text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
10 oktober 2017
Aan: Burgemeester en wethouders, de gemeenteraad en de medewerkers WMO
Aandacht voor slechtziendheid, ook in de gemeente!
Geachte,
Ik vraag UW aandacht voor de effecten van slechtziendheid. Niet méér, niet minder.
Slechtziendheid is een probleem waar rond de 350.000 mensen in Nederland in meerdere
of mindere mate mee te kampen hebben. Bijna onzichtbaar aan de buitenkant maar met
een grote impact op het dagelijks leven van de slechtziende.
Een vaak vergeten groep als het gaat om het inrichten van de leefomgeving, denk maar
aan infrastructuur,zorgverstrekking en informatievoorziening.
Als er aan het eerste zintuig van de mens, het Zicht, iets mankeert wordt het zeer moeilijk
om in een onaangepaste samenleving te functioneren.
Mijn (ge)Zicht
Mijn (ge)Zicht is een fotoproject van de samenwerkende oogfondsen en oog-
patiëntenverenigingen om aan iedereen, dus ook aan u, te laten zien wat een slechtziende
ziet als hij in de spiegel kijkt. Het kan u een inzicht geven in de alledaagse problemen die
slecht zien met zich meebrengt.
Het project bestaat uit een rondreizende fototentoonstelling die een groot aantal
Nederlandse ziekenhuizen aandoet en misschien ook in uw gemeente kan worden
geplaatst, U kunt hiervoor contact opnemen met het Oogfonds op www.oogfonds.nl
Op onderstaande link naar een artikel in het AD kunt u de invloed van slechtziendheid
reeds bekijken:
https://www.ad.nl/gezond/dit-is-wat-iemand-die-slechtziend-is-in-de-spiegel-ziet—aa005464/
Een gemeente met Visie
Wij ijveren voor een grotere toegankelijkheid van de maatschappij op alle fronten. Een
gemeente kan veel bijdragen aan een betere fysieke en digitale toegankelijkheid waarin de
oplossingen voor slechtzienden vanaf het begin worden meegenomen in het ontwerp en de
uitvoering, door steeds óók te denken aan de slechtzienden in uw gemeente bij het
realiseren van nieuwe plannen op het gebied van infrastructuur, informatievoorziening en
hulpverlening. Kortom een gemeente met Visie!
Vragen?
Neem even contact op, dan maken we het samen inzichtelijk!
Met vriendelijke groet,
Frans Stoop
Voorzitter MaculaVereniging
info @maculavereniging.nl
voorzitter @ maculavereniging.nl
www.maculavereniging.nl
www.oogfonds.nl
Il vereniging
De MaculaVereniging is de Nederlandse patiëntenvereniging voor mensen met de
oogaandoening Maculadegeneratie. MD is de grootste oorzaak van slechtziendheid in
Nederland. De MaculaVereniging werkt samen met het Oogfonds, de Oogvereniging, de
Hoornvlies patiëntenvereniging, Vereniging Oog in Oog.
| Raadsadres | 2 | train |
MKBA Pilot VIA Amsterdam
Rendement van intensieve ondersteuning voor de doelgroep met een Somalische migra-
tieachtergrond, eindrapportage
Opgesteld door:
LPBL: Veroni Larsen en Merei Lubbe
Op verzoek van:
Gemeente Amsterdam & Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Datum: juni 2021
ä
m
Inhoud
1. Inleiding … … eenen eneen veereeveneeeneeeeerneeeveevnnnenenenvnnnnnn
1.1. Aanleiding en vraagstelling … nnee 2
1.2. Aanpak en leeswijzer. erneer eeneeneneeeeeeneneneennnennen 2
2. Effecten in beeld … … eeen veeevererervverervervvevvnvvevevnnnn À
2.1. Probleemanalyse: leefsituatie van Somaliërs in Nederland.……………….. 4
2.2. De Amsterdamse Aanpak nnn eenen À
2.3. Beleidstheorie@ nnen eneen Ò
3. Doelgroep en effecten … nnen eneen eenen eenen Ö
3.1. Doelgroep … … nnen nnen eneen nennen eenn eneen nnnnnnnnnnnnnnnennennnnnnnnennnnnnnn Ô
3.2. Effecten … … nnen nne nennenenee eene nen eeen eennnenennnnnennneeneneneneennnen fÎ
4. Resultaat MKBA … eenen vereverererevvvevvvrvvvvevvveveeeee 1 Ô
4.1. Kosten ….....nnnnnnnnnnnnnnnnnenenennnnnnnnnnnnnnnnnnnneeeeeeeeeeeeeneee nennen ÎÔ
4.2. Maatschappelijke kosten en baten… … nnee. 15
4.3. Scenario's voor overdracht … neee eenen 2
5. Samenvatting en conclusi@ … … annen nennen eere eennnenneeern ener ennnennneerne er 2Á
Bijlage |. Beschrijving werkwijze pilot … ……… ……nnnneenneeeeeeeeeeeeeereeveereeee 20
Bijlage Il. Cockpit MKBA — Pilot. eennneenenereeennnennee O2
Bijlage Ill. Cockpit MKBA — Potentie … …………….… annnnenneenneeeeneneeneee en OÔ
Bijlage IV. Werkwijze EffectenArena en dossieranalyse … … 34
Bijlage V. Gehanteerde prijzen van trajecten … … … nennen Sf
Bijlage VI. Indeling participatieladder … …… … …………nnnnnnnneneneeeeeeeneeeeerene OÖ
Bijlage VII. Methodologische beschrijving databestanden … … 39
Bijlage VII. Onderzoeksvragen … … neen oennnnnneeenneeeennnennveeeene ÂÔ
1
ä
m
1. Inleiding
1.1. Aanleiding en vraagstelling
Binnen het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) wil het ministerie van SZW onder-
zoeken of een intensieve inzet voor langdurige werkzoekenden met een niet-westerse migratieachter-
grond, zoals Somaliërs, bijdraagt aan het verbeteren van hun arbeidsmarktpositie. De gemeente Am-
sterdam heeft in het kader van dat programma een pilot uitgevoerd voor langdurig werkzoekende Am-
sterdammers met een Somalische migratie-achtergrond. Om deze groep te activeren heeft de ge-
meente de Amsterdamse Aanpak toegepast. Dit is intensieve begeleiding door een dedicated team met
onder meer een Klantmanager en jobhunter met kennis van de Somalische achtergrond en cultuur. Met
deze aanpak werd eerder al ervaring opgedaan bij Amsterdamse statushouders die na 2013 naar Am-
sterdam zijn gekomen.
In het kader van het programma en de pilot zijn onderzoeksvragen opgesteld waar de evaluatie een
antwoord op moet geven. Deze zijn opgenomen in de bijlage. De centrale vraag is: ín hoeverre is de
aanpak van Amsterdam (kosten)effectief, wat zijn werkzame elementen en hoe ís de aanpak overdraag-
baar en opschaalbaar te maken?
1.2. Aanpak en leeswijzer
Opzet van de pilot
De pilot in Amsterdam heeft de vorm van een randomized controlled experiment. Dat wil zeggen dat de
totale potentiële doelgroep van 285 Somalische uitkeringsgerechtigden willekeurig is ingedeeld in een
experimentgroep en een controlegroep'. De experimentgroep krijg begeleiding naar voorbeeld van de
Amsterdamse aanpak statushouders, de controlegroep ontvangt de reguliere ondersteuning.
Evaluatiemethode: Maatschappelijke Kosten Baten Analyse
Er zijn verschillende methoden om de kosteneffectiviteit van een aanpak in kaart te brengen, bijvoor-
beeld een KEA of MKBA. Voor een interventie als de Amsterdamse Aanpak, die meerdere beoogde
effecten heeft, heeft de MKBA de voorkeur omdat het op systematische wijze alle voor- en nadelen van
een interventie onder één noemer brengt. Dat gebeurt door de effecten van het project te vergelijken
met de situatie waarin het er niet zou zijn. De baten worden net als de kosten uitgedrukt in euro's. Dit
geldt ook voor de zaken die niet direct een prijskaartje hebben, zoals kwaliteit van leven of je veilig
voelen. Als de baten uiteindelijk groter zijn dan de kosten, dan zorgt het project voor een toename van
de maatschappelijke welvaart.
Een MKBA kijkt dus naar zowel financiële effecten - zoals voorkomen van zorgkosten, lagere uitke-
ringslasten - als immateriële effecten, zoals kwaliteit van leven en veiligheid. Daarnaast worden alle
partijen betrokken in de analyse, dus niet alleen de partijen die investeren, maar ook overige partijen
die mogelijk profiteren van de aanpak en nadrukkelijk ook de deelnemers zelf.
1 Omdat het belang van de klant voorop staat, zijn in sommige gevallen klanten uit de experimentgroep bij hun oude klantmanager
gebleven in plaats van te worden opgenomen in de aanpak (5 van de 89 in de steekproef). Dit is meegenomen in de berekening
van de baten.
2
ä
m
Er is gekozen voor de MKBA als evaluatie-instrument omdat gemeenten hun beschikbare budget voor
re-integratie maar één keer kunnen uitgeven. Zij zullen dit het liefst doen op een manier die de beste
kosten-baten verhouding oplevert. Het meenemen van de kosten geeft dus meer informatie voor be-
sluitvorming dan enkel de effectiviteit. Dit is van belang voor het oordeel over overdraagbaarheid en
opschaalbaarheid van de aanpak.
De MKBA is uitgevoerd in drie stappen?:
1. Interventie en effecten in beeld. Dit betreft het voorbereidende werk voor het opstellen van het
MKBA-model. Op basis van toegezonden stukken en een workshop EffectenArena met betrokke-
nen en Klantmanagers is een beeld gevormd van de aanpak en de (verwachte) effecten. Hierin
wordt tevens een beeld gevormd van de werkzame elementen. Het resultaat van deze stap is be-
schreven in hoofdstuk 2. Het resulterende effectenschema is tevens de beleidstheorie.
2. Effectmeting: In stap twee is de effectiviteit bepaald. Het gaat daarbij om de netto-effectiviteit, dus
ten opzichte van het nulalternatief. Inmers, als de interventie er niet was geweest, was een deel
van de doelgroep misschien ook uitgestroomd (al dan niet naar werk), maar dan op eigen kracht.
Door middel van data-analyse (o.b.v. RAAK en Socrates, de clientvolgsystemen van de gemeente
Amsterdam) en dossieranalyse hebben we bepaald wat het verschil is tussen de interventiegroep
en de controlegroep in o.a. uitstroom naar werk, participatie en voorkomen escalatie. Dit is beschre-
ven in hoofdstuk 3.
3. Opstellen MKBA. In de laatste stap is het MKBA-model opgesteld. Het effectenschema is daarbij te
zien als de ‘architectuur’ van het model. We laten zien wat de maatschappelijke kosten en baten
zijn van de Amsterdamse aanpak voor deze doelgroep. In scenario's wordt vervolgens gekeken
naar de overdraagbaarheid van de aanpak (hoofdstuk 4).
Hoofdstuk 5 tenslotte bevat een samenvatting en conclusies. In de bijlage is, naast de meer technische
toelichtingen, een beschrijving opgenomen van de werkwijze en de geleerde lessen in de pilot (hand-
reiking). Deze handreiking is opgesteld door het team dat de aanpak heeft uitgevoerd.
Invloed COVID-19
Door de COVID-19 maatregelen is het voor een groot deel van de looptijd van de pilot voor de klantma-
nagers niet mogelijk geweest om hun werk op de oorspronkelijk bedoelde manier uit te voeren. Voor de
onderzoeksopzet, de vergelijking tussen de controle- en pilotgroep, is dit geen probleem. Immers beide
groepen hebben dezelfde hinder ondervonden. Wel is het mogelijk dat hierdoor de behaalde effecten in
de pilot anders en wellicht minder goed zijn uitgevallen. Daarnaast is de looptijd van de pilot ook ver-
lengd met een aantal maanden. De pilot liep van oktober 2019 tot en met mei 2021. Na 6 maanden, in
april 2020, heeft een eerste meting plaatsgevonden. Daarover is in augustus van dat jaar een (tussen)
rapportage verschenen®. Voorliggende rapportage betreft het eindrapport na afloop van de pilot en is
to.v. het eerste rapport aangevuld en aangepast met nieuwe metingen en conclusies, waardoor het
zelfstandig leesbaar is.
? Zie ‘Werken aan maatschappelijk rendement - een handreiking voor opdrachtgevers van MKBA'’s in het sociale domein’, opge-
steld door LPBL in opdracht van het ministerie van BZK, Den Haag, februari 2011.
$ Zie LPBL 'MKBA Pilot VIA Amsterdam - Rendement van intensieve ondersteuning voor de doelgroep met een Somalische
migratieachtergrond, 1e rapportage, augustus 2020
3
ä
m
2. Effecten in beeld
Dit hoofdstuk start met een probleemanalyse: wat is de positie van burgers met een Somalische migra-
tie-achtergrond, zowel op de arbeidsmarkt als op andere gebieden (paragraaf 2.1). Daarna volgt een
beschrijving van de werkwijze van de Amsterdamse aanpak voor uitkeringsgerechtigden met een So-
malische migratie-achtergrond en de situatie wanneer de aanpak er niet zou zijn (de nulsituatie). In
paragraaf 2.3 volgen de verwachte effecten (de beleidstheorie) ten opzichte van de nulsituatie, inclusief
risico's en randvoorwaarden daarbij.
2.1. Probleemanalyse: leefsituatie van Somaliërs in Nederland
In 2017 verscheen het SCP-rapport ‘Gevlucht met weinig bagage’ over de leefsituatie van burgers met
een Somalische migratie-achtergrond. De tekst in deze paragraaf is daarop gebaseerd. Het rapport
beschreef dat deze groep een kwetsbare positie heeft. In 2017 waren er ongeveer 40.000 burgers met
een Somalische migratie-achtergrond. Het gaat voornamelijk om asielmigranten die de oorlog en onvei-
lige situatie in Somalië zijn ontvlucht. Pieken in de immigratie lagen in de eerste helft van de jaren '90
en in de periode 2008 tot en met 2012.
De instabiele situatie in Somalië heeft ook het onderwijssysteem aangetast. Daardoor heeft ruim twee
derde van de Somaliërs in Nederland niet meer dan basisonderwijs gevolgd. Slechts 25 procent van de
Somaliërs in Nederland heeft betaald werk. Dat werk is vaak tijdelijk en voor weinig uren per week. Ruim
de helft van de doelgroep is afhankelijk van de bijstand (tegenover 15 procent in de totale groep niet-
Westerse migranten en 2 procent voor Nederlanders zonder migratie-achtergrond). Al met al hebben
mensen met een Somalische migratie-achtergrond een zwakke inkomenspositie. Ruim twee derde leeft
dan ook onder de armoedegrens. Van de kinderen groeit maar liefst 82 procent op in armoede.
Mensen met een Somalische migratie-achtergrond zijn over het algemeen positief ingesteld over Ne-
derland. Ze voelen zich hier thuis en zien ook een toekomst hier. Maar liefst 30 procent doet vrijwilli-
gerswerk. Dat is meer dan andere niet-westerse migranten. Er is wel een sterke focus op de eigen
gemeenschap. Tot slot blijkt uit het SCP-onderzoek een sterke identificatie met het (islamitisch) geloof,
wat zich uit in leefregels en kledingvoorschriften voor vrouwen.
2.2. De Amsterdamse Aanpak
Een integrale en cultuur-sensitieve aanpak op maat?
De gemeente Amsterdam heeft in de afgelopen jaren een nieuwe integrale en sluitende aanpak ontwik-
keld voor statushouders: de Amsterdamse Aanpak. Uit onderzoek blijkt dat deze aanpak succesvol is.
Statushouders gaan meer en eerder naar (verschillende vormen van) werk en opleiding. Dat is reden
voor de gemeente om dezelfde aanpak ook toe te passen voor de groep met een Somalische migratie-
achtergrond. Dit is gebeurd in de vorm van een pilot.
* Zie ook bijlage | voor een gedetailleerde beschrijving van de werkwijze.
4
ä
m
De pilot bestond op hoofdlijnen uit intensieve begeleiding door een dedicated klantmanager met kennis
van de Somalische taal, achtergrond en cultuur, en met meer tijd dan een reguliere klantmanager (ca-
seload van 50 per fte in plaats van 250 per fte). Belangrijk was de focus op een open houding van de
klantmanagers met oog voor de capaciteiten en mogelijkheden van de klant zelf. De klantmanager be-
schikte daarbij over de extra inzet van een jobhunter, die verbonden was aan het team. Er was de
mogelijkheid om trainingen en opleiding op maat te ontwikkelen en aan te bieden en één van de klant-
managers had als aandachtsgebied alleenstaande moeders. Daarnaast zocht de Klantmanager samen-
werking met andere betrokken professionals, zoals begeleiders of schuldhulpverleners.
Veel van de klanten in de doelgroep hebben in de afgelopen jaren weinig contact gehad met hun klant-
manager. Daarom is er in het begin van het proces veel aandacht besteed aan het bereiken van de
klant en het werken aan vertrouwen. Er werd een brief gestuurd met een oproep voor een gesprek. Bij
geen reactie belde de Klantmanager of ging op huisbezoek om de brief persoonlijk te overhandigen. In
het eerste gesprek werd uitgelegd waarom de klant nu is opgeroepen. Verder stond dat gesprek vooral
in het teken van de klant leren kennen: wie ben je? Wat doe je graag? Wat is je thuissituatie? Indien
wenselijk zocht de klantmanager contact met zorgverleners of familieleden. Pas daarna werd overge-
gaan op de route naar participatie en / of werk.
In de bijlage staat een gedetailleerde beschrijving van de werkwijze tijdens de pilot, opgesteld door het
team zelf.
De situatie zonder aanpak (nulalternatief)
Voor de analyse vergelijken we de situatie mét aanpak met de situatie zónder aanpak: het nulalternatief.
In het nulalternatief werden het extra team en het extra instrumentarium zoals beschreven niet ingezet,
maar zou de oude werkwijze gevolgd worden. Dat is (in vrijwel alle gevallen) ondersteuning door het
team activering. De caseload in dat team is circa 250 klanten per fte. Dat betekent meestal dat een klant
minder contact heeft met zijn klantmanager en dat er beperkter wordt geïnvesteerd in trajecten.
2.3. Beleidstheorie
In het onderstaande oorzaak-gevolgschema zijn op basis van een workshop EffectenArena de belang-
rijkste effecten van de pilot in beeld gebracht. De effecten zijn weergegeven ten opzichte van de situatie
dat deze aanpak er niet zou zijn geweest (nulalternatief).
5
Figuur 2.1. Het effectenschema van de intensieve begeleiding van Somalische doelgroep
Geen ‘no show’ door
actieve benadering en Kwaliteit van leven
huisbezoek * (Mentale) gezondheid
« Meer eigenwaarde en
zelfvertrouwen
Klanttevredenheid &
meer vertrouwen KM
LITT, W EN ae PEEN
/ Pilot intensieve ì Meer stabiliteit in Ke} RLG 4
} begeleiding Somaliërs | / / even on/otstiging op eN
Î NA eh En; slat
po Dedicated klantmanagers | : vh
Ì (KM), cultuursensitief :
: «Lage caseload Ì ; Meer zicht op
‚… Intake & PvA h : problematiek bij WPI Voorkomen maatsch.
‚Alle leefdomeinen EN di Uitstroom naar: Kek See
‚ * _Jobhunter in team 1 ! - Werk *_Zorg- trajectkosten: o.a.
1e Inzet trajecten ï Passende zorg en - Opleiding EenltleITFITe Mee TELS
‚ * Nazorg en monitoring î ) aanbod op maat - oa N participatie, ao, db,
Î ij Vrijwilligerswerk N huisuitzetting, MO
Ne 4 Meer en eerder N
SEE EEEEEE \ plaatsen N
> N edu CIE Re Le EEL
C Duurzamere match * Kosten politie & justitie
ze klant en baan * Leefbaarheid in de wijk
Bron: LPBL
Door de pijlen in de figuur te volgen, kan een beeld worden gevormd van de beoogde effecten van de
nieuwe aanpak. Links in de figuur staan de aanpak en de bijbehorende activiteiten. Helemaal rechts in
de blauwe blokken staan de resulterende maatschappelijke kosten en baten. Op hoofdlijnen had de
nieuwe aanpak vier verwachte directe effecten:
A. Een laagdrempelige, outreachende manier van werken met aandacht en begrip voor de culturele
achtergrond. De dedicated klantmanagers hebben een open houding en werken laagdrempelig. Als
klanten na het toezenden van de uitnodigingsbrief niet reageren of komen, gaan ze zelf langs op
huisbezoek. Het resultaat is dat er van de hele groep geen zogenoemde ‘no show’ is. Klanten wor-
den met begrip benaderd en krijgen hierdoor (meer) vertrouwen. Ze weten de klantmanagers ver-
volgens ook zelf goed te vinden. Het kunnen vertellen in de eigen taal draagt soms bij aan het
opbouwen van een vertrouwensrelatie. Klanten zijn dus meer in beeld en de klanttevredenheid
neemt toe. Een bijkomstig effect is dat het klantenbestand wordt opgeschoond; zorgklanten en ver-
huizingen worden terug- en afgemeld.
B. Meeren breder zien en horen. In de aanpak ligt de nadruk op wie mensen zijn, wat zij willen en wat
zij kunnen. De klantmanagers zijn hierin de belangrijkste succesfactor: van hen wordt verwacht dat
zij flexibel zijn, out-of-the-box kunnen denken en snel schakelen. Ze doen een brede intake die alle
leefgebieden beslaat. Het uitgangspunt is dat een vraag niet op zichzelf staat — er wordt gekeken
naar de hele leefomgeving. Zo werd als voorbeeld genoemd dat bij een huisbezoek ook een kind
van de klant geholpen werd richting een baan. Tevens komen er specifieke onderwerpen in beeld
die niet direct in de uitvoering opgelost kunnen worden. Deze issues, zoals toeslagen en schulden
bij de belastingdienst of gemeente, worden opgeschaald en komen eerder bij beleid te liggen. In
het algemeen geldt dat het niet zo is dat de problemen met b.v. schulden of andere bijkomende
problematiek nog niet in beeld waren bij de gemeente. Zo is er vaak wel al een hulpverlener actief.
Wel blijkt dat de klantmanager hier nog niet altijd van op de hoogte was. De samenwerking met
6
ä
m
andere betrokkenen (binnen de gemeente) is toegenomen. De ondersteuning is hierdoor beter op
maat en dus (mogelijk) effectiever dan in het nulalternatief.
C. Passende zorg en aanbod op maat. Omdat mensen breder in beeld zijn kunnen zij, als dat nodig is,
ook eerder worden doorgeleid naar passende zorg of ondersteuning. Waar nodig verwijzen de klant-
managers door naar of werken nauw(er) samen met andere hulpverleners (bijv. bij schulden, ver-
slavingen of psychische problemen). Daarmee krijgen klanten hun leven eerder stabiel en worden
escalaties (en dus zorgkosten) op langere termijn voorkomen. Voor toeleiding naar werk betekent
dit dat er meer aansluiting is bij de situatie van de klant. De combinatie van intensieve aandacht van
de klantmanager en de gekoppelde jobhunter zorgt ervoor dat ze naar verwachting meer en eerder
geplaatst kunnen worden op een plek die bij ze past en dus dat de kans op uitstroom naar (deel-
tijd)werk, opleiding en vrijwilligerswerk stijgt. Daarnaast kunnen, door de ontwikkeling van doel-
groep-specifieke kennis, ook (groeps)trajecten op maat worden ontwikkeld. Ook werd genoemd dat
het uitnodigen en de aandacht in de intake al op zichzelf een positief effect heeft. Een aantal klanten
bleek ‘job-ready' en kon direct uitstromen naar werk.
D. Meer duurzaam aan het werk. Tot slot is de jobhunter, anders dan in het reguliere werkproces,
gekoppeld aan de aanpak. Daardoor is er meer en persoonlijker betrokkenheid. Daar waar in de
oude situatie gebruik gemaakt werd van het WSP, die vacatures ‘binnen haalt’, wordt nu meer an-
dersom gedacht. Klanten worden binnengehaald en er wordt actief naar een passende baan geke-
ken. Hierbij wordt bijvoorbeeld (waar mogelijk) rekening gehouden met leef- en kledingregels vanuit
het geloof. Hierdoor ontstaat naar verwachting een betere match en een nieuw type werkgever komt
in beeld. Dit alles leidt mogelijk naar een meer duurzame uitstroom. De gedachte is dat ook de inzet
van trajecten op maat hieraan bijdraagt. Zo zijn de klantmanagers bezig geweest met de ontwikke-
ling van een empowermenttraining voor Somalische vrouwen. Vanwege Corona heeft deze training
helaas (nog) niet plaatsgevonden. Een ander voorbeeld zijn de oefensollicitatiegesprekken met
aandacht voor specifieke cultuurverschillen.
Stabiliteit op andere leefgebieden is een belangrijke voorwaarde voor uitstroom naar werk. Echter
ook andersom leidt uitstroom naar (vormen van) werk tot meer stabiliteit. Uitstroom naar werk en
opleiding leidt tot productiviteitswinst, die zich vertaalt in minder uitkeringen en een hoger inkomen
voor de klant. Ook doen mensen die werken (of met dagbesteding) gemiddeld een lager beroep op
zorg en ondersteuning en hebben zij een hogere kwaliteit van leven: hun mentale en fysieke ge-
zondheid is beter”. Naast deze financiële baten zijn er mogelijk ook immateriële baten door een
vermindering van overlast in de buurt. In de doelgroep van deze aanpak lijkt dit echter niet te spelen
(zie het volgende hoofdstuk), daarom is het hier met een stippellijn weergegeven.
$ Zie o.m. SEO, Kosten en resultaten van re-integratie, 2010 en TNO, Maatschappelijke kosten en baten van activering, 2006
7
3. Doelgroep en effecten
Per 1 augustus 2019 zijn de voorbereidingen voor de Amsterdam Aanpak voor Somaliërs gestart,
waarna vanaf 30 september de eerste afspraken met klanten plaats vonden. Deze meting beslaat de
periode van 1 oktober 2019 tot 1 mei 2021 — ofwel de resultaten van anderhalf jaar. Voor dit onderzoek
konden we beschikken over een (geanonimiseerde) dataset uit RAAK en Socrates®. Deze bevat voor
zowel de interventiegroep als de controlegroep op cliëntniveau persoonskenmerken (leeftijd, geslacht,
opleidingsniveau, trede-indeling), uitkeringsgeschiedenis (type uitkering, in- en uitstroom, inclusief re-
den) en de inzet van trajecten en ondersteuning. Daarnaast hebben we een steekproefsgewijze dos-
sieranalyse uitgevoerd voor de interventiegroep. Deze steekproef geeft extra informatie over de situatie
op de participatieladder en het soort ondersteuning dat vanuit het team wordt geboden’.
In dit hoofdstuk beschrijven we eerst de kenmerken van de interventiegroep - en vergelijken deze (waar
mogelijk) met de controlegroep (paragraaf 3.1). Daarna gaan we in op de gevonden (netto-jeffecten van
de aanpak (paragraaf 3.2).
3.1. Doelgroep
In de analyse maken we (zoals gezegd) onderscheid naar de interventiegroep (142 personen) en de
controlegroep (143 personen). Immers, alleen als de kenmerken van deze twee groepen (voldoende)
gelijk zijn, is het mogelijk om verschillen in de gevonden effecten toe te schrijven aan de aanpak. On-
derstaande figuren tonen daarom van beide groepen de belangrijkste kenmerken. Ter vergelijking zijn
ook overige bijstandsgerechtigden toegevoegd aan de grafiek (indien beschikbaar specifiek Amsterdam
en/of trede 2)ê.
Figuur 3.1. Geslacht en huishoudsamenstellin
Geslacht Huishoudsamenstelling
100% 100%
30% 30%
80% 80%
70% 58% 54% De 70% GE EER ERR
60% 60%
50% 50%
40% 40%
on 42% Kd hik zo 28% 31% 19%
Interventie Controle Trede 2 Interventie Controle Trede 2
Eman _ vrouw m Paar m. kind Alleenstaande ouder _mOverig
Bron: RAAK, bewerking LPBL
lets meer dan de helft van klanten in de doelgroep is vrouw. Dit is vergelijkbaar met de trede 2-populatie.
In de interventiegroep is het aandeel vrouwen iets groter dan in de controlegroep, maar dit verschil is
niet significant.
8 RAAK is het cliëntvolgsysteem van de afdeling Werk Participatie en Inkomen van de gemeente Amsterdam
' Zie bijlage voor een toelichting op de werkwijze in de dossieranalyse. In totaal zijn er 90 dossiers besproken.
8 De indeling in trede 1 t/m 4 wordt in Amsterdam gebruikt als maat voor afstand tot de arbeidsmarkt. Trede 4 = korte afstand tot
de arbeidsmarkt, trede 3 = redelijk korte afstand (met hulp binnen 1 à 2 jaar bemiddelbaar naar werk), trede 2 = grote afstand en
trede 1 = zorg nodig, arbeid (nu) niet mogelijk. De meeste klanten in de interventie- en controlegroep zijn ingedeeld in trede 2.
NB: de Amsterdamse trede-indeling is een andere dan de trede-indeling van de participatieladder. Zie verderop in dit hoofdstuk.
8
_|
me
fi 5 he |
Bijna één derde van de klanten in de doelgroep is een alleenstaande ouder. Dit is meer dan gemiddeld
in de trede 2-populatie. Er is geen (significant) verschil in huishoudsamenstelling tussen de interventie-
groep en de controlegroep. In een gezin wonen gemiddeld 3,2 kinderen, dit is meer dan gemiddeld in
Nederland (1,7 kind per gezin)
Figuur 3.2. Leeftijd en uitkeringsduur
Leeftijd Uitkeringsduur
60 12,0
9,9
50 45 43 46 10,0 9,1
40 8,0 7,2
30 6,0
20 4,0
10 2,0
0 0,0
Interventie Controle Trede 2 Interventie Controle Trede 2
minterventie mControle mTrede 2 Elnterventie mControle mTrede 2
Bron: RAAK, bewerking LPBL
De gemiddelde leeftijd van de doelgroep is 45 jaar in de interventiegroep en 43 jaar in de controlegroep.
Dit verschil is niet significant en vergelijkbaar met het gemiddelde van de trede 2-populatie. De actuele
uitkeringsduur is 9,9 jaar voor de interventiegroep en 9,1 jaar voor de controlegroep. Dit verschil is niet
significant. Voor de trede 2-populatie is de actuele uitkeringsduur gemiddeld 7,2 jaar. De doelgroep met
een Somalische migratieachtergrond heeft dus een langduriger uitkeringsverleden.
Figuur 3.3. Opleiding en trede-indeling
Opleidingsniveau Trede-indeling
Vo Ee 10% 7 a Eb 13% KLE
80% pe 80% 14%
70% PER 70%
60% 60%
50% 30% 50% 75% 72%
40% %
30% 60% GZ So
20% a 20%
0% 0%
Interventie Controle Bijstandspopulatie Interventie Controle Bijstandspopulatie
mgeen mlaag =midden _ hoog ET =T2 T3 mT4
Bron: RAAK en Divosa, bewerking LPBL
De doelgroep met een Somalische migratieachtergrond is zeer laagopgeleid: ongeveer 65 procent heeft
geen enkele vorm van opleiding en 20 procent is laagopgeleid (wel onderwijs maar geen startkwalifica-
tie). In de totale bijstandspopulatie is dit respectievelijk 35 procent en 30 procent. Ongeveer driekwart
van de doelgroep is ingedeeld in trede 2 — dat wil zeggen dat zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt
hebben. In de totale Amsterdamse bijstandspopulatie is dit aandeel circa 50 procent.
9
ä
mj
Aanvullende informatie uit de dossieranalyse
Voor de analyse is het van belang om te weten wat de complexiteit van de problematiek is van de
deelnemers. We maken hiervoor gebruik van eerder door ons ontwikkelde categorieën®. We hanteren
op hoofdlijnen een indeling naar huishoudtype (gezinnen, ouderen en overige huishoudens) en naar
problematiek:
1. Huishoudens zonder problemen of met enkelvoudige problematiek (groen),
2. Huishoudens met meervoudige problematiek, maar zelfredzaam (licht oranje),
3. Meervoudige problematiek en niet-zelfredzaam (oranje),
4. Top/intramuraal (rood). Dit zijn de meest complexe huishoudens die vaak behoren tot de doelgroep
van ‘zware’ programma's (bijvoorbeeld dak- en thuislozen, OMPG, crisisdienst GGD).
De informatie die nodig is voor bovenstaande indeling komt niet standaard uit de clientvolgsystemen en
is daarom uitgevraagd in de dossieranalyse. Dat geldt ook voor het aandeel klanten met een taalpro-
bleem en de mate van participatie. Voor dat laatste maken we gebruik van de participatieladder. Deze
ladder is enkele jaren geleden ontwikkeld door een aantal gemeenten in samenwerking met de VNG en
heeft zes treden die het niveau van participatie aangeven. Trede 1 staat voor sociaal isolement en trede
6 voor regulier werk zónder ondersteuning (zie de bijlage voor een nadere beschrijving).
Onderstaande figuur toont de resultaten. Vergelijking met de controlegroep of andere (sub)groepen uit
de bijstandspopulatie is in principe niet mogelijk - daar is immers geen dossieranalyse voor uitgevoerd.
Uit eerder onderzoek weten we wel de doelgroepindeling van de totale trede 2-populatie, deze is ter
vergelijking opgenomen’®. Figuur 3.4 toont de aanvullende informatie uit de dossieranalyse.
Figuur 3.4. Aanvullende informatie dossieranalyse: doelgroepindeling, taal en participatieladder
100% 100%
80% zo 54% ro 13%
70% en so 50% 14%
7 j a 7
40% : 40% 30% Eri
% : % 30% 9,
gezin overig __‘ _T2-gezin T2 - overig Taal EPL 1uPL 2aPL 3
BEV “MV ZR mMV NZR Eprobleem geen probleem PL4=PL5 PL6
Bron: Dossieranalyse (n=90), bewerking LPBL. De participatieladder is geen onderdeel van de klantinfo in RAAK.
Ongeveer 80 procent van de doelgroep heeft te maken met meervoudige problematiek. Bij de gezinnen
is één derde complex (dat wil zeggen: een groot risico op escalatie). Dat is vergelijkbaar met de gemid-
delde trede 2- populatie in Amsterdam''. Voor de overige huishoudens (zonder kinderen) geldt juist dat
ongeveer één derde in de enkelvoudige groep valt en dat ernstige problematiek (vrijwel) niet voorkomt.
Daarin verschilt de doelgroep met een Somalische migratieachtergrond sterk van de gemiddelde trede
9 Zie onder meer: Prognose uitgaven Sociaal Domein Amsterdam, 2017
10 Zie Prognose uitgaven Sociaal Domein Amsterdam, 2017
1 Daarbij dient te worden opgemerkt dat volgens de definities van de doelgroep-indeling een minima-huishouden met kinderen
onder de 18 per definitie als ‘meervoudig’ / kwetsbaar wordt aangemerkt.
10
B
m.
2-populatie. Uit de dossieranalyse blijkt verder dat ongeveer de helft van de klanten de taal zodanig
slecht beheerst dat het een belemmering vormt om te werken’? Fysieke beperkingen (32 procent) ko-
men iets vaker voor dan psychische problemen (17 procent). Gezien de kwetsbare doelgroep is het
aandeel klanten met schulden met 12 procent relatief laag. Bij geen van de klanten zijn er signalen over
problematiek op het gebied van overlast of criminaliteit. Daarnaast komt ook sociaal isolement slechts
beperkt voor (13 procent). Ongeveer de helft van de klanten verricht vrijwilligerswerk, neemt deel aan
collectieve activiteiten, volgt een traject of is ‘job-ready’. Daarbij geldt dat sociale contacten en partici-
patie vooral binnen de eigen gemeenschap plaats vinden.
Samenvattend
Samenvattend kunnen we concluderen dat de VIA-doelgroep met een Somalische migratie-achtergrond
veel alleenstaanden en alleenstaande ouders bevat, (zeer) laag opgeleid is en vaak een lange uitke-
ringsgeschiedenis kent. Er zijn hierin geen (significante) verschillen tussen interventiegroep en de con-
trolegroep.
Uit de dossieranalyse blijkt dat bijna de helft van de klanten onvoldoende taalbeheersing heeft. Er is
weinig isolement, maar participatie vindt veelal plaats binnen de eigen gemeenschap. Tot slot is de
problematiek op verschillende leefgebieden over het algemeen niet ernstig. Doordat het voor een groot
deel gaat om gezinnen (met veel kinderen) zijn Somalische bijstandsgerechtigden toch een kwetsbare
doelgroep. Het gevonden beeld komt overeen met het SCP onderzoek ‘Gevlucht met weinig bagage’.
3.2. Effecten
Het schema uit hoofdstuk 2 laat zien dat er verschillende effecten worden verwacht van de extra in-
spanningen voor de doelgroep met een Somalische migratieachtergrond. De belangrijkste zijn (gedeel-
telijke) uitstroom naar voltijd of deeltijdwerk, een toename van participatie en voorkomen escalatie. In
het onderstaande onderzoeken wij in hoeverre deze effecten ook daadwerkelijk worden bereikt. Dit doen
we zoveel mogelijk door vergelijking van de interventiegroep en de controlegroep. Waar dat niet moge-
lijk is kijken we naar de ontwikkeling binnen de interventiegroep gedurende de interventieperiode.
Figuur 3.5. Aandeel naar werk of participatie, interventie- en controlegroep'®
(tijdelijk) uit de uitkering ‚ deels uit de uitkering Participatieladder
oNetto it 5% 11% 3% 100% 4% 6 o%
9,0% : ' ee 14% 15% 13%
60% 0% ' 60% en Ee ae
ee | 4,2% . 4,2% ee on
3,0% Î 2,8% | 2,8% 2,8% 30% Er 22%
7 En PR ze
ven Naar werk Opgeschoond | PT-werk Vrijwilligerswerk 2 ee Menan Meting2
= Interventie Controle ETrede 1 mTrede2 mTrede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6
Bron: RAAK, Socrates en dossieranalyse (n=90), bewerking LPBL, netto-effecten met * zijn significant op 95%
2 Beheersing van het Nederlands en/of analfabetisme
13 In verband met de kleine aantallen zijn de resultaten niet uit te splitsen naar subcategorieën zoals geslacht of leeftijd
11
ä
m
Figuur 3.5 laat de verschillen zien tussen de interventiegroep en de controlegroep voor de (uit)stroom
naar werk, deeltijdwerk, vrijwilligerswerk en opleiding. Het betreft de totale pilotperiode.
-__Ín de interventiegroep zijn meer mensen uitgestroomd naar voltijds betaald werk (9,2 procent te-
genover 4,2 procent in de controlegroep, ofwel ruim twee keer zoveel). Waar er na 6 maanden nog
geen sprake was van een significant verschil zien we dit nu na anderhalf jaar wel. Het netto ofwel
extra verschil is 5 procentpunt. Hiervan is 3 procentpunt uitstroom naar regulier werk en 2 procent-
punt naar gesubsidieerd werk.
- Bij 4,9 procent van de klanten leidde de intensievere aandacht tot opschoning van het bestand. Dat
wil zeggen dat de klant bijvoorbeeld (tijdelijk) was vertrokken naar het buitenland en ten onrechte
nog een uitkering ontving. In de controlegroep was dit 2,8 procent. Uit de analyse blijkt dat dit op-
schonen in de interventiegroep éérder gebeurt dan in de controlegroep (gemiddeld is het verschil 7
maanden, dit geldt voor de volledige 4,9 procent). Daarnaast wordt er ook méér oneigenlijk gebruik
geconstateerd, doordat er een beter zicht is op de thuissituatie van de klant. We nemen aan dat de
helft van het verschil na anderhalf jaar (2 procentpunt) komt door méér opschonen. Dat betekent 1
procentpunt met een gemiddelde duur van 9 maanden'4.
-__ Uit de registratie blijkt dat in de interventiegroep minder mensen parttime werk aanvaardden dan in
de controlegroep. Dit wijst mogelijk op wat in de literatuur het locked-in effect word genoemd: door-
dat mensen in een traject zitten, hebben ze minder tijd, motivatie of mogelijkheden om te werken.
Ook is het mogelijk dat er een uitruil zit tussen voltijd en deeltijd werk. Het gevonden verschil van 1
procentpunt is overigens niet significant.
-__ Vrijwilligerswerk wordt ook vastgelegd in RAAK als activiteit. Daarnaast is ook in de dossieranalyse
uitgevraagd in welke gevallen actief en succesvol is doorgeleid naar vrijwilligerswerk (en waar dit
naar verwachting in het nulalternatief niet was gebeurd). Uit beide bestanden blijkt dat dit zo'n 3
procent is voor de interventiegroep. Dit effect is niet gevonden voor de controlegroep.
-__In de dossieranalyse is, samen met de klantmanager, beoordeeld waar op de Participatie-ladder de
klant zich bevond; bij start, na verloop van 6 maanden en na anderhalf jaar. Voor 12 procent van de
klanten geldt dat zij in de eerste periode zijn gestegen op de ladder. Met name de deelname aan
georganiseerde activiteiten (trede 3) is toegenomen (van 14 naar 23 procent). Dit effect viel - onder
invloed van Corona - weg in de tweede periode. De gemiddelde situatie is, wanneer je uitstroom
naar werk (trede 6) weg laat, iets verslechterd in de afgelopen periode — zo is er meer sprake van
sociaal isolement.
Daarnaast blijkt uit de dossieranalyse dat de klantmanagers in enkele gevallen door de extra aandacht
hebben kunnen bijdragen aan het voorkomen van escalatie. Bijvoorbeeld in het geval van schuldenpro-
blematiek, scheiding of dakloosheid. Rekening houdend met bijdrage van andere hulpverleners aan het
oplossen van de problemen (de zogeheten attributie) is het aantal voorkomen escalaties naar schatting
1 procent.
De ontwikkelingen naar werk, (meer) participatie en voorkomen escalatie vertalen zich naar maatschap-
pelijke baten. Het volgende hoofdstuk gaat daar verder op in.
# Zie ook het volgende hoofdstuk
12
ä
m
4. Resultaat MKBA
In dit hoofdstuk presenteren we het resultaat van de MKBA. We zetten de (extra) kosten van de inten-
sieve aanpak af tegen de totale maatschappelijke baten. Deze worden net als de kosten uitgedrukt in
euro's. Dit geldt ook voor zaken die niet direct een prijskaartje hebben, zoals kwaliteit van leven of je
veilig voelen. In het algemeen geldt dat de (maatschappelijke) baten te bepalen zijn door “hoeveelheid
Xx prijs”, bijvoorbeeld “2 mensen uitgestroomd uit de uitkering” x “prijs van een uitkering”. Het MKBA-
model is dan ook gebaseerd op twee soorten input:
-__ gegevens over de effectiviteit van de aanpak (hoeveelheid);
- informatie over de waarde (prijs).
Omdat de pilot is geëindigd zijn de resultaten ervan in beeld gebracht en gebruikt om de effectiviteit te
bepalen, zie hiervoor hoofdstuk 3. Dit hoofdstuk start met de kosten van de aanpak (4.1). Daarna volgt
de presentatie van de kosten en de baten met een bandbreedte in de uitkomst en een toelichting op de
baten (4.2). Daarbij is tevens de verdeling van de kosten en baten over de verschillende partijen in beeld
gebracht. Tot slot hebben we wat-als-scenario's opgesteld om de potentie van overdragen van de aan-
pak naar andere gemeenten en / of doelgroep in beeld te brengen (4.3).
4.1. Kosten
De kosten van de aanpak bestaan op hoofdlijnen uit de extra kosten voor het team en de kosten voor
de inzet van extra interventies en trajecten. Daarnaast zijn er kosten die gepaard gaan met de vormge-
ving van de pilot. Deze brengen we wel in kaart, maar nemen we niet mee in de MKBA. Ze zijn immers
niet van toepassing bij opschaling of overdracht van de aanpak.
Kosten Team
Het team dat de pilot Amsterdamse Aanpak voor de doelgroep met een Somalische migratieachtergrond
uitvoerde is gestart met 3 fte klantmanagers en 0,75 fte jobhunter. De kosten hiervan waren € 520.000
euro. Verder was er capaciteit beschikbaar voor de aansturing van de uitvoering (0,2 fte) en ondersteu-
ning (0,3 fte). Het ging om € 65.000 euro. Inclusief de (eenmalige) pilotkosten resulteert een bedrag van
ruim € 876.000 euro.
In de MKBA rekenen we echter met gecorrigeerde kosten. We nemen zoals gezegd de pilotkosten niet
mee en hebben een correctie gemaakt voor het daadwerkelijk beschikbare aantal fte's klantmanage-
ment gedurende de hele pilot. Gestart werd, zoals gezegd, met 3 fte. Echter, door een zwangerschaps-
verlof en tijdelijke andere taken van één klantmanager, was er in de praktijk 2,3 fte beschikbaar. Hiermee
komen de totale kosten (zonder extra inzet van trajecten) afgerond op zo'n € 470.000 euro.
Figuur 4.1. Overzicht kosten team, leiding/ondersteuning en overige pilotkosten
Ongecorrigeerde kosten Gecorrigeerde kosten
1,5 jaar (pilot) Controlegroep Interventiegroep Interventiegroep
Team € 71.227 € 520.875 € 401.625
Leiding/onderst. € 7.123 € 65.250 € 65.250
Overige pilotkosten € 290.289
Totaal € 78.350 € 876.400 € 466.900
Bron: gemeente Amsterdam, bewerking LPBL
13
Ook in het nulalternatief zouden de klanten een klantmanager hebben gehad. Om de kosten daarvan in
beeld te brengen kijken we naar de controlegroep. We gaan uit van een caseload van 250 per fte per
jaar. Dat betekent gemiddeld bijna 5 uur per klant, met een uurprijs van € 75. Rekening houdend met
kosten voor aansturing en ondersteuning bedragen de totale kosten circa € 78.000. De teamkosten van
de pilot-aanpak zijn dus bijna 6 keer zoveel als in het nulalternatief. In de MBKA nemen we alleen de
éxtra kosten ten opzichte van het nulalternatief mee.
Kosten inzet trajecten
Eén van de doelen van de aanpak was om de klanten meer te laten participeren. Het plaatsen op tra-
jecten voor bijvoorbeeld taal of het opdoen van vaardigheden werd daarbij veel ingezet. Figuur 4.2 laat
het verschil in inzet zien tussen de interventiegroep en de controlegroep, na de eerste periode (6 maan-
den) en in het afgelopen jaar (2° periode). Het gaat daarbij om extra trajecten buiten de begeleiding
door het team. Ondersteuning door bijvoorbeeld de jobhunter is dus niet meegenomen als extra traject,
omdat dit al in de inzet van het team zit.
Figuur 4.2. Overzicht inzet externe trajecten interventiegroep en controlegroep
inzet van trajecten 1e periode: 6 maanden inzet van trajecten 2e periode: 1 jaar
160 160
140 122 140
120 120
100 100
80 80
60 3 60 34
40 21 40 18
20 Ke 20
° mn 5 | nn
Interventie Controle Interventie Controle
mTaal mKeuring/IPO mW&R mCollectief/ww = (Schuld)hulp —_ Overig BTaal mKeuring/IPO mW&R (Schuld)hulp _ Overig
Bron: RAAK en dossieranalyse (n=90), bewerking LPBL.
In de eerste zes maanden werden in de interventiegroep 122 trajecten of interventies ingezet. Het aan-
deel klanten dat één of meer interventies krijgt is 56 procent, in de controlegroep is dit 13 procent. Het
grootste deel van de inzet betreft taaltrajecten (37 procent)'S. Daarnaast worden medische en psycho-
logische keuringen veelvuldig ingezet (35%). Een kleiner deel betreft trajecten bij Werk & Re-integratie
(de re-integratie afdeling van de gemeente Amsterdam, 16 procent). Daarbij gaat het voornamelijk om
werkanalyses (beoordeling van wat klanten zouden kunnen doen) of toeleiding naar de Werkbrigade!é.
De kosten van deze inzet in het eerste half jaar bedroegen € 285.000 voor de interventiegroep'”. Dat is
ongeveer € 205.000 meer dan de inzet van trajecten in de controlegroep.
In de tweede periode is aanzienlijk minder ingezet. Dit is op zich logisch omdat de meeste klanten aan
het begin van de pilot worden aangemeld. Bij de tussenmeting waren we uitgegaan van een halvering
als inschatting voor de tweede periode. Er blijkt echter slechts een kwart extra inzet te zijn geweest In
de afgelopen 12 maanden (34 ten opzichte van 122). Ongeveer 20 procent van deze nieuwe inzet is
19 Niet alle taaltrajecten worden met een eigen code geadministreerd in RAAK. Voor dit type trajecten hebben we daarom gebruik
gemaakt van de gegevens uit de dossieranalyse.
8 De werkbrigade is een voorziening in Amsterdam waar mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tijdelijk contract
krijgen voor regulier werk, vaak in reiniging en onderhoud. Zij verdienen het minimumloon, zijn voor de duur van het dienstverband
niet afhankelijk van een uitkering en doen gedurende die periode concrete werkervaring op.
7 Zie bijlage voor een overzicht van de gehanteerde prijzen per type interventie.
14
ä
m
taal en ongeveer een derde betreft een traject bij Werk & Re-integratie. De andere helft zijn keuringen
en overige trajecten. De lagere inzet van trajecten dan verwacht, heeft twee mogelijke oorzaken. In de
eerste plaats was er een toegenomen kostenbewustzijn bij klantmanagers (naar aanleiding van de aan-
bevelingen in de tussenrapportage). Daarnaast werden door de Covid-19 maatregelen veel trajecten
uitgesteld - omdat de doelgroep beperkt digitaal vaardig is, was bijvoorbeeld online taalonderwijs voor
hen geen passend alternatief. Hierdoor zijn er waarschijnlijk minder klanten aangemeld voor (vervolg)in-
terventies!ë, In het totaal zijn er, gedurende de pilot, 156 trajecten ingezet voor de interventiegroep. Dat
betekent gemiddeld 1,1 traject per klant. Voor de controlegroep was dit respectievelijk 39 trajecten en
gemiddeld 0,3 per klant. De totale extra kosten komen daarmee op zo’n € 245.000 euro.
Tot slot noemen wij op deze plaats de ontheffingen. Uit de dossieranalyse blijkt dat in de eerste 6 maan-
den ongeveer 18 procent werd ontheven van sollicitatieplicht. Dit waren voornamelijk éénoudergezinnen
met jonge kinderen (80 procent). In de tweede periode is dit percentage gestegen naar 45 procent,
waarbij het in de helft van de gevallen gaat om alleenstaanden.
4.2. Maatschappelijke kosten en baten
4.2.1. Resultaat na een half jaar
Om het maatschappelijk resultaat van de aanpak te berekenen zijn de totale kosten afgezet tegen de
maatschappelijke baten die samenhangen met de gevonden effecten zoals beschreven in hoofdstuk 3.
Daarbij zijn de overige pilotkosten (extra projectleiding, onderzoek) buiten beschouwing gelaten. Zoals
in de eerste rapportage al werd verwacht werden de effecten pas op (iets langere) termijn zichtbaar. Uit
de MKBA blijkt dat de Amsterdamse aanpak voor de doelgroep met een Somalische migratieachter-
grond nu break-even is. Dat wil zeggen dat de kosten van de pilot opwegen tegen de maatschappelijke
baten. De maatschappelijke kosten-batenverhouding is anders gezegd 1,0: iedere geïnvesteerde euro
levert tot nu toe ongeveer hetzelfde weer op.
In de doorkijk voor overdragen van de aanpak naar andere gemeenten en/of doelgroepen presenteren
we enkele lessen die geleerd zijn, in de vorm van wat-als-scenario’s. Hieruit blijkt dat er nog meer po-
tentie is.
8 In de analyse zijn aanmeldingen geteld. Uitgangspunt is dat deze trajecten uiteindelijk door zijn gegaan of nog zullen gaan.
15
Figuur 4.3. MKBA Amsterdamse Aanpak voor doelgroep met een Somalische migratieachtergrond
KOSTEN
Totale kosten € 707.500
1. _Teamkosten € 462.500
2. Extra pilotkosten € - c € 1.200
3. Extra inzet trajecten € 245.000 8 € 1.000
BATEN S €800
Totale baten € 727.000 ä
1. Productiviteit € 600
2. Voorkomen zorgkosten € 400
3. Kwaliteit van leven [€ 115.000 | € 200
4. Leefbaarheid en veiligheid [Ee |
€-
Saldo (baten minus kosten) € __ 19.500 |
Financieel K-B-verhouding |_______o9| Kosten trajecten m Kosten team
Maatschappelijk K-B-verhouding [1,0 Immateriele baten __= Financiele baten (lt)
= Financiele baten (kt)
Begroting gemeente| € 301.000-
Bron: LPBL MKBA VIA
4.2.2. Toelichting op de baten
1. Productiviteit: uitstroom naar werk, opleiding en vrijwilligerswerk
Voor het berekenen van de baten van meer mensen uit de uitkering en/of aan het werk nemen we alleen
diegenen mee die eerder en extra zijn uitgestroomd naar regulier werk als direct gevolg van de nieuwe
aanpak. Immers, een deel van de klanten was ook in de oude situatie aan het werk gegaan, zoals
duidelijk wordt uit de cijfers van de controlegroep. In het vorige hoofdstuk zagen we dat dit netto-effect
ongeveer 5 procentpunt is, waarvan 3 procentpunt naar regulier werk en de overige 2 procentpunt naar
gesubsidieerd werk. De netto stroom naar deeltijdwerk is negatief (-1 procentpunt), vermoedelijk door
het locked-in effect en/of een uitruil met voltijds werk. Hoewel dat nog niet significant is, nemen we het
wel mee in de analyse omdat het een richting aangeeft.
We nemen aan dat de mensen die uitstromen het minimumloon gaan verdienen (bruto € 22.800). Dat
levert voor henzelf een financieel voordeel op, net als voor het Rijk (extra inkomstenbelasting) maar ook
voor de gemeente. De gemiddelde kosten voor een bijstandsuitkering zijn € 16.800 per jaar'®. Voor de
klanten die uitstromen naar gesubsidieerd werk rekenen we met een gemiddeld bedrag van 9.000 euro
minder uitkeringsbaten. 2
Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de mensen die uitstromen na verloop van tijd weer terugvalt.
Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is de terugval 40 procent binnen twee jaar. In
zowel de interventie- als de controlegroep was de gemiddelde uitstroomduur van klanten die eerder
(voor de pilot) al eens zijn uitgestroomd naar werk 11 maanden. Omdat de aanpak gericht is op duur-
zame uitstroom naar werk (zie hoofdstuk 2) verwachten we een verschil tussen de twee groepen. Uit
de cijfers blijkt dat er inderdaad sprake is van een significant verschil. In de interventiegroep is de uit-
stroomduur in de pilotperiode (nu al) gemiddeld 6 maanden langer dan in de controlegroep. We hanteren
19 Inclusief uitvoeringslasten.
0 Wij gaan daarbij uit van een gemiddelde loonwaarde van 60% en dus een gemiddelde loonkostensubsidie van 40% x € 22.500
=€ 9.000, die we in mindering brengen op de baten a.g.v. voorkomen uitkeringslasten. Dit is gebaseerd op de gemiddelde loon-
waarde van werknemers met LKS bij een Sociaal Werkbedrijf in de regio (zie: MKBA en businesscase Werkom, LPBL, 2019)
16
ä
m
op dit moment een bandbreedte omdat dit effect nog kan doorlopen, en rekenen met een gemiddelde
uitstroomduur van tussen de 18 en 24 maanden?’.
Naast de directe uitstroom naar werk kan de nieuwe aanpak ook op andere manieren leiden tot een
verhoogde productiviteit. Hieronder volgt een toelichting, tabel 4.4 geeft de bijbehorende batenposten.
- Meer en/of eerder vrijwilligerswerk. Een van de mogelijkheden waar binnen de Amsterdamse Aan-
pak op wordt ingezet is uitstroom naar vrijwilligerswerk. Uit de analyse blijkt dat het aandeel mensen
in de interventiegroep dat in de pilotperiode vrijwilligerswerk is gaan doen 3 procent hoger is dan in
de controlegroep. Vrijwilligerswerk wordt gewaardeerd tegen gemiddeld 8 euro per uur, waarbij een
vrijwilliger zich gemiddeld 170 uur per jaar inzet?®. We nemen dit mee voor de duur van één jaar.
- Extra toeleiding naar opleiding. Het afronden van een opleiding of het halen van een startkwalificatie
vergroot de kansen van mensen op lange termijn. We weten uit eerder onderzoek? dat iedere jon-
gere die een startkwalificatie haalt, overeen komt met een maatschappelijke baat van ongeveer €
70.000 (netto contante waarde over een heel leven). Het grootste deel (circa € 60.000) zijn baten
op lange termijn, het moment dat deze jongere de arbeidsmarkt betreedt. De baten zijn opgebouwd
uit een grotere kans op hoger loon en een lagere kans op een uitkering, alternatieve scholing en
criminaliteit. Uit de RAAK-gegevens blijkt dat slechts 2% van de interventiegroep onder de 30 is en
dat op dit moment niemand wordt doorgeleid naar een opleiding. Deze baat treedt hier dus niet op.
-__ Opschonen bestand. Bij 5 procent van de klanten leidde de intensievere aandacht tot opschoning
van het bestand. Uit de analyse blijkt dat dit na verloop van tijd ook in de controlegroep opschoning
plaats vindt. Gemiddeld gebeurt dit echter zeven maanden later dan in de interventiegroep. Daar-
naast is een deel van het effect niet tijdelijk (door eerder signaleren van onterecht gebruik), maar
extra’*. Beide effecten leiden tot lagere uitkeringslasten voor de gemeente?S.
In het berekenen van de productiviteitswinst hebben we daarnaast twee effecten meegenomen waarvan
is te verwachten dat ze nog zullen optreden.
- Extra uitstroom naar gesubsidieerd werk. In de pilotperiode hebben de klantmanagers in samen-
werking met Pantar (het sociaal werkbedrijf van Amsterdam) een groepstraject op maat ontwikkeld.
Het doel was om de deelnemers, na een korte toeleiding, een contract aan te bieden bij Pantar. Het
ging om werk in onder meer schoonmaak en groenvoorziening, als fietsenmaker of chauffeur. Door
de Covid-19 maatregelen is dit project uitgesteld. In totaal staan 25 mensen op de lijst voor deel-
name. Op basis van de ervaringen met aanmelding voor de Werkbrigade mogen we aannemen dat
dit voor 20% van hen daadwerkelijk zal leiden tot een arbeidsovereenkomst?. Omdat het project
volledig is voorbereid en alleen uitgesteld rekenen we de helft van deze verwachte uitstroom toe
aan de pilot (+2 procentpunt naar gesubsidieerd werk).
2111 plus 6 en afgerond is 18 maanden als ondergrens
22 Zie ook MKBA Herziening Sociaal Domein — collectief, LPBL 2015
2 [PBL, MKBA vroegtijdig schoolverlaten, 2014
2 Het verschil tussen beide groepen is na afloop van de pilotperiode 2%. We gaan ervan uit dat de helft hiervan tijdelijk is en de
helft extra. Zie het vorige hoofdstuk.
® In het geval van eerder opmerken rekenen we met een winst van 7 uitkeringsmaanden, conform de uitkomsten uit de data-
analyse. Bij het extra effect hanteren we daarnaast 9 maanden (gemiddelde winst in uitkeringsmaanden bij opschonen). Conform
de richtlijnen voor MKBA’s nemen we hier geen verlies voor de klant mee, de uitkering was immers onrechtmatig verstrekt.
® Uit de aangeleverde data-bestanden blijkt dat 10 aanmeldingen hebben geleid tot 2 arbeidscontracten
17
- Lange termijn effecten. Uit onderzoek blijkt dat er een lange termijn effect is van re-integratie-inter-
venties. De mate waarin dit optreedt is afhankelijk van het type interventie en de doelgroep. Wij
rekenen met een gemiddeld effect van 1 procentpunt extra naar werk, vijf jaar na de interventie”.
Tabel 4.4. Productiviteitswinst
1. Productiviteit € 513.500
a uitstroom naar werk € 341.000
b vijwilligerswerk € 5.500
ce doorstroom naar school € -
d opschonen bestand € 87.500
2. Voorkomen maatschappelijke (zorg)kosten
Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat 80 procent van de doelgroep problemen ondervindt op meerdere leef-
gebieden. De indeling (o.b.v. ZRM-scores) in doelgroepen is belangrijk omdat hieraan ook zorgcon-
sumptieprofielen hangen. We gebruiken dit om de effecten van meer of minder zorg of voorkomen es-
calatie te waarderen. Onderstaande tabel geeft voor elke groep, die we onderscheiden (35% gezinnen
en 65% overige huishoudens) de gemiddelde kosten per jaar, beginnend met huishoudens zonder of
met enkelvoudige problemen en oplopend naar de kosten voor de huishoudens in de ‘top’. In het alge-
meen geldt: hoe meer problemen en hoe minder zelfredzaam huishoudens worden, hoe hoger de zorg-
kosten. Duidelijk is dat het voorkomen van escalatie veel kosten kan besparen, vooral bij gezinnen.
Figuur 4.5. Zorgconsumptie Amsterdam sociaal domein (totaal per type huishouden per jaar)?
Cr 4 Laa) Totaal
€ 4.300 | € - € 100 | € 100 | € 1.300 | € 2.800 | € -
Meervoudig € 20.100 | € 11.800 | € 700 | € 200 | € 3.600 | € 3.800 | € -
€ 28.100 | € 11.100 | € 700 | € 200 | € 11.800 | € 4.300 | € -
€ 83.500 | € 19.400 | € 5.100 | € 800 |E 53.000 | € 5.200 | € -
Ouderen Totaal
€ 5.850 | € 50 | € 700 | € 100 | € - € 5.000 | € -
Meervoudig € 10.600 | € 700 | € 3.600 | € 800 | € - € 5.500 | € -
€ 10.800 | € 800 | € 4.000 | € 200 | € - € 5.800 | € -
€ 54.900 | € - € - € - € - € 2.900 | € 52.000
Overige hh Totaal
€ 2.600 | € 400 | € 100 | € 100 | € - € 2.000 | € -
Meervoudig € 20.700 | € 15.700 | € 1.500 | € 400 | € - € 3.100 | € -
€ 21.100 | € 14.900 | € 2.900 | € 200 | € - € 3.100 | € -
€ 63.600 | € 16.000 | € 30.600 | € 500 | € - € 7.100 | € 9.400
Bron: LPBL Raming Amsterdam: update zorgconsumptie 2015
Op basis van de dossieranalyse rekenen we hier met een voorkomen escalatie naar een ‘hoger’ con-
sumptieprofiel van 1 procent, tijdens de intensieve ondersteuning door het team en na een positieve
uitstroom naar werk of vrijwilligerswerk. Door meer integraal te kijken en te handelen is hier overigens
nog potentie, zie het volgende hoofdstuk.
Daarnaast is er een besparing in tijdsbesteding van klantmanagers bij het team Activering, waar de
doelgroep in het nulalternatief in de caseload zou zitten (zie hierboven). De besparing is dus gelijk aan
de kosten van het klantmanagement voor de controlegroep voor een periode van 18 maanden (€
77.500, de netto contante waarde van het bedrag in tabel 4.1).
27 Lammers e.a, Lange termijn effecten van re-integratie, SEO Amsterdam 2013 en 2019.
® Exclusief kosten voor re-integratie (om dubbeltelling te voorkomen).
18
ä
m
Jabel 4.6. Voorkomen zorgkosten ____
2. Voorkomen zorgkosten
a. Tijdens traject
b. Na uitstroom naar werk € 2.000
c. Besparing WPl-regulier € 71.500
3. Kwaliteit van leven
Naast financiële baten spelen ook de immateriële baten een belangrijke rol. De Amsterdamse Aanpak
verhoogt voor (een deel van) de doelgroep het welbevinden of welzijn. Klanten participeren meer, heb-
ben vaker een daginvulling en meer sociale contacten. Dit alles leidt tot meer gevoel van eigenwaarde,
zelfvertrouwen en een verbetering van de mentale gezondheid. Daarnaast heeft ook de door- of uit-
stroom naar werk, opleiding of vrijwilligers werk een positief effect op het gevoel van welbevinden. We
waarderen deze effecten onder de noemer toegenomen ‘Kwaliteit van leven’. Om deze baat in euro's
uit te drukken werken we met Quality Adjusted Life Years (QALY's): een begrip dat afkomstig is uit de
gezondheidseconomie en een maat vormt voor de kwaliteit van leven (zie box 4.7).
Box 4.7. QALY’s
QALY’s (Quality Adjusted Life Years) zijn gewonnen gezonde levensjaren, waarbij de kwaliteit van leven wordt
uitgedrukt in een getal tussen O en 1. Eén staat daarbij voor de waarde van één volledig gezond levensjaar. Een
lagere waarde geeft de waarde van leven met een ziekte. Een levensjaar met een waarde van bijvoorbeeld 0,5
QALY betekent dat iemand evenveel waarde hecht aan een jaar met een bepaalde ziekte als aan een half jaar
in volle gezondheid. In de QALY indicator zitten ook zaken als levensgeluk of zelfstandigheid. Hoewel QALY's
vaak discussie oproepen -zowel over de waarde van een QALY als over het principe- is het gebruik ervan we-
tenschappelijk gangbaar en goed gefundeerd. Voor het bepalen van de ziektelast worden enquêtes uitgevoerd.
Voor MKBA'’s worden QALY's vaak in euro's gewaardeerd. De bedragen die hiervoor gebruikt worden
variëren van 20.000 tot 100.000 euro per gewonnen levensjaar. Inmiddels is hiervoor een richtlijn ont-
wikkeld waarbij een waarde van 50.000 euro wordt voorgeschreven?®. In voorliggende MKBA gebruiken
we deze waarde. In totaal gaat het om ongeveer 0,3 gewonnen gezonde levensjaren®®. Dit is het resul-
taat van een positief effect (meer mensen met dagbesteding, participatie of werk) en een negatief effect
(minder mensen in deeltijd aan het werk). We zijn er daarbij vanuit gegaan dat de trajecten die afgelopen
jaar niet door konden gaan door de Covid-19 maatregelen, nog wel zullen plaats vinden — inclusief het
bijbehorende effect op kwaliteit van leven®”.
® Werkwijze voor kosten-baten analyse in het sociale domein, Koopmans e.a, 2016.
0 We maken gebruik van een proxy-variabelen om de winst in kwaliteit van leven te bepalen. Uit onderzoek blijkt dat 39% van
mensen met problematische schulden eenzaamheid, stress en depressie ervaart (bron: Hoven et al, maatschappelijk rendement
van integrale schuldhulpverlening, 2007). In een wijk met een lage SES-score is dit gemiddeld 11%, een verbetering van 28%.
Het verlies aan kwaliteit van leven door depressie is 0,19 QALY (bron: RIVM). De winst is in dit geval: 17 mensen meer actief x
28% x 0,19 x 0,5 jaar — 3 mensen minder (deeltijd)werk x 28% x 0,19 x 1 jaar = 0,3
31 De kosten van deze trajecten zijn in de MKBA immers ook meegenomen.
19
„ "
m
„Jabel 4.8. Toename kwaliteit van leven ==
3. Kwaliteit van leven € 115.000
a. tijdens traject € 67.500
b. na positieve uitstroom € 47.500
4.2.2. Verdelingseffecten
Niet alleen het saldo voor de maatschappij als geheel is belangrijk, maar ook de verdeling van de kosten
en baten over de verschillende betrokken partijen. Figuur 4.9 laat deze verdeling zien. Hierdoor wordt
o.a. duidelijk wat het financieel resultaat van de aanpak is voor de gemeente.
Figuur 4.9. Verdelingseffecten: kosten en baten per actor
€ 800.000 |
|
€ 600.000
€ 400.000
€ 200.000 mn
Ì
en | mn mn mn
| Klanten Rijk/maatschappij pol&jus
€ 200.000- {
|
€ 400.000- |
€ 600.000-
€ 800.000- |
= Financiele kosten _m Financiele baten Immateriele baten
Bron: LPBLMKBA VIA
Uit het figuur blijkt dat de klanten de (netto-)baathebbers zijn. Ze hebben meer kwaliteit van leven en
een hoger inkomen door de verhoogde kans op uitstroom naar betaald werk. Het Rijk heeft baten door
de extra inkomstenbelasting®. De gemeente betaalt en krijgt een klein deel van haar investering terug
in de vorm van besparingen op de uitkeringslasten. Het netto-effect voor de gemeente is echter negatief:
het saldo van de kosten en de baten is - € 300.000 (netto contante waarde)®®.
4.3. Scenario's voor overdracht
Op basis van de analyses en de interviews met het team dat de pilot heeft uitgevoerd zijn een aantal
lessen te trekken voor de overdracht van aanpak naar andere gemeenten of andere doelgroepen met
een grote afstand tot de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld ook binnen de gemeente Amsterdam). In het on-
derstaande worden deze beschreven. Toepassing van sommige van deze lessen leidt naar verwachting
nog tot een verbetering van de in de pilot behaalde resultaten. We eindigen deze paragraaf daarom met
een doorkijkje naar het potentiële resultaat van de aanpak bij overdracht.
2 Ook politie / justitie heeft een kleine baat a.g.v. minder schooluitval op de lange termijn (kinderen uit de betrokken gezinnen).
$ In de verdelingseffecten is er geen rekening mee gehouden dat het Rijk een deel van de pilotkosten voor zijn rekening neemt.
Dit omdat de MKBA gericht is op de mogelijkheden van opschaling in de toekomst. In dat geval is de gemeente de betalende
partij.
20
ä
m
Werkwijze en team
Zoals beschreven in hoofdstuk 2 is een systematische werkwijze kenmerkend voor de aanpak. Kort
samengevat gaat het om:
-__De klant leren kennen. Wie is het? Wat zijn wensen en belemmeringen? Sterke en zwakke punten?
-__ Wat kan ik (de klantmanager, de organisatie) nog doen om de klant te versterken?
- __ Wat kost dat?
- Wat levert dat naar verwachting op?
Omdat klanten uit de doelgroep soms al jaren niet zijn gezien vraagt het tijd om hen te leren kennen en
een relatie op te bouwen. De ervaring uit de pilot leert dat het voor een groot deel van de doelgroep 6
tot 12 maanden duurt voordat de eerste beweging ontstaat.
De rol van de klantmanager en de jobhunter is cruciaal voor de effectiviteit van de aanpak. Zij zijn
letterlijk de belichaming van de aanpak. Het zijn hun kwaliteiten die het verschil maken. Een effectieve
uitvoering van de aanpak vraagt dan ook om klantmanagers die betrokken en geduldig zijn en aan
(zelfjreflectie doen. Tegelijkertijd is het nodig dat zij helder zijn over wat er kan en niet kan en daarin
ook duidelijke grenzen stellen.
In de pilot is invulling gegeven aan cultuur-sensitief werken door inzet van klantmanagers met een
Somalische achtergrond. Uit de evaluatie blijkt dat deze inzet voor- en nadelen heeft. Als voordelen zijn
genoemd het spreken van de taal, het beter begrijpen van gevoeligheden en het sneller voorkomen van
misverstanden (zoals bijvoorbeeld het verschil tussen de Somalische klok en de Nederlandse). Ook
hebben klantmanagers met dezelfde achtergrond een makkelijker contact met sleutelpersonen in de
gemeenschap. Aan de andere kant kan het voor klantmanagers uit dezelfde gemeenschap lastig zijn
om grenzen te stellen — zijzelf of hun familie worden daar soms op aangesproken. Het algehele beeld
is dat cultuur-sensitief werken uiteindelijk vooral gaat om de menselijke relatie tussen klantmanager en
klant. Het vraagt om aanwezig zijn met aandacht, waarbij culturele aspecten niet genegeerd worden,
maar juist expliciet gemaakt.
Een belangrijk leerpunt voor het team was om te werken met een passende caseload. Inmers, juist in
deze doelgroep zijn er grote verschillen per klant in hoeveel tijd begeleiding kost. Voor een klant met
een ontheffing die verder stabiel is, is alleen periodieke monitoring nodig. Ook een klant die in de case-
load van de jobhunter zit kost een klantmanager nauwelijks tijd. Anderen, die potentie hebben maar nog
gemotiveerd moeten worden of naar een passende plek begeleid, kosten juist wél tijd. Door hier in de
bepaling van de caseload rekening mee te houden (m.a.w. door te werken met een passende caseload)
wordt overcapaciteit (en dus onnodig hoge kosten) voorkomen. Uit de ervaringen in de pilot bleek dat
50 per fte een te lage caseload is voor deze doelgroep. Daarom is in de laatste maanden een zwanger-
schapsverlof niet vervangen en heeft één van de klantmanagers ook andere taken uitgevoerd.
Op basis van deze ervaringen hebben wij een vergelijking gemaakt van de beschikbare capaciteit klant-
management en de benodigde capaciteit. Dit is weergegeven in figuur 4.10. De beschikbare capaciteit
daalde van 3 fte bij de start naar 2,3 fte in de laatste periode van de pilot. Het figuur laat daarnaast zien
dat het aantal klanten in de aanpak daalde in de loop van de pilotperiode (door overdracht aan andere
teams en door uitstroom). Tegelijkertijd nam het aantal ontheffingen toe (tot zo'n 45% van de caseload,
rechterdeel figuur). Als we rekening houden met een tijdsbesteding van gemiddeld 24 uur per klant per
21
ä
m
jaar aan begeleiding en 2 uur per klant voor monitoring“, was de benodigde capaciteit bij start 2,8 fte
(een caseload van 50 per fte) en aan het einde 1,3 fte (een caseload van circa 80 per fte).
Figuur 4. 10. Ontwikkeling beschikbare en benodigde caseload pilot VIA
Caseload team Caseload team
5 3,0 3,0 2,3 2,8 2,0 1,3
80
60
40
20
° start 6 mnd 18 mnd start 6 mnd 18 mnd
Em Totale caseload mbegeleiding _ # ontheffing / monitoring
Beschikbare capaciteit in fte Benodigde capaciteit in fte
Bron: LPBL MKBA VIA
De gemiddelde benodigde capaciteit aan klantmanagement bij deze passende caseload over de hele
pilotperiode was 1 9 fte. Als we de kosten en baten uitrekenen met deze gemiddelde capaciteit in plaats
van de werkelijk ingezette capaciteit stijgt de maatschappelijke kosten-baten verhouding van 1,0 naar
1,2 (zie figuur 4.11).
Inzet van trajecten
De beschreven aanpak richt zich op doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt of een
beperkte integratie. Hierbij dient rekening te worden gehouden met taalachterstanden, weinig (recente)
werkervaring, gebrek aan werknemersvaardigheden en weinig kennis van de arbeidsmarkt. Dat bete-
kent dat er in de beginfase, naast aandacht van de klantmanager en jobhunter, ook veel inzet van
trajecten (nodig) zal zijn. Vanuit het oogpunt van effectiviteit en kostenbewustzijn is het belangrijk om
voor ogen te houden dat het vooral om aandacht geven en gezien worden gaat. De inzet van de trajec-
ten dient aanvullend te zijn, passend bij de klant en niet duurder dan nodig (bijvoorbeeld door inzet van
taalmaatjes en gebruik van collectieve voorzieningen in buurthuizen). Toepassing van deze uitgangs-
punten bij overdracht van de aanpak leidt waarschijnlijk tot een lagere inzet van trajecten dan in de pilot.
Als we rekenen met 25 procent minder inzet, stijgt de maatschappelijke kosten-baten verhouding naar
1,1 (zie fig 4.11).
In hoofdstuk 3 staat een beschrijving van het groepstraject dat de klantmanagers ontwikkelden in sa-
menwerking met Pantar, specifiek voor deze doelgroep. Doordat het project is uitgesteld is slechts de
helft van het verwachte effect in deze MKBA toegerekend aan de pilot. Het ontwikkelen van dit soort
groepstrajecten-op-maat is echter juist een potentiële kracht van een doelgroepgerichte aanpak. Een
ander mooi voorbeeld namelijk is de ontwikkeling van een vrouwengroep gericht op empowerment.
Waarbij gebruik gemaakt wordt van goede voorbeelden en rolmodellen uit de gemeenschap. Dit vraagt
1 24 uur per klant per jaar komt overeen met een caseload van 50 klanten per fte. 2 uur per klant per jaar is gebaseerd op
gemiddeld 1 à 2 gesprekken per jaar.
$ In de berekening laten we de capaciteit voor jobhunting, leiding en ondersteuning proportioneel mee dalen.
22
ä
mj
een lange adem. Door de corona-maatregelen is het niet tot concrete uitvoering gekomen en is het op
dit moment nog de vraag of dit gaat lukken, zie ook hieronder bij effecten van duur ondersteuning.
Indien we hier het volledige verwachte effect van de samenwerking van Pantar meenemen stijgt de
maatschappelijke kosten-baten verhouding naar 1,1 (zie figuur 4.11). Aan de empowerment van vrou-
wen hebben we nog geen inschatting van effecten toegekend.
Duur van de ondersteuning
Veel klanten hebben de afgelopen jaren nauwelijks contact gehad met een klantmanager. Het opbou-
wen van een relatie kost dus tijd. In de woorden van een klantmanager: “het duurt 6 tot 12 maanden om
beweging te organiseren”. De geïnterviewden geven dan ook aan dat ze bang zijn dat de groep na
afloop van het project weer aan hun lot wordt over gelaten. Dat zou niet alleen een teleurstelling zijn
voor de klanten - één die hun vertrouwen in instanties opnieuw kan ondermijnen - maar ook een maat-
schappelijk verlies. Voor een deel van de doelgroep geldt dat in de pilotperiode van 18 maanden een
basis is gelegd, waarop nu verder kan worden gebouwd. Indien dit wordt gedaan kan het lange termijn
effect (in het basisscenario 1 procentpunt extra uitstroom naar werk) stijgen. Wanneer we rekenen met
een verdubbeling naar 2 procentpunt stijgt de maatschappelijke kosten-baten verhouding naar 1,1.
Onderstaand figuur laat de genoemde wat-als-scenario’s zien ten opzichte van het basisscenario. Een
kostenbatenverhouding boven de 1,0 wil zeggen dat de baten groter zijn de extra kosten die gemaakt
zijn. De meest rechtse balk laat de potentie zien van alle lessen en inschattingen samen. Op dat moment
resulteert een maatschappelijke kosten en baten verhouding van ongeveer 1,6. Overigens is dit zonder
rekening te houden met het feit dat de pilot midden in de corona-periode viel. Het is niet ondenkbaar
dat de gevonden effecten zónder Covid groter zijn. In dat geval wordt het maatschappelijk rendement
nog positiever.
Figuur 4.11. Potentie Amsterdamse aanpak naar andere gemeenten en/of doelgroepen
18
1,6
1,4
1,2
1,0 STATE nn TTT 7
E IJ n n n Ì
0,6
0,4
0,2
0,0
Basis 1. Passende 2. Minder trajecten 3. Extratoeleiding 4. Duurzamer Totaal (1 t/m 4)
caseload gesubs
B Financiele baten (kt) _=Financiele baten (lt) Immateriele baten
Bron: LPBL MKBA VIA. Op de rode lijn is de maatschappelijke kosten-baten verhouding 1,0
23
ä
m
5. Samenvatting en conclusie
De Amsterdamse Aanpak voor de doelgroep met Somalische achtergrond heeft effect
De gemeente Amsterdam heeft in de afgelopen jaren een nieuwe integrale en sluitende aanpak ontwik-
keld. Deze bestaat op hoofdlijnen uit intensieve begeleiding door een dedicated klantmanager met ken-
nis van de Somalische taal, achtergrond en cultuur, en met meer tijd dan een reguliere klantmanager.
Belangrijk in de aanpak zijn de open houding van de klantmanagers met oog voor de capaciteiten en
mogelijkheden van de klant zelf. De klantmanager beschikt daarbij over de extra inzet van een jobhun-
ter, die is verbonden aan het team. Tot slot is er de mogelijkheid om trainingen en opleiding op maat te
ontwikkelen en aan te bieden.
De aanpak heeft een positief effect op participatie en uitstroom. De uitstroom naar regulier of gesubsi-
dieerd werk is in de interventiegroep vijf procentpunt hoger dan in de controlegroep. Deelname aan
vrijwilligerswerk ligt drie procentpunt hoger en gemiddeld 12 procent van de deelnemers stijgt tijdens
het traject op de participatieladder. Daarnaast hebben de aandacht van de klantmanager en de inzet
van trajecten zelf al een positief effect: na een lange periode van inactiviteit werken klanten nu weer
aan iets positiefs. Dat leidt tot meer kwaliteit van leven. Tot slot leidt de intensievere aandacht tot sneller
(vijf procentpunt) en meer (één procentpunt) zicht op oneigenlijk gebruik van uitkeringen. Zoals in de
eerste rapportage al werd verwacht werden de meeste effecten pas op (iets langere) termijn zichtbaar.
De klanten uit de doelgroep zijn inmers soms al jaren niet gezien. Het vraagt dus tijd om hen te leren
kennen en een relatie op te bouwen.
Uit de MKBA blijkt dat de Amsterdamse Aanpak voor de doelgroep
met een Somalische migratieachtergrond nu break-even is. Dat wil ns
zeggen dat de kosten van de pilot opwegen tegen de maatschappe- 5 <80
lijke baten. De maatschappelijke kosten-batenverhouding is anders a €600
gezegd 1,0: iedere geïnvesteerde euro levert tot nutoe ongeveer het- __ £“
zelfde weer op. € 200
€.
Aandacht werkt en de klantmanager is de sleutel tot effectiviteit
Kenmerkend voor de aanpak is de systematische werkwijze waarin aandacht voor de klant centraal
staat. Kort samengevat gaat het om:
-___De klant leren kennen. Wie is het? Wat zijn wensen en belemmeringen? Sterke en zwakke punten?
-__ Wat kan ik (de klantmanager, de organisatie) nog doen om de klant te versterken?
- __ Wat kost dat?
- Wat levert dat naar verwachting op?
De rol van de Klantmanager en de jobhunter is cruciaal voor de effectiviteit van de aanpak. Het zijn hun
kwaliteiten die het verschil maken. Een effectieve uitvoering van de aanpak vraagt dan ook om klant-
managers die betrokken en geduldig zijn en aan (zelf)reflectie doen. Tegelijkertijd is het nodig dat zij
helder zijn over wat er kan en niet kan en daarin ook duidelijke grenzen stellen. Dit zijn (trainbare)
eigenschappen die niet inherent zijn aan de functie, maar aan de invulling daarvan.
24
ä
m
Verdere verbetering door passende caseload, trajecten op maat, kostenbewustzijn en niet loslaten
Op basis van deze evaluatie zijn een aantal lessen te trekken voor de overdracht van aanpak naar
andere gemeenten of andere doelgroepen (ook binnen de gemeente) met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt:
- Werk met een caseload die past bij de begeleidingsbehoefte van het klantenbestand. Immers, juist
in deze doelgroep zijn daar grote verschillen in. Voor een klant met een ontheffing die verder stabiel
is, is alleen periodieke monitoring nodig. Ook een klant die in de caseload van de jobhunter zit kost
een klantmanager nauwelijks tijd. Anderen, die potentie hebben maar nog gemotiveerd moeten
worden of naar een passende plek begeleid, kosten juist wél tijd. Uit de ervaringen in de pilot bleek
dat 50 per fte passend is bij de start (waarin de klantmanagers de klanten moeten leren kennen)
maar dat op termijn een caseload van 80 per fte meer voor de hand ligt. In de praktijk zal dit afhan-
kelijk zijn van de verhouding tussen (intensieve) begeleiding en monitoring.
- Wees kostenbewust bij de inzet van trajecten. Gezien de doelgroep is er in de beginfase ook inzet
van trajecten nodig, bijvoorbeeld op het gebied van taal of het opdoen van werknemersvaardighe-
den. Vanuit het oogpunt van effectiviteit en kostenbewustzijn is het belangrijk om voor ogen te hou-
den dat de essentie van de aanpak aandacht is. De inzet van de trajecten dient hierop aanvullend
te zijn, passend bij de klant en niet duurder dan nodig (bijvoorbeeld door inzet van taalmaatjes en
gebruik van collectieve voorzieningen in buurthuizen).
- Maak gebruik van groepstrajecten op maat. Het ontwikkelen van groepstrajecten-op-maat is een
potentiële kracht van een doelgroepgerichte aanpak. Door de kennis van de doelgroep die wordt
opgedaan in de aanpak, kan met dit soort trajecten goed worden aangesloten bij specifieke ontwik-
kelpunten. Daarnaast is het in potentie goedkoper dan voor iedere klant afzonderlijk een traject op
maat te realiseren.
- Laat klanten na afloop niet (opnieuw) los. Het voordeel van werken in de vorm van een pilot of
project is dat het energie genereert. Het nadeel is dat het ook weer stopt. Voor de klanten, die
tijdelijk intensief begeleid zijn, betekent het mogelijk dat zij weer terug gaan naar de oude situatie
van (vaak zeer) beperkte ondersteuning. Dat zou niet alleen voor hen een verlies zijn, maar ook in
maatschappelijk opzicht. Voor een deel van de doelgroep geldt immers dat in de begeleidingsperi-
ode een basis is gelegd waarmee ook op langere termijn effecten gerealiseerd kunnen worden.
Toepassing van deze lessen leidt naar verwachting nog tot een
verbetering van de in de pilot behaalde resultaten. Het figuur
hiernaast laat een indicatie van de potentie zien, uitgedrukt in £ 1.000
de maatschappelijke kosten-baten verhouding. Hierin zijn de ef- 5 € 800
fecten van Corona buiten beschouwing gelaten. 8 € 600
€ 400
€ 200
€-
-0-0-0-
25
ä
m
Bijlage |. Beschrijving werkwijze pilot
De tekst in deze bijlage is opgesteld door de medewerkers van de gemeente Amsterdam die de pilot
hebben uitgevoerd. Deze bijlage is te lezen als een handreiking voor het toepassen van de werkwijze
in andere gemeenten en/of andere doelgroepen.
26
ä
m
HANDREIKING werkwijze pilot VIA
1. Aanleiding
In september 2019 is de gemeente Amsterdam op verzoek van het ministerie van SZW gestart met
een pilot onder langdurig werkzoekende Amsterdammers van Somalische afkomst. De pilot
maakt deel uit van het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) waaraan
meerdere gemeenten en bijdrage leveren. Met behulp van een subsidie van SZW is er vanuit de
Amsterdamse aanpak statushouders een team ingericht dat intensieve begeleiding geeft aan een
deel van deze groep van voor 2013. Het team biedt begeleiding naar voorbeeld van de aanpak en
bestaat uit klantmanagers en een jobhunter die kennis hebben van de doelgroep en deels zelf van
Somalische afkomst zijn. De langdurig werkzoekenden worden allen uiteindelijk bereikt via de
cohortaanpak, ook gestart in 2019.
In het kader van het programma Verder Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) voert de gemeente Amster-
dam een pilot uit onder de langdurig werkzoekende Amsterdammers van Somalische afkomst. In Am-
sterdam ontvangen op dit moment 439 (genaturaliseerde) Somaliërs een bijstandsuitkering. Dit is zo'n
42% van de Somalische Amsterdammers met een arbeidsverplichting. De arbeidsparticipatie onder So-
maliërs is daarmee relatief laag. We zien dat deelnemers binnen de pilot met een Somalische achter-
grond een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt en niet altijd even goed zijn geïntegreerd. Er zijn
veel alleenstaande ouders en veelal grote gezinnen.
Leeswijzer
In dit doeument deelt het team dat de pilot in Amsterdam heeft uitgevoerd hun bevindingen. Het is te
lezen als een handreiking voor het toepassen van deze werkwijze in andere gemeenten en/of andere
doelgroepen. De handreiking start met een beschrijving van en aanbevelingen voor de werkwijze (pa-
ragraaf 2). Tot slot wordt ingegaan op algemene aandachtspunten bij het werken met deze doelgroep
(paragraaf 3).
2. Beschrijving en aanbevelingen werkwijze
Het eerste contact
Het leggen van het eerste contact is enorm belangrijk voor het verdere vervolg van het contact. Probeer
het eerste contact telefonisch te leggen. Probeer duidelijk uit te leggen wat de reden is van het contact.
Leg rustig uit dat je de klant uitnodigt voor een gesprek op kantoor. Geef aan dat de klant een brief met
bevestiging van de afspraak in de brievenbus zal ontvangen. Controleer direct of alle contactgegevens
kloppen en indien nodig pas deze aan.
Mocht je de klant telefonisch niet te pakken krijgen (bel op 3 verschillende momenten) nodig dan de
klant direct uit per brief. Probeer een sms-herinnering in het systeem te zetten, zodat de klant een dag
van tevoren een herinnering van de afspraak krijgt.
“Ik heb de helft van de klanten telefonisch te pakken gekregen, de andere helft heb ik per brief uitgeno-
digd.”
“Ik heb gemerkt dat een deel van de klanten telefonisch moeilijk bereikbaar zijn.”
27
ä
m
Indien de klant niet verschijnt, geef niet op, probeer de klant opnieuw uit te nodigen. Blijf proberen en
laat indien mogelijk de brief persoonlijk en/of aangetekend bezorgen.
Houd er rekening mee dat er bij de doelgroep sprake is van een taalbarrière. De doelgroep spreekt niet
en/of nauwelijks Nederlands. Analfabetisme, laaggeletterdheid komt ook veelvuldig voor bij de doel-
groep. Het niet verschijnen op de uitnodiging kan met bovenstaande een rol spelen. Houd daarom re-
kening met de menselijke maat en probeer niet direct de beëindiging — en/of sanctiebeleid hierop toe te
passen.
Het eerste gesprek (kennismaking/ intake gesprek)
Het is belangrijk om tijdens de gesprekken vertrouwen te winnen. Het eerste gesprek is daarin een
belangrijk begin. Dwangmatige gesprekken of gesprekken richtend op rechten en plichten kunnen dwin-
gend overkomen. Neem de tijd, de klant kan bijvoorbeeld al jaren niet gesproken zijn. Neem alle tijd en
stel ook jezelf voor. Het waarom van het gesprek en de aanpak is belangrijk, leg deze goed uit en zorg
dat dit ook bekend is bij de klant. Maak je rol duidelijk, geef je grenzen aan.
Probeer af te tasten of de klant niet kan of wellicht ook niet wil. Bij de laatste groep kan je als professional
weerstand tegenkomen. vat dit niet persoonlijk op. Dit kan te maken hebben met oud zeer, gevoel heb-
ben geen kans te hebben gekregen, medische en/of psychische klachten, maar ook nog een diploma
willen halen en/of onredelijke eisen stellen die niet waargemaakt kunnen worden door de klantmanager
en/of jobhunter.
Toon altijd respect, heb het niet direct over werk, neem dingen samen door. Gedragsverandering en/of
inzetten van de juiste interventie vergt tijd en vertrouwen.
De onderstaande tips geven de klantmanagers vanuit Amsterdam mee:
-__Ga het gesprek blanco in
-__ Stel ook jezelf voor, vertel je eigen levensverhaal
- Humor is een goede middel om het ijs te breken
-__ Wees altijd duidelijk en leg afspraken vast
-__ Verdiep je in de achtergrond, cultuur en herkomst van je klant
-_ Ken en leer je klant
-__ Wees flexibel maar trek ook duidelijk je grenzen
-__ Werk vanuit het concept ‘Help me — Help you’
De klanten met weerstand verschijnen vaak niet op de eerste afspraak. Zijn lastig telefonisch bereikbaar,
verzetten afspraken en geven vaak sociaal wenselijke antwoorden. Vaak zijn dit ook de klanten met
onderliggende problematiek, zoals dakloos of last hebbend van medische klachten. Klanten die sociaal
wenselijk gedrag vertonen komen op het eerste afspraak maar zijn daarna vaak niet te traceren of halen
alles uit de kast om niet naar een traject en/of aan het werk te gaan. Bij de laatste groep helpt spiegelen
en het uitleggen van het gevolg van hun handelen om dat gedrag om te buigen.
28
ä
m
Het inschakelen van de moskee, stichtingen of familie kan ook bijdragen aan het positieve contact en/of
beleving van de klant. Geef de klant altijd meerdere opties en laat het hem zijn keuze zijn. Vraag wat
voor werk zijn vrienden doen of hoe zij hun tijd doorbrengen. Gebruik sanctioneren als een laatste mid-
del en (het noemen van) sanctioneren kan helpen.
Bij de samenwerking tussen de klantmanager en de jobhunter zijn de volgende aspecten belangrijk.
-__neem snel contact op met de klantmanager als er weerstand is
-_plan een driegesprek in
-__snel schakelen en korte lijnen zijn een must
-__ maak duidelijke afspraken
- geef de klant kans om eerst zelf naar een geschikte baan te zoeken en wijs hierna de klant zelf op
vacatures.
Eenzelfde (etnische) achtergrond kan het contact en vertrouwen versnellen. Anderzijds is de sociale
controle binnen de gemeenschap vaak groot en kan de nauwere betrokkenheid neveneffecten hebben.
Klantmanager: “lk ben in Amsterdam opgegroeid en mijn familie woont in Amsterdam. De gemeenschap
is klein en weet elkaar te vinden. Een aantal keer zijn mijn ouders benaderd door klanten met de mede-
deling dat ik streng voor hen was.”
Hoe verder na het eerste gesprek
Nadat alle deelnemers van de pilot zijn gesproken is het van belang om deze klanten te categoriseren
voor de verdere inzet. Het categoriseren van de deelnemers is voor de verdere begeleiding van belang
voor het in te zetten instrumenten.
De eerste verdeling die gemaakt kan worden zijn de zorg klanten en de niet zorg klanten. De zorg
klanten kunnen dan weer worden onderverdeeld in de volgende sub categorieën: niet belastbaar, deels
belastbaar < 16 uur en belastbaar > 16 uur.
Klantmanager: “Nadat ik iedereen heb gesproken heb ik de klanten onderverdeeld in: — -, +, ++. De
legenda hiervan is een middel voor de in te zetten instrumenten: — zijn zorgklanten, klanten waar een
SMA / IPO ingezet moet worden, een ontheffing hebben en minder dan 12 uur beschikbaar zijn. + zijn
klanten met een lange afstand tot de arbeidsmarkt maar wel beperkt inzetbaar (> 16 uur) zijn en hebben
een voorschakel nodig. De + klanten zijn jobready maar hebben meer tijd nodig om uit te stromen naar
regulier werk, de ++ klanten zijn direct bemiddelbaar en zuilen ook binnen enkele maanden uitstromen.”
Het is een tool om onderscheid te maken en te categoriseren. Welke overeenkomsten en verschillen
zijn er tussen de klanten en welk instrument zet je voor wie in. Het is een richtlijn in je werkwijze. Er
moet een intrinsieke motivatie zijn bij de klant om in beweging te komen. Het bovenstaande model kan
ook helpen bij het nadenken hoe de klanten naar een volgende fase te begeleiden. De inzet van het
sociaal medisch advies en/of individueel psychologisch onderzoek kan dienen om duidelijkheid te krij-
gen in de vervolgstappen.
29
ä
m
Klantmanager: “Ik heb gekeken naar de leeftijden, eerst de jongere mensen in kaart gebracht. Zo ook
naar de mensen die willen en gemotiveerd zijn. De niet willers en de jonge klanten heb ik op een leer-
werktraject geplaatst om te werken aan hun motivatie en werknemersvaardigheden. Met de meeste
klanten heb ik geprobeerd om in de spreekkamer Nederlands te praten. Ik heb gemerkt dat klanten een
hoge verwachting hebben van zichzelf. Ze denken snel in van ik kan het niet en een ander gedeelte dat
juist heel erg gemotiveerd is.”
Het uiteindelijke succes in de intensieve begeleiding is aandacht geven, de tijd nemen. Maatwerk
leveren en kijken wat werkt voor deze klanten om ze in beweging te krijgen.
Klantmanager: “Ik ervaarde bij een aantal klanten dat zij niet wilden werken. Als reden gaven zij diverse
Klachten als hoofdpijn, ziek, zwak en misselijk. Ik ben hier uitgestapt en heb gedacht hoe komt dit en
wat kan ik eraan doen om dit gedrag om te buigen. Ik heb deze klanten met rust gelaten en heb de
situatie van een afstand bekeken. Ik kwam tot de conclusie dat een groot gedeelte van de klanten nooit
contact hebben gehad met hun oude klantmanager, Ik heb met hen de dienstverlening opnieuw uitgezet
door hun te informeren over hun rechten en plichten. Heb samen met hem de procedure rondom niet
belastbaarheid doorgenomen en hierna een sociaal medisch advies ingezet. De bejegening en positio-
nering in deze is belangrijk. Wees eerlijk naar de klant en spiegel zijn gedrag.”
De bovenstaande ervaringen zijn de ervaringen vanuit klantmanagers met een Somalische achtergrond
We hebben ook de jobhunter gevraagd of hij weerstand heeft ervaren:
Jobhunter: “fk heb niet echt weerstand ervaren. Wel het gevoel gehad dat ik niet serieus werd genomen
door een klant. Ik had een driegesprek gevoerd, alles doorgenomen met de klant, de klant een sollici-
tatiegesprek heeft gehad en op het laatste moment aangaf niet te willen. Op zulke momenten is het van
belang om snel te schakelen tussen jobhunter — klantmanager. Waar ik vaak tegen aan liep was dat de
klant zijn telefoon uit deed en meerdere dagen ook niet meer bereikbaar was.”
3. Aandachtspunten bij begeleiding van deze doelgroep
Taalniveau
Het taalniveau is bij een groot gedeelte van de doelgroep laag. Doorgaans is de spraakvaardigheid bij
deze doelgroep beter dan de schrijfvaardigheid. Voor taalonderwijs wordt er momenteel gebruik ge-
maakt van het gemeentelijke aanbod. Vermoedelijk sluit dit niet voldoende aan op de vraag van de
arbeidsmarkt.
Knelpunten waar de doelgroep tegen aan loopt
- geen reëel beeld van de arbeidsmarkt
-_niet willen (kunnen) werken in de avond/ het weekend/ zorg voor kinderen niet kunnen combineren
(geen flexibele werkhouding)
- hoge en onredelijke salariseisen stellen
-_niet willen verzorgen van mannen in de zorg uit religieuze motivatie
-_niet willen werken met alcohol en/of varkensvlees in de horeca uit religieuze motivatie
30
ä
m
Het werken met deze doelgroep vraagt van de klantmanager enorme creativiteit en maatwerk. De job-
hunter stimuleert het samen zoeken naar passend werk.
Het huidige aanbod van instrumentarium binnen WPI, maar ook binnen de afdeling Entree Amsterdam
was voor een deel niet toereikend voor deze doelgroep. Het ontwikkelen van nieuw instrumentarium dat
aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep is belangrijk. De ervaring die hiermee kan worden
opgedaan kan natuurlijk vanzelfsprekend worden ingezet voor de ontwikkeling van nieuw instrumenta-
rium voor de toekomst.
Aandachtspunten bij de ontwikkeling van nieuw instrumentarium zijn:
- Het taalniveau is erg laag en verschillend
-_ Informatie over de normen en waarden in de Nederlandse samenleving
-__ Informatie over wet- en regelgeving in Nederland
-_ Informatie over arbeidswet
- De meeste klanten zijn niet digivaardig (leren omgaan met de computer)
- Het aanleren van competenties en vaardigheden
-__ Verwachtingen uitwisselen bij werk zoeken of bij het vinden van een baan
-0-0-0-
31
mn
Em
Bijlage Il. Cockpit MKBA — Pilot
Invoer en effecten (hoeveelheden) Amsterdamse aanpak Statushouders Kosten en Baten Verdeling kosten en baten over partijen
>> Pilot & overdraagbaarheid Aantal in interventie [142 |
Extra kosten pilot meenemen? [oo | aandeel gezinnen KOSTEN
Flexibele capaciteit [_o | Totale kosten
Minder trajecten 1. _ Teamkosten € 462.500 € 800.000
Meer naar werk[_8 | 2. Extra pilotkosten € -
>> Effecten Gestegen op participatieladder|___17 | 3. Extra inzet trajecten € 245.000 € 600.000
Effecten op uitstroom->werk Extra st kw doelgroep|___0 | BATEN
Extra volledig - regulier zes Extra st kw kinderen Totale baten € 400.000
Extra volledig - gesubsidieerd see 1. Productiviteit [€ ___ 513.500 |
Extra deeltijd ses a uitstroom naar werk € 341.000 € 200.000
Gemiddeld dienstverband DT „er b vijwilligerswerk € 5.500 En
Duur van uitstroom (mnden) „7 e doorstroom naar school € - €- nn ——
€ 1.000 + 7 - d opschonen bestand € 87.500 & > SL
Effecten op uitstroom overig 5 _ e handhaving € 200.000- & s* &
Extra naar vrijwilligerswerk 2E€800 — f LT effect op kinderen € 79.500 & FS <
Extra naar opleiding 8 2. Voorkomen zorgkosten € 400.000- Nd
Opschonen bestand z €600 — a. Tijdens traject € 19.000 &
Extra handhaving €400 + b. Na uitstroom naar werk € 2.000 € 600.000-
c. Besparing WPl-regulier € 77.500
LT IE 3. Kwaliteit van leven [€ ___115.000 |
Minder schooluitval in de toekomst ses €200 a. tijdens traject ee
Meer werk in de toekomst zes en ‚ b. na positieve uitstroom € 47.500 = Financiele kosten Financiele baten __= Immateriele baten
4. Leefbaarheid en veiligheid CE
Voorkomen zorgkosten = Kosten trajecten a. leefbaarheid buurt
Tijdens traject ses um Kosten team b. kosten pol &jus € -
Na positieve uitstroom Immateriele baten
: Han = Fi i fj
Besparing KM activering {als % van gef 100% | = Financiele baten W Saldo (baten minus kosten) [€ 19.500 |
Financieel K-B-verhouding [_______osl
Kwaliteit van leven & leefbaarheid kosten perclient| € _ 5.000 Maatschappelijk K-B-verhouding EN
Stijging op P-ladder tijdens traject ses baten perclient| € _ 5.100
Toename Kv {attributie) Begroting gemeente €__ 301.000]
Aandeel criminaliteit & overlast >> Overige instellingen
Vermindering recidive agv dagbestedind___0% | waarde QALY
gemiddelde LKS
maanden uitstroom opschonen
32
8
Em
Bijlage Ill. Cockpit MKBA — Potentie
Invoer en effecten (hoeveelheden) Amsterdamse aanpak Statushouders Kosten en Baten Verdeling kosten en baten over partijen
>> Pilot & overdraagbaarheid Aantal in interventie [142 |
Extra kosten pilot meenemen? [oo | aandeel gezinnen KOSTEN
Flexibele capaciteit Totale kosten
Minder trajecten 1. _ Teamkosten € 356.500 € 1.000.000
Meer naar werk 2. Extra pilotkosten € -
>> Effecten Gestegen op participatieladder|___17__| 3. _ Extra inzettrajecten € 184.000 € 800.000
Effecten op uitstroom->werk Extra st kw doelgroep|__o | BATEN
. . . € 600.000
Extra volledig - regulier ses Extra st kw kinderen Totale baten
Extra volledig - gesubsidieerd ses 1. Productiviteit € 400.000
Extra deeltijd ses a uitstroom naar werk € 450.500
Gemiddeld dienstverband DT „e b vijwilligerswerk € 5.500 € 200.000 mn
Duur van uitstroom (mnden) „7 e doorstroom naar school € -
€1.000 d opschonen bestand € 87.500 cn mn! mmm
Effecten op uitstroom overig 5 _ e handhaving & > SL
Extra naar vijwilligerswerk BEBOO « f_ LT effect op kinderen € 79.500 € 200.000- & se &
Extra naar opleiding 8 2. Voorkomen zorgkosten fe; ES S
Opschonen bestand z €600 — a. Tijdens traject € 400.000- Rd
Extra handhaving b. Na uitstroom naar werk € 2.000 iN
€400 J c. Besparing WPl-regulier € 77.500 € 600.000- $
LT LA 3. Kwaliteit van leven [€__126.500 |
Minder schooluitval in de toekomst ses €200 a. tijdens traject ee
Meer werk in de toekomst <<< Ee b. na positieve uitstroom € 56.000 B Financiele kosten __& Financiele baten = Immatenele baten
4. Leefbaarheid en veiligheid CE
Voorkomen zorgkosten = Kosten trajecten a. leefbaarheid buurt
Tijdens traject ses um Kosten team b. kosten pol &jus € -
Na positieve uitstroom Immateriele baten
Besparing KM activering (als % van jn m Financiele baten (lt) Saldo (baten minus kosten)
= Financiele baten (kt)
Financieel K-B-verhouding [____ asl
Kwaliteit van leven & leefbaarheid kosten perclient| € _ 3.800 Maatschappelijk K-B-verhouding EE
Stijging op P-ladder tijdens traject ses baten perclient| € _ 6.000
Toename Kv {attributie) Begroting gemeente[ € ___ 75.000]
Aandeel criminaliteit & overlast >> Overige instellingen
Vermindering recidive agv dagbesteding ___0% | waarde QALY
gemiddelde LKS
maanden uitstroom opschonen
33
ä
m
Bijlage IV. Werkwijze EffectenArena en dossieranalyse
De MKBA — EffectenArena
De MKBA-EffectenArena is een door LPBL en SEV ontwikkeld instrument? gericht op het gezamenlijk
doordenken en doorleven van de essentie van een project. In een 3 uur durende workshop met project-
leden en/of andere stakeholders worden de relaties tussen investeringen, maatregelen en effecten ge-
zamenlijk uitgedacht en opgetekend op een A2-vel: de Arena. Dit stimuleert het blootleggen van de
gedachtegang: hoe gaat deze interventie bepaalde effecten teweeg brengen? Het biedt daarmee de
kans om de gedachtegang te delen en te toetsen: klopt de redenering, zijn de verwachtingen reëel? Wie
investeert, wie profiteert? De MKBA-Arena vormt ook de eerste stap op weg naar een MKBA en neemt
de betrokkenen mee in de gedachtegang die daarbij hoort.
In een of meer groepen van 3 tot 5 man/vrouw worden de volgende stappen doorlopen:
1. Beschrijven van de probleem- en doelstellingen van het project;
2. Expliciteren van het project en het referentiealternatief: wat zal er waarschijnlijk gebeuren als de
investering niet plaatsvindt ;
3. Benoemen van de partijen die investeren in het project;
4. Identificeren van de directe en indirecte effecten van de interventie en het trekken van pijlen tussen
project en effect. Met een onderscheid tussen bedoelde en onbedoelde effecten;
5. Benoemen van de partijen die baat hebben bij of last hebben van de effecten en deze door middel
van pijlen koppelen aan de effecten.
De term Arena is niet voor niets gekozen. Het is wenselijk dat mensen met verschillende achtergronden
deelnemen aan de sessies en gemengd in groepen zitten. Zo komen verschillen in visies en verwach-
tingen expliciet aan de orde. Daarbij wordt niet zelden intensief gediscussieerd. In de praktijk blijken
mensen enthousiast over het instrument, omdat het:
-__dwingt concreet te maken welke toegevoegde waarde het project heeft;
-__ expliciet maakt wie profiteert, hetgeen een aanleiding kan zijn af te spreken nieuwe partijen bij het
project te betrekken;
- helpt om de MKBA een minder theoretische exercitie te maken en dichter bij het projectteam te
brengen.
®% Gebaseerd op de effectenarena van de SEV
34
B
m
MKBA-Arena
(1) PROBLEEMANALYSE Ie
& DOELSTELLING E
ee) 4
Nede
wwwelfectenarena.nl ehannnetndnmenete tend
Bron: LPBL en SEV
2. Dossieranalyse
Voor het kunnen opstellen van de MKBA zijn gegevens nodig over de huishoudens in de caseload van
de aanpak. Idealiter komt deze informatie uit een cliënt/huishoudenvolgsysteem, waarin een aantal ba-
sisgegevens wordt bijgehouden. Echter, vaak is in de ontwikkelfase van een nieuwe werkwijze de infor-
matie in het systeem in de beginfase ontoereikend. Met een steekproefsgewijze dossieranalyse hebben
wij een snelle en pragmatische manier ontwikkeld om toch veel informatie krijgen. In essentie komt het
erop neer dat we een aantal generalisten/teamleden systematisch interviewen over een (aselect getrok-
ken) aantal van hun casussen.
Werkwijze
Uit het registratiesysteem wordt een aselecte steekproef van huishoudens getrokken. In dit geval 30 per
teamlid. Voor deze huishoudens wordt een dossieranalyse gedaan, in een interview met de medewer-
ker. Voor iedere casus gaan we tijdens het interview in op de volgende aspecten:
-__ Algemene informatie over het huishouden
o _ huishoudsamenstelling, inkomensbron, minima ja/nee, LVB of GGZ
-__ Situatie van het huishouden bij aanvang van het traject:
o problemen per leefgebied c.q. de zwaarte van de casus
o lopende trajecten/zorg bij aanvang casus
-__ Welke interventies zijn gepleegd
o ingeschakelde specialisten of juist schrappen van externe zorg
o door het team (zelf, inzetten netwerk/eigen kracht) etc.
35
ä
m
o actief inzetten of voorkomen van escalaties zoals huisuitzetting, uithuisplaatsing, intramu-
rale opname
-__ Situatie per leefgebied nu of bij inactief worden van de casus
Exceldatabase t.b.v. kwantitatieve analyse
In een Exceldatabase worden de resultaten van de interviews tijdens het gesprek systematisch geturfd.
Op die manier worden kwantitatieve analyses mogelijk. De ervaring leert dat het bespreken van 10
casussen in één uur haalbaar is.
-0-0-0-
36
ä
m
Bijlage V. Gehanteerde prijzen van trajecten
Kosten bron
Aanvraag doelgroep € 700 conform Loonwaarde bij UWV
Andere aanpak (27-32) € -
Bezig met collectief € -
Bezig met HV € -
Bezig met mantelzorg € -
Bezig met opleiding € -
Bijz doelgr € -
Collectief € 875 zorgconsumptie Amsterdam
D4succes € 85 MKBA re-integratiedienstverlening Zoetermeer
Hulpverlening € 1.900 zorgconsumptie Amsterdam (clientondersteuning)
IPO € 750 bron: UWV, sociaal medisch advies
IPO/Medische keuring € 750
jobhunter € - in kosten team
Medische keuring € 750
Monitoring € - in kosten klantmanagement
Nazorg € - in kosten klantmanagement
Reiskosten € 240 40 euro per maand, gemiddeld 6 maanden
SHV € 1.750 zorgconsumptie Amsterdam
Taal € 2.150 conform taalboost (MKBA statushouders)
voorbereiding SHV € 1.750
Vrijwilligerswerk € 875 conform collectief
W&R Amsterdam Werkt € 15.000 MKBA WPI, Amsterdam Werkt, exclusief de toeslagen voor event deelname KNW en WSP
WER traject € 5.100
W&R: contract werkbrigade € - PM: zijn salariskosten voor werkgever, maar vraag of je dat hier mee moet nemen
W&R: huisbezoek € -
W&R: klantbeeld € 700 conform Loonwaarde bij UWV
W&R: loonwaarde € 700 conform Loonwaarde bij UWV
W&R: toeleiding WB € 10.000 MKBA Werkbrigade, trajectkosten
W&R: werkanalyse € 1.500 schatting, PM
werkplek Pantar € 5.400 € 900 per traject per maand. Bron: SEO MKBA Pantar, gemiddeld 6 maanden
37
ä
m
Bijlage VI. Indeling participatieladder
De participatieladder is enkele jaren geleden ontwikkeld door een aantal gemeenten in samenwerking
met de VNG en heeft zes treden die het niveau van participatie aangeven.
Treden:
1. sociaal geïsoleerd
2. sociale contacten en af en toe deelname aan sociale activiteiten (buurthuis etc)
3. deelname aan georganiseerde activiteiten, eventueel gericht op doorstroom (traject, taal)
4. onbetaald werk
5. werken met ondersteuning/jobready
6. regulier werk
38
ä
m
Bijlage VIl. Methodologische beschrijving databestanden
De gebruikte dataset bestaat uit verschillende werkbladen in Excel met geanonimiseerde gegevens uit
RAAK op klantniveau, voor zowel de controlegroep als de interventiegroep. Per uniek persoon is een
ID meegegeven zodat de gegevens aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Het gaat om:
-__ Algemene kenmerken van de klanten: geslacht, leeftijd, trede-indeling en opleidingsniveau
-__ Uitkeringsgegevens van klanten, zowel per 1/9/2019 als per 1/4/2020 en 1/5/2021: type uitkering,
uitkeringsgeschiedenis (startdata + reden instroom, einddata + reden uitstroom)
- Inzet van trajecten in de periode 30/9/2019 tot 1/5/2021: type traject, startdatum en einddatum,
reden einde traject, succesvolle afronding ja/nee.
-___ Parttime werk: is er sprake van parttime werk, startdatum en einddatum.
Om het bestand bruikbaar te maken voor de analyse hebben we enkele correcties en selecties uitge-
voerd:
-__ Op basis van de beschikbare gegevens zijn de volgende indicatoren geconstrueerd: uitkeringsduur
per keer dat cliënt een uitkering kreeg, totale uitkeringsduur tot start onderzoeksperiode, opleidings-
categorie (laag, middelbaar en hoog, waarbij is aangesloten bij de definities van de vluchtelingen-
monitor van OIS), traject in onderzoeksperiode ja/nee, uitstroom in onderzoeksperiode ja/nee, uit-
stroom naar werk ja/nee, parttime werk gestart in onderzoeksperiode ja/nee
-__In de analyse van de trajecten is gecorrigeerd voor meerdere fases in één traject, zodat unieke
combinaties van persoon en traject overbleven.
-__ De inzet van taaltrajecten bleek niet altijd te worden geregistreerd in RAAK. Voor de taaltrajecten is
daarom gebruik gemaakt van de gegevens uit de steekproef.
Indeling ín interventie- en controlegroep
Vóór de start van de pilot is door de gemeente Amsterdam een eerste inventarisatie gemaakt van klan-
ten die in aanmerking kwamen voor de aanpak. Hiervoor is een koppeling gemaakt met het BRP zodat
klanten met een Somalische migratie-achtergrond geïdentificeerd konden worden (425 personen). Hier-
uit zijn alle klanten verwijderd die al in een bijzondere aanpak waren opgenomen (bijvoorbeeld jongeren,
team Entree, daklozen, gedetineerden en veelplegers). Er bleven 285 klanten over. Deze zijn random
ingedeeld in een interventiegroep en een controlegroep, waarbij personen uit één huishouden bij elkaar
zijn gehouden”.
97 Voor zowel de experimentgroep als de controlegroep geldt dat de ondersteuning gedurende de onderzoeksperiode niet werd
gewijzigd. Bij controle van de dataset voor de eindmeting bleek dat vanaf november 2021 enkele klanten uit de controlegroep op
waren genomen in de zogeheten cohortaanpak — een andere vorm van intensieve ondersteuning. Om de onderzoeksresultaten
niet te beïnvloeden is hiervoor gecorrigeerd.
39
ä
m
Bijlage VIIl. Onderzoeksvragen
In het kader van het programma en de pilot zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld waar de
evaluatie een antwoord op moet geven:
-__Ín hoeverre is de aanpak van Amsterdam (kosten)effectief, wat zijn werkzame elementen en
hoe is de aanpak overdraagbaar en opschaalbaar te maken?
De volgende onderzoeksvragen worden met de monitoring en evaluatie van de aanpak beantwoord:
1. Wat zijn de werkzame elementen van de pilot en hoe is de aanpak overdraagbaar en op-
schaalbaar te maken?
a. Wat houdt de aanpak voor Somalische Amsterdammers in (doel, doelgroep, activitei-
ten, randvoorwaarden)?
b. Watis de beleidstheorie/theoretische onderbouwing van de aanpak (werkzame mecha-
nismen, relevante (context)factoren)?
c. Hoe verloopt de implementatie en uitvoering in de praktijk? Wat zijn daarbij succes- en
faalfactoren? Hoe is de waardering en ervaring van betrokkenen?
d. Wat zijn de werkzame mechanismen van de aanpak in de praktijk? Wat vraagt de aan-
pak van klantmanagers (culturele sensitiviteit, softskills, etc)? Komt dit overeen met de
beleidstheorie?
e. Wat zijn lessons learned? Welke adviezen kunnen worden gegeven aan andere ge-
meenten en partijen die met deze aanpak aan de slag willen gaan”?
2. Wat zijn de resultaten en effecten van de pilot?
f. _Watis het bereik van de pilot in aantal deelnemers?
g. Wat zijn de kenmerken van deelnemers (in het bijzonder verhouding tussen het aantal
mannen en vrouwen)?
h. Welke specifieke interventies zijn bij wie ingezet?
\. Bij hoeveel deelnemers is resultaat behaald en hoeveel uitval is er?
j. Welke doelstellingen zijn bereikt (meer vrijwilligerswerk, treden op de Participatielad-
der, volgen van opleiding, uitstroom naar werk)?
k. Welk deel van de deelnemers heeft welk doel behaald (uitgesplitst naar geslacht, leef-
tijd, etc)?
3. In hoeverre is de pilot (kostenjeffectief?
| _Is de intensieve begeleiding effectiever dan reguliere trajecten als het gaat om stappen
op de Participatieladder en uitstroom naar werk?
m. Wegen de (maatschappelijk) kosten op tegen de (maatschappelijke) baten van de aan-
pak?
40
| Onderzoeksrapport | 41 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 845
Datum akkoord 7 oktober 2014
Publicatiedatum 10 oktober 2014
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het raadslid de heer M.F. Poorter
van 11 september 2014 op de schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw
R. Alberts inzake cliënttevredenheid over de thuiszorg in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Cliëntenbelang Amsterdam heeft op 9 september 2014 een onderzoeksrapport
gepresenteerd naar de cliënttevredenheid over de thuiszorg in Amsterdam (‘Meldactie
Amsterdamse Thuiszorg’). De aanleiding van het onderzoek was dat veel
Amsterdamse thuiszorgorganisaties zijn veel in het nieuws zijn geweest en ook bij het
Meldpunt van Cliëntenbelang veel vragen van ongeruste Amsterdammers zijn
binnengekomen. Twee thuiszorgorganisaties zijn failliet gegaan en vakbonden
hebben met medewerkers protesten georganiseerd, omdat zij zich zorgen maken
over de kwaliteit van de thuiszorg.
Vooropgesteld, in verreweg de meeste gevallen zijn de cliënten tevreden over de
thuiszorg en gaat het lang niet overal slecht. Maar juist omdat het gaat om zorg mag
worden verwacht dat in alle gevallen kwaliteit wordt geleverd. Daarom deelt de fractie
van de PvdA deelt deze zorgen met vele Amsterdammers en met cliëntenbelang.
Het is onacceptabel als oudere en zieke mensen hun hulp niet op tijd krijgen, of als er
wordt beknibbeld op de uitvoering van de thuiszorg.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 11 september 2014, namens
de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de
schriftelijke vragen van mevrouw Alberts van 11 september 2014, namens de fractie
van de SP (Gemeenteblad afd. 1, nr. 844) — tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Een van de conclusies van het rapport is dat thuiszorgmedewerkers vaak te laat
of helemaal niet verschijnen. 20% van de ondervraagden geeft aan dat de
thuiszorgmedewerkers vaak niet komt opdagen op het afgesproken tijdstip.
Met name in vakantietijd zijn de problemen groot. En bij ziekte wordt dikwijls geen
vervanger geregeld. Is het college bekend met deze problemen? Is het college
bereid de thuiszorginstellingen hierop aan te spreken, en zo nee waarom niet?
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing ds Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 11 september 2014
Antwoord:
Het college houdt de dienstverlening door thuiszorgorganisaties in de gaten en is
op de hoogte van de uitdagingen bij de uitvoering van hulp bij het huishouden.
Het college is geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek en zal het
rapport bespreken met de gecontracteerde thuiszorgorganisaties.
2. Veel thuiszorgmedewerkers werken korter dan de afgesproken tijd. 15% van de
medewerkers komt later of gaat eerder weg. Volgens de huidige afspraken met
de aanbieders wordt afgerekend op uurbasis, en nog niet op basis van
resultaatverplichting. Is het college bereid de thuiszorgaanbieders hierop aan te
spreken, en zo nee waarom niet?
Antwoord:
De afspraak die is gemaakt met de cliënt moet worden nageleefd. Wanneer de
werkzaamheden eerder klaar zijn dan gepland is dit een reden dat de
medewerker eerder vertrekt dan afgesproken. Dit moet de cliënt accorderen.
Wanneer een medewerker om een andere reden eerder vertrekt of later arriveert
is dit niet acceptabel. Het college gaat dit onderwerp bespreken in de gesprekken
met de thuiszorgorganisaties.
N.B. Vanaf 2015 zal er in de hulp bij het huishouden op resultaat worden gewerkt.
Dan gaat het niet om uren, maar om het resultaat: “een schoon en leefbaar huis”.
Dit onderwerp speelt daarom niet in de toekomst.
3. Een van de uitkomsten van het rapport is dat veel cliënten zich onveilig voelen
vanwege de personele wisselingen in de thuishulp. Volgens het rapport
informeren thuiszorgorganisaties cliënten niet (altijd) vóóraf over welke
medewerker komt. Vaak kan deze zich vervolgens niet legitimeren. Cliënten
voelen zich hierdoor onveilig, zeker vanwege het feit dat in het verleden mensen
zijn beroofd door criminelen die zich voordoen als thuiszorgmedewerker. Herkent
het college dit probleem, en zo ja, is het college bereid alle gecontracteerde
thuiszorgorganisaties te verplichten dat medewerkers zich altijd moeten
legitimeren, en zo nee waarom niet?
Antwoord:
Het college herkent de signalen over gevoelens van onveiligheid en begrijpt deze
ook. Daarom wil het college graag dat er zoveel mogelijk vaste medewerkers
worden ingezet en dat zij zich kunnen legitimeren. Ook dit onderwerp zal het
college bespreken met de thuiszorgorganisaties.
4. Cliëntenbelang stelt terecht dat de tevredenheid van cliënten een leidende rol
speelt bij resultaatgerichte zorg. Cliëntenbelang roept de gemeente Amsterdam
op om een onafhankelijke monitoring van de uitvoering van hulp bij het
huishouden vanuit het cliëntperspectief op te nemen in het Programma van Eisen
bij de gunning van de thuiszorg voor de komende jaren. De fractie van de PvdA
steunt deze aanbeveling. Is het college bereid deze aanbeveling over te nemen?
Antwoord:
Zie het antwoord bij vraag 5.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing ds Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 11 september 2014
5. In het rapport wordt niet ingegaan op de tevredenheid uitgesplitst per
thuiszorgorganisatie. Graag bespreekt de fractie van de PvdA binnenkort in de
raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie
de klanttevredenheid per gecontracteerde organisatie en per onderaannemer.
Kan het college toezeggen deze rapportages binnen twee maanden te agenderen
in de raadscommissie?
Antwoord:
Met het resultaatgericht werken zal het college meer toezien op de kwaliteit van
de dienstverlening. Daarom is in het inkoopdocument voor de hulp bij het
huishouden 2015 onderstaande opgenomen:
“De gemeente Amsterdam hecht veel waarde aan kwalitatief goede
dienstverlening in de Wmo. De door cliënten ervaren kwaliteit is, naar het oordeel
van de gemeente, bepalend voor de kwaliteit van maatschappelijke
ondersteuning. De kwaliteit van het personeel en het vertrouwde gezicht worden
door cliënten als zeer belangrijk ervaren. De gemeente Amsterdam stelt daarom
eisen aan het personeel dat wordt ingezet. Ook is er een opdracht aan de
leverancier om zo veel als mogelijk een vaste medewerker in te zetten bij
cliënten, binnen de grenzen van redelijkheid en haalbaarheid. De gemeente
bewaakt de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden op een actieve manier, onder
andere door overleg met de leveranciers, het bewaken van wachttijden, overleg
met cliëntenorganisaties, signalen van cliënten en organisaties, het opvragen van
verslagen van de vergaderingen met de cliëntenraad, klachtenmonitoring,
cliënttevredenheidsonderzoek en klantwaarderingsonderzoek. De gemeente
verwacht een proactieve houding van de leveranciers in het bewaken van de
kwaliteit van dienstverlening, het signaleren van knelpunten en het melden
daarvan bij de gemeente Amsterdam.
De gemeente publiceert de volgende aspecten van de kwaliteitsbewaking op de
website van de gemeente Amsterdam:
- de resultaten van het Cliënttevredenheidsonderzoek, uitgevoerd door de
leveranciers Hulp bij het Huishouden onder hun eigen cliënten;
- de resultaten van het Klantwaarderingsonderzoek dat onder cliënten van alle
leveranciers Hulp bij het huishouden wordt uitgevoerd door een onafhankelijk
bureau in opdracht en op kosten van de gemeente;
- de resultaten van Klachtenmonitoring, zowel bij de leveranciers Hulp bij het
huishouden als het klachtenteam van de gemeente.
Deze aspecten dienen ertoe dat cliënten zich kunnen informeren over de
prestaties van de leveranciers Hulp bij het huishouden, alvorens een leverancier
te kiezen.
In het najaar van 2014 wordt de landelijke set van kwaliteitsnormen Wmo
opgeleverd.
Deze worden door de Vereniging Nederlandse Gemeenten opgesteld in
samenspraak met cliëntenorganisaties en brancheverenigingen van
zorgaanbieders. Een instrument dat de klantwaardering meet zal hier in ieder
geval op termijn onderdeel van uitmaken. De gemeente Amsterdam wil zo veel
mogelijk aansluiten bij deze landelijke normen om de administratieve lasten voor
leveranciers te beperken. De gemeente nodigt de Amsterdamse leveranciers
nadrukkelijk uit te participeren bij de ontwikkeling van het
klantwaarderingsonderzoek”
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ce ktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 11 september 2014
Het college heeft geen klanttevredenheidsgegevens van onderaannemers.
Wel geeft de Jaarrapportage Klachten Wmo 2013, hoewel niet per thuiszorg-
organisatie gescheiden, ook een beeld over de klanttevredenheid.
De jaarrapportage staat inmiddels geagendeerd voor oktober 2014.
6. Uit het onderzoek van Cliëntenbelang blijkt dat veel cliënten te maken krijgen met
wisselingen. En juist deze wisselen maken dat mensen zich onveilig gaan voelen.
Op welke manier draagt het college eraan bij dat de thuiszorginstellingen ervoor
zorgen dat een cliënt een vaste thuiszorgmedewerker heeft, zonder al te veel
wisselingen?
Antwoord:
Het college bespreekt dit onderwerp met de thuiszorgorganisaties en zal
de uitkomsten later aan de raad rapporteren.
7. Zou, om de veiligheid van cliënten te vergroten, het volgens het college zinvol zijn
om medewerkers een goedgekeurde identiteitskaart bij zich te laten dragen, zodat
er altijd duidelijk is wie het huis binnenkomt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Veel thuiszorgorganisaties verplichten hun medewerkers om zich op enigerlei
wijze te legitimeren. Er zijn zelfs thuiszorgorganisaties die hun cliënten twee maal
per jaar informeren niet open te doen als ze niet weten wie er voor de deur staat,
zelfs al wordt er gezegd dat ze van die thuiszorgorganisatie zijn. Het college gaat
dit onderwerp bespreken met de thuiszorgorganisaties om de procedure aan te
scherpen. In het algemeen geldt dat iedere Nederlander van 14 jaar en ouder zich
moet kunnen legitimeren.
