaarheid op en rondom het voorgenomen oostelijk
tramemplacement in het VO Maaiveld De Entree en van 22 juli 2018
over de gevolgen van de hoge temperaturen voor de infrastructuur van
Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming.
7 _Raadsadres van een burger van 8 augustus 2018 inzake een nieuw gebiedsplan
voor Nieuw-West,
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen
ter zake.
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
8 Brief van Rijkswaterstaat Nederland van 9 augustus 2018 inzake de aanbieding
van het Panorama Markermeer-IJmeer.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
9 Raadsadres van Espressi van 30 juli 2018 inzake hogere boetes voor
overtredingen in plaats van helmplicht en snorfiets naar de rijbaan.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
10 Raadsadres van een burger van 25 juli 2018 inzake een klacht over het ophalen
van afval en overtreding van regels voor het buiten zetten van grof afval.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
11 Raadsadres van een burger van 27 juli 2018 inzake het beleid met betrekking tot
voorkoming van verstening van de binnentuinen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
12 Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 27 juli 2018 inzake
de financiële positie van de gemeente Amsterdam over het jaar 2018.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13 Raadsadres van een burger van 31 juli 2018 inzake strenger handhaven in plaats
van meer handhaving in de binnenstad.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
14 Raadsadres van een burger van 30 juli 2018 inzake het handhavingstekort in
de binnenstad en de juiste bestuurlijk-juridische randvoorwaarden voor
effectievere handhaving met voldoende capaciteit.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
5
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
15 Raadsadres van Detailhandel Nederland van 1 augustus 2018 inzake aanbieding
van de parkeerschijf als symbool voor bereikbaarheid van bedrijven en winkels in
Amsterdam.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
16 Raadsadres van burger van 1 augustus 2018 inzake het verdwijnen van
de trafokasten van de Amsterdamse School uit het straatbeeld van Amsterdam.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
17 Raadsadres van twee burgers van 1 augustus 2018 inzake het verlenen van
vergunningen voor omzetting van een zelfstandige woning naar meerdere
onzelfstandige ruimtes.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
18 Raadsadres van een burger van 2 augustus 2018 inzake aandacht voor
ondersteuning aan studenten met een functiebeperking door de gemeente.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs.
19 Raadsadres van een burger van 6 augustus 2018 inzake het ontbreken van
neerwaartse roltrappen in de stations in Amsterdam-Noord van de Noord-Zuidlijn.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
20 Brief van de gemeente Waalwijk van 27 augustus 2018 inzake de aangenomen
motie over het Kinderpardon in de gemeenteraad van Waalwijk op 7 juni 2018.
Voorgesteld wordt, deze motie voor kennisgeving aan te nemen.
21 Brief van wethouder Ivens van 26 juli 2018 inzake afdoening van motie 449.16
van het lid Van Lammeren over de plannen van Rainproof.
Voorgesteld wordt, de uitvoering van deze motie in de raadscommissie Wonen
en Bouwen bespreken en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te
beschouwen.
6
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
22 Brief van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen van 20 juli 2018 inzake
aanbieding van het jaarverslag en de ontwerp-jaarrekening 2017 van
het Recreatieschap Vinkeveense Plassen.
Voorgesteld wordt, deze jaarstukken voor kennisgeving aan te nemen.
23 Brieven van een burger van over de periode 18 juli — 9 september 2018 inzake
de fraudezaak rondom de bouw van de Johan Cruijff ArenA.
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen, onder
verwijzing naar de brief van het college van burgemeester en wethouders
van 8 augustus 2011, kenmerk nr. 2011/5273.
24 Brief van de Missing Chapter Foundation van 13 juli 2018 inzake aanbieding
van het rapport “Armoede door de ogen van kinderen”, het jaarverslag van
de pilot “Kansrijk opgroeien voor alle kinderen in Nederland”.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
25 Raadsadres van een burger van 23 juli 2018 inzake het beleid aangaande
openbare toiletten en in het bijzonder de plaskrullen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
26 Raadsadres van een burger van 18 juli 2018 inzake de bereikbaarheid van
Duitsland vanaf Amsterdam via het spoor en verplaatsing van korte vluchten van
Schiphol naar het spoor.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
27 Brief van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 24 juli 2018 inzake de start
van het onderzoek naar schaarse vergunningstelsels in de passagiersvaart.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
28 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2018
inzake berichtgeving over de tijdelijke vervanging van wethouder Kukenheim in
verband met (zorg)verlof.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
29 Brief van de Metropool Regio Amsterdam van 24 juli 2018 inzake aanbieding van
de vergaderstukken voor de vergadering van de Regiegroep Metropoolregio
Amsterdam op 10 oktober 2018.
Voorgesteld wordt, vergaderstukken voor kennisgeving aan te nemen.
30 Brief van de Rekenkamer Metropool Amsterdam van 24 juli 2018 inzake
aanbieding van de begroting 2019 van de gemeenschappelijke regeling van
de Rekenkamer Metropool Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze begroting voor kennisgeving aan te nemen.
31 Brieven van een burger van 18 juli en 1 september 2018 inzake het slepende
conflict met Camelot.
Voorgesteld wordt, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen.
32 Brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 28 juni 2018 inzake
de startpublicatie over een nieuwe Meerjarenvisie richting 2024 “Om over na te
denken”.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
33 Raadsadressen van Amsterdams Erfgoed Overleg van 20 juli 2018 inzake
het behoud van de museumtrams en de zorg voor en integrale visie mobiel
erfgoed en van de Wijkraad Amsterdam Zuid-West van 12 augustus 2018
inzake borging voor de toekomst van het Trammuseum.
Voorgesteld wordt, deze raadsadressen in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van
het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening en naar de leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en
Democratisering.
34 Brief van de Vervoerregio Amsterdam van 19 juli 2018 inzake aanbieding van
de Programmabegroting 2018-2022 van de Vervoerregio Amsterdam en
voornemen om deel te nemen aan Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het college van college
van burgemeester en wethouders om een voordacht voor te leggen aan de raad.
