text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
E i A % gt
| df
Vá EC
| { |
he
ld LEGEN-
HEIDSEPF NEN a:
ade | VAN Ä | |
: Al AMSTERD A A4 |
É ee Di, hed
ee at | Ne hd ze SF
” af e d 8
en A ’ Sen of Á
e, me } | in n /
Dn nd is | | | |
in t ak nn
” 5 en a eis Ent p
MANAGEMENT-
SAMENVATTING
De gemeente Amsterdam wil toe naar een Door de Covid-19 pandemie is het aantal werklozen
circulaire economie. Dat betekent dat er oude, in Nederland met een kwart toegenomen. Door deze
niet-circulaire banen zullen verdwijnen en nieuwe, gezondheidscrisis is het besef gegroeid dat de nieuwe
circulaire banen ontstaan. In dit onderzoek zijn de economie op een duurzamere en meer crisisbestendige
werkgelegenheidseffecten van de Strategie Amsterdam manier moet functioneren. Dat maakt de doelstelling
Circulair 2020-2025 en het Uitvoeringsprogramma afval van de gemeente Amsterdam om in 2030 voor 50% en
en grondstoffen 2020-2025 doorgerekend voor de uiterlijk in 2050 volledig circulair en klimaatneutraal te
waardeketens Voedsel en organische reststromen, zijn alleen maar relevanter. Een deel van de banen dat
Consumptiegoederen, en Gebouwde omgeving. Deze hiermee gecreëerd wordt kan een perspectief bieden
waardeketens zijn in eerdere analyses benoemd als voor diegenen die nu hun baan hebben verloren, of
essentieel in de circulaire transitie van Amsterdam. wellicht nog gaan verliezen.
De Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het Naast groei van de werkgelegenheid heeft de transitie
Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025 naar een circulaire economie ook sociale effecten,
leveren tot 2025 waarschijnlijk 3.000 extra voltijdbanen zoals de herdefiniëring en betekenis van werk. De
op. Hierbij wordt aangenomen dat de gestelde ambities betekenis van werk kan breder worden uitgedrukt dan in
inderdaad voldoende zullen blijken om de circulaire productiviteit, denk aan het behoud van vakmanschap,
doelstellingen te halen. In 2030 en 2050 worden op basis inclusiviteit en een hoger gevoel van werktevredenheid,
van de circulaire doelen respectievelijk 8.500 en 19.500 Voor de circulaire economie kan dat bijvoorbeeld
extra banen verwacht. Voor 2030 betekent dit een groei betekenen dat de banen die verdwijnen in de
van ongeveer 1.3% ten opzichte van het totaal aantal afvalstoffenverbranding worden vervangen door meer
banen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in 2017. hoogwaardige manieren van afvalverwerking. Daarbij
zullen kwaliteitscontrole en een kritische houding om
De geschatte groei van de werkgelegenheid is de inkomende reststromen te beoordelen belangrijker
waarschijnlijk grotendeels structureel, omdat worden binnen deze functies in de afvalverwerking.
de groei het gevolg is van de overgang naar een
ander economisch model, en niet van eenmalige Het doorrekenen van werkgelegenheidseffecten, zoals
investeringen. Dat gaat echter alleen op als de plannen in dit rapport is gedaan, kan bedrijven en overheden
uit de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het motiveren om zich te richten op de circulaire economie,
Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025 Door te anticiperen op de veranderingen op de
daadwerkelijk worden uitgevoerd. arbeidsmarkt kan de gemeente Amsterdam de kansen
van circulariteit benutten. Dit geldt des te meer omdat
De banen die ontstaan door de transitie naar een de beroepsbevolking van Amsterdam al deels beschikt
circulaire economie zijn zowel praktisch als theoretisch. over de benodigde vaardigheden voor circulaire banen.
De grootste impact op de werkgelegenheid is te
zien in de sectoren Verhuur via uitleenbureaus, Ten slotte is het belangrijk om te vermelden dat de
Overige zakelijke diensten zoals servicemonteurs in dit rapport beschreven effecten ook hoger kunnen
en medewerkers klantenservice, de sector uitvallen, Er is namelijk gekozen voor een algemeen
Detailhandel, waaronder reparatie van kleding en geaccepteerde berekeningsmethodiek, die is ontwikkeld
consumentenelektronica en Vervoer en opslag waar voor toepassing in de lineaire economie. De uiteindelijk
de opslag van restmaterialen en logistieke functies effecten zouden volgens een grove schatting maar
onder vallen. Deze ‘sectoren! zijn vaststaande liefst drie, vijf of acht keer groter kunnen zijn
categorieën binnen het gebruikte model. Sommige dan de modeluitkomsten.
functies vereisen nieuwe skills, waarvoor werknemers in
de MRA terecht kunnen bij verschillende partijen
voor opleiding en nascholing.
2 G 4 5
eN Ee
mr 2"
am
F «
_ OR
T : Pk * 3
af 8 Î
& kh à
en haë d We he
n AS an
PD
kh
1. INLEIDING
1.1 Noodzaak voor een circulaire economie In dit rapport worden de effecten op werkgelegenheid restafval voor 30 tot 40% uit keuken- en tuinafval. De beschouwing, om in beeld te krijgen wat de gemeente
De Nederlandse economie is slechts voor 24,5% van de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 gemeente heeft daarom besloten om in haar beleid deze zelf met haar beleid lokaal en regionaal kan bereiken.
circulair Dat betekent dat enkel een kwart van de beschreven. Hieronder vallen de netto-effecten van drie waardeketens te verduurzamen.
benodigde materialen om in onze behoeften te voorzien deze strategie op het aantal arbeidsplaatsen in de Het onderzoek omvat drie verschillende resultaten van
wordt teruggewonnen uit afval. Dat is niet houdbaar, Metropoolregio Amsterdam (MRA), de verwachte De banen die ontstaan en veranderen door de de circulaire transitie op de arbeidsmarkt:
mede omdat de productie van nieuwe materialen en bijdrage aan het sociale fundament van de stad, en transitie naar een circulaire economie verschillen in
goederen wereldwijd verantwoordelijk is voor meer de verwachte behoefte voor omscholing. Er wordt complexiteit, bijvoorbeeld van praktisch geschoolde 1. Allereerst worden de kwalitatieve effecten
dan de helft van de CO2-uitstoot en de grondstoffen gekeken naar de drie zogenaamde waardeketens uit de stadslandbouwtelers tot theoretisch geschoolde data- beschreven met behulp van het sociale fundament
wereldwijd steeds schaarser worden. Sinds 2015 zet circulaire strategie: Voedsel en Organische reststromen, analisten voor het optimaliseren van de landbouw van de Stadsdonut. Hiermee hopen we te evalueren
de gemeente Amsterdam daarom in op het versnellen Consumptiegoederen, en de Gebouwde omgeving. Voor en logistiek. Werknemers in krimpsectoren kunnen of de circulaire economie inderdaad de gewenste
van de transitie naar de circulaire economie. De deze ketens worden de ontwikkelingen tot en met 2025, zich laten om- of bijscholen voor toekomstbestendige toekomstbestendige banen met een hogere mate
stappen hiernaartoe worden beschreven in de Strategie 2030 en 2050 geschetst. functies die aansluiten bij hun skills en behoeftes. Een van werktevredenheid op zal leveren.
Amsterdam Circulair 2020-2025? meer op skills gerichte onderwijs- en arbeidsmarkt 2. Daarnaast wordt gekeken naar de benodigde
1.2 Impact op de arbeidsmarkt ondersteunt de transitie naar de circulaire economie. kennis en skills voor de nieuwe werkgelegenheid
In de eerste maanden van 2020 is het aantal werklozen In een circulaire stad worden grondstoffen en en de mate waarin nieuwe of veranderde functies
in Nederland met een kwart toegenomen als gevolg materialen zoveel mogelijk hergebruikt. Dit vergt nieuwe Behalve de positieve impact van de circulaire transitie aansluiten bij de skills van mensen
van de Covid-19 pandemie.* In de Metropoolregio economische activiteiten, die in sommige gevallen voor de economie zijn er ook sociale effecten te uit krimpsectoren.
Amsterdam werkt meer dan een derde van de ten koste gaan van andere (lineaire) economische verwachten, zoals de herdefiniëring van de waarde 5. Tenslotte wordt de nettogroei van de gestelde
mensen in sectoren met een plotseling sterke activiteiten. De Economische Verkenningen voor de en betekenis van werk, Werk bestaat niet alleen ambities in het aantal arbeidsplaatsen berekend
krimp in werkgelegenheid, zoals horeca/hospitality, Metropoolregio Amsterdam (EVMRA) uit november 2020 uit productiviteit, maar ook uit het behoud van op basis van het huidige Amsterdamse beleid.
cultuur, evenementen en luchtvaart. Minder dan tonen aan dat de werkgelegenheid in de regio sinds 2012 vakmanschap, inclusiviteit, en een gevoel van welzijn Hierbij wordt aangenomen dat het huidige beleid
een vijfde werkt in sectoren die zijn gegroeid, zoals sterk gedreven wordt door ICT, zakelijke dienstverlening en voldoening. Zo wordt in een Engelse studie inderdaad voldoende zal blijken om de gestelde
gezondheidszorg, openbaar bestuur en logistiek> en consumentendiensten. Van deze werkgelegenheid is beredeneerd dat een baan in een reparatiecentrum circulaire ambities te halen. De gecreëerde
slechts een beperkt deel circulair. In 2018 waren 140.000 meer zal bijdragen aan een hogere waardering van arbeidsplaatsen worden gekoppeld aan mogelijke
De Covid-19 pandemie heeft dus verstrekkende banen in de regio onderdeel van de circulaire economie: werk dan werken bij een verbrandingsoven.” De loopbaanpaden voor zij-instromers.
gevolgen voor de werkgelegenheid in de horeca, 11% van de totale werkgelegenheid. transitie naar een circulaire economie kan ook deze
luchtvaart en culturele sector. Dit geldt voor korte zachtere aspecten van werk bevorderen?
en, naar verwachting, lange termijn.* Robuuste en Uit onderzoek blijkt het netto-effect voor de
toekomstbestendige banengroei is dan ook hard werkgelegenheid van een circulaire economie juist 1.3 Effecten van de gestelde ambities
nodig. In een circulaire economie worden producten positief: 700.000 extra banen in Europa en 200.000 în het huidige gemeentelijk beleid
en grondstoffen niet na eenmaal gebruikt afgedankt extra banen in Nederlandf tot 2030. De Amerikaanse In dit onderzoek wordt verkend wat de
maar langer hoogwaardig gebruikt dankzij hergebruik, Environmental Protection Agency en het Institute werkgelegenheidseffecten in Amsterdam en de MRA zijn
reparatie en onderhoud. Dat levert meer en nieuwe for Local Self Reliance schatten dat laagwaardige van de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het
banen op. Een deel van deze nieuwe banen kan een activiteiten zoals verbranding en storten 1 tot 6 banen Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025.
perspectief bieden aan diegenen die in de huidige opleveren per 10.000 ton afgestoten materialen. Er is alleen gekeken naar de effecten van dit huidige
crisistijd hun baan zijn verloren of nog gaan verliezen. Recycling levert naar schatting 36 banen op voor beleid. De nieuwe banen komen voort uit structurele
dezelfde hoeveelheid materiaal. Hergebruik en hervormingen van gemeentelijke uitgaven en regels en
Een belangrijk instrument waarmee de gemeente renovatie leveren maar liefst 300 banen op voor niet uit afgebakende en/of eenmalige uitgaven.
Amsterdam richting geeft aan de transitie naar de elke 10.000 ton “afval”,
circulaire economie is het Donutmodel van Kate De structurele effecten van het circulaire beleid zijn dus
Raworth. De buitenkant van de Donut verbeeldt de Op basis van eerdere analyses’ is gebleken dat de het gevolg van het anders inzetten van de gemeentelijke
ecologische grenzen van de planeet, de binnenkant waardeketens Voedsel en organische reststromen, begroting. Bovendien ligt het voor de hand dat bij
staat voor het sociaal fundament dat nodig is voor een Consumptiegoederen en Gebouwde omgeving de investeringen door de markt en andere overheden
eerlijke samenleving. Op verzoek van de gemeente meeste kansen bieden voor de circulaire economie. extra circulaire banen worden gecreëerd, bovenop het
werd de Stadsdonut voor Amsterdam ontwikkeld. In Ruim 40% van het Amsterdams stedelijk afval is aantal banen dat uit dit onderzoek naar voren komt.
dit onderzoek wordt de Stadsdonut gebruikt om de gerelateerd aan de bouw.’ Daarnaast is er een groei van Ook andere keuzes in gebiedsontwikkeling kunnen
werkgelegenheidseffecten van de transitie naar een het percentage afval uit consumptiegoederen, zoals invloed hebben op het aantal circulaire banen. Europees
circulaire economie te beschrijven. elektronica en kleding en bestaat het Amsterdamse en nationaal beleid blijven in deze studie buiten
6 7
2. METHODE
In dit onderzoek hebben we gebruik gemaakt van drie 2.1 Trendanalyse Op basis van de resultaten van de kwantitatieve Benodigde skills voor een
soorten analyses, aansluitend op de doelstellingen van Op basis van een literatuurstudie, de informatie uit de analyse (zie 2.3 voor meer uitleg) is bepaald welke circulaire economie
het onderzoek: Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en aanverwante trends significant worden beïnvloed door het Om de circulaire ambities waar te maken
* een trendanalyse op basis van het sociale beleidsdocumenten zijn verschillende trends in kaart Amsterdamse beleid. Voor elke waardeketen zijn drie binnen de MRA is er een grote diversiteit
fundament van de Stadsdonut; gebracht, zoals veranderende consumptiepatronen, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geselecteerd die aan banen en een grote variëteit aan
*__een omschrijving van belangrijke functies in een introductie van nieuwe technologie en het ontstaan van waarschijnlijk een direct gevolg zijn van het gevoerde skills nodig. In eerder onderzoek zijn zes
circulaire waardeketen; nieuwe bedrijven of samenwerkingen. beleid. Vervolgens zijn deze ontwikkelingen gevalideerd type skills voor een circulaire economie
een kwantitatieve analyse op basis van een door middel van interviews met experts.” Voor elke onderscheiden:
economisch model, trend worden de kansen en bedreigingen beschreven
in relatie tot het sociale fundament van de Stadsdonut, * __Basisskills: dit zijn taal-, reken- en
zie de afbeelding voor de verschillende perspectieven digitale skills om te leren of kennis
die hierin zijn meegenomen. te verwerven.
* _Oplossingsskills: dit zijn ontwikkelde
2.2 Verschuivingen in functies en vaardigheden capaciteiten die ingezet worden om
Per waardeketen worden de verschuivingen van nieuwe, ongedefinieerde problemen
werkzaamheden en bijbehorende skills geïllustreerd in complexe omstandigheden op te
met enkele functieprofielen. Dit zijn functieprofielen lossen.
die kansen bieden voor alle inwoners van de MRA, Er * _ Het managen van grondstoffen: denk
zijn functies opgenomen waarvoor men theoretisch aan het managen van grondstoffen om
geschoold of praktisch geschoold dient te zijn, zodat er bronnen efficiënt toe te wijzen.
gam een bloeie,, een divers beeld van de mogelijke veranderingen in * _ Sociale skills: dit zijn ontwikkelde
ei de de werkgelegenheid wordt geschetst. capaciteiten die ingezet worden om
& SE met mensen samen te werken om
yr a Door het in kaart brengen van vaardigheden worden doelen te bereiken.
de verschillen en overeenkomsten tussen functies « ___Systeemskills: dit zijn ontwikkelde
ê E inzichtelijk. Dit biedt aanknopingspunten voor capaciteiten die ingezet worden om
A à individuele scholingstrajecten en voor de identificatie sociotechnische systemen te begrijpen,
: E van omscholingskansen inde MRA. Per waardeketen te monitoren en te verbeteren
ä 2 seen voorbeeld van zo’n loopbaanpad met « Technische skills: dit zijn ontwikkelde
ô 5 scholingskansen opgenomen. capaciteiten die ingezet worden om
ul 5 machines en technische systemen te
ie ontwerpen, in te stellen, te bedienen
5 ES 4 en fouten te corrigeren.
Ee Kd
Ae st Deze skills komen niet alleen terug in
Waardig en eco” banen in een circulaire economie, maar in
veel functies die de inwoners van de MRA
nu al vervullen, Het managen van bronnen,
i zoals voorraadinkoop gekoppeld aan vraag
en aanbod, is bijvoorbeeld een skill die
bedrijfsleiders of inkopers in de krimpende
horecasector nu al bezitten en die (met
wat bijscholing rondom circulaire
Figuur 1: De Amsterdamse Stadsdonut bes
“Voor dit onderzoek zijn interviews afgenomen met experts van processen) ook waardevol kan zijn in
de Hogeschool van Amsterdam, ROC van Amsterdam/Flevoland, een circulaire economie.
Copper8, GrowX, BAM, Royal Haskoning, Snappcar, DeClique en
gemeente Amsterdam.
8 G Werkgelegenheidseffecten van het circulaire beleid van Amsterdam, 2021 9
k
= a
2.3 ECONOMISCH MODEL NN )
Voor de doorrekening van de kwantitatieve Er zijn minstens twee redenen waarom de uitkomsten
werkgelegenheidseffecten van de circulaire economie in van de modeloefening in werkelijkheid groter kunnen ite de eeh
Amsterdam en de MRA is gebruik gemaakt van een Multi uitvallen. Ten eerste zijn bij het modelleren nog niet
Regionaal Input Output (MRIO) model van het Planbureau alle productiefactoren bekeken die op dit moment ern PNT aansneed
van de Leefomgeving (PBL). In het MRIO-model wordt onderbenut zijn en efficiënter en/of effectiever - Ed
de relatie gelegd tussen consumptie in een land en kunnen worden ingezet. Hier zit nog “rek” in. Denk Ì
de daarvoor benodigde productie en veroorzaakte bijvoorbeeld aan een hoogwaardige inzet van
milieudruk wereldwijd en het vormt de basis voor de mobiliteitsopties, machines en ICT die momenteel nog | %
jaarlijkse Economische Verkenningen voor de Metropoolregio niet altijd optimaal worden gebruikt. Ten tweede zijn er \
Amsterdam. Het MRIO-model is nog niet eerder indirecte effecten te verwachten vanuit de structurele 4
toegespitst op de circulaire economie: de uiteindelijke hervormingen die binnen het mandaat van de gemeente
werkgelegenheidseffecten zouden daarom groter liggen. De jaarlijkse gemeentelijke uitgaven van
kunnen zijn dan nu is berekend. beleidsprogramma’s met duidelijk circulaire raakvlakken E} F i
(Zoals Werk, Participatie en Inkomen, Duurzaamheid
Met behulp van het MRIO-model is een basisscenario en Ruimtelijke ordening) bedragen meer dan 2,6 1
doorgerekend, met het Welvaart- en Leefomgeving miljard euro. Die uitgaven leiden - net als Europees en
scenario (WLO) van het Centraal Planbureau (CPB) Rijksbeleid en uitgaven - zeer waarschijnlijk tot indirecte FP
en het PBL als uitgangspunt. Het WLO beschrijft brede effecten die banen creëren die passen in een circulaire
maatschappelijke trends op het gebied van regionale transitie. Dit leidt tot het vermoeden dat er met een
ontwikkelingen en verstedelijking, mobiliteit, klimaat bepaalde vergrotingsfactor naar de conventionelere k k
en energie, en landbouw. Deze trends hebben benadering gekeken kan worden.
raakvlakken met de circulaire economie. Een studie van mn 3
het PBL! geeft een indicatie van de circulaire
percentages per sector. Vanuit die schattingen kan / on k
de verwachte werkgelegenheid in de circulaire
economie worden berekend. r en Ein ed
In samenspraak met vertegenwoordigers van gemeente $ a
Amsterdam, de Amsterdam Economic Board en MVO 5 _ - | er : i
Nederland is een selectie gemaakt van de doelstellingen En _ . « ”
uit de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het = ee 3 han. Ns
Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025 Ee en … Ere f F
die geschikt zijn voor een doorrekening met het MRIO- ‚Ee eN me eh E_ afin r d E i pe :
model. Deze selectie wordt toegelicht in de bijlagen 71. Ene" sf Te ar eel Lin nn h Lif Kee pi ie a id
tot en met 7.5. Elk van de geselecteerde doelstellingen is ap eN Dn 5 Ren 4 8 - , et vl Pe
doorgerekend op werkgelegenheidseffecten tot en met - ke ET TE nT nn: A IE EN * * ng
2025, 2030 en 2050. et ia FT 1 j PF wt pe De e
mn 7 ee EA Ok
Het basisscenario in deze studie geeft een indicatie van Pm es! î nä KS shin me 1d
de ontwikkeling van de werkgelegenheid tot en met KE … ik rd À [tj 9 f. en al Ke en en ee ie Eej ESA. U :
2025, 2030 en 2050 in de MRA en Nederland zonder me EE lk A ee BEE Keten Ld
implementatie van de Strategie Amsterdam Circulair 2020- ee E 7 pr s en zn ER nk EEn: ks an } We # ä „
2025. In bijlages 7.3 en 7.4 staat meer informatie over de a an ii d á at a ml TnT Kdl br ee \
berekening van het basisscenario. Het verschil tussen rd a F ae Te Nn en en En N, i Te \
het basisscenario en het resultaat van de geselecteerde pe PE re Me WS en a 5 :
beleidsdoelstellingen toont het verwachte netto-effect et hd Ha A Me LH ln 8 ba Pen , te
van de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 op de peen. en MA den - een Ei, 5 n rs E pr
werkgelegenheid. Zoals gezegd reflecteren deze cijfers En ry - Den Ea eer in ik knn
niet de impact van overig nationaal of Europees beleid rf En: p= arb ie EE a Va
op het gebied van de circulaire economie. dd BRE, jd tr en pers A Ee Á /
E Kd ” . Ee ze bl - : P Ke sn k ni"
10 hd , en rn in Le
lk En : kh 1 Ô
Ee à = om k Em Ee
5 VO - B S - | - N Figuur 2: lmpact van trends in de waardeketen
. Voedsel en Organische reststromen
In dit hoofdstuk staat de werkgelegenheid binnen TRENDS
de waardeketen Voedsel en organische reststromen
centraal. In figuur 2 worden de belangrijkste (Meer gebruik van lokale voedselproducten
werkgelegenheidseffecten in de waardeketen Groei van de logistieke sector om lokale
schematisch weergeven. Dit is gebaseerd op de D vraag en aanbod te verbinden
trendanalyse (2.1), verschuivingen in functies en Van afvalbeheer naar hoogwaardige
vaardigheden (2,2) en de MRIO-modellering (2.3). 6) verwerking van organische reststromen
Er wordt een groei verwacht in:
* _ Distributie en Groothandel,
+ __Herdistributie, M
* Inzameling en; LANDBOUW
* _ Hergebruik van organische reststromen.
Naar andere ©
Daar tegenover staat dat binnen de verbranding industrieën & regio's
van organische stromen (bijvoorbeeld GFT) een VOEDSEL: & DRANK:
PRODUCTIE
afname wordt verwacht. ®
De gemeente Amsterdam richt zich binnen de HERGEBRUIK ©
. ORGANISCHE
waardeketen Voedsel en organische reststromen RESTROMEN
op de volgende ambities:
1 Korte voedselketens zorgen voor een
robuust en duurzaam voedselsysteem,
2 Gezond en duurzaam voedsel voor @D
Amsterdammers, HERDISTRIBUTIE
3 Organische reststromen worden SD
hoogwaardig verwerkt.
VERBRANDING
Het is bedoeling dat er een systeemverandering in gang
gezet wordt waarbij Amsterdam (samen met de MRA) 5 ©)
streeft naar een robuust regionaal voedselsysteem, in INZAMELING DISTRIBUTIE &
overeenstemming met de Amsterdamse voedselstrategie, GROOTHANDEL
DETAILHANDEL &
VOEDSELDIENSTEN
® banen toename @ banen afname ®© banen verschuiving
12 15
3.1 VERWACHTE
RESULTATEN VAN DE Beschrijving Kansen Risico's
GESTELDE AMBITIES
In de regio Amsterdam wordt al veel voedsel Stadslandbouw kan helpen bij onderwijs over gezond De transitie naar meer lokale voedselproducten
verbouwd. Dit kan echter diverser en met een eten en een interculturele en intergenerationele brengt ook risico's met zich mee, Er zal
4 grotere focus op afname door de stad/regio. uitwisseling stimuleren. Mensen die werken in ingezet worden op een combinatie van
. Korte voedselketens zorgen voor een robuust stadslandbouw, kunnen werk ervaren als breder verticale landbouw en stadslandbouw. Deze
Meer gebruik van lokale . . :
duurzaam voedselsysteem. Meer gebruik van korte dan alleen geld verdienen. twee vormen hebben zeer verschillende
voedselproducten : . .
voedselproducten kan bewerkstelligd worden werkgelegenheidskenmerken. Voor verticale
via stadslandbouw en verticale landbouw. De Kortere voedselketens verminderen de landbouw zijn veelal theoretisch geschoolde
gemeente Amsterdam stimuleert stadslandbouw afhankelijkheid van mondiale toeleveringsketens en werknemers geschikt, terwijl veel functies
en biedt Amsterdammers meer mogelijkheden stimuleren de weerbaarheid van de lokale economie. binnen de stadslandbouw arbeidsintensiever
voor een gezonder eetpatroon. Als gevolg zijn De diversificatie van productiemethodes en business zijn en door praktisch geschoolde werknemers
er al meerdere initiatieven ontstaan voor modellen, waarbij het inkomen uit landbouw vervuld kunnen worden. Beide vormen zijn
de verbouwing van (plantaardig) voedsel in bijvoorbeeld wordt aangevuld met inkomsten uit derhalve wenselijk om in alle lagen van de
de stad en regio, met een verandering van toerisme, bevorderen tevens de weerbaarheid van beroepsbevolking banen te creëren.
productiemethoden, productielocaties en de sector en haar deelnemers? 134
producten tot gevolg. Deze korte ketens leiden
veelal tot een meer directe verbinding tussen
de landbouw en de eindconsument, waarbij
tussenschakels worden overgeslagen.
2 Logistieke systemen zijn van essentieel belang Door de groei van de logistieke sector om lokale De groei in de logistieke sector brengt ook
Groei van de logistieke sector om de lokale productie en distributie van vraag en aanbod te verbinden ontstaan nieuwe extra risico's met zich mee. In veel logistieke
om vraag en aanbod van voedsel voedsel en biomassa mogelijk te maken. Deze functies. Zo ontstaan er meer vervoersbewegingen banen in de platformeconomie worden
am biomasss te verbinden logistieke systemen moeten op een innovatieve die (1) kunnen worden uitgevoerd door praktisch werknemers door de werkgever automatisch
en duurzame manier worden ingericht, zoals het geschoolde werknemers en/of mensen met gedefinieerd als zzp'ers, zodat ze geen
gebruik van (kleine) elektrische vervoersmiddelen een afstand tot de arbeidsmarkt en (2) die aanspraak kunnen maken op sociale zekerheid,
voor de laatste kilometers. Dit geldt ook voor de vervoersbewegingen moeten zo efficiënt mogelijk In de transitie naar een circulaire economie zal
waardeketens Consumptiegoederen en worden ingepland om onnodige kilometers te de sociale zekerheid van deze medewerkers
Gebouwde Omgeving. vermijden (technici en/of planningssoftware). actief moeten worden geborgd.
3 In een circulaire economie worden grondstoffen De trend van afvalbeheer naar hoogwaardige Hoewel er afgelopen jaren sterk is ingezet op het
Van afvalbeheer naar aan het einde van hun (eerste) levenscyclus reststoffenverwerking levert werkgelegenheid op vergroten van de diversiteit zijn de benodigde
hoogwaardige verwerking van ingezameld om ze zoveel mogelijk opnieuw te voor praktisch en theoretisch geschoolden, die technisch geschoolde arbeidskrachten nog altijd
organische reststromen benutten. Er vindt dus een verschuiving plaats hiervoor zullen moeten worden bij- of omgeschoold. voornamelijk mannelijk. Opdat kansen in de
van werkzaamheden gelieerd aan de verbranding Tijdens de Covid-19 pandemie is het belang van circulaire economie in de waardeketen Voedsel
van organische reststromen naar hoogwaardige vitale beroepen, zoals in het afvalbeheer, duidelijk en organische reststromen ook aantrekkelijk
toepassingen zoals vergisting of als basis voor geworden, met een (op zijn minst tijdelijke) genoeg zijn voor vrouwen, is het van belang
nieuw producten zoals zeep, inkt, of vegan leer. herwaardering van de sector als gevolg? > Voor om de waarde van werken in het afvalbeheer
Om de keten circulair te maken, moet het veel inwoners in de regio worden arbeidskrachten ook specifiek bij deze doelgroep onder de
aandeel ingezamelde organische reststromen in het afvalbeheer het ‘gezicht van de circulaire aandacht te brengen.
omhoog en moeten kringlopen worden gesloten, economie’, indien zij een zichtbare rol spelen in
zodat de nutriënten uit voedsel uiteindelijk de inzameling van organische reststromen van
weer in de landbouwgrond terechtkomen of in huishoudens en stadslandbouwinitiatieven. Dit
andere producten. biedt een kans om inwoners anders naar deze
sector te laten kijken en banen hierin een frisser
en aantrekkelijker imago te geven.
14 15
3.2 VOORBEELD BELANGRIJKE FUNCTIEPROFIELEN BINNEN
FUNCTIEPROFIELEN EEN CIRCULAIRE WAARDEKETEN VOEDSEL
EN ORGANISCHE RESTROMEN
De hiervoor omschreven gevolgen van het Amsterdamse
beleid hebben invloed op de benodigde functies en skills NAE Sede bhie lidshsd els AAd ARE Adel hals hsAsde had
van de beroepsbevolking in de MRA: (praktisch geschoold) (praktisch geschoold)
Telers verbouwen voedsel op (stads)landbouwgrond, Het werk van telers in de verticale landbouw verandert
*_ Om de productie in de landbouwketen zodat Amsterdammers lokaal gezond voedsel kunnen snel door automatisering. De nadruk verschuift van het
te verbeteren zijn data-analisten, kopen. De teler verzorgt het gewas, de bodem en de verzorgen van gewassen naar het monitoren van de
softwareontwikkelaars, ingenieurs, onderzoekers aanplant. Hij of zij wiedt onkruid, oogst en verwerkt data over gewassen en het aansturen van machines.
en adviseurs nodig. Dit geldt sowieso voor verticale de gewassen, sorteert ze en pakt ze in. Dit gebeurt in Het verzorgen van gewassen zal steeds meer worden
en geautomatiseerde landbouw. Sommigen samenwerking met andere telers in de stadstuinen. overgenomen door robots. De teler moet vooral de
speculeren dat ons voedsel in 2050 voor 50% processen goed in de gaten houden en op tijd bijsturen.
uit fabrieken zal komen, onder andere vanwege Aansluitende opleiding:
de opmars van kweekvlees.® In dat geval krijgen MBO4 Vakexpert teelt en groene Aansluitende opleiding:
hooggeschoolde functies een extra grote rol in technologie (Clusius College”) MBO Vakexpert teelt en groene
de voedselketen. Het oplossen van complexe j technologie (Clusius College!’)
Mm Aansluitend op:
problemen, systeemdenken, digitale . î
skills en het managen van grondstoffen zijn 1) Korte voedselketens zorgen voor een dk
essentieel om de logistiek in de stad en de robuust en duurzaam voedselsysteem. (1) COT AR forte TILT nT A01 g == a AV Le Yol T=l0
landbouw processen te optimaliseren. robuust en duurzaam voedselsysteem.
* __Om samenwerking en kennisdeling tussen
horecaondernemers, groothandels,
kennisinstellingen en logistiek te bevorderen,
zijn de sociale skills en het systeemdenken _____———————————————————————————-—-— D=
van ondernemers, business developers en
projectleiders nodig. Het ROC van Amsterdam/ Î Î
Flevoland speelt hier in het onderwijs op in Elei lake EA SAL DE ENISUIS Aah Saa Taked dede hAl
door studenten bij te scholen over circulariteit (theoretisch geschoold) (theoretisch geschoold)
en hen die kennis toe te laten passen binnen Data-analisten in de landbouw- en logistieke sector In een sterk geautomatiseerde voedselketen zijn
stage- en leerbedrijven. Er zijn al zo 273 zorgen dat voedsel onder optimale omstandigheden ingenieurs verantwoordelijk voor voldoende en
bedrijven en 1322 studenten bij dit kan groeien en dat het lokale transport ervan efficiënt efficiënte machines om voedsel te produceren en
practoraat circulaire economie betrokken. is. Ze ontwikkelen datamodellen en dashboards, reststromen te verwerken. Ze onderzoeken bestaande
._ Voor de banen in afvalverwerking zal bijscholing trekken conclusies en rapporteren aan belangrijke en nieuwe technieken om toe te passen in de
nodig zijn, omdat de werkzaamheden veranderen. stakeholders. Ook denken zij mee over het ontwikkeling van machines,
Ook zullen er nieuwe functies ontstaan door de SALE AAR LAR CAA ef dE meneluiende opletttnetuweus:
hoogwaardige verwerking van reststromen. Het Aansluitende opleiding/cursus: HvA opleiding Engineering.'®
Utrechtse bedrijf De Clique bijvoorbeeld zamelt De HvA start een opleiding logistiek waarin data een Zij-instroomtraject: Be an Engineer
afval in bij horeca en gebruikt dit als basis voor grote rol gaat spelen? De HvA heeft ook een cursus o.a. opgezet door HvA
nieuwe producten. Kwaliteitscontrole en een van vijf maanden over Big Data waarin data-analisten
kritische houding om de inkomende reststromen te bedrijven leren adviseren in verschillende sectoren. Aansluitend op:
beoordelen zullen belangrijker worden binnen de EEDE
functies in afvalverwerking. Hieronder zijn enkele Aansluitend op: 1) robuust en duurzaam voedselsysteem.
relevante functieprofielen in het domein Voedsel en VEDEL ARTE Gezond en duurzaam voedsel voor
Organische reststromen uitgewerkt, 1 robuust en duurzaam voedselsysteem. 2 | Amsterdammers.
3 | Organische reststromen worden Organische reststromen worden
hoogwaardig verwerkt. 8 hoogwaardig verwerkt.
16 Werkgelegenheidseffecten van het circulaire beleid van Amsterdam, 2021 17
ED Cat Er Tk
d i Sik Kk ï
eeh bei Eee ú en
f k ah ï ni: ir he'j Nr ge ï
î 1 Be A de ei m :
Ù ie Li en + Pik ie: A 3 Mec. z Ie E
35.5 KWANTITATIEVE
EFFECTEN Loopbaanpad: van complexe problemen, managen van
| administratief medewerker grondstoffen, sociale skills, systeemskills
naar een monitorende functie en technische skills) en de paskamer kan
in de voedselketen een administratief medewerker bepalen
Als we aannemen dat de gemeente Amsterdam Als voedselverspilling wordt tegengegaan zou dat Door digitaliseri dwi of een monitorende functie in de circulaire
succesvol is in het behalen van de doelen in de kunnen leiden tot een lagere voedselproductie, oor digita'isering verdwijnen vee voedselketen aansluit bij zijn/haar k
. . . . administratieve functies binnen bedrijven. p
Strategie Amsterdam Círculair 2020-2025 zien we wat gevolgen heeft voor de werkgelegenheid in de behoeftes en welke omscholing
en . . , ee, . Veel van deze medewerkers zullen op den . En R :
duidelijke effecten op de arbeidsmarkt. productieketen. Echter de ‘bespaarde verspilling’ zou in . . hiervoor nodig is. at
potentie gebruikt kunnen worden voor hogere export duur een nieuwe baan moeten vinden, AE
Het gaat hier voornamelijk om praktisch ä
Een toename van lokale voedselproductie zal tot 2050 Doordat er een groei in de voedselindustrie door de edrold werk. Door rine arief Verschillende opleidingsinstituten bieden
ongeveer 700 banen in de landbouw en 200 banen in hoogwaardige verwerking van reststromen verwacht Ee enorkers om te scholen voor een opleidingen aan met skills voor een FE
de voedselindustrie opleveren. In figuur 3 staan eveneens wordt, wordt er van een netto positief resultaat functie binnen de circulaire voedselketen circulaire economie. De MBO-opleiding ä
de verwachte toename in banen tot 2025 en 2030. Lokaal uitgegaan. Bovendien zal naar verwachting ook meer kunnen ze op de lange termijn een baan Vakexpert teelt en groene technologie!’
vervoer en opslag zullen aanzienlijk toenemen om lokale worden ingezet op terugwinning van nutriënten uit verwerven in een circulaire MRA van het Clusius College of het Wellant k
voedselketens mogelijk te maken, zodat er waarschijnlijk het afval, die opnieuw kunnen worden ingezet in de College biedt bijvoorbeeld mogelijkheden
2.600 banen bijkomen tot 2050 (dit is echter wel voedselketen of als materialen. Omdat daar in het huidige Á Met een ‘quickscan’ voor de benodigde voor omscholing richting teler in
berekend voor de drie waardeketens samen). Wanneer beleid nog geen duidelijke ambitie voor is geformuleerd, KS skills in een circulaire economie verticale landbouw.
er minder geïmporteerd hoeft te worden naar de MRA zijn de mogelijke werkgelegenheidseffecten niet ä Zn di (basisskills, oplossingsgerichtheid bij f
zal dat waarschijnlijk CO2 besparen, afhankelijk van meegenomen in deze analyse. de a el |
de logistieke infrastructuur binnen de MRA (fossiel vs. 5 "ien : et gn
elektrische last mile delivery). Deze werkgelegenheidseffecten worden alleen no if
behaald wanneer de ambities in bijlage 7.3 worden ê re '
De werkgelegenheid in het afvalbeheer zal naar behaald. Hieronder vallen onder meer een daling van ol 2 E í if
verwachting niet aanzienlijk toenemen ten opzichte van gebruik van kunstmest, een toename van productie dn ei. \ ï Í
het basisscenario, waarin al een stijging van 45% wordt van lokale voedsel en een afname van inkoop van F6 gnd Lek Ondersteuning bij omscholing ene naar de andere sector makkelijker n en
geschat. Het volume volledig afgedankte grondstoffen producten van buiten de MRA. te - wordt. Eén van die instrumenten is r
aat op termijn waarschijnlijk dalen, omdat het aandeel | A : Banen veranderen en verdwijnen. Dat de Paskamer. De Paskamer is een Ne
5 P ) Ji IN 1 vraagt om een beroepsbevolking die . . . .
hoogwaardiger afvalverwerking stijgt. - dels wendbaar is en mee kan bewegen. Daarom matchingstool ontwikkeld in samenwerking
} Ei ‚ . gen. met TNO. Werkenden en werkzoekenden k
fi ed is de gemeente Amsterdam in 2017 gestart . ” . . E u ê
Ö met de publiek-pri ki kunnen hiermee een eigen skills-profiel \ a
E publiek-private samenwerking _ ‚ î
. E House of Skills. Met 12 partners samenstellen en krijgen op basis daarvan ï u
ab . : : : | {
Verwachte banen toename ie wordt gewerkt aan een meer op skills suggesties voor beroepen die op hun skills k
. Ke Je Dn _ . aansluiten, K Ä
binnen de voedsel waardeketen f ki TN georiënteerde onderwijs- en arbeidsmarkt Î : jn
\ K zodat een leven lang ontwikkelen mogelijk . . . p
el wordt. Er wordt minder gekeken naar Mariette Hamer (voorzitter SER) zei i
fd Î Rn recentelijk: ‘Inzetten op duurzame
L 4 diploma's en meer naar welke skills . ë,
d me iemand al bezit inzetbaarheid is voor zowel werknemers jn
_ en, dt! N . - Era "
VOEDSEL- eN A 4500) 1% als werkgevers een must. Hierbij biedt
INDUSTRIE o ee ee hk O4 NK N . B
/ RE: . het fijnmazig kijken naar wat mensen al in E
Mai Door skills (de combinatie van . _ …
en vaardigheden, competenties huis hebben en welke mogelijkheden zij
: i p : : daarmee hebben, als dan niet met gerichte F
pp eigenschappen en kennis) van werkenden scholing. veel kan Een doorbraak di
> ing, v sen. Een doorbraak die
- ZN Á Jr en werkzoekenden zichtbaar te maken en door de coronacrisis urgenter is dan ooit en Î
TD | |
LANDBOUW O___150}——————! 550 , 700 k te waarderen, kan beter worden geduid . 6 .
Ni \ j \ j : daarnaast een stevig fundament biedt voor
Ne \ 5 welke waarde mensen hebben opgebouwd de ontwikkelingen op de arbeid kt E
\ wikkel mar n \
“ef voor de arbeidsmarkt. Ook is dan zichtbaar , Sen op . © anders a van
f wat eventueel nodig is om een betere morgen’. Met de transitie naar een circulaire KS
Ee
Zin h te k k economie worden nu en in de toekomst 5
Fn ba matc te unnen maken met de vraag op nieuwe en andere banen gecreëerd. De EN en
afs de arbeidsmarkt. Om dit mogelijk te maken . Ì ‚ ‚ 5
“in … se: skills gerichte benadering biedt meer ==
san zijn skillsinstrumenten en een ketenaanpak . . En 5
Ee . mensen perspectief op betekenisvol werk, G 1
Figuur 3: Uitkomsten MRIO-modellering binnen de waardeketen Voedsel en Organische restromen de ontwikkeld, zodat een overstap van de
Ë f e Dn
‚8 4
Ek! b nf
18 a EISA AIT AAST 1 ele vert ant ade ETRA Ak
n r E K Sl ed eer ee r di N
, Ea JE 4 - Fe Ee 4 Ke Nn, Eon
Z C O N S U M D T | - — Figuur 4: Impact van trends in de waardeketen Consumptiegoederen
In dit hoofdstuk staan de werkgelegenheidseffecten
- TRENDS
van de waardeketen Consumptiegoederen centraal.
In het plaatje hiernaast worden de belangrijkste OD Verschuiving naar circulaire business
werkgelegenheidseffecten in de waardeketen modellen en dienstverlening
schematisch weergeven. In deze keten wordt een D Groei van de werkgelegenheid in
banengroei verwacht in: reparatie en revisie
° Detailhandel, ® Van afvalbeheer naar hoogwaardige
e Herverkoop, verwerking van grondstoffen
* _ Verhuur en product-as-a-service,
* _ Verzamelen en sorteren en;
* _ Mechanische en chemische recycling. ® EXTRACTIE
Net als in de waardeketen Voedsel en organische VERBRANDING ®
reststromen wordt er een afname verwacht in het
verbranden van Consumptiegoederen, ®
‚ ‚ Naar andere
Binnen de waardeketen Consumptiegoederen heeft de VERZAMELEN industrieën
et & SORTEREN & regio's PRODUCTIE
gemeente de volgende ambities: Î g
1 De gemeente geeft het goede voorbeeld
en gaat minder consumeren.
2 Samen zuiniger omgaan met wat we hebben. FAN ®
3 Amsterdam maakt het meeste | MECHANISCHE & |
van afgedankte producten. | CHEMISCHE RECYCLING
De ambitie is dat in 2030 de milieudruk van de in
Amsterdam verkochte en gebruikte textiel, elektronica
en meubels verlaagd is. In deze waardeketen richt dh. HERVERKOOP
de gemeente zich op circulaire principes voor
opdrachtgeverschap en een goede infrastructuur GEBRUIK eN DISTRIBUTIE
voor het delen, repareren, hergebruiken en D
verwerken van afgedankte producten.
REPARATIE
& ONDERHOUD —@
DETAILHANDEL
VERHUUR
& PRODUCT-
AS-A-SERVICE
® banen toename ® banen afname © banen verschuiving
20 21
4.1 VERWACHTE
RESULTATEN VAN DE Beschrijving Kansen Risico's
GESTELDE AMBITIES
In de circulaire economie wordt zuiniger omgegaan Door de verschuiving naar circulaire business De opkomst van deelplatforms, die een rol
met consumptiegoederen. Er wordt minder modellen en dienstverlening ontstaan meer banen kunnen spelen bij circulaire business modellen,
4 verbruikt en meer gedeeld, dankzij de opkomst van voor servicemedewerkers en reparateurs. Er ontstaat kan leiden tot verminderde sociale zekerheid bij
NEEN EN onder andere circulaire business modellen zoals eveneens werkgelegenheid in ondersteunende werknemers.!€?! Daarnaast kan het aanbieden
. . product-as-a-service. In de retail verschuift de focus diensten, zoals bij stomerijen en wasserijen die van goederen als diensten lucratief zijn voor
modellen en dienstverlening : : N . .
van verkoop naar dienstverlening. Vraag en aanbod gekoppeld zijn aan de opkomst van verhuurders van degenen die al veel bezitten.” Het streven
van consumptiegoederen zullen beter op elkaar kleding. Deze profielen vereisen vaak dezelfde skills naar efficiënt gebruik van grondstoffen en de
afgestemd moeten worden om verspilling tegen te als in functies die hard door de Covid-19 pandemie maximalisatie van hergebruik en economische
gaan en bijvoorbeeld elektronica thuis op de plank zijn geraakt (o.a. horeca en toerisme). waarde kan zo ‘commodificatie’ van diensten
af te stoffen en een nieuw leven te geven. of goederen in de hand werken.” Sociale
ongelijkheid kan daardoor toenemen.
2 Om consumptiegoederen zo lang mogelijk te Het ontwikkelen van scholingstrajecten voor Een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking
Groei van de gebruiken, worden reparatie en revisie bereikbaar reparatie en revisie zou intergenerationeel kunnen dat actief is in de reparatie en revisie van
werkgelegenheid in en betaalbaar. Dat vereist het uitbreiden van de gebeuren, waarbij de jongeren die hard zijn geraakt Consumptiegoederen werkt straks vanuit
reparatie en revisie capaciteit. De werkgelegenheid zal verschuiven door de Covid-19 pandemie worden begeleid in kleine ondernemingen of als zelfstandige.
van de productie van spullen ver weg naar hun de ontwikkeling van de benodigde skills, Banen in Tevens wordt een belangrijke bijdrage
reparatie en revisie dichtbij. de reparatie en revisie van Consumptiegoederen geleverd door informele arbeidskrachten,
dragen bij aan een gevoel van voldoening, zodat vanuit ad hoc initiatieven zoals Repair Cafés,
arbeidskrachten langer bij één werkgever blijven 2 Bij reparatiewerkzaamheden die worden
De groei van reparatie en revisie kan eveneens een uitbesteed aan kleine bedrijven of zelfstandige
herwaardering opleveren van vakmanschap. reparateurs dienen de sociale zekerheden van
arbeidskrachten gewaarborgd te worden.”
3 Grondstoffen worden gescheiden ingezameld Een deel van de mensen met een afstand tot de De beroepsbevolking in het afvalbeheer
Van afvalbeheer naar en gesorteerd voor hoogwaardig hergebruik, arbeidsmarkt zou baat kunnen hebben bij de nieuwe werkt voornamelijk vanuit flexibele
hoogwaardige verwerking Aangezien deze processen waarschijnlijk steeds functieprofielen, met name in de reiniging. arbeidscontracten tegen relatief lage lonen.
van grondstoffen meer worden geautomatiseerd, verschuiven de Het is belangrijk om de politieke
werkzaamheden in deze functies naar reiniging en vakbondsvertegenwoordiging van
en ontmanteling. deze diverse beroepsgroep te borgen.
Automatisering kan eveneens grote
gevolgen hebben voor deze praktisch
geschoolde beroepsgroep.”
22 25
4.2 VOORBEELD BELANGRIJKE FUNCTIEPROFIELEN BINNEN EEN
FUNCTIEPROFIELEN CIRCULAIRE WAARDEKETEN CONSUMPTIEGOEDEREN
In een volledig circulaire keten voor Kleermakers, reparateurs, stoffeerders, Logistiekmedewerkers In een deelhub
consumptiegoederen wordt in alle werkprocessen fietsenmakers, elektriciens, et cetera. (praktisch geschoold)
circulariteit als basisprincipe genomen. Hiervoor zijn (praktisch geschoold)
nieuwe en aangepaste functies en skills vereist: j j j Logistiek medewerkers vervoeren goederen van en
In de transitie nak Ban circulaire agomonnis zal het EEEN EADE TEN ENEN
Voor het verlengen van het gebruik van Wanneer spullen volledig zijn afgedankt, worden ze De one edad aanzienlijke rol van deelplatforms is ook het controleren
consumptiegoederen ingezameld, gesorteerd en hoogwaardig verwerkt, ie Nn Ee aangezien van binnenkomende goederen belangrijk. De logistiek
Logistiek medewerkers en managers, sorteerders Î man ’ medewerkers sorteren de producten en pakken ze,
° worden bewustwordingscampagnes door de en procesoperators zullen ook in deze sector een fijne deel asana is. Reparateurs analis indien nodig, in voor een nieuwe verzending. Hoewel dit
overheid ingezet voor bedrijven en huishoudens. belangrijke beroepsgroep vormen. iet nianlsmnent, dk gesae Ova messe fysiek zwaar werk kan zijn, is de verwachting dat er in de
Functies als gedragswetenschapper en oplossingen met o8 senear Sn voeren SSA nabije toekomst meer wordt geautomatiseerd.
marketing- en communicatie-experts spelen IR STel LURES
hierbij een rol. Voorbeeld van aansluitende modulaire hinode
a of verkorte opleiding:
“dienen inkopers bij bedrijven en ebt ee Logistiek medewerker (ROC van Amsterdam/Flevoland)
overheidsinstellingen zoveel mogelijk circulair en Mode & Jeanschool (ROC van Amsterdam/Flevoland)
lokaal in te kopen. Hiervoor zijn sociale skills en Ni Aansluitend op:
_ Aansluitend op:
systeemdenken belangrijk. De gemeent ke het voed beeld 1) De gemeente geeft het goede voorbeeld
° moeten productontwerpers producten 1 en Saat nn naan ed
geschikt maken voor langdurig gebruik. Door
ook modulair te ontwerpen wordt de levensduur 2} Se MAAAR Lal AAE LANA RAe
van producten verlengd, omdat onderdelen
hergebruikt, vervangen en gerepareerd
kunnen worden.
* dienen er mogelijkheden te zijn om producten
met elkaar te delen, Bij deelplatforms en
deellocaties in buurten of stadsdelen laten Circulair productontwerper Ondernemer of business developer
planners vraag en aanbod van goederen bij (theoretisch geschoold) (theoretisch geschoold)
elkaar komen. Magazijn- en servicemedewerkers - - î
regelen dat de juiste producten bij de Ontwerpers in een circulaire economie ontwerpen Business CAP asl Selis NG ENA SS
consument terechtkomen en reparateurs spullen met onderdelen en materialen die makkelijk oneens zal) zijn vermoorde ere gal):
houden producten lang in gebruik. te hergebruiken zijn en/of hoogwaardig kunnen worden ene uitbreiden of vanijken A4 oe WSn rosen,
verwerkt. Materiaalkeuze is hierbij erg belangrijk, diensten en/of producten in hun bedrijf. Business
Bij het repareren van Consumptiegoederen zullen net als de nadruk op een lange levensduur in het developers in de circulaire economie werken samen
Amsterdamse vaklieden, zoals kleermakers, reparateurs, productontwerp. met hun partners toe naar een zo klein mogelijk gebruik
stoffeerders, elektriciens en fietsenmakers, een van grondstoffen en het hergebruik van reststromen.
belangrijke rol gaan spelen. De studenten op de Mode A A Eldee Vanuit de inzichten uit hun netwerk verbeteren ze hun
en Jeanschool, onderdeel van ROC van Amsterdam/ of verkorte opleiding: dienstverlening en businessmodel.
Flevoland, krijgen vanaf het begin van hun opleiding LAA (a SA Aiel A GAS j j
het circulaire gedachtegoed mee, Hoewel reparateurs ' 8 ddie
EA Ll Ke of verkorte opleiding:
nu slechts een deel van de consumptiegoederen in .
handen krijgen, zullen zij in een circulaire economie 2} Samen zuiniger omgaan met wat we hebben. Technische bedrijfskunde (Hogeschool van Amsterdam)
een essentiële plek in de keten bezetten. Het zou zo Aansluitend op:
kunnen zijn dat deze functies, en vakmanschap in het
algemeen, in de toekomst steeds hoger gewaardeerd 2 Samen zuiniger omgaan met wat we hebben.
zullen worden. Amsterdam maakt het meeste
8 van afgedankte producten.
24 Werkgelegenheidseffecten van het circulaire beleid van Amsterdam, 2021 25
nnn ste a Eeen OTE |E
zit E me keek
d | p= me , De — = a
en en zn ni
4.35 KWANTITATIEVE ssl Demme DE
RK | 8 a
EFFECTEN - | | N dk
(ru! EL |} _‚ id : "ij LE
8 Ri een 3 ' PT EN e er - _ m- Kr Ì RK ö 4 Ö |
ie Lr ‚ u ne Ee IE ' Ea hd
: : : : : … En EN : ! be — == - - re HP im! !
je re Te 5
In de circulaire economie worden deelgebruik en Ook In deze waardeketen stijgt de werkgelegenheid in de | : u …b N Cem | n TEA ar p A nd Ld EE.
reparatie van consumptiegoederen makkelijk, logistieke sector, vooral door de groei van retourlogistiek e À Ë LE HR an | d | re je |L an EEE 8 i 5 mi.
hf : RE \ EE BEE on
bereikbaar en betaalbaar. Als gevolg van het behalen voor de terugwinning en het hergebruik van producten en RE : a - IE! î es iN Bi Mi E | ï Lj dh
van de doelstellingen zoals omschreven in het en materialen. | : : En Ln | ee En ES — | ih sE Pl 8
| Men Os Ee g ie EE = 4 Jij E
Uitvoeringsprogramma afval & grondstoffen 2020-2025 “AE : Et : : NN \ Mn. 4 if Et RM EE . mm en
en de Strategie Amsterdam Círculair 2020-2025, zal Deze werkgelegenheidseffecten worden alleen gehaald | : ï 8 mm. ek Sd . mu | a Ol vm d _ de
i ik N.| l D JIE
werkgelegenheid verschuiven naar de dienstensector, als de ambities in bijlage 7.3 worden behaald. Zo zal de 0 Ak p a ' Dl
toegespitst op het leasen en delen van producten. In deze gemeente minder nieuwe producten moeten kopen en DN | q | jp ë
. . … . . nn . d. | Lb = 1 L |
sector zullen in 2050 ongeveer 11.800 nieuwe banen zijn zich moeten richten op gebruik in plaats van op eigendom. EL | | Loopbaanpad: van taxichauffeur naar i UR 6 ee.
ontstaan. Reparatie en revisie van producten levert 3.650 Daarnaast zal deelgebruik en reparatie makkelijk id 14 logistiek medewerker En lk
nieuwe banen op in 2050. bereikbaarder en betaalbaarder moeten worden. ' 8 & HE L |
| EN a ii
| . j Door de Covid-19 pandemie ligt het toerisme in Amsterdam EA
Fa grotendeels plat. Amsterdammers die werken als
| A taxichauffeur hebben hun omzet in 2020 fors zien dalen.
Î En Een baan in de circulaire economie kan hen baanperspectief Bie 4
á F af : LI
mt JAN bieden voor de lange termijn. Taxichauffeurs bezitten f m Ek
_ f | bijvoorbeeld de skills servicegerichtheid, flexibiliteit en = et
Verwachte banen toename en Lb verantwoordelijkheid. Ook hebben zij ruime ervaring in het L _ b Ee
. . 1
binnen de consumptiegoederen waardeketen — RE besturen van een voertuig. Deze skills komen grotendeels 1 R
JRE : overeen met die van logistiek medewerkers. _ p
} A t Ik ml fj
D r L _
4 MN Door omscholing tot logistiek medewerker op ontbrekende = | es Nl : |
1] - In
B EEVIGIE E ij 1 — skills kunnen taxichauffeurs op lange termijn een baan ii Jk
(DETAIL- 0 Er d \ i es hi behouden in een circulair Amsterdam. Met een quickscan Kl a | F
| FE | d =R ï |
HANDEL) ig Ë bn Hi voor logistieke skills en de paskamer kan worden bepaald of f dj i
IJ BES de logistiek aansluit bij behoeftes en skills van werkzoekende 4 irl E Ih
"Ek KIR EE en welke skills aangeleerd dienen te worden. Verschillende " mi
A : opleidingsinstituten binnen de MRA bieden opleidingen aan — | Eh -
tot logistiek medewerker. Een voorbeeld is de MBO-opleiding |
mmm —_
At Logistiek medewerker van het ROC van Amsterdam. Er zou ie: | Er
aan | echter ook een intersectoraal traject kunnen worden opgezet. |
| f Een voorbeeld van zo'n skillsgericht intersectoraal traject is het jr
pn : | traject “Van Bank naar Bouw”? \ 1 |
Je T
RS NAR
ee 5 b ä L T
î k 5 [|
_B 14 df Ed kh TNG
DIENSTEN- 0 11.800 ge 1 Mi Pe L 5 8 NN d k mk
SECTOR EE it De £ 4 : en
- EN | re E Er NE |
4 m li i EN : 5 = en als 8 5 nn zn EE | AH er
RARE URE
Tk | TK e he E _ pen 5 , î | 5
| p, - Een. ie en : Dv
En he he min B
fi ï pr me en } : nd ®
_ S
4]
S
= ©
Re]
da
Figuur 5: Uitkomsten MRIO-modellering binnen de waardeketen Consumptiegoederen S
26 Werkgelegenheidseffecten van het circulaire beleid van Amsterdam, 2021 2
5 CG - B O U W/ D - Figuur 6: Impact van trends in de waardeketen Gebouwde Omgeving
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste
werkgelegenheidseffecten inde waardeketen TRENDS
Gebouwde omgeving geschetst. In de figuur hiernaast is
te zien hoe een groei in banen wordt verwacht bij: OD Verschuiving naar modulariteit en
. Verzamelen en sorteren, productie buiten de bouwplaats
. Mechanische en chemische recycling, en; @) Verdere digitaliseren van werkzaamheden
* _ Distributie en logistiek,
Hergebruik van materialen en
6) deconstructie met oog op circulariteit
Daartegenover staat een afname van arbeidsplaatsen
bij de afvalverbranding en op stortplaatsen.
Binnen de waardeketen Gebouwde omgeving heeft de
gemeente de volgende ambities:
® EXTRACTIE
1 Circulair ontwikkelen doen we samen.
STORTPLAATS &
2 De gemeente geeft het goede voorbeeld en VERBRANDING
gebruikt circulaire criteria.
3 We gaan circulair om met de bestaande stad. © Naar andere
VERZAMELEN industrieën ARCHITECTUUR
… . . & SORTEREN & regio's
De belangrijkste werkgelegenheidseffecten in
de waardeketen worden in figuur 6 schematisch ®
weergeven. In dit onderzoek zijn werkzaamheden voor
woningbouw, utiliteitsbouw en grond, weg, waterbouw MECHANISCHE &
(GWW) in de openbare ruimte meegenomen. Op basis CHEMISCHE RECYCLING
van deze effecten zijn de drie belangrijkste trends
geïdentificeerd die in de volgende paragrafen verder
worden uitgewerkt.
D PRODUCTIE
D & MONTAGE
VASTGOED- ®D
EIGENAAR
HERVERKOOP
@& RENOVATIE
/ DISTRIBUTIE &
® LOGISTIEK
REPARATIE CONSTRUCTIE
& ONDERHOUD
® banen toename @ banen afname © banen verschuiving
28 29
5.1 VERWACHTE
RESULTATEN VAN DE Beschrijving Kansen Risico's
GESTELDE AMBITIES
De transitie naar een circulaire economie zal De transitie naar een circulaire economie in Het bij- en omscholen van bestaande werknemers
de omschakeling naar alternatieve en innovatie de gebouwde omgeving gaat gepaard met een is cruciaal om de transitie mogelijk te maken.” Als
4 bouwtechnieken en -materialen versnellen. Het groeiend aandeel van modulaire voorgefabriceerde deze processen niet eerlijk en inclusief worden
gaat hierbij bijvoorbeeld om voorgefabriceerde constructies. Deze constructies zijn eenvoudig vormgegeven, kan de transitie op weerstand van
Verschuiving naar - : : : N
De . en modulaire componenten, of het gebruik van te installeren en demonteren. Doordat de werknemers stuiten.° Daarbij wordt vaak gefocust
modulariteit en productie ie: , : : : . .
‚ biobased’ (hernieuwbare) materialen zoals bouwwerkzaamheden steeds vaker buiten op het omscholen van de jongere generatie maar
buiten de bouwplaats houtbouw. Deze ontwikkelingen zullen invloed de bouwplaats plaatsvinden, verbeteren de moet er ook voor worden gezorgd dat de meer
hebben op de werkomstandigheden en werkomstandigheden en veiligheid, De fysieke ervaren generatie ook wordt meegenomen.
kwalificaties in de bouw. eisen van deze banen zullen afnemen, net als
de blootstelling aan gevaarlijke situaties.* Op
termijn zouden arbeidskrachten hierdoor langer
in deze sector kunnen blijven werken en wordt het
aantrekkelijker voor anderen’?
2 Digitale technologieën zijn handig om de De transitie naar een circulaire economie kan De digitalisering van de keten vraagt om nieuwe
Verdere digitalisering hoeveelheid materialen en hun eigenschappen bijdragen aan de erkenning van de meerwaarde van skills. Aangezien deze met name aanwezig zijn
van werkzaamheden in de gebouwde omgeving in kaart te brengen. gebouw- en faciliteitenmanagers.'? Deze functies bij theoretisch opgeleiden bestaat het risico op
Materiaalpaspoorten en Building Information vereisen steeds vaker technische skills die vooralsnog een splitsing binnen de beroepsgroep tussen
Modelling (BIM) zullen steeds meer worden ingezet niet binnen de bestaande beroepsgroep aanwezig praktisch en theoretisch geschoolde krachten, met
voor effectief en circulair renoveren en ontmantelen. zijn. Hierbij valt te denken aan het up-to-date houden bijbehorende lagere en hogere lonen. Werknemers
Momenteel hebben veel partijen nog hun eigen van BIM en materiaalpaspoorten.? Het is belangrijk met een theoretische opleiding zijn bovendien
BIM-systeem en wordt BIM nog beperkt gebruikt als dat bij- en omscholingskansen voor de gehele ondervertegenwoordigd onder minderheden in de
samenwerkingsinstrument. beroepsgroep beschikbaar zijn. bouw in Nederland. Er zal moeite moeten worden
gedaan om deze trend te keren.
3 Bouw-en sloopafval is een van de grootste Hergebruik van materialen is cruciaal in een circulaire De opkomst van de vele materiaal innovaties
Hergebruik van materialen afvalbronnen van Amsterdam. Om de circulaire keten. De focus zal steeds meer verschuiven naar (bv. cement gemaakt met hout, hemp of zeewier)
en deconstructie met ambities van Amsterdam waar te maken is deconstructie, het grondig renoveren en veranderen kan het lastig maken om werknemers binnen de
oog op circulariteit deconstructie (circulair slopen ofwel ontmantelen) van functies van bepaalde gebouwen. Het kunnen ontmanteling de juiste product kennis te geven.
een effectieve manier om bouwmateriaal opnieuw inschatten van materiaalvereisten staat daarbij Hierdoor zouden grondstoffen door het niet op
te benutten. Dit betekent een aanzienlijke centraal. Daarnaast zullen er nieuwe skills nodig juiste manier behandelen alsnog verloren
verschuiving in de werkzaamheden van zijn op de bouwplaats en in de fabriek, Zo moet kunnen gaan.
arbeidskrachten die betrokken zijn bij zowel tijdens het ontwerp al worden voorgedacht over de
constructie als deconstructie, mogelijkheden tot deconstructie en hoe gebouwen Gelukkig kan de opkomst van fysieke locaties
die op het punt staan ontmanteld te worden die gefocust zijn op herbruikbaar maken
te gebruiken als input. Deze verschuiving biedt van bouwmaterialen kansen bieden voor
mogelijkheden voor aannemers met verschillende kennisuitwisseling binnen de gemeenschap.
ervaringsniveaus en kan bijdragen aan een
verplaatsing van banen van de bouwplaats naar
off-site faciliteiten zoals prefab fabrieken.
50 51
5.2 VOORBEELD BELANGRIJKE FUNCTIEPROFIELEN BINNEN EEN
FUNCTIEPROFIELEN CIRCULAIRE WAARDEKETEN GEBOUWDE OMGEVING
In een volledig circulaire keten voor de gebouwde Facilitair-fonderhoudsmedewerkers De-/remonteur Gebouwen
omgeving wordt in alle werkprocessen circulariteit (praktisch geschoold) (praktisch geschoold)
als basisprincipe genomen. Hiervoor zijn nieuwe en a j j
- : Facilitair- en onderhoudsmedewerkers worden steeds Vaklieden die gebouwen de- en remonteren zijn een
aangepaste functies en skills vereist: a Ì j j " î - '
belangrijker in een circulaire economie. Ze houden het essentiële schakel in de circulaire bouw. Zonder hen
_ ‚ energieverbruik in de gaten en dragen er zorg voor dat zou het niet mogelijk zijn (bouw)materialen opnieuw te
* _ Bij het voorspellen en monitoren van de } î ee " - -
levensduur van bouwmaterialen spelen de mann ineen gebouw zo ala mogelijk worden gebruiken. Zij breken GAN van) Zan zorgvuldig
En . . gebruikt. Ze zorgen ervoor dat materialen op een af, zodat de (bouw)materialen opnieuw gebruikt
digitale en data-analytische skills een rol. N
‚ _ duurzame wijze vervangen of gerepareerd worden. kunnen worden.
Deze skills zullen vooral waarde toevoegen bij
materiaalpaspoorten, die populair worden in Voorbeeld van aansluitende modulaire Voorbeeld van aansluitende modulaire
de bouw en openbare ruimte. Vooruitstrevende of verkorte opleiding: of verkorte opleiding:
architectenbureaus ontwerpen bijvoorbeeld Facilitaire dienstverlening Montagemedewerkers Timmerindustrie
gebouwen die steeds opnieuw kunnen worden (ROC van Amsterdam/Flevoland)
benut. Een school kan jaren later worden gebruikt 8 Aansluitend op:
als rechtbank, om daarna weer te fungeren akki 2) De gemeente geeft het goede voorbeeld
als appartementencomplex. 2} De gemeente geeft het goede voorbeeld en gebruikt circulaire criteria.
* _ Om de levensduur van materialen te en gsteruikst eleulire dier. 3 | We gaan circulair om met de bestaande stad.
optimaliseren, zijn reparaties en hergebruik 3 | We gaan circulair om met de bestaande stad.
essentieel, Vaklieden moeten al in een vroeg
stadium kritisch naar de gebruikte materialen nn
kijken en zorgvuldig met die materialen omgaan.
Tegelijkertijd worden onderdelen van gebouwen
en ander (bouw)materiaal steeds vaker modulair Architect (theoretisch geschoold) BIM-modelleur®* (theoretisch geschoold)
geproduceerd buiten de bouwplaats. Doordat
bouwmodules demontabel zijn, kunnen deze Architecten dienen bij het ontwerp van een gebouw BIM-modelleurs houden zich bezig met het ontwerpen
gemakkelijker worden hergebruikt. Bovendien of woning te letten op de losmaakbaarheid, en beheren van Building Information Models (BIM).
worden de gebruikte materialen gescheiden herbruikbaarheid en levensduur van de (bouw) Dit is een 3D-informatiemodel waarin zij alle gegevens
en gesorteerd, waarbij eveneens kritisch wordt materialen. Dit vereist digitale vaardigheden om vastleggen voor het ontwerpen en uitvoeren van
gekeken naar de bruikbaarheid voor andere voorspellingen te kunnen doen over de levensduur bouwprojecten. BIM kan helpen afval in het bouwproces
toepassingen in de bouw of daarbuiten. Opleiders van materialen. Daarnaast vereist circulair bouwen te verminderen door informatie van verschillende
nemen deze werkwijze al mee in hun opleidingen het oplossen van complexe vraagstukken in de stakeholders bij elkaar te brengen, onder andere in een
voor MBO-studenten. bouw, zoals energievoorziening. materialenpaspoort. Daarnaast draagt het bij aan een
* _Ten slotte zullen kwaliteitschecks van publieke weerbedven saret ern feurves Rr momitieing van grondstofstromen.
ebouwen. veelal uitgevoerd door facilitair p S ° Om tot een goed informatiemodel te komen, moet de
5 ' 5 ILIAS A ded A ABLE Se SLD modelleur veelvuldig schakelen met het projectteam om
medewerkers, een grotere rol gaan spelen.
Facilitair medewerkers verhelpen mankementen Aansluitend op: ed then
en zorgen ervoor dat een gebouw lang in ) EET Voorbeeld van aansluitende modulaire
gebruik kan blijven. of verkorte opleiding:
Cursus BIM voor bouwprofessionals die zich bij willen
laten scholen (Hogeschool van Amsterdam)?
Aansluitend op:
2 De gemeente geeft het goede voorbeeld
en gebruikt circulaire criteria.
3 | We gaan circulair om met de bestaande stad.
52 Werkgelegenheidseffecten van het circulaire beleid van Amsterdam, 2021 55
el he
De circulaire strategie van de gemeente Amsterdam heeft De gemeente Amsterdam wil voor 2050 bijvoorbeeld
ook invloed op de werkgelegenheid in de bouw. Zowel het 150.000 woningen bouwen. Als dat circulair wordt gedaan, aidan
gebruik van circulaire bouwmaterialen als de circulaire kan dat aanzienlijke positieve gevolgen hebben voor | RE
toepassing hiervan leidt tot arbeidsintensiever werk de werkgelegenheid. Zo blijkt uit een recent onderzoek | K An’ B 7 E
in vergelijking met de huidige manier van werken. Dat door Metabolic dat de werkgelegenheid in de MRA groeit je | ee ke
betekent dat de loonkosten zullen stijgen. De gecreëerde door de gelijktijdige ambitie om 20% van alle nieuwe | of 5
banen zijn echter duurzaam, omdat de markt voor woningbouwprojecten in 2025 uit hout te bouwen en 8 Be n= n
circulaire bouwmaterialen zal groeien en de technische tegelijkertijd meer modulair te bouwen. Voor Purmerend, id ON : Aa 5
kennis voor de circulaire (de)montage meer waard wordt. Almere, Zaanstad en Lelystad kunnen ongeveer 1.750 k Ô | Li _
Naar verwachting komen er in deze sector 200 extra banen _ tot 3.700 nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan als deze Dn. ee nan |
tot en met 2025, 350 extra banen in 2030 en 800 extra gemeenten inzetten op houten woningen. ' ke nn Door de Covíd-19 pandemie n 2020/2021 werden er .
banen ten opzichte van het basisscenario in 2050 bij. nauwelijks nog evenementen in Amsterdam georganiseerd.
Behalve de gemeente spelen de private sector 3 Amsterdammers in de evenementenbranche hadden een
Deze werkgelegenheidseffecten gaan alleen op als de en woningbouwverenigingen een rol in het stuk minder werk of helemaal geen werk meer. Hoewel
ambities in bijlage 7.3 worden gehaald. Zo zullen er meer stimuleren van circulaire bouw en de bijbehorende f de branche deels weer zal aantrekken, zal een deel van de ; in
producten moeten worden hergebruikt en meer biobased __werkgelegenheidseffecten. In deze analyse is evenementenbureaus de coronacrisis niet overleven. Een NE Ë
materialen worden toegepast. Daarnaast zal de levensduur aangenomen dat deze partijen ook bijdragen aan baan in de circulaire economie kan evenementenbouwers zel rn
van onderdelen en gebouwen significant verlengd moeten de beoogde transitie, perspectief bieden voor de lange termijn. | d ht |
worden en zullen gemeentelijke gebouwonderdelen op
nieuwe manieren moeten worden geïnventariseerd Evenementenbouwers bezitten vaak al skills die goed
matchen met functies in de circulaire bouw. Ook in de
Bij de kwantificatie van de werkgelegenheidseffecten 8 TET evenementenbranche dienen de opbouwers secuur om te
is alleen rekening gehouden met de veranderingen in gaan met de verschillende (podium)onderdelen en deze juist | Ì
werkgelegenheid ten gevolge van de doelstellingen te bevestigen. Ook hebben zij ervaring met het tillen van zware Ie |
van de circulaire ambities onderdelen, waardoor zij gewend zijn aan lichamelijk werk. Dit ; ”
is een aantal eigenschappen die bijvoorbeeld matchen met a |
eigenschappen die de-/remonteurs dienen te bezitten. pi dq b
Î rr ol de E En ard eeen
Met een ‘quickscan’ gericht op de skills voor Techniek en Head 15 Eg bo 3
binnen de consumptiegoederen waardeketen Bouw en de paskamer kan een evenementenbouwer bepalen eea Dd
Ë of de functie van de-/remonteur in een circulaire gebouwde _… sE
| omgeving aansluit bij zijn/haar behoeftes en skills. a 5
En ed
gm je | | mad
eN Passende vacatures voor deze functies en een modulair Ml l "
BOUW 0 800 É jn oe : Ee k f
opleidingsplan richting deze functies kunnen onder andere a hers
worden gevonden bij Bouwmensen West. 3 eha, ie
RN ]
| }/ ee Ll IJ
1 ï ai | 7, 5 zr as nen Ë wi : ze
Li d kan n u -
Figuur 7: Uitkomsten MRIO-modellering binnen de waardeketen Gebouwde Omgeving F " : ed. ie er Ee on : Ek
Pd —_R es RRRS
1 En Eni men î Ms, 1 n bet
5 F. 5 f Ee ur DN Pes f ie E el ea!
| en EE ee
KE ü RER en Ee ek Een Jrg dd De e
Í 5 ie r Be ee En nen att ik - 4
Ed Rr rh ker tkn : RA an
P Fit gl Re … ln :
ei ï did f E à et Ker ee an 5 hal
r F LE ‚ Ee rij Pr: je 5 î ; 1 m - n E E
54 B Pan / kende van het’circulaire beleid van-Â Oise odt ee
ord pr jk ke" EE x JK ks
; Á deld Ee 4 Eet ee E. En
De ge Ö en BRBENN een LO …
N Er is ook een significante groei in de sector Landbouw, communicatie, boekhouding, transport & logistiek,
6 . C O C L U S | E bosbouw en visserij te zien, die hoofdzakelijk valt toe te schoonmaak of verzekeringen.
schrijven aan de ambities voor stadslandbouw.
6.4 Activiteiten binnen bedrijven
i ierichti i i ii i De groei van de werkgelegenheid is structureel, Deze
Op basis van de geselecteerde actierichtingen als Dit percentage is vergelijkbaar met de uitkomsten van … ers et gevol vn de transitie naar een ander Wanneer ‘social enterprises! professionaliseren kan
input voor de MRIO-modellering zullen de uitvoer eerder onderzoek, zoals de schatting dat de circulaire on omieh ee et Van oonmalide investeringen een vliegwieleffect van gemeentelijk circulair beleid
van de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het economie in Nederland ongeveer 200.000 banen zal De gemeente ondersteunt en eren de aait naar ontstaan, zodat grote(re) delen van de beroepsbevolking
. . _ 20 (sia hi be
Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020 2025 opleveren (zie bijlage 7.5 voor verdere validatie van er eeu. economie door de iuiste randvoorwaarden worden bereikt. Bestaande functies binnen bedrijven
naar verwachting leiden tot een extra werkgelegenheid de uitkomsten). te creëren. Deze effecten vorden dus niet behaald kunnen zo ook voor circulaire doeleinden worden
van 3.000 voltijdbanen tot en met 2025. Hierbij wordt doors ecifiek vritzemaakte budeetten. maar doordat ingezet. Een baan als mediator is bijvoorbeeld niet
aangenomen dat de huidige gestelde ambities in het 6.1 Grootste impact op de werkgelegenheid Verschlende uitgaven van de gemeentelijke begroting automatisch circulair, maar wordt dat wel als het gaat
leid inder iij . ee - :
beleid de daad voldoende zullen blijken om de De grootste circulaire impact op de werkgelegenheid ders zijn i om een optimaal beheer van openbaar groen. Een
gestelde circulaire doelstellingen te halen. Op basis van . . _ anaers zijn ingezet. tar ie ni : : tar di
‚ 7 ‚ is te zien in de sectoren Verhuur en overige zakelijke baan als koerier is niet per se circulair, een koerier die
de economische effecten van de circulaire doelstellingen diensten, Detailhandel, en Vervoer & opslag. bijdraagt aan scooters-als-een-dienst of het verhuren
tot 2030 en 2050 zal de extra werkgelegenheid in deze Dit komt voornamelijk doordat huishoudens en 6.2 Impact door aanwezigheid van keukenapparatuur wel. Andere voorbeelden
jaren groeien met respectievelijk 8.500 en 19,500 banen. overheden op een andere manier om zullen gaan met onderbenutte productiefactoren van het vliegwieleffect zijn ook denkbaar. Met name
Die banen komen bovenop de autonome groei van consumptiegoederen, waarbij met name verhuur, Werkelijke economische groei komt voort uit een binnen de huidige bouwbedrijven zullen tal van
economie en samenleving. In 2030 gaat het naar bemiddeling en gereed maken voor nieuw gebruik hoogwaardiger inzet van productiefactoren, zoals professionals volgens circulaire principes gaan werken.
: : o :
schatting om een extra groei van 1.3% ten opzichte een belangrijke rol gaan spelen. kapitaalgoederen (gebouwen, voertuigen, machines, ICT, Veel inkoopprofessionals zullen ervaring opdoen met
van de MRA-regio in 2017, of infrastructuur), energie, grondstoffen en natuurlijk circulaire contracten, zodat het effect van hun baan
arbeid. Nieuw openbaar vervoer kan bijvoorbeeld ook deels circulair wordt.
structurele groei veroorzaken omdat ruimte
2025 2030 2050 hoogwaardiger wordt benut, of omdat bewoners in de 6.5 Potentiële vergrotingsfactoren
buurt beter kunnen meedraaien in de maatschappelijke De . . En
isch Oe Het kwantificeren van de circulaire economie in termen
Totale werkgelegenheid (FTE) in basisscenario 1.018 000 1.116.500 1.539.500 economische activiteiten. van werkgelegenheid kan bedrijven en overheden
stimuleren om zich toe te leggen op circulariteit. De
En ‚ Arbeid en grondstoffen worden in een circulaire transitie . . . 55 . p . . .
Additioneel effect op totale werkgelegenheid 3.000 8,500 19.500 : . benodigde skills en functieprofielen in een circulaire
Dn , ‚ 7 hoogwaardiger ingezet. Vaardigheden om materialen . .
(FTE) van huidig Amsterdams circulair beleid . MRA kunnen aanknopingspunten bieden voor
te bewerken, verhandelen en vervoeren leveren in een 8 . .
. . ‚ stapsgewijze omscholing van de beroepsbevolking.
circulaire economie meer op dan nu. De waarde van Een In
Tabel 7: Verwachte banengroei van gestelde ambities in het huidige Amsterdams circulair beleid in vergelijking tot basisscenario hout, glas, papier, textiel, kunststoffen, ferro en non- De in dit rapport beschreven inzichten maken het
makkelijker op feiten gebaseerde strategieën te
ferro metaal kan eveneens beter worden benut. De twee . .
‚ . . ontwerpen om de effecten van de circulaire
beleidsdocumenten waar deze studie op is gebaseerd :
. . economie bekend te maken.
vormen pas het begin van hoogwaardige vormen van
VERANDERING IN WERKZAME PERSONEN O.l.V. 2025 B 2030 WH 2050 waardebehoud van arbeid en grondstof,
CIRCULAIRE ECONOMIE (ARBEIDSJAREN) 6.6 Tot slot
6.3 Direct ondersteunde activiteiten Ten slotte is het belangrijk om te beseffen dat de
Verhuur en overige zakelijke diensten met publiek geld effecten van de Strategie Amsterdams Circulair 2020-
2025 en het Uitvoeringsprogramma Afval en grondstoffen
Verhuur en handel van onroerend goed De gemeente heeft het mandaat en budget om taken 2020-2025 aroter en elen Je de 2 dit fj
Informatie en communicatie uit te voeren die maatschappelijk worden gewaardeerd, er
. . rapport becijferde resultaten voor 2025, 2030 en
Vervoer en opslag die de kennis en vaardigheden van mensen , 7
í vergroten en die de circulaire economie versnellen 2050, Door een verdere verbetering van de inzet van
Detailhandel E 5 bi beeld k deni h productiefactoren én door de indirecte effecten van
Bouwnijverheid aan voordeed Kunnen worden ingezet op et structurele hervormingen in de transitie naar de
„ digitaliseren van de voorraad van kringloopwinkels en . . . : . …
Waterbedrijven en afvalbeheer . a circulaire economie (vliegwieleffecten) kan de werkelijke
‚ ‚ het gebruik van gespecialiseerde tussenpersonen om werkgelegenheid drie, vijf of acht keer groter zijn dan
Overige Industrie vraag en aanbod beter aan elkaar te koppelen. Ook de edelaitkomsten Mi 8 J
Elektrotechnische en elektrische industre is betere communicatie mogelijk over het transport
Chemische industrie en de logistiek van reparatie en huishoudelijke
‚ ‚ . ‚ ducten zoals re Tee Een andere o ie is het De verwachte banen die dankzij de circulaire strategie
voedings” en genotmiedelonndnstre ondersteuner van Social enter rises’, die bijvoorbeeld zullen ontstaan, zijn niet alleen structureel van aard,
Landbouw, bosbouw en visserij Ran : p 5 J maar dragen ook bij aan een hogere werktevredenheid
reparatiediensten aanbieden, lokaal biomassa of laag- . . . : :
technologisch bruik d 6 en meer sociale cohesie, In een economie waarin arbeid
Aantal banen -2.000 O 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 ee no'ogische Se oruI svoorwerpen produceren, en grondstoffen meer waarde hebben, kunnen mensen
bijdragen aan de energietransitie. Deze ondernemingen _ .
8 . . floreren en blijft de draagkracht van de aarde intact.
Figuur 8: Verandering in werkgelegenheid in de MRA per sector kunnen baat hebben bij gesubsidieerde diensten in
36 57
7. BIJLAGEN
7.1 Opbouw van MRIO-modellen In de rijen van het MRIO-model wordt de input van een De volgende begrippen spelen een sleutelrol in het * _ Transitie: een chaotische en deels destructieve
economie beschreven. In de bruine en gele balk rechts begrijpen van een transitie naar een circulaire economie: verandering van minstens een kwart van alle
In 2008 heeft TNO samen met de VU en Ecorys een is Finale consumptie en Totale productie weergegeven. economische activiteiten.
Multi Regionaal Input Output model (MRIO-model) Het verschil tussen beide wordt bepaald door export “_Arbeidsproductiviteit: de verhouding tussen
gemaakt, waarin de inkomende en uitgaande stromen en investeringen in vaste activa (gebouwen, voertuigen, toegevoegde waarde en voltijdeguivalent (FTE) * _ Disruptieve innovatie: een innovatie die
van economische activiteit worden gemodelleerd. Het ICT-systemen, machines et cetera). In de kolommen banen in een SBI2 sector. ® bedrijven sterker dan 10% per jaar doet groeien,
model is nog steeds goed te gebruiken, zolang actuele van het MRIO-model wordt de output van een .__sBi-sector: een sector volgens de Standaard re gevestigde bedrijven uitdaagt en bestaande
data worden gebruikt. In deze studie zijn slechts twee economie beschreven. In de groene balk onderin is de Bedrijfsindeling 2008 van het Centraal Bureau voor utiliteit vernietigt.
regio's gedefinieerd: de Metropoolregio Amsterdam en Toegevoegde Waarde (TW) per sector opgeteld, De TW de Statistiek (CBS). In het MRIO-model zijn dit veelal “Institutionele innovatie: innovatie in
nend ern Is een onderdeel van de output van een sector, naast SBl-hoofdgroepen, hoewel voor de industrie een bedrijfsvoering of publieke overheden.
“ind2” en nds” In werkelijkheid zijn er 30 sectoren jer gevende Boen of de Be SVE een Ns eer aantal SBI2-sectoren expliciet zijn benoemd, Het *__Reboundeffecten: toename van consumpti
- | worden onder andere de lonen en afschrijvingen van meest fijnmazige niveau is het SBI4/5-niveau, waar eooundertecten: toename van consumpHe
per regio gemodelleerd. kapitaalgoederen “betaald”, economische activiteiten zijn te herkennen die een (binnen of buiten de sector) als gevolg van
voortrekkersrol zullen spelen in een transitie naar kostenbesparing op een finaal product.
een circulaire economie. *_Bruto en netto: met brutoresultaten worden
: . . oo 2 .
a Gom Na woe OEE + _ Grondstoffen: producten die direct aan de genoemd, zander medeneming van efect
ve aarde worden onttrokken, zoals ertsen, hout en '
| 8 8 afgegraven mineralen. Geraffineerde metalen, over de keten en de gehele economie. Met
chemische basisproducten en recyclaat zijn daarmee netto-effecten worden effecten bedoeld die ook
TT N ber definitie geen primaire grondstof, want deze verschuivingen over de keten in vraag en aanbod
producten zijn door economische activiteiten meenemen, alsmede reboundeffecten.
Agglomeratie HEN N bewerkt.
‘s-Gravenhage
N *__ Intermediaire goederen: alle goederen die geen
HEN grondstoffen of finale goederen zijn.
OE) B * Finale goederen: goederen die niet meer bewerkt
N worden voor finale consumptie.
Groot-Rijnmond TL ‚ ‚
* Economische kapitaalgoederen: gebouwen,
OE) N transportmiddelen, machines, ICT-hardware en
n N overige goederen die meer dan een jaar gebruikt
U worden (incl. hernieuwbaar energiekapitaal).
Overig HEN N * __ Sociale kapitaalgoederen: kennis en vaardigheden
Zuid-Holland van de beroepsbevolking, vertrouwen in instituties,
U B sociale cohesie van een samenleving.
— N * Natuurlijk kapitaalgoederen: natuurlijk kapitaal
EN N kan worden gedefinieerd als de voorraden
natuurlijke rijkdommen van de wereld, waaronder
is HEN N mineralen en metalen in de ondergrond, bodem,
lucht, water en alle levende wezens. Voor de MRA zijn
EN N met name zaken zoals de staat van landbouwgrond,
grondwater, luchtkwaliteit, biodiversiteit etc. een
Toegevoegde waarde EE En belangrijk onderdeel van het natuurlijk kapitaal. Dit
Totale productie | EN geldt ook voor de afwezigheid van toxische stoffen.
Figuur 9: Visuele weergave opbouw MRIO-Model
58 59
nn
« 4
5 Bn
7.2 AANNAMES MET L | f
BETREKKING TOT DE
EXTERNE EFFECTEN Í dn
EN BELEID
Om effecten te kunnen kwantificeren in het MRIO-model De exacte definitie van de grondstofreductie doelstelling 1 E Ne
zijn aannames gedaan met betrekking tot de impact voor 2030 is bovendien nog onderwerp van discussie ed en
van de circulaire doelstellingen en hun uitwerking op bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Daarnaast he # Me e
de economische sectoren. De belangrijkste aannames wordt er in zowel de beleidsstukken van de MRA als „ W
staan hieronder geformuleerd. in de nationale doelstellingen gesproken over een Ì he url
volledig circulaire economie in 2050. Er is echter nog he
De invloed van de wereld buiten de MRA is geen geen eenduidige definitie van dit effectdoel. Het is TE an,
onderdeel van de analyse. nog onduidelijk wat een volledig circulaire economie ri Ben ai
precies betekent. Betekent dit dat er geen extractie Nn Eb
Beleidsinspanningen van andere regio's in Nederland, plaatsvindt van primaire (abiotische) grondstoffen, of ee F Och 1
de nationale overheid en de EU worden niet dat grondstoffen geen negatieve milieu-impact meer Î in . ij À í
meegenomen in het circulaire scenario in deze studie. hebben of dat er sprake is van een recyclingpercentage | WE Â ee '
Deze publieke inspanningen zijn ook geen onderdeel van tastbare materialen van meer dan 99%? Of is . E Er Jar
van het basisscenario. Daarnaast bevat deze studie het een combinatie van deze drie elementen? De % il En
geen investeringen of inspanningen van het afwezigheid van een definitie voor een volledig circulaire # # n 1 bi &
bedrijfsleven. Het is dan ook belangrijk om de economie maakt het onmogelijk dit te vertalen naar ae B ul '
uitkomsten nadrukkelijk te zien als een indicatie van betrouwbare kwantitatieve modelinput. De essentiële deb Pa
de potentiële effecten van beleid van de gemeente stappen die de samenleving moet zetten op weg naar Pe En
Amsterdam en niet als de uitkomsten van een een circulaire economie tot 2050 zullen in toekomstige N Á
circulaire transitie in Nederland of Europa. studies moeten worden geanalyseerd. r . ke
ee
De gevolgen van de huidige Covid-19 pandemie worden
evenmin meegenomen in deze studie, omdat ze nog te
onduidelijk zijn. In de kwalitatieve analyse komen wel #
mogelijke werkgelegenheidseffecten als gevolg van de
Covid-19 pandemie aan bod.
Veranderingen in loon worden niet meegenomen. _l
Ook nemen we aan dat de arbeidsproductiviteit
constant blijft ten opzichte van nu. De groei van de
arbeidsproductiviteit in Nederland is al geruime tijd
aan het afnemen: tussen 2012 en 2019 was de jaarlijkse Er
groei slechts 0,3%. In de sector zakelijke dienstverlening
was er zelfs een jaarlijkse afname van -0,3% en En le,
voor delfstoffenwinning, water- en afvalbeheer een
afname van -4,3%,* waardoor we geen significante
algemene verandering doorvoeren in de toekomstige „-
arbeidsproductiviteit. ij Ì
De MRIO-modellering gaat niet uit van 50% S
grondstofreductie in 2030 en een volledig circulaire a
economie in 2050. Het modelleren van deze nationale an. 5
doelstellingen, bijvoorbeeld in een backcasting oefening, \ 8
zou het onmogelijk maken om de bijdrage van beleid in 5 |
de MRA te bepalen. 8
S
40 021 41
7.5 OPBOUW VAN
HET BASISSCENARIO
Op basis van trends uit het verleden kunnen we Deze studie richt zich op de tijdshorizon 2025, Voedsel en organische reststromen Circulair Circulair Circulair
een inschatting maken van de ontwikkeling van de 2030 en 2050. De kwantitatieve doelstellingen in Impact op MIRO-model Scenario Scenario Scenario
werkgelegenheid per sector in de MRA, als Amsterdam de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 en het 2025 20350 2050
niet nadrukkelijk had ingezet op circulariteit. Dit noemen Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen 2020-2025
we het basisscenario (een business-as-usual-scenario”). hebben soms betrekking op het jaar 2025, soms op Daling gebruik landbouw van chemische sector -28% -46% -70%
Het basisscenario beschrijft belangrijke drijfveren van 2030. Er is namelijk een interpolatie gemaakt richting (kunstmest)
de economie, zoals bevolkingsgroei, verdergaande 2030, indien voor 2025 geen expliciete kwantificatie is
digitalisering en innovatie die grondstofefficiëntie genoemd. Alle resultaten van 2050 zijn op basis van de Stijging gebruik mest landbouw naar landbouw 8% 13% 20%
vergroot. Om de effecten van circulair beleid van de doorwerking van de impulsen vanaf 2030.
MRA te analyseren moeten ook we beeld schetsen van . .
: : : : : oi : Toename gebruik voedingsindustrie van landbouw 8% 20% 35%
de ontwikkelingen in economie en werkgelegenheid als De volgende tabellen geven per waardeketen inzicht in Mn landb NL
er geen actief circulair beleid zou worden gevoerd, de impulsen die in deze studie als input in het MRIO- in p'aats van ane5ouw
model zijn gebruikt. De afkorting RNL verwijst naar de
Het basisscenario is gebaseerd op scenario's die rest van Nederland. Toename gebruik horeca van landbouw MRA in 8% 20% 35%
door het Centraal Planbureau en Planbureau voor plaats van landbouw RNL
de Leefomgeving worden opgesteld: de Welvaart- en
Leefomgeving scenario’s. In deze studie wordt dus Toename gebruik detailhandel van landbouw MRA 8% 20% 35%
nadrukkelijk het verschil getoond tussen de verwachte in plaats van landbouw RNL
ontwikkelingen zonder en mét circulair beleid. Behalve
de banen die puur door het huidige Amsterdamse Toename finaal gebruik van voedselindustrie MRA 0.5% 1% 2%
circulaire beleid worden gecreëerd, is het belangrijk
om te vermelden dat er ook circulaire banen in het Afname absolute inkoop voedselindustrie en -4% -8% -15%
basisscenario bij kunnen komen. landbouw RNL door horeca MRA
Afname absolute inkoop voedselindustrie en -3% -6% -10%
landbouw RNL door detailhandel MRA
Afname absolute inkoop voedselindustrie en -3% -6% 10%
landbouw RNL door voedselindustrie MRA
Afname absolute inkoop chemische industrie RNL 1,5% -2.5% -4%
door voedselindustrie MRA
42 45
Consumptiegoederen Circulair Circulair Circulair 7.4 AMSTERDAMS BELEID
Impact op MIRO-model Scenario Scenario Scenario
2025 2030 2050 DAT IS MEEGENOMEN IN
DIT ONDERZOEK
Afname finaal gebruik Elektrotechnische en -2.5% -5% -8%
elektronische industrie en textiel Om tot een betrouwbare kwantificatie van e _Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen
werkgelegenheidseffecten te komen is het van belang dat 2020-2025: punten uit 1. Voorzieningen en 3.
Toename finaal gebruik Verhuur en overige 1% 2% 3% actierichtingen uit de Strategie Amsterdam Circulair 2020- Grondstoffen.
zakelijke diensten ; ;
d 2025 en het Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen Onderstaande actierichtingen konden niet worden
2020-2025 kunnen worden vertaald naar economische : …
‚ ‚ ‚ , , . Oe . gemodelleerd in het MRIO-model, bijvoorbeeld omdat
Toename finaal gebruik Overige dienstverlening 1% 2% 3% effecten. Dit was mogelijk bij de onderstaande selectie : : :
e aen en ‚ tierichti Hierbij dt dat het de impact op economische sectoren te indirect of
oor huishoudens (eenvoudigere reparatie) van ac Iene . neen. erbij wor aangenomen arne niet kwantificeerbaar is. Dit neemt niet weg dat deze
huidige beleid inderdaad voldoende zal blijken om de er …
. ‚ actierichtingen alsnog kunnen bijdragen aan de
Toename finaal gebruik Overige dienstverlening 2% 4% 6% gestelde circulaire doelstellingen te halen. werkgelegenheid in de MRA.
door huishoudens (textielrecycling) Voedsel en organische reststromen
* _C2.1 Samen aan de slag voor betere
e _V11 Voedselproductie krijgt een plek in de stad. i
Directe toename totale output van zakelijke 0% 1% 2% p 8 p producten in Amsterdam.
dienstverlening, alleen MRA * __V1.2 De gemeente koopt regionaal __C€2.2 Minder consumeren en meer delen
geproduceerd voedsel in. door verhoogd bewustzijn.
Directe toename totale output van 0% 1% 2% * __V1.3 Duurzame ketenpartijen gaan meer « ___Uitvoeringsprogramma afval en grondstoffen
transportdiensten, alleen MRA samenwerken om de consumptie van 2020-2025: punten uit 2. Gedrag.
regionaal voedsel te vergroten. Geb d .
í ebouwde omgeving
Directe toename totale output van 1% 2 3 _V2.2 De gemeente zet in op voedselverspilling.
detailhandel, alleen MRA *__G1.1 Ondergrens: zo veel mogelijk hergebruikte
* _ V2.3 Initiatieven tegen voedselverspilling en : :
éiciënt ductí dsel d en biobased materialen toepassen.
. . . voor efficiëntere productie van voedsel worden
9, 9, 9,
Toename gebruik overige industrie van 0% In De ondersteund. « __G1.2 Inzicht: stel een waarde-inventarisatie op.
afvalbeheer
* __V3.3 Amsterdammers worden bewust van scheiden *_G1.5 Nieuwe vormen van (financiële)
voor schonere stromen. waarde beoordeling.