8. Is het college van mening dat thuiszorgorganisaties het veiligheidsaspect van
cliënten voldoende serieus nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De thuiszorgorganisaties zijn bekend met hun doelgroep en nemen die serieus.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | test |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 26 oktober 2021
Portefeuille(s) Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Egbert J. de Vries
Behandeld door Metro en Tram ([email protected])
Onderwerp Programmarapportage 2° kwartaal 2021 Gebruiksmelding Oostlijn
Bijlage(n) 1. Programmarapportage Q2-2021 Gebruiksmelding Oostlijn
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over de rapportage 2° kwartaal 2021 van het Programma
Gebruiksmelding Oostlijn.
Sinds 2008 is de brandveiligheid van de Oostlijn sterk verbeterd. Door verschillende projecten zijn
bouwkundige en installatietechnische verbeteringen doorgevoerd. Toch wordt nog niet op alle
aspecten voldaan aan de wet- en regelgeving (tot 31 december 2022 geldt een gedoogperiode).
De raad heeft op 10 februari 2021 een uitvoeringskrediet van € 29,9 miljoen beschikbaar gesteld
(raadsbesluit 2021.039), dat nodig is voor de gebruiksmelding van de Oostlijntunnel. Deze
gebruiksmelding is noodzakelijk voor het borgen van veilig gebruik van dit belangrijke deel van het
metronetwerk van Amsterdam en is tevens gerelateerd aan de huidige gedoogsitvatie omtrent de
brandveiligheid. Bij het verlenen van het krediet heeft de raad aangegeven periodiek
geïnformeerd te willen worden over de voortgang van deze werkzaamheden. Binnen Metro en
Tram is begin 2021 ervoor gekozen het gehele proces tot en met de gebruiksmelding
programmatisch op te pakken in het Programma Gebruiksmelding Oostlijn. Dit programma omvat
alle activiteiten waarvoor de raad in februari 2021 aanvullend krediet heeft verleend. Daarbij stuurt
dit programma ook op het reguliere beheer dat nodig is voor het borgen van de veiligheid op lange
termijn. Onder het Programma Gebruiksmelding Oostlijn valt:
e Het Programma Brandveiligheid Oostlijn.
Dit programma is in de afrondende fase en omvat verschillende onderzoeken om te komen tot
een betere beschrijving van welke veiligheidsnormen moeten gelden.
e Het Project Implementatie Scenario Analyse (ISA).
Dit project koppelt de in eerdere projecten gerealiseerde veiligheidsvoorzieningen aan een
centraal besturingssysteem, zodat deze veiligheidsvoorzieningen in het geval van een
calamiteit correct worden aangestuurd en integraal functioneren.
e Het Project Implementatie beheer en daadwerkelijke gebruiksmelding.
Samen met de beheerder en de certificerende instantie worden omissies met betrekking tot
de eerder gerealiseerde brandveiligheidssystemen bepaald en aangepast. Daarna kan in
samenwerking met de Omgevingsdienst de gebruiksmelding opgesteld en geaccordeerd
worden, waarmee aangetoond wordt dat voldaan wordt aan de wet- en regelgeving.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 oktober 2021
Pagina 2 van 3
Dit is de tweede kwartaalrapportage van dit programma, met de verantwoording over het tweede
kwartaal 2021.
De belangrijkste punten in deze rapportage zijn:
a. De bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot de actualisatie van het
veiligheidsconcept is verder voorbereid en zal in het vierde kwartaal aan het
gemeentebestuur worden aangeboden. Dit veiligheidsconcept betreft de uitwerking van
de nieuwe risicogerichte beschouwing van de veiligheid en kan rekenen op de steun van de
Omgevingsdienst en de Brandweer.
Om onduidelijkheden en tegenstrijdigheden te voorkomen, zal het bewaken van dit
veiligheidsconcept bij één instantie worden neergelegd, zijnde het per 1 januari 2022 op te
richten GVB Rail Infra Bedrijf.
Ook het programma gebruiksmelding wordt na 2 januari 2022 verder binnen GVB RIB
uitgevoerd. Gesprekken over specifieke detailinvulling vinden in Q3/Q4 nog plaats.
b. In het tweede kwartaal 2021 is gestart met het Definitief Ontwerp van Weesperplein en
Nieuwmarkt. Dit betreft de detailengineering van veiligheidsmaatregelen van onder
andere kabels en leidingen en brandmeldinstallaties. Deze activiteiten dragen eraan bij om
de Oostlijntunnel te laten voldoen aan wet- en regelgeving. Het gaat hierbij kort
samengevat om het leveren van een deugdelijke bewijsvoering van brandveiligheid en om
de integratie van alle aangebrachte voorzieningen en koppeling aan de systemen van de
verkeersleiding van GVB.
c. Eriseen aanzienlijk deel van de beheerprocedure ingericht op Waterlooplein. Dit
zogenaamde “aantoonbaar beheer” is benodigd om goedkeuring bij inspectie en jaarlijkse
certificering mogelijk te maken. Dit gaat bijvoorbeeld om het hebben van een transparant
proces van bijhouden van wijzigingen en dit meenemen in het beheer en onderhoud; ook
gelden er eisen voor het registreren van de conditie van apparatuur en van welke
maatregelen zijn genomen. 80% van dit aantoonbaar beheer is nu ingericht op
Waterlooplein, in het vierde kwartaal 2021 moet dit afgerond zijn (conform eis
gebruiksmelding).
d. De verwachting is dat eind 2022 slechts nog op een beperkt aantal stations enkele
werkzaamheden resteert. Belangrijk is hierbij te bedenken dat na integratie de installaties
onmiddellijk in gebruik genomen kunnen worden. Het is dus niet zo dat pas na afronding
van het project de geïntegreerde installaties in gebruik worden genomen. De
optimalisering van de brandveiligheid gebeurt daarmee geleidelijk en niet sprongsgewijs.
Over deze Implementatiestrategie is verdere afstemming geweest met de
Omgevingsdienst. Deze gesprekken zullen komende maanden verder worden
gecontinueerd, wat in het vierde kwartaal 2021 moet leiden tot overeenstemming met
betrekking tot het afronden van de gedoogsitvatie. De huidige inzichten zijn dat medio
april 2023 de gebruiksmelding voor het laatste station kan worden ingediend.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 26 oktober 2021
Pagina 3 van 3
e. Het risico op verborgen gebreken is kleiner geworden; daardoor is de projectvoortgang in
het 2° kwartaal verbeterd.
Het risico dat er aanpassingen plaatsvinden aan ruimten en voorzieningen t.b.v.
commerciële partijen, die impact hebben op de brandveiligheid van de metrostations, is
groter geworden. Deze aanpassingen hebben veelal consequenties op de gebruiksmelding
en de daarbij benodigde techniek. Er wordt aan gewerkt deze aanpassingen onder controle
te brengen en te bevriezen totdat de gebruiksmelding is gedaan; ook daarna zal er sturing
moeten komen op deze gevoelige aanpassingen.
f. Het financieel overzicht van het Programma per eind tweede kwartaal 2021 is als volgt:
DL ud vergperlde RL verseperod |
Prijspell 2021 Budgetarzor1 | Mutter |Bescmikbaarbudget verplichten q2zoz1 |beschikbaarbudget| q1-2021 | Mutaties
Programma Gebrulkemelding Oostlijn 1 2 3 4 5 5 T=4+5 B-2-7 2 10-8-7
Project 154) 51855 601 248 22120103 11366273 7376563 2722860 21583733 530.370 21518255 -70.878
15A begelading E&B) 1.270.000 ü 1270000 326.006 313808 733.036 1085042 182958 1085042 0
15A risicovoorziening) 4761145 -2 26 4738319 1381019 0 3.357.900 4738319 0 4761145 2226
Gebruiksmading Oostlijn E&B) 1.200.000 300.000 1500000 322802 181842 1175198 1500000 0 1190885 -309.115
Programma brandval ligheid 1.400.000 0 1400000 11 A12 3560405 258.58 1400000 0 1432085 32085
[ resspersmmstenikmeligtedin | seisoo | mec2 | stoser |uscoml ans | waan: | oen | oman [assmon] zee: |
De huidige prognose laat zien dat het programma binnen de bandbreedte blijft met op dit
moment een overschot van € 715.328. In het afgelopen kwartaal is voor € 879.022 aan
budget toegevoegd aan het programma.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Egbert J. de Vries
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water en Luchtkwaliteit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam WI O
% Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen,
X Volwasseneneducatie Laaggeletterdheid en Inburgering
Agenda, woensdag 26 september 2018
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening, Onderwijs, Voorschool
Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie
Laaggeletterdheid en Inburgering
Tijd 09:00 tot 12:30 uur
Locatie De Commissiezaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WIO d.d.
5 september 2018
e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissie WIO@raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda per portefeuille
6 _TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam WI O
Raadscommissie voor Sociale Zaken, Armoede en Schuldhulpverlening,
Onderwijs, Voorschool Kinderopvang en Naschoolse Voorzieningen, Volwasseneneducatie
Laaggeletterdheid en Inburgering
Agenda, woensdag 26 september 2018
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Sociale Zaken
11 Uitvoering toezeggingen rapportage uitstroom naar werk inclusief
perspectiefbanen en niet-uitkeringsgerechtigden (TA2017-001426 en TA2017-
001493) Nr. BD2018-010967
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid Martens (VVD).
e _ Was TKN 1 in de commissievergadering van 05-09-2018.
Armoede en Schuldhulpverlening
12 Daklozen in Amsterdam zonder uitkering Nr. BD2018-010968
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Geagendeerd op verzoek van het lid Van den Heuvel (CU).
e _ Was TKN 10 in de commissievergadering van 05-09-2018.
Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering
13 Jaarverslag Aanpak Statushouders 2017 Nr. BD2018-010865
e _ Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ De commissie FEZ is hierbij uitgenodigd.
2
| Agenda | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1526
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 9 november 2016
Ingekomen onder L
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Nuijens inzake de Begroting 2017 (maken en uitvoeren van
een investerings- en actieplan voor de ecologische versterking van de Brettenzone).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— De Brettenzone algemeen erkend wordt als essentiële ecologische verbinding
tussen Westerpark en Spaarnwoude, waardoor Amsterdam ecologisch wordt
verbonden aan de duinen en de Noordzee;
— De Brettenzone op meerdere plekken smal, en daardoor kwetsbaar is;
— In 2017 meerdere voorstellen voor bouwactiviteiten nabij of direct aan de
ecologische verbindingsroute Brettenzone gepland staan, waaronder Sloterdijk
Gentrum, Multatuli, en het de herontwikkeling van de Postbank gebouwen;
— Ongeacht of de raad instemt met deze projecten, de keuze om wel of niet te
bouwen niet ten koste mag gaan van de ecologische kwaliteit van de
Brettenzone;
— De Brettenzone rond de drie voornoemde ontwikkellocaties enkele van haar
smalste en kwetsbaarste plekken kent, en deze plekken toe zijn aan versterking,
ongeacht de vraag of wel of niet gebouwd wordt.
Overwegende dat:
— Het 'oplossen van knelpunten in de ecologische structuur’ tot de activiteiten van
het college behoort, maar voor het knelpunt Brettenzone nog geen investerings-
of verbeterplan is opgesteld.
Besluit:
Op pagina 108, onder ‘Activiteit B’, na de zin “Zoveel mogelijk plant- en dier-
vriendelijke groenbeheer’, toe te voegen: "Er komt een actie- en investeringsplan voor
de ecologische versterking van de Brettenzone.
Het lid van de gemeenteraad
J.W. Nuijens
4
| Motie | 1 | train |
Kerndocument Kenniscentrum Ongelijkheid
Vastgesteld door het Bestuurlijk Overleg op 13 februari 2020
LEE GEE Ee Nn Re
Nn
A
% 55 Hogeschool van Amsterdam N h Oo l l a n d
% Gemeente hogeschool
% Amsterdam VRIJE
V U UNIVERSITEIT UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
PR AMSTERDAM %
Andersson Elffers Felix
Inhoud
1 De kern van het kenniscentrum 3
1.1 Ongelijkheid kent een groeiende urgentie in Amsterdam … onse onernvenseevenververnenee 3
1.2 _ Hoe kijken we naar ongelijkheid in Amsterdam? … se ensevensersersernerneensenvenvervenvervens 3
1.3 _ Watis de toegevoegde waarde van het Kenniscentrum Ongelijkheid? … …… … … …….……. 4
14 Kernactiviteiten … sensors enseonseonvoonvensernversveeesvenseorveerveervensernversvennveenvennvenvverven O
1,5 Een eerste focus en aanpak ……… nue snersneron erv ernvennerenseenvernververenvenveenvennvenseenseerseervere Ô
1,6 Criteria voor de gewenste activiteiten … ennen onse oonvenernerneensenvenvervennersvenvervenvenvervenrs Ì
2 De praktijk van het Kenniscentrum 9
2.1 Proces van programmering ussnoseovononsenorenervevonsnvonensoneneovevenenveeneorevensnveneneorevenvevenenn O
2.2 Governance van het gemeenschappelijk Kenniscentrum … onse ovonneonsenvensenvenverreer 10
2.3 Data uitwisselen en genereren … ….…...unssenservenerneerveneenvenvenneervenvenvenvenveenseneevvenvenvenvenveren 12
2.4 _ Juridische ophanging van het Kenniscentrum ennen onsonvenseenennerserneenvenvenvervenverenr 13
2.5 _ Financiën … ennn oovenooneenvenvenvenvenseonenneennenvenvenvenseenvenvenvenvervennvenvenvenvenvenverveneenee 13
2.6 _ Na het bestuurlijk overleg … …. ……unsvenneonveneenernvensenvensennvenvenvensverennerneenvenvenvenvervenrenenr 15
2
.
Andersson Elffers Felix
1 De kern van het kenniscentrum
1.1 Ongelijkheid kent een groeiende urgentie in Amsterdam
Ongelijkheid als maatschappelijk vraagstuk is de laatste jaren steeds meer op de agenda
gekomen. De stad is gemiddeld welvarender geworden en het gemiddelde inkomen is
toegenomen. Het percentage hogeropgeleiden is groot. Tegelijk is Amsterdam steeds meer
een stad van twee snelheden. De verbeterde gemiddelden vertroebelen het beeld van een
achterblijvende groep en van een groeiende ongelijkheid. Bij een op zich kleiner wordende
groep mensen lijken de problemen zich steeds meer op te stapelen: problematische
opvoedsituaties, afgebroken schoolcarrières, geen werk, maatschappelijke uitsluiting, slechte
gezondheid. Deze problemen zijn vaak nauw met elkaar verbonden. Juist omdat het met
andere Amsterdammers wel steeds beter gaat, doet het contrast zich steeds harder voelen.
De gemeente, hogescholen en universiteiten in Amsterdam willen hun kennis bundelen rond
het vraagstuk van ongelijkheid. Op een manier die unieke kennis oplevert voor de stad en
waarmee ze gezamenlijk kunnen bijdragen aan het beter begrijpen, aanpakken en voorkomen
van ongelijkheid in Amsterdam.
1.2 Hoe kijken we naar ongelijkheid in Amsterdam?
De Raad van 24 heeft eerder een voorstel voor een definitie van ongelijkheid gedaan. De
definitie pretendeert niet de enige juiste definitie te zijn, maar is een richtinggevende
uitspraak bedoeld om te verhelderen op welke problematiek een Kenniscentrum Ongelijkheid
zich richt. Deze richtinggevende uitspraak is eerder bestuurlijk onderschreven.
Definitie ongelijkheid: het door systeem, omgeving of instituties gevormde ongewenste
verschil in het verwerven en benutten van capaciteiten en gebruiken van voorzieningen.
Dit kan objectief worden vastgesteld, dan wel subjectief zo worden ervaren.
Deze twee compacte zinnen vragen om meer duiding.
Systeem, omgeving of instituties
Verschillende actoren en factoren kunnen ongelijkheid veroorzaken en vormen. Dit is met
opzet breed gedefinieerd en gevat onder de drie begrippen: systeem, omgeving en instituties.
Ongewenste verschillen
Het gaat uitdrukkelijk om ongewenste verschillen. Er zijn ook gewenste verschillen.
Verschillen die op een positieve wijze bijdragen aan een diversiteit van achtergronden,
3
Andersson Elffers Felix
leeftijden, ervaringen, talenten, competenties etc. Het begrip ongewenst is dus normatief
geladen. Binnen het Kenniscentrum bestaat de ruimte om breed verschillen te onderzoeken
en te duiden. De hier gebruikte definitie maakt duidelijk dat het om omgevingsfactoren gaat
die de verwerving en benutting van capaciteiten voor sommige mensen gemakkelijker
maken, en voor anderen juist belemmeren. Soms wordt ook wel gesproken over
kansenongelijkheid, maar wij hanteren hier een ruimer ongelijkheidsbegrip om zo duidelijk te
maken dat het gaat om een breed palet aan ongelijkheden waarover we kennis willen
genereren en inzetten om de stad leefbaarder te maken. Sommige van deze ongelijkheden
zouden we kunnen omschrijven als ongelijkheden van uitkomsten (bijvoorbeeld de kwaliteit
van huisvesting), die zich weer vertalen in ongelijkheden van kansen, bijvoorbeeld voor de
volgende generatie.
Verwerven en benutten
Het (kunnen) verwerven van voorzieningen verwijst naar het hebben van een gelijke toegang.
Benutten verwijst naar de mogelijkheid om talenten en capaciteiten te kunnen ontplooien.
Ongelijkheid is daarmee meer dan een formele juridische categorie (u heeft toegang tot en u
kunt zich ontplooien), maar is altijd context gebonden. Niet iedereen met dezelfde talenten
en mogelijkheden krijgt dezelfde kansen, en ook niet iedereen lukt het om deze kansen te
gebruiken. Ongelijkheid is mede afhankelijk van het handelen van ‘anderen’ (systeem,
omgeving en instituties). Onder omgeving wordt ook het handelen van mensen zelf verstaan.
Gebruik van voorzieningen
Ongelijkheid komt mede tot uitdrukking in een ongelijk gebruik van voorzieningen en in het
verkrijgen van toegang tot voorzieningen. Voorzieningen zijn hier breed opgevat: onder meer
in opvoeding, opleiding, werk, (kunnen uitoefenen van) invloed, gezondheidzorg, wonen. In
feite alle zaken die de levenskwaliteit van een individu kunnen bevorderen.
1.3 Watisde toegevoegde waarde van het Kenniscentrum
Ongelijkheid?
Er wordt al veel samengewerkt en onderzocht in Amsterdam, ook rond thema’s die raken aan
ongelijkheid. Meerdere aspecten maken dit Kenniscentrum onderscheidend en zorgen voor
toegevoegde waarde ten opzicht van bestaande samenwerkingen. Deze aspecten komen
terug in de missie en worden daaronder verder toegelicht.
Missie: De activiteiten van het Kenniscentrum dragen bij aan het verklaren hoe ongelijkheid in
Amsterdam ontstaat, in het bijzonder de cumulatie van ongewenste verschillen, en aan het
voorkomen en bestrijden van achterstanden met werkzame elementen en effectieve aanpakken.
Systemisch perspectief op cumulatie van ongewenste verschillen
Ongelijkheid wordt beschouwd vanuit verschillende domeinen (onderwijs, zorg, arbeid,
wonen, gezondheid) en disciplines tegelijk. Op die manier ontstaat inzicht in de cumulatie van
ongewenste effecten bij ongelijkheid en de dynamiek daarvan.
Het systemisch perspectief vraagt een aandacht voor achtereenvolgens:
1. achtergrond/gezin,
2. buurt (1 en 2 zijn samen “omgeving”),
3. systeem (formele wetten en regels) en,
4. informele gedragsregels (‘sociale normen’, 3 en 4 zijn samen “instituties”).
A
Andersson Elffers Felix
Op zoek naar effectieve aanpakken en werkzame elementen: wat werkt?
Het systemische perspectief opent het zicht op zichzelf in stand houdende nadelige
processen en kan daarmee de basis zijn van meer omvattende veranderingsstrategieën die in
de praktijk daadwerkelijk het verschil maken. Het gaat daarom binnen het Kenniscentrum
niet alleen om het aantonen van een causaal verband tussen interventie en oplossing, maar
vooral ook om het identificeren van werkzame elementen van beleid en aanpakken. Dat
wordt gedaan vanuit een meervoudig perspectief: Wat zorgt ervoor dat er een positieve trend
zichtbaar wordt in de cijfers én wordt ervaren door de inwoners van Amsterdam? Het
ontwerpen en onderzoeken van interventies en aanpakken hoort uitdrukkelijk bij het werk
van het Kenniscentrum. Analyseren, ontwerpen, testen en herontwikkelen worden steeds met
elkaar verbonden.
Bovendien richt het Kenniscentrum zich niet alleen op het beleid, de interventie of aanpakken
zelf, maar ook mogelijke aanpassingen in het systeem, zowel op gemeentelijk als landelijk
niveau. Denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop (vroeg)selectie is georganiseerd in het
onderwijs of de toegang tot bijstand.
Verschillende soorten kennis en partners versterken elkaar
Het kenniscentrum drijft op de complementariteit van de kennis die de deelnemende partijen
inbrengen. Daarmee ontstaan nieuwe inzichten en verbindingen. De ontmoeting en de
dialoog tussen wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis leidt tot wederzijdse
bekendheid, verrijkte inzichten en nieuwe initiatieven. Kruisbestuiving geeft waardevolle
interacties met nuttige uitkomsten die niet vooraf zijn te voorspellen en te bepalen.
Het Kenniscentrum Ongelijkheid is een relevante samenwerking van en voor vier type
partners die ieder een andere vorm van kennis met zich meebrengen en op een andere
manier een bijdrage leveren aan het centrum. Relevant betekent dat er voor iedere partner
iets “te halen’ is dat voldoende meerwaarde geeft om serieus betrokken te zijn en te blijven.
De vier partners die het Kenniscentrum oprichten zijn:
— Gemeente Amsterdam, partner met kennis van beleid, de stad en relevante data
— Hogescholen, partner met kennis van praktijkgericht onderzoek en opleiding van
(toekomstige) professionals
— Universiteiten, partner met kennis van academische onderzoek en opleiding van
academische professionals
— Maatschappelijk (midden)veld, partner met praktijkkennis en kennis van de stad.
Deze coalitie van partners kan op termijn worden uitgebreid met andere partners, zoals de
hogeschool iPabo, Amsterdamse mbo-instellingen en het Amsterdam UMC, Hoewel dit een
ontwikkelopgave is, kunnen deze partijen vanaf de start al wel betrokken zijn in activiteiten
van het Kenniscentrum.
Relevant voor de inwoners van Amsterdam
Het Kenniscentrum Ongelijkheid beschouwt ongelijkheid in een stedelijke context. Als
aangrijpingspunt krijgen Amsterdamse wijken een belangrijke positie in de activiteiten van
het centrum. De wijken zijn een vindplaats, zijn plekken van ontmoeting tussen betrokkenen
en zijn locaties voor het doen van onderzoek. Ze kunnen zich lenen als context voor fieldlabs
of living labs, waarin inwoners actief meewerken aan het doen van onderzoek en genereren
van nieuwe kennis. Dat draagt bij aan een sterkere verbinding met de inwoners en de
maatschappelijke partners in Amsterdam.
5
Andersson Elffers Felix
1.4 Kernactiviteiten
Het kenniscentrum geeft invulling aan haar missie en toegevoegde waarde vanuit drie
kernactiviteiten. Zo komt de ingebrachte kennis vanuit de vier partners het best tot uiting. De
activiteiten kennen een verschillende doorlooptijd en moment waarop er opbrengsten zijn.
Bij de eerste kernactiviteit is dit op korte termijn, de tweede kernactiviteit op middellange
termijn en bij de derde kernactiviteit op lange({re) termijn.
1. Uitwisseling en netwerkversterking
Het Kenniscentrum heeft geen gebouw, maar bestaat bij de dynamische en frequente
ontmoetingen van alle betrokkenen. Een eerste kernactiviteit staat daarom in het teken van
slim genereren van ontmoetingen rondom het thema accumulatie vanuit de bestaande
onderzoeksprogramma’s. Daar wordt kennis uitgewisseld vanuit zowel universiteiten als
hogescholen, gemeenten en relevante maatschappelijke organisaties. Praktisch komt dit neer
op het organiseren van inhoudelijke ontmoetingen, b.v. twee keer per jaar een 24-uurs sessie
over een hoofdthema. Dit kan op korte termijn resultaat opleveren. Hiervoor is een
inhoudelijke en logistieke inzet nodig van ‘brokers’ voor het (thematisch) verbinden van
onderzoekers en voor bijeenkomsten en de follow-up daarvan.
2. Toepassen en verdiepen van bestaande kennis
Een tweede kernactiviteit betreft het toepassen en verder verdiepen van bestaande kennis en
data. Met andere woorden, een vorm van valorisatie of het creëren van maatschappelijke
impact. Dit gebeurt aan de hand van vraagstukken en vragen uit de stad in een
programmering waarbij beschikbare (monodisciplinaire) onderzoeks- of praktijkkennis wordt
omgezet in interdisciplinaire inzichten en toepassingen. Dus ook gericht op het ontwikkelen
van integrale interventies en eventueel (beleids)evaluatie vanuit vragen uit de stad. Dit vraagt
enige extra tijd van onderzoekers, maar kan voor een groot deel worden uitgevoerd door
(junior)-onderzoekers, aio's, postdoc’s e.d. onder toezicht van een lector of hoogleraar.
3. Nieuw (eigen) praktijkrelevant onderzoek
Het uitvoeren van nieuw, op toepassing gericht onderzoek, zoveel als mogelijk met financiële
steun vanuit de tweede en derde geldstroom van onder meer NWO, SIA, ZonMW, EU subsidies.
Dit gebeurt vanuit vraagstukken in de stad en eigen vragen van het kenniscentrum.
De bovenstaande kernactiviteiten vragen eveneens om een goede onderzoeks-infrastructuur
die beschikbaar is voor de aan het Kenniscentrum verbonden onderzoekers, In de
infrastructuur moeten verschillende (soorten) data kunnen worden gecombineerd en
geanalyseerd. We gaan hier verder op in, in hoofdstuk 3.
1.5 Een eerste focus en aanpak
Het Kenniscentrum begint klein, maar gericht. Dat betekent dat in startfase prioriteiten
gesteld worden. Om te komen tot een eerste programmering van activiteiten worden
hieronder de eerste inhoudelijke stappen beschreven. Daarnaast wordt een voorstel gedaan
voor een voorlopige inperking van te onderzoeken groep.
Eerste stappen voor programmering van activiteiten
— Welke kennis en data zijn er beschikbaar en bekend over de betreffende doelgroep en
oorzaken van kansenongelijkheid en cumulatie? Hoe heeft de kansenongelijkheid voor de
betreffende groep zich in de tijd ontwikkeld? Bronnen voor data zijn in ieder geval:
6
Andersson Elffers Felix
= Data uit gemeentelijke bronnen (o.a. OIS) en vanuit de kennisinstellingen (secundaire
analyse van kwantitatieve data)
= Bestaande onderzoeksprogramma’s die zich richten op deze buurten en/of de
cumulatie van problematiek over de genoemde domeinen heen (bv, academische
werkplaatsen Onderwijs en Publieke gezondheid).
= Bestaande integrale aanpakken (zoals bv het Actiecentrum zorg en veiligheid, de
AAGG, het Team entree vluchtelingen en de Schuldsanering)
— Parallel hieraan wordt geïnventariseerd welke ‘ervaringskennis’ maatschappelijke
organisaties hebben over de doelgroep waar ongelijkheid cumuleert en de oorzaken van
kansenongelijkheid. Dit zijn b.v. scholen/schoolbesturen, woningcorporaties,
welzijnsorganisaties en instellingen voor ondersteuning en participatie,
— De volgende stap betreft een inventarisatie van bestaande kennis over de
doeltreffendheid van interventies en integrale aanpakken om kansengelijkheid te
bevorderen. Zowel bij de thema’s onderwijs, gezondheid, arbeid als wonen zijn
bestaande aanpakken en kennis waar gebruik van gemaakt kan worden. Wat weten we al
over werkzame elementen? En wat nog niet? Ook hier gaat het om een combinatie van
bestaande kennis uit onderzoek{programma’s), en praktijkkennis. Dit resulteert ook in
een duidelijk(er) beeld van witte vlekken en kennisbehoefte.,
Focus op cruciale overgangen in levensloop
Op verschillende momenten in een leven bestaan er overgangen die bepalend kunnen zijn
voor cumulatie van problematiek. Soms liggen hier expliciete keuzes aan ten grondslag, soms
ook niet. De gemene deler is dat de context en situatie van invloed is op het vervolg van de
levensloop van iemand. Denk aan diverse bepalende perioden en overgangen (van school
naar werk, of voor het eerst op jezelf wonen) die van invloed kunnen zijn op (latere) cumulatie
van problematiek op het terrein van bijvoorbeeld gezondheid en inkomen. Meer inzicht
krijgen in deze cruciale perioden en overgangen in de levensloop, helpt om de toekomstige
ongelijkheid en cumulatie tegen te gaan.
1.6 Criteria voor de gewenste activiteiten
De missie en toegevoegde waarde van het Kenniscentrum zijn vertaald naar criteria en
vereisten die gesteld worden aan de activiteiten. Sommige vereisten gelden altijd en voor alle
typen kernactiviteiten. Andere criteria kunnen worden ingezet voor de beoordeling van
voorstellen (weging). De criteria die daarvoor gelden hangen af van het type kernactiviteit.
De onderstaande vereisten en criteria zijn niet in beton gegoten en de praktijk moet uitwijzen
of hiermee ‘de gedachte achter het Kenniscentrum’ geborgd wordt in de activiteiten. Zeker de
eerste jaren kan dat leiden tot bijstelling van de criteria. Na enige tijd kan de werking van de
criteria geëvalueerd worden door alle betrokken partners en zo nodig aangepast worden.
Voorstellen tot wijziging kunnen gedaan worden door vertegenwoordigers van alle partners in
de Programmaraad.
Vereisten (gelden altijd):
-__ De activiteit past binnen de missie van het kenniscentrum en richt zich op de
accumulatie van ongelijkheden;
-__ Hetis helder wat de activiteit de bewoners van de stad oplevert;
-__ Met de activiteit wordt een onderzoeksmatig, gemeentelijk en maatschappelijke
belang gediend;
-__ Eris een actieve relatie tussen theorie, de professionele praktijk en de
beleidspraktijk;
7
Andersson Elffers Felix
-__ De activiteit draagt bij aan het verklaren van, of het voorkomen of bestrijden van
ongelijkheid in Amsterdam;
-__ De activiteit biedt aanknopingspunten voor het ontwerpen, aanscherpen, verbeteren
of opschalen van effectieve aanpakken;
-__ Bij uitvoering van een activiteit wordt altijd samengewerkt met een
maatschappelijke partner;
-__ Vooraf is helder hoe de opbrengst van de activiteit (nieuwe, verbeterde kennis of
data) een plek krijgt in de organisatie van de betrokken partners (b.v. in gerelateerde
opleidingen, in het gemeentelijk beleid, een Center of Expertise, in Research Centers
etc.)
Voor de volgende eis geldt ‘pas toe of leg uit”:
-__ ledere activiteit wordt door minimaal twee van de verbonden kennisparnters
uitgevoerd, bij voorkeur een universiteit en een hogeschool, of een mbo-instelling of
het Amsterdamse UMC.
Criteria die gewogen worden:
-__De mate waarin het onderzoek een systemisch perspectief kent;
-__De mate waarin de activiteit is gericht op het verduurzamen van (bestaande) relaties
tussen de betrokken kennispartners;
- __ De mate waarin een groep van (maatschappelijke) professionals actief betrokken is
bij de activiteit;
-__De mate waarin innovatief gebruik wordt gemaakt van data of kennis.
8
Andersson Elffers Felix
2 De praktijk van het Kenniscentrum
2.1 Proces van programmering
Het proces van het articuleren van een vraag tot het daadwerkelijk uitvoeren van onderzoek
of het organiseren van een activiteit kent verschillende stappen. Die beschrijven we
hieronder. Bij dit proces hoort ook een heldere governance structuur. Dit wordt beschreven in
paragraaf 2,2,
Stap 0: Vaststellen Meerjarenprogramma
De programmering van het Kenniscentrum start bij het definiëren van thema’s gerelateerd
aan ongelijkheid en cumulatie. Dit programma wordt opgesteld voor een aantal jaren en geeft
het vraagstuk van cumulatie een concretere invulling. Dit geeft richting aan alle partners voor
het articuleren van onderzoeks- of kennisvragen. Het meerjarenprogramma wordt ontwikkeld
door de Programmaraad, met ondersteuning van de directeur. Het bestuurlijk overleg stelt
het programma vast.
Stap 1: Articuleren van onderzoeks- en kennisvragen
Op verschillende manieren kunnen voor het Kenniscentrum relevante vragen gerelateerd aan
cumulatie gearticuleerd worden. De vijf deelnemende partijen kunnen ieder voor zich, samen
met een andere deelnemer (of deelnemers) en/of met een maatschappelijke organisatie
thema’s, kwestie en vragen neerleggen bij het Kenniscentrum. Het Kenniscentrum kan ook
zelf kennisvragen ophalen in de stad. Dit hoeven nog geen onderzoeksvragen te zijn.
De kennisinstellingen en gemeente hebben in hun eigen organisatie de verantwoordelijkheid
om dit proces te coördineren. Van deelnemers wordt verwacht dat ze zelf prioriteren om
ervoor te zorgen dat het Kenniscentrum niet overbelast wordt. Het is aan elke deelnemer zelf
te bedenken hoe dit in eigen huis te organiseren. Een optie is om vanuit iedere deelnemer een
intermediair aan te wijzen die dit proces begeleidt en het contact met het Kenniscentrum
heeft. Het in dat geval ook verstandig om met enige regelmaat een overleg te organiseren met
deze intermediairs waarbij de onderzoekscoördinator vanuit het bureau van het
Kenniscentrum (zie verder op) ook aanschuift.
Stap 2: Adresseren van de vragen
Vervolgens is de eerste vraag of deze thema’s en algemene vragen passen binnen de scope en
werkwijze van het Kenniscentrum. Het is de Programmaraad die na advies van de directie dit
beoordeelt.
De vraag die er meteen op volgt is hoe deze thema’s en algemene vragen het best
geadresseerd kunnen worden. Daarbij zijn vragen aan de orde als: Wat is de meest passende
aanpak om een antwoord te kunnen geven op de gestelde kennisvraag? Vraagt het om
9
Andersson Elffers Felix
verdere inkadering of aanscherping van de vraag? Is een analyse van bestaande kennis en
literatuur nodig? Of vraagt dit om nieuw onderzoek?
De directeur bereidt besluitvorming door de Programmaraad hierover voor. Dat betekent ook
dat ingebrachte thema’s/kwesties/vragen in eerste instantie terug verwezen kunnen worden
naar de inbrenger. Bijvoorbeeld als een samenwerking met een andere partij voordehand ligt.
De directeur brengt de voorstellen voorzien van een advies in bij de Programmaraad. Hierbij
wordt een onderscheid gemaakt in welk type kernactiviteit een voorstel bevat, of waar het op
voorsorteert, De voorstellen die voorsorteren op kernactiviteit 1, bijvoorbeeld
netwerkversterking via expertsessies, kunnen na een positief besluit uitgevoerd worden. Ze
worden daarmee een project en hoeven niet meer terug te keren bij de Programmaraad.
Stap 3: Uitwerken onderzoeksvoorstellen (indien aan de orde)
De voorstellen die voorsorteren op (nieuw) praktijkgericht onderzoek (kernactiviteit 1 en 2),
moeten na een positief besluit verder uitgewerkt worden. Voor het uitwerken van het voorstel
wordt budget vrij gemaakt. Het uitwerken gebeurt in interactie tussen wetenschappers,
professionals uit de praktijk, zo mogelijk ook ervaringsdeskundigen en zo nodig ook
beleidsambtenaren. De werkwijze hierbij is vergelijkbaar met die van de academische
werkplaatsen. Wanneer het voorstel uitgewerkt is in een voldragen onderzoeksvoorstel, komt
het voorstel nog een keer terug in de Programmaraad ter toetsing.
Het onderzoeksvoorstel heeft een brede scope. Het gaat niet alleen over de onderzoeksvraag,
maar ook over de vraag op welke wijze gedurende het onderzoek theorie, tussenresultaten,
praktijk en beleid met elkaar verbonden blijven. Het onderzoeksvoorstel moet ook helder
maken op welke wijze de “in kind’ bijdrage van de kennisinstellingen ingevuld wordt en op
welke wijze ook bijdragen van derden gemobiliseerd worden.
Met het goedkeuren van het onderzoeksvoorstel door de Programmaraad wordt de bijdrage
aan het onderzoeksbudget van het Kenniscentrum vrij gegeven en krijgt men toegang tot
data en informatie (zie ook verderop). Met de goedkeuring is ook sprake van een
onderzoeksproject dat in principe niet meer voor formele besluitvorming terugkeert bij de
Programmaraad.
2.2 Governance van het gemeenschappelijk Kenniscentrum
Het Kenniscentrum is een gezamenlijk initiatief van de gemeente Amsterdam en de vier
kennisinstellingen (UvA, HvA, VU en Inholland). Zij zijn op bestuursniveau verenigd in het
bestuurlijk overleg. Dit overleg heeft een informele rol en betrokkenheid bij het
Kenniscentrum, die hieronder wordt toegelicht. Daarnaast bestaat de organisatie in ieder
geval uit de Programmaraad en een directeur-bestuurder, ondersteund door een bureau, De
precieze juridische verdeling van taken in de governance van het Kenniscentrum wordt
uitgewerkt door een juridische werkgroep van de partners.
Bestuurlijk overleg
Het bestuurlijk overleg bestaat uit de vier Collegevoorzitters van de kennisinstellingen en ten
minste twee wethouders van de gemeente Amsterdam. Het overleg komt ten minste één keer
per jaar en zo nodig vaker bij elkaar. Het overleg krijgt een informele rol en zal voor de eerste
keer in ieder geval de volgende taken op zich nemen:
— Benoeming van de leden van de Programmaraad;
— Benoeming van de directeur-bestuurder (gemandateerd aan de programmaraad);
10
Andersson Elffers Felix
— Beslissen over de missie, focus en kernactiviteiten.
Ook in de toekomst zal het bestuurlijk overleg moeten instemmen met grote wijzigingen rond
het Kenniscentrum, zoals de wijziging van statuten en samenwerkingsovereenkomst (missie,
governance, kernactiviteiten). Hiermee wordt tevens bedoeld dat het bestuurlijk overleg
betrokken is bij de evaluatie van het Kenniscentrum en een beslissende rol heeft in de
voortgang danwel het stopzetten van de activiteiten.
Daarnaast zal het bestuurlijk overleg in de jaarlijkse bijeenkomst{en) geïnformeerd worden
door de directeur-bestuurder over de onderzoeksactiviteiten, het meerjarenprogramma, de
financiële stukken en het jaarverslag.
Programmaraad
De Programmaraad bestaat uit vertegenwoordigers van alle betrokken organisaties en heeft
een centrale inhoudelijke rol op programmaniveau. De Programmaraad heeft als hoofdtaken:
— Ontwikkelen van een meerjarenprogramma (stap 0)
— Toezicht houden op de wijze waarop vragen/thema’s/kwesties gearticuleerd worden
(stap 1)
— Beslissen over het adresseren van vragen/kwesties (stap 2)
— Beoordelen van uitgewerkte onderzoeksvoorstellen (stap 3)
De programmaraad werkt hierin nauw samen met de directeur-bestuurder.
In de opstartfase van het Kenniscentrum krijgt de Programmaraad de opdracht om:
— Het eerste meerjarenprogramma te ontwikkelen, met hulp van het bureaus;
— Nadere spelregels uit te werken en vast te stellen voor de onderzoeksprogrammering
(waar moeten voorstellen aan voldoen, wie mag ze indienen en waarop worden ze
beoordeeld). Dit is een uitwerking van input uit alinea’s 1.5, 1.6 en 2.1.
— Nate denken hoe de activiteiten zichtbaar gemaakt kunnen worden en de impact in de
praktijk vergroot kan worden.
De Programmaraad bestaat uit acht leden. De acht leden zijn:
— Vier leden die worden voorgedragen door de kennisinstellingen (elk één);
— Twee leden die worden voorgedragen door de gemeente;
— Twee leden die een stem geven aan de praktijk en worden voorgedragen vanuit het
Kenniscentrum.
De twee leden van de gemeente hebben gezamenlijk een veto.
Bij de twee leden uit de praktijk wordt gedacht aan mensen die met beide benen in de
praktijk staan, maar die ook in staat zijn ‘er boven te gaan hangen’, Ze kunnen het perspectief
van ongelijkheid in de praktijk goed inbrengen in de Programmaraad. Denk aan een
schooldirecteur of een corporatiedirecteur met affiniteit met het onderwerp.
De leden van de programmaraad worden door de afzonderlijke partners voorgedragen, maar
in gemeenschappelijkheid benoemd door het bestuurlijk overleg.
Directie
Het Kenniscentrum heeft een actief bureau onder leiding van één directeur-bestuurder. Deze
persoon vervult enerzijds de gebruikelijke taken van een stichtingsbestuur (vaststellen
jaarplan, begroting, jaarrekening etc). Anderszijds werkt zij of hij voor inhoudelijke taken
u
Andersson Elffers Felix
nauw samen met de Programmaraad, bijvoorbeeld als het gaat om het opstellen van het
meerjarenprogramma en beoordelen van onderzoeksvoorstellen. De directeur-bestuurder is
daarnaast verantwoordelijk voor sturing op voortgang en evaluatie van de toegekende
projectvoorstellen.
Bureau
Het bureau heeft een kleine vaste kern van medewerkers. Daarnaast voert het bureau een
aantal ontwikkelprogramma’s uit. De ontwikkelprogramma’s voor de eerste periode zijn:
— Ophalen van kennisvragen in de stad;
— Bouwen van hecht netwerk van onderzoekers, professionals, beleidsambtenaren en
relevante partijen in de stad en samen met hen uitwerken van een meerjarenprogramma.
Hierbij worden alle partijen uitgenodigd om bestaande activiteiten en onderzoek in te
brengen;
— Opbouwen van een data/informatieomgeving
— Voorbereiden van enkele grote onderzoeksvragen passend binnen de missie van het
Kenniscentrum en gebruikmakend van de kennis en het netwerk van de deelnemende
partijen en partijen in de stad, In het eerste jaar resulteert dat in tenminste vier grote
aanvragen.
De stem van de praktijk
Die stem van de praktijk krijgt vooral positie op het projectniveau (activiteiten/onderzoek). De
praktijk krijgt op twee manieren een stem:
— Op programmaniveau: in de Programmaraad zitten twee onafhankelijke leden die vanuit
de praktijk het perspectief van ongelijkheid kunnen vertolken;
— Op projectniveau (activiteiten/onderzoek): geen vast format, maar via de vereisten aan
projecten, dat bij ieder voorstel duidelijk wordt hoe de praktijk een stem krijgt. De
Programmaraad toetst expliciet op dit punt.
2.3 Data uitwisselen en genereren
Een cruciaal onderdeel van de drie kernactiviteiten is het uitwisselen en genereren van
(nieuwe) kennis en data. Het gaat hierbij om een tweezijdige uitwisseling van data. Zowel
gemeente als kennisinstellingen hebben op dit moment beschikking over relevante data.
Het belang van data en informatie kan niet onderschat worden. Het Kenniscentrum wint aan
kracht wanneer vanaf begin gericht gebouwd wordt aan een data- en informatieomgeving.
Dat gaat verder dan het ontsluiten van bestaande bronnen, het gaat ook over het ophalen van
nieuwe informatie. Nieuwe informatie en data die het mogelijk maakt om praktijk, theorie en
beleid met elkaar te verbinden, betekent ook dat er aan onderzoek eisen worden gesteld er
op gericht zijn dat dit type informatie ook gegenereerd wordt. Voor de vormgeving van een
dergelijke data en informatie omgeving kan geleerd worden van de ervaringen binnen het
Sarphati Instituut. Dit betreft niet alleen de techniek, maar ook de inrichting van de processen
en zo nodig ook zaken die betrekking hebben op de juridische vormgeving.
Voor elk onderzoek zullen met betrekking tot data en informatie steeds weer zaken
uitgezocht moeten worden. Het gaat daarbij onder meer over het vragen van consent aan
respondenten (omdat gegevens in het verleden voor andere doeleinden zijn geregistreerd) en
om het gebruiken van een CBS omgeving om data uit verschillende bronnen met elkaar te
combineren. Er is kortom sprake van een blijvende taak van het Kenniscentrum.
12
Andersson Elffers Felix
Voor de verdere opbouw van een data en informatieomgeving moet nog veel gebeuren.
Afgesproken wordt:
— Alle wettelijke bepalingen t.a.v, van het waarborgen van privacy gelden onverkort,
— Toegang tot de data en informatie wordt alleen gegeven wanneer de Programmaraad het
voorstel voor een onderzoek heeft goedgekeurd. Het onderzoek moet passen binnen de
kaders van het kenniscentrum en het is de Programmaraad die daar over beslist;
— Instellingen en gemeente stellen hun data en informatie ter beschikking. Bij instellingen
betreft dit data en informatie die gegenereerd is bij eerder onderzoek (datasets,
proefschriften, publicaties etc). Bij de gemeente betreft dit data en informatie over
Amsterdammers, over het gebruik van regelingen etc.
2.4 Juridische ophanging van het Kenniscentrum
Voor het Kenniscentrum wordt een zelfstandige stichting opgericht. De statuten van deze
zelfstandige stichting worden gebaseerd op de doelen, werkwijze en governance zoals in dit
beslisdocument beschreven. Datzelfde geldt voor de samenwerkingsovereenkomst die de
deelnemende partijen met elkaar sluiten.
Voorts wordt bij het opstellen van de statuten en de samenwerkingsovereenkomst gebruik
gemaakt van de statuten en de samenwerkingsovereenkomst van het Sarphati Instituut.
De deelnemende partijen zullen naar verwachting in april formele goedkeuring geven aan de
statuten en de samenwerkingsovereenkomst.
2.5 Financiën
De financiering wordt nu voor drie jaar geregeld (2020 t/m 2022). Deze financiering is
incidenteel. In het eerste kwartaal van 2022 vindt een evaluatie plaats van het
Kenniscentrum. Op basis daarvan wordt in de loop van 2022 een beslissing genomen over het
vervolg en een structurele bijdrage door de betrokken partners na 2022.
De totale waarde die met het Kenniscentrum in de eerste drie jaar gerealiseerd moet worden
is ten minste €16 miljoen. De gemeente brengt voor de eerste drie jaar een totaalbedrag in
van € 4 miljoen in cash. De kennisinstellingen brengen een bijdrage in van € 600.000 in cash
en een bijdrage van € 4.2 miljoen in kind (zie ook de toelichting in de paragraaf hieronder).
Verder wordt uitgegaan van een bijdrage van ten minste € 7.2 miljoen van derden. Het gaat
hier om kleine bijdragen in kind van mogelijke maatschappelijke partners, tot grote bijdragen
in cash vanuit de tweede en derde geldstroom. Voor het binnenhalen van extra bijdragen voor
onderzoek wordt van kennisinstellingen verwacht dat zij hun kennis, kunde en netwerken
mobiliseren om dit mogelijk te maken. Het is niet mogelijk om hiervoor een
resultaatverplichting af te spreken, maar de instellingen nemen voor een bijdrage van
minimaal € 7.2 miljoen wel een inspanningsverplichting op zich.
In kind bijdrage door kennisinstellingen
De bijdrage van de kennisinstellingen is grotendeels in kind. Hierbij gaat het om de inzet van
medewerkers van de kennisinstellingen. De instellingen dragen bij aan alle drie de
hoofdactiviteiten. De in kind bijdrage is bij aanvang van een activiteit/project/onderzoek
concreet benoemd en inzichtelijk (bijvoorbeeld een inzet van 2 dagen per week gedurende 3
maanden) en wordt op dat moment ook geprijsd.
13
Andersson Elffers Felix
De kennisinstellingen dragen samen € 4,2 miljoen in kind bij over een periode van drie jaar.
Deze in kind bijdrage kan variëren per jaar en per kennisinstelling, maar de kennisinstellingen
voldoen gezamenlijk over drie jaar aan de bijdrage van € 4,2 miljoen. Hierbij wordt uit gegaan
van een gelijke bijdrage van elke kennisinstelling. Dit betekent per kennisinstelling een in kind
bijdrage van 350.000 euro per jaar. Mocht na het eerste of tweede jaar blijken dat de allocatie
van activiteiten bij kennisinstellingen een reden is om de gelijke verdeling van de in kind
bijdrage te wijzigen, dan treden de kennisinstellingen onderling in overleg. Dit kan nooit
leiden tot een lagere totale bijdrage vanuit de kennisinstellingen.
Totale verdeling inbreng in Euro's (x 1.000), van 2020 tot en met 2022
NL Cash In kind/derden Keer:
Gemeente 4,000 4,000
Kennisinstellingen 600 4.200 4.800
Derden 7,200 7,200
Totaal 4.600 11.400 16,000
Inzet van bijdragen
De bijdragen in cash en in kind worden ingezet voor een drietal type kosten:
1. Vaste kosten van het programmabureau
2. Kosten voor vier ontwikkelprogramma’s
3. Programmering. Deze kosten worden weer verdeeld over de drie kernactiviteiten van
het Kenniscentrum:
a. Uitwisselen & netwerkversterking
b. Toepassen en verdiepen van bestaande kennis
c. Nieuw (eigen) praktijkrelevant onderzoek
Vaste kosten programmabureau
Het betreft hier kosten voor de directeur, secretariaat, bureaukosten, financiële administratie,
huisvesting, ICT, vergaderkosten, publiciteit, website. Op jaarbasis worden deze kosten
geschat op 200.000 euro per jaar.
Vaste kosten ontwikkelprogramma’s
Voor de eerste periode worden vier ontwikkelprogramma’s gestart. De programma’s ‘ophalen
kennisvragen’ en ‘Data & informatie’ hebben een eigen projectmedewerker. De directeur en
een projectmedewerker kennisontwikkeling zijn samen verantwoordelijk voor de
programma’s ‘Bouwen Netwerk’ en ‘Grote Onderzoeksaanvragen’.
Elk ontwikkelprogramma heeft een werkbudget. De kosten voor het ontwikkelprogramma
‘Data & Informatie’ worden algemeen voorzien. Voor het eerste jaar bedragen deze kosten
180.000 euro (90.000 euro personeel, 90.000 euro werkbudget). In de twee jaar die volgen
worden deze kosten geschat op 110.000 euro per jaar (80.000 euro personeel, 30.000 euro
werkbudget). De kosten voor de drie andere ontwikkelprogramma’s maken onderdeel uit van
de programmeringsgelden. In onderstaand overzicht worden deze zichtbaar gemaakt.
Programmeringsgelden
Van het geld in cash is na aftrek van de vaste kosten voor het bureau en het
ontwikkelprogramma ‘Data & Informatie’ nog een bedrag van 3.6 miljoen euro over. Deze
gelden worden verdeeld over de drie kernactiviteiten van het Kenniscentrum. Voorgesteld
wordt om uit te gaan van de volgende percentuele verdeling:
14
Andersson Elffers Felix
Kernactiviteit KA Budget
1. Uitwisselen & netwerkversterking 10% € 360.000
2. Toepassen en verdiepen van bestaande kennis 30% € 1.100.000
3. Nieuw (eigen) praktijkrelevant onderzoek 60% € 2.140.000
Totaaloverzicht financiën 2020-2022
Bovenstaande leidt tot het volgende overzicht van financiële posten, in euro’s voor de
periode 2020 tot en met 2022.
Pa LC Gemeente Instellingen TTK Totaal
Vaste kosten bureau 300.000 300.000 (cash) 600.000
Kenniscentrum
Vaste kosten 200.000 200.000 (cash) 400.000
‘Data & Informatie’
Kernactiviteit 1: 300.000 60.000 (cash) 40.000 600,000
Uitwisselen, Netwerk 200.000 (in kind)
Kernactiviteit 2: 1.060.000 40.000 (cash) 60.000 2.100.000
Toepassen & verdiepen 940.000 (in kind)
Kernactiviteit 3: 2.140.000 3.060.000 (in kind) 7.100.000 12.300.000
Nieuw onderzoek
Totaal 4.000.000 600.000 (cash) 7.200.000 16.000.000
4.200.000 (in kind)
2.6 Na het bestuurlijk overleg
Nadat het bestuurlijk overleg dit kerndocument heeft vastgesteld kan vooruitlopend op het
vaststellen van de formele documenten begonnen worden met:
— Oprichting van de Programmaraad, ontwikkelen van spelregels voor werkwijze en start
met opstellen meerjarenprogramma door de Programmaraad
— Selectie en benoeming van een directeur en voorbereidingen van werving voor bureau
— Voorbereiding van de lancering van het Kenniscentrum het passeren van de juridische
stukken (statuten en samenwerkingsovereenkomst), na april 2020.
De kwartiermaker draagt zorg voor de voorbereiding en bovenstaande taken totdat er een
directeur is aangesteld.
15
| Onderzoeksrapport | 15 | train |
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
Gemeenteblad
Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 586
Ingekomen op 19 mei 2020
Behandeld op 20 mei 2020
Status verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Nanninga en Kreuger inzake de actualiteit corona (halveren inrij-
tarief op P+R locaties)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit corona,
Constaterende dat:
- het inrij-tarief bij P+R -locaties 8 euro per 24 uur is als iemand voor 10 uur
binnenrijdt;
- het inrij-tarief bij P+R-locaties 1 euro per 24 uur is als iemand na 10 uur
binnenrijdt;
- mensen alleen korting krijgen als zij met het ov naar het centrum afreizen.
Overwegende dat:
- er naast ov ook deelmobiliteit bij P+R-locaties wordt aangeboden;
- reizen per auto of fiets ‘veiliger’ is dan reizen met het ov;
- het stimuleren van P+R-locaties bijdraagt aan de autoluw ambities;
- aantrekkelijke P+R-voorzieningen een bijdrage leveren aan het opgang brengen
van de bezoekerseconomie.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1
-__de tarieven voor P+R-locaties voor bezoekers die voor 10 uur binnenrijden te
halveren;
- de tarieven voor P+R-locaties voor bezoekers die gebruikmaken van
deelmobiliteit te halveren;
- de tarieven voor P+R-locaties voor bezoekers die niet naar het centrumgebied
afreizen te halveren.
De leden van de gemeenteraad
Nanninga
Kreuger
2
| Motie | 2 | train |
VN2021-003981 Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
CTO innovatieteam x Gemeente , en in . 9 … KD D
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
% Amsterdam ij
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel)
Agendapunt 13
Datum besluit 16 februari 2021
Onderwerp
Kennisnemen van het beleidskader buurtbudgetten
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het beleidskader buurtbudgetten en in de bijlage
het kader buurtbudgetten en een ambtelijke handreiking buurtbudgetten
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In het coalitieakkoord heeft het college van ben w aangegeven in te willen zetten op het
versterken van eigenaarschap en zeggenschap bij Amsterdammers, onder andere door middel
van buurtbudgetten. In november 2019 heeft het college ingestemd met het plan van aanpak
buurtbudgetten.
Uit de onderzoeken en gesprekken met initiatiefnemers blijkt dat met buurtbudgetten en
buurtbegroten Amsterdammers bereikt worden die niet eerder door de gemeente bereikt werden.
Uit de verschillende evalvaties en onderzoeken kwam een duidelijke behoefte naar voren bij zowel
bewoners als ambtenaren aan duidelijke kaders en richtlijnen. Het kader is gebaseerd op al de
(praktijk)ervaring die in de afgelopen jaren is opgedaan.
De drie modellen (a) Amsterdam Begroot, (b) Co-creatie en (c) Community-based Begroot
vormen het uitgangspunt van het kader. Dit beleidskader heeft geen juridische status, het is
een beleidsrichtlijn. Na vaststelling kan de richtlijn aanleiding geven tot een mogelijk nieuwe
subsidieregeling, danwel tot het aanpassen van bestaande regelingen.
De ambtelijke handreiking bevat een overzicht van best practices en praktische tips voortkomend
uit de pilots buurbudgetten in de afgelopen periode. Een document vol tips en praktijkvoorbeelden
gedeeld door en bestemd voor ambtenaren om gebruik van te kunnen maken bij de uitvoering van
de buurtbudget-processen.
De ambtelijke handreiking wordt op 9 maart nagezonden via de dagmail en zal dan worden
toegevoegd aan de vergaderstukken. In de handreiking wordt een overzicht opgenomen van de
adviezen van stadsdeelcommissies en dagelijks besturen op het kader en hoe deze zijn verwerkt in
het kader en de handreiking.
Reden bespreking
Niet van toepassing.
Gegenereerd: vl.15 1
VN2021-003981 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
i i msterdam
CTO Innovatieteam % Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 17 maart 2021
Ter kennisneming
Uitkomsten extern advies
Eris gebruikt gemaakt van het onderzoek naar community building van de HvA, bijeenkomsten
met (actieve) bewoners en het ontwikkeltraject/actie-onderzoek van Amsterdammers Maak je Stad
(verzorgd door de Waag, Kennisland en Pakhuis de Zwijger. Het kader buurtbudgetten is tot stand
gekomen in nauwe samenwerking met de portefeuillehouders democratisering van de stadsdelen,
voorgelegd ter advisering aan de stadsdeelcommissies en met inbreng van (actieve) bewoners.
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing.
Welke stukken treft v aan?
AD2021-025906 Bestuurlijke reactie adviezen stadsdelen. pdf (pdf)
[ADzoa-on4224 | Commissie KDD Voordracht (pdf)
AD2021-025907 Handreiking buurtbudgetten.pdf (pdf)
AD2021-017574 Raadsbrief beleidskader buurtbudgetten (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam |
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
CTO, Democratisering, Kim de Jong, o6 5471 7019, kim.jong@&amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
Germer N Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Vastgoed % Amsterdam
x%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Gemeentelijk Vastgoed
Agendapunt 38
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Raadsinformatiebrief Oosterkerk
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief inzake de overdracht van de Oosterkerk aan
Stadsherstel
Wettelijke grondslag
n.v.t.
Bestuurlijke achtergrond
n.v.t.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.15 1
VN2022-005621 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie AR
Gemeentelijk % Amsterdam
Vastgoed %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
AD2022-019604 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
bijlage 1 - Brief verkenner 15 februari 2022. pdf (pdf)
bijlage 2 - Intentieovereenkomst Oosterkerk (met bijlagen).pdf (pdf)
raadsinformatiebrief_ Oosterkerk _DEF.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Floris Bongaerts, directie Gemeentelijk Vastgoed, email: f.bongaerts@®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.15 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 216
Publicatiedatum 16 maart 2016
Ingekomen onder T
Ingekomen op 9 maart 2016
Behandeld op 9 maart 2016
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Duijndam, Kaya, Roosma, De Heer, Van Soest, Yesilgöz-
Zegerius, Shahsavari-Jansen en Van Lammeren inzake de uitgangspunten voor
de inkoop Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen 2017-2020 (kwaliteit
boven prijs).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de uitgangspunten voor de inkoop Maatschappelijke
Opvang en Beschermd Wonen 2017-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 173).
Overwegende dat:
— in het coalitieakkoord van D66, SP en VVD "Amsterdam is van iedereen" is
afgesproken dat de zorg bestuurlijk aanbesteed wordt op basis van gunning en
hierbij gelet wordt op prijs en kwaliteit;
— in de inkoopprocedure vanaf 2017 kwaliteit een zwaardere beoordeling krijgt dan
prijs;
— de kwaliteit op minimaal 80% zal worden gesteld;
— op 22 april 2015 de aangenomen motie van het lid Duijndam c.s. ‘Amsterdam
kiest voor kwaliteit in plaats van prijs’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 349) opdraagt om
brancheorganisaties, professionals, cliënten en cliëntenraden te betrekken bij de
totstandkoming van kwaliteitsindicatoren en de raad driemaandelijks te
rapporteren over de ontwikkeling van deze indicatoren.
Constaterende dat:
— de raad tot op heden geen concrete uitwerking van bovenstaande punten heeft
ontvangen.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 216
Datum _ 16maart2016 Amendement
Besluit:
in ontwerp-besluit nr. 173 van 2016 toe te voegen een vierde beslispunt, luidende:
“4, In de inkoopprocedure krijgt kwaliteit een zwaardere beoordeling dan prijs. Bij de
gunning voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd 2017-2020 zal de kwaliteit
minimaal op 80% gesteld worden. Er wordt gebruik gemaakt van de kwaliteitscriteria,
die zijn ontwikkeld.”
De leden van de gemeenteraad,
P.J.M. Duijndam
M. Kaya
F. Roosma
A.C. de Heer
W. van Soest
D. Yesilgöz-Zegerius
M.D. Shahsavari-Jansen
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
Agenda van de
Commissie Werk, Participatie en Armoede van
5 december 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Commissie Werk,
Participatie en Armoede
Datum: donderdag 5 december 2013
Aanvang: 09:00 tot 12:30 uur en zo nodig van 19:30 tot 22:30 uur
Locatie: De Rooszaal
Algemeen
1. Opening procedureel gedeelte (9.00 uur — 09.15 uur)
2. Mededelingen
3. Vaststellen agenda
4, Conceptverslag van de openbare vergadering van de commissie Werk, Participatie
en Armoede van 14.11.2013.
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, [email protected]
5. Termijnagenda, per portefeuille
6. TKN lijst
7. _ Opening inhoudelijke gedeelte (9.15 uur tot 12.30 uur)
8. _Inspreekhalfuur publiek
9. Actualiteiten en mededelingen
10. Rondvraag
Armoede
11. Initiatiefvoorstel Hoek (GroenLinks) getiteld: " Vergroot gebruik armoederegelingen
door excellente communicatie” Nr. BD2013-011866
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Hoek (GrLi).
e Gevoegd behandelen met agendapunt 12.
1
Commissie Werk, Participatie en Armoede - donderdag 5 december 2013
12. Bestuurlijke reactie Initiatiefvoorstel Raadslid Hoek excellente communicatie Nr.
BD2013-011406
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 11.
13. Instemmen met voorstellen voor ondersteuning Werkende Armen Nr.
BD2013-013022
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
14. Brief inzake stand van zaken afbouw landelijke regelingen chronisch zieken en ge-
handicapten en gevolgen voor de burger in 2014 Nr. BD2013-012881
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 21 in de vergadering van 14.11.2013.
15. Afhandeling motie 366 raadslid Hoek ‘Ouderen in armoede met een onvolledige
AOW? Nr. BD2013-012016
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
Inburgering
16. Pilot Participatiecontract Nr. BD2013-011424
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
17. Lokaal Nieuwkomersbeleid Amsterdam Nr. BD2013-011212
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
18. Tweede rapportage Vluchtelingennotitie 2011-2014 Monitor Inburgering en Inko-
men Nr. BD2013-011732
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Commissie Werk, Participatie en Armoede - donderdag 5 december 2013
Zorg en Welzijn
19. Aanpak huwelijksdwang en achterlating Nr. BD2013-012879
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Ulichki (GrLi).
e Was TKN 18 in de vergadering van 14.11.2013.
Werk, Inkomen en Participatie
20. Initiatiefvoorstel Poot en Benjamin (beide VVD), getiteld: Vrijwilligerswerk loont Nr.
BD2013-012878
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden mevrouw Poot en de heer Benjamin
(beide VVD).
e Uitgesteld in de vergadering van 14.11.2013.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 21.
21. Initiatiefvoorstel Vrijwilligerswerk Loont Nr. BD2013-012880
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Uitgesteld in de vergadering van 14.11.2013.
e Gevoegd behandelen met agendapunt 20.
22. 3e kwartaalrapportage 2013 DWI Nr. BD2013-012270
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
23. Verzamelbrief n.a.v. begrotingsbehandeling commissie WPA op 10 oktober 2013 Nr.
BD2013-012877
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 15 in de vergadering van 14.11.2013.
24. Brief aan Commissie WPA iv.m. diverse toezeggingen (oktober 2013) Nr.
BD2013-012876
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 14 in de vergadering van 14.11.2013.
3
Commissie Werk, Participatie en Armoede - donderdag 5 december 2013
25. Afwikkeling premieverschillen collectieve zorgverzekering Amsterdamse minima
periode 2010-2012 Nr. BD2013-012873
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
26. Brief inzake ontwikkeling participatiebudget Nr. BD2013-012872
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 6 in de vergadering van 14.11.2013.
27. Evaluatie WSW-raad 2012 (3) Nr. BD2013-012871
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
e Was TKN 1 in de vergadering van 14.11.2013.
28. Dienstverlening van DWI, eenmeting naar de kwaliteit van dienstverlening Nr.
BD2013-012875
e Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid mevrouw Van der Pligt (SP).
TER KENNISNAMELIJST
Werk, Inkomen en Participatie
TKN 1.Intrekken collegebesluit ‘Wijziging Beleidsregels Re-integratieverordening inzake
afbouw onkostenvergoeding (O)GGZ-doelgroep’. (BD2013-012739)
TKN 2.Voortgangsbrief Jongeren maken Amsterdam. (BD2013-012002)
TKN 3.Invoering loonkostensubsidie in aanvulling op loonwaarde. (BD2013-009128)
Armoede
TKN 4.Invulling van compensatie voor ritbijdrage voor minimaouderen die gebruik maken
van het Aanvullend Openbaar Vervoer. (BD2013-012722)
TKN 5.Samenwerkingsafspraken met NUON inzake schuldenregelingen. (BD2013-012834)
4
Commissie Werk, Participatie en Armoede - donderdag 5 december 2013
VOOR DE OVERIGE PORTEFEUILLES GEEN PUNTEN TER
KENNISNAME
Ter visie/ter inzage (alleen voor raadsleden in de leeskamer raad)
Geen stukken
5
| Agenda | 5 | discard |
VN2023-019490 G Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
ij emeente '
Onderwijs, Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en OZA
Zorg % Amsterdam |
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling
Dienstverlening (40)
Publieke Gezondheid en Preventie (48)
Sport en Bewegen (28)
Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening (12)
Jeugd(zorg) (10)
Volkshuisvesting (43)
Sociale Zaken (14,)
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit (32)
ICT en Digitale Stad (49)
Kunst en Cultuur (29)
Openbare Ruimte en Groen (33)
Personeel en Organisatie (37)
Woningbouw (21)
Inclusie en Antidiscriminatiebeleid (31)
Gemeentelijk Vastgoed (16)
Regelgeving en Handhaving (4)
Agendapunt 2
Datum besluit 7 november 2022
Onderwerp
Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2022: ledereen doet mee!
‘De commissie wordt gevraagd
1. Kennis te nemen van de voortgangsrapportage toegankelijkheid 2022: ledereen doet mee in
Amsterdam/!;
2. Kennis te nemen van het collegebesluit om de frequentie van de voortgangsrapportage
toegankelijkheid te beperken tot minimaal 2 keer per bestuursperiode.
Wettelijke grondslag
- Gemeentewet, artikel 169. Actieve informatieplicht college jegens gemeenteraad.
- Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, New York, 13-12-2006
- Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, artikel 2a.
- Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.2.1 Wmo, Jeugdwet, artikel 2.6,
Participatiewet, artikel 8d
Bestuurlijke achtergrond
De gemeente werkt al jaren aan het verbeteren van de sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid
van de stad en stelt sinds 2016 regelmatig een voortgangsrapportage op over het dossier
toegankelijkheid. De voortgangsrapportages toegankelijkheid geven de raad en de
belangenbehartigers en overige betrokkenen een overzicht van de belangrijkste resultaten,
activiteiten en ambities van de gemeente. De diverse portefeuillehouders zijn integraal
verantwoordelijk voor het onderwerp toegankelijkheid binnen hun portefeuille, ook als dat beleid
betreft ten aanzien van Amsterdammers met een beperking. Op 7 november 2023 heeft het college
Gegenereerd: vl.44 1
VN2023-019490 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZÄ
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter kennisneming
ingestemd met de rapportage over 2022 en met de collegebrieven in reactie op de adviezen van het
Jeugdplatform, de Participatieraad en van Cliëntenbelang Amsterdam.
Toezeggingen over de rapportage toegankelijkheid aan de gemeenteraad
Op 11 februari 2022 is de vorige versie van de voortgangsrapportage (over 2021) vastgesteld door
het college van B en W. De bespreking van deze rapportage heeft 19 mei 2022 plaatsgevonden
in de Tijdelijke algemene raadscommissie (TAR). Bij de bespreking van de rapportage 2021 in
de gemeenteraad is door de toenmalig coördinerend wethouder toegankelijkheid mondeling
toegezegd het onderwerp handhaving in de rapportage over 2022 terug te laten komen. Dit is
verwerkt in de rapportage op pagina 17 en in de conclusies in hoofdstuk 5. Verplichtingen op basis
het VN-verdrag handicap en de lokale inclusie agenda In juli 2016 heeft Nederland het VN-verdrag
inzake de rechten van personen met een handicap (kortweg genoemd VN-verdrag handicap) vit
2006 geratificeerd.
De wettelijke grondslag van de Amsterdamse Inclusie Agenda is strikt genomen het VN-Verdrag.
Het motto van het VN-verdrag handicap is: ‘Niets over ons, zonder ons’. Met de ratificatie van dit
VN-verdrag in 20116 is aan de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet de verplichting toegevoegd om
in een periodiek plan op te nemen hoe de gemeenteraad uitvoering geeft aan het VN-verdrag (te
weten art. 2.1.2 lid 2 sub H Wmo; art. 2.2 lid 2 sub f Jeugd; art. 8d Participatiewet. Lid 2 van de Wmo
geeft expliciet aan welke punten dat plan dient te bevatten.
De coördinerend wethouder toegankelijkheid heeft de Amsterdamse inclusie agenda op 27 januari
2021 formeel in ontvangst genomen. De 10 speerpunten uit deze agenda hebben betrekking op
handhaving van de regelgeving mobiliteit (openbaar vervoer), bewustwording, het inzetten van
ervaringsdeskundigheid, looproutes door de stad, inclusief onderwijs, toegankelijke toiletten in de
stad, toegankelijke Wmo-voorzieningen, toegankelijke (digitale) informatie en sociale inclusie (vrije
tijd). De 10 speerpunten worden in de tekst geciteerd bij de betreffende resultaten, in het overzicht
en in het hoofdstuk met conclusies.
Financiën; Het vitgangspunt van het college is dat de activiteiten in het kader van toegankelijkheid
binnen bestaande budgetten gerealiseerd wordt. Op 5 november 2015 is de motie van de raadsleden
Roosma, Duijndam en Kaya inzake budget voor toegankelijkheid aangenomen. In deze motie wordt
gesteld dat de dekking voor het verbeteren van toegankelijkheid in principe binnen de bestaande
budgetten gevonden dient te worden. Als er zich financiële knelpunten voordoen waardoor ambities
niet gehaald worden dan wil de gemeenteraad dit (tijdig) weten. Mochten zich gedurende het jaar
knelpunten voordoen dan zal de gemeenteraad hierover door de desbetreffende portefeuillehouder
worden geïnformeerd. Het is de verantwoordelijkheid van de afdelingen die input hebben geleverd
om de ambities en benodigde budgetten met de eigen portefeuillehouder af te stemmen. In de
rapportage staat in hoofdstuk 3 een inhoudelijke toelichting op de financiën.
Coalitiemiddelen: Het college heeft in het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’
voor de bestuursperiode 2018-2022 in totaal € 3 miljoen ter beschikking gesteld voor een fonds
toegankelijkheid. Met dit geld kan extra worden ingezet op het verbeteren van de sociale, fysieke en
digitale toegankelijkheid. Voor de besteding van deze coalitiemiddelen is eind 2019 door het college
een voorstel vitgewerkt over 4, jaar. De raad is op 10 januari 2019 via de collegebrief van 27 november
2018 op de hoogte gesteld van de verdeling van de middelen en heeft hier mee ingestemd. Op
onderstaande 5 lijnen worden de coalitiemiddelen in de periode van 2019- 2022 ingezet: 1. Inzet
ervaringsdeskundig en belangenbehartigers; 2. Campagne bewustwording toegankelijkheid;
3. Informatie en data over toegankelijkheid verbeteren; 4. Budget voor prioriteiten vanuit het
college of de inclusie agenda; 5. Subsidieregeling vergroten met een subsidieplafond van € 200.000
voor de jaren 2021 en 2022. De financiële verantwoording vindt plaats via de reguliere PC-cyclus
van de gemeente. In de rapportage wordt de besteding van de extra middelen op bovenstaande
Gegenereerd: vl.44 2
VN2023-019490 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA
ij msterdam
Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter kennisneming
5 onderwerpen inhoudelijk toegelicht. In de rapportage wordt dan ook vooral inhoudelijk het
overzicht geschetst van de uitgaven. In bijlage 5.1 van de voortgangsrapportage staan de projecten
en activiteiten van de gemeente vermeld waar het extra geld in de rapportageperiode 2022 aan is
besteed.
Ad 2. Frequentie aanpassen van de voortgangsrapportages toegankelijkheid
Het college heeft op 7 november jl. besloten de frequentie van het opstellen en vaststellen te
beperken naar minimaal 1 voortgangsrapportage per bestuursperiode over de voortgang van de
implementatie van het VN-verdrag handicap en voortgangsrapportage niet meer jaarlijks op te
stellen. Door het terugbrengen van de rapportage over de voortgang naar een lagere frequentie
komt het accent van de stedelijke coördinatie op het dossier rond inclusie en toegankelijkheid
meer te liggen op het stimuleren van de voortgang zelf en het aankaarten en laten oplossen van
eventuele knelpunten. Cliëntenbelang Amsterdam is geconsulteerd over dit besluit en heeft positief
geadviseerd.
Toelichting: Sinds 2016 is is de rapportage uitgegroeid van een relatief korte rapportage van 13
pagina’s tot stukken en teksten van inmiddels rond de 7o pagina’s. Positief is dat dit te maken
heeft met de groeiende aandacht voor de positie van mensen met een beperking binnen en buiten
de gemeentelijke organisatie, en met de vele projecten, ambities, resultaten die het college
hierover kan vermelden. De informatie en inhoud van de voortgangsrapportage toegankelijkheid
wordt ook op andere manieren gedeeld met de gemeenteraadsleden en andere geïnteresseerden
via beleidskaders, monitors rapportages, raadsbrieven, begrotingen, jaarrekeningen en via de
informatie op bijvoorbeeld de website. De hoeveelheid informatie om te verwerken is groeiende,
maar dat betekent ook dat het doornemen, adviseren over en bespreken van de rapportage veel
vergt van de adviesraden en Cliëntenbelang Amsterdam, van de gemeenteraad, en capaciteit van de
gemeentelijke organisatie. Terwijl het bespreken en vaststellen van beleid, vitvoering en evaluatie
gedurende het hele jaar plaatsvindt via de de reguliere raadscommissies en in de gemeenteraad.
Eris bij deze dossiers gedurende het hele jaar aandacht voor het verbinden van de gemeentelijk
organisatie en haar samenwerkingspartners met samenwerking met ervaringsdeskundigen en met
adviesraden en belangenbehartiging.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
De voortgangsrapportage bevat veel inzichten en overzichten van vele projecten, acties en inzet
om de toegankelijkheid en inclusie van mensen met een beperking te vergroten. Eventuele nieuwe
beleidsvoornemens en kaders of bespreking van specifieke beleid en vitvoering wordt apart
geagendeerd, besproken en geadviseerd door de betreffende raden of platforms.
Vanwege het grote belang dat de formele adviesraden in het sociaal domein en Cliëntenbelang
Amsterdam (CBA) hechten aan de inclusie agenda is de concept voortgangrapportage aan hen
voorgelegd.
De Wmo-adviesraad heeft op 13 juli 2023 ambtelijk aangegeven van de rapportage kennis te nemen
van de concept rapportage en heeft het college geen advies gestuurd, aangezien er in de rapportage
geen nieuwe beleidsvoorstellen of beleidskaders staan.
Gegenereerd: vl.44 3
VN2023-019490 9 Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - OZA
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter kennisneming
CBA heeft op 6 juli 2023 een advies gegeven aan het college over met name de paragrafen rond
Wonen, Openbare Ruimte Verkeer, OV, Kunst en Cultuur en de samenvatting.
De Participatieraad Amsterdam heeft op 13 juli 2023 een advies gegeven aan het college over de
concrete paragrafen in de rapportage die gaan over Werk, Participatie en Armoederegelingen gaan.
Het Jeugdplatform Amsterdam heeft heeft op 13 juli 2023 een advies gegeven aan het college over
de concrete paragrafen in de rapportage die gaan over Wonen, OV, en Jeugd(zorg) gaan.
De adviezen en opmerkingen van de Cliëntenbelang Amsterdam en het Jeugdplatform Amsterdam
hebben geleid tot enkele inhoudelijke aanpassingen in de voortgangsrapportage. De belangrijkste
aanpassingen zijn het toevoegen van data en cijfers over jeugd; een toelichting over aanpasbaar
bouwen en informatie over ouderen en behoefte aan passende huisvesting; een aanpassing van
de paragrafen over handhaving en fietsparkeren; een aanpassing in de tekst over toegankelijke
speelvoorzieningen; een aanpassing van de uitleg van de doelgroep van het project OV-coach; een
extra alinea over de inzet voor jongeren vanuit de participatiewet; een toelichting over de ambitie
van het college in het Kunstenplan en de invloed op gesubsidieerde instellingen en een toevoeging
bij de conclusies in hoofdstuk 5 dat de beleving over de voortgang van de 10 speerpunten kan
afwijken vanuit het perspectief van de Amsterdammer.
De adviezen en opmerkingen van de Participatieraad hebben niet geleid tot inhoudelijke
aanpassingen in de voortgangsrapportage.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
De raadsleden van de raadscommissie Financiën, Kunst en Diversiteit, de Raadscommissie
Mobiliteit, Openbare Ruimte en Water (MOW), de Raadscommissie Sociaal, Economische Zaken en
Democratisering (SED), de Raadscommissie Woningbouw en Volkshuisvesting (WV) en Algemene
Zaken (AZ) worden vitgenodigd om aanwezig te zijn bij bespreking van dit agendapunt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Op 11 februari 2022 is de vorige versie van de voortgangsrapportage (over 2021) vastgesteld door
het college van B en W. De bespreking van deze rapportage heeft 19 mei 2022 plaatsgevonden
in de Tijdelijke algemene raadscommissie (TAR). Bij de bespreking van de rapportage 2021 in
de gemeenteraad is door de toenmalig coördinerend wethouder toegankelijkheid mondeling
toegezegd het onderwerp handhaving in de rapportage over 2022 terug te laten komen. Dit is
verwerkt in de rapportage op pagina 16 en in de conclusies in hoofdstuk 5 (p 60).
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.44 4
VN2023-019490 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZÄ
Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: -
Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en
Schuldhulpverlening
Voordracht voor de Commissie OZA van 13 december 2023
Ter kennisneming
oo Raadsinformatiebrief Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2022
AD2023-090353
getekend.pdf (pdf)
Bijlage 1 Voortgangsrapportage toegankelijkheid 2022 toegankelijke
AD2023-090350 ‚
webversie.pdf (pdf)
Bijlage 2A advies CBA aan College B&W reactie op Voortgangrsrapportage
AD2023-086655 … .
Toegankelijkheid 2022 „pdf (pdf)
Bijlage 2B advies JPA aan College vaN bENw voorgangsrapportage
AD2023-086654 n .
tpgankelijkheid 2022. pdf (pdf)
Bijlage 2C advies ParticipatieRaad aan College B&W reactie op
AD2023-086653 en:
Voortgangrsrapportage Toegankelijkheid 2022 pdf (pdf)
Bijlage 3A BRIEF reactie college advies CBA over rapportage 2022 versie
AD2023-086670
getekend.pdf (pdf)
Bijlage 3B BRIEF reactie college advies JPA over rapportage 2022 versie
AD2023-086671
getekend.pdf (pdf)
Bijlage 3C BRIEF collegebrief als reactie op het advies van de
AD2023-086651 Do, .
Participatieraad 2022 versie 0231029.pdf (pdf)
AD2023-065903 Commissie OZA Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Onderwijs, Jeugd en Zorg, Jette Bolle, 06-23111893, J.Bolle@®Amsterdam.nl, coördinator van het
dossier toegankelijkheid en de implementatie van het VN-verdrag handicap
Gegenereerd: vl.44 5
| Voordracht | 5 | train |
x Gemeente Amsterdam WB
% Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
% Agenda, woensdag 10 december 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn
Tijd 09:00 uur tot 12:30 uur en van 13.30 uur tot 15.30 uur (voor het middagdeel
is commissie RO uitgenodigd). Na 15.30 uur wordt de vergadering
overgenomen door de commissie RO waarbij commissie WB is uitgenodigd
voor het onderdeel over Erfpacht (zie agenda commissie RO).
Locatie De Rooszaal 0239, Stadhuis
OCHTENDDEEL
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie WB
d.d. 19 november 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieWB@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 10 december 2014
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de
vergadering per mail een bijgewerkt exemplaar
6 TKN-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Financiën
11 8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009995
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014)
Dierenwelzijn
12 Instemmen met aanpak verminderen overlast door vossen Nr. BD2014-011135
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014)
e _Deleden van de Raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid (ID) zijn hierbij
uitgenodigd
Wijkaanpak
13 Vaststellen bestuursopdracht wijkvernieuwing en -ontwikkeling Nr. BD2014-
012456
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 10 december 2014
Bouwen en Wonen
14 Onderzoek van de rekenkamer naar klimaatbeleid Nr. BD2014-011823
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 21 januari 2015)
e _Deleden van de Raadscommissie Infrastructuur en Duurzaamheid (ID) zijn hierbij
uitgenodigd
15 Beantwoording raadsadres Netwerk Ouderen Adviesraden inzake “Van Groot
naar Beter" en “Van Hoog naar Laag * Nr. BD2014-012732
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Moorman (PvdA)
e Was Tkn 2 inde raadscommissie WB, d.d. 29 oktober 2014
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 19 november 2014
16 Plan van Aanpak huisvesting verblijfsgerechtigden, met een begeleidende brief
aan de provincie Noord- Holland Nr. BD2014-012725
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 6 in de raadscommissie WB, d.d. 19 november 2014
17 Rapport Teulings en Conijn 'Naar ontvlechting en verzakelijking Nr. BD2014-
012726
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissieleden Shahsavari — Jansen (CDA) en Groot
Wassink (GL)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 18 t/m 26
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 24 september en 19 november 2014
18 Verslag bijeenkomst (Ambtswoninggesprek) raadsleden relatie gemeente -
corporaties 4 november 2014 Nr. BD2014-012828
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 10 december 2014
19 Brieven t.k.n. maatwerk Amsterdam - Utrecht Nr. BD2014-012727
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 9 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 24 september en 19 november 2014
20 Brieven t‚.k.n. over concept Novelle bij Herzieningswet Nr. BD2014-012728
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 12 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 24 september en 19 november 2014
21 Implementatie Hervormingsagenda minister Blok Nr. BD2014-012729
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 13 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 24 september en 19 november 2014
22 Notitie RIGO 50 - 50 variant WWS Nr. BD2014-012730
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Groot Wassink (GL)
e Was Tkn 14 in de raadscommissie WB, d.d. 3 september 2014
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
e _ Uitgesteld in de raadscommissie WB, d.d. 24 september en 19 november 2014
23 Rapport ‘Huur te duur’ Nr. BD2014-012731
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
e Aangehouden in de raadscommissie WB, d.d. 19 november 2014
24 reactie op rapport Huur te Duur Nr. BD2014-012924
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
4
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 10 december 2014
25 Effecten nieuw WWS in Amsterdam (nov. 2014) Nr. BD2014-012795
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 26
26 Verlenging Bouwen aan de Stad II Nr. BD2014-012738
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 t/m 25
MIDDAGDEEL
(GEZAMENLIJKE VERGADERING MET COMMISSIE RO)
Bouwen en Wonen
27 Initiatiefvoorstel Van der Ree (VVD), Van Dantzig (D66) en Flentge (SP): De lat
blijft hoog: een nieuw ambitieus streefcijfer voor studenten- en jongerenwoningen
Nr. BD2014-011664
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 28 en 29
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening (RO) zijn hierbij
uitgenodigd
28 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel van de raadsleden Van der Ree, Van
Dantzig en Flentge getiteld De lat blijft hoog, een nieuwe en ambitieus streefcijfer
voor studenten- en jongerenwoningen Nr. BD2014-012467
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 27 en 29
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening (RO) zijn hierbij
uitgenodigd
29 Programma Jongeren- en Studentenhuisvesting 2014 - 2018 Nr. BD2014-011282
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 27 en 28
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening (RO) zijn hierbij
uitgenodigd
5
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn W B
Agenda, woensdag 10 december 2014
30 Actieplan woningbouw 2014 - 2018 Nr. BD2014-012893
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 31 en 32
e _Deleden van de Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening (RO) zijn hierbij
uitgenodigd
31 Acties woningbouwproductie 2014 - 2018 Nr. BD2014-011423
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 30 en 32
32 Bestuurlijke reactie op motie 137 van de raadsleden de heren Mulder, Van Der
Ree en Van Drooge inzake het gewijzigd initiatiefvoorstel, getiteld:
“Actieprogramma woningbouwproductie: Elke woning welkom.” Nr. BD2014-
011425
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 30 en 31
6
| Agenda | 6 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1184
Datum akkoord 27 september 2016
Publicatiedatum 28 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge van 15 juni 2016 inzake
het accepteren van een mbo-leerling die ziek is geweest.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
In de serie Boos van BNN was onlangs een mbo-student aan het woord, die als
gevolg van een ernstige ziekte zijn ROC-opleiding niet had kunnen afmaken. Hij had
de examens van alle vakken gehaald, behalve van één vak. En dat examen miste hij
omdat hij ziek werd. Toen hij na anderhalf jaar terugkwam en aan het ROC
Amsterdam vroeg of hij zijn opleiding nog kon afmaken, dat ene examen nog mocht
doen, werd hem dat geweigerd. Hij moest maar een andere opleiding gaan doen. De
weigering zou te maken hebben met het feit dat studenten die vertraging oplopen
voor het ROC erg duur zouden zijn.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college met de SP eens dat mbo-studenten die door externe
omstandigheden, zoals ziekte, vertraging oplopen, hun opleiding zouden moeten
kunnen afmaken? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het college is het met de SP eens dat mbo-studenten die door externe
omstandigheden, zoals ziekte, vertraging oplopen, hun opleiding moeten kunnen
afmaken. Als een dergelijke situatie zich voordoet is het belangrijk dat school en
jongere bekijken wat gelet op de situatie wel mogelijk en haalbaar is. In dergelijke
gevallen is er vaak sprake van maatwerk.
2. Wat vindt het college van de casus uit de toelichting? Is het beleid dat het, ROC-
studenten die dit overkomt, hun opleiding niet laat afmaken? Kan het college het
antwoord toelichten?
Antwoord:
De casus uit de toelichting is schrijnend. Het betreffende ROC heeft n.a.v.
de aflevering direct contact opgenomen met de betreffende jongere. Het ROC
1 #BOOS aflevering 1; Stefan heeft kanker en het ROC krijgt een oorkonde
https://www.youtube.com/watch?v=EPMrmZOhgA4
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 5 september 2015 Schriftelijke vragen, woensdag 15 juni 2016
betreurt het dat de jongere in het voorjaar van 2016 te horen heeft gekregen dat
hij zijn opleiding niet kon afmaken. De jongere en de school zijn met elkaar in
gesprek en bekijken, afhankelijk van het verloop van de ziekte van deze jongere,
hoe en wanneer de jongere zijn opleiding kan afmaken.
Het ROC heeft aangegeven dat het geen beleid is om op dergelijke wijze met
studenten die ziek zijn of door andere omstandigheden vertraging oplopen om te
gaan. In dergelijke situaties probeert de school juist maatwerk te bieden.
In dit specifieke geval is de school dan ook met de jongere in gesprek om te
bekijken welke oplossing, gelet op de situatie, gevonden kan worden.
3. Zijn het college meer voorbeelden bekend zoals het in de toelichting genoemde
geval?
Antwoord:
Nee, er zijn het college niet meer gevallen bekend zoals in de toelichting
beschreven.
4. Welke mogelijkheden heeft de gemeente om iets aan dit beleid van het ROC te
doen?
Antwoord:
In het geval een student vertraging oploopt om wat voor reden dan ook, bekijkt
de school samen met de student wat er In die specifieke situatie mogelijk is.
In deze gevallen is er meestal sprake van maatwerk. In sommige gevallen is
de gemeente, via Leerplicht, rechtstreeks betrokken.
Daarnaast zijn de gemeente en de mbo-instellingen in Amsterdam structureel met
elkaar in gesprek om ervoor te zorgen dat jongeren de schoolloopbaan kunnen
doorlopen die bij hen past.
5. Is het college bereid met het ROC in overleg te treden en hen te verzoeken
studenten die vertraging hebben opgelopen door externe omstandigheden zoals
ziekte, voortaan in de gelegenheid te stellen hun opleiding af te maken?
Antwoord:
Als dergelijke signalen het college bereiken, zullen deze worden besproken in
het reguliere overleg dat de gemeente en het onderwijs voeren in het kader van
de uitvoering van de Leerplichtwet, RMC-wetgeving, Passend Onderwijs en
de Jeugdwet.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1627
Datum indiening 2 november 2017
Datum akkoord 19 december 2017
Publicatiedatum 20 december 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boldewijn inzake de uitspraak van de
Autoriteit Consument & Markt (ACM) naar aanleiding van de parkeertarieven van de
gemeente Veenendaal.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Onder de kop: “Veenendaal trekt eigen parkeerterreinen en garages voor” maakte de
Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 20 september 2017 op haar website bekend
dat de gemeente Veenendaal kostendekkende tarieven moet rekenen bij
gemeentelijke parkeerterreinen en parkeergarages. Dit om de oneerlijke concurrentie
met Q-Park, de exploitant van twee parkeergarages in Veenendaal te stoppen.
De fractie van de PvdA vindt dit een belangrijke uitspraak die ook invloed zou kunnen
hebben op de parkeertarieven in Amsterdam en is benieuwd wat deze uitspraak
betekent voor de gemeente Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boldewijn, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college ook kennisgenomen van bovenstaande uitspraak?
Antwoord:
Ja, het college heeft kennisgenomen van bovenstaande uitspraak.
2. Volgens de Autoriteit Consument & Markt (ACM) berekende de gemeente
Veenendaal niet alle kosten door. De gemeente leidt verlies op de exploitatie van
de gemeentelijke parkeergarages en parkeerterreinen en compenseert dit verlies
onder andere met belastinggeld. Hierdoor kan de gemeente lage tarieven
aanbieden voor haar parkeergarages en parkeerterreinen. Dat is oneerlijke
concurrentie.
Is een soortgelijke werkwijze ook in Amsterdam het geval en zo ja:
e bij welke garages en parkeerterreinen?
wat betekent deze uitspraak voor de parkeertarieven van de gemeentelijke
parkeergarages en parkeerterreinen en
1 https://www.acm.nl/nl/publicaties/veenendaal-trekt-eigen-parkeerterreinen-en-garages-voor
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer cember 2017 Schriftelijke vragen, donderdag 2 november 2017
e in welke mate is deze uitspraak van invloed op het Mobiliteitsfonds en
de Begroting 2018?
Antwoord:
Nee, in het algemeen kent de gemeente Amsterdam de genoemde werkwijze
niet. De gemeente Amsterdam hanteert marktconforme tarieven voor de in haar
bezit zijnde parkeerterreinen- en garages.
Uitzondering hierop zijn de gemeentelijke P+R locaties. Hiervoor gelden
specifieke (lage) tarieven. Deze zijn door het college in 2011 vastgesteld met als
doel het verbeteren van de bereikbaarheid van Amsterdam, een betere benutting
van de P+R locaties, en het autoluw maken van de binnenstad.
De voor- en nadelige exploitatieresultaten parkeergarages worden conform
begroting ten gunste/laste van het Stedelijk Mobiliteitsfonds en algemene
middelen gebracht (conform artikel 6 Verordening Stedelijk Mobiliteitsfonds
Amsterdam 2016). De genoemde uitspraak heeft geen invloed op
het Mobiliteitsfonds en de Begroting 2018.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 juli 2022
Portefeuille(s) Volkshuisvesting
Portefeuillehouder(s): Zita Pels
Behandeld door Directie Wonen, [email protected]
Onderwerp Aanpak verlaging eerste administratieve boetes vakantieverhuur
Geachte leden van de gemeenteraad,
In het coalitieakkoord 2022-2026 is opgenomen: “(…) We blijven illegale hotels bestrijden met hoge
boetes maar nu het registratiesysteem voor vakantieverhuur in werking is getreden, passen we het
boetesysteem zo aan dat de eerste boete voor een administratieve overtreding lager wordt.’
Naar aanleiding van het coalitieakkoord en de discussie die is gevoerd in de tijdelijke algemene
raadsvergadering (TAR) van 9 juni 2022, heeft het college toegezegd v voor de raadsvergadering
van 13 juli 2022 te informeren over het nieuwe proportionaliteitsbeleid dat wordt ontwikkeld voor
administratieve boetes bij vakantieverhuur. Het gaat hierbij alleen om boetes voor overtreding van
de meld-, vergunning- of registratieplicht of een combinatie van deze drie, opgelegd aan feitelijke
bewoners. Daarnaast is toegezegd de boeteoplegging bij nieuw geconstateerde overtredingen en
de procedures rond de invordering, bezwaar en beroep tijdelijk op te schorten.
In deze brief informeert het college u over de stappen die worden genomen om tot
proportionaliteitsbeleid te komen voor de eerste boetes bij administratieve overtredingen in geval
van vakantieverhuur door de feitelijke bewoners.
Uitvoeren coalitieakkoord: wijziging beleid
De boetes voor vakantieverhuur zijn opgenomen in de Huisvestingsverordening.* Verlaging van de
eerste boete voor administratieve overtredingen, zoals in het coalitieakkoord is opgenomen,
betekent een wijziging van de Huisvestingsverordening. Het is geen optie de wijziging mee te
nemen in de Huisvestingsverordening 2023. Deze verordening ligt namelijk van 20 juni tot en met
31 juli 2022 in de inspraak en gaat in op 1 januari 2023. Als na de start van de inspraak nog een
extra wijziging zou worden toegevoegd, hebben Amsterdammers niet de gelegenheid in te
spreken op dit onderdeel, terwijl dat wel verplicht is volgens de Inspraakverordening van
Amsterdam. Bij een onderwerp als vakantieverhuur is inspraak extra belangrijk. Zo zijn er
bijvoorbeeld Amsterdammers die veel overlast ervaren van toeristische verhuur en dit geluid is tot
nu toe weinig in de discussie over de proportionaliteit van boetes naar voren gekomen.
Het wijzigen van de Huisvestingsverordening gebeurt een keer per jaar. De voorgestelde
wijzigingen worden dan ook een keer per jaar ter inspraak gelegd zodat iedereen hierover mee kan
denken.
* Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, bijlage 3, p. 53
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 2 van7
De Huisvestingsverordening 2024 (ingangsdatum 1 janvari 2024) is dus de eerst volgende
mogelijkheid om de lagere boetes voor eerste administratieve overtredingen aan feitelijke
bewoners bij vakantieverhuur op te nemen.
Het college vindt het echter onwenselijk te wachten met het vitvoeren van dit deel van het
coalitieakkoord tot 1 janvari 2024. Daarom ontwikkelt het college voor de periode tot aan 1 januari
2024 nieuw proportionaliteitsbeleid en neemt hierover in oktober 2022 een besluit. Andere opties
zoals in de tussentijd de hardheidsclausule toepassen of met een last onder dwangsom werken,
zijn niet geschikt. De hardheidclausule is juridisch niet van toepassing op deze boetes en een last
onder dwangsom heeft als doel het herstellen van de overtreding. Herstel is echter niet meer
mogelijk, omdat een verhuurder de verplichting heeft voorafgaand aan de verhuur te voldoen aan
de vergunning-, registratie- en meldplicht.
Behalve dat proportionaliteitsbeleid voor administratieve boetes wordt ontwikkeld, is het ook de
vraag of dit beleid gevolgen kan en zou moeten hebben voor al eerder geconstateerde
overtredingen en opgelegde boetes. In elk geval onderzoekt het college de eerste administratieve
boetes die zijn opgelegd na publicatie van het coalitieakkoord. Daarnaast heeft u verzocht ook in
kaart te brengen hoeveel boetes in de periode daarvoor zijn opgelegd, die onder het nieuw te
ontwikkelen proportionaliteitsbeleid lager zouden zijn uitgevallen. Als uitgezocht is om welke
aantallen het daadwerkelijk gaat, maakt het college de afweging in hoeverre het wenselijk en
juridisch mogelijk is boetes met terugwerkende kracht naar beneden bij te stellen. Daar wordt v op
dat moment verder over geïnformeerd.
Onderzoek naar opgelegde boetes
Afbakening onderzoek
Om een overwogen keuze te maken voor proportionaliteitsbeleid, is het nodig dat de reeds
opgelegde boetes in kaart worden gebracht en onderzocht. Dit onderzoek naar lopende, maar ook
reeds afgeronde boetetrajecten, is als volgt afgebakend.
Administratieve overtredingen voor vakantieverhuur zijn:
-_ Overtreding van de meldplicht (ingevoerd per 1 oktober 2017, handhaving vanaf 1 januari
2018);
-_ Overtreding van de vergunningplicht (invoering en handhaving per 1 juli 2020);
-__ Overtreding van de registratieplicht (invoering per 1 april 2021 en handhaving per 1
oktober 2021);
-_Een combinatie van overtreding van de meld-, vergunning- of registratieplicht.
Deze overtredingen moeten zijn gepleegd door de feitelijke bewoners. Dit kunnen eigenaar-
bewoners zijn of huurders in de particuliere sector”. Het gaat hierbij uitdrukkelijk alleen om de
eerste boete voor een administratieve overtreding die is opgelegd door de gemeente. Alle andere
opgelegde boetes worden niet meegenomen in het proportionaliteitsbeleid en dus ook niet in het
onderzoek.
? Aangezien toeristische verhuur van sociale huurwoningen van corporaties niet is toegestaan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 3 van 7
Buiten de scope van het onderzoek en het op te stellen proportionaliteitsbeleid vallen dus:
-__boetes voor overtreding van andere regels voor vakantieverhuur dan hierboven genoemd,
zoals leefbaarheidsovertredingen.
-__boetes aan professionele verhuurders.
-_boetes aan particulieren die een andere woning dan de woning waarin ze wonen verhuren
(bijvoorbeeld vakantieverhuur in een tweede woning).
-__boetes voor overtredingen van de regels voor Bed & Breakfast (B&B) of short stay.
Plan van aanpak: drie fases
Er zijn 686 vakantieverhuurboetes die potentieel binnen de scope vallen en momenteel
onderzocht worden. Van sommige boetes is uit de systemen niet meteen te achterhalen of het om
een administratieve boete gaat. Een boete van 11.600 euro kan bijvoorbeeld zijn opgelegd
vanwege een leefbaarheidsovertreding, maar ook vanwege twee administratieve overtredingen.
Het college stelt voor het onderzoek procesmatig aan te pakken, in drie fases. De drie fases
worden hieronder toegelicht. Het vitgangspunt is dat lopende zaken, dus zaken die nog niet
onherroepelijk zijn en volledig afbetaald, stil worden gelegd. Dit geldt zowel voor het boetetraject
als de invordering van de boete.
Fase 1 (juli - september 2022):
In deze fase wordt het nieuwe proportionaliteitsbeleid ontwikkeld. De verlaging van boetes is op
dit moment onderwerp van onderzoek en wordt nog uitgewerkt. Ten aanzien van de betrokken
handhavingszaken zijn inmiddels de volgende acties in gang gezet:
a. Tijdelijk stopzetten invordering administratieve boetes vakantieverhuur
Om te voorkomen dat Amsterdammers, die mogelijk onder het proportionaliteitsbeleid vallen,
een te hoge boete moeten betalen, is in de week na de TAR van 9 juni 2022 de invordering van
boetes voor administratieve overtredingen vakantieverhuur tijdelijk stopgezet. Zie ook onder c.
Bij Belastingen is opgevraagd hoeveel administratieve boetes voor vakantieverhuur nog
openstaan. Het invorderingssysteem geeft echter niet altijd aan om welke overtreding het gaat.
De zaken waarbij dit onduidelijk is worden handmatig onderzocht op het soort overtreding. Vanaf
1 april 2019 speelt die onduidelijkheid in 177 zaken. De invordering in deze zaken is wel tijdelijk
stopgezet, maar worden na onderzoek meteen weer voortgezet als duidelijk is dat zij niet onder de
scope vallen. Zie voor toezicht en handhaving onder d.
b. Aanhouden bezwaar- en beroepszaken die binnen de afbakening vallen en betrokkenen in
bezwaar persoonlijk informeren
Voor lopende bezwaarzaken die binnen de afbakening van het onderzoek vallen, plant de
gemeente geen nieuwe hoorzittingen in. Deze zaken worden aangehouden. Bij reeds geplande
hoorzittingen zal de gemeente contact opnemen met de bezwaarde om de toezegging van de
wethouder mee te delen en aan te geven dat er nieuw beleid gemaakt gaat worden. De keuze is
dan aan bezwaarde om de zitting wel of niet door te laten gaan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 4 van 7
Voor het aanhouden van (hoger) beroepszaken is de gemeente afhankelijk van de rechtbank en de
Raad van State. Degene die beroep heeft ingesteld kan om aanhouding vragen.
De gemeente zal vitzoeken welke beroepen er bij de rechtbank liggen die binnen de scope van de
toezegging vallen en zal zelf contact opnemen met degenen die beroep hebben ingesteld om hen
de situatie uit te leggen en aangeven dat zij om aanhouding kunnen vragen.
c. Aanhouden van alle voornemens tot boeteoplegging en betrokkenen hierover persoonlijk
infomeren.
Het traject van reeds verstuurde voornemens tot boeteoplegging is tijdelijk stopgezet. De
betrokkenen ontvangen een brief met de mededeling dat hun zaak wordt aangehouden en dat zij
op een later moment alsnog een bericht of een boetebesluit ontvangen. Voordat een boete voor
het overtreden van de regels toeristische verhuur wordt opgelegd, wordt eerst een brief aan de
vermeende overtreder gestuurd waarin de gemeente aangeeft voornemens te zijn een boete op te
leggen. De betrokkene heeft twee weken de tijd een zienswijze in te dienen op het voornemen van
de gemeente. Vervolgens neemt de gemeente in de meeste gevallen binnen een aantal weken een
besluit. Bij complexe casussen, bijvoorbeeld bij een heel uitvoerige en juridisch inhoudelijke
zienswijze, kan het nemen van een besluit een aantal maanden duren. Als na zes maanden na
versturen van het voornemen nog geen besluit is genomen door de gemeente, wordt geen boete
meer opgelegd voor de geconstateerde overtreding.
d. Toezicht en handhaving gaan door, maar boetetraject wordt aangehouden
Onderzoeken naar overtredingen van de regels van toeristische verhuur gaan door. Bij
constatering van een administratieve overtreding van vakantieverhuur door feitelijke bewoners,
wordt de zaak aangehouden in afwachting van het nieuwe proportionaliteitsbeleid. Zodra hier
duidelijkheid over is, wordt het boetetraject alsnog ingezet met inachtneming van het nieuwe
proportionaliteitsbeleid.
e. Onderzoeken boetes opgelegd vanaf 1 juli 2020 tot heden
Als eerste worden administratieve boetes die zijn opgelegd in de periode 1 juli 2020 tot en met
heden onderzocht en geanalyseerd. De keuze de eerste knip te leggen bij 1 juli 2020 heeft te
maken met de invoering van de vergunningplicht vakantieverhuur op deze datum. Daarbij zijn in
deze periode boetes opgelegd waartegen nog bezwaar- en beroepsprocedures lopen.
f. Communicatie naar betrokkenen
Niet alle betrokkenen volgen het nieuws vanuit de gemeente op de voet. Daarom stuurt de
gemeente aan het eind van fase 1 een brief naar de betrokkenen die sinds de publicatie van het
coalitieakkoord een administratieve boete opgelegd hebben gekregen. Ook de betrokkenen die
op dit moment nog een lopend boete- of invorderingstraject (inclusief bezwaar en beroep) bij de
gemeente hebben voor administratieve overtredingen ontvangen aan het eind van fase 1 een
brief.
g. Eerste resultaten inventarisatie administratieve boetes vanaf 1 oktober 2021
De opgelegde boetes vanaf 1 oktober 2021 zijn reeds kort geïnventariseerd, zowel bij handhaving
als in bezwaar. Er zijn tot op heden geen matigingsverzoeken ingediend naar aanleiding van de
TAR. Vanaf 1 oktober 2021 zijn 44 boetes opgelegd door het team vakantieverhuur.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 5 van7
Daarvan vallen zeven boetes buiten de scope van het onderzoek, omdat het geen administratieve
boetes vakantieverhuur betreft maar bijvoorbeeld een boete voor overtreding van de eisen van
een B&B of short stay. De 37 overgebleven boetes worden nader onderzocht.
Als het gaat om de bezwaarzaken zijn de resultaten als volgt. In totaal vallen 22 bezwaarschriften
die vanaf 1 oktober 2021 zijn opgelegd binnen de scope van het onderzoek. Deze bezwaarschriften
worden aangehouden als de bezwaarmaker daarom vraagt. In acht gevallen is vooraf geen
melding gedaan van vakantieverhuur. Van die acht gevallen is één bezwaarprocedure afgerond en
is het bezwaar ongegrond verklaard. Indien de bezwaarmaker geen beroep instelt, wordt de zaak
in fase 3 afgehandeld. Zeven bezwaarprocedures lopen nog. In veertien gevallen was geen
vergunning aanwezig en is vooraf ook geen melding gemaakt van vakantieverhuur. Eén
bezwaarprocedure is afgerond waarbij het bezwaar ongegrond is verklaard. Dertien
bezwaarprocedures lopen nog. In geen enkel geval is nog een proceskostenvergoeding toegekend.
Er lopen nog geen beroepsprocedures over boetes opgelegd vanaf 1 oktober 2021.
Fase 2 (oktober 2022 - februari 2023)
a. Vaststellen proportionaliteitsbeleid
Het nieuwe proportionaliteitsbeleid wordt in oktober 2022 ter vaststelling voorgelegd aan het
college, waarna de raad wordt geïnformeerd.
b. Acties na vaststellen proportionaliteitsbeleid
Zodra het proportionaliteitsbeleid is vastgesteld worden de tijdelijk aangehouden zaken conform
dat nieuwe beleid afgedaan. Dit betekent concreet dat een deel van de betrokkenen een lagere
boete krijgt. Het traject van aangehouden voornemens tot boeteoplegging en aangehouden
bezwaar- en beroepszaken wordt voortgezet. Het traject van de aangehouden
handhavingsonderzoeken vanaf 9 juni 2022 wordt voorgezet. In de gevallen die onder het
proportionaliteitsbeleid vallen zal viteraard meteen een lagere boete worden opgelegd.
c. Onderzoeken boetes 1 januari 2018 tot 1 juli 2020
Boetes voor eerste administratieve overtredingen vakantieverhuur door feitelijke bewoners, die
zijn opgelegd in de periode 1 januari 2018 tot 1 juli 2020, worden onderzocht en geanalyseerd. Dit
zijn alleen boetes voor overtreding van de meldplicht, want in deze periode gold geen vergunning-
en registratieplicht voor vakantieverhuur. Voor 1 janvari 2018 zijn er geen administratieve boetes
opgelegd.
Fase 3 (maart - mei 2023)
In deze afrondende fase van het plan van aanpak worden de laatste acties uitgevoerd.
a. Afronden afgeronde en betaalde zaken
Elke zaak die niet in een van de trajecten in fase 2 zit, wordt afgehandeld en betrokkenen
worden hierover schriftelijk geïnformeerd. Dit zullen veelal boetes zijn voor de meldplicht.
b. Invordering hervat
De tijdelijk stopgezette invorderingen worden hervat. Dit kan betekenen dat een lager
boetebedrag wordt ingevorderd. Na het collegebesluit van oktober 2022 wordt duidelijk
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 6 van 7
of ook eerder opgelegde boetes worden verlaagd en er lagere bedragen zullen worden
ingevorderd.
c. Voorbereiden wijziging in de Huisvestingsverordening 2024.
Gevolgen voor personeel en financiën
Het plan van aanpak heeft impact op de beschikbare capaciteit bij de directie Wonen. De
administratieve boetes moeten handmatig worden bekeken, zowel bij handhaving, bezwaar en
beroep als de invordering. In fase 1 wordt een groot deel van de mensen van het handhavingsteam
vakantieverhuur hierop ingezet. Dit geldt ook voor de beleidsmedewerkers vakantieverhuur. Om
snel stappen te kunnen zetten en de foutenmarge te minimaliseren, heeft het de voorkeur in deze
fase medewerkers met ervaring op het onderwerp vakantieverhuur in te zetten. Dit betekent dat
vanaf fase 2 extra capaciteit nodig is, ook omdat andere bestuurlijke vraagstukken op het gebied
van vakantieverhuur spelen die aandacht nodig hebben. Onduidelijk is nog hoeveel extra
capaciteit nodig zal zijn. In november 2022 wordt u hierover geïnformeerd.
Aan het verlagen van boetes zit ook een financiële component voor de gemeentebegroting. De
financiële middelen uit boetes zullen in de toekomst waarschijnlijk lager uitvallen dan begroot.
Mocht het college na het onderzoek op basis van de afweging over de wenselijkheid en de
juridische haalbaarheid overgaan tot matigen van boetes van voor het coalitieakkoord, dan is het
financiële gevolg groter. Het college zal bij het vaststellen van het proportionaliteitsbeleid in
oktober 2022 tevens een inschatting maken van de financiële gevolgen die het matigen van de
boetes heeft.
Algemene communicatie
Het college vindt het belangrijk Amsterdammers zo snel en zo goed mogelijk te informeren over
het besluit van het college met betrekking tot deze administratieve boetes. Het gaat om hoge
boetes waar betrokkenen zo snel mogelijk duidelijkheid over willen hebben. Naast de
achterliggende reden om deze administratieve boetes opnieuw te beoordelen, dienen de
betrokkenen geïnformeerd te worden over het proces en het tijdspad. Zoals hierboven genoemd
worden aan het eind van fase 1 betrokkenen die vanaf de publicatie van het coalitieakkoord een
administratieve boete opgelegd hebben gekregen en de betrokkenen die op dit moment nog een
lopend boete- of invorderingstraject (inclusief bezwaar en beroep) hebben, persoonlijk
geïnformeerd. In fase 3 worden alle andere betrokkenen geïnformeerd over hun zaak.
Tevens wordt na de vaststelling van het proportionaliteitsbeleid door het college in oktober van dit
jaar een nieuwsbericht hierover geplaatst op amsterdam.nl. Het bericht wordt meegenomen in de
nieuwsbrieven van de gemeente en via Social Media wordt hiernaar verwezen. We verwachten dat
veel Amsterdammers naar informatie zullen zoeken hierover op de website van Amsterdam.nl op
de pagina voor vakantieverhuur. Ook hierop wordt een bericht geplaatst met informatie over de
boetes.
Indien Amsterdammers direct contact willen met de gemeente, kunnen zij bellen met 14020.
Afhankelijk van de vraag wordt een terugbelafspraak gemaakt met een medewerker van de
directie Wonen. Mailcontact is mogelijk via het emailadres handhavingwonen@®amsterdam.nl
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2022
Pagina 7 van7
Naast inzet van eigen middelen wordt ook de vereniging Amsterdam Gastvrij geïnformeerd, zodat
zij hun leden kunnen informeren. Dit geldt eveneens voor de verhuurplatforms Airbnb en
Booking.com, zodat zij vragen van hun hosts kunnen beantwoorden. Daarnaast zal het college
met een aantal partijen spreken. Er komt een gesprek met de ombudsman waar ook
vakantieverhuurders aanwezig zijn en met Amsterdam Gastvrij wordt een gesprek georganiseerd.
Digitale handhaving (toezegging lid Meerburg (Partij voor de Dieren)
In de TAR van g juni 2022 is toegezegd inzicht te geven in de manier waarop digitaal toezicht een
rol speelt bij toezicht en handhaving op de regels van toeristische verhuur.
Digitaal toezicht
Bij het toezichthouden en handhaven op toeristische verhuur van woonruimte wordt gebruik
gemaakt van ondersteunende digitale instrumenten. Voor de toezichthouders is een dashboard
ontwikkeld. In dit dashboard wordt informatie uit advertenties die door verhuurders worden
aangeboden op verhuursites gekoppeld aan een aantal andere digitale bronnen binnen de
gemeente, zoals over het verplichte registratienummer en de vakantieverhuur- en B&B-
vergunning. Door koppeling van informatie kan het dashboard selecties maken van adressen waar
mogelijk niet wordt voldaan aan de voorwaarden van toeristische verhuur van woonruimte. Zo kan
bijvoorbeeld een advertentie op Airbnb waar geen registratienummer is ingevuld, en waar uit het
systeem blijkt dat geen vergunning is aangevraagd, geselecteerd worden. De selecties worden
altijd gecontroleerd en geanalyseerd door een medewerker. De afweging tot het opleggen van
een boete wordt altijd gemaakt door een medewerker. Hier komt geen automatisering aan te pas.
Algoritme ‘Alpha’
De gemeente is bezig met de ontwikkeling van een algoritme (Alpha). In de raadsinformatiebrief
‘inzet machine-learning-algoritme! van 16 april 2020 bent u over deze ontwikkeling geïnformeerd.
Momenteel wordt de werking van dit algoritme getest in een pilot. In het vierde kwartaal van 2022
wordt u geïnformeerd over de vitkomsten van de pilot. Voor alle boetes die tot nu toe zijn
uitgegaan, is dit algoritme niet gebruikt.
Het college vertrouwt erop dat met deze brief vw vragen voldoende zijn beantwoord en
beschouwt de toezeggingen uit de TAR van g juni 2022 als afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Zita Pels
Wethouder Volkshuisvesting
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 7 | train |
x Gemeente Amsterdam WP A
% Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie,
Inburgering, Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
% Agenda, donderdag 10 oktober 2013
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede,
Programma Maatschappelijke Investeringen
Tijd 09:00 uur tot 12:30 uur
Locatie De Rooszaal
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte (09.00 — 09.15)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
7 Opening inhoudelijk gedeelte (09.15 — 12.30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, WPA
Armoede, Programma Maatschappelijke Investeringen
Agenda, donderdag 10 oktober 2013
Financiën
11 Begroting 2014 Gemeente Amsterdam Nr. BD2013-010287
Resultaatgebiedsgewijze bespreking van de ontwerpbegroting 2014. Portefeuilles
Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering, Armoede,
Programma Maatschappelijke Investeringen.
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad
d.d. 6/7 november 2013).
e Indienen van moties en amendementen.
Het Begrotingsboek 2014 is separaat aan alle (duo)raadsleden gezonden.
2
| Agenda | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1840
Datum indiening 20 augustus 2019
Datum akkoord 28 oktober 2019
Publicatiedatum 29 oktober 2019
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Poot inzake de kraak van
We Are Here in Westpoort
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op AT5 verscheen op 19 augustus 2019 het bericht dat een groep van ‘minstens
veertig’ krakers van We Are Here groep hun intrek heeft genomen in een pand in
Wespoort.!
Op de vreselijke beelden is te zien dat de eigenaar van dit pand, een ondernemer die
dit pand wil gebruiken om zijn autobedrijf te gaan runnen, met veel verbale agressie
zijn bedrijfsruimte uit wordt gewerkt door de krakers.
De Amsterdamse fractie van de VVD vindt dat een kraak met een brutaliteit zoals
deze een gevolg is van het ontbreken van een antikraakbeleid door dit college.
Hierdoor is er een situatie ontstaan waarin krakers zich gesterkt voelen om ongestraft
landelijke wetgeving te negeren, simpelweg omdat het college dit ook doet. Bij de
vele kraken die plaatsvinden lijkt het college zich vooral te bekommeren op de
rechten van de krakers en niet van omwonenden of van eigenaren. Dit alles zorgt
ervoor dat het vertrouwen van bewoners en ondernemers in de lokale ernstig wordt
geschaad.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond
van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende
aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Nanninga van
20 augustus 2019, namens de fractie van Forum voor Democratie (nr. 1839. 19) — aan
het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Wat is er bekend over de personen die dit bedrijfspand hebben gekraakt? Maken
zij inderdaad onderdeel uit van de We Are Here-groep?
Antwoord
Het betreft een gemêleerde groep van voornamelijk ongedocumenteerden die
zich profileert als onderdeel van We Are Here.
1 https://www.at5.nl/artikelen/196225/ondernemer-uit-eigen-pand-gezet-door-we-are-here-krakers
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Pe tober 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 20 augustus 2019
2. Waserten tijde van de kraak sprake van leegstand in dit pand?
Antwoord
Ja. De eigenaar heeft geen stukken aangeleverd bij het OM waaruit blijkt dat het
pand in gebruik was.
3. Worden deze personen verdacht van huisvredebreuk of inbraak?
Antwoord
Het OM bepaalt of en zo ja waarvan deze personen worden verdacht. Er is
aangifte gedaan van huisvredebreuk.
4. Iser door de eigenaar van het pand aangifte gedaan? Zo ja, wanneer?
Antwoord
Ja, er is 11 augustus 2019 aangifte gedaan.
5. Op welke termijn zal dit pand worden ontruimd?
Antwoord
Het OM heeft vanwege de onveiligheid van het pand besloten over te gaan tot
een spoedontruiming, waarna de krakers het pand hebben verlaten.
6. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het tolereren van deze
illegale situatie het vertrouwen van bewoners en ondernemers in de lokale
overheid ernstig schaadt?
Antwoord
Kraken wordt niet getolereerd. Kraken is strafbaar en ieder gekraakt pand waar
de eigenaar een concreet plan voor ingebruikname voor heeft, wordt ontruimd.
7. Wat vindt het college ervan dat de groep kakers deze ondernemer de toegang tot
zijn pand heeft ontzegd? Keurt het college dit net als de fractie van de VVD
volstrekt af”?
Antwoord
Kraken is strafbaar en het college keurt dat inderdaad af.
8. Hoeveel economische schade heeft deze ondernemer geleden door de bezetting
van zijn bedrijfsruimte? Gaat het college zich inspannen de schade te verhalen op
de daders? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het college heeft geen beeld van de mogelijk door de eigenaar geleden schade.
Verhalen van schade is niet aan het college, die is hierin geen partij.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer Pe tober 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 20 augustus 2019
9. Hebben de krakers schade aangericht in of aan het pand? Zo ja, voor welke
bedragen? Gaat het college zich inspannen de schade te verhalen op de daders?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De eigenaar heeft aangegeven dat er schade is aangebracht aan de
toegangsdeur. Verhalen van schade is niet aan het college, die is hierin geen
partij, maar aan de eigenaar zelf.
10. In hoeverre beoordeelt het college de 24-uursopvang als succesvol, nu
uitgeprocedeerde asielzoekers door lijken te gaan met kraken
Antwoord
Aangezien de nieuwe 24-uursopvang als ondersteuning bij het werken aan een
bestendige oplossing net is gestart, heeft het college nog geen oordeel hierover.
Zoals ook beschreven in onder andere onze brief van 11 juli 2019 heeft het
college er voor gekozen om maximaal 500 mensen op te vangen en te
begeleiden naar een duurzame oplossing (legaal verblijf, terugkeer of
doormigratie). Helaas gaat het realiseren van opvanglocaties in de huidige
vastgoedmarkt uiterst moeizaam. Pas als er doorstroming in de huidige opvang
is, of uitbreiding met nieuwe locaties, komen mensen die op de wachtlijst staan in
aanmerking voor een opvangplek.
11. Is er door de gemeente op eigen initiatief contact gezocht met deze ondernemer?
Zo ja, is er hulp en begeleiding aan geboden en met hem naar een oplossing
gezocht?
Antwoord
Nee, een pandeigenaar kan eigenstandig aangifte doen in geval van kraak.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Gemeente Bezoekadres
Plein ‘4,0 '45 1
Ám ste rda Mm 1064 SW Amsterdam
®
Nieuw-West Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14020
26 Nieuwwest.amsterdam.nl
Vergadering Bestuurscommissie
Datum 25 maart 2015
Decos nummer
Onderwerp Initiatieven amendement kinderarmoede
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 17 februari 2015
Besluit
a. Kennis te nemen van de notitie inzake een tweetal initiatieven in het kader van het
amendement kinderarmoede: sportpakket en HEMA (winter) kledingbonnen.
2. Instemmen met de brief aan de andere stadsdelen, waarin we ze informeren over de twee
initiatieven in het kader van het amendement kinderarmoede en een oproep doen aan de
stadsdelen om op dit terrein meer te gaan samenwerken.
Á Wink de heer A. Baâdoud _
Es i ‚ mn arn enne Pt es
tadsdeelsecretaris Oe zzzVvoorzitter et 7
Apen == D,
"5 revert anne
| Besluit | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1263
Publicatiedatum 9 januari 2015
Ingekomen onder P
Ingekomen op woensdag 17 december 2014
Behandeld op woensdag 17 december 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Osselaer inzake het Concept Startdocument
Eeuwigdurende erfpacht (beschouwing lange-termijneffecten van de hervorming van
erfpacht in Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 11 november 2014 inzake het Concept Startdocument
Eeuwigdurende erfpacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1226);
Constaterende dat:
— het in het startdocument voorgestelde systeem van eeuwigdurende erfpacht in
financieel opzicht fundamenteel verschillend is van het huidige systeem van
voortdurende erfpacht;
Overwegende dat:
— inkomsten uit het huidige systeem een significant deel van de inkomsten voor de
gemeente vormen;
— het voor een prudent financieel beleid belangrijk is te weten hoe inkomsten en
uitgaven van erfpacht zich naar verwachting zullen ontwikkelen in het nieuwe
systeem;
— het huidige systeem is bestempeld als ‘niet houdbaar in de huidige vorm’ en
daarom een keuze voor het oude systeem niet aan de orde is;
— er naast een verandering van inkomstenpatroon voor de gemeente ook andere
veranderingen te verwachten zijn die het maatschappelijke nut van het nieuwe
systeem bepalen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— bij het aanbieden van een voorstel voor een nieuw systeem van erfpacht een
brede beschouwing toe te voegen van de verwachte gevolgen van het nieuwe
systeem op de lange termijn;
— hierbij ook te kijken naar de verandering in inkomsten en uitgaven voor de
gemeente Amsterdam (ten opzichte van de begroting 2014);
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 1263 Moti
Datum _ 9 januari 2015 otie
— hierbij op hoofdlijnen aan te geven hoe het college wil omgaan met eventuele extra
inkomsten op de korte termijn.
Het lid van de gemeenteraad,
J.P.D. van Osselaer
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad
, Motie
Jaar 2021
Afdeling 1
Nummer 067
Behandeld op 10 februari 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 februari 2021
Onderwerp
Motie van de leden Heinhuis, Groen, Timman en N.T. Bakker inzake
expertsessies voor bewoners onderdeel van participatietraject
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over RES-zoekgebieden:
Constaterende dat:
® bewoners in de verschillende RES-zoekgebieden voor
windturbines zich zorgen maken over de mogelijke gevolgen deze
turbines op hun leefomgeving;
® uit onderzoek van de RIVM blijkt dat goede participatie veel effect
kan hebben op de ervaren geluidshinder, hetgeen ook door
verschillende experts in de expertmeeting op 2 februari werd
aangegeven.
Overwegende dat:
® veel bewoners kenbaar gemaakt hebben ontevreden te zijn met
het participatie tot dusver;
® Er een risico bestaat dat participatie niet altijd toegankelijk is voor
bewoners die laaggeletterd zijn of de Nederlandse taal niet goed
spreken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
® In de RES 1.0 op te nemen om in de vervolg participatietrajecten in de
relevante stadsdelen expertsessies voor bewoners te organiseren waar
zij hun vragen kunnen stellen en zorgen kunnen bespreken;
® Bij deze sessies rekening te houden met de diverse groep bewoners die
in het stadsdeel woont en de inhoud op een zo laagdrempelig mogelijke
manier presenteren;
® Ernaarte streven dat een zo breed mogelijke groep bewoners aan deze
sessies kan deelnemen.
De leden van de gemeenteraad
LE. Heinhuis
1
R.J. Groen
D. Timman
N.T. Bakker
2
| Motie | 2 | discard |
VN2021-001248 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen, F E D
Ate id % Amsterdam Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid en Circulaire Economie
Agendapunt 15
Datum besluit College van B&W g februari 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 1143.20 van het raadslid Groen (GroenLinks) inzake
voorkeursoptie warmtenet.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college inzake de afhandeling van motie 1143.20
van het raadslid Groen (GroenLinks) getiteld Voorkeursoptie warmtenet met als belangrijkste
punten:
« Betaalbaarheid, toekomstbestendigheid en duurzaamheid zijn gemeentelijke doelen voor
de warmtevoorziening van onze stad. De gemeentelijke aardgasvrij regisseurs zullen tijdens
gesprekken met gebouweigenaren kenbaar maken dat, wat betreft de gemeente, bij beperkt
kostenverschil, toekomstbestendige lage temperatuur warmtenetten de voorkeur hebben.
* Dit gesprek zal worden gevoerd in elke buurt waar de aardgasvrijtransitie plaats vindt. Waar
opportuun zal de buurt ondersteund worden door het verschil in onder andere kosten en CO2
uitstoot van bepaalde oplossingen inzichtelijk te maken.
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 79 en 80: Afhandeling motie.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2); zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de gemeenteraad van 30 september 2020 heeft zij bij de behandeling
van agendapunt Vaststellen van de Transitievisie warmte motie 1143.20 van het raadslid Groen
(GroenLinks) inzake voorkeursoptie warmtenet aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd
om:
1. Voor het opstellen van de buurtuitvoeringsplannen waar het kostenverschil beperkt is
(zeer)laagtemperatuurnetten of bronnetten aan te wijzen als voorkeursoptie;
2. Dit toe te passen in buurten waar bij de vergelijking de vitkomst was “Kostenverschil warmtenet
en all electric kleiner dan 10%” en / of waar een LT-net of lokaal bronnet kansrijk is omdat er een
goede decentrale warmtebron beschikbaar is.
Bijgevoegd treft v de reactie van het college aan.
Reden bespreking
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-001248 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Economische Zaken, Deelnemingen,
Ruimte en % Amsterdam ‚ ‚ ‚ ‚
. Lucht- en Zeehaven, Duurzaamheid en Circulaire Economie
duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie FED van 04 maart 2021
Ter kennisneming
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-012246 | 1. Motie 1143.20 Groen Voorkeursoptie Warmtenet ‚pdf (pdf)
2. Brief afhandeling motie 1143.20 Groen Voorkeursoptie Warmtenet.pdf
AD2021-015875
(pdf)
AD2021-004428 Commissie FED Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Sander Vester, 06 230 45 657, [email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
mw
emee
> Date: Mon, 21 Jan 2013 21:08:48 +0100
> Subject: Raadsadres
> From: [email protected]
> To: [email protected]
=>
> Geachte leden van de Stadsdeelraad,
=
> Het is van groot belang, dat het Pianola Museum nog dit jaar een begin zal
> kunnen maken met de realisatie van het uitbreidingsplan van het museum.
