text
stringlengths
181
1.69M
label
stringclasses
11 values
num_pages
float64
1
502
split
stringclasses
4 values
5 se | Amsterdam debeleidsonderzoekers Projectnummer P0264 Onderzoek in opdracht van de gemeente Amsterdam Auteurs: Sonja van der Kemp, Mirjam Engelen (De Beleidsonderzoekers) © 12 september 2022 | De Beleidsonderzoekers | www.beleidsonderzoekers.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. 2 debeleidsonderzoekers 1. Inleiding 8 1.1 Doel en onderzoeksvragen 8 1.2 _ Onderzoeksopzet 10 2. Opdracht en werkwijze 11 2.1 Doelen 11 2.2 _ Werkwijze 12 2.3 _ Positionering 13 2.4 _ Activiteiten 13 2.5 Context 21 3. Prestatie indicatoren 23 3.1 _ Aantal Amsterdammers op sociaal werk 24 3.2 _ Aantal werkgevers voor de doelgroep 25 3.3 _ Sociaal inkopen en social return 25 34 Conclusies 26 4. Ervaringen met de Sociaal Werkkoepel 27 41 _ Werkgevers 27 42 _ Gemeente Amsterdam 30 4.3 Maatschappelijke organisaties 33 5. Conclusies 38 5.1 _ Functioneren Sociaal Werkkoepel 38 5.2 Toegevoegde waarde 39 5.3 _ Aandachtspunten 41 5.4 Suggesties van de onderzoekers 42 Bijlage 1: Respondentenoverzicht 44 Bijlage 2: Overige bijeenkomsten en webinars 46 3 De Sociaal Werkkoepel heeft als opdracht bij te dragen aan de doelen ‘meer kandidaten naar werk’, ‘meer passend werk’ en ‘meer doorstroom’ door afspraken te maken met de interne en externe samenwerkingspartners zodat er gezamenlijk een toekomstig bestendig systeem wordt gebouwd waarin de mensen met een arbeidsbeperking centraal staan. Medio 2022 is deze kwalitatieve evaluatie uitgevoerd van de (ervaren) toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel. De werkwijze van de Sociaal Werkkoepel als netwerkorganisatie is geëvalueerd door middel van deskresearch en 27 interviews met in totaal 35 personen van interne en externe netwerkpartners (werkgevers, maatschappelijke organisaties en gemeentelijke afdelingen). Daarbij is ook aandacht geschonken aan de wijze waarop de Sociaal Werkkoepel is georganiseerd en gepositioneerd. Uit de gesprekken met de netwerkpartners komt een positief beeld naar voren over zowel de kwaliteit van het netwerk als over de kwaliteit van het programmateam. Het netwerk functioneert vrij goed. De betrokkenen zijn van mening dat de relevante partijen op het gebied van sociaal werk zijn aangesloten. De activiteiten van de Sociaal Werkkoepel worden door de netwerkpartners vaak bezocht en positief beoordeeld. Ook kunnen we constateren dat, alhoewel netwerkpartners zeggen dat er onduidelijkheid is over de precieze taakverdeling binnen de gemeente, de rol van de Sociaal Werkkoepel als verbinder, aanjager en vraagbaak bij 4 debeleidsonderzoekers hen goed bekend is. Voor sommige partijen met veel ervaring en connecties in het sociaal werk, is de toegevoegde waarde van het netwerk minder duidelijk. Bij de netwerkpartners is er erkenning en waardering voor de kennis en kunde van het programmateam. Daarnaast is er veel waardering voor de toegankelijkheid, bereikbaarheid en de snelheid van handelen van de Sociaal Werkkoepel (het ‘aanpakken’). Ook ervaart men dat het programmateam volhoudend is, en doorgaat tot het resultaat is bereikt. Toegevoegde waarde De netwerkpartners zien over het algemeen een toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel. De Sociaal Werkkoepel slaagt er in om ervaren knelpunten binnen de gemeentelijke organisatie (zoals intern gericht, hokjes-denken, onvoldoende meedenkend/flexibel) voor netwerkpartners in het sociaal werk te verminderen. De mate waarin dit daadwerkelijk leidt tot extra arbeidsplaatsen, instroom of doorstroom is niet vast te stellen. Wel is er sprake van een verbetering van de randvoorwaarden voor de netwerkpartners om hun rol te vervullen bij het realiseren van banen in het sociaal werk. Daarmee kan worden verondersteld dat de activiteiten van de Sociaal Werkkoepel hebben bijgedragen aan de behaalde resultaten. De belangrijkste toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel (ten opzichte van de reeds bestaande structuren) zit in (de combinatie van) de volgende vier kenmerken: 1. Positie binnen de gemeente, met de blik naar buiten gericht Doordat de projectmanagers werkzaam zijn bij de gemeente Amsterdam, en ook ruime werkervaring hebben binnen de gemeente, kennen zij de gemeentelijke organisatie goed. Dat stelt hen in staat de weg te vinden binnen deze grote, complexe organisatie. Daardoor kunnen zij werkgevers en maatschappelijke organisaties in contact brengen met de voor hen relevante contactpersonen binnen de gemeente. En daarnaast de knelpunten die werkgevers en maatschappelijke organisaties ervaren agenderen binnen de relevante afdelingen van de gemeente. 2. Verbinder over domeinen heen Het programmateam heeft contacten in de verschillende domeinen die van belang zijn voor de instroom in het sociaal werk, zoals zorg en onderwijs. Zowel binnen de gemeente als daarbuiten. Uit de evaluatie blijkt dat de Sociaal Werkkoepel bijdraagt aan het leggen van (nieuwe) contacten tussen netwerkpartners in deze domeinen en tussen afdelingen binnen de gemeente. De netwerkpartners zijn van mening dat het programmateam er goed in slaagt de relevante partijen bij elkaar te brengen, en de samenwerking op het gebied van sociaal werk aanjaagt. Het is te verwachten dat dit bijdraagt aan een verbetering van de ketensamenwerking. 3. Ambassadeur voor sociaal werk Zowel binnen als buiten de gemeente wordt het als meerwaarde ervaren dat het programmateam een focus heeft op sociaal werk. Veel netwerkpartners binnen en buiten de gemeente hebben andere primaire doelen en/of een bredere doelgroep. Daarmee bestaat het risico dat de doelgroep van sociaal werk onvoldoende aandacht krijgt. Terwijl het organiseren 5 debeleidsonderzoekers van werk voor deze doelgroep volgens betrokkenen blijvende aandacht vraagt. Door de blijvende focus op sociaal werk vervult het programmateam binnen en buiten de gemeente een ambassadeursrol, door alle partijen aan te spreken op hun rol en hen te motiveren om meer te doen voor deze doelgroep. 4. Laagdrempelig en toegankelijk voor werkgevers en maatschappelijke organisaties De Sociaal Werkkoepel slaagt erin toegankelijk en laagdrempelig te zijn voor werkgevers en maatschappelijke organisaties, door goed bereikbaar te zijn en snel te handelen. De projectmanagers hebben de ruimte om flexibel in te spelen op de vragen en behoeftes van de netwerkpartners, en met hen mee te denken. De persoonlijke aandacht van de Sociaal Werkkoepel is voor werkgevers een belangrijke toegevoegde waarde. Aandachtspunten Er zijn ook een aantal aandachtspunten voor het functioneren en de toekomst van de Sociaal Werkkoepel uit de evaluatie naar voren gekomen: 1. Het netwerk is passief In het uitvoeringsbesluit Sociaal werk is aangegeven dat de samenwerking in de koepel in de ontwikkelfase geregisseerd zou worden vanuit een gemeentelijk programmabureau. Daaruit klinkt een veronderstelling dat het netwerk gaandeweg voor zichzelf zou gaan werken. In de praktijk constateren de betrokkenen echter dat de netwerkpartners zich vrij passief opstellen en het netwerk sterk vanuit de gemeente wordt gestuurd. Het is de vraag of het mogelijk is dit te veranderen en of de gemeente bereid is de trekkersrol te blijven vervullen. 2. Beperkte zichtbaarheid van de rol van de Sociaal Werkkoepel De rol van het programmateam als verbinder en ‘smeerolie’, heeft tot gevolg dat de bijdrage aan initiatieven en resultaten voor de buitenwereld vaak weinig zichtbaar is. De direct betrokkenen waarderen deze rol doorgaans wel en zien de meerwaarde daarvan. De kracht is daarmee ook een zwakte. Doordat altijd wordt samengewerkt met andere afdelingen binnen de gemeente en/of externe netwerkpartners, komen de resultaten doorgaans op andermans conto. Het programmateam stelt zich in deze ook terughoudend op om te voorkomen dat anderen vinden dat de Sociaal Werkkoepel teveel op hun terrein komt of met de eer gaat strijken. Daarmee is het vergroten van de zichtbaarheid van de rol van de Sociaal Werkkoepel lastig. 3. Positionering binnen de gemeente Er is, bij werkgevers en maatschappelijke organisaties, soms onduidelijkheid over de taakverdeling tussen de Sociaal Werkkoepel en andere afdelingen van de gemeente, met name met het Werkgeversservicepunt. Sommigen ervaren dat als een knelpunt, doordat zij op verschillende manieren door de gemeente benaderd worden over ongeveer hetzelfde onderwerp. Voor de meeste netwerkpartners levert deze onduidelijkheid in de praktijk echter geen concrete knelpunten op, zolang het Werkgeversservicepunt en de Sociaal Werkkoepel naar elkaar doorverwijzen of samen optrekken als dat gezien de vraag of behoefte van de werkgever wenselijk is. 6 debeleidsonderzoekers 4. Gebrek aan doorzettingsmacht Enkele externe en interne netwerkpartners benoemen dat, alhoewel het programmateam knelpunten voor het realiseren van sociaal werk signaleert, het niet altijd lukt om oplossingen te realiseren of resultaten te bereiken. Dit hangt onder andere samen met het grote aantal afdelingen van de gemeente waar de verantwoordelijkheden voor eventuele veranderingen liggen. En daarnaast met de afhankelijkheid van de Sociaal Werkkoepel van de medewerking van die afdelingen, aangezien zij daarover geen zeggenschap hebben. Uiteraard zal daarbij ook een rol spelen dat binnen de gemeente verschillende belangen tegen elkaar worden afgewogen, en daarmee niet altijd keuzes worden gemaakt die het meest gunstig uitvallen voor de ontwikkeling van het sociaal werk in Amsterdam. 5. Bereik Sociaal Werkkoepel / omvang van het netwerk Alhoewel de geraadpleegde netwerkpartners van mening zijn dat de partijen die van belang zijn voor het sociaal werk in Amsterdam zijn aangesloten, benoemen sommigen dat verdere uitbreiding van het netwerk met meer (reguliere) werkgevers goed zou zijn. Door meer reclame te maken voor sociaal werk danwel meer te investeren in marketing en communicatie, zouden meer werkgevers geïnspireerd kunnen worden om plaats te bieden aan de doelgroep. Suggesties van de onderzoekers Doelstellingen gerichter formuleren Het valt op dat de doelstelling voor sociaal werk in Amsterdam uit meerdere componenten bestaat. Het betreft de Wsw, beschut werk, het doelgroepregister en andere mensen uit de Participatiewet die met een loonkostensubsidie en/of jobcoach aan het werk gaan. Daarmee lijkt het alsof uitstroom uit de Wsw makkelijk te compenseren is door iemand uit de Participatiewet met een loonkostensubsidie aan het werk te krijgen, eventueel via beschut werk. Dit is echter niet eenvoudig. Als onderzoekers denken we dat het beter werkt de doelgroepen apart te monitoren. Daarnaast zou de Sociaal Werkkoepel zich kunnen beraden op andere uitkomstmaten, die meer inzicht geven in de daadwerkelijke meerwaarde. Interne en externe profilering De kracht van de Sociaal Werkkoepel is ook de zwakte. Verbinden van partijen en het fungeren als smeerolie tussen de partijen, maakt dat successen vaak afstralen op anderen. Bij verlenging van de Sociaal Werkkoepel zouden de activiteiten zich meer kunnen richten op uitbreiding van het netwerk en profilering van de rol, activiteiten en meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel, om daarmee ook de inzet te legitimeren. 7 Amsterdam wil doorgroeien van 4.000 sociale werkplekken in 2018, naar 4.500 in 2022’. De gemeente Amsterdam heeft daarvoor in maart 2018 de Sociaal Werkkoepel opgericht. Met de Sociaal Werkkoepel wordt de interne en externe samenwerking geoptimaliseerd.? Medio 2022 is een kwalitatieve evaluatie uitgevoerd van de (ervaren) toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel, van de wijze waarop de Sociaal Werkkoepel is georganiseerd en gepo- sitioneerd met een programmateam, en evaluatie van de werkwijze van de Sociaal Werkkoepel als netwerkorganisatie. De evaluatie is een procesevaluatie die een verantwoordende functie heeft en inzicht geeft in de organisatie en positionering van de Sociaal Werkkoepel en de activiteiten die zijn uitgevoerd door het programmateam. De evaluatie heeft ook een lerend karakter en moet inzicht geven in 1 Met sociaal werk wordt in Amsterdam bedoeld: werken met een arbeidsovereenkomst en een salaris met inzet van subsidie en/of begeleiding via gemeentelijke regelingen. (Tussenrapportage voortgang Sociaal werkkoepel 2018/2019) 2 Opdrachtformulering Sociaal werkkoepel, 4 december 2018. . debeleidsonderzoekers de werkzame elementen van de Sociaal Werkkoepel. Het gaat dan om de organisatie, positione- ring, aanpak en het werken in een netwerkorganisatie. De evaluatie brengt ten slotte op kwalita- tieve wijze de ervaren opbrengsten en ervaren toegevoegde waarde in kaart. Voor de evaluatie zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: Proces 1. In hoeverre is door het programmateam uitvoering gegeven aan de bestuurlijke opdracht? a. Op welke wijze is de Sociaal Werkkoepel georganiseerd en gepositioneerd? b. Welke voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd? c. Welke resultaten zijn bereikt op de KPI's? d. In hoeverre zijn de doelen behaald? Werking 2. Wat zijn de werkzame elementen van de Sociaal Werkkoepel? a. Welke bijdrage hebben de concreet uitgevoerde activiteiten geleverd aan de reali- satie van de doelstellingen? b. Welke bijdrage levert de aanpak/werkwijze van de Sociaal Werkkoepel (als netwerk van interne en externe partners) aan de realisatie van de doelstellingen? c. Welke bijdrage levert de wijze van organisatie en positionering van de Sociaal Werkkoepel (rol programmateam, positionering binnen en buiten de gemeente) aan de realisatie van de doelstellingen? Toegevoegde waarde 3. Welke toegevoegde waarde ervaren netwerkpartners van de Sociaal Werkkoepel? 4. _Watis, concluderend op basis van de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3, a. de specifieke toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel bij de behaalde re- sultaten op sociaal werk (bedoelde opbrengsten)? b. de toegevoegde waarde van een dergelijk netwerk van interne en externe partners in brede zin (onbedoelde opbrengsten)? 5. Welke behoefte bestaat er in het netwerk om de Sociaal Werkkoepel voort te zetten? 9 . debeleidsonderzoekers 1.2 Onderzoeksopzet De onderzoeksaanpak bestond uit de uitvoering van deskresearch en interviews: e Deskresearch Het programmateam heeft documenten aangeleverd waarin de doelen en werkwijze van de Sociaal Werkkoepel zijn beschreven, informatie over de uitgevoerde activiteiten en de kwantitatieve resultaten op het gebied van sociaal werk. e _ Interviews Er zijn 27 semigestructureerde interviews gevoerd met in totaal 35 personen. Dit zijn interne en externe netwerkpartners van de Sociaal Werkkoepel. De externe netwerkpartners zijn onder te verdelen in werkgevers en maatschappelijke organisaties. De lijst van geïnterviewde netwerkpartners is opgenomen in bijlage 1. Op basis van de gesprekken en de aangeleverde informatie is dit rapport opgesteld. 10 Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de doelen, werkwijze en positionering van de Sociaal Werkkoepel Amsterdam, alsmede van de concrete uitgevoerde activiteiten en de context waarbinnen deze activiteiten zijn uitgevoerd. Daarmee schetsen we een beeld van het proces: wat is het uitgangspunt geweest en wat is er - onder welke omstandigheden - ingezet om de gestelde doelen te bereiken? In de opdrachtformulering van het programma Sociaal Werkkoepel (11 oktober 2018) is het beoogde resultaat als volgt omschreven: De Sociaal Werkkoepel draagt bij aan de onderstaande resultaten door afspraken te maken met de interne en externe samenwerkingspartners zodat we gezamenlijk een toekomstig bestendig systeem bouwen waarin de mensen met een arbeidsbeperking centraal staan. 4 debeleidsonderzoekers e Meer kandidaten naar werk Concreet is de ambitie uitgesproken om te groeien van 4.000 Amsterdammers? in sociaal werk in 2018 naar 4.500 eind 2022. e Meer passend werk Passend werk organiseren voor het toenemend aantal medewerkers in sociaal werk met specifiek aandacht voor de doelgroep beschut werk. e Meer doorstroom Inzetten op meer doorstroom van onbenut potentieel naar sociaal werk onder andere vanuit activering, zorg en onderwijs als belangrijkste vindplaats van kandidaten. En doorontwikkeling van kandidaten die herbemiddeld kunnen worden van sociaal werk naar sociaal werk en daardoor niet terugvallen in de bijstand. Wat is het resultaat niet? e De Sociaal Werkkoepel is niet verantwoordelijk voor de extra banen die de werkgevers en de gemeente moeten creëren voor de arbeidsbeperkten vanuit de banenafspraak. Wel zal de koepel de werkgevers en de gemeente faciliteren en ondersteunen bij het realiseren van de extra banen. e De Sociaal Werkkoepel is niet verantwoordelijk voor de te behalen resultaten van de interne organisatieonderdelen van gemeente Amsterdam, maar zal een bijdrage leveren door de ketensamenwerking efficiënter en effectiever te organiseren zodat er betere verbinding is tussen de verschillende organisatieonderdelen. e De Sociaal Werkkoepel is niet verantwoordelijk voor het bedrijfsresultaat en de governance van Pantar. e Ten slotte is de koepel niet verantwoordelijk voor het budget dat betrekking heeft op het realiseren van de plaatsingen en de begeleiding van de doelgroep. ee 22 Werkwijze De Sociaal Werkkoepel is een netwerkorganisatie die reguliere werkgevers, sociale firma's en maatschappelijke organisaties faciliteert en ondersteunt bij het realiseren van meer banen voor Amsterdammers met een arbeidsbeperking. ° De Sociaal Werkkoepel levert hieraan een bijdrage door afspraken te maken met (externe en interne) samenwerkingspartners en de ketensamenwerking efficiënter en effectiever te organiseren. De Sociaal Werkkoepel: e _ zorgt voor inzicht in het systeem van sociaal werk en is een platform waar alle part- ners kennis vinden en met elkaar uitwisselen; * In 2018 werd ervan uitgegaan dat bijna 4.200 mensen werkzaam waren in sociaal werk in Amsterdam. Dit bleek na een correctie lager te zijn vanwege uitstroom uit de Wsw en een aantal mensen die wel werkzaam zijn bij Pantar maar niet in Amsterdam wonen. * Tussenrapportage voortgang Sociaal Werkkoepel 2018/2019. Gemeente Amsterdam * Detailontwerp Sociaal Werkkoepel 24 mei 2022, 12 debeleidsonderzoekers e _ is vraagbaak en organiseert informatiesessies en netwerkbijeenkomsten voor werkgevers en andere partners. Informatie wordt ook ontsloten op de website en Lin- kedin; e heeft een aanjagers- en lobbyrol en initieert acties om het netwerk inzichtelijk en toe- gankelijk te maken voor alle partijen. Waar mogelijk en kansrijk wordt sociaal werk on- der de aandacht gebracht, zowel binnen de gemeente als bij externe partners en wor- den partijen aan elkaar verbonden; e _ signaleert knelpunten en zorgt dat deze op de juiste tafel worden belegd en waar mo- gelijk opgelost. e _ maakt gebruik van de inzet van alle betrokken (uitvoerende) afdelingen van de ge- meente, zoals het Werkgeversservicepunt, Werk & Re-integratie, Participatie, Bureau Social Return, Onderwijs Jeugd en Zorg, Economische Zaken, Facilitair Bureau etc, en maakt de verbinding op de opgave van sociaal werk in Amsterdam. Het programmateam heeft bovendien de verantwoordelijkheid te sturen op de doelen en de ontwikkeling/innovatie rondom de ambitie om meer mensen aan het werk te krijgen. Om de resultaten van het uitvoeringsbesluit te monitoren en het effect van de Sociaal Werkkoepel inzichtelijk te maken, zijn een aantal KPl's opgesteld. Dit komt nader aan de orde in hoofdstuk 3. 2,3 Positionering De gemeente Amsterdam heeft de Sociaal Werkkoepel in 2018 opgericht en faciliteert het netwerk onder meer met een programmateam. Het programmateam van de Sociaal Werkkoepel bestaat uit een programmamanager (0,2 fte), drie projectmanagers (2,9 fte) en een programmaondersteuner (0,7 fte). De Wethouder Sociale zaken van de gemeente Amsterdam is bestuurlijk opdrachtgever van de Sociaal Werkkoepel. De directie Werk, Participatie en Inkomen (WPI) is ambtelijk opdrachtgever, gedelegeerd door de stedelijk directeur Sociaal. In 2021/2022 heeft een reorganisatie plaatsgevonden van WPI, resulterend in de directie WPI 2.0. De Sociaal Werkkoepel hangt direct onder de directie WPI 2.0.’ De positionering van de Sociaal Werkkoepel is met de reorganisatie niet veranderd. 2.4 Activiteiten In de periode 2018 tot heden heeft de Sociaal Werkkoepel diverse activiteiten ontwikkeld en georganiseerd. In deze paragraaf beschrijven we de activiteiten die in de periode 2018 t/m 2022 zijn uitgevoerd. $ Jaaroverzicht Sociaal Werkkoepel 2021. ? Jaaroverzicht Sociaal Werkkoepel 2021. 13 . debeleidsonderzoekers In onderstaande tabel vatten we de activiteiten samen. Opbouw en onderhoud netwerk 115 netwerkpartners op website Periodiek overleg met diverse gemeentelijke afdelingen en maatschappelijke partners Convenant met VU Convenant HvA/UvA en Pantar Website en sociale media 19 Nieuwsbrieven Linkedin Website Netwerk- en informatiebijeenkomsten kol Ze a liev A Ine KeAvASl nl 6 netwerkborrels 7 webinars 2 lunchtalks (mede)organisatie 9 overige conferenties/bijeenkomsten Matchingsactiviteiten Startbijeenkomst doorstroomsessies 30 doorstroomsessies 3 reguliere pitch & match dagen 2 branche-/bedrijfsgerichte pitch & matchbijeenkomsten Harrie trainingen 8 trainingen in 2022 Mbo praktijkleren met praktijkverklaring 100 kandidaten, 28 praktijkverklaringen Hoofdzaak}Werk Jaarlijks worden met GGZ-partners meer dan 60 kandidaten met een grote psychische kwetsbaarheid naar werk begeleid 2.4.1 Opbouw en onderhoud netwerk Het aantal netwerkpartners van de Sociaal Werkkoepel is sinds 2019 gestegen van 50 naar 115 (zie figuur 2.1). Figuur 2.1 Aantal netwerkpartners 140 115 120 100 100 80 60 50 40 20 0 2020 2021 2022 (t/m juni) Buiten de netwerkpartners (die zijn vermeld op de website), heeft het programmateam contact 14 debeleidsonderzoekers met meer organisaties binnen en buiten Amsterdam. Tot en met juni 2022 waren er contacten met 1.620 personen van 506 organisaties, zo blijkt uit het relatiebestand. Convenant Hogeschool van Amsterdam (HvA), Universiteit van Amsterdam (UvA) en Pantar Op 18 september 2019 hebben Gemeente Amsterdam, Pantar, Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor een periode van vijf jaar. De organisaties willen zich samen inzetten om invulling te geven aan de doelen van HvA-UvA rondom de Banenafspraak en de Quotumwet en zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep sociaal werk laten groeien naar een reguliere baan op de arbeidsmarkt. Mensen komen bij Pantar in dienst, worden door Pantar begeleidt en opgeleid en ingezet bij HvA-UvA op basis van groepsdetachering. HvA-UvA biedt hen werk aan in diverse disciplines. Partijen spannen zich gezamenlijk in voor de doorstroom van de deelnemers aan deze leer- Awerktrajecten naar de reguliere arbeidsmarkt in en om Amsterdam, danwel doorstroom naar een vervolgopleiding. Convenant Vrije Universiteit (VU) Als een van de grotere werkgevers in Amsterdam wil en moet de VU een belangrijke bijdrage leveren aan de banenafspraak. Om daar werk van te maken is de VU samen met gemeente, Sociaal Werkkoepel Amsterdam (SWK) en Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (WSP) op 9 december 2020 een samenwerking aangegaan om voor 2025 163 banen voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren en duurzaam te behouden? Het aantal participatiebanen stond eind 2020 op 45 fte. Eind 2021 was dit toegenomen tot 63 fte. Klankbordgroep met gemeentelijke directeuren Om de Amsterdamse ambitie op sociaal werk onder de aandacht te brengen binnen de gemeente is eind 2018 in het Gemeentelijk Management Team (GMT) besloten om een klankbordgroep te starten. De leden van de klankbordgroep denken mee over het behalen van de doelstelling voor meer gemeentelijk sociaal werk, meer Amsterdammers naar sociaal werk en fungeren als ambassadeur voor sociaal werk. De klankbordgroep bestaat uit een vertegenwoordiging van directeuren uit alle clusters en een stadsdeelsecretaris en komt circa 2 keer per jaar bij elkaar. 2.4.2 Website en sociale media De Sociaal Werkkoepel heeft sinds 2019 een website met informatie over het netwerk en de activiteiten: https://sociaalwerkkoepelamsterdam.nl. Op de website staat een overzicht van alle netwerkpartners van de Sociaal Werkkoepel. Aan een aanmelding als partner zijn voor de deelnemende organisaties geen kosten verbonden. Ook is de Sociaal Werkkoepel actief op Linkedin en verzendt nieuwsbrieven over hun activiteiten. Sinds 2019 zijn er 19 nieuwsbrieven verspreid. In onderstaande figuren is het bereik hiervan weergegeven. 8 https://sociaalwerkkoepelamsterdam.nl/1-jaar-na-het-convenant-met-de-vu/ 15 . debeleidsonderzoekers Figuur 2.2 Aantal Linkedin volgers en nieuwsbriefabonnees 1.400 1.200 1.311 1.000 1.028 862 762 800 600 510 400 450 200 275 0 2019 2020 2021 2022 (t/m juni) ==glinkedin volgers _ ==@= Nieuwsbrief abonnees Hieruit kunnen we concluderen dat de Sociaal Werkkoepel erin slaagt om het netwerk en de contacten jaarlijks uit te breiden. Het aantal volgers op LinkedIn kunnen we vergelijken met het aantal volgers van andere gemeentelijke afdelingen en netwerkpartners in Amsterdam (zie figuur 2.3). Uiteraard zijn er grote verschillen tussen deze organisaties en afdelingen in bestaansduur, aantal medewerkers en doelgroep waardoor geen zuivere vergelijking mogelijk is. Wel geeft het de mogelijkheid de omvang van het bereik op Linkedin iets meer te duiden. Figuur 2.3 Vergelijking van het aantal volgers op Linkedin met netwerkpartners Pantar nn 4.589 Bureau Social Return mn 030 Amsterdam Impact nn 2.433 Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (EN 2.273 Sociaal werkkoepel Amsterdam EN 1.322 Regionaal werkcentrum Groot-Amsterdam EM 733 Stichting De Omslag EA 377 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 Uit de vergelijking blijkt dat er onder de netwerkpartners partijen zijn met meer en met minder volgers op Linkedin. Gezien de specifieke doelgroep waar de Sociaal Werkkoepel zich voor inzet, lijkt het bereik via Linkedin redelijk goed te zijn, zeker ook gezien het feit dat de Sociaal Werkkoepel nog maar relatief kort bestaat en zich alleen op de stad Amsterdam richt. 16 . debeleidsonderzoekers 2.4.3 Netwerk- en informatiebijeenkomsten In de periode 2018 t/m 2022 heeft het programmateam diverse netwerk- en informatiebijeenkomsten georganiseerd. Naast de zomer- en winterevents (zie figuur 2.4), is de Sociaal Werkkoepel in 2021 gestart met het organiseren van digitale netwerkborrels. In 2021 zijn vier digitale netwerkborrels georganiseerd met in totaal 60 gasten. In 2022 zijn twee digitale netwerkborrels georganiseerd met in totaal 21 gasten. Een uitgebreider overzicht van overige activiteiten van de Sociaal Werkkoepel, waar netwerken vaak ook onderdeel van uitmaakt, is te vinden in bijlage 2. Figuur 2.4 Aantal deelnemers (bij benadering) zomer- en winterevents 0 20 40 60 80 100 120 140 Zomerevent 2015 MN 70 Winterevent 2018 RR 60 Zomerevent 2019 00 Winterevent 2020 Wo 120 Zomerevent 2020 (digitaal) 90 Winterevent 2021 (digitaal) s0 Zomerevent 2021 (digitaal) Wm so Zomerevent 2022 n 0 Hiernaast zijn jaarlijks diverse andere bijeenkomsten en webinars georganiseerd, gemiddeld ongeveer vier per jaar. Een overzicht van deze bijeenkomsten is opgenomen in bijlage 2. In 2020 en 2021 vonden de meeste netwerk- en informatiebijeenkomsten digitaal plaats in verband met de coronapandemie. 2.44 Matchingsactiviteiten De Sociaal Werkkoepel organiseert een aantal activiteiten die gericht zijn op het matchen van werkzoekenden en werkgevers, namelijk de pitch & match markt (jaarlijks) en in- en doorstroomsessies (maandelijks). Pitch en match markt De Pitch en match markt is een jaarlijkse bijeenkomst waar kandidaten en werkgevers zich vrijblijvend aan elkaar kunnen presenteren. Deze bijeenkomst wordt door maatschappelijke organisaties, GGZ en de Sociaal Werkkoepel samen georganiseerd. De deelnemers zijn vaak nog in begeleiding via de Wmo of bij de GGZ. De werkzoekenden krijgen vooraf een pitch- training aangeboden. De Pitch & match markt (ook meet & match of mix & match genoemd) heeft plaatsgevonden in 2019 (120 werkzoekenden en werkgevers), 2020 (meer dan 160 werkzoekenden en werkgevers) 17 4 debeleidsonderzoekers en 2021 (circa 60 kandidaten en 21 werkgevers”). In 2020 en 2021 heeft deze markt digitaal plaatsgevonden. Daarnaast is een pitch & match bijeenkomst georganiseerd gericht op ICT- werkgevers (2019) en bij de KNAW!° (2021). In- en doorstroomsessies Bij de maandelijkse doorstroomsessies ontmoeten verschillende netwerkpartners elkaar. Bij deze sessies matchen werkgevers werknemers waarvan het contract afloopt met potentiële nieuwe werkplekken bij andere werkgevers. Het gaat om werkzoekenden die een doelgroepindicatie hebben of daar via de praktijkroute voor in aanmerking komen. In april 2022 is dit concept aangepast naar in- en doorstroomsessies. De doorstroomsessies waren succesvol, totdat er op een gegeven moment geen kandidaten meer werden aangeboden en er nog wel vraag was vanuit de netwerkpartners. Daarom koos de Sociaal Werkkoepel voor een maandelijkse in- en doorstroomsessie. Het verschil met de doorstroomsessies is, dat hierbij ook jobhunters kandidaten aanbieden die op dit moment geen baan hebben en op zoek zijn naar passende werkplekken! Na de startbijeenkomst in 2019 zijn tot medio 2022 30 doorstroomsessies georganiseerd, waar telkens circa 15 werkgevers aan deelnamen. |? 2.4.5 Harrie trainingen De eendaagse Harrie helpt trainingen worden sinds 2022 aangeboden aan werkgevers in samenwerking met het Werkgeversservicepunt en CNV Jongeren. Deze training wordt kosteloos aangeboden voor collega's (begeleiders) van medewerkers met een doelgroepindicatie die woonachtig zijn in Amsterdam. De collega’s krijgen hiermee handvatten voor de begeleiding. Harrie is een collega die Hulpvaardig, Alert, Realistisch, Rustig, Instruerend en Eerlijk is. Tot medio 2022 hebben drie digitale trainingen en vijf live trainingen plaatsgevonden. In totaal hebben 76 personen hieraan deelgenomen. 2.4.6 Overige activiteiten In samenwerking met maatschappelijke organisaties heeft de Sociaal Werkkoepel enkele projecten (mede) opgezet of ondersteund. Hieronder worden deze activiteiten kort beschreven. De Sociaal Werkkoepel werkt daarbij altijd samen met andere partijen. Een uitgebreider overzicht van overige activiteiten is opgenomen in bijlage 2. Mbo praktijkleren met praktijkverklaring De regio Groot Amsterdam doet sinds 2019 mee aan de landelijke pilot ‘Praktijkleren met een praktijkverklaring’ in het mbo. Mbo praktijkleren is voor werkzoekenden en werkenden zonder startkwalificatie. Dat wil zeggen, voor wie het behalen van een volledig mbo-diploma of certificaat vooralsnog niet haalbaar lijkt. Het is een combinatie van werken en het doen van een ? https://sociaalwerkkoepelamsterdam.nl/category/bijeenkomsten/ 10 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen MT https://sociaalwerkkoepelamsterdam.nl/in-en-doorstroomsessie-nieuwe-stijl/ 23 bijeenkomsten in 2019, 10 bijeenkomsten in 2020, 10 bijeenkomsten in 2021 en 7 bijeenkomsten in 2022 (t/m juni). 18 debeleidsonderzoekers (deel van een) mbo-opleiding. De pilot biedt kansen voor burgers om vakvaardigheden in de praktijk te leren en via een praktijkverklaring mbo een onderwijs-erkenning met civielrechtelijk waarde te behalen. De verwachting is dat ze hiermee betere kansen hebben om in of door te stromen op de arbeidsmarkt. De Sociaal Werkkoepel heeft een rol vervuld in het starten van de pilot en het organiseren en faciliteren van de samenwerking tussen onderwijs, leerwerkbedrijven en werkgevers.!* In 2020 zijn 38 kandidaten gestart. Op 10 maart 2021 vond de uitreiking plaats van de eerste twee praktijkverklaringen. In 2021 waren er 80 kandidaten en 10 praktijkverklaringen. In de eerste helft van 2022 is dit gegroeid naar 100 kandidaten en 28 praktijkverklaringen. Sinds 1 januari 2022 is de pilot Mbo Praktijkleren omgezet naar een vast instrument met de naam “Praktijkleren met de Praktijkverklaring”. Oriëntatiestage Voor jongeren met een grote begeleidingsbehoefte die gaan uitstromen van het VSO/Praktijkschool werkt de Sociaal Werkkoepel nauw samen met onderwijs, dagbesteding, sociaal ontwikkelbedrijf en sociale firma's. De nieuwste ontwikkeling hierin is dat Cordaan en Pantar (respectievelijk aanbieders van arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk) de oriëntatiestage hebben opgezet. In een gezamenlijk traject van Cordaan en Pantar kan de jongere in een oriëntatieperiode van 20 weken onderzoeken welke plek bij Pantar of Cordaan (of een plek uit het netwerk van beide organisaties en de Sociaal Werkkoepel) het beste bij ze past. De gemeente financiert de stageperiode. Er wordt gemonitord welk instrument het best passend is waardoor vooruitlopend aan de daadwerkelijke uitstroom van het onderwijs de juiste plek kan worden geregeld met de bijbehorende begeleiding, voorzieningen en financiering. Het gaat jaarlijks om een kleine groep leerlingen (ca. 20). Voor deze jongeren en hun netwerk is het belangrijk om in samenhang te onderzoeken welke stap het best passend is. Van de keuze voor de vervolgstap na de opleiding hangt ook de keuze voor Wajong/Wlz/Pgb of inkomen uit beschut werk aangevuld met bijstand van af. De voorwaarden van deze regelingen verschillen, waardoor de keuze invloed heeft op de inkomenszekerheid.1° Met de inzet van de oriëntatiestage wordt het achterliggende probleem van de lastige keuze voor deze jongeren en hun toekomst niet opgelost, maar wordt wel bijgedragen aan een zo goed mogelijke keuze. Investeren in sociale firma's Sinds 2019 wordt het beleid sociale firma's vanuit de Sociaal Werkkoepel gemonitord. In de raadsbrief Versterken positie sociale firma's in Amsterdam’ van 17 december 2019 is een aantal acties opgenomen waarmee het college werkt aan de versterking van sociale firma's. Het betreft acties op het gebied van doorlichting van het inkoopproces en promotie, bevordering van instroom en het versterken van het partnerschap. Aan deze acties wordt samengewerkt door Sociaal Werkkoepel (coördinatie/verbinden van de betrokken partijen), bureau Social Return, Concern Inkoop, Amsterdam Impact en Onderwijs Jeugd en Zorg/Dagbesteding. Een aantal acties is in samenwerking met De Omslag opgepakt. 3 Tussenrapportage voortgang Sociaal werkkoepel 2018/2019. * https://sociaalwerkkoepelamsterdam.nl/praktijkleren-met-praktijkverklaring/ 1» De waarborgen qua inkomenszekerheid die bij de Wajong van toepassing zijn gelden (nog) niet bij de bijstand. Naast inkomen uit de Wajong kan het netwerk aanvullend financiële steun voor bijvoorbeeld vakantie of mobiliteit bieden, bij de bijstand niet. 19 debeleidsonderzoekers Het onderwerp sociale firma's en in het bijzonder het versterken van de positie van sociale firma's via de gemeentelijke inkoop heeft ook veel belangstelling van de Amsterdamse gemeenteraad. De raad heeft de wens geuit om concrete doelstellingen op sociaal inkopen af te spreken!é. Om richting te geven aan de beantwoording van deze motie is duiding gewenst wat de gemeente precies onder ‘sociaal inkopen’ verstaat: inkopen bij erkende Amsterdamse sociale firma's of wellicht breder. En welke mogelijkheden er zijn om te sturen op de resultaten van sociaal inkopen. De resultaten van dit onderzoek worden voorgelegd aan de gemeenteraad, zodat hierover het debat gevoerd kan worden en een raadsbesluit kan worden genomen. Dit onderzoek wordt in 2022 uitgevoerd in opdracht van Bureau Social Return. De Sociaal Werkkoepel is hierbij betrokken als lid van de klankbordgroep. Hoofdzaak}Werk Mensen met een ernstige psychische aandoening die behandeling en/of begeleiding krijgen en aan het werk willen, kunnen hiervoor begeleiding krijgen met de methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS). Een IPS-trajectbegeleider helpt dan met werk zoeken, vinden en behouden. Het landelijk project Hoofdzaak}Werk heeft als doel om voor meer mensen met een psychische kwetsbaarheid betaald werk mogelijk te maken. De Sociaal Werkkoepel is kwartiermaker in de arbeidsmarktregio Groot Amsterdam voor deelname aan het landelijk project met als doel jaarlijks meer dan 100 kandidaten naar werk te begeleiden en het versterken van de samenwerking in de regio tussen alle GGZ-partners en gemeenten. Voorschakel beschut werk Bij het zoeken naar een geschikte beschutte werkplek, moet gekeken worden of werkgever en de kandidaat bij elkaar passen. Daar is een voortraject voor nodig, waar de werkgever in moet investeren. Bij daadwerkelijke plaatsing van een kandidaat krijgt de werkgever een vergoeding, maar het voortraject vraagt juist een investering. De Sociaal Werkkoepel heeft mede gezorgd voor een begeleidingsvergoeding in het voortraject, omdat hier vanuit werkgevers een behoefte aan was. Dienstverbanden bij de gemeente Amsterdam Vanuit de SW (begeleid werken) waren er circa 60 personen gedetacheerd bij de gemeente Amsterdam. De Sociaal Werkkoepel heeft de betreffende afdelingen opgeroepen deze mensen over te nemen als medewerker van de gemeente Amsterdam en niet meer gedetacheerd vanuit de SW te laten zijn. Daarvoor is gesproken met diverse directies. De Sociaal Werkkoepel monitort of dit daadwerkelijk gebeurt. Meewerken plus Samen met de afdeling OJZ en de maatschappelijke organisaties wordt door de Sociaal Werkkoepel gewerkt aan een nieuw product binnen de dagbesteding, met de titel ‘meewerken plus’. Dit is een product dat lijkt op arbeidsmatige dagbesteding, maar waar expliciet de focus ligt op doorstroom. Dit product is nog in ontwikkeling. 16 Motie 660 (El Ksaïihi) Sturen op resultaten. 20 debeleidsonderzoekers 2,5 Context Naast het functioneren van de Sociaal Werkkoepel zelf, zijn er externe factoren die van invloed zijn geweest op de uitvoering van activiteiten en de realisatie van de gestelde doelen. Deze zijn van belang voor het interpreteren van de gerealiseerde activiteiten en mate waarin de doelstellingen zijn behaald. De volgende contextfactoren zijn volgens betrokkenen van invloed geweest: e De Sociaal Werkkoepel als nieuwe organisatie binnen de gemeente In 2018 werd de Sociaal Werkkoepel als nieuwe organisatie naast de bestaande afdelingen opgericht. In de beginfase heeft het programmateam daarmee een positie moeten verwerven. Met verschillende afdelingen binnen de gemeente kwam de Sociaal Werkkoepel in botsing over de verdeling van taken en rollen. Gaandeweg is daar een weg in gevonden en de betrokken interne netwerkpartners zijn nu grotendeels tevreden over de samenwerking. e _Coronapandemie In de jaren 2018/2019 was de groei van het aantal Amsterdammers op sociaal werk hoger dan de doelstelling.” Na het begin van de coronapandemie (begin 2020) is het aantal werkenden in sociaal werk gestabiliseerd, wat betekent dat sindsdien alleen de uitstroom uit de WSW is gecompenseerd. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt door corona hebben ervoor gezorgd dat minder banen beschikbaar waren bij reguliere bedrijven en sociale firma's. Dit is voor een deel opgevangen doordat meer mensen in dienst zijn gekomen bij Pantar. Na beëindiging van de coronamaatregelen is er in 2022 sprake van personeelstekorten in veel sectoren. Naar verwachting heeft dit een positief effect op de inzet van de doelgroep op de arbeidsmarkt. De coronapandemie heeft ook invloed gehad op de mogelijkheden van de Sociaal Werkkoepel om mensen met elkaar te verbinden. In 2020 en 2021 hebben veel bijeenkomsten wel doorgang gevonden, maar in een digitale vorm. Het digitale werken heeft desalniettemin een belemmering gevormd voor de mogelijkheden om te netwerken. In 2022 zijn de fysieke bijeenkomsten weer opgepakt. e Reorganisatie afdeling WPI In 2021/2022 heeft er een reorganisatie binnen de afdeling WPI plaatsgevonden. De belangrijkste wijziging voor sociaal werk is dat er multidisciplinair gewerkt wordt en er een aparte afdeling Sociaal Werk is gekomen. Dit is een zogenoemde instrumentenafdeling. Amsterdammers komen eerst bij een multidisciplinair team terecht (werk en participatie samen in een team/ georganiseerd per gebied). De klantbegeleider heeft de regie en kan de Amsterdammer aanmelden bij de afdeling Sociaal werk als hij/zij vermoed dat het gaat om iemand voor wie LKS/ jobcoaching/beschut werk aan de orde is. Sociaal werk wordt dan ingezet als instrument om naar werk te komen. 7 Tussenrapportage Voortgang Sociaal werkkoepel 2018/2019. 8 Factsheet resultaten en ontwikkelingen Sociaal Werk, peildatum 1 januari 2022. Sociaal Werkkoepel, 2022. 21 debeleidsonderzoekers De reorganisatie heeft eind 2021 / begin 2022 mogelijk belemmerend gewerkt op het realiseren van plaatsingen bij werkgevers, doordat de aandacht uitging naar de reorganisatie en interne ontwikkelingen. Het creëren van een afdeling sociaal werk roept bij sommige betrokkenen de vraag op waarom er dan ook nog een aparte Sociaal Werkkoepel nodig is en hoe de taken zijn verdeeld. e _Banenafspraak Landelijk is met de invoering van de Participatiewet in 2015 ook de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten ingevoerd. Doel van deze wet is een stijging van het aantal banen voor mensen met een arbeidsbeperking. In de Memorie van toelichting bij de wet is het doel verwoord: “Het moet normaal worden dat mensen met een arbeidsbeperking deelnemen aan het arbeidsproces". Uit de jaarlijkse monitor voor de resultaten van de banenafspraak blijkt dat de afgesproken aantallen tot en met 2018 zijn gehaald. In totaal gaat het om bijna 52.000 extra banen. Op grond van de evaluatie van de wet, uitgevoerd in 2019'° blijkt dat de groei van het aantal banen gepaard gaat met een stijging van de kansen op het vinden van werk voor met name de mensen in de Participatiewet en mensen met een achtergrond in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro). Uit dit evaluatieonderzoek blijkt dat de Wet banenafspraak een positieve impuls heeft gegeven aan het maatschappelijk debat om iemand met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Uit het onderzoek blijkt verder dat de conjunctuur een grote invloed op de resultaten heeft gehad. De Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten heeft waarschijnlijk ook in Amsterdam een positief effect gehad op werkgevers om mensen uit het doelgroepregister in dienst te nemen. 1? P, Fris, A. Witkamp en G. Walz (2019). Meer kansen voor mensen met een arbeidsbeperking? Evaluatie Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. 22 Voor de monitoring van de resultaten op het gebied van sociaal werk in Amsterdam zijn een aantal KPI's geformuleerd. De Sociaal Werkkoepel verzamelt zelf de gegevens over de ontwikkelingen op de KPI's. In dit hoofdstuk presenteren we deze cijfers op hoofdlijnen, zodat deze meegenomen kunnen worden in de conclusies over de toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel. In het uitvoeringsbesluit is benoemd dat de Sociaal Werkkoepel de volgende kpi's zal monitoren: Totaal aantal Amsterdammers met een arbeidsbeperking aan het werk. Het aantal bedrijven en sociale firma's waar werkplekken voor de doelgroep worden gerealiseerd. Jaarlijks gerealiseerde gemeentelijke omzet bij sociale firma's. Opbrengst vanuit Social return voor sociale firma's De informatie in dit hoofdstuk is afkomstig uit de ‘Factsheet Resultaten en Ontwikkelingen Sociaal Werk, Peildatum 1 juli 2022’ die is opgesteld door de Sociaal Werkkoepel. . debeleidsonderzoekers e 3.1 Aantal Amsterdammers op sociaal werk Begin 2018 heeft de gemeente Amsterdam de ambitie geformuleerd om te groeien van 4.000 werknemers in sociaal werk in 2018, naar 4.500 werknemers eind 2022, in een zo regulier mogelijke setting. Om deze doelstelling te bereiken moest een forse groei gerealiseerd worden in het aantal Amsterdammers dat in het kader van de Participatiewet werkt bij reguliere bedrijven en sociale firma's. Temeer omdat het aantal Amsterdammers in de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) met ongeveer 5 tot 6% per jaar afneemt. De Sociaal Werkkoepel is opgericht om deze transitie te ondersteunen en de groei te helpen realiseren. Figuur 3.1 Aantal Amsterdammers op sociaal werk Ontwikkelingen Sociaal Werk Totaal aantal Amsterdammers op sociaal werk (oude en nieuwe doelgroep), peildatum 1 juli 2022 ° B ef © 4.500 ° 1 januari 2020 em = le 4 Semier 4,214 Groeidoelstelling Totaal WEW 3.01 3 3.400 nn i o 1 januari 2021 I : | Î 2.450 je 4.1 33 1 sociaal wert : Totaal WSW 2.822 1 1 I i nn 1 ! 1 I | Huidige situatie É e (1 juli 2022) 1 en 4.172 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Totaal WSW 2.556 Op 1 juli 2022 zijn er 4.172 Amsterdammers aan het werk in sociaal werk. Ondanks de groei van het aantal Amsterdammers dat werkt in het kader van de Participatiewet is het totale aantal Amsterdammers in sociaal werk de afgelopen twee jaar niet toegenomen. In 2020 was de groei door de coronacrisis niet toereikend om de uitstroom uit de Sociale Werkvoorziening te compenseren. In 2021 was de groei in de Participatiewet weer voldoende om de uitstroom uit de Wsw te compenseren. Aantal Amsterdammers aan het werk met de instrumenten van de Participatiewet Op 1 juli 2022 zijn 1.616 Amsterdammers aan het werk met de instrumenten van de Participatiewet (lbonwaardesubsidie, jobcoaching of beschut werk). Dit is een stijging met bijna 35% ten opzichte van eind 2019. In 2021 was de groei groter dan in 2020. Vooral in de 2° helft van 2021 zijn er veel nieuwe banen bijgekomen. De groei is wel nog steeds minder groot dan voor de coronacrisis. 24 . debeleidsonderzoekers Figuur 3.2 Aantal Amsterdammers aan het werk met inzet van instrumenten van de P-wet Aantal Amsterdammers aan het werk met inzet van instrumenten van de P-wet, peildatum 1 juli 2022 ‘ „ 1.560 1.526 | 1491 ; 1.454 Î 1.419 í 1.400 2020 2021 2022 De totale groep Amsterdammers die aan het werk is met instrumenten van de P-wet is verder onder te verdelen in twee subgroepen. Op 1 juli 2022 werkten: e 1.294 Amsterdammers met loonwaardesubsidie en/of jobcoaching; e _ 322 Amsterdammers op Beschut Werk. De groei van het aantal werknemers in Beschut Werk is naar verhouding groter dan de groei van werknemers met loonwaardesubsidie en/of jobcoaching. Uitstroom naar regulier werk In 2022 stroomden tot 1 juli 66 Amsterdammers vanuit Sociaal Werk uit naar regulier werk zonder subsidie en/of jobcoaching. In 2021 waren dit er 84, in 2020 68 en in 2019 58. Deze mensen staan nog steeds in het doelgroepregister en kunnen bij een eventuele terugval opnieuw gebruik maken van de ondersteuning van de gemeente. 3.2 Aantal werkgevers voor de doelgroep In totaal bieden 653 werkgevers werkplekken voor sociaal werk (oude en nieuwe regelingen). Het betreft 621 reguliere werkgevers, Pantar en 31 overige sociale firma's. Ten opzichte van 1 januari 2020 is het aantal werkgevers voor sociaal werk met 91 werkgevers toegenomen, waarvan 90 reguliere werkgevers en 1 sociale firma. ® 3.3 Sociaal inkopen en social return In 2021 nam de gemeentelijke inkoop bij erkende sociale firma's toe naar € 2.660.000 (2020: € 1.352.000; 2019: € 934.000 }. Er is ingekocht bij 24 sociale firma's. Het betrof veel kleine en enkele middelgrote opdrachten onder de aanbestedingsgrens en ook enkele opdrachten boven de aanbestedingsgrens. De inkoop in het kader van social return door contractpartners van de gemeente bij sociale firma's steeg naar € 837.000 (2020: € 454.000, 2019: € 1.088.000). Het betrof 92 opdrachtnemers die hebben ingekocht bij 40 sociale firma's. 25 debeleidsonderzoekers Bij Pantar nam in 2021 de gemeentelijke inkoop toe van € 14,5 miljoen in 2020 naar € 15,4 miljoen (2019: € 17 miljoen). De gemeentelijke opdrachten bij Pantar lijken zich daarmee weer te herstellen richting het niveau van voor de Coronacrisis. Ook steeg de bij Pantar gerealiseerde social return naar € 1.065.000 (2020: € 189.000, 2019: € 367.000). We kunnen concluderen dat de negatieve effecten van de coronacrisis in 2021 op het gebied van social return niet meer aanwezig zijn en er zelfs een stijging heeft plaatsgevonden. 3.4 Conclusies Gezien de huidige ontwikkeling in de cijfers, lijkt het erop dat de hoofddoelstelling van 4.500 Amsterdammers aan het werk in sociaal werk niet gehaald zal worden per 31 december 2022. Wel is er een positieve ontwikkeling te zien in het aantal werkenden met inzet van instrumenten van de P-wet, waarmee grotendeels compensatie plaatsvindt van de afname van het aantal Amsterdammers in de WSW. Ook het realiseren van deze compensatie is geen vanzelfsprekendheid en vraagt inzet van de betrokkenen. Gezien de bijzondere omstandigheden als gevolg van de coronapandemie, die een remmend effect hadden op de arbeidsplaatsen in sociaal werk, lijkt dit daarom geen slecht resultaat. Bij het realiseren van deze doelstelling zijn veel partijen betrokken, waardoor het resultaat (of gebrek daaraan) niet specifiek kan worden toegeschreven. Daarnaast is er een gunstige ontwikkeling in het aantal werkgevers die werk bieden aan Amsterdammers die werken met inzet van instrumenten van de Participatiewet. 26 De netwerkpartners zijn te verdelen in drie groepen: werkgevers die plaatsen voor sociaal werk bieden, maatschappelijke organisaties in onderwijs en zorg en afdelingen binnen de gemeente Amsterdam. In het kader van dit onderzoek is met deze netwerkpartners van de Sociaal Werkkoepel gesproken. In dit hoofdstuk zijn de ervaringen van deze drie doelgroepen met de Sociaal Werkkoepel beschreven. De Sociaal Werkkoepel heeft als taak om werkgevers (sociale firma's en regulier bedrijven) in Amsterdam te faciliteren en te ondersteunen bij het realiseren van extra banen voor sociaal werk. De ondersteuning van werkgevers richt zich vooral op het realiseren van meer arbeidsplaatsen voor sociaal werk, en tevens op de duurzaamheid en passendheid van werk. De aanpak van de Sociaal Werkkoepel bestaat richting werkgevers uit de volgende elementen: Vraagbaak / kenniscentrum voor sociaal werk. Netwerk- en informatiebijeenkomsten Pitch en match markten In- en doorstroomsessies Harrie helpt trainingen . debeleidsonderzoekers Toegevoegde waarde Verschillende werkgevers benoemen dat ze andere werkgevers die iets met sociaal werk willen zouden adviseren eerst contact op te nemen met de Sociaal Werkkoepel. Uit de interviews blijkt dat werkgevers zich ondersteund voelen door de volgende activiteiten van de Sociaal Werkkoepel: e _ Het wegwijs maken binnen de gemeente: Verschillende werkgevers benoemen dat de gemeente een complexe organisatie is, waar het voor werkgevers soms moeilijk is om gehoor te krijgen. De Sociaal Werkkoepel kan uitleg geven en de juiste contacten leggen. In situaties waar eerste contacten van werkgevers met de gemeente of Pantar moeizaam verliepen, wist de Sociaal Werkkoepel de werkgever verder te helpen door informatie te geven, mee te denken, contacten te leggen en soms een bemiddelende rol te spelen. Daaruit zijn goede samenwerkingen voortgekomen, waardoor deze organisaties hun rol als sociaal werkgever hebben kunnen oppakken of uitbouwen. “Er zijn veel mensen met dit onderwerp bezig bij de gemeente. De werkkoepel heeft voor ons één contactpersoon geregeld, die ook goed bij ons past. Ze kunnen je vertellen wie je moet hebben en hoe het werkt.” ‘Ze maken je wegwijs in de sociale sector. Het is de eerste stap in sociaal ondernemen.” e __De rol als vraagbaak: Het programmateam heeft veel kennis in huis, is goed bereikbaar, altijd bereid om mee te denken, en brengt goede ideeën in. Er is brede waardering voor deze rol, waarbij het programmateam flexibel kan inspelen op de vragen van werkgevers. Diverse werkgevers benoemen dat het programmateam weet van aanpakken en zich niet laat afschepen. Ook denkt het programmateam goed mee met de werkgevers, dat heeft meerwaarde ten opzichte van andere contacten bij de gemeente. ‘Direct in gesprek, mouwen opstropen en gaan.” “Met vragen kun je bij hen terecht. Als ze de vraag zelf niet kunnen beantwoorden, kunnen ze je wel verwijzen naar de juiste persoon.” e _Hetleggen van verbindingen, uitbreiden van het netwerk. Voor veel werkgevers heeft de Sociaal Werkkoepel bijgedragen aan het leggen van nieuwe contacten en/of bij het onderhouden van bestaande contacten. Daarbij gaat het om contacten binnen de gemeente, contacten met andere werkgevers en soms ook contacten met andere organisaties. Wel benoemt één van de werkgevers dat het lastig is om tot concrete samenwerking te komen met andere werkgevers om samen meer te bereiken voor de doelgroep. 28 4 debeleidsonderzoekers “Wat fijn is, is dat je een beetje kunt sparren. (…) Je haalt goede ideeën bij anderen.” e _ Het samenbrengen van vraag en aanbod door pitch & match bijeenkomsten en doorstroomsessies. De Sociaal Werkkoepel vervult hierin een actieve rol. Veel van de geïnterviewde werkgevers hebben aan deze bijeenkomsten deelgenomen en hebben daar positieve ervaringen mee. Ze zien het als een snelle manier om in contact te komen met kandidaten en een goede manier om hun eigen bedrijf meer bekendheid te geven bij werknemers. Een grote werkgever benoemt dat deze sessies waardevol zijn door het directe contact tussen werkgevers, en het een gemis is dat deze niet overal in Nederland georganiseerd worden. Doordat in deze sessies concrete medewerkers worden voorgesteld, kan de werkgever ook waardevolle kandidaten in beeld krijgen waar nog geen concrete vacature voor geformuleerd is. e _ Het aanbod van Harrie trainingen: de netwerkpartners die gebruik hebben gemaakt van de Harrie-trainingen vinden dat dit nuttige handvatten biedt voor het begeleiden van werknemers. Deze trainingen zijn vooral nuttig voor werkgevers die nog relatief kort actief zijn in het aanbieden van sociaal werk. e __Ambassadeursrol: Verschillende werkgevers benoemen het belang van de ambassadeursrol van de Sociaal Werkkoepel door het (blijven) vragen van aandacht voor sociaal werk binnen de gemeente en daarbuiten. De rol van de Sociaal Werkkoepel is volgens hen goed voor de positionering van het sociaal werkgeverschap in de gemeente Amsterdam. “Doordat de Sociaal werkkoepel er is, maak je sociaal werk zichtbaar en belangrijk.” Ervaren knelpunten De geïnterviewde werkgevers zien weinig knelpunten in de rol van de Sociaal Werkkoepel. Wel benoemen ze dat er enige onduidelijkheid is over de taakverdeling met het Werkgeversservicepunt en dat de activiteiten op sommige onderdelen overlappen. Ook bij De Omslag en Social Enterprise NL signaleert men een zekere mate van overlap in het netwerk. Voor sommige werkgevers die al lang actief zijn in het sociaal werk heeft het netwerk beperkte toegevoegde waarde. Vaak hebben zij al goede contacten bij de gemeente, weten hoe het systeem werkt en hebben bovendien voldoende connecties in het sociaal werk. Ten slotte benoemen enkele werkgevers de tijd die het participeren in het netwerk kost als knelpunt. Wensen en verbetersuggesties Alhoewel werkgevers overwegend tevreden zijn over de ondersteuning door de Sociaal Werkkoepel, benoemen zij nog wel enkele wensen en verbetersuggesties. De belangrijkste hiervan zijn: 29 debeleidsonderzoekers e _ Het actiever en gerichter verbinding maken tussen organisaties. De Sociaal Werkkoepel stimuleert de verbinding tot nu toe op vrijblijvende wijze en is vooral faciliterend. Verschillende werkgevers vinden dat er meer regie mag worden gevoerd op de samenwerking, door bijvoorbeeld werkgevers in kleinere groepen met elkaar in contact te brengen of op basis van behoeftes partijen gericht aan elkaar te verbinden. e __ Meer reclame maken voor sociaal werk / marketing en communicatie. Enkele werkgevers zouden willen dat de Sociaal Werkkoepel meer doet om meer bedrijven te enthousiasmeren en inspireren voor sociaal werk. Ze denken dat meer reclame voor sociaal werk, meer aandacht voor marketing en communicatie daaraan bij kan dragen. Vanuit de veronderstelling dat werkgevers wel willen bijdragen, maar een duwtje in de rug nodig hebben. e _ Duidelijk maken waar de Sociaal Werkkoepel wel/niet voor is. Voor werkgevers is het niet altijd geheel duidelijk wat de rol van de Sociaal Werkkoepel is (en wat niet). Sommige werkgevers hebben behoefte aan meer duidelijkheid over de afbakening van de rol van de Sociaal Werkkoepel. Daarnaast noemen werkgevers nog de volgende wensen: e Een jaarlijks evaluatiemoment / koffie drinken bij werkgevers om knelpunten nog beter te signaleren. e Zorgen dat de werkconsulenten goed op de hoogte zijn van de plaatsingsmogelijkheden bij bedrijven. e _ Het opnemen van social return als gunningscriterium bij aanbestedingen. e _ Meer politieke lobby. e _ Ondersteuning in samenwerking met UWV. Conclusie Werkgevers voelen zich ondersteund door de Sociaal Werkkoepel bij het aanbieden van arbeidsplaatsen voor sociaal werk. De ondersteuning maakt het voor werkgevers makkelijker om op te starten met het sociaal werk. Door werkgevers ervaren knelpunten worden door de Sociaal werkkoepel geagendeerd bij de gemeente. Een concrete koppeling met effecten op het aantal plaatsen of de kwaliteit van de plaatsingen kunnen werkgevers niet maken. Wel lijkt het aannemelijk dat de inzet van de Sociaal Werkkoepel processen versnelt, bijdraagt aan een positieve ervaring met de gemeente en daarmee mogelijk ook voorkomt dat werkgevers afhaken. 42 Gemeente Amsterdam Binnen de gemeente Amsterdam werkt de Sociaal Werkkoepel vooral samen met de volgende afdelingen: Werk, Participatie en Inkomen (WPI), Werkgeversservicepunt, Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ), Bureau social return, Inkoop, Amsterdam Impact. De Sociaal Werkkoepel heeft als taak de gemeente te faciliteren en ondersteunen bij het realiseren van de extra banen in sociaal werk. En daarnaast ook om de ketensamenwerking te stimuleren, en daartoe verbindingen te leggen tussen de verschillende organisatieonderdelen binnen de gemeente. 30 . debeleidsonderzoekers De Sociaal Werkkoepel richt zich in de praktijk vooral op het vergroten van de aandacht voor sociaal werk binnen alle relevante afdelingen en het verbinden van de verschillende domeinen. Om sociaal inkopen door de gemeente te stimuleren, en daarmee het aantal beschikbare arbeidsplaatsen voor sociaal werk, wordt samengewerkt met Bureau Social Return. Toegevoegde waarde De netwerkpartners binnen de gemeente hebben op verschillende manieren te maken met de Sociaal Werkkoepel. De respondenten waarderen de inhoudelijke kennis van het programmateam, en zien een toegevoegde waarde voor de gemeente van het werkgeversnetwerk dat door hen wordt onderhouden en de rechtstreekse contacten bij maatschappelijke organisaties. De continuïteit hierin is ook een toegevoegde waarde, alsmede de mogelijkheid die de gemeente heeft om richting te geven aan het netwerk. De betrokkenen binnen de gemeente Amsterdam ervaren de volgende meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel: Inbrengen van kennis van de praktijk bij beleid Doordat de Sociaal Werkkoepel het werkgeversnetwerk heeft opgezet en onderhoudt, beschikken zij over veel kennis van de praktijk van het sociaal werk. Deze kennis wordt ingezet bij het formuleren van het beleid, door het programmateam structureel te betrekken bij besprekingen over het beleid. Zonder de inzet van de Sociaal Werkkoepel zou het niet mogelijk zijn om dit netwerk te onderhouden vanuit de gemeente. De ervaringen van werkgevers die via de Sociaal Werkkoepel worden ingebracht bij de gemeente, geven de gemeente inzicht in verbetermogelijkheden. De monitoring van het sociaal werk door de Sociaal Werkkoepel is een goed instrument om knelpunten te signaleren en bespreekbaar te maken. Hiermee kan de Sociaal Werkkoepel snel inspelen op veranderingen. Ambassadeur en aanjager van sociaal werk Verschillende respondenten benoemen de rol als aanjager en ambassadeur van sociaal werk als meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel. De projectmanagers vragen met veel enthousiasme aandacht voor sociaal werk. De betrokkenen binnen de gemeente zijn van mening dat de aanjagende rol van belang is om te zorgen dat er aandacht blijft voor deze doelgroep. Eén respondent plaatst daarbij wel de kanttekening dat de specifieke focus op sociaal werk ook een beperking is, aangezien veel werkgevers zich op een bredere doelgroep richten. “Wat ze goed doen is het belang steeds onderstrepen van laten zien: waar staan we nu, iedereen meenemen in de doelstellingen, mensen op ideeën brengen. Ze zijn wel een motor.” ‘De Sociaal Werkkoepel verbindt dingen met elkaar en is een middel om de aandacht vast te houden.” ‘De Sociaal Werkkoepel vervult een belangrijke rol om de motor op gang te krijgen en te houden. Te faciliteren dat het loopt. Dat doen ze goed. En ze hebben gezorgd dat sociaal werk op de kaart staat. Dat er continu aandacht voor is en dat de samenwerking loopt.” 31 debeleidsonderzoekers Het bijeenbrengen van afdelingen en externe organisaties De Sociaal Werkkoepel is een netwerkorganisatie die zorgt voor de juiste contacten en verbindingen. Ze brengen organisaties en personen met elkaar in gesprek. De betrokkenen binnen de gemeente ervaren vooral dat de Sociaal Werkkoepel helpt bij het leggen van verbindingen rond sociaal werk en het soepel laten lopen van contacten. Doordat verschillende werelden bij elkaar komen, zoals onderwijs en zorg, is het bovendien prettig om een intermediair te hebben zodat makkelijker de aansluiting wordt gemaakt. ‘Ze fungeren als goede oliemannetjes, om de contacten soepel te laten lopen.” “Het is een mooi netwerk dat informeert en faciliteert.” Monitoren voortgang sociaal werk De monitoring van en rapportage over de resultaten op het gebied van sociaal werk, en het informeren van de raad daarover heeft volgens sommige respondenten een meerwaarde. Dit maakt het mogelijk te signaleren wanneer bijsturing wenselijk is en de betrokken partijen daarop aan te spreken. Ervaren knelpunten De betrokkenen binnen de gemeente benoemen een paar knelpunten in het functioneren van de Sociaal Werkkoepel: e _ Onvoldoende zichtbaarheid rol Sociaal Werkkoepel De Sociaal Werkkoepel zou zich intern en extern beter kunnen profileren. De rol van de Sociaal Werkkoepel is niet altijd goed zichtbaar. Door de faciliterende rol worden successen niet altijd door de Sociaal Werkkoepel naar buiten gebracht, maar door de andere partijen die zij verbinden en ondersteunen. Voor het kunnen voortzetten van de Sociaal Werkkoepel is het van belang dat deze rol wel gezien en benoemd wordt, om twijfels over het nut van de Sociaal Werkkoepel te voorkomen. e _ Positionering binnen de gemeente De Sociaal Werkkoepel is binnen de gemeente Amsterdam gepositioneerd als aparte eenheid binnen de afdeling Werk. Dit maakt het mogelijk enigszins onafhankelijk te opereren binnen de gemeente. Tegelijkertijd is er sprake van enige overlap met taken van andere afdelingen en van onduidelijkheid over de positionering en afbakening van de rol. De reorganisatie van WPI speelt ook een rol in deze onduidelijkheid. De overlap met andere afdelingen leidt soms tot onderlinge frictie. Ten dele zijn hierover gaandeweg goede werkafspraken gemaakt en is er inmiddels tevredenheid over de samenwerking. Op sommige punten is er nog steeds sprake van ongewenste overlap of onduidelijkheid. e _ Passiviteit van het netwerk De werkgevers in het netwerk kijken vooral naar de gemeente. De werkgevers zouden een actievere rol kunnen vervullen en meer met eigen initiatieven kunnen komen. Dat gebeurt nog te weinig. Deelname aan het netwerk is laagdrempelig doordat er geen kosten verbonden zijn aan deelname, maar dit kan ook tot gevolg hebben dat het als vrijblijvend wordt ervaren. 32 4 debeleidsonderzoekers Wensen en verbetersuggesties Naast de benoemde knelpunten, hebben de betrokkenen enkele wensen en verbetersuggesties voor de toekomst: e _ Meer strategische rol In de contacten met werkgevers wordt door de Sociaal Werkkoepel op dit moment vooral aandacht besteed aan praktische problemen voor werkgevers. Mogelijk kan ook een meer strategisch gesprek met werkgevers plaatsvinden over de gezamenlijke belangen en ieders inbreng bij het realiseren van de gezamenlijke doelen. Ook binnen de gemeente zou de Sociaal Werkkoepel volgens één van de respondenten nog meer een strategische rol kunnen vervullen. De kennis van het systeem binnen de gemeente kan worden ingezet om meer strategisch invloed uit te oefenen op beleid dat relevant is voor het sociaal werk. e _ Uitbreiding van het netwerk Verschillende respondenten vragen zich af welke partijen/ werkgevers nog niet worden bereikt met het netwerk (zoals bepaalde gebieden in de stad of bepaalde doelgroepen), en wat er nog meer mogelijk is. Over het algemeen vinden betrokkenen het wenselijk dat het netwerk wordt uitgebreid met meer (reguliere) werkgevers. Andere wensen en verbeterpunten zijn: e _ Meer focus op kennissessies, in aanvulling op het netwerken. e _ Uitbreiden van het aanbod met bijvoorbeeld online leergangen en seminars. e _ Meer zichtbare innovaties. Conclusie De Sociaal Werkkoepel helpt bij het ontwikkelen van het beleid door inbreng van kennis van de praktijk door de contacten met werkgevers en maatschappelijke organisaties. Daardoor is het mogelijk gericht knelpunten voor werkgevers aan te pakken. Het programmateam kent de gemeente en kan daardoor de vertaalslag maken van het veld naar de gemeente en vice versa. Daarnaast heeft de Sociaal Werkkoepel een ambassadeursrol voor sociaal werk binnen de gemeente. Door de focus op sociaal werk en het brede netwerk kan het programmateam aandacht blijven vragen voor deze doelgroep, over domeinen en afdelingen heen. . © ® 4,3 Maatschappelijke organisaties Toegevoegde waarde De samenwerking met maatschappelijke organisaties richt zich vooral op het bevorderen van de instroom in sociaal werk (uit zorg en onderwijs). De vijf maatschappelijke organisaties die voor deze evaluatie zijn geïnterviewd zijn dan ook zorg- en onderwijsorganisaties (zie bijlage 1), en daarnaast netwerkorganisatie De Omslag®. De maatschappelijke organisaties hebben periodiek overleg met een projectmanager van de Sociaal Werkkoepel en sommigen werken samen met 20 De Omslag ondersteunt en verbindt organisaties die zich bezighouden met maatschappelijke participatie van mensen in kwetsbare posities in de samenleving. Het netwerk van De Omslag bestaat uit organisaties in de geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, verslavingszorg, gehandicaptenzorg, welzijn, verpleging en verzorging, en onderwijs. Daarnaast heeft De Omslag een netwerk van sociale ondernemers. 33 . debeleidsonderzoekers de Sociaal Werkkoepel aan vernieuwende projecten. Het gaat bijvoorbeeld om de eerder benoemde projecten ‘mbo praktijkleren met praktijkverklaring’ en de oriëntatiestage. De maatschappelijke organisaties zien de volgende meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel: Het stimuleren van verbindingen tussen organisaties over domeinen heen De maatschappelijke organisaties waarderen het brede netwerk van de Sociaal Werkkoepel, waardoor (meer) verbindingen over domeinen heen worden gemaakt. De respondenten geven aan dat zij via de Sociaal Werkkoepel nieuwe contacten hebben gekregen. Verbindingen tussen organisaties worden door de Sociaal Werkkoepel gestimuleerd en gefaciliteerd. “Dat ik ondersteuning krijg bij mijn eigen ideeën, dat ze het breder trekken en de juiste partners vinden.” “De werkzaamheden van de Sociaal Werkkoepel zijn niet per se essentieel, maar het helpt enorm als je aan elkaar gelinkt wordt.” De rol als vraagbaak en meedenker De Sociaal Werkkoepel heeft vooral ook een meerwaarde voor de maatschappelijke organisaties in het adviseren en meedenken over zowel projecten als de doorstroom van individuele kandidaten. Net als de werkgevers waarderen de maatschappelijke organisaties de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de Sociaal Werkkoepel, alsmede de bereidheid om mee te denken en de expertise. Specifiek noemt één van de respondenten de meerwaarde van een ‘helikopterview’ en ‘out of the box denken’. Ook de kennis over financieringsmogelijkheden is genoemd als meerwaarde. “Als ik een beroep op de Sociaal Werkkoepel doe, denken ze altijd mee, ook als ze niet een pasklaar antwoord hebben. Ze kunnen goed over grenzen heen denken en geven goede tips.” ‘Ze zijn altijd bereikbaar en bereid om mee te denken.” ‘Als ik een vraag heb, bel ik ze gewoon.” Het aanjagen van projecten De maatschappelijke organisaties waarderen ook de aanjagende rol van de Sociaal Werkkoepel. Het versnellen en versterken van initiatieven en het vasthouden van de aandacht bij alle partijen. De maatschappelijke organisaties hebben vaak een andere doelstelling en focus, waardoor het voor hen lastig kan zijn de aandacht op deze specifieke doelgroep te richten en vast te houden. De aanjagende rol van de Sociaal Werkkoepel helpt daarbij. Als kanttekening hierbij is door een respondent genoemd dat het vooral om de inzet van de medewerkers gaat, en deze mogelijk ook op een andere manier kan worden georganiseerd. 34 . debeleidsonderzoekers “Zonder de Sociaal Werkkoepel gaat het niet los komen. Als je mensen met een beperking naar de arbeidsmarkt wilt helpen, moet je daar iets voor doen. Dat kost veel tijd en energie. Het is fantastisch om daar mensen op in te zetten.” ‘Ze zijn echt de aanjager op dit gebied, ze proberen te versnellen en versterken om mensen aan het werk te helpen.” Signaleren en agenderen van knelpunten De maatschappelijke partners benoemen dat de Sociaal Werkkoepel een rol vervult in het signaleren van knelpunten in de praktijk en het agenderen van deze knelpunten binnen de gemeente Amsterdam. Eén van de respondenten noemt het een ‘schakelpunt’ tussen alle betrokkenen. “Door continu in gesprek te zijn met allerlei partijen en de gemeente krijgen ze in beeld: wat speelt er, wat zijn knelpunten?” ‘Ze kennen alle partijen binnen de gemeente en staan met de voeten in het netwerk. Ze kennen de geluiden van ondernemers en kunnen dat meenemen binnen de gemeente Amsterdam.” Het geven van een bredere bekendheid aan bestaande initiatieven Enkele respondenten benoemen dat de Sociaal Werkkoepel kan helpen bij het geven van meer bekendheid aan initiatieven voor de doelgroep. Zowel binnen Amsterdam als daarbuiten. De maatschappelijke organisaties geven daar zelf weinig aandacht aan. Ervaren knelpunten De maatschappelijke partners zien een aantal knelpunten of verbeterpunten: e _ Overlap met De Omslag De maatschappelijke organisaties ervaren een overlap tussen het netwerk van de Sociaal Werkkoepel en het netwerk van De Omslag. Ze vragen zich af in hoeverre het werk van de Sociaal Werkkoepel voldoende onderscheidend is en of er niet teveel dubbeling in de activiteiten zit. De meerwaarde zit, aldus één van de respondenten, vooral in de verbinding met de gemeente en de regierol van de gemeente. e _ Passiviteit van het netwerk Enkele respondenten betwijfelen of de Sociaal Werkkoepel een netwerk is waar iedereen zich eigenaar van voelt. 35 . debeleidsonderzoekers ‘Ik had aanvankelijk verwacht nog meer te voelen dat we met zijn allen onder dezelfde paraplu zitten, dat het echt een koepel is.” Andere wensen van maatschappelijke organisaties zijn: e _ Het onderzoeken van verdere mogelijkheden voor samenwerking, door middel van een ‘benen op tafel sessie’. e _ Meer zichtbaarheid geven aan wat de Sociaal Werkkoepel doet, intern en extern. e _ Meer zeggenschap bij de Sociaal Werkkoepel, zodat meer resultaten kunnen worden behaald. Conclusie De maatschappelijke organisaties voelen zich ondersteund door de Sociaal Werkkoepel bij het initiëren en realiseren van vernieuwende initiatieven om de instroom en doorstroom van de doelgroep te verbeteren. Deze initiatieven waren anders wellicht niet of minder snel gerealiseerd. De Sociaal Werkkoepel helpt hierin vooral door het bij elkaar brengen van partijen, het meedenken en adviseren, de aanjagende rol en het geven van een bredere bekendheid aan initiatieven. Daarnaast ondersteunt de Sociaal Werkkoepel ook door het meedenken over mogelijkheden voor individuele leerlingen/cliënten. De expertise en betrokkenheid van de projectmanagers wordt daarin gewaardeerd. 36 debeleidsonderzoekers 37 Op basis van de verzamelde informatie over de opdracht en werkwijze van de Sociaal Werkkoepel en de ervaringen van stakeholders, beschrijven we in dit hoofdstuk de conclusies over het functioneren van de Sociaal Werkkoepel, de toegevoegde waarde en aandachtspunten. Als we kijken naar het functioneren van de Sociaal Werkkoepel, staan de volgende twee elementen centraal: De kwaliteit van het netwerk De kwaliteit van het programmateam Uit de gesprekken met de netwerkpartners kunnen we concluderen dat het netwerk vrij goed functioneert. De betrokkenen zijn van mening dat de relevante partijen op het gebied van sociaal werk zijn aangesloten. De activiteiten van de Sociaal Werkkoepel worden door de netwerkpartners vaak bezocht en positief beoordeeld. Ook kunnen we constateren dat, alhoewel netwerkpartners zeggen dat er onduidelijkheid is over de taakverdeling binnen de gemeente, de rol van de Sociaal Werkkoepel als verbinder, aanjager en vraagbaak bij hen goed 4 debeleidsonderzoekers bekend is. De onduidelijkheid leidt in veel gevallen dan ook niet tot concrete problemen, aangezien netwerkpartners waar nodig worden doorverwezen naar de juiste contactpersonen. Een aandachtspunt is dat het netwerk geen duidelijke toegevoegde waarde heeft voor sommige partijen met veel ervaring (en connecties) in het sociaal werk. Ook signaleren diverse betrokkenen dat het netwerk vrij passief is, en het initiatief bij de gemeente blijft liggen. Een verdere uitbreiding van het netwerk met (meer) reguliere werkgevers is volgens betrokkenen ook wenselijk. Kwaliteit van het programmateam Bij de netwerkpartners is er erkenning en waardering voor de kennis en kunde van het programmateam. Daarnaast is er veel waardering voor de toegankelijkheid, bereikbaarheid en de snelheid van handelen (het ‘aanpakken’). Ook ervaart men dat het programmateam volhoudend is, en doorgaat tot het resultaat is bereikt. De inbreng van het programmateam bij overlegstructuren wordt gewaardeerd en diverse netwerkpartners (binnen de gemeente en maatschappelijke organisaties) betrekken hen dan ook graag bij initiatieven en overleggen die gerelateerd zijn aan sociaal werk. 5.2 Toegevoegde waarde De netwerkpartners zien over het algemeen een toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel, al wordt daarbij door sommigen als kanttekening geplaatst dat het wellicht niet per se in de vorm van de Sociaal Werkkoepel hoeft. Men vindt het vooral belangrijk dat er aandacht is voor sociaal werk en dat er bij de gemeente medewerkers zijn die zich specifiek daarvoor kunnen inzetten. Op basis van deze evaluatie kunnen we concluderen dat de belangrijkste toegevoegde waarde van de Sociaal Werkkoepel (ten opzichte van de reeds bestaande structuren) zit in (de combinatie van) de volgende vier kenmerken: 5. Positie binnen de gemeente, met de blik naar buiten gericht Doordat de projectmanagers werkzaam zijn bij de gemeente Amsterdam, en ook ruime werkervaring hebben binnen de gemeente, kennen zij de gemeentelijke organisatie goed. Dat stelt hen in staat de weg te vinden binnen deze grote, complexe organisatie. Daardoor kunnen zij werkgevers en maatschappelijke organisaties in contact brengen met de voor hen relevante contactpersonen binnen de gemeente. En daarnaast de knelpunten die werkgevers en maatschappelijke organisaties ervaren agenderen binnen de relevante afdelingen van de gemeente. De sterke verbinding met de gemeentelijke organisatie is ook een belangrijk onderscheidend element ten opzichte van het netwerk van De Omslag. Voor medewerkers van de gemeente is de kennis van de praktijk bij werkgevers en maatschappelijke organisaties een waardevolle inbreng bij het formuleren van het gemeentelijk beleid. Door met veel partijen in gesprek te zijn, kan het programmateam knelpunten signaleren en agenderen. 6. Verbinder over domeinen heen Het programmateam heeft contacten in de verschillende domeinen die van belang zijn voor de instroom in het sociaal werk, zoals zorg en onderwijs. Zowel binnen de gemeente als daarbuiten. 39 debeleidsonderzoekers Uit de evaluatie blijkt dat het de Sociaal Werkkoepel bijdraagt aan het leggen van (nieuwe) contacten tussen netwerkpartners in deze domeinen en tussen afdelingen binnen de gemeente. De netwerkpartners zijn van mening dat het programmateam er goed in slaagt de relevante partijen bij elkaar te brengen, en de samenwerking op het gebied van sociaal werk aanjaagt. Het is te verwachten dat dit bijdraagt aan een verbetering van de ketensamenwerking. 7. Ambassadeur voor sociaal werk Zowel binnen als buiten de gemeente wordt het als meerwaarde ervaren dat het programmateam een focus heeft op sociaal werk. Veel netwerkpartners binnen en buiten de gemeente hebben andere primaire doelen en/of een bredere doelgroep. Daarmee bestaat het risico dat de doelgroep van sociaal werk onvoldoende aandacht krijgt. Terwijl het organiseren van werk voor deze doelgroep volgens betrokkenen blijvende aandacht vraagt. Door de blijvende focus op sociaal werk vervult het programmateam binnen en buiten de gemeente een ambassadeursrol, door alle partijen aan te spreken op hun rol en hen te motiveren om meer te doen voor deze doelgroep. 8. Laagdrempelig en toegankelijk voor werkgevers en maatschappelijke organisaties De Sociaal Werkkoepel slaagt erin toegankelijk en laagdrempelig te zijn voor werkgevers en maatschappelijke organisaties, door goed bereikbaar te zijn en snel te handelen. De projectmanagers hebben de ruimte om flexibel in te spelen op de vragen en behoeftes van de netwerkpartners, en met hen mee te denken. Door de ruime kennis en ervaring van het programmateam en de contacten in verschillende domeinen (binnen en buiten de gemeente) kunnen zij goed meedenken over de vraagstukken van de netwerkpartners en met vernieuwende ideeën komen of partijen met elkaar in verbinding te brengen die elkaar verder kunnen helpen. Die inbreng wordt doorgaans goed gewaardeerd. De persoonlijke aandacht van de Sociaal Werkkoepel is voor werkgevers een belangrijke toegevoegde waarde. We concluderen dan ook dat de Sociaal Werkkoepel er in slaagt om ervaren knelpunten binnen de gemeentelijke organisatie (zoals intern gericht, hokjes-denken, onvoldoende meedenkend/flexibel) voor netwerkpartners in het sociaal werk te verminderen. De mate waarin dit daadwerkelijk leidt tot extra arbeidsplaatsen, instroom of doorstroom is niet vast te stellen. Wel is te constateren dat er sprake is van een verbetering van de randvoorwaarden voor de netwerkpartners om hun rol te vervullen bij het realiseren van banen in het sociaal werk. Daarmee kan worden verondersteld dat de activiteiten van de Sociaal Werkkoepel hebben bijgedragen aan de behaalde resultaten. 40 4 debeleidsonderzoekers 5,3 Aandachtspunten We zien de volgende aandachtspunten voor het functioneren en de toekomst van de Sociaal Werkkoepel: 1. Het netwerk is passief In het uitvoeringsbesluit Sociaal werk is aangegeven dat de samenwerking in de koepel in de ontwikkelfase geregisseerd zou worden vanuit een gemeentelijk programmabureau.” Daaruit klinkt een veronderstelling dat het netwerk gaandeweg voor zichzelf zou gaan werken. In de praktijk constateren de betrokkenen echter dat de netwerkpartners zich vrij passief opstellen en het netwerk sterk vanuit de gemeente wordt gestuurd. De netwerkpartners voelen zich geen mede-eigenaar van het netwerk. De externe partners wachten af wat de gemeente doet en komen weinig zelf met nieuwe initiatieven. Werkgevers zoeken werknemers voor hun organisatie, en als dat goed loopt is dat voor hen vaak voldoende. Er wordt door werkgevers weinig geïnvesteerd in het stimuleren van de instroom in sociaal werk voor de langere termijn. Het is de vraag of het mogelijk is dit te veranderen en of de gemeente bereid is de trekkersrol te blijven vervullen. 2. Beperkte zichtbaarheid van de rol van de Sociaal Werkkoepel De rol van het programmateam als verbinder en ‘smeerolie’, heeft tot gevolg dat de bijdrage aan initiatieven en resultaten voor de buitenwereld vaak weinig zichtbaar is. De direct betrokkenen waarderen deze rol doorgaans wel en zien de meerwaarde daarvan. De kracht is daarmee ook een zwakte. Doordat altijd wordt samengewerkt met andere afdelingen binnen de gemeente en/of externe netwerkpartners, komen de resultaten doorgaans op andermans conto. Het programmateam stelt zich in deze ook terughoudend op om te voorkomen dat anderen vinden dat de Sociaal Werkkoepel teveel op hun terrein komt of met de eer gaat strijken. Daarmee is het vergroten van de zichtbaarheid van de rol van de Sociaal Werkkoepel lastig. HL 7 7 AL Ze mogen meer naar buiten brengen wat ze naar binnen doen. 3. Positionering binnen de gemeente Er is, bij werkgevers en maatschappelijke organisaties, soms onduidelijkheid over de taakverdeling tussen de Sociaal Werkkoepel en andere afdelingen van de gemeente, met name met het Werkgeversservicepunt. Sommigen ervaren dat als een knelpunt, doordat zij op verschillende manieren door de gemeente benaderd worden over ongeveer hetzelfde onderwerp. Voor de meeste netwerkpartners levert deze onduidelijkheid in de praktijk echter geen concrete knelpunten op, zolang Werkgeversservicepunt en de Sociaal Werkkoepel naar elkaar doorverwijzen of samen optrekken als dat gezien de vraag of behoefte van de werkgever wenselijk is. 21 Uitvoeringsbesluit Sociaal werk. Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert. Gemeente Amsterdam, 2018. 41 4 debeleidsonderzoekers Wel vragen sommige netwerkpartners zich af waarom er, in de nieuwe organisatiestructuur, een afdeling sociaal werk is en een Sociaal Werkkoepel. Duidelijkheid over de taakverdeling vinden zij wenselijk. 4. Gebrek aan doorzettingsmacht Enkele externe en interne netwerkpartners benoemen dat, alhoewel het programmateam knelpunten voor het realiseren van sociaal werk signaleert, het niet altijd lukt om oplossingen te realiseren of resultaten te bereiken. Dit hangt onder andere samen met het grote aantal afdelingen van de gemeente waar de verantwoordelijkheden voor eventuele veranderingen liggen. En daarnaast met de afhankelijkheid van de Sociaal Werkkoepel van de medewerking van die afdelingen, aangezien zij daarover geen zeggenschap hebben. Uiteraard zal daarbij ook een rol spelen dat binnen de gemeente verschillende belangen tegen elkaar worden afgewogen, en daarmee niet altijd keuzes worden gemaakt die het meest gunstig uitvallen voor de ontwikkeling van het sociaal werk in Amsterdam. “Het signaleren doen ze zeker, oplossingen zijn vaak wat weerbarstiger. Ze brengen wel de juiste partijen bij elkaar. Er zijn kortere lijntjes.” 5. Bereik Sociaal Werkkoepel / omvang van het netwerk Alhoewel de geraadpleegde netwerkpartners van mening zijn dat de partijen die van belang zijn voor het sociaal werk in Amsterdam zijn aangesloten, benoemen sommigen dat verdere uitbreiding van het netwerk met meer (reguliere) werkgevers goed zou zijn. Door meer reclame te maken voor sociaal werk danwel meer te investeren in marketing en communicatie, zouden meer werkgevers geïnspireerd kunnen worden om plaats te bieden aan de doelgroep. Volgens deze netwerkpartners zijn er meer werkgevers die iets willen doen, maar daartoe ‘een zetje! nodig hebben. ® 5.4 Suggesties van de onderzoekers In deze afsluitende paragraaf nemen wij als onderzoekers de ruimte om enkele punten ter overweging mee te geven voor de Sociaal Werkkoepel en de gemeente. 5.4.1 Doelstellingen gerichter formuleren Het valt op dat de doelstelling voor sociaal werk in Amsterdam uit meerdere componenten bestaat. Het betreft de Wsw, beschut werk, het doelgroepregister en andere mensen uit de Participatiewet die met een loonkostensubsidie en/of jobcoach aan het werk gaan. Daarmee lijkt het alsof uitstroom uit de Wsw makkelijk te compenseren is door iemand uit de Participatiewet met een loonkostensubsidie aan het werk te krijgen, eventueel via beschut werk. Dit is echter niet eenvoudig. Als onderzoekers denken we dat het beter werkt de doelgroepen apart te monitoren. Houd bij en communiceer over het aantal beschutte werkplekken (in een beschutte werkomgeving of bij een reguliere werkgever), communiceer over het aantal mensen 42 debeleidsonderzoekers uit het doelgroepregister wordt geplaatst. Laat zien hoeveel mensen met de praktijkroute of een forfaitaire loonkostensubsidie worden geplaatst en communiceer over de uitstroom uit de Wsw. Is dat allemaal natuurlijk verloop door pensionering of worden er ook plekken omgezet in nieuw beschut werk of regulier werk? Daarnaast zou de Sociaal Werkkoepel zich kunnen beraden op andere uitkomstmaten, die meer inzicht geven in de daadwerkelijke meerwaarde. De directe invloed op het aantal plaatsingen van mensen die nog niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen is immers beperkt. De meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel ligt meer in de mate waarin het lukt partijen bij elkaar te brengen en op voor alle betrokkenen relevante wijze met elkaar te verbinden, zodat er blijvende aandacht is voor sociaal werk en samenwerkingen tot stand komen. En daarnaast in het voorkomen dat werkgevers die actief willen zijn in het sociaal werk vastlopen op onnodige barrières. Tegelijkertijd zijn ook deze aspecten lastig (kwantitatief) te monitoren. 5.4.2 Interne en externe profilering De kracht van de Sociaal Werkkoepel is ook de zwakte. Verbinden van partijen en het fungeren als smeerolie tussen de partijen, maakt dat successen vaak afstralen op anderen. Dat hoeft niet erg te zijn als de positie van de Sociaal Werkkoepel niet ter discussie staat. Daar waar er twijfels zijn over het nut van de Sociaal Werkkoepel kan het verstandig zijn toch iets meer de rol van de Sociaal Werkkoepel te benoemen en te zorgen dat successen wel op de Sociaal Werkkoepel afstralen. Bij verlenging van de Sociaal Werkkoepel zouden de activiteiten zich meer kunnen richten op uitbreiding van het netwerk en profilering van de rol, activiteiten en meerwaarde van de Sociaal Werkkoepel, om daarmee ook de inzet te legitimeren. Misschien helpt het om de Sociaal Werkkoepel centraler te positioneren en een plek te maken waar je als ondernemer of als partner bij wilt horen. Een publiek figuur als uithangbord kan helpen om een koepel te worden waar je ‘bij moet horen’. 43 . debeleidsonderzoekers Bijlage 1: Respondentenoverzicht Gemeente Amsterdam Sociaal Werkkoepel Erwin Schut, programmamanager Annemarie Klip, projectmanager Sociaal Werkkoepel Anneke Broekman, projectmanager Inge Dullens, projectmanager WPI Judith Duveen, directeur Werk WPI Jaap Weijenberg, afdelingsmanager Sociaal Werk WPI beleid Marc de Lange, beleidsmedewerker Werk en Inkomen Rogier Korterink, teammanager beleidsteam Werk en Inkomen Werkgeversservicepunt _ BehWEnreaeeneli fe MAW EE MIE aifecTel kai: ste lfela FFA WIEN Sein TIA Selma Nijhof, manager Regionaal Werkcentrum Economische Zaken Egon van Wees, programma coördinator Amsterdam Impact Bureau Social Return Giancarlo Carboni, manager bureau Social Return OJZ, afdeling Zorg Martijn de Wit, beleidsmedewerker Wmo dagbesteding Werkgevers: sociale firma's Milieuwerk / David Jansen, directeur / oprichter Social Capital Kringloopbedrijf Menno Hoekstra, directeur De Lokatie The Good Roll Sander de Klerk, directeur /oprichter BMS Security Bulent Dogan, directeur / oprichter Swink Niels van Buren, directeur Upperbloom Tom van Ruitenbeek, directeur / oprichter Pantar, directie Lex de Boer, directeur Chérie de la Rambelje, directiesecretaris / strategisch adviseur Pantar Clemens Pasman, accountmanager Annemiek Beemsterboer, strategisch adviseur Jeremy Buitenhuis, hoofd leren en ontwikkelen 44 . debeleidsonderzoekers Werkgevers: overige Vrije Universiteit Renee van Scheppingen, coördinator Participatiebanen Luchtvaart Community Femke Woltman, programmamanager Schiphol SVB Marieke de Vaan, portefeuillehouder diversiteit en inclusie PostNL Evy Eijsermans, programmamanager participatie Sipke Plat, projectmanager outsourcing & personele concepten Maatschappelijke organisaties Stichting De Omslag Corine van de Burgt, directeur Cordaan Renata Wieringa, projectmanager Werk en Dagbesteding De Regenboog Bas de Groot, programmacoördinator Werkprojecten Marit Postma, manager werk en activering ROC van Amsterdam Milo Stokman, Programmamanager Leven Lang Ontwikkelen Orion college Mieke Termeulen, docent/jobcoach 45 debeleidsonderzoekers Bijlage 2: Overige bijeenkomsten en webinars Onderstaand is een overzicht opgenomen van de bijeenkomsten en webinars die de Sociaal Werkkoepel (mede) heeft georganiseerd vanaf de start in 2018 tot en met juni 2022. Dit zijn de bijeenkomsten náást de reguliere zomer- en winterevents, digitale netwerksessies, in- en doorstroomsessies en pitch en match markten die in paragrafen 2.4.3 en 2.4.4 zijn beschreven. Dit overzicht is aangeleverd door het programmateam van de Sociaal Werkkoepel. Jaar Atiteiten 2018 e _ Commissarissendiner voor deelnemingen gemeente Amsterdam (12 juni 2018) e _ Prijsvraag sociaal werk. Meer dan 30 plannen ingediend, bij uitreiking 50 gasten aanwezig. (3 december 2018) 2019 e _ Webinar rekentool voor 200 professionals van gemeente en maatschappelijke organisaties e _ Bijeenkomst met zorgbestuurders over mogelijkheden voor werkplekken sociaal werk op niveau 1 en 2. e _Mede-organisatie Conferentie Buying for social impact e _Mede-organisatie viering 100° medewerker bij sociale firma Milieuwerk, met circa 100 gasten. e _ 1.000 maal Raak voor professionals sociaal werk WSP en afdeling sociaal werk, met circa 120 gasten. 2021 e Webinar duurzame inzetbaarheid Amsterdamse arbeidsmarkt voor Pantar (9 juli 2020) e _ Webinar arbeidsmarktinformatie met WSP voor professionals gemeente. e Webinar arbeidsmarktinformatie met WSP voor professionals Praktijkonderwijs en VSO, met 170 deelnemers. e __Netwerkbijeenkomsten voor publiek-private samenwerking. 2022 (t/m juni) e __Lunchtalk over de Harrietraining (meer dan 30 deelnemers) e __Lunchtalk over Mbo Praktijkleren bij gemeente en UWV (twee sessies, totaal meer dan 40 deelnemers) e _Mede-organisatie feestelijke aftrap samenwerking Pantar en Upperbloom met de wethouder, circa 5O gasten. (2 maart 2022) Re)
Onderzoeksrapport
46