Onderstaande actierichtingen konden niet worden *___G21 Verleng de levensduur: gebruik wat er is.
gemodelleerd in het MRIO-model, bijvoorbeeld omdat 62.4 Gemeentelijke eigendommen:
Gebouwde omgeving Circulair Circulair Circulair de impact op economische sectoren te indirect of benoem hun waarde.
Impact op MIRO-model Scenario Scenario Scenario niet kwantificeerbaar is. Dit neemt niet weg dat deze On
2025 2030 2050 actierichtingen alsnog kunnen bijdragen aan de Onderstaande actierichtingen konden niet worden
wergelegenheid in de MRA. gemodelleerd in het MRIO-model, bijvoorbeeld omdat
‚ de impact op economische sectoren te indirect of
Afname gebruik overige industrie door bouw 0% 10% 15% *___V21 Amsterdammers veranderen hun eetpatroon. niet kwantificeerbaar is. Dit neemt niet weg dat deze
_ V.3.1/3.2/3.4 Samen aan de slag voor de beste actierichtingen alsnog kunnen bijdragen aan de
Stijging diensten afvalbeheer door bouw 10% 30% 50% aanpak per wijk, de gemeente geeft het goede werkgelegenheid in de MRA.
voorbeeld, Amsterdam maakt ruimte en creëert 61.3 Circulaire ambities op stedelijk en
Stijging diensten ICT door bouw 10% 30% 50% kansen voor reststromen. N : P |
gebiedsniveau: stel ze op en spreek af hoe ze
Consumptiegoederen geborgd worden.
Stijging diensten onroerend goed door bouw 10% 30% 50%
* __C1.1 De gemeente koopt minder nieuwe producten * _G1,4 Kennis: gebruik gezamenlijke kennis
Stijging gebruik bouw van afvalbeheer 10% 30% 50% en richt zich op gebruik in plaats van op eigendom. als uitgangspunt.
* __C1.2 De gemeente stimuleert de ontwikkeling van * __G2.2 Scherp gemeentelijke interne processen aan:
nieuwe goederen en diensten. stimuleer circulariteit.
* _C2.3 Deelgebruik en reparatie worden makkelijk, * ___G2.3 Organiseer marktverkenningen:
bereikbaar en betaalbaar. stimuleer innovaties.
. _C3 Amsterdam maakt het meeste van * _G3 We gaan circulair om met de bestaande stad.
afgedankte producten.
44 45
7.5 VALIDATIE VAN 7.6 SUGGESTIES VOOR
DE UITKOMSTEN VERVOLGONDERZOEK
Deze studie heeft haar modelmatige uitgangspunten Dit komt hoofdzakelijk doordat binnen de MRA meer Dit onderzoek naar de gevolgen op de werkgelegenheid
getoetst aan de Economische Verkenningen voedsel wordt geproduceerd en geconsumeerd. Daar van gemeentelijk circulair beleid is nog niet eerder
Metropoolregio Amsterdam (EVMA). Omdat niet alle komt bij dat er in totaal minder geconsumeerd zal uitgevoerd, Mede daardoor blijven er vragen
aspecten van het huidige Amsterdamse beleid zich worden, omdat voedselverspilling wordt tegengegaan. onbeantwoord, die een uitgangspunt kunnen zijn
makkelijk laten vertalen naar economische activiteiten, Dit gaat ten koste van de import van voedsel uit de voor vervolgonderzoek:
heeft dit geleid tot een selectie van beleidsmaatregelen rest van Nederland, waardoor een daling ontstaat, als
die zijn geanalyseerd met behulp van het MRIO-model. alleen naar het circulaire scenario wordt gekeken. Het is ° in deze studie 5 uitgegaan van bestaande
Het gebruik van Landelijk Informatiesysteem van gebruikelijk dat in modelleringen met een strikt regionale investeringen. Het uiteenzetten van de
Arbeidsplaatsen (LISA) statistiek voor werkgelegenheid focus, in dit geval de MRA, het model een achteruitgang investeringsbehoefte n Amsterdam gekoppeld aan
is eveneens geïnspireerd op de werkwijze van de EVMA. laat zien in andere regio's. Toch is er een stijging van het de transitie naar een circulaire economie zal een
In LISA staan alle werklocaties en bedrijven in vermeld, aantal banen in alle drie de tijdshorizons in Nederland als vollediger beeld van de werkgelegenheidseffecten van
geclassificeerd naar meer dan 1400 sectoren, geheel, waardoor deze negatieve getallen hoogstens een de plaatselijke circulaire economie mogelijk maken.
minder harde stijging weergeven. «In dit onderzoek is gekeken naar mogelijke
Hoewel het totaal aantal banen in het basisscenario werkgelegenheidseffecten van de Strategie Amsterdam
meestijgt met de rest van Nederland is er een daling te Circulair 2020-2025 en het Uitvoeringsprogramma
zien in de werkgelegenheid buiten de MRA onder invloed afval en grondstoffen 2020-2025. Er is geen
van de Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025, rekening gehouden met circulaire ambities van
de MRA, andere regio's, de nationale overheid
. . . of de EU. Een vervolgonderzoek waarbij deze
Studie Scope Uitkomst in % kunnen worden vertaald in het MRIO-model zou
de eerste inschattingen van de kwantitatieve
Kansen voor een circulaire Effecten van circulaire transitie tussen 0,8% werkgelegenheidseffecten beschreven in dit rapport
economie in Nederland door 2013 en 2025 voor de Nederlandse kunnen completeren.
TNO (2013) economie
* _ Het meten en voorspellen van de effecten
Amsterdam circularity Directe maatregelen in bouw, biomassa 0,4% (t.o.v. beroepsbevolking van de circulaire transitie, bijvoorbeeld op
scan door TCE, TNO en en voedselindustrie gemeente Amsterdam 2017, de werkgelegenheid, Is nog relatief nieuw. In
FABRICations (2015)? 1.900 banen) samenwerking met de gemeente Amsterdam
zou moeten worden onderzocht op welke manier
relevante data verzameld kan worden waarmee
Den Haag circulair door TCE Agenda duurzame stad, Afvalplan en 1,3% de effecten van de transitie op een betere manier
Aes, Aman Net Saone gemonitord en voorspeld kunnen worden.
Meta studie CE effecten Effecten van circulaire transitie voor 1,6% (Frankrijk), 0,2% (Finland), *__Het basisscenario schetst de autonome ontwikkeling
werkgelegenheid Horbach et verschillende EU lede tot 2030 2,6% (Spanje) van de werkgelegenheid in de MRA. Een deel van deze
al (2015)? werkgelegenheid bestaat echter ook uit circulaire
banen. Om een inschatting te maken van het totale
Arbeidsmarkteffecten Aangenomen impulsen op vijf 0,5% in 2030 aandeel circulaire banen in de toekomst, zou de
Circulaire Economie sleutelsectoren op SBI2-niveau: ontwikkeling van de circulaire werkgelegenheid ook in
door IISD, Cambridge voedselindustrie, elektronica, bouw, het basisscenario moeten worden meegenomen.
Econometrics, Trinomics en auto's en afvalverwerking
ICF (2018)°°
Duurzaamheid en Economische impact op Amsterdam 2,2% in 2030 (t.o.v.
economisch herstel door van duurzaamheidsinvesteringen beroepsbevolking gemeente
SEO en CE Delft (2020) (Transitievisie Warmte, windenergie, Amsterdam 2017, 12.600 banen)
zon, duurzame mobiliteit en netinfra)
Tabel 2: Validatie onderzoek door vergelijking met andere studies
46 47
REFERENTIELIJST
1. _ Circle Economy (2020) Circularity Gap Report Netherlands, 18. Website HVA (2021) Online te raadplegen via: Website 35. Metabolic (2020) Financing Circular Economy Innovation in the
Online te raadplegen via: Circularity-gap website Emerce Netherlands. Online te raadplegen via: Website Metabolic
2. Gemeente Amsterdam (2020) Strategie Amsterdam Circular 19. Website HVA (2021) Online te raadplegen via: Website HvA 36. CBS (2021) Standaard Bedrijfsindeling 2008. Online te
2020-2025. Online te raadplegen via: Website Gemeente raadplegen via: Website CBS
Amsterdam 20. Coats, E. & Benton, D. (2016) Job quality in a circular
economy. Green Alliance. 37. TNO (2020) Groeisectoren in Nederland in internationaal
3. UWV (2020) WW door corona terug op niveau van twee jaar perspectief.
geleden. Online te raadplegen via: Website UWV 21. UNDESA, (2020) Does the sharing economy share or
concentrate? Frontier Technology Quarterly, United Nations 38. Horbach, Rennings & Sommerfeld (2015) Circular Economy
4, Tieben, B. & Smits, T. (2020). Duurzaamheid en Department of Economic and Social Affairs. and Employment. Online te raadplegen via: Conference files
energietransitie in Noord-Holland en Flevoland: Gevolgen voor
de arbeidsmarkt. SEO Economisch Onderzoek. 22. Schröder, P. (2020) Promoting a Just Transition to an Inclusive 39. Trinomics (2018) Impacts of Circular Economy policies on the
Circular Economy. Energy, Environment and Resources labour market. Online te raadplegen via: Website Trinomics
5. Erasmus Universiteit Rotterdam, Circle Economy (2018) Programme, Chatham House.
Circulaire banen en vaardigheden in de Metropoolregio
Amsterdam. 23. Llorente-González, L.J. & Vence, X. (2020) How labour-
intensive is a circular economy? A policy-oriented structural
6. Cambridge Econometrics, Trinomics, ICF (2018) /mpacts of analysis of repair, reuse and recycling activities in the European
Circular Economy Policies on the labour market Union. Resources, Conservation and Recycling. Vol.162
7. Gemeente Amsterdam & Circle Economy (2020) Amsterdam 24. Chateau, ).; Bibas, R. & Lanzi. E. (2018) /mpacts of Green
Circulair 2020 - 2025 Innovatie- en Uitvoeringsprogramma. Growth Policies on Labour Market and Wage Income
Online te raadplegen via: Website Gemeente Amsterdam Distribution: A general equilibrium application to climate and
energy policies. OECD.
8. Circle Economy (2018) Circular Jobs & Skills in the Amsterdam
Metropolitan Area, Online te raadplegen via: Website Circle 25. Weghmann, V. (2020). Safe Jobs in the Circular Economy:
Economy Health and Safety in Waste and Wastewater Management.
EPSU. Online: Website EPSU
9, Green Alliance (2016) fobs quality in a circular economy.
Online te raadplegen via: Website Green-alliance 26. NOS (2020) Online te raadplegen via: Website NOS
10. Tieben, B. & Smits, T. (2020). Duurzaamheid en 27. Bouwend Nederland (2021) Online te raadplegen via:
energietransitie in Noord-Holland en Flevoland: Gevolgen voor Website Bouwennederland
de arbeidsmarkt. SEO Economisch Onderzoek.
28. Circle Economy, TNO, Fabric (2015) Amsterdam Circulair: Visie
11. PBL (2019) Circulaire Economie in Kaart. Online te raadplegen en Routekaart,
via: Website PBL
29. Cambridge Econometrics, Trinomics, ICF (2018) /mpacts of
12. Interviews (2020) Inzichten vanuit interviews met experts. Circular Economy Policies on the labour market
13. Circle Economy. (2020). Resilience & the Circular Economy: 30. ILO. (2018) World Employment Social Outlook 2018: Greening
Opportunities and Risks, Online te raadplegen via: Website with jobs. International Labour Organization.
Circle Economy
31. ILO. (2017) A fust Transition to a Sustainable Future: Next steps
14. Circle Economy. (2020). The Future of Work: Baseline for Europe, International Labour Organization.
employment analysis and skills pathways for the circular
economy in Scotland. Zero Waste Scotland & Circle Economy. 32, EMF & Google. (2019) Acceleratíng the circular economy
Online via: Website Circle Econom transition through commercial deconstruction and reuse,
Online: Website EMF
15. Brown, D. (2020). Will COVID-19 change our attitudes to work?
Online te raadplegen via: Website Social Hays 33. ARUP, CE100 & BAM (2018) Circular business models for the
built environment
16. Méda, D. (2016) The Future of Work: The meaning and value
of work in Europe. ILO Research Paper No. 18. International 34, HvA (2021) Online te raadplegen via: Website HvA
Labour Organization.
17. Website Clusius College (2021): Website Clusius
48 49
Circle Economy wil graag iedereen die heeft geholpen met
dit onderzoek naar circulaire werkgelegenheidseffecten
bedanken voor hun bijdrage.
AUTEURS
Circle Economy
Jacco Verstraeten-Jochemsen
Noah Baars
Joke Dufourmont
Hilde van Duijn
Max Russell
TNO
Elmer Rietveld
WKO a SEE EIA)
Julian Rabbie
House Of Skills
Rachelle Handgraaf
Annelies Spork
Gemeente Amsterdam
Eveline Jonkhoff, Salomé Galjaard, Jos Reinhoudt, Claire
Teurlings (MRA), Natalija Counet, Jort van Aken, Rutger
Korterink, Helena Bakker, Latifa Zian, Bobbie Rossini-
Hobbelman, Mara van der Kleij, Rutger Oorsprong, Jeroen
van der Waal, Wies de Jong, Bas van den Heuvel, Stef le
Fèvre, Johan Kerpershoek.
De geïnterviewden en workshopdeelnemers waaronder:
Hogeschool van Amsterdam, ROC van Amsterdam/
Flevoland, Copper8, GrowX, BAM, Royal Haskoning,
Snappcar, DeClique en gemeente Amsterdam.
REDACTIE
Brokkenmákers
Hylke Faber
GRAFISCH ONTWERP
Circle Economy
Inge ter Laak
Nicolas Raspail
Lauren Zemering
Dit werk is gelicentieerd onder een Creative Commons
Naamsvermelding 4.0 Internationale Publieke Licentie
TOA
| Onderzoeksrapport | 26 | train |
Gere 081935 N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
% Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Raadsaangelegenheden
Agendapunt 14
Datum besluit 15 november 20021
Onderwerp
Voortgang en afdoening motie 675: factureringsproblemen bij Waternet
‘De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de brief van het presidium over de voortgang en afdoening van motie 675
(factureringsproblemen bij Waternet)
‘Wettelijke grondslag
Art. 80 RvO
‘Bestuurlijke achtergrond
Op 6 oktober jl. heeft de gemeenteraad motie 675 aangenomen bij agendapunt 26, Kennisnemen
van de factureringsproblemen bij Waternet.
Reden bespreking
Nvt.
‘Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Nvt.
Ja, motie 675.
Welke stukken treft u aan?
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-031936 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Griffie % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie MLW van 16 december 2021
Ter kennisneming
Brief presidium 15-11 Voortgang en afdoening motie 675 -
AD2021-122316 Pp ‚ 5 E gang 3 75
factureringsproblemen bij Waternet.pdf (pdf)
Commissie MLW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Nadere informatie bij het presidium.
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente D
Amsterdam
> < Noord
Verg.nr.: 1036
Agenda |___ Fn
Vergadering Module D (besluitvormend)
van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Noord
|___Datum __\woensdag 18 februari 2015
|_____ Locate ____|Burgerzaal, Stadsdeelhuis, Buikslotermeerplein 2000
Nr. Titel Opmerking Reg.nr.
PROCEDUREEL
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Vaststellen verslag en besluitenlijst van 28 januari 2015 2042
5 Ingekomen stukken
6 Mondelinge vragen
BELEIDSVOORSTELLEN
ALGEMEEN
7 Algemene moties
8 _ Sluiting
| Agenda | 1 | discard |
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
Albert Hahnplantsoen 23
1077 BM Amsterdam
AANGETEKEND
Aan de gemeenteraad van de
Gemeente Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Onderwerp Datum |
Aanvraag herziening bestemmingsplan 01-04-2019
Zeer geachte gemeenteraad,
Hierbij vragen wij, opstalhouder en huurders van Het Noord-Zuid Hollands Koffiehuis — Het
Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis BV, Stromma Holding BV, Loetje Centraal BV, Stichting
Amsterdam Marketing en de Amsterdamse Watertaxicentrale BV (hierna: het “Koffiehuis” — de
gemeenteraad het bestemmingsplan Stationseiland! te herzien.
Concreet ziet deze aanvraag op herziening van het bestemmingsplan voor het oostelijk deel van |
het Stationsplein, gelet op het voorgenomen gekoppeld rijden van tram 26 op spoor 1 en 2 van het
oostelijke tramemplacement, zodat de veiligheid en de goede ruimtelijke ordening aldaar geborgd
zullen zijn. Een dergelijke borging ontbreekt nu in het bestemmingsplan.
1. Inleiding en aanleiding voor de herziening
De veiligheid als gevolg van spoor 1 en 2 van het oostelijke tramemplacement is nu al een paar
jaar onderwerp van gesprek, mede naar aanleiding van zorgen die het Koffiehuis daarover heeft
geuit. Het Koffiehuis is recentelijk ter ore gekomen dat het vigerend ontwerp van De Entree |
destijds niet is opgesteld met als uitgangspunt het gekoppeld rijden van tramlijn 26 (bijlage 1 en
2). Als gevolg daarvan is het rijden met gekoppelde tramstellen niet goed mogelijk en bovendien
onveilig.
Voor het Koffiehuis staat de veiligheid van haar gebruikers en bezoekers en de algehele
(verkeers)veiligheid rondom Het Noord-Zuid Hollands Koffiehuis voorop. De vigerende plannen
zijn onuitvoerbaar, en zullen indien deze alsnog ongewijzigd worden uitgevoerd leiden tot
onoverzichtelijke en verkeersgevaarlijke situaties.
d Î Eerst vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2013, en vervolgens gewijzigd vastgesteld op 1 juli 2015.
Si
Incorporated in Amsterdam, The Netherlands, Trade Register
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
Het vigerend ontwerp van het oostelijke tramemplacement heeft ook ten grondslag gelegen aan
het bestemmingsplan. Dit betekent dat het huidige bestemmingsplan een onveilige en
onuitvoerbare bestemming toekent aan en toestaat voor dit deel van het Stationsplein. Daarmee is
(dit deel van) het bestemmingsplan in strijd met een goede ruimtelijke ordening, althans die goede
ruimtelijke ordening wordt onvoldoende geborgd.
Het Koffiehuis heeft sinds omstreeks april 2018 haar zorgen aangekaart bij het college van
burgemeester en wethouders (het “College”, bij Uw gemeenteraad en bij de wethouder(s).
Daarbij heeft zij proactief een concreet alternatief laten onderzoeken en ontwerpen, met een
gewijzigde spoor lay-out waarmee de veiligheid wel is geborgd. Zie bijgaand het dossier met
voorafgaande correspondentie en acties (bijlage 3).
Hoewel de veiligheidsrisico’s worden onderkend, is tot op heden steeds de reactie van het College
en de projectgroep op ons alternatief emplacement, dat het te laat in het proces zou zijn de
voorgenomen spoor lay-out te wijzigen en dat dit kosten met zich zou meebrengen. Deze
argumenten worden echter niet gestaafd. Deze argumenten kunnen en mogen bovendien niet
doorslaggevend zijn voor de oplossing van het probleem. Immers, volgens het Koffiehuis zijn
kosten en planning altijd ondergeschikt aan het borgen van de veiligheid van burgers, en zij meent
dat Uw gemeenteraad daar ook zo over denkt als volksvertegenwoordigend bestuursorgaan.
Om bovengenoemde redenen heeft het Koffiehuis gemeend dat herziening van het
bestemmingsplan gerechtvaardigd is. Hierna licht zij haar aanvraag toe, en reikt daarbij de nodige
concrete informatie en plannen aan die Uw gemeenteraad in staat zullen stellen het
bestemmingsplan te herzien.
2. Het huidige bestemmingsplan
In het bestemmingsplan heeft het stationsplein — waaronder het oostelijk tramemplacement — de
bestemming ‘Verkeer 1’. Dit betekent dat onder andere tramvoorzieningen mogen worden
ingericht. Uit de afbeelding van de spoor lay-out opgenomen in toelichting van het
bestemmingsplan (bijlage 4) blijkt dat de spoor lay-out van het VO Maaiveld van 1 januari 2012
op de routering van de trams van toepassing is. Zie ook de afbeelding op pagina 11 van het
bijbehorende Verkeersonderzoek bestemmingsplan Stationseiland (bijlage 5). In bijlage 5 is ook
een duidelijkere weergave van het VO Maaiveld van 1 januari 2012 en het Voorkeursmodel
tramsporenplan gevoegd zoals vastgesteld op 14 maart 2012.
In het VO van 1 januari 2012 c.q. de spoor lay-out ten tijde van het bestemmingsplan is niet
voorzien in de mogelijkheid de twee noordelijke perrons (sporen 1 en 2) van het oostelijk
tramemplacement te verlengen om gekoppelde trams 26 hierop te kunnen laten rijden. Dat blijkt
nu te zijn omdat destijds geen rekening is gehouden met gekoppelde trams 26. Een oplossing voor
de te voorziene forse toename in het aantal reizigers van IJburg was destijds toekomstmuziek en
men hinkte nog op verschillende gedachten: rijden met hoge frequentie of rijden met gekoppelde ‚
Pagina 2 van 6
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
trams. Die koppeling is na vaststelling van het bestemmingsplan dus wel het geldende
uitgangspunt geworden, maar daarmee is dus bij vaststelling van het bestemmingsplan geen
rekening gehouden.
Derhalve houdt het huidige bestemmingsplan geen rekening met gekoppeld rijden op spoor 1 en 2
van het oostelijk tramemplacement, en bevat het geen concrete regels om de veiligheid te
waarborgen in deze situatie.
3. Onderbouwing van de veiligheidsrisico’s
In het VO Maaiveld De Entree wordt het oostelijk tramemplacement, gelegen recht tegenover Het
Noord-Zuid Hollands Koffiehuis, een stuk naar het westen verlegd en verbreed, als gevolg
waarvan wij ons ernstig zorgen maken over de overzichtelijkheid van dit deel van het plein en de
veiligheid van de bezoekers van Het Noord-Zuid Hollands Koffiehuis. Niet in de laatste plaats
vanwege het nieuwe voornemen dat tram 26 vanaf december 2019 gekoppeld gaat rijden op spoor
1 én spoor 2 van dit emplacement.
Uit bijgaand Movares-rapport van juli 2018 (zie bijlage 1) blijkt dat het VO/DO niet is ingericht
op gekoppeld rijden door tram 26 op sporen 1 en 2. Ook wethouder Dijksma heeft tijdens de
vergadering van de commissie MLD op 1 november 2018 bevestigd dat de situatie van het
gekoppeld rijden pas na het besluit over het VO in 2016 duidelijk is geworden en dat men
hierover nog in gesprek is met verschillende partijen (zie bijlage 2).
Uit dit rapport uit 2018 en een eerder Movares-rapport uit 2017 (bijlage 6) blijkt dat het rijden
met gekoppelde tramstellen niet goed mogelijk is en onveilige situaties tot gevolg heeft. De
gekoppelde tram 26 zal namelijk de oversteekplaats blokkeren. Daardoor wordt onder meer in de
hand gewerkt dat voetgangers over de koppeling gaan klimmen (zie voor een afbeelding van deze
blokkade: afbeelding 1, bijlage 7).
Het stationsplein wordt - als onderdeel van De Entree van de stad - door steeds grotere stromen
bezoekers gebruikt. Dat is dat goed zichtbaar: het ziet zwart van de mensen die rondkijken, foto’s
maken, maar ook die gehaast van A naar B willen komen via het Centraal Station. Door het
emplacement naar het westen op te schuiven wordt aan de ruimtelijke kwaliteit van het oostelijk
deel van het stationsplein ingeboet, met alle risico’s van dien. In het rapport (bijlage 1) wordt
deze ruimtelijke uitstraling erkend en gewaarborgd door bepaalde maatregelen (vervallen abri’s,
opsluitbanden, hoogteverschillen etc.)
Wij verwijzen voor een nadere omschrijving van alle risico’s naar beide genoemde rapporten van
Movares.
Pagina 3 van 6
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
4. Concrete alternatieven en oplossingen
Het Koffiehuis heeft een concreet en uitgewerkt alternatief laten onderzoeken dat wél voldoet aan
de veiligheidsnormen en de goede ruimtelijke ordening (zie afbeeldingen 2A en 2B tezamen,
bijlage 8):
- _ De sporen lay-out wordt gewijzigd ten opzichte van het VO/DO: het tracé schuift terug
naar het oosten, naar de huidige locatie van de sporen. Het oostelijke deel van het
Stationsplein is ruimer en overzichtelijker en er ligt voor de ingang van het Koffiehuis dan
één enkel spoor, in plaats van vier. De ervaringen met dat enkele spoor en de ruimtelijke
kwaliteit van het plein zijn in de huidige situatie positief.
- We bieden tevens een oplossing voor de gekoppelde tram 26: deze kan over de volle
lengte op spoor 1 en 2 staan, zonder dat de hoofdstroom van de voetgangers wordt
geblokkeerd. Zoals zichtbaar is in afbeeldingen 2A en 2B van bijlage 8 ligt de
oversteekplaats ter hoogte van de hoofduitgang van het Centraal Station geheel vrij en is
de oversteekplaats van de oostelijke uitgang van het CS (en de zuidoostelijke
fietsenstalling van ProRail) ook goed begaanbaar.
-__ Op de sporen 2 t/m 4 ontstaat ruimte voor een aparte in- en uitstaphalte.
-__De nachtbus kan halteren op spoor 1. Dat is een perron met dezelfde hoogte als de andere
tramperrons in de stad.
- De oversteek tussen de in- en uitstaphaltes komt te vervallen doordat deze door de
opstelling van de verlengde tram 26 sowieso geblokkeerd wordt.
- De geschetste oplossing toont de voorzijde van de trams ongeacht uit welke
stationsuitgang ze komen. Het plein voor het Koffiehuis behoudt zijn overzichtelijkheid en
ruimtelijke kwaliteit.
Deze oplossing is veiliger dan de situatie waarin tram 26 wordt geperst in het mal van het huidige |
VO/DO (afbeelding 1, bijlage 7): de gekoppelde tram 26 blokkeert dan de belangrijkste
oversteekplaats ter hoogte van de hoofduitgang van CS en daarmee de hoofdstroom bezoekers.
De door de projectgroep nu genoemde denkrichting — de gekoppelde tram 26 halteert bij de
achterste halte, vóór de oversteekplaats — verplaatst het probleem. De oversteekplaats van de
oostelijke uitgang van het CS en de zuidoostelijke fietsenstalling van ProRail wordt dan door tram
26 geblokkeerd (zie afbeelding 3, bijlage 8).
Het College heeft tot op heden geen steekhoudende argumenten gegeven waarom ons ontwerp
geen serieuze inhoudelijke toetsing verdient. De uitvoering van de werkzaamheden aan het
oostelijk tramemplacement is inmiddels verschoven naar 2021, dus het is onwaarschijnlijk dat de
rails reeds zijn besteld. Het is evenmin duidelijk of het VO/DO en daarmee het voorgenomen
spoorplan nu definitief is vastgelegd. Maar als gezegd kunnen en mogen dat allemaal geen
redenen zijn die in de weg staan aan een alternatief dat de veiligheid van burgers wél borgt en dat
in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Pagina 4 van 6
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
5. Herziening bestemmingsplan
Om bovengenoemde redenen vragen wij Uw gemeenteraad:
e hetbestemmingsplan Stationseiland te herzien voor het oostelijk deel van het
Stationsplein, gelet op het voornemen tram 26 op spoor 1 en 2 van het oostelijke
tramemplacement gekoppeld te laten rijden, zodat de veiligheid en de goede ruimtelijke
ordening aldaar gewaarborgd zullen zijn;
e daarbij acht te slaan op het door het Koffiehuis aangedragen concrete alternatief dat
voldoet aan alle normen van ruimtelijke orde en veiligheid;
e dit alternatief te verwerken in de plankaart; en
e de borging van de veiligheid als voorwaarde te stellen in bijvoorbeeld een nieuw artikel
9.4.2 Voorwaardelijke verplichting: “De aanleg van een tramspoor en tramhaltes met
abri’s op het oostelijk tramemplacement van het Stationseiland is slechts toegestaan,
voor zover vooraf is aangetoond en gewaarborgd dat (i) de overzichtelijkheid voor
gebruikers en voetgangers geenszins wordt belemmerd, (ii) de hoofdstroom van
voetgangers niet wordt geblokkeerd, en (üii) is uitgesloten dat de plaatsing hiervan
risico“s oplevert voor de veiligheid van voetgangers”, met daarbij een aanduiding op de
plankaart.
Better be safe than sorry: we menen dat we tot het uiterste moeten gaan om te voorkomen dat er
in de toekomst ongelukken gaan gebeuren op het voorgenomen emplacement.
Ten overvloede merkt het Koffiehuis op dat zij geen leges is verschuldigd voor het doen van deze
aanvraag. Volgens vaste rechtspraak? dient het vaststellen van de bestemming van gronden in een
bestemmingsplan rechtstreeks en vooral het publieke belang. Bij het in behandeling nemen van
deze aanvraag is derhalve niet, ook niet gedeeltelijk, sprake van een rechtstreeks aan de aanvrager
verrichte dienst waarvoor op grond van artikel 229 lid 1 aanhef en letter b van de Gemeentewet
rechten kunnen worden geheven.
Namens Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis BV en de huurders van het Koffiehuis,
Met vriendelijke groet,
En ZN
Ee
? Hof Arnhem-Leeuwarden 13 februari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:1459; HR 11 juni 1997,
ECLIENL:HR:1997:AA2174.
Pagina 5 van 6
Het Noord-Zuid Hollandsch Koffiehuis B.V.
Bijlagen:
1. Rapport Movares 2018 “Lijn 26 gekoppeld rijden, impact op oostelijk emplacement CS*
2. Verslag raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid
en Circulaire Economie, 1 november 2018, p. 11 t/m 13
3. Dossier correspondentie met gemeenteraad, B &W en wethouders over het voorgenomen
oostelijk tramemplacement
4. Afbeelding van de spoorlay-out opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan
Stationseiland, pagina 22 toelichting bestemmingsplan Stationseiland.
5, Afbeelding van de spoorlay-out in het Verkeersonderzoek bestemmingsplan
Stationseiland 6-2-2013, pagina 11 — behorend bij bestemmingsplan Stationseiland
vastgesteld op 1 juli 2015 (+Voorkeursmodel Sporenplan 2010 uit het Ontwerpboek
Stationseiland en een vergrote afbeelding VO Maaiveld d.d. 1-1-2018, beiden vastgesteld
in de raadsvergadering d.d. 14-03-2012).
6. Adviesnota Movares 2017
7. Afbeelding 1: oostelijk tramemplacement volgens VO/DO met gekoppelde tram 26
8. Alternatieve voorstellen oostelijk tramemplacement NZHK BV:
o Afbeelding 2A/B: voorstel 1. NZHK BV (gewijzigde spoor lay-out)
o Afbeelding 3: oostelijk tramemplacement volgens VO/DO met gekoppelde tram 26
(denkrichting projectgroep: halteren bij achterste halte).
Deze brief in cc aan:
TFS Stichting Amsterdam Marketing
- GVB Exploitatie BV
_— Loetje Centraal BV
_ Amsterdamse Watertaxicentrale B.V.
-Stromma Holding B.V.
— Omgevingsmanager Centraal Station
| - Omgevingsteam De Entree
Pagina 6 van 6
| Raadsadres | 6 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1077
Datum indiening 6 januari 2017
Datum akkoord college van b&w van 26 september 2017
Publicatiedatum 28 september 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de aanpak van werkloze
allochtone jongeren.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 5 januari 2017 verscheen in De Telegraaf het artikel ‘Allochtone werklozen mee
met wethouder’! Hierin wordt beschreven dat het college tijdens werkbezoeken aan
ondernemingen in de stad werkloze allochtone jongeren gaat meenemen om hen te
introduceren bij potentiële toekomstige werkgevers.
De fractie van de VVD wil weten wat volgens het college de beweegredenen zijn
achter deze aanpak. Tevens vraagt de fractie van de VVD zich af hoe deze aanpak
zich volgens het college verhoudt tot de gelijkheids- en non-discriminatiebeginselen
die (op de arbeidsmarkt) zouden moeten gelden.
De fractie van de VVD vindt de werkloosheid onder jongeren zorgwekkend. Om dit
probleem om te lossen moet iedereen gelijke kansen verdienen. Het meenemen van
uitsluitend allochtone jongeren sluit hier wat de fractie van de VVD betreft niet op aan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Klopt het dat het college tijdens werkbezoeken aan ondernemingen werkloze
allochtone jongeren introduceert of gaat introduceren bij potentiele toekomstige
werkgevers?
Antwoord:
Het college van B&W wil de vele contacten benutten die we met het bedrijfsleven
hebben om de achterblijvende arbeidsmarktpositie van de groep jongeren van
niet-westerse herkomst aan te pakken. Bij bedrijfsbezoeken wordt steeds de
mogelijkheid bezien dat leden van het college van B&W één of twee jongeren van
niet-westerse herkomst in contact brengen met de bezochte werkgever. Het
beoogde doel daarbij is tweeledig: óf de bezochte bedrijven worden verzocht
deze jongeren een kans te bieden in de vorm van een stage, leer of werkplek, óf
het werkbezoek wordt gebruikt om in dialoog te gaan met het bedrijf over wat het
betekent om een jongere van de beoogde doelgroep aan te nemen.
1 http://www.telegraaf.nl/dft/geld/werk-
inkomen/27368719/__ Allochtone werklozen mee met wethouder _.html?utm _source=t.co&utm
medium=referral&utm campaign=twitter&apw campaign=0c5a2281b821f8d4d356be2f19c2aab6
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng lo77 Gemeenteblad R
Datum 28 september 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 januari 2017
2. Zoja, wanneer heeft het college hiertoe besloten wat zijn volgens het college de
beweegredenen achter deze aanpak?
Antwoord:
Op 6 december 2016 heeft het college van B&W het plan ‘Jongeren van niet-
westerse herkomst aan het werk’ aangenomen. Dit plan is vervolgens in de
Raadscommissie Werk en Economie van 11 januari 2017 voor kennisgeving
aangenomen.
De aanpak van de jeugdwerkloosheid in Amsterdam werkt. Door jongeren actief
op te zoeken en intensief te begeleiden is de jeugdwerkloosheid in onze stad tot
onder het landelijk gemiddelde gedaald. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat de
groep jongeren van niet-westerse herkomst qua arbeidsmarktparticipatie
achterblijft op andere groepen jongeren. Zij hebben in de afgelopen jaren wel
geprofiteerd van de Amsterdamse aanpak, maar veel minder dan jongeren met
een andere achtergrond. Zij zijn nog steeds vaker werkloos, ook die jongeren die
als redelijk goed bemiddelbaar worden ingeschat (relatief korte afstand tot de
arbeidsmarkt, trede 3 en 4). Verschillende oorzaken liggen hieraan ten grondslag.
Deze jongeren missen vaak een goed netwerk om een plek te bemachtigen op de
arbeidsmarkt. Deze groep maakt vaak keuzes voor studies en beroepen die
relatief minder goed aansluiten bij het aanbod van werk op de arbeidsmarkt.
Bovendien speelt (bewuste en onbewuste) discriminatie op de arbeidsmarkt.
Het is deze ongelijke uitgangspositie die het college met het plan ‘Jongeren van
niet-westerse herkomst aan het werk’ wil tegen gaan.
Uit onderzoek in 2016 onder 853 bedrijven in Amsterdam met meer dan
30 medewerkers, blijkt dat veel werkgevers (33%) wel geïnteresseerd zijn in
diversiteitsbeleid, maar niet weten hoe dit aan te pakken. En dat een deel van
de bedrijven (32%) zelfs onverschillig is ten aanzien van het thema diversiteit.
Het plan hield in dat de vernieuwde werkwijze waar binnen het Jongerenpunt
ervaring mee is opgedaan is geïntensifieerd voor de groep jongeren met een niet-
westerse herkomst. In twee stadsdelen is van 1 januari 2017 tot 1 augustus 2017
een pilot uitgevoerd, waarbij een viertal medewerkers/jongerenadviseurs de
specifieke taak had om jongeren van niet-westerse herkomst met en zonder
uitkering te bemiddelen naar school of werk. De instroom vanuit de
jongerenpunten bestond uit jongeren die al meerdere keren zijn afgewezen in hun
zoektocht naar werk en het gevoel hebben dat arbeidsdiscriminatie hier een rol in
speelt.
Inmiddels laten de resultaten tot 1 september 2017 zien dat het werkt.
gezamenlijke gesprekken | plaatsingen
Totaal [10 Of
? Van de 63 plaatsingen zijn 56 voor augustus geplaatst, de overige 7 plaatsingen zijn van na de afloop van het
project bekend. Bekend is dat 2 geplaatsten snel zijn uitgevallen en deze zijn opnieuw opgepakt.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing lo77 Gemeenteblad
mm - -. … - -
Datum 28 september 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 januari 2017
3. Wordt er een soortgelijke aanpak gehanteerd voor werkloze autochtone
jongeren?
Antwoord:
In het kader van de aanpak jeugdwerkloosheid kunnen alle werkloze jongeren in
de stad - ongeacht herkomst - via het Jongerenpunt en de jobhunters/NVSP-
adviseurs worden gekoppeld aan Amsterdamse werkgevers. Hierop wordt geen
enkele uitzondering gemaakt. De Amsterdamse aanpak van de jeugd-
werkloosheid heeft ertoe geleid dat de werkloosheid onder niet-onderwijs-
volgende jongeren met een Nederlandse achtergrond, nu rond de 5% ligt.
Ter vergelijking, onder jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond ligt
dit percentage op 16% resp. 21%.°
4. Hoe verhoudt deze aanpak zich tot de beginselen van gelijkheid en non-
discriminatie?
Antwoord:
Het college is van mening dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden,
maar dat ongelijke gevallen ook om een ongelijke behandeling vragen. Het
college wil met deze aanpak de ongelijke uitgangspositie op de arbeidsmarkt van
jongeren met een niet-westerse achtergrond aanpakken. Het college is van
mening dat we met het plan ‘Jongeren van niet-westerse herkomst aan het werk’
handelen conform de non-discriminatiewetgeving. Het beginsel van gelijke
behandeling belet de overheid niet om specifieke maatregelen te nemen om een
structurele achterstand van een bepaalde minderheidsgroep of van vrouwen te
verminderen. De Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) laat deze ruimte
voor positieve actie toe.
In dit geval is voldaan aan de eisen die op grond van artikel 2 lid 3 AWGB aan
positieve actie worden gesteld. Het onderscheid heeft tot doel werkeloze jongeren
die ten gevolge van hun niet-westerse achtergrond een structurele achterstand op
de arbeidsmarkt hebben, extra te helpen. We verwachten dat de maatregel ook
werkelijk een positieve bijdrage levert aan de vermindering van hun achterstand.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
$ Zie: Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016; OIS, april 2017
* Zie AWGB, artikel 2 lid 3: Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid geldt niet, indien
het onderscheid een specifieke maatregel betreft die tot doel heeft vrouwen of personen behorende
tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen ten
einde feitelijke nadelen verband houdende met de gronden ras of geslacht op te heffen en te
verminderen en het onderscheid in een redelijke verhouding staat tot het doel.
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2019 Vergaderdatum 3 en 4 april 2019
Afdeling 1 Agendapunt 11A
Nummer 362
Publicatiedatum 1 april 2019
Onderwerp
Actualiteit van het lid Nanninga inzake de locaties voor het Uitvoeringsplan
24-uursopvang Ongedocumenteerden.
Aan de gemeenteraad
Tijdens de bewonersbijeenkomsten over de opvang voor ongedocumenteerden lijkt er
zeer weinig draagvlak te zijn voor de beoogde locaties, met de roerige avond in
Buitenveldert als dieptepunt. FVD heeft hier keer op keer voor gewaarschuwd en
daarom om draagvlakmetingen voor de locaties gevraagd. De wethouder weigert dit
te doen en wil de illegalenhuisvesting niet koppelen aan de vraag of er draagvlak is
rondom de locatie. De vestiging van een illegalenopvang heeft voor een buurt echter
grote gevolgen. FVD eist daarom dat de wethouder, voordat er definitieve besluiten
worden genomen, alsnog bij omwonenden, ondernemers en andere belang-
hebbenden gaat peilen of er voldoende draagvlak voor de illegalenopvang is, en
indien dit niet geval is op zoek gaat naar een andere locatie.
Reden van spoedeisendheid
De wethouder meldde tijdens de bewonersbijeenkomst van 25 maart 2019 in
Buitenveldert dat het besluit of er in de brandweerkazerne aan de Van Leijenberglaan
eind april of uiterlijk begin mei genomen wordt. De raad moet zich daarom voor die
tijd kunnen uitspreken.
Het lid van de gemeenteraad
A. Nanninga
1
| Actualiteit | 1 | train |
VN2020-028793 Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
rve kunst en cultuur x Gemeente . en eta . EE 9 n KD D
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
% Amsterdam ij
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed
Agendapunt 9
Datum besluit 4 januari 2021
Onderwerp
Beantwoording Raadsadres Henny Jurriëns Studio
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de beantwoording van een raadsadres dat werd ingediend door de
Henny Jurriëns Studio, waarmee wordt verzocht om hen te steunen in het tekort in hun
Kunstenplansubsidie 2021-2024.
Wettelijke grondslag
Art. 169 van de gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De Henny Jurriëns Studio (HJS) heeft voor het Kunstenplan 2021-2024 van het Amsterdams Fonds
voor de Kunst (AFK) een jaarlijkse subsidie toegekend gekregen van € 94.000, terwijl ze € 160.000
hadden aangevraagd. Binnen het AFK budget voor Dans was het budget echter niet toereikend
om deze aanvraag geheel te honoreren. Dat betekent dat de HJS in de komende periode ca 25%
minder subsidie krijgt. Op 22 september 2020 diende de HJS raadsadres in, met het verzoek om hen
te steunen in dit tekort (zie bijlage 1).
Op 28 oktober 2020 benaderde de HJS wethouder Kukenheim (zie bijlage 2), met de vraag of
vanuit de portefeuille Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt steun zou kunnen komen. In
reactie daarop is bepaald dat aan de HJS in 2021 eenmalig een subsidie van € 66.000 kan worden
verleend. De directies Onderwijs en Economische Zaken zijn met de HJS in gesprek gegaan over
voorwaarden en resultaatafspraken om deze eenmalige subsidie, naar verwachting begin 2021, te
kunnen verstrekken.
De gemeenteraad besloot op 4 november 2020 dit raadsadres te laten beantwoorden door het
college van B&W, en ook dat er binnen de termijn van zes weken, voor 16 december 2020, een
antwoord moest worden gestuurd naar de indiener. Door de verkenning van mogelijkheden tussen
HJS en de directies Onderwijs en Economische Zaken kon dit raadsadres niet binnen de termijn van
zes weken worden beantwoord. Hierover is de HJS op 7 december 2020 geïnformeerd.
Op 4 januari 2020 heeft de wethouder Kunst en Cultuur het raadsadres van HJS beantwoord
(zie bijlage 3). Kern van het antwoord is dat college van B en W geen mogelijkheden zag om de
Kunstenplansubsidie voor de HJS voor 2021 — 2024 aan te vullen, maar dat er via de portefeuille
Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt in 2021 een eenmalige subsidie subsidie mogelijk is,
om hen tegemoet te komen in het tekort.
Reden bespreking
nvt.
Gegenereerd: vl.17 1
VN2020-028793 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
msterdam
rve kunst en cultuur % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 27 janvari 2021
Ter kennisneming
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-000257 1 200922 HJS Steunbrief van de dansacademies HBO en MBO.pdf (pdf)
2 201028 Brief HJS aan wethouder Kukenheim en steunbrief
AD2021-000258 on
opleidingen.pdf (pdf)
3 21-01-05-210104 brief wethouder aan Henny Jurriëns Studio
AD2021-000539 .
beantwoording raadsadres.pdf (pdf)
AD2020-092662 Commissie KDD Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Kunst en Cultuur Martijn de Graaf martijn.de.graaf @amsterdam.nl 06 - 22 4,0 64 30
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam F E Z
% Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en
Zeehaven
% Gewijzigde agenda, donderdag 18 april 2019
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en Zeehaven
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Raadzaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie FEZ d.d.
28-03-2019.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieFEZ @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam F E Z
Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, Lucht- en Zeehaven
Gewijzigde agenda, donderdag 18 april 2019
Financiën
11 Verkenning Eerlijke Bijdrage Dagbezoekers en Verblijfstoeristen Nr. BD2019-
004299
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boutkan (PvdA).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 maart 2019.
12 Kwijtscheldingsbeleid Nr. BD2019-004300
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 maart 2019.
Economische Zaken
13 Toezegging over het lidmaatschap van Amsterdam aan de American Chamber of
Commerce. Nr. BD2019-004298
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Roosma (GL).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 maart 2019.
14 Afdoening toezeggingen met betrekking tot tariefopbouw voor markten (TA2018-
001013) en stand van zaken Marktbureau (TA2018-00656) Nr. BD2019-004297
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Poot (VVD).
e Was TKN 11 in de vergadering van 28-03-2019,
Deelnemingen
15 RAI Holding B.V. - Vervreemding aan derde Nr. BD2019-003719
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Economische Zaken
16 Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boutkan inzake misstanden bij
riviercruise-rederijen Nr. BD2019-004399
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boutkan (PvdA).
2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 348
Datum akkoord 4 mei 2017
Publicatiedatum 8 mei 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Torn van 7 maart 2017 inzake
de mogelijke broodroof voor de bij de Amsterdamse Toegestane Taxiorganisaties
aangesloten chauffeurs.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de media zijn de afgelopen dagen berichten verschenen over taxichauffeurs die
niet bij de Amsterdamse Toegestane Taxiorganisaties (TTO’s) zijn aangesloten en
toch klanten werven op straat. Daarnaast werven zij klanten op locaties waar
dat überhaupt niet mag, bijvoorbeeld bij de kiss- + ridestrook aan de oostzijde van de
achterkant van het Centraal Station. Navraag bij de grootste Amsterdamse TTO
bevestigt deze berichten. Deze praktijken zijn tegen de regels en er is dan ook
sprake van oneerlijke concurrentie. Broodroof, wat de fractie van de VVD betreft.
Het college heeft in de vergadering van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer
op 1 maart 2017 aangegeven niet te veronderstellen dat dit fenomeen aan de orde
van de dag is. Dit strookt niet met de tweehonderd meldingen die alleen de
Taxicentrale Amsterdam (TCA) al heeft verstuurd naar de gemeente. De fractie van
de VVD wil graag opheldering en wil graag dat dit fenomeen snel in kaart wordt
gebracht en dat er effectief op kan worden gehandhaafd.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Torn, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bereid, de onduidelijkheid hierover weg te nemen door op
basis van concrete informatie inzichtelijk te maken hoe vaak, waar en door
wie er illegaal klanten worden geworven op de opstapmarkt?
Antwoord:
Het college constateert dat er de afgelopen periode veel rumoer is onder
Toegelaten Taxi Organisaties (TTO’s) en chauffeurs over taxi's in Amsterdam die
een niet TTO-daklicht voeren. Het gaat vaak om de traditionele wit-zwarte of geel-
zwarte daklichten van klein formaat met de tekst ‘Taxi’. TTO'’s en taxichauffeurs
noemen dit — ‘nep’ of ‘fake’- daklichten. Het gebruik van een dergelijk daklicht is
echter niet verboden. Men kan derhalve hoogstens spreken van een daklicht dat
niet toebehoort aan een TTO.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Tes Gemeenteblad R
Datum 8 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 maart 2017
Voor taxichauffeurs die niet bij een TTO zijn aangesloten is het verboden om op
door de gemeenteraad aangewezen delen van de openbare weg, zoals
standplaatsen en de omgeving hiervan taxivervoer aan te bieden. Een niet TTO-
chauffeur — die opereert op de bel- of contractmarkt — mag op straat wél stilstaan
als hij de klant die hem telefonisch/digitaal of contractueel heeft besteld komt
ophalen. De betreffende chauffeur mag echter niet op straat klanten (die niet
vooraf hebben besteld) werven of meenemen. Dit mogen alleen chauffeurs die
beschikken over een Taxxxivergunning. Deze groep is herkenbaar aan het TT O-
daklicht, de Taxxxiraamkaart en de TTO-informatiekaarten in en op het voertuig.
Voor het aanbieden van taxivervoer zonder Taxxxivergunning voor de
Amsterdamse opstapmarkt kan de chauffeur strafrechtelijk worden vervolgd (dit
geldt als een economisch delict). Daarnaast heeft het college de mogelijkheid de
chauffeur een last onder dwangsom op te leggen. Dit betekent dat de chauffeur
na de eerste overtreding een besluit van het college ontvangt waarin staat
aangegeven dat bij een volgende overtreding een last onder dwangsom verbeurt
van € 5.550,00 per overtreding met een maximum van € 27.650,00.
Vanuit het taxidossier ligt het accent op de meest overlast gevende gedragingen
van taxichauffeurs in de omgeving van de populaire standplaatsen. Momenteel
wordt de mogelijkheid onderzocht of en zo ja in hoeverre er mogelijkheden zijn en
capaciteit is om op te treden tegen illegaal opererende belchauffeurs door middel
van gerichte acties. Hierbij moet de chauffeur kunnen aantonen dat hij met bel- of
contractwerk bezig is. De inzet van een mystery quest, waar vaak om wordt
gevraagd is bij de opsporing van strafbare feiten geen geschikt instrument, omdat
de chauffeur zal aangeven dat er sprake is van uitlokking. Dit is voor het college
ook de aanleiding om te laten onderzoeken of op maat gerichte
handhavingsacties uitkomst bieden voor het aangesneden probleem.
Het college zal de raad hier voor de zomer over informeren.
2. Zo ja, is het college tevens bereid, hierbij samen te werken met TTO's?
Antwoord:
Ja, er is op regelmatige basis overleg met de TTO’s. Vanuit Taxicentrale
Amsterdam (TCA) zijn er over de “nep” -daklichten een kleine 100 meldingen
binnengekomen in de laatste paar maanden. Concrete informatie vanuit de TTO's
blijft welkom ten behoeve informatie gestuurd handhaven (IGH).
3. Iser volgens het college sprake van een trend?
Antwoord:
Het is niet mogelijk om te zeggen of er sprake is van een trend, omdat hier geen
cijfers over worden bijgehouden.
4. Is het college bereid, hier maatregelen tegen te nemen? Zo ja, welke?
Antwoord:
Ja. Zie het antwoord op vraag 1.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Tes Gemeenteblad
ummer seal: .
Datum 8 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 maart 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
VN2023-020115 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkelin
Zuidas X Gemeente j 9 9 RO
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Agendapunt 1
Datum besluit Geaccordeerd door Wethouder Van Dantzig d.d. 27 september 2023
Onderwerp
Raadsinformatiebrief inzake afdoen moties — Strawinsky, Zuidas
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van Raadsinformatiebrief inzake afdoen moties — Strawinsky, Zuidas Amsterdam
Wettelijke grondslag
Artikel 169, eerste en tweede lid Gemeentewet mbt het informeren van de Raad
Bestuurlijke achtergrond
De moties 78.17 (aanpassing bouwhoogte) en 1093.17 (beperking schaduwwerking) zijn nog
niet afgedaan. De moties zijn gekoppeld aan de verdichtingsopgave in relatie tot een maximale
bouwhoogte in deelgebied Strawinsky en om die reden was de afdoening voorzien bij vaststelling
van bestemmingsplannen in het gebied. Het vaststellen van bestemmingsplannen is in het gebied
niet meer aan de orde. De moties worden afgedaan met de toezegging dat bij toekomstige
besluitvorming in de ruimtelijke sfeer rekening wordt gehouden met de maximale bouwhoogte,
passend bij de schuine bezonningslijn zoals volgt vit het door de raad op 25 januari 2017 vastgestelde
Uitvoeringsbesluit.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Moties zijn met de Raadsinformatiebrief afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-020115 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Zuidas % Amsterdam
%
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter kennisneming
B1_78.17.Motie AG Boomsma, Nuijens uitvoeringsbesluit Strawinsky -
AD2023-073151 ‚
aanpassing bouwhoogte (4).pdf (pdf)
B2_1093.17.Motie P Boomsma c.s. bestemmingsplan Zuidas-Strawinsky
AD2023-073153 On ‚
Zuidzijde - beperk schaduwwerking. pdf (pdf)
AD2023-073152 B3_Raadsinformatiebrief WTC dd 31 januari 2023.pdf (pdf)
AD2023-073154 B4_ Raadsinformatiebrief WTC_Ondertekend.pdf (pdf)
AD2023-068621 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Willemijn Gribnau, senior projectmanager, w.gribnav@® amsterdam.nl, 06-22216148
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | train |
Eron N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW
rond en :
Ontwikkeling % Amsterdam Ruimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Grond en Ontwikkeling
Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie (4,2)
Openbare Ruimte en Groen (33)
Agendapunt 8
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief inzake afdoening toezegging in de Tijdelijke Algemene
Raadscommissie d.d. 7 april 2022 over natuurinclusief bouwen in tenders gronduitgifte
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake afdoening van de toezegging in de Tijdelijke
Algemene Raadscommissie d.d. 7 april 2022 over natuurinclusief bouwen in tenders gronduitgifte,
met als belangrijkste punten:
e de resultaten van de evaluatie van natvurinclusief bouwen in de tenders gronduitgifte van
april 2022-augustus 2023;
e het ongewijzigd voortzetten van de bestaande werkwijze voor natuurinclusief bouwen in
tenders gronduitgifte, wegens de goede resultaten vit de evaluatie;
* de samenhang van de huidige werkwijze met het coalitieakkoord en het Doorbouwakkoord;
* de aangekondigde ontwikkelingen inzake de juridische grondslag voor natuurinclusief
bouwen in nationale en Europese wet- en regelgeving.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
In de Tijdelijke Algemene Raadscommissie (TAR) van 7 april 2022 heeft het college bij de Evaluatie
van 3 tenders natuurinclusief bouwen, de raad geïnformeerd over het besluit om het minimaal
puntenaantal voor natuurinclusief bouwen toe te passen in alle nieuwe tenders. N.a.v. een vraag van
het raadslid Van Renssen (GL) en voormalig raadslid De Jager (D66) heeft de toenmalig wethouder
Grondzaken en Duurzaamheid een tweede evalvatie van deze werkwijze na ca 1,5 jaar toegezegd.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-022232 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare
Grond en % Amsterdam Rui G iN
Ontwikkeling % uimte en Groen, Water
Voordracht voor de Commissie MOW van o1 november 2023
Ter kennisneming
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De raadsinformatiebrief wordt eveneens ter kennisneming aangeboden aan de raadscommissie
Ruimtelijke Ordening van 31 oktober 2023 en de raadscommissie Duurzaamheid en Circulaire
Economie van 1 november 2023.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja (TA2022-000374), toezegging in de TAR van 7 april 2022 om de werkwijze met het minimaal
puntenaantal voor natuurinclusief bouwen in tenders gronduitgifte te evalveren.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. | Naam |
1. Raadsinformatiebrief Afdoening toezegging Natuurinclusief bouwen okt
AD2023-076483
2023.pdf (pdf)
AD2023-076484 Commissie MOW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Bob Mantel, [email protected], 0683646273
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
Amsterd
am, april 2015
Betreft: Verzoek tot gifvrij onkruidbestrijdingsbeleid
Geachte Meneer Choho,
Zoals u wellicht bekend is, heeft staatssecretaris Mansveld van milieu besloten om het spuiten op verhardingen te
verbieden per november 2015. Het doel van dit besluit is om de milieuvervuiling door giftige stoffen terug te
dringen, er wordt dan ook ingezet op niet-chemische onkruidbestrijding. Met deze brief wil ik u een aantal vragen
stellen over het onkruidbeheer in onze gemeente.
Roundup; onnodige risico's
De noodzaak van het aanstaande verbod is evident; het spuiten met gif zorgt voor grote problemen. Zo komt
glyfosaat — de werkzame stof in Roundup — veelvuldig voor in het Nederlandse oppervlaktewater en dit hindert
gezonde drinkwaterwinning. Daarnaast wijzen wetenschappers in recent onderzoek op veel andere risico's van
glyfosaat:
- Het middel wordt in verband gebracht met het ontstaan van verschillende soorten kanker, zenuwaandoeningen
en andere grote risico’s voor de menselijke gezondheid. De IARC, het kankeronderzoek instituut van de WHO
classificeerde glyfosaat als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen;
- Roundup is slecht voor de biodiversiteit. Het leidt bijvoorbeeld tot schade bij reptielen en amfibieën.
Bovendien zijn er in de praktijk bewezen gifvrije alternatieven zoals borstelen, branden of behandelen met heet
water.
Een gifvrij Amsterdam
Inwoners van Amsterdam maken zich zorgen om de risico’s van het middel Roundup en de stof glyfosaat. Mijn
vraag aan u: Wat is het beleid van uw gemeente m.b.t. onkruidbestrijding op bestratingen? Wordt er gespoten, of
maakt u al gebruik van gifvrije alternatieven? Als u het gebruik van gif ondersteunt, wanneer gaat u dit beleid
wijzigen? U hoeft immers niet te wachten tot het verbod van kracht is met het overstappen op milieuvriendelijke
gifvrije onkruidbestrijding. Hoe sneller hoe beter. Deskundigen benadrukken dat gifvrije methodes dezelfde
financiële kosten hebben als behandeling met gif.
De inwoners van uw gemeente zullen een gifvrije omgeving voor hen en hun kinderen van harte ondersteunen.
Ik zie graag uw reactie (zo spoedig mogelijk) tegemoet.
Met vriendelijke groet,
Ook cc verstuurd naar de Gemeente Amsterdam.
Voetnoten:
1. Zie ook deze brief van Staatssecretaris Mansveld aan de Tweede Kamer:
http://www .rijksoverheid.nl/ministeries/ienm/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/03/25/reactie-op-
motie-ouwehand-inzake-verkoop-van-glyfosaat-aan-particulieren.html
2. Voor een compleet overzicht van actuele en onafhankelijke studies naar de gevaren van Roundup verwijs ik u
naar het rapport ‘Herbicidetolerance and GM crops’ van Greenpeace: http://www.greenpeace.nl/Publicaties-
2011/Herbicide-tolerance-and-GM-crops/ Ook een Nederlandstalige samenvatting van het rapport is op deze
website te vinden. Voor Greenpeace is de alarmerende hoeveelheid studies die op risico's wijzen zo groot dat
gevraagd wordt om een snelle herbeoordeling van het middel Roundup en de stof glyfosaat én het verbieden van
een aantal toepassingen van Roundup waarbij de risico's voor blootstelling van mensen aan deze giftige stof
groot is. Spuiten op de stoep is hiervan een voorbeeld.
3. Conclusies IARGC: www.iarc.frfen/media-centre/iarcnews/pdf/MonographVolume1 12.pdf
| Raadsadres | 1 | train |
ne
ns 5
le, 3 Se
> < GS BENN
WIP EP A NN
EE A GE SS
À S Tt ves ik tt ZN
ee CPS vite Ok MN Rn QS
ET « 4 Dj Ds ke, Ze 5e, EA en
EN ERE Ke k ariza er Re NT
EEG ee | | TEEN
AE AE ee EEN. N s
Ed EE | EN ANN /
PT L OE EER Se ij
LE an 5 2 e Î en 4 d RE ; KS
re AGE | EE NE
DS nm nn eN
SS | Pr Be mx Ls
Sef | | (Enis
/ | B Teal IIR N
| ee ee ng ef OM, 4 OMEN jn Hr lissa
| î ze gj Rl AAE Alc À) 7 ASN er JN (ef NON |
re ij me ne Ao Sj db NAE OP NN Eid EE VLAN IN KE
TI tft ze Er id A A TTA VEN EE :
pee u | 2 Fia See MEDE ej ee ER
g il Z | re tl el ze STG AN
F ZEN | ee gra Dn ne EN EAI NEEN ee DE RSE JA BAAN
iid | I ik. ms EL Aln eN VS ik de
La ONE |E EEK | | | = hant ee Ue W 7 NEN Ae ed io hest
LJ) 8 Î
Amsterdam duurzaam productie |
Bedrijvenstrategie gemeente Amsterdam 2020-2030 versie 14 april 2020
5 EE eeen
Colofon
Dit rapport is een gezamenlijk product van de directies EZ, R&D en G&O.
Voor vragen kunt u contact opnemen met EZ, Frank van de Lustgraaf
([email protected]} en/of Jalal Loutfi ([email protected]).
Vormgeving & kaartmateriaal: MUST
2 Amsterdam duurzaam productief
eenn
Samenvatting 5
1 Inleiding 11
2 Schaarste aan bedrijfslocaties 17
2.1 Behoefte aan bedrijfslocaties 18
2.2 Aanbod 21
2.3 Hoe kan ruimtewinst geboekt worden? 22
3 Toekomstbestendige bedrijfslocaties 25
3.1 Toekomstwaarde bedrijventerreinen MRA 25
3.2 Locatieprofielen en segmenten 26
3.3 Duurzaamheid en circulariteit 26
3.4 Ruimtegebruik en functiemenging 26
4 Dilemma's, overwegingen en mogelijkheden 29
5 Speerpunten en acties 33
5.1 Combineren van bedrijfsruimte en wonen in gemengde wijken 34
5.2 Behouden, intensiveren en verduurzamen van bedrijventerreinen 35
5.3 Selectief met laatste kavels 37
5.4 Kansen vooreen regionale aanpak 39
5.5 Proces, monitoring en evaluatie 38
5.6 Uitvoeringsoverzicht 39
Amsterdam duurzaam productief 3
4 Amsterdam duurzaam productief
Samenvatting
Aanleiding en doel economie, stadslogistieke hubs en datacenters’ van minimaal 4 hectare netto per jaar.
Het totale kavelaanbod op Amsterdamse bedrijventerreinen bedraagt per 1-1-2019 75
Amsterdam staat bekend om haar ondernemerschap en bedrijvigheid, die zorgen voor hectare netto en concentreert zich op Sloterdijk III/IV en het (nog te ontwikkelen) BP
goede banen en kansen voor Amsterdammers en ver daarbuiten. De logistiek en (maak) Osdorp. Bij een ‘business as usual’ beleid zijn deze laatste kavels per 2026 uitgegeven.
industrie zijn de machinekamer van de economie in de regio. De ruimte voor deze Tot 2040 loopt het tekort op tot minimaal 150 hectare. Het grootste deel van de vraag
bedrijven is echter aan verandering onderhevig, mede omdat in de stad veel wonin- betreft bedrijven uit transformatiegebieden, die verplaatsen vanwege de verdichting en
gen nodig zijn. Nieuwe stedelijke wijken zijn gepland op bedrijventerreinen zoals het woningbouw. Uit de data-analyse blijkt dat veel van de bedrijven in principe te combine-
Hamerkwartier, Cruquius, Sloterdijk | Zuid en Overamstel. Op de langere termijn wordt ren zijn met wonen. Hier ligt een kans om bedrijvigheid en werkgelegenheid te behou-
Haven-Stad! ontwikkeld. Deze terreinen worden ook wel transformatiegebieden ge- den in de nieuwe gemengde gebieden. Met het in ontwikkeling komen van meerdere
noemd. Met deze transformaties neemt het aanbod aan traditionele vestigingslocaties transformatiegebieden neemt de vervangingsvraag voor bedrijfsruimten richting 2030
voor bedrijven af, terwijl de vraag naar bedrijfsruimte? juist toeneemt, door o.a. nieuwe snel toe. De vraag bestaat in deze periode waarschijnlijk vooral uit lichtere vormen van
economie en toepassingen voor de circulaire economie en de energietransitie. bedrijvigheid. Richting 2040, wanneer Haven-Stad tot ontwikkeling komt, zal de vervan-
gingsvraag meer uit zwaardere industrie en havengebonden bedrijvigheid bestaan.
Dit vormt de aanleiding voor de bedrijvenstrategie. Met de transformatie van bedrij-
venterreinen zullen zonder aanvullende maatregelen diverse vormen van ambacht, Toekomstbestendigheid
maakindustrie en reparatie uit de stad verdwijnen. Doel van de strategie is om binnen
de bredere ontwikkeling van stad voldoende ruimte te creëren en te behouden voor be- Bedrijfslocaties moeten ook toekomstbestendig zijn. Een belangrijk aspect hiervan is dat
drijven, zodat Amsterdam een diverse economie houdt met een inclusieve arbeidsmarkt, _ de juiste functie zich op de juiste plaats bevindt, zodat het bijdraagt aan de ontwikkel-
en duurzaam aantrekkelijk is voor ondernemers. Dit willen we bereiken in nauwe samen- kansen van het gebied. Een intensiever gebruik van bedrijventerreinen door verdichten
werking met de Metropoolregio Amsterdam. De strategie levert daarnaast bouwstenen _ en stapelen, waarbij, indien mogelijk en gewenst, ook andere functies mogelijk zijn, is
voor de Omgevingsvisie. noodzakelijk gezien de druk op de ruimte. De verduurzaming van panden en de ruim-
telijke kwaliteit van onder meer de openbare ruimte op bedrijventerreinen zijn andere
Tekort aan bedrijventerreinen in 2026 belangrijke aspecten waar een aanpak voor nodig is. Daarnaast blijft (auto)bereikbaar-
heid essentieel, en dient dit gegeven op een goede manier gekoppeld te worden aan
STEC groep heeft de ruimtevraag naar bedrijfsruimte in Amsterdam geraamd op mini- de ambities van Amsterdam autoluw en uitstootvrij. De OV- en fietsverbindingen van
maal 13 hectare netto per jaar, nog zonder de vraag van de energietransitie, circulaire en naar bedrijventerreinen worden belangrijker naarmate een terrein intensiever wordt
gebruikt.
1) Zie ook: https://www.amsterdam.nl/projecten/haven-stad
2) Bedrijfsruimten zijn panden die geschikt zijn voor productie, reparatie, 3) In afwachting van het regionale vestigingsbeleid datacenters is uitgegaan van een
op- en overslag van goederen. autonome groei van 5-23 hectare netto.
Amsterdam duurzaam productief 5
Speerpunten en acties a 2. Bestendigen, intensiveren en verduurzamen van bedrij-
ef BE B _venterreinen
Gegeven deze uitdagingen zet Amsterdam in op de volgende speerpunten voor de ne Amsterdam spant zich in om optimale condities te bieden voor de
uitvoering van deze strategie: EE start en ontwikkeling van bedrijven. Dit doen we door meer ruimte
(2) voor ondernemers te scheppen op bedrijventerreinen en deze terrei-
Dn 1. Maximaal de kansen benutten om bedrijvigheid en wo- Nn nen te verduurzamen. Een belangrijke randvoorwaarde is zekerheid
nen te combineren nt over de toekomst van het bedrijventerrein.
DE ij 2 We stellen de ambitie om tot 2030 in de ontwikkeling van bedrij- Amsterdam behoudt daarom de bedrijvenfunctie op bedrijventerrei-
venterreinen tot gemengde woon-werkwijken tenminste 500.000 m? nen zonder transformatie-plannen en staat hier geen woningbouw
b.v.o. bedrijfsruimte op grondvloerniveau te handhaven en/of rea- toe. Intensivering moet daarnaast niet ten koste gaan van de bedrij-
liseren, vanuit een huidige situatie van 1,6 mln. m? b.v.o. vastgoed venfunctie. Bij intensivering op bedrijventerreinen krijgt de bedrij-
op de terreinen waarop voor 2030 de ontwikkeling van woningen is venfunctie op de begane grond prioriteit. Andere functies worden in
voorzien. principe op etage gesitueerd. Bedrijventerreinen moeten voldoende
bereikbaar zijn voor de functies die zij herbergen.
Hiervoor initiëren we de volgende acties.
Amsterdam heeft een positieve grondhouding ten opzichte van
> In gemengde buurten specifiek programmeren en bestemmen op intensiverings- en verduurzamingsinitiatieven uit de markt. We on-
de functie bedrijfsruimte, en het organiseren van handhaving op derzoeken bij bestemmingsplanactualisatie de mogelijkheden voor
gebruik van bedrijfsruimte. een verhoging van de maximale bouwhoogte, en we voegen waar
> Per transformatiegebied ontwikkelen we een perspectief voor de mogelijk een minimale bouwhoogte en een ambitieuze floor space
werkfunctie in relatie tot het wonen, en betrekken daar ondernemers index (fsi) toe. We zetten in op:
en marktonderzoek bij.
> Een bedrijvenloket opzetten voor vraag en aanbod van (tijdelijke) > Verstevigen gemeentelijk accountmanagement t.b.v. intensivering
bedrijfsruimten. en verduurzaming bedrijventerreinen, o.a. om met stakeholders in
> Verkennen mogelijkheden voor een plintcoöperatie. gesprek te gaan over de kansen hiertoe.
> Ondersteuning van ondernemersorganisaties bij een intensiverings-
In de overige gebiedsontwikkeling liggen kansen voor het ontwikke- en verduurzamingsaanpak per gebied.
len van bedrijfsruimte naast wonen. We vertalen de Structuurvisie- > Aanstellen kavelcoach ter ondersteuning bedrijven bij vertaling
norm (het ontwikkelen van ten minste 5m? b.v.o. bedrijfsruimte per intensiverings- en duurzaamheidscriteria naar bouwontwerp.
nieuw gebouwde woning) naar realistische ambities per gebied. > We verkennen de mogelijkheden voor intensiveren en verduurzamen
voor Landlust , Westerkwartier en Amstel Ill. Voor Sloterdijk West
> Verkenning mogelijkheden bedrijfsverzamelpanden, met daarin ruim- loopt hiertoe een Gebiedsvisie.
telijke mogelijkheden en marktonderzoek naar behoefte bedrijfs- > Onderzoek naar de toekomstige vereisten op het vlak van bereik-
ruimte vanuit kleinschalige en startende bedrijvigheid. baarheid voor productieve wijken en binnenstedelijke bedrijventer-
reinen.
Deze ambities vormen een niet te onderschatten uitdaging voor ge-
biedsontwikkelingen, en brengen naast kansen ook risico’s met zich Bedrijventerreinen zullen een duurzaamheidsslag ondergaan op weg
mee. Daarnaast dient de uitvoering nauwgezet te worden gemoni- naar een kilmaatneutrale en circulaire stad in 2050. Dit gaat gepaard
tord. met specifieke richtlijnen, o.a. met betrekking tot energiebesparing
în en het aardgasvrij maken van gebouwen, duurzaam opwekken van
6 Amsterdam duurzaam productief
energie, grondstoffenhuishouding (circulair) en zero-emissie vervoer. metropoolregio en daarbuiten. Om de concurrentiepositie van de
Dit leidt tot de volgende acties: MRA te versterken is het belangrijk dat de beschikbare ruimte voor
de juiste bedrijvigheid wordt ingezet. Aanvullende afspraken met
> Bij uitgifte van nieuwe kavels bedrijventerrein worden ambitieuze andere ruimteaanbieders (o.a. Havenbedrijf Amsterdam, SADC? en
criteria voor duurzaamheid en intensief ruimtegebruik standaard met de Metropoolregiogemeenten via Plabekaf) zijn wenselijk over
opgenomen in kavelpaspoorten en tenders, waarbij de toegankelijk- de positionering en inzet van regionale terreinen voor ruimtevraag
heid voor bedrijven uit transformatiegebieden eveneens richtingge- vanuit onder andere de transformatiegebieden.
vend is.
> Ontwikkelen handout ‘duurzaam bouwen in Amsterdam’. Een bro- Op de langere termijn is het noodzakelijk dat locatie-ontwikkelingen
chure met richtlijnen voor het duurzaam bouwen van bedrijfspanden. passen binnen de bredere opgaven van de Metropoolregio — o.a.
mobiliteit, verduurzaming en verstedelijking.
cm 3. Selectief omgaan met de laatste vrije kavels bedrijven-
terrein > We zorgen ervoor dat bedrijven met een ruimtevraag beter hun
Ea ef De resterende kavelruimte (75 ha)* is onmisbaar om de opgaven weg vinden naar passend aanbod van ruimte, o.a. door de portal
O gerelateerd aan de groeiende stad in goede banen te leiden. Am- bedrijvenlocaties MRA, de bedrijvenadviseur transformatie, naar het
NN sterdam zet de resterende kavelruimte strategisch in om de transfor- Havenbedrijf Amsterdam en het regionaal coördinatieteam Plabeka.
KOA matieopgave en circulaire ambities te ondersteunen. Voor bedrijven > In Plabekaverband werken aan de opzet voor een regionale strate-
uit transformatiegebieden die niet of moeilijk mengbaar zijn met gie voor ruimte voor bedrijven, waarin de vervangings- en uitbrei-
wonen, dienen er in de stad of regio alternatieve locaties voorhan- dingsvraag vanuit de deelregio’s wordt gekoppeld aan beschikbare
den te zijn. locaties en ambities.
> Met het Havenbedrijf Amsterdam maken we afspraken over het
Amsterdam is selectief met ruimte, en handelt bij uitgifte volgens accommoderen van kadegebonden bedrijven uit transformatiegebie-
het adagium ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ en we behouden den. Amsterdam zet zich in voor voldoende vestigingsmogelijkheden
voldoende ruimte voor hoge milieucategorieën en innovatieve be- voor deze doelgroep op de langere termijn in het Noordzeekanaal-
drijven die een bijdrage leveren aan de ambities van de stad en ook gebied. Uitgangspunt van Amsterdam is dat aanvullende (haven)
binding met de stad hebben. terreinen bespreekbaar zijn als alle mogelijkheden op bestaande
(haven)terreinen zijn benut, conform de vigerende visie Noordzeeka-
> We reserveren vrije kavels (tot 19,5 ha) op Sloterdijken (III/IV) voor naalgebied 2040.
bedrijven uit transformatiegebieden, die voldoen aan het afwegings-
kader gebiedsvisie Sloterdijk-West. Voor de uitvoering van deze speerpunten is nauwe samenwerking
> We faciliteren de vestiging van een cluster circulaire economie op met de regio, het Havenbedrijf, ondernemersorganisaties en andere
Sloterdijk Ill door een ruimtereservering op de N5/N6 kavel. belanghebbenden een harde randvoorwaarde. Daarnaast hebben
een we aandacht voor tussentijdse monitoring, evaluatie en waar nodig
B en 4. Een regionale aanpak voor bedrijfslocaties bijsturing.
f ee ‚_ Amsterdam kan niet meer aan al haar bedrijven ruimte bieden. Dit
bm a leidt tot bedrijfsverplaatsingen naar omliggende gebieden in de
A, 5) Schiphol Area Development Company, gebiedsontwikkelaar van
aanne 4) Waarvan 31 ha op nog te ontwikkelen terreinen BP Osdorp fase terreinen rond Schiphol, o.a. Businesspark Amsterdam Osdorp
2 (28 ha) en Zeeburgereiland (3 ha) ó) Samenwerkingsverband Platform Bedrijventerreinen en Kantoren
Metropoolregio Amsterdam
Amsterdam duurzaam productief 7
\
\
\
\
U
/ N Pd A
\ oee
] nd
Afrika- en Amerikahaven KAST Nl! Hemhavens
a vn ee EN
í /
\
| fl: \ ) SN
| hi Ld
Ü Ki: S
EN ER Se
i ee Hi
Sloterdijk III _ | S/ 3
en mm ,
Ln ì \ ) BSS 5 y
\ VN /
nn ED a S /
> Ee
SL mm _N /
en , mr NAI / Á
mam meej A Z mp
Jd S BEN
NEN te NES Arn Zenkurserslne En
il SN mn
Ranidae enen 1 VE can |
Amsterdam Osdor h £ Oe
ste 9 il Er Te
eN ned Take se lons BN / B iet
IN h k Td
} f\ #
ht K \ J /_N I 2)
I: Ë No N Mens
ï % NS Vere,
Ik N v/ Ne GCN ik:
Nl kl À / r
| ® AN “men
Ik Ë À
EI & LN
KN nd À Weespertrekvaart-Zuid
et bj 5 NS Ny DL f EN
Ki O K EN ed = Á S
N S IS 5
EI Bedrijventerreinen met transformatieplannen, Ë N EE Le B
opgenomen in o.a. Koers 2025 (Amsterdam) en K S rd N SF é N S
Werkstad Overamstel (Ouder-Amstel) Í 1 Nn, IF %
- E Sin | NY N
gj Bedrijventerreinen met transformatieplannen, VAE ess ae En EN \ _
opgenomen in Ontwikkelstrategie Haven-Stad Gemeente Ouder-Amstel AN \ Dn Jp ET
mn Bedrijventerreinen: intensiveren & verduurzamen Ì SN $ me jens
8 4 A \ gi
nn Bedrijventerrenen: selectiebeleid en/of selectief \ N ® Ö
uitgifteprotocol / N € e
Á N ecti
5 mr % IC
jj B Heventerreinen: vestigingsplaats voor haven- Á aen 8 ee beleig
gE gebonden en - gerelateerde bedrijvigheid, energie- / Ness
transitie en circulaire industrie, conform Visie 2030 Á N
van Port of Amsterdam. / N
Pm / pee
( Nef \
\ kusf N
$ \
*Amstel-Business Park Zuid is deel van de gemeente Ouder Amstel
en maakt deel uit van de regionale afspraken en beleid van Am-
stelland-Meerlanden. Het terrein is opgenomen op de kaart omdat
Gemeente Amsterdam grondeigenaar is van diverse kavels. Hier is de
intentie om - in samenhang met het beleid van de Gemeente Ou-
der Amstel (Werkstad Overamstel) - deze kavels te intensiveren met
werkfuncties.
Amsterdam duurzaam productief 9
En
ee B /
ú 8 \ Kl
Fi f Ne, Ù es Ne) / gf [ Hi kig
“e ni id \ X df \ f / Áj _ 3 EN ..
EE Ai ij ms gE edt aaa”
ern Nl V/ air TT Laden B |
nn en y } ; RE bied id IR
Rn. IER OO
Bt ADC ze Recom
| ar No B BN
| mm | n BEEN:
| 5 ni IN kf | En
NE ik == A / ee En el tn
_E | we : E
1 \ mm, = IE hi] IT ND
K i R K nin Fx De k ears a
, er ij TE í U re -
5 EN í in aks
é k | | AN VAL die 5 5 ì
ER ” / - 5 A DO Je q = 5
Is an Nelke WE py > 4 R - ij
del cad =H
3 EF me 2 =S | | A je ï
7, rn tend IS ker
, BET TT OE Nn et ni: BE | Ken
/ h KON k | ERN NOEM Ek Tika: Ie | | EE
î | Ni IN EL N A ii Ed sj ij W7 mj
IAD NE dl HOE ude m7
2 4E nd en nn
9 V/A ET Ì j
En ä mn B
mend Inleiding
lk plaag Amsterdam bevindt zich op een kantelpunt in haar ontwikke-
| = ling. Zowel de bevolking als de werkgelegenheid is de afgelo-
pen 10 jaar onafgebroken gegroeid. Het college zet daarom in
op verdere verstedelijking: de ambitie is om tot 2025 52.500
IE woningen te realiseren en ook voor de middellange termijn
ik, EI E zijn er ambitieuze plannen voor stedelijke groei. Waar de
ET | stadsuitbreidingen in het verleden vaak aan de stadsranden
\ (4 | plaatsvonden, wordt de ruimte nu veelal op binnenstedelijke
Lln A ei En" = bedrijventerreinen gevonden. Belangrijke ontwikkellocaties
B 6 a mer zijn onder andere het Amstelkwartier en Cruquius in Oost, de
gd 4 — Noordelijke IJ-oevers (NDSM, Buiksloterham en Hamerkwar-
pn tier) in Noord en Sloterdijk | Zuid en het Food Center in West.
Ek Op de langere termijn zal Haven-Stad ontwikkeld worden.
Amsterdam duurzaam productief 11
In totaal staan er 15 bedrijven- en haventerreinen op de nominatie om getransformeerd Beleidscontext:
te worden, met een grootte van ca. 450 hectare bruto. Van de bedrijventerreinen is een Structuurvisie, Koers 2025 en Ruimte voor de Economie van Morgen
groot deel in de Structuurvisie 2040 aangewezen als terrein voor ‘stadsverzorgende’ be- Richtinggevend voor de bedrijvenstrategie zijn Structuurvisie, Koers 2025 en Ruimte
drijven. De terreinen functioneren goed, herbergen veel functies zoals maakindustrie, voor de Economie van Morgen. De Structuurvisie 2040 ‘Economisch sterk en duur-
groothandel en logistiek en huisvesten ruim 6.200 bedrijven en ruim 44.000 arbeids- zaam’ stuurt aan op stedelijke verdichting om de toekomstige groei van Amsterdam
plaatsen. mogelijk te maken. In Koers 2025 worden in totaal 230 ha aan bedrijventerreinen
aangewezen voor transformatie, nog exclusief Haven-Stad’. Ruimte voor de Econo-
Het inzetten van deze gebieden voor stedelijke groei benadrukt de noodzaak voor een mie van Morgen, de ruimtelijk-economische visie verbonden aan Koers 2025, biedt
nieuwe visie op bedrijvigheid in de stad en de ruimte die hiervoor nodig is. Dit vormt de economische perspectieven voor stedelijke ontwikkeling en introduceert verschil
aanleiding voor de bedrijvenstrategie. Daarbij komt dat de behoefte aan bedrijfsruimte lende soorten gemengde wijken, waaronder productieve en creatieve wijken die
in de stad juist toeneemt, o.a. door de groei van de beroepsbevolking van Amsterdam, moeten ontstaan op plekken die nu bedrijventerreinen zijn.
maar ook door de energietransitie, de opkomst van de circulaire economie, datacenters
en de noodzaak voor nieuwe vormen van stadslogistiek en (maak)industrie. Wat het vaststellen vern Wis hAl de Sao nein haal MOEN wd: WA he
De toenemende vraag en een dalend aanbod maken scherpe keuzes voor de reste- elseLGeAl: his hhk vaar de hd dh lhen BS hhh haak ES EEA
rende bedrijfslocaties in Amsterdam noodzakelijk. Deze keuzes maken deel uit van de elke wong, eee red te gevan ln de mimte clie ar op vamchilen
strategie. Tegelijkertijd is een langetermijnvisie nodig voor de plek van bedrijvigheid ae el EA Gielis en
in de stad. Hiervoor is de op te stellen omgevingsvisie 2050 het geijkte instrument. NEET
De bedrijvenstrategie levert bouwstenen aan die in de omgevingsvisie verder gebruikt TITAN ANV et eN AVT
kunnen worden. plaatsen van maakindustrie en logistiek: bedrijvigheid met enige vorm van produc-
tie, reparatie en op- en overslag van goederen, en de plekken waar deze zaken
Ook in de Metropoolregio worden bedrijventerreinen getransformeerd naar plaats kunnen vinden: in solitaire bedrijfsruimten, op bedrijven- en haventerreinen
woon-werkwijken. Een voorbeeld is Achtersluispolder in Zaandam, deel van het Pro- EAN RN ET
gramma ZaanlJ-oevers. Amsterdam en Zaanstad hebben daarom besloten samen te
werken in de analyse van de transformatiegebieden, als een opmaat tot een regionale AC Teln kel eL
inventarisatie en strategievorming. De bedrijvenstrategie staat naast de kantorenstrategie. Met de kantorenstrategie
wordt ingespeeld op ontwikkelingen op de kantorenmarkt en wordt er ruimte ge-
Coalitieakkoord maakt voor de functie werk die binnen de bestemming kantoor past. op verschillen-
Het college geeft in het coalitieakkoord aan de stad duurzaam aantrekkelijk te willen de stedelijke locaties. De strategieën bieden bouwstenen voor de Omgevingsvisie.
maken voor bedrijven, met speciale aandacht voor lokale ondernemers en ondernemers Afwegingskader voor omzetting van kleinschalige bedrijfsruimte
die willen innoveren en verduurzamen. De rol van logistieke en zakelijke knooppunten , N 8 .
. . … on Een uitwerking van het Amsterdams Ondernemersplan (AOP) is het afwegingska-
Zuidas, Schiphol, de Internet-exchange en de haven zijn belangrijk bij het versterken 8 , RN on
. . Ie . der voor omzetting van kleinschalige bedrijfsruimte. Deze heeft net als de bedrij-
van het vestigingsklimaat. Daarnaast is de ambitie om de welvaart om te zetten in 8 B RuRelef .
kansen voor iedereen. De stad dient inclusief te blijven, juist in tijden van economisch Mhh: arn a nn A Ae
… - … ligt de focus op de bestaande, gemengde stad.
hoogtij en stijgende vastgoedprijzen.
De bedrijvenstrategie is aanvullend op economisch beleid en of studies voor ande-
re soorten economische ruimte: zoals het kantorenplan, de detailhandelsvisie, de
studie naar vestigingsmogelijkheden voor perifere en grootschalige detailhandel en
distributie planologisch onderzoek voor o.a. leisure en horecafuncties.
7) Inclusief Haven-Stad is het areaal te transformeren bedrijven- en haventerreinen ca.
450 hectare bruto
12 Amsterdam duurzaam productief
Doel bedrijvenstrategie a ”
Amsterdam dient scherpe keuzes te maken bij de invulling van de beschikbare ruimte edi oejen 8 en 8 ‚ 8
voor bedrijven. Daar de opgave verder reikt dan de gemeentegrenzen en het vesti- achja zijn inrichtingen die als hoofdactiviteit de bedrijfsmatige Ela NZ
gingsklimaat een regionale kwestie is, moeten we zowel op lokaal als metropoolniveau li ambacht, groothandel, lait kai dk. mssan. Eise bijven lpslloen
werken en denken. maximaal 30% kantoorvloer per vestiging. Heeft een onderneming meer dan 30%
kantoorvloer, dan is het een kantoor. Kantoorvloer is de ruimte die hoofdzakelijk in-
gericht is voor bureauwerkzaamheden. (Bron: Structuurvisie Amsterdam 2040: eco-
Doel bedrijvenstrategie: nomisch sterk en duurzaam). Voor ‘bedrijven! worden ook vaak de termen maakin-
Amsterdam wil bijdragen aan een duurzaam en sterk vesti- dustrie, productief bedrijf, logistiek, ambacht en productie en reparatie gebruikt.
gingsklimaat voor bedrijven in de MRA. Dat doen we door de Definitie bedrijfsruimte, bedrijfslocaties, bedrijventerreinen
beschikbare ruimte voor bedrijvigheid in Amsterdam maximaal Een bedrijfsruimte is een pand waarin een bedrijf goed het werk kan doen: een
hoog plafond, zware maximale vloerbelasting, grote vrije overspanning, de aanwe-
te benutten en waar mogelijk te vergroten. Hiermee onder- zigheid van overheaddeuren en loadingdocks, en 2) gebruikt wordt voor productie,
steunen we stedelijke en MRA-ambities. Dat betekent dat we SES, transport, opslag, distributie, reparatie en/of onderhoudswerkzaamhe-
Chn
binnen de bedrijvenstrategie aandacht hebben voor onder
andere inclusiviteit, verduurzaming en regionale concurrentie- Van bedrijfsruimte is sprake als 70% of meer van het bruto vloeroppervlak wordt ge-
bruikt als bedrijfsruimte. De overige 30% mag worden gebruikt als ondersteunend
kracht. kantoor of facilitaire ruimte. Dergelijke bedrijfsruimten zien we thans voornamelijk
op bedrijventerreinen. Een bedrijfslocatie is een solitaire of gemeenschappelijke be-
Voor de juiste invulling van de ruimte in de metropoolregio is een integrale regionale drijfsvestiging in een omgeving waar verschillende functies aanwezig zijn, waaronder
strategie nodig. Deze strategie biedt, als eerste stap, richting over hoe we de ruimte wonen (gemengde gebieden). Een bedrijventerrein is een gebied waar de bedrij-
in Amsterdam het beste kunnen inzetten ten behoeve van de stedelijke en regionale venfunctie mogelijk is, en daarnaast mogelijk andere economische functies, maar
ambities: om een inclusieve economie te behouden, door bij te dragen aan de transi- geen wonen. Daarom kunnen bedrijventerreinen ruimte bieden aan bedrijven met
tie naar een duurzame stad en om tot de top van stedelijke regio’s in Europa te blijven hogere hinder- of milieucategorieën.
behoren. De strategie is vanaf de start vanuit een regionale scope aangevlogen en in
samenspraak met regionale partijen opgesteld. Het gaat niet alleen om bedrijven- en
haventerreinen met ruimte, maar ook dienen vestigingsplaatsen in de wijk in beeld te
zijn. Het gaat ook om bedrijventerreinen die al volledig in gebruik zijn, maar wellicht nog
beter benut kunnen worden.
Regionaal vestigingsklimaat
Voor de regionale ambitie om tot de top van stedelijke regio’s in Europa te behoren qua
concurrentiekracht is het van belang de ruimtelijke kansen te benutten om het regionale
vestigingsklimaat voor bedrijven verder te versterken. Amsterdam en Zaanstad trekken
samen op in het ontwikkelen van een gemeentelijke bedrijvenstrategie, om daarna met
regionale partners één aanpak voor de ruimte voor bedrijven in de Metropoolregio te
ontwikkelen. Deze regionale strategie is direct gerelateerd aan de MRA uitvoeringsstra-
tegie PlaBeKa 3.0.
Amsterdam duurzaam productief 13
HET BELANG VAN BEDRIJVIGHEID VOOR AMSTERDAM is te voorzien in het opleiden en matchen van technisch personeel aan bedrijven. De
ambitie voor een inclusieve stad sluit aan bij het standpunt van ondernemersorganisaties,
ETD NAE PDENE RATEN ENE ETAGE POEDER EN zoals de ORAM en VEBAN?®, die zorgen hebben geuit over de toekomst van het onderne-
balans te behouden. Het college heeft zich ten doel gesteld om een economisch Wien Rake Ee
inclusieve stad te creëren die kansen biedt aan iedereen, en duurzaam aantrekkelijk e me e
is voor ondernemers. Het gevaar van de snelle groei en verstedelijking is uitsorte- Rh ade hik danae In ed Ae a IGAS vijlen dan
EEE EEE RAE ENNE EEE AR ENA EN de traditionele bedrijvenlocatie zn -terreinens alleen. Het combineren van bedrijvigheid
NEETER TEE EEN en andere functies is kansrijk. Ruimte voor de Economie van Morgen (2017) stelt dat
gemengde milieus de gewenste ruimte voor ambachten, lokale productie en kennisinten-
Dit fenomeen zien we op de bedrijfsruimtemarkt optreden. Het kan een logische be- eee isdn. alt enkelen Web hese hdd dean kes
drijfsbeslissing zijn om de stad te verlaten voor de regio of elders, maar bedrijven kunnen ils kad worden. asha wouden a EA Aer
zich gedwongen zien te vertrekken terwijl zij dit eigenlijk niet willen. Met name bedrijven hed door nnee eeeh ie kas slaken Neue alias
die produceren, repareren en op- en overslaan hebben een specifieke stadsverzorgende Ge pegels Ela hsl de Seemomiis van Morgen leek elke
functie, maar staan sterk onder druk door stijgende huurprijzen. Daarnaast zijn zij vaak A sh dd GIGEhl wijn. Voor hk die eel Vane, stans
afhankelijk van de nabijheid van personeel en klanten, en is verplaatsen naar elders geen EAR vero, waarden eel oa eede GARA NGaeaslehAl
optie. Denk hierbij aan de bevoorrading van horeca, winkels en particulieren. Gelede AKG ie dere LS
Andere bedrijven — bijvoorbeeld aannemers, loodgieters, elektriciens en installatiebedrij- De miegie vam schen [La woounileus haak in op de hd veel bedrijven
ven - hebben een essentiële functie als het gaat om het mogelijk maken van stedelijke Rak aak de westie en Wa aan stad alle wilisu. elan ese ld ease
A eN A EA DELEN NKK zu afnemers. a: hebben stadslogistieke bedrijven ook een noodzaak om
om in de bouwproductie te kunnen voorzien. Hiervoor dienen er productie- en herge- hidden dichter bij de klant Edle Mashdish u: sik ememd laveren ven dea
bruikfaciliteiten te zijn. Kundige installateursbedrijven zijn noodzakelijk om woningen Klei Eee ae ea eel Rt et aksen
energiezuinig te krijgen en wijken zonder gas te verwarmen. Juist voor deze bedrijven eed eA Ae SCARAR GA a Ge bE
wordt de ruimte schaars. Daarnaast vindt hoogwaardige, circulaire en kennisintensieve nn ne en ,
productie, belangrijk voor de concurrentiepositie van Amsterdam, juist steeds nadrukke- Met de ontestiecelng A40 daad wijken verandert de positie velt Kelle
lijker haar weg terug naar de stad? Het belang van productie wordt steeds groter, waarbij productiezones zoals schijven welken en de Wd Ze worden nóg ales aat=ie
ambacht en innovatie, ontwerp en productie en theoretische en praktische beroepen el- Keel ADA eh ea iede Gl Sleeve bis se LAG
ET voorheen ook plek boden aan economische activiteiten die vooral bereikbare en betaal-
een vruchtbare omgeving. bare ruimte zochten, zal de nadruk steeds meer komen te liggen op meer milieuhinder-
lijke activiteiten die niet of lastig met wonen mengbaar zijn, maar wel belangrijk zijn voor
Het is voor een inclusieve , duurzame en concurrerende stad noodzakelijk dat er een vol- ad hsb sab leid slanke sel blijft kde Rut badvijvanen
waardige plek blijft in de stad voor bedrijven. Door in de stad ook ruimte te bieden voor _ Teimen iam cle gemeen ed KA li ve deuken ever
lokale productie, biedt de stad economische kansen ook aan andere groepen dan kennis- wales Soon schien weg) wel lan word eddie AR ek ns
werkers, en kan iedereen profiteren van economische groei in de stad. Aan de groei van plek zijn in gemengde zones of in de wijdere omgeving van de stad.
het aantal inwoners in de stad is de uitdaging verbonden om voor alle Amsterdammers
passend werk op een redelijke afstand te accommoderen. Het bieden van ruimte voor
productie sluit hier aan bij het onderwijs- en arbeidsmarktbeleid, dat o.a. erop gericht
9) ORAM=Ondernemend Amsterdam. Bron: Werken aan een Nieuw Amsterdam (2019).
8) O.a. Rabobank, de wedergeboorte van de Ambachtelijke Stad (2018) en Cush- VEBAN = Vereniging Bedrijven Amsterdam-Noord. Bron: VEBAN en de toekomst van
man&Wakefield, Industrial Report 2018. Amsterdam-Noord
Amsterdam duurzaam productief
o
Productieve wijk e @
o®@. ge0
@
@
Oo CS 0
of IS
— RE ODA
d >
RAC SER
gn sp TS |
SC slo EP
YZ re Rn 4 BAT Re
Ne Sf NS n CR NN
4 ol ND Dd” ng S Z 1
n. / mf Ge OT pz
NS A) ED 5 sl
ve Je MT Pe
° _t PO Figuur: principetekening creatieve wijk ï
ON
Figuur: Principetekening productieve wijk ene . n … n .
Omschrijving Creatieve wijken zijn woon-werkwijken die door
menging met zelfstandige kantoorruimtes voorzien
Omschrijving Productieve wijken zijn woon-werkwijken die bedrijven in de behoefte aan informeel stedelijk werkmilieu,
(die behoefte hebben aan bedrijfsruimte) integreren en daarbij programmatisch aansluiten op het be-
in stedelijk woonmilieu. Integratie van bedrijven in staande centrummilieu binnen de ring A10.
woonwijken is nasi om ders ondernemerschap vaar nnen dende centrummiieu binnen de Ang AID:
de stad te behouden. Bijzonderheden Ruimte voor kleinschalige kantoorruimte in woon-
wennen EEn wijk, maar ook geschikt voor grote bedrijfsverzamel-
Bijzonderheden Bedrijfsruimte is grondgebonden; aanvullende kan- gebouwen voor versterken interactie.
toorruimte op bovenlaag. Integratie van productieve wennnervennservennneevennenevennenesennenvernennvenesvenenvevenvnnenvenrnnenenvenennenvevennnnenvenennenvevenenererevenenerevenanersvnrnnenvevenvnnenvern
bedrijven biedt ook sociaal-economische kansen voor Economische ruimte + 5-15%
wederopbouwwijken in Nieuw-West, Noord RE
nnn Zuidoost. nnn Kansrijke locaties 1. __Minervahaven-Zuid;
Economische ruimte + 5-15% (totaal) 2. NDSM;
„Andicatie BVO) opoegane grond t 250% nana: 2 Shuissourt Á Zesaunpsrelend
Kansrijke locaties Voormalige bedrijventerreinen bieden kansen voor 4. _ Schinkel;
EN 5. Amstelkwartier 3-4;
1._ Sloterdijk; 6. _Weespertrekvaart.