=
> Het uitbreidingsplan voorziet in een veel betere huisvesting van het museum.
> Al sinds de opening is het museum aangewezen op een veel te kleine ruimte
> (ca. 150 m2) waarin wij alle voor het museum noodzakelijke functies moeten
> zien onder te brengen. Dit heeft geleid tot nu al bijna 20 jaar improviseren
> in het kwadraat om te kunnen overleven.
>=
> Realisatie van het uitbreidingsplan, dat voor een groot deel met subsidies
> van allerlei fondsen zou kunnen worden bekostigd, zal ervoor zorgen, dat het
> museum eindelijk behoorlijk gehuisvest zal kunnen zijn, met voldoende ruimte
> voor alle functies. In het pand (m.n. op de bovenverdiepingen) kan nog eens
> in totaal 380 m2 ruimte gecreerd worden. Daaronder twee ruimten voor
> concerten, een brandveilige bergplaats voor de unieke rollencollectie, een
> museumwerkplaats, en een ruimte voor catering, die het veel beter mogelijk
> zal maken eigen inkomsten te verwerven. Met al deze extra faciliteiten zal
> het museum het bezoekersaantal (nu ongeveer 4.500 per jaar) kunnen
> verdrievoudigen. Dat zal net voldoende inkomsten kunnen opleveren om enkele
> professionele medewerkers te kunnen bekostigen.
>
> Het overleg met het Stadsdeelbestuur (Dhr, Boudewijn Oranje) heeft wel iets
> opgeleverd, maar de basis blijft daarmee veel te wankel voor een zekere
> toekomst. Ook heeft dhr. Oranje de toezeggingen nog niet schriftelijk
> bevestigd,
>
> Het stadsdeel wil niet bijdragen aan de voor dit plan noodzakelijke
> investering (ca. 350.000 euro). Toch wil het Stadsdeel dat de 'beleidshuur'
> na realisatie voor het gehele oppervlak gaat gelden. Daarmee zou het
> netto-rendement van het gehele pand voor het Stadsdeel met ca. 35.000 euro
> toenemen. Dit is wat ons betreft echt het omgekeerde van subsidieverlening.
>
> Het probleem met de ‘beleidshuur' is voor ons, dat deze op een niveau ligt,
> dat alleen haalbaar is voor goed gesubsidieerde instellingen. Dat komt ook
> omdat het eenheidstarief niet rekening houdt met de kwaliteit van het
> gehuurde en de investeringen die de instelling zelf in het pand doet/gedaan
> heeft (tot nu toe al ca. 200.000 euro). Bovendien lopen onze inkomsten
> enigszins terug doordat veel potentiële bezoekers op hun uitgaven moeten
> besparen, terwijl de kosten en ook de beleidshuur alleen maar stijgen, tegen
> de al jarenlang neergaande trend van de waarde van onroerend goed in.
>
> De enige manier om de kosten van huisvesting betaalbaar te houden zal voor
> het museum dan ook zijn de overname van het pand Westerstraat 106. Het
1
> Stadsdeel heeft het anderhalf jaar geleden aangeboden in erfpacht voor een
> ‘marktconform’ bedrag van 625.000 euro (530.000 euro opstal/95.000 euro
> grond).
> Maar hoe kan een kleine stichting een dergelijk hoog bedrag ophoesten?
>
> Omdat de boekwaarde van het pand waarschijnlijk aanzienlijk lager is dan de
> marktprijs zal het Stadsdeel bij verkoop van het pand een boekwinst behalen.
> Bij de ‘verkoop’ van het enorme complex van de Amstelhof aan de Hermitage
> nam de Gemeente nog met 1 euro genoegen. Waarom moet het Pianola Museum dan
> wel het volle pond betalen?
>
> Men schermt met het begrip ‘ongeoorloofde staatssteun’, maar is dat niet
> alleen van toepassing op steun aan (commerciele) bedrijven? Zelfs een
> tentoonstellingsgebouw als de Hermitage dat (zonder eigen collectie) veel
> commerciëler te exploiteren is dan een klein museum met een enorme collectie
> cultureel erfgoed, zal men nog niet willen kwalificeren als een commercieel
> bedrijf.
>=
> Het is voor ons onduidelijk hoe de situatie na 2013 zal zijn: behoudt het
> Stadsdeel de bevoegdheid subsidies te verstrekken en zal er door het
> Stadsdeel dan weer voldoende geld worden vrijgemaakt voor een voortzetting
> van de subsidie aan kleine culturele instellingen zoals het Pianola Museum
> die de beleidshuur niet kunnen opbrengen? Zo niet, dan is het zeker urgent
> nog dit jaar een oplossing te vinden die het museum in staat zal stellen
> zelf aan zijn toekomst te kunnen gaan bouwen en daarmee voldoende inkomsten
> te gaan verwerven om geheel selfsupporting te worden. Het lijkt erop dat
> alleen daarmee de toekomst van het museum in het pand Westerstraat 106
> veilig gesteld zal kunnen worden.
>
> Graag zouden wij u willen uitnodigen een en ander te bespreken en met een
> voorstel te komen voor een haalbare en aanvaardbare oplossing in de komende
> vergaderingen betreffende bouwen en wonen en cultuur. Wie onvoldoende bekend
> is met het museum en zijn plannen zouden wij willen uitnodigen voor een
> bezoek aan het museum, bijvoorbeeld bij een museumconcert.
>
> Met vriendelijke groet,
> namens bestuur en medewerkers,
>
>
>
2
| Raadsadres | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum g september 2022
Portefeuille(s) Noodopvang gezinnen
Portefeuillehouder(s): Wethouder Groot Wassink
Behandeld door Christine Reitzema [email protected]
Onderwerp Instellen wachtlijst noodopvang gezinnen
Geachte leden van de raad,
Hierbij wil ik v informeren dat het college heeft besloten een wachtlijst in te stellen voor de
noodopvang gezinnen om uitvoering te geven aan het besluit in de begroting 2021 om het aantal
plekken in de noodopvang gezinnen tot maximaal 200 af te bouwen. Hoewel dit een besluit is dat
we liever niet zouden nemen, is het toch noodzakelijk. In deze brief licht ik dit besluit aan u toe.
Context
Het college ziet zich geconfronteerd met een wooncrisis. De prijzen van koopwoningen en
huurwoningen in de vrije sector in Amsterdam blijven te hoog voor lagere inkomensgroepen en de
woningmarkt zit vrijwel op slot. In de komende jaren loopt het tekort aan woningen voor
kwetsbare groepen naar verwachting verder op wat zal leiden tot een toename van kwetsbare
mensen met een urgent woonprobleem. De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in
Amsterdam is opgelopen tot ruim 20 jaar.
Voor veel opvangvoorzieningen zijn wachtlijsten zoals voor de maatschappelijke opvang en
beschermd wonen. Zoals bekend, is het aandeel sociale huurwoningen vanuit het Programma
Huisvesting Kwetsbare Groepen onvoldoende om alle mensen die klaar zijn om uit te stromen te
huisvesten. De druk op de opvang is daarom onverminderd groot. En het aantal mensen dat
financieel in de knel komt zal de komende tijd alleen nog maar toenemen.
Wij zetten ons als college onverminderd in om ervoor te zorgen dat het aantal afgesproken
omslagwoningen (woningen op naam van de zorginstelling die na een jaar op naam van de
huurder komen) en sociale huurwoningen beschikbaar komt, zodat mensen zo snel mogelijk uit
de opvang kunnen doorstromen als ze daar klaar voor zijn. Daarnaast zullen we ook het kabinet
blijven wijzen op hun aandeel in dit probleem en de oplossingen.
Deze context maakt dat de toegankelijkheid van onze voorzieningen voor de meest kwetsbare
mensen onder druk komt te staan. De afgelopen jaren is een aantal maatregelen genomen om dit
te voorkomen. In de begroting van 2021 is besloten om het aantal plekken in de noodopvang
gezinnen te beperken tot 200. Om hier uitvoering aan te geven is het nu noodzakelijk om een
wachtlijst voor de noodopvang gezinnen inte stellen.
Achtergrond noodopvang gezinnen
Amsterdam heeft als uitganspunt van beleid “geen kind op straat”. We doen dan ook veel om
(dreigend) dakloze gezinnen te ondersteunen en op te vangen. De Buurtteams en De
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum
Pagina 2 van 3
Regenbooggroep ondersteunen gezinnen bij hun huisvestingsvraag. Daarnaast bieden we
maatschappelijke opvang en noodopvang aan dakloze Amsterdamse gezinnen. De Noodopvang
voor dakloze zelfredzame gezinnen is bovenwettelijke opvang die we in Amsterdam bovenop de
Wmo aanbieden aan gezinnen die niet in aanmerking komen voor de maatschappelijke opvang
gezinnen.
Het aantal plekken noodopvang gezinnen is de afgelopen jaren gegroeid van 40 plekken in 2015
naar 280 plekken in 2021. In de begroting van 2021 is besloten om het aantal plekken in de
noodopvang gezinnen af te bouwen naar 200 en de beschikbare plekken in te zetten voor
zelfredzame gezinnen die 4 jaar in Amsterdam hebben gewoond en voor gezinnen die wachten op
een plek in de maatschappelijke opvang. Zo kunnen we waarborgen dat deze voorziening
beschikbaar blijft voor de meest kwetsbare gezinnen.
Om de afbouw naar 200 plekken te realiseren, zijn de criteria voor de opvang van zelfredzame
dakloze gezinnen per 1 april 2021 aangescherpt naar: zelfredzame gezinnen die de afgelopen vier
jaar in Amsterdam hebben gewoond en hier legaal verblijven, komen in aanmerking voor opvang.
Dat was twee jaar verblijf in Nederland, met als laatste woonadres in Amsterdam.
Deze criteria gelden niet voor kwetsbare gezinnen.
Naast het aanscherpen van de criteria is ook het toegangsproces aangepast, waarbij eerst het
onderzoek wordt gedaan alvorens tot opvang over te gaan. Voorheen was de volgorde andersom.
Dat leidde ertoe dat er gezinnen in de opvang kwamen die daar volgens de criteria geen recht op
hadden. Door het aanspannen van bezwaar- en beroepsprocedures zaten deze gezinnen
gedurende lange tijd in de opvang. Zij hielden daarmee plekken bezet van gezinnen die wel recht
hebben op opvang. Sommige van deze gezinnen verblijven nog altijd in de opvang.
Ontwikkeling bezetting noodopvang gezinnen
Het aangepaste beleid heeft geleid tot een afname van het aantal opgevangen gezinnen. Eind
vorig jaar verbleven rond de 210 gezinnen in de noodopvang.
In de eerste maanden van 2022 is het aantal opgevangen gezinnen echter weer gestegen naar zo'n
230. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn een stokkende uitstroom en een toegenomen vraag.
De stokkende uitstroom kent verschillende oorzaken:
e Allereerst is de wachttijd voor de maatschappelijke opvang gezinnen opgelopen naar 15
maanden. Veel van deze gezinnen wachten in de noodopvang op een plek.
e Eentweede oorzaakis dat de levering van omslagwoningen met name voor grote
gezinnen in het eerste kwartaal achterliep.
e _Detoenemende juridisering zorgt ervoor dat gezinnen langer in de opvang verblijven
waardoor plekken langer bezet blijven.
e Tot slot is er een groot tekort aan betaalbare woningen, zowel in Amsterdam als daar
buiten.
Daarnaast zien we dat het aantal aanvragen en daarmee de plaatsingen in de noodopvang in de
eerste maanden van het jaar is toegenomen. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat het
college heeft besloten om met ingang van 1 oktober 2022 een wachtlijst in te stellen voor de
noodopvang gezinnen.
De gezinsopvang is een dynamisch dossier. De afgelopen zomer is het aantal opgevangen
gezinnen in de noodopvang gezinnen gedaald naar rond de 215, met name doordat de uitstroom is
verbeterd als gevolg van een toename van het aantal aangeboden omslagwoningen. Hoewel dit
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum
Pagina 3 van 3
een positieve ontwikkeling is, verwachten we niet dat dit in hetzelfde tempo door zal zetten. Om
die reden, en het feit dat we nog verder zullen moeten afbouwen naar 200, is deze recente
verbeterde uitstroom geen reden om de wachtlijst nu los te laten.
Effecten wachtlijst
Het college ziet dat vrijwel alle gezinnen die zich melden bij de Centrale Toegang voor opvang in
hun netwerk verblijven. Het effect van een wachtlijst zal zijn dat zij mogelijk langer in hun netwerk
moeten overbruggen totdat er een plek beschikbaar is in de noodopvang. In acute situaties zal
echter altijd opvang geboden worden, dat is ook nu de praktijk.
Tot slot
Wij nemen het hoog op dat we genoodzaakt zijn om deze maatregel te nemen. Dit benadrukt
nogmaals de noodzaak om alles op alles te zetten om in Amsterdam voldoende geschikte
huisvesting te realiseren. Niet alleen omdat mensen dan minder snel een beroep hoeven te doen
op opvang, maar ook als ze in de opvang zitten zo snel mogelijk kunnen doorstromen naar eigen
woonruimte.
We gunnen iedereen een stabiele woonplek, met name voor kinderen om veilig op te kunnen
groeien. We doen daarom als gemeente ons uiterste best om iedereen op te vangen en onder dak
te brengen. Er wordt ingezet op alternatieve woonoplossingen binnen en buiten Amsterdam. We
gaan verdere mogelijkheden onderzoeken. Daarbij zoeken we de samenwerking met andere
gemeenten binnen en buiten de regio.
Amsterdam is echter niet bij machte om (alleen) de wooncrisis op te lossen. Het college is daarom
met het Rijk in gesprek om meer woonmogelijkheden voor met name kwetsbare groepen te
realiseren. Het rapport Een thuis voor iedereen van de commissie Ter Haar en het vastgestelde
landelijke programma dat hieruit voortvloeit biedt daarvoor aanknopingspunten, zoals het
vergroten van het aandeel sociale huur. We houden de raad op de hoogte van de vorderingen op
dit terrein.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
di )
Es / / ne
Gel m ae
Rutger Groot Wassink,
Wethouder Sociale Zaken, Opvang, Ongedocumenteerden en Vluchtelingen, Democratisering en
Vastgoed
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 3 | train |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 23 maart 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Digitaal
Voorzitter SDC: Sarah Biddle
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Actualiteiten rondom Corona
3. Mededeling
4. Vaststelling besluitenlijst SDC van 9 maart 2021
5. Ingekomen stukkenlijst
6. Insprekers
7. Mondelinge vragen
8. Openbare Ruimte Zuidblok-Lieven
9. Openbare Ruimte straten rondom Delflandplein
10. Ongevraagd advies Draaiboek Participatie
11. Sluiting
Mocht u willen inspreken dan kunt u zich tot maandag 12.00 vur aanmelden via
[email protected]
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
MODULES SAMENSPRAAK & DEBAT
Agenda
Datum 23-11-2016
Aanvang 19:30
Locatie Burgerzaal, stadsdeel
MODULE SAMENSPRAAK
De starttijd van de avond is 19.30 uur. De leden van de bestuurscommissie ontvangen u hiervoor graag in het
stadsdeelhuis en zijn uw gesprekspartner. De Samenspraak kan tot uiterlijk 21.00 uur duren. U kunt daarbij vrij
inspreken over onderwerpen die niet op de agenda staan en in gesprek gaan met de leden van de
bestuurscommissie. U kunt zich tot 24 uur voor aanvang van de vergadering aanmelden via
[email protected] of telefoonnummer 020 25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp
waarover u wilt inspreken.
1. Opening
2. Vrij inspreken over niet geagendeerde onderwerpen
3. Presentatie stand van zaken Samen Noord
4. Sluiting
MODULE DEBAT
Let op: De starttijd van het Debat is uiterlijk 21.00 uur. Indien de Samenspraak eerder is afgerond, zal het Debat
ook eerder beginnen. De leden van de bestuurscommissie voeren het politieke debat om een oordeel te vormen
over onderwerpen waarover ze later een besluit nemen. Wilt u uw mening geven over onderwerpen die op de
agenda staan? Dan bent u van harte welkom om in te spreken in het stadsdeelhuis. U kunt zich tot 24 uur voor
aanvang van de vergadering aanmelden via [email protected] of telefoonnummer 020
25 29 924 o.v.v. uw naam en het onderwerp waarover u wilt inspreken.
1. Opening
2. Mededelingen
3. Vaststellen agenda
4. Vaststellen verslag
5. Toezeggingen modules Samenspraak en Debat
6. Procedurevoorstellen
7. Terugkoppeling module Onderzoek & Bijeenkomstenkalender
8. Presentatie Staat van Noord
9. Adviesaanvraag beleidskader verkeersnetten
10. Rondvraag en Sluiting
| Agenda | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 353
Publicatiedatum 7 juni 2013
Ingekomen op 6 juni 2013
Ingekomen in raadscommissie VVL
Te behandelen op 3/4 juli 2013
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Manuel inzake de Kadernota 2014
(uitbreiding stadswarmtenet).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Kadernota 2014 (Gemeenteblad 2013, afd. 1, nr. 300);
Overwegende dat:
— ongeveer 30% van het totale energieverbruik bestaat uit verwarming en koeling;
— _ duurzame warmte en koude één van de meest effectieve manieren is om CO2 te
besparen. Het gebruik van restwarmte in plaats van gas de CO2-uitstoot van een
Amsterdamse woning met minimaal 50% vermindert;
— de gemeente de ambitie heeft om het warmtenet fors uit te breiden, namelijk van
ongeveer 60.000 aansluitingen nu naar 100.000 in 2025 en 200.000 in 2040;
— aangezien het tempo waarin nieuwbouwwoningen worden opgeleverd aanzienlijk
is teruggelopen de uitbreiding van het warmtenet vooral in de bestaande bouw
zal moeten plaatsvinden;
— de aanpak voor het aansluiten van bestaande bouw qua planning, techniek en
bevoegdheden fundamenteel anders is dan bij nieuwbouw;
— _ betrokken partijen op een nieuwe manier moeten samenwerken en business
cases moeten ontwikkelen, waarvoor regionale samenwerking bevorderlijk kan
zijn;
— _ Amsterdam twee warmtenetten heeft: NUON (Amsterdam Zuid en Oost) en
Westpoort Warmte (een joint venture tussen NUON en het AEB voor Amsterdam
Noord en West);
— de koppeling van deze netwerken als voordelen heeft dat: 1. gasgestookte
hulpcentrales niet (of minder) noodzakelijk zijn, 2. een grote schaalsprong
mogelijk wordt gemaakt met name omdat een veel grotere hoeveelheid
bestaande bouw kan worden aangesloten, 3. regionale samenwerking beter
mogelijk wordt gemaakt,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 353 Moti
Datum _ 7 juni 2013 otie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een plan op te stellen om het warmtenet fors uit te breiden in de bestaande stad;
— _ hierbij de mogelijkheden te betrekken om de bestaande netwerken aan elkaar te
koppelen en om regionaal samen te werken;
— de financiële consequenties hiervoor in kaart te brengen;
— hierover te rapporteren aan de gemeenteraad.
Het lid van de gemeenteraad,
LR. Manuel
2
| Motie | 2 | discard |
Jaar 2021
Nummer 276
Behandeld op 21/22 april
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021
Onderwerp
Motie van de leden Khan, Veldhuyzen, La Rose en Blom inzake van zeggenschap naar
eigenaarschap van bewonerscollectieven
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de intentie om ambities en doorbraken zoals beschreven in het
Masterplan Zuidoost te realiseren
Constaterende dat:
-__ Voor het welslagen van het Masterplan Zuidoost draagvlak onder bewoners
essentieel is;
-_In de motie Blom gevraagd is om bewoners een formele en informele positie te
geven in de vitwerking van het Masterplan Zuidoost;
-_ De bijdragen van bewoners(collectieven) momenteel vooral ingestoken zijn vanuit
het idee van zeggenschap;
-__ Het verleggen van eigenaarschap naar bewoners(collectieven) zal leiden tot meer
draagvlak en betrokkenheid van bewoners;
-__Erin het Masterplan Zuidoost geen rol is weggelegd voor het verleggen van
eigenaarschap naar bewoners(collectieven).
Overwegende dat:
- __ Bewoners(collectieven) in Zuidoost zoals Hart voor de K-buurt reeds hebben
aangetoond dat zij goed in staat zijn om bepaalde overheidstaken uit handen te
nemen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In gesprek te gaan met bewoners(collectieven) en te onderzoeken:
1. welke maatregelen zij kunnen overnemen en
2. ruimte in het Masterplan Zuidoost te reserveren voor maatregelen die bedacht,
uitgevoerd en gemonitord worden door de bewoners(collectieven).
De leden van de gemeenteraad
SY. Khan
J.A. Veldhuyzen
N.V.M. la Rose
S.H.R. Blom
| Motie | 1 | discard |
Inhoudsopgave
Agenda … ee Pe 2
De voorzitter van de Stadsdeelraad Zuidoost roept de leden van de Stadsdeelraad op tot bijwoning
van de stadsdeelraadsvergadering op dinsdag 30 oktober 2007 om 20.00 uur in het
stadsdeelkantoor om te beraadslagen en te besluiten over de hieronder vermelde punten.
Amsterdam Zuidoost, 18 oktober 2007
De voorzitter van de Stadsdeelraad
N.B. De stukken liggen ter inzage in de leeszaal, en voor publiek bij het Informatiecentrum
Amsterdam Zuidoost en in de openbare bibliotheek.
1. Opening en Mededelingen
1a. Vaststelling van de agenda
2. Verslag van de vergaderingen d.d. 28 augustus en
25 september 2007
2a. Ingekomen stukken
Voordrachten uit categorie A: BESPREEKPUNTEN
Nazending 3. Startnotitie Arbeidsmarktbeleid Amsterdam Zuidoost
SDR301007 Amb/39
Nazending 4. Social return / Contract compliance
SDR 301007 Amb/40
B. Plan van aanpak verbetering subsidieprocessen
SDR 301007 Cs/41
6. Integraal huisvestingsplan Onderwijs en Gymnastiek
SDR301007 0/42
Voordrachten uit categorie B: HAMERPUNTEN
7. Onderzoek ex-artikel 213a Gemeentewet
SDR301007 Cs/43
8. Instemming wijziging gemeenschappelijke regeling
Schadeschap Luchthaven Schiphol
SDR301007 VV/44
| Agenda | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2021
Nummer 121
Behandeld op 10 maart 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021
Onderwerp
Motie van het lid Vroege inzake de evaluatie van het Meerjarenplan Fiets
(meer aandacht voor de e-bike)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over evaluatie van het Meerjarenplan Fiets.
Constaterende dat:
- het aantal e-bikes in Amsterdam snel groeit;
- dit lang niet meer enkel senioren zijn;
— ook beroepsmatig veel e-bikes km's worden gereden bijvoorbeeld door
maaltijdbezorgers;
- een e-bike vaak een hogere snelheid heeft dan een gewone fietser.
Overwegende dat:
-— het fietsbeleid (MJP Fiets) uitgaat van de gewone fiets en daarmee op
gebieden als veiligheid en keuzes voor infrastructuur achterhaalt dreigt
te raken.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In het volgende Meerjarenplan Fiets expliciet aandacht te hebben voor de
e-bike en de gevolgen voor veiligheid en infrastructuur in kaart te brengen.
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
7598 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 7
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging nr. TA2023-000533 “Het
nasturen van een overzicht van meldingen van overlast bij darkstores per vestiging”.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder van Dantzig ter afdoening van de
toezegging in de raadsvergadering van 10 mei 2023, waarin de wethouder toezegt een overzicht toe
te sturen van meldingen van overlast bij darkstores per vestiging.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de raad op 10 mei 2023 heeft wethouder van Dantzig, op verzoek van
verschillende raadsleden, toegezegd de leden een overzicht na te sturen van meldingen van overlast
bij darkstores per vestiging.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Hylkema (VVD)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-017598 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Ja, toezegging Nr. TA2023-000533 “Het nasturen van een overzicht van meldingen van overlast bij
darkstores per vestiging”
Welke stukken treft v aan?
1. RIB afdoening toezegging aantal klachten meldingen vestiging
AD2023-058242
darkstores.pdf (pdf)
AD2023-058241 2. Aantal klachten meldingen darkstores per vestiging.pdf (pdf)
AD2023-058243 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Hanneke Ederveen, 06 38160398, [email protected]
Gegenereerd: vl.4 2
| Voordracht | 2 | val |
Bezoekadres
> Gemeente b
mstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 2 juni 2020
Behandeld door Martin Burger; [email protected]
Bijlage Motie 1888.19 van de leden Boomsma, Van Lammeren en Marttin inzake de
Rapportage programma Stadsbehoud (Behoud de Ambitie! De hele stad minimaal
op een verzorgd niveau)
Onderwerp Reactie op motie 1888.19 van de leden, Boomsma (CDA), Van Lammeren (PvdD) en
Marttin (VVD) inzake ‘Behoud de ambitie
Geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 7 november 2019 heeft uw raad bij de behandeling
van de Rapportage programma Stadsbehoud motie 1888.19 van de raadsleden van leden
Boomsma (CDA), Van Lammeren (PvdD) en Marttin (VVD) aangenomen.
De motie spreekt uit:
“Vast te houden aan de ambitie om de openbare ruimte volledig op (minimaal) niveau B te gaan
beheren.”
En verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
“Bij de volgende rapportage Stadsbehoud met een voorstel te komen over hoe deze ambitie op termijn
te kunnen realiseren en wat de kosten daarvan zijn.”
Zoals we ook hebben uitgesproken bij de raadsbehandeling van de rapportage programma op 7
november 2019 Stadsbehoud is het ook onze wens om niveau B ooit te gaan halen. Omdat we
eerst de achterstalligheid bij bruggen en kademuren en andere assets moeten wegwerken, zullen
we de eerder afgesproken ambitie om de hele stad in 2025 op niveau B te beheren niet halen.
Daarvoor zijn de komende jaren forse investeringen en aanvullende structurele middelen voor
dagelijks en groot onderhoud nodig. Op de daarvoor geëigende momenten zullen we daartoe in
de begroting- en verantwoordingscyclus voorstellen doen.
De opgave voor met name bruggen en kademuren zal nog een lange tijd (10 tot 20 jaar) in beslag
nemen en enkele honderden miljoenen aan investeringen vragen. Daarom hebben we besloten
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 2 juni 2020
Kenmerk
Pagina 2 van 2
dat we accepteren dat we vooralsnog niet hoger dan niveau C kunnen beheren. Uitzondering
hierop zijn de plekken in de stad die nu niveau B hebben. Daar zullen we dit niveau vasthouden.
Als we het achterstallig onderhoud hebben weggewerkt is, met wat we nu weten op grond van
normkostenberekeningen, met de stap van niveau C naar niveau B een aanvullend structureel
budget gemoeid van circa € 7o miljoen.
Gegeven de huidige financiële ruimte van de gemeente en de nog zeer forse opgaven in de aanpak
van de achterstalligheid is het nu te vroeg om een termijn benoemen waarop we niveau B wel
gaan halen.
Richting de voorjaarsnota 2021 gaan we een tussentijdse evaluatie doen op het beleidskader 1
Amsterdam Heel & Schoon om in beeld te brengen hoe we binnen de ambities keuzes in onze
beheerdoelen kunnen maken om deze meer in balans te brengen met onze financiële
mogelijkheden. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan differentiatie in de beheeraanpak
voor de verschillende assets en gebiedsfuncties (o.a. wonen, werken, winkelen, recreëren, reizen,
uitgaan). We gaan hierover graag met jullie in gesprek.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
TT Es /
eet LOS Ne ge
NAA _} _
Pl \, Ri N ed
ZZ
Sharon A.M. Dijksma Laurens \vens
Wethouder Verkeer en Vervoer, Water Wethouder Openbare Ruimte, Groen en
en Luchtkwaliteit Reiniging
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1187
Datum akkoord 27 september 2016
Publicatiedatum 28 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Duijndam van 25 augustus 2016 inzake
de telefonische wachttijden bij de Huisartsenpost Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Huisartsenpost Amsterdam is telefonisch moeilijk bereikbaar voor niet-
spoedeisende hulp, zo blijkt uit recent onderzoek van de Consumentbond.!
De Consumentenbond constateerde tijdens een ‘mystery-test’ onder 40 huisartsen-
posten in Nederland dat de beoogde wachttijd van twee minuten op de niet-
spoedeisende lijn in 85 procent van de gevallen wordt overschreden, soms zelfs flink.
Bij Huisartsenpost Amsterdam is de respons het slechtst. De gemiddelde wachttijd is
10 minuten. De grens van twee minuten is belangrijk om te voorkomen dat mensen
de spoedlijn gaan bellen. Die laatste lijn is uitsluitend bedoeld voor acute gevallen.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Duijndam, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Herkent het college de bevindingen van de Consumentenbond over het
overschrijden van de telefonische wachttijd op de niet-spoedeisende hulplijn van
Huisartsenpost Amsterdam en heeft het college hier al eerder signalen over
ontvangen?
Antwoord:
Wij zijn niet eerder geïnformeerd over het overschrijden van de telefonische
wachttijd op de niet-spoedeisende hulplijn van Huisartsenpost Amsterdam.
Huisartsenposten maken onderdeel uit van huisartsenzorg. Deze taak valt onder
de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar.
2. Heeft het college een indicatie of de overige huisartsenposten in Amsterdam
telefonisch wél goed bereikbaar zijn op de niet-spoedeisende lijn (maximaal twee
minuten wachttijd)? Graag een toelichting.
1 http:/www.consumentenbond.nl/morello-
bestanden/gidsarchief/consumentengids/2016/201609p38_ telefonische wachttijden _hap.pdf b
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lier Gemeenteblad
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 augustus 2016
Antwoord:
Amsterdam telt in totaal zes huisartsenposten, die alle ressorteren onder de
St. Huisartsenposten Amsterdam (HpA). Naast één telefonische Triagepost zijn er
vijf stadsposten, gelokaliseerd bij de SEH's van ziekenhuizen. Op de telefonische
triagepost worden geen patiënten gezien. De triagepost en de stadsposten zijn
op werkdagen geopend van 17.00 - 23.00 uur en op zaterdag, zondag en
feestdagen van 08.00-23.00 uur. Twee stadsposten zijn ook zeven dagen per
week 's nachts geopend (23.00 uur - 08.00uur). Het is niet bekend welke posten
door de Consumentenbond in het onderzoek zijn betrokken. Tijdens avond- en
weekenduren worden alle telefoontjes door de triagepost opgenomen en
afgehandeld, in de nachten gebeurt dat op de twee stadsposten die dan open
zijn. Op de andere stadsposten komen geen telefoontjes van patiënten binnen.
3. Spelen er al langer problemen met de bereikbaarheid van de huisartsenpost?
Zo ja, kan het college dit toelichten”?
Antwoord:
Navraag leert dat de bereikbaarheid van de huisartsenposten een al vele jaren
bekend en ook landelijk spelend probleem is. HpA richt zich onverminderd op het
nemen van maatregelen om de wachttijd voor patiënten terug te dringen. Zo is in
september 2015 een centrale telefonische Triagepost opgezet met o.a. als
doelstelling de efficiency te verbeteren. Ook in de wijze van triëren zijn
maatregelen genomen om de wachttijd te bekorten. Hardnekkig probleem vormt
het personeelstekort: vanwege de schaarste aan triagisten is het uitermate
moeizaam om vacatures te vervullen. HpA heeft daarom ook enige tijd geleden
besloten om medisch studenten in dienst te nemen. Vanwege het feit dat de
problematiek van de telefonische wachttijden een, zoals ook -en overigens al
langer bekend- uit het onderzoek van de Consumentenbond blijkt, landelijk
probleem is, bestaat hiervoor bij de koepelorganisatie InEen ook veel aandacht.
Zie verder vraag 6 voor duiding van het probleem in Amsterdam.
4. Iser zicht op de gevolgen van de lange telefonische wachttijden? Is bijvoorbeeld
de spoedlijn vaker gebeld of is vaker een beroep gedaan op 112? Graag een
toelichting.
Antwoord:
Uit navraag bij de Huisartsenpost Amsterdam blijkt dat er geen aanwijzingen zijn
dat de spoedlijn of 112 meer wordt gebeld. Wel zijn er aanwijzingen dat patiënten
zich fysiek op een huisartsenpost melden als zij vinden dat de telefonische
wachttijd te zeer oploopt.
5. Is de patiëntveiligheid in het geding gekomen?
Antwoord:
Uit navraag bij de Huisartsenpost Amsterdam blijkt dat er geen aanwijzingen zijn
dat de patiëntveiligheid in het geding is gekomen vanwege de duur van de
telefonische wachttijd. Bovendien heeft een patiënt altijd de mogelijkheid de
spoedlijn van de huisartsenpost te bellen. De wachttijden van de spoedlijn vallen
bij Huisartsenposten Amsterdam ruim binnen de landelijke normen.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lier Gemeenteblad
Datum 28 september 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 augustus 2016
6. In een reactie meldt Huisartsenpost Amsterdam dat de lange telefonische
wachttijden worden veroorzaakt door een toegenomen zorgvraag.” Kan het
college nader toelichten waar deze toegenomen zorgvraag door wordt
veroorzaakt? Spelen bijvoorbeeld de volgende fenomenen een rol: de 24-uurs
economie, het langer thuis wonen van (kwetsbare) mensen en ouderen, de
toegenomen drukte in de stad (buitenlandse bezoekers, dagjesmensen en
festivalgangers met een niet-spoedeisende zorgvraag), een (toenemende)
voorkeur van mensen om contact te zoeken met een huisartsenpost in plaats van
een EHBO-post zodat geen verrekening plaatsvindt met het verplicht eigen risico,
oneigenlijke zorgvraag in verband met zelfdiagnose op internet?
Antwoord:
Huisartsenposten zijn bedoeld om zorg te verlenen aan patiënten met vragen of
klachten waarvan beantwoording of behandeling niet kan wachten tot de eigen
huisarts de volgende dag beschikbaar is. In toenemende mate worden echter
vragen aan de huisartsenposten gesteld, die niet aan dit vereiste voldoen;
bijvoorbeeld de patiënt die 's nachts om 0300 uur belt over een ingegroeide
teennagel, of de patiënt die zegt: “Ik moest vandaag werken”, of * mijn huisarts
was er vandaag niet”, of “Ik had geen vervoer”. Omdat er een directe relatie ligt
tussen de aard van de zorgvraag en de wachttijd aan de telefoon, is het
noodzakelijk blijvend te wijzen op het feit dat huisartsenposten er alleen voor
zorgvragen zijn die niet kunnen wachten tot de volgende dag. Voorts rukt ook de
24-uurs economie in de gezondheidszorg op en bellen patiënten in de avond-,
nacht- en weekenduren op omdat het hun beter uitkomt. Daarnaast zien posten
de complexiteit van de zorgvraag toenemen (ouderenzorg, ggz, e.a.). En omdat
de beantwoording van complexe zorgvragen meer tijd vergt dan gemiddeld, loopt
daarmee ook de wachttijd op. Dat wij in Amsterdam ook nog eens te maken
hebben met toeristen, bezoekers van grote festivals, voert de druk extra op.
7. Is het college bereid, actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat de
telefonische wachttijden bij Huisartsenpost Amsterdam en eventueel andere
huisartsenposten binnen de gestelde tijd van twee minuten komt? Zo ja, welke
actie kan en wil het college ondernemen?
Antwoord:
De Huisartsenpost Amsterdam valt onder de verantwoordelijkheid van de
zorgverzekeraar. Wij zijn daarom van mening dat het realiseren van de 2-
minuten-norm voor telefonische wachttijden in eerste instantie een zaak is tussen
zorgverzekeraar en de Huisartsenpost Amsterdam. Huisartsenpost Amsterdam
wil een publiekscampagne uitvoeren om de toename van onterechte telefoontjes
bij de Hp te keren. Wethouder Zorg heeft toegezegd hieraan incidenteel te willen
bijdragen vanwege het belang van goed bereikbare Huisartsenpost voor de
wijkzorgnetwerken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
? http://www.huisartsenpostenamsterdam.nl/mededelingen/2016/8/23/Stijging-zorgvraag/
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Bezoekadres
> Gemeente Bezoeta
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AC Amsterdam
Telefoon 14020
> < Amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AC Amsterdam
Gemeente Amsterdam
t.a.v. de gemeenteraad
Amstel 1
1011 PN Amsterdam
Datum 5 april 2018
Uw kenmerk -
Behandeld door F. Bongaerts (f.bongaerts@®amsterdam.nl)
Onderwerp actualiteit inzake verkoop van gemeentelijk vastgoed
Zeer geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad,
Voor de raadsvergadering van woensdag 4 april 2018 hebben de raadsleden Groen (GroenLinks)
en De Heer (PvdA) een actualiteit ingediend inzake het beleid rond de verkoop van gemeentelijk
vastgoed. In de actualiteit wijzen de raadsleden op Lauriergracht 6, dat wordt genoemd in het
‘Plan van Van Stigt.
Wegens ziekmelding van de wethouder Gemeentelijk Vastgoed is de actualiteit op verzoek van de
indieners van de agenda afgevoerd en verplaatst naar de volgende reguliere raadsvergadering van
12 april 2018 of 15 mei 2018. Daarbij is afgesproken dat de verkoop van Lauriergracht 6 tot het
moment van bespreking, doch uiterlijk tot 15 mei 2018 wordt aangehouden.
Ik vertrouw erop u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
E |
DV
drs. PJ.M. Litjens
Wethouder Gemeentelijk Vastgoed
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
| Actualiteit | 1 | val |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 101
Ingekomen onder BJ
Ingekomen op donderdag 23 januari 2020
Behandeld op donderdag 23 januari 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Poot, Boomsma en Mbarki inzake het instellen van VIGOR acties
in samenwerking met politie, FIOD, douane en belastingdienst
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het rapport “De achterkant van Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr.2015) en het programma “Weerbare mensen,
weerbare wijken” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2016).
Constaterende dat:
— Ondermijning een zeer groot probleem is in Amsterdam zoals door de
onderzoekers Tops en Tromp is aangetoond.
— _VIGOR latijn is voor KRACHT
— VIGOR acties ook wel bekend staan als de Patser-aanpak
Overwegende dat:
— Alle middelen ingezet moeten worden om ondermijning tegen te gaan;
— Heel helder moet zijn dat misdaad niet loont;
— Lik op stuk beleid, oftewel directe inbeslagname van gestolen of met zwart geld
bekostigde goederen zoals dure kleding, auto's, etc, goed werkt om foute
rolmodellen aan te pakken.
— Rotterdam regelmatig en succesvol zogenaamde VIGOR acties uitvoert waarbij
politie, douane, FIOD en belastingdienst samenwerken;
— Deze acties hebben geresulteerd in hoge sommen geïnd geld, het oppakken van
handelaren in dure namaakkleding, diverse onderzoeken naar verdachte
inkomstenbronnen en het signaleren van kleinere vergrijpen/overtredingen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— Op regelmatige basis VIGOR acties uit te voeren in samenwerking met politie,
FIOD, belastingdienst, douane en eventuele andere relevante partijen, als
onderdeel van verkeerscontroles:;
— Waarbij gecontroleerd wordt op eigendom van het voertuig, openstaande boetes,
met zwart geld gefinancierde goederen en waarbij als nodig ook aanhoudingen
kunnen plaatsvinden;
— Deze controles uit te voeren op basis van objectieve criteria of een
persoonsgerichte aanpak;
— Te onderzoeken in hoeverre de goederen en auto's die in beslag zijn genomen
1
terug gegeven kunnen worden aan de Amsterdamse gemeenschap om te laten
zien dat misdaad niet loont;
— De uitkomsten van de acties openbaar te maken en hiermee te laten zien dat
misdaad niet loont en te laten zien dat foute rolmodellen tegen de lamp lopen.
De leden van de gemeenteraad
M.C.G. Poot
D.T. Boomsma
S. Mbarki
2
| Motie | 2 | discard |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 8 juli 2021
Portefeuille(s) Financiën
Portefeuillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Directie Belastingen (bestuurszaken. belastingen @amsterdam.nl)
Onderwerp Afhandeling diefstal schijf met persoonsgegevens bij Belastingen
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende. Zoals toegelicht in de brief aan de raad
van 16 april 2021, is op 7 april 2021 geconstateerd dat in het pand van Belastingen Amsterdam aan
de Herikerbergweg een harde schijf is gestolen vit een computer die wordt gebruikt voor het
scannen van inkomende poststukken. Graag geef ik v een update van de stappen die zijn gezet om
betrokkenen over dit incident te informeren en om misbruik van de gestolen gegevens waar
mogelijk te voorkomen.
Informeren betrokkenen
In de week van 19 april 2021 hebben alle Amsterdammers en Weespers waarvan informatie op de
gestolen schijf was opgeslagen een brief ontvangen. In de brief is vitleg gegeven over het incident,
en gevraagd om alert te zijn op tekenen van mogelijke fraude en misbruik. Betrokkenen konden
bellen met de gemeente om uit te laten zoeken om welke documenten het in hun geval ging. Naar
aanleiding van de brief hebben in de afgelopen periode in totaal ca. 2.000 van de 30.000
betrokkenen contact gezocht met Belastingen Amsterdam.
Voorkomen van misbruik van persoonsgegevens
In de brief zijn betrokkenen gewezen op het risico dat de gestolen gegevens kunnen worden
gebruikt voor fraude, zoals het opmaken van valse facturen. Met het oog op het voorkomen van
identiteitsfraude, is mede op het advies van het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en de
Fraudehelpdesk Identiteitsfraude gekozen om betrokkenen die een kopie van een
identiteitsbewijs hebben opgestuurd een nieuw ID-bewijs aan te bieden op kosten van de
gemeente. Omdat in de werkprocessen van Belastingen Amsterdam niet gevraagd wordt om
kopieën van ID-bewijzen, gaat het om een zeer beperkte groep mensen die vit eigen beweging
toch een kopie van een ID-bewijs heeft meegestuurd. Bij alle mensen die de gemeente hebben
benaderd over de diefstal, is gecontroleerd op de aanwezigheid van kopieën van ID-bewijzen. In
totaal is in tien gevallen een nieuw ID-bewijs verstrekt.
Wij blijven zorgvuldig monitoren op mogelijke signalen van misbruik of fraude, onder andere door
het Contact Center Amsterdam (CCA), waar vragen van Amsterdammers binnenkomen. Tot op
heden zijn geen tekenen van misbruik gesignaleerd.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juli 2021
Pagina 2 van 2
Formele afhandeling incident
De basis voor de aanpak en afhandeling van het incident zijn de richtlijnen en de adviezen van de
Autoriteit Persoonsgegevens (AP), waarmee wordt afgestemd over de afronding van de melding
van het incident. Daarnaast zijn de Functionaris Gegevensbescherming (FG), Privacy Officer (PO)
en Information Security Officer (ISO) van de gemeente betrokken bij de aanpak en afhandeling.
Naar het oordeel van deze partijen zijn alle denkbare mogelijkheden benut om betrokkenen te
ondersteunen. Het politieonderzoek naar de diefstal loopt op dit moment nog.
Belastingen Amsterdam is recent verhuisd naar het gemeentelijke pand aan het Anton de
Komplein in Zuidoost. Bij deze verhuizing zijn conform gemeentelijke voorschriften de fysieke en
digitale beveiligingsmaatregelen geborgd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Victor Everhardt
Wethouder Financiën
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
nm 5
Voortgangsrapportage 2019
Programma Huisvesting
Kwetsbare Groepen
Inhoud OO Samenvatting Óf
0 / 7
SAMENVATTING 3 _ACTIELIJN 3: ZORGZAME STAD EN WIJKT 20 Woningcorporaties, zorgaanbieders en de gemeente Amsterdam werken sinds 2016
Doel 1: Digitaal ondersteunen van samen aan het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Het programmaplan voor de
OVER HET PROGRAMMA HKG IN 2019 7 matching persoon aan woning/buurt 20 periode 2019 tot 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad, het algemeen bestuur van
Doelgroepen 7 Doel 2: Experimenten met matchen de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) en het Platform Opvang-
Geleverde woningen en wachttijd in 2019 8 op buurtniveau 20 instellingen Amsterdam (POA).
Jongvolwassenen 11 Doel 3: Ondersteuning initiatieven
Financiën 11 van stadsdelen 21 De hoofddoelstelling van het programma is woonoplos- De activiteiten van het Programma Huisvesting Kwetsba-
Doel 4: Campagne 'Zorgzame stad, singen te realiseren voor mensen in een kwetsbare situa- re Groepen voor de periode 2019-2022 zijn verdeeld
ACTIELIJN 1. PREVENTIE VAN DAKLOOSHEID zorgzame wijk’ 21 tie met een urgent woonprobleem. Wij willen kwetsbare over vier actielijnen:
EN ONDERSTEUNING 12 Doel 5: Onderzoek naar de groepen die zijn opgenomen in het programma, binnen 1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning
Doel 1: Meer mogelijkheden om woonvragen te woningtoewijzing per buurt en wijk 21 drie maanden een passende woonruimte aanbieden. 2. Voldoende passende woonplekken
voorkomen en op te lossen 13 Sinds de start van het programma is er veel bereikt en 3. Zorgzame stad en wijk
Doel 2: een aanpak ontwikkelen ter ACTIELIJN 4: IMPLEMENTEREN, LEREN verbeterd. Mensen in een kwetsbare situatie krijgen 4. Implementeren, leren en evalueren
ondersteuning van de buurtteams 14 EN EVALUEREN 25 sneller een passende woning. Werkafspraken dragen bij
Doel 3: invoering (woon)maatregelen Doel 1: Invoering ‘Tien werkafspraken’ aan een zorgvuldige match tussen mensen en woning/ Voor u ligt de Voortgangsrapportage van het program-
implementatieplan Thuis in de Wijk 14 en Omslagroute 25 woonomgeving en helpen bij een goede landing van ma waarin de voorgang en de belangrijkste resultaten
Doel 2: Gezamenlijke training en mensen in de wijk. Diverse knelpunten in werkprocessen per actielijn over 2019 worden beschreven. Aan het eind
ACTIELIJN 2: VOLDOENDE PASSENDE deskundigheidsbevordering 26 zijn opgelost. De samenwerking van de gemeente met volgt een korte vooruitblik over 2020.
WOONPLEKKEN 16 Doel 3: Verbeteren van sturings- en woningcorporaties en zorgaanbieders is doorslaggevend
Doel 1: Nieuwe afspraken huisvesting verantwoordingsinformatie 27 voor dit succes. Actielijn 1: Preventie van dakloosheid
kwetsbare groepen, 2020-2024 16 en ondersteuning
Doel 2: Sturen op type woningen TOT SLOT: VOORUITBLIK NAAR 2020 28 Tot en met 2019 hadden de gemeente en woningcorpo-
Doel 3: Realisering projecten voor Over het programma 30 raties de afspraak dat 30% van de vrijkomende sociale De behoefte aan woonoplossingen voor kwetsbare
statushouders en andere doelgroepen 17 huurwoningen, met een minimum van 1.500 woningen groepen is groot en lijkt verder toe te nemen. Bij veel
Doel 4: Regionale afspraken per jaar, is bestemd voor kwetsbare groepen. In 2019 mensen kan een verandering van de woonsituatie bijdra-
Doel 5: Vereenvoudiging van het was voor het tweede jaar op rij het aantal nieuwe verhu- gen aan oplossing van hun problemen. Vanuit deze
proces van intermediaire verhuur 18 ringen van corporatiewoningen lager dan verwacht. actielijn helpt het programma voorkomen dat huisves-
Mensen verhuizen niet vanwege het gebrek aan door- tingsproblemen leiden tot een verzwaring van de zorg-
stroomkansen op de krappe woningmarkt en de hoge vraag. In 2019 verscheen de Woonwaaier, een bundeling
prijzen van koopwoningen. Terwijl vooraf was gerekend van meer dan vijftig regelingen en voorzieningen om
op circa 1.8/5 woningen voor kwetsbare groepen kwa- mensen passend te laten wonen. De Woonwaaier moet
men er maar 1.622 woningen beschikbaar. Dit staat professionals helpen eenvoudige woonvragen in een zo
gelijk aan 30% van de vrijgekomen sociale huurwonin- vroeg mogelijk stadium te herkennen en op te lossen.
gen. Hoewel er tegen verwachting in veel minder wonin-
gen vrijkwamen, is de 30% dus gehaald. In 2020 zal nog Ook zijn diverse knelpunten in werkprocessen opgelost.
scherper worden gestuurd op de realisatie en eerder Zo werd een oplossing gevonden voor een probleem
worden geëscaleerd als deze uit de pas loopt. bij de hulp aan dakloze mensen met schulden. Diverse
Doordat er minder woningen voor kwetsbare groepen maatschappelijke dienstverleners startten pas met
beschikbaar kwamen, liepen de wachttijden in de laatste __schuldhulpverlening als de woonlasten bekend waren.
maanden van 2019 op. Vond in 2018 gemiddeld 78% Een voorwaarde voor een urgentie is echter dat schul-
van de mensen in een kwetsbare situatie binnen drie den geregeld zijn. Na overleg is afgesproken dat schuld-
maanden een passende woning; in 2019 was dit percen- hulpverleners uitgaan van ‘fictieve woonlasten’ bij de
tage gedaald naar 68%. berekening van de afloscapaciteit. De schuldhulp-
verlening kan daardoor starten en de aanvraag voor
LJ © © ® © a © © ® een woonurgentie kan doorgaan.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 2 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 3
Hp
Veel energie is gestoken in ondersteuning van pilots met De taakstelling huisvesting statushouders was 580 in beter zal verlopen. In 2019 werden prototypes van een Actielijn 4: Implementeren, leren
buurtteams. Wonen en WPI nemen sinds 2019 deel aan 2019, daarnaast had de gemeente Amsterdam een matchingstool en een digitale kaart ontwikkeld en en evalueren
deze pilots van de doorontwikkeling Sociaal domein. achterstand van 504 te huisvesten statushouders. Dit besproken. Volgens de betrokken professionals van
Binnen de teams hebben professionals experimenteer- betekende dat de gemeente in totaal in 2019 1084 corporaties en zorgaanbieders biedt een matchingstool Een nadruk in 2019 lag op de verdere uitwerking,
ruimte. In veel andere gevallen is gebruik gemaakt van statushouders moest huisvesten. Uiteindelijk zijn weinig voordelen. Bij makkelijke matches kost een mat- verbreding en invoering van nieuwe werkwijzen, afspra-
bestaande mogelijkheden tot maatwerk in de Huisves- 998 statushouders gehuisvest. De achterstand van 504 chingstool extra tijd, terwijl ze voor moeilijke matches ken en processen. Binnen een implementatieteam waar-
tingsverordening. Een voorbeeld: bij levensbedreigende _ in 2018 is hiermee afgenomen tot 86 eind 2019. graag nauw samenwerken aan een goede landing in aan alle woningcorporaties, de grotere zorgaanbieders
situaties kan direct een woning worden toegewezen. Voor statushouders zijn in 2019 diverse projecten van de wijk. en gemeente deelnemen, lag in 2019 de focus op de
(tijdelijke) nieuwbouw en transformatie opgeleverd. Het praktische uitvoering van de ‘Tien werkafspraken Thuis
De partijen hebben samen een Nieuwe Kans-regeling ging om 419 wooneenheden. De locatie Tafelbergweg/ Vertegenwoordigers van stadsdelen, woningcorporaties in de wijk’. Nu wordt gewerkt aan het actualiseren van
opgezet: huurders die door overlast en/of zorg niet op Meibergdreef (met 250 woningen) is afgevallen en daar- en zorgaanbieders bedachten tijdens een innovatiedag de werkafspraken. De uitvoering van de werkafspraken is
hun eigen woning kunnen blijven of geen eigen huur- mee 125 wooneenheden voor statushouders. In totaal in juli 2019 oplossingen voor de matching en spreiding verder verfijnd en nieuwe werkprocessen worden opge-
contract kunnen houden, krijgen een nieuwe kans op waren eind 2019 2.388 jongerenwoningen gerealiseerd van kwetsbare groepen. Als resultaat zijn vier experi- nomen.
een intermediair huurcontract, met de benodigde zorg of gepland voor statushouders. Voor 312 van de geplan- menten uitgewerkt. Deze worden in samenwerking in
en ondersteuning. Het geven van een nieuwe kans voor- de wooneenheden moeten nieuwe locaties worden 2020 opgepakt. Daarnaast was er aandacht voor de invoering van het
komt verergering van de problematiek. In 2020 wordt gevonden om de ambitie van 2.700 woningen voor herontwerp van de route naar passend wonen vanuit
deze regeling verder uitgewerkt en ingevoerd. jonge statushouders te realiseren. Het onderzoek naar Ook in 2019 werden ontmoetingen georganiseerd om zorg met verblijf (hierna te noemen de Omslagroute).
nieuwe locaties moet voor juli 2020 zijn afgerond. Het de samenwerking tussen wijkprofessionals en actieve Tijdens een tweedaagse Summerschool kregen ruim
Actielijn 2: Voldoende passende streven is om de tijdelijke woningen op deze locaties in bewoners te verstevigen en een open gesprek te stimu- 600 medewerkers van betrokken organisaties bijscholing
woonplekken de periode 2020 tot en met 2023 op te leveren. leren. Als vervolg op de stadscongressen uit 2017 en in onderdelen van de nieuwe werkwijze. Eind 2019 is de
2018 vonden in Zuid en Oost de eerste van een serie oude werkwijze stopgezet. Kenmerkend aan het nieuwe
Tot en met 2019 gold de afspraak tussen gemeente en Binnen het programma wordt ook gekeken naar passend stadsdeelcongressen plaats. Beide drukbezochte con- werkproces is dat bij de start van een zorgtraject ge-
woningcorporaties dat 30% van de vrijkomende sociale wonen buiten Amsterdam. In januari 2019 begon een gressen beantwoordden aan hun doel en vormden ook personaliseerde doelen worden geformuleerd en ie-
huurwoningen beschikbaar komen voor kwetsbare groe- _ uitstroommakelaar met een onderzoek naar mogelijk- het startschot voor initiatieven ter ondersteuning van mands woonperspectief wordt bepaald. Ook wordt de
pen. Eind 2019 bereikten de gemeente Amsterdam, de heden om zelfredzame dakloze Amsterdamse gezinnen buurtbewoners in een kwetsbare situatie. Het program- beoordeling of iemand zelfstandig kan wonen, breder
woningcorporaties en de Federatie van Amsterdamse te laten uitstromen naar werk en een woning in vier ma haakte in op huisvesting van kwetsbare groepen en en zorgvuldiger genomen. De voorbereidingen lopen
Huurderskoepels een akkoord over de nieuwe prestatie- krimpgemeenten. Dit bleek lastig en tijdrovend te zijn. de ontwikkelingen in het sociaal domein. om diverse routes vanuit zorg met verblijf naar huisves-
afspraken van 2020 tot en met 2023. Hierin is onder Deze inspanning woog niet op tegen de opbrengst. In ting onder te brengen in de Omslagroute. Ten slotte zijn
meer geregeld dat de woningcorporaties jaarlijks oktober is dit initiatief daarom beëindigd. De opgedane Als vervolg op het onderzoek uit 2017 heeft OIS in de werkprocessen vereenvoudigd.
1.800 woningen leveren voor het programma. kennis en ervaringen worden ingezet voor gelijksoortige 2019 opnieuw onderzocht waar in Amsterdam de
initiatieven in Amsterdam. kwetsbare groepen sinds de start van het program- De werkgroep monitoring is in 2019 begonnen met de
Diverse acties zijn in 2019 ondernomen om het tekort ma zijn gehuisvest. verbetering van de monitoring. De bedoeling is om
aan rolstoelwoningen te verminderen. In een pilot zijn Actielijn 3: Zorgzame stad en wijk meer zicht te krijgen op de kwaliteit van de matching,
reguliere woningen rolstoelgeschikt gemaakt voor De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn: de uitvoering van de processen en de tevredenheid van
huishoudens met een urgentie voor een rolstoelwoning. Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt e Tussen de toewijzingen aan kwetsbare groepen als bewoners, woningcorporaties en zorgaanbieders. Het
Zeven woningen zijn aangeboden; vijf huishoudens toegang hebben tot voorzieningen, contacten aandeel van de nieuwe verhuringen en de genereren van deze informatie vraagt ontwikkeltijd, het
verhuisden in 2019. De pilot wordt in de eerste helft onderhouden en gelegenheid hebben om deel te kwetsbaarheid van een wijk bestaat geen verbeteren van de monitoring is dan ook een voortdu-
van 2020 geëvalueerd. In november 2019 is gestart met nemen aan het leven in hun buurt. Bij zowel de eenduidig verband. rend proces. Met de partners binnen het programma
een nieuwe regeling om bewoners die niet langer een gemeente als woningcorporaties bestaan zorgen over e Het is duidelijk dat een aantal wijken kwetsbaar is wordt de voortgang bewaakt. Jaarlijks rapporteert het
rolstoelwoning nodig hebben, te verleiden tot verhuizen de draagkracht van de wijken bij het ondersteunen en en dat hier relatief veel corporatiewoningen zijn. programma over de voortgang aan de gemeenteraad.
naar een andere woning. Het nijpende tekort aan rol- opvangen van mensen in een kwetsbare situatie. Vanuit Daardoor komen in deze wijken ook veel
stoelwoningen is extra onder de aandacht gebracht bij deze actielijn draagt het programma bij aan initiatieven doelgroepen uit het programma terecht.
woningcorporaties en projectmanagers van nieuwbouw- _ ter ondersteuning van de leefbaarheid en draagkracht. e Op wijk- en buurtniveau zijn geen duidelijke
locaties. Als onderdeel van de prestatieafspraken zijn aanwijzingen gevonden dat door een clustering
afspraken gemaakt over nieuwbouw en het niet meer Woningcorporaties en zorgaanbieders zorgen voor een van kwetsbaren de leefbaarheid onder druk staat en
verkopen van rolstoelwoningen. goede match tussen cliënten en woningen. Een van de kwetsbaren zelf worden geremd in hun herstel. sle ee Hi °
doelen binnen deze actielijn is een onderzoek of door Î ij (
digitale ondersteuning het matchen eenvoudiger en ee
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 4 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 5
14 O
Nm ” (
B 1. Preventie Werkafspraken (
An
van dakloos-
heid en 0
4, Implementeren, ondersteuning
leren en monitoren Over het Programma HKG in 2019
e Woonwaaier ontwikkeld Ke) /, 1
waarmee professionals en
e Met zorgaanbieders en corporaties eenvoudige woonvragen in On
de ‘tien werkafspraken Thuis in de een zo vroeg mogelijk stadium . . . .
ir 9098 fe) Woningcorporaties, zorgaanbieders en de gemeente Amsterdam werken sinds 2016
Wijk’ geborgd kunnen herkennen en oplossen . .
tachalt : : Ï METEN samen aan het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Het programmaplan voor de
e Bijscholing voor professionals in e Diverse knelpunten in afsoraken . ,
8 8 eek periode 2019 tot 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad, het algemeen bestuur van
werkwijze Omslagroute tijdens werkprocessen opgelost, b.v. vinger aan de pols - . :
N de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) en het Platform Opvang-
Summerschool bij de hulp aan dakloze mensen . Ii A d POA
° Vereenvoudiging van werkprocessen met schulden 8 instellingen Amsterdam ( ).
e Onderst . ilot t Omklappen naar
ndersteuning pilots me î
buurtteams: et deelname Ke De gemeente Amsterdam staat voor een inclusieve stad, Doelgroepen
’ waarin iedereen kan meedoen en mensen hulp en zorg
van Wonen en WPI … . . . . . .
ee | krijgen als zij dat nodig hebben. Hiervoor lopen er diver- Mensen in een kwetsbare situatie hebben meestal pro-
Woon- dd se trajecten zoals de doorontwikkeling van het sociaal blemen op meerdere domeinen. De doelgroepen van
| . ® en domein, het koersbesluit Thuis in de Wijk, de herinrich- het programma hebben daarnaast een urgent woonpro-
eej oplossingen ting van de wijkteams, de Aanpak Personen met bleem. Soms is het huisvestingsprobleem het belangrijk-
\ 6 Onbegrepen Gedrag, de aanpak economisch daklozen, ste obstakel, soms de andere problemen. Hoe dan ook:
_ voor kwets ba |K = jN A het programma Ouderenhuisvesting, de aanpak Ontwik- de ondersteuning van deze huishoudens is alleen effec-
overlast kelbuurten, de herziening van de huisvestingsverordening _ tief als het woonprobleem wordt opgelost. Kenmerkend
g gel pen en de regionale herziening van de woonruimteverdeling. is dat deze mensen niet in staat zijn zelf een oplossing te
vinden. Zij hebben bijvoorbeeld geen kans gehad om
Mn Het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is on- inschrijfduur op te bouwen en hebben begeleiding no-
3. Zorgzame TEE derdeel van deze integrale benadering. Waar mogelijk dig bij het zelfstandig wonen.
wijk en stad 2. Voldoende passende worden andere projecten en programma's benut om de _
. ambities te realiseren. De hoofddoelstelling van het Mensen met een licht verstandelijke beperking
woningen 4 rogramma is woonoplossingen te realiseren voor men- (lvb)
e Stadsdeelcongressen in Zuid en CE P P
o > d nabuurschap sen in een kwetsbare situatie met een urgent woonpro- Binnen de gedefinieerde doelgroepen van het program-
oost georganiseer . ° Nieuwe prestatieafspraken gemaakt: bleem, die naar verwachting (op termijn) in staat zijn om ma bevinden zich ook jongeren en volwassenen met een
e :
er en he ee 1800 woningen voor het Programma in 2019 3 zelfstandig te wonen. Het streven is kwetsbare groepen licht verstandelijke beperking (lvb). Zij zijn niet als aparte
matching en spreiding van kwetsbare e Afspraken gemaakt over nieuwbouw en het Passend wonen binnen drie maanden een passende woonruimte aan te doelgroep genoemd, omdat zij terugkomen in meerdere
roepen er,
. Os terecht waar in Amsterdam niet meer verkopen van rolstoelwoningen sl bieden. De samenwerking van de gemeente met wo- groepen, zoals de uitstroom uit beschermd wonen,
de kwetsb _ huisvest e Wachttijden voor uitstroom MO/BW zijn gestegen ningcorporaties en zorgaanbieders is doorslaggevend maatschappelijke opvang en mensen met een sociaal
e kwetsbare groepen zijn gehuisves door minder verhuringen en toegenomen instroom 5 voor het succes van het programma. Werkafspraken medische urgentie.
e Gestart met regeling ‘Verleiden tot verhuizen nn dragen bij aan een zorgvuldige match tussen mensen en
vanuit een rolstoelwoning’ OEREN woning/woonomgeving en helpen bij een goede lan-
ding van mensen in de wijk. In de samenwerking worden Kwetsbare groepen In het programma
knelpunten in werkprocessen opgelost. e Mensen met een sociaal medische urgentie,
… 4 (o.a. voor een rolstoelgeschikte woning)
In 2019 zijn Be De rol van de stadsdelen in het programma is prominen- ® Volwassenen, jongeren en jonge moeders in de
1622 woningen ter geworden. Vanwege de aandacht voor preventie, maatschappelijke opvang (MO)
WE toegewezen Overige een goede landing van kwetsbaren en leefbaarheid van e Mensen die uitstromen uit beschermd wonen (BW)
buurten is in 2019 de samenwerking geïntensiveerd met * (Overlastgevende) multi-probleem gezinnen
. Omslag partijen in de wijken, zoals wijkzorgnetwerken. e Slachtoffers van huiselijk geweld
00e 2.178 24% volwassenen e Gezinnen in de crisisopvang
‘ig are 1.965 1.943 en gezinnen Vier actielijnen e Jongeren en jonge moeders die uitstromen uit
2013 - 2019 1.622 Sociaal De activiteiten van het Programma Huisvesting jeugdzorg met verblijf
EN) ee, " Kwetsbare Groepen voor de periode 2019-2022 * Medische opvang van ongedocumenteerden
1.286 he P Keren zijn verdeeld over vier actielijnen: e Laatste Kans-beleid en Treiteraanpak
ord 9 1. Preventie van dakloosheid en ondersteuning e Statushouders
ain 2, Voldoende passende woonplekken ® Slachtoffers mensenhandel
Kl Statushouders ® ° ® 3. Zorgzame stad en wijk e Ex-gedetineerden die voldoen aan criteria voor
Er regulier 4. Implementeren, leren en evalueren MO/BW
LK >
n IN TS
A, ie 2015 ie 4 ek, Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 7
Hp
Economisch daklozen Geleverde woningen en wachttijd Corporatiewoningen geleverd voor kwetsbare groepen in 2019
Een grote en groeiende groep Amsterdammers heefteen _ in 2019
huisvestingsprobleem, maar komt niet in aanmerking Groepen Raming 2019 |Realisatie 2019
voor een woonurgentie of een plek in de maatschappelij- Toten met 2019 hadden de gemeente en woningcorpo- SOCIAAL MEDISCH 535 561
ke opvang. Economisch daklozen vallen niet onder de te raties de afspraak dat 30% van de vrijkomende sociale Sociaal medisch urgenten sar |
huisvesten doelgroepen van het programma. Wel draagt huurwoningen, met een minimum van 1.500 woningen Rolstoelurgenten 130 |
het programma bij aan de preventieve aanpak van de per jaar, is bestemd voor kwetsbare groepen. De part- OMSLAG MO/BW 1650 1393 |
gemeente zodat woonproblemen in een vroeg stadium ners in het programma moeten steeds weer een balans
‘ | Omslag MO/BW volwassenen 1289
worden opgemerkt en opgelost om verergering van vinden tussen de vraag van kwetsbare groepen, de be-
problematiek en dakloosheid te voorkomen. schikbare hoeveelheid zorg en begeleiding en het aan- Omslag MO/BW gezinnen B
bod van geschikte woningen. Omslag slachtoffers huiselijk geweld 6
Wiz-cliënten \STATUSHOUDERS 1550 48 OO
Cliënten die onder het kader van de Wet langdurige Voor het tweede jaar op rij was in 2019 het aantal nieu- Statushouders 483 |
zorg (Wlz) vallen, waren tot dusver geen doelgroep van we verhuringen van corporatiewoningen veel lager dan
het programma. Het programma is namelijk opgezet verwacht. Mensen verhuizen niet omdat er op de krappe (Overlastgevende) multi-probleemgezinnen 2 |
voor mensen die (binnen enkele jaren) zelfstandig en woningmarkt nauwelijks doorstroommogelijkheden zijn oi
verspreid over de stad kunnen wonen. Desondanks zijn en een koopwoning voor velen onbetaalbaar is. Begin : TT
de afgelopen jaren incidenteel woningen geleverd aan 2019 was de verwachting dat er circa 1.875 woningen (Gezinnen in crisisopvang
gelopen ) gen g g g
woonprojecten voor Wlz-cliënten. In 2019 is besloten voor kwetsbare groepen zouden zijn, maar door de lage |Uitstroom MO volwassenen A2
om per 1 januari 2020 een deel van de Wlz-cliënten op mutatiegraad kwamen er maar 1.622 woningen beschik- |Uitstroom MO jonge moeders en uitstroom uit jeugdzorg met verblij | 30
te nemen in het programma. Het gaat dan om volwasse- _ baar. Dit staat gelijk aan 30% van de vrijgekomen sociale |Uitstroom MO Jongvolwassenen en uitstroom uit jeugdzorg met verblijf | 160 |
nen die geen intramurale zorg meer nodig hebben. huurwoningen. Hoewel er veel minder woningen vrijkwa- Housing First Jeugd |
Zij krijgen de mogelijkheid hun traject voort te zetten in men, is de 30% dus gehaald. Een aantal corporaties OM Lantie Kans Tetereanpl Verbond van 100, medsehoprangpriecter |_ ||
een zelfstandige woning met ambulante begeleiding. leverde beduidend meer dan 30% en een aantal leverde gedocumenteerden
Deze groep is daarmee zeer vergelijkbaar met de groep minder. Regelmatig is de levering van woningen en de Slachtoffers mensenhandel |
MO/BW. Naar verwachting gaat het jaarlijks om onge- wachttijden besproken met de woningcorporaties. In en 1.890 er
veer 30 tot 35 mensen. 2020 zal nog scherper worden gestuurd op de realisatie
en eerder worden geëscaleerd als deze uit de pas loopt.
Ook de Wlz-cliënten die levenslang zorg nodig hebben,
moeten in de stad kunnen wonen. De waarde van ge- Wachttijd
clusterd wonen voor Wlz-cliënten is groot. Daarom zoekt Doordat er minder woningen beschikbaar kwamen, liep 650 woningen in te zetten, maar uiteindelijk zijn het 393
de gemeente een oplossing. Samen met zorginstellin- in de laatste maanden van 2019 de wachttijd voor alle woningen geworden. Voor dit verschil zijn diverse verkla-
gen wil de gemeente onderzoeken hoe groot de be- doelgroepen op. Met name de wachttijd voor de Om- ringen. Corporaties wegen bij iedere woning zorgvuldig
hoefte is aan woonprojecten voor Wlz-cliënten. Vervol- EN zn slag MO/BW nam sterk toe. Het percentage volwasse- af of deze geschikt is voor een kwetsbare woningzoe-
gens wil de gemeente met de woningcorporaties de LEL nen in de maatschappelijke opvang/beschermd wonen kende. In 2019 zijn er minder geschikte woningen voor
verdeling van de ruimte in de stad bespreken. dat binnen drie maanden een woning kreeg, daalde van MO/BW uit deze match gekomen. Voor de hoofdgroep
62% in het eerste kwartaal naar 20% in het vierde kwar- mensen met een sociaal-medische urgentie zijn meer
taal. Gemiddeld over 2019 was de wachttijd voor deze woningen geleverd dan verwacht als gevolg van een
groep 121 dagen. Kijkend naar alle doelgroepen van het _ verruiming van de urgentiecriteria voor gezinnen.
programma, dan vond in 2018 gemiddeld 78% binnen Een deelverklaring voor de toegenomen wachttijd voor
Sleutel naar een mooie toekomst drie maanden een passende woning; in 2019 was dit de hoofdgroep MO/BW is ook dat de vraag steeg door-
Cliënten ervaren de Omslag MO/BW als dé route naar een woning en een nieuw leven. Dat blijkt ook uit percentage gedaald naar 68%. dat er wordt gestuurd op ambulantisering en door-
de film ‘Een sleutel naar een mooie toekomst’. stroom.
De wachttijd nam vooral bij de MO/BW sterk toe, omdat
Een cliënt vertelt: “Dit is je huis, zeiden ze. Ik dacht: hoe kan dat nou? Maar ik sprong ook een gat in de lucht. de onderlinge verdeling tussen de kwetsbare groepen Met de nieuwe prestatieafspraken gaat vanaf 2020 een
(.) Nu ben ik voor het eerst van mijn leven echt gelukkig. Ik heb geen drugs nodig, ik heb geen alcohol nodig. scheef is gelopen. Bij andere hoofdgroepen was het vast aantal van 1.800 corporatiewoningen per jaar naar
Ik kan doen waar ik zin in heb, ik kan lekker eten, ik heb leuke vrienden. En wat ook heel belangrijk is: ik kan aantal geleverde woningen conform verwachting of kwetsbare groepen. Deze zekerheid over het beschik-
vertrouwen op de begeleiding. Dat zijn echt goede mensen.” daarboven. Bij de hoofdgroep MO/BW was het streven bare aantal woningen voor de doelgroepen van het
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 8 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 9
hf
programma maakt een betere sturing op de verdeling Jongvolwassenen Financiën
van de woningen mogelijk. Vanuit het programma wordt
de verdeling van woningen gevolgd en regelmatig geë- De doorstroom bij jongvolwassenen is in 2019 goed op Voor de uitvoering van het Programma Huisvesting
valueerd. Duidelijke afspraken maken over aantallen gang gekomen: 90 individuele jongvolwassenen en Kwetsbare Groepen in 2019 is een bedrag van
woningen per doelgroep is belangrijk omdat dit door- jonge moeders stroomden vanuit de maatschappelijke € 1,5 miljoen begroot. Dit bedrag is vergelijkbaar met
werkt in het type en aantal woningen dat corporaties opvang jongvolwassenen (MOJ) en jeugdhulp met ver- de uitvoeringskosten van het programma in de periode
leveren, de financiering van de zorgaanbieders en het blijf uit naar een zelfstandige woonplek in de wijk met 2016 tot 2019. De werkelijke uitgaven in 2019 waren
managen van de verwachtingen van zowel cliënten als begeleiding." Dat is fors meer dan de uitstroom in 2018 € 151.940 lager dan begroot. Deze onderschrijding
reguliere woningzoekenden. (65 jongvolwassenen en jonge moeders). Alleen de wordt veroorzaakt door minder uitgaven voor onderzoek
doorstroom van individuele jongeren na jeugdhulp met en lagere kosten voor de innovatieve projecten dan
Wachttijden* gehuisveste kwetsbare groepen verblijf bleef achter. gepland. Een uitgebreid financieel overzicht staat in
De gemeente is een traject gestart met (jeugdhulp) de Jaarrekening 2019.
1e kwartaal | 2e kwartaal |3e kwartaal 4e kwartaal aanbieders om:
Groepen <3mnd <3mnd <3mnd <3mnd <3mnd . .
- <óémnd e de instroom naar jeugdhulp met verblijf te beperken
o.a. door het bieden van altematieven zoals inwonen
eme
geweld 2018 in principe een vijfjarencontract op een jongeren-
woning. Op basis van een afwegingskader bepalen zorg-
bleem gezinnen delijke argumenten toch in aanmerking komt voor een
contract voor onbepaalde tijd. Sinds juni 2019 geldt het
Uitstroom MO jonge moeders rijk jongvolwassenen al vanaf de instroom in de MOJ en
en uitstroom uit jeugdzorg 100% 100% 91% 100% 97% 0% tijdens hun traject binnen de jeugdhulp met verblijf voor
met verblijf te bereiden op het jongerencontract en de verantwoor-
met de ontwikkeling van informatiemateriaal voor jong-
Uitstroom MO jongvolwasse- .
volwassenen en hun begeleiders.
nen en uitstroom uit jeugd- 89% 75% 84% 38% 79% 8%
[Housing Firstjeugd bp 00% 1% l% |
Slachtoffers mensenhandel_ | 100% M% 0% |
Laatste Kans 100% 100% 0% ® K a © ©
Totaal 65% 62% 66% 66% 68% 23%
*) Gemeten is de tijd tussen plaatsing cliënt in actieve bemiddeling/datum afgifte urgentie en het moment van
ondertekening huurcontract.
*) Mensen met een sociaal medische urgentie hebben 6 maanden de tijd om zelf een woning te zoeken.
Daarna krijgen zij een passend aanbod.
1 Naast de voordelen voor de jongvolwassene en jonge moeder leidt zelfstandig wonen met passende begeleiding ook tot een besparing. Jeugdhulp
(24-uurs opvang) kost € 96.828 per traject per jaar. De kosten van 24-uurs maatschappelijke opvang van jongvolwassenen zijn € 54.000 per traject.
Een traject voor jonge moeders kost € 82.000. Ambulante begeleiding op de woning kost gemiddeld € 15.000 per cliënt.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 10 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 11
ee A0 Actielijn 1: Preventie dakloosheid en 0
Dy “ondersteunin /
oN 9
De behoefte aan woonoplossingen voor kwetsbare groepen is groot en lijkt verder toe te
nemen. Bij veel mensen leidt de woonsituatie tot een verergering van problemen. Het
gemeentebestuur en de partners willen door preventief handelen voorkomen dat huis-
vestingsproblemen leiden tot een verzwaring van de zorgvraag.
Actielijn 1 van het Programma heeft tot doel dakloos- Nieuwe Kans-regeling
heid te voorkomen en ondersteuning te bieden. Hieron- De partijen hebben samen een Nieuwe Kans-regeling
der staan voor de drie doelen van deze actielijn de resul- opgezet. Huurders die door overlast en/of zorg niet op
. . taten in 2019. hun eigen woning kunnen blijven of geen eigen huur-
4 P d kl h d contract kunnen houden, krijgen een nieuwe kans op
® reventie van a Oos el Doel 1: Meer mogelijkheden om een intermediair huurcontract, met de benodigde zorg
en ondersteu ning woonvragen te voorkomen en op en ondersteuning. Het geven van een nieuwe kans voor-
te lossen komt verergering van de problematiek. In 2020 wordt
deze regeling verder uitgewerkt en ingevoerd.
Woonwaaier
Woonwaaier ontwikkeld waarmee professionals Voor Amsterdammers met woonproblemen zijn er meer Oplossing knelpunt met urgentie en schulden
. . … dan vijftig regelingen en voorzieningen die kunnen bij- Een ruime meerderheid van de aanvragers van een
eenvoudige woonvragen in een zo vroeg mogelijk dragen aan een oplossing. De meeste professionals woonurgentie heeft schulden. Een van de urgentie-
stadium kunnen herkennen en oplossen hebben geen totaaloverzicht van wat er allemaal moge- criteria is dat eventuele schulden moeten zijn geregeld.
e Diverse knelpunten in werkprocessen opgelost, lijk is om mensen passen te aen wonen. Ter onder-
… steuning van professionals zijn alle instrumenten op
b.v. bij de hulp aan dakloze mensen met schulden woongebied gebundeld. De Woonwaaier verscheen in De Woonwaaier
e Ondersteuning pilots met buurtteams; met augustus 2019 in een oplage van 1000 stuks. Digitaal Vanwege de schaarste aan woningen is het belangrijk
deelname van Wonen en WPI werd de Woonwaaier verspreid via www.amsterdam.nl/ eenvoudige woonproblemen in een zo vroeg
kwetsbaregroepen. Alle informatie staat ook op het mogelijk stadium te herkennen en op te lossen.
digitale platform www.VraagMij.amsterdam.nl. De Woonwaaier bundelt meer dan vijftig oplossingen
voor woonproblemen. De oplossingen gaan over
De Woonwaaier is actief onder de aandacht gebracht op betaalbaarheid, leefbaarheid, tijdelijk onderdak
alle plekken waar professionals te maken hebben met vinden en duurzaam een woning vinden.
Nd woonproblemen van Amsterdammers. Van Top600-re-
gisseurs tot medewerkers van de Huizen van de Wijk, Het gebruik van de Woonwaaier wordt toegelicht in
van de deelnemers aan het Verbond van 100 tot de workshops. De deelnemers leren de juiste vragen te
medewerkers van de centrale toegang, van de klantma- stellen en mee te denken met Amsterdammers met
nagers WPI en de medewerkers van de sociale loketten een woonprobleem. Ze leren ook de ruimte in de
tot mensen werkzaam bij tijdelijke woonvoorzieningen wet kennen. Bijvoorbeeld dat het onder bepaalde
en noodopvang. voorwaarden is toegestaan om af te wijken van de
kostendelersnorm. Bij deze afweging kan een
De Woonwaaier voorziet in een grote behoefte. De professional ruggespraak houden met de gemeente
gedrukte versie vond snel aftrek, evenals de PDF op de om ongewenste neveneffecten te voorkomen.
website. De website VraagMij zag door de Woonwaaier
het aantal deelnemers fors toenemen. Het is de bedoe- Een integrale aanpak kan verergering van het
ling dat professionals eenvoudige woonvragen in een zo woonprobleem en dakloosheid voorkomen.
vroeg mogelijk stadium gaan herkennen en helpen op- Daarom worden zorgprofessionals in de workshop
sg ® a ® © lossen met behulp van de instrumenten in de Woon- uitgedaagd om in gesprek te gaan met corporatie-
® waaier. In workshops en bijeenkomsten is het gebruik en medewerkers, medewerkers van de directie Werk,
de bedoeling van De Woonwaaier verduidelijkt. Participatie en Inkomen en schuldhulpverleners.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 13
OO
MW
=
+,
Bij schuldhulpverlening wordt iemands afloscapaciteit Doel 3: invoering (woon)maatregelen
bepaald op basis van de vaste lasten en het inkomen. implementatieplan Thuis in de Wijk
Voor mensen die dakloos zijn, zijn de woonlasten niet
bekend. Sommige hulpverleners startten daarom niet In 2020 wordt verder gewerkt aan de onderstaande
met schuldhulpverlening. Dit knelpunt is samen met de maatregelen uit het implementatieplan Thuis in de Wijk:
maatschappelijke dienstverleners opgelost. Schulphulp- e Versnelde terugkeerroute
verleners gaan sindsdien uit van ‘fictieve woonlasten’ bij Als een cliënt inmiddels een huurcontract op eigen
de berekening van de afloscapaciteit. De schuldhulpver- naam heeft, maar het toch niet redt in een
lening kan zodoende starten en de aanvraag voor een zelfstandige woning, dan wordt er gezorgd voor
woonurgentie kan doorgaan. een versnelde route terug naar zorg met verblijf.
e Versnelde toegangsroute 2 V Fe d d 1
Doel 2: een aanpak ontwikkelen ter Ook voor cliënten van wijkzorg moet het snel en ° o oen e passen e woningen
ondersteuning van de buurtteams soepel mogelijk zijn begeleiding thuis in te zetten.
In 2021 gaan de Buurtteams Amsterdam van start. On-
der de noemer Het Verbond van 100 begon in 2018 een e Nieuwe prestatieafspraken gemaakt: 1800 woningen
leerfase met pilots met de sociale wijkteams Noord, voor het Programma in 2019
Zuidoost, Nieuw-West en Oost. In deze wijkteams wer- e Afspraken gemaakt over nieuwbouw en het niet
ken professionals samen aan een integrale oplossing
voor complexe problematiek. Nieuw is de deelname van meer verkopen van rolstoelwoningen
Wonen, Werk & Inkomen en Schuldhulpverlening aan de e Wachttijden voor uitstroom MO/BW zijn gestegen
wijkteams, door minder verhuringen en toegenomen instroom
De professionals van het Verbond van 100 hebben expe- . . . .
rimenteerruimte. Zij mogen binnen een afgesproken e Gestart met regeling ‘Verleiden tot verhuizen vanuit
kader afwijken van gemeentelijke regels en procedures, een rolstoelwoning’
zodat zij Amsterdammers met complexe problematiek
beter kunnen ondersteunen. Dankzij de experimenteer-
ruimte is in 2019 twee keer urgentie verleend aan een
gezin dat niet voldeed aan de criteria. In veel andere
gevallen is gebruik gemaakt van bestaande mogelijkhe-
den tot maatwerk in de Huisvestingsverordening. Een
voorbeeld: bij acute veiligheidssituaties kan direct een B
woning worden toegewezen.
® ® a © @®
® ® ® a © @®
6. Ü
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 14
IN Geholpen met een aangepaste woning
. . “Ik voel me voor het eerst gehoord en serieus
OO Actiel || n 2: Voldoende pd ssende A genomen”, zei mevrouw toen ze het aanbod van een A
/ / aangepaste woning kreeg. Zij woont met haar zoon /
WO O n Pp | e kke n van 34. Hij heeft een spierziekte die ook een vorm
van dementie veroorzaakt. De verzorging vond
plaats in de gang, want de badkamer was niet meer Doel 3: Realisering projecten voor
De schaarste en druk op de Amsterdamse woningmarkt maakt het tot een uitdaging om toegankelijk. Haar zoon kon ook met hulp de trap statushouders en andere doelgroepen
kwetsbare groepen passend te laten wonen en tegelijk voldoende aanbod te houden niet meer af. Beiden zaten daarom ‘opgesloten’ in
voor andere woningzoekenden. Tot en met 2019 gold de afspraak tussen gemeente en hun huis. Zij voelde zich eenzaam, omdat ze amper De taakstelling huisvesting statushouders was 580 in
woningcorporaties dat 30% van de vrijkomende sociale huurwoningen beschikbaar kwa- de deur uit kon. Hij kon niet naar dagbesteding. 2019, daarnaast had de gemeente Amsterdam uit
men voor kwetsbare groepen. In de nieuwe prestatieafspraken is geregeld dat de corpo- De aangepaste woning was een uitkomst voor dit eerdere jaren een achterstand van 504 te huisvesten
raties vanaf 2020 jaarlijks 1.800 woningen leveren voor het programma. huishouden. statushouders. Dit betekende dat de gemeente in
totaal 1.084 statushouders moest huisvesten in 2019.
De noodzaak van speciale aandacht voor de huisvesting Doel 2: Sturen op type woningen Uiteindelijk zijn 998 statushouders gehuisvest:
van kwetsbare groepen is onverminderd groot. Alle In de prestatieafspraken hebben de woningcorporaties, hiervoor zijn 483 corporatiewoningen ingezet. Jonge
Amsterdammers hebben last van de grote schaarste op Voor het behalen van de doelstellingen is niet alleen de huurderskoepels en gemeente Amsterdam de onder- statushouders zijn gehuisvest in tijdelijke projecten.
de Amsterdamse woningmarkt, maar voor mensen in hoeveelheid beschikbare woningen belangrijk, maar de staande afspraken gemaakt over het vergroten van het De achterstand van 504 aan het eind van 2018 is
een kwetsbare situatie is dit tekort het meest nijpend. woningen moeten ook het juiste type zijn. Nodig hier- aanbod rolstoelwoningen: hiermee afgenomen tot 86 aan het eind van 2019.
De wachttijden voor de doelgroepen van het voor is inzicht in de behoefte aan speciale woningtypes e Gemeente en corporaties maken een programma
programma zijn opgelopen. In 2019 vond 68% binnen en afstemming met de woningbouwplanning. Vooral de om beter in de behoefte aan rolstoelwoningen te Aan het eind van 2021 moeten er door (tijdelijke) nieuw-
3 maanden een woning, ten opzichte van 78% in 2018. schaarste aan rolstoelgeschikte woningen en (grotere) voorzien. In 2020 bepalen zij het aantal bij te bouw en transformatie 2.700 (tijdelijke) wooneenheden
gezinswoningen vormen een knelpunt. bouwen rolstoelwoningen en op welke termijn zijn gerealiseerd voor statushouders en overige doel-
Doel 1: Nieuwe afspraken huisvesting dat gebeurt. groepen. Met deze uitbreiding van de woningvoorraad
kwetsbare groepen, 2020-2024 Rolstoelwoningen e De corporaties verkopen in principe geen is in 2016 begonnen; de resterende opgave schoof door
Met oog op terugdringing van het tekort aan rolstoelwo- rolstoelwoningen. naar het vervolg van het Programma Huisvesting Kwets-
Eind 2019 bereikten de gemeente Amsterdam, de wo- ningen zijn in 2019 diverse acties ondernomen. Het e Gemeente en corporaties stellen een overzicht bare Groepen. De instroom aan statushouders is welis-
ningcorporaties en de huurders een akkoord over de aanbod en toewijzing van gelabelde rolstoelwoningen samen van alle rolstoelwoningen in Amsterdam. waar gedaald ten opzichte van 2015/2016, maar lijkt te
nieuwe prestatieafspraken van 2020 tot en met 2023. worden gemonitord. Daarnaast is een regeling ontwik- Ze verkennen in 2020 de mogelijkheden voor stabiliseren rond de 600 tot 800 per jaar. Het percentage
Als onderdeel van de afspraken stellen de woning- keld om huishoudens die geen rolstoelwoning meer aanbod en toewijzing van rolstoelwoningen in het jongeren is daarin redelijk stabiel, circa 25%. Daarnaast
corporaties jaarlijks 1.800 woningen beschikbaar voor nodig hebben, te verleiden tot verhuizen naar een middensegment. dienen de wooneenheden als buffercapaciteit voor het
het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Dit andere woning. In 2020 starten de huisbezoeken. e De gemeente verlengt de termijn voor het indienen geval de toestroom aan statushouders weer stijgt.
vastgesteld aantal vervangt de 30%-afspraak en biedt In 2020 wordt ook de wachtlijst voor rolstoelwoningen van subsidieaanvragen voor de bouw van
zekerheid over het aantal beschikbare woningen. Ter verder opgeschoond. rolstoelwoningen tot met 2023 (of tot het budget Voor statushouders zijn in 2019 diverse projecten van
vergelijking: van 2016 tot 2020 kwamen per jaar gemid- is uitgeput). (tijdelijke) nieuwbouw en transformatie opgeleverd. Het
deld 1.656 corporatiewoningen beschikbaar voor het In een pilot wordt sinds april 2019 onderzocht of huis- ging om 419 wooneenheden. De locatie Tafelbergweg/
programma. houdens die urgent een rolstoelwoning nodig hebben, Het nijpende tekort aan rolstoelwoningen is extra onder Meibergdreef (250 woningen) is afgevallen en daarmee
ook gebaat zijn bij een reguliere woning die rolstoel- de aandacht gebracht bij woningcorporaties en project- 125 woningen voor statushouders. In totaal zijn 2.388
geschikt is gemaakt. Hiervoor zijn tien huishoudens ge- managers van nieuwbouwlocaties. Aan de hand van een jongerenwoningen gerealiseerd of gepland voor status-
selecteerd. Zeven woningen zijn aangeboden, vijf huis- factsheet rolstoelwoningen zijn gesprekken gevoerd en houders. Voor 312 van de geplande wooneenheden
houdens zijn verhuisd, één woning werd geweigerd en is advies gegeven. De factsheet toont in één oogopslag dienen nog nieuwe locaties te worden gevonden om de
één woning loopt nog. Vooral voor huishoudens met 2 de belangrijkste feiten, zoals welke woningen voor het ambitie van 2700 woningen voor jonge statushouders
of 3 kinderen blijkt het lastig om een geschikte woning Programma nodig zijn, aan welke eisen rolstoelwoningen _ te realiseren. Het onderzoek naar nieuwe locaties moet
te vinden door het krappe aanbod aan gezinswoningen. moeten voldoen en wat de subsidiemogelijkheden zijn. voor juli 2020 zijn afgerond. Hierbij wordt ook gekeken
In het eerste kwartaal van 2020 wordt de regeling naar de mogelijkheid om maatschappelijk vastgoed in
geevalueerd. de gemeente Amsterdam aan te passen tot (tijdelijke)
woningen. Het streven is om de (tijdelijke) woningen
op deze locaties in de periode 2020 tot en met 2023
Ns @ a 8 @ op te leveren.
0 Statushouders wonen vaak in een tijdelijke wooneenheid
met een contract voor vijf jaar. In 2020 lopen de eerste
5-jaarscontracten af. Amsterdam heeft een plicht tot
huisvesting van deze groep. De inzet is om status-
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 16 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 17
O0
Ve
Wp =
’ ab
+,
houders tot 28 jaar zoveel mogelijk opnieuw in tijdelijke tegen de opbrengst. In oktober is de opdracht aan de
projecten te huisvesten en verplichte verhuizingen zo uitstroommakelaar daarom beëindigd.
veel mogelijk te beperken. Statushouders vanaf 28 jaar e
en met kinderen krijgen een aanbod voor een reguliere In de tussentijd ontstonden elders in Amsterdam op © ®
sociale huurwoning. Hiervoor worden een werkwijze casusniveau initiatieven om dakloze gezinnen te begelei-
ontwikkeld en afspraken gemaakt met woningcorpora- den naar een woning en een baan buiten Amsterdam.
ties. De resultaten van de pilot met de uitstroommakelaar,
Als er onvoldoende jonge en alleenstaande statushou- zoals het overzicht van gemeenten met een korte wacht- nn
ders zijn, worden de projecten eventueel ook gebruikt tijd op een woning, worden ten dienste van deze initia-
voor de huisvesting van andere kwetsbare groepen. Bij tieven ingezet. Waar nodig biedt het programma onder- ve © ®
de start van een project wegen alle betrokken partijen steuning. Amsterdammers die willen verhuizen, krijgen 3 Z k t d
gezamenlijk af of dit mogelijk is, waarbij ze letten op informatie, tips en praktische hulp in de workshop ° orgzame WIJ en 5 @
de specifieke omstandigheden. Wonen buiten Amsterdam die de gemeente (WVPI)
samen met partners verzorgt.
Doel 4: Regionale afspraken On
Doel 5: Vereenvoudiging van het e Stadsdeelcongressen in Zuid en Oost georganiseerd
Veel mensen zoeken opvang en onderdak in Amsterdam __ proces van intermediaire verhuur e Vier experimenten gestart voor betere matching en spreiding
vanwege onder andere de aanwezige zorgvoorzienin- van kwetsbare groepen
gen. Een deel van deze mensen komt uit omliggende Het programma draagt bij aan housing first. Cliënten .
gemeenten. Andersom zijn er Amsterdammers die graag van de maatschappelijke opvang/beschermd wonen ° OIS onderzocht waar in Amsterdam de kwetsbare groepen
buiten de stad willen wonen, maar niet goed weten hoe werden voorheen stapsgewijs voorbereid op zelfstandig zijn gehuisvest
ze dit moeten aanpakken. Als onderdeel van de Om- wonen. Sinds 2016 gaan cliënten zo snel mogelijk zelf-
slagroute voor mensen die eerst met zorg op een wo- standig in de wijk wonen en krijgen daar de benodigde
ning wonen en op termijn zelfstandig gaan wonen zon- begeleiding. Zorgaanbieder en cliënt sluiten daarvoor
der begeleiding, wordt vanaf 2020 bij de aanmelding een woonzorgovereenkomst. Het huurcontract voor de
voor de maatschappelijke opvang bepaald in welke woning staat op naam van de zorgaanbieder. De cliënt
gemeente iemand het meeste perspectief heeft. Als mag de woning bewonen op voorwaarde dat hij of zij
dat niet in Amsterdam is, wordt de cliënt warm over- begeleiding accepteert, de huur betaalt en geen over-
gedragen naar een andere gemeente. last veroorzaakt.
De zorgaanbieder treedt dus op als intermediaire ver-
Binnen het programma is mede op voorstel van de kin- huurder. Deze aanpak werkte goed in de eerste fase van 3
derombudsman geëxperimenteerd met een uitstroom- het programma en droeg bij aan de samenwerking tus-
makelaar. Deze onderzocht de mogelijkheden om zelf- sen woningcorporaties en zorgaanbieders. Inmiddels
redzame dakloze Amsterdamse gezinnen te laten ervaren vooral zorgaanbieders ook de nadelen, omdat
uitstromen naar werk en een woning in krimpgemeenten _ zij veel woningen beheren en administratieve lasten
die gebaat zijn bij jonge bewoners en werknemers. Ge- hebben. De woningcorporaties en zorgaanbieders heb-
zinnen werden geselecteerd op basis van werkervaring ben voorstellen voorbereid ter verbetering van de werk-
die aansluit bij vacatures in de betreffende gemeentes. wijze door onder meer een verdeling van taken en kos-
Uiteindelijk gaf één gemeente aan woningen te kunnen ten. Denk aan afspraken over tegengaan van overlast en
aanbieden, mits mensen een baan hebben. Samen met wanbetaling en over verdeling van de kosten van leeg-
WPI zijn enkele gezinnen uit de noodopvang geselec- stand en ontruiming. In 2020 werken zij deze voorstellen
teerd. Zij hebben de gewenste werkervaring - loodgie- verder uit.
ters, installateurs van zonnepanelen — waaraan deze
gemeente behoefte heeft. Uit de pilot bleek dat het
lastig is om draagvlak te verkrijgen in ontvangende ge- ® S r 8 a
meentes met name bij het verlenen van voorrang aan @
Amsterdamse gezinnen. Zelfs bij krimpgemeentes is er
sprake van een wachtlijst. De inspanning weegt niet op
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 18
Actielijn 3: Zorgzame stad en wijk Of
0 /
Het is belangrijk dat alle Amsterdammers in hun buurt toegang hebben tot voorzienin- Doel 3: Ondersteuning initiatieven domein. Stadsdeel Zuid zette het congres ook in als
gen, contacten onderhouden en gelegenheid hebben om deel te nemen aan het leven in van stadsdelen aftrap van de wedstrijd ‘Een goed thuis in Zuid’ en stel-
hun buurt. Naast de groepen die via dit programma worden geholpen, zijn er in veel de subsidie beschikbaar voor twee vernieuwende aan-
buurten mensen die bijvoorbeeld eenzaam zijn, te weinig inkomen hebben, de sociale Bij de twee overige experimenten gaat het om een goe- pakken voor een goede landing van kwetsbare mensen
aansluiting missen of zorgvragen hebben. Zowel bij de stadsdelen als woningcorporaties de landing in de buurt. De pilot Buurt.4U is gericht op in de buurt. Stadsdeel Oost gebruikte het congres voor
bestaan daarom zorgen over de draagkracht van de wijken bij het ondersteunen en op- het creêren van een laagdrempelige ontmoetingsplek de start van initiatieven, zoals ‘Lief en leed’-straten en de
vangen van kwetsbare groepen. Ook zijn er zorgen over de leefbaarheid van wijken met voor buurtbewoners en allerlei organisaties zoals ‘Wegwijssalon’, een gezamenlijk spreekuur van zorg- en
veel kwetsbare bewoners. HvO-Querido, woningcorporaties en stadsdeel. Vanuit hulpverleners.
dit punt geven de organisaties informatie (ook over het
De bezorgdheid over draagkracht en leefbaarheid is een Doel 2: Experimenten met matchen PHKG) en pakken zij in samenwerking problemen aan. Doel 5: Onderzoek naar de
begrijpelijk en belangrijk signaal. Deze vraagstukken zijn op buurtniveau De pilot Buddy in de buurt! gaat over een aanbod van woningtoewijzing per buurt en wijk
ook breder dan het programma. Met de aanpak Ontwik- laagdrempelige kortdurende hulp bij kleine hulpvragen.
kelbuurten wil de gemeente hiervoor de komende tijd In sommige buurten, straten of portieken is de draag- Elke buurtbewoner kan zowel ontvanger als gever van Voor de tweede maal is onderzocht waar in Amsterdam
oplossingen ontwikkelen. Het doel van deze actielijn is kracht zodanig beperkt dat het niet verstandig is er hulp zijn en als bijvoorbeeld klusbuddy, kopje-koffiebud- de kwetsbare groepen sinds de start van het programma
samen met betrokken partners initiatieven uit te werken bepaalde kwetsbare mensen te huisvesten, terwijl ande- dy, honden-uitlaatbuddy of taalbuddy anderen helpen. zijn gehuisvest. Eind 2017 vond het eerste onderzoek
om de leefbaarheid en draagkracht van de wijken te re plekken juist meer geschikt zijn. Woningcorporaties plaats, voortkomend uit de behoefte van vooral stadsde-
ondersteunen. Hieronder staan de resultaten in 2019 en zorgaanbieders maken nu vaak afzonderlijk hun afwe- Het programma ondersteunt deze initiatieven en helpt len om desgewenst te sturen op de inzet van middelen
voor de vijf doelen van deze actielijn. gingen. Het programma wil samen met de stadsdelen de opgedane kennis en ervaringen verspreiden door de en capaciteit in buurten en op de spreiding bij de huis-
een werkwijze ontwikkelen voor de matching en sprei- organisatie van stadsdeelcongressen en een periodieke vesting van kwetsbare groepen. Stadsdelen zijn dan ook
Doel 1: Digitaal ondersteunen van ding van kwetsbare groepen. leerkring voor wijkprofessionals. Deze leerkring vond in beide keren nauw betrokken geweest bij de opdracht-
matching persoon aan woning/buurt Vertegenwoordigers van stadsdelen, woningcorporaties 2019 één keer plaats: deze goed bezochte bijeenkomst formulering en de opstelling van de rapportage.
en zorgaanbieders bedachten tijdens een innovatiedag in april stond in het teken van het nieuwe handboek
Na een verblijf in de 24-uurs zorg is een passende wo- in juli 2019 oplossingen voor deze vraagstukken. Als ‘GGZ: in de Wijk Mens onder de mensen’, een initiatief In het vervolgonderzoek uit 2019 is gebruik gemaakt van
ning in een passende woonomgeving een van de be- resultaat zijn vier experimenten uitgewerkt om in samen- van Stadsdeel Zuid. de recent ontwikkelde kwetsbaarheidsscore. De indica-
langrijkste succesfactoren om stabiel te wonen en leven werking op te pakken. Om overzicht te houden start in toren voor kwetsbaarheid zijn een laag inkomen, het
in de wijk. Corporaties letten bij het selecteren van wo- 2020 elk experiment in een beperkt aantal stadsdelen Doel 4: Campagne ‘Zorgzame stad, ontbreken van werk of opleiding en bovengemiddeld
ningen op woningkenmerken, buurtinformatie en de voor de duur van zes maanden. De uitvoering start in zorgzame wijk’ hoge ziektekosten. Buurten met een hoge score op
woonbehoeften van de cliënt. Het doel is cliënten goed 2020. Het Programma ondersteunt de pilots en zorgt kwetsbaarheid zijn vooral te vinden in Noord en delen
te laten landen in de wijk en rekening te houden met voor verbinding. Vaak zijn diverse instanties betrokken bij mensen die van Nieuw-West en Zuidoost. In Centrum en Zuid is de
de draagkracht van de omgeving. De woningcorporatie hulp nodig hebben. Vaak ook zijn er meer oplossingen kwetsbaarheid relatief klein.
geeft informatie over de aangeboden woningen. De Twee van de pilots hebben direct betrekking op mat- mogelijk dan bekend. Samen met de partners helpt het
zorgaanbieder maakt vervolgens handmatig een match ching. In de pilot Droomlanding wil men bij de matching programma wijkprofessionals, vrijwilligers en actieve De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn eind
met een cliënt. niet alleen bepalen wat iemand nodig heeft, maar ook bewoners door kennis te delen over initiatieven ter ver- 2019 ook met de Raad gedeeld:
letten op wat de cliënt door zijn of haar kwaliteiten of sterking van de sociale cohesie en draagkracht. Ook in e Van 2016 tot en met 2018 werden 4.990 woningen
In 2019 is onderzocht of door digitale ondersteuning interesses kan bijdragen aan de buurt, bijvoorbeeld met 2019 werden ontmoetingen georganiseerd om de sa- toegewezen aan doelgroepen van het Programma:
het matchen eenvoudiger en beter zal verlopen. Twee vrijwilligerswerk. Cliënten landen hierdoor beter in de menwerking tussen wijkprofessionals en actieve bewo- 40% ging naar mensen met begeleiding op de
prototypes - een digitale kaart met buurtkenmerken en buurt en de buurt heeft baat bij de nieuwe bewoners. ners en een open gesprek te stimuleren. In 2020 worden woning, 22% naar mensen zonder begeleiding op
een matchingstool — werden ontwikkeld en besproken. De pilot Buurtbalans heeft tot doel een systeem te ont- deze activiteiten aangevuld met een campagne 'Zorgza- de woning en 37% naar statushouders.
Professionals van zorginstellingen en corporaties gaven wikkelen om snel de draagkracht en kwetsbaarheid van me stad, zorgzame wijk’. e Perjaarligt het aantal verhuringen aan kwetsbare
aan dat digitale ondersteuning van de match weinig straten te bepalen. Deze informatie draagt bij aan een groepen tussen de 26 en 30 procent van het totaal
voordelen biedt. Ze prefereren een werkwijze met optimale spreiding en toewijzing op maat. Om een Als vervolg op de stadscongressen uit 2017 en 2018 aantal sociale verhuringen.
persoonlijk contact. Bij makkelijke matches kost een goed beeld te krijgen willen de deelnemers informatie vonden in 2019 de eerste twee stadsdeelcongressen e Per gebied zijn grote verschillen in het aantal
matchingstool extra tijd, terwijl ze voor moeilijke bundelen van verschillende partijen, zoals woning- plaats. Het congres ‘Thuis in Zuid’ op 25 juni 2019 trok toewijzingen aan kwetsbare huishoudens. Dit is
matches graag nauw met elkaar samenwerken aan corporaties, zorgaanbieders, gemeente en welzijnsinstel- zo’n 140 bezoekers en ‘Thuis in Oost’ op 4 november grotendeels te verklaren door het aanbod aan
een goede landing in de wijk. lingen. 2019 werd door ruim 180 mensen bezocht. Het pro- corporatiewoningen: daar waar veel
gramma van de congressen haakte in op huisvesting van corporatiewoningen vrijkomen, gaan ook meer
kwetsbare groepen en de ontwikkelingen in het sociaal woningen naar kwetsbare groepen. De meeste
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 _ 20 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 21
hf
woningtoewijzingen aan kwetsbare huishoudens Ongelijke spreiding afspraken maximaal 25%). In Centrum wordt 22% boven
vonden plaats in Nieuw-West (979) en West (964). Het aandeel sociale huurwoningen voor kwetsbare groe- de aftoppingsgrens verhuurd, in West 15%, in Noord en
Daarna volgen Noord (801) en Oost (750). In Zuid pen van het totale aantal verhuringen verschilt per buurt. Nieuw-West 12%, in Oost 11% en in Zuidoost 6%.
en Zuidoost ging het om ruim 600 toewijzingen. In sommige stadsdelen ligt het percentage veel hoger
In Centrum lag het aantal toewijzingen beduidend en in andere lager. Met de woningcorporaties zijn moge- Naast de grootte van de woning spelen mogelijk ook
lager: 239. lijke oorzaken besproken. Nader onderzoek is nodig, kenmerken van de woning een rol. In sommige buurten
e Tussen de toewijzingen aan kwetsbare groepen maar de ongelijke spreiding lijkt te maken hebben met zijn veel gehorige woningen. Deze worden minder ge-
als aandeel van de nieuwe verhuringen en de subjectieve factoren (de keuzes van corporaties) en ob- schikt gevonden voor kwetsbare groepen. Ook wonin-
kwetsbaarheid van een wijk bestaat geen eenduidig jectieve factoren (de kenmerken van de woningvoorraad gen op portieken die een groot aantal woningen ontslui-
verband. of de bewoners in een buurt). ten, zijn minder geschikt voor mensen met begeleiding
e Het is duidelijk dat een aantal wijken kwetsbaar is De percentages per stadsdeel zijn opgenomen in de op de woning. In sommige buurten en stadsdelen ver-
en dat hier relatief veel corporatiewoningen zijn. onderstaande tabel. kleint een hoog aandeel ouderenwoningen of woon-
Daardoor komen in deze wijken ook veel groepen de ruimte om kwetsbare groepen te huisves-
doelgroepen uit het programma terecht. 2016 {2017 __ |2018 | ten. In Centrum zijn bijvoorbeeld veel woongroepen. In
stadsdelen met veel sloop- en renovatieprojecten heb-
Effect op leefbaarheid? west |ao |ao |ao | ben stadsvernieuwingskandidaten voorrang op kwetsba-
Het belangrijkste vraagstuk in het onderzoek is in hoever- . re groepen.
re er sprake is van clustering van kwetsbaren in bepaalde Nieuw-West (31 (29 27
wijken, buurten, straten of portieken en of daardoor de Zuid (25 Iz |a | Naast objectieve kenmerken is waarschijnlijk ook de
leefbaarheid onder druk komt te staan en de kwetsbaren Oost \28 |25 |2o | mening van corporatiemedewerkers over een stadsdeel
zelf worden geremd in hun herstel. Op wijk- en buurtni- Noord |32 {30 ___ |32 | en buurt een oorzaak voor de ongelijke spreiding. Zij
veau is hiervoor geen duidelijke aanwijzing gevonden. selecteren meer woningen in buurten en stadsdelen die
Wel is bekend dat in sommige portieken, buurten en DA 29 28 DIA zij als draagkrachtig beoordelen en minder als zij onvol-
galerijen een te grote stapeling van kwetsbare bewoners doende draagkracht vermoeden doordat er bijvoor
is. Deze bewoners zijn lang niet altijd via het programma Percentage verhuringen aan kwetsbare groepen op beeld veel permanente verhuur aan instellingen is of
HKG gehuisvest. Ook andere Amsterdammers kunnen het totale aantal sociale verhuringen. incidenten zijn geweest.
kwetsbaar worden door omstandigheden, zoals werk- rood = lager dan gemiddeld in het betreffende jaar
loosheid, echtscheiding en stress door schulden. groen = hoger dan gemiddeld in het betreffende jaar Bijna alle woningcorporaties waren in 2019 bezig met
verbetering van hun systeem van woningtoewijzing en
Het onderzoek wijst uit dat plaatsing van kwetsbare Procentueel zijn in 2016, 2017 en 2018 in de stadsdelen deze meer te baseren op feiten over kwetsbaarheid
groepen in het algemeen geen duidelijk effect heeft Centrum en Oost minder woningen verhuurd aan kwets- en draagkracht van buurten.
op de leefbaarheid. Hiervoor zijn diverse redenen: bare groepen dan gemiddeld in heel Amsterdam, in
° Zorgaanbieders en woningcorporaties wegen per Zuid was dit alleen in 2016 het geval. In de commissie
portiek of complex zorgvuldig af wie daar het beste Wonen en Bouwen van november 2019 heeft de wet-
kan komen te wonen. Daarbij letten ze op houder toegezegd dat de stuurgroep zich verdiept in
leefbaarheid en draagkracht. de mogelijke oorzaken van het lage aantal plaatsingen
e Sommige kwetsbare groepen krijgen minimaal een in Centrum. Een eerste verkenning staat hieronder.
jaar begeleiding op de woning. Het is aannemelijk
dat de begeleiding een positieve invloed heeft op Een groot deel van de urgente kwetsbare huishoudens
de leefbaarheid. is aangewezen op een kleine woning. Deze groep be-
e Erbestaan grote verschillen tussen kwetsbare staat namelijk grotendeels uit alleenstaanden met een
groepen. Een multi-probleem gezin valt niet te laag inkomen. Dit geldt met name voor de status-
vergelijken met een rolstoelafhankelijke, een houders en mensen die uitstromen uit zorg met verblijf. ® © 3 ® a
statushouder of een gezin dat om medische redenen _ Kleine huurwoningen zijn niet gelijk over de stadsdelen @®
een woonurgentie heeft gekregen. verspreid. In buurten met veel kleine goedkope wonin-
e De bestaande sociale infrastructuur wordt steeds gen komen daardoor meer kwetsbare groepen terecht.
beter benut voor een goede landing van kwetsbare Een gedeeltelijke verklaring is ook het percentage socia-
bewoners in de wijk. le huurwoningen boven de aftoppingsgrens (volgens de
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 22 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 23
a Actielijn 4: Implementeren, leren en A0
“evalueren /
+,
Sinds 2019 leggen de partners de nadruk op de verdere uitwerking, verbreding en
invoering van nieuwe werkwijzen, afspraken en processen. Zij zorgen voor training, interne
en externe communicatie en ondersteunende instrumenten. Ook monitoren zij de
voortgang. De implementatie in de eigen organisatie blijft een eigen verantwoordelijkheid
van elke partner, maar we kunnen leren van elkaar.
Hieronder staan voor elk van de doelen van deze schaarste aan woningen de termijn van drie maanden
actielijn de resultaten in 2019 beschreven. niet wordt gehaald.
Doel 1: Invoering ‘Tien werkafspraken’ Er loopt een pilot om een nieuwe werkwijze voor de
4. Im plemente ren, leren en Omslagroute toegang te ontwikkelen, het herontwerp (gefaseerd) te
e implementeren, de hypothese te testen dat meer inzet
en mon to ren Een implementatieteam begeleidt de invoering van de in de toegang een besparing aan de achterkant verwe-
werkprocessen en afspraken. Alle woningcorporaties, zenlijkt en te voldoen aan de wettelijke eis van landelijke
de grotere zorgaanbieders en betrokken gemeentelijke toegankelijkheid.
diensten nemen deel aan het team. In 2019 lag de focus
* Met zorgaanbieders en corporaties de ‘tien op de praktische uitvoering van de ‘Tien werkafspraken __Jongvolwassenen in de Omslagroute
werkafspraken Thuis in de Wijk’ geborgd Thuis in de wijk’. Als resultaat is besloten de werkafspra- Op 1 december begon de invoering van de Omslagrou-
e Bijscholing voor professionals in werkwijze ken in 2020 te actualiseren. te voor jongvolwassenen en jonge moeders in de MOJ
… Het implementatieteam heeft in 2019 daarnaast aan- en jeugdhulp met verblijf. Een verschil met de werkwijze
Omslagroute tijdens Summerschool dacht geschonken aan het herontwerp van de route voor volwassenen is dat zorgaanbieders jeugdhulp met
e Vereenvoudiging van werkprocessen naar passend wonen vanuit zorg met verblijf (hierna verblijf zelf het vooronderzoek voor de aanvraag van een
te noemen de Omslagroute). urgentie onder voorwaarden doen. Tot 1 april 2020
geldt een overgangsperiode om te oefenen met de
Invoering Omslagroute nieuwe werkwijze.
De Omslagroute geeft cliënten meer regie over hun
leven. Tijdens de onderzoeksfase wordt het
woonperspectief van cliënten bepaald en worden Voordelen Omslagroute voor cliënten
gepersonaliseerde doelen gesteld. Als deze doelen in e De vraag van de individuele cliënt staat centraal.
voldoende mate aansluiten bij de urgentievoorwaarden, e Cliënten hebben meer regie en
geeft de gemeente een ‘urgentie onder voorwaarden’ medezeggenschap en mogen zich door een
af. De cliënt gaat zelfstandig wonen en met begeleiding derde laten ondersteunen.
actief werken aan het bereiken van de doelen. Het e De problemen van cliënten worden integraal
huurcontract staat eerst op naam van de zorgaanbieder. aangepakt.
B Wanneer de cliënt zijn of haar doelen heeft behaald, dan e Cliënten werken samen met hun begeleider aan
kan het huurcontract ‘omklappen’ naar een huurcontract doelen waar zij zelf achter staan.
op eigen naam. e De privacy is gewaarborgd; de uitwisseling van
Op 1 november 2019 stopte de uitstroom via het medische en financiële gegevens is beperkt en
woonladdermodel, waarbij een cliënt steeds verhuist doelgericht.
naar een woonvorm met telkens iets meer
verantwoordelijkheid. Sindsdien verloopt de uitstroom
via de Omslagroute. De zorgaanbieders hebben de
nieuwe werkwijze vrij snel geïmplementeerd. Maar, de
verandering is fors. Medewerkers hebben training nodig
8 © s ® a in de nieuwe manier van werken en het evalueren van
@ persoonlijke doelen. De goede samenwerking met de
partners wordt nog belangrijker, evenals het managen
van verwachtingen bij cliënten, zeker indien door de
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 25
Op
Een voorwaarde voor toelating tot de Omslagroute is Doel 2: Gezamenlijke training en Doel 3: Verbeteren van sturings- en
binding met Amsterdam. In voorbereiding is een deskundigheidsbevordering verantwoordingsinformatie
aanpassing van de regels voor jongeren in de
maatschappelijke opvang (MOJ) in 2020. De aanpassing In augustus en september 2019 vond een tweedaagse De monitoring vanuit het programma was van 2016 tot
behelst dat jongeren die voor hun zestiende in een Summerschool plaats. De dagen stonden in het teken 2019 vooral gericht op het aanbod van woningen en
jeugdhulpinstelling zijn opgenomen, in Amsterdam van de Omslagroute. Ruim 600 medewerkers van het aandeel toegekende woningen binnen 3 maanden.
kunnen blijven wonen. Voor de groep die ouder dan betrokken organisaties namen deel. In acht verschillende Vanaf 2020 wordt daarnaast meer nadruk gelegd op
16 jaar is, zal de zorgaanbieder bij instroom afspraken workshops kwamen onderdelen van het proces en de de begeleiding op de woning. Naast de hoeveelheid
moeten maken met de gemeente van herkomst over nieuwe werkwijze aan bod. De reacties op de woningen en begeleiding wil het Programma ook de
huisvesting na hun achttiende. Summerschool waren zeer positief. Uit de ervaringen kwaliteit monitoren. Een werkgroep monitoring is
blijkt wederom hoe belangrijk het is elkaars begonnen met de ontwikkeling van instrumenten
Overige groepen in de Omslagroute verantwoordelijkheden en rollen te kennen. Doordat en criteria om zicht te krijgen op de kwaliteit van
De voorbereidingen zijn in 2019 getroffen om diverse professionals samen leren en informatie uitwisselen, de matching, de uitvoering van de processen en de
routes vanuit zorg met verblijf naar huisvesting onder ontstaat meer begrip voor elkaars werkzaamheden en tevredenheid van bewoners, woningcorporaties en
te brengen in de Omslagroute. Werkprocessen zijn de achterliggende visie. Dit verlaagt de drempel om zorgaanbieders.
vereenvoudigd en afspraken gemaakt met partners. elkaar aan te spreken. Deze gegevens krijgen deels een plek in de evaluatie
Ook het werkproces voor de huisvesting van gezinnen van het programma, deels komen ze terug in
met een MPG-urgentie is meer in overeenstemming kwartaalbrieven en in jaarlijkse voortgangsrapportages.
gebracht met de Omslagroute. Het genereren van kwalitatieve informatie vraagt
ontwikkeltijd; het verbeteren van de monitoring is dan
ook een voortdurend proces.
Zorgprofessionals over de Omslagroute
Een deelnemer aan de Summerschool: “Het verschil tussen de oude en de nieuwe werkwijze zit wat mij Thuis in je huis zijn
betreft vooral in het moment waarop wordt bekeken of een cliënt een woning op eigen naam kan krijgen. Met een vragenlijst is gemeten of cliënten zich
Vanaf dag 1 weet de cliënt dat hij aan doelen moet werken, als voorwaarde voor een woning op eigen naam. thuis voelen in hun woning en buurt. Van de 47 res-
Dit geeft de cliënt meer zelfregie en haalt ook direct de misvatting weg dat je hoe dan ook wel een woning pondenten kon een ruime meerderheid van 79%
krijgt. Dat is misschien geen leuke mededeling, maar het is minder schadelijk voor de cliënt dan de zoveelste en 78%.dit beamen. “Na 12 jaar weer een eigen
afwijzing aan het eind van het traject.” plekje doet me enorm goed”, meldde een van de
deelnemers. Sommige respondenten (17%) voelen
Jasper Meulenbeld, gebiedsteamcoördinator bij de Volksbond/Streetcornerwerk, noemt nog een verschil: zich eenzaam. Ze missen de nabijheid van familie
“We gaan zelf ons werk grondig toetsen. Nadat een begeleider heeft besloten dat een cliënt klaar is voor een en vrienden. Verreweg de meesten hebben con-
woning op eigen naam, kijkt een onafhankelijke derde of de beschikkingen en het begeleidingsplan op orde tact met hun buren en dat is belangrijk, vindt 74%,
zijn. Het positieve is dat veel meer dan voorheen een beroep wordt gedaan op de expertise van onze maar dan vooral elkaars naam kennen en elkaar
professionals.” groeten. Het is belangrijk dat er veel te doen is in
de buurt, geeft 60% aan en dat er plekken zijn
Zelf aan zet waar je mensen kan ontmoeten (56%). Toch vindt 8 ® rz [5
“Je bent nu zelf aan zet, dat is veel gezonder”, zegt Katia Maas, manager bij het Leger des Heils. “De uit- slechts 34% de aanwezigheid van een buurthuis
stroom uit de MO/BW stagneerde als niet aan alle criteria was voldaan. Ik ben er blij mee dat begeleiders nu belangrijk.
de vrijheid hebben om gepersonaliseerde doelen op te stellen. ledereen hoeft dus niet meer aan dezelfde De uitkomsten van het onderzoek leveren input
criteria te voldoen. En de cliënt moet veel meer zelf doen. Ook dat is een gezondere situatie. Te lang hebben voor de implementatie van werkafspraak 4 Wonen
we cliënten gepamperd, nu komt de regie meer in handen van de cliënt.” en goed nabuurschap’.
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 _ 26 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 27
Tot slot: vooruitblik naar 2020 Of
0 /
Naast het verantwoorden en reflecteren op 2019, kijken we ook graag vooruit naar 2020, werkafspraken Thuis in de wijk. Bij alle partners is een Aandachtspunten en risico’s
het tweede jaar van dit programmaplan. Per actielijn wordt besproken wat er staat te stevige kern goed op de hoogte van de werkwijze en De belangrijkste aandachtspunten en risico’s in 2020 zijn:
gebeuren en welke ontwikkelingen zijn te verwachten. het waarom. Maar deze groep moet groter en breder e Een verdere stijging van de krapte op de
worden. Het gaat hier om professionals van zowel zorg- Amsterdamse woningmarkt. De gemeente blijft
Actielijn 1: Preventie dakloosheid en houders waarvoor Amsterdam uitstel heeft gekregen in organisaties en woningcorporaties als buurt- of wijk- daarom inzetten op het bouwen van woningen en
ondersteuning verband met de vestiging van de EBTL. Voor statushou- teams. Tot slot wordt het onderzoek naar spreiding en het beschikbaar houden van woningen voor mensen
In 2020 ligt de nadruk op vergroting van de bekendheid ders worden ook tijdelijke woningen gebouwd; in 2020 toewijzing in 2020 herhaald. in een kwetsbare positie.
met en het gebruik van de preventieve instrumenten om _ staan weer diverse projecten op de rol. En komende jaar e Een stijging van de zorgvraag zal maken dat ook
woonproblemen in Amsterdam op te lossen. Het ge- maken we een plan voor de realisering van de resterende Actielijn 4: Implementeren, evalueren en leren meer mensen woningen nodig hebben. Deels
bruik en de verspreiding van de Woonwaaier spelen opgave bij de uitbreiding van de woningvoorraad door Afgelopen jaar is een grote slag gemaakt met de invoe- ondervangen wij dit door afspraken met de regio en
hierin een belangrijke rol. We organiseren gesprekken tijdelijke nieuwbouw en transformatie. Het vinden van ring van nieuwe werkprocessen voor de zogeheten Om- met zorgaanbieders over het ontwikkelen van
over deze mogelijkheden in de stadsdelen, wijkzorgnet- geschikte bouwlocaties is hierbij de grootste uitdaging. slagroute (voorheen Herontwerp). Komend jaar ligt de uitstroom buiten Amsterdam.
werken en informeren en trainen partners. focus op nazorg en controle of dit alles goed verloopt. e De draagkracht in sommige wijken en buurten
Komend jaar staat ook in het teken van de voorberei- Tegelijkertijd komen meer mensen in de knel op de In dit proces is veel vertrouwen en verantwoordelijkheid vraagt ook alertheid. In sommige buurten wonen
ding op de nieuwe buurtteams die in 2021 starten. Veel woningmarkt. Vaak ook hebben zij problemen met inko- gegeven aan zorgaanbieders. Samen met hun klant relatief veel kwetsbare mensen. Een deel van hen is
Amsterdammers hebben woonvragen. Het is dan ook men of lichte zorg- en ondersteuningsvragen. Door deze stellen zij doelen die de klant/huurder moet behalen om via het programma gehuisvest, de kwetsbaarheid van
van belang dat er een stevig trainingsprogramma en combinatie stijgt het aantal aanvragen van een sociaal een zelfstandig huurcontract te krijgen. De zorgaanbie- andere bewoners hangt samen met het type
duidelijke structuur ligt voor de professionals in de wijk- medische urgentie. Vanuit het programma blijven ge- der beoordeelt of de doelen behaald zijn in nauwe sa- woningen in de buurt. Dit vraagt om aandacht van
teams die woonvragen gaan helpen beantwoorden. meente en de partners in de jeugdhulp, zorg en corpo- menwerking met onder andere schuldhulpverleners, alle partners om in die wijken passende
Daarnaast werken we verder aan de uitvoering van doel raties zoeken naar de juiste balans in de verdeling van GGZ en corporaties. voorzieningen te ontwikkelen en goed te kijken wie
3: versnelde terugkeer en toegang tot zorg met verblijf. deze 1800 woningen. Met als doel om mensen binnen In 2020 houden we vanuit het programma met evalua- waar wordt gehuisvest.
Als mensen het huurcontract op eigen naam hebben, drie maanden een passende woning aan te bieden. ties en steekproeven in de gaten of dit goed werkt. Ook
maar zelfstandig wonen lukt toch niet, dan moet een Een belangrijk project is vergroting van het aanbod aan de Tien Werkafspraken worden aangepast aan de Om-
versnelde terugkeer naar zorg met verblijf mogelijk zijn. rolstoelwoningen. Wij ontwikkelen in 2020 hiervoor met slagroute en de diverse verbeteringen in de werkproces-
Ook andere buurtbewoners moeten versneld toegang de corporaties een aanpak en maken afspraken over het sen.
kunnen krijgen tot zorg met verblijf en begeleiding krij- beheer van de voorraad rolstoelwoningen. Sommige De monitoring vanuit het programma moet zicht gaan
gen bij het zelfstandig wonen. Ten aanzien van de laat- mensen bewonen een rolstoelwoningen, maar de nood- bieden op de kwaliteit en tevredenheid van cliënten,
ste hebben we ook al stappen gezet in 2019 met de zaak hiervoor ontbreekt. Deze mensen gaan we benade- corporaties en zorgverleners in de Omslagroute. Daar-
ontwikkeling van een snelle route voor mensen die zich ren met het doel hen te verleiden tot het verhuizen. aan wordt in 2020 verder gewerkt. Ten slotte bereiden
melden bij de Centrale Toegang. In 2020 wordt ook de wachtlijst voor rolstoelwoningen we voorstellen voor, voor aanpassing van de huisves-
verder opgeschoond. tingsverordening in 2021. Het gaat onder andere om de
Actielijn 2: Voldoende passende woonplekken uitstroommogelijkheden voor kwetsbare jongeren.
Gezien de groeiende druk op de woningmarkt zijn we Actielijn 3: Zorgzame stad en wijk
blij met de gemaakte samenwerkingsafspraken. Voor de In deze lijn continueren we komend jaar de bijeenkom-
periode 2020-2023 stellen de corporaties een vast aan- sten in de stadsdelen die afgelopen jaar zeer succesvol
tal van 1800 woningen per jaar beschikbaar voor kwets- waren. Daarnaast worden de resultaten zichtbaar van de
bare groepen. De vraag naar woningen neemt echter experimenten die we doen in de diverse stadsdelen
toe in Amsterdam en ook binnen de doelgroepen van rondom matching, goede landing in de buurt en sprei-
dit programma stijgt de vraag. Om mensen binnen 3 ding. Ook onderzoeken wij een aantal meldingen van
maanden een passend aanbod te doen, is het dan ook ernstige overlast in en om de woning. Doel hiervan is te
nodig scherp te sturen op de doelgroepen en criteria leren wat de oorzaken van de overlast zijn, vanuit welk
van het programma. kader er al zorg en ondersteuning is, of waarom dit mo-
De behoefte aan woningen voor statushouders lijkt een gelijk ontbrak. Mogelijk heeft een deel van de overlast-
permanente vraag te worden, al fluctueren de aantallen. veroorzakers geen enkele relatie met het programma © © 2 @ a r\ ©
In de eerste helft van 2020 heeft Amsterdam de op- Huisvesting Kwetsbare Groepen. @ ®
dracht de laatste achterstand bij de huisvesting van
statushouders in te lopen. Het betreft een achterstand Een belangrijk doel is het informeren van professionals f-,
van 86 statushouders uit 2019 en 120 te plaatsen status- over de werkwijze bij intermediaire verhuur en de Tien
Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 28 Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen | Voortgangsrapportage 2019 29
an
A 7
| he
Over het programma
Het programma Huisvesting Kwetsbare
Groepen is een samenwerking van de
Gemeente Amsterdam (Wonen, OJZ, G & O
en stadsdelen) met woningcorporaties en zorg-
partijen.