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1888 Ingekomen onder BB Ingekomen op donderdag 7 november 2019 Behandeld op donderdag 7 november 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Van Lammeren en Marttin inzake de Rapportage programma Stadsbehoud (Behoud de Ambitie! De hele stad minimaal op een verzorgd niveau) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Rapportage programma Stadsbehoud (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1822). Overwegende dat: — hetcollege wegens een gebrek aan financiële middelen voornemens is om de ambitie om de openbare ruimte op niveau verzorgd te onderhouden ‘voorlopig los te laten’; — de raad zich herhaaldelijk heeft uitgesproken voor een ambitieuze minimumnorm voor de openbare ruimte van ‘verzorgd’, ten aanzien van zowel de schoonheid als het onderhoud van stedelijke infrastructuur; — hetop de lange termijn duurder is om de openbare ruimte te onderhouden op een lager niveau; — _op dit moment nog geen duidelijk beeld bestaat van de staat van het areaal de kosten van het onderhoud ervan op verschillende niveaus. Spreekt uit: Vast te houden aan de ambitie om de openbare ruimte volledig op (minimaal) niveau B (verzorgd) te gaan beheren. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Bij de volgende rapportage Stadsbehoud met een voorstel te komen over hoe deze ambitie op termijn te kunnen realiseren en wat de kosten daarvan zijn. De leden van de gemeenteraad D.T. Boomsma J.F.W. van Lammeren A.A.M. Marttin 1
Motie
1
discard
VN2023-005650 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA Zo Jeugd en % Amsterdam Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 19 april 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Zorg en Maatschappelijke Ontwikkeling Agendapunt 3 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging over Bestuursrapportage 2021 Maatschappelijke ondersteuning Amsterdam en de toezegging over beter zicht op sociale basis. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief ter afdoening van de toezegging inzake Bestuursrapportage 2021 Maatschappelijke ondersteuning Amsterdam (TA2022-000734) en de toezegging inzake beter zicht op sociale basis (TA2022-000513). Wettelijke grondslag Gemeentewet: Artikel 169 van de Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Jaarlijks wordt de bestuursrapportage Maatschappelijke ondersteuning Amsterdam opgesteld. Wethouder Rijxman heeft naar aanleiding van een vraag van het raadslid Van Pijpen (GL) in de vergadering van de commissie Onderwijs, Zorg en Armoedebestrijding van 7 september 2022 toegezegd dat de wijze waarop de volgende rapportage wordt ingericht vooraf met de raad zal worden gedeeld en dat de resultaten van de ingezette instrumenten opgenomen zullen worden. Bij de begroting 2022 is een motie aangenomen met betrekking tot meer zicht op de sociale basis. Dat zicht moest zowel in het Jaarverslag als de Bestuursrapportage worden geboden. Bij bespreking van het Jaarverslag in de TAR van 9 juni 2022 heeft het raadslid Van Pijpen (GL) aangegeven zij de motie onvoldoende uitgevoerd vond: zij vond het zicht dat bij het jaarverslag werd geboden onvoldoende. Wethouder Rijkman heeft toegezegd meer en beter zicht te zullen leveren en hierop terug te komen. Bij bespreking van de Bestuursrapportage op 7 september 2022 heeft het raadslid Van Pijpen (GL) nogmaals aangegeven het zicht op de sociale basis onvoldoende te vinden. Reden bespreking O.v.v. het lid Van Pijpen (GroenLinks). Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.4 1 VN2023-005650 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en ZA Onderwijs, Jeugden 9 Amsterdam - oe: - Zorg % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 19 april 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, de toezeggingen inzake Bestuursrapportage 2021 Maatschappelijke ondersteuning Amsterdam (TA2022-000734) en inzake beter zicht op sociale basis (TA2022-000513). Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam | AD2023-013033 Commissie OZA (1) Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief - afdoening toezegging Bestuursrapportage en beter AD2023-013032 ‚ . . zicht op sociale basis. pdf (pdf) Ter Inzage Registratienr. | Naam | Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Onderwijs, Jeugd en Zorg, Tmnit Tuguabo, 06-28249494, [email protected], Tessa Stout, 06-48513412, [email protected] Gegenereerd: vl.4 2
Voordracht
2
val
> < Gemeente Amsterdam 2023-07-01 Plan van aanpak opkomstbevordering Luisteren én doen Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 Voorwoord Samen met de raad hebben we als college besloten ongelijk te investeren in opkomst bevorderende maatregelen voor de aankomende verkiezingen. Om te laten zien dat dit geen loze woorden zijn, moeten we langdurig investeren. Het kost tijd voordat we de vruchten kunnen plukken, daarom vinden wij het belangrijk ons langdurig in te zetten voor het verhogen van de opkomst. We denken met dit aangepaste plan van aanpak een trend in te zetten die op termijn kan leiden tot een verhoging van de opkomst in die wijken waar dat het hardst nodig is. In dit plan van aanpak wordt eerst teruggekeken: wat wordt er al gedaan en welke aanbevelingen hebben de onderzoekers van de UvA ons gegeven! Vervolgens worden er maatregelen op vier thema's voorgesteld; 1. Democratisch burgerschap 2. Aandacht voor verkiezingen 3. Informatievoorziening verbeteren 4, Extra basismaatregelen Bij alle vier de thema's wordt een onderscheid gemaakt tussen maatregelen die op korte en op lange termijn kunnen worden ingezet. De maatregelen worden niet alleen maar in het Stadhuis bedacht. Alle maatregelen, maar in het bijzonder de lange termijn maatregelen, worden met de doelgroepen besproken. Op basis van deze gesprekken kunnen maatregelen aangepast, geschrapt of toegevoegd worden. Dit plan van aanpak Opkomstbevordering is en blijft een levend document dat na elke verkiezingen wordt aangepast op basis van opgedane ervaringen en nieuwe inzichten. Vermeulen, F., Kaulingfreks, F. & Redan, S. (2023). Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid. Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 Management samenvatting Het onderzoek van de UvA concludeert dat het verschil in opkomstpercentages in de stadsdelen Noord, Nieuw-West en Zuidoost veel lager is dan elders in de stad, en dat dit verschil in de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Lage opkomst met ongelijke vertegenwoordiging kan leiden tot een vicieuze cirkel: de politiek richt zich vooral op mensen die wél stemmen, waardoor de niet- stemmers zich steeds minder gehoord voelen en zich afkeren van de politiek. Dit vormt een acute dreiging voor de (lokale) politiek. Daarom stellen we, naast algemene opkomst bevorderende maatregelen, juist maatregelen voor die gericht zijn op de buurten waar de opkomst lager is dan in andere wijken: Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Aanpak -__ Het terugdringen van het verschil in opkomstpercentages tussen de stadsdelen vraagt om ongelijke investering. We werken samen met Masterplannen Nieuw-West en Zuidoost en Aanpak Noord, betrekken gebiedsmakelaars en sociale partners in de wijken. -__ We gaan in gesprek en luisteren actief naar de doelgroep: niet-stemmers in Nieuw-West, Zuidoost en Noord om samen met hen te komen tot de meest effectieve maatregelen. Ook zoeken we samenwerking met formele en informele netwerkorganisaties in deze wijken. -_ Inhet doen en uitvoeren van de experimenten werken we samen met het maatschappelijk middenveld van professionals en organisaties in de wijken. De effecten van de maatregelen worden gemeten en indien de maatregel effect heeft, zal dit experiment worden doorontwikkeld in andere delen van de stad. Er zal een onafhankelijke commissie worden ingesteld die wordt betrokken bij de totstandkoming campagnes. Het doel is om de politieke neutraliteit van de campagnes te waarborgen en partijpolitieke discussies te voorkomen. Maatregelen Op basis van de aanbevelingen van het rapport van de UvA en aangenomen moties wordt geinvesteerd in drie specifieke thema's: democratisch burgerschap, aandacht voor verkiezingen en informatievoorziening. Een overzicht van de maatregelen op basis van de moties staat in de tabel op pagina 21. Democratisch e Educatieve programma's voor middelbare scholen en mbo's burgerschap e Actief werven voor verkiezingen onder mbo en hbo studenten e _Stagemogelijkheden aanbieden e Betrekken van maatschappelijk middenveld e Faciliteren van politieke dialogen ME Amsterdammers die geneigd zijn niet te gaan stemmen. Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 Aandacht voor e Politici laten interviewen door jongeren uit Nieuw-West, verkiezingen Noord en Zuidoost e Aandacht voor verkiezingsdag bij werkgevers e _Oefenstembureaus e Bijzondere stembureaus e Jongeren stembureaus Informatievoorziening e Verbeteren van informatievoorziening naar specifieke Extra e Bijzondere stembureaus basismaatregelen e _Prikkelarme stembureaus e Verjaardagskaart voor Amsterdammers op 18° verjaardag e Apart verzenden (informatieve) kandidaatslijsten Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 Inhoud 1 Onderzoek UvA eeen erveneerereendeenvereendeenee ver enddderver eenen ener verven eeee Ó 1.1 Opdracht onderzoek … nonsense enn sennvereener senen envere eener ennnen severe venen ennven deerne ver Ó 1.2 Samenvatting conclusies … …… nnen nnn sennver evers ennen eener nennen vererven ensere vene ennenenverr Ó 1.3 Aanbevelingen … … nennen vennen eener ensen eeeesennverenver senen nndeen dennen verderen neerde 1.4 Debat met de raad …… … eener ener eneereerseerrenerseereereensenee eens eereeeve eenen oee vvere enen Ó 2 Wat doen we nu ….… sneer eener eendenneeeervenddeever evene vereevendd ereen vereer } 2.1 Landelijke maatregelen … nennen ner ennverevenrsennser eneen venvers eeen nnren enden eneen Ó 2.2 Bestaande maatregelen in Amsterdam … nennen enserenner eener venvern eeen nnnven eeen Ó 2.2.1 Basismaatregelen … … nnen nrrennerenvers eenn eenneenenen senen vererven ennen eeen eer Ó 2.2.2 Bestaande maatregelen voor doelgroepen … nennen ennen enere erneer 1 2.2.3 Toegankelijkheid … nnee enneerevenrsennven ener seeeen serveer eeens eren TÔ 2.3 Leerpunten vorige verkiezingen … sneer ener eervenven eeen ennven ener eeeenvereeeenenn |] 3 Werkwijze … ereen ee eeneneeeereerdeeenervervenneerervenddeevereerveereer eveedee erve | 3.1 Ongelijk investeren … … nnee nrnennren sneren ennen eeen ennvenenene ennen venere eee nneen eeen 1 3.2 Luisteren en samen doen … … … …aerenvenvereerennernereneenerveersverveeereeerseeereeere eenen 2 3.3 Politiek neutraal ……… naeve rvan enerenvereereneereenreeenseereenveeeeveerve onee oenee vee vveeevver vereer |Ô 3.3.1 De onafhankelijke commissie … anneer enveneever senen ennveen eenen venvere vern 19 4 Nieuwe maatregelen … neee ver eener verveenneevereeedeerereervenenererevenevee ree | Á 4,1 Democratisch burgerschap … … nanne vennen eenn sennvenenere ennen enverevenrennnereneee reverse 1À 41.1 Korte termijn … … ennen eneen severe venen ensere eene reener evers ven vensen eneen venen 1À 41.2 Lange termijn … … eneen venen venen ensere eene sennen evers venrenvsen evene venen 1À 4,2 Aandacht voor verkiezingen … … nennen ener eener enneene veer sennven ener seneeennvere eenen veerde |D 4,21 Korte termijn … …… nennen eneen eneen venrsennsen ener seneerenvere eeens veevere venen TÔ 4,22 Lange termijn … … anness ennvere eener eenner venen eene neer veer neenenveer even ene 4,3 Informatievoorziening verbeteren … … nnen nervenereveennneneen eeen eneen veer 1 4,4 Extra basismaatregelen… … neren eneen ever sennveneever vennen enverevenennnen vendere eenen 1 44.1 Korte termijn … eneen ensen eener eeerennsern eener eener ener ven sensen evene | 44.2 Lange termijn. nennen eneen eneen ver sennven eneen eneen eenen vendere nen 1 5 Kosten en financiën. … … reren eeeeeneneerrerddeeeereerveeevereeveeeneee erven vereren 2 Bijlage: overzicht motieS … ……… renee eeeeerereeneeeneeverveeedeeeereende enerverend Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 1 Onderzoek UvA 1.1 Opdracht onderzoek We zien in Amsterdam al langere tijd een verschil in opkomst per wijk. Naar aanleiding van de opkomst van de Gemeenteraadsverkiezingen in 2022 heeft de raad het college met twee moties opgeroepen om hiermee aan de slag te gaan. Om die moties uit te voeren en inzicht te krijgen in dieper liggende oorzaken van de lage opkomst en de grote opkomstverschillen binnen Amsterdam, heeft de Universiteit van Amsterdam (UvA) onderzoek gedaan. Het daaruit volgende rapport doet aanbevelingen om de opkomst te bevorderen. De onderzoeksvraag luidde: welke motieven en belevingswerelden bevinden zich achter de structurele opkomstverschillen in de stad, tussen verschillende kiezersgroepen en tussen verkiezingen (Gemeenteraad en Tweede Kamer) en welke handelingsperspectieven zijn er om de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen in de toekomst te bevorderen? 1.2 Samenvatting conclusies De conclusies uit het onderzoek ‘Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid: Onderzoek naar opkomst bij Amsterdamse Gemeenteraadsverkiezingen’? waren helder. De lage opkomst van Amsterdam als geheel is geen groot probleem. Het verschil in opkomst tussen Tweede Kamer (75%) en Gemeenteraad (48%) is te verklaren door de populaties van stemmers. Bij lokale verkiezingen is het aantal mensen dat mag stemmen groter dan bij nationale verkiezingen, omdat sommige Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit wel stemgerechtigd zijn bij gemeenteraadsverkiezingen (als ze minimaal 5 jaar in Nederland wonen of als ze uit een ander EU- land komen). De opkomst onder deze groepen (naar schatting meer dan 10% van de Amsterdamse stemgerechtigden bij Gemeenteraadverkiezingen) is zeer laag. Daarnaast zien we bij lokale verkiezingen dat een deel van de kiesgerechtigden de gemeenteraadsverkiezingen minder belangrijk vinden dan nationale verkiezingen. Er is minder interesse en ook minder (media) aandacht voor gemeenteraadsverkiezingen. De historisch lage opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen past in het patroon van de afgelopen 30 jaar. Sinds 1990 ligt de opkomst iets hoger dan 50% en af en toe komt er een verkiezingsopkomst onder de 50% voor. Maar een groter probleem dan de lagere opkomst is het verschil in opkomstpercentages tussen verschillende buurten in de stad en tussen verschillende groepen kiezers. De opkomst in de 2 Vermeulen, F., Kaulingfreks, F. & Redan, S. (2023). Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid. 6 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 stadsdelen Noord, Nieuw-West en vooral Zuidoost is al jaren veel lager dan elders in de stad. Dit verschil is de afgelopen decennia steeds groter geworden. Een lagere opkomst betekent dat minder mensen politiek vertegenwoordigd zijn. De stem van Amsterdammers uit die stadsdelen, en in het bijzonder voor Amsterdammers met specifieke demografische kenmerken (leeftijd, opleidingsniveau en migratieachtergrond), klinkt minder goed door in de gemeenteraad. Specifieke groepen (jongeren, praktisch opgeleiden en Amsterdammers met een migratieachtergrond) verliezen hun vertrouwen in de (Amsterdamse) politiek, gaan niet of nauwelijks stemmen en zijn daarmee onvoldoende vertegenwoordigd. 1.3 Aanbevelingen De onderzoekers geven aan dat een doelgroepenbenadering essentieel is. Zij stellen: “Als je jets wilt doen aan de participatieve ongelijkheid in de stad dan heb je een ongelijke investering nodig in het betrekken van achtergestelde groepen. Stimuleer hierbij langetermijndenken en breek met de koortsachtige focus van politieke partijen op de korte termijn. Inhoudelijke aandacht voor grotere maatschappelijke vraagstukken die langdurig spelen in de stad maakt de verkiezingen voor bewoners relevanter en kan hen helpen om de benodigde kennis op te doen om hun eigen standpunt fe kunnen bepalen.” Zij suggereren vijf concrete stappen: -__ Derelatie tussen politiek, bestuur en kiezers verbeteren: ‘laat als lokale politicus je gezicht vaker zien en luister écht naar bewoners en maak als lokale politicus je beloftes concreet en kom ze na’ - Stap 2: Betere inhoudelijke informatie voor kiezers: ‘er ís behoefte onder een grote groep niet-stemmen (Nederlandstalige en niet-Nederlandstalig) aan meer inhoudelijke informatie over de Amsterdamse politiek op een laagdrempelige en toegankelijke manier’. -__ Stap 3: Inzet op politieke interesse: ‘faciliteer het gesprek in de stad: organiseer debatten en dialoog en laat politici daarbij aanschuiven’ -__ Stap 4: Middelen en tijd voor een structurele aanpak: ‘voor een structurele aanpak is tijd nodig. Een traject voor opkomstbevordering moet niet met haast opgezet worden’. -__ Stap 5: Taakverdeling bij een structurele aanpak: maak gebruik van het bestaande maatschappelijk middenveld: het maatschappelijk middenveld van professionals en organisaties speelt bij de uitvoering een structurele aanpak een cruciale rol [….] Blijf als gemeente investeren in zelforganisaties en sleutelfiguren, die hebben toegang tot de doelgroep’. 1 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 1.4 Debat met de raad Op 19 januari jl. is in de commissie Algemene Zaken een constructieve discussie gevoerd over opkomstbevordering bij verkiezingen. Daar is geconcludeerd dat er extra stappen nodig zijn om de opkomst bij verkiezingen te vergroten en dat het UvA-rapport hier concrete handvaten voor biedt. Er bleek steun in de raad voor het voeren van een doelgroepenbeleid bij opkomstbevordering. Voor het definiëren van de doelgroepen zullen de in het UvA rapport geselecteerde groepen worden aangehouden: -_Jongeren tussen de 16 en 29 jaar, in het bijzonder ‘first time voters’ (met name uit stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost) -__ Amsterdammers met een Turkse, Marokkaanse, Caraïbische migratieachtergrond (met name uit stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost) -__ Praktisch opgeleiden (een focusgroep met (V)MBO leerlingen en een focusgroep met oudere praktisch opgeleide Amsterdammers) -__ Amsterdammers zonder de Nederlandse nationaliteit maar met stemrecht op lokaal niveau (jonge studenten van de UvA/VU en een groep oudere professionals). Ook bleek er steun voor het voeren van een politiek neutrale, maar wel inhoudelijke campagne. Onderwerpen voor een dergelijke campagne moeten voldoen aan de volgende criteria: -__De inhoud is politiek neutraal en voor iedereen gelijk - De campagne is er voor iedereen ongeacht opleidingsniveau en afkomst, met de focus op ondervertegenwoordigde groepen (ongeren, ouderen, burgers met een migratieachtergrond, lager opgeleiden, lagere inkomensgroepen, laaggeletterden en mensen met een licht verstandelijke beperking) -__ Het bereikt iedereen door gebruik van begrijpelijke taal voor iedereen. -__De campagne is aanvullend op de landelijke campagne. Daarnaast zullen de onderwerpen ook door een onafhankelijke toetsingscommissie getoetst worden. 8 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 2 Wat doen we nu 2.1 Landelijke maatregelen Niet alleen Amsterdam wil dat meer mensen gaan stemmen. Ook de landelijke overheid doet haar best om de opkomst te bevorderen. De maatregelen die het Rijk neemt hebben ook invloed op de opkomst in Amsterdam. Voor elke verkiezing wordt een landelijke campagne opgezet. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties lanceerde bij de afgelopen verkiezingen van maart 2023 bijvoorbeeld de landelijke campagne ‘Elke Stem Telt’. Naast deze campagnes ontwikkelt het ministerie communicatiemiddelen voor gemeenten, zoals infographics en afbeeldingen voor sociale media. Ook andere bestuurslagen ontwikkelen vaak campagnes. Bij de verkiezingen van maart2023 voerden de Waterschappen (Amstel Gooi en Vecht, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en hoogheemraadschap van Rijnland) bijvoorbeeld een gezamenlijke campagne ‘Hoe zie jij de toekomst de water?’ Hierbij werd gebruik gemaakt van social media en abri's. De Provinciale Staten voeren de campagne ‘Kies Maar’ en zetten o.a. radiospots , abri's en advertenties in huis-aan-huisbladen in. 2.2 Bestaande maatregelen in Amsterdam 2.2.1 Basismaatregelen Amsterdam voert elk jaar een aantal simpele maatregelen uit om de opkomst te bevorderen: -__ Stempas: dit bewijs om te mogen stemmen wordt per post bezorgd en vergezeld van een folder waarin de lezer wordt geïnformeerd hoe te stemmen. Een vervangende stempas kan eenvoudig worden aangevraagd. -__Identiteitsbewijs: Amsterdammers zonder paspoort of ID worden aangeschreven. Een identiteitsbewijs is immers nodig om te kunnen stemmen. Het aanschrijven van bewoners in Amsterdam die geen (geldig) identiteitsbewijs hebben gebeurt op reguliere basis. -__ Communicatie: elk jaar worden alle gemeentelijke media ingezet om te informeren over het stemmen en het stemproces, door o.a. abri's en mupi's op straat, filmpjes, online nieuwsbrief, Amsterdam-krant en krantenadvertenties. Ook verschijnt een paar weken voor de verkiezingen een Verkiezingskrant. Deze wordt bijgevoegd in de huis-aan-huis bladen en in de Stadsloketten gelegd. 9 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 -__ Verzorgingshuizen: stempassen worden centraal opgestuurd naar de verzorgingshuizen. Hieraan voorafgaand wordt in een begeleidende brief aandacht gevraagd voor verspreiding van de stempassen. -__ Veiligheid: de stembureaus worden op een veilige manier ingericht en hier wordt wanneer nodig over gecommuniceerd. Tijdens Corona ging dat bijvoorbeeld over voldoende ruimte, looprichtingen en kuchschermen. Bij de komende verkiezingen (juni 2024) is er naar verwachting geen noodzaak tot het nemen van extra veiligheidsmaatregelen. 2.2.2 Bestaande maatregelen voor doelgroepen Bij de afgelopen verkiezingen van maart 2023 is er al een aantal kleine acties uitgevoerd die gericht waren op de doelgroepen die minder snel geneigd zijn om te stemmen: -__ Wijkgerichte actie: in wijken waar minder mensen stemmen is extra aandacht gegeven aan de verkiezingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het plaatsen van meer trotters (niet beplakbare verkiezingsborden) en aan uitingen op AFAS en de Amsterdamse Poort. -__ Actie via sleutelfiguren: er is een persoonlijke brief van de burgemeester gestuurd aan sleutelpersonen in Amsterdam, zoals geestelijk leiders, straatcoaches, leraren en grote werkgevers, etc. Daarin worden zij gevraagd om bij hun achterban het belang van stemmen onder de aandacht te brengen. -_ Jongeren: we hebben al een aantal jaar speciale aandacht voor jongeren tussen de 18 en 25 waarbij de nadruk ligt op jongeren die voor het eerst mogen stemmen (first time voters). De campagne ‘Stem voor je toekomst’ is in 2021 ontwikkeld en is voortgezet met als doel herkenning te creëren. De campagne is op verschillende plekken in de stad te zien of te horen, zoals op straat, in metrostations, op sociale media en WhatsApp en op de radio. Bij de verkiezingen in maart 2023 is waar mogelijk extra media ingezet in Noord, Nieuw-West en Zuidoost. 2.2.3 Toegankelijkheid Ook voor Amsterdammers met een beperking willen we het zo makkelijk mogelijk maken om te stemmen. Voor hen nemen we al jaren maatregelen om stemmen te vergemakkelijken: -__ Fysieke toegankelijkheid: Alle stembureaus worden bezocht om te controleren of ze goed toegankelijk zijn, ook voor mensen met een beperking. Het blijft een uitdaging om ervoor te zorgen dat echt alle locaties toegankelijk zijn. Op dit moment kunnen mensen die gebruik maken van een rolstoel bij 97% van de locaties goed terecht. Soms (bij 20% van de stemlocaties) is daar wel hulp bij nodig. Helaas zijn 3% van de locaties (13 locaties) op dit moment niet rolstoeltoegankelijk. Tijdens de coronaperiode konden sommige stemlocaties, zoals scholen en verpleegtehuizen, niet gebruikt worden in verband met de veiligheid. Vanaf 2023 kunnen scholen en verpleeghuizen wel weer gebruikt worden als stemlocatie, waardoor er meer toegankelijke plekken zijn om te stemmen. Alle Amsterdammers die mogen stemmen 10 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 worden ingelicht over welke locaties wel en niet toegankelijk zijn. Elk jaar wordt de toegankelijkheid van de verkiezingen geëvalueerd en waar mogelijk verbeterd. -_ Blinden en slechtzienden: we hebben overleg met belangengroepen om de verkiezingen ook voor blinden en slechtzienden toegankelijk te maken. Bij de verkiezingen is er in ieder stadsdeel een stembureau (het Stadsloket) met een stem-mal voor blinden. Amsterdam onderscheidt zich hiermee van andere steden waar de mallen in mindere mate beschikbaar zijn. Natuurlijk kunnen blinden en slechtzienden er ook voor kiezen om - eventueel met hulp — te stemmen op één van de andere locaties. -__ Doven en slechthorenden: Stichting Welzijn Doven Amsterdam aan de Stadhouderskade is al vele jaren een stemlocatie. Dit stembureau wordt speciaal ingericht om het dove en slechthorende Amsterdammers zo makkelijk mogelijk te maken om te gaan stemmen. Er is onder andere een gebarentolk aanwezig. Dove en slechthorende Amsterdammers kunnen natuurlijk ook stemmen op een van de andere stemlocaties, en wanneer gewenst met hulp van een stembureaulid. -__Laaggeletterden: Tot slot is er een flyer speciaal ontwikkeld voor laaggeletterden. Hierin staat helder, ook met plaatjes, aangegeven hoe je kan stemmen. Om de toegankelijkheid bij verkiezingen te verbeteren en te evalueren is er een aantal keer per jaar vanuit de gemeente overleg met cliëntenbelang Amsterdam. 2.3 Leerpunten vorige verkiezingen We maken al langer gebruik van verschillende manieren om de opkomst onder Amsterdammer te vergroten. Elk jaar worden deze maatregelen opnieuw geëvalueerd. Uit de recente verkiezingen van maart 2023 hebben wij nieuwe lessen geleerd. Uit effectmetingen van de trotters met een verkiezingsboodschap blijkt dat het vaak noemen van de datum van de verkiezingen positief werkt. We blijven daarom de oproep doen om op de verkiezingsdag te gaan stemmen. Bij volgende verkiezingen zullen we de borden na de verkiezing eerder verwijderen. Hierdoor vervalt het bericht ‘Bedankt voor uw stem’, maar besparen we geld dat we kunnen gebruiken voor effectievere maatregelen. We behouden de mogelijkheid tot het plaatsen van billboards zoals die in Zuidoost bij AFAS en Amsterdamse Poort, om de verkiezingen extra onder de aandacht te brengen. Ook zullen we doorgaan met het verspreiden van extra posters op scholen en sportlocaties. De opkomst bij de verkiezingen van maart 2023 was lager dan bij de verkiezingen van vier jaar geleden. Dit betekent dat de genomen maatregelen om de opkomst te bevorderen niet het gewenste resultaat hebben gehad. Dit was niet onverwacht, maar geeft wel aan dat we moeten blijven zoeken naar manieren om de opkomst te verhogen. 1 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 3 Werkwijze 3.1 Ongelijk investeren Algemene maatregelen om de opkomst over de gehele stad te bevorderen worden met name opgepikt door groepen Amsterdammers die sneller geneigd zijn te stemmen (ouderen, theoretisch opgeleide en Amsterdammers zonder migratieachtergrond). Uit het onderzoek van de UvA blijkt dat het verminderen van de participatieve ongelijkheid vraagt om ongelijke investering in het betrekken van ondervertegenwoordigde kiezersgroepen. Deze doelgroep woont voor een groot deel in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Juist in de wijken waar Amsterdammers minder stemmen ligt een opgave om te werken aan het herstel van vertrouwen. We investeren dus ongelijk om daarmee te werken aan gelijke vertegenwoordiging van Amsterdammers in de politiek. 3.2 Luisteren en samen doen We bedenken de opkomst bevorderende maatregelen niet alleen. Een brede groep Amsterdammers wordt betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van de plannen. De eerste stap daarin was de discussie met de raad begin 2023. Hierin zijn veel ideeën naar voren gebracht die hun plek gevonden hebben in dit plan. Maar het belangrijkste is om in gesprek te gaan met de Amsterdammers waar dit plan over gaat. Dit zijn de mensen die niet gaan stemmen en voor een groot deel in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord wonen. Het rapport van de UvA gaf hier al een goede aanzet toe. Naast hun motieven om niet te gaan stemmen, willen we in gesprek gaan over welke acties wij kunnen nemen zodat zij juist wel gaan stemmen. Welke maatregelen slaan aan, volgens de Amsterdammers zelf? In het bedenken en vormgeven van de plannen werken we samen met de doelgroepen en netwerkorganisaties in Nieuw-West, Zuidoost en Noord. Dit doen we door te beginnen met een projectgroep met de Masterplannen Nieuw-West en Zuidoost en Aanpak Noord. Ook de onderzoekers van de UvA maken deel uit van de projectgroep. Daarnaast betrekken we formele en informele netwerkorganisaties en gebiedsmakelaars om in contact te komen met de doelgroepen. Zoals genoemd worden de voorgestelde maatregelen getoetst bij de doelgroep en netwerkorganisaties in de buurt. Door de plannen te bespreken en feedback te verzamelen, komen wij tot maatregelen die beter passen bij de behoeften van de doelgroep. Dit draagt bij aan de uiteindelijke effectiviteit van de maatregelen. Het is daardoor belangrijk om te beseffen dat het proces van opkomstbevordering een cyclisch proces is. De maatregelen worden steeds aangepast op basis van verkregen inzichten en ervaringen uit de praktijk. 12 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 3.3 Politiek neutraal Opkomst bevorderende campagnes worden al snel politiek. Maatschappelijke thema's hebben een politieke lading omdat deze een associatie kunnen hebben met bepaalde partijen. Maar zoals ook uit het advies van de UvA blijkt, is het niet mogelijk om mensen te stimuleren te gaan stemmen zonder aan te geven welke maatschappelijke thema's je kan beïnvloeden met je stem. Inhoudelijke aandacht voor maatschappelijke vraagstukken is dus noodzakelijk. Om de neutraliteit in de selectie van de thema's te waarborgen wordt er een onafhankelijke commissie in het leven geroepen. Deze commissie heeft als taak om te beoordelen welke politieke thema's besproken mogen worden. Het doel van de commissie is om een goede campagne te garanderen en partijpolitieke discussies te voorkomen. 3.3.1 De onafhankelijke commissie De onafhankelijke commissie denkt vanaf het begin af aan mee over de thema's die worden behandeld in campagnes. De leden die zitting nemen in de commissie worden later definitief bepaald, maar de commissie zal in ieder geval bestaan uit een aantal ambtenaren en een paar experts van buiten. We denken aan: -__ De elusterdirecteur Sociaal - De clusterdirecteur Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer - De directeur dienstverlening -__ Twee experts van buiten (in ieder geval één van de auteurs van de UvA). De commissie komt in verkiezingsjaren minstens tweemaal bijeen. Vooraf om de voorgestelde campagne goed te keuren en waar nodig bij te stellen. En achteraf om de campagne te beoordelen op politieke neutraliteit en effectiviteit. $ Vermeulen, F., Kaulingfreks, F. & Redan, S. (2022). Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid. 41, 13 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 4 Nieuwe maatregelen Op basis van de aanbevelingen van het rapport van de Uv en de aangenomen moties richten we onze nieuwe maatregelen op drie specifieke thema's: democratisch burgerschap, aandacht voor verkiezingen en informatievoorziening. Binnen deze thema's worden korte en lange termijn maatregelen voorgesteld. De korte termijn maatregelen worden uitgevoerd bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023. Deze maatregelen worden nu op korte termijn opgezet en kunnen daarom niet getoetst worden bij de doelgroep. De lange termijn maatregelen worden wel getoetst bij de doelgroepen om te checken of ze effect zullen hebben. 4.1 Democratisch burgerschap Uit het onderzoek van de UvA blijkt dat de lage opkomst deels voortkomt uit de afstand tussen de politiek en de leefwereld van stemmers. In aansluiting op motie 078.23 over democratisch burgerschap, investeert het college structureel en langdurig om democratisch burgerschap te bevorderen bij groepen Amsterdammers die geneigd zijn niet te stemmen. We werken hierbij samen met informele en formele netwerkorganisaties. 4.1.1 Korte termijn -__ Actief werven voor verkiezingen onder mbo’s en hbo’s: We gaan werven onder studenten van hogescholen en middelbaar beroepsonderwijs om te werken als stembureaulid, als teller bij de centrale stemopneming of een andere functie tijdens de verkiezingen. Deze maatregel sluit aan bij motie 079.23 (gemeentelijk campagnemateriaal op scholen). 4.1.2 Lange termijn - Educatieve programma's voor middelbare scholen en mbo's: We verkennen samen met voorlichtingscentrum ProDemos hoe we educatieve programma's aan kunnen bieden. Daarnaast gaan we samenwerken met de afdeling Onderwijs om de programma's op scholen in te voeren. De onderwijsmodules zijn enerzijds gericht op het uitleggen van het politieke systeem. Anderzijds worden leerlingen gestimuleerd om hun eigen mening te vormen en met elkaar in debat te gaan. Het doel hiervan is de politieke interesse bij leerlingen te wekken. Hiervoor worden ook oefenstembureaus opgezet om leerlingen te laten ervaren hoe stemmen echt in zijn werk gaat. Deze maatregel sluit aan bij motie 079.23 (gemeentelijk campagnemateriaal op scholen). In overeenstemming met motie 080.23 (Amsterdammers op bezoek op het stadhuis) wordt een programma afgesloten 14 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 met een bezoek aan het stadhuis. Een bezoek aan het stadhuis heeft namelijk het meest effect op de opkomst als leerlingen de achtergrond van politieke systeem begrijpen. -__ Stage mogelijkheden: vanaf 2025 versterken 7 stagiaires van het ROC Amsterdam het team Verkiezingen tijdens de verkiezingsperiodes. Gezien de vaststaande stageperiodes, lenen alleen verkiezingen in maart zich voor een passende stage. Deze maatregel sluit aan bij motie 079.23 (gemeentelijk campagnemateriaal op scholen). -__ Maatschappelijk middenveld betrekken: Uit onderzoek blijkt dat - ondanks de lage opkomst in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord - het gemeenschapsgevoel sterk aanwezig is en er veel formele en informele netwerkorganisaties aanwezig zijn. Om structureel de opkomst te bevorderen gaan we gebruik maken van deze organisaties (het aanwezige maatschappelijke middenveld). Via deze organisaties kunnen we de doelgroepen bereiken. -__Faciliteren van politieke dialogen in Nieuw-West, Noord en Zuidoost: Een aanbeveling uit het onderzoek van de UvA is structureel aandacht te vestigen op de grotere maatschappelijke vraagstukken in de stad. Welke structurele aanpak het meest passend gaan we verkennen. Dit vraagt uitdrukkelijk om benadering van de doelgroep en samenwerking met sociale partners in de wijken. We zijn hierover in gesprek met zowel collega's bij de stadsdelen als universitair docent van de UvA (Floris Vermeulen, onderzoek UvA). In deze bijeenkomsten ligt de nadruk op het zoeken van aansluiting bij de Masterplannen in Nieuw-West en Zuidoost en Aanpak Noord en contact te leggen met de doelgroepen. Deze maatregel sluit aan bij motie 078.23 (bevorderen democratisch burgerschap). -__ Het organiseren van burgerschapsonderwijs voor Amsterdammers die geneigd zijn niet te stemmen: Op scholen en mbo's wordt burgerschapsonderwijs gegeven. Wij gaan de mogelijkheid verkennen om ook burgerschapsonderwijs aan te bieden aan Amsterdammers met een migratieachtergrond en praktisch opgeleiden. Een onderdeel van het burgerschapsonderwijs zijn oefenstembureaus zodat mensen de stemprocedure leren kennen. Wij verkennen met welke plaatselijke instanties, vakbonden, beroepsopleidingen of gemeenschapscentra we kunnen samenwerken om deze groepen te bereiken. Concreet benaderen we het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT T) om nieuwkomers die momenteel inburgeren te stimuleren te gaan stemmen. 4.2 Aandacht voor verkiezingen Veel Amsterdammers hebben het gevoel dat met hun behoeften minder rekening wordt gehouden en voelen zich daardoor niet gezien door (lokale) politici.*. Vanuit de gemeente gaan we meer aandacht schenken aan verkiezingen in de wijken Nieuw-West, Noord en Zuidoost rondom de verkiezingstijd. 4 Vermeulen, F., Kaulingfreks, F. & Redan, S. (2022). Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid. 31. 15 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 4.2.1 Korte termijn -__ Aandacht voor verkiezingsdag bij werkgevers: Uit het onderzoek van de UvA blijkt dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat mensen niet vergeten dat het verkiezingsdag is.” In overeenstemming met motie 081.23 (in gesprek gaan met Amsterdamse werkgevers over opkomstbevordering) willen we Amsterdamse werkgevers aanmoedigen om de verkiezingen het onder de aandacht brengen van hun medewerkers. Wij gaan in gesprek met de afdeling Economische Zaken om werkgevers te betrekken en samen met hen te onderzoeken hoe werknemers gemotiveerd kunnen worden om te gaan stemmen. Om zoveel mogelijk resultaat te behalen bekijken we per stadsdeel wat de omstandigheden zijn. Zo zijn de werkgevers in Nieuw-West niet verenigd en vraagt dit om een andere aanpak. In de gesprekken met werkgevers vragen we ook of stemmen voor, na of tijdens werktijd problemen oplevert en hoe werkgevers hier meer ruimte voor kunnen maken, in navolging van motie 081.23. Opgemerkt moet worden dat er op dit punt landelijke wetgeving in de maak is. In september dit jaar wordt het wetsvoorstel vervroegd stemmen in de Tweede Kamer besproken. Indien dit voorstel wordt aangenomen betekent dit dat ook gedurende de twee dagen voorafgaand aan de verkiezingsdag kan worden gestemd. Hierdoor nemen de mogelijkheden toe voor mensen om hun stem uit te brengen. Ook binnen de eigen gemeentelijke organisatie zal voor elke verkiezingen aandacht worden besteed aan het belang en nut van stemmen. -__ Oefenstembureaus: In meerdere andere gemeenten zoals in Arnhem’ is geëxperimenteerd met oefenstembureaus. Voorafgaand aan de verkiezingen in 2023 gaan wij op openbare plekken zoals scholen, buurthuizen of bibliotheken in Nieuw-West, Zuidoost en Noord oefenstembureaus opzetten. De oefenstembureaus kunnen de drempel verlagen voor kiezersgroepen die niet weten hoe het stemproces verloopt en hen helpen zich zelfverzekerd te voelen bij het uitbrengen van hun stem. Op de stembureaus zijn vrijwilligers beschikbaar om begeleiding en ondersteuning te bieden. Het vergroot de politieke participatie en draagt bij aan een inclusiever verkiezingsproces. Oefenstembureaus worden onderdeel van educatieve programma's en burgerschapsonderwijs. We onderzoeken de mogelijkheden om deze oefenstembureaus te realiseren voor de verkiezingen november 20253. -__ Bijzondere stembureaus: Voor de verkiezingen in 2023 bekijken we of we bijzondere stembureaus kunnen inrichten om extra kiezers aan te trekken in de wijken waar de opkomst laag is. Zo bekijken we of we de Westermoskee en de Johan Cruijff ArenA kunnen gebruiken om specifiek jongeren naar de stembus te trekken. Er wordt nader onderzocht welke speciale stembureaus effect hebben op het verlagen van de participatieve ongelijkheid. 5 Dit is in aanvulling op de trotters uit de basismaatregelen. In het eerste doek wordt gewezen op de dag dat men kan gaan stemmen. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&gry=wet svoorstel %3A36047#activity-2022A09870 7 https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/statushouders-mogen-oefenstemmen-in-arnhem-je- moet-een-bolletje-inkleuren-b64d1ace/ 16 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 -_ Samenwerking met Stichting Cultuur Jongeren Paspoort (CJP): Stichting CJP heeft een groot bereik onder jongeren. Naast het gebruik van de locatie van het CJP als jongerenstembureau, zijn wij met de Stichting CJP in gesprek over hoe we jongeren kunnen betrekken bij de verkiezingen. We zoeken hierin aansluiting met de al lopende jongerencampagne. -_ Jongerenprojecten “Stemmen voor de Toekomst” in samenwerking met Tolhuistuin. Stemmen voor de toekomst is een educatieprogramma op middelbare scholen in Amsterdam. Het heeft als doel om het gesprek over politiek en maatschappij op school te stimuleren voor een doelgroep voor wie politiek een “ver- van-je-bedshow” is. 4.2.2 Lange termijn -__ Politici laten interviewen door jongeren (uit Nieuw-West, Noord en Zuidoost): Om de verkiezingen bij jongeren onder de aandacht te brengen is het belangrijk jongeren zelf het woord te geven. Daarom willen we politici door jongeren laten interviewen. In de interviews vragen jongeren de politici wat zij voor hen kunnen betekenen in hun wijken. “Waarom zouden jongeren in deze wijk [Nieuw-West, Noord of Zuidoost] moeten gaan stemmen?” De interviews stimuleren de politieke interesse van jongeren en koppelen politiek aan hun dagelijkse realiteit. Om dit idee vorm te geven werken we samen met de afdeling communicatie en onderzoeken we momenteel wat de mogelijkheden zijn. Ook benaderen we ATb om hier een rol in te spelen. -_ Jongeren stembureaus: In de Schilderswijk in Den Haag heeft de gemeente in maart 2023 drie stembureaus ingericht speciaal voor jongeren. Jongeren hebben deze stembureaus zelf ingericht en bemand. De ervaring in Den Haag wordt zomer 2023 gedeeld. Als het experiment positief wordt geëvalueerd kunnen we dit in Amsterdam overnemen. 4.3 Informatievoorziening verbeteren Uit het onderzoek van de UvA blijkt dat informatievoorziening een belangrijke rol speelt in de keuze wel of niet te gaan stemmen. Een grote groep niet-stemmers heeft behoefte aan meer informatie. De vorm waarop die informatie verstrekt dient te worden, verschilt per groep. Om de meest effectieve communicatiekanalen te ontdekken betrekken we zowel communicatie experts als de doelgroep zelf. Dit kan onder meer het gebruik van lokale kranten, radio, sociale media, websites of posters in de wijk omvatten. In de communicatie wordt het taalgebruik aangepast op de doelgroepen. - Verbeteren van informatievoorziening naar specifieke doelgroepen: Het onderzoek van de UvA stelt dat er behoefte is aan digitale informatievoorziening, met name naar jongeren maar ook voor andere moeilijk bereikbare doelgroepen. Hier gaan wij extra aandacht aan besteden. In het algemeen geldt dat persoonlijk contact en maatwerk boven onpersoonlijk contact en massacommunicatie gaan en dat inwoners het beste via hun eigen sociale netwerk bereikt kunnen worden. Dit vraagt, zoals veel van de andere 17 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 voorgestelde maatregelen, wederom om het betrekken van de doelgroep. Wij zullen bij het benaderen van jongeren in ieder geval meer gebruik maken van onlinekanalen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat jongeren voornamelijk via social media geïnformeerd worden over verkiezingen? 44 Extra basismaatregelen In de vorige paragrafen 4.1 t/m 4.3 worden maatregelen genoemd die betrekking hebben op de wijken die een relatief laag opkomstpercentage hebben. Daarnaast stellen we de volgende maatregelen. Deze maatregelen zijn gericht op doelgroepen die minder geneigd zijn te stemmen, maar niet specifiek in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost of Noord wonen. 4.4.1 Korte termijn -__ Bijzondere stemlocaties: Bij Europese en Tweede Kamerverkiezingen kan in heel Amsterdam worden gestemd (in tegenstelling tot verkiezingen voor stadsdeelcommissies of waterschappen, waar de stad is opgedeeld). Hierdoor ontstaan mogelijkheden voor bijzondere stembureaus om zoveel mogelijk extra kiezers aan te trekken. Deze staan los van de bijzondere locaties uit paragraaf 2.2.2. die specifiek gericht zijn op bewoners uit Zuidoost, Noord en Nieuw-West. We denken bijvoorbeeld aan: fietsstembureaus (zoals in 2021 bij de RAI) en speciale locaties (A'dam Lookout (2017) of een nachtelijke opening in bijvoorbeeld het Tolhuistuin. Hier zal bij de aankomende Europese verkiezingen mee worden geëxperimenteerd. -__ Verjaardagskaart voor Amsterdammers op 18° verjaardag: Door raadslid Boomsma is meermaals aandacht gevraagd om Amsterdammers die 18 worden te attenderen op hun burgerrechten en —plichten. Destijds is het idee voor een boekje gesuggereerd. Een boekje sluit niet aan bij de interesses van jongeren en is relatief duur om te maken. We gaan jongeren die 18 worden een verjaardagskaart sturen om hen te attenderen op hun verworven rechten en plichten en te wijzen op het belang van stemmen. In de gemeente Vlaardingen is daar onlangs mee gestart.” Daarnaast zullen we in het vervolg alle jongeren voor elke verkiezingen persoonlijk een kaart sturen waarin ze gewezen worden op deze verkiezingen. Uit onderzoek bleek namelijk dat de kaart die bij de Provinciale Statenverkiezingen aan New Time Voters gestuurd is goed werd ontvangen. Dat stimuleert ons om dit soort communicatie verder te ontwikkelen. -__ Apart verzenden (informatieve) kandidaatlijsten: De lijsten van kandidaten die zich verkiesbaar stellen werden tot dit jaar in de Verkiezingskrant opgenomen. In veel andere gemeenten worden deze lijsten per post aan kiezers toegezonden. Kiezers kunnen zich dan, ruim voorafgaand aan de verkiezingen, oriënteren op hun keuze. Wij zullen de kandidatenlijsten nu ook per post sturen naar de huisadressen. Hiermee krijgt de kiezer ë Vermeulen, F., Kaulingfreks, F. & Redan, S. (2023). Lage lokale betrokkenheid en grote ongelijkheid. 28-29, ? https://www.schiedamsnieuws.nl/vlaardingen-alle-gaat-18-jarigen-verjaardagskaart-sturen/ 18 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 ook op deze manier informatie over de verkiezingen. Dit is een aanvulling op de Verkiezingskrant die een meer algemeen karakter heeft en meegestuurd wordt met huis-aan-huis weekbladen. 4.4.2 Lange termijn -_ Prikkelarme stembureaus: In andere gemeenten is geëxperimenteerd met Prikkelarme stembureaus. Deze zijn prikkelarm zijn ingericht, onder andere door grotere stemhokjes, meer stilte en extra medewerkers voor ondersteuning. We overwegen in Amsterdam te experimenteren met prikkelarme stembureaus. Uit overleg met belangenvertegenwoordigers blijkt dat aan het nut van deze stembureaus getwijfeld wordt omdat de weg naar het stembureau niet prikkelarm is en vaak langer is dan het stembureau in de straat. Toch lijkt er een behoefte te bestaan. Daarom gaan we verder in gesprek en nemen we hierover later een besluit. -__ Verbeteren van informatievoorziening voor niet-Nederlandstalige stemmers: Bij de komende verkiezingen (Europees Parlement, 2024) stemmen ook niet-Nederlandstalige stemgerechtigden. Het is belangrijk dat zij kennis hebben van de verkiezingen. Uit onderzoek blijkt dat niet-Nederlandse kiesgerechtigden vooral behoefte hebben aan inhoudelijke partijpolitieke informatie. Daarnaast zal de gemeente kiesgerechtigden voorzien van praktische informatie omtrent de verkiezingen door de informatie zowel in het Nederlands als Engels op de website te publiceren. 19 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 5 Kosten en financiën Opkomstbevordering is al vele jaren een belangrijk onderwerp. Daarom is er in de huidige begroting een structureel bedrag van €100.000 opgenomen voor opkomstbevordering. Hiermee financieren o.a. de jongerencampagne en de trotters. Dit plan van aanpak gaat echter uit van een geheel ander niveau van opkomstbevordering. Daarvoor zijn extra middelen essentieel: 204 2025 Extra algemene maatregelen | 100.000 100.000 Extra maatregelen specifieke | 100.000 100.000 groepen korte termijn Extra maatregelen specifieke | 100.000 200.000 groepen lange termijn 300.000 | 400.000 Het college bekijkt of er bij de begroting twee jaar incidenteel geld vrijgemaakt kan worden om de maatregelen in te zetten. Als het college en de raad tevreden zijn met de voortgang van het plan van aanpak kan er in 2025 worden besloten om structureel geld vrij te maken voor dit onderwerp. 20 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 Bijlage: overzicht moties Motie 70 van de leden Bons, e De verkiezingen voor de Provinciale Staten en Heinhuis, Rooderkerk en Yemane waterschappen zijn geëvalueerd. De extra middelen inzake de toegankelijkheid van van het Rijk voor het verbeteren van de verkiezingen. (TA2023-000167) toegankelijkheid zijn uitgegeven aan realiseren van invalidenparkeerplaatsen in de buurt van stembureaus, stemmallen voor blinden en slechtzienden, de aanschaf drempelhulpen en de huur en inrichting van toegankelijke commerciële locaties. e Om de toegankelijkheid bij verkiezingen structureel te verbeteren en te evalueren is er een aantal keer per jaar vanuit de gemeente overleg met cliëntenbelang Amsterdam. Motie 78 van de leden Yemane, Concrete acties op korte termijn die in het Plan van Ernsting, Broersen, Khan, aanpak genoemd worden zijn het ontwikkelen van Rooderkerk, Bons en Heinhuis educatieve programma's voor middelbare scholen en inzake bevorderen democratisch mbo's, het actief werven voor verkiezingen onder mbo's burgerschap. (TA2023-000168) en hbo’s en het aanbieden van stagemogelijkheden aanbieden. En voor de lange termijn wordt, vanuit het Plan van aanpak geïnvesteerd in het betrekken van het maatschappelijk middenveld, het faciliteren van politieke dialogen in Nieuw-West, Noord en Zuidoost en het organiseren van burgerschapsonderwijs voor Amsterdammers die geneigd zijn niet te stemmen. Om bovengenoemde korte en lange termijn maatregelen te realiseren benaderen we de doelgroep en zoeken structurele samenwerking met sociale partners in de wijken. Over hoe we dit aanpakken zijn we in overleg met collega's bij de stadsdelen en universitair docent van de UvA (Floris Vermeulen, onderzoek UvA). In deze bijeenkomsten ligt de nadruk op het zoeken van aansluiting bij de Masterplannen in Nieuw-West en Zuidoost en Aanpak Noord en contact te leggen met de doelgroepen. Samen met doelgroepen en sociale partners onderzoeken we welke maatregelen de meeste impact hebben. Motie 79 van de leden Rooderkerk, |e We verkennen samen met voorlichtingscentrum Schmit, Heinhuis, Yemane, ProDemos hoe we educatieve programma's aan Martens, Khan en Bons inzake middelbaren scholen en mbo's aan kunnen bieden. 21 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 gemeentelijk campagnemateriaal Daarnaast gaan we samenwerken met de afdeling op scholen (TA2023-000169) Onderwijs om de programma's in de scholen uit te rollen. De onderwijsmodules zijn enerzijds gericht op het uitleggen van het politieke systeem. Anderzijds worden leerlingen gestimuleerd om hun eigen mening te vormen en met elkaar in debat te treden. e Wezetten in op werving onder studenten van hogescholen en middelbaar beroepsonderwijs om te werken als stembureaulid, als teller bij de centrale stemopneming of een andere functie tijdens de verkiezingen. e _Wezijn in gesprek met het ROC Amsterdam. Het ziet er naar uit dat 7 stagiaires van het ROC van Amsterdam vanaf 2025 het team verkiezingen in de verkiezingsperiodes gaan versterken. e Wij willen de mogelijkheid verkennen om burgerschapsonderwijs aan te bieden ook voor Amsterdammers met een migratieachtergrond en praktisch opgeleiden. We verkennen met welke plaatselijke instanties, vakbonden, beroepsopleidingen of gemeenschapscentra we kunnen samenwerken om deze groepen te bereiken. Concreet benaderen we het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT T) om nieuwkomers die momenteel inburgeren te stimuleren te gaan stemmen. Motie 80 van de leden Heinhuis, Het in de uitwerking van motie 79 genoemde educatieve Rooderkerk, Broersen, Khan, programma voor middelbare scholen en mbo's van Pro Yemane, Bons en Nanninga inzake | Demos wordt afgesloten met een bezoek aan het Amsterdammers op bezoek op het | stadhuis. Het bezoek is het meest effectief om de stadhuis. (TA2023-000170) opkomst te bevorderen wanneer men de context van het (lokale) politieke systeem begrijpt. Daarom werken we vooralsnog niet met een gewogen loting van alle Amsterdammers. De scholen in Nieuw-West, Zuidoost en Noord worden als eerst benaderd voor deze educatieve programma's. Motie 81 van de leden Heinhuis, e Wij gaan in gesprek met de afdeling Economische Rooderkerk, Broersen, Khan, Zaken om werkgevers te betrekken en samen met Martens, Yemane, Bons en hen te onderzoeken hoe werknemers gemotiveerd Nanninga inzake in gesprek met kunnen worden om te gaan stemmen. Om zoveel Amsterdamse werkgevers over mogelijk resultaat te behalen moeten we per opkomstbevordering. (TA2023- stadsdeel bekijken wat de omstandigheden zijn. Zo 000171) zijn de werkgevers in Nieuw-West niet verenigd en vraagt dit om een andere aanpak. e De brief aan sleutelfiguren in de stad waarin zij, uit naam van de burgemeester, gevraagd worden het belang van stemmen onder de aandacht van hun 22 Gemeente Amsterdam Plan van aanpak opkomstbevordering 2023-07-01 achterban te brengen, wordt ook aan grote werkgevers gestuurd. e _Inseptember 2023 wordt het wetsvoorstel vervroegd stemmen in de Tweede Kamer besproken. Indien dit voorstel wordt aangenomen betekent dit dat ook gedurende de twee dagen voorafgaand aan de verkiezingsdag kan worden gestemd. Hierdoor nemen de mogelijkheden toe voor mensen om hun stem uit te brengen. Voordat we actie ondernemen, willen we de uitkomst van dit debat afwachten. e Ook binnen de eigen gemeentelijke organisatie zal voor elke verkiezingen aandacht worden besteed aan het belang en nut van stemmen. Toezegging AZ - Amsterdammers | We gaan jongeren die 18 worden een verjaardagskaart bij hun 18e verjaardag te wijzen op | sturen om hen attenderen op hun verworven rechten en hun burgerplichten en rechten. plichten en te wijzen op het belang van stemmen. (TA2023-000317) Daarnaast zullen we in het vervolg alle jongeren persoonlijk voor elke verkiezingen een kaart sturen waarin ze gewezen worden op deze verkiezingen. Uit onderzoek bleek dat de kaart met aparte enveloppe die we dit jaar aan New Time Voters gestuurd hebben, goed ontvangen is. Dat stimuleert ons om deze wijze van communicatie verder te ontwikkelen. 23
Onderzoeksrapport
23
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1183 Ingekomen op 7 november 2018 Ingekomen onder C Behandeld op 8 november 2018 Uitslag Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Lammeren inzake de Begroting 2019 (Nieuw faunabeheerplan in de Amsterdamse Waterleidingduinen) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2019. Constaterende dat: — erin 2017 tot 2018 intensief damherten zijn afgeschoten (1440 dieren) met als resultaat een populatieafname van slechts 157; — de gemeente Amsterdam zich aansluit bij adviezen die zij ontvangt van Waternet; — de focus op dit moment teveel op de negatieve effecten van intensieve begrazing, waarbij positieve effecten op de zandhagedis, mieren of karakteristieke vogelsoorten niet genoemd worden; — de gemeente het voorstel voor een ander beheer (ingediend door de Dierenbescherming) dat gebaseerd is op ecologische onderzoeken geen gehoor heeft gegeven. Overwegende dat: — de duinen niet waardevol zijn om het hoge aantal soorten dat daar voorkomt, maar juist om de bijzondere soorten die daar voorkomen; — de bovengenoemde soorten vaak baat hebben bij een open duingebied, dat enkel behouden blijft door intensieve begrazing; — de berekening die men nu toepast om het aantal damherten dat over mag blijven te bepalen totaal geen rekening houdt met de ecologische realiteit; — de manier waarop het afschot nu plaatsvindt niet zo is ingericht dat het daar plaatsvindt waar de meeste natuurschade zou plaatsvinden; — de huidige manier van afschot nauwelijks lijkt bij te dragen aan een goede duinvegetatie en duintauna, en minder overlast in Zandvoort. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — zo snel mogelijk een schade-gestuurd plan van aanpak op te stellen en dit te bespreken met de verschillende stakeholders; — dit voorstel vervolgens te verwerken tot een nieuw faunabeheerplan, waarin (zoveel mogelijke) niet-dodende maatregelen worden opgenomen. Het lid van de gemeenteraad J.F.W. van Lammeren 4
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam EZ P % Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, x Dierenwelzijn, Waterbeheer Definitieve agenda, donderdag 7 februari 20153 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Tijd 13:30 uur tot 17:00 uur uur Locatie De Rooszaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag 5 Termijnagenda, per portefeuille 6 _Tkn-lijst 7 Opening inhoudelijke gedeelte 8 _Inspreekhalfuur Publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad amsterdam.nl. Voor algemene informatie: [email protected] 1 Gemeente Amsterdam Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer Definitieve agenda, donderdag 7 februari 2013 Waterbeheer 11 Kennisnemen van voorgenomen activiteiten ten behoeve van beleidsontwikkeling passagiersvervoer te water 2013-2014 Nr. BD2013-000023 De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht 12 Toepassing innovatiebepaling bij exploitatievergunningen passagiersvervoer te water Nr. BD2012-013077 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Economische Zaken 13 Stadslandbouw in de metropoolregio Amsterdam Nr. BD2013-000745 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 14 Initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren (PvdD) getiteld: Kiezen voor stadslandbouw Nr. BD2013-000086 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 15 Amsterdam Marketing i.o. Nr. BD2013-000747 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen Bedrijven 16 AEB: Afronden onderzoeksfase verzelfstandiging Nr. BD2012-012510 De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht Waterbeheer 17 Bestuurlijke consultatie Deltaprogramma Nr. BD2013-001197 Ter bespreking en voor kennisgeving aannemen 2
Agenda
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 984 Publicatiedatum 7 oktober 2015 Ingekomen op 1 oktober 2015 Ingekomen onder BK Te behandelen op 4/5 november 2015 Onderwerp Amendement van de leden Moorman en Groot Wassink inzake de Begroting 2016 (portal vakantieverhuur en toeristenbelasting). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2016; Overwegende dat: — de Amsterdamse Verordening op de Toeristenbelasting 1999 als belastingplichtige aanmerkt de degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in art. 2 van de verordening (artikel 3); — de praktijk waarbij huurders en verhuurders gebruik maken van bemiddelingswebsites, zoals Air BnB en Wimdu, ertoe leidt dat niet alle vakantieverhuurders toeristenbelasting afdragen en dit ook niet aan alle toeristen wordt doorberekend; Van mening dat: — het wenselijk is dat alle (ver)huurders gelijk worden behandeld, goed worden voorgelicht en goed bediend; — door de direct belastingplichtige weer zelf de aangifte te laten doen, ook inzicht kan worden verschaft in het aantal dagen, van de 60 toegestane, die de vakantieverhuurder nog kan gebruiken; — deze gegevens kunnen worden gebruikt voor informatie-gestuurde handhaving, waaronder het effectief begrenzen van de maximaal toegestane 60 dagen; hetgeen weer bijdraagt aan voldoende draagvlak voor vakantieverhuur. Besluit: de Begroting 2016 als volgt te wijzigen: 1. op pagina 9, in de bestuurlijk hoofdlijnen, na de zesde alinea het volgende toe te voegen: ‘Het college komt in 2016 met een voorstel tot wijziging van de aangifte en inning van toeristenbelasting uit vakantieverhuur. Dit om de direct belastingplichtige, de verhuurder van vakantiewoningen of kamer, beter te informeren en in staat te stellen de aangifte voor toeristenbelasting te verrichten. Zo wordt informatie- gestuurd handhaven beter mogelijk net als het bewaken van de maximaal toegestane 60 dagen vakantieverhuur.’ 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 984 Datum 7 oktober 2015 Amendement 2. op pagina 270 onder 6.3 Lokale Heffingen, onder de bullets na de 4° alinea, toe te voegen: ‘Steeds meer Amsterdammers maken gebruik van vakantieverhuur. Dit biedt enerzijds de kans aan Amsterdammers om hun woning, voor maximaal 60 dagen, aan te bieden aan toeristen en bezoekers. Veel bezoekers van onze stad maken hier dankbaar gebruik van. Verhuur is alleen toegestaan in de eigen woning of met toestemming van de verhuurder of de VVE. Verhuur van sociale woningen is niet toegestaan. Anderzijds is het systeem nu niet transparant. De verschuldigde toeristenbelasting wordt niet door alle belastingplichtigen betaald en met verschillende websites, waar de woningen of kamers worden aangeboden, zijn verschillende afspraken gemaakt. Ook de handhaving, waaronder het effectief begrenzen van de maximaal toegestane 60 dagen, kan efficiënter en dient geïntegreerd te worden met de belastingheffing voor toeristenbelasting. De gemeenteraad heeft verzocht om de direct belastingplichtige, de verhuurder, beter te informeren en in staat te stellen de aangifte voor toeristenbelasting te verrichten. Het college zal bij de jaarrekening 2015 een voorstel doen voor het wijzigen van de belastingverordening en een webpagina of portal waar de belastingplichtige op begrijpelijke wijze in staat wordt gesteld om aangifte te doen van het vakantieverhuur.’ De leden van de gemeenteraad, M. Moorman BR. Groot Wassink 2
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1523 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder H Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Groen inzake de Begroting 2017 (doelstelling fosfaat). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Overwegende dat: — Het overduidelijk is dat de Nederlandse samenleving veel te laat in actie is gekomen ten aanzien van de klimaatcrisis, waardoor er een enorme inhaalslag gemaakt moet worden ten aanzien van verduurzamingsrnaatregelen, tegen veel hogere kosten dan wanneer in een eerder stadium al was begonnen; — De volgende grote duurzaamheidscrisis zich aandient. Met de stijgende wereldbevolking - tot mogelijk 10 miljard in 2050 - dreigt er een gigantisch fosfaattekort. — _Terugwinnen van fosfaat uit het riool een bijdrage kan leveren aan het mitigeren van dit probleem. — Het college in de begroting 2014 bij de doelen nog een doel had opgenomen onder het kopje afval: o “Rioolwater wordt ook als grondstof gezien Dat betekent dat bruikbare stoffen zoals onder andere fosfaat worden gewonnen”, maar deze doelstelling nu om onduidelijke redenen geschrapt is. Besluit: Bij de doelstellingen water een extra doel op te nemen als derde punt: “Rioolwater wordt ook als grondstof gezien Dat betekent dat bruikbare stoffen zoals onder andere fosfaat worden teruggewonnen.” Het van de gemeenteraad RJ. Groen 1
Motie
1
test
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Beantwoording schriftelijke vragen Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 25 mei 2021 Portefeuille(s) Zorg Portefeuillehouder(s): Simone Kukenheim Behandeld door OJZD [email protected] Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het voormalig lid Ceder inzake wachtlijsten bij huishoudelijke hulp Nummer 168 Geachte leden, Op 19 januari 2021 heeft het college schriftelijke vragen ontvangen van toenmalig lid Ceder van de ChristenUnie inzake Wachtlijsten bij huishoudelijke hulp. Onderstaand treft u de beantwoording van deze vragen aan. Toelichting door vragensteller Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning kunnen mensen die problemen hebben om hun eigen huis schoon te houden, rekenen op huishoudelijke hulp. lemand met een handicap, ziekte of een andere beperking heeft recht op hulp in het huishouden en kan dit aanvragen bij de gemeente. De gemeente heeft een zorgplicht om deze mensen te helpen en ondersteuning te bieden. Op deze manier kunnen kwetsbare mensen met behulp van de huishoudelijke ondersteuning zelfstandig blijven wonen. Ruim 14.000 mensen maken in Amsterdam gebruik van huishoudelijke hulp via deze gemeentelijke ondersteuning en dat aantal neemt sterk toe . Momenteel staan in Amsterdam naar schatting 500 mensen op wachtlijst en is er niet voldoende budget om alle aanvragen te voldoen. Dat betekent dus dat er nu veel kwetsbare mensen zijn die het steeds moeilijker krijgen om hun leven zelfstandig vorm te geven, doordat ze wachten op hulp in het huishouden. De fractie van de ChristenUnie vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en heeft daarom een aantal vragen. Het college kan de gestelde vragen als volgt beantwoorden. 1. Heeft het college inzicht in het aantal mensen dat wacht op hulp in de huishouding via de gemeente? En kan het college een overzicht geven van het aantal mensen dat nu op de wachtlijst staat en in hoeverre dat afwijkend is van de afgelopen vijf jaar? Antwoord De wachtlijst bevatte op 31 december 2020, 682 cliënten die zich hebben aangemeld vanaf 1 oktober 2020. Dit zijn mensen die zich hebben gemeld in de periode tussen 1 oktober en 31 Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 2 van 4 december 2020 en waarvan is vastgesteld dat zij hulp bij huishouden nodig hebben, maar niet urgent. Op 31 maart bestond de wachtlijst uit ongeveer 1029 mensen. De wachtlijst in de laatste vijf jaren is wisselend geweest. Tot de komst van corona was in toenemende sprake van een personeelstekort in de sector, wat ertoe leidde dat cliënten niet meteen geholpen konden worden. In de loop van 2018 gaf dat aanleiding een uitwisselingsysteem tussen aanbieders op te zetten, waarbij aanbieders konden aangeven wie er per wijk wel en niet voldoende personeel hadden om nieuwe cliënten op te nemen. De wachtlijsten werden toen niet centraal geregistreerd en er zijn geen nauwkeurige gegevens bekend over de omvang ervan. Op het hoogtepunt had geen enkele aanbieder nog ruimte om op korte termijn nieuwe cliënten op te nemen en waren er signalen van wachtlijsten van zes maanden bij bepaalde aanbieders. Door toedoen van de coronacrisis en daarmee het wegvallen van werkgelegenheid in sectoren als horeca en toerisme zijn problemen met personeelstekorten in de loop van 2020 opgelost, zodat de wachtlijsten weggewerkt waren op het moment dat de instroombeperking op 1 oktober 2020 werd ingesteld. 2. Is er momenteel voldoende budget om alle aanvragen te voldoen? Wat is daarin de prognose voor 2021? Antwoord Nee, daar is niet voldoende budget voor. Om aan alle huidige en verwachte aanvragen voor 2021 te voldoen is een aanvullende € 4,3 miljoen nodig in 2021. 3. Welke maatregelen heeft het college getroffen om de huidige wachtlijst weg te werken? En welke maatregelen worden er getroffen om dit in de toekomst te voorkomen? Antwoord Het College zet in op de volgende maatregelen om de huidige wachtlijst weg te werken: 1 Lobby richting Rijk Het College blijft bij het Rijk pleiten voor herinvoering van de inkomensafhankelijke bijdrage en/of compensatie voor de groei in aanvragen die het abonnementstarief heeft veroorzaakt. Wij weten ons hierin gesteund door een groot aantal andere gemeenten en door de VNG die hier een speerpunt van heeft gemaakt. Omdat de situatie in Amsterdam nu in rap tempo verslechtert en wij vrezen voor de levering van zorg aan kwetsbare Amsterdammers zal het College nog voor de zomer per brief contact zoeken met de minister van VWS om te wijzen op de tekorten van Amsterdam veroorzaakt door invoering van het abonnementstarief, met een verzoek om reparatie. U zult daar een afschrift van ontvangen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 3 van 4 2 Inzet op inkomensafhankelijke toegang Het College onderzoekt maatregelen gericht op de oorzaak van de groei van hulp bij huishouden: de toestroom van hogere- en middeninkomens. De VNG heeft zulke maatregelen ook aanbevolen en spoort gemeenten aan hierin de grenzen van het juridisch toelaatbare op te zoeken. Het College heeft de intentie tot het uiterste te gaan om te zorgen dat de schaarse middelen worden ingezet voor de mensen die het echt nodig hebben, en niet voor de mensen die de hulp ook zelf zouden kunnen betalen. Hiertoe onderzoekt het College maatregelen gericht op de instroom, door een hoger inkomen te beschouwen als een bron van zelfredzaamheid waardoor compensatie vanuit de gemeente niet meer nodig is. Ik zal v spoedig nader informeren zodra ik daar een werkwijze voor heb ontwikkeld. 3 Intensieve monitoring van instroom en uitstroom Om ruimte te creëren cliënten van de wachtlijst te helpen, willen we sturen op de instroom van urgente cliënten en de uitstroom van cliënten die geen Wmo-zorg meer nodig hebben. Op beide deze factoren wordt de monitoring geïntensiveerd. Enerzijds willen we erop letten dat alleen cliënten die voldoen aan de vrgentiecriteria met voorrang hulp krijgen, zodat er ruimte blijft voor instroom van mensen van de wachtlijst. Anderzijds willen we de uitstroom bevorderen van cliënten die zorg krijgen maar inmiddels andere mogelijkheden hebben zelf in de zorgvraag te voorzien, en van cliënten die recht hebben op zorg vanuit een andere financiering (met name Wlz). 4 Inzet op training voor toegang Bepalend voor de omvang van de wachtlijst is de beoordeling wie er wel en niet voor de voorziening in aanmerking komen. Om te zorgen voor een scherpere en meer uniforme werkwijze zal ingezet worden op aanvullende training voor Hbh-intakers. Dit zijn sinds 1 april 2021 niet alleen de Hbh-aanbieders maar ook de Buurtteams. 4. Welke redenen ziet het college voor het ontstaan van de wachtlijsten? Kan het college toelichten in welke mate de invoering van de wijkteams en de nieuwe aanbesteding invloed hebben gehad op de vorming van wachtlijsten? Verwacht het college bijvoorbeeld dat wachtlijsten daardoor oplopen? Antwoord De belangrijkste reden voor het ontstaan van de wachtlijsten is de groei van het aantal aanvragen ten gevolge van de afschaffing door het Rijk van de inkomensafhankelijke bijdrage, met de invoering van het abonnementstarief. Doordat er geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage meer geldt, is het aantrekkelijk geworden voor cliënten met midden- en hogere inkomens een beroep te doen op huishoudelijke hulp vanuit de Wmo, waar ze voorheen zelf een hulp zouden hebben ingehuurd. De oorzaak is niet een bezuiniging. De Raad heeft met de Voorjaarsnotabrief van 2020 een budget vastgesteld voor 2021 dat € 1,8 miljoen hoger lag dan dat van 2020, en financieel ruimte bood om Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 mei 2021 Pagina 4 van 4 1,0% meer cliënten te helpen dan in 2020. Dat is echter niet genoeg om de feitelijke groei in cliëntaantallen het hoofd te bieden. De invoering van de Buurtteams per 1 april 2021 en de (inmiddels ingetrokken) aanbesteding hebben geen enkele invloed gehad op de vorming van wachtlijsten, en zullen het oplopen daarvan ook niet beïnvloeden. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Simone Kukenheim Wethouder Zorg Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Schriftelijke Vraag
4
discard
N NOORD D HOcANDSE ENERGIE REGIO Z februari 2025 Noord-Holland Zuid 4 Eerste Á WBR voortgangs- 5 E , De a rapportage in, | 2,7 TWh duurzame energie ® S | Se, | R ES in 2050 é ld VE ad nemnnteen _ | == En nT E | Ì = | e T zen | E - n > zr a) E | Ì e 2 re OO ns Ì B Î y = Ee mn | / je OE 5 en Û en len | Î Í E ek Ô f - mm = | p EE : mn en B tl B Ee / 7 . En ml Î f Á EE en » we Ei - _ Er | en - f eN en a En N ad r IN En _ VEE SE Ee — k g = elen, _— dn — a mn De ten Eat IAN mr pn rn aen dd en, ien E ds in er r bedeeld eren dt SAGE nt Snor Age amen geb mt ed end ended ette oee Te Pe Ene manen dermee nee ee à mh de ee ene en TANNET NT OENE LE EET TATIE EAN WEEKE PETE ME TTE a re ee Vledder eh ed Eee EE ERA Ln hd dek ee Ae de. ei r ris . mhd hee del De ne ET ed gege re er E í 3 ek mm den TND OEL TA Pe TN PEN U WMP ererrerkemteaaezersuner het maaie rated Pad then vedette aanne n Ea men ee hed ee de ee ed erp de hide ne det fe El Ô md nde dd eden mm EN dn kien et hin dan ennn eee ee a kde ette ne reen nnee en et ene NECTAR CTI VENEN EDRAKET et ee de tn EEE CER VETTEN TPE EIA EE AEN ee Dreesen hen bso mne o t ere maen en a iE a rte kon Tre: We Ann en Sie ene eet Te a ft barca DD one ete a en enn en far: tk Ek memrtn dE ne ed ee nn et tee me ee hl DOED Set pen dingen Dg ad tee neren OEE ETEN E nd SN mT nn Ig Berm en se en SE oe gn EC ARN CE ET IE TEEN RETERE CE TCE T KGEETC EM UT es DAA tenen AT gen e vens an wd ln ennen Ree en ass neren entre ini A td ek ed ae ce eee ee Ef er ne RE, eten Ren ne hp eh ade de sd kend eed eng he te Ege ld TEEN T Ea N ki EERE NOR EEN CEI N CE ENTENTE ENDE VEREEN TE ng he he VEE BN li E dkn kl eben dk ait nld wdd Peer TEA a ES, md nele ee RE ke ne Rd ne en hen Nen ennen lar dn mre ANT ee es ee Ee B Me ns En ee De Ee De gang a Cn a ed en ee eg mdm nd ed Nt Te GENNER ke iS midd ina. 8 ERE u eee en dn dj rd ie eN EE ed Ene On LET EERS ETET TT RE En Kn \ EERE KNK NSE TT Ee NEET NAE PA NEN Een manden Ep el EL ntm ntmmm eg de ddie AE et ie Ze eden lede shad ver ek Kee rs nent helen EE ae. 1 x 5 ad rn …e k \ min nn De Dn ee en Onee sen emt den Te Dd ed ee Et Es nnn id ien Ede nch E NE Ne AN ee en dee ln ne en dhl Ee EE Beer 5 L leng Kk me ee ele dE ECE 4% ed TN da en ek ee Ted enne CNE Se EN TEE EIER STEEN ENE ETALEREN ET VET RAE Ti eel eeen mmm ee kb EE NE NE II ESS DIN NETTERDEN CEE AT pe dn ee eers nnn REEN TSE TEE UT ERE NIN OEE TUE EO ELLES NL AEEA EVER TND ES neat DIVES kee Nn Mn ERE neden ee | Et NRO OEE NE IPSE EE ENC EEC ATEN UIR ANETTA STIRE NE Á + ee ER EE NEET EEG TR NT TENEN TEGETENCTEA De lt eet ene gran _ d k ‘ ee Ean Ee Ee a A neden pe eN ene - k | Linien ee A5 N ek TANTE REE DVE SAE B) Bd TET RIDER TRE RC EEEN d di btn te oe» ueh nh ” \ IA B en te Per ae FS EEE en EE NEE Bnn nennen mmm à < me ee Ee a ee ene en ik h pi EE A Le RETE GD RNN NE Un a Ti ENE EN GA en ie TU AT REA TEER Se ee TE EE EE RD VIRE, an 1 \ k Te EET er enn ee IN eN EE EE ETT AE ng Tp Men bn cn PEA RE eN N bin ERS LE IJ pm bj nge ae ed TT he NE AETR EVERT EE jl WE a tan de ach fh GE An Ee denn rs er en es Kk B vEt eee ag EN TT OTR Foe AE laf GE SN B AAN np A DE gd { —— ee en - — _— men IE DENTEN ENEN RENT ENNE TN ETR NEE ED ve een ME — - J D ETE Tt de ee PEA Vejen en df TTT [ALS te er _— rand sl rn eren Af jn ad EEN EA En Nd LNE ENE RENNEN RARE EE EE GE ee 4 we ln Ef NSE WE ne À | EEN EVN TAS A er EI fn USE ITTA ld A B DEPT tel heee PA! _- e el alen Ae She Ki ee TE TT EP a PE, ere een an - en SL oC maer IJ - = d a. à ei . rn mn ul er EN ren dl > DEES En - EN - en er 5 ä Ee u £ Ku he Ere É Nn Dn Ennn nne , eee ú Ù ia ú 3 ei e tmesis enmet mennen tte te behande ant z mnd mene arabe hat eten ntriktrtekiiee madame | Ì : - Kell _— - Ed De , p = - : - / : en WE de in vl | \ EE > oe ” . n el nn Pe 5 PEC dae enden in ‚ . En f CA AS e ETEN OAN on ENE enn AN ee 5 ie sides ri pe Brann nea Nen en ms Ln IO EE PEEN VE B IS 3 ERM OAT AAE RSE allee Ce EVD ea EE Ae er ec en EA ZL A A dd Le En ennn eend Ö EN EE a TD ed wrr Sr nn | LORE EKE SET ETAT TELESIS A WE a MORGASE ne ATLAS Al ADP NATHAN eN OPA TTET AN RN SV A wei Kadee abn Fl _—_— EEEN hbkalean eh OPROER IN RIN ACE USD Te eg Tat NGE AD PEN CAGE Erde bn ee ER ke elle R KT a REE ESE SEO ACTEN ENEN 5 SNE ER ER TANTE ENNE nii HRT, vennen Ae Kro, LEG GAAT oge CA bn, BADEN Ti EDT AW rl nw ek ENE he cl ECN sed OPEET k hi kn eg “ - de TAA ENA | ne AEEA REE REA EPEAT AGN TT Een ERTL Alber EL pT TN u el OEE DAT NERI OUD RA De [UD ENOR AP ARTAN Ds . Ribben en en at En TT nn len en an a on A Dt AE EN ee OC Pe aan eerden dn dn u Aas RENATE Te NE EEEN WEGENER TEENS KNAS ES PEPE Vire BEN a AN MT Alde kje AEEA TRT REN BAAN STAVELE A TRUE A ART AE NE RE OE RNA KOT te EAU pen re Eh HT et De] fli ER ee ‚ d pe ed r, Mk hce, É “ E d b Ee - zn t ne - me tnt ES NSA LN (Eeen (RD ca RE NE i p 5 Á ij CEE ED De 3 WAPT UGENT ORIREL Ae AE Rhee EREA AST ed nlt ener DN ANN TL PE EE Teek NA PAGO EN OTIS DAO Ee DTE Te AEN ED eG NO de ASCO hen SVO BSUDUE IEEE RPR Praat neen hin L ke ha sc ee ah pe me de nor eri wer MAK IRE ATL NEON RUIN HERVE OE ELAN Ae DERGE NEN ETD EE EEE U DAAN MCA CL EEE PSOE VB RTE De PL Leren mrt varen nn NE EEn nn ERN RER rend Kn aderen bride ee dre hendeken , ee markeren dte „ eines ennen r e DAG EUIE „ aal Ür ni ki HENIN NN $ POR UKTAD AAS EESTE ONTVAN TOALN MEET WANEER ae leng TL A ed OA bi ER rl Ei Al AEP NEO mee ene geneve eren 5e st k: er gen 8 nn En NDE Ls Ae zater ha TIEN - en n é wl bre eend wen at beindigde mie art NEN Tiet POVEL AP OA CEP OENE ARMEE NEEN PEA PSAE KC CN Ed EENES NE RARA AAC KERNEL ATR Neon ern CA Red ENA LOA Ee Te, m EPONE ARE ee AND FL ANENR A RASDNA NEN AA ET, Brortatend OAT AN MONTEL ETE A CHN le Ì Li „ - hin Pe rl ” ae Á es Nan Jen hs RN _ rn = Rl L… 0 n ° Rt À a ij 7 ij Le " es gl dd 7 A 13 \ Beli sais ) ‘ opk erk A NEET VENEN TEN FEA AL TE BA EAA ONE Aten: AMT Le AEN NEA OSTAR NEE Ie PN DP B mengen eid Re mem dj eli ER en nee . ; le n entree teem it iere nd SER AAE re NDE EER ee r RT (NTA EAA ALTA TEEN Or BEE LESSE A TND SAALE MVR zer Ere Lo ACR En Rts in, AND Ka Ine Fud KONA MATE HEAD LENS A Ker Aen Ee ( WETEN BCN nas RDE Pt IOA NOSUN A Ge Hb EAO SEA ed d end dadde iden ledi nd elder nende bi ist 5 - à : ‚ IGE é j erder RET A MANIE teren era mtenerelte argerk e s 3 : ï en er tn na deer amet Rn Caan ater nad ik KNS aoe ea ae dg DUANE GORE ERAAN en LUTTEN NA ARTAN ETA ENTER En NE en OM ENEN AP OT EREN Beer RAEDT Veer PEN A een BATEN ATEN NRK haa ì el Neale ke OUA EAO NEE eee EN PL hg OA Hee ES, de nadat haren mn p Pee oh as venen " nk ranciers sterne eten a st Urkers tre Nen RA: zi 7 HSE NTH Kl RN 5 is ECA RANG AAT LAT GARNER ARAS Ta De EAA A AN A TA gn hd dd haa seb anc, betdi aalst à mini vilans ENTER AOR natie nt ver mei en me OA RANT ed NCS kee AANEEN) EER UTO SOLE LIENS NEKO EIRENE EN A et í ee mn yi Ô Ie eerie e/dtvan ADEL DEAL ALAN PAGANO EED er PALADIN BLR AT, sorndideitdies À TORE CERIEL TNT Td (ATC Re A eN tj bieten, _ eigelek han a Ens iden = ee wanted es Kern DIEP TCT Hee se VEE DR LET Ve TEGEN RENATE ST OSE DA NS E ENE DRO TENEN EEL TI NEEN WONEN Kop Ka Klare 740) Te DA PDEPTRER AH LA TIover TEN 1 VETTEN Ke 0 SOE TEEN ORT AOC E V raes RE OENE Annen Een RO ENE eK LEN RN An OE nl ssd che el dea nde abt denn î Piat nch ea Dd id lj ETAT, nd GR Vee Sns js K ERP EN et ee keeg otk by A dE er ER BENE tE DA rt ALOE VINES A eha akon a AAE AORTA EAST a WEE oM en KAN : Eea ALT TT LES ME AA PET Eee RATP HR REDE { SRE hel AAE BED DAN Me A NAD A ard HAA vee TA hs TAA OREN AA in Oei Oe dh silaan 5 , serene nme die ies aib a IG jen! JAE odd ee ORNE EEn TAK OE VL AD ONRI en nn ne shar 8 En me pina mem Hi ANR Ne EAN DER CALE PEA ENEN) Ce 4 DAI A mest ORE KEREN BEER KAAN RA EE DENLAKI GRA, LN NAE. De q x IE RE IL A HATE EAS TOMT EER ee PL ee OR is RA (EAN AO TLE Lee he Pe Reef A B nefe ten eh et Ale Ak dieeten he anneke heksen oac lm and enn th rde nen ld ve dn ad VEREND NIE EEDE EE TEUS EREN Ee ee vibe, Net je rn remde bes dh bew borman ads AARD NEEN ER KE SENIOREN OT Pe Ne PEAT emee ee jet tr EET Herde er Tja TE ef, rt | d ns WT Z ke er ij | tat EN et re el en ETE dd tn MAA EE ût Eert a /st Det Kee, ' bod amd ON dje a af belamaehk vet bri man | Tg gn ej enn sr rn ZON eert zede Dele LN vld Cler Pa ze Kian wk rabe va dcd ER PEN Ne In ECVT meme Cere NSL ERR NT, knn TST \ df 8 TN : . wenn nn engen a, betere dis: ae! Md afer et BATT t ENCM SE He LIE Let} EE Mr ih te A DAN ENA dre H bet ra) gh | rn rt ief A dd CAREN, Len ee Pe _# EN dE Dern at A ef fi, pe k dh TN ren TE ig ETT t Eni ret he lar ld an ent A EN ec On Be RR OE IE EH Kat dk Wte UL deer Ï a, f Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 3 e Zicht houden ledere 2 jaar Doel Basis op voortgang voortgangs- voortgangs- rapportage rapportage Dit is de eerste voortgangs- Het Nationaal Programma Het doel van de voortgangs- Deze voortgangsrapportage rapportage van de Regionale RES (NPRES) heeft met de 50 rapportage is het beantwoorden is gebaseerd op de volgende Energiestrategie (RES) Noord- RES-regio's afgesproken dat van de vraag of de regio bronnen: Holland Zuid na oplevering iedere twee jaar de voortgang op koers ligt voor het RES- e de monitor RES Noord- en vaststelling van de wordt gerapporteerd in een bod 2050 (de ambitie van Holland Zuid; RES 1.0 in juli 2021 en het voortgangsrapportage (2025, 2,7 TWh) voor de opwek van e bijeenkomsten met uitvoeringsprogramma eind 2025 etc). De rapportage hernieuwbare energie. volksvertegenwoordigers, 2021/begin 2022. komt in de plaats van de In de Regionale Structuur stakeholders, inwoners, tweejaarlijkse Herijking van de Warmte (RSW) zijn werk- bestuurders en ambtenaren In dit document wordt zicht RES. De RES-regio's bepalen afspraken gemaakt over het betrokken bij de RES NHZ; gegeven op de status van de zelf wanneer een Herijking omgaan met bovenlokale e enquêtes onder uitvoering, of er bijsturing van de RES 1.0 nodig is. De warmtebronnen. Deze bronnen volksvertegenwoordigers, nodig is en wanneer de voortgangsrapportage wordt maken geen onderdeel uit van ambtenaren en stakeholders Herijking van de RES (2.0) in het eerste kwartaal van 2025 het RES-bod en zijn zodoende RES NHZ. nodig zal zijn. vastgesteld door de colleges niet opgenomen in deze van gemeenten en provincie. rapportage. De waterschappen bieden de rapportage ter kennisname aan de besturen aan. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 4 Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 5 Operationele | doelen Ome Oeoordelen 2 DS regio uitvoerings- O Oers UI Is Eer GEKEKEN Naar P KOEN TJ 9 programma verschillende onderwerpen. De belangrijkste onderwerpen zijn: doelbereik, \ 2022 | concretiseren van zoekgebieden, verankeren in omgevingsbeleid, participatie en lokaal ALSJE El rede eigendom en vergunningen. In emee eeie (omgevingsvisie/ Inzicht in deze onderwerpen zorgt voor een bestemmingsplan) breed perspectief op de haalbaarheid van het RES-bod. | 2022 | De onderwerpen komen overeen met de See Added PAUSE sn hoofddoelen uit het Uitvoeringsprogramma Wte lEKEESN DEUS ENIS RES. zoekgebieden in omgevingsplan alle vergunningen verleend Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 6 8 Doelbereik Concretiseren Verankeren __ @) =J van zoekgebieden omgevingsbeleid De bestaande opwek en pijplijn stijgen. De gebiedspaspoorten van de zoekgebieden Gemeenten in de regio zijn actief bezig Deze stijging is voornamelijk toe te geven (nog te) beperkt informatie om op met het verankeren van de zoekgebieden wijzen aan al lopende ontwikkelingen. alle thema's te monitoren wat de status is. in het omgevingsbeleid. Dit wordt gedaan Daarnaast zitten gemeenten in de regio in Gemeenten, waterschappen en provincie op verschillende manieren (bijv. via verschillende stadia met betrekking tot de zijn bezig met het concretiseren van zowel omgevingsvisie of omgevingsverordening). uitvoering. specifieke als generieke zoekgebieden. Het Voor een aantal gemeenten is (nog) uitwerken hiervan in projectlocaties is veelal onvoldoende in beeld hoe zij dit doen en Gemeenten kunnen nog niet garanderen gericht op het opstellen van beleidskaders wanneer het proces afgerond is. dat de vergunningen voor zon op tijd en beperkter op concrete projecten. Voor worden verleend. Hetzelfde geldt voor het opwek langs Rijksinfrastructuur is vanuit tijdig aanvragen van vergunningen voor Rijkswaterstaat (RWS) het OER-traject gestart. wind bij de provincie. Alle A-wegen in NHZ zijn aangemeld. Het tijdig realiseren van de ambitie van Het concretiseren van zoekgebieden, grootschalig zon op dak (bijna 60% onderzoeken van nieuwe zoekgebieden van de ambitie) is om verschillende en het OER-traject kunnen leiden tot reden een uitdaging: het betreft grote aanpassingen in omvang van het zoekgebied aantallen, de gemeente heeft beperkte en/of nieuwe zoekgebieden. sturingsmogelijkheden en netcongestie speelt een rol. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 7 8 Il Participatie en @) Communicatie Lokaal eigendom ) Gemeenten en provincie zijn bezig Er is vanuit volksvertegenwoordigers en met het realiseren van het streven stakeholders behoefte aan meer inzicht in naar lokaal eigendom en (financiële) wat de gemeente doet op gebied van de participatie. Er worden verschillende RES. Zij wensen meer communicatie en voorbeelden gegeven, een belangrijke is transparantie. samenwerking van gemeenten met lokale DA energiecooperaties. Een ander voorbeeld is ondersteuning van provincie aan energiecooperaties Gemeenten hebben veelal geen specifiek A participatiekader voor de RES opgesteld LZ ' Pa of zijn hiermee bezig. Het gaat hierbij ij | om kaders voor het betrekken van Ge stakeholders en inwoners bij de RES. Wel zijn er in diverse gemeenten algemene participatiekaders opgesteld. In sommige gevallen kunnen de algemene = participatiekaders ook toepasbaar zijn Ig voor de RES. In hoeverre dit het geval is, is nog onbekend. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 8 e = De gemeenten bevinden zich in verschil- Li gt N OÛ rd 7 lende stadia van de uitvoering. Er zijn . gemeenten die volop in de uitvoering H olla nd Z U fe zitten en waarin het proces zoals verankeren omgevingsbeleid, kaders voor op koe rs voor participatie, streven naar lokaal eigendom > of het concretiseren van zoekgebieden R ES 7 bod 2 03 0 = naar projectlocaties georganiseerd zijn. Ook wordt er actief ingezet op (verdere) ontwikkeling van de generieke Het is nog te vroeg om te zeggen of de zoekgebieden. Bij deze gemeenten is regio het bod wel of niet gaat halen. Het behoefte om de uitvoering voort te zetten is zichtbaar dat de gemeenten in de regio en te versnellen op plekken waar het kan. zowel bezig zijn met het organiseren van het proces als ook met het voortzetten van de Daarnaast zijn er gemeenten die nog bezig uitvoering en te versnellen op plekken waar zijn met het organiseren van het proces. het kan. Er is groei in opwek zichtbaar Zij geven aan dat zaken nog in ontwikkeling In zowel generieke als specifieke RES- zijn of zijn verkenningen aan het doen. zoekgebieden. Om het RES-bod te halen In dit geval wordt duidelijk dat er behoefte is de stijging nu nog niet voldoende. Er is is aan tijd en ruimte om zelf het proces gezamenlijk behoefte om in te zetten op goed te organiseren en de uitvoering te de uitvoering en deze te continueren en realiseren. Als laatste zijn er gemeenten versnellen om het RES-bod te realiseren. die zich minder focussen op het proces, maar zich met name richten op de uitvoering en daar vol op inzetten. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 9 e Continueren en versnellen Conclusie: Herijking RES in TN 2024 en nieuwe afspraken U | Gemeenten in de regio zien kansen om de In 2025 ligt de aandacht op het continueren 3 uitvoering te helpen en/of te versnellen door: en versnellen van de uitvoering. De huidige P Ì e duidelijk beleid en/of kaders voor participatie kaders uit de RES 1.0 bieden daarvoor « en financiële participatie (c.q. lokaal voldoende ruimte. Ì eigendom); Á d Ed e een efficiënt proces voor vergunning- De verschillende ontwikkelingen in de hd verlening; zoekgebieden geven aanleiding om dit jaar te per kj e eenduidig beleid vanuit de provincie; starten met de voorbereiding van het proces ie _ en e programmeren samen met de van de Herijking RES (2.0). Er wordt gekoerst & ef Í ES 5 8 Bas 7 netbeheerder(s); op vaststelling van de Herijking RES (2.0) in ee ee zaad ms e ontwikkelen van een actueel beeld 2024. OE IN A 2 mater over de status van de zoekgebieden; M= | MANNE. e Een strategische aanpak voor Zon op dak Niet alle operationele doelen uit het ; ae |E dh EE zE uitvoeringsprogramma zijn behaald. Dit gaat TE: e fn ua Het waterschap concentreert zich onder om de doelen ‘zoekgebieden verankerd in En gen meer op: omgevingsbeleid in 2022’ en ‘beleid voor A e opwek hernieuwbare energie op participatie en financiële participatie in EE eigen assets 2022’. Dit geeft aanleiding om tot nieuwe SS ee eee e beschikbaar maken van aquathermie gezamenlijke afspraken te komen voor deze Er Na En oplossingen doelen. E B iT De provincie biedt gemeenten al veel Om de ambitie voor Zon op dak tijdig te 8 Nn ondersteuning bij de uitvoering. realiseren lijkt het wenselijk om een strategie rn Ne De provincie wil deze ondersteuning op te stellen. In 2025 wordt hier gezamenlijk N De an ts uitbreiden en inventariseert met uitvoering aan gegeven. DO 5 Ne 8 gemeenten en waterschappen wat er nodig , on Ee NS is (zie pagina 13 en 14 voor nadere Pi ke \S he Ne omschrijving). En 5 3 NG add ge sa Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 10 2025: continueren en versnellen e Co nti n U e re n Voorgesteld besluit 1 Voorgesteld besluit 5: e n ve rs nelle n Herijking RES (2.0) in 2024 Continue monitoring voortgang Overwegende dat: Om de voortgang van de uitvoering te kunnen er verschillende ontwikkelingen zijn die blijven monitoren is het voorgestelde besluit Een belangrij ke conclusie is dat kunnen leiden tot aanpassingen van om in elk Bestuurlijk Overleg NHZ XXL de de kaders van de RES 1.0 zoekgebieden en/of nieuwe zoekgebieden, volgende punten te bespreken: tot en met Herijking in 2024 leidt dit tot het voorgestelde besluit: e de actuele status van de zoekgebieden, …. " de Herijking RES (2.0) in 2024 te laten e de voortgang van de uitvoering aan de hand ongewijzigd kunnen blijven en | vaststellen. van de ingevulde gebiedspaspoorten; dat de komende periode de e het proces van de Herijking RES (2.0). aandacht ligt op de uitvoering en het tijdig verlenen van Voorgesteld besluit 2: Inzicht hierin helpt om met elkaar te kunnen vergunningen. Om de uitvoering Behalen operationele doelen uit het concluderen of de regio op koers ligt of dat . Uitvoeringsprogramma in 2023 bijsturing nodig is. te continueren en te versnellen wordt er een drietal besluiten Overwegende dat: voorgesteld: ondanks inspanningen de deadlines van de operationele doelen uit het uitvoeringsprogramma ‘zoekgebieden verankerd in omgevingsbeleid in 2022 en beleid voor participatie en financiële participatie in 2022’ niet gehaald zijn, leidt dit tot het voorgestelde besluit om als regio: deze doelen te behalen in 2025 en elkaar als gemeenten, waterschappen en provincie actief aan te spreken in geval van het niet of niet tijdig behalen van deze doelen. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 12 e Door gemeenten e Onafhankelijke kwartiermaker wind en zon Aa NVU (le nd e e Actueel houden gebiedspaspoorten (met die gemeenten/initiatiefnemers ontzorgt en = ondersteuning RES organisatie) bemiddelt act Ü es om e Blijvende aandacht voor communicatie over e Ondersteunen gemeenten bij het opstellen n n de voortgang aan raad en inwoners van een strategie Zon op dak U Itvoe rI n Q te e Waar nodig: zorgen voor voldoende e Versnelling vergunningprocedure wind capaciteit voor de uitvoering vanuit bevoegd gezag rol; waaronder ve rs n elle n e n e Opstellen van een strategie Zon op dak met coördinatieregeling hulp van provincie en RES-organisatie e Onderzoek (laten) doen en kennis ontsluiten. Wad rbo rg e n e In samenwerking met provincie en Denk bijvoorbeeld aan: onderzoek natuur- waterschappen zorgen voor voortgang op inclusieve energietransitie, gezondheid De voorgestelde besluiten leiden tot infrastructurele projecten ten behoeve van in relatie tot windturbines en voorkomen de volgende acties In 2025 (naast de de realisering van zoekgebieden faunaslachtoffers windturbines al lopende activiteiten) e In samenwerking met gemeenten en waterschappen zorgen voor voortgang op Door provincie infrastructurele projecten ten behoeve van De voorgestelde extra ondersteuning de realisering van zoekgebieden wordt in samenwerking met gemeenten en waterschappen uitgewerkt en kan bestaan uit: e Eén loket: In het loket kunnen alle Door waterschappen provinciale regels/beleid die voor een RES- e Onderzoek naar opwek hernieuwbare zoekgebied of wind/zon project gelden in energie eigen assets beeld gebracht worden e Beschikbaar maken van aquathermie e Ontwikkelteam waar experts met kennis en oplossingen ervaring op gebied van met name project- e In samenwerking met provincie en en procesmanagement, ruimtelijke inpassing gemeenten zorgen voor voortgang op en vergunningprocedures zitten. infrastructurele projecten ten behoeve van Het ontwikkelteam kan deel uit maken van de realisering van zoekgebieden het zgn. provinciaal loket Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 15 e Door RES organisatie e In samenwerkingsverband met de Taskforce De RES organisatie gaat door met de al E-infra werken provincie, gemeenten en lopende activiteiten en vervult een aanjagende netbeheerders samen aan vraagstukken op functie met een nog stevigere inzet op de het gebied van netcongestie uitvoering. Daarnaast blijft de organisatie zorg Ontwikkelaars, stakeholders en inwoners dragen voor: Deze voortgangsrapportage gaat over de e de verbinding met netbeheerders en rol van de overheden en netbeheerders relevante stakeholders; in de uitvoering van de RES. Maar zonder e communicatie, kennisdeling en monitoring; ontwikkelaars, energiecoöperaties, e organisatie van overleggen; stakeholders en betrokken inwoners komt er e ondersteunen van provincie en gemeenten geen project van de grond. Samenwerking bij het opstellen van een strategie Zon is en blijft daarom cruciaal om de doelen te op dak. behalen. Participatie en communicatie zijn \ daarbij van groot belang. e Door netbeheerders is Acties op infrastructuur: he € N San e In samenwerking met provincie, gemeenten en waterschappen zorgen voor voortgang e | op infrastructurele projecten ten behoeve \ DN Ce van de realisering van zoekgebieden Ne Ô NS N waarbij soepele grondverwerving en/of Sd ê vergunningstrajecten bij bevoegd gezag kan | $ leiden tot kortere doorlooptijden. , e Gezamenlijk met bevoegd gezag verkennen | van netimpact beperkende maatregelen per N y zoekgebied Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 14 ha Al eN N ] Ë | q É “a En Pe | et ae d mj | À RB LE al À et el 4 . Ke 4 ke € FE, di F An ä Er: \ Le % A ik, ê eN Ee E Â = kh ES) Me d Et d Ker en Ì Ë Een We ad HB; ei ad WE. es Te, me Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 15 p' T | Samenvattend Monitor RES Uitvoerings- overzicht per Noord-Holland programma RES gemeente Zuid Noord-Holland voortgangs- Zuid rapportage Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 16 e Colofon Disclaimer copyright De samenstellers van dit document hebben Analyses en ondersteuning: datgene gedaan wat redelijkerwijs van hen Roval Haskonin kan worden gevergd om de rechten van de toys TaskOnNg auteursrechthebbende op de beelden te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Design: Degenen die menen rechten te kunnen Beautiful Minds doen gelden, kunnen zich alsnog tot de samenstellers van het uitvoeringsprogramma Meer informatie is te vinden op wenden. Graag nemen wij dan de juiste . . bronvermelding op en zullen op verzoek zo www.energieregionh.nl oe snel mogelijk informatie en beeldmateriaal verwijderen indien daarvoor gegronde redenen bestaan. februari 2025 Disclaimer inhoud De inhoud hiervan is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. De programmaorganisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortkomt uit informatie in dit document. Eerste voortgangsrapportage RES Noord-Holland Zuid 17