2. Overamstel; Verbindingen voorbereid door Sprong over 't IJ
3. Cornelis Douwes; bieden ook kansen voor:
4. _ Buiksloterham; 7. _Hamerkwartier;
5. _Hamerkwartier. 8. _Buiksloterham.
Om de ambities in harmonie te bereiken, is het ook nodig om samen met betrokken nutsvoorzieningen/circulair) en nautische mogelijkhedenzijn eveneens richtinggevend.
partijen goed na te denken over de gewenste ontwikkeling van de Metropoolregio Am- _ Net zo goed zijn de juiste ruimtelijke randvoorwaarden essentieel, bijvoorbeeld de in-
sterdam, de positie van werken en bedrijvigheid daarbinnen en welke werkmilieus hierbij _ richting van openbare ruimte voor bedrijfsprocessen, de verduurzaming van bedrijfspan-
passen. Het vraagt om een proactieve rol van de gemeente, die in samenwerking met den en de organisatie van mobiliteitsoplossingen. Om bedrijventerreinen en productieve
het georganiseerd bedrijfsleven, het havenbedrijf en de regio voorsorteert op de opga- wijken succesvol te ontwikkelen is een betere koppeling van de unieke eigenschappen
ven gerelateerd aan verplaatsende bedrijvigheid, maar tegelijkertijd actief stimuleert dat van terreinen aan de specifieke behoeften van bedrijven heel relevant. Ook voor dit
bedrijven kunnen Lol Ie functioneren in transformatiegebieden. vraagstuk ES regionale samenwerking NNT ee aft
Het gaat daarbij niet alleen om ontwikkeling van voldoende, ruimte voor de bedrijven.
De milieuruimte, beschikbaarheid van infrastructuur (transport, maar ook digitaal en
en Rn El zE dan KN
& f 49, 8 Ie R Ek han rij En. nl SN fre Re
an (/á Te TR Sl Ei Sen Ei.
Ad 4 Tr Ok AMER EE De
Sk Ef B A ON MA Eer Ù KP Seine
rd hi il ln ea gk Ne Eer d En
ol Kl en BROESE
AR el edi Ue: Ke A LME (gtst hee din 9
5e k en EA on Eke iN EET IR.
A A EED OE.
IAR A ie | hei a Dh: he Wel k aa tj Ee ke W. IE ed
AN: BEE EE en. el Ain: OLS BEEREN Pena AAN
A dn RE ENA ein gen A
beren ld EN ie een et KEM j nerd lee eer tk
LE Ee ar ek Ree 0d SO
| See
A EET nen gE Eke e ee tel
Kie MN
7 Un ee Heet PAER an oe
ek 5 rd U Premrl en GTE tE
vee EE re Erk Be
Ee er Ren dE ales
Ren bebt enkele Gin ien be. Ien ER
ded TD ile ierk Ee Eee nn k En EE, Nelen al
jep a En en tE. Bel ar Ï ll rs Nr TAS là beau ä RE nd
AET ereen ee tt or Obee
KA | Beede
LER : Rennen gek: Sit dra Alden ee
Fa bef ae eed ï tired Fati Be 1
Sr È DE SM Eeen min RE ae Oded en, Meere. Ie e MTiee
bege U Ben nT Ede a erin ue en es Meriden yr
Es, 4 Be L RE = ij: | _ 8 EI ien ade Eh = etl id ven ARLES EN À kt fais ‚ 2 - ( [ E nd ia
nn meen NN TET
od k En rs en 7 - E-. Eat Ô EE, Eeen Es Ean a EO , ri f BE |
ni === NE: IJ Kee Wi EAT ME le Rn Ee m ek en TE ELT ä
te Eeen hu 1 ER z zi ’ hen nk is med hehe Abn wits = et ENE mn : - î
E Te - TN ES Olm Ë En Hal earl ee irt Snert mn If nn eN nn | IE
== 5 Ì Lel ï Er Jes’ = E ZE | en Ie le ee Sa 7 z el. | Û li 4
ln TE REA EE el nn Ì Ee all er Î Et
e Ur en PE reet pen mn oss nt Ne
ed | En en ad eenn sn HEIN EN F5 ‚ ni EINE Wer à En
5 Sd É am ns en 3 FT ET In REL rd Jl Did JIE zh Í | D \ Ears Bn E Ee
ef ei B ss UTD 5 Hi Smaad EEE Ee
TN Wz ELT Uit ie di IJ - jes” en Wd
ES : l el Í kkk MI : Î : d > ne dll arti
em DS Ù E UP at Î UE Í hel} ‚Hi IR = iin, — el Ea Ë Á 6 ad 8 0 Fam 5 ° (ez
n\n in 6e ET ee BEN Di MO)
en ii “ DEE ETTEN Tee ete ed if Id =
s en Bn. Ene Binet LEAB ed LE lg | BT nn TEN ROANNE | WEA I é B
, IE De KE EEE Deet ARES |) Re ANS ; EAA Ip En
nn 5 = — mn ie ë Pel IN | DS al Ne hik ek T- } El È : Bra a $ | ij El Li ELLE : rs en
EE ei ie IN ui if 5 Sept KENIA B RSA {| î ii 6 ==
[LL Ë Ni HI LATA EBER EEEN EE
ee ee ee, en De ee BEE Ì ti Sr | EL EL le Kahn NN A «| Lj jj £ EE
en > SUL at Sal pe telbiak ope Poe bieten Th bede
Er EE A en ks Ei Lj eeh Ate et DE| RN <8
ee B re a ae na
il) li i/ f
/, i/ ip
HI Schaarst n
A chaarste aa
bedrijfs! |
ON edrijfslocaties
N DN 5 De groei van de stad en de grootschalige transformatie van
jh Sf a bedrijventerreinen maakt dat de verhoudingen tussen vraag
é Ee el 4} (als IE en aanbod van bedrijfslocaties flink zijn gewijzigd. Amsterdam
BEE mt mr ie Mit blijkt nog steeds zeer aantrekkelijk als vestigingslocatie voor
_n EH A Ed bedrijvenfuncties. Er is in Amsterdam sprake van een krappe
ES O1 ii aj markt, met minder leegstand en stijgende markthuren'? voor
ES SEP Be EL bedrijfsruimten in bestaand vastgoed. De uitgifte van bedrij-
GM K . .
EN) OO DR venterreinen lag in 2018 op 18,9 hectare netto en 25,4 hecta-
Ln IN re netto haventerrein'’.
Pl € SS NT
Í ij £ e= 5 Á 8 Om ook in de toekomst aantrekkelijk te blijven voor bedrijven is inzicht nodig in de ont-
| g == AH wikkeling van zowel de vraag als het aanbod van (bedrijfs-)ruimte. Dit hoofdstuk geeft
r 4 SS \ een beeld waar ruimtetekorten ontstaan en waar er wellicht nog kansen liggen. In het
SS == bijlagenboek is een overzicht opgenomen van de verschillende bedrijvenlocaties en hun
5 ST zi eigenschappen.
ennn RE 10) Dynamis, sprekende cijfers 2018
en > 11) Monitor Plabeka, 2019
nn = Amsterdam duurzaam productief 17
2.1 Behoefte aan bedrijfslocaties Vervangingsvraag
Niet alle bedrijven zullen uit transformatiegebieden verplaatsen. De behoefte aan ver-
STEC groep heeft begin 2019 in opdracht van gemeente Amsterdam de behoefte aan vangende bedrijfsruimte van bedrijven uit transformatiegebieden zal sterk afhangen van
bedrijfsruimte voor alle typen ondernemingen in de huidige transformatiegebieden in de mogelijkheden die bedrijven krijgen om hun bedrijfsactiviteiten op de huidige locatie
kaart gebracht tot 2030, met een doorkijk naar 2040. voort te zetten. Om deze behoefte te beperken kan er in de transformatiegebieden,
naast de geplande woningbouw, ook ruimte blijven voor bedrijven. Het gaat daarom
De behoefte is opgebouwd uit: met name om het behouden van bedrijven die passen binnen een woonomgeving. Van
e _Vervangingsvraag, de vraag van bedrijven die uit transformatiegebieden verplaat- grote milieuhinderlijke bedrijven en bedrijven met een hoge verkeersaantrekkende
sen!?, werking is de inschatting dat ze moeilijk te combineren zijn met intensief wonen, ook in
e _Uitbreidingsvraag, de behoefte aan bedrijfsruimte die ontstaat door startups, de productieve wijken.
groeiende bedrijven (scale-ups) of nieuwvestigers'$;
* _Transitiegerelateerde vraag, te verwachten vraag naar bedrijfsruimte vanwege de Op basis van een uitvoerige analyse van de transformatiegebieden en de daar aan-
energietransitie en de transitie naar een circulaire economie. wezige bedrijvigheid (zie kader), komt STEC tot een te verwachten vervangingsvraag
van maximaal 9,2 hectare (netto) per jaar tot 2030. Tot 2030 bedraagt de totale ver-
Als we de vervangings- en uitbreidingsvraag afzetten tegen het aanbod aan bedrijven- vangingsvraag 101 hectare netto. De vervangingsvraag zal toenemen naarmate meer
terrein, dan zal er in Amsterdam bij ‘business as usual’ beleid mogelijk al binnen 6 jaar gebiedsontwikkelingen van start gaan (zie inzet). Richting 2040 loopt deze vraag op tot
(2025) een tekort aan bedrijventerreinen ontstaan. In 2040 is het tekort in Amsterdam in __ maximaal 176 hectare netto.
de raming minimaal 150 ha'“. De totale vraag komt neer op ca. 12,7 ha per jaar, terwijl
het aanbod (exclusief haventerreinen en gemengde locaties) 75 ha bedraagt. We gaan Transformatielocaties en fasering (bedrijven- en haventerreinen)
er van uit dat de vraag vanuit de energietransitie en de circulaire economie voornamelijk == ————————————————n
op haventerreinen neerslaat, maar ook binnenstedelijk ruimte gaat vragen voor repara- Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4
tiediensten, circulair design en productieactiviteiten. (Lopend of start (Start voorzien (Start voorzien (Startdatum na
voorzien t/m 2019) 2020 - 2025) 2025 - 2030) 2030 of onbek-
Vraag-aanbodconfrontatie, kwantitatief (hectare netto) en bij Ed.
ongewijzigd beleid e Buiksloterham e Sloterdijk | Zuid __ e Sloterdijk | Noord Cornelis Douwes
mm e Cruquius e Foodcenter Am- © Nieuwendam- 0-1
2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 e NDSM sterdam merdijk/GEMBO _« Coen- en Vlothav-
Vervangings+ uitbreid- 13 13 13 13 13 13 13 * Schinkel terrein en
ingsvraag per jaar e Weespertrekvaart © Zeeburgerpad © Minervahaven
Aanbod bedrijven- 75 62 49 36 23 10 3 (oost-midden) e Amstel Business (noordelijk deel)
terrein (in beheer ge- e Hamerkwartier Park (boven A10) « Alfa Driehoek B/K
meente) e Overamstel e Minervahaven e Cornelis Douwes
e Klaprozenbuurt (zuidelijk deel) 2-3
12)Bij de benadering van deze vraagcomponent is uitgegaan van het onderzoek van
STEC
13) Bij de benadering van deze component is uitgegaan van de behoefteraming van
Bureau BUITEN, opgesteld in opdracht van Plabeka.
14 In deze berekening is aangenomen dat de mengambitie slaagt en de bedrijvigheid
gerelateerd aan energietransitie en circulair grotendeels in de haven geaccommodeerd
kan worden.
18 Amsterdam duurzaam productief
Benadering vervangingsvraag Vervangingsvraag in hectare netto, naar fase (2019-2040) en
Bij de benadering van de vervangingsvraag heeft STEC op de bedrijven- en haven- naar mengbaarheid bedrijven
terreinen he souluglbeurgplemvan Wejgen EXIN elke dig ke ale Alle Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4
andeng en PAT) ikiesidek op SLAA zoals ligging, grootte zn (Lopend of start (Start voorzien (Start voorzien (Startdatum na
ruimtegebruik. Daarbij is de eh Mss NEI kels ondernemingen t/m 2019) 2020 - 2025) 2025 - 2030) 2030 of onbekend)
met wonen benaderd door de bedrijfsactiviteit, milieucategorie en verkeersaan- Pe
ee 8 ná nn 4ha 3ha
trekkende werking in kaart te brengen. Op basis daarvan zijn bedrijven indicatief 10ha
ingedeeld in de categorieen ‘mengbaar’, ‘mengbaar onder voorwaarden’ en ‘moei- 9Yha me
lijk mengbaar’. In de praktijk kan de mengbaarheid afwijken!®, en zal deze ook sterk 2ha N
afhangen van de wensen van de onderneming zelf. 36ha 24ha
Uit de analyse van STEC blijkt het volgende:
e _ Ruim 90% van de gevestigde ondernemingen op transformatiegebieden is in
theorie mengbaar.
e Deze ondernemingen nemen 63% van het aanwezige bedrijfsvastgoed in (ca.
(NMa ale eze UD) 30ha Er
e _50-75% van deze ondernemingen kan bij voldoende ruimte behouden worden 8
e __De mengbaarheid van de aanwezige ondernemingen verschilt sterk tussen
IATA Dn 8ha
STEC groep heeft geen onderscheid gemaakt tussen bedrijven, kantoor(achtigen) Moeilijk mengbaar Mengbaar onder voorwaarden Mengbaar
ke hallen an Waals Kebede aad Omdat een groot deel van de terreinen na 2020 in transformatie komt, is er in de pe-
een groot deel uit deze categorieën. Bij de bepaling van de vervangingsvraag is . . .
, riode daarna (2020-2025) een piek in de vervangingsvraag te verwachten. De nadruk
aangenomen dat 25% van de mengbare bedrijven zal vertrekken naar een nieuwe . .
locatie (de rest blijft op een gemengde locatie of stopt). ligt vooral op de lichtere (mengbare en mengbaar onder voorwaarden) vormen van
bedrijvigheid, zoals stedelijke diensten, groothandels, autogarages en lichte maak-
RN RN , industrie. In de periode tot 2030 is het aandeel havengebonden bedrijven dat moet
Daarnaast is er rekening gehouden met de startdatum van transformaties en de . . . .
B , RN RN verplaatsen uit transformatiegebieden zowel relatief als absoluut (4 a 6 hectare netto)
mengbaarheid van de ondernemingen per terrein. Op deze manier kan de vervan- klein
gingsvraag in de tijd worden benaderd, en krijgen we een inzicht in de zwaarte van Ì
ee verengingseee) per periacks. In de periode na 2030 (of zelfs 2040) komen de Haven-Stad terreinen tot ontwikke-
ling. Uit de analyse wordt duidelijk dat de vervangingsvraag vanuit de Haven-Stad
terreinen wezenlijk anders zal zijn: 66 hectare netto zwaardere bedrijvigheid die moei-
lijk of onder voorwaarden mengbaar is met wonen veelal gebonden is aan de haven
en kades. Om de later transformaties te laten slagen, is het noodzakelijk dat er voor
deze zwaardere bedrijven alternatieve vestigingsmogelijkheden zijn. Ten behoeve
van de havengerelateerde vervangingsvraag heeft Provincie Noord-Holland in 2018
ook een onderzoek laten uitvoeren door Decisio. Dit onderzoek komt tot een huidig
ruimtegebruik van zware industrie en/of haven- of kadegebonden bedrijven van 77
15) We hanteren bij de analyse een foutmarge van 20% hectare.
16) Bruto vloeroppervlak
Amsterdam duurzaam productief 19
Uitbreidingsvraag gert TE dS dn
Vanwege de snelle bevolkingsgroei in de stad is ook vraag vanuit startende, uitbrei- pn - " __e
dende en nieuwvestigende bedrijven te verwachten. Bureau BUITEN raamt tot 2040 72 pn ä E ER
hectare netto uitbreidingsvraag voor Amsterdam (ca. 3,5 hectare per jaar, op basis van en UAE MER Ei De err ee
o-scenario)!’ binnen een bredere raming in MRA verband. Omdat er binnen Amsterdam eN Te mn ej dd ed Ae nn
onvoldoende ruimte is om deze vraag te accommoderen, houdt BUITEN rekening met __ [ r mn Jip " le bi | | | |
een migratie van bedrijvigheid naar andere deelregio’s in de Metropool. Ii Î | IH | 8 rp | | | I | |
| ii ! LN: | h
Transitiegerelateerde vraag | | | | U Be, IN
Naast de ‘reguliere’ ontwikkeling van aanbod en vraag is er sprake van grote ontwikke- HE IN | Ii | | ú Ir EE | ii |
lingen die de behoefte aan bedrijventerreinen aanzienlijk zal gaan beïnvloeden. De ener- | | | ik aen _ 8 1 | |
gietransitie is inmiddels serieus ingezet en gaat rond Amsterdam ruimte vragen in de vi ) | Ii Jb | AR kt BS
vorm van duurzame energievoorziening, onderstations en op termijn wellicht waterstof- Á IE f Ti | | ij ed ij 1 ! | | | | Td
centrales. Ook de circulaire economie krijgt naar verwachting tot 2030 serieus voet aan Pf PV ie IN I f ary rd ME Ù | Ü ng zó
de grond. Op dit moment zijn er al diverse bedrijven in de Metropoolregio die circulaire SM EA ee MME eene er.
toepassingen aan het ontwikkelen en opwaarderen zijn. Voorbeelden zijn Rutte Beton en en Wi li DE Z Ke he ij Ne hf BA Tm
Rotie Biodiesel die circulaire producten op de markt brengen, en nieuwe toepassingen dn Ne nd me NE ee! EN
aan het ontwikkelen en opwaarderen zijn. a ee id Ri dn mn oe en
ast 5 , sl a va nr a een Î 8 an je. Er
Uitgaande van onderzoeken van Ecorys, Metabolic, CE Delft en in het kader van de
Routekaart Klimaatneutraal dient Amsterdam rekening te houden met een additionele Ee 1 _m
vraag van 50-103 hectare netto, bestaande uit circulair (50-80 ha) en Datacenters (5-23 NN | Jl _ ram her
ha). Deze raming is nog exclusief energietransitie (onderzocht door CE Delft en Port of En \ ï Î Î Ee le
Amsterdam, maar nog geen specifieke cijfers voor Amsterdam) en ruimtereserveringen 7 \ à s. H 4
voor stadslogistieke hubs. In de berekening is rekening gehouden met een vraag van N| ad EN PE 7: en se P 5
50-80 hectare netto tot 2030 (4 hectare per jaar). We gaan er van uit dat de vraag naar | nn en: | en
bedrijfskavels vanuit deze transities zich met name naar de haventerreinen met een hoge Ts a en NE Sn en - k
milieucategorie beweegt. AT Ng ml He ne on | NE: hk
ms 1 | TET | ET Tet
af | Sct Timi li - ee Feel
5 D= A pb. 1 At be
on es 4 a) \ he : ij
>: Pd Ah? 8
ss PA | h Al le
OO - | / Ë: ee
17) Amsterdam committeert zich aan de regionale afspraken van Plabeka 3.1 en ver- P/ md
wacht dat voor haar ‘eigen’ uitbreidingsvraag het 0 scenario het meest realistische beeld Fotos In
geeft. otos: Voorbeeld van circulaire industrie in de haven. Verwerking en bewerking van organisch afval door Orgaworld
20 Amsterdam duurzaam productief
2.2 Aanbod (< 1.000 m? b.v.o.) gevoeld. De mediane huurprijs bedraagt voor Amsterdam 83,- per
m2. 19
Bij het aanbod bedrijfslocaties maken we onderscheid tussen de volgende categorieën:
e Kavels op bedrijventerreinen
* _ Kavels op haventerreinen Overzicht planaanbod bedrijsruimte in productieve en
® _ Aanbod in bestaand vastgoed creatieve wijken (stand 01-2020)
e Gemengde bedrijfslocaties (woon-werkwijken) Terrein Soort wijk Geprogrammeerde
e _Bedrijventerreinen in de MRA ruimte
Bedrii . Buiksloterham productief 167.000
rijventerreinen Ee ERK
e 1 ente . e en . N se Cruquius productief 22.300
Bedrijventerreinen bieden ruimte voor bedrijven met een hogere verkeers- of milieuim- on
pact die niet gecombineerd kunnen worden met wonen. Er zijn binnen de gemeente- NDSM eet ___600T7IJ7O
grenzen nog maar beperkt (75 ha netto) vrije kavels op bedrijventerreinen. Deze kunnen __Totaal fase 1 (heden-2020) 195.300
ingezet kunnen worden om enerzijds de transformatieopgave goed te laten verlopen en Sloterdijk | Zuid productief 61.300
anderzijds ruimte te bieden voor nieuwvestigers. Deze ruimte concentreert zich op Slo- Weespertrekvaart (noord en midden) creatief 9.800
terdijk III en IV (37 ha netto), Business Park Osdorp 2e fase (31 ha netto, nog te ontwik- Foodcenter Amsterdam productief 100.000
kelen), Zeeburgereiland (3,8 ha netto) en Alfadriehoek!? (3,5 ha netto). De ruimte op het Schinkel Eee 46000
noordelijk deel van Sloterdijk Ill is geschikt voor hoge milieucategorieën. Aansluitend NL
op het ‘compacte stad’ principe uit de structuurvisie, zijn er geen (andere) plannen voor „Hamerkwartier_________________ productief 112000
bedrijventerreinen. Wel zijn er plannen voor kleinere bedrijfslocaties in de wijk, zoals de Overamstel productief 29.000
Makerskade op Strandeiland Klaprozenbuurt productief 11.900
Totaal fase 2 (2021-2025) 340.000
Haventerreinen EEK EE EE RAG
Sloterdijk | Noord roductief 56.000
Op de haventerreinen is februari 2020 nog +/-250 hectare netto aan kavels uitgeef- Dg Eer
baar. Een flink deel van deze terreinen is echter al in onderhandeling, in optie of in een _Nieuwendammerdijk/ GEMBO terrein productief ____ 400
ruimtereservering opgenomen. Dit betekent dat er effectief minder ruimte beschikbaar Amstel Business Park (boven A10) productief n.n.b.
is dan op papier. Haventerreinen zijn daarnaast wezenlijk andere locaties dan bedrij- Totaal fase 3 (2026-2030) 60.000
venterreinen: fysiek, qua kavelgroottes en qua boven- en ondergrondse infrastructuur Cornelis Douwes 0-1 Nog niet bekend 69.000
zijn er verschillen, maar ook op milieutechnisch vlak wordt de ruimte anders ingezet, Coen- en Vlothaven Nog niet bekend 154.000
Haventerreinen zijn bedoeld voor bedrijven die afhankelijk zijn van de haven en binnen EEK
. 8 . . Minervahaven Nog niet bekend 10.000
de havenvisie passen. De terreinen zijn daarmee niet geschikt voor het grootste deel van EE
de bedrijvigheid die nu op transformatielocaties is gevestigd. AlfaDriehoekB&K _________Nognietbekend 52000
Cornelis Douwes 2-3 Productief 96.000
Aanbod in bestaand vastgoed Totaal fase 4 (na 2030 / onbekend) 381.000
Het aanbod in bestaand bedrijfsvastgoed op bedrijven- en haventerreinen en gemengde _ totaal 976.300
locaties is per 1-1-2019 244.000 m? b.v.o. In totaal was er voor 348.000 m? aan transac-
ties. De aanbod/transactieverhouding van 0,7 is een teken van een (zeer) krappe markt.
Het krapper worden van de markt wordt vooral in de markt voor kleine bedrijfsruimten
18) Op de Alfadriehoek ligt momenteel een uitgiftestop. 19) Mediane huurprijs: Dynamis, Sprekende Cijfers 2019
Amsterdam duurzaam productief 21
Gemengde locaties 2.3 Hoe kan ruimtewinst geboekt worden?
Op de locaties die zich op termijn tot gemengde woon-werklocaties zullen ontwikkelen
is een aanzienlijke hoeveelheid bedrijfsruimte geprogrammeerd, geschikt voor lichtere Uit de analyse blijkt dat Amsterdam met de vraagverwachting en ‘business as usual’
vormen van productieve bedrijvigheid (minimaal tot milieucategorie 3.1) en passend bij _ beleid rond 2026 geen bedrijvenkavels meer uit te geven heeft. Richting 2040 loopt
de mate van stedelijkheid. De tabel op pagina 21 geeft een inzicht in de indicatieve hoe- het ruimtetekort op tot minimaal 150 hectare. In lijn met de structuurvisie en ‘compacte
veelheden bedrijfsruimte die in de gebiedsontwikkelingen zullen worden gerealiseerd. In _ stad’ principe, maken we geen nieuwe plannen voor uitleglocaties. Wel zijn er de vol-
samenspraak met de projectteams zullen per gebied minimumhoeveelheden te realise- gende aanknopingspunten voor ruimtewinst.
ren bedrijfsruimten worden vastgelegd.
e Mengen bedrijvigheid en wonen. Zowel vanuit de vraag (hoog aandeel mengba-
Aanbod regionaal re bedrijven) als het aanbod biedt het integreren van bedrijvigheid in gemengde
Ook het regionale aanbod is voor Amsterdam relevant. Het vestigingsklimaat is per defi- woon-werkwijken mogelijkheden om ruimte te bieden aan stedelijke bedrijvigheid.
nitie regionaal en voor een ruimtezoekend bedrijf zijn gemeentegrenzen vaak nauwelijks Tot 2030 is ruim 600.000 m? bvo bedrijfsruimte voorzien in de bedrijventerreinen
van belang. In de metropoolregio hebben onder andere de volgende bedrijventerreinen die naar productieve en creatieve wijken zullen transformeren (zie tabel hiernaast).
veel ruimte (> 20 hectare) beschikbaar (zie kaart volgende pagina). Per deelregio is er In nieuwe woonwijken en ontwikkelbuurten zijn daarnaast mogelijkheden tot het
één terrein uitgelicht. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de bedrijven- en ontwikkelen van bedrijfsverzamelgebouwen of kleinere bedrijfslocaties.
haventerreinen in de Metropoolregio met een ruim aanbod aan beschikbare kavels. e Intensief ruimtegebruik op nog uit te geven kavels. Op de resterende bedrij-
venterreinen (75 hectare netto) kan bij een reguliere FSI van 0,6 450.000 m? bvo
bedrijfsruimte worden gecreëerd. Deze verwachting is deel van de raming. Als een
hogere FSI wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld 0,8) dan levert dit 150.000 m? bedrijfs-
ruimte op.
* _Intensiveren ruimtegebruik bestaande bedrijventerreinen. Een theoretische 10%
intensiever ruimtegebruik op de bedrijventerreinen die hun functie behouden levert
ca. 200.000 m? b.v.o. op voor bedrijfsfuncties. De overheid kan het intensiveren
van bestaande bedrijventerreinen echter minder sturen dan bij nieuw uit te geven
kavels.
Met deze ruimtewinst kan indicatief 120 tot 150 hectare netto ruimte op bedrijventer-
rein? worden ‘bespaard’. Het genoemde tekort van minimaal 150 hectare in 2040 wordt
hiermee echter niet opgelost, omdat er in dit getal al rekening gehouden is met het
mengen van wonen en werken en een intensiever gebruik van bedrijventerreinen.
20) Omgerekend met een indicatieve FSI van 0,6 tot 0,8.
22 Amsterdam duurzaam productief
Bedrijven- en haventerreinen in MRA met-meêr dan 20 hectare uitgeefbare kavels (peiljaar 2019)
METROPOOL-
REGIO
nf
L Flevopoort
SN
Haven Amsterdam \ JN
J Lelystad Airport Business Park
>
nd al — 1 g
/ Sloterdijk West 8 AN
AN 14.
Business Park Amsterdam Osdor DAN 5 Stichtsekant 4
Me re IN
Schiphol Trade Park * ed
- | " df
Green Park Aalsmeer Amstelveen Zuid 1 / aa de NS
ed JR KE:
Blonay
Ó ” Sanpak
Amsterdam duurzaam productief 23
a | ae Ä
U bn EET 8
pn Es:
pe de dk ee de
_ ri 2 Op | Kk IR DE Ô r | hd À De Ltd
; E er | Í en B Â 0 a d ne ETE
N NN zE ef RA Y ne ns ES. d S Ar en Ik rlr 0 Nn
| ME an REE eem, dd
se ee 5 3 \ 1 ij u ELLA HEE UH Rr LL
pe ak ADE
. k 4 er: 2D ed ”
ad on SE aes Si @ 18
, / 5 Ze |e ; p SS TN il 4 | |, Ie 4 EL In en Kn
ji FE a k ne k ien 9 en Hi
ZZ 5 2 : ne d ES | , | Ae
y r Z EE 3 Dn En nn B N= Aan’ aa
Pp Ee 5 wr en 5 … en z E | | HK Li nl
B 3 oÀ ì | | k NS nn En \ 5 1 Ì | | É M=
Ee Ee 5 Ü | SE ik ie lj | Í | Pan ZN 4 nes B ä ú Le ä
en | EEN ij ke | B u Pd ip Ie 3
ES = me = = lk Nl, ú ij 3 N: di e nm: ä eel | i
5 > 5 4 == > == ne En id > SS oes = ke] | |
EE p ed en le É
Î | = | | | UN EI |
| ES | Tr Ep” eN TN
Een Me ‘ f PG. | | Hanna ann”
EA ER 7 SS | 9 Die ern cam) || 4
SAE 1 br E Dd KBL | | Ii Eee SE | MKS | in | ‚ff
MRT vl Ien 7 ha ET A AN ABA aL Persen Pe | | |
morsen Eee men à A At FZ Sf AIN Pe ellela (lele
TR En ER ARS == LEME TN enn
Nt p :, Ee Cek En dd Lif el rr ne Ee EE
A mm TEEN ne
EE mm En nnn ns
da 3
LE An ds 5m
Ki id
be, Toek tbestendi
Reg E fe / |
WOE EE Ì rf | ti
PERES bedrij siocaties
SP mn AS ee . …
ee De Amsterdamse bedrijventerreinen moeten klaar zijn voor de
toekomst. Dit betekent dat de te (her)ontwikkelen bedrijfslo-
sf AT Wm caties passen bij de economische activiteiten van vandaag en
P morgen, op goed bereikbare locaties liggen, een prettig en
goed werkklimaat bieden en zo duurzaam mogelijk zijn qua
=p | bebouwing en openbare ruimte.
er 5 3.1 _Toekomstwaarde bedrijventerreinen MRA
hl
| TANK AAN ALT Ë ij In 2018 is er door STEC in opdracht van de MRA onderzoek gedaan naar de herstruc-
SC Ef tureringsopgave en toekomstwaarde van diverse bedrijventerreinen. De opgave in Am-
| HERDE DRI NM sterdam is vrij gering ten opzichte van andere deelregio’s, slechts 2% van de terreinen
En Tg ora ang "= E kampt met serieuze veroudering. Amsterdamse bedrijven zijn daarnaast bovengemid-
2 elle ld se, En han SEE | deld toegerust voor de nieuwe economie. Naast verschillende terreinen in de haven zijn
| z Nn mmm bak | Kd Bkr Kk
PON | [7 4 lie zi el p ook delen van Sloterdijk zeer geschikt om de circulaire ambities van de stad te verwe-
L dl Ik | | H | | zenlijken.
| al ai | | Ik | il |
ee ze) Ds ba en | eN, hd / EE Ë
ST zeS led zel ZR: Alst - i8 Het onderzoek laat echter ook zien dat een sprong in vastgoed- en toegevoegde waar-
ee Ze nn de op de Amsterdamse bedrijventerreinen nog goed mogelijk is. Ook qua verduurza-
ni es d = ming van de bedrijfsvoering van zittende bedrijven is winst te behalen. Welke strategie
3 _ NA en maatregelen daarbij horen, moet per terrein specifiek worden bepaald. Voor een
Amsterdam duurzaam productief 25
toekomstbestendig werkterrein en het versterken van de economische positie zijn een 3.3 Duurzaamheid en circulariteit
aantal algemene randvoorwaarden van belang, waarvan de belangrijkste actief parkma-
nagement en/of een actieve ondernemers- en beheerorganisatie is. In de ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal stap 1’ (februari 2019) en het rapport
‘Bouwstenen voor de nieuwe strategie Amsterdam Circulair 2020 — 2025’ staan veel
ambities genoemd die ook zijn weerslag hebben op bedrijven(terreinen). Verduurzaming
3.2 Locatieprofielen en segmenten van bedrijventerreinen gaat op meerdere manieren plaats vinden:
Een belangrijke stap om bedrijfslocaties toekomstbestendig te maken is zoveel mogelijk _« Net als voor woonwijken ligt er voor bedrijventerreinen een grote opgave de
het principe ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ concreet maken en hanteren bij het energiehuishouding te verduurzamen. Bedrijven- en haventerreinen beslaan circa
faciliteren van bedrijven. Bij voorkeur gebeurt deze afstemming op regionaal niveau. 1800 hectare en hebben een hoog energieverbruik: landelijk gaat het om 25% van
We bewaken daarbij de samenhang met het vestigingsbeleid NZKG. Aan de hand van de totale consumptie. De (milieu)ruimte op bedrijventerreinen biedt kansen voor
locatieprofielen kunnen de juiste matches tussen functie en plek worden gevonden en alternatieve energieopwekking en het plaatsen van bijvoorbeeld onderstations.
draagt de vestiging vervolgens bij aan de vitaliteit van het gebied. Met de strategie en e _ Voor bedrijventerreinen liggen er kansen voor het introduceren en uitbreiden van
voortbouwend op de structuurvisie 2040 onderscheiden we de volgende locatieprofie- deelmobiliteit en elektrisch laden, in aansluiting op Amsterdam uitstootvrij. Dit
len in Amsterdam: geldt nadrukkelijk voor de locaties binnen de ring die eerder in de zero-emissiezone
zullen vallen.
* _ Gemengde bedrijfslocaties: geschikt voor overwegend kleinschalige bedrijvigheid * Gezien de ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit en intensivering is het
die mengbaar is met wonen en andere economische en maatschappelijke functies, wenselijk om openbare of collectieve parkeervoorzieningen op bedrijventerreinen
en baat heeft bij nabijheid van werknemers, klanten en leveranciers. te realiseren.
* _Binnenstedelijke locaties: geschikt voor bedrijven die in hoge dichtheid kunnen e _ Duurzaam en circulair bouwen in Amsterdam is de standaard bij nieuwbouw. Een
opereren met andere economische en maatschappelijke functies, voornamelijk pro- aantal duurzaamheidsmaatregelen is door de gemeenteraad als randvoorwaarde-
ductie, op- en overslag en stadsverzorgende diensten. lijk vastgelegd in beleidsnota's en hiermee het minimumniveau dat in Amsterdam
e _Ringlocaties: met name geschikt voor stadsverzorgende bedrijvigheid met een gro- wordt gehanteerd.
te logistieke component en/of verkeersaantrekkende werking. e _ Andere relevante duurzaamheidsthema’s die ook voor bedrijventerreinen gelden
e _ Grootschalige locaties: locaties aan de rand van de stad geschikt voor extensieve zijn aandacht voor waterberging en hittestress en natuurinclusief bouwen.
(logistieke) activiteiten en bedrijven uit hogere hindercategorieën, zoals grootschali-
ge toepassingen voor de circulaire economie of energietransitie. Dit zal voor ieder bedrijventerrein maatwerk zijn. Criteria voor verduurzaming en circulair
* _ Haven en havengerelateerde terreinen. maken zullen per gebied concreet gemaakt worden. Zo zijn de duurzaamheidsambities
voor Sloterdijk Ill en IV specifiek verwoord in de Gebiedsvisie Sloterdijk West.
De bedrijventerreinen in Amsterdam die behouden blijven zijn als volgt in te delen. In
de bijlage is een uitgebreide tabel opgenomen van de bedrijventerreinen waarin ook
andere kenmerken aan de orde komen. 3.4 Ruimtegebruik en functiemenging
Binnenstedelijk Foodcenter, Landlust, Westerkwartier, Veemarktterrein,
Sloten Slimmeweg, Bedrijvencentrum Osdorp, Zeeburgerei- Een belangrijk onderdeel van het vestigingsklimaat op bedrijventerreinen betreft de
land, Weespertrekvaart-Zuid uitstraling van het gebied. De basis op bedrijventerreinen moet op orde zijn. Vanuit de
Ringlocaties Sloterdijk II, Amstel Business Park, Amstel III, Business Park functie bedrijven kennen de terreinen een extensieve opbouw. De groei van de stad
Amsterdam Osdorp, Sloterdijk IV, Weespertrekvaart-Zuid betekent dat ook de grond op bedrijventerreinen intensiever gebruikt moet worden.
Grootschalig Sloterdijk II, Sloterdijk IV Dit biedt ook kansen om de economische waarde en levendigheid van het gebied te
— Nergroten.
A
“Voor sommige terreinen betekent dit een verandering van de typering die in de struc-
tuurvisie 2040 is opgenomen. Zie ook bijlagenboek.
26 Amsterdam duurzaam productief
Bij een intensiever ruimtegebruik is aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit nog meer EE winstmarge mc 7 en |D
van belang. De opbouw en inrichting van infrastructuur en de openbare ruimte is op A De %
veel van de terreinen voornamelijk afgestemd op zwaar verkeer. De terreinen moeten ei EE ein Ö = en s NE
toegankelijker worden voor voetgangers en fietsers waarbij de verblijfskwaliteit van de E Re iep le RE a
openbare ruimte toeneemt. Vergroening is hier een belangrijk onderdeel in. De bedrij- nn AA | 3 gn
v - - … Er BE en br p R
enterreinen worden steeds meer onderdeel van de stad, zeker de binnenstedelijke imm À
terreinen. BEE nr NN ee El jl en
ze == Nene En ERS Prei asen Pari jk
Intensivering ruimtegebruik PE ze : nn Wm
In opdracht van de gemeente heeft Buck Consultants International een onderzoek har Led PE en en = L
uitgevoerd naar intensivering van het ruimtegebruik. De studie laat zien dat er een fj ; PARSE AENANNAK EN en
intensivering van het ruimtegebruik heeft plaatsgevonden, maar dit tot nu toe met name egen 8 Ë En Me ene
in het bestaand vastgoed is geweest. De werkgelegenheid is op de terreinen geste- EN mg ie Ed a a MM
gen (25% sinds 2010), leegstand gedaald (5% afname van 2016 op 2017) en aanbod is hl EN B” hen Bisel Ä
Ee TE jé SN d ee
laag met ongeveer 244.000 m? aanbod op 1-1-2019. Een combinatie van verschillende en men nn er _ Se 2 nn
Ees nn need DR SS ee S GE
factoren zorgt dat intensivering moeizaam van de grond komt. Op basis van de vraag LRM TE ke NS ne En OT
en aanbodraming en gesprekken uit de markt ziet Buck Consultants echter een mo- A Oe E ann
mentum om naar een intensievere vorm van ruimtegebruik te gaan, specifiek voor een Figuur: Sportcomplex met twee voetbalvelden en een clubgebouw op het dak van de
aantal sectoren. Dit vraagt echter een actievere rol van de overheid op terreinen waar parkeergarage van Ikea Utrecht
in A latief weini h 1, Hi Ï . …
nain msterdam re'atiet weinig aandac t aan wordt besteed Ier wordt in hoofdstuk van de werknemers op de terreinen (bijvoorbeeld daghoreca of een sportschool) of
5 verder op in gegaan. De beschikbare ruimte op bedrijventerreinen kan beter benut NN - - - . -
. . 0 Dr . 3. voorzien in de groeivraag die samenhangt met het groeiend aantal inwoners en moei-
worden door verschillende vormen van intensivering, zoals verdichting en stapeling. - dn . ee:
_ . . lijk op andere plekken te realiseren te zijn (bijvoorbeeld grootschalige sportfaciliteiten
Omdat de bedrijvenfunctie vaak (nog) gebonden is aan de begane grond, gaat het ook - A - - Nn
. . op daken). Voordelen van intensivering of functiemenging zijn bijvoorbeeld meer leven-
om functiemenging. en . se: . . .
digheid en sociale veiligheid, dubbelgebruik van parkeerplaatsen en meer zichtbaarheid
. . voor bedrijven door het grotere aantal bezoekers.
j g
Functiemenging
Functiemenging is zinvol waar dit vanuit het perspectief van de bestaande bedrijvigheid
wenselijk en passend is en waar dit waarde toevoegt aan het terrein. Hierbij kan gedacht
worden aan de versterking van een bedrijvenlocatie door de vestiging van onderwijs,
bijvoorbeeld een vakschool of een innovatiecluster. Gevoelige functies als wonen of
diverse maatschappelijke voorzieningen zijn uitgesloten omdat deze een beperking
opleveren voor de bedrijven. Bij functiemenging is het belangrijk dat de bedrijvenfunc-
tie op de begane grond de prioriteit heeft en andere functies op de etage gesitueerd
kunnen worden, anders treedt verdringing op (zie ook H4).
Daarnaast moeten deze functies 1. ondersteunend zijn aan de andere bedrijfsfuncties
van het terrein (bijvoorbeeld praktijkgericht onderwijs), of 2. voorzien in de behoeften
21) Buck Consultants international (2019) Intensivering ruimtegebruik bedrijventerreinen
Amsterdam
Amsterdam duurzaam productief 27
en
Ì
if
za
it
st
Ig
4
Nr ig
Paas Emms iS ;
EEA Nij ee de
| ï PE
8 | | | cd m- KN
8 Í er daa” e
ee 0 ES et Tae
= 3 zen
pe ae \ [ ij re “ii mi) … Amedik. |
Pi ar lar u ve hans re Ae 25 8 det o ke)
E | RR E BE Be ann $ | sE ! xt ï
| 7 TRE Eet 5 aai : EE
EL Ee \ | lj A en 4 ' = gr P k
ij sak u M Te ME je ed ee k ge k
Ê > Hali À RN fil ks de En ae \
ai URE ij es | 1 kh
IE |: a TEE En hk | Tes hi €
E b Î ait er d E 5 Ni Î e Eed | EL d
À Á | Ai ï EN eel ed ”
EE Ì El Ë dias " aar}
Nl Ka: € 3 val en is mak kN
B ú & ä E „4 Ì end s EE On Ü ak on # a np EEN ä
A, ne, Î 3 IR } en nn a EA ZS
hek je
| £ SRE f nn nl
Ik \ beed an le AT br
é pt B Eis = me en &
A … Rn ( EEN IN , me A Ln Je dine: Sen ER 7
rel fil f Eni LN Ì \ + Ne remmer DE pn ATi Kk
RE a zaed Tad id : | In Es I ' ä WT TI WE Fr mi dn HES
pe 7 Er er Is tT nn te ni d UE [ih i
Tar Enis y Zal zate Sike Mt ae NN A
È fr epe eN & er — | Be Ë es MN md! HN te Je
1 % kr pe, ki 5: li RE a C: ber ij ITT Hi er: Is
Í 8 ENE ef Ee 0E — I= eneen kr ns” ie Ed ke A Ih, Il % 8
Á PN nn 4 ne wa kee. | CEN Jon B Ie ONE HI ps Je
Ü j ' en Eid f ee sekd ; mike Bi ! a A8 ie ä ì SK it wt mr
| 5 K Î ed, Î — Ls, e 5 É, f | sE: Np d
el en dek Ne Er Ta Mk d Ï u 5 Ben’ Eg Ap FE P ad k, ie | n der
kj { Pir A MR 2 NS 3 Bnn Met 5 if 4 8 it : RT
| / Bt ik he geren Î RS EEA keg 18 JE en Be: - IJ be ip
Ì Î d Ed LE u er . E ie 4 zl Er — An 5 4 Ernst dake
Ek IF BR TE re MOE" | Kk EEE WIN 2 en Gen.
EE dte de OE De RES Ee BREN Jem agen En ee esn
f e beke í re _ e EE ern Ee ane - er} î et ef
Ben VE er apr k ie en KS
| vaN, + gee — mz mn mn je mn en Ô
RS 7 PN WEP re TT en Ô Ed eed ee Eer fe hl air dE |
t Ef | gier Wte Re EE ee Se „ie ‘ Eeken sr et ze Alen ope 5 Er Tr te EN ESTE mede „‚ }
En A ETE ee EK Í he Ma es Enk ee nb Eel eeN A enden. ik AN a, en er RT Re ’ 7 den EE
ed Pr En VERTE DN DT IND enne IAK VERE id EE Eke, 3 der Dh ARE on Ed ak OI ager Mt nt ie bie Mehnain vera.
Es: BA B â E tie Ei HE, te ER RE EN TE se jh PE LE et ren ° hd - N Hi EED KE es pl Ps DL ER EE B hande ori ee id be Tt Ak Ns ns odf F
en PEN REE A Et rn ie a ee ADG EE ee en TE UNE sn donde eee RE. Shah FR et re me ae
ER as ra ze Ee en dre ge ie Ry Ee Dt naden St eds Kine 4E £ 5 NB Ee £ Na in AN osn pet a is RETE Her
AE EE VTM EE eK eee CE EE ne EL # # en RN va etn eN ed
Eed Ee mee Pe | En made: ne Ee EN Tig es Pa f Re: 4 Se, an ra 0e ER en en EA r tn A On ad , np a 5 ee
B A ETE ie ens TE AE 7 as if B ERP Á REN, Af VPN: pe $ sr 7 8 f
ne ES a td er ar Lak REE ENE
| ee en ES en zee eens km
EE z E e ne e te een Dn Es pe > me En En re ee. A sE zn 4 Ti Sehr
ee en ze . ee ne DS mi Ee nn
ne ee eeen En
EE B en == N s ne NE es EE ==
Dil /
nemma s,
eri 3 ©
he overwegingen en
e eg et RK
, has E/ Jt
Pe U terende ee
E AT mogelijkheden
KA ä
Î ‚8 Betaalbaarheid en verdringing
Re Ki Bedrijventerreinen kennen doorgaans een extensiever ruimtegebruik dan andere delen
EEL an } van de stad en huurprijzen voor bedrijfsruimte zijn lager dan die van andere functies
Ä sf zoals kantoren en winkelruimte. Binnenstedelijke bedrijventerreinen bieden een plek aan
Pi k sf EN bedrijfsfuncties die nodig zijn voor het functioneren van de stad. In Amsterdam en an-
r rl ) Nn aa” kk dere grote steden is sprake van toenemende druk op bedrijventerreinen, waarbij andere
E; 8 Nell, jk functies meer op bedrijventerreinen en in bedrijfsruimten terecht komen. STEC heeft
e Ee mseck K Ke rd becijferd dat op bedrijventerreinen inmiddels in ca.45% van het vastgoed een kantoor-
é Lef ki achtige functie huist. Deels is dit het gevolg van een natuurlijk proces waarbij bij toene-
Ne mende ruimtedruk bedrijven met een extensief ruimtegebruik besluiten te vertrekken en
a r er andere bedrijven voor in de plaats komen. Maar vaak wordt het bestemmingsplan of
Ee Ht. Fé hd het erfpachtcontract niet strikt nageleefd.
J B TE ì. Jr nt ’ ed ned ennen vj o … . . … .
AE Risa, mag nen p een bedrijventerrein bepaalt het bestemmingsplan dat de bedrijvenfunctie (met
| er pr mn P eh maximaal 30% ondersteunend kantoor) prioriteit krijgt en dat andere functies zoals
re. 4 Bi EE | kantoor, PDV/GDV of horeca tot een bepaald maximum mogelijk is. In de praktijk blijken
deze andere functies (veel) meer op bedrijven- terreinen voor te komen dan gepland,
deels onder een reguliere bedrijvenbestemming. Omdat deze functies kapitaalkrach-
e tiger zijn (er wordt meer omzet behaald per m? ruimte) leidt hun vestiging indirect tot
brb REE ad ee E
> rt : : on PR ee han WEE rd
Ee E arn ns tt Amsterdam duurzaam productief 29
EEF NES ar ET
nnn nn
opdrijving van de bedrijfsruimteprijzen en tot verdringing van minder kapitaalkrachtige den, géén woonwijken. Bewoners dienen vooraf op de hoogte te zijn dat er in hun wijk
maar wel belangrijke bedrijven in de maakindustrie en logistiek. ook bedrijfsmatige ondernemingen zijn gevestigd, en dient te worden vastgelegd welke
mate van hinder geoorloofd is in relatie tot een goede leefkwaliteit in de buurt. Er moet
Om bedrijven een betaalbare plek te kunnen bieden in de stad, is het allereerst nood- aandacht zijn voor woonkwaliteiten en welstandseisen, maar tegelijkertijd ook invulling
zakelijk dat verdringing wordt voorkomen. Zeker in gebieden waar ook gewoond gaat worden gegeven aan de wensen van bedrijven. Grootschalige transformatie betekent
worden is het essentieel dat bestemmingsplanregels®® duidelijk onderscheid maken dat hinder, zoals geur, nader moet worden onderzocht door de bevoegde instanties
tussen bedrijfsruimte en andere economische functies zoals kantoor en horeca. Hier- en er wellicht gemeentelijk beleid op dient te komen. Onder de omgevingswet verhuist
door kan tevens een specifieke (=lagere) grondprijs worden bepaald voor bedrijfsruimte een aantal regels van het Rijk naar gemeenten. De regels rondom milieuhinder horen
als gevolg van lagere markthuren en een passend bouwplan. Daarnaast moet er ook hierbij. De Omgevingswet, het Programma ‘Eenvoudig Beter’ en de crisis- en herstel-
handhaving zijn op het daadwerkelijke gebruik van ruimten, zodat bedrijfsruimten niet wet van het Rijk bieden mogelijkheden om hoogstedelijke en gemengde gebieden te
als (zelfstandig) kantoor of anders worden ingezet. In andere steden met een zeer hoge creëren. Meer maatwerk is mogelijk op het gebied van o.a. geluidseisen, bouwbesluit en
ruimtedruk (o.a. San Francisco) is dit middel succesvol gebleken om bedrijvenfuncties MER.
te behouden. Er zijn ook bedrijven die in vrijwel gelijke mate kantoor- en bedrijfsvloer
nodig hebben, de zgn. hybride ondernemingen. Deze categorie is voor het eerst onder- _ Transformatieproces is uitdagend
zocht bij het opstellen van de Kantorenstrategie 2011. Hieruit bleek op de bedrijven- Het transformeren van bedrijventerreinen om de woningbouwopgave te realiseren
terrein circa 13 procent hybride ondernemingen aanwezig te zijn van het totaal aantal vormt een flinke uitdaging, mede omdat de gemeente nauwelijks grondpositie heeft. Ei-
ondernemingen. Het is gewenst om te onderzoeken of deze groep groeiende is om genaren (erfpachters) zijn in principe ‘in the lead’ en bepalen of zij hun kavel willen ont-
verdringing door kantoren te voorkomen en de markt met nieuwe economische concep- _ wikkelen, wanneer en hoe. Ze moeten worden “verleid” om op basis van de gemeente-
ten adequaat te bedienen. lijke stedenbouwkundige plannen een aanvraag omgevingsvergunning in te dienen voor
een herontwikkeling van hun kavel. Ze zullen een herontwikkeling willen en kúnnen doen
Mengen van wonen en werken als er voldoende rendement en beheersbare risico's aanwezig zijn.
Het mengen van wonen en werken biedt grote kansen om de stedelijke economie in-
clusief te houden en voor een compacte en aantrekkelijke stad te zorgen. Het ruimtelijk Eigenaren en huurders
instrumentarium is in Nederland echter voornamelijk gericht om wonen en werken te Hoewel sommige op de bedrijventerreinen gevestigde bedrijven eigenaar (erf-
scheiden: milieucategorieën en hindercirkels zitten het mengen van wonen en werken pachter) zijn, zijn veel bedrijven huurders. Een bedrijf dat grondeigenaar is, beslist
vaak in de weg? binnen de randvoorwaarden van de gemeente in principe zelf of, hoe en wanneer
een bestemmings- of gebruiksverandering plaatsvindt. Hurende bedrijven zijn afhan-
Wanneer beide wel bij elkaar in de buurt voorkomen dan blijkt wonen vaak te prevaleren kelijk van de plannen van de verhuurder. In afspraken die de gemeente maakt met
boven het belang van bedrijven. Het is voor een hoogstedelijke dichtheid noodzakelijk eigenaren bij herontwikkeling, is het gewenst erop te sturen dat zoveel mogelijk
wonen en werken op kavelniveau te mengen. Daarom is naast een zorgvuldige ruimte- huurders binnen de kavel of het projectgebied een plek (terug) kunnen krijgen. Dit
lijke inpassing ook een nieuwe balans tussen woon- en werkbelangen noodzakelijk. De kan op projectniveau gestimuleerd worden door uitwisseling tussen ondernemers
transformatiegebieden dienen ook in planologische zin “gemengde gebieden” te wor- en ontwikkelaars te organiseren, en stadsbreed door inzet van de bedrijvenadviseur
transformatie.
22) In deze nota wordt uitgaan van de vigerende ruimtelijke wet- en regelgeving en de
daarin gehanteerde terminologie zoals het bestemmingsplan en de omgevingsvergun- . ,
ning. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet dient in deze nota in ieder geval de De door de gemeente en de door de eigenaar/belegger gewenste programmas moe
term bestemmingsplan gelezen te worden als omgevingsplan. Met de implementatie ten op elkaar passen. Transformatie heeft tot doel dat intensivering plaatsvindt door
- - toevoeging van woningbouw met als uitgangspunt 40% sociale huurwoningen /40%
van de Omgevingswet in Amsterdam zal aandacht besteed worden aan de overgang . o . 7 .
naar de nieuwe instrumenten in relatie tot de stedelijke kaders middenhuur /20 % koopwoningen. Met deze bedrijvenstrategie wordt bepaald dat de
23) MetroMix, College van Rijksadviseurs, 2019 gemeente ook de bouw (of het handhaven) van “echte” bedrijfsruimte als voorwaarde
30 Amsterdam duurzaam productief
ziet, vooral in die transformatiegebieden die productieve wijken moeten worden. De maatwerk te leveren en methodes te vinden om betaalbare bedrijfsruimtes te realiseren.
projectgebieden hebben in hun plannen ook “bedrijfsruimte” als programmaonderdeel In hoofdstuk 5 doen we een aantal voorstellen om hier de juiste balans in te vinden.
opgenomen.
Veranderende bereikbaarheid
De eis tot het realiseren van bedrijfsruimte heeft op twee manieren een risico-effect: Een goede autobereikbaarheid blijft een essentieel aspect voor de bedrijventerreinen
e Het mengen met andere functies (bijvoorbeeld wonen) in een gebied en/of stape- voor het transport van goederen en de bereikbaarheid voor werknemers en klanten.
ling van functies in een gebouw kan voor bedrijfsruimten leiden tot hogere bouw- Deze bereikbaarheid is aan verandering onderhevig, o.a. door de invoering van betaald
kosten en een drukkend effect op het rendement. Dat kan beleggers doen beslui- parkeren op bedrijventerreinen en binnenstedelijke bedrijfslocaties, het programma
ten om te kijken naar alternatieve vastgoedbeleggingen, waardoor een tekort zou Amsterdam autoluw en de ambitie om het vervoer in Amsterdam uitstootvrij te maken.
kunnen ontstaan aan bedrijfsruimten voor de productieve bedrijvigheid. Dat zal om Dit zal een belangrijke wissel trekken op de bedrijfsvoering van veel ondernemingen
meer maatwerk vragen. in de stad. Amsterdam zet erop in de autobereikbaarheid van werklocaties te blijven
e Bedrijven en bewoners moeten ook zelf willen mengen. Er is nog niet veel erva- garanderen, o.a. via een programma van stadslogistieke hubs aan de stadsranden, waar
ring met productieve wijken waardoor gedegen onderzoek ontbeert. Of mengen goederen in de toekomst kunnen worden overgeslagen op zero-emissie voertuigen.
uiteindelijk op de gewenste schaal gaat lukken en of er andere voorwaarden nodig In gemengde woon-werkwijken zullen kleinere hubs en specifieke laad-losoplossingen
zijn, is dus onzeker. Dit vergroot het afzetrisico alsmede de kans op succes van de worden ontwikkeld die uiteindelijk ook dienst kunnen doen voor andere gebruikers in
beoogde gemengde wijken. het gebied.
Het eerste risico is echter ook direct het gemeentelijk argument. Een ontwikkelaar zal Om de productieve wijken en binnenstedelijke bedrijventerreinen bereikbaar te kunnen
zoeken naar de meest optimale bestemmingen en daardoor zal er mogelijk een tekort houden, is inzicht gewenst in de te verwachten logistieke stromen en de uitwerking op
aan bedrijfsruimten voor de productieve bedrijvigheid ontstaan, die vaak nu al in het het (water)wegennet. Logistiek over water kan een belangrijke factor zijn in dit verband.
gebied gevestigd is. Bij transformatieafspraken is het dus noodzakelijk om niet alleen Hier dient in gebiedsontwikkelingen op tijd voorgesorteerd te worden, bijvoorbeeld
(bijv) 40/40/20 vast te leggen maar een minimaal aantal m2 b.v.o. bedrijfsruimten. door het vrijhouden van ruimte voor een overslagpunt op een kade.
Stedenbouwkundige plannen moeten hierin dus aan de voorkant voorzien. Het tweede
risico kan ondervangen worden door vanaf het begin van het ontwikkelproces zittende Veel personeel op bedrijventerreinen is op dit moment afhankelijk van de auto om op
ondernemers en potentiële bewoners te betrekken om zo het draagvlak voor de pro- hun werkplek te komen. De OV-, fiets- en voetgangersbereikbaarheid wordt steeds
ductieve wijk te maximaliseren. belangrijker vanwege o.a. de veranderende wensen van personeel, de druk op het we-
gennet vanwege toenemende intensivering en de meer publiekgerichte functies die zich
Toegankelijkheid van bedrijfslocaties op de bedrijventerreinen vestigen. Wanneer een bedrijventerrein intensiever gebruikt
Doordat Amsterdam is blijven groeien, is de druk op de fysieke ruimte steeds groter gaat worden, dient de (OV-) bereikbaarheid van deze terreinen mee te groeien. Hierbij
geworden. Tel daarbij op de noodzaak om onze stad in de toekomst leefbaar te houden dient ook gekeken te worden naar hoe de OV concessie aansluit op de intensivering van
en het lijkt logisch om hoge intensiverings- en duurzaamheidseisen op te leggen op de bedrijventerreinen.
bedrijventerreinen om de resterende ruimte zo goed mogelijk in te zetten. Tegelijkertijd
is het belangrijk om betaalbare bedrijfslocaties te houden en zijn er bedrijven die uit de
transformatiegebieden willen verplaatsen omdat ze geen toekomst zien in de sterke
menging met wonen. Eisen omtrent intensivering of duurzaamheid brengen vaak ook
meer investeringen met zich mee. Niet alle bedrijven kunnen hiervoor financiering krij-
gen, wat ervoor zorgt dat bedrijven of blijven zitten en de woningbouwambities vertra-
gen. Het alternatief om naar de regio vertrekken leidt tot meer verkeersstromen omdat
het vaak bedrijven zijn die gebonden zijn aan de stad. Dit dilemma zorgt ervoor dat het
niet eenvoudig is om standaard alle eisen op tafel te leggen maar het belangrijk is om
Amsterdam duurzaam productief 31
Bed B en A 3 mma Ne a inn pd ed kle Eek Em - er Er rlen te,
eN 6 a ER en: h KS it Ri on ens - an ae
ze j je k | EC, MER td ein
KR } { ke k À EN EE en Je A mi
Rd We NA dS nn Me 4 RR ee Nd
nn zn nd à AG ee } RE Bn
E E- me ANN RRS y |
id 5 ze “ i . a On hc A gn . Ee aa wi
de ZOEN 3 ê nn EL, Re ET E, Ml 5
Ta ie: ie Ee) ek Ee en
aten B SAR ee her À en ie Ee Er Vb
Pon is ke ne J , ee E k ES k,
4 EN ede Es Tr A 4 5 E a ms
Ì ijn Mn Ee 4 3 A vol
p K- 6 it Be ER % el ke 4
° De oe EN he Ane: sd Ko iz: ge
En B - A Jan E 5 á É ie a ie 5 oe de ee 5 AEN EE zin.
ES P EEE pe banani’ À Ei 7 " dà on 3 5 En Pie En
rd Di K: 4 5 3 Le. EE SE Noten : NS DEN
DR Ö 5 Bae ER, en Re en
EE on Ki B Ke ee: ES nn li ze
5 5 ie " Ke et RE B ne
eo ed E en BM
3 SN 0 Ent TDT ee RE ee va, 3
De en Keen ie nd Sa
Ee Een Bn REB en
À en eer Ee RN he te EA eg
En en 5 Pe ee he RS A Nek : er
SE d on ì Re es de ee ht 4 LE
Ee AE oee AN ok ORR
8 5 PR len p et hS ee
En dj en en à hi, ES
EE EI 7
Ed S NE 5
Ea ii P) EE fs,
EA ra Ù Ee u ER EN
EO 3 In mn TR :
E B AEN n
ER Ee È " / EN eN 8
be Ì Ì ae / en î
ES E 3 ) EN d
ED 3 Î É enn
En Ee Me Á pn , a
ER i En Á È d lk p P
Kn : E Keane eere
mamsie vm: d at seer pareerde nanne eeen gn En: sG ie ä " - Fe OEE nn B
Ea kn Beene a NN
ERE NP: Der vr veggie er mn W # ak ' Renee
7 ke, ss » = te 4 q in de Î Wand Are
Ee 5 b 4 ez, B 8 __ Be
En E Í Ì kina GE Eg $ d ke BR
Be É 4 ; Ì id à Ee
3 4 } cil Ne
F i Ga { À a ö ARN
n Si NEE
Bass A . ik Nene
. A, He À EE À EON
: j : ad Ee
ie > Pd 0 p E Î De d B nn
eli Na il Pens \ î ä Rn
ei ae ME 7 sl en ES B SE 8 Re Re,
en HE & wa! 4 chin Ê p RR De GA
Eden B Álle 7 Pi ; PE _ En
MEN 5 / « ' … maer ke
Kal Kn Tu, e 4 Vv \ Ä ndi nl En Ö k On
ea Ed > 7 / EE PE k Rn een
Neree ee he f / gat \ : en
JE E eq \ / fn En
Z eg ee { A
Fe 5 Zn lb SJ A
a 5 Kk 7 : £ KR
: ze _ / Alg Ji. 7 B
es 5 ú MT CAE \ gen, % 7 Bn
Z A Re sE j _… MAA Maen
ti
Om te komen tot een uitgebalanceerde en toekomstbestendige bedrijfsruimte-
markt, waarin op de korte en middellange termijn voldoende passende ruimte
beschikbaar blijft voor diverse vormen van stedelijke bedrijvigheid, zetten we in op
de volgende speerpunten voor de uitvoering:
1. Maximaal de kansen benutten om bedrijfsruimte in gemengde wijken te com-
bineren met wonen
2. Behouden, intensiveren en verduurzamen van bedrijventerreinen
3. Selectief omgaan met de laatste vrije kavels bedrijventerrein
4. Werken aan een regionale strategie voor bedrijfslocaties
De uitvoering van deze speerpunten kan alleen gebeuren als nauw wordt samen-
gewerkt met de regio, haven, ondernemersorganisaties en andere belanghebben-
den. Daarnaast hebben we aandacht voor monitoring, evaluatie en waar nodig
bijsturing.
Amsterdam duurzaam productief 33
5.1 Combineren van bedrijfsruimte en wonen in gemengde wijken De opgave van het behoud/creeeren van 500.000 m2 b.v.o. in transformatiegebieden
vergt dat bij afspraken over toegestane transformatie op bestaande rechten, nadruk-
Amsterdam wil de mogelijkheden benutten om bestaande én nieuwe bedrijvigheid, die kelijk het realiseren en/of handhaven van echte bedrijfsruimte en bedrijven coute que
kan en wil mengen met wonen, te combineren met wonen in woon-werkwijken. Dit past _coute aan de orde is. Dit is de verantwoordelijkheid van projecten.
binnen de ambitie van de compacte en inclusieve stad. De Amsterdamse vooroorlog-
se wijken tonen aan dat menging van wonen en verschillende vormen van werken tot Het realiseren en behouden van bedrijven en bedrijfsruimte in hoogstedelijke wijken
gewilde en hoogwaardige wijken leidt. vormt een flinke uitdaging en projecten dienen hierin in gezamenlijkheid te opereren
met de directies. De functie bedrijfsruimte is kwetsbaar in een gebied met gemengde
Transformatiegebieden bestemming en meer renderende functies. De overheid kan de juiste randvoorwaarden
De analyse van STEC toont aan dat een groot deel van de huidige ondernemingen in stellen qua bestemming en handhaving, maar niet zelf ontwikkelen of exploiteren.
transformatiegebieden in theorie mengbaar is met hoogstedelijk wonen. Deze meng-
baarheid maakt dat we het realistisch achten in transformatiegebieden een minimum > Actie: In gemengde buurten programmeren en bestemmen we strakker op de
van 500.000 m? bedrijfsruimte te handhaven danwel te realiseren?®, dat bij een functie (bedrijfsruimte). Het is hierbij belangrijk dat per project duidelijk in beeld is
indicatief gebruik van 40 m? per werknemer goed is voor 12.500 banen. In productieve wat de huidige situatie is qua bestemming van het vastgoed en gebruik, en hoe dit
wijken is 25% tot 40% van de plintruimte voor bedrijfsruimte bedoeld? de overige ruim- er na ontwikkeling uit gaat zien.
te is voor andere functies en (woning)opgangen. Een hoger aandeel is in principe niet > Actie: Verkenning handhaving op gebruik van bedrijfsruimte voor productie, op- en
wenselijk uit het oogpunt van leefbaarheid. overslag en reparatie van goederen.
> Actie: We verkennen mogelijkheden voor een Plintcoöperatie.
De bedrijfsruimten dienen geschikt te zijn voor lichte vormen van productieve bedrij-
vigheid (o.a. hoge plinten, overheaddeuren, mogelijkheid tot minimaal milieucategorie Hoewel een groot deel van de bedrijven waarschijnlijk te integreren is in een omgeving
3.1) naast een specifieke publiekrechtelijke bestemming op erfpachtgronden ook een waar ook intensief gewoond wordt, zegt het nog weinig over de wens van bedrijven om
privaatrechtelijke bestemmingsomschrijving krijgt met als uitgangspunt de definitie uit daadwerkelijk in transformatiegebieden te blijven. De mogelijkheden verschillen tussen
de structuurvisie. eigenaren en huurders. Bedrijven dienen een goed beeld te hebben wat de moge-
lijkheden zijn van ondernemen in de nieuwe woon-werkwijk, en zullen daarvoor meer
De 500.000 m? is gebaseerd op de door STEC geconstateerde grote marktvraag naar meegenomen moeten worden in de planvorming en belangenafweging tussen wonen
bedrijfsruimte en het huidige bedrijfsruimtebestand op de terreinen die tot 2030 starten en werken. Onder bestaande bedrijven in transformatie-gebieden is aanvullend markt-
met transformatie. In de huidige situatie is 1,6 mln m? vastgoed op de transformatieter- onderzoek nodig naar de animo om op de bestaande locatie te (blijven) ondernemen.
reinen aanwezig, waarvan 640.000 m? bedrijfshallen in gebruik door mengbare bedrij Ook is onderzoek naar de marktvraag naar hybride vormen van bedrijfsruimte gewenst
vigheid. In de raming is de aanname gemaakt dat 50% tot 75% van deze mengbare (tussen de 30% en 50% kantoorruimte naast bedrijfsvloer).
bedrijven gehandhaafd kan worden. Het streefgetal sluit eveneens aan op bestaande
programmeringen. In projecten is namelijk al een flink aandeel bedrijfsruimte opgeno- > Actie: Per transformatiegebied ontwikkelen we een perspectief voor de werkfunctie
men, naar schatting ruim 600.000 m? (zie H2). in relatie tot het wonen, zodat programmering en ontwerp aansluiten op de vraag.
Participatie van ondernemers en andere betrokkenen is hierbij cruciaal.
> Beleidsuitgangspunt: Het tot 2030 handhaven en/of realiseren van tenminste > Actie: Marktonderzoek naar behoefte hybride bedrijfsruimte.
500.000 m? bedrijfsruimte op grondvloerniveau in de transformatie van bedrijven-
terreinen tot gemengde woon-werkwijken. Voor productieve wijken ligt het aandeel De te ontwikkelen ruimten in transformatiegebieden dienen aan te sluiten op de wensen
plintruimte van bedrijvigheid tussen de 25% en 40%. van bedrijven. Hiervoor is het belangrijk dat de juiste bedrijfsruimtetypologie behouden
blijft of wordt gerealiseerd: voldoende hoogte (minimaal 5 meter), zware vloerbelasting,
24) Hierbij rekenen we niet-ontwikkelde delen van transformatiegebieden niet mee laad/losruimte, overheaddeuren en bij voorkeur op de begane grond en het toegestane
25) Ruimte voor de Economie van Morgen, 2017 maximale ondersteunende kantoorvloer-percentage (30%) eventueel op verdieping.
34 Amsterdam duurzaam productief
Bij herontwikkeling van bedrijfspanden/locaties zullen bedrijven in sommige gevallen 52 Behouden, intensiveren en verduurzamen van
hun bedrijfsvoering (deels) moeten verhuizen naar een tijdelijke locatie. Voor bedrijven bedrijventerreinen
die hun activiteit in het gebied willen voortzetten is het noodzakelijk dat er dan tijdelijke
ruimten beschikbaar zijn. De gemeente zal hierin moeten faciliteren afhankelijk van de Amsterdam spant zich in om meer ruimte voor ondernemers te scheppen op bestaande
behoefte. Daarnaast wordt een loket ingericht waar bedrijven uit transformatiegebieden én nieuwe bedrijventerreinen en deze terreinen te verduurzamen. Door intensivering en
met een ruimtevraag worden geholpen in de zoektocht naar een nieuwe ruimte. De verduurzaming mogelijk te maken groeit de toegevoegde waarde van de bedrijventer-
gemeente streeft hiermee te faciliteren in vraag en aanbod. reinen voor de stad. Om intensivering en verduurzaming te realiseren zijn aanzienlijke
(bedrijfs- of maatschappelijke) investeringen nodig, en om deze te laten renderen is
> Actie: We ontwikkelen via de functie Bedrijvenadviseur Transformatie een loket het essentieel dat de economische functie van het terrein voor de middellange termijn
voor vraag en aanbod van bedrijfsruimten en onderzoeken de mogelijkheid voor gewaarborgd is. Deze strategie legt vast welke bedrijventerreinen hun huidige functie
tijdelijke ruimten al naar gelang de behoefte. Daarnaast zal de kavelcoach (zie ook behouden, waarbij wonen op deze terreinen wordt uitgesloten. Deze bedrijventerreinen
5.2) bedrijven bouwkundig adviseren om de kavel te ontwikkelen en hun bedrijfs- kennen ieder een eigen profiel en specifieke intensiverings- en duurzaamheidskansen.
voering op de huidige locatie te handhaven. Hierop wordt uitgebreid ingegaan in de bijlage.
Overige gebiedsontwikkeling > Beleidsuitgangspunt: Amsterdam behoudt de volgende bedrijventerreinen voor
Ook benutten we de kansen voor menging in overige gebiedsontwikkelingen. Met bedrijfsfuncties: Amstel III bedrijvenstrook, Landlust, Westerkwartier, Sloten-Slim-
name in ontwikkelbuurten, waar de woonfunctie overheersend is en nog verdichting meweg, Sloterdijk Il, Sloterdijk III, Sloterdijk IV, Businesspark Amsterdam Osdorp,
kan plaatsvinden, liggen kansen. Hier kunnen plinten en te herontwikkelen panden bedrijvenstrook Zeeburgereiland (nog te realiseren), Veemarktterrein, Bedrijvencen-
worden ingezet voor de ontwikkeling van bedrijfsruimte voor startende en kleinschalige trum Osdorp, het geherstructureerde Foodcenter, Weespertrekvaart-Zuid en Amstel
bedrijvigheid. We stellen een verkenning op naar de ontwikkeling van gemeentelijke Businesspark.
bedrijfsverzamelpanden, en maken gebruik van de ervaringen die zijn opgedaan in het > Beleidsuitgangspunt: Per gebied wordt bekeken welke andere functies de bedrij-
verleden. venfunctie kunnen versterken, en deze functies worden bij voorkeur op de etage(s)
gesitueerd.
De Structuurvisie 2040 geeft als richtlijn dat er per nieuw ontwikkelde woning 5 m? aan > Beleidsuitgangspunt: Bedrijventerreinen zullen een duurzaamheidsslag ondergaan
kleinschalige werkruimte kan worden ontwikkeld. Omdat de gemiddelde woning en op weg naar een klimaatneutrale stad in 2050. Dit gaat gepaard met specifieke
de huishoudensgrootte kleiner worden, is 5m? per woning anno 2019 waarschijnlijk te richtlijnen, o.a. met betrekking tot energiebesparing in en het aardgasvrij maken
hoog. De norm dient daarom aangescherpt te worden. We stellen voor om de norm te van gebouwen, duurzaam opwekken van energie, grondstoffenhuishouding (circu-
vertalen naar realistische streefgetallen per gebiedsontwikkeling, uitgaand van ruimte- lair) en zero-emissie vervoer.
lijke mogelijkheden in het gebied en aanvullend marktonderzoek naar de behoefte aan
bedrijfsruimte voor startende bedrijvigheid. Intensivering en verduurzaming op bedrijventerreinen met uitgegeven kavels werkt an-
ders dan op nieuwe terreinen met nog uit te geven kavels. Wanneer grond nog in bezit
> Beleidsuitgangspunt: In de overige gebiedsontwikkelingen sturen we op het is van de gemeente, kunnen we als gemeente beter sturen op onze beleidsambities.
ontwikkelen van bedrijfsruimte naast wonen. Hiervoor vertalen we de Structuurvi-
sienorm (tenminste 5m? bedrijfsruimte op grondvloerniveau per nieuw gebouwde Bedrijventerreinen met uitgegeven kavels
woning ontwikkelen) naar realistische streefgetallen per gebiedsontwikkeling. We Bedrijven of vastgoedeigenaren besluiten in principe zelf op welk moment ze willen
vragen stadsdelen terughoudend te zijn in het transformeren van bedrijfsruimten en__gaan investeren. Voor een aantal duurzame maatregelen kan dit eventueel worden
kleinere bedrijventerreinen. afgedwongen door handhaving op bestaande wet- en regelgeving. Echter, uit ervaring
> Actie: Verkenning mogelijkheden instrumentarium bedrijfsverzamelpanden, met blijkt dat op de bestaande terreinen onderlinge organisatie van bedrijven een harde
daarin ruimtelijke mogelijkheden en marktonderzoek naar behoefte bedrijfsruimte
vanuit kleinschalige en startende bedrijvigheid.
Amsterdam duurzaam productief 35
randvoorwaarde voor succes is? intensiverings- en duurzaamheidscriteria naar bouwontwerp. Een van de redenen
waarom intensivering op een bedrijventerrein moeilijk van de grond komt, is omdat
In Amsterdam is de organisatiegraad op bedrijventerreinen niet overal even sterk. Het het vaak maatwerk is door het specifieke productieproces.
accountmanagement loopt via de stadsdelen of via projectleiders wanneer er sprake is > Actie: Ontwikkelen handout ‘duurzaam bouwen in Amsterdam’. Een brochure voor
van een grondexploitatie. Deze zijn goed op de hoogte wat er speelt op de bedrijven- projectontwikkelaars met richtlijnen voor het duurzaam bouwen van bedrijfspanden
terreinen maar hier mist nog de aansluiting op de beleidsdoelstellingen intensiveren en in Amsterdam.
verduurzamen.
Bereikbaarheid
> Beleidsuitgangspunt: Positieve grondhouding ten opzichte van intensiverings- en Bereikbaarheid blijft een essentiële vestigingsfactor van bedrijven en met name op
verduurzamingsinitiatieven uit de markt, bij bestemmingsplanactualisatie verhoging _ binnenstedelijke bedrijfslocaties (productieve wijken, bedrijventerreinen) is deze aan
maximale bouwhoogten en mogelijkheden voor ondergrondse uitbreiding onder- verandering onderhevig. Om deze locaties voor toeleveranciers en personeel bereikbaar
zoeken, minimale bouwhoogte en een ambitieuze floor space index (fsi) toevoegen. _ te houden is inzicht in de vervoersstromen en de samenhang met het mobiliteitsbeleid
> Actie: Verstevigen gemeentelijk accountmanagement t.b.v. intensivering en ver- essentieel.
duurzaming bedrijventerreinen om proactief met bedrijven, vastgoedeigenaren en
beleggers in gesprek te gaan over de kansen hiertoe. Bij bedrijven op het moment > Actie: Studie naar de bereikbaarheidsvereisten van productieve wijken en binnen-
van vestigen of nieuwe investeringen. Ook geplande ingrepen in de openbare ruim- stedelijke bedrijventerreinen
te kunnen kansen bieden voor intensiever ruimtegebruik.
> Actie: Ondersteuning van ondernemersorganisaties bij een intensiverings- en Terreinspecifieke aanpak
verduurzamingsaanpak per gebied, aanvullend op individueel bedrijfsadvies over Intensivering en verduurzaming op bedrijventerreinen komt niet eenvoudig tot stand.
subsidies en investeringsfaciliteiten. Bij bestaand vastgoed is de rol van de gemeente beperkt en is het lastiger te sturen
op intensief ruimtegebruik. Dit vraagt een gebiedsgerichte aanpak. Hierin ligt de focus
Bedrijventerreinen met uitgeefbare kavels (Sloterdijk III/IV, BPA Osdorp, op het verbreden van de ruimtelijke mogelijkheden, bij nieuwe plannen (niet passend
Zeeburgereiland) binnen het bestemmingsplan) eisen van minimale bouwhoogte en fsi en het versterken
De nieuwe terreinen worden via 1 op 1 uitgiften of via een tenderprocedure uitgege- van het accountmanagement om intensivering en verduurzaming te realiseren. Op ver-
ven. Intensief ruimtegebruik en duurzaamheid zullen als criteria worden opgenomen. schillende terreinen zijn de ruimtelijke randvoorwaarden er al en is het accountmanage-
Het voordeel van een tender is dat er eenvoudiger meerlaags gebouwd kan worden ment essentieel om op het juiste moment met eigenaren in gesprek te gaan over hun
door een bedrijfsverzamelgebouw uit te vragen. Bij de vormgeving van criteria wordt er investeringen en de organisatiegraad onder ondernemers te versterken om gedeelde
inhoudelijk aangesloten op bestaande initiatieven als het circulair uitgifteprotocol van voorzieningen te realiseren. Voor Amstel IIL en Landlust/Westerkwartier starten we met
Business Park Amsterdam Osdorp, de uitgiftecriteria van Havenbedrijf Amsterdam en een verkenning om de ruimtelijke mogelijkheden te onderzoeken. Verbetering van de
de in ontwikkeling zijnde standaardaanpak duurzame uitgifte bedrijventerreinen MRA, ruimtelijke kwaliteit is een integraal onderdeel van deze specifieke aanpak per terrein.
waarbij mogelijk aanvullende stedelijke ambities (aardgasvrij of zero-emissie vervoer)
worden toegevoegd. e _ Sloterdijk Il Noord biedt de juiste randvoorwaarden voor een eerste stadslogistie-
ke hub. Deze hebben we hard nodig voor het realiseren van zero-emissie bevoorra-
> Beleidsuitgangspunt: Bij uitgifte van kavels worden criteria voor duurzaamheid en ding voor de stad. In het kader van USLA (Utvoering Stadslogisitiek Amsterdam) zal
intensivering opgenomen in kavelpaspoorten en tenders. Bij een tender is markt- de vestiging en bundeling van functies verder vormgegeven worden.
consultatie van belang om te kijken of de eisen die gesteld worden, haalbaar zijn e _ Sloterdijk Il Zuid biedt door de ligging nabij een intercitystation kansen om te
voor het type bedrijven dat we op het terrein willen huisvesten. verdichten met kantoren en in het westen meerlaags te bouwen met lichte produc-
> Actie: Aanstellen kavelcoach ter ondersteuning van bedrijven bij vertaling van tie. Nieuwe vestigingen dienen zich te onderscheiden en worden nauwgezet op
hun milieuprestaties getoetst (ambitie BREEAM excellent). Er is een specifieke tool
26 zie Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen MRA, 2019 ontwikkeld in de vorm van een combinatie van bouw- en duurzaamheidsregels.
36 Amsterdam duurzaam productief
e _ Sloterdijk Ill heeft nog verschillende kavels uit te geven. Hier gaat gestart worden transformatieopgave. Amsterdam kiest ervoor om bij de uitgifte van de schaarse ruimte
met een markconsultatie en tender om bedrijven met name uit de transformatiege- prioriteit te geven aan bedrijven uit transformatiegebieden die moeilijk te mengen zijn
bieden gebundeld te huisvesten in een bedrijfsverzamelgebouw. In het reeds uitge- met wonen en qua historie, klantenbestand, leveranciers en/of werknemers binding
geven deel zullen gesprekken gevoerd worden om intensivering mogelijk te maken. hebben met de stad.
Daarnaast biedt Sloterdijk Ill-Noord een kansrijke positie bij de haven met de groot-
schalige infrastructuur voor warmte en later mogelijk ook CO2, waterstof en stoom Daarnaast krijgen bedrijven die de transitie naar een duurzame en circulaire stad kunnen
(OCAP-leiding). Op de N5/N6 kavel wordt een circulair cluster gevestigd, waar het versnellen prioriteit. Het opschalen van circulaire activiteiten vraagt om grootschalige
mogelijk wordt op industriële schaal grondstof- en energiestromen met bedrijven in _ ruimte in en rond de haven waar grondstoffen-kringlopen kunnen worden gesloten. Het
de haven en regio uit te wisselen. gemeentelijk aanbod van kavels met een hoge milieucategorie (24.1) is voor deze priori-
* _ Businesspark Amsterdam Osdorp wordt energieleverend. Ondernemers worden teiten cruciaal en hier leggen we de focus van onze reserveringen.
middels een gratis energiescan geadviseerd over de mogelijkheden om te verduur-
zamen en zelf energie op te wekken. Zij krijgen vervolgens ondersteuning bij het > Beleidsuitgangspunt: selectief met ruimte, het juiste bedrijf op de juiste plaats —
vervolgtraject. we geven kavels selectief uit, behouden voldoende ruimte voor hoge milieucatego-
e _ Landlust / Westerkwartier en Foodcenter zijn drie nabijgelegen bedrijventer- rieën en werken in regionaal verband aan een heldere positionering van terreinen.
reinen in Amsterdam-West. De terreinen vervullen een belangrijke functie binnen > Actie: We reserveren vrije kavels (tot 19,5 ha) op Sloterdijken (III/IV) voor bedrijven
de stad, met hun profiel van (horeca)groothandels, PDV (cluster in Westerkwartier uit transformatiegebieden, die voldoen aan het afwegingskader uit de gebiedsvisie
en maak- en reparatiebedrijven. De binnenstedelijke ligging, zwakke onderlinge Sloterdijk-West. Bedrijven uit de transformatiegebieden krijgen voorrang op de
verbondenheid en grote ruimtelijke druk maakt dat er behoefte is aan een steviger bedrijvenstrook Zeeburgereiland, mits zij voldoen aan de eisen die gesteld worden
economisch profiel, een intensiever ruimtegebruik en voorzieningen op het gebied vanuit het gebied. Op BP Osdorp wordt een circulair uitgifteprotocol gehanteerd.
van emissievrij vervoer. Daarom stellen we in samenwerking met ondernemers een > Actie: We faciliteren de vestiging van een cluster circulaire economie op Sloterdijk
gemeenschappelijk toekomstperspectief op, dat de basis moet bieden voor een Il door een ruimtereservering op de N5/N6 kavel.
gedragen intensiverings- en verduurzamingsaanpak.
e _Op Amstel III liggen kansen tot verdichting en gestapeld bouwen met behoud Om bedrijventerreinen in staat te stellen hun kavels selectief uit te geven aan bedrijven
en uitbouw van de bedrijvenfunctie. Met grondeigenaren en betrokken bedrijven die Amsterdam sterker en duurzamer maken, stellen we stellen de volgende selec-
verkennen we het draagvlak en de mogelijkheden hiervoor. tie-elementen voor. Deze zullen per terrein door projectteams zullen worden geconcreti-
seerd in kavelpaspoorten.
5.3 Selectief met laatste kavels e Bedrijf is afkomstig uit een transformatiegebied en laat positie achter, of bedrijf
draagt bij aan Amsterdamse ambities op het gebied van circulaire economie, ener-
Amsterdam zet haar resterende ruimte strategisch in om de transformatieopgave en gietransitie of Amsterdam klimaatneutraal
circulaire ambities te ondersteunen. Voor bedrijven die in een transformatiegebied e _ Bedrijfsactiviteit is fysiek gebonden aan een locatie dichtbij de stad (stadsverzor-
gevestigd zijn en niet of zeer moeilijk mengbaar zijn met wonen, dienen er in de stad of gend / stadsgebonden)
regio voldoende alternatieve locaties voorhanden te zijn/komen. * _ Bedrijf is moeilijk mengbaar met wonen
Er is binnen de gemeentegrenzen nog maar beperkt (75 ha netto) vrije ruimte op bedrij- Een aanzienlijk deel van de nieuwvestigers bestaat de laatste jaren uit datacenters. Het
venterreinen, waaronder 37 ha op Sloterdijk Ill en IV en 28 op het nog te ontwikkelen aantal en de omvang van datacenters in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) zijn in de
Business Park Osdorp Fase 2. Deze ruimte is onmisbaar om de opgaven gerelateerd afgelopen jaren sterk toegenomen. Datacenters zijn onmisbare voorzieningen geworden
aan de transformatie,bevoorrading en verduurzaming van de groeiende stad in goede voor vrijwel alle inwoners, bedrijven en instellingen, maar ze nemen ook veel ruimte in
banen te leiden. De analyse laat zien dat er tot 2030 vanuit de transformatie, groei en en leggen een groot beslag op het elektriciteitsnet.
additionele vraag behoefte is aan ongeveer 275 ha netto ruimte voor bedrijven voor de
Amsterdam duurzaam productief 37
Om meer regie te krijgen op de vestiging van datacenters hebben Amsterdam en Haar- __graties van bedrijven uit andere regio’s komt daarbovenop. Op de langere termijn is
lemmermeer een voorbereidingsbesluit genomen, om op de korte termijn nieuw ves- het noodzakelijk dat locatie-ontwikkelingen passen binnen de bredere opgaven van de
tigingsbeleid op te stellen. In dit beleid worden keuzes gemaakt over de ontwikkeling Metropool — o.a. mobiliteit, verduurzaming en verstedelijking.
van de datacentersector, op welke locaties deze plaats kan vinden en hoe verbanden te
leggen zijn met de energetische vraagstukken. > Actie: We zorgen ervoor dat bedrijven met een ruimtevraag beter hun weg vinden
naar passend aanbod van ruimte, o.a. door de portal bedrijvenlocaties MRA,
Als aanloop naar een regionaal datacenterbeleid, wordt Amsterdam selectiever met de door de bedrijvenadviseur transformatie en samenwerking met de stadsloods, de
vestiging van datacenters. Uitgangspunten voor een nieuw vestigingsbeleid zijn (1) een afdeling commercie van het Havenbedrijf en de regionale coördinatie- en acquisitie-
selectieve groeistrategie en (2) regionale spreiding in MRA-verband om het economisch teams Plabeka.
cluster van datacenters in de regio te borgen. > Actie: In Plabekaverband werken aan de opzet voor een regionale strategie voor
ruimte voor bedrijven, waarin de vervangings- en uitbreidingsvraag vanuit de deel-
regio’s wordt gekoppeld aan beschikbare locaties en ambities.
5.4 Kansen voor een regionale aanpak > Actie: Met het Havenbedrijf Amsterdam maken we afspraken over het accommode-
ren van kadegebonden bedrijven uit transformatiegebieden. Amsterdam zet zich in
Amsterdam kan niet meer al haar bedrijven ruimte bieden. Dit leidt tot bedrijfsmigraties voor voldoende vestigingsmogelijkheden voor deze doelgroep op de langere ter-
naar omliggende gebieden in de Metropoolregio en daarbuiten, die op termijn waar- mijn in het Noordzeekanaalgebied. Uitgangspunt van Amsterdam is dat aanvullende
schijnlijk groter wordt. Deze bedrijfsverplaatsingen dienen praktisch in goede banen te (haven)terreinen bespreekbaar zijn als alle mogelijkheden op bestaande (haven)
worden geleid. Op Metropoolregioniveau dienen daarnaast goede afspraken te worden terreinen zijn benut, conform de vigerende visie Noordzeekanaalgebied 2040.
gemaakt, zodat er voldoende ruimte beschikbaar blijft voor bedrijven op verschillende
soorten locaties.
5.5 Proces, monitoring en evaluatie
Een eerste stap voor nadere regionale afspraken is gemeenschappelijke kennis. Am-
sterdam en Zaanstad hebben een eerste stap gezet door de bedrijvigheid in kaart te Proces
brengen die op de transformatieterreinen gevestigd is. Hoewel het transformatieproces De bedrijvenstrategie is tot stand gekomen dankzij een samenwerkend projectteam
maar tot op zekere hoogte stuurbaar is, kan met deze analyse een inschatting gemaakt van gemeente Amsterdam (EZ, R&D, G&O en projecten) en Havenbedrijf Amsterdam.
worden hoeveel en welke soort bedrijven mogelijk naar elders zullen verplaatsen. Daarnaast is de regio (Plabeka) betrokken.
Om de concurrentiepositie van de MRA te versterken is het belangrijk dat de beschikba- Daarnaast is een breed scala aan stakeholders — onder andere ondernemers- en bran-
re ruimte voor de juiste bedrijvigheid wordt ingezet. Aanvullende afspraken met andere __cheorganisaties, provincie, regiogemeenten, ontwikkelaars en makelaars — betrokken om
ruimteaanbieders (o.a. Havenbedrijf Amsterdam, SADC en met de Metropoolregioge- de strategie vorm te geven en aan te scherpen. Het is van belang dat deze uitwisseling
meenten via Plabeka) zijn op korte termijn wenselijk over de positionering en inzet van bestendigd wordt en dat gezamenlijk prioriteiten worden bepaald in de uitvoering. Per
regionale terreinen voor ruimtevraag vanuit onder andere de transformatiegebieden. actie wordt de komende jaren samenwerking gezocht met de relevante partijen.
Specifieke aandacht is nodig voor het Noorzeekanaalgebied en de haventerreinen,
waar verschillende ruimteclaims — circulair, energietransitie en vervangingsvraag van Als onderdeel van de monitoring en evaluatie wordt daarnaast door gemeente Amster-
kadegebonden bedrijven — samenkomen, maar waar wellicht ook mogelijkheden komen dam periodiek een bijeenkomst georganiseerd om een actueel thema, de situatie op de
wanneer fossiele activiteiten uitgefaseerd worden. bedrijfsruimtemarkt en de uitvoering van de strategie te bespreken.
Ook op reguliere bedrijventerreinen van de MRA is het ruimteaanbod snel aan het Monitoring en evaluatie
afnemen. ledere deelregio (zoals Amstelland Meerlanden en Almere-Lelystad) kent een Gezien de schaarste aan ruimte en grootte van de transformatieopgave, is het wense-
eigen economische dynamiek die geaccommodeerd dient te worden. De bedrijfsmi- lijk een monitor te ontwikkelen met betrekking tot de acties van de bedrijvenstrategie,
38 Amsterdam duurzaam productief
in aanvulling op de MRA — monitor bedrijventerreinen en kantoren (Plabeka Monitor).
Onderdelen hiervan zijn:
* Behoud en ontwikkeling van economische- en bedrijfsruimte in gemengde wijken
e _ Voortgang van intensivering en verduurzaming op bedrijventerreinen
e _ Uitgiften van nieuw bedrijven- en haventerrein en gehanteerde selectieprincipes.
* _ Thematische ontwikkelingen, zoals de circulaire economie en energietransitie.
De opgaven in transformatiegebieden en op bedrijven- en haventerreinen zijn urgent en
tegelijkertijd complex. Naast monitoring is tussentijdse evaluatie voorzien. De strategie
zal na 5 jaar worden geëvalueerd en herijkt. Het projectteam zal de uitvoering eer-
der evalueren als de situatie daar aanleiding toe geeft, bijvoorbeeld bij veranderende
marktomstandigheden.
5,6 _Uitvoeringsoverzicht
De uitvoering van de bedrijvenstrategie vraagt structurele inzet van de directies EZ, R&D
en G&O. Deze nemen deel aan het projectteam bedrijfsruimte die de beleidsuitgangs-
punten bewaakt, de voortgang van de acties bespreken en de resultaten monitoren.
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de acties die voortvloeien uit
de strategie en de verschillende uitvoeringsaspecten. ledere actie is geborgd bij een
trekker uit het projectteam. De acties vragen echter ook inzet van uitvoerende organisa-
tieonderdelen en in sommige gevallen additioneel budget. Een indicatie hiervan is in de
tabel opgenomen, maar zal na vaststelling van het beleid concreter worden gemaakt.
e _ Beleidsuitgangspunten worden bewaakt door het projectteam bedrijfsruimte, waar-
in in ieder geval de directies EZ, R&D en G&O participeren.
, ledere actie is geborgd bij een trekker binnen de gemeentelijke organisatie. De ac-
ties vragen om inzet van de actietrekker en van uitvoerende organisatieonderdelen
en in sommige gevallen om additioneel budget. Een indicatie hiervan is in de tabel
opgenomen.
e De voortgang van de acties wordt periodiek besproken in het projectteam, het
resultaat wordt gemonitord (zie par 5.5) en gedurende de looptijd van de strategie
geëvalueerd.
Amsterdam duurzaam productief 39
Actie(lijn) Verantwoordelijke Betrokken organisatie- Start
onderdelen
0. Algemeen
0.1 Periodieke thematische bijeenkomst EZ R&D, G&O 2020
0.2 Monitor uitvoering acties waaronder ontwikkeling 500.000 m2 in transformatiegebieden (eens per jaar) EZ Projecten, R&D, G&O 2020
1. Integreren
1.1 Per transformatiegebied ontwikkelen we een perspectief voor de toekomstige werkfunctie(s) en betrekken ondernemers daar bij Projecten EZ, R&D en V&OR 2020
1.2 Onderzoek vraag hybride bedrijfsruimten EZ G&O, R&D 2021
1.3 Specifiek programmeren en bestemmen op bedrijfsruimte in projecten R&D 2020
1.4 Verkenning handhaven op gebruik EZ R&D, VTH, Bureau Erfpacht 2021
1.5 Een loket opzetten voor vraag en aanbod van (tijdelijke) bedrijfsruimten G&O 2020
1.6 Onderzoek mogelijkheden voor een plintcoöperatie EZ Project 2020
1.7 Verkenning mogelijkheden bedrijfsverzamelpanden in o.a. ontwikkelbuurten EZ R&D, G&O 2021
2. Behouden, intensiveren en verduurzamen
2.1 Verstevigen gemeentelijk accountmanagement EZ R&D, Stadsdelen 2020
2.2 Ondersteuning van ondernemers-organisaties bij een intensiverings- en verduurzamingsaanpak R&D Stadsdelen, projecten 2021
2.3 Organiseren van een kavelcoach (intensiveringsexpert) R&D/G&O 2021
2.4 We ontwikkelen een toekomstvisie voor Landlust-Foodcenter-Westerkwartier & Amstel III R&D EZ, G&O en V&OR 2020
2.5 Ambitieuze criteria voor duurzaamheid en intensief ruimtegebruik bij uitgifte R&D/G&O Project 2020
2.6 Ontwikkelen handout ‘Duurzaam bouwen in Amsterdam’ R&D 2020
2.7 Onderzoek naar toekomstige vereisten op het vlak van bereikbaarheid voor productieve wijken en binnenstedelijke bedrijventerreinen EZ /&OR R&D 2021
3. Selectief met uitgifte
3.1 We reserveren vrije kavels (tot 19,5 ha) op Sloterdijken (III/IV) voor bedrijven uit transformatiegebieden, die voldoen aan het Project(en) G&O 2020
afwegingskader gebiedsvisie Sloterdijk-West.