Gemeente Amsterdam, februari 2020
| Onderzoeksrapport | 16 | val |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1726
Publicatiedatum 6 januari 2017
Ingekomen onder Q
Ingekomen op woensdag 21 december 2016
Behandeld op woensdag 21 december 2016
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boutkan en Nuijens inzake Experimenten Stad in Balans
(betrek de toeristische draagkracht bij het beleid voor Stad in Balans).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invulling van de tweede tranche van de prioriteit
Experimenten Stad in Balans (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1659).
Overwegende dat:
— Afgelopen najaar een verontrustend politierapport verscheen over het gevaar
van overcrowding in de Amsterdamse binnenstad;
— In de beleidsstukken van het college het begrip ‘toeristische intensiteit’ wordt
geïntroduceerd.
— In de notitie Stad in Balans de drukte in de binnenstad wordt voorgesteld als
een subjectieve beleving;
— Steden, met hun cultuurhistorisch erfgoed, per definitie schaars zijn, en
daaraan hun aantrekkingskracht voor toeristen ontlenen;
— De natuurlijke bovengrens waaraan de stad is gebonden m.b.t. het aantal
bezoekers door de Belgische hoogleraar Van der Borg de ‘toeristische
draagkracht’ van de bestemming wordt genoemd;
Voorts overwegende:
— Toeristische draagkracht is dus de maximale hoeveelheid bezoekers die
gelijktijdig in een toeristische bestemming aanwezig kan zijn zonder negatieve
invloeden te veroorzaken op de fysische, economische en socioculturele
waarden van de gemeenschap en zonder een noemenswaardige daling in de
bezoekerstevredenheid te registreren;
— Diteconcept in Vlaamse steden al wordt toegepast;
— Wethouder Ollongren eerder heeft aangegeven positief te staan tegenover de
ideeën van hoogleraar van der Borg;
— De politie niet alleen spreekt over kans op paniek als gevaar van
overcrowding maar ook over het onder druk staan van sociale cohesie als
gevolg van vakantieverhuur.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1713 Moti
Datum <datum ome
onbekend>
— Onderzoek te doen naar het concept van toeristische draagkracht en
voorstellen aan de raad te presenteren over de mogelijkheden voor het
vaststellen en uitwerken van de toeristische draagkracht van Amsterdam en
dit te betrekken bij het beleid voor Stad in Balans;
— Hierover terug te rapporteren aan de gemeenteraad uiterlijk in het tweede
kwartaal van 2017.
De leden van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
J.W. Nuijens
2
| Motie | 2 | discard |
VN2023-024800 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
vurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie
Agendapunt 2
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadinformatiebrief over vragen van het lid Bakker (PvdD) over inzicht te geven
n.a.v. de door de Rekenkamer geconstateerde daling van de budgetten voor duurzaamheid in 2027
ten opzichte van 2023.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Pels ter afdoening van de toezegging
in de commissie Duurzaamheid en Circulaire economie van 18-10-2023 op vragen van het lid Bakker
(PvdD) over het schriftelijk inzicht te geven in de verschillende potjes en hoe de afbouw eruit ziet
(TA2023-001215).
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet
Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie Duurzaamheid en Circulaire economie van 18-10-2023 heeft
wethouder Pels naar aanleiding vragen van het lid Bakker (PvdD) over het inzicht geven in de
verschillende potjes en hoe de afbouw eruit ziet toegezegd een toelichting te geven op de door de
Rekenkamer geconstateerde daling van de budgetten in 2027 ten opzichte van 2023.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.7 1
VN2023-024800 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii
Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van 07 december 2023
Ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2023-001215 Toegezegd op vragen van het lid Bakker (PvdD) schriftelijk inzicht te
geven in de verschillende potjes en hoe de afbouw eruit ziet.
Welke stukken treft v aan?
2. Raadsinformatiebrief afdoening toezegging vragen van het lid Bakker
AD2023-086857
PvdD.pdf (pdf)
AD2023-086855 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Ruimte en Duurzaamheid, Erik Theissing, 06-19263074, e.theissing® amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
VN2022-014309 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Verkeer en x Gemeente Jee 9 TAR
Openbare Ruimte N Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Openbare Ruimte en Groen
Agendapunt 2
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Beantwoording van raadsadres inzake ‘verzoek om correctie van de bomenboekhouding’
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de beantwoording van het raadsadres inzake ‘verzoek om correctie van de
bomenboekhouding' van 12 januari 2022
Wettelijke grondslag
e Artikel 169 gemeentewet
e RvO, Artikel 26 lid 3
Bestuurlijke achtergrond
Op 12 januari 2022 heeft de raad een brief ontvangen inzake ‘verzoek om correctie van de
bomenboekhouding'.
Reden bespreking
Op verzoek van de Partij van de Dieren TKN geagendeerd.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nvt.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2022-014309 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Verkeer en % Amsterdam
Openbare Ruimte
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter kennisneming
004_beantwoording_raadsadres_correctie van
AD2022-047482 ‚ En
bomenboekhouding_geanonimiseerd.pdf (pdf)
AD2022-047471 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
VERTROUWELIJK - oo1_NIET PUBLICEREN Raadsadres correctie van de
AD2022-047474 ‚
bomenboekhouding.pdf (pdf)
VERTROUWELIJK - oo2_NIET
AD2022-047479 PUBLICEREN beantwoording _raadsadres_correctie van
bomenboekhouding.pdf (pdf)
003_Raadsadres correctie van de bomenboekhouding_geanonimiseerd.pdf
AD2022-047481
(pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer en Openbare Ruimte, Anne Marie Cannoo, 0622874604, [email protected]
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1394
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen onder AL
Ingekomen op woensdag 8 november 2017
Behandeld op woensdag 8 november 2017
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Van Dantzig inzake de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers
en andere ongedocumenteerden.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoorde discussie over de actualiteit van de leden Groot Wassink, Peters en Mbarki
inzake de toekomst van de Bed-Bad-Broodvoorziening (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1355).
Constaterende dat:
e In tegenstelling tot de afgelopen jaren de nationale coalitiepartijen een akkoord
hebben gesloten dat voorziet in 8 opvanglocaties;
* Veel uitgeprocedeerde asielzoekers en andere ongedocumenteerden in Nederland
naar Amsterdam trekken.
Overwegende dat:
* Over de Amsterdamse wens en eis om 1 van de 8 opvanglocaties te hebben, geen
onduidelijkheid mag bestaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Bij het Rijk te bevestigen dat Amsterdam 1 van de 8 opvanglocaties kan en moet zijn.
Het lid van de gemeenteraad
R.H. van Dantzig
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2117
Ingekomen onder AP
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op donderdag 19 december 2019
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake de Huisvestingsverordening 2020 (Beperkte groei
B&B toestaan buiten Centrum)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer u voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam
2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1930).
Overwegende dat:
— het college maxima wil stellen voor het aantal bed and breakfasts in gebieden
buiten het centrum en buiten de Ring omdat om het zogenaamde ‘waterbedeffect
te voorkomen;
— het college dit waterbedeffect onderbouwt door erop te wijzen dat er in
toenemende mate geadverteerd wordt voor woningen die zeer geschikt zijn als
B&B wat een prijsopdrijvend effect heeft, terwijl deze onderbouwing onvoldoende
bewezen wordt, aangezien er in de afgelopen twaalf maanden nauwelijks
woningen aangeboden zijn met als verkoopargument dat er een B&B in gebouwd
kan worden;
— het niet aannemelijk is dat de leefbaarheid als gevolg van B&B's onder druk staat
in wijken waar het percentage B&B's laag is, omdat B&B's nauwelijks overlast
veroorzaken;
— het college tevens aangeeft dat er te grote woningen door individuen gekocht
worden om de woning vervolgens als B&B te exploiteren, maar dat deze stelling
eveneens niet onderbouwd wordt en derhalve niet te verifiëren is,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De wijkquota voor bed and breakfasts in Hoofdstuk 6 van de Nadere regels bij de
Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 zodanig vast te stellen dat:
1) In wijken waar op 31 december 2018 minder dan 2% van de woningen een B&B
bevatte het quotum vast te stellen op 2% of een afgeleide daarvan;
2) In wijken waar op 31 december 2018 meer dan 2% van de woningen een B&B
bevatte het quotum vast te stellen op het percentage B&B's dat op 31 december
2018 gemeld was plus een groei van 10%.
1
Het lid van de gemeenteraad,
D.T. Boomsma
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente
% Amsterdam
x%
x%
1 Amsterdam.nl
1.1 Formulier raadsadres - 20 april
Naam
Uw bericht
Graag zou ik de beweegreden willen weten waarom deze
uitgeprocedeerden in een wijk komen waar zo veel Joodse mensen
wonen.
Is dit opzet? Heeft Groen Links een hekel aan Joden? Zelf ben ik niet
Joods heb wel in een Jappen kamp gezeten. Voor mij onbegrijpelijk.
| Raadsadres | 1 | train |
Termijnagenda stadsdeel ZUID Commissie Ruimte en WE OE
Wonen % Stadsdeel Zuid
Z
[DB__ [Crematorium Zorgvlied JEgbertdeVries | Sja | __RW | ____2GjanM |
[DB __|gemeentelijk Monumenten Project ontwerpbesluit groep 2a___________ |EgbertdeVres | Sja | RW | ___ mt |
[DB__ [Vaststelling bestemmingsplan Water in de Pijp__________|EgbertdeVries | _Oomtt | __RW | ____ 30mti |
[DB__ [Ontwerp Bestemmingsplan Stadhouderskade 92499 [EgbertdeVries | _Omtt | __RW | mt |
[DB__[DO Gemeente Archiefterrein - ontwerp ____________________|EgbertdeVries | _Omtt | __RW | __ mt |
[DB__ [Voorontwerp bestemmingsplan Zorgcentrum LoowaardEOKS ________[EgbertdeVries | _Omtt | __ RW | mt |
[DB__[Harmoniseren ontheffingenbeleid WRO ____________________|EgbertdeVries | __omtt | __RW | _ mt |
[DB__ [Ontwerp bestemmingsplan Jachthaven Afrodtiekade _________________[EgbertdeVries | _ Omtt | _RW | ____ mt |
PB2011)
DB __ Vaststelling bestemmingsplan Museumkwartier en Valeriusbuurt ______ [EgbertdeVries | 6Gaprll | RW | mt |
DB [Ovmoischwerierzud____|PeulslettenhaaEgperndevies |__Geprit | RW | Mep
DB __ [Gelderlandplein JSimoneKukenheim _| __Gaprtt | __ RW | mt |
[DB ___|Studentenwoningen A. Fokkerweg |EgbertdeVres | tut | RW | mt |
[DB__[Uitvoeringsregels beleid woningonttrekking______________________|EgbertdeVries | ___B&junt | __RW | ____29juni |
[DB__[Ontwerp bestemmingsplan schoolwerktuinen Kalfjeslaan______________[EgbertdeVries | Bui | __RW | __ mt |
DB__[DO Spijtellaantje Jeeertdevries __________|___ 8unMi | RW |M |
DB ___|Sloop/nieuwbouw Spijtellaantje |EgbertdeVres | Bunt | RW | mt |
DB__ [Jaagpad (PVA) JPeulStettenhaar | ____ &unM | RW | mt |
DS Neeerermesrennewer be PO EON
openbare ruimte straat meubilair
[DB__|Kalfjeslaan-schooltuinen____________________________________peepBaes | ___ Bu | __ RW | mt |
[DB__[Harmoniseren welstandrote's____________________|EgbertdeVries | Bunt | RW | ____ 29juni |
[DB__[Sportas Strategiebesluit_____________________|PeulStettenhaar/EgbertdeVries | ___ 1sep1 | __RW | _____ mt |
[DB__[Havenstraatterrein herontwikkeling/projectbesluit___________________[EgbertdeVries | tok | RWO} mt |
[pa [Vooronwerp bestemmingsplan RierenbuurtNoord _______|egnendeVies | deer | _ RW | mo |
DB___|Stadionplein (aanbesteding) |EgbertdeVres | tekw20n | RW | mt |
[DB__[De nieuwe fabriek (Ostadestr 233) |EgbertdeVries | _fekw20n | __RW | __ mt |
[DB__[Gemeente Archiefterrein- sloop/bouwrijpmaken_______________|EgbertdeVries | _fekw20n | __RW | __ mt |
[DB__[Rijksmuseum - verbouwing financiering __________________|EgbertdeVries | __1ekw2on | __RW | ______ mt |
[B {voorontwerp bestemmingsplan bedrijventerrein Schinkel Aalsmeerplem _|EobertdeVries | _lekwa0tz | AW |M
[DB__ [Voorontwerp bestemmingsplan Rivierenbuurt Zuid [EgbertdeVries | _fekw202 | __RW | ______ mt |
1 21-12-2010 aangepast termijnagenda Zuid 21-12-10 RW
[DB [Voorontwerp bestemmingsplan Vietnamweide Egbert de Vries 1e kw 2012
[DB [Voorontwerp bestemmingsplan Buitenveldert Egbert de Vries 2e kw 2012
2 21-12-2010 aangepast termijnagenda Zuid 21-12-10 RW
| Agenda | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 725
Publicatiedatum 18 september 2013
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 11 september 2013
Behandeld op woensdag 11 september 2013
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Jager inzake het beheer van de damherten in de
Amsterdamse Waterleidingduinen.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 20 augustus 2013 tot kennisnemen van het besluit van het college tot
het wijzigen van het beheer van de damherten in de Amsterdamse
Waterleidingduinen (AWD) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 668);
Kennis te nemen van het besluit van het college van burgemeester en wethouders
om Waternet te mandateren om namens de gemeente Amsterdam, samen met de
andere natuurbeheerders in de regio, een ontheffing aan te vragen voor ingrepen in
de damhertenpopulatie, op basis van het Faunabeheerplan Damhert van
de provincies Noord- en Zuid-Holland en mogelijke aanvullingen daarop;
Overwegende dat:
— de gemeenteraad van Amsterdam, conform de in de raadsvergadering van
22 juni 2011 aangenomen motie van het raadslid de heer Jager (Gemeenteblad
2011, afd. 1, nr. 511), ook nu nog grote waarde hecht aan de instandhouding
van een robuuste en zichtbaar aanwezige populatie Damherten in het AWD-
gebied,
— de raad met deze motie de wens heeft uitgesproken dat Waternet overgaat tot
duurzaam beheer van de kudde, gericht op stabilisatie van de populatie waarbij
natuurlijke processen zoveel mogelijk een beloop krijgen,
— de raad met deze motie van 22 juni 2011 de voorkeur heeft uitgesproken voor
reactief beheer,
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 725 Moti
Datum 18 september 2013 Ie
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
ten aanzien van de te formuleren aanvullingen op het provinciale Faunabeheerplan,
de volgende wensen en bedenkingen mee te geven:
— plezierjacht wordt nadrukkelijk uitgesloten evenals de methode drijfjacht en
het beheer zal niet opbrengstgedreven zijn,
— Waternet kan de komende winter actief en vroegtijdig gebruik maken van de
reeds verstrekte ontheffing voor actief ingrijpen ter voorkoming en bestrijding van
ondraaglijk lijden van m.n. zieke of gewonde dieren,
— de effecten van de vroegtijdige en alerte gebruikmaking van deze laatste
ontheffing zorgvuldig te monitoren en te evalueren;
— Waternet op te roepen in overleg te treden met de beheerders van de
Oostvaardersplassen met de intentie om te leren van de praktijkervaringen aldaar
opgedaan.
Het lid van de gemeenteraad,
G. Jager
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam BWK
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken,
Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort,
x Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 januari 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie,
Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Tijd 09.00 tot 12.30 uur en vanaf 13.30 uur tot 17.00 uur
Besloten deel eind van het openbare ochtenddeel
Vanaf 19.30 uur tot 22.00 uur expertmeeting Erfpacht
Locatie Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie BWK
d.d. 07 december 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieBWK@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 januari 2012
5 Termijnagenda, openstaande toezeggingen en schriftelijke vragen
, _Toezeggingenlijst/ termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar
e De lijst van schriftelijke vragen wordt de maandag voorafgaande aan de vergadering
per mail toegestuurd aan de raadsleden en contactpersonen.
6 _Tkn-lijst
Inhoudelijk gedeelte vanaf 09.15 uur
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Grondzaken
11 Voortgangsrapportage Aanpak leegstand kantoren oktober 2011 Nr. BD2011-
013544
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
2
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 januari 2012
12 Definitieve afhandeling van motie 46 d.d. 26 januari 2011 van de raadsleden
Mulder c.s, inzake het initiatiefvoorstel van het raadslid Mulder, getiteld:
Bestrijding leegstand kantoren Nr. BD2011-013545
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
13 Bestuurlijke reacties op motie 414 van raadsleden Van der Ree en Van Drooge,
motie 416 van raadsleden Weevers en Combrink, motie 417 van raadsleden
Combrink, Weevers, Treumann en motie 418 van raadsleden Treumann en
Combrink inzake de Leegstandsverordening Nr. BD2011-013546
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
14 Hervormingsagenda: voortgang bestuursopdracht ruimtelijke ontwikkelstrategie
Nr. BD2011-013547
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
15 Invoering voortdurende ondererfpacht zonder herziening van de canon aan het
einde van het tijdvak bij Koopgarant Nr. BD2011-013344
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e In aanwezigheid van beide wethouders
e Wordt als tweede bespreekpunt aan de orde gesteld
Ruimtelijke Ordening
16 Instemmen met buiten toepassing verklaren redelijke eisen van welstand voor
kantorentransformatie in Amstel [Il en Teleport Nr. BD2011-013542
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 januari 2012).
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
3
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 januari 2012
17 Vaststellen bestemmingsplan Gershwin Nr. BD2011-008797
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 januari 2012).
Klimaat en Energie
18 Afhandeling ingetrokken amendement bij Uitvoeringsprogramma Duurzaam
Inkopen Nr. BD2011-013543
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Capel (D66)
e Was Tkn 13 in de raadscommissie BWK, d.d. 7 december 2011
19 Verlenen van een opdracht aan de kwartiermaker tot het maken van een voorstel
voor het instellen van een Regionale Uitvoeringsdienst Noordzeekanaal+gebied
(RUD NZKG+) per 1 januari 2013. Nr. BD2011-011797
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 januari 2012).
Volkshuisvesting
20 bestuursopdracht hervorming stedelijke vernieuwing Nr. BD2011-013511
. Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen
e In aanwezigheid van beide wethouders
e Wordt als eerste bespreekpunt aan de orde gesteld
21 Oplossingen voor de middeninkomens Nr. BD2011-013548
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
22 Voortgang Plan van aanpak middeninkomens Nr. BD2011-013541
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van commissielid Van der Ree (VVD)
e Was Tkn 10 in de raadscommissie BWK, d.d. 7 december 2011
4
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en BWK
energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak
en Stedenbeleid
Agenda, woensdag 11 januari 2012
23 Raadsbrief gevels Jacob Catskade, oktober 2011 Nr. BD2011-013549
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van commissielid Mulder (PvdA)
e Was Tkn 3 in de raadscommissie BWK, d.d. 16 november 2011
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
24 Woonmanifest Amsterdam 2012 & het rapport Amsterdam Vitale Stad Nr.
BD2011-013550
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de commissie van 7 december 2011
e _ Stukken reeds in uw bezit
Openbare Ruimte en Groen
25 Bosplan 2012 - 2016 Nr. BD2011-013507
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
BESLOTEN DEEL
Eind van het ochtenddeel
5
| Agenda | 5 | train |
> 4 Gemeente
Amsterdam
> < West |
X
Besluit Algemeen Bestuur
|
Afdeling: |
Behandelende ambtenaar: A. Binnekamp |
Telefoon 0613 326561 |
Datum behandeling: 12 juli 2016 |
Besluitnummer: |
Portefeuille: |
Onderwerp: |
-_ Advies West Stedelijk Kader Buitenreclame
Planning van de bespreking en besluitvorming
e __ Oordeelvorming dinsdag 22 juli 2016
e _ Besluitvorming dinsdag 22 juli 2016 |
Het Algemeen Bestuur besluit: |
e _ Het conceptadvies op de inspraakversie ‘Stedelijk Kader |
Buitenreclame’ te bespreken met het accent op nut en noodzaak van |
buitenreclame; |
e _Hetconceptadvies naar aanleiding van bespreking in het AB
gewijzigd vast te stellen. |
Korte samenvatting: (max. 10 regels) |
Het Dagelijks Bestuur heeft, naar aanleiding van het verzoek van het College
om voor 20 juli 2016 een advies uit te brengen op de inspraakversie van het
‘Stedelijk Kader Buitenreclame, een conceptadvies opgesteld. Het
conceptadvies is op hoofdlijnen positief, met name over de aandacht voor de |
kwaliteit van de openbare ruimte en het voornemen om lokale ondernemers |
en culturele adverteerders meer ruimte te geven op de digitale
reclameobjecten. Er worden ook een aantal aandachtspunten benoemd. Meer |
nadruk kan er o.a. gelegd worden op de verkeersveiligheid, de handhaving |
van wildplak en de aantasting van de leefbaarheid van bewoners bij
lichthinder van buitenreclame. Ook is het maken van afspraken over de
afdracht van middelen naar de beheerorganisatie in de brief onder de —
aandacht gebracht. |
Over de door het DB geformuleerde advies wil het AB van gedachten wisselen |
op verzoek van de Piratenpartij. Het accent zal hierbij liggen op nut en
noodzaak buitenreclame |
Bestuurlijke achtergrond (aanleiding en context): |
Per 1 oktober vervallen de beleidsnota's en uitvoeringsregelingen
buitenreclame van de stadsdelen, inclusief het toetsingskader reclame in de |
openbare ruimte, stadsdeel West 2013, vastgesteld bij |
[
Stadsdeel West Pagina 2 van 3
Besluitnr:
besluit van de deelraad 10 september 2013. Sinds 19 maart 2014 ligt de |
bevoegdheid tot het vaststellen van stedelijke beleidskaders bij de |
gemeenteraad. Het kader bevat ook een uitvoeringsregeling voor het
verlenen van ontheffingen voor buitenreclame op grond van artikel 4.11, 4.12
en 4.23 van de APV. Het vaststellen van de vitvoeringsregeling valt onder de |
bevoegdheid van het college van B&W. Deze uitvoeringsregeling wordt, na
inspraak, vastgesteld voor 1 oktober 2016.
De wethouder heeft de bestuurscommissie verzocht advies te geven op het
Kader Buitenreclame, conform het adviesrecht in de verordening op de
bestuurscommissies. De wethouder betrekt dit advies in zijn voorstel aan de
gemeenteraad. |
Reden van het besluit: |
De wethouder Openbare Ruimte en Groen heeft de bestuurscommissies op 8 |
juni 2016 verzocht uiterlijk 20 juli 2016 ‚ conform het adviesrecht in de
Verordening op de bestuurscommissies te adviseren op de inspraakversie van
het ‘Stedelijk Kader Buitenreclame’. |
|
E Í
Kosten, baten en dekking:
Aan de beantwoording van deze adviesvraag zijn geen kosten verbonden.
Voorbereiding en adviezen:
Bij de opstelling van het advies is samengewerkt met Beheer Openbare |
Ruimte en Ruimte & Duurzaamheid (gebiedspool West).
Uitkomsten inspraak en/of maatschappelijk overleg: |
Voor de advisering door het stadsdeelbestuur West op dit onderwerp heeft
geen inspraak of maatschappelijk overleg plaatsgevonden.
Tijdens de voorbereiding van de conceptnota ‘Stedelijk kader buitenreclame’ |
heeft Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) Amsterdammers gepolst over |
hun mening over buitenreclame. Opvallende uitkomsten zijn dat men
overwegend positief is over vlaggen en banieren met promotie van culturele |
evenementen op de bruggen. Ook vindt men reclame op bouwschuttingen en
steigerdoekreclame vaak beter dan een bouwlocatie zonder reclame.
Reclamemasten langs de snelweg vinden de respondenten niet wenselijk
vanwege het afleiden van de aandacht.
Meegezonden/ter inzage gelegde stukken: |
1. Concept-advies West Stedelijk kader Buitenreclame |
2. Adviesvraag dd 8 juni 2016
3. Stedelijk kader Buitenreclame |
4. Bijlage bij Stedelijk kader — enquete IOS |
5. Voordracht college dd 7 juni |
Afhandeling: |
Afschrift aan: |
e _ Anja Binnekamp (rve VOR),
e _Gebiedsmanagers stadsdeel West
e _ Ron Bos (Beheer Openbare Ruimte stadsdeel West). |
|
Stadsdeel West Pagina 3 van 3 |
Besluitnr:
Bekendmaking / publicatie:
Dit besluit behoeft vanuit stadsdeel West geen formele publicatie.
Communicatie:
Via website stadsdeel
Ter kennisname doorsturen aan:
Bij dit besluit niet van toepassing.
Besloten in de vergadering van: 12 juli 2016
Het Algemeen Bestuur van de bestuurscommissie West,
Secretaris: Voorzitter:
Gd (Ná Di
CUKe O0 8
E.M. Overzie G.J. Bouwmeester
|
|
|
|
| Besluit | 4 | train |
Vervoerregio AGENDA
Amsterdam
Datum dinsdag 12 juni 2018
Tijd 18:30 uur
Locatie Raadszaal van het stadhuis van Amsterdam
AGENDA REGIORAAD — 12 juni 2018
Deze geannoteerde agenda bevat per agendapunt informatie over het voorstel.
REGIORAAD - aanvang 18:30
Voorzitter: bij aanvang D. Bijl / na benoeming DB: D. Reneman
1. Opening
Opening door de plaatsvervangend voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, de heer D. Bijl
2. Vaststellen agenda regioraad
3. Mededelingen
4. Ingekomen stukken: Gemeenteraadsbesluiten benoemingen regioraadsleden (ter inzage)
TER BESLUITVORMING
5, Benoeming leden dagelijks bestuur
De regioraad wijst uit zijn midden de drie leden van het dagelijks bestuur aan, met dien verstande dat
één lid afkomstig is uit de gemeente Amsterdam, één lid afkomstig is uit een gemeente uit
Zaanstreek-Waterland en één lid afkomstig is uit een gemeente uit Amstelland-Meerlanden.
In de vergadering van 10 juni a.s. zal de regioraad — op voordracht van het dagelijks bestuur — één van
de leden van het dagelijks bestuur aanwijzen tot voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, deze is
tevens voorzitter van de regioraad en van het dagelijks bestuur.
Na benoeming zal één der leden van het DB de vergadering verder voorzitten.
6. Benoeming leden regioraadscommissies
De regioraad kent drie vaste raadscommissies: de commissie Algemene Zaken en Werkwijze, de
Rekeningcommissie en de Commissie voor de Bezwaarschriften.
e De commissie Werkwijze/Algemene Zaken adviseert de regioraad en het dagelijks bestuur over
aangelegenheden van algemene of bestuurlijke aard en over informatievoorziening. Daarnaast
stelt deze commissie de agenda's vast voor de vergaderingen van de regioraad.
e De Rekeningcommissie heeft tot taak het uitvoeren van het jaarrekeningonderzoek en het
opstellen van een Jaarverslag.
e De commissie voor de Bezwaarschriften is namens de regioraad belast met de voorbereiding van
en advisering inzake beslissingen op bezwaarschriften die worden ingediend tegen besluiten van
de regioraad en van het dagelijks bestuur.
pagina 1 van 2
Vervoerregio AGENDA
Amsterdam
Leden van de regioraad kunnen zich vooraf en ter vergadering kandidaat stellen voor deze
commissies.
Bij de samenstelling van de commissies is het van belang dat alle gemeenten zich hierin
vertegenwoordigd weten.
7. Benoeming technisch voorzitter vergadering Regioraad
De Regioraad wijst uit zijn midden een technisch voorzitter aan, voor het voorbereidende en
besluitvormende deel van de vergadering van de Regioraad. De technisch voorzitter is tevens lid van
de commissie Werkwijze/Algemene Zaken.
OVERIGE
8. Rondvraag
9. Sluiting van de regioraadsvergadering
KENNISSESSIE
Aansluitend op de formele vergadering van de regioraad
Deze bestaat uit vier onderdelen, waarin u een toelichting krijgt op de volgende onderwerpen:
e de Bestuurlijke organisatie van de Vervoerregio;
e de financiële structuur van de Vervoerregio;
e de OV-concessies en het nieuwe OV-lijnennet;
e het Beleidskader Mobiliteit. Dit beleidskader geeft richting aan de inspanningen en investeringen van
de Vervoerregio Amsterdam voor de komende jaren. Het is een uitwerking van de Strategische Visie,
die in december 2016 door de Regioraad is vastgesteld, en het vervangt het Regionaal Verkeer- en
Vervoerplan uit 2004.
Bestuursinformatie
De vergaderstukken en een concept-verslag van deze vergadering treft u (binnenkort) hier online. Tevens treft u op de website de
vergaderstukken en (concept-verslagen) van andere vergaderingen van de vervoerregio
Aanmelden voor de nieuwsbrief Bestuursinformatie Vervoerregio kan online
pagina 2 van 2
| Agenda | 2 | discard |
Gor o03e N% Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water M LW
ontwikkeling X Amsterdam
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 12
Datum besluit 1 december 2020, College van B&W 1 december 2020
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 1131.20 d.d. 30 september 2020 van het lid Ernsting (GL)
inzake spooronderdoorgang voor een autoluwe Watergraafsmeer
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de schriftelijke reactie van het college op motie 1131. 20 van het lid Ernsting
(GL) inzake spooronderdoorgang voor een autoluwe Watergraafsmeer, met als belangrijkste punten:
* De motie verzoekt om in het vervolg van het proces de reductie van het autoverkeer op
o.a. de Middenweg en het Gallileiplantsoen expliciet als doelstelling op te nemen in de
besluitvorming en de noodzakelijke maatregelen voor deze reductie te inventariseren en
hierover te rapporteren aan de raad.
e De motie ligt in de lijn met de wens van het college om het autoverkeer op genoemde wegen
te reduceren.
e De raad wordt na het uitvoeren van het kentekenonderzoek geïnformeerd over de
onderzoeksresultaten en de geïnventariseerde maatregelen.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgedaan.
Wettelijke grondslag
Reglement van Orde voor de raad van Amsterdam, artikel 4,2.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Tijdens de raadsvergadering van 30 september 2020 heeft de gemeenteraad bij behandeling
van agendapunt 11 ‘beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet van € 1,9 miljoen voor
de voorbereidende werkzaamheden voor de spooronderdoorgangen Watergraafsmeer Mac
Gillavrylaan/Kruislaan’ de motie (1131. 20) van lid Ernsting (GL) aangenomen.
De motie heeft betrekking op het verruimen van de projectdoelstelling, te weten het reduceren
van het autoverkeer op o.a. de Middenweg en het Galileiplantsoen én de maatregelen daartoe te
inventariseren en de raad hierover te rapporteren.
Reden bespreking
Nvt.
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-002382 % Gemeente Raadscommissie voor Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit en Water
Grond en % Amsterdam
ontwikkeling %
Voordracht voor de Commissie MLW van 04 maart 2021
Ter kennisneming
Uitkomsten extern advies
N.v.t.
Geheimhouding
N.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
N.v.t.
Welke stukken treft v aan?
1131.20.Motie Ernsting tunneltje voor een autoluwe Watergraafsmeer.docx
AD2021-008268
(msw12)
B - 24 Brief afdoening motie 1131.20 inzake spooronderdoorgang voor een
AD2021-008267
autoluwe Watergraafsmeer.pdf (pdf)
AD2021-008232 Commissie MLW Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ilse Lubrun, Verkeer en Openbare Ruimte, [email protected], 06-11 35 oo 88
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
Van:
Verzonden: maandag 14 maart 2016 10:56
Aan: Info gemeenteraad
Onderwerp: Open brief aan Het College van B & W plus de Gemeenteraad van Amsterdam
over voortbestaan vrijwilligersorganisatie Assadaaka
Urgentie: Hoog
Geacht College en leden van de Gemeenteraad,
Langs deze weg willen wij aandacht voor het volgende. Onze politieke
beweging Wil Nu heeft nauwe contacten met de vrijwilligers
organisaties Assadaaka en Onze Hoop. Op voortreffelijke wijze zetten zij
zich in voor mensen met een beperking, integratie en sociale cohesie.
Tot onze verbazing en verbijstering moeten wij constateren dat hun
voortreffelijke werk totaal niet serieus wordt genomen door de gemeente
Amsterdam.
Verschillende keren hebben wij mogen constateren dat zij in feite de enige
zijn die in staat zijn juiste snaren te raken en mensen uit hun isolement
weten te halen, een voorbeeld daarvan zijn de taalcursussen.
Als geen ander weet hun voorzitter Anmed El Mesri mensen naar zich toe te
trekken, iets waar anderen niet in slagen. Het is ook een feit dat mensen
die zelf een beperking hebben weten wat er moet gebeuren om bepaalde
zaken een andere kant op te krijgen. Dat de waardering er kan zijn blijkt uit
het feit dat hij eens is uitgeroepen tot Amsterdammer van het jaar.
Tegenwoordig blijft het bij mooie woorden. Maar daar koopt men geen
brood voor!!
Ongeveer 1,5 jaar geleden werd het grootste deel van de kantoorruimte aan
de Plantage Middenlaan hen afgepakt. De subsidie werd ontnomen, het
wrange is dat de ruimte sinds die tijd leeg staat. Hoe bizar kan het zijn!!
Assadaaka organiseert het meldpunt De-radicalisering . lets wat hen nu
onmogelijk wordt gemaakt. Cliëntenbelang waar in feite de ruimte van
wordt gehuurd heeft inmiddels de internet verbinding en de bel
mogelijkheden voor de stagiaires stop gezet en op 31 maart moeten zij de
laatste ruimte daar ontruimen. Als er niets gebeurt einde verhaal voor dit
geweldige initiatief!
Het gaat betekenen dat het meldpunt wordt stop gezet en andere
initiatieven verder bemoeilijkt worden. In deze tijd met alles wat op ons
afkomt is dit onverantwoord!!
Het lijkt of de gemeente dit niet wil inzien. Op allerlei smeek bedes wordt
geen gehoor gegeven. Zo worden brieven aan de burgemeester niet
beantwoord en wordt er bij het inspreken alleen vriendelijk geluisterd, maar
tot actie komt het niet.
Het lijkt dat er alleen buiten de gemeente waardering is en de
belangrijkheid wordt ingezien gelet de reportage van Editie NL:
https: //www. youtube. com/watch?v=uNDwl-WRLMC
Dringend willen wij u dan ook verzoeken tot een blijvende oplossing te
komen, o.a. qua kantoorruimte, waarbij het voortbestaan van Assadaaka
wordt gegarandeerd. Het lijkt ons niet verkeerd dat de gemeente met
Assadaaka in overleg treedt om de ideeën van de organisatie verder over de
stad te doen implanteren. Als Wil Nu zullen wij hun uitgangspunten binnen
ons toekomstig programma zo veel mogelijk overnemen. Wij nemen hen in
ieder geval serieus, nu u nog!! Reacties zien wij met belangstelling
tegemoet.
Met vriendelijke groeten,
| Raadsadres | 2 | train |
2x Gemeente en = ON | Ee en me = a
1 en RAN OO Ea | den rn zak ro «, Nie: v-ri ca
x LLL LK LL Eeen KA | WON An Nef ue ee Meer ann
> Le Om ien Nn
Em ir ze k EE 4 pr hed rem ee An "ik dk: Pam en
> < 1 en an T a sn RE en Rs re F ee s Ei AR ee
EMK ke AT EN k, AE A Je Ee
ie nie En len ek « us RE r Bis 2 fl > Fist je 3 ‚5 pd id mT pee
En Me TR Ï î | > u hj in a TR n = rif ak a: 0 9 eN fe jn d be mk
ee me ar Ki, , en k den: en ” Er er Bve nn)
Ne k nes d> a ns lag: Ne Sd gr . us an 3 \
nn Sa dag de
Nn is q | TV tE nn NO
1 Tr wee BE
‘ ar e Ì er el A is ee ed RE
' W 6 „mz AE d
el pes DS ed ee
Sent Oee Rn en. À e 5 5 Ke at ne
els Ee 5 4 T EO en lj
ze stad v Gr NN
an R D de
NET A,
en Ki 7 5 | P |
Duurzame toekomst ge | NE er „ A}
gemeente Am |
sterdam | S ss
Se Nile 7 Ì Dd
: | |
DA
Voorwoord
Voor u ligt Onze stad van morgen, waarin we de aanpak van dit Er gebeurt al heel veel, maar ondanks al onze inspanningen liggen
college om de klimaatcrisis te bestrijden uiteenzetten. Wat kan de stad we niet op koers. Er is een radicale omslag nodig in ons denken
tussen nu en 2026 verwachten op het gebied van duurzaamheid? en onze manier van werken. Transities verlopen niet volgens een
uitgestippelde route. We moeten nu aan de slag, waarbij we
We zitten midden in een wereldwijde klimaatcrisis waarvan de gaandeweg moeten leren en fouten maken onvermijdelijk is.
impact groot is. Ook op Amsterdam. De wetenschap laat zien dat de
opwarming van de aarde harder en sneller gaat dan ooit gemeten en Dit college heeft de verantwoordelijkheid én de mogelijkheden
dat we nu al gevaar lopen richting de twee graden temperatuurstijging. om nu alles op alles te zetten om nog verdergaande gevolgen
Ook voor Amsterdam heeft dit ernstige en steeds sneller gevolgen. te stoppen en ons aan te passen aan de onvermijdelijke conse-
Klimaatverandering in Amsterdam betekent een toename van quenties. Het is onze plicht te zorgen voor een duurzame en
extreme neerslag, hittestress, droogte en zeespiegelstijging. Niet leefbare stad voor de huidige en de toekomstige generaties.
alleen moeten we hier de Amsterdammers tegen beschermen, we
moeten ook alles op alles zetten om klimaatverandering tegen te Dat doen we met elkaar: burgemeester en álle wethouders. Want
gaan. In veel landen over de hele wereld is klimaatverandering nu de klimaatcrisis is van iedereen en de verantwoordelijkheid voor de
al een zaak van leven of dood. De komende 20 jaar zijn cruciaal. aanpak moeten we samen nemen. Alleen zo bereiken we onze doelen.
Femke Halsema, Reinier van Dantzig L n Sofyan Mbarki > Zita Pels / Le of
Burgemeester _{/<___— TT CC
van Amsterdam a \ -
Rutger Groot Wassink Touria Meliani be Alexander Scholtes
OEE pe AT
Hester van Buren f Melanie van der Horst Marjolein Moorman | Peter Teesink
ij AA LT 1 A
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke 2
Inhoudsopgave
Voorwoord 2
Onze stad van morgen 4
De gevolgen van klimaatverandering voor Amsterdam 8
De stad van 2026 11
Ongelijk investeren voor gelijke kansen als leidend principe 12
Onze aanpak 1 - samen versnellen 16
Onze aanpak 2 - krachtige instrumenten en acties 20
Wat mag Amsterdam de komende jaren van ons verwachten?
Drie transities op weg naar een klimaatneutrale, natuurinclusieve, klimaatadaptieve en circulaire stad 27
1. De transitie naar duurzame energie 29
2. De transitie naar een groene, gezonde stad 33
3. De transitie naar een circulaire economie 36
Tot slot 39
Onze stad ì
van morgen PT.
“The actions implemented in
this decade will have impacts for
thousands of years”
(Intergovernmental Panel on Climate Change)
®
Onze stad van morgen Raadsbrief duurzame toekomst vi}
Geen tijd te verliezen
We zitten midden in een klimaatcrisis. Een wereldwijde Panel on Climate Change (IPCC) spelen steden een cruciale rol bij het
crisis waarvan de impact groot is. We dreigen nu al behalen van de ambitieuze emissiereducties en het stimuleren van
af te stevenen op twee graden opwarming van de klimaatbestendige ontwikkeling. Amsterdam en Amsterdammers hebben
. in mondiale vergelijking een hele hoge uitstoot per persoon.
aarde, met rampzalige gevolgen. Extreme droogte
en overstromingen wisselen elkaar af. Ook in onze 81 procent van de CO‚-uitstoot van Amsterdam wordt veroorzaakt
eigen stad zien we de gevolgen van de opwarming door materiaalgebruik. Deze CO» wordt niet in Amsterdam uitgestoten,
van de aarde. Kelders lopen na stevige buien onder en maar wel door Amsterdammers en heeft daarmee een grote impact op
straten komen blank te staan. Langdurige hittegolven gemeenschappen elders. Als ledereen op aarde zoals een Nederlander
, zou leven, dan verbruiken we dit jaar volgens het Global Footprint
verdorren ‘'s zomers onze parken en trekken een zware Network 3,6 aardes.
wissel op bewoners in slecht geventileerde woningen.
Klimaatverandering heeft impact op ieders leven, en misschien nog
Twee graden opwarming betekent ook dat vijf procent van alles wat leeft wel het meest op dat van jongeren. Uit onderzoek van het Nederlands
met uitsterven wordt bedreigd. En we weten allemaal: als de zeespiegel Jeugdinstituut is gebleken dat klimaatverandering een negatieve invloed
blijft stijgen, dan houden we het in Amsterdam niet droog. We moeten heeft op het mentale welzijn van jongeren. Het is daarom cruciaal om
de stad en onze bewoners beschermen tegen deze onvermijdelijke een perspectief op een hoopvolle toekomst te
gevolgen. Tegelijk hebben we nu de verantwoordelijkheid en de geven. Tot nu toe zijn wij er niet in geslaagd 4,
mogelijkheden om alles op alles te zetten om nog verdergaande de verandering een halt toe te roepen. Het is 20:
gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk in te perken. onze taak om goed voor de stad te zorgen; PD SN „
voor de stad van nu en de stad van ! ges
de toekomst. Voor onze stad van Zj . ”
Alles op alles morgen. | bi \
Duurzaamheid is geen ambitie meer; het is bittere noodzaak. In veel | |
landen over de hele wereld is klimaatverandering al een zaak van leven ,
of dood. Een humanitaire ramp die vaak de mensen treft die het minst Ô : . î E
aan de oorzaken hebben bijgedragen. Volgens het Intergovernmental Wh Sd Eert
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 5
Dit kunnen we
Amsterdam neemt de verantwoordelijkheid om nú iets te gaan doen. Ook een goed geïsoleerd huis woont met lage energiekosten door lokaal
als het pijn doet. Zo laten we de volgende generaties Amsterdammers opgewekte, schone energie. Een toegankelijke stad met meer plek voor
zien dat we hebben gedaan wat nodig was om de stad en de wereld te de fiets en voetganger met betaalbaar, goed openbaar vervoer. Waar ons
beschermen en leefbaar te houden. We weten dat we dat kunnen. Het eten uit de buurt komt en ons afval weer als grondstof wordt gebruikt.
bruist van de slimme groene initiatieven die we zoveel mogelijk onder-
steunen. In Amsterdam is in 2022 9,6 procent minder gas verstookt dan Een beter klimaat begint bij een betere overheid die ervoor zorgt dat
de jaren daarvoor, de Hermitage en de Hortus delen dezelfde warmte- álle Amsterdammers mee kunnen doen. Want alleen dan kan deze
en koudeopslag en duurzame tenders voor gronduitgifte zijn zeer grote verandering slagen. Dus investeert Amsterdam in en voor de
succesvol. Mooie voorbeelden van groene initiatieven zijn Elements in mensen die dat het hardst nodig hebben. We isoleren de slechtste
het Amstelkwartier, De Warren op het Centrumeiland, Juf Nienke in de woningen met de meest kwetsbare bewoners eerst. We investeren
Sluisbuurt, The Valley op de Zuidas en Geins in Zuidoost. in onze maatschappelijke gebouwen en schoolgebouwen en creëren
banen voor mensen die in onze eigen stad praktisch opgeleid zijn. Ook
Ook staan overal bewoners op. Gezamenlijk gaan zij aan de slag om willen we dat iedereen kan meeprofiteren van de energietransitie. Zo
hun energievoorziening te verduurzamen en hun wijk te vergroenen. Zo moeten bewoners kunnen delen in de opbrengst van de windmolens of
maakt sinds juni 2022 een buurtvergister in Amsterdam Zuidoost biogas zonnepanelen in hun buurt, zodat hun energierekening daalt. We staan
van de etensresten van zeven horecabedrijven. Is KetelhuisWG de lokale voor een enorme uitdaging, waarin rechtvaardigheid de basis vormt. Als
energiecoöperatie voor de WG-buurt in Amsterdam Oud-West, waarmee we dit niet doen, worden de bestaande verschillen alleen maar groter.
bewoners en ondernemers gezamenlijk het heft in handen nemen
voor een toekomstbestendige WG-buurt. En met een kortingsactie op Hoeveel we ook doen om klimaatverandering tegen te gaan, we moeten
de reparatie van textiel wordt sinds 2021 in Amsterdam meer kleding Amsterdam beschermen tegen extreem weer en de stad weerbaar
gerepareerd dan daarvoor. maken tegen hitte, droogte en overstromingen. Ook bij extreem
weer trekken kwetsbare groepen en wijken vaak aan het kortste eind,
bijvoorbeeld omdat zij minder bomen in hun buurt hebben die hitte
Voor álle Amsterdammers kunnen opvangen. We moeten daarom luisteren naar de behoeften
Samen veranderen we de stad in een duurzame stad. Een fijne stad waar en ideeën van onze bewoners, ondernemers en kennisinstellingen om
onze kinderen veilig in het groen kunnen buitenspelen. In schone lucht, samen tot oplossingen te komen.
omdat we minder auto’s en minder uitstoot hebben. Waar iedereen in
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele ie)
Als college moeten we voor deze noodzakelijke verandering, moeilijke, Voor een groene, leefbare stad
maar onvermijdelijke keuzes durven maken. Daarbij moeten we doen wat Deze transitie is er een van de lange adem. Maar we hebben de tijd niet
effectief is, niet alleen wat goed voelt. Want de stad en ons leven gaan meer om onze route precies uit te stippelen. We zullen, soms met vallen
veranderen; móeten veranderen. En duurzaamheid geldt voor iedereen. en opstaan, tempo moeten maken en onderweg leren van onze fouten.
In elke wijk, in elke straat, in elke woning. Het is een enorme uitdaging Er is geen alternatief.
voor ons allemaal.
We willen een leefbare stad die haar verantwoordelijkheid neemt, juist
omdat we een stad zijn met een grote voetafdruk. Dat vraagt om een
Samen verantwoordelijk gemeente die investeert en stimuleert. Die bewoners, ambtenaren,
Dit college moet het goede voorbeeld geven. Alle rollen die we bestuurders en ondernemers met lef, ondersteunt in het maken van
als lokale overheid hebben, zullen we benutten: grondeigenaar, lastige keuzes. En om bedrijven die eerlijk en lokaal produceren.
vastgoedeigenaar, belastinginner, vergunningverlener, wetgever, Samen moeten we werken aan een groenere stad met nieuwe banen,
handhaver, inkoper, subsidieverstrekker, zorgverlener en aandeelhouder. gezondere bewoners en minder klimaatschade.
We kopen onze eigen spullen en diensten zo duurzaam mogelijk in,
maken onze gebouwen klimaatbestendig en als actief aandeelhouder
zetten we in op verduurzaming en krimp van Schiphol. Maar we kunnen
dit niet alleen. We hebben iedereen in de stad heel hard nodig. Zoals
de mensen in het onderwijs en de zorg die veel Amsterdammers kunnen
bereiken. Ook werken we met het Rijk en andere Europese steden die
voor dezelfde grote uitdagingen staan. Met het Rijk kunnen we bijvoor-
beeld verantwoordelijkheid eisen van grote uitstoters die we als stad ”D
alleen moeilijk kunnen aanpakken. Want als we veel van onze bewoners
vragen, dan moeten we ook veel van de grote vervuilers vragen. Doen zij
niet mee, dan is er voor hen geen plek meer in onze stad.
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke Vi
B nt nd B ER EE
van klimaatverandering A ee
zi í |
€ Me 4 s a „VE
_b Î N ud é
/ E A
Volgende generaties P s be
okei ns) WVA (cho We Las N p ! ; Á 7
alles hebben gedaan wat 5 S Len |
nodig was. tf a |
De opwarming van de aarde gaat harder en sneller Kansenongelijkheid
dan ooit eerder gemeten en waargenomen. De We zien ook al de negatieve effecten van extreem weer op
. … Amsterdammers die weinig middelen hebben om zich hiertegen
verandering zorgt ervoor dat natuurlijke systemen on
te beschermen. Dit zorgt voor toename van kansenongelijkheid en
veranderen tot een niveau dat ze zich niet meer kunnen segregatie, meer sociale onrust en afname van vertrouwen in de
herstellen. Bovendien kunnen deze zogenaamde overheid. Minder welvarende mensen die gebonden zijn aan kleine,
“tipping points’ elkaar versterken en bijvoorbeeld slecht geïsoleerde huizen hebben meer last van hitte. Zij hebben
zorgen voor extra snelle zeespiegelstijging. De minder mogelijkheden om aan de hitte te ontsnappen. Ouderen
. eee . kunnen er zelfs aan overlijden. Dat zien we nu al gebeuren. In 2019
mondiale temperatuurstijging is anno 2022 1,2 graden
nn. was de oversterfte in Nederland door hitte meer dan 500 personen.
en we naderen de 1,5 graad erg snel, waarschijnlijk al Verder vermindert hittestress de arbeidsproductiviteit en zorgt het voor
vóór 2030. Het IPCC zegt dat ook 2 graden moeilijk slechtere leerprestaties door slapeloosheid en concentratieproblemen.
te beperken is. Bij het uitblijven van krachtiger Ook hierdoor leidt klimaatverandering tot het vergroten van kansen-
beleid kan het in 2100 oplopen tot 3,2 graden. ongelijkheid, omdat het vooral scholen in kwetsbare wijken zijn die hun
lokalen niet goed kunnen koelen.
Grote gevolgen Geen instabiele stad
Ook voor Amsterdam heeft dit ernstige en steeds sneller gevolgen. Overstromingen zorgen voor ernstige hinder en grote maatschappelijke
Klimaatverandering in Amsterdam betekent een toename van extreme kosten. Bij overstromingen zijn maatschappelijke voorzieningen niet
neerslag, hittestress, droogte en zeespiegelstijging. De manier en bereikbaar of bruikbaar, zoals ziekenhuizen, zorgfaciliteiten en scholen.
intensiteit waarmee onze stad de afgelopen decennia ontwikkeld en De schade en de kosten van het wegpompen van water kunnen hoog
gebouwd is, maakt ons extra kwetsbaar voor de veranderingen die op oplopen. Ook zorgen overstromingsrisico’s voor beperkingen in de
ons afkomen. Zowel de infrastructuur van de stad als de historische, ontwikkeling van de stad. Een ‘shockevent’, zoals een grote over-
bijzondere gebouwen en kunstwerken zijn erg gevoelig voor hitte en stroming, kan zelfs zorgen voor zoveel schade en slachtoffers, dat dit
droogte, schade en verval. direct leidt tot financiële instabiliteit van de stad.
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 9
Droogte en bodemdaling leiden tot paalrot onder woningen en dat Een groene stad
maakt de ongelijkheid tussen welvarende woningbezitters en minder Ons doel is dat we de stad in 2050 zo snel mogelijk voorbereiden op
welvarende woningbezitters groter. Mensen met eigen geld kunnen het veranderende klimaat. De aanpak hiervoor is beschreven in de
makkelijker een nieuwe fundering financieren, waar minder welvarende Strategie Klimaatadaptatie en de Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie.
groepen afhankelijk zijn van steun van de overheid. Ten slotte kunnen Groen is hierbij een essentieel onderdeel. We werken aan een
ziektes toenemen, bijvoorbeeld omdat er meer tropische ziektes naar aaneengesloten groene ecologische structuur met hoge biodiversiteit
Amsterdam komen. en een natuurlijk groen-blauw netwerk in elk nieuw wijkontwerp. Ook
kiezen we bij de aanleg of bij het opnieuw inrichten van de openbare
Een weerbare stad ruimte voor natuurinclusieve, groene en biodiverse oplossingen. Zo
We moeten niet alleen inzetten op het voorkomen van klimaat- worden bij grote herinrichtingsprojecten maatregelen genomen om het
verandering, maar zullen de stad en haar bewoners ook zoveel mogelijk gebied beter voor te bereiden op extreme weeromstandigheden. Als
moeten beschermen tegen de gevolgen van extreme weersomstandig- onderdeel van de wijkaanpak ‘Amsterdam Rainproof’ organiseren we
heden. Dat doen we onder meer door de risico's van extreem weer buurtacties in de stadsdelen
structureel te integreren in de gezamenlijke opgave Amsterdam Nieuw-West, Noord en zi f IE,
klimaatadaptief te maken. Nieuwe normen, eisen en richtlijnen zijn Zuidoost in samenwerking he he IR 4!
nodig om die opgave succesvol in te vullen. Zo moeten nieuwe met woningcorporaties, he Ps Sd Je NE A PE dla)
gebouwen en gebouwen die (ingrijpend) gerenoveerd worden in staat lokale buurtorganisaties en £ Kd 4 m ne ede Ts 5
zijn om een bui van minimaal 60 millimeter in één uur op te vangen bewoners. Denk aan het Ee n SI, a î me 0 : Pe
en binnen 60 uur af te voeren. Onze vitale infrastructuur moet zelfs in gezamenlijk vergroenen z C e ge EN an jen 8
staat zijn om een bui van 90 millimeter in één uur op te vangen. We van tuinen. Waar mogelijk ed Ke DW -f en pe El RE 7e Í
vertalen de klimaatrisico's in stresskaarten en helpen met het nemen koppelen we deze acties aan En ae ad p\ Sets BE | Ke
van maatregelen. Stresskaarten geven inzicht in risicofactoren bij andere werkzaamheden in ze EN “Tj J fn
verschillende extreme weersomstandigheden, blootstelling, gevoelig- een wijk. We ondersteunen de EP eins Zi en mT |
heid en aanpassingsvermogen. Deze informatie kan ons helpen om te daarbij met name bewoners ed Ee te Ee Er î 5 int 1-5
bepalen welke problemen waar kunnen ontstaan en wat hieraan gedaan voor wie het lastiger is om AE EE ga eg Ed mi = a
kan worden. zelf aan de slag te gaan met dE OP & Dm =S = nn,
hun tuin of omgeving. ee EEn ee 5 : is en 4 pe, B Ke En
en nat nn MR ke
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 10
De stad van 2026
Ä
— ed
p | ne
Va
se PN
Zj > zeen
|, Bm fy T ike
et en Ile
p eN 9 i: ie | 1D n
LTN Ee gates N NF
NN E VN 3 À 3 î e je 6 # È
BMA iet in po ae RET € Úe
ee ee ip DT IEM AL AA trl mk SIR NL
B _ mmm B Ld
Ti E ee he se zn
het
Visual OOntwerpwerk Onze stad van morgen Raadsbrief duurzametoekomst 11
Kad
î Wi A ze
: p ,
a | | Ì 6
/ et he” Xe
” NN "
É n r … Ren : i
Ee % en E. . hk Tr gk . ” N
dr
am #
ee mam |
ak. d ek ri
d hee
En Á ik = . 5 5 Á - Dn K |
Ne | . Een MH Ee EE =
GRT PE mri mn en ==
Kon ne NET ER Lln EE
oe hert perd = Eek 5 hq 5 gd nn
ke Ee RT am mn EE ne a gE paren
En Dn ze 0 RS 7 ij mer in kane PIE das df =en s De nn oa en
Er Ze En ee
en en ne
LES _ ns En R Ze En ne en
hae . 5 es E _ ine as he en in
=S En : 3 en
4 ì Te Ë S= =
SR
Sn
es ee __ nd ee ne pe
Eem a pe N ae ne d
En ee Ee en he
En En Ek
ie Jz
ten en 5
Rie een, en De nl
et tn ee de en nd we pe
EE eeen,
ens EE te uE nn
ne Ek api as Ln ei
ET Ed GE
EE A Zi hm FP _ 12
Het beperken van de gevolgen van de klimaatcrisis, Brede welvaart
grondstoffencrisis en biodiversiteitscrisis vraagt om Het uitgangspunt voor onze aanpak is brede welvaart. Brede welvaart
. . . bouwt voort op het donutmodel dat Amsterdam eerder heeft omarmd.
een radicale omslag in ons denken, onze manier van DO Raas
… . We willen inzicht krijgen in de impact van beleid en handelen op
werken, hoe we zijn georganiseerd en ons gedrag. belangrijke economische, ecologische, ruimtelijke en sociale thema’s,
Dat geldt voor al onze ambtenaren én voor bewoners, zodat we hierop kunnen sturen, kwalitatieve overwegingen kunnen
ondernemers en bedrijven. Duurzaamheid is niet maken en komen tot transparante keuzes. Hiermee willen we voorkomen
vrijblijvend. dat we bestaande ongelijkheid versterken, zowel in Amsterdam, als
elders ter wereld.
Vertrouwen, lef en doorzettingskracht
Helaas liggen we, ondanks onze inspanningen, niet op koers in het Ongelijk investeren voor gelijke kansen
behalen van onze duurzaamheidsdoelen op energie en materiaalgebruik. Het uitgangspunt van brede welvaart is belangrijk. De gevolgen van de
Er is een andere werkwijze nodig: nieuwe manieren van werken en een verschillende transities zijn namelijk niet voor iedereen gelijk. Groepen
uitfasering van niet-duurzaam werken. Dat wordt wennen, zal soms met een gunstige positie zijn vaak beter in staat om mee te doen of ervan
schuren en pijn doen. En het vraagt om ingewikkelde afwegingen en te profiteren, terwijl inwoners en groepen in een kwetsbare positie juist
keuzes. Dit soort transities bevatten altijd een lastige fase, waarin we vaker de risico’s en lasten dragen. Daarnaast worden hun stemmen nog
veel al wel, maar ook veel nog niet weten. Waar we naar toe willen en niet altijd gehoord.
waar we van af willen, dat weten we zo ongeveer. Maar hoe we dat gaan
doen en welk effect dit heeft op onze organisatie en de stad, dat moeten Als besluitvorming en uitkomsten van het beleid onrechtvaardig zijn,
we gaandeweg leren. Dus gaan we aan de slag. Niet via pilots, maar dan kan dit leiden tot meer ongelijkheid en minder draagvlak. Voor
door volop uit te voeren als het nieuwe normaal, inclusief het maken dit college is ongelijk investeren voor gelijke kansen dan ook het
van fouten. Dit vraagt om vertrouwen, lef en doorzettingskracht van ons leidend principe. De maatregelen om klimaatverandering te bestrijden
allemaal. De bestaande kaders zoals het coalitieakkoord zijn hierbij in kunnen leiden tot hoge kosten en dragen daarmee het risico dat ze de
principe leidend. bestaanszekerheid van bewoners en ondernemers raken. Met ongelijk
investeren voor gelijke kansen willen we zorgen dat de positie van
kwetsbare groepen verbetert, ook waar het gaat om de klimaattransities.
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 13
In navolging van het rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid van
de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid», verkent de
gemeente momenteel de sociaal-maatschappelijk impact van (het beleid
op) de energietransitie en wat er nodig is om de transitie eerlijk te
laten verlopen. Deze verkenning richt zich op de gebouwde omgeving,
elektriciteitsopwekking en -infrastructuur, mobiliteit en arbeidsmarkt
en kijkt naar een eerlijke verdeling van baten en lasten en naar hoe we
zorgen dat alle Amsterdammers mee kunnen beslissen. _ OO
er en L ì
B at gar, = |
Ongelijk investeren voor gelijke kansen betekent: Ef ER Ba ES Ee | We ej Eden hij pr
Dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen EN Ri EN SRE RS Er U
en de baten terecht komen bij kwetsbare groepen met ZZ el Le (ANR TI: EN ae NN IN ar
als doel een einde aan energiearmoede in 2030; hk Eee. enn aen ALDEN EE Je
Open toegang tot het beslissingsproces voor alle Amsterdammers; . I
Eerlijke kansen op een veranderende arbeidsmarkt, Ei a rd sore geek Ope
bijvoorbeeld door te zorgen voor technische opleidingen es m-- A EN ©
die nodig zijn voor de duurzame transities; mia : Ê =d X As A
Burgers helpen met het organiseren van diensten op een deerd smar wacko vd
gemeenschapsniveau, zoals een energiecoöperatie. Ee Ee se
1 WRR, Rechtvaardigheid in klimaatbeleid, 10 februari 2023
Onze stad van morgen
Amsterdams Actieplan Klimaat
Amsterdam zet zich als verantwoordelijke hoofdstad maximaal in.
Dit zijn de belangrijkste punten in het Amsterdams Actieplan Klimaat.
1. Ongelijk investeren voor gelijke kansen is altijd het leidende principe, 6. We bereiden een publiek warmtenetwerk voor Amsterdam voor,
we zetten in op een sociale transitie. Dat doen we bijvoorbeeld door waarbij betaalbaarheid van de energierekening van bewoners
woningen van bewoners in een kwetsbare positie als eerste te isoleren voorop staat.
en te komen met een Actieplan Energiebesparing waarin we wijken 7. We stellen ons op als actief aandeelhouder in de richting van onze
helpen hun energieverbruik te verminderen. deelnemingen en vragen hen om impactplannen te maken.
2. Vanaf nu geldt voor alle besluitvorming en uitvoering het uitgangs- 8. We werken aan een nieuwe duurzaamheidsraad en stellen een
punt: ‘Duurzaam, tenzij. Mochten er redenen zijn waarom hier niet klimaatspreekuur in met stemmen van ondervertegenwoordigde
aan kan worden voldaan, dan moet dit onderbouwd worden en volgt groepen zowel binnen als buiten Amsterdam.
een bestuurlijke afweging, waarbij de in het huidige coalitieakkoord 9. Circulair werken wordt de standaard. Dat betekent slimmer
gemaakte afspraken in principe leidend zijn. produceren en minder consumeren. Ook gaan we jaarlijks zeker
3. We integreren de risico's van extreem weer structureel in de gezamen- 100 ondernemers helpen om de (eerste) stappen naar meer
lijke opgave om Amsterdam klimaatadaptief te maken. We ontwik- circulair ondernemen te zetten.
kelen nieuwe normen, eisen en richtlijnen om Amsterdam zoveel 10.Via ons inkoopbeleid verduurzamen we niet alleen onze eigen
mogelijk te beschermen tegen extreem weer. organisatie, maar zorgen we ook dat de markt sneller gaat verduur-
4. Door de uitvoeringsorganisatie ‘Energie voor de stad’ op te richten, zamen. Dit doen we onder andere door circulair in te kopen en een
zetten we in op een versnelling van de energietransitie. De tijd van interne CO‚-prijs toe te passen.
beleidsplannen en visies is voorbij: we gaan uitvoeren, uitvoeren,
uitvoeren.
5. Met de bestuursopdracht Duurzame Toekomst Stad en Organisatie In de rest van dit stuk leest u hoe we invulling geven aan deze punten
committeren we de directies en stadsdelen om samen en tijdig de en welke maatregelen we nog meer nemen.
verduurzaming van de stad en organisatie te realiseren, onder andere
door per begrotingsprogramma inzicht te geven in de klimaatvoet-
afdruk. Ook zetten we met de bestuursopdracht in op gebiedsge-
richte sturing. Hierdoor krijgt ieder gebied een eigen plan dat past bij
de buurt, om de transities rechtvaardig en inclusief vorm te geven.
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 15
EN . 5% cn î pr í 4 es
EE AE tr TD)
Ee « Pe in , s har alb ss s Je De,
Ent" S af ap . E F. Fn
vr vl „ er Es nd"
Onze aanpak aA |
Á ; Nn a pad 5 . „ ant ee "
1 - samen versnellen Ri, MS hee
SN 2
en SS
Nu investeren in | 8 B B
duurzaamheid verdient AE | df } |
zich dubbel en dwars terug nt ' Zl wm 5
a def Nn
ee CHR \ LE Ren | Ì Ten Reet en
We moeten versnellen om onze doelen te halen. Investeren in onderwijs
Dit doen we op basis van bestaande plannen, zoals Het is de komende jaren van belang om talent op alle vlakken
de Routekaart Amsterdam klimaatneutraal, de (praktisch, theoretisch, wetenschappelijk) te ontwikkelen om de
en …. . benodigde systeemverandering te kunnen uitvoeren. De veranderende
Transitievisie Warmte, de Groenvisie en de Strategie economie vraagt om een aantal vaardigheden die op dit moment
Amsterdam Circulair. Versnellen lukt ons alleen schaars zijn. Het aanpassen van het opleidingsaanbod om met deze
samen met onze partners: woningcorporaties, ontwikkelingen om te gaan gaat niet vanzelf. De gemeente verbindt
onderwijsinstellingen, bewoners en bedrijven. vraag en aanbod door het organiseren van evenementen als ‘Baan met
Toekomst’, de samenwerking met instellingen als de Hogeschool van
Amsterdam en beroepsopleidingen. Met de mbo-agenda 2023-2027
Ondersteuning van bewonersinitiatieven investeren we in nieuwe projecten en initiatieven die bijdragen aan
Het aantal bewonersinitiatieven groeit gestaag. Zo willen bewoners een kwalitatief goed en toekomstbestendig middelbaar beroepsonderwijs.
eigen warmtebedrijf beginnen of kiezen ze voor meer zeggenschap in de Vooral belangrijk daarbij zijn de technische opleidingen die mensen
toekomstige warmtevoorziening. Het college wil omwonenden en andere klaarstomen om de duurzame transities te kunnen realiseren.
Amsterdammers mee laten delen in de opbrengsten van de energie-
transitie. De ambitie is dan ook dat 100 procent van de toekomstige
windmolens wordt ontwikkeld in coöperatieve vorm, zodat deze in Ontzorgen woningeigenaren
lokaal eigendom komen. Zo profiteren alle Amsterdammers van lokaal en Woningcorporaties zijn belangrijke partners in het versnellen van de
duurzaam opgewekte energie: ook degenen met een smalle beurs. energietransitie. Met hen maken we dit jaar nieuwe afspraken voor
Om meedoen zo toegankelijk mogelijk te maken ondersteunen we de komende vier jaar over het isoleren en aardgasvrij maken van
initiatiefnemers op basis van co-creatie. Dat kan gaan om financiële corporatiewoningen. Maar ook de ruim 22.000 VvE's in Amsterdam
middelen, maar ook om hulp bij zelforganisatie, onderzoek of het onder- moeten aan de slag. Huiseigenaren lopen bij verduurzaming echter
steunen van Amsterdammers die willen meepraten of -beslissen. In tegen grote organisatorische, financiële, juridische en sociale
buurten waar we actief zijn, zoeken we altijd de samenwerking met belemmeringen aan. We willen VvE’s zo veel mogelijk ontzorgen, ze
buurtplatforms en -coöperaties. Mooie voorbeelden hiervan zijn de activeren en begeleiden. Vanuit de Amsterdamse VvE-aanpak werken
samenwerking met buurtplatform Hart voor de K-buurt, buurtcoöperatie we daarom intensief samen met het Rijk en het Warmtefonds om
De Eester in het Oostelijk Havengebied, de Buurtwerkkamer in Zuidoost hun positie te versterken. Dat doen we in eerste instantie door het
en netwerkorganisatie 02025. vergroten van hun financieringsfaciliteiten.
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke 17
Hulp voor mkb’ers en afspraken met grote vervuilers We vragen blijvende aandacht in het klimaatbeleid voor klimaat-
Samen met MKB-Amsterdam helpen we mkb'ers met verduurzamen door rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid gaat ook over de vele miljarden
hen de juiste informatie te geven. We bieden gratis maatwerkadvies aan euro's aan fossiele subsidies, waaronder het financiële voordeel dat
via een energieloket en begeleiding op locatie. Bedrijvencollectieven en grootverbruikers van energie ontvangen. We pleiten ervoor dat het
-terreinen ondersteunen we bij het aanvragen van relevante subsidies grootverbruikersvoordeel zo snel mogelijk wordt afgebouwd.
en bij collectieve inkoopacties voor bijvoorbeeld zonnepanelen
en laadinfrastructuur. En met de tien grootste vervuilers maken we
afspraken over het verduurzamen van hun industriële processen. De Samenwerken over de grenzen heen
gemeente werkt hierin nauw samen met de Provincie Noord-Holland, het Als stad kijken we over grenzen heen. Onze impact houdt immers niet
Havenbedrijf en de regionale partners om gezamenlijk de transitie in te op bij de stadsgrens. Zo is Amsterdam vorig jaar geselecteerd voor
richten naar elektrificatie en het gebruik van (groene) waterstof. Verder de EU-missie 100 klimaatneutrale en slimme steden tegen 2030. Dit
betrekken we bedrijven bij het versneld behalen van onze doelen. betekent dat we met de EU een zogenaamd ‘city climate contract’
gaan sluiten. In dit contract maken we afspraken wat we zelf doen om
Binnen de netwerken van bedrijven waar de gemeente mee samenwerkt, onze doelen versneld te halen. Dit contract moet in de eerste helft van
zoals de textiel- en houtketen en andere waardestromen, zetten we 2024 af zijn.
stappen om de sociale- en ecologische gevolgen van ons handelen
in de rest van de wereld in kaart te brengen en te verminderen. De Daarnaast werken we samen met Amsterdamse kennisinstellingen,
eerste resultaten hiervan zijn zichtbaar in de Denimdeal, de houtdeal en andere gemeentes, de MRA, de Provincie Noord-Holland, het Rijk en
City for Forest. de EU. We onderzoeken wat nodig is om onze doelstellingen versneld
te bereiken en wat we daarvoor nodig hebben van de EU en het Rijk.
Daarbij kijken we naar een slimmere en efficiëntere gecombineerde
Aanvullende maatregelen van het Rijk inzet van gemeentelijke, nationale, Europese en particuliere middelen
Ook met het Rijk werken we samen. We zijn in hoofdlijnen positief over om de verduurzaming van de stad ook op de langere termijn te
het aangekondigde pakket aan aanvullende klimaatmaatregelen®, maar bekostigen. Op EU-niveau is een goede uitwerking van de aanstaande
we kijken ook samen naar aanscherping en aanvullingen. Er komen veel wetgeving op het gebied van circulaire economie belangrijk om
middelen vrij voor maatregelen ten behoeve van de CO7-doelstelling, markten op een duurzame manier te hervormen.
maar aanvullende beprijzende en normerende maatregelen zijn nodig.
1 Kamerbrief over voorjaarsbesluitvorming Klimaat, 26 april 2023
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 18
Innovatiedistricten Klimaatinloopspreekuur
Maatschappelijke uitdagingen zoals de duurzaamheidsopgave kunnen Naast reguliere participatie binnen projecten, gaan we de komende
niet zonder innovaties. Om het innovatievermogen van Amsterdam periode verschillende vormen verkennen en uitproberen om het
te vergroten zet de gemeente onder andere vol in op het versterken gesprek met de Amsterdammer verder te faciliteren. Wethouder Pels
van verschillende innovatiedistricten. Plekken waar toonaangevende gaat een klimaatinloopspreekuur opzetten om het voor bewoners en
bedrijven en/of kennisinstellingen samenkomen met startups, broed- bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken in gesprek te gaan over hun
plaatsen en aanjagers. Hoe de gemeente dit doet is vastgelegd in de zorgen en oplossingen. Ook denken we aan een vernieuwde vorm van
Strategie Innovatiedistricten Amsterdam. een duurzaamheidsraad met bewoners en aan de inzet van de onlangs
opgerichte Jongeren Adviesraad voor Amsterdam (Jara) op het gebied
van duurzaamheid. Daarnaast kunnen de opbrengst en lessen van het
Verbinding met specifieke doelgroepen Burgerberaad Afval, aanleiding geven om de inzet van een klimaat
Afgelopen jaren hebben we met allerlei partners afspraken gemaakt burgerberaad te onderzoeken.
over de uitvoering van onze gezamenlijke duurzaamheidsgave.
Zoals het samenwerkingsverband Warm Amsterdam dat uit de
City Deal Aardgasvrij is gekomen en de ‘City Deal Circulair en Praktische uitvoering
Conceptueel Bouwen’ waarmee we in een nationaal netwerk inzetten De praktische uitvoering van afspraken uit het nationale klimaatakkoord
op de versnelling van duurzame en circulaire woningbouw. gebeurt via vijf nationale uitvoeringsoverleggen (elektriciteit, industrie,
mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik).
De komende periode zullen wij ons extra inspannen om ook in gesprek te Daarnaast is er een Nationaal Klimaat Platform opgericht om het klimaat-
komen met specifieke doelgroepen die nu ondervertegenwoordigd zijn, beleid te versnellen door een brug te slaan tussen wat er speelt in de
maar die de effecten van de transitie wellicht lastiger kunnen dragen. samenleving en de beleidsprocessen in Den Haag. Ook Amsterdam
Denk aan kwetsbare jongeren, bewoners van de Masterplangebieden, gaat in gesprek over kansen en knelpunten, wat willen we wel én niet
praktisch opgeleiden en Amsterdammers met een migratieachtergrond. meer doen: we passen onze werkwijze aan wat er nu nodig is. We
Ook gaan we als verantwoordelijke hoofdstad in gesprek met verkennen wat we leren van deze landelijke aanpak, waar we eventueel
organisaties die de belangen vertegenwoordigen van plekken elders ter bij aan kunnen sluiten en hoe we deze het beste voor onze versnelling
wereld die nu al hard geraakt worden door klimaatverandering. in kunnen zetten. Om te versnellen gaan we bestaande instrumenten
herijken, nieuwe instrumenten ontwikkelen en met de juiste, stevige
randvoorwaarden over tot actie.
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 19
Ne — E |
Onze aanpak G>
2 - krachtige instrumenten en MER
en acties TE A "
| en | k Á N .
er TT OEE |
EE KT u ie |
Nu investeren in er an E, d En
duurzaamheid verdient 4 0 5 AE
zich dubbel en dwars terug " |
| ’ | A Raadsbrief duurzame toekomst 20
Duurzaam, tenzij Bestuurlijke instrumenten:
De vastgestelde doelen zijn niet vrijblijvend. Vanaf nu geldt voor alle bestuursopdracht en bestuurlijk team
besluitvorming en uitvoering het uitgangspunt: ‘Duurzaam, tenzij’. In 2030 willen we een circulaire, klimaatneutrale organisatie zijn en
Als er beleidsmatige, financiële, technische, wettelijke, contractuele maximaal zelf energie opwekken. We willen werken in een klimaat-
beperkingen of andere redenen zijn waarom directies of stadsdelen adaptieve omgeving, met ambtenaren die zijn doordrongen van
hier gezamenlijk of individueel niet aan kunnen voldoen, dan moet duurzaam denken en doen. Om dit te bewerkstelligen starten we met
onderbouwd worden waarom de ‘tenzij’ in dat geval wordt toegepast. de bestuursopdracht Duurzame Toekomst Stad en Organisatie, gericht
Op basis daarvan volgt een bestuurlijke overweging, waarbij de in het op het gemeentebreed incorporeren van de duurzaamheidsopgave.
huidige coalitieakkoord gemaakte afspraken in principe leidend zijn. Ook het uitgangspunt ‘Duurzaam, tenzij’ rollen we stedelijk uit via
We realiseren ons dat dit spanning met zich mee brengt en vraagt om deze bestuursopdracht. We spreken alle organisatieonderdelen aan
maatwerk. De bedoeling van dit uitgangspunt is te komen tot nieuwe het maximale te doen dat in hun vermogen ligt. En zorgen ervoor dat
standaarden die bijdragen aan het tijdig realiseren van onze doelen. Die iedereen binnen de organisatie zich verantwoordelijk voelt en weet dat
duurzaamheidstandaarden kunnen in het ene domein hoger liggen dan werken aan duurzaamheid niet vrijblijvend is, zodat de hele ambtelijke
in het andere domein. De afweging tussen klimaatdoelen en andere, organisatie de schouders zet onder de gezamenlijke opgave. Op
bijvoorbeeld politiek overeengekomen doelen en schaarse middelen, is initiatief van het college is het bestuurlijk team Duurzame Toekomst
een bestuurlijke keuze. We weten dat niet in alle domeinen al voldoende gevormd, waar wethouders en twee bestuurlijke vertegenwoordigers
inzicht is in hoe deze duurzaamheidsstandaarden eruit moeten zien van de stadsdelen doorbraakbesluiten nemen om de uitvoering te
en wat de consequenties zijn. Desondanks leggen we, gezien de starten, op te schalen, gaande te houden en te versnellen.
maatschappelijke urgentie, dit principe nu vast, zodat we deze nieuwe
standaarden samen kunnen ontwikkelen en leren deze toe te passen in
alle relevante domeinen. Op drie elementen passen we dit concreet toe:
(a) binnen het ambtelijk domein wordt altijd duurzaam gewerkt, (b) zijn
er aanvullende middelen nodig dan wordt dit binnen de reguliere P&C-
cyclus voorgelegd aan het bestuur en (c) alle directies brengen in kaart
wat er nodig is om volgens het principe van ‘duurzaam, tenzij’ te werken.
Hierbij worden scenario's uitgewerkt als op dit moment de beschikbare
middelen te beperkt zijn.
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke VAN
Uitvoeringsagenda's als praktisch handvat beter in beeld wat de klimaatvoetafdruk per programma is. De
voor de uitvoering klimaatvoetafdruk wordt opgenomen in de klimaatjaarrekening, een
Ook stellen we uitvoeringsagenda’s vast: instrumenten om bestaand onderdeel van de begroting. Deze klimaatjaarrekening gebruiken we in
beleid concreet te vertalen naar handvatten voor uitvoering in de eerste instantie voor het krijgen van inzicht, maar zetten we later steeds
praktijk. Deze agenda's zijn gericht op de eigen organisatie en op de meer als sturingsinstrument in. We groeien toe naar het hanteren van
thema's uitstootvrije mobiliteit, circulaire economie, voedselstrategie, een klimaatbegroting in de volgende coalitieperiode.
de warmtetransitie en het verduurzamen van monumenten. Er komt
deze zomer en nieuwe uitvoeringsorganisatie: Energie voor de Stad.
Deze is volledig ingericht om de energietransitie in onze stad concreet Inkoopbeleid: hergebruik en COz-beprijzing
te realiseren. De uitvoeringsorganisatie wordt verantwoordelijk voor de Het inkoopproces is een belangrijk instrument om onze duurzame
sturing op de uitvoering van de gehele energietransitie, het realiseren ambities te realiseren. Met een inkoopbudget van ruim 2,8 miljard
van de projecten en oppakken van belemmeringen in de uitvoering. euro per jaar kunnen we het verschil maken. Enerzijds gebruiken we
Uitvoeringsprojecten gaan gefaseerd over naar deze nieuwe organisatie, dit bedrag om onze eigen organisatie te verduurzamen, anderzijds
te starten met warmte en elektra. dient het als hefboom richting de markt voor een duurzame economie.
Door zelf circulair opdracht te geven en in te kopen - in 2025 voor 50
procent - geven we als gemeente het goede voorbeeld. Dat begint
Sturing op de opgave met de vraag of inkoop echt nodig is of dat het anders opgelost kan
De gemeente stuurt opgavegericht. Dit betekent dat niet langer één worden. Zo is ‘hergebruik, tenzij’ een belangrijke pijler in fysieke
of enkele organisatieonderdelen primair verantwoordelijk zijn voor projecten.
de uitvoering van een opgave, maar iedereen gezamenlijk. Dit geldt
ook voor de opgave duurzaamheid. Deze aanpassing zorgt voor We doen er van alles aan om de negatieve impact van onze
een andere manier van samenwerken en een sterkere gezamenlijke gemeentelijke inkoop te verkleinen en de positieve impact ervan te
verantwoordelijkheid om onze duurzaamheidsdoelen te behalen. vergroten. Zo is het sinds april 2023 verplicht om een interne CO2-prijs
toe te passen bij investeringsaanvragen boven 1 miljoen euro. Op deze
Door per programma inzicht te geven in de klimaatvoetafdruk van dat manier wordt bij het formuleren van de opdracht al rekening gehouden
programma, kunnen we goed afwegingen maken over de reductie van met (een deel van) de maatschappelijke kosten. Bij de evaluatie in 2024
die voetafdruk. Bijvoorbeeld door dingen duurzamer te doen of juist bekijken we de mogelijkheden om deze COs-beprijzing uit te breiden
helemaal niet meer te doen. In een lerend proces krijgen we steeds naar aanbestedingen en andere maatschappelijke kosten, bijvoorbeeld
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke VV)
in de vorm van true pricing. Daarbij worden, naast CO‚-kosten, de manier kunnen we de transities inclusief, rechtvaardig en met oog
ecologische en sociale impact gewaardeerd. Ook zetten we momenteel voor de draaglast en draagkracht van de bewoners, ondernemers
concrete handelingskaders op duurzaamheid voor inkoop op. en maatschappelijke organisaties vormgeven. Zo ontzorgen we
de groepen in de meest kwetsbare positie en zorgen we dat met
verduurzaming de bestaanszekerheid geborgd wordt. Met name in
Duurzaamheidprestaties van deelnemingen Zuidoost, Nieuw-West en Noord zijn de vraagstukken op dit gebied
De gemeente Amsterdam heeft deelnemingen in 24 organisaties, klein urgent en groot.
en groot. Elk van deze organisaties moet, net als de gemeente zelf,
ambitieuze doelstellingen nastreven voor positieve impact op mens en Dit vraagt om lokale regievoering, coördinatie en samenwerking
milieu. We vragen deelnemingen dan ook om impactplannen te maken. op ontwerp, programmering en uitvoering. Met het oog op het
Vooral bij de grotere organisaties als Schiphol Group en het Havenbedrijf normaliseren van duurzaamheid hoort daarbij expliciete en tijdige
Amsterdam kunnen onconventionele keuzes leiden tot grote besparingen aandacht voor beheer en onderhoud in ontwerp, uitvoering en
op emissies, grondstoffenverbruik en afname van de biodiversiteit. financiering. Voor de gebiedsgerichte sturing is de samenwerking met
Als samenwerkingspartner, maar ook als actief aandeelhouder, wil de de stadsdelen (gebieden) essentieel. De duurzaamheidscoördinatoren
gemeente invloed uitoefenen op de duurzaamheidsprestaties van haar in de stadsdelen hebben hierbij een belangrijke signalerende
deelnemingen. Wethouder Van Buren komt met een verkenning hoe we en adviserende rol over en
hier richting Schiphol invulling aan kunnen geven. weer tussen de kennis- en
uitvoeringsdiensten in de stad
en de gebieden. Maar ze zijn )
Gebiedsgerichte sturing vooral ook in de stadsdelen actief ee
De stedenbouwkundige structuur, de bevolkingsopbouw en de om alle soorten van initiatieven n n n | |
sociale netwerken, de historie en identiteit verschillen per gebied. De van bewoners, bedrijven en
duurzaamheidsopgaven (hittestress, afvalverwerking, wateroverlast, instellingen verder op weg | | | Nn Nn
de strijd om ruimte) zijn heel anders in Nieuwendam, Watergraafsmeer, te helpen. | | | n \
Buitenveldert, Osdorp, Bijlmermeer of Weesp. Ook is de gehele stad
of een stadsdeel een te grote schaal om op alle onderdelen van u u u | |
duurzaamheid gericht te kunnen sturen. De gebieden vragen daarom | | |
om een eigen effectieve en programmatische aanpak. Alleen op die
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele Vis;
Communicatie rond ‘Duurzame Toekomst’ m We organiseren de communicatie stadsbreed vanuit de deelopgaven
Bewoners en bedrijven ondernemen vaak zelf al actie. Dit ondersteunen (isolatie, besparen, aardgasvrij, uitstootvrij, elektriciteit, wind, zon), en
we door te zorgen dat deze goede voorbeelden bijdragen aan nog meer leggen belangrijke accenten op het communiceren over activiteiten
betrokkenheid van Amsterdammers om - binnen de eigen mogelijkheden in de wijken/gebieden. We enthousiasmeren lokale initiatieven waarin
- samen te werken aan een leefbare stad. Dit vraagt om een strategische samenwerking en resultaat centraal staan. Daarbij communiceren we
en campagnematige aanpak. De huidige communicatiestrategie blijft in samenhang op gebiedsniveau over welke plannen er zijn vanuit
actueel: de gemeente. Het thema is ‘Werken aan de eigen duurzame wijk’.
= Informeren: wat is er aan de hand en wat komt er op de stad en de Dat betekent aansluiten op bestaande lokale communicatiekanalen
Amsterdammer af? Waarom doen we dit? die vaak ook gericht zijn op specifieke doelgroepen. Doel is om
= Inspireren: laten zien wie zich al hebben aangepast als goed voorbeeld bewoners actief te informeren over, te inspireren en faciliteren en te
voor anderen: we kunnen dit. betrekken bij het verduurzamen en verbeteren van de leefbaarheid
= Faciliteren: korte routes naar de ondersteuning door de gemeente, in de wijk. We vieren de successen, leren van elkaar door er over te
zowel direct als via partners in de stad. communiceren en delen dit met iedereen die in Amsterdam werkt
aan een duurzame toekomst via de daarvoor beschikbare kanalen.
Een plan van aanpak zal worden geactualiseerd voor een langere n We verbeelden de stad van de toekomst in bijvoorbeeld film,
periode. Daarin staan onder meer de volgende (deels huidige) theater en animaties. In zo'n grote transitie is het belangrijk dat
uitgangspunten centraal: Amsterdammers zich kunnen verbeelden wat er aan de hand is en
=m We starten in het najaar van 2023 met een herkenbare communicatie- hoe het leven er in de toekomst voor hen uitziet. Door kunst en
strategie die langdurend en campagnematig bewoners en bedrijven cultuur in te zetten hopen we diverse doelgroepen te inspireren en
betrekt bij de opgave om de stad te beschermen tegen de gevolgen aan te zetten tot gedragsverandering.
van klimaatverandering. = Duurzaamheid is van iedereen. Dat betekent ook dat we met
m We communiceren betrouwbaar, toegankelijk en begrijpelijk. Dit communicatie over duurzaamheid aansluiten bij bestaande sectoren,
betekent dat we helder inzicht geven in het besluitvormingsproces activiteiten en festivals. We zijn met een mobiele informatiestand
bij beleid en de dilemma's en de afwegingen die daarbinnen worden aanwezig bij lokale festiviteiten en grootschalige evenementen als de
gemaakt. We betrekken via de communicatie bewoners en bedrijven Uitmarkt, waarbij we de kunst- en cultuursector bijvoorbeeld vragen
tijdig bij beleid en uitvoering. om bij te dragen aan het verbeelden van de toekomstige stad. Ook
=m We laten het goede voorbeeld zien als gemeente en communiceren 750 jaar Amsterdam biedt kansen om de toekomst van de stad te
hierover. plaatsen in de duurzame stad. Een voorbeeld is de digitale
Onze stad van morgen WEEtelelif ige lp alter elke VE
m maquette waaraan wordt gewerkt. Musea vragen we de mogelijkheden Financiële dekking
van thematische tentoonstellingen rond klimaat en duurzaamheid te Door nu te versnellen vermijden we enorme kosten in de toekomst:
onderzoeken. iedere euro die vandaag niet wordt uitgegeven aan de transitie,
= Landelijke evenementen, zoals de Nationale Klimaatweek of de betekent een veelvoud aan kosten later. Het IMF stelt dat miljarden-
Milieudag, ondersteunen we actief met communicatie. investeringen in COs-arme wereld zich dubbel en dwars terugbetalen;
m We ondersteunen jongerenactiviteiten op wijkniveau. Of organiseren elke euro naar klimaatoplossingen levert 1,5 tot 4 euro winst aan maat-
activiteiten waarin we het realiseren van een eigen duurzame wijk schappelijke kostenbesparing op *. Dat vraagt om solide bewijslast van
centraal stellen. vermeden kosten en het ontwikkelen van goed ingebedde instrumenten
= We benutten alle al bestaande gemeentelijke communicatiekanalen en om bestuurlijke en ambtelijke afwegingen te maken. Om dit scherper in
specifiek die rond duurzaamheid en klimaat. We onderzoeken hoe we beeld te brengen voor Amsterdam, gaan we onderzoek doen.
nog effectiever specifieke doelgroepen kunnen bereiken. Want ook die
opgave is essentieel voor communicatie: iedereen moet mee kunnen Daarnaast weten we ook dat we voor financiële dekking moeten zorgen
doen en dat vraagt om toegankelijk en begrijpelijk communiceren. voor de kosten die we nu maken. Omdat de gemeente opgavegericht
stuurt en duurzaamheid als horizontaal thema binnen de begroting
geldt, worden de kosten hiervoor zoveel mogelijk gedekt uit de
reguliere budgetten. Daarnaast zijn er de volgende beschikbare
/® middelen:
= De structurele en incidentele budgetten voor de diverse
beleidsthema’s van duurzaamheid in de begroting;
= De bij het coalitieakkoord afgesproken extra middelen voor
duurzaamheid;
= Het restant van het Klimaatfonds (bestemd voor buurtgerichte
energieaanpak in de gebouwde omgeving);
mn Het Amsterdamse Duurzaamheidsfonds voor leningen aan bedrijven,
maatschappelijke organisaties, energiecoöperaties e.d. voor het
nemen van energiemaatregelen
1 Artikel Trouw: ‘Klimaatakkoord levert financieel veel meer op dan het kost’
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 25
m De Rijksmiddelen voor uitvoering van de klimaatakkoorden. Voor Efficiënte inzet van middelen
2023 bedraagt dit voor Amsterdam 16,8 miljoen euro. Dit neemt naar De opgave voor de duurzame transities is enorm en middelen zijn
verwachting de komende jaren verder toe; beperkt. Elk jaar bekijken we hoe we de beschikbare middelen zo
nm Diverse rendabele en onrendabele investeringen met een effectief en efficiënt mogelijk kunnen inzetten. Het valt echter niet uit
duurzaamheidscomponent, zoals de 150 miljoen euro verhoging te sluiten dat er gedurende de uitvoering van activiteiten blijkt dat
van investeringsruimte voor 2023-2027 voor het verduurzamen van extra middelen noodzakelijk zijn. De raad wordt hierin meegenomen
vastgoed. In de begroting 2024 wordt een voorstel gedaan voor het binnen de reguliere P&C-cyclus van de gemeente.
verdelen van de investeringsruimte over de verschillende domeinen.
We werken samen met partners waar maatschappelijke impact
en duurzaamheid centraal staan. We verkennen bijvoorbeeld met
duurzame financiële stakeholders voor de publieke sector, zoals de
BNG Bank en De Nederlandse Waterschapsbank, de mogelijkheid
van aanvullende middelen voor de transities. Samen met relevante
partners, zoals corporaties, voeren we een lobby richting het Rijk,
zodat ook zij voldoende middelen hebben voor de uitvoering van
duurzaamheidsmaatregelen.
Onze stad van morgen MEEK eldfikelWUTp 4 Tal Ate Kern Ele 26
Wat mag Amsterdam
de komende jaren
van ons verwachten?
Ss”
Drie transities op weg naar een
klimaatneutrale, natuurinclusieve,
klimaatadaptieve en circulaire stad
Drie duurzame transities voor Energie- Groen Circulaire
BR transitie transitie transitie
binnen de grenzen
van onze planeet
Reductie CO>-uitstoot Groene, biodiverse, gezonde
in de stad. en klimaatadaptieve stad.
Randvoorwaarde: Meer personeel in de bouw, techniek en groensector.
De duurzaamheidsopgave is complex en hangt op veel aspecten met elkaar samen. Om het goed werkbaar te maken,
onderscheiden we drie transities waarmee we de klimaatverandering tegengaan. Door deze aanpak staan we in 2026 klaar
om de laatste vier jaar tot 2030 optimaal te gebruiken om de volgende doelstellingen te behalen:
1. Transitie naar duurzame energie 2. Transitie naar een groene, gezonde stad
een klimaatneutrale stad in 2050, een reductie een natuurinclusieve en klimaatadaptieve stad een vermindering van de sociale- en ecologische
van 60 procent van de COz-uitstoot in 2030 in 2050, met een inrichting en beheer om de impact van ons materiaalgebruik door in 2030
(ten opzichte van 1990), inclusief uitstootvrije biodiversiteit te vergroten en de stad ‘rigoureus’ 50% minder niet-hernieuwbare grondstoffen te
mobiliteit in de stad, en energiebesparing. te vergroenen. gebruiken en in 2050 100% circulair te zijn.
Onze stad van morgen
te
NG Er
… en Re ROE E Sn SD Ne, } : 4 E
Te A EN Age
ij Te En Ae 6 Ee 7 re, Wi EE 4 ij 5 Pp ‚e
ej i N ma eN € id Lr Ne,
N STe OE Nm te Hd
en Ì TI ' E Mi E 2E 3 é de En le
in, ak art Dik En \ ted ’ 5 ae 2e d
5 : SS ER MEEL EE En
| | | | Ne le ff / Ad p= ‘
Eel bam Inl Nn Ó d Pile E EU
Een Wen men hm! Í , } dr TE
® ze EE en nn, TL f a —Ì
5 lait RE ==
HE ES Û | HED no Oe hi
e transnie 8 bi Mak
zE es IH i man À: Eri Er 1]
Ee: 5 | 4 | ! IN | Î JI RoN ee Ep /
naar duurzame EEE TN RN
del | el dln ee
„f 4 Kn E ha = ke 4 bees f EEEN tm jd / U E-
5 is 7 ene EE tag As >
P TL rr | Kn de |l) TS 2 et dt LE A, h 5 7
| wk a, LE | ae esp eaf) TEE ef. ij À —Ì
energie EN TM
k El Als Pe et Í a | | gistel eeh je Ì Í
a r e - L afs ef fl Ld [ + P Ll | ee: 8 ie
per | 5 fe Á = BT : El" | 5 J a | je En 5 | ip ze
lt ee PL /
eld AET EEE: LL Hal
OPETE de
Tt AE er ME A | Ll
Er Edel ded dee Pi el penta 4
; Dd je zi el me Pe ler Vd En,
perle LT al dad \ De Nits
nn L= 4 B ie lk | en |= p Pl y, we
LS VT ame” 8% e
We bereiden de stap naar een AGD Je dp ks
hj . dl d J | Z 2
publiek warmtenetwerkbedrijf AE de
voor Amsterdam voor. Rd Tp
il Ek î 14
j fr stad van morgen Raadsbrief.duurzame toekomst PAS)
Om klimaatverandering tegen te gaan streven we m De meeste monumenten zijn niet gebouwd naar hedendaagse
naar een reductie van 60 procent van de COs-uitstoot duurzaamheidsnormen. De verduurzaming van monumenten is
in 2030 (ten opzichte van 1990) en een reductie van echter essentieel om het gebruik en daarmee de Instandhouding
. ee van monumenten in de toekomst aantrekkelijk te houden, ook bij
100 procent in 2050. Dit is in lijn met de geplande toenemende energiekosten. De Uitvoeringsagenda Duurzaam Erfgoed
aanpassing van de klimaatwet. Deze reductie van de zet in op het ontzorgen van alle bewoners en VvE’s in Amsterdam die
COz-uitstoot heeft betrekking op het energieverbruik in hun woningen willen verduurzamen. Ook zet de Uitvoeringsagenda
de stad. CE Delft deed onderzoek naar hoe Amsterdam in op het faciliteren van corporaties die snelheid willen maken.
zijn CO2-uitstoot met 60 procent kan terugbrengen De focus ligt daarom op dienstverlening, communicatie en balans
. . . tussen erfgoedwaarden en verduurzaming. De Uitvoeringsagenda
in 2030. De aanbevelingen uit het onderzoek worden richt zich op het gehele erfgoed van Amsterdam, met het accent
verder uitgewerkt, getoetst op haalbaarheid en zoveel op gemeentelijke monumenten en ordepanden, omdat deze
mogelijk vertaald naar beleid. binnen de beleidsinvloedssfeer liggen van de bestuurders.
m Via tenders voor gronduitgifte kunnen we eisen stellen aan nieuwe
Naast de intensivering op basis van het onderzoek van CE Delft, gebouwen, waarbij energieneutraal een belangrijk uitgangspunt
nemen we de komende jaren een aantal belangrijke stappen: is. Ontwikkelende partijen helpen onze duurzaamheidsdoelen te
m Met het isolatieoffensief zetten we in op het verhogen van het bereiken via een integrale aanpak. Zo worden in Buiksloterham
isolatietempo en versnellen we het verbeteren van woningen, drie energieneutrale gebouwblokken ontwikkeld met 357
waarbij we ongelijk investeren voor gelijke kansen. Zo werken we woningen, waarbij circulaire materialen gebruikt worden. Op
aan een subsidieregeling voor bewoners met een laag inkomen Strandeiland komt een energieleverende buurt, met veel aandacht
en een slecht geïsoleerde woning. Met financieel maatwerkadvies voor zelfvoorzienendheid, circulariteit en natuurinclusiviteit.
helpen we hen om ook gebruik te maken van deze subsidie of m Voor sociale woningbouw en bij transformatie (sloop-nieuwbouw) d
van andere financieringsregelingen voor verduurzaming. Verder is het college afhankelijk van de vrijwillige inzet van ontwikkelende An
ondersteunen we VvE's door te informeren en activeren, met advies en partijen om bovenwettelijke duurzaamheidsprestaties te realiseren.
begeleiding en met subsidie en financiering. De gemeente helpt VvE’s Ten slotte geldt dat de financiën in gebiedsontwikkeling onder druk Ì
bijvoorbeeld op weg met webinars, cursussen, netwerkbijeenkomsten staan, waardoor momenteel extra financiële regelingen niet En
en buurt- en wijkbijeenkomsten. Ook biedt de gemeente gratis haalbaar zijn.
energieadvies en -begeleiding aan VvE's via het VvE-loket.
Onze stad van morgen BEE leldfike IMU pc Tal Mter= Kernnkie 30
m In navolging op een mogelijk Nationaal Programma We willen verder de mogelijkheden tot verplichting voor het
Energiebesparing, zetten we in op een Actieplan Energiebesparing, gebruik van daken benutten. Eigen (parkeerterreinen van de
waarin we komen tot samenhangende energiebesparende gemeente en (tijdelijke) gronden, zoals strandeiland en buiteneiland
maatregelen gericht op wijken en economische sectoren. worden ingezet voor het opwekken van duurzame energie. Naast
m We bereiden de stap naar een publiek warmtenetwerkbedrijf de kwantitatieve opgave voor zon, werken we aan kwalitatieve
voor Amsterdam voor als vervolg op de aangekondigde doelstellingen. Denk aan lokaal eigendom, het tegengaan van
Wet Collectieve Warmte. Dat betekent niet automatisch een energiearmoede en het stimuleren van circulariteit en innovatie.
warmtenetwerkbedrijf van de gemeente. Een strategie en proces = Via het programma Verduurzaming Zakelijke Markt helpen we
daarvoor werken we uit in 2024. Bij het uitwerken van de strategie (niet-industriële) bedrijven energiezuiniger te worden. Bedrijven
voor een publiek warmtenetwerkbedrijf is betaalbaarheid van de hebben een eigen verantwoordelijkheid om te investeren in
energierekening van bewoners een belangrijk uitgangspunt. verduurzaming. Vanuit de gemeente ondersteunen we actief met
m Ook verbreden we de aanpak voor het aardgasvrij maken van een stadsbreed aanbod, zodat verduurzaming zo gemakkelijk
de stad met nieuwe doelgroepen en andere warmtetechnieken mogelijk is én iedereen mee kan doen. De gemeente houdt daarnaast
en -bronnen, zoals warmtepompen, blokverwarming en toezicht en zal handhaven wanneer bedrijven niet voldoen.
aquathermie. We zetten in op warmtesystemen die functioneren m Voor alle af- en aanvoer van waterstof, elektriciteit, COs-afvang
op basis van duurzame, toekomstbestendige warmtebronnen en opslag, stoom en energieopslag moet grote nieuwe energie-
zoals warmte uit een datacenter, het riool of het IJ. infrastructuur worden gebouwd in het Noordzeekanaalgebied.
m Het opgesteld vermogen aan windturbines op De komende jaren werken we bijvoorbeeld aan een regionale en
Amsterdams grondgebied groeit deze bestuursperiode landelijke waterstofinfrastructuur, elektrolyse en grootschalige
met zo'n 18 MW richting de 127 MW in 2030. import van waterstof. Ook streeft AEB ernaar om 2026 gestart
m Aan het eind van de bestuursperiode is er tenminste 350 MW aan te zijn met het grootschalig afvangen van CO, en op te slaan
opgesteld vermogen zonne-energie gerealiseerd, op weg naar de onder de Noordzee, wat goed is voor 480 kton COv-reductie per d
doelstelling van 550 MW in 2030. We blijven inzetten op het gebruik jaar, bijna 10 procent van de gehele uitstoot van de stad. We Ae
van alle geschikte daken en zetten de doelgroepgerichte aanpak om vragen het Rijk om financiële middelen die de energietransitie
zon op dak te stimuleren voort, bijvoorbeeld via maatwerkadviezen. kunnen aanjagen en faciliteren, bijvoorbeeld voor een nieuwe Ì
Ook zetten we in op het versnellen van de realisatie van zonne-energie buis-leidingen-infrastructuur voor waterstof(dragers). Ook vragen En
op grote daken. Via een samenwerking met het havenbedrijf werken we het Rijk (en Europa) om duidelijke wet- en regelgeving die
we aan het benutten van het grote potentieel voor zonne-energie. de energietransitie kunnen ondersteunen en versnellen.
Onze stad van morgen BEE leldfike IMU pc Tal Mter= Kernnkie Ch
m De energietransitie en groei van de stad leiden in delen van de m Daarnaast zetten we in op faciliterende en stimulerende maatregelen
stad tot congestie van het nu al zwaarbelaste netwerk. Ook het zoals de aanleg van openbare laadinfrastructuur. Op dit moment staan
elektriciteitsnetwerk en -infrastructuur vragen dus om uitbreiding er meer dan 3.000 openbare laadpalen (dat zijn 6.000 laadpunten)
en herziening van processen. Met de netbeheerders maken we en meer dan 30 openbare snelladers in Amsterdam. Amsterdam
afspraken voor het betrekken van bewoners bij het inpassen stimuleert voertuigeigenaren om over te stappen door het aanleggen
van elektra. Om maatschappelijk relevante functies ook bij van uitstootvrije taxistandplaatsen en (sloop-)subsidies voor fossiele
congestie te kunnen voorzien van elektra werken we met het voertuigen. Ook starten we met een bewustwordingscampagne.
Interprovinciaal Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten,
het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Autoriteit
Consument en Markt aan een methodiek om maatschappelijk en
lokaal te kunnen prioriteren bij het toekennen van vermogen.
Uitstootvrije mobiliteit
Begin juni 2023 heeft het college de Uitvoeringsagenda
Uitstootvrije Mobiliteit Amsterdam 2023-2026 vastgesteld. Daarmee êr,
zetten we in op onder andere de volgende maatregelen:: (2)
m Vanaf 2025 gelden voor taxi's, bestelbussen en vrachtauto’s (binnen
de Ring A10), brom- en snorfietsen (binnen de bebouwde kom) 5 ,e ON
en pleziervaart (in het centrumgebied) uitstootvrije zones. Dat
betekent dat voertuigen die per 2025 nieuw op kenteken worden O rn
gezet (en pleziervaartuigen die nieuw zijn aangeschaft) die de , ,
zone willen betreden, uitstootvrij moeten zijn. Voor bestaande $
voer- en vaartuigen gelden overgangsregelingen om de transitie An
te kunnen maken. De ambitie is een uitstootvrij gebied binnen
de bebouwde kom voor alle soorten verkeer in 2030. p Ì
en AS Energie-
KE Eid)
js A
Onze stad van morgen BEE leldfike IMU pc Tal Mter= Kernnkie 32
Le NE a r_n f Ral at
EN ID Ld NNS he
ed | a af f ss IN NA ee 7 e en nt l z
Deed Cd Mr EA BE
Í a En sad es Ï PP LN ie and me | ie"
ERN Pl) nn EM EAN oe Es Bef a
RS Í De st zál , AR \ A pr
A ef RE Ea AN ee ee a
ek PP j | RDS A NN Nd
® ® je hi | 5 TE l el ri di BAN en er) a ae =
il kN | lj B _— Kr | Ï | en mi K | li ed MIE Fut” ee
Kl | en Kn MAS ar EE oe Me ee
dt " : eN | AA | | ee
U a Û ADN gg gp
zh : ral _” Nas han | Î Ì gr geen
9 | \ " K ke en en ml | zn | e= ze | nk ee mn
| Arn Et Ei KE | Kell SK mr re
B BE, 4 We huile 4 | DN
| EY Ed TRE NON ie uE
' El RN ne en ;
On ‚ Î RENE TTT TTE
Nd ar A EE vn tm!
niin lan _E B nt nd
iN Rf MTN ee
LEL ikk | ree s  1
Nl EE _ En ANBADTEMENTEN PEMTD IAA IE AN
HEELT NE: ES At BIOBASED APPFARIEME NTEN CEN IRI Ee SAIS
ut EN EEN PN,
nn EEN je O0 Ke coz
DATA nas ER 4 E
VIELEN = | d /
Vti arj ee tT Ee eee.
err eid IN ee | gm SS
AOT Tee orn A eh
It IE Frl 5 TITELS
We TE
PEN me de VSR IN
nn ne Meen | dj B + A hit iN dl
e kiezen voor natuurinclusieve, nkekl |
et EN En Aaen LET A
groene en lop ferehh ete OEVEIS, mes Ee Wd. I TFS Er — ‚| NSR
kades, b EA A Al |
AEL HEE U NDE Ge LE KIN se Se Valke
kades, bermen, parken, bos- en AE EE AEK HRE eN HE Ee AND
INE | NEN PIE EEE =nnen IE ARE 1e EE be
Henan NANA FEE La maman NE
bosplantsoenen, graslanden, A À | | ij ES nt ier MEE nn
El ERR EE Ke EO Ei TRE [SE Enk ont
. EE Ed LAA Lel Emme ne aen
plantsoenen, straten en pleinen ee 4 on ed KN Bes IER EM Jeen
AE Ze A en AN Tar
a EN Sain NE! Bi =S NEEN be
ei ne RE ARR es OT het.
a il a
Een Pml Rel ge kd NE
ENT el © ||
Er SE rn Ee Eke | Ol
EEN EE ie Nn ee ik àl
Klimaatverandering heeft impact op de veiligheid, Van grijs naar groen
infrastructuur en kwaliteit van onze leefomgeving. Ook Groen moet vanzelfsprekend worden in onze werkzaamheden
de biodiversiteit wordt hier flink door getroffen. Dit voor de ontwikkeling en het beheer van de stad. De keuze voor
… beplanting, de inrichting van de openbare ruimte en het onderhoud
maakt groen nog belangrijker voor de stad. Het is niet moeten bijdragen aan klimaatadaptatie, biodiversiteit, sociaal
alleen noodzakelijk voor bewoners en dieren, maar welzijn en gezondheid. In elk nieuw wijkontwerp werken we aan een
groen helpt ook de stad te koelen op hete dagen en aaneengesloten groene ecologische structuur met hoge biodiversiteit
om water op te vangen van hevige regenbuien. en een natuurlijk netwerk van beplanting en water. Ook kiezen we
bij de aanleg of bij het opnieuw inrichten van de openbare ruimte
Via de Strategie Klimaatadadaptatie werken we aan een aaneengesloten voor natuurinclusieve, groene en biodiverse oevers, kades, bermen,
groene ecologische structuur met hoge biodiversiteit en een natuurlijk parken, bos- en bosplantsoenen, graslanden, plantsoenen, straten
groen-blauw netwerk in elk nieuw wijkontwerp. Ook kiezen we bij en pleinen. Verharding in de bestaande openbare ruimte vormen we
de aanleg of bij het opnieuw inrichten van de openbare ruimte voor om van grijs naar groen, zoals het asfalt in het Amsterdamse Bos. In
natuurinclusieve, groene en biodiverse oevers, kades, bermen, parken, het Rembrandpark worden onder andere watergangen uitgediept
bos- en bosplantsoenen, graslanden, plantsoenen, straten en pleinen. en opnieuw aangelegd, wordt de verharding vervangen door groen
en leggen we natuurvriendelijke oevers aan om het waterbergend
vermogen te vergroten.
Natuurinclusief bouwen en ontwikkelen
Bij aanbestedingen in opdracht van de gemeente passen we het punten-
systeem ‘natuurinclusief bouwen’ toe. Inschrijvende partijen moeten Minder voedselverspilling
aantonen hoe zij natuurinclusieve oplossingen opnemen in het ontwerp. Ook duurzamere consumptie en productie van voedsel staat hoog op
Dit weegt de gemeente mee bij de beoordeling van het winnende onze lijst. Hiervoor ontwikkelingen we momenteel de Voedselstrategie.
voorstel. Dit puntensysteem wordt nu geëvalueerd. Na de zomer Zo willen we 50 procent minder voedsel verspillen in 2030 ten opzichte
gaat deze evaluatie met aanbevelingen naar de raad. Voorbeelden van 2015. Bijvoorbeeld door maatregelen op te leggen aan horeca
van recente tenders met een focus op duurzaam materiaalgebruik en en winkels. De juridische mogelijkheden hiervoor zijn we al aan het
natuurinclusief bouwen zijn Habitat Royale op de Zuidas en Robin Wood verkennen. Daarnaast realiseren we zes voedselhubs in de stad, waar Rih
op Centrumeiland. productie, distributie van voedseloverschot, voedselbereiding en
consumptie bij elkaar komen.
keld Bte RGM Raadsbrief duurzame toekomst Sr
Gezondheid
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) noemt het snelle opwarmen
van ons klimaat de grootste bedreiging van de volksgezondheid in de
21e eeuw. De toenemende warmte zorgt voor gezondheidsrisico’s,
waaronder hittestress, meer UV-straling, verdere verspreiding van
tropische infectieziekten en allergieën en wereldwijde voedsel- en
drinkwatertekorten. We moeten als stad anticiperen op de gezondheids-
risico’s die dat met zich meebrengt en ons daarop aanpassen. De
personen in de meest kwetsbare situaties lopen het meeste risico op
gezondheidsproblemen en verdienen de meeste aandacht.
Inspanningen om de gezondheid te bevorderen zijn vaak in lijn met
inspanningen om klimaatverandering te beperken. Een voedingspatroon
met minder zuivel en vlees, meer bewegen en een groene leefomgeving
zijn voorbeelden die goed zijn voor gezondheid van mens, dier én
planeet. Gezien de relatie tussen klimaat en gezondheid, zet de GGD
Amsterdam zich niet alleen in voor een gezondere bevolking, maar ook
voor een gezondere planeet.
De gezondheidsdienst ondertekende de Green Deal Duurzame Zorg 3.0
en zal de expertise op het gebied van gezondheid verbinden aan de
klimaatopgave en actief aan de slag gaan met het verminderen van de
eigen voetafdruk.
è
| transitie
1 Artikel World Health Organisation (WHO): ' Climate change and health' k
keld Bte RGM Raadsbrief duurzame toekomst Kl
hat Ee hf EE
Ss zm OR rn PND
A ) gin SEEN a RET
Tan, / BEEN mA REG: LT EEE
TE ARRPER 2 Es NTP rn eZ eN er AE RD ET Zas
En ee Mea AE TR mr / eN ADE ik A: A
NS en ORR IPRN me SEE VRON ef DAT
PN nee eN ANNE PA RE EE A B,
a TREE en PENN En ELT EG
A NEN A ren
ge Ed Pe 5 be 7
ok BRT
An Es OA en
ie Er — Ed
EE TE PSE Nen
Á d Ád ee Par ] TEE Tt ie nt Aere
Er err ELD | NE Ar
Ee ne , | ds
ENEN A AT ge RS
BN LE STE ef En
Be asin. AN kf 7 :
Kd ed ed er oi E era MFE Ld 5 Ë
EE | Nr A L gg SIJ/ Za Û
me [ T AOR IRS |
Pd N hed Een F| IN TN PP | ° À
A N/A EL |
ú F4 Fl a | | |
/ } F | LE
ze elli
el | ALEA EIN: | 5
/ == B Een IKE NN SR zi)
8 REE A
8 eee een von meere ear ER Ek al 1 shad a
En oorrereessd < AECANNNAN E ris
Ì rd en a EE TO B NE LLP E 4 É = Sed D
RNN EN OE 27700 A EEL 1 ACE Wats, Vig P
ie kn FE dl Ï Dy ii Le A he
nn EEN Ae MRE Ee Sie HS \
FEE Be AS Gen ANA EA WORDEN ne | e LA dz
Ss CITCUIAITE PrINCIpPes 7 je Br TEE KS Kare NWE 8 r ì N°
á e R ek} A EE : ade ENT tn je : RE Ì
EE e ‚. Ct AT TD Re Tr Ne ene DT
goed zijn verankerd in ASU Hek RIU VE A mt Nn
je Nd ge : ANB Gi
09 0 WNR Vr A ARN > en EERE eN ee
gemeentelijke beleid SN (Ai AN UNA
IR at Eene NEE en ee
voor stap door in de stad ; | De er
In de transitie naar een circulaire stad maken meer op hoeven pompen. Via het initiatief Plastic Smart City stoppen
we in toenemende mate de stap van ‘circulaire cafés en restaurants tussen het Amstelstation en het stadhuis met het
dingen doen’ (veelal pilots en zichtbare activiteiten gebruik van wegwerpplastic op hun terrassen, En we zorgen dat de
. . er: . . textielsector in staat is nieuwe oplossingen te ontwikkelen zoals het
In projectverband) naar dingen circulair verven van garen zonder water te gebruiken.
doen’ (verankerd in beleid, werkprocessen en m Het verlengen van de levensduur van producten. Zo zorgen we voor
procedures). In deze coalitieperiode hanteren we structurele ondersteuning van kringloopbedrijven met een sociaal
circulaire principes waar het er echt toe doet. keurmerk en repaircentra in Amsterdam. En hanteren we ‘hergebruik,
tenzij’ als standaard voor de manier van werken in de openbare
Zo stellen we circulaire eisen voor het ontwerp van nieuwe scholen ruimte. Verder gaat Amsterdam stimuleren dat consumenten niet
via het raamcontract bij de aanbesteding. We gaan in de stad gft betalen voor bezit, maar voor gebruik, zodat bedrijven een prikkel
apart inzamelen zodat we minder afval hoeven te verbranden. Bij krijgen om betere apparaten te maken die langer meegaan.
de actualisatie van beleid worden circulaire principes in dat beleid m Het voorkomen van afval, door het uitvoeren van een preventieplan,
ingevoegd. Zo zetten we met ons mobiliteitsbeleid in op het voorkomen gericht op het voorkomen van plastic voor eenmalig gebruik,
van vervoersbewegingen. En zorgen we ervoor dat de gemeentelijke elektrische apparaten en matrassen. Zowel door lobby richting het
organisatie in 2026 in staat is circulair te werken. Als dat voltooid is zal Rijk als door lokale acties.
de inkoopkracht van de gemeente, bijna 3 miljard euro per jaar, kansen m Het verwaarden van afvalstromen (het sluiten van de kringloop).
bieden aan circulaire bedrijven om nieuwe producten te ontwikkelen. We laten het ingezamelde afval zo verwerken dat recycling van
textiel wordt gestimuleerd en nieuwe hoogwaardige garen gemaakt
kunnen worden. We investeren in betere inzameling zodat er meer
Zo worden we circulair organische reststromen verwerkt worden in compost en kunstmest.
De grootste ecologische impact van Amsterdam wordt veroorzaakt door Bij aanbestedingen van de gemeente wordt meegenomen wat er met
materiaalgebruik en vindt daarmee elders plaats, vaak in arme landen die het materiaal kan gebeuren na de gebruiksfase.
het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering. Voor de transitie m Het vervangen van fossiele en minerale materialen door hernieuwbare
naar een circulaire stad werkt Amsterdam daarom aan: materialen. Bijvoorbeeld door minimaal 20 procent van de nieuwe an
m Het voorkomen van gebruik van grondstoffen (materiaalgebruik) gebouwen in 2025 in houtbouw uit te voeren. Mooie bestaande mx)
door slimmere ontwerpen. We zorgen bijvoorbeeld dat de industrie voorbeelden zijn Juf Nienke in de Sluisbuurt, Geins in Zuidoost, HAUT AS
gereinigd afvalwater kan gaan gebruiken waardoor zij geen grondwater in het Amstelkwartier , Poppies in Buiksloterham en Switi in Zuidoost.
Onze stad van morgen BiEEe Kl eli fiKelMETp A nl mter= Kern Ele 37
= Het stimuleren van woningcorporaties, VvE's en particuliere
eigenaren gebruik te maken van ‘biobased!’ isolatiematerialen bij
het verduurzamen van woningen. Of door beschermende kleding in
ziekenhuizen te maken van wasbare materialen zodat het niet na één
keer wordt weggegooid.
= Het verkennen met pilots zoals nieuwe sanitatie, hoe we waardevolle
grondstoffen kunnen terugwinnen in de waterketen.
Slimmer produceren, minder consumeren
Om de benodigde schaal te realiseren moeten we samenwerken met
bewoners, bedrijven en collectieven in de stad. Onze partners Haven-
bedrijf en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, zijn daarbij
essentieel. Samen met maatschappelijke partijen en ondernemers
ontwikkelen we een ondersteuningsaanbod om drempels en knelpunten
aan te pakken. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat er voldoende passende v
fysieke ruimte beschikbaar komt op de juiste plekken in de stad, zodat
circulaire initiatieven tot bloei kunnen komen. Denk aan inzamel- en
repaircentra waarmee duurzame verdienmodellen haalbaar worden.
Vanaf 2024 stelt Amsterdam capaciteit en middelen beschikbaar om (
jaarlijks zeker 100 ondernemers en/of initiatieven te adviseren en te sah ©
helpen om de (eerste) stappen naar meer circulair handelen of onder-
nemen te zetten. Acties als deze moeten leiden tot slimmer produceren
en minder consumeren en uiteindelijk een tot flinke afname van de
impact van het materiaalgebruik in de stad. an
mx)
Onze stad van morgen BiEEe Kl eli fiKelMETp A nl mter= Kern Ele 6Xs)
De klimaatcrisis, grondstoffencrisis en biodiversiteitscrisis transparant in de keuzes die we maken. We doen het samen.
vragen om onze maximale inzet: we nemen de verantwoor- Met elkaar zoeken we de balans tussen de noodzakelijke,
delijkheid voor de organisatie en de stad om nu om alles soms pijnlijke maatregelen nu en de grote gevolgen
op alles te zetten om onze stad en de wereld leefbaar te van klimaatverandering later. We blijven daarom ook de
houden. We richten ons niet alleen op CO2, maar op alle Raad regelmatig informeren over de uitvoering van onze
doelstellingen die we hebben vastgelegd. We moeten duurzaamheidstransities via onze duurzaamheidsrapportages.
goed voor de stad zorgen: voor nu en voor toekomstige Het is een lastige maar ook eervolle taak waar we voor
generaties, met oog voor de meest kwetsbare groepen. In staan. Laten we nu allemaal in actie komen en zorgen voor
alle plannen voor de komende jaren blijven we onderweg een duurzame toekomst, voor onze stad van morgen.
steeds het gesprek aangaan met de stad en zijn we ‘
Onze stad van morgen Raadsbrief duurzame toekomst 39
LT Trein f 7 uee
B mn rn { 4 4 pand er ” pe MN
KE zen IN | [ 8 ach 7 id Te Er ie | 7
az EIT EES ih Vn Be heads ine dalle KE B er
Me el |E PEEN Man: eS N ili Ù 3 1 Ee be 5 en rr lt 4 en ed ike en eK Bee | Ee Ir prs En a akad. Mk: dr is
ar en AE rrd re Ee == En rd N= edad A Sn CL
N De É la Eeen nt pe : tn B in H Ec kl tm ij 5 el SEN nn
! . d n Eg haal. in Er mn BE en m5 ER gie Ee en Rt me
an re en Ep eN NE BE Ar rn a ee
Meki rn rl EE ee en EE en En ne ee ee
ni tt iis Gi ol hat: En EE eld ____ N van mame KE DN rn D En nnn ng ee: od El We ete
ZEER RE: = td Ù ie Nma ter re ern it : bl, kreng badend me. mn en p erp ie AL KEEN men: en ee es
ee ARE, É a dei ar LANE ME en Kade uE Tnt En et 8 À . RK == - bn on! he, EI e: Ean: wer en ed Ka R 5 ef ai en nn 5 e mie Dn en
en Br ERED: EEE ie: Elmander EN |: erpel Deme le Lie zen val A ln nn Ee
n BE ji ME ee Laet AE En we ret ien a a Ee EE Er NE eeens lk it ge A Tien a En ==
it Eman merg wdn rear een EEEN EN |. en rd pd riet ed Mun nun ee =s jen eet EES 5 , 8
nk a de zemen MEEL De WE uik lant ee
eel nT nikt| erin jans ee EL Eef neme B eicel EE mmm == : Te Em, ene BZ ee B Le he Ed en
ER Ed RAT enen en ete ee at lk En akte et EK he mT 5e
To Sn ie Lid nk reren d EA Rn EL PAR 4 HE Pen a EN EN 7 Ds Rn men en 4 en ,
Tag PE er un iin * HI ee en Te Ee Vere = DIO Rien EE ld Ki
EET | | rg enneh kes Ee Em Ee A 5 Eind r- ; ee Da | nen Isaan jg 7 5 mm Á
nv rg Pr WEE 5 mn: eee b nn ni
EN DDA er: ee | Î Ti 5 7 ET ATL IK En PCE le 5 J ne Hf nn f ee 4 si 5 : nn En Be panne AE
KE OL reld EEEN Er ar zi ON eel Ì er, mr 5 En ene
Ar EEN Hr gn ni, Ly ij ME: El ed D EEn x= es en
er ie iS Elsene aen et g Ì KET / Nn fans omtad A í É d nn En : Ene en EE
Teln ee ef i 1 ied wiet ann nl OUR 7 FS Ee : A d 5 A nin _ ee De
im Aur LANENR ER hin zn MEN it A AT Be : Ere OAN Ee B ln Ed Ee
5, = is] E EN La sn EE - pine erge Een ii ee nn ie B
je 7 IAthek SD md dk la | ie E À eit ee en Wake - En an mat Ar nk Ee EE nn U
emule Ms nf li = ens ke Jm pere gn EE, ers Hal LEE ke 5 Bcr. A ee and Ln EE il de En en a ! a En gp 7
ke ë e mm Ï Joten et É E EE a fn s ii Mme IJ er k En zá end] Pl hae kn Hes ea ne 5E De: Ee ==
la n F E BE Ed ar ï d E er nd rn: Te mit agen - Ee Ee
3 iN ze en Ne me ee nf en
EE : 5 en se A jn en En En
= En ne Er E - ene 4 ze © 2 S 5 7 En E er ian 3 es SE En
en en zn : En
Ben ee en Ea VE EE 7 En Er b = en 7 AEEA En :
= 5 : a z zn = E 2 = s ne ne E Ee Ee 5 8
TE fi ee
el ei il Ee : EE 5
z f ï ate a! Te SE fi
Pe ; 5 k En er De ete. ie, ie en me
en > ES B mid EE = ) dam.nl/duurzaam ET
5 E ze | ds DE Meer weten? am ne
E Er Ee An En pr 5 Ee Ss
Ee Nn 8 De en Ee En
5 ME, Dr ed PS
| Onderzoeksrapport | 40 | train |
x Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 146
Publicatiedatum 20 maart 2015
Ingekomen onder Y
Ingekomen op 11 februari 2015
Behandeld op 11 maart 2015
Status Aangehouden in de raadsvergadering op 11 februari 2015 en verworpen op 11 maart 2015
Onderwerp
Amendement van het raadslid de heer Groen inzake de Agenda Duurzaamheid
(doelstelling voor terugdringen van hoeveelheid afval).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Agenda Duurzaamheid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 50);
Overwegende dat:
— het recyclen van afval een belangrijke stap is richting een circulaire stad;
— het nog beter is om afval te voorkomen dan om het te recyclen;
Constaterende dat:
— dit college wil dat Amsterdam voorloper wordt op het gebied van circulaire
economie;
— ereen doelstelling voor het terugdringen van afval ontbreekt in de Agenda
Duurzaamheid;
— rijksdoelstellingen voor het terugdringen van afval als volgt zijn: in 2020 blijft er
100 kilo restafval over per bewoner en 30 kilo in 2025,
Besluit:
toe te voegen aan de doelstellingen van het hoofdstuk Circulair de doelstelling,
luidende:
“Doelstelling te realiseren van restafval van 100 kilo in 2020, en 30 kilo in 2025.”
Het lid van de gemeenteraad,
RJ. Groen
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 322
Ingekomen onder R
Ingekomen op woensdag 11 maart 2020
Behandeld op woensdag 11 maart 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden Boomsma en Naoum Néhmé inzake de procedure bij
Bedenkingen op de onbezwaarde waarde (stel de procedure zoveel mogelijk gelijk)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de onbezwaarde waarde (Gemeenteblad afd. 1, nr. 266),
Overwegende dat,
— de onbezwaarde waarde bij het bepalen van de grondwaarde voor de
overstapregeling wordt gebruikt als een surrogaat WOZ-waarde;
— voor een zeer groot aantal woningen geldt dat geen WOZ-waarde bestaat voor de
overstapregeling en daarom een onbezwaarde waarde moet worden vastgesteld;
— het mogelijk is om bezwaar te maken tegen de WOZ-beschikking, maar alleen
bedenkingen kunnen worden geuit tegen de onbezwaarde waarde;
— wie bezwaar maakt tegen de WOZ-beschikking recht heeft op inzage in het
taxatieverslag zodat transparant is met welke woningen is vergeleken, hoe de
berekening is gemaakt;
— het niet billijk is dat burgers bij het vaststellen van de grondwaarde voor de
overstapregeling verschillend worden behandeld ten aanzien van de
mogelijkheden voor bezwaar.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
De procedure op grond waarvan burgers bedenkingen kunnen uiten tegen de door de
gemeente opgestelde onbezwaarde waarde zoveel mogelijk gelijk te stellen aan de
procedure die gelden voor bezwaar tegen de WOZ-waarde, door erfpachters het
recht te geven om inzicht te verkrijgen in de manier waarop en de parameters
waarmee die waarde tot stand is gebracht, zodat erfpachter dezelfde (informatie)
rechten heeft als in de AwB van toepassing bij WOZ beschikkingen en de
ombudsman vergelijkbare maatstaven hanteert als in de AwB voor WOZ
beschikkingen geldt.