Onderzoeksrapport
17
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 216 Publicatiedatum 22 februari 2019 Ingekomen onder BK Ingekomen op donderdag 14 februari 2019 Behandeld op donderdag 14 februari 2019 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het lid Temmink inzake het schrappen van de voorziening arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor gemeenteraadsleden. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening voorziening arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor gemeenteraadsleden 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 102). Overwegende dat: — Raadsleden voor hun werkzaamheden een riante vergoeding ontvangen, — Hiervan kunnen zij makkelijk zelf een deel reserveren voor hun oude dag. Van mening dat: — Een aparte regeling voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden niet past bij een sobere, doelmatige overheid. Besluit: — Beslispunt Il in de raadsvoordracht te schrappen. — Het college te verzoeken de verordening hierop aan te passen. Het lid van de gemeenteraad N.G.J. Temmink 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 399 Publicatiedatum 29 april 2016 Ingekomen onder AK Ingekomen op donderdag 21 april 2016 Behandeld op donderdag 21 april 2016 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Van Dantzig, Bosman en Groen inzake het Amsterdams Sloopkader (verduurzaming bij sloop). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Amsterdams Sloopkader en beantwoording van motie nr. 997 van 6 november 2014 van de leden Flentge en Groot Wassink, getiteld: “Buurten met een toekomst” (Gemeenteblad afd. 1, nr. 344). Overwegende dat: — Amsterdam nog een lange weg te gaan heeft om de duurzaamheidsdoelstellingen uit 2020 te halen; — renovatie zorgt voor een langere levensloop van gebouwen en zo bijdraagt aan verduurzaming, maar het niet in alle gevallen een geschikt middel is om woningen te realiseren die zeer energiezuinig zijn; — nieuwbouw na sloop de mogelijkheid geeft nul-op-de-meter woningen of andere vormen van vergelijkbare energiezuinige woningen terug te bouwen; — de duurzaamheidswinst van renovatie ten opzichte van nieuwbouw wegvalt als er klimaatneutraal gebouwd wordt, terwijl nieuwbouw wel altijd zorgt voor woningen die een veel betere energetische waarde hebben. Constaterende dat: — het beleidsdoel verduurzaming nu in het sloopkader is opgenomen, maar daarbij niet expliciet het verbeteren van de energetische waarde bij nieuwbouw is opgenomen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: bij de werkinstructie met betrekking tot het nieuwe sloopkader voor de bestuurscommissies het belang van het beleidsdoel verduurzaming te benadrukken mits het leidt tot een substantiële verbetering van de energetische waarde en zeker daar waar het gaat om sloop om nul-op-de-meter woningen terug te bouwen. De leden van de gemeenteraad R.H. van Dantzig A.M. Bosman RJ. Groen 1 2
Motie
2
discard
Raadsadres Naam | E-mail nn Telefoonnummer | Uw bericht Goeiedag, Ik ontving de brief van de gemeente over "hulp bij tandartskosten" … superblij werd ik, want mijn voortand is er slecht aan toe en ik kan het niet betalen … dus de tandarts heeft het plan en de kosten opgesteld en ik heb het ingediend … het antwoord is, dat ik er een lening voor af moet sluiten … dit is blij maken met een dooie mus … Bij degene die de rekening van de tandarts regelt, is een betalingsregeling ook te belachelijk voor woorden, gezien de "administratiekosten* die je per betaling moet doen … Uw bijlage IMG_20220601_090411419.jpg Verzenden Referentienummer 7401-5449
Raadsadres
1
train
| Correspondentieadres: den Y | Elora B.V. ì ichti 4 | Crunuiuswen 142 6 En gd. À De Stichting Cruquius 2015 Á | 1019 AK Amsterdam -y-zoiN Hi [ wis/ 1) À Île eme p= Tr wnd ml | | | ee . ; | # verkeer dn Nn AANGETEKEND ’ | Gemeenteraad van Amsterdam Aan lat | Postbus 202 ogenbane, adt | 1000 AE Amsterdam ar | | | | | | | Amsterdam, 3 april 2015 | Betreft: Raadsadres MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030, ontwikkeling Cruquiusgebied en buslijn 22 Geachte Burgemeesters & Wethouders en Gemeenteraad van Amsterdam, Graag willen we onderstaand raadsadres onder uw aandacht brengen. | Al jaren reed buslijn 22 vanaf de Zaanstraat via het Centraal Station, Muiderpoortstation en het | Javaplein naar de Th. K. van Lohuizenlaan in Amsterdam-Oost. | Deze bus werd tijdens de spitsuren goed gebruikt, het was namelijk de enige busverbinding van | het Cruguiusgebied naar het Centraal Station. | í Per december 2012 is de busroute gewijzigd en loopt nu vanaf de Koivistokade bij de Houthavens via Centraal Station langs de Veelaan naar het Muiderpoortstation. | De dichtstbijzijnde halte Veelaan is weer 500 meter verder dan de opgeheven eindhalte in de Th. K. Van Lohuizenlaan. Die halte lag al op 800 meter lopen vanaf het punt waar de meeste kantoren | gevestigd zijn op Cruquius. | De dichtstbijzijnde halte van buslijn 37 naar het Amstelstation is 1.100 m vanaf dit punt van | Cruguius. | De eindhalte van tramlijnen 7 en 14 ligt op 1.400 m vanaf dit punt en zijn ringlijnen. | Kortom het Cruguiusgebied is nu onacceptabel slecht aangesloten op het openbaar vervoer. | | Dit opheffen en beperken van buslijn 22 brengt het fijnmazig openbaar vervoer in een neerwaartse | spiraal (sterfhuisconstructie). Deze situatie is onaanvaardbaar. Indien een buslijn minder vaak rijdt | of de route ervan wordt ingekort gaan er minder passagiers gebruik van maken en dat is dan weer | een reden om zo’n buslijn op te heffen. | De gevolgen van het opheffen van het openbaar vervoer voor het Cruguiusgebied moeten niet onderschat worden. Er is een begin gemaakt het gebied te transformeren naar werk-woongebied en zit in een kwetsbare situatie. | Het hotel aan de kop van de van Lohuizenlaan, aan de Entrepothaven, is nog niet gerealiseerd | terwijl de ontwikkelaar vertrouwde dat bus 22 zou blijven, er staan al geruime tijd bedrijfsruimten | te huur, er zijn signalen dat een groot bedrijf met trainingscentrum met veel werknemers | verdwijnt mede omdat het vertrouwen dat er op korte termijn goed openbaar vervoer terugkomt | Í | Correspondentieadres: a | Elora B.V. zele : 4 | Cruaulusweg 142 G Stichting Cruquius 2015 Á | 1019 AK Amsterdam ú 1 | | | Te Lelie 5 ; | niet wordt ingelost. Dit bedrijf laat nu taxibusjes vanaf station É En f | Muiderpoort heen en weer rijden. Met het vertrek van dit bedrijf zullen == ee SA / | er ca. 250 werkplekken uit dit gebied verdwijnen, en zij vertrekken zeer Ana | waarschijnlijk zelfs uit de regio. Ook andere bedrijven merken dat het | personeel weggaat of niet solliciteert. Zo is er in de nieuwbouw kantoorruimtes het afgelopen jaar ca. 2.000 m? kantoor leeggekomen, omdat de bedrijven hun personeel niet op een fatsoenlijke manier met openbaar vervoer naar dit gebied kunnen laten komen. | Buslijn 22 doet aan het ander einde wel een industriegebied aan, de Houthavens, maar laat het | Cruguiusgebied “links liggen”. | Sinds buslijn 22 is opgeheven ruim 2 jaar geleden, zijn inmiddels totaal ca. 500 werkplekken verdwenen, waarvan ruim 300 niet meer teruggeplaatst zijn in Amsterdam. Dit is derhalve een groot economisch verlies en hierdoor voelen de ondernemers zich niet serieus genomen door de | overheid cq. gemeente. Nu vertrekken bedrijven uit het gebied, terwijl we ze zo hard nodig | hebben om een gemengd leefgebied te krijgen met werken en wonen. Het grote bedrijf met trainingscentrum was zeer geschikt om gevestigd te hebben tussen wonen. Ook architecten en | creatieve ondernemers die zijn vertrokken pasten zeer goed in het gemengde gebied. | Amvest start dit jaar met de bouw van bedrijfsruimten en ca. 400 woningen in het Cruguiusgebied; | dit initiatief zal waarschijnlijk het startschot zijn voor andere ondernemers om hun bedrijf uit te | bouwen en voor ondernemers die met ontwikkelaars willen transformeren. Een goed openbaar | vervoer is dan een van de essentiële randvoorwaarden. Het Cruguiusgebied komt niet voor in MobiliteitsAanpak Amsterdam 2030; het is "een blinde vlek", dat komt vermoedelijk omdat de Spelregels en Spelregelkaart Cruquius begin 2012 door het ‚ stadsdeel zijn vastgesteld en het perspectief van start nieuwbouw werd onderschat. Wij - Stichting Cruquius 2015 en Amvest - dringen er bij u op aan het Cruquiusgebied letterlijk op de mobiliteitskaart te zetten en alles te doen om het Cruquiusgebied op korte termijn van een adequate busverbinding met het Centraal Station te voorzien, zodat er voor de ondernemers voor wat betreft het openbaar vervoer zekerheid ontstaat en er weer geïnvesteerd kan gaan worden voor reconstructie, uitbreiding en/of transformatie. Voor de toekomstige bewoners is de bus ook van belang, want voorzieningen zoals een school en winkels zullen waarschijnlijk nog even op zich laten wachten. In afwachting van uw reactie, verblijven wij, Met vriendelijke groet, | M. Veldhuisen pr de Stichting Cruguius 2045 | pe A ee Ti ec (per brief) urgemeesters & Wethouders Amsterdam | Stadsdeelhuis Oost | cc (per mail) Hester Ombre projectmanager Cruquius | | |
Raadsadres
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 462 Datum indiening 25 februari 2019 Datum akkoord college van b&w van 7 mei 2019 Publicatiedatum 8 mei 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid El Ksaihi inzake het tegengaan van de schuldenspiraal. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Kosteloze herinneringen Veel gemeenten sturen geen kosteloze betalingsherinnering als de betaling van bewoners uitblijft". Bedrijven zijn wettelijk verplicht om betalingsherinneringen kosteloos te versturen, maar de overheid niet. De meeste gemeenten sturen, wanneer een rekening niet op tijd betaald is, meteen een aanmaning waarbij het oorspronkelijke bedrag is verhoogd met een boete. De fractie van D66 is van mening dat het kan gebeuren dat iemand de brief niet heeft gelezen, de betalingstermijn is vergeten of te laat is met het aanvragen van een betalingsregeling. Een kosteloze betalingsherinnering kan ook helpen om de situatie van mensen die al te maken hebben met schuldenproblematiek niet verder te verslechteren. Gezien het vorenstaande heeft het lid El Ksaihi, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven welk percentage van de aanslagen voor de gemeentelijke belastingen of boetes te laat wordt voldaan door bewoners? Antwoord: Van de gemeentelijke belastingaanslagen wordt ca. 14% niet voldaan voor de laatste vervaldag. Voor de parkeerboetes (naheffingsaanslagen parkeerbelasting) is dit percentage ca. 10%. Van de bestuurlijke boetes wordt ca. 35% niet voor de vervaltermijn betaald. ' https://fd.nl/futures/1283743/geen-betalingsherinnering-door-de-overheid 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng lez Gemeenteblad Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 februari 2019 2. Welke vervolgstappen zet de gemeente als een aanslag niet wordt voldaan? Indien de gemeente een aanmaning stuurt, wordt het oorspronkelijke bedrag dan opgehoogd? Zo ja, met welk bedrag? Antwoord: Amsterdammers krijgen te maken met verschillende typen incasso's van de gemeente, waaronder gemeentelijke belastingaanslagen, parkeerboetes (naheffingsaanslagen parkeren) en bestuurlijke boetes (bijvoorbeeld voor wildplassen). In het Amsterdamse incassobeleid wordt onderscheid gemaakt tussen deze verschillende typen incasso's. Voor de jaarlijkse gemeentelijke belastingen (OZB/RRB, afvalstoffenheffing en rioolheffing), zijn er vier fases in het incassotraject. 1) Na het vervallen van de betalingstermijn (60 dagen) van de belastingaanslag wordt standaard een kosteloze herinnering gestuurd (betalingstermijn 7 dagen). 2) Sinds december 2018 loopt op advies van de Ombudsman Metropoolregio Amsterdam tevens een proef waarbij Amsterdammers die niet reageren op de betalingsherinnering, telefonisch worden benaderd zodat bekeken kan worden of zich betalingsproblemen voordoen en hoe die eventueel kunnen worden opgelost. Bijvoorbeeld in de vorm van een betalingsregeling. 3) Indien geen betaling volgt op de herinnering en het niet lukt om telefonisch contact tot stand te brengen, volgt een aanmaning met een verhoging van het oorspronkelijke bedrag. De verhoging bedraagt € 7,00 voor aanslagen tot € 454,00, daarboven bedraagt de verhoging € 16,00. De betalingstermijn is 14 dagen. 4) Als de aanmaning die volgt op de betalingsherinnering geen betaling of betalingsregeling oplevert, dan volgt een dwangbevel. Bij het niet betalen van naheffingsaanslag parkeren (parkeerboetes) en bestuurlijke boetes komt de overtreder in het reguliere incassotraject. Het gaat hier om incasso's die voortvloeien uit overtredingen en derhalve als verwijtbaar worden beschouwd. Dit betekent dat: 1) na het verstrijken van de vervaldatum de overtreder geen kosteloze herinnering ontvangt. Er volgt een aanmaning met verhoging. Net als bij belastingaanslagen bedraagt de verhoging € 7,00 voor aanslagen tot € 454,00, daarboven € 16,00. 2) als de aanmaning geen betaling of betalingsregeling oplevert, een dwangbevel volgt. 3. Hoe gaat de gemeente om met het signaal dat een aanslag, na herinnering, niet wordt betaald”? Antwoord: Bij geen betaling na een betalingsherinnering van gemeentelijke belastingen wordt telefonisch contact opgenomen met de belastingschuldige. Het doel is om verdere oplopende kosten te voorkomen. De gemeente spant zich in om zo veel mogelijk de Amsterdammer te helpen bij betalingsproblemen. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam Neng lez Gemeenteblad R Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 februari 2019 Indien geen betaling volgt op de herinnering en het niet lukt om telefonisch contact tot stand te brengen dan volgt een aanmaning met een verhoging van het oorspronkelijke bedrag. De betalingstermijn hiervoor is 14 dagen. Als de aanmaning geen betaling of betalingsregeling oplevert, dan volgt een dwangbevel. 4. Is het college bekend met het rapport ‘Behoorlijk invorderen vanuit burgerperspectief’ van de Nationale Ombudsman van 9 februari 2019? Antwoord: Ja. Het college is bekend met het genoemde rapport. 5. Wat vindt het college van de aanbeveling van de Ombudsman, op bladzijde 45 van zijn rapport, om als overheidsinstantie eerst altijd een kosteloze betalingsherinnering te sturen? Is het college bereid, voortaan eerst een kosteloze betalingsherinnering te sturen, voor zover dit in Amsterdam nog niet gebeurt? Antwoord: Deze aanbeveling van de ombudsman sluit aan bij de bestaande werkwijze van Belastingen gemeente Amsterdam. Het college streeft er naar om, ook vanuit het perspectief van de gemeente als schuldeiser, betalingsproblemen en schulden voor Amsterdammers waar mogelijk te voorkomen. Bij de gemeentelijke belastingen ontvangt de belastingschuldige altijd eerst een kosteloze herinnering. Er wordt continu gekeken naar de mogelijkheden om het incassobeleid zo sociaal mogelijk in te richten. Het college is bekend met het Behoorlijkheidskader van de nationale Ombudsman en werkt er naartoe het incassobeleid zo veel mogelijk naar deze kaders vorm te geven. Eén van de principes is dat de overheid zich moet inspannen om verdere schulden te voorkomen. Zo werken directies WPI en Belastingen nauw samen op het gebied van vroegsignalering, proactief kwijtschelden en is er onlangs een convenant getekend ter voorkoming van oplopende schuld(kosten). Toelichting door vragenstelster: Noodstopprocedure {n 2017 is het breed moratorium in het leven geroepen om mensen met schulden de rust te geven om aan een oplossing te werken. Gedurende maximaal zes maanden worden de bevoegdheden van schuldeisers opgeschort. Staatssecretaris Van Ark heeft op 14 februari 2019 aangegeven dat gemeenten bijna geen gebruik maken van dit instrument. Mensen met schulden die een boete niet kunnen betalen en met een verhoging van die boete worden geconfronteerd, kunnen die verhoging ook niet betalen. Zo'n verhoging kan binnen een paar maanden oplopen tot 200 procent, waardoor mensen nog dieper in de schulden komen. D66 pleit daarom landelijk voor een nieuwe noodstopprocedure om de schuldenspiraal eerder stop te kunnen zetten”. ? https://www.tweedekamer.nl/debat en vergadering/commissievergaderingen/details?id=2018A05467 3 https://www.telegraaf.nl/nieuws/3153486/d66-en-cda-noodstop-tegen-opstapelen- boetes?utm source=twitter&utm medium=social&utm campaign=seeding-telegraaf 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng lez Gemeenteblad Datum 8 mei 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 februari 2019 6. Hoe vaak is het breed moratorium toegekend in 2018 in Amsterdam? Antwoord: Het breed moratorium is in 2018 geen enkele keer toegekend door de rechtbank. Overigens blijkt uit onderzoek dat in heel het land het breed moratorium maar enkele keren is toegekend.* 7. Welke knelpunten worden ervaren bij het aanvragen van een breed moratorium voor mensen met problematische schulden? Zijn de voorwaarde die worden gesteld in de algemene maatregel van bestuur werkbaar voor Amsterdam? Antwoord: Het instrument wordt in de praktijk niet of nauwelijks wordt gebruikt en is in zijn huidige vorm niet werkbaar. Dit wordt inmiddels ook onderkend door het Rijk. Het ministerie van SZW heeft aangekondigd het breed wettelijk moratorium te evalueren. Het zeer lage gebruik heeft een aantal oorzaken. Allereerst moet worden opgemerkt dat aan veel criteria moet worden voldaan voordat het breed moratorium ingezet mag worden. Het wordt door de wetgever als een uiterst redmiddel gezien wat betekent dat eerst gekeken moet worden naar andere oplossingen. Een greep uit de criteria: de persoonlijke situatie van de schuldenaar moet stabiel zijn, hij moet in staat zijn alle verplichtingen na te komen en de vaste lasten moeten kunnen worden betaald uit de beslagvrije voet. De praktijk wijst uit dat veel van deze voorwaarden moeilijk te realiseren zijn in korte tijd: het verzamelen van informatie in instabiele situaties is zeer lastig en daarmee tijdrovend. En ten aanzien van de beslagvrije voet zien we dat juist bij instabiele situaties het vaak voor komt dat de beslagvrije voet te laag wordt vastgesteld. Overigens heeft de Staatssecretaris recent aangegeven dat implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet ernstige vertraging heeft opgelopen.” De schuldhulpverlening moet daarnaast pogingen hebben ondernomen om in het voortraject met de schuldeisers afspraken te maken. In Amsterdam slagen we daar vaak in. Zo heeft de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam met maar liefst 20 schuldeisers structurele afspraken inzake afkoopregelingen van schulden in het kader van een minnelijke schuldsaneringstraject. Indien een grote meerderheid instemt met een saneringsregeling en een of twee schuldeisers weigeren, kan een dwangakkoord via de rechtbank nog uitkomst bieden. Desalniettemin kan een breed wettelijk moratorium een werkbare aanvullend instrument zijn indien het ook in een eerder stadium gebruikt mag worden. * Nadja Jungmann (lector Hogeschool Utrecht), Tamara Maderen (lector Hogeschool Utrecht), Roeland van Geuns (lector Hogeschool Amsterdam) en André Moerman (Schuldinfo.nl en Landelijke organisatie Sociaal Raadslieden), Knellende schuldenwetgeving (2018) ° Ministerie van SZW (15 november 2018), Voortgang diverse maatregelen Brede schuldenaanpak. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer es 2019 Schriftelijke vragen, maandag 25 februari 2019 8. Deelt het college de mening van de fractie van D66 dat er een nieuwe noodstopprocedure moet komen, waarbij de stapeling van boetes tijdelijk stopgezet wordt voor mensen met schulden, onder de voorwaarden dat iemand schuldhulp accepteert? Antwoord: Ja het college deelt die mening. In gevallen waarbij het onmogelijk is om met schuldeisers afspraken te maken en waarbij schuldeisers structureel weigeren mee te werken zou een noodstopprocedure voor een schuldenaren een oplossing kunnen bieden. We weten uit onderzoek dat problematische schulden letterlijk een verlammende werking heeft op heel het huishouden. De stress die schulden met zich meebrengt heeft een negatieve fysieke en psychosociale gevolgen. Ons schuldhulpverlening is erop gericht schulden zo snel mogelijk te stabiliseren en zo voor meer rust en stabiliteit te zorgen. Een moratorium kan een behulpzaam instrument zijn voor mensen in de schuldhulpverlening die ondanks hun inzet toch niet vooruit komen door structureel niet meewerkende schuldeisers. Daarvoor is het dus wel nodig dat de huidige regeling wordt aangepast. Het college zal de ervaringen in Amsterdam delen met het ministerie van SZW en pleiten voor een toegankelijkere breed wettelijk moratorium door bijvoorbeeld gemeenten ook te faciliteren om het instrument in een eerder stadium te gebruiken. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R D Gemeenteblad x% Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 595 Ingekomen op 19 mei 2020 Behandeld op 20 mei 2020 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Naoum Néhmé en Van Schijndel inzake Reparatieverordening vrijstellingen Huisvestingswet 2014 (Geen nieuwe juridische schemergebieden meer; verschaf alle Amsterdam de nodige rechtszekerheid) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Vaststellen van de Reparatieverordening vrijstellingen Huisvestingswet 2014 Overwegende dat: e De voornaamste reden voor de voorliggende reparatie van de Huisvestingsverordening 2020, is de uitspraak van de Raad van State van 29 januari 2020 waarin is geoordeeld dat Amsterdam ten onrechte een vrijstelling hanteert voor vakantieverhuur. e Hetcollege met de voorliggende reparatie een zo beleidsneutraal mogelijk vergunningensysteem optuigt voor de vakantieverhuur maar anderzijds nieuwe vrijstellingen creëert zoals bij een tweede woning en erkende studentenhuizen, hetgeen niet in lijn is met de opdracht van de RvS van januari 2020. e Het van onbehoorlijk bestuur zou getuigen om Amsterdammers die onder deze vrijstellingen vallen in het ongewisse te laten, met name daar waar (nog) geen perspectief is op wetswijziging vanuit BZK waardoor nieuwe ontheffingsgronden worden geregeld in de Woningwet. e Hetcollege zelf aangeeft dat het “wellicht binnen afzienbare termijn” wettelijk mogelijk is om nieuwe vrijstellingen (na de benodigde wetswijziging) te verlenen maar dat het dus verre van zeker is of dat gebeurt en wanneer. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Voor de uitzonderingsgronden tweede woning, inwoning, erkende studentenhuizen, woongroepen, omzetting bewoond door maximaal twee personen en uitzondering op de splitsingsvergunning op korte termijn een beleidsneutraal vergunningstelsel in te voeren opdat Amsterdammers rechtszekerheid wordt geboden en perspectief op risicovrij handelen. 1 De leden van de gemeenteraad H. Naoum Nehme A.H.J.W. van Schijndel 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R % Gemeenteraad Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1361 Datum indiening 15 augustus 2018 Datum akkoord college van b&w van 11 december 2018 Publicatiedatum 12 december 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Boomsma en N.T. Bakker inzake het vervangen van oud glas-in-lood in de Oude Kerk door rood glas. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op 15 augustus 2018 berichtte De Telegraaf dat de Stichting de Oude Kerk glas-in- loodramen van deze kerk wil vervangen door rood glas. Op dit moment is er al rood folie en plexiglas op de ramen geplakt om het interieur van de kerk in rood licht te dompelen, als onderdeel van een kunstproject. Als de kerk 's avonds van binnen wordt verlicht, straalt een rode gloed naar buiten. De directie van de Oude Kerk zou nu een vier meter hoog glas-in-loodwerk voor lange tijd willen vervangen door rood glas; dit zou bedoeld zijn als een ‘herinnering’ aan de huidige tijdelijke tentoonstelling. Hiervoor is na een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit een vergunning verleend. Volgens het advies van de commissie zouden de rode ramen een “extra betekenislaag” geven aan de Heilig Grafkapel. De Oude Kerk werd in 1306 gewijd en is het oudste gebouw van Amsterdam, en daarmee ook het oudste monument. De bouw ervan begon waarschijnlijk halverwege de 13° eeuw. Talloze vergeten en beroemde Amsterdammers zijn in de loop der eeuwen in deze kerk begraven en geëerd, waaronder Jan Pietersz. Sweelink, Jacob van Heemskerck, Frans Banning Cocq, Maria Tesselschade Roemers Visscher, Karel van Mander, Saskia van Uylenburgh, de echtgenote van Rembrandt, en vele anderen. Gezien het vorenstaande hebben de leden Boomsma en N.T. Bakker, respectievelijk namens de fracties van het CDA en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Kan het college aangeven waarom een vergunning is verleend om een aantal oude glas-in-loodramen te vervangen voor rood glas, en schetsen hoe dat traject is gelopen? Wie zijn verder betrokken geweest bij de vergunningverlening? Is daartoe eerst overleg gepleegd of advies gevraagd aan de Dienst Monumenten en Archeologie of aan andere organisaties? Graag een toelichting. Antwoord: Inleiding Het stadsdeel Centrum heeft op 13 juli 2018 aan de Stichting de Oude Kerk te Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van een glas-in-lood raam van de Heilig Grafkapel aan de noordzijde van het gebouw 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng laet Gemeenteblad R Datum 12 december 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 augustus 2018 Oudekerksplein 15 (Oude Kerk) . De Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB) heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en heeft de voorzieningen- rechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting heeft op 21 augustus 2018 plaatsgevonden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Veel van de vragen die gesteld worden door de leden Boomsma en N.T. Bakker zijn tijdens de voorlopige voorziening behandeld en beantwoord. Als bijlage is daarom de uitspraak toegevoegd bij deze beantwoording. Er is een aanvraag ingediend door de Stichting de Oude Kerk te Amsterdam om het glas in één raam te vervangen door rood glas. Het bestaande glas in het raam stamt uit de jaren ‘60. Voor het vervangen van het glas is op 29-03-2018 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend door Stichting de Oude Kerk te Amsterdam. Een aanvraag wordt volgens een vast omlijnde wettelijke procedure behandeld. Aanvragen voor wijzigingen aan monumenten worden altijd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) ter beoordeling voorgelegd. Deze vraagt een pre- advies aan Monumenten en Archeologie (MenA), waarin de eventuele gevolgen van de ingreep voor de monumentwaarde van het gebouw in kaart worden gebracht. Als een pand is aangewezen als gemeentelijk of rijksmonument, dan worden bij een aanvraag om een omgevingsvergunning door de CRK tegelijktijdig twee adviezen uitgebracht: — een advies over het aspect ‘bouwen’, dat is gebaseerd op de beoordelingscriteria zoals deze zijn vastgelegd in de welstandsnota; — een advies over het aspect ‘monument’, op basis van de Erfgoedwet en de gemeentelijke erfgoedverordening. Bij het advies over het aspect ‘monument’ treedt MenA op als adviseur van de CRK: een adviesaanvraag voor een monument wordt pas door de CRK behandeld nadat MenA een analyse heeft gemaakt van de gevolgen van een bouwplan voor de monumentale waarden. De CRK beoordeelt in haar monumentenadvies vervolgens niet alleen of voldoende zorgvuldig wordt omgegaan met de fysieke monumentale waarden, maar weegt in haar advies aan het bestuur de gevolgen voor de monumentale waarden tegen de totale ingreep, waarbij ook de kwaliteit van nieuwe ingrepen of toevoegingen en de kansen die deze ingrepen bieden voor het behoud van de functie of een herbestemming worden betrokken. Daarbij gaat het niet alleen om het exterieur, maar ook om het interieur en de structuur van het monument. 2. Klopt het dat de Dienst Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam het hier niet mee eens is, en tot twee keer toe een negatief advies heeft gegeven? Zo ja, wat is er met dit advies gedaan? Is dit advies betrokken bij de beslissing om een vergunning te verlenen? Antwoord: Door informatie-uitwisseling over de matige technische staat van het raam zijn de eerdere adviezen van MenA (16 mei en 27 juni 2018) genuanceerd. Naar is gebleken, ook na bezoek ter plaatse, is dat het raam in een slechte staat verkeert 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng laet Gemeenteblad Datum 12 december 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 augustus 2018 en op termijn moet worden uitgenomen voor onderhoud en herstel. De CRK heeft goede nota genomen van de adviezen van M&A en van alle nadere informatie en maakt een brede afweging tussen de belangen van de aanvrager en de gevolgen voor het monument. Het advies van MenA is bij de besluitvorming meegenomen. 3. Is de Rijksdienst Cultureel Erfgoed gevraagd om advies over deze vergunning? Zo ja, wat was dat advies? Zo nee, waarom niet? Antwoord: In eerste instantie is tijdens de behandeling van deze aanvraag geen advies gevraagd aan de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE is verplicht te adviseren in geval van: — (gedeeltelijke) sloop — ingrijpende wijziging — functiewijziging van het pand of een deel daarvan, waarbij sprake is van ingrijpende bouwkundige werkzaamheden — reconstructie Hoewel formeel niet noodzakelijk heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel besloten toch advies te vragen aan de RGE. Dit advies is betrokken bij de behandeling van het bezwaarschrift. 4. De site van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit geeft weer dat eerdere aanvragen om het glas-in-lood van de Heilig Grafkapel te vervangen voor rood glas juist werden afgewezen, want: “Het vervangen van het glas-in-lood tast de monumentale waarde fysiek aan. Het nieuwe (rode) glas-in-lood verstoort de monumentale waarde van de Heilig Grafkapel.” Bij de nadere onderbouwing werd aangegeven: “Door de monumentale glas-in-lood ramen uit de kozijnen te halen, is er grote kans op schade. Het is positief dat de kerk voor tentoonstellingen gebruikt wordt. De kunstuitingen mogen alleen niet tot gevolg hebben dat de bouwkundige monumentale onderdelen van de kerk hiervoor (tijdelijk) aangepast moeten worden. Door deze bouwkundige aanpassingen kunnen monumentale waarden verloren gaan in de vorm van glas in lood. (…….).” Wat is er nu veranderd aan de aanvraag, dat de conclusie is gewijzigd dat het de monumentale waarde fysiek aantast om het oude glas te verwijderen en de monumentale waarde verstoort om het te vervangen door rood glas? Dat is toch nog steeds het geval? Antwoord: Nader onderzoek tussen de eerste en tweede behandeling door de CRK bevestigde dat: — zowel het raam (als bouwkundige constructie) als het glas in lood zijn aangebracht bij de restauratie van 1955-'60. De intrinsieke monumentwaarde van het glas is daarmee beperkt; — het bestaande glas zonder schade uit het kozijn kan worden verwijderd en opgeslagen; — het bestaande glas in een matige toestand verkeert en op termijn moet worden uitgenomen voor onderhoud en herstel. 3 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam Neng laet Gemeenteblad R Datum 12 december 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 augustus 2018 5. Is bij het verlenen van de vergunning, en in het advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit, rekening gehouden met de bijzonder waarde van de lichtinval in de Oude Kerk? Is onderzocht hoe de lichtinval verandert door het plaatsen van rood glas en of dat wel wenselijk is? Zo nee, waarom niet? Is het college het eens met de indieners dat dit een omissie zou zijn? Antwoord: Daar is rekening mee gehouden: het rode licht is vanuit de kerk niet zichtbaar. Het raam bevindt zich in een afzonderlijke kapel aan de noordzijde van het schip die wordt afgesloten door een deur, die voorheen werd gebruikt als opslagruimte en niet toegankelijk was voor bezoekers van de kerk. Het rode licht is een verwijzing naar het rode licht in de Grafkapel in Jeruzalem. 6. Klopt het dat het verwijderen van glas-in-lood uit de kozijnen altijd risico oplevert dat er schade ontstaat? Is een inschatting gemaakt van het risico daarop? Zo nee, waarom niet? Is het College het eens met de fracties van CDA en SP dat het derhalve niet gewenst is om dergelijke risico’s te nemen als er geen zwaarwegende reden voor is (bijvoorbeeld omdat glas moet worden vervangen)? Antwoord: Het periodiek uitnemen van glas in lood behoort tot de onderhoudsroutine van de Oude Kerk. Wanneer dit zorgvuldig gebeurt is de kans op schade klein. De werkzaamheden staan onder toezicht van de vaste restauratiebouwkundige van de Oude Kerk en worden uitgevoerd door de vaste onderhoudsfirma voor het glas van de Oude Kerk. 7. Als voorwaarde voor de vergunning is gesteld dat er geen schade mag ontstaan aan het natuursteen, waarbij de staat van de brugstaven daarbij belangrijk wordt gevonden. Dat zou, volgens een woordvoerder van het stadsdeel, in overleg met de dienst Monumenten en Archeologie nagekeken moeten worden. Op welke manier wordt hier dan nu op toegezien? Antwoord: Inmiddels is duidelijk dat de brugstaven van brons zijn (en dus niet zijn vastgeroest in de natuursteen). Kans op schade is daarmee gering. Het werk staat onder leiding van de restauratiearchitect en onder toezicht van Bouw- en Woningtoezicht (afdeling handhaving Bouw van het stadsdeel) in samenspraak met MenÂ. 8. Zijn er nog juridische mogelijkheden om deze vergunning terug te draaien? Is het college bereid om in gesprek te gaan met de directie van de Stichting om hier alsnog van af te zien, mede in het licht van de vele bezwaren? Antwoord: De vergunning is verleend. Het raam is inmiddels geplaatst. De bezwaarden kunnen beroep instellen bij de rechtbank en eventueel ook nog hoger beroep bij de Raad van State. Alleen als de bezwaarden in (hoger) beroep gelijk krijgen, is er een juridische mogelijkheid om te vergunning terug te draaien. Dan kan namelijk de rechtbank c.q. de Raad van State de vergunning vernietigen. Met de directie van de Stichting is een gesprek gevoerd. Deze is niet van plan 4 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng laet Gemeenteblad Datum 12 december 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 augustus 2018 het raam eigener beweging te verwijderen en dat is ook niet de inzet van het DB. De gemeente zet in op een constructief gesprek tussen de Oude Kerk en de bezwaarmakers om te komen tot een betere en tijdige informatie-uitwisseling met respect voor ieders standpunten. De gemeente wil dit gesprek graag faciliteren. 9. Rood verlichte ramen worden, zeker hier in de buurt van de Wallen, geassocieerd met prostitutie. Is deze associatie onderdeel geweest van de aanvraag of de overwegingen en adviezen? De Oude Kerk is juist beroemd om de huidige, natuurlijke lichtinval. Is het college het eens met de indieners dat het niet passend is om juist op deze plek rode ramen te plaatsen in de Oude Kerk, het oudste monument van de Stad, waar bovendien duizenden Amsterdammers begraven liggen? Antwoord: Omdat een associatie met prostitutie geen onderdeel was van de aanvraag is deze ook geen overweging geweest bij de advisering. De lichtinval van de Oude Kerk blijft gehandhaafd. Het raam bevindt zich in een afzonderlijke kapel die afgesloten kan worden. 10. Zijn er de afgelopen jaren andere aanvragen ingediend voor vergunningen om dit monumentale gebouw te wijzigen of die de monumentale uitstraling van de gevel, of van het interieur, voor lange tijd zouden verstoren? Antwoord: In augustus 2013 is een vergunning verleend voor het veranderen van de toreningang van de Oude Kerk aan het Oudekerksplein 15. In 2014 is een tijdelijke een steigerconstructie met publieksfunctie op het dak van de Oudekerk op het Oudekerksplein 23 geplaatst. In 2016 is een doorbraak gerealiseerd tussen het Zuidportaal en de Librije en is het kabinetorgel verplaatst naar de Parkkerk. 11. Het Parool schrijft dat de Stichting de Oude Kerk geld zou hebben gekregen van de Italiaanse Staat voor deze ‘rode’ expositie, maar dat daar voorwaarden aan waren verbonden. “Zo zou de subsidie gedeeltelijk of geheel kunnen worden teruggedraaid als het rode raam niet geplaatst wordt.” Klopt dit? Welke voorwaarden zijn dat? Vindt het college het niet vreemd dat een subsidie wordt verleend met als voorwaarde dat de ontvangers hun monumentale gebouw aanpassen als ‘herinnering’? In hoeverre heeft dat een rol gespeeld in de vergunningsverlening of bij het advies daartoe? Antwoord: Volgens informatie van de Oude Kerk wordt het aanbrengen van het nieuwe raam gesteund door het Mondriaanfonds en de Italiaanse overheid. De Oude Kerk is vrij in het zoeken naar financiering van beoogde ingrepen. De wijze van financieren heeft geen rol gespeeld in de advisering en/of de vergunningverlening. Alle partijen zijn op de hoogte van het feit dat voor wijzigingen aan een monument een vergunning nodig is. 5 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Lt eember 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 15 augustus 2018 12. De Oude Kerk kreeg op 21 juni 2018 een subsidie van het ministerie OCW als tegemoetkoming in de restauratiekosten’. Tegelijkertijd zou het Mondriaan Fonds het genoemde kunstproject hebben gesubsidieerd? Vindt het college het niet inconsistent, alsmede een onverstandig gebruik van gemeenschapsgeld, om enerzijds subsidie te geven voor restauratie en anderzijds voor een kunstproject dat het risico op schade aan het monument tot gevolg heeft en de monumentale waarde juist aantast? Graag een toelichting. Antwoord: Het vervangen van een glas in loodraam uit 1960 door een modern, ambachtelijk gemaakt raam, leidt in de ogen van de CRK en de vergunningverlener niet tot een aantasting van de monumentwaarde van het gebouw. De financiering van dit kunstproject staat los van de financiering van de bouwkundige restauratie van het gebouw en van het hoofdorgel. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Will Rutten, waarnemend secretaris 1 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stert-2018-35696.html 6
Schriftelijke Vraag
6
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 265 Datum indiening 9 januari 2019 Datum akkoord 26 februari 2019 Publicatiedatum 5 maart 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Flentge inzake de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: De fractie van de SP ontvangt klachten via de SP-hulpdienst dat er problemen zijn bij het aanvragen van kwijtscheldingen. Voorheen ging het over de waterschaps- belasting, maar recent heeft de fractie ook meldingen gekregen over de gemeentelijke belastingen. Zo zou de vertraging komen door een extra behandeling door een extern bedrijf. Er werd gemeld dat een aanvraag al 11 maanden duurt. Tevens moeten mensen jaarlijks de aanvraag volledig opnieuw doen, waardoor zij in een bureaucratisch rompslomp terechtkomen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Flentge, namens de fractie van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met deze problemen? Zo ja, hoe beoordeelt het college deze problemen? Antwoord: Zie onderstaande beantwoording voor een nadere toelichting op de verschillende aspecten die door de vragensteller zijn benoemd. 2. Waarom dient de kwijtschelding jaarlijks volledig opnieuw aangevraagd te worden? Deelt het college de mening van de fractie van de SP dit zorgt voor onnodig veel rompslomp? Antwoord: Amsterdammers aan wie eerder kwijtschelding is verleend, worden automatisch meegenomen in de jaarlijkse inkomens- en vermogenstoets. Ze hoeven daar niets voor te doen. 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Neng Jes Gemeenteblad Datum 5 maart 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019 3. Klopt het dat de afhandeling van de kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen (deels) extern wordt uitgezet? En waarom? Antwoord: Belastingen maakt bij de afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken gebruik van het Inlichtingenbureau, een landelijke stichting die gemeenten en waterschappen ondersteunt bij het beoordelen van kwijtscheldingsaanvragen. Het Inlichtingenbureau heeft toegang tot databases van o.a. het UWV, de Belastingdienst en de RDW, waardoor geautomatiseerd kan worden getoetst of het inkomen en vermogen van een aanvrager onder de geldende normen blijft. Het aanvraagproces is door deze samenwerking zowel voor de aanvrager als voor Belastingen eenvoudiger en efficiënter. 4. Watis de gemiddelde afhandeltijd van een kwijtscheldingsverzoek? Antwoord: Belastingen hanteert een gemiddelde afhandelingstermijn van 4 maanden, vergelijkbaar met de doorlooptijd die andere grote Nederlandse gemeenten communiceren. Kwijtscheldingsverzoeken van particulieren worden doorgaans in de maand waarin het verzoek is ingediend ter toetsing aangeboden aan het Inlichtingenbureau ter toetsing. Het Inlichtingenbureau toetst vervolgens de gegevens die de aanvrager heeft ingediend aan gegevens van het UWV, de Rijksbelastingdienst en de RDW. Het Inlichtingenbureau rapporteert aan het einde van de daarop volgende maand per huishouden over de resultaten van de toets. Indien het Inlichtingenbureau geen belemmeringen heeft geconstateerd, wordt kwijtschelding automatische toegewezen. De doorlooptijd van deze verzoeken bedraagt ongeveer 6 weken. Indien het Inlichtingenbureau wel een belemmering rapporteert, vraagt Belastingen per geval om nadere informatie aan de verzoekers en volgt handmatige afhandeling van het kwijtscheldingsverzoek. De doorlooptijd voor deze gevallen is daarmee deels afhankelijk van de snelheid waarmee de aanvullende informatie wordt opgestuurd en kan worden verwerkt. Een bijzondere situatie doet zich voor bij de uitvoering van de gemeentelijke regeling “Verruimen van de kwijtschelding voor ondernemers van privé- belastingen”. Voor afhandeling van dergelijke kwijtscheldingsverzoeken moet namelijk eerst het belastbaar inkomen definitief zijn vastgesteld door de Rijksbelastingdienst, terwijl de belastingaangifte pas wordt ingediend in het jaar volgend op het jaar waarin om kwijtschelding werd verzocht. De afhandeling van een kwijtscheldingsverzoek op basis van deze gemeentelijke regeling kan daardoor aanzienlijk meer tijd vergen: in sommige gevallen tot wel drie jaar. Het hervatten van de werkprocessen in de nieuwe informatievoorziening van Belastingen heeft daarnaast langer geduurd dan vooraf verwacht, wat voor een langere afhandelingstermijn van kwijtscheldingsverzoeken kan hebben gezorgd in 2018 dan gebruikelijk. Naar verwachting wordt de gemiddelde afhandelingsduur van 4 maanden dit jaar weer gehaald. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer at 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 9 januari 2019 5. Ziet het college mogelijkheden om het (opnieuw) aanvragen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen te versimpelen en verkorten? Zo ja, welke mogelijkheden zijn dat? Antwoord: Belastingen onderzoekt de mogelijkheden om ook Amsterdammers die in het voorgaande jaar kwijtschelding hebben aangevraagd maar dat niet hebben ontvangen, voortaan automatisch mee te nemen in de jaarlijkse inkomens- en vermogenstoets. Naar verwachting kan deze groep Amsterdammers vanaf 2020 worden meegenomen in de geautomatiseerde toets. Om de doorlooptijden voor ondernemers te verkorten, wordt daarnaast meteen kwijtschelding verleend als het gaat om een ondernemer die ook in aanmerking komt voor aanvullende bijstandsuitkering zelfstandigen (BBZ). Belastingen werkt daartoe intensief samen met WPI. Belastingen participeert tot slot in een project waarin samen met het Inlichtingenbureau de mogelijkheden worden onderzocht om de geautomatiseerde toets niet maandelijks, maar ‘real-time’ uit te kunnen voeren, en daarmee de doorlooptijd verder terug te brengen. De resultaten van dit onderzoek worden in 2020 verwacht. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
VN2023-024325 Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten Grifie % Gemeente en Erfgoed WV % Amsterdam Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Woningbouw Agendapunt 9 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Kennisnemen van het Parool-artikel over de risico’s van klimaatverandering voor Amsterdamse huizenkopers en huiseigenaren. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van het Parool-artikel over de risico’s van klimaatverandering voor Amsterdamse huizenkopers en huiseigenaren Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond Reden bespreking De AFM waarschuwt dat woningkopers nauwelijks rekening houden met overstromingsgevaar en funderingsschade, terwijl die risico's groter worden door klimaatverandering. De overheid kan hier een rol in pakken door betere informatie beschikbaar te stellen over de risico's op wankele funderingen en wateroverlast. Volt gaat hier graag het gesprek over aan met de commissie en wethouder. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.14 1 VN2023-024325 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV Griffie % Amsterdam en Erfgoed % Voordracht voor de Commissie WV van 15 november 2023 Ter bespreking en ter kennisneming nee Welke stukken treft v aan? AFM Huizenkopers zijn blind voor klimaatrisico's als paalrot en AD2023-084621 . overstromingsgevaar.pdf (pdf) AD2023-084,594 Commissie WV Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Nadere informatie bij lid Broersen (Volt), e-mail [email protected] Gegenereerd: vl.14 2
Voordracht
2
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering _ 10 november 2022 Ingekomen onder nummer 374 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Koyuncu en Kabamba inzake Begroting 2023 Onderwerp Duurzame vervanging bij klein onderhoud woningcorporaties Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Constaterende dat: — _ Woningcorporaties over het algemeen bij klein onderhoud items vervangen door precies het- zelfde item zonder te kijken naar duurzamere alternatieven; — De gemeente nu met de fix-brigade langs alle E‚ Fen G gelabelde woningen langs gaat om met lapmiddelen isolatie en verduurzaming van deze woningen te bewerkstelligen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders Afspraken te maken met woningcorporaties om bij klein onderhoud direct duurzamere alternatie- vente installeren bij vervanging en/of reparaties. En hierover terug te rapporteren aan de raad. Indieners S. Koyuncu C.K.E. Kabamba
Motie
1
discard
| Gemeente | Centrum Publicaties Stadsdeelbestuur 2016 | Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten 17 mei 2016 -5 | Besluit over Inrichting zuidelijk deel Funenpark | Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2016: Vergaderkalender, AB-vergadering 17 mei 2016, | in de voordracht bij agendapunt 5 | Í | De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: | De bestuurscommissie, | Í | Besluit: | In te stemmen met het concept inrichtingsplan van het zuidelijk deel van het Funenpark waarin de nieuwe Oosterspeeltuin en het schoolplein BOE een definitieve plek krijgen en op basis waarvan een planologische procedure wordt doorlopen i.v.m. gewijzigde positionering en gewijzigd gebruik van speeltuin en | Í schoolplein. | | | Suze Duinkerke | C secretaris | sr Sk : mdr Rf [ Boudewijn Oranje | voorzitter | Bij dit besluit is motie 1 aangenomen. AZ Verschenen op 24 mei 2016 | |
Besluit
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 439 Datum akkoord 17 mei 2016 Publicatiedatum 18 mei 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest (PvdO) van 30 maart 2016 inzake het dreigende tekort aan seniorenwoningen. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Partij van de Ouderen maakt zich ernstig zorgen over het dreigende tekort aan seniorenwoningen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht in 2020 niet voldoende geschikte huizen te hebben voor ouderen. Als de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) stelt dat het, vanwege een tekort aan seniorenwoningen, onhaalbaar wordt om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen, staan wij echt voor een uitdaging om snel te zorgen voor een voldoende aanbod van seniorenwoningen. De partijen wil weten hoe het staat met het realiseren van voldoende senioren- woningen in deze gemeenten. Áls naar voren komt dat ruim 40 procent van de gemeenten niet weet hoe groot het tekort aan seniorenwoningen is, dan is er alle reden om de noodklok te luiden. Er moet snel werk gemaakt worden in het ombouwen van leegstaande panden en het aanpassen van bestaande woningen met bijvoorbeeld trapliften, beugels in de badkamer en bredere deuren en doorgangen voor het gebruik van de rolstoel. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het artikel ‘Huis voor senior snel schaars’? |) Antwoord Ja, dat artikel is bekend. 9 tHuis voor senior snel schaars’, AD, 29 maart 2016. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing 30 Gemeenteblad Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 30 maart 2016 Toelichting door vragenstelster: Er dreigt een groot tekort aan seniorenwoningen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht in 2020 niet voldoende geschikte huizen te hebben. Dat blijkt uit onderzoek van de vereniging Ipso Facto en de ouderenorganisatie ANBO. 2. Kan het college aangeven hoe de situatie in Amsterdam is? Kan het college In de beantwoording helder aangeven of het dreigende tekort aan seniorenwoningen ook in Amsterdam dreigt en, zo ja, hoe groot is dat tekort en hoe denkt het college dat op te lossen? Zo neen, kan het college garanderen dat in er in 2020 voldoende seniorenwoningen zijn om ervoor te zorgen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen? Antwoord: In het Programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 (vastgesteld in de Raad 9 september 2015) is de voorraad aan geschikte woningen voor ouderen in beeld gebracht: e 12.000 seniorenwoningen (hierbij geldt een minimale leeftijdsgrens van 55 jaar); e 37.000 aanpasbaar gebouwde woningen door corporaties vanaf 1995 (vanaf 1995 werd de richtlijn gemeente voor aanpasbaar bouwen van kracht); e 100.000 woningen zijn nultredenwoningen (deels is er overlap met aanpasbaar gebouwde woningen en seniorenwoningen). De vergrijzing in Amsterdam neemt tussen 2015 en 2030 toe. Tussen 2015 en 2030 groeit het aantal ouderen van 95.000 naar 143.000. Daarvan neemt het aantal 65 tot 74-jarigen toe van 55.000 naar 81.000 en het aantal mensen van 75 jaar en ouder van 40.000 in 2015 naar 62.000. Om voldoende geschikte woningen voor ouderen te hebben is mede het programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 opgesteld. Dit programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 zet in op maatregelen om het aanbod aan geschikte en betaalbare woningen voor ouderen te vergroten, onder andere door: e de inzetom 90% in de sociale huursector aanpasbaar te bouwen; e _om bij transformatie van vrijkomend zorgvastgoed allereerst te bezien of huisvesting voor ouderen kan worden behouden; e in de woonruimteverdeling woningen exclusief en met voorrang aan ouderen aan te bieden; e inde Samenwerkingsafspraken met de corporaties een verbetering van de regeling van Hoog naar Laag uit te werken. In de Voortgangsrapportage programma Ouderenhuisvesting 2015-2018 (besproken in commissie WB 23 maart j.l.) wordt gerapporteerd over de stand van zaken van de uitvoering van bovenstaande maatregelen in 2015. Toelichting door vragenstelster: Ouderenorganisatie ANBO stelt dat de snelste en goedkoopste oplossing in het voorzien van voldoende seniorenwoningen ligt in het ombouwen van leegstaande panden en het aanpassen van bestaande woningen met bijvoorbeeld trapliften, beugels in de badkamer en bredere deuren en doorgangen voor het gebruik van een rolstoel. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing 30 Gemeenteblad Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 30 maart 2016 3. Kan het college duiden hoeveel leegstaande panden u sinds uw aantreden in 2014 heeft omgebouwd tot seniorenwoning en hoeveel woningen het college heeft laten aanpassen? Zijn deze cijfers afdoende om een dreigend tekort aan seniorenwoningen het hoofd te bieden? Zo neen, welke inspanningen gaat het college leveren om alsnog te komen tot een voldoende groot aanbod van seniorenwoningen? Antwoord: Over de transformatie van zorgvastgoed is gerapporteerd in de aanbiedingsbrief aan de Raad van 7 december 2015 over Zicht op Zorghuisvesting (besproken in de Raadscommissie Zorg van 7 februari 2016). In de Voortgangsrapportage Ouderenhuisvesting 2015 is ten opzichte van Zicht op Zorghuisvesting aangegeven welke veranderingen zijn opgetreden of welke plannen er worden ontwikkeld voor verbouw of nieuwbouw. Dit geldt voor: e De Boeg, verbouw tot zelfstandige ouderenwoningen; e De Bouwmeester, aanvullende nieuwbouw bij De Drie Hoven van zelfstandige ouderenwoningen; e Gaasperdam, dagopvang voor mensen met een beperking; e _Ingenhouszhof, in combinatie met zorgwoningen verbouw tot zelfstandige ouderenhuisvesting; e Riekerhof, zelfstandige ouderenhuisvesting; e Sint Jacob, sloop-nieuwbouw van ouderenwoningen; e Willem Dreeshuis, vervanging door nieuwbouw van zorgwoningen en zelfstandige ouderenwoningen op Oostpoort. Uit bovenstaande blijkt dat verzorgingshuizen, waar tot nu toe verbouw of transformatie aan de orde is geweest, over het algemeen hun functie voor zorg en/of ouderenhuisvesting behouden hebben. In 2015 bedroeg het aantal woonruimteaanpassingen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ruim 2.500 aanpassingen, variërend van trapliften, toegankelijk maken van de woning, antislipvloer in de badkamer, douchezitjes, drempels verwijderen, oplaadpunten voor een scootmobiel, enz. Opgemerkt moet worden dat soms sprake kan zijn van meerdere woonruimteaanpassingen in dezelfde woning in 2015, en dat het aantal woonruimteaanpassingen betrekking heeft op senioren, maar ook op andere inwoners met een beperking. In het gesprek over Zicht op Zorghuisvesting dat met direct betrokken organisaties in februari jl. heeft plaatsgevonden is aangegeven dat partijen elkaar opzoeken, elkaar versterken en in gesprek blijven over de toekomst van de zorghuisvesting. De regie- functie ten aanzien van zorghuisvesting (met zowel aandacht voor wonen met zorg als voor zelfstandig wonen) en het daarvoor benodigde kader - met maatwerk als uitganspunt - zal nader worden uitgewerkt. De bovenstaande cijfers en de maatregelen geformuleerd in het antwoord op vraag 2 dragen bij aan het realiseren van voldoende aanbod aan woningen die geschikt zijn voor ouderen. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng 30 Gemeenteblad ummer seal: Datum 18 mei 2016 Schriftelijke vragen, woensdag 30 maart 2016 Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 Sector Bouwen en Wonen 1000 AE Amsterdam Afdeling Ruimtelijk Beleid Telefoon 14 020 Fax 020 552 4433 www.centrum.amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door J. Avis Rechtstreekse nummer 020 552 4463 Faxnummer 020 552 4227 Bijlage Onderwerp Beantwoording raadsadres over markiezen Geachte bestuur, Op 8 september 2011 heeft u aan de stadsdeelraad een raadsadres gestuurd naar aanleiding van het raadvoorstel van de raadsleden De Meij, Van Lissum, Smit (allen VVD) en Meelker (GroenLinks), betreffende wijziging van de Welstandsnota Centrum op het plaatsen van markiezen aan monumentale gevels als ‘zonwering’ algemeen toe te staan. Wij hebben u op 28 oktober schriftelijk laten weten dat wij uw brief (conform het besluit van de deelraad van 27 september 2011) zullen betrekken bij het preadvies op het raadsvoorstel. Tevens hebben wij u in die brief laten weten dat wij u te zijner tijd zullen informeren over de datum van behandeling van het preadvies. Het concept-preadvies (in de vorm van een concept-raadsvoordracht) treft u als bijlage aan bij deze brief. Het concept-preadvies wordt op 14 maart 2012 behandeld in de commissie Bouwen en Wonen. In deze brief gaan wij kort in op de inhoud van uw raadsadres en de strekking van het concept-preadvies als reactie op het raadsvoorstel en als antwoord op uw raadsadres. In uw raadsadres reageert u op het raadsvoorstel. De indieners van het raadsvoorstel verzoeken het dagelijks bestuur de welstandsnota te wijzigen ten aanzien van de sneltoetscriteria voor zonweringen. In de (digitale) welstandsnota die sinds 30 november 2009 van kracht is, is bepaald dat ‘de zonwering op de hogere bouwlagen binnen de negge dient te blijven en dat zij van het type valarm of markisolette dient te zijn of geheel vlakhangend’. De welstandsnota die voorheen (voor 2009) van kracht was sprak voor het gebruik van zonwering alleen een voorkeur uit voor markisolettes en liet daardoor automatisch ruimte voor (aanvraag van) gebruik van markiezen. Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein. Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 2 van 3 De indieners van het raadsvoorstel pleiten ervoor de keuze voor markiezen weer op te nemen in de welstandsnota. Als motivatie hiervoor verwijzen zij naar een brochure van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit 2010. In uw raadsadres beargumenteert u waarom het hoogst onwenselijk is om markiezen algemeen toe te staan. In uw brief verzoekt u de deelraad te bevorderen dat het db bij het opstellen van een preadvies op het raadsvoorstel uw aanbevelingen meeneemt. Reactie In de welstandsnota De Schoonheid digitaal, welstandsnota voor stadsdeel Centrum die sinds 30 november 2009 van kracht is, staat niet uitgelegd waarom markiezen in het Centrum niet langer zijn toegestaan. In het preadvies besteden we daar wel aandacht aan en tevens wordt aangeven in welke gevallen (vervanging van) markiezen nog wel is toegestaan. Onze overwegingen om markiezen niet langer toe te staan komen in grote lijnen overeen met de argumenten die u in uw raadsadres noemt. Aan uw argumenten hebben wij weinig toe te voegen. De valarm of markisolet of geheel vlakhangende zonweringen tasten de karakteristiek van de vlakheid van de gevelwand minder aan. Ten aanzien van monumenten blijven wij bij het besluit uit 2009 om alleen zonwering van het type valarm of markisolette nog toe te staan. Ten aanzien van reeds aanwezige markiezen bij monumenten stellen wij voor de nieuwe Welstandsnota als volgt aan te passen: e Als er al markiezen op monumenten aanwezig zijn, dan mogen deze worden vervangen (overgangsregeling). Wanneer een markies echter is vervangen door een zonwering van het type markisolette of valarm, dan mag er daarna niet alsnog weer een markies worden geplaatst. Ons besluit uit 2009 om alleen zonwering van het type valarm of markisolette nog toe te staan geldt niet langer voor panden die geen monument zijn. Aan panden die geen monument zijn mag namelijk per 1 januari 2012 op basis van het landelijke regelgeving (Besluit Omgevingsrecht, artikel 2 lid 8) wel een zonwering van het type markies worden bevestigd. In genoemd artikel staat dat voor een zonwering aan niet-monument is geen omgevingsvergunning meer vereist is. Dit besluit zal in de nieuwe welstandsnota worden opgenomen. Verder zullen wij voorstellen, om ten aanzien van zonwering aan monumenten in de nieuwe Welstandsnota op te nemen dat: e Zonwering in materialisering, kleur en type identiek moet zijn voor het gehele pand; e Indien zonwering wordt aangebracht dan dienen alle ramen aan de straatzijde van zonwering te worden voorzien en niet slechts een deel van de ramen. 2 Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum Pagina 3 van 3 Met vriendelijke groeten, Namens het dagelijks bestuur, Anneke Eurelings Jeanine van Pinxteren Secretaris voorzitter R:\RuB\Beleid\Welstand\Markiezen\Concept-beantwoordingsbrief op raadsadres VVAB over markiezen.docx 3
Raadsadres
3
val
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 9 november 2022 Ingekomen onder nummer 444 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Ernsting, Asruf en Moeskops inzake de Begroting 2023 Onderwerp Dashboard fietsknelpunten Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2023 Overwegende dat: -_Het fietsverkeer toeneemt, met name in de spits, en de capaciteit van sommige fietsver- bindingen dan te klein is waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan -_ We gericht fietsverbindingen verbeteren en fietspaden verbreden -_De raad graag meer inzicht wil in de monitoring van knelpunten en prioritering in fietsver- beterprojecten -_ De fietsersbond een meldpunt heeft opgericht om knelpunten in kaart te brengen Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__Een dashboard fietsknelpunten op te zetten, gevoed door eigen monitoring, maar ook met mogelijkheid voor fietsers om melding te doen van onveilige situaties en daarbij ook gebruik te maken van de resultaten van het meldpunt van de fietsersbond -_ De resultaten van zo'n dashboard mee te nemen in de afwegingen voor korte- en langere termijn maatregelen om fietsverkeer beter te faciliteren en veiliger te maken, met daarbij ook aandacht voor de ‘onzekere fietsers’, waaronder kinderen en ouderen Indiener(s), Z.D. Ernsting M.F. Asruf E.D.M. Moeskops
Motie
1
train
Gemeenteraad van Amsterdam Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM Amsterdam, 16 juli 2018 Betreft: RAADSADRES inzake overlast vuilnisophaalbedrijven Zeer geachte Raadsleden, Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende. In april 2016 heb ik een raadsadres ingediend verband houdende met de verkeersproblematiek op het Singel, even zijde, tussen Brouwersgracht en Raadshuisstraat. De afgelopen jaren heeft de gemeente niet stilgezeten en het is aftellen tot de knip bij het Victoriahotel en overige autoluwe maatregelen. Mijn raadsadres heeft ertoe geleid dat de Bewonersvereniging Singel weer actief geworden is en er zijn vele gesprekken gevoerd bij de gemeente en ook de aannemer Max Bögl is steeds geïnteresseerd geweest in onze standpunten. Mijn complimenten voor de open en heldere wijze waarop vele medewerkers van de gemeente mij en andere bezorgde bewoners de afgelopen periode te woord hebben gestaan. Hoewel het nog steeds afwachten is of de maatregelen daadwerkelijk tot minder sluipverkeer gaan leiden, wil ik u nu reeds een opmerking maken over een groep verkeersgebruikers waar de autoluwe maatregelen nu niet direct op van toepassing zijn: ik doel op de verschillende vuilnisophaalbedrijven en de vuilniswagens die zij door de stad laten rijden. Naast de vuilniswagens van de gemeente zelf zijn er ook commerciële bedrijven op dit vlak actief, zoals Suez, Renewi, Icova etc etc. Wat opvalt is dat de loodzware vuilniswagen als bulldozers of zware tanks zich een weg banen over de gracht. Iedere ochtend voel ik om kwart voor zeven mijn pand trillen als de eerste vuilniswagen tegen de verkeersdrempel voor ons pand aanrijdt en hier overheen walst. Niemand hoeft ervan overtuigd te worden dat dergelijk zwaar verkeer funest is voor de stad. Het is niet goed te begrijpen dat de gemeente miljoenen spendeert voor een walvernieuwing (thans Singel oneven zijde, bijna gereed, het wordt prachtig), en tegelijkertijd toestaat dat haar ambtenaren van de vuilnisdienst, alsook genoemde commerciële bedrijven, de boel langzaam weer aan gort rijden. Want dat is wat er helaas gebeurt. Een kwetsbare stad als Amsterdam, met haar bruggen etc, is eenvoudigweg niet bestand tegen dergelijk loodzwaar verkeer. Als ik word geconfronteerd met degelijk verkeer probeer ik met de hand dempende gebaren te maken, in de hoop dat men snelheid matigt, maar meestal word ik weggelachen. Zondag jl. zag ik een voetganger dezelfde gebaren maken. Ook hij werd weggelachen. Wij raakten in gesprek en 1 het bleek eveneens een bewoner van het Singel te zijn, verderop, die ook melding maakte van zijn trillende pand. Men ergert zich groen en geel aan dit loodzware verkeer, zo is mij ook via vele andere bewoners wel duidelijk geworden. Het is ook nog eens levensgevaarlijk, maar ook dat behoeft geen toelichting. Mijn verzoek aan u: 1. Mij te berichten welke maatregelen getroffen zullen worden dit probleem tegen te gaan, en op welke termijn. 2. Direct in contact te treden met de verschillende partijen en zonodig ook een verbod op te leggen, een en ander vanwege de in het geding zijnde veiligheid van bewoners alsook de staat van de stad. Ik ben graag bereid een en ander nader te onderbouwen of toe te lichten in een persoonlijk gesprek, dan wel steunbetuigingen of gelijksoortige ervaringen van (vele) omwonenden aan te leveren, mocht u daar prijs op stellen. Graag verneem ik van u. Met vriendelijke groet, 2
Raadsadres
2
train
> Gemeente Besluit van de vergadering van het Algemeen Bestuur van X Amsterdam ?° december 2014 X Oost Jaar 2014 Registratienummer Z-14-10013 / INT-14-02484 Onderwerp Aanwijzen Oostpoort als gebied conform artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke Verordening Onderwerp: Aanwijzen Oostpoort als gebied conform artikel 2.50 van de Algemene Plaatselijke Verordening mk À De bestuurscommissie van Stadsdeel Oost EN mmm 0 ep Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 2 september 2014 0 ==, Overwegende dat het in Oostpoort door velen als hinderlijk ervaren wordt om voorbijgangers EN aan te spreken om hen bijvoorbeeld te bewegen een abonnement op een krant of tijdschrift ek te nemen, mee te doen aan een enquête, of lid of donateur te worden van een organisatie. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008 Besluit: Conform artikel 2.50 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008 het gebied Oostpoort aan te wijzen. Het algemeen bestuur van de Bestuurscommissie Oost Liane Pielanen, Ivar Manvel, secretaris voorzitter Afschrift: 4
Besluit
1
train
4 Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 12 juli 2022 Portefeuille(s) Verkeer, vervoer, water en luchtkwaliteit Portefeuillehouder(s): Melanie van der Horst Behandeld door Parkeren, Leendert Miedema, [email protected] Onderwerp Omissie in regelgeving betaald parkeren Geuzenveld (Nieuw-West 6) Geachte leden van de gemeenteraad, Per 1 janvari 2022 is betaald parkeren uitgebreid in een deel van Nieuw-West. Formeel moet de uitbreiding worden opgenomen in de Verordening Parkeerbelastingen, de Parkeerverordening en het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit Parkeerbelasting Amsterdam. Bij het laatstgenoemde besluit wordt een zogeheten Stratentabel opgenomen die per straat aangeeft op welke tijden en tegen welk tarief parkeerbelasting moet worden betaald. Met deze brief informeer ik v dat door de gemeente een omissie is ontdekt in de regelgeving, die is vastgesteld per 1 januari 2022, voor betaald parkeren in gebied Nieuw-West 6 (Geuzenveld, zie kaartbijlage). Het gevolg hiervan is dat de wettelijke basis ontbrak voor het heffen van parkeerbelasting van 1 januari tot en met 30 juni 2022. Op basis hiervan is besloten om de gemaakte parkeerkosten, parkeervergunningen voor deze periode terug te betalen. Omissie in ‘Stratentabel’ In juni 2022 is ontdekt dat alle straten in vergunning-gebied Nieuw-West 6 ontbreken in de ‘Stratentabel’. Wanneer een straat in de Stratentabel ontbreekt, is er geen verplichting tot het voldoen van parkeerbelasting. Hier kan dan ook niet op gehandhaafd worden. Het college heeft dinsdag 7 juni 2022 een nieuw Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit parkeerbelasting inclusief volledige en correcte Stratentabel vastgesteld, met een datum van inwerkingtreding 2 juli 2022. Hiermee geldt per die datum een wettelijke grondslag voor het betalen van parkeerbelasting. In Geuzenveld / Nieuw-West 6 ontbreekt daarom voor de periode van 17 januari 2021 tot en met 1 juli 2022 een wettelijke grondslag voor het betalen van parkeerbelasting. Hierdoor zijn alle betaalde parkeergelden via parkeerautomaat en parkeerapps onverschuldigd betaald. Ook voor alle naheffingsaanslagen ontbreekt de juridische basis. De stratentabel heeft op zichzelf geen relatie met het betalen voor een parkeervergunning. De betalingen voor de vergunningen hebben op basis van de juiste juridische basis plaatsgevonden. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 juli 2022 Pagina 2 van 3 Wat is de oorzaak? Door een menselijke fout is een onvolledige tabel gebruikt, dus zonder de straten in Geuzenveld. Terugbetaling ledereen die van 17 janvari tot en met 30 juni 2022 parkeergeld betaalde in Geuzenveld / Nieuw- West 6, kan hiervoor vanaf september 2022 restitutie aanvragen bij de gemeente. Dit geldt zowel voor de betaalde parkeerbelasting via parkeerautomaat of parkeer-app en naheffingsaanslagen als voor de gemaakte kosten voor parkeervergunningen, omdat de gemeente geen verschil wil maken tussen kortparkeerders en vergunninghouders. De gemeente kan de betaalde parkeergelden voor kort-parkeren niet proactief terugbetalen, omdat de parkeerautomaat en parkeerapps geen bankrekening- of persoonsgegevens doorgeven aan de gemeente, maar alleen kenteken, zone, tijdstip en betaald bedrag. Verwerking van de terugbetaling van parkeervergunningen (voor zover de juiste rekeningnummers bij de gemeente bekend zijn) en naheffingsaanslagen kan wel proactief en wordt in gang gezet vanaf september 2022, hier is geen actie van burgers voor nodig. Voor bezoekersvergunningen is geen terugbetaling of vrencorrectie nodig: deze vergunningen geven 100% korting en hebben per 1 juli 2022 weer een regulier saldo van 120 vur. Voor kraskaarten worden gebruikte vren over de periode tot 2 juli 2022 geannuleerd, waarmee het oorspronkelijke saldo hersteld wordt. Wat zijn de financiële consequenties? Naar verwachting kan de totale inkomstenderving oplopen tot €800.000,-. Dit bedrag bevat de terugbetaling van alle naheffingsaanslagen en parkeervergunningen, een schatting van restituties van parkeerkaartjes en transacties via parkeerapps en interne afhandelingskosten. Mogelijk moet hierdoor de prognose van parkeerinkomsten over 2022 worden bijgesteld. Dit betrekken we bij de Najaarsnota. Tijdpad terugbetaling en communicatie De terugbetaling en de afhandeling van restituties is een grote operatie en moet zorgvuldig worden voorbereid en uitgevoerd. Belastingen en Parkeren zijn de voorbereiding van deze operatie gestart. De communicatie en uitvoering starten vervolgens in september 2022. In september, na de vakantieperiode, start een uitgebreide communicatiecampagne om zoveel mogelijk van de parkeerders te bereiken en in de gelegenheid te stellen om restitutie aan te vragen. Er zit geen einddatum op het terugvragen van het parkeergeld. Ook start op dat moment het terugbetalen van de naheffingsaanslagen, hiervoor hoeft door burgers geen actie te worden ondernomen. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 12 juli 2022 Pagina 3 van 3 Aanpak om herhaling te voorkomen De regelgeving met betrekking tot parkeren wordt meermaals per jaar aangepast, omdat tarieven, gebieden of voorwaarden verder ontwikkeld worden. Het is daarom extra belangrijk dat dit proces zo wordt ingericht dat een menselijke fout niet direct tot een juridisch/financieel probleem kan leiden. We gaan dit proces dan ook onderzoeken en daar waar nodig en mogelijk verbeteren. De verwachting is dat de raad in Q3 kan worden geïnformeerd over de resultaten. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, KA PEEL Dieke) ï 5 Ë Melanie van der Horst Wethouder Verkeer en Vervoer en Luchtkwaliteit Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 704 Datum akkoord college van b&w van 21 juni 2016 Publicatiedatum 21 juni 2016 Onderwerp Beantwoording nadere schriftelijke vragen van het lid Van den Heuvel van 18 april 2016 op zijn schriftelijke vragen van 24 maart en 26 augustus 2015 inzake de plannen voor de vernieuwing van het Staalmanpleincomplex. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: Amsterdam Nieuw-West wordt gekenmerkt door vroege stadsuitbreidingen en bijzondere experimenten op het gebied van volkshuisvesting, architectuur en stedenbouw, mede ontworpen door Cornelis van Eesteren (1897-1988). Van Eesteren was één van de grootste stedenbouwkundigen van de vorige eeuw. In de jaren 1929 tot 1959 was hij architect bij de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Amsterdam. In die functie ontwierp hij samen met de stedenbouwkundige/ planoloog Th.K. van Lohuizen zijn hoofdwerk: het Algemeen Uitbreidingsplan voor Amsterdam (AUP, 1934). Het AUP is een uniek voorbeeld van een uitwerking van het concept van een functionele stad. Belangrijke straten, pleinen en complexen, gebouwd op basis van het AUP, zijn of dreigen door de sloophamer voorgoed te verdwijnen. Ooit waren er monumentale pleinen te vinden in Nieuw-West (onder andere het Confuciusplein en het Plein ‘40-'45). Vrijwel al deze naoorlogse modernistische pleinen zijn aangetast of geheel verdwenen. Recentelijk zijn, mede door druk van de gemeente Amsterdam, de naoorlogse Airey- woningen aan de Burgemeester de Vlugtlaan te Slotermeer behouden. De eigenaar, woningcorporatie Eigen Haard, die in eerste instantie aandrong op sloop, maakte onlangs bekend dat de karakteristieke huizen blijven staan. Deze huizen worden nu op korte termijn gerenoveerd. Hiermee blijft uniek erfgoed voor Amsterdam behouden. Helaas dreigt de sloophamer nu weer een belangrijk naoorlogs monument aan te tasten: het Abraham Staalmanplein in Slotervaart. Het gaat hier om een cultuurhistorisch waardevol complex dat ten onder te gaan aan gedeeltelijke sloop en nieuwbouw, dit keer door eigenaar woningbouwcorporatie De Alliantie. Al twee keer eerder heb ik over dit onderwerp schriftelijke vragen ingediend. Op dit moment worden de plannen voor de vernieuwing van het Staalmanpleincomplex snel concreter. Onderdeel van de nieuwe plannen is de aantasting van de open pleinruimte en de bijzondere kiosken op het Staalmanplein. Daarmee worden de cultuurhistorische waarden van het plein aangetast. Het gaaf behouden plein zal met deze plannen verdwijnen. Ook wijken de plannen af van eerdere voorstellen. Er is duidelijk sprake van een geheel nieuwe ontwikkeling. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Tok Gemeenteblad Datum 21 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 18 april 2016 Gezien het vorenstaande heeft het lid Van den Heuvel, namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college op de hoogte van de nieuwe plannen voor het Staalmanplein- complex? Zo ja, wat is de mening van het college over de recent ontwikkelde plannen? Antwoord: Ja, het college kent het recente plan voor het Staalmanplein. Het nieuwe plan voor de vernieuwing van het Staalmanpleincomplex past binnen het door de gemeenteraad vastgestelde Vernieuwingsplan Delflandplein-/Staalmanpleinbuurt. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het plan ligt bij stadsdeel Nieuw West en de Alliantie. Het nieuwe plan voor het Staalmanplein is de uitkomst van een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden. Herontwikkeling was nodig omdat het de corporatie volgens de nieuwe woningwet niet langer toegestaan is om anders dan in sociale woningbouw te investeren. Mede door de aandacht vanuit de gemeenteraad heeft wethouder Ivens op 25 juni 2015 een werkbezoek aan het Staalmanplein gebracht en het behoud van de woningen onder de aandacht gebracht van de verantwoordelijk bestuurder van het stadsdeel en de Alliantie. Daar is gehoor aangegeven. Het college vertrouwt er op dat stadsdeel Nieuw West en de Alliantie, binnen de mogelijkheden, een goed plan hebben ontwikkeld om de buurt en het plein weer perspectief te geven. Volgens het stadsdeel houdt het plein haar openbare karakter en wordt geïnvesteerd in sociale veiligheid en leefbaarheid van het plein. 2. In antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van den Heuvel van 24 maart en 26 augustus 2015 gaf het college aan dat het plein een cultuurhistorische waarde kent en dat het belangrijk is om deze waarden te behouden voor de toekomst (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nrs. 825 en 1247). Kan het college aangeven op welke manier de cultuurhistorische waarden een rol hebben gespeeld in de recente planvorming? Is Bureau Monumenten betrokken bij de planvorming? Doet het nieuwe plan recht aan de welstandsnota "De schoonheid van Amsterdam 2013"? Antwoord: Stadsdeel Nieuw-West geeft aan dat de cultuurhistorische waarde in de planontwikkkeling is meegewogen. Stadsdeel Nieuw-West geeft aan dat de waardering van het gehele complex Staal/Keesman volgens de AUP- waarderingskaarten ‚en de Nota Cultuurhistorie Amsterdam te laag is voor de gemeente om behoud af te dwingen, namelijk orde 2. In de nota Cultuurhistorie Amsterdam Nieuw West maakt de openbaarheid van het plein onderdeel uit van het Raamwerk dat in stand moet worden gehouden. Om de woonfunctie van het plein te verbeteren heeft het stadsdeel besloten om de moeizaam functionerende kiosken te vervangen door nieuw te bouwen woningen op die plek. Het plein blijft openbaar toegankelijk. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing Tok Gemeenteblad Datum 21 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 18 april 2016 Tijdens het planproces in 2008-2009 is Bureau Monumenten en Archeologie geconsulteerd. Bij het Staalmanplein was de planvorming al gaande voordat de AUP-waarderingskaarten (opgesteld door MenA) klaar waren. Omdat het plan om het plein ingrijpend te veranderen al zo ver gevorderd was, is besloten om het geen beschermende status te geven. Monumenten en Archeologie heeft echter van begin af aan duidelijk gemaakt dat er wel degelijk cultuurhistorische waarden aanwezig waren. Omdat het standpunt van Monumenten en Archeologie bekend en duidelijk was, is tijdens het verdere planproces niet opnieuw advies ingewonnen. De Welstandsnota is gericht op het toetsen van bouwplannen, nieuwbouw en of renovatie. Op dit moment ligt er voor het Staalmanplein een stedenbouwkundig plan en nog geen bouwplan. In de planontwikkeling wordt rekening gehouden met de criteria uit de Welstandsnota. De welstandscommissie toetst het bouwplan als dat gereed is. 3. Doet het nieuwe plan recht aan de voorschriften vanuit de waarderingskaarten voor de AUP-gebieden en de Nota Cultuurhistorie van Nieuw-West? Antwoord: Ja, stadsdeel Nieuw-West geeft aan dat dit het geval is. 4. Vindt het college de voorgestelde sloop van kiosken op het plein passen in een cultuurhistorisch levensvatbaar programma voor het plein met behoud van de karakteristieke elementen? Antwoord: Het college vertrouwt erop dat het stadsdeel hierin een goede afweging heeft gemaakt. Het stadsdeel is van mening dat niet alleen de cultuurhistorische waarde van belang is voor de afweging over de levensvatbaarheid van een plein. Naar verwachting zal er geen commerciële verhuurder te vinden zijn om de exploitatie van winkelruimtes op zich te nemen, zowel voor de winkelruimtes in de plint als de kiosken. Ook gezien alle reeds gepleegde inspanningen door het stadsdeel voor de commerciële ruimtes aan het plein, waardoor structurele leegstand alleen door tijdelijke/pop-up initiatieven iets verminderde. De sociale veiligheid en leefbaarheid van het plein zal daarom verbeteren als gekozen wordt voor versterking van de woonfunctie van het plein. 5. Krijgt de gemeenteraad de gelegenheid om een oordeel te vellen over de plannen? Antwoord: De gemeenteraad zal niet meer betrokken worden in de besluitvorming over de uitwerking en uitvoering van de plannen. Op 23 oktober 2002 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Vernieuwingsplan Delflandplein- {Staalmanpleinbuurt. Hierna zijn de uitwerkingen gemaakt, zoals het Plan Openbare Ruimte Delflandplein-/Staalmanpleinbuurt (vastgesteld 2003) en het Uitwerkingsplan Staalmanpleinbuurt-Hoefijzer (vastgesteld 2009). Het huidige plan past binnen de kaders van het uitwerkingsplan en zo lang het stadsdeel (planeigenaar) zich houdt aan de programmatische en financiële kaders die in dit plan zijn opgenomen, heeft de gemeenteraad verder geen rol. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neng Î Gemeenteblad Datum 5 uni 2018 Schriftelijke vragen, maandag 18 april 2016 Ook financieel gezien is er geen verandering: alle uitgaven aan de woningen zijn volledig voor rekening van de Alliantie. V van alle uitgaven aan de openbare ruimte is 90% voor rekening van de Alliantie en de resterende 10% voor rekening van het stadsdeel (zoals dat is overeengekomen in de Raamovereenkomst integrale gebiedsontwikkeling Parkstad). Het stadsdeel is bevoegd in de behandeling van de sloopmelding. Voor het te bouwen nieuwe woningenblok is een omgevingsvergunning noodzakelijk, waartoe het stadsdeel bevoegd is op de aanvraag te beslissen. Wel zal aan de uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan voldaan moeten worden en is daartoe een uitwerkingsplan noodzakelijk, dat volstrekt in lijn is met het bestemmingsplan. Het stadsdeel stelt dit op en het College van B&W besluit over de ter inzagelegging en de vaststelling. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening toezegging Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 10 februari 2022 Portefeuille(s) ICT en Digitale Stad Portefeuillehouder(s): _ Touria Meliani Behandeld door Digitale Strategie en Informatie ([email protected]) Onderwerp Afdoening toezegging TAO2022-000030 uit de commissievergadering van 12 janvari 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, In vw vergadering van 12 januari 2022 heb ik (op een vraag van raadslid Leenders (PvdA) toegezegd om de onderzoeksvraag aan het Instituut voor Informatierecht naar de raad te sturen voordat het initiatiefvoorstel Grip op technologie in de raad wordt behandeld op 16/27 februari 2022. Het Instituut voor Informatierecht gaat het volgende voor ons onderzoeken: Wat zijn voor de gemeente Amsterdam in het licht van de verschillende bestuurlijke instrumenten (vergunningverlening, subsidietoekenning, concessies, aanbestedingen, samenwerkingsverbanden, etc.) de juridische mogelijkheden om ten aanzien van de verzameling en het gebruik van data (waaronder persoonsgegevens) door private organisaties met een professioneel doel in de openbare publieke ruimte, aanvullende voorwaarden te stellen, met het oog op: i__hetbeter borgen van de fundamentele rechten (in het bijzonder het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens) van de betrokkene/Amsterdammers, en ii. _hetbelang van de gemeente en andere in de stad opererende organisaties om toegang tot data te verkrijgen ter verwezenlijking van publieke doeleinden? Bijgevoegd treft u de (geanonimiseerde) onderzoeksvraag aan. Omwille van de bescherming van de privacy zijn de persoonsgegevens van de onderzoekers verwijderd. Het onderzoek wordt bekostigd uit het budget van de Chief Information Officer. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Pagina 2 van 2 Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Touria Meliani Wethouder ICT en Digitale Stad Bijlage: Definitief en geaccordeerd onderzoeksvoorstel — gemeente Amsterdam Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
2
train