3.2 We faciliteren de vestiging van een cluster circulaire economie op Sloterdijk II (N5/N6) Project G&O 2021
4. Aanpak op Metropoolniveau
4.1 Bedienen bedrijven door de portal bedrijvenlocaties MRA, de bedrijvenadviseur en het coördinatieteam Plabeka G&O EZ 2020
4,2 Bijdrage aan een regionale groeistrategie voor (ruimte voor) bedrijvigheid EZ G&O 2020
4.3 Met Haven Amsterdam maken we afspraken over het accommoderen van kadegebonden bedrijven uit transformatie- Haven-Stad EZ 2020
gebieden. Inzet op voldoende vestigingsruimte in NZKG op de langere termijn.
40 Amsterdam duurzaam productief
Amsterdam duurzaam productief 41
% Gemeente
% Amsterdam
DS
| Onderzoeksrapport | 42 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 218
Datum akkoord 18 maart 2015
Publicatiedatum 20 maart 2015
Onderwerp
Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.W. Nuijens van
12 februari 2015 inzake de Dierenambulance.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Op 12 februari 2015 was in Het Parool te lezen dat de Dierenambulance Amsterdam
opnieuw de noodklok luidt. De directeur van Dierenambulance Amsterdam gaf aan
dat er vijf betaalde banen op de tocht staan, nadat de Dierenambulance al eerder
genoodzaakt was vijf personeelsleden te ontslaan. Nu is er nog maar ruimte is voor
acht medewerkers bij de Dierenambulance. De Dierenambulance heeft een gat in zijn
begroting, onder andere door flink teruglopende subsidie van de gemeente.
Op 10 en 11 juli 2014 stelde zowel de fractie van GroenLinks (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 517) als de fractie van de Partij voor de Dieren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 518) al
eerder vragen over dit onderwerp. In de antwoorden van de wethouder op deze
vragen is te lezen dat de Dierenambulance om 24-uursdierennoodhulp te bieden,
daar drie betaalde medewerkers in de meldkamer en acht betaalde medewerkers
voor de ambulance voor nodig heeft.
Ook geeft de wethouder, namens het college, in de antwoorden op de vragen aan dat
de 24-uurs-dierennoodhulp mogelijk blijft na het korten van de subsidie.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller, namens de fractie van GroenLinks,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende nadere schriftelijke vragen op de schriftelijke vragen van 10 en 11 juli 2014,
tot het college van burgemeester en wethouders gericht:
1. Heeft het college, anders dan uit de krant, sinds de bespreking in de
raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn over
de verordening en subsidies dierenwelzijn, nog bericht gehad van
de Dierenambulance over de financiële problematiek aldaar?
Antwoord:
Nee.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing on Gemeenteblad
Datum 20 maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 12 februari 2015
2. Is naar aanleiding van voormeld bericht contact gezocht en wat is de uitkomst van
dat contact?
Antwoord:
Naar aanleiding van de commissiebespreking heeft de wethouder Dierenwelzijn
op 18 februari 2015 overleg met de Dierenambulance gehad. In het overleg heeft
de Dierenambulance aangegeven door kostenbesparing op overhead en door
extra inzet op fondsenwerving de begroting de komende jaren weer in evenwicht
te kunnen brengen. De dierenambulance heeft aangegeven haar taak voor dit
jaar te kunnen uitvoeren. Wel maakt de Dierenambulance zich zorgen over de
toekomst vanwege onder andere dalende inkomsten.
3. Zoals in de inleiding te lezen is, heeft de wethouder Dierenwelzijn aangegeven
dat 24-uurs-dierennoodhulp mogelijk blijft. Is dat nog steeds zijn standpunt? Zo ja,
hoe denkt de wethouder te kunnen garanderen dat 24-uursdierennoodhulp kan
worden geboden door de Dierenambulance als er inderdaad vijf betaalde banen
verdwijnen?
Antwoord:
De Dierenambulance vervoert zowel dieren voor de gemeente Amsterdam
(60 procent van de ritten) als voor randgemeenten en particulieren (40 procent
van de ritten). Met de voor 2015 toegekende subsidie van € 339.000 worden de
directe kosten van ritten die voor de gemeente Amsterdam worden gemaakt
volledig vergoed: 100 procent van ritten voor wettelijke taken (zwerfdieren en
kadavers) én (hoewel in het gemeentelijk beleid wordt uitgegaan van een
vergoeding van 50 procent) 100 procent van ritten voor zorgtaken
(hulpbehoevende vrij levende dieren), maar géén overheadkosten (zoals overige
huisvestingskosten, overige medewerkers, promotiekosten, algemene kosten en
overige afschrijvingen). De gemeente Amsterdam vergoedt ook niet de kosten
van ritten die voor andere gemeenten en voor particulieren worden gemaakt.
Mede gezien de inzet van 110 vrijwilligers is er geen aanleiding om te
veronderstellen dat er geen 24-uurshulp meer zou kunnen worden geboden voor
ritten die voor de gemeente worden uitgevoerd
4. Inde vergadering van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en
Dierenwelzijn heeft de wethouder Dierenwelzijn aangegeven dat bij acute
situaties de mogelijkheid bestaat geld uit het Noodfonds Dierenwelzijn aan te
wenden. Is de wethouder op dit moment daartoe bereid?
Antwoord:
Het voor 2015 beschikbare calamiteitenbudget dierenwelzijn is bedoeld voor het
kunnen bijspringen bij onvoorziene omstandigheden. Daarbij kan het bijvoorbeeld
gaan om financiële hulp bij brand of als het voortbestaan van een organisatie en
daarmee het dierenwelzijn in gevaar komt. Het calamiteitenbudget is bedoeld
voor echte calamiteiten, die dan gezamenlijk door gedupeerde en gemeente
worden opgelost. Bij de Dierenambulance is daar met een eigen vermogen van
(januari 2014) € 2.409.870 geen sprake van.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer maart 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 12 februari 2015
5. De Dierenambulance Amsterdam geeft aan spoedig 3000 nieuwe donateurs te
moeten werven, omdat anders bijvoorbeeld de nachtelijke ritten moeten worden
afgeschaft, en uiteindelijk het voortbestaan in gevaar kan zijn. Is het college
bereid om, gezien het belang van de Dierenambulance voor de stad, ongeacht
het antwoord op vraag 4, de Dierenambulance te helpen met het werven van
donateurs, bijvoorbeeld door éénmalig de voorpagina van het stadsblad ter
beschikking te stellen aan de Dierenambulance”?
Antwoord:
In het kader van de Nota Dierenwelzijn is het voornemen om in het huis-aan-
huisblad “Amsterdam” in te gaan op dierenwelzijn. Daarbij kan wellicht aandacht
worden gevraagd voor het werven van vrijwilligers en donateurs voor de
Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties.
6. Ziet het college mogelijkheden om, in samenspraak met andere dierenwelzijns-
organisaties, te kijken of er mogelijkheden zijn om op korte termijn
kostenbesparende samenwerkingen tot stand te helpen brengen, bijvoorbeeld
door het delen van locaties?
Antwoord:
De Amsterdamse dierenwelzijnsorganisaties zijn al met elkaar in gesprek over
samenwerking en het delen van locaties. Ook de gemeente is hierover met de
organisaties in gesprek. Dit kan zowel leiden tot een grotere efficiency als tot
kostenbesparing.
7. Is het college bereid om op zeer korte termijn met de Dierenambulance om tafel
te gaan om te bekijken wat er, naast en met inbegrip van de antwoorden op
vorenstaande vragen, nog meer kan worden gedaan om de financiële gezondheid
van de Dierenambulance op korte en lange termijn te helpen waarborgen”?
Antwoord:
Wethouder Dierenwelzijn heeft op 18 februari 2015 overleg gevoerd met de
Dierenambulance. Zie het antwoord op vraag 2.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 352
Datum indiening 11 januari 2020
Datum akkoord college van b&w van 17 maart 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake Wob-verzoeken in
2019
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De burgemeester stelde dat er continu ongeveer 100 Wob-verzoeken in behandeling
zijn.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
Over de primaire fase de volgende vragen:
1. Hoeveel Wob-verzoeken zijn er in 2019 ingediend?
2. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is de wettelijke termijn van 4 weken
overschreden?
3. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is het verzoek verdaagd met 4 weken?
4. Is bij elke verdaging goed gemotiveerd waarom verdaagd is?
5. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is na verdaging alsnog niet op tijd beslist?
6. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is de verzoeker naar de rechter gestapt om
een primaire besluit af te dwingen?
Voor de bezwaarfase de volgende vragen:
7. Hoe vaak is in 2019 bezwaar aangetekend tegen een primair besluit?
8. Hoe vaak heeft de gemeente niet tijdig een beslissing op bezwaar genomen?
9. Hoe vaak is de verzoeker naar de rechter gestapt om een beslissing op bezwaar
af te dwingen?
10. Hoe vaak weken de openbaar gemaakte documenten na de bezwaarfase af van
de openbaar gemaakte documenten na de primaire fase?
Voor de beroepsfase de volgende vragen:
11. Hoe vaak is in 2019 beroep aangetekend tegen een beslissing op bezwaar?
12. Hoe vaak is gemeente door de bestuursrechter op de vingers getikt en heeft
bestuursrechter bepaald dat gemeente transparanter had moeten zijn?
13. Hoe vaak is vervolgens hoger beroep aangetekend bij de Raad van State”?
14. Wat is de uitkomst van die rechtszaken?
15. Kan het college de raad een overzicht verstrekken van alle ingediende WOB-
verzoeken in 2019?
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer da rt 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 22 augustus 2019
Beantwoording door het college van b&w:
Inleiding.
Binnen de gemeente Amsterdam is elk organisatieonderdeel verantwoordelijk voor de
afhandeling van zijn eigen Wob-verzoeken en de registratie hiervan. Welk Wob-
verzoek waar wordt behandeld, is afhankelijk van waar de gevraagde documenten
zich bevinden. De organisatieonderdelen hebben een eigen Wob-coördinator
aangewezen die over kennis van de Wob beschikt en Wob-verzoeken kan
behandelen. Wob-verzoeken komen niet op één centrale plek binnen, maar kunnen
op verschillende manieren (zoals per mail of per post) en op verschillende plekken
(zoals bij de postkamer van het Stadhuis, bij een stadsdeel of bij een individuele
ambtenaar) worden ingediend. Het organisatieonderdeel dat het primaire Wob-besluit
neemt is ook verantwoordelijk voor het afhandelen van bezwaar en/of (hoger) beroep
en de registratie hiervan. Deze decentrale organisatie van het Wob-proces maakt dat
een deel van de gevraagde gegevens over 2019 niet voorhanden is (waarover meer
bij de beantwoording van vraag 1 t/m 15).
De burgemeester ontvangt sinds de tweede helft van 2019 de overzichten van
lopende Wob-verzoeken binnen de gemeente Amsterdam. Deze overzichten worden
aangeleverd door de Wob-coördinatoren en tot één overzicht gebundeld door de
directie Juridisch Zaken. Uit deze overzichten blijkt dat er continu zo’n 100 Wob-
verzoeken per week in behandeling zijn bij de gemeente. Met behulp van deze
overzichten wordt centraal gestuurd op de termijn waarbinnen Wob-verzoeken
worden afgehandeld.
De afhandeling van deze grote hoeveelheid Wob-verzoeken loopt nog niet optimaal
waardoor verzoeken niet altijd tijdig en juist worden afgehandeld. Gelet hierop is in
december 2019 een verbetertraject gestart om het Wob-proces te verbeteren. Binnen
het verbetertraject wordt verkend welke ‘quick wins’ behaald kunnen worden en welke
lange termijn oplossingen er zijn, waarbij onder andere de organisatie van het Wob-
proces onder de loep wordt genomen. De mogelijkheid wordt onderzocht om één
registratiesysteem voor Wob-verzoeken te gebruiken, waardoor alle Wob-verzoeken
op één plek geregistreerd staan. Hiermee kan automatisch een compleet overzicht
van Wob-verzoeken worden gegenereerd en o.a. worden gestuurd op termijnen.
Het college onderschrijft het belang van de registratie van aantallen Wob-verzoeken,
de termijnen waarbinnen besluiten worden genomen en de (hoeveelheid) bezwaren
en beroepen die hiertegen worden ingediend. In het verbetertraject wordt daarom
onderzocht wat er nodig is om deze registratie zo goed mogelijk te kunnen doen.
Beantwoording schriftelijke vragen
Over de primaire fase de volgende vragen:
1. Hoeveel Wob-verzoeken zijn er in 2019 ingediend?
Antwoord:
Er is geen totaaloverzicht van alle Wob-verzoeken die in 2019 zijn ingediend. Het
aantal Wob-verzoeken dat in de tweede helft van 2019 (week 28 t/m 52) in
behandeling was, is wel bijgehouden. In week 28 t/m 52 van 2019 waren in totaal 319
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer da rt 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 22 augustus 2019
Wob-verzoeken in behandeling. Dit aantal is gebaseerd op overzichten aangeleverd
door directies en stadsdelen.
2. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is de wettelijke termijn van 4 weken
overschreden?
Antwoord:
Dit aantal wordt momenteel niet bijgehouden. Een verbeteractie van het Wob-proces
is één registratiesysteem voor Wob-verzoeken. Met een dergelijk registratiesysteem
kan in de toekomst inzicht worden verschaft in het aantal ingediende Wob-verzoeken
en binnen welk termijn deze zijn afgehandeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de ervaring
is dat in een aanzienlijk aantal gevallen Wob-verzoeken niet binnen vier weken
kunnen worden afgehandeld. In de regel wordt de beslistermijn dan schriftelijk met
vier weken verdaagd. Dit kan zijn omdat het Wob-verzoek dusdanig ongespecificeerd
en omvangrijk is dat eerst een gesprek moet plaatsvinden met de indiener of omdat
het gevraagde aantal documenten dusdanig groot is dat de behandeling niet kan
worden afgerond binnen vier weken. Daarnaast moet bij politiek-gevoelige Wob-
verzoeken rekening worden gehouden met het bestuurlijk besluitvormingsproces van
de gemeente. Ook kan er sprake zijn van geheimhouding die op documenten rust en
die enkel kan worden opgeheven door het bestuursorgaan dat de geheimhouding
heeft opgelegd, waar ook altijd tijd mee is gemoeid.
3. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is het verzoek verdaagd met 4 weken?
Antwoord:
Dit aantal wordt momenteel niet bijgehouden. Mogelijk kan dit in de toekomst worden
bijgehouden met een registratiesysteem.
4. Is bij elke verdaging goed gemotiveerd waarom verdaagd is?
Antwoord:
Deze informatie wordt momenteel niet geregistreerd. Hierbij geldt ook dat dit in de
toekomst mogelijk wel wordt bijgehouden. Om te waarborgen dat verdagingsbrieven
goed worden gemotiveerd, zijn Amsterdamse modelbrieven opgesteld waarmee de
Wob-coördinatoren werken. Hierin zijn voorbeelden voor redenen van verdaging
gegeven, zoals de omvang van het verzoek of dat overleg met een ander
bestuursorgaan noodzakelijk is.
5. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is na verdaging alsnog niet op tijd beslist?
Antwoord:
Ook dit aantal is niet bijgehouden, maar zal mogelijk in de toekomst wel worden
bijgehouden op basis van een registratiesysteem. Hierbij wordt opgemerkt dat de
Wob ruimte biedt om afspraken te maken met de verzoeker over (een verruiming van)
de beslistermijn. Het is dus mogelijk dat na acht weken nog niet is beslist op het
verzoek, maar dat dit in goed overleg met de verzoeker gebeurt. Dit is regelmatig het
geval bij Wob-verzoeken die dusdanig omvangrijk of complex zijn dat afhandeling
binnen acht weken niet mogelijk is.
6. Bij hoeveel Wob-verzoeken in 2019 is de verzoeker naar de rechter gestapt om
een primair besluit af te dwingen?
Antwoord:
Bij drie Wob-verzoeken is de verzoeker in 2019 naar de rechter gestapt om een
primair Wob-besluit af te dwingen.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer da rt 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 22 augustus 2019
Voor de bezwaarfase de volgende vragen:
7. Hoe vaak is in 2019 bezwaar aangetekend tegen een primair besluit?
Antwoord:
In 2019 is 85 keer bezwaar aangetekend tegen een primair Wob-besluit. Dit aantal is
bijgehouden in het registratiesysteem voor bezwaar- en beroepszaken. Dit systeem is
niet geschikt voor de registratie van Wob-verzoeken.
8. Hoe vaak heeft de gemeente niet tijdig een beslissing op bezwaar genomen?
Antwoord:
Dit aantal is specifiek voor Wob-zaken niet bijgehouden.
9. Hoe vaak is de verzoeker naar de rechter gestapt om een beslissing op bezwaar
af te dwingen?
Antwoord:
Dit aantal is niet bijgehouden. Momenteel wordt het nieuwe registratiesysteem voor
bezwaar- en beroepszaken aanbesteed. Onderzocht wordt of het wenselijk is deze
registratie bij te houden en om dit mee te nemen bij de aanbesteding.
10. Hoe vaak weken de openbaar gemaakte documenten na de bezwaarfase af van
de openbaar gemaakte documenten na de primaire fase?
Antwoord:
Deze informatie wordt momenteel niet geregistreerd.
Voor de beroepsfase de volgende vragen:
11. Hoe vaak is in 2019 beroep aangetekend tegen een beslissing op bezwaar?
Antwoord:
In 2019 is 29 keer beroep aangetekend tegen een beslissing op bezwaar in een Wob-
zaak.
12. Hoe vaak is gemeente door de bestuursrechter op de vingers getikt en heeft
bestuursrechter bepaald dat gemeente transparanter had moeten zijn?
Antwoord:
In 2019 zijn twee Wob beroepszaken gegrond verklaard.
13. Hoe vaak is vervolgens hoger beroep aangetekend bij de Raad van State”?
Antwoord:
In 2019 zijn zeven Wob hoger beroepszaken ingediend door de verzoeker bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
14. Wat is de uitkomst van die rechtszaken?
Antwoord:
De uitkomst van de in 2019 ingediend hoger beroepszaken is nog niet bekend,
aangezien de Afdeling in deze zaken nog geen uitspraak heeft gedaan. Wel heeft de
Afdeling in 2019 uitspraak gedaan in twee eerder ingediende hoger beroepszaken.
Beide hoger beroepen zijn niet-ontvankelijk verklaard en dus niet inhoudelijk
beoordeeld.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Nain lez Gemeenteblad
ummer = en
Datum 17 maart 2020 Schriftelijke vragen, donderdag 22 augustus 2019
15. Kan het college de raad een overzicht verstrekken van alle ingediende Wob-
verzoeken in 2019?
Antwoord:
Eris zoals gezegd geen overzicht van alle in 2019 ingediende Wob-verzoeken
beschikbaar, maar is er wel een overzicht beschikbaar van de Wob-verzoeken die in
behandeling waren tijdens week 28 t/m 52 op basis van informatie van de diensten en
stadsdelen. In dit overzicht zijn de gegevens over de indieners van de verzoeken
wegens privacyredenen weggehaald.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
DS Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1017
Publicatiedatum 5 augustus 2016
Ingekomen op 14 juli 2016
Ingekomen onder CW
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de uitgangspunten voor een nieuw
evenementenbeleid (bescherming flora, fauna en bodem randvoorwaarden in
locatieprofielen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor een nieuw evenementenbeleid
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 842).
Overwegende dat:
— voor parken, pleinen en grachten locatieprofielen worden opgesteld, die kaders
stellen voor het gebruik van de locatie ten behoeve van evenementen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de bescherming van flora, fauna en de bodem voor, tijdens en na evenementen als
randvoorwaarden mee te nemen in de locatieprofielen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 286
Datum indiening 5 februari 2019
Datum akkoord 14 maart 2019
Publicatiedatum 15 maart 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Ceder inzake sekswerk op de Wallen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de afgelopen weken zijn het AT5 en Het Parool bezig met een rapportage over
sekswerk op de Wallen. Het aspect wat de ChristenUnie aan deze rapportages
positief vindt is dat sekswerkers zelf aan het woord komen.
Uit verschillende artikelen blijken echter dat dat een aantal zorgelijke situaties spelen.
Uitbuiting en intimidatie van sekswerkers zijn volgens sekswerkers zelf aan de orde
van de dag. Dit roept de vraag op hoe om te gaan met sekswerk achter etalages op
de Wallen en of het etaleren van sekswerkers op de Wallen nog wel past in de
huidige tijd. De fractie van de ChristenUnie is dan ook erg benieuwd naar de
verschillende beleidsscenario’s voor het wallen gebied en sekswerk waar het college
momenteel aan werkt. In voorbereiding daarop wil de fractie graag een aantal vragen
beantwoord zien naar aanleiding van de rapportages en het recentelijk verschenen
rapport van de ombudsman over de wallen. Dit kan uitgesplitst worden naar de
volgende drie onderwerpen: overlast en intimidatie door (niet betalende) toeristen en
voorbijgangers, cijfers over seksuele uitbuiting en mensenhandel en kinderen op de
Wallen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Ceder, namens de fractie van de ChristenUnie,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Toelichting door vragensteller:
De sekswerkers op de Wallen krijgen regelmatig te maken met intimidatie door
voorbijgangers. In een reportage van AT5' geven sekswerkers daar enkele
voorbeelden van: “Mannen die langslopen en tegen je raam aan spugen”; “Vrouwen
die je uitschelden en naroepen” ; Mannen die toen ik zwanger was vroegen of ik al
borstvoeding gaf en of ze daarvoor konden betalen”; “Veel toeristen zien ons als
circusattractie”. Ook geeft één van de sekswerkers aan de situatie vroeger veiliger te
vinden dan nu. Ook in een artikel in Het Paroof werden soortgelijke opmerkingen van
1 https://www at5.nl/artikelen/191 314/zaterdag-0700-uur-waarheen-met-de-wallen-
mannen-betalen-zelfs-voor-borstvoedin
https://www.parool.nl/amsterdam/wallen-lopen-leeg-veel-ramen-overdag-niet-
bezet-a4622135/
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jas Gemeenteblad R
Datum 15 maart 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
sekswerkers beschreven en werd verteld dat mede hierom veel ramen overdag
leegstaan: “Het grote probleem op de Wallen is de drukte. Toeristen hebben het
gebied overgenomen en zorgen niet alleen voor overlast, maar ook voor minder
klandizie. Ze kijken vooral, maar gaan nauwelijks naar binnen” en “Ze zien ons als
een circusattractie. We tonen onze lichamen, ze nemen een foto en gaan weer weg”.
1. Wat vindt het college van (voornamelijk mannelijke) toeristen die alleen naar de
wallen gaan om vrouwenlichamen goed- en of af te keuren, zonder dat de
vrouwen achter de ramen daar op welke wijze (waaronder financieel vlak) beter
van worden? Is het college van mening dat deze stroom van (vaak negatieve)
aandacht inherent is aan het uitoefenen van sekswerk?
Antwoord:
In Nederland is sekswerk een legaal beroep. Een van de vergunde vormen van
sekswerk in Amsterdam is raamprostitutie. In de APV is opgenomen dat bij deze
vorm van sekswerk klanten worden geworven vanachter een raam. Er zijn
verschillende locaties in de stad waar raamprostitutie plaatsvindt Het is inherent
aan deze vorm van prostitutie dat een sekswerker bekeken wordt door
voorbijgangers. Dit zijn vanzelfsprekend niet alleen potentiële klanten, maar alle
personen die zich in de openbare ruimte voor de ramen bevinden. In het geval
van raamprostitutie op de Wallen is door de groei van toerisme het aantal
bezoekers dat geen klant is en naar de sekswerkers komt kijken groot geworden.
Sekswerkers geven aan dat ze door de drukte moeilijker klanten kunnen werven
en niet door iedereen op gewenste wijze bejegend worden. Het college is hiervan
op de hoogte en vindt de situatie onwenselijk. Sekswerkers moeten hun werk op
een veilige en waardige manier kunnen uitoefenen. Het bieden van alternatieven
voor de huidige vorm van raamprostitutie op de Wallen maakt dan ook onderdeel
uit van de scenario’s voor aanpassing van het prostitutiebeleid die op korte
termijn aan de raad zullen worden voorgelegd.
2. Is het college van mening dat dergelijke consequente objectificatie van vrouwen
in etalages door mannen, zonder dat sekswerkers ervan profiteren, niet wenselijk
is in een stad als Amsterdam? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zoals bij vraag 1 is aangegeven is bekeken worden onderdeel van het werk voor
een sekswerker die achter het raam werkt. Op sommige locaties waar
raamprostitutie plaatsvindt, zijn signalen dat sekswerkers regelmatig respectloos
bejegend worden. Het college vindt dit — zoals ook aangegeven bij het
voorgaande antwoord — onacceptabel. In de gemeente Amsterdam is er voor
sekswerkers naast gezondheidszorg en maatschappelijk werk ook hulp
beschikbaar bij vragen over sekswerk of het vinden van ander werk.
3. Is het sisverbod ook geldend op de Wallen? Zo ja, biedt het sisverbod ook
bescherming naar sekswerkers toe volgens het college? Zo ja, hoeveel boetes
zijn er inmiddels uitgedeeld specifiek aangaande het sissen of roepen naar
vrouwen die dat niet op prijs stelden? Hoe verhoudt het college dit aantal met de
huidige situatie en de opmerkingen van sekswerkers over intimidatie en overlast
uit de reportages van AT5 en het Parool?
Antwoord:
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jas Gemeenteblad R
Datum 15 maart 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
Op 1 maart 2017 is artikel 2.2A APV in werking getreden waarmee beoogd is
verschillende vormen van straatintimidatie te verbieden. Het artikel luidt: ‘het is
verboden op of aan de weg of in een voor publiek toegankelijk gebouw in
groepsverband dan wel afzonderlijk, anderen uit te jouwen of met
aanstootgevende taal, gebaren, geluiden of gedragingen lastig te vallen’. Het
artikel geldt ook op de Wallen. Het artikel biedt volgens het college echter weinig
bescherming omdat het artikel in de praktijk vrijwel niet te handhaven blijkt. Voor
een succesvolle vervolging op grond van het APV-artikel moet worden bewezen
dat iemand de verboden gedraging heeft gepleegd. Voor dat laatste is in beginsel
een constatering van een BOA of politieambtenaar nodig. Straatintimidatie
gebeurt echter zelden tot nooit waarneembaar in hun nabijheid. De burgemeester
heeft u in de brief van 29 januari 2019 geïnformeerd over de handhaving van het
APV-artikel tegen straatintimidatie. Daarbij komen ook de (mogelijke) gevolgen
voor de strafbaarstelling via dit artikel aan bod, gelet op de uitspraak van de
rechtbank Rotterdam van 19 december 2018. Deze uitspraak volgend zouden de
onderdelen ‘aanstootgevende taal’ en ‘uitjouwen’ van het APV-artikel onhoudbaar
zijn. In afwachting van een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is de
waarschuwingsperiode gecontinueerd. Er zijn dus tot op heden geen boetes
uitgedeeld. Tegen intimidatie en overlast op straat kan wel opgetreden worden op
basis van andere APV-artikelen (openbare orde, overlast en veiligheid, hinderlijk
gedrag) of artikelen uit het Wetboek van Strafrecht (belediging, bedreiging,
schennis etc.)
Toelichting door vragensteller:
Aangezien de Wallen gewoon behoren tot de openbare ruimte betekent dat ook dat
daar kinderen wonen en rond lopen. Echter, de situatie aldaar wordt ook als attractie
gebruikt en er worden ook schoolreisjes naartoe georganiseerd. Een aantal van de
sekswerkers geeft aan dat dit ook een bron van ergernis is. De ombudsman heeft
hierover tevens ook een opmerking gemaakt in zijn rapport.
4. Vindt het college het een gezonde ontwikkeling dat jongens en meisjes worden
blootgesteld aan de excessen van de wallen, waaronder schaars geklede mensen
achter een raam, supermarkten met vooral alcohol uitgestald achter de ramen en
sekswinkels met in de etalage (extreme) voorwerpen bedoeld voor seksuele
handelingen?
Antwoord:
Op de Wallen is een concentratie van voorzieningen te vinden rondom seks,
verdovende middelen en uitgaan. Ontwikkeling in seksualiteit en kennis van
verdovende middelen verschillen per kind. Daarnaast krijgen kinderen
uiteenlopende ideeën over wat ‘normaal’ is mee. De ervaring van een bezoek aan
de Wallen zal voor elk kind verschillen.
5. Wordt de opvatting van het college omtrent het blootstellen aan deze kwesties op
jonge leeftijd, gedeeld door instanties die betrokken zijn bij de omgeving en
situatie van kwetsbare kinderen zoals de kinderbescherming, veilig thuis en
jeugdzorg?
Antwoord:
Zoals bij vraag 4 is aangegeven verschilt de ontwikkeling per kind en zal de
ervaring voor ieder kind verschillen.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jas Gemeenteblad R
Datum 15 maart 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
6. Is het college het ermee eens dat tijdens de schoolbezoeken aan de Wallen
mogelijk ook kinderen die op één of andere wijze te maken hebben gehad met
misbruik (maar waarvan het nog niet bekend is) hieraan mee moeten doen?
Is het college het ermee eens dat een bezoek aan de Wallen niet heel
bevorderend kan zijn voor de hulp in dergelijke gevallen? Zo ja, wat is de mening
van het college over een dergelijke situatie en de veelvoorkomende
schoolreisjes’?
Antwoord:
Wanneer scholen, ouders of verzorgers er voor kiezen om een bezoek aan de
Wallen te brengen is het aan hen om in te schatten of dit bezoek ‘gezond’ is voor
degenen die zij begeleiden en welke invulling aan een dergelijk bezoek gegeven
moet worden. Het is aan scholen om een veilige leeromgeving te bieden en
ervoor te zorgen dat hiervoor voldoende waarborgen zijn. Het is overigens niet
bekend of schoolreisjes op de Wallen vaak of slechts sporadisch voorkomen.
Toelichting door vragensteller:
Uit de reportages van AT5 en Het Parool blijkt dat er sprake is van mogelijk 255
slachtoffers van seksuele uitbuiting in de Amsterdamse prostitutiebranche. Dat zou
gebaseerd zijn op een schatting van de gemeente. In Het Paroof stond hierover het
volgende: “De exacte omvang is lastig vast te stellen, omdat veel slachtoffers niet in
beeld zijn. De gemeente heeft een bureau in de arm genomen om onderzoek te doen.
Amsterdam telde op 1 januari 2018 ongeveer 400 ramen, 17 clubs en er waren
13 vergunningen afgegeven voor escortbureaus. Het getal van 255 komt voort uit een
doorrekening van de rapportage die Herman Bolhaar, Nationaal Rapporteur
Mensenhandel, vorig jaar heeft uitgebracht.”
7. Is het college van mening dat deze cijfers ook in beleidsstukken opgenomen
zouden moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college herkent de behoefte om uitspraken te doen over de omvang van de
problematiek van seksuele uitbuiting in Amsterdam. Het college is echter van
mening dat cijfers over het aantal slachtoffers van (seksuele) uitbuiting niet
opgenomen moeten worden in beleidsstukken nu deze cijfers onbetrouwbaar zijn
en slechts een (zeer) beperkt beeld geven van de problematiek. Duidelijk is dat in
Amsterdam, zowel binnen de vergunde raamprostitutie als daarbuiten, uitbuiting
voor komt en maatregelen ter voorkoming en bestrijding daarvan nodig blijven.
De beschikbare cijfers geven slechts een (zeer) beperkt beeld van de omvang
van de problematiek, omdat deze gebaseerd zijn op het aantal slachtoffers dat in
beeld is bij politie en hulpverleningsinstanties. Niet alle slachtoffers komen echter
in beeld, bijvoorbeeld omdat slachtoffers geen aangifte doen, zichzelf niet als
slachtoffer zien of door de instanties niet (correct) bij CoMensha* gemeld worden.
De eerste betrouwbare schatting van de slachtofferpopulatie in Nederland door de
$ https://www.parool.nl/amsterdam/gemeente-mogelijk-255-slachtoffers-seksuele-
uitbuiting-a4622532/
CoMensha bemiddelt voor slachtoffers naar opvang en hulpverlening, biedt informatie en
advies en verzamelt ten behoeve van het landelijke beeld cijfers over de aard en omvang
van mensenhandel in Nederland.
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jas Gemeenteblad R
Datum 15 maart 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
Nationaal Rapporteur Mensenhandel (zowel de slachtoffers in beeld als de
slachtoffers die buiten beeld blijven) stelt dat er jaarlijks (in 2014/2015) tussen de
5.000 en 7.500 slachtoffers in Nederland voorkomen en dat gemiddeld slechts
een op de vijf slachtoffers (19%) bij CoMensha in beeld komt. Er is dus sprake
van een (groot) zogenaamd dark number. In het artikel in Het Parool en item op
AT5 wordt getracht invulling te geven aan dat dark number. Daarbij dienen echter
een aantal kanttekeningen geplaatst te worden.
De cijfers die in het artikel en item gebruikt worden zijn deels afkomstig uit bij de
gemeente beschikbare informatie over het aantal slachtoffers dat voor
Amsterdam gemeld is bij CoMensha en mede gebaseerd op het door de
Nationaal Rapporteur berekende gemiddelde percentage slachtoffers dat in beeld
komt, te weten 1 op 5. Dat gemiddelde betreft echter een berekend landelijk
gemiddelde. Het is niet bekend hoe de verhouding tussen het aantal slachtoffers
dat in beeld is en het aantal slachtoffers dat niet in beeld komt bij instanties er in
de verschillende regio’s in Nederland precies uit ziet. Dat kan betekenen dat het
aantal slachtoffers dat in Amsterdam niet in beeld komt (veel) lager of juist (veel)
hoger ligt dan dit landelijk gemiddelde. Daarnaast doen slachtoffers van seksuele
uitbuiting soms pas jaren later aangifte. Verder is op basis van de cijfers enkel
onderscheid te maken naar het soort uitbuiting, te weten seksuele uitbuiting,
arbeidsuitbuiting of criminele uitbuiting. Uit de cijfers blijkt niet of slachtoffers van
seksuele uitbuiting zijn uitgebuit binnen de vergunde (raam) prostitutie of elders.
Om meer inzicht te krijgen in de uitingsvormen van seksuele uitbuiting in
Amsterdam wordt momenteel in opdracht van gemeente, politie en Openbaar
Ministerie onderzoek gedaan naar de aard hiervan. Dit onderzoek richt zich, om
de hiervoor genoemde redenen, niet op de omvang.
8. Hoeveel sekswerkers zijn er volgens de gemeente actief op de Wallen?
Antwoord:
In Amsterdam zijn 40 vergunningen afgegeven voor raamprostitutiebedrijven met
in totaal 385 ramen. Hiervan bevinden zich 28 vergunde raamprostitutiebedrijven
met in totaal 345 ramen in stadsdeel centrum. Raamexploitanten dragen mede de
verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat sekswerkers die een raam huren
voldoen aan de voorwaarden om sekswerk te verrichten in Amsterdam. Dit
betekent dat de persoon minimaal 21 jaar moet zijn, Nederlands, Engels, Duits of
Spaans moet spreken, ingeschreven moet staan bij de KvK, een geldige
verblijfsstatus moet hebben en moet staan ingeschreven bij een Nederlandse
gemeente. De gemeente beschikt niet over gegevens van sekswerkers die
werkzaam zijn in de stad of op de Wallen. Er zijn dan ook geen cijfers
beschikbaar over het aantal sekswerkers dat actief is op de Wallen. Dit heeft er
mee te maken dat de er geen gegevens van sekswerkers mogen worden
geregistreerd volgens de wet bescherming persoonsgegevens.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer aart 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 5 februari 2019
9. De schattingen over gedwongen prostitutie variëren ongeveer tussen de tien en
negentig procent. Is het college het ermee eens dat als de gemeente uitgaat van
het minimale percentage (tien procent) het college erkent dat er dagelijks
minimaal tien procent van het aantal dat genoemd is bij vraag 8 dagelijks
seksueel wordt uitgebuit onder het huidige prostitutiebeleid van de gemeente?
Antwoord:
Het college erkent dat, ondanks de inspanningen van de gemeente en de
ketenpartners, seksuele uitbuiting voorkomt in Amsterdam. In het antwoord
op vraag 7 is toegelicht dat niet zondermeer uitgegaan kan worden van
de genoemde cijfers en welke kanttekeningen daarbij geplaatst moeten worden.
De in de vraag genoemde schattingen zijn gebaseerd op uitgevoerde
(kwantitatieve) onderzoeken. Deze schattingen moeten los gezien worden van
de beschikbare cijfers.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
6
| Schriftelijke Vraag | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% EXPERTMEETING, dinsdag 17 juni 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor het bijwonen van de expertmeeting:
WOONVISIE
de Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
Tijd 19.00 tot 22.00 uur
Locatie Boekmanzaal
1 Opening door de heer Van Drooge (voorzitter)
2 Mededelingen
3 Woonvisie
e De stukken zijn te downloaden van internet en liggen ter inzage bij Loket
Voorlichting in het stadhuis;
e De leden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken,
Waterbeheer en ICT en
e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale
Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid
zijn hiervoor ook uitgenodigd.
4 Sprekers en discussie (zie bijgaande lijst)
5 Sluiting
1
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 471
Publicatiedatum 26 juni 2013
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 12 juni 2013
Behandeld op woensdag 12 juni 2013
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Drooge inzake een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf
2014 (mogelijk maken om af te zien van de extra wachtgelduitkering).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordrachten van het college van burgemeester en
wethouders van 7 mei 2013 inzake:
— _ een nieuw bestuurlijk stelsel vanaf 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 437);
— intrekken van de Verordening op de stadsdelen en vaststellen van
de Verordening op de bestuurscommissies 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 438);
Overwegende dat:
— in het AWVN-advies over de vergoedingen in het nieuw bestuurlijke stelsel,
dat het college als leidraad neemt voor de nog op te stellen vergoedingsregeling,
er wordt voorgesteld om maandelijks een wachtgeld van € 600 (kleine
stadsdelen)/ € 650 (grote stadsdelen) vooruit te betalen aan de DB-leden van
een bestuurscommissie;
— het voor kan komen dat van te voren helder is dat DB-leden geen aanspraak
hoeven te maken op wachtgeld omdat inkomenszekerheid gegarandeerd is
(terugkeergarantie, pensionering, enz);
— het in deze gevallen dus onnodig en onwenselijk is om vooruit wachtgeld uit te
betalen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in de nog nader vast te stellen vergoedingsregeling het mogelijk te maken dat DB-
leden kunnen afzien van de extra wachtgelduitkering.
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
mr. J.M. Bruggeman ’ '
Prinsengracht 464
1017 KG Amsterdam
mr. P.J. van der Vlerk
Alpen Rondweg |20-T
1186 EA Amstelveen
mr. G.E. Vonhoff
Sarphatikade 5A
LOI7 VW Amsterdam
Aan
| de raad van
stadsdeel Centrum
onderwerp: coffeeshop Varekamp
Tweede Laurierdwarsstraat 44
raadsadres: te betrekken bij punt 6 raadsvergadering 29 maart
bijlage: kopie brief van Betonhoeve aan dagelijks bestuur
28 maart 2011
Geachte raad,
Als adviseurs van Edith Varekamp en Kebba Marong willen wij
graag het volgende warm in uw aandacht aanbevelen.
Al jarenlang worden pogingen in het werk gesteld over te gaan
… tot renovatie van het complex Tweede Laurierdwarsstraat 40-42-
44. Oogmerk was behoud van de coffeeshop Sanementering van
Varekamp en Marong op nr 44. Uw raad heeft zich tot drie maal
toe expliciet, laatstelijk op 1 juli 2010, uitgesproken voor
behoud van de coffeeshop na renovatie.
Door een eindeloze reeks gebeurtenissen en ongelukkige samen-
loop van omstandigheden lijkt de coffeeshop niettemin toch
voorgoed te moeten verdwijnen. Voorgeschiedenis en mogelijke
oorzaken laten wij hier nadrukkelijk rusten. Van belang is dat
zich nu op de valreep toch nog een oplossing aandient, waar
álle betrokken partijen beter van kunnen worden.
Zoals bekend heeft het stadsdeel het complex in 2004 aangebo-
den aan aannemingsbedrijf Beets voor een bedrag van € 120.642
voor afkoop erfpacht en € 61.261 als vergoeding voor de pan-
den, totaal € 181.903, Bedoeling was dat na renovatie de cof-
feeshop zou terugkeren. Recht van erfpacht en de panden zijn
echter nog steeds niet juridisch en economisch overgedragen
aan Beets (dwz. nog niet aan hem geleverd), terwijl Beets,
afgezien van een kleine waarborgsom, nog niets heeft betaald.
Het’ stadsdeel is nog steeds eigenaar. …
Op 17 februari 2011 heeft Beets aan het dagelijks bestuur la-
ten weten dat hij nu snel levering van erfpacht en panden wil,
2
maar dat hij op geen enkele manier meer zal meewerken aan
terugkeer van de coffeeshop.
Vandaag echter heeft aannemer-projectontwikkelaar P. Honingh
van De: Betonhoeve B.V. een aanbod gedaan aan het dagelijks be-
stuur.
Dit aanbod is hierbij in kopie bijgevoegd. De Betonhoeve B.V.
wil de panden in de huidige toestand overnemen voor € 261.261
(met erfpacht in totaal € 381.903) - dat is € 200.000 méér dan
waarvoor het complex aan de heer Beets is aangeboden. Onlangs
zijn Betonhoeve en Varekamp/Marong schriftelijk overeengeko-
men, dat indien Betonhoeve het complex verwerft, Varekamp/
Marong de coffeeshop terstond ontruimen, Betonhoeve met spoed
renoveert, en Varekamp/Marong na de renovatie eigenaar worden
van de bedrijfsruimte in het complex en daarin met hun coffee-
shop terugkeren.
Naar ons oordeel is de tussen De Betonhoeve B.V. en Varekamp/
Marong gesloten overeenkomst "waterdicht".
Van deze optie wordt iedereen beter:
- Betonhoeve realiseert een aantrekkelijk renovatieproject,
- Varekamp en Marong kunnen na renovatie als toekomstig eige-
naren van de bedrijfsruimte hun coffeeshop voortzetten,
- Beets kan uit de meeropbrengst een schadevergoeding ontvan-
gen,
- Het stadsdeel ondervindt geen financieel nadeel en kan tege-
lijk de eer opstrijken voor een eind-goed-al-goed oplossing.
Voor deze oplossing is echter wel ook een actieve inzet en me-
dewerking van het stadsdeel onontbeerlijk. Wij vragen u daarom
- voor zover nog nodig - het dagelijks bestuur te verzoeken
deze inzet en medewerking te willen verlenen.
Met vriendelijke groeten,
mr. Peter van der Vlerk
mr. Caroline Vonhoff
mr. Marnix Bruggeman
n.d.
Oner Ze
——
Mafrnix Bruggeman
| hm - en - ee en
ION.
(EN Ned e) Bijlage bij raadsadres van Bruggeman,
Nl Ae es … Van der Vlerk en Vonhoff van 28 maart 2011
EN AR ML
Ne 5
DE BETONHOEVE Aan
fundatie « verbouw « restauratie » renovatie
het dagelijks bestuur van Stadsdeel Centrum
MT. LINCOLNWEG 16A, 1033 SN AMSTERDAM Tav. De heer B. Oranje
Telefoon: 020 -636 20 28. Fax: 020 -636 20 29 Amstel 1
vw.betonhoeve.nl
ABN-AMRO Buikslotermeerplein-A'damn 1011 PN Amsterdam
rek. Nr. 53.19.77.897
KvK. 34.190.363
Amsterdam, 25 maart 2011
Geacht bestuur,
Eind 2008 kocht ik Tweede Laurierdwarsstraat 37 en 39, welke panden ik vervolgens
compleet renoveerde.
Door deze werkzaamheden ben ik in contact gekomen met mevrouw E. Varekamp, de
uitbaatster van de koffieshop annex tweedehands winkel in het tegenoverpand op nummer
TTT 44,
Ik informeerde bij haar wanneer het pand gerenoveerd zou gaan worden, ook in verband met
de verhuurmogelijkheden van mijn eigen panden.
Mevrouw Varekamp informeerde mij uitgebreid over de situatie. Samen met mijn adviseur
Michiel van der Burght overlegde ík met de gemeente en de heer Beets, om te zien of de
patstelling vlot konden trekken.
: De gemeente heeft de heer Beets een erfpachtaanbieding gedaan, waarin geen
verplichtingen zijn opgenomen ten aanzien van het voortzetten van het gebruik als winket /
koffieshop door mevrouw Varekamp en haar echtgenoot.
Door de stadsdeelraad, vanuit de politiek is diverse malen aangegeven dat het wenselijk is
als dit wel mogelijk zou worden gemaakt.
De heer Beets heeft echter aangegeven niet in staat te zijn aan mevrouw Varekamp een
huurcontract aan te bieden, ondanks een aangeboden huurprijs van € 1.500,-.
Graag bied ik u een alternatief, waarbij mogelijk wel ‘aan de wensen van alle betrokkenen
tegemoet gekomen kan worden. Ik stemde dit aanbod af met mevrouw Varekamp:
Ik bied u aan het pand in erfpacht te nemen onder dezelfde condities als de heer Beets, maar
met een opstalvergoeding die € 261.261,- bedraagt (dus € 200.000,- hoger dan in de
overeenkomst met Beets). Tevens bied ik mevrouw Varekamp de gelegenheid haar bedrijf
voort te zetten. :
In de hoop hiermede een goed alternatief te kunnen bieden,
In afwachting van uw reactie,
Met vriendelijke groet,
DE BETONHOEVE B.V.
È Piet Heni —
| Raadsadres | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Raadscommissie voor Algemene Zaken AZ
% Gewijzigde agenda, donderdag 19 maart 2020
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken.
Tijd 13:30 tot 17:00 uur
Locatie De Raadzaal
Algemeen
1 Opening
2 Actualiteiten
Actualiteit inzake de stand van zaken van het coronavirus
Ruimtelijke Ordening
3 Vaststellen van het bestemmingsplan Cruquius Deelgebied 4B,
Nieuwevaartweg 7
Grondzaken
4 Instemmen met een voorbereidingskrediet voor een tijdelijk sportpark ten
behoeve van gebiedsontwikkeling De Nieuwe Kern Zuid
Jeugd(zorg)
5 Instemmen met de hoofdlijnen inkoop (hoog)specialistische jeugdhulp 2021-2026
1
| Agenda | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. À. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020 - 252.5025
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
dinsdag 2 september 2008 van 19:00 — 23:00 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
À. ALGEMEEN 19:00 uur
A1. Opening en Vaststelling agenda
A2. Vragen halfuurtje
A3. Mededelingen
A4. a. Conceptverslag commissie Werk en Diversiteit d.d. 3 juni 2008
(bijgaand)
b. Conceptverslag extra commissie Werk en Diversiteit d.d. 11 juni 2008
(bijgaand)
c. Actielijst
(bijgaand)
A5. Raadsadressen
Geen.
B. BESPREEKPUNTEN
1. Social Return: een stand van zaken 19:30 — 20:00 uur
(bijgaand)
2. Amendement 95/SDR 071127 m.b.t. de participatiegraad vrouwen 20:00 — 20:45 uur
(bijgaand)
3. Beroepsoriëntatie in het onderwijs Zuidoost 20:45 — 21:05 uur
(bijgaand)
4. Discussienota van diversiteit naar burgerschap 21:05 — 21:50 uur
(op verzoek van de heer Res/CDA)
(bijgaand)
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
5. Strategienota aanpak WC Gein 21:50 — 22:20 uur
(bijgaand)
6. Raadsvoordracht Terrassenbeleid Zuidoost 22:20 — 22: 50 uur
(bijgaand)
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
C1. Termijnagenda 22:50 — 22:55 uur
D. RONDVRAAG 22:55 — 23:00 uur
E. SLUITING 23:00 uur
TER KENNISNEMING MEEGEZONDEN:
1. Stand van zaken The Way Up (motie 40/SDR 221107) incl. Samenwerking tussen The Way
Up en het Ondernemershuis m.b.t. jonge ondernemers: nazending
2. Stand van zaken uitvoering stagebeleid (effecten aanpak m.b.t. stages)
3. Stand van zaken ontwikkeling Horeca1 loket
4. Subsidieaanvraag 2009 MAAZO
5. Beantwoording vragen CDA inzake risicoanalyse ERAC
6. Beantwoording vraag commissie W&D inzake organisatie overleg in het kader van Wijkbeheer
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 2
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 151
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder C
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Ingetrokken en vervangen door C*
Onderwerp
Motie van de leden Poot en Boomsma inzake de politie-inzet tegen georganiseerde
drugsbazen (efficiënte inzet beschikbare politiecapaciteit).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Mbarki, Poot, Groot Wassink,
Van Dantzig en Peters inzake politie-inzet tegen drugsbazen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 141).
Overwegende dat:
— Gemeentelijke handhavers via het principe informatie-gestuurd handhaven
werken:
— Ook de politie middels dataverzameling voorspellend en reactief probeert op te
treden tegen criminaliteit;
— Op basis van beschikbare informatie, meldingen en data de inzet van schaarse
politiecapaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden vormgegeven.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. In overleg met alle relevante partijen, waaronder politie, Openbaar Ministerie en
Justitie, te onderzoeken en inventariseren op welke manieren de beschikbare
politiecapaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet;
2. Daarbij te leren van projecten op dit gebied in andere (Nederlandse) steden en de
resultaten van het informatie-gestuurd handhaven binnen de RVE Handhaving en
Toezicht;
3. De gemeenteraad over de uitkomsten te informeren.
De leden van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
D.T. Boomsma
1
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam
_ Stadsdeel West
x Besluit Algemeen Bestuur
% A-besluit
IJ Ë Directie: Stadsdeelsecretaris
W ) Afdeling: Projectbureau Houthaven
Behandelende ambtenaar: Eline Slot
Telefoon 06 2244 4891
Datum behandeling: 23 september 2014
Besluiinummer: INT-14-00522 ’
Portefeuille: Houthaven
Ser eee Ontwerp wegonttrekkingsbesluit.Stavarigerweg: en Rigakade …— … OO
En «_Oordeelvorming— — ss 28september 2014 ii Ee
pe bert januar 2015 van de Stavangerweg tussen Tasmanstraaten—
Tee Ten behoeve van de bouw van:de:Spaarndammêrtunriel, onderdeel vande ==
Ontwikkeling van de Houthaven dienen de Stavangerweg tussen Tasmanstraat
a en HaparandaWeg:ende-Rigakade aan het verkeer te worden onttrokkên— —= —
ane „Gedurende de periode van de bouw van de tunnel wordt er gezorgd vooreen
ZO Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en Gant)
De De stadsdeelraad Westerpark van de gemeente Amsterdam heeft op 31 januari
__ 2006 het Stederibouwkúndig Plan-Hoútfiaven-2006 vastgesteld en heeft-aldus
eee -metwoningen en voorzieningen zoals vastgelegd in dit stedenbouwkundig plan. +
zee seen wegtunnel parallel aan de hoofdverkeersroute Spaarndammerdij/ SSS
Ee het tunneltracé en het aanpalende terrein fúnctievrij te wordér-.gemaakt. Hiertoe
SE … … moeten de Stavangerweg tussen de Tasmansträateni de Haparandaweg en het
Be in Het nemen van een besluit tot het onttrekken van een weg aan de openbaarheid
er iseen bevoegdheid van het Algemeen Bestuur Het ontwerpbesluit zal
_ _ gedurende zes weken ter inzage liggen
ee Weginfrastructuür aangelegd zoals vastgelegd in het stedenbouwkundig:plan.— —
Stadsdeel West Pagina:2 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-14-00522
Se Reden van het besluit: en
EE Het óntrekken van de Stavangerweg tussen Tasmiafistraat en Haparandaweg en
en de Rigakade is noodzakelijk voor het aanleggen van de Spaarndammertünnel
Be welke onderdeel is van het plan Houthaven. en
EEE Juridische-grond — — en
eee “aanleg van de nieuwe weginfrastructuur in hetprojectgebied Houthaven worden
Ee — de Stavangerweg en het resterende deel van de Rigakade definitiefuit verkeer
EN „ sgenomen:én opgebroken, Hiervoor dient krachtens Artikel Van de Wegenwet
nn _-de weg:aan:het openbaar verkeer te worden onttrokken =Ditgeschiedt volgens
En _de weg is-gelegen’. — — nn
en Artikel 341 lid dvan de Awb vermeldt het volgende: ‘Het: bestuursorgaan legt het
CEE ontwerp vän:hette nemen besluit, met de daarop betrekking hebberide stukken.
CO Ae die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, tef inzage …
Zo Door het aan de openbaarheid onttrekkervan een deel van de Stavangerweg en
_ 555 ide Rigakade wordt één van de twee huidige toegangswegen tot het gebied
5 — 55 Houthaven opgeheven. De roùte ArchangelWeg=Haparandaweg blijft in functie
en — zals toegangsweg tot de Houthaven. Voor-hoodsen húlpdiensten is het belangrijk
Sn dat er-alt(jd-een tweede aanvalsrouite is,-die kan worden gebluiktalsde
Eee toegangsweg via de Archangelweg Is gestremd Sen
De Als tweede calamiteitenroute wordt de Sandvikweg zodanig ingericht dat deze
SSS toegankelijke voor de Brandweer met een brandweersleutel.= SS
ni Effecten op verkeërsätwikkeling: langzaam verkeer ES
EE Ter hoogte van de voormalige Sandvikweg — nabij de Albert Heijn supermarkt
te ‘langs de Spaarndammerdijksis er in de huidige situatie een verbinding voor
ES langzaam verkeer (fietsers -en voetgangers). Deze verbinding blijft tijdens de 5
== bouw van de tunnel beschijkbaarDe verbinding wordt veilig vormgegeven én__
TC &5 wordt afgesloten met hekken: Leeflingen van de nieuwe basisschool en het. —
ss Vierde Gymnasium kunhen gebruikmaken van:deze verbinding. Erworden
ais verkeersregelaars ingezet voortietbegsleiden van de Voetgangers en fietsers bij
_ 2 „de oversteek van de Spaarndammerdijk:ter-hoogte vande Spaarndammerstraat,
Ss Kosten, baten en dekking: SS
… ee De:kosten voor de onttrekking van-beide wegen worden gedragen doorhet _ :
— 5 sproject Houthaven (grondexploitatie). SSS ze
SS Vöörbereiding en adviezen 5e
_ == Afstemming binnen de gemeente SSS ee
| _ Ss Het ontwerpbesluit tot onttrekking:aan de openbaarheid is besproken inde
_ 7 SS Verkeerscommissie West (VG West). Gewenste-aanvullingen zijn reeds verwerkt:
55 Afhet bijgevoegde besluit. Een tweede toegangsweg oid. calamiteitenroute voor
Er __DeVG West heeft om een plan gevraagd datingaatop-de aspecten
ee _ Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Commünicatie-(BLVG)= Dit BLVC-
ES te plan met daatin-een omschiijving van het risicoprofiel, basisrègels “=== =
Stadsdeel West Pagina 3 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-14-00522
" 58 aflsloomanagement en een beknopte pracesbesöhrijving van processen van
EE bedrijventerrein als aanvalsroute mogelijk is, Dit is niet de officiële tweede =S
Te — toegang Voor-nood- en hulpdiensten, maar een extra mogelijkheid ==
Ee «Tekening wegonttrekking =S En
E Ss Afhändelng: — En
EN — SAfschrift aan: Eline Slot, Ferdinand de Liot, William Smits
OE Bekendmakmolpiblete | |
== … Het ontwerpontrekkingsbesluitwordt-bij-de-balie van het stadsdeelkantoor aan
Cee. de Baarsjesweg 224 ferinzage gelëgd.
_ SS De bekendmaking wordt gepubliceerd in de ‘Staatscourant en onder Digitale
mn == ‘Bekendmakingen van Stadsdeel West SS ee
Met dè afdeling:Gommunicatie is afgesproken de onderstaande middelen inte =
Ges _studentenhuisvesting.in:de Hoüthaven per flyer/bewonersbrief geïnformeetd over”.
„Ess Ter plaatse wordt de afslüiting-aangeduid‘en wordt er verwezen naar de zn
oe Ter kennisname doorsturen aans
7 EE Ecreta ig 5 z: Te z=Moorzitter: - Te ze
EN
Stadsdeel West Pagina 4 van 4
A-besluit
Besluitnr: INT-14-00522
| Besluit | 4 | train |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 7 december 2021
Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid
Portefeuillehouder(s): Femke Halsema
Behandeld door OOV, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 214accent Vuurwerkverbod van de leden Boomsma en Poot
van respectievelijk CDA en VVD (TA2021-000489)
Afdoening toezegging informeren raad over voorbereidingen jaarwisseling en
gesprekken met vuurwerkbranche (TA2021-000428) uit de
commissievergadering van 18 maart 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 1 april 2021 heeft uw raad bij de behandeling van
agendapunt 5 motie 214accent Vuurwerverbod van de leden Boomsma (CDA) en Poot (VVD)
aangenomen (waarin het college wordt gevraagd om:
1. Amsterdamse vuurwerkondernemers te ondersteunen bij het aanvragen van
nadeelcompensatie.
Op 8 oktober 2021 is er een stand van zaken gegeven. Er is toen gemeld dat er in mei met de
ondernemers is gesproken (zie bijlage) en dat er eind oktober opnieuw in gesprek zou worden
gegaan met de ondernemers.
Het College geeft als volgt uitvoering aan de motie:
1. De burgemeester is op 21 mei en 27 oktober in gesprek gegaan met de
vuurwerkondernemers. Bij het gesprek op 21 mei waren ook ambtenaren van het Bureau
Schade- en Nadeelcompensatie (BSN) aanwezig. In beide gesprekken zijn ondernemers
gewezen op de algemene regeling waar zij een beroep op kunnen doen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 7 december 2021
Pagina 2 van 2
In de AZ-commissie vergadering van 18 maart 2021 heeft de burgemeester op verzoek van alle
commissieleden toegezegd in gesprek te gaan met de vuurwerkbranche, zie notulen van de
raadsvergadering “Desgevraagd geeft de burgemeester aan het gesprek met de ondernemers aan
te gaan.”
De burgemeester heeft invulling gegeven aan deze toezegging door op zowel 21 mei (digitaal) als
27 oktober (fysiek) met de ondernemers in gesprek te gaan.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
De burgemeester van Amsterdam,
/
/
Femke Halsema
Bijlage
1. Raadsbrief voorbereidingen jaarwisseling 2021-2022
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 287
Publicatiedatum 8 april 2016
Ingekomen onder F
Ingekomen op 30 maart 2016
Behandeld op 30 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het bijgestelde strategisch plan 2014-2017
van het Havenbedrijf Amsterdam N.V. (stresstest voor het beleid van
het Havenbedrijf).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bijgestelde strategisch plan 2014-2017 van
het Havenbedrijf Amsterdam N.V. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 238).
Constaterende dat:
— het businessmodel van het Havenbedrijf draait om de overslag van fossiele
brandstoffen;
— erin het Strategisch Plan 2014-2017 wordt gesproken over een energietransitie,
maar hiervoor geen duidelijke doelstellingen zijn vastgesteld.
Overwegende dat:
— het blijven investeren in fossiele brandstoffen, met het oog op de dreigende
koolstofzeepbel, economisch onverstandige bedrijfsvoering is;
— het Havenbedrijf er baat bij heeft om het te voeren beleid te toetsen op
toekomstbestendigheid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— het eerstvolgende nieuwe Strategisch Plan van het Havenbedrijf te toetsen op
financieel-economische effecten ten aanzien van fossiele investeringen, met een
instrument zoals de stresstest van carbon tracker;
— de raadte informeren over het gekozen instrument en over de uiteindelijke
resultaten van de toets.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
VN2024-000671 Gemeenteraad
Ingenieursbureau x Gemeente RAAD
% Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 22
Datum besluit 31 oktober 2023
Onderwerp
Kennis te nemen van het ruimtelijk eindbeeld en de gefaseerde aanpak van de tweede fietsring
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
Kennis te nemen van:
1. De raadsinformatiebrief over de tweede fietsring, waar gefaseerd en in samenhang
met vervangingsonderhoud wordt toegewerkt naar fietsstraten op de route tussen
Ceintuurbaan, Roelof Hartstraat, Eerste Constantijn Huijgensstraat en Frederik
Hendrikstraat;
2. De ruimtelijke verdieping tweede fietsring, de bijlage waarin het ruimtelijke eindbeeld voor
deze route nader wordt toegelicht
3. De raadsinformatiebrief afdoening toezegging TA2024-001631 uit de commissievergadering
van 11 januari 2024 jl.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid onder a Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de
gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is
belast.
Artikel 169 Gemeentewet 1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad
verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Het college geeft de raad
alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
In het Meerjarenplan Fiets 2017-2022 is verkennend onderzoek aangekondigd naar de mogelijkheid
van een tweede fietsring;
e In de vorige bestuursperiode is de tweede fietsring als één van de vier prioritaire fietsroutes
benoemd en is aangekondigd dat waar mogelijk de vitvoering naar voren zou kunnen worden
getrokken;
e In de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 is opgenomen dat voetganger, fietser en OV de basis
vormen voor de stedelijke verplaatsingen; * De voorgestelde aanpak sluit aan op Amsterdam maakt
Ruimte; het koersdocument over de openbare ruimte;
* In april 2023 is de uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken in de openbare ruimte
vastgesteld door het college. Uitgangspunt is dat pas kan worden besloten tot het wijzigen van de
inrichting op het moment dat spullen in de openbare ruimte (assets zoals verharding van rijbaan en
stoep) vervangen worden. Dit vit oogpunt van duurzaamheid en efficiënte en doelmatige besteding
van overheidsmiddelen.
Onderbouwing besluit
Gegenereerd: vl.13 1
genus Armer Semeenteraad_R AAD
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
e De tweede fietsring wordt begrensd tot Ceintuurbaan -Bilderdijkstraat - Frederik
Hendrikstraat, het meest drukke traject met een totale lengte van 4,9 km. Doel is meer ruimte
te maken voor fietsers en voetgangers.
* Gekozen wordt voor een gefaseerde aanpak door de benodigde herinrichting voor een
deeltraject pas te overwegen wanneer vervangingsonderhoud zich aandient. Zo zijn voor
Roelof Hartstraat en Roelof Hartplein onderhoud aan wegdek en kabels en leidingen nodig;
de aanpassingen van de fietsinfrastructuur en trottoirs worden met deze werkzaamheden
gecombineerd. Daarbij zal de gebruikelijke PBI planvorming, inclusief participatie, worden
doorlopen.
* Of defietsring volledig wordt vitgevoerd en binnen welke termijn, is afhankelijk van de
momenten van vervangingsonderhoud én van de vraag of college en raad te zijner tijd
voldoende aanvullende middelen ter beschikking stellen in het investeringsportfolio en/of het
programma stadsverbetering.
e Zolang erop een traject nog (te) veel autoverkeer is, kan als verkeersveilige tussenstap een
fietsstrook worden aangelegd. Hierbij krijgen fietsers eigen ruimte naast de auto’s, de rijbaan
wordt uitgevoerd in rood asfalt (zie de illustraties in de bijlage van de RIB). Deze tussenstap
heeft de instemming van Programma Verkeersveiligheid, de werkgroep Blackspots en de
Fietsersbond.
* Ook deze tussenstap betreft een herinrichting, waarvoor budget vrijgemaakt moet
worden. Echter: om vervolgens de eindsituatie van een fietsstraat te maken, is alleen
nog het verwijderen van de wegmarkering tussen rijbaan en fietsstrook nodig. De
herinrichtingskosten worden daarmee in voorkomende gevallen ingezet voor de tussenstap,
waardoor sneller meer ruimte voor fietsers en voetgangers ontstaat.
e De betrokken stadsdelen West en Zuid zijn verantwoordelijk voor de bestuurlijke aansturing
(vanaf PBl-fase 1) van de deelprojecten.
* Alleen het ruimtelijke eindbeeld is vastgesteld. De dekking voor uitvoering zal per deelproject
moeten worden gevonden. Als eerste is dit onderzocht voor het routedeel Roelof Hartstraat —
Roelof Hartplein. Voor dat deelproject is dekking.
In de raadsinformatiebrief afdoening toezegging vit beslispunt 3 zal nader worden ingegaan op de
planning van de tweede fietsring en de bomen langs de route.
Financiële onderbouwing
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties.
Geheimhouding
nvt.
Welke stukken treft v aan
Gegenereerd: vl.13 2
VN2024-000671 % Gemeente Gemeenteraad
Ingenieursbureau 9 Amsterdam RAA D
%
Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024
AD2024-002651 1. RIB tweede fietsring.pdf (pdf)
AD2024-002652 2. Ruimtelijke verdieping tweede fietsring. pdf (pdf)
AD2024-003824 310124 brief nav cie MOW 11-1-24 2de fietsring- versie Def.pdf (pdf)
AD2024-002636 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
vesten [een
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
VenOR, Fjodor Molenaar, ambtelijk opdrachtgever, 06 3418 1986, f.molenaar®amsterdam.nl,
programma Fiets, Martijn Simons, , 06 1137 7575, m.simons@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.13 3
| Voordracht | 3 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1746
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder AK
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Ernsting inzake het Stedelijk kader Buitenreclame (geen
bewegende beelden in digitale panelen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Stedelijk kader Buitenreclame (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1589).
Constaterende dat:
— het voorliggende stedelijk kader buitenreclame mogelijk maakt dat MUPI- en
ABRI-panelen gedigitaliseerd worden;
— op een aantal MUPI's die al gedigitaliseerd zijn bewegende reclamebeelden
en reclamefilmpjes worden vertoond.
Overwegende dat:
— bewegende reclamebeelden en reclamefilmpjes door de beweging en
lichtflikkering meer aandacht trekken van passanten;
— bewegende reclamebeelden en reclamefilmpjes door de beweging en
lichtflikkering bijdragen aan de (visuele) drukte en als hinderlijk worden
ervaren;
— bewegende reclamebeelden en reclamefilmpjes door de beweging en
lichtflikkering afbreuk doen aan het historische karakter van de binnenstad en
UNESCO-gebied.
Besluit:
— Geen full-motion en/of animated stills toe te staan op digitale reclamepanelen
en uitsluitend stilstaande (statische) beelden te gebruiken.
— Het college te verzoeken het stedelijk kader buitenreclame aldus te wijzigen.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
4
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam VV
% Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten
% Gewijzigde Agenda, woensdag 14 januari 2009
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting en
Monumenten
Tijd 13.00 tot 17.00 uur
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
> Vanaf 16.00 uur zal er een presentatie worden gegeven inzake
concessieverlening Amsterdam en studie Exploitatie Effecten
NoordZuidlijn
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
5 Actualiteiten
6 Conceptverslag van de openbare vergadering
van de Raadscommissie VV d.d. 10 december 2008
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie VV @raadsgriffie. amsterdam.nl
7 Openstaande toezeggingen
8 _Rondvraag/ Tknlijst
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 14 januari 2009
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
9 Project IJsei: 1e uitvoeringskrediet Inrichting en Dynamisering Busstation
Amsterdam Centraal Nr. BD2008-006983
, De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad 11 februari 2009)
10 Voortgangsrapportage uitvoering Voorrang voor een Gezonde Stad Nr. BD2008-
008878
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Bakker (SP)
e Was Tkn 1 in de raadscommissie VV, d.d. 10 december 2008
e _Deleden van de raadscommissie Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare
Ruimte en Groen zijn hierbij uitgenodigd
11 Beantwoording raadsadres burger inzake naamgeving StopGo Nr. BD2008-
008879
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
… _Raadsadressant is hierbij uitgenodigd
12 Gebruikcijfers StopGo Nr. BD2008-008880
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
13 Afhandeling motie Geurts inzake terugverdientijd meerkosten energiezuinige
openbare verlichting Nr. BD2008-006375
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Volkshuisvesting
14 Beantwoording vragen CDA over onderhuur Nr. BD2008-008150
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
2
Gemeente Amsterdam VV
Raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening, Volkshuisvesting
en Monumenten
Agenda, woensdag 14 januari 2009
Grote Stedenbeleid
15 Voortgang Europees Programma Doelstelling 2 voor sociaal economische
ontwikkeling en stand van zaken Urban 2 Nr. BD2008-008881
* _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e De leden van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur,
Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd
Nagekomen stukken
Verkeer, Vervoer en Infrastructuur
16 Presentatie Stadsregio Amsterdam inzake concessieverlening Amsterdam en
studie Exploitatie Effecten NoordZuidlijn Nr. BD2009-000096
, De presentatie wordt gehouden vanaf 16.00 uur.
e De leden van de raadscommissie Kunst en Cultuur, Lokale Media, Sport en Recreatie,
Bedrijven, Deelnemingen en Inkoop zijn hierbij uitgenodigd
3
| Agenda | 3 | train |
> Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel Zuid
L
Agenda van de openbare Deelraad van
31 oktober 2012
Vergaderdatum woensdag 31 oktober 2012
Tijd 20:30 - 23.00 uur
Locatie Raadzaal te President Kennedylaan 923
Voorzitter mevr. F. Roos-Meijer
Griffier mevr. J. Spier
20.00-20.30 uur Aanbieding aan de deelraad van de rekenkamerbrief
Verzoekonderzoek verlengde afkoop erfpacht’ door de heer Jan de
Ridder, directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam
1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Spreekrecht burgers
4. Vaststellen concept-verslag van de vergadering 27 september 2012
5. Afscheid van mevrouw Angela Nijland (Groenlinks) als deelraadslid
6. Beëdiging van de heer Arend Hamstra als deelraadslid voor de
Groenlinksfractie
7. Mondelinge vragen
Hamerstukken
8. Asbestsanering De Mirandabad 2e fase
9. Vaststelling bestemmingsplan Frans Halsstraat 18 Nr. BD2012-002854
1
Deelraad - woensdag 31 oktober 2012
Vaststellen van:
10. Bezoekersregeling parkeren
11. Besluitvorming bomenbeleid en -verordening (stukken na te zenden)
12. Amendement 51-2012 GL-SP m.b.t. vaststelling Burap (herstemming
wegens staken der stemmen in de raadsvergadering van 27 september
2012)
13. Motie (s)vreemd aan de orde van de dag
14. Sluiting
Lijst van ingekomen stukken
Lijst van ingekomen stukken raadsvergadering d.d. 31 oktober 2012
2
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente
% Amsterdam
1 Amsterdam.nl
1.1 Formulier raadsadres
Naam
nn
Uw bericht
Hey Gemeenteraadsleden,
Het “IAMsterdam” standbeeld had gewoon moeten blijven. Het was
echt iets iconisch en mooi aan Amsterdam. Jullie hadden hier een
referendum over moeten organiseren.
Jammer dat het weg gaat,
Bedankt GroenLinks,
mn
| Raadsadres | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
% Amsterdam Voortgang Datastrategie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 31 mei 2022
Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad
Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani
Behandeld door CIO en CTO, [email protected]
Onderwerp Voortgang Datastrategie Amsterdam 2021-2022
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief wil ik u informeren over de voortgang van de Datastrategie Amsterdam 2021-2022.
De datastrategie is begin 2021 in het college vastgesteld en in de raad behandeld.
Het toenemend gebruik van data en de voorwaarden om data verantwoord te gebruiken zijn
belangrijke onderwerpen voor de komende jaren. We zien dit terug in nieuwe wettelijke
omkadering, bijvoorbeeld in de Wet open overheid* en de Wet hergebruik van
overheidsinformatie?.
De kaders roepen op om overheidsinformatie actiever openbaar te maken en geschikt te maken
voor hergebruik. Dit draagt bij aan de controleerbaarheid van de overheid en is een belangrijke
randvoorwaarde om het vertrouwen in technologie te vergroten.
In datastrategie hebben we twee doelen centraal gesteld:
1. Amsterdammers moeten meer zeggenschap krijgen over hun data en;
2. Data over de stad zijn voor de stad beschikbaar.
Om de doelen te realiseren is ook het fundament waarop we voort willen bouwen in
de datastrategie beschreven. Het fundament bestaat uit de onderdelen:
1. Veilig en beveiligd;
2. Transparant en controleerbaar;
3. Borging van mensenrechten (o.b.v. de TADA-principes3).
Het geheel is een Amsterdams kader om data rechtmatig en verantwoord te gebruiken voor een
inclusieve en menselijke samenleving. Dat data van Amsterdammers en over
de stad worden verwerkt tot juiste en betrouwbare informatie om onze plannen en
dienstverlening in de stad te verbeteren. De komende jaren komt de informatievraag en
de betrouwbaarheid van informatie centraler te staan om sneller en gerichter te
sturen op maatschappelijke vraagstukken. In het bestuurlijk debat zullen de effecten van
digitalisering in de samenleving bepalend worden om het verzamelen en delen van data te
rechtvaardigen.
* https:/fwww.digitaleoverheid.nl{/overzicht-van-alle-onderwerpen/democratie/democratie-in-
actie/wet-open-overheid/
2 https://www.rijksoverheid.nl{/onderwerpen({digitale-overheid{/open-overheid
3 https:/ftada.city/
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022
Pagina 2 van 4
In de datastrategie zijn achttien acties opgenomen, variërend in scope en doorlooptijd, om
vanuit de uitvoering de verschillende perspectieven op het gebruik van data met elkaar te
verbinden. Om u te informeren over de voortgang zijn de achttien acties verdeeld over 3 effecten
in de samenleving en de organisatorische borging. Te weten:
1. De Amsterdammer heeft vertrouwen in de Digitale Stad;
2. De Amsterdammer wordt beschermd tegen negatieve effecten;
3. Er is meer data beschikbaar voor de stad en er is meer samenwerking;
4. Het gemeentelijk l-domein is gereed voor de toekomst.
In bijlage 1 treft v het overzicht van de acties aan. Per effect staat daar een korte samenvatting van
de voortgang en een doorkijk naar de nieuwe collegeperiode gegeven.
1. De Amsterdammer heeft vertrouwen in de Digitale Stad
Met het publieksprogramma Datawijsheid wil het college de Amsterdammer informeren en
bewuster maken over het gebruik van data. Het actief infomeren van de Amsterdammer over de
voor- en nadelen van digitalisering en datagebruik moeten we voortzetten. Aan de ene kant
hebben we de experts en voorlopers in de stad die digitalisering omarmen, aan de andere kant zijn
er groepen Amsterdammers die niet mee kunnen komen en verder op achterstand raken. De
verwachting is dat die groepen verder op achterstand raken als we economisch een inhaalslag
maken in het “nieuwe normaal” na de coronapandemie. De komende jaren moeten we gericht
inzetten op verbetering van digitale vaardigheden en nieuwe economische kansen in de digitale
samenleving. In recente publicaties* worden verbanden gelegd tussen opleidingsniveau, digitale
vaardigheden en gezondheid als verklaring waarom groepen afhaken in de sterk veranderende
samenleving.
Met de verordening meldplicht sensoren en het algoritme-lifecycle-programma hebben we de
eerste stappen gezet om de transparantie over het gebruik van algoritmen in de stad en in de
gemeentelijke organisatie te vergroten. In het verlengde hiervan is het belangrijk dat Amsterdam
als stad een standpunt inneemt over de inzet van profilering® in aanvulling op het Stedelijk kader
verwerking persoonsgegevens®. De komende jaren worden meer data verzameld en gedeeld en
wordt het eenvoudiger om met software-tools profielen van individuen en groepen te maken. We
moeten het gesprek met elkaar aangaan om een Amsterdamse norm te formuleren voor de inzet
van profilering in de gemeentelijke organisatie en in de stad.
2. De Amsterdammer wordt beschermd tegen negatieve effecten
Door meer openheid te geven over het gebruik van algoritmen? willen we het gebruik ervan
transparant maken en de Amsterdammer in de gelegenheid stellen om ons te controleren. We
willen negatieve effecten van het gebruik van algoritmen sneller signaleren en oplossen.
Daarnaast willen we ook de negatieve effecten van het verzamelen van data in de publieke ruimte
in beeld brengen en betrekken in een bredere afweging over het gebruik van data in de publieke
ruimte. We hebben hiervoor een onderzoeksopdracht verleend aan het Instituut voor
informatierecht (IVIR) om de (wettelijke) mogelijkheden te onderzoeken om democratische
4 https://kennisopenbaarbestuur.nl/{rapporten-publicaties/atlas-van-afgehaakt-nederland/
5 https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/zelf-doen/gebruik-uw-privacyrechten/recht-op-menselijke-
blik-bij-besluiten
8 https://www.amsterdam.nl/privacy{privacybeleid/
7 https://algoritmeregister.amsterdam.nl/
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022
Pagina 3 van 4
waarden te borgen in de digitale publieke ruimte. Het onderzoek zal omstreeks mei-juni 2022
worden afgerond (het onderzoeksvoorstel is in februari 2022 ter kennisname aan u gestuurd).
De transparantie en zeggenschap die wij als gemeente bieden verwacht het college ook van
commerciële partijen in de stad. Met het loket persoonsgegevens Amsterdam is het al mogelijk
om inzage te krijgen in de persoonsgegevens die we in de gemeentelijke organisatie bewaren. De
komende jaren worden steeds meer datasets met elkaar verbonden. Het loket wordt
doorontwikkeld naar een nieuwe geautomatiseerde dienst om met een druk op een knop je
persoonsgegevens te kunnen inzien en om aan te geven welke data verwijderd kunnen worden.
Voor de nieuwe collegeperiode staat het monitoren van negatieve effecten hoog op de agenda.
De negatieve effecten van digitalisering kunnen voor individuen en groepen in Amsterdam groot
zijn. Het zijn sluimerende effecten die we niet altijd goed in beeld hebben omdat we veelal
achteraf meten met onderzoek en rapportage. We willen toewerken naar een real-time
monitoringsysteem, een Early Warning System (zoals https://www.covid-data.nl/early-warning)
voor de staat van de stad, waarmee we sneller effecten in de stad in beeld kunnen brengen en
sneller met gerichte maatregelen kunnen bijsturen.
3. Er is meer data beschikbaar voor de stad en er is meer samenwerking
Met de Cities Coalition for Digital Rights? zet en houd de gemeente Amsterdam de
mensenrechten stevig op de Europese agenda. We kijken uit naar de Europese Verklaring over de
digitale rechten en principes voor het digitaal decennium®. Hiermee wordt expliciet gemaakt dat
de rechten en vrijheden die zijn verankerd in het rechtskader van de EU, en de Europese waarden
die in de beginselen tot vitdrukking komen, zowel offline als online moeten worden geëerbiedigd.
In de Datastrategie staat de mens centraal en niet de technologie. Dat Europa nu ook de waarden
en rechten van burgers als uitgangspunt neemt steunt en onderstreept de Amsterdamse strategie.
Samenwerking is de manier om onze waarden en ambities kenbaar te maken en om gerichter data
met elkaar te delen. We zetten daarom in op meer publiek-private samenwerking op basis van
gedeelde waarden. Met het programma Smart Mobility hebben we een aantal belangrijke stappen
gezet om samen met commerciële partijen voorwaarden op te stellen voor het delen van data voor
de mobiliteit van de toekomst.
4. Het gemeentelijk l-domein is gereed voor de toekomst
Met de uitvoering van de bestuursopdracht l-Domein® en het nieuwe cluster Digitalisering,
Innovatie en Informatie (DII) investeren we de komende jaren o.a. in een moderne data-
infrastructuur en data-organisatie waar gebruikers toegang krijgen tot betrouwbare en
professioneel beheerde data volgens de geldende regelgeving en waar ambtenaren nieuwe taken
en verantwoordelijkheden krijgen en bewuster leren omgaan met data.
8 https:/{citiesfordigitalrights.org/cities
9 https:/fec.evropa.eu/commission{presscorner{detail{nl{ip 22 452
2 https:/fopenresearch.amsterdam/nl{page/62624/feindrapportage-bestuursopdracht-i-domein
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 31 mei 2022
Pagina 4 van 4
Met de acties uit de datastrategie hebben we een belangrijke stap gezet om vanuit een breed
perspectief oplossingen te vinden voor datavraagstukken. De belangen, voordelen en
mogelijkheden van datagebruik versterken de complexiteit van elk datavraagstuk. De keerzijde
van datagebruik en de mogelijke negatieve effecten voor individuen en groepen vereisen een
transparant en controleerbaar besluitvormings- en vitvoeringsproces.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Touria Meliani
Wethouder ICT en Digitale Stad
Bijlagen
1. Acties Datastrategie 2021-2022 voortgang februari 2021 raadsbrief
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
4 Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 192
Behandeld op 31 maart/1 april 2021
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 6 april 2021
“Onderwerp
Motie van de leden Bloemberg-lssa, Veldhuyzen, Boomsma, Kuiper en
Van Soest inzake de afsprakenbrief met de volkstuinen in De Nieuwe
Kern (geen doorgaande openbare fietsroute)
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de afsprakenbrief met de volkstuinen in De
Nieuwe Kern.
Constaterende dat:
- het college als ‘harde kader’ voor het co-creatie traject stelt dat er
een “openbare route voor recreatief fietsverkeer van noord naar
zuid” door de parken heen komt.
Overwegende dat:
— een openbare zone met doorgaand fietspad een achteruitgang voor
de diversiteit van flora en fauna betekent;
— waardevol groen verdwijnt voor de aanleg van de route;
— doorgaande en verlichte fietspaden parken opdelen en ecologische
barrières vormen;
— met de opdeling van tuinparken door fietspaden de bewegingsvrijheid
binnen volkstuinparken verkleint en de onveiligheid vergroot voor
o.a. spelende kinderen en ouderen;
-— de ervaring uit andere parken met fietspaden leert dat racefietsers,
elektrische fietsers, brommers, scooters en canta's/biro’s over de
paden zullen sjezen en de gemeente er niet in slaagt deze succesvol
te weren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In de verdere planvorming rekening te houden met een variant waarbij
er geen openbaar doorgaand fietspad komt door de tuinparken.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
JA. Veldhuyzen
D.T. Boomsma
T. Kuiper
W. van Soest
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Volgnummer 1
Datum indiening 31 december 2017
Onderwerp
Schriftelijke vragen van de leden Guldemond en Poorter inzake beheer damherten in
de Amsterdamse Waterleidingduinen
Aan het college van burgemeester en wethouders
Toelichting door de vragenstellers:
Het Parool berichtte onder de kop “Plezierjager wil ook op damherten schieten” op
donderdag 28 december jl. dat door particulieren een jagersvereniging is opgezet met
mogelijk het doel om in de Amsterdamse Waterleidingduinen te kunnen gaan jagen.
Volgens het artikel in Het Parool is de aanleiding hiervoor dat de Wet
natuurbescherming is gewijzigd, waardoor ook vrijwilligers een taak zouden hebben in
het beheer van natuurgebieden.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft in 2015, na ampele overweging, ingestemd
met het zogenaamde actief beheer in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Doel van
het beheer is om de populatie damherten terug te brengen naar aantallen die het
gebied kan dragen en waarbij de te beschermen natuurwaarden behouden kunnen
blijven. Een van de voorwaarden voor het actief beheer is dat plezierjacht is
uitgesloten. Deze uitspraak heeft de gemeenteraad al in 2013 gedaan bij de motie
Jager: ‘plezierjacht wordt nadrukkelijk uitgesloten evenals de methode drijfjacht en
het beheer zal niet opbrengstgedreven zijn’.
Gezien het vorenstaande hebben ondergetekenden de eer, namens de fracties van
D66 en PvdA op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende vragen te stellen:
1. Klopt de berichtgeving in Het Parool dat er sprake is van wetswijzigingen die een
daarvoor opgerichte (particuliere) jachtvereniging een rol geeft in het beheer van
natuurgebieden? Kan het college de gemeenteraad informeren over de bedoelde
wetswijzigingen en de consequenties voor het beheer in de Amsterdamse
Waterleidingduinen”?
2. Klopt het dat een particuliere jachtvereniging is opgericht om in de Amsterdamse
Waterleidingduinen tot plezierjacht over te gaan? Zo ja, kan de gemeente
Amsterdam (als eigenaar van het gebied) worden verplicht hieraan medewerking
te verlenen? Welke mogelijkheden heeft Amsterdam c.q. Waternet om de
Amsterdamse Waterleidingduinen te vrijwaren van plezierjacht?
3. Deelt het college de mening van D66 en PvdA dat vastgehouden dient te worden
aan de voorwaarden waaronder de gemeenteraad heeft ingestemd met het actief
beheer van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen? Zo ja, zal het
4
college dan alles in het werk stellen om de Amsterdamse Waterleidingduinen te
vrijwaren van de plezierjacht?
4. Indien het onverhoopt niet mogelijk is om de plezierjacht in de Amsterdamse
Waterleidingduinen tegen te houden, kan het college de raad dan nader
informeren over de consequenties voor het actief beheer van de damherten, de
veiligheid van beheerders en bezoekers en het effect op de zichtbaarheid van de
herten?
De leden van de gemeenteraad,
P.V. Guldemond
M.F. Poorter
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 542
Datum indiening 24 februari 2020
Datum akkoord 15 mei 2020
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake zorgen om de
Noordkust over komst horeca.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door de vragensteller:
De bewoners van Tuindorp Nieuwendam, Schellingwoude, Purmerpleinbuurt,
Zuiderzeeweg en omgeving, hebben grote zorgen over de komst van een
grootschalige horeca- en uitgaansgelegenheid in hun woonbuurt. Zij roepen dan ook
op om niet in te stemmen met de vergunningaanvraag voor een dergelijke
gelegenheid, onder de naam Noordkust, die onlangs is ingediend bij het stadsdeel.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de open brief van het bewonerscomité NoordRust en
Stichting Zosenerdam?
Antwoord op vraag 1
Ja, het college is hiermee bekend.
2. “Middels deze brief willen wij u graag uitleggen waar het om gaat. En waar het
ons niet om gaat. Het gaat ons er niet om dat we geen nieuwe bedrijven willen in
de buurt. Een restaurant, koffietentje, cafeetje, allemaal prima. Daar maakt
niemand een probleem van. Maar wat wij niet willen is een club die iedere vrijdag
en zaterdag tot 3 uur 's nachts open is, vele honderden bezoekers zal aantrekken
die door onze buurt gaan zwerven, herrie en overlast veroorzaken. Dat is wat de
buurt vrijwel zeker te wachten staat als het college vergunning geeft aan het
bedrijf TNT Explosive Productions, bekend van Roest, om ter hoogte van
Nieuwendammerdijk 538 een club en stadsstrand te mogen vestigen onder de
naam Noordkust.” Begrijpt het college deze zorgen en wat is de reactie daarop?
Antwoord op vraag 2
TNT Explosive Productions heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om af te
mogen wijken van het bestemmingsplan. De afwijking betreft het bouwen van een
café-restaurant, op een locatie waar het bestemmingsplan dit niet toestaat. De
afwijking van het bestemmingsplan wordt getoetst op ruimtelijke ordeningsaspecten.
Bijvoorbeeld de impact op de natuur en op omliggende wegen (aan en afvoer van
bezoekers). De in de open brief geuite zorgen worden, voor zover deze betrekking
hebben op ruimtelijke ordening, in deze toets betrokken.
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ne 2020 Schriftelijke vragen, maandag 24 februari 2020
De gevolgen voor de openbare orde worden niet betrokken bij de beoordeling van
een afwijking van het bestemmingsplan. Deze gevolgen worden wel beoordeeld bij de
aanvraag van een horecavergunningaanvraag. TNT Explosive Productions heeft
(nog) geen horecavergunning aangevraagd.
3. De vergunningaanvraag en ruimtelijke onderbouwing zijn volledig gericht op
grootschalige horeca tot diep in de nacht. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 3
De vergunningaanvraag betreft een café-restaurant met een capaciteit van 400
personen en een terras met een capaciteit van 300 personen (in totaal 700
personen). Het café-restaurant sluit doordeweeks om 02:00 uur en in het weekend
om 03:00 uur. Dit is de reguliere sluitingstijd voor horeca in de gemeente Amsterdam
(artikel 3.12 Algemene Plaatselijke Verordening). Het terras sluit doordeweeks om
23:00 uur en in het weekend om 00:00 uur. Dit is twee uur eerder dan het reguliere
terrassenbeleid van de gemeente Amsterdam, waarbij terrassen doordeweeks mogen
sluiten om 01:00 uur en in het weekend om 02:00 uur.
4. De openingstijden zijn zo ruim mogelijk genomen: 1 uur ’s nachts door de week
en 3 uur ’s nachts in het weekend, dit 365 dagen per jaar, in een rustige
woonwijk. Er kunnen blijkens de vergunningaanvraag meer dan 500 mensen
aanwezig zijn op het terrein. Is het college het met de fractie van de Partij van de
Ouderen eens dat dit buitengewoon onwenselijk is in een rustige woonwijk met
veel ouderen en gezinnen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 4
De in de vergunning opgenomen openingstijden van het café-restaurant zijn gelijk
aan de reguliere openingstijden van horeca in de gemeente Amsterdam, het terras
sluit twee uur eerder dan toegestaan (zie antwoord op vraag 3). De locatie waar de
vergunningaanvraag betrekking op heeft ligt in een industriegebied, niet in een
woonwijk. Het college is het niet per definitie eens met het standpunt dat horeca in
woonwijken onwenselijk is. Amsterdam wil een stad zijn met een dynamisch
uitgaansleven dat zich goed verhoudt tot wonen, werken en leven. Het college is wel
van mening dat horeca niet te veel overlast moet opleveren voor bewoners. Daarom
wordt daar ook op gehandhaafd.
5. Het gaat bij de vergunningaanvraag om een tijdelijke afwijking van het
bestemmingsplan. Het terrein is uiteindelijk bestemd voor woningbouw. Maar hoe
tijdelijk is tijdelijk in dit geval?
Antwoord op vraag 5
De omgevingsvergunning is aangevraagd voor een termijn 4 jaar. Het terrein is
aangemerkt als strategische ruimte voor gebiedsontwikkeling. Maar er heeft nog geen
besluitvorming plaatsgevonden over woningbouw op deze locatie.
6. Is het aannemelijk dat ondernemers vele honderdduizenden euro's investeren
voor een paar jaar? En hoe moeten ze dat terugverdienen anders dan met
grootschalige horeca? Graag een uitgebreide toelichting.
Antwoord op vraag 6
De gemeente Amsterdam beoordeelt de aanvraag van de omgevingsvergunning om
af te mogen wijken van het bestemmingsplan. De gemeente Amsterdam beoordeelt
niet het businessplan van de ondernemers die deze vergunning aanvragen.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ne 2020 Schriftelijke vragen, maandag 24 februari 2020
7. Deze tijdelijkheid heeft het mogelijk gemaakt voor Noordkust om een verkorte
procedure te volgen, waarbij bewoners geen kans krijgen om zienswijzen in te
dienen. Het is ook een argument blijkbaar voor het stadsdeelbestuur om
vooralsnog niet met de bewoners het gesprek aan te gaan. De bewoners hebben
onlangs nog een gesprek aangevraagd met het dagelijks bestuur, maar dat is
geweigerd met het argument dat het bestuur zich “niet wil laten beïnvloeden”. Dat
is een onbegrijpelijk standpunt. Wil het stadsdeelbestuur dan niet weten wat er
leeft onder de bewoners?
Antwoord op vraag 7
Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Noord heeft op 2 juli 2019 een gesprek gevoerd
met bewoners. Eris geen sprake van een ‘verkorte procedure’. Er zijn twee mogelijke
procedures bij de aanvraag van een omgevingsvergunning: een reguliere en een
uitgebreide voorbereidingsprocedure. De Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
schrijft voor welke voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd. Omdat het hier
een tijdelijke vergunning betreft, wordt de reguliere procedure gevolgd. De door de
bewoners geuite zorgen worden, voor zover deze betrekking hebben op ruimtelijke
aspecten, betrokken bij de afweging.
8. Is het stadsbestuur/stadsdeelbestuur als bereid om in gesprek te gaan met (een
afvaardiging van) de bewoners? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 8
Op dit moment beoordeelt de gemeente Amsterdam de aanvraag van de
omgevingsvergunning om af te mogen wijken van het bestemmingsplan. Zoals
hierboven aangegeven, betreft deze beoordeling een toets op ruimtelijke
ordeningsaspecten. Dit betreft o.a. de wijze waarop de ondernemer met zorgen in de
buurt kan omgaan. Gedurende de behandeling van de vergunningaanvraag, gaat het
college of stadsdeelbestuur niet in gesprek met belanghebbenden.
9. Eris geen enkele gegronde reden om toestemming te geven aan de vestiging van
een zaak als Noordkust op de aangegeven plek. Het is geen horecabestemming,
het past niet in de buurt, het geeft overlast, onveiligheid en schade aan de natuur.
Is het college bereid om de gevolgen voor de leefbaarheid van eventuele
vergunningverlening in kaart te brengen en de uitkomsten hiervan met de raad te
delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 9
De aanvraag van een omgevingsvergunning om af te mogen wijken van het
bestemmingsplan, wordt getoetst op ruimtelijke ordeningsaspecten. Bijvoorbeeld de
impact van de afwijking op de natuur en omliggende wegen (aan en afvoer van
bezoekers). Consequenties voor de openbare orde zijn geen ruimtelijke
ordeningsaspect. Dit aspect wordt getoetst bij de aanvraag van een
horecavergunning. Daarvan is nu (nog) geen sprake. Als een horecavergunning wordt
aangevraagd, vindt er een gesprek met de exploitant plaats. Daarin wordt o.a.
besproken hoe de ondernemer weerstand uit de omgeving kan tegengaan. Als er
overlast wordt veroorzaakt, wordt hierop door de gemeente gehandhaafd.
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Neng Lo Gemeenteblad
ummer - =: .
Datum 15 mei 2020 Schriftelijke vragen, maandag 24 februari 2020
10. Is het college bereid om de forse bezwaren die er bij bewoners leven, mee te
laten wegen in de uiteindelijke beslissing over de vergunningverlening? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord op vraag 10:
De bezwaren van bewoners wegen mee, voor zover deze betrekking hebben op
ruimtelijke ordeningsaspecten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1024
Publicatiedatum 9 oktober 2015
Ingekomen op 7 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 4/5 november 2015
Onderwerp
Motie van het lid Ernsting inzake de Begroting 2016 (team wachtlijsten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— Amsterdam in de zorg en in de jeugdzorg te maken heeft met wachtlijsten;
— het einde van de bezuinigingen in de zorg en jeugdzorg nog niet in zicht zijn;
— het voor de gemeente soms moeilijk is om voor- of achteraf op wachtlijsten te
anticiperen vanwege de financiële kaders die vooraf gesteld zijn.
Overwegende dat
— het college zo min mogelijk wachtlijsten nastreeft en inzicht in wachtlijsten soms
best complexe materie is;
— mensen die op een wachtlijst staan niet altijd weten welke andere mogelijkheden
ze hebben bij bijvoorbeeld andere aanbieders;
— mensen die tijdens het wachten al zorg ontvangen, maar dit vaak niet de juiste
zorg is waardoor problemen kunnen verergeren;
— de middelen die ingezet worden om mensen tijdens het wachten alvast zorg te
verlenen ook ingezet zouden kunnen worden voor de zorg die ze echt nodig
hebben.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in 2016 een Amsterdams wachtlijstteam in te zetten dat actief alle mensen die
wachten benadert en meekijkt welke alternatieven zij hebben, waardoor zij sneller
de juiste zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben;
— dit wachtlijstteam actief te laten monitoren waar wachtlijsten ontstaan en waarom;
— de bevindingen van dit team mee te nemen in de inkoop 2017.