De leden van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
H. Naoum Néhmé
1
| Motie | 1 | discard |
Stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 27-06-2023
Aanvang 20:30
3. Insprekers
19:30-20:30 besloten
1. Opening
2. Mededelingen
3. Insprekers
1. Inspreker Verbeek inzake Nationaal Programma Samen Nieuw-West en monument aanwijzing
bomen
2. Inspreker Terpstra inzake Nationaal Programma Samen Nieuw-West
3. Inspreker van Leeuwen inzake Nationaal Programma Samen Nieuw-West
4, Inspreker Moonen inzake Sloterweg-west
5. Inspreker Hohle inzake afsluiting van de Sloterweg en Laan van Vlaanderen
4. Mondelinge vragen
5. Nationaal Programma Samen Nieuw-West
6. Adviesaanvraag Inspraakvoorstel HVV 2024
7. Ongevraagd advies Verkeersoverlast op de Laan van Vlaanderen
8. Ingekomen stukkenlijst
Nieuwsbrief vanuit het dagelijks bestuur nr. 20
9, Afsprakenlijst SDC 13 juni 2023
10. Informatieverzoeken aan DB
11. Rondvraag
12. Sluiting
| Agenda | 2 | train |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 11 november 2021
Ingekomen onder nummer 718
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Boomsma inzake de Begroting 2022
(Amsterdams sociaal minimum)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2022.
Overwegende dat:
— De Tweede Kamer het Kabinet opdracht heeft gegeven tot het instellen van een
onafhankelijke commissie Sociaal Minimum van ambtelijke experts en wetenschappers, met
mogelijk het Nibud, om onderzoek te doen naar de hoogte van het sociaal minimum voor
verschillende huishoudtypes, zoals alleenstaanden, paren en huishoudens met en zonder
kinderen, waarbij ook wordt ingegaan op huishoudens in een Wlz-instelling, en op welke
toegankelijkheid tot welke voorziening nodig is (zoals aanwezigheid van een betaalbare
woning of reiskostenvergoeding);
— Amsterdam een bijzondere stad is met hoge woonlasten voor veel groepen, reiskosten, en
andere voorzieningen die bijdragen aan de rijkdom van de stad maar ook veel geld kosten;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Aansluiting te zoeken bij de landelijke commissie Sociaal Minimum om onderzoek te doen naar de
hoogte van het sociaal minimum voor verschillende huishoudtypen, en in aanvulling daarop zelf
verschillende situaties in Amsterdam te betrekken, om te komen tot het formuleren van een
Amsterdams Sociaal Minimum.
Indiener
D.T. Boomsma
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 798
Datum akkoord 27 augustus 2015
Publicatiedatum 28 augustus 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer B.L. Vink van 26 juni
2015 inzake het meenemen van de fiets in het openbaar vervoer.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
Op 24 juni 2015 berichtte Metro dat het makkelijker wordt om de fiets mee te nemen
in de trein. In sommige gevallen wordt het zelfs gratis. Dat heeft staatsecretaris
Mansveld besloten na overleg met vervoersbedrijven en consumentenorganisaties.
De fractie van D66 is blij met deze ontwikkeling. Het wordt zo makkelijker voor
reizigers om met een combinatie van trein en fiets op bestemming te komen en dus
de auto te laten staan. Het zou daarom ook mooi zijn als het, in navolging van de
trein, ook in meer onderdelen van het Amsterdamse openbaar vervoer (hierna: OV)
makkelijker zou worden gemaakt om je fiets mee te nemen. In het bijzonder in de
metro.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 26 juni 2015, namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft het college kennisgenomen van het bericht dat het makkelijker wordt voor
treinreizigers om hun fiets mee te nemen, en in sommige gevallen zelfs gratis?
Antwoord:
Ja, het bericht is ons bekend. Het moet wel wat genuanceerd worden. Er is alleen
sprake van het aantrekkelijker maken van het productaanbod om (eventueel
gratis) de fiets mee te nemen buiten de spits en in het weekend of feestdagen op
toeristentrajecten zoals in de trein naar het strand. Er is geen sprake van het
gratis fiets meenemen bij een reis van bijvoorbeeld Zaandam naar Amsterdam.
Het doel is om de trein aantrekkelijker te maken voor recreatief gebruik, zoals te
lezen in IEM/BSK/-2015/118048, teneinde lege treinstoelen buiten de spits en in
het weekend te vullen.
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing og Gemeenteblad R
Datum 28 augustus 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 juni 2015
2. In Amsterdam is het mogelijk om buiten de spitsuren tegen betaling je fiets mee te
nemen in de metro en in tram 26 (IJtram). Ziet het college mogelijkheden om dit In
navolging van de plannen van de staatssecretaris op bepaalde tijden gratis te
maken? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het college heeft geen bevoegdheden ten aanzien van de tarieven van het OV.
Deze bevoegdheden liggen bij de opdrachtgever SRA en vervoerder GVB.
Omtrent de wenselijkheid van het gratis maken van fietsvervoer geven SRA en
GVB het volgende aan:
in het Programma van Eisen (PvE) van de concessie Amsterdam is opgenomen
dat het meenemen van de fiets in het OV verboden is, behalve op de metrolijnen
en tramlijn 26 tijdens de daluren. Hier mag GVB het meenemen van de fiets in
daluren gedogen. Dit verbod is - net als in de voorgaande concessieperiode en in
andere concessiegebieden van de Stadsregio - gebaseerd op het grote
ruimtebeslag van de fietsen in de voertuigen, vanwege de hinder die reizigers met
fietsen veroorzaken bij het in- en uitstappen en vanwege veiligheidsaspecten. Er
is weinig restcapaciteit aanwezig in zowel de metrolijnen als in tramlijn 26, ook
buiten de spitsuren. Door het meer stimuleren van het meenemen van fietsen in
OV, zal de restcapaciteit vrijwel direct wegvloeien door de ruimte die een reiziger
met fiets gebruikt ten opzichte van een reiziger zonder fiets. Dat verlaagt de
kwaliteit van het OV, waardoor het een minder aantrekkelijk product zal worden.
Wanneer de aantrekkelijkheid afneemt, kan de groei onder druk komen te staan.
Deze groei is essentieel voor het betaalbaar houden van het OV-systeem ín
Amsterdam.
In het PvE is bepaald dat GVB tariefvoorstellen doet, deze worden getoetst door
de Stadsregio en vastgesteld door het DB. Het doel hiervan is om te borgen dat
een eventuele stijging van het tarief binnen de aangegeven kaders blijft. Deze
kaders worden gesteld door Tarievenbureau Openbaar Vervoer door beheer van
het landelijke tarieven-kader (LTK). Indien GVB voorstelt om het tarief om een
fiets mee te nemen te verlagen, zal de Stadsregio het voorstel integraal afwegen.
3. Eerder werd bekend dat het waarschijnlijk niet mogelijk zal worden voor reizigers
om hun fiets mee te nemen in de Noord/Zuidlijn, maar hier zou nog onderzoek
naar worden gedaan. Is dit onderzoek al gedaan en kan het college de
uitkomsten delen? Of kan het college aangeven wanneer de resultaten van het
onderzoek bekend worden?
Antwoord:
Dit onderzoek is in voorbereiding. De resultaten van het onderzoek worden in het
eerste kwartaal van 2016 verwacht en zullen dan worden gedeeld. De
verwachting is echter dat gezien de veiligheidsaspecten fietsvervoer niet mogelijk
gemaakt kan worden.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing og Gemeenteblad
Datum 28 augustus 2015 Schriftelijke vragen, vrijdag 26 juni 2015
4. Ziet het college verder mogelijkheden om het meenemen van je fiets in het
Amsterdamse OV makkelijker te maken? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
SRA heeft als bevoegde opdrachtgever voor het OV regels vastgelegd in het
Programma van Eisen ten aanzien van de fiets in het OV. GVB als
opdrachtnemer kan fietsvervoer in metro en tram 26 toestaan voorzover aan een
aantal voorwaarden (ondermeer op gebied van veiligheid en capaciteit) wordt
voldaan. Ook hier heeft het college geen bevoegdheden. Wel heeft de
Amsterdamse raad als adviseur van de concessie Amsterdam een adviesrecht
ten aanzien van het ontwerp Programma van Eisen.
Omtrent het makkelijker maken van het meenemen van fietsen in het OV geven
SRA en GVB het volgende aan:
Vanwege het ruimtebeslag van een reiziger met fiets, vanwege de vertraging die
een reiziger met fiets veroorzaakt bij het in- en uitstappen en vanwege
veiligheidsoverwegingen, is zowel de Stadsregio als GVB geen voorstander van
het verruimen van de mogelijkheden om de fiets mee te nemen in het OV. In het
overige tram- en busnetwerk is er geen mogelijkheid om een fiets mee te nemen,
in de metro en tramlijn 26 is er te weinig restcapaiteit om een groei van het aantal
reizigers met fiets te accommoderen en meer fietsers in de voertuigen zal leiden
tot meer hinder vanwege de vertraging die het oplevert bij in- en uitstappen.
Overigens zijn er voor de tunnels en ondergrondse stations technische
beperkingen die samenhangen met de brandveiligheid (Bouwbesluit).
Ontvluchtingsroutes worden in zekere mate belemmerd door de aanwezigheid
van fietsen. Ook daarom is het vervoer van fietsen, anders dan ingeklapte
vouwfietsen die als bagage kunnen worden beschouwd, beperkt tot periodes
buiten de spits.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 215
Ingekomen onder V
Ingekomen op woensdag 12 februari 2020
Behandeld op donderdag 13 februari 2020
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake Instemmen met Concept zienswijze
Ambitiedocument Twiske Waterland (natuur hoeft zichzelf niet te financieren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de concept-zienswijze op het Ambitiedocument Twiske
Waterland (Gemeenteblad afd. 1, nr. 152).
Constaterende dat:
- Amsterdam een zienswijze mag indienen over het concept Ambitiedocument
Twiske Waterland;
- __ het college van Amsterdam aangeeft dat de natuur van het recreatiegebied
voorop moet staan in de ambitie van het recreatieschap Twiske-Waterland;
=__er ondertussen verschillende plannen zijn voor allerlei commerciële activiteiten
die de natuur juist zullen beschadigen.
Overwegende dat:
-__natuur zichzelf niet hoeft te financieren.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in kaart te brengen welk bedrag er nodig is commercialisering (zoals
evenementen, toerisme en horeca) van het Twiske tegen te houden en de
gemeenteraad hier voor de Voorjaarsnota 2020 over te informeren;
- de gemeenteraad op de hoogte te houden over het vervolg naar de definitieve
besluitvorming over het ambitiedocument in het recreatieschap.
De leden van de gemeenteraad
J.F. Bloemberg-lssa
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Gemeente Amsterdam
Amsterdam Bestuurscommissie West
> West
Voordracht en besluit D B = AB
A-besluit
Registratienummer INT-18-04004
Afdeling IAV
Onderwerp
Advies conceptagenda Autodelen
Portefeuille Openbare ruimte en verkeer
DB lid Fenna Ulichki
Gebied West
Vergaderdatum DB 23 janvari 2018
Vergaderdatum AB Oordeelvormend 30 januari 2018 besluitvormend 213 februari 2018
Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ronald Hendriks, 06-27074415, ronald.hendriks ®amsterdam.nl
Parafen
(Gebieds)manager Portefeuillehouder
Roel de Jong Fenna Ulichki
Publicatiedatum 13 februari 2018 na vaststelling adviesbrief door Algemeen Bestuur
Tekst van openbare Publicatie in AB besluitenlijst
besluiten wordt
gepubliceerd
Pagina 1 van 3
Besluit DB Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel West besluit:
kan niet hetzelfde zijn
als het AB-besluit
De concept adviesbrief Autodelen voor oordeels- en besluitvorming voor te leggen aan het
Algemeen Bestuur
Besluit AB Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel West besluit:
kan niet hetzelfde zijn
als het DB-besluit
In te stemmen met de adviesbrief Autodelen
Ondertekening
Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel West,
E.M. Overzier, M.D. van der Horst,
secretaris voorzitter
Bestuurlijke achtergrond
Het college heeft de stadsdelen gevraagd te adviseren op de agenda Autodelen. De reacties
worden meegenomen en gewogen voordat de agenda wordt aangeboden aan de
gemeenteraad. De planning is de agenda Autodelen rond de zomer van 2018 vast te stellen.
Onderbouwing besluit
Beoogd effect
De agenda Autodelen wordt in de adviesbrief op hoofdlijnen gesteund. Autodelen is een
belangrijk instrument bij het mobiliteitsbeleid en het efficiënt omgaan met de schaarse
ruimte. Het advies is erop gericht om het beoogde effect van autodelen groter te maken
door de ambities ten aanzien van het emissievrij maken te vergroten en parkeerplekken op
te heffen als er autodeelplekken bij komen.
Argumenten
Door te pleiten voor het opheffen van parkeerplekken komt de winst van autodelen
daadwerkelijk ten goede aan de openbare ruimte. Het vergroten van de ambitie om de
deelauto’s emissievrij te maken draagt bij aan een schone lucht.
Kanttekeningen
Een nadeel van free-floating autodelen is dat het kan leiden tot extra automobiliteit in de
stad ten koste van fiets en OV. Het stadsdeelbestuur pleit daarom voor nader onderzoek
voordat de mogelijkheden van de deze autodeelvorm verruimd worden.
Registratienummer INT-18-04004
Pagina 2 van 3
Risico's / Neveneffecten
Geen
Uitkomsten ingewonnen adviezen
Juridisch bureau Geen advies nodig.
Financiën Geen advies nodig.
Communicatie Geen advies nodig.
Overige
Financiële paragraaf
Financiële gevolgen? nee
Indien ja, dekking aanwezig?
Indien ja, welke kostenplaats?
Toelichting Aan de advisering zijn geen kosten verbonden
Voorlichting en communicatie
Geen communicatie nodig
Uitkomsten inspraak en maatschappelijk overleg (participatie)
De adviesperiode voor de stadsdelen loopt gelijk met de inspraak.
Geheimhouding
Er wordt geen geheimhouding opgelegd.
Einde geheimhouding
Stukken
Meegestuurd 1. Concept adviesbrief AB West
2. Brief Adviesaanvraag College
3. Conceptagenda Autodelen
Ter inzage gelegd Er worden geen stukken ter inzage gelegd.
Registratienummer INT-18-04004
Pagina 3 van 3
| Besluit | 3 | train |
% Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2010
Datum indiening 17 oktober 2019
Datum akkoord college van b&w van 3 december 2019
Publicatiedatum 3 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Mbarki inzake terugtrekkende overheid
in bepaalde delen van de stad.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Wijkcentra, bibliotheken, politiebureaus en huisartsenposten: het zijn publieke
voorzieningen die in veel wijken in Amsterdam het hart van de buurt vormen. Het zijn
namelijk plekken die zorgen voor ontmoeting tussen Amsterdammers en daarmee
voor versterking van de sociale cohesie, controle en informatie-uitwisseling.
De fractie van de PvdA Amsterdam krijgt signalen dat de afgelopen jaren op
meerdere plekken in de stad deze sociale voorzieningen versoberd zijn. Deze
versobering leidt tot afname van de hierboven genoemde waarden en daarmee ook
tot minder zicht op dat wat er zich afspeelt in de haarvaten van onze wijken.
Vroegsignalering van problemen in die wijken — neem bijvoorbeeld jongeren die
afglijden naar de criminaliteit — vindt hierdoor minder makkelijk plaats.
De fractie van de PvdA Amsterdam maakt zich zorgen over de signalen van de
terugtrekkende overheid en heeft extra zorgen over de terugtrekkende overheid in de
zogenoemde ontwikkelbuurten in Amsterdam waar de aantrekkingskracht van de
criminaliteit op jongeren over het algemeen groter is.
In onze ogen is perspectief en vroegsignalering even belangrijk als repressie in de
bestrijding van die criminaliteit onder jongeren. Publieke voorzieningen in wijken zijn
hier een elementair onderdeel van.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Mbarki, namens de fractie van de PvdA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Herkent het college het beeld dat ‘de overheid’ steeds minder zichtbaar is in
Amsterdamse ontwikkelbuurten?
Antwoord:
Nee, het college herkent dit beeld niet. Het college geeft met de bestuursopdracht
Ontwikkelbuurten een extra impuls aan de buurten die dat hard nodig hebben.
Het college erkent dat in ontwikkelbuurten maatschappelijke voorzieningen van
groot belang zijn. Niet alleen omdat dit ruimte biedt voor laagdrempelige
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Jot Gemeenteblad
Datum 3 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
ontmoeting maar ook omdat deze voorzieningen positief bijdragen aan sociale
cohesie in de buurt. Per stadsdeel wordt op een verschillende wijze invulling
gegeven aan de maatschappelijke voorzieningen, afhankelijk van de behoeften
van buurtbewoners.
De opgaven in ontwikkelbuurten zijn complex en dus is een integrale aanpak
nodig waarmee aandacht wordt besteed aan zowel de ruimtelijke opgave als het
sociale en maatschappelijke programma. Hierin is een belangrijke rol weggelegd
voor de overheid en dit vergt zichtbaarheid in de buurten. Ook de inzet van onze
samenwerkingspartners is hierin van groot belang.
Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in Nieuw-West. In Geuzenveld-Slotermeer blijkt dat
jongerenvoorzieningen niet voldeden aan de fysieke kwaliteit en de benodigde
oppervlakte. Dit heeft er onder meer toe geleid dat er in Geuzenveld een nieuwe
locatie is geopend. Verder is de afgelopen jaren juist in Geuzenveld-Slotermeer
samen met woningcorporaties in veel kleine buurtkamers en ontmoetingsruimtes
geïnvesteerd. Zo kent Slotermeer ruim 10 van dergelijke ruimtes. Tevens worden
in gezamenlijkheid met corporaties meerdere ontmoetingsruimtes geopend.
In alle ontwikkelbuurten is de afgelopen periode samen met bewoners gewerkt
aan plannen voor de buurt. Bewoners geven onder andere aan dat zij behoefte
hebben aan kleinschalige, toegankelijke maatschappelijke voorzieningen. Met de
bestuursopdracht ontwikkelbuurten wordt extra aandacht en urgentie gevestigd op
de buurten die dit hard nodig hebben. Door de ontwikkelbuurtenaanpak neemt de
zichtbaarheid van de overheid toe.
2. Kan het college aangeven wat de ontwikkeling is van het aantal publieke
voorzieningen in de ontwikkelbuurten in Amsterdam over de afgelopen
jaren? Graag uitgesplitst naar buurthuizen, ‘honken’ voor jongeren en
bibliotheken.
Antwoord:
Het belang van publieke voorzieningen in de stad is groot. In het op 13 maart
2019 door de gemeenteraad vastgestelde strategisch huisvestingsplan Jeugd,
Zorg en Basisvoorzieningen is onder andere het aantal voorzieningen inzichtelijk
gemaakt. Zo zijn er circa 150 buurtkamers, 40 jongerencentra en 40 huizen van
de wijk in de stad.
Het College heeft met nieuw stedelijk beleid (zoals de Strategische
Huisvestingsplannen) specifieke aandacht voor de maatschappelijke
voorzieningen en stuurt actief op de realisatie hiervan. Het feit dat het College
extra middelen beschikbaar heeft gesteld voor ontwikkelbuurten zet deze
ontwikkeling kracht bij.
Door te sturen op een integrale aanpak voor maatschappelijke voorzieningen
ontstaat inzicht in de ontwikkeling van het aantal voorzieningen. Het algemene
beeld voor ontwikkelbuurten laat zien dat de afgelopen jaren voorzieningen zijn
samengevoegd en dat er behoefte is aan kleinere, laagdrempelige voorzieningen
in de buurt. Bijvoorbeeld in stadsdeel Noord waar een nieuw jongerencentrum
op het Buikslotermeerplein is gestart. Dit bleek te ver voor de jongeren in
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jot Gemeenteblad R
Datum 3 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
Banne Noord. Om die reden wordt nu samen met de jongeren een nieuwe plek
voor hen gecreëerd in hun eigen buurt.
In de strategische huisvestingsplannen is een overkoepelend beeld van de
maatschappelijke voorzieningen opgenomen. De principenota’s voor
ontwikkelbuurten bieden inzicht in de maatschappelijke voorzieningen op
buurtniveau.
3. Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat voor een sociale
cohesie en controle in een wijk sociale en maatschappelijke voorzieningen
een elementair onderdeel zijn van de infrastructuur?
Antwoord:
Ja. Maatschappelijke voorzieningen zoals jongerencentra, buurtkamers,
sportvoorzieningen en andere voorzieningen zijn nodig om van Amsterdam een
inclusieve en leefbare stad te maken waar bewoners zich thuis voelen en de
steun kunnen krijgen die ze nodig hebben. Om die reden is in ontwikkelbuurten
extra aandacht voor maatschappelijke voorzieningen. De programmering van
zowel nieuwe voorzieningen als bestaande voorzieningen moet aansluiten bij de
behoeften van buurtbewoners.
4. Hoe beoordeelt het college de aanwezigheid van deze voorzieningen op
buurtniveau op dit moment in Amsterdam?
Antwoord:
Een overkoepelend beeld is terug te vinden in de Strategische
Huisvestingsplannen voor Sport en recreatie, Kunst en Cultuur, Schooltuinen en
Jeugd, Zorg en Basisvoorzieningen. Hierin is de meerjarige opgave inzichtelijk
gemaakt voor de bestaande wijken en nieuwe ontwikkelgebieden. Zo zijn er circa
150 buurtkamers, 40 jongerencentra en 40 huizen van de wijk.
Dit betekent niet dat er geen opgave meer is. In door de gemeenteraad
vastgestelde strategisch huisvestingsplan Jeugd, Zorg en Basisvoorzieningen is
voor de periode 2019 — 2025 de ambitie opgenomen voor de realisatie of
aanpassingen van meer dan 200 jeugd, zorg en basisvoorzieningen in de stad.
Circa 30 voorzieningen bevinden zich in of bedienen één van de
ontwikkelbuurten. In ontwikkelbuurten worden samen met bewoners op basis van
hun behoeften plannen voor de buurt uitgewerkt. Deze worden als
vanzelfsprekend opgenomen in de meerjarige investering.
5. Hoe zet het college zich in om deze voorzieningen in Amsterdamse
(ontwikkel)buurten te versterken?
Antwoord:
Met de oprichting van een team maatschappelijke voorzieningen binnen de
gemeente is er de afgelopen periode gewerkt om de opgave voor de stad
inzichtelijk te maken en instrumentarium te ontwikkelen. Dit heeft o.a.
geresulteerd in:
e De door B&W vastgestelde referentienormen voor Maatschappelijke
Voorzieningen, groen en spelen.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Jot Gemeenteblad
Datum 3 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
e Door de gemeenteraad vastgestelde Strategische Huisvestingsplannen voor
Sport en recreatie, Kunst en Cultuur, Schooltuinen en Jeugd, Zorg en
Basisvoorzieningen.
Een operationeel netwerk van gebiedsadviseurs ‘maatschappelijke
voorzieningen’ in de stad die de gezamenlijke ruimtevraag voor de
maatschappelijke functies afstemt met stadsdelen en aanbieders en inbrengt
als opgave in gebiedsontwikkeling en ontwikkelbuurten.
De strategische huisvestingsplannen dienen als koersdocument voor de jaarlijkse
investeringsaanvragen voor maatschappelijke voorzieningen bij de voorjaarsnota.
De in de begroting 2020 opgenomen middelen voor maatschappelijke
voorzieningen worden momenteel uitgewerkt in specifieke kredietbesluiten zodat
in 2020 gestart kan worden met de realisatie van jongerencentra, buurthuizen,
scholen, opvanglocaties, etc. De ontwikkelbuurten zijn als vanzelfsprekend
onderdeel van dit proces.
Het college acht het van belang dat, gezien de opgave in ontwikkelbuurten, een
stevig aanbod aan maatschappelijke voorzieningen aanwezig is in de
ontwikkelbuurten. Om die reden volgen wij deze ontwikkelingen met extra
aandacht en sturen wij op het creëren van mogelijkheden voor (extra)
voorzieningen in de ontwikkelbuurten. Bijvoorbeeld door in stadsdeel Noord in de
Molenwijk het gebied rondom het Diereneiland (kinderboerderij met bijgebouw) op
te knappen zodat het aantrekkelijk is voor de jeugd in de Molenwijk.
Naast de aanpak ontwikkelbuurten investeert het College in 2019-2022 in totaal
€ 9 min in extra (plekken voor) o.a. kinderwerk, jongerenwerk, veldwerk en
jongeren informatiepunten. De middelen worden met name daar ingezet waar
urgente jeugdproblematiek speelt. Zo is in Nieuw West op het Confuciusplein een
nieuwe plek gecreëerd waar kinderwerkers, jongerenwerkers en sportaanbieders
samen activiteiten organiseren voor kinderen en jongeren en in de Jan
Tooropstraat wordt een dergelijk jeugdcentrum gecreëerd.
Toelichting door vragensteller:
Tijdens de raadscommissie Algemene Zaken van 5 september 2019 gaf het college
aan dat er in Zuidoost concreet aan de slag wordt gegaan met het zoeken naar
plekken waar jongeren samen kunnen komen: 'In Zuidoost wordt concreet druk
gezocht naar plekken, schoolgebouwen waar jongeren een plek kan worden geboden
om samen te komen en om leuke dingen te doen. In overleg met de verschillende
wethouders zal ze een overzicht maken van die locaties en de behoefte — ook in de
andere kwetsbare wijken.’
6. Kan het college aangeven in welke fase van het proces men nu zit en welke
actoren betrokken zijn?
Antwoord:
Per buurt worden verschillende acties ondernomen waarin de behoefte van de
buurtbewoners centraal staat. Dit zijn iteratieve processen waarin gezamenlijk
plannen worden ontwikkeld om een voorziening optimaal mogelijk te benutten.
Hierin wordt gezocht naar geschikte locaties en naar geschikt aanbod dat aansluit
bij de behoeften van buurtbewoners. In stadsdeel zuidoost worden bijvoorbeeld
Talentenhuizen opgestart waar jongeren zich op allerlei gebieden kunnen
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
ontwikkelen en inspiratie op kunnen doen zodat zij een positief perspectief op hun
toekomst kunnen ontwikkelen.
De precieze functie en het gebruik van voorzieningen wordt gezamenlijk met
jongeren en betrokken organisaties op buurtniveau verder ontwikkeld.
In de strategische huisvestingsplannen is een overkoepelend beeld van de
maatschappelijke voorzieningen opgenomen. De principenota’s voor
ontwikkelbuurten bieden inzicht in de maatschappelijke voorzieningen op
buurtniveau.
7. Op welke termijn kunnen we het overzicht van die locaties en behoefte
verwachten?
Antwoord:
Voor de nieuw te realiseren maatschappelijke voorzieningen wordt verwezen naar
de Strategische huisvestingsplannen. Hierin is de opgaven voor de verschillende
maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Jaarlijks wordt de opgave
geactualiseerd voor de investeringsaanvraag voor de voorjaarsnota/meerjaren
investeringsplan (MIP).
In de strategische huisvestingsplannen is een overkoepelend beeld van de
maatschappelijke voorzieningen opgenomen. De principenota’s voor
ontwikkelbuurten bieden inzicht in de maatschappelijke voorzieningen op
buurtniveau.
8. Is welke mate is het jongerenwerk in Zuidoost betrokken bij deze zoektocht?
Antwoord:
Stadsdeel Zuidoost hecht veel waarde aan het betrekken van buurtbewoners en
samenwerkingspartners. Daarom is de uitvoerende organisatie van het
jeugdwelzijnswerk (Swazoom) reeds bij aanvang betrokken en onderdeel
geweest van het projectteam. Zowel in de planvorming als in de uitvoerende
fase.
9. Hoe worden jongeren uit Zuidoost betrokken bij het zoeken naar plekken die
voldoen aan de dringende behoefte die er is in Zuidoost?
Antwoord:
Vanuit de wijze waarop het jeugdwelzijnswerk haar werk uitvoert worden jongeren
al in een vroeg stadium middels participatietrajecten betrokken bij o.a. het in kaart
brengen van de behoefte, het zoeken naar een geschikte locatie en bijvoorbeeld
de programmering. De jongeren zullen immers samen met het jongeren- en
kinderwerk de toekomstige gebruikers van de voorzieningen worden. Stadsdeel
Zuidoost vindt het belangrijk dat bij de totstandkoming van maatschappelijke
voorzieningen de behoefte van de doelgroep centraal staat en stelt dit als
basisvoorwaarde om een project te doen slagen. Door het proces op deze manier
in te richten dragen we als gemeente optimaal bij aan het ontwikkelen van een
positief perspectief voor de jongeren.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
doo Groe
Datum 3 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
Toelichting door vragensteller:
De fractie van de PvdA Amsterdam krijgt signalen van bewoners uit Zuidoost — maar
ook uit andere delen van de stad — dat zij zich zorgen maken over de capaciteit van
de politie in hun wijken. Tevens is er een trend gaande waarbij er steeds meer politie
en handhaving — met name in de weekenden — (noodzakelijk) naar het centrum
wordt gehaald.
10. Kan het college een overzicht geven van de capaciteit van politie en
handhaving in deze buurten van de afgelopen jaren? Kan dit gespecificeerd
worden op stadsdeel- en buurtniveau?
Antwoord:
In het Regionaal Veiligheidsplan 2019-2022 staat het volgende overzicht van de
formatie van de politie-eenheid Amsterdam:
| Totale formatieve sterkte eenheid Amsterdam | |
waarvan
a
Noord 610 44,5
Waarvan: __{Districtsrecherche___\ 4101}
_________\TeamCentrumBurgwalen _| 138) 75)
__________[TeamCentumAmstl | 114) 9
[Team CentumJordaan | 114) 10
__________\eamBovnl | 143) 418)
|DistrictOost_|___________________\| 6685| _54
Waarvan: __\Districtsrecherche_____| 150) |
__________|TeamOostZeebug ____ | 107) 12
__|Team Oost Watergraafsmeer _\| 1365} 14
__\TeamDiemen-Ouder-Amstel_| 67} _6|
__|Team Zuidoost Bijlmermeer __\ 138) 14
_\Team Zuidoost Gaasperdam _| 70} 8
District Zuid |__ | 523 56
Waarvan: ___\Districtsrecherche__| 655} |
_________[TeamZuiddePip _\| 1238) 15
___________|TeamZuidBuitenveldert _| 1437) 16
__________\TeamAmsteveen ___| 1098) 14}
______|TeamAalsmeer-Uithoom _| _80| 10
DistrictWest_|__________________\| 6223} 60
Waarvan: __\Districtsrecherche___| 4135) |
__________|TeamWestHaarlemmerweg _ | 1179) 13
___|Team WestOvertoomseSuis | 1158) 16
Team NieuwWestZuid | 1168) 14}
_________|TeamNieuwWestNoord | 1368| 17
Bovenstaande cijfers zeggen iets over de ingerichte formatie van de politie
Eenheid Amsterdam. In de huidige situatie kampt de eenheid Amsterdam echter
met onderbezetting.
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jot Gemeenteblad R
Datum 3 december 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
De capaciteit van THOR (Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte) is als volgt
verdeeld over de stadsdelen en de teams snelle interventie die in de hele stad
kunnen worden ingezet.
1ym4 ___|Teamssnelleintervente _ | __ 80 |
11. Deelt het college de mening van de fractie van de PvdA dat het goed zou
zijn als er in wijken zoals de Lodewijk van Deysselbuurt in Nieuw-West en
Ganzenhoef in Zuidoost een politiebureau zou staan midden in de wijk? Ziet
het college mogelijkheden om in deze buurten weer een politiebureau op te
zetten?
Antwoord:
Het college vindt het belangrijk dat de politie toegankelijk en zichtbaar is in de
wijken en zeker ook in Nieuw-West en Zuidoost. De verantwoordelijkheid voor
huisvesting van de politie ligt op nationaal niveau. In een huisvestingsplan maakt
de nationale politie keuzes voor locaties, die vervolgens worden afgestemd met
het bestuur. De politie streeft in de dienstverlening naar een laagdrempelig
contact via internet en telefonie en is 24/7 beschikbaar voor burgers die hulp
nodig hebben. Het openen en bezetten van een politiebureau kost veel capaciteit
en bereikt slechts een klein deel van de bewoners. De politie zet liever in op
aanwezigheid op straat en de inzet van wijkagenten. Wel is de politie bereid om
aan te sluiten bij initiatieven in de wijk door het frequent bezoeken van huizen van
de wijk, stadsdeelkantoren of andere maatschappelijke voorzieningen. Door het
bezoeken van deze —gemeentelijke- ontmoetingspunten bereikt de wijkagent en
zijn collega’s meer burgers dan door het openhouden van een bureau. De
bureaus Lodewijk van Deysselstraat en Ganzenhoef zijn nog in gebruik door de
politie, maar zijn niet meer voor het publiek geopend. Dit is op korte termijn ook
niet te verwachten. Toezicht en handhaving in de wijken is onafhankelijk van de
locatie van een politiebureau.
Toelichting door vragensteller:
Op vrijdag 4 oktober 2019 sprak de burgemeester tijdens het programma ‘In gesprek
met de burgemeester’ op AT5 over de Rotterdamse aanpak Plan op Zuid.
De burgemeester gaf aan ook voor Zuidoost een vergelijkbare aanpak interessant te
vinden.
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer ember 2019 Schriftelijke vragen, donderdag 17 oktober 2019
12. Kan het college aangeven welke elementen uit het Plan van Zuid de
interesse hebben van dit college en op welke termijn ze verwachten een
dergelijk plan te kunnen ontwikkelen?
Antwoord:
Een specifieke interesse van het bestuur in de aanpak in Rotterdam betreft de
kritieke succesfactoren in de organisatie van een dergelijke aanpak. Tevens gaat
de belangstelling uit naar hoe bestuurlijke regie kan worden vormgeven van een
samenwerking tussen de gemeentelijke overheid met belangrijke partners
(waaronder de landelijke overheid) voor een lange termijn, c.q. met een scope
van zo’n 15-20 jaar.
13. Onderdeel van het Plan van Zuid is het bijbanenproject en opleidingen met
baangarantie waardoor jongeren al snel zelf op een legale manier geld
kunnen verdienen. Welke kansen ziet het college voor een dergelijk project
in Zuidoost?
Antwoord:
Of een aanpak zoals het Plan van Zuid en bijbehorende projecten kansrijk zouden
kunnen zijn in Amsterdam wordt momenteel onderzocht. Het College verwacht
hier naar verwachting begin 2020 meer inzicht in te hebben.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
8
| Schriftelijke Vraag | 8 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 160
Publicatiedatum 21 februari 2018
Ingekomen onder
Ingekomen op woensdag 14 februari 2018
Behandeld op woensdag 14 februari 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en
de locatieprofielen (gevelnorm 70 dB(A)).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”,
de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid
Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130).
Overwegende dat:
- Met het introduceren van de dB(C)-gevelnorm de dB(A) gevelnorm komt te
vervallen, omdat dit voldoende gewaarborgd zou zijn bij de norm van 85 dB(C);
- Er onvoldoende is aangetoond dat bij een gevelnorm van 85 dB(C) de grens van 70
dB(A) op de gevel niet overschreden kan worden;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een gevelnorm van 70 dB(A) vast te stellen, naast de norm van 85dB(C).
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
8 Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2017
Afdeling 2
Vergaderdatum 15 maart 2017
Publicatiedatum 29 maart 2017
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 15 MAART 2017
Aanwezig: de leden mevrouw Alberts (SP), de heer A.J.M. Bakker (D66), de heer
N.T. Bakker (SP), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boldewijn (PvdA), de heer Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan
(PvdA), mevrouw Ten Bruggencate (D66), de heer Van Dantzig (D66), de heer Dijk
(VVD), mevrouw Duijndam (SP), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), de
heer Glaubitz (D66), de heer Groot Wassink (GroenLinks), de heer Guldemond (D66),
mevrouw De Heer (PvdA), de heer Van den Heuvel (D66), mevrouw Kaya (D66), de heer
Kayar (PvdA), de heer Kwint (SP), de heer Van Lammeren (PvdD), de heer Mbarki
(PvdA), mevrouw Moorman (PvdA), de heer Nuijens (GroenLinks), de heer Van Osselaer
(D66), de heer Paternotte (D66), de heer Peters (SP), mevrouw Poot (VVD), de heer
Poorter (PvdA), mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw Ruigrok (VVD), mevrouw
Saadi (PvdA), mevrouw Van Soest (PvdO), mevrouw Timman (D66), de heer Toonk
(VVD), de heer Torn (VVD), de heer Ünver (PvdA), mevrouw Verheul (D66), de heer Vink
(D66), de heer Vroege (D66), mevrouw Yesilgöz-Zegerius (VVD).
Afwezig: de heer Groen (GroenLinks)
Aanwezig: de wethouders de heer Van der Burg (Zorg en Welzijn, Sport en
Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe
Betrekkingen en Stadsdeel Zuid), de heer Choho (Bestuurlijk Stelsel, Duurzaamheid,
Openbare Ruimte en Groen, ICT, Dienstverlening en Artis), de heer Ivens (Bouwen en
Wonen, Wijkaanpak, Dierenwelzijn en Stadsdeel Noord), de burgemeester de heer Van
der Laan (Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid,
Juridische Zaken, Internationale Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en
Handhaving, Juridische Zaken, Communicatie), de heer Kock (Financiën,
Decentralisaties, Waterbeheer en Stadsdeel West), mevrouw Kukenheim (Onderwijs,
Jeugd, Diversiteit en Stadsdeel Oost), de heer Litjens (Personeel en Organisatie, Verkeer
en Vervoer, Gemeentelijk Vastgoed, Bedrijfsvoering en Inkoop en Stadsdeel Zuidoost),
mevrouw Ollongren (Economie, Lucht- en Zeehaven, Monumenten, Kunst en Cultuur,
Lokale Media, Deelnemingen en Stadsdeel Centrum), de heer Vliegenthart (Werk,
Inkomen en Participatie en Stadsdeel Nieuw-West).
Afwezig: geen der wethouders.
Middagzitting op woensdag 15 maart 2017
Voorzitter: de heer E. E. van der Laan (burgemeester)
Plaatsvervangend voorzitter. het raadslid de heer E. Ünver
Raadsgriffier: mevrouw mr. M. Pe
Verslaglegging: mevrouw M. van de Belt
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.11 uur.
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de gemeenteraad van Amsterdam.
Ik heet u allen van harte welkom bij deze raadsvergadering die volgens de
fractievoorzitters uit een dagdeel zal bestaan, althans, dat is het streven. Om 16.00 uur
komen de fractievoorzitters bij elkaar om te bezien of dat streven ook haalbaar is.
Desnoods wordt tot 18.00 uur vanmiddag doorvergaderd. Als het niet haalbaar lijkt, dan
wordt morgenmiddag het gereserveerde dagdeel gewoon gebruikt. U kunt het dus zelf
verdienen, dames en heren. Dat is altijd zo.
1
Mededelingen
De VOORZITTER: Ik deel u mee dat er bericht van verhindering is van de heer
Groen van GroenLinks. Wethouder Choho kan morgenmiddag niet de hele middag
aanwezig zijn.
2
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 15 en 16 februari 2017
De notulen worden vastgesteld.
3
Vaststelling van de agenda
Conform besloten.
De VOORZITTER: Dan stel ik voor dat we eerst de agenda doorlopen om te zien
of er agendapunten zijn die zonder discussie en hoofdelijke stemming kunnen worden
afgedaan.
4
Mededeling van de ingekomen stukken
Mevrouw VAN SOEST: Ik wil graag de stukken bij 12 agenderen voor de
commissie Bouwen en Wonen en de stukken bij 23 agenderen voor de commissie
Verkeer en Vervoer.
De VOORZITTER: Ik veronderstel dat de raad en het college daarmee akkoord
gaan? Dan zullen we dat aanvullen. Andere leden over de ingekomen stukken?
Conform besloten.
1° Raadsadres van een burger van 9 februari 2017 inzake het ontbreken van
een gehandicaptenparkeerplaats bij het Stadsloket Oost.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
2° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 28 februari
2017 inzake de bestuurlijke reactie op de tijdens de behandeling van de Begroting 2017
op 10 november 2016 aangenomen moties betreffende de portefeuille Verkeer en
Vervoer.
Besloten is, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en
Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering van deze moties
en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen.
3° Raadsadressen van burgers van 17, 18, 19 en 20 februari 2017 inzake
bezwaren tegen de plannen van de gemeente voor een nieuw erfpachtstelsel.
Besloten is, deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter
zake.
4° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari
2017 inzake de afhandeling van moties 1636 en 1638 tot en met 1641 van 30 november
2016 over het vervoerplan GVB 2018.
Besloten is, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en
Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering van deze moties
en na goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen.
5° Open brief van FNV Taxi van 16 februari 2017 inzake de
vervoersaanbestedingen voor de taxibranche.
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
6° Open brief van Denktank Sociale Cohesie Noord en andere organisaties,
van 20 februari 2017 inzake heroverweging van de plannen voor het nieuwe bestuurlijk
stelsel.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7° Raadsadres van een aantal musea van 17 februari 2017 inzake het
behoud van het monumentale raam van Matthieu Wiegman in het kader van het behoud
van het Nederlands cultureel erfgoed.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar
de leden van de raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst
en Cultuur, Lokale Media en Monumenten.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
8° Brief van een burger van 20 februari 2017 inzake het woonbeleid en de
verduurzaming van de woningvoorraad binnen de gemeente Amsterdam.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
g° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari
2017 inzake de afhandeling van motie 520 van 2 juni 2016 van de leden Van Dantzig,
Van der Ree, Moorman en Flentge over een denktank voor handhavingsmaatregelen om
illegale toeristische verhuur tegen te gaan.
Besloten is, de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en
Dierenwelzijn kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring
de motie als uitgevoerd te beschouwen.
10° Brief van de Vereniging Oostpoort en de Vereniging Tuinwijck, gericht aan
wethouder Van der Burg, van 21 februari 2017 inzake hun reactie op het antwoord van
het college van burgemeester en wethouders van 8 februari 2017 op hun eerdere
raadsadressen over de spoorwegveiligheid van de DWI-locatie aan de Polderweg.
Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
11° Brief van de Stichting Nationale Boomfeestdag, gericht aan het college
van burgemeester en wethouders, van 9 februari 2017 inzake de oprichting van een
Boomfeestdag en het planten van bomen door zoveel mogelijk basisschoolleerlingen.
Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van het
college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad.
12° Raadsadres van Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord (IBW-N)
van 25 februari 2017 inzake de notitie ‘Eerlijke verdeling van schaarste bestaat niet’ naar
aanleiding van het gevoerde huurbeleid betreffende de sociale woningvoorraad in
Amsterdam.
Besloten is op verzoek van mevrouw Van Soest dit raadsadres te agenderen voor
bespreking in de raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
13° Raadsadres van een burger van 17 februari 2017 inzake een
milieuvriendelijkere keuze door de gemeente voor de postbezorging binnen de gemeente
Amsterdam.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
14° Brief van Metropool Regio Amsterdam van 23 februari 2017 inzake de
stand van zaken van de versterkte samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam (MRA)
per 1 januari 2017 en de organisatie van diverse MRÂ-regiobijeenkomsten in het voorjaar
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
van 2017.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
15° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari
2017 inzake de bestuurlijke reactie op motie 537 van 2 juni 2016 van de leden
N.T. Bakker en Groen over het strafrechtelijk onderzoek Uber in het kader van het
Actieplan deeleconomie.
Besloten is, de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en
Groen, Duurzaamheid en ICT kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en
na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
16° Kopie van een brief van een burger, gericht aan wethouder Van der Burg
en de burgemeester, van 23 februari 2017 inzake het aanpassen van de indicatie voor het
gebruik van gesloten buitenwagens, onder andere voor de canta.
Besloten is, deze brief in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar
de leden van de raadscommissie voor Zorg en Welzijn, Ouderen en Sport en Recreatie.
17° Brief van de heer drs. P.J.M. Litjens, portefeuillehouder Openbaar
Vervoer, namens het dagelijks bestuur van Vervoerregio Amsterdam, van 27 februari
2017 inzake het besluit tot vaststelling van de vervoerplannen voor 2018.
Besloten is, deze brief door te sturen naar de raadscommissie voor Verkeer en
Vervoer, Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT ter kennisneming.
18° Raadsadres van ORAM, organisatie voor ondernemend Amsterdam, van
28 februari 2017 inzake het verzoek om overleg over de invoering van de rioolheffing in
2017.
Besloten is, de afhandeling van dit raadsadres over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
19° Brief van een burger van 28 februari 2017 inzake de fraudezaak rondom
de bouw van stadion Amsterdam ArenA.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen, onder verwijzing naar de
brief van het college van burgemeester en wethouders van 8 augustus 2011, kenmerk nr.
2011/5273.
20° Brief van een burger van 28 februari 2017 inzake de bijstand en de
Participatiewet en de verplichting van een tegenprestatie.
Besloten is, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
21° Brief van mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van
1 maart 2017 inzake de veiligheidscijfers over 2016, zoals vastgesteld in de Amsterdamse
driehoek.
Besloten is, deze brief door te sturen naar de raadscommissie voor Algemene
Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012,
Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en Raadsaangelegenheden ter kennisneming.
22° Raadsadres van de Boksvereniging A.B.0.V./Ter Meulen van 14 februari
2017 inzake de verkoop van het pand Amstelkade 13.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie Aanpak Subsidies, Aanpak
Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en Organisatie.
23° Kopie van de brief van Cliëntenbelang Amsterdam, gericht aan het
Gemeentelijk vervoerbedrijf, van 16 februari 2017 inzake het verwijderen van een aantal
prioritaire zitplaatsen uit de Combinotrams.
Besloten is, deze brief op verzoek van mevrouw Van Soest te agenderen voor
bespreking in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer, Openbare Ruimte en Groen,
Duurzaamheid en ICT.
24° Raadsadres van een burger van 1 maart 2017 inzake het verzoek om
verruiming van de horecaopeningstijden naar 24 uur niet in te voeren op de Wallen.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk Stelsel en
Raadsaangelegenheden.
25° Brief van de heer D.W.S. Peters, fractievoorzitter van de SP, van 9 maart
2017 inzake het verzoek om mevrouw W.A.M. Bijleveld te installeren als duoraadslid en te
benoemen als lid van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede,
Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van de agendapunten 5A,
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-duoraadslid
W.A.M. Bijleveld (SP), en 6A, Benoemen van voorzitters voor de raadscommissie
Ruimtelijke Ordening en de raadscommissie Financiën en een lid voor de raadscommissie
Werk en Economie.
26° Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 9 maart
2017 inzake het terugtreden van voorzitters en leden uit en benoeming van voorzitters en
leden in de raadscommissies Ruimtelijke Ordening c.a. en Financiën c.a.
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6A,
Benoemen van voorzitters voor de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de
raadscommissie Financiën en een lid voor de raadscommissie Werk en Economie.
27° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017
inzake afdoening van motie 716 van 11 september 2013 van het lid Van Doorninck en
voormalige leden Van Drooge en Verbeet over het behouden van het convict van het
voormalige St. Nicolaascomplex en het aanwijzen van het convict en de kapel als
gemeentelijk monument.
Besloten is, de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken
(inclusief Erfpacht) kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na
goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
28° Brief van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017
inzake de afhandeling van motie 930 van 14 juli 2016 van het voormalig lid Shahsavari-
Jansen en het lid Groot Wassink over de digitale buurtgids.
Besloten is, de raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en
Veiligheid, Juridische Zaken, Communicatie, Project 1012, Dienstverlening, Bestuurlijk
Stelsel en Raadsaangelegenheden kennis te laten nemen van de uitvoering van deze
motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen.
29° Raadsadres van de Vereniging Woonbootbewoners Willem Ill-sluis en
Sixhaven van 5 maart 2017 inzake hun zienswijze betreffende het voorgenomen
voorkeursbesluit Sprong over het IJ.
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 19, Kennisnemen van het voorgenomen voorkeursbesluit Fase 2 Sprong over
het IJ.
30° Raadsadres van een burger van 5 maart 2017 inzake het beleid rondom
de markt op het Waterlooplein.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Werk, Participatie en Inkomen, Armoede, Coördinatie
3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen.
31° Brief van het gemeentebestuur van de gemeente Hof van Twente van
23 februari 2017 inzake een oproep aan de raden van Nederlandse gemeenten tot
legalisering van thuisteelt van medicinale cannabis naar aanleiding van de door de
gemeenteraad van Hof van Twente aangenomen motie.
Besloten is, de afhandeling van deze brief over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
32° Persbericht van FNV Taxi van 9 maart 2017 inzake de aanbieding van het
Witboek Taxi - opdrachtgevers moeten sector weer gezond maken.
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Besloten is, dit boek in handen van het college van burgemeester en wethouders
te stellen ter afhandeling.
33° Raadsadres van een burger, namens een aantal bewoners van de
Buiksloterweg, van 7 maart 2017 inzake het Projectbesluit Verleggen Keerlus
Tolhuisgebied.
Besloten is, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van het
Uitvoeringsbesluit Keerlus Tolhuisgebied in de raadscommissie voor Verkeer en Vervoer,
Openbare Ruimte en Groen, Duurzaamheid en ICT van 22 maart en in de
raadsvergadering van 5 april 2017.
34° Raadsadres van de Bewonersraad Nieuwmarkt van 5 maart 2017 inzake
de adhesiebetuiging met het raadsadres van de Huurdersvereniging Centrum over het
scheefgroeien van de woningmarkt in Amsterdam en het pleiten voor een Deltaplan om
overlast in de binnenstad tegen te gaan.
Besloten is, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn.
35° Brief van de heer L.G.F. Ivens, wethouder Bouwen en Wonen, van
8 maart 2017 inzake de afhandeling van motie 493 van 1 juni 2016 van voormalig lid
Shahsavari-Jansen en motie 1355 van 10 november 2016 van de leden Dijk en Vink bij de
Voortgangsrapportage Actieplan Woningbouw 2016.
Besloten is, de raadscommissie voor Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en
Dierenwelzijn kennis te laten nemen van de uitvoering van deze moties en na
goedkeuring de moties als uitgevoerd te beschouwen.
36° Brief van mevrouw M. Moorman, fractievoorzitter van de PvdA, van
14 maart 2017 inzake het terugtreden van het lid De Heer als lid en het voordragen van
het duolid Jager tot benoeming als lid van de raadscommissie Werk en Economie.
Besloten is, deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6A,
Benoemingen.
5
Mondelingevragenuur
Er zijn geen mondelinge vragen toegelaten.
BA
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en de installatie van kandidaat-
duoraadslid mevrouw Bijleveld van de SP
Dit punt wordt even aangehouden.
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
6
Benoemen van leden van bestuur van de Stichting Spinoza Lyceum
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 186)
Dit punt wordt even aangehouden.
6A
Benoemen van voorzitters voor de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de
raadscommissie Financiën en twee leden voor de raadscommissie Werk en Economie
Dit punt wordt even aangehouden.
7
Kennisnemen van de brief over de bewaartermijn van de beelden van
openbareordecamera’s . (Gemeenteblad afd. 1, nr. 180)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 180 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
7A
Actualiteit van de leden Mbarki en Paternotte inzake het tekort van
politiecapaciteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 190)
Dit punt wordt even aangehouden.
7B
Actualiteit van de leden Yesilgöz-Zegerius, Boomsma, Groot Wassink, Paternotte,
Van Soest, Kwint, Moorman en Van Lammeren inzake de demonstraties van
Amsterdammers met een Turkse achtergrond van afgelopen weekend (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 192)
Dit punt wordt even aangehouden.
7C
Actualiteit van het lid Groot Wassink inzake de verplaatsing van een groep
stadsnomaden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 191)
Dit punt wordt even aangehouden.
7D
Actualiteit van de leden Paternotte, Duijndam en Groot Wassink inzake
medicinale cannabis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 188)
Dit punt wordt even aangehouden.
8
Instemmen met het besluit inzake toelaatbaarheid Volksinitiatief Bas Bewust
Beleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181)
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Dit punt wordt even aangehouden.
9
Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
4) op de locatie Klaprozenweg-noordoost te Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 175)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 175 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
9A
Actualiteit van de leden Boomsma, Van Lammeren en Van Soest inzake het
instellen van een ondergrens van 3,00% voor het canonpercentage voor de jaarlijks
geïndexeerde canon onder de AB2000 in gemeentelijke aanbiedingen voor bestaande
erfpachtrechten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 189)
Dit punt wordt even aangehouden.
10
Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden en
kennisnemen van de beleidsnota Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 161)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 161 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
11
Vaststellen van het beleidsplan ‘Een voorziening voor alle Amsterdamse peuters,
beleidsplan 2018-2022’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 163)
Dit punt wordt even aangehouden.
12
Kennisnemen van het plak van aanpak Lerarentekort (Gemeenteblad afd. 1, nr.
162)
Mevrouw MOORMAN: Ik heb net in het fractievoorzittersoverleg aangegeven dat
ik bereid ben dit punt vanmiddag van de agenda te halen zodat we er hopelijk alleen een
middagraad van kunnen maken. Dan wil ik eigenlijk wel van de wethouder weten of we
het inderdaad in het voorjaar opnieuw op de agenda krijgen. Ik begreep al een beetje dat
het zo zou zijn, maar ik zou daarvan graag nog een bevestiging hebben.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: Het voorjaar begint 21 maart, dus nu wel zo’n beetje,
en het eindigt voor het zomerreces. Dat gaat zeker lukken. Ik verwacht, ik hoop zelf eind
april. Het kan iets later zijn, iets eerder, maar het voorjaar zeker.
De VOORZITTER: Dan kan het dus van de agenda af.
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Mevrouw MOORMAN: Laten we dan mikken op eind april en dan in ieder geval
zeggen dat het niet na half mei wordt. Dan vind ik het acceptabel.
De VOORZITTER: Ik zie de wethouder een soort van knikken.
Dit agendapunt is afgevoerd.
13
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Alle Amsterdamse kinderen
hebben recht op een schoolreisje’ van de leden Moorman, Timman, Ten Bruggencate en
Blom en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 164)
Dit punt wordt even aangehouden.
14
Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de wijziging van de
begroting 2017 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 165)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 165 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
15
Instemmen met het initiatiefvoorstel ‘Tijd voor een Amsterdamse Energyparty’ van
het lid Ruigrok en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad afd. 1, nr. 166)
Dit punt wordt even aangehouden.
16
Instemmen met de voorfinanciering van project City-zen vanuit het
duurzaamheidsfonds (Gemeenteblad afd. 1, nr. 167)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 167 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
17
Kennisnemen van de brief van de wethouder Zorg inzake de Mantelzorgpas
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 168)
Mevrouw DUIJNDAM: Even in verband met de tijd. In de brief staat dat samen
met mantelzorgers en betrokken organisaties de waardering van mantelzorgers opnieuw
gaat worden ingevuld. Dat zie ik als een toezegging en als dit op de termijnagenda van de
commissie Zorg komt, dan kan het punt wat mij betreft worden afgevoerd.
De VOORZITTER: Wat de wethouder betreft is dat akkoord? Ook voor de
raadsleden? Mevrouw Duijndam, de wethouder gaat akkoord met wat u vroeg.
Dan is dit punt gehamerd.
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 R
aadsnotulen
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 168 van afd. 1 van het Gemeenteblad,
met inachtneming van de toezegging.
18
Instemmen met het afwijken van de Hoofdgroenstructuur als onderdeel van de
geldende structuurvisie ten behoeve van het vestigen van een tijdelijk schoolgebouw ter
plaatse van de voormalige stadsdeelwerf aan de President Kennedylaan (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 169)
Dit punt wordt even aangehouden.
19
Kennisnemen van het voorgenomen voorkeursbesluit Fase 2 Sprong over het IJ
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 170)
Dit punt wordt even aangehouden.
20
Vaststellen van het bestemmingsplan Prins Hendrikkade tussen Droogbak en
Oudezijds Kolk 1“t® partiële herziening (Gemeenteblad afd. 1, nr. 171)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens voor een stemverklaring.
De heer NUIJENS (stemverklaring): Dit betreft een technische reparatie op
verzoek van de Raad van State. Wij zijn daar inhoudelijk niet blij mee, want wij hadden op
deze locatie graag groen personenvervoer gezien. We zullen wel instemmen omdat we
ons voegen naar het gezag.
De VOORZITTER: Zijn er nog andere leden die een stemverklaring willen
afleggen? Dat is niet het geval. Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 171 van afd. 1 van het Gemeenteblad,
met inachtneming van de stemverklaringen van het raadslid Nuijens (GroenLinks)
21
Vaststellen van het bestemmingsplan uitbreiding Camping Zeeburg — herstel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 172)
Dit punt wordt even aangehouden.
22
Vaststellen van het bestemmingsplan Restgebieden Zuidoost (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 173)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Nuijens voor een stemverklaring.
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De heer NUIJENS (stemverklaring): Wij zullen ook hiermee instemmen en we zijn
blij dat de wethouder het met GroenLinks eens is dat de stad geen restgebieden kent en
dat we die naam niet meer zullen gebruiken.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Ik word geacht tegen te hebben
gestemd.
De VOORZITTER: Nog andere leden misschien? Nee. Met deze kanttekeningen
is dit punt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 173 van afd. 1 van het Gemeenteblad,
met inachtneming van de stemverklaringen van het raadslid Nuijens (GroenLinks) en het
raadslid Van Lammeren (Partij voor de Dieren).
23
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op de motie ‘Kansen voor uitbreiding
Zuidas’ en instemmen met een reservering voor het vervolgproces uitbreiding
grootstedelijk gebied Zuidas (Gemeenteblad afd. 1, nr. 174)
Dit punt wordt even aangehouden.
24
Wijzigen van de Parkeerverordening 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 176)
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 176 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
25
Vaststellen van het Definitief Ontwerp maaiveld Vijzelstraat en de nota van
uitgangspunten Bruggen Vijzelstraat (project Rode Loper) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 177)
Dit punt wordt even aangehouden.
26
Kennisnemen van de Uitvoeringsagenda Stedelijk Logistiek Amsterdam.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 178)
Dit punt wordt even aangehouden
27
Kennisnemen van het rapport ‘Perspectieven voor het middensegment van de
woningmarkt’ van het Planbureau van de Leefomgeving en kennisnemen van de brief
inzake de middeldure huurwoningen gezinnen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 179)
Dit punt is afgevoerd.
28
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 R
aadsnotulen
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Graffiti voor graffiti van het lid
Duijndam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 182)
Mevrouw DUIJNDAM: In verband met de tijd kan ik me voorstellen dat dit punt
wordt gehamerd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Toonk voor een stemverklaring.
De heer TOONK (stemverklaring): Ik kan me voorstellen dat we dit hameren,
maar desalniettemin is graffiti in deze stad te vaak vernieling van andermans eigendom
en zeker geen kunst. Om die reden worden wij geacht tegen dit voorstel te hebben
gestemd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring.
De heer ERNSTING (stemverklaring): Ook wij worden geacht tegen te stemmen.
Wij zien graffiti wel degelijk vaak als een kunstvorm. Het is typisch iets voor de
stadscurator en voor de conferentie over buitenkunst die het college nog gaat
organiseren. En het is typisch iets voor bewoners, ondernemers en pandeigenaren. Ik
hoef alleen maar te verwijzen naar het per ongeluk verwijderen van de prachtige tekening
van kamp Seedorf om dat belang nog eens te onderstrepen.
De VOORZITTER: Dank u wel voor deze beeldschone stemverklaring. Het woord
is aan de heer Boomsma voor een stemverklaring.
De heer BOOMSMA (stemverklaring): Ondanks dat voorval zullen wij hier ook
tegenstemmen, omdat wij graffiti geen kunst vinden; het is geen kunst anders eigendom
te bekladden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Wij worden geacht tegen te hebben
gestemd.
De VOORZITTER: Daarmee is dit punt aangenomen en gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 182 van afd. 1 van het Gemeenteblad
met inachtneming van de stemverklaringen van de raadsleden Toonk (VVD), Ernsting
(GroenLinks), Boomsma (CDA) en Van Lammeren (Partij voor de Dieren).
29
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorste! ‘Uitmarkt in Zuidoost’ van het lid
Duijndam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel
14
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 R
aadsnotulen
Mevrouw DUIJNDAM: In verband met de tijd kan ik me voorstellen dat dit punt
wordt gehamerd.
De VOORZITTER: U verdient een compliment, mevrouw Duijndam, dat u zo
meewerkt met het opschonen van de agenda. Het woord is aan de heer Van den Heuvel
voor een stemverklaring.
De heer VAN DEN HEUVEL (stemverklaring): Wij vinden dit een sympathieke
gedachte en we vinden ook dat allerlei activiteiten over de hele stad moeten kunnen
plaatsvinden. Het gaat hier echter om keuzevrijheid en die ligt bij het AIB en niet bij de
gemeenteraad van Amsterdam, dus wij worden geacht tegen te stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor een
stemverklaring.
De heer BOOMSMA (stemverklaring): Wij ook om die reden.
De VOORZITTER: Daarmee is dit punt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd; de
raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 183 van afd. 1 van het Gemeenteblad
met inachtneming van de stemverklaring van de raadsleden Van den Heuvel (D66) en
Boomsma (CDA).
BA
Onderzoek van de ingezonden bescheiden en installatie van het kandidaat-
duoraadslid W.A.M. Bijleveld (SP)
De VOORZITTER: Hierbij wordt ingekomen stuk 25 betrokken. Het woord is aan
de heer Paternotte in verband met het onderzoek van de door kandidaat-duoraadslid
mevrouw Bijleveld ingezonden bescheiden.
De heer PATERNOTTE: Er zijn ceremoniële taken waaraan je je zo
langzamerhand gaat hechten. Ik zal deze ook node missen. Dames en heren, namens de
ad-hoccommissie tot onderzoek van de bescheiden, ingezonden door mevrouw
W.A.M. Bijleveld het volgende. Het kandidaat-lid dan wel plaatsvervangend lid van
raadscommissies ex artikel 82 van de Gemeentewet, mevrouw Wilhelmina Adriana María
Bijleveld, geen raadslid zijnde, heeft de bescheiden als bedoeld in artikel 4, tweede lid van
de Verordening op de raadscommissies 2009 ingezonden. De ad-hoccommissie tot
onderzoek van deze bescheiden heeft de eer de raad mede te delen dat zij de
bescheiden heeft onderzocht en dat zij deze in orde heeft bevonden en dat haar niet is
gebleken van uitsluitingsgronden of van een onverenigbaarheid. De ad-hoccommissie
adviseert de raad op grond hiervan tot toelating van mevrouw Bijleveld tot
raadscommissies. De commissie voornoemd, Paternotte, Moorman, Ruigrok, Peters en
Groot Wassink.
De VOORZITTER: Dank u wel. Ik vraag nu de raadsgriffier, mevrouw Pe,
mevrouw Bijleveld de raadzaal binnen te geleiden voor het afleggen van de belofte.
15
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
Goedemiddag, mevrouw Bijleveld. Ik lees u graag voor:
“Ik verklaar dat ik, om tot schaduwraadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of
beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten
rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal
nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal
vervullen.”
Mevrouw BIJLEVELD: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER: Dank u wel. Dan feliciteer ik u met uw installatie als
duoraadslid. En ik stel voor dat de raadsleden de gelegenheid nemen u straks in de
pauze te feliciteren.
6
Benoemen van leden van bestuur van de Stichting Spinoza Lyceum
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 186)
De VOORZITTER: Vandaag zijn voor benoeming in het stembureau aan de beurt:
de heer Boldewijn, mevrouw Poot en de heer Blom. Ik zou de reservelijst kunnen
voorlezen, maar dat hoeft niet. Dat zijn mensen die deze kans, deze opportunity, hebben
gemist. Ik verzoek u thans de stembriefjes in te vullen. De briefjes worden dan opgehaald
en dan kunnen we een pauze houden van vijf minuten waarin u mevrouw Bijleveld, zojuist
geïnstalleerd, kunt feliciteren.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Voorzitter: de heer Ünver
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Ik zal de uitslag van de verkiezingen met u delen, de uitslag
van het stembureau. Benoemd tot lid van het bestuur van de Stichting Spinoza Lyceum is
de heer Jongejan met 41 stemmen voor, 2 blanco; de heer Quant met 41 stemmen voor,
2 blanco en de heer Overdevest met 41 stemmen voor, 2 blanco.
6A
Benoemen van voorzitters voor de raadscommissie Ruimtelijke Ordening en de
raadscommissie Financiën en twee leden voor de raadscommissie Werk en Economie.
De VOORZITTER: Benoemd tot voorzitter van de raadscommissie Ruimtelijke
Ordening en Grondzaken is de heer Van den Heuvel met 41 stemmen voor, 1 tegen en 1
blanco. Benoemd tot voorzitter van de raadscommissie voor Financiën, Coördinatie
Aanpak Subsidies, Aanpak Belastingen, Waterbeheer, Vastgoed, Inkoop en Personeel en
16
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Organisatie is mevrouw Bosman met 42 stemmen voor en 1 blanco. Benoemd tot lid van
de raadscommissie Werk, Participatie, Inkomen, Armoede, Coördinatie 3D, Economie,
Zeehaven en Luchthaven en gemeentelijke deelnemingen zijn mevrouw Bijleveld met 42
stemmen voor, 1 blanco en de heer Jager met 42 stemmen voor en 1 blanco.
7A
Actualiteit van de leden Mbarki en Paternotte inzake het tekort van
politiecapaciteit (Gemeenteblad afd. 1, nr. 190)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Paternotte.
De heer PATERNOTTE: Als ik zo meteen in de verleden tijd verwijs naar een
motie ingediend door de heer Mbarki, dan moet u daar de toekomstige tijd lezen. Als een
hoofdcommissaris zegt dat hij te weinig agenten heeft, dan zit iedereen meteen recht
overeind. En dat is maar goed ook, want er is extra capaciteit nodig bij de politie, bij de
gemeente en bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam. Dat bevestigde de burgemeester
in een brief aan de gemeenteraad nadat de hoofdcommissaris de noodoproep deed en
waarbij hij zei niet alle zaken te kunnen oppakken. Soms moeten we zeggen: er is wel
zicht op een dader, maar deze zaak pakken we niet op. Maar het zit hem ook in de zware
criminaliteit en ondermijning. De meeste mensen zijn voor een groot gedeelte bezig met
liquidatieonderzoeken en radicalisering en terrorisme. We kiezen ervoor dingen niet te
doen en dat is niet goed voor de stad. Oftewel, daders die vrijuit gaan maar misschien wel
net zo erg, criminelen die het signaal krijgen dat hun grootste tegenstander niet genoeg
mensen in het veld kan brengen. Het is goed dat de driehoek extra capaciteit bepleit in
Den Haag en wij steunen ook het voorstel van de heer Mbarki dat hij zo meteen zal doen
om de verhouding met Handhaving in kaart te brengen. Mijn fractie heeft hierover nog
twee vragen na de commissiebehandeling. Vorig jaar stelden wij vragen over de
politiecapaciteit. Dat was nog naar aanleiding van de liquidatiegolf. En ook toen werd
aangegeven dat er keuzes moeten worden gemaakt en dat sommige projectonderzoeken
blijven liggen. Volgens de antwoorden op onze vragen ging het destijds alleen maar om
milieuzaken of om fraudezaken. Hoofdcommissaris Aalbersberg gaf bij AT5 aan dat soms
een dader in zicht is en dat het bij zaken die blijven liggen, soms ook om zware
criminaliteit gaat. Dat is voor ons behoorlijk schrikken. Al is het natuurlijk goed dat de
politie aan de bel trekt, het is wel een 180 graden ander signaal dan wij vorig jaar in
antwoord op onze schriftelijke vragen kregen en waar nog stond dat het alleen om
milieuzaken of fraudezaken zou gaan. Daar stond ook dat de Nationale Politie goed
functioneert en dat zaken worden overgenomen als het nodig is. Dus de vraag is of de
burgemeester dit verschil kan toelichten. Blijven nu ook geweldsdelicten liggen of niet en
is er ook een tekort aan opsporingscapaciteit ten behoeve van grootschalig onderzoek en
opsporing ondanks het feit dat we een Nationale Politie hebben?
En ten slotte, mijn fractie zou graag politie willen inzetten om criminelen te vangen
in plaats van op wietplanten te jagen. Dat is algemeen bekend. En in ons regionale
veiligheidsplan wordt een beperkte prioriteit toegekend aan de opsporing van illegale
wietteelt. Ik citeer nu uit de antwoorden op eerdere vragen die wij hierover hebben
gesteld. Wel wordt in andere gemeenten van onze eenheid op verzoek van lokale
gezagen door de wijkteams meer aandacht besteed aan de aanpak van illegale
hennepkwekerijen. Kort samengevat: in Amsterdam is de wietteelt een beperkte prioriteit,
maar in andere gemeenten binnen onze politie-eenheid niet. Dus mijn vraag aan de
17
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
burgemeester is of het capaciteitstekort voor ons als slimme stad niet een reden is om
hierover in gesprek te gaan met die andere gemeenten zodat geweldsdelicten oplossen
niet ten koste gaat van de jacht op wietplanten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki.
De heer MBARKI: Ik kan me voor een groot deel scharen achter de vragen die de
heer Paternotte heeft gesteld, maar ik zou graag een aanvulling willen doen. We hebben
gezien dat de veiligheidscijfers over 2016 best een positief beeld lieten zien, een goede
ontwikkeling als het gaat om veiligheid en met name inbraak, straatroof en roofovervallen
zijn gedaald net als de aangiftes van zakkenrollerij. Door allemaal professionals bij de
politie, het OM en handhavers wordt er elke dag aan gewerkt om de stad veilig te houden
en de uitdagingen zijn er ook naar. We hebben natuurlijk een aanhoudende dreiging van
terrorisme; we hebben te maken met discriminatie, maar ook met zaken als opkomend
cybercrime. En natuurlijk niet te vergeten de groei in de stad en de bezoekersaantallen
die stijgende zijn. De politie heeft bij monde van de hoofdcommissaris Aalbersberg
aangegeven dat de stad vijfhonderd extra politieagenten nodig heeft om al deze
ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. De stad groeit, maar het aantal agenten blijft
gelijk. Ook de burgemeester heeft bij de presentatie van de cijfers met name zijn zorgen
geuit als het gaat om capaciteit — niet alleen bij de politie, maar ook bij het OM en ook bij
onze eigen handhavers. Onze eigen handhavers hebben natuurlijk de afgelopen jaren
meer taken moeten opnemen en steeds met minder mensen. Een voorbeeld daarvan is
het handhavingsoffensief Binnenstad, een belangrijk initiatief, maar dat gaat natuurlijk ten
koste van andere delen in de stad waar dat toezicht en die handhaving niet plaatsvindt.
Daarom het verzoek aan het college om middels de motie die net is aangekondigd door
mijn collega Paternotte in kaart te brengen hoeveel handhavers we nodig hebben voor
2017-2018 om er in ieder geval voor te kunnen zorgen dat de veiligheid en het toezicht in
de stad worden gewaarborgd. Deze vraag is niet nieuw; deze vraag is eerder ook al
gesteld. Die ging om middelen. Dus de vraag aan het college is of dit in kaart kan worden
gebracht zodat wij ons als raad erover kunnen buigen en er van onze kant aan zouden
kunnen bijdragen.
Daarnaast hebben we nog te maken met een ander probleem, want de politie zit,
zat, midden in een reorganisatie en dat heeft ons in Amsterdam onder andere van 31
politiebureaus naar 17 bureaus gebracht. Dat betekent dat de politie er in veel wijken niet
meer fysiek is. De publieksfunctie is daarmee verdwenen en het tekort aan agenten dat
daarmee samenhangt, is iets wat ons zorgen baart. Ook in het centrum hebben we recent
gezien dat toeristen aangeven dat ze steeds minder bereid zijn aangifte te doen, want ze
weten niet waar ze naartoe moeten. Het bureau is er immers niet. Een niet onbelangrijk
iemand, de korpschef zelf, de heer Akerboom, heeft recent gezegd dat de politie te ver is
doorgeslagen in centralisatie en efficiëntie en hij erkende zelf ook dat kleine wijkbureaus
die zijn gesloten, toch heel belangrijk blijken te zijn. Dat is onderschat. Hij zou daarnaar
opnieuw willen kijken. Dat is een kans, ook voor ons als stad. Daarbij willen we hem
helpen. Ook in onze stad zijn verschillende wijken iets kwetsbaarder geworden doordat
het bureau is verdwenen en daarmee ook de verankering van de politie in die wijk. Ik
noem een aantal voorbeelden. IJburg. IJburg heeft geen eigen politiebureau meer.
Sterker nog, het dichtstbijzijnde politiebureau is op de Balistraat, best een afstand. Een
wijk als Slotermeer en Geuzeveld zijn ook wijken waar de politie fysiek echt een
meerwaarde zou hebben. Ook bijvoorbeeld onze haven Westpoort, een plek die als het
gaat om ondermijning, een kwetsbare plek is. Daarom willen wij via een motie als raad
18
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
onze zorg uiten en het college vragen samen met de driehoek na te denken over hoe wij
richting de landelijke korpschef met een plan kunnen komen om ervoor te zorgen dat een
aantal van deze gebieden op de een of andere manier toch nog een plek krijgt waar je als
burger naar binnen kunt om aangifte te doen. Veiligheid is geen luxe. Veiligheid is een
basisrecht en daarvoor is geld nodig, politiebureaus en professionals.
(De heer KWINT: Een verhelderende vraag over uw motie. U wilt dat de
burgemeester in gesprek gaat met de landelijke korpschef. Zou dat dan
betekenen dat die met aantallen agenten zou moeten gaan schuiven
binnen het landelijke korps? Waar bent u precies naar op zoek?)
De vraag die ik heb, heeft niets te maken met politiecapaciteit, maar die heeft te
maken met de opmerking van de korpschef zelf. Die heeft aangegeven dat wijkbureaus
sluiten geen verstandige keuze was. Wat ik wil, is dat wij vanuit Amsterdam gaan
nadenken binnen de driehoek en met een plan komen richting korpschef om te zeggen
dat het ons verstandig lijkt wanneer in deze wijken iets van een wijkbureau terugkomt. Dat
heeft niet zo zeer iets te maken met capaciteit, maar veel meer met de fysieke plek van
een politiebureau.
(De heer KWINT: De SP is het hartstochtelijk eens met het verhaal dat de
heer Mbarki houdt over bureaus in de wijk, maar dat heeft natuurlijk wel
degelijk iets met capaciteit te maken. Als we daar alleen een bureau
openen en er zit niemand, dan kun je er nog steeds geen aangifte doen.
Dus erkent de heer Mbarki in ieder geval de relatie met politiecapaciteit?)
Jazeker. Als de heer Kwint goed had geluisterd, dan ben ik begonnen met het feit
dat de korpschef zelf heeft aangegeven dat hij vijfhonderd agenten tekortkomt. Ik hoef
daarover niet nog een keer in gesprek te gaan. Dat heeft de korpschef al geuit. De heer
Paternotte heeft dat ook al gezegd. Dat moet worden bepleit door Amsterdam en ik wil
daaraan toevoegen dat er naast de capaciteit ook wordt gekeken naar de politiebureaus
in de wijken.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik ben het helemaal eens met uw betoog, maar
wij hebben bij de Voorjaarsnota aangegeven dat we de wijkposten terug
zouden willen hebben in de wijken. Die motie heeft u niet gesteund. Ik ben
blij dat u nu op dit moment wel inziet dat het heel erg noodzakelijk is. Mijn
vraag is: denkt u dat we het kunnen gaan redden uw verzoek
gehonoreerd te krijgen?)
Ik reageer eigenlijk voornamelijk op de opmerking van de korpschef zelf die zelf
heeft aangegeven dat het een probleem is. Op basis daarvan denk ik dat het goed is als
Amsterdam daarop anticipeert en richting korpschef met een plan komt door te zeggen
graag met hem mee te denken over onze kwetsbare wijken. Ik ben het dus met u eens.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen.
37° Motie van de raadsleden Mbarki (PvdA) en Boomsma (CDA) over
gesloten politiebureaus (Gemeenteblad afd. 1, nr. 194)
Verzoekt het college:
-_om samen met driehoekpartners de zorgen rondom de gevolgen van sluiting
van politiebureaus in Amsterdam af te geven aan de leiding van de Nationale
Politie en de minister van Veiligheid en Justitie;
-__met een gezamenlijk plan te komen als driehoek waarbij een aantal gebieden
in de stad (opnieuw) worden voorzien van een politiebureau met een
19
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
publieksfunctie om daarmee ook de verankering van de politie in die wijken te
garanderen en dit plan voor te leggen aan de leiding van de Nationale Politie.
38° Motie van de raadsleden Mbarki (PvdA), Paternotte (D66) en Boomsma
(CDA) inzake handhavingscapaciteit (Meer handhaving) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 195)
Verzoekt het college:
- in kaart te brengen hoeveel extra handhavers nodig zijn in 2017 en 2018 om
binnen de huidige organisatie, prioriteiten en toekomstige ontwikkelingen het
toezicht en de handhaving in de stad te kunnen garanderen;
-__de raad hierover te informeren.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Politiecapaciteit. Ik ben er al eens eerder op
teruggekomen. De politie heeft een waanzinnig belangrijke taak in deze gemeente en in
het hele land. Ik ben ook trots op ons politieapparaat — laat ik dat even vooropzetten — en
elke Amsterdamse politieagent die zich dag in dag uit inzet voor de veiligheid in deze
stad. Als ze nodig zijn, dan komen ze. Ik kan daarvan allerlei voorbeelden geven, maar
daarover gaat het vandaag niet. Het gaat vandaag over de capaciteit van onze huidige
politie. Zaken blijven liggen. De druk op de politie neemt steeds meer toe, terwijl de
Amsterdammer aangifte wil doen, gehoord wil worden en wil dat de politie achter de
zaken aangaat. Dat blijkt nu niet altijd te lukken. Ik heb het al een keer eerder gezegd in
deze gemeenteraad en ik zeg het nu weer. Wat mij blijft verbazen, en ik werk in Zuidoost,
is de ongelooflijke hoeveelheid politiecapaciteit die omtrent voetbalwedstrijden wordt
ingezet. Dat is, als je het sec bekijkt, een feestje van een beursgenoteerd bedrijf waarin
mensen vele malen meer dan modaal geld verdienen en vele malen meer dan de
wethoudersnorm en de gemeenschap moet die rekening elke week of om de week
dragen. Derhalve heb ik een motie dat ik graag zou willen onderzoeken hoe we de
politiekosten dan wel capaciteit kunnen afwentelen op deze bv's. Dat zeg ik hier: ik vind
dat een club als Ajax gewoon moet betalen voor de politiecapaciteit en dat niet moet
afwentelen op de Amsterdammer.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
39° Motie van het raadslid Van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake de
actualiteit inzake het tekort van politiecapaciteit (Kosten afwentelen op organisatoren)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 196)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoe politiecapaciteit en/of kosten bij voetbalwedstrijden
kunnen worden afgewenteld op de organisatoren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kwint.
20
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De heer KWINT: Ik had het niet meer eens kunnen zijn met de oproep van de
korpschef recentelijk. Ja, er is zeker meer politie nodig in Amsterdam. Niet alleen in
Amsterdam trouwens. Burgemeester Aboutaleb zei ongeveer hetzelfde over Rotterdam.
En ik sprak onlangs een buurtagent uit het pittoreske Gennep en die is in zijn eentje
buurtagent voor 17.000 mensen. Ik kan u vertellen, dat is in de omgeving Gennep een
stuk groter gebied dan hier in Amsterdam. Ik ben vooral heel benieuwd of de
burgemeester een andere oplossing ziet dan dat er geld bij moet voor de politie. Ik vind
alle onderzoeksmoties en het doorgeven van zorg aan de Nationale Politie, ik vind het
allemaal even schitterend en fantastisch, maar als het antwoord dan is: ja, er moet meer
geld bij — ik zal het daarbij gepaard gaande stemadvies achterwege laten, maar ik
adviseer u toch even de veiligheidsparagraaf van mijn lieftallige partij te lezen, mocht u
nog zwevende kiezer zijn, hoewel ik inschat dat dat er in dit gebouw niet zo heel veel zijn
—is er dan een andere oplossing dan dat er meer geld bij moet? Ik ben het met de heer
Mbarki eens. De helft van de bureaus is deels gesloten. Met de plannen die nu
klaarliggen, verdwijnen er alleen maar meer agenten. Maar ik kan me ook voorstellen dat
het heel inefficiënt is om bureaus die net zijn gesloten, nu weer te openen. Dus hoe
verhouden die verschillende zaken zich tot elkaar? En hoe zinnig is het nu in kaart te
brengen hoeveel handhavers er bijkomen als we nog zo beperkt zicht hebben op wat er
met het veiligheidsbudget gaat gebeuren? Ja, we hebben de afgelopen jaren regelmatig
gaten die in de politiecapaciteit vielen, opgevuld met Handhaving. Handhaving heeft
steeds meer taken gekregen. Als wij nog niet weten hoeveel agenten er de komende
jaren bijkomen, dan kunnen we maar beperkt in kaart brengen hoeveel extra handhavers
er eventueel nodig zouden zijn om onze taken te gaan doen. Ik hoor het graag als ik het
fout heb.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Van der Laan voor
beantwoording van de vragen en een preadvies op de moties.
Burgemeester VAN DER LAAN: Ik dank de raadsleden voor de opmerkingen die
zijn gemaakt. Ik begreep dat de actualiteit ook haar aanleiding vindt in de wens om de
driehoek te steunen bij de gesignaleerde problematiek. Ik was niet in de
commissievergadering, maar dat is mij zo verteld. Ik geloof dat ik dat ook las in de
schriftelijke aanvraag van de actualiteit. Er is ontzettend veel over te vertellen. Wij hebben
als driehoek twee weken geleden een persconferentie gehad en in de driehoek gaat het
ook voor 80% over dit onderwerp als mijn herinnering mij niet in de steek laat. Maar
vandaag zal ik in het bestek van deze korte actualiteit niet al te veel kunnen vertellen. Wij
gaan er de komende maanden in de commissie natuurlijk veel over praten en ook in de
raad. Ik beperk me dus tot de vragen die zijn gesteld. Allereerst die van de heer
Paternotte. Die zegt: wij steunen de driehoek en hij heeft dan twee vragen. De eerste
verwijst naar de reactie die de driehoek een jaar geleden heeft gestuurd na de
expertmeeting naar aanleiding van weer die liquidatiegolf die de gemeenteraad had
gehouden. De heer Paternotte ziet een tegenstrijdigheid tussen het feit dat de driehoek en
met name de politiecommissaris toen heeft gezegd op de vraag of toen zaken bleven
liggen, dat dat eigenlijk alleen gold voor milieu- en fraudezaken en datgene wat er nu
wordt gezegd. 180 graden anders noemt hij het signaal dat we nu geven. Dat ben ik niet
met hem eens, omdat die liquidatie-expertmeeting toch wel heel nadrukkelijk als focus
had of de Amsterdamse politie en recherche het wel goed deden naar aanleiding van die
lange reeks liquidaties die er was geweest. We hebben een beetje woorden gehad over
de expertmeeting of dat zou kunnen bijdragen tot nieuwe inzichten die de politie zouden
21
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
kunnen helpen. Dat was erg gefocust op dat boek van de rechercheur die bij de
Amsterdamse politie had gewerkt en daar was weggegaan. En die heeft toen daarover
dat boek geschreven dat het de afgelopen vijftien jaar, maar nog vele jaren daarvoor al
wat langer terug, allemaal niet zo heel erg goed ging in de Amsterdamse recherche. Wat
er nu aan de orde is, is iets heel anders. Wat er nu aan de orde is, is niet of we die
liquidaties goed hebben aangepakt — en ik blijf nog steeds vinden dat we dat hebben. Nu
is aan de orde dat de stad er, sinds ik 6,5 jaar geleden burgemeester werd, 70.000
inwoners bij heeft. Dat is een stad als Assen. We zijn gegroeid van 12 miljoen toeristen
naar 17 miljoen toeristen in die periode. Dat er, toen ik burgemeester werd, 1500
restaurants waren en nu 2000. Ik kan echt een uur doorgaan met dit soort getallen. Het is
veel drukker in de stad en dat brengt veel meer noodzaak tot politieaanwezigheid en
politiecapaciteit met zich mee. Denkt u even aan de strafbare feiten waarop wij het als
stad altijd verliezen van elke andere stad in Nederland. Straatroof, dat is in Amsterdam
altijd hoger dan in Rotterdam. In de AD-veiligheidsmonitor zijn wij dan ook altijd — en dat
wordt in die hele dikke letters elk jaar weer verteld — de onveiligste stad van Nederland.
Maar het is niet zo moeilijk om een ongelooflijk aantal straatroven te hebben als je ook
een ongelooflijk groot aantal toeristen hebt in relatie tot die andere steden. Ik hoop
hiermee ook in te spelen op uw Amsterdams chauvinisme. Ik wind me er elk jaar weer
over op dat je op die manier als onveiligste stad staat geboekt, terwijl je dat helemaal niet
bent. Maar die toeristenaantallen geven kluifjes, om dus geweldscriminaliteit op los te
laten. En onder de groepen toeristen zitten overigens ook daders. Denkt u aan die
zwervende groep uit Oost-Europa.
(De heer PATERNOTTE: De burgemeester gaf aan dat wij anderhalf jaar
geleden woorden hadden over die expertmeeting die toen is geweest,
maar mijn vragen aan u gaan eigenlijk niet daarover. Die gaan over de
schriftelijke vragen die wij vorig jaar beantwoord hebben gekregen
aangaande politiecapaciteit. Waarop ik wijs, is dat nu de oud-
politiecommissaris zegt dat zaken blijven liggen en dat het soms ook om
zware criminaliteit gaat. En een jaar geleden kregen wij te horen dat er
zaken bleven liggen, maar dat het aleen ging om milieuzaken of
fraudezaken. Dus geen zware criminaliteit, geen geweldsdelicten. Mijn
vraag is daarom hoe dat kan en of er nu geweldsdelicten op de plank
blijven liggen.)
Ik was nog niet klaar met bij beantwoording. Mijn antwoord is dus nee. Er is geen
tegenstrijdigheid tussen wat wij u toen hebben verteld en wat de hoofdcommissaris nu
heeft verteld. Ik kom op dat punt van die geweldsdelicten. Ik probeer aan te geven dat we
te maken hebben met een enorm groeiende stad, zowel groei qua inwoners als groei qua
toeristen. Dat we te maken hebben met totaal nieuwe fenomenen. Ik vergelijk het maar
even met toen ik burgemeester werd. Wat denkt u? Radicalisering was toen nauwelijks
een fenomeen. Dat vraagt nu giga veel aandacht. En het andere grote, nieuwe fenomeen
dat zijn de vluchtelingenstromen waarvan de opvang en behandeling voor een heel groot
deel bij de politie terechtkomen. Heel veel nieuwe, algemene taken vanwege de groei van
de stad. Veel nieuw werk door radicalisering. Veel nieuw werk voor vluchtelingenstromen.
Dat zijn oorzaken waardoor de werkdruk zo is toegenomen. En nu over de geweldscijfers
en dan maak ik het antwoord af. Als u de cijfers ziet die wij twee jaar geleden hebben
gepresenteerd, dan ziet u juist dat het aantal geweldsdelicten in Amsterdam nog steeds
heel duidelijk afneemt. Zelfs meer nog dan het landelijk afneemt. Het is een landelijke
beweging, maar Amsterdam doet als grootste stad van Nederland met de grootste
problemen, heel druk en driftig mee aan die afname. Er is helemaal geen sprake van dat
22
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
er geweldszaken daardoor blijven liggen. Wij hebben ook nieuwe ambities. We willen met
de raad seksuele intimidatie aanpakken. Wij vinden het niet normaal dat mensen door
rood licht rijden en een pakkans hebben van bijna nul. Dat fietsen worden gestolen. Dat
zijn ook dingen waar we nu aan toe zijn en waar we gewoon vijf, zes jaar geleden niet aan
toe waren. Wij willen kunnen doorschakelen zonder dat we moeten zeggen: sorry, geen
capaciteit van de politie. Dus het is een veel fijnzinniger verhaal en het is niet een-op-een
dat wij vorig jaar niet goed zijn geïnformeerd door de hoofdcommissaris. Integendeel. Ik
wist niet dat het hier naartoe ging. Ik had gerekend op steun. Dat was immers de
aanleiding voor deze actualiteit. Ik zal het even goed op een rijtje zetten en toegespitst op
dat punt nog schriftelijk beantwoorden. Ik kijk er enorm van op dat u dat nu als vraag
heeft.
(De heer PATERNOTTE: U krijgt alle steun voor de oproep. Het is bij ons
gewoon verbazing en het zoeken naar geruststelling. Wat de
hoofdcommissaris nu zegt, dat er ook zaken van zware criminaliteit blijven
liggen, dat is wat hij zei op AT5. Vorig jaar waren we gerustgesteld door
de antwoorden die aangaven dat het juist niet zo is, dus dat
geweldsdelicten en zware criminaliteit niet op de plank blijven liggen
ondanks het capaciteitsprobleem. Ik begrijp nu van u dat geweldsdelicten
niet op de plank blijven liggen en los van het feit dat het überhaupt veiliger
wordt in Amsterdam, wat ook zo is, dan is dat voor ons een hele
geruststelling. Dat haalt dan ook de tegenstelling met de schriftelijke
vraag van vorig jaar weg.)
Ik ben blij dat u dat zegt. Ik zal nagaan wat er vorig jaar precies is gezegd en wat
wij vorig jaar precies hebben geschreven. Maar bij mij roept het verbazing op. Ik hoop dat
mijn verbazing terecht is.
Dan had u het punt van de randgemeenten in onze politieregio waar dan nog
wordt gehandhaafd op wiettelers. Wij zijn een politieregio en er zijn in onze regio zes
gemeenten met zes burgemeesters — wat op zich nog niet zo’n ramp is — met zes
gemeenteraden — wat zeker zo’n ramp nog niet is — maar die hebben allemaal wel iets te
vertellen over hun eigen gemeente. Ik vind het een beetje lastig, mijnheer Paternotte, om
vanuit de Amsterdamse gemeenteraad te zeggen dat ik in Aalsmeer of in Diemen moet
gaan vertellen dat wij het eigenlijk een beetje onzin vinden dat daar wordt gehandhaafd
op wietteeltzaken. Ik vind dat ook niet zo passen als voorzitter van de veiligheidsregio om
dat op grond van Amsterdamse belangen zo te doen. Ik wil u dus vragen na te denken
over nieuwe vormen van steun. Als dat de titel is voor deze actualiteit, dolgraag. En ik heb
die nodig.
Dan de heer Mbarki. Die begon met te zeggen dat de cijfers best een positief
beeld laten zien. Dat is ook zo. Waarvoor de hoofdcommissaris waarschuwt, is dat het
niet zo blijft met de zo snel groeiende stad en met wat er allemaal is gebeurd met de
Nationale Politie. Wij hebben over de gemeentelijke handhavers al heel vaak met de raad
gesproken. Er zijn allerlei zaken in onderzoek; die zijn ook toegezegd aan de raad. In de
sfeer van het college zijn verkenningen gedaan. Wij krijgen goed op een rijtje hoeveel
gemeentelijke handhavers er nodig zijn. Het is nu vanuit de politie ook nog eens duidelijk
gemaakt dat er capaciteit nodig is in de handhaving. Niet alleen de opsporing waarover ik
het met de heer Paternotte had, of radicalisering of die dingen, maar ook gewoon het
werk in het verkeer, de wijken, de kleinere dingen. En de samenwerking tussen gemeente
en politie. U zult daarover dus nader worden geïnformeerd. Dan eventjes over het punt
van de fysieke bureaus. Amsterdam heeft haar bijdrage geleverd aan die teruggang van
het aantal bureaus. Nu verwijst u naar de nieuwe Nationale Politiechef, de heer
23
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Akerboom, die heeft gezegd dat we daarin — ik zal het kort samenvatten — wat te ruig zijn
bezig geweest. En daarnaar moet misschien opnieuw worden gekeken. Daarbij zullen we
hem graag helpen. Ik heb afgelopen maandag nog een overleg gehad met de heer
Akerboom. De Amsterdamse politie en de Nationale Politie zijn op heel goede voet met
elkaar en ik evenzeer. Het is helemaal niet gek om dat te doen. Maar — nu komt de ‘maar’
— U bent nu erg gefixeerd op de bureaus waar aangifte kan worden gedaan. Bij de filosofie
van de robuuste basisteams — vreselijk jargon — was dat we de politie niet alleen in de
buurt willen hebben, maar ook op straat. Wat er met die teruggang van de bureaus naar
die zeventien is gebeurd, en mijnheer Mbarki, dat is vitaal voor de beoordeling en de
waardering van wat dat heeft bijgedragen aan de schaarste en de capaciteit waarover we
het nu hebben, om politiemensen in een auto te hebben of op straat, moeten ze niet op
een bureau zitten. Een politiebureau, als je dat een keer hebt, dan moet je de mensen
gelegenheid geven aangifte te doen. Dan moet je dit, dan moet je dat. Dan heb je allerlei
functies die je er meteen automatisch bij krijgt om een volwaardig politieteam te zijn. En
dan heb je ze — en dat is de conclusie — juist niet op straat. Dan zitten ze daar te wachten
op aangiftes die ’s avonds en ’s nachts niet komen. Dus zeg nu niet te snel dat we met
extra capaciteit weer nieuwe bureaus moeten gaan maken, want dan zou u wel eens heel
erg in de eigen voet kunnen schieten.
(De heer MBARKI: Volgens mij is dat niet precies wat ik heb gezegd.
Politiemensen hebben naast dat ze heel veel andere functies hebben, ook
een functie voor aangiftes. De politie heeft zelf in haar filosofie dat ze een
politie is die in de wijken zit met name in vredestijd. Daarbij hoort ook
fysieke aanwezigheid. Wat de burgemeester zegt, is natuurlijk iets wat
heel belangrijk is. Maar bent u het met mij eens dat op dit moment de
wijkagenten niet in de wijken zijn ook niet vanuit die robuuste teams
vanwege het capaciteitstekort en dat ze op de noodhulp worden ingezet?
Dan mis je echt een fysieke plek. Is de burgemeester dat met mij eens?)
Nee, het is te simpel. Met respect, maar dat is te simpel. Als u nu een beroep doet
op wat de heer Aalbersberg zegt om mij te motiveren met de heer Akerboom in gesprek te
gaan, dan mist u iets. Ik heb vier jaar lang gesproken met de heer Aalbersberg over of het
wel verstandig is om politiebureaus te sluiten. Hij had daar het voortouw en hij heeft mij
steeds gerustgesteld en ik vervolgens u, dat wij daar niet iets doms deden. Dus wij
moeten hierover gewoon doorpraten aan de hand van de precieze functies die in een
volledig politiebureau worden uitgevoerd en hoe je bijvoorbeeld zo’n binnenstadteam kunt
hebben waar je geen aangifte kunt doen, maar waarmee de buurt ongelooflijk blij is dat ze
twee keer zeventig handhavers hebben, zeventig van de politie, zeventig van de
gemeente. Maar het is geen volwaardig bureau. Het is dus geven wat nodig is en dat is
dus niet in Z'n algemeenheid bureaus. Dat probeer ik u te vertellen.
(De heer MBARKI: Volgens mij zitten we op een lijn, maar we praten een
beetje langs elkaar heen. Wat ik middels de motie wil, is dat we de
burgemeester steunen in zijn verhaal dat hij heeft richting korpschef. De
korpschef heeft natuurlijk zelf aangegeven dat het misschien niet slim is
geweest om zo ver door te slaan. Het gaat ons er niet zo zeer om een
politiebureau te heropenen, maar het gaat er wel om dat er een aantal
kwetsbare gebieden in de stad is — die heb ik net ook al genoemd: IJburg
—om te kijken in hoeverre daar wel iets aanwezig is dat naast het
robuuste team nog robuuster is. Dat kan een fysieke plek zijn, dat kan een
tijdelijk bureau zijn dat een aantal uren per dag is geopend, maar het kan
ook wat anders zijn. Is de burgemeester het met mij eens?)
24
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Dat laatste ben ik met u eens. U zei dat ik dat nog niet behandeld had en dat ben
ik helemaal met u eens. Een van de discussiepunten die ik met de hoofdcommissaris heb
en die ik rustig met u deel, is IJburg. Ik vind dat ik bij IJburg niet overtuigd ben door de
hoofdcommissaris dat daar aan het eind van het liedje voldoende is wat we daar willen
hebben. Dus dat is een vloeiend gesprek. En daarmee wil ik u dan geruststellen: dat staat
op mijn lijstje om met hem te bespreken. Maar, zeggen dat je hier een gebrek hebt in
politiecapaciteit, dat je hier sluiting van bureaus had en dat je ze dus nu opnieuw gaat
openen, dat rijtje, dat ontraad ik u. Dat is dan misschien langs elkaar heen praten, maar
dat moet dan maar een keer. Het is wel zo dat ik snap dat u zegt dat u nu wilt opschieten.
Nou, die informatie over de handhavers van de gemeente komt. Ik zeg tegen de heer
Kwint dat het natuurlijk zinnig is die uit te rekenen los van wat de politie levert. Dus het
gebeurt aan twee kanten van de streep. Een ding dat het een beetje ingewikkeld maakt:
toen de Nationale Politie begon, hebben wij gedacht van een aantal taken dat de politie
die zou laten liggen om zich meer te kunnen concentreren op de taken waarmee ze ons
een steun in de rug geeft en die wij dan zouden kunnen overnemen. Dus een wat
intelligentere manier van met elkaar samenwerken. Die ontwikkelingen hebben nog een
goede vlucht genomen, maar je moet natuurlijk praten over het totaal. Het totaal vanuit de
gemeentekant, het totaal van de politiemensen en de inhoudelijke taken die ze hebben en
dan zien waar de gaten vallen. Wij hebben nu gewaarschuwd voor gaten die gaan vallen.
En ik meen te begrijpen dat u zegt: ook van mij en mijn partij steun. Dat ging geloof ik
over het landelijke programma, maar u zit nog net een vergadering hier, maar ik neem
aan dat u bevoegd bent namens allebei dan te spreken. Ik wil dolgraag doorpraten met de
raad over die steun. Maar de moties van de heer Mbarki, met die van dat overleg ben ik
bezig en op die bureaus kom ik graag terug. Ik zou er nu echt niet mee zijn geholpen. Dat
punt van de handhavers, als ik het mag invullen als een ondersteuning van het beleid dat
we met u hebben afgesproken om dat op een rijtje te zetten, dus van die handhavers. Dan
komt dat eraan. Dus als ik die motie mag interpreteren als ondersteuning van het beleid,
dan heb ik daarmee natuurlijk geen enkel probleem.
De laatste spreker is de heer Van Lammeren die net als ik trots is op de politie in
Amsterdam en net als ik een aantal dingen heeft waarvoor hij altijd zal opkomen in het
leven. In dit geval is dat bij hem dat we ervoor moeten zorgen de kosten van de
politiebijstand bij Ajax te verhalen op Ajax. Dit gaat over mij en niet over u, maar ik ben de
grammofoonplaat. Ik ben een oude grammofoonplaat en ik heb mezelf nu zo vaak
opgezet dat ik wel ben uitgeluisterd. Dat gaat niet gebeuren onder het huidige gesternte.
Men wil dat landelijk niet. Dus als u onder het motto ‘ik moet de burgemeester steunen’
bent toegesneld, dat vraag ik u nog even door te denken hoe dat dan wel kan. Die steun
levert mij geen extra politiemensen op. Men gaat landelijk daarvoor geen andere
wetgeving maken. Daarover ging de motie. Ik vind dat politiek soms zelfs uit symbolen
moet bestaan, maar ik vind te blijven onderzoeken wat iets zou kunnen opleveren
waarvan je weet dat het niet gebeurt … U zult mij wel extreem slap vinden, maar ik vind
dat niet extreem slap.
(De heer VAN LAMMEREN: Nee, totaal niet. Het zal u verbazen. Dat
andere gesternte wordt vanavond geboren. Weet u wat we doen? We
trekken de motie in en ik neem uw uitnodiging aan om te gaan kijken hoe
we dit nu wel over het voetlicht kunnen krijgen zodat we niet een
beursgenoteerd bedrijf financieel blijven steunen waardoor gewone
Amsterdammers geen aangifte kunnen doen of waarbij hun aangiften niet
worden behandeld.)
Wat bedoelt u met beursgenoteerd bedrijf? Oh, het ging over Ajax. Serieus.
25
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De heer VAN LAMMEREN: Ja, het gaat natuurlijk over Ajax, het
beursgenoteerde Ajax waar mensen tot een miljoen of twee per jaar
verdienen en waar men in de raad van bestuur een half miljoen verdient
en waarbij de burger elke week weer betaalt aan de politiecapaciteit zodat
het bedrijf zo veel mogelijk winst kan maken. Over dat bedrijf heb ik het,
Ajax.)
Ik begrijp dat u heel blij bent dat ik u nog even vroeg dit toe te lichten.
De motie-Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 196) maakt geen deel meer
uit van de beraadslaging.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Ik constateer dat we kunnen gaan stemmen. Ik breng in
stemming de motie-Mbarki en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 194) en vervolgens de
motie-Mbarki, Paternotte en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 195). Het woord is aan
de heer Mbarki voor een stemverklaring.
De heer MBARKI (stemverklaring): Twee moties. De eerste motie is inderdaad
steun aan de burgemeester. Maar dat geldt eigenlijk ook voor de tweede motie. Ik ga die
wel in stemming brengen, want het is onze zorg als raad dat we eigenlijk in lijn met wat de
burgemeester wil, willen kijken in hoeverre we nog in bepaalde wijken iets fysieks kunnen
doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Paternotte voor een
stemverklaring.
De heer PATERNOTTE (stemverklaring): Wij volgen het advies van de
burgemeester bij de motie-Mbarki en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 194). Bij de
motie-Mbarki, Paternotte en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 195) zullen wij wel
vasthouden aan steun voor de motie.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 194).
De motie-Mbarki en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 194) wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki en Boomsma (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 194) is verworpen met de stemmen van GroenLinks, de PvdA, het CDA en de
Partij voor de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Mbarki, Paternotte en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 195).
De motie-Mbarki, Paternotte en Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 195) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
26
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Mbarki, Paternotte en Boomsma
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 195) is aangenomen met de stemmen van GroenLinks tegen.
7B
Actualiteit van de leden Yesilgöz-Zegerius, Boomsma, Groot Wassink, Paternotte,
Van Soest, Kwint, Moorman en Van Lammeren inzake de demonstraties van
Amsterdammers met een Turkse achtergrond van afgelopen weekend (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 192)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Yesilgöz-Zegerius.
Mevrouw YESILGÖZ-ZEGERIUS: Naar alle waarschijnlijkheid is dit een van mijn
laatste punten of mijn laatste punt. Wat had ik dan graag gehad dat het over krakers ging
en dat ik nog even met de heer Groot Wassink ruzie kon maken. Maar nee, het gaat over
de demonstraties van het afgelopen weekend die hier op gang kwamen naar aanleiding
van de Turkse ministers die meenden hier campagne te kunnen voeren.
Laat ik beginnen met zeggen dat ik geen enkele sympathie heb voor mensen,
voor in dit geval Nederlanders van Turkse komaf die zich drukker maken om wat er
gebeurt in een land hier ver vandaan waar ze twee weken per jaar komen dan om hun
leven hier en de samenleving hier om hen heen. Ik noem het Nederlanders van Turkse
komaf, maar kijkend naar hun gedrag en het deel waarover we het vandaag gaan hebben,
is het denk ik nog beter te stellen dat het Turken in Nederland zijn. Maar goed, het mag.
Je mag je drukker maken om iets wat hier ver vandaan gebeurt dan om wat er in je eigen
straat gebeurt of om de verkiezingen van vandaag. Het wordt wel een heel ander verhaal
op het moment dat je je vrijheden hier gaat misbruiken om vervolgens de politie en de ME
te bekogelen met stoeptegels, de boel te vernielen, andere Amsterdammers te bedreigen
en hen in hun vrijheid te beperken. Dan moet je wat de VVD betreft keihard worden
aangepakt. Ik ga heel snel over tot de vragen, maar ik wil eerst nog graag onderstrepen
dat ik zeer veel waardering heb voor de politie, voor de ME, voor het optreden in ieder
geval voor zover wij dat hebben kunnen aanschouwen. Er is volgens mij heel erg ingezet
op de-escaleren, op de boel beheersbaar te houden. Dus ik wil dat echt onderstrepen. Dat
hebben we met veel waardering aanschouwd.
De eerste vraag: Was deze demonstratie die in Amsterdam naar ik meen in West
begon — maar wellicht kan de burgemeester dat nog wat nauwkeuriger vertellen —
aangekondigd? Was hiervoor toestemming? De tweede vraag: Kan de burgemeester
ingaan op de arrestaties? Ik geloof dat er van de dertien verdachten inmiddels vijf zijn
gearresteerd. Hoe verloopt dat? Zijn alle verdachten in beeld? Zijn ze opgepakt, loopt dat
nog? De derde vraag: Er is heel veel schade. Wordt de schade verhaald op deze
mensen? Er zijn heel veel beelden beschikbaar, op social media overal. Het lijkt dat het
mogelijk moet zijn die mensen op te sporen. Wij zouden graag zien dat de schade wordt
verhaald. Liever niet over kale kippen beginnen, maar misschien over de scooters die we
in beslag kunnen nemen en andere zaken. Ik heb er wel ideeën bij. De vierde vraag: Wij
kregen vanuit verschillende kanten van Amsterdammers van zowel Turkse afkomst als
autochtonen verontrustende berichten. “Ik kijk uit mijn raam. Ik zie een demonstratie. Ik
zie overal de Grijzewolvengroet. Ik voel me hier heel erg ongemakkelijk bij.” Hoe gaan we
daarmee om in Amsterdam? Dat is de vraag die ik hier wil stellen. De burgemeester heeft
eerder een hakenkruis in een prullenbak, een afbeelding, een tekening, verboden omdat
dat zeer vervelende gedachten kon oproepen. Dat is het beschermingsbeginsel dat we
27
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
hier toen uitvoerig met elkaar hebben besproken. Geldt dat hier ook voor een
Grijzewolvengroet? Dat is een extreemrechtse organisatie. En zo niet, op basis van welke
analyse dan niet? Mijn laatste vraag is inmiddels bijna ingehaald door allerlei acties die
zojuist hebben plaatsgevonden, maar die gaat over een moskee in Amsterdam-Oost waar
een stembureau geopend is. Op het stembureau zijn onder andere ook Turkse vlaggen te
vinden, folders van Diyanet, het ministerie van Geloofszaken in Turkije. De Turkse radio
op de achtergrond. Wij maken ons zorgen over de neutraliteit. We hebben inmiddels
begrepen dat daar is ingegrepen. Kan de burgemeester nog ingaan op wat dat betekent
voor de stemmen die daar zijn uitgebracht en kan hij even de context schetsen voor zover
die nu beschikbaar is? Er is inmiddels ingegrepen, dus als dat later schriftelijk volgt, is dat
ook volledig te begrijpen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Dank aan mevrouw Yesilgöz-Zegerius voor de geweldige
samenwerking de afgelopen tijd. We gaan haar missen. De ontwikkelingen van de
afgelopen dagen zijn zeer verontrustend. Het kabinet heeft volgens mij verstandig
gehandeld tegenover een steeds repressiever, hysterischer en radicaler president
Erdogan. Die problemen concentreerden zich in de eerste plaats in Rotterdam, maar ook
in Amsterdam hebben we te maken gekregen met demonstraties die zijn ontspoord. Dus
ik ben ook benieuwd hoeveel arrestaties er zijn verricht. Ik sluit me aan bij de vraag van
mevrouw Yesilgöz-Zegerius dat het goed is te proberen die schade te verhalen. Worden
die pogingen nu inderdaad ondernomen? Ik ben ook benieuwd naar het staatsrecht van
het symbool van die Grijze wolven en hoe we daarmee nu omgaan. Het is enerzijds nodig
nu te proberen de gemoederen te bedaren en te de-escaleren, maar aan de andere kant
ook om grenzen te stellen aan wat wij wel en niet accepteren in ons land en in onze stad.
Het Turkse referendum is pas op 16 april, dus het risico dat er nog verdere rellen zullen
ontstaan, blijft natuurlijk op de loer liggen. Een vraag dan ook in brede zin: Wat kunnen wij
nu als stad doen om te voorkomen dat die rellen terugkeren en dat zaken verder
escaleren? Welke stappen kan de gemeente daarin nog zetten? Is bijvoorbeeld het
Draaiboek Vrede van enig nut daarbij? In hoeverre worden er nu gesprekken met
Nederlands-Turkse organisaties in Amsterdam gevoerd? Of zegt de burgemeester net als
bij de vorige discussie rond de Gülenscholen dat dit juist niet het moment is om die
gesprekken te voeren omdat nu de gemoederen zo hoog zijn opgelopen en dat we beter
kunnen afwachten? En dan is het natuurlijk ook nog de vraag in hoeverre we dan contact
hebben met organisaties die juist functioneren als een soort lange arm van die president
Erdogan. Moeten we dus oppassen dat we die figuren geen extra aandacht of status
geven die we ze niet zouden willen geven? En welke rol hebben die sleutelfiguren van
Turkse achtergrond in deze discussie? Wij krijgen signalen dat er sprake is van intimidatie
en bedreiging in de Nederlands-Turkse gemeenschap net als rondom die Gülenscholen.
Mensen die aangeven dat ze willen stemmen bij het referendum maar het willen
verwerpen, die krijgen toch te maken met zeer intimiderende reacties. Dat willen we
absoluut voorkomen. We willen in onze stad gewoon dat iedereen echt vrij is. We moeten
pal staan voor de vrijheid van alle Amsterdammers om hun mening te uiten. Is er
bijvoorbeeld al aangifte gedaan van dergelijke bedreiging of intimidatie rondom dit thema?
Bij de discussie over de Gülenscholen heeft de gemeenteraad een motie aangenomen
over de invloed van die lange arm van Ankara oftewel op welke manier die regering
invloed probeert uit te oefenen op de Nederlandse staatsburgers in onze stad. Een vraag
daarbij is in hoeverre de rellen die hier hebben plaatsgevonden ook zijn aangestuurd
28
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
vanuit die organisaties vanuit de Turkse regering. Zijn daarvoor aanwijzingen? We
hebben een antwoord gekregen over die motie op 6 december en daarin schreef de
burgemeester dat er een landelijk onderzoek liep naar deze lange arm. Inmiddels is dat
waarschijnlijk afgerond en kunnen we dat misschien een keer gaan bespreken. In die brief
las ik ook het idee om een expertmeeting te organiseren. Dat lijkt me ook een goed idee.
Tot slot roepen deze ontwikkelingen bredere en diepere vragen op over de integratie van
een deel van de Amsterdammers met een Turkse achtergrond. Ik denk dat niemand in de
zaal blij wordt als in Amsterdam geboren jongeren met Turkse vlaggen gaan zwaaien en
zich sterk identificeren met Erdogan en meer met Turkije dan met ons, hun eigen
Nederland. De Turkse regering probeert op dit moment bewust te provoceren, mensen op
te hitsen en verdeeldheid te zaaien. Wij moeten daar op de een of andere manier een
soort wenkend perspectief tegenover stellen. Er lijken allerlei complottheorieën te spelen
tegen het westen. Ik vraag me af hoe we die Amsterdammers met een Turkse
achtergrond in Nederland bereiken. Kunnen we daar op de een of andere manier nog
tegen optreden? Er moet een soort tegenbeweging op gang komen. We moeten gewoon
proberen te bereiken dat die identificatie met Turkije onder Amsterdammers met een
Turkse achtergrond op de een af andere manier toch wat zwakker wordt, terwijl de
identificatie met Nederland en Amsterdam gestaag sterker wordt. Dat proces lijkt op dit
moment onvoldoende plaats te vinden. Gemakkelijke oplossingen zijn er niet. Ik denk wel
dat het een hele belangrijke en urgente kwestie is om hier met elkaar te bespreken. Ik ben
benieuwd of anderen, of de burgemeester daarover nog suggesties heeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Laat het duidelijk zijn. Wij hebben natuurlijk ook wel
met enige verbazing gekeken naar datgene wat er in Rotterdam gebeurde. Maar ik ben
ook wel een beetje verbaasd door de bijdragen van de twee vorige sprekers die zorgen
hebben over hetgeen er in Amsterdam gebeurt. Dat viel volgens mij toch allemaal wel
mee. Ja, er was een demonstratie. Ik ben er nog even langs geweest. En die
demonstratie is op een gegeven moment op basis van de openbare orde beëindigd.
Volgens mij is dat ook weer niet op een dusdanige manier gegaan waar we ons enorm
zorgen over zouden moeten maken. Laat het duidelijk zijn. Ik heb helemaal niets met die
Erdogan. Die man is wat mij betreft een boef. Maar ook aanhangers van boeven hebben
elk recht om in deze stad te demonstreren. Dus ik heb het idee dat dit in die zin goed
gelopen is. Ik denk ook als we kijken naar het verschil met Rotterdam, dat we daarover
best tevreden mogen zijn. Natuurlijk baart het mij ook wel eens zorgen. Ik heb dezelfde
verontwaardiging als die de heer Boomsma net uitte over mensen uit de Turks-
Nederlandse gemeenschap met een dubbele loyaliteit. Die had ik dan toch wel vaker
verwacht. Want we hebben bijvoorbeeld nooit moeite met RMS-aanhangers als die met
vlaggen zwaaien. Surinaamse Nederlanders met Surinaamse vlaggen, daarmee hebben
we ook nooit moeite. Ik denk dat we moeten accepteren dat mensen meerdere loyaliteiten
hebben. Daarmee is an sich niets mis. Pas op het moment dat dat tot echte problemen
leidt en een afkeer, dan kun je daar misschien naar kijken. Laten we nu niet doen alsof er
een gemakkelijke oplossing is zoals het afnemen van een paspoort waarmee het CDA
maar al te graag loopt te zwaaien. Alsof dat iets verandert. Nee. Ik sluit af. Complimenten
dus voor de burgemeester. Dan heeft de heer Boomsma alle gelegenheid om mij nog een
vraag te stellen. Ik wilde eigenlijk vooral weten wat de burgemeester nu doet in de
overlegsfeer. We hebben na de staatsgreep in Turkije verschillende overleggen gehad.
29
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Volgens mij is het allerbelangrijkste dat wij de-escaleren. Ik wil gewoon van de
burgemeester een hele korte update van wat hij op dat vlak heeft gedaan.
(De heer BOOMSMA: Volgens mij heeft de burgemeester, hebben de
autoriteiten hier omtrent de demonstratie heel goed gehandeld. Maar ik
heb het gehad over een bredere problematiek die volgens mij hiermee
samenhangt. De heer Groot Wassink legt mij nu woorden in de mond. Hij
zegt dat ik verontwaardigd was over dubbele loyaliteit. Ik heb niet gezegd
dat ik verontwaardigd was en ik heb niet gezegd dat het ging om dubbele
loyaliteit. Ik heb wel aangegeven dat ik vermoedde dat de meeste mensen
in deze gemeenteraad het jammer en onwenselijk vinden — dat zijn de
woorden die ik heb gebruikt — als mensen die in Amsterdam zijn geboren,
zich sterker met Turkije identificeren en zeker met president Erdogan dan
met hun eigen stad en hun eigen land. Dat is op zich iets waarover wij het
zouden moeten hebben. Ik heb ook niet gezegd dat ik een simpele
oplossing heb. Dat heb ik nadrukkelijk gezegd. Maar ik leg het juist hier
als suggestie neer. Ik ben ook benieuwd of GroenLinks daarover dan ook
wat te zeggen heeft in plaats van alleen maar verwijten te maken.)
Vanzelfsprekend heb ik hierover iets te zeggen. Ik heb namelijk het woord
verontwaardiging helemaal niet gebruikt. Waarom het mij gaat, is dat u nu de suggestie
wekt dat er een hele grote groep Turkse Nederlanders is waar de loyaliteit misschien wel
meer in Turkije ligt. We hebben het hier over, wat zal het zijn geweest, tweehonderd,
driehonderd man — in ieder geval toen ik er langs kwam. Ik vind dat nogal een
stellingname. En ja, ik zie ook wel dat soms het hebben van meerdere loyaliteiten
problematisch kan zijn. Natuurlijk snap ik dat. Gemoederen kunnen dan hoog oplopen.
Maar ik vind de manier waarop u het aankaart, problematiseert, en dat u doet alsof het
hebben van meerdere loyaliteiten eigenlijk per definitie een probleem is, die suggestie
deel ik gewoon niet.
(De heer BOOMSMA: De heer Groot Wassink legt mij nu weer woorden
in de mond en ik heb juist geprobeerd mijn woorden heel zorgvuldig te
kiezen. Ik heb helemaal niet gezegd een hele grote groep. Ik wil hem dus
vragen welke woorden die ik heb gebruikt, welke termen, voor hem dan
zo aanstootgevend zijn. Ik wil juist gewoon een probleem op tafel leggen
en daarmee helemaal niet stigmatiseren of allerlei mensen wegzetten. Dat
is het laatste wat ik wil doen. Dat heb ik volgens mij ook niet gedaan. Zeg
dan waar ik volgens hem de fout in ben geschoten.)
Ik heb woorden als stigmatiserend ook helemaal niet gebruikt. Ik heb die op geen
enkel moment hier gebruikt. Ik stel alleen vast dat u zegt dat een groot deel van de raad
het misschien wel zorgwekkend vindt dat … Laat ik dan zeggen dat ik het niet per definitie
zorgwekkend vind. Ik ben er veel meer in geïnteresseerd wat we als gemeentebestuur
doen om mogelijke spanningen te laten afnemen. Dat is in het belang van de stad.
(De heer BOOMSMA: Daar vinden we elkaar denk ik wel redelijk. De heer
Paternotte zei daarnet ook al: Ik weet helemaal niet hoe dat zit met die
loyaliteit en of er inderdaad groepen Amsterdammers met een Turkse
achtergrond zijn die zich veel sterker met Turkije identificeren dan met
hun eigen stad. Hij is daar dan benieuwd naar. Is hij het dan met me eens
dat dat misschien iets is wat we nader moeten onderzoeken en moeten
bespreken?)
Ik heb toch het idee dat ik bij een andere vergadering ben, want ik heb de heer
Paternotte nog niets over dit onderwerp horen zeggen.
30
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Paternotte.
De heer PATERNOTTE: De heer Groot Wassink en ik worden wel vaker met
elkaar verward. Dat is me tijdens het flyeren bij deze campagne nog niet gebeurd. Het zou
zo maar kunnen. Op 2500 km van Amsterdam zit iemand die hard bezig is in Turkije een
dictatuur te vestigen. Dat is een ding. Maar als we zien dat zijn arm reikt tot in
Amsterdamse buurten met bizarre uitspraken en het opstoken van een volkshetze tegen
alles wat Nederlands is, bereikt hij een triest dieptepunt in de verhouding met ons land.
Waarom het ons hier gaat, is het feit dat dit onrust veroorzaakt in Amsterdam. Die
inmenging van buitenaf, die willen wij allemaal niet. Daarom zijn wij het ook eens met de
regering en bijvoorbeeld ook met de Rotterdamse burgemeester die daaraan in zijn stad
paal en perk stelt. Als we het hebben over Amsterdam, de spanning en de verdeeldheid,
dan zagen we die ook bij de demonstratie op Plein 40-45 afgelopen weekend. En ja, ook
mensen die een boef steunen, hebben demonstratierecht in Nederland. Dat is een
fantastisch recht net als de vrijheid van meningsuiting. Zolang je je aan de wet houdt en
het veilig is, mag dat. Het lijkt erop dat de burgemeester in lijn met dat principe heeft
gehandeld. De demonstratie eerst toestaan en toen de ME moest ingrijpen en dertien
man moest oppakken omdat er stenen naar de politie werden gegooid en de Hitlergroet
werd gebracht, toen is de demonstratie beëindigd. Mijn vraag is wel of de burgemeester
nog even kan toelichten wanneer hij nu precies heeft besloten de demonstratie te
verbieden en op basis van welke afweging. Het belangrijkste wat we volgens ons moeten
doen, is in Amsterdam staan voor de vrijheid, want in Amsterdam mag iedereen zichzelf
zijn. In Amsterdam heeft geen enkele dictator iets te zeggen. ledereen is individu. Omdat
een aantal Turkse Nederlanders het als een soort hooligans verpesten, gaan we niet alle
Turkse Nederlanders daarvoor verantwoordelijk houden. Mijn tweede vraag aan de
burgemeester is dan ook hoe de contacten nu zijn met de Turkse gemeenschap in
Amsterdam naar aanleiding van de onrust die afgelopen weekend ontstond door de
afgelaste bezoeken van Turkse ministers aan Nederland. Is er nog contact geweest? Is er
contact geweest na de demonstraties en is het Draaiboek Vrede in werking getreden? Zijn
er signalen uit naar voren gekomen? Ten slotte is het de vraag hoe wij ervoor zorgen dat
Turkse Amsterdammers zich Amsterdammer blijven voelen. Er zijn ook heel veel Turkse
Amsterdammers die komen bij scholen, in winkels, bij verenigingen die vorig jaar op een
van de Gülenlijsten zijn geplaatst. Uit die groepen hoor ik ook dat ze op social media
verantwoordelijk worden gehouden voor de acties van de Nederlandse regering door
mensen die zichzelf aanhanger noemen van Erdogan. Vorig jaar is inderdaad zoals de
heer Boomsma terecht zei op initiatief van het CDA hier afgesproken dat wij de lange arm
in kaart brengen. Ik vraag daarvoor graag aandacht en ik hoop dat wij het binnenkort
kunnen hebben over het resultaat van het onderzoek en over wat we daarmee kunnen
doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik heb twee korte vragen voor de burgemeester en dat is
met name of het mogelijk is de afweging te kunnen maken dat we geen toestemming
meer geven voor demonstraties tot aan 16 april op dit gebied.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik was al op weg naar het spreekgestoelte,
maar ik hoor gewoon niet goed. Vraagt u nu om een verbod op
demonstraties in Nederland?)
31
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Nee, ik vraag om een uitzondering voor dit soort demonstraties zoals die
afgelopen zaterdag en zondag zijn geweest in Nederland. Daarvoor moet toch een
vergunning worden aangevraagd, neem ik aan. Om de rust in Nederland terug te
brengen. En zodat we tot 16 april dat soort demonstraties niet meer toestaan.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik heb gelukkig straks nog mijn eigen
bijdrage, maar wat bedoelt u met dat soort demonstraties? Denkt u echt
dat wij het democratische grondrecht hier gaan verbeteren door het
afschaffen of verbieden van demonstraties? Is dat de mening van de
Partij van de Ouderen?)
Nee, mijn vraag is om de rust terug te brengen in Nederland om voorlopig te
kijken … Ik vraag aan de burgemeester of het mogelijk is dat soort demonstraties te
verbieden. Maar goed, we hebben de vrijheid van demonstratierecht en dat is voor
iedereen mogelijk. Ik vraag alleen maar aan de burgemeester of het mogelijk is dat soort
zaken te proberen te voorkomen.
(De heer VAN LAMMEREN: U vraagt dat niet zo maar. Ik kan niet anders
dan concluderen dat door de vraag te stellen of wij demonstraties kunnen
verbieden in deze stad, dat ook een kant is waarnaar u neigt. Ik wil nu al
zeggen dat ik mij daarvan verre zal werpen en me daartegen zal blijven
verzetten.)
Voor kennisgeving aangenomen. Ik hoorde op radio 1 — en dat wil ik ook graag
nog even van de burgemeester weten want dat is bij de vorige sprekers niet naar voren
gekomen — dat Nederlandse Turken die stelling nemen tegen Erdogan, worden bedreigd.
Dat was bij de scholieren in ieder geval. Die worden bedreigd omdat ze zich niet uitlaten
voor Erdogan. Mijn vraag aan u is of die geruchten bij u bekend zijn en in hoeverre er
aangifte is gedaan. Op de radio is wel gezegd dat mensen aangifte zouden gaan doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kwint.
De heer KWINT: Het is helaas niets nieuws. Wij weten al langere tijd dat wat er in
de Turkse politiek gebeurt, ook zijn weerslag heeft op de Turkse gemeenschap in
Amsterdam, hoe zeer ik dat ook betreur. Wel zou ik om te beginnen tegen mevrouw Van
Soest willen zeggen dat het mij een buitensporig slecht idee lijkt demonstraties te
verbieden. Ik bedoel, wij zijn Erdogan niet. Maar het blijft wel frustrerend om waar te
nemen dat er op het moment dat er via sommige organisaties met de vingers wordt
geknipt in Amsterdam mensen de straat op gaan om voor Erdogan te protesteren. Ik zou
tegen die mensen willen zeggen dat het prima is dat ze hier de straat op gaan om te
protesteren tegen een kabinetsbesluit, want dat is waarop de woede van een hoop
mensen zich richt, maar ik zou die mensen wel in overweging willen geven dat dat in ieder
geval een vrijheid is die je in Ankara niet hebt om de straat op te gaan om te protesteren
tegen een kabinetsbeleid.
Veel vragen zijn al gesteld. Dus heel kort. Zijn er vanuit de burgemeester al
gesprekken geweest met de Turkse gemeenschap? En dan ben ik vooral geïnteresseerd
in de gesprekken met organisaties die over het algemeen kunnen worden getypeerd als
enigszins nationalistisch georiënteerde organisaties en ik ben benieuwd naar wat voor
reacties daarop gekomen zijn. Zoals de burgemeester weet, is de SP sowieso nooit zo
enthousiast geweest over dit soort organisaties, maar als ze een keer het moment zouden
hebben om hun meerwaarde te bewijzen en om te laten zien dat ze woede kunnen
intomen, dan zou dat deze keer zijn. Ik ben heel benieuwd wat er uit die gesprekken is
gekomen.
32
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Eigenlijk zijn alle vragen al gesteld, dus die ga ik niet
herhalen. Ik ga ook niet herhalen dat een demonstratie altijd moet doorgaan. Een
demonstratie moet kunnen doorgaan, maar die moet worden gestopt als er geweld tegen
de politie wordt gebruikt. Vernielingen. Dat soort zaken. Maar vooraf een demonstratie
verbieden, dat is en kan niet de bedoeling zijn van deze gemeenteraad en ik hoop dat
mevrouw Van Soest haar woorden intrekt zo meteen en niet eens aan de burgemeester
wil vragen het te onderzoeken. U gaat daarvoor never, nooit, niet een meerderheid
krijgen. En gelukkig maar, zou ik zeggen.
Ik heb een andere vraag aan de burgemeester. U heeft ongetwijfeld contact met
de burgemeester van Rotterdam. Ik heb een simpele vraag en het doet een beetje pijn bij
deze Amsterdamse gemeenteraad, maar wilt U de complimenten overbrengen aan de
burgemeester van Rotterdam, de heer Aboutaleb, over zijn waanzinnig coole optreden?
Er had niets hoeven te gebeuren of het had anders kunnen aflopen. Ik denk dat dit een
heel goed voorbeeld is van hoe burgemeesters in geval van crisis in dit land moeten
optreden.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman.