Plan van aanpak na 5 ie Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Terugblik 6 3. Resultaten onderzoek huidige stand van zaken externe inzet 7 4. Voortzetten van de ingezette koers 16 5. Effecten op de organisatie 21 6. Tot slot 24 2 Bewust omgaan met externe inzet je ze 20% | ki Streefcijfer 13% ©, Lope Externe inzet Oo De prognose voor 2019 is ondanks 4 Q- 21 Ö 18% de genomen maatregelen 19-21%. 5 Dit is ongewenst, maar haast onvermijdelijk n gezien de economische situatie (groeiende VAA fi stad, grote (bouw)opgave, krapte op f de arbeidsmarkt). De redenen hiervoor Ï worden hieronder opgesomd. 1 5%, ISN Dingen die niet Dingen die gedeeltelijk beïnvloedbaar zijn: beïnvloedbaar zijn: DS > Krapte op de arbeidsmarkt > Piek-dalbelasting vanwege 20% (verdubbeling t.o.v. v de conjunctuur (lange begin dit jaar) termijn): 21% 9 > Incidentele budgetten @ > Piek-/dalbelasting op (dat is een politieke de korte termijn: 13% keuze): 18% > Specialistische kennis: 13% NN > Vervangen door ziekte b of verlof: 3% / > Reorganisaties: 5% N > Overig en onbekend: 8% en 1. Uitzendkrachten krijgen na 2 jaar 4. Administratie op orde Wo) 5 in principe een vast contract EE Ss D 2. Blijven inzetten op goed werk- 5. Stimuleren van personele wend- en geverschap baarheid en flexibiliteit E 5 VU 3. Wegnemen van belemmeringen in 6. In gesprek over de streefcijfers AT de financiële kaders per directie Plan van aanpak 3 1. Inleidin | 9 Dit college staat voor goed werkgeverschap. Het college tot 21% van de totale loonsom.* Dit wordt veroorzaakt is tegen de flexibilisering van de arbeidsmarkt en spant doordat de mate van daling van het percentage zich in om flexibilisering tegen te gaan. Het bewust externe inzet sterk afhankelijk is van de buitenwereld. omgaan met externe inzet (uitzendkrachten, zzp'ers en Deze autonome ontwikkelingen liggen buiten de overige externen) en waar mogelijk het verminderen van _ directe invloedssfeer van de gemeente. Hierdoor is het externe inzet is voor het college daarom een belangrijke terugdringen van externe inzet zeer complex en -in de prioriteit. Dit begint voor het college bij de eigen huidige context- bijna onmogelijk. Landelijke wetgeving organisatie. We vinden het essentieel dat vast werk met maakt het makkelijk en aantrekkelijk om zelfstandig een vast contract beloond wordt. Hierbij streven we ondernemer te worden. Daarnaast gaat het goed met ernaar dat op termijn maximaal 10% van de loonsom de Amsterdamse economie. Amsterdam groeit volop naar externe inzet gaat. Het college ondersteunt dan en de politieke ambities zijn hoog. Daarbij komt dat de ook de proactieve rol van de gemeenteraad om het werkloosheid in Nederland en in de stad zeer laag is. werkgeverschap voor uitzendkrachten te verbeteren. Veel potentiele werknemers hebben de werkgevers voor Helaas is de realiteit weerbarstig, waardoor dit doel het uitkiezen. Hierdoor kiezen veel mensen zeer bewust niet (op korte termijn) bereikt zal worden. Ook in voor een bestaan als externe, en zijn zij niet bereid om deze situatie willen we een goede werkgever zijn voor een vast contract te accepteren. Op veel afdelingen iedereen die voor Amsterdam werkt, ongeacht de kunnen we dan ook niet voldoende mensen vinden arbeidsrelatie. voor het werk dat gedaan moet worden. Het inhuren van externen is voor de gemeente Amsterdam dan een Om de inzet van externen te verminderen, zijn er oplossing om op de tekorten binnen de organisatie op begin 2019 diverse maatregelen genomen. Zo zijn er te lossen en de druk op eigen ambtenaren te verlichten. in 2019 meer dan 300 externen aangenomen, kunnen Dat blijkt ook uit het onderzoek: het percentage uitzendkrachten na 6 maanden? solliciteren op interne externen dat Amsterdam inhuurt vanwege krapte op de vacatures, hebben zij toegang tot loopbaanbegeleiding arbeidsmarkt is binnen een jaar verdubbeld. Als we onze en is er een uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag ambities voor de stad willen halen zal het percentage waarom externen worden ingehuurd. Daarnaast zijn er op korte termijn hoger blijven dan gewenst. Ook bij initiatieven ingezet die langdurige inzet vergen, zoals andere Nederlandse gemeenten is een duidelijke trend het flexibiliseren van de interne organisatie, waardoor _ zichtbaar: er wordt steeds meer — al dan niet gedwongen piekbelasting makkelijker kan worden opgevangen met — gebruik gemaakt van externe inzet. Niet voor niets vaste medewerkers, en het wegnemen van financiële heeft de rekenkamer van de gemeente Rotterdam en administratieve belemmeringen voor het aannemen _ kortgeleden gerapporteerd dat een streefpercentage van externen. Ook heeft het college eind 2019 besloten van 10% externe inzet niet realistisch is.” Tot slot moet er dat een externe niet meer mag verdienen dan een ook rekening worden gehouden met de financiële risico's wethouder (de wethoudersnorm).® van het aannemen van externen. Door de verminderde flexibiliteit is er in tijden van laagconjunctuur meer Helaas hebben deze maatregelen nog niet het gewenste kans op reorganisaties met gedwongen ontslagen en effect gehad op het percentage externe inzet. Dit frictiekosten tot gevolg. percentage was in 2018 19,6% en zal volgens de laatste prognoses in 2019 stabiel blijven of licht stijgen naar 19% Ondanks al deze complicerende factoren zet het college alles op alles om externe inzet te verlagen. Het college wil de organisatie nu én in de toekomst toerusten om minder gebruik te maken van externe 1 Met dit plan van aanpak komt het college tegemoet aan de motie inzet. In dit plan van aanpak zet het college uiteen hoe van de leden Temmink (SP), De Heer (PvdA), Elabd (GroenLinks) en Ceder (CU) om de gemeentebrede inhuur op termijn te beperken tot 10% en de toezeggingen van de wethouder om voor het einde van 4 Het percentage is een prognose die nog kan wijzigen door het jaar met een plan van aanpak te komen (TA2019-000501) en een omstandigheden of administratieve correcties. Het definitieve onderzoek te doen naar dure inhuur (TA2019-000343). percentage wordt bekend bij het jaarverslag. 2 Dit was voorheen 12 maanden. 5 Rapport Rekenkamer Rotterdam: Druk op inhuur. Onderzoek naar 3 Dit was voorheen de WNT-norm. externe inhuur, september 2019. 4 Bewust omgaan met externe inzet zij denkt te komen tot een bewustere omgang met en -op termijn- een duurzame reductie van externe inzet. Hierin neemt het college aanvullende maatregelen. Zo is er met de vakbonden een akkoord gesloten over de invoering van een 2-jaarstermijn, waardoor uitzendkrachten na 2 jaar in principe een vast contract krijgen. Dit is een fundamentele verbetering van het goed werkgeverschap voor uitzendkrachten en hierdoor zal het aantal externen sterk dalen. Daarnaast gaat het college nog strakker sturen op het aantal externen door per directie in gesprek te gaan over streefwaardes. Hierbij heeft het streefcijfer van op termijn 10% een belangrijk signaalfunctie. Ten slotte blijft het college zich inspannen om de initiatieven die langdurige inzet vergen te realiseren: door te blijven inzetten op goed werkgeverschap, het wegnemen van belemmeringen in de financiële kaders, de administratie verder op orde te brengen en het stimuleren van personele wendbaarheid en flexibiliteit. Deze maatregelen hebben tijd nodig om effect te krijgen. De medewerkers, het management én het college zullen zich de komende jaren volledig blijven inzetten voor een zo laag mogelijk percentage. Plan van aanpak 5 ® 2. Terugblik Externe inzet is een onderwerp dat al langere tijd de Het onderzoek laat zien dat de redenen voor externe aandacht heeft van de gemeentelijke organisatie, inzet verschillen en dat ook de typen inhuur verschillen. het college en de raad. Begin 2019 is een uitgebreid Hiervoor gelden verschillende mechanismes. Via onderzoek uitgevoerd naar de externe inzet binnen de verschillende invalshoeken is er daarom ingezet op gemeentelijke organisatie (onderzoek Vast/flex) dat op het terugdringen van externe inzet en het verbeteren 3 april 2019 in de raad besproken is. De belangrijkste van het werkgeverschap voor uitzendkrachten. Zo bevindingen uit dit onderzoek waren: zijn er in 2019 (tot 1-11-2019) meer dan 300 externen - Het percentage externe inzet is tussen de aangenomen, kunnen uitzendkrachten na 6 maanden 1Amsterdam reorganisatie van 2015 en 2018 (voorheen 12 maanden) solliciteren op interne vacatures, nagenoeg gelijk gebleven (binnen een marge hebben zij toegang tot loopbaanbegeleiding en is van 18,9% tot 19,6%). er een uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag - De omvang van externe inzet in Amsterdam is waarom externen worden ingehuurd. Daarnaast zijn er vergelijkbaar met de inhuur in andere (grote) initiatieven ingezet die langdurige inzet vergen, zoals steden. De vergelijking is echter niet altijd het flexibiliseren van de interne organisatie, waardoor eenvoudig te maken door andere keuzes over piekbelasting makkelijker kan worden opgevangen met bijvoorbeeld uitbesteden van werk. vaste medewerkers, en het wegnemen van financiële - De verdeling tussen het aantal uitzendkrachten en administratieve belemmeringen voor het aannemen aan de ene kant en overige externen (zzp'ers, van externen. Ook heeft het college eind 2019 besloten detacheringsbureaus, interimmers) aan de dat een externe niet meer mag verdienen dan een andere kant is ongeveer gelijk. In totaal ging het wethouder (de wethoudersnorm i.p.v. de WNT-norm). in 2018 om ongeveer 3.250 fte gemeentebreed. _ Het uitwerken en implementeren van deze maatregelen -_ Uitzendkrachten zijn een andere doelgroep voor heeft echter tijd gekost. Het was dan ook niet te de gemeenten vanuit haar rol als werkgever dan verwachten dat de effecten hiervan al in 2019 in het zzp'ers en overige externen. Uitzendkrachten percentage zichtbaar zouden zijn. hebben over het algemeen meer behoefte aan zekerheid in het werk. - De voornaamste redenen waarom organisatieonderdelen begin 2019 gekozen hadden voor externe inzet in plaats van interne medewerkers zijn: het opvangen van piek- en dalbelastingen, inhuur op tijdelijke gelden en inhuur op specialistische expertise. De aard van het werk en de opgave zijn leidend voor de mate waarin gebruik wordt gemaakt van externe inzet. -_ Verschillende factoren zijn van invloed op de mate waarin de omvang van externe _ _ . 6 Deze cijfers zijn gebaseerd op de registratie in het inzet kan worden teruggedrongen, zoals personeelssysteem. Deze registratie is een nieuwe toevoeging aan veranderingen in de economie en arbeidsmarkt, het systeem, zodat we beter kunnen monitoren wat de instroom van digitalisering/robotisering, vergrijzing van het externen naar een arbeidsovereenkomst bij de gemeente is. Bij de personeelsbestand (en daarmee het op termijn besluitvorming over het onderzoek Vast/flex werd voorzien dat voor verdwijnen van specialistische expertise). het aannemen van grote aantallen externen een budgetaanvraag - __De mate van beïnvloedbaarheid van externe nodig was bij de Voorjaarsnota 2019. In de praktijk bleek echter dat inzet varieert naar gelang de reden achter de deze beweging gemaakt kon worden binnen bestaande budgetten externe inzet. Een groot deel van de externe door openstaande vacatureruimte te benutten of de vaste formatie . . op te hogen. Bij het verhogen van formatie binnen het budget wordt inhuur van de gemeente valt buiten de de onderverdeling van het budget anders. De personeelsbudgetten beïnvloedingsmogelijkheden van de gemeente. stijgen dan iets, terwijl de materiele budgetten iets dalen. Op die manier was het mogelijk om de kosten van het aannemen van uitzendkrachten op te vangen. 6 Bewust omgaan met externe inzet 3. Resultaten onderzoek huidige stand van zaken externe inzet , Om tot een plan van aanpak te komen is inzicht nodig in Analyse ontwikkeling omvang apparaat de huidige stand van zaken op het gebied van externe Het percentage externe inzet wordt berekend als inzet in Amsterdam. Daarom is het onderzoek Vast/flex percentage van de totale loonsom van het ambtelijk van begin 2019 herhaald. De uitkomsten staan in dit apparaat. Het percentage is daarmee niet alleen hoofdstuk. De cijfers die vermeld staan in dit hoofdstuk afhankelijk van de externe inzet, maar ook van de zijn prognoses die nog kunnen wijzigen vanwege omvang van het ambtelijk apparaat. Uit de onderstaande omstandigheden of administratieve correcties. De grafiek blijkt dat het apparaat in omvang is toegenomen. definitieve cijfers zullen pas bij het jaarverslag bekend Zowel de formatie (het aantal officiële plekken voor worden. De prognoses geven het beste beeld dat op dit medewerkers) als de bezetting (het aantal medewerkers) moment beschikbaar is van de huidige stand van zaken. is gegroeid. Het gaat goed met de stad en de opgave in de stad vraagt maximale inzet van het ambtelijke apparaat. Formatie/bezetting 2016-2019 15.500 25. 15.000 14.500 14-194 1.518 14.648 14.093 4-04 14-000 —_- Bezetting 13.500 ee Formatie 13.113 13.000 12.500 1-1-2016 1-1-2017 1-1-2018 1-1-2019 Analyse ontwikkeling omvang inhuur Externe inhuur We zien dat de inhuur volgens de laatste prognoses stabiel blijft of licht stijgt (19% tot 21%)’, ondanks de 25% maatregelen die begin 2019 zijn genomen. De oorzaak 0% 19,0% 19,6% 18,9% DN eze: 21% hiervan is tweeledig: ten eerste hebben de maatregelen 19% nog onvoldoende tijd gehad om effecten te realiseren. 15% Ten tweede worden de effecten die wel zijn gerealiseerd _… tenietgedaan door een toename van externe inhuur die veroorzaakt wordt door de economische groei. Een 5% uitgebreide analyse van deze ontwikkeling is verderop in … dit hoofdstuk te vinden, onder Analyse ontwikkeling van 2015 2016 2017 2018 2019 de redenen achter externe inzet. percentage — == projectie Benchmark personeelsmonitor gemeenten 2018 De externe inzet gaat bij alle gemeenten omhoog. 20,8% en voor de provincies in de randstad was dat Gemiddeld huren Nederlandse gemeente 20% externe zelfs 26,7%. Hierbij moet de kanttekening worden inzet in. Bij de G4 is dit 21%. Ook provincies hebben gemaakt dat de vergelijking echter niet altijd eenvoudig een vergelijkbare externe inzet: in 2018 voor gemiddeld te maken is, vanwege andere keuzes over bijvoorbeeld uitbesteden van werk. Deze cijfers passen binnen de 7 Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het cijfer trend van de flexibilisering van de arbeidsmarkt. nog niet definitief is en voorbehouden is aan veranderende omstandigheden en administratieve correcties. Pas bij het jaarverslag wordt het definitieve percentage bekend. Plan van aanpak 7 Uitgaven aan externe inhuur % 2014 2015 2016 2017 2018 Gá Fe 17 4 21 100.000 > inwoners (excl. G4) 7 17 ij 21 elen lele EN Aantal gemeenten 159 163 139 147 157 Bron: Enquête Personeelsmonitor 2014-2018, bewerking Etil/Panteia Analyse ontwikkeling van de soort van inhuur de directie Dienstverlening en de Directies Werk en De gemeente huurt diverse soorten externen in. Vanuit Inkomen. Bij Stadsbeheer en Dienstverlening worden goed werkgeverschap is het beleid om onder schaal de uitzendkrachten vooral ingehuurd om de piek-/ 10 alleen uitzendkrachten in te zetten. Hiermee wordt dalbelasting in de roosterdiensten op te vangen. voorkomen dat er schijnzelfstandigheid ontstaat in de Doordat de roostersystematiek voor vaste medewerkers lagere schalen. Ook bouwen uitzendkrachten op deze onvoldoende flexibel is, zijn uitzendkrachten nodig manier rechten op bij het uitzendbureau. Vanaf schaal om de benodigde flexibele dienstverlening aan de Amsterdammer te kunnen bieden. De uitvoering Soorten externe inhuur moet immers meebewegen met het ritme van de Percentage van het aantal contracten stad. In het sociaal domein speelt dat (van oudsher) veel programma's en projecten met incidentele budgetten gefinancierd worden. De uitvoering van deze programma's wordt gedeeltelijk gerealiseerd met behulp van uitzendkrachten. m Uitzendkr achten m4p en overige edernen Analyse ontwikkeling van de redenen achter externe inzet Verklaringen in de buitenwereld Het gaat economisch goed met Amsterdam. De stad groeit volop en dat is onder andere terug te zien in de 10 zijn er diverse constructies mogelijk. De meest plannen voor het bouwen van 50.000 nieuwe woningen bekende is de zzp'er, maar denk ook bijvoorbeeld aan voor eind 2025 en een verwachte toename in het aantal mensen die ingehuurd worden via een detacherings- of inwoners en bezoekers. Deze opgaven moeten worden interimbureau. De verdeling tussen het aantal contracten _bemenst, wat resulteert in groei van het ambtelijk binnen deze twee vormen van inhuur is ongeveer gelijk. apparaat van zo'n 13.000 medewerkers in 2016 naar Dit is in lijn met de resultaten uit het onderzoek Vast/ ruim 14.600 medewerkers in 2019 en ook in groei van flex van begin 2019. Dat betekent dat het percentage het aantal externen. uitzendkrachten ruim onder de 10% van de loonsom blijft. Dat de economie groeit is ook te merken aan de arbeidsmarkt. De landelijke personeelskrapte in enkele Beide vormen van inhuur komen in de hele sectoren, waaronder het openbaar bestuur, is nijpend.® gemeentelijke organisatie voor. Zzp'ers en overige In de regio Amsterdam is dit nog sterker merkbaar.” Niet externen zijn met name in de ruimtelijke sector en de ICT actief. Zij worden vaak ingehuurd vanwege 8 CBS, dashboard arbeidsmarkt, onderdeel Banengroei naar hun specialistische kennis, of vanwege krapte op de bedrijfstak, d.d. november 2019. arbeidsmarkt. Uitzendkrachten zijn vooral aan het werk 9 CBS, dashboard arbeidsmarkt, onderdeel Werkgelegenheid in de uitvoering, bijvoorbeeld in het cluster Stadsbeheer, _ regionaal, d.d. november 2019. 8 Bewust omgaan met externe inzet zelden zijn vacatures in de financiële, IT en ruimtelijke personeelsbestand leidt bijvoorbeeld de komende jaren sector moeilijk vervulbaar. Daarnaast is het zelfstandig tot forse uitstroom van kennis en expertise. Nu al is er ondernemerschap momenteel aantrekkelijk. Met name een enorme behoefte aan gekwalificeerd personeel, in jonge mensen gaan bij detacheerders of adviesbureaus het bijzonder in de ruimtelijke sector waar door moeilijk aan de slag, om zo in korte tijd veel werkgevers mee te vervulbare vacatures moet worden ingehuurd. De groei maken en een divers cv op te bouwen. De arbeidsmarkt van de stad heeft dus het primaat. Het budget in de flexibiliseert. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het ruimtelijke sector is vooral gedreven door de vraag. aantal externen, maar ook voor de prijs die zij vragen. Het In de huidige arbeidsmarkt betekent dit dat werk niet gebeurt vaker dat een vacature niet vervuld kan worden en kan worden verricht zonder externe inzet. In theorie dat er daarom gewerkt moet worden met een externe. Het _ zou een deel van de flexibele schil vast kunnen worden tarief dat deze externe vraagt ligt gemiddeld ook hoger aangenomen, maar het is de vraag of externen dit willen. dan in eerdere jaren. Het afgelopen jaar zijn veel contracten Veel externen hebben er bewust voor gekozen om niet vernieuwd. Dit zorgt voor een stijging van het bedrag dat in vaste dienst te gaan. Vooral de zzp'ers in het hogere we uitgeven aan externen als percentage van de loonsom. __ loonsegment willen niet in dienst. Zij waarderen de flexibiliteit (en de hogere inkomsten) van hun bestaan als Landelijk beleid en wetgeving dragen bij aan dit proces. externe. Ook al probeert de rijksoverheid de kloof tussen flexibel en vast te verkleinen, het is voor werkgevers Daarnaast is externen in dienst nemen niet altijd en groepen arbeidskrachten financieel interessant om financieel verstandig. Een uitzendkracht is op dit zich flexibel tot de arbeidsmarkt te verhouden. Er vindt moment iets goedkoper per uur dan een vaste dan ook zowel maatschappelijk als intern al geruime tijd medewerkers. Een zzp'er is per uur duurder. Maar de discussie plaats over de uitingen van deze flexibilisering organisatie moet breder kijken dan alleen de kosten van de arbeidsmarkt: starters die moeilijk een per uur. Wanneer er economisch mindere tijden komen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgen, sterk zal bij een beperkte flexibele schil de daling in vraag ongelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten moeten worden opgevangen door krimp in vaste en zzp'ers die onder minimumloon verdienen als formatie. Grote reorganisaties tijdens laagconjunctuur, schijnzelfstandigen. Dergelijke uitwassen komen bij de wanneer baanzekerheid nóg belangrijker is, zijn gemeente gelukkig niet voor. onwenselijk. Verklaringen vanuit de eigen organisatie Het terugbrengen van de externe inzet wordt verder Amsterdam streeft ernaar om stedelijke opgaven zoveel bemoeilijkt doordat er in onze organisatie sprake mogelijk te bemensen met vaste formatie. Externe is van een relatief lage interne mobiliteit. Klassieke inzet heeft immers een aantal belangrijke nadelen. sturingsmechanismen dragen hieraan bij. Zo zijn er De opgebouwde kennis en kunde van medewerkers -om financiële risico's te beperken- strakke regels gaat verloren als zij na korte tijd weer vertrekken. die bepalen binnen welke formatie er medewerkers Het inhuren van externen aan de bovenkant van de mogen worden aangenomen. Vanuit risicobeperking markt (zzp'ers, interimmers, etc.) is duurder dan een en kostenbeheersing zijn deze regels logisch, maar vaste medewerker. En ten slotte is er al lange tijd de inmiddels beperken zij de mobiliteit. Hierin moet politieke wens om externe inzet tot een minimum een nieuwe balans worden gevonden. Daarnaast te beperken. Het permanent in huis hebben van alle heeft de gemeentelijke organisatie een cultuur capaciteit is echter onverstandig. Bij piekbelasting en waar bewegen en personele wendbaarheid niet ziekte maar ook bij vraag naar specifieke kennis en vanzelfsprekend zijn. Het blijkt in de praktijk niet moeilijk vervulbare functies wordt er daarom bewust altijd eenvoudig (nieuwe) opgaven met de gewenste extern ingehuurd. De keuze om over te gaan tot externe _ snelheid te bemensen met intern personeel. Dit is ook inzet is vanuit de visie op management van Amsterdam gesignaleerd in het onderzoek Vast/flex en daar zijn de verantwoordelijkheid van de manager. De totale maatregelen op genomen. De ontwikkeling naar een externe inzet is dan ook opgebouwd uit duizenden flexibele en opgavegerichte organisatie is echter een op zichzelf overwogen managementbeslissingen om meerjarig traject en niet van de ene op de andere dag over te gaan tot externe inzet. Met de belegging van gerealiseerd. verantwoordelijkheden laag in de organisatie verbetert de responsiviteit van de organisatie, maar wordt Onderzoek naar de redenen achter externe inzet gecentraliseerde sturing op externe inzet bemoeilijkt. Begin 2019 is er voor het eerst onderzoek gedaan naar de redenen waarom directies externen inhuren in Het bemensen van opgaves in de stad is een complex het onderzoek Vast/flex. Hier kwam uit dat de opvang vraagstuk voor de organisatie. Het relatief vergrijsde van piek-/dalbelasting, incidentele budgetten en de Plan van aanpak 9 noodzaak voor specialistische kennis en kunde de onverstandig om mensen aan te nemen waarvan belangrijkste redenen waren voor externe inzet. Dit je verwacht dat je die binnenkort weer zou onderzoek hebben we nu herhaald. Omdat de categorie moeten ontslaan. ‘overig’ in het oorspronkelijke onderzoek erg groot was, -__Externe inzet vanwege specialistische kennis zijn de twee meest genoemde specificaties van overig of kunde: als er onvoldoende duurzaam als extra categorie opgenomen: ‘vervangingsvraag door werkaanbod is, is het onverstandig om vaste verzuim/(zwangerschaps)verlof’ en ‘piek-/dalbelasting: medewerkers aan te nemen. conjunctureel/ door de markt gedreven vraag’. Hierdoor - Externe inzet vanwege krapte op de wordt er binnen piek-/dalbelasting een onderscheid arbeidsmarkt: soms kunnen we een vacature gemaakt tussen piek-/dalbelasting op de korte termijn alleen met een externe vervuld krijgen. (denk aan een drukke maand of week) versus piek-/ -__ Externe inzet op incidentele budgetten: dalbelasting op de lange termijn (denk aan een druk jaar het is een politiek bestuurlijke afweging om door economische voorspoed). incidenteel geld toe te kennen aan een opgave en te bepalen in hoeverre de organisatie Hierbij valt op dat de categorie ‘overig’ inderdaad een financieel risico mag lopen om hier vaste stuk kleiner is geworden. Dit suggereert dat de nieuwe medewerkers op aan te nemen. categorieën beter passen bij de werkelijke situatie. De Op andere vormen van externe inzet heeft de organisatie gedeeltelijk beïnvloedingsmogelijkheden. Ook deze Redenen voor externe inhuur vormen van inhuur zullen echter nooit dalen tot 0%. 100% wonen - Externe inzet die plaatsvindt vanwege piek-/ ox ee Ea dalbelasting (conjunctureel/ door de markt son ax men gedreven vraag): In tijden van economische mo ze energie nrenf voorspoed en grote opgaven in de stad is inhuur ox aen ne oreermin Aekenen noodzakelijk om de opgave te bemensen. Met 50% eerde een goede strategische personeelsplanning is 10% incidentele budgetten het echter mogelijk om een deel van de groei op 20% rapte op de arbeidsmarkt te vangen met extra vaste medewerkers. 20% w specialistische kennis of kunde - Externe inzet die plaatsvindt vanwege piek-/ 1% men aankomende reorganisatie dalbelasting (korte termijn pieken en dalen): % ncenoekbegnao1s _ onderoekens 2019 korte termijn pieken en dalen kunnen gedeeltelijk worden opgevangen door de nieuwe categorie ‘piek-/dalbelasting: conjunctureel’ interne flexibiliteit te verhogen. Voor grote of is meteen een van de belangrijkste redenen om in onverwachte pieken blijft echter externe inzet te huren. Het lijkt erop dat deze categorie bij het noodzakelijk. onderzoek Vast/flex van begin 2019 verdeeld zat over -__ Externe inzet vanwege vervangingsinhuur: door de ‘overig’ en ‘piek-/dalbelasting’. interne mobiliteit te verhogen kan deze vorm van Verder valt op dat de categorie ‘krapte op de inhuur worden beperkt. Er blijft echter een deel arbeidsmarkt’ enorm is toegenomen, deze is bijna dat met interne inzet niet opgelost kan worden. verdubbeld van 11% naar 20%. Alle andere redenen zijn -_ Externe inzet vanwege overige of onbekende licht afgenomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen redenen: door steeds beter inzicht te krijgen in zijn dat er -mede door de genomen maatregelen de externe inzet kunnen ook de overige inhuur en de toegenomen aandacht voor het onderwerp- worden beperkt. minder externe worden ingehuurd vanwege de meest genoemde redenen uit het onderzoek Vast/ Hieruit blijkt dat de gemeentelijke organisatie maar flex van begin 2019, maar dat de inhuur vanwege de invloed heeft op een beperkt gedeelte van de externen omstandigheden op de (arbeids)markt tegelijkertijd erg inhuur. Meer dan de helft van de inhuur ligt buiten de is toegenomen, waardoor de inhuur als geheel gelijk is eigen invloedssfeer. En ook het gedeelte waar we wel gebleven of zelfs licht is gestegen. invloed op uit kunnen oefenen, zullen we nooit tot 0% terug kunnen brengen. De ruimte om als organisatie De mate van beïnvloedbaarheid van externe inzet invloed uit te oefenen op externe inzet neemt af. De De mate van beïnvloedbaarheid van externe inzet krappe arbeidsmarkt en de hoogconjunctuur zijn hier varieert per vorm van externe inzet. Externe inzet met de belangrijkste veroorzakers van. De ruimte wordt nog beperkte beïnvloedingsmogelijkheden zijn: verder beperkt door interne regels die erop gericht -_Externe inzet die plaatsvindt om te anticiperen zijn om (financiële) risico's te beperken en kosten op een reorganisatie: het is financieel beheersbaar te houden. 10 Bewust omgaan met externe inzet Vooruitblik op de effecten van landelijke wetgeving reguliere uitzendkracht. Aangezien het uitgangspunt van Er zijn twee landelijke wetten die (binnenkort) in werking _ het college blijft dat Amsterdam geen gebruik maakt treden en die mogelijk effect zullen hebben op het van payrollconstructies zullen deze medewerkers een percentage externe inzet: de Wet arbeidsmarkt in balans aanbod krijgen om in dienst te komen. Deze situatie zal (WAB) die op 1 januari 2020 in werking is getreden en de in de toekomst naar verwachting niet meer voorkomen, vernieuwde Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie hoewel dit pas definitief duidelijk zal worden als er (DBA) die naar verwachting op 1 januari 2021 in werking _ jurisprudentie is. Met de invoering van de 2-jaarstermijn treedt. Daarnaast heeft de commissie Regulering van (zie hoofdstuk 4) zullen uitzendkrachten in principe niet werk onder leiding van oud-topambtenaar Hans Borstlap langer dan 2 jaar als uitzendkracht voor de gemeente (commissie Borstlap) een visie gepresenteerd over de werken, waardoor er geen sprake meer is van langdurige toekomst van werk. inzet (een voorwaarde voor de exclusiviteit). De WAB regelt de regels rond arbeidscontracten en De Wet DBA regelt de relatie tussen opdrachtgever en ontslag. De regering wil de kloof tussen vaste contracten zzp'er. De gemeente is als opdrachtgever samen met en flexibele contracten kleiner maken. Daarom worden de zzp'er verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie die zij er maatregelen genomen op het gebied van WW- met elkaar aangaan. Zij moeten ervoor zorgen dat er premies, ontslaggronden en transitievergoedingen. Voor _ duidelijkheid is over hun arbeidsrelatie en dat er geen de externe inzet zijn vooral de nadere definities en regels sprake is van een dienstbetrekking (loondienst). Als de op het gebied van payrollers van belang. Een payroller Belastingdienst achteraf toch vaststelt dat er sprake is is een werknemer die je als organisatie zelf werft en van een dienstbetrekking dan moet de opdrachtgever selecteert (de zogenaamde allocatiefunctie), die exclusief een naheffing loonheffing en premies en mogelijk een aan de inlenende organisatie ter beschikking wordt boete betalen. Deze wet is op dit moment van kracht, gesteld, maar die officieel in dienst is bij een andere maar omdat deze onvoldoende duidelijkheid geeft, werkgever. In sommige gevallen kan het zo zijn dat een wordt er niet op gehandhaafd, tenzij er sprake is van uitzendkracht eigenlijk een payroller is. Namelijk, als kwaadwillendheid. Het kabinet heeft aangekondigd niet het uitzendbureau maar de inlener de uitzendkracht dat zij voornemens is om de Wet DBA te wijzigen. De heeft geworven en geselecteerd én de uitzendkracht internetconsultatie van het wetsvoorstel is afgerond. exclusief ter beschikking wordt gesteld aan de inlener. Het voorstel wordt gereed gemaakt voor advies van De gemeente Amsterdam heeft de afgelopen jaren de Raad van State en vervolgens voor de indiening aan geen payrollers in dienst gehad. In sommige gevallen de Tweede Kamer. De wetgever heeft het streven om heeft Amsterdam wel uitzendkrachten zelf geworven vanaf 1 januari 2021 de nieuwe regels te hanteren. Het of geselecteerd, maar het stond de uitzendkrachten huidige voorstel van het kabinet is dat opdrachtgevers altijd vrij om ook voor andere werkgevers te werken en zzp'ers onder bepaalde voorwaarden op voorhand de en dit gebeurde ook regelmatig. De WAB scherpt het zekerheid dat de arbeidsrelatie niet wordt gekwalificeerd criterium van exclusiviteit echter verder aan. Het is als een dienstbetrekking. Om te bepalen of er sprake is niet alleen van belang of de uitzendkracht voor andere van loondienst zal er waarschijnlijk gewerkt gaan worden organisaties mag en kan werken, maar ook hoe lang de met een zelfstandigenverklaring voor zzp'ers met arbeidskracht al (exclusief) bij de inlener werkzaam is, of een tarief van € 75 per uur en hoger, waarbij — indien de arbeidskracht ook met de inlener praktische zaken voldaan wordt aan de voorwaarden — de opdrachtgever moet afspreken, zoals zijn vakanties en of de inlener ook gevrijwaard is van naheffing van de loonheffingen en bemoeienis heeft met het personeelsbeleid ten behoeve premies werknemersverzekeringen. Voor gebruik van van de uitzendkracht, zoals functioneringsgesprekken. deze zelfstandigenverklaring gelden dan waarschijnlijk Sommige uitzendkrachten zullen wel aan dit nieuwe de volgende voorwaarden: criterium voldoen. Omdat er nog geen jurisprudentie 1) In de overeenkomst van opdracht moet is, is er nog veel onduidelijkheid over wie hier precies opgenomen zijn dat partijen de bedoeling onder gaat vallen. Amsterdam hanteert de volgende hebben geen arbeidsovereenkomst te sluiten. criteria ter nadere invulling van het criterium exclusiviteit: 2) De opdrachtnemer moet bij de Kamer van uitzendkrachten die door de gemeente geworven zijn, Koophandel ingeschreven staan. langer dan 2 jaar voor ons werken en meer dan 20 uur 3) De opdrachtgever en de opdrachtnemer per week voor de gemeente werken. Dit moet per (zzp-er) ondertekenen beiden de uitzendkracht bekeken worden. Op basis van de cijfers zelfstandigenverklaring. van de uitzendbureaus lijkt het erop dat het in heel 2020 4) Het tarief bedraagt minimaal € 75 per uur gaat om ongeveer 86 medewerkers. Deze medewerkers (prijspeil 2019). hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste 5) De overeenkomst wordt aangegaan voor medewerkers. Een payroller is daarom duurder dan een maximaal één jaar. Plan van aanpak 11 Zoals gezegd is het nog niet zeker dat dit ook de Externe inhuur per cluster uiteindelijke voorwaarden in de wet zullen zijn. Pas verseneee van de loonsom per due, als dat duidelijk is kan Amsterdam bepalen hoe we vr PN a met de vernieuwde wet omgaan. Een eerste analyse 25% See ree enk . . 20% 15%16% _ 12%13% laat echter zien dat de eerste vier voorwaarden 15% 5% . …. _ . 10% aansluiten bij het huidige beleid van de gemeente, sx Û IJ En 8 ox of -zoals de zelfstandigenverklaring- betrekkelijk e o e ‘ s 5 e e . … …. & & & se No s & & eenvoudig in te voeren zijn. De vijfde voorwaarde, EE 2 A. Sf . . . . . & S & 5 N de maximale inhuurduur van een jaar, zal dit binnen SO Sf SO 5 de gemeente een grotere impact hebben. Hierbij S “ ° - 9 moeten alle werkzaamheden die door de zzp'er eerder zijn verricht voor de gemeente, ongeacht de Externe inhuur verdeeld over de clusters . . Relatieve bijdrage van de clusters aan het percentage externe inhuur (loonsom) contractvorm, meetellen voor berekening van het jaar. ’ Daarbij geldt dat opeenvolgende opdrachten bij diverse et mn Bestuur en Organkafie organisatieonderdelen van de gemeente gezien worden \ np Testen als inzet voor de gemeente Amsterdam en daarmee ux Denswerlening en nformatie meetellen voor het jaar. Bovendien is het aantal uren Stadsbeheer inzet bij deze voorwaarde niet relevant: ook als een Soca zzp'er gedurende 16 uur per week wordt ingezet bij en terne Dienstverlening de gemeente, kan er na één jaar geen gebruik meer en Amie en Economie worden gemaakt van een zelfstandigenverklaring. Een zzp'er kan daarna pas weer door middel van een arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden en zelfstandigenverklaring worden ingezet als hij minimaal de ziektewet verkorten naar 1 jaar. De kern is dat zes maanden geen werkzaamheden heeft verricht voor het verschil tussen flexkrachten, zelfstandigen en de gemeente Amsterdam. Als de nieuwe regels op werknemers verdwijnt. Dit is nog maar een advies, maar deze manier gaan gelden, is het langdurig inzetten van de verwachting is dat dit rapport een belangrijke rol gaat zzp'ers, bijvoorbeeld op een functie die vanwege krapte spelen in de volgende coalitieonderhandelingen. Door op de arbeidsmarkt niet kan worden vervuld, risicovol. nu al in te zetten op het verminderen van externe inzet is De effecten hiervan zijn nog onduidelijk. Ten eerste de gemeente hier zo goed mogelijk op voorbereid. omdat nog niet zeker is hoe deze regels er precies uit gaan zien. Maar ook omdat de reactie van de markt niet Externe inzet per cluster kan worden voorspeld. Het kan zijn dat zzp'ers vanwege We zien dat de inhuur over de hele linie stabiel is deze nieuwe regel eerder bereid zijn om in dienst te gebleven of licht is toegenomen. Het cluster Ruimte & komen, omdat zij het vervelend vinden om elk jaar een Economie (R&E) is duidelijk verantwoordelijk voor het nieuwe opdracht te regelen. Maar het is ook mogelijk grootste gedeelte van de gemeentelijke inhuur. Dit is dat zzp'ers zich zullen verenigen in detacheringsbureaus te verklaren door de enorme opgaven in het ruimtelijk of simpelweg elk jaar een nieuwe opdrachtgever zullen domein, in combinatie met schaars personeel. De relatief zoeken. De gevolgen voor de werving van externen grote bijdrage van Interne dienstverlening en Sociaal is en het percentage externe inzet in de gemeente te verklaren doordat dit ook relatief grote clusters zijn. Amsterdam zijn daarom nog onduidelijk. Het percentage externe inzet en de redenen waarop De commissie Borstlap heeft in januari 2020 een rapport er wordt ingehuurd verschillen per cluster. Dit is ook te gepresenteerd over de toekomst van werk. Hierin verklaren: er zitten grote verschillen tussen de clusters in wordt gesteld dat de huidige regels rondom werk niet opgave, soort werk en medewerkers. langer houdbaar zijn en een bedreiging vormen voor de welvaart in de samenleving. De kloof tussen vaste Ruimte & Economie (R&E) werknemers, zzp'ers en flexibele krachten is volgens R&E! heeft het hoogste percentage externe inzet: 28%- de commissie veel te groot geworden. Daarom worden 29% van de medewerkers (gemeten naar loonsom) zijn er een aantal adviezen gegeven die ingrijpen op de loonbelasting, het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en … 10 Het cluster R&E bestaat uit de volgende directies: Economische het onderwijs, waaronder: het ontslagrecht versoepelen, 7 On belasti ial . lijktrekk I Zaken, Gemeentelijk Vastgoed, Grond en Ontwikkeling, sastmgen en Socla e premies gerijktre en voor alle Ingenieursbureau, Kunst en Cultuur, Metro en Tram, Parkeren, werkenden, een maximum inzetduur van uitzendkrachten _ projectmanagementbureau, Ruimte en Duurzaamheid, van 26 weken, een persoonlijk ontwikkelbudget Verkeer en Openbare Ruimte, Wonen, Zuidas en Informatievoorziening voor iedereen, een publieke basisverzekering voor Ruimte en Economie. 12 Bewust omgaan met externe inzet Redenen voor externe inhuur per cluster Percentage (loonsom) verdeeld over redenen per cluster 100% mg — m Ei Nn 8 Dj m m Onbekend 90% 80% B Overig 70% 60% B Vervangingsvraag door verzuim/(zwangerschaps)verlof 50% 40% Opvang piek-/dalbelasting: Korte termijn pieken en dalen 30% B Opvang piek-/dalbelasting: 20% Conjunctureel/door de markt gedreven vraag 10% B Krapte op de arbeidsmarkt 0% & z ® É £ A Ë m Specialistische kennis of kunde SS 8 Pe ES 8 de o® : FS & £ 5 S B Incidentele budgetten ES O&S s° © E É & tear & & ® B Een aankomende reorganisatie s* extern. Ook is R&E verantwoordelijk voor het grootste projecten zoals bruggen en kades en de eeuwigdurende aandeel van de externe inzet. Ongeveer 37% van de erfpacht. Daar komt ook nog eens bij dat personeel dat totale inhuur in de organisatie komt vanuit R&E. Dit kan bijdragen aan deze opgave erg schaars is. Dit zorgt is te verklaren door de enorme (bouw)opgave in de ervoor dat veel specialisten zich als zzp'er vestigen. Zij stad. De productie van woningen, kantoren, scholen en kunnen op die manier meer verdienen en willen zich niet andere maatschappelijke voorzieningen én de aanleg binden aan één werkgever. Tarieven van inhuur lopen van openbare ruimte en infrastructuur is hoger dan sterk op. Een nieuw contract wordt regelmatig tegen ooit. Deze opgave is sterk afhankelijk van de markt. In een 5%-10% hoger tarief afgesloten dan het vorige. De economische hoogconjunctuur wordt er meer gebouwd __ situatie op de arbeidsmarkt is regelmatig zo nijpend dat en zijn er veel incidentele projectbudgetten beschikbaar de keuze is: het werk stil te leggen, genoegen te nemen (op dit moment huurt R&E bijvoorbeeld in ruim 13% van met minder gekwalificeerd personeel, of vacatures voor de gevallen extern in vanwege incidentele budgetten). In _ vaste medewerkers in te vullen met inhuur. Omdat stoppen economische laagconjunctuur ligt de vraag veel lager en vaak geen optie is, gebeurt dit laatste regelmatig. Dan zijn er dus ook veel minder budgetten beschikbaar. Dat worden er bijvoorbeeld dataverwerkers, planeconomen of is ook in de afgelopen jaren gebleken. Tussen 2008 en projectleiders/-managers ingehuurd. Dit blijkt ook uit het 2014 gingen de projecten nog ‘op de plank’ vanwege de grote percentage externen dat bij R&E wordt ingehuurd financieel/economische crisis en dreigde medewerkers vanwege krapte op de arbeidsmarkt: 33%. Geforceerd het hun baan kwijt te raken, terwijl er de afgelopen jaren percentage externe inzet beperken zou in het cluster R&E sprake is van een hoogconjunctuur waarin de vraag betekenen dat er simpelweg minder gebouwd kan worden. oneindig lijkt en de medewerkers niet zijn aan te slepen. Het cluster moet hierop in kunnen spelen. Om te Ten slotte is er in de ruimtelijke sector ook vaak sprake voorkomen dat er in tijden van laagconjunctuur groepen __ van inhuur vanwege specialistische kennis of kunde. medewerkers ontslagen moeten worden is er een Deze reden wordt in 16% van de gevallen binnen R&E flexibele schil nodig en dat draagt bij aan het percentage opgegeven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan experts op externe inzet. Dit blijkt ook uit het grote percentage het gebied van tunnels. Personeel dat wij niet zelf in huis externen dat bij R&E wordt ingehuurd vanwege opvang hebben en dat ook niet zouden moeten willen, als dat in van conjuncturele piek-/dalbelasting van ruim 28%. verband met de salariëring überhaupt al zou lukken. Op dit moment is de opgave in de ruimtelijke sector Dienstverlening en informatie (D&) bijzonder hoog. Niet alleen door de economie en de bouwopgave, maar ook door de hoge ambities op het gebied van duurzaamheid en autoluw, en grote Plan van aanpak 13 D&N besteedt 22%-24% van de loonsom aan externe andere directies groeien met in- en externe medewerkers inzet. Zij is daarmee verantwoordelijk voor ongeveer 11% dan is de vaste formatie van de afdelingen binnen het van de totale externe inzet in de organisatie. De externe cluster ID vaak niet toereikend om aan de groeiende inzet binnen het cluster wordt grotendeels gekenmerkt vraag te kunnen voorzien. Daarom worden er bijvoorbeeld door het opvangen van piek-/dalbelasting en als gevolg tijdelijk financieel- of P&O-adviseurs ingehuurd. Daarnaast van incidentele budgetten. Verschillende factoren is er sprake van externe inzet als gevolg van tijdelijke verklaren waarom er om deze redenen wordt ingehuurd. project- of programmagelden. Zo worden binnen het Zo fluctueert de vraag van inwoners op het gebied van Communicatiebureau medewerkers veelal op meerjarig dienstverlening sterk gedurende het jaar. Deze fluctuaties incidentele werkzaamheden met dekking vanuit project- zorgen binnen alle directies binnen dienstverlening, maar of programmagelden ingezet. Ook is te zien dat de in het bijzonder binnen het CCA en de Stadsloketten digitalisering en data gestuurd werken binnen het cluster voor piek-/dalbelasting. Hierdoor worden op dit moment Interne Dienstverlening leidt tot een groeiende vraag medewerkers voor de klantenservice en de balie naar specialistische kennis en expertise. Deze projecten ingehuurd. Hoewel een groot deel van deze piekbelasting hebben daarnaast vaak een tijdelijk karakter, in combinatie kan worden voorspeld, blijft er echter altijd een onzekere, met een krappe arbeidsmarkt wordt de vraag naar externe niet te voorspellen vraag. Dat betekent dat een deel van de _ juridische- en ICT-professionals hierdoor verder versterkt. piek-/dalbelasting in de toekomst kan worden opgevangen met flexibele rooster voor vaste medewerkers, maar niet Stadsbeheer alles. Een flexibele schil blijft daardoor noodzakelijk, maar Stadsbeheer! besteedt 18%-20% van de loonsom deze kan wel kleiner dan dat hij nu is. aan externe inzet. Dat is ongeveer 11% van de totale externe inzet in de organisatie. Het cluster stadsbeheer Daarbij komt nog dat de hoge ambities van het college is bij uitstek een uitvoerend cluster dat mee moet en de organisatie op het gebied van digitalisering en bewegen met het ritme van de stad. Dat ritme kent data zorgen voor een stijgende vraag naar expertise grote piekmomenten, zoals de huldiging van Ajax, en en diensten van CTO, OIS en Dienstverlening. Deze onvoorspelbare incidenten, bijvoorbeeld een grote vraag kan niet altijd binnen bestaande capaciteit storm. Deze pieken en dalen worden vertaald in roosters worden opgevangen. Er is vaak sprake van projecten voor de medewerkers. Het grootste deel van de externe met werkzaamheden van een tijdelijk karakter die inzet binnen het cluster stadsbeheer dient om deze korte gefinancierd worden met incidentele budgetten. Tot termijn pieken en dalen op te vangen, bijvoorbeeld met slot speelt ook binnen het cluster Dienstverlening handhavers en reinigers. Door het invoeren van flexibele en Informatie dat de krapte op de Amsterdamse roosters kan een deel van de voorspelbare piek-/ arbeidsmarkt het lastig maakt om specifieke functies in dalbelasting in de toekomst kan worden opgevangen te vullen. Bijvoorbeeld de specifieke kennis die binnen met vaste medewerkers, maar niet alles. Andere de directies OIS en Belastingen nodig is op het gebied belangrijke factoren zijn de krapte op de arbeidsmarkt. van data, softwareontwikkeling of WOZ-specialisten. Zo is er bijvoorbeeld een tekort aan handhavers en chauffeurs. Ook de ambitie om mensen met een afstand Interne dienstverlening (ID) tot de arbeidsmarkt een kans te bieden zorgt voor ID? heeft een externe inzet van 21%-22% van de loonsom meer externe inzet. Deze medewerkers starten vaak in het cluster. Dat is ongeveer 16% van de totale externe als uitzendkracht, waarna zij de kans krijgen om door inzet in de organisatie. Het cluster Interne Dienstverlening _ te groeien. Tot slot is te merken dat Stadsbeheer nog merkt ook de effecten van hoogconjunctuur in de een organisatie in wording is. Sommige onderdelen zijn stad. Dit is terug te zien in de toenemende vraag nog niet geheel uitgekristalliseerd, waardoor er ook nog naar dienstverlening en daarmee gepaard gaande geen vaste bezetting op gerealiseerd kan worden. capaciteitsbehoefte. In het bijzonder als gevolg van de markt gedreven vraag vanuit de clusters: het meebewegen hierin sluit aan op de visie van opgave gericht werken. Als 11 Het cluster D&I bestaat uit de volgende directies: Basisinformatie, Belastingen, CTO Innovatieteam, Dienstverlening, Monumenten en Archeologie, Onderzoek, Informatie en Statistiek, Stadsarchief, Stadsbank van Lening en Informatievoorziening Dienstverlening en Informatie. 12 Het cluster ID bestaat uit de volgende directies: Bureau Personeel en Organisatieadvies, Bureau Interim en Advies, Communicatiebureau, Facilitair Bureau, Financiële Dienstverlening, ICT, Juridisch Bureau, VGA 13 Het cluster Stadsbeheer bestaat uit de volgende directies: Afval en Verzekeringen en Informatievoorziening Interne Dienstverlening. Grondstoffen, Stadswerken en Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte. 14 Bewust omgaan met externe inzet Stadsdelen Bestuur & Organisatie (B&O) De stadsdelen'* hebben een externe inzet van 15%- Bestuur en Organisatie'f kent van alle organisatie- 16% van de loonsom. Dat is ongeveer 9% van de onderdelen de minste externe inzet. Ongeveer 9% van totale externe inzet in de organisatie. De stadsdelen de loonsom wordt besteed aan externe inzet. Dat is merken ook dat de opgave in de stad groot is. Vanuit ongeveer 2% van de totale externe inzet. Deze externe de verantwoordelijkheid voor de gebieden is de inzet wordt grotendeels verklaard door inhuur als bouwopgave, gecombineerd met de omgevingswet, gevolg van incidentele budgetten en door krapte op de een grote opgave. Verder spelen ook de grote ambities arbeidsmarkt en speelt hoofdzakelijk binnen de directie op het gebied van participatie, democratisering Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Zo is er binnen de en duurzaamheid een rol. De stadsdelen hebben directie OOV behoefte aan specifieke expertise waarvoor ook last van de krapte op de arbeidsmarkt. Vooral moeilijk vast personeel te krijgen en zijn programma’s vergunningmedewerkers met kennis van de met incidentele middelen gefinancierd. Wanneer men omgevingswet zijn op dit moment erg schaars. Omdat verwacht dat een tijdelijk programma op termijn wél vergunningen toch getoetst en gecontroleerd moeten structureel zal worden (bijvoorbeeld het Programma worden wordt er in die gevallen gekozen voor inhuur. Drugs), wordt wél vast personeel ingezet. Daarnaast Ook merken de stadsdelen dat het cluster R&E veel last wordt er gestreefd om de specialistische expertise die heeft van de krapte op de arbeidsmarkt. Medewerkers structureel nodig is, ook in de formatie te op te nemen. die normaal vanuit R&E ‘uitgeleend’ zouden worden, zijn nu zo gewild dat stadsdelen deze zelf moeten inhuren. Sociaal Sociaal'® besteedt 12%-13% van de loonsom aan externe inzet. Dat is 14% van de totale externe inzet in de organisatie. Binnen het cluster Sociaal is de voornaamste reden voor externe inzet dat (van oudsher) veel programma's en projecten met incidentele budgetten gefinancierd worden. De beschikbaarheid van incidentele middelen en de tijdelijke aard van projecten en programma's zorgen (al dan niet in combinatie met onvoldoende interne capaciteit) voor vraag naar externe capaciteit, bijvoorbeeld voor klantmanagers en inkomensconsulenten. Daarnaast leidt de digitalisering van processen (bijvoorbeeld de uitkeringsverstrekkingen en klantenpost) tot tijdelijke behoefte aan externe capaciteit om zo het huidige werk op te vangen. Ook is er sprake van piek-/dalbelasting, bijvoorbeeld bij Voorzieningen. Tot slot speelt ook de krapte op de arbeidsmarkt en de behoefte aan (tijdelijke) specialistische kennis en kunde een rol. Voor sommige taken is het lastig om geschikt personeel te vinden. Bijvoorbeeld als het gaat om speciale expertise in het IV-domein of specifieke functies op inhoudelijk vlak binnen bijvoorbeeld de directie OJZ. 14 De stadsdelen bestaan uit de volgende organisatieonderdelen: Stadsdeel Centrum, Stadsdeel Nieuw-West, Stadsdeel Noord, Stadsdeel Oost, Stadsdeel West, Stadsdeel Zuid, Stadsdeel Zuidoost en Informatievoorziening Stadsdelen. 16 B&O bestaat uit de volgende organisatieonderdelen: 15 Het cluster Sociaal bestaat uit de volgende directies: GGD, Bestuursadvisering en Strategie, Bureau Bestuur en Onderwijs, Jeugd en Zorg, Sport en Bos, Subsidies, Inkoop en Juridisch _Gemeentesecretaris, Bureau Integriteit, Directie Communicatie, Bureau Sociaal, Werk, Participatie, Inkomen en Informatievoorziening Directie Juridische Zaken, Directie Middelen en Control, Directie Sociaal. Openbare Orde en Veiligheid, Directie Personeel en Organisatie. Plan van aanpak 15 4, Voortzetten van de ingezette koers De organisatie heeft de afgelopen periode een aantal Deze ingezette koers heeft daarom tijd nodig om effect ontwikkelingen in gang gezet die externe inzet op te genereren. termijn zullen laten dalen, onder andere vanuit het onderzoek Vast/flex in februari 2019. In dit plan van Het invoeren van de 2-jaarstermijn voor uitzendkrachten aanpak wordt er vanuit een overkoepelende visie In februari is een belangrijke maatregel aangekondigd gekeken naar de ingezette koers en de genomen naar aanleiding van het onderzoek Vast/flex om maatregelen. Waar nodig worden deze aangevuld of uitzendkrachten die 2 jaar of langer worden ingehuurd verder uitgewerkt. op dezelfde functie een contract aan te bieden, bij goed functioneren en voldoende duurzaam werk.” Dit is een Het plan van aanpak bestaat uit een aantal elementen fundamentele verbetering in het goed werkgeverschap die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Om goed voor uitzendkrachten. Het aantal uitzendkrachten te kunnen sturen op bewust omgaan met externe inzet zijn alle elementen noodzakelijk. Dit pakket aan 17 Dit blijft een aanbod. De uitzendkracht heeft het recht om dit maatregelen vergt in veel gevallen een culturele omslag __ te weigeren. De verwachting is echter dat het overgrote deel van de die niet van de ene op de andere dag te realiseren valt. uitzendkrachten dit aanbod zal accepteren. De 2-jaarstermijn voor uitzendkrachten A In gesprek over @, Blijven inzetten streefcijfers per op goed directie werkgeverschap Bewust omgaan met externe inhuur Stimuleren van Wegnemen personele belemmeringen wendbaarheid en in de financiële flexibiliteit kaders Administratie op orde 16 Bewust omgaan met externe inzet zal hierdoor drastisch dalen? Inmiddels zijn hierover worden gedurende de contractperiode afspraken gemaakt met de vakbonden. Er is afgesproken gemonitord tijdens de kwartaalevaluaties met de dat uitzendkrachten na 2 jaar meteen een vast contract uitzendbureaus. krijgen, mits zij aan de volgende vier voorwaarden -_ Uitzendkrachten kunnen mee solliciteren op voldoen: interne vacatures, nadat zij 6 maanden als - De uitzendkracht is 2 jaar aaneengesloten uitzendkracht werkzaam zijn geweest voor de werkzaam geweest in dezelfde functie gemeente. Dit is verankerd in de rechtspositie - De werkzaamheden stoppen niet binnen (NRGA, artikel 17.1). één jaar - De mogelijkheden voor loopbaanbegeleiding -__De uitzendkracht functioneert goed zijn verruimd. Een uitzendkracht kan sinds begin -_Eris geen arbeidsongeschikte of boventallige 2019 hiertoe een verzoek doen bij zijn of haar kandidaat die voorrang heeft volgens artikel managers. Het Carrièrecentrum heeft in 2019 2.2.1 van de cao Amsterdam. circa 10 verzoeken gehad van uitzendkrachten. Daarnaast is er afgesproken dat de 2-jaarstermijn -__ Het kerstpakket (eindejaarsgeschenk) wordt wordt ingevoerd per cluster, zodra er in dat cluster standaard verstrekt aan alle uitzendkrachten. sprake is van flexibele roosters. Deze flexibele roosters zijn randvoorwaardelijk omdat uitzendkrachten nu Wegnemen van belemmeringen in de financiële kaders vaak worden ingezet wanneer de inzet van vaste Uit het onderzoek Vast/flex van begin 2019 is medewerkers onvoldoende flexibiliteit biedt. Als vaste gebleken dat de financiële kaders in sommige medewerkers flexibel kunnen worden ingezet kan de gevallen belemmerend werken voor het aannemen dienstverlening aan de Amsterdammer op peil worden van vast personeel. Onder regie van de AD/GS en de gehouden met de inzet grotendeels vaste medewerkers. _ concerncontroller is onderzoek gedaan naar hoe dit kan Dit betekent dat we meer flexibiliteit van onze worden weggenomen. medewerkers gaan vragen. De nieuwe roosters zullen 1. Uit het onderzoek Vast/flex blijkt dat een zeer daarom in nauw overleg met de ondernemingsraad aanzienlijk deel (22%) van de externe inzet worden gemaakt. De verwachting is dat dit traject in werd veroorzaakt door de beschikbaarheid van sommige clusters enige tijd in beslag zal nemen. In de tijdelijk geld. Hoewel dit percentage nu iets tussentijd is de afspraak met de vakbonden van kracht is gedaald naar 18% blijft dit een belangrijke die stelt dat het contract van uitzendkrachten alleen kan veroorzaker van externe inzet. Op dit moment worden beëindigd als de uitzendkracht onvoldoende mogen managers geen vaste mensen aannemen functioneert of het werk stopt. op incidenteel budget. Dit is ingesteld vanuit het financiële voorzichtigheidsbeginsel. Echter, Blijven inzetten op goed werkgeverschap in veel gevallen hebben deze gelden een De gemeente Amsterdam neemt al sinds 2015 langdurig karakter en kan er een verantwoorde maatregelen om de positie van uitzendkrachten risicoafweging worden gemaakt. Dit gaat te verbeteren. Begin 2019 is hier een grote stap in gepaard met flankerende P&O maatregelen, gemaakt. Het college blijft hier prioriteit aan geven. zoals breed inzetbare medewerkers en Er is geen indicatie dat er op dit moment aanvullende strategische personeelsplanning. Hierdoor maatregelen op concernniveau nodig zijn. kan een aanzienlijke reductie van externe inzet -__Per1 juni 2019 is de nieuwe raamovereenkomst worden gerealiseerd. Het college heeft met ingegaan. Leidend hierbij is geweest om de de bestuursopdracht Flex ingestemd met het arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten uitgangspunt dat het mogelijk moet zijn om, zoveel mogelijk te laten aansluiten bij die van met een verantwoorde risicoafweging, vaste eigen medewerkers. De looncomponent is medewerkers aan te nemen op meerjarig conform de NRGA. Inclusie/diversiteit en non- incidentele middelen. Definitieve bestuurlijke discriminatie zijn belangrijke onderwerpen besluitvorming volgt begin 2020. die een prominente plek hebben in deze 2. Een manager mag alleen vaste krachten inhuren raamovereenkomst. KPl's zijn opgesteld waarbij als er ook formatieruimte beschikbaar is. Als de (beleids)doelstellingen uit het bestek als er wel werk en budget is maar geen formatie uitgangspunten hebben gefungeerd. Deze wordt er vaak externe inzet ingezet. Dit is niet wenselijk. We sturen primair op budget, 18 De eerste schattingen laten zien dat het mogelijk om meer dan we monitoren de formatie. Organisaties die 500 uitzendkrachten gaat. Doordat uitzendkrachten minder kosten dan consequent gebruik maken van externe inzet, op zzp'ers zal het percentage externe inzet (dat een percentage van de budgetten die ook gebruikt kunnen worden voor loonsom is) helaas minder hard dalen. het aannemen van vast personeel, kunnen hun Plan van aanpak 17 formatie ophogen en hier intern personeel op genomen om een verdere verfijning aan te brengen in werven. Hierdoor kan een reductie van externe de sturingsinformatie. inzet worden gerealiseerd. 1. Er worden werktitels toegevoegd aan extern 3. Het aannemen van uitzendkrachten brengt ingehuurde krachten, zodat er fijnmazigere kosten met zich mee. Dit blijkt o.a. te komen analyses op concernniveau kunnen worden door de manier van doorberekenen van uitgevoerd over de beleidsterreinen waar bedrijfsvoeringskosten. Deze zijn hoger voor externen op ingezet worden. vaste medewerkers. Naar aanleiding van het 2. Eris een beter onderscheid gemaakt tussen onderzoek Vast/flex uit februari is gekeken of uitzendkrachten en overige inhuur (zzp'ers het mogelijk is om dit bedrag gelijk te trekken, en externe detacheringen). Hierdoor wordt waardoor het voor een manager aantrekkelijker het eenvoudiger gerichte maatregelen in te wordt om een vaste medewerker aan te nemen. zetten voor de verschillende doelgroepen. Het lijkt erop dat dit mogelijk is. Het gelijk Een dashboard is in ontwikkeling. Er trekken van het bedrag wordt daarom in overleg wordt onderzocht of dit op termijn kan met de wethouder financiën meegenomen bij worden opgenomen in het Amsterdamse de bredere heroverweging van hoe interne managementinformatiesysteem. bedrijfsvoeringskosten worden doorgerekend. 3. Bij een aantal directies is sprake van inhuur 4. Personeelsbudgetten worden door de raad gefinancierd door derden. Dit is financiering verdeeld per programma en vervolgens die niet uit de algemene middelen van de onderverdeeld naar directies en teams. Dit geeft gemeente Amsterdam komt, maar wel meetelt veel duidelijkheid voor de teams over welke in het inhuurpercentage. Dit blijkt op dit middelen er beschikbaar zijn voor de opgave, moment alleen nog voor te komen bij de Zuidas maar zorgt er ook voor dat er in het geval (ZuidasDOK) en Metro en Tram. Dit onderscheid van nieuwe, ongeplande prioriteiten, weinig wordt administratief gemaakt op een aparte mogelijkheid is om met mensen te schuiven. kostensoort. Er loopt een verkenning naar het alloceren van alle apparaatskosten (ICT, personeel, Stimuleren van personele wendbaarheid en flexibiliteit huisvesting, etc.) in één programma van de Een belangrijke randvoorwaarde voor het terugbrengen begroting. Hierdoor kan eenvoudiger met van externe inzet is het verder intern flexibiliseren van formatie worden geschoven, zonder onnodige de ambtelijke organisatie. Het moet mogelijk gemaakt administratieve last, als de opgave dat vraagt. worden om de juiste persoon, op het juiste moment Besluitvorming hierover volgt op zijn vroegst bij aan de juiste opgave te laten werken. Dit verkleint de Voorjaarsnota 2020. de noodzaak om extern in te huren. Hierbij moet 5. In Amsterdam wordt het salaris van een bijvoorbeeld gedacht worden aan flexibele roosters medewerker bepaald door te kijken naar de en het flexibel inzetten van medewerkers op tijdelijke complexiteit van zijn werkzaamheden. Dit is projecten. Om dit te stimuleren zal werk dat extern vastgelegd in het functiegebouw. Over het wordt uitgezet, ook inzichtelijk worden gemaakt voor algemeen werkt deze systematiek goed, maar interne medewerkers. Zij kunnen daar dan op reageren. voor een beperkt aantal functies wordt op de Dit stimuleert tevens een gevarieerd werkpakket. Ook markt meer betaald. Denk bijvoorbeeld aan wordt beter duidelijk gemaakt welk werk in de toekomst ICT-specialisten. Voor deze moeilijk vervulbare beschikbaar komt en wat je nu al kunt doen om functies moet het makkelijker worden om een arbeidsmarktfit blijven. De personele wendbaarheid en langdurige arbeidsmarkttoelage toe te kennen, flexibiliteit is een belangrijke opgave voor de ambtelijke om op die manier van het functiegebouw af te organisatie. kunnen wijken. In gesprek over streefcijfers per directie Administratie op orde Het is aan de directies om de komende periode de De administratie van externe inzet is de afgelopen maatregelen correct toe te passen en te komen tot jaren sterk verbeterd. De kwaliteit van de gegevens is een bewuste reductie van externe inzet. Het college, omhooggegaan. Grip op de administratie is essentieel de gemeentesecretaris en de stedelijk directeuren om te kunnen sturen op externe inzet. Realtime voeren daar doorlopend, en intensief het gesprek sturingsinformatie is beschikbaar voor managers in over met de directies. Daarbij is de vraag of de inhuur de Amsterdamse Management Informatie (AMI). echt noodzakelijk is, of dat er een alternatief mogelijk De realistische raming van externe inzet is zichtbaar is, Hierbij is oog voor de verschillen in aanleiding van verbeterd bij de directies. Een aantal maatregelen wordt de externe inzet. Een directie die veel inhuurt door 18 Bewust omgaan met externe inzet financiële belemmeringen (bijvoorbeeld op het gebied Algemene regels: van tijdelijke budgetten) heeft een andere opgave dan m We streven op termijn naar percentage externe een directie die zich genoodzaakt ziet in te huren door inzet van 10% van de loonsom. schaarste op de arbeidsmarkt. Bij de ene directie kan m Er moet altijd eerst worden gekeken of werk er gekeken worden naar groei door het ophogen van kan worden gedaan door interne medewerkers de formatie (denk bijvoorbeeld aan directies die nu voordat er gekozen kan worden voor de inzet inhuren om aan de vraag van andere directies te kunnen van een externe. voldoen, zoals PMB, BIA of IB), bij de andere naar het m De keuze om over te gaan tot externe inzet is inzetten op een gerichte arbeidsmarktstrategie (denk een verantwoordelijkheid van het management. bijvoorbeeld aan directies die veel te maken hebben met m Als de risico's beperkt zijn kan de manager ook krapte op de arbeidsmarkt). Ook is oog voor de opgave op meerjarig incidenteel budget of budget in de stad. We gaan alleen bewust terug in externe dat niet is geoormerkt voor formatie iemand inzet wanneer dit de opgave in de stad, en daarmee de aannemen (waardoor er geen externe inzet Amsterdammer, niet raakt. noodzakelijk is). m Alle externe inzet gaat via één loket Er wordt dus gekeken naar wat er mogelijk is per (het Vacatureloket). Hierdoor is er strikte directie en programma, waarbij er ook verschillen controle op het navolgen van de regels. zullen blijven bestaan tussen directies. De Rotterdamse Alleen geregistreerde externen die via het rekenkamer concludeerde recent in een onderzoek Vacatureloket zijn ingehuurd krijgen autorisaties dat een concernbrede norm om inhoudelijke redenen voor toegang tot de ICT-systemen en tot de onwenselijk is? Dat sluit aan bij ons eigen beleid, panden van de gemeente. dat verschillen per directies toestaat”? De organisatie m Externen dienen te voldoen aan gelijkwaardige moet kunnen blijven inspelen op veranderende integriteitsvoorwaarden als het eigen omstandigheden in de maatschappij. Het college personeel, tenminste het ter controle streeft naar op termijn 10% procent externe inzet in tonen van de Verklaring Omtrent Gedrag Amsterdam. Deze streefwaarde is voor de organisatie (VOG) en het tekenen van de integriteit- en als geheel en wordt vertaald naar realistische doelen geheimhoudingsverklaring. per directie. De organisatie is divers en dat vraagt op m Externe inzet geschiedt volgens de principes van onderdelen een andere aanpak en een ander reëel het inkoop- en aanbestedingsbeleid. percentage externe inzet. Dat betekent dat voor de m Principes van goed werkgeverschap die de ene directie 1% externe inzet meer dan voldoende is, gemeente voor eigen personeel hanteert, terwijl de andere directie misschien wel 30% nodig heeft. worden waar mogelijk ook voor externe inhuur Periodiek kijken we in hoeverre de doelen realistisch zijn, van personele capaciteit gehanteerd. Denk gezien de marktomstandigheden en wat dat betekent hierbij o.a. aan gelijke beloning. voor de gemeentbrede resultaten. Om het voor het m Opdrachtgeverschap bij externe inzet vullen we college en de raad ook makkelijker te maken om hierop professioneel en resultaatgericht in. We streven te sturen zal in de jaarrekening het percentage externe naar een zoveel mogelijk resultaatgerichte inzet voortaan niet alleen voor de hele gemeente, maar opdrachtverlening. De slotfactuur wordt pas ook per programma inzichtelijk worden gemaakt. betaald na eindevaluatie van de opdracht. Deze evaluatie tussen opdrachtgever en Overzicht van de huidige regels en beleidsmaatregelen opdrachtnemer vindt plaats binnen twee Deze 6 ontwikkelingen zijn een vervolg op de weken na afronding van de opdracht/inzet. maatregelen die het college begin 2019 heeft genomen. Een verplichting tot overdracht van de kennis Maar ook daarvoor bestonden er al beleidsmaatregelen is in de overeenkomst met de opdrachtnemer met betrekking tot externe inzet. Dat betekent dat er nu vastgelegd. een uitgebreid beleid voor externe inzet is ontstaan®!: m De gemeente maakt geen gebruik van payrolling. 19 Rapport Rekenkamer Rotterdam: Druk op inhuur. Onderzoek naar m Een externe die leidinggevende taken heeft externe inhuur, september 2019. kan zelf geen andere externen inhuren, 20 Het Protocol externe inzet, vastgesteld door het college op 20 arbeidscontracten afsluiten of de invulling maart 2018. ‚ van een vacature bepalen. Hij heeft hiervoor 21 Deze regels komen uit de Bestuursopdracht flexibele inzet . : medewerkers en externe inhuur (juni 2017), het protocol externe inzet toestemming nodig van de naast hogere (maart 2018), het Onderzoek Vast/Flex (23 april 2019) en het Plan van leidinggevende. aanpak externe inzet (maart 2020). Daarnaast zijn alle landelijke wetten en regels vanzelfsprekend van toepassing. Plan van aanpak 19 Regels voor het inhuren van uitzendkrachten: jaar na de ontslagdatum uitgesloten van externe = _ Alle inhuur van schaal 9 en lager gaat via de inzet bij de gemeente Amsterdam. uitzendbureaus waarmee afspraken zijn gemaakt m _Zzp'ers kunnen alleen voor (advies)opdrachten in het raamcontract. Voor het opstellen van de worden ingezet en het is dus niet toegestaan raamcontracten gelden de principes van het inkoop- dat zij onder leiding en toezicht werkzaamheden en aanbestedingsbeleid. De gemeente verwacht van verrichten. de uitzendbureaus goed werkgeverschap. Daarop vindt vooraf screening en tussentijds monitoring op Regels voor rapportage: plaats. m De administratie van de externe inzet is op orde. m _ Uitzendkrachten krijgen voor vergelijkbaar werk Realtime sturingsinformatie is beschikbaar voor hetzelfde maandloon en overige vergoedingen als managers in de Amsterdamse Management vaste medewerkers. Ook krijgen uitzendkrachten Informatie (AMI). Er wordt een realistische raming hetzelfde kerstgeschenk. van externe inzet gedaan bij de directies. m Uitzendkrachten krijgen een contract voor de duur m Elke directie rapporteert de externe inzet aan de van het werk en van minimaal 6 maanden, tenzij van stedelijk directeur en de vakwethouder en bespreekt tevoren duidelijk is dat het werk van kortere duur dan hoe de externe inzet tot een minimum kan is. De manager dient minimaal 1 maand voor het worden beperkt. einde contract aan de uitzendkracht te laten weten m De rapportage aan de raad gebeurt in de of de inzet van de uitzendkracht wel of niet wordt P&C-producten. De wethouder P&O is verlengd. Bij verlenging geldt wederom: minimaal 6 stelstelverantwoordelijke voor het beleid, de sturing maanden, tenzij van tevoren vast staat dat het werk en control. De vakwethouders en Burgemeester zijn korter gaat duren. verantwoordelijk voor de uitgaven aan externe inzet m _ Uitzendkrachten kunnen na 6 maanden werken voor binnen hun portefeuille. de gemeente meesolliciteren op interne functies. m _ Uitzendkrachten krijgen na 2-jaar aaneengesloten Samenhang en vervolg werk op dezelfde functie een vast contract. Deze ingezette koers heeft tijd nodig om effect te m Uitzendkrachten krijgen na 5 jaar werk voor de genereren. Het volledige effect van de maatregelen gemeente (ook in verschillende functies) een vast is naar verwachting pas zichtbaar bij de Jaarrekening contract? 2021. Dit komt mede door de sterke samenhang tussen = __Na instemming van de manager de bovengenoemde aspecten. Zolang de financiële hebben uitzendkrachten toegang tot de belemmeringen nog niet weggenomen zijn, is het loopbaanbegeleiding van de gemeente Amsterdam. _ moeilijk om de interne mobiliteit te versterken (de financiële methodiek maakt het mogelijk om, na een Regels voor het inhuren van zzp'ers en overige verantwoorde risicoafweging, vaste medewerkers in externen: te zetten op meerjarig incidentele middelen). Zolang m _Externen mogen niet meer betaald krijgen dan er nog geen sprake is van flexibele roosters kan de €125 per uur. Ook mogen zij in een jaar tijd 2-jaarstermijn voor uitzendkrachten nog niet worden niet meer betaald krijgen dan de wethouder ingevoerd. Dit zijn belangrijke randvoorwaarden voor (wethoudersnorm). In uitzonderlijke situaties kan het _ het verminderen van externe inzet. En daarnaast college toestemming geven om hiervan af te wijken. is de externe inzet sterk afhankelijk van landelijke Deze toestemming is gekoppeld aan de naam van ontwikkelingen, zowel op economisch als op juridisch de externe en is beperkt tot de specifieke opdracht. gebied. Daarom is het continue gesprek tussen het m Indien er een raamovereenkomst bestaat, wordt Gemeentelijk managementteam (GMT) en de directies hiervan gebruik gemaakt. Alle overige inhuur ook zo belangrijk. Alleen door per directie te kijken naar gaat via een digitaal dynamisch aankoopsysteem, de mogelijkheden op dit moment kan de externe inzet waardoor alleen de goedkoopste externen die tot een minimum worden beperkt. voldoen aan de vooraf gestelde eisen ingehuurd kunnen worden. Hierbij gelden de principes van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. m _ Draaideurconstructies zijn niet toegestaan. Voormalig gemeentepersoneel is gedurende twee 22 Bij dienstverlening is deze termijn 3,5 jaar. Met de invoering van de 2-jaarstermijn zullen de 3,5 of 5 jaar zelden tot nooit meer gehaald worden. 20 Bewust omgaan met externe inzet 5. Effecten op de organisatie De effecten op de medewerkers doorlooptijden op het gebied van werving- en selectie en Het op gang brengen van de interne mobiliteitsmotor hogere kosten. Het vraagt daarnaast een tijdige en goede en flexibele inzet is een randvoorwaarde om de risicoafweging van het management als vast personeel externe inzet terug te brengen. Ook van onze interne wordt ingezet op incidentele budgetten. Het inzetten medewerkers verwachten we daarom veel. We vinden van vast medewerkers op tijdelijk budget brengt immers het belangrijk om goed werkgever te zijn voor iedereen altijd risico's met zich mee. Als het budget afloopt en de die voor Amsterdam werkt. Daar hebben we in medewerker kan niet tijdig ander werk vinden kan dat geïnvesteerd en dat blijven we doen. De medewerker leiden tot langdurige en kostbare reorganisatietrajecten. heeft daarin altijd een eigen verantwoordelijk en is de Als de politiek bestuurlijk keuze wordt gemaakt dat deze architect van de eigen loopbaan. Het jaar 2020 zal, risico's genomen mogen worden, moet de inschatting onder regie van het Carrièrecentrum, in het teken staan van de risico’s weloverwogen en in nauwe afstemming van het stimuleren van mobiliteit. Medewerkers worden met financiën en control gemaakt worden. Tot slot uitgedaagd om een volgende stap in de loopbaan vraagt minder externe inhuur meer aansturing vanuit te zetten, en daarbij worden ze in toenemende mate het management op de gewenste interne mobiliteit professioneel ondersteund door het management en het _ van medewerkers. In tijden van laagconjunctuur heeft P&O-domein. het management de uitdagende opgave om de medewerkers duurzaam in te zetten. Daarnaast zullen we van medewerkers vaker vragen om flexibel inzetbaar te zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld een De effecten op de rest van de organisatie beleidsmedewerker wonen, die gevraagd wordt om Het beperken van de externe inhuur heeft ook gevolgen tijdelijk mee te werken aan democratiseringsbeleid; aan voor de organisatie. In een tijd waarin veranderingen een medewerker die 36 uur per week in een rooster elkaar in een hoog tempo opvolgen, is er in de werkt om de ene week 32 uur te werken en de andere organisatie behoefte aan zowel stabiliteit als flexibiliteit. week 40 uur; of aan een medewerker die normaal De inrichting van de organisatie moet aansluiten op wat in stadsdeel Centrum werkt om bij te springen in er nu nodig is en tegelijkertijd soepel kunnen bewegen stadsdeel Zuidoost. Voor sommige medewerkers is dit naar de eisen van straks. Minder externe inhuur heeft al vanzelfsprekend, maar voor anderen is dit een grote hier een negatief effect op waardoor de organisatie stap. Voor een reiniger die tot voor kort een afstand tot minder snel en soepel kan bewegen voor wat er in de de arbeidsmarkt had kan reizen naar een andere locatie (nabije) toekomst nodig is. Als de opgave in de stad bijvoorbeeld moeilijk zijn. Flexibele inzetbaarheid vergt verandert is er nu voor 20% flexibiliteit. Een zzp'er die daarom een cultuuromslag die niet van de ene op de niet de juiste expertise heeft kan snel worden vervangen andere dag gerealiseerd zal zijn. door een andere externe met de benodigde expertise. Als het vaste medewerkers betreft dan moet iemand De effecten op het management worden omgeschoold of in het uiterste geval zelfs Het beperken van de externe inzet heeft ook gevolgen ontslagen. Dat neemt meer tijd in beslag. Daarnaast voor het management. Er zijn voor het management vraagt het aandacht voor het intern ontwikkelingen belangrijke motieven om voor externe inzet te kiezen. van de benodigde kennis, expertise en bredere Denk bijvoorbeeld aan de tijdelijke behoefte aan extra inzetbaarheid van medewerkers. Deze veranderingen zijn uitzendkrachten vanwege fluctuaties in de uit te voeren niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Verder leidt taken. Of aan de tijdelijke behoefte aan specialistische minder externe inhuur tot meer overhead. Voor vaste kennis en expertise die niet of te weinig binnen de eigen medewerkers heb je meer managers, P&O-adviseurs en organisatie aanwezig is en daardoor opgevangen wordt juristen nodig dan voor externen. Tenslotte heeft minder met zzp'ers. Wanneer de externe inzet wordt beperkt externe inzet effect op de jongereninstroom in de betekent dit dat het management minder snel en goed organisatie. Veel jongere medewerkers stromen immers kan inspelen op fluctuaties in de uit te voeren taken. Het in als uitzendkracht om daarna door te stromen in een management heeft er belang bij om snel in te kunnen functie. Daartegenover staat dat minder externe inhuur spelen op veranderingen. Minder externe inzet betekent wel zorgt voor minder tijdrovende inkooptrajecten, dat meer tijdelijk en vast personeel en minder flexibiliteit. medewerkers minder vaak ingewerkt hoeven te worden Vergeleken met externe inzet zorgt dit voor langere en dat de kennis in de organisatie beter behouden blijft. Plan van aanpak 21 De effecten op de financiën Het tweede verschil is de korte en de lange termijn. Het verminderen van de externe inzet is niet zonder Op de korte termijn kan het financieel gunstig zijn om financiële gevolgen. De gevolgen verschillen echter externen aan te nemen. Op de lange termijn betekent veel, afhankelijk van het soort externe, afhankelijk of je dat een groei van de vaste formatie en een daling van kijkt naar de korte of de lange termijn, en afhankelijk de flexibele schil. Vanwege de economische situatie of van de conjunctuur ten tijde van het verminderen van om politieke ambities te realiseren wordt de organisatie de externe inzet. Hierbij gaan we noodzakelijkerwijs uit eens in de paar jaar opgedragen te besparen. Een groot van gemiddeldes, individuele casussen kunnen hiervan deel van deze besparing wordt over het algemeen afwijken. gerealiseerd door het niet verlengen van externe contracten. Dit is een eenvoudige en snelle manier De financiële gevolgen van het aannemen van externen van besparen en beperkt het aantal reorganisaties. hangt allereerst af van welke soort externen je Als de flexibele schil er niet meer is, of veel kleiner is, aanneemt: uitzendkrachten of zzp'ers. Een uitzendkracht betekent dat dat het overgrote deel van de besparingen is tot op heden over het algemeen iets goedkoper op het vaste personeel zal moeten plaatsvinden. dan een vaste medewerker (ongeveer €6000). Hoewel Personele reductie door middel van een reorganisatie een uitzendkracht per uur duurder is, hebben we als brengt echter hoge en langdurige frictiekosten met organisatie niet de lasten als hij ziek of op vakantie zich mee en is belastend voor de werknemers. Een is (dan stuurt het uitzendbureau immers een andere krimp van 100 FTE door boventalligheid zorgt voor uitzendkracht), kan de uitzendkracht altijd worden oplopende frictiekosten tot maximaal 25 miljoen euro. ingezet op het moment dat er het meeste werk is, en Een gemiddelde medewerker in Amsterdam moet 7 regelt het uitzendbureau een groot gedeelte van zaken jaar doorbetaald worden.” Dat betekent dat als er een als P&O-advies, juridische ondersteuning, opleiding, politieke beslissing wordt genomen om te besparen, etc. Met de gelijktrekking van de bedrijfsvoeringskosten de baten hiervan pas 7 jaar later volledig benut kunnen wordt dit verschil kleiner voor de afdeling die de worden. Daarnaast vormt ook de kerntakendiscussie uitzendkracht inhuurt, maar een uitzendkracht blijft een (financieel) risico voor de gemeente. Wanneer in de goedkoper dan een vaste medewerker. Een zzp'er of nabije toekomst besloten wordt om bepaalde taken af een gedetacheerde vanuit een bureau is daarentegen te stoten of uit te besteden, heeft dit nadelige gevolgen duurder. Ook voor de zzp'er gelden dezelfde voordelen voor het vaste personeelsbestand van de gemeente. van de uitzendkracht, maar zijn uurtarief is in de meeste gevallen zo veel hoger dat hij per jaar toch meer kost dan een vaste medewerker. Dit verschil hangt af van het tarief van de zelfstandige en de schaal van de ambtenaar die hij vervangt, maar het kan variëren van €30.0002 tot €45.000*. De zzp'er moet van dit bedrag wel nog zijn eigen verzekeringen en pensioen betalen, maar voor de organisatie is het op de korte termijn financieel erg aantrekkelijk om hem aan te nemen. Hierbij moet worden opgemerkt dat we externen een aanbod kunnen doen, maar we kunnen hen niet dwingen om in dienst te komen. De meeste uitzendkrachten zullen een aanbod van de gemeente accepteren, maar de meeste zzp'ers niet. Zij zijn vaak gehecht aan hun status als eigen baas en aan de hogere inkomsten. 25 Twee jaar boventalligheid en vervolgens nog ongeveer vijf jaar (boven)wettelijke WW. De termijn van de WW hangt af van 23 Een ambtenaar in schaal 10 vergeleken met een ZZP'er met een het aantal jaren dat een medewerker gewerkt heeft. Vanwege de uurtarief van €80. gemiddeld hoge leeftijd van de medewerkers van de gemeente is dit 24 Een ambtenaar in schaal 18 vergeleken met een ZZP'er met het in Amsterdam lang. De gemeente is eigenrisicodrager voor de WW en maximumuurtarief van €125. betaalt de kosten voor de WW daarom zelf. 22 Bewust omgaan met externe inzet Ten derde hangt de impact van het verminderen van het percentage externen sterk af van de conjunctuur waarin dat gebeurt. In tijden van hoogconjunctuur is het over het algemeen geen optie om minder werk te doen. Het verminderen van het percentage externen moet dan haast wel door het aannemen van externen. Tegelijkertijd is op dat moment juist extra lastig om zzp'ers aan te nemen. In tijden van laagconjunctuur is er vaak ook voor de gemeente minder werk (vooral in de ruimtelijk sector). Op dat moment kan het percentage externen verminderd worden door contracten niet te verlengen. Het wrange is dat juist op die momenten zzp'er wel overwegen om in vaste dienst te treden. In tijden van hoogconjunctuur is het risico op een besparing op de korte termijn, en de daar bijbehorende frictiekosten lager, en in laagconjunctuur is dat risico weer hoger. De mogelijkheid om snel te reageren op de conjunctuur neemt af als de flexibele schil kleiner is. Kortom, de financiële gevolgen zijn afhankelijk van verschillende factoren waardoor ze moeilijk te kwantificeren zijn. Een daling op termijn naar 10% externe inzet zou een stijging van de vaste formatie van maximaal 1500 tot 2000 fte betekenen. In de huidige hoogconjunctuur externen aannemen zou waarschijnlijk beteken dat er vooral uitzendkrachten zullen worden aangenomen, omdat de zzp'ers een aanbod niet accepteren. Dit zal een lichte stijging van de kosten op korte termijn en een grotere stijging van het risico op frictiekosten op de lange termijn met zich mee brengen. Als er op de lange termijn een grotere daling plaatsvindt en ook zzp'ers in dienst willen komen betekent dat een daling van de kosten op korte termijn, maar een groot risico op frictiekosten op de lange termijn. Plan van aanpak 23 6. Tot slot Het college ondersteunt de proactieve rol van Externe inzet heeft doorlopende bestuurlijke en de gemeenteraad om het werkgeverschap voor ambtelijke aandacht nodig. De volledige implementatie uitzendkrachten te verbeteren. Tevens onderstreept van de maatregelen uit dit plan van aanpak nemen nog het college het belang van het terugdringen van zeker heel 2020 in beslag. Een aantal maatregelen, zoals externe inzet. We zetten in op een flink pakket aan op het gebied van de financiële belemmeringen, grijpen maatregelen om dit te realiseren. Tien procent externe in de haarvaten van de organisatie en vragen om een inzet, zonder in te boeten op de dienstverlening aan de systeemverandering die niet van vandaag op morgen Amsterdammer, is op korte termijn niet haalbaar. We te realiseren is. Ook vraagt het meerjarige inzet van zijn immers sterk afhankelijk van de buitenwereld om dit het P&O domein. Aangezien vaste medewerkers iets streven te realiseren. Ook in andere steden speelt deze duurder zijn dan uitzendkrachten zal dit betekenen dat discussie. Zo stelt de Rekenkamer van Rotterdam dat de kosten van het personeelsbestand zullen toenemen. 10% überhaupt geen realistisch streefcijfer is. Bij eventuele toekomstige besparingen zullen ook de frictiekosten toenemen. Het volledige effect van de Het college committeert zich er desalniettemin aan om, maatregelen is naar verwachting pas zichtbaar bij de binnen de geschetste context van dit plan van aanpak, Jaarrekening 2021. Het college stelt daarom voor om terug te gaan in externe inzet waar het kan. En hoewel een uitgebreide evaluatie van externe inzet uit te voeren 10% niet (op korte termijn) behaald kan worden vindt en deze te publiceren bij de Jaarrekening 2021. Dit het college de signaalfunctie die daarvan uitgaat wel van geeft de organisatie de tijd om de ingezette koers te belang. Met dit plan van aanpak laat het college zien dat bestendigen. In de tussentijd wordt de gemeenteraad er mogelijkheden zijn om beïnvloedbare externe inzet geïnformeerd over de voortgang via de reguliere P&C- verder terug te dringen. producten. Dit biedt voldoende mogelijkheden om tussentijds te interveniëren, mocht dat nodig zijn. Daarom neemt het college 6 maatregelen: 1. Het invoeren van een 2-jaarstermijn voor uitzendkrachten 2. Blijven inzetten op goed werkgeverschap 3. Wegnemen van belemmeringen in de financiële kaders 4. Administratie op orde 5. Stimuleren van personele wendbaarheid en flexibiliteit 6. In gesprek over de streefcijfers per directie Het college hecht onverminderd veel waarde aan Amsterdam als rechtvaardige, verbonden, vrije, duurzame en democratisch stad, met kansen voor iedereen. Daarom is het college optimistisch over constatering dat het goed werkgeverschap voor uitzendkrachten sterk is verbeterd. Het college blijft waakzaam op casuïstiek van uitzendkrachten waar dit niet geldt. 26 Rapport Rekenkamer Rotterdam: Druk op inhuur. Onderzoek naar externe inhuur, september 2019. 24 Bewust omgaan met externe inzet
Motie
24
discard
A5 N% Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en OZA nderwijs, Jeugd en „ . . " Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Zorg x Amsterdam Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter kennisneming Portefeuille Onderwijs Agendapunt 4 Datum besluit 20 juni 2023, College van B&W Onderwerp Jaarverslag toezicht en handhaving kinderopvang gemeente Amsterdam 2022 De commissie wordt gevraagd kennis te nemen van de raadsinformatiebrief en het jaarverslag toezicht en handhaving kinderopvang 2022, waarvan de belangrijkste conclusies zijn: * de GGD heeft als toezichthouder voldaan aan de wettelijke verplichting om 100% van de kindercentra te inspecteren. Ook het minimum van 50% van de geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang, die jaarlijks worden geïnspecteerd, is behaald. Voorts heeft het college voldaan aan de wettelijke taak om 100% van alle vergunningaanvragen kinderopvang binnen de wettelijke termijn van maximaal 10 weken af te handelen. De GGD heeft in 9,3% van de rapporten (82 van 847 jaarlijkse inspecties) een advies tot handhaving gegeven. Dit is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar (9%). Tot slot is 100% van de rapporten met een advies om te handhaven door de gemeente opgepakt. Wettelijke grondslag art. 12 Regeling Wet kinderopvang: het college dient jaarlijks voor 1 juli gegevens te verstrekken over het voorafgaande kalenderjaar aan de Inspectie van het Onderwijs over de uitvoering van de taken bij en krachtens de Wet kinderopvang (Wko). art. 169 Gemeentewet: informatieplicht Bestuurlijke achtergrond De gemeente houdt toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Het college is verplicht om jaarlijks verslag uit te brengen aan de Inspectie van het Onderwijs en de gemeenteraad over de uitvoering van zijn taken op grond van de Wet kinderopvang, waaronder toezicht en handhaving. Toezicht en handhaving is uitgevoerd volgens het “Uitvoeringsplan toezicht en handhaving kinderopvang”, zoals vastgesteld door het college op 2 juli 2019. De ambitie van het uitvoeringsplan is dat Amsterdam alleen goede en zeer goede kinderopvang en voorschoolse educatie heeft. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-015919 % Gemeente Raadscommissie voor Publieke Gezondheid en Preventie, Zorg en O ZA ij msterdam Zo Jeugd en % Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd(zorg), Onderwijs en Armoede en Schuldhulpverlening Voordracht voor de Commissie OZA van 12 juli 2023 Ter kennisneming n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee Welke stukken treft v aan? AD2023-051659 230622 _Raadsinformatiebrief Jaarverslag TH Kinderopvang.pdf (pdf) AD2023-051656 Commissie OZA Voordracht (pdf) AD2023-051660 Jaarverslag Toezicht en Handhaving Kinderopvang 2022. pdf (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) OJZ, Karima Halioui, 06-10245376, [email protected] Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Raadsactualiteit Jaar 2017 Vergaderdatum 7 en 8 juni 2017 Afdeling 1 Agendapunt 32A Nummer 454 Publicatiedatum 6 juni 2017 Onderwerp Actualiteit van de leden Nuijens, Groot Wassink, Boutkan en Moorman inzake het onderzoek van dr. Pinkster en dr. Boterman van de Universiteit van Amsterdam inzake de sociale verarming, vervreemding, en de ontrafeling van het stedelijk weefsel als gevolg van massatoerisme en commercialisering. Aan de gemeenteraad Het zorgwekkende onderzoek, dat zich beperkte tot de Westelijke Grachtengordel {van Haarlemmer Houttuinen tot Utrechtsestraat), komt tot een aantal verontrustende conclusies: zo heeft meer dan de helft van de respondenten heeft vertrek uit Amsterdam overwogen. Ook benadrukt het onderzoek dat het veelal niet gaat om rijke centrumbewoners met veel alternatieven, maar veelal om sociale of modale huurders, of mensen met een eigen woning, aangekocht in een tijd dat nog betaalbaar was. Zorgelijk is vooral dat het onderzoek bewijs biedt voor de vaak benoemde zorg van indieners dat de enorme groei van het toerisme, en de ongebreidelde vercommercialisering en verschraling niet alleen leiden tot prijsopdrijving en verdringing maar ook tot vervreemding van je eigen buurt en omgeving, en uiteindelijk tot een teloorgang van wat de onderzoekers het ‘stedelijk weefsel’ noemen. Als de mensen die de stad de stad maken weggaan, of binnenblijven, wie maakt van Amsterdam dan nog Amsterdam? Reden van spoedeisendheid Indieners zien in het onderzoek aanvullende aanleiding om het college op meerdere terreinen tot actie te manen. Ook dit onderzoek toont aan dat de huidige inzet van het college niet breed genoeg, en niet assertief genoeg is. Indieners willen het college verzoeken om spoedige, schriftelijke reactie op het onderzoek, inclusief de daaruit voortvloeiende aanvullende acties. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling Î Gemeenteblad Nummer 454 Raadsactualiteit Datum 6juni 2017 “aacsactuamtel Tevens zien indieners nut in een verzoek vanuit de raad om zo spoedig mogelijk met de onderzoekers te spreken over de bevindingen, en over de mogelijkheden om een aanvullend onderzoek te laten verrichten in meerdere, verschillende gebieden in het zogenaamde ‘Centrum XL’ gebied. De leden van de gemeenteraad van Amsterdam J.W. Nuijens B.R. Groot Wassink D.F. Boutkan M. Moorman 2
Actualiteit
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 1008 Publicatiedatum 15 november 2013 Ingekomen onder AB Ingekomen op donderdag 7 november 2013 Behandeld op donderdag 7 november 2013 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de raadsleden de heer Paternotte en de heer Ivens inzake onderzoek naar proactieve politieacties (voorkom etnisch profileren bi proactieve politieacties). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de raadsleden de heren Paternotte en Ivens en mevrouw Van Doorninck van 29 oktober 2013 inzake het rapport, getiteld: ‘Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten, Etnisch profileren onderkennen en aanpakken’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 992); Overwegende dat: — uit recent onderzoek blijkt dat de praktijk van etnisch profileren in Nederland het niveau van opzichzelfstaande incidenten overstijgt; — de door de politie gehanteerde selectiemechanismen bij proactieve politieacties deels gebaseerd zouden worden op profielen van ‘verdachte burgers’ en met name terug te voeren op kenmerken als leeftijd, huidskleur en etnische afkomst; — deze vorm van selectie hoogst onwenselijk is en het vertrouwen in de rechtsstaat schaadt, — de Amsterdamse politie een aselectieve selectiemethode gebruikt waarbij één op de vijf mensen gecontroleerd wordt; — erin het onderzoek ook over Amsterdam gesproken wordt als gemeente waar bij proactieve politieacties twijfels zijn over de toepassing van selectiecriteria, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — de mogelijkheden voor het monitoren van de toepassing van proactieve politiecontroles door de nationale politie in Amsterdam in 2014 in kaart te brengen; — _ hierbij het mogelijk inzetten van mystery quests te betrekken; — hiertoe binnen drie maanden een plan ter kennisname te doen toekomen aan de raadscommissie voor Openbare Orde en Veiligheid c.a. De leden van de gemeenteraad, J.M. Paternotte L.G.F. Ivens 1
Motie
1
train
Toezeggingen raadsvergadering 20 januari 2021 1. e Vragen van het lid De Grave-Verkerk inzake de dood van het dertienjarige meisje naar aanleiding van de verspreiding van expliciete beelden Wethouder KUKENHEIM verzekert dat de rapportage van het programma Seksuele intimidatie en seksueel geweld naar de raadscommissie AZ komt ter bespreking. 3. a Actualiteit inzake de gevolgen van recente ontwikkelingen in de coronacrisis Burgemeester HALSEMA zegt toe met een brief naar de raad te komen waarin het beleid omtrent de inzet van dieren bij demonstraties wordt toegelicht.