Het lid van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
1
| Motie | 1 | discard |
% Jeugdwerkloosheid Amsterdam, ontwikkelingen 2014-2017
Amsterdam ten opzichte van G4 Amsterdam ten opzichte van Nederland
A 15 %
o on : gr
EMO Sterke daling jeugdwerkloosheid Amsterdam 2017: 7.600 jongeren werkloos,
Amsterdam. : n
16,9% Pe 2.500 daarvan niet onderwijsvolgend en 5.100
Ss volgen nog onderwijs en zoeken (bij)baan
„5% Amsterdam 2017: lagere Se
18% 9 jeugdwerkloosheid dan Den H = NT
% 9,9% jeugdwerkloosheid dan Den Haag, eze. =
2 Rotterdam en Nederland 10 Ears is.
6% j/ ee,
11,1% 11,8% EE v=eT
Amsterdam Temes. Ten 8
8% mn 7,5
"Pemanene 6,6
Utrecht T==enaan 6
Den-Haag 5
2014 2015 2016 2017
Rotterdam Nederland Amsterdam Nederland
® 2014 == === werkloos en niet-onderwijsvolgend —___ werkloos en niet-onderwijsvolgend
® 2017 === totale jeugdwerkloosheid — totale jeugdwerkloosheid
Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit Verschillen tussen stadsdelen Overzicht beroepsbevolking Amsterdam
5 Amsterdam totaal: 7,5% n,
in opleiding (37.900) alle Amsterdamse jongeren
147.000)
in opleiding en aan het werk (54.700) 47
Jr: E50 7,5% van de
aan het werk en niet in opleiding 26,6 beroepsbevolking
(39.300) 26,7 is werkloos
EN 8% PI beroepsbevolking niet-beroepsbevolking
werkzoekend en in opleiding (5.100) rr 5 0 | (101.600) (45.400)
werkzoekend en niet in opleiding r 3,3 A) TL mm
(2.500) 1,7 B zou, nn, nn,
niet in opleiding en niet ® 2017 Ontwikkeling 2014-2107 werkloze beroepsbevolking werkzame beroepsbevolking
werkend/werkzoekend (7.500) MES Baling kleiner dan gemiddeld (7.600) (94-000)
® gemiddelde daling me . >
ee en daling groter dan gemiddeld
Verschillen migratieachtergrond Belangrijkste ontwikkelingen
Geen migratieachtergrond Migratieachtergrond
8.150 (15,8%) nn
e Positieve ontwikkelingen Aandachtspunten
5.150 (9,2%) En ° 5.700 jongeren minder werkloos (13,3% > 7,5%) Laag- en middelbaar opgeleiden met niet-westerse
ri 4.700 (9,6%) e Arbeidsparticipatie stijgt (61,8% > 63,9%) achtergrond nog steeds vaker werkloos dan jongeren
® # ® « Onderwijsdeelname stijgt (64,7% > 66,5%) me ETS
2.900 (5,3%) ® * Daling schoolgaande werkzoekenden (15% > 9%) e Bijstandsafhankelijkheid daalt onder alle groepen.
ä in Oe Door instroom statushouders stijgt aantal uitkeringen
e # e Daling niet schoolgaande werkzoekenden (11% > 6%)
l van 2.769 naar 2.961
e Daling werkloosheid onder alle herkomstgroepenen ee . ‚
5 : e Participatiegraad jongeren met niet-westerse
Sne migratieachtergrond gedaald
2014 2017 2014 2017 9 9 9 :
| Factsheet | 1 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer SV 30
Datum indiening 16 november 2020
Datum akkoord 4 februari 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest inzake decentralisaties mislukt
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het Sociaal en Cultureel Planbureau rekent af met hooggespannen verwachtingen van de
decentralisatie van zorg- en ondersteuningstaken van het rijk naar gemeenten.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de
Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de bekend met het bericht 'SCP: hoge verwachtingen
decentralisaties niet waargemaakt’?
Antwoord
Het college is bekend met het rapport ‘Sociaal domein op koers? Verwachtingen en
resultaten van vijf jaar decentraal beleid’ dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)
maandag 16 november jl. publiceerde.
Toelichting door vragensteller:
De conclusies van het SCP zijn keihard. Bij de Participatiewet zijn mensen er soms zelfs op
achteruit gegaan. Ook de arbeidsparticipatie is de afgelopen jaren niet verbeterd. In de
jeugdzorg zijn de wachtlijsten nog steeds te lang, ook bij de Jeugdbescherming. En daar zitten
nou precies de kwetsbaarste kinderen. Ouderen met een zorgvraag moeten steeds langer thuis
wonen. In september stelde de voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG),
dat de tekorten bij de gemeenten dit jaar met een miljard in de min dreigen te gaan, bovenop
het structurele tekort van twee tot drie miljard euro per jaar.
2. Deelt het college de mening, zeker na de roep van de voorzitter van de VNG, dat bij de
decentralisaties de menselijke maat uit het oog verloren is? Graag een reflectie op de
conclusies van het SCP.
Antwoord
Het college vindt oog voor de menselijke maat van groot belang. Niet voor niets
benadrukt het in het coalitieakkoord “Een nieuwe lente en een nieuw geluid” dat we
binnen het sociaal domein werken aan een rechtvaardige stad waarin iedereen dezelfde
kansen heeft, onafhankelijk van de buurt waarin je woont of de school waar je naartoe
1 https://nos.nl//2356722
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv 5 Gemeenteraad R
Datum 0 februari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 16 november 2020
gaat. Een stad waarin mensen volwaardig mee kunnen doen en niet gehinderd worden
door armoede of schulden. Waar mensen zo lang mogelijk en gezond in hun eigen buurt
kunnen blijven wonen. En iedereen mag zijn wie hij is, ongeacht, huidskleur, seksuele
geaardheid of geloof.
Amsterdam biedt zoveel mogelijk maatwerk, de Amsterdammer staat hierbij centraal.
Door knellende landelijke regelgeving en een te klein budget kunnen we dit steeds
minder doen op een manier die iedere Amsterdammer recht doet. Zo is de
Participatiewet voor bijstandsgerechtigden te complex en biedt te weinig
ruimte aan gemeenten om in alle gevallen een zorgvuldige afweging te kunnen maken
bij bijvoorbeeld de beoordeling van de schending van de inlichtingenplicht en
terugvorderen van bijstand. En wijst onderzoek uit dat het Rijk structureel te weinig
budget ontvangt voor de uitvoering van Jeugdhulp. Met te krappe budgetten en steeds
verdere inperking van sturingsmogelijkheden is het voor gemeenten steeds lastiger om
de grote beloftes van de decentralisaties waar te maken. Amsterdam is wat dat betreft
geen vitzondering. Vanzelfsprekend herkent het college dan ook het signaal van de
voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), dat de tekorten bij de
gemeenten dit jaar met een miljard in de min dreigen te gaan, bovenop het structurele
tekort van twee tot drie miljard euro per jaar.
Amsterdam sorteert voor op verbeteringen binnen het Sociaal Domein, Al in 2017 is
geëvalveerd hoe de aanpak van de decentralisaties ervoor staat in Amsterdam. Samen
met professionals, partners, bestuur en medewerkers is onderzocht en besproken wat
werkt en wat voor verbetering vatbaar is. Dit traject is aanleiding geweest voor de
vorming van vier ontwikkelprogramma's:
e _Hetverstevigen van de sociale basis
e De doorontwikkeling van de buurtteams
e Specialistische zorg & ondersteuning
e Leren van escaleren
Deze vier ontwikkelprogramma’s bij elkaar hebben de opdracht om de gewenste
beweging op gang te brengen. Namelijk meer laagdrempelige en bij voorkeur
collectieve voorzieningen als alternatief voor individuele en/of specialistische
ondersteuning. Daarnaast willen we denken en handelen vanuit de leefwereld in plaats
vanuit de functionele systeemwereld. En we doen recht aan de verschillen in de stad
door een meer gebiedsgerichte benadering. Kortom zet het college in op een
ontwikkeling waarin de menselijke maat vooraan staat.
3. Wat zijn de Amsterdamse cijfers op het gebied van decentralisatie, en welke financiële
tekorten kennen we daarbij? Graag een gedetailleerd overzicht.
Antwoord
Sinds de middelen Sociaal Domein in 2015 naar onze gemeente zijn overgeheveld, doet
het college al verslag van de financiële ontwikkelingen in het kader van de P&C cyclus.
In de begrotingen, voorjaarsnota's, najaarsnota’'s en jaarrekeningen is steeds inzicht
gegeven in, en verantwoording afgelegd over, de middelen voor Jeugd, Zorg en
Participatie. Daarnaast zijn hierover in de afgelopen jaren nog separate brieven
gestuurd. Ook zijn verschillende technische sessies gehouden. Zo is in de technische
sessie van 16 juni 2020 over de voorjaarsbrief 2020 een toelichting gegeven op de
ontwikkelingen in de WMO en de Jeugdhulp en de keuzes die in de voorjaarsbrief 2020
zijn gemaakt.
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam
Aeg sv 5 Gemeenteraad R
Datum 0 februari 2021 Schriftelijke vragen, maandag 16 november 2020
Recentelijk is nog een uitgebreid informatiepakket over de Begroting 2021 (in de
Dagmail van 2 september jl). U ontving in dit informatiepakket ook een uitgebreide
memo over programma 8 waar uitvoerig wordt beschreven hoe de financiële situatie bij
Jeugd en Zorg is en welke maatregelen het college heeft genomen om de tekorten op
te lossen. Daarnaast is in de raadscommissie ZJS van 12 november jl. een raadsbrief van
16 september jl. geagendeerd waarin uitvoerig de financiële stand van zaken bij Jeugd
weergeef en een tekort van 1% op de jeugdbudgetten meld bij de Najaarsnota 2020.
4. Welke stappen richting het rijk heeft dit college ondernomen? Graag een overzicht van
ondernomen acties.
Antwoord
De VNG is namens gemeenten de primaire gesprekspartner voor het Rijk. Een aantal
leden van het college heeft zitting in VNG-commissies en onderneemt vanuit die
overkoepelende verantwoordelijkheid voortdurend stappen richting het Rijk. Daarnaast
kaarten afzonderlijke collegeleden, vaak in G4-verband, regelmatig knelpunten aan bij
de betreffende bewindspersonen. Dat gebeurt middels brieven en gesprekken op een
veelheid aan onderwerpen op het moment dat we bij het verwezenlijken van
gezamenlijke ambities stuiten op belemmeringen in randvoorwaarden en/ of
sturingsmogelijkheden.
Een greep uit de vele acties die Amsterdam, G4 en VNG hebben ondernomen richting
Den Haag hebben ondernomen:
— Amsterdamse brief aan ministers VWS en J&V over Blijvend Veilig;
— Amsterdamse brief aan minister VWS over wetsvoorstel beschikbaarheid zorg voor
de jeugd
— _G4/G4o reactie op de Kamerbrief perspectief voor de Jeugd en de
— VNG reactie op de consultatie Jeugdwet
— VNG Open brief over jeugdzorg en GGZ aan inwoners
— Verschillende berichten van VNG omtrent het abonnementstarief
— _ VNG Position Paper t.b.v. AO Financiële verhoudingen
— _ Amsterdamse brief minister VWS over de financiering van de verbinding tussen
vGGZ en Jeugd
— _G4 brief over dakloosheidsproblematiek aan staatssecretaris Blokhuis
— _G4 reactie cie Bos (2020) aan minister van VWS
— _Gá brief Een duurzame oplossing voor veilig thuis, binnen de brede aanpak van
huiselijk geweld en kindermishandeling’ (2020) aan minister van VWS
— VNG lobbytraject over de financieringssystematiek (en verdeelmodel) van de
bijstand (BUIG)
— VNG lobbytraject over het Breed Offensief om meer mensen met een
arbeidsbeperking aan het werk te helpen
— _G4 en Amsterdams lobbytraject om de Kostendelersnorm af te schaffen
— Position paper gemeente Amsterdam voor het Rondetafelgesprek over arme
ouderen d.d. 3 juni 2019
— _ VNG Position paper voor het Rondetafelgesprek Evaluatie Participatiewet 20
februari 2020
— Brief van G4 en de Landelijke Armoedecoalitie over Breed schuldenoffensief
herstelfase Corona
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
emmer fear 2021 Schriftelijke vragen, maandag 16 november 2020
5. Welke acties/signalen, wellicht in samenwerking met de VNG en andere gemeenten,
gaat het college nog ondernemen? Hebben gemeenten al eens gedacht aan het signaal
‘Minder geld naar Europa, meer naar gemeenten’? Graag een toelichting.
Antwoord
Zie ook het antwoord op vraag 4.
Het college zal signalen blijven geven richting het Rijk en daarbij ook aandacht vragen
voor het advies van het SCP richting het Rijk om in te zetten op stelselverbeteringen en
daarbij:
— Realistisch te zijn over zelfredzaamheid en de zorgzame samenleving;
— _ zichzelf niet rijk te rekenen;
— te zorgen voor integraal rijksbeleid;
— een brede definitie van sociaal domein te hanteren;
— _en meerte denken vanuit de burger.
Het college ziet hier geen direct verband met de Nederlandse bijdrage aan de EU.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 juli 2021
Ingekomen onder nummer 604
Status Verworpen
Onderwerp Motie van de leden Martens , Boomsma, Kreuger, Taimounti en Kuiper
inzake de verordening ‘toerisme in balans’ (beleidsnota's altijd na overleg
met ondernemers opstellen)
Onderwerp
Beleidsnota's altijd na overleg met ondernemers opstellen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de uitvoeringstoets op de concept-verordening ‘toerisme in balans’
Constaterende dat:
— Voorliggende Verordening het college opdraagt om bij het bereiken van zogeheten signaal-
waarden beleidsnota's met maatregelen uit te werken.
Overwegende dat:
— Deze nota's maatregelen kunnen bevatten die sectoren die gerelateerd zijn aan de bezoekers-
economie kunnen benadelen, zoals de horeca, nachtclubs en poppodia, musea en culturele
instellingen, evenementenorganisatoren, de taxi- en rondvaartbranche, et cetera;
— Bezoekers nodig zijn voor werkgelegenheid en het in standhouden van faciliteiten en voorzie-
ningen waar ook bewoners van profiteren;
— Het college eventuele maatregelen altijd zou moeten nemen na uitgebreid overleg met (verte-
genwoordigers van) ondernemers uit deze sectoren, zoals MKB Amsterdam, de Koninklijke
Horeca Amsterdam; het Amsterdamse cluboverleg, amsterdam&partners, etc.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— Eventuele beleidsnota's in de toekomst altijd op te stellen na overleg met ondernemers en
brancheorganisaties uit de sectoren die gerelateerd zijn aan de bezoekerseconomie;
— In nota’s altijd aan te geven in hoeverre de input van deze organisaties is verwerkt;
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
— In nota’s altijd in te gaan op de vraag welke gevolgen de voorgestelde maatregelen hebben op
de (bezoekers)economie, werkgeleenheid en de voorzieningen in de stad.
Indieners
C. Martens
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
M. Taimounti
T. Kuiper
| Motie | 2 | discard |
Algemeen Bestuur
Agenda
Datum 11-04-2022
Aanvang 20:00
Locatie Raadzaal stadhuis Weesp
Bestuurssecretaris D. Struijk
1 Opening en mededelingen
Er is geen bericht van verhindering ontvangen.
2 Vaststellen van de agenda
Voorstel: de agenda vaststellen
3 Vaststellen besluitenlijst vorige vergadering van het AB d.d. 31 maart 2022
Voorstel: de besluitenlijst vaststellen
4 Vaststellen Reglement van Orde (RvO) voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de
bestuurscommissie stadsgebied Weesp
Tijdens de vergadering van 31 maart jl. is besloten dit agendapunt opnieuw te agenderen. Een aantal suggesties
voor verbetering van het reglement is gedaan. Zie aangepaste versie 2.
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Aanmeldingen:
e 1 inspreker over de Beleidsregels voor het afmeren van vaartuigen en het houden van steigers in Weesp
6 Benoeming Dagelijks Bestuur (inclusief definitieve voorzitter) bestuurscommissie stadsgebied Weesp
Bij een schriftelijke stemming over personen, benoemt de voorzitter uit de ter vergadering aanwezig leden van de
commissie een stembureau dat bestaat uit drie leden. Het eerst aangewezen lid is voorzitter.
7 Mandaatbesluit aan Dagelijks Bestuur
Voorstel: mandaatbesluit vaststellen
8 Portefeuilleverdeling Dagelijks Bestuur
9 Actualiteiten
10 Rondvraag
11 Sluiting
| Agenda | 2 | train |
Tr An en
ie df a bs ein ed _ a zE Ed
' NE ei ó $ WE he à Ee a NGN
Ì rt EAN EN à nd
e. dl 3 Gata Er Gs: : _e ik. ' ne \
et, EGER
h é LN pn mt pe Ù | FE 4 k IW ne & et x
| P dend ef en AN, NEN pij IE re 6 AL RE Lk ke vd AN ie 4 zes
| De ii ze RE Ei” 5 est End * ì 6 } EE &
| jp jk en Ae 5 RSW) , di pa $ ì À ek \
| Kn , : 5 4 it fe Lvl ide db fa "
| ad / 6 Ee an BE: bd’ TNS ‚Nn 8 GEDE AN : ;
4 sy hs DE he LANE er SE ee
Ed di ’ hd eN ENZ Os EN enn 2 ENA = NE
f - B ee EE Re Peet. 4 A erts ì Pd es ES 3 had
en . bn valde 7 ARV EEN IL ed dS 8
De fe Een À 8 MARVER ES AR RE EE " j
rr 4 hate Sd p WA: Ce dee AR ak ig ee
Hi pt e” b N 5 id & bis, p) Ben le ak \ B ie Fk A) ON Deed £ et
| e m En, ge ie si ir ND Nad \ = ld ,
| 5 we À AR AR ie be DA
| _ ad PR f er EES a 5
| DE ha EN nd
Û B, bet OR KS
| de è kh ER er al tn,
4 P e Id heden Ne Ml 8, Aen F.
nn ere Oe en rm | he Demmer hdnd enen” =n 1E :
| Den pee De | OE zene
prEN ee
ME ae es nn etend nee Ede
en 5 ee : S Id on lernen
mm anr a , : Redd
| Ì Bruine rat bij begroeiing en vuilnis. Foto Jan Buijs
| De bruine rat in en om stadswoningen
ij
iN
Á a nn
| Voork beter dan bestrijd
oorkomen Is beter aan Destrijaen
|
| | Omdat de mens overlast ervaart van de bruine rat wordt deze soort in de stad bestreden, meestal
IN met gif (rodenticiden). Door factoren te vinden die invloed hebben op het aantal ratten in een buurt
| en door te sturen op deze factoren, kan het gebruik van rodenticiden worden verminderd.
|
| Marjolein van Adrichem, Jan Buijs, Jana Verboom en Paul Goedhart
|
De bruine rat is een generalist en een op- denticiden. Hierdoor is de overlevingskans Meldingen vergelijken De afdeling
portunist. Hierdoor kan de soort zich ge- van resistente bruine ratten vergroot, met Dierplaagbeheersing houdt al jaren bij op
makkelijk aanpassen aan verschillende als gevolg dat tegenwoordig in verschil welke adressen ratten worden gemeld en
omstandigheden en omgevingen. Als be- lende Europese rattenpopulaties resisten- bestreden. Voor dit onderzoek zijn de rat-
| schutting maken bruine ratten niet alleen tie tegen rodenticiden voorkomt. De tenmeldingen van 2009 tot en met 2012
| gebruik van huizen, maar ook van struiken afdeling Dierplaagbeheersing van de GGD gekoppeld aan coördinaten (figuur 2). Op
| en bijvoorbeeld bouwafval. Bruine ratten in Amsterdam probeert tegenwoordig deze manier kunnen de rattenmeldingen
| zijn niet kieskeurig wat voedsel betreft; eerst de oorzaken te vinden, waardoor de in en om huizen ruimtelijk worden weer-
| zelfs ons afval bevat vaak veel eetbaars overlast is ontstaan. Door die oorzaken gegeven en kunnen er omgevingsfactoren
| (foto bovenaan). De meeste mensen zien aan te pakken, kan de overlast vaak al aan gekoppeld worden. Het aantal ratten-
de bruine rat niet als een zoogdier dat on- worden verminderd zonder rodenticiden te meldingen per buurt is gerelateerd aan 16
derdeel uitmaakt van het ecosysteem, gebruiken. Ter ondersteuning van deze omgevings- en sociaaleconomische facto-
maar als een plaagdier: ratten kunnen aanpak is onderzocht welke factoren in- ren, waaronder het percentage stads-
| onze huizen binnenkomen, ze knagen aan vloed hebben op de aanwezigheid van de groen, de WOZ-waarde van huizen, het
| materialen en ze laten ontlasting en urine bruine rat in en or huizen in Amsterdam. aantal inwoners en de bevolkingssamen-
achter. Verder zijn veel mensen bang voor De resultaten van het onderzoek worden stelling. Vier van deze omgevingsfactoren
| ratten. Om deze redenen worden bruine vervolgens vertaald in praktische maatre- komen uit de analyse naar voren, namelijk
| ratten al tientallen jaren bestreden met ro- gelen voor lokale instanties. het aantal inwoners, het percentage stads-
|
| 5 8,0
Si 70
E 6,0
NN
| 5 40
| 5 30
N20
5
de 5
© 0,0 me ES Pd
5 <1870 _ 1870-1899 1901-1909 1910-1917 1918-1924 1925-1930 1931-1946 1947-1960 1961-1977 1978-1995 1996-2012 unknown
| 8 Bouwperiode
Figuur 1 Huizen met rattenmeldingen van 2009 tot en met 2012, weergegeven per bouwperiode als een percentage van alle huizen uit die bouwperiode.
groen, het bouwjaar en het type riolering. gescheiden riool (1.1) dan voor gemengd pulatie zich snel herstellen als je ratten
riool (5.2). wegvangt of vergiftigt. Voorkomen is
Veel inwoners Het aantal inwoners Een gemengd riool heeft dus een positieve daarom beter dan bestrijden. Door de
beïnvloedt het aantal rattenmeldingen relatie met het aantal rattenmeldingen. Dit draagkracht van het betreffende leefge-
waarschijnlijk op twee manieren. Aan de kan wijzen op een betere geschiktheid van bied te verlagen zullen er niet tijdelijk
ene kant zorgen meer mensen voor een dit riooltype voor de bruine rat. In een ge- maar blijvend minder bruine ratten aan-
grotere kans dat een rat gemeld wordt. mengd riool worden zowel afvalwater als wezig zijn. De draagkracht kan verlaagd
Aan de andere kant zijn er in buurten met regenwater afgevoerd. Er is dus een toe- worden door de beschikbaarheid van voed-
meer mensen meer huizen, meer voedsel- gangsmogelijkheid via straatkolken en er sel en beschutting te beperken. De resul- |
resten en meer afval wat zorgt voor een is voedsel aanwezig. Via het afvalwateraf- taten van dit onderzoek in Amsterdam
hogere draagkracht voor bruine ratten. voer van het gescheiden rioolsysteem suggereren dat bij huizen die gebouwd zijn
wordt geen regenwater afgevoerd. Bij dit vóór 1960 moet worden gezocht naar alge-
Een groene wijk Het percentage type riool zijn dus ook geen straatkolken mene oplossingen om deze omgeving min-
stadsgroen heeft volgens de statistische aanwezig. Het zal daarom vrijwel onmoge- der aantrekkelijk te maken voor bruine
analyse ook een positieve relatie met het lijk zijn voor bruine ratten om binnen te ratten, zoals het dichten van gaten en het
aantal rattenmeldingen. Stadsgroen met komen in dit type riool. Een andere moge- wegnemen van schuilplaatsen. Verder
struiken of hoge vegetatie is een geschikt lijke verklaring voor het verschil tussen suggereren de resultaten dat de structuur
leefgebied voor de bruine rat. Voedselafval gescheiden en gemengd riool is dat het van het stadsgroen zou kunnen worden
zorgt mogelijk nog voor extra voedselaan- gemengd riool gemiddeld genomen ouder aangepast, zodat het minder aantrekkelijk
bod in stadsgroen. Daarom kan verwacht is. Daarom kan het zijn dat de conditie van wordt voor bruine ratten. Zo kunnen
worden, dat er een grotere populatie kan het gemengd riool slechter is dan de con- groenblijvende struiken dichtbij gebouwen
leven in buurten met meer stadsgroen. ditie van het gescheiden riool, met meer worden vervangen door bladverliezende
scheuren en meer ongebruikte delen, struiken en kan hoge vegetatie direct
Huizen gebouwd vóór 1960 Een waar bruine ratten beschutting kunnen naast gebouwen vaker worden gemaaid.
belangrijke factor is het percentäge huizen vinden. Verder moet worden onderzocht wat de in-
met een bouwjaar voor 1960. De bouwja- vloed is van voedselafval in en bij stads-
ren van alle huizen in Amsterdam zijn ver- Praktische maatregelen om groen. Ten slotte lijkt het verstandig om
geleken met bouwjaren van huizen met overlast te voorkomen door te gaan met de inspectie van en on-
rattenmeldingen. Ondanks dat er vanaf Bruine ratten hebben een korte generatie- derhoud aan het riool en om bij die in-
ongeveer 1960 jaarlijks veel huizen zijn ge- tijd en kunnen snel veel nakomelingen spectie ook de aansluiting van woningen
bouwd, worden er maar relatief weinig rat- voortbrengen. Daardoor kan een rattenpo- op het gemeentelijke riool mee te nemen.
ten gemeld vanuit deze huizen. Figuur 1
geeft het aantal huizen met rattenmeldin-
gen ten opzichte van het totaal aantal hui es GEEN mee ke PT u +
zen per bouwperiode. Ook hieruit blijkt dat 4 à nn EN ETS Teige EL: ij
er relatief meer rattenmeldingen komen He bed X HE et Po B NV
. . P Lag” Eed KANS BE ON % iet e : ”, Ô
uit huizen van voor 1960. Ene in So vi Eh ERR S Fed
Buurten met een hoger percentage huizen ee 5 Et et EA $ hed ee. een
van voor 1960 hebben dus relatief meer 4% hal” aen es i le pe sen ì |
rattenmeldingen. Blijkbaar is de kwaliteit vl ee He ef
van de huizen na 1960 verbeterd. Het is \ AT 8 Kn Bes AE E-A, k
wellicht moeilijker voor bruine ratten om Na | e a 4 derd AE Been dp Re eN |
nieuwere huizen binnen te komen, of mis- # PA DEE dna be de 4 í Se ed NS Er, |
schien zijn nieuwere huizen minder aan- EDGE za + Es 5 VE “. /
trekkelijk, omdat er minder schuilplaatsen | S CANE TGA ni OS Se > |
te vinden zijn in, onder en om het huis. &, ll oe DE el Kp NA > a Be |
SM re Ne he evA R st |
Gemengd riool Het rioolstelsel van | 4 NEE, ge sf Ney ed Tal ij
Amsterdam bestaat uit verschillende typen sl # ZA Re gee <A NOR el a: : |
riool. Het centrum heeft voornamelijk een IE oet ZBAN pd, A Akten en Ae |
d rioolsysteem en de nieuwere wij- br AEL ed ni CL ne, | |
gemengd rioolsysteem Ì BS Le EE eN si à |
ken hebben veelal een gescheiden riool- ZEN AREA 4 SAR ad IS
systeem. Om &&f derden Û Aimasn W&eo Figuur 2 Locaties van rattenmeldingen in gemeente Amsterdam van 2009 tot en met 2012
het aantal rattenmeldingen in en om hui-
zen en het type riool, is voor elke ratten- Ì
7 ; «__Rattenmeldingen 2009t/m2012
meldingslocatie bepaald welk type
rioolleiding het dichtst bij die locatie ligt. L_] Gemeente Amsterdam
Daarna is de totale lengte van zowel ge- Gebouw
mengd riool als gescheiden riool bepaald. B Stadsgroen Verder lezen?
Volgens deze berekening is het aantal rat- BE Loofbos
tenmeldingen per km riool veel lager voor Water Zie voor literatuur naar aanleiding van dit
artikel www.zoogdiervereniging.nl/zoogdier.
Referenties in dit artikel verwijzen naar op
deze website vermelde publicaties,
Zoogdier 25-2 pagina 19
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1333
Publicatiedatum 4 december 2015
Ingekomen onder AG
Ingekomen op donderdag 26 november 2015
Behandeld op donderdag 26 november 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake de brief “Afdoen toezegging
haalbaarheidsonderzoek Groene Lopers fietsroutes” (routes niet uit oog verliezen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de brief “Afdoen toezegging haalbaarheidsonderzoek
Groene Lopers fietsroutes” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1264);
Constaterende dat:
— het initiatiefvoorstel Groene Lopers unaniem is aangenomen door de raad;
— de route langs de Kostverlorenvaart, een van de onderzochte routes, duur is;
— de route binnenring een lang traject van uitvoering tegemoet gaat, wil deze route
ooit ‘snel en emissievrij’ zijn.
Overwegende dat:
— in het voorliggende onderzoek slechts 2 potentiele groene fietsroutes onderzocht
zijn, waarvan er eentje niet eens in het oorspronkelijke initiatiefvoorstel stond;
— door het nu voorliggende onderzoek de focus op alle andere routes in het
oorspronkelijke voorstel naar de achtergrond verschoven lijkt;
Voorts overwegende dat:
— heteen gemiste kans voor de Amsterdamse fietser zou zijn als het
oorspronkelijke idee, namelijk een netwerk van snelle, emissievrije fietsroutes
tussen stad en groen, via NS-stations, uit het oog verloren wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in het Meerjarenplan Fiets nader af te wegen wat de mogelijkheden zijn voor een
netwerk van snelle, comfortabele, herkenbare en uitstootvrije fietsroutes van en naar
groene ruimtes via NS-stations in de stad.
De leden van de gemeenteraad
Z.D. Ernsting
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost
Agenda
Datum 18-04-2023
Aanvang 19:00
Locatie 1e verdieping stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150
Secretaris Jochem Oostveen
Voorzitter Neumine Marshall
1. Opening en vaststellen agenda
2. Mededelingen
3. Bewoners aan het woord
4, (concept) Besluitenlijst 11 april 2023
5. a. Mondelinge vragen
b. Moties
6. Ingekomen stukken
Gevraagde adviezen
7. Aantrekkelijk OV in een 30 km/u stad (vaststellen)
8. Concept VTH Beleid Fysieke Leefomgeving 2023 (vaststellen)
9. Vervoersplan 2023/2024 (vaststellen)
Ongevraagde adviezen
10. Meer maatschappelijke en culturele organisaties - dhr. Bakker (vaststellen)
11. Gebiedsopgaven Masterplan Zuidoost - dhr. Idsinga (vaststellen)
12. Leraren en onderwijsassistenten werven in Zuidoost - mw. Lugman (vaststellen)
13. Rondvraag en sluiting
Stukken ter kennisname
| Agenda | 2 | train |
Gemeente
Amsterdam
Preventieve gezondheid buurten/wijken
Vertaling Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond naar buurten/wijken
Stadsdeel Nieuw-West
December 2023
Inhoud
… Inleiding p)
EE IPA 0 3
> _ Samenvatting A
1. Inleiding „Kwetsbaarheid populatie 5-8
In juni van dit jaar is het Regiobeeld Amsterdam Vitaal & Gezond verschenen. Dit document en AVATSTE focusdoelgroepen: Ke Ke)
is opgesteld naar aanleiding van het Integraal Zorgakkoord, waarin is afgesproken dat elke
zorgkantoorregio een regiobeeld opstelt. In het Regiobeeld van Amsterdam staan gegevens © [Vo [-IIn 10-13
over demografie, welzijn en gezondheid, zorggebruik en zorgaanbod in Amsterdam en Ì ‚
Diemen. «Chronisch zieken 14
Vanuit de stadsdelen is het verzoek gekomen om verder in te zoomen op gegevens uit het Er 15-16
Regiobeeld Amsterdam door ze te vertalen naar buurt-/wijkniveau. In deze factsheet wordt VN EN
deze vertaalslag gemaakt voor stadsdeel Nieuw-West. Eris gekozen om te kijken naar de lee Aad a 17-19
zorgvraag —niet het aanbod — met een focus op kwetsbare populatie, vier focusdoelgroepen . .
in lijn met Amsterdam Vitaal & Gezond en vier belangrijke determinanten van gezondheid. 6. AAI determinanten:20-25
Bell) PRD P)
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau.
Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. Naast deze B Ocea Iene 23-24
factsheet zijn er Regiobeeld factsheets gemaakt voor de overige stadsdelen en stadsgebied
Weesp. B 5401 PI
_ RN Ketele} o flo (VILS 26-27
Bij het interpreteren van de factsheet is het goed om te weten dat cijfers m.b.t. gezondheid
enkel gaan over volwassenen en niet over kinderen en jongeren. Tevens zijn er een aantal ae n
buurten weggevallen vanwege de veranderde gebiedsindeling en soms vanwege te kleine JA Bijlagen 28 36
aantallen inwoners. Verschillen tussen buurten (en ook wijken en gebieden) zijn niet op Ee ichtstabel gebied
significantie getoetst. De factsheet geeft daarmee geen volledig beeld van de VErZIEMESEIDEN GNS Aje
gezondheidsproblematiek in het stadsdeel en dient dus gebruiktte worden als aanvulling op DT 31-35
andere analyses/onderzoeken en ervaringen en signalen vanuit de praktijk.
«Kaart met buurtnamen per gebied 36-40
nn
€ 2. Leeswijzer
> < Algemeen
Waar mogelijk zijn de cijfers weergegeven op buurtniveau en anders op wijkniveau. Daarnaast zijn absolute aantallen toegevoegd indien deze beschikbaar zijn. In deze factsheet staan
geen gegevens over de gezondheidssituatie (fysiek/mentaal) onder kinderen en jongeren, omdat deze gegevens niet op buurt- of wijkniveau beschikbaar zijn. Verschillen tussen de
buurten en gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen tussen buurten wijken en/of gebieden kunnen dus ook op toeval berusten.
Staafdiagrammen
In deze factsheet staat per indicator een staafdiagram met de 10 buurten/wijken met het hoogste percentage van het stadsdeel en — indien beschikbaar — de 10 buurten/wijken met het
hoogste absolute aantal van het stadsdeel. Het aantal buurten/wijken in de staafdiagram kan afwijken van 10 als er voor minder dan 10 buurten/wijken gegevens beschikbaar zijn of als op
de tiende plaats meerdere buurten dezelfde score hebben.
Kaart
Daarnaast is er een kaart waarin per indicator voor alle buurten/wijken waar gegevens voor beschikbaar zijn het percentage te zien is (zie ook de toelichting van de kwetsbaarheidsscores
en RIVM data hieronder). De kleuren van de buurten in de kaart refereren aan het Amsterdams gemiddelde (het kleine streepje in de balk) zoals aangegeven in het plaatje hieronder.
Lager dan het Amsterdams gemiddelde B fi | Hoger dan het Amsterdams gemiddelde
Amsterdams gemiddelde
Definities
In de bijlage staan de definities van indicatoren.
Kwetsbaarheidsscores
Cijfers over het aantal/aandeel ‘meest kwetsbaren! zijn alleen beschikbaar voor buurten met minimaal 5o inwoners en minimaal 10 inwoners uit de betreffende leeftijdscategorie die een
hoge kwetsbaarheidsscore hebben (een score van 3 of 4). Dit verklaart waarom in de kaarten bepaalde buurten ontbreken. Daarnaast is in de staafdiagrammen een ondergrens van 100
inwoners per buurt gehanteerd zodat buurten met erg weinig inwoners niet bovenaan de lijst met hoogste % meest kwetsbaren kunnen belanden.
RIVM
De buurtcijfers over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig van het RIVM. Het RIVM gebruikt gegevens van de Gezondheidsmonitor 2022, de bevolkingssamenstelling en wijk- en
buurtkenmerken om de wijk- en buurtcijfers te berekenen. Gebruik de cijfers met voorzichtigheid, het gaat om schattingen. Op rivm.nl/media/smap en
amsterdam.ggdgezondheidinbeeld.nl/opdekaart staan wijk- en buurtcijfers voor verschillende gezondheidsthema's. De RIVM gegevens worden in deze factsheet alleen getoond voor
buurten met minimaal 250 inwoners in 2022. Hierdoor is er voor de buurten Bedrijvenpark Lutkemeer, Sloterdijk Poort-Zuid, Bedrijvencentrum Osdorp, Nieuwe Meer, Sloterweg e.o,
Eendrachtspark, Sloterdijk De Heining, Sloterdijk Poort-Noord, Sloterdijk Rhônepark, Sloterdijk Donauhoek, Bretten-West, Bretten-Oost, Osdorper Binnenpolder en Sloterpark geen data
beschikbaar. Door de nieuwe buurtindeling (per 24 maart 2022) ontbreekt de data van 8 ‘nieuwe! buurten in Geuzenveld, Slotermeer. Hierdoor komen deze buurten in de analyses niet
voor. Het betreffen de Meerwaldt-, Coronel- en Arondeusbuurt (voorheen Buurt3); de Dichters-en Couperusbuurt (voorheen Slotermeer-Zuid) en Wegener Sleeswijkbuurt (voorheen groot
deel Buurt 6) en Dudok- en Bakemabuurt (voorheen groot deel Buurt 8).
u
MX 3- Samenvatting*
KWETSBARE POPULATIE
Er wonen relatief veel kwetsbare bewoners in de Johan Jongkindbuurt, Delflandpleinbuurt-Oost, Wildeman, Reimerswaal, Lodewijck van Deysselbuurt, op basis van de
kwetsbaarheidsscore, gezondheid en lage veerkracht. Absoluut gezien hebben de Wildeman, Ruys de Beerenbrouckbuurt, Dijkgraafpleinbuurten Overtoomse Veld-Noord de meeste
> < inwoners met een hoge kwetsbaarheidsscore.
FOCUSDOELGROEPEN
1. Ouderen
In Medisch Medisch Centrum Slotervaart en de Johan Jongkindbuurt is meer dan 80% van de ouderen kwetsbaar. Er wonen daarnaast bovengemiddeld veel kwetsbare ouderen (66+) in
Reimerswaal, Emanuel van Meterenbuurt en Zuidwestkwadrant-Noord. Absoluut gezien wonen de meeste kwetsbare ouderen in de Wildeman en de Reimerswaal. De wijken met het
hoogste aantal en aandeel 65-plussers zijn Sloten/Nieuw-Sloten en Osdorp-Oost. Sloten/Nieuw-Sloten en Osdorp-Midden kennen tot 2030 de hoogste relatieve toename van 65-plus. Voor
75-plus kent Lutkemeer/Ookmeer met een toename van ruim 58% de hoogste relatieve toename.
2. Chronisch zieken
De buurten met het grootste aandeel chronisch zieken van Nieuw-West zijn de buurten: Wildeman, Calandlaan/Lelylaan, Reimerswaal en de Lodewijck van Deysselbuurt. 39 tot 42% van de
volwassenen heeft hier naar schatting een langdurige ziekte of aandoening t.o.v. 33% gemiddeld in Amsterdam.
3. Jeugd
In de buurten Jacob Geelbuurt (12%), Delflandpleinbuurt-Oost (11%) en de Staalmanbuurt (10%) woont relatief het grootste aandeel kwetsbare kinderen (0-17 jaar). Dit ligt een stuk hoger
dan het Amsterdamse gemiddelde van 6%. Verspreid over Nieuw Westtellen hebben veel buurten een hoger aandeel kwetsbare kinderen dan gemiddeld in Amsterdam.
Nieuw West ken ook veel buurten waarin relatief veel kwetsbare jongeren wonen (18-26 jaar). Uitschieters zijn de Dijkgraafpleinbuurten de Jacob Geelbuurt met 15% en de Confuciusbuurt
met 10% ten opzichte van 4% stedelijk gemiddeld.
4. Mentale gezondheid
Een hoog risico op angststoornis of depressie en ernstige eenzaamheid is het relatief het hoogst in Riekerhaven. In deze buurt is Startblok, een gemengd complex met studenten en jonge
statushouders, voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk voor de populatie. Daarnaasttellen de kwetsbare buurten die ook al eerder veel zijn genoemd ook hoge scores op eenzaamheid
en angststoornis: Johan Jongkindbuurt, Wildeman, Lodewijk van Deysselbuurt en Reimerswaal.
4 DETERMINANTEN
In bijna alle buurten in Nieuw West voldoen bewoners relatief vaak niet aan de beweegrichtlijnen. In de Wildeman en Reimerswaal is dit 57% terwijl gemiddeld in Amsterdam 44% niet aan
de beweegrichtlijjn voldoet. Als we kijken naar wekelijks sporten scoren ook bijna alle buurten in Nieuw West ongunstig, evenals de scores rond overgewicht of obesitas. Ook hier springen
de meest kwetsbare buurten eruit: Wildeman, Reimerswaal, Johan Jongkindbuurt, Lodewijk van Deysselbuurt en Ruys de Beerenbrouckbuurt. Als het gaat over percentage bewoners dat
rookt zien we echter een heel ander beeld. In de meeste buurten in Nieuw West wordt relatief weinig gerookt. Ook zijn er geen buurten die ver bovengemiddeld scoren op alcoholgebruik.
* Door de nieuwe buurtindeling (per 24 maart 2022) ontbreekt de data van 8 ‘nieuwe’ buurten in Geuzenveld, Slotermeer. Hierdoor komen deze buurten in de analyses niet voor. Het betreffen de
Meerwaldt-, Coronel- en Arondeusbuurt (voorheen Buurt3); de Dichters-en Couperusbuurt (voorheen Slotermeer-Zuid) en Wegener Sleeswijkbuurt (voorheen groot deel Buurt 6) en Dudok- en
Bakemabuurt (voorheen groot deel Buurt 8).
Gemeente
Amsterdam
| 4. Kwetsbaarheid populatie
€ Kwetsbaarheid populatie: kwetsbaarheidsscore
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren (alle % meest kwetsbaren (alle leeftijden) t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
leeftijden, 2020) buurten (2020)
> < Johan Jongkindbvurt ESE
Delflandpleinbuurt-Oost ENE
Reimerswaal PF
Wildeman |
Lodewijk van Deysselbuurt |
Confuciusbuurt a
Jacob Geelbuurt En
Eendrachtspark Q { sl Pass
Calandlaan/Lelylaan EEEN | nn
diverse buurten* BEVA Bn
Amsterdams gemiddelde 12% Nn En |
- „sl
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren (alle n
leeftijden, 2020) A an p
Wildeman Nn „Saa
Ruys de Beerenbrouckbuurt S ä
Dijkgraafpleinbuurt % ==
Overtoomse Veld-Noord ET G
Confuciusbuurt
Lodewijk van Deysselbuurt EN % meest kwetsbaar
Reimerswaal EN 0 orarenn KE MM
Jacob Geelbuurt GT
Zuidwestkwadrant-Zuid EN
Botteskerkbuurt EN
*Ruys de Beerenbrouckbuurt, Zuidwestkwadrant-Noord, Staalmanbuurt, Dobbebuurt en Emanvel van Meterenbuurt. Bron: CBS / bewerking O&S
n n n
€ Kwetsbaarheid populatie: gezondheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat gezondheid % inwoners 18+ dat gezondheid als slecht ervaart t.o.v. Amsterdams
als slecht ervaart (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
x Wildeman P
Reimerswaal |
Lodewijk van Deysselbuurt ER
voren songko NE Eeke |
Dichters-en Couperusbuurt* Ie
meed eere EEA
7. En =
4 _
Botteskerkbuurt ä tad (ol
Ruys de Beerenbrouckbuurt N 4
Confuciusbuurt nn
% Ervaren Gezondheid slecht
Amsterdams gemiddelde 33% Ens 22 8 NR
*Voorheen Slotermeer-Zuid
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n n n
2 Kwetsbaarheid populatie: weinig veerkracht
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat een (zeer) % inwoners 18+ met een (zeer) lage veerkracht ervaart t.o.v. Amsterdams
lage veerkracht ervaart (2022) gemiddelde (22%), buurten (2022)
2x Johan Jongkindbuurt
Lodewijk van Deysselbuurt
Reimerswaal
wiener EES f zE se
Ön, Eel —
Jacob Geelbuurt in
Dichters-en Couperusbuurt* m3
D eN
Botteskerkbuurt ms SS |
Ak Dt | in äl
Dobbebuurt “4 lei e
ETE a
Riekerhaven KL ==
Staalmanbuurt | % (zeer) lage veerkracht
12 EN
Amsterdams gemiddelde 22% ® OpenStreelMap f
*Voorheen Slotermeer-Zuid
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 5. Focusdoelgroepen
€ Ouderen: kwetsbaarheidsscore 66+
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 66+ (2020) % meest kwetsbaren 66+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), buurten (2020)
Medisch Centrum Slotervaart
Johan Jongkindbuurt EE
Reimerswaal d
Emanvel van Meterenbuurt
Zuidwestkwadrant-Noord
Ruys de Beerenbrouckbuurt NEEN
Delflandpleinbuurt-Oost d /
Overtoomse Veld-Noord s ze
Confuciusbuurt En KE
Staalmanbuurt EEN 4
Amsterdams gemiddelde 27% ue
7 je u ER
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 66+ (2020) ne za |
Wildeman Et haf u
Reimerswaal ET %
Osdorp-Zuidoost En
Ruys de Beerenbrouckbuurt ET
Dijkgraafpleinbuurt En
Overtoomse Veld-Noord st kwetsbaar
Emanvel van Meterenbuurt
6 _
Zuidwestkwadrant-Noord ® OpenStreetMap
Oostoever Sloterplas
Louis Crispijnbuurt
Bron: CBS / bewerking O&S
u
€ Ouderen: 65+
> < wijken met hoogste % 65-plussers (1 januari 2023) % inwoners van 65+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (13,4%), buurten
1 januari 202
Sloten/Nieuw-Sloten EEVXS (aj 3)
Osdorp-Oost
Slotervaart-Noord Tm
Lutkemeer/Ookmeer 4 À 4
De Aker # esntinnatresnn lilla. Á
Slotervaart-Zuid BEEREN ad = en
De Punt EEK
Slotermeer-Zuidoost D
Geuzenveld EEwal CN EA En /
Osdorp-Midden BER) | Ì ee
Á | A / f p
Amsterdams gemiddelde 13,4% | me f
wijken met meeste 65-plussers (1 januari 2023) / en mi
kN
f rr Ai
Osdorp-oost a —
Sloten/Nieuw-Sloten EE Ws 4
Geuzenveld EE ie ie
De Aker En
Osdorp-Midden
Slotervaart-Zuid TS
Slotervaart-Noord NY % bevolking 65+
Slotermeer-West
0 33
Overtoomse Veld ® OpenStreetMap m _—_m
Slotermeer-Noordoost EEGA
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Sloterdijk Nieuw-West). Bron: Basisinformatie / O&S
n
u
X Ouderen: toename 65-74 jaar
> < wijken met grootste relatieve toename 65-74 2023-2030 (%) Relatieve toename 65+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (15%),
wijken (prognose 2023)
Sloten/Nieuw-Sloten ENA
Osdorp-Midden
Slotervaart-Noord -
De Aker Ka
Overtoomse Veld
-Zui ie fi
Slotervaart-Zuid En /
Osdorp-Oost nn
Geuzenveld AN a
Slotermeer-Noordoost Î Lal Ze
Slotermeer-West Il 5,4} PL E
Amsterdams gemiddelde 15% 3 CR
wijken met grootste absolute toename 65-74 2023-2030 NN 2 \
En
Sloten/Nieuw-Sloten U
Osdorp-Oost
De Aker
Osdorp-Midden EN Toename 65-74 (2%)
Geuze nveld © 2023 Mapbox © OpenStreetMap ze ma ns
Slotervaart-Zuid
Slotervaart-Noord
Overtoomse Veld
Slotermeer-Noordoost KMA
Slotermeer-West
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Sloterdijk Nieuw-West). Bron: Basisinformatie / O&S
u
€ Ouderen: toename 75+
> < wijken met grootste relatieve toename 75+ 2023-2030 (%) Relatieve toename 75+ 2023-3030 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (27%), wijken
(prognose 2023)
Lutkemeer/Ookmeer
Westlandgracht
Sloten/Nieuw-Sloten EGER
De Aker EN
Slotermeer-West EEEENN
Geuzenveld EEESKR |
Slotervaart-Zuid I En: J
Slotermeer-Noordoost \
Slotermeer-Zuidoost I |
Slotervaart-Noord I | À
| |
Amsterdams gemiddelde 27% {
De
wijken met grootste absolute toename 75+ 2023-2030 9 ee |
Sloten/Nieuw-Sloten Ne E
Geuzenveld En N
De Aker En A
Slotervaart-Zuid ank)
Slotermeer-West SE 5 a
Westlandgracht & 2023 Mapbox & OpenStreetMap ke En
Osdorp-Midden EEE
Slotermeer-Noordoost EGA
Slotervaart-Noord EGM
Osdorp-Oost BEA
Exclusief wijken met minder dan 100 inwoners van 65+ in 2023 (Sloterdijk Nieuw-West). Bron: Basisinformatie / O&S
9 Chronisch ziek
buurten met hoogste % inwoners 18+ met een % inwoners 18+ met één of meer langdurige aandoeningen t.o.v. Amsterdams
langdurige ziekte of aandoening (2022) gemiddelde (33%), buurten (2022)
ì $ Calandlaan/Lelylaan
Wildeman
Reimerswaal ri
Lodewijk van Deysselbuurt ee en
| Or
Dichters-en Couperusbuurt* |
Í
Belgiëplein e.o. _
B
Johan Jongkindbuurt Sn E k E
Jacob Geelbuurt Rh. ‚ Nieuw-$
Louis Chrispijnbuurt %
Dobbebuurt EE
% één of meer langdurige aandoeningen
Amsterdams gemiddelde 33% @ OpenStrestMap 0 _O_______ 42
*Voorheen Slotermeer-Zuid
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2020, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Jeugd: kwetsbaarheidsscore 0-17
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 0-17 (2020) % meest kwetsbaren 0-17 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (6%), buurten (2020)
Jacob Geelbuurt Ee
Delflandpleinbuurt-Oost
Staalmanbuurt “zol
Wildeman EEJ
Lodewijk van Deysselbuurt EE
Confuciusbvurt BE
Delflandpleinbuurt-West EN l Ws:
Botteskerkbuurt se Ee
Osdorppleine.o. BE
Reimerswaal El
Dobbebuurt B pe je
Amsterdams gemiddelde 6% Ge 5
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 0-17 (2020) be lidl
Jacob Geelbuurt WN Ow
Wildeman af
Ruys de Beerenbrouckbuurt
Lodewijk van Deysselbuurt
Confuciusbuurt EN
Dijkgraafpleinbuurt ET 9% meest kwetsbaar
Overtoomse Veld-Noord ET N 2 EN:
Staalmanbuurt En © OpandheoMap aen
Botteskerkbuurt En
Osdorppleine.o. En
Bron: CBS / bewerking O&S
MX Jeugd: kwetsbaarheidsscore 18-26
> < buurten met hoogste % meest kwetsbaren 18-26 (2020) % meest kwetsbaren 18-26 t.o.v. Amsterdams gemiddelde (4%), buurten
(2020)
Dijkgraafpleinbuurt BEEN
Jacob Geelbuurt
Confuciusbuurt BEE
Wildeman BE
Delflandpleinbuurt-Oost
Ruys de Beerenbrouckbuurt
Lodewijk van Deysselbuurt E
Reimerswaal ”
Botteskerkbuurt B Bet
diverse buurten* a
Amsterdams gemiddelde ,% 3 E
buurten met grootste aantal meest kwetsbaren 18-26 (2020) \
Dijkgraafpleinbvurt 7 AN -
Jacob Geelbuurt EE S
Overtoomse Veld-Noord NEN
Ookmeer GE
Confuciusbuurt EN
Ruys de Beerenbrouckbuurt ECN at meest kwetsbaar
Wildeman EE mm
3 16
Zuidwestkwadrant-Zuid FE © OpenStreetMap 5
Lodewijk van Deysselbuurt EEC
Delflandpleinbuurt-West EEE
*Overtoomse Veld-Noord, Dobbebuurt, Jan de Louterbuurt, Middelveldsche Akerpolder en Emanuel van Meterenbuurt. Bron: CBS / bewerking O&S
€ Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
buurten met hoogste % inwoners 18+ met hoog risico % inwoners 18+ met hoog risico op angststoornis of depressie t.o.v.
op angststoornis of depressie (2022) Amsterdams gemiddelde (15%), buurten (2022)
2 Riekerhaven
Johan Jongkindbuurt ik
Lodewijk van Deysselbuurt
Medisch Centrum Slotervaart mi \ _N ks Er
aM B, / á dj
Reimerswaal En die
Dichters-en Couperusbuurt* mi 5 Nl
Dobbebuurt NE ee eraa er
5 Ë 0
Ee
Wildeman mi Te loten VETT
Jacob Geelbuurt a WM f
Confuciusbuurt ms
9% hoog risico op depressie
Amsterdams gemiddelde 15% © OpenStreetMap NE. mm
“Voorheen Slotermeer-Zuid
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Amsterdamse Gezondheidsmonitor GGD / RIVM
€ Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < buurten met hoogste % inwoners 18+ dat afgelopen jaar % inwoners 18+ dat afgelopen jaar bij praktijkondersteuner huisarts is
bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) geweest t.o.v. Amsterdams gemiddelde (5,2%), buurten (2021)
> < Medisch Centrum Slotervaart B o
Schipluidenbuurt 7
Riekerhaven Î 7 di
Sloterdijk Stationskwartier 7 need
Delflandpleinbuurt West IN 7 Tm
Dobbebuurt 7
Dorp Sloten r 6 {
Confuciusbuurt 6 | Zi Pi
Overtoomse Veld Zuid IÌ 6 Ml Tl
Riekerpolder Bj 6 À
Amsterdams gemiddelde 5,2% í
buurten met grootste aantal inwoners 18+ dat afgelopen Bcn \ hi
jaar bij praktijkondersteuner huisarts is geweest (2021) \ me W |
*Meerwaldt-, Arondeus en En VEE eelt
Zuidwestkwadrant Osdorp Zuid En en
Dijkgraafpleinbuurt En f
Ruys de Beerenbrouckbuurt EE
De Aker Oost ET Oe,
Overtoomse Veld Noord
Overtoomse Veld Zuid ETE © OpenstreelMap omm:
Wildeman
Delflandpleinbuurt West En
De Aker West
*voorheen buurt 3.
Exclusief buurten met minder dan 250 inwoners in 2021. Bron: Vektis
n n
B
€ Mentale gezondheid: eenzaamheid
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is % inwoners 18+ dat ernstig eenzaam is t.o.v. Amsterdams
(2022) gemiddelde (21%), buurten (2022)
> Riekerhaven
Johan Jongkindbuurt En
Sloterdijk Stationskwartier
Dichters-en Couperusbuurt* HEi sio
s bir
Lucas/Andreasziekenhuis e.o. dn 5
Jacob Geelbuurt HE: ge n El Ï
Delflandpleinbuurt Oost se
Medisch Centrum Slotervaart mri £
A E SE
Wildeman
Lodewijk van Deysselbuurt ms
% eenzaamheid
Amsterdams gemiddelde 21% ma
© OpenStreetMap 12 : 32
*Voorheen Slotermeer-Zuid
… Hi . … . Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. (bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 6. Determinanten
n nn
u
X Bewegen: beweegrichtlijnen
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet voldoet % inwoners 18+ dat niet voldoet aan beweegrichtlijnen t.o.v. Amsterdams
aan beweegrichtlijnen (2022) gemiddelde (4,6%), buurten (2022)
Zuidwestkwadrant-Noord se 1 Des
Lodewijk van Deysselbuurt | \ B / ie Sla |
Middelveldsche Akerpolder ss Á =S ä
Ruys de Beerenbrouckbuurt | p he a
Y yÁ f mm.
Gaandraanterran NEA nn a er
En “ oh Z | Ì
ee: ea Rn he En
9% voldoet niet aan beweegrichtlijn
Amsterdams gemiddelde 46% @ openStreetiap De
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
nn
u
2 Bewegen: wekelijks sporten
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport % inwoners 18+ dat niet wekelijks sport t.o.v. Amsterdams gemiddelde (42%),
(2022) buurten (2022)
2% Wildeman
Lodewijk van Deysselbuurt
Ruys de Beerenbrouckbuurt EN en s/o
Johan Jongkindbuurt EE B is \
gereset bn
Jacob Geelbuurt | 4 Ve ee A Sole
Vn |
vr
Dobbebuurt d, el ded e
Confuciusbuurt N
Calandlaan/Lelylaan EE
% niet wekelijks sporten
Amsterdams gemiddelde 4,2% Soprema 27 Lm:
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n n n
B
X Voeding: overgewicht (incl. obesitas)
buurten met hoogste % inwoners 18+ met overgewicht incl. % inwoners 18+ met overgewicht incl. obesitas t.o.v. Amsterdams gemiddelde
obesitas (2022) (43%), buurten (2022)
3 0),
2% Lodewijk van Deysselbuurt 58
Ruys de Beerenbrouckbuurt Le} s.
Middelveldsche Akerpolder EE AE
Ù me À LAI
De Eendracht A _R E
Calandlaan/Lelylaan NN \
he
Zuidwestkwadrant-Noord Os)
9% Overgewicht
Amsterdams gemiddelde 43% then EE,
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
n n n
n
X Voeding: ernstig overgewicht
buurten met hoogste % inwoners 18+ met obesitas (2022) % inwoners 18+ met ernstig overgewicht t.o.v. Amsterdams
gemiddelde (11%), buurten (2022)
x Reimerswaal
Lodewijk van Deysselbuurt &
er
Ü
Wildeman ke == (Lt
Ruys de Beerenbrouckbuurt | { De
Ì A
|
Middelveldsche Akerpolder a /
Jacob Geelbuurt | ge
Confuciusbuurt RI on n Ln |
Dobbebuurt ri NG M _
ee 8 me il
Botteskerkbuurt N DP EE:
Meerwaldt-, Arondeus en 5
Coronelbuurt* % ernstig overgewicht
: 5 EE 22
Amsterdams gemiddelde 11% 5 open Sheene Ee
*Voorheen buurt 3
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
buurten met hoogste % inwoners 18+ dat rookt (2022) % inwoners 18+ dat rookt t.o.v. Amsterdams gemiddelde
(24%), buurten (2022)
> Riekerhaven
Medisch Centrum Slotervaart
Sloterdijk Stationskwartier il
Lucas/Andreasziekenhuis e.o. mri \ à in |
Schipluidenbuurt 2 S 4 £ nn
gembranderknoord EA p 4
ee En
Delflandpleinbuurt West NE 4 he ! |
GE OMO
Dichters-en Couperusbuurt* mri VEA Ee Pf
Delflandpleinbuurt Oost
Johan Jongkindbuurt mE: % roker
EA:
Amsterdams gemiddelde 24% ® OpenStreetMap
*Voorheen Slotermeer-Zuid
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
X Alcoholgebruik
buurten met hoogste % zware drinkers 18+ (2022) % zware drinkers 18+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde (12%),
buurten (2022)
2% Rembrandtpark Noord
Schipluidenbuurt =d
Delflandpleinbuurt West == E
Medisch Centrum Slotervaart Ei \ A El)
a ï
Ke |
Riekerhaven
Lucas/Andreasziekenhuis e.o. Ei 5
E En
Rembrandtpark Zuid | [
Koningin Wilhelminaplein B 4, vo “Slot
K
Overtoomse Veld Zuid B
Delflandpleinbuurt Oost B
% zware drinker
Amsterdams gemiddelde 12% © openStreeiMap ME ON:
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
X Alcoholgebruik
buurten met hoogste % overmatige drinkers (2022) % overmatige drinkers 18+ t.o.v. Amsterdams gemiddelde
(9%), buurten (2022)
2% Rembrandtpark Noord
Rembrandtpark Zuid
Delflandpleinbuurt West B ee
Schipluidenbuurt
- Ke) hin
Koningin Wilhelminaplein B Zu
Medisch Centrum Slotervaart E de al
Lucas/Andreasziekenhuis e.o. B / B EK |
A | Te
Osdorper Bovenpolder E Son 7 EE:
UN ZE fati loten
Delflandpleinbuurt Oost B rs nt
Dorp Sloten E y
% overmatige drinker
Amsterdams gemiddelde 9% Joek EN
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD'en/CBS/RIVM
(bewerking obv SMAP-methodiek, RIVM)
Gemeente
Amsterdam
| 7. Bijlagen
Overzichtstabel gezondheidcijfers gebieden
tst gezondheidcijfers gebied
lalala) langdurige Voldoet niet
gezondheid Lage ziekte of Hoogrisico Ernstig aan beweeg- Sport niet Ernstig Zwaar Overmatig
niet goed veerkracht aandoening depressie eenzaam richtlijn wekeliks Overgewicht overgewicht Roken alcohol alcohol
Centrum-Oost 25 18 13 24 41 28 18 13
Westerpark 30 16 32 17 22 41 9 29 16 11
VVT Ee tinten eTs 28 25 ES 18 19 45 34 39 10 22 12 9
Oud-West/De Baarsjes 32 23 33 22 20 37 31 29 7 25 18 9
Geuzenveld/Slotermeer 40 29 34 23 24 53 54 54 14 25 8 6
ost ar 28 30 25 26 60 58 52 20 6
DELE A A ELS Ì
De Aker/Nieuw Sloten 26 18 35 10 25 56 48 48 19 7 6
Slotervaart 38 24 35 20 25 51 43 43 14 25 13 4
Oud-Zuid 20 ®) E) pin vi 20 12 13
Zuid Buitenveldert/Zuidas 39 25 33 9 29 42 41 38 11 20 12 9
EENES: B Ml 31 ES 27 21 15
Oud-oost 33 25 34 16 21 41 35 9 18 7 9
Oost Indische buurt/Oostelijk havengebied 28 17 37 mm 37 40 22 19 11
Watergraafsmeer 32 21 38 15 30 41 11 28 12 7
IJburg/Zeeburgereiland 36 20 35 13 21 46 31 42 10 19 10 10
Noord-West 31 22 37 15 20 53 52 51 19 25
Noord Oud-Noord 34 24 36 18 25 47 47 42 11 34 11 6
Noord-Oost 36 22 29 15 29 52 56 44 13 24 10
Bijlmer-Centrum 53 38 41 30 44 51 59 60 22 20 7 6
Zuidoost Bijlmer-Oost 42 24 35 13 33 51 47 54 26 23 10
Gaasperdam/Driemond 39 28 37 13 27 51 50 55 17 19 6
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022, GGD Amsterdam. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief.
€ Overzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebieden
verzichtstabel kwetsbaarheidscijfers gebied
> < IEKE ITE IEKE ITE IEKE ITE IEKE
kwetsbaar SIE kwetsbaar _kwetsbaar(% kwetsbaar 0- kwetsbaar0- kwetsbaar 18- kwetsbaar (%
absoluut kwetsbaar % 66+ (Sica) 17 NA 26 18-26)
Taas AES 120 180 3
LLT}
Centrum-Oost 4130 9 1195 140 255 4
Westerpark 4390 11 1185 31 295 6 195 5
ASR Bos en Lemmer 4810 14 1050 38 475 8 215 4
Oud-West/De Baarsjes 9535 13 1945 29 810 8 590 6
Geuzenveld/Slotermeer 7630 16 1620 34 825 8 405 6
8 Osdorp 6640 17 1855 33 595 7 435 8
Nieuw-West Ì
De Aker/Nieuw Sloten 2145 750 ZOE 3
Slotervaart 5555 13 1465 34 530 7 385 4
oM: 6 1095 Ki ] 160 3
Zuid Buitenveldert/Zuidas 10 1415 26 al) 100 3
De Pijp/Rivierenbuurt 6180 10 2020 26 325 4 215 Pi
Oud-oost 4690 13 1235 31 315 6 285 5
Arn Indische buurt/Oostelijk havengebied 4590 11 1120 28 385 6 175 4
Watergraafsmeer 3420 10 1105 26 260 5 245 4
Uburg/Zeeburgereiland 1930 265 22 250 165 4
Noord-West 5495 14 1785 31 505 6 240 6
Noord Oud-Noord 4420 15 1210 33 390 7 190 5
Noord-Oost 4215 14 1255 28 470 7 240 6
Bijlmer-Centrum 3820 15 635 36 440 10 220 4
Zuidoost Bijlmer-Oost 4135 14 940 28 435 7 215 5
Gaasperdam/Driemond 4410 13 1160 23 475 7 215 5
Bron: CBS / bewerking O&S en basisinformatie O&S. Verschillen tussen gebieden zijn niet op significantie getoetst, getoonde verschillen zijn indicatief.
X Definities
t
Kwetsbaarheidsscore
> < Het aandeel/aantal meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore. De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op
hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren
laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen:
=__gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% van Nederland.
= hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut.
=_ laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt.
10-17 jaar: ouders kwetsbaar op gebied van werk, opleiding en/of gezondheid.
"18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend.
m__ 66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid.
De aantallen zijn afgerond op 5. Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 5o bewoners en minimaal 10 bewoners met de score meest kwetsbaar’.
Inwoners 18+ dat gezondheid als niet goed ervaart
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder die niet antwoorden met 'zeer goed' of '‘goed' op de vraag naar de algemene gezondheidstoestand.
Absolutefrelatieve toename inwoners 65-74/75+ 2023-2030
De absolute/relatieve toename van het aantal in 2030 verwachte inwoners van 65-74 jaar/75+ ten opzichte van het aantal inwoners in dezelfde leeftijdscategorie op 1 januari 2023.
Dit is berekend op basis van de O&S bevolkingsprognoses voor 1 januari 2030 uit 2023. Het inwonertal in toekomstige jaren wordt hierbij berekend aan de hand van verwachte
demografische trends, in combinatie met de verwachte omvang van de woningvoorraad.
X Definities
t
Lage veerkracht
> < Deze indicator is gebaseerd op een vraag met vijf stellingen over hoe men zich de afgelopen 4 weken voelde. Bij iedere vraag zijn 7 antwoordopties mogelijk: Zelden — Soms - Af
en toe — Regelmatig — Meestal — Bijna altijd — Altijd. Hierbij krijgt '‘Zelden' een score van 1 en 'Altijd'een score van 7.
=__Ikkan heel goed omgaan met tegenslagen;
=__ Ik kan heel goed oplossingen vinden in moeilijke situaties;
=_Naeen moeilijke periode ben ik snel weer de oude;
=_ Door mijn ervaring voel ik mij sterker in moeilijke tijden;
=_ Elke ervaring in het leven maakt mij sterker.
Uit de 5 uitspraken is een gemiddelde score van 1 t/m 7 berekend:
=_ Score van lager dan 3,8 is lage veerkracht;
=__ Score van 3,8 tot 5,4 is gemiddelde veerkracht;
=__ Score van 5,4 of hoger is hoge veerkracht
Chronisch zieken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: ‘Heeft u een of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar
verwachting) 6 maanden of langer’.
X Definities
t
Mentale gezondheid: hoog risico op angststoornis of depressie
> < Dit is gebaseerd op een veel gebruikte vragenlijst voor screening van angst en depressie (Kessler-10 vragenlijst). De volgende vragen worden gesteld over hoe men zich voelde in
de afgelopen vier weken:
=__ Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden?
=__ Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig?
= Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen?
= Hoe vaak voelde u zich hopeloos?
= Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig?
= Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten?
= Hoe vaak voelde u zich somber of depressief?
= Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte?
=__ Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om v op te vrolijken?
=_Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos?
Bij iedere vraag zijn vijf antwoordopties mogelijk: 1) ‘Altijd’, 2) ‘Meestal’, 3) 'Soms', 4) 'Af en toe! en 5) 'Nooit'. Antwoord 1 'Altijd' krijgt de hoogste score 5. Antwoord 5 'Nooit' krijgt
de laagste score 1. (Bij 3 of meer ontbrekende antwoorden krijgt de indicator de waarde missing. Bij 1 of 2 ontbrekende antwoorden wordt de waarde geïmputeerd op basis van
de gemiddelde score op dat item).
De antwoorden op deze vragenlijst worden samengevat in een score tussen de 10-50. Een score van 10 t/m 15 is geen of laag risico, 16 t/m 29 is matig risico en 30 t/m 50 is hoog
risico op een angststoornis of depressie.
x D fi it
Mentale gezondheid: gebruik POH-GGZ
> < Het aandeel en aantal personen vanaf 18 jaar dat gebruikt heeft gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg
Mentale gezondheid: Ernstig eenzaam
Dit percentage is gebaseerd op de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld, een vragenlijst om eenzaamheid te meten die bestaat uit elf uitspraken over emotionele
eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste
tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met 1) nee, 2) min of meer, 3) ja'
Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld 'Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de
uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. lemand is eenzaam bij minstens negen ongunstige scores op alle items.
De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen. Het is niet bekend of de eenzaamheidsschaal ook toepasbaar is voor het meten van eenzaamheid van
afzonderlijke personen.
Bewegen: beweegrichtlijnen
Aandeel volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn 2017: wekelijks minimaal 2,5 uur matig intensieve inspanning + bot- en spierversterkende activiteiten.
Bewegen: wekelijks sporten
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet.
Overgewicht (incl. obesitas)
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 25,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
X Definities
t
Overgewicht: obesitas
> < Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder met een Body Mass Index (BMI) van 30,0 kg/m2 en hoger, gebaseerd op zelf-gerapporteerde lengte en gewicht. De BMI wordt
berekend door het gewicht van iemand (in kilogrammen) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters).
Roken
Dit is het percentage personen van 18 jaar en ouder dat de vraag “Rookt u weleens?" beantwoordt met 'ja', exclusief elektronische sigaret.
Zwaar alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat minimaal één dag per week zes of meer glazen alcohol (mannen) of vier of meer glazen (vrouwen) drinkt.
Overmatig alcoholgebruik
Percentage inwoners van 18 jaar en ouder dat wekelijks meer dan 21 glazen alcohol (mannen) of meer dan 14 glazen alcohol (vrouwen) drinkt.
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Sloterdijk Nieuw-West
> < Buurt code Buurt naam
FAO1 Sloterdijk De Heining
FAO2 Sloterdijk Poort-Noord FAO5
FA03 Sloterdijk Poort-Zuid FA02
FAO4 Sloterdijk RhÄ'nepark FAO1, a EE el #
FAO5 Sloterdijk Donauhoek se nt EAO: eend FAO4 1”
FA06 Bretten-West TE T me Eus FAO8
FAO7 Bretten-Oost KAO6 Er
FA08 Sloterdijk Stationskwartier Sloterdijk Nieuw-West
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Geuzenveld, Slotermeer
% Buurt code Buurt naam
> < FBO1 Osdorper Binnenpolder
FB02 De Eendracht
FB03 Ruys de Beerenbrouckbuurt
FBO4 Eendrachtspark
FB05 Van Tijenbuurt
FB06 Dudokbuurt
FB07 Bakemabuurt E
FB08 Wegener Sleeswijkbuurt ETE EE S
FCO1 Jan de Louterbuurt _-FB03 “& v ben
FCO2 Lodewijk van Deysselbuurt Geukenveld ROZ KEER S ge
FCO3 Confuciusbuurt teemeel tg: FB07 Fcoz O* EN
FDO1 Arondeusbuurt GOT b. L& FBOE veld /FE02 E
FD02 Coronelbuurt FB05 | í FC03 5 Tini
hf FEo3 ©
FDO3 Meerwaldtbuurt PS en Ùy
FDO4 Dobbebuurt Pr
FEO1 Dichtersbuurt Slotermeer;Zuidoost
FEO2 Louis Couperusbuurt FEO4
FEO3 Noordoever Sloterplas
FEO4 Sloterpark
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Osdorp
> < Buurt code Buurt naam
FFO1 Osdorper Bovenpolder
> < FFO2 Ookmeer
FFO3 Bedrijvenpark Lutkemeer
FHO1 Bedrijvencentrum Osdorp
FHO2 Dijkgraafpleinbuurt
FJO1 Reimerswaal
FJO2 Botteskerkbuurt '
FJO3 Zuidwestkwadrant-Noord Ke FFO1
FJO4 Zuidwestkwadrant-Zuid ed ‘___FFO2
FKO1 Wildeman ' ‘
FKO2 Meer en Oever Lutkemeer/Oolmger À 5
FKO3 Osdorpplein e.o. 7 \ 5
FKO4 Calandlaan/Lelylaan : eso Kor Ne
FKO5 Osdorp-Zuidoost FFO3 (evo\ O.- eee Oo
rn 8 3027 6
Z\A eN OP 5
Ò Oo As AA)
es vo Ar 03 zaet) 9:
4, 5 ij, CE aA Oo
Ne A rd eos o
Ge haa 05 Ge
3 5 ec
€ Kaart met buurtnamen per gebied: De Aker, Sloten, Nieuw-Sloten
> < Buurt code Buurt naam
FGO1 Middelveldsche Akerpolder
> < FGO2 De Aker-West
FGO3 De Aker-Oost
FQO1 Dorp Sloten
FOQO02 Nieuw-Sloten-Noordwest
FOO03 Nieuw-Sloten-Noordoost OL
FO04 ___Nieuw-Sloten-Zuidwest ED
FQO5 Belgiīplein e.o. 9% Dd r
FO06 Nieuw-Sloten-Zuidoost Deer „ s „1EQ03
FO07 Sloterweg e.o. JÄ FGO3 ne Ee Dy em
FOQ08 Park Haagseweg jen E, dn
FOQO09 Riekerpolder ak je El wab 2 „Fa08,
FO10 Nieuwe Meer reg A FO09
eend
DD ri Sloten/Nieuw-Sloten
k FQ10
€ Kaart met buurtnamen per gebied: Slotervaart
> < Buurt code Buurt naam
FAO1 Sloterdijk De Heining
> < FAO2 Sloterdijk Poort-Noord _EMo1
FA03 Sloterdijk Poort-Zuid Ti
FAO4 Sloterdijk Rhđnepark FLO1 FMO2 : FMO3
FAO5 Sloterdijk Donauhoek Sloterydart-Noord Overtoomse Veld
FA06 Bretten-West eeen BREE JHE ene
FAO7 Bretten-Oost i :
FA08 Sloterdijk Stationskwartier FLo2 \io3 | FMO4 : mos
1 .
jj ENiöé’
FPO1 5 FPO3
FNO1-_}FN02 ==
Slotetvaart-Zuid Eras |
Westlandgracht
el ‚Ln
5 :FNO4[ poa ; ©
8: id
FP06
Gemeente
Amsterdam
Deze factsheet is samengesteld door Team Onderzoek Stadsdelen.
Met dank aan GGD en OJZD.
Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected]
| Factsheet | 41 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 3,
woensdag 7 en donderdag 8 november 2018
Datum en tijd woensdag 7 november 2018 13.00 en 19.30 uur
donderdag 8 november 2018 13.00 en zo nodig 19.30 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
61 Brief van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018
inzake de inzet van de gemeente Amsterdam met betrekking tot het faillissement
van het MC Slotervaart.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
14A, Actualiteit van het lid Flentge inzake het MC Slotervaart.
62 Brief van wethouder Meliani van 2 november 2018 inzake een toelichting op
de verhoging van de kostendekkendheid van de leges.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
24, Vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2019
met de bijbehorende legestabel 2019.
63 Brief van wethouder Kock van 6 november 2018 inzake de markttarieven 2018 en
2019 met een percentuele verandering.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
34, Vaststellen van de tarieven voor markten en staanplaatsen 2019.
64 Brief van wethouders Kock en Van Doorninck van 6 november 2018 inzake
beantwoording van vragen over de beoogde investering in een biomassacentrale
door het Afval Energiebedrijf Amsterdam.
Voorgesteld wordt, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt
35, Uiten van wensen en bedenkingen inzake AEB Holding NV: Investering in
Biomassacentrale.
65 Brief van wethouder Van Doorninck van 6 november 2018 inzake de stand van
zaken met betrekking tot het project Sportas.
Voorgesteld wordt, deze brief door te geleiden naar de raadscommissie Mobiliteit,
Luchtkwaliteit en Duurzaamheid ter kennisneming.
1
| Actualiteit | 1 | train |
Raadslid: X Gemeente R
D.G.M. Ceder % Amsterdam
x Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
Agendapunt 5
Actualiteit inzake aanpak Coronacrisis
voor tegen
— Motie 416 van het lid Ceder inzake een evaluatie van de 0
effectiviteit van de maatregelen betaald vanuit de noodkas
— Motie 417 van de leden Ceder, Simons en Taimounti B 0
inzake het kwijtschelden van de huren voor
maatschappelijke organisaties
— Motie 418 van het lid Ceder inzake het ondersteunen van IJ 0
sekswerkers tijdens de coronacrisis
— Motie 419 van de leden Simons, Ceder en Kilig inzake dak- a 0
en thuislozen
— Motie 420 van de leden Simons en Taimounti inzake innen 0 ë
boetes
— Motie 421 van de leden Simons en Yilmaz inzake laptops ‚El aq
als gift 4
— Motie 422 van de leden Simons, Ceder en.Kilig inzake … 8 0
urgentie Bn,
— Motie 423 van de leden Simons, Ceder en Kilig inzake Wi- 0
Fi “%
— Motie 424 van het lid Van Lammeren inzake mêer ruimte T
voor Amsterdammers D, nd
— Motie 425 van de leden Nadif, Biemond, Flentge en Van 8 0
Dantzing inzake kunst en cultuursector
— Motie 426 van de leden-Poot en Naum Néhmé inzake u 0
wegnemen van:de onduidelijkheid rondom een gezamenlijk
huishouden p 5
— _Motie-427- van het lid Martens inzake ‘Geef a u
horecaonderhemers de ruimte hun verdiencapaciteit te
vergroten’
—_ Motie 428 van de leden Roosma, De Heer, El Ksaihi en ö 0
Schreuders inzake Amsterdams Duurzaam
Werkgelegenheidsprogramma
— Motie 429 accent van de leden Yilmaz, Simons en Ceder 0 0
inzake het promoten van hulplijnen op scholen
— Motie 430 accent van het lid Yilmaz, Ceder en Simons g 0
inzake voorkomen achterstand van leerlingen met speciale
indicatie
— Motie 431 van de leden Yilmaz en Simons inzake het @ 0
ondersteunen van TTO's
— Motie 432 van het lid Taimounti, Martens, Ceder en q 0 |
Nanninga inzake het implementeren en uitrollen van een
freezones ‘light’ tijdens de corona-maatregelen
1 |
Í
Raadslid: Dd Gemeente R
D.G.M. Ceder % Amsterdam
x% Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
— Motie 459 van het lid Nanninga inzake korting voor & CJ
botenbezitters op binnenhavengeld
— Motie 477 van het lid Van Soest aanpak inzake zorghotels 0 Er)
voor ouderen
Agendapunt 5a
Actualiteit van de leden Marttin en Boomsma inzake de Centrale Loting &
Matching 2020
voor tegen
— Motie 433 van de leden Marttin en Boomsma inzake O
coulance bij dubbele pech
— Motie 434 van de leden Marttin en Boomsma inzake betrek dg 0
de raad bij een eventuele voortzetting huidige procedure
— Motie 435 van de leden Boomsma en Marttin inzake @ 0
verbeter de uitslag
— Motie 436 accent van de leden Boomsma en Marttin EE: 0
inzake opvangen nadelen vervallen eindtoets
— Motie 437 van het lid Yilmaz inzake plaatsing van n g 0
Amsterdamse leerlingen buiten Amsterdam …
Agendapunt 6 & a
Vaststellen van Nieuw Amsterdams Klimaat, Routekaart Amsterdam
Klimaatneutraal 2050 8 … &
ee voor _ tegen
— Amendement 468 van de leden Torn en Boomsma inzake TJ ä
aardgasvrij in 2050 ipv 2040
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 383) VA 0
— Motie 438 van het lid Kreuger inzake gebruik middelen 0
aardgasvrij voor tekorten door coronacrisis
— „Motie 439 van het lid Kreuger inzake geen ambitie 0 8
… aardgasvrij 2040
= „Motie 441,van het lid N.T. Bakker inzake baangarantie ä 0
energietransitie
— Motie 462 van het lid Biemond inzake sociale doelen ü 0
koppelen aan technische doelen
— Motie 464 van het lid Groen inzake risicoparagraaf 5 ml
Routekaart
— Motie 465 van het lid Groen inzake tussendoel reductie Kl mj
CO2
— Motie 466 van de leden Kreuger en Van Lammeren inzake w 0
staak bouw biomassacentrale AEB
— Motie 467 van het lid Torn inzake quickscan voor Begroting m
2021
2
Raadslid: X Gemeente R
D.G.M. Ceder % Amsterdam
x% Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
— Motie 469 van de leden Timman en De Jager inzake Ë CT
bomen bijplaatsen
— Motie 470 van de leden Timman en De Jager inzake e 0
jaarlijkse doorrekening CO2-reductie door GE Delft
— Motie 471 van het lid Van Lammeren inzake bereken de El 0
werkelijke CO2 besparing door biomassa
— Motie 472 van het lid Van Lammeren inzake kosten 6 m
tijdelijke biomassa centrale AEB
— Motie 473 van het lid Van Lammeren inzake sloop de a 0
biomassa centrale
— Motie 474 van het lid Ceder inzake betrekken van kerken Ki. 0
— Motie 475 van het lid Simons inzake grotere EL @
energiecommons &
— Motie 476 van de leden Simons en Van Lammeren inzake DO KE u
beter aardgas dan biomassa à
— Motie 480 van het lid Boomsma inzake gedegen » ‘0 5
onderbouwing effecten klimaatprojecten & 4
Agendapunt 8 A
Instemmen met het afwijken van de Hoofdgroenstructuur ten behoeve van het
vergroten van een tijdelijk schoolgebouw op de locatie
Martin Luther Kingpark 1 %
dn voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 389) @ u
— Motie 460 van het lid Bloemberg-Issa inzake verder B 0
zoeken naar een geschikte locatie
Agendapunt:9 5
Vaststellen van het bestemmingsplan IJburg 2e fase, 1e partiele herziening
Centrumeiland
E voor _ tegen
— “Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 386) a 0
Agendapunt 10
Vaststellen van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen Zeeburgerpad
(Centrum) en welstandscriteria voor het Zeeburgerpad (Centrum)
voor tegen
— Amendement 442 van het lid Kat (D66) inzake twee @ 0
tijdelijke horeca initiatieven in Programma van eisen
Zeeburgerpad
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 387) DI 0
3
Raadslid: X Gemeente R
D.G.M. Ceder % Amsterdam
x Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
— Motie 443 van het lid Naoum Néhmé inzake maximale Pl TJ
bouwhoogte
Agendapunt 11
Vaststellen van het bestemmingsplan Willemspark — Vondelpark 2019
voor tegen
— Amendement 444 van de leden Van Renssen, N.T. g 0
Bakker, Bloemberg-lssa en Simons inzake de Van
Eeghenstraat 94-98
— Amendement 445 van de leden Van Renssen, N.T. Bakker ä 0
en Simons inzake binnenplanse afwijking voor kelders
— Amendement 446 van de leden Van Renssen, N.T. 8 U
Bakker, Bloemberg-lssa en Simons inzake afwachten Sk
afwegingskader voor buitenplanse vergunnen
parkeerkelders in tuinen
— Amendement 481 van de leden Boomsma en N.T. Bakker- B 0
inzake sloopvergunningsstelsel alle historische panden
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 390) " Dn @ 0
Agendapunt 12 a
Instemmen met de conceptbrief voor de Commissariaat voor de Media inzake
een aanvullende toelichting op het eerder uitgebrachte voorkeursadvies
7 voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd: 1, nr. 394) B u
Agendapunt 13 4 ks
Instemmen met het Volksinitiatief van K.M. de Lange, voorzitter Stichting
Erfpachters Belang Amsterdam,‚-om een raadsenquête te starten over het
erfpachtbeleid over de periode 2000-2019
voor tegen
— „Amendement 447 van de leden Boomsma, Van Ei 0
Lammeren, Naoum Néhmé, Nanninga, Ceder, Van Soest
“…en-Kilic inzake extern onderzoek
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 397) U U
Agendapunt 14
Instemmen met het inrichten van een noodkas ter grootte van € 50 miljoen, ten
behoeve van maatregelen ter bestrijding van de corona uitbraak
voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 403) B TJ
— Motie 448 van de leden Biemond, Nadif, N.T. Bakker, Kat g 0
en Martens inzake bredere steun het MKB
— Motie 450 van de leden Biemond, Bosman en Nadif inzake Ö mj
oog voor de cultuursector
4
Raadslid: x Gemeente Ie
D.G.M. Ceder % Amsterdam
D Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
— Motie 451 van de leden Flentge, De Heer, Van Dantzig, De 8 0
Fockert, Kreuger, Van Soest, Boomsma, Ceder, Taimounti
en Van Lammeren inzake ondersteun
voedselvoorzieningen zoals bij de voedselbank
— Motie 453 van het lid Taimounti inzake het aanvullen van ip u
de noodkas met subsidiëring van de OBA
— Motie 478 van het lid Van Soest inzake coalitieakkoord m B
open en stop energietransitie
Agendapunt 15
Instemmen met belastingmaatregelen i.v.m. de corona-uitbraak
voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 402) Bl 0
— Motie 452 van de leden Ernsting en Flentge inzake a u
effectieve instrumenten voor rechtvaardig en duurzaam %
herstel ee
— Motie 454 van de leden Taimounti, Martens en Nanninga @ 0
inzake versoepeling vent- en stavergunningen /
Agendapunt 17 bt
Kennisnemen van het raadsbesluit instemmen met een voorbereidingskrediet
voor een tijdelijk sportpark ten behoeve van gebiedsontwikkeling De Nieuwe
Kern Zuid En Á
% nd voor tegen
— Motie 449 van de leden Bloemberg-lssa, Ceder, Van Soest B D
en Simons inzake geen bomenkap voor tijdelijk sportveld
Agendapunt 18 Ps
Kennisnemen van het raadsbesluit Instemmen met de hoofdlijnen inkoop
(hoog)specialistische jeugdhulp 2021-2026
ik voor tegen
— Motie 455 van de leden Grooten, El Ksaihi, La Rose, N.T. Á 0
… Bakker, Geder, Kilig en Simons inzake inkoop
specialistische jeugdhulp
— Motie 456 van de leden El Ksaihi, Grooten, Kilig en Simons HE 0
inzake versterken samenwerking strategische partners en
kleinere ketenpartners
— Motie 457 van de leden de Grave-Verkerk, Kilig, en a mj
Boomsma inzake wachttijden jeugdhulp
— Motie 458 van de leden Kilig en Simons inzake È 0
cultuursensitiviteit, inclusie en diversiteit toevoegen aan de
gunningscriteria
— Motie 479 van de leden Boomsma, Grooten, Kilig, La ü mj
Rose, Simons en N.T. Bakker inzake kleinere aanbieders
specialistische jeugdzorg (C klein)
5
Raadslid: X Gemeente R
D.G.M. Ceder % Amsterdam
x% Stemlijst raadsvergadering 22 en 23 april
Agendapunt 20
Vaststellen van het bestemmingsplan Schellingwouderdijk 339-341
voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 388) d LI
Agendapunt 21
Instemmen met het voorkeursbesluit internationale Touringcar Terminal
voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 393) ä 0
Agendapunt 22
Lutkemeer niet aan te wijzen tot gemeentelijk beschermd gezicht
voor tegen
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1, nr. 395) EL m
Agendapunt 27 me
Vaststellen van de nieuwe Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs
Amsterdam 2020 in RE:
Dn voor _ tegen
— Amendement 461 van het lid Bloemberg-Issa inzake geen Û 0
scholen in Hoofdgroenstructuur 4
— Raadsvoordracht (Gemeenteblad, afd. 1 ‚nf. 404) mh 0
De ondergetekende D:G.M. Ceder heeft deze stemlijst ingevuld.
Amsterdam, nd. — C@LÔ |
ô Een, 7 |
(handtekening)
6
| Actualiteit | 6 | train |
x Gemee nte Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van
X Amsterdam zivli2e:5
X Oost
Jaar 2015
Registratienummer Z-15-19685 / INT-15-05639
Onderwerp: Verplaatsen (aanwijzen) hondenuitrenplek Kop Java
Het Algemeen Bestuur van de Bestuurscommissie Oost,
Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 23 juni 2015,
Overwegende dat:
e bewoners in grote getalen nauw betrokken zijn geweest bij de tot stand koming van
het ontwerp en dat het een breed gedragen wens is (zowel van hondenbezitters als
ouders) om de hondenuitrenplek te verplaatsen;
e rekening is gehouden met de toekomstige ontwikkelingen in het gebied en de
stedelijke visie op de Kop Java;
e de behoefte aan zowel een vitrenplek als een speelplek in het gebied groot is en het
daarom gewenst is de hondenuitrenplek op een nabij gelegen plek in het gebied te
behouden en ook ruimte te vinden voor een speelvoorziening, zonder dat beide
doelgroepen overlast van elkaar ervaren.
Gelet op:
e hondenbeleid Zeeburg en het DB besluit 20 juli 2001 waarin de huidige locatie als
tijdelijke hondenuitrenplek is aangewezen (tijdelijk vanwege de grootstedelijke
planvorming);
APV art. 5.13 lid 3 en art. 5.14;
e verordening op de bestuurscommissies 2013, bijlage 3 bevoegdhedenregister
bestuurscommissies, blz. 23; C.26 aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor
honden niet van kracht is (uitrengebieden); door het college gedelegeerd aan het AB.
Besluit:
1. de huidige tijdelijke hondenuitrenplek op de Sumatrakade te verplaatsen van de zone
voor de school (oostzijde) naar de zone achter de school (westzijde) en deze nieuwe
plek aan te wijzen als tijdelijke plaats (i.v.m. grootstedelijke planvorming) waar het
aanlijngebod voor honden niet van kracht is, jaarrond (vitrengebied).
Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost
Liane Pielanen, Ivar Manuel,
secretaris voorzitter
Afschrift:
*ZOO1AO0OOF3FF 1
| Besluit | 1 | train |
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning
van de stadsdeelraadsvergadering op dinsdag 15 februari 2011 om 20.00 uur en zo nodig
op donderdag 17 februari 2011 om 20.00 uur in het stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te
besluiten over de hieronder vermelde punten.
Amsterdam Zuidoost, 10 februari 2011
De voorzitter van de stadsdeelraad
N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum
Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek.
1. Opening en Mededelingen
1a. Vaststelling van de agenda
2. Ingekomen stukken (aangevuld)
Voordracht uit categorie A: BESPREEKPUNTEN
3. Uitvoering nieuw sportbuurtwerk
SDR110125 Sp&R/2
4. Goedkeuring Begroting Sirius
SDR110125 O/4
5. Vernieuwd kader inhuur derden
SDR110215 Mid/6
6. Wijziging Reglement van Orde Raad en
Verordening Raadscommissies
SDR110215 Vz/7
Voordracht uit categorie B: HAMERPUNTEN
7. Erfgoedverordening Zuidoost
SDR110125 RO/3
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1208
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen onder B
Ingekomen op woensdag 4 november 2015
Behandeld op woensdag 4 november 2015
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de interpellatie inzake het rapport
‘De Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam belicht’ van het Kohnstamm Instituut
en de berichtgeving hieromtrent in de media (feitenrelaas over informatievoorziening
naar individuele raadsleden).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de interpellatie inzake het rapport ‘De Kwaliteitsaanpak
Basisonderwijs Amsterdam belicht’ van het Kohnstamm Instituut en de berichtgeving
hieromtrent in de media van de leden Groot Wassink, Moorman, Shahsavari-Jansen
en Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1153);
Constaterende dat:
— er informatie eerder is gedeeld met een bepaald raadslid dan de rest van de
gemeenteraad.
Overwegende dat:
— alle fracties hebben aangegeven dat het eerder delen van informatie met een
bepaald raadslid dan de rest van de gemeenteraad niet acceptabel is;
— niet duidelijk is of dit vaker heeft plaatsgevonden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een feitenrelaas op te stellen met daarin opgenomen alle keren dat er vanuit het
college eerder informatie is gedeeld met een bepaald raadslid (of enkele leden) dan
de rest van de gemeenteraad, te denken aan rapporten (van concept tot definitief),
onderzoeken, begrotingsstukken, financiële stukken, en hierbij uitgezonderd
bestuurlijke reacties op moties/amendementen/initiatiefvoorstellen naar enkel de
indiener hiervan, en dit feitenrelaas binnen een maand aan de raad te doen
toekomen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Stadsdeelcommissie - gebied IJburg, Zeeburgereiland
Agenda
Datum 25-05-2021
Aanvang 19:30
Locatie Virtueel
Klik hier om deel te nemen aan de vergadering
Algemeen
1 Opening en vaststelling agenda
Gelet op de gewenste aanwezigheid van een of meer DB-leden bij punten in de verschillende gebiedscommissies,
kan het voorkomen dat er op enig moment een pauze ingelast moet worden. De aanwezigheid van DB-leden kan
evenwel niet gegarandeerd worden.
2 Mededelingen
3 Vaststellen van het conceptverslag van de vergadering van 20 april 2021
4 Mededelingen van de ingekomen stukken
5 Het woord aan bewoners, ondernemers en instellingen
Inhoudelijk
6 Sportvelden IJburg 2
7 Lopende zaken
Algemeen
8 Vooruitblik
Doel bespreking: voorbespreken agenda komende vergaderingen en of agenda nog actueel is
25/5: Termijnagenda toegevoegd (inloggen vereist)
18/5: Termijnagenda volgt dinsdag 25 mei
9 Rondvraag en sluiting
Ingekomen stukken
1 Handhavingsverzoek van Stichting Herstel Oosterpark over illegale snoei in het Oosterpark
Voorgesteld wordt, dit bericht voor kennisgeving aan te nemen.
20/5: Inloggen vereist.
2 Bericht van Buurtorganisatie 1018 over de evaluatie van het bestuurlijk stelsel
Voorgesteld wordt, dit bericht met bijlage voor kennisgeving aan te nemen.
Insprekerslijst
De definitieve lijst met insprekers wordt gepubliceerd op de dag van de vergadering.
Verslag
Informatie
Locatie en opnamen
Dit overleg met de 4 stadsdeelcommissieleden en het dagelijks bestuur vindt vanwege covid-19 virtueel plaats.
Van deze vergadering worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt. De vergadering is achteraf terug te bekijken
via deze pagina.
Inspreken en daarvoor aanmelden
Vanwege covid-19 is deze stadsdeelcommissievergadering niet fysiek en daarom zonder publiek. Inspreken kan
live tijdens de virtuele vergadering, of schriftelijk.
Aanmelden om in te spreken - live of schriftelijk - kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering via het online
aanmeldformulier:
hütps://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsdelen/stadsdeeloost/inspreken-commissievergaderingen/.
| Agenda | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 206
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder K
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het lid N.T. Bakker inzake de voortgangsrapportage Stad in Balans
(inzet winkelstraatmanagers).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voortgangsrapportage Stad in Balans (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 170).
Overwegende dat:
— gemeente winkelstraatmanagers subsidieert;
— _winkelstraatmanager een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de diversiteit
en het succes van een winkelgebied, zoals bij de Haarlemmerstraat;
— er nu op verschillende plekken, verschillend gedacht wordt over het takenpakket
van een winkelstraatmanager.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— meteen duidelijke taakomschrijving de winkelstraatmanagers in te zetten voor
een divers winkelaanbod in Amsterdamse winkelgebieden;
— hierbij duidelijk te specificeren welke formele instrumenten de winkelstraat-
manager tot zijn/haar beschikking heeft.
Het lid van de gemeenteraad
N.T. Bakker
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 27 september 2021
Portefeuille(s) Personeel en Organisatie
Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani
Behandeld door Directie P&O (bestuurszaken. [email protected])
Onderwerp Acties in het kader van de wet DBA
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
In de vergadering van de commissie Kunst Diversiteit en Democratisering van 23 juni jl. heeft uw
lid, mevrouw Bosman (D66), gevraagd waarop de datum van 1 oktober 2021 is gebaseerd en welke
risico’s op de gemeente afkomen bij handhaving door het Rijk van de Wet Deregulering
Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). In reactie hierop heb ik meegedeeld u een brief toe te zenden
over de te zetten stappen, acties in het kader van de wet DBA.