35 Afschrift van een brief van een burger, gericht aan het Europees Parlement,
van 26 juli 2018 inzake aanbieding van een petitie over machtsmisbruik door
de Willem Schrikker Groep en Jeugdzorg.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
8
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
36 Brief van het Forensisch Centrum Teylingereind van 26 juli 2018 inzake
aanbieding van het jaarverslag 2017 van het Forensisch Centrum Teylingereind
over het meedoen van jongeren in de samenleving.
Voorgesteld wordt, dit jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
37 Afschrift van een brief, gericht aan Roze in Blauw, van 21 augustus 2018 inzake
intimidatie op straat.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
38 Brief van het Commissariaat voor de Media van 17 augustus 2018 inzake
het verzoek om advies over de aanwijzing van de Stichting Publieke Omroep
Amsterdam als lokale publieke media-instelling.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen om een voordracht aan de raadscommissie Kunst,
Diversiteit en Democratisering en de raad voor te leggen.
De bijlagen liggen ter inzage bij de raadsgriffie.
39 Brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
9 augustus 2018 inzake de wijziging van de bezoldigingsbedragen voor
burgemeester en wethouders, alsmede wijziging van het bedrag van
tegemoetkoming ziektekosten voor raadsleden.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
40 Raadsadres van de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust
en de Zondagsheiliging van 24 augustus 2018 inzake het respect voor
de zondagsrust en zondagsheiliging.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
41 Raadsadres van een burger van 12 augustus 2018 inzake de registratie van
een naam van een duoraadslid in de Basisadministratie.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen te stellen van het presidium van
de gemeenteraad ter afhandeling.
42 Raadsadres van de Wijkraad Amsterdam Zuid-West van 23 augustus 2018
inzake veiligheid en onderhoud van de rijwielpaden in stadsdeel Oud-Zuid.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
9
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
43 Raadsadres van de Stichting Natuurbescherming ZO van 13 augustus 2018
inzake het buiten werking stellen van de Bomenverordening en het Natuur-
netwerk Nederland vanwege afwijzing van een handhavingsverzoek door
stadsdeel Zuidoost.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
44 Raadsadres van een burger van 11 augustus 2018 inzake het parkeerbeleid
van gebieden rondom Noord-Zuidlijn in Amsterdam-Noord.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
45 Raadsadres van een burger van 8 augustus 2018 inzake het verbod op parkeren
voor vergunninghouders in het centrum tijdens evenementen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
46 Raadsadres van een burger van 26 augustus 2018 inzake het beschikbaar
stellen van de Stichting Leergeld voor bewoners in stadsdeel Oud-West.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs.
47 Raadsadres van een burger van 16 augustus 2018 inzake de verkeersonveilige
situatie op de Schepenlaan.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
48 Afschrift van een brief van een burger, gericht aan het klantcontactcentrum
Woningnet, van 16 augustus 2018 inzake het moeilijk vinden van nieuwe
woonruimte.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
10
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
49 Raadsadres van een burger van 27 augustus 2018 inzake zorgen om vervuiling
van Amsterdam door gemotoriseerd verkeer.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
50 Brief van PSP'92 van 25 augustus 2018 inzake preventie van radicalisering.
Voorgesteld wordt, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
51 Raadsadres van de Werkgroep Historie Sloten - Oud Osdorp van 27 augustus
2018 inzake het behoud van de Lutkemeerpolder en de biologische boerderij
De Boterbloem.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van het agendapunt Bestuurlijke reactie op motie 316.18 van de voormalige
leden Nuijens en Geenen over uitwerken van meerdere scenario’s voor
het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem
in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 3 oktober 2018.
52 Raadsadres van de Vrienden van het Diemerpark van 28 augustus 2018 inzake
de sportnorm in relatie tot de ontwikkeling van IJburg, 2e fase.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
53 Raadsadres van een burger van 2/7 augustus 2018 inzake de reactie van
stadsdeel Zuid op het verzoek om plaatsing van een afvalbak op de Amsteldijk.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
54 Brief van Controle Alt Delete van 27 augustus 2018 inzake een artikel in
de Secondant, platform voor maatschappelijke veiligheid van het Centrum voor
Criminaliteitspreventie en Veiligheid, met betrekking tot vertrouwen in de politie.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
11
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
55 Raadsadres van een burger van 29 augustus 2018 inzake een klacht over
de gevaarlijke verkeerssituatie op de Marnixstraat, onder andere door gedrag
van buschauffeurs.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
56 Raadsadres van een burger van 28 augustus 2018 inzake een klacht over
de William Schrikker Stichting.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te sturen naar het college van
burgemeester en wethouders ter afhandeling.
57 Brief van een burger van 29 augustus 2018 inzake het niet reageren op
verzoeken om een pand brandveilig te maken.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
58 Zienswijze van twee burgers van 29 augustus 2018 inzake het ontwerp-
bestemmingsplan en het ontwerpexploitatieplan Weespertrekvaart Oost.
Deze zienswijze is doorgestuurd naar het college van burgemeester en
wethouders om het te betrekken bij het door hen in te dienen ontwerp-
bestemmingsplan Weespertrekvaart Oost.
59 Raadsadres van een burger van 3 september 2018 inzake het verzoek om in
de Lutkemeer geen nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk te maken en de landerijen
van de biologische boerderij De Boterbloem te behouden voor agrarische
doeleinden en natuur.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van het agendapunt Bestuurlijke reactie op motie 316.18 van de voormalige
leden Nuijens en Geenen over uitwerken van meerdere scenario’s voor
het behoud van (zoveel mogelijk van) de functie van zorgboerderij de Boterbloem
in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 3 oktober 2018.
60 Raadsadres van een burger van 3 september 2018 inzake de projectopzet
“Snorfiets naar de rijbaan”.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij de behandeling van de agendapunten
15 en 16, Snorfiets naar de rijbaan, in de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid van 13 september 2018.
12
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
61 Raadsadres van de Vereniging Vrienden van de Sloterplas van 3 september
2018 inzake de aanpak van de kanoknelpunten in Nieuw-West van de Watervisie
Amsterdam 2040.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid.
62 Raadsadres van een burger van 4 september 2018 inzake het afschaffen van
de dividendbelasting en de gevolgen voor de gemeentelijke begroting.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
63 Raadsadres van de werkgroep Het Open IJ / Brug over het IJ, nee dank je, van
4 september 2018 inzake het bestemmingsplan Stationseiland, 1e herziening.