Actualiteit
1
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 mei 2023 Portefeuille(s) Ruimtelijke ordening Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig Behandeld door [email protected] Onderwerp Jaarverslag Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2022 Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief informeert het college u over het jaarverslag van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) en hoe ze met de eraan verbonden aanbevelingen omgaat. De commissie geeft in haar verslag een overzicht van haar werkzaamheden en adviezen over 2022. De TAC is een onafhankelijke commissie die advies geeft aan het college over de inpasbaarheid van initiatieven in de Hoofdgroenstructuur. De beoordelingscriteria zijn opgenomen in het instrumentarium van de Structuurvisie Amsterdam 2040 uit 2011 (hoofdstuk 5 groen en water). Daarin staat per groentype aangegeven welke ingrepen wel en niet inpasbaar zijn. In de toetskaart Hoofdgroenstructuur is afleesbaar welk stedelijk groen binnen de gemeentegrens onderdeel uitmaakt van de Hoofdgroenstructuur en welk groentype er ter plaatse geldt. Op verzoek van het voormalige gemeentebestuur is het beleidskader Hoofdgroenstructuur met voorrang geactualiseerd direct na vaststelling van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Dit om het beleidskader in overeenstemming te brengen met de stedelijke opgaven rondom verdichting in combinatie met rigoureuze vergroening. In verband met het verzoek tot een referendum is vaststelling ervan op uw verzoek tot nader order aangehouden; daarmee is het beleidskader uit 2011 nog het vigerende kader. Procedureel geldt dat burgemeester en wethouders een advies van de TAC als een technisch gegeven meenemen in de afweging. In alle gevallen bestaat er de mogelijkheid voor B&W om vanuit een breder belang gemotiveerd contrair te gaan aan een initiatief dat de TAC als niet- inpasbaar heeft beoordeeld of waaraan ze voorwaarden heeft verbonden. In dat geval geldt dat het initiatief — onafhankelijk van de mate van afwijking — aan de gemeenteraad voorgelegd wordt voor instemming met dit afwijkingsverzoek. De jaarverslagen worden gemaakt sinds 2013. Meest recentelijk heeft de TAC een meerjarenverslag uitgebracht over de jaren 2019 -2021, als afronding van de voorgaande collegeperiode(n) en als informatie en inspiratie voor de actualisatie van het beleidskader Hoofdgroenstructuur. Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 mei 2023 Pagina 2 van 4 Adviezen In 2022 zijn in totaal 5o adviezen door de TAC gegeven. Dit aantal ligt iets hoger dan in 2021. De beoordeling van initiatieven resulteerde in 34 positieve, 5 positieve onder voorwaarde(n) en 11 negatieve adviezen. De meeste plannen zijn afkomstig uit stadsdeel Noord (13), gevolgd door Nieuw-West (11) en Zuid (7). Van de 5o adviezen betroffen er 11 een preadvies. Een overzicht van de betreffende adviezen is opgenomen in bijlage 1 van het jaarverslag. De adviezen zelf zijn openbaar toegankelijk en op de interactieve Hoofdgroenstructuurkaart (https://maps.amsterdam.nl/hoofdgroenstructuur/ ) te raadplegen. Evaluaties Evaluatie TAC-adviezen Op grond van de evaluatie van negatieve adviezen en positieve adviezen onder voorwaarden kan net als in vorige jaren worden geconstateerd dat er geen casussen zijn die om uitlichting vragen en dat het instrument van de Hoofdgroenstructuur goed functioneert en gerespecteerd wordt. Voor enkele al langer lopende handhavingskwesties heeft de TAC in de kennismakingsgesprekken met de dagelijks besturen aandacht gevraagd. Van de plannen die in 2022 voor advies zijn voorgelegd en inmiddels zijn afgerond kan worden geconcludeerd dat: -___De voorwaarden die de TAC aan 4 adviezen heeft verbonden zijn opgevolgd; -_In6 gevallen de planvorming nog loopt; -_In 3 gevallen het negatieve advies heeft geleid tot intrekking van het plan; -_In 1geval het plan toch is doorgezet omdat deze bij nader inzien vergunningsvrij bleek; -_In 2 gevallen zijn B&W en gemeenteraad contrair gegaan aan een negatief TAC advies. Dat geldt voor: e Het onder voorbehoud toestaan van een woonzorgfunctie in boerderij Langerlust te Amsterdam Zuidoost; e De verlening van de tijdelijke vergunning met maximaal 5 jaar van de VO-school in het Martin Luther Kingpark te Amsterdam Zuid. Verlopen tijdelijke ontheffingen In 2022 zijn zeven tijdelijke ontheffingen verlopen, waarvan de TAC volgens haar taakstelling verslag doet. Vier initiatieven blijken uiteindelijk niet te zijn gerealiseerd. In drie gevallen is de tijdelijke ontheffing met instemming van de TAC verlengd, te weten de tijdelijke school in het Martin Luther Kingpark (de gemeenteraad heeft op 21 december 2022 ingestemd met een maximale verlenging tot 1 mei 2027), de tijdelijke zendmast aan de Linnaeusstraat (maximale verlenging van 1 jaar) en een Wikkelhuis bij sportpark Ookmeer (vijf jaar). Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 mei 2023 Pagina 3 van 4 Aanbevelingen In het jaarverslag 2022 geeft de TAC zes aanbevelingen mee over de Hoofdgroenstructuur in relatie tot de kwaliteit van de (fysieke) leefomgeving: 1. Waak ervoor dat buurtvoorzieningen onderdeel zijn van een gebiedsontwikkeling en deze niet uit te plaatsen naar de Hoofdgroenstructuur; 2. Weesstreng op het tijdelijk niet-inpasbaar gebruik in de Hoofdgroenstructuur; 3. Weesterughoudend met verdere groei van klein inpasbaar gebruik; 4. Besteed bijzondere aandacht aan de kleine en smalle plekjes in de scheggen; 5. Kijkop nieuwe manieren naar het gebruik van openbaar groen als ‘vrije’ sportruimte en bewaak daarbij de aantrekkelijkheid met passende beheerbudgetten; 6. Geef in relatie tot het voorziene nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur prioriteit aan de vervolgactie van ‘nader definiëren welke doelen Amsterdam nastreeft ten aanzien van diersoorten kwaliteit van (ecologisch) groen en wat dit betekent voor het beheer en de inrichting van stadsnatuurgebieden en verbindingen’; 7. Vervul als hoofdstad een pioniersrol bij het opstellen van metropolitaan landbouwbeleid. Het college onderschrijft deze aanbevelingen van de TAC. -_T.a.v. aanbeveling 1 t/m 4: er geldt een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het Hoofdgroenstructuurbeleid en ruimtelijk beleid vanuit de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 te respecteren en te bewaken. Het is zowel aan de TAC, als het college en de gemeenteraad om continu alert te zijn op dergelijke initiatieven/ planvorming in de Hoofdgroenstructuur en daar ‘streng’ op te toetsen. -_ Inhet verlengde daarvan helpt de Groenmonitor, die vanuit de Groenvisie 2020-2050 naar verwachting rond de zomer van dit jaar beschikbaar komt, bij het inzichtelijk maken van de kwantiteit en kwaliteit van het stedelijk groen in de stad. Hetzelfde geldt voor de bredere Omgevingsvisie-monitor waarbij de ontwikkelingen en voortgang op de 5 strategische keuzes (waaronder ‘rigoureus vergroenen!) in beeld worden gebracht. Deze is op dit moment in voorbereiding en naar verwachting najaar 2023 beschikbaar. -_T.a.v. aanbeveling 5: het veranderende gebruik van de stedelijke openbare ruimte is ons niet ontgaan. De inrichting van de (groene) openbare ruimte moet zo goed mogelijk aansluiten bij het gewenste gebruik en de toenemende druk in de stad, waarbij er naast drukke plekken ook groeiende aandacht is voor (het behouden van) rustige plekken in de stad. Waar mogelijk en passend is bij ontwerp van de openbare ruimte aandacht voor sport-, beweeg- en speel-aanleidingen voor mensen van alle leeftijden, zoals speelbare kunstobjecten, waterspuitertjes, glooiende ondergronden en hardlooproutes. Bescherming van het groen zodat de omvang ervan in Amsterdam niet afneemt is uitgangspunt bij projecten. Het opnemen van stadsnatuur in de Hoofdgroenstructuur is daarvan ook een voorbeeld. Als er vervanging aan de orde is vindt deze in principe 1-op-1 plaats. Over voorstellen voor functiewijziging van het groen (zoals wensen vanuit de stadsdelen rondom vergroening en/of beweegstimulering) vindt eerst brede interne afstemming plaats, alvorens hier vitvoeringsmiddelen aan te verbinden. Wat het veranderende gebruik betekent voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte heeft hierbij onze continve aandacht. Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 mei 2023 Pagina 4 van 4 -_T.a.v. aanbeveling 6: wordt de prioriteit erkend vanuit het nieuw voorziene (nog niet vastgestelde) beleidskader Hoofdgroenstructuur. De verwachting is dat deze actie binnen nu en 1 jaar zal worden afgerond. -_T.a.v. aanbeveling 7: de noodzaak om het beleidskader voor Waterland zo spoedig mogelijk te actualiseren wordt onderschreven. Met name het landbouwbeleid in het beleidskader voor Waterland is niet meer in overeenstemming met het landelijke en provinciale beleid. Voor Amsterdam zijn de ambities rondom landbouw opgenomen in de omgevingsvisies van Weesp en Amsterdam en in de Voedselvisie. In hoofdlijnen wordt hierin aangegeven welke planologische ruimte er voor plattelandsverbetering, nevenfuncties en dergelijke wenselijk is. Het meest concreet liggen deze ruimtelijke ambities vervolgens belegd in bestemmingsplannen (en vanaf 2024 in het omgevingsplan). Het ontbreekt op dit moment inderdaad aan visies op de geëigende schaal. Dat geldt voor Waterland, maar ook voor de andere deelgebieden binnen de Amsterdamse gemeentegrens zoals het buitengebied van Weesp. Hieraan is behoefte, bijvoorbeeld om te bepalen hoe recreatieruimte kan worden ingepast, waar wegen geschikt moet zijn voor agrarisch verkeer en hoe water- en bodemdoelen bereikt kunnen worden. De Provincie Noord Holland is in dezen primair aan zet om het rijksbeleid door te vertalen naar de provinciale Omgevingsvisie. Als gemeente eigenstandig aan de slag gaan hiermee, los van de lopende acties en planning vanuit de provincie rondom gebiedsprocessen, biedt geen soelaas. Het meest effectief is om proactief te participeren in deze lopende trajecten. Bij voorkeur wordt daarbij een landbouwvisie voor meerdere deelgebieden van Amsterdam (Waterland-oost en Weesp) vorm gegeven in gezamenlijkheid met provincie Noord Holland en direct betrokken regionale partijen. Over input in deze processen wordt u zodra aan de orde nader geïnformeerd. Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Reinier van Dantzig Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling Bijlagen 1. Jaarverslag TAC 2022 Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Brief
4
train
XX Gemeente Amsterdam Zuidoost Overlegvergadering stadsdeelcommissie Zuidoost Datum : donderdag 27 september 2018 Aanvang : 19:00 UUr Locatie : Grote vergaderzaal stadsdeelkantoor Anton de Komplein 150 Voorzitter : Roy Hofwijks Secretaris : Bas van Spréw Agenda 1. Opening en vaststellen agenda 19.00 2. Mededelingen 19.05 3. Besluitenlijst 13 september 2018 19.10 4. Ingekomen stukken 19.15 5. Bewoners aan het woord 19.20 Bespreekpunten 6. Bespreking adviezen (gevraagd): 19.30 Conceptvergunningenbeleid Wabo 2° helft 2018-2019 (vaststelling advies) 7. Participatie, in gesprek met ondernemers uit Zuidoost 19.35 8. Rondvraag en sluiting 22.00 Ter kennisname: Toezeggingenlijst SDC september 2018
Agenda
1
discard
> Gemeente Amsterdam DS Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli 2023 Ingekomen onder nummer 271 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van de leden Boomsma, Garmy, Kreuger, Burgers en Krom inzake de Voorjaarsnota 2023 Onderwerp Heel Amsterdam Helpt de stad schoon te houden - vervolg! Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2023, -_ Het college twee fantastische opties vitgewerkt heeft waarin Amsterdammers kunnen helpen om de stad schoon te houden, namelijk helpen op drukke dagen en het adopteren van een straat - Wein 2023 en 2024 ervaring willen opdoen hoe dit het beste ingevuld kan worden -__Hier eenmalig circa 5oo.ooo euro voor nodig is; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -_ Eenmalig het benodigde bedrag beschikbaar stellen vanuit verhoogde toeristenbelasting indien dit niet uit de reguliere begroting afval en reiniging mogelijk is. -__ Deze projecten uitte voeren en de Raad in het eerste kwartaal van 2025 een evaluatie te sturen -_ De projecten zo vorm te geven dat er continuïteit is indien de Raad in 2025 beslist om de aanpak een structureel karakter te geven Indiener(s), D.T. Boomsma |. Garmy K.M. Kreuger H.C. Burgers J.M. Krom
Motie
1
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 716 Publicatiedatum 18 september 2013 Ingekomen onder D Ingekomen op woensdag 11 september 2013 Behandeld op woensdag 11 september 2013 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van Doorninck, de heer Van Drooge en de heer Verbeet inzake het behouden van het convict van het voormalige St. Nicolaas- complex en het aanwijzen van het convict en de kapel als gemeentelijk monument. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 tot instemmen met het behouden van het convict van het voormalige St. Nicolaascomplex en tot kennisnemen van het besluit van het college van burgemeester en wethouders tot het aanwijzen van het convict en de kapel als gemeentelijk monument (Gemeenteblad afd. 1, nr. 667); Overwegende dat: — het uitvoeringsbesluit voor het plangebied Beethoven [vastgesteld door de gemeenteraad in hun vergadering van 7 april 2007 (Gemeenteblad 2007, afd. 3A, nr. 69/134)] uitgaat van de sloop van het St. Nicolaascomplex als onderdeel van de groen voor rood afspraken tussen gemeente en de buurt waarbij het vrijgekomen terrein aan het Beatrixpark wordt toegevoegd en als park wordt ingericht, ter compensatie van groen dat elders in het gebied verdwijnt wegens bebouwing; — dat nu gekozen wordt voor behoud van het convict, elders circa 735 m2 bvo aan groen moet worden gecompenseerd; — dat deze ruimte gevonden kan worden en beschikbaar is; — dat bij de buurtbewoners de vrees bestaat dat het behoud van het convict en met name de toekomstige bestemming van het convict kan leiden tot extra verkeersbewegingen, parkeerruimte, verharding etc, wat het karakter van het park aantast en contrair is met de gemaakte ‘groen voor rood’ afspraken; — datde Vrienden van het Beatrixpark daarom een voorkeur hebben uitgesproken voor onder andere een maatschappelijke functie voor het convict en met name een functie die het park ondersteunt en niet tot extra parkeerdruk leidt, 1 Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 716 Moti Datum 18 september 2013 Ie Draagt het college van burgemeester en wethouders op: — in hetop te stellen bestemmingsplan voor het gebied het autoluwe karakter van de Prinses Irenestraat te waarborgen en geen extra parkeerplaatsen op het maaiveld toe te staan; — in het op te stellen bestemmingsplan geen extra verharding buiten de bestaande 735 meter rond het convict toe te staan. De leden van de gemeenteraad, G.A.M. van Doorninck A.H. van Drooge M.P. Verbeet 2
Motie
2
discard
Gemee nte Bezoekadres Amstel 1 Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 x amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Datum 12 maart 2019 Ons kenmerk __V&OR/UIT/2019005750 Uw kenmerk Behandeld door M.F. Niekus, V&OR - Kennis en Kaders, [email protected] Kopie aan Bijlage(n) Onderwerp bestuurlijke reactie motie 2018/1441 Van Lammeren inzake overheveling coalitiemiddelen en de doelenboom (indicator aantal gereden autokilometers in Amsterdam) Geachte leden van de gemeenteraad, Op 20 december 2018 is er door de gemeenteraad ingestemd met de overheveling van de coalitieakkoordmiddelen en de doelenboom. De motie van het lid van Lammeren die bij het desbetreffende voorstel is aangenomen, verzoekt het college van burgemeester en wethouders: -_Om een indicator op te stellen voor het aantal gereden autokilometers in Amsterdam voor jaar 2020, 2021en 2022; -__deze voor de voorjaarsnota 2020 aan de raad voor te leggen. Het college geeft hier uitvoering aan door het ontwikkelen van een nieuwe indicator voor de doelenboom die een benadering geeft van het totaal aantal kilometers dat in dat jaar is gereden in Amsterdam. Dit wordt zowel via een indexcijfer als een absoluut getal gepresenteerd. Via het Verkeersmodel Amsterdam zal een prognose worden gegeven van de te verwachten ontwikkeling van deze indicator in de komende jaar. Deze indicator zal voor het eerst opgenomen worden in de voorjaarsnota 2019. Omdat het peiljaar 2019 is, zal deze pas vanaf het jaarverslag 2019 ingevuld kunnen worden. Momenteel beschikt de gemeente Amsterdam niet over de mogelijkheden om alle verkeersstromen te monitoren en tot een exact getal voor het aantal gereden autokilometers in Amsterdam te komen. Daarom is aan de hand van al bestaande monitoringsinstrumenten en verkeersmodellen bekeken wat de beste manier zou zijn om tot een indicator te komen die het aantal gereden kilometers in Amsterdam zo dicht mogelijk benadert. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 8 maart 2019 Kenmerk V&OR/UIT/2019005750 Pagina 2 van 3 De belangrijkste criteria die we daarvoor hebben gebruikt, zijn: - Geeft het een aantal kilometers weer? -_Is heteen volledige meting waar geen verdere aannames aan verbonden zijn? - Betreft het de gehele stad? -_Is ereen specificatie naar voertuigcategorieën mogelijk? -_ Is het mogelijk selecties binnen het netwerk te maken? Conclusie: Het gebruiken van data van een serviceprovider van floating car data, die ter ijking wordt opgehoogd met data verkregen van de telpunten. De indicator zal per jaar weergeven wat de verandering in indexcijfer van het totaal aantal autokilometers is per jaar ten opzichte van de peildatum van 2019. Daarbij wordt ook per jaar het totaal aantal autokilometers weergegeven dat in totaal is gereden in Amsterdam. Dit betreft het aantal kilometers dat binnen Amsterdam is gereden. Dit houdt zowel het stedelijk wegennet als het rijkswegennet in, omdat maatregelen op het stedelijk wegennet zijn weerslag kunnen hebben op het rijkswegennet. Wellicht is het mogelijk om alleen het aantal autokilometers met oorsprong en/of bestemming vit Amsterdam op te nemen, dit zal bij de uitvraag verder onderzocht en afgestemd worden. Via het Verkeersmodel Amsterdam zal een prognose worden gegeven van de ontwikkeling van de indicator over de komende jaren. De indicator zal als volgt worden opgenomen in de doelenboom: Het totaal aantal 100 Indexcijfer: jaar 2020 Indexcijfer: jaar gereden (TOTAAL AANTAL (TOTAAL AANTAL KM 2021 autokilometers in KM) in 2020) (TOTAAL AANTAL Amsterdam per jaar, KM in 2020) weergegeven in een indexcijfer t.o.v. peiljaar 2019 en het totaal aantal gereden kilometers in het afgelopen jaar. Voor deze indicator zal een set van een serviceprovider met floating car data worden ingekocht met informatie over gemaakte autoritten binnen Amsterdam. Een voordeel van het inkopen van deze set van floating car data, is dat er al eerder mee gewerkt is en eenvoudig kan worden geleverd. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om selecties binnen het netwerk te maken. Een nadeel is dat de steekproef van de set gegevens onbekend is. Dit wordt opgelost door deze data te ijken op basis van de telpunten die al aanwezig zijn. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl Gemeente Amsterdam Datum 8 maart 2019 Kenmerk V&OR/UIT/2019005750 Pagina 3 van 3 Alle methoden om voertuigkilometers te monitoren die bestudeerd zijn, hebben een mate van onzekerheid doordat ophogingen en aannames gedaan moeten worden. Het exacte (werkelijke) aantal voertuigkilometers zal nooit voor 100% gemeten kunnen worden. De methoden waarbij gebruik wordt gemaakt van de data van floating cars kennen die onzekerheid ook. Echter, doordat deze data voor een zeer groot deel van het netwerk omvat en er betrouwbare methoden zijn om deze data op te hogen en te bewerken wordt de onzekerheid over de ontwikkeling in aantal voertuigkilometers verkleind. Ook zijn methoden voorhanden om bij overgang van serviceprovider toch voldoende zekerheid te houden over de waargenomen ontwikkeling in voertuigkilometers. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wetho van Amsterdam, - Pp pe En sla ED d a Sharon Dijksma aan Wethoude erf Vervoer, Water en Luchtkwaliteit. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Motie
3
discard
> < Gemeente % Amsterdam nn nn nn DO nn JR p= Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 3 4 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 5 1 Samenvattin g De impact van de COVID pandemie op de Amsterdamse economie is buiten- Dit economisch herstel- en investeringsplan geeft invulling aan de besteding van gewoon groot. Op dit moment is het alle hens aan dek om de economische schok de nieuwe transitiemiddelen, maar het geeft ook richting aan bestedingen van de op te vangen. Tegelijkertijd zullen we nu ook moeten werken aan vernieuwing en resterende structuurmiddelen. Uitgangspunt hierbij is dat we aansluiting zoeken bij versterking van het economisch herstel op de lange termijn. en ruimte laten voor de ideeën en creativiteit van alle stakeholders in de stad. De mogelijkheden voor de gemeente om de gevolgen van de huidige crisis op de We richten ons daarbij op twee pijlers: Amsterdamse economie te beïnvloeden zijn bescheiden. De belangrijkste aan- 1. Versterken van de economische veerkracht. knopingspunten voor herstel liggen in het versnellen en (in de tijd) naar voren 2. Aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren. | halen van investeringen die ten doel hebben de economische structuur in brede zin te versterken. Daar zetten we met dit plan op in. Waar mogelijk doen we dat Ll samen met het Rijk en private partijen; door inzet en investeringskracht te bunde- EN len, wordt het immers mogelijk het duurzaam verdienvermogen van de Pijler 1: Versterken van de economische veerkracht N Amsterdamse economie verder te versterken. Specifieke sectoren zoals de reis- en toeristische sector, detailhandel en de \ Economische investeringsruimte van € 21 miljoen cultuur- en evenementensector zijn extra kwetsbaar gebleken en worden bijzonder En Dit investeringsplan heeft als doel het versterken van de economische veerkracht hard geraakt door de crisis. Veel MKB ondernemers hebben het zwaar. an van de stad, het aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren en het Digitalisering speelt een cruciale rol bij het vergroten van de overlevingskansen vergroten van waardevolle werkgelegenheid. Daarmee wordt een belangrijke van het MKB, maar de versnelde digitaliseringsslag blijkt voor het MKB heel ME bijdrage geleverd aan het duurzaam economisch herstel. moeilijk om te maken; startups hebben moeite om hun business model aan te passen en bedrijven missen kennis, expertise of netwerken die in tijden van crisis De gemeente heeft op dit moment € 21 miljoen rechtstreeks beschikbaar voor gevraagd worden. Het behoeft daarnaast geen betoog dat ook een flink deel van investeringen in de economische structuur van de stad. Dit betreft: de winkels een terugval in omzet ziet, waardoor winkelstraten verder onder druk m Transitie naar diverse economie komen te staan. We zullen de komende periode met verschillende vormen van (transitiemiddelen’, nieuw budget) € 10 miljoen inzet ondersteunend zijn aan het bedrijfsleven, zodat deze sterker uit de crisis komt. m Economische structuur- en arbeidsmarktversterking (SESA-structuurmiddelen’, bestaand budget) € 11 miljoen Investeringen in het versterken van economische veerkracht € 0.4 miljoen voor MKB Digitaliseringsoffensief (uit structuurmiddelen) Amsterdam zet de komende jaren fors in op het verder digitaliseren van het MKB. ee Met het MKB Digitaliseringsoffensief helpen we MKB'ers om in versneld tempo pr f F digitaal te ondernemen en daarmee weerbaarder te worden. Gemeentelijke investeringen € 0.2 miljoen voor initiatieven gericht op verantwoorde heropening Via de begroting 2021 kiest Amsterdam ervoor juist in economische structuurversterking is aan het begin van (uit transitiemiddelen) deze periode extra te investeren in de stad. Zo wordt deze collegeperiode een bestedingsruimte gecreëerd  Team routekaart werkt aan routekaarten richting heropening voor o.a. horeca en er bijvoorbeeld € 14 miljoen uitgetrokken voor van € 33 miljoen ('structuurmiddelen!). Op dit moment ra congreslocaties en brengt initiatieven verder die gericht zijn op een verantwoorde lastenverlichting van ondernemers en is er € 78 miljoen is hiervan nog € 11 miljoen aan investeringsruimte over Ng heropening na de lockdown, om slim en beheerst te kunnen afschalen als de Covid beschikbaar gesteld voor zes duurzame banenmoto- die via een subsidieregeling ingezet wordt voor het maatregelen worden versoepeld. Uiteraard binnen de landelijke kaders en de ren. Voor de portefeuille Economie is incidenteel leveren van een bijdrage aan externe initiatieven. noodverordening. € 10 miljoen extra beschikbaar gesteld om de transitie Bestedingen uit deze structuurmiddelen worden naar een diverse economie te faciliteren (transitie- vastgesteld in het college. Er vinden gesprekken plaats € 2.5 miljoen voor een duurzame bezoekerseconomie (uit transitiemiddelen) middelen). met diverse partijen over deze initiatieven. Op dit mn) Samen met de (culturele) partners bouwen we aan een nieuwe vorm van toerisme moment zit er voor ongeveer € 9 miljoen aan voorstel- ee en een meer op kwaliteit gerichte bezoeker. Het Actieplan congressen geeft al een Amsterdam werkte ook vóór de crisis aan versterking len in de projectenpijplijn (onder voorbehoud van aaa belangrijke concrete eerste invulling hieraan en maakt congresacquisitie slimmer van de economische structuur van de stad. Voor deze bestuurlijk besluitvorming). door het oude congresmodel (gericht op kwantiteit) te bewegen naar een nieuw model (gericht op kwaliteit). 6 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 7 © € 0.9 miljoen voor aantrekkelijke winkelgebieden (uit transitiemiddelen) wetenschappers en maatschappelijke partners ondersteunen. Doel is om financier- De Straatgerichte aanpak aantrekkelijke winkelgebieden krijgt een impuls, bare voorstellen uit te werken die kunnen worden ingediend bij nationale en \ om netwerken en samenwerkingsverbanden tussen het lokale MKB, vastgoed- Europese herstel- en stimuleringsfondsen, zoals ReactEU, Herstelfonds of het eigenaren en de gemeente te ontwikkelen. Daarnaast krijgen de markten een landelijke Groeifonds. impuls, om collectiviteit en de aansluiting met de winkelgebieden te versterken. € 0.8 miljoen voor hulp bij verduurzamen (uit transitiemiddelen) In behandeling: The Female Hub (onder voorbehoud van subsidietoekenning En’ Het is van belang te blijven investeren in duurzaamheid langs de ingezette uit structuurmiddelen) En lijnen van de bestaande duurzaamheidsprogramma'’s binnen de Routekaart Versterken van de positie en kansen van vrouwelijke ondernemers en vrouwen in Te Klimaatneutraal: Verduurzaming zakelijke markt en Haven&lndustrie. Het doel technologie binnen de MRA. @= is het ontlokken van extra investeringen die leiden tot een multiplier effect. De investeringen komen daarmee ten goede van het MKB. … . . . In ontwikkeling: Versnellingsfonds labruimtes (onder voorbehoud van subsidie- Pijler 2: Aanjagen van vernieuwing verstrekking uit structuurmiddelen) in duurzame groeisectoren Er is op dit moment zeer beperkt lab-en onderzoeksruimte beschikbaar voor ) onderzoekers en innovatieve bedrijven in de health sector. Met het opzetten van Vanuit de EU en Nederland wordt op grote schaal ingezet op missiegedreven (Ga) een fonds kunnen we de risico's van de ontwikkelaar, die gepaard gaan met het herstel. Amsterdam draagt hieraan bij door intensief samen te werken aan ‘op voorraad’ ontwikkelen van labruimte, zoveel mogelijk beperken. Het uitgangs- maatschappelijke uitdagingen met verschillende partijen in de stad: ondernemers, punt is om de komende 4 jaar jaarlijks 10.000 m° labruimte in ontwikkeling te laten kennisinstellingen, maatschappelijke instellingen en de overheid. brengen door marktpartijen. Via verschillende lopende programma's en innovatie agenda's wordt al geïnves- In ontwikkeling: Quantumhub (onder voorbehoud van subsidieverstrekking © teerd in de brede ontwikkeling van de kenniseconomie en het innovatieve vermo- uit structuurmiddelen) gen van Amsterdamse ondernemers. In aanvulling hierop gaan we de komende Dit fysieke centrum moet kennistranster, publiek-private samenwerking en talent- periode in nauwe samenwerking met alle stakeholders inventariseren wat extra ontwikkeling bevorderen, terwijl het gelijktijdig private investeringen in guantum- nodig is om de verschillende ecosystemen in de stad te laten floreren. Dat zal de software en -toepassingen aantrekt. basis zijn voor het creëren van nieuwe, duurzame banen. We richten ons hierbij met name op ecosystemen rond thema's die als maatschappelijke uitdagingen In ontwikkeling: Valorisatiegebouw in het kenniskwartier op de Zuidas benoemd zijn, zoals circulaire economie, de energietransitie, schone mobiliteit en Er (onder voorbehoud van subsidieverstrekking uit structuurmiddelen) gezondheid. ° De realisatie van een nieuw gebouw in de directe omgeving van de VU en Amsterdam UMC op de Zuidas, gericht op academisch ondernemerschap en publiek-private samenwerking. Investeringen ten behoeve van het aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren Aanvullende landelijke en Europese budgetten € 3.4 miljoen aanvulling SESA subsidie (uit transitiemiddelen) Het bestaande SESA instrumentarium wordt aangevuld met financiële middelen. In het kader van dit economisch nadrukkelijk aangesproken worden __ oprichting van een Regionale Hiervoor wordt een verbijzonderde Covid-paragraaf ontwikkeld waardoor het voor herstel- en investeringsplan kan de _ bij de nadere invulling van de nu Ontwikkelmaatschappij (voorheen stakeholders makkelijker wordt aanspraak te maken op deze subsidie. gemeente verder gebruik maken voorliggende herstel- en investe- Invest MRA) voor het MRA-gebied van diverse aanvullende landelijke ringsagenda. en Noord-Holland-Noord waarvoor € 1.2 miljoen voor faciliteren van groeisectoren (uit transitiemiddelen) en Europese budgetten die in we € 40 miljoen ter beschikking De inbreng van binnen- en buitenlandse bedrijven in maatschappelijke uitdagingen reactie op de COVID-crisis zijn Samen met publieke, private en hebben gesteld om te investeren in is van cruciaal belang bij het laten floreren van de ecosystemen. Met Amsterdam vrijgemaakt. Zo is bijvoorbeeld via maatschappelijke partners in de de energietransitie en circulaire International Business (AIB) zet de gemeente al jaren in op de noodzakelijke EFRO-financieringslijn (in de vorm MRA werken we aan de ontwikke- economie. Belangrijk doel is om internationale verbondenheid. Dit gebeurt door acquisitie, Trade & innovate en van REACT EU) voor de stad ling van de regionale investerings- hiermee als regio private en INAmsterdam. Amsterdam € 7 miljoen extra agenda waarmee we aanspraak publieke investeringskracht (door beschikbaar gekomen voor willen maken op de middelen uit aansluiting op Invest NL) te € 1 miljoen voor investeringen in duurzame groeimarkten: aanjaaggeld (uit ‘groene’ en/of ‘digitale! investerin- het Nationaal Groeifonds en bundelen en daarmee te werken transitiemiddelen) gen die bijdragen aan economisch aanvullende Europese fondsen. aan economisch herstel en groei Geld om toegang tot meer geld te krijgen. Met dit budget kan de gemeente herstel. Deze middelen zullen ook Daarnaast werken we hard aan de van werkgelegenheid. consortiumvorming en projectontwikkeling van Amsterdamse (MRA) bedrijven, 8 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Q * ® ® Inhoud 2 Aanleiding: de economische gevolgen van corona 1 Samenvatting 4 Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in maart 2020 in vier mogelijke scenario's de 2 Aanleiding: de economische gevolgen van corona 9 economische impact van het coronavirus in 2020 en 2021 geschetst. De scena- rio's hanteren verschillende uitgangspunten voor de duur van de contactbeper- 3 Wereldwijde bewegingen en de impact op Amsterdam 12 kingen en de diepte van de economische doorwerking. In alle scenario's resul- teert een recessie. Inmiddels is duidelijk dat we terecht komen in de meer 4 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam 14 zwaardere scenario's. De economische neergang wordt daarmee dieper dan in de crisis van 2008/2009. De economische krimp in 2020 is fors, het herstel zal 4.1 Versterken van de economische veerkracht 15 langer duren en de staatsschuld neemt toe. 4.2 Aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren 18 In de Macro-Economische Verkenningen (MEV) van september 2020 werd een scenario gepresenteerd waarbij de economie van Nederland in 2020 krimpt met 5 Financiering 22 5%, in 2021 weer groeit met 3% en waarin de werkloosheid oploopt tot 6%. In het scenario van een tweede lockdown krimpt de Nederlandse economie ook nog in 5.1 Beschikbare middelen 22 2021 om pas in de loop van dat jaar op te krabbelen. De werkloosheid stijgt dan naar tegen de 10%. 5.2 Inzet van extra transitiemiddelen ten behoeve van een diverse economie 23 Doorwerking voor Amsterdam Het onderzoek van het economisch onderzoeksbureau SEO van mei 2020 laat zien dat de economie van Amsterdam en de MRA verhoudingsgewijs sterker geraakt wordt door de coronacrisis dan de Nederlandse economie als geheel. Dit wordt bevestigd door de realisatiecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het eerste en tweede kwartaal van 2020. De oorzaak hiervan is de structuur van de economie van Groot-Amsterdam. Deze betreft een combinatie van enerzijds op consumptie gerichte diensten, in het bijzonder horeca, cultuur, sport en recreatie en non-food detailhandel (vooral sterk vertegenwoordigd in Amsterdam) en anderzijds op buitenlands (handels-) verkeer gerichte diensten (vooral sterk in de regio rond Amsterdam, in het bijzonder in Haarlemmermeer). Juist deze structuur wordt direct getroffen door de contact- beperkende maatregelen van de overheid en de terughoudendheid van de consument. Het onderzoek laat zien dat de negatieve impact het hoogst is in de Amsterdamse horeca en vervoerssector. Daarnaast staan in de uitzendbranche en detailhandel veel banen op het spel. Ook het aantal passagiers op Schiphol, de gemiddelde kamerbezetting van de Amsterdamse hotels en het passanten- volume in de Kalverstraat dalen en liggen ver onder het niveau van 2019. 4 0 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 4 4 Economische groei, 1° kwartaal 2020 Economische groei, 2° kwartaal 2020 J . . . en men World’s Top Cities: 2020 Amsterd itioni e— — msterdam POsronIing. Pal 5 af AE HYBRIDS de 4 4 oe , _ DS , $ PT te 7 Combining Established and ‘New/lnnovative ' features. d \ A IN NN DD cera / Y_ Smaller ‘large’ city with global power. a B / Y_Diversified ith | high skills sect Te rn ME ee iversified economy with several high skills sectors. hie Es ee Aen Y_ High liveability. A DE nn ee 8 Nn Y_ Innovation leader in both sectors and systems. Ve El _—— RE - . . . . ela: 4 ZEK en Dublin sesttie SSTABLISher nn Y_ Lead city in a larger region with multiple capabilities. 8 N57 & A dee EES Boston Francie Op, 3 Y_ Super-connectivity and high calibre infrastructure. zi or ay En 3 Nen Berlin © Vat 8 : iet ee Gr OB De El en CO en ao Stve o De a Y_ High digital capability and Global reach. A 2 £ Ô 8 ae Jsocton/ SON Ge 5 Y_Resili da and Circularity Leadershi en Bé He 4 ô af 3 EE bol Condon-newvore |G 8 esilience agenda and Circularity Leadership 3 a Ke ei ie 5 sl L fende dar) paris-Hong Kong Shanghai NR Ee {Political stability. fi RA a = B Fre} Toron Tol Segno Beijing vi 2 N Ù EAM Auckand viend Madrid Los oc MN Risks sn Ó 4 kla À re AT Angeles Chicago oe E ) Ò d 4 u CONTEnDE EEN « 8 ) Pe $ G a Pele EA ee iki a 4 rn Ee hdd . Recognition, . dn ONE en a $ “% Size/scale optics. Vn Buenos Manila & é Small size of domestic market. nn an ® “ Access to global talent and markets. Groei/krimp t.o.v. een jaar eerder Krimp t.o.v. een jaar eerder — , . mmm 29% krimp of meer B 142 krimp of meer eg International students and conventions. Ees 1 tot 2% krimp EEN 12tot 14% krimp Narjo INES Ee Otot 1% krimp BE 10 tot 12% krimp NAL GROWTHE 0 tot 1% groei | 8 tot 10% krimp Source JLL and The Business of Cikes, June 2019 Ees 1% groei of meer men 6 tot 8% krimp ____ Minder dan 6% krimp Figuur 1: Economische groei in het le en 2e kwartaal van 2020! Figuur 2: Positionering ‘top 200 wereldsteden’ Omdat de zwaarst getroffen sectoren arbeidsintensief zijn en er in verhouding Concurrentiepositie van Amsterdam veel met flexibele arbeid wordt gewerkt, betreft het verhoudingsgewijs veel banen De pandemie manifesteert zich op mondiaal niveau en raakt dus ook de die verloren kunnen raken. Omdat de overheid diverse crisismaatregelen heeft economieën van andere landen en steden, daarom is het goed ook stil te staan genomen is het effect op de werkloosheid tot nog toe onzeker. Zolang onder- bij de gevolgen van de crisis op de concurrentiepositie van Amsterdam. nemers werknemers in dienst kunnen houden is het effect op de werkloosheid nog beperkt, maar de zogenaamde flexibele schil staat wel onder druk. Dit laatste is Amsterdam biedt al decennia onderdak aan verschillende hoofdkantoren van grote vooral voor Amsterdam van belang omdat de relatief jonge beroepsbevolking van en kleinere ondernemingen, bijvoorbeeld de financiële bedrijven op de Zuidas of Amsterdam veel flexibele arbeidskrachten kent.® de medisch-wetenschappelijke bedrijven op het science park. De bedrijven roemen Amsterdam om de (digitale) connectiviteit, de toegankelijkheid tot de rest De onzekerheid in acht nemende zien we dat tussen april en juli 2020 de werk- van de wereld, het Nederlandse belastingstelsel, maar ook om de hoge levens- loosheid in Amsterdam in een hoog tempo toenam. Het aantal WW- en bijstands- standaard, de hoge kwaliteit van kunst en cultuur in de stad, de korte reisafstan- uitkeringen is toegenomen en het werkloosheidspercentage is gestegen van 3,7% den en het goede onderwijs. in het eerste kwartaal naar 4,8% in het tweede kwartaal van 2020. In september 2020 ligt het aantal WW-uitkeringen 45% hoger en het aantal bijstandsuitkeringen Als we kijken naar onze internationale concurrentiepositie bevinden we ons, 2% hoger ten opzichte van 2019. zeker gezien onze omvang, in een bijzonder gezelschap. We behoren niet tot de ‘big seven’, maar kunnen ons economisch wel meten met steden als Berlijn, San Francisco en Toronto. De kracht van Amsterdam is dat we niet één sterke eigenschap hebben, maar op hoog niveau opereren in een divers speelveld, waarin de uitdagingen van morgen centraal staan, zoals de digitalisering, de circulaire economie en de toepassingen op het gebied van artificial intelligence. Door de breedte in de nieuwe sectoren vast te houden, en tegelijkertijd de sectoren van nu te versterken (detailhandel, bezoekerseconomie), is Amsterdam in staat haar — concurrentiepositie verder uit te bouwen, juist in deze tijd van crisis. 1 https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/34/grootste-economische-krimp-eerste-half- jaar-2020-in-haarlemmermeer 2 _https://data.amsterdam.nl/publicaties/publicatie/factsheet-flexibele-schil-in-amsterdam/814563a2- 2a41-430b-85d8-ed96676f539d/ 4 2 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 4 3 ee hd 3 We re | dwij d e beweg In g en 4. Urgentie voor het versneld doorvoeren van duurzame transities e De pandemie laat zien dat er een verband is tussen het menselijk welzijn en de en de Im pact Ö Pp Amste rda m gezondheid van de aarde. De vraag is of we wel terug kunnen naar economische systemen waarin onbelemmerde groei centraal staat. Het belang van het creëren van schone lucht, het verminderen van broeikasgassen, het omgaan met klimaat- Corona is veel meer dan enkel een gezondheids- en daaruit voortvloeiende verandering en circulair maken van productie- en consumptieprocessen wordt in economische crisis. Het geeft ook versneld inzicht in een aantal mondiale bewegin- de huidige coronapandemie bevestigd. Het risico bestaat echter dat bedrijven gen. De afgelopen maanden zijn analyses opgeleverd, onder andere door het CPB, vanwege de crisis zich blijven focussen op hun kernactiviteiten om de crisis te SCP en PBL over de effecten van Corona op de samenleving, maar ook over hoe doorstaan. En dat daarbij ‘hogere! doelen als duurzaamheid, en een corporate economisch herstel eruit zou moeten zien en wat dat betekent voor de rol van de social responsability (CSR)-programma buiten de scope dreigen te vallen. Daarom stad. De bewegingen geven de richting aan die we hoogstwaarschijnlijk ook als is hier actief aandacht voor nodig. Amsterdam de komende jaren zullen inslaan. Dat biedt houvast voor de koers als reactie op de pandemie. Hieronder gaan we kort in op vijf bewegingen die 5. Groeiende kloof relevant zijn voor Amsterdam. Het risico bestaat dat de tweedeling in de stad alleen maar groter wordt, ook op economisch gebied. Corona heeft veel ongelijkheden zichtbaar gemaakt die In het algemeen leidt de pandemie tot een versnelling van een aantal maatschap- verborgen lagen in de samenleving. Digitale verkopers beconcurreren de detail- pelijke en economische ontwikkelingen. Dat versterkt de noodzaak om hierop ook handel meer en meer. En er zijn bedrijven die moeilijk mee kunnen met de het economisch beleid aan te passen. digitaliseringsslag. Gelijkheid zal daarmee een waarde moeten zijn, die zal terugkomen in de wijze 1. Kortere handelsketens met meer focus op betrouwbaarheid waarop we de economie herstellen en investeren in de toekomst. Veel van de Amsterdamse internationaal opererende bedrijven hebben zeer globale handelsketens waardoor zij afhankelijk zijn voor grondstoffen of product- Bovenstaande vijf bewegingen maken duidelijk dat in het herstellen van de onderdelen uit het buitenland. Lange handelsketens maken Amsterdamse bedrij- economie aandacht besteed moet worden aan thema's als digitalisering en ven kwetsbaar in tijden van recessie. Deze bedrijven voelen nu de noodzaak om duurzaamheid en dat er veel kansen liggen in het versterken van sectoren die dit om te buigen naar een meer betrouwbare en bestendige handelsketen. Meer hierin reeds groei laten zien. Maar de economie van de stad draait niet alleen focus dus op veerkracht en betrouwbaarheid, in plaats van op efficiency. Dit op groeisectoren. Daarom blijft het ook belangrijk sterk te blijven in de sectoren betekent dat er meer focus op kortere ketens komt waarin lokale en regionale van ‘nu’, zoals de detailhandel en de vrijetijdseconomie. Deze sectoren zullen netwerken een grotere rol spelen. wel een transitie moeten doormaken. Het besef dat de stad en haar voorzieningen een beperkte draagkracht hebben en dat het nodig is om daar verantwoord mee 2. Versnelde digitalisering om te gaan, staat meer en meer centraal. Er vindt een enorme toename plaats van technische en digitale toepassingen in sectoren als gezondheidszorg, onderwijs, voedsel en goederen. Deze toepassin- gen zullen verder worden uitgewerkt op andere terreinen, zoals kantoren. Dit zal effect hebben op de banen in de stad, als ook op de gerelateerde terreinen zoals © logistiek. Ook is dit van grote invloed op het MKB, die nu gevraagd wordt om ook & een versnelde digitaliseringsslag te maken. © Door de hoge mate van digitale connectiviteit heeft de MRA bewezen dat economische activiteiten in tijden van crisis goed kunnen doorgaan, door thuis- ® werken en het gebruik van digitale producten. De MRA bewijst een digitale stad te & ® zijn. Die sterkte kunnen we verder benutten. Bijzondere aandacht verdient de veranderende en vaak kwetsbaarder wordende positie van de factor arbeid in de d digitaliserende economie. De discussies rond het rapport van de commissie Borstlap zijn daarom ook op lokaal niveau van belang. Zeker voor een stad als ® Amsterdam, waarin bijna 50% van de beroepsbevolking een flexibele baan heeft. 3. Meer aandacht voor gezondheid De pandemie leidt ook tot een sterke beweging richting gezond(er) leven: er is N meer aandacht voor een gezonde levensstijl, zoals eetpatroon en gedrag. Dat leidt onder meer tot een focus op ‘de gezonde stad’ en aandacht voor het gezondheids- management van openbare ruimte. Het sterk opkomende health en life sciences cluster in de Amsterdam krijgt hierdoor nog eens een extra impuls. GP 14 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 15 ® Á Eco nom isch herstel- en aan een nieuwe baan of andere bedrijfsactiviteit willen beginnen, hebben passende investeri nas an mster am bij- of omscholing nodig om zich aan te kunnen passen aan de nieuwe realiteit. gsplan A d Dit investeringsplan en ook de investeringen in zes banenmotoren voor een duurzame economie en het herstel van de kades en bruggen leveren waardevolle De afgelopen jaren heeft Amsterdam gewerkt aan versterking van de economische werkgelegenheid op. Mede door private investeringen te stimuleren wordt de structuur van de stad via de inzet op de thema's talent- en arbeidsmarktontwikke- economische dynamiek op gang houden en daarmee de werkgelegenheid voor ling, kennis(-ontwikkeling) en innovatie, bevordering ondernemersklimaat, schaal- mensen in Amsterdam en de MRA. Het is de wens van het college en de gemeen- sprong en verbetering van het internationaal vestigingsklimaat. Het doel hiervan is teraad dat bij deze investeringen ook wordt gezorgd dat Amsterdammers mee- om “de economische basis voor ons toekomstig welvaartspeil te verbreden en profiteren van deze werkgelegenheid. Daarom worden zowel de gemeentelijke als minder volatiel te maken bij toekomstige crises, waarbij Amsterdam economisch de private investeringen eerder verbonden aan werkgelegenheidsprogramma's wendbaar en toch robuust is”. De huidige crisis onderstreept het belang van deze gericht op van werk-naar-werk, zij-instroom en de om- en bijscholing van mensen. doelstelling en van de inzet op deze thema's via verschillende actieprogramma's.” Dit doen we door afspraken te maken met de betrokken werkgevers en uitvoer- De inzet hierop zal dan ook worden gecontinueerd. Uiteraard wordt per program- ders over het opleiden van potentiële arbeidskrachten en toeleiding naar de ma bekeken of activiteiten nog steeds aansluiten bij de huidige situatie en daar (toekomstige) vraagsectoren. De uitvoering van deze afspraken verloopt via de waar nodig worden accenten verschoven of worden activiteiten in de tijd naar verschillende publiek-private samenwerkingsverbanden, met daarin branche- voren getrokken. organisaties, werkgevers en onderwijsinstellingen. Daarbij wordt het netwerk van het Werkgeversservicepunt Groot Amsterdam (WSP), Bureau Social Return en van De huidige SESA“-middelen bieden daarnaast de mogelijkheid om projecten het Regionaal Werkcentrum benut en sluiten we aan bij House of Skills en de van externe stakeholders die inhoudelijk aansluiten op de actieprogramma's te Metropoolregio Amsterdam. financieren. In de kaders hieronder wordt een aantal van de projecten waarin we de komende periode investeren uitgelicht. De SESA-middelen zijn hiermee Het recent opgerichte Regionaal Werkcentrum Groot Amsterdam (RWC) speelt echter nog niet volledig uitgegeven, waardoor de mogelijkheid om extra te een belangrijke rol in het verbinden van alle relevante werkgevers en organisaties. investeren in geschikte projecten blijft bestaan. We zijn en blijven hierover de Deze netwerkorganisatie is een samenwerking tussen publieke en private partijen komende periode in gesprek met onze partners in de stad. die gericht is op het aan het werk houden van mensen waardoor uitstroom naar een uitkering wordt voorkomen. De verbinding tussen krimp en groeibranches is Gp In aanvulling op de lopende acties van de verschillende programma's laten de nadrukkelijk onderdeel van de inzet van het RWC. Zo is er bijvoorbeeld, vanwege in het hoofdstuk hiervoor genoemde bewegingen de noodzaak zien om waar de grote impact van de coronacrisis op de luchtvaartsector, een dependance van mogelijk bestaande programma's aan te vullen met nieuwe activiteiten of maat- het RWC ingericht op Schiphol. En er worden zogenoemde ‘transitiepaden’ regelen. Dit investeringsplan gaat in op de extra activiteiten die worden ontplooid, gemaakt naar de vraagsectoren. ondersteund dan wel gestimuleerd om het herstel uit de crisis te versnellen. Uitgangspunt hierbij is de aandacht voor het vergroten van waardevolle werk Deze nieuwe inzet concentreert zich momenteel op de investeringen uit de zes gelegenheid dat door de twee centrale pijlers loopt: banenmotoren voor een duurzame economie. Maar ook onderdelen van dit 1. Versterken van de economische veerkracht. investeringsplan zoals het digitaliseringsoffensief of het herontwikkelen duurzame 2. Aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren. bezoekerseconomie / actieplan congressen, bieden daarvoor kansen. Vergroten van waardevolle werkgelegenheid In de begroting 2021 is daarnaast € 4 miljoen extra vrijgemaakt voor een program- Door de coronacrisis verdwijnt werk. Tegelijkertijd hebben de sectoren techniek, ma voor scholingsvouchers en cofinanciering en het vlot trekken van beschikbare ict, onderwijs en zorg nog steeds veel moeite vacatures te vervullen, leiden middelen voor om- en bijscholing. Een voorstel hiervoor wordt momenteel maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaat- en energietransitie tot nieuwe opgesteld. Meer inzicht in de concrete uitwerking van het derde steun- en banen, en veranderen technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering en herstelpakket en het bijbehorende sociaal pakket van het Kabinet, is daarbij van automatisering, het huidige werk. Meer dan ooit komt het erop aan om de belang. Het is de verwachting dat het voorstel in het eerste kwartaal 2021 aan de wendbaarheid en duurzame inzetbaarheid van mensen te versterken zodat zij zich gemeenteraad kan worden voorgelegd. kunnen aanpassen aan (toekomstige) schokken in de werkgelegenheid. Zowel mensen die hun huidige werk of zelfstandig beroep behouden, als mensen die 41 Versterken van de economische veerkracht 3 Deze collegeperiode zijn de volgende EZ actieprogramma's vastgesteld: Smart Health, Waarom? eeen ng Onderwijs-Arbeidsmarkt, Startup Amsterdam, Specifieke sectoren zoals de reis- en toeristische sector, detailhandel, cultuur- en 4 _ De Subsidieregeling voor economische structuur- en arbeidsmarktversterking (SESA) is een evenementensector zijn extra kwetsbaar gebleken en worden bijzonder hard nadere regeling onder de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA). Het doel van geraakt door de crisis. Veel MKB-ondernemers hebben het zwaar. Digitalisering deze regeling is om ruimte te creêren voor, en richting te geven aan, de bestedingen vanuit het speelt een cruciale rol bij het vergroten van de overlevingskansen van het MKB, investeringsbudget voor economische structuur- en arbeidsmarktversterking 2019-2022. Van het . … . oorspronkelijk beschikbare gestelde budget (€ 33 miljoen) is momenteel nog € 11 miljoen vrij maar de versnelde digitaliseringsslag blijkt voor het MKB heel moeilijk om te beschikbaar. maken, startups hebben moeite om hun business model aan te passen en 4 6 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 17 bedrijven missen expertise of netwerken die in tijden van crisis gevraagd worden. € 0.9 miljoen voor aantrekkelijke winkelgebieden Het behoeft daarnaast geen betoog dat ook een flink deel van de winkels een Winkelgebieden zijn al enige jaren sterk in verandering door onder andere de grote terugval in omzet ziet, waardoor winkelstraten verder onder druk komen te staan. toename van online verkoop. De huidige crisis heeft deze trend versneld. Nu bezoekers wegblijven, wordt bovendien duidelijk dat het winkel- en horeca-aanbod De steunpakketten van het rijk moeten hier de grootste lasten verlichten. in met name het Centrum te eenzijdig is samengesteld en dus extra kwetsbaar is in Amsterdam zet daarnaast in op ondersteuning die de weerstand en schokbesten- een crisis als deze. Dit leidt ertoe dat risico's als leegstand, ondermijning en verlies digheid van bedrijven vergroot en ook op langere termijn leidt tot een gezonde en van aantrekkelijkheid van een gebied snel toenemen. diverse economie. De Straatgerichte aanpak aantrekkelijke winkelgebieden krijgt daarom een extra Hoe? impuls, te beginnen in een aantal centrumgebieden in Oost, Zuid, West en Centrum. Door samenwerking binnen de lopende programma's wordt extra ondersteuning Om grip te krijgen op de straat en de veranderingen is het ontwikkelen van net- geboden aan of ten behoeve van: werken en samenwerkingsverbanden tussen het lokale MKB, vastgoedeigenaren en m Ondersteunen van MKB. de gemeente essentiëler dan ooit. Samen signaleren en werken aan herstel, kansen =m Duurzame bezoekerseconomie. pakken en elkaar versterken is hard nodig om te komen tot een toekomstbestendige m Aantrekkelijke winkelgebieden. buurteconomie. € 0.6 miljoen voor ondersteunen van MKB Markten maken deel uit van aantrekkelijke winkelgebieden en zijn onlosmakelijk De crisis noopt ondernemers op een andere manier naar hun ondernemerschap te verbonden met Amsterdam. En ook markten hebben het zwaar nu. Daarom zetten kijken. Zij moeten veel van wat ze doen en hoe ze dat doen opnieuw uitvinden. we, samen met marktondernemers en uiteraard binnen de geldende veiligheids- Dat vraagt nieuwe kennis, vaardigheden en netwerken. Vanuit de actieprogramma's voorschriften, in op meer promotie voor ‘Amsterdam als marktstad’ en individuele zal de komende periode ondersteuning worden geboden op vraagstukken als: hoe markten binnen een winkelgebied. Ook zetten we in op versterking van de collectivi- pas ik mijn businessmodel aan, hoe zorg ik ervoor dat mijn bedrijfsplannen teit op markten, zodat betere samenwerking plaatsvindt met winkeliers. Daarnaast investeringsgereed zijn en ik daarmee kapitaal kan ophalen en hoe kan ik nieuwe verkennen we hoe we voedselproducenten uit de MRA met hun lokale producten markten verkennen. We gaan de MKB-ondernemers helpen door relevante kennis een (tijdelijke) seizoensplek kunnen geven op de markt, en of we afhaal- en breng- en netwerken voor een grote groep beschikbaar te maken, en bedrijven met diensten voor lokale winkeliers en marktondernemers kunnen ontwikkelen. Dat internationaliseringsambities faciliteren om nieuwe markten te verkennen. verhoogt de aantrekkelijkheid van een markt en sluit goed aan op de voedsel- Daarnaast ondersteunen we MKB'ers om in versneld tempo digitaler te onderne- strategie en het initiatief vanuit MKB Amsterdam inzake Amsterdam Food Capital. men en daarmee weerbaarder te worden. € 2.5 miljoen voor herontwikkelen duurzame bezoekerseconomie Herstel van de bezoekerseconomie van Amsterdam is een complexe opgave. Uitgelicht Het is noodzakelijk de (inter)nationale bezoekersstromen beheersbaar te houden, gezien de huidige veiligheidsvoorschriften. De stad is nu eenmaal dichtbevolkt MKB Digitaliseringsoffensief (uit structuurmiddelen) en de ruimte in het historische centrum is beperkt. Bovendien heeft het college Amsterdam zet de komende jaren fors in op het verder digitaliseren van het MKB. aangegeven toe te willen naar een andere invulling van het toerisme. We willen Digitalisering speelt een cruciale rol bij het vergroten van de overlevingskansen niet terug naar de situatie van vóór corona, toen de overvloed aan bezoekers ten van het MKB. Bedrijven blijken in deze crisis ‘bang’ te zijn om de kansen van koste ging van de leefbaarheid van bewoners. De pandemie heeft daarbij ook digitalisering te missen, maar weten niet waar zij moeten beginnen. Zij geven aan aangetoond hoe kwetsbaar met name de binnenstad is, met een eenzijdig aanbod grote behoefte te hebben aan inzicht in welke kansen digitalisering biedt en aan dat te weinig gericht is op Amsterdammers. ondersteuning om deze te verzilveren. Met het MKB Digitaliseringsoffensief helpen we MKB'ers daarom om in versneld tempo digitaler te ondernemen en Om te komen tot een ander soort bezoekerseconomie heeft amsterdam&partners daarmee weerbaarder te worden. een advies opgesteld, waarin ondernemers, culturele instellingen, onderwijs- instellingen, experts en bewoners aangeven hoe zij de toekomst van de bezoeker- Initiatieven gericht op verantwoorde heropening (uit transitiemiddelen) seconomie zien en zouden willen vormgeven. Dit advies kan een belangrijke stap & Team routekaart werkt aan routekaarten richting heropening voor onder andere zijn om samen met de (culturele) partners te bouwen aan een nieuwe vorm van mn horeca en congreslocaties en brengt initiatieven verder die gericht zijn op een toerisme en een meer op kwaliteit gerichte bezoeker. Het actieplan congressen en / verantwoorde heropening na de lockdown. Het doel is slim en beheerst te kunnen geeft al een belangrijke concrete eerste invulling hieraan. Het herstelplan voor afschalen als de Covid maatregelen worden versoepeld. Uiteraard binnen de de kunst- en cultuursector van de stad levert een bijdrage aan het behoud en landelijke kaders en de noodverordening. versterken van de (inter)nationale reputatie van Amsterdam op het gebied van cultuur en erfgoed. En de Aanpak Binnenstad werkt aan een uitvoeringsplan The Female Hub (onder voorbehoud van subsidietoekenning) dat ervoor moet zorgen dat het centrum van Amsterdam weer een echt centrum Met de Female Hub versterken we in samenwerking met een twintigtal van de stad is, waar Amsterdammers en mensen uit de regio graag komen en Amsterdamse organisaties de positie en kansen van vrouwelijke ondernemers en waar de bezoeker welkom is maar de bewoner op één staat. vrouwen in technologie binnen de MRA. Dat gebeurt met een programmering waarmee (verbeterde) toegang wordt geboden tot relevante netwerken, en expertise aan ambitieuze vrouwen. 4 8 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 19 a m Acquisitie: het aantrekken van buitenlandse bedrijven en accountmanagement Uitgelicht (vervolg) op aanwezige buitenlandse bedrijven. m Trade&innovate; het ondersteunen van bedrijven uit de MRA bij de mn) Actieplan congressen (uit transitiemiddelen) internationale ambities. eee Met het Actieplan Congressen zet Amsterdam stevig in op congresacquisitie. m IN Amsterdam; het ondersteunen van internationale kenniswerkers die aaa Deze moet in de toekomst anders en slimmer. Van het oude congresmodel gericht noodzakelijk zijn voor de groei in de MRA. op kwantiteit werken we naar een nieuw model gericht op kwaliteit, waarbij we congressen benaderen als instrument met meerwaarde voor Amsterdam (van ‘hut’ In recente jaren leverde dat de komst van gemiddeld 150 internationale bedrijven naar ‘hub'). Daarnaast informeren we bezoekers hoe ze veilig, slim en gezond naar per jaar op, die meer dan 3000 arbeidsplaatsen per jaar creëerden. Ook werden en door onze stad kunnen reizen, rekening houdend met drukte. Onze ambitie jaarlijks tientallen bedrijven geholpen om in het buitenland actief te zijn. En zijn richting 2025 en verder is om Amsterdam te positioneren als een duurzame en in 2019 zo'n 17.500 internationals, partners en kinderen ondersteund door innovatieve congresstad. Daarmee trekken we zakelijke bezoekers die weinig IN Amsterdam bij hun vestiging in Nederland. Al deze inzet levert extra econo- overlast veroorzaken, interesse hebben in de kunst en cultuur die Amsterdam mische groei op, vooral door de creatie van kennisintensieve werkgelegenheid. te bieden heeft en gebruik maken van de hoogwaardige hotels. Kennisintensieve werkgelegenheid brengt naast economische groei ook betere economische robuustheid voort in tijden van recessie. Daarnaast kan iedere nieuwe hooggekwalificeerde baan in de technologie een katalysator zijn voor 4.2 Aanjagen van vernieuwing in duurzame maximaal vier’ nieuwe niet-gerelateerde banen, zowel laaggeschoold als middel- groeisectoren baar geschoold. En door te investeren in innovatief ondernemerschap kan Amsterdam haar ondernemers, van startups, MKB-ers tot snelgroeiende bedrijven, Waarom? helpen concurrerend te blijven en kan de MRA voorop lopen in de ontwikkeling Vanuit de EU en Nederland wordt op grote schaal ingezet op missiegedreven van nieuwe technologieën. herstel”. Amsterdam draagt hieraan bij door intensief samen te werken aan KS maatschappelijke uitdagingen met verschillende partijen in de stad: ondernemers, Hoe? kennisinstellingen, maatschappelijke instellingen en de overheid. Het aanjagen van vernieuwing in duurzame groeisectoren vindt plaats langs drie lijnen: Via verschillende lopende programma's en innovatie agenda's wordt al geïnves- m Versterken van innovatieve ecosystemen. teerd in de brede ontwikkeling van de kenniseconomie en het innovatieve vermo- m Investeren in duurzame groeimarkten. gen van Amsterdamse ondernemers. In aanvulling hierop gaan we de komende = Hulp bij verduurzamen. periode in nauwe samenwerking met alle stakeholders inventariseren wat extra nodig is om de verschillende ecosystemen in de stad te laten floreren, en hier € 1.2 miljoen voor het versterken van innovatieve ecosystemen vervolgens naar te handelen. Dat zal de basis zijn voor het creëren van nieuwe, Amsterdam zet met AlB, Amsterdam Smart City en de programmma'’s Startup duurzame banen. We richten ons hierbij met name op ecosystemen rond thema's Amsterdam, Smart Mobility, Innovatieagenda Klimaat & Energie, Circulair inno- die als maatschappelijke uitdagingen benoemd zijn, te weten: vatie- en uitvoeringsprogramma, Agenda Digitale stad en Life Sciences&Health volop in op het faciliteren en ondersteunen van de verschillende ecosystemen die m Circulaire economie: circulair fashion; regionale voedselstrategie, etc. zich richten op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Deze ecosystemen m Energie transitie: aardgasvrij; waterstof, opslag, etc. bestaan uit binnen- en buitenlandse bedrijven (waaronder startups en scale-ups, m Schone mobiliteit: elektrisch en deel vervoer; MAAS; stadlogistiek, etc. maar ook MKB en corporates), kennisinstellingen en overheidsinstellingen. De m Gezondheid: gezonder leven; data; vergrijzing, etc. gemeente is faciliterend, waardoor stakeholders (a) zicht op en toegang krijgen m Veilige en eerlijke digitale stad. tot andere partners in het ecosysteem en (b) antwoorden en hulp krijgen bij hun uitdagingen, zoals het vinden van nieuwe markten, talent en kapitaal. Daarnaast De inbreng van binnen- en buitenlandse bedrijven in deze maatschappelijke gaan we bedrijven pro-actief ondersteunen bij hun zoektocht naar innovatie(s) uitdagingen is van cruciaal belang bij het laten floreren van de ecosystemen. of juist bij het vermarkten van hun innovatieve idee of product. Dit geheel zal Buitenlandse bedrijven brengen innovaties, denkkracht en middelen mee die innovaties versnellen en daarmee economische groei bevorderen. lokale en regionale bedrijven (en daarmee het ecosysteem) helpen en de werk- gelegenheid vergroten. Andersom hebben regionale bedrijven het buitenland Om de verschillende ecosystemen te versterken zet AIB strategische acquisitie in. nodig om echt door te breken. We weten dit uit ervaring: met Amsterdam Dat betekent dat zij heel gericht kijkt welke internationale bedrijven kunnen International Business (AIB) zet de gemeente al jaren in op de noodzakelijke bijdragen aan eerdergenoemde maatschappelijke uitdagingen, en deze in contact internationale verbondenheid. Dit gebeurt door: laat komen met de stakeholders uit onze ecosystemen. Doel hierbij is om bedrijven àl aan te trekken die met innovaties onze stad en regio versterken en gericht zijn op 5 _ Zie onder andere: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst, https://www.rathenau.nl/ 6 https://www.kennisbanksocialeinnovatie.nl/kennis/oeso-rap port-over-innovatiebeleid- en/knowledge-ecosystems/mission-driven-innovation-policy-what-how-why, nederland-2014/ https://ec.europa.eu/info/horizon-europe/missions-horizon-europe_en On 20 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 21 de creatie van diverse duurzame banen voor de arbeidsmarkt in Amsterdam. Uitgelicht AlB werkt hiervoor samen met de regio. Sa Aanvulling SESA subsidie (uit transitiemiddelen) € 4.4 miljoen om te investeren in duurzame groeimarkten _ Het bestaande SESA-instrumentarium wordt aangevuld met financiële middelen. Het instrumentarium wordt aangevuld met financiële middelen: aanjaagbudget. Te Hiervoor wordt een verbijzonderde Covid-paragraaf ontwikkeld waardoor het voor Hiermee gaan we actief in gesprek met stakeholders die duurzame banen en @= stakeholders makkelijker wordt aanspraak te maken op deze subsidie. innovaties op onze maatschappelijke uitdagingen kunnen bieden, aansluitend op Gan onze innovatieagenda en programma's. Beschikbaar stellen van aanjaaggeld (uit transitiemiddelen) Geld om toegang tot meer geld te krijgen. Het is meer dan ooit nodig om vernieu- € 0.8 miljoen voor hulp bij verduurzamen En’ wende ideeën en projecten te combineren en optimaliseren, en meer samen te Het is van belang te blijven investeren in duurzaamheid langs de ingezette lijnen _—_—_ werken om tot projecten met impact voor de economie te komen. Het MKB heeft van de bestaande duurzaamheidsprogramma'’s binnen de Routekaart Nm de tijd en middelen vaak niet om deel te nemen aan projecten, een businessplan te Klimaatneutraal: Verduurzaming zakelijke markt en Haven&lndustrie. Tegelijkertijd @E= schrijven of partners te zoeken. Daar gaan we ondersteuning bij bieden door zet het college in op duurzaam herstel door op specifieke terreinen, gebundeld in professionalisering van projecten, en advies over funding strategies en de inzet van een duurzaam-herstelpakket, investeringen te versnellen. Dit geeft een economi- Amsterdamse (MRA) consortia van bedrijven, wetenschappers en maatschappelijke sche impuls, leidt tot werkgelegenheid en resulteert in een diverse economie. partners als cofinanciering voor nationale en internationale stimuleringsfondsen, Het doel van deze lijn is het ontlokken van extra investeringen die leiden tot een zoals ReactEU. multiplier effect. De investeringen komen daarmee ten goede van het MKB. Eén van de grootste drempels voor MKB'ers om over te gaan tot een investering is Hulp bij verduurzamen (uit transitiemiddelen) het gebrek aan financiële middelen. De coronacrisis heeft dit alleen maar versterkt. ZL Het is van belang te blijven investeren in duurzaamheid langs de ingezette De programma’s zullen zich daardoor steeds meer richten op financiële onder- —_ lijnen van de bestaande duurzaamheidsprogramma'’s binnen de Routekaart steuningsmogelijkheden om over te gaan tot verduurzaming. @E= Klimaatneutraal: Verduurzaming zakelijke markt en Haven&lndustrie. Het doel mm is het ontlokken van extra investeringen die leiden tot een multiplier effect. Het programma Verduurzaming zakelijke markt richt zich op het verduurzamen van De investeringen komen daarmee ten goede van het MKB. alle bedrijfseconomische activiteiten in de commerciële dienstverlening, zoals horeca en groot- en detailhandel. Het programma heeft als doel het creëren van In ontwikkeling: Labruimte versnellingsfonds (onder voorbehoud een (groter) draagvlak voor verduurzaming bij bedrijven (ondernemers), waarmee van subsidietoekenning) bedrijven worden geactiveerd om te investeren in energiebesparende/duurzame Er is op dit moment zeer beperkt lab-en onderzoeksruimte beschikbaar voor maatregelen. onderzoekers en innovatieve bedrijven in de healthsector. Hierdoor hebben al verschillende bedrijven besloten om zich niet in Amsterdam te vestigen of zich te Het programma Haven&lndustrie richt zich op de energietransitie in de haven. heroriënteren op andere landen. Met het opzetten van een fonds kunnen we de Binnen enkele decennia moeten industrie en havens volledig omschakelen naar @ risico's van de ontwikkelaar/belegger, die gepaard gaan met het ‘op voorraad’ duurzame vormen van energie. De inzet is om gezamenlijk met het havenbedrijf ontwikkelen van labruimte, zoveel mogelijk beperken. De ontwikkelaar krijgt uit succesvolle duurzame pilots op te schalen tot industrieel niveau en de juiste het fonds de garantie dat als er in de eerste jaren van de ontwikkeling leegstand is, startups en pilot installaties aan te trekken, om zo de Amsterdamse haven te een deel van de de kosten gedekt worden uit het fonds. Het uitgangspunt is om de positioneren als duurzame hub, werkgelegenheid te stimuleren en te voorkomen komende 4 jaar jaarlijks 10.000 mé labruimte in ontwikkeling te laten brengen door dat veelbelovende duurzame bedrijven het havengebied verlaten. marktpartijen. Dit zijn ontwikkelaars, beleggers en/of eindgebruikers. In ontwikkeling: Quantumhub (onder voorbehoud van subsidietoekenning) Samen met partners als de Universiteit van Amsterdam, Centrum voor Wiskunde & Informatica, QuSoft en andere publieke en private stakeholders, heeft de gemeente Amsterdam de ambitie om op het Amsterdam Science Park een Quantum-hub te ontwikkelen. Dit fysieke centrum moet kennistranster, publiek- private samenwerking en talentontwikkeling bevorderen, terwijl het gelijktijdig private investeringen in quantumsoftware en -toepassingen aantrekt, waarmee Amsterdam zich van een koppositie binnen deze wereldwijde groeimarkt verzekert. In ontwikkeling: Valorisatiegebouw in het kenniskwartier op de Zuidas (onder voorbehoud van subsidieverstrekking uit structuurmiddelen) We stimuleren de (ruimtelijke) ontwikkeling van Amsterdamse kennisparken, omdat ê ê Ze kennisintensieve werkgelegenheid niet alleen meer economische groei brengt, ° maar vooral ook betere economische robuustheid. In dit kader zijn we in vergevor- derde gesprekken over het realiseren van een nieuw te ontwikkelen valorisatie- gebouw gericht op academisch ondernemerschap in het kenniskwartier op de Zuidas. 22 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 Economisch herstel- en investeringsplan Amsterdam, 2021-2024 23 5 Fi ® ® mmm inanciering GEACT EU 5.1 Beschikbare middelen Als onderdeel van het economisch herstelpakket dus niet op innovatie, en ook niet op het landelijk hebben de Europese regeringsleiders een akkoord breed grootschalig opschalen. Binnen het budget van De gemeente heeft op dit moment € 21 miljoen rechtstreeks beschikbaar voor bereikt waarmee extra middelen beschikbaar worden de gemeente Amsterdam komen ook projecten in investeringen in de economische structuur van de stad. Dit betreft: gesteld die aan het huidige programma Kansen voor aanmerking die de mismatch op de arbeidsmarkt m Transitie naar diverse economie West 2014 — 2020 worden toegevoegd. Het gaat voor aanpakken in sectoren die door de crisis zijn getroffen, (transitiemiddelen’, nieuw budget) € 10 miljoen Amsterdam/MRA om een injectie van ongeveer € 15,5 mits deze gericht zijn op vergroening of digitalisering. m Economische structuur- en arbeidsmarktversterking miljoen in 2021. Het bedrag voor 2022 wordt in de (structuurmiddelen’, bestaand budget) € 11 miljoen loop van 2021 bekend. De middelen moeten vóór eind Begin 2021 zullen de eerste openstellingen voor 2023 via projecten zijn besteed. ReactEU worden gepubliceerd. Amsterdam zal hierin, In het kader van dit economisch herstel- en investeringsplan kan de gemeente waar mogelijk, samen optrekken met de provincie verder gebruik maken van diverse aanvullende landelijke en Europese budgetten Bij ReactEU gaat het om ‘Investeringen in de transitie Noord-Holland. Aanvragen worden behandeld op die in reactie op de COVID-crisis zijn vrijgemaakt. Zo is bijvoorbeeld via EFRO- naar een groene-digitale economie’. Dan valt te volgorde van binnenkomst, waarbij de datum van de financieringslijn (in de vorm van REACT EU) voor de stad Amsterdam € 7 miljoen denken aan het doorontwikkelen van concepten die nu volledige aanvraag bepalend is. extra beschikbaar gekomen voor ‘groene’ en/of ‘digitale’ investeringen die vanwege corona dreigen stil te vallen. De nadruk ligt bijdragen aan economisch herstel. Overigens is via REACT EU ook nog eens (afgerond) € 8,5 miljoen bestemd voor regionale/MRA aanvragen. Hier kunnen Amsterdamse aanvragen mogelijk ook mee worden gefinancierd, zij het niet uitsluitend. Ook deze middelen zullen aangesproken worden bij de nadere 5.2 Inzet van extra transitiemiddelen ten behoeve invulling van de nu voorliggende herstel- en investeringsagenda. van een diverse economie Daarnaast wordt samen met publieke, private en maatschappelijke partners in de MRA gewerkt aan de ontwikkeling van de regionale investeringsagenda waarmee Voor de transitie naar een diverse economie is door de coalitiepartijen in we aanspraak willen maken op de middelen uit het Nationaal Groeifonds en Amsterdam € 10 miljoen extra vrijgemaakt om te investeren in de economische aanvullende Europese fondsen. structuur van de stad. Hieronder staat het voorstel voor de inzet van deze middelen. Tevens werken we hard aan de oprichting van een regionaal investeringsvehikel en zijn we in gesprek met MRA-partners, de provincie Noord-Holland en het ministe- Le rie van EZK om van dit vehikel (Invest MRA) een Regionale Ontwikkelmaatschappij EN te maken. Hiermee krijgt het financieringslandschap in de regio een belangrijk publiek (bedrijfs- en innovatie-) financieringsinstrument erbij. De gemeente Omschrijving Investering Amsterdam heeft voor deze ontwikkeling € 40 miljoen ter beschikking gesteld. bedragen *1 miljoen) Dat bedrag is in eerste instantie bedoeld om te investeren in de energietransitie |. Versterken economische Aantrekkelijke winkelgebieden 0,9 en circulaire economie. Belangrijk doel is om hiermee als regio private en publieke veerkracht . . . . . Herontwikkelen duurzame bezoekerseconomie 2,5 investeringskracht te bundelen en daarmee te werken aan economisch herstel en groei van werkgelegenheid. Initiatieven gericht op verantwoorde heropening 0,2 Subtotaal 3,6 Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM)/Invest-MRA Il. Ontwikkelen en aanjagen van Faciliteren groeisectoren 1,2 duurzame groeimarkten en transities Faciliteren in duurzame groeimarkten: aanjaagbudget 1,0 Als alle lichten Ee 2021 op groen staan, is en en circulariteit. Het fonds is Een investerings- Aanvullen SESA middelen met Covid paraaf 3,4 MRA doorontwikkeld naar een ROM dat twee dingen fonds, er is dus geen sprake van subsidie. Het fonds gaat doen: (1) het ondersteunen van bedrijven in de neemt deel en investeert in bedrijven en consortia van Hulp bij verduurzamen 0,8 MRA en Noord-Holland Noord om consortia te bedrijven die cruciaal zijn voor de maatschappelijke Subtotaal 64 vormen en nieuwe technologieën te ontwikkelen tot opgaven waar we in de regio voor staan. De omvang ' een haalbaar businessplan (business development) en van het fonds bedraagt initieel € 100 miljoen. Het Totaal 10,0 (2) het investeren in kansrijke technologieën die niet fonds is revolverend. Met het Ministerie EZK zijn voldoende middelen uit alleen de markt kunnen halen __ Amsterdam en Noord-Holland in gesprek over de (ROM/Invest-MRA fonds). De doelstelling van beide reikwijdte van het fonds en de activiteiten die onder elementen gezamenlijk is om bij te dragen aan het de ROM kunnen vallen. realiseren van maatschappelijke transitieopgaven op Gemeente Amsterdam Economische Zaken November 2020 amsterdam.nl
Onderzoeksrapport
13
train
x% Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 808 accent Behandeld op 2 juli 2020 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Taimounti, Kreuger en Boomsma inzake de Voorjaarsbrief 2020 (internationale concurrentiepositie in kaart brengen) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsbrief 2020. Constaterende dat: - De grote Europese steden om ons heen (Brussel, Frankfurt, Parijs, Barcelona enzovoort) extra investeren om bezoekers weer aan te trekken; - Dit nadelig kan uitvallen voor onze internationale concurrentiepositie. Denk daarbij aan het aantrekken van bezoekers of reserveringen voor congressen. Overwegende dat: = Het belangrijk is om in kaart te brengen welke investeringen de grote steden om ons heen doen om daarmee een goed beeld te krijgen van de kansen en bedreigingen voor Amsterdam. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De internationale concurrentiepositie van Amsterdam in kaart te brengen met betrekking tot het aantrekken van bezoekers en daarbij ook specifiek aandacht te besteden aan de kansen en bedreigingen voor onze stad. De leden van de gemeenteraad M. Taimounti K.M. Kreuger D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
% Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad x Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 049 Behandeld op 10 februari 2021 Status Verworpen bij de schriftelijke stemming van 15 februari 2021 Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Leveringszekerheid-monitor Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie. Constaterende dat: -__Zon- en windenergie een beperkte leveringszekerheid hebben omdat zij afhankelijke zijn van de weersomstandigheden. - Naarmate het aandeel zon- en windenergie groter wordt de leveringszekerheid in het geding kan komen. Overwegende dat: - Amsterdammers altijd energie nodig hebben. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: Samen met de netbeheerders en energieleveranciers een leveringszekerheid-scan op te zetten die de leveringszekerheid monitort met als doel deze vervolgens ook te kunnen garanderen. Het lid van de gemeenteraad K.M. Kreuger 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 7 juli 2021 Ingekomen onder nummer 343 Status Verworpen Onderwerp Motie van de leden Poot, Martens, Mbarki, Biemond en Boomsma inzake Voorjaarsnota 2021 — ‘Rode loper voor bedrijven die werkgelegenheid brengen’ Onderwerp Voorjaarsnota 2021 — ‘Rode loper voor bedrijven die werkgelegenheid brengen’ Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2021. Constaterende dat: — _ Amsterdam harder geraakt is door de coronacrisis dan andere steden en regio’s in Nederland; — _ Dit mede komt door de afhankelijkheid van de Amsterdamse economie van toerisme en ho- reca. Overwegende dat: — Voor het behoud van de middenklasse in Amsterdam werkgelegenheid belangrijk is; — Het belangrijk is om bedrijven naar Amsterdam te halen die werkgelegenheid brengen; — Het goed zou zijn om deze bedrijven te helpen zich te vestigen in Amsterdam. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders — _Een'rode loper voor bedrijven die werkgelegenheid met een eerlijke beloning brengen’ te ont- wikkelen; — Waarbij bedrijven, onder andere, niet uitputtend en als voorbeelden, een gemeentelijk aan- spreekpunt krijgen, hulp bij het zoeken naar locaties, hulp bij het aanvragen en verkrijgen van vergunningen en hulp bij het aantrekken van personeel; — Deze ‘rode loper’ actief te promoten en hiermee Amsterdam als vestigingsplaats extra onder de aandacht te brengen bij Nederlandse en buitenlandse bedrijven. Gemeente Amsterdam Status Verworpen Pagina 2 van 2 Indieners M.C.G. Poot C. Martens S. Mbarki H.J.T. Biemond D.T. Boomsma
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2072 Datum indiening 15 februari 2019 Datum akkoord 19 december 2019 Publicatiedatum 19 december 2019 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Marttin inzake informeel onderwijs in Amsterdam Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op 13 februari 2019 berichtten verschillende media over Turkse weekendscholen, die actief zijn in Nederland. Het gaat om een twaalftal scholen die onderwijs aanbieden aan Nederlandse jongeren met een Turkse achtergrond. De vrees bestaat dat deze vorm van informeel onderwijs integratie belemmert, antidemocratische opvattingen stimuleert en de rechtsstaat afwijst.” De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarom een onderzoek aangekondigd om meer zicht te krijgen op de aard en omvang van informele scholing in Nederland. De Amsterdamse fractie van de VVD is een voorstander van informeel onderwijs. Het kan leerlingen namelijk enorm vooruithelpen en een nuttige aanvulling bieden op het reguliere onderwijs, op tal van onderwijsterreinen. Wel wil de fractie van de VVD alle mogelijkheden aangrijpen om in te kunnen grijpen op het moment dat de vorm en inhoud van informeel onderwijs haaks staat op Nederlandse waarden en integratie belemmert. Gezien het vorenstaande heeft het lid Marttin, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de schriftelijke vragen van het lid Nanninga van 13 augustus 2018, namens de fractie van Forum voor Democratie (nr. 228.19) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Wat vindt het college van informeel onderwijs waarbij zaken onderwezen worden die haaks staan op de Nederlandse rechtsstaat en waarden? Antwoord: Dat keurt het college af. 2. Kan het college inzichtelijk maken hoeveel en wat voor soort Turkse weekend- en/of avondscholen er actief zijn in Amsterdam en wat hun bereik (aantal leerlingen) is? Zo nee, wil het college er bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op aandringen dat er in diens verkenning naar de aard en 1 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/02/1 3/kabinet-laat-informele-scholing-onderzoeken 1 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer cember 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 15 februari 2019 omvang van informeel onderwijs aandacht wordt besteed aan de situaties in grote steden, waaronder Amsterdam? Antwoord: Het college heeft geen onderbouwd inzicht in de aard en omvang van het informele scholing omdat de gemeente geen formele rol heeft bij informele scholing. Dit geldt voor alle vormen van informele scholing en ook voor Turkse informele scholing. Het college staat in contact met rijk over de landelijke verkenning die momenteel wordt uitgevoerd en heeft uw vraag daar ook neergelegd. Stadsdeel West heeft in 2017 een inventarisatie laten maken van het informele aanbod van moskeeën in West door het Verwey Jonker-instituut en zij kwamen tot ongeveer 1340-1550 leerlingen in West alleen. Het aantal leerlingen in de gehele stad ligt dus vele malen hoger, maar dit geeft wel een beeld van de omvang. Het informele onderwijs is echter dermate divers en wijdverspreid dat het niet mogelijk is om een sluitend overzicht te hebben. 3. Welke andere vormen van informeel aanvullend onderwijs in Amsterdam geven volgens het college aanleiding tot zorgen? Antwoord: Zoals gezegd heeft het college geen formele rol ten aanzien van informele scholing. Het college acteert op meldingen of signalen over misstanden, zowel wat betreft fysieke kindveiligheid als mogelijke extremistische uitingen in concrete situaties. De uitzending van Nieuwsuur over antidemocratische en anti-integratieve uitingen bij salafistische informele scholing baart het college ernstig zorgen. 4. Kan het college ingaan op de locaties waar dit onderwijs wordt aangeboden? Antwoord: Het college heeft geen inzicht in de locaties die door Nieuwsuur en NRC zijn onderzocht omdat zij niet willen delen om welke het gaat. In het afgelopen jaar is er één melding geweest over informeel onderwijs die primair ging over ongewenst gedrag van een begeleider, maar waarbij er ook ongenoegen was over enkele ongepaste ideologische opmerkingen. Hierover is ambtelijk contact geweest met betrokkenen en de organisatie om er voor te zorgen dat dit voor de melders intern goed wordt opgepakt. De melder wilde geen aangifte doen. 5. Wil het college de informatie over het curriculum van de Turkse weekendscholen met de raad delen, zodra de Turkse overheid deze heeft gedeeld met Nederland? Antwoord: Als het curriculum bekend is en via het rijk aan de gemeente Amsterdam is verstrekt zullen we de raad hierover informeren. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer cember 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 15 februari 2019 6. Houdt het college momenteel toezicht op deze scholen? Zo ja, hoe? Zo nee, ziet het college hiertoe mogelijkheden? Antwoord: Op dit moment houdt het college geen toezicht op informele scholing in Amsterdam. Een wettelijke basis hiervoor ontbreekt ook op dit moment. Er wordt geacteerd op basis van meldingen of signalen. In de contacten met het rijk over informeel onderwijs wordt nadrukkelijk gesproken over de wenselijkheid en mogelijke vormen van toezicht op het informeel onderwijs. 7. Is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) een verplichte eis voor docenten die informeel onderwijs geven? Antwoord: Nee dit is niet verplicht. Dit heeft te maken met het informele karakter waardoor er geen specifieke regels gelden vanuit de overheid. Uiteraard dient iedereen zich aan de (straf)wet te houden. 8. Heeft het college signalen dat ouders formeel of informeel onder druk worden gezet om hun kinderen naar dergelijke scholen te sturen? Zo ja, kan het college toelichten hoe dit gebeurt en door wie of welke instanties? Antwoord: Het college heeft hier in de afgelopen periode geen signalen over ontvangen. Kort na de mislukte coup in Turkije in 2016 waren er wel dergelijke signalen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 3
Schriftelijke Vraag
3
train
nz023020120 X Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, S EF D igitalisering, . , " : Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, Innovatie en Informatie % Amsterdam Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Democratisering (inclusief Bestuurlijk stelsel) Agendapunt 11 Datum besluit Nvt. Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het Actieprogramma AmsterDOEN De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief horende bij het Actieprogramma AmsterDOEN. Wettelijke grondslag Artikel 169 van de Gemeentewet, lid 1: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur; lid 2: zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Op 29 juni en 14 september 2022 is de Verkenning AmsterDOEN door de gemeenteraad besproken. In de vergadering van de gemeenteraad van 14 september 2022 heeft is bij de behandeling van de verkenning AmsterDOEN motie 299 van de leden Nadif (GroenLinks), Broersen (Volt), Schmit (D66) en Ahmadi (BlJ1) aangenomen. Daarin wordt het college gevraagd om 1. Samen met organisaties in de stad uit te werken hoe publieke-civiele samenwerking structureel kan bijdragen aan een sterke coöperatieve en democratische economie; 2. Een uitvoeringsplan op te stellen voor een Amsterdamse coöperatieve incubator met daarbij een aantal concrete pilots gericht op lokale vitdagingen. Reden bespreking Niet van toepassing. Uitkomsten extern advies AmsterDOENers dragen bij aan het dichten van de kloof tussen overheden en burger. Zij geven invulling aan het principe van subsidiariteit door maatschappelijke opgaven op te pakken met en in de buurt. Dit Actieprogramma is met hen, diverse wetenschappers, onderzoekers en ambtenaren vormgegeven en verder uitgewerkt. Geheimhouding Niet van toepassing. Uitgenodigde andere raadscommissies Niet van toepassing. Gegenereerd: vl.12 1 VN2023-020120 % Gemeente Raadscommissie voor MBO-agenda, Jongerenwerk, Sport en Recreatie, Digitalisering, % Amsterdam : Economische Zaken, Sociale Zaken, Opvang, Gemeentelijk Vastgoed, nnovatie en % Informatie Volwasseneneducatie, Democratisering Voordracht voor de Commissie SED van o4 oktober 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Motie 299.22 van de leden Nadif (GroenLinks), Broersen (Volt), Schmit (D66) en Ahmadi (BlJ1). Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. | Naam AD2023-068642 Commissie SED (a) Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Digitalisering en INnovatie, Nathalie van Loon, nathalie.loon@®amsterdam.nl, 06 2712 3811 Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 754 Datum indiening 26 juni 2018 Datum akkoord 14 september 2018 Publicatiedatum 17 september 2018 Onderwerp Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van het lid Poot inzake overtredingen tijdens de viering van een wedstrijd van het Marokkaanse elftal op het Mercatorplein. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: Op zondagavond 24 juni 2018 zijn aanhangers van de Turkse president Erdogan de straat opgegaan nadat bekend was geworden dat hij en de AKP de verkiezingen hadden gewonnen. De overlast concentreerde zich rond het Mercatorplein. Een dag later was het wederom raak op dit plein, nu na afloop van de wedstrijd Marokko- Spanje. Volgens berichtgeving zou er met vuurwerk zijn gegooid, werd er veel getoeterd, zijn er straten geblokkeerd en zijn er agenten en bussen bekogeld met eieren. Voor omwonenden van het Mercatorplein en omliggende straten is het een heftige ervaring om binnen zeer korte tijd meermaals geconfronteerd te worden met een grote massa. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op haar schriftelijke vragen van 25 juni 2018 inzake overtredingen tijdens de viering van de verkiezingsoverwinning van de Turkse president Erdogan en de AKP (nr. 753) — aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Zijn er maandagavond op en rondom het Mercatorplein en/of op andere plekken naar aanleiding van de wedstrijd van het Marokkaanse elftal boetes uitgeschreven voor onnodig claxonneren (95,00 euro indien verkeerd signaal, 260,00 — 380,00 euro in geval onnodig geluid veroorzaken)? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet? 2. Zijn er maandagavond op en rondom het Mercatorplein en/of op andere plekken naar aanleiding van de wedstrijd van het Marokkaanse elftal boetes uitgeschreven voor het afsteken van vuurwerk buiten de vastgestelde tijden (100,00 euro}? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet? 3. Heeft de politie vuurwerk in beslag genomen? 4. Zijn er maandagavond op en rondom het Mercatorplein en/of op andere plekken naar aanleiding van de wedstrijd van het Marokkaanse elftal boetes uitgeschreven voor het blokkeren van de weg en/of een kruispunt (230,00 euro)? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet? 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R weing Joa Gemeenteblad Datum 17 september 201g Schriftelijke vragen, dinsdag 26 juni 2018 5. Hebben er andere overtredingen plaatsgevonden tijdens deze viering? Zo ja, welke overtredingen waren dit en (hoe) is hier tegen opgetreden? Antwoord vragen 1 t/m 5: De politie geeft aan dat er geen boetes zijn uitgeschreven. In geval van feestuitingen na voetbalwedstrijden wordt al een aantal jaar een de-escalerende lijn gevolgd. Feestuitingen worden kortstondig toegelaten, de politie houdt toezicht en begeleidt zoveel als mogelijk het verkeer. Ingrijpen door de politie vergt een grote politie-inzet en kent een groot risico op verstoring van de openbare orde, vernielingen en geweld en staat niet in verhouding tot de — kortstondige — overlast als gevolg van claxonneren en verkeersdrukte. De ter plaatse aanwezige politiemensen hebben maatregelen getroffen om verkeersopstoppingen te voorkomen door kortstondig verkeer om te leiden en waar nodig op te treden tegen voertuigen die de rijbanen blokkeerden. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten en het optreden van politie bij onrechtmatig gedrag. Dit geldt zowel voor onnodig claxonneren, het afsteken van vuurwerk, blokkeren van de weg en/of eventuele andere overtredingen. De politie geeft desgevraagd aan dat er geen vuurwerk in beslag is genomen, en er geen boetes zijn uitgeschreven voor het afsteken van vuurwerk omdat niet bekend is bij de politie wie hiervoor verantwoordelijk waren. 6. Hebben omwonenden overlastmeldingen gedaan die gerelateerd zijn aan deze viering? Zo ja, hoeveel meldingen zijn dit en hoe is hier opvolging aan gegeven? Antwoord vraag 6: Er is een beperkt aantal overlastmeldingen bij de politie binnengekomen van bewoners. De politie is aanwezig geweest op het plein om toezicht te houden en het verkeer daar waar nodig in goede banen te leiden. Bij het gemeentelijk informatienummer 14020 zijn 3 overlastmeldingen binnen gekomen. Deze meldingen zijn separaat opgepakt. Dit betekent dat er, afhankelijk van het type melding, contact is opgenomen met de melder en/of de melding is besproken met politie, gemeentelijke handhaving en straatcoaches. 7. Klopt het dat de politie kentekens heeft genoteerd om overtreders later alsnog te beboeten? Welke mogelijkheden ziet het college daartoe? Antwoord vraag 7: Dit betreft een bevoegdheid van het openbaar ministerie. Het openbaar ministerie geeft desgevraagd aan dat daar, gezien de aard van de overtredingen en de capaciteit die dat vergt, geen inspanningen voor worden geleverd. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris 2
Schriftelijke Vraag
2
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 752 Publicatiedatum 5 juni 2019 Ingekomen onder B Ingekomen op woensdag 29 mei 2019 Behandeld op woensdag 29 mei 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid A.L. Bakker inzake de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden (openbaar maken van adviezen van de adviescommissie beschermwaardige houtopstanden) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden (Gemeenteblad afd. 1, nr. 562). Constaterende dat er geen afspraken zijn gemaakt over het al dan niet openbaar maken van de adviezen van de adviescommissie beschermwaardige houtopstanden; Overwegende dat zoveel mogelijk openbaarheid belangrijk is voor de transparantie van het bestuur. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de adviezen van de adviescommissie beschermwaardige houtopstanden openbaar te maken. Het lid van de gemeenteraad A.L. Bakker 1
Motie
1
val
VN2023-013163 ee Gite X Gemeente aars timanaungen toeren cormaneste ruswezsen AZ % Amsterdam gren $ Í Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Openbare Orde en Veiligheid Agendapunt 9 Datum besluit n.v.t. Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen over de onrechtmatige inzet van de wet Bibob bij het As- Siddiegbestuur De commissie wordt gevraagd kennis te nemen vande schriftelijke vragen van de fractie van DENK over de inzet van de wet Bibob bij het As-Siddiegbestuur en de beantwoording hiervan door het college. Wettelijke grondslag Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam: Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in. Bestuurlijke achtergrond De As-Siddiegscholen moesten op last van de gemeente Amsterdam een Bibob-onderzoek ondergaan. Uit de beantwoording wordt onvoldoende duidelijk welke motivatie achter de inzet van de wet Bibob zit. De fractie van Denk hoopt dat de burgemeester hier alsnog duidelijkheid over kan verschaffen. Reden bespreking o.v.v. het lid Khan (Denk) Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? nee Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-013163 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Griffie % Amsterdam ‚ ‚ ‚ % Veiligheid, Handhaving en Toezicht, Communicatie, Juridische Zaken, Raadsaangelegenheden Voordracht voor de Commissie AZ van o1 juni 2023 Ter bespreking en ter kennisneming Beantwoording schriftelijke vragen van Khan inzake onrechtmatige inzet AD2023-040341 ‚ rn: van de Wet Bibob naar het As Siddiegbestuur.pdf (pdf) AD2023-040336 Commissie AZ Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Het lid Khan (Denk) Gegenereerd: vl.7 2
Voordracht
2
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 994 Publicatiedatum 19 november 2014 Ingekomen op 5 november 2014 Ingekomen onder 778’ Behandeld op 6 november 2014 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de raadsleden mevrouw Van der Pligt, de heer Nuijens en de heer Boutkan inzake de begroting voor 2015 (Pantar). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — Pantar de sociale werkvoorziening voor Amsterdammers met een sociale — werkvoorzieningindicatie uitvoert; — de sociale werkvoorziening per 1 januari 2015 “op slot gaat” voor nieuwe werknemers; — na 1 januari 2015 bovendien vele contracten van werknemers met een tijdelijke — aanstelling aflopen; — momenteel onduidelijkheid bestaat of zij na het aflopen van hun tijdelijke — aanstelling binnen de sociale werkvoorziening een nieuw contract zullen krijgen, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: zich binnen redelijke grenzen van goed werkgeverschap maximaal in te spannen om WSW-ers met een tijdelijk dienstverband dat afloopt na 1 januari 2015, een vast WSW-contract aan te bieden en de cao voor de WSW daarbij in acht te nemen. De leden lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt J.W. Nuijens D.F. Boutkan 1
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1103 Datum indiening 2 mei 2019 Datum akkoord 25 juni 2019 Publicatiedatum 26 juni 2019 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Poot inzake onredelijke handhaving van de welstandscriteria voor een kledingwinkel in de Eerste van Swindenstraat Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De gemeente heeft de eigenaar van kledingzaak 't Marktkeldertje in de Eerste van Swindenstraat per brief laten weten dat er aan het winkelpand gevelreclame en een rolluik zijn aangebracht op een wijze die in strijd zou zijn met de welstandscriteria. De eigenaar zou volgens de gemeente een dwangsom van totaal 19.000,00 euro moeten betalen als er geen uitvoering wordt gegeven aan het door de gemeente voorgestelde besluit, namelijk het (deels) verwijderen van de gevelreclame (vier lichtbakken, 2.500,00 euro per lichtbak) en het uitpandige rolluik (9.000,00 euro). De desbetreffende ondernemer laat aan de fractie van de VVD weten niet te kunnen voldoen aan de door de gemeente gestelde eisen. Niet in praktische zin (er is in de winkel geen ruimte voor het aanbrengen van rolluiken), maar ook niet financieel (een nieuwe rolluikinstallatie kost rond de 10.000,00 euro). Daarnaast leven er ook principiële bezwaren, omdat de genoemde reclame-uitingen al twintig jaar geleden op het pand zijn aangebracht. De fractie van de VVD wil dat welstandscriteria op een redelijke en ondernemersvriendelijke manier worden toegepast. Bovendien is het de vraag of een aantal van de gestelde criteria wel van toepassing is op de onderneming die in dit pand zit gevestigd. In de Welstandsnota staat dat gebouwen waar in het ontwerp rekening is gehouden met het plaatsen van reclame-uitingen zijn uitgezonderd van de regeling voor gevelreclame op het moment dat de reclame-uiting is aangebracht op de in het ontwerp aangegeven plaats. Op de website van het Architectuur Centrum Amsterdam wordt de inrichting van de winkelpuien waar ook 't Marktkeldertje gevestigd zit als volgt omschreven: “De winkelpuien op de begane grond zijn ruim een halve meter achter de rooilijn gelegd en in het stramien afgekaderd met kolommen. De kolommen kaderen de reclame-uitingen en scheppen voor de winkeliers de mogelijkheid om een eigen pui te maken zonder dat daarmee de eenheid binnen het plan verloren gaat.” 1Een foto van de desbetreffende gevel via deze link: https://ibb.co/LhPx7 TV 1 https://www.erk.amsterdam.nl/media/documenten/deschoonheidvanamsterdam2016.pdf 2 https://www.arcam.nl/woningen-en-winkels-eerste-van-swindenstraat/ Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 don 2019 Schriftelijke vragen, 11 mei 2019 Op grond hiervan is de fractie van de VVD van mening dat er sprake moet zijn van een uitzondering voor deze winkel: de regeling voor gevelreclame is hier niet van toepassing. Gezien het vorenstaande heeft het lid Poot, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat t Marktkeldertje op basis van het vorenstaande is uitgezonderd van de regeling voor gevelreclame? Zo ja, wil het college de herstelsanctie die aan deze ondernemer is opgelegd intrekken? Zo nee, waarom niet? Antwoord Allereerst is willen we stellen dat de inzet ten behoeven van het gevelaanzicht onderdeel is van een verbeterslag voor de Eerste van Swindenstraat en Dapperbuurt. Een straat waar we met veel inzet de komende jaren een verbetering willen bewerkstelligen voor het uiterlijk van de straat, de winkels en bewoners zelf. De aanschrijving van de gevelreclame heeft betrekking op de inhoud van de reclame- uiting, niet op de positionering van de reclame op de gevel. Het reclamebord mag volgens de Welstandnota geplaatst worden waar het nu hangt. De reclame-uiting in het bord bevat een tweetal bijschriften, dit is volgens de Welstandsnota, die door de gemeenteraad is vastgesteld, niet toegestaan. De dwangsom hoogte wordt bepaald aan de hand van het Handhavingsbeleid Wabo 2° helft 2017-2018, bijlage 5: Richtlijnen dwangsommen. De hoogte per reclamebord bedraagt € 2.500,-. De betreffende vrouw heeft vier borden zonder vergunning. Hoogte per strekkende meter rolluik bedraagt € 1.500,-. Hierdoor komen wij op de bedragen zoals opgenomen in de brief. De dwangsom is een stevig bedrag voor een winkel, maar we zien het verder als een relatief kleine overtreding die relatief makkelijk, zonder hoge kosten te verhelpen is. 2. Kan het college, als hij vindt dat de criteria wel van toepassing zijn op deze onderneming, in dit geval via een hardheidsclause afwijken van de welstandscriteria, aangezien de reclame niet ontsierend is voor het stadsbeeld en geen afbreuk doet aan de kwaliteit van de openbare ruimte’? Antwoord Het is mogelijk om contrair te gaan op een Welstandsadvies, maar dat kan alleen bij zwaarwegende belangen. Daarvan is naar onze mening geen sprake aangezien het een relatief kleine overtreding betreft, die relatief makkelijk, zonder hoge kosten te verhelpen is. Het advies van de welstandscommissie is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen en wij zien geen aanleiding om van dit advies af te wijken. 3. Was de gemeente ervan op de hoogte dat de lichtbakken niet als zodanig worden gebruikt, aangezien er geen (werkbare) verlichting in de bakken is aangebracht? Antwoord Nee. Het al dan niet aanwezig zijn van verlichting heeft echter geen invloed op de aanschrijving, het blijft een bouwwerk dat vergunningsplichtig is. 2 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 don 2019 Schriftelijke vragen, 11 mei 2019 4. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het verwijderen van de lichtbakken een minder fraai aanzicht oplevert, omdat de uitschuifbare zonneluifel, die aan/onder de lichtbakken is aangebracht, dan los zou komen te hangen? Antwoord Voor de reclameborden kan een omgevingsvergunning verleend worden als de bijschriften op de borden (huisnummer en telefoonnummer) worden vervangen door een uiting die wel voldoet aan de Welstandsnota. Het is niet onze intentie de reclameborden te laten verwijderen. De reclame-uitingen dienen aangepast te worden zodat het voldoet aan de criteria opgenomen in de Welstandsnota en hiervoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Het is dan niet noodzakelijk om de reclameborden te verwijderen. 5. De gemeente heeft aangegeven de eigenaar van ‘t Marktkeldertje tegemoet te willen komen, namelijk door te eisen dat alleen de twee borden aan de flanken worden verwijderd. Bedoelt het college hiermee de twee borden waarop het huisnummer en het telefoonnummer van de winkel staan weergegeven? Zo ja, is het college het met de fractie van de VVD eens dat deze twee borden een functionele relatie hebben met het in het gebouw gevestigde bedrijf en dat deze uitingen daarom toegestaan zouden moeten worden? Antwoord De borden op de flanken dienen aangepast te worden zodat ze voldoen aan de criteria van de Welstandsnota. Volgens deze criteria is het niet toegestaan bijschriften op de borden aanwezig te hebben, zoals een huisnummer en telefoonnummer. Een eventuele functionele relatie van de tekst met het bedrijf is geen reden om af te zien van toepassing van de welstandeisen. Uiteraard is een huisnummerbordje aan de gevel toegestaan. 6. Is het college het met de fractie van de VVD eens dat het verwijderen van de borden aan de twee flanken het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw aantast, aangezien de resterende twee borden dan voor het oog ‘los’ zouden komen te hangen, terwijl er met vier borden juist sprake is van een geïntegreerd en gevelvullend ontwerp? Antwoord Onze intentie is dat het reclamebord wordt aangepast zodat het voldoet aan de Welstandsnota, niet dat het wordt verwijderd. 7. Is het college ervan op de hoogte dat in deze kledingzaak, mede door de aanwezigheid van een warmtegordijn, geen ruimte is voor een inpandige rolluikinstallatie’? Antwoord Het instaleren van een warmtegordijn en inpandige rolluik is eerder door meerdere ondernemers gerealiseerd. Zij hebben naar aanleiding van de aanschrijvingsprocedure in de straat een verbouwing uitgevoerd om een rolluik mogelijk te maken aan de binnenzijde. Het is dus mogelijk om een warmtegordijn mee te nemen in de verbouwing voor het plaatsten van een rolluik. 3 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer 6 don 2019 Schriftelijke vragen, 11 mei 2019 8. Is het college zich ervan bewust dat het betalen van de dwangsom (10.000,00 euro voor de lichtbakken en 9.000,00 euro voor het rolluik) het einde kan betekenen van deze onderneming? Antwoord Het handhavingstraject is er opgericht de overtreding te beëindigen, niet om dwangsommen te innen. De dwangsom wordt gezien als een stimulans aan de overtreder om de overtreding ongedaan te maken. 9. Is het college bereid om de huidige situatie met betrekking tot het uitpandige rolluik te gedogen tot het moment waarop de winkel wordt overgenomen? En is het college in het kader van dit voorstel ervan op de hoogte dat de eigenaresse van de winkel 76 jaar is en graag nog een aantal jaar doorwerkt? Antwoord Als uitgangspunt geldt dat iedere ondernemer moet voldoen aan de regelgeving. Een concreet zicht op beëindiging van de onderneming van het ‘t Marktkeldertje op afzienbare termijn is er niet. We kunnen hier dan ook geen rekening mee houden. Met betrekking tot winkelbeveiliging zijn er goede andere maatregelen te nemen, als alternatief voor een rolluik. Wij hebben de ondernemers van de Eerste van Swindenstraat een kosteloze veiligheidsscan aangeboden om de ondernemers professioneel advies te geven over veiligheid. Dit advies houdt in dat er een veiligheidsinspecteur van een extern bedrijf bij de ondernemers langskomt, die ter plaatse inventariseert met welke apparatuur de winkel beter beveiligd zou kunnen worden .Ook geeft de adviseur tips en adviezen over andere maatregelen die de ondernemer kan nemen om veilig te ondernemen. 10. Vindt het college dat de regels hier menselijk, redelijk en ondernemersvriendelijk worden toegepast? Graag een toelichting. Antwoord Wij hebben de ondernemers vroegtijdig persoonlijk geïnformeerd over de het handhavingsproject voorafgaande aan de start daarvan. Aan iedere ondernemer is daarbij uitgelegd wat niet voldoet en wat de ondernemer moet doen om dit te verhelpen. In het handhavingsproces zijn vervolgens ruime termijnen gehanteerd en de indieningsvereisten voor een vergunningsaanvraag zijn soepeler dan bij reguliere aanvragen. Waar het mogelijk is passen wij maatwerk toe en komen wij de ondernemer tegemoet. Uitgangspunt bij het handhavingsproject is dat de uitstraling van de Eerste van Swindenstraat verbetert en ontdaan wordt van niet vergunde rolluiken en winkelpuien. Want uiteindelijk zijn de ondernemers ook gebaat met een mooie winkelstraat. 11. Vindt het college dat hier ondernemen én het doorwerken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ernstig worden ontmoedigd? Graag een toelichting. Antwoord Nee. In dit specifieke geval gaat het over een relatief kleine overtreding, die relatief makkelijk, zonder hoge kosten te verhelpen is. 4 Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R Aelng Lios Gemeenteblad mmer - -. : Datum 26 juni 2019 Schriftelijke vragen, 11 mei 2019 12. Heeft het college andere ondernemers in deze straat ook aangeschreven over vergelijkbare ‘overtredingen’? Zo ja, welke winkels betreft het en zijn er hier ook dwangsommen geëist? En wil het college spoedig een informatiebijeenkomst voor deze ondernemers organiseren om onduidelijkheid rondom de ‘overtredingen’ en de regelgeving weg te nemen? Antwoord Wij hebben dit opgestart als een project in de gehele straat. Inmiddels hebben wij 65 ondernemers aangeschreven op een niet vergunde reclame-uiting en/of rolluiken. Daarnaast hebben wij meerdere pandeigenaren aangeschreven op een zonder vergunning gewijzigde winkelpui. Een aantal ondernemers hebben direct voldaan aan het verzoek, bij een aantal was een voornemen last onder dwangsom voldoende. Bij een klein aantal hebben wij een last moeten opleggen. Onze aanpak is op basis van persoonlijk contact. Een inspecteur loopt nog dagelijks door de straat om vragen te beantwoorden en onduidelijkheden weg te nemen. Een informatiebijeenkomst organiseren vinden wij op dit moment niet van toegevoegde waarde, ook aangezien de meerderheid van de ondernemers inmiddels aan de aanschrijving heeft voldaan. Burgemeester en wethouders van Amsterdam Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris 5
Schriftelijke Vraag
5
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1369 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 2 november 2016 Ingekomen in brede commissie Begroting Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2017 (meer openbare toiletten voor mannen en vrouwen in Amsterdam). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — volgens 'Waarkaniknaardewe.nr slechts 35 openbare toiletten zijn in Amsterdam. Overwegende dat: — 35 openbare toiletten te weinig zijn voor een stad met bijna 1 miljoen inwoners en met miljoenen toeristen — een tekort aan openbare toiletten wildplassen in de hand werkt. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: te komen met een plan van aanpak waarbij het aantal toiletten, voor zowel mannen als vrouwen, de komende jaren flink zal toenemen en de raad hierover te berichten. Het lid van de gemeenteraad W. van Soest 4
Motie
1
train
Bezoekadres x Gemeente Bezoela Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 € amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Raadscommissie Bouwen, Wonen, Wijkaanpak en Dierenwelzijn Datum 21 juli 2016 Behandeld door Sacha Hansen, [email protected], 06-10815254 Bijlage 1. Overzicht kinderboerderijen en 2. Overzicht verbeterwensen kinderboerderijen Onderwerp Actieplan verbetering dierenwelzijn kinderboerderijen Geachte leden van de raadscommissie, De verbetering van dierenwelzijn op de kinderboerderijen* is een van de belangrijke ambities uit de Agenda Dieren. Concreet zijn er drie acties geformuleerd: aanpakken knelpunten, versterken van de samenwerking en kinderboerderijen voldoen aan keurmerken met betrekking tot dierenwelzijn. Het budget voor het verbeteren van dierenwelzijn op kinderboerderijen is in de Agenda Dieren voor de periode 2014-2018 vastgelegd op € 530.000, onderdeel van de incidentele prioriteit van € 4 miljoen voor dierenwelzijn (2016: € 230.000, 2017: € 250.000, 2018: € 50.000). Het college van B&W heeft met de goedkeuring van het actieplan dierenwelzijn kinderboerderijen op 22 juli 2016 dit budget vrijgegeven om de verbeteringen uit te gaan voeren. Met deze brief wordt u geïnformeerd over dit actieplan. Actieplan dierenwelzijn kinderboerderijen Op basis van een adviserend rapport van de Dierenbescherming (Kinderboerderijen in Amsterdam, Dierenbescherming, mei 2015) is inzicht verkregen welke maatregelen getroffen kunnen worden om het dierenwelzijn bij de Amsterdamse kinderboerderijen te verbeteren. Om deze verbeteringen in gang te zetten is op 16 februari jl. een bijeenkomst geweest waarvoor alle kinderboerderijen in Amsterdam zijn uitgenodigd. Vervolgens is op 31 maart aan de kinderboerderijen gevraagd om verbeterwensen op te geven om het dierenwelzijn te verbeteren. Dertien kinderboerderijen hebben hun verbeterwensen kenbaar gemaakt en drie kinderboerderijen hebben aangegeven op dit moment geen verbeterwensen te hebben. Met twee kinderboerderijen worden nog gespreken gevoerd. Twee kinderboerderijen worden binnen afzienbare tijd verplaatst. Bij de nieuwbouw worden hun verbeterwensen voor dierenwelzijn meegenomen, vanuit de prioriteit dierenwelzijn wordt hiervoor een financiële bijdrage geleverd. * Zie bijlage 1 voor een overzicht van alle kinderboerderijen. Gemeente Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 2 van 6 Het betreft civieltechnische, bouwkundige, opleidings-en kennisverbredingswensen (zie bijlage 2 voor een overzicht van de verbeterwensen). Op basis van de opgave van de kinderboerderijen is de verwachting dat de kosten voor verbetering van dierenwelzijn op de kinderboerderijen uitkomt om circa € 457.000. Daarmee blijven de verbetermaatregelen binnen de begrote kosten. Samenwerking Voor de uitvoeren van de verbeterwensen en daarmee de verbetering van dierenwelzijn is een goede samenwerking met de kinderboerderijen een vereiste. Niet alleen met de stadsdelen/gemeente, maar ook onderling. Door meer kennisuitwisseling kan een belangrijke kwaliteitsslag worden gemaakt ten aanzien van de uitvoering van de verbeterwensen, het beheer, vakbekwaamheid, maar ook meer beleidsmatige afstemming, bijvoorbeeld fokbeleid en educatie. Door samenwerking van kinderboerderijen kunnen dieren ook gemakkelijker worden herplaatst. Planning In juli 2016 zal een bijeenkomst met de kinderboerderijen en de stadsdelen worden georganiseerd waarop de verbeterwensen worden besproken. Ook inzichten van andere partijen zoals bijvoorbeeld geformuleerd in het recent uitgebrachte ‘Kinderboerderijenbesluit’ opgesteld door dierenorganisaties wordt betrokken bij het bepalen van de noodzakelijke verbeteringen. Het ingenieursbureau zal daarna in eerste instantie aanvangen met de civieltechnische verbeteringen die volgens planning voor het eind van dit jaar zijn uitgevoerd. De bouwtechnische verbeteringen en opleidings- en educatiewensen worden besproken met betrokken partijen en dierenwelzijnsorganisaties. De uitvoering van bouwtechnische verbeteringen en opleidingen start in 2016 en lopen door in 2017 en zo nodig in 2018. De uitvoering van de verbeteringen wordt gemonitord en de raadscommissie wordt met de jaarlijkse voortgangsrapportage dierenwelzijn geïnformeerd en op de hoogte gesteld van de voortgang. Met vriendelijke groet, Het collegevarvbürgèmeester en wethouders varf/Amsterda 4 ( | LO | A ba CS \ mr. E.E. vantder Laan mr. A.H.P. van Gils burgemeester gemeentesecretaris | Gemeente Amsterdam Datum | Kenmerk | Pagina 3 van 6 | | | | Bijlage 1: Overzicht kinderboerderijen | mt ee ds AN \ NEN se VEE Wd EE Ld. | Koe nn, ä 2 K en  8 A | mente ae Ek KN 4 Bef | ED Nien & : — „4 Uylenburg | eg ke | SS: DU a EK LEET 8 | Hes Ie 5 a % == k Ee Pe Vr rd 5 ie ze | | 1. Bijlmerweide | 2. Bokkesprong | 3. Bosen Lommer 4. ‘tBrinkie 5. Diereneiland | 6. Gliphoeve | 7. Osdorp | 8. Pijp g. Sloterpark 10. Strohalm ij 11. Werf | 12. Westerpark | 13. Zimmerhoeve | 14. Dierendok 15. Jeugdland 16. Boerderij op IJburg 17. Uylenburg | 18. Amsteldieren 19. Buiktuin 20. Dierencapel Gemeente Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 4 van 6 Bijlage 2: Overzicht verbeterwensen kinderboerderijen Civieltechnische verbeterwensen Het Ingenieursbureau Amsterdam is gevraagd om de civieltechnische verbeterwensen zoals drainage, toezicht en verbetering hekwerken uit te werken in een uitvoerbaar werkprogramma. Dit betekent dat zij op basis van de verbeterwensen locatiebezoeken doen; kostenramingen maken en adviseren over een realistische en samenhangende uitvoering. Daarnaast dragen zij zorg voor de uitvoering van de verbeterwensen en de begeleiding daarvan (uitzetten vooronderzoeken, offerte- en bestekvorming en aanbesteding, begeleiding van de uitvoering). De volgende civieltechnische verbeterwensen zijn door de twaalf kinderboerderijen aangevraagd: e _ Het oplossen van drainage- bodemproblemen op dierenweides met gras. Voor twaalf”. kinderboerderijen vormt dit een probleem. De grasweides komen bij nat weer onder water te staan, maar worden ook snel kaal of leert het verminderde grasgroei op. Een tiental kinderboerderijen ervaren hier problemen mee. Sommige kinderboerderijen benoemen nog andere aspecten van deze waterproblematiek; wettelijke eisen die gesteld worden aan het afvoer van vervuild water van het schoonmaken van de dierenverblijven (Bijlmerweide); verstopte putten (Gliphoeve). Het omgekeerde wordt ook genoemd; bij heet weer is er geen goed sproeisysteem (Zimmerhoeve) waardoor het gras verdroogd. Afgezien van het feit dat wanneer de weides onder water staan, dit minder buiten(leef)ruimte betekent voor de dieren, zijn hoefdieren ook gevoeliger voor rotkreupel en leverbot. e Hekwerken zijn er mede voor de bescherming van de dieren en het domein van de kinderboerderijen zelf. Het is een indirecte manier van het verbeteren van het dierenwelzijn. Er zijn acht? kinderboerderijen die hier wensen voor hebben. De Zimmerhoeve vraagt prikkeldraad, maar weet daarbij niet dat dit inmiddels verboden is. Hiervoor zijn wel mooie alternatieven voorhanden. e _ Toezicht bij afwezigheid van de medewerkers van een kinderboerderij in de vorm van alarmsystemen, verlichting en camera’s is aangevraagd door zes“ kinderboerderijen. In het overleg van 16 februari is al geopperd om een gezamenlijk systeem op te zetten, wellicht biedt het mogelijkheden om gezamenlijk hierin op te trekken. e De aanpak van de bestrating wordt door twee kinderboerderijen (De Werf en ‘t Brinkie) aangevraagd. e Erzijn een aantal verbeterwensen die betrekking hebben op diergedragsverrijking en gemak van de dieren, namelijk klimplateau'’s voor de geiten (Bijlmerweide en de Pijp, Zimmerhoeve, Osdorp) die binnen het civieltechnische werk meegenomen kunnen worden. Dit geldt ook voor de wens om konijnenheuvels aan te leggen. Waar met grond gewerkt wordt, kan werk met werk gemaakt worden. De Zimmerhoeve benoemt een aantal wensen om het soorteigen gedrag te stimuleren, zoals het planten van een boom met vruchten/noten; zoelpoel (modderpoel) voor varkens en meer beplanting bij het kippenhok. * Bijlmerweide, de Bokkesprong, ‘t Brinkie, Diereneiland, Gliphoeve, De Pijp, Sloterpark, De Werf, Westerpark en de Zimmerhoeve. IJburg geeft ook aan problemen te hebben, maar valt buiten deze aanpak. Osdorp heeft wel drainageproblemen, maar dit betreft de moestuin en speelweide waar geen dieren komen. 3 Bijlmerweide, Bokkesprong, ‘t Brinkie, De Pijp, De Werf, Westerpark, Zimmerhoeve. IJburg heeft ook wensen, maar valt buiten deze aanvraag. * Bijlmerweide, Bokkesprong, Gliphoeve, De Pijp, Sloterpark en de Werf. IJburg heeft extra verlichting gevraagd, maar valt buiten deze aanvraag. Gemeente Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 5 van 6 e Specifiek; kinderboerderij de Werf vraagt om de aanleg van een paardenbak met zand i.v.m. gezondheidsproblemen. De Bijlmerweide vraagt een net overspanning waar watervogels kunnen schuilen tegen roofvogels. Materiaalwensen Materiaalwensen betreft zaken die snel aangeschaft en gebruikt kunnen worden. In de eerste inventarisatie ging het om de volgende zaken: e _ Ten behoeve van voorlichting en educatie: Informatieborden + folders (Bijlmerweide + De Pijp) en verder ontwikkelen educatief aanbod van speurtocht (De Werf). e Bebording met noodnummer dat gebeld kan worden bij onraad. e De aanschaf van twee trailers om dieren verschillende typen dieren veilig te vervoeren, beschikbaar voor alle kinderboerderijen in Amsterdam. Bouwkundige verbeterwensen Bouwkundige verbeterwensen hebben voornamelijk betrekking op de huisvesting van de dieren en quarantaineruimtes. De verbeterwensen worden in juli 2006 met de kinderboerderijen besproken. De adviezen vit het rapport van de Dierenbescherming zijn gebruikt om de verbeterwensen goed te kunnen duiden. Ook inzichten van andere partijen zoals bijvoorbeeld geformuleerd in het recent uitgebrachte ‘Kinderboerderijenbesluit’ opgesteld door dierenorganisaties wordt betrokken bij het bepalen van de noodzakelijke verbeteringen. Voor de uitvoering wordt onderzocht wat de kinderboerderijen zelf kunnen doen en voor welke opgaven een gespecialiseerd aannemingsbedrijf moet worden ingehuurd. ______\eoepsvsesimp ______________|ondertad | leefomgeving Varkensstal + mestopvang Nieuw ponyproof hek of tweedehands staldeuren De Werf Door drainage problemen dieren op verharde wei. Zijn bomen Nieuw weggehaald en daarom weinig schuilmogelijkheden meer. Schuilplaatsen inclusief egaliseren. Gemeente Amsterdam Datum Kenmerk Pagina 6 van 6 | ovorentomeuimtevoorwsteneges [New | water. Opleidings-en kennisverbredingswensen De kinderboerderijen hechten belang aan opleiding van dierverzorgers en vrijwilligers voor een goede verzorging van de dieren en educatie van bezoekers. Voor vakbekwame dierverzorgers op kinderboerderijen wordt in de wetgeving per 2020 een opleiding op niveau 3 MBO geëist, voor de beheerders een opleiding op niveau 4 MBO. Samen met de kinderboerderijen wordt een opleidingsorganisatie gezocht die een cursus kan verzorgen voor de medewerkers. Daarmee hoeven de cursisten minder te reizen voor en kunnen de kosten zo laag mogelijk worden gehouden. Een aantal kinderboerderijen heeft hier de volgende verbeterwensen opgegeven: e Vakbekwaamheid Houden van overige dieren en vogels voor twee beheerders (Bijlmerweide) e Willen voldoen aan de wettelijke minimumeisen van vakbekwaamheid (Diereneiland) e Voor 2020 vakbekwaamheid voor drie beheerders (Gliphoeve) e _MBO3 +MBO4 (IJburg) e Naast MBO4 opleiding ook Besluit houders van dieren overige dieren en vogels voor drie personen (De Pijp) e Eén beheerder is opgeleid en brengt dit over aan de andere drie beheerders (Sloterpark, Strohalm) e Mogelijk in de toekomst relevant (De Werf)
Schriftelijke Vraag
6
train
1.1.1 Formulier raadsadres Naam E-mail Adres Postcode Plaats amsterdam Telefoon Uw bericht beste, Ik heb onlangs een woning op Schierstins( buitenveldert, rand zuid as) aangekocht, nu gaan daar een dezer dagen werklui beginnen, maar nu staat op de betreffende parkeer meter vermeld dat je maximaal 3 uur kan parkeren, u begrijpt dat de loodgieter, stukadoor, elektricien en anderen hun auto’s nodig hebben om spullen in en uit te laden, of gewoon te parkeren. Mijn vraag is nu hoe gaat dat, inzake parkeren, in deze buurt in zijn werk als mensen daar aan het werk moeten? ik heb inmiddels te horen gekregen van jullie medewerkers ( die ook met deze regeling met hun handen in het haar zitten omdat ze het belachelijk vinden dat ze mensen zoals ik niet kunnen helpen ) dat je 3 uur kan betalen, dan daar weggaan voor 2 uur en dan weer voor 3 uur een kaartje kopen, u zult begrijpen dat dat een onuitvoerbare situatie is, wat gaan jullie daar aan doen??? Ps ik ben voorlopig daar niet ingeschreven als bewoner
Raadsadres
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1270 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 12 oktober 2016 Ingekomen in raadscommissie ID Te behandelen op 9/10 november 2016 Onderwerp Motie van het lid Groen inzake de Begroting 2017 (duurzaam en circulair onderhoud nr. 1). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat; — dat het college €40 miljoen investeert in onderhoud van verhardingen, groen en civiele constructies; — dat besluit gebaseerd is op het ‘Hernieuwde coalitieakkoord’, waarin onder andere staat: “Het verduurzamen van de stad en met name de openbare ruimte gaat versneld worden. Dat doen we primair met investeringen die op termijn ook kosten besparen. Zonnepanelen op alle gemeentelijke daken, betere isolatie en dubbel glas voor gemeentelijke gebouwen en de inkoop van lokale groene energie. LED-verlichting in gemeentelijke gebouwen en op straat.” "Om een start te maken met groot onderhoud aan de openbare ruimte wordt 40 miljoen uit het Vereveningsfonds ingezet. Dit bedrag is mede bedoeld om de openbare ruimte verder te verduurzamen.” Voorts constaterende dat; — in de voorliggende begroting onduidelijk blijft hoe de €40 miljoen wordt gebruikt om de stad te verduurzamen; — de €40 miljoen in ieder geval niet wordt ingezet voor het versnellen van de aanleg van LED-verlichting. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — dat bij alle aanbestedingen en inkoop van deze €40 miljoen de criteria ‘duurzaam’ en ‘circulair’ zwaar moeten meewegen; — dat de toepassingsregel duurzame investeringen bij alle investeringen van dit bedrag wordt gebruikt. 4 Het lid van de gemeenteraad RJ. Groen 2
Motie
2
discard
x% Gemeente Amsterdam % Actualiteit voor de raadscommissie voor Zorg, Jeugd, Mbo-agenda Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Sport en Recreatie, Ouderen Jaar 2018 Datum indiening 29 juni 2018 Datum behandeling 5 juli 2018 Onderwerp Actualiteit van het lid Kilig inzake de Studentengezondheidstest. Aan de commissie Inleiding Op zondag 10 juni 2018 is er op de website een artikel verschenen over de Studentengezondheidstest!. De Studentengezondheidstest is een onderzoek waar ruim 5000 studenten van de Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam aan hebben meegedaan. Uit de Studentengezondheidstest is gebleken dat Amsterdamse studenten met een niet-westerse achtergrond vaker depressief en angstig zijn dan Amsterdamse studenten met een westerse achtergrond. Volgens de Studentengezondheidstest kunnen deze psychische problemen een indicatie zijn van een burn-out, deze zorgen voor uitval tijdens de studie, vertraging en verminderde prestaties. Volgens het artikel erkent de reguliere ggz dat de huidige manier van werken onvoldoende aansluit op Nederlanders met een migratie-achtergrond. Reden bespreking Zie inleiding en reden spoedeisendheid. Reden spoedeisendheid Gezien het feit dat we hier te maken hebben met studenten die lijden aan psychische problemen die van kwaad tot erger kunnen leiden, is de actualiteit spoedeisend. Het lid van de commissie, Mw. A. Kilig 1 http://vww.at5.nl/artikelen/183076/niet-westerse-studenten-hebben-vaker-last-vanpsychische- problemen 1
Actualiteit
1
val
D Gemeente Amsterdam je je % Wijkpraktijkteam EE Abraham Staalmanpark | 2020 Indicatoren en aanvullende enquêtes | | Wijkpraktijkteams In 2016 is op een aantal pleinen in Stadsdeel Nieuw-West gestart met Wijkpraktijkteams (WPT). Het doel van het WPT is om problematiek op en rondom de pleinen aan te pakken. Het gaat hierbij om problemen op het gebied van overlast, criminaliteit, verloedering en een lage maatschappelijke participatie van bewoners. Het WPT is een samenwerkingsverband van de gemeente met verschillende partijen. Doelen Wijkpraktijkteams KS De pleinen en omliggende straten schoon krijgen in De overlast door drugsgebruikers, alcoholisten en jongeren op het plein tegengaan et Het veiligheidsgevoel van buurtbewoners vergroten ® & Jongeren perspectief bieden op een betere toekomst zen Het eigenaarschap en de betrokkenheid van buurtbewoners vergroten Factsheet Deze factsheet bestaat vit twee delen: = Deels: indicatoren 1 Deel 2: aanvullende enquêtes In deel 12 worden voor elk doel van de Wijkpraktijkteams indicatoren weergeven die als cijfermatige onderbouwing dienen over de mate waarin de doelen bereikt worden. In deel 2 worden de resultaten weergeven van de enquêtes die zijn uitgezet onder buurtbewoners om aanvullende inzichten te verkrijgen. Het stadsdeel wil de verdere aanpak van de WPT’s afstemmen op de resultaten van de enquêtes en de indicatoren. Gemeente % Amsterdam DEEL 1 D Factsheet WPT indicatoren doelen Wijkpraktijkteams D NEDA EE ai ele buurt: Staalmanbuurt he ek ede wijk: Slotervaart Zuid Deel 1 van deze factsheet laat voor elk van de vijf doelen van de Wijkpraktijkteams de stand van zaken zien aan de hand van een aantal indicatoren. De indicatoren kunnen informatie geven over de mate waarin de doelen bereikt worden. De indicatoren zijn beschikbaar op buurt- of wijkniveau: het Abraham Staalmanpark ligt in de buurt Staalmanbuurt (F8gc) en de wijk Slotervaart Zuid (F8g). Er wordt een vergelijking gemaakt met stadsdeel Nieuw-West en Amsterdam. Ook wordt het meest recente jaar vergeleken met eerdere jaren. Indicatoren per doel OO Doel 1: De pleinen en omliggende straten schoon krijgen "gemiddelde rapportcijfer schoonhouden straten en stoepen van bewoners "gemiddelde rapportcijfer onderhoud straten en stoepen van bewoners =_verloederingsindex OO Doel 2: De overlast door drugsgebruikers, alcoholisten en jongeren op het plein tegengaan " _% bewoners dat overlast ervaart van drugshandel of drugsgebruik = % bewoners dat overlast ervaart van dronken mensen op straat = % bewoners dat overlast ervaart van rondhangende jongeren op straat =_personenoverlastindex OQ Doel 3: Het veiligheidsgevoel van buurtbewoners vergroten = _% bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt " _onveiligheidsbelevingsindex OQ Doel 4: Jongeren perspectief bieden op een betere toekomst " % jeugdige verdachten " % 18-23 jarige laagopgeleide schoolverlaters =_bijstandsafhankelijkheid 18-26 jarigen " % 15-26 jarigen dat niet werkt en geen opleiding volgt OQ Doel 5: Het eigenaarschap van en de betrokkenheid van buurtbewoners vergroten = sociale cohesie " _% bewoners dat vindt in een gezellige buurt te wonen waar mensen elkaar helpen en dingen samen doen "gemiddeld rapportcijfer betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt Zie de bijlage voor achtergrondinformatie van een aantal indicatoren. D Gemeente Amsterdam . . 5 Doel 1: De pleinen en omliggende Factsheet WPT DE An straten schoon krijgen Abraham Staalmanpark Gemiddeld rapportcijfer schoonhouden straten en stoepen van bewoners (2015-2019) Bewoners van de Staalmanbuurt geven in 2019 gemiddeld een 5,4 5,7 5,9 6,4 DE voor het schoonhouden van de ' EA U 2015 M2017 Ml 2019 straten en stoepen. Dat is de afgelopen jaren licht afgenomen. Gemiddeld in Nieuw-West en in Amsterdam wordt hiervoor een Staalmanbuurt Nieuw-West Amsterdam hoger cijfer gegeven, respectievelijkeen 6,0 en een 6,5. bron: OIS / Wonen in Metropoolregio Amsterdam Gemiddeld rapportcijfer onderhoud straten en stoepen van bewoners (2015-2019) Voor het onderhoud van de straten 6,2 6,2 6,4 6,6 / en stoepen geven bewoners van de Joie W 2015 Ml 201 Staalmanbuurt in 2019 gemiddeld > / 9 een 6,8. Dat is hoger dan in voorgaande jaren. Gemiddeld in het stadsdeel wordt hiervoor een 6,4 Staalmanbuurt Nieuw-West Amsterdam gegeven en in de stad een 6,7. bron: OIS / Wonen in Metropoolregio Amsterdam Verloederingsindex (2017-2019) Slotervaart De verloedering in Slotervaart Zuid Zuid Fe is volgens de verloederingsindex in 9 2019 afgenomen ten opzichte van E 2019 . 2018, maar op hetzelfde niveau als Nieuw-West m 2018 in 2017. Daarnaast is de mate van 104 2017 verloedering in Slotervaart Zuid vergelijkbaar met die van het stadsdeel en de stad als geheel. Amsterdam 102 bron: OIS / Veiligheidsindex Amsterdam Gemeente : D Amsterdam Doel 2: De overlast op de pleinen door DS EE drugsgebruikers, alcoholisten en jongeren Nieuw-West Abraham tegengaan Staalmanpark Percentage bewoners dat veel overlast ervaart in de buurt van: 5% van de bewoners in Slotervaart (2017-2019) Zuid zegt in 2019 veel overlast te hebben ervaren van drugsgebruik of Drugsgebruik of drugshandel op straat drugshandel op straat. Dat is minder dan in 2018 en 2017. Gemiddeld in Nieuw-West gaat het om 9% en in 2017 2018 M2019 Amsterdam om 7%. 19% ervaart veel overlast van Sum rondhangende jongeren in Slotervaart Zuid, dat is minder dan in 2018 en sen El 8 6 vergelijkbaar met 2017. Net als in mn. Nieuw-West wordt deze overlast Slotervaart Nieuw-West Amsterdam vaker ervaren dan gemiddeld in de Zuid stad. Van dronken mensen op straat wordt minder vaak overlast ervaren, 4% van de bewoners in Slotervaart Zuid zegt hier veel overlast van te hebben. Gemiddeld in Amsterdam Rondhangende jongeren op straat gaat het om 7%. Dronken mensen op straat 17 ®< 5 ia Dn ® - a ‘en ER Slotervaart Nieuw-West Amsterdam Slotervaart Nieuw-West Amsterdam Zuid Zuid bron: OIS / Veiligheidsmonitor Amsterdam Personenoverlastindex (2017-2019) Ion De personenoverlast in Slotervaart Slotervaart Zuid is volgens de Zuid EN personenoverlastindex in 2019 ml 2019 afgenomen ten opzichte van 2018. 102 Daarmee is de personenoverlast op Nieuw-West = 2018 hetzelfde niveau als in Nieuw-West, 99 2017 terwijl dat in eerdere jaren meer was. Gemiddeld in Amsterdam is er Ei meer sprake van personenoverlast. Amsterdam 138 bron: OIS / Veiligheidsindex Amsterdam D Gemeente Amsterdam TE . De Doel 3: Het veiligheidsgevoel van Factsheet WPT Nieuw-West buurtbewoners vergroten Abraham Staalmanpark Percentage bewoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt (2017-2019) 4% van de bewoners in Slotervaart Zuid zegt zich vaak onveilig te voelen in de buurt. In 2018 ging het 2017 B 2018 B 2019 nog om 9%. Gemiddeld in Nieuw- West zegt 6% van de bewoners zich 5 vaak onveilig te voelen en 3 3 gemiddeld in Amsterdam is dat 3%. Slotervaart Zuid Nieuw-West Amsterdam bron: OIS / Veiligheidsmonitor Amsterdam Onveiligheidsbelevingsindex (2017-2019) Slotervaart ll or: Ee Zuid De onveiligheidsbeleving in 116 Slotervaart Zuid is volgens de 6 2019 onveiligheidsbelevingsindex tussen 2018 en 2019 afgenomen. In 2018 en = 2018 was in Slotervaart Zuid meer sprake 119 2017 van onveiligheidsbeleving dan in Nieuw-West, in 2019 is het En omgekeerde het geval. Amsterdam 94 bron: OIS / Veiligheidsindex Amsterdam D Gemeente Amsterdam . . De Doel 4: Jongeren perspectief bieden Factsheet WPT arn fo) KT Mel TCR KOT) Cel K Abraham Staalmanpark Percentage jeugdige verdachten (12-24 jaar) 2,8% van de 12-24 jarigen in Slotervaart Zuid was in 2019 verdacht van een misdrijf dat werd 8 gepleegd in Amsterdam. Dat is iets 2017 M 2016 M 2019 hoger dan in 2018 en iets lager dan > n 8 n in 2017. Gemiddeld in Nieuw-West a Ki Zi ki 2,5 gaat het eveneens om 2,8%, gemiddeld in de stad gaat het om Slotervaart Zuid Nieuw-West Amsterdam 2,6%. bron: Politie / bewerking OIS Percentage 18-23 jarige laagopgeleide schoolverlaters 11,2% van de 18-23 jarigen in de Staalmanbuurt heeft in 2019 zonder LA ETE ER startkwalificatie het onderwijs 203 8,6 2017 M 2018 Ml 2019 verlaten. Dat is minder dan in 2018 en 2017. Gemiddeld in Nieuw-West gaat het om 11,1% en gemiddeld in Staalmanbuurt _ Nieuw-West Amsterdam Amsterdam om 9,0%. bron: Erisa / bewerking OIS Bijstandsafhankelijkheid 18-26 jarigen 2,9% van de 18-26 jarigen is in 2019 afhankelijk van een bijstandsuitkering. Dat is de laatste 2017 B 2018 B 2019 jaren afgenomen, net als in het stadsdeel en de stad het geval is. In 3,6 Nieuw-West is 2,2% van de EN O3 ’ 2,2 2,4 jongeren afhankelijk van bijstand en in Amsterdam gaat het om 2,0%. Slotervaart Zuid Nieuw-West Amsterdam bron: CBS / bewerking OIS Percentage 15-26 jarigen dat niet werkt en geen opleiding volgt 15% van de 15-26 jarigen in Slotervaart Zuid is niet aan het werk m 15 m 2016 ml 2017 Mm 2018 en volgt ook geen opleiding. Dat is 12 13 gelijk aan 2017 en meer dan in 2017. 1 Gemiddeld in het stadsdeel gaat het ook om 15% en gemiddeld in de stad om 13%. Slotervaart Zuid Nieuw-West Amsterdam bron: CBS / bewerking OIS D Gemeente 5 Amsterdam Doel 5: Het eigenaarschap van > GE en de betrokkenheid van Nieuw-West p Gre buurtbewoners vergroten Staalmanpark Sociale cohesie (2017-2019) De score voor sociale cohesie is in Slotervaart Zuid in 2019 iets hoger BE 58 dan in 2018, maar iets lager dan in 55 EE 513 ok ' / 2017 B 2018 B 2019 2017. De sociale cohesie ligt in Slotervaart Zuid op hetzelfde niveau als in het stadsdeel, maar lager dan gemiddeld in de stad. Slotervaart Zuid Nieuw-West Amsterdam bron: OIS / Veiligheidsmonitor Amsterdam Percentage bewoners dat vindt in een gezellige buurt te wonen waar mensen elkaar helpen en dingen samen doen (2017-2019) Slotervaart ME 19% van de bewoners in Slotervaart Zuid Rn . ne 31 Zuid vindt in 2019 dat zij in een E 2019 gezellige buurt wonen waar = 2018 mensen elkaar helpen en dingen Nieuw-West samen doen. Dat is minder dan in 30 2017 2018 en 2017 en ook minder dan gemiddeld in Nieuw-West en EE) Amsterdam het geval is. Amsterdam 31 bron: OIS / Veiligheidsmonitor Amsterdam Gemiddeld rapportcijfer betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt (2015-2019) In de Staalmanbuurt wordt n gemiddeld een 5,3 gegeven voor de 5,9 5,8 5,9 B 5 betrokkenheid van buurtbewoners bye N . . 2015 MW 2017 M2019g bijde buurt. Dat is lager dan in 2017 en 2015 en ook lager dan gemiddeld in de stad en het stadsdeel. Staalmanbuurt Nieuw-West Amsterdam bron: OIS / Wonen in Metropoolregio Amsterdam D Gemeente Amsterdam p14aî D Factsheet WPT ef A Nieuw-West aanvullende enquêtes D Abraham Staalmanpark Deel 2 van deze factsheet laat de resultaten zien van de aanvullende enquêtes die zijn afgenomen onder buurtbewoners. De enquêtes zijn op straat afgenomen op locaties in de buurt van het Wijkpraktijkteam. Om tot de doelgroep voor de enquête te horen moest iemand woonachtig zijn in het werkgebied van de WPT's (=postcodegebied) en minimaal 2x per maand in de buurt van de enquêtelocatie komen. Op elke locatie zijn rond de 75 enquêtes afgenomen in de periode van 18 augustus t/m 5 september 2020. Rond het Staalmanpark was het lastiger om respondenten te vinden dan op andere locaties, onder andere omdat relatief veel mensen geen Nederlands spraken en omdat meer mensen niet mee wilden doen. In het rond het Staalmanpark zijn desondanks uiteindelijk 71 enquêtes afgenomen. In onderstaande tabel zijn de werkgebieden van de WPT's en de enquêtelocaties te vinden. De resultaten van het Abraham Staalmanpark worden vergeleken met het gemiddelde van alle locaties samen. Dijkgraafplein 1069 op en rond Dijkgraafplein Lambertus Zijlplein 1067 in en rond Nicolaas Ruychaverstraat Piet Mondriaanplein 1061 en 1062 op en rond Piet Mondriaanplein Delflandplein 1062 op en rond Delflandplein Plein '40-'45 1063 op en rond Plein '40-'45 Abraham Staalmanpark 1066 in en rond Staalmanpark (bij de Einsteinschool) Wildemanbuurt 1068 Notweg & brug over Osdorpergracht vanaf Osdorpplein naar Groenpad De volgende vragen werden in de enquête gesteld: = Waarbentu het meest trots op in deze buurt? = Vindt udat deze buurt de afgelopen jaren vooruit of achteruit is gegaan of gelijk gebleven? =_Alsu iets zou mogen verbeteren of aanpakken in deze buurt, wat zou dat dan als eerste zijn? " _Zouu willen meehelpen om deze buurt te verbeteren? = Wat vindt u van de hoeveelheid toezicht in deze buurt? " Heeftu wel eens gehoord van het Wijkpraktijkteam? En zo ja, weet u wat het is? = Heeftu wel eens contact gehad met het Wijkpraktijkteam? Respondenten Abraham Staalmanpark (n=721) Gemiddeld WPT-gebieden (n=544) 5 49% man 44% man 51% vrouw 56% vrouw ‚#e 35% 15-29 jarigen 33% 15-29 jarigen | 35% 30-54 jarigen 38% 30-54 jarigen 30% 55-plussers 30% 55-plussers Gemiddeld 42 jaar Gemiddeld 43 jaar D Gemeente Amsterdam py dË D Factsheet WPT 5 Je Nieuw-West aanvullende enquêtes D Abraham Staalmanpark Waar bent u het meest trots op in deze buurt? Eee SE trots op de (culturele) diversiteit van o.a. de . . bevolking. Daarnaast vinden zij het modernisering park positief dat de buurtis . emoderniseerd (nieuwbouw, rust schoon niks en waardeert men het . . . . . park en de rust. Een aantal vindt het dive rsitert sociale cohesie schoon in de buurt, is blij met de (eugd)voorzieningen of de sociale (bevolking) voorzieningen cohesie. Er is echter ook een aantal ondervraagden nergens trots op. Vindt u dat deze buurt de afgelopen jaren vooruit of achteruit is gegaan of gelijk gebleven? De helft van de respondenten vindt dat deze buurt de afgelopen jaren Arlen 27 Er vooruit is gegaan (tegenover 38% el gemiddeld in de WPT-gebieden). Een kwart vindt het gelijk gebleven gemiddeld en één op de tien nam een WPT-gebieden 2 8 achteruitgang waar. Dat is minder dan gemiddeld in de WPT-gebieden (31%). m vooruit gelijk gebleven _m achteruit weet niet Gena wat volgens buurtbewoners als eerste aangepakt moet worden in Ruim een kwart vindt dat rommel Ji op straat als eerste aangepakt moet daal worden in deze buurt. Als tweede „EL moeten er meer voorzieningen voor kinderen en jongeren komen, H gevolgd door meer voorzieningen voor buurtbewoners, zoals zorg, 28% 13% 10% sport, winkels en horeca. Daarnaast rommel op meer voorzieningen meer voorzieningen antwoordde 10% dat niets straat voor kinderen en voor buurtbewoners aangepakt hoeft te worden. jongeren Zou u willen meehelpen om de buurt te verbeteren? (%) Een kwart van de ondervraagden zou willen meehelpen om de buurt te verbeteren, ongeveer evenveel Abraham als gemiddeld in de WPT-gebieden. Staalman- gemiddeld Daarnaast geeft men in het park 13 Abraham Staalmanpark iets vaker 21 aan ‘misschien’ te willen helpen (21%) dan gemiddeld (13%). mja misschien Enee =ikbenalactief inde buurt D Gemeente Amsterdam py dË D Factsheet WPT 5 je NPN aanvullende enquêtes D Abraham Staalmanpark Wat vindt u van de hoeveelheid toezicht in deze buurt door politie, handhavers en andere professionals? In het Abraham Staalmanpark is men tevredener over de Abraham hoeveelheid toezicht in de buurt Staalmanpark Nn. 23 dan gemiddeld in de WPT- gebieden: 4,4% vindt het toezicht precies goed tegenover 36% gemiddeld ST 4 gemiddeld. Wel geeft een wat groter aandeel dan gemiddeld bij het Abraham Staalmanpark aan het Ete weinig WE precies goed te veel weet niet de Heeft u wel eens gehoord van het Wijkpraktijkteam? Na uitleg van het WPT: kent u dit? En zo ja, weet u wat het is? Nee, nooit van zet gem: 77 as: … , gehoord Het Wijkpraktijkteam 54% (gem: 74%) Nee: 51% (gem: 67%) Simke men nnen . park bekender in de oren dan gemiddeld: 37% heeft er wel eens van Ja, van gehoord, Ja: 9% (gem: 5%) gehoord versus 18% AAA AAL gemiddeld. Desondanks WINS heeft in het Staalmanpark 37% (gem: 18%) Nee: 28% (gem: 13%) ruim de helft nooit van het WPT gehoord, waarvan de meesten ook na uitleg het Ja, van gehoord WPT niet kennen. en weet ook wat a Heeft uv wel eens contact gehad met het WPT? (%) mr hf Van alle ondervraagden bij het Abraham Staalmanpark heeft 7% wel eens Staalman- gemiddeld contact gehad met het WPT. De park anderen kent het WPT niet of heeft er geen contact mee gehad. Dit is gelijk aan het gemiddelde in alle WPT-gebieden. D CRT Amsterdam D Factsheet WPT ef menvatting NLT Ze AEL D Abraham Staalmanpark In de buurt van het Abraham Staalmanpark zijn geënquêteerden trots op de (culturele) diversiteit van onder meer de bevolking, op het groen en de rust, dat het schoon is en op de modernisering (nieuwbouw/renovatie) in de buurt. Men vindt de buurt meer vooruit gegaan dan gemiddeld in de WPT- gebieden en is positiever over de hoeveelheid politie en handhaving in de buurt. Verbeterpunten liggen volgens ondervraagden allereerst op het verminderen van rommel op straat, gevolgd door meer voorzieningen voor kinderen en jeugd en meer voorzieningen voor bewoners in het algemeen, zoals zorg, sport, winkels en horeca. Deze verbeterpunten sluiten aan op de indicatoren. Dan zien we eveneens dat het in dit gebied iets minder goed gesteld is met het schoonhouden van de straat en stoep en dat er meer jeugdoverlast is dan gemiddeld in het stadsdeel en de hele stad. Daarnaast zien we in dit gebied (iets) meer voortijdige schoolverlaters en jongeren (18-26 jaar) die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering dan in de rest van het stadsdeel en de stad. Tot slot zien we dat de betrokkenheid van bewoners en de onderlinge gezelligheid/behulpzaamheid lager is dan in heel stadsdeel Nieuw-West en Amsterdam gemiddeld. Als het gaat om het WPT, is de naamsbekendheid van het team in dit gebied groter dan gemiddeld in alle WPT-gebieden, maar men heeft niet meer contact gehad met het WPT dan gemiddeld. nn a u u u u Bijlage: achtergrondinformatie indicatoren De verloederingsindex beschrijft de aanwezigheid van bedoelde of onbedoelde gedragingen die gericht zijn tegen objecten of goederen in de openbare ruimte die niet altijd strafbaar zijn (bijvoorbeeld zwerfvuil, graffiti of vandalisme), maar die wel als hinderlijk wordt ervaren en daarmee de sociale veiligheid aantasten in een buurt. De index is gebaseerd op politiecijfers en enquêtegegevens. De waarde 100 staat voor de gemiddelde aanwezigheid van verloedering in de politieregio Amsterdam-Amstelland in 2014. Hoe lager de score, hoe minder verloedering. De personenoverlastindex beschrijft de aanwezigheid van bedoelde of onbedoelde gedragingen die gericht zijn tegen personen die niet altijd strafbaar zijn (bijvoorbeeld rondhangende jongeren, baldadigheid, maar die wel als hinderlijk worden ervaren en daarmee de sociale veiligheid aantasten in een buurt. De index is gebaseerd op politiecijfers en enquêtegegevens. De waarde van 100 staat voor de gemiddelde aanwezigheid van personenoverlast in de politieregio Amsterdam-Amstelland in 2014. Hoe lager de score, hoe minder personenoverlast. De onveiligheidsbelevingsindex is opgebouwd vit drie elementen: risicoperceptie, onveiligheidsbeleving en vermijdingsgedrag. Risicoperceptie is de inschatting van de kans op slachtofferschap van criminaliteit en overlast. De veiligheidsgevoelens brengen in kaart of en hoe vaak men zich onveilig of angstig voor criminaliteit voelt. Risicoperceptie is daarmee de cognitieve component, veiligheidsbeleving de affectieve component en vermijding (van bepaald gedrag of plekken) de zogenaamde conatieve component; gedrag als gevolg van een mindere veiligheidsbeleving. De waarde van 100 staat voor de gemiddelde onveiligheidsbeleving in de politieregio Amsterdam-Amstelland in 2014. Hoe lager de score, hoe minder onveiligheidsbeleving. Het percentage jeugdige verdachten gaat over het aandeel verdachten (woonachtig in Amsterdam) van een misdrijf (gepleegd in de gemeente Amsterdam) ten opzichte van de bevolking in de leeftijd van 12-24 jaar. Het percentage 18-23 jarige laagopgeleide schoolverlaters gaat over het aandeel bovenleerplichtige jongeren van 18 tot en met 22 jaar dat zonder startkwalificatie het onderwijs heeft verlaten. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. Bijstandsafhankelijkheid gaat over het aandeel 18-26 jarigen ten opzichte van de bevolking dat een bijstandsuitkering ontvangt of een partner heeft dat een bijstandsuitkering ontvangt volgens de Wet Werk en Bijstand (WWB levensonderhoud). Het percentage 15-26 jarigen dat niet werkt en geen opleiding volgt gaat over het aandeel 15-26 jarigen ten opzichte van de bevolking dat niet in loondienst is, geen zelfstandige, geen DGA, niet meewerkend in een familiebedrijf of overig actief en niet ingeschreven als scholier/student. De schaalscore sociale cohesie is samengesteld op basis van de antwoorden van bewoners op de volgende vier stellingen: de mensen in de buurt kennen elkaar nauwelijks, de mensen in de buurt gaan op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een gezellige buurt waar mensen elkaar helpen en dingen samen doe en ik voel me thuis bij de mensen die in de buurt wonen. Hoe lager de score, hoe minder sociale cohesie.