Handhavingsmoratorium tot minimaal 1 oktober 2021
Het geldende handhavingsmoratorium, dat het Rijk heeft ingesteld in het kader van de Wet DBA,
loopt formeel af op 1 oktober 2021. In de voortgangsbrief van 20 september jl. heeft
staatsecretaris Vijlbrief de Tweede Kamer expliciet gemeld dat het moratorium niet afloopt per 1
oktober, maar dat het tot minimaal 1 oktober loopt. In afwachting van verdere besluitvorming
blijft dit zo. Het volgende kabinet zal beslissen over (voortzetting van)dit moratorium. In
genoemde, zevende voortgangsbrief ‘werken als zelfstandige’ beschrijft het kabinet onder meer
de verschillende inhoudelijke puzzels bij deze wet, waar het volgende kabinet voor komt te staan +
De Wet DBA beoogt zogenoemde schijnzelfstandigheid bij zelfstandigen zonder personeel (ZZP)
te bestrijden. Het college hecht eraan deze schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Hiervan is sprake
als een ZZP'er op een zodanige wijze werkzaamheden verricht voor een opdrachtgever, dat aan
één of meerdere kenmerken van een arbeidsovereenkomst en/of een daarmee gelijk te stellen
arbeidsrelatie wordt voldaan. Werken onder leiding en toezicht, of langjarige inzet gelden
bijvoorbeeld als indicatoren van een arbeidsovereenkomst. Indien de Rijksbelastingdienst oordeelt
dat er sprake is van een arbeidsrelatie, kan de gemeente als opdrachtgever een naheffing voor
loonheffingen en premies werknemersverzekeringen en een boete opgelegd krijgen.
Sinds de invoering in 2016 staat deze wet ter discussie. In de praktijk is lastig te bepalen of bij de
uitvoering van de opdracht door de ZZP'er sprake is van een verkapte arbeidsrelatie. De minister
* https:/fwww.rijksoverheid.nl{documenten/kamerstukken/2021/09/20/zevende-voortgangsbrief-
werken-als-zelfstandige
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 september 2021
Pagina 2 van 3
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben ook om die
reden al snel na de inwerkingtreding van de wet besloten om de handhaving door de
Rijksbelastingdienst op te schorten, hoewel de wet onverkort van toepassing bleef. Dit
handhavingsmoratorium geldt niet in geval er sprake is van kwaadwillendheid. Daarvan is volgens
deze bewindspersonen sprake als een opdrachtgever opzettelijk een situatie van evidente
schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, terwijl de opdrachtgever weet -of had kunnen
weten- dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking.
De Rijksbelastingdienst heeft dit jaar een webmodvule ontwikkeld waarmee werkgevers kunnen
toetsen in hoeverre hun contracten met ZZP'ers voldoen aan de Wet DBA. De evaluatie van een
pilot met deze webmodule is dit najaar gereed. Daarna beslist het kabinet op welk moment de
handhaving (gefaseerd) wordt opgestart. De Rijksbelastingdienst bevordert ondertussen de
werking van de wet via voorlichting en biedt een helpende hand aan werkgevers door hen te
informeren wanneer een arbeidsrelatie geen dienstbetrekking is volgens de huidige wet.
Acties
Hoewel op dit moment nog geen duidelijkheid is van het rijk over opheffing van het
handhavingsmoratorium, is het voor ZZP'ers en voor de gemeente als opdrachtgever nu reeds van
belang te voorkomen dat een opdrachtrelatie kan worden aangemerkt als dienstbetrekking. Zie
ook de persberichten van het Rijk: https://www.nieuwsszw.nl/pilot-webmodule-van-start/.
Ondanks het ongewisse, toekomstige besluit van het nieuwe kabinet over het
handhavingsmoratorium, is de inzet van Amsterdam als opdrachtgever erop gericht om ook voor
de ZZP'ers het risico te minimaliseren op handelen in strijd met deze wetstaats. De wet en de
sancties die daarbij horen, blijven immers onverkort gelden. De gemeente en de ZZP'er kunnen te
maken krijgen met een naheffing en een boete. Uit de sancties zou ook kunnen volgen dat de inzet
van een ZZP'er per direct moet worden gestaakt, met als risico dat de continuïteit van het werk in
gevaar komt.
Rekening houdend met deze risico's en het feit dat het handhavingsmoratorium onverkort geldt
tot het moment waarop het nieuwe kabinet hierover zal beslissen, heeft de gemeente Amsterdam
verschillende acties in gang gezet.
De gemeente Amsterdam maakt gebruik van genoemde webmodule van de Rijksbelastingdienst
om de inzet van ZZP'ers bij opdrachten beter te kunnen beoordelen. Daartoe legt de gemeente
alle lopende overeenkomsten van opdrachten langs de lat van de webmodule. Met deze actie
wordt inzichtelijk of opdrachten voldoen aan de wet en hoe nieuwe opdrachten kunnen worden
vormgegeven binnen de kaders van de wet. De planning is erop gericht alle overeenkomsten
uiterlijk 1 oktober 2021 te hebben getoetst en beoordeeld. Wel kan, in dringende gevallen, nog tot
einde dit jaar de tijd genomen worden om opdrachten aan te passen.
Het college heeft directeuren de bevoegdheid gegeven om, in uitzonderlijke gevallen waarbij het
contract met de ZZP'er in het kader van de Wet BDA voortijdig zou moeten worden beëindigd,
een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden. Hierbij geldt als voorwaarde dat de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 27 september 2021
Pagina 3 van 3
betreffende vacature eerst intern wordt aangeboden en dat de voorrangsvolgorde (artikel 2.2.1 lid
1 van de PGA) moet worden gehanteerd.
Bij nieuwe opdrachten toetst de gemeente vooraf de duur daarvan. Bij opdrachten die langer dan
een jaar in beslag nemen, neemt het risico toe op overtreding van de wet. Afhankelijk van de
andere factoren die een rol spelen (denk aan inzet op resultaat, of het aantal uren van de inzet)
wordt bepaald of en hoe lang het contract kan worden voortgezet.
Ook wordt de standaard overeenkomst van opdracht toegepast via het Dynamisch
Aankoopsysteem (DAS). Met een dergelijke modelovereenkomst wordt verder voorkomen dat de
arbeidsrelatie onbedoeld toch elementen bevat die wijzen op een dienstbetrekking.
Het college levert maatwerk per dossier of opdracht. Daarom bespreekt de gemeente als
opdrachtgever de Wet DBA en genoemde beheersmaatregelen met de individuele ZZP'er of zijn
intermediair.
In bijzondere gevallen, waarbij bijvoorbeeld de voortgang van een project in het geding komt als
gevolg van deze wet, kan worden afgeweken van genoemde acties. Elk bijzonder geval wordt
individueel beoordeeld en de stedelijk directeur of gemeentesecretaris beslist of en welke
afwijking geoorloofd is.
Het college hecht belang aan een zorgvuldige inzet van ZZP'ers. Hun diensten zijn van grote
waarde voor de uitvoering van flexibele werkzaamheden in de organisatie. Voor de ZZP'ers en
voor de gemeente is het van belang om zekerheid te hebben dat zij voldoen aan de Wet DBA.
Ik hoop u hiermee te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Touria Meliani
Wethouder Personeel & Organisatie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
N Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
“ Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1373
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (Investeer In
De Nacht - Reddingsplan Kunst & Cultuur).
“Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021 (Investeer In De Nacht -
Reddingsplan Kunst & Cultuur).
Constaterende dat:
- Het nachtleven zwaar lijdt onder de gevolgen van de coronacrisis;
-__ Het college specifieke beleidsdoelen heeft als het gaat om inclusiviteit;
- De kwestie rondom De School laat zien dat er nog ontzettend veel is te winnen
op het gebied van inclusiviteit in het nachtleven.
Overwegende dat:
-__ Een inclusief nachtleven van grotere toegevoegde waarde is voor de reputatie
van de stad dan stadsmarketing;
-__ Stichting N8BM A'DAM als onafhankelijke non-profit organisatie, die strijd voor
een dynamisch en divers nachtleven in Amsterdam, bij een uitstek een partij is
om inclusiviteit in het nachtleven te stimuleren.
Besluit: ee
-_ Eenmalig een bedrag van €250.000 te reserveren voor Stichting N8BM A'DAM
ten behoeve van het stimuleren van inclusiviteit in het nachtleven bij de
heropbouw van de sector en hiervoor dekking te vinden door te korten op de
subsidie aan amsterdam&partners;
- Bovenstaande wijzigingen door te voeren in de Begroting 2021.
Het lid van de gemeenteraad
J.A. Veldhuyzen
1
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres Gemeente Amsterdam
Anton de Komplein 150 Stadsdeel Zuidoost
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam RAADSGRIFFIE
telefoon 020 2525000
RAADSCOMMISSIE MIDDELEN & VEILIGHEID
Publiekszaken, Financiën, Personeel Organisatie & Informatie, Communicatie, Veiligheid en
Openbare Orde, Handhaving, Interbestuurlijke betrekkingen, Internationale Contacten,
Participatie in beleidsprocessen, Dualisering
Voorzitter : mw.M. Tiggelaven
Commissiegriffier : dhr. C. ter Horst
Griffie : mw. C.L. Hordijk
Telefoon : 252.5023
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie op donderdag 12 juni 2008 van
20.00 tot 23.15 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt onderwerp Tijdschema
BESLOTEN BIJEENKOMST
Hiervoor is uitgenodigd Commissaris van Politie, de heer A. Smit 20-00 — 21.00 uur
Á. ALGEMEEN 21.00 — 21.30 uur
A1. Opening en vaststelling agenda
A2. Mededelingen
. Stand van zaken voortgang Kwakoefestival, mondelinge mededeling portefeuillehouder
A3. Vragen halfuur commissieleden
A4. a. Actielijst.
A5. Raadsadressen
Geen.
B. BESPREEKPUNTEN
Veiligheid
V1. Handhavingsprogramma
. het handhavingsprogramma voor kennisgeving aan te nemen
Bijgevoegd. 21.30 — 22.00 uur
V2. Handhaving Venserpolder
. op verzoek GL geagendeerd
. motivatie GL voor bespreking
Bijgevoegd. 22.00 — 22.30 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
AGENDA (vervolg)
Punt onderwerp Tijdschema
V3. Bestrijding drugsoverlast Amsterdam Zuidoost, rapportage 2007
. uitvoering motie 33 PvdA
Bijgevoegd. 22.30 — 23.00 uur
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING
T1. Termijnagenda
. te bespreken
Bijgevoegd. 23.00 — 23.05 uur
D. RONDVRAAG 23.05 — 23.15 uur
E. SLUITING 23.15 uur
Lijst ter kennisneming:
1. Arbeidsverzuim stadsdeel Zuidoost 2006/2007
2. Stand van zaken uitvoering motie OZO over bezorging ECHO
3. Pilot Administratieve Servicefaciliteit voor gesubsidieerde instellingen
Lijst ter inzage:
Geen stukken.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot en met de dag vóór de vergadering daarvoor
aanmelden bij de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5023 of per e-mail naar c.hordijk@zuidoost amsterdam.nl. De vermelde
aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 19 juli 2023
Ingekomen onder nummer 464
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Alberts inzake onderzoek opkopen sociale huurwoningen
Onderwerp Onderzoek opkopen sociale huurwoningen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over
Overwegende dat:
- In 2021 in opdracht van het toenmalige stadsbestuur een onderzoek heeft plaatsgevonden
naar de vraag hoe sociale huurwoningen die binnen de gemeente Amsterdam verkocht
worden, behouden kunnen blijven binnen de sociale voorraad;*
- In dit onderzoek verschillende oplossingsrichtingen worden verkend zoals het starten van
een gemeentelijke deelneming, opkopen van sociale huur ten behoeve van
Amsterdammers met een zorgvraag en andere financieringsconstructies;
- In de conclusies van de rapportage de suggestie wordt gedaan om de conclusies en
bevindingen nader te bespreken met de federatie en te presenteren Amsterdamse
corporaties;
- Dit naar ons weten tot dusver nog niet gebeurd is;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
- De rapportage Aankoop van sociale huurwoningen, andere oplossingen vanuit een ander
perspectief uit november 2021 te bespreken met de Amsterdamse corporaties;
- De mogelijkheden te verkennen om het onderzoek verder uit te diepen en uit te werken;
- Hierover te rapporten aan de gemeenteraad.
Indieners,
R. Alberts
1 https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/11354551/1#search=%22ORTEC%2osociale%2ohuur%22
| Motie | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
x Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 140
Publicatiedatum 17 februari 2016
Ingekomen onder T
Ingekomen op woensdag 10 februari 2016
Behandeld op woensdag 10 februari 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het Jaarverslag Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2014 (overnemen aanbevelingen van
de TAC).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Jaarverslag Technische Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 90).
Constaterende dat:
— de aanbevelingen in het Jaarverslag 2013 en de aanbevelingen in het Jaarverslag
2014 grotendeels overeenkomen (pagina 12);
— deze aanbevelingen kennelijk niet zijn overgenomen door het college van
burgemeester en wethouders.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
per aanbeveling gemotiveerd aan te geven in hoeverre het college van plan is deze
over te nemen en hierover binnen drie maanden terug te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Raadsadres
Uw gegevens
Naam mn |
E-mail nn
Telefoonnummer nn
Uw bericht Geachte Burgemeester en Wethouders, geachte Gemeenteraad, sinds enige
weken zijn wij opnieuw in een — ons inziens — vruchteloze discussie gewikkeld
met één specifieke medewerkster van het Stadsloket Oost, die de registratie van
onze moeder in de BRP niet wil voltooien, omdat ze voet bij stuk houdt dat
certificaten op de Nederlandse wijze tot stand moeten komen en aangeleverd
worden. Kennelijk gaat het om een medewerkster van de gemeente die het
contact met de wereld/realiteit om haar heen wat verloren heeft. Op ma 26 jun
2023 om BN schreef zij: Beste mevrouw BN U heeft uw geboorteakte aan
mij getoond om te registreren in de Basis Registratie Personen (BRP). Ik gaf
direct al aan dat ik het digitale document niet kan verifiëren maar heb het
doorgestuurd en overlegd met ons adviesbureau. Zij hadden dezelfde conclusie
dat het document niet voldoet aan de eisen. Om deze reden wil ik u vragen om de
originele, internationale akte die niet digitaal is aangeleverd en gelegaliseerd is
met een Apostille (legalisatie uit Albanië) die op of aan dat document zit. Als u de
juiste documenten heeft kunt u een afspraak maken voor het inleveren van
buitenlandse documenten bij Stadsloket oost. Met vriendelijke groet, A EN
Ons antwoord luidt als volgt: Geachte mevrouw, U vraagt het onmogelijke: voor
Albanese burgers die buiten hun land wonen, worden de aktes ALTIJD digitaal
aangeleverd. Ook ambassades en consulaten verwerven de certificaten via de
site van de albanese regering https://e-
albania.al/eAlbaniaServices/Packages.aspx?lvl=3&path code=29-
1084&cat id=29 Sinds kort kunnen de burgers dat zelf ook doen. We hebben dat
dan ook gedaan, gebruikmakend van google-translator [zie bijlage]. De akte wordt
met mooie kleuren aangeleverd. De elektronische stempel op de akte is wel
degelijk officieel en werkt wel degelijk. De Albanese ambassade kan GEEN
andere akte/certificaat leveren: men gebruikt hetzelfde kanaal!!! Men kan er
hoogstens een apostille aan toevoegen, maar gezien de vele documenten, waarin
de belangrijkste gegevens van de burgerlijke stand aangaande mn
herhaal/bevestigd worden, is dat eigenlijk overvloedig. De meerderheid van de
Albanezen in Albanië volgen dezelfde digitale weg… Overigens is er ons inziens
geen enkele reden om de koppeling tussen kinderen en moeder verder uit te
stellen; we dringen dan ook aan op een zo spoedige mogelijke uitdraai van
nn gegevens uit de BRP met die koppeling inbegrepen U zin "Als u de juiste
documenten heeft kunt u een afspraak maken voor het inleveren van
buitenlandse documenten bij Stadsloket oost.” is u waarschijnlijk uit de pen
geschoten: we hebben het hier over één certificaat dat we bij deze overhandigen.
Misschien is het goed er op te wijzen dat de manier van doen bij het stadsloket
oost niet zonder meer gedeeld wordt door soortgelijke loketten in binnen-en
buitenland. Wellicht is het voor uw loket goed om kennis te nemen van hoe het er
in andere landen aan toegaat. Hoogachtend
we wijzen er op dat de koppeling
tussen moeder en kinderen en door alle andere Nederlandse
instanties uitdrukkelijk WEL gemaakt wordt, onder meer door Belastingdienst,
SVB, Zilveren Kruis, OLVG, etc. lwe willen uw stadsloket-oost en de Gemeente
Amsterdam erop wijzen dat bij de inschrijving van onze kinderen nr
vorig jaar de gebruikelijke veeltalige certificaten overhandigd zijn, waarin
als moeder genoemd wordt. In feite gebeurt dat ook in de BRP-gegevens die U in
de computer heeft, zoals een collega van mevrouw, die ons het onvolledige
uittreksel uit de BRP [zie bijlage] overhandigd heeft, in onze aanwezigheid heeft
vastgesteld. We vragen B. en W. en de Gemeenteraad tussen beide te komen en
de registratie van m mn in de BRP te voltooien.
Uw bijlage e _aanB. en W. 26-6-2023.docx
. center ann 20"
e inschrijving B esn pdf
Verzenden
Referentienummer |
| Raadsadres | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 januari 2024
Portefeuille(s) Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Bijzondere Projecten ([email protected])
Onderwerp Ontwerp Bodemenergieplan Strandeiland
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeer ik v over het collegebesluit inzake de ter inzage legging van het ontwerp
bodemenergieplan Strandeiland. Met een bodemenergieplan vindt coördinatie plaats van
bodemenergiebronnen voor een bepaald gebied. Het bepaalt de warmte- en koudevoorziening en
bijhorende kaders op het Strandeiland, zodat er optimaal gebruik gemaakt worden van de
bodemenergie.
De ter inzagetermijn is 6 weken na publicatie waarna het definitieve besluit met eventuele
wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen in maart 2024 wordt besloten door het college.
Daarna volgt de verdere standaard besluitvorming bij de provincie Noord Holland.
Alternatief voor collectief warmte-en koudenet
Met de raadsinformatiebrief (d.d. 25 mei 2023, TKN-lijst raadscommissie Woningbouw en
Volkshuisvesting 14 juni 2023) informeerde mijn collega wethouder Zita Pels u over de ontbinding
van de warmte- en koudeconcessie voor het collectieve net op het Strandeiland. De reden voor de
ontbinding was dat de concessiehouder Eneco aan heeft gegeven te stoppen met de ontwikkeling
van het collectieve warmte- en koudenet op Strandeiland. Eneco heeft dit op 7 april 2023 in een
brief aan de gemeente laten weten. Eneco geeft aan dat zij niet de gewenste
duurzaamheidsprestaties kunnen behalen en geen aantrekkelijk aanbod kunnen neerleggen aan
ontwikkelaars en bouwers op het Strandeiland.
Een duurzame warmte en koudevoorziening is één van de belangrijke voorwaarden om tot
duurzame gebiedsontwikkeling te komen. Door het wegvallen van het beoogde collectieve
warmte- en koude net, is afgelopen periode onderzoek gedaan naar alternatieven. Uit dit
onderzoek is gebleken dat de bodem voldoende capaciteit heeft om per ontwikkeling, dus per
perceel, te voorzien in de warmte- en koudebehoefte. Die energievraag verschilt per ontwikkeling
omdat het aantal woningen, de woninggrootte en de voorzieningen per ontwikkeling verschillen.
Het ontwerp bodemenergieplan dat ter inzage wordt gelegd reguleert de ruimtelijke inpassing en
het gebruik van bodemenergie zodat per ontwikkeling, optimaal gebruik gemaakt kan worden van
de bodem als energiebron.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 januari 2024
Pagina 2 van 2
Duurzame en Betaalbare warmte- en koudesystemen
Het ontwerp bodemenergieplan biedt het kader voor het gebruik van bodemenergie zodanig dat
bodemenergiebronnen, zoals warmte en koude opslag (WKO'’s) en/of bodemlussen, van elke
ontwikkeling naast elkaar kunnen bestaan, zonder dat er onderlinge negatieve beïnvloeding van
de bronnen plaatsvindt. Ontwikkelende partijen kunnen dus onafhankelijk van elkaar hun warmte-
en koude systeem ontwikkelen. Daarnaast geeft het ontwerp bodemenergieplan de mogelijkheid
aan ontwikkelende partijen om samen bodemenergiebronnen te maken, zodat deze partijen de
energieprestatie van de gebouwen, ook financieel, kunnen optimaliseren. Voorwaarde daarbij is
dat onder andere leidingwerk goed inpasbaar moet zijn in de openbare ruimte, omdat de ruimte in
de ondergrond zeer beperkt is.
Er worden geen nadelige effecten voor de energieprestatie van gebouwen en de betaalbaarheid
van de warmte- en koudelevering voorzien ten opzichte van het eerder beoogde collectieve
warmte- en koudenet. De warmte- en koudesystemen per perceel zijn qua kosten minimaal
gelijkwaardig. Ontwikkelende partijen, zoals corporaties, kunnen door middel van deze individuele
oplossing zelf invloed uitoefen op de betaalbaarheid van de warmte-en koude voorziening, binnen
het wettelijk maximum voor het vastrecht en het verbruikstarief.
Bij individuele oplossingen kan het zijn dat de ontwikkelde partij het beheer, de exploitatie(kosten)
van het bodemenergiesystem overlaat aan de VvE. De gemeente heeft geen directe invloed op
deze keuze van de ontwikkelaar.
Met het ter inzage leggen van het ontwerp bodemenergieplan Strandeiland wordt een volgende
stap gezet in de warmte- en koudesystemen voor de ontwikkeling van Strandeiland.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Rutger Groot Wassink
Wethouder Duurzaamheid, energietransitie en circulaire economie
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
> < en ee Raadsinformatiebrief
/ msterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 januari 2023
Portefeuilles) Openbare ruimte en groen
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door Verkeer en Openbare Ruimte, bestuurlijke. zaken.vor@®amsterdam.nl
Onderwerp Afdoening motie Groene Autoluwe Stadhouderskade van het leden Bakker
(PdvD), van Pijpen (GroenLinks) en Rooderkerk (D66)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 1 juli 2022 heeft uw raad bij de behandeling van het
raadsadres Initiatief Stadhouderspark van Rudy Uytenhaak + partners architecten de motie 252
van raadsleden Bakker (PdvD), van Pijpen (GroenLinks) en Rooderkerk (D66) aangenomen. Daarin
wordt het college gevraagd “om te starten met een verkenning hoe de Stadhouderskade groen en
autoluw gemaakt kan worden door de raad inzicht te geven in of/hoe dit kan worden geïntegreerd met
al lopende projecten in de naaste omgeving”.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie.
Maatschappelijke initiatieven
Zoals in de motie wordt benoemd spelen er momenteel twee maatschappelijke initiatieven met
betrekking tot het vergroenen van de Singelgrachtzone, namelijk het Stadhouderspark en het
initiatief The Green Mile.
Initiatief Stadhouderspark
Op 12 februari 2022 is door Rudy Uytenhaak + partners architecten het idee Stadhouderspark als
raadsadres ingediend. Het initiatief Stadhouderspark geeft een totaalvisie voor een groene,
autoluwe Singelgrachtzone.
Initiatief The Green Mile
De vergroening van de Stadhouderskade krijgt ook vorm middels het initiatief The Green Mile,
gestart door een aantal prominente partijen gevestigd aan de Stadhouderskade (dit betreft
UNStudio, Heineken, De Nederlandsche Bank, de Hogeschool van Amsterdam, Het Rijksmuseum
en BlendingBricks). In samenspraak met Stadsdeel Zuid hebben deze partijen in het najaar van
2021 een verkenning vitgevoerd naar de kansen voor vergroening en het verbeteren van de
leefbaarheid op de Stadhouderskade. De ambitie van de initiatiefnemers is om een “groene
beweging” te creëren op en rond de Stadhouderskade, genaamd The Green Mile, die bijdraagt aan
het realiseren van een groene, aangename stadsstraat. De initiatiefnemers hebben zich onlangs
verenigd in Stichting The Green Mile. Op 25 april jl. overhandigden deze initiatiefnemers hun
ambitiedocument aan mijn voorganger en aan stadsdeelbestuurder van stadsdeel Zuid Rocco
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 januari 2023
Pagina 2 van 3
Piers. Op 8 december sprak ik samen met Rocco Piers met de vertegenwoordiger van de Green
Mile. Het was een leuke kennismaking en het initiatief bruist van de energie. Zij gaf aan dat de
samenwerking met de ambtelijke organisatie prettig verloopt.
Bestaande projecten
Naast deze initiatieven zijn er op dit moment ook twee openbare ruimte projecten in
voorbereiding langs de Singelgrachtzone, waarbij vergroening een van de belangrijkste
uitgangspunten vormt. Deze projecten zijn de Wandelboulevard Stadhouderskade (tussen
Ferdinand Bolstraat en Hobbemakade) en de Wandelboulevard Nassaukade (tussen Frederik
Hendrikplantsoen en Tweede Hugo de Grootstraat). De ontwerpen worden binnenkort aan de
Stadsdeelbesturen Zuid en West ter besluitvorming voorgelegd.
Wandelboulevard Stadhouderskade
In het kader van het project Weteringpark (transformatie van Weteringcircuit naar Weteringpark)
wordt het wegvak tussen de kruising met de Ferdinand Bolstraat en de Hobbemakade in 2024
heringericht. De parkeerplekken op de ventweg zullen verdwijnen en er komt een parkachtige
wandelboulevard met veel ruimte voor groen. De rijbaan wordt versmald conform een inrichting
van 30 km/u. Hierdoor kan het fietspad vrijliggend worden aangelegd, wat de verkeersveiligheid
verbetert. Momenteel wordt het ontwerp gemaakt en is de participatie met de omgeving
opgestart.
Hierbij wordt samen opgetrokken met het initiatief The Green Mile.
Wandelboulevard Nassaukade
In de Frederik Hendrikbuurt komt meer ruimte voor groen, spelen, fietsen en wandelen door het
verplaatsen van 350 parkeerplaatsen naar de in aanbouw zijnde Singelgrachtgarage. De ruimte die
in de huidige situatie wordt ingenomen door parkeerplaatsen langs de Nassaukade tussen Tweede
Hugo de Grootstraat en Marnixplein, wordt (mits er voldoende financiële ruimte in de begroting
van 2024 zit) ingericht met een wandelboulevard met een parkachtige uitstraling. De bestaande
bomen blijven behouden waar omheen lage beplanting en halfverharding wordt teruggebracht.
Aan de rijbaan van de Nassaukade worden geen wijzigingen uitgevoerd, behalve de aanleg van
twee oversteeklocaties voor voetgangers.
Bij de planvorming van de wandelboulevard Nassaukade is destijds uitgebreid geparticipeerd met
de Vrienden van de Singelgracht en de bewoners in de omgeving.
Naast deze openbare ruimte projecten en initiatieven spelen ook andere vastgestelde stedelijke
beleidsambities een rol aan de Singelgrachtzone, zoals het toevoegen van nieuwe
touringcarhaltes (agenda Touringcar 2020) en het ontwikkelen van logistieke bevoorrading vanaf
het water (Nota Varen).
Advies Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK)
De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) is gevraagd te adviseren over de stedenbouwkundige
en landschappelijke samenhang van de Singelgrachtzone. Beide genoemde projecten zijn positief
beoordeeld door de Commissie. De vertegenwoordigers van de twee maatschappelijke initiatieven
hebben op uitnodiging geparticipeerd in de advisering van de CRK.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 januari 2023
Pagina 3 van 3
Naast het inhoudelijke advies op de projecten adviseert de CRK om de nota Singelgrachtzone
(2003) te actualiseren in lijn met de groen- en leefbaarheidsambities van nu. Dit met het doel om
deze ambities in de nu lopende projecten te verweven. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
adviseert om in de actualisatie rekening te houden met de ruimtewinst die te behalen is door de
versmalling van de rijbaan na het invoeren van een 30 km/u regime. Ook adviseert de commissie
om een heldere lijn op te nemen in de actualisatie, waarbij rust en eenvoud wordt aangebracht in
(toekomstige) ontwerpen voor de Stadhouderskade en Nassaukade. Concreet betekent dit dat er
vanuit de geactualiseerde visie op Stadhouderskade en Nassaukade op den duur ruimte ontstaat
voor een brede wandelboulevard aan de waterkant, met een robuuste groenzone tussen de
wandelzone en de rijbaan.
Actualisatie visie Singelgrachtzone
In 2003 is de Visie Singelgrachtzone vastgesteld door de gemeenteraad. Met onder andere het
CRK-advies en Structuurvisie 2050 als vitgangspunten wordt deze visie dit jaar geactualiseerd en
in 2023 ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. Onderdeel van de actualisatie vormen
de mogelijkheden die de geambieerde groen netwerken vit de Omgevingsvisie bieden en de
voorwaarden die hiervoor nodig zijn. De ontwerpen van de lopende projecten op de
Stadhouderskade en Nassaukade worden als basis genomen voor de verdere vitwerking van deze
visie. Tevens worden er concrete ontwerpvoorstellen in de visie opgenomen die toepasbaar zijn in
het bestaande profiel. Hierdoor kunnen ook vergroeningsmaatregelen worden genomen zonder
ingrijpende herinrichtingen uit te voeren. Bij de ontwikkeling van de visie wordt ook rekening
gehouden met de ambities uit de Agenda Touringcar en Programma Varen.
De ambitie om de Singelgrachtzone te vergroenen en te transformeren naar een leefbaarder
gebied wordt gedeeld door het College. De herziening van de Visie Singelgrachtzone moet de
basis leggen voor deze groene transformatie. Rekening houdend met de beperkte financiële
middelen zullen deze ambities over tijd gerealiseerd kunnen worden vanuit lopende of nieuwe
projecten, of als surplus bovenop geplande groot onderhoudswerkzaamheden. De visie borgt
straks een heldere lijn en eenduidigheid in deze verschillende opgaven.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
SLAC RICSN
ESD
Naam wethouder van der Horst
Wethouder Openbare Ruimte en Groen
Bijlagen
1. CRK advies
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 september 2022
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst
Behandeld door [email protected]
Onderwerp Aanbesteding Mokumflex en vervolg
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
In Landelijk Noord en Driemond rijdt Mokumflex, openbaar vervoer op afroep, in opdracht van de
gemeente Amsterdam. Afgelopen voorjaar is het concept Mokumflex opnieuw aanbesteed en in
deze brief informeer ik u over de uitkomsten daarvan. De aanbesteding heeft geleid tot een nieuw
contract met vervoerder Staxi, voor de periode 2 juli 2022 t/m 14 december 2024. In overleg met
de Vervoerregio Amsterdam is overeengekomen dat het openbaar vervoer vraagstuk in Landelijk
Noord en Driemond ná december 2024 expliciet meegenomen wordt bij de voorbereidingen van
het nieuwe openbaar vervoer contract met GVB dat ingaat op 15 december 2024.
Het concept Mokumflex
De gemeente Amsterdam is Mokumflex als pilot gestart in 2018,waarna GVB vanwege het lage
aantal reizigers buslijn 30/31 in Landelijk Noord heeft opgeheven. Omdat de gemeente
Amsterdam waarde hecht aan de fijnmazigheid van het OV en de beschikbaarheid van OV in de
hele stad, heeft zij toen het opdrachtgeverschap voor Mokumflex op zich genomen, ondanks het
feit dat er in de huidige OV-concessie geen OV hoeft te worden aangeboden. Door Mokumflex aan
te bieden kunnen bewoners en bezoekers van Landelijk Noord en Driemond reizen, ook als zij
geen eigen vervoer tot hun beschikking hebben vanwege de kosten, vaardigheden, gezondheid, of
andere omstandigheden.
Naast Landelijk Noord, rijdt Mokumflex ook in Driemond, waar naast Mokumflex ook bus 49 rijdt
(tussen Zuidoost en Weesp), op maandag t/m vrijdag van circa 06:00 tot 19:00 uur. In tegenstelling
tot deze bus, rijdt Mokumflex niet langs de kern, maar tot in het dorp zelf. De openingstijden van
Mokumflex in Landelijk Noord en Driemond zijn 07:00-20:00, zeven dagen per week (maatwerk op
feestdagen). Staxi is betrouwbaar, punctueel en de reiziger betaalt met € 2,75 per rit slechts een
iets hoger tarief dan in het reguliere Amsterdamse OV. Mokumflex wordt dan ook goed
gewaardeerd door de reizigers (een 8,7 uit 10).
Maandelijks rijdt Staxi tussen de 300 en 600 ritten. De gemeente betaalt een subsidiebedrag per
passagier (bovenop de €2,75 kosten voor de reiziger) om de ritten rendabel te maken voor Staxi.
Het subsidiebedrag per rit is hoger dan gewoonlijk bij OV, omdat het vaak individuele taxiritten
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 september 2022
Pagina 2 van 2
betreft. Vanwege het lage aantal ritten zijn de totale kosten voor de gemeente en de Vervoerregio
beheersbaar, rond de €150.000 per jaar. Om het risico voor de gemeente te minimaliseren, is er
een subsidieplafond afgesproken, waarboven de vervoerder slechts €2,75 per passagier ontvangt.
De Vervoerregio draagt de helft van de kosten.
De Dorpsraad Driemond en de Centrale Dorpenraad Landelijk Noord zijn geconsulteerd
voorafgaand aan de aanbesteding. Vanwege de hoge klanttevredenheid, is besloten het systeem
zoveel mogelijk hetzelfde te houden. Uit de aanbesteding komen de volgende wijzigingen voort:
e De openingstijden worden verruimd, van 07:00 tot 19:00 naar 07:00 tot 20:00;
e De ritprijs is verhoogd van €2,50 naar €2,75;
e _Staxi kan ritten beter bundelen door vaste vertrektijden van een kwartier (7:00, 7:15, …);
e Het vervoer wordt volledig elektrisch uitgevoerd.
Vervoer in Landelijk Noord en Driemond vanaf 15 december 2024
Dankzij de aanbesteding heeft de gemeente duurzaam, betaalbaar en fijnmazig OV geborgd voor
Landelijk Noord en Driemond, tot aan het einde van de huidige GVB-concessie (14 december
2024). De voorbereidingen voor de nieuwe concessie starten binnenkort. Het opdrachtgeverschap
voor OV is in Nederland geen gemeentelijke taak, maar een taak van de Decentrale OV-
Autoriteiten, in onze regio de Vervoerregio. De gemeente en de Vervoerregio hebben daarom
afgesproken dat de Vervoerregio bij de totstandkoming van de nieuwe concessie ook de
vervoervraag in o.a. Landelijk Noord en Driemond meeneemt in de afwegingen om te komen tot
een programma van eisen voor het nieuwe contract. Daarnaast werkt d Vervoerregio aan een
beleidskader flexibel openbaar vervoer. Hierin wordt uitgewerkt hoe de Vervoerregio omgaat in de
OV concessies met gebieden met minder vervoervraag. Via de regioraad van de Vervoerregio
wordt u hierover verder geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
f 7 7 4 ek
bad nj !
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
NIE
| JE
EEN
NIEUWE
LENTE
EN
EEN
NIEUW
GELUID
WIJ AMSTERDAMMERS denken combineert met het kleine doen. Keuzes voor een stad die niet uitgaan
van competitie maar van coöperatie en die de welvaart die bedrijvigheid, creativiteit
en ondernemerschap creëren, omzet in kansen voor iedereen.
staan waarschijnlijk zelden stil bij alles wat in onze stad samenkomt. Wat onze stad. Wij maken onze keuzes met de blik op 2025. Wij kijken verder dan de termijn van
maakt tot wat zij is. Hoe de gebouwen, de straten, de parken zijn ontstaan. Hoe al die één bestuursperiode. Ons doel is dat Amsterdam zich dan kenmerkt als rechtvaardige,
Amsterdammers hier zijn aangekomen, lang geleden of recent. Hoe zij samen de stad verbonden, vrije, duurzame en democratische stad. Voor nieuwe uitdagingen die
bouwden tot wat zij vandaag is. Amsterdam is de plek waar je woont, werkt, leert, liefhebt ongetwijfeld op ons pad komen, zullen we samen met Amsterdammers oplossingen
en elke dag een beetje ouder wordt. Je beweegt je door de stad, bezig met alledaagse bedenken en daarbij houden we onze gezamenlijke ambitie voor ogen.
beslommeringen, ambities of met zorgen. Zonder je voortdurend te beseffen wat de
essentie is van de stad waarin je leeft. Hoe de stad ons vormt en maakt tot wie we zijn. Rechtvaardige stad
En hoe dat zo is gekomen. Kijk goed! Bewonder en verwonder. Het is de plek waar steenrijk Een van de belangrijkste uitdagingen is hoe we Amsterdam een rechtvaardige stad
en straatarm samen op de pont staan. Waar historische en modernistische architectuur voor iedereen kunnen laten zijn. Op de Amsterdamse woningmarkt zijn steeds meer
beide naar waardering lonken. Waar je dagelijks vertrouwde vreemden tegenkomt en waar groepen in de verdrukking. Alleen met veel geluk of veel geld kom je er nog tussen.
tegelijk vervreemding op de loer ligt. Waar talloze zaken tot in detail zijn geregeld, maar In een rechtvaardige stad zorgen we ervoor dat ook lage- en middeninkomens een huis
waar ook ruimte is voor tegencultuur en rafelrand. Waar je plots in een fietsfile belandt kunnen vinden.
en niet veel later in je eentje langs sloten en groene weilanden fietst. Waar mensen volstrekt In een rechtvaardige stad heeft iedereen dezelfde kansen, onafhankelijk van de buurt
verschillende geschiedenissen kennen, maar samen een toekomst delen. Amsterdam is waarin je woont of de school waar je naar toe gaat. Daar heeft iedereen de vrijheid om zelf
een groot samenspel van tegenstellingen, waar een grote synergetische kracht vanuit vorm te geven aan haar of zijn eigen toekomst. Waar de optelsom van individuele keuzes
gaat. Een bonte verzameling van mensen, groepen en culturen, die de stad samen maken. tot een collectief probleem leidt, zorgen we voor collectieve oplossingen in plaats van
Samen vormt het een geheel, dat de individuele verschillen overstijgt. Eén Amsterdamse het individu erop aan te spreken. Dit uitgangspunt vraagt om een overheid die zorgt dat
identiteit die ons allen definieert. Waar we ons allemaal mee verbonden voelen. Dat maakt geïnvesteerd wordt in wijken en scholen die dat het hardst nodig hebben en het vraagt
Amsterdam tot die unieke stad, die voor haar inwoners zo vertrouwd voelt. om meer inzet om mensen uit armoede en schulden te helpen en te houden.
Wij Amsterdammers zijn de schakel tussen verleden, heden en wat voor ons ligt. Rechtvaardigheid betekent ook dat we de toenemende ongelijkheid moeten bestrijden.
Samen geven we vorm aan de toekomst van de stad en dat kan niet zonder ons rekenschap Niet alleen de kloof in inkomen stijgt, maar ook de ongelijkheid in gezondheid, in de kans
te geven van wie wij zijn en waar we vandaan komen. In 2025 bestaat Amsterdam 750 jaar. op een baan en in waardering van diploma’s neemt toe. We gaan op een andere manier
Dan vieren wij de stad, met elkaar. Voor ons ligt daar het ijkpunt om te bepalen wat naar economische vooruitgang kijken. Bij het bestrijden van ongelijkheid stellen we naast
voor stad we nu, en straks willen zijn. Dat Amsterdam een succes is, is onmiskenbaar. welvaart vooral welzijn centraal.
De aantrekkingskracht van onze stad is enorm. Dagelijks verwelkomt de stad vele
bezoekers en vestigen zich er nieuwe mensen en bedrijven. Die dynamiek voedt het Verbonden stad
vrijzinnige, creatieve en ondernemende karakter. Het brengt welvaart, draagt bij aan Onze stad is een verbonden stad. Er is vrijwel geen enkele wereldstad waarin zoveel
culturele en maatschappelijke voorzieningen van wereldformaat en biedt kansen. mensen met evenzoveel verschillende achtergronden met elkaar samenleven. Dat voelt zo
Het succes van Amsterdam kent echter niet louter winnaars. De paradox is dat ons normaal, maar is niet vanzelfsprekend. Als we niet opletten nemen de verschillen tussen
succes is ontstaan uit gezamenlijkheid en solidariteit — wat tot uitdrukking komt in typisch arm en rijk toe, zet ongelijkheid zich nog meer vast in ruimtelijke segregatie, en sijpelt het
Amsterdamse waarden als vrijheid, openheid, tolerantie en barmhartigheid — maar gif van racisme en discriminatie verder onze stad binnen waardoor individuen en groepen
vervolgens de neiging heeft om selectief te zijn en niet aan iedereen ten deel te vallen. tegenover elkaar komen te staan. Als we deze processen niet weten te stoppen dan brokkelt
> Uitsluiting ligt op de loer en tegenstellingen worden vaak vergroot. Om ons succes te het maatschappelijk cement dat Amsterdam zo sterk maakt af. In Amsterdam zorgen
3 behouden, moet iedereen er eerlijk in kunnen delen. Wij willen dat álle Amsterdammers we samen dat iedereen zichzelf kan zijn en een plek heeft in onze stad. Dat vraagt dat
5 over zeven jaar echt iets te vieren hebben. We willen het ‘Amsterdamse’ behouden we nieuwsgierig naar elkaar blijven, verschillen respecteren en ontmoeting organiseren.
Ë en voorkomen dat het succes van onze stad ongewild haar grootste probleem wordt. Dat vraagt dat we de stad (fysiek) toegankelijker maken, dat we samen herdenken en
8 Dat vergt dat we actief anticiperen op uitdagingen die samenhangen met de vieren en dat iedereen het gevoel heeft deel uit te maken van Amsterdam. Het is belangrijk
5 aantrekkingskracht van Amsterdam. Dat we kansen optimaal benutten en bedreigingen dat mensen elkaar kunnen blijven tegen komen in de buurt, op school en bij de sportclub.
ú afwenden. Dat we kiezen en handelen. Ons doel is er gezamenlijk een succes van maken, Verbondenheid moet niet alleen ontstaan tussen individuen, groepen en (sub)culturen
2 voor nu en de toekomst. Dat vergt duidelijke keuzes van een actief stadsbestuur met een onderling, maar ook tussen verschillende gebieden in de stad en tussen stadsdelen.
ö gezamenlijke visie en een open houding naar de stad. Een stadsbestuur dat het grote Ons uitgangspunt is het vertrouwen dat ‘samen’ meer oplevert dan ‘alleen’.
4 5
Vrije stad om onze mooie, levende, lieve stad te laten doen wat zij als geen ander kan: schitteren!
In onze stad zijn individuele vrijheid en vrijheid van meningsuiting een groot goed. Daarmee zal zij eenieder die hier komt niet alleen hernieuwde hoop geven, maar
Dat koesteren en verdedigen we. Amsterdam biedt altijd ruimte voor het vrije woord, ook daadwerkelijk de mogelijkheden om te worden wie je wilt zijn. Dat is Amsterdam.
creativiteit en ondernemerschap, dat zit in de genen van de stad. Maar vrijheid staat Wij realiseren ons terdege dat onze geformuleerde visie op de stad ook vraagt
ook onder druk. Amsterdammers moeten zich veilig voelen om in alle vrijheid zichzelf om duidelijke keuzes, nu en de komende jaren. Dit zijn de keuzes die wij maken:
te kunnen zijn, ongeacht afkomst, gender, voorkeuren of opleidingsniveau. Blijvende
aandacht is nodig om de verworven vrijheid te bewaken. Het moet ingebakken zijn
in het ‘Amsterdams burgerschap’ dat we staan voor onze (digitale) vrijheden en dat
we bereid zijn die waar nodig die te handhaven. Vrijheid bestaat immers niet zonder
verantwoordelijkheid en zal altijd bevochten moeten worden op intolerantie. Daarom
blijft Amsterdam inzetten op acceptatie van anderen, het vrije woord en veiligheid.
in onze buurten, scholen en andere ontmoetingsplaatsen.
Democratische stad
Er ligt een grote taak voor het gemeentebestuur om de relatie tussen burgers, ondernemers
en overheid te verbeteren. Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën
als het stadsbestuur. Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten
gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk en buurtgericht initiatief.
We voelen het als onze verantwoordelijkheid om de zeggenschap van bewoners
te vergroten. Niet door nieuwe stelsels op te tuigen maar door met de stad het gesprek
en het debat aan te gaan over hoe dat kan en moet. Amsterdammers laten vaak en op
veel plekken zien dat zij tal van zaken prima zelf kunnen regelen. Hier moet de overheid
steunend en niet sturend zijn.
Wij kiezen voor een stad waarin we elkaar zien als bondgenoten in plaats
van concurrenten. Dat betekent vertrouwen in elkaar hebben en vertrouwen geven.
Wij zijn ervan overtuigd dat dat we daarmee het meest bereiken.
Duurzame stad
Wij zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering merkt en de laatste
generatie die er wat aan kan doen. Als we willen dat Amsterdam bij haar achthonderdste
verjaardag nog altijd in blakende gezondheid verkeert, moeten we nu stevige keuzes
durven maken. We streven ernaar om de groene koploper van Nederland en Europa te
worden. Het vraagt dat we kiezen voor aardgasvrije wijken, voor verdere verduurzaming
en energiebesparing en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Juist omdat we de openbare
ruimte met steeds meer Amsterdammers delen, moet die groen en gezond zijn. In de
… traditie van Amsterdam zorgen we ervoor dat innovatie, creativiteit en ondernemerschap
3 helpen bij één van de grootste transities uit onze geschiedenis en zorgen we dat wij
5 samen profiteren van een duurzame toekomst die voor alle Amsterdammers bereikbaar
2 is. Ondernemerschap, technologie en creativiteit maken het bereikbaar; participatie en
Ë maatwerk maken het haalbaar; solidariteit maakt het voor iedereen betaalbaar.
X Hernieuwde hoop en mogelijkheden
2 Kijkend naar de stad zien we zoveel schoonheid, zoveel dynamiek en zoveel kansen.
ö We hebben die kansen voor het oprapen. Alleen durf en vastberadenheid zijn nodig
6 7
KANSENGELIJKHEID Vervolgonderwijs, volwasseneducatie en aansluiting arbeidsmarkt
Ruim baan voor ieders talent
. We willen het techniekonderwijs en de aansluiting op vervolgopleiding
en arbeidsmarkt verbeteren.
. We zetten extra in op het voorkomen van schooluitval en we willen niet dat scholen
Ieder kind verdient de kans om zich -los van zijn of haar achtergrond- leerlingen zomaar uitschrijven zonder diploma of vervolgopleiding. We breiden
te ontwikkelen tot wie zij of hij kan of wil zijn. Nog te vaak bepalen hiertoe voorzieningen uit voor mbo-leerlingen die dreigen uit te vallen
achtergrondfactoren het uiteindelijke resultaat van die ontwikkeling. of uitgevallen zijn. ‚
En dat is doodzonde. In de eerste plaats voor het kind maar uiteindelijk …__ Wegaan door met de mbo-agenda. We realiseren meer Stages, leerwerkplekken
. … . n en traineeships voor mbo-leerlingen, in de eerste plaats bij de gemeente zelf.
ook voor onze samenleving. Wij leggen ons daar niet bij neer en willen . We blijven investeren in volwasseneducatie, laaggeletterdheid en zij-instroom.
kansenongelijkheid en segregatie met alle mogelijke middelen bestrijden.
Omdat de toekomst op het spel staat. Jeugd en jongerenwerk
. We zetten flink in op jongerenwerk, met name in de buurten waar jongerenwerkers
nu capaciteit te kort komen en daardoor jongeren met dringende problemen niet
Voorschool, primair en secundair onderwijs kunnen helpen.
. In buurten waar de meeste kinderen uit kwetsbare gezinnen wonen, zetten we extra
: De voorschool is cruciaal voor de ontwikkeling van jonge kinderen en om segregatie in op naschoolse activiteiten op het gebied van educatie, natuur, sport en cultuur.
tegen te gaan. De voorschool blijft daarom toegankelijk en betaalbaar voor iedereen. . Jongeren die verzeild raken of zijn geraakt in de criminaliteit bieden we perspectief,
. We investeren extra in onderwijs, vooral in scholen die dat het hardst nodig hebben. waarbij aandacht is voor die jongeren zelf en hun omgeving. Jongeren die toch een
Geld voor achterstandsleerlingen wordt gebruikt voor achterstandsleerlingen. misstap (hebben) begaan schrijven we niet af, maar geven we een tweede kans.
. Ouderinitiatieven en scholen die segregatie tegengaan worden extra ondersteund We hebben blijvend aandacht voor het oplossen van de belemmering voor een stage
en beloond. of een baan die kan ontstaan als gevolg van het niet verkrijgen van een VOG.
. De gemeente maakt een kansengelijkheidsplan in samenspraak met scholen. Dit plan
omvat: het tegengaan van segregatie, de toegevoegde waarde van informeel onderwijs,
mogelijkheden tot stapelen, het voorkomen van onderadvisering, toelatingsbeleid
en het maximeren van de ouderbijdrage.
. We investeren bij voorkeur in brede scholengemeenschappen en brede brugklassen,
waarmee breed niet meteen ook groot betekent.
. We streven ernaar dat Amsterdamse kinderen voorbereid zijn op het leven in een
wereldstad door scholen aan te spreken op het onderwijzen van een tweede taal
en internationaal georiënteerd onderwijs aan te bieden.
.__ Het lerarentekort loopt snel op en is een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van
het onderwijs. We gaan hier actief mee aan de slag. We investeren in de ontwikkeling
… van leraren en betrekken leraren bij de inzet van scholingsbudgetten.
3 . We blijven investeren in schoolgebouwen met een goede luchtkwaliteit en groene
5 schoolpleinen.
Ë . We gaan in samenwerking met de Amsterdamse kennisinstellingen en de private
8 sector een verkenning doen naar een kenniscentrum (on)gelijkheid in de stad, waarin z
5 verschillende disciplines samenkomen en de beleidsinterventies worden gekend 8
2 en onderzocht. à
ö 2
10 11
sij
5 TAA
8
WERK EN BESTAANSZEKERHEID . Amsterdam maakt (binnen de kaders van de wet) geen gebruik van loondispensatie
Volwaardig meedoen zonder schulden en we verzachten waar mogelijk de negatieve effecten van de kostendelersnorm.
De schrijnende positie van ouderen met een minimuminkomen en een onvolledig
AOW heeft onze aandacht. Amsterdam blijft daarom bij de rijksoverheid met klem
aandringen op aanpassing van het beleid met betrekking tot loondispensatie,
Iedere Amsterdammer wil graag volwaardig meedoen aan de samenleving. de kostendelersnorm en de onvolledige AOW.
Maar door uiteenlopende oorzaken is dat niet voor iedereen op dezelfde
manier weggelegd. Wij willen zorgen dat iedereen kan meedoen. Werk is Schuldhulpverlening en armoede
daarbij belangrijk. Omdat het zin geeft en omdat het de beste manier is om … . Schuldhulpverlening wordt prioriteit van het college. We zetten in op kwalitatieve,
armoede te voorkomen. Armoede en schulden zijn een groot maatschappelijk kwantitatieve en duurzame verbetering van schuldhulpverlening. We maken daarbij
probleem met ingrijpende gevolgen voor wie er mee te maken krijgt. gebruik van de aanbevelingen van het Manifest Schuldenvrij.
Dat willen we aanpakken. . De gemeente gaat haar rol als schuldeiser herdefiniëren en voorkomt dat schulden
uit de hand lopen.
. De VroegEropAf-aanpak wordt waar mogelijk uitgebreid (in partijen en
Werk en inkomen termijnen). We zetten alles op alles om huisuitzettingen te voorkomen. Er zijn geen
huisuitzettingen van gezinnen met kinderen.
. We blijven vertrouwen in mensen centraal stellen in plaats van uit te gaan van . We gaan de mogelijkheden onderzoeken om zelf bewindvoering en budgetbeheer
wantrouwen en controledwang. Amsterdam stelt geen verplichte tegenprestatie in. aan te bieden.
. Het experiment regelluwe bijstand, waarin mensen bij kunnen verdienen zonder . We onderzoeken het bundelen van de Stadsbank van Lening en de Gemeentelijke
het recht op hun uitkering te verliezen, wordt doorontwikkeld en waar mogelijk Kredietbank zodat de rentepercentages voor sociale kredieten drastisch verlaagd.
uitgebreid. kunnen worden.
. Onbetaalde arbeid en verdringing op de arbeidsmarkt moet voorkomen . Er komt een pilot inkomensondersteuning op maat, waarin de behoeftes van de
worden, zeker bij de re-integratie mogelijkheden die de gemeente zelf biedt. Amsterdammer het uitgangspunt zijn en niet het aanbod van armoedevoorzieningen.
. We versterken de werkbrigade (in sectoren, doelgroepen) en kijken naar andere We kijken of we op deze manier het bereik kunnen vergroten en de armoedemiddelen
vormen van gesubsidieerd werk. doelmatiger kunnen inzetten.
. Voor mensen met een arbeidsbeperking is er sociaal werk: bij de sociale . Voor verschillende armoedevoorzieningen breiden we de doelgroep uit naar
werkvoorziening, sociale firma’s of bij reguliere werkgevers. Indien nodig wordt huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum.
hierin aanvullend geïnvesteerd. . Het aanvragen van sociale regelingen zoals armoedevoorzieningen, bijstand.
. We verlagen de caseload voor medewerkers van de directie Werk Participatie en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt waar mogelijk versimpeld.
en Inkomen zodat er meer persoonlijke aandacht is voor hen die ondersteuning en de beantwoordingstermijn wordt verkort.
van de gemeente nodig hebben. . Het college wil een breed welvaartsbegrip hanteren en daar jaarlijks over rapporteren.
. Er komen banenplannen voor Amsterdammers zonder werk waarin extra aandacht Een voorstel daartoe wordt uitgewerkt.
is voor verschillende groepen: bi-culturele Amsterdammers, praktisch opgeleide
jongeren, arbeidsgehandicapten, statushouders en ouderen. We maken hierover
… afspraken met mbo’s, lokale ondernemers en ondernemers in de regio.
3 . We spannen ons in om de samenwerking tussen de gemeente en sociale firma’s te
5 verbeteren en kijken hoe we slimmer budgetten voor zorg en werk kunnen bundelen. È
Ë . We willen sterkere social return-afspraken maken. Het gaat dan om afspraken Z
5 met partners van de gemeente alsook de gemeente zelf. è
s . We zetten de aanpak statushouders door en onderzoeken hoe elementen van de Ë
2 aanpak in reguliere programma’s kunnen worden belegd. Bij het aan het werk helpen à
5 van statushouders richten we ons op duurzaam en structureel werk in plaats van x
ö op snelle uitstroom. E
14 15
OMZIEN
NAAR
ELKAAR
OMZIEN NAAR ELKAAR . Amsterdam kent geen eigen bijdrage voor ambulante begeleiding en dagbesteding.
Zorg voor wie het nodig heeft We streven naar een zo laag mogelijke eigen bijdrage voor de overige WMO-
voorzieningen.
. Ervaringsdeskundigen krijgen een belangrijke rol in de ontwikkeling en uitvoering
van beleid, zodat aandacht voor de persoonlijke situatie van de cliënt en haar/zijn
Gezondheid is ons grootste goed. Je gezond voelen, controle over je eigen sociale netwerk meer centraal komt te staan.
leven hebben en meedoen in de maatschappij is voor iedereen belangrijk. „Mantelzorgers en informele zorgverleners krijgen betere ondersteuning,
Wij willen hulp en zorg bieden aan wie dat nodig heeft en zorgen dat mensen aansluitend bij hun behoeften. Oe
ot: . … … . We werken in de jeugdhulp vanuit de gedachte één kind, één gezin, één plan,
zo lang mogelijk in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. Helaas zijn er sa a: - : en .
. , , , 8 > één regisseur. Er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de uitvoerders.
in Amsterdam nog grote verschillen in gezondheid. Lager opgeleiden krijgen . We dringen wachtlijsten in de jeugdzorg terug en geven jonge mensen zoveel als
gemiddeld 19 jaar eerder te maken met gezondheidsklachten dan hoger mogelijk een stem in de zorg die zij krijgen.
opgeleiden. Het aanpakken van ongelijkheid in gezondheid heeft voor ons .___De aansluiting tussen zorg voor 18- en 18+ wordt verbeterd zodat jongeren niet tussen
daarom grote prioriteit. wal en schip vallen. We hebben extra aandacht voor de drempels die jongeren
die GGZ-hulp nodig hebben tegenkomen.
. Grenzen tussen de verschillende wettelijke domeinen in de zorg mogen nooit
belemmerend werken in het toekennen van de zorg die mensen nodig hebben.
Preventieve zorg . Amsterdam blijft een ouderen-vriendelijke stad, met bijzondere aandacht voor
het welzijn en goede zorg voor dementerende ouderen.
. Het bestrijden van ongelijkheid in gezondheid wordt prioriteit. We maken een .___In samenwerking met ketenpartners komen we tot een aanpak verwarde personen
integrale, buurtgerichte aanpak om de grote verschillen in gezonde levensjaren waarin preventie en vroegsignalering centraal staan. We kijken naar de mogelijkheid
tussen sociaaleconomische groepen terug te dringen. We hebben aandacht voor van een direct bereikbaar advies- en meldpunt, de wenselijkheid van meer OGGZ'ers
gezondheidsverschillen veroorzaakt door rookgedrag, overgewicht, beweging, in de wijk en een persoonsgerichte aanpak voor zware gevallen.
eenzaamheid en gezondheidsvaardigheden (laaggeletterdheid). . We maken Amsterdam zowel sociaal als fysiek toegankelijker. Ook hier betrekken
. We verbeteren de toegang tot zorg, in het bijzonder voor bi-culturele we ervaringsdeskundigen bij het formuleren en uitvoeren van beleid.
Amsterdammers. . We maken een actieplan om het personeelstekort in de zorg en jeugdhulp terug te
. De Amsterdamse aanpak tegen eenzaamheid wordt voortgezet en uitgebreid. dringen in samenwerking met opleidingen, zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
. __ Welzijn wordt een belangrijk onderdeel van de wijkaanpak. Het pakket welzijn . Huiselijk geweld en kindermishandeling vergen meer aandacht. Achterlating in het
op recept wordt uitgebreid en praktijkondersteuners worden vaker ingezet. land van herkomst wordt erkend als vorm van huiselijk geweld en we hebben meer
Hiertoe maken we afspraken met zorgverzekeraars. oog voor culturele verschillen in de opvang na huiselijk geweld. We kijken hoe de
. We starten een preventieve aanpak voor een gezonde start voor pasgeboren aansluiting tussen zorg en veiligheid kan worden verbeterd.
Amsterdammers door jonge ouders de eerste 1000 dagen te ondersteunen.
Zorg voor dak- en thuislozen
Zorg, WMO en Jeugdhulp
. We blijven doorstroom en uitstroom uit de maatschappelijke opvang verbeteren
… . De thuiszorg gaan we meer buurt- en wijkgericht organiseren. Zo creëren we door sneller woningen en herstartstudio’s beschikbaar te stellen. Housing First
3 maatwerk en staat de zorgbehoefte van de cliënt centraal. Hiervoor starten we in een wordt waar mogelijk ingezet. Schuldenproblematiek mag succesvolle uitstroom
5 aantal wijken met zorgcoöperaties waar zorgorganisaties gaan samenwerken voor uit de opvang niet in de weg staan.
Ë buurtgerichte thuiszorg. De gemeente krijgt verregaande invloed op de kwaliteit en de . De intake en het onderzoek naar zorgbehoefte en zelfredzaamheid van mensen -
8 omvang van de zorg die wordt geleverd, maar neemt zelf geen thuiszorgmedewerkers die zich melden bij de maatschappelijke opvang worden verder verbeterd. Mensen Ë
5 in dienst. Kleine aanbieders krijgen ook de ruimte om zorg te bieden. die geen toegang krijgen tot de maatschappelijke opvang worden waar nodig 2
2 . We maken geld vrij voor de oplopende tekorten in de zorg. beter begeleid naar andere vormen van passende hulp (zoals maatschappelijke ê
5 dienstverlening) of worden warm overgedragen naar opvang in een andere regio E
ö waar de kans op herstel het grootst is. ö
18 19
. We willen de problematiek van zwerfjongeren voortvarend aanpakken.
Met corporaties maken we afspraken over huisvesting voor deze jongeren.
. De permanente winteropvang wordt gecontinueerd en doorontwikkeld. De opvang
kent een intake, onderzoek, begeleiding en vervolgzorg. Toegangscriteria worden
nader bepaald.
. Onafhankelijke cliëntenondersteuning aan dak- en thuislozen via het straatvangnet
wordt uitgebreid.
Opvang voor ongedocumenteerden
. Er wordt een 24-uursopvang ingericht voor ongedocumenteerden die op dit moment
in Amsterdam verblijven. In deze voorziening wordt gewerkt aan perspectief
(waaronder terugkeer) met professionele begeleiding.
. Er wordt een plan ontwikkeld met de volgende uitgangspunten:
n Eris voor 500 mensen plek die daar anderhalf jaar kunnen blijven. Daarna heeft
de burgemeester de discretionaire bevoegdheid verblijfsduur eventueel te
verlengen. Bij kwetsbare of zieke mensen wordt dat oordeel in samenwerking met
de GGD opgesteld.
= Een persoon in de opvang stelt samen met een professionele begeleider een
perspectiefplan op. Na elk half jaar wordt voortgang geëvalueerd om te zien hoe
aan perspectief is gewerkt en wordt bekeken wat noodzakelijke vervolgstappen
zijn.
= Er komt screening om de zorgbehoefte en noodzakelijke hulp/ondersteuning
in kaart te brengen.
= Opvang is kleinschalig, met respect voor privacy, de mogelijkheid om zelf te koken
en een zo laag mogelijk beveiligingsniveau.
= Tijdens verblijf in de opvang worden de bewoners niet opgepakt vanwege
ontbreken van verblijfsstatus. Hierover worden afspraken gemaakt met politie
en bewoners krijgen een pasje ter identificatie.
= Onderzocht wordt hoe stage en/of werk voor hen kan worden ingericht.
5
E
E
Ö 5
E z
8 3
Z 8
2 5
20 21
X
Dd
INCLUSIEF EN VERBONDEN Onderwijs en diversiteit
Eén Amsterdam, allemaal Amsterdammers!
. Er komt een grootstedelijk programma om leraren en docenten te ondersteunen
bij de omgang met de diversiteit van Amsterdam. Bijzondere aandacht gaat uit naar
het voorkomen van onderadvisering.
Racisme en discriminatie zijn er elke dag in Amsterdam. Het gif van racisme …__ We stimuleren burgerschap op scholen en in buurten door programma’s als
en discriminatie sijpelt langzaam onze samenleving in en bedreigt onze de vreedzame school en vreedzame wijk.
verbonden stad. Wij mogen en willen daar niet voor wegkijken. Niks doen is . We vieren de Amsterdamse diversiteit en geven extra aandacht aan onze gedeelde
daarom geen optie. Want in Amsterdam hoeft niemand zich te schamen voor geschiedenis in het onderwijs (waaronder slavernij, koloniaal verleden en
8 Kn Pp . … On En Ri migratiegeschiedenis).
wie zij of hij is en hoeft niemand bang te zijn om wie zij of hij is. Wie op straat . We blijven ons onverminderd in zetten voor de totstandkoming van het
gezet wordt om zijn seksualiteit, bespuugd wordt om haar hoofddoek of zijn Slavernijmuseum.
keppel, betast wordt vanwege een kort rokje of de deur gewezen wordt om zijn .___Keti Koti wordt groots gevierd en ondersteund.
huidskleur zal ons altijd aan haar of zijn zijde vinden. Alle Amsterdammers „__ Westellen een ‘Amsterdamse Burgerschap via Cultuurroute’ samen, die alle
zijn ons evenveel waard. Hun waardigheid willen wij beschermen. Amsterdamse scholen krijgen aangeboden via de gemeente en waarin de thema's
zoals polarisatie, tolerantie, LHBTIQ Hers en religie, gelijkwaardigheid aan bod.
komen.
Racisme en discriminatie melden en registreren Zelforganisaties en gemeenschappen
. We bestrijden iedere vorm van racisme, discriminatie en intolerantie. . We stellen gemeenschappen in staat om zichzelf te organiseren als ze tegelijkertijd
. We investeren aanvullend in het Meldpunt Discriminatie en Racisme Amsterdam. werken aan versterking van brede Amsterdamse sociale binding.
. Met maatschappelijke partners starten we een campagne om aangiftebereidheid met . We onderzoeken of versterken van de buurteconomie een bijdrage kan leveren
betrekking tot discriminatie en racisme te bevorderen. aan de verbondenheid in, en economische kracht van de buurt.
. Er komt een Gemeentelijke Emancipatiemonitor waarmee over de stand van . Om een goed beeld te hebben van wat er leeft in verschillende gemeenschappen
de emancipatie en veiligheid van verschillende groepen wordt gerapporteerd. zal regelmatig overleg met vertegenwoordigers van verschillende gemeenschappen
plaatsvinden. Uiteraard worden de opstellers van stembusakkoorden hier ook bij
Bedrijven, organisaties en de politie betrokken.
.___Bi-culturele jongeren en vluchtelingen met een LHBTIQ+ achtergrond blijven
. We zetten mystery-guests vaker en breder in. In de horeca verhogen we sancties we een veilige haven bieden.
op discriminatie (three strikes out). . Er komt een programma om de positie van transgenders en transseksuelen
. We werken niet samen met bedrijven en organisaties die zich schuldig maken aan (veiligheid, acceptatie, werk, etc.) te verbeteren.
discriminatie. Als dit zich bij bedrijven en organisaties bewijsbaar voordoet maken . We willen het beleid zoveel mogelijk ‘leefvormneutraal’ maken. We willen geen
we dat actief bekend. onderscheid maken tussen alleenstaand, getrouwd of anderszins samenlevend,
. Om discriminatie tegen te gaan ontwikkelen we handvatten voor het bedrijfsleven. tenzij daar een dringende reden voor is.
… . We ondersteunen roze/regenboog, en andere op diversiteit gerichte, netwerken in
3 de stad, in het bijzonder bij de politie en in het onderwijs.
5 . Het is belangrijk dat de gemeentelijke overheid, de politie en het onderwijs een
2 afspiegeling van de Amsterdamse diversiteit zijn. Samen met partners verbeteren 3
8 we de afspiegeling en stellen we streefcijfers in. 2
5 … In Amsterdam wordt niet etnisch geprofileerd. Met de politie werken we 2
X instrumenten uit om het politieoptreden beter te monitoren. De driehoek doet een 5
2 sterk beroep op het ministerie om de onafhankelijke klachtencommissie uit te breiden $
d met een of meerdere burgerleden. De commissie rapporteert jaarlijks aan de raad. 5
24 25
Á
L
VEILI G HEID . Er komt een onderzoek naar de verwevenheid van de boven- en onderwereld,
Preventie, preventie, preventie! met name gericht op vastgoed. Onderzocht wordt of het Bibob-instrumentarium
toereikend is.
Drugs, seks en demonstreren
Gelukkig wordt onze stad steeds veiliger, maar er zijn nog wel serieuze
problemen. Iedereen moet zich veilig en vrij kunnen voelen in Amsterdam. Er komt een Amsterdams Programma Drugs gericht op gezondheid, veiligheid,
Veiligheid is een belangrijke basisvoorwaarde voor een stad waarin je fijn kan preventie en voorlichting. Daarbij wordt tevens gekeken naar welke (soft)drugs
. : . gedecriminaliseerd kunnen worden en we maken ons daarvoor sterk bij het rijk.
wonen, werken en leven. We zetten daarom in op wat het meest logisch is: M a .
Oe . . ensen die vrijwillig kiezen om te werken als sekswerker, moeten zelfstandig
Het voorkomen van criminaliteit. Dat doen we samen met alle en veilig hun werk kunnen doen. We faciliteren initiatieven die de positie van
Amsterdammers. De nadruk ligt dus op preventie, maar we zijn niet bang sekswerkers versterken en ontwikkelen nieuw beleid en initiatieven in goed overleg
om stevig in te grijpen als dat nodig is. met de sekswerkers zelf, waarbij autonomie, veiligheid en gezondheid voorop
staan. Samen gaan we stigma's tegen die rusten op sekswerk en verbeteren we de
arbeidsomstandigheden.
. Daarnaast hebben we oog voor de duistere kanten van prostitutie. Mensenhandel,
Preventie en veiligheid in de buurt gedwongen prostitutie en uitbuiting bestrijden we stevig. We zetten in op een
intensieve aanpak door een betere samenwerking tussen sekswerkers, hulpverlening,
. Bewoners en ondernemers krijgen meer zeggenschap over de veiligheid in hun buurt. gemeente, politie en Openbaar Ministerie. We gaan door met het programma om
In overleg met gemeente, politie en maatschappelijke partners wordt bepaald welke slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting een nieuw en veilig bestaan op te laten
veiligheidsmaatregelen nodig zijn en prioriteit krijgen; bouwen.
. We versterken netwerken in de wijk en op school om vroegsignalering van . Het demonstratierecht is en blijft bijkans heilig.
problematisch en crimineel gedrag mogelijk te maken. . We willen voorkomen dat mensen ten onrechte in vreemdelingendetentie worden
. De Top 600-aanpak en het Preventief Interventie Team (PIT) worden doorontwikkeld geplaatst.
en waar nodig uitgebreid.
. Jongeren krijgen voorlichting over hun rechten en plichten in het kader van
burgerschap.
. We onderzoeken of jongeren kunnen worden opgeleid tot buurthandhavers.
Zo zorgen we voor rolmodellen in de buurt en gaan we overlast tegen.
. De huidige systematiek met betrekking tot het plaatsen van camera's blijft
gehandhaafd. Preventief fouilleren wordt niet ingezet.
. We stellen voor om de tevredenheid over handhaving en politie periodiek te meten
onder Amsterdammers. Zo wordt inzichtelijk gemaakt wat de tendens is en kunnen
politie en handhaving het effect toetsen van de maatregelen die zij nemen.
… Veiligheid en bestrijden van criminaliteit
8
5 Amsterdam blijft onverminderd inzetten op het tegengaan van radicalisering,
ë extremisme en intolerantie in welke vorm dan ook.
8 . De beveiliging van religieuze instellingen wordt gecontinueerd en met andere
5 groepen zal periodiek, of als daar aanleiding toe is, overlegd worden of ondersteuning
X of beveiliging noodzakelijk is. z
2 Amsterdam blijft bij de rijksoverheid aandringen op extra politiecapaciteit à
ö om het de georganiseerde misdaad effectiever te bestrijden. 8
28 29
hd
s1@
ait
fe):
BOUWEN, WONEN, RUIMTELIJKE ORDENING verhuurd worden in het sociale segment, net zolang tot weer sprake is van een
Ruimte voor iedereen in een groeiende stad voorraad sociale woningen (corporatie en particulier) van 45% in de desbetreffende
buurt. Het streefcijfer voor het middensegment is 10% in elke buurt.
. Met particuliere verhuurders maken we, op vrijwillige basis, prestatieafspraken
over middenhuur. Doel is maximering van de huur in ruil voor een gunstiger
De Amsterdamse woningmarkt kookt over. Als gevolg daarvan stijgen de erfpachtcontract. Van elke twee woningen uit het particuliere- en sociale segment
prijzen en staan steeds meer mensen in de rij. Vooral mensen met een laag die op deze manier worden behouden voor het middensegment wordt er één
inkomen en mensen met een middeninkomen komen er op de woningmarkt corporatiewoning minder geliberaliseerd. ‚
… . Particuliere woningen die in het sociale segment vallen, en aantoonbaar niet worden
nauwelijks tussen. Het verdelen van een toenemende schaarste vraagt om : : : : :
; . , & uitgepond voor tenminste 50 jaar, tellen mee in de aantallen voor de sociale voorraad.
regulering; om meer grip van de gemeente op de woningmarkt. Wij nemen . Huurstijgingen in het sociale- en het middensegment worden gelijkgetrokken
daartoe de volgende maatregelen: en beperkt.
. Nieuwbouwwoningen in het betaalbare vrije sector huursegment blijven
eeuwigdurend middenhuur. De inkomensgrens van middenhuur gaat naar
een (gezins-)inkomen van € 60.000.
Betaalbaar wonen voor lage en middeninkomens . We willen dat woningen van beleggers alleen maar betaalbaar mogen worden
verhuurd, door onder andere middenhuur op te nemen in het bestemmingsplan.
. We zetten met kracht de lobby richting het Rijk voort om regulering van het Voor de bestaande bouw verkennen we de mogelijkheden voor het invoeren
middensegment mogelijk te maken. Zo proberen we te voorkomen dat sociale van een verhuurvergunning.
woningen (corporatie en particulier) bij liberalisatie meteen verdwijnen naar . Bij nieuwbouw wordt binnen de wettelijke mogelijkheden een woonplicht ingevoerd,
het duurste segment. waarop ontheffing onder strikte voorwaarden mogelijk is.
. We bouwen 7.500 woningen per jaar Het verwerven van grond ten behoeve …___In het segment betaalbare vrije sector (middeldure huur en middeldure koop) en dure
van de bouwproductie behoort nadrukkelijk tot de mogelijkheden. segment (dure huur en dure koop) streven we ernaar de helft van de nieuwbouw
.__ Van de nieuw te bouwen woningen worden elk jaar 2.500 woningen gebouwd. te reserveren voor Amsterdammers die een betaalbare woning achterlaten.
in het segment sociale corporatiewoningen.
.__ Verkoop van sociale corporatiewoningen wordt alleen nog bij hoge uitzondering Wonen en verhuren
toegestaan.
. Om investeringen van corporaties in woningenverbeteringen, renovatie, isolatie . Samen met corporaties verkennen we de mogelijkheden voor een rechtvaardiger
en nieuwbouw van woningen mogelijk te maken, wordt onderzocht of de gemeente toewijzingssystematiek, waarbij doorstroming wordt gestimuleerd en woonwensen
een alternatieve financieringsfaciliteit kan aanbieden voor corporaties. van de woningzoekenden beter aansluiten op de woning.
. De bouw van jaarlijks 2.500 sociale corporatiewoningen maakt het mogelijk . De verhuispremie wordt effectiever ingezet, waarbij corporaties beter moeten
om jaarlijks 1.300 corporatiewoningen in middenhuur te verhuren. Hierbij wordt gaan samenwerken.
vastgelegd dat de huur niet hoger wordt dan 971 euro. . Woningdelen blijft mogelijk. We onderzoeken knelpunten in het huidige beleid
.___ Van de nieuw te bouwen woningen worden elk jaar 1.670 gebouwd in het segment en welke methoden - waaronder een huurcontract per bewoner en het maximeren
middenhuur (tot 971 euro). Meer is niet mogelijk, omdat voor de bouw van 5.900 van woningdelen in enkele woonblokken, straten of buurten - ervoor kunnen zorgen Z
> woningen dure huur, 12.500 woningen koop en 4.900 woningen voor jongeren dat betaalbaarheid en rechten van de bewoner beter worden geborgd, waarbij de kl
3 en studenten al contracten gesloten zijn. effecten op toegankelijkheid en betaalbaarheid centraal staan. 3
5 . De voorraad middenhuur groeit door dit beleid, uitgaande van de jaarlijkse …__ Wij willen Amsterdammers de mogelijkheid bieden wooncarrière te maken. Daarom 5
Ë liberalisaties van 1.300 woningen en bouw van 1.670, van 27.200 woningen nu naar gaan we onderzoeken hoe de huur en de soort woning mee kunnen bewegen met de Ë
8 48.000 woningen in 2025. inkomens- en gezinssituatie. Met corporaties maken we afspraken over een pilot. 5
5 . Het percentage sociale huur (corporatie en particulier) in de 22 buurten van .__ Illegale verhuur wordt hard aangepakt. Huiseigenaren mogen hun huis niet meer dan 5
X Amsterdam wordt actief gemonitord. Wanneer in een buurt dit percentage beneden dertig dagen per jaar verhuren aan toeristen. Er wordt streng gehandhaafd op het 5
2 de 45%, zakt dan is liberalisatie van corporatiewoningen op moment van mutatie overtreden van de regels. 5
d in die buurt niet mogelijk. In die situatie zullen ook vrijkomende corporatiewoningen ä
32 33
.__In buurten waar de balans is verstoord is willen we verdergaande maatregelen, . We willen gezinnen die bewust kiezen voor de stad een plek blijven bieden en zorgen
zoals een verbod op vakantieverhuur. Hiertoe overleggen we met het desbetreffende dat nieuwbouw geschikt is voor gezinnen, zeker als dit de doorstroming bevordert.
stadsdeel, en de buurt; We doen dit niet alleen door grotere woningen te bouwen, maar ook door corporaties
. De aanstaande vereiste vergunning voor Bed&Breakfast geeft de mogelijkheid en ontwikkelaars uit te dagen met creatieve woonindelingen te komen die kleiner
om volumebeleid te voeren. Daar waar de balans is verstoord wordt hier gebruik woningen geschikt maken voor gezinnen.
van gemaakt; . We zetten het programma ouderenhuisvesting met kracht door, waarbij bij goed
. Shortstay verdwijnt. Dit college werkt een voorstel uit om een vorm van serviced verloop van de pilot centrum wordt verkend hoe gemeente, corporaties en WOON
appartments mogelijk te maken. tot betere resultaten kunnen komen om meer ouderen een passende woning
. We willen nieuwe Amsterdammers, veelal internationals, die op zoek zijn naar te kunnen bieden en belemmeringen weg te nemen.
tijdelijke woonruimte in Amsterdam blijven faciliteren. Hierbij komt een harde
scheiding tussen kortdurend woonverblijf en toeristische verhuur. Ruimtelijke Ordening
. We verruimen de mogelijkheden om beroepen in de publieke sector waar een tekort
aan is, zoals leraren en verpleegkundigen, voorrang te geven in zowel sociale als . Het college presenteert bij de voorjaarsnota 2019 een nieuwe raming van het
betaalbare vrije sectorhuur (middenhuur). We gaan onderzoeken of voor beroepen Vereveningfonds waarin rekening is gehouden met de volgende vier afspraken:
in de publieke sector waar tekorten zijn een verlenging mogelijk is van vijf jaar = _ De fietsbrug Sluisbuurt gaat door, maar de investeringen worden pas voorzien
verlenging van hun campuscontract. op het moment dat een voldoende aantal woningen is opgeleverd. De wethouder
. Bewonersondersteuning en belangenbehartiging voor huur en koop worden ieder grondzaken doet een voorstel hoe dit in het plan voor de Sluisbuurt en
afzonderlijk versterkt. in de financiële planning wordt verwerkt.
= _De tunnel voor de ontsluiting van het Sciencepark wordt uitgesteld. Onderzocht
Bouwen en transformatie met aandacht voor alle groepen wordt in het licht van de ambitie met betrekking tot de autoluwe stad in hoeverre
de tunnel noodzakelijk is om het Sciencepark te ontsluiten en of er betere
. Om de bouwproductie te stimuleren, wordt de komende jaren vanuit het alternatieven zijn.
Vereveningsfonds circa 700 miljoen euro geïnvesteerd in grondproductie. = _ Voor de ambities op het gebied van verduurzaming en aardgasvrij wordt
. Na 2021 moet er in het vereveningsfonds voldoende ruimte zijn om een planvoorraad in vier jaar in totaal 150 miljoen euro uitgenomen uit het Vereveningsfonds.
van 5.000 woningen per jaar in aanbouw te kunnen nemen met adequate = _ Voor het verbeteren van de leefbaarheid in de ontwikkelbuurten wordt
voorzieningen. 40 miljoen euro, en voor woningbouwregie en transformatie wordt 10 miljoen
. Samen met de regio bouwen we de komende vier jaar minimaal 10.500 tijdelijke euro in vier jaar tijd uitgenomen uit het Vereveningsfonds.
en/of permanente studenten-en jongerenwoningen. . De kosten verbonden met Fase 0 producten voor gebiedsontwikkelingen, komen
. Met de corporaties gaan we scherpere afspraken maken over het aantal nieuw ten laste van het Vereveningsfonds.
te bouwen studentenwoningen en de betaalbaarheid daarvan; We zetten daarbij . De gebiedsontwikkeling Haven Stad moet worden versneld ten opzichte van
ook vaker in op studentenwoningen met gedeelde voorzieningen. de huidige planning in Koers 2025, waarbij deze bestuursperiode al moet worden
. We willen de wachtlijst voor kwetsbare groepen verminderen zodat sociale begonnen met voorbereidingen.
problemen voorkomen of opgelost kunnen worden. We gaan specifiek bouwen voor . Het Marineterrein wordt de komende jaren in samenspraak met het Rijk ontwikkeld.
kwetsbare groepen en maken afspraken met corporaties en zorgpartijen over nieuwe Er is ruimte voor wonen, recreëren, culturele voorzieningen, innovatie en n
woonconcepten. ondernemen. Het wordt een plek met een internationaal karakter waar bedrijven 8
… . Het is belangrijk dat kwetsbare groepen zo veel mogelijk verspreid over wijken kunnen ontstaan en doorgroeien. kl
3 en buurten in de stad een plek krijgen. . Amsterdam moet samen met de regio de woningbouwproductie vergroten en gaat 3
5 . Voor wooncoöperaties voor sociale en middenhuurders wordt het beter mogelijk hier een voortrekkersrol in nemen. Er komen duidelijke afspraken met de regio 5
Ë gemaakt te participeren in transformatie en in nieuwbouw. over programma en productie. Ë
8 . We hebben oog voor de toename in eenpersoonshuishoudens. We gaan . We gaan de stad uitbreiden en verdichten, maar doen dit altijd in samenhang met 5
5 met ontwikkelaars en corporaties in gesprek over het realiseren van nieuwe het realiseren van de benodigde voorzieningen en het verbeteren van de mobiliteit 5
X woonconcepten zoals friendswoningen en studio’s geschikt voor alleenstaanden en bereikbaarheid. 5
2 waarbij voorzieningen gedeeld worden met het hele gebouw. . Hoogbouw is wenselijk mits het luchthavenindelingsbesluit en de UNESCO- 5
ö bufferzone wordt gerespecteerd. À
34 35
. Om in nieuwe buurten te zorgen voor een goede samenhang tussen bouwkwaliteit,
leefbaarheid, openbare ruimte en sociale voorzieningen, vervult een
stadsbouwmeester een coördinerende rol.
. De uitbreiding van de stad moet met behoud van de groene kwaliteiten van
Amsterdam. Daarom bouwen wij niet in de hoofdgroenstructuur. Waar mogelijk
vergroenen we de stad.
. Bij nieuwbouw zoeken we actief ruimte voor circulaire gebiedsontwikkeling
en ondersteunen initiatieven van onderop.
._ Amsterdam zal maximaal inzetten op de invoering van de Omgevingswet.
De processen moeten zo worden ingericht dat er sprake is van maximale zeggenschap
van inwoners en ondernemers in Amsterdam. Ook om de energietransitie
en de woningbouwopgave te realiseren.
. Sloop/nieuwbouw is onder duidelijke voorwaarden toegestaan. Het moet bijdragen
aan verdichten, menging of verduurzaming. Voor bewoners is er inspraak en een
recht op terugkeer.
Wijkaanpak
. We ontwikkelen een krachtige en ambitieuze wijkaanpak.
. We versterken de netwerken in de buurt en creëren voldoende fysieke plekken voor
buurtbewoners om samen te komen.
. We investeren in de openbare ruimte in wijken. Er komen meer leefstraten in overleg
met bewoners en de stadsdeelcommissies.
.___In samenspraak met corporaties wordt extra ingezet om achterstallig onderhoud
in woningen terug te dringen.
. We willen een schone stad waarbij mensen snel geholpen worden als ze melden dat
het ergens verloederd. We zorgen voor betere handhaving, extra reinigers en betere
dienstverlening aan Amsterdammers.
.___In samenwerking met corporaties, wijkteams en politie voorkomen we de
concentratie van problemen in bepaalde buurten. We experimenteren met het
uitbreiden van wijkzorgteams. Gebiedsmakelaars worden ook op het sociaal domein
ingezet.
. De buurteconomie wordt versterkt en de maatschappelijke participatie verhoogd.
.__ Buurtbudgetten worden waar nodig ontschot en toegesneden op buurtcombinaties. =
4
3
E Ë
E 3
5 2
- 5
5 3
ö En
36 37
4
HEIL
ZOE
DUURZAAMHEID EN GROEN energietransitie. De gemeente sluit een lokaal publiek-privaat klimaatakkoord.
Amsterdam voor toekomstige generaties . De gemeentelijke organisatie draagt op alle onderdelen bij aan onze ambitie
om CO, te reduceren. Bij inkoop en investeringsbeslissingen weegt bespaarde CO,
mee. De gemeente formuleert een ambitieuze doelstelling om gemeentelijk vastgoed
klimaatneutraal te maken, waarbij direct begonnen wordt met het klimaatneutraal
De uitdagingen waar Amsterdam voor staat op het gebied van duurzaamheid maken van de meest kansrijke panden.
zijn niet alleen door de gemeente te realiseren maar vragen om een intensieve Amsterdam onderzoekt welke belemmeringen regelgeving geeft om radicaal
samenwerkingen met nieuwe en oude partners waarbij wij actief aan spelers in te verduurzamen en te vergroenen. Er wordt een meldpunt opgestart waar
de stad vragen bij te dragen, van startups tot oude nutsbedrijven. Amsterdammers deze ‘vieze regels kunnen aanmelden,
8 ) sen, P ) . De mogelijkheden voor gebouwgebonden financiering worden maximaal benut.
Ben 8 8 8
. De gemeente bevordert dat de hoeveelheid zonnepanelen in de stad doorgroeit
tot 250 MW in 2022. We willen dat in Amsterdam geen dak onbenut wordt voor
Klimaatw, energietransitie en Amsterdam aardgasvrij duurzame doelstellingen. Met bewoners, zonne-coöperaties, woningeigenaren
en corporaties benutten we alle mogelijkheden.
…__ Amsterdam wil een wezenlijke bijdrage leveren aan het halen van de doelstellingen . Amsterdam wil het potentieel voor windmolens in onze stad maximaal benutten.
van Parijs, en heeft daarom de ambitie de CO, uitstoot in Amsterdam terug te . De kolencentrale aan de Hemweg moet sluiten.
dringen met 55% in 2030 en 95% in 2050. We streven er naar dat Amsterdam in
2040 aardgasvrij wordt. Haven, circulaire economie en afval
. De gemeente neemt de regie om een trendbreuk te realiseren en de transitie
naar aardgasvrij te versnellen. Om een leidende positie op het gebied van de . De Wet milieubeheer wordt actief toegepast. Ondernemers worden ondersteund
energietransitie en Amsterdam aardgasvrij te realiseren maken we een routekaart met bij de energietransitie. Duurzaamheidsmaatregelen kunnen worden opgenomen
concrete doelen voor deze periode en elk jaar daarna, en we zorgen voor voldoende in de vestigingsvoorwaarden voor bedrijven.
ambtelijke capaciteit. . De haven is een belangrijke partner in de energietransitie en facilitator van duurzame
In deze collegeperiode gaan drie wijken geheel van het aardgas af. Voor andere en circulaire bedrijvigheid. De haven kan een rol spelen als batterij voor de stad,
wijken worden voorbereidingen getroffen. In tenminste één wijk wordt ingezet bijvoorbeeld door de productie van waterstof en biogas.
op energievoorziening in lokaal beheer. Nieuwbouw wijken worden vanaf nu geheel . Doelstelling blijft dat uiterlijk in 2030 alle steenkolenoverslag vervangen is door
aardgasvrij gebouwd, met warmte van lokale en duurzame bronnen. De gemeente andere activiteiten. De haven maakt een plan voor het vervangen van andere fossiele
stelt bovenwettelijke eisen aan de energieprestatie van gebouwen, en daagt de markt activiteiten in de haven.
uit om energiepositief en circulair te bouwen; . De haven blijft aandacht besteden aan haar ketenverantwoordelijkheid bij overslag
. Er komt een fonds voor de Energietransitie/A msterdam Aardgasvrij dat wordt gevuld van goederen zoals goederen uit conflictgebieden en diesel bijgemengd met
met 150 miljoen euro. afvalstoffen.
. De regels voor het Duurzaamheidsfonds worden aangepast. Het Duurzaamheidsfonds . De haven wordt een hub voor schone, slimme en efficiënte stadsdistributie, waarbij
wordt ingezet om de transitie naar een energieneutrale stad, waar afval als grondstof de stad haar unieke verbindingen over water maximaal benut.
wordt gebruikt, te versnellen. Oplossingen die het duurzaamheidsfonds ondersteunt . We investeren in een duurzame afvalketen. De afvalketen moet een
moeten kopieerbaar en opschaalbaar zijn. Het fonds wordt ingezet als multiplier grondstoffenfabriek worden. De maakindustrie die deze grondstoffen verwerkt krijgt
… om private financiering los te trekken. de ruimte in de omgeving van het AEB. Waternet is een partner bij het terugwinnen
3 . ___ Warmtenetten worden open netten. Warmtebronnen moeten duurzaam zijn van grondstoffen uit het riool.
5 of worden. De gemeente onderzoekt of zij een zelfstandige rol kan spelen in de aanleg . Gescheiden afvalinzameling moet beter en zuiverder. De succesvolle pilots voor gft -
Ë van die open transportnetten. worden uitgebreid. Verenigingen, scholen, buurtinitiatieven kunnen worden beloond. 3
8 . Draagvlak onder Amsterdammers voor de energietransitie vinden wij essentieel. voor het inleveren van zuiver, gescheiden afval. 7
5 Ongelijkheid mag door de transitie niet vergroot worden. Uitgangspunt is dat . Er komt een gerichte aanpak voor bedrijfsafval; afvalinzameling moet zo veel 3
X de woonlasten voor huishoudens met lage en middeninkomens niet stijgen als mogelijk gezamenlijk worden georganiseerd om onnodige ritten terug te dringen. $
2 gevolg van de kosten van de energietransitie. We werken samen met ondernemers S
d en investeerders en dagen hen uit op innovatieve wijze bij te dragen aan de ä
40 41
Openbare ruimte en groen
. Er komt een stedelijke visie voor groen in de stad. In de huidige praktijk is het
onderhoud groen op het niveau sober. De inzet is om de ecologische kwaliteit
te verbeteren.
. Groen en parken worden verbonden door netwerken van groene stadsstraten
en groene verbindingen.
. We zetten in op een betere klimaatadaptie in de openbare ruimte.
. Om de druk op het groen in de stad te verminderen worden recreatieschappen
beter op de kaart gezet. Groen buiten de ring moet beter bereikbaar zijn en
toegankelijk voor Amsterdammers.
. Met waterschap en provincie werkt Amsterdam aan het verhogen van het waterpeil
in Waterland, om zo veenoxidatie tot staan te brengen en biodiversiteit te verhogen.
. Stadslandbouw wordt bevorderd, de huidige voedselstrategie krijgt een vervolg.
Dierenwelzijn
. De Amsterdamse Dierenhulp aan Minima (ADAM) wordt voortgezet.
. De subsidie voor de dierenambulance wordt verhoogd.
. Er wordt geïnvesteerd in extra ambtelijke inzet om deze maatregelen uit te kunnen
voeren.
. De gemeentelijke kinderboerderijen krijgen extra geld voor achterstallig onderhoud,
het opleiden van personeel en betere brandveiligheid.
. De uitlaat- en losloopgebieden voor honden worden aangepast en verbeterd,
er wordt gekeken naar de mogelijkheden voor meer uitlaat- en losloopgebieden.
. Het programma Overlastgevende Dieren wordt voortgezet.
. We werken aan een meldpunt Dierenmishandeling en versterken de samenwerking
met dierenwelzijnspartijen en politie.
…__ Amsterdam probeert jacht tegen te gaan en onderzoekt welke juridische middelen
hierbij ingezet kunnen worden.
. We gaan de verkoop van bont, levende kreeften en krabben op de markt verbieden.
5
E
Ë 5
8 ë
3 5
Ee z
3 z
3 8
ö A
42 43
MOBILITEIT EN LUCHTKWALITEIT . We richten ons op het verbeteren van de logistiek van bevoorrading van de stad.
Voorrang voor voetganger en fietser Er wordt ingezet op bundeling van goederen, intensiever gebruik van water en
cargo-hubs. Ook is er speciale aandacht voor pakketbezorging.
. Amsterdam gaat een voortrekkersrol spelen in nieuwe mobiliteitsconcepten om
autobezit te verminderen en bereikbaarheid te vergroten. Onderdeel hiervan is een
Niemand kan er om heen, het wordt steeds drukker in de stad. onderzoek naar een gemeenschappelijk platform voor deelconcepten.
De stad slibt langzaam dicht. Fietsers en voetgangers hebben te weinig ruimte.
En Amsterdam overschrijdt de normen voor luchtkwaliteit flink; Luchtkwaliteit en veiligheid
Amsterdammers roken ongemerkt zes sigaretten per dag. Het is tijd voor echte . We gaan door met het huidige streven van een uitstootvrij Amsterdam in 2025.
keuzes, waarin we voorrang geven aan voetgangers, fietsers en het openbaar Hiertoe willen we de milieuzones uitbreiden naar meer voertuigcategorieën
vervoer en waarin Amsterdam autoluw wordt. en strengere normen. Vrachtvervoer en bussen zijn dan ook volledig uitstootvrij.
.__ In Amsterdam gaat met het oog op veiligheid en de luchtkwaliteit de
maximumsnelheid omlaag. We zetten in op het zoveel mogelijk verlagen van
de maximumsnelheid naar 30 kilometer per uur in woonstraten en 80 op de A10.
Amsterdam Autoluw Er komt een onderzoek naar de afwaardering van de A10 West. De doorstroming
wordt verbeterd door knelpunten op te lossen.
. We komen met een ambitieuze ‘Agenda Amsterdam Autoluw’ en daartoe . Amsterdam gaat een prioriteit maken van het verbeteren van de taximarkt.
onderzoeken we vijf richtingen in samenhang: We willen versneld elektrisch vervoer invoeren en volledig uitstootvrij zijn in 2025.
Ll. _ Parkeervrije Grachtengordel; De handhaving moet verbeteren met een duidelijk handhavingskader, zodat er
2. Binnenstad (stadshart) zoveel mogelijk autovrij; minder willekeur wordt ervaren. Nieuwe technologische ontwikkelingen maken het
3. _ Parkeerluwe woonstraten; noodzakelijk dat er, samen met het rijk, wordt gewerkt aan heldere regels rondom
4. Meer ruimte in stadsstraten voor voetganger en fietser; de opstapmarkt en de belmarkt, zodat er ook volumebeleid kan worden gevoerd.
5. __‘Knips’ in plus/hoofdnet auto . We willen het verkeer veiliger maken met gebruik van verkeerspsychologie en door
. We hebben als doel om in 2025 7.000 tot 10.000 parkeerplekken te hebben opgeheven. het beperken van de maximumsnelheid, zeker rondom scholen. De snorfiets gaat
Een haalbaarheidsonderzoek hiernaar maakt onderdeel uit van de Agenda van het fietspad en het ontheffingenbeleid voor afwijken van verkeersregels wordt
Amsterdam Autoluw. aangescherpt.
. De parkeertarieven gaan omhoog voor bezoekers. In de binnenstad tot een maximum . We gaan onderzoek doen naar de mogelijkheden en kosten van handhaving om
van 7,50 euro per uur. De bezoekersregeling blijft bestaan. De tariefverhoging leidt parkeren op de stoep van LEV's (Light Electric Vehicles) en Biro's en Canta's (zonder
netto tot een extra opbrengst voor investeringen in mobiliteit (fiets, OV, autoluw) zorgindicatie) tegen te gaan.
van 30 miljoen euro per jaar.