Dit raadsadres is desgewenst betrokken bij agendapunt 13 in de
raadscommissie Ruimtelijke Ordening van 12 september 2018,
en voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling
van agendapunt 19 in de raad, vaststellen van het bestemmingsplan
Stationseiland, 1° herziening.
64 Raadsadres van de Bewonerscommissie de Reddingsboei van 4 september 2018
inzake de gebrekkige herprofilering van drie hofjes rondom de Sloterplas.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
65 Brief van wethouder Dijksma van 5 september 2018 inzake vertraging van
de bouwwerkzaamheden aan de Amstelveenseweg.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming.
66 Brief van Blijf Groep, opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld, van
14 augustus 2018 inzake het leveren van een bijdrage van de Blijf Groep
aan het inwerkprogramma voor de nieuwe gemeenteraad.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
67 Brief van wethouder Van Doorninck van 5 september 2018 inzake uitstel van
de besluitvorming van het Warmteplan Sluisbuurt.
Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13
Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Definitieve raadsagenda, woensdag 19 en donderdag 20 september 2018
68 Raadsadres van een burger van 6 september 2018 inzake een idee voor
de aanpak van overlastgevende burgers in Amsterdam.
Voorgesteld wordt, de afhandeling over te laten aan de leden van
de gemeenteraad.
69 Raadsadres van een burger van 7 september 2018 inzake collectieve afspraken
tussen de gemeente Amsterdam en zorgverzekeraar Zilveren Kruis.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
14
| Agenda | 14 | train |
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
aen x Stadsdeel Nieuw-West
Postbus 2003 x
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009 NW
www.nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Deelraad
Datum 25-09-2013
Reg.nr./DECOS nr. 2013/INTERN/1028
Voordracht
(D.B., 25 juni 2013)
Onderwerp Herziening Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West
Besluit 1. de herziening van het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West vast te stellen en ter
instemming voor te leggen aan het College van B&W en Gemeenteraad;
2. in te stemmen met de herziening van het Financieel Kader Vernieuwingsplan Centrum
Nieuw-West (d.d. 27-06-2013) met minimaal een positief saldo en ter vaststelling voor te
leggen aan het College van B&W en de Gemeenteraad;
3. inte stemmen met een overdrachtwaarde van het stadsdeelkantoor (Osdorpplein) in de
uitwerking van deelgebied 1.1.B SDK-locatie tegen de dan geldende boekwaarde i.p.v.
marktwaarde;
4. de onder punt 3 genoemde afwijking, ten opzichte van de gemeentelijke richtlijnen ter
waardebepaling van opstallen, ter vaststelling voor te leggen aan het College van B&W.
Toelichting (bijv. vorig Op 28 september 2005 is het Vernieuwingsplan Centrum Amsterdam Nieuw-West (VNP)
besluit/relatie met overige vastgesteld door de Gemeenteraad inclusief het bijbehorende Financieel Kader. Met dit
bestuurlijke besluit werd uitvoering gegeven aan “Richting Parkstad 2015” en is het project Centrum
uitgangspunten): Amsterdam Nieuw-West aangewezen tot het kloppende hart van Nieuw-West.
Bij de vaststelling van het Vernieuwingsplan waren de belangrijkste speerpunten voor de
ontwikkeling van Centrum Nieuw-West:
e het Osdorp Centrum als centrum laten fungeren
e Inde Van Suchtelen van de Haarebuurt sloop-nieuwbouw te plegen
e Winkels en leisure-functies in Osdorp Centrum aan te passen en uit te breiden
e Bruto toevoeging van 29.000m?2 Kantoren
Na het vaststellen van het VNP is begonnen aan de uitwerking van de verschillende
deelprojecten met zowel corporaties als ontwikkelaars. Gaandeweg de uitwerking van de
deelplannen zijn nieuwe inzichten en wijzigingen opgetreden die vroegen om aanpassing
van de plannen. Dit kwam o.a. door veranderde uitgangspunten nav deelstudies,
bestuurswisselingen en vernieuwde inzichten bij ontwikkelende partijen.
Deze planaanpassingen waren in eerste instantie vooral van ruimtelijke aard en vielen
binnen de bevoegdheden voor besluitvorming van de deelraad. Het ruimtelijk kader is voor
de 1° keer op punten aangepast zonder daarbij de algemene strekking van het VNP uit het
oog te verliezen. Deze aanpassingen zijn verwoord in het “Regieplan” dat is vastgesteld
door de deelraad van Osdorp in april 2007. De ruimtelijke wijzigingen hadden geen gevolg
voor de vastgestelde financiële kaders van het VNP en behoefden daarom geen
vaststelling door de Gemeenteraad.
In 2012 werd duidelijk dat het Vernieuwingsplan Gentrum Nieuw-West en het bijbehorende
Pagina 2 van 4 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Financieel Kader uit 2005 zowel programmatisch als financieel door de actualiteit was
ingehaald. Lagere afzet betekent lagere productie, lagere prijzen en langere doorlooptijden
(opgerekt naar 2023).
Motivering besluit Argumenten:
1.1. Het doel van deze herziening van het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West is om
het in 2005 vastgestelde vernieuwingsplan te actualiseren. Het oorspronkelijke
Vernieuwingsplan is namelijk zowel programmatisch als financieel door de actualiteit
ingehaald. Het Vernieuwingsplan is in economische hoogtijdagen opgesteld. Door de
herziening wordt het programma kleiner en daarmee beter uitvoerbaar. In de
bijgevoegde herziening van het Vernieuwingsplan wordt verder ingegaan op de
ruimtelijke randvoorwaarden en uitgangspunten.
De gewenste ontwikkelingen en de ruimtelijke wijzigingen zijn reeds juridisch
planologisch mogelijk gemaakt in het nieuwe bestemmingsplan Osdorpplein en
omgeving. De besluiten moeten ter vaststelling c.q. ter instemming worden voorgelegd
aan het college van B&W en deels aan de gemeenteraad.