Mevrouw MOORMAN: Als laatste wil ik zeggen dat wij het heel goed vinden dat
we dit met alle partijen bespreken, want dit is inderdaad iets wat de stad beroert. Het is
goed dat we hier met zijn allen gaan staan en zeggen, in ieder geval een grote
meerderheid, dat we pal voor de vrijheid staan. Pal voor de vrijheid om te demonstreren,
maar ook vooral pal voor onze Amsterdammers. Ik weet en ik wil dat hier echt
uitgesproken hebben, dat heel veel van onze Turkse Amsterdammers hier ongelooflijk
onder lijden. Er zijn mensen die allen over een kam scheren en net doen alsof de loyaliteit
van Turkse Amsterdammers alleen nog maar naar Ankara gaat en niet naar Amsterdam
en Nederland. Ik weet gewoon van heel veel mensen in mijn omgeving dat dat niet zo is
en dat we ons nooit mogen laten verleiden om ons dat te laten vertellen. Dat wil ik toch
wel even hier heel duidelijk hebben uitgesproken. En ik denk dat dat voor velen geldt hier
in deze gemeenteraad. Ik vind het heel mooi wat de heer Van Lammeren heeft gezegd
over burgemeester Aboutaleb. Ik ben het ook van harte met hem eens. Ik weet ook dat
onze burgemeester Van der Laan altijd pal heeft gestaan voor de samenbinding in deze
stad. Ik weet dat er altijd heel veel gesprekken met de verschillende gemeenschappen
worden gevoerd. Er zijn al veel vragen gesteld over hoe dat nu gaat. Ik ben ook
geïnteresseerd of dat nu geïntensiveerd wordt. Een laatste vraag die ik nog wil stellen en
die nog niet is gesteld. Wij zijn natuurlijk de hoofdstad en het is dan ook niet gek dat dit
soort demonstraties hier worden gevoerd. Ik ben wel benieuwd of dit een echte
Amsterdamse demonstratie was of dat u het idee had dat daar ook nog gewoon allemaal
andere mensen uit Nederland of misschien van elders zich hadden aangesloten.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Van der Laan.
Burgemeester VAN DER LAAN: Dank u wel, geachte raad, voor alle gemaakte
opmerkingen die ons in staat stellen om hier vanmiddag in de Amsterdamse raad over te
praten. Er is wel iets gebeurd de laatste week, de laatste weken. We hebben hier vind ik
heel goed gesproken over de toestanden na de staatsgreep toen we die kwestie hadden
33
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
met Gülenscholen of lijsten en alle problemen die er toen waren en waarbij grote groepen
Turkse Amsterdammers toch wel onder druk zijn gezet. Toen heb ik de raad beloofd niet
alleen onderzoek te doen naar de lange arm van Erdogan voor zover die hier actief was,
maar ik heb ook beloofd namens het college, dat het college altijd alles zou doen om
ervoor te zorgen, voor zover dat in ons vermogen ligt, dat die lange arm van Erdogan hier
niet zomaar zijn gang kan gaan. Vanuit die afspraak die wij met elkaar hadden, zijn we
ons hiermee al tien dagen geleden gaan bemoeien, want toen leek het al — en ik zal nu
niet de namen van de locaties benoemen — alsof er ook Turkse belangstelling was om
hier in grote locaties in Amsterdam manifestaties te organiseren en wij werden benaderd
door verhuurders van die organisaties. Om een lang verhaal kort te maken: in deze
situatie gaat het er natuurlijk altijd weer om hoe je onverdraagzaamheid kunt bestrijden
zonder zelf onverdraagzaam te worden. Wat we wel een gotspe kunnen noemen, is dat
Erdogan bij het referendum dat als inzet heeft een voorstel om hem meer macht te geven
en de burgers van Turkije minder rechten te geven ten opzichte van hem als president in
die hoedanigheid, dat hij daar steeds onder het motto van vrijheid van meningsuiting en
vrijheid van demonstratie tegenover de Nederlandse overheid kwam te staan. Een
overheid die nu juist een van de kampioenen is in de wereld voor het verdedigen van die
rechten, maar niet wil dat er op Nederlands grondgebied politiek wordt uitgeknokt, als ik
het even heel plat maar neutraal mag zeggen. Voor ons was het niet moeilijk wat we
vanuit de afspraak met de gemeenteraad moesten doen. We zijn ons samen met
Rotterdam gaan bemoeien met de voornemens die er waren om in Rotterdam en in
Amsterdam die bijeenkomsten te houden. Uiteindelijk is het daar in Rotterdam gekomen
tot die aanvaring. Daar is die Turkse minister van Familiezaken uit Duitsland naar het
consulaat in Rotterdam gereden. Toen zij op weg was vanuit Duitsland was nog niet
duidelijk of ze naar het consulaat in Rotterdam zou gaan dan wel naar het consulaat in
Amsterdam. Maar tot dat moment hadden we heel nauw met elkaar overleg hoe het Rijk,
Rotterdam en Amsterdam zo goed mogelijk samen konden optrekken. Het Rijk heeft een
kistje instrumenten. Dat heeft u gezien dit afgelopen weekend. En steden en
burgemeesters hebben een kistje instrumenten. We wilden dat goed op elkaar
afstemmen. Die mevrouw is afgeslagen naar het consulaat in Rotterdam. We wisten van
tevoren dat dat een keuze was die ze had. In de voorbereiding hebben we echt gelijk
opgelopen tot dat moment. In Rotterdam is er een fysiek verschil ten opzichte van
Amsterdam. Het consulaat in Rotterdam ligt aan een straatje dat je kunt afsluiten en het
consulaat in Amsterdam ligt aan het Museumplein. Het was voor mij natuurlijk duidelijk dat
geen Amsterdammer het zou begrijpen als de burgemeester het Museumplein zou
afsluiten in verband met het risico van een bijeenkomst vanuit een consulaat waar
misschien maar enkele tientallen mensen zouden staan. Ik vond dat niet Amsterdams en
ik had ook mijn juridische twijfels of dat zou kunnen binnen die situatie. Het is wel aardig
om u te vertellen dat dat dan niet betekent dat je dan zegt: nou, dan kunnen we niets. Het
Rijk deed natuurlijk zijn ding, maar wij hebben ook iets gedaan wat niet tot uitvoering is
gekomen want de minister sloeg af naar Rotterdam, maar waarover ik persoonlijk toch wel
een klein beetje tevreden ben. Ik vind het wel grappig om te vertellen. Openbare orde is
niet alleen iets juridisch, het is ook gewoon gewoon doen. Wat hier was opgevallen, is dat
het toch wel vrij absurd werd, al die dingen uit Ankara. Ons leek het gepast ons erop voor
te bereiden. Als de minister zou komen naar het consulaat op het Museumplein en daar
wilde gaan spreken vanuit het consulaat, dan had ik dat onmogelijk kunnen verbieden of
heel moeilijk kunnen verbieden, maar niets stond in de weg om daar in een minuut tijd
een heel groot podium te hebben opgebouwd met een videowall en een bus met het
schitterendste vuurwerk, ik heb het gezien, prachtige muziek, een schitterend
34
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Amsterdams filmpje. En ik denk dat iedereen blij was geweest dat het toch wel
harmonieus afloopt. Zo betreur je het nog dat die auto naar Rotterdam is afgeslagen.
Maar ik zal de complimenten overbrengen en in ieder geval vriendelijke woorden spreken.
Wij hebben dus het geluk gehad — je moet natuurlijk nuchter zijn, het was voor ons geluk
— dat die auto naar Rotterdam ging. ledereen doet het op zijn eigen manier. Een heilige
les. Er zijn twee lessen die ik al vaak met u heb gedeeld. Je praat als burgemeester nooit
over de maatregelen die je uiteindelijk hebt getroffen in het belang van de veiligheid.
Gewoon, om mensen niet wijzer te maken voor de keer daarna. Dat is een hoofdregel.
Dus daarover zeg ik niets. En het ander is dat je helemaal niets zegt over maatregelen die
een collega heeft getroffen. Niet in lovende zin, negligerende zin. Daarover moet je je
gewoon niet uitlaten. Ik zie mijn collega’s knikken. We dachten even: wat moeten we
daarop nu zeggen? Maar met veel steun van mijn collega-wethouders en loco’s is dit het
antwoord, mijnheer Van Lammeren en mevrouw Moorman, die dat ook ondersteunen.
Nu de concrete vragen die er nog liggen. Die kan ik dan hopelijk heel kort
afmaken. Mevrouw Yesilgöz-Zegerius, de demonstratie van maandag begon dacht ik op
het Bos en Lommerplein of het Mercatorplein en die ging naar de Dam, kwam terug op
Plein 40-45. Het is echt een rondje geweest. Ze zijn 's middags om 14.00 uur begonnen.
Het was een niet-aangemelde demonstratie. We hebben zo vaak niet-aangemelde
demonstraties. Zeg maar weer, op Z'n Amsterdams, dat moet kunnen. Ze moeten het
aardig in de benen hebben gehad, want ze hebben uiteindelijk tot 23.00 uur 's avonds
gelopen. Wethouder Van der Burg zal mij dankbaar zijn voor deze bijdrage aan de strijd
tegen obesitas. Ik heb pas om 18.30 uur ’s avonds gezegd: nu is het mooi geweest. Toen
werd het heel grimmig. Omdat ons hele peloton ME dat het hele weekend achter de hand
was gehouden, toen bij de ArenA was, hebben we gezegd: geef ze een uur de tijd en na
dat uur moet het in principe eindigen. Toen zijn ook een heleboel mensen weggegaan,
volgens mijn informatie. De groep is heel klein geworden. Later toch nog weer een beetje
uitgedijd. Ik geloof dat uiteindelijk om 22.30 uur is gezegd: en nou is het echt klaar. Dan
vind ik dat Amsterdam dat netjes heeft gedaan. Dank voor de complimenten aan de politie
die dat elke keer maar weer gewoon doet. Het is niet toevallig, hoor, ik zeg het hier wel
eens vaker, dat er in Amsterdam zo weinig mensen worden gearresteerd. Dat heeft ook te
maken met een soort incasseringsvermogen dat je terugverdient.
Dan een heel belangrijk punt van mevrouw Yesilgöz-Zegerius dat op dit moment
misschien in die moskee geflyerd zou worden, wat in het licht van de spanning heel slecht
is. Anderen hebben er ook naar verwezen. Ik geloof de heer Boomsma. Ik heb het
natuurlijk meteen laten nagaan, want ik wist het niet. Een geruststelling: er wordt niet
geflyerd. Het was een poster die er hing. Die hing op 4 m hoogte. Die heeft inhoudelijk
niets te maken met de Nederlandse verkiezingen, maar die wekt wel verwarring. Om die
reden heb ik gezegd: ik vind dat kiezers een stembureau moeten kunnen binnengaan en
dat iedere kans dat iets mensen in verwarring brengt of irriteert, dat onze neutrale
verkiezingen zouden kunnen worden gekaapt, ook al is dat feitelijk niet juist, maar als de
uiting dat risico in zich draagt, dan moet die uiting weg. Er was advies gevraagd van de
kiesraad die zei dat het strikt genomen niet in strijd was met wat dan ook, maar ik heb
toch de voorzitter van het stembureau laten vragen de poster weg te halen. Als ik het
goed begrijp, is die nu ook verwijderd. Er wordt nu gekeken in andere moskeeën. Het is
weer zo’n les dat we de volgende keer nog kritischer moeten zijn. U had gelijk, in relatie
tot de spanning die er op dit moment bestaat, kan gewoon een Turkse uiting al het idee
geven dat men ergens verkeerd binnen staat. Dat hoeft niet zo te zijn, maar dat willen we
zo niet. Dus dank voor die informatie. Daarop konden wij acteren.
35
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Mevrouw Yesilgöz-Zegerius, ik denk dat ik u een enorm plezier ga doen door het
eens een keer totaal oneens met u te zijn. Ik ga het anders zeggen. Ik stuur u naar Den
Haag. Ik mag u helemaal niet naar Den Haag sturen. Ik sta boven de partijen, maar wij
willen wel graag eens een keer dat u ophoudt ons lastig te vallen met die oproep
demonstranten te lijf te gaan met schadeclaims. Ik zou zeggen, maak een mooie wet als u
straks parlementariër bent, waarbij u dat op een haalbare en democratische manier — dat
ook graag een beetje — en op een juridisch correct uitgewerkte manier daar doet, maar
stop met ons erover lastig te vallen en ga anders uit de gemeenteraad. Dit zijn historische
woorden, maar ik geloof dat ik er net mee wegkom.
Mijnheer Boomsma, hetzelfde. Ik zal nagaan of er aangifte is gedaan. Ik heb die
cijfers nu niet, maar ik zal nagaan of dat zo is. Als dat zo is, dan zal ik in lijn met wat hier
is afgesproken in oktober of september in het Gülenverhaal daar achteraan gaan. Het
onderzoek is bijna gereed, dus u krijgt binnenkort bericht over de lange arm en over wat
wij dan verder doen.
Dan de heer Groot Wassink. Ik heb al zo veel gezegd over die demonstratie op
zondag, maar ik was wel blij met uw verhaal, omdat ik vond dat het een goed tegenwicht
bood met wat mevrouw Yesilgöz-Zegerius zei. In ieder geval heeft de combinatie van
verhalen mij weer laten zien dat iedereen in dit opzicht moet worden bediend. U ook in uw
principiële punt dat we niet een sfeer in de stad moeten hebben waarin demonstreren op
zichzelf een verkeerde zaak zou zijn.
Dat is ook meteen de sprong naar mevrouw Van Soest. Ik ben het dus niet met u
eens. U vraagt na te gaan of het mogelijk is tot 16 april demonstraties niet langer toe te
staan. U moet weten, in ons systeem sta ik nooit een demonstratie toe. Ik kan hooguit een
demonstratie verbieden. Dus het omgekeerde. Dat kan ik alleen als er bepaalde gronden
zijn. Kort gezegd: een demonstratie moet een bedreiging vormen voor de gezondheid,
voor het verkeer of er moet vrees zijn voor de openbare orde. Als een van die drie dingen
er niet is, dan kan ik de demonstratie niet verbieden. En dan komt het punt. Dat wil niet
zeggen dat je machteloos bent. Als je een demonstratie gewoon hebt, omdat je die niet
hebt verboden, maar je gaat de bocht uit, je begaat strafbare feiten door andere groepen
te beledigen of te discrimineren, antisemitische dingen of dingen tegen Marokkanen of
Palestijnen of welke vorm van discriminatie dan ook, dan kan ik optreden samen met de
Officier van Justitie. En eigenlijk op zijn gezag en op het Wetboek van Strafrecht. Dus ja,
iedere keer als er strafbare feiten zijn, moet mevrouw Van Soest denken: fijn dat er wordt
opgetreden. Maar ook ja, mijnheer Groot Wassink, u moet het fijn vinden dat we dat niet
aan de voorkant kunnen doen. We stellen onszelf in staat op het moment dat het zich
daadwerkelijk voordoet, om dan zichtbaar en direct op te treden. Maar we geven iedereen
de kans zijn demonstratieding te doen. Ik weet eigenlijk zeker dat u dat ook vindt. Dus u
moet mij niet vragen dat niet toe te staan, maar alert te zijn met de politie en het OM en in
te grijpen als dat nodig is. Ik denk dat we het daarover best wel eens zijn.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik wil nog even een toelichting geven. Het was
mijn bedoeling, omdat het zoveel onrust veroorzaakt, om te vragen of de
mogelijkheid bestond demonstraties eventueel te verbieden. Dat is de
intentie van mijn vraag.)
Ik hoop dat ik u naar behoren heb beantwoord. Dat is heel erg moeilijk zo niet
onmogelijk. Dat is ook niet erg, als we aan de achterkant maar goed opletten. Ik ben blij
dat u daarvoor begrip heeft.
Dan was ik bij de heer Paternotte. Ik heb al geantwoord op uw vraag wanneer is
besloten het te beëindigen. Dat was in eerste instantie om 18.30 uur: We gaan het
beëindigen. En uiteindelijk om 22.30 uur: en nu is het klaar. De contacten met de Turkse
36
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
gemeenschap zijn goed. Meteen al dat weekend hebben ambtenaren van mij overlegd
met vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap, diverse onderdelen daarvan.
Maandag heb ik met hen weer een vergadering gehad of we bijvoorbeeld het Draaiboek
Vrede in het werk moesten stellen. Zo ver is het niet, vinden wij. Maar we hebben
afgesproken dat ze ambtelijk doorgaan met die gesprekken en dat men signalen kan
geven als men dat ook bestuurlijk wil. Onze inschatting maandag was, en dat is die
eigenlijk nog wel meer geworden, dat dat gelukkig wel meevalt nu. We weten natuurlijk
niet wat er allemaal nog gebeurt. Laten we zeggen dat de heer Erdogan er niets aan doet.
Die grijpt in ieder geval alles aan om Nederlanders in beweging te krijgen, als ik het zo
mag zeggen.
(Mevrouw YESILGÖZ-ZEGERIUS: Volgens mij gaat de burgemeester de
volgorde van de sprekers af, dus ik wil heel even nog terugkomen bij de
vragen van mij die nog niet zijn beantwoord. De Grijzewolvengroet, de
extreemrechtse groet. Is het een idee om te onderzoeken of die wel of
niet in het kader van ons beschermingsbeginsel in onze stad toelaatbaar
zou zijn?)
Ik was er nog niet aan toegekomen, maar inderdaad, u had dat gevraagd. Het OM
heeft het uitgezocht en juridisch ligt het zo dat het uitbrengen van de Grijzewolvengroet,
een handgebaar, op zichzelf niet genoeg is voor strafbaarheid. Dat is ook afhankelijk van
een context, van omstandigheden. Ik zal u daarover een brief sturen welke dat precies
zijn. Die waren hier niet van toepassing. Dus er is wel naar gekeken.
Dan had de heer Paternotte ook nog een oproep gedaan om in lijn met wat we
eerder hadden besproken in de raad de Turkse Amsterdammers het gevoel van
bescherming te blijven geven. Dat is absoluut de inzet. Bescherming zeker ook tegen de
heer Erdogan die hen op nare wijze onder druk zet. Dus ja.
Dan had de heer Kwint nog de vraag of die gesprekken al waren geweest. Ik heb
uitgelegd dat dat ambtelijk al is gebeurd en dat we hier met zijn allen op die lange arm
blijven zitten. Verder is er nog geen heel concrete uitkomst, maar de gesprekken op
ambtelijk niveau blijven doorgaan.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik had ook gevraagd of de burgemeester kon
ingaan op de bedreigingen die werden geuit naar mensen. Als ze niet
deden wat de aanhang van Erdogan wil, zou dat worden doorgegeven
aan de kliklijn.)
Die vraag stond er nog. Ja. Ik heb daarvan geen kennis, maar ik ga het na. U had
het over scholieren, Nederlands-Turkse scholieren die waren bedreigd en dat is
uitgezonden op Radio 1. Ik laat nagaan wat dat is, of er aangifte is gedaan en ik kom er bij
u op terug.
Dan mevrouw Moorman. Een aantal dingen die u heeft gezegd, heb ik al
behandeld. U vroeg nog of het een Amsterdamse demonstratie was of een demonstratie
van verder weg. Ik weet niet anders dan dat het Amsterdammers waren maar ik kan niet
uitsluiten dat er mensen van buitenaf hebben meegedaan. Wij hebben niet het gevoel dat
we van buitenaf worden bestookt, aangevallen of wat dan ook. Ik hoop hiermee alle
vragen te hebben behandeld.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
37
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
7C
Actualiteit van het lid Groot Wassink inzake de verplaatsing van een groep
stadsnomaden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 191)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Groot Wassink.
De heer GROOT WASSINK: Wij hebben het hier over de stadsnomaden. Wat we
hiervan ook vinden, er zijn mensen die aan de rand van de samenleving willen leven; die
de marge zoeken en die dat wat GroenLinks betreft ook mogen. Voor ons is het belangrijk
dat de overheid moet zorgen voor basale voorzieningen. Voor een ruimte, voor water,
voor vuilnis ophalen, juist vanuit de gedachte dat ook deze mensen bij onze stad horen en
dat we moeten kijken hoe we hen een plek kunnen geven. Het beleid van de afgelopen
jaren is eigenlijk — en dat is niet een begrip dat ik gewoonlijk snel zal kiezen — een beleid
van containmentpolitiek geweest: het beheersbaar houden van hetgeen we zien. Dat is
ook prima. We hebben in deze containment ook het roulatiebeleid gehad en dat dus de
plek waar de stadsnomaden verblijven, rouleert door de stad om zo het draagvlak te
versterken. Dat is natuurlijk goed, maar dat werkt alleen als de plek waar ze naartoe
gaan, ook geschikt is. En wat ons betreft en wij hebben daarover ook informatie gekregen
en ik geloof dat ik de nieuwe locatie niet mag noemen, is de locatie die nu wordt beoogd,
te klein. Dat zou tot gevolg hebben dat niet alle mensen die nu op de huidige locatie
zitten, mee kunnen naar die nieuwe locatie. En er zijn ook andere risico's met betrekking
tot stroomaftap en dergelijke. En dat niet alleen wij daarover zorgen hebben, maar ook
bijvoorbeeld de politie en de brandweer. Mijn eerste vraag is dus eigenlijk: is de
burgemeester bekend met deze signalen en vooral, hoe kijkt de burgemeester hier nu
naar? Ik denk dat de burgemeester het met mij deelt dat het beleid dat werkt, alleen blijft
werken als we de hele groep daarin kunnen meenemen en als we voor de hele groep een
plek kunnen hebben. Dus vooralsnog, totdat de burgemeester mij misschien wel
geruststelt, zou voor de fractie van GroenLinks het enige antwoord zijn: Doe het niet. Zorg
dat er een nieuwe locatie wordt gevonden waarin alle stadsnomaden die we nu hebben,
gewoon mee kunnen. Als we de groep gaan opknippen, dan brengt dat risico’s met zich
mee. En misschien maakt dat het wel minder beheersbaar omdat er misschien mensen
achterblijven of niet. Dus het juist samen blijven van deze groep is wat ons betreft
belangrijk. Vind een nieuwe locatie. Ik weet dat er in Noord een locatie is waar ze eerder
hebben gestaan en waar je gemakkelijk voorzieningen kunt treffen. Die locatie is daarvoor
geschikt. Misschien is dat nog wel een optie. Ik snap dat het met stadsdelen een puzzel
oplevert wie dan de rekening moet betalen, maar dat vind ik echt van latere zorg. Ik vraag
de burgemeester als iemand die altijd oog heeft gehad voor deze groep: laten we nu
kijken naar een plek die veilig is, die ruimte biedt en die ook deze mensen in staat stelt
hun leven te leven zoals ze dat wensen. Tenzij de burgemeester mij geruststelt, heb ik
een motie die het college dat opdraagt.
De VOORZITTER: Ik wacht dan even met het voorlezen van het dictum. We gaan
eerst kijken of de burgemeester die geruststelling kan geven. Het woord is aan de
burgemeester voor beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie.
Burgemeester VAN DER LAAN: Mijnheer Groot Wassink, dank voor uw woorden
en fijn dat u meteen duidelijk maakt waarover we geen verschil hebben en waarover
38
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
misschien wel. We hebben dus geen verschil over het beleid van containment zoals u dat
noemt. Het beheersbaar houden mede door het rouleren. Dat is goed voor raadsleden die
de geschiedenis niet zo goed kennen als u die kent. Toen ik aantrad als burgemeester,
had de stad al vele jaren stadsnomaden zonder dat er enige vorm van gedoogbeleid was.
Er was geen gedoogbeleid, maar die nomaden waren er wel. Ik vond dat een beetje te
voorzichtig en als jurist vond ik dat ook niet goed. Aan de ene kant van het spectrum heb
je een vergunning. Dat wilde niemand. Ik ook niet. Aan de andere kant van het spectrum
heb je totaal niets. We hebben nu daar tussenin gekozen voor een gedogen op terreinen
die om de een of twee jaar kunnen wisselen. Op die manier houden we draagvlak voor
stadsnomaden in een stad als Amsterdam. Het heeft natuurlijk wel vaak overlast tot
gevolg. Maar dan spreiden we die overlast en dan kunnen we die als stad dragen. Dat is
wat er nu met deze stadsnomaden op zichzelf vrij goed gaat. Alleen, het is nu weer tijd
om te verkassen, want deze gedoogbeschikking liep af op 28 februari. Dan moet u ook
nog even weten dat ik een systeem heb waarbij de stadsdelen terreinen mogen
aandragen als ze het onderling eens worden op een aantal voorwaarden die de Centrale
stad stelt. Dan vind ik het prima. Dus ik let goed op de voorwaarden, maar niet op hoe dat
precies wordt ingevuld. Het is tussen hen best wel een dingetje elke keer. Je hebt niet
veel stadsdelen waar je veel ruimte hebt. Dat zijn Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Die
willen graag dat het niet altijd in hun stadsdeel terechtkomt omdat ze daar nu toevallig
veel ruimte hebben. Door het primair bij de stadsdeelvoorzitters te leggen, kan het zo zijn
dat de ‘rijkere’ stadsdelen bijvoorbeeld met financiële middelen of andere zaken kunnen
toeschieten om die drie stadsdelen die meer terrein hebben bij te springen. Dat is een
precair proces waarmee ik in principe heel blij ben. Dat is allemaal voorgeschiedenis en
context. Dan krijgen zij nu het signaal van dat andere terrein. En nu komt het punt. Het
terrein voldoet aan werkelijk alle eisen. De brandweer, iedereen is tevreden over die
locatie, maar niet de mensen die moeten verhuizen. Waardoor komt dat? Het is wat
kleiner dan het gebied waar ze nu zitten. Als mijn informatie klopt, en daar kom ik nog
even op, dan zou het daar best kunnen. Ze moeten wel wat inschikken. Ze krijgen
gewoon minder ruimte in de tijd dat ze daar dan zullen zitten. Maar het zou toch echt wel
moeten kunnen. Ik heb het al een keer teruggegeven met de zorgen aan de
stadsdeelvoorzitters, die toen met hetzelfde terrein toch weer terugkwamen en de
expliciete reactie zoals ik die nu gaf: Het zou toch echt wel moeten kunnen daar. Als ik u
al mijn informatie tot nu toe geef en meer heb ik ook niet, hoe zouden we dit dan moeten
oplossen? Ik wil best kijken naar of het werkelijk zo is dat het groot genoeg is, maar het
liefst zou ik het systeem in tact houden. Ik proef dat u dat ook helemaal niet wilt wijzigen.
(De heer GROOT WASSINK: Dat laatste klopt zeker. Ik snap heel goed
dat er voor dat systeem is gekozen. Hoewel, als het aan de fractie van
GroenLinks lag, dan zouden we misschien nog wel een systeem hebben
met wat langere perioden. Maar ik snap dat dat niet per se haalbaar is. Ik
zou wel echt met klem een beroep op u willen doen om nog eens een
keer te kijken. Ik kan u misschien straks nog wel buiten de orde van de
vergadering wat informatie geven, want ik heb echt wel aanleiding dat de
politie grote zorgen heeft en dat het niet alleen klein is, maar te klein. Ik
zou u willen vragen juist vanuit uw verantwoordelijkheid er nog eens heel
goed naar te kijken. Ik denk dat het echt verstandiger is het heel zeker te
weten dan dat er nu misschien een besluit wordt genomen waarvan we
achteraf met elkaar moeten concluderen dat het toch niet goed genoeg
is.)
39
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Ik stel voor dat ik u letterlijk mijn informatie geeft en dat u mij uw informatie geeft.
We overleggen even of dat overlapbaar lijkt of niet. Ik heb het besluit overigens al
genomen, maar als uw informatie mij overtuigt, dan trek ik dat terug. Als die mij niet
overtuigt, dan ga ik door. Dus dan moet u zelf even beslissen of u de motie in de lucht
houdt.
(De heer GROOT WASSINK: De vraag is of het dan zinvol is nu even te
schorsen als u zegt er wat langer voor nodig te hebben om de informatie
te verifiëren. Op zich denk ik dat de motie op een dusdanige manier is
geformuleerd, dat u daarmee ook weer niet zo veel moeite heeft. Dat zou
ervoor pleiten, ook gezien de tijd, om de motie wel degelijk in stemming te
brengen. Dat hoeft niet per se. Volgens mij willen we allebei vooral een
oplossing. En dan een oplossing die recht doet aan de zorgen die ik heb.)
(De VOORZITTER: Ik heb het gevoel dat u, als we even vijf minuten
schorsen, weet wat de beste zet zou zijn. Is dat een goed idee?)
Dat vind ik inderdaad een goed idee.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
40° Motie van de raadsleden Groot Wassink (GroenLinks) en Mbarki (PvdA)
inzake stadsnomaden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 197)
Besluit:
- draagt het college op in overleg met alle betrokkenen een locatie voor de
herhuisvesting van de stadsnomaden te vinden die groot genoeg en geschikt
is qua voorzieningen) voor alle stadsnomaden die op het huidige terrein
verblijven.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de burgemeester.
Burgemeester VAN DER LAAN: De heer Groot Wassink en ik hebben even
overlegd. Tussen hem en mij is op dit ogenblik niet helemaal duidelijk of de locatie voor
de groep die moet worden geherhuisvest daadwerkelijk te klein is dan wel dat men vindt
dat die te klein is en groter zou moeten worden aangeboden. Wij willen dat ophelderen.
De heer Groot Wassink sluit niet uit dat het met inschikken gewoon kan en ik sluit niet uit
dat hij gelijk heeft en het terrein daadwerkelijk te klein is en dat er — en dat zou dan een
oplossing kunnen vormen — elders een stuk bij moet voor een deel van de groep. Als op
dat punt nu geen eisen worden gesteld anders dan dat men een voldoende grote ruimte
heeft, eventueel met een ander terrein erbij, dan heb ik er geen bezwaar tegen dat u
onder dat gesternte de motie aanneemt en hij heeft er geen bezwaar tegen dat de
uitkomst van de motie dan kan zijn dat ik het huidige terrein toewijs. Dat is, dacht ik, wat
we hebben afgesproken. Dank voor de bereidheid.
40
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017
Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ik constateer dat we kunnen gaan stemmen. Het woord is aan
mevrouw Verheul voor een stemverklaring.
Mevrouw VERHEUL (stemverklaring): Onze fractie zal de motie niet steunen
omdat wij ervan uitgaan dat de burgemeester in overleg met de stadsdelen tot een
passende en vooral veilige oplossing zal komen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Peters voor een stemverklaring.
De heer PETERS (stemverklaring): Onze fractie zal de motie steunen om
dezelfde reden als mevrouw Verheul, namelijk dat wij ervan uitgaan dat we tot een goede
uitkomst komen.
Aan de orde is stemming over de motie-Groot Wassink en Mbarki (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 197)
De motie-Groot Wassink en Mbarki (Gemeenteblad afd. 1, nr. 197) wordt bij zitten
en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie Groot Wassink en Mbarki
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 197) is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, de Partij van de Ouderen, de SP, GroenLinks en de PvdA voor.
7D
Actualiteit van de leden Paternotte, Duijndam en Groot Wassink inzake
medicinale cannabis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 188)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Paternotte.
De heer PATERNOTTE: Onlangs sprak Jan Dijkstra de commissie Algemene
Zaken toe, een leukemiepatiënt die vertelde hoeveel baat hij heeft bij medicinaal gebruik
van cannabis. Zijn verhaal was eigenlijk heel overzichtelijk, want wiet heeft voor veel
patiënten een niet te onderschatten werking. De kennis over wat wel en niet werkt, is in de
huiskamers van patiënten maar ook in medisch onderzoek de afgelopen jaren flink
gegroeid. Patiënten die thuis kweken alleen voor zichzelf, hebben geen complete
plantage, lopen niet met spul over straat, verkopen het ook niet door. Ze hebben het
alleen zelf nodig. Zolang er in de apotheek geen afdoende aanbod is, bestaat er terecht
coulance voor deze thuistelers die voor velen dan weer niet genoeg is. Huisuitzetting
dreigt. Volgens ons moet er meer ruimte komen voor die thuistelers. De burgemeester
heeft zich al op lovenswaardige wijze ingespannen voor het lot van deze mensen, maar
uiteindelijk is dit iets wat in Den Haag moet gebeuren. Daarom dienen wij samen met SP,
GroenLinks, PvdA en de Partij voor de Dieren een motie in. Er is nu een landelijke wietwet
van mevrouw Bergkamp en daarmee is er een momentum op dit dossier. Als voorvechter
van een realistisch cannabisbeleid klinkt wat ons betreft een helder signaal waarmee we
ons aansluiten bij een aantal andere gemeenten die dat signaal ook al hebben afgegeven
en waarvan we hopen dat dat een rol zal spelen bij de besluitvorming die ervoor zorgt dat
het lot van deze patiënten een stukje beter wordt.
41
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
41° Motie van de raadsleden Paternotte (D66), Duijndam (SP), Groot Wassink
(GroenLinks), Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en Mbarki (PvdA) (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 198)
Verzoekt het college:
-_een brief te sturen aan het kabinet en de leden van de Eerste Kamer waarin
deze worden opgeroepen om in overleg met alle betrokkenen, waaronder de
farmaceutische industrie en zorgverzekeraars, met spoed tot een oplossing
van de problematiek te komen;
- ín deze brief de wens uit te spreken dat Amsterdam meer ruimte wil voor
thuisteelt ten behoeve van medicinale cannabis, in lijn met de initiatiefwet van
D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp en wietteelt te reguleren en het
amendement van GroenLinks-Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Duijndam.
Mevrouw DUIJNDAM: Ik heb een vraag aan de burgemeester. Een jaar geleden
oordeelde de rechter dat iemand thuis medicinale wiet mocht kweken. Dat was omdat er
geen andere mogelijkheid was om goede en voldoende cannabis te krijgen. Dit ging meer
om de vijf klanten die Amsterdam gedoogt. Ik vraag me af wat die uitspraak nu betekent
voor mensen die thuis wiet willen kweken.
De heer BOOMSMA: Het CDA is niet tegen medicinale cannabis, maar het vindt
wel dat het verstrekken daarvan zorgvuldig moet gebeuren en aan regels moet voldoen
volgens bevoegde instanties net zoals dat bij echte medicijnen het geval is. Je wilt de
werkzame bestandsdelen gebruiken. Je wilt voorkomen dat er vervuiling in zit. En je loopt
ook het risico op interferentie met andere medicijnen. Voor zover ik weet, wordt het
gebruik van medicinale cannabis niet beschouwd als rationele farmacotherapie en valt
daarom ook niet onder het basispakket van de Zorgverzekeringswet. Als dat op dit
moment het geval is, dan ga ik ervan uit dat de experts daarvoor goede redenen hebben.
Wij zijn daarom niet voor het stimuleren van die thuisteelt. Ik kan me wel voorstellen dat
het geen eerste prioriteit is van de politie om mensen die chronisch ziek zijn en een paar
plantjes thuis hebben, achterna te zitten. We zullen de motie dus niet steunen.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Van der Laan voor de
beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie.
Burgemeester VAN DER LAAN: Ik reageer eerst even op de heer Paternotte die
volgens mij namens de hele raad of bijna de gehele raad sprak. Hij zegt dat ik blij ben met
de genuanceerde motie. Het enige wat mij bij de motie te binnen schoot, was de vraag of
de indieners denken dat het positief uitwerkt als ik nog een brief stuur. Want wat voegt
mijn visie toe aan wat de raad uitspreekt? Dat is gewoon een oprechte vraag. Wordt dat
heel erg op prijs gesteld? Ik ben in ieder geval bereid dat te doen. Als het antwoord luidt:
“ja, daarover hebben we nagedacht en we denken dat het zin heeft”, dan kan ik de motie
positief preadviseren.
42
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De heer PATERNOTTE: De gedachte daarachter is wat wel eens eerder
met het manifest van de joint regulation gebeurt voor het meer algemene
vraagstuk van regulering van de wietteelt, dat uiteindelijk die druk van de
gemeente wel een discussie op gang heeft gebracht die heeft geleid tot
de oplossing van dit probleem. In lijn daarmee hopen we dat Amsterdam
actief van zich laat horen middels zo’n brief.)
Dan zeg ik toe dat ik dat doe. Het lijkt me helemaal geen probleem dat u dan
evengoed de motie aanneemt, want dan kan ik die bijvoegen als extra uitleg waarom ik de
brief schrijf. Dus dat is prima.
Dan de vraag van mevrouw Duijndam. Ik had een afspraak met die meneer over
wie dat vonnis ging. Ik moet eerlijk zeggen, ik ben ook een beetje moe, maar het had
natuurlijk een strafrechtelijk aspect. Moet het vijf zijn of mag het meer? En
bestuursrechtelijk: sluit ik het of niet. Dat doe ik dus liever niet. Maar ook civielrechtelijk.
Kan de Woningbouwcorporatie nog iets doen met die meneer? Ik zou eigenlijk het liefst
willen dat mijn voortreffelijke ambtenaar dat even op een briefje zet zodat u een precies
en juist antwoord krijgt. Als ik nu mag zeggen dat u dat volgende week heeft, dan is dat
hopelijk prima voor u.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Ik constateer dat we kunnen gaan stemmen. Zijn er leden met
een stemverklaring? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-Paternotte cum suis (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 198).
De motie-Paternotte cum suis (Gemeenteblad afd. 1, nr. 198) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Paternotte cum suis (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 198) is aangenomen met de stemmen van het CDA tegen.
Voorzitter: de heer Vroege
8
Instemmen met het besluit inzake toelaatbaarheid Volksinitiatief Bas Bewust
Beleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ik ben het eens met het besluit. Ik wil toch nog even
twee zinnen zeggen met betrekking tot dit volksinitiatief. Er is immers heel veel werk
verzet door deze mensen om het initiatief gestalte te geven en uiteindelijk hier in de raad
te laten landen. We hebben echter deze afspraken en daardoor is er een aantal gronden
om het initiatief niet door te laten. Wat ik tegen deze mensen wil zeggen, is dat het
initiatief zeker niet zinloos is en dat het dus niet voor niets is geweest omdat daadwerkelijk
de uitslag van het initiatief en de inzet van het initiatief wel degelijk gehoord zijn. Daarvoor
43
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
zal ik me ook hard maken dat we de geluidsnormen tot zo'n niveau moeten gaan
neerzetten dat het draaglijk is voor de omwonenden.
De VOORZITTER geeft het woord aan de burgemeester voor een reactie.
Burgemeester VAN DER LAAN: Het college is het niet eens met de heer Van
Lammeren. Ik zou hem willen geruststellen met de woorden dat dat voor hem niet erg is.
Het initiatief dat is gevraagd, is gevraagd door mensen met wie ik al geruime tijd, meer
dan een jaar, in goed overleg ben over de bastonen. Ik ben in overleg met de
evenementenorganisatoren en met __bewonersvertegenwoordigers over de
geluidsproductie bij evenementen en alles wat erbij komt kijken. Wij hebben in de zomer
een Evenementennota uitgebracht en in goed overleg met de raad vastgesteld waarbij
allerlei goede dingen — en met goed bedoel ik in die zin dat iedereen ervoor is — uit dat
overleg zijn geresulteerd die beleid worden. Er is een ding wat nog niet tot beleid kon
leiden en dat is nu juist die kwestie van die donkere tonen, die bastonen. Dat is eruit
losgemaakt omdat er heel veel meer technische expertise voor nodig was. Daar zijn wij
intussen over doorgegaan en we hebben daar, ik geloof twee maanden geleden, weer
een vervolgoverleg in de ambtswoning gehad met dezelfde mensen, met deskundigen.
Opnieuw is het gelukt stappen voorwaarts te maken, maar we zijn nog niet bij de finish.
Intussen, ik geloof een jaar geleden, is dit verzoek gedaan voor die volksraadpleging. Het
advies om dat als raad niet toe te staan, dat steunt het college uiteraard van harte om de
redenen die in het advies staan, namelijk dat het geen bevoegdheid van de raad is maar
van de burgemeester. Wat ik zelf nog veel belangrijker vind: omdat wij in goed en
harmonieus overleg zijn met alle dorpelingen die hierbij een belang hebben. Dus ik raad
de raad aan dat niet te verstoren. Het is echt zo dat hangende dat overleg en het elkaar
proberen te vinden met innovatieve en redelijke dingen zowel in de inhoud als in het
proces — en er zijn een miljoen dingen dus we kunnen gaan oplossen — dat is de weg die
we nu moeten volgen en niet moeten laten doorkruisen door dit initiatief. Ik vraag u dus
met klem het college te volgen.
(De heer VAN LAMMEREN: Meer voor de goede orde want dan heb ik
me waarschijnlijk niet goed uitgedrukt. Ik heb gezegd dat ik dit initiatief
niet wil laten doorgaan. En ik zeg alleen tegen de initiatiefnemers dat hun
inzet niet ongehoord zal zijn omdat we het wel gaan meenemen in de
locatieprofielen. Dus ik ben het gewoon eens met wat hier voorligt. We
zijn het volgens mij helemaal niet oneens. Dat wilde ik nog even zeggen.)
Nee. Maar nu snap ik ook beter uw verbazing. Het heeft geen zin te praten over
wie het eerst het recht heeft om verbaasd te worden waarover. Dan zijn we het eens.
Sorry voor het misverstand.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 181)
met algemene stemmen is aangenomen.
44
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De voordracht wordt met zitten en opstaan aangenomen; de raad neemt mitsdien
het besluit, vermeld onder nr. 181 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
9A
Actualiteit van de leden Boomsma, Van Lammeren en Van Soest inzake het
instellen van een ondergrens van 3,00% voor het canonpercentage voor de jaarlijks
geïndexeerde canon onder de AB2000 in gemeentelijke aanbiedingen voor bestaande
erfpachtrechten (Gemeenteblad afd. 1, nr. 189)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Erfpacht. Het blijft ons bezighouden. We hebben het
hierover in december gehad en kort in januari. Het CDA blijft erbij dat het invoeren van
een ondergrens van 3% voor de erfpachtcanon AB2000 niet wenselijk is. Het is altijd
gebruik en beleid geweest om dat canonpercentage te koppelen aan de rente op
langlopende staatsleningen. Die is nu inderdaad heel laag, maar om die dan in een keer
met 600% te verhogen naar 3%, dat vinden wij te ver gaan.
(De heer ERNSTING: Ik hoor de heer Boomsma al in zijn eerste zin
zeggen dat we het hierover al hebben gehad en dat we hierover al een
besluit hebben genomen. Waarom is dit nu in hemelsnaam een
actualiteit?)
Dit is een actualiteit omdat het iets is wat heel veel mensen in de stad raakt. We
hebben het hierover gehad. Maar het feit dat je iets hebt besproken, betekent nog niet dat
je het er daarna nooit meer over mag hebben. Volgens mij is dat niet de manier waarop
wij hier of waar dan ook politiek bedrijven.
(De heer ERNSTING: Klopt het niet dat we hierover al besluitvorming
hebben gehad? Dat u een motie heeft ingediend en dat uw motie geen
meerderheid had?)
Ik begon inderdaad met de woorden dat we het hierover al hebben gehad.
Nogmaals, dat is geen reden om het er niet nog een keer over te hebben. Het gaat er
uiteindelijk om wat we bereiken voor mensen in de stad.
(De heer ERNSTING: Gaat het dan usance worden bij het CDA om als
het zijn zin niet krijgt, het telkens opnieuw te agenderen per actualiteit?)
We hebben het hier wel over iets vrij uitzonderlijks. Misschien mag ik even mijn
verhaal afmaken? Het gaat hier over iets waarbij wij bijvoorbeeld als raad in 2014 met zijn
allen hebben gezegd: die 3% die toen is ingesteld voor nieuwe gevallen, dat gaan we niet
doen voor bestaande gevallen. Ik vind dat niet getuigen van een betrouwbare overheid
om dat nu opeens weer te gaan veranderen. In december hebben we het besproken.
Toen staakten de stemmen. Inmiddels zijn we weer een paar maanden verder. Dit gaat
per 1 juli in, dus we hebben nog tijd. Waarom zouden we, als we als raadsleden de
gelegenheid hebben om een besluit te verbeteren, die kans niet gewoon grijpen?
(De heer N.T. BAKKER: Vindt u het dan wel betrouwbaar om 15 januari
een motie in te dienen om dit te regelen en die vervolgens weer in te
trekken en te zeggen dat het geen zin meer heeft? Vindt u dat wel
betrouwbaar?)
Ja, op dat moment had het geen zin. Een besluit genomen, kijk, deze raad heeft
hierover geen besluit genomen. Dat was een van mijn punten. Toen ik dit in december
aankaartte, dat dit volgens mij een raadsbevoegdheid is en niet zomaar iets wat het
45
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
college zelfstandig kan doen. Daarover werden we het toen niet eens. Ik blijf erbij, de raad
heeft nog helemaal geen besluit hierover genomen. Daarom vind ik het absoluut terecht
het hier opnieuw te bespreken en opnieuw een poging te wagen.
(De heer N.T. BAKKER: Waarom heeft het dan nu wel zin? U herhaalt
zich telkens en dan trekt u uw motie weer in. Nu gaat u er weer over
praten. Wat heeft dat dan wel voor zin?)
Ik kan me voorstellen dat er allerlei onderwerpen zijn die belangrijk zijn voor de
SP. Als we het hier bijvoorbeeld hebben over de bouw van sociale huurwoningen of
armoedegelden, dat dan de SP bepaalde onderwerpen agendeert en daar geen
meerderheid krijgt voor de voorstellen van de SP of van andere partijen. En als de situatie
verandert, dan kan ik me voorstellen dat je dat opnieuw ter discussie stelt. Ja, de tijd
verstrijkt en ook meningen kunnen veranderen. De situatie kan veranderen. Ik vind het
buitengewoon terecht en ook niet meer dan normaal in een normaal politiek
besluitvormingsproces dat je dingen opnieuw ter discussie kunt stellen.
(De heer N.T. BAKKER: U vindt het dus prudent financieel beleid om met
dit soort actualiteiten zulke grote bedragen te reguleren?)
Nou, ik heb hierover de afgelopen maanden veel en diep nagedacht. Ik heb ook
allerlei mensen hierover gesproken. Experts. Ik heb me hierin volgens mij goed verdiept.
Dus ja, op dit moment kan ik zeggen dat het voorstel om het zo te gaan doen, het
resultaat is van een lange en diepe overdenking.
(Mevrouw MOORMAN: Ik complimenteer de heer Boomsma met zijn
vasthoudendheid, maar zou hij kunnen toelichten wat er nu precies is
veranderd in de situatie sinds de motie wel degelijk hier in stemming werd
gebracht, maar de stemmen staakten en u vervolgens de motie terugtrok?
Wat is er nu veranderd in die periode om dit nu als een activiteit weer
naar voren te brengen?)
Nogmaals, we zitten nu in een overgangsperiode van die 0,81%. Vanaf 1 juli
zouden we dan naar 3% gaan. Ik vind dat geen wenselijke sprong. Volgens mij hoeven
we dat ook niet te besluiten. En het is ook nog geen 1 juli. We zijn dus nog ruimschoots
op tijd om dit bij te sturen. Ik vind het eigenlijk een beetje merkwaardig dat alle partijen
puur over de procedure beginnen in plaats van met inhoudelijke argumenten te komen
over het wel of niet steunen van het collegevoorstel. Het gaat uiteindelijk om iets wat
mensen in de stad raakt en niet over de precieze procedure. In ieder geval lijkt mij dat van
ondergeschikt belang.
(Mevrouw MOORMAN: Daar gaat het namelijk juist wel om. Er zijn een
hele hoop beleidspunten van het college waarmee ik het absoluut niet
eens ben. Verkoop van sociale huurwoningen, hoe het gaat met
gemengde wijken. Kijk, als ik gewoon uw lijn volg, dan ga ik dat gewoon
elke vergadering als een actualiteit op de agenda zetten. Is dat dan de
manier waarop we hier gaan vergaderen? Dan kan ik u verzekeren dat
een vergadering ongeveer een week gaat duren per keer.)
Ik moedig ieder raadslid hier aan om wanneer ze een onderwerp hebben waarvan
ze denken dat ze hier het verschil kunnen maken, dat absoluut te agenderen.
(Mevrouw MOORMAN: Daar gaat het dus niet om. Het gaat erom dat u
keer op keer eenzelfde punt op de agenda wilt zetten en daarmee
gewoon eigenlijk iets in uw eigen richting wilt drukken. Ik vraag u dan wat
er nu precies veranderd is. We hebben hier wel degelijk een stemming
gehad. De stemmen staakten. Vervolgens heeft u die motie
teruggetrokken en nu brengt u het punt weer op de agenda. Wat is er nu
46
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
inhoudelijk sindsdien veranderd? U heeft nog steeds die vraag niet
beantwoord.)
Nee, wat u nog helemaal niet heeft aangegeven, mevrouw Moorman, is waarom
we het alleen maar over procedures zouden moeten hebben en niet over wat dit betekent
voor mensen in de stad. En wat er is veranderd tussen nu en de vorige keer toen de
stemmen staakten, dat zullen we misschien zo meteen wel merken.)
(Mevrouw MOORMAN: Helaas geeft de heer Boomsma mij gewoon geen
antwoord. Dat is vrij irritant, want op een gegeven moment ben je
inderdaad door je aantal interrupties heen en dan moeten we zo meteen
maar afwachten. Moet ik het u dan maar gewoon gaan vertellen? U heeft
gewoon net zo lang gewacht totdat u hier een meerderheid voor elkaar
kreeg en het op de agenda kon zetten. Het is toch eigenlijk heel bizar dat
je op die manier met elkaar politiek aan het voeren bent?)
Ik kan het toch echt niet als bizar bestempelen en ik kan me ook niet voorstellen
dat mevrouw Moorman zelf anders zou handelen als zij voor een voorstel waarvan ze er
echt van overtuigd is dat het beter is en dat het goed is dan wat het college voorstelt en
ze daarvoor een meerderheid heeft of zou kunnen hebben die er eerst misschien niet
was, ze dan zou zeggen: laten we het maar niet doen. Nee, ik kan me dat niet voorstellen.
(De heer ERNSTING: Ik concludeer dus dat er eigenlijk helemaal niets is
veranderd ten opzichte van het besluit twee maanden geleden behalve
één ding. Er is iemand die eerder tegen heeft gestemd en die gaat nu
voorstemmen en daarom bespreekt de heer Boomsma dit nu opnieuw in
de raad. Klopt dat?)
Ik heb nu trouwens een ander voorstel. Laat ik daar maar eens even mee
beginnen. Daar was ik nog niet aan toegekomen.
(De heer ERNSTING: Klopt het dat er inhoudelijk helemaal niets is
veranderd ten opzichte van twee maanden geleden?)
Wat bedoelt de heer Ernsting met inhoudelijk veranderd?
(De VOORZITTER: Een vraag beantwoorden met een vraag, dat is niet
toegestaan.)
Inhoudelijk veranderd, nee. Er is een collegevoorstel en dat collegevoorstel is niet
veranderd, maar ik ben niet het soort politicus dat zegt: de feiten kunnen veranderen maar
mijn mening zal nooit veranderen. Zo ben ik dus niet. Daarom heb ik nu, na rijp beraad,
een ander voorstel waarvan ik hoop dat het zo meteen een meerderheid haalt. Dat
voorstel wil ik hier dus even toelichten als u mij de gelegenheid geeft.
(De heer ERNSTING: Het gaat niet alleen over de procedure, het gaat
ook over hoe je met elkaar omgaat in deze raad. Mevrouw Moorman heeft
het net uitgebreid toegelicht. Volgens mij is er iets gebeurd waarbij er in
de wandelgangen iets is veranderd in de stemverhouding maar niet in de
inhoud van uw voorstel en ook niet in de inhoud van het collegestandpunt.
Klopt dat?)
Stel nu dat GroenLinks een voorstel heeft voor het opheffen van parkeerplaatsen
elders op een bepaalde plek, daarvoor op een gegeven moment geen meerderheid heeft
en als het wordt weggestemd — en dit is niet eens weggestemd, hè — dus stel dat dat
gebeurt, dan zou u nooit meer over parkeerplaatsen beginnen? Wat is dat nu voor onzin?
De feiten kunnen nu eenmaal veranderen. Ik heb hier een ander voorstel en dat ga ik nu
toelichten. Volgens mij moeten we ons allemaal focussen op wat belangrijk is voor de
burgers in deze stad.
47
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De heer N.T. BAKKER: Klopt het dat u in uw voorstel gewoon een cijfer
achter de komma heeft veranderd?)
Het collegevoorstel waarover we het hier hebben, gaat over een percentage. Dus
ja, dan heb ik het dus over een ander percentage. Maar het gaat natuurlijk ook om de
argumentatie achter die percentages. Daarover heb ik u trouwens nog helemaal niet
gehoord. Dat verbaast me ook de hele tijd. Maar goed, misschien kan ik dan nu in de
gelegenheid worden gesteld om toe te lichten wat ik nu voorstel.
(De heer N.T. BAKKER: Mag ik dan voorspellen dat die argumentatie
hetzelfde zal zijn van dat getal achter de komma en mag ik daarmee
concluderen dat u eigenlijk de vorm actualiteit gewoon misbruikt om
gewoon een cijfer achter de komma te veranderen? Voor de rest
verandert er helemaal niets. U wilt gewoon een andere meerderheid
creëren en u herhaalt gewoon datgene wat er in januari heeft
plaatsgevonden.)
Die voorspelling van de heer Bakker klopt niet. Er ligt hier een andere
argumentatie achter. Mijn bezwaar tegen het voorstel was dat ik vond dat de
onderbouwing ontbrak bij die 3%. De onderbouwing leek er alleen maar op gericht extra
inkomsten te genereren voor de gemeente. Die 3%, daar zouden we het naar toe tillen
want dan krijgt de gemeente nog meer inkomsten dan eerder verwacht. Dat vind ik op
zich geen goed argument. En ik vind dus dat we het op een andere manier moeten
benaderen.
(De heer ERNSTING: Waar haalt de heer Boomsma het vandaan dat het
alleen maar gaat om extra geld binnenharken?)
Dat ontleen ik aan de flap van de collegevoordracht.
(De heer ERNSTING: Klopt het dat in de flap staat dat het voorstel om
een ondergrens van 3% te hanteren voor het canonpercentage
budgetneutraal is?)
Ja, dat klopt. Budgetneutraal in de zin van wat de mogelijke, verwachte inkomsten
zouden kunnen zijn. Het gaat hier wel om lange prognoses. En we weten allemaal dat die
rente kan variëren. Die is op dit moment inderdaad erg laag. Blijkbaar was het altijd beleid
om uit te gaan van het rentepercentage. U bevestigt mijn punt dat het college er vooral op
gericht was de inkomsten van de gemeente veilig te stellen. Dat vind ik geen goed
argument voor het hanteren van een canonpercentage voor bestaande
erfpachtcontracten.
(Mevrouw MOORMAN: Echt even om heel duidelijk te zijn. U beschuldigt
de VVD en D66 en het college er dus van dat zij vooral geld willen
binnenharken. Dat zegt u toch net?)
Nee, ik constateer dat het voorstel van het college voor het instellen van een ondergrens
van 3% voornamelijk gefundeerd lijkt vanuit het belang om de inkomsten naar de
gemeente toe op peil te houden. Nou, dat vind ik een onvoldoende argumentatie. Dan
gaat het niet zo zeer om de VVD en D66, want die hebben de vorige keer al aangegeven
dat zij hierover ook vrij kritisch zijn. Ik vind, als je een percentage voor bestaande
contracten hanteert dat indruist tegen alle afspraken en al het staand beleid van deze
gemeente, dat je dan met een betere argumentatie zult moeten komen.
(Mevrouw MOORMAN: Ik ben blij dat ik de vraag heb gesteld, want u
nuanceert nu de woorden die u net sprak, namelijk niet zo veel mogelijk
geld binnenharken, maar op peil houden. Dat betekent dus de facto dat
uw voorstel zal betekenen dat het onder peil komt. Dat is nu eenmaal zo.
Dit is een lager percentage. Als in het collegevoorstel de inkomsten op
48
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
peil blijven, dan zullen bij uw voorstel de inkomsten dus lager dan dat
bedrag zijn.)
Mevrouw Moorman heeft hier een logica als een koe te pakken. Als de gemeente
minder inkomsten krijgt, dan heeft de gemeente minder inkomsten. Ja. Daarom doen wij
dit voorstel, ja.
(Mevrouw MOORMAN: Dan doet u dus het tegenovergestelde. Dan zegt
u dus: Het is prima dat er minder middelen zijn in de gemeentekas voor
allerlei voorzieningen in de stad, sociale voorzieningen, infrastructuur,
sociale huurwoningen, zorg etc. want het is niet nodig om de
gemeentefinanciën op peil te houden.)
Ik zou de linkse partijen willen verzoeken eens naar erfpacht te kijken niet alleen
vanuit de bril hoe kunnen wij zo veel mogelijk of in ieder geval heel veel inkomsten voor
de gemeente genereren, dus niet vanuit die economistische bril geld naar de gemeente,
maar vanuit een blik van rechtvaardigheid, betrouwbare overheid en wat goed is voor
deze stad. En dan kunnen wij daarover van mening verschillen, maar dan hoor ik graag
een inhoudelijke argumentatie. En die hoor ik steeds niet. Ik hoor alleen maar: oh, wat is
het erg dat de gemeente misschien iets minder geld binnenkrijgt. Dat vind ik jammer.
(Mevrouw MOORMAN: Nee, om elk misverstand te voorkomen: er zit hier
maar een linkse partij in de coalitie, de SP, en die is daar ook nog de
kleinste partij. Het zijn met name de VVD en D66, de wethouder
Financiën, de wethouder Grondzaken, die hier het voorstel doen en
daarin zeggen: de gemeentefinanciën op peil houden. Misschien hebben
ze daar zelf een economistische bril bij, dat wil ik aan hen laten. Dat kunt
u de linkse partij niet verwijten. Wij vinden het wel belangrijk dat de
gemeentefinanciën op peil blijven. Dat is niet zo veel mogelijk geld
binnenharken, maar op peil blijven zodat we een sociale, mooie stad zijn
net zoals ook de wethouders dat vinden. Wat is daarop uw reactie?)
Mijn reactie is dat we zeker moeten proberen om voldoende middelen als
gemeente te verkrijgen. Dat kan via de belastingen. Een deel daarvan is via erfpacht.
Alleen, dat is nooit het enige argument voor het hanteren van een bepaald
canonpercentage. Dat moet ook berusten op een inhoudelijke onderbouwing en dat moet
ook redelijk en rechtvaardig zijn tegenover onze privaatrechtelijke partners. Ik vind om
inhoudelijke redenen dit voorstel van het college nu niet zo goed en daarom doe ik een
ander voorstel. Misschien kan ik er eindelijk toe komen dat nu toe te lichten.
(De heer N.T. BAKKER: Mevrouw Moorman heeft duidelijk bij u
gedetecteerd dat u eigenlijk de gemeentelijke financiën niet op peil wilt
houden, maar dat u ze dus onder peil wilt gaan zetten. Aan wie geeft u
dan deze cadeautjes als we het hebben over conversie en wijziging? Het
is toch volstrekt duidelijk dat u bijvoorbeeld aan kantoorexploitanten of
hotelprojectontwikkelaars deze cadeautjes gaat geven? Dat kan toch niet
anders? Dat is toch uw werkelijke argumentatie? Dat u dat heel graag wilt,
dat u onderpeil wilt, dat u het peil van de gemeentebelastingen niet op peil
wilt houden maar het liefst cadeautjes wilt geven aan kantoorexploitanten
en hotelexploitanten. Dat is toch uw argumentatie?)
Wat is dat nu toch jammer dat de heer Bakker volhardt in zijn benadering puur
alleen vanuit een financieel kader. Ik zou juist verwachten van linkse partijen zoals de SP,
stevig verankerd in de samenleving, dat ze zou begrijpen dat dat nooit het enige argument
kan zijn, maar dat je ook moet kijken naar wat de gevolgen zijn voor individuele
Amsterdammers. Daarover zou ik ze zo graag eens willen horen. Inderdaad, als we dit
49
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
voorstel aannemen in deze gemeenteraad, dan zal dat leiden tot iets minder inkomsten
voor de gemeente. Ja. Dat is volgens mij heel goed te rechtvaardigen.
(De heer N.T. BAKKER: Dan is nu duidelijk hoe de heer Boomsma in
elkaar steekt. Eerst verwijt hij de linkse partijen economisme, maar nu
gaat hij zeggen: u moet niet alleen vanuit een financieel kader denken
maar ook aan andere belangen. Dus u maakt het verwijt, maar u past zelf
dat verwijt op uw eigen betoog toe. Nogmaals, u wilt de
gemeentebelastingen niet op peil houden. U wilt op onderpeil gaan zitten
en u wilt cadeautjes geven aan kantoorexploitanten en hotelexploitanten.
Dat is uw werkelijke argumentatie. En als u het daarmee niet eens bent,
dan bedrijft U economisme van de bovenste plank.)
Misschien kan iemand na de vergadering de heer Bakker uitleggen dat erfpacht
geen belasting is. Los daarvan, nee. Ik probeer nu juist voortdurend argumenten aan te
dragen voor het gegeven dat het niet alleen moet gaan over het doel van het genereren
van inkomsten voor de gemeente, maar dat we moeten kijken naar inhoudelijke en
onderbouwde argumenten voor welk canonpercentage we hanteren. Dat heeft deze
gemeente trouwens ook altijd gedaan, want we hebben altijd gezegd als gemeente: we
relateren dat canonpercentage aan de rente op langlopende staatsleningen. Dat vond
men rechtvaardig. Dat is een soort rendementseis. We weten dat erfpacht iets
langlopends is en dat het gaat om grond. Nu is die inderdaad heel laag. Daarom moeten
we misschien ingrijpen, want het zou een slechte zaak zijn als dat canonpercentage echt
daalt tot nul. Ik vind dat er inderdaad een vergoeding tegenover mag staan voor het
gebruik van de grond. Dus dat zouden we inderdaad volgens mij moeten vermijden. Ik
vind het niet gek dat er wordt nagedacht over een minimum. Alleen, ik vind dat er geen
onderbouwing is voor die 3%.
(De heer N.T. BAKKER: Maar als u dan die argumentatie zo belangrijk
vindt, waarom zijn uw getallen dan niet op orde? Ik kan u nu al
voorspellen dat u met de vorige motie 1,9% als ondergrens gebruikte en
nu gaat u een ander getal gebruiken. Dat heeft u al verklapt. Waarom
heeft u daarvoor geen onderbouwing?)
De heer Bakker weet natuurlijk dat wij de vorige keer samen met de Partij van de
Ouderen hebben voorgesteld een minimumpercentage van 1% in te stellen. Dat is ook
wat verschillende experts hebben aangewezen. Dus ook de Grondwaardecommissie nota
bene heeft het gehad over een ondergrens van 1% en een maximum van 3%, terwijl het
college nu heeft gekozen voor een minimum van 3%. Nou, daarbij heb ik zo mijn
vraagtekens. Dat heeft het toen niet gehaald. Ja, politiek is onderhandelen. Het is het
afwegen van belangen. Toen zijn we inderdaad op verzoek van de heer Van Osselaer tot
die 1,93% gekomen. De onderbouwing daarvan was dat dat het percentage was dat gold
in 2014 toen erfpachters is beloofd onder andere door de heer Bakker dat die 3% niet zou
gaan gelden voor bestaande gevallen. Nu, dat is nog altijd een onderbouwing waarover je
van mening kunt verschillen. Mijn voorstel nu is het te koppelen aan de gemiddelde rente
over de langlopende schulden van de gemeente Amsterdam zelf, inderdaad vanuit de
gedachte dat we niet willen dat de gemeente Amsterdam er geld op verliest. In de
Begroting 2017 stond 1,6%. Dat is een conservatieve schatting. In de begrotingen worden
die altijd conservatief geschat. Dus ik denk dat het te billijken is dat nu als een ondergrens
te hanteren. En als u mij toestaat, voorzitter, dien ik hierbij de motie in, mede namens
mevrouw Van Soest en de heer Van Lammeren.
(Mevrouw MOORMAN: U praat steeds over iets heen wat heel erg terecht
door de heer Bakker wordt opgemerkt. Kijk, u heeft het steeds over die
50
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
particuliere eigenaren. En daarover hebben we het vaak. Eigenlijk wil
niemand in de gemeenteraad die mensen op kosten jagen. Maar wat u
doet, is vooral van ontzettend groot effect op de commerciële eigenaren.
Als je een hotel vergroot of een kantoorpand vergroot en je komt daardoor
in een wijziging, dan kom je dus ook ineens in dat lage rentepercentage.
Dat is toch zo?)
Dit geldt zowel voor commerciële partijen als voor woningen, maar dit geldt
allemaal voor mensen met een bestaand contract die dus op grond van de bestaande
praktijk uit konden gaan van het beleid van de gemeente om die te koppelen aan de rente
op langlopende staatsleningen. Ja, maar wie hier precies wat aan heeft, dat geldt voor
beide partijen. Hopelijk, en dat zeg ik dan ook maar even, wordt het uiteindelijk wat
minder relevant omdat we tot een hernieuwing van het erfpachtstelsel komen waarin we
ons allemaal kunnen vinden en waarbij we dan overstappen op AB2016 en dan zijn deze
discussies over AB2000 misschien verleden tijd. Maar tot we daar zijn, denk ik dat het
belangrijk is om dit wel te doen.
(Mevrouw MOORMAN: Ja, ja, maar dat maar even duidelijk is welke
belangen u hier precies dient. Kijk, je hebt als commercieel eigenaar een
canonpercentage van 6%. Dat komt regelmatig voor. Dat is helemaal niet
zo gek. En je gaat je hotel nog even vergroten. En dan ga je dus naar een
canonpercentage in ieder geval van 1,6%. Dat is dus het belang dat u
dient.)
Misschien kan mevrouw Moorman zich ook eens afvragen wat er gebeurt als ook
commerciële partijen bijvoorbeeld experts en taxateurs inschakelen omdat ze het niet
eens zijn met het aanbod van de gemeente en welk percentage die dan zouden hanteren.
(Mevrouw MOORMAN: Dat recht hebben ze natuurlijk, maar wat ik
gewoon niet begrijp, is dat het CDA, de Christen Democratische Partij,
hier ontzettend aan het pleiten is voor de belangen van investeerders die
ontzettend profiteren van de stad. Ik vind het dan ook vals dat u net doet
of het is voor de woningeigenaren die hiervan veel minder profiteren dan
de grote investeerders in de stad.)
Mevrouw Moorman vindt dit vals. Maar op dit moment betalen die commerciële
partijen een percentage van 0,81%. Dat is de helft van wat wij voorstellen. Dus waarom
heeft zij dan niet maanden geleden al aan de bel getrokken over deze schandalige actie?
Ik bedoel, ik moet dat toch echt allemaal met een korreltje zout nemen. Wij doen dit omdat
wij geloven dat dit een betere onderbouwing is en dat het beter is voor de stad.
(De heer ERNSTING: Ik begrijp dat de heer Boomsma een amendement
of een motie indient waarin hij zegt: eigenlijk willen we dat de gemeente
geen geld verdient op erfpachtinkomsten. Nu worden met
erfpachtinkomsten natuurlijk allerlei belangrijke dingen gefinancierd voor
alle Amsterdammers. Investeringen in onderwijs, die komen allemaal uit
de algemene middelen. Investeringen in groen, in gebiedsuitbreiding, in
culturele gebouwen en ga zo maar door. Heeft de heer Boomsma al
uitgerekend wat zijn motie de gemeenschap gaat kosten en heeft hij
daarvoor ook een dekking? Wat moet de gemeente laten om dit allemaal
te kunnen betalen?)
De heer Ernsting heeft de motie niet goed begrepen of iets anders niet, want het
betekent natuurlijk helemaal niet dat we niet willen dat er erfpachtinkomsten komen. Ik
heb net al heel duidelijk gezegd dat we vinden dat er een vergoeding moet zijn op het
gebruik van de grond. Ik heb alleen geprobeerd aan te tonen dat ik een minimum van 3%
51
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
niet redelijk vind. Wat betreft de financiële gevolgen, daarvan is een soort schatting
gemaakt in de collegevoordracht. Daarvan heeft hij ook kennis kunnen nemen. Overigens
gaat het dan om gevolgen die vooral voor 2020 gelden. Volgens mij gaat het dan om
minder meerinkomsten. Het is ook maar hoe je het bekijkt, want al die dingen zijn nog
helemaal niet opgenomen in de begroting. Ik hoop dus nog steeds, en daarmee wil ik
eigenlijk afsluiten, dat we tegen die tijd een veel beter functionerend erfpachtstelsel
hebben onder AB2016.
(De heer ERNSTING: U doet er heel gemakkelijk over, mijnheer
Boomsma. Het is pas vanaf 2020. Maar het gaat om structureel
1,5 miljoen tot 2 miljoen euro volgens mij. Dat is dan ook alvast een vraag
richting wethouder Financiën. Klopt het dat hiermee een gat in de
begroting in de toekomst wordt geslagen?)
Ik constateer dat de heer Ernsting heel makkelijk doet over het op kosten jagen
van erfpachters.
(De heer N.T. BAKKER: U had het net over een korreltje zout. U had het
over die deskundigenpraktijk, 0,81% dat nu wordt betaald. Dat was nu
juist de reden van dit stuk. 3%. Zodat die percentages niet naar beneden
gaan. En dan komt u heel gratuit de ene maand met 1,9%, dan 1,6%. Ik
heb nog geen enkele argumentatie van u gehoord. Het enige wat u
interessant vindt in dit proces, is dat er een aantal partijen zoals
hotelexploitanten en kantooreigenaren een cadeautje krijgen. Dat is uw
enige argumentatie. Anders kan ik het niet begrijpen. Als die 3% er is, dan
verandert er pas iets, want dan houd je het op peil. Maar u heeft geen
peil. U wilt het peil alleen maar naar beneden brengen.)
Moet ik nu concluderen dat de heer Bakker denkt dat erfpacht alleen geldt voor
commerciële partijen? Ik zou het jammer vinden als dat zo was. Dat is waar.
(De heer N.T. BAKKER: Op het moment dat in het stuk staat wijziging of
conversie, dan gaat het over een bepaald soort partijen. Dat weet u ook
donders goed. En in dit geval noemt u zelf 0,81%. En dat is de reden dat dit
stuk is geschreven, zodat vervolgens die percentages omlaaggaan. Op het
moment dat u de ene maand 1,9% gebruikt en dan weer 1,6%, dan heeft u
uw argumentatie op drijfzand gebouwd.)
Ik heb allerlei argumenten gegeven. Het gaat ook om canonherzieningen einde
tijdvak. Maar ik vind het erg jammer dat de heer Bakker zo weinig oog heeft voor de
belangen van ook gewone huizenbezitters in deze stad. Echt jammer.
(De heer N.T. BAKKER: Het is de ene keer jammer, een korreltje zout. U
heeft gewoon geen argumentatie. U noemt maar wat. De ene keer 1,6%.
Dan 1,9%. U zegt zelf dat het 0,81% is. Daaraan moet wat gedaan
worden en daarom heeft de wethouder dit gedaan. U bent gewoon
helemaal niet voor prudent financieel beleid. U wilt slechts cadeautjes
geven aan de kantoorexploitanten. Dat is het enige wat u wilt. Daarom
staat u hier. Niet een keer, niet twee keer, niet drie keer, maar de hele tijd.
U heeft gewoon geen financieel peil voor de gemeente.)
De heer Bakker beschouwt het als het geven van cadeautjes als je geen
verhogingen van 600% voor gewone Amsterdamse woningbezitters wilt invoeren. Dat is
een duiding die ik niet met hem deel.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen.
52
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
42° Motie van de raadsleden Boomsma (CDA), Van Lammeren (Partij voor de
Dieren) en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake het beleid voor de vaststelling van
het canonpercentage bij bestaande erfpachtrechten (Ondergrens op rentepercentage
langlopende gemeentelijke lening) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 199)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het canonpercentage voor gemeentelijke aanbiedingen bij canonherziening
einde tijdvak en conversies naar de AB2000 te wijzigen door een ondergrens
in te stellen die gelijk is aan 1,6%, de prognose van de gemiddelde rente over
langlopende schuld voor 2017, waarbij tot 1 juli 2017 een overgangstermijn
geldt van 0,81%.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ik heb eigenlijk helemaal niet zo'n lange bijdrage,
maar ik wil u zeker in de gelegenheid stellen mij ook een vraag te stellen. En als die er
niet zijn, dan ben ik hier zo klaar. Ik heb eigenlijk een vraag aan de SP. We zijn hier voor
alle Amsterdammers en dat zijn ook mensen met huizen. De vraag aan de SP die ik heb,
is: onderbouw die 3% dan eens. Waar komt die 3% vandaan? Waarom vindt u dat
eventuele inkomsten in de toekomst nu een gat slaan in de begroting? De begroting
stellen we jaarlijks vast. Willen wij de gemeentekasstroom op orde houden? Dat weet ik
helemaal niet. Dat is een heel ander verhaal.
(De heer ERNSTING: Klopt het dat de Partij voor de Dieren de vorige
keer tegen de motie heeft gestemd van het CDA?)
Voor zover ik me herinner, heb ik tegen de motie van 1,93% en 1,94% gestemd.
Dat is correct. Was die van het CDA alleen? Dat weet ik even niet. Ik zal u ook meteen
vertellen — want dat is natuurlijk de vraag en dat scheelt u weer een interruptievraag —
waarom ik dan deze motie inlever. Het is heel simpel. Wat ik de vorige keer in mijn
bijdrage heb gezegd of in mijn stemverklaring, is dat ik zei over gegoochel met cijfers
staande de vergadering waarbij ik de onderbouwing niet kon volgen, dat ik even niets
deed. Vervolgens ben ik mij enorm in het erfpachtdossier gaan verdiepen. Dat heb ik de
vorige keer ook gezegd. Ik wilde dat helemaal niet, maar ik word gedwongen dat te doen
omdat we hier achtduizend mensen hebben die reageren op een zienswijze, wat volgens
de SP dan niet mag want het staat niet in de regeltjes. En wij hebben een initiatiefvoorstel
ingediend. Erfpachters zijn mensen die werken voor hun geld in de gemeente Amsterdam.
Die dragen bij aan deze gemeenschap en die verdienen ook wat. En derhalve hebben we
vorige keer inderdaad tegengestemd vanwege het gegoochel met cijfers en we hebben
het nu onderbouwd met de middellangetermijnrente van 1,6%.
(De heer ERNSTING: Dan concludeer ik dat de Partij voor de Dieren om
vijf voor twaalf het dossier erfpacht ergens heeft ontdekt, ergens onder
een bureau liggend terwijl we het er al jaren over hebben. Want opeens
wordt het dan gekoppeld aan een initiatiefvoorstel en aan de
overstapregeling eeuwigdurende erfpacht. Klopt het dat die twee en wat
nu voorligt, helemaal niets met elkaar te maken hebben?)
Nee, het erfpachtdossier lag niet onder een bureau zoals u het zo mooi schetste,
maar het erfpachtdossier had inderdaad niet mijn allerhoogste prioriteit. Gezien het feit
dat de meeste zaken zijn afgetikt in 2014 tijdens de coalitieonderhandelingen. U weet net
53
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
zoals ik dat je als raadslid, als eenmansfractie moet kiezen waarvoor je je inzet.
Normaliter is dat klimaat, duurzaamheid, dierenwelzijn. En ook heel veel sociale dingen in
deze stad. Maar op het moment dat wij achtduizend bewoners hebben, en ik kom op uw
vraag, die zeggen dat dit erfpachtdossier verkeerd gaat en ik kan er wat aan doen, dan ga
ik me inderdaad tot in detail erin verdiepen. Had ik dat graag gedaan? Nee, ik had liever
gehad dat dit college meteen met een goed voorstel was gekomen. Heeft het met elkaar
te maken? Jazeker, omdat in ons initiatiefvoorstel we ook een heel ander percentage
willen hanteren dan op dit moment en in die lijn steun ik deze motie en heb ik die zelfs
mede-ingediend.
(Mevrouw MOORMAN: Het zit een beetje in de retorica, want het is
gemakkelijk om die ene huiseigenaar te vinden die inderdaad heel erg
daardoor wordt geschaad. Maar zoals u net heeft gehoord in het betoog
van de heer Bakker en wat ik later nog heb duidelijk gemaakt ten opzichte
van het CDA, was dat dit ook vooral de kantooreigenaren en de
hoteleigenaren ontzettend zal bevorderen. Volgens mij maakt de Partij
voor de Dieren zich altijd heel erg sterk voor drukte in de stad en heeft de
Partij voor de Dieren helemaal niets met het economisme. Het is juist iets
wat de zakken van die commerciële partijen enorm zal vullen. Is dat iets
wat u zich bewust bent geweest? Ik snap dat hoor. Dat zal ik u ook niet
kwalijk nemen. Maar is dat iets wat u zich bewust bent geweest op het
moment dat u uw handtekening onder deze motie zette en is dat een
effect dat u wenselijk vindt?)
Ik ben me altijd bewust van wat de effecten zijn tenzij het een onderzoeksmotie is
of amendementen waaronder ik mijn handtekening zet. Ben ik tegen de drukte in de stad?
Ja. Dat is een hele andere vraag. Dat is de vraag, en ik vond het wel grappig dat de heer
Bakker daarover begon, of wij wel vergunningen willen verlenen aan hoteleigenaren. Maar
op het moment dat deze raad besluit — vaak tegen mijn zin in — om hotels te bouwen, om
uit te breiden — weet u nog, RAI Hotel — dan betekent het niet dat we ze dan maar tot het
maximum moeten uitknijpen. Dus ja, ik ben me hiervan bewust.
(Mevrouw MOORMAN: Soms is het moeilijk om de Partij voor de Dieren
economisch te duiden. Daarmee heb ik wel vaker moeite. Maar begrijp ik
nu goed dat de Partij voor de Dieren het prima vindt dat de gemeente
minder inkomsten heeft ten gunste van de vastgoedeigenaren hier in de
stad? Want dat is gewoon het effect dat hier ontstaat.)
Ja, zeker, want dat legt deze motie ook deels voor. Maar de vraag is, u heeft het
over minder, maar minder dan wat? Want dan kunt u deze redenering de andere kant op
doortrekken en zeggen: ja, 3%, dat is niet genoeg. Dat moet 15% zijn. Daar ben ik ook
niet voor.
(Mevrouw MOORMAN: Daar gaat het helemaal niet om. De heer
Boomsma heeft hier net klip-en-klaar en heel helder uitgelegd dat het
huidige voorstel ervoor zal zorgen dat de gemeentefinanciën op peil
blijven en dat het voorstel zoals u dat doet, daaronder zal komen. Dat
betekent dat wij dus minder inkomsten hebben en dat dat ten gunste is
van de vastgoedeigenaren, want die zullen daarvan namelijk een heel
groot deel nemen. Het is met name bij de transformatie. Dan is het toch
zo dat de Partij voor de Dieren gewoon zegt dat ze het prima vindt dat er
minder geld is voor sociale voorzieningen, dat er minder geld is voor
dierenwelzijn, dat er minder geld is voor huur, want wij vinden het
54
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
belangrijk om de zakken van de vastgoedeigenaren te spekken? Dat is
wat u dan doet.)
Nu moet ik daar dan toch op reageren, want u heeft het alleen maar over de
vastgoedeigenaren. Ten eerste: dat is helemaal niet waar. Ten tweede: het chagrijn van
links op dit moment is wel heel erg, want u rekende natuurlijk op een meerderheid en dat
blijkt nu dus niet zo te zijn. Dat kan, dat mag, maar het is wel chagrijnig wat u hier doet.
Het verwijt dat hier in deze gemeenteraad wordt gemaakt richting de heer Boomsma dat
hij ergens mee terugkomt in de gemeenteraad wanneer hij het er niet mee eens is, dat is
helemaal geen verwijt. Dat is een compliment. Dat zou u ook moeten doen. Als u iets voor
elkaar wilt krijgen en het lukt niet, dan moet u dat de volgende keer gewoon weer
proberen net zo lang totdat het u lukt of totdat men u de mond snoert.
(De heer N.T. BAKKER: Nu begrijp ik er helemaal niets meer van. U vindt
het geweldig om hier bij wijze van spreken de motie van het CDA nadat
die een paar keer was ingetrokken, nu aan een meerderheid te helpen. U
vindt het ook opeens prachtig om in uw argumentatie te gebruiken dat u
de adjudant van de VVD bent. Maar het gaat natuurlijk om de
argumentatie. Ik heb van u nog geen enkele argumentatie gehoord
waarom je nu 1,6% of 1,9% of 3% zou hanteren. Dan kunnen we praten
over links of rechts en of het een linkse of rechtse motie is, maar u komt
gewoon niet met een argumentatie. Als ik zeg dat het geen peil heeft als
je bij conversie of wijziging praat over een erfpachtcanonverandering,
namelijk dat je dan bepaalde cadeaus geeft aan hotelexploitanten, dan
geeft u niet thuis en dan komt u niet met een argumentatie. U heeft
gewoon geen enkele argumentatie om deze motie te steunen. De vorige
keer was u er niet en de vorige keer had u helemaal geen mening. U
draait gewoon als een tol.)
Wow. U heeft het over argumentatie en vervolgens zegt u in een zin dat ik een
adjudant van de VVD ben, dat ik er niet was, geen argumentatie, geen argumentatie,
geen argumentatie. Uw volgende interruptie zou moeten zijn: u heeft geen argumentatie.
De argumentatie is heel simpel. Er is geen argumentatie voor 3%. We koppelen het
gewoon aan de rentevoet langlopend zodat we er geen geld op verliezen. Dat is de
argumentatie. Ik zal u nog wat vertellen en dat zit ook in het initiatiefvoorstel, dat we de
prijzen voor afkoop van eeuwigdurende erfpacht willen verlagen omdat de huiseigenaren
in Amsterdam niet de melkkoe moeten zijn voor de gemeente. Gaat dat in de toekomst tot
keuzes leiden? Jazeker. En wellicht is een van die keuzes, wellicht, waar ik niet zo snel
voor ben, want de huiseigenaren gaan hoe dan ook de rekening betalen, gaat u de ozb
terugdraaien. Maar we zullen zien hoe het loopt.
(De heer N.T. BAKKER: U weet donders goed dat je de gemeente-
inkomsten op peil wilt houden als het gaat om die 3%. Mijn collega's hier
hebben heel duidelijk aangegeven waar dat geld naartoe gaat. We
kunnen er een rijtje van geven. Dat weet u ook donders goed. Als u dat
verlaagt, dan zegt u op een gegeven moment voor 1,6% of 1,9%: dat
doen we daarom, daarom en daarom. En dan kun je met elkaar praten.
Dan heb je een argumentatie. Maar wat u nu doet riekt ernaar, door wat u
nu doet door deze motie te steunen, dat u gewoon voor
kantoorexploitanten en hotelontwikkelaars iets doet. Hier op de Amstel is
een hotel naast Carré. Dat wil uitbreiden. Conversie. Die gaat gewoon dat
geld aftikken. Dat is het probleem hier en daar wilt u niet aan omdat u
geen argumentatie wilt geven. U steunt hier gewoon die hotelexploitanten
55
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
daar aan de Amstel. Dat weet u donders goed. Dat is het grootkapitaal en
daar gaat u hier gewoon lekker in mee.)
Gezien mijn spreektijd: een lang verhaal kort. Nee, ik ben helemaal niet voor
uitbreiding van hotels. Dat weet u als geen ander. En dan zal ik u nog wat vertellen. Ik ga
het toch zeggen. U was eerst tegen het RAI Hotel. Wie verwijt hier wat? Het RAI Hotel zou
niet doorgaan. Toen kwam er een brief vanuit het college dat u verward was en
vervolgens heeft u tijdens dezelfde gemeenteraad gestemd voor een hotel. Dus kom bij
mij niet aanzetten dat ik voor hotels ben. U verwijt de ketel dat die zwart ziet. Ander
verhaal.
(De heer N.T. BAKKER: Het ging daar om een bestemmingsplan. Hier
gaat het concreet om geld, om cadeaus geven aan hotelexploitanten. Als
we het hier over het hotel aan de Amstel hebben naast Carré, dan gaat
die hotelexploitant bij conversie gewoon geld aftikken. Daar gaat het
concreet om. Het gaat niet naar de gemeentekas, het gaat niet naar
sociale huurwoningen, maar het gaat gewoon naar die hotelexploitant. En
u wilt de gemeentefinanciën niet op orde houden. Daar wil ik wethouder
Koek nog een keer nader op bevragen. Wat gaan wij hier missen? Welk
bedrag gaan we hier straks aftikken? Is dat 1 miljoen euro, is dat 2 miljoen
euro per jaar?)
Ik ga het nog een keer proberen uit te leggen. De heer Bakker ziet toekomstige
inkomsten uit belasting als geld dat al in de gemeentekas zit. Zo werkt het gelukkig niet.
We nemen elke keer een besluit wat we doen met de ozb, wat we doen met de “K"? Dat
geld is er nog niet. Het gaat inderdaad om een verlaging en dat betekent dat er minder
binnenkomt. Ja, natuurlijk, als je van 3% naar 1,6% gaat, komt er minder binnen. Maar dat
is wel toekomstig geld. U zegt steeds dat het allemaal naar sociale dingen gaat. We
hebben hier 500 miljoen euro die we jaarlijks aan subsidies geven. Ik zeg helemaal niet
dat dat uit dierenwelzijn of uit zorg moet komen. Moeten we beter met Amsterdams geld
omgaan? Jazeker. Dat moeten we. En die opdracht moeten we onszelf geven. We
moeten ook de schuld afbouwen. We moeten niet een nieuwe grabbelton oprichten van
900 miljoen euro waar niets meer van over is. Wij zullen inderdaad op de financiën
moeten passen. Maar wat u doet, u zegt dat we tot 3% hadden kunnen verhogen,
mijnheer Bakker, leef u in dat we tot 4% verhogen. Dan heeft u nog meer geld. Is dat dan
goed voor de Amsterdammer? Nee, natuurlijk niet. De vorige keer klopte het college zich
op de borst zo van: we hebben 50 euro op de reinigingsheffing bespaard mede door uw
toedoen. Dat is prima. Maar als het over toekomstige inkomsten gaat, dan roept u dat het
cadeautjes geven is. Dat is gewoon niet waar. Dat siert u niet.
(De heer N.T. BAKKER: Laatste keer. U geeft geen antwoord op het feit
dat het bij dit dossier gaat over wijziging of conversie waarin een aantal
partijen zoals kantoorexploitanten en _hotelexploitanten worden
bevoordeeld. U wilt niet ingaan op de werkelijke materie van deze
kwestie. U draait er gewoon omheen. Mijn vraag aan u is waarom u niet
op deze specifieke groep ingaat en waarom u deze partijen zo graag wilt
steunen.)
Volgens mij ga ik er de hele tijd goed op in. Ik geef gewoon toe dat mensen die
gebruikmaken van deze overgangsregeling met lagere percentages minder gaan betalen.
Maar ik verwijt u dat u dingen cadeautjes noemt. Cadeautjes is als we er geld achteraan
geven. U roept: toekomstige inkomsten die minder worden, cadeautjes. En dat is gewoon
niet waar. Het is alleen dat u zichzelf al rijk heeft gerekend met geld dat u wilt uitdelen. Ik
zit daar anders in. Wij zitten hier voor de Amsterdammer. Daar horen bedrijven ook bij.
56
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De VOORZITTER: Alleen als u een nieuw punt heeft, mijnheer Bakker.)
(De heer N.T. BAKKER: Ik mag concluderen dat u enerzijds pleit voor
een prachtige hotelstop, maar via de achterdeur dezelfde hotelexploitant
gewoon helpt via het verlagen van een percentage. U kunt gewoon niet
beargumenteren waarom dat 1,6% of 1,9% of 3,0% is.)
(De VOORZITTER: Ik hoorde geen nieuw punt meer. De heer Van
Lammeren misschien wel?)
Nou, nee. Ik wil nog even echt hebben gezegd dat het overstaprecht is voor
bestaande mensen en dat ik zeker tegen de uitbreidingen van hotels ben. Als ze niet
kunnen uitbreiden, dan zijn ze er ook niet. U zegt de hele tijd dat het hier over cadeautjes
gaat. Ik zeg: toekomstige inkomsten zijn er nog niet. Daarover besluiten we hier elke raad.
De VOORZITTER: Even voor de goede orde. Hebben de fractievoorzitters er nog
behoefte aan even bij elkaar te komen om zich uit te spreken voor een of twee dagdelen
of kunnen we dat overslaan? We komen morgen gewoon weer terug.
Het woord is aan de heer Van Osselaer.
De heer VAN OSSELAER: Er is al lang over gesproken. We hebben het hier al
een keer over gehad en ik ga dan ook niet veel anders zeggen dan ik de vorige keer heb
gezegd. Net als het college en net als de hele raad, denk ik, denkt D66 dat het
noodzakelijk is om een minimum te gaan inbouwen, ook voor canonherzieningen einde
tijdvak. Als we dat niet doen en we blijven rekenen volgens de rekenregels die we nu
hebben, dan zou dat ertoe kunnen leiden als de rente nog verder daalt, dat we bij erfpacht
helemaal niets meer vragen voor het gebruik van de grond. Dat vindt, denk ik, niemand
redelijk. Daarover is iedereen het eens. Vorig jaar hebben we een minimumpercentage
ingesteld voor nieuwe uitgiften in voortdurende erfpacht. Toen hebben we gezegd dat we
voor de groep van bestaande erfpachters de oude percentages wilden houden en de
oude berekeningswijzen. We zeiden: nou ja, die mensen moeten wel op ons kunnen
rekenen. We hebben het altijd zo gedaan. Het staat in die contracten. Dus dat moeten we
vasthouden. Toen heeft u allemaal gezegd, de hele raad, dat het goed was het op die
manier te doen. Het percentage toen bedroeg 1,94%. Dus alle mensen die hier zeggen
dat we geld weggeven als het niet 3% is, u heeft allemaal eerder ingestemd met het
voorstel waarin werd gezegd: 1,94% voor die partijen is voldoende. Dat vonden wij toen
blijkbaar als raad redelijk. Nu heeft het college toch besloten een minimumpercentage in
te bouwen en zoals gezegd, dat vind ik geheel begrijpelijk. Die 3%, die vinden wij te hoog.
Het gaat hier om een verhoging. Het gaat over van 0,8% naar in het voorstel van het
college 3%. Die verhoging vinden wij te hoog voor deze groep die al een bestaand
contract heeft. Daarom willen wij net als de vorige keer voorstellen dat percentage op
1,94% te houden zoals we dat de vorige keer eigenlijk allemaal goed hebben gevonden.
Dus het percentage dat in het vorige voorstel stond.
(Mevrouw MOORMAN: Waarom denkt de heer Van Osselaer dat het
college waarvan zijn partij de grootste is, dit voorstel doet?)
De toelichting daarop in de stukken was vrij beknopt, maar ik heb begrepen dat er
een bepaalde projectie is gemaakt over wat men dacht dat de gemeente Amsterdam zou
binnenkrijgen uit dit deel van de erfpacht en dat door een dalende rente waaraan dat
erfpachtpercentage altijd was gekoppeld, die projectie in gevaar zou komen.
(Mevrouw MOORMAN: Aha, het is dus helemaal niet niet-onderbouwd,
het is wel degelijk onderbouwd. Ambtenaren hebben daaraan gerekend.
Er is goed naar gekeken. Projectie. U zegt dus eigenlijk precies hetzelfde
57
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
als de heer Boomsma nu zegt. De gemeente, het college, probeert hier
gewoon de inkomsten op peil te houden.)
Nou, nee, niet op peil te houden. Het probeert het percentage zo te verhogen dat
die toekomstige stroom van inkomsten voldoet aan de verwachtingen. Ik vind dat echter
geen goede basis. Ik vind het een begrijpelijke, maar geen goede basis om van uit te
gaan. Àls de bank met u afspreekt hoe ze uw rentepercentage gaat berekenen en als de
bank dan zegt: wij denken dat de marktrente zich gaat ontwikkelen naar 5%, dat ze
opeens aan u, ook als de marktrente zich niet gaat ontwikkelen naar 5%, zegt: nou ja, we
hadden daar toch op gerekend, wij komen dat bij u halen. Nee, ik vind dat geen goede
basis.
(Mevrouw MOORMAN: Dan ben ik daar toch verbaasd over. Het is het
college van VVD, SP en D66 dat dit hier voorstelt. Er zijn natuurlijk ook
allerlei prognoses te maken van wat er nodig is. Ik bedoel maar in de
zorg, in andere sociale voorzieningen. Dingen die we moeten gaan
bouwen. Die staan daar natuurlijk gewoon tegenover. Het is niet zo dat
het zomaar naar de gemeentekas gaat en dat iemand daar heel rijk van
wordt. Nee, dat delen wij met zijn allen. Zegt u nu hier: het college wil zo
veel mogelijk geld binnenharken? Is dat uw mening? Of denkt u dat er
toch een meer weloverwogen berekening aan ten grondslag ligt waarbij
de kosten en de inkomsten goed tegen elkaar zijn afgewogen?)
Zoals ik zei, denk ik dat de redenering is geweest — maar dat kunt u natuurlijk ook
aan het vragen — dat het een bepaalde verwachting had van die inkomsten in de toekomst
en hoe kunnen we de inkomsten die we verwachten, binnenkrijgen? Nogmaals, vanuit het
perspectief van de erfpachter zou ik daar niet blij mee zijn.
(Mevrouw MOORMAN: Dan is het dus heel duidelijk. Dan zegt u dus
inderdaad precies hetzelfde als de heer Boomsma. Er zal dus voor
worden gezorgd dat er minder inkomsten zijn en dat dat dus voor een
heel groot deel ook in de zakken gaat van de vastgoedinvesteerders hier
in de stad.)
Nee, dat zeg ik niet. Het percentage is nu 0,8%. Het college wil dat verhogen naar
3%. Wij zeggen: nou, dat is wel een hele forse wijziging voor deze groep die al een
bestaand contract had. En wij stellen voor dat we dat doen op een percentage van 1,94%.
Nogmaals, dat was ook het percentage op het moment dat u besloot dat er geen
minimum moest worden ingebouwd voor deze groep.
(De heer N.T. BAKKER: U noemt de onderbouwing van het college een
beetje vaag, maar het college is klip-en-klaar. Het heeft het gewoon over
inkomstenderving van de projectontwikkelaars en dat je bij
transformatieprocessen veel te veel geld verliest. Dat zegt het college
heel duidelijk in de stukken. U heeft het over een projectie. U komt met
een ander bedrag. U wilt dus eigenlijk gewoon cadeautjes geven aan die
projectontwikkelaars en aan die desbetreffende partijen. Dus hoe kan het
nu toch dat u telkens niet gewoon de argumentatie van het college noemt,
maar dat u zegt dat er een bepaalde groep is en het college maakt een
projectie, maar dat u niet heel duidelijk met een argumentatie komt?)
Aan u hetzelfde antwoord. Het gaat hier helemaal niet om cadeautjes uitdelen.
Het percentage is nu 0,81%. We gaan dat verhogen. Het college wil dat verhogen naar
3% en wij zeggen dat dat voor deze groep wel erg veel is. Dus het gaat niet over
cadeautjes uitdelen, het gaat niet over minder inkomsten, het gaat over minder
meeropbrengsten.
58
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De heer N.T. BAKKER: Ik mag dus concluderen dat u het peil van de
gemeente-inkomsten niet op peil wilt houden? Dus dat u het omlaag wilt
gooien ten faveure van deze projectontwikkelaars. U wilt dus eigenlijk
pleiten voor een inkomstenderving?)
Nee, mijnheer Bakker, dat concludeert u verkeerd. Wat ik niet wil, is dat er wordt
gezegd: Er is een projectie. Dit verwachten we aan inkomsten te hebben. Als we dat niet
halen, dan verhogen we gewoon de prijs en dan zorgen we ervoor dat het sluitend is.
Nee, ik wil dat die verhoging redelijk is.
(De heer N.T. BAKKER: Het staat gewoon op bladzijde 8: “Het
collegebesluit stelt geen bodempercentage betekent inkomstenderving bij
transformatieprocessen, onevenredige winsten voor
projectontwikkelaars.” U noemt geen basis. Wat is dan uw basis om dit
bedrag te verlagen?)
U zegt geen bodempercentage. U heeft mij ook aan het begin van mijn betoog
horen zeggen dat het goed is dat er een bodempercentage komt, ook al wilden we dat
allemaal eerst niet voor deze groep, maar door de ontwikkeling van de rente is het toch
nodig geworden. Ik wil voorstellen wel een bodempercentage in te stellen. Ik wil alleen
niet een soort verdrievoudiging of verviervoudiging doen, maar ik wil het van 0,8% naar
1,94% brengen. Als de heer Boomsma zijn motie zo aanpast, dan spreek ik denk ik mede
namens mijn collega's van de VVD, dan zullen wij die steunen.
(De heer N.T. BAKKER: Dit is gewoon technisch geklets. We hebben hier
geen basis van u gehoord. U moet dus afwijken van het collegebesluit
omdat u zelf niet precies weet wat uw basis is voor een canonpercentage.
U geeft gewoon cadeautjes aan deze exploitanten, gewoon omdat u het
leuk vindt om dat te doen. U interesseert zich helemaal niets voor de
gemeentelijke financiën.)
(De VOORZITTER: Ik hoorde geen vraag. Mijnheer Van Osselaer, wilt u
nog reageren?)
Nee, dat lijkt me niet echt zinvol. Dat werp ik verre van me.
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Toonk voor een ordevoorstel.
De heer TOONK: Ik begreep aan het begin van een aantal indieners dat het zou
gaan om iets achter de komma. Nu hoor ik technisch geklets. De vraag is hoe lang u dit
achter-de-komma-technisch-geklets nog laat doorgaan, voorzitter.
De VOORZITTER: Volgens mij voeren we hier met elkaar een heel politieke
discussie. We proberen voor 17.30 uur deze vergadering te sluiten, zodat u nog tijd
genoeg heeft om te gaan stemmen. In ieder geval voor 21.00 uur vanavond. Dat beloof ik
u.
Ik wil even kijken of er nog leden zijn voor een bijdrage. Dat is niet het geval.
Mevrouw VAN SOEST: Ik zou graag even willen schorsen.
De VOORZITTER: Een schorsing kan altijd. Hoe lang heeft u nodig, mevrouw Van
Soest?
Mevrouw VAN SOEST: Vijf minuten.
59
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER schorst de vergadering voor vijf minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: We kunnen verder.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Ik heb het al een paar keer gezegd. Het collegebesluit
stelt klip-en-Kklaar: geen bodempercentage betekent inkomstenderving bij
transformatieprojecten, onevenredige winsten voor projectontwikkelaars. Wat is dan de
inkomstenderving als we het canonpercentage niet op 3% doen? Dan komt een aantal
partijen met een motie voor 1,6%. Wat gebeurt er dan precies? Dan heb je geen
financieel degelijk beleid om duidelijk te maken wat je wilt met onze sociale huurwoningen
in onze stad, wat je wilt met het milieu in deze stad, wat je met het dierenwelzijn wilt in
deze stad. Al deze zaken, daarop heb je geen visie, daarop heb je geen beleid als je
hierover niet duidelijk bent. Daarom vraag ik met klem: wat willen we nu als we zo
gemakkelijk spelen, als we geen argumentatie geven voor dit soort canonpercentages®?
Zoals u allen weet, waar een wil is, is een weg. De Partij voor de Ouderen die altijd
opkomt voor de huurders in Noord, gaat hier even met een motie draaien aan de
gemeentebelastingen. Het gaat ons een aantal miljoenen euro's kosten. Dat geld gaat bij
wijzigingen en conversie van het canonpercentage heel simpel naar een aantal
kantoorexploitanten, naar een aantal hoteleigenaren en die inkomsten komen dus niet ten
goede aan de gemeentebelastingen die wij kunnen gebruiken voor huren in Noord,
welzijn, milieu, dierenwelzijn en dat soort zaken die hier voor ons cruciaal zijn. Dus ik
vraag deze raad met klem deze motie zeker niet te steunen, maar eerst te rade te gaan,
duidelijk te krijgen wat dit college wil met die 3% en dan pas gaan praten over wat we met
de canonpercentages gaan doen.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik wilde graag even het volgende weten van de
heer Bakker. Als we vandaag niet beslissen over deze motie of over een
ander voorstel, is het dan per 1 juli definitief?)
De 3% is inderdaad vastgesteld. Op het moment dat je daarop een correctie gaat
aanbrengen, in dit geval dus met een basis die niet duidelijk is omdat je ook niet weet of
de rente omlaag- of omhooggaat, dan weet je zeker dat op een gegeven moment er
minder inkomsten zijn. De wethouder heeft al gezegd dat het om ongeveer 1 miljoen euro
per jaar gaat. Maar het kan ook zomaar om 2 miljoen euro per jaar gaan. Daarover
kunnen we wellicht beide wethouders straks horen. Ik denk dat het cruciaal is dat we dit
geld wel degelijk in de hand houden. Uit dit stuk is ook heel duidelijk gebleken dat het bij
wijziging of bij conversie van canonpercentages dat soort bedragen die we anders zouden
krijgen, naar hoteleigenaren of -exploitanten gaan. Dan vind ik het heel erg moeilijk om
hier nog een betoog te houden over het feit dat wij geld willen naar bijvoorbeeld sociale
woningbouw, naar welzijn, naar scholen of naar het milieu. Dan geven we dat geld
immers gewoon aan wijzigingen van hotels. Ik noemde net als voorbeeld dat hotel aan de
Amstel waar gewoon een wijziging gaat plaatsvinden en waar het canonpercentage dus
naar omlaaggaat en er dus op een gegeven moment gewoon een bak geld naar die
hoteleigenaar gaat. Dus het is cruciaal dat we deze motie hier niet aannemen.
60
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Dat was mijn vraag niet. Mijn vraag was, kunt u
mij zeggen dat het per 1 juli gewoon automatisch ingaat als we vandaag
dit voorstel niet aannemen?)
Wellicht kunnen we dat aan de wethouder vragen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Ik houd het heel kort. Zowel mevrouw Moorman als de heer
Bakker heeft heel goed toegelicht wat er nu met die erfpachtinkomsten gebeurt. Daarmee
worden dingen betaald die voor de hele stad van belang zijn. Dat dient het algemeen
belang. De heer Van Osselaer zei in zijn bijdrage: vanuit het perspectief van de gemeente
vind ik 3% ook heel logisch, maar vanuit het perspectief van de erfpachter niet. Daarmee
geeft hij dus aan dat hij kiest voor dat private belang en niet voor het algemeen belang.
Dat private belang, dat zit inderdaad grotendeels bij commerciële partijen. Die zullen de
winst opstrijken en die wordt onttrokken aan het algemeen belang. Daar keren wij ons
tegen. Daarom zijn we er ook zo fel op. Ik zou de heer Bakker inderdaad willen volgen
met de oproep om dit voorstel gewoon niet te steunen. We kennen die financiële gevolgen
daarvan niet precies, maar we weten wel dat het een gat in de begroting slaat en dat dat
geld ergens vandaan zou moeten komen. En daarvoor zullen alle Amsterdammers de
prijs betalen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Moorman.
Mevrouw MOORMAN: Ik zal het heel kort houden want volgens mij werd in het
interruptiedebatje al heel duidelijk wat ons standpunt is. Wat ik toch echt heel vreemd vind
en wat mij hier van het hart moet, dit is een voorstel van D66 en de VVD. Die laten zien
dat het een prudent voorstel is. Dat het financieel het beste is voor de stad. Dat vertrouw
je ze ook toe. En dan staan er hier inderdaad drie linkse partijen dat te verdedigen en dan
komen CDA, VVD en D66 met: ach ja, we geloven eigenlijk niet dat het college hier een
goede onderbouwing heeft. Eigenlijk zeggen deze partijen dus gewoon dat VVD en D66
maar wat geld aan het binnenharken zijn. Dat is toch vrij bizar. Dat mag wel even worden
gemarkeerd, dat dit eigenlijk door de coalitiepartijen wordt geclaimd. En dat wethouder
Van der Burg en wethouder Kock er gewoon op uit zouden zijn hier geld binnen te halen
dat eigenlijk niet nodig is. Volgens mij is dat niet zo. Volgens mij is er wel degelijk een
goede onderbouwing. Ik heb nog nooit een collegevoorstel gezien zonder onderbouwing.
Ik ben het soms hartgrondig oneens met de onderbouwing, maar een collegevoorstel
zonder onderbouwing ken ik eigenlijk niet. Ik ben het er dan ook zeer mee oneens dat we
het op deze manier moeten doen. Wat we volgens mij allemaal niet willen, is dat er
sociale dingen die nu heel goed in de stad gebeuren, niet meer gebeuren omdat het geld
zo in de zakken gaat van de vastgoedinvesteerders.
(De heer BOOMSMA: Is mevrouw Moorman ervan op de hoogte dat een
collegevoorstel een collegevoorstel is en niet een voorstel van D66 en
VVD, maar een collegevoorstel?)
Net zo goed als dat ik ervan op de hoogte ben dat het college bestaat uit de
partijen VVD, D66 en de SP. Of wilt u nu beweren dat de SP dit voorstel heeft
geschreven?
(De heer BOOMSMA: Is mevrouw Moorman bekend met het fenomeen
dat we dualisme hebben?)
61
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Zeker ben ik daarvan op de hoogte. Ik merk het niet altijd, moet ik zeggen. Er zijn
momenten geweest in de recente geschiedenis waarvan ik dacht: mmm, een beetje meer
dualisme zou niet gek zijn. Dat het hier gebeurt, is prima. Maar ik vind het wel opmerkelijk
en wonderlijk dat er eigenlijk een enorme kritiek door de coalitiepartijen op het eigen
college wordt gevoerd. Eigenlijk wordt er gezegd dat er geen deugdelijke onderbouwing
is. Dat wordt gewoon hier de facto zo gezegd. Dat vind ik dan toch wel iets om op te
merken. Ik hoor heel graag de reactie van het college erop of het zich daarin herkent.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van der Burg voor
beantwoording van de vragen en een preadvies op de motie.
Wethouder VAN DER BURG: Ik ga het geloof ik op een punt oneens zijn met
mevrouw Moorman, maar voor de rest zult u zien dat ik het redelijk eens ben met PvdA,
GroenLinks en SP in dezen. Het is inderdaad een voorstel van het college en hoewel het
college als uitgangspunt heeft dat het heel fijn zou zijn dat elke keer als het college een
voorstel doet, in ieder geval de coalitiepartijen voorstemmen maar liefst ook de oppositie,
maar in de praktijk werkt het niet zo. U bent daarvan zelf als Pvd ook een goed
voorbeeld. Als het kabinet zegt: ‘geen kinderpardon’, dan kan de PvdA daarover toch een
andere mening hebben. Ik hoor u ook vaak afstand nemen, ook in het verleden toen u nog
in de coalitie zat, van voorstellen van het college. Het kan op zich best zijn dat je het niet
eens bent met het college als coalitiepartij. Zeker uw lijsttrekker op dit moment zegt
landelijk niet anders. Dat is op zich niet zo gek. Dat is het enige punt waarover u en ik het
oneens zijn met elkaar. Voor de rest kan ik toch behoorlijk meegaan in de proceskritiek
die ik van GroenLinks, SP en PvdA heb gehoord richting CDA. Zo zei de heer Boomsma
net: u moet niet zozeer kijken naar de regels en de procedures, maar of het belangrijk is
voor de stad. Dat is sowieso een gevaarlijke opmerking, maar die is zeker gevaarlijk als
die komt van een niet zo heel erg omvangrijke partij als het CDA. Regels zijn juist bedoeld
om de minderheid te beschermen. Dat wij hier regels met elkaar hebben afgesproken
over hoe we omgaan in de samenleving, maar ook hoe we omgaan in deze raad, is
bedoeld om u te beschermen. Anders kan uw meerderheid altijd zeggen dat regels mooi
zijn, maar dat het gaat om wat de bevolking wil en dat daarom de regels worden
veranderd. Ik zie u soms ook gebruikmaken van dat argument, bijvoorbeeld als de coalitie
in meerderheid zegt iets op de agenda te willen, dan zegt u: nee, het moet er toch vanaf.
Dan beroept u zich op regels.
(De heer BOOMSMA: De wethouder lijkt te suggereren dat ik een
bepaalde regel heb gebroken. Als dat zo is, dan hoor ik graag welke dat
is.)
Het is goed dat u dat zegt. Dat is het volgende punt. Kijk, en ik ga trouwens
helemaal mee in de lijn van de heer Ernsting, want wij hebben dit met elkaar besproken.
Aan het einde van die discussie is er een stemming geweest. Die stemming resulteerde in
een gelijk spel. En bij gelijk spel is de motie niet aangenomen maar dan komt die de
volgende keer in stemming. In dit geval deed zich de specifieke situatie voor dat het
beleid van het college als de motie niet was aangenomen, in werking zou treden omdat er
een dodelijke datum was van 1 januari. Dus het beleid, waarover trouwens de
gemeenteraad niet gaat, maar het college, is vastgesteld. U had het de keer daarop op de
agenda staan. Toen heeft u het van de agenda afgehaald. Als u de motie wel in stemming
had gebracht, had dat in beginsel niets veranderd aan het ingaan van het beleid per
1 januari, maar dan had u het beleid in de toekomst kunnen corrigeren. Het gevaar, en
daarin ga ik mee met ik meen dat het mevrouw Moorman was, die zei: als we zo met
62
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
elkaar omgaan, dan wachten wij als PvdA en GroenLinks aangevuld met bijvoorbeeld
andere partijen, tot het moment dat de coalitie even een griepaanval heeft of dat er om
welke reden dan ook net even een andere meerderheid is en dan dienen wij een aantal
actualiteiten in waarbij we terugkomen op eerdere besluiten. In beginsel geldt wel de
regel: we discussiëren, we stellen vast, en als je het er niet mee eens bent, dan heb je
pech gehad totdat zich een nieuw feit voordoet.
(De heer BOOMSMA: Nee, de suggestie dat wij zouden wachten totdat er
iemand ziek is, die vind ik van een totaal andere orde dan het gegeven
dat we een ander voorstel hebben dat weliswaar over hetzelfde gaat,
maar dat nog steeds voor die datum van 1 juli is. Ik hoop dat hij het met
me eens is dat dat echt iets heel anders is.)
Stelt u zich eens een willekeurig voorbeeld voor: de PvdA zegt de
toeristenbelasting in deze stad te laag te vinden en ze stelt voor daar 6,3% van te maken.
Gewoon een voorbeeld. En die stemming haalt het niet. Dan kan ze zeggen de volgende
keer met het voorstel te komen voor 6,4%. Dat is een ander voorstel. En de keer daarop
6,5%. En dan 6,2%. En dan 6,7%. Ze kan dan steeds beargumenteren dat het een ander
voorstel is. In die zin, wat U mag, dat mag in ieder geval een andere fractie ook. Dan heeft
mevrouw Moorman gelijk en voor het college maakt het niet uit. Wij horen toch zeven
dagen in de week wethouder te zijn en ten dienste van u te staan. Dan gaan
raadsvergaderingen inderdaad wel gewoon vijf dagen per week duren, omdat iedere keer
iedere fractie kan zeggen iets achter de komma te veranderen — en u heeft bevestigd aan
de heer Bakker dat dat uw verandering is — waarmee het een nieuw voorstel is geworden
en dan kunnen we het er opnieuw over hebben. Dat is niet de mores. Maar aan de andere
kant, het is ook niet de mores om tijdens de inspraak al stukken te bespreken en ook dat
doen we met betrekking tot erfpacht, de Sluisbuurt, Sprong over het IJ. Dus de mores in
deze raad is aan het veranderen. En de meerderheid van deze raad bepaalt uiteindelijk
wat de mores is. Alleen, ik zeg er tegen u bij, als je de meerderheid hebt, moet je er altijd
rekening mee houden dat er een momentum komt, dat je de meerderheid niet hebt.
Daarom is Vrouwe Justitia blind. Je moet regels maken zonder te weten wat je toevallige
positie op dat moment is. En nu zou het kunnen zijn als u een meerderheid had — daarop
leek het in ieder geval aan het begin van het debat — maar die regels zijn er ook om juist u
te beschermen.
(De heer VAN LAMMEREN: Een fantastisch betoog, maar zegt u dan dat
deze actualiteit niet had moeten doorgaan?)
Dat is niet aan het college. Het actualiteitsgehalte zie ik in beginsel niet, want er is
over gediscussieerd. Er is een besluit genomen. Het beleid is ingegaan. Dus in die zin is
er geen actualiteitsgehalte. Ik zeg er wel bij — en laat ik daarin ook een nuance
aanbrengen — dat volgende week, nee, volgende raadsvergadering u echt geen argument
zou hebben gehad omdat de volgende raadsvergadering na 1 april is en na 1 april bent u
te laat om het beleid te bepalen, want dan is er een nieuwe datum ingegaan. Dus in die
zin is het nu net nog even wat sterker. Het is wel raar om te zeggen: dan doe we het in
april niet voor 1 juli maar voor 1 augustus of voor 1 september of 1 oktober. Het is gewoon
niet de mores, maar zoals ik al zei, de meerderheid bepaalt die. Alleen, omdat de heer
Boomsma zei dat het hem niet zo zeer om de regels ging, maar om wat de mensen in de
stad zeggen. Als je dat argument gebruikt, dan zeg ik, die regels hebben we in dit land,
die zijn juist voor de mensen in de stad en de mensen in deze raad. Regels zijn er nooit
om de meerderheid te beschermen. De macht wordt niet beschermd met regels, de macht
wordt beperkt met regels om de minderheid te beschermen. Dat is het uitgangspunt.
63
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
(De heer VAN LAMMEREN: Dat ben ik geheel met u eens. De wet is er
om het individu te beschermen. Dat heb ik vanmorgen ook nog aan wat
studenten kunnen vertellen. Maar dan is de vraag, als u wel vindt dat de
actualiteit had moeten doorgaan — en gelukkig gaat de raad over zijn
eigen orde en is die actualiteit gewoon geagendeerd — dan snap ik het
punt niet dat u zegt dat er eventueel regels zouden zijn gebogen dan wel
overtreden. Dat is eigenlijk wat ik tussen de regels door bij u beluister.)
U hoorde mij ook het woord mores gebruiken. Dat is waarover ik het hier heb. De
mores is niet dat je iets even later met een ander voorstel opnieuw probeert als je je zin
niet krijgt. Dat is niet zoals u het tot nu toe met elkaar deed. Nogmaals, ik ga er niet over
of het een actualiteit is, daarover gaat de gemeenteraad. Ik ga ook niet over de vraag wat
de mores van deze gemeenteraad is. Ik zei in dit geval wel tegen het CDA: pas op, want
de volgende keer beroept u zich op die regels omdat die u als minderheid helpen, maar
als dan de meerderheid zegt: “ja, mijnheer Boomsma, het gaat niet om de mores, het gaat
om wat belangrijk is voor de stad”, dan delft u het onderspit. Dat was het enige wat ik zei,
mijnheer Van Lammeren.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het altijd wel fijn om dit soort colleges
te krijgen van een wethouder die het voor elkaar krijgt om in één
raadsvergadering een motie opnieuw in stemming te brengen. Dank u
daarvoor. We hebben het hier over het RAI Hotel. Als we het over mores
hebben, dan speelt u nu wel een high ground trick, niet verdiend. Maar ik
ben blij dat u constateert dat het over de mores gaat en niet over de
regels en dat dit dus gewoon conform de regels is.)
Geen misverstand. Het was niet het college dat heeft bepaald dat wij het opnieuw
over het RÀI Hotel gingen hebben. Het was de meerderheid van de gemeenteraad. Die
heeft dat besloten. Het college mag voorstellen doen. U bepaalt. En in dit geval hebben
wij een suggestie aan de raad gedaan en die heeft de raad overgenomen. Dat is volgens
mij zoals het hoort te gaan.
(De VOORZITTER: Mag ik u verleiden het RAI Hotel buiten deze
discussie te houden?)
(De heer VAN LAMMEREN: U mag een poging doen mij te verleiden,
maar nee. Als ik het me goed herinner, dat was toch dat u een brief stuurt,
carte blanche, naar de gemeenteraad dat een raadslid zich had vergist en
in verwarring was? Nou, ik ben wel vaker in verwarring in deze
gemeenteraad. Wilt u dan voortaan meer brieven sturen?)
Als het gaat om het voorstel dat is ingediend door de Partij van de Ouderen, Partij
voor de Dieren en het CDA, dan is het een voorstel waarvan het u niet zal verbazen dat
het college daar niet voor is. Wij hebben immers al een negatief preadvies neergelegd bij
de vorige motie die toen van het CDA was, denk ik. Op zich is er in onze ogen niets
veranderd doordat u nu een ander percentage opneemt. En dus is er ook aan onze
onderbouwing niet zo veel veranderd. Dus in die zin zijn wij redelijk consequent door nu
tegen te zijn. Ik zou in ieder geval de suggestie willen meegeven aan de raad om het
voorstel van de VVD en D66 te steunen. Niet omdat ik zeg dat het een goed voorstel is —
ik vind ons voorstel een goed voorstel — maar omdat 1,94% dichter bij 3% ligt dan 1,6%.
Dus in die zin heb ik liever dat het voorstel van D66 en de VVD wordt aangenomen dan
het voorstel van de Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en het CDA. Hoeveel
geld gaat dit kosten? Dat weten we niet precies. Ik kan het u niet op de euro nauwkeurig
zeggen, maar u heeft in de voordracht die wij u in december hebben gestuurd, een tabel
gezien op bladzijde 9. Wellicht hebben sommigen van u dat stuk nog voor zich. Dan ziet u
64
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
daarin staan dat het ongeveer, als u het gaat omrekenen en uitgaande van die 1,94% om
en nabij de 1 miljoen euro structureel zou kosten en om en nabij 7 miljoen euro
incidenteel. Dat is als je sec kijkt naar de erfpachtinkomsten, het inkomstenverlies dat we
lijden als het 1,94% wordt. Als het 1,6% wordt, dan gaat het bedrag omhoog. Wat het
precies zal zijn, dat kunnen we niet zeggen, maar daarmee heeft u wel een orde van
grootte. Geen misverstand, mijnheer Ernsting, ik pleit hier dus niet voor het voorstel van
D66 en de VVD in plaats van het voorstel van het college. Ik zit op de lijn van het college.
Ik zeg alleen wel dat het voorstel van D66 en de VVD minder erg is, minder
inkomstenverlies betekent dan het voorstel van de Partij van de Ouderen, Partij voor de
Dieren en het CDA.
(De heer VAN LAMMEREN: Nog even over het voorstel. Ik kan wat
gemist hebben, want ik was even ergens anders, maar er is volgens mij
helemaal geen alternatief voorstel ingediend.)
Dat klopt. Maar u kunt voorstellen doen door ze op papier in te dienen. Dan heten
ze moties. U heeft mij niet horen spreken over de motie. U heeft mij wel horen spreken
over een voorstel. En dat heb ik in ieder geval de heer Van Osselaer horen uitspreken.
(De heer VAN LAMMEREN: Maar u zei voor het voorstel van de VVD en
D66 te stemmen. Daarmee sorteert u voor op een motie die hier helemaal
niet ligt.)
Ik meende dat ik zei voor het voorstel van D66 en VVD te gaan. Als ik het woord
stemmen heb gebruikt, excuses. Dan had ik bedoeld ervoor te gaan. Wat ik eigenlijk zeg,
is — en volgens mij hebben de Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en het CDA de
VVD en D66 nodig om een meerderheid te krijgen. Met z'n drieën redt u het nog net niet.
Dan kan ik me voorstellen dat u na mijn betoog een schorsing doet en dan kan ik me
voorstellen dat u eerder naar die 1,94% gaat dan op die 1,6% blijft zitten. Geen
misverstand. Als dat niet gebeurt en er ligt gewoon de motie-Van Soest, Van Lammeren
en Boomsma, dan begrijpt u wat mijn preadvies is. Dat is negatief. De eerlijkheid gebiedt
te zeggen, ook als uw motie de motie wordt met 1,94%, dan zal die nog steeds een
negatief preadvies krijgen. Er ligt geen voorstel van het college, maar er ligt beleid dat is
uitgevoerd en dat vind ik een beter beleid. Alleen, als ik moet kiezen en er dreigt zich een
meerderheid voor te doen, dan heb ik natuurlijk liever iets wat dichter bij mijn verhaal blijft
dan wat verder van mij afstaat. Dat is de suggestie die ik meegeef.
(De heer ERNSTING: Dan toch nog even voor de duidelijkheid. De heer
Boomsma noemde het voorstel van 3% onrechtvaardig, maar ik neem
toch aan dat u met 3% een heel erg rechtvaardig en redelijk en billijk
voorstel heeft gedaan?)
Uiteraard, mijnheer Ernsting. U mag van het college op zijn minst verwachten en
volgens mij twijfelt u daaraan ook nooit, dat het alleen maar voorstellen doet die het zelf
redelijk vindt. U kunt ze op een gegeven moment onredelijk vinden. Dat is natuurlijk ook
waardoor er wel eens een verschil van mening kan ontstaan tussen u en mij, maar wij
zullen alleen maar voorstellen doen die we zelf redelijk vinden. Wij vinden inderdaad 3%
als ondergrens een redelijk bedrag voor de canon. Even voor de helderheid, we hebben
het hier over conventies en einde tijdvak AB2000. Als wij te maken krijgen met het
AB2016 en we krijgen dan te maken met einde tijdvak of conversie, dan hebben we met
elkaar afgesproken dat we tussen de 2,39% en de 4,23% gaan zitten. En los van wat u
van die twee getallen vindt, het kenmerk daarvan is dus dat wij zeggen: beide getallen zijn
redelijk. Dat is niet meer gebaseerd op de directe werkelijkheid op dat moment. Want als
je zegt dat het 2,39% aan de onderkant is, dan is het dus ook 2,39% als de feitelijke rente
1% is. Maar het is 4,23% aan de bovenkant als de feitelijke rente 6% is. Dus de raad heeft
65
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
al gezegd bij het vaststellen van AB2016 en het daarbij behorende 2,39% en 4,23% het
redelijk te vinden om in die bandbreedte te gaan zitten en dus los te geraken van
staatsobligaties, werkelijke rente op dit moment.
(Mevrouw MOORMAN: Met dank aan de wethouder dat hij het ons zo
helder uitlegt. Hij heeft daarbij een beeld geschetst van de kosten die
daarmee gemoeid zijn. Ik begreep 1 miljoen euro structureel en 7 miljoen
euro incidenteel. Is het nu zo — want dat kwam naar voren in het debat —
dat een groot deel daarvan rechtstreeks naar de vastgoedinvesteerders
gaat, hoteleigenaren, kantooreigenaren in de stad?)
Nu ja, een deel daarvan zal gaan naar woningeigenaren, want woningeigenaren,
voor hen kan dit gelden. Maar het geldt ook voor commercieel vastgoed en dat betekent
dus ook bij commercieel vastgoed dat men profiteert van het feit dat het geen 3% wordt,
maar dat het 1,6% wordt en dan blijf ik maar even bij het oorspronkelijke voorstel,
mijnheer Van Lammeren. Dat klopt.
(Mevrouw MOORMAN: Kunt u dat dan nog in een orde van grootte
schetsen?)
Nee, daarvan heb ik nu niet de onderliggende cijfers. Het totaal ligt in die orde. En
waarom zeg ik: ligt in die orde? Het speelt alleen bij einde tijdvak en conversies. En
hoeveel conversies er zijn, dat valt natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Theoretisch
gesproken kan niemand een conversie doen of kan iedereen een conversie doen. In die
zin is het een beetje vergelijkbaar met de discussies die we hebben gehad toen de linkse
partijen een meerderheid hadden rondom de 30% bij de Zuidas. Toen claimde, ik meen
dat het D66 was, dat het 100 miljoen euro zou kosten. Andere zeiden 40 miljoen euro. Er
is niet helemaal vast te stellen hoeveel die motie heeft gekost. Dat kun je pas achteraf
doen en dat hangt ook af van grondprijsontwikkelingen. Maar ja, voorstellen die u doet, of
het nu gaat om die 30% sociale woningbouw bij de Zuidas of om dit voorstel, het levert
minder inkomsten op voor de stad. In die zin, en ik meen dat het de heer Van Lammeren
was en daarin geef ik hem wel gelijk, is het niet zo zeer een cadeautje geven. Een
cadeautje geven is immers wanneer je mensen geld geeft. In die zin is het minder vragen
aan mensen. Dus het is geen cadeautje, maar het levert wel een financieel voordeel op.
De heer DIJK: Ik zou graag even willen schorsen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Dijk.
De heer DIJK: We kunnen overgaan tot besluitvorming.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we overgaan tot stemming. Het woord is aan
mevrouw Van Soest voor een stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ik heb het betoog van de wethouder
gehoord. Ik volg zijn advies op en ik zal tegen mijn eigen motie stemmen.
66
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Mevrouw Van Soest gaat tegen haar eigen motie stemmen. U
laat wel uw handtekening eronder staan?
Mevrouw VAN SOEST: Nee.
De VOORZITTER deelt mee dat de motie-Boomsma, Van Lammeren en Van
Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 199) is ingetrokken. De motie maakt geen deel meer uit
van de beraadslaging. De volgende, gewijzigde motie is ingekomen.
43° Motie van de raadsleden Boomsma (CDA) en Van Lammeren (Partij voor
de Dieren) inzake het beleid voor de vaststelling van het canonpercentage bij bestaande
erfpachtrechten (Ondergrens op rentepercentage langlopende gemeentelijke lening)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 200)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het canonpercentage voor gemeentelijke aanbiedingen bij canonherziening
einde tijdvak en conversies naar de AB2000 te wijzigen door een ondergrens
in te stellen die gelijk is aan 1,6%, de prognose van de gemiddelde rente over
langlopende schuld voor 2017, waarbij tot 1 juli 2017 een overgangstermijn
geldt van 0,81%.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma en Van Lammeren
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 200).
Bij de motie-Boomsma en Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 200) staken
de stemmen bij zitten en opstaan.
De VOORZITTER constateert dat de VVD, het CDA, de Partij voor de Dieren en
D66 voor de motie-Boomsma en Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 200) hebben
gestemd en dat de stemmen staken (22 stemmen voor en 22 stemmen tegen)
De motie komt terug in de volgende raadsvergadering.
De VOORZITTER: Ik denk dat het mooi is geweest voor vanmiddag. Het is enkele
minuten voor 18.00 uur. Ik wens u allen, maar zeker de leden Ünver, Kwint, Paternotte,
Bosman, Yesilgöz-Zegerius en Van Raan een uiterst succesvolle avond en ik zie u allen
morgen weer fris en fruitig om 13.00 uur terug in deze zaal. De vergadering is geschorst.