Factsheet
12
test
| x% Gemeente Centrum Publicaties Stadsdeelbestuur 2016 Algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Besluiten 5 juli 2016 - 11 | Besluit over het ontwerp voor de openbare ruimte van de Oostenburgervoorstraat Toelichting te vinden in Publicaties Stadsdeelbestuur 2016: Vergaderkalender, AB-vergadering 5 juli 2016, in de voordracht bij agendapunt 11 Í De bestuurscommissie Centrum heeft het volgende besluit genomen: | | De bestuurscommissie, | Besluit: In te stemmen met het definitief ontwerp voor de openbare ruimte van de Oostenburgervoorstraat | met gedeeltelijk haaksparkeren waarbij de parkeerplaatsen voor de nieuwbouw plaats maken voor | een breder trottoir (variant 3). | Suze Duinkerke | secretaris | ns | / | \/b | Á R Boudewijn Oranje | — voorzitter | LZ | Verschenen op 22 juli 2016
Besluit
1
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1084 Datum akkoord 9 september 2016 Publicatiedatum 12 september 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius van 25 februari 2016 inzake persvrijheid tijdens demonstraties. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De fractie van de VVD heeft vernomen dat zaterdag 6 februari 2016 tijdens de Pegida-demonstratie en de anti-Pegida-demonstratie in Amsterdam een verslaggeefster door een demonstrant werd aangevallen. De demonstrant rukte een microfoon uit de handen van de journalist die zij na een worsteling weer wist te bemachtigen. De politie zou de demonstrant in kwestie apart genomen hebben, maar kort daarna weer hebben laten gaan. Na het gesprek met de politie is hij door meerdere mensen bij de anti-Pegida-demonstratie gesignaleerd. Volgens getuigen wederom in geagiteerde toestand. Het recht om in vrijheid een mening te kunnen vormen en deze ook in vrijheid te kunnen uiten, zijn absolute voorwaarden voor een democratische samenleving. Onder de vrijheid van meningsuiting valt onder meer het recht om te demonstreren, het recht van artistieke expressie en persvrijheid. Een democratische samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid — een van de voornaamste voorwaarden — gewaarborgd is. Deze vrijheden moeten we beschermen en, daar waar nodig, ook verdedigen. Intimidatie van de pers kan er uiteindelijk toe leiden dat verslaggevers wegblijven tijdens bepaalde events. Hiermee wordt de persvrijheid en daarmee tevens een belangrijke maatschappelijke functie aangetast. Wat de fractie van de VVD betreft worden mensen die de pers met intimidatie of agressie benaderen, hard aangepakt. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van het programma ‘Veilige Publieke Taak’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dat is opgezet om agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak tegen te gaan. Gezien het vorenstaande heeft het lid Yesilgöz-Zegerius, namens de fractie van de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt het hiervoren beschreven voorval? Zo ja, zijn er wat het college betreft nog aanvullingen? Zo nee, op welke punten klopt het niet? Antwoord: Het feitenrelaas wat in de toegezegde raadsbrief d.d. 29 augustus 2016 is opgenomen beschrijft het voorval zoals door de politie is waargenomen en ambtshalve uitputtend is opgesteld. 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Demmer 12 september 2015 Schriftelijke vragen, donderdag 25 februari 2016 2. Hebben er naar weten van het college tijdens de demonstaties van 6 februari 2016 nog meer incidenten waarbij de persvrijheid in het geding kwam, plaatsgevonden? Zo ja, om welke incidenten gaat het? Wil het college het incident/de incidenten betrekken bij het toegezegde feitenrelaas over de demonstraties? Antwoord: Andere incidenten waarbij de persvrijheid in het geding zou zijn gekomen, zijn niet waargenomen. In het feitenrelaas wat in de toegezegde raadsbrief is opgenomen is zoals reeds gesteld aandacht voor onder andere het voorval met de journalist. 3. Welk protocol wordt momenteel door de politie gehanteerd wanneer er sprake is van belemmering van persvrijheid bij bijvoorbeeld demonstraties en andere manifestaties? Welke maatregelen worden er genomen om de persvrijheid en de veiligheid van journalisten bij demonstraties te garanderen? Antwoord: De persvrijheid en de veiligheid van journalisten krijgt — mits noodzakelijk - bij de voorbereiding van demonstraties in de Amsterdamse driehoek altijd specifieke aandacht in de uitgangspunten en de uitvoering. 4. Is het college het met de VVD eens dat de journalistiek te allen tijde veilig en vrij haar werk moet kunnen doen? Is het college in dit kader bereid om in overleg te treden met het Ministerie van BZK om de pers als doelgroep te benoemen binnen het Programma Veilige Publieke Taak? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Ja. Dit is eveneens benoemd in bijgevoegde raadsbrief. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 2
Schriftelijke Vraag
2
test
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 854 Publicatiedatum 15 oktober 2014 Ingekomen op 9 oktober 2014 Ingekomen in raadscommissie AZ/FIN Te behandelen op 5/6 november 2014 Onderwerp Amendement van de raadsleden mevrouw Moorman en de heer Groot Wassink inzake de begroting voor 2015 (opnemen EPC-norm). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de begroting voor 2015; Overwegende dat: — op grond van artikel 3 van de ‘Verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet de gemeenteraad met de voorliggende begroting de relevante indicatoren voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke prestaties, de activiteiten en de maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid vaststelt; — het coalitieakkoord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2014, als ambitie heeft geformuleerd : Amsterdam wil klimaatneutraal en duurzaam zijn; — inde begroting 2015 de indicator ‘aantal energielabelstappen corporatiewoningen’ is opgenomen; — vanaf 2020 een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC-norm) van 0,0 zal gelden voor nieuwe woningen en het wenselijk is om al zo veel mogelijk nieuwe woningen klimaatneutraal te bouwen, Besluit: in de begroting 2015 bij het programmaonderdeel 6.9.3 Wonen en Stedelijke Vernieuwing als indicator op te nemen: ‘Percentage nieuwe woningen dat voldoet aan een EPC-norm van 0,0.’ De leden van de gemeenteraad, M. Moorman B.R. Groot Wassink 1
Motie
1
discard
Van: info <[email protected]> Onderwerp: Ingezetenenprincipe voor coffeeshops Datum: 10 november 2020 om 14:11:40 CET Aan: [email protected] Geachte leden van de gemeenteraad, De BIZ vereniging Uitgaansgebied Leidsebuurt absoluut tegen het ingezetenen principe voor coffeeshops, dit zal alleen maar meer overlast van straatdealers en criminaliteit geven in het uitgaansgebied. De BIZ vereniging heeft er jaren voor gevochten om het uitgaansgebied Leidsebuurt tot een Drugs Overlast Gebied aangewezen te krijgen vanwege de grote overlast van drugdealers, hetgeen uiteindelijk is gelukt. Het invoeren van het ingezetenen principe zal contraproductief werken, want het aantal straatdealers zal toenemen, de vraag blijft en het aanbod wordt dan ongecontroleerd en ongereguleerd. Het feit dat er onvoldoende toezicht is van de politie helpt ook niet mee. Door de weeks tijdens de nachtelijke uren slechts 4 personen en tijdens de uitgaansavonden als het meezit 15, maar meestal slechts 12 personen. Voor een uitgaansgebied waar tijdens normale uitgaansavonden tussen de 15.000 en 20.000 personen het gebied bevolken. Niet voor niets zet de BIZ vereniging in samenwerking met de Gemeente Amsterdam gedurende de uitgaansavonden 12 gediplomeerde hosts in vanaf 22.00 uur tot 06.00 uur als gastheren en de oren en ogen van de politie. Wij willen niet terug naar een situatie waarin drugscriminaliteit schering en inslag was, terwijl dit nu redelijk goed onder controle is in het uitgaansgebied Leidsebuurt. Wij willen het ook zo houden! De BIZ vereniging vertrouwt op de gemeenteraad, gelet ook op de bezwaren ‚die door ons en vele ondernemersverenigingen in Amsterdam, zijn geuit dat u die bezwaren heel zwaar zult laten wegen in uw overwegingen. Met vriendelijke groet Namens het bestuur R.F. Domhof BIZ vereniging Uitgaansgebied Leidsebuurt Fy & MS SR NN
Raadsadres
2
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum g september 2021 Portefeuille(s) Grondzaken Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck Behandeld door Grond en Ontwikkeling [email protected] Onderwerp Informeren inspraak concept investeringsnota IJdoornschoollocatie Geachte leden van de gemeenteraad, Het college van burgemeester en wethouders heeft op 24 augustus 2021 besloten tot het vrijgeven voor inspraak van de concept investeringsnota IJdoornschoollocatie. In deze brief licht ik u graag de hoofdlijnen toe van de investeringsnota en de participatie. IJdoornschoollocatie De IJdoornschoollocatie hoort bij het stedelijk vernieuwingsplan Waterlandpleinbuurt. Op de locatie aan de Volendammerweg en de Werengouwplek staan nu de oude IJdoornschool met daarin de twee tijdelijke scholen Het Wespennest en Kairos, het kinderdagverblijf Fesa en een bedrijfsverzamelgebouw. Deze gebouwen zullen voor de nieuwbouw worden gesloopt. Het Wespennest verhuist eind 2021 naar nieuwbouw. Voor Kairos wordt gezocht naar een nieuw tijdelijk schoolgebouw in Noord. Kinderdagverblijf Fesa verhuist in het derde kwartaal 2022 naar een verbouwd pand. Nieuwbouw Woningcorporatie Ymere wil ongeveer 130 sociale huurwoningen bouwen. Deze woningen zijn geschikt voor senioren vit de buurt. In Noord zijn veel ouderen die niet passend wonen. Een deel van deze bewoners zou graag willen verhuizen. Met de komst van deze nieuwbouw zorgen we ervoor dat oudere huurders langer zelfstandig kunnen wonen in de Waterlandpleinbuurt. De woningen die de huurders achterlaten, komen vrij voor gezinnen. Stedelijke vernieuwing Waterlandpleinbuurt De IJdoornschoollocatie hoort bij het stedelijk vernieuwingsplan Waterlandpleinbuurt. In het Plan van Aanpak Nieuwendam-Noord uit 2002 is op de IJdoornschoollocatie de Groene Zoom doorgetrokken van de Schellingwouderbreek naar het Baanakkerspark. Ook is er een klein bouwvlak opgenomen, er staat verder niets over de invulling van deze locatie. In 2006 is tussen de betrokken corporaties en stadsdeel Noord de aanvullende Intentieovereenkomst Nieuwendam- Noord afgesloten. In deze overeenkomst is de IJdoornschoollocatie aan Ymere, in het kader van de ACE (Aanvullend Convenant Erfpacht)-afspraken, aangeboden als compensatielocatie. In 2017 zijn deze aanvullende afspraken met de corporaties vitgebreid met de verdichtingsvraag van de gemeente en is voor de IJdoornschoollocatie een programma opgesteld van ongeveer 125 sociale huurwoningen. In april 2020 heeft de directeur Grond en Ontwikkeling met de corporaties Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief g september 2021 concept investeringsnota IJdoornschoollocatie Pagina 2 van 3 afspraken gemaakt over het te realiseren woningbouwprogramma op de resterende ontwikkellocaties in de Waterlandpleinbuurt. Voor de IJdoornschoollocatie is met Ymere afgesproken dat er ongeveer 130 sociale huurwoningen worden gerealiseerd. De concept investeringsnota is het vervolg op het Plan van Aanpak Nieuwendam-Noord 2002. Parkeren Volgens Nota Parkeernormen Auto (2017) moet de parkeerbehoefte van bewoners op eigen terrein worden opgelost. Bij sociale huurwoningen is de minimale parkeereis nul. Gezien de doelgroep voor dit project wordt daarom gevraagd in te stemmen met het afwijken van beleidsregel 1 van de Nota Parkeernormen Auto. Hiermee worden nieuwe bewoners niet uitgesloten van een parkeervergunning, mocht in de toekomst betaald parkeren worden ingevoerd. Er zijn voldoende parkeerplekken in de buurt. In de openbare ruimte worden o,1 bezoekersparkeerplekken per woning gerealiseerd (totaal 13 parkeerplekken). Participatie In 2019 heeft de gemeente in samenwerking met Ymere het concept Stedenbouwkundig Plan (SP) IJdoornschoollocatie opgesteld. In dit SP waren 125 sociale huurwoningen opgenomen. Stadsdeel Noord heeft het concept SP uit 2019 vrijgegeven voor inspraak van 31 mei 2019 tot en met 21 juli 2019. Op 13 juni 2019 was een informatiebijeenkomst. In totaal zijn er 40 inspraakreacties ontvangen. De meeste inspraakreacties gingen over: -__ zorgen over het aantal parkeerplaatsen en het aandeel sociale huurwoningen in de buurt; -__de hoogte van het gebouw dat ten koste zou gaan van daglicht en uitzicht van de omwonenden; -_de behoefte aan maatschappelijke voorzieningen en een park in de omgeving. De concept Nota van Beantwoording (NvB) uit 2019 is destijds niet gedeeld met bewoners. Ook is het SP uit 2019 niet vastgesteld door de gemeenteraad. In plaats daarvan is er voor gekozen het SP naar aanleiding van de inspraakreacties aan te passen. Doordat er opnieuw gesprekken tussen Ymere en de gemeente hebben moeten plaatsvinden heeft het project een tijd stilgelegen. Er is nu gekozen voor kleinschalige woongebouwen met een groen binnenterrein, in plaats van één groot, gesloten bouwblok met verschillende gebouwdelen. Het aangepaste SP is verwerkt in deze concept investeringsnota. Belanghebbenden kunnen de concept investeringsnota IJdoornschoollocatie inzien van 6 september tot en met 17 oktober 2021 en een inspraakreactie indienen. De gemeente organiseert op 22 september een digitale informatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst zal de gemeente de plannen toelichten en kunnen er vragen worden gesteld. De inspraakreacties worden opgenomen in een Nota van Beantwoording (NvB). Verder kunnen bewoners meedenken over de inrichting van de openbare ruimte. Planning Na de inspraakperiode wordt de concept investeringsnota in januari 2022 voorgelegd aan de commissie RO en de gemeenteraad. De gebouwen worden in het 3° kwartaal 2022 gesloopt. Ymere zal de procedure uitgebreide omgevingsvergunning opstarten. Om te versnellen wordt dit proces tijdens de bestuurlijke besluitvorming van het investeringsbesluit opgestart. Nadat Ymere een onherroepelijke omgevingsvergunning heeft kan er in het 4° kwartaal 2022 worden gestart Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief g september 2021 concept investeringsnota IJdoornschoollocatie Pagina 3 van 3 met de bouw. Als alles meezit kunnen de woningen eind 2023 worden opgeleverd. De openbare ruimte zal aansluitend hierop worden ingericht. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, ACE s. LSL E 5 1 : Ë es ( ( ipo tau € SE En maen ak Marieke van Doorninck Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Bijlagen 1. 210817 Concept investeringsnota IJdoornschoollocatie 2. 190930 Concept NvB inspraak IJdoornschoollocatie 3. 210423 SAP advies IJdoornschoollocatie 4. 210621 Akoestisch onderzoek IJdoornschoollocatie 5. 210419 Parkeerbehoefte IJdoornschoollocatie 6. 200806 Windstudie IJdoornschoollocatie 7. 200507 Quickscan natuur IJdoornschoollocatie 8. 200930 Vleermuisonderzoek IJdoornschoollocatie g. 200501 Bezonningsstudie IJdoornschoollocatie 10. 210810 Waterparagraaf IJdoornschoollocatie
Brief
3
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2013 Afdeling 1 Nummer 838 Publicatiedatum 16 oktober 2013 Ingekomen onder BF Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013 Behandeld op woensdag 2 oktober 2013 Status Verworpen Onderwerp Amendement van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake het koersbesluit Amsterdamse Zorg: ‘Noodzaak Voorop’. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013 inzake het koersbesluit Amsterdamse Zorg, getiteld: ‘Noodzaak Voorop’ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 666); Constaterende dat: — het rijk voornemens is de dagbesteding en begeleiding te decentraliseren met een korting van 25%; — _ het koersbesluit spreekt over de mogelijke heffing van een eigen bijdrage voor de zorg in de 1° en 2°° lijn en dus ook voor vormen van dagbesteding; Overwegende dat: — dagbesteding ervoor zorgt dat mensen niet in een isolement raken; — dagbesteding ervoor zorgt dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen; — _ het aanbieden van dagbesteding hogere zorgkosten voorkomt; — het innen van een eigen bijdrage kwetsbare mensen ervan zal weerhouden om deel te nemen aan de dagbesteding, Besluit: in ontwerpbesluit nr. 666 van 2013, het koersbesluit Amsterdamse Zorg, getiteld: ‘Noodzaak Voorop’, beslispunt 4, lid b, als volgt te wijzigen: “4b. bij elke vraag voor dagbesteding eerst wordt gekeken of er perspectief op werk is, al dan niet onder begeleiding. Participatie is de norm. Vanwege het belang van dagbesteding zal aan mensen die hiernaar doorverwezen worden door professionals van het wijkteam geen eigen bijdrage worden gevraagd.” Het lid van de gemeenteraad, M.M. van der Pligt 1
Motie
1
discard
> < Gemeente Raadsinformatiebrief Amsterdam Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 23 september 2021 Portefeuille(s) RO en Monumenten Portefeuillehouder(s): Marieke van Doorninck en Touria Meliani Behandeld door [email protected]; [email protected] Onderwerp Jaarverslag 2020 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Geachte leden van de gemeenteraad, Met deze brief bieden de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Amsterdam en het College van Burgemeester en Wethouders u het Jaarverslag 2020 van de CRK aan. Deze keer geen gedrukt exemplaar maar in lijn met de tijdgeest een opgemaakte PDF. De commissie geeft in haar verslag een overzicht van haar werkwijze en organisatie in vijf verschillende subcommissies. Speciale aandacht was er in 2020 voor woonkwaliteit en de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Getalsmatig was er weinig te merken van de gevolgen van de Coronacrisis. De commissie adviseerde bijna gooo maal in het kader van een aanvraag Omgevingsvergunning. Voor komend jaar staat de overgang naar een Commissie Omgevingskwaliteit op het programma. De commissie probeert met een aangepaste verordening zo goed mogelijk invulling te geven aan de ambities van de Omgevingswet op het gebied van kwaliteitsadvisering: vroeg in het proces, transparant naar buiten en van sectorale naar integrale advisering. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, mr? LT Markant f Ë IO U Ce \ Marieke van Doorninck, Eric Luiten, Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling Voorzitter CRK Bijlagen 1. Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Jaarverslag 2020
Brief
1
train
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 789 Publicatiedatum 29 juli 2016 Ingekomen op 7 juli 2016 Ingekomen in raadscommissie ZS Behandeld op 14 juli 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Kayar en Van Dantzig inzake de Voorjaarsnota 2016 (meer (gemengde) sportvelden). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449). Constaterende dat: — ernog steeds flinke wachtlijsten zijn voor Amsterdamse kinderen die willen sporten; — in de Voorjaarsnota 2016 een bedrag van 10 miljoen euro wordt ingezet om het tekort aan sportaccommodaties aan te pakken; — sport zorgt voor ontmoeting, verbroedering en verbinding tussen diverse mensen en culturen. Overwegende dat: — ieder kind dat nog niet sport door wachtlijsten bij verenigingen er één te veel is; — Sportvelden nog efficiënter gebruikt kunnen worden wanneer deze voor meerdere sporten geschikt zijn; — het de kans vergroot dat kinderen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten op het sportveld. — in Noord al een succesvolle pilot loopt waarbij sportvelden en accommodaties gedeeld worden door verschillende clubs. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — bij de besteding van de gelden voor het tekort aan sportaccommodaties prioriteit te geven aan accommodaties en verenigingen waar de wachtlijsten lang zijn; — te onderzoeken hoe (nieuw aan te leggen) multifunctionele sportvelden in de stad gebruikt kunnen worden door verschillende sportclubs en verschillende sporten. De leden van de gemeenteraad O. Kayar R.H. van Dantzig 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 451 Datum akkoord 30 mei 2017 Publicatiedatum 31 mei 2017 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Vroege en Verheul van 6 maart 2017 inzake (homogerelateerde) geweldsincidenten in het Oosterpark. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstellers: Op vrijdagavond 3 maart 2017 vond er een fataal geweldsincident plaats in het Oosterpark. Dit gebeurde op een locatie die onder andere door de politie wordt geduid als een mannen-ontmoetingsplaats (MOP). De fractie van D66 krijgt van diverse kanten berichten dat de situatie in het Oosterpark erg onveilig is geworden. Er zouden de laatste maanden meerdere gevallen van (homogerelateerde) intimidatie, geweld en poging tot beroving hebben plaatsgevonden. De fractie van D66 vindt dat het Oosterpark ook ‘s nachts een belangrijke sociale functie heeft in Oost, een functie die past bij een bruisende en diverse wereldstad. Voor mannen, veelal uit culturen waar homoseksualiteit een taboe is, is een MOP een belangrijke plek om veilig contact te kunnen maken. Het is belangrijk dat iedereen, ook ‘s nachts, zich veilig kan voelen in het Oosterpark. Gezien het vorenstaande hebben de leden Vroege en Verheul, beiden namens de fractie van D66, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is bij het college bekend of er meerdere (homogerelateerde) incidenten in het Oosterpark hebben plaatsgevonden in de afgelopen 2 jaar? Zo ja, kan het college toelichten en inzicht geven in de aantallen? Antwoord: Het onderstaande overzicht geeft het aantal geweldsincidenten weer dat is geregistreerd in het Oosterpark. Niet meegenomen zijn de incidenten die op de aangrenzende openbare weg zijn geregistreerd. In het overzicht zijn ook de incidenten meegenomen die bijvoorbeeld tussen overlastveroorzakers onderling hebben plaatsgevonden. 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R weing Î Gemeenteblad Datum le 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 maart 2017 Geweldsincidenten Oosterpark 2015 2016 LUNA Totaal t/m 16 maart Diefstal met geweld fiets 1 0 0 1 Straatroof 1 7 3 11 Overige diefstallen met geweld 0 1 0 1 Vechtpartij (zonder vervolg) 0 2 0 2 Ruzie/twist (zonder vervolg) 4 8 0 12 Openlijke geweldpleging tegen personen 2 1 0 3 Bedreiging 3 g 0 12 Doodslag/moord 0 1 1 2 Eenvoudige mishandeling 6 8 0 14 Zware mishandeling 3 1 0 4 Totaal 20 38 4 62 Waarvan LHBTI gerelateerd 1 4 3 8 LHBTI incidenten in Oosterpark 2015, 2016 en 2017 t/m 16 maart Totaal: 8 Straatroof 4 Overige diefstallen met geweld 1 Openlijke geweldpleging tegen personen 1 Doodslag/moord 1 Eenvoudige mishandeling 1 Ten aanzien van de categorie LHBTI gerelateerde incidenten dient te worden opgemerkt dat dit niet per se iets zegt over het motief van de dader. Het kan hierbij ook gaan om een incident tussen twee LHBTI-ers of een ontmoeting die uitloopt op een geweldsincident. Dit is uitgelegd in de brief van 28 maart 2017 aan uw commissie inzake beantwoording vragen raadslid Torn. Op 1 december 2016 is de geïntensiveerde aanpak Oosterpark van start gegaan. Het lijkt er op dat dit direct van invloed is op de daling van het aantal geregistreerde incidenten. 2. Iser al zicht op wie daders zijn, zijn er daderprofielen bekend? Antwoord: De politie heeft begin april een 17-jarige verdachte aangehouden. Deze verdachte zit nog steeds vast. Hierover heeft de politie een persbericht uitgedaan. Onderzocht wordt of het gaat om een uit de hand gelopen beroving en/of het incident homo-gerelateerd is. Tevens wordt onderzocht of er mededaders zijn. In het belang van het onderzoek kunnen er geen verdere mededelingen worden gedaan. Toelichting door vragenstellers: Mogelijk is het incident van afgelopen vrijdag homogerelateerd. Het is bekend dat ín gevallen van “potenrammen”, slachtoffers geen aangifte durven te doen van incidenten. 2 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 31 mei 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 maart 2017 3. Heeft het college ook via andere (informele) kanalen dan de politie, zoals bijvoorbeeld het COC, inzicht in de veiligheidsontwikkelingen in en rond het Oosterpark? Welk beeld komt uit deze kanalen naar voren? Antwoord: Ja, na het incident is met Roze in Blauw van de politie een overleg geweest met de veiligheidscoördinator van het stadsdeel en de voorzitter van het COC. Uit het overleg kwam naar voren dat degenen die afspreken in het Oosterpark, voornamelijk via app-verkeer (Grinder), veel belang hechten aan anonimiteit. Dat brengt veiligheidsrisico's met zich mee. Het COC heeft toegezegd mee te willen werken aan het verbeteren van de informatie aan bezoekers van MOP's om het veiligheidsbewustzijn bij het cruisen te vergroten. Ook is er een schouw gelopen in en rondom het Oosterpark door COC, Roze in Blauw en stadsdeel. De bevindingen worden waar mogelijk in een verbeteringsplan verwerkt en uitgevoerd. 4. Is college bereid om samen met de politie en met name Roze in Blauw actief het melden en of aangeven van incidenten te stimuleren om zodoende een beter en meer volledig beeld te krijgen? Graag een toelichting. Antwoord: Vanuit de politie wordt ingezet op het verhogen van de meldings- en aangiftebereidheid onder LHBTl'ers, met name door het netwerk Roze in Blauw. LHBTl'ers kunnen melding en aangifte doen via de reguliere kanalen, maar kunnen ook 24 uur per dag, zeven dagen per week via een speciaal telefoonnummer contact opnemen met de medewerkers van Roze in Blauw. Eveneens is er een apart emailadres en heeft Roze in Blauw een Facebookpagina en Twitteraccount. Deze medewerkers van Roze in Blauw hebben ruime ervaring met LHBTl-incidenten en kunnen daarom goede opvang bieden en slachtoffers adviseren over het doen van een aangifte of melding. In het bij vraag 3 genoemde overleg bleek dat het COC niet bekend was met recente incidenten. Roze en Blauw en het COC maken afspraken om de onderlinge informatie-uitwisseling te verbeteren. Toelichting door vragenstellers: {n het verleden surveilleerde de politie (met name vanuit het voormalig politiebureau 's Gravenzandeplein) in het park om veiligheid van de nachtelijke bezoekers te waarborgen. Bezoekers laten aan indieners weten dat de politie niet meer surveilleert in het park. 5. Kloppen de verhalen van bezoekers dat de politie niet meer surveilleert in het park? Zo nee, hoe vaak surveilleert de politie in de nachtelijke uren? Zo ja, waarom, en is de politie voornemens de surveillance weer te hervatten”? Antwoord: Nee, dit klopt niet. Het Oosterpark wordt door de politie standaard meegenomen in de surveillance. Daarnaast werken politieagenten in de Eenheid Amsterdam aan de hand van informatie gestuurde werkopdrachten. Dit geldt ook voor toezicht in het Oosterpark. Hierdoor is er bijvoorbeeld gerichte inzet n.a.v. incidenten. 3 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Neng ls Gemeenteblad Datum 31 mei 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 maart 2017 6. Is het college voornemens om andere of aanvullende maatregelen te nemen om de veiligheid in het Oosterpark te waarborgen? Antwoord: Ja. Er wordt door het stadsdeel in het hele park speciale fauna (dier) vriendelijke verlichting geplaatst die de sociale veiligheid ‘s nachts zal verbeteren. Het COC heeft zich hier in het verleden tegen verzet omwille van de gewenste anonimiteit van de cruisers, maar is nu omwille van de veiligheid akkoord gegaan. 7. Is het college voornemens samen met politie, Roze in Blauw, stadsdeel en andere partijen bezoekers te waarschuwen voor mogelijke incidenten zolang er geen zicht is op dader(s) van de recente gebeurtenis(sen)”? Antwoord: Zoals gezegd zal het COC naar aanleiding van overleg met gemeente en Roze en Blauw meewerken aan het verbeteren van de informatie aan bezoekers van MOP's. In brede zin werken politie en gemeente aan het verhogen van de meldingsbereidheid en communiceert de politie dat burgers - bij het constateren van verdachte situaties - de politie moeten bellen. Politie en gemeente waarschuwen bezoekers echter niet actief voor mogelijke incidenten in het park, dit kan namelijk tot onnodige en onevenredige onrust leiden. Toelichting door vragenstellers: Het incident van 3 maart 2017 in het Oosterpark vond plaats op een MOP. De fractie van D66 wil graag meer inzicht in de veiligheidssituatie op MOP's in de stad. 8. Zijn er de laatste 2 jaar meer veiligheidsincidenten geweest op MOP's, ook op andere plekken in de stad? Graag een overzicht/ toelichting. Antwoord: De politie registreert niet specifiek of een incident is gerelateerd aan een MOP. Ook heeft een MOP geen specifieke adreslocatie waarop gezocht kan worden in het politieregistratiesysteem. Roze in Blauw heeft wel een beeld van de veiligheidsontwikkelingen op de zes bekende MOP's binnen het werkgebied van de Eenheid Amsterdam. Dit beeld is mede gebaseerd op het zoeken naar relevante politieregistraties. Ten opzichte van het jaar 2014 is in 2015 een daling te zien van MOP-gerelateerde’ incidenten (van 22 naar 16). Het overzicht voor 2016 is nog niet beschikbaar. Het is wel van belang om te beseffen dat hier sprake is van een “dark number”, bijvoorbeeld doordat juist anonimiteit een reden kan zijn om een MOP te bezoeken, waardoor LHBT lers mogelijk geen melding bij de politie maken als ze slachtoffer of getuige zijn van een strafbaar feit. 9. Welke ontwikkelingen ziet het college rond de veiligheid op MOP's? Antwoord: Bestrijding van geweld tegen LHBT!'s is als prioriteit opgenomen in het Regionaal Veiligheidsplan 2015-2018 en in de Uitvoering Roze Agenda 2015-2018. In deze plannen staan acties benoemd die gericht zijn op het vergroten van de sociale acceptatie van LHBTI’s in de stad en op het aanpakken van agressie en geweld tegen deze groep. Voor de aanpak van agressie en geweld laat ik u weten dat 4 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer le 2017 Schriftelijke vragen, maandag 6 maart 2017 aanscherping en intensivering ook hier al in werking is gezet. Het Oosterpark werd naar aanleiding van de incidenten door de politie al standaard meegenomen in de surveillance. Daarnaast zal via de Denktank Veiligheid LHBTI's en specifieke schouwen gewerkt worden aan resp. verhoging van de meldings- en aangiftebereidheid en vergroting van de veiligheid in de buurt. Ook voor de veiligheid rondom MOP's in parken zal op deze wijze geschouwd worden; in dit geval in samenwerking met het COC. In de schouwen wordt ook gekeken naar begroeiing en verlichting. Zoals beschreven onder punt 6 is het aanpassen van de verlichting één van de maatregelen. 10. Welke maatregelen hieromtrent heeft het college genomen of overweegt het college”? Antwoord: Zie het antwoord van vraag 9. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 5
Schriftelijke Vraag
5
train
> < gemeente Raadsinformatiebrief | msterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum g maart 2021 Portefeuille(s) Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder(s): Femke Halsema Behandeld door OOV, [email protected] Onderwerp Afdoening motie o22 accent van de leden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest inzake bezwaren tegen een avondklok Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 20 januari 2021 heeft uw raad motie 022 accent van raadsleden Van Dantzig, Ernsting, Van Lammeren, Taimounti, Veldhuyzen, Kreuger en Van Soest aangenomen waarin het college gevraagd wordt om de constateringen inzake de invoer van een avondklok bij de Tweede Kamer onder de aandacht te brengen opdat deze bezwaren en de praktische uitwerking van een avondklok in de Amsterdamse context worden meegewogen bij de finale afweging voor een avondklok in de Tweede Kamer. Het College heeft dezelfde avond (woensdagavond 20 januari 2021) nog uitvoering gegeven aan deze motie door de fractievoorzitters van de Tweede Kamer op de hoogte te stellen van de bezwaren tegen de avondklok vanuit de Amsterdamse gemeenteraad. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Femke Halsema Burgemeester
Motie
1
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 189 Publicatiedatum 21 februari 2018 Ingekomen onder AK Ingekomen op woensdag 14 februari 2018 Behandeld op woensdag 14 februari 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Boutkan, Nuijens, Boomsma, Peters, Ruigrok, Bosman, Van Soest en Van Lammeren inzake het geluidbeleid Evenementen en de locatieprofielen (onderzoek structurele investeringen voor een excellente uitvoering van Amsterdams evenementenbeleid). Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de beleidsregel “Geluid bij evenementen in Amsterdam”, de locatieprofielen voor evenementenlocaties en de richtlijn “Duurzaamheid Evenementen” in Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 130). Constaterende dat: — Amsterdam erbij gebaat is dat de regietafel evenementen die zich bezig houdt met de uitvoering van het evenementenbeleid kwantitatief en kwalitatief op orde is; — Bij alle aspecten van het evenementenbeleid in de gehele keten van vergunningverlening, klachtafhandeling, uitvoeren van metingen en handhaving; Amsterdammers en evenementorganisatoren gebaat zijn bij een excellente uitvoering van het evenementenbeleid; — Erop dit moment slechts incidentele versterking is voor de regietafel evenementen en structurele financiering niet is gewaarborgd; — De indiener wil dat meetgegevens, informatie over verleende vergunningen enz, real time online beschikbaar komt en dat relevante informatie wordt ontsloten en vertaald in een dashboard; Overwegende dat: — Een goede uitvoering van het evenementenbeleid zorgt voor minder overlast en een breder draagvlak; — De uitvoering met de huidige financiering beschouwd mag worden als een risico voor adequate uitvoering; — Inde gehele stad er als een grote druk is op de handhavingscapaciteit; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Onderzoek te doen naar een structurele financiering voor een excellente uitvoering van het evenementenbeleid en te komen tot een voorstel voor begroting; 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 189 Motie Datum 21 februari 2018 2. Hierbij in ieder geval te investeren in de regietafel evenementen, handhaving, uitwerking dashboard, opleiden van ambtenaren, enz. 3. Dit onderzoek zo snel als mogelijk uit te voeren (liefst voor of uiterlijk in het tweede kwartaal van 2018), zodat de uitkomsten van het onderzoek gebruikt kunnen worden bij het uitvoeren van het nieuwe evenementenbeleid. De leden van de gemeenteraad D.F. Boutkan J.W. Nuijens D.T. Boomsma D.W.S. Peters M.H. Ruigrok A.M. Bosman W. van Soest J.F.W. van Lammeren 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam T A R % tijdelijke algemene raadscommissie % Agenda, woensdag 20 juni 2018 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de tijdelijke algemene raadscommissie Tijd 13.30 tot 17:00 uur en van 19:30 tot 22:30 uur Locatie Raadszaal De vergadering van de TAR bestaat uit twee delen. In de middag wordt de jaarrekening en enkele aanverwante financiële raadsvoordrachten besproken. Verder worden raadsvoordrachten besproken die spoedeisend zijnen in de raad van 27 juni 2018 besproken moeten worden. In de avond worden de inhoudelijke bespreekpunten van de burgemeester besproken die geen betrekking hebben op de jaarrekening, als ook bespreekpunten waar in de middag geen tijd meer voor is. Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslagen van de openbare en besloten vergadering van de Tijdelijke Algemene Raadscommissie d.d. 23 mei 2018 e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 TKN lijst (niet aanwezig) 6 _Inspreekhalfuur Publiek Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam tijdelijke algemene raadscommissie TA R Agenda, woensdag 20 juni 2018 7 _ Actualiteiten en Mededelingen e _ Actualiteit van het lid Simons (Bij1) inzake de Mars van Onderwijs. e _ Actualiteit van het lid Simons (Bijt) inzake het mogelijke verlies van de ADM voor de gemeente, 8 Rondvraag Financiën 9 Het Jaarverslag 2017 Nr. BD2018-006743 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). , Het jaarverslag 2017 is separaat naar de leden verstuurd. 10 Instemmen met de bestuurlijke reactie op het Generaal Verslag over het Jaarverslag 2017 Nr. BD2018-006750 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Lucht- en Zeehaven 11 Kennisnemen van de concept jaarrekening 2017 en de concept begroting 2019 van de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en het afzien van het indienen van een zienswijze Nr. BD2018-006820 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). Openbare Ruimte en Groen 12 Kennisnemen van de financiële jaarstukken van recreatieschappen Twiske- Waterland, Spaarnwoude, Groengebied Amstelland en Goois Natuurreservaat en instemmen met het indienen van een zienswijze op de begroting 2019 van Goois Natuurreservaat en Spaarnwoude Nr. BD2018-005530 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). Duurzaamheid 13 Kennisnemen van de jaarstukken 2017 en meerjarenraming 2019-2022, bestemmen positief rekeningresultaat 2017 en indienen van zienswijze ontwerp begroting 2019 van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Nr. BD2018- 005149 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). 2 Gemeente Amsterdam tijdelijke algemene raadscommissie TA R Agenda, woensdag 20 juni 2018 Grondzaken 14 Vaststellen van de actuele saldi van de actieve grondexploitaties Vereveningsfonds en Zuidas en kennis te nemen van het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) Vereveningsfonds en Zuidas 2018 Nr. BD2018-006687 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). Ruimtelijke Ordening 15 Vaststellen bestemmingsplan Cruquius deelgebied 3 Nr. BD2018-005486 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). 16 Vaststellen bestemmingsplan Eerste herziening Weespertrekvaart West (herstelbesluit) Nr. BD2018-005624 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). Raadsaangelegenheden 17 Verlenen subsidies voor de ondersteuning aan fracties in stadsdeelcommissies Nr. BD2018-006633 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). 18 Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2017 Nr. BD2018-006626 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). Diversiteit 19 vaststelling call voor verkenning nationale museale voorziening slavernijverleden Nr. BD2018-006636 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). 3 Gemeente Amsterdam tijdelijke algemene raadscommissie TA R Agenda, woensdag 20 juni 2018 Openbare Orde en Veiligheid 20 Artikel Parool zorgen gemeentelijke ombudsman Nr. BD2018-006830 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 21 Jaarrekening 2017 en Ontwerpprogrammabegroting 2019 inclusief actualisatie 2018 van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nr. BD2018-005769 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). 22 Instemmen met de raadsvoordracht en begrotingswijziging voor de uitvoering van inrijdbeperkende maatregelen ter bescherming tegen (voertuig)terrorisme op een aantal kwetsbare locaties Nr. BD2018-006777 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (Gemeenteraad d.d. 27 juni 2018). BESLOTEN DEEL 4
Agenda
4
train
> < Gemeente Raadsinformatiebrief | Amsterdam Afdoening motie Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam Datum 8 juni 2021 Portefeuille(s) Wonen en Bouwen Portefeuillehouder(s): _ Laurens Ivens Behandeld door Bestuurzaken Wonen, [email protected] Onderwerp Afhandeling motie 203 van de leden Mbarki, Rooderkerk, Kili, Van Pijpen, Veldhuyzen, Kuiper en Flentge, inzake de houding van Ymere bij loden leidingen problematiek. Geachte leden van de gemeenteraad, In de vergadering van de gemeenteraad van 31 maart 2021 heeft uw raad bij de behandeling van het onderwerp rechtszaken over loden leidingen agendapunt 31, motie 203 van de raadsleden Mbarki, Rooderkerk, Kili, Van Pijpen, Veldhuyzen, Kuiper en Flentge aangenomen, waarin het college gevraagd wordt om: 1. Met Ymere en de huurdersvertegenwoordiging in gesprek te gaan om de omgang van Ymere met haar huurders die getroffen zijn door loden leidingen te bespreken en pogen vertrouwen te herstellen; 2. Metals doel verdere juridische trajecten tussen Ymere en haar huurders hierover te voorkomen in het verwijderen van loden leidingen in uiterlijk 2022; 3. De raad hierover per brief te informeren. Het College geeft als volgt vitvoering aan de motie: Het college blijft Ymere en de andere corporaties aansporen om zo snel mogelijk het volledig bezit te onderzoeken en loden leidingen te saneren. Met de AFWC en de afzonderlijke corporaties hebben we structureel overleg over de voortgang van het opsporen en vervangen van loden leidingen. Met Ymere hebben we daarnaast specifiek contact rond de aanpak van sanering van loden leidingen in de tuindorpen en de effecten in deze gebieden voor huurders. Ymere is actief bezig met de sanering van de loden leidingen in haar bezit en verwacht nog altijd eind 2022 de sanering af te ronden. Voor het geven van huurkortingen hebben Ymere en de eigen huurdersorganisatie Huurders Ymere Amsterdam (HYA) naar aanleiding van de jurisprudentie een principeakkoord bereikt tot een eenduidig huurkortingenbeleid voor huurders. Met daarin voor huurders met een rapport van een erkend laboratorium waarin de verhoogde loodwaarde door de loden leiding in het water is aangetoond, de keuze voor een (tijdelijke) huurkorting zoals de Huurcommissie die hanteert of een eenmalige vergoeding. Daartoe kan een rapport in opdracht van Ymere, of in opdracht van de huurder worden gebruikt. De gang naar de Huurcommissie of rechter is hierdoor niet meer nodig, omdat deze huurders direct bij Ymere terecht kunnen. Het beleid van Ymere wordt definitief als de belastingdienst instemt dat met het in het beleid Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 8 juni 2021 Pagina 2 van 2 genoemde voordeel tot de mogelijkheid van een eenmalige vergoeding niet tot een wijziging voor het geven van de huurtoeslag leidt. Het principeakkoord geeft vertrouwen en zet de constructieve samenwerking tussen Ymere en huurdersorganisatie HYA weer voort. Het college blijft de voortgang van de gemaakte afspraken in het principeakkoord nauwgezet volgen. Het opsporen en saneren van loden waterleidingen heeft blijvend aandacht van het college. Als daartoe aanleiding is ontvangt u per brief informatie over de laatste stand van zaken. Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, Laurens Ivens Wethouder Wonen en Bouwen Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Motie
2
train
x Gemeente Amsterdam WIJ % Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid % Agenda, donderdag 7 mei 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Tijd 09.00 tot 12.30 uur en van 19.30 tot 22,30 Locatie Ochtenddeel in de 0239 en het avonddeel in de 0235 WETHOUDER ASSCHER DEEL 09.00 — 12.30 in de 0239 Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuur publiek 5 Conceptverslag openbare vergadering van 09-04-2009 e _ Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieWIJ @raadsgriffie. amsterdam.nl 6 Openstaande toezeggingen wethouder Asscher 7 Termijnagenda wethouder Asscher 8 Actualiteiten Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam WIJ Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Agenda, donderdag 7 mei 2009 Educatie 9 Principebesluit B&W overgang eindverantwoordelijkheid en centraal stedelijke uitvoeringstaken inburgering en volwasseneneducatie van DMO naar DWI Nr. BD2009-002836 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. , Geagendeerd op verzoek van mevrouw Mahrach (PvdA). Inburgering 10 Besteding middelen inburgering flankerend beleid 2008-2009 Nr. BD2009- 002747 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Algemeen 11 Rondvraag/TKN-lijst wethouder Asscher WETHOUDER OSSEL DEEL 19.30 — 22.30 in de 0235 Algemeen 12 Mededelingen 13 Inspreekhalfuur publiek 14 Conceptverslag openbare vergadering van 09-04-2009 , Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieWIJ @raadsgriffie. amsterdam.nl 15 Openstaande toezeggingen wethouder Ossel 16 Termijnagenda wethouder Ossel 17 Actualiteiten 2 Gemeente Amsterdam WIJ Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Agenda, donderdag 7 mei 2009 Diversiteit 18 Kaderbrief Meerjarenplan Participatie, Actief Armoedebeleid en Gebiedsaanpak Geuzenveld Nr. BD2009-002599 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. _/n samenhang bespreken met agendapunten 19, 20 en 21. Werk en Inkomen 19 Meerjarenbeleidsplan participatie Nr. BD2009-003138 , De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 20 Actief Armoedebeleid Amsterdam Nr. BD2009-002969 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Diversiteit 21 Uitvoeringsplan intensivering gebiedsgerichte inzet Geuzenveld-Slotermeer Nr. BD2009-002858 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. * Ter kennisneming aan de Raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Volkshuisvesting en Monumenten, van 13 mei 2009. Werk en Inkomen 22 Brief over DWI voorschotten voedselbankklanten en instroom sociale werkvoorziening Nr. BD2009-002382 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 23 Verhoging subsidies in het kader van motie 93/7 van het raadslid Sargentini betreffende behoud gesubsidieerde arbeid Nr. BD2009-000084 , De Gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht. 3 Gemeente Amsterdam W l J Raadscommissie voor Werk en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en Grotestedenbeleid Agenda, donderdag 7 mei 2009 Diversiteit 24 Adviesagenda 2009 Adviesraad Diversiteit en Integratie Nr. BD2009-002383 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Algemeen 25 Rondvraag/TKN-lijst wethouder Ossel 4
Agenda
4
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 1316 Publicatiedatum 5 december 2018 Ingekomen onder Q Ingekomen op woensdag 28 november 2018 Behandeld op woensdag 28 november 2018 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van het lid Torn inzake de Najaarsnota 2018. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer u voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het kennisnemen van de Najaarsnota 2018 en het vaststellen van de begrotingsmutatie behorende bij de Najaarsnota 2018 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1274), Besluit: Beslispunt 5 ("In te stemmen met het voorstel om het Jaarverslag 2018, conform de analyse in bijlage 5 en in lijn met de aanbevelingen van de Rekeningencommissie en ACAM, in te korten”) uit de voordracht te schrappen. Het lid van de gemeenteraad, R.K. Torn 4
Motie
1
discard
Gebiedsopgave Doelstelling Project Budget Dekking Passend Wonen voor Ouderen € 10.000,00 Dekking in gebiedsbudget Doelstelling 1a: Ouderen krijgen meer . mogelijkheden om langer zelfstandig thuis te Buurteconomie Betondorp € «Dekking elders wonen meen vaarvoor geschikte Wong eN Bourtatelier Robert Koch € 22.500,00 Dekking in gebiedsbudget vuurt. De Nieuwe Ooster: buurtverbinding via kunst € 10.000,00 *Nog geen dekking Community Building Spark Village € 10.400,00 Dekking in gebiedsbudget Doelstelling 1b: Op gemengde complexen met 1: Oog voor kwetsbare statushouders is er ondersteuning die past bij de Spark Village in beeld € 8.275,00 *Nog geen dekking bewoners en hun omaevin wensen van de bewoners. 9 9 Community Building Stek Oost € 10.400,00 *Nog geen dekking Buurtgericht Jongerenwerk € 20.000,00 Dekking in gebiedsbudget Speeltuinen € 30.000,00 Dekking in gebiedsbudget Doelstelling zac: Alle kinderen en jongeren in de buurt kunnen meedoen aan activiteiten op het Speeltuinhuisje Amsteldorp € 50.000,00 Dekking in gebiedsbudget gebied van sport, cultuur en educatie. Ontmoetingsactiviteiten jongeren en buurtbewoners € 20.000,00 *Nog geen dekking Sportactiviteiten op scholen € 20.000,00 *Nog geen dekking Subtotaal opgave 1: Oog voor kwetsbare bewoners en hun omgeving € 211.575,00 Anna's Tuin & Ruigte € -__ Dekking elders Doelstelling 2a: Meer bewoners en ondernemers zijn zich bewust van de urgentie KlimaatHub AUC € -__ Dekking elders van het thema duurzaamheid. In gesprek over duurzaamheid € 25.000,00 *Nog geen dekking Groen in de buurt € 40.000,00 Dekking in gebiedsbudget 2: Een duurzame, Voortuindorpen € 17.000,00 Dekking in gebiedsbudget klimaatbestendige wijk Doelstelling 2b: Bewoners en ondernemers Oe worden geïnformeerd over en geholpen bij het Duurzaamheidinitiatieven vit de buurt € 7.500,00 Dekking in gebiedsbudget nemen van energiebesparende en Een groen Betondorp € 20.000,00 Dekking in gebiedsbudget klimaatadaptieve maatregelen. Groenproject Ringdijk € 20.000,00 *Nog geen dekking MacGillavrylaan € 20.000,00 *Nog geen dekking Doelstelling 2c: We informeren, stimuleren en jn - ng 200 Subsidiemogelijkheden verspreiden € -__ Dekking elders ondersteunen alle sportverenigingen en Subtotaal opgave 2: een duurzame, klimaatbestendige wijk € 149.500,00 3: Wijken in ontwikkeling Verbinding nieuwe en oudere bewoners € 20.000,00 Dekking in gebiedsbudget Verbeteren sociale cohesie € 20.000,00 Dekking in gebiedsbudget Doelstelling 3a: We werken nauw samen met 100-jaar Betondorp € 30.000,00 Dekking in gebiedsbudget bewonersnetwerken en organisaties die zich Oe . - inzetten voor het verbinden van oude en nieuwe Kunst, Cultuur en Verbinding in Betondorp € 25.000,00 Dekking in gebiedsbudget bewoners van de buurt. OBA Buurtbibliotheek Betondorp € 25.000,00 Dekking in gebiedsbudget Verbinding in Amstelkwartier € -__ Dekking elders Bajesdorp Buurtkamer € -__ Dekking elders BlOmarkt Amstelkwartier € 15.000,00 Dekking in gebiedsbudget Doelstelling 3b: De voorzieningen in de wijk en omgeving tijdens en na de bouwperiode worden Van der Kunbuurt leefbaar € -__ Dekking elders beoordeeld met een voldoende tot goed. Behoefte jongeren in Overamstel € 10.000,00 *Nog geen dekking Doelstelling 3c: We spelen in op de actualiteit en houden de overlast van (zomer)recreatie in Overamstel Zomerrecreatie € 5.000,00 Dekking in gebiedsbudget de openbare ruimte beheersbaar. Subtotaal opgave 3: Wijken in ontwikkeling € 150.000,00 Fietsverkeer (Ooster)ringdijk € -__*Nog geen dekking Geen doelstelling, wel geld of aandacht nodig Straatgerichte aanpak Middenweg € -__ Dekking elders Tegeltableau Park De Meer € 30.000,00 *Nog geen dekking Subtotaal geen opgave € 30.000,00 TOTAAL £ 541.075,00 Dekking in gebiedsbudget € 367.400,00 *Nog geen dekking € 173.675,00 Dekking elders € -
Actualiteit
2
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R x% Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 7172 Datum akkoord 28 juni 2016 Publicatiedatum 29 juni 2016 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest (PvdO) van 23 mei 2016 inzake de cijfers van de jaarlijkse misdaadmeter van het AD. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragenstelster: De Partij van de Ouderen in de Amsterdamse gemeenteraad is geschokt over de cijfers van de jaarlijkse misdaadmeter van het AD waaruit naar voren komt dat Amsterdam opnieuw de onveiligste gemeente van het land is. Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Is het college bekend met het bericht ‘Amsterdam opnieuw het onveiligst; fors aantal meer verkrachtingen’ 7 Antwoord: Ja, daar is het college mee bekend. 2. Wat vindt het college van het feit dat Amsterdam wederom de meest onveiligste gemeente van Nederland is? Kan het college duiden wat volgens hun daarvan de oorzaken zijn en hoe het deze oorzaken gaat bestrijden? Antwoord: De misdaadmeter bestaat uit 10 delicten. Voor 8 van die 10 delicten geldt dat Amsterdam in 2015 betere of gelijke cijfers laat zien in vergelijking met 2014. De hoge positie van Amsterdam is vooral het gevolg van het aantal gevallen van zakkenrollerij en van het aantal diefstallen uit auto (autokraken). Toeristen zijn relatief vaak slachtoffer van deze delicten. In Amsterdam komen veel meer toeristen dan in andere grote steden: 30.000 toeristen per dag. In Rotterdam en in Den Haag zijn dat er 3.500 en in Utrecht 1.300. Toeristen zijn een kwetsbare groep. Uit recent onderzoek onder toeristen in Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat de kans op slachtofferschap bijna 19 keer hoger is onder toeristen dan onder Amsterdammers (Lemieux & Steenbeek, 2016). 1 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing In Gemeenteblad Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 23 mei 2016 Overigens laat de Amsterdamse veiligheidsindex in 2015 een lichte verbetering zien van de veiligheidscijfers ten opzichte van 2014. De Amsterdamse veiligheidsindex kijkt veel breder naar de ontwikkeling van de criminaliteit dan de AD-misdaadmeter. Toelichting door vragenstelster: Er zijn een groot aantal gevallen van zakkenrollerij. 3. Kan het college de gebieden duiden waar zakkenrollerij het meest voorkomt (top 10)? Wordt er in deze gebieden gebruikgemaakt van cameratoezicht, onder andere flexibele camera's? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo neen, is het college bereid, flexibele camera's in te zetten om het boevengilde beter in de gaten te houden? Antwoord: Hieronder de tien regiebuurten waar in 2015 in de gemeente Amsterdam de meeste zakkenrollerijen hebben plaatsgevonden: 1. Wallen Noord; 2. Stationseiland; 3. Leidsebuurt; 4. Rembrandtpleinbuurt; 5. Singelbuurt; 6. Nieuwendijkkwartier:; 7. Centrumgebied ZO; 8. Weteringbuurt; 9. Museumpleinbuurt; 10. Wallen Zuid. In deze buurten vindt ongeveer 2/3 van het totaal aantal zakkenrollerijen in de gemeente Amsterdam plaats. In vrijwel al deze gebieden wordt cameratoezicht ingezet. Regelmatig vinden er acties plaats waarbij zakkenrollers met behulp van cameratoezicht worden aangehouden. 4. Welke acties heeft het college ondernomen om zakkenrollerij tegen te gaan en hoe kan het dat deze acties, gezien het enorme aantal, dus niet afdoende waren”? Antwoord: Sinds eind 2013 geldt de afspraak dat de politie tijdens grote evenementen zoals Gaypride en Koningsdag gericht inzet op zakkenrollerij. Dit betekent dat er tijdens deze evenementen extra capaciteit wordt ingezet; zowel politiemedewerkers in uniform als in burger. Dit gebeurt in samenwerking met gemeentelijke handhavers die een oog-en-oor functie vervullen voor de politie. De inzet tijdens deze evenementen werpt zijn vruchten af: in de afgelopen jaren zijn er minder personen slachtoffer geworden van zakkenrollerij tijdens deze evenementen en het aantal incidenten nam af. Ter illustratie tijdens Koningsdag in 2015 zijn er 363 incidenten zakkenrollerij geregistreerd: in 2013 waren dit er nog 696. Tijdens Koningsdag 2016 zijn er 88 incidenten zakkenrollerij geregistreerd ten opzichte van 351 in 2013. 2 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R Neeing In Gemeenteblad Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 23 mei 2016 In de afgelopen jaren is sprake geweest van een sterke focus op de prioriteiten in het Regionaal Veiligheidsplan en dan met name de HIC-delicten. Dit betekent dat er minder ruimte overbleef voor delicten die niet in het RVP zijn geprioriteerd, zoals zakkenrollerij. Gezien de daling van het aantal HIC-delicten is er echter meer ruimte voor niet geprioriteerde delicten. Sinds begin 2016 is er binnen de politie, met name het doelgroepenteam, daarom in het centrum meer aandacht voor zakkenrollerij en is in de eerste maanden van 2016 (januari t/m april) een daling te zien van 14% van het aantal zakkenrollerijen in Amsterdam ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Ook is het van belang om te beseffen dat bijna één op de vijf zakkenrollerijen plaatsvindt in horecagelegenheden. Dit benadrukt dat het tegengaan van zakkenrollerij een gezamenlijke inspanning vraagt van partijen, waaronder horecaeigenaren. Het voorkomen van zakkenrollerij in horecagelegenheden is immers primair de verantwoordelijkheid van de horecaondernemers. Uiteraard worden horecaondernemers hierbij zo nodig ondersteund. Zo is er bijvoorbeeld door het stadsdeel centrum, Koninklijke Horeca Nederland en de politie een instructiefilm gemaakt voor ondernemers met daarin tips hoe zakkenrollerij te voorkomen. Toelichting door vragenstelster: Het aantal verkrachtingen is met maar liefst 40% gestegen. 5. Kan het college duiden waar de 137 gemelde verkrachtingen hebben plaatsgevonden? Hebben er meer verkrachtingen plaatsgevonden in slecht verlichte delen van de stad, waar verkrachters zich sneller vrij hebben gevoeld om hun misselijke daden te plegen? Zo ja, wat gaat het college doen om deze delen van de stad beter te verlichten? Antwoord: Het merendeel van het aantal misdrijven verkrachting in de gemeente Amsterdam vindt niet plaats in de openbare ruimte, maar vindt veelal in woningen plaats. Ook is in het merendeel van de gevallen de pleger een bekende van het slachtoffer (relationele sfeer). Voor de verkrachtingen in de openbare ruimte, waarbij doorgaans sprake is van een onbekende dader, geldt dat dit aantal, dat fluctueert tussen de 5 a 10 per jaar, in 2015 niet is toegenomen ten opzichte van 2014. Voor de verkrachtingen in de openbare ruimte geldt dat deze verspreid door de stad hebben plaatsgevonden. Er is geen enkele locatie die er specifiek uitspringt: de locaties lijken willekeurig gekozen door de daders. Op basis van de politiecijfers kan niet geconcludeerd worden dat er meer verkrachtingen zijn gepleegd in slecht verlichte delen van Amsterdam. Mocht de politie of gemeente echter constateren dat de inrichting van de fysieke omgeving een rol heeft gespeeld in een bepaalde verkrachtingszaak dan wordt dit onder de aandacht gebracht en zo nodig maatregelen genomen. Begin 2016 zijn bijvoorbeeld op de Wenckebachweg maatregelen genomen zoals cameratoezicht, het snoeien van bosschages en het plaatsen van spiegels. 3 Jaar 2016 Gemeente Amsterdam Neeing In Gemeenteblad R Datum 29 juni 2016 Schriftelijke vragen, maandag 23 mei 2016 Toelichting door vragenstelster: Het aantal incestgevallen is verdriedubbeld. 6. Kan het college duiden in wat voor soort gezinnen de gevallen van incest zich hebben voorgedaan en of deze gezinnen al in kaart waren bij jeugdzorg? Antwoord: Gezien het aantal misdrijven incest (gestegen van 6 in 2014 naar 18 in 2015) kan het College geen gefundeerde uitspraken doen over het soort gezinnen waar deze gevallen van incest zich hebben voorgedaan. In algemene zin kan worden gesteld dat incest niet per se vaker voorkomt binnen één sociaaleconomische klasse. Een deel van de gezinnen was al in kaart bij de Jeugdbescherming en in sommige gevallen is door de Jeugdbescherming bij de politie melding gemaakt van incest dan wel is hiervan aangifte gedaan. In de zaken waar de Jeugdbescherming nog niet betrokken is, zal deze afhankelijk van de zaak en de (gezin)situatie beoordelen of betrokkenheid nodig is. 7. Wat doet het college om sneller achter de voordeur te komen van probleemgezinnen waar gevallen van huiselijk geweld en incest zich vaker voordoen? Graag een compleet overzicht van de genomen acties. Antwoord: Het College probeert op verschillende manieren gezinnen waar mogelijk sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling waaronder incest, sneller in beeld te krijgen. Voorbeelden hiervan is de inzet van Ouder Kind Teams (OKTs) in de wijken, zo beschikt elke Amsterdamse school over een OKT adviseur. Ook worden professionals die in contact komen met gezinnen getraind op het herkennen van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, bijvoorbeeld in het kader van de wettelijk verplichte Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Binnen Jeugdbescherming wordt veel aandacht besteed aan seksualiteit; zo wordt een specifiek ‘vlaggensysteem' gebruikt bij het bespreekbaar maken van seksualiteit in het gezin en is er een ontwikkelde vragenwaaier voor gezinsmanagers. Tevens worden verschillende professionals, waaronder bijvoorbeeld GGZ medewerkers, met implementatie van de activiteiten uit het Plan van Aanpak Borgen van veiligheid in kwetsbare gezinnen, dat in 2016 wordt uitgevoerd, getraind op het signaleren van risico's bij kinderen en gestimuleerd de nodige actie te ondernemen. Daarnaast zijn er diverse overleggen waar de verschillende partners casuïstiek bespreken en vervolgacties bepalen. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 4
Schriftelijke Vraag
4
discard
0127 N% Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 3 Datum besluit 18 juli 2023, college van B&W Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief tijdelijke besluitvormingsproces voor afwijkingsverzoeken Hoofdgroenstructuur De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarin het tijdelijke besluitvormingsproces voor afwijkingsverzoeken Hoofdgroenstructuur wordt toegelicht. Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid onder a van de Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 van de Gemeentewet Lid a: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raadverantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Bestuurlijke achtergrond Artikel 160, eerste lid onder a van de Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 van de Gemeentewet 1. Lida: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raadverantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. 2. Lid2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Bij B&W ligt normaliter de taak om afwijkingsverzoeken te beoordelen op wenselijkheid. De Structuurvisie Amsterdam 2040 (welke voor het onderdeel Hoofdgroenstructuur nog van kracht is zolang er geen separaat nieuw Hoofdgroenstructuur beleid is vastgesteld) zegt over de taakstelling van B&W procedureel het volgende: * De toetsing van juridisch planologische plannen vindt plaats in het kader van het vooroverleg ex art. 3.1.1. Bro (bestemmingsplan), resp. art. 5.1.1. Bro (projectbesluit) als bedoeld in het besluit ruimtelijke ordening 2008, waarbij het college om een reactie op een plan wordt verzocht. e Het college kan alleen dan beoordelen of een plan past binnen de vitgangspunten van de Structuurvisie, wanneer een juridisch planologisch plan op alle onderdelen volledig is (o.a. wordt genoemd dat het TAC advies moet zijn bijgevoegd in het kader van het vooroverleg). * Met betrekking tot ingrepen in de Hoofdgroenstructuur geldt bovendien, onafhankelijk van de mate van de afwijking, dat in dat geval de TAC negatief heeft geadviseerd en het college Gegenereerd: vl.7 1 VN2023-018274 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling RO Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van o6 september 2023 Ter kennisneming dit advies naast zich neer wil leggen, de gemeenteraad in elk geval met deze (incidentele) afwijking van de Structuurvisie akkoord moet gaan. Status nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur Op 6 juni 2023 heeft de gemeenteraad ingestemd met inwilligen van het definitief verzoek tot het houden van een referendum over het ontwerp raadsbesluit “Vaststellen van het (geamendeerde) Beleidskader Hoofdgroenstructuur”’. In lijn met de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 is als gevolg van het referendum de besluitvorming van het nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur stilgelegd. Over de vaststelling van het beleidskader wordt pas een besluit genomen als het referendum is gehouden. Gedurende deze periode blijft het huidige beleidskader Hoofdgroenstructuur van kracht, zoals opgenomen in de Structuurvisie Amsterdam 2040. Beslispunt: Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarin het tijdelijke besluitvormingsproces voor afwijkingsverzoeken Hoofdgroenstructuur wordt toegelicht De wethouder Ruimtelijke Ordening heeft voorgesteld om gedurende de periode van het referendum over het beleidskader Hoofdgroenstructuur geen afwijkingsverzoeken aan de gemeenteraad voor te leggen. En indien afwijkingsverzoeken wel worden voorgelegd aan de gemeenteraad, deze open voor te leggen. Het college heeft echter besloten om, gezien het maatschappelijk belang en de voortgang op dossiers, afwijkingsverzoeken Hoofdgroenstructuur via de verantwoordelijke vakwethouder te agenderen in de desbetreffende raadscommissie en gemeenteraad. Dit is een tijdelijk besluitvormingsproces totdat het nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur is vastgesteld. De gemeenteraad wordt via de raadsinformatiebrief hierover geïnformeerd. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.7 2 VN2023-018274 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grond en Ontwikkeling Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 06 september 2023 Ter kennisneming Bijlage 1 RIB Tijdelijke besluitvormingsproces afwijkingsverzoeken HGS.pdf AD2023-061468 (pdf) AD2023-061465 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Niek Bosch, 06-23457013, [email protected] Gegenereerd: vl.7 3
Voordracht
3
train
VN2021-018971 N% Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, W B Ortwikkeing % Amsterdam Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 08 september 2021 Ter kennisneming Portefeuille Bouwen en Wonen Agendapunt 3 Datum besluit n.v.t. 20-08-2021 Onderwerp Afdoening toezegging wethouder bij Initiatiefvoorstel ‘Meer koopwoningen in Amsterdam’ over anti-speculatiebeding vit de commissievergadering van 24-3-2021 De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van de wethouder Bouwen en Wonen ter afdoening van de toezegging in de commissie Wonen en Bouwen van 24-3-2021 over stand van zaken Anti- speculatiebeding. Wettelijke grondslag Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3). Bestuurlijke achtergrond In de commissievergadering Wonen en Bouwen van 24-3-2021 heeft wethouder lvens bij de behandeling van het initiatiefvoorstel ‘Meer koopwoningen in Amsterdam van raadslid Naoum Néhmé op de vraag van raadslid Leenders (PvdA) toegezegd u nader te informeren over de stand van zaken van de verkenning naar een anti-speculatiebeding en de gesprekken die daarover gevoerd worden met de NEPROM. Reden bespreking nvt. Uitkomsten extern advies nvt. Geheimhouding nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.9 1 VN2021-018971 % Gemeente Raadscommissie voor Bouwen en Wonen, Ontwikkelbuurten, Grond en % Amsterdam ‚ lzii b ‚ Oe ontwikkeling % Dierenwelzijn, Openbare Ruimte en Groen, Reiniging Voordracht voor de Commissie WB van 08 september 2021 Ter kennisneming Ja, toezegging van de wethouder Bouwen en Wonen aan het raadslid Leenders bij de behandeling van het initiatiefvoorstel Meer koopwoningen in Amsterdam’ over anti-speculatiebeding van raadslid Naoum Néhmé in de commissie WB van 24-3-2021. Welke stukken treft v aan? Meegestuurd Registratienr. Naam AD2021-070205 | Commissie WB Voordracht (pdf) Raadsinformatiebrief m.b.t. toezegging anti-speculatiebeding 11-8.pdf AD2021-085817 (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Grond & Ontwikkeling , Koen Kortbeek, 0628504156, [email protected] Grond & Ontwikkeling, Laura Uittenbogaard, 0683639186, [email protected] Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
train
% Gemeente Amsterdam R. % Gemeenteraad x Motie Jaar 2021 Afdeling 1 Nummer 050 Behandeld op 10 februari 2021 Status Verworpen bij de schriftelijke stemming van 15 februari 2021 Onderwerp Motie van het lid Kreuger inzake reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid: Liever gas dan biomassa als aanvulling op wiebelstroom. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over Reactienota Regionale Energiestrategie. Constaterende dat: - Windturbines en zonnepanelen geen gewone stroom leveren, maar wiebelstroom:; - Ernaast zon- en windenergie nog een constante bron nodig is om back up te geven als er door de weersomstandigheden niet genoeg energie wordt opgewekt; - Aardgas een constante energiebron is; - Biomassa een constante energiebron is; - Amsterdam aardgas wil uitfaseren en (deels) wil vervangen door houtige biomassa; - Aardgas in alle opzichten een klimaat- en milieuvriendelijkere energiebron is dan houtige biomassa. De raad spreekt uit: Als aanvulling op de wiebelstroom die geleverd wordt door zonnepanelen en windturbines aardgas te verkiezen boven houtige biomassa. Het lid van de gemeenteraad K.M. Kreuger 1
Motie
1
val
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 312 Publicatiedatum 21 maart 2018 Ingekomen onder K Ingekomen op woensdag 14 maart 2018 Behandeld op woensdag 14 maart 2018 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Groot Wassink, Mbarki, Van Dantzig en Peters inzake de omvorming van de winteropvang tot tijdelijke voorziening. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Groot Wassink, Mbarki, Peters en Van Dantzig inzake de opvang van ongedocumenteerden in de stad (Gemeenteblad afd. 1, nr. 287). Overwegende dat: — Op korte termijn verschillende groepen ongedocumenteerden om diverse redenen op straat komen te staan, waaronder door ontruiming; — Erdan voor hen geen passende opvang is; — Amsterdam barmhartigheid hoog in het vaandel draagt en niemand gedwongen mag zijn om op straat te slapen; — Bij de vorming van een nieuw college mogelijk aanvullende arrangementen voor ongedocumenteerden zullen worden ingericht; — De winteropvang op 1 april sluit. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: De thans bestaande winteropvang om te vormen tot een passende voorziening en deze open te houden tot de vorming van een nieuw gemeentebestuur is afgerond. De leden van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink S. Mbarki R.H. van Dantzig D.W.S. Peters 1
Actualiteit
1
val
VN2023-024410 Gemeenteraad Verkeer en x Gemeente RAAD Openbare Ruimte N Amsterdam Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024 Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 12 Datum besluit Onderwerp Vaststellen van het krediet voor de Aanvulling Programmakrediet Verhardingen 2022 ter grootte van € 20,7 miljoen De gemeenteraad van Amsterdam besluit Een krediet beschikbaar te stellen voor de aanvulling Vervangingsprogramma Verhardingen 2022 ter grootte van € 20,7 miljoen en dat gedekt wordt uit het investeringsportfolio Openbare Ruimte en Mobiliteit Wettelijke grondslag Artikel 147 lid 2 Gemeentewet De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad. Artikel 108 lid 1 Gemeentewet De bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente wordt aan het gemeentebestuur overgelaten. Artikel 4, lid e regeling investeringskredieten De verlening van een investeringskrediet vindt door de raad plaats als een investeringsvoorstel: 1. niet doorde raad in de begroting is geautoriseerd of 2. het bruto bedrag verminderd met bijdragen van derden in het investeringsvoorstel € 20 miljoen te boven gaat of 3. _hetcollege of de raad bij de begrotingsbehandeling heeft aangegeven dat zij op een later tijdstip een apart investeringsvoorstel wil doen respectievelijk ontvangen of 4. niet inde begroting was opgenomen. Artikel 5, lid a Beheer investeringskredieten, regeling investeringskredieten gemeente Amsterdam Het college wijst een beheerder van het krediet aan. Dit is in de regel een hoofdbudgethouder. De beheerder van het krediet is verantwoordelijk voor de financiële administratie en de bewaking van het project en met de periodieke verantwoording over de uitvoering van het project waarvoor het krediet is verleend. Bij het kredietbeheer is in financiële zin sprake van de registratie van de baten en lasten in de projectadministratie en het verantwoorden van de kapitaaluitgaven en de uit de kapitaaluitgaven voortvloeiende kosten voor rente en afschrijving voor de (al) geactiveerde delen van het project. Artikel 5, lid 3 van de gewijzigde financiële verordening Amsterdam Voor Gegenereerd: vl.32 1 VN2023-024410 % Gemeente Gemeenteraad Verkeer en % Amsterdam RAAD Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024 a. investeringen die een bedrag van € 20 miljoen na aftrek van bijdragen van derden te boven gaan of b. investeringen waarvan de gemeenteraad dat bij de begrotingsbehandeling aangeeft Legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor een investeringskrediet aan de gemeenteraad ter vaststelling voor Bestuurlijke achtergrond Raadsbesluit beschikbaar stellen voor de aanvulling Vervangingsprogramma Verhardingen 2022 zoals vastgesteld in de Besluitenlijst t.b.v. collegebehandeling Voorjaarsnota 2023 op 9 mei 2023. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota is vooruitlopend op de latere meerjarige vitwerking in de Begroting 2024 deze aanvulling programmakrediet Verhardingen 2022 voorgelegd. Reden hiervoor is de urgentie om de investeringen al in 2023 te kunnen doen en deze niet uit te stellen tot het moment waarop de nieuwe Begroting 2024 wordt goedgekeurd in november 2023. Het investeringsstelsel schrijft voor dat alleen vervangingsinvesteringen onder € 20 miljoen bij vaststelling van de Begroting of in dit geval de Voorjaarsnota automatisch worden toegekend. Voor vervangingsinvesteringen boven de € 20 miljoen dient een apart kredietbesluit te worden aangevraagd bij de Raad. Onderbouwing besluit Een krediet beschikbaar te stellen voor de aanvulling Vervangingsprogramma Verhardingen 2022 ter grootte van € 20,7 miljoen en dat gedekt wordt uit het investeringsportfolio Openbare Ruimte en Mobiliteit waarvoor deze aanvulling is vastgesteld in de Besluitenlijst t.b.v. collegebehandeling Voorjaarsnota 2023 op 9 mei 2023. De kredietaanvraag aanvulling Vervangingsprogramma Verhardingen bedraagt € 20,7 miljoen en is een aanvulling op het eerder toegekende Vervangingsprogramma Verhardingen 2022 van € 12,5 miljoen. Het programma loopt door tot en met 2025 waarbij voor 2023 een aanvullend bedrag is begroot van € 8,5 miljoen, voor 2024 van € 12,0 miljoen en voor 2025 nog voor € 0,2 miljoen. In bijlage 1 (volgt) is de splitsing naar de verschillende projecten zichtbaar. De projecten zijn geselecteerd omdat de economische levensduur is verlopen en bij technische inspectie is vastgesteld dat vervanging noodzakelijk is. Deze kredietaanvraag bestaat uit het toekennen van de benodigde middelen voor 2023, maar ook voor de benodigde middelen voor de jaren erna. Voor projecten waarvan de uitvoering zal starten in 2023 is het gebruikelijk om de volledige (verwachte) vitvoeringskosten aan te vragen. De kosten voor deze uitvoeringsprojecten lopen meerjarig door. Vanwege het aangaan van verplichtingen met aannemers is het noodzakelijk om meerjarig krediet aan te vragen. Elk jaar wordt een meerjarig Vervangingsprogramma Verhardingen opgesteld vanuit Stedelijk Beheer. Naast het Vervangingsprogramma Verhardingen 2022 zijn ook de Vervangingsprogramma’s Verhardingen 2020 en 2021 in uitvoering die deels doorlopen in 2023 en 2024. In aanvulling hierop is ook reeds het Vervangingsprogramma Verhardingen 2023 opgestart, waarvoor de Raad onlangs een kredietbesluit heeft genomen. Duurzaamheid is een van de speerpunten van de asset verhardingen. Dus klimaatadaptatie, maar ook vitstootreductie en circulariteit zijn prioritair naast veiligheid. Concreet betekent dit dat we rainproofknelpunten aanpakken als deze in het areaal aanwezig zijn, dat bij de werkzaamheden Gegenereerd: vl.32 2 VN2023-024410 % Gemeente Gemeenteraad Verkeer en % Amsterdam RAAD Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024 al het licht- en middelgroot materieel emissievrij is en gewerkt wordt met hergebruik, tenzij… of materialen met een relatief goede MKI zoals geopolymeerbeton. In Noord en Nieuw-West vinden relatief veel vervangingsprojecten plaats vanuit dit investeringskrediet. In dat opzicht investeren we ongelijk. In Zuidoost investeren we relatief weinig, omdat de kwaliteit van de verhardingen daar vrij goed zijn door investeringsimpuls DORA (Deltaplan Openbare ruimte) wat in 2018 is afgerond. De projecten in dit investeringsbesluit zijn tot stand gekomen vóór vaststelling van de Uitvoeringsstandaard Toekomstbestendige openbare ruimte. In die zin volgen ze niet deze standaard. Omdat schaarste in middelen wel al speelde ten tijde van de totstandkoming van deze programmering, zijn de sober en doelmatige beginselen (met beperkte plussen) wel in lijn met USTOR. Binnen het programmakrediet kan geschoven worden tussen de projecten. Het programmakrediet is taakstellend. Dat wil zeggen dat overschrijdingen gelimiteerd zijn tot de tolerantiegrens van in dit geval € 1,0 miljoen en dat voor een eventueel grotere overschrijding aanvullend krediet moet worden aangevraagd of een beroep moet worden gedaan op een programmakrediet verhardingen 2024 Of later. Voor een overzicht van de vervangingsprojecten behorend bij dit krediet wordt verwezen naar de bijlage. Financiële onderbouwing Overige toelichting Investeringsvoorstel Tabel: Basisgegevens investering Tabel: Financiële consequenties van de beslispunten MD 0 DN 0 Gegenereerd: vl.32 3 VN2023-024410 % Gemeente Gemeenteraad Verkeer en % Amsterdam RAAD Openbare Ruimte Voordracht voor de raadsvergadering van 28 februari 2024 Rentelasten S € 59.763 €2141.372 € 137.022 (0,7%) CE l=Incidenteel S=Structureel Consequenties gedekt? Ja Overige toelichting: De kapitaallasten zijn gebaseerd op deze aanvraag van € 20,7 miljoen, die gedekt worden uit de beschikbaar gestelde ruimte van het investeringsportfolio Openbare Ruimte en Mobiliteit voor de periode 2023- 2027. De eerste projecten zijn in 2023 gereed, waarbij vanaf 2024 circa € 0,4 miljoen aan kapitaallasten ontstaan, oplopend tot bijna € 1,0 miljoen vanaf 2026. Conform richtlijnen worden kapitaallasten opgenomen in de begroting in het jaar na het jaar waarin de projecten zijn afgerond en wordt dan pas afgeschreven. Conclusie: De genoemde beslispunten in de voordracht hebben wel financiële consequenties en deze zijn reeds geraamd in de begroting (100% dekking Conclusie De genoemde beslispunten in de voordracht hebben geen financiële consequenties. Geheimhouding nvt Welke stukken treft v aan AD2023-092619 Bijlage ki Lijst met projecten aanvulling Vervangingsprogramma Verhardingen 2022.docx (msw22) [AD2023-084982 Gemeenteraad Voordracht (pdf) Ter Inzage | Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) V& OR, Michiel Stam, 06-53297716. [email protected] Gegenereerd: vl.32 4
Voordracht
4
discard
Vir2022-023005 N% Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare M OW Verkeer en . Openbare Ruimte % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit Agendapunt 9 Datum besluit 31 mei 2022 Onderwerp Afdoening motie 773 van het lid Ernsting (Groenlinks) over het vaststellen van de vitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren, de raad in positie houden. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de afdoening motie 773 van het lid Ernsting (Groenlinks) over het vaststellen van de vitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren, de raad in positie houden. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Programmaplan Bruggen en Kademuren ‘Herstellen en verbinden! en raadsbrief 14 april 2020, waarmee het college de organisatie en de aanpak van de opgave verder vormgeeft. Er is voor een zorgvuldige en brede aanpak gekozen, met nadruk op herstel van de bruggen en kademuren en verbinding met de stad. Uitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren vastgesteld op 11 november 2021, die toeziet op standaardisering, herkenbaarheid en versnelling van de werkzaamheden binnen het programma Bruggen en Kademuren. Reden bespreking o.v.v. het lid Ernsting geagendeerd voor de eerst mogelijke commissie MOW. Uitkomsten extern advies Geheimhouding Uitgenodigde andere raadscommissies Gegenereerd: vl.9 1 VN2022-023065 % Gemeente De raadscommissie voor Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit, Openbare Verkeer en % Amsterdam Ruimte en Groen, Water Openbare Ruimte vimte € ! Voordracht voor de Commissie MOW van o1 september 2022 Ter bespreking en ter kennisneming Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Ja, afdoening motie 773 van het lid Ernsting (Groenlinks) over het vaststellen van de vitvoeringsstandaard Bruggen en Kademuren, de raad in positie houden. Welke stukken treft v aan? B - 25 20220524 BRIEF beantwoording motie 773 Uitvoeringsstandaard AD2022-070439 PBK.pdf (pdf) AD2022-0704,40 Commissie MOW Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Programma Bruggen en Kademuren, Tessa Hilgers, t.hilgers@®amsterdam.nl, 06 1137 7749 Gegenereerd: vl.9 2
Voordracht
2
val
X Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad DS Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 578 Publicatiedatum 17 juni 2016 Ingekomen op 9 juni 2016 Ingekomen in raadscommissie JC Te behandelen op 13/14 juli 2016 Onderwerp Motie van het lid Duijndam inzake de Voorjaarsnota 2016 (openstelling voor Amsterdammers). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449); Overwegende dat: — Amsterdam steeds meer toeristen trekt; — de wachtrijen, als gevolg van deze toenemende toeristenstroom, bij musea steeds langer worden; — deze lange wachtrijen een belangrijke reden zijn voor Amsterdammers om — deze musea en tentoonstellingen niet meer te bezoeken; — dit een onwenselijke situatie is, inmers: Amsterdam is van iedereen; — het Anne Frank Huis eind 2015 speciale avonden organiseerde, zodat Amsterdammers gratis en buiten de gewone bezoekerstijden om het Anne Frank Huis konden bezoeken. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: met in Amsterdam gevestigde musea in gesprek te gaan en deze te overtuigen het voorbeeld van het Anne Frank Huis te volgen, zodat Amsterdammers gratis en buiten de gewone bezoekerstijden om de Amsterdamse musea kunnen bezoeken. Het lid van de gemeenteraad P.J.M. Duijndam 1
Motie
1
discard
VN2023-001645 N% Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en D C Sums An Reiniging, Voedsel en Dierenwelzijn vurzaamheid NX Amsterdam Voordracht voor de Commissie DC van 13 april 2023 Ter kennisneming Portefeuille Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie Agendapunt 1 Datum besluit College 7 maart 2023 Onderwerp Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 347accent van 9 november 2022 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21) inzake Amsterdam biomassavrij in 2030. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 347accent van g november 2022 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21) inzake Amsterdam biomassavrij in 2030. Wettelijke grondslag Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80. Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2). Bestuurlijke achtergrond Op 9 november 2022 heeft de raad bij de bespreking van agendapunt 3. ‘Vaststellen van de begroting 2023 van de gemeente Amsterdam (VN 2022-033657) de motie (34 7accent) inzake Amsterdam biomassavrij in 2030 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21) aangenomen, waarin het college wordt gevraagd om te streven naar een Amsterdamse collectieve energieproductie die in 2030 volledig vrij is van houtige biomassa. Reden bespreking n.v.t. Uitkomsten extern advies n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Uitgenodigde andere raadscommissies n.v.t. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Gegenereerd: vl.12 1 VN2023-001645 % Gemeente Raadscommissie voor Duurzaamheid, Circulaire Economie, Afval en Ruimte en % Amsterdam Reiniai Voedsel Di lzii Duurzaamheid % einiging, Voedsel en Dierenwelzijn Voordracht voor de Commissie DC van 13 april 2023 Ter kennisneming Ja, Motie 347accent van 9 november 2022 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Kreuger (JA21). Welke stukken treft v aan? 1 AD2023-020874 Raadsinformatiebrief_afdoening_motie_347dubbelaccent_Amsterdam_biorhassavrij_in_ (pdf) 2. 347dubbelaccent.22 Motie Kreuger c.s. Begroting 2023 - Amsterdam AD2023-020875 ‚ biomassavrij in 2030.docx (msw212) AD2023-003381 Commissie DC Voordracht (pdf) Ter Inzage Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Pascal Hament, bestuurszaken.rd@® amsterdam.nl Gegenereerd: vl.12 2
Voordracht
2
train