1.2. Na het vaststellen van het VNP is het stadsdeel de verschillende deelgebieden gaan
uitwerken met zowel corporaties als ontwikkelaars. Dit heeft reeds geleid tot uitvoering
van Suha | (met Stadgenoot), een fase III besluit voor Suha Il (met Eigen Haard), een
vastgesteld uitwerkingsplan voor de Zuidwestoever, een ontwikkelovereenkomst met
ASR en drie uitwerkingsplannen die de besluitvormingsprocedure ingaan (de
Meervaart, Plein Zuid en de Shoperade van Kroonenberg). Het vaststellen van deze
herziening is essentieel om de uitvoering van deze deelgebieden te waarborgen.
1.3. Stadsloketten. In het VNP van 2005 werd nog uitgegaan van ca 29.000 m2
kantoorprogramma inclusief 12.000 m2 voor een nieuw stadsdeelkantoor. In het kader
van het Plabeka heeft het stadsdeel de kantoormeters geschrapt. Om aan de ambitie
van de Centrale Stad te kunnen voldoen is in de herziening van het Centrum een
programma opgenomen van ca 3.100 m2 voor stadsloketten. De verdere
planontwikkeling van de stadsloketten zal het stadsdeel in nauwe samenwerking met
Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) realiseren.
2.1. De herziening van het programma en de fasering van het Vernieuwingsplan heeft
financiële consequenties, welke zijn doorgerekend in het Financieel Kader behorende bij
het Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West.
Het Financieel Kader (fase 2 product) is een raming van het financiële resultaat waarbij de
financiële uitgangspunten en principes worden vastgelegd. De concrete
investeringsbeslissingen worden genomen bij het vaststellen van de bijbehorende
uitwerkingsplannen doormiddel van het nemen van het investeringsbesluit (fase 3 product).
Bij het nemen van het fase 3 besluit wordt er getoetst aan de uitgangspunten en principes
zoals opgenomen in het Financieel Kader.
Doorgerekend met rente en inflatie komt het totale Financieel Kader, uitgedrukt in contante
waarde 01-01-2013, uit op € 796.000 positief. Het saldo van de grondexploitaties van de uit
te werken deelgebieden zal getoetst worden aan het Financieel Kader, waarbij als
ondergrens een minimaal kostendekkende exploitatie het uitgangspunt zal zijn.
2
Pagina 3 van 4 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
2.2 De opzet van de herziening en de financiële consequenties zijn in een vroeg stadium
voorbesproken met Ontwikkelingsbedrijf Amsterdam (OGA) en in de projectenstaf met
Wethouder van Poelgeest en worden door hen ondersteund. Voorafgaand aan de
besluitvorming in de deelraad zal het Financieel Kader nog definitief getoetst worden door
het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam.
De herziening van het Financieel Kader zal na instemming door de deelraad ter vaststelling
worden voorgelegd aan het college van B&W en de Gemeenteraad. Hierbij zal het college
van B&W en de Gemeenteraad eveneens gevraagd worden een aantal uitgangspunten uit
het Vernieuwingsplan en Financieel Kader uit 2005 opnieuw te bekrachtigen. Zo zal het
College van B&W en de Gemeenteraad gevraagd worden akkoord te gaan met het tijdelijk
verwijderen van het noodspoor voor de tram en na een aantal jaar op een andere plek
terug te leggen en om akkoord te gaan om de meerwaarde bij omzetting van bestaande
erfpachtrechten binnen het plangebied ten gunste te brengen van het project.
3.1 Al enkele jaren zorgt de laagconjunctuur voor een afnemende afzet van woningen en
detailhandel. Deze afnemende afzet vertaalt zich in afnemende verkoopprijzen en daarmee
lagere grondopbrengsten. Als gevolg van deze afnemende grondopbrengsten is het
Financieel Kader Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West herzien. Ook voor deelgebied
1.1.B SDK-locatie zijn de grondopbrengsten neerwaarts bijgesteld. Wanneer de inbreng
van het stadsdeelkantoor (Osdorpplein) tegen marktwaarde geschiedt zal dit tot een
negatieve deelexploitatie leiden. De deelraad wordt daarom verzocht in te stemmen met
een overdrachtwaarde van het stadsdeelkantoor in de uitwerking van deelgebied 1.1.B
SDK-locatie tegen de dan geldende boekwaarde i.p.v. marktwaarde. De huidige
boekwaarde (prijspeil 2013) bedraagt € 4.444.865 en ligt aanmerkelijk lager dan de
geraamde marktwaarde van het vernieuwingsplan uit 2005. Door hantering van de
boekwaarde wordt een haalbare deelexploitatie voor deze locatie verwacht.
4.1Ter bepaling van de overdrachtwaarde van gemeentelijke opstallen gelden binnen de
gemeente Amsterdam de ‘Richtlijnen waardebepaling van terreinen en/of opstallen in het
kader van intern gemeentelijke (beheers)overdrachten’ (OGA; herziene versie dd. 17
september 2003). Hierin staat als richtlijn dat intern gemeentelijke overdrachten plaats
horen te vinden tegen marktwaarde. Hiervan kan afgeweken worden als het College van
B&W hiermee akkoord gaat. De deelraad wordt daarom gevraagd om de inbreng van het
stadsdeelkantoor tegen boekwaarde i.p.v. marktwaarde ter vaststelling voor te leggen aan
het College van B&W.
Kanttekeningen (risicofactoren)
1.Voor een aantal deelgebieden in Centrum Nieuw West zijn reeds vergaande afspraken
gemaakt en bekrachtigd zoals een ontwikkelovereenkomst met ASR voor Plein Zuid en
erfpachtcontracten met Stadgenoot voor Suha |. Verder wordt op 4 juli 2013 een contract
getekend met Eigen Haard over het definitieve programma in Suha Il inclusief de realisatie
van de stadsdeelloketten. Het niet vaststellen van deze herziening kan leiden tot
contractbreuk en het tussentijds beëindigen van de ontwikkeling van een aantal
deelgebieden. Niet alleen leidt dit tot financiële gevolgen maar ook zal Centrum Nieuw-
3
Pagina 4 van 4 Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
West, waarbij de doelstelling is om het woon- en winkelgebied als centrum voor geheel
Nieuw-West te laten fungeren, niet meer gehaald kunnen worden.