67
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
INDEX
161 Wijzigen van de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden en
kennisnemen van de beleidsnota Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam ….…..12
162 Kennisnemen van het plak van aanpak Lerarentekort” … … nnee 12
165 Instemmen met het niet indienen van een zienswijze op de wijziging van de begroting
2017 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied … annen onnnnennn eenen 13
167 Instemmen met de voorfinanciering van project City-zen vanuit het
duurzaamheidsfonds … … … nnen enneeeerennneeernenneenernennevernvenneeernennneenennen ÎÔ
168 Kennisnemen van de brief van de wethouder Zorg inzake de Mantelzorgpas ….….13
171 Vaststellen van het bestemmingsplan Prins Hendrikkade tussen Droogbak en
Oudezijds Kolk 1“t® partiële herziening … …… nnn nnee nennen eener eennenenee ÎÁ
173 Vaststellen van het bestemmingsplan Restgebieden Zuidoost... ……… 14
175 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel 4)
op de locatie Klaprozenweg-noordoost te Amsterdam … nnee erneer 1Î
176 Wijzigen van de Parkeerverordening … … nonnen enenneeerenneeneenenneeeren ennen 1D
179 Kennisnemen van het rapport ‘Perspectieven voor het middensegment van de
woningmarkt’ van het Planbureau van de Leefomgeving en kennisnemen van de brief
inzake de middeldure huurwoningen gezinnen … … nnen ennenneerennener nennen 1D
180 Kennisnemen van de brief over de bewaartermijn van de beelden van de
openbareordecamera's …… nnee ennen een enneereevennenervennneervennennevenneneenennenee vennen ÎÎ
181 Instemmen met het besluit inzake toelaatbaarheid Volksinitiatief Bas Bewust Beleid46
182 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Graffiti voor graffiti’ van het lid
Duijndam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel 16
183 Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Uitmarkt in Zuidoost’ van het lid
Duijndam en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel 17
186 Benoemen van leden van bestuur van de Stichting Spinoza Lyceum … 18
188 Actualiteit van de leden Paternotte, Duijndam en Groot Wassink inzake medicinale
cannabis … nnen enneerenennneerenennenerenenneerreneneerveveneeervenneerenenveeerenenveeerevenneee Â
189 Actualiteit van de leden Boomsma, Van Lammeren en Van Soest inzake het
instellen van een ondergrens van 3,00% voor het canonpercentage voor de jaarlijks
geïndexeerde canon onder de AB2000 in gemeentelijke aanbiedingen voor bestaande
erfpachtrechten ……… nnn ennennneneneeerenenneereevenneerenennneerenenveverevenneerre verver ÂT
190 Actualiteit van de leden Mbarki en Paternotte inzake het tekort van politiecapaciteit
191 Actualiteit van het lid Groot Wassink inzake de verplaatsing van een groep
stadsnomaden ……… nnn ennen enneereevennvereneneneereneneverevenveerrenenveerrevennverevennne eere ÂÛ
192 Actualiteit van de leden Yesilgöz-Zegerius, Boomsma, Groot Wassink, Paternotte,
Van Soest, Kwint, Moorman en Van Lammeren inzake de demonstraties van
Amsterdammers met een Turkse achtergrond van afgelopen weekend ……… 29
194 Motie van de raadsleden Mbarki (PvdA) en Boomsma (CDA) over gesloten
politiebureaus … …… anneer enneereevenneerenennvereenenveereenenverveenenveevenennne nennen enen DZ
195 Motie van de raadsleden Mbarki (PvdA), Paternotte (D66) en Boomsma (CDA)
inzake handhavingscapaciteit (Meer handhaving) … … nnee eneen eneen enne 22
196 Motie van het raadslid Van Lammeren (Partij voor de Dieren) inzake de actualiteit
inzake het tekort van politiecapaciteit (Kosten afwentelen op organisatoren)… … 23
197 Motie van de raadsleden Groot Wassink (GroenLinks) en Mbarki (PvdA) inzake
stadsnomaden …… nnen enneerenvenneerenennneerenenverenenenverevenenveeren vennen eneen rennen ÂZ
68
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
198 Motie van de raadsleden Paternotte (D66), Duijndam (SP), Groot Wassink
(GroenLinks), Van Lammeren (Partij voor de Dieren) en Mbarki (PvdA) … … 44
199 Motie van de raadsleden Boomsma (CDA), Van Lammeren (Partij voor de Dieren)
en Van Soest (Partij van de Ouderen) inzake het beleid voor de vaststelling van het
canonpercentage bij bestaande erfpachtrechten (Ondergrens op rentepercentage
langlopende gemeentelijke lening) … … … nn nnee nennen eener enneerenner en ennereneeen eene DO
200 Motie van de raadsleden Boomsma (CDA) en Van Lammeren (Partij voor de Dieren)
inzake het beleid voor de vaststelling van het canonpercentage bij bestaande
erfpachtrechten (Ondergrens op rentepercentage langlopende gemeentelijke lening) .69
Brief van de heer D.W.S. Peters, fractievoorzitter van de SP, van 9 maart 2017 inzake het
verzoek om mevrouw W.A.M. Bijleveld te installeren als duoraadslid en te benoemen
als lid van de raadscommissie voor Werk en Inkomen, Participatie, Armoede,
Coördinatie 3d, Economie, Zeehaven en Luchthaven en Gemeentelijke Deelnemingen 7
Brief van de heer drs. P.J.M. Litjens, portefeuillehouder Openbaar Vervoer, namens het
dagelijks bestuur van Vervoerregio Amsterdam, van 27 februari 2017 inzake het besluit
tot vaststelling van de vervoerplannen voor 2018 … nonnen enneeeen vennen Ô
Brief van de heer J.M. Paternotte, fractievoorzitter van D66, van 9 maart 2017 inzake het
terugtreden van voorzitters en leden uit en benoeming van voorzitters en leden in de
raadscommissies Ruimtelijke Ordening c.a. en Financiën c.a. nnn nnen ene
Brief van de heer L.G.F. Ivens, wethouder Bouwen en Wonen, van 8 maart 2017 inzake
de afhandeling van motie 493 van 1 juni 2016 van voormalig lid Shahsavari-Jansen en
motie 1355 van 10 november 2016 van de leden Dijk en Vink bij de
Voortgangsrapportage Actieplan Woningbouw 2016 …… … nnen ennen eneen enn 1Ô
Brief van de Stichting Nationale Boomfeestdag, gericht aan het college van burgemeester
en wethouders, van 9 februari 2017 inzake de oprichting van een Boomfeestdag en het
planten van bomen door zoveel mogelijk basisschoolleerlingen… nd
Brief van de Vereniging Oostpoort en de Vereniging Tuinwijck, gericht aan wethouder Van
der Burg, van 21 februari 2017 inzake hun reactie op het antwoord van het college van
burgemeester en wethouders van 8 februari 2017 op hun eerdere raadsadressen over
de spoorwegveiligheid van de DWl-locatie aan de Polderweg … nnen
Brief van een burger van 20 februari 2017 inzake het woonbeleid en de verduurzaming
van de woningvoorraad binnen de gemeente Amsterdam … … nennen ennen eneen d
Brief van een burger van 28 februari 2017 inzake de bijstand en de participatie-wet en de
verplichting van een tegenprestatie … …… … nnee ennener ev enneneeevenneneenenneene nennen Ô
Brief van een burger van 28 februari 2017 inzake de fraudezaak rondom de bouw van
stadion Amsterdam ArenA …..…... nnen eneen enneneser sereen enennenneneneereeeenenennennee eenen Ô
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari 2017 inzake de
bestuurlijke reactie op motie 537 van 2 juni 2016 van de leden N.T. Bakker en Groen
over het strafrechtelijk onderzoek Uber in het kader van het Actieplan deeleconomie …5
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari 2017 inzake de
afhandeling van motie 520 van 2 juni 2016 van de leden Van Dantzig, Van der Ree,
Moorman en Flentge over een denktank voor handhavingsmaatregelen om illegale
toeristische verhuur tegen te gaan …… nnen ennen ren enneeeenennneeeenenneeveenenneer nennen de
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari 2017 inzake
de afhandeling van moties 1636 en 1638 tot en met 1641 van 30 november 2016 over
het vervoerplan GVB 2018 …… nanne ennen enerenneeen eneen senerenneenenneeeneer eneen sneren Ô
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 28 februari 2017 inzake de
bestuurlijke reactie op de tijdens de behandeling van de Begroting 2017 op 10
november 2016 aangenomen moties betreffende de portefeuille Verkeer en Vervoer.……3
69
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017 inzake
afdoening van motie 716 van 11 september 2013 van het lid Van Doorninck en
voormalige leden Van Drooge en Verbeet over het behouden van het convict van het
voormalige St. Nicolaascomplex en het aanwijzen van het convict en de kapel als
gemeentelijk monument … nnen enneereevenneerenennneerenenenereneneervevenveerevenneerr vern Ó
Brief van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017 inzake de
afhandeling van motie 930 van 14 juli 2016 van het voormalig lid Shahsavari-Jansen en
het lid Groot Wassink over de digitale buurtgidsS … nnn oneens ennen enneen eneen een Ö
Brief van het gemeentebestuur van de gemeente Hof van Twente van 23 februari 2017
inzake een oproep aan de raden van Nederlandse gemeenten tot legalisering van
thuisteelt van medicinale cannabis naar aanleiding van de door de gemeenteraad van
Hof van Twente aangenomen motie … … nnen vennen ennnenervenneneeenennenere vennen enne Ò
Brief van Metropool Regio Amsterdam van 23 februari 2017 inzake de stand van zaken
van de versterkte samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) per 1 januari
2017 en de organisatie van diverse MRA-regiobijeenkomsten in het voorjaar van 2017 5
Brief van mevrouw M. Moorman, fractievoorzitter van de PvdA, van 14 maart 2017 inzake
het terugtreden van het lid De Heer als lid en het voordragen van het duolid Jager tot
benoeming als lid van de raadscommissie Werk en Economi®e … … nnee. 10
Brief van mr. E.E. van der Laan, burgemeester van Amsterdam, van 1 maart 2017 inzake
de veiligheidscijfers over 2016, zoals vastgesteld in de Amsterdamse driehoek … … 6
Kopie van de brief van Cliëntenbelang Amsterdam, gericht aan het Gemeentelijk
vervoerbedrijf, van 16 februari 2017 inzake het verwijderen van een aantal prioritaire
zitplaatsen uit de Combinotrams … nnen anneer ennerenneer ennen eneneeenneern eneen ennen f.
Kopie van een brief van een burger, gericht aan wethouder Van der Burg en de
burgemeester, van 23 februari 2017 inzake het aanpassen van de indicatie voor het
gebruik van gesloten buitenwagens, onder andere voor de canta … nnee.
Open brief van Denktank Sociale Cohesie Noord en andere organisaties, van 20 februari
2017 inzake heroverweging van de plannen voor het nieuwe bestuurlijk stelsel … … ……3
Open brief van FNV Taxi van 16 februari 2017 inzake de vervoersaanbestedingen voor de
taxibranche …… nnn ennenenenenneeerenenneeerevenneeernenneneeeneneeerenenneeeenvenneneenennneeern ennen Ô
Persbericht van FNV Taxi van 9 maart 2017 inzake de aanbieding van het Witboek Taxi -
opdrachtgevers moeten sector weer gezond maken … nnen ennen ennen eenen Ö
Raadsadres van de Bewonersraad Nieuwmarkt van 5 maart 2017 inzake de
adhesiebetuiging met het raadsadres van de Huurdersvereniging Centrum over het
scheefgroeien van de woningmarkt in Amsterdam en het pleiten voor een Deltaplan om
overlast in de binnenstad tegen te gaan … annen ennneerenennenerevenneerrenenneerenenneereen Ó
Raadsadres van de Boksvereniging A.B.O.V./Ter Meulen van 14 februari 2017 inzake de
verkoop van het pand Amstelkade 13 …… nnn ennen ennennervenneneeenensenere vennen f.
Raadsadres van de Vereniging Woonbootbewoners Willem IIl-sluis en Sixhaven van
5 maart 2017 inzake hun zienswijze betreffende het voorgenomen voorkeursbesluit
Sprong over het IJ … nnen ennen oenenenneersenneensnerenneeeneneeeneneereneenveneenneen nennen enne Ó
Raadsadres van een aantal musea van 17 februari 2017 inzake het behoud van het
monumentale raam van Matthieu Wiegman in het kader van het behoud van het
Nederlands cultureel erfgoed … nennen eneen enneerenveneerenenverenenenverevenenvenn ennen d
Raadsadres van een burger van 1 maart 2017 inzake het verzoek om verruiming van de
horeca-openingstijden naar 24 uur niet in te voeren op de Wallen … … … nn 7
Raadsadres van een burger van 17 februari 2017 inzake een milieuvriendelijkere keuze
door de gemeente voor de postbezorging binnen de gemeente Amsterdam … …… 5
70
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 15 maart 2017 Raadsnotulen
Raadsadres van een burger van 5 maart 2017 inzake het beleid rondom de markt op het
Waterlooplein … nnee enne nerenennveerenennvereevennverenennneereneneeerevenveeeeevennverenenneeee venen Ó
Raadsadres van een burger van 9 februari 2017 inzake het ontbreken van
een gehandicaptenparkeerplaats bij het Stadsloket Oost nnen ennen 2
Raadsadres van een burger, namens een aantal bewoners van de Buiksloterweg, van 7
maart 2017 inzake het Projectbesluit Verleggen Keerlus Tolhuisgebied … … … … 9
Raadsadres van Initiatief Betaalbaar Wonen Amsterdam Noord (IBW-N) van 25 februari
2017 inzake de notitie ‘Eerlijke verdeling van schaarste bestaat niet’ naar aanleiding
van het gevoerde huurbeleid betreffende de sociale woningvoorraad in Amsterdam ..……….5
Raadsadres van ORAM, organisatie voor ondernemend Amsterdam, van 28 februari 2017
inzake het verzoek om overleg over de invoering van de rioolheffing in 2017 … 6
Raadsadressen van burgers van 17, 18, 19 en 20 februari 2017 inzake bezwaren tegen
de plannen van de gemeente voor een nieuw erfpachtstelsel … nnen eenn à
71
| Raadsnotulen | 71 | test |
21030954 N Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Griffie Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 13
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Gerichte actie met zwaar vuurwerk bij woning journalist
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van:
* de berichtgeving van o.a. het Parool over de woning van een persfotograaf van AT5 die door
zwaar vuurwerk zwaar beschadigd raakte.
e de voorstellen van de VVD inzake het beschermen van journalisten.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Op maandagavond 27 december is er bij een AT 5-journalist zwaar vuurwerk door de brie-venbus
gegooid. Volgens berichtgeving van het Parool houdt de politie rekening met een gerichte actie. De
journalist is gelukkig ongedeerd gebleven, maar de woning raakte zwaar beschadigd. De VVD wil
weten of het een gerichte actie betreft en of er signalen zijn die wijzen op nieuwe gerichte acties.
Ook wil de VVD weten of er verdachten in beeld zijn en zo ja, vit welke hoek zij komen en wat de
aanleiding is geweest voor deze actie.
De Amsterdamse VVD heeft eerder dit jaar opgeroepen om journalisten te beveiligen, dit omdat
diverse media zich genoodzaakt zagen om beveiliging mee te sturen met journalis-ten die verslag
deden van coronademonstraties. De VVD staat pal voor persvrijheid en vindt het een overheidstaak
om in actie te komen als de veiligheid van journalisten op het spel staat.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Martens
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.9 1
VN2021-036954 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2021-140330 | Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2021-140331 VVD roept op.docx (msw12)
AD2021-140332 Woning persfotograaf AT5 beschadigd na twee ontploffingen.docx (msw22)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Martens (VVD)
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1786
Datum indiening 30 september 2019
Datum akkoord 11 oktober 2019
Publicatiedatum 21 oktober 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid A.L. Bakker inzake de inkoop van
planten voor de openbare ruimte.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Het is op 30 september 2019 precies vier jaar geleden dat de motie Van Lammeren:
‘bij-vriendelijke bloemen’ werd aangenomen’. Het dictum luidde: “Verzoekt het college
van burgemeester en wethouders bij toekomstige gemeentelijke aanbestedingen van
planten voor in bloembakken, de eis op te nemen van ‘biologische/ecologische teelt’
in de specificatie”. In december 2016 is uitvoering gegeven aan de motie door in het
raamcontract voor de aanbesteding als criterium ‘biologische teelt met minimale
SKAL-certificering’ en ‘bij-vriendelijkheid’ op te nemen’.
Helaas is de noodzaak voor een meer insectvriendelijke omgeving de afgelopen jaren
niet afgenomen. In 2018 bleek zelfs uit onderzoek dat er in Nederland sprake is van
een drastische afname van insecten." Wat de fractie van de Partij voor de Dieren
betreft moet Amsterdam kiezen voor meer groen en voor gifvrije beplanting.
Gezien het vorenstaande heeft het lid A.L. Bakker, namens de fractie van de Partij
voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Is de inkoop van beplanting in bloembakken momenteel aanbesteed?
Antwoord:
Ja, de inkoop van beplanting in bloembakken is aanbesteed met contractuele
afspraken vanaf voorjaar 2019 voor de komende 4 jaar.
a. Zo ja: worden er daadwerkelijk alleen biologisch geteelde en minstens SKAL-
gecertificeerde planten in bloembakken ingekocht? En wordt ook voldaan aan
de andere eisen voor ‘bij-vriendelijkheid’ van de planten zoals het bevatten
van nectar en/of stuifmeel en het verspreid in bloei staan over het seizoen?
Antwoord 1a:
Ja, dit is een contracteis, en zo wordt aan de gemeente ook geleverd.
NB: Naast de planten en bloemen in bakken van de gemeente zijn er
bloembakken die door ondernemersverenigingen in winkelgebieden worden
geplaatst en onderhouden met traditioneel eenjarige beplanting.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Lee Gemeenteblad
ummer = en
Datum 21 oktober 2019 Schriftelijke vragen, maandag 30 september 2019
Aan bruggen in stadsdeel Zuid hingen op grond van oude afspraken
bloembakken aan bruggen nog zonder de vereiste van biologische teelt. Deze
afspraken zijn beëindigd.
b. Zo nee: hoe wordt de inkoop van de beplanting in bloembakken dan
georganiseerd? Zijn de planten in bloembakken van biologische en minstens
SKAL-gecertificeerde teelt en wordt voldaan aan de andere eisen voor ‘bij-
vriendelijkheid’?
Antwoord 1b:
N.v.t.
2. Hoe wordt de inkoop van beplanting voor de vaste grond, zoals in plantsoenen,
parken, speeltuinen, bermen en taluds, georganiseerd”?
Antwoord:
Er loopt op dit moment een aanbesteding voor de inkoop van beplanting (vaste
planten, struiken, gras, bloembollen). Milieukeurmerk en SKAL certificaat zijn een
opgenomen vereiste.
3. Zijn er bij deze inkoop van beplanting voor de vaste grond criteria gesteld ten
aanzien van biologische teelt?
Antwoord:
Milieukeur certificaat voor beplanting. SKAL certificaat voor bloembollen.
4. Wat zijn de eisen voor certificering van planten die gebruikt worden bij de
uitvoering van gesubsidieerde groene (buurt)initiatieven”?
Antwoord:
Milieukeur certificaat voor beplanting. SKAL certificaat voor bloembollen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
‘httos://amsterdam.raadsinformatie.nl/modules/6/moties/285727
“https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/4806872/1/1_ Bestuurlijke reactie op motie 936 inkop
bijvriendelijke planten
" https://www.natuurmonumenten.nl/nieuws/dramatische-afname-van-insecten
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 394
Datum akkoord college van b&w van 27 mei 2014
Publicatiedatum 30 mei 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.C.G. Poot van
11 april 2014 inzake het fraude-onderzoek naar hypotheekrenteaftrek in Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
Uit berichten van RTL Nieuws getiteld: ‘Voor miljoenen gesjoemeld met
hypotheekrenteaftrek en ‘OM: pakkans fraudeurs zeer klein’, bleek gisteren dat de
gemeente Amsterdam samen met de Belastingdienst onderzoek doet naar een
nieuwe vorm van fraude, waarbij de hypotheekrente wordt afgetrokken door mensen
die daar geen recht op hebben. Het onderzoek waaraan de gemeente deelneemt zou
onder andere bestaan uit onderzoek naar ‘opvallende adressen’, waarbij de eerste
bevindingen aanwijzingen opleverden die er op zouden kunnen wijzen dat
Amsterdamse huishoudens ten onrechte twee keer de hypotheekrente aftrekken van
de belasting.
De fractie van VVD Amsterdam vindt het van groot belang dat de overheid
daadkrachtig optreedt tegen fraude met belastingmiddelen en zou dan ook graag van
het college vernemen hoe de inhoud van het onderzoek en de samenwerking met het
rijk vorm hebben gekregen en of het onderzoek zich uitsluitend richt op fraude met
rijksmiddelen, of ook op fraude met gemeentelijk belastinggeld.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 11 april 2014, namens de fractie
van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Kan het college aangeven wat de aanleiding van het onderzoek is geweest en
welke instantie het initiatief tot het onderzoek heeft genomen?
Antwoord:
In de berichtgeving door RTL Nieuws wordt de indruk gewekt dat er een
onderzoek loopt van de Rijksbelastingdienst en de gemeente Amsterdam naar
fraude met dubbele hypotheekrente aftrek. Dat is niet het geval. De pilots GBA/
adresgerelateerde fraude waar RTL Nieuws naar verwijst zijn voortgekomen uit
de bespreking in de ambtswoning naar aanleiding van een verzoek van een groep
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jou Gemeenteblad
Datum 30 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 april 2014
burgers (de initiatiefgroep 1 overheid). De gemeenteraad is op 5 maart 2014 per
brief in de dagmail geïnformeerd. De brief is voor de volledigheid bijgevoegd.
Op basis van voorlopige resultaten uit de pilots bestaat het vermoeden dat er in 1
situatie mogelijk sprake is van fraude met dubbele hypotheekrenteaftrek. De
voorlopige resultaten uit de pilots zijn met alle partners besproken in een
ambtswoningsgesprek op 6 mei waarna men besloot de pilots voort te zetten. Het
College en de Gemeenteraad worden rond de zomer over de resultaten
geïnformeerd.
Afgelopen jaar heeft een landelijk opererende groep burgers onder de naam
‘Initiatief 1 Overheid/ | één O’ contact gezocht met het College om samen met
andere overheidspartijen te bezien op welke manier overheden door nog meer
samen te werken nog effectiever kunnen worden in het voorkomen van fraude.
Onder gastheerschap van de burgemeester heeft op 10 september 2013 een
oriënterend ambtswoninggesprek plaatsgevonden. Deelnemers waren
bewindspersonen en ambtenaren van de Ministeries van Veiligheid en Justitie,
Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en
Werkgelegenheid en Economische Zaken, de gemeente Amsterdam en leden van
het ‘burgerinitiatief’. Tijdens de bijeenkomst heeft het 'l één O' de aanpak die zij
voorstaat gepresenteerd en zijn mogelijkheden verkend om concrete initiatieven
of pilots te starten. Voorstel was om als Rijk en lokale overheden/ diensten in een
gezamenlijke aanpak te komen tot het effectief dichten van lekken in systemen en
werkwijzen.
2. Wat is de exacte rol van de gemeente Amsterdam binnen bovengenoemd
onderzoek?
Antwoord:
Binnen de pilots participeren vanuit de gemeente Amsterdam momenteel al de
Dienst Basisinformatie, Dienst Werk en Inkomen, Dienst Wonen Zorg en
Samenleving, Dienst Stadstoezicht en Samenleving en Bestuursdienst/ OOV.
Het College is tevens een actiecentrum aan het starten binnen de Bestuursdienst/
Openbare Orde en Veiligheid- organisatie, waarbij gebruik kan worden gemaakt
van de samenwerkingsconvenanten van de structuren van de Regionale
Informatie en Expertise Centrum (RIEC) en Regionaal Centrum fraudebestrijding
(RCF) structuur. Op die manier is direct een groot aantal relevante
overheidspartijen betrokken. Zie verdere informatie in de eerder genoemde brief.
3. Hoe heeft de samenwerking met de Belastingdienst in het onderzoek precies
vorm gekregen en wat houdt het onderzoek naar ‘opvallende adressen’ precies
in?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 2. Het manipuleren van de inschrijving GBA heeft vaak
als doel met deze inschrijving financieel of materieel voordeel te verkrijgen voor
zichzelf of het niet in gevaar brengen van deze voordelen voor degene waar men
mee samenwoont. Ook verschuilen sommige burgers zich voor de overheid door
zich niet of elders in te schrijven. In bijlage 1 van genoemde brief wordt de
concrete werkwijze beschreven. Op basis van ingebrachte casuïstiek vanuit
ofwel de GBA, ofwel andere overheidspartners of openbare bronnen wordt met de
deelnemende organisatie samen in beeld gebracht wat er aan de hand is, of er
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Jou Gemeenteblad
Datum 30 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 april 2014
daadwerkelijk vermoeden of sprake van fraude is, wat motieven van deze fraude
zijn, welke organisatie kennis heeft over de zaak en belangen/schade, welke
interventie nodig is om deze fraude in de toekomst te voorkomen en in deze
specifieke situatie te stoppen.
4. Wordt in dit fraude-onderzoek uitsluitend onderzoek gedaan naar fraude met
rijksmiddelen, zoals de hypotheekrenteaftrek, of richt het onderzoek zich ook op
fraude met gemeentelijk belastinggeld?
Antwoord:
Het betreft fraude met de inschrijving van de GBA. Daarbij kan er zowel sprake
zijn van fraude met rijksmiddelen als ook met gemeentelijke middelen. Dat kan
behalve belastingfraude bijvoorbeeld ook gaan om bijstandsfraude of doorverhuur
van woningen.
5. Wat zijn de verwachtingen van het college met betrekking tot het aantal fraudeurs
en de hoogte van het fraudebedrag? En zou het college aan kunnen geven
waarom deze vorm van fraude niet eerder ontdekt is?
Antwoord:
De pilot is nog niet afgerond, het College kan deze vraag daarom nog niet
beantwoorden. Conform toezegging in de eerder genoemde brief aan de
Gemeenteraad wordt de Raad rond de zomer over de voortgang geïnformeerd.
De fraude die tijdens de lopende pilot wordt ontdekt, is nog niet eerder ontdekt
doordat nu op een andere, vernieuwende manier wordt samengewerkt. Of dit
effectief is moet gaan blijken.
6. Heeft het college maatregelen genomen om eventuele toekomstige gevallen te
voorkomen, bijvoorbeeld in samenwerking met de Belastingdienst? Zo ja, waar
bestaan deze maatregelen uit?
Antwoord:
De pilots zijn nog niet afgerond. Pas als de pilots zijn afgerond en er een beeld is
van de fraudepatronen kunnen gelegenheden om fraude te plegen en belangen
en interventiemogelijkheden worden onderkend. Op basis hiervan kan vervolgens
een effectieve en efficiënte fraudeaanpak worden opgesteld.
7. Heeft de gemeente Amsterdam in het verleden vaker samengewerkt met de
Belastingdienst of het rijk in de strijd tegen fraude? En zouden dergelijke
samenwerkingen volgens het college in de toekomst kunnen bijdragen aan een
daadkrachtigere aanpak van fraude met gemeenschapsgeld?
Antwoord:
De gemeente werkt in de reguliere werkprocessen regelmatig met de
Rijksbelastingdienst samen en omgekeerd weet de Rijksbelastingdienst de
gemeente ook regelmatig te vinden, bijvoorbeeld met vragen over specifieke
situaties. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook in Riec of Van Traa verband. De gemeente
heeft in het verleden vaker in pilots samengewerkt met de belastingdienst of
andere departementen van het Rijk, bijvoorbeeld bij de projecten Zoeklicht en
‘Schoon schip’. Deze projecten hebben aangetoond dat dergelijke
samenwerkingen kunnen bijdragen aan de aanpak van fraude.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng Jou Gemeenteblad
ummer = …. … .
Datum 30 mei 2014 Schriftelijke vragen, vrijdag 11 april 2014
Dit is voor het College mede de reden geweest de nieuwe pilots te starten.
Afhankelijk van de resultaten van de pilots besluit het College over een eventueel
vervolg.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
|
Bezoekadres 2x Gemeente Amsterdam |
Stadhuis, Amstel 1 Bestuursdienst
1011 PN Amsterdam |
2x Directie Stedelijke Bestuursadvisering |
Postbus 202 Afdeling Sociaal Domein |
1000 AE Amsterdam 2x |
Telefoon 020 552 9111 |
oester Retouradres: BDA, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam |
Gemeenteraad van Amsterdam
Datum 12 februari 2014
Ons kenmerk
Behandeld door R. IJzelendoorn, H. Bruining
Doorkiesnummer 020 552 3213
E-mail [email protected]
Bijlage Brief Kabinet |
Onderwerp Initiatief &&n Overheid |
Geachte gemeenteraad, |
Fraude staat hoog op veel agenda's. Private en overheidsinstanties zijn actief met het
aanpakken van fraude. Veel organisaties kiezen daarbij vooralsnog voor een eigen
aanpak, binnen de eigen koker en mogelijkheden. Er wordt echter nog steeds voor
aanzienlijke bedragen gefraudeerd. Fraudeurs werken namelijk over kokers heen. Het
is daarom van belang dat de verkokerde aanpak van fraude wordt vervangen door een |
werkwijze waarbij partijen samenwerken opdat zij fraudeurs een slag voor kunnen zijn |
en daarmee fraude kunnen stoppen of voorkomen.
Een recent voorbeeld van effectief samenwerken is toen medewerkers van de
Belastingdienst Teruggave Omzetbelasting indicaties hadden dat teruggavenaanvragen op |
bepaalde adressen niet zuiver waren. Zij informeerden bij de Amsterdamse Dienst Basis |
Informatie (DBI) welke indicaties deze dienst op de betreffende adressen had. Ook bij DBI |
bleek men vanuit het eigen werkproces twijfels over de realiteit van de inschrijvingen te
hebben. Daarop besloten de medewerkers van Teruggave Omzetbelasting gebruik te |
maken van de mogelijkheid om aanvullende informatie op te vragen en niet direct tot
uitkering van de bedragen over te gaan. Resultaat: er kwam geen enkele reactie van de
kant van de aanvragers. Daarmee werd voorkomen dat € 20 miljoen werd uitgekeerd.
Het College wil samen met andere overheidspartners experimenteren met nieuwe
werkwijzen en wil de gemeenteraad hierover met deze brief informeren.
Afgelopen jaren — en afgelopen weken in het bijzonder- zijn er talloze publicaties
verschenen, documentaires uitgezonden en Kamervragen gesteld over verschillende
vormen van fraude. Ook de Amsterdamse gemeenteraad heeft verschillende keren
aandacht aan fraude besteed, zoals blijkt uit de schriftelijke vragen van 17 juli 2013
over de bestrijding van bijstandsfraude en fraude met kwijtscheldingen (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 674) en de schriftelijke vragen op 10 december 2013 naar aanleiding van
een uitzending van RTL Nieuws over fraude met toeslagen (Gemeenteblad afd. 1, nr
263).
Het stadhuis is bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 2 van 18
Een andere interessante casus is het aantal kamers dat via de website Kamernet in
Amsterdam voor verhuur wordt aangeboden waarbij de huurder zich niet op het adres mag |
inschrijven. Op 3 februari, een willekeurige datum, waren dit 285 kamers'. Stel dat een |
kwart van de officiële bewoners een bijstandsuitkering ontvangt, dan is hiermee alleen
al voor de gemeente Amsterdam, nog los van eventuele toeslagen, € 588.000 euro
per jaar gemoeid”. Omdat de kans reëel is dat ook hier door fraudeurs over kokers
heen wordt gewerkt is het waarschijnlijk dat ook voor de rijksoverheid substantiële
bedragen aan de orde zijn (inkomstenbelasting, huuropbrengst, toeslagen,
studiefinanciering).
Met de bezuinigingen waar de overheid, zoals de gemeente Amsterdam, mee te
maken heeft is het extra noodzakelijk geworden om als overheden de krachten te
bundelen en gezamenlijk tegen fraude op te treden, als waren wij één overheid.
Door effectief in te grijpen op het moment dat de fraude optreedt, of de fraudeur zelfs
een slag voor te zijn en fraude niet meer mogelijk te maken, valt er voor de overheid
geld te besparen en geloofwaardigheid als overheid te winnen. Daarnaast heeft fraude
bij de ene overheidspartij regelmatig effect op andere overheidspartij. Voorbeeld is de
fraude met door de Rijksbelastingdienst uitgekeerde toeslag voor de kinderopvang in
Amsterdam Zuid Oost (Parool, 11-02-2013) voor een bedrag van naar schatting
€ 6 min. Dit bedrag moet terugbetaald worden. De tussenpersoon is al met een groot
deel van het geld vertrokken. Veel gezinnen hebben de ontvangen gelden al |
uitgegeven. Een substantieel aantal gezinnen kan dus niet terugbetalen, waardoor zij
in de schuldsanering belanden. Schuldsaneringtrajecten kosten de gemeente geld.
Exacte fraudebedragen van fraude door Amsterdammers, richting gemeente of |
Rijksoverheid zijn niet bekend. Dat maakt het des te interessanter om te
experimenteren met nieuwe methodieken waarbij meer zicht ontstaat op de concrete
effecten voor de gemeente Amsterdam en de mogelijkheden om fraude te voorkomen.
Afgelopen jaar heeft een landelijk opererende groep burgers® onder de naam ‘Initiatief
1 Overheid/ | één O' het College overtuigd om samen met andere overheidspartijen te
bezien op welke manier overheden door nog meer samen te werken effectiever
kunnen worden. De door hen voorgestelde werkwijze richt zich in het bijzonder op het
detecteren en dichten van lekken in systemen en werkwijzen die mogelijk maken dat
fraudeurs in het bezit komen van niet aan hen toekomende bedragen. Het gaat hen
daarbij dus niet primair om het verhogen van het aantal aanhoudingen (repressie),
maar vooral het goed toepassen van methoden waardoor het misplaatst toekennen
van bijvoorbeeld toeslagen en uitkeringen wordt voorkomen. Ook gaat het daarbij om
een aanpak aanvullend op datgene wat de gemeente Amsterdam, alleen of met
andere overheidspartners, al onderneemt.
d Op 3 febr. 2014 was het aanbod: 45 pagina's, met 15 kamers per pagina. Na toepassing van het vinkje
‘inschrijven toegestaan’ beleven er 28 pagina's. Dit betekent dus dat van de 675 kamers die te huur waren in
Amsterdam er bij 255 adressen geen inschrijving mogelijk was. Kamers in Amsterdam Zuid Oost worden apart
aangeboden. Dat levert 5 pagina's met kamers op. Na plaatsing van het vinkje ‘inschrijven toegestaan’ blijven er
3 pagina's over. Dus nog 30 kamers extra waar geen inschrijving mogelijk is.
2 25% van 285= 70 bijstandsuitkeringen, alleenstaanden ontvangen 50% van het minimum loon, betekent
€ 49.000 euro per maand en € 588.000 euro per jaar.
* hoogleraren, advocaten, politiemensen, informatiekundigen, fiscalisten en (voormalig) ambtenaren
2
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 3 van 18
Het Initiatief 1 Overheid (|l één O) schrijft over fraude: ‘Fraude is een maatschappelijk
fenomeen dat schade berokkent voor de binding van de samenleving en de onderlinge
solidariteit. De impact en de omvang van de schade als gevolg van fraude kan worden
uitgedrukt in harde euro's. De maatschappelijke schade is naar schatting minstens
€ 11 miljard euro op jaarbasis (omgerekend € 600,- per hoofd van de bevolking). De
overheid is de grootste benadeelde met een fraudeomvang van minstens € 7,3 miljard.
De fraude tussen burgers en bedrijven onderling bedraagt € 3,7 miljard.”
Onder gastheerschap van de burgemeester heeft op 10 september 2013 een
oriënterend ambtswoninggesprek plaatsgevonden over de wijze waarop fraude
effectiever voorkomen kan worden. Deelnemers waren bewindspersonen en
ambtenaren van de Ministeries van Veiligheid en Justitie, Financiën, Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Economische
Zaken, de gemeente Amsterdam en leden van het ‘burgerinitiatief’.
Tijdens de bijeenkomst heeft het ‘| één O' de aanpak die zij voorstaat gepresenteerd
en zijn mogelijkheden verkend om concrete initiatieven of pilots te starten. Voorstel
was om als Rijk en lokale overheden/ diensten in een gezamenlijke aanpak te komen |
tot het effectief dichten van lekken in systemen en werkwijzen.
In de klassieke fraudeaanpak wordt gewerkt met risicoprofielen. De voorgestelde
werkwijze gaat uit van enkele kleinschalige, afgebakende en aansprekende
experimenten op basis van concrete casuïstiek. Deze is gebaseerd op verdachte
situaties, zoals overbewoning op een adres, of juist veel administratieve leegstand in
een populaire wijk of casuïstiek van andere overheidspartners, zoals een signaal dat
er wel erg veel bedrijven staan ingeschreven op 1 specifiek adres.
Het gaat daarbij om detectie van signalen, bepaalde handelingen die mogelijk wijzen
op fraude. Aan de signalen en casuïstiek kunnen de handelingspatronen van fraude
worden ontleend. Door analyse van de verrijkte informatie ontstaat een beeld en
kunnen fraudepatronen, gelegenheden en belangen worden onderkend. Op basis
hiervan kan vervolgens een effectieve en efficiënte fraudeaanpak worden opgesteld.
Een belangrijke voorwaarde voor de uitvoering van de fraudeaanpak is de
mogelijkheid om kokeroverstijgend te kunnen handelen.
De afgelopen maanden hebben Amsterdamse ambtenaren zich verder in de
systematiek verdiept. Een van de constateringen is dat veel overheidspartijen
inderdaad met zogenaamde risicoprofielen werken, maar dat deze vaak nog niet
buiten de eigen organisatie worden gedeeld. Ook is vaak niet vastgesteld welk effect
een risicoprofiel op ketenpartners heeft. Risicoprofielen worden over het algemeen
gebruikt voor opsporing en repressie in plaats van het voorkomen van fraude.
In de voorgestelde werkwijze voor de pilots is dit anders. Daarbij wordt de fraudeur
centraal gesteld en wordt er case-gewijs met de signalen van de verschillende
partners zoveel mogelijk het totale fraudegedrag van deze persoon (en/of relaties
zoals medebewoners of familie) in kaart gebracht. Dit totaalbeeld van een case geeft
inzicht in de belangen van fraudeurs en de gelegenheden waar zij gebruik van maken.
Op basis van dit inzicht kunnen voorstellen worden gedaan om fraude te voorkomen.
4 Price Waterhouse Coopers, in Nieuwsuur d.d. 18 december 2013
3 |
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 4 van 18
Daarnaast zijn er veel voorbeelden van baliemedewerkers die op intuïtie handelen.
Aan de orde is de vraag: is deze intuïtie nu te vertalen naar het herkennen bij welk
type signalen welke patronen horen en welke vervolgactie daarop moet volgen om tot
een effectieve preventie te komen? Zo lijken er verbanden te zijn die te maken hebben
met huurcontracten en eigenaren, inkomen en leeftijd (is het aannemelijk dat iemand |
van die leeftijd een dergelijk hoog of laag inkomen heeft?), wat valt op aan het |
verzamelinkomen? |
Op basis van de verkennende gesprekken is aan het College geadviseerd om
daadwerkelijk enkele pilots te gaan oppakken. Experimenteren met deze pilots biedt |
de gelegenheid om aanvullend op bestaande Amsterdamse projecten, zoals in het |
verleden met bijvoorbeeld Zoeklicht’ en Schoon Schip°, ervaring op te doen met het |
voorkomen en sneller detecteren van fraude.
Op 3 juli 2013’ heeft minister Opstelten, als coördinerend bewindspersoon binnen het
kabinet voor de fraudeaanpak, aan de Tweede Kamer aangekondigd dat het kabinet in
het najaar een actieplan zou presenteren met aanvullende maatregelen ter versterking
van de aanpak van fraude met publieke middelen. Op 20 december 2013 heeft de
minister, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de
minister van Economische Zaken, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, |
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister voor Wonen |
en Rijksdienst, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de
staatssecretaris van Financiën, die toezegging met een brief gestand gedaan |
(bijgaand). |
De brief bevat een reeks maatregelen om fraude met publieke middelen te voorkomen
en effectiever te bestrijden. Recente ervaringen met fraude met toeslagen en andere
inkomensvoorzieningen voor burgers tonen volgens het Kabinet het belang van een
stevige aanpak aan. Het kabinet heeft in de rijksbrede anti-fraudestrategie gezocht
naar een goede balans tussen gerechtvaardigd vertrouwen, goede dienstverlening en
fraudebestrijding. Het Kabinet streeft naar een brede en integrale benadering waarbij
de rijksoverheid ook zal samenwerken met gemeenten en private partijen, zoals
banken en curatoren. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van goede ideeën uit de
praktijk en ervaringen waaronder het Initiatief 1 Overheid.
In de op 20 december door het Kabinet aan de Tweede Kamer aangeboden brief
wordt een aantal initiatieven genoemd waar de gemeente Amsterdam in participeert of
bij kan aansluiten. Zo zijn er extra mogelijkheden ontstaan met de Wet Fraudeaanpak.
Hierdoor is per 1 januari de wettelijke basis gelegd voor het instrument Systeem Risico
Inventarisatie (SyrRi). Een andere in de brief genoemde mogelijkheid om als
> Zoeklicht betreft een project waarbij de gemeente met verhuurders samen optrekt om onderhuur |
en doorverhuur van vooral sociale huurwoningen op te sporen. |
$ Schoon Schip betreft een project van gemeente, UWV, SVB en Rijksbelastingdienst waarbij de
werkgeversadressen uit de zogenaamde ‘polisadministratie’ naast de Gemeentelijke Basis
Administratie (GBA) wordt gelegd met als doel de GBA actueler te maken en fraude met
inschrijvingen te voorkomen.
7 Kamerstukken II 2012/13, 29 911, nr. 82
A
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 5 van 18
|
Amsterdam met het Rijk samen te werken is het initiatief om met het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UVVV), de Sociale Verzekeringsbank
(SVB) en gemeenten de bestaande voorlichting tegen het licht te houden en te kijken
waar deze begrijpelijker, inzichtelijker en eenvoudiger kan. En ook het initiatief om te
komen tot onderzoek en de afspraken tussen gemeenten, Belastingdienst en
Binnenlandse Zaken naar risico’s in de keten biedt mogelijkheden om als overheden
gezamenlijk fraude verder te voorkomen en aan te pakken.
Door de bewindspersonen is op 10 september 2013 de ambitie uitgesproken om
samen met Amsterdam enkele pilots te initiëren volgens het gedachtegoed van
Initiatief één Overheid. Rijksambtenaren en Amsterdamse ambtenaren voeren |
hierover verkennende gesprekken. Vooruitlopend op de start van pilots heeft Amsterdam |
via de Ambtelijke Stuurgroep van het Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in |
haar convenant het bestaande handhavingknelpunt ‘Woonfraude’ uitgebreid naar ‘Fraude’ |
waardoor het mogelijk wordt om op hele korte termijn daadwerkelijk te starten met drie
(kleinschalige) pilots. De mogelijkheden worden momenteel geïnventariseerd. Mogelijke
pilots richten zich op GBA-gerelateerde® fraude, risicoadressen® en faillissementsfraude ®.
Het College wil de systematiek van het Initiatief 1 Overheid in de gemeentelijke
organisatie incorporeren opdat Amsterdam op de kortst mogelijke termijn ervaring kan
opdoen met de door het 110 gesuggereerde werkwijze. De meest geëigende wijze is
een actiecentrum te starten binnen de Bestuursdienst/ Openbare Orde en Veiligheid-
organisatie, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de samenwerkingsconvenanten
van de structuren van de Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEG) en
Regionaal Centrum fraudebestrijding (RCF) structuur. Op die manier is direct een
groot aantal relevante overheidspartijen betrokken. De keuze voor deze beide
structuren is mede ingegeven door opmerkingen van het Ministerie van Veiligheid en |
Justitie, de Rijksbelastingdienst en het UWV om bij de bestaande RIEC en RCF |
structuur aan te sluiten. Daarmee is gewaarborgd dat informatie tussen de betrokken |
diensten gemakkelijk kan worden uitgewisseld op basis van daarvoor al uitgewerkte |
en beproefde juridische kaders en convenanten voor gegevensuitwisseling. Door daar |
gehoor aan te geven staat de deur richting departementen open om ook daadwerkelijk |
te participeren.
De komende periode zullen enkele experimenten plaatsvinden. Begin mei vindt een
vervolgbespreking met bewindspersonen, rijksambtenaren en andere betrokken
overheidspartners, zoals het Openbaar Ministerie, Politie, maar ook partners als het
UWV en de Kamer van Koophandel plaats. Dan wordt besproken of de pilots goede
® Bij GBA gerelateerde fraude betreft het manipuleren van de inschrijving met als doel financieel of materieel
voordeel te krijgen. Ook verschuilen burgers zich voor de overheid door zich niet of elders in te
schrijven.
® Een risicoadres is een adres waar de gemeente vanuit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens,
GBA) een vermoeden hebben dat iemand zich daar wil inschrijven terwijl dat niet de bedoeling is. Sinds 6 januari
2014 heet de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA): Basisregistratie Personen (BRP).
0 Bij faillissementsfraude maakt een fraudeur gebruik van de mogelijkheid om met een Besloten
Vennootschap schulden aan te gaan, zichzelf te verrijken en vervolgens de BV failliet te laten gaan. Vaak zijn
zowel overheid als particulieren of andere bedrijven slachtoffer.
5
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 6 van 18
aanknopingspunten bieden voor nieuwe experimenten en mogelijke verdere uitrol
binnen de Rijksoverheid, met andere (semi)overheidspartners en andere Nederlandse
gemeenten en / of dat structurele aanpassing van werkwijzen of wet- en regelgeving
wenselijk zijn.
Het College zal u rond de zomer nader over de voortgang informeren. |
|
Hoogachtend, |
urg ester en wethouders van Amsterdam,
gek |
- Pd |
setrétar burgemeester |
r-AH.P\ van Gils mr. E.E. van der Laan |
ij
|
6
|
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 7 van 18
Bijlage 1: werkwijze pilots |
Inleiding
De kern van aanpak zit in de constatering dat een verkokerde, repressieve aanpak |
niet werkt, omdat fraudeurs zich richten op de zwakke verbindingen tussen de |
kolommen en zo snel bewegen dat ze al gevlogen zijn, voordat de repressie ze te
pakken heeft.
Om fraude aan te pakken, moet je horizontale verbanden aanleggen, die zich richten
op preventieve interventies. Daarvoor heb je ‘administratief rechtelijke burenhulp'
nodig: de ene overheidsdienst doet een interventie, die niet direct in eigen belang is,
maar die het optreden van andere overheden effectief maakt. Voorbeelden hiervan
kennen we, zoals de ANPR (Automatic NumberPlate Recognition) controles, waar de
politie veel energie in stopt, maar waar Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en |
Rijksbelastingdienst het meest van profiteren. Lokaal werkt het beter om verkrotte |
woningen van asociale verhuurders door de brandweer, binnen 24 uur, te laten |
dichttimmeren, dan met aanschrijvingen van bouw en woningtoezicht aan de slag te |
gaan.
Dat betekent dus ook dat je niet met risicoprofielen moet werken, maar met
handelingspatronen: de wetenschap dat als iemand bepaalde handelingen verricht, je
een grote kans hebt dat hij fraude gaat plegen. Dus een aandeelhouder van een
besloten vennootschap, die een VOW-er (‘vertrokken onbekend waarheen’) als |
directeur aanstelt en dan ook nog plotseling stijgende omzet meldt bij belastingdienst,
dat is een patroon, waarvan je weet dat hij naar grote waarschijnlijkheid aanstuurt op
faillissement.
|
Voor deze aanpak geldt elke keer een aantal stappen die standaard doorlopen kunnen |
worden: |
Stap 1 Ken de patronen |
Fraude gebeurt niet in de administratieve systemen, maar in de ‘werkelijke wereld’.
Het zijn gewone mensen die handelingen verrichten. Ze innen btw teruggave zonder
werkelijke omzet gedraaid te hebben, ze verkopen arbeidscontracten en innen daar
geld voor, of verhuren veelvuldig bedrijfsruimten die niet geschikt zijn voor de
‘vestiging’, of ze slikken bolletjes en leveren die af in een ander land.
Waar het elke keer om gaat, is dat je met experts van een bepaalde soort fraude, het
gedragspatroon, of een aantal gedragingen in de werkelijke wereld kent, en beschrijft.
Voorbeeld: bolletjesslikkers willen wel graag een uitkering, in verband met een
ziektekostenverzekering, maar het bedrag van de uitkering is niet genoeg voor hun
levensstijl. Dus verdienen ze bij, door bolletjesslikkend tussen Zuid-Amerika en
Nederland te reizen. Maar omdat er dan stempels in hun paspoort komen, gooien ze
dat paspoort weg, voordat ze zich melden voor een heronderzoek bij de Dienst Werk
en Inkomen. Daarmee voorkomen zij vragen hoe zij de reizen überhaupt hebben
kunnen betalen. Ze doen aangifte van vermissing van hun paspoort, krijgen een
schoon paspoort en gaan daarmee naar de Dienst Werk en Inkomen voor verlening
van de uitkering.
d
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam |
Kenmerk Bestuursdienst |
Pagina 8 van 18 |
|
Signalen: digital footprints
Het mooie is, dat als je de patronen van een fraudeur kent, je ook signalen kunt gaan
opsporen. Door de sterke digitalisering laten fraudeurs toch digital footprints achter. Zo |
bleek in Rotterdam dat slechts 1 procent van de gemiddelde burgers tot driemaal toe |
een nieuw paspoort aanvroeg. Van de bijstandsklanten in Rotterdam was dat al drie
procent. Voor sommige deelpopulaties was dat zes procent, maar voor sommige
mensen uit bepaalde herkomstlanden met een bijstandsuitkering was dat 54 procent. |
Een kleine check bij de marechaussee leerde dat deze specifieke groep klanten
meerdere reizen naar Zuid Amerika had gemaakt, iets wat niet kan van een uitkering,
en wat ze ook niet gemeld hadden. Reden voor een stopzetting van de uitkering. Het
voordeel van denken in patronen is het voorkomen van discriminatie. Met profielen
werkt men toch vooral met kenmerken van de populatie, zoals sexe, leeftijd, afkomst.
Met patronen richt je je op feitelijk gedrag: een uitkering hebben en meer dan drie keer
een nieuw paspoort aanvragen. Dat is het signaal, waarop je de start van je onderzoek
baseert.
Stap 2: Triggers |
De volgende stap die gezet moet worden, is het identificeren van de relevante triggers.
Anders dan bij de profiel-benadering, waarbij je bestanden vergelijkt en van alles op
een zeef gooit, in de hoop dat er iets op de zeef blijft liggen (wat in het kader van de
privacy als ontoelaatbaar wordt geacht) ga je bij de patroonbenadering uit van
individueel gedrag.
Bijvoorbeeld: pas bij de derde aanvraag voor een nieuw paspoort binnen vijf jaar, start
je het onderzoek. De derde aanvraag is dan een trigger. Elke fraudevorm heeft zijn
eigen triggers. Bij faillissementsfraude zou dat de melding van een gestegen omzet
kunnen zijn, bij een Besloten Vennootschap met een bestuurder die VOW (vertrokken
Onbekend Waarheen) is. Bij een risicoadres gaat het bijvoorbeeld om 20 personen die
ingeschreven zijn op een woonruimte van 25m2.
Het is belangrijk om te denken in triggers, omdat het individuele handelingen zijn, die
in de actualiteit plaatsvinden, de fraude kan mogelijk nog worden voorkomen. Bij
profielen vind je vooral historische informatie en hol je al gauw achter de feiten aan. |
Stap 3: Verrijking |
Een trigger is aanleiding voor het starten van het onderzoek, maar of je ook een |
interventie moet plegen, is iets anders. Daarvoor is informatieverrijking nodig.
Zoals gezegd, de fraudeurs zoeken het vooral in de verbindingen, in de horizontale |
aspecten, omdat fraude binnen een koker inmiddels wel aangepakt wordt. Daarom |
moet er, nadat een trigger is afgegaan, in een aantal andere systemen gekeken |
worden. 'Is degene die voor de derde keer een paspoort aanvraagt, ook een |
uitkeringsgerechtigde?' Heeft een verdachte Besloten Vennootschap, die in de
jaarstukken een omzet stijging meldt, ook extra personeel gemeld bij het UWV en
extra btw en premies afgedragen bij de Rijksbelastingdienst? Als dat laatste niet het
geval is, en de Besloten Vennootschap is ook nog op een verdacht adres gevestigd,
dan is de kans op fraude groot, en is een preventieve interventie nodig.
8
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 9 van 18
Stap 4: Interventie
De interventie moet vooral ‘administratiefrechtelijke burenhulp' zijn. Bij een verdachte
Besloten Vennootschap moet je niet aan de Kamer van Koophandel vragen een nader
onderzoek in te stellen. Zij heeft noch de juridische instrumenten, noch de capaciteit |
om inschrijvingen zelfstandig tegen te houden.
Wat wel kan werken, is een aanpak waarbij de UWV een onaangekondigde
boekencontrole doet bij de verdachte Besloten Vennootschap, of de
Rijksbelastingdienst, die de gelegenheidsgever, de verhuurder van de locatie, een
aanslag oplegt in verband met niet gemelde huurinkomsten.
Ook kan het helpen om aan alle huurders van een verdacht adres een brief te
schrijven waarin je een controle aankondigt en hen oproept aanwezig te zijn op één en
dezelfde datum voor alle Besloten Vennootschappen die op dat adres gevestigd zijn.
Bij een inschrijving van 20 personen op één adres van 25 m2 kan het heel effectief zijn
om de Brandweer een toets op Brandveiligheid te laten uitvoeren. Een andere, zeer
eenvoudige, methode is om, binnen de ruimte die de wet biedt, aan een verdachte
aanvrager van een toeslag een vraag om aanvullende informatie te stellen. Echte
fraudeurs blijken op dat moment af te haken, waarmee wordt voorkomen dat bedragen
ten onrechte worden uitbetaald en teruggevorderd moeten worden.
Stap 5: Uitrol / implementatie
Als de interventie beproefd en geslaagd blijkt, kan de aanpak landelijk ingevoerd |
worden. Daarmee is de preventieve borging mogelijk.
Daarnaast kunnen aanbevelingen worden geformuleerd voor wijziging van wet- en
regelgeving.
Vastlegging
Bij aanvang van elke pilot wordt ten behoeve van maandelijkse monitoring en de
eindevaluatie volgens een vast stramien verschillende zaken vastgelegd zoals
Geldend convenant, aan- en inleiding, visie en richting, te ondernemen activiteiten,
werkwijze en planning. De resultaten worden vastgelegd in output en outcome
(financieel en maatschappelijk) en een advies ten aanzien van wijzing van de
werkwijze of wet- en regelgeving.
Opbrengst van deze aanpak
Omdat deze aanpak persoonsgericht is, wordt de informatieverzameling en het
informatie-hergebruik effectiever en efficiënter. Voorwaarde is wel dat de
‘behandelaar’ het recht krijgt om op te treden op alle relevante domeinen. Hijfzij moet
meerdere taken tegelijkertijd mogen uitvoeren. Natuurlijk kan dit in teams (meervoudig
kijken), maar kern is dat degenen die de constateringen doen, ook degenen zijn die
mogen optreden. De dossiers moeten niet van het projectteam overgedragen worden
aan een ‘staande organisatie’, want dat leidt tot overdrachtsverlies en dus
effectiviteitsverlies.
Er zijn twee soorten opbrengsten: materiële en immateriële. Materieel is de opbrengst
van het fraudebedrag over de verschillende middelen heen (hypotheek-fraude,
zorgtoeslag-fraude, uitkeringsfraude, btw-fraude, etc.). Doordat de kennis van de
fraudepleger wordt hergebruikt, zijn de kosten van verwerving lager, en de
opbrengsten hoger. Dat betekent dat veel fraudezaken nu bedrijfseconomisch
9
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 10 van 18
|
verantwoord opgepakt kunnen worden, terwijl dat niet lukt als je de zaak mono- |
disciplinair oppakt. Belangrijker zijn echter de immateriële opbrengsten: hier komt ook |
de politiek-bestuurlijke sturing om de hoek: het gaat erom dat bepaalde vormen van
criminaliteit, die ook veel onveiligheid met zich meebrengen, effectiever worden
aangepakt. Niet alleen wordt op die manier het leven van criminelen onprettiger, ook
wordt de ‘aantrekkelijkheid van een criminele carrière beperkt’. Belangrijke boodschap
van het Openbaar Bestuur: norm-overtredend handelen loont niet, je houden aan de |
norm loont wel. Nu is dat voor bepaalde groepen precies andersom.
|
10
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst |
Pagina 11 van 18 |
|
|
Bijlage 2: bestaande structuren met bijbehorende partners
_____ JStretur_ |
Convenantpartner Regionale Regionaal
Informatie en Centrum
oen,
EE (RCF)
|
|
Gemeente Amstelveen, V
en ||
Ouder Amstel
KMAR
UW IN
SMB IN |
[DVOSA_
|
|
11
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 12 van 18
|
|
Bijlage 3: Nr. 263 Schriftelijke vragen van raadslid mevrouw Poot (VVD) inzake
fraude met toeslagen.
Amsterdam, 10 december 2013
Aan het college van burgemeester en wethouders |
Inleiding.
Op 9 december jl. berichtte RTL Nieuws dat Nederlanders massaal frauderen met
toeslagen. Door het opgeven van een vals adres bij de gemeente kan men een hogere
zorg-, huur- of kinderopvangtoeslag ontvangen. Volgens de Nederlandse Vereniging
van Burgerzaken komt dit type fraude overal in Nederland veelvuldig voor.
In de Tweede Kamer heeft een meerderheid zich uitgesproken voor maatregelen op |
korte termijn waarbij wordt gepleit voor een samenwerking tussen de Gemeentelijke
Basisadministratie (GBA) en de Belastingdienst. Staatssecretaris Weekers van |
Financiën heeft toegezegd zo snel mogelijk met een plan van aanpak te komen. |
In antwoorden op de schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw Poot en de heer
Van der Ree van 17 juli 2013, namens de fractie van de VVD, is het college specifiek
ingegaan op de bestrijding van bijstandsfraude en fraude met kwijtscheldingen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 674). De recente berichtgeving omtrent het frauderen met
toeslagen door het opgeven van valse adressen belicht een nieuw aspect van fraude
waarbij misbruik wordt gemaakt van regelingen zoals huurtoeslag, zorgtoeslag en
kindgebonden budget.
Gezien het vorenstaande heeft ondergetekende de eer, namens de fractie van de |
VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van |
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen te stellen:
1. Hoeveel gevallen van fraude met toeslagen in Amsterdam in de afgelopen periode |
zijn bij het college bekend? Zit er een stijgende of dalende lijn in het aantal
fraudes? Hoe verhoudt dit aantal zich procentueel ten opzichte van het totaal
aantal verstrekte toeslagen?
Antwoord
De toeslagen die worden genoemd (zoals huurtoeslag, zorgtoeslag en
kindgebonden budget) zijn toeslagen welke door de rijksbelastingdienst worden
uitgekeerd.
2. Welke maatregelen neemt het college momenteel om fraude met toeslagen op te
sporen en te voorkomen? Zijn deze maatregelen volgens het college adequaat?
Antwoord: de fraude betreft fraude met Rijksbelastinggeld. Omdat het effect echter
ook voor Amsterdamse burgers en daarmee voor de gemeente merkbaar is,
bijvoorbeeld door toename van het aantal aanvragen voor schuldsanering of extra
claims op het armoedebudget heeft het college gekozen voor een proactieve
benadering door het gedachtegoed van het burgerinitiatief één overheid te
omarmen en samen met andere overheidspartners enkele pilots te starten in een
12
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 13 van 18
zogenaamd ‘actiecentrum één overheid’ in RIEC/RCF-verband. Zie voor een meer
uitgebreide toelichting de brief van College aan de Gemeenteraad d.d. 12 februari
3. Hoe wordt momenteel gecheckt of bij de aanvraag van een toeslag het juiste
adres wordt opgegeven? Wordt in Amsterdam momenteel samengewerkt tussen
de GBA en de Belastingdienst? Is het college het met VVD Amsterdam eens dat
de uitwisseling van informatie op voorhand toeslagenfraude kan voorkomen? |
Graag met motivatie.
Antwoord: Landelijke bestuursorganen die toeslagen uitkeren, zoals de |
Rijksbelastingdienst, hebben toegang tot de gegevens uit de gemeentelijke
Basisregistratie Personen (BRP)ÍÌ. Wijzigingen in adresgegevens worden
automatisch aan hen doorgegeven en zij ontvangen ook automatisch een signaal
als de gemeente een onderzoek instelt naar de juistheid van het adres in de BRP.
Omdat de informatiesystemen van de Belastingsdienst Toeslagen dit signaal nog
niet automatisch kunnen verwerken, zendt de gemeente (tijdelijk) elke maand een
overzicht van alle burgers waarvan de persoonsgegevens in onderzoek zijn aan
de Rijksbelastingdienst. Per 1 januari 2014 is de Wet aanpak fraude toeslagen en |
fiscaliteit van kracht. Deze wet geeft de Rijksbelastingdienst de bevoegdheid om in |
geval van twijfel aan het adres de uitbetaling van toeslagen of belastingteruggaven |
op fe schorten. |
4. Kan het college aangeven of naar aanleiding van de recente berichtgeving omtrent |
de toeslagenfraude nog extra maatregelen zullen worden genomen? Zo ja, welke? |
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Zie antwoord bij vraag 2. Het College heeft grote verwachtingen van de pilots die
in de samenwerkingsverbanden van het Regionale Informatie en Expertise
Centrum (RIEC) en het Regionaal Centrum Fraudebestrijding uitgevoerd gaan
worden en zal de Raad na afloop van de pilots graag over de uitkomst informeren.
Het lid van de gemeenteraad,
M.C.G. Poot
Sinds 6 januari 2014 heet de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA): Basisregistratie
Personen (BRP).
13
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 14 van 18
Bijlage 4: voorbeeld casuïstiek |
Nota bene: onderstaande casuïstiek is bedoeld als voorbeeld van hoe mechanismen |
werken. De genoemde voorbeelden geven niet per definitie een actuele weergave van
de huidige situatie in Amsterdam. Daar waar op basis van onderstaande voorbeelden
al actie ondernomen kon worden is dat gedaan; voorstel van het College is middels
pilots volgens de onderstaand beschreven kijkrichting te onderzoeken welke
fraudevormen in Amsterdam daadwerkelijk voorkomen en daarop samen met andere |
overheidspartners op te treden. |
Fraude met Zorgtoeslag |
Slimme vergelijking van gegevens laat zien dat er ook fraude is op het gebeid van |
zorg. Veel mensen ontvangen momenteel zorgtoeslag, maar niet alle recipiënten zijn |
in het geval van oneigenlijke ontvangst voornemens deze toeslag terug te betalen. |
Waar wonen deze fraudeurs eigenlijk? Het geval van Janeck werkt verhelderend. |
Janeck heeft een schuld van ongeveer 4000,- euro opgebouwd. Niet vanwege boetes
of achterstallige belastingen, maar vanwege onterecht ontvangen zorgtoeslag. Janeck
schreef zich netjes in en deed een verzoek tot voorschot. Zoals gebruikelijk boekte de
rijksbelastingdienst het bedrag maandelijks over op zijn rekening. Gebruikelijke gang
van zaken? Jawel, afgezien van het feit dat Janeck al lang niet meer in Nederland
woonde. Wanneer de zorgverzekeraar hem een verzoek tot premie betalen toestuurt
blijft deze zonder respons. Terug in eigen land vertelt Janeck mooie verhalen over de
uitstekende behandeling van klachten aan zijn knie in de Nederlandse zorg, en de
bonus die hij op de koop toe ontving van de Nederlandse belastingdienst.
Dubbele Hypotheekrenteaftrek
Een groot deel van Nederland ontvangt hypotheekrenteaftrek. Maar niet in alle
gevallen is dit terecht. Ben en Clara vertellen op verjaardagen honderduit over hoe zij
de rijksbelastingdienst voor het lapje houden.
‘sinds vorige week hebben we weer een nieuwe huurder op de Flierbesweg’, laat
Clara nonchalant vallen. Aan die straat ligt het huis waarop Clara officieel staat
ingeschreven in het GBA. ‘Ja’, buldert Bert, ‘die stakker betaalt 1500,- per maand voor
die woning met wat meubels erin’. Een neef van Clara wil weten hoe het stel dit met
hun hypotheekrenteaftrek heeft geregeld. ‘Heel simpel’, legt Berf uit. We spreken met
de huurder af dat hij niet bij de gemeente inschrijft. Daardoor is Clara officieel nog
steeds de bewoner. Dat is dus dubbele hypotheekrenteaftrek voor ons!’ Gevraagd
naar de kans op ontdekking trekt Clara een grimas. ‘De gemeente komt er toch nooit
achter zolang de onderhuurder zich niet probeert in te schrijven’.
Het stel uit dit voorbeeld zou tegen de lamp lopen wanneer de overheid informatie uit
Atlas zou vergelijken met de GBA inschrijving en de huwelijkse staat van personen.
Licht allereerst de particuliere eigenaren uit het bestand. Selecteer vervolgens de
stellen met huwelijkse staat ‘getrouwd’ en kijk of ze gescheiden ingeschreven staan.
Deze aanpak kan landelijk ingezet worden bij de bestrijding van hypotheekfraude,
fraude met uitkeringen volgens de Algemene ouderdomswet (AOW) en fraude met
bijstandsuitkeringen. Hoeveel mensen hebben bijvoorbeeld een zelfstandige AOW
uitkering en zijn toch gehuwd? Een start zou zijn om aan de Sociale Verzekerings
Bank (SVB) een bestand te vragen met alle gehuwden met zelfstandige AOW '
14
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 15 van 18
uitkering. Wat voor acties onderneemt SVB al om te voorkomen dat sprake is van |
bovenstaande fraude? |
|
Studiebeurs-carrousel |
De uitwonende beurs was ooit bedoeld voor studerenden die niet langer in het |
ouderlijk huis woonden. Veel studenten aan een Middelbare Beroeps Opleiding (MBO)
maken nu eenzelfde verhuisbeweging waarmee recht op een uitwonende beurs
ontstaat. Op de controles die de dienst handhaving in Amsterdam uitvoerde, op basis
van door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) uitgereikte risicoprofielen, bleek een
groot gedeelte niet te kloppen. De familie Loukili laat zien hoe makkelijk misbruik
binnen dit systeem is. |
Ahmed, Aicha, Fahroud, Abdel, Abbes, Badria, Basma, Chadia en Charifa zijn neefjes
en nichtjes van elkaar en groeiden op in Amsterdam Slotervaart. Zij zijn het deel van |
de familie dat onderwijs aan een Amsterdams MBO volgt, op 10 minuten lopen van de |
wijk waarin zij zijn opgegroeid en tot voorheen woonden. Nu zij studeren wonen zij |
echter op kamers. Maar niet in een studentenhuis: |
Ahmed woont bij zijn tante, de moeder van Aicha. Aicha woont bij de zus van Fahroud. |
Fahroud woont bij zijn broer. Abel woont bij de vader van Abbes. Abbes woont bij de
ouders van Badriía in, terwijl Badria zich samen met Basma en Chadia heeft |
ingeschreven bij de zus van Charifa. Charifa zelf woont bij haar oom, de vader van |
Ahmed. |
Hoewel... wonen? Zij staan ingeschreven in het GBA. In werkelijkheid wonen allen nog
in dezelfde wijk als waar zij opgroeiden en onderwijs volgden. Sommigen wonen nog
in dezelfde straat, sommigen nog in dezelfde flat en sommigen wonen zelfs nog op
dezelfde verdieping als hun ouderlijk huis. Zij komen allemaal in aanmerking voor een
uitwonende studiebeurs. |
Energie |
Niet alleen in de relatie tussen burger en overheid komt fraude voor. Ook de
semioverheid ziet zich met deze problematiek geconfronteerd. Vaak vervullen deze
deels private organisaties tegelijkertijd een publieke taak. Zo heffen
energieleveranciers energiebelasting voor de overheid. Maar in sommige gevallen valt
deze belasting niet te heffen, omdat de belastingplichtige alweer vertrokken is naar
een onbekende bestemming.
Karel snapt dit als geen ander. Hij bewoont in Amstelveen een tussenwoning.
Administratief staat deze woning overigens leeg. Karel staat in de GBA niet op dit
adres ingeschreven. Dat is wel zo makkelijk, want het scheelt hem een slok op een
borrel in de gemeentebelastingen. Bovendien zit hij er deze winter daarom zowel
financieel als qua temperatuur warmpjes bij. Want de netbeheerder en
energieleverancier voorzien hem zonder probleem van stroom. Aansluitingen worden
immers niet tegen het GBA aangehouden. |
Bovenstaande fraudevorm is eenvoudig op te lossen met een GBA vergelijking. Er zijn |
adressen genoeg waar wel gebruik is, maar geen inschrijving. Na enkele onbetaalde |
rekeningen is het haasje gevlogen. Rechtsmiddelen om de schuld te verhalen lopen
stuk vanwege de ontbrekende GBA inschrijving. Niet alleen de energieleveranciers
zijn hiervan de dupe. Ook overheden worden hierdoor geraakt in hun
inkomstenderving door misgelopen belastinginkomsten. |
15
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 16 van 18
|
|
Crimineel woninggebruik
Amsterdam telt ruim 16.000 adressen waarop langer dan één jaar geen GBA
inschrijving is. Mogelijk is hier wel sprake van bewoning. Soms is er echter ook sprake
van een buitensporig groot aantal mutaties binnen een pand over een relatief korte
periode. Dit betreft deels pied-à-terre of te koop staande woningen. Vermoedelijk is |
een deel van deze woningen echter in gebruik door zware criminelen.
Oudezijdse Draaiburgwal 3 lijkt een heel gewoon huis. Maar sommige panden zijn |
minder gewoon dan anderen. De huizen rondom nummer 3 kennen gemiddeld eens in |
de 8 jaar nieuwe bewoners. Voor dit omgebouwde pakhuis op nummers 3 gelden |
andere getallen. In de afgelopen drie jaar vonden er 30 mutaties plaats op de
bewoning van het pand. ledere keer waren de bewoners Pakistanen, dan wel Oost-
Europeanen. Het GBA geeft van deze vreemde gang van zaken geen automatische
melding. Zonder dat de overheid leert wat er echter deze vreemde administratieve |
wijzigingen schuilt, is het daarom ook mogelijk dat bepaalde fraudevormen nog |
compleet buiten beeld zijn.
Witwassen
Stichtingen zijn een nuttige wettelijke constructie. Echter niet iedereen gebruikt deze
rechtsvorm voor het verenigen van duivenfokkers of de plaatselijke toneelvereniging.
Zoals sommigen postzegels sparen, spaart Jaap stichtingen. Jaap weet namelijk als
geen ander dat het stichtingenregister niet wordt vergeleken met de gegevens van de |
GBA, de belastingdienst, Kamer van Koophandel (KvK). Ook heeft de Financial
Intelligence Unit van de recherche, belast met het opsporen van ongebruikelijke en
verdachte transacties, geen zicht op deze ‘black-boxes. Dit komt Jaap ‘wel goed uit’,
Het wil namelijk wel eens voorkomen dat hij inkomsten die het daglicht niet kunnen
verdragen wit wil wassen. Doordat de overheid de beschikbare informatie niet op een
slimme manier vergelijkt legt zij Jaap in ieder geval geen strobreed in de weg.
Het draait in hoge mate om de integriteit van de registraties. Deze moet betrouwbaar
zijn. Door matching van adres-, bedrijfs-, inkomens- en persoonsnaam gegevens is te
zien wat er niet klopt in deze registraties en komt enorm veel potentiële ondermijning
boven water.
Criminele Netwerken
Opsporing werkt vanuit een incident naar een dossier met een verdachte en een feit
toe. Deze benadering is niet gericht op het in beeld krijgen van het integrale plaatje.
De criminele ondermijnende constructies komen daardoor slechts sporadisch en
moeizaam in beeld. Sommige multinationals hebben de volledige ‘supply-chain’ van
hun product in handen. Van grondstof tot eindproduct. Criminele netwerken blijven in
de informatiesamenleving niet achter bij hun commerciële spiegelbeeld.
Het West-Afrikaanse criminele netwerk ‘Airegin’ beschikt in Nederland over
huisvesting, bedrijven, stichtingen, werkgeversverklaringen, identiteiten, vergunningen
en contacten met internationale componenten. Zo heeft de organisatie alle
faciliterende onderdelen voor crimineel handelen in eigen hand. Wel zo efficiënt.
Bijkomend voordeel is dat het voor opsporingsinstanties vrijwel onmogelijk is om de
rode draad in deze fraude te ontwarren. Airegin maakt dankbaar gebruik van het feit
dat iedere opsporingsinstantie in Nederland de activiteiten beperkt tot het eigen
beleidsterrein.
16
|
|
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam |
Kenmerk Bestuursdienst |
Pagina 17 van 18 ij
Zoals toen de organisatie ter ore kwam dat een team van 12 rechercheurs, 1 analist
en 2 financieel experts trachtte middels arbeidsintensieve vorderingen de vasfgoed- |
en bedrijfsposities van het netwerk bloot te leggen. Vanuit het oogpunt van
beheersbaarheid koos de recherche uiteindelijk voor een eenvoudige aanktacht: |
drugshandel en oplichting in geïsoleerde gevallen. De werkelijke criminele structuur
bleef hierdoor buiten beeld.
Naderhand toverde een geautomatiseerde scan van het Vastgoed Intelligence
Center in 2 dagen een completer beeld van de situatie en de verdachten tevoorschijn
dan het team handmatig bij elkaar wist te rechercheren. Een verdachte uit de
zijlijn van het onderzoek bleek plotseling de grootste hypotheekfraudeur van
Amsterdam Zuid-Oost. Wanneer de rechercheurs vooraf op een slimme wijze van
informatie gebruik hadden kunnen maken was de capaciteit anders ingezet met een
groter effect tot gevolg.
Katvangers in de horeca.
Amsterdam heeft indertijd het probleem van katvangers in de horeca (personen die
over de vereiste horecapapieren beschikken en voor een eenmalige vergoeding de
horecavergunning op hun naam zetten) onder controle gekregen door samen met het
toenmalige Gemeenschappelijk Administratiekantoor (GAK) na te gaan of er
premieafdracht plaatsvond. Er zullen immers maar weinig personen zijn die als
vrijwilliger in een horecaonderneming als bedrijfsleider gaan werken. De eigenaren
van de horeca inrichtingen die geen premie hadden afgedragen kregen een aanslag
met terugwerkende kracht. Het was gauw gedaan met het fenomeen van
horecakatvangers.
GBA-fraude
In de GBA van Amsterdam staat een persoon van circa 50, die een huis bezit,
waarvoor hij hypotheek-rente-aftrekt geniet. Hij staat daar ingeschreven, maar op dat
adres zien we ook drie studentes ingeschreven, die gemiddeld 1-2 jaar daar wonen. Af
en toe duikt er ook een VOW-er' op: iemand die meestens onvindbaar is voor de
overheid (vertrokken onbekend waarheen), maar die af en toe ‘opduikt’. Meestal
omdat hij/zij een paspoort of ID-bewijs nodig heeft, of een auto op zijn naam wil zetten.
Deze persoon ‘verdwijnt’ na verloop van tijd weer van de overheids-radar.
Wat wij voorstellen is het volgende. Begin niet met de regeling, maar met de persoon.
De man in kwestie woont niet op dat adres, hij verhuurt het aan studentes. Maar
administratief woont hij daar wel. Feitelijk woont hij samen, maar dan wel met iemand
die een uitkering heeft. Dat ‘kost’ hem/haar de uitkering, vandaar dat ze ‘sjoemelen’.
Tegelijkertijd wordt de hypotheekrente ten onrechte genoten (scheelt de rijksoverheid
tot 10.000 euro per jaar), worden de huuropbrengsten verzwegen (mogelijk ook
10.000 euro p.j.), wordt er ten onrechte een uitkering genoten (15.000 euro per jaar)
en is de kans groot (vanwege norm-vervaagd optreden) dat beide personen ook zwart
geld verdienen.
Het voorstel van Initiatief één Overheid is om een dergelijk persoon in alle facetten van
frauderend optreden tegelijkertijd aan te pakken. En tegelijk alle personen die
17
12 februari 2014 Gemeente Amsterdam
Kenmerk Bestuursdienst
Pagina 18 van 18
hetzelfde gedrag vertonen (vandaar patroon, in plaats van profiel) aanpakken. Vanuit |
de GBA is een dergelijk patroon vrij snel te detecteren.
Polisadministratie
In de Polisadministratie (alle werkgevers melden elke maand salaris- en werk-
gegevens van al hun medewerkers, elektronisch) van het UWV is te zien dat sommige
bedrijven mensen voor 2 uur per dag in dienst hebben, 5 dagen per week. Een
concreet praktijkvoorbeeld was een verhuisbedrijf gevestigd in Den Haag met
verhuizingen in Zwolle. Met een dienstverband van 2 uur per dag is dat praktisch
onmogelijk. Het patroon dat hier achter zit is het volgende: je geniet een uitkering voor
75% van je werktijd. Officieel werk je 25%, verdeeld over 2 uur per dag. Jouw baas
betaalt jou zwart, hij verzwijgt de inkomsten (btw mislopen, winstbelasting mislopen) |
en jij verzwijgt het zwarte werk. Het voorstel van Initiatief één Overheid luidt: pak niet |
alleen de ene persoon aan, die dit ten onrechte doet, maar zoek gelijk alle personen |
die deze ‘truc’ uithalen. Richt je ook op de werkgever, en pak deze fiscaal en premie- |
technisch aan. Controleer ook op adres-niveau wat hier aan de hand is. |
Vergelijkbare aanpakken zijn mogelijk rond coffeeshops (waar de enorme omvang van
zwart geld circuit bepaald negatieve effecten heeft op ondernemers die zich wel
houden aan de wet), rond illegale onderhuur (een derde deel van de Amsterdamse
kamers op Kamernet wordt geadverteerd met ‘inschrijving in GBA niet toegestaan’).
Maar ook rond allerlei ongewenste, economische activiteiten (zwarte handel in
bepaalde buurten), is dezelfde aanpak denkbaar.
Paspoort-signalering
Ook rond paspoort-signalering zien we dat het overheidsoptreden niet zo effectief is |
als gewenst wordt. Allereerst blijkt de effectieve paspoort-signalering maar
mondjesmaat voor te komen. Van de 50.000 veroordeelden, die nog niet in de |
gevangenis terecht zijn gekomen, zijn er 1566 zodanig veroordeeld dat zij voor
‘paspoort-signalering’ in aanmerking zouden komen. Door zeer strikte interpretatie van
het Openbaar Ministerie (OM) staan er uiteindelijk maar 217 gesignaleerd. Initiatief
één Overheid stelt voor Hier is ons voorstel om uit te zoeken welke van de 50.000
veroordeelden problematisch gedrag voor de gemeente Amsterdam veroorzaken.
Vervolgens is uit te zoeken in hoeverre deze personen bij andere
overheidsorganisaties wel bekend zijn. Genieten zij een uitkering, hebben zij een
paspoort aangevraagd, werken zij (via UWV), hebben zij een bedrijf, hebben ze
actieve relatie met belastingdienst (40.000 die bij de GBA als VOW bekend staan,
hebben actieve relatie met belastingdienst, 6003 mensen wonen daarvan in
Amsterdam, (postcodes 1000 t/m 1040 en 1091 t/m 1108)….), hebben zij
rekeningnummers, etc.
Ook hier geldt: pak de personen (waarvan je vindt dat zij negatief gedrag vertonen ten
aanzien van de rechtsorde) op alle terreinen tegelijkertijd aan, en maak het ze |
onmogelijk om ‘tussen de naden van de publieke organisaties door weg te glippen’. Zo
wordt normafwijkend gedrag moeilijker gemaakt, en indirect norm-volgend gedrag
beloond.
18
| Schriftelijke Vraag | 22 | discard |
Van
Verzonden: donderdag 42 augustus 2010 17:03
Aan: '[email protected]}
CC: ‘[email protected]!
Ì Onderwerp: Woongenot???
Aan de deelraad. .
Sinds maart 1990 woon ik met mijn vrouw en zoon op Bramzeilhof 12, 1034LG Amsterdam. Hiervoor woonden wij in
Amsterdam Slotermeer maar de woonomstandigheden daar verslechterden steeds meer door het fors groeiende aantal
allochtonen, die zoveel overlast veroorzaakten dat wij ons genoodzaakt zagen te verhuizen. Wij kwamen op het
Bramzeilhof te wonen in een mooie omgeving, aangename buurt en vriendelijke buren.
Helaas is er inmiddels ook van deze omgeving en buurt door het steeds maar toenemende aantal allochtonen weinig
moois meer over. Van de vriendelijke buren resteren er nog een paar.
De verloedering van het Bramzeif en Bramzeilnof is al jaren gaande maar de stadsdeelraad en de woningcorporaties zijn
horende doof en ziende blind. Mijn klachten zijn overtast veroorzaakt door herrie, sfraatvuil en het parkeren en te hard
rijden van auto's (Bramzeil en Bramzeilhof zijn een woonerf). De herrie en straatvuil worden hoofdzakelijk veroorzaakt
door de allochtone kinderen waar geen enkel toezicht op wordt gehouden. Het beste bewijs voor de verloedering is het
feit dat de politie af jaren niet meer bekeurt voor fout parkeren want zij komen gewoon niet meer controleren,
Nu hoor ik dat binnenkort op mijn trap 2 buren gaan vertrekken. Mijn verzoek aan u (Stadsdeelraad en Ymere) is een
begin te maken met het normalleeren van de verhouding autochtone/allochtone bewoners, jk schat dat deze verhouding
op het Bramzeil en Bramzeilhof 25% autochtone en 75% allochtone bewoners is. Ik denk dat ik er met mijn schatäng niet
ver naast zit want volgens “Geen Stijl’ was het percentage allochtone bewoners in 2007 op postcode 1034 44 B%.
Deze verhouding, gecreëerd door wooncorporaties en (stadsdeel) politiek, zorgt er voor dat ik in een ghetfo woon, Om
van het Bramzeil en Bramzeilhof een woonomgeving te maken waar het prettig wonen en verioeven Ìs, is het noodzakelijk
de scheefgegroeide verhoudingen te corrigeren. :
Ong. 2 jaar geleden heb ik in een e-mail aan de stadsdeelraad een klacht ingediend over het plaatsen van aen bank pal
voor ons balkon en slaapkamer. Wie dit ooit bedacht heeft, heeft niet stilgestaan bij de consequenties. Deze bank wordt
hoofdzakelijk gebruikt door allochtone jongeren (autochtone jongeren wonen praktisch niet meer op Bramzelt en
Bramzeilhof)
__I7-RINTN
die, vaoral hij mrooj
! Weer) tot dien i ï
Zeg, Wanf voor ons goat grdiep 7 de nacht ZOveel herrie maken dat wii .
HE vel naar ons werk moeten pan : waor de wekker omdat WIJ er niet van kunnen Slapen. Als ik dan lets v
idelijk zijn, dat mijn e-mai v. 8 Kanker (het enige w an
' van destijds geen ver Je Woord dat alle atiocht ;
ande onen goed "
Zoals mijn e-mail van 2 jaar geled ringen tot gevolg hebben geha “ispreken) krijgen. Het zaj
‚ en He.
doei maar je weet maar nooit! VOOr mij niets opgeleverd heeft, ga ik er ook Ì
AMU nief van uit dat deze e-mail di
Een aantal bewoners hebben mit . mail dit wal
bevestigen. A Mij Mondeling steun (oegezegd voor de i
Z8 actie, Ik hoop ze ta bewegen dit ook iftelij
Met vriendelijke groet ok schriftelijk te
| Raadsadres | 1 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 23 december 2021
Ingekomen onder nummer 879
Status Aangenomen
Onderwerp Amendement van de leden Boutkan, Türkkol, Naoum Néhmé, Ernsting, Kilig
en Kuiper inzake wijzigingsverordening voor de verordening op de fractie-
ondersteuning 2009
Onderwerp: ‘Wijzigingsverordening voor de verordening op de fractieondersteuning’
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over ‘Vaststellen van de Wijzigingsverordening voor de Verordening op
de fractieondersteuning 2009’
Constaterende dat:
e de vergoeding voor fractieondersteuning wordt ingezet voor personele ondersteuning en de
daaraan gerelateerde bureaukosten voor ondersteunende werkzaamheden voor de fracties;
e defractieondersteuning bij vaststelling geldt voor een vaste raadsperiode van 4 jaar en niet
tussentijds wordt geïndexeerd;
e de kosten voor de fracties echter jaarlijks hoger worden door toename van kosten van mede-
werkers door indexering van de vergoeding;
e de uitgekeerde vergoeding voor fractieondersteuning echter niet wordt geïndexeerd, waardoor
dit ten koste gaat van de effectieve beschikbaarheid ten behoeve van ondersteuning.
Besluit:
Aan artikel 1 wordt onder omnummering van de overige onderdelen een nieuw onderdeel A toege-
voegd, luidende:
A. Artikel 2, eerste lid komt te luiden:
1. De stichtingen ontvangen jaarlijks van gemeentewege een financiële bijdrage voor de fractieon-
dersteuning, vast te stellen door de gemeenteraad. De jaarlijkse bijdrage wordt geïndexeerd vol-
gens het indexeringspercentage dat jaarlijks bij de voorjaarsnota wordt vastgesteld en wordt uit-
sluitend uitgevoerd indien er nominale compensatie plaatsvindt voor loon-en prijsstijgingen.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indieners
D.F. Boutkan
N. Türkkol
H. Naoum Néhmé
Z.D. Ernsting
A. Kilig
T. Kuiper
| Motie | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1027
Publicatiedatum 13 november 2015
Ingekomen op 7 oktober 2015
Ingekomen in raadscommissie JC
Behandeld op 5 november 2015
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid Vroege inzake de Begroting 2016 (acceptatie LHBTl'ers).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2016;
Constaterende dat:
— inde paragraaf diversiteit van de begroting 2016 gesproken wordt over tolerantie
ten aanzien van LHBTl'ers.
Overwegende dat:
— inde Van Dale tolerantie wordt omschreven als “verdraagzaamheid jegens”;
— synoniemen van tolerantie zijn; gedogen, toelaten, toestaan, uitstaan, verduren;
— acceptatie van LHBTl'ers hetgeen is dat verwacht wordt van Amsterdammers.
Besluit:
de begroting als volgt te wijzigen:
op pagina 130, onder ‘Wat willen we bereiken’, punt vijf:
‘5 Meer Amsterdammers zijn tolerant ten opzichte van LHBTI-groepen; het gaat om
lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en interseksuele Amsterdammers.’
Te vervangen door:
‘5 De (sociale) acceptatie van LHBTI-ers wordt vergroot’.
Tevens op pagina 130 in de Doelennoom, doel vier:
‘Meer Amsterdammers zijn tolerant ten aanzien van LHBTI-groepen.’'
Te vervangen door:
‘De (sociale) acceptatie van LHBTI-ers wordt vergroot.’
Het lid van de gemeenteraad
J.S.A. Vroege
1
| Motie | 1 | discard |
2% Gemeente Amsterdam R
% Gemeenteraad
% Motie
aar 2021
Nummer 284
Behandeld op 22 april 2021
Status Aangenomen bij schriftelijke stemming op 26 april 2021
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake vervolgaanpak Autoluw Sloten en Nieuw Sloten
(Sloterbrug)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad, gehoord de discussie over de vervolgaanpak Autoluw Sloten en Nieuw Sloten
Constaterende dat:
= Volgens de gemeentelijke cijfers het aantal motorvoertuigen per werketmaal over
de Sloterbrug 12.400 in 2020 bedraagt waarvan ca. 5.400 over de Sloterweg;
= _ Dat vergroting van de capaciteit van de Sloterbrug volgens de Nota van
Uitgangspunten Sloterbrug leidt tot een toename met ruim 5 duizend tot 17.500
voertuigen in 2030;
= _ Besluitvorming over het project Sloten en Nieuw Sloten Autoluw is vitgesteld om
meer alternatieven en hun effecten te onderzoeken.
Overwegende dat:
= Voor eventuele aanpassing van de Sloterbrug nog geen onderzoek gedaan is naar
de effecten op de desbetreffende verkeersstromen in Nieuw West;
= _ Dat nog geen onderzoek heeft plaats gehad naar alternatieve oplossingen en de
effecten daarvan op Nieuw West;
= _Ereen zeer nauwe samenhang bestaat tussen deze verkeersstromen;
= _ Dat de verkeersproblematiek in Sloten en omgeving ernstige vormen aangenomen
heeft en oplossing urgent is, na achterwege blijven van maatregelen gedurende
decennia;
Roept het College op:
= _ Vast te houden aan besluitvorming over Sloten en Nieuw Sloten Autoluw tijdig vóór
het kerstreces;
= _Ervoorte waken dat het project Sloten en Nieuw Sloten Autoluw in samenhang met
het aparte project Sloterbrug wordt beschouwd en doorontwikkeld;
= _ Voortvarend te werk te gaan om de veiligheid van de bewoners te garanderen.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
1
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2088
Ingekomen onder M
Ingekomen op woensdag 18 december 2019
Behandeld op woensdag 18 december 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Amendement van het lid De Grave-Verkerk inzake de opdrachtformulering voor de
evaluatie van het bestuurlijk stelsel (onderzoek drie scenario's)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de opdrachtformulering voor de evaluatie van
het bestuurlijk stelsel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 2023).
Constaterende dat:
— De raad op 27 februari 2017 de motie Ruigrok (1573) heeft aangenomen waarin
het college werd verzocht om in 2020 het in 2018 ingevoerde bestuurlijk stelsel te
evalueren en de uitkomsten hiervan voor aan de raad te leggen ter bepaling of
een doorontwikkeling van het stelsel noodzakelijk is;
— Het college in de opdrachtformulering voor de evaluatie kiest voor een ruime
vraagstelling die aanbevelingen oplevert voor de doorontwikkeling van het
bestuurlijke stelsel.
Overwegende dat:
— Het wenselijk is om aan de hand van scenario's inzichtelijk te maken of een
doorontwikkeling van het stelsel noodzakelijk is en of de criteria waaraan het
stelsel moeten voldoen eventueel moeten worden aangescherpt/aangevuld.
Besluit:
Bij punt 1.A. over de kaderstellende uitgangspunten bij punt a. de zinsnede “bij
voorkeur met scenario's” veranderen in “aan de hand van tenminste drie scenario's".
Het lid van de gemeenteraad,
D.G.M. de Grave-Verkerk
1
| Motie | 1 | train |
VN2021-034843 N Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed, K D D
Directie Middelen % Amsterdam Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
% Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Inkoop
ICT en Digitale Stad (4,2)
Agendapunt 7
Datum besluit 7 december 2021
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie 659, 15 september 2021 van raadsleden IJmker (GL), N.T.
Bakker (SP) en A.L. Bakker (PvdD) over Inkoop verantwoorde technologie
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 659, 15 september
2021 van raadsleden IJmker ( GL), N.T. Bakker (SP) en A.L. Bakker (PvdD) over Inkoop verantwoorde
technologie
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 15 september 2021 heeft de raad bij de bespreking van agendapunt 28 Kennisnemen van de
raadsinformatiebrief Inkopen met Invloed, Leidraad Sociaal Opdrachtgeverschap en afdoening
motie 88, motie 659 aangenomen van raadsleden IJmker (GL), N.T. Bakker (SP) en A.L. Bakker
(PvdD) over Inkoop verantwoorde technologie, waarin het college wordt gevraagd om:
e bijde vitwerking van het visiedocument ‘Inkopen met Invloed’ zich in te zetten voor ethisch
verantwoorde ICT- en data-oplossingen, met daarbij ten minste aandacht voor:
* gebruik van open source en open standaarden;
* privacy by design;
e delen van data;
* stimuleren van de applicatie IRMA;
* verduurzamen van gemeentelijke ICT-oplossingen;
e te onderzoeken of een ‘digitale-rechten-toets’ ook verplicht kan worden gesteld als onderdeel
van inkoopprocedures als het gaat om ICT en data.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2021-034843 % Gemeente Raadscommissie voor Kunst en Cultuur Monumenten en Erfgoed,
Directie Middelen _ 9 Amsterdam ‚ ee On ‚ „
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid, Democratisering, Gemeentelijk
en Control %
Vastgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Coördinatie bedrijfsvoering, Inkoop
Voordracht voor de Commissie KDD van 12 januari 2022
Ter kennisneming
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, Motie 659 van raadsleden IJmker ( GL), N.T. Bakker (SP) en A.L. Bakker (PvdD)
Welke stukken treft v aan?
AD2021-133357 | 659_21 Motie IJmker c_s_ inkoop verantwoorde technologie. pdf (pdf)
AD2021-133356 Commissie KDD Voordracht (pdf)
AD2021-133358 Raadsinformatiebrief_afdoening_motie_659_V2.o.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Inkoop, Moniek Molenaar, bestuurzaken.inkoop@&amsterdam.nl ICT/CTO, Jeffrey Boxem,
[email protected]
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | discard |
VN2023-015072 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C
Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
vurzaamheid NX Amsterdam
Voordracht voor de Commissie DC van o7 september 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Dierenwelzijn
Gemeentelijk Vastgoed (16)
Agendapunt 1
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief en de CONCEPT Overeenkomst voor verhuur van het
visrecht 2024-2030
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de CONCEPT Overeenkomst voor verhuur van het visrecht 2024-2030 en de
bijbehorende raadsinformatiebrief.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Bij de behandeling van het initiatiefvoorstel ‘Amsterdam veilige haven voor vissen’ de commissie
Dierenwelzijn is toegezegd dat de commissie de CONCEPT Overeenkomst in kan zien medio 2023.
Zoals in de raadsinformatiebrief dd. 21 februari 2023 is gesteld, in reactie op het initiatiefvoorstel,
isde CONCEPT overeenkomst aangescherpt met aanvullende afspraken die bijdragen aan
dierenwelzijn, de natuurlijke leefomgeving van de dieren en biodiversiteit. De betrokken wethouders
hebben akkoord gegeven op het vrijgeven van de CONCEPT Overeenkomst. De Commissie/Raad
wordt in de gelegenheid kennis te nemen van de CONCEPT overeenkomst in huidige vorm.
Reden bespreking
nvt.
Uitkomsten extern advies
Vanaf begin 2023 heeft er overleg plaatsgevonden met de betrokken waterbeheerders, de
Amsterdamse Hengelsport Vereniging (AHV) over de nieuwe overeenkomst, het overleg heeft
geleid tot dit CONCEPT.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.9 1
VN2023-015072 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en
Ruimte en % Amsterdam Oe ‚ lzii
Duurzaamheid % Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn
Voordracht voor de Commissie DC van o7 september 2023
Ter kennisneming
Ja, mondelinge toezegging, geen toezeggingsnummer.
Welke stukken treft v aan?
1. Raadsinformatiebrief TKN CONCEPT Overeenkomst visrecht
AD2023-051245
2024-2030. pdf (pdf)
2. CONCEPT overeenkomst Amsterdamse Hengelsportvereniging en
AD2023-051595
Gemeente 2024,.docx (msw12)
AD2023-048021 Commissie DC Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Stella Vlasman, 0683636331, s.vlasman@® amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
> Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 februari 2023
Portefeuille(s) Woningbouw en Volkshuisvesting
Portefevillehouder(s): Reinier van Dantzig en Zita Pels
Behandeld door Grond en Ontwikkeling, Bestuurszaken. GO @amsterdam.nl
Onderwerp Informeren raad over gemeentelijke inzet ten behoeve van het project van
wooncooperatie de Nieuwe Meent
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het volgende.
de Nieuwe Meent (dNM) heeft op 2 februari 2023 ingesproken bij de raadscommissie WV. JNM
heeft aangegeven de financiering van het project, 40 wooneenheden aan het
Archimedesplantsoen, niet rond te krijgen en vraagt de gemeente om meer steun.
De gemeente heeft in reactie hierop aangegeven het uiterst ongelukkig voor alle betrokkenen te
vinden dat het nog niet gelukt is het project vlot te trekken. De leden van dNM hebben zich enorm
in gespannen om het project verder te brengen. De gemeente heeft, binnen de kaders van de
tender en de door de raad bepaalde kaders, het maximale gedaan om dNM te ondersteunen. In de
raadscommissie is toegezegd dat de raad geïnformeerd wordt over de inspanningen die de
gemeente geleverd heeft om dNM te ondersteunen en toe te lichten waarom dit het maximale is
wat de gemeente volgens het college binnen de huidige kaders kan doen.
Het college hecht veel waarde aan deze vorm van ontwikkeling, maar de mogelijkheden om
ondersteuning te bieden zijn begrensd door uitgangspunten die de raad heeft vastgesteld in
diverse beleidskaders. Daarnaast betreft het een zelfbouw wooncoöperatie waarbij de
wooncoöperatie ook zelf verantwoordelijkheid heeft voor de ontwikkeling van het project.
De toelichting op de door het college geboden ondersteuning treft u in deze brief en bijlagen. Na
een korte algemene toelichting over het gemeentelijk beleid voor wooncoöperaties wordt
achtereenvolgens ingegaan op de verschillende kaders waarbinnen maximale ruimte gezocht is:
-_tendervoorwaarden
-_stimuleringslening wooncoöperaties
-_lening- en garantiebeleid
In de bijlage vindt u de informatie die v onder geheimhouding wordt gedeeld.
Wooncoöperatiebeleid
De gemeente zet in op wooncoöperaties om meer zeggenschap te bieden aan bewoners om zelf,
in eigen regie, woningen te ontwikkelen en beheren. Wooncoöperaties zijn een extra keuze
mogelijkheid tussen koop en huur, waarbij bewoners zelf verantwoordelijk zijn voor het beheren
en onderhouden van hun woningen. Zelfbouw wooncoöperaties worden erfpachter en zijn ook
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 februari 2023
Pagina 2 van 5
verantwoordelijk voor het vormgeven en ontwikkelen van hun project. Wooncoöperaties bouwen
eeuwigdurende middeldure en sociale huurwoningen.
De gemeente Amsterdam faciliteert twee vormen van wooncoöperaties:
-_ Zelfbouw wooncoöperaties, zoals De Warren, Bajesdorp en de Nieuwe Meent, waarbij de
leden/bewoners via hun wooncoöperatie projectontwikkelaar zijn en erfpachter worden.
-__ Beheercoöperaties. Dan is bijvoorbeeld een woningcorporatie eigenaar van het vastgoed
en doen de bewoners (een deel van) het beheer. Zie bijvoorbeeld copekcabana
(https://copekcabana.nlf/) en Akropolis Zeeburgereiland (https://www.de-
akropolistoren.nl{cvb).
Bij een zelfbouw wooncoöperatie hebben de leden van de vereniging zeggenschap over de
vormgeving en het beheer van het woongebouw. Deze zeggenschap betekent ook dat de
wooncoöperatie zelf verantwoordelijk is voor de financiering en als vereniging
(projectontwikkelings)risico's draagt die met deze zeggenschap gepaard gaan.
De gemeente maakt ontwikkeling van wooncoöperaties mogelijk door:
-_ locaties in erfpacht aan te bieden met een aantal vooraf bepaalde kaders. Deze kaders
staan in de selectiebrochure voor de betreffende kavel weergegeven. Zo is er een vooraf
bekende vast grondwaarde, een bouwenvelop en een aantal deadlines;
-__ een stimuleringslening (tot € 50.000 per woning tegen een inmiddels zeer qunstige rente
van 1,5% met een looptijd van 15 jaar vanaf oplevering);
-_ ondersteuning via WWOON (o.a. handboek en cursussen).
Tendervoorwaarden
Er wordt een aangepast selectie- en uitgifteproces gehanteerd voor wooncoöperaties, ook bij de
pilots, waar de locatie Archimedesplantsoen, waar dNM voor geselecteerd is, er een van is. De
belangrijkste verschillen met reguliere tenders:
-__er wordt geen kostbaar ontwerp door een architect gevraagd als onderdeel van de
selectie, dus voordat er zekerheid is over optieovereenkomst.
-_ lage optievergoeding (€ 5.000) eerste jaar en een proces waarin inspanning en te maken
kosten gaandeweg oplopen.
-__een op wooncoöperaties aangepaste grondwaarde (ook op de pilotlocaties).
De projectlocatie Archimedesplantsoen is een van de Pilotlocaties die aangeboden zijn vóór het
vaststellen van het eindrapport ‘Aan de slag met wooncoöperaties! (mei 2020). Wooncoöperatie
de Nieuwe Meent (dNM) is als eerste geëindigd bij de selectieprocedure voor deze kavel
(december 2018- juni 2019). Binnen de tendervoorwaarden is het mogelijk een deel middeldure
huur en een deel sociale huurwoningen (minimaal 20% maximaal 4,0%) te bouwen. De kavel ligt op
een geluid belaste locatie naast station Sciencepark. De ligging naast het spoor betekent extra
uitdagingen bij de bouw. JNM heeft destijds ingestemd met de tendervoorwaarden.
In het vervolgproces is vervolgens aan dNM diverse malen uitstel verleend, onder andere om
ervoor te zorgen dat JNM gebruik kon maken van de gemeentelijke stimuleringslening voor
wooncoöperaties, die op het moment van de start van het project nog niet bestond.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 februari 2023
Pagina 3 van 5
Dat alle vertraging in het project alleen te wijten is aan de gemeente is niet juist. Het uitgangspunt
bij zelfbouw door wooncoöperaties is dat de projectontwikkeling door de wooncoöperatie gedaan
wordt en zij daarmee zelf verantwoordelijk is voor de planning en de ontwikkelrisico’s die daarbij
horen (zoals gewijzigde marktomstandigheden en dientengevolge gewijzigde marktrentetarieven
door banken). De gemeente heeft JNM regelmatig gewezen op het tijdig aanvragen van
financieringen en vergunningen, zeker toen in de tweede helft van 2021 duidelijk werd dat rentes
gingen stijgen. Ook heeft de gemeente veel gesprekken gevoerd en tijd gestoken in het zoeken
van oplossingen om dit project te laten slagen.
Verordening stimuleringslening wooncoöperaties Amsterdam en het raadsbesluit hierover
De voorwaarden en uitgangspunten van de lening verwoord in de Verordening stimvuleringslening
wooncoöperaties het raadsbesluit over de Verordening (7 juli 2021).
Hoofdlijnen stimuleringslening:
Een bank financiert ongeveer 7o procent en de eigen inbreng van de leden van de wooncoöperatie
is minimaal 5 procent. Voor het ontbrekende deel kunnen de wooncoöperaties nu een beroep
doen op het Leenfonds voor wooncoöperaties. Op 8 juli 2021 heeft de raad ingestemd met de
instelling van het fonds, waarmee wooncoöperaties ook een deel bij de gemeente kunnen lenen.
Het leenfonds start met 20 miljoen, waarmee komende jaren een bijdrage geleverd wordt aan de
financiering van zo'n 4oo betaalbare woningen in het sociale- of middensegment.
Het leenfonds bestaat vit 2 delen. Het eerste deel is voor de planvorming, van voorfinanciering tot
het moment van erfpachtuitgifte. Dit is nodig omdat in deze fase de banken nog geen hypotheek
verstrekken. De tweede lening is er om het gat te dichten wat overblijft nadat de bank de
hypotheek heeft verstrekt aan de wooncoöperatie en de leden eigen geld hebben ingebracht. Er
geldt een maximum van 50.000 euro per woning en de lening heeft een looptijd van maximaal 15
jaar vanaf oplevering van de woningen tegen een rentepercentage van 1,5 procent.
Relevante artikelen uit de verordening zijn:
Artikel 4 Hoogte stimuleringslening
4. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het leenbedrag als bedoeld in het eerste lid.
5.Een stimvuleringslening betreft een zakelijke annuiteitenlening, met hypothecaire zekerheid vanaf de
realisatiefase, waarbij automatische incasso van rente en aflossing verplicht is. De rente wordt
jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld
Artikel 14 Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, waarin strikte toepassing van de
onderhavige verordening tot onbillijkheden leidt, op een voor een aanvrager gunstige wijze afwijken
van een of meer bepalingen van deze verordening.
Ten aanzien van artikel 4,
Het college heeft de bevoegdheid om het leningsbedrag aan te passen. Dit kan van invloed zijn op
de business case van de wooncoöperatie omdat de rente op de stimvleringsleningen lager is dan
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 februari 2023
Pagina 4 vans
bancaire financiering. Het effect hiervan is echter beperkt met name omdat de markt rente sterk
gestegen is en voor een aanzienlijk gedeelte van de financiering een hoger tarief geldt. Daarnaast
speelt het uitgangspunt van de financiering dat ongeveer 70% van de financiering door een
bancaire partij wordt gedaan en tot circa 25% door de gemeente. Met een verdere verhoging van
de lening wordt de situatie nog schever en is de kans groot dat de gemeente de grootste financier
wordt. Dit is niet gewenst. De uitgangspunten van de financiering zijn er niet voor niets. De
gemeente is immers geen bank. De bevoegdheid van het college in dit artikel is maximaal benut.
Meer is niet mogelijk zonder toestemming van de raad vanwege het lening- en garantiebeleid.
Verdere ophoging betekent, gezien de benodigde besluitvorming en toets aan wet- en
regelgeving, zoveel vertraging dat de financiering alsnog door stijgende rente en/of bouwkosten
zeer waarschijnlijk onhaalbaar wordt. Bovendien zou deze ophoging dan ook voor andere
wooncoöperaties moeten gelden. Het ophogen van het maximale leenbedrag moet in samenhang
bekeken worden met een haalbare financieringsinzet van banken en de
financieringsmogelijkheden van de gemeente. Op dit moment loopt daarvoor de tussentijdse
evaluatie van de stimvuleringslening.
Ten aanzien van artikel 14
Dit artikel geeft de gemeente veel ruimte voor maatwerk eventueel ook voor de gevraagde
verdere hulp, maar alleen als het gaat om bijzondere gevallen. Het is ongewenst dit artikel voor
deze situatie te benutten aangezien het precedenten zal scheppen voor andere wooncoöperaties.
Ook zij hebben te maken met onzekerheid wat betreft marktontwikkelingen, het inleggen van
eigen geld en het besteden van veel tijd. Ook zij hebben te maken met complexe bouwlocaties en
onvoorziene tegenvallers. Dit is inherent aan het ontwikkelen en bouwen van woningen op
binnenstedelijke locaties. Een belangrijke oorzaak van de vraag om meer ondersteuning door
dNM betreft de gewijzigde marktomstandigheden. Dit is niet een individueel probleem dat alleen
geldt voor dNM. Dit geldt ook voor de financiering van andere wooncoöperaties, dit is daarmee
een beleidsvraagstuk.
Een fundamentele afwijking van voorwaarden in de verordening voor dJNM komt in feite neer op
een aanpassing van de regeling voor alle wooncoöperaties. Deze aanpassing kan beter gedaan
worden op basis van de evaluatie van de stimuleringslening, zodat niet de specifieke opgave van
één wooncoöperatie de toon zet voor alle anderen. Bovendien moet deze afwijking getoetst
worden aan de wet- en regelgeving waar de gemeente aan gebonden is bij het verstrekken van
financieringen.
In het raadsbesluit staat naast de uitgangspunten van de lening een financiële onderbouwing. De
afwijkingen van het raadsbesluit staan in de bijlage nader toegelicht.
Lening- en garantiebeleid en financiële risico's voor de gemeente
In de bijlage wordt onderbouwd waarom de maximale ruimte benut is binnen de kaders. De
handelingsruimte van het college om af te wijken van de regeling om dNM verder tegemoet te
komen is daarmee beperkt. Verdergaande steun aan JNM moet voor wensen en bedenkingen aan
de raad voorgelegd worden, mede gezien de precedentwerking die daarvan uitgaat. In dat geval is
afronding van het besluitvormingstraject niet eerder dan in april 2023 mogelijk. Bij een dergelijke
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 februari 2023
Pagina 5 van 5
vertraging is de kans op verdere rentestijging groot. Daarnaast blijft de ontwikkeling van
bouwkosten een onzekere factor. De vertraging zal naar verwachting een verder negatief effect
hebben op de financierbaarheid van het project.
Zoals al eerder aangegeven betreuren we het dat het JNM nog niet gelukt is bancaire financiering
te verkrijgen en we gaan er vanuit met deze brief duidelijkheid te hebben gegeven over de inzet
van de gemeente om dit project te ondersteunen. Voor het geval het JNM lukt op korte termijn
tot een financiering door Rabobank of GLS te komen is nog eenmaal uitstel verleend tot 1 april
2023. Dit is het maximale wat de gemeente kan doen om dNM te ondersteunen. De huidige
marktomstandigheden zijn een grote vitdaging voor deze vorm van ontwikkelen. Dit impact
hiervan op de financiering en de om mogelijkheid vanuit de gemeente wooncoöperaties te blijven
stimuleren wordt in beeld gebracht bij de tussentijdse evaluatie van de stimuleringslening
wooncoöperaties.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig Zita Pels
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Wethouder Volkshuisvesting
Bijlage
GEHEIM inspanningen gemeente om wooncoöperatie de Nieuwe Meent te ondersteunen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 5 | train |
Ez023009316 N% Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O
estuurs- en : :
managementadviseri hg Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 12 april 2023
Ter kennisneming
Portefeuille Masterplan Zuidoost
Aanpak Noord (35)
Masterplan Nieuw-West (17)
Agendapunt 1
Datum besluit Niet van toepassing
Onderwerp
Governance integrale aanpakken
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de governance van de drie integrale aanpakken in Amsterdam: het Masterplan
Zuidoost, het Nationaal Programma Samen Nieuw-West en de Aanpak Noord.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
In het Amsterdams coalitieakkoord 2022-2026 wordt aangegeven dat de komende 25 jaar wordt
gewerkt aan een structurele verbetering van de leefbaarheid en veiligheid met de Masterplannen
Nieuw-West en Zuidoost en Aanpak Noord.
Volgens het coalitieakkoord komt er een duidelijke governancestructuur voor deze plannen. De
coalitie waakt ervoor dat dit leidt tot meer verkokering of overlap met andere programma's. De
governance in die drie gebieden is nog in ontwikkeling.
Reden bespreking
Niet van toepassing
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing
Uitgenodigde andere raadscommissies
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Niet van toepassing
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.12 1
VN2023-009316 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Bestuurs- en % Amsterdam ‚ .
Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
managementadviserir2€
Voordracht voor de Commissie SO van 12 april 2023
Ter kennisneming
AD2023-025653 230309 Governance integrale aanpakken Raadscommissie. pdf (pdf)
230324 Raadsinformatiebrief governance integrale aanpakken mm.pdf
AD2023-027702
(pdf)
AD2023-025643 Commissie SO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
BMA, Otto-Sander van der Veen, o.van.der.veen Qamsterdam.nl, 06-21803669.
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 803
Publicatiedatum 15 oktober 2014
Ingekomen op 9 oktober 2014
Ingekomen in raadscommissie ZS
Te behandelen op 5/6 november 2014
Onderwerp
Motie van de raadsleden de heer Poorter, mevrouw Roosma en mevrouw
Shahsavari-Jansen inzake de begroting voor 2015 (uitsplitsing van de kosten en
baten in de programmaonderdelen zorg, jeugdzorg en participatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— het college streeft naar een solide, transparante en goed te begrijpen
gemeentebegroting,
Overwegende dat:
— op grond van artikel 189 Gemeentewet de gemeenteraad in een begroting de
middelen beschikbaar stelt voor alle taken en activiteiten van de gemeente en
hiermee zijn budgetrecht uitoefent;
— hetfinancieel kader van de decentralisaties (pag 261) in de begroting zeer beperkt
inzicht geeft in de allocatie het totaalbedrag van 825 miljoen euro;
— bij de productramingen van de onderdelen zorg, jeugdzorg en participatie de
uitsplitsing van gedecentraliseerde taken eveneens zeer beperkt is uitgewerkt,
— het daardoor niet duidelijk is voor de gemeenteraad hoeveel financiële middelen
zullen worden gealloceerd voor onderdelen van de decentralisatie op
productniveau zoals begeleiding, verzorging, beschermd wonen, participatie, etc;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een nadere uitsplitsing te geven van de:
— begrote lasten en baten per voorgenomen gedecentraliseerde activiteit in de
programmaonderdelen zorg, jeugdzorg en participatie,
— activiteiten die worden gecontinueerd, gediscontinueerd of opgestart, waarbij ook
de bestedingen worden aangegeven uit de begroting 2014 en de jaarrekening
2013.
De leden van de gemeenteraad,
M.F. Poorter
F. Roosma
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 825
Publicatiedatum 7 juli 2017
Ingekomen onder AE
Ingekomen op donderdag 29 juni 2017
Behandeld op donderdag 29 juni 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van de leden Boutkan en Groot Wassink 'Maak te hoge beloning GVB directeur
Financiën ongedaan’.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Boutkan en Groot Wassink
inzake buitensporige beloningen bij het GVB. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 753)
Constaterende dat:
— De bezoldiging van de directieleden van het GVB op dit moment fors hoger ligt en
boven de WNT-2 norm uitkomt;
— De Raad van Commissarissen ondanks een dringend verzoek van de
aandeelhouder onvoldoende ingrijpt in het bezoldigingsbeleid van de directie dm
deze binnen de WNT-2 norm te krijgen;
— Zich sinds 2014 meerdere onwenselijke benoemingen hebben voorgedaan
waarbij de hoogte van de beloning van GVB directeuren steeds onderwerp van
discussie was;
— De huidige norm voor beloning bij deelnemingen van de Gemeente Amsterdam
zoals vastgelegd in het 'Beloningsbeleid Deelnemingen’ onder de WNT-2 norm
ligt;
Overwegende dat:
— Een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad beloning boven de WNT2
bij publieke bedrijven onnodig en aanmatigend vindt, zeker bij bedrijven waar de
gemeente aandeelhouder is.
Besluit:
— Het College op te dragen om snel met de Raad van Commissarissen van het,
GVB in overleg te treden met als opdracht;
— Te komen tot een nieuwe overeenkomst over de bezoldiging van de directeur
Financiën binnen het Amsterdamse kader van het 'Beloningsbeleid Deelnemingen’
(WNT-2 als maximum) m.b.t. zijn herbenoemingstermijn vanaf december 2017;
— Hierover verantwoording af te leggen aan de raad.
De leden van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
B.R. Groot Wassink
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 825 Moti
Datum _ 7 juli 2017 one
2
| Motie | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 november 2023
Portefeuille(s) Armoede en schuldhulpverlening
Portefeuillehouder(s): Marjolein Moorman
Behandeld door Directie Inkomen, [email protected]
Onderwerp Voortgang van de ondersteuning aan gedupeerden van het
kinderopvangtoeslagschandaal en reactie op motie „03 van de leden Yemane
cs. getiteld ‘Erkenning in beeld’ en motie 404 van de leden Yemane cs.
getiteld ‘Informele plek en regie hersteloperatie voor gedupeerde (KOT)
ouders’
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de brief Voortgang Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie toeslagenschandaal’ die
in het voorjaar in de raadscommissie besproken is heeft het college u geïnformeerd over de
voortgang van de Amsterdamse ondersteuning aan gedupeerde ouders.* In deze brief
informeren wij v graag over de meest recente ontwikkelingen. Ook heeft uw raad bij de
raadsvergadering van 28 en 29 juni 2023 twee moties aangenomen over het ondersteunen van
gedupeerden. In deze brief geven wij aan hoe het college uitvoering geeft aan deze moties.
Verder heeft onderzoeksbureau Muzus in opdracht van het college een onderzoek uitgevoerd
waarin de ondersteuningswensen en -behoeften van kinderen van gedupeerde ouders zijn
onderzocht. De wijze waarop het college opvolging geeft aan de aanbevelingen uit het rapport
van Muzus, vindt u in de slotparagraaf van deze brief.
1. Ontwikkelingen in de landelijke hersteloperatie en de gemeentelijke ondersteuning
Vanaf de start van de hersteloperatie eind 2020 tot en met oktober 2023 hebben 6.479
Amsterdamse ouders zich bij de Belastingdienst gemeld als potentiële gedupeerde van het
kinderopvangtoeslagschandaal. Daarnaast zijn 8.504 Amsterdammers kind van een erkend
gedupeerde.* Al deze gedupeerden hebben, naast de financiële compensatie door het Rijk, recht
op de brede ondersteuning die de gemeente aanbiedt op de leefgebieden financiën, gezin, werk,
wonen en zorg. Het doel is om deze gezinnen te helpen met het maken van een nieuwe start. De
komende periode komen er nog twee doelgroepen bij: de ex-toeslagpartners en nabestaanden
van gedupeerden. De ondersteuning aan gedupeerde ouders wordt in Amsterdam uitgevoerd
door de buurtteamorganisaties en voor de kinderen ook door de jongerenpunten en de ouder-
kindteams. Bij complexe problematiek kan het gemeentelijk Doorbraakteam ondersteuning
bieden.
* Raadsinformatiebrief Voortgang Amsterdamse ondersteuning bij hersteloperatie
toeslagenschandaal’
? Deze cijfers zijn afkomstig van de Belastingdienst
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 2 van 10
De afhandeling van de hersteloperatie door het Rijk duurt veel langer dan vooraf voorzien.
Landelijk gezien is voor 44 procent van de ouders (bijna 28.600 ouders) de integrale beoordeling
afgerond. Ouders kunnen zich tot en met 31 december 2023 aanmelden bij het UHT, al is er 26
oktober jl. inde Tweede Kamer een motie aangenomen om deze aanmeldingsdeadline voor
gedupeerde ouders te schrappen. Óf en op welke manier het kabinet uitvoering gaat geven aan
deze motie is nog onbekend. De prognose van de Belastingdienst is dat de integrale
beoordelingen voor de gehele groep begin 2025 zijn afgerond als het lukt om capaciteit
voldoende op te schalen en het aantal aanmeldingen uitkomt op het verwachte aantal. Na de
integrale beoordeling is een ouder financieel gecompenseerd voor de onterecht
teruggevorderde bedragen in het verleden. Veel ouders gaan echter in bezwaar, en/of melden
zich met aanvullende geleden schade bij de zogeheten Commissie Werkelijke Schade (CWS).
Hiervoor zijn opnieuw lange wachttijden die bovendien snel oplopen naarmate meer ouders de
integrale beoordeling hebben afgerond. Recent is er vanuit het Rijk een pilot gestart met een
alternatieve schaderoute die complementair is aan de maatwerkroute via de CWS. De partner
van het Rijk voor deze alternatieve schaderoute is de Stichting (Gelijk)Waardig Herstel (SGH).
Deze alternatieve schaderoute is sneller en grofmaziger en geeft de ouder meer regie.
Vergoeding van aanvullende werkelijk schade vindt plaats via een schadekader met forfaitaire
bedragen per schadepost. Vervolgens sluiten ouder en staat een vaststellingsovereenkomst
(VSO). Amsterdam is één van de 15 gemeenten waar deze pilot, genaamd “Gelijk)waardig
Herstel’, plaatsvindt.3 De hoop is dat dit traject kan bijdragen aan het ontlasten van CWS en
daarmee bijdraagt aan de versnelling van de hersteloperatie.
Een perspectief op afronding op korte termijn ontbreekt echter nog voor veel ouders en dit heeft
zijn weerslag op de uitvoering van de brede ondersteuning in gemeenten. We zien dat de
hulpvragen van ouders toenemen als gevolg van het lange wachten. Dit geldt ook voor het
beroep dat ouders doen op de materiële ondersteuning, die gemeenten kunnen bieden als
onderdeel van de brede hulp. In Amsterdam wordt deze materiële ondersteuning uitgekeerd
middels het maatwerkbudget. Waar dit oorspronkelijk een budget was om eerste urgente- en
noodzakelijke materiële hulp te bieden aan gezinnen die in barre omstandigheden leefden, doen
ouders in toenemende mate een beroep op de materiële ondersteuning voor een divers palet aan
goederen en diensten die in het teken staat van een nieuwe start, maar deels ook het karakter
heeft van compensatie voor geleden schade. Cumulatief is er tot en met oktober 2023 ruim 8
miljoen uitgegeven middels het maatwerkbudget. In onderstaande grafiek zijn de uitgaven per
maand in beeld gebracht.
3 Zie de kamerbrief van staatssecretaris de Vries van 28 september 2023
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 3 van 10
Uitgaven maatwerkbudget per maand
€1.200.000
€1.000.000
€800.000
€600.000
€400.000
€200.000
€-
PDP PN a
SO A SS A SS SE À S 2 at
Bovenstaande uitgaven zijn in de afgelopen jaren (t/m oktober 2023) verdeeld over 1.193
huishoudens met een gemiddeld bedrag van €6.725,- per huishouden. De toename in uitgaven in
2023 komt vooral vanwege een toename van het aantal huishoudens dat gebruik maakt van de
materiële ondersteuning, namelijk 21% in het laatste kwartaal. Ook is het gemiddelde
uitgekeerde bedrag per huishouden in het afgelopen kwartaal gestegen met 15%.
Per ouder of gezin brengt de hulpverlener in kaart wat er nodig is en levert maatwerk. Hiermee
kan de gemeente ouders ruimhartig ondersteunen, tegelijkertijd levert het ook vragen op over
vergelijkbaarheid en zeggenschap van ouders over hun eigen proces. En legt dit een groot beslag
op de capaciteit van de hulpverlenende instanties. De buurtteamorganisaties spannen zich in om
te zorgen voor voldoende capaciteit, maar vanwege personeelskrapte ontstaan op sommige
plekken soms ook wachttijden voor ouders. Daarbij stelt de materiële component van de
ondersteuning hulpverleners voor dilemma's. Om hierin meer handvatten te bieden, heeft het
college een vitvoeringskader opgesteld. Maar het college wil ook in overleg met VNG en Rijk
over een herziening van de brede ondersteuning. De langdurige afhankelijkheid van de overheid
helpt ouders niet vooruit en een aanpak waarbij ouders zelf regie hebben is nodig. Waar dat kan,
voegt het college onderdelen toe aan de ondersteuning die ouders meer regie geven, onder
andere gesteund door uw raad in eerder aangenomen moties. Ook verkennen we de komende
tijd hoe de gemeentelijke ondersteuning beter bij de wensen van ouders kan aansluiten. Hierbij
willen we onder meer de ombudsman en gedupeerde ouders zelf betrekken.
2. Reactie op moties ‘Erkenning in beeld’ en ‘Informele plek en regie hersteloperatie
voor gedupeerde (KOT) ouders’
In het afgelopen jaar heeft het college de totstandkoming van steungroepen van gedupeerde
ouders en lotgenotencontact binnen en buiten de gemeente bemoedigd. De regie ligt hierin
zoveel mogelijk bij de ouders en de gemeente faciliteert waar nodig. De eerste vier projecten van
gedupeerde ouders gaan binnenkort van start en meerdere zullen later volgen. Hun aanbod
beslaat een variatie aan activiteiten die ouders zelf bedacht en ontwikkeld hebben, waaronder:
lotgenotengesprekken, bewegingsactiviteiten, hulp bij administratie, re-integratie-activiteiten,
computerlessen, verwijzen naar (psychische) eerstelijns zorg, en het maken van een
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 4 van 10
documentaire. Voor alle initiatieven geldt dat zij gedupeerden doorverwijzen naar het buurtteam
indien dit passend is.
Vanuit deze beweging heeft het college tevens uitvoering gegeven aan twee moties. Dit lichten
we hieronder per motie toe.
In de raadsvergadering van 28 en 29 juni heeft vw raad bij de bespreking van de bestuurlijke
reactie op het eindrapport van het onderzoek naar hoe uitvoerders omgaan met knellende
mechanismen, motie 403 van de leden Yemane cs. aangenomen inzake ‘Erkenning in beeld’
waarin het college gevraagd wordt om:
e Gedupeerden van het Toeslagenschandaal te faciliteren om hun verhaal, hun ervaringen
vast te leggen op beeld, waarbij de gedupeerden de regie zelf in handen hebben;
e Resultaten breedte delen binnen de gemeente en met uitvoerders om lering te trekken
uit de gebeurtenissen en deze lessen ook mee te nemen voor de toekomst en daarmee
te blijven investeren in een lerende organisatie.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Eén van de vier projecten van gedupeerde ouders betreft een initiatief van ouders die een
documentaire gaan maken, met als doel om gemeente en hulpverleners hier lessen uit te laten
leren. Het college stelt hier financiering voor beschikbaar. Het college zal de resultaten breed
delen binnen de gemeente en met uitvoerders, wanneer zij beschikbaar zijn.
Het college beschouwt deze motie hiermee als afgehandeld.
Bij bespreking van hetzelfde agendapunt, heeft uw raad ook motie 404 van de raadsleden
Yemane cs. aangenomen inzake ‘informele plek en regie hersteloperatie voor gedupeerde (KOT)
ouders’. Daarin wordt het college gevraagd om:
e Een informele, neutrale plek, naar het voorbeeld van ‘Number go’ mogelijk te maken in
Zuidoost waar de regie bij ouders en jongeren ligt en de gemeente te gast is, en
bestaande initiatieven (vanuit o.a. het Masterplan) en nieuwe initiatieven vanuit de
steungroepen bij het uitvoeren van de hersteloperatie in de brede zin van het woord;
e Deze informele ruimte op te zetten i.s.m. Number 5 foundation, met inachtneming van
de aanpak “Gelijkwaardig Herstel”, waarin Number 5 de rolverdeling van de
samenwerking met de gemeente verder zal verdiepen;
e Hiermee een andere manier van samenwerken te omarmen tussen ouders, gemeente en
uitvoeringsorganisaties en daarmee ook in te zetten op het verkleinen van de kloof
tussen beleid en uitvoering;
e Een overlegstructuur te creëren waar de ouders, gemeente en formele organisaties
samen komen voor gezamenlijk overleg en waar er wordt gebouwd aan vertrouwen en
gewerkt aan verbinding.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie:
Met de initiatiefnemers van de steungroepen is besproken wat hun wensen zijn voor wat betreft
locaties. Een aantal initiatieven zal (deels) digitale activiteiten inzetten, maar het merendeel zal
op locatie plaatsvinden. De initiatiefnemers geven aan een veilige en toegankelijke
omgeving/locatie te willen bieden waar ouders onder begeleiding hun ervaringen kunnen delen
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 5 van 10
en waar ruimte en aandacht is voor de problemen en de emoties die daarvan het gevolg zijn. Op
dit moment zoeken de initiatiefnemers van de projecten samen met een makelaar die door de
gemeente beschikbaar is gesteld, naar een geschikte locatie(s).
Daarnaast is er frequent contact tussen de steungroepen en de gemeente, waarbij zij gevraagd
en ongevraagd advies geven en signalen delen over de uitvoering van de brede ondersteuning in
de gemeente. Dit willen we de komende tijd intensiveren door ouders uit te nodigen om een
klankbordgroep te vormen. Ook zorgt het college voor meer verbinding tussen ouders,
ambtenaren en hulpverleners. Bijvoorbeeld door het organiseren van de theatervoorstelling
Verloren Onschuld'f, waar een gemengd publiek aanwezig is en ruimte is voor dialoog.
Het college beschouwt deze motie hiermee als afgehandeld.
3. Ondersteuning aan kinderen van gedupeerden
Om ook de kinderen van gedupeerden een steun in de rug te geven na het aangedane leed, is in
november 2022 de Kindregeling in werking getreden. Deze regeling is opgenomen in de Wet
hersteloperatie toeslagen. In deze regeling is vastgelegd dat kinderen recht hebben op een
geldbedrag vanuit het Rijk en op brede hulp en ondersteuning vanuit de gemeente.
Onderzoeksbureau Diversion heeft in het najaar van 2022 via het rapport ‘Ken ons, help ons’ een
handvat geboden om deze brede hulp voor kinderen zo goed mogelijk vorm te geven.® In vervolg
op dit landelijke onderzoek heeft het college eind vorig jaar onderzoeksbureau Muzus de
opdracht gegeven om een participatief onderzoek uit te voeren onder Amsterdamse kinderen
(zie bijlage III). Het doel van dit onderzoek was om de ondersteuningswensen en -behoeften van
Amsterdamse gedupeerde kinderen in kaart te brengen. Daarnaast heeft Diversion op 14
september 2023 de ervaringen van gedupeerde kinderen uit verschillende gemeenten in één
brief gevat die gedeeld is met gemeenten, de VNG en het ministerie van Financiën (zie bijlage
IV). Tot slot heeft Amsterdam sinds de zomer 2023 een Amsterdams kindpanel. Dit bestaat uit
kinderen van gedupeerde ouders, die gevraagd en ongevraagd adviseren over de inrichting van
de brede ondersteuning in Amsterdam.