. Nieuwe parkeergarages komen alleen nog dicht bij de A10 of daarbuiten, met nadruk Openbaar vervoer
op Park and Ride voorzieningen. Het dubbelgebruik van reeds bestaande particuliere
garages wordt gestimuleerd. . Om het verlies in fijnmazigheid van het ov in buitenwijken op te vangen gaat
. Er komt prioriteit te liggen bij het parkeervrij maken van smalle grachten. Verder de gemeente sturen op nieuwe mobiliteitsconcepten zoals ‘mobility as a service’
… gaan we de levensduur van zwakke kades verlengen door minder parkeren toe …__In onze groeiende stad is bereikbaarheid essentieel en staan we voor een schaalsprong,
3 te staan en minder (zwaar) verkeer. Tevens nemen we de transitie naar autoluw waarvoor we een concreet plan gaan uitwerken. We zetten in op nieuwe metro's
5 en autovrij mee als optie bij de onderhoudsplannen van kades. en lightrail-verbindingen. We onderzoeken de Oost-Westlijn en het sluiten van ï
Ë . Er komt meer ruimte voor de fiets en dat betekent dat er ook meer wordt geïnvesteerd de Ringlijn. Met de regio voeren we gesprekken over het doortrekken van de Noord- s
8 in fiets-infrastructuur om fietsen aantrekkelijker en veiliger te maken. Het huidige Zuidlijn zowel naar het noorden als naar het zuiden. We maken ons sterk voor z
5 meerjarenplan fiets wordt aangescherpt. tien sporen op Station Centraal en zes sporen op station Zuid. 2
X …__ Touringcars worden geweerd binnen de A10 en beneden het IJ. Er komt een 5
2 touringcar-transitieplan om dit te realiseren. Tot die tijd blijft overstappen achter 2
ö het Centraal Station en bij de Zouthaven mogelijk. s
46 47
4 N
BALANS
IN DE STAD
BALANS IN DE STAD . We gaan bedrijfsmatig pretvervoer op het water en op het land (o.a. fietstaxi’s,
Naar een nieuw evenwicht segways, de bierfiets, paardenkoetsen, hottugs) zoveel mogelijk terugdringen
en de veiligheid in het verkeer vergroten.
. Striktere handhaving op het water is noodzakelijk, met name gericht
op alcoholgebruik, geluid en illegale wervingspraktijken.
Toerisme hoort bij het internationale karakter van Amsterdam en dat moeten We gaan de op- en afstapplaatsen voor rondvaartboten naar buiten het centrum
we blijven koesteren. Maar tegelijkertijd worden de positieve kanten van verplaatsen.
het toerisme, als werkgelegenheid en inkomsten voor de stad, steeds meer .
, Overnachten en leefbaarheid
overschaduwd door negatieve gevolgen. Overlast, drukte en afval maken
dat de leefbaarheid van sommige buurten ernstig onder druk staat. . We gaan het hotelbeleid integraal bekijken en heroverwegen (hotels, vakantieverhuur,
En monocultuur in winkelaanbod maakt de stad niet leuker. Een nieuw B&B's, cruiseschepen) waarbij we de groei van het aantal bedden beperken.
evenwicht is nodig. Waarin bewoners centraal staan en bezoekers welkom Hierbij maken we ook afspraken met de regio om ongewenste waterbedeffecten
blijven. te voorkomen.
…__ In wijken waar veel toeristen komen monitoren we de leefbaarheid en toeristisch
draagkracht structureel. We overleggen met bewoners en ondernemers over
de uitkomsten en eventuele vervolgacties. Het Wallengebied heeft een specifieke
Lusten en lasten verdelen aanpak nodig.
…__ Amsterdam is een stad om in te leven, wonen en ondernemen. Pas in de tweede plaats Passenger Terminal Amsterdam (PTA)
een toeristische bestemming.
. We willen de lasten en lusten van toerisme beter verdelen. We zetten in op spreiding . De ontwikkelingen in Noord vragen om een betere verbondenheid met de rest van
in de stad en naar de regio. de stad. Daartoe willen we de Java-brug bouwen. Dit betekent dat grote cruiseschepen
.__ Bezoekers en toeristen gaan eerlijker bijdragen. De inkomsten uit bezoekers, met niet meer bij de PTA kunnen aanleggen en dat daarvoor een alternatief nodig is.
name de toeristenbelasting, verhogen we fors met structureel € 105 miljoen in 2022. Het voornemen om een tweede PTA bij de Coen- en Vlothaven te plaatsen is relatief
Over de systematiek overleggen we met de branche, waarna deze, met een ingroei, in duur, beperkt woningbouwmogelijkheden, draagt weinig bij aan spreiding van
2020 van start gaat. Voor 2019 hanteren we voor de hele stad één percentage van 7%. toerisme en verbetering van de luchtkwaliteit. Dit gaat dus niet door. In overleg
Amsterdam Marketing wordt omgevormd tot een kennisbureau voor culturele met de gemeenten langs het Noordzeekanaal en de provincie zoeken we naar een
promotie, congressen en spreiding van toerisme. De naam Amsterdam Marketing alternatieve locatie buiten Amsterdam.
verdwijnt.
. We breiden de vergunningsplicht voor toeristengidsen uit naar buiten het
Wallengebied.
Openbare ruimte, mobiliteit en water
… . Reiniging en handhaving worden een stevige prioriteit van het college.
3 . We willen de reclame in de openbare ruimte terugdringen en dus wordt de
5 reclamebelasting weer ingevoerd.
Ë . We gaan bewegende reclames zo veel mogelijk uit de stad weren. Waar het
5 noodzakelijk is maatregelen te nemen voor crowdcontrol kunnen objecten met =
s bewegende beelden bij uitzondering worden ingezet. Data-tracking wordt verboden. ô
X . We kijken naar de inzet van technologische hulpmiddelen voor volumebeleid. 5
2 en beïnvloeding en beheersing van verkeersstromen. 2
° à
50 51
ECONOMIE
ij!
INNOVATIE
ECONOMIE EN INNOVATIE duurzaamheid en innovatie. Bedrijven die louter komen voor belastingvoordelen
Een economie die werkt voor iedereen zonder een bijdrage te leveren aan de werkgelegenheid of innovatie worden niet
ondersteund.
… Wij willen Amsterdam aantrekkelijk houden en het vestigingsklimaat verbeteren
en verduurzamen. De logistieke en zakelijke knooppunten ZuidAs, Schiphol,
We schrijven mensen die zonder werk zitten niet af, maar zijn een stad de internet-exchange en de Haven leveren hierbij een belangrijke bijdrage.
waar een leven lang leren een leven lang kansen betekent. We maken de stad . We willen het ontwikkelklimaat voor startups en scale-ups versterken. Er wordt
duurzaam aantrekkelijk voor ondernemers. Nieuwe bedrijven ontvangen we onderzocht hoe we hun groei kunnen stimuleren, aanbestedingscriteria gunstiger
kunnen maken en de oprichting van een platform voor bedrijven stimuleren.
met open armen, waar ze ook vandaan komen, zo lang ze maar goede banen E , … , :
. , . r komt een kantorenstrategie waarbij er aandacht is voor mengfuncties, leegstand
en kansen voor Amsterdammers met zich meebrengen. We zetten speciaal en toekomstige vraag. Voor de Zuidas wordt een separate strategie (waarin
in op lokale ondernemers en ondernemers die willen innoveren versnelling en uitbreiding mogelijk zijn) ontwikkeld.
en verduurzamen.
Goed werkgeverschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Winkelaanbod en lokale economie . We willen bindende afspraken maken met commerciële platforms over hun rol
en samenwerking met de stad, bijvoorbeeld over goed werkgeverschap
. We breiden het brancheringsinstrumentarium uit naar de hele stad om monocultuur en maatschappelijke kosten van onder andere handhaving. We werken hierin
in het winkelaanbod tegen te gaan. We onderzoeken hoe de komst van grote ketens samen met andere steden in o.a. de Sharing City Alliance.
in het centrum kan worden gemaximeerd. . __ Wij willen dat Amsterdam een gemeente wordt waar goed werkgeverschap de norm
. We willen de lokale en buurteconomie versterken en investeren in de positie van het is en het living wage (120% van minimumloon) uitgangspunt is. We gebruiken
MKB. We willen het instrumentarium om leegstaande winkels tegen te gaan verder hiervoor onze relaties met werkgevers in Amsterdam en maken waar mogelijk
uitbreiden. Als het nodig is benutten we de mogelijkheid om strategisch vastgoed afspraken om dit te realiseren.
in te zetten. We hebben aandacht voor de verdwijnende functie van markten en kijken . Amsterdam is een actief en betrokken aandeelhouder, we benutten ons
hoe we die kunnen versterken. aandeelhouderschap om maatschappelijk verantwoord ondernemen bij deelnemingen
te bevorderen (mens, milieu, maatschappij); waar nodig stellen we ons activistisch op.
Onderwijs en arbeidsmarkt
Schiphol
. We willen de mismatch op de arbeidsmarkt overbruggen in samenwerking met
werkgevers en het onderwijs. We ontwikkelen het House of Skills verder tot een ._ Vanuit klimaatoogpunt, veiligheid, overlast en volksgezondheid is groei van Schiphol
omscholingshuis voor banen van de toekomst (in de digitale en duurzame industrie). onwenselijk. Discussie hieromtrent is pas aan de orde na de herindeling luchtruim
We breiden de opleidingshuizen verder uit. in 2023. Groei is dan alleen mogelijk als Schiphol plannen ontwikkelt en investeert
.___In de mbo-agenda komt er aandacht voor ZZP'ers en startende ondernemers. om de meest duurzame hub-luchthaven van Europa te worden en zonder extra
. We onderzoeken of er een regeling voor leven lang leren kan komen, waarin geluidshinder.
Amsterdammers een renteloze lening kunnen krijgen voor omscholing. . Het meten en monitoren van de overlast en luchtkwaliteit rond Schiphol wordt
> . De Amsterdam Economic Board wordt omgevormd naar de Amsterdam Social and sterk verbeterd om scherper in kaart te brengen wat de overlast en gezondheids
3 Economic Board. Het mbo gaat deelnemen. Er komt meer aandacht voor de wijze — en klimaatschade voor bewoners is.
5 waarop bedrijven kunnen bijdragen aan de uitdagingen waar Amsterdam voor staat. . Het aantal vakantievluchten wordt verminderd en we gaan ons ervoor inzetten
Ë dat korte afstandsvluchten zoveel mogelijk worden vervangen door treinverkeer. 2
8 Bedrijvigheid en vestigingsklimaat Daarvoor is het van belang dat treinstation Schiphol zich kan ontwikkelen tot 8
5 een station voor internationaal treinverkeer, het doortrekken van de Noord-Zuidlijn 5
2 . We stimuleren en faciliteren de ontwikkeling van kennisparken. helpt daarbij. 8
5 Amsterdam blijft internationale bedrijvigheid naar Amsterdam halen. Het aantrekken 3
d van internationale bedrijvigheid gaan we meer richten op werkgelegenheid, ä
54 55
DEMOCRA-
LEES UNE
EN DE
DEINDE
\C
DEMOCRATISERING EN DE DIGITALE STAD . Amsterdam sluit zich aan bij het Fearless Cities Netwerk: een internationaal verbond
Samen maken we Amsterdam van gemeentes die zich onderdeel voelen van een internationale ‘municipalistische’
beweging. Hierin staan onder meer verdieping van de lokale democratie en andere
beleidsterreinen centraal. Doel is uit te wisselen met, en te leren van andere
deelnemende steden. We organiseren in 2020 de jaarlijkse Fearless Cities conferentie.
Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur.
Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten Digitale Stad
gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk initiatief en een n ‚ ‚ nm
biedsgerichte werkwiize. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om . Er komt een Agenda Digitale Stad waarin concepten worden uitgewerkt voor digitale
se 5 ) . . ) dienstverlening en participatie (moderne, open overheid), cybersecurity en veilige
de zeggenschap van bewoners te vergroten. Niet door nieuwe stelsels maar digitale infrastructuur en data-soevereiniteit.
door met de stad het gesprek en debat aan te gaan over hoe dat kan. . __ We blijven aandacht hebben voor mensen die moeite hebben met digitalisering.
. De digitale stad richt zich op de opgaven van de stad. Daarvoor maken we een goede
digitale infrastructuur om de mogelijkheden goed te benutten en goed te kunnen
Democratisering handhaven.
. We werken waar mogelijk met open source en open data.
. Samen met de stad stellen we een ambitieuze agenda voor democratische vernieuwing . Dataminimalisatie wordt de norm. Data wordt alleen verzameld als dat nodig is
op waarin we onderzoeken hoe de participatieve en representatieve democratie en er toestemming voor is gegeven. Amsterdammers krijgen inzicht in hun eigen
kunnen worden vernieuwd, versterkt en uitgebreid. Doel is inwoners van Amsterdam gegevens binnen het wettelijke kader. De manier waarop burgers regie hebben over
grotere zeggenschap te laten hebben over hun directe omgeving, gemeentelijke data die ze met de gemeente delen wordt vastgelegd.
dienstverlening en de stad als geheel. . We ondersteunen coöperaties die een alternatief willen bieden voor platform-
. We versterken met maatschappelijke partners zoals debatcentra en initiatieven monopolisten.
de betrokkenheid van burgers bij de stad en de politieke besluitvorming. … __ Wifi-tracking door bedrijven wordt verboden.
. Nieuw beleid maken we waar mogelijk samen met de stad. Beleidsstukken krijgen . Voor het maken van keuzes is toegankelijke informatie cruciaal. De gemeente
daarom standaard een participatieparagraaf waarin inzichtelijk is gemaakt op welke Amsterdam zorgt er daarom voor dat alle inwoners toegang krijgen tot belangrijke
manier Amsterdammers betrokken zijn geweest en wat er met hun inbreng is gedaan. keuze informatie. Dat is niet alleen goed voor een sterke lokale democratie maar
. We leggen buurtrechten vast en gaan experimenteren op basis van ervaringen ook voor het versterken van de zeggenschap van inwoners, besluitvorming, beleid,
in andere steden. verantwoording en de besteding van publieke middelen en de resultaten daarvan.
. We gaan buurtbegroten invoeren. . De gemeente Amsterdam gaat uit eigen beweging meer informatie openbaar maken.
. We stellen per buurt een buurtbudget in. Het stadsdeelbestuur kan (binnen kaders), Er komt een informatiecommissaris die samen met de gemeentelijke privacy officer
in overleg met de buurt, besluiten over de bestemming. ervoor zorgt dat de uitgangspunten ‘open tenzij’ en ‘privacy by design’ worden
. __Buurtinitiatieven krijgen alle ruimte en we onderzoeken hoe we deze beter kunnen gewaarborgd, aangejaagd en gehandhaafd.
ondersteunen. . Inwoners moeten in staat worden gesteld om beleid beter te volgen en gericht input
. Er komt een fonds voor maatschappelijk initiatief waar kleinschalige initiatieven te kunnen leveren. Voor meer zeggenschap, hebben zij niet alleen betere toegang
een beroep op kunnen doen. tot keuze informatie nodig, ook belangrijke informatie over wat er in hun buurt nodig
… . We creëren fysieke en vrije ontmoetings- en ontwikkelplekken in de stad is en de besluitvorming daarover is daarbij onontbeerlijk. kj
3 (zoveel mogelijk op buurtniveau). Een deel van het gemeentelijk vastgoed kan . Raadsinformatie, WOB-verzoeken en documenten worden toegankelijk. 3
5 hiervoor worden ingezet. Er wordt gezocht naar combinaties van werkplekken . Het ‘tada, duidelijk over data’-manifest wordt geïmplementeerd. Dit manifest biedt >
Ë met gebiedsmakelaars en handhavers. een handleiding om bewust om te gaan met de mogelijkheden en bedreigingen 2
8 . We creëren co-creatieplekken in alle stadsdeelkantoren. van digitale technologieën, voor het beschermen van burgerrechten en voor eerlijke 5
5 . De gemeente ondersteunt actief het opzetten van commons bij bijvoorbeeld toegang tot, en het eerlijk verdelen van de opbrengsten van digitale technologieën. ë
X energietransitie, zorg of het opzetten bij buurtactiviteiten. De gemeente deelt best 8
2 practices en geeft juridisch advies. 8
ö ä
58 59
b
sp
ONTSPANNEN IN EEN LEVENDIGE STAD hardcups en hoe we overlast kunnen verminderen. Gemeente en organisatoren dragen
De onschatbare waarde van kunst, (tegen)cultuur en sport hier beiden aan bij.
. Nachtcultuur wordt omarmd. We onderzoeken of broedplaatsen dan wel gebieden
in aanmerking komen voor een 24-uurs programmering. We stimuleren cross-overs
tussen nachtleven en culturele instellingen zoals musea.
Naast een plek om te wonen en werken biedt de stad een enorme keur
en diversiteit aan mogelijkheden om te ontspannen, verrast te worden, Gemeentelijk vastgoed
je te ontwikkelen en je te laven aan schoonheid. Van rauw tot gepolijst, _ ‚ ‚
. . . Gemeentelijk vastgoed is van de stad en van de Amsterdammers. We willen
van mainstream tot avant-garde, van professioneel tot amateurs, het hoort N . ; : a
. . on . maatschappelijk vastgoed inzetten om ruimte te bieden aan initiatieven en zachte
hier allemaal. We willen die dimensie van de stad versterken. Omdat krachten die niet mee kunnen doen aan de vastgoedgekte maar wel essentieel zijn
we geloven dat ontspanning belangrijk is in ons jachtige bestaan en omdat voor de stad.
het vreugde geeft. .__ Verkoop van gemeentelijk vastgoed is géén doelstelling van de gemeente.
Maatschappelijke en publieke doelstellingen zullen leidend zijn in onze
vastgoedstrategie. We gaan efficiënter om met ruimten door beter te kunnen voorzien
Kunst en cultuur in de verschillende behoeften van gebruikers.
. De systematiek van kostprijsdekkende huur wordt op verschillende onderdelen
. We maken extra middelen vrij voor het Kunstenplan. In het volgende Kunstenplan herzien. Kostprijsdekkende-huur leidt niet per definitie tot extra inkomsten voor
komen duidelijke criteria voor onderscheid tussen verschillende soorten de gemeente.
kunstinstellingen en de integraliteit van het Kunstenplan. We geven geen
substantiële subsidies aan organisaties die zich niet houden aan normen voor goed
werkgeverschap (Cultural Governance Code, Fair Practice Code Sport
en de honorariumrichtlijn voor tentoonstellingen). . We verhogen de sportparticipatie met breedtesport, zeker in buurten waar dit niet
. Geografische spreiding van het cultuuraanbod, bijvoorbeeld via cultuurhuizen, vanzelfsprekend is. We versterken verenigingen en ongebonden sportinitiatieven.
verdient in het volgende Kunstenplan verdere uitwerking. . We versterken sport in de buurt en op school door in te zetten op sportbuurtwerk,
.__ In Amsterdam bewaakt het stadscuratorium de kunst in de openbare ruimte. zwemles, sportstimulerings- en preventieprogramma'’s.
. Er komt een percentageregeling bij nieuwbouw om kunst in de openbare ruimte . We zorgen dat sporten toegankelijker wordt voor mensen met een beperking,
in nieuwbouwgebieden te borgen. ouderen, vluchtelingen en minima.
. We borgen meer ruimtes voor kunstenaars, door het aantal (permanente) . Voor alle initiatieven die sportparticipatie versterken, gaan we met zo min mogelijk
broedplaatsen uit te breiden, de ijzeren voorraad voor ateliers en atelierwoningen vast belemmeringen leegstaande sportaccommodaties aanbieden.
te leggen en bij nieuwbouw afspraken te maken met ontwikkelaars om broedplaatsen . We versterken sport op school met de inzet van vakleerkrachten, de uitbreiding
en ateliers(woningen) te realiseren. Ook zorgen we voor meer repetitieruimten voor van naschoolse sportactiviteiten, herinrichting van schoolpleinen, en
musici. schoolsportverenigingen. Er komt speciale aandacht voor sport op het mbo.
… Amsterdam is uniek vanwege haar lange traditie van tegencultuur. De stad ontwikkelt . Verenigingen worden gestimuleerd zich om te vormen naar een betrokken
zich en daardoor komt deze cultuur onder druk te staan. Daarom beschermen sportvereniging met een brede maatschappelijke functie en aandacht voor een goed
… we rafelranden. pedagogisch klimaat. 5
3 . We ontwikkelen een broedplaats in de openbare ruimte voor experimentele festivals … Wij willen het Veilig Sportklimaat verder verbeteren, waarbij er speciale aandacht is 8
5 gericht op talentontwikkeling en experimentele kunst. voor LHBTIQ+-acceptatie, anti-discriminatie, het tegengaan van seksuele intimidatie >
Ë .__ Amsterdam heeft een bloeiende festivalcultuur. Dit geeft naast een hoop plezier ook en het voorkomen van geweld bij contactsporten. 8
8 overlast en druk op de openbare ruimte. We hebben daarom aandacht voor kwaliteit, . Sportvoorzieningen worden mee ontwikkeld met de groei van de stad, de sportnorm 3
5 spreiding en de druk op parken en groen (ecologische waarde en bodemkwaliteit). geldt daarbij als uitgangspunt. 2
2 . Samen met organisatoren kijken we hoe festivals duurzamer kunnen worden door te . We investeren in bestaande sportaccommodaties en we onderzoeken hoe de 1/3e ë
5 investeren in stroompunten, riolering, palen en coöperatieve inkoop van bijvoorbeeld regeling kan worden verbeterd zodat verenigingen minder hoeven voor te financieren. Ë
ö ö
62 63
. We gaan sportparken, gymzalen en sporthallen intensiever gebruiken en maken
deze waar mogelijk openbaar toegankelijk.
. We zetten in op het verminderen van wachtlijsten door gebruik van ondergronden
die intensiever en voor meerdere sporten gebruikt kunnen worden.
. Er komen vaker sportverzamelgebouwen om ontmoeting te stimuleren en kosten
te delen.
. We verduurzamen sportparken waarbij zwaar wordt ingezet op cofinanciering binnen
de gemeente en externe partijen.
. Sporten in de openbare ruimte wordt gestimuleerd door vaker sporttoestellen te
plaatsen, de openbare ruimte uitdagend en veilig te maken om te spelen of sporten,
en met meer openbare zwemplekken.
Topsport is belangrijk om breedtesporters te stimuleren en inspireren.
Topsportevenementen worden altijd georganiseerd met side-events en we kijken
naar evenementen die aansluiten bij de Amsterdamse sportcultuur. We kijken hierbij
ook naar paralympische en LHBTIQ+-evenementen.
. We zetten in op het inclusiever maken van talentontwikkeling en willen een
Amsterdams Talentenfonds oprichten om topsporters die geen financiële steun
krijgen van clubs, sponsoren of bonden te ondersteunen.
og 7
8 2
8 ò
È 2
é
ee] ù
3 a
5 e
ö ö
64 65
ULg
VLEK
ij!
SB E38 S
4 4
SAMENWERKING EN CULTUUR Amsterdam is een sterk met Europa verbonden hoofdstad. En de grote Europese
Samen voor de stad uitdagingen van deze tijd worden vooral in de steden opgelost. Amsterdam gelooft sterk
in internationale samenwerking. Met collega-steden willen we zorgen dat in de komende
periode de EU onze stedelijke agenda centraal stelt. Door aansluiting bij het Fearless Cities
Amsterdam staat voor grote opgaves en flinke uitdagingen. Wij zijn er ten diepste van Netwerk versterken we onze verbondenheid met andere steden.
overtuigd dat een stadsbestuur de grootst mogelijke effectiviteit heeft als in verbondenheid,
collegialiteit, openheid en integraliteit wordt gewerkt. Dat geldt niet alleen voor het college
maar evenzeer in het samenspel met de raad, de stadsdeelbesturen en het ambtelijk
apparaat. We willen een open samenwerkingscultuur met de gemeenteraad en staan zeer
open voor inhoudelijke samenwerking.
Omdat onze plannen ambitieus zijn, zullen we deze gefaseerd moeten uitvoeren.
Tegelijkertijd gaat de scope van dit akkoord verder dan één collegeperiode. Wij denken
dat een meer op de (middel)lange termijn gerichte visie meer recht doet aan de aard,
impact en omvang van de uitdagingen waar we als stad voor staan. Bovendien zien we
dat flexibiliteit en wendbaarheid van het bestuur noodzakelijk is in een snel veranderende
wereld. Om in te kunnen spelen op maatschappelijke noden en veranderingen zullen we
jaarlijks, in het vroege voorjaar, bezien of onze plannen en prioriteiten moeten worden
bijgesteld of aangepast.
De aanpassing van het bestuurlijk stelsel dwingt tot een herijking van de
samenwerking tussen stad en stadsdelen. Ook de rol en functie van de stadsdeelcommissies
zal nader moeten worden gedefinieerd en uitgewerkt. Het ligt voor de hand dat zij
een rol krijgen in het ontwikkelen van de experimenten gericht op het versterken van
de participatieve democratie. Buurt- wijk- en gebiedsgericht werken is voor een stad met
deze omvang cruciaal. Als stadsbestuur willen we grotere betrokkenheid, wisselwerking
en samenwerking tussen al die niveaus. Het college en de dagelijks bestuurders in
de stadsdelen sluiten een bestuursakkoord over samenwerking, taken, bevoegdheden,
rolverdeling, beleidsruimte in kaders, ondersteuning. Met de stadsdeelcommissies wordt
hun rol en functioneren nader uitgewerkt. Dagelijks bestuurders en stadsdeelcommissies
krijgen de ruimte om gebiedsplannen op maat te kunnen opstellen en uitvoeren.
De stadsdeelcommissies krijgen alle tools om oren en ogen van de buurt te kunnen zijn.
Het gebiedsgericht werken wordt doorontwikkeld en leidend gemaakt. De gebiedsplannen
krijgen een centrale rol.
Een grote uitdaging ligt in het vergroten van de zeggenschap van burgers.
Met de bewoners, ondernemers, initiatieven en belangenbehartigers willen we nieuwe
samenwerkingen aangaan en reeds bestaande banden versterken. Dialoog en co-creatie
… zijn het uitgangspunt.
3 We willen de relatie met de Amsterdamse kennisinstellingen versterken.
5 Zij kunnen een belangrijke partner zijn in het zoeken en uitwerken van oplossingen 5
Ë voor de uitdagingen waar de stad voor staat. Z
8 Voor verschillende uitdagingen is samenwerking binnen de Metropoolregio ë
5 onmisbaar. We willen samenwerking met de regio op verschillende domeinen versterken, »
Z zoals bereikbaarheid en mobiliteit, de woningmarkt en woningbouw, de arbeidsmarkt %
2 en het toerisme. Wij willen in die samenwerking dezelfde nieuwsgierigheid, coöperatie 5
d en solidariteit betrachten die wij binnen de gemeentegrenzen ook van onszelf vragen. 3
68 69
SINAN ej
el)
ORGANISATIE
FINANCIEN EN ORGANISATIE ruimte en gebieden met een vergelijkbare druk, krijgen hetzelfde tarief. De totale
(netto) opbrengst van de precario voor terrassen en liggelden voor (woon)schepen
wordt verhoogd met 2 miljoen euro structureel per 2020.
Financiën en de financiële organisatie . Met ingang van 2021 wordt de structurele afdracht uit het Stedelijk Mobiliteitsfonds
aan de algemene dienst verlaagd.
. De Planning & Controle cyclus wordt verder op orde gebracht door te blijven werken . We stellen structureel extra middelen in het Stedelijk Mobiliteitsfonds beschikbaar
aan de inzichtelijkheid, leesbaarheid en transparantie van de P&C producten. voor enerzijds onderzoek naar de staat van kades en bruggen en anderzijds de
. De huidige begrotingsregels worden waar nodig aangevuld of bijgesteld om een herstelwerkzaamheden hiervan. Door het onderzoek en het herstel programmatisch
doelmatige besteding van middelen te bevorderen en bij te dragen aan een effectievere aan te pakken en in grotere projecten te bundelen, kan een groter deel van de
budgetbeheersing door verantwoordelijk portefeuillehouders investeringen worden geactiveerd op de balans en kan efficiënter worden gewerkt.
. Het rentestelsel blijft ongewijzigd met twee uitzonderingen: de renterisicobuffer . We zetten in op het vereenvoudigen en optimaliseren van processen en
wordt verlaagd naar 1% en het renteresultaat vloeit in de Algemene Reserve ondersteuning. Dit levert uiteindelijk een besparing van 3 miljoen euro op.
totdat de weerstandsratio 1,4 is. De afspraken over het weerstandsvermogen De structurele financiering van topsportevenementen wordt omgezet in een
en de weerstandsratio worden gehandhaafd. incidentele financiering. Er komen slimmere openingstijden van de stadsloketten.
. Het verkopen van vastgoed met als doel de schuld te verlagen, wordt gestopt. Er wordt nog een nadere bezuinigingstaakstelling van 15 miljoen euro structureel
Met uitzondering van de nog begrote inkomsten voor het oplossen van de ingevuld.
vastgoedknoop, wordt vastgoed alleen nog afgestoten als er geen noodzaak meer . We investeren 14 miljoen euro in digitale transformatie om Amsterdammers beter
is om het vastgoed in portefeuille te houden. De netto-opbrengsten van vastgoed van dienst te zijn en processen binnen de gemeentelijke organisatie te optimaliseren.
dat verkocht wordt, worden ingezet voor balansverkorting. Mogelijke besparingen die deze digitale transformatie opleveren kunnen
. De schuld is op dit moment houdbaar en we zorgen ervoor dat de schuld houdbaar tegemoetkomen aan de nog nader in te vullen bezuinigen en de stelpost nominale
blijft. De in de begroting resterende middelen bedoeld voor schuldaflossing, worden compensatie.
ingezet voor balansverkorting.
. De voor nominale compensatie gereserveerde middelen, worden op een stelpost Personeel en organisatie
in de begroting aangehouden. Bij het vaststellen van de begroting wordt de
betreffende jaarschijf aan de verschillende budgetten toegevoegd. . We gaan bewuster om met externe inhuur. Waar mogelijk wordt externe inhuur
. Met ingang van 2019 wordt de opbrengst van de Onroerende Zaakbelasting verder teruggedrongen. Incidenteel gefinancierde programma’s draaien niet enkel
(en Roerende Ruimte Belasting) jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. In 2019 geldt op personeel met een tijdelijk dienstverband.
daar bovenop een eenmalige verhoging van 2%. . Goed werkgeverschap staat voor de gemeente voorop. We blijven investeren
. Voor erfpachters bieden we een compensatie voor de verhoging van de OZB door in ontwikkelkansen voor medewerkers en hebben aandacht voor het kunnen
een extra overstapkorting van 10% voor wie voor 2020 overstapt naar het combineren van werk en zorgtaken. We onderzoeken de mogelijkheid om te komen
eeuwigdurende stelsel. tot een ruimer partnerverlof.
. Voor commercieel vastgoed en corporaties blijft het voortdurend erfpacht stelsel . De gemeente Amsterdam is een diverse en inclusieve organisatie.
van kracht. Het personeelsbestand moet een afspiegeling zijn van de Amsterdamse
.__ Een onafhankelijke commissie gaat adviseren over de toekomst van het voortdurende beroepsbevolking en moet daarom meer divers worden in alle lagen van de
en eeuwigdurende erfpachtstelsel daarbij wordt onder meer gekeken naar de organisatie. We werken daarom verder aan een inclusieve organisatiecultuur,
… meerwaarde en de wenselijkheid van de mogelijkheid van afkoop van een inclusief personeelsbeleid
3 de erfpachtcanon. en inclusieve werving en selectie.
5 . De afvalstoffenheffing wordt kostendekkend gemaakt. Voor minima met een . Amsterdam stelt het streefcijfer voor het aannemen van mensen met een arbeids- 3
2 inkomen tot 100% van het wettelijk sociaal minimum is er kwijtschelding. of functiebeperking naar boven bij. ä
8 Om inkomens tot 120/130% te compenseren worden er extra armoedemiddelen . De loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt geslecht. 5
5 vrijgemaakt. . We gaan onderzoek doen naar een pilot 6-urige werkdag voor werknemers naar 3
X . Leges worden meer kostendekkend gemaakt en geïndexeerd. Zweeds voorbeeld. 8
2 . De reclamebelasting wordt opnieuw ingevoerd met ingang van 2020. Voor de precario 5
d op terrassen wordt de hoogte van het tarief afhankelijk van de druk op de openbare Ë
72 73
Financiële Ruimte Financiële Intensiveringen
Structureel src Incidenteel
Structureel over 4 jaar
harschij zo
Algemeen jaarschijf
Beginstand Nota Begrotingsruimte Beschikbare ruimte 189
(addendum + 10 miljoen hoger Intensiveringen uit de algemene
rekeningresultaat 2017) 159,0 14,6 19,1 77,2 145,6 middelen EN
Uitname uit de Algemene Reserve L___300| Ld Kansengelijkheid |
Lagere onttrekking Stedelijk Onderwijs
Mobiliteitsfonds eol oo se -20,0 Jongerenwerk en preventie
Toekennen Nominale Compensatie |_______| 264l -688| -88,5| -129,0 Volwasseneneducatie
Renterisicobuffer verlagen naar 1% | 175l 2231 25,5) 25,5 Werk en Bestaanszekerheid |
Structurele ruimte balansverkorting 1 30 301 30 3,0 Armoede en schuldhulpverlening -2,0
Belastingen | Armoedevoorzieningen gedeeltelijk
Verhoging toeristenbelasting beschikbaar voor 130% van wettelijk
en uitbreiding en verhoging ol mol sociaal minimum
vermakelijkheden retributie 20,0 75,0 105,0| 105,0 Werkbrigade van 500 mensen
OZB-indexatie en verhoging LL 631 951 128) 15,0 Verlagen van de caseload voor
Afvalstoffenhefing Lol mol ul klantmanagers -1,0 -2,0 -2,0 -3,0
kostendekkend maken 14,0 14,0 14,0 14,0 Banenplannen voor
Kostendekkend maken el el el biculturele jongeren, ouderen,
en indexeren leges 6,4 6,4 6,4 6,4 arbeidsgehandicapten en experiment
Herinvoeren reclamebelasting 1 ool _85l 90) 9,0 regelluwe bijstand -5,4
Precariobelasting Loof _20l 2,0 2,0 Statushouders -5,0
Ombuigingen OL Omzien naar elkaar OL
Nader in te vullen bezuinigingen Loo) _00l 15,0) 15,0 Preventie tegen ongelijkheid
Topsport / sportevenementen 1 zal zal 21 2,1 gezondheid (o.a. eenzaamheid,
Slimmere openingstijden stadsloketten | _____ | 05l _05l 0,5) 0,5 gezondheidsvaardigheden) -3,0 -3,0
Processen en ondersteuning pe 3,0 Compensatie Rijksbezuinigingen zorg -6,0
vereenvoudigen en optimaliseren. Aanpak personeelstekort in de zorg A -2,0
Totaal 197,1 Jeugdzorg egalisatiereserve
Gie O0
Toegankelijkheidsfonds | -3,0
Maatschappelijke opvang,
n permanente winteropvang
5 en cliëntondersteuning -3,5 -3,5 -3,5 -3,5
5 24-uurs opvang ongedocumenteerden |__-60| -60Ì _ 70l 70) 3
2 Inclusief en Verbonden Oe | 2
< Aanpak Racisme en Discriminatie 5
ì es mrernijd scam) NN 5
Z en Slavernijmuseum) -1,0 -1,0 -2,0 -2,0 8
5 Zelforganisaties 8
$ Ë
74 75
Veiligheid sel aol aol ao Ruimte en Intensiveringen uit Stedelijk Mobliteitsfonds
Veiligheid, Top600, OOV (excl. PIT -4,0 -4,0 -4,0 -4,0 Incidenteel
Preventief Interventie Team Structureel over 4 jaar
Amsterdamse Drugsagenda Vd | -2,0 ams) zonl zou) zoz!
Bouwen, Wonen, Ruimtelijke Jaarschijf 2019 2020 2021 2022
Actieplan Wonen en Bouwen -10,0 Verhogen bezoekerstarieven
Erfpachtkorting Dsl aol asl 60) Programma Autoluw
Duurzaamheid en Groen | Programma Luchtkwaliteit [__90Ì 90) 90Ì 90
Energietransitie/ Aardgasvrij |__ 40) 40) 60} -6,0| Meerjarenplan Fiets
Programma Circulair Kades en Bruggen [___ 00) 50 251 100)
en Duurzame afvalketen AN Duurzaamheid en Groen |
Verduurzaming gemeentelijk Groenvisie, groengebieden
Dierenwelzijn, incl. ADAM-regeling -2,0
Waterdomein 70
Balans in de Stad IN ee
Afval en Handhaving ' |__ 901 150 240 | -25,0| -2,0 Intensiveringen uit het Vereveningsfonds
Economie en Innovatie | steed |
Economische structuurversterking Structureel
Aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt -8,0 ss) zon) zoal ze!
Democratisering en Digitale Stad _|_____ || Jaarschijf 2019 2020 2021 2022
Buurtbudgetten [__ 20) 40| 60 | -8,5| Duurzaamheid en Groen |
Democratisering en Fearless Cities -4,0 Fonds Energietransitie / Aardgasvrij
Digitale Stad | -14,0 Bouwen, Wonen, Ruimtelijke |
Ontspannen in een levendige stad_|_____\| Ordening
Kunst en cultuur (Kunstenplan) |_ 00} 00) 50} 50 Ontwikkelbuurten
Broedplaatsen Woningbouwregie en transformatie
Sport oo 30 Aoi 50)
Amsterdamse Talentenfonds
(Top)sportevenementen | -7,0
Overheveling incidentele middelen ssl seal zo| op -106,6
Totaal Dool ooi ooi oo 00
3 s
É 8
5 eo
Ee ©
8 8
2 1. _Bezien wordt of in samenhang met ontwikkelingen in de stad aanvullende middelen nodig zijn. 8
z 2. _ Investeringen worden gedaan vanuit het SME. Bedragen worden nader geëxpliciteerd in 8
8 vaststelling uitvoeringsplannen. E
76 77
PORTEFEUILLEVERDELING STADSDELEN
GroenLinks D66 Nieuw-West _ West Centrum Noord
Groenlinks (vz) Groenlinks (vz) D66 (vz) SP (vz)
„ Werk & Inkomen en Participatie „ Financiën D66 D66 Groenlinks Groenlinks
. Diversiteit & antidiscriminatiebeleid. . Economische Zaken SP PvdA Groenlinks D66
„ Vluchtelingen/Ongedocumenteerden . Deelnemingen
. _Democratisering (incl. bestuurlijk stelsel) . Lucht-en Zeehaven
. Coördinatie bedrijfsvoering en inkoop „ ZuidAsen Marineterrein Oost Zuid oost Zuid
PvdA (vz) PvdA (vz) D66 (vz)
Groenlinks Groenlinks Groenlinks
. Ruimtelijke Ordening, Grondzaken . Zorg, Jeugdzorg D66 SP PvdA
(exclusief ZuidAs & Marineterrein) „Preventie jeugdceriminaliteit
„ Duurzaamheid (waaronder circulair en afval) (incl. Top600)
. Klimaat & energie „Beroepsonderwijs en aansluiting
arbeidsmarkt
„ Sport & recreatie
„ Kunst & Cultuur
„ Gemeentelijk vastgoed
. Lokale media
. Monumenten
. Digitale stad, ICT
. Dienstverlening
„ Personeel & organisatie
PvdA SP
. Onderwijs „Wonen & Bouwen
. Voorschool, kinderopvang . Wijkaanpak
en naschoolse voorzieningen „ OR en Groen
. Volwasseneneducatie, . Reiniging
… laaggeletterdheid en inburgering . Dierenwelzijn
8 „ Armoedebeleid & Schuldhulpverlening
8
< . Verkeer & Vervoer 5
5 . Luchtkwaliteit ?
2 „ Water 8
ä 5
5 Ë
ö 5
78 79
/
| Onderzoeksrapport | 41 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1342
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Begroting 2017 (evalueer het functioneren van de
Bedrijfs Investerings Zones (BIZ-zen) in Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— het functioneren van BIZ-zen lang niet overal vlekkeloos verloopt en soms zelfs
onder druk staat;
— het College grote waarde hecht aan goede samenwerking met ondernemers als
partners;
— de bestuursopdracht diversiteit winkelaanbod en bestrijding monocultuur op dit
moment wordt uitgevoerd.
Overwegende dat:
— Wethouder Ollongren de raad heeft toegezegd bij disfunctionerende BIZ-zen een
actievere rol te willen spelen;
— het instrument van de BIZ nog vrij nieuw is.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een onderzoeksvoorstel voor te leggen aan de raad in het eerste kwartaal 2017 naar
het functioneren van de BIZ-zen in Amsterdam. Hierbij specifiek te betrekken de
maatschappelijke opgaven zoals bestrijding monocultuur, bevorderen uitgaans- en
sociale veiligheid, etc. In dit onderzoek tevens mee te nemen of en hoe de rol van de
gemeente kan worden versterkt.
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
4
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
temen Bah
Amstel 1
1011 PN AMSTERDAM
Datum 10-02-2021
Ons kenmerk _ V&OR/UIT/2021007606
Uw kenmerk
Behandeld door Daniëlle Meiboom, 06-41873360, [email protected]
Onderwerp Uitstel (go/no-go) pilot knip Weesperstraat
Geachte leden van de gemeenteraad van Amsterdam,
Afgelopen jaar is er in vw raad meerdere malen gesproken over de pilot knip Weesperstraat en zijn
er twee moties over de pilot knip Weesperstraat aangenomen. Toegezegd is om in februari een
gofno-go-besluit te nemen, afhankelijk van de effecten van de Coronamaatregelen op de
verkeerssituatie in de stad. Met deze brief informeer ik v over mijn besluit om de pilot niet op 15
maart a.s. te starten, maar door te schuiven naar mei — juni dit jaar óf naar begin 2023. Ook
informeer ik u over de afhandeling van beide moties.
Effecten Corona-maatregelen
Het doel van de pilot knip Weesperstraat is het onderzoeken van de positieve en negatieve
effecten van een (tijdelijke) knip in de Weesperstraat. Vanwege de onzekerheid over de effecten
van de Coronamaatregelen op het verkeer in de stad, en dus op de representativiteit van het
onderzoek, is toegezegd om in februari een go/no-go-besluit te nemen. Zo kan op basis van de
laatste inzichten worden besloten over de start van de pilot knip Weesperstraat dit voorjaar.
De impact van de Corona-maatregelen op het verkeer in de stad is groot. De verwachting is dat er
zeker tot eind maart sprake zal zijn van (aanzienlijke) beperkende maatregelen. Dit heeft zijn
weerslag op de samenstelling en de hoeveelheid verkeer in de stad:
-__de verkeersintensiteit op werkdagen is in januari ruim 30% lager dan voor Corona;
-_de ochtendspits is vrijwel verdwenen, in de ochtend is er zelfs minder verkeer dan
overdag;
-__de avondspits duurt 1 vur in plaats van 2 uur en is 20% lager dan voor Corona;
-__de hoeveelheid logistiek en bedrijfsvervoer blijft op peil maar is wel veranderd van
samenstelling (minder bevoorrading detailhandel en horeca, meer bezorgdiensten);
-__taxiverkeer is zeer sterk teruggelopen (afname 75%);
-__eris zeer weinig touringcarverkeer;
-__er zijn veel minder buitenlandse kentekens en bezoekers in de stad.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 10 februari 2021
Ons kenmerk
V&OR/UIT/2021007606
Pagina 2 van 3
Deze afnames zijn sinds de extra maatregelen van eind vorig jaar en begin dit jaar groter dan
vooraf verwacht. Daardoor zullen de resultaten van het onderzoek naar verwachting onvoldoende
representatief zijn waardoor de effecten van de pilot onvoldoende in beeld komen. De afweging of
een definitieve knip mogelijk en/of wenselijk is, kan dan onvoldoende worden onderbouwd.
Daarom heb ik besloten de pilot knip Weesperstraat niet op 15 maart a.s. van start te laten gaan.
Uitstel geen afstel
Vanwege het belang van minder autoverkeer in de Weesperstraat en Valkenburgerstraat, de lange
tijd dat hier al over gesproken wordt en om te voorkomen dat van uitstel afstel komt, wil ik
meteen een nieuwe datum vastleggen waarop we de pilot knip Weesperstraat alsnog gaan
uitvoeren. Hiervoor zijn twee mogelijkheden:
1. In mei—junidit jaar gedurende een periode van 5 weken, voorafgaand aan de sluiting van
de Piet Heintunnel, maar (deels) gelijktijdig met een aantal andere werkzaamheden:
e _ Wibautstraat — Weesperstraat (werkzaamheden Liander)
Het verkeer kan passeren, met minder capaciteit.
e _Torontobrug
Het verkeer op de 5100 oost kan door, maar wel met minder capaciteit.
e _Westerdoksluis
Het gaat om een stremming van de brug op de S100 noordwest, de
impact op de S100 oost is naar verwachting beperkt.
e Piet Heinkade
Het gaat om werkzaamheden in drie weekenden, de knips van de pilot
knip Weesperstraat worden dan opengezet.
De samenloop, exacte planningen en wederzijdse beïnvloeding worden nu vitgezocht,
omdat naast de representativiteit van het onderzoek de bereikbaarheid van de stad
uiteraard van belang is. Hierbij helpt een goede communicatie en voorbereiding.
Daarnaast ligt een pakket aan maatregelen klaar die ingezet kunnen worden bij eventuele
calamiteiten of andere uitzonderlijke situaties.
Een pilot (deels) gelijktijdig met deze werkzaamheden kan nog steeds representatief
zijn, omdat vooral de laatste twee weken van de pilot belangrijk zijn voor het onderzoek.
Tijdens de laatste twee weken vindt namelijk de 1-meting van het kentekenonderzoek
plaats. Op dat moment is een representatieve situatie vereist. Bovenstaande
werkzaamheden zijn dan volgens de huidige planningen afgerond.
Natuurlijk is het daarnaast nodig dat de Corona-maatregelen in die periode zijn
afgeschaald in die mate dat representatief onderzoek mogelijk is. Uiterlijk 31
maart neem ik een go/no-go-beslissing op basis van de actuele Corona-situatie en de
stand van zaken van genoemde werkzaamheden.
Gemeente Amsterdam Datum 10 februari 2021
Ons kenmerk
V&OR/UIT/2021007606
Pagina 3 van 3
2. Begin 2023. Na de sluiting van de Piet Heintunnel en voorafgaand aan de werkzaamheden
aan de Berlagebrug en Kattenburgerstraat.
De pilot heeft een link met de Stedenbouwkundige visie voor de Oostelijke binnenstad, waar v om
heeft gevraagd. Deze visie wordt sowieso opgesteld, ook als er dit jaar geen pilot wordt
uitgevoerd. In de visie worden de kansen voor de Weesperstraat, het Mr. Visserplein en de
Valkenburgerstraat vitgewerkt. De bewoners, ondernemers en instellingen aan de Wibautas staan
achter het streven naar minder autoverkeer en hun inbreng zal in de visie worden opgenomen. De
Stedenbouwkundige visie zal eind 2021 aan de raad worden gestuurd.
Moties
De door uw raad ingediende moties zijn in de aanpak van de pilot verwerkt. De duur van de pilot is
ingekort naar maximaal zes weken (motie 1525.20 van het lid Vroege) en in de nachtelijke vren van
22.00 UUr tot 06.00 uur is de Weesperstraat voor al het verkeer toegankelijk (motie 1526.20 van de
leden Boutkan en Vroege). Ook de andere knips zijn open in de nacht. De openstelling is een vur
eerder dan in de motie gevraagd vanwege de samenloop met de nachtelijke werkzaamheden in de
Michiel de Ruijtertunnel. Deze moties zijn daarmee afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
hes |
(AA
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
| Motie | 3 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 29 november 2022
Portefeuille(s) Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Vaststellen Wijzigingsverordening Verordening interferentiegebieden
bodemenergiesystemen 2014 en vaststellen Bodemenergieplan
Klaprozenbuurt
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
Het college heeft op 29 november 2022 het Bodemenergieplan Klaprozenbuurt & Verordening
interferentiegebieden bodemenergiesystemen 2014 vastgesteld waarmee de ordeningsregels voor
benutten van bodemenergie in het gebied zijn vastgelegd. Het college is bevoegd voor vaststelling
van het Bodemenergieplan.
Doel
Het doel van het interferentiegebied en het Bodemenergieplan is een doelmatige benutting van
het potentieel aan bodemenergie in het gebied, gezien alle toekomstige ontwikkelingen en het
voorkomen van interferentie tussen bodemenergiesystemen. Deze sturingsinstrumenten borgen
een effectieve werking van bodemenergiesystemen en leveren daarmee een aanzienlijke bijdrage
aan de energieprestatie van het bouwwerk.
Bodemenergieplan
In een Bodemenergieplan worden de ordeningsregels vastgelegd waarmee
bodemenergiesystemen gebruik kunnen maken van het potentieel aan aanwezige bodemenergie.
Een vastgesteld bodemenergieplan vormt het toetsingskader voor nieuwe aanvragen voor
bodemenergiesystemen. Het Bodemenergieplan is in nauwe samenspraak met (toekomstige)
exploitanten en ontwikkelpartijen opgesteld.
Het gebied van het Bodemenergieplan Klaprozenbuurt ligt binnen het aangewezen
interferentiegebied Klaprozenbuurt.
Met vriendelijke groet,
EE van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
/ â / ) /
KEE, 5
Wethouder Duurzaamheid
| Brief | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 755
Publicatiedatum 5 juni 2019
Ingekomen onder AD
Ingekomen op woensdag 29 mei 2019
Behandeld op woensdag 29 mei 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Kilig en Simons inzake het stedelijk kader 2020-2023: Samen
vooruit: Op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam (cultuursensiviteit)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het stedelijk kader 2020-2023: Samen vooruit: Op weg
naar een stevige sociale basis in Amsterdam en wijzigen van de Verordening op het
lokaal bestuur in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 577).
Constaterende dat:
— Het stedelijk kader ‘Samen Vooruit' bij uitstek het moment is om cultuursensitiviteit
voor maatschappelijke initiatieven te stimuleren.
Overwegende dat:
— _Inclusie een speerpunt is van dit college;
— _Inclusie zich ook kan doorvertalen in cultuursensitief zorgbeleid;
— _Cultuursensitiviteit onderdeel moet zijn van gemeentelijk zorgbeleid.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Cultuursensitiviteit een onderdeel te maken van het stedelijk kader ‘Samen Vooruit’,
dit door te vertalen in de gestelde doelen van dit college en te onderzoeken hoe
cultuursensitieve maatschappelijke initiatieven gestimuleerd kunnen worden door
middel van subsidies.
De leden van de gemeenteraad
A. Kilig
S.H. Simons
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1451
Publicatiedatum 24 december 2015
Ingekomen onder AG
Ingekomen op donderdag 17 december 2015
Behandeld op donderdag 17 december 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Paternotte, Yesilgöz-Zegerius en Peters inzake
het Vluchtelingenbeleid 2015-2018 (financiering door het rijk).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Vluchtelingenbeleid 2015-2018 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1402).
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam als verantwoordelijke hoofdstad ruim 1500 mensen die
op de vlucht zijn opvangt in noodopvangcentra, op verzoek van staatssecretaris
Dijkhoff en het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA);
— heter naar uitziet dat de noodopvangcentra voorlopig nodig zullen zijn, en veel
asielzoekers er nog maanden zullen verblijven;
— Amsterdam als verantwoordelijke hoofdstad die noodopvang zal blijven
verzorgen, zolang dat nodig is.
Voorts overwegende dat:
— het verzorgen van de noodopvang an sich, maar ook het onderwijs voor
minderjarige kinderen van asielzoekers en de zorg die mensen nodig hebben,
terwijl mensen nog in hun procedure zitten om een verblijfsstatus te krijgen,
officieel allemaal rijkstaken zijn;
— Amsterdam, en andere gemeenten, deze verantwoordelijkheden nu op zich
nemen in de noodopvangcentra, dit terwijl nog onduidelijk is welke financiële
middelen het Rijk voor integratie beschikbaar stelt;
— gemeentelijke budgetten al geruime tijd onder druk staan;
— voor het toeleiden naar duurzame arbeidsparticipatie, adequate maatschappelijke
begeleiding, inburgering en toeleiding wij — zoals het college aangeeft — moeten
putten uit een uitgekleed Gemeentefonds;
— ook Amsterdam grote zorgen heeft over het nieuwe verdeelmodel voor
het bijstandsbudget.
Spreekt uit dat:
— als Amsterdam de noodopvang, onderwijs en zorg, voor wie dat nodig heeft, wil
kunnen blijven bieden aan de mensen in de noodopvang, het Rijk daaraan
financieel moet bijdragen;
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1451 Moti
Datum 24 december 2015 le
— de gemeente Amsterdam al een lobby is gestart richting het Rijk om maatwerk te
kunnen bieden aan mensen die op de vlucht zijn. De gemeente wil titel en
mandaat om asielzoekers op weg te helpen met taal en voor te bereiden op
eventuele integratie, vergezeld van passende financiering.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— in deze lobby richting het Rijk ook het verzoek aan staatssecretaris Dijkhoff mee
te nemen, om de kosten die gemeente Amsterdam maakt voor de noodopvang,
voor het organiseren van onderwijs, zorg en veiligheid volledig te financieren;
— hierin samen op te trekken met andere grote steden die noodopvang bieden,
zoals Utrecht en Den Haag;
— hierover terugkoppeling te geven aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
J.M. Paternotte
D. Yesilgöz-Zegerius
D W.S. Peters
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam ZJ S
% Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding
Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
% Gewijzigde agenda, donderdag 21 maart 2019
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport
en Recreatie, Ouderen
Tijd 09:00 tot 12:30 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ZJS d.d.
28 februari 2019
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieZJS@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam ZJ S
Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding
Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Gewijzigde agenda, donderdag 21 maart 2019
Jeugd(zorg)
11 Strategisch Huisvestingsplan Jeugd, Zorg en Basisvoorzieningen 2019 — 2025
Nr. BD2018-015967
e _ De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d.
03.04.2018)
Sport en Recreatie
12 Afhandeling motie 577 van de leden Torn, Duijndam, Hammelburg en Boomsma
inzake de Voorjaarsnota 2017 (tekort aan Amsterdamse tennisbanen) Nr.
BD2019-002995
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
Financiën
13 Reactie op motie 1444 van het raadslid van Lammeren (PvdD) getiteld Inzichtelijk
maken van uw ambities Nr. BD2019-002711
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
Zorg
14 Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2018: iedereen doet mee in Amsterdam!
Nr. BD2019-002522
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van de leden De Jong (GL), Michel (CDA) en De Jager (Dó66).
e _ De commissies KDD, WB, WIO, FEZ en AZ zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Voorgesteld wordt dit punt gevoegd te behandelen met agendapunten 15 en 16.
15 Voortgangsrapportage age friendly city Nr. BD2019-003134
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van de leden de Wolff (PvdO) en Michel (CDA).
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 16.
e _ WasTKN2 inde vergadering van 28-02-2019.
16 Collegebrieven als reactie op de adviezen over de Voortgangsrapportage
Toegankelijkheid 2018 van de Wmo-adviesraad en Cliëntenbelang Amsterdam
Nr. BD2019-001578
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Voorgesteld wordt dit punt gevoegd te behandelen met agendapunten 14 en 15.
2
Gemeente Amsterdam ZJ S
Raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding
Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen
Gewijzigde agenda, donderdag 21 maart 2019
17 Afhandeling motie nr. 443.18 van leden J.F. Bloemberg-lssa c.s. inzake het
toetsen van zorgvoorzieningen en —regelingen aan het Internationaal Verdrag
inzake de Rechten van het Kind Nr. BD2019-003136
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 februari 2019.
18 Aanvulling op aansluiting statushouders op zorg en ondersteuning in de wijk:
pilots brugfunctionaris Nr. BD2019-003135
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid Verkerke (BIJ).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 februari 2019.
19 Gemeentelijk beleid omtrent opvang daklozen Nr. BD2019-003137
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid Ceder (CU).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 februari 2019.
20 Artikel Parool over relatie tussen GGD en GGZ-instellingen Nr. BD2019-003138
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid Grooten (GL).
e _ Uitgesteld in de vergadering van 28 februari 2019.
21 Halfjaarsrapportage Veilig Thuis tweede helft 2018 Nr. BD2019-003184
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
22 Wethoudersbrief rechterlijke uitspraken Hulp bij het huishouden (Hbh) Nr.
BD2019-003088
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Zorg
23 Beantwoording schriftelijke vragen Vroege en El Ksaihi inzake aansluiting
platforms Nr. BD2019-003831
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid El Ksaihi (D66).
e _ De commissies KDD, WB, WIO, FEZ, MLD en AZ zijn hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd te behandelen met agendapunten 14, 15 en 16.
3
| Agenda | 3 | test |
Gemeente Bezoekadres
Amstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Gemeenteraad
Amstel 1
1000 AE Amsterdam
Datum 2 juli 2020
Ons kenmerk __ V&OR/UIT/2020007053
Behandeld door G, de With, VROR, [email protected]
Onderwerp Planning besluitvorming beleidskader ruimte voor de voetganger
Geachte leden van de gemeenteraad,
Begin februari heeft het college het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’ vrijgegeven voor
inspraak. Ons streven was om dit beleidskader nog voor het zomerreces aan de gemeenteraad aan
te bieden ter vaststelling. Vanwege de coronacrisis en de onzekerheid die deze met zich
meebracht hebben we ervoor gekozen de besluitvorming in de raad uit te stellen. We verwachten
het beleidskader in het najaar van 2020 aan de gemeenteraad voor te leggen. In deze brief geef ik
hierop een korte toelichting.
Het beleidskader Ruimte voor de voetganger
Amsterdam wil een stad zijn die voor iedereen comfortabel toegankelijk is. Voor mensen met een
fysieke beperking, voor ouders met kleine kinderen die samen de stad verkennen, voor bezoekers
die Amsterdam ontdekken en voor Amsterdammers met volle boodschappentassen. Dat betekent
dat voldoende vrije doorloopruimte op het trottoir een randvoorwaarde is bij alle keuzes die we in
de openbare ruimte maken. Om dat te borgen heeft het college het beleidskader ‘Ruimte voor de
Voetganger’ opgesteld.
Het beleidskader stelt voor om bij alle herinrichtingen van straten voortaan uit te gaan van 2 meter
vrije doorloopruimte voor de voetganger. Absoluut minimum is 1,80 meter, maar op drukke routes
wordt juist méér ruimte voor de voetganger voorgeschreven. Dit nieuwe beleid heeft niet alleen
impact op de ruimteverdeling bij herinrichtingsprojecten, maar vormt na vaststelling ook de basis
voor vergunningverlening bij terrassen, winkeluitstallingen en andere objecten die op het trottoir
geplaatst worden.
Het verloop van de inspraak
De inspraakperiode liep van 17 februari 2020 tot 17 april 2020. Er zijn in totaal 133 inspraakreacties
binnengekomen van bewoners, ondernemers en belangenvertegenwoordigers. Ook alle
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 2 juli 2020
Kenmerk
V&OR/UIT/2020007053
Pagina 2 van 2
stadsdelen hebben een advies uitgebracht. Alle reacties en adviezen worden opgenomen in een
nota van beantwoording en daarin van een antwoord voorzien door het college.
De actualiteit van de coronacrisis
In maart werd duidelijk dat het coronavirus grote gevolgen had voor Nederland en voor de manier
waarop we onze openbare ruimte in de stad gebruiken. Op plekken waar voetgangers in twee
richtingen lopen, is er tenminste 270 cm nodig om elkaar op anderhalve meter afstand te kunnen
passeren.
Tegelijkertijd werd de horecasector door de crisis getroffen: de tijdelijke sluiting van de horeca had
een grote impact op ondernemers en de behoefte aan terrasruimte nam toe naarmate de
heropening op 1 juni in zicht kwam.
In deze onzekere tijd waarbij discussie over ruimtegebruik in ander daglicht is komen te staan,
acht het college het onverstandig om op dit moment met u het gesprek te voeren over het nieuwe
voetgangersbeleid en de impact daarvan op de ruimteverdeling in de stad. Daarom hebben we
besloten de raadsbehandeling van het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’ over het
zomerreces heen te tillen.
Het vervolgproces
De komende maanden gebruiken we om het beleidskader af te ronden. Daarbij kijken we of er
vanuit de coronatijd lessen te leren zijn die het beleid kunnen verrijken. Uiteraard worden ook de
inspraakreacties en adviezen van de stadsdelen in het beleid verwerkt.
Het college verwacht het beleidskader met bijbehorende nota van beantwoording in het najaar
van 2020 aan uw raad aan te bieden ter vaststelling.
Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
EN
ZON zn
pr MD
Ana? „|
Sharon A.M. Dijksma
wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
| Actualiteit | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1301
Publicatiedatum 5 december 2018
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 28 november 2018
Behandeld op woensdag 28 november 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Torn, Bloemberg-Issa, Ceder, Van Soest, Van Schijndel, Kilic en
Simons inzake het onderzoeken van alternatieven voor een tijdelijk afvalpunt op het
Zeeburgereiland.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de afhandeling van de toezegging met betrekking tot het
afvalpunt in de gemeente Diemen als vervanger van het tijdelijke afvalpunt op de
bedrijvenstrook van Zeeburgereiland (gemeenteblad afd. 1, nr. 1265);
Overwegende dat:
— omwonenden onvoldoende zijn betrokken bij het collegebesluit om een tijdelijk
afvalpunt op het Zeeburgereiland te realiseren;
— ereen negatief advies gegeven is door stadsdeelcommissie Oost over de
realisatie van tijdelijk afvalpunt op de bedrijvenstrook;
— een tijdelijk afvalpunt het woongenot van omwonenden zal verstoren en het effect
op de luchtkwaliteit onbekend is;
— een tijdelijk afvalpunt extra (verkeers-)hinder en gevaar oplevert voor deze
woonbuurt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Zich tot het uiterste in te spannen om het tijdelijke afvalpunt in de Sportheldenbuurt
op het Zeeburgereiland niet te hoeven realiseren en in verband daarmee alle
mogelijke alternatieven in kaart te brengen, waaronder in ieder geval:
e het doen van een financieel voorstel aan de gemeente Diemen om haar
afvalpunt alsnog tijdelijk open te stellen voor inwoners van Amsterdam; en
e het pas later verhuizen van de Kleine Kapitein van het Java-eiland naar
het Cruquiusgebied;
e als laatste optie het realiseren van een tijdelijk afvalpunt op het
4
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1301 Moti
Datum _ 28 nov. 2018 oute
onbebouwde gedeelte van het Zeeburgereiland (Sluisbuurt), dat nu nog
bedoeld is voor placemaking en dat verder afgelegen is van de nog te
bouwen woningen;
— De raad te informeren over de uitkomsten.
De leden van de gemeenteraad
R.K. Torn
J.F. Bloemberg-Issa
D.G.M. Ceder
W. van Soest
A.H.J. van Schijndel
A. Kilic
S.H. Simons
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 213
Publicatiedatum 22 februari 2019
Ingekomen onder Bl
Ingekomen op donderdag 14 februari 2019
Behandeld op donderdag 14 februari 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Naoum Néhmé, Boomsma, Bloemberg-lssa en Ceder inzake
de communicatieplanning erfpacht eerste helft 2019 (betrek User Experience Lab)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de communicatieplanning erfpacht eerste helft 2019
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 120).
Overwegende dat:
— De overstapregeling erfpacht tot uiterlijk eind 2019 gebaseerd wordt op gunstige
voorwaarden, waaronder een lagere WOZ-waarde en hoger kortingspercentage:;
— Uit het gebruikersonderzoek van amsterdam/nl/erfpacht uitgevoerd door het User
Experience Lab is gebleken dat erfpachters soms moeite hebben met juridische
teksten en begrippen die samenhangen met de overstapregeling eeuwigdurende
erfpacht;
— Begrijpelijkheid en toegankelijkheid ook van groot belang zijn voor de komende
communicatiecampagne.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. Het User Experience Lab zoveel mogelijk te betrekken bij de komende
communicatiecampagne inzake de overstapregeling naar eeuwigdurende
erfpacht;
2. De raad hierover te informeren.
De leden van de gemeenteraad
H. Naoum Néhmé
D.T. Boomsma
J.F. Bloemberg-lssa
D.G.M. Ceder
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Gewijzigde agenda, donderdag 28 maart 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur en zo nodig van 19:30 uur tot 22:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP d.d.
7 maart 2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:00)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Gewijzigde agenda, donderdag 28 maart 2013
Dierenwelzijn
11 Opvang zwerfreptielen- motie 792 begroting 2013 Nr. BD2013-002884
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Op verzoek van raadslid de heer Van Lammeren (PvdD) uitgesteld in de vergadering
van 07.03.2013.
Personeel en Organisatie
12 Rapport Rekenkamer Personeelsomvang Nr. BD2013-002197
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De commissie JIF is hierbij uitgenodigd.
13 1 Stad 1 Opgave (1S10) maatregel 13 Personeel (versobering
arbeidsvoorwaarden) Nr. BD2013-002930
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Bedrijfsvoering en Inkoop
14 1Stad 1 Opgave Maatregel 14 Inkoop Nr. BD2013-002870
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
15 Uitvoering motie 1173 inzake Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2012
Nr. BD2013-002883
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op verzoek van raadslid de heer Van Lammeren (PvdD) uitgesteld in de vergadering
van 07.03.2013.
Economische Zaken
16 Maatregel 15 1S10 (Huisvesting) Nr. BD2013-002864
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
17 Vervolgstappen in het dossier Amsterdam Metropolitan Solutions (AMS) Nr.
BD2013-002872
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Kabinetbijlage is naar de leden verstuurd.
2
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Gewijzigde agenda, donderdag 28 maart 2013
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Waterbeheer
18 Brief wethouder Waterbeheer inzake verduidelijking en toepassing
uitzonderingsbepaling Regeling Passiersvervoer te water; uitvoering motie nr. 80
(Van Roemburg e.a.) d.d. 13 februari 2013 Nr. BD2013-003181
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
e _ Stukken zijn naar de leden verstuurd.
3
| Agenda | 3 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 427
Datum indiening 7 maart 2019
Datum akkoord 17 april 2019
Publicatiedatum 18 april 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake de oproep van
ziekenhuizen voor een rookvrije omgeving rondom ziekenhuizen.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Amsterdamse nieuwszender AT5 berichtte op 7 maart 2019 dat ziekenhuizen
wethouder Kukenheim oproepen om rookvrije zones in te richten in de publieke
ruimtes rondom de ziekenhuizen.
De organisaties hebben zich verenigd in ‘het Amsterdams Rookalarm’ streven naar
een rookvrije generatie. De fractie van D66 Amsterdam steunt het initiatief stelt
daarom de volgende vragen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van D66, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
schriftelijke vragen:
1. Wat is de reactie van het college op de brief van het Amsterdams Rookalarm?
Antwoord:
Het college is heel positief over het feit dat zoveel (grote) zorginstellingen zelf
rookvrij zijn en pleiten voor een rookvrije zone rondom hun gebouw.
Een rookvrij Amsterdam realiseren lukt ons als gemeente niet alleen. Dat hoeft
gelukkig ook niet want er zijn al veel organisaties zeer actief op dit gebied, zoals
het Amsterdams Rookalarm. Ook zij streven naar een stad waar niet meer in de
openbare ruimtes wordt gerookt, waar kinderen niet meer in aanraking komen
met rookwaren of met rokende mensen. En dat alle zorginstellingen rookvrij
worden. Dit zijn doelstellingen die de gemeente ook omarmt en nastreeft, daarin
vinden we elkaar.
2. Steunt het college het initiatief van het Amsterdams Rookalarm?
Antwoord:
Ja, zoals hierboven ook genoemd steunt het college het initiatief van het
Amsterdams Rookalarm van harte.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 6 apri 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 7 maart 2019
3. Wat kan het college doen om de publieke ruimte rondom ziekenhuizen rookvrij te
maken?
Antwoord:
Het college is aan het bekijken of we in navolging van de gemeente Groningen
een rookverbod in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kunnen
opnemen. Hierdoor zou een rookverbod voor publieke ruimtes gelden in de buurt
van instellingen die om een rookvrije zone vragen. Het doel van de regeling is om
bezoekers te beschermen tegen hinder door rook(gassen). Deze regeling zal dan
bijvoorbeeld kunnen gaan gelden voor de publieke ruimte rondom ziekenhuizen.
Voor de zomer zal het college hierover een besluit nemen.
4. Is het college bereid, met de ziekenhuizen in gesprek te gaan?
Antwoord:
Ja, het college is al in gesprek met de ziekenhuizen en zal dat zeker ook in
het kader van een rookvrij Amsterdam blijven doen.
5. Als het college de publieke ruimte rondom ziekenhuizen rookvrij maakt, waar trekt
het college dan de grens? Met andere woorden, waar houdt voor het college
de publieke ruimte rondom ziekenhuizen op?
Antwoord:
Mocht het besluit genomen worden tot invoering van een rookverbod in de APV
dan zal daarna bekeken worden tot hoever deze publieke ruimte zich dan strekt.
Dit zal waarschijnlijk per gebouw apart bekeken moeten worden. Dit zal dan
nader uitgewerkt moeten worden.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1367
Datum indiening 23 oktober 2017
Datum akkoord 6 november 2017
Publicatiedatum 7 november 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Groen inzake Schiphol.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 18 oktober 2017 heeft de NOS' een bericht gepubliceerd waaruit blijkt dat de
berekeningen in de Milieueffectrapportage (MER) van de groei van Schiphol opnieuw
bekeken moeten worden. Er bleken grote verschillen te zitten in de uitkomsten van de
berekeningen.
Volgens Kees van Ojik, die als bewonersvertegenwoordiger in de Omgevingsraad al
cijfers heeft ingezien, gaat het om onverklaarbare uitkomsten. "Terwijl de nieuwe
berekeningen laten zien dat de geluidshinder in het binnengebied erger is dan
gedacht, is er volgens dezelfde berekeningen toch meer groei mogelijk", aldus
Van Ojik. "ledereen snapt dat dat niet kan kloppen.”
Volgens het artikel plaatst de staatssecretaris eveneens vraagtekens bij de door
Schiphol gepresenteerde dienstregeling, waarvan zij zich afvraagt of die realistisch
is. In september was het ook al eens nodig dat de staatssecretaris Schiphol op de
vingers tikte over het naar buiten brengen van cijfers met de suggestie dat
verdergaande groei van Schiphol mogelijk is.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Groen, namens de fractie van GroenLinks, op
grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van dit artikel?
Antwoord:
Ja.
' https://nos.nl/artikel/21 98594-ook-berekeningen-groei-schiphol-worden-opnieuw-
bekeken.htm!
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 137 ember 2017 Schriftelijke vragen, maandag 23 oktober 2017
2. Watis het oordeel van het college over deze onzorgvuldige omgang met cijfers
over de geluidshinder en de pogingen van Schiphol om koste wat kost ruimte te
krijgen voor verdere groei’?
Antwoord:
Op dit moment is de milieueffectrapportage Schiphol (MER) nog niet gepubliceerd
of beschikbaar gesteld aan de leden van de Omgevingsraad Schiphol (hierna
ORS) waar Amsterdam deel van uitmaakt. De staatssecretaris geeft in een brief
dd. 17 oktober aan de ORS aan dat zij deze cijfers en gegevens pas ter
beschikking stelt aan de ORS als het bevoegd gezag zich ervan heeft kunnen
vergewissen dat het MER aan alle eisen voldoet. Voorts stelt zij “Als
opdrachtgever van de Omgevingsraad en ontvanger van het advies heb ik er alle
belang bij dat de Omgevingsraad beschikt over een correcte feitenbasis over de
voorgenomen ontwikkeling van Schiphol.” Het college kan zich vinden in deze
uitspraak van de staatssecretaris en kan zich pas een oordeel vormen over het
MER zodra dit beschikbaar wordt gesteld door het bevoegd gezag en onthoudt
zich daarom nu van speculaties over de mogelijke uitkomst hiervan.
3. Welk effect hebben deze handelingen van Schiphol naar het oordeel van het
college op de mogelijkheid om in de Omgevingsraad Schiphol tot een breed
gedragen overeenkomst te komen over de toekomst van Schiphol?
Antwoord:
Zie hierboven, pas als de Omgevingsraad de beschikking heeft over de feiten kan
beoordeeld worden of de cijfers en de berekening volgens het nieuwe rekenmodel
DOC29 door Schiphol goed zijn uitgevoerd en hoe dit het proces in de
Omgevingsraad verder zal beïnvloeden.
4. Welke gaat het college doen om zich ervan te vergewissen dat besluiten over
verdere groei — of mogelijke krimp — van Schiphol genomen worden op basis van
de juiste cijfers?
Antwoord:
Het college gaat ervan uit dat het bevoegd gezag conform de eisen van de
staatssecretaris de uitkomsten van het MER zal beoordelen op validiteit. Ook het
oordeel van de Commissie MER, de partij die vorig jaar er op aan heeft
gedrongen dat Schiphol naast de voorgeschreven berekening volgens het
wettelijk Nederlands rekenmodel een herberekening zou uitvoeren op basis van
het Europese rekenmodel DOC 29, zal hierbij zwaar wegen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E. van der Burg, locoburgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
G emeente Bezoekadres
Plein'40'45 1
Amsterdam 1064 SW Amsterdam
Nieuw-West posts 00
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
| | amsterdam.nl{nieuwwest
Voordracht en besluit D B
Registratienummer 78847 - 2018/INT/ooog6
Afdeling Gebieden
Onderwerp
Subsidiebeschikkingen Basisvoorzieningen en andere subsidies 2018
Portefeuille Alle
DB lid Achmed Baadoud, Erik Bobeldijk, Ronald Maver
Gebied Alle
Vergaderdatum DB 20 februari 2018
Vergaderdata AB 7 maart 2018 (C bespreking)
Agenderen College / Nee
Gemeenteraad
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Wim de Jong, Yvonne Cornelisse, Jantien Ruys
06 10405692
[email protected]
Pagina1 van6
Bezoekadres
Plein'40'45 1
1064 SW Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
amsterdam.nl/nieuwwest
Datum 20 februari 2018
Onderwerp Subsidiebeschikkingen Basisvoorzieningen en andere subsidies 2018
Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West besluit:
1. Het overzicht subsidieverleningen Basisvoorzieningen, gebiedsgerichte kunst &
culturele activiteiten en lokale sportstimulering voor 2018 ter kennisname aan te bieden
aan de bestuurscommissie.
Ondertekening
Namens het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West,
Mevrouw E‚J.M. Plasmeijer, de heer A. Baâdoud,
stadsdeelsecretaris voorzitter
Registratienummer 78847 - 2018/INT/ooog6
Pagina 2 van6
Bevoegdheid
n.v.t.
Bestuurlijke achtergrond
Stadsdeel Nieuw West heeft voor 2018 een groot aantal periodieke en eenmalige subsidies
toegekend op grond van de subsidieregelingen voor de basisvoorzieningen, gebiedsgerichte
kunst- en culturele activiteiten en lokale sportstimulering. Subsidiëring is mogelijk op grond van
een subsidieregeling waarbij regeling en budget aan elkaar zijn gekoppeld. Dit betekent dat een
budget uitsluitend mag worden vitgegeven aan activiteiten die op grond van de bijbehorende
regeling subsidiabel zijn.
De budgetten zijn eerder in 2017 vastgesteld door de Gemeenteraad. Enkele subsidiebudgetten
zijn op de peildatum nog niet vitgeput, te weten:
e _ Basisvoorziening mantelzorgondersteuning
e _ Basisvoorziening brede school coördinatie
e Activering en participatie
e _LHBTI: dit resterende budget is voor uitvoering van de stedelijke roze agenda
e gebied gebonden kunst- en culturele activiteiten.
Dit resterende budget mag worden uitgegeven aan nog te ontvangen aanvragen eenmalige
subsidie. Met betrekking tot gebied gerichte kunst en culturele activiteiten geldt overgebleven
subsidie van de 1° tranche overgeheveld wordt naar de 2° tranche. Dit is de enige
subsidieregeling die 2 indiendata per jaar kent (voor 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar
en voor 1 april van het subsidiejaar).
Het DB van de bestuurscommissie heeft het AB beloofd haar te informeren over de
subsidiebeschikkingen 2018.
Onderbouwing besluit
Argumenten Het DB van de bestuurscommissie heeft het AB in 2017 beloofd haar te informeren over de
subsidiebeschikkingen 2018.
Risico's / neveneffecten De commissieleden van het AB zijn op de hoogte van de subsidiebeschikkingen 2018
Basisvoorzieningen en andere subsidies en aan welke partijen c.q. instellingen de subsidies zijn
toegekend.
Maatschappelijke effecten
Selecteer de maatschappelijke Ml Jongeren aan het werk
effecten waar het besluit aan Ml Jeugd benut talent
bijdraagt MlGoed veiligheidsgevoel
MPrettig wonen
Mlledereen doet en telt mee
MlPrettig samenleven
Ml Gezonde leefstijl
Maatschappelijke Met het toekennen van subsidies aan o.a. de Basisvoorzieningen, realiseert het stadsdeel haar
effecten aanbod basisvoorzieningen; realiseert zij gebiedsgerichte kunst & culturele activiteiten, lokale
sportstimulering.
Registratienummer 78847 - 2018/INT/ooog6
Pagina 3 van 6
DB
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau n.v.t
Financiën n.v.t.
Communicatie n.v.t.
Overige n.v.t.
Alle adviesinwinning is niet van toepassing omdat het gaat om het informeren van het AB
door het DB. Bij de beoordeling en subsidieverlening zijn al adviezen ingewonnen.
Financiële paragraaf
Realisatie taakstelling 2018
Voor 2018 resteert nog een bedrag van €384.000 als taakstelling op de subsidies, dit is de
derde tranche van de structurele bezuinigingsmaatregel op subsidies die gedurende drie
jaar stadsbreed is doorgevoerd. Voor 2016 en 2017 is in Nieuw West de taakstelling
gerealiseerd door alle subsidies in gelijke mate te korten. De taakstelling op de subsidies
2018 is onderdeel geworden van een veel breder bezuinigingsvoorstel (mede als gevolg van
de taakstelling Vastgoed) waarover in het najaar 2016 besluitvorming heeft
plaatsgevonden. Door de bestuurscommissie is toen meegegeven dat de taakstelling
vooral moet rusten op “de stenen” van de welzijnsaccommodaties en niet ten koste mag
gaan van de activiteiten.
Het realiseren van de taakstelling is gelukt. Wel is breder gekeken dan alleen de budgetten
die een relatie hebben met de huisvesting. Dit was nodig omdat verdergaande
kostenbesparing op de huisvestingslasten alleen mogelijk zou zijn wanneer
accommodaties zouden worden afgestoten. Gelet op de maatschappelijke opgave in
Nieuw West alsmede de verantwoordelijkheid van het stadsdeel om basisvoorzieningen
aan te bieden die in voldoende mate toegankelijk zijn voor alle inwoners van Nieuw West,
nu en in de toekomst, vinden wij het niet verantwoord om accommodaties af te stoten.
De taakstelling is in technische zin direct geboekt op het budget Huizen van de Wijk. Voor
de daadwerkelijke realisatie zijn de volgende zoekrichtingen geformuleerd:
e Voorde Huizen van de wijk, de Vrouwencentra en Brug : Inkomsten verhoging door
huurlasten door te berekenen aan partijen die de accommodatie voor hun eigen
dienstverlening gebruiken.
e _Huisvestingslasten Startpunt halveren door huurlasten door te berekenen naar de
onderdelen van de RVE Werk/Participatie en Inkomen die eveneens de ruimte
gebruiken.
e _ Huisvestingslasten Buurtontmoetingsruimte Fiep Westendorpschool overdragen
naar het schoolbestuur (niet eerder mogelijk dan laatste kwartaal 2018).
e Budget nominale ontwikkelingen deels inzetten als dekking, door acres niet toe te
passen.
e _Huisvesting/beheer budgetten algemeen
e Voor MOS: geen aparte huisvestingssubsidie meer maar gebruik maken van de
bestaande welzijnsaccommodaties of zelf voor financiering zorgen.
e _Onderbesteding subsidieregelingen als dekking gebruiken.
Registratienummer 78847 -2018/INT/ooog6
Pagina 4 van 6
De definitieve realisatie is als volgt
e _Huvrinkomsten Huizen van de Wijk 130.000,--
e Besparing huisvestingskosten Vrouwencentra 25.000,--
e Besparing huisvestingskosten Brug 10.000,--
e _Huisvestingskosten Startpunt halveren 60.000,--
e _Huisvestingslasten Bor-Fiep overdragen 7. 584,--
e Budget nominale ontwikkelingen 64.823,--
e _Huisvesting/beheer budgetten algemeen 86.593, --
Totaal 384-000,--
e MOS, niet van toepassing omdat geen subsidie voor de huisvesting is gevraagd.
e _Onderbesteding subsidieregelingen: is in juridische zin niet mogelijk, gedurende
het hele jaar 2018 kunnen nog incidentele aanvragen worden ingediend totdat het
plafond is bereikt.
Financiële gevolgen? ja
Indien ja, dekking aanwezig? ja
Indien ja, welke
kostenplaats?
Toelichting Door de verwerking van de subsidie taakstelling in de begroting 2018 is er een tekort
ontstaan op het budget van Huizen van de Wijk van € 254.136. Dit tekort wordt in 2018
incidenteel gedekt door het inzetten van de nominale verhoging 2018 ad. € 143.029 en door
verlaging van het incidenteel budget “gebiedsgerichte preventie in de zorg” ad. €111.107.
Verder zal de structurele uitwerking van de subsidietaakstelling plaats vinden bij de
begroting 2019, dan worden de nieuwe subsidieplatfonds aangeboden aan de
gemeenteraad.
Voorlichting en communicatie
Eisen publicatie Openbaar maken op de site
Communicatiestappen
Uitkomsten inspraak
Uitkomsten maatschappelijk overleg (participatie)
Geheimhouding
Geheimhouding n.v.t.
Einde geheimhouding ==
Stukken
Meegestuurd Bijlage “Subsidiebeschikkingen stadsdeel Nieuw-West 2018” (d.d. 5 februari 2018)
Registratienummer 78847 -2018/INT/ooog6
Pagina 5 van 6
Ter inzage gelegd --
Te verzenden stukken =-
Aangetekend versturen --
Akkoord agendering
Datum voorbereidende staf 6 februari 2018
Portefeuillehouder Achmed Baadoud, Erik Bobeldijk, Ronald Maver
Portefeuillehouder akkoord? Ja
Verantwoordelijk manager Jantien Ruys
Manager akkoord? Ja
Besluit dagelijks bestuur
Registratienummer 78847 -2018/INT/ooog6
Pagina 6 van 6
| Besluit | 6 | train |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 27 mei 2021
Ingekomen onder nummer 320
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake het vaststellen van de
Regionale Energie Strategie 1.0 NH-Zuid (Minimaal 60 m afstand tussen natuurgebied en
windturbine)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het vaststellen van de Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-
Holland Zuid (RES 1.0 NHZ) Nr. VN2021-009726.
Constaterende dat:
-__in de natuurgebieden in en om Amsterdam gedurende het hele jaar veelvuldig
gerecreëerd wordt door wandelaars, sporters, fietsers en picknickers;
-__ het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Handreiking Risicozonering
Windturbines, p. 26-27) een recreatieterrein aanmerkt als ‘beperkt kwetsbaar
object’;
-___de natuurgebieden als recreatiegebied en dus als ‘beperkt kwetsbaar object’
aangemerkt dienen te worden;
-__ het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Handreiking Risicozonering
Windturbines, p. 26-27) een plaatsgebonden risico ten opzichte van beperkt
kwetsbare objecten hanteert van 10 °/per jaar;
-_het Infoblad Veiligheid Windturbines refererend aan bovenstaand Besluit een
aantal voorbeelden van vereiste afstanden geeft, waarbij voor turbines met een
hoogte van 145 meter de afstand tot beperkt kwetsbare objecten 60 meter dient
te zijn.
Overwegende dat:
- gelet op het zorgvuldigheidsprincipe het ongewenst is als de afstand tussen
windturbines en natuurgebieden die gebruikt worden als recreatiegebieden pas
aan bod komt gedurende het participatieproces, na het vaststellen van de
zoekgebieden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. natuurgebieden in en om Amsterdam waar veelvuldig gerecreëerd wordt op grond
van het zorgvuldigheidsbeginsel en het waarborgen van de veiligheid aan te merken
als ‘beperkt kwetsbare object’;
2. inde Regionale Energie Strategie 1.0 Noord-Holland Zuid op te nemen windturbines
niet dichter te plaatsen dan 60 meter van natuurgebieden die als recreatiegebied
gebruikt worden.
Indiener
J.F.W. van Lammeren
| Motie | 2 | discard |
€ Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 15 september 2021
Ingekomen onder nummer 649
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden De Fockert en De Jager inzake woningbouw gaat vóór
parkeren
Onderwerp
Woningbouw gaat vóór parkeren
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het Stedenbouwkundig plan Groenehuyzen-Blomwijckerpad,
Constaterende dat:
— de nieuwbouw in Hoekenes direct afhankelijk is van de invoering van een parkeerregime in
de Wildeman-/Blomwijckerbuurt;
— conform de Parkeernota een parkeerregime pas kan worden ingevoerd wanneer er sprake
is van een parkeerdruk van > 90 %.
Overwegende dat:
— het college verwacht dat deze parkeerdruk pas in 2025 gehaald zal worden, waarna in
2026/2027 een parkeerregime zou kunnen worden ingevoerd;
— hiermee de bouw van broodnodige 672 woningen aanzienlijk worden vertraagd.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
— ervoor te zorgen dat het ontbreken van parkeerbeleid geen barrière is voor
gebiedsontwikkeling;
— inkaartte brengen of en waar dat het geval is en voor waar dat nodig is een voorstel voor
passend parkeerbeleid aan de raad voor te leggen.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indieners
T.C. de Fockert
D.O.C. de Jager
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur 2014
Algemeen bestuur van de bestuurscommissie
2x Besluiten
22 april 2014-7
Besluit over Uitslag referendum herinrichting Elandsgracht
Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2014, Bestuurskalender, Besluitvormende AB-
vergadering 22 april 2014, bij agendapunt 7
De bestuurscommissie heeft op 22 april 2014 het volgende besluit genomen:
De bestuurscommissie,
Besluit:
Te kiezen voor herinrichting van de Elandsgracht overeenkomstig model 2+.
Suze Duinkerke
Secretaris
Boudewijn Oranje
Voorzitter
Verschenen op 23 april 2014 1
| Besluit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 421
Datum akkoord 10 juni 2015
Publicatiedatum 12 juni 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van
18 november 2014 inzake de uitspraak van het Europese Hof van Justitie met
betrekking tot bijstandstoerisme.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
In de week van 10 november 2014 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat
migranten niet meer automatisch recht op bijstand hebben.
Naar aanleiding van een klacht van een Roemeense vrouw wier aanvraag voor een
uitkering was geweigerd in Leipzig heeft het Hof bevestigd dat een lidstaat de
mogelijkheid moet hebben om uitkeringen te weigeren aan economisch niet-actieve
burgers uit andere landen.
Werkloze migranten die het binnen de Europese Gemeenschap gegarandeerde recht
op vrij verkeer van werknemers misbruiken om van het hogere niveau van sociale
voorzieningen te profiteren zijn reeds lange tijd een doorn in het oog van veel
Europese lidstaten. In 2010 pleitte de Amsterdamse VVD bij het stadsbestuur om
maatregelen tegen bijstandstoerisme te nemen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 18 november 2014, namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven hoeveel mensen het afgelopen jaar naar Amsterdam
verhuisden en direct aanspraak maakten op bijstand? Hoeveel van deze mensen
verhuisden vanuit het buitenland naar Amsterdam?
Antwoord:
De discussie over bijstandstoerisme richt zich op niet-Nederlandse ingezetenen
van de EU die in Nederland aanspraak op bijstand willen maken.
e De EU-burgers die zich vestigen in Nederland, hebben niet zomaar recht op
bijstand. Mogelijk recht op bijstand ontstaat pas na vijf jaar verblijf in
Nederland.
De groep EU burgers die economisch actief is, Europeanen die in Nederland
gewerkt hebben, onvrijwillig werkeloos zijn geworden en werkzoekende zijn,
kunnen eerder aanspraak op bijstand maken, als zij tenminste drie maanden
in Nederland verbleven.
Het college past voor het toekennen van bijstand aan mensen die zich vanuit het
buitenland in Amsterdam vestigen, bovenstaande wettelijke regels toe.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 12 uni 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 november 2014
Volgens de wet- en regelgeving maken bijstandsgerechtigden die verhuizen
vanuit het buitenland of vanuit een andere gemeente naar de gemeente
Amsterdam niet zonder toetsing aanspraak op een bijstandsuitkering.
Voor het verkrijgen van bijstand controleert de gemeente strikt op de wettelijke
voorwaarden om voor bijstand in aanmerking te komen, daaronder valt ook de
toets op de wettelijke criteria waaronder:
e nationaliteit,
e EU-burgerschap en /of
e verblijfsstatus.
Van de mensen die in 2014 een beroep op een bijstandsuitkering deden waren er
ruim 500 die binnen een week na vestiging recht op bijstand hadden. Van deze
500 gevestigden kwamen er 86 uit het buitenland’. Van deze 86 personen
kwamen 30 personen uit een EU-land en 56 van buiten de EU:
Tabel:
herkomst
Ambtshalve’ Nederland Buitenland EU Totaal
overig
Aantallen 106 335 56 30 527
Van deze 86 personen zijn per 1 januari 2015 15 personen weer vertrokken.
Van de 71 personen die in 2015 nog altijd in Amsterdam verblijven hebben
62 personen de Nederlandse nationaliteit.
2. Hoeveel mensen die in Amsterdam recht hebben op bijstand, zijn - sinds zij in
Amsterdam wonen - nooit In staat geweest in eigen onderhoud te voorzien en
woonden daarvoor in het buitenland?
Antwoord:
Van de 86 mensen die zich in 2014 vanuit het buitenland in Amsterdam vestigden
en recht op bijstand hebben gekregen, zijn er in januari 2015 51 die nog altijd
bijstand ontvangen. Zoals hierboven aangegeven waren in januari 15 van deze
86 personen in januari 2015 niet meer in Amsterdam ingeschreven.
1 Bron: registratie LO / BRP (bewerking Onderzoek, Informatie en Statistiek Gemeente
Amsterdam). De aantallen zijn exclusief de partners, en de personen in de leeftijdscategorie van O-
15 jaar.
2 Dat zijn mensen die na een uitschrijving met kenmerk ‘vertrek onbekend waarheen’ zich weer
hebben gemeld bij de gemeente en aldus weer worden ingeschreven onder kenmerk ‘vestiging
onbekend vanwaar’.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 12 uni 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 18 november 2014
3. Vindt er momenteel overleg plaats tussen gemeente Amsterdam en het rijk om te
kijken hoe bijstandstoerisme kan worden tegengegaan? Zo ja, wat zijn de
uitkomsten van dit overleg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Er vindt momenteel geen overleg plaats tussen het college en het rijk over de
bijstandstoerisme. In de recente kamerbrief over dit onderwerp stelt de minister
dat er voldoende wettelijke waarborgen zijn om bijstandstoerisme door EU-
burgers, te voorkomen! .
4. Welke concrete maatregelen neemt het college momenteel om bijstandstoerisme
tegen te gaan? Wat is het effect van de recente uitspraken van het Europese Hof
op deze maatregelen?
Antwoord:
Vorenstaande gegevens geven geen aanleiding om te veronderstellen dat er
sprake is van “bijstandstoerisme”. Mocht dit zich voordoen, dan zullen we dit
aankaarten bij het rijk. De verantwoordelijke minister schrijft in zijn brief dat de
uitspraak van het Europese Hof In lijn is met het vigerende Nederlandse beleid.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
Û Zie bijgevoegde Brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de
Tweede Kamer van 26 november 2014, naar aanleiding van het lid De Graaf (PVV) inzake
uitkeringstoerisme Oost Europa (zaak Dano) (TK, 2014-2015, 34 000 XV, nr 55).
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 maart 2021
Portefeuille(s) Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, bestuurszaken.RD @amsterdam.nl
Onderwerp Afdoening motie 114420 van de raadsleden Groen (GroenLinks) en Timman
(D66)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 heeft uw raad bij de behandeling
van agendapunt Vaststellen van de Transitievisie warmte motie 1144 van de raadsleden Groen
(GroenLinks) en Timman (D66) getiteld Warmtenetten klaar voor lage temperatuur aangenomen
waarin het college gevraagd wordt om haar invloed aan te wenden om te zorgen dat de
infrastructuur van warmtenetten zo wordt aangelegd dat de temperatuur in die netten ook
daadwerkelijk omlaag kan zonder extra investeringen zodra het niveau van isolatie dat toestaat. Het
College geeft als volgt uitvoering aan de motie.
Alvorens in te gaan op het gevraagde, schets ik voor alle duidelijkheid eerst in kort bestek de
achtergrond van dit vraagstuk. Indien vastgoed voldoende geïsoleerd is, is het mogelijk een gebouw
comfortabel te verwarmen met warmte van rond 40 graden. Dat is de zogenaamde lage
temperatuur (LT) warmte. Voordeel van gebruik van deze LT-warmte is dat er meer type bronnen
beschikbaar zijn en dat er soms minder energie benodigd is om water tot die temperatuur te
verwarmen. Gebruik van LT warmte kan zodoende bijdragen aan een lagere CO, uitstoot van de
stad.
Helaas is het grootste deel van de gebouwen in Amsterdam nog (lang) niet op het niveau geïsoleerd
dat het gebouw in koudere dagen voldoende te verwarmen is met LT. Daarvoor is warmte met een
hogere temperatuur nodig. Pas als alle woningen in een buurt voldoende zijn geïsoleerd, kan de
aanlevertemperatuur voor dat gebied* naar beneden. Met de renovatiemotor stimuleert de
gemeente vergaande isolatiemaatregelen voor daarvoor geschikte panden.
Onder de huidige legionella-regelgeving moeten er dan aanvullende maatregelen getroffen worden
die er voor zorgen dat leidingwater tenminste 55 graden is op het tappunt. Zoals v onder andere
weet uit onze brief aan minister Ollongren die 14 janvari 2021 geagendeerd stond bij
raadscommissie FED, vraagt het college aandacht voor een nieuwe regeling omtrent
legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater; een regeling die rekening houdt met minimaal
energieverbruik. In zo'n geval zou zonder aanvullende maatregelen LT-warmte geleverd kunnen
-Strikt genomen is temperatuur op fijner niveau dan dat van een buurt te regelen. In principe kan achter elke warmte
overdracht station (WOS) een ander temperatuurregime bepaald worden. Achter een WOS zijn gemiddeld 250
woningen aangesloten.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 2 van 3
worden. Tot het zover is, is een hogere temperatuur warmtenet nodig, of een extra elektrische
installatie in de woning die tapwater verwarmt naar de vereiste temperatuur.
Aangezien het CO, besparingspad en de doelstelling om in 2040 de stad aardgasvrij te hebben niet
gehaald wordt indien gewacht wordt met aansluiten van gebouwen op een warmtenet totdat deze
voldoende zijn geïsoleerd voor LT, krijgen de gebouwen tot dat moment warmte van een hogere
temperatuur geleverd. Later kan die temperatuur naar beneden. Bij de bespreking van de
Transitievisie warmte (Tvw) is dit onderwerp uitgebreid besproken.
Het college pleit bij warmteleveranciers in de stad voor het aanleggen van toekomstbestendige
infrastructuur. Met de twee op dit moment grootste warmteleveranciers, Vattenfall Warmte en
Westpoort Warmte (WPW), is geregeld contact. Zij zijn goed op de hoogte van de ambitie om de
stad beter geïsoleerd te krijgen, het streven naar zo efficiënt mogelijk gebruik van energie en de
wens om aanlevertemperatuur te verlagen tot LT niveau. In gesprekken wordt door het college ook
benadrukt dat nu aan te leggen infrastructuur te zijner tijd idealiter gebruikt kan worden met lagere
temperaturen. Partijen weten dit en houden er waar mogelijk rekening mee bij ontwerpkeuzes.
Warmtebedrijven hebben overigens zelf ook een belang bij isolatie van woningen; het zorgt voor
een gelijkmatiger patroon van warmtevraag. Isolatie verlaagt namelijk de piekvraag op koude
winterdagen. Een warmtebedrijf moet het warmtenet en warmtebronnen aanleggen om ook op die
momenten comfortabel te kunnen verwarmen. Dit vraagt veel extra capaciteit in het netwerk en
van bronnen. Echter, die extra benodigde capaciteit wordt misschien maar een enkele week per jaar
benut. Dat is veel te kort om de hoge investering via de extra geleverde warmte terug te verdienen.