2 Omdat het Financieel Kader van de herziening Vernieuwingsplan Centrum Nieuw-West
de financiële vertaling is van het VNP en alle investeringen en opbrengsten omvat die
binnen het VNP Centrum Nieuw-West van toepassing zijn, wordt deze rapportage Kabinet
aangeboden. Deze rapportage bevat een uitgebreide risicoanalyse.
Financiële toelichting De doorrekening van het financieel kader wordt nog getoetst door het OGA . Bij deze
toetsing wordt nadrukkelijk gekeken of de opbrengsten haalbaar zijn en de kosten in
overeenstemming met het grondbeleid zijn. Wat betreft de concern risico’s zijn deze voor
het stadsdeel beperkt, omdat op dit plan de cash flow regeling van toepassing is. Uitgaven
kunnen pas worden gedaan als de inkomsten zeker zijn gesteld. De compensatie voor het
ingebrachte stadsdeelkantoor is dusdanig dat deze de restant boekwaarde compenseert
waardoor het stadsdeel hier geen schade van ondervindt.
-dekking In het herziene financieel kader staan toegezegde eigen bijdragen van het stadsdeel
opgenomen voor een totaalbedrag van € 5,6 miljoen. De dekking voor deze bijdragen is
opgenomen in de bestemmingsreserve vernieuwing Nieuw-West (BRVNW) en uit ISV
middelen. Een onderverdeling is te vinden in de toelichting financieel kader.
De boekwaarde van het stadsdeelkantoor aan het Osdorperplein wordt in de GREX
opgenomen en verwijderd uit de staat van activa van het stadsdeel.
Voor de actieve deelexploitaties die al uitgevoerd worden is reeds een krediet beschikbaar
gesteld van € 10,5 miljoen.
—dekkingsmiddel BRVNW en saldo ISV/ Stimuleringsfonds OGA
—capaciteitsraming nvt.
-risico-analyse Zie toelichting financieel Kader
—begrotingswijziging nvt.
4
| Actualiteit | 4 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 786
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 8 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie WB
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake de begroting voor 2015
(geen dieren meer in Carré).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Overwegende dat:
— Koninklijk Theater Carré sinds 1976 eigendom is van de gemeente Amsterdam;
— wethouder Ivens (dierenwelzijn) een brandbrief aan staatssecretaris Dijksma van
2 september 2014 heeft ondertekend, waar in staat: “Wij wachten met smart op
het door het kabinet aangekondigde landelijke verbod op het gebruik van wilde
(en exotische) dieren in circussen. (…) Wij zijn helaas niet bevoegd een
evenementenvergunning te weigeren op grond van dierenwelzijn. Het welzijn van
wilde dieren wordt in circussen ernstig aangetast. Ze hebben te weinig leefruimte,
zitten een groot deel van de dag in hun transportkooien of staan aan de ketting, er
wordt niet tegemoet gekomen aan hun sociale behoeften, en er is nauwelijks
afleiding. (…) Onze dringende boodschap aan u is: maak haast met het wettelijke
verbod op wilde dieren in het circus!”;
— de gemeente Amsterdam hiermee een duidelijk standpunt heeft ingenomen ten
aanzien van wilde dieren in circussen;
— hetin de ogen van de Partij voor de Dieren niet goed uit te leggen zou zijn
wanneer in een theater dat eigendom is van de gemeente Amsterdam, circussen
met wilde dieren een podium krijgen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
zijn verantwoordelijkheid te nemen door als eigenaar van theater Carré in dat theater
geen podium te bieden aan circussen of andere activiteiten met wilde dieren en bij
voorkeur alleen ruimte te bieden aan circussen en activiteiten die helemaal geen
dieren gebruiken.
Het lid van de gemeenteraad,
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 18 november 2021
Portefeuille(s) Zorg
Portefeuillehouder(s): Simone Kukenheim
Behandeld door GGD Amsterdam, [email protected])
Onderwerp Stand van zaken coronavirus Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over de stand van zaken rond het coronavirus in
Amsterdam. U kunt deze informatie desgewenst betrekken bij actualiteit(en) over dit onderwerp.
U heeft via de dagmail op 11 oktober de laatste brief van de veiligheidsregio Amsterdam-
Amstelland ontvangen over de stand van zaken rond het coronavirus. Het college hecht eraan u
voorafgaand aan de komende commissievergaderingen opnieuw te informeren over de stand van
zaken. Daarom ontvangt u deze brief nu vanuit de gemeente Amsterdam. U ontvangt bovendien
een aparte brief hoe GGD Amsterdam het komende half jaar haar inzet voor het bestrijden van het
coronavirus gaat organiseren.
Stand van zaken van de verschillende relevante indicatoren
We rapporteren over de stand van zaken op dezelfde manier zoals u gewend bent van de
veiligheidsregio, op basis van:
. het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames op het medisch dashboard;
. het functioneren van het testen en traceren en bron- en contactonderzoek;
. de stand van zaken van het vaccinatieprogramma;
. de druk op de zorginstellingen.
Verder ontvangt u in deze brief informatie over de corona preventie activiteiten.
In onderstaande figuur ziet u het aantal besmettingen per dag in onze Veiligheidsregio sinds juli
2020. De zwarte lijn geeft het gewogen gemiddelde weer over de laatste 7 dagen. Sinds de laatste
raadsbrief heeft er een sterke stijging van het aantal besmettingen plaats gevonden, dat is voor
afgelopen week niet anders.
We zagen afgelopen week een toename van 52% van het aantal meldingen in de veiligheidsregio
t.o.v. de week ervoor.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 2 van8
COVID-19 meldingen per dag in VRAA
OVID 19 meldingen Ecov D-19 meldingen 7 day moving average
In alle stadsdelen van de gemeente Amsterdam nam het aantal COVID meldingen toe ten opzichte
van de voorgaande week.