Met al deze adviezen en bouwstenen zorgt het college de komende maanden voor een
doorontwikkeling van de Amsterdamse steun aan kinderen en jongeren. We geven hieronder
eerst de huidige stand van zaken aan, waarna we toelichten welke adviezen uit bovenstaande
onderzoeken en het kindpanel zijn gekomen. Op basis daarvan lichten we toe op welke
aanpassingen en toevoegingen we de komende tijd inzetten, met als doel om kinderen en
jongeren te ondersteunen op een manier die tegemoetkomt aan hun behoeften en wensen.
Huidige stand van zaken
In Amsterdam wonen 8504 kinderen (peildatum oktober 2023) van ouders die als gedupeerde
zijn aangemerkt in het Toeslagenschandaal.? De Belastingdienst verstrekt de gegevens van
kinderen niet aan gemeenten, omdat daar geen wettelijke basis voor is. We kunnen deze
4 Verloren Onschuld - RWT (rotterdamswijktheater.nl)
° Wet hersteloperatie toeslagen
$ Rapport ‘Ken ons, help ons’
7 Deze cijfers zijn afkomstig van de Belastingdienst
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 6 van 10
kinderen dus niet proactief benaderen. Kinderen kunnen (net als ouders) bellen naar het belteam
van de buurtteams voor de brede ondersteuning. Zij verwijzen het kind op basis van leeftijd en
het stadsdeel waarin het geholpen wil worden, door naar de juiste contactpersoon. Voor
kinderen onder de 18 jaar wordt de ondersteuning uitgevoerd door de Ouder-Kindteams, voor
jongeren tussen de 18 en de 27 jaar bieden de jongerenpunten ondersteuning en gedupeerde
kinderen van 27 jaar en ouder kunnen bij de buurtteams terecht. De samenwerking tussen deze
drie partijen vraagt om verbetering. De buurtteams en Ouder- en Kindteams hebben
gezamenlijk de ambitie vastgesteld om hun samenwerking in de breedte te verstevigen voor
ondersteuning aan gezinnen in Amsterdam. Hier zijn verschillende maatregelen voor genomen.
Om deze samenwerking tussen de drie partijen specifiek voor de gedupeerde gezinnen verder te
stimuleren, organiseert de gemeente in alle stadsdelen netwerkbijeenkomsten.
Een groot obstakel in het ondersteunen van kinderen van gedupeerden is dat het Rijk tot voor
kort niet voorzag in een schuldenregeling voor kinderen van gedupeerde ouders. Een deel van de
meerderjarige kinderen heeft problematische schulden als gevolg van het toeslagenschandaal en
het langdurig uitblijven van een oplossing voor deze schulden bemoeilijkte het maken van een
nieuwe start. Het college drong er daarom met de VNG al langere tijd op aan dat gemeenten
deze kinderen kunnen ondersteunen bij het oplossen van hun schulden. Recentelijk is er een
positieve ontwikkeling op dit vlak geweest: staatssecretaris De Vries heeft in juli 2023 laten
weten dat gemeenten een aanvullend schuldhulpaanbod kunnen bieden aan kinderen van
gedupeerden die problematische schulden hebben die voortkomen uit problemen ten gevolge
van het toeslagenschandaal.® Uitgangspunten van dit aanvullende schuldhulpverleningsaanbod
is dat de jongeren met problematische schulden een minnelijke schuldsanering krijgen, waarvan
het Rijk de aflossingen betaalt. De jongeren kunnen zelf over hun compensatiebedrag
beschikken en geldt ook voor jongeren die al in een schuldregeling zitten. Amsterdam start met
de uitvoering zodra het Rijk dit mogelijk maakt.
Met dit aanvullende schuldhulpaanbod zijn we de komende periode als gemeente beter in staat
om jongeren te ondersteunen. Daarnaast hebben we de afgelopen tijd een drietal adviezen
gekregen, die ons samen met de ervaringen van de hulpverleners in de stad kunnen helpen om
de inrichting van de brede ondersteuning aan kinderen te verbeteren. Het gaat om het Muzus
rapport ‘Passend aanbod en gepaste dienstverlening’, de Diversion brief ‘Brede ondersteuning
namens ontwikkelnetwerk Herstel’ en de adviezen de we ontvangen hebben van ons kindpanel.
Onderzoeksrapport Muzus — Passend aanbod en gepaste dienstverlening
Onderzoeksbureau Muzus heeft in navolging van het landelijke Diversion-onderzoek ‘Ken ons,
help ons’, een participatief onderzoek uitgevoerd onder Amsterdamse kinderen van gedupeerde
ouders. Hiervoor hebben zij 25 deelnemers via o.a. diepte-interviews laten nadenken over de
ervaringen die zij hebben met de brede ondersteuning en de aanvullende behoeften die hieruit
voortvloeien. Behalve met kinderen en hun ouders, zijn ook experts vanuit de hulpverlening
geïnterviewd en is met een expert-panel van ervaren hulpverleners gereflecteerd op de
uitkomsten van de gesprekken. Dit leverde een eindrapport op met de volgende drie onderdelen:
8 Zie de kamerbrief van staatssecretaris de Vries van 4 juli 2023
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 7 van 10
i Overkoepelende inzichten in de ervaren problematiek;
ii. Ervaringen die deze kinderen hebben met de huidige geboden dienstverlening;
ij. Aanbevelingen, geformuleerd als kansen, voor een verbeterde inrichting van de
brede hulp aan gedupeerde kinderen.
De overkoepelende inzichten geven een indringend beeld. Jongeren vertellen over een
opeenstapeling van negatieve ervaringen en kansenongelijkheid, voortkomend vit de vitwerking
die het toeslagenschandaal op hun levens heeft gehad en nog steeds heeft. Zo heeft het bij de
jongeren geleid tot mentale en fysieke klachten, een negatief zelfbeeld en zelfvertrouwen, en
een negatief effect op (familie)relaties. Tevens heeft het geleid tot een achterstand bij hun start
in het leven en tot een groot wantrouwen in de overheid.
De ervaringen die de kinderen hebben met de huidige dienstverlening zijn (ook) niet positief. Er
is veel kritiek op de brief die kinderen van het Rijk krijgen over de kindregeling. Hierin wordt niet
duidelijk genoeg vermeld waar je je in de gemeente kan melden of wat de gemeente voor het
gedupeerde kind kan betekenen. Ook als een kind zich meldt bij de gemeente, dan zijn de
ervaringen vaak negatief. Jongeren zijn niet tevreden over de bereikbaarheid en getoonde
empathie. Ze vinden het proces onduidelijk en moeten vaak lang wachten op beloofde hulp.
De acht kansen die Muzus presenteert zijn:
« Woorden en een stem geven: de behoefte bestaat om ervaringen van anderen te lezen om
op die manier herkenning te kunnen vinden.
“Strijd gezamenlijk voor een schone lei: deel met de jongeren welke onderwerpen de
gemeente allemaal aankaart bij het Rijk.
«Creëer één online informatiepunt: maak duidelijk waar jongeren aan kunnen kloppen en
waar ze recht op hebben.
“Ondersteuning van een ervaren en empathisch persoon: er is behoefte aan
laagdrempelige hulp, laagdrempeliger dan doorverwijzing naar een psycholoog of
therapeut.
«_ Help de ouder, dat helpt het kind: zorg voor een gezamenlijke aanpak in de vorm van
familiesteun.
« Passend en versneld aanbod: er ís behoefte aan meer regie en autonomie, versnel en
versimpel het proces rondom de dienstverlening aan kinderen.
< Duidelijke kaders: Informeer de medewerkers over de richtlijnen van de gemeente over de
dienstverlening richting gedupeerde kinderen.
«Omgaan met geld: Het aanbieden van trainingen, coaching en e-learnings rondom geld
kan kinderen handvatten geven.
Brief Diversion - Brede ondersteuning namens ontwikkelnetwerk Herstel
Diversion heeft op verschillende plekken in het land groepsgesprekken gevoerd met kinderen
van erkend gedupeerde ouders. Deze gesprekken gingen over de ervaringen die deze kinderen
hebben met de brede hulp vanuit de gemeente waarin zij woonachtig zijn. Deze ervaringen van
ca. 80 gedupeerde kinderen uit 32 verschillende gemeenten zijn in één brief gevat en deze is op
14 september 2023 gedeeld met gemeenten, de VNG en het ministerie van Financiën. De
conclusie van deze brief is dat voor het merendeel (ca. 90%) van de gedupeerde kinderen dat
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 8 van 10
heeft deelgenomen aan dit onderzoek de brede ondersteuning op dit moment onvoldoende
werkt, waardoor de kinderen aangeven dat er voor hen van herstel geen sprake is. De volgende 4
knelpunten worden gesignaleerd:
« Voorde grootste en meest urgente problemen van kinderen (schulden, wonen,
psychische problemen) lijkt de brede ondersteuning te weinig vitkomst te kunnen
bieden.
“Door een gebrek aan uitgangspunten, voorbeelden en kennis over wat de brede
ondersteuning inhoudt ontstaat een gevoel van ongelijke behandeling tussen
gemeenten en binnen een gemeente.
« _De vindbaarheid van en dienstverlening binnen de brede ondersteuning binnen
gemeenten is vaak niet goed.
« Ervaring van de kinderen is dat ze moeten ‘strijden’ om hulp te krijgen.
De adviezen die zij geven voor een verbeterde inrichting luiden als volgt:
“ __Zorg voor hulp die echt aansluit, zoals oplossingen voor schulden,
huisvestingsproblemen en psychische problemen
« Wees duidelijk (naar hulpverleners en gedupeerde kinderen) over wat de absolute
buitengrenzen van de brede ondersteuning zijn.
“Zorg voor een duidelijk (universeel) format voor een plan van aanpak dat gemeenten
aanhouden, zodat iedereen weet waar hij aan toe is.
“ Zorg ervoor dat iedereen die met gedupeerde kinderen werkt beschikt over dezelfde,
correcte informatie over de kindregeling en brede ondersteuning. De opgave van de
brede ondersteuning is bovendien groot en zwaar: besteed daarom ook aandacht aan
traumasensitief werken, de verhalen van de doelgroep en de impact daarvan op
professionals.
“ Zorg ervoor dat de gemeente zichtbaar en volledig klaar staat voor gedupeerde
kinderen die aankloppen voor brede ondersteuning.
Adviezen kindpanel
Sinds de zomer 2023 betrekken wij een Amsterdams kindpanel bij onze beleidsvorming,
bestaande uit een vijftal kinderen van gedupeerde ouders die gevraagd en ongevraagd advies
uitbrengt over de inrichting van de brede hulp in Amsterdam. Wij benutten hun
ervaringsdeskundigheid door deze kinderen mee te laten denken met de ontwikkeling van
beleid. Ook hebben wij bovenstaande onderzoeken (Diversion en Muzus) en de brief van
Diversion met hen besproken. Het Kindpanel beaamt de vitkomsten van deze onderzoeken en
bevestigt dat de hulp zoals die nu is ingericht niet voldoet aan hun behoeften. Ook geven zij aan
dat het grootste obstakel het tot voor kort niet bestaan van een schuldenregeling voor jongeren
is. Deze schuldenregeling is nog niet in vitvoering dus staat ook op dit moment hun herstel nog
in de weg.
Het Muzus rapport ‘Passend aanbod en gepaste dienstverlening’ en de Diversion brief ‘Brede
ondersteuning namens ontwikkelnetwerk Herstel’ en de input die het kindpanel gegeven heeft,
ondersteunen de bevindingen van het landelijke onderzoek van Diversion. Gezamenlijk geven zij
een gedegen beeld wat kinderen nodig hebben en daarmee handvatten om de hulp voor deze
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 9 van 10
groep verder vorm te geven. Het college werkt daarom de komende tijd aan het uitwerken van
de volgende plannen en aanpassingen:
> _Toewerken naar centrale coördinatie van goed geëquipeerde (gezinsgerichte) hulpverleners,
die decentraal in de stad aan het werk blijven.
Voor de hulp aan kinderen van erkend gedupeerde ouders (en hun gezinnen) verkennen we de
mogelijkheid van een inhoudelijk centraal gecoördineerde aanpak dat decentraal (per stadsdeel)
werkt. In deze aanpak opereren goed geïnformeerde hulpverleners vanuit goed vindbare plekken
in een vast stadsdeel, terwijl zij ook intensief contact onderhouden met hulpverleners vit andere
stadsdelen. Hiervoor zoeken we laagdrempelige (als het kan bestaande) locaties van waaruit
deze toegewijde hulpverleners aan de slag gaan. Op deze manier houden ze intensief verbinding
met het stadsdeel waarin ze werken en met het formele en informele netwerk daarbinnen. Zo
wordt benodigde aanvullende expertise goed benut en kunnen alle professionals goed
geïnformeerd aan het werk.
> Digitaal informatiepunt opzetten
De wens naar goede informatie en duidelijke communicatie loopt als een rode draad door alle
adviezen heen. Daarin staat voorop dat er voor jongeren een uitgebreid online informatiepunt
nodig is. De informatiebehoefte gaat over wat de gemeente jongeren kan bieden aan hulp, maar
ook over het verleden: wat is er in het toeslagenschandaal eigenlijk gebeurd en hoe kan het kind
het verhaal van zijn ouders plaatsen? Het doel van het informatiepunt is om ouders en kinderen
te voorzien van relevante informatie, ondersteuning en een gevoel van gemeenschap te creëren.
Met deze elementen streven we ernaar een omgeving te bieden waarin gedupeerden zich
gehoord, gesteund en geïnformeerd voelen en verhalen kunnen delen.
> _Ervaringsdeskundigheid inzetten
De ervaringsdeskundigheid van jongeren inzetten is essentieel voor een goede aanpak. Op basis
van het onderzoek van Muzus en de adviezen van Diversion en het kindpanel is financiële
educatie één van de onderwerpen waar ervaringsdeskundigheid ingezet zou kunnen worden.
Kinderen hebben veel vragen over een gezonde financiële situatie en hebben behoefte aan hulp
en informatie daarbij van onder andere peers.
> Lotgenotencontact faciliteren
Kinderen en jongeren geven aan dat ze behoefte hebben aan contact met leeftijdgenoten die
hetzelfde hebben meegemaakt. Daarom zetten we de komende tijd in op het faciliteren van
lotgenotencontact. Bijvoorbeeld in de vorm van het samen maken van een productie: door
samen te werken aan theater of sport bouwen kinderen en jongeren samen iets op. Eris ruimte
voor talentontwikkeling en gesprekken over wat er is gebeurd voor wie dat wil. De ideeën geven
we samen met kinderen en jongeren vorm.
Tot slot
Het college spant zich in om Amsterdamse gedupeerden zo goed mogelijk te ondersteunen in de
hersteloperatie van de Belastingdienst/Toeslagen. Wij zijn momenteel bezig met het verbeteren
van ondersteuning die wij bieden binnen de verschillende regelingen. Tegelijkertijd maken we
ons zorgen over knelpunten die er nog liggen, zoals o.a. de lange tijdsduur en het gebrek aan
perspectief op afronding. Dit drukt zwaar op gedupeerden en ook op onze hulpverleners in de
stad. Wij blijven erop aandringen dat het kabinet zorgt voor een totaaloplossing voor ouders op
een zo kort mogelijke termijn. Na het onrecht dat hun is aangedaan, is het nu de hoogste tijd dat
zij de draad weer op kunnen pakken met een schone lei en perspectief op de toekomst.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 14 november 2023
Pagina 10 van 10
Ik hoop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
LA he
pis
Marjolein Moorman
Wethouder Armoede en Schuldhulpverlening
Bijlagen
|. Motie 403.23 van de leden Yemane cs. inzake “Erkenning in beeld”
IL Motie 404.23 van de leden Yemane cs. inzake “Informele plek en regie hersteloperatie voor
gedupeerde (KOT) ouders”
II. ___Muzus rapport ‘Passend aanbod en gepaste dienstverlening’
IV. Diversion brief ‘Brede ondersteuning namens ontwikkelnetwerk Herstel’
| Brief | 10 | train |
Bezoekadros > 4 Gemeente Amsterdam B
Stadhuis, Amstel 1 Lj
1011 PN AMSTERDAM CEE, m
% Dn | A 8
rr |
>_< Gemeente Utrecht |
Postbus 202 |
1000 AE Amsterdam Wethouder Wonen F. Ossel (Amsterdam) en Wethouder Wonen G.P. Isabelta (Utrecht) |
Telefoon 020 552 2100
Retouradres: Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam . |
Aan de minister voor Wonen en Rijksdienst |
De heer S.A. Blok |
Ministerie van BZK |
Postbus 20011 |
2500 EA Den Haag : |
|
Datum 25 februari 2014 |
Ons kenmerk |
Behandeld door Elly van Sluijs |
Doorkiesnummer 06 8362 0003 |
E-mail [email protected] |
Onderwerp Maatwerk (pilot) Amsterdam - Utrecht |
Geachte minister Blok, |
Er is veel in beweging in het Rijksbeleid. De huurprijsregelgeving wordt aangepast, de |
relatie tussen overheid en corporaties wordt opnieuw gedefinieerd, de verhuurderheffing |
wordt doorgevoerd, de mogelijkheden voor verkoop van corporatiebezit aan derden |
worden verruimd en de Huisvestingswet staat op de agenda voor besluitvorming. |
Dat zijn allemaal generieke instrumenten voor heel Nederland. Ze houden geen of te |
weinig rekening met de verschillen ín het land en met name die in Utrecht en Amsterdam
waar sprake is van een grote marktdruk (overdruk). Amsterdam en Utrecht hebben |
behoefte aan maatwerk om met die grote marktdruk om te gaan, zoals de krimpgebieden |
dat juist hebben om de onderdruk op te vangen. Maatwerk heeft daarbij als voordeel dat |
de effecten zich logischerwijs beperken tot de gebieden waar het maatwerk voor bedoeld |
is. Er zijn geen risico's van landelijke, mogelijk ongewenste effecten. Het beleid kan
precies worden toegesneden op de lokale problematiek. |
Amsterdam en Utrecht doen daarom een voorstel om in de vorm van een pilot te komen |
tot zulk maatwerkbeleid voor hun woningmarkten. Wij willen graag een pilot voor een |
_ periode van 4 tot 5 jaar die ons ruimte biedt om oplossingen te vinden voor de grote
marktdruk. Na die periode kan dan bekeken worden wat de effecten zijn en of voortzetting |
is gewenst. Op basis van zo'n evaluatie kunnen dan conclusies worden getrokken over |
toepassing in een breder gebied in Nederland. Binnen die ruimte zullen Amsterdam en |
Útrecht overigens nog wel verschillende accenten leggen in verband met de verschillende | |
omstandigheden in onze steden. | |
Rode draad in dít voorstel is het vinden van oplossingen en maatregelen om de overdruk |
in de woningmarkt op te vangen. Het gaat daarbij om vier hoofdthema's: |
Het Stadhuis ìs bereikbaar per metro en tram (lijnen 9 en 14), halte Waterlooplein. |
Gemeente Amsterdam |
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven |
Pagina 2 van 6 |
= Maatregelen gericht op het vergroten van de dynamiek in de woningmarkt |
«__Ruimte voor lokaal huurbeleid |
" Specifieke maatregelen voor doelgroepen (studenten, jongeren en ook ouderen) mn
es Lokale arrangementen in de relaties met de corporaties
Pilot |
Hieronder zullen we van bovenstaande hoofdpunten inzoomen op concrete maatregelen
waarbij we u vragen om deze maatregelen in de vorm van een pilot voor 4 à 5 jaar |
mogelijk te maken in onze steden. |
Vijfjaarcontracten |
Een belangrijk doel van ons voorstel is het bevorderen van de dynamiek op onze
woningmarkt. We willen een omvangrijk dynamisch segment in de sociale sector creëren |
waarin starters en nieuwkomers op de woningmarkt een plek kunnen vinden. |
In dat dynamisch huursegment willen we structureel werken met contracten voor |
bepaalde tijd. Het gaat dan om dat deel van de markt dat bij uitstek geschikt is voor jonge ;
starters: dat wil zeggen wat kleinere woningen, kwalitatief niet hoogstaand maar wel met |
een goede basiskwaliteit. Deze woningen zouden uitsluitend met tijdelijke (vijfjaar) |
contracten moeten worden verhuurd aan huurders jonger dan 30 jaar. Het contract kan | |
hooguit één keer met 5 jaar worden verlengd. Deze groep kan dan tot een leeftijd van |
maximaal 35 jaar in deze woningen terecht en zou tegen die tijd over voldoende inkomen |
of woonduur moeten beschikken om een andere woning te bemachtigen. Voor
uitzonderlijke gevallen is er nog een vangnet mogelijk. Met de corporaties willen verdere |
afspraken maken over de basiskwaliteit. Een simulatie voor Amsterdam heeft laten zien |
dat de dynamiek in de woningmarkt op die manier aanzienlijk wordt vergroot. Het draagt
bovendien bij aan het tegengaan van scheef betalen, doordat huurders na |
inkomensstijging bij het beëindigen van het tijdelijke contract door zullen stromen naar
een duurdere woning. Wij zien dan ook veel mogelijkheden voor zo’n stelsel om de druk |
op de woningmarkten van Amsterdam en Utrecht te verlichten. Wij willen graag de |
mogelijkheid hebben om zo'n systeem in onze steden te implementeren.
Verzoek: |
x __ Hef mogelijk maken van dynamische huurcontracten (vijfjaarconfracten) in onze |
steden, in samenhang met de ideeën die daarover door de Tweede kamer zijn
ontwikkeld. |
L
Studenten en jongeren |
Amsterdam en Utrecht zijn studentensteden. Een groot deel van de inwoners studeert aan ej
universiteit of hogeschool, of volgt een MBO-opleiding. Maar ook andere jongeren zijn op ij
zoek naar zelfstandige huisvesting Juist deze groepen hebben te maken met de grote
marktdruk in onze steden. Wachttijden zijn vaak hoog. Wij hebben daarom de afgelopen |
jaren een intensief programma uitgevoerd om meer huisvesting voor studenten en |
jongeren beschikbaar te maken. Daarbij zijn we vaak gestuit op de grenzen van de
regelgeving. Minimale oppervlaktematen en andere bouwkundige eisen hebben de Lj
2 nm
Gemeente Amsterdam |
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven In,
Pagina 3 van 6 | |
|
|
|
|
|
ontwikkeling meermaals in de weg gezeten. Zeker bij de transformatie van
(kantoor)gebouwen mankeert het aan flexibiliteit in de regelgeving. Wij willen dan ook |
binnen onze steden meer regelvrijheidfregelruimte hebben speciaal voor deze |
doelgroepen, zonder natuurlijk essentiële eisen op het gebied van veiligheid aan te tasten. |
Daarnaast zien we graag een spoedige inwerkingtreding van de AMvB die het mogelijk |
maakt om tijdelijke verhuur op basis van de leegstandswet te verlengen van 7 jaar naar |
10 jaar. Projecten zoals AL 16, de locatie van de Woontop, komen daarmee sneller van de |
grond. |
Daarnaast willen we ook op dit punt ruimte voor dynamische contractvormen. Het |
campuscontract is een erg nuttig instrument gebleken. Een dergelijke contractvorm wordt |
nu in Amsterdam en omgeving voor jongeren uitgeprobeerd (zogenaamde
jongerencontracten), zonder dat daarvoor nu een expliciete juridische basis beschikbaar |
is. Wij willen, vooruitlopend op de introductie op grotere schaal van contracten voor |
bepaalde tijd, in onze steden de wettelijke basis hebben voor het inzetten van een |
dergelijk jongerencontract. |
Verzoek: |
* Meer flexibiliteit in de regelgeving bij het omzetten van (kantoor)gebouwen | |
* Spoedige inwerkingtreding van AMvB om tijdelijke verhuur te verlengen van 7 naar 10 |
jaar |
* _Jongerencontracten op wettelijke basis mogelijk te maken zodat deze contracten |
breder kunnen worden ingezet in onze steden |
Flexibel huren |
Amsterdam en Utrecht kennen relatief veel huishoudens die met een laag of laag | |
middeninkomen instromen in betaalbare huurwoningen, maar binnen een aantal jaren |
aanzienlijk meer gaan verdienen. Voor die groepen is het redelijk als ze naarmate hun
inkomen stijgt, meer huur gaan betalen (en bij onverhoopte inkomensterugval weer
minder). Ze kunnen ook besluiten te verhuizen naar een meer bij hun inkomen passende |
huur- of koopwoning waardoor de doorstroming wordt gestimuleerd. |
In Amsterdam is een pilot van start gegaan die flexibel huren mogelijk maakt. Huren |
kunnen worden verhoogd en verlaagd afhankelijk van de inkomensontwikkeling van de |
bewoners, waarbij grotere huursprongen mogelijk zijn dan bij de inkomensafhankelijke | |
huurverhoging die nu onderdeel is van het reguliere huurbeleid. De pilot heeft betrekking | |
op 1.000 woningen met meer dan 142 punten en op inkomens > € 29.000. Die ondergrens | |
is bewust gekozen om geen rekening te hoeven houden met de huurtoeslag. De | |
huurprijzen kunnen bewegen tussen € 574 en € 900 (prijspeil 2013). | |
Lj
Utrecht en Amsterdam zijn voorstander van het breder inzetten van flexibel huren in beide |
steden. Dat wil zeggen dat flexibel huren voor meer woningen mogelijk zou moeten zijn |
en voor een bredere doelgroep. Dus dat ook flexibel huren voor de gereguleerde voorraad |
mogelijk wordt. Daardoor wordt de range van huurontwikkeling in relatie tot |
t í
Ì
3 Ee
|
Ì
Gemeente Amsterdam |
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven
Pagina 4 van 6 |
|
|
|
|
El
8
Lj
inkomensstijging/-daling vergroot. Juist in het goedkope segment is het tegengaan van
scheef betalen gewenst.
U heeft in ons gesprek van 13 februari aangegeven de voorkeur te geven aan een
systeem met lage instaphuren, gecombineerd met inkomensonafhankelijke |
huurverhogingen.
Wij stellen voor gezamenlijk te onderzoeken of door een combinatie van flexibel huren en |
een systeem van instaphuren tot een verbreding van de pilot kan worden gekomen. |
Verzoek: |
= _De mogelijkheid om flexibel huren zowel voor het middensegment als voor de |
gereguleerde voorraad breed in te zetten in beide steden |
x__ Samen met ons de verschillende mogelijkheden, waaronder het ‘instapcontract' |
verder uit te werken en tot een experiment te brengen |
Middensegment |
Huurbeleid . |
Hoewel hard gewerkt wordt aan het verruimen van het aanbod van middeldure huur, is op
korte termijn nog sprake van een schaars product. In Utrecht en Amsterdam schieten |
markthuren snel door van € 699 naar boven de € 900/ € 1000. Zo'n huur is voor inkomens |
tot € 43.000 niet te betalen. Er is dan ook een groot gebrek aan woningen met een huur |
tussen de € 699 en € 900. Om meer woningen beschikbaar te maken voor dat |
middensegment willen we met u zoeken naar manieren om de huurontwikkeling voor de
lage middeninkomens te reguleren. Daarmee willen we er voor zorgen dat er meer |
woningen worden toegewezen aan huishoudens met inkomens tussen € 34.000 en
€ 43.000. Dit bevordert de doorstroming uit het sociale huursegment. |
Bouwen van middensegment |
Wij hebben er eerder op aangedrongen om het bouwen van middensegmentwoningen |
door corporaties in onze steden mogelijk te blijven maken. Dat is niet alleen van belang |
voor de differentiatie van het woningaanbod in achterstandsgebieden, maar ook om de |
doorstroming en beweging mogelijk te maken. Corporaties zijn bij uitstek in staat die |
woningen in het lage middensegment toe te voegen. In combinatie met de hiervoor |
geschetste maatregelen kunnen zij er ook voor zorgen dat een bestendig aanbod van |
deze woningen beschikbaar blijft. Ook onze wens om een dynamisch huursegment ín de |
sociale sector te krijgen, maakt een aanbod van deze woningen gewenst. Na een tijdelijk |
contract zal een fors deel van de huurders door willen stromen naar een middeldure | |
huurwoning. Daarvoor moet aanbod in vooral het lagere middensegment beschikbaar zijn, |
dat deels door de corporaties zal moeten worden gerealiseerd. Wij willen dan ook de |
ruimte voor corporaties om die woningen in onze steden ook buiten de |
herstructureringsgebieden te bouwen | |
Daarnaast vinden wij het belangrijk dat ook de particuliere sector gestimuleerd wordt om | |
in dit segment te bouwen en te ontwikkelen. Wij willen graag voortgaan op de reeds in het Lo
|
4 | |
|
m
Gemeente Amsterdam |
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven |
Pagina 5 van 6 | |
| ï
|
|
|
Catshuisberaad ingeslagen weg om dit mogelijk te maken. Daarom willen wij samen met |
het Rijk op zoek naar partijen die bereid zijn om te investeren in het middeldure
huursegment in onze steden. Daar waar deze partijen tegen barrières en belemmeringen |
aanlopen, willen wij ons inspannen om deze weg te nemen. |
Verzoek: |
u Samen met ute zoeken naar manieren om de huurontwikkeling voor lage |
middeninkomens te reguleren |
1 _ Ruimte voor de corporaties om ook middensegment te realiseren buiten de |
herstructureringsgebjeden |
s __ Gezamenlijk optrekken om marktpartijen te stimuleren om te investeren in het |
middeldure huursegment in onze steden |
Duurzaamheid |
Verduurzaming van de woningvoorraad is een belangrijk instrument in de beperking van |
de woonlasten. Dit vraagt echter om een aanzienlijke investering door de corporaties. |
U heeft een fonds van € 400 miljoen beschikbaar gesteld voor energiebesparing in de |
bestaande voorraad. De systematiek hierbij is dat corporaties de investeringen | |
voorfinancieren in de periode tot en met 2017, en pas in 2018 een bijdrage uit het fonds |
krijgen. De corporaties in onze steden hebben echter niet voldoende investeringsruimte | |
om die voorinvestering te doen. Zij kunnen dus niet, of maar beperkt gebruik maken van |
de regeling. Het is dus wenselijk dat die gelden eerder ter beschikking komen of dat er |
een goede oplossing wordt gevonden om de voorfinanciering mogelijk te maken. Verder is |
het zaak dat de investeringen in duurzaamheid vooral daar plaatsvinden waar dat het |
meest nodig is, zoals in de herstructureringsgebieden. |
Verzoek: |
» Eerder ter beschikking komen van de € 400 miljoen ten behoeve van verduurzaming |
van de voorraad |
"De € 400 miljoen toe te spitsen op energiebesparing in de herstructureringsgebieden |
Transparantie financiën corporaties |
Onze corporaties spelen een belangrijke rol in de aanpak en verbetering van de woningen |
in onze steden. Zij geven echter aan dat zij tegen de grenzen van hun financiële middelen |
aan lopen om te investeren ín nieuwbouw en renovatie van woningen en bij matiging van |
de huren. Om goede afspraken met corporaties te kunnen maken, hebben gemeenten |
vaak op korte termijn een goed onderbouwd inzicht nodig in de financiële spankracht van |
. de corporaties. Lj
Verzoek: | |
= _ Gezamenlijk optrekken bij het verwerven van een goed onderbouwd inzicht in de |
financiële spankracht van de corporaties | |
EL
Í Ô
nm
5 mn
F
EE:
|
|
Gemeente Amsterdam |
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven |
Pagina 6 van 6 |
|
|
Tot slot
De hoge druk op de woningmarkt in onze steden Amsterdam en Utrecht vergt soms een
andere aanpak dan elders in het land. Met deze brief vragen wij u daarom om te komen |
tot specifiek maatwerkbeleid voor onze steden in de vorm van een pilot. Wij stellen voor |
om als eerste stap op beperkte schaal een start te maken met een afgebakende categorie |
woningen. Na de eerste ervaringen willen we de pilot dan verder uitbouwen. ij
Zo'n pilot kan op termijn ook betekenis hebben voor de woningmarkt in andere gebieden |
in Nederland. |
Wij zien uw reactie met vertrouwen tegemoet. |
Met vriendelijke groet, |
mede namerís wethouder Isabella, wethouder Wonen Utrecht |
Freek Ossel |
Ì
Wethouder Wonen Amsterdam |
|
Ì
Ì
6 EE
|
|
|
í
|
EL Ministerie van Binnenlandse Zaken en |
deed Koninkrijksrelaties |
|
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag |
De wethouder Wonen van Amsterdam Directoraat-Generaal |
Dhr. E. Ossel Wonen en Bouwen |
Postbus 202 pre Zeeman |
100 AE Amsterdam 2500 EA Den Haag |
Kenmerk |
2014-0000098089 |
Uw kenmerk |
Datum 3 maart 2014 |
Betreft maatwerk in Amsterdam - Utrecht |
|
|
|
|
|
Geachte heer Ossel, |
U heeft mij op 25 februari mede namens wethouder Isabella van Utrecht een brief
gestuurd met voorstellen voor maatregelen die moeten bijdragen aan het beter |
gaan functioneren van de woningmarkten in Amsterdam en Utrecht. Wij hebben
hierover al kort gesproken tijdens ons overleg op het REM-eiland op 13 februari jl, |
Ik waardeer het dat u voorstellen ontwikkelt voor een beter functionerende |
woningmarkt, wat zeker voor Amsterdam en Utrecht — zijnde de meer gespannen |
woningmarkten — van belang is. Verder sta ik in het algemeen open voor een |
lokale invulling van rijksbeleid, waarbij ik overigens met nadruk opmerk dat het |
beleid dat door dit kabinet in gang is gezet wel degelijk ruimte biedt voor |
gemeenten en corporaties om ín te spelen op de eigen specifieke situatie. Een |
aantal van uw voorstellen liggen in het verlengde van nog nader uit te werken |
voornemens die het kabinet heeft. Ik sta daarom welwillend tegenover uw |
voorstellen als deze passen binnen de richting die met het kabinetsbeleid is |
ingeslagen. Ik zal hierna bij elk van de door u aangedragen onderwerpen |
aangeven welke ruimte ik zie, Een afschrift van deze brief heb ik gestuurd aan
wethouder Isabella.
Pilot vijfjaarcontracten en jongerencontracten |
U wilt de dynamiek op de woningmarkten van Amsterdam en Utrecht bevorderen ij
door een omvangrijk segment te creëren speciaal bedoeld voor starters en
nieuwkomers op de woningmarkt. In uw optiek zou dit segment moeten bestaan
uit kleinere woningen met een goede basiskwaliteit, waarbij de dynamiek moet |
worden bevorderd door te werken met tijdelijke huurcontracten met een looptijd |
van vijf jaar. |
Ik heb eerder in het overleg met de Tweede Kamer aangegeven dat ik positief sta
tegenover meer flexibiliteit in het huurrecht. Het afgelopen najaar is in mijn |
opdracht gesproken met verschillende op het terrein van het wonen werkzame |
partijen, waaronder de landelijke organisaties van huurders en verhuurders en |
ook de gemeente Amsterdam, over de noodzaak en mogelijkheden voor een |
uitbreiding van vormen van tijdelijke verhuur. Er zijn door deze partijen
verschillende voorstellen gedaan, Op dit moment bestudeer ik deze voorstellen en
Pagina 1 van 4 :
|
|
|
!
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ik ben voornemens om dit voorjaar een besluit hierover te nemen. Ook is mij |
bekend dat bij de Kamerfractie van de Christen Unie wordt overwogen om een d014-00v0008089 |
initiatief wetsvoorstel voor tijdelijke startercontracten in te dienen. Op basis van |
wat mij nu bekend is lijkt mij dat er een inhoudelijke samenhang is tussen de ij
ideeën die bij de Christen Unie leven en uw eigen voorstellen. Ik sta positief ten |
opzichte van deze voorstellen (en ten aanzien van de jongerencontracten). Ik |
bezie op dit moment welk traject gevolgd moet worden om een en ander binnen
afzienbare tijd wettelijk te regelen, gelet op het initiatief van de Christen Unie. Nu
Ís er geen wettelijke basis voor startercontracten en de wet kent ook op dit punt |
geen experimenteerartikel. Ik wijs u er op dat indien u, vooruitlopend op een |
wettelijke regeling, begint met het aanbieden van startercontracten, het gevaar |
bestaat dat bij een eventueel geschil tussen huurder en verhuurder de rechter
deze contractvorm als strijdig met de wet zal kwalificeren. De kans hierop kan ik
niet inschatten en zal waarschijnlijk mede afhankelijk zijn van het aantal woningen
waarvoor deze contracten gelden en de alternatieven die huurders / |
woningzoekenden worden geboden.
Dit laatste geldt overigens ook voor de door u gewenste jongerencontracten
waarmee u in Amsterdam reeds bent gestart.
Tijdelijke verhuur op basis van Leegstandwet en bij omgebouwde
kantoren |
U vraagt om een verlenging van de mogelijkheid voor tijdelijke verhuur op basis
van de Leegstandswet van 7 naar 10 jaar. Ook wilt u meer flexibiliteit in de
regelgeving bij het omzetten van (kantoor)gebouwen naar woonruimte. |
Voor wat betreft de tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet wijs ik er op |
dat de termijnen voor tijdelijke verhuur recent zijn verlengd, mede op verzoek van
de gemeente Amsterdam: bij bestaande woonruimte ín afwachting van sloop of |
renovatie is de termijn gegaan van 5 naar 7 jaar; bij (kantoor)gebouwen die in |
afwachting zijn van een andere bestemming is de termijn voor tijdelijke verhuur |
als woonruimte opgetrokken van 5 naar 10 jaar, De Leegstandswet stelt dus geen
beperkingen aan de door u gewenste exploitatietermijn. |
Wat nog niet is geregeld, is de verlenging van de periode waarvoor via de |
reguliere voorbereidingsprocedure een omgevingsvergunning kan worden
verkregen voor tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan. Deze periode zal |
worden verlengd van 5 naar 10 jaar. Deze regelgeving resorteert overigens onder |
het ministerie van I&M. Dit ministerie geeft aan dat, voor zover nu kan worden |
voorzien, de betreffende Amvb in de loop van de tweede helft van 2014 in werking |
kan treden, Ik wijs er verder op dat ook thans een exploitatieperiode van 10 jaar |
mogelijk is, maar dat dan wel een uitgebreidere bestemmingsplanprocedure moet |
worden doorlopen. |
Flexibiliteit in regelgeving bij kantoortransformaties
U geeft aan dat het de regelgeving ten aanzien transformaties van kantoren near
woonruimte aan flexibiliteit ontbeert en dat dit belemmerend werkt, zonder
overigens daar veel voorbeelden van te geven. |
Een door mij erkend vraagstuk betreft de minimale oppervlaktematen. In de |
wijziging van het Bouwbesluit die per 1-1-2015 in werking zal treden wordt een
afwijkende maat voor studentenhuisvesting opgenomen, Over de precieze
invulling wordt op dit moment nog overlegd met Kences. Als u andere voorbeelden |
heeft, dan ontvang ik deze graag.
Pagina 2 van 4
|
| |
Pilot flexibel huren Kenmerk |
In Amsterdam is onlangs daadwerkelijk gestart met de uitvoering van de pilot 2014-0000098089 |
flexibel huren. U stelt nu voor om dit instrument breder în te zetten en in beide |
steden waarbij het, anders dan bij de lopende pilot, gaat om de gereguleerde |
woningvoorraad, |
Net als u werk ík aan het aanpakken van het scheefwonen en het bevorderen van ij
de doorstroming; dit is ook de leidende gedachte achter het inkomensafhankelijke
huurbeleid dat het kabinet heeft ingevoerd.
Voor de aanpak van concrete knelpunten zoals een (naar verwachting} tijdelijke
inkomensdaling ben ik bereid mee te denken met de vormgeving van een nieuw
experiment dat niet inkomensafhankelijk is, maar waarbij wel een tijdelijke
verlaging van de huurprijs mogelijk is, Van belang voor mij is dat gekozen wordt
voor een vormgeving die niet leidt tot een extra kwaliteitsvraag en langere
wachtlijsten. Een gezamenlijke ambtelijke verkenning kan de mogelijkheden voor
een dergelijk experiment bezien.
Middensegment
U doet drie voorstellen met betrekking tot het middensegment op de |
huurwoningmarkt: u wilt samen met mij manieren onderzoeken om de |
huurontwikkeling van middeninkomens te reguleren, u wilt verder dat corporaties |
ook buiten de herstructureringswijken woningen kunnen bouwen in het |
middensegment, en ten slotte stelt u voor om samen op te trekken om |
marktpartijen te stimuleren om te Investeren in het middeldure huursegment. Om |
te beginnen met het laatste: ik vind het zeer wenselijk dat institutionele en
particuliere beleggers in het middeldure huursegment investeren. Ik ben uiteraard
bereid om waar mogelijk en zinvol samen op te trekken richting deze |
investeerders, De interesse van investeerders zal waarschijnlijk afnemen wanneer |
een verdere regulering van de huren voor middeninkomens zou worden ingevoerd. |
Ik ben benieuwd welke concrete mogelijkheden u hier ziet en wacht uw |
voorstellen dienaangaande af, |
Voor wat betreft het bouwen door corporaties van woningen voor het |
middensegment buiten herstructureringswijken: dit onderwerp maakt onderdeel |
uit van de novelle bij de Herzieningswet toegelaten instellingen, die thans in |
consultatie is. Ik zal hierover later een beslissing nemen. |
Duurzaamheid
U wijst in uw brief op het belang van de benodigde investeringen in
duurzaamheid, maar stelt ook dat de in uw gemeenten werkzame corporaties over
onvoldoende financiële middelen beschikken om deze investeringen te kunnen
voorfinancieren, U vraagt daarom de uitbetaling van de subsidiegelden (de €400 |
miljoen die hiervoor landelijk is gereserveerd) naar voren te halen. |
Hiervoor is evenwel geen reden. De subsidieregeling heeft als uitgangspunt dat de |
duurzaamheidmaatregelen door de aanvrager van de subsidie worden |
voorgefinancierd - onder WSW-garantie voor corporaties en tegen markttarief bij |
particuliere verhuurders. De toekenning van een subsidiebedrag wordt bevestigd
namens de minister, waarmee de garantie wordt gegeven dat, als wordt voldaan |
aan alle voorwaarden die gelden bij de regeling, in 2018 of 2019 het toegezegde
bedrag wordt uitgekeerd. Voor de financiers biedt dit zekerheid, De financiers /
zullen overigens hierover worden geïnformeerd.
Naast de subsidieregeling voor verhuurders in gereguleerde segment is er ook een
Revolverend Fonds HI in de maak voor verhuurders (verder zijn er ook
Pagina 3 van 4 |
|
|
|
Ì
gelijksoortige revolverende fondsen voorzien voor eigenaarbewoners en VVE’s). Bij |
. . eg: . . Kenmerk í
dit fonds zal niet een subsidiebedrag worden uitgekeerd maar een lening worden 2014-0000098089
aangegaan, met daarbij behorende voorwaarden. |
Transparantie financiën corporaties |
U geeft aan dat, om goede afspraken te kunnen maken met de corporaties, |
gemeenten een goed onderbouwd inzicht nodig hebben in de financiële spankracht |
van corporaties, Daartoe verzoekt u snel geïnformeerd te worden door het |
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds |
Volkshuisvesting (CFV) over de financiële spankracht van corporaties. |
In 2012 is door de commissie Vermeulen een aantal aanbevelingen gedaan over |
het ter beschikking stellen van financiële gegevens van corporaties aan |
gemeenten, Inmiddels zijn er afspraken gemaakt tussen het WSW en de VNG, die |
door mij worden ondersteund. Mijn ministerie en de VNG hebben met het WSW |
bestuurlijke afspraken gemaakt over de informatievoorziening. In deze afspraken |
is voorzien dat gerneenten op de hoogte worden gesteld van het
faciliteringsvolume. Corporaties hebben op basis van het BBSH de plicht om
prognose-informatie te delen met de gemeenten. Op grond van deze twee |
informatiestromen kan met de corporatie worden besproken, in hoeverre |
voorgenomen projecten wel af niet door WSW worden gefaciliteerd, en als dat niet |
het geval is, wat de achtergrond hiervan is.
Het CFV publiceert jaarlijks rond 1 november de individuele oordeelsbrief over de |
financiële positie van de corporatie. Op de site van het CFV zijn deze brieven per |
corporatie opgenomen. Overigens, indien u gerede twijfels heeft over de financiële |
ruimte bij een corporatie, kunt u het CEV en WSW om nadere informatie vragen. |
|
Naar mijn mening bieden deze voorzieningen gemeenten voldoende waarborgen |
om geïnformeerd het gesprek met corporaties aan te gaan. Ik ben verder bereid |
om, zoals u vraagt, gezamenlijk een onderzoek te doen naar de financiële
mogelijkheden van de in uw steden werkzame corporaties.
Ì
|
Ten slotte
Ik waardeer uw inzet om de woningmarkten in Amsterdam en Utrecht meer in
beweging te krijgen. Het geheel van de hiervoor besproken maatregelen overziend
denk ik dat er in de komende jaren op dit terrein een slag gemaakt kan worden. |
De minister voor Wonen en Rijksdienst, |
|
|
|
rs. S.A. Blok ij
Pagina 4 van 4 |
| Schriftelijke Vraag | 10 | train |
VN2021-035720 X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Directie Openbare Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Orde en Veiligheid X Amsterdam
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid
Agendapunt 8
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Update proef gerichte wapencontroles
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de proef gerichte wapencontroles
Wettelijke grondslag
Artikel 180
1. De burgemeester is aan de raad verantwoording schuldig over het door hem gevoerde
bestuur.
2. Hijgeeft de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
3. Hij geeft de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen,
tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Bestuurlijke achtergrond
Bij brieven van 1 april 2020, 18 juni 2020, 2 september 2020, 14 september 2020, 19 maart 2021, 18
mei 2021, is de raad geïnformeerd over het voornemen van de driehoek om een proef te initiëren
inzake gerichte wapencontroles.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.17 1
VN2021-035720 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Directie Openbare 9 Amsterdam juridische Zaken. C icatie. Raad heden. P
Ordeen Veiligheid X uridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
AD2021-136571 Commissie AZ Voordracht (pdf)
AD2021-136572 Raadsbrief update proef GWC 30 augustus 2021.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
OOV, secretariaatOOV@ amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.17 2
| Voordracht | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 446
Publicatiedatum 7 juni 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw T.J. Combrink van
21 maart 2013 inzake het verkopen van sociale huurwoningen op de Oostelijke
Eilanden.
AMS UADOIE
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstelster.
Op 19 maart 2013 berichtte het Parool over de plannen van woonstichting de Key om
alle vrijkomende sociale huurwoningen op de Oostelijke Eilanden te verkopen.
Dit staat haaks op de doelstelling van Amsterdam om een gemende stad in stand te
houden.
Op grond van het vorenstaande heeft vragenstelster op 21 maart 2013, namens
de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college
van burgemeester en wethouders gericht:
1. Is het college het met GroenLinks eens dat hier de principes van de ongedeelde
stad in gevaar lijken te komen? En dat het wenselijk zou zijn dat in alle delen van
de stad, dus ook op de Oostelijke Eilanden, sociale huurwoningen blijven
vrijkomen voor woningzoekenden?
Antwoord:
Het college is niet van mening dat met de verkoop van het complex de principes
van de ongedeelde stad in gevaar komen. Het idee achter de ongedeelde stad is
dat mensen ongeacht hun inkomen, opleiding en achtergrond in alle wijken van
de stad kunnen wonen. Op Kattenberg (waar De Key woningen verkoopt) is op dit
moment 78% van de woningen in de sociale verhuur. Dat de Key vrijkomende
huurwoningen verkoopt is in dat licht begrijpelijk. Het tempo van verkoop is tevens
erg laag: met de huidige mutatiegraad zal pas is 2024 meer dan de helft van de
woningen van De Key op Kattenberg verkocht zijn. Dat is na 2020, het jaar dat
het huidige Convenant Verkoop afloopt. Dan kunnen nieuwe afspraken gemaakt
worden over de verkoop van sociale huurwoningen. En dan kan de afweging
gemaakt worden of verkoop van sociale huurwoningen in bepaalde delen van de
stad nog wenselijk is.
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Dimmer 7 fori 2013 Schriftelijke vragen, donderdag 21 maart 2013
2. Is het college bereid met de Key en bewoners hierover in gesprek te gaan”?
Antwoord:
Het is belangrijk dat de bewoners en de verhuurder in gesprek zijn. De Key en de
bewonerscommissie hebben gezamenlijk afgesproken dat zodra 45% van de
woningen verkocht is, De Key en de bewonerscommissie in overleg gaan over het
besluit om meer dan de helft van de woningen te verkopen te heroverwegen.
Daarom is het op dit moment niet noodzakelijk dat de wethouder wonen met De
Key in gesprek gaat over dit onderwerp.
3. Hoe verhoudt zich dit met de uitgangspunten van de ongedeelde stad, zoals die
zijn opgenomen in Bouwen aan de Stad 11?
Antwoord:
De uitgangspunten van een ongedeelde stad zijn uitgewerkt in
aanbiedingsafspraken en verkoopguota per marktgebied. De verkoop
huurwoningen door De Key op Kattenberg passen binnen deze afspraken
4. Kan het college corporaties houden aan de afspraken om verkopen te spreiden
en gezamenlijk te garanderen dat betaalbare sociale huurwoningen in alle wijken
van de stad vrij blijven komen?
Antwoord:
De afspraken uit Bouwen aan de Stad II zijn niet vrijblijvend en worden
gemonitord en besproken met de gemeenteraad (op 19 juni aanstaande staat de
voortgang van Bouwen aan de Stad Il op de agenda van de raadscommissie
wonen). Wanneer blijkt dat afspraken niet gehaald worden, worden partijen daar
op aangesproken, wanneer afspraken niet haalbaar blijken te zijn, wordt gekeken
of en op welke wijze afspraken aangepast moeten en kunnen worden.
5. Met oog op de verhuurdersheffing van het Rijk zijn meerdere van dit soort
manoeuvres van corporaties niet uit te sluiten. Wil het college maximale druk
uitoefenen om te zorgen dat corporaties samen met ons hun problemen bij het
Rijk en de Kamer terug leggen, in plaats van deze direct af te wentelen op de
huurders, en de ongedeelde stad?
Antwoord:
Het college deelt de zorgen over de gevolgen van de verhuurdersheffing. Wat
voorkomen moet worden is dat de heffing de investeringscapaciteit van de
corporaties onverantwoord aantast. In G4 verband en gezamenlijk met enkele
krimpgemeenten zetten we in op aanpassingen van de verhuurdersheffing zodat
corporaties de ruimte blijven houden om te investeren in Amsterdam.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1296
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 13 oktober 2016
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de Begroting 2017 (cultuureducatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende:
— _ dat in het coalitieakkoord 2014-2018 staat dat het college zich meer inzet voor
een breed aanbod aan cultuureducatie;
— dat met een aantal acties op het gebied van verbreding van het aanbod,
genoemd in de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020, al in 2016 is gestart,
waaronder het stimuleren van bezoek op locatie door de verhoging van het
aantal gratis ritten naar culturele instellingen en het aanvragen van een
vakleerkracht cultuur voor alle kunstdisciplines binnen de Verordening Lokaal
Onderwijsbeleid Amsterdam;
— dat sommige onderwijsinstellingen desondanks weinig of niets aan
cultuureducatie doen, bijvoorbeeld de praktijkschool, vmbo's en het speciaal
onderwijs;
Overwegende:
— dat cultuureducatie een belangrijke bijdrage levert aan de algemene ontwikkeling
en ontwikkeling van de eigen identiteit;
— dat alle scholen cultuureducatie zouden kunnen geven aan leerlingen door
gebruik te maken van de extra ondersteuningsmogelijkheden van de gemeente.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— om te onderzoeken hoe het komt dat cultuureducatie niet op alle scholen van de
grond komt;
— om in overleg met Mocca, onderwijsinstellingen en leerlingen een verbeterplan op
te stellen, dat wil zeggen een plan dat ervoor zorgt dat voortaan alle jongeren tot
18 jaar cultuureducatie krijgen;
— om genoemd plan voor het zomerreces van 2017 aan de gemeenteraad aan te
bieden.
4
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 769
Publicatiedatum 4 oktober 2013
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. van der Pligt
van 6 september 2013 inzake jeugdzorg.
Amsterdam, 30 september 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster:
De regering wil dat vanaf 2015 de jeugdzorg wordt overgeheveld van de provincies
naar de gemeenten. Volgens de bij de transitie betrokken partijen loopt het proces op
rolletjes, ondanks dat het geen eenvoudige operatie is. Uit berichten in de media [1]
en uit een recent verschenen onderzoek [2] van de vakbond onder medewerkers in
de jeugdzorg blijkt dat de toekomst mogelijk een stuk minder rooskleurig is.
Veel medewerkers maken zich grote zorgen over de kwaliteit van de jeugdzorg en
vier op de vijf jeugdzorgmedewerkers verwacht dat de betrokken instanties in 2015
nog niet klaar zullen zijn voor de decentralisatie.
De SP maakt zich zorgen over het waarborgen van de kwaliteit van de jeugdzorg als
deze onder verantwoordelijkheid van de gemeente zal komen te liggen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 6 september 2013, namens
de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Volgens diverse berichten in de media zouden instellingen reserves opbouwen
om de toekomstige bezuinigingen en frictiekosten op te vangen. Dit geld wordt
dan nu dus niet besteed aan de jeugdzorg zelf. Hoe zit dat in Amsterdam:
wordt in Amsterdam het geld door jeugdzorginstellingen ingezet voor jeugdzorg
of wordt er geld opzij gezet voor de stelselhervorming en het opvangen van
de bezuinigingen? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het College vindt dat het geld voor de jeugdzorg in principe besteed moet worden
aan de zorg aan kinderen en gezinnen. Tegelijk worden de instellingen
geconfronteerd met omvangrijke bezuinigingen en veranderingen.
De meeste instellingen zijn private organisaties en worden geacht zelf de
gevolgen van bezuinigingen, zoals wachtgeldverplichtingen en het afstoten van
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam
Neeing eo Gemeenteblad R
Datum 4 oktober 2013 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 september 2013
gebouwen, op te vangen. Elke instelling houdt hier in de bedrijfsvoering rekening
mee. Het is echter niet uit te sluiten dat instellingen reserves opbouwen. Onze
ervaring is dat de instellingen hier verantwoordelijk mee omgaan.
De gemeente heeft regelmatig overleg met instellingen om de transitie zo te
organiseren dat de frictiekosten beperkt blijven en de continuïteit van zorg
gegarandeerd kan worden. Over de resultaten daarvan informeren wij u later dit
jaar. De transitiearrangementen zijn eind oktober gereed en worden in alle regio's
in Nederland opgesteld.
2. Uit onderzoek van de vakbond blijkt dat veel werknemers in de jeugdzorg van
mening zijn dat de kwaliteit van de jeugdzorg als gevolg van de decentralisatie er
op achteruit zal gaan. Volgens de fractie van de SP mag de transitie niet ten
koste gaan van de kwaliteit van de geboden zorg. Is het college dat met
vragenstelster eens? Wat gaat het college precies doen om ervoor te zorgen dat
de kwaliteit van de geboden zorg niet onder de transitie en de decentralisatie
lijdt?
Antwoord:
Wij zijn het met u eens dat de transitie niet ten koste mag gaan van de kwaliteit
van de geboden zorg. Dit proberen wij op de volgende manier te waarborgen:
e De gemeente Amsterdam is zich er zeer van bewust dat de transitie ook een
transformatie moet zijn. Een kritische doorlichting van het jeugddomein in
Amsterdam (Systeem in beeld) heeft in duidelijk gemaakt dat de kwaliteit van
de zorg voor jeugd verbetering behoeft. Naast dat de stelselwijziging gepaard
gaat met een grote bezuinigingsopgave, wordt deze tevens aangegrepen om
de kwaliteit van de zorg voor jeugdigen te verbeteren.
De basis hiervoor is gelegd in ‘de Visie Om het kind’, waarmee de
gemeenteraad op 4 april 2012 heeft ingestemd en het Koersbesluit, waarmee
de raad op 15 mei 2013 heeft ingestemd. Zowel de visie als het Koersbesluit
is opgesteld in samenspraak met professionals, instellingen, stadsdelen,
cliëntenorganisaties en experts van buiten.
e Een belangrijke volgende stap zijn de proeftuinen Om het kind die onlangs
zijn gestart. Deze proeftuinen zijn ingericht om essentiële elementen van het
nieuwe jeugdstelsel te ‘proeven’ op hun validiteit en te testen en toetsen op
de gewenste kwaliteit. Voorts heeft de gemeente in samenwerking met de
instellingen, ter bevordering van de kwaliteit van de professionals in het
nieuwe jeugdstelsel, een leerlijn ontwikkeld voor de medewerkers van de
ouder- en kindteams en Samen DOEN teams.
e Daarnaast heeft het programma Om het kind expliciet aandacht voor de
risico's die de stelselherziening veroorzaakt. Risicomanagement en
monitoring is structureel belegd. Middels voortgangsrapportages wordt u
hiervan op de hoogte gehouden.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing eo Gemeenteblad
Datum 4 oktober 2013 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 september 2013
3. Uit het onderzoek van de vakbond blijkt dat veel werknemers nauwelijks
betrokken worden bij de transitie: ze weten niet wat hen te wachten staat en wat
er precies staat te gebeuren. Verder blijkt dat naarmate men meer inzicht heeft in
het proces, men ook positiever denkt over de uitkomst ervan. Hoe worden in
Amsterdam de werknemers in de jeugdzorg meegenomen in het proces van de
transitie, worden zij regelmatig bijgepraat, wordt hen naar hun mening gevraagd,
hebben zij inspraak, enz. Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het College deelt de constatering dat het belangrijk is de professionals in de zorg
actief te betrekken bij de transitie. Het is van belang hierbij onderscheid te maken
tussen de inhoudelijke betrokkenheid bij de transitie en de consequenties voor de
eigen toekomst. Elke medewerker gaat daar anders mee om en het is evident dat
de onzekerheid groot is. Door de omvang van de bezuinigingen is het
onvermijdelijk dat er banen zullen verdwijnen. Het informeren van de
medewerkers hierover is een primaire verantwoordelijkheid van de instellingen
zelf.
Ondanks deze eigen verantwoordelijkheid informeert de gemeente actief. Via
onze website http://jeugd020.pleio.nl kunnen professionals informatie krijgen en
gebruik maken van sociale media. Ook zijn professionals betrokken bij de
proeftuinen en zijn er regelmatig diverse bijeenkomsten bij instellingen waar het
programmateam direct met professionals in gesprek gaat.
Dit alles zorgt er voor dat wij steeds een beter beeld krijgen van het nieuwe
jeugdzorgstelsel. Dit heeft er toe geleid dat wij nu in overleg zijn met de
instellingen over het belang van een communicatieplan en activiteiten die
specifiek gericht zijn op hun medewerkers.
4. Uit het onderzoek van de vakbond blijkt dat werknemers verwachten dat
gemeenten geneigd zullen zijn vooral op de prijs van de zorg te letten en veel
minder op de kwaliteit. Volgens de fractie van de SP zou niet de prijs maar de
kwaliteit leidend moeten zijn, bij het inkopen van de zorg. Is het college dat met
vragenstelster eens, en zo ja, hoe gaat het college dat verwezenlijken? Kan het
college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Het college deelt uw mening dat kwaliteit van de zorg een belangrijk onderdeel
van de inkoop dient te zijn. Niet iedere zorgaanbieder mag in Amsterdam door de
gemeente bekostigde zorg leveren. Dit is voorbehouden aan zorgaanbieders die
Zijn gecontracteerd door de gemeente op basis van kwaliteitcriteria van
rijksoverheid en gemeente. Het contract vervalt als niet (langer) aan de criteria
wordt voldaan.
De professionals en instellingen die zorg leveren in het flexibel aanbod zullen
worden bekostigd op de werkelijk door hen gerealiseerde zorg. De gemeente
bepaalt de (marges van de) tariefstellingen. De tariefstelling wordt hierbij niet
bepaald op de laagste prijs, maar zal aansluiten bij de kwaliteitsniveaus die de
gemeente vraagt aan de zorgaanbieders.
De verwachting is dat de Ouder- en kindteams en de Samen DOEN teams vaker
doorverwijzen naar zorgaanbieders die een goede prijs/kwaliteitverhouding
bieden.
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum we tober 2013 Schriftelijke vragen, vrijdag 6 september 2013
5. Uit het onderzoek van de vakbond blijkt dat werknemers verwachten dat er veel
banen in de jeugdzorg zullen verdwijnen. Deelt het college deze verwachting, en
hoeveel banen gaan er verdwijnen in Amsterdam? Kan het college het antwoord
toelichten?
Antwoord:
Helaas is de verwachting dat door de omvang van de bezuinigingen vele banen
zullen verdwijnen. Het grootste deel van de kosten in de jeugdzorg betreft
personeel, hulpverlenen is immers mensenwerk. De bezuiniging is aanzienlijk:
tussen de 15 en 20% van het huidige budget en dan hebben we het in
Amsterdam over £ 30 á 40 miljoen. Hoeveel banen precies verdwijnen is ook voor
de gemeente nog ongewis omdat het we nog niet weten welk definitief budget het
Rijk gaat overdragen aan de gemeente.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1357
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 2 november 2016
Ingekomen in brede commissie Begroting
Behandeld op 10 november 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Amendement van de leden Bosman, Guldemond, Groen en Van Lammeren inzake
de Begroting 2017 (groen in de buurt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017;
Overwegende dat:
— de behoefte aan groen in de buurt toeneemt als gevolg van verdichting;
— _ groen in de buurt, zoals geveltuinen, kunnen bijdragen aan het ontlasten van het
riool na heftige regenbuien en extra plek geven aan natuur in stad;
— _ veel Amsterdammers individueel of collectief graag geveltuinen, boomkransen of
ander groen in de buurt aanleggen en/of adopteren om zo hun buurt te
vergroenen en hierbij soms ondersteuning nodig hebben;
— de binnen de groengelden gereserveerde middelen voor ‘groen in de buurt’
inmiddels zijn bestemd en er geen nieuwe structurele voeding voor is;
Besluit:
— in de begroting 2017, in programma-onderdeel 3.3.5 (Groen en Recreatie)
€ 2 miljoen structureel op te nemen voor groen in de buurt;
— _hetcollege op te dragen:
— de middelen voor groen in de buurt in te zetten voor groen in de buurt en een
deel van de middelen te reserveren voor het bieden van ondersteuning aan
Amsterdammers om groen in hun buurt toe te voegen en/of te onderhouden;
— bij de inzet van middelen voorrang te geven aan de dichtst bebouwde en/of
meest versteende delen van de stad en die gebieden waar het meest
behoefte is aan ontlasting van het riool na heftige regenbuien;
— de bedoelde £ 2 miljoen te dekken door een gelijke verlaging van de
structurele dotatie aan de reserve frictiekosten;
— alle relevante bedragen en tabellen overeenkomstig aan te passen.
1
De leden van de gemeenteraad
A.M. Bosman
P.V. Guldemond
R.J. Groen
J.F.W. van Lammeren
2
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 755
Publicatiedatum 7 augustus 2015
Ingekomen onder BS
Ingekomen op donderdag 2 juli 2015
Behandeld op donderdag 2 juli 2015
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw De Heer inzake het huurbeleid Woonwagen-
standplaatsen en huurwagens (geen huurverhoging voordat exploitatie efficiënter
wordt).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het huurbeleid Woonwagenstandplaatsen en huurwagens
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 658);
Overwegende dat:
— het college voornemens is het landelijke puntenstelsel voor de nieuwe
verhuringen per 1 september 2015 in te voeren en hiermee de opschorting van de
huurharmonisatie te beëindigen;
— dit zal leiden tot een huurverhoging die, tezamen met de hoge energielasten en
kosten voor de woonwagens, kan leiden tot een forse verhoging;
Constaterende dat:
— de gemeentelijke exploitatielasten voor 167 staplaatsen en 15 woonwagens
€ 825.231 per jaar bedragen, waarvan € 320.000 pergneelslasten en
€ 172.671 voor externe inhuur;
— Van elke corporaties verwacht wordt dat zij hun beheerskosten en overhead
verminderen;
Van mening zijnde, dat het wenselijk is eerst een besparing te realiseren op
exploitatiekosten alvorens aan huurders een huurverhoging op te leggen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
het landelijke puntenstelsel niet in te voeren voordat een substantiële reductie is
gerealiseerd van de exploitatiekosten en de gemeenteraad hierover te rapporteren.
Het lid van de gemeenteraad
A.C. de Heer
1
| Motie | 1 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
DS Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 778
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen op 30 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie JC
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2016 (open het depot).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— Amsterdam veel musea van nationale en internationale statuur kent;
— deze musea, naast hun tentoongestelde collectie, ook een aanzienlijke
hoeveelheid kunst in hun depots hebben liggen;
— het zonde is dat deze kunst niet toegankelijk is voor het publiek.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in gesprek te gaan met in Amsterdam gevestigde musea om museumdepots
incidenteel (bijvoorbeeld één keer per jaar) open te stellen voor bezoekers.
Het lid van de gemeenteraad
P.J.M. Duijndam
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Schriftelijke vragen
Jaar 2021
Nummer SV 78
Datum indiening 22 juli 2020
Datum akkoord 18 maart 2021
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Vroege en Bosman inzake meldingen van
discriminatie bij club De School
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
De fractie van D66 is bezorgd over de signalen dat er sprake zou zijn racisme en discriminatie
bij club De School in Amsterdam-West.
In het bijzonder na de dood van George Floyd vindt er een discussie plaats over de School,
haar deurbeleid en de veiligheid van haar bezoekers in de club zelf. Deze discussie gaat
gepaard met veel signalen van racisme en discriminatie, waaronder een vermeend geval van
een poging tot seksueel misbruik.
De fractie van D66 Amsterdam is van mening dat iedere Amsterdammer, ongeacht
achtergrond, sekse of seksuele voorkeur zich vrij moet voelen, ook in het vitgaansleven van
Amsterdam. De fractie van D66 stelt daarom de volgende vragen:
Gezien het vorenstaande hebben de leden Vroege en Bosman, beiden namens de fractie van
D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de
volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met de signalen van racisme en discriminatie rondom De School?
Zo ja, hoe lang al?
Antwoord: Het college is inmiddels bekend met deze signalen, onder andere uit de
media.
2. Zijner ooit mystery guests van de gemeente bij De School langsgegaan? Zo ja, wat was
het resultaat van het bezoek?
Antwoord: Ja, er zijn een aantal controles uitgevoerd of het deurbeleid transparant is en
ook zo wordt toegepast. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
3. Iser ooit aangifte gedaan tegen de bewaking van De School, in het bijzonder in het
geval waar een bezoeker, na de vondst van drugs, gevraagd zou zijn om seksuele
handelingen te verrichten om zo niet de club uitgezet te worden?
Antwoord: Nee, de politie laat weten dat er geen aangifte is gedaan.
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Nummer _SV Gemeenteraad
Datum 18 maart 2021 Schriftelijke vragen, woensdag 22 juli 2020
4. Zijn er bij verschillende instanties zoals bijvoorbeeld het Meldpunt Discriminatie en
Racisme Amsterdam (MDRA) meldingen gekomen over racisme of discriminatie? Zo ja,
hoe is daarop geacteerd?
Antwoord: Ja, er zijn in het verleden (2016) bij het MDRA enkele klachten
binnengekomen waarover een gesprek is gevoerd met de toenmalig verantwoordelijke
van De School.
5. Heeft De School sinds 2016 subsidie ontvangen van de gemeente Amsterdam en zo ja
hoeveel en waarvoor?
Antwoord: Nee.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1201
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 19 oktober 2017
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Ingetrokken
Onderwerp
Motie van de leden De Bruijn en Timman inzake de Begroting 2018 (programmeren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Constaterende dat:
— Naar schatting 65 procent van de basisscholieren later gaat werken in een baan
die nu nog niet bestaat;
— Digitalisering, programmeren en coderen onmiskenbaar een (nog) belangrijke(re)
rol gaan spelen op de toekomstige arbeidsmarkt;
— Er nu al verschillende initiatieven zijn om kinderen al op basisscholen in
aanraking te laten komen met deze (digitale) vaardigheden;
— Deze initiatieven, zoals Code Uur van Future NL, door het bedrijfsleven worden
betaald en ondersteund door onder meer Startup Amsterdam.
Overwegende dat:
— Het wenselijk is dat alle Amsterdamse kinderen al op jonge leeftijd in aanraking
komen met belangrijke vaardigheden voor de toekomst, zoals programmeren, die
hen voorbereiden op een baan in de toekomst;
— Het uitgangspunt dient te zijn dat elk Amsterdams kind tenminste één keer in zijn
of haar basisschoolperiode, via regulier of informeel onderwijs, in aanraking komt
met programmeren en soortgelijke digitale vaardigheden;
— De financiering van deze initiatief goed verloopt, maar dat op het gebied van
bekendheid bij het reguliere en informele onderwijs nog winst valt te behalen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Een overzicht te maken van alle initiatieven op het gebied van coderen en
programmeren en deze te delen met de raad en schoolbesturen.
De leden van de gemeenteraad
S.J.W. de Bruijn
D. Timman
4
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
DS Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 366
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van het lid Khan inzake de begroting 2023
Onderwerp
Reserveer voldoende financiële middelen voor het slavernijmuseum
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2023
Constaterende dat:
-_In de begroting nog geen rekening gehouden is met de financiering van het slavernijmu-
seum.
Overwegende dat:
-_ Gezien de waarde van én inspanning die is geïnvesteerd om het slavernijmuseum op te
richten, er zekerheid geboden moet worden over de voortgang hiervan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Om in de komende meerjarige begrotingen voldoende middelen op te nemen om onomkeerbare
stappen te kunnen nemen om tot een slavernijmuseum te komen.
Indiener
S.Y. Khan
| Motie | 1 | discard |
Bezoekadres
_ Gemeente Amstels
1011 PN Amsterdam
Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
| | amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 14 januari 2020
Behandeld door Kevin Krieger, Sport en Bos, 06-13732831, [email protected]
Bijlage(n) Motie 51.2019
TAC Advies
Onderwerp Afhandeling motie (51.19) van raadslid De Jong (Groen Links) getiteld
‘Advies TAC bij aanleg sportvelden’
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van 23 januari 2019 heeft uw raad bij de behandeling van het Strategisch
Huisvestingsplan Sport motie 51 van raadslid De Jong (Groen Links) aangenomen. Daarin wordt
het college gevraagd wordt om de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC)
advies te vragen bij de Grasnota over hoe afwegingen ten aanzien van het aanleggen van
sportvelden het beste kunnen gemaakt en wat daarbij aanbevelingen zijn om dit op een goede
manier te doen.
In deze brief informeer ik u over de wijze waarop het college uitvoering geeft aan deze motie
TAC Advies
De TAC heeft op 7 maart 2019 advies uitgebracht (zie bijlage 2.TAC Advies_kunstgras_in_de HGS).
In het advies concentreert de TAC zich op de omzetting van gras naar kunstgras en op sportparken
als onderdeel van de Hoofdgroenstructuur. De strekking van het advies is: ‘nee, kunstgras is geen
groen en ja sportparken horen wel in de Hoofdgroenstructuur’. Velden die verhard zijn met
kunstgras, gravel of anderzijds in de toekomst als verhard meerekenen acht de TAC geen
wenselijke oplossing, omdat ze nog steeds een zekere mate van groen-ruimtelijke kwaliteit
bieden. Daarom pleit de TAC, alles afwegende, voor het inpasbaar verklaren van kunstgras op
sportparken c.q. in de Hoofdgroenstructuur. Wel is de mate van omzetting van sportvelden naar
kunstgras een punt waar de TAC aandacht voor vraagt, met name vanuit milieuoogpunt
(hittestress, waterberging, ecologische waarde). Ze nuanceert dit en doet een aanzet tot concrete
uitgangspunten voor toepassing van kunstgras op bestaande en nieuwe sportparken.
Deze uitgangspunten zijn overgenomen in de Kunstgrasnota, die het college heeft vastgesteld op
14 januari 2020. Ik heb deze nota tegelijk met deze brief ter kennisgeving en bespreking
Een routebeschrijving vindt uv op www.amsterdam.nl
aangeboden voor de cie ZJS op 30 januari 2020. Dat geldt ook voor de afhandeling van motie 43.19
en voor de bestuurlijke reactie van het college op het initiatiefvoorstel 19.108.
De Kunstgrasnota omschrijft ambities en acties om sportieve, duurzame, ecologische en
klimatologische kwaliteiten van sportparken als integraal geheel te versterken. Hiervoor stelt het
___ college voor zich actief in te spannen via een uitwerkingsvoorstel met zes concrete acties:
1. Het opstellen van een handboek met inrichtings- en beheerprincipes, specifiek
gericht om sportparken en de bebouwing natuurinclusief en klimaat adaptief te
ontwikkelen. Inclusief een kostenoverzicht van de aanleg, beheer en onderhoud van
de natuurinclusieve en klimatologische maatregelen (opgave van kengetallen).
2. Aanvullend het vitvoeren een gebiedsanalyse op sportparkniveau en op het niveau
van stedelijke groenstructuren t.b.v. inzicht in kansen voor gebieds- en
locatiegerichte kwaliteitsimpulsen voor de sport-, klimatologische en ecologische
opgave, en anderzijds de ruimtelijke (on)mogelijkheden. Deze ruimtelijke verkenning
vormt een belangrijke bouwsteen richting de omgevingsvisie en geeft antwoord op de
vraag waar en op welke wijze de sportopgave te programmeren. Streven is dit in 2020
af te ronden.
3. Sport&Bos ontwikkelt in 2020 een bespelingsnorm voor sportvelden, te gebruiken
als objectieve maatstaf voor de weloverwogen keuze voor aanleg van of omzetting
naar kunstgras sportvelden, en neemt de norm op in sportbeleid.
4. Inhet verlengde van acties 1,2 en 3, het opstellen van een ontwikkelplan per
sportpark(cluster), voorzien in een maatwerkvoorstel voor ecologische, groene en
klimaatadaptieve kwaliteitsimpulsen op sportparken (terrein en bebouwing) als in
aangrenzende omgeving. De investeringen die nodig zijn voor de uitvoering van deze
maatregelen zullen worden opgenomen in de actualisatie van het Strategisch
Huisvestingsplan Sport en het Meerjarig Investeringsprogramma van Sport. Hierbij
gelden de financiële kaders en samenwerkingsafspraken, waarbij het vitgangspunt is
dat op programmaniveau dekking wordt gevonden voor de financiële consequenties
van de kunstgrasnota.
5. het maken in 2020 van prestatieafspraken over het thema circulaire aanleg en
verwerking van kunstgras sportvelden, met partners vit de markt,
brancheverenigingen, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en IB/V&OR.
6. Blijven participeren in vernieuwing in het product kunstgras, om nieuwe
toepassingen die kunstgras schoner, groener en sporttechnisch beter te maken.
Sport&Bos stimuleert kennisontwikkeling en samenwerking met betrokkenen in de
sportsector en stimuleert pilots (en creëert ruimte) voor nieuwe toepassingen op onze
sportparken.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
S, ukenheim
thouder Sport
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 2 | discard |
RAADSADRES
Stadhuis Amsterdam
Aan: de Gemeenteraad van Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
info @ gemeenteraad.amsterdam.nl
Amsterdam, 16 juni 2017
Betreft: vragen over erfpacht en badkamerboete
Geachte leden van de Raad,
Een “badkamerboete" zijn hogere erfpacht kosten als gevolg van investeringen
woningverbetering door de erfpachter. Naar aanleiding van het gestelde in bijgevoegde
rapport getiteld “Stop Badkamerboete” zou ik graag antwoord krijgen op de volgende
vragen:
1. Als een erfpachter investeert in woningverbetering (bijvoorbeeld verduurzaming,
uitbreiding, achterstallig onderhoud of renovatie) op welke wijze leidt dit tot een
stijging van de WOZ waarde? In welke mate stijgt de WOZ waarde bij
woningverbeteringen?
2. In het rapport wordt een badkamerboete van 90% benoemd. Als de WOZ waarde
stijgt, in welke mate leidt dit tot hogere overstapkosten eeuwigdurende erfpacht? In
welke mate leiden verbouwingen en hogere WOZ waardes tot hogere kosten bij
voortdurende erfpacht bij canon herziening?
3. Op welke wijze heeft u erfpachters geïnformeerd of gewaarschuwd voor hogere
erfpacht kosten bij het aanvragen van bouw- en omgevingsvergunningen? In hoeverre
hebben erfpachters geïnformeerd een afgewogen keuze tot verbouwing kunnen maken?
Op welke wijze gaat u de informatie over de erfpacht consequenties bij verbouwingen
aanpassen bij aanvraag van omgevingsvergunningen?
4, In het rapport wordt een grote rechtsongelijkheid in erfpacht kosten geconstateerd
tussen overeenkomende appartementen met verschillende WOZ waarden. Ondersteunt
de raad deze rechtsongelijkheid?
5. In het rapport wordt vermeld hoe de Belastingdienst een erfpacht correctie toepast om
marktprijzen (=vergelijkbare transactieprijzen) te verhogen met een contante waarde
van erfpacht betalingen. Tijdens de erfpacht hoorzitting in april gaf de Belastingdienst
aan haar WOZ waarde berekening aan te passen aan de nieuwe grondwaarde
berekening. Welke berekeningswijze gaat de Belastingdienst hanteren voor de erfpacht
correctie? In welke mate zullen er dan dubbeltellingen ontstaan? Hoe zullen de BSQs
als percentage van de marktprijzen dan zijn? In welke mate klopt de stelling dat
effectieve BSQs kunnen oplopen tot 73% van de marktprijzen? In hoeverre klopt de
uitspraak van de verantwoordelijke wethouder in het NRC: „We hebben de
buurtstraatquote gemaximeerd op 49 procent, omdat we na de inspraak vonden
dat mensen altijd moeten kunnen zeggen dat het merendeel van de
woningwaarde in de woning zit en niet in de grond.”
6. De GrondwaardeCommissie (Bijlage Overzicht consultatieronde over advies GWC,
Bijlage bij de bestuurlijke reactie van het college van B&W d.d. 6 oktober 2015 op het
advies “Schoon schip”) stelt dat woningverbeteringen niet leiden tot een hogere
grondprijs. In hoeverre is deze stelling juist?
7. De gemeente streeft volgens haar Woonagenda 2025 naar betaalbare en goede
woningen. In welke mate dragen verhogingen van de erfpacht kosten bij aan deze
doelstellingen? In welke mate draagt een badkamerboete bij aan de
kwaliteitsdoelstellingen? In welke mate verwacht u minder investeringen in
woningverbeteringen door erfpachters®?
Mochten vragen onduidelijk zijn, dan ben ik altijd bereikbaar voor een toelichting.
Bij voorbaat dank voor uw antwoorden.
| Raadsadres | 2 | train |
VN2021-021828 Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Stadsdeel zuid % Gemeente Marineterrein Energietransitie RO
% Amsterdam Ah
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 6
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief in reactie op vragen van de raadsleden Bakker (SP) en Van
Renssen (GL) inzake transformatieproject lambe
De commissie wordt gevraagd
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief, als reactie op vragen van raadsleden Bakker (SP) en Van
Renssen (GroenLinks) vit de commissievergadering RO van 19 mei jl.
Wettelijke grondslag
nvt.
Bestuurlijke achtergrond
nvt.
Reden bespreking
In de commissie is door stadsdeelvoorzitter Capel toegezegd de raad nader te informeren over de
transformatie van de voormalige brandweerkazerne en nieuwbouw aan de Van Ostadestraat 341/
St. Willibrordusstraat 43A. De brief geeft antwoord op de gestelde vragen van de raadsleden Bakker
en Van Renssen, door in te gaan op het doel van de transformatie en het gelopen vergunnings- en
participatieproces. Op verzoek van mevr. Van Renssen is in de brief een link opgenomen naar het
laatste CRK-advies over dit project en zijn de stukken horend bij de aanvraag omgevingsvergunning
als bijlage bij de brief opgenomen.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Een toezegging wordt afgedaan.
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2021-021828 %X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en R
Stadsdeel zuid % Amsterdam ‚ ‚ . …
% Marineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
210630 raadsinformatiebrief_-_afdoening_toezegging_transformatie
AD2021-081760
brandweerkazerne _ondertekend.pdf (pdf)
AD2021-081761 B_oo1P D2020-362106.pdf (pdf)
AD2021-081762 B_oo2T_kazerne.pdf (pdf)
AD2021-081763 B_003T_nieuwbouw.pdf (pdf)
AD2021-081764 B_ooaR_Ruimtelijke_Onderbouwing_lambe.pdf (pdf)
AD2021-081765 B_o05C_Constructieberekening_kazerne.pdf (pdf)
AD2021-081766 B_oo6R_brandveiligheid.pdf (pdf)
AD2021-081767 B_oo7R_formulier-toetsingskader-veilig-onderhoud.pdf (pdf)
AD2021-081768 B_oo8R_veiligheid_Bestek.pdf (pdf)
B_oogR_BLVC_plan_incl_bouwplaatsinrichting_en_planningen
AD2021-081769
D2021-261851.pdf (pdf)
B_o10X_Reactie_omwonende_op._ brief _Eigen_haard D2021-261856.pdf
AD2021-081770
(pdf)
AD2021-081771 B_o11T_Bouwenvelopbeschrijving D2021-277629. pdf (pdf)
B_o12R_Verkennend_en_aanvullend_bodemonderzoek_16_maart_2021
AD2021-081772
D2021-277631.pdf (pdf)
B_013R_ Verkennend _bodem-_en_asbestonderzoek_1_september_2017
AD2021-081773
D2021-277630.pdf (pdf)
AD2021-081774 B_o14R_Quickscan_Flora_en_Fauna D2021-277633.pdf (pdf)
B_o15X_Brief_Eigen_Haard_over_informeren_omwonenden
AD2021-081775
D2021-277635.pdf (pdf)
AD2021-081776 B_o016R_Bouwbesluittoets_lambe.pdf (pdf)
AD2021-081777 B_Z2020-Zo84604 Omgevingsvergunning D2021-431245 pdf (pdf)
AD2021-081737 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Peter Hazewindus, o6 2241 2557, p.hazewindus@®amsterdam.nl David van der Laan, 06 4515 7032,
david.van.der.laan®amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | discard |
2 gemeente Raadsinformatiebrief
| msterdam Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 16 april 2021
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid
Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck
Behandeld door Ruimte en duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Afdoening toezegging vit de commissievergadering RO van 14 april 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw vergadering van 14 april 2021 heb ik (op een vraag van raadslid De Fockert, Groen Links) bij
de behandeling van het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijvenstrook,
Zeeburgereiland, toegezegd u nader te informeren of het mogelijk is om niet met de
“vergroening” van de wijk te wachten tot alle bouwactiviteiten zijn afgerond.
Het groene karakter van de bedrijvenstrook is een van de belangrijke ambities voor het gebied.
Voor de inrichting van de openbare ruimte op de Bedrijvenstrook is een inrichtingsplan opgesteld.
Het voorlopig ontwerp van dit inrichtingsplan heeft ter inzage gelegen (oktober-december 2020)
en er heeft een participatiebijeenkomst plaatsgevonden. Het voorlopig ontwerp wordt nu
uitgewerkt tot definitief ontwerp.
Zoals aangegeven in de vergadering van de commissie RO is de moestuin al aanwezig. Dit is een
bewonersinitiatief, voortkomend uit een tijdelijke moestuin, dat in 2020 al is gerealiseerd.
Tussen de bebouwing van de Sportheldenbuurt en de bedrijvenstrook wordt voorzien in een drie
dubbele bomenrij; aan weerszijden van de watergang een rij bomen en een rij bomen aan de
overzijde van de Bob Haarmslaan. Twee van deze bomenrijen zijn al geplant. De bomenrij aan de
zijde van de Sportheldenbuurt is aangeplant als onderdeel van het woonrijp maken van de Leo
Hornstraat. Na onderzoek is, op verzoek van bewoners, een extra bomenrij aan de overzijde van
de watergang aan de zijde van de Bedrijvenstrook al vooruit aangeplant, zodat deze bomen alvast
de tijd hebben om meer volume te krijgen.
Langs de Anthonie van Akenstraat en Faas Wilkesstraat komen aan weerszijden bomen, met aan
beide zijden van de straat langs de gevels een groenstrook van 1,50 meter breed. Aan de Marie
Baronlaan geldt ook dat hier aan de zijde van de bedrijven een bomenrij komt. De strook tussen de
Marie Baronlaan en de Azo krijgt een kwalitatief hoogwaardig groeninrichting.
De bedrijvenstrook wordt gefaseerd bebouwd van 2021 tot ongeveer 2028-2029. Zodra de kabels
en leidingen voor de bedrijven en voorzieningen aangelegd zijn en er geen of nauwelijks nog
bouwverkeer wordt verwacht, worden de trottoirs en straten gefaseerd definitief ingericht
(woonrijp maken), volgend op de oplevering van de gebouwen. Het vooruit planten van groen is
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 16 april 2021
Pagina 2 van 2
hierbij niet gewenst, omdat de kans op beschadigingen van het groen en verzakkingen van de
grond dan nog te groot is.
Voor wat betreft groen op de kavels zelf geldt dat voor minimaal 30% van het kaveloppervlak
wordt voorzien in groen op maaiveld, daken en/of gevels. De eerste groene gevels zullen in 2022
zichtbaar worden op het politiebureau.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
CP
C / OD Al Cn
Marieke van Doorninck,
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 823
Ingekomen op 1juli 2020
Behandeld op 2 juli 2020
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Van Renssen, Nadif, N.T. Bakker, De Heer en Kilig inzake
integrale aanpak De Nieuwe Meervaart
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de keuze voor de locatie voor de nieuwe Meervaart en
met een voorbereidingskrediet. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 7/56).
Overwegende dat:
-__ Het nieuw te bouwen theater De Nieuwe Meervaart een toevoeging is voor het
culturele aanbod voor de stad Amsterdam en Nieuw-West in het bijzonder;
= __ De raadsvoordracht betrekking heeft op een voorbereidingskrediet, zodat aan het
definitief ontwerp kan worden gewerkt;
- De besluitvorming over het uitvoeringskrediet en de dekking grondexploitatie nog
moet plaatvinden;
-__In de ruimtelijke studie (bijlage 2 bij de raadsvoordracht) wordt geadviseerd te
investeren in de opwaardering van de boulevard en in de afwaardering van de
Meer en Vaart en de verbinding te maken tussen centrumgebied en plas.
= Het de voorkeur verdient om gelijktijdig aan het realiseren van het theater de
openbare ruimte aan te pakken en de ontwikkeling van het Centrum Nieuw-West
vorm te geven;
- Dat er sprake moet zijn van een verbinding tussen de locatie voor het theater aan
of in de plas en het Centrum Nieuw-West.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De ontwikkeling van het theater en Centrum Nieuw-West integraal te ontwikkelen;
waarbij aandacht is voor opwaardering van de openbare ruimte en afwaardering
van de verkeersader en de verbinding tussen centrumgebied en theater.
2. De besluitvorming over het theater zoveel mogelijk gelijk op te laten lopen en af te
stemmen met de besluitvorming voor het investeringsbesluit 2 fase Osdorpplein —
Centrum Nieuw-West;
3. Dat het ontwerp van het theater, conform het advies uit de ruimtelijke studie, niet
op zichzelf staat maar onderdeel is van de omgeving, van de gehele stedelijke
zuidwest “kop” van de Sloterplas, daarbij is het van belang dat er aandacht is voor
de stedenbouwkundige inpassing, waaronder de opwaardering van de openbare
ruimte en afwaardering van de verkeersader en de verbinding tussen
centrumgebied en theater.
1
De leden van de gemeenteraad
N.A, van Renssen
|. Nadif
N.T. Bakker
A.C. de Heer
A. Kilic
2
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Amendement
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1421
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Ingetrokken en vervangen door 1421 accent
Onderwerp
Amendement van de leden Flentge, N.T. Bakker, Roosma, Mbarki, Van Dantzig en
Taimounti inzake de Begroting 2021 (7,5 ton voor informele voedselhulp in de stad)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Overwegende dat:
— Amsterdam economisch hard geraakt wordt door de coronacrisis, de
werkeloosheidscijfers stijgen in Amsterdam harder dan elders;
— Steeds meer Amsterdammers noodgedwongen met een acute hulpvraag
aankloppen bij de informele voedselbanken in de stad;
— Een rondgang langs de voedselverstrekkende initiatieven leert dat er een grote
behoefte is aan allerlei praktische zaken: van herbruikbare mondkapjes en
schoonmaakmiddelen tot bakfietsen en koelkasten om eten te koelen en te
verstrekken.
Besluit:
— Eenmalig 750.000 euro vrij te maken ter ondersteuning van de informele
initiatieven die voedsel verstrekken in de stad;
— Dit bedrag te dekken uit de subsidieregeling Sloop oude diesels zoals vermeld op
de Begroting 2021 in het hoofdstuk Duurzaamheid en Milieubeheer;
— Dit bedrag in te zetten voor het jaar 2021,maar mocht het nodig zijn, dan dit
bedrag te spreiden, zodat het ook in 2022 kan worden ingezet;
— Relevante teksten en eventuele tabellen in de Begroting 2021 aan te passen aan
het bovenstaande.
De leden van de gemeenteraad
E.A. Flentge
N.T. Bakker
F. Roosma
S. Mbarki
R.H. van Dantzig
M. Taimounti
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 2054
Datum indiening 8 oktober 2019
Datum akkoord 11 december 2019
Publicatiedatum 11 december 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Ceder en Boomsma inzake
parkeervergunningen voor vrijwilligers van kerken.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstellers:
In de afgelopen tijd ontvingen de fracties van de ChristenUnie en het CDA signalen
van religieuze instellingen (kerken, synagogen etc.) en beheerders van
kerkgebouwen dat zij te maken hebben met hoge parkeerkosten voor vrijwilligers.
Sportverenigingen kunnen maatschappelijke parkeervergunningen aanvragen voor
vrijwilligers. Een goede zaak wat de fracties van de ChristenUnie en het CDA betreft,
aangezien vrijwilligers van groot belang zijn voor deze verenigingen. Echter, ditzelfde
geldt voor vrijwilligers van religieuze instellingen die zich bijvoorbeeld inzetten voor
diaconaal werk in de wijk of de instandhouding en het onderhoud van (al dan niet
monumentale) gebouwen. Religieuze organisaties en sportverenigingen zijn
belangrijk voor de sociale cohesie in Amsterdam. Het zijn juist die schaarse plekken
in de samenleving waar mensen vanuit allerlei hoeken van de maatschappij en met
verschillende opleidingsniveaus en achtergronden elkaar ontmoeten. Daarnaast
hebben kerken en andere religieuze instellingen en sportverenigingen een belangrijke
rol in de wijk en de regio, zowel in het gezamenlijk sporten als in het omzien naar
elkaar maar ook bijvoorbeeld in vroegsignalering van allerhande problematieken.
Zo spelen deze instellingen een rol in eenzaamheidsbestrijding, geestelijke
verzorging en onderhoud van monumenten. Gemiddeld zijn vrijwilligers van kerken
van hogere leeftijd en dus in sommige gevallen meer afhankelijk van hun auto.
Hoge parkeerkosten kunnen dan erg belemmerend werken voor hun zo belangrijke
vrijwilligerswerk.
De fracties van de ChristenUnie en het CDA willen dat het college het ook voor
vrijwilligers van kerken en andere religieuze instellingen mogelijk maakt om een
maatschappelijke parkeervergunning aan te vragen. De gemeente moet het werk van
vrijwilligers faciliteren gezien het grote belang van hun werk voor de samenleving.
Een betaalbare parkeervergunning voor vrijwilligers van kerken en andere religieuze
instellingen is hard nodig en helpt velen om hun vrijwilligerswerk uit te voeren. Nu
vergoeden sommige organisaties de parkeerkosten, vaak met geld dat zij voor
onderhoud zouden kunnen gebruiken.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 11 december 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
Gezien het vorenstaande hebben de leden Ceder en Boomsma, respectievelijk
namens de fracties van de ChristenUnie en het CDA, op grond van artikel 45 van het
Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen
aan het college van burgemeester en wethouders gesteld:
1. Is het college het met de fracties van de ChristenUnie en het CDA eens dat
vrijwilligers van (voormalige) gebedshuizen zeer belangrijk werk voor de
samenleving verrichten en daarbij dan ook gefaciliteerd en ondersteund zouden
moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het college is van oordeel dat vrijwilligers in algemene zin van groot belang zijn
voor de stad, wijken en/of individuele Amsterdammers. Het gaat hierbij om
vrijwilligers in de zorg, bij kinderactiviteiten, ondersteuning van jongeren,
ondersteuning in het onderwijs, bij evenementen, sportactiviteiten,
monumentenzorg etc. Zoals in de raadsvergadering van 11 juli is aangegeven zijn
er te veel verschillende vrijwilligers in Amsterdam om speciale
parkeervergunningen voor te organiseren. Indien een groot aantal vrijwilligers in
aanmerking zou komen voor een parkeervergunning dan betekent dit dat het
aantal uitgegeven vergunningen in de stad flink op kan lopen. Dat is ongewenst in
het kader van de parkeerregulering en strijdig met de ambities van Amsterdam
Autoluw. Benadrukt dient te worden dat al veel verschillende
parkeervergunningen beschikbaar zijn: voor mantelzorgers, hulpverleners,
onderwijsinstellingen, politiebureaus, zorginstellingen, volkstuinverenigingen,
deelauto’s, en gehandicapten.
2. Is het mogelijk dat er voor vrijwilligers van (voormalige) gebedshuizen
uitzonderingen worden gemaakt op het gebied van parkeerkosten, naar analogie
van vrijwilligers voor sportverenigingen?
Antwoord
Bij de verlening van vergunningen is van groot belang dat toetsbaar is dat de
aanvrager voldoet aan de gestelde eisen. Voor de sportverenigingvergunning is
dit het geval daar de aanvragende vereniging aangesloten moet zijn bij een door
het NOC-NSF erkende sportbond. Voor gebedshuizen - en voormalige
(herbestemde?) gebedshuizen - is veel minder sprake van eenduidige
organisatiestructuur. Dat maakt de aanvraagprocedure gecompliceerd, fout- en
mogelijk fraudegevoelig.
3. Watis de achterliggende motivatie om voor vrijwilligers van sportverenigingen
uitzonderingen te maken op het gebied van parkeren? Geldt deze uitleg mogelijk
net zo goed voor vrijwilligers van (voormalige) gebedshuizen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord
In de toelichting van de Parkeerverordening staat onder artikel 13
‘sportverenigingvergunning’: “om het betaald parkeren geen belemmering te laten
vormen voor de sportverenigingsstructuur kunnen niet-commerciële
sportverenigingen op basis van dit artikel in aanmerking komen voor een
sportverenigingvergunning”. Achterliggend hierbij is dat sportbeoefening een
breed algemeen belang behartigt. Het bevordert naast de sociale cohesie in de
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
Datum 11 december 2019 Schriftelijke vragen, dinsdag 8 oktober 2019
stad ook de gezondheid en het welzijn van Amsterdammers. Hiermee
onderscheiden sportverenigingen zich van verenigingen of
vrijwilligersorganisaties die meer gericht zijn op een specifieke doelgroep cq.
achterban. Sportverenigingen ontvangen daarnaast sporters van buiten de
vereniging en ondersteuners die de sportactiviteiten mogelijk maken:
scheidsrechters, materiaal- en kantinemensen etc.
4. In de raadsvergadering van 11 juli 2019 verklaarde wethouder Dijksma dat er te
veel vrijwilligers zijn in Amsterdam om speciale parkeervergunningen voor te
organiseren. Is het college het met de fracties van de ChristenUnie en het CDA
eens dat dit wel mogelijk zal zijn door bij (voormalige) gebedshuizen maatwerk te
leveren? Dat wil zeggen, bijvoorbeeld locatie, monumentenstatus en hoeveelheid
(actieve) vrijwilligers mee laten wegen bij toekenning en hoeveelheid speciale
parkeervergunningen?
Antwoord
Alhoewel het college het belang van vrijwilligers onderkent, is er een duidelijk
verschil met sportverenigingen. Het college ziet dan ook onvoldoende aanleiding
om een specifieke regeling op te tuigen voor vrijwilligers van (voormalige)
gebedshuizen. Te meer daar een groot aantal alternatieven beschikbaar is voor
het parkeren in de buurt, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van P+R terreinen en
openbaar vervoer.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | test |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 28 juni 2023
Ingekomen onder nummer 398
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Von Gerhardt, Garmy, Wehkamp, Krom, Van Pijpen en
Boomsma inzake depressie is een ziekte.
Onderwerp
Stemmingsstoornissen explicitiet erkennen als een ziekte.
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Vaststellen van het plan van aanpak Thrive Amsterdam mentaal gezond
2023-2026 (VN2023-006200).
Constaterende dat,
-_ In het Plan van Aanpak Thrive Amsterdam wordt aangegeven dat taal enorm belangrijk is
om problemen te relativeren, en daarom woorden als depressie vermeden worden in het
kader van herkenbaarheid en laagdrempeligheid;
-_In het Plan van aanpak Thrive Amsterdam het woord ziekte niet voorkomt;
-___Stemmingsstoornissen zijn opgenomen in het DSM-V en organisaties zoals De
Hersenstichting, het UMCG en het Herseninstituut stemmingstoornissen aanmerken als
ziekten.
Overwegende dat,
-_Het belangrijk is om klachten die horen bij een stemmingsstoornis zoals bijvoorbeeld een
depressie niet te bagatelliseren;
-_Een depressie omschrijven als het hebben van een dipje een averechts effect kan hebben
op personen die leiden aan een depressie;
-_Het daarom belangrijk is om onderscheidt te maken tussen personen met (lichte) mentale
klachten en personen die zijn gediagnosticeerd met een stemmingsstoornis;
-_ Het erkennen van stemmingsstoornissen als een ziekte bijdraagt aan een juiste
behandeling en (h)erkenning.
Gemeente Amsterdam Status
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
e Te blijven erkennen dat stemmingsstoornissen ziekten zijn, om zo de klachten niet te
bagatelliseren of een juiste behandeling en erkenning in de weg te staan.
e Inde aanpak Thrive zorgvuldig te zijn met de woordkeuzes en daarom rekening te houden
met het onderscheid tussen personen met (lichte) mentale klachten en personen die zijn
gediagnosticeerd met een stemmingsstoornis of klachten hebben die kunnen duiden op
een stemmingsstoornis;
e Personen die aanwezig zijn bij bijeenkomsten van Thrive en die klachten hebben die
kunnen duiden op een stemmingsstoornis te adviseren over de juiste hulpinstellingen.
Indiener(s),
M.S. von Gerhardt
|. Garmy
J. Wehkamp
J.M. Krom
J.F. van Pijpen
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | discard |
Onderzoeksprogramma 2017
Rekenkamerbrief - 05
21 december 2016
Geachte leden van de bestuurscommissie,
De Rekenkamer Amsterdam onderzoekt vanuit een onafhankelijke positie de doeltref-
fendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het bestuur. Met deze brief wil ik u kort
informeren over de voorgenomen onderzoeksactiviteiten voor het jaar 2017. Op onze
website www.rekenkamer.amsterdam.nl kunt u ons complete onderzoeksprogramma
2017 downloaden. Daarin is ook de onderbouwing van de selectie en een korte
beschrijving van de onderzoeksonderwerpen te vinden.
De selectie van onderzoeksonderwerpen heeft plaatsgevonden vanuit vier invalshoeken:
e De door de rekenkamer in de beleidsvisie 2016-2022 vastgestelde thema’s en
uitgangspunten;
e Zorgvuldige monitoring gedurende 2016 van het politiek-bestuurlijke proces
binnen de gemeente;
e Opmerkingen en suggesties van de gemeenteraadsfracties, de
rekeningencommissie en de bestuurscommissies;
e Een door het rekenkamerpanel gekozen onderzoek dat interessant is voor de
Amsterdamse burger op basis van door de studentenadviesraad ingebrachte
onderwerpen.
Afronding van al gestarte onderzoeken
In 2017 worden allereerst onderzoeken afgerond die eerder door ons zijn toegezegd en al
zijn gestart. Het gaat daarbij om de volgende onderzoeken:
© _Inhuur van externen
e Subsidie bewonersondersteuning
© Financiële positie in Amsterdam
Naast het afronden van in 2016 gestart onderzoek, zullen we in 2017 diverse nieuwe
onderzoeken starten. De rekenkamer heeft hiervoor de volgende onderzoeks-
onderwerpen geselecteerd:
e G4-onderzoek Maatschappelijke opvang
e _Publieksonderzoek Evenwichtig woningaanbod
e _Subsidieonderzoek Elektrische auto’s
e Onderzoek reserve Sociale firma’s
Rekenkamerbrief Onderzoeksprogramma 2017 2
e Verzoekonderzoek Armoedebeleid
e _Brandweerzorg in de Amsterdamse haven
e Coalitieproject 1012
e Recreatieschap Spaarnwoude
e Naleving Wet toezicht accountantsorganisaties door ACAM
e Stadsverwarming
e Verkoop gemeentelijk vastgoed
e Burgerinitiatieven
e Wet maatschappelijke ondersteuning
De eerste negen onderzoeken zullen we zeker uitvoeren. De laatste vier onderzoeken
starten we met een verkenning. Afhankelijk van het resultaat zal er al dan niet een
uitgebreid rekenkameronderzoek worden uitgevoerd.
Opvolgingsonderzoeken
Om te onderzoeken in hoeverre de aanbevelingen uit gepubliceerd onderzoek zijn
opgevolgd, zijn in de programmering de volgende vier opvolgingsonderzoeken
opgenomen:
° _Opvolgingsonderzoek Verwijderen van fietsen
° Opvolgingsonderzoek Leegstand kantoren
° Opvolgingsonderzoek Nazorg gedetineerden
° _Opvolgingsonderzoek Proceskosten grondexploitaties in combinatie met een
verkenning naar de waardering van grondexploitaties.
Overige activiterten
In onze programmering voor 2017 is ook inzet gereserveerd voor de volgende
activiteiten:
e Het monitoren van politiek en bestuurlijk belangrijke onderwerpen en op basis
van eventueel eerdere onderzoeken een bijdrage leveren aan het politieke debat;
e Het ontwikkelen van het onderzoeksprogramma 2018.
Als in de loop van het jaar de raad of een bestuurscommissie vraagt om een verzoek-
onderzoek of als de actualiteit daar aanleiding voor geeft, bestaat de mogelijkheid dat de
rekenkamer de programmering wijzigt. Daarnaast kan er ruimte ontstaan voor een
ander project als een verkenning niet leidt tot een uitgebreid onderzoek. De volgende
onderwerpen staan op de reservelijst:
e Jeugdzorg
e Communicatie met de burger
e _Organisatieontwikkeling 2014-2016: minder bureaucratie?
e Re-integratietrajecten (bv. Werkbrigade/activeringsteams)
e _Schuldhulpverlening/ kwijtscheldingsbeleid
Rekenkamerbrief Onderzoeksprogramma 2017 3
Onderzoek voor de bestuurscommissies
Een gevolg van de reorganisatie van het bestuurlijk stelsel in de gemeente Amsterdam
per 1 januari 2015 is dat de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam is opgeheven. Wel is er
nog een klankbordgroep waarin iedere bestuurscommissie van de stadsdelen is
vertegenwoordigd. Naar aanleiding van de bespreking van de resultaten van ons
onderzoek begrotingscyclus bestuurscommissies hebben we in het onderzoeksprogramma
2017 het onderzoek burgerinitiatieven opgenomen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en dank u voor de
aangedragen suggesties voor onze onderzoeksprogrammering 2017.
Met vriendelijk LL
/j ) zi |
Ue
dr. J.A. de Ridder
directeur Rekenkamer Metropool Amsterdam
fl
|
colofon Rekenkamer Amsterdam
Weesperstraat 105A
1018 VN Amsterdam
tel. 020 25 47808
onderzoekers: EG. Visser RA (projectleider)
R. van de Maat MSc
| Actualiteit | 3 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 47
Datum akkoord 13 januari 2014
Publicatiedatum 17 januari 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren
van 6 november 2013 inzake het vangen van duiven voor consumptie op
Amsterdams grondgebied.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragensteller:
In het programma ‘De wilde keuken’ van Wouter Klootwijk van 13 september 2013
was te zien hoe in Amsterdam duiven worden gelokt en gevangen door
Duke Faunabeheer. Een medewerker strooit duivenvoer op de stoep, waarna de
duiven met behulp van een schietnet worden gevangen. De duiven worden later in
het programma geslacht en verwerkt door de poelier.
De Dierenbescherming Amsterdam heeft een handhavingsverzoek bij de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ingediend en aangifte gedaan bij
de politie, omdat zij meent dat misbruik is gemaakt van de ontheffing voor gebruik van
het schietnet. Er zou zonder aanwijsbare reden, zonder dat er gecheckt is of aan
voorwaarden is voldaan, en zonder dat de juiste route is bewandeld zijn gehandeld.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 november 2013, namens de fractie
van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van
burgemeester en wethouders gericht:
1. Is de wethouder bekend met bovengenoemd programma?
Antwoord:
Ja.
2. Kan het college aangeven wat de wettelijke status is van de duiven in
Amsterdam?
Antwoord:
Ja, het college kan aangeven wat de wettelijke status is van de duiven.
De duiven in Amsterdam stammen over het algemeen af van de gedomesticeerde
rotsduiven. Deze duif komt in alle steden ter wereld voor; grootte 30-35 cm;
hoofdkleur vaak grijs, echter veel kleurvariëteiten. De verwilderde
gedomesticeerde rotsduif is niet beschermd (in artikel 4 Flora- en faunawet wordt
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing io Gemeenteblad
Datum 17 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2013
voor enkele vogelsoorten, waaronder de rotsduif, een uitzondering gemaakt
indien die dieren gedomesticeerd zijn). Met de gedomesticeerde rotsduif wordt
zowel op de postduif als op de stadsduif — een verwilderde vorm van de
gedomesticeerde rotsduif — gedoeld.
3. Mogen de op het grondgebied van Amsterdam gevangen duiven gebruikt worden
voor commerciële doeleinden, bijvoorbeeld de verkoop door poeliers of
restaurants?
Antwoord:
Het college gaat niet over het wel of niet gebruiken van eenmaal gevangen
duiven voor commerciële doeleinden. Zie voor het wel of niet mogen vangen van
duiven onderstaande antwoorden.
4. Welke (wettelijke) toestemmingen zijn hier voor nodig?
Antwoord:
In geval het om stadsduiven gaat, zijn de verbodsbepalingen van de Flora- en
faunawet niet van toepassing. Wel geldt de algemene zorgplichtbepaling,
neergelegd in artikel 2 Flora- en faunawet (eenieder neemt voldoende zorg in
acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe
leefomgeving). Deze bepaling die geldt voor alle in het wild levende dieren, houdt
in dat een dier niet zinloos gedood, verontrust of gevangen mag worden.
Conform artikel 16f in het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten,
is voor het vangen met vangkooien van verwilderde duiven binnen de bebouwde
kom een uitzondering gemaakt op het verbod, bedoeld in artikel 15, tweede lid,
van de Flora- en Faunawet.
5. Moet de gemeente Amsterdam toestemming geven aan de ‘gebruiker’
(vangen/doden/consumeren) van de duif, mede gezien het vangen plaatsvindt op
gemeentelijk grondgebied en openbare gronden?
Antwoord:
Voor het gebruik van een schietnet is een ontheffing nodig van Dienst
Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De ontheffing geldt voor heel het grondgebied van Nederland en voor een periode
van vijf jaar. Op dit moment zijn drie ontheffingen verleend, waarvan de laatste
loopt tot 10 juli 2018.
De gemeente Amsterdam moet toestemming geven aan de ‘gebruiker’ van
het schietnet voor het vangen/doden van de duiven, aangezien uit
onderzoek/rapportage moet blijken of aan een van de drie voorwaarden voor
het gebruik van het schietnet in de openbare ruimte is voldaan:
— gevaar verkeersveiligheid;
— gevaar voedselveiligheid (lees: volksgezondheid);
— gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).
6. Hoe verloopt de keuring van het duivenvlees®?
Antwoord:
Voor zover het college bekend is er geen specifieke keuring voor duivenvlees.
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing io Gemeenteblad
Datum 17 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2013
7. Kan het college aangeven hoeveel duiven er in Amsterdam op jaarbasis worden
gevangen, wat er met deze duiven gebeurt, en wie hiervan de opdrachtgevers
zijn?
Antwoord:
De stadsdelen van de gemeente Amsterdam zijn verantwoordelijk voor de
openbare ruimte. Zij hebben voor de openbare ruimte een contract met de GGD.
De GGD heeft hierbij een adviesfunctie. De afgelopen jaren zijn er geen
adviesaanvragen voor het vangen van duiven bij de GGD ingediend.
8. Wie is de opdrachtgever of zijn de opdrachtgevers geweest van het vangen van
de duiven (in het televisieprogramma ‘De wilde keuken’)?
Antwoord:
Het is het college niet bekend wie de opdrachtgever(s) zijn geweest. Bij
het opstellen van een rapportage, zoals beschreven onder antwoord 5, zou
het stadsdeel c.q. de GGD zeker betrokken zijn, waarna het stadsdeel
(formeel gezien) opdracht zou kunnen geven voor de vangactie. Een dergelijke
rapportage en/of opdracht ontbreekt.
9. GGD Amsterdam stelt dat duiven vangen en vervolgens duiven doden niet in de
visie van dierplaagbeheersing past. Dierplaagbeheersing doodt geen vogels.
Kan het college deze visie bevestigen en onderschrijven?
Antwoord:
Het college kan deze visie bevestigen en onderschrijven. In 2010 is in
samenspraak met de stadsdelen een nota opgesteld waarin de uitgangspunten
zijn verwoord voor het duurzaam, en zo diervriendelijk als mogelijk is, beheersen
van overlast van dieren. Preventie is daarbij een belangrijk aspect, naast het zo
min mogelijk gebruiken van gif én het niet onnodig doden van dieren.
10. In de Richtlijnen Dierplaagbeheersing van de GGD staat: ‘Aangezien stadsduiven
over het algemeen afstammeling zijn van de gedomesticeerde rotsduiven (vaak
ontsnapte duiven van duivenhouders) wordt gesproken van verwilderde
gedomesticeerde rotsduiven en betreft het dus een soort die niet beschermd is. In
het kader van volksgezondheid en openbare veiligheid is het toegestaan om
zonder ontheffing stadsduiven te vangen (en te doden). Door artikel 16f is een
vrijstelling verleend van artikel 15 FFW, tweede lid, voor het gebruik van
vangkooien voor het vangen van onder andere verwilderde duiven. De vrijstelling
geldt slechts voor het vangen van verwilderde duiven binnen de bebouwde kom.
Vormden de duiven die in het programma werden gevangen en gedood een
bedreiging voor de volksgezondheid of openbare veiligheid? Of zijn er andere
gronden waarop deze dieren gevangen en gedood mochten worden?
Antwoord:
Het is het college niet bekend dat de betreffende duiven een bedreiging vormden
voor openbare gezondheid of openbare veiligheid. Bij de GGD is daarvan geen
melding bekend.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing io Gemeenteblad
Datum 17 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2013
11. Kan het college een update geven over de situatie rond stadsduiven in
Amsterdam? Is er sprake van overlast, zo ja, waar en in welke mate? Op welke
manieren wordt overlast tegengegaan? Is de populatie de laatste jaren stabiel?
Antwoord:
De afdeling Dierplaagbeheersing van de GGD heeft in 2011 in opdracht van
stadsdeel Centrum een inventarisatie stadsduiven uitgevoerd. Hieruit bleek dat in
vergelijking met 2001 de populatie met ongeveer 300 duiven is afgenomen van
2.300 tot 2.000 duiven. Ook bleek dat bewust voeren zorgt voor grote populaties.
De GGD schat in dat deze inventarisatie representatief is voor Amsterdam als
geheel. Sinds oktober 2013 komen meldingen van overlast van duiven via MORA
(Meldingen Openbare Ruimte Amsterdam) rechtstreeks binnen bij de afdeling
Dierplaagbeheersing. Tot heden betreft 1 á 2 meldingen per week.
12. Wat is de mening van het college over het vangen van duiven door bepaalde
bedrijven op Amsterdams grondgebied?
Antwoord:
Zoals de beantwoording van vraag 9 al duidt is het college het in algemene zin
niet eens met het vangen van duiven op Amsterdams grondgebied zonder
duidelijke en legitieme reden.
13. Is het college bereid contact op te nemen met het bedrijf in kwestie,
Duke Faunabeheer, om deze zaak te bespreken? Zo ja, kan de wethouder
de uitkomsten van dit gesprek per brief mededelen aan de gemeenteraad?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Van de zijde van de Dierenbescherming Amsterdam is aangifte gedaan bij de
politie en melding gemaakt van deze situatie bij Dienst Regelingen van de NVWA.
14. Sommige gemeenten stellen wanneer er overlast is van een bepaalde diersoort
een voerverbod in via de APV om overlast tegen te gaan. Het bedoeld en
onbedoeld verspreiden van voedsel trekt immers allerlei soorten stadsdieren aan.
Ziet de wethouder potentie om een verbod op het voeren van stadsduiven
(en eventueel andere in het wild levende dieren) op te nemen in de APV? Zo ja,
kan hij hier een voorstel voor doen en naar de raad sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De huidige APV kent artikel 5.16 Duiven, lid 1. Het is verboden op of aan de weg
duivenvoer te verkopen. Dit artikel heeft volgens de toelichting "het streven om
verdere groei van de (overlast gevende) duivenpopulatie tegen te gaan. De
hoeveelheid beschikbaar voer is immers van invloed op de omvang van de
populatie”
Stadsdeel Oost heeft borden met een verwijzing naar artikel 4.17, lid 1 Het is
verboden de weg te verontreinigen. De toelichting bij artikel 4.17 spreekt over:
“Zo is het algemene verbod in het eerste lid onder andere bedoeld voor het
tegengaan van verontreiniging van de weg als gevolg van het bereiden van
etenswaren in de openbare ruimte of van het repareren van voertuigen.”
4
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng io Gemeenteblad
ummer = zn
Datum 17 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 6 november 2013
Op grond van dit artikel vindt handhaving plaats op overmatig voeren. De nieuwe
voorlichtingscampagne ‘Afval is slecht voor dieren’ van de GGD, afdeling
Dierplaagbeheersing, richt zich specifiek op het terugdringen van voedselaanbod
voor dieren (voergedrag en huisvuil/zwerfvuil).
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 97
Datum akkoord 27 januari 2014
Publicatiedatum 31 januari 2014
Onderwerp
Correctie en aanvulling op de beantwoording van de schriftelijke vragen van
het raadslid de heer J.F.W. van Lammeren van 6 november 2013 (Gemeenteblad
2014, afd. 1, nr. 47) inzake het vangen van duiven voor consumptie op Amsterdams
grondgebied.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller:
In het programma ‘De wilde keuken’ van Wouter Klootwijk van vrijdag 13 september
2013 was te zien hoe in Amsterdam duiven worden gelokt en gevangen door Duke
Faunabeheer. Een medewerker strooit duivenvoer op de stoep, waarna de duiven
met behulp van een schietnet worden gevangen. De duiven worden later in het
programma geslacht en verwerkt door de poelier.
De Dierenbescherming Amsterdam heeft een handhavingsverzoek bij de NVWA
ingediend en aangifte gedaan bij de politie, omdat zij meent dat misbruik is gemaakt
van de ontheffing voor gebruik van het schietnet. Er zou zonder aanwijsbare reden,
zonder dat er gecheckt is of aan voorwaarden is voldaan, en zonder dat de juiste
route is bewandeld zijn gehandeld.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 6 november 2013, namens de fractie
van de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde
voor de raad van Amsterdam, een veertiental schriftelijke vragen gesteld.
Eén van de vragen luidde:
5. Moet de gemeente Amsterdam toestemming geven aan de ‘gebruiker’
(vangen/doden/consumeren) van de duif, mede gezien het vangen
plaatsvindt op gemeentelijk grondgebied en openbare gronden?
Op 13 januari 2014 heeft wethouder Zorg hier als volgt op geantwoord
(zoals is gepubliceerd op 17 januari 2014 onder nr. 47 van afdeling 1
van het Gemeenteblad):
“Voor het gebruik van een schietnet is een ontheffing nodig van Dienst
Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De ontheffing geldt voor heel het grondgebied van Nederland en voor een periode
van vijf jaar. Op dit moment zijn drie ontheffingen verleend, waarvan de laatste
loopt tot 10 juli 2018.
De gemeente Amsterdam moet toestemming geven aan de ‘gebruiker’ van het
schietnet voor het vangen/doden van de duiven, aangezien uit
onderzoekfrapportage moet blijken of aan een van de drie voorwaarden voor het
gebruik van het schietnet in de openbare ruimte is voldaan:
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 5 januari 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 29 januari 2014
e gevaar verkeersveiligheid;
e gevaar voedselveiligheid (lees: volksgezondheid);
e gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden)”
Sinds 13 januari 2014 heeft zowel binnen als buiten de gemeente een uitvoerige
discussie plaatsgevonden. Deze discussie en de uitkomsten tot nu toe, hebben het
college doen besluiten de raad nader te informeren, met name om het eerdere
antwoord op vraag 5 verder te nuanceren.
Bij de aanvankelijke beantwoording is uitgegaan van de praktijk, zoals deze bekend
was bij de GGD, in samenspraak met het betrokken stadsdeel.
Inmiddels is duidelijk dat het antwoord moet zijn:
‘Nee’.
In het onderstaande wordt dit nader toegelicht.
De praktijk voor de GGD is dat, als mensen bij het stadsdeel overlast melden mbt
duiven, het stadsdeel aan de GGD vraagt een inventarisatie te doen op de gebieden/
voorwaarden van 1. Gevaar verkeersveiligheid, 2. Gevaar volksgezondheid
(voedselveiligheid) en 3. Gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden). Als er
sprake is van een of meerdere van deze voorwaarden kan het stadsdeel overgaan tot
het (laten) verwijderen van de duiven. In de praktijk komt het niet voor dat de GGD
afdeling Dierplaagbeheersing vogels doodt. Resultaat wordt over het algemeen
bereikt met wering. Hiermee geeft de gemeente Amsterdam uitvoering aan het
gemeentelijk beleid; het in principe niet doden van dieren.
Mensen kunnen zich echter ook direct wenden tot een organisatie die beschikt over
een, door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, afgegeven
ontheffing (voor het gebruik van schietnetten). Een dergelijke ontheffing geldt voor het
hele land en in dat geval komt de gemeente niet in beeld. In een dergelijke
beschikking staat als voorwaarde dat sprake moet zijn van:
1. gevaar verkeersveiligheid,
2. gevaar volksgezondheid (voedselveiligheid),
3. gevaar voor het betreffende dier (ondraaglijk lijden).
Als voldaan wordt aan (één van) deze voorwaarden is het gebruik van een schietnet
toegestaan ongeacht wat de gemeente er van vindt.
Zoals uit dit gecorrigeerde antwoord blijkt, zijn wij op een grijs gebied gestuit in de wet
en regelgeving. De gemeente zal contact opnemen met het Ministerie van
Economische zaken, Landbouw en Innovatie om hierover van gedachten te wissel en
daarbij het gemeentelijk beleid aangaande het doden van dieren over het voetlicht te
brengen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 7 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 223
Datum akkoord 7 maart 2017
Publicatiedatum 23 maart 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Lammeren van 18 november 2016
inzake het aandeelhouderschap van Life Sciences Fund Amsterdam en inzet van
de uitfasering van dierproeven.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Amsterdam is voor 29% aandeelhouder van het Life Sciences Fund Amsterdam
(LSFA). Dit fonds is begin 2009 opgericht om meer (bio-)medische bedrijven in de
regio Amsterdam te huisvesten. Het LSFA investeert risicodragend tot 1,5 miljoen
euro in kleinere ondernemingen op het gebied van Life Sciences en biedt verdere
ondersteuning op verschillende gebieden.’
Het LSFA ondersteunt op die manier zes bedrijven.” Biomedische onderzoeks-
instellingen maken veelal gebruik van dierproeven, zo ook de bedrijven waar het
LSFA en dus de gemeente Amsterdam in investeert. Zo schrijft een van de bedrijven
op de website onder andere primaten, konijnen en muizen te gebruiken voor
onderzoek.® Een andere instelling heeft publicaties waarin bijvoorbeeld wordt
omschreven hoe zware voorwerpen op de blootgelegde schedels van tientallen
muizen en ratten worden gegooid.*
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Lammeren, namens de fractie van
de Partij voor de Dieren, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Welke van de door het LSFA gesteunde instellingen voeren dierproeven uit of
laten extern dierproeven uitvoeren?
Antwoord:
LSFA geeft desgevraagd aan dat bedrijven die geneesmiddelen voor patiënten
ontwikkelen voorafgaand aan patiënten studies altijd dierproeven uitvoeren.
Hoewel er in de wereld gewerkt wordt aan nieuwe test systemen, denk aan 'lab
1 Begroting 2017
2 http://www.lsfamsterdam.nl/companies/
3 http://www. aimmtherapeutics.com/science-and-technology/
1 http://www.regenesance-pharma.com/technology/publications
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng 13 Gemeenteblad R
Datum 23 maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 18 november 2016
on a chip’ en andere diagnostische modellen, kunnen deze tot op heden de
dierproeven niet vervangen. Door de European Medices Agency (EMA) en de
Amerikaanse Food and Drug Administration () zijn dierproeven verplicht gesteld
alvorens nieuwe geneesmiddelen op mensen mogen worden toegepast. Voor alle
dierproeven dient het onderzoeksprotocol vooraf te worden beoordeeld en
goedgekeurd door de Dier Experimenten Commissie (DEC). Onderzoeksinstituten
als het AMG en VUMC hebben een eigen DEC. Alle onderzoekers zijn zich
terdege bewust het dierenleed tot een minimum te beperken.
2. Om hoeveel dierproeven gaat het in totaal sinds de invoering van het fonds?
Graag specificeren per instelling, intern of extern uitgevoerde experimenten, de
hoeveelheid dieren en het soort dieren.
Antwoord:
LSFA geeft desgevraagd aan dat dit vertrouwelijke informatie betreft die gedeeld
wordt met de ethische commissie voor dieren en mensen (De Centrale
Commissie Dierproeven - CCD). Vanaf 18 december 2014 is de herziene Wet op
de dierproeven (Wod) van kracht. De CCD verleent vergunningen voor
dierproeven. Instellingen krijgen alleen een vergunning als er echt geen andere
onderzoeksmethoden zijn om de wetenschappelijke vraag te beantwoorden en
als het nut en de noodzaak van het onderzoek voldoende opwegen tegen het
ongerief voor het dier.
3. Zijn er in de voorwaarden van het LSFA voorwaarden opgenomen over
dierproeven? Zo ja, welke? Zo nee, is het college bereid om bij het LSFA actief op
zoek te gaan naar een meerderheid van aandeelhouders voor het opnemen van
strenge voorwaarden met betrekking tot dierproeven die uitgevoerd worden met
steun van het LSFA?
Antwoord:
Bij de oprichting van het LSFA hebben de aandeelhouders, waarvan de
gemeente Amsterdam er één is, niets bepaald over het gebruik van proefdieren.
Het fonds participeert momenteel in zes biotech ondernemingen en is gesloten
voor nieuwe ondernemingen. Evenmin is over het gebruik van proefdieren iets
opgenomen in het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid (Agenda Dieren).
4. Wordt er door de bedrijven waar het LSFA in investeert gebruikgemaakt van
systematic reviews om het aantal onnodige dierproeven terug te dringen?
Antwoord:
Desgevraagd geeft LSFA aan dat waar mogelijk dierproeven worden vervangen
door in-vitro onderzoek. De redenen hiervoor zijn drieledig: a) hiermee kan
onnodig dierenleed worden voorkomen, b) in- vitro experimenten gaan sneller en
c) deze zijn in het algemeen goedkoper dan dierproeven. Om voorliggende reden
worden de nieuwste ontwikkelingen op dit terrein nauwkeurig en systematisch
door LSFA in de gaten gehouden.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing 13 Gemeenteblad
ummer - =: ne
Datum 23 maart 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 18 november 2016
5. Wordt er door de bedrijven waar het LSFA in investeert ook onderzoek gedaan of
gebruikgemaakt van alternatieven voor dierproeven? Zo nee, is het college bereid
om in de aandeelhoudersvergadering te pleiten voor het stimuleren van
investeringen in alternatieven voor proefdieronderzoek?
Antwoord:
LSFA geeft desgevraagd aan dat waar mogelijk er gewerkt wordt met
laboratorium - en in-vitro proeven. Er wordt geen specifiek onderzoek naar
alternatieven verricht. Zie ook de antwoorden op de vragen 3 en 4.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Vergadering stadsdeelcommissie
Agenda
Datum 26-05-2021
Aanvang 19:30
Locatie stadsdeel
1 Welkom
2 Vaststellen agenda en verslag
3 Bewoners aan het woord
Bewoners en ondernemers krijgen de gelegenheid om iets met de stadsdeelcommissie te delen. Maximale
spreektijd is 3 minuten.
Inzake winkelwagens in de Kleine Wereld:
AFGEMELD: Terry Bonaparte
AFGEMELD: Mariska Benjamins
4 Fietsparkeren stadsloket
Geagendeerd door Canan Uyar
Insprekers:
Guda Oly
Bonny Alberts
Nico Bot
5 Adviesaanvraag Mobiliteitsplan
Deze vergaderings stelt de stadsdeelcommissie het advies vast.
Insprekers:
Gerben Hieminga
Ruud Post
Bart Stuart (namens ANGSAW)
Bonny Alberts
Vera Bondy
6 TKN: Adviesaanvraag Projectnota Banne Noord
De stadsdeelcommissie stelt het advies 9 juni vast.
Insprekers:
Hamza Belhadj
Marzouk Aladlaoui
7 Adviesaanvraag Integraal Raamwerk Haven-Stad
De SDC stelt deze vergadering het conceptadvies vast.
8 Adviesaanvraag Projectnota Buikslotermeerplein
De stadsdeelcommissie stelt deze vergadering het advies vast.
9 Adviesaanvraag 8e herziening Landelijk Noord
Advies wordt deze vergadering vastgesteld.
10 TKN: Principenota Waterlandpleinbuurt
Ter kennisname geagendeerd. Bespreking volgt 9 juni, vaststelling volgt 23 juni.
11 Brief ongevraagd advies OV Voedselbank
Geagendeerd n.a.v. vorige vergadering.
12 Mededelingen
Mededelingen stadsdeelcommissie
13 Update DB
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord informeert de stadsdeelcommissie over bestuurlijke zaken.
Mededelingen dagelijks bestuur
Toezeggingenlijst
Vragen aan het DB
14 Termijnagenda
15 Sluiting
| Agenda | 3 | discard |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.