Die extra kosten zijn daarom in het vastrecht verwerkt. Hoe beter gebouwen geïsoleerd zijn, hoe
minder piekvraag, hoe lager de investeringen in piekcapaciteit van warmtebedrijven en hoe lager
de (vastrecht)tarieven.
Maar de sleutel tot grootschaliger toepassing van LT in bestaande bouw ligt dus bij
gebouweigenaren. Hoe meer zij isoleren, hoe eerder LT kan worden aangeboden. Als het zo ver is,
hoeven de reeds aangelegde en nu nog aan te leggen warmtenetten niet volledig te worden
vervangen. Na beperkte aanpassing blijven zij bruikbaar. Momenteel worden afspraken gemaakt
tussen warmtebedrijven en woningcorporaties in het kader van de Amsterdamse Warmtemotor.
Daarbij wordt een eerste stap gezet. Het vitgangspunt is dat in uiterlijk in 2040 temperatuur naar 70
graden gaat.
Op Vattenfall heeft de gemeente geen directe invloed. Bij Westpoort Warmte (WPW) is de
gemeente sinds 1 maart aandeelhouder. De beide aandeelhouders stellen gezamenlijk de strategie
vast. In de gesprekken met mede-aandeelhouder Vattenfall zijn reeds afspraken gemaakt over
onder andere toekomstige CO, uitstoot, uitbreiding van het leveringsgebied en hoe nieuwe
bronnen kunnen leveren aan het WPW-netwerk. Deze zijn met u besproken in het kader van de
toetreding tot WPW.
De aandeelhouders zullen daarnaast periodiek strategische plannen als het Strategisch Master Plan
(zo jaar vooruit kijkend) en het Meerjarenplan (5 jaar) vaststellen. Dat is het moment voor de
gemeente om onderwerpen als toekomstbestendigheid extra onder de aandacht te brengen.
Operationele en tactische uitwerking van dergelijke uitgangspunten, zoals (ontwerp)keuzes van
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 maart 2021
Pagina 3 van 3
infrastructuur, zullen niet expliciet ter besluitvorming voorliggen. Het staat een aandeelhouder
uiteraard wel vrij om haar zienswijze op onderwerpen ter sprake te brengen. Indien passend bij de
gemeentelijke doelstellingen, zal het college dat proactief doen.
Om de ambitieuze strategische afspraken op onder andere duurzaamheid te halen, zal de directie
van WPW moeten kiezen voor oplossingen die langdurig werken. Binnen kaders als continuiteit van
de onderneming, betrouwbaarheid van de warmtelevering, groei van het netwerk en
betaalbaarheid zal de directie ook goed dienen na te denken over LT-klaar maken van
infrastructuur. Het college zal dit aspect blijven benadrukken.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
SZ en
(ipo es —
Marieke van Doorninck
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 349
Publicatiedatum 8 mei 2015
Ingekomen onder AL
Ingekomen op 22 april 2015
Behandeld op 22 april 2015
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de raadsleden mevrouw Duijndam, mevrouw Kaya, mevrouw Ruigrok,
mevrouw Shahsavari-Jansen en mevrouw Roosma inzake uitgangspunten voor
de inkoopprocedure van Ambulante ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij
het huishouden vanaf 2017 (Amsterdam kiest voor kwaliteit in plaats van prijs).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de inkoopprocedure van
Ambulante ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden vanaf 2017 en
over het voorstel, een nieuwe inkoopronde te houden in 2015 voor Ambulante
ondersteuning, Dagbesteding en Hulp bij het huishouden voor het contractjaar 2016
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 285);
Constaterende dat:
— in het coalitieakkoord van D66, SP en VVD “Amsterdam is van iedereen” is
afgesproken dat de zorg bestuurlijk aanbesteed wordt op basis van gunning en
hierbij gelet wordt op prijs en kwaliteit;
— inde inkoopprocedure vanaf 2017 kwaliteit een zwaardere beoordeling krijgt dan
prijs;
— de kwaliteit op minimaal 80% zal worden gesteld;
Overwegende dat:
— er nog geen kwaliteitsindicatoren zijn ontwikkeld om de inkoop op te baseren;
— het van belang is om samen met het veld, professionals en cliënten, de
kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen;
— ook cliëntenraden en brancheorganisaties betrokken moeten worden bij de
totstandkoming van de kwaliteitsindicatoren;
— de raad hierover bijtijds geïnformeerd wil worden,
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 349 Moti
Datum _ 8 mei 2015 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— brancheorganisaties, professionals, cliënten en cliëntenraden te betrekken bij
de totstandkoming van kwaliteitsindicatoren;
— de raad driemaandelijks te rapporteren over de ontwikkeling van deze indicatoren.
De leden van de gemeenteraad,
P.J.M. Duijndam
M. Kaya
M.H. Ruigrok
M.D. Shahsavari-Jansen
F. Roosma
2
| Motie | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Ô $ Motie
Datum raadsvergadering 16 maart 2023
Ingekomen onder nummer gg
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van leden Broersen, Krom, Ahmadi, Khan en Yemane inzake
duidelijk maken van het mandaat bij stadsdeelpanels.
Onderwerp
Duidelijk maken van het mandaat bij stadsdeelpanels.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de raadsinformatiebrief over stadsdeelpanels en bijbehorend handboek
en leidraad,
Constaterende dat
-__ Stadsdeelpanels onder andere bij moeten dragen aan meer onderling vertrouwen tussen
bewoners en de lokale overheid.
Overwegende dat
-_Er vooraf goed duidelijk moet worden gemaakt wat de stadsdeelpanelleden kunnen
verwachten;
-_Bij een gebrek aan een duidelijk mandaat, het vertrouwen in de lokale overheid juist
geschaad kan worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
In het Handboek Uitvoeren Stadsdeelpanels op pagina 24, de volgende zin aan te passen:
“Het stadsdeelpanel informeren over de context en de kaders tijdens de stadsdeelpanelbijeenkomst”
naar “Het stadsdeelpanel informeren over de context en de kaders tijdens de
stadsdeelpanelbijeenkomst, en expliciet over wat de gemeente met het advies van het panel gaat
doen”.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 1
Indiener(s),
J. Broersen
J.M. Krom
N. Ahmadi
S.Y. Khan
M. Yemane
| Motie | 2 | discard |
Gao 04058 N Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA
nderwijs, Jeugd en „ . . "
Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Zorg % Amsterdam PRE 9, „eugdkzorg) °
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Onderwijs
Agendapunt 5
Datum besluit College van B&W 29 november 2022
Onderwerp
Wijzigen van de Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren de (gewijzigde) Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam
2020 vast te stellen.
Wettelijke grondslag
Artikel 6.12 van de Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 102 van de Wet op het Primair Onderwijs
Artikel 100 van de Wet op de Expertisecentra
Artikel 14,7 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Verordening huisvestingsvoorzieningen onderwijs Amsterdam 2020 vastgesteld bij raadsbesluit van
28 april 2020 (Gemeenteblad nr. 126629).
Reden bespreking
Zie raadsvoordracht.
Uitkomsten extern advies
Over de wijziging van de verordening is tussen 3 en 10 november 2022 schriftelijk Op
Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) gevoerd met alle schoolbesturen in het primair, speciaal
en voortgezet onderwijs. De schoolbesturen hebben laten weten zich te kunnen vinden in de
voorgestelde wijzigingen. Daarna zijn nog enkele aanpassingen besproken met de voorzitters van
het BBO en het OSVO.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2022-041658 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA
ij msterdam
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 14 december 2022
Ter advisering aan de raad
Nee
Welke stukken treft v aan?
BEKENDMAKING Conceptbesluit wijziging verordening huisvesting
AD2022-115069 …
onderwijs.docx (msw22)
AD2022-114601 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Raadsvoordracht wijzigingsverordening verordening
AD2022-115070 Oe ‚
onderwijshuisvesting.docx (mswa2)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OJZD, Afdeling Maatschappelijke Voorzieningen, Martijn Droog, 0653119074
[email protected]
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
' e wides Bezoekadres
2 Gemeente ee
Äm ste rd am 1041 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
xX amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam |
|
NN |
|
|
Datum 28 maart 2017 |
Ons kenmerk
Uw kenmerk |
Behandeld door [email protected] |
Kopie aan Raadscommissie Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn |
Bijlage |
Onderwerp Protest tegen misbruik van roofvogels en uilen op drukke braderieën
Geachte
allen |
Dank v voor uw e-mail waarin u bezwaar maakt tegen het gebruik van roofvogels en vilen op
drukbezochte braderieën in de stad, Helaas heeft de gemeente niet de bevoegdheid om dit |
gebruikte verbieden. Op dit moment staat de nationale wetgeving toe om roofvogels als huisdier
te houden en te gebruiken bij evenementen. Dit wil echter niet zeggen dat de gemeente |
Amsterdam dit soort optredens goedkeurt, integendeel. 4 |
|
In april 2016 heeft de gemeenteraad de Agenda Dieren vastgesteld, een agenda met maatregelen |
die moeten leiden tot een diervriendelijk Amsterdam. Samen met wethouders dierenwelzijn van |
andere gemeenten heb ik er vorig jaar — namens het college - bij de rijksoverheid op aangedrongen |
snel te komen met een positieflijst (geschiktheìd/ongeschiktheid om diersoorten te mogen |
houden) voor vogels, reptielen en amfibieën. Tot nu toe staan alleen zoogdieren op deze lijst. Het |
college is er op tegen dat vogels, reptielen en amfibieën bij evenementen worden gebruikt, maar |
gemeenten hebben van de rijksoverheid geen bevoegdheid gekregen om evenementen met |
dieren te verbieden op grond van dierenwelzijn. Met het ministerie van Economische zaken heeft |
overleg plaatsgevonden waarbij onder meer verzocht is om gemeenten meer bevoegdheden te
gaan geven om beperkingen te stellen aan evenementen met dieren.
Bij de aanvraag van evenementen is het niet verplicht aan te geven of er bij het evenement dieren |
worden gebruikt. De aanvrager vraagt in algemene bewoording een activiteit aan (braderie), maar |
hoeft geen uitputtende opsomming van de verschillende activiteiten te geven. Aanvragen van
«_ vergunningen voor evenementen mogen niet worden geweigerd op grond van dierenwelzijn. Om |
dierenleed te voorkomen kunnen wel voorwaarden worden gesteld om te zorgen dat de dieren |
|
|
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl, |
Gemeente Amsterdam Datum 28 maart 2017
Kenmerk
Pagina 2 van 2
gezond zijn en de houder vakbekwaam is. Het college gaat het beleid voor evenementen in de
openbare ruimte in 2017 daarom zodanig aanpassen, dat er voor evenementen waarbij dieren zijn
betrokken altijd een evenementenvergunning moet worden aangevraagd, en daarbij
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,
Met vriendelijke groet, |
|
SA
Laurens Ivens |
Wethouder bouwen, wonen en dierenwelzijn
|
|
|
|
|
Î
|
|
|
|
| Raadsadres | 2 | train |
> Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Amsterdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
2x 1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
> < www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad
Datum 14 mei 2021
Behandeld door Grond en Ontwikkeling
Onderwerp Schriftelijke verzoek informatie omtrent Meervaart
Bijlagen Bijlage 1 t/m 9, waarvan voor bijlage 3 en 6 geldt dat
geheimhouding is opgelegd GEHEIM zijn (specificatie van de
bijlagen is opgenomen in de tabel onderaan deze brief)
Geachte leden van de gemeenteraad,
Op 25 maart 2021 hebben de raadsfracties VVD, PvdD, CU‚ CDA, SP, Denk,
JA21, FvD, Bijl en PvdO verzocht om openbaarmaking van de volgende
informatie omtrent theater de Meervaart:
‘Plan-B'
e Mails en appverkeer (smsjes en whatsappberichten) vanuit en tussen
collegeleden vanaf september 2019 tot 30 augustus 2020 over de
Meervaart (inclusief antwoorden of reacties op mails of appjes vanuit
andere collegeleden of DB-leden in Nieuw-West.)
Andersoortige communicatie tussen het college en/of staf van het college
en/of DB Nieuw West (en eventueel staf) vanaf 1 september 2019 tot 30
augustus 2020
e Gespreksverslag Blueyard d.d. 6 februari 2020
e Alle exploitatie-berekeningen Blueyard (inclusief concepten)
e Voorlopige Plan van Aanpak februari 2019 “Orde, creativiteit en richting”
d.d. februari 2019
e Alle verslagen staf-overleggen van het college B&W vanaf 1 september
2019 tot 30 augustus 2020
e Alle verslagen staf-overleggen DB Nieuw-West vanaf 1 september 2019
tot 30 augustus 2020
e Correspondentie met Waternet en mogelijke verslagen en eventuele
andere verslagen omtrent ecologische rapporten vanaf 1 september
2019 tot 30 augustus 2020
* Correspondentie met provincie Noord-Holland omtrent aanvragen van
subsidies of financiële bijdrage voor de Meervaart vanaf 1 september
2019 tot 30 augustus 2020
e In document 97 wordt gesproken over dekking GREX CNW. Dat
document ongelakt ontvangen svp.
e _Gastenlijsten (ongelakt) van de participatie-bijeenkomst d.d. 29
september 2020
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2021
Pagina 2 van 3
Met deze brief informeert het college u over de informatie die naar aanleiding
van dit schriftelijk gestelde verzoek is geïnventariseerd. Alle verzochte
informatie is voor zover mogelijk bijgevoegd, dan wel vertrouwelijk beschikbaar
gesteld. In de tabel aan het eind van deze brief wordt dit per punt toegelicht op
welke wijze u deze informatie ontvangt.
De volgende informatie is niet aangetroffen:
e Gesprekverslag Blueyard van 6 februari 2020: Volgens betrokken
ambtenaren en Blueyard is er geen gespreksverslag van 6 februari 2020.
e Correspondentie met provincie Noord-Holland omtrent aanvragen van
subsidies of financiële bijdrage voor de Meervaart vanaf 1 september
2019 tot 30 augustus 2020: Volgens betrokken ambtenaren is er geen
correspondentie met de provincie aangaande dit onderwerp.
e Dekking GREX CNW: In de actuele grondexploitatie van CNW is nu nog
geen post opgenomen voor de Meervaart. In de herziening van de grex
dit najaar zal deze post wel worden opgenomen. De meest concrete en
actuele informatie over de dekking staat in de vertrouwelijke financiële
bijlage van het Haalbaarheidsonderzoek en voorbereidingskrediet nieuwe
Meervaart, die onderdeel uitmaakt van de stukken die voorlagen in de
raadsvergadering van 1 en 2 juli 2020.
Daarnaast zijn de bijlagen 3 en 6 onder geheimhouding aan uw raadscommissie
verstrekt.
De informatie die aan uw raadscommissie wordt verstrekt, wordt - met
uitzondering van de vier bijlagen waarvoor geheimhouding is opgelegd- voor
een ieder openbaar. Om deze reden zijn in de documenten de
persoonsgegevens onleesbaar gemaakt. Het belang van informatieverstrekking
daarvan weegt niet op tegen het belang van de eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer. Daarnaast zijn in de documenten passages onleesbaar
gemaakt die onderdeel uitmaakten van het betreffende
stuk/bericht/correspondentie, maar die geen betrekking hebben op de
Meervaart en daarmee buiten de reikwijdte van uw verzoek vallen.
Tot slot zijn ook passages met financiële gegevens onleesbaar gemaakt, daar
waar het de economische en/of financiële belangen van de gemeente kan
schaden. Aangezien het college deze informatie wel aan de raadscommissie wil
verstrekken, zullen twee stukken apart beschikbaar worden gesteld voor de
raadsleden die hier kennis van wensen te nemen. We zullen u volgend week
berichten hoe u van deze stukken kennis kunt nemen. Op deze wijze beoogt het
college tegemoet te komen aan zowel haar inlichtingenplicht richting de raad,
als het streven naar uitgebreide openbaarmaking van informatie voor een ieder
(openbaar, tenzij’).
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2021
Pagina 3 van 3
In onderstaande tabel is dit puntsgewijs weergegeven:
Verzoek Reactie op verzoek
Plan B Beschikbaar gesteld (zie bijlage 1)
Appverkeer (smsjes en Beschikbaar gesteld (zie bijlage 2)
whatsappberichten) vanuit en tussen
college-leden vanaf september 2019 tot
30 augustus 2020 over de Meervaart
Andersoortige communicatie tussen het | Eris geen andersoortige communicatie
college en/of staf van het college en/of geweest
DB Nieuw West (en evt staf) vanaf 1 sep
2019 tot 30 aug 2020
Gespreksverslag Blueyard d.d. 6 februari | Er is geen gespreksverslag
2020
Alle exploitatie-berekeningen Blueyard Beschikbaar gesteld (zie bijlage 3
(incl. concepten) GEHEIM).
Alle verslagen staf-overleggen van het Beschikbaar gesteld (zie bijlage 4).
college B&W vanaf 1 september 2019
tot 30 augustus 2020
Voorlopige Plan van Aanpak feb 2019 Beschikbaar gesteld (zie bijlage 7).
“Orde, creativiteit en richting” d.d.
februari 2019
Correspondentie met Waternet en Beschikbaar gesteld (zie bijlage 5).
mogelijke verslagen en evt andere
verslagen omtrent ecologische
rapporten vanaf 1 sep 2019 tot 30 aug
2020
Correspondentie met provincie Noord- Is geen correspondentie met provincie
Holland omtrent aanvragen van Noord-Holland omtrent aanvragen
subsidies of financiële bijdrage voor de subsidies voor de Meervaart.
Meervaart vanaf 1 sep 2019 tot 30 aug
2020
In document 97 wordt gesproken over In de actuele grondexploitatie van
dekking GREX CNW. Dat document CNW is nu nog geen post opgenomen
ongelakt ontvangen svp voor de Meervaart. In de herziening
van de grex dit najaar zal deze post
wel worden opgenomen. De meest
concrete en actuele informatie over de
dekking staat in de vertrouwelijke
financiële bijlage van het
Haalbaarheidsonderzoek en
voorbereidingskrediet nieuwe
Meervaart, die onderdeel uitmaakt van
de stukken die voorlagen in de
raadsvergadering van 1 en 2 juli 2020.
Gastenlijsten (ongelakt) van de Beschikbaar gesteld (zie bijlage 6
participatie-bijeenkomst d.d. 29 GEHEIM)
september 2020
Mails vanuit en tussen collegeleden Beschikbaar gesteld (zie bijlage 9)
vanaf september 2019 tot 30 augustus
2020 over de Meervaart
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 mei 2021
Pagina 4 van 3
Marieke van Doorninck Touria Meliani
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling Wethouder Kunst en Cultuur
en Duurzaamheid
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl
| Brief | 4 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1238
Datum akkoord college van b&w van 16 december 2014
Publicatiedatum 19 december 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van
12 november 2014 inzake de inzet van het bedrijfsleven bij het matchen van
vacatures en de verbetering van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
Afgelopen periode berichtten diverse media over de positieve rol van het bedrijfsleven
in het matchen van vacatures en het verbeteren van de aansluiting van onderwijs op
de arbeidsmarkt. De fractie van de VVD juicht deze ontwikkeling toe en wil graag van
het college weten welke rol de gemeente kan spelen om enerzijds dergelijke
initiatieven te ondersteunen en/of uit te breiden en anderzijds het onderwijsaanbod
beter aan te laten sluiten op de vraag vanuit het bedrijfsleven.
Zo is ondernemersvereniging ORAM samen met twee Haarlemse ondernemers-
netwerken een initiatief gestart waarbij boventallige personeelsleden van een bedrijf
worden gematcht met vacatures bij een ander bedrijf (ACE). Op deze wijze worden
ontslagprocedures en zoekperiodes naar een nieuwe baan vermeden en komen
boventallige medewerkers niet in de kaartenbakken van het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV) terecht. Inmiddels doet een twintigtal bedrijven en
organisaties waaronder de gemeente Amsterdam (als werkgever) mee aan dit
project.
Tevens wordt in samenwerking met de gemeente Amsterdam door de ICT-sector een
opleiding gestart waar jongeren worden opgeleid tot ‘cloud engineers’. Dit zijn
mensen die kunnen programmeren en online data beheren. Tot nu toe was een
dergelijk opleiding niet voorhanden terwijl er wel veel vraag was naar mensen met
een dergelijke opleiding. Ook blijkt uit gesprekken met ondernemers vanuit diverse
branches dat vacatures moeilijk te vervullen zijn omdat sommige opleidingen weinig
populair zijn onder jongeren.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 12 november 2014, namens
de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Io Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
1. Zijn er momenteel naast ACE nog andere soortgelijke initiatieven in Amsterdam?
Op welke wijze is de gemeente hierbij betrokken?
Antwoord:
ACE is een kleinschalig en praktisch instrument voor en door werkgevers.
Wethouder Vliegenthart is aanwezig geweest bij de lancering van het ACE-
platform op 3 november 2014. Het college juicht dit soort van werk-naar-werk
ontwikkelingen toe. Waar nodig agenderen, faciliteren en stimuleren wij dit soort
initiatieven. Het Werkgeversservicepunt Groot Amsterdam (WSP) of de gemeente
is niet direct betrokken bij het initiatief. Het is primair een initiatief voor en door
werkgevers. Wel werkt het WSP samen met verschillende ondernemers die
aangesloten zijn bij het ACE-platform om individuele werknemers te bemiddelen.
Andere bij het college bekende initiatieven zijn:
a. Door de zorgwerkgevers zijn van werk-naar-werk initiatieven ontplooid die
mede bekostigd worden vanuit het landelijk afgesloten sectorplan Zorg.
Het WSP is betrokken bij deze ontwikkelingen.
b. De partners (UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties) in het
Servicepunt Techniek bemiddelen van werk naar werk in de techniek. Soms
aangemeld door de vakbonden, soms door werkgevers. Het afgelopen jaar is
ook de samenwerking tot stand gekomen met het WSP.
c. Uneto-VNI (brancheorganisatie in de Installatietechniek) heeft een eigen
platform voor collegiale in- en uitleen. Dit is een manier om tijdelijke vraag- en
overschot naar werk op te vangen. Dit is ook een initiatief voor- en door
werknemers.
2. Ziet de gemeente nog een andere rol dan die van werkgever voor zich weggelegd
in initiatieven zoals ACE? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, de gemeente ziet ook nog een andere rol dan die van werkgever en
onderneemt samen met partners actie om vraag en aanbod op de regionale
arbeidsmarkt bij elkaar te brengen. De gemeente heeft een daarbij een
agenderende, faciliterende en verbindende rol.
In de onderstaande initiatieven wordt ingezet op om- en bijscholing en van werk-
naar-werk bemiddeling. Het zijn initiatieven die ontwikkeld worden en/of reeds in
uitvoering zijn genomen, zoals:
a. Mobiliteit in de zorg. Het initiatief wordt uitgevoerd in samenwerking met het
WSP.
b. Centrum voor Innovatief Vakmanschap Creatieve Industrie (ClVci). Het ClVci
wordt uitgevoerd door het ROCVA in samenwerking met werkgevers in de
Denimbranche, Dance-industry en Sportmediabedrijven. Onlangs is door het
ministerie van OCW in het kader van het MBO-Investeringsfonds een subsidie
ad € 1,2 miljoen toegekend.
G. House of Logistics. Het project is in de opstartfase en wordt uitgevoerd door
ROCvA, NOVA, Luchtvaartcollege Schiphol (met o.a. Schiphol en KLM) en
een aantal grote logistieke bedrijven. Onlangs is door het ministerie van OCW
in het kader van het MBO-Investeringsfonds een subsidie ad € 400K
toegekend.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Io Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
d. Opleidingshuis Mobiliteitstechniek. Het project is in ontwikkeling en wordt
uitgevoerd door ROCvA, Bovag, Oomt (O&O-fonds) en grote autodealers in
samenwerking met kleine garages in Amsterdam.
e. Opleidingshuis Installatietechniek. Het project is in ontwikkeling en wordt
uitgevoerd door vmbo-scholen, ROCVA, OTIB (branchevereniging en O&O-
fonds), Installatietechniek Noord Holland en een aantal installatiebedrijven
(o.a. Klomp, Homij, Alliander).
f. _Opleidingshuis Hospitality. Het initiatief is in ontwikkeling en wordt uitgevoerd
in samenwerking met de hospitalitybranche.
De initiatieven c t/m f maken onderdeel uit van het Regioplan Human Capital en
de aanvraag in het kader van de Regeling Cofinanciering Sectorplannen (RSCP).
De initiatieven c t/m e zijn publiek private samenwerkingsvormen tussen
beroepsonderwijs en bedrijfsleven en maken onderdeel uit van het Masterplan
Techniek Amsterdam.
3. Kan het college aangeven in welke branches van het Amsterdamse bedrijfsleven
de vraag naar specifiek opgeleide arbeidskrachten groter is dan het Amsterdamse
aanbod? In hoeveel gevallen ligt dit aan het ontbreken van een specifieke
opleiding en in hoeveel gevallen ligt dit aan een gebrek aan animo voor de
opleiding?
Antwoord:
In januari 2015 zal de eerste regionale onderwijs- en arbeidsmarktmonitor
verschijnen. Het college is voornemens om de monitor in februari 2015 te
agenderen in de commissie Werk en Inkomen. Deze monitor zal een specifieker
antwoord kunnen geven op uw vraag. Het globale beeld dat het college nu heeft
ziet er als volgt uit:
a. Inde ICT is vooral behoefte aan hoger opgeleid ICT-personeel. Met het PION-
project, dat wij in het kader van de Regeling Cofinanciering Sectorplannen
hebben ingediend, beogen wij academisch geschoolde werkzoekende om te
scholen voor een ICT-functie. Dit omscholingsaanbod is ontwikkeld met en op
basis van de vraag van het bedrijfsleven en wordt aangeboden door de
Hogeschool van Amsterdam. Dit is een nog niet bestaand opleidingsaanbod.
b. In vrijwel alle technische sectoren ziet het college op alle niveaus een tekort
aan goed gekwalificeerde Amsterdammers. In dit tekort wordt in de meeste
gevallen goed voorzien door vakmensen uit de regio. Te weinig Amsterdamse
jongeren kiezen voor techniek. Het is de inzet van het Masterplan Techniek
Amsterdam om samen met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven dit tij te
keren.
c. De hospitality-branche is de afgelopen jaren sterk gegroeid en verwacht wordt
dat in deze sector de werkgelegenheid nog zal toenemen. Er is permanent
behoefte aan goed gekwalificeerd horecapersoneel (bijv. koks). Hiervoor zijn
voldoende opleidingen beschikbaar en ook voldoende jonge mensen kiezen
voor deze opleidingen.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Io Gemeenteblad
Datum 19 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
Het bedrijfsleven heeft in sommige gevallen een opleidingsvraag die niet in te
passen is in het opleidingsaanbod omdat deze te specifiek is en de vraag te
kleinschalig. Voor dit soort vragen ziet het college perspectief in het stimuleren en
faciliteren van publiek-private samenwerking tussen bedrijfsleven en
beroepsonderwijs. Een voorbeeld hiervan is de JeanSchool, waarbij op initiatief
van het House of Denim een opleiding voor jeansdeveloper is ontwikkeld die
volledig past binnen het bestaande curriculum de van het mbo. Door deze
intensieve samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven kan in een
vroegtijdig stadium worden ingespeeld op innovatieve en technologische
ontwikkelingen in de sector, kunnen jonge mensen werken met state-of-the-art
materiaal en apparatuur en maken zij kennis met de werkvloer.
Wij realiseren ons echter dat deze samenwerking weggelegd is voor specifieke,
met name technische, sectoren en onderzoeken momenteel wat de
mogelijkheden zijn voor meer generieke opleidingsrichtingen zoals zorg en
economie. Daar ligt een uitdaging omdat een groot deel van de jongeren kiest
voor deze studierichting.
4. Op welke wijze kan en wil het college invloed uitoefenen op het onderwijsaanbod
op VMBO- en MBO-opleidingen? In hoeverre kan en wil het college invloed
uitoefenen op de aansluiting tussen VMBO- en MBO-opleidingen?
Antwoord:
Het College presenteert begin 2015 de MBO-Agenda in de Raad. Deze agenda
wordt in overleg met de Amsterdamse mbo-instellingen opgesteld. Hierin is onder
andere het thema aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt opgenomen.
Daarin gaat het onder andere loopbaan oriëntatie, het keuzeproces en de
arbeidsmarktrelevantie van opleidingen. Het College werkt samen met de
onderwijsinstellingen aan de vervroegde inschrijving, waarin de overstap van
leerlingen van het vmbo naar het mbo wordt geoptimaliseerd met een
inschrijfdatum van 1 mei. Hierdoor maken leerlingen eerder een keuze voor het
vervolgonderwijs. Tenslotte investeert het College ook in specifieke sectoren. Zo
wordt sinds 2012 extra inzet gepleegd om Amsterdamse jongeren te laten kiezen
voor een opleiding in een technische richting. Het Masterplan Techniek
Amsterdam is in november 2012 gestart om in samenwerking met het technisch
bedrijfsleven, vmbo, mbo en hbo en de gemeente om het kiezen, leren en werken
in techniek aantrekkelijker te maken. De informatie die uit de eerder genoemde
onderwijs- en arbeidsmarktmonitor naar voren komt wordt meegenomen in de
verdere uitvoering van de MBO-agenda.
5. Wat zijn volgens het college manieren waarop opleidingen die weinig populair
zijn onder jongeren maar waar veel vraag naar is vanuit het bedrijfsleven
aantrekkelijker te maken”?
Antwoord:
Als jongeren voor de keuze van een vervolgopleiding staan is het van belang dat
de jongeren en hun ouders beschikken over goede informatie over het
vervolgonderwijs en zich een beeld hebben gevormd van een mogelijk
beroepsperspectief. Dit is een verantwoordelijkheid van het onderwijs en
bedrijfsleven samen. Loopbaanoriëntatie is een vast onderdeel in het voortgezet
onderwijs.
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Io Gemeenteblad
Datum 49 december 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 12 november 2014
Daarnaast is er een studiebijsluiter voor het mbo ontwikkeld. Aanleiding hiervoor
is dat veel jongeren in het vmbo nog niet goed weten welke studie ze willen
volgen. De informatie over opleidingen en kansen op stage en werk van bepaalde
opleidingen is vaak versnipperd en niet goed beschikbaar voor de jongeren. Het
gevolg kan zijn dat jongeren een verkeerde studiekeuze maken, waardoor zij
voortijdig met de opleiding stoppen. De studiebijsluiter geeft ook zicht op het
startsalaris na afronding van de opleiding. Jongeren vinden het belangrijk om te
weten hoe groot de kans is op het vinden van werk na afronding van hun
opleiding en wat ze dan gaan verdienen. In de MBO-Agenda wordt ook het thema
loopbaanoriëntatie uitgewerkt.
Ook de eerder genoemde Opleidingshuizen en het Centrum voor Innovatief
Vakmanschap Creatieve Industrie leveren een bijdrage aan het creëren van een
reëel beroepsperspectief. De opleiding wordt in een contextrijke omgeving
aangeboden en zorgen voor een verbinding met de werkvloer.
6. Is het college bereid om met Amsterdamse bedrijfsleven en onderwijsinstellingen
te overleggen hoe op korte termijn het onderwijsaanbod beter aan te laten sluiten
op het bedrijfsleven? Zo ja, wanneer en op welke wijze gaat dit overleg
plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Ja, daar is het college zeer toe bereid. In de MBO-agenda zal de aansluiting
onderwijs-arbeidsmarkt prominent op de agenda staan en zal de wethouder
Onderwijs hierover met de onderwijsinstellingen het gesprek voeren.
De Stuurgroep Human Capital (bestaande uit vertegenwoordigers van
Hogeschool van Amsterdam, ROCVA, werkgever- en werknemersorganisaties en
vertegenwoordigers van het college) zal zich ook buigen over het vraagstuk van
de mismatch op de arbeidsmarkt. In het ambtswoninggesprek Arbeidsmarkt van
20 januari 2014 hebben de onderwijsinstellingen aangegeven dat zij bereid zijn,
naar vermogen, om consequenties te verbinden aan de uitkomsten van de
onderwijs- en arbeidsmarktmonitor.
Daarnaast zal de wethouder Ollongren de komende periode in samenwerking met
het bedrijfsleven het Actieplan Innovatief Vakmanschap ontwikkelen. In dit
actieplan zal de aansluiting beroepsonderwijs-bedrijfsleven een belangrijk thema
zijn.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 8 juli 2021
Ingekomen onder nummer 527
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Yilmaz inzake 100% korting bezoekersregeling in alle
stadsdelen
Onderwerp
100% korting bezoekersregeling in alle stadsdelen
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van de Voorjaarsnota 2021 en de daarin voorgestelde be-
grotingswijzigingen van de Begroting 2021.
Constaterende dat:
-_In delen van de stad 100% parkeerkorting wordt aangeboden voor bezoekers;
-_Inde rest van de stad een korting van 65% wordt gehanteerd. Hierdoor ontstaat er onge-
lijkheid tussen de verschillende gebieden.
Overwegende dat:
-_Parkeertarieven enorm zijn gestegen de afgelopen jaren;
-__ De lasten voor de gemiddelde burger ook zijn gestegen;
-_ Het ontvangen van bezoekers met de auto wordt bemoeilijkt door de hoge parkeertarie-
ven;
-_De parkeerkorting van 100% naar de hele stad vitgebreid moet worden.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
De 100% korting op de bezoekersregeling uit te breiden naar de hele stad.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Indiener
N. Yilmaz
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam l D
% Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT
% Gewijzigde Agenda, woensdag 1 maart 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT
Tijd 09.00 uur tot 12.30 uur en eventueel vanaf 19.30 uur
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4a Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie ID
d.d. 1 februari 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissielD @raadsgriffie.amsterdam.nl
4b Conceptverslag van de expertmeeting ‘Elektrisch laden’ d.d. 7 februari 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissielD @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 maart 2017
4c Presentaties van de expertmeeting ‘Elektrisch laden’, d.d. 7 februari 2017
e Presentatie 1. EV - Een lange termijn perspectief. Smokers
e Presentatie 2. Concessies huidig beleid A'dam. Vertelman
e Presentatie 3. Gebruik A'damse laadpunten. Van den Hoed
e Presentatie 4. Verschillende concessie-systematieken. Steinmetz
5 Termijnagenda, per portefeuille
Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Verkeer en Vervoer
11 Vaststellen van het Definitief Ontwerp (DO) maaiveld Vijzelstraat en de Nota van
Uitgangspunten (NvU) bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper Nr. BD2016-
016538
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017)
e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
12 Wijzigen Parkeerverordening 2013 Nr. BD2017-000621
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017)
2
Gemeente Amsterdam l D
Raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en
ICT
Gewijzigde Agenda, woensdag 1 maart 2017
Duurzaamheid
13 Instemmen met voorfinanciering van project City-zen vanuit het
duurzaamheidsfonds Nr. BD2016-017380
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017)
14 Instemmen met wijziging begroting 2017 Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied Nr. BD2016-018947
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017)
e _Deleden van de raadscommissies RO en WE zijn hierbij uitgenodigd
Openbare Ruimte en Groen
15 Invulling besparingsopgave SWOR Nr. BD2017-002217
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid De Heer (PvdA)
e Was Tkn 15 in de raadscommissie ID, d.d. 1 februari 2017
16 Stedelijk kader buitenreclame Nr. BD2017-001965
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GL)
e Kabinet ter visie stukken liggen uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de
Raadsgriffie
TOEGEVOEGD AGENDAPUNT
Verkeer en Vervoer
17 Herinrichting De Lairessestraat Nr. BD2017-002671
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA)
e _ Hierbij te betrekken Tkn 14
3
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Raadscommissie voor Werk, Participatie en Armoede WPA
% Ter kennisnamelijst, donderdag 24 juni 2010
Diversiteit en Integratie
TKN 1 Stand van zaken afhandeling raadsproducten en termijnagenda.
(BD2010-000947)
TKN 2 kabinet. (BD2010-002778)
TKN 3 Meer diversiteit in gemeentelijke adviesraden. (BD2010-003028)
TKN 4 project subsidie 2010 aan NiNsee tbv Keti Koti Festival. (BD2010-
001346)
Werk, Inkomen en Participatie
TKN 5 Centrale inkoop energie voor minimahuishoudens. (BD2010-003451)
TKN 6 Evaluatie Social Return. (BD2010-003449)
TKN 7 evaluatie clientenraad. (BD2010-000556)
TKN 8 Heroverweging schuldhulpverlening. (BD2010-001286)
TKN 9 Afhandeling toezeggingen wethouder Ossel. (BD2010-003543)
Inburgering
TKN 10 beantwoording raadsvragen TOB. (BD2010-003513)
TKN 11 brief bijstelling ambitie 2010 en toelichting extra financien. (BD2010-
003403)
Programma Maatschappelijke Investeringen
Geen punten ter kennisname.
Armoede
Geen punten ter kennisname.
1
| Agenda | 1 | train |
p í
%
p í
©
gteewijzinde
ln eige: e
Br
6 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen
2 (PHKG): aantallen
> < Aantal zelfstandige sociale huurwoningen
van corporaties in Amsterdam
u
u
2016 2017 2018 2019
Aantal nieuwe verhuringen van sociale brektatieafspeiken per jaar en prognose op basis van de
huurwoningen van corporaties via Woningnet
2016 2017 2018 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
> mn
® .
® e“e
mn
Verdeling woningtoewijzingen doelgroepen PHKG naar
Aantal woningtoewijzingen doelgroepen PHKG drie deelgroepen, periode 2016-2018
voor drie deelgroepen, periode 2016-2018
2016 55%
1.870
2017 31%
2018 27%
2016-18 38%
met begeleiding zonderbegeleiding statushouders met begeleiding zonder begeleiding statushouders
u un u
En
X Stadsdelen: aantal woningtoewijzingen
> < Aantal toewijzingen kwetsbare doelgroepen, per
stadsdeel, periode 2016 -2018
2x Nieuw-West In absolute aantallen worden aan de kwetsbare
vet EN eee
in Nieuw-West en West, gevolgd door Noord
o Ten opzichte van de totale woningvoorraad
os warendemeesenonontegveen I
zuidoost EN Noord, gevolgd door Zuidoost en Nieuw-West.
In Zuid en met name in Centrum worden zowel
Zuid EN absoluut als relatief gezien de minste
woningen toegewezen.
Percentage toewijzingen kwetsbare doelgroepen op de totale
woningvoorraad, per stadsdeel, periode 2016-2018
Noord Westpoort
Nieuw-West trum Oost
west
nn u nn
En
% Stadsdelen: toewijzingen op vrijkomende
% sociale h ij ti
Totaal aantal vrijgekomen sociale huurwoningen van
corporaties, per stadsdeel, periode 2016 -2018 E
Nieuw-West
Oost En
West
Noord
Zuidoost n
Zuid
Centrum
Percentage toewijzingen op nieuwe verhuringen sociale Percentage toewijzingen op nieuwe verhuringen sociale
corporatiewoningen per stadsdeel, periode 2016-2018 corporatiewoningen per stadsdeel, jaren 2016, 2017 en 2018
40
West u
Noord 35
30% norm:
Í anna nn Men Peene nnee ennen: stedelijke
Zuid 30 pe afspraak
" Centrum
z en
vidoost 25 e me West
Nieuw-West ir Nieuw-West
20 Zuid
15 Noord
Oost Zuidoost
mm Amsterdam
Centrum 10
% 2016 2017 2018
2 Mm ingtoewijzi in kwetsbare buurt
®
n
n
n
Percentage woningtoewijzingen aan kwetsbare doelgroepen op Aandeel meest kwetsbare bewoners per buurt, 2017. Donkerblauw
de totale woningvoorraad, 2016-2018 betekent het hoogste aandeel, donkergroen het laagste aandeel.
mann 5 en || re
| nn 8 ú ge, | \ 1 SLR.
dy, 4 S it 0 / | & In / à rd A N
Lb \, RS Fi „ | Le! DS \ RN
— nn G N 3 R Â { | / SR En NE Oe
De. de ® ar en
of Os pr BVA a Nn, 4 |
| |} 5 4 ELD Tak, Le Re |
| KT) d | ÁA \/ L ES FAA | |
Et SN ‘ 5e \ LAS Te ad es An |
Ebi RE B | \
NEET AE eter NS e A ‚m 07 Dé
NT in ED 7 | | Ì LN,
> NG & | | | ) ra ) À\
Percentage woningtoewijzingen N ® NS NDE KE |
mi a 8 5 di ÓN KE |
EI 0,2%- 0,4% KA
EE 0,4% - 1,2% Vr CC Ar
EE 2,1% - 2,4% ® mr me Ri |
BE 2,4% - 15,8% Se a Zed
_] geen gegevens Ard nifbut 4
u nn u u
X Relatief meer toewijzingen in stadsdelen
u u
2 meteen relatief kwetsbare bevolking
> < Percentage toewijzingen kwetsbare doelgroepen op
Percentage meest kwetsbare bewoners per stadsdeel, 2017 totale woningvoorraad, periode 2016 -2018
en de GGD waar Amsterdammers
een postadres hebben. Zij wonen
niet per definitie in stadsdeel
West. Het gaat in totaal om meer
Centrum dealvan hen behoorende groep Centrum
kwetsbare bewoners
X Wijk t relatief veel toewijzi
> < Wijken waar minimaal 2% van de woningvoorraad is toegewezen
aan de kwetsbare doelgroepen, periode 2016 -2018
2x N60 Volewijck 3,8 Bijna alle stadsdelen kennen één
F76 Slotermeer-Noordoost 2,8 ELKA NITS Bak LL
relatief hoog percentage
M34 Zeeburgereiland/Nieuwe diep 2,8 woningtoewijzingen aan
F78 Geuzenveld ay kwetsbare groepen.
e rn
E42 Houthavens yr In 17 li IS Ie percentage
toewijzingen 2% of meer, waarvan
Ms57 Betondorp 2,6 ak
— Noord6
F77 Slotermeer-Zuidwest pA sal dl
— Nieuw-West 4,
K26 Zuid Pijp PM — Oost 3,
N62 Tuindorp Nieuwendam 2,4 ll
— Zuidoost en Zuid 1
N66 Oostzanerwerf pip]
F81 Osdorp-Oost 2,2
T93 Bijlmer-Centrum (D,F,H) 2,2
M3o Transvaalbuurt pip]
N65 Tuindorp Oostzaan 2,2
N61 IJplein/Vogelbuurt eeN El
N7o Banne Buiksloot pk
E16 Frederik Hendrikbuurt 2,0
Amsterdam Ep)
€ Buurten met relatief veel toewijzingen
Buurt t relatief veel toewijzing
> < Buurten waar minimaal 3% van de woningvoorraad is toegewezen aan de
kwetsbare doelgroepen, periode 2016 -2018
M27c Parooldriehoek* 15,8
> < E12a Houthavens West* 8
Tg3e Amsterdamse Poort
T93h Hakfort/Huigenbos
F77a Slotermeer Zuid
F81a Wildeman n
Mssf Tuindorp Amstelstation
ej8d Buurt
N6oa Van der Pekbuurt
N66f Molenwijk
F81d Calandlaan/Lelylaan
N6ob Bloemenbuurt Zuid g
M34f Rl Oost terrein
To7b Gein Zuidwest
K54d Rijnbuurt West
E37g Landlust Noord
Ao6e Zaagpoortbuurt
K48b Marathonbuurt Oost
Exoc Pieter van der Doesbuurt
K26a Diamantbuurt * Bij het hoge percentage toewijzingen in de Parooldriehoek
EREN en Houthavens West gaat het om een gering aantal woningen:
F8sc Jacob Geelbuurt respectievelijk 120 en 277 woningen. In absolute zin gaat het in
EEE deze buurten dus om een klein aantal toewijzingen.
T93g Rechte H-buurt ontwikkelbuurt De eerst volgende buurt in de staafdiagram met weinig
F76a Buurt 3 geen ontwikkelbuurt woningen is Tuindorp Amstelstation (486 woningen).
Amsterdam NEEN
2 Bronnen cijfers
% ® @ ® ®
Ar
| Factsheet | 10 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1647
Publicatiedatum 29 december 2017
Ingekomen onder P
Ingekomen op woensdag 20 december 2017
Behandeld op woensdag 20 december 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van de leden Dijk, Van Dantzig en Boomsma inzake ondergrens aantal
woningen bij transformaties.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Stedelijk Kader particuliere transformaties;
Overwegende dat:
- Sturing op een diverse woningaanbod op particuliere transformatielocaties belangrijk
is voor de toegankelijkheid van onze stad voor de verschillende doelgroepen die we
hier een thuis willen bieden:
- Deze sturing niet moet leiden tot micromanagement door de gemeente op kleine
projecten van rond de 10 woningen;
- Dit risico voor onnodige verspilling van ambtelijke capaciteit wel bestaat bij de
arbitraire grens van 10 woningen die nu getrokken is in het kader, waaronder
afgeweken mag worden van 40/40/20.
Constaterende dat:
- Een ruimere grens beter aansluit bij de realiteit en ontwikkelaars lucht geeft om bij
kleine projecten af te wijken van de gestelde kaders;
- De stadsdelen Nieuw-West, Noord, Oost, Zuid, Zuidoost bepleiten dat de doorgang
van het project voorop moet staan en de grens van 20 woningen door Stadsdeel
Noord daarbij genoemd wordt.
Besluit:
- In de raadsvoordracht bij besluit 1.4 het getal 10 te wijzigen in 20.
De leden van de gemeenteraad,
T.W. Dijk
R.H. van Dantzig
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | train |
047 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Openbare Ruimte en Groen (33)
Agendapunt 19
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang van de gesprekken met de provincie
over NNN compensatie Gaasperplas
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de voortgang van de gesprekken met de provincie
over de compensatie NNN Gaasperplas en de daarop volgende planologische procedure om horeca
bij de Gaasperplas mogelijk te maken.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissie MOW zijn (in het kader van het Toekomstplan Gaasperplas) door raadslid
De Vos (PvdD) aan wethouder Van der Horst vragen gesteld over de stand van zaken van de
gesprekken met de provincie over compensatie van NNN gronden. Omdat de beantwoording zowel
de portefeuilles Groen als RO raakt, is een gezamenlijke beantwoording door de wethouders Van der
Horst en Van Dantzig opgesteld in de vorm van een raadsinformatiebrief.
Reden bespreking
Het lid De Vos (PvdD) wenst bespreking om precedentwerking te voorkomen.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De leden van de raadscommissie MOW zijn hierbij vitgenodigd
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-021242 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Ja, toezegging wethouder Van der Horst commissievergadering MOW 13 april jl. over de
beantwoording van vragen van raadslid De Vos (PvdD) over de stand van zaken van de gesprekken
met de provincie over (compensatie) NNN Gaasperplas.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-072758 1. Raadsinformatiebrief afdoening _toezegging_20220519.pdf (pdf)
AD2023-072759 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte & Duurzaamheid, Lia de Lange, 06 8364 8739, L.de.Lange&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | train |
xX Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2021
Nummer 787
Behandeld op 11 november 2021
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake het bestemmingsplan IJburg ze fase —
Strandeiland (bestemming sport van voorlopig naar permanent)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het bestemmingsplan IJburg ze fase — Strandeiland (VN2021-
023047).
Overwegende dat:
-__ zowel groen en biodiversiteit als sportfaciliteiten belangrijk zijn voor de leefbaarheid
van IJburg.
Besluit:
Aan de tekst: “Het bestemmingsplan IJburg 2° fase — Strandeiland, bestaande uit de
verbeelding, regels en vergezeld van een toelichting, met identificatienummer
NL.IMRO.0363.Mago1BPSTD-VGo1 in elektronische en analoge vorm gewijzigd vast te
stellen ten opzichte van het ontwerp zoals ter inzage heeft gelegen, waarbij voor de locatie
van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is
aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie, versie 10 juli 2019;”
de volgende tekst toe te voegen: “waarbij nog onderzocht wordt of de bestemming ‘Sport —
voorlopig’ in de toekomst een permanente status kan krijgen;”
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1309
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake de Begroting 2021 (Versnelling van
vergroening schoolpleinen)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
— er binnen de huidige Amsterdamse Impuls Schoolpleinen regeling onvoldoende
budget beschikbaar is om alle versteende schoolpleinen van het primair onderwijs
in Amsterdam aan te pakken.
Overwegende dat:
— alle Amsterdamse schoolgaande kinderen recht hebben op groene, avontuurlijke
schoolpleinen;
— er naast de coronacrisis ook een klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis is;
— vergroening van schoolpleinen educatieve doelen vervult en ook bijdraagt aan de
klimaatbestendigheid, waterberging en biodiversiteit in de stad.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Voor de verschijning van de Voorjaarsnota mogelijkheden te schetsen om de
Amsterdamse Impuls Schoolpleinen te versnellen zodat er de komende twee jaar in
plaats van 15 schoolpleinen jaarlijks 30 schoolpleinen kunnen worden aangepakt en
de kosten hiervan in kaart te brengen.
Het lid van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | train |
> < Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
x Publicaties Stadsdeelbestuur
Raadsvoordracht over Conceptbeleid voor losstaande vlaggen en banieren in de openbare ruimte bij
evenementen
Aan De stadsdeelraad
Wij stellen u voor om het volgende besluit te nemen:
De stadsdeelraad,
gelet op de hiernavolgende toelichting,
besluit:
In te stemmen met het beleid voor losstaande vlaggen en banieren in de openbare ruimte bij evenementen
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum,
Suze Duinkerke Jeanine van Pinxteren
secretaris voorzitter
Toelichting:
Op grond van het huidige beleid is het niet mogelijk om evenementen met een grootstedelijk of
stadsdeeloverschrijdend belang d.m.v. losstaande vlaggen en banieren in de openbare ruimte in een ruimer
gebied te promoten dan het directe evenementengebied.
Vanwege het bijzondere jaar 2013, waarin niet alleen het 400-jarig bestaan van de grachtengordel werd
gevierd, maar waarin ook veel (museale) instellingen een jubileum vierden of het feit dat ze na jaren van
renovatie weer open gingen zijn de mogelijkheden om d.m.v. vlaggen en banieren een evenement in een
groter gebied te promoten verruimd. Dat ruimere beleid gold vooralsnog alleen voor 2013.
Om ook in 2014 en de jaren daarna evenementen met een grootstedelijk of stadsdeeloverschrijdend belang in
groter gebied te kunnen promoten wordt het beleid voor losstaande vlaggen en banieren in de openbare
ruimte bij evenementen opnieuw ter vaststelling voorgelegd. Ten opzichte van het aanvullend beleid zoals de
deelraad dat op 23 april 2013 heeft vastgesteld zijn, op basis van praktijkervaringen in 2013, de voorwaarden
voor vergunningverlening op enkele punten aangescherpt of verduidelijkt.
1
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Vlaggen en banieren promoten de stad en in het bijzonder de evenementen. Tegelijkertijd vereist de status
van Beschermd Stadsgezicht en Werelderfgoed van de Grachtengordel grote terughoudendheid in
(reclameuitingen in de openbare ruimte.
Op grond van het huidige beleid worden m.u.v. evenementen losstaande vlaggen en banieren in de openbare
ruimte niet vergund. Bij een evenement kan reclame in het vergunninggebied van het evenement worden
toegestaan. De aard en omvang van de reclame moeten dan in de evenementenvergunning worden
opgenomen.
Amsterdam 2013 was slechts de aanleiding om met een voorstel voor aanvullend beleid te komen waarmee
niet alleen in 2013 maar ook in de jaren daarna bij evenementen banieren in de openbare ruimte in een ruimer
gebied mogelijk worden gemaakt.
In het navolgende wordt eerst het huidige beleid beschreven. Daarna wordt beschreven op welke punten het
huidige beleid wordt aangevuld om vlaggen en banieren in een ruimer gebied formeel mogelijk te maken.
Huidig beleid
Op 9 juni 2008 heeft de burgemeester de evenementennota 'Buitenevenementen in de Binnenstad' (met als
ondertitel: evenementen in de openbare ruimte in stadsdeel Centrum) vastgesteld. In deze nota zijn nieuwe en
bestaande regels vastgelegd die te maken hebben met (het organiseren van) evenementen. Uit deze nota zijn de
volgende passages van belang; de definitie van een evenement, de bevoegdheden en reclame.
Definitie van een evenement (hoofdstuk 3.1 van de nota 'Buitenevenementen in de Binnenstad’)
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) verstaat onder een evenement het geheel van activiteiten dat
plaatsvindt bij een voor het publiek toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg of het openbaar water, met
uitzondering van manifestaties, optochten, voetbalwedstrijden en markten. Deze definitie is bewust ruim
gehouden, in verband met de grote verscheidenheid van evenementen.
In de evenementennota 'Buitenevenementen in de Binnenstad’ worden ook exposities als evenement gezien.
Wanneer het exposities zijn zonder versterkt geluid kan van de voorwaarde ten aanzien van de maximale duur
van het evenement zoals elders geformuleerd worden afgeweken.
Bevoegdheden (hoofdstuk 3.1.2 van de nota 'Buitenevenementen in de Binnenstad’)
De burgemeester is bevoegd tot het afgeven van evenementenvergunningen. Deze bevoegdheid heeft hij
gemandateerd aan de voorzitters van het dagelijks bestuur van de stadsdelen (Gemeenteblad 2000, afdeling
3 volgnr. 112). Voor evenementen die in stadsdeel Centrum plaatsvinden is dus de voorzitter bevoegd. Dit
houdt in dat de voorzitter namens de burgemeester evenementenvergunningen verleent. Wanneer op basis
van het evenementenbeleid een keuze gemaakt moet worden tussen verschillende evenementen gebeurt dit
door de voorzitter na raadpleging van het dagelijks bestuur.
Evenementen worden beoordeeld, getoetst en eventueel afgewezen op basis van de Algemene Plaatselijke
Verordening, de Locatieprofielen en de Kwaliteitscriteria. Voor concurrerende aanvragen voor evenementen
op dezelfde plaats en tijd geldt een aparte procedure die staat beschreven in hoofdstuk III
Openbare manifestaties vallen niet onder het evenementenbeleid. Voor evenementen die de stadsdeelgrens
overschrijden en zogenaamde risico-evenementen beslist de burgemeester over de afhandeling van de
aanvraag. De burgemeester kan voor stadsdeeloverschrijdende evenementen een coördinerend stadsdeel
aanwijzen, dat namens andere stadsdelen de vergunning verleend.
De vergunningverlening en de voorwaarden die in de vergunning worden opgenomen zijn een bevoegdheid
van de stadsdeelvoorzitter.
2
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Reclame (hoofdstuk 3.14 van de nota ‘Buitenevenementen in de Binnenstad’)
In de binnenstad gelden strikte regels ten aanzien van reclame. Zo zijn het structureel ophangen van spandoeken,
vlaggen en banieren met commerciële reclame-uitingen niet toegestaan. Voor evenementen kan, gezien het
tijdelijke karakter en het belang van kwalitatief hoogwaardige evenementen voor de binnenstad, hierop een
uitzondering worden gemaakt. In de vergunningaanvragen moet hiervoor dan een ontheffing worden
aangevraagd.
De omvang van de reclame mag niet overheersen en de reclame moet passen bij het evenement. Bij spandoeken,
borden, banieren en dergelijke mag niet meer dan een kwart van het oppervlak worden ingenomen door
commerciële boodschappen. De reclame die hier wordt bedoeld vindt plaats in het kader van sponsoring van
evenementen die voldoen aan de doelstellingen van het evenementen beleid. Commerciële evenementen zijn als
zelfstandige activiteit niet toegestaan.
Het huidige beleid voor vlaggen en banieren in de openbare ruimte dateert van 1997 en is geregeld in de nota
‘Reclame in de openbare ruimte in de binnenstad van Amsterdam’.
In deze nota staan maatregelen geformuleerd om het aantal reclameobjecten te beperken. In de reclamenota
wordt reclameoptimalisatie (minder reclame en de reclame die er is van hogere kwaliteit) geformaliseerd en
nader uitgewerkt. Het verhogen van de leefbaarheid hangt nauw samen met het vergroten van de ruimtelijke
kwaliteit. Daarbij was en is het streven gericht op het invullen van begrippen duurzaamheid, bruikbaar en
visuele kwaliteit (schoon, mooi en ruimtelijk), zoals weergegeven in de nota Ruimte voor Kwaliteit (Dienst
Binnenstad augustus 1997).
In de nota ‘Reclame in de openbare ruimte in de binnenstad van Amsterdam’ staat het volgende over vlaggen,
banieren en spandoeken:
‘Voor losstaande vlaggen en banieren in de openbare ruimte geldt dat deze niet zullen worden vergund, tenzij
er reeds voorzieningen, in de vorm van vlaggenmastputten zijn aangebracht. Dat betreft de Dam en het Max
Euweplein. Daarnaast zijn de lichtmasten op het Damrak ( die op het Rokin zijn inmiddels verwijderd) voorzien
van de mogelijkheid een vlag te plaatsen. Deze mogelijkheden zijn strikt gereserveerd voor kortdurende ideële
of culturele reclame of landsvlaggen bij staatsbezoeken.
Ook spandoeken over de openbare weg zijn illegaal en zullen niet vergund worden.
Op dit moment zijn er ín de binnenstad een aantal locaties aangewezen voor het ophangen van spandoeken
voor niet-commerciële doeleinden. Het betreft de volgende locaties: Dam, Muntplein, Stationsplein,
Frederiksplein, Rembrandtplein, Waterlooplein, Leidseplein, Rozengracht/Marnixstraat, Weteringcircuit.
De exploitatie van deze locaties kan voortgezet worden, mits gebruikt voor ideële doeleinden’.
De nota ‘Reclame in de openbare ruimte in de binnenstad van Amsterdam’ zegt het volgende over
evenementen:
Als uitzondering wordt reclame binnen het vergunningsgebied waar een evenement plaatsvindt toegestaan.
De aard en de omvang van de reclame moet worden opgenomen ín de evenementenvergunning.
Rond 2003 is geregeld dat er langs de belangrijke aan- en afvoerroutes van evenementen banieren geplaatst
mochten worden. Bijvoorbeeld langs de route van lijn 4 bij het IBC (=International Broadcasting Convention) of
van de stations naar het Leidseplein bij het Holland Festival.
Het nieuwe beleid beoogt zowel extern als intern duidelijkheid te verschaffen over de volgende voorwaarden
voor vergunningverlening voor losstaande vlaggen en banieren in de openbare ruimte bij evenementen:
locaties en voorzieningen, duur en formaat.
Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar banieren binnen en banieren buiten het evenementengebied.
3
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Nieuw beleid
Banieren buiten het evenementengebied:
Het moet gaan om evenementen met een grootstedelijk of stadsdeeloverschrijdend belang. Als basis dient de
grootstedelijke evenementenkalender die aan het begin van het jaar wordt vastgesteld. Aan de hand van deze
evenementenkalender bepaald het dagelijks bestuur welke evenementen in aanmerking komen.
Locatie:
Hier gaat het om locaties buiten de onmiddellijke omgeving van het evenementengebied. Daarmee wordt de
mogelijkheid geboden om het evenement behalve in het evenementengebied zelf daarnaast ook in een ruimer
gebied te promoten.
De locaties staan in relatie tot de belangrijkste routes in de binnenstad. Dit zijn de routes waarlangs
bezoekers zich met het openbaar vervoer verplaatsen. Op de bijgevoegde kaart staat aangegeven waar een
evenement (ongeacht of het evenement in stadsdeel Centrum of daarbuiten plaatsvindt) ruimer gepromoot
kan worden. Dit wil niet persé zeggen dat alle aangegeven plekken ook daadwerkelijk gebruikt kunnen
worden. Bij ieder evenement zal beoordeeld worden of en welke van de routes vergund zullen worden voor
ruimer promotie. Het blijft maatwerk.
Op de meeste routes gaat het om de bruglocaties. Per brug mogen er maximaal vier banieren tegelijkertijd
staan. Het gaat om 26 bruglocaties maal 4 banieren is in totaal 104 banieren op bruggen. Op de bruggen die
in de kernzone van het UNESCO Werelderfgoedgebied liggen mogen maximaal twee banieren aan iedere
zijde van de brug aan de brugleuning staan. Voor de bruggen buiten de kernzone van het UNESCO gebied en
voor de bruggen in het kernzonegebied ten oosten van de Amstel mag de aanvrager zelf bepalen of deze alle
vier de banieren aan één zijde van de brug plaatst (zie voor kernzone werelderfgoedgebied de kaart).
De mogelijkheid wordt opengelaten dat verschillende evenementen tegelijkertijd van dezelfde route gebruik
maken, maar daarbij mogen zij niet tegelijkertijd gebruik maken van dezelfde bruglocatie.
Op twee plekken zijn op dit moment al voorzieningen aanwezig voor het plaatsen van banieren. Op de Dam
zijn op het middenterrein aan de kant van het Paleis 12 mastputten en bij het stadhuis zijn aan de Amstelzijde
24 mastputten.
Het Leidse- en Rembrandtplein zijn ook aangewezen als pleinlocaties voor het plaatsen van vlaggen en
banieren evenals het Damrak en het Rokin. Op dit moment zijn op deze plekken geen voorzieiningen voor
vlaggen en banieren.
Met uitzondering van bruglocaties kunnen pleinlocaties en routes alleen gebruikt worden voor het promoten
van evenementen d.m.v. losstaande vlaggen en banieren wanneer er structurele voorzieningen (bijvoorbeeld
in de vorm van mastputten) aanwezig zijn. Wanneer er geen structurele voorzieningen zijn, dan is het niet
toegestaan om op deze routes en pleinen gebruik te maken van tijdelijke voorzieningen (bijvoorbeeld door.
masten met banieren in losstaande betonnen sokkels te plaatsen)
Duur:
Vlaggen en banieren mogen geplaatst en opgehangen worden vanaf 1 week voorafgaand aan de start van het
evenement tot en met 2 dagen na afloop van het evenement. Na afloop van het evenement moeten de
banieren binnen 2 dagen zijn weggehaald.
Omdat exposities (die ook als evenement worden gezien) zich soms over een langere periode uitstrekken en
daarmee overlappen met de duur van andere evenementen, geldt voor banieren die een expositie promoten
een andere termijn. Vlaggen en banieren voor een expositie mogen geplaatst en opgehangen worden vanaf 1
week voorafgaand aan de start van de expositie tot en met een week na de start van de expositie. In totaal
dus twee weken. Na afloop van deze periode moeten de banieren binnen 2 dagen zijn weggehaald.
4
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Formaat:
Voor de locaties buiten en binnen het evenementengebied geldt voor banieren aan masten een maximale
maat van 1 meter breed en 3 meter hoog.
Banieren binnen het evenementengebied:
Hierbij gaat om evenementen met en zonder grootstedelijk of stadsdeeloverschrijdend belang.
Locatie:
Hier is het evenementengebied een gebied van beperkte geografische omvang. Meestal een plein, straat of
deel van de gracht of nabij een binnenlocatie waar het evenement plaats vindt.
Het is mogelijk om in het evenementengebied vlaggen en banieren te plaatsen. In de evenementvergunning
staat in welk gebied en op welke plekken banieren geplaatst mogen worden.
Bij grote evenementen ontstaat een beeld van een grote hoeveelheid vlaggen en banieren langs routes en op
de evenementlocatie(s).
Wanneer het om een evenement met en zonder grootstedelijk of stadsdeeloverschrijdend belang en gebruik
wordt gemaakt van de pleinlocaties en routes, dan zijn op de evenementenlocatie(s) maximaal vier banieren
toegestaan.
Ook wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de routes staan er op evenementenlocaties soms veel vlaggen
en banieren. In dat geval zijn op de evenementlocatie(s) in principe maximaal 6 banieren toegestaan. Bij een
verzoek voor zes of meer banieren per evenementenlocatie is de interne richtlijn dat de afdeling Vergunningen
de afdeling Realisatie Fysiek (stedebouwkundigen) om advies vraagt.
Bij een binnenevenement worden de banieren die men voor dat evenement in de openbare ruimte wil plaatsen
met een objectvergunning verleend.
Omdat het voeren van losstaande vlaggen en banieren op een evenementenlocatie een incidenteel karakter
heeft, geldt niet de voorwaarde dat op de evenementenlocatie structurele voorzieningen (bijvoorbeeld in de
vorm van mastputten) voor vlaggen en banieren aanwezig moeten zijn.
Duur:
Vlaggen en banieren mogen geplaatst en opgehangen worden vanaf 1 week voorafgaand aan de start van het
evenement tot en met 2 dagen na afloop van het evenement. Na afloop van het evenement moeten de
banieren binnen 2 dagen zijn weggehaald.
Omdat exposities (die ook onder de definitie van een evenement vallen) zich soms over een langere periode
uitstrekken en daarmee overlappen met de duur van andere evenementen, geldt voor banieren die een
expositie promoten een andere termijn. Vlaggen en banieren voor een expositie mogen geplaatst en
opgehangen worden vanaf 1 week voorafgaand aan de start van de expositie tot en met een week na de start
van de expositie. In totaal dus twee weken. Na afloop van deze periode moeten de banieren binnen 2 dagen
zijn weggehaald.
5
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Centrum
Geloofwaardig Handhaven
Invoeringsparagraaf
Ondanks de ‘regeling’ uit 2003 is het voorstel voor het plaatsen van banieren buiten het strikte
evenementgebied een aanvulling (verruiming) van het beleid zoals dat in 1997 is vastgelegd in de nota
‘Reclame in de openbare ruimte in de binnenstad van Amsterdam’.
Het concept-aanvullend beleid heeft van donderdag 27 december 2012 tot en met donderdag 7 februari 2013
ter inzage gelegen.
Uitvoeringsparagraaf
De bevoegdheid tot het afgeven van een evenementenvergunning en daarmee voor een objectvergunning
voor banieren in de openbare ruimte ligt bij de gemandateerd voorzitter van het dagelijks bestuur.
De directie Schoon en Heel zal per aanvraag worden gevraagd of er nog werkzaamheden in de openbare
ruimte plaatsvinden die plaatsing van losstaande banieren op de voorgestelde locatie in de weg staat. In dat
geval zal in overleg met de directie Schoon en Heel worden overlegd of het mogelijk is dat d.m.v. een
alternatieve voorziening (bijv. plaatsing in een verplaatsbare betonnen sokkel) het banier toch geplaatst kan
worden.
Handhavingsparagraaf
De vergunningverlening voor banieren blijft maatwerk. Handhaving zal zijn gebaseerd op de verleende
vergunning.
Vanuit de Directie Toezicht en Handhaving is voorgesteld uitsluitend toezicht te houden op banieren op
momenten dat de handhavers om andere reden toch al aanwezig zijn, zoals bij het afschouwen van een
podium of het afregelen van een muziekinstallatie. Daarnaast uiteraard bij excessen/gevaar en bij klachten
van belanghebbenden, maar de kans daarop lijkt gezien het onderwerp klein.
Risicoparagraaf
Een mogelijk punt van zorg is dat in de praktijk misschien te vaak en te snel wordt geoordeeld dat met het
evenement een grootstedelijk of stadsdeeloverschrijdend belang gemoeid is.
Als basis dient de grootstedelijke evenementenkalender die aan het begin van het jaar wordt vastgesteld. Aan
de hand van deze evenementenkalender bepaald het dagelijks bestuur welke evenementen in aanmerking
komen voor gebruik van routes om een evenement in een ruimer gebied te promoten.
6
| Voordracht | 6 | train |
X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, AZ
% Amsterdam Openbare Orde en Veiligheid, Handhaving en
Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken,
XX Raadsaangelegenheden
Agenda, 1 juni 2023
Hierbij wordt u vitgenodigd voor de openbare vergadering van de commissie Algemene Zaken
Tijd: 13:30 tot 17:00 Uur
Locatie: Willem Kraanzaal
1 _Algemeendeel
a Opening procedureel gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen kunt u
vergadering van de raadcommissie voor de vergadering aan de
AZ d.d. 20 april 2023 commissiegriffier doorgeven via
[email protected].
e Termijnagenda, per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 _ Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2023-05-26 09:28:36 1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische AZ
Zaken, Raadsaangelegenheden
Agenda, 1 juni 2023
Bespreekpunten
Juridische Zaken
3 Initiatiefvoorstel van het lid Hofland e Terbespreking en voor kennisgeving
(D66) getiteld; “Amsterdams recht op aannemen.
herstel van een fout”. * Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2023-011469 Hofland (D66).
Openbare Orde en Veiligheid
L Fietsendiefstalplaag e Terbespreking en voor kennisgeving
Nr. VN2023-011871 aannemen.
* Geagendeerd op verzoek van het lid
Van Schijndel (FvD).
e Uitgesteld inde vergadering van 20
april 2023.
e Op verzoek van het lid Van Schijndel
(FvD) is het rapport Beke en de
persberichten van SafeNederland
op 26 mei aan het agendapunt
toegevoegd.
5 Brief aan dhr. F. van der Linde. e Terbespreking en voor kennisgeving
Nr. VN2023-011873 aannemen.
* Geagendeerd op verzoek van het lid
Khan (DENK).
e WasTKNg in de vergadering van 20
april 2023.
e Op verzoek van het Khan (DENK)
is het krantenartikel aan het
agendapunt toegevoegd.
e Op verzoek van het Khan
(DENK) is het verslag van de
rondetafelconferentie en de brief van
de Ombudsman op 23 mei aan het
agendapunt toegevoegd.
e Op verzoek van het lid Khan
(DENK) is de brief Opname was
Onrechtmatig op 26 mei aan het
agendapunt toegevoegd.
6 Kennisnemen van de e Terbespreking en voor kennisgeving
raadsinformatiebrief over de reactie op aannemen.
de inspraak op het vervroegen van de * Geagendeerd op verzoek van het lid
weekendsluitingstijden voor terrassen in Ernsting (GL).
het kern-Wallengebied e WasTKN g inde vergadering van 20
Nr. VN2023-011870 april 2023.
7 Kennisnemen van de reactie op e Terbespreking en voor kennisgeving
diverse moties aangenomen tijdens de aannemen.
behandeling van de APV-wijziging inzake e Geagendeerd op verzoek van het lid
de sluitingstijden Wallengebied Ernsting (GL).
Nr. VN2023-011872 e WasTKN zo inde vergadering van 20
april 2023.
2023-05-26 09:28:36 2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische AZ
Zaken, Raadsaangelegenheden
Agenda, 1 juni 2023
8 Uitbesteden politietaken en e Terbespreking en voor kennisgeving
capaciteitstekort Amsterdamse politie aannemen.
Nr. VN2023-013151 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Alberts (SP).
9 Beantwoording schriftelijke vragen over e Terbespreking en voor kennisgeving
de onrechtmatige inzet van de wet Bibob aannemen.
bij het As-Siddiegbestuur * Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2023-013163 Khan (DENK).
10 _ Explosies in Amsterdamse woonwijken: e Terbespreking en voor kennisgeving
dit jaar al 46 explosies aannemen.
Nr. VN2023-013117 * Geagendeerd op verzoek van het lid
Martens (VVD).
11 _ Actieplan Aanpak Anti Ihbtig+ geweld e Terbespreking en voor kennisgeving
Nr. VN2023-013052 aannemen.
* Geagendeerd op verzoek van het lid
Martens (VVD).
e De commissie FKD is hierbij
uitgenodigd.
12 _ AZ-supporters aangehouden in e Terbespreking en voor kennisgeving
Amsterdamse metro vanwege aannemen.
antisemitische liederen e Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2023-013120 Martens (VVD).
2023-05-26 09:28:36 3
| Agenda | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1150
Publicatiedatum 11 december 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw R. Alberts van
25 oktober 2013 inzake de parkeertarieven bij ziekenhuizen.
Amsterdam, 10 december 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Als patiënt of bezoeker van een Amsterdams ziekenhuis kom je de meest
uiteenlopende parkeertarieven tegen. Zo betaal je bij het BovenlJ-ziekenhuis
het eerste half uur niets en daarna een euro per uur tot een maximum van 5 euro.
Voor het OLVG parkeer je in de garage onder het ziekenhuis voor 4 euro per uur en
een dagje naar het VU kost € 27,50. Na de veel te voege geboorte van hun tweeling
was een Amsterdams stel 800 euro kwijt aan parkeerkosten bij ziekenhuizen (VUmc
en OLVG).
De fractie van de SP begrijpt dat parkeerbeleid van of rond ziekenhuizen afhankelijk
is van de omgeving. Als parkeerterreinen bij ziekenhuizen zeer betaalbaar zijn
kunnen ze een aanzuigende werking hebben. De fractie van de SP vindt de tarieven
soms toch echt heel hoog.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 25 oktober 2013, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat vindt het college van het tarief van 4 euro per uur voor, soms met spoed,
zorgbehoevende Amsterdammers”?
Antwoord:
Het college deelt uw mening dat in individuele gevallen de kosten ongelukkig
kunnen uitvallen. Op de exploitatie van eigen parkeerterreinen en garages van
ziekenhuizen, en daarmee de kosten voor het parkeren, heeft het college echter
geen invloed.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Te eember 2013 Schriftelijke vragen, vrijdag 25 oktober 2013
2. Is het college van mening dat parkeertarieven tot een onnodige drempel kunnen
leiden voor een bezoek aan het ziekenhuis? Kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord:
Aan elke reis zijn kosten verbonden. Parkeerkosten kunnen een onderdeel van de
vervoerskosten vormen. Het is een individuele keuze voor welke wijze van reizen
wordt gekozen. Patiënten kunnen eventueel zelf de drempel verlagen door hun
reiskosten naar het ziekenhuis (aanvullend) te verzekeren bij hun
zorgverzekeraar.
Er zijn natuurlijk allerlei manieren te bedenken om de kosten omlaag te brengen.
Zo kunnen patiënten en bezoekers bij het verlaten van het ziekenhuis een uitrijkaart
of bij inlevering van hun parkeerkaart een dagkaart met korting krijgen.
3. Wat vindt het college van het idee om ziekenhuizen korting te laten geven op
parkeren? Zijn er belemmeringen voor, met name, het VUmc en het OLVG om
met een dergelijk systeem te werken?
Antwoord:
Het college ziet geen formele belemmeringen voor ziekenhuizen om een
kortingsregeling voor haar patiënten te introduceren. Maar het is aan de
ziekenhuizen zelf om een afweging te maken in hoeverre dit past binnen hun
totale exploitatie waarbij de primaire patiëntenzorg een belangrijke rol speelt.
4. Is het college bereid om met de (relatief dure) ziekenhuizen (en stadsdeel Oost
die gaat over de tarieven in de parkeergarage onder het OLVG) in gesprek te
gaan over het reduceren van de parkeertarieven?
Antwoord:
Het college ziet hierin niet direct een eigen rol weggelegd, maar staat er
sympathiek tegenover als stadsdeel Oost het gesprek aangaat met de exploitant
van de parkeergarage onder het OLVG. Het stadsdeel kan overigens geen
tariefsverlaging afdwingen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
Termijnagenda 2013 stadsdeel Zuid DEV A= rAdwsenng and Weelfaad
TB = Ter Bespreking
TK = Ter Kennisgeving
TV = Ter Vaststelling
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuil Data Uigesteld, Soort Cie Data Raad Soort [Opmerkingen/motivering
lehouder (Commissie) e datum |behandeli behandelin
Cie Migratie ICT (het betreft een stedelijke ontwikkeling) {JB 13-nov-13 TB DFV nvt Het stadsdeel is afhankelijk
van stedelijke informatie.
2013
29 [Cie Uitbreiding huidige bestand cameratoezicht PS 3e kw. [13-nov-13 TK DEV nvt Zie brief TK bij stukken 13-11-
2013 13: Mobiel cameratoezicht’
31 |Cie Eén stad één opgave: stand van zaken PS 9-okt-13 |13-nov-13 TK DFV nvt Afgehandeld: TK-stuk 9 okt
en 13 nov 2013
Markt: heffingsverordening marktgelden en 4e kw. 2013 4e kw. 2013 Lj In commissie Sl van 5-nov-13
standplaatsen buiten de markt
23 Shisha lounges en blowverbod PS 11-dec-13 TK DFV | nvt Het stadsdeel is afhankelijk |
van informatie burgemeester
26 |Cie Koninginnedag: evaluatie PS 11-sep-13 |11-dec-13 TK DEV nvt De stedelijke evaluatie wordt
eind oktober vrijgegeven.
4
Nr. \Agenda Onderwerp Portefeuil Data Uigesteld\ Soort Cie Data Raad Soort [Opmerkingen/motivering
lehouder |Commissie| e datum behandeli behandelin
m Ef ae
Î | |
___ [TK KENNISNAME | | |
Dn nn Se
|__|TA ADVISERING AAN DE RAAD | |
____\TV VASTSTELLING |
| | |
ie
| |
___ | eee
En nn ZZ
____ | | A |
En ZZ
| | TL
| | | ed Dl
SI
| ed | OO
mm
| |
aan
el | |
2
| Agenda | 2 | discard |
VN2021-010588 issi ili í
thor X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Handhaving en Toezicht
Agendapunt 9
Datum besluit 15 oktober 2019
Onderwerp
Kennisnemen van Actieplan Handhaving Openbare ruimte 2021
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van Actieplan Handhaving Openbare ruimte 2021.
Wettelijke grondslag
Artikel 180 gemeentewet.
Bestuurlijke achtergrond
Het college van B&W heeft op 15 oktober 2019 het Masterplan Handhaving en Reiniging vastgesteld
en de Raad heeft hier op 22 januari 2020 mee ingestemd.
Dit actieplan is voor THOR de uitwerking van het Masterplan. Het actieplan is op 2 februari
jl. besproken met de voorzitters van de stadsdelen en op 17 februari jl in het bestuurlijk team
Handhaving en Reiniging.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Wijnants.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.2 1
wn021-010588 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
t msterdam Dn , , ,
or % Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 29 april 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-038541 Actieplan THOR 2021. pdf (pdf)
AD2021-038542 Commissie AZ (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
THOR, R. Kersbergen, r.kersbergen@&amsterdam.nl, 06-1211 3916
Gegenereerd: vl.2 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2022-015322 Gemeenter
Binnie en NX Gemeente eenteraad DAAD
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt Oo
Datum besluit 10 mei 2022, college van B&W
Onderwerp
Vaststellen van het bestemmingsplan “IJburg ze fase kavel 124, II”
De gemeenteraad van Amsterdam besluit
1. Kennis te nemen en bij de besluitvorming te betrekken van:
a. de zienswijzen die zijn ingebracht naar aanleiding van de terinzagelegging van het
ontwerpbestemmingsplan “IJburg ze fase kavel 124 II”,
b. het positief advies van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost met betrekking tot het
voorontwerpbestemmingsplan “IJburg ze fase kavel 124 II”,
2. De zienswijzen als bedoeld onder beslispunt 1a te beantwoorden overeenkomstig bijgevoegde
Nota van beantwoording zienswijzen en wijzigingen, die onderdeel vitmaakt van dit besluit;
3. Dat geen milieveffectrapport behoeft te worden opgesteld;
4. Het bestemmingsplan “IJburg ze fase kavel 124 II“ bestaande uit de verbeelding, regels,
toelichting en bijlagen, met nummer NL.IMRO.0363.M19o5BPGST-VGo1 in elektronische en analoge
vorm, conform Nota van Wijzigingen, gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan
zoals dat ter inzage heeft gelegen vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische
planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie
Grootschalige Topografie versie 24-10-2019;
5. Dat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is.
6. Geen exploitatieplan vast te stellen.
Wettelijke grondslag
Wet ruimtelijke ordening (Wro), artikel 3.1, eerste lid en artikel 3.8.
De gemeenteraad is bevoegd om bestemmingsplannen vast te stellen. Het college is bevoegd de
besluiten voor te bereiden. Op de voorbereiding is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
van toepassing.
Crisis- en herstelwet (Chw), artikel 1.2, eerste lid jo bijlage 1, categorie 3.2.
Het plan ziet (ook) op de (herbestemming van de) bouw van meer dan 11 woningen in een
aaneengesloten gebied.
Verordening op het lokaal bestuur
Conform het bepaalde in artikel 12 lid 2 van de verordening is het dagelijks bestuur van stadsdeel
Oost gelijktijdig met het eerdere vooroverleg om advies gevraagd bij de voorbereiding van het
Gegenereerd: vl.9 1
VN2022-015322 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
bestemmingsplan aangezien het dagelijks bestuur in het kader van de vergunningverlening
betrokken is bij de uitvoering van die kaders.
Bestuurlijke achtergrond
Aanleiding
Het bestemmingsplan 'IJburg ze fase CS' wordt voor de nog te ontwikkelen waterkavel 124, Il
herzien om enkele omissies te herstellen en om gewenste ruimte en flexibiliteit te creëren voor een
succesvolle ontwikkeling van de waterkavel.
Het volgende wordt met de planherziening gewijzigd:
* Maximum bouwhoogte wordt 7,5 meter.
* de verticale diepte van terrassen wordt beperkt om excessen te voorkomen.
* Variëren in lengte en breedte wordt mogelijk gemaakt voor meer variatie in woningen.
* Gebouwde fietsenbergingen worden mogelijk gemaakt.
In het ontwerpbestemmingsplan werd in eerste instantie ook nog de 5 meter vrije ruimte tussen
woningen losgelaten ten behoeve van meer flexibiliteit in stedenbouwkundige configuratie, maar
deze regel is naar aanleiding van zienswijzen op dat punt weer toegevoegd.
Naast deze wijzigingen wordt de herziening eveneens aangegrepen om de regels beter af te
stemmen op de Huisvestingsverordening 2020 en op het inmiddels vastgestelde parapluplan
“Drijvende Bouwwerken”. Op basis van het bestemmingsplan IJburg ze fase CS is het reeds mogelijk
om (water)woningen in het plangebied te realiseren. We hebben inmiddels eerste ervaringen
opgedaan met dit bestemmingsplan voor het betreffende plangebied. Hierbij zijn een aantal
omissies aan het licht gekomen die succesvolle ontwikkeling van de kavel belemmeren. Met deze
bestemmingsplanwijziging worden die omissies gecorrigeerd en wordt er verder enige flexibiliteit
mogelijk gemaakt.
Doel
Het voorliggende bestemmingsplan heeft tot doel om omissies in het plan weg te nemen en het
planologisch regime geschikter te maken voor de ontwikkeling van de waterkavels.
Begrenzing plangebied
Het plangebied van het bestemmingsplan ‘IJburg 1e fase kavel 124 II wordt globaal als volgt
begrensd:
Noorden: De reeds gerealiseerde waterwoningen Waterbuurt oost-noord;
Oosten: De brigantijnkade;
Zuiden: De woningen aan de Schokkerjachtdijk;
Westen: De hoogspanningsleidingen en de reeds gerealiseerde woningen van Waterbuurt west.
Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.
Eerdere besluitvorming
Gegenereerd: vl.9 2
VN2022-015322 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAA D
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
Er heeft geen inspraak plaatsgevonden over het voorontwerpbestemmingsplan. Wel is het
voorontwerp in het kader van vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro toegezonden aan een aantal
overlegpartners.
Het DB van het stadsdeel Oost is in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen. Op 23 juli
2019 heeft het DB positief geadviseerd over de voorgenomen planherziening.
Dit advies is als bijlage bijgevoegd.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 11 juni 2020 gedurende zes weken ter inzage
gelegen. In die periode zijn een viertal zienswijzen kenbaar gemaakt.
Onderbouwing besluit
Ad 1a. Kennis te nemen en bij de besluitvorming te betrekken van de zienswijzen die zijn ingebracht naar
aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan "IJburg ze fase kavel 124 II”
Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn 4 zienswijzen kenbaar gemaakt. De zienswijzen
geven op enkele onderdelen aanleiding voor het aanbrengen van wijzigingen ten opzichte van het
ontwerpbestemmingsplan. In de Nota Zienswijzen zijn de zienswijzen van een beantwoording
voorzien. De zienswijzen zien globaal op het vermoeden dat er ter plaatse van het plangebied een
ecologische biotoop aanwezig zou zijn en op een verzoek tot wijziging van de bouwhoogte die het
bestemmingsplan biedt.
Ad zb. het positief advies van het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost met betrekking tot het
voorontwerpbestemmingsplan “IJburg 1° fase Kavel 124 II”
Het bestuur van Stadsdeel Oost is in de gelegenheid gesteld om een advies vit te brengen over het
voorontwerpbestemmingsplan. Het stadsdeel heeft bij advies van 23 juli 2019 aangegeven geen
bezwaar te hebben ten aanzien van het instemmen met het voorontwerpbestemmingsplan IJburg
1e fase kavel 124, II.
Ad 2. De zienswijzen als bedoeld onder beslispunt za) te beantwoorden overeenkomstig gesteld is in de
bijgevoegde Nota Zienswijzen die onderdeel vitmaakt van dit besluit;
De ingebrachte reacties zijn beoordeeld en beantwoord in de Nota Zienswijzen. De zienswijzen
geven op twee onderdelen aanleiding het ontwerpbestemmingsplan te wijzigen. Voor de
beantwoording wordt verwezen naar de Nota Zienswijzen. Enerzijds werd in de zienswijze gesteld
dat er mogelijk belangrijke biotopen voor fauna in het plangebied aanwezig zouden zijn. Ecologisch
onderzoek dat naar aanleiding van deze zienswijzen is vitgevoerd heeft aangetoond dat er
geen beschermde ecologische waarden geschaad worden als gevolg van de uitvoering van dit
bestemmingsplan.
Het vitvoeren van het ecologisch onderzoek kost tijd en heeft daarnaast een enige tijd stilgelegen
vanwege de samenloop van diverse ecologische onderzoeken in dit gebied.
Anderzijds is naar aanleiding van de zienswijze de binnenplanse afwijking voor het verhogen van
de bouwhoogte met 2 meter geschrapt. Dit zou het woon- en leefklimaat in de omgeving teveel
aantasten.
Ad 3. Dat geen milieveffectrapport behoeft te worden opgesteld;
Gegenereerd: vl.9 3
VN2022-015322 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
De activiteiten die mogelijk gemaakt worden met het bestemmingsplan leiden niet tot belangrijke
nadelige gevolgen voor het milieu. Om die reden hoeft geen milieveffectrapport te worden
opgesteld;
Ad 4. Het bestemmingsplan “IJburg ze fase kavel 124 II” bestaande uit de verbeelding, regels, toelichting
en bijlagen, met nummer NL.IMRO.0363.M1905BPGST-VGo1 in elektronische en analoge vorm,
conform Nota van Wijzigingen, gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan zoals dat ter
inzage heeft gelegen vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is
gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie versie
24-10-2019;
Voorgesteld wordt om in te stemmen met het voorliggende bestemmingsplan en dit vast te stellen.
In het navolgende volgt een korte beschrijving van de inhoud van het bestemmingsplan “IJburg 1°
fase Kavel 124 II”.
Wijziging ten opzichte van het ontwerp
Het bestemmingsplan wordt gewijzigd aan de gemeenteraad aangeboden in verband met
twee wijzigingen in de regels van het bestemmingsplan. Het betreft het verwijderen van een
binnenplanse afwijking ter voorkoming van een aantasting van het woon- en leefklimaat op de
omgeving. Anderzijds wordt een wijziging in de regels doorgevoerd ten aanzien van de afstand
tussen de waterwoningen onderling. Deze toevoeging zorgt voor een beter woon- en leefklimaat
voor de waterwoningen. Daarnaast is het ecologisch onderzoek toegevoegd en zijn er nog enkele
tekstuele wijzigingen aangebracht in de toelichting.
Het bestemmingsplan
Geldend regime
Het geldende planologisch kader wordt gevormd door het bestemmingsplan “IJburg 21° fase CS
(Centrale Stad)” en de “Eerste partiële herziening bestemmingsplan IJburg ze fase CS“. Op basis van
dit regime kon reeds een vergelijkbaar woonprogramma worden gerealiseerd.
Programma
Het bestemmingsplan biedt ruimte voor ca 5o waterwoningen alsook enkele ligplaatsen voor
woonschepen en —-arken. Dit programma blijft onveranderd. Evenwel is de punt van de meest
zuidelijke steiger vitgesloten van (woon)bebouwing. Met het nieuwe bestemmingsplan wordt een
tender gestart voor ontwikkeling van de waterkavel 124, Il.
Aandachtspunten
* Aangewezen stedelijk project
Het plangebied is aangewezen als stedelijk gebied, project of belang. Dit betekent dat de
voorbereiding van het voorliggende bestemmingsplan bij het college van B&W ligt.
* Stedelijke kaders
Het plangebied van het bestemmingsplan behoort tot het grootstedelijk gebied IJburg. Het
bestemmingsplan past binnen de stedelijke kaders en is daarmee in overeenstemming. Ook is er
geen strijd met provinciaal en rijksbeleid.
e Wonen
Gegenereerd: vl.9 4
VN2022-015322 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
Het planologisch regime is afgestemd op de Huisvestingsverordening 2020 wat concreet voor dit
plan betekent dat short stay niet meer is toegestaan, evenals vormen van verkamering en bed
& breakfast. Dit laatste is dan onder voorwaarden alleen nog mogelijk met toepassing van een
buitenplanse afwijkingsprocedure.
e Parkeren
De voorgenomen planwijziging heeft geen effect op de parkeersituatie ter plaatse. Fietsparkeren
wordt opgelost in, met het nieuwe bestemmingsplan mogelijk te maken, gebouwde
fietsenbergingen.
e Geluid
Er is akoestisch onderzoek uitgevoerd en hieruit blijkt dat enkel op de uiterste punt van de meest
zuidelijke steiger sprake is van een overschrijding van de norm waarvoor reeds bij het geldende
bestemmingsplan een Hogere Waarden-besluit is genomen. Het gaat daarbij om verkeerslawaai
vanaf de IJburglaan. Op deze plek zijn op basis van het nieuwe bestemmingsplan geen woningen of
ligplaatsen toegestaan.
« Externe veiligheid
Naast het plangebied loopt de hoogspanningsverbinding Beverwijk-Oostzaan-Diemen van 380 kV.
In het verleden zijn maatregelen getroffen om de magneetveldzone te verkleinen, zodat uitgegaan
kan worden van een zone van 40 meter ter weerszijden van de hoogspanningslijn. De herziening
van het bestemmingsplan ziet toe op een gebied waarvan de grens ligt op ongeveer 5o meter van
de hoogspanningslijn. Hiermee kan worden geconcludeerd dat de hoogspanningsverbinding geen
belemmering vormt en ook overigens vormt externe veiligheid geen belemmering voor onderhavig
bestemmingsplan.
* Omgevingsaspecten en stikstof
Het plan heeft gelet op de aard en beperkte omvang van de beoogde planologische aanpassing
geen impact op de omgeving van het plangebied. Er vindt geen wijziging plaats in programma en
er is evenmin sprake van een veranderde verkeersaantrekkende werking. Op voorhand kan dan
ook worden uitgesloten dat als gevolg van het plan sprake is van stikstofde positie in kwetsbare
natuurgebieden. Er bestaan voor wat betreft de omgevingsaspecten geen belemmeringen voor dit
bestemmingsplan.
e Kostenverhaal en planschade
Op basis van 6.1.2 Wro dient in beginsel een exploitatieplan te worden opgesteld. De gemeente
Amsterdam is in dit geval volledig eigenaar van de gronden, waarmee het kostenverhaal reeds
anderszins is verzekerd in de zin van de Wro. Het kostenverhaal is verzekerd via het uitgeven van de
gronden in erfpacht. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.
Uit een planschaderisicoanalyse blijkt dat als gevolg van de planologische wijziging geen planschade
wordt geleden.
Ad 5. Geen exploitatieplan vast te stellen
Volgens afdeling 6.4 van de Wro wordt een exploitatieplan vastgesteld voor gronden waarop een
aangewezen bouwplan is voorgenomen. Op grond van artikel 6.12 Wro kan de gemeenteraad afzien
van het opstellen van een exploitatieplan. De gemeente Amsterdam is in dit geval volledig eigenaar
Gegenereerd: vl.9 5
VN2022-015322 % Gemeente Gemeenteraad
Ruimte en % Amsterdam RAAD
Duurzaamheid %
Voordracht voor de raadsvergadering van 23 juli 2022
van de gronden, waarmee het kostenverhaal reeds anderszins is verzekerd en kan worden besloten
af te zien van het opstellen van een exploitatieplan.
Financiële onderbouwing
Consequenties gedekt? Ja
Overige toelichting
De kosten voor de inzet op het voorliggende bestemmingsplan worden gedekt uit het
projectbudget voor de ontwikkeling van IJburg. Uit een planschaderisicoanalyse is gebleken dat
geen sprake is van planschade als gevolg van de planologische wijziging.
De financiële consequenties worden gedekt uit een reeds beschikbaar gesteld projectbudget.
Conclusie
De genoemde beslispunten in de voordracht hebben wel financiële consequenties en deze zijn
reeds geraamd in de begroting (100% dekking).
Geheimhouding
N.v.t.
Welke stukken treft v aan
[AD2022-058211 1. Verbeelding NL.IMRO.0363.M1905BPGST-VG01-24-3-2022.pdf (pdf)
2. 08062022 _1 IJburg ze fase kavel 124 II_Toelichting.pdf (pdf)
2a. 08062022_1 IJburg 1e fase kavel 124 IL Bijlagen bij de toelichting.pdf
AD2022-058212
(pdf)
3. 08062022 _1 IJburg ze fase kavel 124 IL_Regels.pdf (pdf)
3a. 08062022_1 IJburg 1e fase kavel 124 I_Bijlagen bij de regels.pdf (pdf)
4. Nota van wijzigingen. pdf (pdf)
5. Nota van beantwoording zienswijzen_Kavel 1241l_geanonimiseerd. pdf
AD2022-058217
(pdf)
6. Advies DB Oost_kavel 124 Il 24 juli 2019. pdf (pdf)
AD2022-049791 Gemeenteraad Voordracht (pdf)
Ter Inzage
| Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Mireille Tiekstra, 06-10826086, [email protected]
Gegenereerd: vl.9 6
| Voordracht | 6 | test |
enge N Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, WI O
erk, Participatie " :
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
en Inkomen % Amsterdam j p g 9
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van o8 december 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
Vluchtelingen en Ongedocumenteerden (14,)
Agendapunt 14
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Brief aan staatssecretaris Wiersma (SZW) over zorgen grote groep statushouders in het azc die nog
moeten inburgeren onder Wi2013
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de brief die wethouder Moorman op 9 november 2021 namens de G4 naar
staatssecretaris Wiersma van SZW stuurde.
In de brief viten de G4-wethouders hun zorgen over de grote groep statushouders in de azc's die nog
moeten inburgeren onder de Wiz013. Ze vragen de staatssecretaris met oplossingen te komen om
te zorgen dat zoveel mogelijk statushouders onder de voorwaarden van de nieuwe inburgeringswet
kunnen inburgeren.
Verschillende media hebben op 1o november over de brief bericht. De brief is daarom op 10
november met de Dagmail verzonden.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet artikel 169
Bestuurlijke achtergrond
In 2018 is na evaluaties geconcludeerd dat het huidige inburgeringsstelsel faalt. De minister van
SZW heeft op basis daarvan een nieuwe inburgeringswet aangekondigd, waarin gemeenten weer de
regie krijgen op de uitvoering van de inburgering.
De gemeente Amsterdam bereidt zich sinds eind 2018 voor op de nieuwe inburgeringswet. Planning
was dat het nieuwe stelsel in 2020 in zou gaan, maar ingang van het stelsel is inmiddels drie keer
uitgesteld door het Rijk. De nieuwe wet treedt op 1 janvari 2022 in werking.
Op 22 november vindt het laatste wetgevingsoverleg plaats voor inwerkingtreding van de wet. Ten
behoeve van dit overleg is een afschrift van de brief naar de Kamercommissie SZW gestuurd.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.12 1
VN2021-031947 % Gemeente Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Werk, Participatie 9 Amsterdam -
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
en Inkomen %
Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Voordracht voor de Commissie WIO van 08 december 2021
Ter kennisneming
N.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-123479 Brief G4_azc groep die nog moet inburgeren.pdf (pdf)
AD2021-122377 | Commissie WIO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI/Statushouders Laura van den Boogert en Dorien Vogelsang, 06 3900 0232,
d.vogelsang@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.