COVID-19 per weeknummer per 100.000 inwoners (stadsdeel)
Stadsdeel @ Centrum @Nieuw-West @Noord Oost @ West @ Zuid @ Zuidoost
A
/\
ee - en
J en
Er was een toename in het aantal COVID meldingen te zien bij alle leeftijden, met uitzondering
van de categorie 80+, in vergelijking met de voorgaande week. De grootste stijging was zichtbaar
in de leeftijdscategorie 5 tot 12 jaar. Onderstaande grafiek geldt voor de gehele veiligheidsregio.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 3 van8
COVID-19 melding per 100.000 per leeftijdcategorie in de laatste acht weken
JaarWeekNr
® 202140
® 20214:
® 202143
© 202144
COVID-19 meldingen per leeftijdscategorie vorige week
®o-4 @5-12 @13-18 O13-24 025-530 @31-40 @41-50 O51-60 O61-70 @71-20 Oa jr en ouder
Ziekenhuisopnames
Op de IC is er sprake van een sterke stijging, vorige week gemiddeld 14 nu gemiddeld 24. Deze
stijging komt door een hogere doorstroom vanuit de kliniek en door uitplaatsing vanuit het land. In
de kliniek zien we een verdere stijging in de bezetting (vorige week gemiddeld 58 nu gemiddeld
62), dit terwijl de capaciteit van de ziekenhuizen op dit moment 51 bedden is). Druk op
ziekenhuizen neemt toe (in onze regio is de sitvatie nog beheersbaar vergeleken andere regio’s in
het land. Onze regio neemt ook patiënten over uit de rest van het land). Het is beheersbaar dankzij
goed uitplaatsen binnen de ROAZ regio en een sterke samenwerking tussen zorgpartners.
De druk op de zorg in ziekenhuizen, bij huisartsen en ambulancedienst is zeer hoog. In de VVT
sector zijn er diverse COVID-uitbraken, maar wel minder heftig en kleiner dan voorheen, ook bij
dubbel gevaccineerden. De VVT is blij met het vooruitzicht van de boostervaccinatie voor
zorgpersoneel en mensen boven de 60 jaar. Beschikbaarheid personeel blijft een probleem, zowel
in thuiszorg als intramurale zorg.
Testen
In onderstaande figuur is het aantal afgenomen testen bij de GGD sinds april 2021 te zien. De
grijze kolommen geven het aantal testen per week aan, de rode lijn het percentage testen met een
positieve uitslag. Het aantal testen op 30.950. In onze regio is er nog steeds plek voor een
testafspraak binnen 24 vur: Het aantal testen is afgelopen week met 43% gestegen ten opzichte
van de voorgaande week. In Amsterdam wordt minder getest (per 100.000 inwoners) dan in
andere gemeenten: Het positief testpercentage is met 2% gestegen (van 15% naar 17%) ten
opzichte van de voorgaande week. De testbussen/units stonden voor de derde week in Oost
(Geertje Wielemaplein, Zeeburgereiland), voor de tweede week in Duivendrecht (Dorpsplein) en
voor de zesentwintigste week in Amstelveen (Sportlaan). Door de drukte is er bij de Sportlaan ook
een extra testbus ingezet.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 4 van 8
Testen met bekende uitslag (voor inwoners VRAA) per week
® Teste t bekende uitslag @% Testen met uitslag positie:
… Ne ÁE
Mitsel aan aaal |
De afgelopen week is er, zoals u ziet, veel getest. Tot nu toe is er elke dag nog genoeg
testcapaciteit beschikbaar. Ook is er op elke locatie vrije inloop mogelijk. Hieronder ziet v een
overzicht van beschikbare testen en uitgevoerde testen van afgelopen week.
De aantallen die hierboven genoemd staan, zijn de aantallen testen die vitgevoerd zijn. Daar zitten
ook inwoners van onze regiogemeenten en andere veiligheidsregio's tussen.
Traceren
Sinds de vorige raadsbrief is er landelijk een nieuw systeem ingevoerd rond het bron- en
contactonderzoek (BCO), te weten BCO op maat. Bij BCO op Maat wordt tijdens het gesprek met
de index een afweging gemaakt tussen twee typen BCO: Standaard BCO of Uitgebreid BCO. Het
grootste verschil tussen deze twee typen is dat bij het Standaard BCO de index zelf de nauwe
contacten (cat. 2) gaat inventariseren én informeren. Bij een Uitgebreid BCO doet de BCO-
medewerker dit. De huisgenoten (cat. 1) worden altijd geïnformeerd door een BCO-medewerker.
Op basis van vijf criteria wordt er een risico-inschatting gemaakt of Uitgebreid BCO nodig is óf dat
een Standaard BCO mogelijk is. Als de index aan één van onderstaande vijf criteria voldoet, heeft
het meerwaarde dat de GGD zelf de contacten inventariseert en informeert. De vijf criteria:
1. De index heeft risico gelopen op een Variant of Interest (VOI) of Variant of Concern (VOC)
2. De index behoort tot een moeilijk bereikbare groep
3. De index heeft contact gehad met personen met een verwachte lage vaccinatiegraad
4. De index is mogelijk onderdeel van een (bekend) cluster of situation (vervalt in fase 3 en 4)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 5 van8
5. De index kan zelf geen contactonderzoek doen
Vaccinaties
Landelijk was de vaccinatieopkomst vorige week onder inwoners van 12 jaar en ouder 82%. In de
Amsterdam ligt dit percentage op 76%. De vaccinatieopkomst is afgelopen week in alle stadsdelen
licht gestegen (0,3 - 0,8%) ten opzichte van de week ervoor. In week 45 heeft de GGD Amsterdam
10.669 vaccinaties gezet. U kunt deze cijfers ook terugvinden op het coronadashboard van de
GGD
Vaccinatieopkomst in Amsterdam per stadsdeel
© vaccinatieopkomst © Verwachte vaccinatieopkomst
83,7%
7 nr
80,8%
82,9%
Centrum
18,3%
13,9%
West
19,8%
74,0%
81,2%
682%
Zuidoost
66,1%
80,2%
0% 20% 40% 60% 80%
De afgelopen week hebben we bij het Groeps- en Wijkgericht Vaccineren 882 vaccinaties gezet,
dit is gelijk aan het aantal van vorige week. Zie de grafiek hieronder voor de cijfers van de
afgelopen weken, zodat u als gemeenteraad ook op dit punt volledig op de hoogte bent.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 6 van 8
Aantal vaccinatie mobiele teams per week
1400
1200 135
1089
1000
ei 2
500 5
600 6 7
2
400
2
0
e Ni P EN Mh Dt 5 BD LW NN:
DAE A Ë a
& se Nú É É ï Ee & & É É É FE & & S É É se Na Ni
De afgelopen week maakten er in totaal 4.556 mensen gebruik van de vrije inloop, dat zijn per dag
zo'n 651 personen. De mobiele units stonden op: Kraaiennest, Station Lelylaan en het
Hoekenrodeplein in Zuidoost.