B _——- N re es nn eN arrie el Eee K ne J_ nn en lii gg kt AK 2e \L Klis. ez | el ‚ 5 Ì h a Dan DK A bed ed | , if Ta =$ \ d- d pe | à Jes Ml N EZ IN AN 3 res 4 ZI B Ì G \ Re: ien | AAN 7 BE & A EF F7 en Oe ER ad Ed Ne “ Leerplicht maakt het verschil Beste lezer, Voor u ligt het jaarverslag Leerplicht 2021-2022. Kinderen en jongeren hebben recht op onderwijs. Onze leerplichtorganisatie ziet erop toe dat dit recht wordt gehandhaafd. Onze betrokken leerplichtambtenaren zetten zich samen met de scholen in om verzuim en uitval van leerlingen te voorkomen. Mede door de preventieve aanpak maakt Leerplicht het verschil in verzuim en uitval. Daarom is de titel van dit jaarverslag ‘Leerplicht maakt het verschil’, De lockdowns en het onderwijs op afstand in de voorgaande coronajaren resulteerden zowel in leervertragingen, als in zorgen om de sociaal emotionele ontwikkeling en het welzijn van jongeren. Als gevolg hiervan zagen wij een toename in het aantal afwezige leerlingen op school. Ook de toestroom van nieuwkomers, grotendeels door de oorlog in Oekraïne, leverde de scholen, ketenpartners en Leerplicht veel druk op. Hierdoor kende het schooljaar 2021-2022 veel uitdagingen. Er zijn ondanks deze uitdagingen van dit schooljaar mooie resultaten behaald. Het blijft een uitdaging voor Leerplicht om - in samenwerking met onze ketenpartners - voor ieder kind een passende plek te vinden. We hebben ieder kind in beeld! Onze leerplichtambtenaren werken nauw samen met scholen, ouders en ketenpartners aan de aanwezigheid van álle leerlingen. Het volledig doorlopen van de schoolloopbaan is namelijk van groot belang voor het creëren van gelijke kansen voor alle kinderen en jongeren in Amsterdam. Zolang er nog steeds kinderen en jongeren voortijdig schoolverlaten of (langdurig) afwezig zijn, ligt er een uitdaging om ons ieder schooljaar weer hard voor te maken. Wij willen als verantwoordelijk wethouders het Amsterdamse team Leerplicht bedanken voor hun inzet en het waarborgen van het recht op onderwijs. Hartelijke groet, Marjolein Moorman (wethouder Onderwijs po/vo) en Sofyan Mbarki (wethouder mbo) 1 www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2022/04/13/de-staat-van-het-onderwijs-2022 2 Inleiding In dit rapport treft u de cijfers over het schooljaar 2021-2022. Op veel plekken in dit verslag vergelijken we deze laatste cijfers met de cijfers van vorige jaren. Zijn er wetmatigheden te zien? Of wijken cijfers juist af van voorgaande jaren? Is daar een logische verklaring voor? De cijfers zijn voor ons een belangrijk gegeven om te sturen op ons beleid en op onze werkwijze. Op basis van de cijfers stellen wij, wanneer dat nodig Om ieder kind goed in beeld te hebben, werken is, ons werk bij. Dit doen wij onder andere aan de hand wij continu aan de professionalisering van onze van een leer, - en ontwikkelaanpak. medewerkers en onze werkwijze. Leerplicht heeft nauw contact met scholen en pakt meldingen van We proberen daarbij zo goed mogelijk in te spelen verzuim zo snel mogelijk op. Leerplicht bewaakt op wat de samenleving van ons vraagt. Wat hebben het recht op onderwijs en ontwikkeling en handelt Amsterdamse kinderen en jongeren van ons nodig om waar mogelijk preventief door het stimuleren van een succesvolle schoolcarrière te doorlopen? Ieder aanwezigheid. Leerplichtambtenaren komen in actie kind, iedere jongere wordt door ons gezien. We willen bij afwezigheid. Leerplicht streeft naar het verminderen zijn er voor ieder Amsterdams kind. Hun toekomst staat van absoluut verzuim en thuiszittende jongeren. daarbij centraal. Ter illustratie treft u in dit verslag zeven verhalen uit Leerplicht heeft ieder kind in beeld. Met ons werk de praktijk aan, die deze samenwerking en inzet op bewaken wij het recht op onderwijs en ontwikkeling. preventie laten zien. Samen maken we het verschil! Wij stimuleren aanwezigheid en pakken door bij afwezigheid. Wij doen dit in samenspraak met het kind, de ouders/verzorgers, de school en ketenpartners. Als het nodig is, maken wij met maatwerk het verschil. 3 Inhoud Voorwoord 2 Inleiding 3 1. Hoofdpunten jaarverslag Leerplicht 2021-2022 5 2. Kerngetallen Leerplicht 6 21 Algemene kerngetallen 6 2.1.1 Inzicht in de leerlingpopulatie 6 2.1.2 Begeleidingsresultaat naar school 7 Het verhaal van Abdel, oud-leerling Calvijn met Juniorcollege 8 2.2 Thuiszitters 10 Het verhaal van Marit van Luijn en Manon Stapel, onderwijsadviseurs 11 2.3 Absoluut verzuim 14 2.3.1 Cijfers absoluut verzuim 14 Het verhaal van Sandra van den Brink, Locatiemanager crisisopvang 16 2.4 Relatief verzuim 19 24.1 Cijfers relatief verzuim 19 2.4.2 Cijfers verzuim bovenleerplichtigen 20 Het verhaal van Jomara Riesebosch, ttammanager ROCVA College West Zorg en Welzijn 23 2.5 Vrijstellingen 25 Het verhaal van Renata van der Molen, leerplichtambtenaar 27 Het verhaal van Dominique Bosman en Lietje Petri Jeugdartsen Jeugdgezondheidszorg 29 2.6 Handhaving 32 2.7 Deurbezoeken 32 Het verhaal van Yvonne Onsia, leerplichtassistent 34 3. Speerpunten voor de komende jaren 36 4. Begrippenlijst 37 Colofon 38 De kerngetallen van dit schooljaar (te weten: Er is een stijging van 22,82% van het totaal aantal 2021-2022) zijn vergeleken met de kerngetallen vrijstellingen ten opzichte van het schooljaar van vorig schooljaar 2020-2021. Dit zijn de 2020-2021. Deze stijging doet zich voor na belangrijkste bevindingen van het Jaarverslag twee schooljaren van lichte daling. De grootste Leerplicht 2021-2022: stijgingen, zowel absoluut als in percentage, doen zich voor bij vrijstellingen op basis van artikel 5 In het schooljaar 2021-2022 stijgt het aantal sub a (fysieke/cognitieve beperkingen) en artikel leerplichtigen licht met 0,2% ten opzichte van 5 sub c (met name onderwijs in buitenland). Het het vorige schooljaar (2020-2021). Ook het aantal is belangrijk om op te merken dat de stijging bovenleerplichtigen stijgt met 2,7% ten opzichte bij artikel 5 sub a zich uitstrekt over meerdere van het jaar daarvoor; schooljaren, terwijl de stijging bij artikel 5 sub c sinds twee schooljaren zichtbaar is na twee Het (gemelde) verzuim in het primair onderwijs schooljaren van daling; blijft gelijk met 0,2% ten opzichte van het schooljaar 2020-2021; Twee van de drie streefwaarden uit de begroting zijn in 2021-2022 behaald: Het verzuim in het voortgezet onderwijs blijft Het percentage absoluut verzuim bedraagt gelijk met 3,6% bij leerplichtige leerlingen. 0,9% (streefwaarde is 0,8%)”; Daarentegen is het verzuim bij bovenleerplichtige Het percentage relatief verzuim bedraagt 3,2% leerlingen (18+) in het voortgezet onderwijs 15%. Gtreefwaarde is 3,3%); Dat is 0,2% lager dan voorgaand schooljaar; 80% van de jongeren van 23 jaar heeft een startkwalificatie gehaald (streefwaarde is 80%). Het verzuim in het mbo stijgt bij leerplichtigen ten opzichte van het schooljaar 2020-2021 met 6,4% * Deze streefwaarde is niet gehaald. In 2022 is Leerplicht … … . . geconfronteerd met een niet voorziene stroom vluchtelingen naar 33,3% en stijgt bij bovenleerplichtigen ten door de oorlog in Oekraïne. Daarmee is er een forse stijging in opzichte van het schooljaar 2020-2021 met 2,9% het aantal ‘nieuwkomers’ zonder inschrijving. Dit is een directe naar 41,1%; aanleiding voor de stijging van het absoluut verzuim. Het verzuim in het speciaal onderwijs is afgenomen met 0,7% bij leerplichtige leerlingen van 8,8% naar 8,1%, het verzuim bij de boven- leerplichtige leerlingen is gedaald met 3,4% van 12,7% naar 9,3%; Het aantal thuiszitters (LRV: Langdurig Relatief Verzuim) is hoger dan vorig schooljaar: 149 thuiszitters, peildatum 01-10-2022, ten opzichte van 129 thuiszitters in schooljaar peildatum 01-10-2021; In dit hoofdstuk presenteert Leerplicht de resultaten over het schooljaar 2021-2022. Leerplicht geeft daarbij inzicht in de cijfers over de volgende onderwerpen: de leerling populatie, het aantal thuiszitters, absoluut verzuim, relatief verzuim, voortijdig schoolverlaters, vrijstellingen, halt-verwijzingen, processen-verbaal en deurbezoeken. Figuur 1: Leerlingpopulatie schooljaar 2021-2022 7 Op peildatum 1 oktober 2021 Bij de kerngetallen gaat het om alle leerplichtige kinderen en jongeren tot 23 jaar in Amsterdam, zonder startkwalificatie. Dat waren 112.100 kinderen en jongeren in dit schooljaar. Dit betekent ten opzichte | van het schooljaar 2020-2021 een stijging van | | ruim 2000 leerlingen. Leerlingen die in Amsterdam | | | | | onderwijs volgen, maar in een andere gemeente 0 20000 40.000 60.000 80.000 100.000 120.000 wonen, vallen onder de Leerplicht van hun eigen woonplaats. Amsterdamse kinderen en jongeren, Leerplichtig IM Bovenleerplichtig die buiten Amsterdam naar school gaan, zijn dus wel meegenomen in deze kerngetallen. Scholen zijn wettelijk verplicht en verantwoordelijk voor het melden van het verzuim aan Leerplicht. De cijfers in dit In het schooljaar 2021-2022 waren er 102.473 jaarverslag laten dan ook het gemelde verzuim zien. kinderen en jongeren leerplichtig. Hiervan is 4,6% (4693) in begeleiding geweest bij Leerplicht. Ten Veruit de meeste kinderen gaan gewoon naar school opzichte van het schooljaar 2020-2021 (3,7%) is dit en worden niet bij Leerplicht gemeld. Dit betekent een stijging van 0,9% dat ze naar school gaan en werken aan hun toekomst. Ouders, leraren, en tal van andere professionals in en Voor de coronajaren, schooljaar 2018-2019, was het rond de school maken dit mogelijk. aandeel leerplichtigen in begeleiding bij Leerplicht hoger, namelijk 4,8%. In dit hoofdstuk spreekt Leerplicht over leerplichtigen en bovenleerplichtigen. Leerplichtigen zijn kinderen In het schooljaar 2021-2022 waren er 9627 jongeren van 5 tot 16 jaar en jongeren van 16 tot 18 jaar die nog bovenleerplichtig. Hiervan is 50,5% bij Leerplicht in geen startkwalificatie hebben behaald; zij hebben een begeleiding geweest. Ten opzichte van het schooljaar kwalificatieplicht. Bovenleerplichtigen zijn jongeren 2020-2021 (48,8%) is dit een daling van 1,9%. Voor de van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. coronajaren, schooljaar 2018-2019, was het aandeel bovenleerplichtigen in begeleiding bij Leerplicht hoger, namelijk 67,8%. Tabel 1: Aantal leerplichtige en bovenleerplichtige Amsterdamse kinderen en jongeren die in begeleiding zijn geweest bij Leerplicht Leerplichtig 102.473 4693 4,6% Bovenleerplichtig 9627 4865 50,5% Totaal 112.100 9558 9% Tabel 1.1: Ontwikkeling aandeel leerplichtige en bovenleerplichtige Amsterdamse jeugdigen in begeleiding | 2017-2018 2018-2019 piep KCP) PLAN ie 2021-2022 Leerplichtig 4,7% 4,8% 3,9% 3,7% 4,6% Bovenleerplichtig 62,8% 67,8% 54,1% 48,8% 50,5% Aandeel 10,5% 11,0% 8,7% 7,6% 8,5% 2.1.2 Begeleidingsresultaat naar school tussentijd waren uitgeschreven uit de Amsterdamse Uit het begeleidingsresultaat blijkt dat Leerplicht gemeentelijke basisadministratie was 13,5% (632). kinderen en jongeren die leerplichtig en bovenleerplichtig zijn, in beeld heeft. Het gewenste Van de bovenleerplichtige jongeren die bij Leerplicht resultaat van de begeleiding is dat het verzuim stopt in behandeling zijn geweest vanwege verzuim gaat en de kinderen naar school gaan. Waar nodig zetten we 41,8% (2032) 1 jaar na de begeleiding naar school. andere begeleiding in. Leerplicht heeft 27,9% (1358) van de jongeren die in behandeling zijn geweest overgedragen aan Werk Van de leerplichtige kinderen en jongeren die bij Opleiding Jongeren (WOJ). Leerplicht in behandeling zijn geweest vanwege verzuim gaat 75,0% (3520) 1 jaar na de begeleiding Werk Opleiding Jongeren is een onderdeel van naar school. Leerplicht heeft 3,1% (145) van deze de gemeente Amsterdam en begeleidt jongeren jongeren overgedragen aan Werk Opleiding Jongeren die voortijdig uitvallen naar werk, naar een andere (WOJ). Werk Opleiding Jongeren is een onderdeel opleiding of naar een andere passende dagbesteding. van de gemeente Amsterdam en begeleidt jongeren 6,7% (324) van de bovenleerplichtige jongeren heeft die voortijdig uitvallen naar werk, naar een andere een startkwalificatie behaald en behoort niet meer tot opleiding of naar een andere passende dagbesteding. de doelgroep van Leerplicht. 1,8% (84) van de leerplichtige jongeren heeft een startkwalificatie behaald en behoort niet meer tot de Het aantal leerplichtige kinderen en jongeren die doelgroep van Leerplicht. niet meer onder de doelgroep vielen, omdat ze in de Het aantal leerplichtige kinderen en jongeren die tussentijd waren uitgeschreven uit de Amsterdamse niet meer onder de doelgroep vielen, omdat ze in de gemeentelijke basisadministratie was 15,6% (760). Tabel 2: Begeleidingsresultaat op 1 oktober 2022 van de leerplichtigen en bovenleerplichtigen, uitgesplitst naar leerplichtstatus lut OE TT Jongeren-| Niet school- Geen doel- renden kwalificatie punt gaand groep Leerplichtig 84 18% 3.520 75,0% 16 03% 145 31% 296 63% 632 13,5% 4693 100% Bovenleerplichtig 324 67% 2032 418% 1358 27,9% 391 8,0% 760 15,6% 4865 100% Totaal 408 43% 5.552 58,1% 16 0,2% 1.503 157% 687 7,2% 1392 14,6% 9.558 100% 7 Mk dj ' me Ps ' | Di in zn f \ 7 Het verhaal van Abdel, Begeleiding naar school Die oprechte aandacht heeft mij veel goed gedaan.” Abdel (27) kreeg in een vorig Dit is een goede leerplichtambtenaar B B “Oef, dat vind ik lastig om te zeggen. Ik heb een A AiksAbe T allen ol 4 his, goede ervaring gehad. De verhalen die ik daarover met de afdeli ng Lee ge) icht hoor, zijn wisselend. Ik hoop eigenlijk dat alle RI leerplichtambtenaren jongeren behandelen, zoals ik IS MAG lee ESA ‚ behandeld ben. Het is fijn als iemand raakvlakken met twaalf jaar geleden. Intussen is jou zoekt, zich in jou verdiept, daadwerkelijk in jou Ri B geïnteresseerd is. Als ik nu terugkijk op die periode L IJ Ae ler EUD Sn in mijn leven, was ik best wel onwetend. Khalid spo rtschool en vader van twee — snapte dat en benaderde mij op een manier die ik toen A en . B nodig had. Geen benadering uit een boekje, maar b hie eis slaat ich ld ekele gebaseerd op mensenkennis. Ik gun iedere jongere een Met de afdeli ng Leerpl icht leerplichtambtenaar die op die manier het verschil kan heeft Abdel goede ervaringen. maken. Hij kan het zich nog precies Rolmodel B B “Ja, dat kun je wel zeggen. Ik heb nu zelf die rol. Op mijn bed é ook al is het weer sportschool komen veel mensen recreatief sporten, A Ae [= leden. Voor hem heeft omdat het gewoon leuk is. Maar sommige jongeren die B B . hier komen, neem ik zo’n beetje onder mijn hoede. Nu ik Kel U [luis ekke ene kededk wat ouder ben, en zelf intussen vader, hoop ik daarmee het verschil gemaa 8 op mijn beurt het verschil te kunnen maken”. Li e ee o Dat is vooral wat mij is “Ik kreeg begeleiding van Leerplicht omdat het al een b ijgeb leven van Kh alid. Zijn tijdje niet zo goed met mij ging op school. Ik was veel afwezig. Niet alleen doordat ik spijbelde. Meer dan eens oprechte belangstelling voor lukte het me ook niet om op tijd uit bed te komen. Ik zat op het Calvijn College, in West, daar volgde ik de mbo mij als persoon „ W 2 richting Zorg en Welzijn. Na een moeilijke periode heb ik uiteindelijk de opleiding afgemaakt en vervolgens ook een diploma op mbo 3 niveau gehaald. Van verder studeren is het daarna niet meer gekomen. Dat kwam doordat ik het erg druk had met mijn hobby kickboksen. Ik deed destijds aan veel grote wedstrijden mee.” Oprechte interesse “Wat mij vooral is bijgebleven van Khalid is zijn oprechte belangstelling voor mij als persoon. Zijn geduld. We hadden veel raakvlakken in mijn beleving, en daardoor had hij ook een goede invloed op mij. Hij snapte mijn achtergrond, mijn cultuur, dat was op dat bewuste moment best belangrijk. Ik voelde me veilig. We hebben een bijzondere en respectvolle band opgebouwd. Ik vond hem gepassioneerd en betrokken. Hij oordeelde niet over mij, hij probeerde mij te begrijpen. Op alle fronten dacht hij mee in mijn leven. Daardoor ging het na verloop van tijd ook beter met mij. Hij behandelde mij werkelijk alsof ik een jonger broertje was. Die oprechte aandacht heeft mij veel goed gedaan. We hebben nog steeds contact.” 9 2.2 Thuiszitters deze kinderen en jongeren ervaren problemen zoals armoede, schulden of een instabiele thuissituatie. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en Onderwijs is essentieel voor de ontwikkeling van resultaten rondom thuiszitters beschreven. een kind. Leerplicht wil voorkomen dat kinderen en jongeren thuiszitten. Onder meer om die reden Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tot 18 jaar gaat Leerplicht in gesprek met het onderwijs om een die langer dan vier weken niet ingeschreven staat op passende oplossing voor deze kinderen te vinden. een school of niet naar school gaat zonder geldige reden. In tabel 3 is te zien dat het aantal kinderen en jongeren dat langdurig verzuimde, is toegenomen? Figuur 2: Aantal thuiszitters In de aanpak van het terugdringen van thuiszitters heeft Leerplicht de focus gelegd op nauwkeurig In schooljaar 2021-2022 registreren en het versterken van toezicht. Samen met de Samenwerkingsverbanden PO en VO doorloopt 1 4 Q Leerplicht de casussen. Om ervoor te zorgen dat beiden partijen dezelfde kinderen in beeld hebben, lopen de partijen elkaars registratie door. Met deze benadering zijn nu alle thuiszitters in beeld. Deze 0 20 40 60 80 100 120 140 160 interventie heeft ertoe geleid dat het aantal thuiszitters bekend bij Leerplicht en de Samenwerkingsverbanden is toegenomen. Onze administratie is beter op orde. B Geen schoolinschrijving IM Langdurig schoolverzuim Ieder kind is nu in beeld. Leerplicht zet in op de aanpak thuiszittende jongeren, In het schooljaar 2021-2022 zijn er 149 thuiszitters hiervoor is er een stuur, - en werkgroep ‘voorkomen geregistreerd. In tabel 3 is te zien dat in het schooljaar schoolverzuim en thuiszittende jongeren ‘opgericht. 2021-2022 in totaal 28 kinderen en jongeren zonder Het doel is om in augustus 2023 geen kind langer schoolinschrijving thuis zaten. Er was hier sprake van dan drie maanden thuis te hebben - zonder passend absoluut verzuim. Een deel van deze kinderen en aanbod van onderwijs en/of zorg. Leerplicht zet hierbij jongeren hebben een lichte lichamelijke handicap inop een eenduidige registratie, een vroegtijdige en/of psychische problemen, maar er is geen grond aanpak bij (dreigende) thuiszittende jongeren en een voor vrijstelling. Daarnaast hebben 121 ingeschreven effectieve integrale aanpak met ketenpartners, zoals kinderen en jongeren langdurig thuisgezeten. Het samenwerkingsverbanden PO en VO, de GGD en het ging hier om langdurig relatief verzuim. Een deel van OKT. Tabel 3: Ontwikkeling aantal leerplichtige thuiszitters Geen schoolinschrijving 1 38 37 28 28 Langdurig schoolverzuim 13 190 158 101 121 ? Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aantal thuiszitters gedaald. 10 RENEE A Ee Rd di peen. Het verhaal van Manon en Marit, Samenwerkingsverband À We versterken elkaar e Mi A in die aanpak. Het Samenwerkingsverband Onze dienstverlening Rl Manon: “Scholen kunnen ons iedere werkdag raadple- kde habe kein rwijs Amste elk gen. Maar ook voor gezinnen en voor onze netwerkpart- — Diemen met ruim 80 scholen 5 ners zijn we bereikbaar. Iedere collega hier is het vaste B B aanspreekpunt van een aantal scholen. Door het jaar heen regu Ae ld Ad gaan wij er geregeld op bezoek. We bespreken dan de zich samen sterk voor een zorgstructuur op school, en de gewenste basisondersteu- R R B ning. Daarbij komen vaak ook onderwerpen als verzuim, Gs romgevIng Ads es, registratie en inzet van extra voorzieningen ter sprake. prettig vindt én nod ig TE We nemen ook gezamenlijk casuïstiek door. ledere B nr ri school heeft een eigen leerplichtambtenaar. Al deze col- Mdk ei be: eis eli kad lega’s kennen wij, we komen elkaar zeer geregeld tegen an als dat nodig ER passende op de uitvoeringsoverleggen op school.” jeugdhulp. Wat kan het bureau van het Samenwerkingsverband “Leerplicht is de laatste jaren H rd hdd bee den veel meer werk gaan maken van Marit en Manon vertellen. , preventie. Daar zijn wij als SVW vanzelfsprekend in meegegaan.” Manon: “Ik ben als onderwijsadviseur verbonden aan het Samenwerkingsverband. Dat werk doe ik samen Inzet op preventie met negen collega’s. We ondersteunen scholen als ze Manon: “Preventie op school en in de klas is al jaren voor vragen hebben over hoe ze passend onderwijs kunnen ons een belangrijk speerpunt. Ook leerplicht werkt op organiseren voor hun leerlingen. We denken met ze mee die manier: we versterken elkaar in die aanpak. We pro- en fungeren als sparringpartner. We hebben ook kennis beren bij de eerste signalen van verzuim snel te schake- over de verschillende trajecten voor jongeren die — soms len. Dat voorkomt vaak erger. Het coronavirus was een tijdelijk — iets extra’s nodig hebben. Bij de meest uiteen- ingewikkelde periode voor ons allemaal, en niet in het lopende vragen kunnen wij de helpende hand bieden om minst voor onze jongeren. Nu dat voorbij is, hebben we maatwerk mogelijk te maken.” veel extra aandacht voor onze vernieuwde samenwer- king. We steken meer nog dan voorheen tijd in het elkaar beter leren kennen, en sparren over hoe onze samenwer- "Ss ch Oo lveiligheid is een gro ter king nog beter kan. Zo hebben we een start gemaakt met het gezamenlijk voeren van de jaarlijkse startgesprekken Issue geworden ‚ O ok dat zien op scholen. Daarnaast betrekken we elkaar op school- niveau en casusniveau. We brengen elkaar in positie. we terug. Het is in teressant We weten elkaar intussen heel goed te vinden als er een vraag is of een onduidelijkheid. We sluiten aan bij elkaars om dat te du iden ‚Met elkaar werkoverleggen in de regio. We overleggen met de senior-leerplichtambtenaren, we stemmen af rondom de willen we uitein delijk Zo rgen thuiszitters (screeners SWV en LPA meerdere malen per jaar afspraak + evalueren), we sluiten aan bij het Zorgad- vooreen sterk p eda 20 gi sch viesteam, etc. Aan het begin van het nieuwe schooljaar evalueren we het voorgaan de jaar en bespreken we de klimaat op alle scholen ‚Dat wensen voor het komende jaar.” is een belangrijke rand- Een deel van de keten Manon: “Er zijn veel redenen waarom een kind kan Voo rwaarde vooreen v eilig vastlopen in het onderwijs. In complexe situaties is er van meer disciplines hulp nodig. We hebben mensen Ì eerkl 1 maat. W met hele diverse kennis in huis, dat maakt dat wij zeer breed kunnen adviseren. We schakelen daarbij ook met andere partijen zoals het Ouder, - en Kindteam of Bureau Jeugdzorg, als dat nodig is.” 12 Terugdringen verzuim Marit: “Daar zijn we ook op beleids- en bestuurlijk niveau mee bezig. De afgelopen jaren probeerden we de focus ook in beleid te verleggen van thuiszitten naar schoolaanwezigheid. Dan ben je er namelijk veel eerder bij en is er nog veel meer mogelijk. Onder meer aan de hand het dashboard van Leerplicht kijken we wat nodig is in de stad en sturen we bij. Ja, covid heeft een grote impact gehad. Des te belangrijker is de focus op school- aanwezigheid. Daar dragen we samen met de gemeente nu aan bij met jongerenwerkers in de school, nuop 35 scholen, en met de aanpak schoolveiligheid. Met elkaar willen we zorgen voor een sterk pedagogisch klimaat op alle scholen. Dat is een belangrijke randvoorwaarde voor leerlingen om goed te kunnen leren.” He . Het coronavirus was een ingewikkelde periode voor ons allemaal, en niet in het minst voor onze jongeren. Nu dat voorbij is, hebben we veel extra aandacht voor onze . . 1 vernieuwde samenwerking. Trots op Manon: “Dat we meestal - samen met de school - tot op- lossingen komen. Met de betrokken ouders en de leerling om tafel. We praten niet over ze, we praten met elkaar. Daarmee laten we een jongere weten dat hij of zij belang- rijk is. In de regel bereiken we op die manier het meest. Als adviseur zijn we er om de school hierin te onder- steunen. Ik houd ervan om met alle partijen nauw samen te werken. Het is mooi om te zien als je ook complexe problemen met elkaar het hoofd kunt bieden.” Marit: “Ik ben trots op de stappen die we de afgelopen tijd hebben gezet in onze goede onderlinge samenwer- king. We zien dat partijen elkaar sneller vinden. En dat komt alleen maar onze jongeren ten goede.” 13 2.3 Absoluut verzuim 2.3.1 Cijfers absoluut verzuim Figuur 3: Aantal absoluut verzuimers In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en resultaten rondom absoluut verzuim beschreven. In schooljaar 2021-2022 Er is sprake van absoluut verzuim als leer, - of 0 9 0% kwalificatieplichtige kinderen of jongeren niet op 9 Ö school staan ingeschreven, zonder dat daarvoor op 102 grond van de leerplichtwet een vrijstelling voor is 0,8% afgegeven. Scholen zijn op grond van artikel 18 van de 0,6% Leerplichtwet verplicht om in, - en uitschrijvingen te 0,4% meiden, ee == 0,0% Wanneer er sprake is van absoluut verzuim zoekt 2017- 2018- 2019- 2020- 2021- de leerplichtambtenaar uit waarom dit kind of deze 2018 2019 2020 2021 2022 jongere (nog) geen schoolinschrijving heeft. Een registratie van absoluut verzuim kan zes verschillende redenen hebben. Een kind of jongere: In schooljaar 2021-2022 was het streven dat maximaal B Is net 5 jaar geworden, en daarmee leerplichtig, 0,8% van de leerplichtige kinderen en jongeren maar de schoolinschrijving is nog niet definitief; gemeld zou worden vanwege absoluut verzuim. Dit is B Isrecent naar Amsterdam verhuisd vanuit een in het schooljaar 2021-2022 uitgekomen op 0,9%. De andere gemeente en staat nog niet ingeschreven streefwaarde is daarmee niet gehaald. Dit betekent op een school in Amsterdam, maar is wel al uitge- ten opzichte van het schooljaar 2020-2021 een stijging schreven door de school uit de andere gemeente; van 0,4%. B Iseen nieuwkomer/statushouder en kortgeleden in Amsterdam komen wonen; In het schooljaar 2021-2022 was bij 895 kinderen en B Heefteen vrijstelling die is afgelopen en staat om jongeren sprake van absoluut verzuim, ten opzichte die reden niet ingeschreven op een school; van 518“ in het schooljaar 2020-2021.5 Deze stijging B Maakt de overstap naar een andere onderwijs- is toe te schrijven aan de komst van de nieuwkomers. sector (po-vo, vo-mbo, overstap naar so). De Onder hen zijn veel kinderen en jongeren met recht vertrekkende school heeft al uitgeschreven, terwijl op onderwijs. Het aandeel absoluut verzuim onder de er nog geen nieuwe inschrijving bekend is; nieuwkomers was op peildatum 1 oktober 2022 361. Em Zit thuis in afwachting van een passend onderwijs- Dit is een momentopname. Het werkelijke aantal aanbod. verandert continu doordat er nieuwe vluchtelingen Tabel 4: Ontwikkeling van het aandeel leerplichtige leerlingen Totaal 846 819 555 518 895 Aantal kinderen en jongeren 101171 101101 101465 100449 102473 Aandeel totaal 0,8% 0,8% 05% 05% 0,9% ° Vanwege de inwerktreding van de vernieuwde absoluut verzuim werkinstructie is geen vergelijking te maken met het schooljaar 2018-2019, voor coronjaren. 4 Vanwege een aanpassing in de bedrijfsregels heeft zich een correctie voorgedaan op de cijfers van absoluut verzuim schooljaar 2020-2021 5 Peildatum 1 oktober 2022 $ Nieuwkomers zijn vluchtelingen of immigranten die naar Nederland komen voor werk of hun partner. 14 bij komen, kinderen een schoolinschrijving gekregen hebben en dus niet meer als absoluut verzuimers geregistreerd staan en kinderen en ouders de gemeente verlaten, maar nog ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie. De gemeente Amsterdam en de schoolbesturen hebben samen het onderwijs voor deze nieuwkomers georganiseerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de structuur van het nieuwkomersonderwijs.7 Voor Leerplicht was de komst van de nieuwkomers een uitdaging. Het leidde onder andere tot een onvoorziene stijging van de caseload van de leerplichtambtenaren, die een groot beroep op de capaciteit deed. Het is Leerplicht gelukt om dit in goede banen te leiden. Er was sprake van een lange aanlooptijd om uit te vinden welke kinderen en jongeren naar school wilden, wat de afspraken waren met het onderwijs en of de scholen zich daar ook aan hielden. Daarnaast moesten we in korte tijd tijdelijke voorzieningen inrichten en de wachtlijsten het hoofd zien te bieden. Vanuit het recht op onderwijs heeft Leerplicht het belang van deze kinderen en jongeren onder de aandacht gebracht en samen met de scholen en het crisisteam met maatwerk naar oplossingen gezocht. 7 bboamsterdam.nl/nieuws/tussenvoorziening-opvang-onderwijs-voor-vluchtelingen-kinderen-uit-oekraine 15 | | A 4 ‚£ | B _— Ml | / S | Het verhaal van Sandra, Crisisopvang WOW-hostel ‘Scholen zijn in Amsterdam- West heel bereidwillig om TNA KARDINAAL op tenemen. n Leerplichtige kinderen Het WOW-hotel aan de lichtige kind Wiltzanghlaan huisvestte door Vooral toen deze opvang net open was, boden we 8 } veel leerplichtige kinderen en jongeren onderdak. Het waren er ongeveer 60 in het begin. Er zijn de afgelopen de jaren heen veel verschillende hetb de afgel soorten mensen. Kunstenaars. maanden al aardig wat gezinnen uitgestroomd hier, deels naar de Riekerhof. Daar is een locatie met kleine Backpac kers. Studenten. Dakloze woningen met eigen voorzieningen. Souhaiïlla is hier gezi nnen. Sinds maart vangt onze vaste leerplichtambtenaar. Wij werken vooral } 7 7 samen in de check of kinderen op school zitten of waar HVO-Querido hier Oekraïense ze in het proces van aanmelding bij Mundus college vluchteli ngen op Daaronder zitten. Middelbare schoolleerlingen moeten vaak erg lang 8 wachten op plaatsing. ook kinderen en jongeren in de leeftijd van 4 tot 18 jaar, die recht De mensen hier in West zijn van oudsher al gewend aan ee g nieuwkomers. Scholen zijn hier heel bereidwillig om hebben op onde rwijs. Si nds maart kinderen van vluchtelingen op te nemen. Heel bijzonder H H om te zien dat zoveel mensen in dit deel van de stad zic 2022 leidt Sandra van den Brink om tezien dad oveel di deel van de stad zich dit samen met het team allemaal in goede banen. " Het gebeurt wel af en toe dater een kind verzuimt van school. Dit horen wij “Dertig jaar geleden ongeveer begon mijn werkzame g D leven in de opvang bij een GGZ-instelling. Ik werkte dan in de reg el vIa de 5 cho 0 L daarna langere tijd onder andere als leidinggevende bij S oms 1 S h et dan no di g om het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Begin dit jaar , was ik op zoek naar een nieuwe opdracht. Het was het watextra ste doen, en kan moment dat de eerste Oekraïense vluchtelingen naar . Nederland kwamen. Ik wilde hier heel graag een bijdrage de leerp lich tambtenaar de aan leveren.” . " helpende hand bieden. Crisisopvang “Gemiddeld verblijven hier ongeveer 250 tot 300 mensen. Een deel van de tijdelijke bewoners verblijft hier Naar school of …. intussen al meer dan 6 maanden. We treffen hier veel “We bemerken soms enige aarzeling bij ouders. In het jonge mensen tussen 20 en 30 jaar.” voorjaar hadden velen nog de hoop dat de oorlog snel voorbij zou zijn. Sommigen kozen daarom voor online Oekraïense les. Wij als HVO-medewerkers proberen "Verz uim h eeft vaa k met ouders ut Bn dal het voorde sochte ren ‚ van hun kind heel goed is om een school te bezoeken. heel andere di ngen te maken . Veel van onze Oekraïense bewoners hebben hier intussen een baan. En dat is mede mogelijk doordat hun Soms komt Een ouder met kinderen nu naar school gaan.” zijn kind net uit de oorlog. Leerrecht of leerplicht? Laat dan je kind maar eens “Daar heb ik het met Souhaïlla af en toe over. Ze informeert geregeld of alle kinderen die hier zitten, a ch ter op een s choo Ì , op een intussen naar school gaan. Ze hebben soms even tijd . . nodig om te landen. Eris tijd nodig ook, om een BSN plek die je met ken t,‚ in een voor ze aan te vragen. In Nederland zijn alle rechten op . . voorzieningen rechtstreeks aan dat nummer gekoppeld. uur ldv reemd land. l k beg rijp Leerrecht of leerplicht voor zo’n kind? Ik vind het soms di tw el ‚' een lastig vraagstuk. Toen Oekraïners naar Nederland 7 kwamen dachten ze snel weer naar huis te gaan. 17 Dus vonden veel ouders het niet nodig dat kinderen Nederlands zouden leren. Ouders kozen voor online les in Oekraïne. Nu het langer duurt is er meer motivatie. Voor leerlingen van 17/17,5 is het moeilijk om nog voor korte tijd naar school te gaan. Ze willen vaak graag werken en niet meer op een nieuwe school beginnen.” Activeren en laten leren “Er valt ons op dat de ouders hier weinig spelen met hun kinderen. We proberen de kinderen hier te activeren om spelletjes te doen, buiten te zijn, te sporten, met elkaar dingen te ondernemen. De kinderen beginnen in principe op een school in een Oekraïense klas, met een Oekraïense docent, maar de afgelopen maanden zijn er al aardig wat kinderen in gestroomd in het reguliere Nederlandse onderwijs. Ik hoop dat ze snel vriendjes krijgen, een leven kunnen opbouwen. 1 ee e Heel bijzonder om te zien dat zoveel mensen in dit deel van de stad zich willen inzetten — het beste willen voor deze door oorlog getroffen , " vluchtelingen. Verzuim “Het gebeurt wel af en toe dat er een kind verzuimt van school. Dit horen wij dan in de regel via de school. Soms komt een ouder met zijn kind net uit de oorlog. Laat dan je kind maar eens achter op een school, op een plek die je niet kent, in een wildvreemd land. Ik begrijp dit wel!” De Regenboog, het Leger des Heils en HVO-Querido vangen Oekraïense vluchtelingen op in Amsterdam op diverse locaties. 18 2.4 Relatief verzuim of jongere bij. Uit het onderzoek moet blijken wat In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en de oorzaak is voor het verzuim en of er sprake is van resultaten rondom relatief verzuim beschreven. verwijtbaarheid. Samen met het kind en/of jongere, ouders/verzorgers, school en andere ketenpartners Er is sprake van relatief verzuim als leer, - of wordt een oplossing gezocht om het verzuim te kwalificatieplichtige kinderen of jongeren stoppen. Als er sprake is van persoonlijke problemen ingeschreven staan op school, maar tijdens schooltijd thuis dan wordt hulpverlening of begeleiding verzuimen. Ook veel veelvuldig te laat komen rekenen ingeschakeld. Doen ouders onvoldoende om het we hiertoe. Scholen zijn op grond van artikel 21 van verzuim te stoppen, dan zijn zij wettelijk gezien de Leerplichtwet verplicht om wettelijk verzuim te strafbaar. Dit geldt ook voor een kind van twaalf jaar melden. en ouder. De leerplichtambtenaar kan dan een proces- verbaal opmaken. Het Openbaar Ministerie en de Bij alle verzuimmeldingen stelt de leerplichtambtenaar rechtbank beslissen over het opleggen van eventuele een onderzoek in. Daar hoort ook een gesprek met geldboetes, begeleiding door de jeugdreclassering of ouders/verzorgers en (vanaf 12 jaar) het kind en/ een taakstraf. Tabel 5: Cijfers voortijdig schoolverlaters vo Amsterdam-Diemen mbo Amsterdam-Diemen Totaal Amsterdam-Diemen Amsterdam 0,61% 7,05% 1.245 2.159 2.4.1 Cijfers relatief verzuim Figuur 4: Aantal geregistreerde meldingen van relatief verzuim in het schooljaar 2021-2022 In schooljaar 2021-2022 3,2% Primair Onderwijs Speciaal Onderwijs Voortgezet Onderwijs 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% In schooljaar 2021-2022 was het streven dat maximaal Het ongeoorloofd verzuim is toegenomen bij 3,5% van de leerplichtige kinderen en jongeren leerplichtige jongeren op het middelbaar beroeps- gemeld zou worden vanwege relatief verzuim. Dit is in onderwijs. Daar steeg het verzuim van 26,9% (2020- het schooljaar 2021-2022 uitgekomen op 3,2% (3301).° 2021) naar 33,3% (2021-2022) Dit is een stijging van De streefwaarde is daarmee behaald. Dit betekent ten 323 leerlingen die gemeld zijn vanwege verzuim. Het opzichte van het schooljaar 2020-2021 een stijging al hoge percentage ongeoorloofd verzuim is daarmee van 0,2%. Leerplicht heeft ingezet op een preventieve nog verder gestegen. Dat is zorgelijk. Uit verschillende aanpak ten aanzien van relatief verzuim. Deze aanpak onderzoeken blijkt dat het mentale welbevinden van kenmerkt zich door een goede samenwerking met deze jongeren onder druk staat. Leerplichtige kinderen scholen. Er is ingezet op preventieve spreekuren en het en jongeren hebben als gevolg van de coronacrisis structureel voeren van start, - en eindgesprekken met leer, - en ontwikkelachterstanden opgelopen. scholen. 8 Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aandeel van de leerplichtige kinderen en jongeren die zijn gemeld vanwege relatief verzuim gedaald. ° Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aandeel van de leerplichtige kinderen en jongeren die zijn gemeld vanwege relatief verzuim op het mbo gedaald. 19 Anderzijds is het verzuim op het speciaal onderwijs gedaald van 8,8% (2020-2021) naar 8,1% in (2021-2022). Tabel 6*: Ontwikkeling aandeel leerplichtige verzuimers naar schoolsoort percentueel Schoolsoort 2017-2018 2018-2019 2019-2020 Piv L0 ien 2021-2022 Primair Onderwijs 0,1% 0,2% 0,1% 0,2% 0,2% Speciaal Onderwijs 12,4% 13,0% 7,9% 8,8% 8,1% Voortgezet Onderwijs 3,4% 3,4% 3,1% 3,6% 3,6% Middelbaar Beroepsonderwijs 38,0% 34,6% 28,5% 26,9% 33,3% Particulier Onderwijs 0,0% 0,3% 0,1% 0,0% 0,0% () Percentage berekend a.d.hv. totaal leerplichtigen verzuimers per schoolsoort tov. leerlingenaantal van dezelfde schoolsoort. Hiermee kan je de ontwikkeling van een schoolsoort zien. (G*) Percentage berekend a.d.hv. totaal leerplichtigen verzuimers tov. totaal leerplichtigen jongeren. Hiermee kan je van het totaal de ontwikkeling zien. Tabel 7: Ontwikkeling aandeel leerplichtige verzuimers naar schoolsoort verzuimers lr Dale verzuimers er Daal verzuimers Schoolsoort 2017-2018 2018-2029 2019-2020 Piv L0 ien 2021-2022 Primair Onderwijs 75 88 68 118 92 Speciaal Onderwijs 292 310 194 215 206 Voortgezet Onderwijs 1.243 1.230 1.144 1347 1.378 Middelbaar Beroepsonderwijs 1.882 1.675 1.400 1302 1.625 2.4.2 Cijfers verzuim bovenleerplichtigen Figuur 5: Aantal bovenleerplichtige jongeren in het schooljaar 2021-2022 In schooljaar 2021-2022 32,5% SO vo MBO 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% Met ingang van 1 januari 2002 is de Wet over de schoolverlaten een gezamenlijke taak is van de Regionale Meld, - en Coördinatiefunctie Voortijdig schoolbesturen en de gemeente. Vanaf 1 januari Schoolverlaten (RMC) in werking getreden. In de 2002 zijn de schoolbesturen verplicht om voortijdig wet is vastgelegd dat het bestrijden van voortijdig schoolverlaters te melden bij de gemeente. 20 Jongeren van 18 tot 23 jaar (18+) vallen niet meer Over de gehele aanpak voortijdig schoolverlaten wordt onder de Leerplichtwet, maar onder de RMC wet, - en de gemeenteraad na de zomer geïnformeerd. regelgeving. De gemeente heeft onder andere als taak Het speciaal onderwijs laat voor het derde achtereen- zicht te houden op verzuim en in te grijpen bij risico op volgende jaar een afname zien van het aantal boven- voortijdig schoolverlaten. leerplichtige verzuimers. Deze daling is gestart in het schooljaar 2019-2020 (15,3%) en is afgenomen tot In het schooljaar 2021-2022 is het totaal aantal 9,3% in het schooljaar 2021-2022. geregistreerde meldingen van verzuim van boven- leerplichtige studenten 32,5% (3129) ten opzichte van 29,8% (2848) in het schooljaar 2020-2021. We zien een duidelijke toename ten opzichte van de schooljaren waarin coronamaatregelen golden. De stijging is vooral te herleiden naar de bovenleerplichtige jongeren op het middelbaar beroepsonderwijs.” Ook hierbij geldt dat dit een zorgelijk hoog percentage is. Daarom gaan we intensief met de mbo-instellingen in gesprek wat hieraan gedaan kan worden. Vorig jaar zijn reeds afspraken gemaakt met de mbo- instellingen over betere samenwerking bij verzuim van bovenleerplichtigen. Tot nu was de afspraak dat mbo-instellingen een melding bij de gemeente deden als een bovenleerplichtige jongere meer dan 16 uur in 4 weken ongeoorloofd verzuimde. Dit leidde tot een enorm aantal automatisch gegenereerde meldingen richting Leerplicht, zonder dat daarbij door de mbo- instelling gemeld werd wat er met de jongere aan de hand was. Vaak had de mbo-instelling zelf nog niet met de jongere gesproken om te zien waarom hij of zij ongeoorloofd afwezig was. Met de mbo-instellingen is nu afgesproken zich intensiever gaan inzetten om bovenleerplichtigen bij ongeoorloofd verzuim in beeld te krijgen en te begeleiden. Leerplicht wordt daarbij proactief ingeschakeld door de mbo-instelling als hun expertise en inzet nodig is. Hierdoor wordt de samenwerking met - en overdracht naar - Leerplicht verbeterd. Scholen blijven daarbij wettelijk verplicht om al het ongeoorloofde verzuim van 4 aaneengesloten weken te melden aan de gemeente. Daarnaast wordt in het kader van het voorkomen van schooluitval ook samengewerkt met het Jongerenpunt van de gemeente. Op elke mbo-locatie is een jongerenadviseur van het Jongerenpunt van de gemeente aanwezig is om jongeren die voortijdig gaan stoppen met hun opleiding te begeleiden naar werk of eventueel een andere opleiding. Afgelopen jaar is gewerkt aan het verstevigen van het netwerk van de jongerenadviseurs en de samenwerking met Leerplicht. 10 Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aandeel van de bovenleerplichtige jongeren die zijn gemeld vanwege relatief verzuim gestegen. 1 Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aandeel van de bovenleerplichtige jongeren die zijn gemeld vanwege relatief verzuim op het mbo gedaald. 21 Tabel 8*: Ontwikkeling van het aandeel bovenleerplichtige verzuimers naar schoolsoort Schoolsoort 2017-2018 2018-2019 2019-2020 Piv L0 ien 2021-2022 Speciaal Onderwijs 19,9% 22,7% 15,3% 12,7% 9,3% Voortgezet Onderwijs 14,7% 19,3% 11,4% 15,2% 15,0% Middelbaar Beroepsonderwijs 45,9% 47,7% 40,4% 38,2% 41,1% (®) Percentage berekend a.d.h.v. totaal bovenleerplichtige verzuimers per schoolsoort t.o.v. leerlingenaantal van dezelfde schoolsoort. Hiermee kan je de ontwikkeling van een schoolsoort zien. (**) Percentage berekend a.d.h.v. totaal bovenleerplichtige verzuimers t.o.v. totaal bovenleerplichtige jongeren. Hiermee kan je van het totaal de ontwikkeling zien. Tabel 9: Ontwikkeling van het aandeel bovenleerplichtige verzuimers naar schoolsoort Schoolsoort 2017-2018 2018-2019 2019-2020 Piv L0 ien 2021-2022 Speciaal Onderwijs 30 35 25 18 13 Voortgezet Onderwijs 124 165 94 115 130 Middelbaar Beroepsonderwijs 3.157 3.340 2.916 2.715 2.986 22 ip Í Pas f Per î Le 1 A DUT et et Be ME La ' ONS eN es \ EEN er LE Ki Meer ee OO “se erpen F Í a "ene Rr nn Pe eee PR 3 Mar Manen EE nr pe mgr) ELT gepre nik. hb ee raes tanend me k Tm Nn reu hmmm of Nee | © a Ni at Ka _L# rn : mn Ee AREN 5 n aard es am BE ne en EE ee en Ell ee ke . Li = Kd | Ë zi E ee fl ef | VE ee Al bijna 35 jaar is Jomara Relatie met leerplicht werkzaam voor het mbo. De Ik onl echt dolop deze collega’s, want zo zie ik ze. als ’ collega’s. In de tijd van het Gaasterlandcollege, zo’n doelg roep. Het onderwijs. aL 25 jaar geleden, had ikal een goede band met ze. Onze B RI . docenten vonden dat soms lastig, de leerplichtambtenaar Eee grote passie, ze zit zit in school. Een handhaver. De afgelopen jaren heeft helemaal op haar plek. Zestien het vak van leerplicht een heel andere invulling B Er gekregen. Een heel ander type mensen kiest nu voor ed elks SAL ak, et dede ie dit vak. Allemaal even betrokken, en vaak met een voor het ROC-col lege TAA ASO A zorgachtergrond. Maar wel kordaat, ze kennen de wet, en bleek in een grote behoefte te houden van doorpakken. voorzien. ne ee . Gezamenlijk bekijken we hoe weeen jongere het best Brede dienstverlening kunnen helpen ‚ Wat heeft “Onze studenten kunnen met heel uiteenlopende vragen g o bij ons terecht. Voor loopbaanadvies bijvoorbeeld, EEN) Ong: Ere nodig om verder als een student dreigt uit te vallen, of wanneer hij te kom en? Daar dra al t h et of zij een verkeerde studiekeuze heeft gemaakt. We , /‘ hebben hier een compleet jeugdteam klaar staan, a lemaal om. Heel Sl mp el. met een arts, en een maatschappelijk werker. Ook op gebied van passend onderwijs kunnen de studenten hier ondersteuning verwachten. Daarnaast hebben Affiniteit met het mbo instellingen als de Jellinek en Arkin hier op de opleiding “Ik vind het belangrijk dat een leerplichtambtenaar hun vaste inloopspreekuren. Er is ambulante hulp iets heeft met onze studenten. Hij of zij heeft hier op beschikbaar. En een budgetcoach kan onze studenten de opleiding een plek binnen het LEC. Als er door een helpen bij financiële vraagstukken. En ja, ook de student te veel verzuimd wordt, kunnen we binnen het leerplichtambtenaar maakt deel uit van ons team. Met LEC direct actie ondernemen. Gezamenlijk bekijken we nadruk. Want die kan vooral bij dreigende uitval een hoe we een jongere het best kunnen helpen. Wat heeft belangrijke rol spelen. We versterken elkaar!” een jongere nodig om verder te komen? Daar draait het allemaal om. Heel simpel.” pe . . Ik vind het belangrijk dat We doen het samen . . “Met nadruk. Samen doen we alles om de student zo een leerplichtambtenaar iets goed mogelijk te bedienen. Daarbij hebben we veel profijt van deze locatie. Het gebouw is laagdrempelig heef! t met onze stu denten . toegankelijk, open, en dat werkt onder alle gebruikers Te Te 9 openheid in de hand. Wij zijn als school de vindplaats H IJ of: Z IJ heef! t hier op de voor jongeren die wat extra’s nodig hebben, maar dat op leiding een p lek binnen het doen we echt met nadruk samen met al onze partners in / het veld. Onze studenten verdienen het.” LEC. Veranderende dienstverlening “Ik vind het heerlijk om dagelijks met deze jongeren te werken. Door hen weet ik altijd wat er in de wereld speelt, wat ze bezighoudt. Ja, onze jongeren hebben door corona een moeilijke tijd achter de rug. Dat zien we zeker. Maar hun veerkracht is ondanks alles bijzonder indrukwekkend. Ik ben overigens ook heel trots op mijn collega’s, hoe die deze periode zijn doorgekomen. Want ons onderwijs ging gewoon door! We hebben geleerd om digitale hulpmiddelen op een slimme manier in te zetten. Dat heeft het ons in ieder geval gebracht.” 24 2.5 Vrijstellingen Daarnaast wordt er momenteel een onderzoek uitgevoerd door de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en Haag en Utrecht) naar de oorzaak van deze stijging. resultaten rondom vrijstellingen beschreven. Het onderzoek zal worden afgerond in het voorjaar van 2023. In de Leerplichtwet is een aantal criteria opgenomen op grond waarvan vrijstelling van de leerplicht kan Artikel 5 sub b worden aangevraagd. Deze zijn: In het schooljaar 2021-2022 zijn 66 vrijstellingen van B Vrijstelling artikel 5 sub a: vrijstelling om rechtswege op grond van artikel 5 sub b toegekend. lichamelijke of psychische redenen. Dit is een toename van 11 vrijstellingen ten opzichte B Vrijstelling artikel 5 sub b: vrijstelling op basis van van het schooljaar 2020-2021. bedenkingen tegen de richting van het onderwijs. Er vindt vanuit Leerplicht in samenwerking met het Mm Vrijstelling artikel 5 sub c: vrijstelling op basis van Openbaar Ministerie een aanscherping op de toetsing een inschrijving op een school in het buitenland. van artikel 5 sub b plaats. Het werkproces artikel 5 sub B Vrijstelling artikel 15: vrijstelling wegens het b wordt vernieuwd. volgen van ander onderwijs, bijvoorbeeld een bedrijfsopleiding of een speciale vakopleiding. Artikel 5 sub c In het schooljaar 2021-2022 zijn 432 vrijstellingen van Er is een stijging van 22,82% van het totaal aantal rechtswege toegekend op grond van artikel 5 sub c. Dit vrijstellingen ten opzichte van het schooljaar 2020- is een toename van 113 vrijstellingen ten opzichte van 2021 en deze stijging blijft aanhouden, na twee het schooljaar 2020-2021. schooljaren van daling. De grootste stijgingen, zowel Naar aanleiding van deze toename heeft Leerplicht een absoluut als in percentage, doen zich voor in artikel 5 dossieronderzoek uitgevoerd. sub aen artikel 5 sub c. Uit dit onderzoek bleek dat er geen zorgwekkende Het is belangrijk om op te merken dat de stijging in redenen voor deze toename zijn. artikel 5 sub a zich uitstrekt over meerdere schooljaren, De belangrijkste redenen van ouders/verzorgers die terwijl de stijging in artikel 5 sub c sinds 2 schooljaren zich beroepen op art. 5 sub c zijn: mantelzorg in het zichtbaar is na twee schooljaren van daling. buitenland, werk in het buitenland en verhuizing. Artikel 5 sub a Artikel 15 In het schooljaar 2021-2022 zijn er 484 vrijstellingen In het schooljaar 2021-2022 zijn 80 vrijstellingen van verleend op basis van artikel 5 sub a. Dit is een rechtswege toegekend op grond van artikel 15. Dit is toename van 36 vrijstellingen vergeleken met het een toename van 32 vrijstellingen ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Deze trend van stijgende schooljaar 2020-2021. vrijstellingen is al meerdere jaren gaande. Als reactie Naar aanleiding hiervan heeft Leerplicht een op deze toename heeft Leerplicht een eigen analyse dossieronderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt uitgevoerd op alle dossiers waarin vrijstellingen op dat de vrijgestelde jongeren vervangend onderwijs basis van artikel 5 sub a zijn verleend. Hieruit zijn volgen en/of tijdelijk aan het werk zijn. enkele aanbevelingen voortgekomen, die momenteel worden geïmplementeerd binnen Leerplicht. Tabel 10: Ontwikkeling aantal leerplichtigen vrijgesteld van leerplicht naar vrijstellingsgrond (artikel van de Leerplichtwet) Artikel 5 sub a 348 373 419 448 484 Artikel 5 sub b 51 61 50 55 66 Artikel 5 sub c 427 355 274 319 432 Artikel 15 48 37 52 48 80 25 Tabel 11: Aantal leerplichtigen vrijgesteld van leerplicht naar schoolsoort en vrijstellingsgrond schooljaar 2021-2022 Schoolsoort Artikel 5suba | Artikel5subb | Artikel 5 sub c Artikel 15 Totaal Primair Onderwijs 6 4 155 0 165 Speciaal Onderwijs 16 0 1 5 22 Voortgezet Onderwijs 11 0 79 20 114 Middelbaar Beroepsonderwijs 8 0 2 11 26 Particulier Onderwijs 1 0 11 1 13 Geen onderwijs gevolgd 442 62 184 43 731 Totaal 484 66 432 80 1071 26 | KNIE Hi av GN Ì | An Á h | 2 | 3 ot ° k a q | EON SS We Dm S : À ji Se N= e nl ln mm OR “Ik leerde het vak ooit in een kleinere gemeente. Het vak verandert Maar intussen ben ik alweer een tijdje senior “Jazeker! Van handhaver naar een steeds meer leerplichtambtenaar in Amsterdam West/Nieuw- intermediaire rol. We zijn geen hulpverleners, al West. Mijn takenpakket is breed. Daaronder valt ook het schuren we daar soms wel tegenaan. Ik vaar op mijn inwerken van nieuwe collega’s. Als wij dat goed doen, eigen morele kompas. Met collega’s heb ik geregeld merken ouders en jongeren in de stad dat. Het verbetert gesprekken over hoe we ons vak inhoud willen geven. de kwaliteit van ons werk.” Dit doen wij o.a. tijdens onze casuïstiekbesprekingen. Veel verzuimgevallen die op ons pad komen, betreft recidive. Het is vaak een zoektocht naar passende hulp. “Jeder ki n d 1 n deze sta d heeft Samenwerking met onze ketenpartners is daarbij cruciaal.” recht op een mooie toekomst, . Voer de dialoog op DP ers Pp ect] ef, en d us op “Het allerbelangrijkste in ons werk. Spar bij twijfel met e. e. . jouw collega’s: zie jij ook wat ik zie? Bel met school, met onderw is ! Daartoe z IJ n WIJ de hulpverlener. als aar cruciale informatie ligt. Of als op aard! " je dreigt vast te lopen. Met de wil om het op te lossen, te kijken wat nodig is, kun je echt zaken verder brengen.” Passie voor het vak Onze taak “Jawel, dat moet je zeker hebben. Je moet het echt willen, “In mijn beleving zijn we er niet primair omte mensen aanspreken, de regie pakken, verschillende handhaven. Een proces verbaal uitschrijven is wat petten opzetten, schakelen op alle niveaus. Dan is dit mij betreft het allerlaatste middel. Ons werk is vooral werkelijk het mooiste en meest dankbare werk wat er communicatie! Hart hebben voor de zaak, en dat ook naar is. Ik ben er trots op dat wij als leerplichtambtenaar het de buitenwereld uitdragen. Ieder kind in deze stad heeft verschil kunnen maken.” recht op een mooie toekomst, op perspectief, en dus op onderwijs! Daartoe zijn wij op aard! " Van oorsprong bedoeld om Een gemiddelde dag , ‚ ‚ , “Van scholen krijgen we continu verzuimmeldingen Jongeren d Le k wa l ific atie- door. Het is hun wettelijke plicht om dat goed bij te À 8 oe r houden. We wisselen informatie uit. Wat heeft de school p l l ch Lg ZIJ n Uri tes tel l en van zelf tot nu toe ondernomen? Dan roep ik ouders en/of 0 TN: ni de leerling op en ga in gesprek. Onbevooroordeeld. Ik sch 00 li ns ch TiD l ng ° zet altijd in op een goed en open gesprek. We zijn er om jongeren verder te helpen! Dat wil ik vooral ook laten zien.” Artikel 15 “Van oorsprong bedoeld om jongeren die kwalificatieplichtig zijn (16-&17 jarigen) vrij te stellen van schoolinschrijving - omdat zij bijvoorbeeld naar de politieschool of de Hoogovensschool gingen. Ik ken het zelf vooral als gedoogartikel voor jongeren die een verkeerde mbo-opleiding kozen, al ruim 17 jaar zijn en de laatste maanden van het schooljaar willen werken. Er is wel een risico. Werk en salaris went vrij snel, en je raakt uit het schoolritme. Ik kijk daarom altijd of er alternatieven zijn. De mbo'’s bieden die ookin de vorm van een kans, - of oriëntatieklas bijvoorbeeld. Of een combi van werk en een aangepast schoolrooster. We zetten deze interventie zo nu en dan in omdat het voor sommige jongeren een passende actie is. Werken zie ik overigens ook als ontwikkelen. Je doet andere vaardigheden op. En het creëert voor een jongere vaak de ruimte om weer gemotiveerd met een nieuwe opleiding te starten.” 28 Ì í ed # A 4 2 ‚ \ he \ N ï Ke, s Ui ES en SN ", F Ne p El 4 We) i \ k, ZEE $ e / e e $ ee ú is EE LE \ Í Vn, Kk \ N dad PS mn d ze (EE pn 7 ien 7 zi Ke pe ìk ASN pe f ., > ed EEE 7 ; han En is 5 ns AN : hs EEN | Jer AR E 4 SN & EL : , EE a / Eart OR — NC Petri en Domin fe ue Bosman De meeste kinderen willen gewoon graag naar school! rai beiden GG D-jeugdarts in de Onze rol is om de belastbaarheid van kind of jongere in te schatten en te adviseren over wat er wenselijk is. reg io Amsterdam Amstelland. Op Is dat op medisch, psychisch of sociaal gebied, of een B A B combinatie? Soms zijn daar andere hulpverleners bij hd kelde krijgt ahd lede nodig en die halen we er dan bij. Maar soms ook kan met Leerp licht te maken? En wat heel simpel een advies van ons al werken. Advies bij is hun rol als TE het hebt over slaap, - of ritmeproblemen bijvoorbeeld. Samen maken we de vertaling naar de schoolsituatie: wat is er nodig? LEN HK ng van de lee ge) ichtwet? Soms zijn school en ouders vastgelopen in een bepaalde Lietje en Domin ig MAW Se TANTE situatie. Soms kunnen wij helpen om dat vlotte trekken. Een tijdelijk aangepast rooster kan een goede oplossing zijn, zonder dat de school van achterliggende oorzaken hoeft te weten. Doel is uiteindelijk om het kind weer volledig naar school te krijgen. Als dat haalbaar is natuurlijk.” Lietje: “Wij komen in beeld als een kind geregeld wordt ziekgemeld, of voor langere tijd ziek is. Een ouder meldt zijn kind ziek bij de school. Dat is altijd een signaal, â ’B jonge kin deren zijn de er is een reden waarom het kind niet naar school gaat. … , Zowel Dominique als ik werken voor het VO en mbo, redenen om een vrijstelli ng af te Dominique ook voor het PO. Bij een ziekgemelde r je leerling kijken we naar de belastbaarheid van het kind. geven vaak Vrij Een duidig, zoals Het welzijn van het kind staat daarbij centraal. We kijken Je 9 9 dus ook wat daarvoor nodig is. Dat doen we met behulp b IJ EEn ernstig € MEETVO udig E van de zogeheten MAZL-methodiek. De letters staan h an di cap. " voor Meer Aandacht voor de Ziekgemelde Leerling. Ook Leerplicht heeft hier een belangrijke rol in. MAZL is een mooie aanpak om schooluitval te verminderen, en is in de praktijk vaak effectief. Daar zijn we natuurlijk erg blij Artikel 5 sub a vrijstelling mee.” Lietje: “De vrijstellingsclausule. Dan gaat het over vrijstelling van inschrijving aan een school, dus geoorloofd niet naar school, en dan op medische en/ "Een vrij ste Ì l 1 n Z kan soms of psychische gronden. Dat is iets anders dan als ‘ziek’ ‚ geregistreerd staan en verbonden blijven aan een school.” wat lucht geven. Er is dan 8 À Dominique: “Bij jonge kinderen zijn de redenen om wel een vang net n odig ‚ EN Ig € een vrijstelling af te geven vaak vrij eenduidig, zoals bij 9 een ernstige meervoudige handicap. In het PO en VO vorm van hu lp verlening : hebben we meer te maken met uitval, met thuiszitters, Ju ist in zo ’n si tuatie kan de dan hoeft niet altijd een vrijstelling te worden afgegeven. Dan kijken we met de leerling wat deze nodig heeft en l ee rp l ich tam b tenaar een maken we een plan voor geleidelijke terugkeer. Daarbij …. D is overleg met school, leerling, ouder, SWV, LP en JGZ belangrij ke rol sp elen : cruciaal. Het kan dan tot een ‘gedoog’ beleid komen van de leerplicht, wat de leerling ruimte geeft om rustig te re- integreren. Dit heeft meer dan eens tot succes geleid.” Wat een kind nodig heeft Lietje: “Dat bespreken we als het nodig is binnen het Lietje: “Ik beoordeel nogal wat aanvragen voor jongeren Zorg Advies Team, het ZAT. Dat komt eenmaal per in de leeftijd 15 plus. Soms wordt de verplichting zes of per acht weken bij elkaar, een beetje afhankelijk van onderwijs als zo drukkend ervaren dat dit herstel van de school. Daar komen leerplichtambtenaar en juist in de weg staat. Dit veroorzaakt bij sommige jeugdarts elkaar tegen. En de ouder, - en kindadviseur jongeren angstklachten. Een vrijstelling kan soms wat natuurlijk. Vanuit de school maken de zorg coördinator lucht geven. Er is dan wel een vangnet nodig, enige en medewerker passend onderwijs er deel van uit, soms vorm van hulpverlening. Juist in zo’n situatie kan de ook anderen. Een school heeft dan vaak al uitgebreid met leerplichtambtenaar een belangrijke rol spelen.” leerling en/of ouders gepraat. Wij staan naast de leerling om gezamenlijk naar een goede oplossing te zoeken. 30 Dominique: “Het afgeven van een vrijstelling, voor Lietje: “Wat mij wel opvalt — zoals ik eerder vertelde kortere of langere tijd, is geen lichtvaardig besluit. -is het feit dat de jongeren die de druk van school niet Als voorwaarde stel ik dan dat er een begeleidende meer aankunnen, een soort overgevoeligheid hebben instantie is, en er een plan komt, met een einddoel. Het ontwikkeld. Vergeet niet, aan een vrijstellingsaanvraag uiteindelijke doel is dat een kind in beeld blijft! Zelf doe gingen vaak jaren vooraf van met veel moeite naar school ik bij een advies voor een vrijstelling altijd een extra gaan. Sjorren, trekken, duwen. Het zou mij niet verbazen check bij de onderwijsspecialist passend onderwijs als dit soort situaties in de loop der jaren is toegenomen. van het SWV. Is er misschien toch iets qua onderwijs Tegelijk is de prestatiedruk in het onderwijs mogelijk? Dat is zorgvuldig: dan zie je als professional toegenomen. Dieperliggende problemen worden ook niets over het hoofd.” hier zichtbaar!” Ken je netwerk! "Ik herken een toename niet Lietje: “De contacten met partners zoals SWV en . ‚ …. …. Leerplicht zijn onmisbaar voor ons. Je hoort geregeld direct In mijn dagelijkse over trajecten voor specifieke doelgroepen. Er zijn veel re 8 programma’s waar kinderen of jongeren die buiten de P rak ij k, met de k an tteken l ng boot dreigen te vallen, terecht kunnen. Maar je moet ze 4 9 als professional wel kennen en de weg weten. Weet dus dat ik vo oral CASES van Jonge wat er te koop is! Zorgvuldig handelen en blijven toetsen. ki n deren toe gew ezen krij o. Dan is er vrijwel altijd wel een oplossing te vinden. Voor vrijwel ieder kind, en voor vrijwel iedere jongere” We hadden de afgelopen jaren natuurlijk wel te maken met corona. Dat is voor heel veel kinderen en jongeren niet goed geweest.” Toename van het aantal vrijstellingen? Dominique: “Ik ben niet op de hoogte van de recente cijfers. Ik herken een toename niet direct in mijn dagelijkse praktijk, met de kanttekening dat ik vooral cases van jonge kinderen toegewezen krijg. We hadden de afgelopen jaren natuurlijk wel te maken met corona. Dat is voor heel veel kinderen en jongeren niet goed geweest. Landelijk zien we dat er meer jongeren kampen met psychosociale vraagstukken. Mogelijk dat dit doorwerkt in de cijfers van vrijstellingsaanvragen. Het zou interessant zijn om te onderzoeken welke vragen achter die aanvragen zitten. Er zijn veel redenen denkbaar waarom een kind (tijdelijk) niet naar school kan of wil. Een belangrijke gesprekspartner daarbij voor ons is het Samenwerkingsverband (SWV). Zij kunnen helpen bij de zoektocht naar het meest passende onderwijs voor een individueel kind. Dat doen zij vanuit hun onderwijskundige kennis. Dat is een zeer waardevolle toevoeging voor ons, wij kijken immers vooral met de blik van een arts naar een kind.” 31 2.6 Hand having Het aantal processen-verbaal dat is opgesteld in schooljaar 2021-2022 is hoger dan het schooljaar In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en daarvoor.” Leerplicht heeft bij aanhoudend en resultaten rondom de processen-verbaal en HALT- zorgelijk verzuim weer vaker een proces-verbaal afdoeningen beschreven. ingezet. Het aantal absoluut verzuim, luxe verzuim en 16 uur processen-verbaal dat is opgesteld in schooljaar Verzuim kan leiden tot handhaving door Leerplicht. 2021-2022, is hoger dan het schooljaar daarvoor. Leerplicht kan een jongere verwijzen naar Bureau Halt. Dit gebeurt wanneer het verzuim aanhoudt maar nog Leerplicht werkt intensief samen met het Openbaar niet heel ernstig is - en als er geen andere zorgen zijn Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming rond de betreffende jongere. Bureau Halt bespreekt met als doel het leerrecht voor het kind en de jongere het spijbelgedrag met de jongere en bekijkt wat een te waarborgen. In het schooljaar 2021-2022 is passende straf is om het verzuim te stoppen. Als het geïnvesteerd in onder andere een verbeterslag op de om ernstig, herhaald verzuim gaat of om absoluut of proces-verbaal formats. In het schooljaar 2022-2023 luxe verzuim, kan een justitieel proces-verbaal worden werkt Leerplicht onder andere aan het opzetten van opgemaakt tegen een jongere en/of de ouder. een werkinstructie en aan een verbeterslag op de herstelverzoeken van de processen-verbaal. Tabel 12: Ontwikkeling leerplichtigen met proces-verbaal en afdoening Halt naar verzuimsoort % t.o.v. 2017-2018 2018-2019 2019-2020 2020-2021 2021-2022 ee vorig jaar Verzuimers 3494 3307 2807 2982 3301 10,7% 16 uur Halt 80 46 30 21 26 23,8% Proces-verbaal 161 180 86 81 111 37,0% Verbaliseringspercentage 4,6% 5,4% OC a% 27% 3,4% Verzuimers 565 719 535 202 498 146,5% Luxe Proces-verbaal 98 155 152 31 130 319,4% Verbaliseringspercentage 17,3% 21,6% 284% 153% 26,1% Verzuimers 846 819 555 518 895 16,9% Absoluut Proces-verbaal 1 5 3 2 -33,3% Verbaliseringspercentage 0,0% 0,1% 0% 0,1% 2.7 Deurbezoeken aanvragen bij het team Ondersteuning en Assistentie van Leerplicht. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen en resultaten rondom de deurbezoeken beschreven. Deze deurbezoeken worden uitgevoerd door de leerplichtassistenten. De leerplichtassistenten Leerplicht heeft ieder kind in beeld. Leerplicht is handelen in opdracht en ter ondersteuning van onmisbaar bij het bewaken van het recht op onderwijs de leerplichtambtenaar. De leerplichtassistenten en de ontwikkeling van de jonge Amsterdammer. brengen in koppels een deurbezoek aan leerlingen Het komt echter voor dat de leerplichtambtenaar en ouders om het contact te herstellen met de geen contact krijgt met het kind en/of jongere en de leerplichtambtenaar. Zij stellen ook vast of leerling en ouders en dat de begeleiding dreigt te stagneren. zijn/haar ouders op het bij leerplicht bekende adres De leerplichtambtenaar kan dan een deurbezoek verblijven. 12 Ten opzichte van schooljaar 2018-2019, voor de coronajaren, is het aantal processen-verbaal dat is opgesteld gedaald. 32 In het schooljaar 2021-2022 zijn 1.729 deurbezoeken aangevraagd door de leerplichtambtenaren. Dit is een toename van 21% (303) ten opzichte van het schooljaar 2020-2021."° Hiervan zijn 882 bezoeken gerelateerd aan absolute verzuimbegeleiding en 847 aan relatieve verzuimbegeleiding. Bij bijna 50% van alle deurbezoeken is resultaat geboekt en heeft de leerplichtassistent een bewoner gesproken. Daarmee kon de leerplichtambtenaar verder gaan met de begeleiding van het kind/de jongere. In sommige gevallen treffen de leerplicht- assistenten niemand aan en heeft de leerplicht- ambtenaar twijfels over de rechtmatige inschrijving of verblijf op het adres. In deze gevallen controleren kwaliteitsonderzoekers van de afdeling Dienstverlening vervolgens de rechtmatigheid van inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP). Figuur 6: Aangevraagde deurbezoeken 2021-2022 Aantal deurbezoekaanvragen By Eev Figuur 7: Resultaat deurbezoeken 2021- 2022 Bewoners aangetroffen En 458 432 389 AV RV M za MN nee 13 De toename van de AV-deurbezoeken is in lijn met de toename van het aantal AV- behandelingen 33 8 f p N ie, AARD Î á ds | 2 E | t “Ik werk al 28 jaar voor de gemeente Amsterdam, met veel plezier! Ik begon ooit als handhaver, bij de toenmalige Stadswacht. Sinds 2009 ben ik leerplichtassistent. Met veel plezier!” “Het voelt goed als je een kind of een jongere net dat extra > " zetje kunt geven. Zo ziet mijn werkdag er meestal uit “We beginnen geregeld met op-tijd-kom acties op scholen. Een kwartier voor de les gaan we bij het hek staan om alle kinderen te verwelkomen. We geven ze een complimentje als ze op tijd zijn. De te laat komers spreken we aan. Ik blijf altijd vriendelijk.” Deurbezoeken “De leerplichtambtenaar vraagt zo'n bezoek aan, via onze afdeling planning. Ik ben al zolang handhaver dat ik het absoluut niet eng of ingewikkeld vind om aan te bellen. Voor sommige mensen is het best wel confronterend als je ineens voor de deur staat. Als je persoonlijk voor de deur staat, komt de boodschap toch meer binnen bij mensen. Zeker als je begrip toont in sommige situaties. Je komt uiteindelijk alleen omdat we het beste voor het kind willen.” Schrijnende gevallen “Ja, die kom ik met regelmaat tegen. Schrijnende gevallen koppel ik altijd na afloop terug aan de leerplichtambtenaar. Die kan dan gericht de benodigde hulp en ondersteuning in gaan zetten. Zaken komen soms via een simpel deurbezoek aan het rollen. Ik vraag de leerplichtambtenaar geregeld naar de afloop. Ik ben dan echt blij als ik met mijn bezoek het verschil heeft kunnen maken.” Trots op “Alsje echt iets in gang zet! Een tijdje geleden bracht ik, samen met een agent, een probleemjongere met grote regelmaat van en naar school. We hadden dan af en toe gesprekken over wat hij werkelijk zou willen. In de catering werken, dat leek hem wat. Tot mijn grote blijdschap trof ik hem enkele maanden later aan in de keuken van een groot bedrijf. Het was hem gelukt. Hij bedankte mij omstandig. Ik maak dus ook hele mooie dingen mee. Het voelt goed als je een kind of een jongere net dat extra zetje kunt geven.” 35 3. Speerpunten Leerplicht zet in het schooljaar 2022-2023 in op de volgende speerpunten. 1 Verminderen absoluut verzuim en thuiszitters 3 Verzuim mbo Door middel van: Door middel van: _ Een thuiszittersaanpak gericht op voorkomen _ Jaarlijkse gesprekken met mbo opleiding, en verkorten van de duur van thuiszitten; waarbij aanpak verzuim een onderdeel is; _ Extra capaciteit op AV. _ Intensievere samenwerking tussen mbo-in- stelling en Leerplicht bij bovenleerplichtige 2 Goede samenwerking met scholen en partners jongeren die ongeoorloofd verzuimen; Door middel van: __Fysieke aanwezigheid van jongerenadviseurs _ Preventieve spreekuren op een aantal scholen; van het Jongerenpunt om jongeren die dreigen _ Het structureel inzetten van start- en uit te vallen te begeleiden. eindgesprekken;:* _ Een bereikbare en benaderbare 4 Vrijstellingen 5 sub a leerplichtorganisatie. Door middel van: _ Onderzoek in samenwerking met de G4. mmm 14 Start, - en eindgesprekken: Bij de start van het nieuwe schooljaar vindt op iedere school een startgesprek plaats. Tijdens dit gesprek worden er duidelijke werkafspraken vastgesteld. Aan eind van worden deze afspraken geëvalueerd. De start- en eindgesprekken bevorderen de kwaliteit van het werk en optimaliseren de samenwerking tussen school en Leerplicht. Wettelijk ongeoorloofd verzuim Langdurig relatief verzuim We spreken van verzuim als een kind of jongere zonder Er is sprake van langdurig relatief verzuim als een kind of startkwalificatie zonder geldige reden afwezig is. een jongere minimaal vier aaneengesloten schoolweken continu afwezig is. De scholen zijn verplicht om dit als Leerplichtig Langdurig Relatief Verzuim te melden. Alle kinderen tussen 5 en 16 jaar die in Nederland wonen zijn leerplichtig. Luxe verzuim Ongeoorloofd verzuim rondom de schoolvakanties. Kwalificatieplichtig Een jongere tussen de 16 en 18 jaar die nog geen Vrijstelling van Leerplicht startkwalificatie heeft behaald, is kwalificatieplichtig. In de Leerplichtwet is een aantal criteria opgenomen op grond waarvan vrijstelling van de leerplicht kan worden Startkwalificatie aangevraagd. De zijn: Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo Vrijstelling artikel 5 sub a: vrijstelling om lichamelijke (minimaal niveau 2). of psychische redenen. Vrijstelling artikel 5 sub b: vrijstelling op basis van Voortijdig schoolverlaten bedenkingen tegen de richting van het onderwijs. Voortijdig schoolverlaten is het verlaten van school Vrijstelling artikel 5 sub c: vrijstelling op basis van zonder een startkwalificatie (havodiploma, vwo-diploma een inschrijving op een school in het buitenland. of diploma op mbo-niveau 2, 3 of 4). Het gaat om Vrijstelling artikel 15: vrijstelling wegens het kinderen en jongeren tussen de 12 en 23 jaar. volgen van ander onderwijs, bijvoorbeeld een bedrijfsopleiding of een speciale vakopleiding. Bovenleerplichtig Alle jongeren tussen 18 en 23 jaar die in Nederland Recidive wonen en geen startkwalificatie hebben. Een kind of jongere met meer dan één wettelijke verzuimmelding bij Leerplicht. Relatief verzuim Er is sprake van relatief verzuim als leer- of kwalificatie- RMC Wet- en regelgeving plichtige kinderen of jongeren ingeschreven staan op Met ingang van 1 januari 2002 is de Wet houdende school, maar gedurende de schooltijd verzuimt. Ook veel regels over de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie veelvuldig te laat komen kan hiertoe worden gerekend. Voortijdige Schoolverlaten in werking getreden. In Scholen zijn op grond van artikel 21 van de Leerplichtwet de wet is vastgelegd dat het bestrijden van voortijdig verplicht om wettelijk verzuim te melden. schoolverlaten een gezamenlijke taak is van de schoolbesturen en de gemeente. Vanaf 1 januari 2002 zijn Absoluut verzuim de schoolbesturen verplicht om voortijdig schoolverlaters Er is sprake van absoluut verzuim als een kind of een te melden bij de gemeente. jongere geen inschrijving heeft op een school en ook geen vrijstelling heeft. Speciaal Onderwijs In het speciaal onderwijs krijgen kinderen meer aandacht Nieuwkomers en ondersteuning dan in het reguliere (gewone) Nieuwkomers zijn vluchtelingen of immigranten die naar onderwijs. Vanuit het speciaal onderwijs kunnen Nederland komen voor werk of hun partner. leerlingen soms instromen in het reguliere onderwijs of doorstromen naar een reguliere vervolgopleiding. Colofon Afdeling Onderwijs Team Leerplicht Gemeente Amsterdam Tekstverhalen en redactie: Communicatie Leerplicht, Gemeente Amsterdam Cijfers: Afdeling Onderwijs Amsterdam Beeld: Canva fotobank en de Nationale fotobank Vormgeving: LassooyDesign BNO De beelden bij de verhalen zijn willekeurig gekozen. Mei 2023 Contact Website: _amsterdam.nl/leerplicht Telefoon: 020 25180 10 E-mail: [email protected] Postadres: Afdeling Onderwijs - Leerplicht Postbus 1840 1000 BV Amsterdam 38
Onderzoeksrapport
39
val
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 De burgemeester van Amsterdam nodigt de leden van de gemeenteraad uit voor de raadsvergadering. Datum en tijd woensdag 20 juni 2012 13.00 uur en 19.30 uur donderdag 21 juni 2012 13.00 uur en 19.30 uur Locatie Raadzaal Algemeen 1 Mededelingen. 2 Notulen van de raadsvergadering op 23 en 24 mei 2012. 3 Vaststelling van de agenda. 4 Mededeling van de ingekomen stukken. 5 Mondelingevragenuur. Deelnemingen 6 Interpellatie van de raadsleden de heren Evans-Knaup, Paternotte en Ivens van 11 juni 2012 inzake beloning van de GVB-directie boven de Balkenendenorm. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 464) Financiën 7 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot instemmen met de Kadernota 2013. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 292) N.B. 1 Van de voordracht inzake de kadernota van 23 mei 2012 is een verbeterblad uitgebracht. N.B. 2 De preadviezen op de moties en amendementen ingediend in de raadscommissies van 6 en 7 juni 2012 worden nagezonden. Educatie 8 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012 tot instemmen met de statutenwijziging van de stichting Orion. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 462) 1 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 Klimaat en Energie 9 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot kennisnemen van de uitvoering van de motie nr. 1017 van 2011 van de raadsleden de heer Manuel, mevrouw Combrink en de heer De Wolf inzake de begroting voor 2012 (nieuwe koers Milieucentrum Amsterdam). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 451) Ruimtelijke Ordening 10 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot instemmen met het ‘Beleidskader Ateliers en Broedplaatsen Metropoolregio Amsterdam 2012-2016’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 452) 11 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot vaststellen van het bestemmingsplan Herziening geluidszone Cornelis Douwesterrein CS (Centrale Stad). (Gemeenteblad afd. 1, nr. 453) Verkeer, Vervoer en Infrastructuur 12 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2012 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de Bijzondere subsidieverordening voor de realisatie van oplaadpunten buiten de openbare ruimte voor elektrische voertuigen. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 463) 13 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012 tot instemmen met het laten vervallen van de ondergrondse fietsenstalling Kleine- Gartmanplantsoen Leidseplein, tot kennisnemen van alternatieven voor de ondergrondse fietsenstalling en tot instemmen met het nader onderzoeken en uitwerken van de haalbaarheid van mogelijke maatregelen voor fietsparkeren. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 465) Openbare Orde en Veiligheid 14 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012 tot kennisnemen van de ontwerprekening 2011 van de Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland, tot positief adviseren ten aanzien van de ontwerpbegroting 2013 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, tot instemmen met het in de gemeentelijke begroting 2013 opnemen van € 67.700.000,- ten behoeve van de uitvoering van de Amsterdamse lokale brandweerzorg en tot kennisnemen van de actualisatie van de begroting 2012 van de Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 458) 2 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 Economische Zaken 15 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 april 2012 tot kennisnemen van de conclusies en uitkomsten van de in het kader van de motie nr. 1021 van 2011 van het raadslid de heer De Wolf inzake de begroting voor 2012 (realisatie van een Amsterdamse universiteit voor Toegepaste Wetenschappen) uitgevoerde verkenning en tot instemmen met het vervolg op de uitgevoerde eerste verkenning en met de inzet van € 200.000 voor dit vervolgonderzoek. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 460) Waterbeheer 16 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders tot kennisnemen van het onderzoeksrapport inzake het instellen van eenrichtingsverkeer op het water van de Prinsengracht en het onderzoeksrapport inzake overlast op het water in stadsdeel Centrum. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 454) Kunst en Cultuur 17 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 29 mei 2012 tot kennisnemen van het opvolgingsonderzoek en het bestuurlijk rapport van de rekenkamer, getiteld: ‘Opvolgingsonderzoek Kunst- en cultuurbeleid’ en tot overnemen van adviezen uit genoemd bestuurlijk rapport. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 456) Volkshuisvesting 18 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 17 april 2012 tot instemmen met tussentijdse bestedingsvoorstellen uit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en tot kennisnemen van het werkprogramma van de DoeTank ‘Meer Beweging op de Woningmarkt’ en van de Evaluatie Amsterdamse Nieuwbouwprijs 2011. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 455) Werk, Inkomen en Participatie 19 Voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012 tot kennisnemen van het collegebesluit inzake de afbouw van gesubsidieerd werk op basis van loonwaarde en van het vaststellen van een wijziging van de Beleidsregels Re-integratieverordening en tot instemmen met een structurele bijdrage ten laste van het Participatiebudget (W-deel) voor gesubsidieerd werk. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 461) Raadsaangelegenheden 20 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 7 mei 2012 tot kennisnemen van de ontwerpbegroting 2013 en van de begrotingswijziging 2012 van de Rekenkamer Metropool Amsterdam en tot positief adviseren door de gemeenteraad hierover. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 459) 3 Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 21 Voordracht van het presidium van de gemeenteraad van 29 mei 2012 tot vaststellen van een verordening tot wijziging van de Verordening op de raadscommissies 2009. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 457) 4 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 Ingekomen stukken 1 _Raadsadres van een burger van 7 juni 2012 inzake het verzoek om een onderzoek naar de integriteit van bestuurders van stadsdeel Zuid in het kader van de onderdoorgang van het Rijksmuseum. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter zake. 2 _Raadsadres van een burger van 7 juni 2012 inzake het verzoek om de fietsroute in de onderdoorgang van het Rijksmuseum te behouden. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter zake. 3 Raadsadres van een burger van 6 juni 2012 inzake het Kinderbeestfeest, voorheen Dreamnight Artis. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 4 Raadsadres van mevrouw S. van de Werd, namens de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden, van 23 mei 2012 inzake het voorstel voor een effectieve en mens- en diervriendelijke aanpak van bijtincidenten met honden. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 5 Raadsadres van een burger van 20 mei 2012 inzake het plaatsen van borden voor de Tweede Kamerverkiezingen in het kader van duurzaamheid en papierbesparing. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar de stadsdelen ter afdoening. 6 Raadsadres van de heer J. van Huissteden, voorzitter van de Stichting Schaliegasvrij Nederland, van 6 juni 2012 inzake de mogelijke proefboringen naar schaliegas in de gemeente Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Bouwen en Wonen, Grondzaken, Klimaat en energie, Openbare Ruimte en Groen, Zeehaven en Westpoort, Volkshuisvesting, Wijkaanpak en Stedenbeleid. 5 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 7 _Ledenbrief VNG van 22 mei 2012 inzake de bekendmaking van de kandidaten voor de bestuurlijke organisatie van VNG. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 8 Raadsadres van mevrouw M.M. Kuitenbrouwer, voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsdeel West, namens de voorzitters van de dagelijks besturen van de stadsdelen van 23 mei 2012 inzake één stad, één opgave. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van de Kadernota 2013. 9 Raadsadres van een burger van 4 juni 2012 inzake de geluidsoverlast door de manifestatie Rock en Run' op de Noordermarkt. Voorgesteld wordt, dit raadsadres door te geleiden naar het stadsdeel Centrum ter afdoening. 10 Raadsadres van een burger van 2 juni 2012 inzake het instellen van een proefperiode van drie maanden voor de onderdoorgang van het Rijksmuseum. Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen teneinde het te betrekken bij de door hen in te dienen voorstellen ter zake. 11 Brief van de heer P.J.M. Freriks, namens Henry George & Edward Bellamy Institute, van 4 juni 2012 inzake het opstellen van een algemene quickscan voor de financiële verantwoordingsdocumentatie. Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het presidium van de gemeenteraad ter afdoening. 12 Brief van de heer E. van der Burg, wethouder Dierenwelzijn, van 30 mei 2012 inzake de bestuurlijke reactie op motie nr. 1001 van 2011 van het raadslid de heer Van Lammeren over verplichte chipregistratie voor katten. Voorgesteld wordt, de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn en Waterbeheer kennis te laten nemen van de uitvoering van deze motie en na goedkeuring de motie als uitgevoerd te beschouwen. 13 Raadsadres van de heer A. Helling, regiomanager van RECRON, van 4 juni 2012 inzake het voornemen voor een tariefsverhoging van de toeristenbelasting. Voorgesteld wordt, dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van de Kadernota 2013. 6 Gemeente Amsterdam Gemeenteraad R Definitieve raadsagenda, woensdag 20 en donderdag 21 juni 2012 14 Brief van de heer drs. B.J. Flos, directeur Daadkracht BV, van 30 mei 2012 inzake een onderzoek naar decentrale regelgeving. Voorgesteld wordt, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. 15 Raadsadres van een burger van 15 mei 2011, ingekomen bij de raadsgriffie op 25 mei 2012, inzake de jaarrekening 2011 van de gemeente Amsterdam. Voorgesteld wordt, dit raadsadres voor kennisgeving aan te nemen. 16 Brief van een burger van 29 mei 2012 inzake de geluidshinder boven de stad door een reclamevliegtuigje. Voorgesteld wordt, deze brief door te sturen naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ter afhandeling. 17 Raadsadres van een burger van 23 mei 2012 inzake de leefbaarheid voor bewoners van de binnenstad, met name in de Jordaan: “Bij ons in de Jordaan’ zingen ze niet meer!” Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afdoening en een afschrift van het antwoord te zenden aan de leden van de raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer. 18 Brief van mevrouw J. Brommet, namens de fracties van de PvdA, D66, GroenLinks, BNW81, Tulpen voor Amsterdam en Akyol van stadsdeelraad Nieuw-West, van 30 mei 2012 inzake de inrichting van het bestuurlijk stelsel. Voorgesteld wordt, deze brief desgewenst te betrekken bij de behandeling van de Kadernota 2013. 19 Ledenbrief VNG van 8 juni 2012 inzake de aanpassing van de model APV in verband met de rechterlijke uitspraak “Haagse fietsen”. Voorgesteld wordt, deze brief in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders ter afdoening. 7
Agenda
7
test
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Motie Jaar 2014 Afdeling 1 Nummer 1277 Publicatiedatum 9 januari 2015 Ingekomen onder Z Ingekomen op donderdag 18 december 2014 Behandeld op donderdag 18 december 2014 Status Ingetrokken Onderwerp Motie van het raadslid de heer Van Lammeren inzake het bestemmingsplan Amsterdam RAI. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014 tot vaststellen van het bestemmingsplan Amsterdam RAI (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1182); Overwegende dat: — het bestemmingsplan Amsterdam RAI voorziet in de ontwikkeling van een hotel met 650 kamers ten zuiden van het huidige RAl-terrein; — op een afstand van ongeveer 50 meter ten westen van de beoogde locatie van het hotel zich een waardevol bosplantsoen bevindt, een restant van het Beatrixpark; — ín 86.26 van de toelichting de locatie van het hotel en met twee pijlen de beoogde verkeersontsluiting is aangegeven, de beoogde toegangsweg tot ver in het bosplantsoen reikt als gevolg waarvan een derde deel daarvan dreigt te verdwijnen en door een ander ontwerp het bosplantsoen eenvoudig kan worden gespaard, Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: het bosplantsoen ten zuiden van de RAI geheel onder de bestemming Groen te brengen en een deel niet onder de bestemming Horeca-1 onder te brengen en het document ‘1182A.14. Bijlage1. Verbeelding bp Amsterdam RÀI NL.IMRO.0363.K1005BPGST-VGOT' overeenkomstig aan te passen. Het lid van de gemeenteraad, J.F.W. van Lammeren 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad x% Gemeenteblad % Motie Jaar 2015 Afdeling 1 Nummer 1226 Publicatiedatum 13 november 2015 Ingekomen onder AR Ingekomen op donderdag 5 november 2015 Behandeld op donderdag 5 november 2015 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Groot Wassink inzake de uitwerking van het re-integratieinstrument Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels Perspectiefbaan. Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de uitwerking van het re-integratieinstrument Perspectiefbaan, het starten van een pilotperiode en van de nadere regels Perspectiefbaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1168); Constaterende dat: — in het coalitieakkoord “Amsterdam is van iedereen” de volgende passage is opgenomen: “We stoppen met onbetaald werk en bieden werk dat zowel van meerwaarde is voor degene die het verricht als voor Amsterdam als geheel. Dat kan voor de gemeente zijn, maar bijvoorbeeld ook voor scholen, sportverenigingen of culturele instellingen; in een tijdelijke perspectiefbaan tegen minimaal het minimumloon voor maximaal 2 jaar. Deze maximale termijn geldt niet voor mensen die zonder permanente hulp en/of extra maatregelen geen kans hebben op regulier werk.” Overwegende dat: — de perspectiefbaan in de uitwerking van het college een re-integratie instrument is, en geen feitelijk baan; — de termijn van perspectiefbanen in de uitwerking van het college maximaal 24 maanden duurt, ook voor degenen die niet zonder permanente hulp en/of extra maatregelen kans hebben op regulier werk; — de perspectiefbanen in de uitwerking van het college worden ingezet bij particuliere werkgevers niet bij (semi)-publieke werkgevers als de gemeente, scholen, sportverenigingen of culturele instellingen. Voorts overwegende dat: — met deze uitwerking van de perspectiefbanen de beloftes uit het coalitieakkoord niet gestand worden gedaan. 1 Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 1225 Moti Datum 13 november 2015 le Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: de Perspectiefbaan opnieuw uit te werken en de pilot en de nadere regels aan te passen op de volgende punten: — de perspectiefbaan alleen in te zetten in de (semi)-publieke sector; — geen maximale termijn te stellen voor mensen die niet zonder permanente hulp en/of extra maatregelen kan hebben op regulier werk. Het lid van de gemeenteraad B.R. Groot Wassink 2
Motie
2
discard
Gemeente Bezoekadres Plein '40 '45 1 Amste rdam 1064 SW Amsterdam Nieuw-West Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 2x Nieuwwest.amsterdam ‚nl Vergadering Bestuurscommissie Datum 25 maart 2015 Decos nummer Onderwerp Vergaderruimte fracties Nieuw-West Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 17 maart 2015 Besluit 1. In te stemmen met het voorstel van de Agendacommissie, d.d. 16 maart 2015, om het gebruik van de vergaderruimten van het Tuinstadhuis ter beschikking te stellen aan de fracties van het Algemeen Bestuur van stadsdeel Nieuw- West ten behoeve van hun werkzaamheden als fractie van stadsdeel Nieuw-West onder de daarbij gestelde voorwaarden. de heer H. Wink de heer A. Baâdoud stadsdeelsecretaris voorzitter
Besluit
1
val