Coronapreventieactiviteiten
Sinds de zomer is een wijk- en groepsgerichte aanpak gestart, waarbij voorlichters en mobiele
prikteams dagelijks de buurten ingaan, om met mensen in gesprek te gaan over vaccinaties en ze
aan te bieden zonder afspraak een vaccinatie te halen. Het doel met deze wijk- en groepsgerichte
aanpak is zoveel mogelijk Amsterdammers te bereiken en daarmee een zo hoog mogelijke
vaccinatiegraad te realiseren.
De fijnmazig vaccineren activiteiten worden gericht ingezet om praktische barrières weg te
nemen. Een mobiele unit in de wijk of een vaccinatieteam op een bepaalde locatie geeft mensen
de mogelijkheid om zich dichtbij en zonder afspraak te laten vaccineren. De units en team worden
ingezet in stadsdelen en wijken waar de vaccinatieopkomst lager ligt dan het landelijk
gemiddelde. Daarnaast worden er een groot scala aan voorlichtingsactiviteiten georganiseerd in
nauwe samenwerking met stadsdelen, huisartsen, gemeenschappen en organisaties (die daarvoor
ook bekende personen in de wijk of eigen communicatiekanalen inzetten).
Voorbeelden van recente wijkgericht vaccineren activiteiten zijn
e Nieuw West: Mobiele unit is ingezet bij: Station Lelylaan (26 okt t/m 13 nov). Mobiel team en
infoteam bij Huis van de Wijk Het Pluspunt (2de terugkomsessie, 13 nov), Stichting Kumbet
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 7 van8
(Stichting t.b.v. positieverbetering Turkse jongeren, 10 nov), De Wachter
(ontmoetingscentrum, terugkomsessie, 10 nov.) en IPABO (incluis voorlichtingssessie, 8 nov.)
e _ Zuidoost: Mobiele unit is ingezet bij Hoekerodeplein (26 okt t/m 13 nov). Mobiel Team is
ingezet bij Maranathakerk (gesteund door netwerk van pastoors, 8 nov.) Mobiel Team en
infoteam is ingezet bij Buurthuis Gein (aa en 13 nov), Buurthuis Holendrecht (11 nov.) en
Kazerne Reigersbos (terugkomsessie, 8 nov).
e Noord: Mobiel team en infoteam zijn ingezet bij Stichting Cordaan (faciliteert begeleid wonen
m.n. voor jongeren, 10 nov.).
e West: Mobiel team en infoteam is ingezet bij Stichting Aminah (in combi met eerdere
voorlichtingsbijeenkomst, 12 nov.)
e Oost: Mobiel team en infoteam is ingezet bij Sporthal Wethouder Verweij (i.s.m. Assadaka
(community voor sociale cohesie & participatie, 12 nov.), Buurthuis Archipel (12 nov.) en
Stichting Prachtvrouw (stichting voor vrouwen met een migratieachtergrond, voorafgegaan
door eerdere voorlichtingsbijeenkomst, 11 nov.)
Onderwijs
Voor de coronapreventieactiviteiten op het terrein van onderwijs zijn 10 MBO scholen en 25
voortgezet onderwijs scholen geselecteerd, gebaseerd op ligging en de populatie op deze scholen.
Alle 10 de MBO scholen zijn enthousiast over de aanpak en bereidwillig om mee te werken.
Op 7 MBO'’s worden Corona colleges gegeven en ondersteunen de leraren gesprekken over Corona
(m.b.v. ‘gespreksstarters’); 6 locaties richten zich op voorlichting en toeleiding naar prikunit. 2
locatie. zet in op voorlichting In totaal zijn 22 Corona colleges gehouden op het MBO, met
gemiddeld 20-60 leerlingen per klas. 2 extra MBO locaties nemen deel (Noord en Amstelveen).
Op het voortgezet onderwijs werken 13 van de 25 scholen inmiddels mee. en nemen één of
meerdere producten/ diensten af van de menukaart. 9 scholen staan opnieuw ingepland voor
gesprek met de directeuren over passend aanbod (naar aanleiding van gesprekken met
bestuurders). Vanuit 2 scholen is nog geen reactie gekomen.
Bij scholen die geen inzet willen, is in alle gevallen contact met de bestuurder(s) omtrent de keuze.
Het aantal scholen is gestegen naar 25 (de weekend school in zuidoost is aangesloten). In totaal
zijn nu 61 Corona colleges gegeven, verspreid over 3 locaties. Acties in week 4,5: Bij 2 scholen zijn
de afgelopen week Corona- / biologie lessen gegeven (5 totaal), voorbereiding Corona colleges
voor week 46 (minimaal 2 school).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 18 november 2021
Pagina 8 van 8
Zoals u ziet, wordt er volop doorgewerkt door de GGD Amsterdam en alle betrokken partners. Feit
is, dat we op dit moment opnieuw in een zware fase van de pandemie zitten. In de komende
weken zult u verder geïnformeerd worden over de stand van zaken.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim, wethouder zorg
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 8 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 7 juni 2023
Ingekomen onder nummer 303
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van IJmker, Namane en Schmit inzake het betrekken van
marktondernemers bij de ontwikkeling van het marktbeleid
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsbrief markten en straathandel, het rapport Marktwaarde
van de Ombudsman en de monitor warenmarkten 2022.
Constaterende dat;
-__ Uit de rondetafelgesprekken met marktondernemers en raadsleden, en uit het rapport
van de ombudsman, blijkt dat de relatie tussen gemeente en markt verslechterd is
-__ Het betrekken van diverse groepen marktondernemers bij het beleid dat voor markten
wordt ontwikkeld, bijdraagt aan de kwaliteit dat beleid;
-_ Hetstreven is om uiterlijk begin 2024 de opdracht te verstrekken voor het opstellen van
de nieuwe verordening;
-__De gemeente({-raad) nieuw marktbeleid gaat ontwikkelen, bij het herzien van de
marktverordening en het proces hiervoor nog onduidelijk is
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_De uitkomsten van de rondetafelgesprekken mee te nemen als startpunt voor de vernieu-
wing van de marktverordening
-__Eentransparant proces op te stellen inclusief tijdlijn voor de vernieuwing van de marktver-
ordening
-_Daarbij duidelijk te maken hoe marktondernemers actief betrokken worden in het vorm-
geven van de nieuwe verordening
Indiener(s),
E.C. IJmker
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
F.A. Namane
E.W. Schmit
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 juni 2023
Portefeuille(s) Portefeuille(s)
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Stedelijk Team Participatie ([email protected])
Onderwerp Stand van zaken stadsdeelpanels
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
In janvari 2023 bent v door middel van een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de ‘Leidraad
starten met stadsdeelpanels’ en het ‘Handboek uitvoeren stadsdeelpanels’. In de
raadsinformatiebrief stond beschreven hoe de leidraad en het handboek tot stand zijn gekomen,
wat ze inhouden, en hoe de stadsdeelcommissies ze kunnen inzetten voor stadsdeelpanels.
U heeft daarbij aangegeven dat u geïnformeerd wilt worden over de voortgang van
stadsdeelpanels. De afgelopen maanden zijn er verschillende gesprekken geweest met (een
afvaardiging van) de stadsdeelcommissies over het instrument stadsdeelpanels.
Verkenningssessies
In elk stadsdeel zijn verkenningssessies geweest met (een afvaardiging van) de
stadsdeelcommissie. Deze vonden plaats in januari, februari en maart 2023. Bestuurscommissie
Weesp heeft aangegeven pas later dit jaar te willen verkennen of ze een stadsdeelpanel voor
stadsgebied Weesp willen inzetten.
Tijdens deze sessies kregen de aanwezige stadsdeelcommissieleden meer informatie over
stadsdeelpanels en konden ze vragen stellen over de verschillende varianten. Vijf van de zeven
stadsdeelcommissies (Noord, Centrum, Oost, West, Zuid) gaven aan verder te willen onderzoeken
of ze stadsdeelpanels willen initiëren.
Onderwerpsessies
Wanneer stadsdeelcommissies een vervolg willen op de verkenningssessie kunnen ze, nog zonder
zich ergens op vastte leggen, intekenen voor een onderwerpsessie. Het doel van een
onderwerpsessie is om: een aantal geschikte onderwerpen te verzamelen en te verkennen; en
eventueel een voorstel te formuleren voor een besluit door de stadsdeelcommissie om te starten
met een stadsdeelpanel over een van de onderwerpen.
In maart 2023 heeft stadsdeelcommissie West een onderwerpsessie gedaan. Voor twee andere
stadsdeelcommissies, Oost en Zuid, wordt nv een onderwerpsessie gepland in juni 2023. De
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 2 juni 2023
Pagina 2 van 2
andere drie stadsdeelcommissies hebben nog geen onderwerpsessie aangevraagd. Het Stedelijk
Team Participatie begeleidt deze sessies, samen met experts.
Besluit
Het is aan de stadsdeelcommissies zelf om te bepalen of ze een stadsdeelpanel willen instellen of
niet. Nadat een (afvaardiging van de) stadsdeelcommissie een onderwerp heeft gekozen waarover
ze een stadsdeelpanel willen organiseren, wordt dit in stemming gebracht bij de hele
stadsdeelcommissie. Op het moment dat een brede meerderheid instemt, wordt er een
stadsdeelpanel georganiseerd.
Twee stadsdeelcommissies, Nieuw-West en Zuidoost, hebben besloten om geen gebruik te
maken van een stadsdeelpanel en verkennen op dit moment welk alternatief instrument voor hen
geschikt is.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Democratisering
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Factsheet ouderenhuisvesting 2019
Amsterdam es
Aantal ouderen, 2019 en prognose 2030 Bewustwording woonsituatie
migratieachtergrond ge Toegekende aanvragen traplift WMO (algemeen)
= niet-westers £ zere)
m west
+40% wenen Toegekende aanvragen woningaanpassing WMO
150.784 m geen alg.)
am 2.544 (2018)
ade — Contacten langer thuis wonen | huisbezoeken
22.264 «58% e\ wooncoach (65+)
e | rn 5 66.293 753 | 131 (2019)
41.986 (&)| Inschrijvingen | actief zoekend op Woningnet (65+)
85.124 08 10.004 È 36.794 | 3.312 (2019)
68.892 6.079
28.599 nn (a) . Gebruik verhuisregelingen (65+)
2019 2030 2019 2030 > 254 (2019)
Woonsituatie ouderen Voorraad ouderenwoningen
Huishoudens die zeker willen verhuizen (65+) Geschikte ouderenwoningen
14% | 11.500 (2019, schatting) 5 27.168 (2019)
sE) Huishoudens die woning niet geschikt vinden Gelabelde ouderenwoningen
fs, om oud in te worden (65+) 5.802 (2019)
20% | 16.500 (2019)
©
Ruim wonende huishoudens (65+) 1 Woningen met lift | op begane grond
19% | 15.700 (2019, schatting) 224.291 (2019)
®
Zelfstandig | niet-zelfstandig wonend (65+) Woningen zonder lift | niet op begane grond
104.966 | 3.013 (2019) 217.176 (2019)
Alleenstaande ouderen (65+ | 75+) Nultredenwoningen met sociale huur
49%/ 53.335 | 54%/ 22.625 (2019) 29% | 66.000 (2019, schatting)
KJ) : . .
Minima ouderen (66+) Nultredenwoningen met middeldure huur
21% | 19.290 (2017) 36% | 11.200 (2019, schatting)
» Ouderen met = 1 beperkingen bij activiteiten Eenheden zorghuisvesting
f. dagelijks leven (65+) Î 5.295 (2015)
18% (2016)
ä & Ouderen die ernstig eenzaam zijn (65+) Geclusterde wooneenheden
Í 13% (2016) 2.545 (2019)
© .
s Meest kwetsbare ouderen | lage SES (66+) ANN Aangeboden ouderenwoningen
PÁ 25% | 58% (2017) 7 619 (2019)
Geaccepteerde voorrangswoningen
NL WMO/MI/65+
8
door: OIS, maart 2020 187 (2019)
| Factsheet | 1 | test |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.