Agenda Al: Amsterdamse Intelligenti sterdamse Intelligentie Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. _ Aanleiding en urgentie Al verandert de stad. Al moeten we laten werken voor alle Amsterdammers. In steden worden de goede en slechte kant van Al zichtbaar. Vrij en inclusief zijn de leidende waarden in deze voortrekkersrol. Al Technology for people, de Amsterdamse Al coalitie Rol van de gemeente Ambitie, doelen en activiteiten Al voor Amsterdammers Positioneren en stimuleren van Amsterdam Digitale rechten Randvoorwaarden, zoals toegang tot data Verwijzingen en achtergrond Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 1 Samenvatting Amsterdamse Intelligentie In deze agenda staat de ambitie van de gemeente Amsterdam op het gebied van artificiële intelligentie, geheel in lijn met de Amsterdamse ambitie van de gemeente en kennisinstellingen gezamenlijk (Al technology for people). Het college van Amsterdam heeft haar ambitie om aan een vrije, creatieve, en inclusieve stad te werken gevat in de agenda Digitale Stad. Amsterdam geeft daarmee prioriteit aan investeringen in en beleid op (digitale) ontwikkeling. Met als doel het zorgen voor interventies die het leven van Amsterdammers verbeteren; door de negatieve effecten van digitalisering te beperken en de positieve effecten te versterken. Ofwel het stimuleren van het delen van data op een eerlijke manier, zodat we met behulp van Al het leven van de mensen beter kunnen maken, met Amsterdamse Intelligentie. Deze opgaven zijn groter dan Amsterdam en daarom is Amsterdam een van de initiatiefnemers van de coalitie van ‘steden voor digitale rechten’. Deze coalitie is een van de belangrijkste speerpunten van de agenda Digitale Stad. Waarom een lokaal plan van de gemeente naast de Nederlandse plannen en het gezamenlijk Amsterdamse plan met de kennisinstellingen? Hoe gebouwen eruit zien, hoe mensen werk vinden, hoe vriendschappen en liefdes ontstaan, hoe allerlei activiteiten worden ondersteund van werk tot online winkelen; Artificial Intelligence gaat daar in de toekomst een steeds grotere rol in spelen. Juist in de stad komen ontwikkelingen rondom Al samen. Hier zit de top van kennisinstellingen, vinden startups hun weg naar groei en gebruikt de culturele sector Artificial Intelligence voor kunst en duiding. Het magazine ‘Al: Amsterdamse Intelligentie’: schetst een beeld van de rol van Al in Amsterdam en is het resultaat van een reeks bijeenkomsten met wetenschap, bedrijfsleven, experts en Amsterdammers. Deze gesprekken, analyses en bijeenkomsten rondom het magazine laten zien dat er op verschillende onderwerpen - zoals economische veiligheid, talentontwikkeling, kunst en cultuur, wat Al doet in het sociaal domein en de openbare ruimte - voldoende aanleiding is voor een agenda ‘Al: Amsterdamse Intelligentie’. De agenda geeft invulling aan: =m __hetgebruik van Al voor opgaven in de stad (Al voor Amsterdammers) m het positioneren en stimuleren van Al en van Amsterdam, voor het benutten van het economisch potentieel m het vaststellen van ethische kaders, om bijvoorbeeld uitsluiting (van groepen) en misbruik te voorkomen en juist inclusie te stimuleren (onderdeel van Digitale Rechten). Er lopen al vele acties, want artificiële intelligentie is als sleuteltechnologie verweven in bijna alle sectoren in het bedrijfsleven en de wetenschap en in het werk van de gemeente. Naast een ambitie en visie geeft bijgaande agenda een overzicht van wat er allemaal gebeurt binnen de gemeente Amsterdam op het gebied van Al. Ambitie 1 https:/fwww.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/innovatie/{digitale-stad/amsterdamse-intelligentie/ Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 2 Amsterdam wil voorop lopen in het op lokaal niveau stimuleren van ontwikkeling en gebruik van kunstmatige intelligentie. Dit om het leven van Amsterdammers te verbeteren door de negatieve effecten van Al te beperken en de positieve effecten te versterken. Doelen en acties De agenda is een indeling van de lopende en gewenste acties over de volgende doelen en domeinen, aansluitend op de actieprogramma's voor economische structuurversterking Startup Amsterdam en Smart Health Amsterdam. m _Alvoor Amsterdammers Doel: technologie laten werken voor Amsterdammers -__Pas Al toe binnen de eigen processen van de gemeente en opgaven in de stad. -__ Versterken van de samenwerking met tech-community, mede-overheden, markt en wetenschap. -_ Ontwikkel de Al competenties en infrastructuur binnen de gemeente. -___ Realiseren van minder discriminerende en meer transparante algoritmes in de gemeente zelf. m Positioneren en stimuleren van Amsterdam Doel: stimuleren en ontwikkelen ecosysteem, ontwikkelen en werven van talent. -_ Bewustwording creëren en kennisdeling faciliteren rond Al -__ Gerichte community building ter bevordering van innovatie. -_ Inzet op talent, hulp bij ontwikkelen en aantrekken van Al talent. -__ Amsterdamse Al bedrijven helpen in hun (inter)nationalisering -_ Huisvesting Al startups en innovatieve MKB m Digitale Rechten Doel: beschermen van digitale rechten en creëren van meer kansengelijkheid in Amsterdamse algoritmes. -_Er zijn sociale, economische en ethische kaders voor Al -__ Als stad het goede voorbeeld geven op Digitale Rechten -__ zicht op wat Al doet met de stad en handelingsperspectief hierop. m Randvoorwaarden: beschikbaarheid van data en talent Doel: data over de stad is toegankelijk voor de stad. -_ Verhoog bruikbaarheid, beschikbaarheid en waarde van publieke data -_ Verhoog bruikbaarheid, beschikbaarheid en waarde van wetenschappelijke data en data van bedrijven Doel van deze agenda is om een helder overzicht te scheppen van de Amsterdamse ambitie en visie op Al, de samenhang met maatschappelijke stedelijke, nationale en internationale ontwikkelingen en een overzicht te geven van alle acties binnen de hele gemeente op dit gebied. De ambitie om leidend te zijn als stad in het gebruik en de ethische toepassing van Al passen binnen zowel de ambities zoals geformuleerd in de Agenda Digitale Stad als het Al Technology for People statement van de Amsterdamse kennisinstellingen, gemeente en Board. Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 3 1. Aanleiding en urgentie Al verandert de stad. Hoe gebouwen eruit zien, hoe mensen werk vinden, hoe vriendschappen en liefdes ontstaan, hoe allerlei activiteiten worden ondersteund van werk tot online winkelen; kunstmatige intelligentie, of het vaker gebruikte Engelse Artificial Intelligence (Al), gaat daar in de toekomst een steeds grotere rol in spelen. Al moeten we laten werken voor alle Amsterdammers. Die technologie die we hebben zijn een functie van machtsverhoudingen - en zo ook hun effecten. Dat vraagt om verschillende rollen van de stad. Rollen om de positieve kansen van deze technologie benutten - voor inwoners, bedrijven en wetenschap. En rollen om de digitale rechten van Amsterdammers actief beschermen. In steden worden de goede en slechte kant van Al zichtbaar. De Europese Commissie zet in op ‘Shaping Europe's Future’ en ontwikkelt plannen voor investeringen en regelgeving om Europa te laten excelleren in Al. Hierin zoekt zij naar een balans tussen economische groei, vertrouwen in Al en waarborgen hiervoor, en snelheid in randvoorwaarden zoals beschikbaarheid van rekenkracht en data. Belangen van grote bedrijven en digitale rechten staan tegenover elkaar in het Europese debat over de Al en data strategie, de Rijksoverheid heeft strategisch actieplan voor Artificial Intelligence gepresenteerd en is beleid aan het ontwikkelen over de effecten van Al op publieke waarden en mensenrechten. En het bedrijfsleven en kennisinstellingen verenigen zich om sterker te staan in een internationale context. Juist in de stad komen deze technologische ontwikkelingen samen. Hier zit de top van kennisinstellingen, vinden startups hun weg naar groei en gebruikt de culturele sector Artificial Intelligence voor kunst en duiding. De snelle ontwikkeling van deze technologie vraagt om een voortrekkersrol van de stad. Vrij en inclusief zijn de leidende waarden in deze voortrekkersrol. Er wordt op een positieve manier naar deze ontwikkeling gekeken. Kan Al helpen om onze vrijheid te waarborgen? Kan Al helpen om iedereen in de stad gelijke kansen te geven? Kan Al helpen minder afhankelijk te zijn van de grote tech-reuzen? En ja, dat vraagt om een aantal randvoorwaarden. Want hoe weet je wanneer Al invloed heeft op mijn leven? En hoe verhoud je je daartoe? Werken de huidige bezwaarprocedures nog? Hoe goed borgt de overheid mensenrechten in een digitaal tijdperk? Van wie is eigenlijk die data over de stad? Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 4 Amsterdamse waarden - zoals vrij en inclusief - moeten gewaarborgd blijven. De investeringen en (ethische) kaders die hierin van belang zijn groter dan Amsterdam. Amsterdam kan de de digitale wereld en markt niet zelf reguleren: of dat nu gaat om privacy, de manier waarop data wordt verzameld en uitgewisseld of de rol van monopolisten. Als lokale overheid staan gemeenten het dichtst bij de inwoners. Dit maakt dat gemeenten in staat zijn om zich in te zetten om obstakels te verwijderen en technologieën te benutten om het leven van bewoners te verbeteren. En om met deze voorbeelden de agenda in Den Haag en Europa te voeden. Al Technology for people, de Amsterdamse Al coalitie Amsterdam heeft het grootste wetenschap- en innovatie- ecosysteem van Nederland en bouwt voort op drie decennia lang ervaring in onderzoek, onderwijs en innovatie op het gebied van Al. Partners van de Amsterdamse coalitie ‘Al Technology for People’ investeren de komende jaren 2 miljard in machine learning, hybride intelligentie en vitlegbare Al. Essentieel hierbij is de ontwikkeling van betere systemen, waarbij de mens centraal staat en waarborgen voor een verantwoorde toepassing worden ingebouwd: Al technology for people. Drie grote thema’s, allen met grote invloed op het dagelijks leven van mensen en de sociaaleconomische ontwikkeling in de regio, staan hierin centraal: m _Alfor Citizens m _Alfor Health m __Alfor Business Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020- 5 2.Rol van de gemeente Veel strategieën, agenda's, position papers en actieplannen van steden en nationale overheden bevatten dezelfde elementen over de rol die de overheid kan of moet vervullen: m Het ontwikkelen van sociale, juridische en ethische kaders, acceptatie bij burgers en een inclusieve aanpak m Hetfaciliteren van toegang tot data en van data delen m De beschikbaarheid van talentvolle ontwikkelaars en ander Al-talent vergroten (opleiding, omscholing, talentontwikkeling) m Het stimuleren van fundamentele en toegepaste Al-kennis van wereldklasse m Hetfaciliteren en organiseren van een sterke ketensamenwerking in Al-toepassingen in bedrijfssectoren en voor maatschappelijke vitdagingen We willen technologieën die ons leven aangenamer maken in plaats van ons beperken. Dat vraagt om een waakzame blik over de negatieve kanten van technologie, en dat vraagt om een expert- blik om de kansen die technologie in zich heeft te vertalen naar oplossingen voor de opgaven van de stad. Het kan ook betekenen dat we bepaalde technologieën bewust niet gebruiken. Op welke technologie moeten we dan wel inzetten? Welke experts moeten we als gemeente in huis hebben om de gevaren te herkennen en kansen te benutten? De overheid heeft hierin vier rollen? namelijk als gebruiker van de technologie, als scheidsrechter die ethische afwegingen maakt, als stimulator en om te zorgen dat kaders en regels niet alleen nationaal maar ook over landsgrenzen heen effect hebben. Vanuit deze rollen zijn de ambities en doelen van de Al agenda uitgewerkt in activiteiten. * uitgebreider omschreven in het AINED rapport Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 6 3-Ambitie, doelen en activiteiten Amsterdam wil voorop lopen in het op lokaal niveau stimuleren van gebruik van kunstmatige intelligentie met een holistische, actiegerichte aanpak en beslaat doelen en activiteiten over vier domeinen: m _Alvoor Amsterdammers Doel: technologie laten werken voor Amsterdammers m Positioneren en stimuleren van Amsterdam Doel: stimuleren en ontwikkelen ecosysteem, ontwikkelen en werven van talent. m Digitale rechten Doel: beschermen van digitale rechten en creëren van meer kansengelijkheid in Amsterdamse algoritmes (van de gemeente, partners, opdrachtnemers, leveranciers en markt- en overheidspartijen die invloed hebben op het leven van Amsterdammers). m Randvoorwaarden, zoals beschikbaarheid van data en talent Doel: data over de stad is toegankelijk voor de stad. Deze doelen hangen nauw samen. Toepassingen van artificial intelligence voor Amsterdam en Amsterdammers moeten ontwikkeld worden vanuit Amsterdamse publieke waarden en worden beter bij een sterke positionering van Amsterdam als Al stad. Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 7 Al voor Amsterdammers Opgave m Kansen om de kwaliteit van leven van Amsterdammers te verbeteren blijven onbenut. Bijvoorbeeld ongelijkheid in de stad en het effect van deelplatformen op de verkeersstromen, huizenmarkt, etc). m _Erisnute beperkt kennis in huis om het bestuur goed te informeren over wat artificial intelligence voor impact heeft op de stad. Bijvoorbeeld bij de inkoop van nieuwe toepassingen is actuele kennis over Al (te) schaars en is niet bekend wat bedrijven, vaak in onze opdracht, voor effect hebben op de algoritmen van de stad doen. m Mogelijke toepassingen, zoals artificial intelligence inzetten om de stadspas te verbeteren en fraude aan te pakken, worden nu verkend. Continuering hiervan vraagt een uitbreiding van expertise binnen de gemeentelijke organisatie. m Veelsoftwaretoepassingen zijn verouderd en de komende zeven jaar toe aan vervanging. We zien dat de volgende generatie software-ontwikkeling zich steeds vaker met Al uitgerust wordt, als gemeente is onze kennis daarover te te beperkt. m We willen onze soevereiniteit op het gebied van innovatie en technologie gebruik behouden, door middel van actieve tech communities te stimuleren en economische veiligheid voor Amsterdam te garanderen. Dit bijvoorbeeld door het stimuleren van Al voor Amsterdammers door middel van een in-house ontwikkelteam en het initiëren van innovatieve inkooptrajecten. Ambitie Amsterdam is een ‘living lab’ met proeven en toepassingen van Al voor stedelijke vraagstukken. Niet alleen als stad waar Al gebruikt wordt als oplossing voor opgaven, maar ook een stad waarin we projecten stimuleren die de keerzijde van Al laten zien. Zodat we begrijpen wat de technologie doet met de stad en mee te werken aan de condities hoe Al verantwoord in te zetten. De stad als gebruiker en ontwikkelaar van concrete toepassingen die leiden tot meerwaarde voor de bewoners van de stad. De gemeente wil data en technologie gebruiken om dienstverlening beter, simpeler en goedkoper te maken; zoals het herkennen van zwerfafval met camera’s om het sneller te kunnen verwijderen. Maar de gemeente staat op veel plaatsen pas aan het begin van de ontwikkeling naar systematisch datagebruik?. Op dit moment blijft het vooral bij experimenten. Redenen daarvoor zijn bijvoorbeeld de beperkte toegang tot grote databronnen en het gebrek aan beschikbaar Al-talent. Er is ontzettend veel data over de stad; data over veelgebruikte looproutes of 3D-afbeeldingen van gebouwen bijvoorbeeld; maar veel data wordt door particuliere bedrijven verzameld en is niet voor de gemeente en de Amsterdammer toegankelijk. De algemene houding is bovendien voorzichtig. De overheid heeft de verantwoordelijkheid vit te kunnen leggen waarom een genomen besluit rechtmatig en rechtvaardig is en kan daarom minder makkelijk dan bedrijven vertrouwen op voorspellende patronen (correlaties) in data. Activiteiten Dit komt samen in labs en andere werkvormen waarbij artificial intelligence wordt toegepast op vitdagingen en diensten van de gemeente Amsterdam,met als doel slimme oplossingen te verkrijgen voor stedelijke vraagstukken. Nieuwe technologieën hebben de potentie om op verschillende aspecten het leven van Amsterdammers beter en mooier te maken. Denk hierbij aan voorspellingen bij armoede en bestaanszekerheid, verkeersdrukte voorspellingen, en slimme gelvidsmeter die een signaal afgeeft bij overlast, het stadsarchief toegankelijker te maken, crowdmanagement, object detectie modellen voor het scannen van de stad, cybersecurity, meldingen over veiligheid en betere 3 zoals verwoord in de bestuursopdracht i-domein Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 8 dienstverlening met een slimme assistent en wellicht een deeloplossing voor de aanpak van ondermijning en kademuren. Doelen en activiteiten 1. Pas Altoe binnen de eigen processen van de gemeente en opgaven in de stad a. Alteam. Het huidige Al kennis is in staat om te laten zien wat mogelijk is met prototypes. Doorontwikkeling van het Al team - samen met kennisinstellingen - gericht op (versnellen) mogelijkheden van Al voor grote opgaven als ondermijning, aanpak kademuren, armoede, ondermijning en andere maatschappelijke impact. 2. Versterken van de samenwerking met tech-community, mede-overheden, markt en wetenschap a. projecten Al met Impact b. werkgroep Al in de publieke sector (NL Al coalitie) c. challenges over stedelijke opgaven via community's zoals PyData en Kaggle. d. Al bij Startup in Residence en Europees projecten House of Skills en Alg Cities 3. Ontwikkel de Al competenties en infrastructuur binnen de gemeente a. Investering in technische infrastructuur (al als onderdeel van de bestuursopdracht i-domein) zoals data acquisitie, het prepareren van data voor gebruik, nieuwe technieken voor machine leren, toegang tot hardware en rekenkracht en veilige werkomgeving, kennis representatie. b. Investering in kennis over Al bij de juridische, inkoop en auditdiensten c. Elke ambtenaar basiskennis over Al met de Nationale Al Cursus 4. Realiseren van minder discriminerende en meer transparante algoritmes in de gemeente zelf a. Uitwerking van digitaal recht 3*. Dit is onderdeel van het algoritme lifecycle plan en het CIVIC Al Lab (dit is onderdeel van de ambitie op digitale rechten in het actieplan). 4 Het belang voor een gelijke verhouding tussen burgers en overheid/markt aan de andere kant bij het gebruik van algoritmes komt tot uitdrukking in het derde digitale recht: “Everyone should have access to understandable and accurate information about the technological, algorithmic and artificial intelligence systems that impact their lives, and the ability to question and change unfair, biased or discriminatory systems”. www.citiesfordigitalrights.org Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 9 Positioneren en stimuleren van Amsterdam Opgave m _Alstaat hoog op politieke agenda's en is een begrip dat allerlei sectoren en ontwikkelingen doorkruist. Er worden grote investeringen verwacht, onder andere vanuit Europa, in Al. Als de Amsterdamse economie en kennissector wil profiteren van deze ontwikkelingen, is het belangrijk dat Amsterdam een keuze maakt waarop er wordt ingezet en hoe dat zal gebeuren. m Onze ambitie is om samen met partners, Nederland op een hoger plateau te tillen op het gebied van Al en daarin voor te lopen. Amsterdamse Al waarden kunnen een voorbeeld worden voor de rest van de wereld. m We hebben de ambitie om Amsterdam te positioneren als belangrijke Al stad in Europa. Dit doen we o.a. door samenwerken met kennisinstellingen, bedrijfsleven en het Rijk. Doelen Al gaat invloed hebben op alle markten en sectoren - van FinTech tot Logistiek. Verwachting is dat Amsterdam een hub wordt die sector-breed Al adopteert. Denk aan onderwerpen als armoede, ongelijkheid, vergrijzing, dementie, eenzaamheid, toegankelijke stad, responsieve stad, luchtkwaliteit. Verschillende programma’s en afdelingen, zoals StartupAmsterdam en Team Europese Subsidies hebben afgelopen jaren activiteiten ontwikkeld op enkele van onderstaande doelen. Ten opzichte van wie en aan wie Amsterdam zich positioneren op het gebied van Al is een belangrijke vraag. Met proactieve acquisitie van buitenlandse Al bedrijven is de kans groot dat daar bedrijven tussen zitten welke doelen en werkwijzen hebben die niet overeenkomen met Amsterdamse waarden en vitgangspunten, zoals data-eigenaarschap. Europese investeringen in Al zijn vooralsnog grotendeels afkomstig van private equity en venture capital. Dit geeft aan dat Al zich nog in een beginstadium bevindt die gekenmerkt wordt door een dynamiek van hoge risico's/hoge groei. Het staat het buiten kijf dat de snel groeiende en goed gefinancierde buitenlandse Al bedrijven vit die continenten onze kant op zullen komen. Een reactieve of misschien inactieve houding zou wel eens de beste strategie kunnen zijn, omdat we met een proactieve opstelling het toekomstig verdienvermogen van Nederland ondermijnen. Hiermee schaden we onze burgers en de BV Nederland. Wat dan wel? Het ontwikkelen en aantrekken van Al talent wordt regelmatig een top prioriteit genoemd. Een andere prioriteit is Nederlandse bedrijven bewust te maken van Al en te laten doorgroeien met Al. Van de overheid wordt verwacht hierin een rol te spelen en de eerste initiatieven daartoe worden nu opgestart. Dit is een enorme opgave en vraagt capaciteit en aandacht. Dit betekent met name invulling van de rol van overheid als stimulator. Het Al ecosysteem in Amsterdam groeit. Naast dat Al het leven van de stadsbewoners beter moet maken heeft Al ook een economisch potentieel. Daarom zet de gemeente Amsterdam vol in op de versterking van het Al ecosysteem in de regio. Dit ecosysteem betreft a) investeerders b) onderzoeksinstellingen c) talent en d) het bedrijfsleven. De laatste valt grof gezegd uiteen in: Corporates, MKB, startups en scaleups. Deze zijn voor het gemak weer onder te verdelen in: m ontwikkelaars van Al applicaties (Braincreators, Effect.ai, Cupenya etc) m gebruikers van Al in hun product of service (Textkernel, Harver, Wonderkind. PacMed etc.) m gebruikers van Al elders in hun bedrijf (Picnic, Bynder, Castor EDC etc.) m bedrijven die Al potentieel in hun bedrijf zouden kunnen gebruiken (MKB en Corporates, ehealth) Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 10 Bij het versterken van dit ecosysteem staat voorop dat innovatieve ondernemers kunnen starten, startups goed kunnen doorgroeien en bedrijven vit binnen- en buitenland goed kunnen landen in Amsterdam. Een sterk ecosysteem leidt tot samenwerking, tot innovatie en daarmee tot nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid. Amsterdam heeft een goede uitgangspositie op het gebied van Al en Data Sciences met een enorme (groei-)potentie. Langzamerhand ontstaat er een sterk ecosysteem met meerdere toponderzoekers, topinstituten (zoals Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI) en CWI), en bedrijven (onder andere Google Brain en Adyen) en diverse congressen zoals de World Summit Al en de Amsterdamse Al coalitie. Dit zijn de benodigde fundamenten voor een sterk ecosysteem. Maar hiermee zijn we er nog niet. Om de kansen te verzilveren zal de gemeente ook actie moeten ondernemen om het ecosysteem verder te versterken. Met een duidelijk profiel kunnen hoogwaardige investeringen en talent worden aangetrokken, waardoor de economische structuur van de metropoolregio Amsterdam duurzaam en toekomstbestendig wordt verstevigd. Daarnaast vraagt een ecosysteem voortdurend aandacht voor meer generieke aspecten van een goed innovatie- en vestigingsklimaat zoals talent, huisvesting en bedrijfsruimte, onderwijs en toegang tot kapitaal. Een andere belangrijke randvoorwaarde voor een succesvol ecosysteem is het versterken van samenwerking tussen diverse partijen. Het is onze ambitie het ecosysteem de komende jaren vit te bouwen. Juist nu er steeds meer verbindingen ontstaan tussen Al en bijna alle branches is dit een moment om als Amsterdam, een regio die goed is in cross-overs en innovatie, dit profiel te versterken. Alis een (relatief) jong vakgebied waarin talent beperkt voorhanden is. Een sterk ecosysteem trekt specialistisch talent aan en zorgt er voor dat hier opgeleid talent (van bijv. de universiteiten) niet vertrekt naar het buitenland. Het Al ecosysteem overstijgt de afzonderlijke sectoren in de stad, Al is immers een enabling technology (sleuteltechnologie). De komende tijd willen we de crossovers en samenwerking verder stimuleren. Er liggen veel kansen om relevante spelers zoals universiteiten, grote bedrijven, onderzoeksinstellingen, accelerators met startups en scaleups te verbinden. De gemeente kan hierin, met bijvoorbeeld EZ programma’s als Startup Amsterdam en SmartHealthAmsterdam, en afdelingen als Amsterdaminbusiness een trekkersrol spelen. Een van de gebieden waarop Al echt het verschil kan maken is gezondheid. Dit is een van de speerpunten van ons Actieprogramma Life Sciences en Health. Want Amsterdam en de regio zijn goed in zowel het verzamelen en analyseren van data, als op een aantal medische gebieden. Door slim gebruik van deze gezondheidsdata, bouwen we aan de kennis om zo lang mogelijk, zo gezond mogelijk te blijven. Daarom profileren we Amsterdam juist nu er steeds meer verbindingen ontstaan tussen Data Sciences en Life Sciences, als Life Sciences hub met een focus op Al en Datasciences. Oftewel Smart Health Amsterdam, data for life. Het verstevigen van het Al ecosysteem houdt het volgende voor de gemeente Amsterdam in: 1. Bewustwording creëren en kennisdeling faciliteren rond Al 2. Gerichte community building ter bevordering van innovatie. 3. Inzetop talent, hulp bij ontwikkelen en aantrekken van Al talent. 4. Amsterdamse Al bedrijven helpen in hun (inter)nationalisering 5. Huisvesting Al startups en innovatieve MKB Doelen en activiteiten 5. Bewustwording creëren en kennisdeling faciliteren rond Al a. MKB: positief/negatief Al (ready to scale) 6. Gerichte community building ter bevordering van innovatie. a. Smart Health Amsterdam, data for life. b. Al for Business Innovation bij MKB 7. Inzet op talent, hulp bij ontwikkelen en aantrekken van Al talent. Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 11 8. Amsterdamse Al bedrijven helpen in hun (inter)nationalisering a. Als Al hub: Al Tech for people (citizens/business/health) b. Meer Al speur- en ontwikkelingswerk van buitenlandse bedrijven en meer Al innovatieprojecten bij gevestigde bedrijven i.s.m. bedrijven, kennisinstellingen en overheden g. Huisvesting Al startups en innovatieve MKB Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 12 Digitale rechten Opgave m Welke algoritmes gebruiken we eigenlijk? Wat vinden we eerlijk? wat doet Al met de stad? Wat voor invloed heeft Al op iemands leven? wat zijn Amsterdamse waarden en ethische kaders? (op Al) Welk mandaat en welke rol heeft de gemeente ten opzichte van marktpartijen om digitale rechten en kansengelijkheid te stimuleren? Hoe kan en wil Amsterdam nationale en Europese beleid beïnvloeden op Al? Grip op Alis in een beginstadium. m Principes van het bestuur, zoals “open tenzij”, zijn te beperkt waar te maken met de huidige capaciteit. De gemeente heeft een eerste algoritme geaudit (ACAM-traject), maar er zijn nog veel meer modellen in gebruik bij de gemeente en haar leveranciers. m We willen de Amsterdamse waarden leidend laten zijn in de ontwikkeling en het gebruik van algoritmen en profiling in Amsterdam. Amsterdam kiest met de agenda Digitale Stad voor het nastreven van de waarden uit het Tada-manifest en de coalitie van steden voor digitale rechten. Dit vraagt, zeker bij artificial intelligence, aandacht van de stad. Veel Al- toepassingen zijn geïmporteerd vit o.a. China, de Verenigde Staten en Rusland en gebaseerd op andere waarden. m We willen onze waarden beschermen ten opzichte van opgelegde waarden in de Al. De waarden van landen waar nu actief Al wordt vormgegeven, komen niet altijd overeenkomen met de Amsterdamse waarden. m We willen invloed kunnen uitoefenen op Al in Amsterdam. Een voorbeeld daarvan is het voorkomen dat er over tien jaar nieuwe vormen van armoede en exclusie ontstaan door inzet van Alen gebruik ervan, of het negatief verstoren van het leef-, werk en recreatie klimaat in de stad Amsterdam. m Al mag niet alleen voorbehouden zijn aan specifieke doelgroepen en bepaalde groepen uitsluiten. Ruimte voor misbruik willen we minimaliseren. We willen bewuster worden van indirecte sturing & manipulatie. m We willen een gelijkwaardig gesprekspartner worden van onze vitvoerders, partners en gebruikers van de stad Amsterdam. Dit doen we door kennis op te bouwen, en transparantie en handhaving te creëren m.b.t. het gebruik van Al. Bijvoorbeeld door een Al register en het mede ontwikkelen van kaders en principes. Doelen We willen onze waarden beschermen ten opzichte van opgelegde waarden in de Al. De waarden van landen waar nu actief Al wordt vormgegeven, komen niet altijd overeenkomen met de Amsterdamse waarden. De agenda Digitale Stad geeft een richting aan de omgang met technologie. Willen we invloed kunnen uitoefenen op Al in Amsterdam vraagt dat ook activiteiten op Europees en op landelijk niveau. Amsterdamse Al waarden kunnen een voorbeeld worden voor de rest van de wereld. Een voorbeeld daarvan is het voorkomen dat er over tien jaar nieuwe vormen van armoede en exclusie ontstaan door inzet van Al en gebruik ervan, of het negatief verstoren van het leef-, werk en recreatie klimaat in de stad Amsterdam. Al mag niet alleen voorbehouden zijn aan specifieke doelgroepen en bepaalde groepen uitsluiten. Ruimte voor misbruik willen we minimaliseren. We willen bewuster worden van indirecte sturing & manipulatie. De gemeente Amsterdam is een van de gemeenten die zelf Al modellen in productie heeft ontwikkeld, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam. 250 duizend meldingen over de openbare ruimte, zoals zwerfafval of vuurwerkoverlast, worden jaarlijks door een algoritme doorgestuurd naar de juiste persoon op straat. Ergernissen van burgers worden hierdoor sneller opgelost en gebruiksvriendelijker teruggekoppeld. De gemeente communiceert open naar haar inwoners over hoe het model werkt en doet een ethische check. Dit kan voor alle modellen in gemeentelijke processen. Daarnaast zijn er modellen waar de gemeente niet direct invloed op heeft. Om alleen eerlijke algoritmen toe te laten in Amsterdam is zijn sociale, economische en ethische kaders voor Al nodig. Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 13 We willen komen tot samenhangend algoritme beleid. Zo krijgt de gemeente overzicht welke algoritmen worden gebruikt middels een intern register voor algoritmen, krijgt de Amsterdammer in werking van algoritmen via een openbaar register, bezwaar procedure, inspraak proces en feedback bij ontwikkelen in voortraject. De gemeente kent de maatschappelijke impact, kansen en risico’s van het gebruik van algoritmes en krijgt grip op het gebruik en inkoop van algoritmen door een control framework en inkoopvoorwaarden. Samen met de UVA (ICAI) en het Europees innovatie-instituut EIT Digital wil de gemeente Amsterdam het Civic Al Lab opzetten. Doel van het Lab is om te onderzoeken hoe Al ongelijkheid in de stad kan tegengaan of voorkomen kan worden dat Al ongelijkheid juist vergroot. Bijvoorbeeld ongelijke toegang tot diensten van de gemeenten voor mensen vit verschillende buurten of sociaal economische klassen. Hiermee is de missie van het lab het ontwikkelen en bevorderen van Al-technologie om burgers en gemeenschappen, inclusief die in de marge van de samenleving, te verbinden, te versterken en te betrekken. Het lab stelt zich een digitale samenleving voor waarin burgers vit alle lagen van de bevolking economisch, sociaal, politiek en cultureel betrokken zijn bij het creëren van sterkere gemeenschappen en een bloeiende samenleving. Het lab laat PhD's werken aan relevante (data-rijke) projecten van de publieke of private partij met wie zij samenwerken; in dit lab zijn dat dus de Gemeente Amsterdam en Europees innovatie-instituut EIT Digital. Het Civic Al Lab is gelieerd aan de UvA en is onderdeel van de grotere Amsterdamse Al coalitie. Doelen en activiteiten 10. Er zijn sociale, economische en ethische kaders voor Al a. eigen huis op orde: We haken aan op het landelijk initiatief om te komen tot een algoritme register. Daarnaast stellen we een proces vast met bijbehorende instrumenten voor het inkopen, ontwikkelen, gebruiken, beheren en controleren van algoritmen (life cycle Al). Belangrijk hierbij is: wat zijn Amsterdamse waarden en ethische kaders? (op Al) b. Kennisen ervaring opdoen met: i._interbestuurlijke project Al met Impact ii. audits van gebruikte Al in de organisatie ii. project eerlijke algoritmes c. Invloed op nationale en EU agenda op Al vanuit ervaring van steden via de coalitie van steden voor Digitale Rechten, Eurocities, VNG/BZK/EZK. 11. digitale rechten & Al x portefeuilles: als stad het goede voorbeeld geven. a. welke algoritmes worden gebruikt en wat betekent digitale rechten & Al voor de verschillende portefeuilles? b. We maken Al oplossingen en beleid, die de afhankelijkheid van grote tech verminderen en de ongelijkheid die dreigt door Al voorkomen. c. Realiseren van transparante en niet discriminerende algoritmen, en voorleggen ethische afwegingen aan College van B&W en Raad. d. Organiseren verkenning met Gemeenteraad om toe te zien hoe Raad in samenwerking met controleorganen zoals Rekenkamer, Ombudsman, ACAM en Commissie Persoonsgegevens Amsterdam, toe kan op het realiseren van Al volgens digitale rechten. 12. Zicht op wat Al doet met de stad en handelingsperspectief hierop. a. Civic Al Lab met ICAI (Tegengaan van digitale ongelijkheid door inzicht in ongelijkheid door Al in de stad en te werken aan alternatieve bruikbare Al) b. Verkenning met daarin: i__wat doet Al met de stad? ii. _wat voor invloed heeft Al op iemands leven? ii. Welke governance van Al in de stad is mogelijk? Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 14 iv. vervolgonderzoek op impact, wenselijkheid en mogelijkheden om gelaatsherkenning te reguleren Randvoorwaarden, zoals toegang tot data Al heeft data nodig. Veel informatie over de stad en opgaven waar in de stad aan gewerkt wordt is gemaakt en ingewonnen door zowel overheden, bedrijfsleven als burgers welke niet of onvoldoende bruikbaar en beschikbaar is voor gebruik. Ook zijn er problemen om voor organisaties om data te delen. Bijvoorbeeld: hoe zorg je ervoor dat je alleen data deelt met partijen die je vertrouwt, hoe zorg je dat zij alleen die data krijgen die je wil delen? Amsterdam wil aangesloten zijn op de de strategie en activiteiten van de Europese Commissie op de Europese ‘singe data market’ om kansen voor bedrijven te genereren en ervoor te zorgen dat data souvereiniteit een belangrijke rol blijft spelen in het ontwerp van de ‘singe data market’. Doelen en activiteiten 13. Verhoog bruikbaarheid, beschikbaarheid en waarde van publieke data a. dit is onderdeel van de bestuurlijke opdracht van het i-domein, zoals de doorontwikkeling van data.amsterdam.nl b. De Informatiecommissaris stimuleert de versnelling om data, tenzij, publiek toegankelijk te maken. 14. Verhoog bruikbaarheid, beschikbaarheid en waarde van wetenschappelijke data en data van bedrijven a. ontwikkel (mee) een PPS platform voor data delen (zoals AMDEX) b. Stimuleer data delen binnen sectoren, zoals life science en health en mobiliteit c. Verken mogelijkheden om data over de stad voor de stad beschikbaar te maken. Bijvoorbeeld door data commons, regelgeving en inkoop. Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 15 Verwijzingen en achtergrond Wat is Al? We gebruiken de termen Al voor zelflerende modellen zonder beslisregels. En de term algoritmes voor modellen die met geavanceerde beslisregels werken. De nationale Al-strategie gebruikt de algemenere omschrijving van de Europese Commissie voor Al: “Al verwijst naar systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en - met een zekere mate van zelfstandigheid - actie ondernemen om specifieke doelen te bereiken.” Stukken: Agenda Digitale Stad magazine Al: Amsterdamse Intelligentie Actieprogramma Startup Amsterdam Actieprogramma Life Sciences & Health Amsterdam Netwerken Coalitie voor Digitale Rechten Women in Al Nederlandse Al coalitie Amsterdamse Al Coalitie ‘Al Technology for People’ Agenda Al: Amsterdamse Intelligentie - mei 2020 - 16
Onderzoeksrapport
16
test
Participatieraad Amsterdam ParticipatieRaad Amsterdam Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam Telefoonnummer: 08 00 — 12 17 (Gratis) Email: [email protected] Website: www.participatieraadamsterdam.nl Aan: Gemeente Amsterdam Burgemeester en Wethouders T.a.v. Dhr. Rutger Groot Wassink Betreft: Raadsinformatiebrief pilot Al Amsterdam, 28 februari 2023 Geachte heer Groot Wassink, De Participatieraad Amsterdam heeft uw raadsinformatiebrief met datum 8 maart 2023 ontvangen. Voor de goede orde wijst de Participatieraad u nogmaals op haar advies d.d. 10 maart 2022. Navoeging van Deloitte en de gemeentelijke commissie persoonsgegevens doet aan de kern van dit advies niet af. In tegenstelling tot het in uw brief gesuggereerde wenst de Participatieraad Amsterdam wel degelijk ten aanzien van het door u voorgenomen experiment te worden geïnformeerd. Ook zal de Participatieraad na afronding van de door u voorgenomen genoemde onderzoeksperiode op de door u aan te leveren resultaten nader advies uitbrengen. Daarnaast verzoekt de Participatieraad u een afschrift van dit schrijven aan de gemeenteraad te doen toekomen. Vertrouwende u hiermee te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, De Participatieraad Amsterdam Namens deze, Martie Janssen en Trudi Ditmeijer Duovoorzitters
Brief
1
train
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Gemeenteblad % Schriftelijke vragen Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 453 Datum indiening 25 april 2018 Datum akkoord 18 mei 2018 Publicatiedatum 22 mei 2018 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake de plotselinge sluiting van speelpark TunFun. Aan de gemeenteraad Toelichting door vragensteller: “TunFun is vanaf heden (25 april 2018) op last van de gemeente voor onbepaalde tijd GESLOTEN”. Dat meldt de website van het kinderspeelpark. Daarmee komt “na 15 jaar plotsklaps een einde aan het kinderspeelpark” meldt een persbericht van het bedrijf. Stadsdeel Centrum zou per direct hebben besloten om het ondergrondse speelpark te sluiten omdat de brandveiligheid in het geding is. Dat zou blijken uit een risicoanalyse die is gemaakt door de brandweer. TunFun zegt pas twee weken geleden te zijn geïnformeerd over de uitkomsten, maar zegt nu: 'Dit definitieve afscheid van TunFun is gisteren als een bom ingeslagen bij de 28 medewerkers van TunFun en zal ook zeker al die kinderen en hun ouders (ruim 2 miljoen), die ooit zonder hinder van weer en verkeer fijn en veilig hebben kunnen spelen in TunFun, niet onberoerd laten’. AT5 bericht dat TunFun aangeeft dat er geen zicht is op een langdurig huurcontract, en dat het daarom genoodzaakt is om een faillissement aan te vragen. Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld: 1. Klopt dit bericht? Wanneer is geconstateerd dat TunFun niet aan de normen voor brandveiligheid voldoet? Wat is dan het probleem, en waarom kwam dit nu aan het licht? Graag een toelichting. Antwoord: Het bericht klopt deels. Dat de gemeente heeft besloten tot sluiting “per direct” is niet juist. In het besluit van 13 april 2018 is aangegeven dat TunFun sluiting kon voorkomen door een aantal maatregelen te treffen, respectievelijk vóór 16 april, vóór 20 april en vóór 23 april. Tun Fun is daar niet in geslaagd. Bovendien bleek op 20 april 2018 dat de elektrische installatie in slechtere staat verkeerde dan tot dan werd aangenomen. Vanwege het niet voldoen aan het besluit en de nieuwe kennis omtrent de elektrische installatie is op 24 april 2018 aangegeven dat TunFun op 25 april 2018 haar deuren moest sluiten. 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteblad Nummer Be 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 25 april 2018 Over het huurcontract is contact tussen de gemeente en Tun Fun. In dit proces zijn verschillende termijnen aan de orde geweest, maar op dit moment is er nog geen overeenstemming. Door Tun Fun is aangegeven dat zij eerst duidelijkheid wensen te verkrijgen over de brandwerende voorzieningen en bijbehorende kosten, alvorens verder gesproken kan worden over de huurovereenkomst. Het besluit waarin maatregelen geëist worden is gebaseerd op een rapport van de brandweer van 9 april 2018, gemaakt omdat de gemeente op het punt staat om een beslissing te nemen over het verlengen van de huurovereenkomst. In het rapport wordt een samenstel van gebreken, risico’s en beheersmaatregelen benoemd, dat onder meer betrekking heeft op het ontstaan en de uitbreiding van brand, de vluchtwegen en de organisatie van bedrijfshulpverlening. Het gaat om het totaal van gebreken en risico’s. Deze zijn nu aan het licht gekomen door een integrale beoordeling door de brandweer. 2. Hoe lang voldoet het kinderspeelpark al niet meer aan de brandveiligheids- voorschriften? Was het park de afgelopen periode dan niet veilig? Voldeed het bedrijf eerder wel aan de normen, en wat is er dan veranderd, en op welk moment? Antwoord: De hier gestelde vragen zijn niet of nauwelijks te beantwoorden. Het besluit om maatregelen te eisen en bij niet voldoen aan die eisen te sluiten, is gebaseerd op een integrale beoordeling, met andere woorden op het totaal van gebreken en risico’s. Eén van de gebreken is de omvang van het brandcompartiment. Deze omvang is in de afgelopen 15 jaar niet wezenlijk gewijzigd. Als een brandcompartiment te groot is, dan kan dat gecompenseerd worden door andere maatregelen. Welke afweging op dit punt bij de opening van TunFun in 2003 is gemaakt, is niet meer te achterhalen. Daarnaast zijn er ook gebreken en risico’s die later zijn ontstaan, bijvoorbeeld de gebreken aan de elektrische installatie. Voorts is van belang dat inzichten omtrent risico’s in de loop der tijd veranderen. Een integrale risicobeoordeling, zoals die nu bij TunFun heeft plaatsgevonden, is een relatief nieuw fenomeen en heeft in TunFun niet eerder plaatsgevonden. 3. Is het mogelijk om deze ruimte te verbouwen en zo alsnog veilig in te richten als kinderspeelplaats? Wordt dit nu onderzocht? Waren er geen andere mogelijkheden dan onmiddellijke sluiting? Antwoord: Ja, het is mogelijk de ruimte zodanig in te richten dat deze veilig gebruikt kan worden als kinderspeelplaats. Het is aan TunFun om daartoe voorstellen te doen, en de rol van Brandweer en gemeente is het beoordelen van die voorstellen en het geven van aanwijzingen. 2 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Neng dea Gemeenteblad ummer - …. . Datum 22 mei 2018 Schriftelijke vragen, woensdag 25 april 2018 De gemeente is bij de genomen besluiten niet over één nacht ijs gegaan. De gemeente had TunFun liever open gehouden, maar achtte dat niet meer verantwoord nadat de gestelde termijnen niet gehaald werden en bovendien de elektrische installatie slechter bleek dan aangenomen. We zijn tot sluiting genoodzaakt omdat de veiligheid van de bezoekers van TunFun voorop staat. 4. Mocht het definitief onmogelijk blijken om deze locatie te gebruiken als speelplaats: voor welke doelstellingen is deze locatie dan nog wel te gebruiken? Antwoord: Zie antwoord op vraag 3. Burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester 3
Schriftelijke Vraag
3
train
x Gemeente Amsterdam AZ % Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, x Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 28 mei 2009 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Tijd 13.30 tot 17.00 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur. Locatie Stadhuis, Boekmanzaal Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststelling agenda 4 _Inspreekhalfuur Publiek 5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ d.d. / mei 2009 , Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieAZ @raadsgriffie.amsterdam.nl 6 Openstaande Toezeggingen 7 Termijnagenda Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 28 mei 2009 8 ACAM Rapporten inzake de controle van de jaarrekening 2008 van diensten en bedrijven. Bijgevoegd (voor zover aangeleverd bij de raadsgriffie) Stadsdelen: Geuzenveld/Slotermeer, Zeeburg, Bos en Lommer, Westerpark, Centrum, Osdorp, Slotervaart, De Baarsjes, Zuidoost, ZuiderAmstel, Oud-West, Oud-Zuid en Amsterdam Noord en van Dienst Persoons- en Geo- informatie, Dienst Onderzoek en Statistiek, Stadsarchief Amsterdam, Raadsgriffie Amsterdam, Bureau Gemeentelijke Ombudsman, Bestuursdienst Amsterdam, en van de Stadsbank van Lening. _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. _ACAM-rapporten gevoegd behandelen met agendapunt 12 Jaarrekening 2008. 9 Actualiteiten Burgemeester 10 Actualiteit raadslid Ornstein (VVD) inzake jeugderiminaliteit in de diamantbuurt 10A Rondvraag/T KN lijst Bestuurlijk Stelsel 11 Vaststellen verbeteringen bestuurlijk stelsel en wijziging op de Verordening van de stadsdelen Nr. BD2009-003571 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d, 10 juni 2009). * Aangehouden tijdens de raadscommissie AZ van 7 mei 2009 voor een tweede termijn. Algemene Zaken 12 Jaarrekening 2008 Gemeente Amsterdam Nr. BD2009-002118 _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. , _ Jaarrekening gevoegd behandelen met agendapunt 8 ACAM-rapporten. , Jaarrekening 2008 is u reeds separaat toegezonden. e Jaarverslagen van de diensten/bedrijven liggen ter inzage (voorzover deze zijn aangeleverd bij de Raadsgriffie). 2 Gemeente Amsterdam AZ Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en Communicatie Agenda, donderdag 28 mei 2009 Openbare Orde en Veiligheid 13 Rapportage Vijf jaar Bibob in Amsterdam Nr. BD2009-003564 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 14 Rijksveiligheidsmonitor Nr. BD2009-003570 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. Geagendeerd op verzoek van raadslid Ornstein (VVD). , Was TKN 6 in de Commissievergadering AZ van 7 mei 2009. e _ Stukken reeds in bezit. 15 Pilot verwarmde terrassen 2009-2011 Nr. BD2009-003073 , _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e De leden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare ruimte en Groen zijn hierbij uitgenodigd. Raadsaangelegenheden 16 Initiatiefvoorstel tot wijziging van de Amsterdamse Verordening op het burgerinitiatief en het referendum Nr. BD2009-003784 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d, 10 juni 2009). 17 Vaststelling van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over 2008 en terugvordering of verrekening van teveel betaalde voorschotten terzake Nr. BD2009-003834 , De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d, 10 juni 2009). 3
Agenda
3
test
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Amendement Jaar 2018 Afdeling 1 Nummer 309 Publicatiedatum 21 maart 2018 Ingekomen onder H Ingekomen op woensdag 14 maart 2018 Behandeld op woensdag 14 maart 2018 Status Aangenomen Onderwerp Amendement van de leden Groen en Roosma inzake de Energiebank. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het gewijzigde initiatiefvoorstel “De Energiebank: Bestrijd de groeiende energiearmoede in Amsterdam” van de leden Groen en Roosma en de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke voorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 126). Besluit: de beslispunten als volgt aan te passen: Beslispunt 2b: “b) Als onderdeel van die ondersteuning in ieder geval ook afspraken te maken met partners op het gebied van zonnepanelen over het doneren van een deel van de opgewekte energie aan De Amsterdamse Energiebank';", te vervangen door: “b) Als onderdeel van die ondersteuning in ieder geval het gesprek aan te gaan met partners op het gebied van zonnepanelen over het doneren van een deel van de opgewekte energie aan De Amsterdamse Energiebank”; Beslispunt 2e: “c) Zodra de stichting er is aan de raad een voorstel te doen op welke manier de gemeente kan bijdragen aan de Energiebank door een gemeentelijk dak te kiezen, daar een zonne-installatie op aan te leggen en de daardoor opgewekte energie te doneren als eerste donatie aan de Amsterdamse Energiebank. Dan wel door een gemeentelijk dak ‘om niet’ ter beschikking te stellen aan de stichting Energiebank om een deel van de energie te kunnen doneren. De benodigde investering hiervoor uit het de versnellingsmiddelen duurzaamheid te dekken”, 1 Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 309 Amendement Datum 21 maart 2018 te vervangen door: “c) Zodra de stichting er is te onderzoeken hoe de gemeente kan bijdragen aan de Energiebank door een gemeentelijk dak te kiezen, daar een zonne-installatie op aan te leggen en de daardoor opgewekte energie te doneren als eerste donatie aan de Amsterdamse Energiebank. Dan wel door een gemeentelijk dak ‘om niet! ter beschikking te stellen aan de stichting Energiebank om een deel van de energie te kunnen doneren. Voor de eventueel benodigde investering hiervoor in de versnellingsmiddelen duurzaamheid €100.000 te reserveren tot Q3 2018.” De leden van de gemeenteraad RJ. Groen F. Roosma 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 1611 Publicatiedatum 16 oktober 2019 Ingekomen onder AQ Ingekomen op donderdag 10 oktober 2019 Behandeld op donderdag 10 oktober 2019 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Yilmaz, Simons, Ceder, Bloemberg-Issa, Boomsma en Van Soest inzake het lerarentekort (opleiding voor zij-instromers in het weekend) Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de actualiteit van het lid Yilmaz over de sluiting van een basisschool in Zuidoost (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1525). Constaterende dat: — Ereen groot tekort is aan leraren in Amsterdam die alsmaar toeneemt; — De opleiding voor zij-instromers niet aangeboden wordt in het weekend. Overwegende dat: — Deze onderwijscrisis de toekomst van onze kinderen bedreigt; — De gemeente er alles aan moet doen om de impact van het lerarentekort op Amsterdamse kinderen te verkleinen: — Ervoor de instroom van nieuwe leraren meer ingezet kan worden op zij-instroom. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: In gesprek te gaan met onderwijsinstellingen om de opleiding voor zij-instroom in het onderwijs ook in het weekend aan te bieden en hierover te rapporteren naar de raad. De leden van de gemeenteraad N. Yilmaz S.H. Simons D.G.M. Ceder J.F. Bloemberg-lssa D.T. Boomsma W. van Soest 1
Motie
1
discard
rb N% Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken RO Duurzaamheid N Amsterdam Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Portefeuille Ruimtelijke Ordening Agendapunt 6 Datum besluit 12 juli 2022, college van B&W Onderwerp Kennisnemen van de vrijgave voor advisering door de stadsdelen en het stadsgebied van het conceptvoorstel tot wijziging van bijlage 2 en 3 behorende bij de Verordening op de stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 in voorbereiding op de omgevingswet. De commissie wordt gevraagd Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het conceptvoorstel tot wijziging van bijlage 2 (taken) en 3 (bevoegdheden) behorende bij de Verordening op de stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 in voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de vrijgave hiervan voor advisering door de stadsdelen en het stadsgebied Wettelijke grondslag Artikel 160, eerste lid, onder a, van de Gemeentewet Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren. Artikel 169 eerste en tweede lid van de Gemeentewet Lid a: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raadverantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur. Lid 2: Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft. Artikel 9, tweede en derde lid van de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 De taken en bevoegdheden die door het college en de burgemeester aan het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter zijn opgedragen zijn vermeld in de bij deze verordening behorende bijlage 2 (taken) en bijlage 3 (bevoegdheden). De bijlagen kunnen bij collegebesluit en burgemeestersbeslvit worden gewijzigd, elk voor zover het de eigen taken en bevoegdheden van het college of de burgemeester betreft. Artikel 12 van de Verordening op de stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 Het college en de burgemeester betrekken het dagelijks bestuur bij de voorbereiding van stedelijke kaders als deze kaders betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur of het dagelijks bestuur een rol krijgt in de vitvoering van die kaders. Als het college of de burgemeester voornemens is over de stedelijke kaders een besluit te nemen of voornemens is een ander besluit te nemen waarbij de belangen van één of meer stadsdelen zijn betrokken, in ieder geval bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wint het college of de burgemeester bij het dagelijks bestuur advies in. Gegenereerd: vl.12 1 VN2022-018216 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken Ruimte en % Amsterdam RO Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming Het college of de burgemeester stelt voor het advies een termijn vast. Deze termijn bedraagt minimaal zes weken, waarbij recesperiodes niet worden meegeteld. Bestuurlijke achtergrond De voorgestelde inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 janvari 2023 heeft gevolgen voor de taken en bevoegdheden van bestuursorganen. Zo komen bepaalde taken en bevoegdheden te vervallen, sommige taken en bevoegdheden wijzigen of verschuiven en er komen ook nieuwe taken en bevoegdheden bij. In ieder geval wijzigt de huidige wettelijke grondslag van de taken en bevoegdheden die in bijlage 2 (taken) en 3 (bevoegdheden) behorende bij de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 (hierna: de Verordening) aan het dagelijks bestuur van de stadsdeelcommissies zijn opgedragen of gemandateerd. Om die reden moeten bijlage 2 (taken) en 3 (bevoegdheden) behorende bij de Verordening worden aangepast. Op 26 januari 2022 heeft de raad de motie van de leden Ernsting, Boutkan en De Jager over de rol van de stadsdeelcommissie bij het bindend adviesrecht van de raad aangenomen. In de motie wordt het college verzocht om de stadsdeelcommissie de taak te geven bij een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het bindend advies voor de raad voor te bereiden en deze taak op te nemen in de bijlagen bij de Verordening. Reden bespreking Nvt. Uitkomsten extern advies Nvt. Geheimhouding Nvt. Uitgenodigde andere raadscommissies Nvt. Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan? Nee. Welke stukken treft v aan? Gegenereerd: vl.12 2 VN2022-018216 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken Ruimte en % Amsterdam Duurzaamheid % Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022 Ter kennisneming 1. 21-06-22 Adviesaanvraag stadsdelen concept wijziging Verordening AD2022-075439 ns stadsdelen en stadsgebied ivm Ow.docx (mswa2) AD2022-075440 2. conceptbesluit wijziging bijlage 2 en 3 (v 13-7-2022).docx (msw12) AD2022-075441 3. raadsinfobrief def.pdf (pdf) AD2022-057742 Commissie RO Voordracht (pdf) Ter Inzage Registratienr. Naam Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Ruimte en Duurzaamheid, Fleur de Groot, fleur.de. groot ®amsterdam.nl, 06-22731528 Ruimte en Duurzaamheid, Marit van Waarde, m.van.waarde Qamsterdam.nl, 06-22326795 Gegenereerd: vl.12 3
Voordracht
3
train
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2019 Afdeling 1 Nummer 2103 Ingekomen onder AB Ingekomen op woensdag 18 december 2019 Behandeld op donderdag 19 december 2019 Status Verworpen Onderwerp Motie van het lid Van Soest inzake de Huisvestingsverordening 2020 Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer u voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Beleidskader Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1930). Constaterende dat: — het voorliggende ontwerp HVV, gelet op de veelheid van gepubliceerde en/of inmiddels bij de gemeente ingekomen commentaren hierop en het feit dat diverse juristen van goede naam en faam de juridische houdbaarheid ervan ernstig in twijfel trekken, onomstotelijk op onderdelen rammelt. Overwegende dat: — met de aanstaande landelijke registratieplicht voor B&B's lijkt te worden voorzien in hetgeen de gemeente in de HVV beoogt te bereiken; — de rechtszekerheid van burgers een groot goed is. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: omwille van de rechtszekerheid, alle bepalingen met betrekking tot de vergunning voor Bed & Breakfast (B&B) in te trekken en, voor zover nodig, op enig later tijdstip te herzien, c.q. aan te passen wanneer de effecten van de komende landelijke registratieplicht gemeten en beoordeeld zijn. Het lid van de gemeenteraad, W. van Soest 1
Motie
1
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2016 Afdeling 1 Nummer 1528 Publicatiedatum 18 november 2016 Ingekomen op 9 november 2016 Ingekomen onder N Behandeld op 10 november 2016 Uitslag Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Nuijens inzake de Begroting 2017 (onderzoeken van het instrument planschade bij de verplaatsing van grote publiekstrekkende functies uit overbelaste gebieden, zoals grote hotels en trekpleisters in het kader van de aanpak ‘Stad in Balans’). Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2017. Constaterende dat: — het college weliswaar een breed scala aan mitigerende maatregelen entameert om symptomen van het gebrek aan Balans in de Stad te bestrijden; — de overconcentratie van toeristische en publiekstrekkende functies met deze maatregelen niet wordt opgelost; — ook na vaststelling van het nieuwe hotelbeleid er in ieder geval nog een kleine 100 nieuwe hotels geopend zullen worden; — het college aangeeft dat onderzoek loopt naar planschade ten aanzien van hotels; — dit het geval is ten aanzien van de zogenaamde ‘vrije planruimte', maar niet ten aanzien van de lijst van lopende initiatieven’. Overwegende dat: — de overbelasting van steeds grotere delen van de stad door een overmaat aan grootschalige commerciële functies onbetwiste gevolgen heeft voor de leefbaarheid, sociale cohesie, functiemenging, functiebalans:; — hierdoor ook de economische en toeristische aantrekkelijkheid van Amsterdam steeds verder onder druk komt te staan; — de politie zich onlangs op grond van openbare orde en veiligheid genoodzaakt zag om publiekelijk aan de bel te trekken over de overmatige druk op delen van het Centrum. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: — in kaart te brengen wat de kosten, kansen en gevolgen zijn van het inzetten van het instrument planschade, te beginnen bij de lijst van lopende, maar nog niet gerealiseerde hotelinitiatieven; — de raad, zo nodig vertrouwelijk, te informeren over de gevolgen en kansen en de eventuele planschadekosten voor de gemeente. 1 Het lid van de gemeenteraad J.W. Nuijens 2
Motie
2
discard
x Gemeente Amsterdam J C % Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten % Agenda, donderdag 8 december 2016 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis Algemeen 1 Opening 2 Mededelingen 3 Vaststellen agenda 4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC d.d. 1/ november 2016 Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl 5 Termijnagenda, per portefeuille Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren. Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn. Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids- en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl. Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl 1 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 8 december 2016 6 _Tkn-lijst 7 _ Opening inhoudelijk gedeelte 8 _Inspreekhalfuur publiek 9 Actualiteiten en mededelingen 10 Rondvraag Jeugd 11 Opvolgingsonderzoek Toezicht op de voorscholen Nr. BD2016-015469 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 21 december 2016). e De directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam, de heer De Ridder, is hierbij uitgenodigd. 12 Bestedingsvoorstel Jeugd vrijval noodfonds Zorg, Werk en Jeugdzorg Nr. BD2016-016899 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 21 december 2016). 13 Stand van zaken wachttijden in de jeugdhulp Nr. BD2016-015664 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. © Geagendeerd op verzoek van het lid Mbarki PvdA). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 14. 2 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 8 december 2016 14 Aanpak wachttijden jeugdstelsel Nr. BD2016-016781 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Bouchibti VVD). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 13. Onderwijs 15 Beschikbaar stellen middelen voor uitvoering aanpak stadsscholen 020 in 2017 Nr. BD2016-014115 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 21 december 2016). 16 Beschikbaar stellen kredieten uitvoering Gezonde Schoolgebouwen Amsterdam 2017 Nr. BD2016-016868 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 21 december 2016). 17 Vaststelling verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Nr. BD2016-016998 e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht (gemeenteraad d.d. 21 december 2016). 18 Onderzoek kinderombudsman naar klachten over het MBO Nr. BD2016-017110 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Flentge (SP). e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 27 oktober en 17 november 2016. e De Kinderombudsman Metropool Amsterdam, mevrouw Van der Does, is hierbij uitgenodigd. 3 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 8 december 2016 19 Beantwoording mondelinge vragen van het lid Moorman van 13 oktober jl. inzake Amos UniQ Nr. BD2016-017275 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van het lid Moorman (PvdA). e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 20 t/m 22. 20 SP Rapport Vrijwillige Ouderbijdrage in Amsterdam Nr. BD2016-017385 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19, 21 en 22. 21 Initiatiefvoorstel van 8 juli 2016 van de raadsleden Moorman, Timman, Ten Bruggencate en Blom getiteld: Alle Amsterdamse kinderen hebben recht op een schoolreisje Nr. BD2016-016048 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de leden Moorman (PvdA), Timman, Ten Bruggencate (D66) en Blom GrLi). e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19, 20 en 222. 22 Bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel ‘Alle Amsterdamse kinderen hebben recht op een schoolreisje’. Nr. BD2016-015756 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 19 t/m 21. 23 verzoek OCO voorstel onderwijsplatform Nr. BD2016-016397 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. 4 Gemeente Amsterdam J C Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en Monumenten Agenda, donderdag 8 december 2016 Diversiteit 24 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Timman (D66), Ten Bruggencate (D66) en Moorman (PvdA) van 08 februari 2016 getiteld Jongerengemeenteraad Nr. BD2016-017107 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e Geagendeerd op verzoek van de leden Timman, Ten Bruggencate (D66) en Moorman (PvdA). e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 17 november 2016. e _ Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 25. 25 Bestuurlijke reactie raadsinitiatief Jongerengemeenteraad Nr. BD2016-017108 e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen. e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 17 november 2016 © Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 24. BESLOTEN DEEL 5
Agenda
5
discard
x Gemeente Amsterdam R Gemeenteraad % Gemeenteblad % Motie Jaar 2017 Afdeling 1 Nummer 821 Publicatiedatum 7 juli 2017 Ingekomen onder AA Ingekomen op donderdag 29 juni 2017 Behandeld op donderdag 29 juni 2017 Status Aangenomen Onderwerp Motie van de leden Vink en Boldewijn inzake verbetering van de aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van de stationsomgevingen van de bovengrondse stations van de Oostlijn. Aan de gemeenteraad Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over het Actieplan Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn 2.0 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 643). Overwegende dat: — De renovatie van de Oostlijn volgens planning eind 2018 wordt afgerond; — Niet alleen inrichting en vormgeving van de stations, maar ook van de stationsomgeving grote invloed heeft op reisbeleving, waardering en gebruik van de metro; — De stationsomgeving van enkele bovengrondse stations van de Oostlijn gedateerd, rommelig en weinig aantrekkelijk is én als sociaal onveilig wordt ervaren; — Er uit het Actieplan Bloeiende Stationsomgevingen Oostlijn 2.0 blijkt dat veel geïnventariseerd wordt, maar weinig concrete acties in gang worden gezet om de stationsomgevingen daadwerkelijk te verbeteren. — Voorts overwegende dat: — Het belang van verschillende stations toeneemt door nieuwe woningbouw in hun nabijheid (o.a. Amstelkwartier, De Nieuwe Kern, Holland Park, K-Buurt); — Erook aandacht moet zijn voor de verkeersveiligheid rond de stations; — Er verschillende actoren (gemeenten Amsterdam, Diemen en Ouder-Amstel; stadsdelen Oost en Zuidoost) een rol hebben wat betreft inrichting, beheer en onderhoud van de verschillende stationsomgevingen. Verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. Per locatie inzichtelijk te maken op welke wijze het verbeterproces van de kwaliteit van de openbare ruimte rondom de bovengrondse metrostations aan de Oostlijn kan worden geoptimaliseerd; 2. Per locatie inzichtelijk te maken welke concrete acties bovenop de huidige inzet nodig zijn om de aantrekkelijkheid, sociale veiligheid en (ruimtelijke) kwaliteit van deze stationsomgevingen op peil te krijgen; 1 Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R Afdeling 1 Gemeenteraad Nummer 821 Motie Datum _ 7 juli 2017 o 3. Bij dit onderzoek te betrekken wie qua proces en budget verantwoordelijk is voor welk onderdeel van de openbare ruimte c.q. de ruimtelijke kwaliteit rond de stations; 4. Samen met de andere betrokken actoren een voorstel te doen op welke wijze (inhoudelijk, procesmatig, budgettair, etc.) extra invulling gegeven kan worden aan dit verbeterproces, inclusief de benodigde concrete acties; 5. De uitkomsten van dit onderzoek voor eind 2017 aan de raad voor te leggen. De leden van de gemeenteraad B.L. Vink H.B. Boldewijn 2
Motie
2
discard
Bezoekadres > Gemeente Bezoeke Amste rdam 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 > < amsterdam.nl Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs Datum 28 augustus 2019 Onderwerp _ Afhandeling van de motie van leden Boomsma, Marttin “Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam” (maak leegstand inzichtelijk) (nr. ,82.19) Bijlage 1. Notitie van het OSVO nav motie Onderwijsagenda — maak leegstand inzichtelijk Geachte leden van de gemeenteraad, Amsterdam verdient een evenwichtig en kwalitatief goed onderwijsaanbod, dat voorziet in de wensen van ouders en leerlingen. De leden van het OSVO hebben, na intensief overleg met de gemeente, scherpe keuzes gemaakt om dit onderwijsaanbod ook in de toekomst te behouden en te versterken. Het OSVO heeft de afspraken hierover vastgelegd in de Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam. Hierover heb ik de raad op 26 februari 2019 geïnformeerd. In de aangenomen motie 482.19 van leden Boomsma (CDA) en Marttin (VVD) inzake Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam (maak leegstand inzichtelijk) verzoekt de raad het college: voorafgaand aan de vaststelling van het RPO 2020 —2025 de samenwerkende schoolbesturen verenigd in het OSVO te verzoeken een overzicht te geven waarin staat wat de leegstand is per school en wat de effecten daarop zijn van de gepresenteerde voorstellen, en wel op een zodanig tijdstip en in een zodanige vorm dat de informatie niet alleen inzicht verschaft aan de gemeenteraad maar ook tijdig beschikbaar ís voor stakeholders op de scholen, waaronder de medezeggenschap. Het college heeft uitvoering gegeven aan deze motie door op 29 mei 2019 de leden van het OSVO schriftelijk te verzoeken om de leegstand inzichtelijk te maken. Als reactie heeft het OSVO, in samenwerking met de gemeente de notitie ‘motie Onderwijsagenda — maak leegstand inzichtelijk van het OSVO d.d. 17 juli 2019’ (hierna: de notitie) opgesteld. In de notitie licht het OSVO toe op welke wijze de keuzes die hij heeft gemaakt in de Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam, bijdragen aan het verminderen van de leegstand in Amsterdamse schoolgebouwen. Het college is er van overtuigd dat de afspraken bijdragen aan een evenwichtig en goed onderwijs aanbod in Amsterdam en ziet er naar vit de plannen in goede samenwerking te realiseren. Met deze brief informeer ik de raad over deze notitie en beschouw de motie nr. „82.19 als afgehandeld. Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl. Gemeente Amsterdam Datum 28-8-2019 Kenmerk Pagina 2 van 4 Terugdringen van langdurige leegstand In de notitie geeft het OSVO aan dat het terugdringen van de langdurige leegstand van meer dan 20 procent een belangrijk vitgangspunt was bij het tot stand komen van de afspraken die de schoolbesturen in februari 2019 hebben gemaakt over het onderwijsaanbod in de periode 2020 — 2025. Het verminderen van leegstand is daarbij geen doel op zich. Door bestaande gebouwen creatief te benutten en zorgvuldige keuzes te maken over investeringen in de onderwijsinfrastructuur, wil het OSVO het aanbod en de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Tegelijk geeft het OSVO aan dat een zekere mate van leegstand in schoolgebouwen te verwachten is. Scholen worden langdurig gehuisvest in hun gebouwen en moeten de ruimte hebben schommelingen in de omvang van hun leerlingenpopulatie op te vangen. Leegstand in het Amsterdamse VO In tabel a zijn de scholen opgenomen die in aanloop naar de besluitvorming over het onderwijsaanbod kampte met langdurige (>3 jaar) leegstand van meer dan 20 procent. Voor al deze scholen zijn maatregelen genomen om de gevolgen van de leegstand te verzachten. Al deze maatregelen zijn genomen opgenomen in Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam, die op 8 mei 2019 besproken is in de gemeenteraad. In de notitie worden deze maatregelen verder toegelicht door de leden van het OSVO. Voor zes scholen is een oplossing gevonden door deze in de periode 2020 - 2025 in een ander passende gebouw onder te brengen. Voor acht scholen is gekozen om de leegstand in hun schoolgebouw in te zetten voor medegebruik door een sociaal- maatschappelijke instelling of een andere school. Een voorbeeld hiervan is het in medegebruik geven van een deel van het gebouw aan het MBO voor een vmbo-mboa trajecten en Kopklassen,* zoals het Calvijn, IJburg College, Cburg College, Comenius en het Ir. Lely College doen. Hierdoor krijgen leerlingen een grote kans op een succesvolle schoolloopbaan. De vermindering van de leegstand is altijd een inschatting op basis van de huidige kennis en kan gedurende de periode gewijzigd worden. De afspraak binnen het OSVO is om jaarlijks het gesprek te blijven voeren over het onderwijsaanbod en de leegstand in scholen. Tabel a — maatregelen leegstand > 20 procent _BrederoBeroepscollege | 43 | Passendehuisvesting | o _CburgCollege | 35 |Medegebruik | o | IburgColleges | 35 |Medegebruik | o | _UburgCollege2 | 31 | Passendehuisvesting | o _MontessoriCollege Oost |____ 28 | Passendehuisvesting | o lederslandCollege | 51 |Passendehuisvesting | o | * Kopklas is een schooljaar tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs in. * Op basis van de leerlingentelling 2017, dat was in aanloop naar de besluitvorming van het OSVO de meest recente telling. 3 Gemeente is voornemens het gebouw van Comenius Lyceum aan de Jacob Geelstraat 38 opnieuw in te meten. In het oorspronkelijke meetrapport ruimtes ten onrechte meegeteld zijn als onderwijsruimte 2 Gemeente Amsterdam Datum 28-8-2019 Kenmerk Pagina 3 van 4 'tReinaert | __40 | Passendehuisvesting | o _Tobiasschool | 48 |Medegebruik | o | Leegstand inzichtelijke In de motie nr. 482.19 wordt ook verzocht om de ontwikkeling van de leegstand in het Amsterdamse onderwijs publiek beschikbaar te stellen. Vanaf 1 september 2019 zijn de gegevens over de onderwijscapaciteit voor iedereen toegankelijk via het digitale platform Tableau.** Via dit platform geeft het college inzicht in de totale onderwijscapaciteit, de leerlingenaantallen en de ontwikkelingen van de leegstand per school in het voortgezet onderwijs. De gegevens zullen jaarlijks actueel gehouden worden op basis van de meest recente leerlingentellingen van DUO en gebouw informatie. De schoolbesturen gaan de komende periode in overleg met hun stakeholders, waaronder de medezeggenschap, over het RPO 2020 -2025, de notitie en tableau kunnen bij dit overleg betrokken worden. Een belangrijke stap De groei van de stad en het aantal onderwijsvoorzieningen vraagt dat de gemeente en schoolbesturen de beschikbare onderwijscapaciteit efficiënter inzetten. In de bestuurlijke reactie, van het College op de besluitvorming van het OSVO over het onderwijsaanbod in de periode 2020 — 2025, d.d. 26 februari 2019, constateert het college dat de plannen van het OSVO een belangrijke stap zijn om dit te realiseren. Het college ondersteunt de visie van het OSVO dat een zekere mate van leegstand noodzakelijk is om de flexibele groei van scholen op te kunnen vangen, maar dat langdurige grote leegstand niet wenselijk is. In de huisvestingsverordening is daarom ook opgenomen dat de gemeente leegstand van scholen kan claimen om in te zetten voor de ruimtebehoefte van de groeiende school of voor medegebruik aan een sociaal-maatschappelijke instelling. Ook is het college, zoals beschreven in de brief Betaalbare woonruimte voor onderwijs- en zorgprofessionals d.d. 25 juni 2019, in gesprek met het de VO schoolbesturen om de mogelijkheid te verkennen om woonruimte in schoolgebouwen te realiseren die voor een langere periode (deels) leegstaan. Overigens leiden de afspraken die de leden van het OSVO hebben gemaakt, niet tot een verminderen van de leegstand met 15.000 vierkante meter, zoals in motie nr. „82.19 wordt gesuggereerd. De verwachting is wel dat de gemeente in de periode 2020 — 2025 15.000 vierkante meter minder onderwijshuisvesting voor het voortgezet onderwijs hoeft te realiseren. Doordat de schoolbesturen in de periode 2020 — 2025 vier panden teruggegeven aan de gemeente kunnen deze opnieuw worden ingezet voor de permanente huisvesting van scholen die op dit moment nog tijdelijk gehuisvest zijn. Le. de fietskelder. De leegstand is dus lager dan waar in de notitie van vit wordt gegaan. De inmeting wordt momenteel aanbesteed. * https://public.tableau.com/profile/vo.ohv#!/vizhome/OSVOAgenda 15669738597870/0SVO > In 2017 waren er meer scholen die een leegstand hadden van meer dan 20 procent, waarvoor het OSVO geen maatregelen heeft getroffen. Bij deze scholen was nog geen spraken van langdurige leegstand of zij hadden niet deel genomen aan het gesprek met het OSVO. Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (SVPO) bijvoorbeeld is geen lid van het OSVO, maar had in 2017 wel een leegstand van 5o procent. Reden is dat de SVPO in schooljaar 2017 - 2018 is gestart met 4 brugklassen en nog groeit. 3 Gemeente Amsterdam Datum 28-8-2019 Kenmerk Pagina 4 van 4 Gezamenlijke opgave De capaciteit, en daarom ook de leegstand, in het Amsterdamse onderwijs is een dynamisch proces. Het wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de leerlingenpopulatie, de woningbouwontwikkeling en de veranderingen in de wensen van ouders en leerlingen over het onderwijsaanbod. Het college is dan ook verheugd dat het OSVO heeft afgesproken om regelmatig met elkaar het onderwijsaanbod en passende huisvesting te bespreken. Met deze afspraken is de eerste stap gezet voor het behoud van een evenwichtig en kwalitatief goed onderwijs aanbod. De vitdaging ligt nu in een verdere uitwerking van de plannen. Het college gaat deze uitdaging graag aan met de Amsterdamse schoolbesturen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders, | TAZ A | / ) Se A Marjolein Moorman Wethouder Onderwijs 4 ove 17 juli 2019 Inleiding De Wethouder Onderwijs heeft met haar brief van 29 mei 2019 het OSVO verzocht om, voorafgaand aan de vaststelling van het RPO 2020 — 2025, inzichtelijk te maken op welke manier de voorstellen van het OSVO in de Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam (d.d. 14-02-2019), bijdragen aan het verminderen van de leegstand per schaal. En dit in een zodanig vorm te doen dat de informatie niet alleen inzicht verschaft aan de gemeenteraad maar ook tijdig beschikbaar is voor stakeholders op de scholen, waaronder de medezeggenschapsraden. In deze notitie licht het OSVO toe op welke wijze de keuzes die zijn gemaakt in de Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam, bijdragen aan het verminderen van de leegstand van schoolgebouwen in Amsterdam. Hierbij wordt eerst ingegaan op de context waarbinnen deze keuzes zijn gemaakt. De schoolbesturen kunnen deze notitie betrekken bij het medezeggenschapsoverleg naar aanleiding van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen 2020-2015. De notitie is in goede samenwerking met de gemeente opgesteld. De onderliggende gegevens over de onderwijscapaciteit van schoolgebouwen*, de ruimtebehoefte van scholen? en de leegstand in schoolgebouwen? zijn beschikbaar gesteld door de gemeente. Onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam In oktober 2017 hebben de leden van het OSVO de Amsterdamse Agenda voor het Voortgezet Onderwijs vastgesteld. Een belangrijk uitgangspunt voor het OSVO bij het opstellen van de onderwijsagenda is dat OSVO efficiënt moet omgaan met haar publieke middelen en daarom zorgvuldige keuzes moet maken voor nieuwbouw, nieuwe scholen en andere investeringen in de onderwijsinfrastructuur. Waarbij het OSVO altijd naar mogelijkheden zoekt om bestaande gebouwen en scholen creatiever te benutten. Hierbij is het verminderen van leegstand geen doel op zichzelf, maar gaat het juist om het verbeteren van het onderwijsaanbod in de stad en de kwaliteit van het onderwijs. Met het oog op dit uitgangspunt is de afspraak gemaakt om jaarlijks met elkaar te bespreken wat de behoefte is aan onderwijsplekken in de stad. Waarbij uitdrukkelijk aandacht is voor de gewenste groei en innovatie, en zeker ook goed in gezamenlijkheid gezocht zal worden naar oplossingen voor krimp en leegstand van schoolgebouwen. In geval een school drie jaar te kampen heeft leegstand en/of krimp van meer dan 20 procent wordt in OSVO verband gezocht naar een oplossing. Het gesprek in 2018 en 2019 over het onderwijsaanbod in Amsterdam heeft geleid tot de Amsterdamse onderwijsagenda: het onderwijsaanbod in Amsterdam - overeenstemming over optimalisatie van het onderwijsaanbod in Amsterdam. Hierin meer dan 35 besluiten zijn * Onderwijscapaciteit per schoolgebouw is gebaseerd op het bruto vloeroppervlak, op basis van NEN- 2580. Vervolgens is op grond van de aanvullende bepalingen in de Verordening huisvestingsvoorzieningen Onderwijs Amsterdam 2018 (bijlage III, hoofdstuk 1, artikel 2) de uitkomst in enkele gevallen gecorrigeerd. Zo zijn onder andere fietsenkelders niet meegerekend. ? Ruimtebehoefte van een school wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen en type leerlingen dat staat ingeschreven op een school. Per leerling wordt een bepaald aantal m? toebedeeld. De hoogte van de m?is afhankelijk van het type leerling; een vmbo-leerling mét LWOO heeft b.v. recht op meer m? dan een vmbo-leerling. 3 Leegstand in schoolgebouwen is het verschil tussen de onderwijscapaciteit van een schoolgebouw en de ruimtebehoefte van de school. Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 1/7 ove genomen ten aanzien van het onderwijsaanbod. Voor meer dan 14 scholen die meer dan 20 procent leegstand hadden in 2017 zijn oplossingen gevonden om deze leegstand te verminderen. Een dergelijke transitie is niet van de een op de andere dag gerealiseerd, maar het is een stap in de goede richting. De afspraak binnen het OSVO is om jaarlijks het gesprek te blijven voeren over het onderwijsaanbod en de leegstand van scholen. Veel van de gemaakte afspraken over het terugdringen van de leegstand zijn opgenomen in het concept-Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) dat voor ‘op overeenstemming gericht overleg’ aan het gemeentebestuur is voorgelegd. De doelstelling van het RPO is om alle huidige en op korte termijn gewenste onderwijsvoorzieningen in het vo in Amsterdam in kaart te brengen, inclusief alle (tijdelijke) vestigingen, en vervolgens bestuurlijke overeenstemming te bereiken over het onderwijsaanbod voor de komende vijf jaar. Overige afspraken die van invloed zijn op het onderwijsaanbod, zoals vastgelegd in de Amsterdamse onderwijsagenda voor het voortgezet onderwijs, hebben hierin ook een plaats. De in het RPO opgenomen schoolprofielen geven een beeld van de ambities en de ontwikkelingen per school in bredere zin. Deze notitie betreft met name de onderwijsvoorzieningen en daar waar sprake is van onderwijshuisvesting met meer dan 20% leegstand, maatregelen om die terug te brengen. Leegstand in Amsterdam Op 1 januari 2017 was de leegstand in Amsterdamse Voorgezet Onderwijs (VO) scholen in het totaal 45.593 m?, dit is 12 procent van de totale onderwijscapaciteit die beschikbaar is voor het Amsterdamse onderwijs, zie tabel 1. De omvang van de totale leegstand is geen vast gegeven, maar fluctueert als gevolg van de wisselende instroom en uitstroom van leerlingen in het VO. Een zekere mate van leegstand is dus gewenst om de fluctuatie in leerlingenstromen op te vangen. Ook voor individuele scholen geldt dat enige overmaat in het gebouw wenselijk kan zijn om de fluctuatie in leerlingenstromen op te vangen. Vaak hebben scholen die net zijn gestart een behoorlijke overmaat in het gebouw, zodat zij de groei van het aantal leerlingen kunnen opvangen, tot dat zij volgroeit zijn tot een volledige school. Tabel 1. Totale onderwijscapaciteit VO 2017 De leegstand van de schoolgebouwen is niet evenredig verdeeld over alle scholen in Amsterdam. De grote meerderheid van de Amsterdamse scholen in het Voortgezet Onderwijs zit qua leegstand onder het stedelijk gemiddelde. Een grote groep scholen schommelt qua leegstand rond het stedelijke gemiddelde. De onderwijsvoorzieningen die vanuit de Kraamkamer tot het Amsterdamse vo zijn toegetreden (Spring High, Vox College en Kiem) en de nieuw gestichte scholen die daarvan deel uitmaken (zoals de Amsterdamse Mavo, het Cornelius Haga en de School voor Persoonlijk Onderwijs zijn gewoon meegenomen in de leegstandberekening. Gezien deze laatste drie scholen niet lid zijn van de OSVO kan OSVO daar geen afspraken over mee maken als het gaat om de 20% overcapaciteit in de scholen. Effect van afspraken op de leegstand Op 1 januari 2017 hadden twintig scholen in Amsterdam een leegstand van boven de 20 procent. Voor zes van deze scholen zijn geen aparte maatregelen genomen door de leden van Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 2/7 ove het OSVO. Twee van deze scholen vielen niet onder het bestuur van een OSVO lid. Vier van deze scholen (ABC Noorderlicht, Spinoza20first, Cartesius 2, Lumion) zijn scholen die net zijn gestart en zich nog aan het ontwikkelen zijn tot een volledige school met alle leerjaren. De laatste school is Joodse kindergemeenschap Cheider. Voor de overige 14 scholen heeft het OSVO afspraken gemaakt over de wijze waarop de leegstand van deze scholen wordt teruggedrongen. Hieronder wordt per school aangegeven wat de leegstand was in 2017, de wijze waarop deze wordt aangepakt en wat dit betekent voor de leegstand in deze schoolgebouwen. In de Collegebrief over de Onderwijsagenda, onder het kopje ‘minder leegstand’ wordt vermeld dat de gemeente vanwege de gemaakte keuzes in de toekomst naar schatting 15.000 vierkante meter minder onderwijshuisvesting voor het voortgezet onderwijs hoeft te realiseren. Dit gaat niet alleen over het verminderen van de leegstand, maar ook over het feit dat vanwege de keuzes die zijn gemaakt enkele nieuwbouwprojecten ingevuld kunnen worden in bestaande gebouwen, waardoor er geen nieuwbouw nodig is. De in OSVO-verband gemaakte afspraken betekent niet dat de leegstand per direct is opgelost. De uitwerkingen van een besluit bijvoorbeeld een verbouwing, kan soms nog enkele jaren op zich laten wachten. Onderstaand treft u een inhoudelijke toelichting van het bestuur van de desbetreffende de scholen. Maatregelen scholen met meer dan 20% leegstand. Windrichting noord Bredero Beroepscollege, leegstand: 43 procent Maatregel: Een deel van het gebouw wordt gebruikt door het MBO voor o.a entreeopleidingen. Vanaf schooljaar 2020-2021 zal het gebouw de komende jaren dienst doen als tijdelijke huisvesting voor de drie scholen die samen de nieuwbouw op de Buiksloterweg gaan gebruiken (Bredero Beroepscollege, De nieuwe Havo en Vox College). Gevolg: Het gebouw van het Bredero Beroepscollege wordt na oplevering nieuwbouw Buiksloterweg teruggegeven aan de gemeente. Er is geen sprake meer van leegstand. Hogelant, leegstand: 48 procent Maatregel: Het schoolgebouw van het Hogelant is in medegebruik gegeven aan ROC TOP Amsterdamse Plus, Stichting De Witte Tulp en Altra (Topklas) Gevolg: Vanwege het medegebruik van ROC TOP Amsterdamse Plus, Stichting De Witte Tulp en Altra (Topklas) wordt de leegstand gereduceerd tot 19%. Tevens heeft het ROC TOP onlangs een verzoek ingediend tot uitbreiding van het medegebruik t.b.v. de Amsterdamse Plus. Windrichting Oost, Zuidoost Bindelmeer College, leegstand: 44 procent Maatregel: Het Bindelmeer College gaat per augustus 2019 60 leerlingen mbo (Vakmansschapsroute/VMR) aanbieden, waardoor het gebouw gedeeltelijk in medegebruik is van het MBO. Daarnaast is het gebouw van het Bindelmeer College in medegebruik voor diverse wijkfuncties met een huurovereenkomst/gebruikersovereenkomst: e Holy Ghost Revival Chappel International (kerkgemeenschap) e 5 O'Clock Class, Academie voor Theater en Dans, Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (regionaal opleidingsinstituut voor dans en cultuur) Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 3/7 eve (zie ook: https://www.atd.ahk.nl/opleidingen-dans/5-oclock- class/studieprogramma/ } e Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten in samenwerking met de Stopera (theaterproducties) En is het Bindelmeer College met de volgende lokale organisaties in gesprek voor medegebruik: e Weekendacademie (huiswerkbegeleiding en naschoolse activiteiten voor kinderen uit gezinnen met sociaaleconomische achterstand) (zie ook: https://www.weekendacademie.nl/) e Elance Academy (achterstandsprogramma voor meisjes om zelfstandig te kunnen worden) (zie ook: https://www.elanceacademy.nl/) e Digital Society School / MedialAB Amsterdam (platform waar leerlingen en journasten tv-programma's maken o.a. voor ZuidoostTV) (zie ook https://digitalsocietyschool.org/ en https://medialabamsterdam.com/home/) e _Indieplant (academie voor startende artiesten) (zie ook: http://indieplant.com/nl/overons/) e _Schoolsportvereniging (samenwerking tussen gemeente Amsterdam en sportverenigingen met als doel de makelaar tussen de verenigingen en de sportoefenaars te zijn) (zie ook: https://schoolsportvereniging.nl/) e _Honkbal/basketbal-vereniging Amsterdam Marshals e ZZP Nederland (steunpunt ZZP voor regio Groot-Amsterdam) (zie ook: https://www.zzp-nederland.nl/) e ZZP Bijlmer (steunpunt ZZP, specifiek voor de Bijlmermeer) Gevolg: de leegstand in het Bindelmeer College wordt gereduceerd tot 24%. Door een hogere instroom en zij-instroom in 2019-2020 dan geprognosticeerd, is de verwachting dat de leegstand terugloopt tot onder de 20%. Cburg College, leegstand: 35 procent Maatregel: Het Cburg College is een startende school. De verwachting is dat het aantal leerlingen met een instroom van 90 per jaar groeit en de leegstand daardoor snel gereduceerd wordt. Daarnaast gaat de school ook mbo niveau 2 aanbieden, waarvoor een gedeelte van het gebouw in medegebruik wordt gegeven aan het MBO. Het Stelle College is teruggegeven aan de gemeente voor de nieuwbouw Cburg College. Gelet op de instroom van de afgelopen jaren en de start van MBO groepen in de doorlopende leerlijn komend schooljaar, zal de school binnen een aantal jaren naar verwachting volledig bezet zijn Ir. Lely Lyceum, leegstand: 31 procent Maatregel: Het Ir. Lely Lyceum is een echte ‘buurtschool’ met de afgelopen jaren een leerlingaantal van circa 800. Het Ir. Lely Lyceum beschikt vanaf 2019/2020 met TTO, Gymnasium en Technasium over een uniek en kwalitatief zeer hoogstaand onderwijs- aanbod. Hiermee verwacht de school meer basisschoolverlaters uit ZuidOost te verleiden tot een VO-vervolg op het Ir. Lely Lyceum. Naast deze ontwikkelingen rond het onderwijsaanbod, heeft het CvB een aantal andere initiatieven genomen om het gebruik van het schoolpand te optimaliseren. e Daarnaast is het interessant om groep 7/8 leerlingen van naburige basisscholen projecten en/of vaklessen op het Ir. Lely Lyceum te laten volgen. Te denken valt aan vaklessen zoals LO, Engels/TTO en Onderzoeken & Ontwerpen, en Technologie & Toepassing. Een verkenning daartoe met een bestuur van basisscholen in Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 4/7 eve Zuidoost is eind 2018 gestart, resulterend in het volgen van lessen van groep 8 van de 16° Montessori School Gaasperdam op het Lely Lyceum in de periode januari- juli 2019. Het mes sneed bovendien aan twee kanten: door lessen op het Lely Lyceum te volgen, konden de groep 8 leerlingen gewoon les krijgen, terwijl de basisschool vanwege het lerarentekort geen groep 8 leerkracht voor de groep meer had. Een dergelijk initiatief heeft in dezelfde periode ook plaatsgevonden met basisschool Piet Mondriaan uit Abcoude. e De positieve ervaringen die zijn opgedaan met deze samenwerking, hebben geleid tot verkennende gesprekken met de PO- besturen Bijzonderwijs en Sirius, over intensiveren van de samenwerking. Ook deze besturen kampen met lage leerlingenaantallen en leegstand bij een aantal van hun scholen en/of de nadelige gevolgen van het lerarentekort. Als onderwijsbestuurders van Amsterdam- Zuidoost willen wij onze verantwoordelijkheid nemen om te kijken naar passend beleid om leegstand tegen te gaan. Dit vergt echter tijd, zodat de samenwerking ook structureel van aard kan zijn. Wij verwachten in het najaar van 2019 concrete voorstellen tot een samenwerking tussen basisscholen en het Ir. Lely Lyceum te kunnen melden. Met ingang van 1 augustus 2019 wordt een Kopklas in het gebouw van het Lely Lyceum gehuisvest. Daarnaast stelt de school het pand beschikbaar voor stadsbrede onderwijs- activiteiten, zoals de huisvesting van de Amsterdamse Zomerschool (juli 2019). IJburg College 1 en IJburg College 2, leegstand: respectievelijk 35 en 31 procent Het IJburg College (1 en 2) nemen de volgende maatregelen om de leegstand per school te verminderen: 1. Met ingang van schooljaar 20/21 wordt het gebouw IJburg College 2 teruggeven aan de gemeente en huizen de leerlingen van IJburg College 2 in bij IJburg College 1. 2. Voorbereidend op de teruggave van IJburg College 2 aan de gemeente in 20/21, verhuist de bovenbouw van IJburg College 2 al komend schooljaar 19/20 naar IJburg College 1. In cijfers: 10.108 m2 6.274 m2 Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 5/7 ove Montessori College Oost, leegstand: 28 procent Met de afdeling Onderwijshuisvesting van de gemeente is afgesproken dat er maximaal 1100 leerlingen in het gebouw van het MCO mogen worden gehuisvest. Uit onderstaande tabel blijkt, dat op basis van het leerlingaantal van juni 2019 de leegstand 21% is. Leerlingen & Onderwijs 1 okt. MCO 2017 MCO 2018 MCO juni 2019 Aantal |In 817 787 869 E.O 125 117 204 Mavo 102 96 101 VmboB 349 349 330 VmboB/K 23 28 34 VmbokK 197 190 193 VMS4 21 7 7 VMS5 15 21 20 817 787 869 Echter: Naast de 869 MCO-leerlingen, huisvest het gebouw ook nog een aantal leerlingen van de TOP-klas en van de Vakmanschapsroute. Het afgelopen jaar ging het in totaal om een kleine 20 MBO leerlingen in deze Vakmanschapsroute Een vleugel van het gebouw is bovendien ingericht als kantoor voor het bestuur en het bedrijfsbureau van de MSA Daarnaast start MCO vanaf schooljaar 2020 — 2021 met een havo/vwo-instroom met een nieuw onderwijsconcept. De school zal zich opnieuw profileren met een nieuwe naam. De verwachting is dat dit concept leerlingen zal aantrekken die daardoor niet voor de montessorischool in Amsterdam-Zuid zullen kiezen. Dat is ook afgesproken in de Amsterdamse Onderwijsagenda van het OSVO. Windrichting: West Calvijn College, leegstand: 25 procent Maatregel: het Calvijn College biedt sinds 2008 voor 60 leerlingen mbo (Vakmanschapsroute/VMR) aan, waardoor het gebouw gedeeltelijk in medegebruik is van het MBO. Gevolg: de leegstand in het Calvijn College is gereduceerd tot 13%. ledersland College, leegstand: 51 procent Maatregel: Het ledersland College zit op dit moment in een tijdelijk huurpand in afwachting op definitieve huisvesting. Per ultimo augustus 2021 wordt het ledersland College passend gehuisvest in de Slotermeerlaan 103. Gevolg: De huur van de tijdelijke huisvesting wordt opgezegd. De leegstand wordt gereduceerd naar 0% (per augustus 2021). Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 6/7 eve Comenius Lyceum en Het Reinaert, leegstand: respectievelijk 52 en 40 procent Maatregel: Per schooljaar 2020 — 2021 worden de twee scholen samengevoegd in het gebouw van het Comenius Lyceum. Gevolg: Het gebouw van Het Reinaert, in de Reinaert de Vosstraat wordt teruggeven aan de gemeente Amsterdam. De leegstand in het gebouw van het Comenius Lyceum wordt gereduceerd tot 29%. NB. De gemeente is het gebouw van het Comenius Lyceum aan de Jacob Geelstraat 38 momenteel opnieuw aan het inmeten aangezien in het oorspronkelijke meetrapport ruimtes zoals de fietsenkelder e.d. ten onrechte meegeteld zijn als onderwijsruimte. Mundus College, leegstand: 39 procent De huidige leegstand bij Mundus komt door de krimp bij het vmbo. Het plan is om met de nieuwe techniek school en de vier betrokken besturen deze leegstand op te lossen. Daarnaast zal bezien worden of Spring High in de toekomst wellicht een deel van het gebouw kan gaan gebruiken mits het kan worden aangepast voor primair onderwijs. En de leegstand wordt aangepakt door het gebouw zo nodig voor mede gebruik open te stellen aan andere maatschappelijke organisaties. Daarnaast is het nodig om enige flexibele ruimte in deze school te houden ivm de opvang van ISK leerlingen, dit fluctueert per semester. Windrichting Zuid Tobiasschool, leegstand: 0 (i.p.v. 48) procent Genomen maatregel: per 2015 is een gedeelte van het gebouw in medegebruik van Speciaal Basis Onderwijs Gevolg: De leegstand is via medegebruik gereduceerd naar 0 procent. Notitie OSVO-bestuur voor wethouder Moorman n.a.v. de motie Maak leegstand inzichtelijk, 17 juli 2019, pag 7/7
Motie
11
discard
Gemeente Amsterdam % Gemeenteraad R % Amendement Jaar 2020 Afdeling 1 Nummer 1326 Behandeld op 16 en 17 december 2020 Status Ingetrokken Onderwerp Amendement van het lid Boomsma inzake de Begroting 2021 (Extra handhaving) Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De raad, Gehoord de discussie over de Begroting 2021. Overwegende dat: — sprake is van een toenemende druk op handhaving door een niet aflatende druk op de leefbaarheid in de stad; — de druk op de handhavingsorganisatie tteneemt doordat de politie zich steeds meer richt op haar kerntaken, high impact crimes, cybercrime, terrorismedreiging en evenementen; — door extra handhavers in dienst te nemen, dat de politie ook de kans geeft om zich meer te richten op het bestrijden van ondermijning en zware criminaliteit; — zorg dragen voor een schone, veilige en leefbare stad één van de belangrijkste kerntaken van de gemeentelijke overheid is, Besluit: — Op bladzijde 45 van de begroting onder ‘3.1.2 Openbare orde en veiligheid’ onder ‘toezicht en handhaving’ toe te voegen: “We zorgen voor extra toezicht door de komende jaren nog eens 100 extra handhavers in dienst te nemen.” — Op bladzijde 49 onder ‘lasten’ toe te voegen: “extra handhaving (€ 3 miljoen) — Ditte dekken door te stoppen met de 24h opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen. — Alle andere tabellen en teksten in de begroting conform het bovenstaande aan te passen. Het lid van de gemeenteraad D.T. Boomsma 1
Motie
1
discard
> Gemeente Amsterdam Motie Datum raadsvergadering 19 en 20 juli Ingekomen onder nummer 262 Status Aangenomen Onderwerp Motie van het lid Wehkamp inzake Voorlichting soa's Onderwerp Voorlichting soa's Aan de gemeenteraad Ondergetekende heeft de eer voor te stellen: De Raad, Gehoord de discussie over de Voorjaarnota -__ Constaterende dat het hoofd epidemiologie van het RIVM sinds 2014 een stijgende trend constateert van het aantal soa’s; -_Constaterende dat Stichting SOA Aids Nederland aangeeft dat “door het stoppen van de Vrij-Veilig-campagnes de boodschap van veilig vrijen naar de achtergrond is geraakt” en er minder geïnvesteerd is in de preventie van soa's!; -__ Constaterende dat de Leefstijlmonitor van het CBS laat zien dat het percentage risicovolle seks met losse partners in vrijwel alle leeftijdsgroepen toeneemt, in het bijzonder bij twin- tigers waar het percentage dat seks heeft zonder condoom met 37% is toegenomen’; -__ Overwegende dat 4,2% van de bezoekers van het Centrum Seksuele Gezondheid Amster- dam (CSGA / soapoli) praktisch opgeleid is, het vindpercentage bij deze groep hoger ligt (22,9%) dan bij theoretisch opgeleiden (17,4%) en we daarom moeten kijken naar hoe we ervoor kunnen zorgen dat praktisch opgeleiden de weg naar het aanbod van CSGA beter weten te vinden; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders -__ Te onderzoeken of er in de campagnes over seksualiteit meer aandacht kan komen, ook op scholen, voor de preventie van soa's; RIVM: forse toename gonorroe- en chlamydia-gevallen in 2022 (nos.nl) » Meer soa's, minder condoomgebruik: ‘Tot op de dag van vandaag heb ik er last van’ (parool.nl) Gemeente Amsterdam Status Aangenomen Pagina 2 van 2 -_ Te onderzoeken middels een pilot of een uitbreiding van de wijkpoli's van de GGD helpt om de soapoli’s beter vindbaar te krijgen en zo het aantal soa’s naar beneden te krijgen; -_En hierbij gebruik te maken van de 400.000 euro die beschikbaar is gesteld voor seksuele voorlichting en het vergroten van de naamsbekendheid; Indiener(s), J. Wehkamp
Motie
2
val